TEE VERKRIJGING VAN BEN GRAAD VAN
NA MACHTIGING VAN DEN RECTOR MAGNIFICÜS
GEWOON HOOGLEERAAR IN DE GODGELEERDHEID ,
MET TOESTEMMING VAN DEN ACADEMISCHEN SENAAT,
EN
VOLGENS BESLUIT DER GENEESKUNDIGE FACULTEITy
AAN DE HQOGESCHOOL TE UTRECHT TE VERDEDIGEN,
OP DINSDAG DEN 13den OCTOBER 1868, DES NAMIDDAGS TE HALF ZEVEN UUR,
DOOR
FREDERIK KAREL ALEXANDER ROMBACH 5
LEIDEN,
GEBROEDERS YAN DER HOEK.
1868.
TEE BOEKDEUKKERIJ VAN J. C. DEABBE.
-ocr page 3-T.
Men moet wel onderscheiden tusschen neiging van den voorsten
bekkenwand en bekkenhelling.
II.
Het is waarschijnlijk dat de uterus zich uit de Mullersche
buizen vormt.
III.
Door het stethoskoop kan wel het leven, niet de dood der
vrucht geconstateerd worden.
IV.
De weerstand van het perineum draagt wezentlijk bij tot het
volbrengen van den spildraai.
V.
Rheumatismus uteri komt niet voor.
VI.
Tegen herhaalden partus immaturus kunnen mercurialia als
geneesmiddel aangewezen zijn.
VIL
Door het ondersteunen van het perinaeum belette men het
plotseling geboren worden van het hoofd en gebruike daartoe
beide handen.
VIII.
Bij tweelinggeboorte is het afwachten van weeën ter uitdrij-
ving van de tweede vrucht regel, de kunstmatige verlossing
uitzondering.
IX.
Het terugblijven der placenta zonder vloeiing vordert het
kunstmatig afhalen daarvan niet onvoorwaardelijk.
X.
De raad van Scanzoni om geen secale cornutum toe te dienen
vóórdat het ostium zoover verwijd is dat men den partus des
noods kan termineeren, en de werking van dit geneesmiddel
niet langer dan \\ uur af te wachten, is zeer te behartigen.
Zoowel met oog op nabloeding in het 5de tijdperk, als op den
voortgang van den partus verdient het gebruik van secale cor-
nutum bij weeënzwakte aanbeveling.
XII.
Bij prolapsus funiculi kan gewijzigde ligging bijdragen tot het
binnenhouden der teruggebrachte streng, zoo de poging tot
duurzame repositic mislukt, teraiineere men den partus.
XIII.
Op theoretische gronden schijnt mij de raad van Hohl e. a.,
om bij naar voren gekeerde buikvlakte van het dwarsliggende
foetus de keering aan de naar boven gelegen onderste extremiteit
te verrichten, volkomen gerechtvaardigd.
XIV.
Aan de Itephalotripsie behoort perforatie vooraf te gaan. De
kephalotribe van Cohen is een ongeschikt instrument.
XV.
Scanzoni gaat van een onjuist beginsel uït wanneer hij,
sprekende over het opwekken van kunstmatigen abortus bij
verschillende ziektetoestanden der moeder, ter verdediging
daarvan zegt: Das Verfabren muss endlich auch nur als die
Nachahmung des natürlichen Vorganges betrachtet werden.
XVI.
Bloedingen gedurende den partus behandele men bij voorkeur
met plaatselijke middelen.
XVII.
De raad van Scanzoni om na partus met placenta praevia door
het aanleggen van een goed aansluitend lijfverband en tampo-
nade der scheede nabloedingen te voorkomen verdient behar-
tigd te worden.
XVIII.
Er zijn gevallen, waar de ontlediging der baarmoeder dienstig
wezen kan, ook vóórdat er merkbare weeënwerkzaamheid bestaat.
XIX.
Een bij den partus ingescheurd perineum worde dadelijk na
den afloop der baring gehecht.
XX.
Het is wenschelijk dat de stand der vroedvrouwen opgevoerd
worde tot die van vroedmeesteressen.
XXI.
De verloskundige hulp aan huis verdient de voorkeur boven
die in klinieken.