-ocr page 1-
/Ow
A M P H I 0 N<
e e m
TlJDSCHRIf I
m m o o It. ■ .'■:' ■:■: 10
f RIENDEN en BEOEFENAAT^
TOONKUNST/
'- mil, Mm<$t>0$S& . '
VIERDE jAARGANGii              jL
I.
Te GRONIjyGENt %
bij W. van B O. E K E R E Nf
tt 8 a %
BIBUOTHEEK DER
RUKSUNIVERSITEIT
A ,           10i OCT. 1928
UTRECHT,
-ocr page 2-
£ - •
I N H O. U D.
I. Aankondiging over de voortzetting
van dit tijdlchrift . . ..,,.,, bladz. ft
JT. Over de nnizijk te Groningen van
December 1820 tot December 1821. —— 3.
JII. Brief aan den Redakteur over de mu-
■ zijk te Aniliem......,...•■»• —»— 20,
IV. lets over de Romancen van den heer
VERMEULEN, door J. S.......                24.
V, Gemengde Berigten.
Over de muzijk des Konings . , . , ......... 30,
-------den klarinettist de gkoot, jr, —>— 31,
------- de oprigting van een Neder-
landsch Genootfcliap : tot bevorde-
ring dcr Toonkuns^ . . ...... ■.......... 3-1*
DRUKFEIL.
Op bladz. 16 ftaat: lindpaintrer x
lees; undrajntne.r.
-ocr page 3-
JANKONDIGING             ■" y
OVER. DE VOORTZETTINO VAN DIT TIJDSCHRIPT.
G
edurende den loop van hct jaar 1821, keeft men
den Redakteur van onderfcheidenc kanten te he/men
gegeyen :
1. Dat de berigten, welke in dit tijdfchrift werdeti
cpgenomen, hoe belangrijk en hoe oordeclkundig zs
00k gefchreven zijn
, voor den lezer veel van. der-
zelver belang yerloren, uit hoofde ze meestal niet
meer nietnv war en
, to en ze y/erden afgedrukt, en de
lezer zich dus niet meer zoo naauwkeurig kon herinne-
ren de ondenvcrpen
, waarover dezelve loopen, terwijl
vele andere , wier kunstverrigtingen in die berigten
beoordeeld Ztjn\ om dezelfde reden
, nitt zoo veel nut
uit dezelve konden trekken, ah wanneer hunne kunst-
verrigtingen him nog versch in het geheugen lagen; en
2. Dat de letter, v/aarmede dit tijdfchrift gezet
yerd, wat al te klein is, zoodat zalks voor vele lezers
lastig wordt, vooral wanneer zij\ door den druk der
jaren, niet meer zoo gemakkchjk met eene kleine
letter tercgt kunnen komen.
De Kedakteur zoo wel, als de Uitgever, beide van
de gegrondhcid dezer klagten overtuigd, en niets meer
ivenfchcnde, dan hunnen lezcrs
, elk voor zoo veel hij
vermag
, genocgen te geven, hebben al dadelijk befloten,
de redenen tot die klagten uit den weg te ruimen.
Doch daar zulks niet wel midden in den loop van ee*
nen jaargang konde plaats hebben
, zijn zij gtnoodzaakt-
geweest, den vorigen jaargang op den ouden yoet voort
H
-ocr page 4-
te zelten. Daar cr echter nu een nicuwt jaafgang
ieg'int
, yerwittigen zy hunnc lezers, dat de amphion
voortaan in eenen anderen vartn zal verfchijnen.
De liedakteur namelijk, inziende, dat de oudheid
der beriglen aan niets /aider's toe te fchryven is
, dan
aan de
drie maandelijkfche uitgave van ieder fink, heeft
met oyerleg van den Uitgever befloten
, dat er in het
yervolg
, in plaats van vier, acht ftukken zullen y/orden
uitgegeyen, waaryan ieder echter zoo yeel kleincr zal
zifn, dan de yoorheen uitgcgcvene
, dat de geheele
jaargang niet meet, dock ook niet minder
, bladen
druks zal bevatten
, dan iot nit toe heeft plaats gehad.
De Uitgever heeft van zijne zijde eyeneens getracht
/tan het billy he vtrlangen der lezers te voJdoen, door
het kiezen van eenen anderen letter; t envy I hij haopt,
den lezers le meer reden tot tcvredenhcid te geyen ,
daar
, in ween iH van beide deze ycrandcringen en de
daaruit yoortvheijende mcerdere tnocite en zorgen
, zoo
van yerzending
, als anderzins, de pry's van den
AMP HI on gcenszins zal verhoogd warden. De vorige
jaargangen van dit tijdfchrift hebben
18 vellen draks
be/laan,
den algemeenen inhoud daarbuitcn gerelend;
voortaan zal ieder jaargang even yeel bevatten
, en
ieder ftuk zal dus nit zi vel druls be/laan. De pry's
yan den jaargang blijft bepaald op f
3 - 25 cts.t voor
welkcn geringen pry's de geplaatdrulte titel en de
jaarlykfche algeinccne Inhoud mede gclcyerd worden.
Bydragen tot dit tijdfchrift warden aan den Redak-
tear
, onder het adres van den Uitgever, teegezonden,
De Redakteur en de Uitgever van den amphion.
AM*
-ocr page 5-
AMPHION.
BINNENLANDSCHE BERIGTEN,
OVERDE MUZIJK TE GRONINGEN, V A. VI
DECEMBER 1820 TOT DECEMBER l82J.
w anneer wij een in alle deelen omftandig en
naauwkeurig verhaal zouden doen van .hetgeen onze
konccrtcn in het afgeloopene jaar merkwaardigs heb-
ben opgeleverd, dan zouden wij ligtelijk de palen
van dit tijdfchrift kunnen te buiten gaan. Wij rnoeten
cchter bekennen, daf dit alleen ons niet van wijdloo-
pigheid terug houdt en tot kortoeid aanfporen zal;
* maar het lange tijdverloop, dat er inmiddels heeft plaats
gegrepen, en, door de beftaan hebbende inrigting dee
uitgave van dit tijdfchrift heeft rnoeten plaats grijpen,
doet ons, meer dan alle andere bedeukingen, befluiten,
A a                                  om
-ocr page 6-
C 4 )
om ons verhaal, zoo veel mogelijk, in te krimpen,
ten einde niet dadelijk door breedvoerigheid van dit
ftuk de plaatfing van andere berigten te beletten, en
dus het doel der veranderde inrigting van de uitgave te
doen misfen. En wij zullen dus, zoo veel doenlijk,
kort zijn.
Met dat al kunnen wij voor deze keer geenszins
volftasn met eene bloote opgave van de gegevene ftuk-
ken, noch met eene, wanneer ook niet uiigebreide be-
oordeeling van die ftukken zelve en van de wijze,
waarop ze zijn uitgevoerd. Wij moeten vooraf van de
inrigting der koncerten zelve fpreken, daar deze federt
December 1820 geheel andere is, dan in de laatst voor-
gaande jaren.
Onze gewone maandagfche koncerten, namelijk , wa-
ren, gelijk men uit vroegere berigten weet, eene par-
tikuliere onderneming, eerst van den heer keizer,
toenmnals onderwijzer der toonkunst aan de alhier ge-
vestigde Hoogefchool, en naderhand van dezen en van
den heer marpurg, kapelmeester bij dc 8e afdee-
ling Nationale Infanterij. In de twee eerfte jaren van
deze onderneming bevond men zich er zeer wel bij,
dewijl alles goed, geregeld, met orde en met ijver
beftimrd werd. Later was men echter niet zoo tevre-
den: de ijver begon te verflaauwen, de orde was ver-
dwenen en de muzijk werd niet te best uitgevoerd.
Zoo lang de heer keizer, zoo door zijnen post bij •
de Hoogefchool, als door gewoonte, aan het hoofd
der muzijk fiond, kon men niet wel eene andere in*
rigting daarftellen, althans niet zonder dien man, die
in-
-ocr page 7-
( 5 )
inderdaad op onzen fmaak zeer veel invloed ten goe-
de gehad heeft en die dus onze erkentenis' te dien
opzigte verdiende, voor net hoofd te ftooten. Docfa
het vertrek van den heer keizer gaf den lief heb-
bers dev muzijk rotate, om, zonder iemand onaange-
naamheden aan te doen, eene verandering in de inrig-
ting der koncerten te bewerken, of liever een gebeel
nieuv/ koncert op te rigten, en men aarzelde geens-
zins, om daartoe te bejluiten. Eenige der voornaam-
fte voorftanders van de imizijk vereenigden zich tot
dat einde, beraamden onderling een voorloopig plan,
hetwelk zij naderhand aan de beoordeeling van andere-
lief hebbers onderwierpen en hetwelk, zoo doende,
tot den grondflag werd aangenomen , waarop het
nieuwe gebouw zou worden opgetrokken. Dit alles
gelukte zeer wel, en het koncert kwam werkelijk tot
ftand.
Volgens de niemve inrigting, is ons koncert nu
wederom, gelijk in vroegere tfjden, als het ware,
eene onderneming van de leden zelve, wclke vier
kommisfarisfen uit hun midden kiezen, ten einde de
verfchillende vakken van administratie te beftuien. Dit
alleen kan den lezer genoeg zijn, omtrent de verander-
de inrigting te ervaren; de bijzonderheden der punten,
waarop het gebouw fteunt, te kennen , kan voor hem'
van geen belang zijn, wanneer hij geen inwoner dezer
ftad is; en is hij dit, dan zijn hem die bijzonderheden
bekend, of hij kan ze althans te weten komen. la
alien geval zoude het plaats verloren zijn, daaromtrent
tiier in nadere ontwikkeiing te tredeo.
A a                            Ifaa
-ocr page 8-
I
C <$ )
Van het oogenblik af aan, dat de vier kommisfaris-
fen benoenid waren, waren deze er op bedacht,
alle zoodanige maatregelen te nemen , waardoor zij
bopei konden , de goede uitvoering der tnuzijk bevor-
derlijk te zijn. Een moeijelijk punt was de keus van
eenen orkestmeester, want de heer keizer, die
]iet orkest altijd gedirigeerd had, was niet meer hier
ter (leie, en de heer marpurg was te nnttig als
voorfpeler bij de eerfte viool en dtis als eerfte fteunp't-
laar onder den orkestmeester, dan dat men ligtelijk
zou hebben kunnen bcfluiten, dien heer daartoe te
benoemen, fchoon men anders wel konde vermoeden,
dat hij tot het volbrengen der taak van eenen "orkest*
meester in het koncert gefchikt zou zijn. De kan>
misfarisfen floegen uit dien hoofde het oog op eenen
der lief hebbcrs, dien zij daartoe voor gefchikt hidden ,
nooligden dezen uit, om den drukken post van orke&t-
me ster op ztch te nemen, en hij, voor wien dit
verzoek allezins hoogst vereerend moest zijn, nam de
uitnoodigin»; aan. Het grondbeginfel, eens vooral bij
ens aangenomen, om geen woord, noch ten goede,
roch ten kwade, te gewagen over hergeen de lief-
liebbers in onze Had voor de muzijk en voor het
koncert doen, en om zelfs niet eens hunnen naam te
noemen, dit grondbeginfel, dat in onze (tad zeer zeker
van nut is, wlllende getrouw hlijven, kan het den
lezer geenszins verwon ieren , over de direktie van den
orkestmeester onzer koncerten niets anders te ervaren,
dan dat dezelve beflaat; en daarenboven veroorlooft de
betrekking van den Grkestmeester tot dit tijdfchrift
nier
-ocr page 9-
C 7 )
niet, o.rrr, al ware dat gron.lheginfet ook niet als-
©nkreukbaar aangenomen, in het openbaar icts meer
te gewagen van het voor- of nadeel, dat hij aan de.
koncerten toebrengt.
Het hoofd van bet orkest eens gekozen zijnde,.
viel het niet moeijeli.jk, om de overige Ieden voor het-
zelve te vinden. De muzijkanten. werden dus geenga-
geerd en de dilettantcn uitgenoodigd , om aan de
ukvocring der Sinfonieilukken dcel te nemen. Bel
kan misfchicn van belang zijn, het getal dec leden.
van het orkest op te given, en wij meenen dus,,
hetzelve liier te raocten laten valgen. Ons orkest be
ifoat, behalve denorkestmeester, uit (5 eerfte en 6 tvveede
violen, 6 alten, a fluiten, 2 oboen (welker partijen
echter, helaas! op C - klarinetten uitgevoerd rnoeten
worden), a klarinetten, 2 fagotten, 2 horens, a
trompetten , pauken, 6 violoncels en a contrabasfen',
waar het noodig is, hebben wij nog 2 horens,. alsmede.
2 bazuinen, zoodat ons orkest in dat geval 42, en
anders 39 leden telt. Onder deze zijn bloot liefheb-
bers: de orkestmeester, 7 bij de violen, 3 bij de
alten, 1 bij de fluiten, 1 bij de klarinetten, 4 bij de,
violoncels en 1 bij de contrabasfen, dus in net ge-
heel 18 liefhebbers.
Behalve deze leden van het orkest, hadden de hee-
ren kommisfarisfen nog als. zangcres gecngageerd mad..
jurburg, van welke reeds als mej. marschatl.
to een vroeger berigt gewag gemaakt is.
Van eene zoolanige verzameling van menfehen, had.
Ken. reden,, om iets goeds te verwachten x en inderdaad,
A 4                                 aatv
/
-ocr page 10-
C 8 )
aan ijver, om het volmaakte nabij le komen, heeft
het niet ontbroken : want voor ieder koncert werJ.cn
door den orkestmcester drie repetitien, of lkver
oefeningen , gehouden, alleen van de lief hebbers , en
dan nog twee algemeene repetitien , waarvan de eer-
fte bloot beftemd en beftecd werd tot het gezamen-
lijke oefenen der Sinfonien en Ouverturen, en de
tweede tot het inftuderen der obligate en zangftukken,
terwijl voorts op deze tevens de Sinfonien en Ouver-
turen nog eens doorgeloopen werden. — Ook moet
men in het- algemeen erkennen, dat de onderlcheide-
ue mnziikitukken, vooral de Sinfonien en Ouverturen
goed uitgevoerd werden, en fo.ntijds in ierdaad tref-
felijk, hetgeen niet had kunnen gebeuren, wanneer
niet en muzijkanten en liefhebbers beide met ijver
bezield geweest waren, en wij gelooven te kunnen ver*
zekeren, dat ons publiek ten uiterfte voldaan geweest
is. Wij kunnen daarvan geen fprekender bewijs bij-
brengen, dan de groote ftilte en oplettendlieid, die
er fteeds geheerscht heeft, niet flechts onder het aan-
liooren van obligate en zangftukken, maar ook onder
het uitvoeren der Ouverturen en Sinfonien, onder
welke laatfte er toch waren, die drie kwartier uurs
geduurd hebben. En er is wel geen lief liebber onder
ons , die Jeze oplettendheid van ons publiek niet met
opregten dank erkent en zich daardoor niet aangefpoord
voelt, om zijnen ijver te veriubhelen. In menige
andere (lad, ja zelfs in fteden, waar de muzijk veel
beter uitgevoerd wordt, dan bij ons mogelijk is,
treft men die weldadige ftilte niet aan., en het ware
te
/
-ocr page 11-
( 9 )
te wenfchen, dat zoodanige fteden een voorbeeld aatj
de onze namen , die men in vele opzigren zoo gaarne
beneden hare eclite waarde wil trachten te doen
fchatten, en die niettemin in vele punten vrijinoedig
het hoofd boven vele harer zusteren zoude kunnen
verhefFen.
AVij achten het van belang, nog van eene bijzonder-
heid in onze koncerten te gevvagen, die men , zoo veel
ons bekend is, te vergeefs elders in oris vaderland
zal zoeken. Zij is deze, dat de koncerten nice ge-
opend worden met eene Sinfonie, maar met eene
Ouverture; terwijl de Sinfonie op het eind van het
koncert gegeven wordt, eene enkcle keer uitgezonderd,
wanneer zij, omdat de omlTandigheden het medebrag-
ten, in het begin der tweede afdeeling van het kon-
cert is gegeven. Deze inrigting is door den orkest-
meester ingevoerd om meer dan eene reden. Immers,
geeft men de Sinfonie het allercerst, dan lean men
2eer ligteJijk in het geval komen, van het geheele
orkest te moeten laten ftemmen, znodra het eerite
allegro van de Sinfonie uit is, hetgeen eene aileron •
aangenaamlt-e florenis teweeg brengt, het ge'ieele effect
van het eeifle allegro verijdelt, en de toehoorders
zelfs min of meer onvatbaar maakt voor het genot
van het opvolgend adagio of ander ftuk. De Sinfo-
nien behooren, namelijk, (en dit gefehiedt bij ons
werkelijk) in eens tot het eind toe afgefpeeld te
worden, zoodat er flechts eeniae weinige minuten
verpoozing is tusfchen iedere afdeeling van dezelve.
Dan behoort er tusfchen beide, gelijk wij reeds boven
A 5                                     de-
-ocr page 12-
( to )
cteclen gevoelen, niet geftcmd te worden. Intusfchen
is liet een natuurlijk gevolg van de meer en meer
toenemende warmte in de zaal, dat de blaasinflrumen-
ten liooger worden, terwijl de fnaarinftmmenten zakken
of lager worden; daaruit vloeit de noodzakelijkheid
voort, om na bet einde der eerfte afdeeling van de
Sinfonic op nieuw te ftemmen, en dit deugt niet.
Begint men daarentegen met eene Ouverture, dan
beeft men wel met dezelfde omftandigheid te worfte*
len, wat bet hooger en lager worden betreft; doch
wanneer de Ouverture uit is, verwijderen zicb da
KeFhebbers van bet orkest; bet opkggen der muzijk
voor hct nu volgende obligate ef zangftuk en da
voorbereidfelen tot de uivoering van hetzelve, maken
eene eenigzins langere pauze noodzakelijk; dit brengt
weder eenige meerdere levendigheid : onder de toehoor-
dcrs teweeg; en er is dus eerder gelegenbeid, om
te ftemmen zondcr ftorenis van belang, hetgeen echter
altijd met de meest mogelijke omzigtigheid en dhcretis
gefchieden moet, en bij ons werkelijk plaats heeft.
Het onaangename van het ftemmen geheel te vermij-
den, is volftrekt" onmogelijk en behoort onder de
pi a vol a en onvolmaaktheden dezer aardej maar bet
is de pligt van den orkestmeester, om te zorgen,
dat het op zoodanige oogenblikken en met zoo weinig
geraas gebeure, dat de toehoorder daarvan zo<s weinig
mogelijk gewaar worde. En om dit doel te bereiken,
doet men wel, de Sinfonien niet als eerfte. ftuk- in eea
koncert te gevcn.
Maar er is nog een hooger doel, waarom het ver*
ties'-
-ocr page 13-
C " 5
kiefliik is, de Sinfonie voor het laatst van het kon-
cert te fparon. De Sinfonie is, namelijk, wanneer zij
waaiiijk goed is (en ancieren hoort men bij ons niet),
het fchoonfte ftuk van het koncert, en in de fchikking
van de volgorde der muzijkftukken behoort men er
wel degclijk op be.lacht te zi;n, ora deeds, altbans
zoo veel mogelijk, van hei mil der fchoone, van het
minder voortreffelijke op te klimiuen tot het fchoon-
fte , tot het voortreffelijkfte. En dit is de hoofdre-
den, waarom men de Sinfonie'n niet bet eerst, maar
het taatst behoort te geven. Men zal ons misfchien
willen tegenwerpen , dat deze inrigting zoo goed, als
■kwaad is fen men heeft dit bij ons, voor dat men
er de proef van genomen had, inderdaad gedaan), uit
hoofde het puMiek op het einde van het koncert,
door het langdurige aanhooren van muzijk, reeds min
of meer afgetnat en ftomp is geworden voor het gei
not van het fchoone en wegflepende eener lange Sin*
fonie, en dat men dus beter zou doen, het koncert
te befluiten met een ftuk van minder voortreffelijk allooi
en minder langen dnur. Maar wij ontkennen de ge-
grondheid van eene dusdanige tegenwerping: immers
is een der uit te voeren muzijkftukken op een koncert
ic ftaat, den toehoorder af te matten en ongevoelig
te maken voor het genot der andere ftukken, dan is
het juist de Sinfonie: want deze grijpt het gevoel het
fterkst aan en houdt hetzelve het langst in duurzame
beweging, dewijl zij het fchoonfte der te geven
ftukken is, en men bewaart dus den toehoorder voor
het genot van de andere muzijk, wanneer men hem et
niet
-ocr page 14-
C i» )
niet door dat, hetwelk hij uit de Sinfonfe put, onge-
voelig voor maakt. En daarenboven, wanneer hij ook
inderdaad eenigzins afgemat is gtworden, door het
langdurig aanhooren van muzijk en voornamelijk vatt
obligaten, waaronder toch al veelal laffe en fmakeloo-
ze brokken gevonden vvorden, dan juist geeft de
Sinfonie nieuwe veerkracht aan zijn gevoel j hij be-
fpeurt met te meer vreugde den krachtigen invloed,
welken de hecrlijke, majestueufe en eerbiedwekkcnde
Siufonie op heir, heeft., en zijn genot is des te ver-
hevener, naar mate het veelal zoutelooze der obligaten
hem de behoefte naar voedzamer fpijzen te flerker
heeft doen gevoelen. Wij zouden nog meer redenen
ten voordeele der beftaande inrigting kunnen aanvoe-
ren, doch ons betoog zou te uitgeftrekt worden, en
wij moeten ons volftrekt, zoo veel mogelijk, bekorten.
Echter moeten wij er nog bijvoegen, dat de onder-
vinding het krachtelooze der gemaakte tegenvverping
heeft doen zien: niemand heeft zich ooit over de
Sinfonie , aan het eind van het koncert gegeven,
beklaagd, en integendeel heeft de ingefpannene oplet-
tendheid van de meesten der toeboorders van dexzel-
ver verdubbelde belangftelling kunnen getuigen.
-------.
Dit een en ander te laten voorafgaan, kwam ons
noodzakelijk voor, daar wij het van vrij wat meer be«
lang achten, den lezer buiten onze ftad bekend te
maken met de inrigting onzer koncerten, vooral' nu
er eene nieuwe is tot ftand gekomen, dan hem een
-ocr page 15-
C 13 )
programtra voor te leggen van al de ftukken, die er
in uitgevoerd ziin, wanneer deze niet, of door hunnen
aard, of door derzelver uitvoering, aanleiding geven tot
bijzondere aanmerkingen. ------ Doch kat ons nu 00k
kortelijk van die ftukken gewag maken en, vqlgens
onze gewoonte, met de obligaten en zangftukker*
aanvangen, met de Ouvemiren en Sinfonien eindigen.
De heer marpdrg fpeelde drie koncerten,
namelijk een van fraenzl (uit A mol, waar de
violoncel het thema begint} een van kreutjer
(G dur) en een van spohr (D mol). Uit hetgeen
wij reeds vroeger over het fpel en de voordragt van
dezen knappen violist gezegd hebben (zie 3= jaargang
bladz. 146), zal men ligtelijk kunnen opmaken, dat
hem de kompofitien van fraenzl, kreutzer
en dergelijken beter van de hand gaan, dan die van
spohr. Hij kan de hartstogtelijkheid van dezen niet
in zijne voordragt ovcrbrengen; dit fchijnt met zijne
individualtteit te firijden. Men heeft wel eens be-
weerd, dat in de kunst juist die voortbrengfelen den
kunflenaar bet best gelukken, welke met zijne in-
wendige natuur in kontrast ftaan, en dat, bij voor-
beeld, in de tooneelfpeelkunst , een melancholicus
beter flaagt in het vertoonen van komieke karakttrs,
dan de man, die van natuur en in zijne gevvone le-
venswtjze komiek is. In de tooneelfpeelkunst gaat
deze opmerking misfchien door, en veelligt daarom,
omdat de tooneelfpeler anders ligtelijk zich zelven
vertoont en niet het karakter van de rol, die hij
vervult. Hoe het zy, op de toonkimftenaars is die
«
-ocr page 16-
\
( 14 )
ftellirig niet toepasfelijk; dezen is het zeer zeker voof-
deelig, zoodanige ftukken voor te drageti, waarvan
de geest overeenkomt met bun gevoel, en zij doen
dus verftandig, bloot zoodanige ftukken tot de voor-
dragt in het openbaar te kiezen en de anderen maar
afgezonderd en in de eenzaamheid te beftuderen.
Met is wel waar, dat een praktisch toonkunftenaar
(het woord praktisch genomen in zijne algemeen
gangbare beteekcnis (, i)) eigenlijk de vverken van iede-
ren komponist in den hem eigenen geest en ftijl moet
weten voor te dragen ; doch dit talent is flechts aan
weinigen eigen, en misfcbien is kiesewetter
in dezen tijd wel de eenige violist, die het in al zijne
ilitgebreidbeid bezit.
De beer Hansen liet zieh tweemaal op den
lioren hooren. De eerfte reis blies hij het Concertino
van c. m. von weber, de tweede keer een Pot -
pourri, eigen werk. Het is niet voordeelig voor hem,
dat dit laatflc in eenen adem met het eerfte werk
moet uitgelproken worden, daar weber's Coneertino
zoo fchoon is, dat niet ligt iemand der thans le-
vende komponistcn er de we£rga van fchrijvcn zal.
Echter ftrekt dit den beer Hansen met tot ver-
wijt; integendeel heefi zijn Potpourri, over het geheel
genomen, zeer wel bevallen en het doet zijn talent
eer aan. Voor het overige heeft hij in zijn i'pel
be-
w
(0 Men behoorde de naauwer beperkende benaming toonfpeler to
gebruiken. Zie de hs/i gedachten over de rerhouding ran den
laond'chter to! den toonfpeUr,
in den vorigen jaargang van dit
tfldfchrift, en aldaar in de noot, bl. i.
-ocr page 17-
C *s )
bewijzen van vorderingen aan den dag gelegd; hij is
z«er vlijtig en ijverig. Men ziet aan al, wat hij doet,
dat hij de tnuzijk niet oin den broode, maar met
lust en liefde ukoefent.
De heer winter (de vader) blies flechts eens
en wel .het eerfte koncert van crusell voor de
klarinet: een zeer fraai muzijkftuk , dankbaar voor den
ob'ligatist en even welgevallig aan het gemengde pu-
bliek, als aan den kunstkenner.
De heer d. muller, de eenige onder de lief-
hebbers, bij wien wij gevvoon ziin, ons de uitzon-
dering te veroorloven, van zijnen naam in het open-
baar te vermelc'en , blies , onder andercn, het adagio
en het rondo van het tweecie klarinet-koncert van cr u-
5 e l l. Hij fpeelde voortreftelijk; het adagio vooral
droeg hij uitftekend fchoon voor.
Onder de overige ilukken, welke wij van onze
lief hebbers hoorden, verdient, al ware het flechts om
tie zeldzaamheid, eene opzetteiijke vernielding m o-
z a a t 's klavierkonccrt uit C. mol. Het is te be-
jammerer., dat het eene zeldzaamheid gevvorden is,
cen koncert van mozart te hoorcn voordragen.
Men is er nu , helaas! maar alleen op uit, om te
brilkren en niet, om een kunstwtA met kunst voor
te dragen. Doch laat ons liever zwijgen; wij zou-
den toch flechts uilen naar Athene dragen.
Mad. marpurg zojig in ieder koncert tweemaal
en liet ons verfcheiden voortreffelijke aria's uit la
Clemenza di Tito
van mozart hooren (het is
toch waarlijk groot, dat men voor allc werken van
MO-
-ocr page 18-
C itf )
moza R T altijd het epitheton: voortreffelyk plaatfen
kan$ te fterk is het rummer, maar dikwijls wel te
zwak!), voorts van p a e r , cimarosa en andere
Italianen. Zij wordt altijd gaarne gehoord en verdient
den bijval, dien men haar fchenkt.
Ons fcbiet nu nog over, de Ouverturen en Sin*
fonien op te noemen. Wij hoorden dan:
Van beethoven de Ouverture van Leonore, uit
C dur, ecn der phantafierijkfte kunstgewrochten van
dezen onuitputtelyk grooten geest, geheel in de hem
alieen eigene, hoogst geniale wijze gewerkt.
Van cherubini:
die van Faniska tvveemaal, die van les deux jour-
fidcs
en die van Lodoiska. De eerfte heeft het
roeest bevallen; de tweede is zonder twijfel de
voortreffelijkfte; de laatfte overtreft niet die van
kreutzer, welke misfchien al te veel bekend ,
of althans al te vaak gehoord is.
Van lindpaintrer, een' nog weinig bekenden
komponist, die kapelmeester is te Stuttgart:
die van Moles — een zeer fraai gewerkt muzijkftuk,
hetwelk de duidelijkfte blijken draagt van het vinding-
rtjke en wel geoefende talent van deszells vervaardiger.
Van m E h u l :
die van Jofeph en Egypte.
Van m o z a r t :
die van Idomenco, le nozze di Figaro, die Zauber*
flote
en Don Giovanni, louter kunstvverken van den
eerften rang.
                            ,
Vaa
-ocr page 19-
I
< i* )
Vaft m Romberg:
die van & raw «ft Palizzi, gelijk alles van deleft
komponist, kracht'g en met kunst bewerkt, zonde^
juist op nieuvvbeid of in fret oog vallende gedachren te
kunnen bogen.
Van spoNTiNt:
) die van /» vestale. Zij is te voordeelig bekend, dart
dat het noodig zoude zijn, meer dan den titel t&
noemen.
Van c. m. von weber:
die van dee Beherrfcher der Geister, een ten hoogfid
pittig, impofant, vreemd ingedachten, en toch natuuN
lijk gewerkt fhik, waarvan reeds de eerfte maten dert
indnrk maken-, dien de mhoud van de opera fchijnl
te vdrderen.
Van w e i g l eindel'jk :
die van die Veftalinnen^ aardig en lief, zonder even-*
wel zeer bijzonder te zijn.
De Sinfonieii zijn de navolgenden: Eene van beet-
hove n , NJ2. 5 nit C mol. Zij beviel zoo zeer*
dat ze tweemaal heeft raoeten gemaakt worden. Het
is deze Sinfonie , waarover de geniale e. t. a, Hoff-
mann zich, onder alideren, aldus uitlaat: „Totdiep
•„in de ziel van beethoven is de rorr.antiek den
■j, muzijk gegrift, welke hij met booge genialiteit eni
f) bezonnenheid in zijne werken uitfpreekt. Dit hebj
„ik nooit levendiger gevoeld, dan bij deze Sinfonie,
,ydie in eene, tot aan het einde deeds vooitgaande op-
£klimming beethovens romajtitifchen geest, meet'
B                                  ifd»k
-ocr page 20-
C 18 )
„dan eenig ander ztjner werkcn(fi), cmtvouwt en den
„ toehoorder onwederftaanbaar voortfleept in het won-
rtdervolle geestenrijk van hct oneindige." — Zie Phan-
tafmjlikke in
callots Manier, ifte deel,-in de
verhandeling : uber beethovens, InjlrumentaU
tnuffk,
en de recenfie van de Sinfonie N2. 5, in
de aUgemeim mufikalifche Zeitutig, i2de jaargang,
bladz. 630.
Die van iuydn uit Es dur, (Part, bij Breit-
korf en Hiirtel No. 3). Haydn is toch nog altijd
de eenige komponist, die den eervvaardigen naarn van
Vader draagt.
Die van m ozart \ntC. dur met de onovertroffene fuge.
En eindelijk die vanspoHR, No. 2, uit D. mol,
welke hij voor de philharmonifche focieteit te Londen
gefchreven en in 1820 zelf aldaar gedirigeerd heeft.
Een gewrocht van de rijkfte phantafie, overvloeijende
van de liefelijkfte gedacbten en van de .fchoonfte har-
monien. Het finale is naar hay dn s manier bewerkt.
Deze beknopte opgave zal den lezer overtuigen, dat
men ons in onze koncerten indcrdaad veel goeds heeft
doen hooren en dat vooral de Ouvefturen en Sinfonien
onder de eerfie kunstwerken behooren, Wat de nit>
voering van deze laatften betreft, moet men het orkest
over
(O Namurlijk is hier flechtsde rede van diewerken van beetho*
ven, welke in het licht waren gekomcn, toen hoffmann dit
fchreef, namelrjk, in het jaar 1810. Sedert heeft deze groote malt
*oo vele werken gefehreven, welke geenen minderen rang ondejr
<Je voortreffelykfte vooitaengfelea van zijne genie bekleeden.
-ocr page 21-
( »9 J
0m het algemeen den lof toezwaaijen van opletfendheiif
«n juistheid en dikwtjls van kracht en nadruk.
Het is maar jammer, dat ons orkest flechts eenigft
Weinige weken in het jaar eigenlijk geoefend vvordt, en
dat het met de koncerten gedaan is, wanneer het orkest
cerst regt goed ingefpeeld is. De geruime tijd, welke
er tusfchen het laatfte koncert van eenen cyclus en het
eerfte van den volgenden verloopt, zonder dat het orkest
zich kan oefenen, is voor deszelfs hoogere befchaving
zeer nadeefig, en het ware ook daarom te wenfchen,
dat men een zomerkoncert kon tot fland brengen, door
hetwelk het orkest fteeds geoefend zou worden en duS
aaiimerkelijker vorderingen zou makeu. Mettertijd zal,
hopen wij, een zoodanig koncert niet meer tot de
pia dcfideria behooren.
Benefice-koncerten, van belang althans, hebben wij
geene gehad, dan alleen een van de heeren mahpurO
«n w I n t e r. Beethovens origineel toonfchil-
derij dc overwinmng van Wellington of de flag
van Vittoria
was het voornaamfte (luk, dat er ge-
rnaakt werd. Alles had zich vereenigd, ora dit wcrfc
zoo volkomen, als rQOgelijk, uit te voeren, hetgeert
dan ook wonderwel gelukte. Wij behmiden ons voor,
nader over dit, in ons vaderland, zoo veel on*
bekend is, nog nergens dan hier gegeven bijzondcre
kunstwerk terug te komen, bij gelegenheid, dat wij
het in een volgend winter voor de tweede keer zul-
fcn hooren: «en genot, hetwelk ons niet ontgaati
■ S 2.
                                 kau.
-ocr page 22-
C m )
fen, daaf het publiek te vcel bebagen in dit wtvk-
heeft gefchept, om het tdet zecr gaarne nog ecus te
willen hooren, en het de uitvoering van hetzelve met
luiden eu aanhoudenden bijval heeft bekroond.
3- '                                                                                                                                                          ■■■■:'
Aan den Rcdaktcur van hei tijdfchrifi Amphion '3}*
Mtjn Heer!
Onder het lezen van uw belangrijk tijdfcnrrft, is bij
mij wel eens de wensch ontflaan , dat er, uit meerdere
plaatfen van ons vaderland, berigten omtrent de beoe-
fening der toonkunst raogten ingezonden en geplaatst
worden. — Offchoon het ondervverp daarvan niet altijd
op den eerften rang van kunstoefening mogt aanfpraak
maken, zouden nogtans zoodanige berigten een blijk-
baar nut kunnen tewceg brengen ; de zucht en .ijvef
voor de toonkunst zouden daardoor meer algemeen
aangewakkerd worden; vvelligt zoude men hier en daar
belangrijke wenken vinden voor hen, wien mindere
fculpmiddelen ten dienfte ftaan, en die echter, zich
gaarne tot eene meerdere volkomenheid zouden willen
verheffen; en zeer zeker zoude men daardoor beter in
I                   flaat
(3) De geiierde inzender verfchoone de late ptaatfing van dit ftuk.
Overvloed van vrocgere ftof verhinderde ons, het eerder te doei}
afdrukken. — Het zou ons zeer aangenaam zijnj meer defgelyk*
ftukken te ontvangen.
                                                        s
SB RED.               , i
-ocr page 23-
C *J )
feat geftel'd worden tot een nicer algemeen overzigt
over den toeftand van de toonkunst in ons vaderfend.-
Deze overwegingen en de: achting voor de kunst-
voortbrengfelen-, die ik met zoo veel genoegen bijwoon-
de, deden mij befluiten, U eenig berigt omtrent de
beoefening der toonkunst te Ariihem te doen toekomeri;
ik durf dit 'met te rneer vrijmoedigheid doen, daar ik,
zelf gcen-inwoner dier ftad ziinde, meene dat dit mij
van alle verdenking van vooringenomenheid of ijdele
praalvertooning zal vFijwaren,
Men moet', Haar mijne gedachten , wahneer wij over
koncerten ipreken, ee«e ondericheidmg maken tusfchen
zoodanige, die uit mcesters, en zulke, die uit liefheb-
bers ziin zatneHgefteld 5- niet eehter zoo" , als of men bij
de eertte volitrekt geene liefhebbers, en bij deze geene
meesters zoude toelaun, maar bij de eerstgemekie is
de hoofdzaak genoegzame fondfen te bczitten; bij de
laatfte genoegzamen ifver aan te wakkeren, • om het
koncert te kimnen doen befiaan-. — Uit dit oogpunt-
de Zaak inziende, zoude dan 00k, uit- hooftie vaii den
belangeloozen ijver voor. de kiinst, het koncert van
liefhebbers eene byzondere opmerking verdienen; —
als zoodanig nu, kan men bet Arnbemfche koncert
van eene zeer voordeelige zijde befehouvven; maar 00k
wzegens kunstverdienften mag men het eene ruime mate
van achting niet ontzeggen. — Ilotzelve telt toch onder-
het aanmerkelijk aantal lief hebbers , waaruit het hoofd-
zakelyk is zaraengefleld, talenten, die eene allezins
Tpffelijke vermelding verdienen, en de eer der toonkunst
15^. eejie waardige wijze bandhavenj 00k onder de-
-ocr page 24-
Dieesters- vindt men raannen van veel verdienften. Het
orkest is dus fterk en goed bezet, de Sinfonien worded
met veel juistheid en nadruk gefpeeld, en men kan
ook hier zeggen, hetgeen door U in No. 2 des eerften
jaargangs van uw tijdfchrift, tot regtraatigen lof van.
het Groningsch koncert, is aangemerkt: men laat de
Sinfonien in derzelver geheel hoorcn. — De Sinfonie;
van beethoven uit C dur, hoorde ik, ondeE
anderen , met zeer veel naauwkeurigheid, eng eheel in
derzelver eigendommelijk karakter uitvoeren. — De goe-
de uitvoering der orkestrtukken wordt niet weinig be-
vorderd door de directie van den orkestmeester, den
heer m a r x , die bij zijne overige begaafdbeden , ook
als obligatist, deze hoogst fchatbare bezit, van zich
het vertrouwen en de vvelwillendheid van het orkest
te kunnen verwerven, en inderdaad! is deze hoedanig-
heid ooit van belang , dan is bet voornamelijk in ecu
orkest, hetgeen grootendeels uit liefhebbers is zamen-
gefteld: alsdan is de orkestmeester gelijk aan den aan«
voerder van een leger, die de achting en genegenheid
zijner onderhoorigen bezit, wiens minfte verlangen met
de meeste bereidvaardigheid wordt opgevolgd, en die
daardoor in zijne pogingen boven verwachting flaagt.
Onder de lief hebbers vindt men voor het obligaat,
zoowel vokaal, als inftruraentaal, talenten, die met regt
de algemeene achting en goedkeuring wegdragenj docb>
de kieschheid verbiedt mij hier* in bijzonderheden te-
treden, of eenige, al ware het ook bedekte, aanwijzing
van perfonen te doen. - De direktie geeft zicb alia
Uioeite, om den rjver meer en aieer te verlevendigen,
djp
-ocr page 25-
die voor een koncert van liefhebbers zoo zeer ttODd-
zakelijk is, doch hieraan wordt ook ten voile beant-
woord, vooral ook van de zijde der toehoorders, die
in deze kunstoefeningen de meeste belangftclling too-
ncn. — In een woord, zoiider echter dit koucert bij
eene denkbare of beftancle volkomenheid te willen
Vergelijkcn, hefzeive ondcrfcheidt zich zeer gunftig,
en onder de fteden, die nocli akademiefteden zynf
waar doorgaans v2lc talenten gevonden worden, noch;
fteden van eene buitengevvone groote bevolking, nocfj
in de nabijheid van andere gcoote fteden gelegen, va$
Witfr zich uitftekende kunftenaars gemakkelijk op diirj
punt kunnen verzimelen; verdient Arnheoi in bare
muzijkalc voortbrcngfelen eene bijzondere aandacht.
Eere hebbe daaryoor de goede direktie! Eere de lief-
hebbers, die zoo gedienftig zich daartoe willen ver-
ledigen? Eere het Amhemsdr publiek, hetwelk deze
pogingen met zoo veel belangftclling onderfteunt I
Uvv beftcndige lezer.
mm*#e&*mmm
B4
-ocr page 26-
i *4 y
BEOORDEEL IN G.
JETS OVER DE RO.MANC.EN VAN D.E N,
HEER A. C. G. VERMEUXEN.
(Mtdcgedttld.}
Zeer gering is bet getal der Nederianders, die in
feet Tak der toonkunst hunne eigene ideen aan den.
dag brengen, en de voortbrengfelen van hunne genie
aan het publiek mededeelen. Wat hier opk de reden
van ziin moge, zeker is het, dat zij in dezen zediger-
cn voorzigtiger te werk gaan, dan menig buitenlander ,
die, opgewekt door den welverdienden lof, fommigen,
zijner landgenooten toegezwaaid, zich denzelven ook
wenscht toe te eigenen , en daardoor al het gebrekke-
lijke van zgne kunstgevvrochten aan den dag lege. Deze
zucht, welke dikwerf uit eene zoogenaamde ambitie
haren oorfprong ontleent, fchijnt reeds vroag de men-
fchen fomwijlen bezield te hebben. Icnmers zoo dikwerf
eene wezenlijke genie zich hier of daar vertoonde, be-,
kroop menig ander* de lust, denzelven na te apen; maac
het bleven dan ook meestal apen! Zoo zong hom,e?
(tus, en de cyclifche Dichters vvildcn hem naboptfen.
Zoo weinig wh>derhalve in de gelegenheid zijn, ons;
gevoelen te openbaren omtrent komponisten, op Neder-
landfehen grond geboren, des te gretiger moeten wij.;
de gelegenheid daartoe waarnemen, zoodra zij zich aan
cms voordoet; en wij meenen hiertoe thans in ftaat
te zijn , daar wij juist een zevental Romancen van derj
Jheer A. c. g. vermeulen yoor ons hebben liggen.
Nic*
-ocr page 27-
t *s 9
Kiet dat wij elken vervaardiger van eene losfe Romany
cg als komponist befdiouwen, maar dewijl wij in d^
voornoemde ftukies de zaden en beginfelcn meenen
befpeurd tc hebben van eene plant, die, op onzen
vaderlandfchen grand getceld, de fchoonfte vruchten
voor bet vervolg belooft. Hierover echter ftraks me<
een enkel woord nader.
Daar de heer a. c. g. vUMeulkn, als een
long liefhebber bij ons bekend ftaat, dien de natuui?
in het vak van Toonkunst met een uitnemend gehoof
en gevoel lieeft bedeeld, zouden wij zeker geene
openlljke melding van hem gemaakt hebben, indicn
fiij nict zelf ons daartoe reden bad verfchaft door het
in het h'cht geven zijner Romancen. Immers hij, did
Suites doer-, vraagt, als het ware, het oordeel van het
publiek "over dezelve, en wij treden hier op als dia
Vraag beanrwoordende ; hij blijft nu ten opzigte zijner
iiitgegevene ftukjes geen lief hebber, maar ftaat gelijk
met zoo vele anderen, die goed* of afkeuring van
•het \mblkt verwachten.
De Franfchen, het is waar, kunnen op eene groote
tnenigte Romancen roemen, maar hoe wcinige (in ver-
geiijking met het getal- dergene, die het licht zien,)
bezitten den waren toon, dien de Romance vordcrt*
Niet alle immers hebben die na'ivitcit en eenvoudigs
heid, die ons trefFen bij het hooren van die van
IPkANTADE, GATAljfiS^ CARAT , DALV1MARE
en baijle. En van waar, dat niet alien even zacht^
vloeijend en dus ook aangenaam zijn ? Dewijl de meesre
Romancenmakers niet genoeg op den zin der wour*
B s                                  den
-ocr page 28-
.           C 26 )
ijfcn Ietten, en daardoor grove fouten begaan tegen de ,
Profodie en Declamatie, welke beide als hoofddeugdea
moeten in acht genomen worden door ben, die mu-
zijk en dicbtkunst willen vereenigen. Op deze hoofd-
deugden heeft vooral mehui met de grootfte naauw-
keurigheid gelet, en van daar, dat zijnen werken al->
gemeene lof wordt toegezwaaid; van daar dat zijne
Romance de Jofeph: A peine au fortir de Penfance
altijd een meesterftuk in het vak van Romancen zal
blijven.
Wat ons land betreft, er zijn zoo weinige Ne-
derlanders, die zich toegelegd hebben op het in mu-
zijk brengen van Franfche woorden in den vorm van.
Romancen, dat wij de zoo evengenoemde roisflageo
niet zoo algemeen op hen kunnen toepasfen. Des te
meer lof verdienen zij onder ons, bij welke dat ge*
brek zich niet openbaart, als vereenigende zij de.
irmzijk met eene taaL die zij vooronderlteld worden
Iliet zoo grondig te verftaan, als zij, wten dezelve
is aangeboren. Het is dus zeker, dat eene grondi-
ge taalkennis en al, wat aan dezelve annex is, gee-
nen geringen invloed heeft op het vervaardigen eener goede
Romance. Maar daartoe is het ook noodzakelijk, dat
de woorden zelve goed zijn} en derhalve kortelijk
over die, welke de Heer vsrmeulen op muzijk;
gebragt heeft.
De drie eerfte Romancen zijn uitgegeven bij steoi*
te Amfterdam, en wij meenen, dat er reeds eenige-
jaren verloopen zijn, federt dezelve het licht zienj
twelve fchijnen in drie Nommers fcet eerfte werk;
-ocr page 29-
{ ,37--}
v&tk den maker te bevatten. Do woorden van NM-*
i. & 3. zijn iiiet nieuw, of liever zijn niet voor het;
eerst op nutzijk gebragt; imreevs vinden wij de eerflqt
ks. regrets d'une atnante met eene herbaalde verande-
ring van op een na den laatlten regel van elk couplet In
de Dix chatifons tiroes des oeuvr-es de Mr. Leonard,
mises en musique par o. s c h a l l en te Hamburg tiit-
gegeren. Ook de woorden van N 2,. 3, un jour a Pa-
ris
waren ons reeds te voren bekend, als met muzijk;
vcreenigd; en in het algemeen ware bet te wenfehen,
dat wij dezelfde woorden niet zoo d&werf op verfchib,
lende wijzen boorden. Zoo wel de muzijk, als de
woorden moeten nieuw en naif zijn : hierdoor zou bet
gctal ran weioig beteekenende Romancen minder uirge-
breid zijn; men zou dikwerf minder tegen den wil des.
dichters handelen, en de verwarring in de keus van
het publiek zou daardoor vveggenomen worden. — De
woorden van NJ2. 2, door welke wij den heex-
j. p. tra.utmann, een Zwitfer van geboorte,
zoo ons verzekerd is, leeren kennen, zijn juist gefebikt
voor de Romance; zjj zijn vol gevoel,,. en fchoon de-
ftljl thans medebrengt, om niet meer dan drie couplet*
ten in eene Romance te. brengen, zoo mogen wij ona
verheugen, dat hij over het Emphi de ma vie zooda»
pig he eft uitgewijd , dat wij in ftaat zijn , hem al& ,
fLomancier den welverdienden lof toe te kennen.
De overige vier Romancen, welke van tijd tot tij<i
t>ij wejjgand in den Haag zijn uitgekomen, en
wel in een formaat, dat ons voor eene Romance meer
•aou bevallen, dan dat van de drje eerfte f zijn, wat de-
^ejzCU betreft, niet minder bevallig.
156                                     6*
(
-ocr page 30-
t s* >
In de yiftte d'/river & ma xhaumibre en /# J^j
»«</fi herkennen wij den genoemden dicliter, en wij
wenfeben bij deze gelegenbeil, dat de makers en der
woorden en der muzijk hunne pogingen bij voortduring
Mullen verecnigen, oni het gunftig oordeel van het pu<
bliek over him werk te blijven verdienen*
De woorden van Us Regrets hebben wij, eenige jaren
"geleden, in een def Franfche maandwerken gevonden*
tn van dezelve heeft de Heer vermeulen gebruik
gemaakt, om ons eene zeer eenvoudige, maar gevoel- en
fmaakvolle Romance voor te dragen. Zoo ver wij we-
ten,' Waren deze woorden nog niet op muzijk gebragt.
?n een kiein werkjet la corbeiVe des fleurs, hebben
wij de woorden van Vamitid gevonden, welke, zoo
wij meenen, ook nog niet met de muzijk vereenigd
waren. Tot dns verre over de woorden.
Over het algemeen is de muzijk der verfchillende op*
genoemde Romancen juist in den toon, dien de Roman*
te vordeit, eenvoudig, vol fmaak en bcVallig. Zoo
heeft ons «de Heer vermeulen in zijne Regrets
tfune amantc
en ies regrets getoond, dat men juist
niet altijd de mineur behoeft, om den klaagtoon te trefr
fen. Vemphl de ma Vie is los en vfolijk, zoo als de
ftijl der woorden eiscbt. Wij hadden hier echter liever
een Allegretto dan een Andante gezien. Die, welke
ons uitnemend bevalleu, zijn: un jour £ Paris, k$ re-
grets
en la Sdrdnade.
De Heer vermeulen heeft echter ook niet altijd
gelet op iets, dat door de meeste Romancenmakers ver-
geten wordt, namelijk, of de laatfte coupletten van ee*
m
-ocr page 31-
C *9 )
■ >                                                                     ■ ■■
lie Romance wel even gefchikt zijn voor de muzijk
van het eerfte. Immers hceft elke regel wel even
veel fyllaben, doch die fyllaben zijn bijna nooic
van dezelfde waarde, zoo dat de verzen wel even,
teng, doch niet van dezelfde waarde zijn. Meestar
fchoeit men dan dusdanige verzen op dezelfde leest,
maar dit gelchiedt dan ook in fpijt van de Proibdie en
Declamatie. Tegen dezen regel heeft ook de Heer-
vermeulen gezondigd in de verfchiHenJe couplet-
van un jour a Paris en vifite cThiver a ma chaumiere.
En wij kunnen er derhalve niet genoeg op aandringen,
dat men bij het op muzijk brengen van eene Romance
alle de coupletten naauwkeurig naga, en, zoo de verzen
zulks vereischen, hetzelfde idee, door- de verfchillende
coupletten heen, in naar de waarde der fylaben geeven-
redigde maat uitdrukke.
De rito'urnellen zijn ook zeer bevallig en naar eisch
ckr Romancen, . vooral is die van Us regrets geheefc
nieuw van aard en tevens treiFend.
Het akkampagnement is ook allczins naar gelang der-
muzijk; alleen komt ons dat van Pamitie" minder ge-
fchikt voor, als moetende men vooronderftellen, dat de
meeste Romancenzangers of zangeresfen zich zelve ak-'
kompagneren, en het geftadig tpringen van de linker
over de regterhand eene vermoeijenis op de borst ver-
©orzakende, die den zanger zeer binderltjk moet zijn.
. In de vifite dViiver a ma. chaumiere vordert de 14c-
en io> maat eene. E naturel: wij zullen dit denkelijk als
eene drukfout xnoeten nanmerkea.
Het ware te wenfchen, dat eene bekwame hand deze
^.ymancen voor de guitarre arrangeetde.                  To?
-ocr page 32-
C 3° )
Tot fftus verre over de Romancen. Nu nog kortelijk
jets over den Heer vermeulen zelven. Wij zei*
den hierboven , dat deze heer bij oils bekend itaat alg
een jong liefhebber vol mtizijkaal gehoor en gevoel,
en wij herhalen dit. Elk, die, zoo als wij, in de
gelegenheid geweest is, hem op de Piano te hooren mo-
duleren en fantaferen, zal ons dit gaarne toeftemmen.
Als liefhebber kunnen wij hem gerust onder de fterkften
tellen, welke Nederland oplevert. Hij lieeft een attou*
chemeat
, waaruit wij den oplettenden bewonderaar van
den grooten mosc h eles leeren kennen; alles, wat
bij voordraagt, al is het dan eens nict van het zwaar-
He, is vol finaak en gevoel. Wij hopen wekjra in,
de gelegenheid te zijn, het een of ander zijner ftukken
voor de Piano in het licht te zien verfchijnen, opdat
het Nederlandfch toonkunstlievend publiek ons gevoe*
ten omtrcnt hem ftave I
GEMENGDE BERIGTEN.
Zijne Majefteit onze Koning hceft voor eenigen tip.
de oprigting eener kleine- kapel bevolen, welke ootc
werkelijk is tot ftand gekomen. Deze maatregel is vooc
de kunstminnaren te *s Gravenhage bijzonder veel waard,
daar bij het daarhenen roepen van verdienftelijke man-,
aen gemakkelijk maakt; terwijl hij tevens voor de kunst
in het algemeen, in ons vaderland, van veel belang is,
daar hij eenen gunftigen naijver onder de kunftenaars.
mm opwekken,                                      - » " •-■
-ocr page 33-
C 31 )
De heer- degroot jr., welke zich ecnige jaren te
Frankfort aan den Mein - heeft opgehouden, is naar
'sGravcnhage terug gekeerd en als eerfte klarinettist bij
de kaninklijke kapel aangefteld. Onze korrcspondent t©
'sGravenbage zal ons nader met de bijzondere verdienr-
ften van dezen vaderlandfcben kunftenaar bekend maken.
Hij heeft zich reeds met uitftekenden bijval te 'sGra--
Tenhage en te Amfterdam laten hooreu.
In de algemeene vergadering der Maatfchappij Tot
Nut van HAlgemeen
van 1820 werden de departemen-
tcn Rotterdam, Grontngen, Leemvarden en Makkum »
benevens bet Hoofdbeftimr, belast: om te onderzoeken ,
of crr door die maalfihappij, mdafregelen konden
genomen worden
, waardoor de fmaak voor zaiig- en
toonhmst ineer algemeen kon worden opgewekt en ver-
fprcid, voorts om, in dat geyal
, de middelen op §m
geven, waardoor, op dc tneest algemeene en minst
kostbare wij'ze
, deze fmaak zoudt kunnen bevrcdigd
worden.
— Tot het volbrengen van dit onderzoek wer-.
den benoemd, van wege het Hoofdbeftuur de heer
L. j. lamaison, van wege het departement Rot-
terdam de heer p. g. g 0 r l 1 t z, van wege het de«-
partement Groningen de heer Mr. n. w. schrqe-
der stein metz, van wege het departement.
Leeuwarden de heer p. burggraaff en van wege
het departement Makkum de heer Predikant w. maas.
Deze kommisfie heeft in de algemeene vergadering
Van j8ai Uaar rapport uitgebuagt, lietwelk in zija
>
-ocr page 34-
C 3a )
geheel is te vinden in de] punten van -befchrtjving vat*
dat jaar, en in hetwelk zij, na hare gedachten te
kebben opgegcven over de vorderiogen van den fmaak
voor de toonkunst, en bijzonder voor den zang, in*
cms vaderland, de middelen voordraagt cot bevor-
tiering van den fmaak. Wij la ten de op gave dicr>
middelen hier volgen, waartoe wij de eigene woorden
van het rapport overnemen. De middelen zoudett be-
hooren te beflaan 5,
„ a. In de oprigting van een Nedertandsch Genout-.
Jchap tot bcyordering der Toonkunst,
verdeeld in,
Afdeelingen, in dier voege als onze Maatfchappy,
en tot deelneming aan hetwelk, tegen eene matige jaar-
lijkfclie eontributie, alle Nederlandfchc Toonkunfle-
naars en Muzijkminnaars, van bade fekfe , i wierden*
uitgenoodigd. Het (preekt van zelf, dat, bijaldien.
deze Vergadering tot deze oprigting befloot, er des-
vvege een uitgewerkt plan zoude behooren ontworpen
en vastgefteld te worden. — Genoeg zij het voor de.,
Ondergeteekenden, te dezen aanzien, de volgende,
algemeene, wenken voor te dragen'; als:
„ Het hoofddoel des Genootfchaps is , te zorgen voor \
een meer algemeen, grondig onderwijs in de Muzijk.1
en wel bijzonder in den Zang, voor desbegeerenden.
„Eenige der voornaamfte, ijvtriglte en bekwaamfte
beminnaars en voorftanders der Toonkunst, te Am~-
flerdam
woonachtig, worden uitgenoodigd , om de
aldaar te vestigen Hoofddirectie uit te maken. In.;
elke provincie des Rijks worden twee provinciale Com-
^farisfea verkozen^ en wijders wordea in fteden off/
doc*
-ocr page 35-
C S3 )
ttorpen, die 'een bepaald getal Leden des GenoStw
fchaps bezitten, genoegzaaam om eene Afdeeling van
hetzelve te vonnen, Departements - Beituurders en iia
of twee cofresponderende Leden benoemd.
„ De Hoofddirecteuren en provinciale Commisfarisfen
voi men wetten, plannen, regelen de werkzaamhedeii
en doen alles mogelijks, tot bevordering dergoede zaak.
„Bij elk corresponderend Lid wordt de gelegenheid
opengerteld tot bekorning, zoo van het. Lidmaatfchap,
als van de na te meldene uit te gevene ftukken des
Gcnootfcbaps.
„Het Genootfchap befeelt de fournisfementen der
Leden daartoe, dat het in iedere (lad of plaats, waar
eene Afdeeling van hetzelve beftaat, een zeer bekwaara
Onderwijzer der Muzijk aanftelt, of, bij gebreke van
dien, van elders roept. Deze wordt door het Ge-
nootfchap gefalarieerd, doch is daarvoor verpligt, om,
dagelijks, eenige uren lang, eene Muzijkfchool te
houden, op welke de kinderen of pupillen van de Le-
den der Afdeeling, tegen een matig fchoolgeld, of,
wanneer de omftandigheden der ouders zulks vereifchen j
gratis, onderwezen worien. Dit fchoolgeld is ten
voordeele van de kas des Genootfchaps.
„ Het onderwijs bepaalt zich tot de algemeene kennis
Van de Muzijk en tot den Zang. In deze fchool
wordt niet op inftrumenten onderwezen, dewijl zulks
een meer privaat onderrigt vordert, en daarenboven
niet volftrekt noodzakelijk is, vermits alle befchaving
in de Muzijk van den Zang uitgaat, en, door het
grondig leeren der algemeene muzikale kundigheden
-ocr page 36-
X 34 )
en van den Zang, het verlangen, otn inftramenten te
ieeren behandelen, van zelve genoeg wordt ppgewekt.
„(Over den aard van dit onderwijs, en in hoeverre
de dus genoemde meloplastifche leerwijze daarbij kunne
gcbezigd worden, zal de Commisfie liefst niets be-
flisfen; dit overlatende aan de wijsbeid en het door-
zigt der Hoofddirecteuren en provinciate Commisfaris-
fen des Genootfchaps.)
„Jaarlyks (of nieermalen, zoo de fondfen des Ge-
nootfchaps zulks gedoogen) worden er, door betz*l»
ve, Eereprijzen uitgeloofd voor de beste beantwoor-
dingen van uitgefcbrevene prijsftoffen, hetzij (liever
bevallige dan al te zvvare) compofitien voor een of
nicer inftrumenten, hetzij Godsdienftige of andere
Zangftukken, hetzij theoreiifehe beantwoordingen of
oplosiingen van eenig muzikaal vraagfluk. AHeen
Ieden des Genootfchaps, en in ons koningrp
woonacbtig, mogen naar den eereprijs dingen. Dti
bcoordeeling der prijsfchnften wordt, door Hoofddi-
recteureh, aan daartoe bevoegde perfonen opgedragen,
en de bekroonde ftukken worden, zoo goedkoop mo-
gelijk, voor het publiek, doch altijd tot nog min-
dere prijzen voor de fcholen, verkrijgbaar gefteld.
„Daarenboven behoorde het Genootfchap, zoodra de
fondfen toreikende mogten zijn , eerie fcliool op.
te rigten voor jonge lieden van bijzonderen aan-
Jeg, die zich tot knnftcnaars op het een of ander
inftrument, of gangers en Zangeresfen, tot Compo*
jiisten, en ook tot Muzijkonderwijzers, wenfchen op«
geleid te zien, op de wijze van de Confervatoria voor
de Muzijk, te Parijs, en vooral in Italic. Op deze
School.
-ocr page 37-
.■
C 35 )
School , die [liftf bijzondere MeesterS moet hebbeti,
feehoorde het onderwijs tot den hoogften trap
uitgeftrekt te worden, en het voorts aan liefheb*
bers geaorloofd te zijn, om -, tegen betaling van fchool-
geld, hctwelk altnede in de kas des Genootfchaps
vloeit, de ksfcn bij te woiien*
„De Maatfehappij: Tot nut van ''t Algtmeen, welke,
blijkens hare \ in 180a, iiitgcgevehe Verhandeling:
Over het Nationaal Ncdcrlandich Gczang, reeds
vroeg op eene verbetering van hetzelve heeft prijs gefleld,
en daartoe, door de uitgave van Volkslicderen en School-
gezangen,
medegewerkt, bevordert, op nieuws , die
doel, door de volgende middelen:
„ Hoofdbeftimrders . derzelve Maatfchappij kiezen , on-
der hunne fladgentioten, het benoodigd aantal Hoofd-
directeuren van het Genootfchap tot bevordering der
Toonkunst. De eerstgemelden en de Departementen
dier Maarfchappij doen al het hun mogelijke tot inftand-
brenging des Genootfchaps ,en trachten, van het Gouverne»
mem, van den Heer Infpecteur-Generaal voor het Mid*
delbaar en Lager Onderwijs, en wijders van alle HH.
Schoolopzieners, Collegien van toezigt over Scholen,
cnz. de beibherming en de bevordering van den bloel
en inftandhouding dezer Inrigting te verwerven, enz.
„b. In het doen vervaardigen eener Handkiding tot
het onderwijs in de Muzijk
, bijzonder in den Zang,
eenvoudig en duidelijk genoeg, om iederen Onderwijzer,
van gezond oordeel en goeden wil voorzien, behoorlijk,
fa te liehten, en om, alzoo, voor de volksfchoten ge-
bezigd te kunnen worden; en tevens volledig genoeg,
•Qva t te dezen aanzicn, niets te vveiifclien over te laten,
fcefa
-ocr page 38-
c ^ i
iietzy dat het doen vervaardigen daarvan aan ihet 'Oii
nootfchap tot bevordering der Toonkunst, hetzij aari
onze Maaffchappij, wierde opgedragen.
„c. In het, van wege onze Maatfchappij, of, zoo
het meergemelde Genootfchap tot ftand kwame, van
wege hetzelve, doen vervaardigen van een Nationaal
Gezangboek
, verdeeld in vier Stukjes, ieder afzonder-
lijk uit te geven; als: een voor de jeugd, een voor de
jongelingsjaren, een voor den mannelijken leeftijd \
en een voor den meer gevorderden ouderdom. Welligt
zouden spandaw's Vaderlandfche Licderen, als ook
de Folksliedcren en Schoolgezangen, door onze Maat«
fcbappij uitgegeven, hiertoe, mits onder verbetering
van verouderde of gebrekkige en fmakelooze zangwijzeiii
bijdragen knnnen oplevereru Om de twee jaren be*-
hoorde een nieuw Stukje, telkens met afwisfeling der
vier bovengemelde rubrieken, in het licht te verfchijnen^
ten einde men, in den loop van acht jaren, voor ieder
levensperk , telkens weder eenen nieuwen buldel gezan*
gen kon verwachten. Het drieflemmig gezang zoli
bier, inzonderheid, verkieslijk zijn,
„d, Eindeiyk ware het te wenfclieii, dat er, in het vervolg, nie»,
mand tet Onderwjjzer of Ondeiwijzcres in de Muzjjk wierde t'ocgelateni
ifla'n na alvorens eon gepast ondcrzoek,' nopens hunne of hare be-*
kwaamheid, afgelegd te hebben, en, als zoodanigj te zyn toegelaten'J
In de algemeene vergadering van den 14 van obgstmaand 183I wcrd
overeenkomftig het berigt en het eerile der voorftellen befloten eiji
Iloofdbeftuurdcrs dus gcvolniagtigd: om te beproeven het oprig'teri.
Van een Nederlandsch genootfchap: Tot bevordering der Toonkunst 5
terwyl al de overige voorftellen, bij het Bei'igt aahgcboden, Werdeil
gefteld in handen van Hoofdbeftuurders, om, het voormelde genootfchap
deszelfs aanwezen verkregcn hebbende, de hoodzakeljjkheld daarvan,
2oowel als de wjjze, waarop dezelve in working te brengen zullen zyrjjj
tnet overleg met de Reftuurders van dit genootfchap te bep.ileri. 5 • (
Zie daar cene belangrgke en aanmerkelyke fchrede teii behoeve del
goddelyke Toonkunst gedaan; nioge zjj deheihgkftegevolgen hebben I
(I
-ocr page 39-
sPlj den Uitgeverdezes Isivan" de pers geltomett
en alom verzonden:
ROZENGAARD,
B IJ D:,K A GEN
TOT DE KENNIS VAN HET
MENSCHLiJlC HART Sfai XOT.
U1T HET HOOGDUITSCH VAN
Dr.< G. H. SC H U tf: E IWT,
met een fraaije gegrav. tijtel door velijn.
Eerfte Deel, fz — : — :
Het tweede en laatfte Deel is ter perie.
,»'- ■: a t .* r' - r :■: I :.*:
V:...../,. ik.......,fJ
PROEVE over de WAARDE
D E R
OUDE T A E'EN
EN DER. BEOEFEMNG vAn de KLASSIEKE
LETTERKUNDE der GRIEKENl
■ y qm ROMZINENy, ^
VOORNAMELIJK VOOR
•EEGTSGELEERDEN" en STAaTSBEAMBTEN j
door                 r > ;'■
/
-ocr page 40-
^^Pp^iige^.dezfis Is van (fe pars gekomellt ■
■• N A A B,
.B i£4 Z I hi 0$:
doof ■          ^
M *A X I M I L I A A N,
JMtis van Wied - Neumtd,
a J "r.„. Oil l|jET /BOO GDJUTSClf
:          door                 '!":; V :;,
N. G. van KAMPEN.
$erf$e Beet>:metplmen eft. k&.00:&&
v It / 4 — l'8 — s
         |
Jlet tweede en Jaatfie dee! if ter pw% f
m.
■ -■'■ .