m GEWONDMERKTE VAN GENDRINGEN.
|
|||||
»Het is een heilige pligt yoorons men-
sclien , de waarheid openlijfc voor d» , wereld te verkondigen en de dwaling met alle krachten te bestrijden.". »De geheele geneeskunst hestaat in
waarnemingen." BOGLIO.
In het Nederlandsche grensdorp, Gendringen,
in de nabijheid van Anholt, Jeeft thans een rneisje, dat ongeveer vier maanden de opmerkzaamheid des publieks heeft tot zich getrokken, maar waar- over de tegenstrijdigste geruchten in den onitrek verspreid zijn. Omtrent kersmis des vorigen jaars verhaalde men
van dit meisje , dat het op drie vrijdagen uit eeue aan het hoofd zich hevindende kroon gebloed had, I en dat men kruisen aan hare handen en voeten , alsmede eene wonde in hare borst had waarge- nomen. Gelijk doorgaans verschijningen, die met een
godsdienstig gevoel in uadere verbinding staan, hij eenvoudige en vrome landiieden ligt ter sprake komen, zoo was het ook hier. Hoswel verstan- dige en van alle dweepzucht vrije mannen , die jreeds vrcegtijdig met genoemde yerschijnseJen be- |
|||||
2
|
|||||
kend waren, niet in het minste tot d« versprei-
ding van zulke bijzonderheden bijdroegen, ja zich veeleer beijverden , eene onbekende , eerst ont- luikende plant voor bet al te sterke zonlicbt en de nadeelige nacbtvorst te bescbutten, kon het echter niet verhoed worden , dat eene zaak , aan- vankelijk slechts aan weinigen bekend , in stilte van mond tot mond , van dorp tot dorp verhaald werd. Ofscboon er dan ook op vrijdagen geene duizenden toestroomden, was niet te min het aan- tal bezoekers bij dit meisje grootei' dan vroeger, en werd deze zonderlinge verschijning •— welligt met overdrevene, valsche opgaven, —door ieder- een verder en verder verbreid. Toen scbrijver dezes, die in den beginne de bewuste bloeding ook eenmaal gadesloeg , over de beteekenis dezer gebeurtenis ondervraagd werd, herinnerde hij zich de woorden van schoNLEIN: »dat hijsterische ver- schijnselen meer of minder aanleiding tot logen en bedrog geven, wier neiging bij den duur der kwaal tot ware ziekle overgaat," zoodat ik voor misleiding waarschuwde, maar niet te min beloofde, zoo ver de zaak zich bevesrigde, mijne beschouwing open- lijk te zullen mededeelen. Middelerwijl deze ver- schijning voortduurde en er zich onverklaarbare toevallen vermeerderden, kwam. onverwachts in No. 25 van den algemeenen Kerkbode dezes jaars een artikel te voorschijn, met het opschrift: mundus vult decipi , decipiatur ergo, dat is: de tvereld toil bedrogen worden , laten wij haar derhalve bedriegen! waarin een geneesheer (Dr. B) wiens roeping lot een beslissend oordeel over deze eangelegenheid wel iets raadselachtigs in heeft, d« |
|||||
s
•§*lieele zaak, kort en alles afdoenend, een et—
lendig gochelspel en een grof bedrog verklaarde. Hoe groot mijne Verwondering, ja zelis mijne ■verontwaardiging over zulk eene oordeelvelling wa- xen , die volgens een hoogst oppervlakkig onder- zoek, op oogenschijnlijke vooringenomenheid en dwalende begrippen gegrond scheen te zijn, zal ieder onbevooroordeelde, die de groote zwarig- heid, om in dit geval een bedrog aan te wijzen , wil erkennen, van zelve moeten gevoelen. Of- schoon ik mij dan ook tot hiertoe om vele rede- nen van het openbaar maken dier merkwaardig* verschijning had onthouden, hi«Id ik het na — Jaar een sedert jaren ongelukkig en beklagens- waardig meisje als huichelaarster en bedriegster werd vborgesteld ; daar lasterzuchtige menschen j op de getuigenis van eenen (zoo het scheen) be- voegden regter zich beroepende, dat bedrog aan ■slechte en Iage oogmerken toeschreven, en ook mij eindelijk het verwijt gedaan werd, dat ik uit onwetendheid of nalatigheid bij een ligt te ontdek- ken gochelspel, 'een ledig aans<;houwer was ge- bleven — een gebiedende pligt, het publiek met datgene bekend. te maken, wat zich voor na eene zorgvuldige beschouwing, als daadzaken had voor- gedaan. Ik zal hier derhalve , na eene korte uit- weiding over den levensloop en den ziekte-toestand der bedoelde persone, vooreerst alle bij haar waargenomene verschijnselen mededeelen, opdat een iegelijk, zoo wel geneesheeren als particulie- ren, in staat gesteld worden een eigen oordeel ovec deze belangrijke gebeurtenis te kunnen vellen, fin het mij daarna ter taak slellen, het onware 1*
|
||||
i
|
|||||
en verkeerdc, dat genoemd artikel bevat, aan %4
wijzen. Dorothea visser is een 24 javig meisje, de
katholieke geloofsleer belijdende, welks regtschapen en vrome ouders zich door landbou\v.en daghuur een spaarzaam onderhoud verschaften. Zij is klein van gestalte, en lieeft over bet gebeel genomen een teeder geslel. Hare gelaatskleur is een vveinig bleek , het hoofdbaar zwart en in hare glinsterende, allijd in beweging zijnde oogen en in haren vu- rigeu blik, als mede in hare zachte, lieftallige spraak, spiegelt zich een ongeregeld , maar ge- Toelig zenuwgestel, de aanleg tot moederkwaal- krankte ; bovendien valt hare klierachtige onge- steldheid , welke zich over het ligchaam der kranka Vertoont, den geneesheer terstond in de oogen. Door de smartelijke trekken , welke zich doorgaaus op haar gelaat voordoen, en een weiuig scbeel- zien , heeft DORA voor vele lieden iets onaange- naams iu zich. Overigens is zij meest in vrolijke gemoedsstemming, antwoordt -met eene zekere kinderlijke eenvoudigheid, en zeer vriendelijk, doch kort op de haar voorgestelde vragen , en is daar- ddor niet zoo onbevallig of onverdragelijk als vele andere hijsterische zieken. Behalve een goed ge- heugen , en een zeer juist begrip, bemerkt men bij haar geene bijzondere geestbeschaving. llaar oordeel is overigens zeer gepast ; zij toont in' alles een edel gemoed te beziiten , en schijnt van alls bedoeling en zucht ora. door haar lijden indruk te •yerwekken, geheel vrij te zijn. Reeds in haren kindschen leeftijd vertoond?
|
|||||
5
|
|||||
zich bij dit altijd braaf en vrolijk gezinde meisje g
een zwakkelijk, ligt geroerd zenuwgestel, zoodat, vo!gens betuiging barer moeder , de ouders zich altijd moesten in acbt nemen, om DORA hard aan te spreken, of met straf te bedreigen , dewijl zij alsdan terstond begon te sidderen en te beven. Desniettegenstaande genoot zij tot in haar vijf- tiende levensjaar eene vrij goede gezondbeid , nam deel aan het gewone school- en godsdienstig- onderwijs, en hielp hare ouders te huis en op het veld, om hunnen arbeid te verligten. Op dezen leeflijd werd zij echter door eene hevige klierachtige ontstekiug in de gewrichten aangetast, en k was hierdoor genoodzaakt de dienst, waarin zij toen reeds werkzaam was, te verlaten, en naar huis terug te keeren. Tegen deze klierziekte wer- den behalve medicijnen ,- bloedzuigers , spaansche vliegen, branden en het later daarstellen eener fontenel, door middel van kali caust. door den beer Chirurgijn D , (die voor armen-rekening het meisje ook later heeft behandeld) aangewend. Daar intusschen de uitzetting der gewrichten niet kon worden verhinderd en de verkorting van het been daarvan het gevolg was, bleef deze ziekte in het vervolg de oorzaak van grootere folteringen, ja werd veelligt de bron van alle latere smarten voor het ongelukkige meisje. Dewijl men nu, ter afleiding en vermiadering der voortdurende, zich altijd vermeerderende gewrichtspijnen ten minste allc drie weken, de fontenel aan de heup met kali caust. moest uitbranden (waarbij het, zeker niet altijd zeer zacht zal zijn toegegaan) ontwikkelden zich , een jaar na het nitbreken dejf |
|||||
<r
|
|||||
geWrichtsaiekte, aller hevigste hijsterisclie sfafp*-*
trekkingen. In deze aanvallen sloeg de ongelukkige zoo hevig met armen en beenen, dat zij naauwe- lijks door Tier steike mannen op haar bed korr gehouden worden ; zij beet, geheel bewusteloos , Tan zich af, schreeuwde luidkeels, en was door deze tooneelen de scbrik der buurschap gewor- den. Bij deze krampen, die ecliter naderhand in beviglieid verminderden, kwamen snel op el- lander volgende, en vooral na bet telkens uit- branden der fonteDel, lange, aanhoudende flaauw- ten, herhaalde aanvallen van keel- en mondkrampy en andere ten gevolge der bijsterische kwaal zich Tertoonende toevallen* Tot overmaat van lijden werd DORA in baar zeventiende levensjaar door eene volslagene blaasverlamming aangetast, waar- door zij hu ook in de treurige noodzakelijkheid Verkeerde, zich dagelijks tweemaal aan eene niei alleen smartelijke, maar bovendien voor het zede- lijk gevoel eens meisjes diep krenkende wateraf- tapping te moeten onderwerpen. Werd deze ope- j'atie niet spoedig genoeg verrigt , en ook in weerwil van dezelve, dan ontlastte zich de urine door brakingen. (*) Al dat lijden verduurde het beklagenswaardige
meisje voile acht jaren met voorbeeldeloos geduld en berusting in den goddelijken vvil, zoodat zij f (*) Behalve deze siekte , lijdt het meisje aan longknobbelai
Ook ontwaarde ik tweemaal bij haar , nadat zij , uilhoofde eener steek in de zijde , door den chirurgijn D, was adergelaten , ecr* Beer sterk sweeten , dat echter door toediening van eene toe-, reikende Infus. Sale, cum Elix. acid. Bailer et Ext. Chin* tpoedif vcrdween, |
|||||
I
|
|||||
niettegenstaande hare langdurige en groote smarten,
dezelfde kalmte des gemoeds behield en zelden een' klaagtoon haren uiond liet ontvallen. Daar zij tot zwaren arbeid onbekwaam was, hield zij zich in huis onledig met ligten arbeid, en zocht overigens , van de vreugde des leyens verstoken, haren troost in het gebed en in godsdienstige over- denkingen, zonder echter gebrek aan huisselijke toespraak en eene meewarige deelneming van de zijde der dorpelingen en der heeren geestelijken. Intusschen was het (om welke reden weet men juist niet) de innige wensch van DORA geworden , van de wateraftappingen bevrijd te zijn, zoodat men haar dikwerf hoorde zeggen, dat zij bereid was een grooter lijden op zich te nemen, als zij slechts van hare bitter onaangename krankte mogt verlost worden. Deze oorzaak schijnt dan ook veel te hebben medegewerkt, dat de zedelijk- godsdienstige levensvvandel van het meisje sedert den verleden herfst eene hoogere vlugt heeft ge- noraen : want niet alleen , dat na dien tijd hare vrome levenswijze door innige gebeden en getrouw vasten eene ernstiger strekking verkreeg, maar er kwam ook van dien tijd af een verschijnsel te voren, hetwelk daidelijk bewees, welke diepe worteien hare godsdienstige overdenkingen hadden geschoten. Er zijn nameJijk sedert dien tijd oogen- biikken bij haar waargenomen, dat zij in onmagt sehijjit te zullen vallen, eene beving in hare voe- ten gewaar wordt", en den aanvvezendeu alsdan verzoekt, haar te bed te leggen. Als zij daar nu zoo bewusteloos uitgestrekt ligt ,rigt zij hare wijd opengesperde oogen ten heme), heft de uitgestrekte |
|||||
3
|
|||||
en weder te zamen gelegde handen in de hoogfey
geeft, met afgemeten tusscbenpoozen, den zegeit even als de kalholieke priester aan het altaarr rigt zich dan op , Om een kruisbeeld te omvat- ten, drukt hetzelve aan hare borst, en zinkt ein- delijk, nadat zij eenige onverstaanbare woorden f (die zieh meest tot eene overvveging van den lij- denden Verlosser scbijnen te bepalen) gesproken heeft, verrukt, maar vermoeid neder , zonder ia Let minste te weten, wat zij heeft gedaan. Men heeft deze verschijning, waardoor DORA reeds vroeger bij eenige vrome zielen in den roep eener huilengewone godsdienstigheid gekomen was, voor een eenvoudig verschijnsel der moederkvvaal ge- houden, doch te onregt. Die toestar.d moet veeleer als een droomwaken, of eene verrukking Tan zinnen beschouwd worden , zoo als die uit eene verstoorde harmonie tusschen ziel en lig- ' chaam en daaruit voortvloeijende toevallen meer- xnalen door geneesheeren is waargenomen. Naar- dien ik in het bovenstaande een afbeeldsel deir kranke persone en eene oinsehrijving der om- standigheden, waarin dezelve tijdens, dat men het eerst de opvallende verschijning van een bloedzweet uit verschillende deelen van het ligchaam waarnam, heb geleverd , en nu tot de uiteenzetting dezer gebeurtenis overga, maak ik Vooraf de opmerking, dat dit bloeden geheel on- vervvacht, en zonder dat het meisje zelve, of iemaud barer bekenden daarvan iets hoegenaamd heeft vermoed, piaats vond. Want ofschoon DORA \vel acht dagen te voren over hevige hoofdpijuen, over een onaangenaam gevoel, als werd zij met j ■ ■
|
|||||
'9
|
|||||
doornen gestoken, geklaagd had, en zij liarer
zuster denzelfden nacht te kennen gaf, dat zij haar niet met spelden moest steken, was niemand op de gedacbte gekomen daarin eenig voorbeduid- sel te zien. Het was op vrijdag den 1 December des verleden jaars, dat hare zuster, des morgens bij het opstaan, met verwondering merkte, dat DORA het bloed van het aangezigt stroomde, en haar hoofdhaar van bloed door week t was. De moeder en de huisgenooten verschrikten zeer en Waren geroerd bij het zien van het bloedende hoofd. Daar men echter gewoon was , zeldzame verschijnselen bij de jonge dochter waar te ne- men, en men daarin eene goddelijke beschikking meende te moeten eerbiedigen , te meer, dewijl het bloeden niet zoo hevig was, Het men het dien dag er bij blijven en verzweeg het als een geheim. Dit vooival zich twee volgende Vrijdagen herhaald hebbende, ontdekte men ook den 22 December in de borst, en den 12 en 19 Januarij daaraanvolgende op den rug der handen en voeten het uitzweeten eener bloedige vloeistof, en deze verschijningheeft, met afwisselende hevigheid en verscheidenheid van plaats, tot op dit oogenblik aangehouden. Maar op MARIA-Licbtmis en vier andere vrijdagen zag men geene bloeding. Bij deze verschijnselen voegde zich echter later een andcr, dat meer opzien baarde, en aan het geheel eene meerdere beteekenis scheen ta geven, ik bedoel: het verschijnen van groote blader« vormige kruisen op de borst, op de handen en voe- ten , waar deze teekenen met den 6den en 7 vrij dag, na het aanvangen der bloeding, te voorschijn kwanien. Op Donderdag namelijk, v66r de bloe- |
|||||
10
ding, verhief zich op den rug der handen en
voeten (na een voorafgaand gevoel van jeuken on- der de opperhuid) in de gedaante eener geelroode blaas, de volkomen vorm van een kruis, dat in den omtrek zeer scherpkantig was. Dp, punt van dit kruis lag op den rug der handen tot bij den middelsten vinger, deszeifs ondei-einde was boven- waarts gekeerd. Dit kruis had ongveeer de lengte van 2y duim, de dwarsbalk van 2 duim, de breedte" van den balk was -*- duim. Op de voeten waren de kruisen niet zoo groot; zij vertoondea zich echter op het midden van den voet met ne- derwaarts gestrekte punten. Het kruis op de borst was zeker een vierde gedeelte grooter dan dat op de handen ; het lag midden op het bovenste ge- deelte van het borstbeen, deszeifs toppunt was naar het hoofd gekeerd. (*) Be blazen waren zeer verheven en gespannen , bleven eenen ge- heelen dag en zelfs langer in dezen vorm, en ontlasten bij derzelver opening of losbarsting, een heldergeel melkbloed vocht. Zoodra de op- perhuid verwijderd was, vormde zich eene nieuwe; maar de roodachtigheid van de onderliggende huid verdween als dan niet meer, zoodat DORA sedert het eerste verschijnen dezer roode kruisen , als ware katholieke maagd op hare borst, handen en. voeten het teeken barer geloofsbelijdenis bevestigd hield. De bloedige vloeistof, welke zich echter in de meeste gevallen slechts in zeer geringe hoe- veelheid ontlastte, en die in den beginne, even (*) 0{> eemge vrijdagen zag men op de borst alleen eena
onregelmatigo blaas, en bleef deze vorm in den beginne Tan den ecnen vrijdag tot den anderen eeuo wonde. |
||||
11
|
|||||
uls daauwdruppelen , uit de oppervlakte der hati-
den en voeten ontprong, werd naderhand uit deze bladervormige kruisen afgezonderd. Zij scheeti werkelijk uit de randen der kruisen te ontsprin- gen, Hep van daar in druppelen langs de huid neder, of bleef ook in dunne , fijne korsten op de plaats der ontlasting aanwezig. Wanneer de vloeistof door middel eener spons of van een lin- nen doek afgewischt werd, dan kvvam er weder nieuw vocht uit de huid te voorschijn, even als het zweet uit de zweetgaten. Waren echter de blazen toevallig gebarsten of kunstmatig geopend. dan had het uitzweeten op de onderliggende vlakte plaats. Bij het onderzoek, hetwelk ik herhaalde malen over de wederuitstorting van bloed aan het hoofd deed, viel het dadelijk in het oog, dat allc mutsen en doeken , welke de kranke op de vrij- dagen droeg, slechts aan derzelver ondersten rand, rondom het hoofd met roodachtig bloedwater doortrokken waren, en dat derzelver middelste of bovenste gedeelte geheel zuiver en wit bleef. Na het afnemen der mutsen en doeken , bemerkte men terstond, dat alleen het haar rondom het voorhoofd, de slapen van het hoofd en het ach- terhoofd doornat en zamengekleefd was, en dat daarondcr de bloedige vloeistof uit de oppervlakte der hoofdhuid ontsproot, zoodat de schedel en kruin van het hoofd daarvan geheel vrij bleven. Overigens was het tot nu toe niet mogelijk aan het hoofd een likteeken , eene blaas of iets der» gelijks te ontdekken; ook moet ik het onbeslist laten of het bloed uit de haren zelve voortkomt, of er slechts langs vloeit. |
|||||
12
i
Wat liier inmiddels de hoofdvraag over den^
aard der uitgezweete vloeistof, waaromtrent ik mij tot nn toe onbepaald heb uitgelaten, doch vvaarop hot wel het meeste aankomt, zoo is bet zeker, Mat zij , die dezelve met den naam van eeuvou- dig bloedig zvveet bestempelen, even zoo ?,eer dwalen , als zij , die dezelve volkomen overeen- stemmend met zuiver bloed voostellem Oischooa het uitgezweete op eenige Vrijdagen en op vcr- scbillende tijden der bloeding zich verschillend voordeed , en alzoo bij den aanvang der geheele verschijning, als ook in den beginne van elke bloeding, de vloeistof dikker en derzelver kleur donkender scbeen, herkende men in de gewone gevallen slechts een gekleurd bloedwater, dat hel- roodfc vlakken op de bedekselen achterliet. In die gevallen eehter, waarin de uitstorting met ■verhoogder werkzaatnheid plaats had, gelijk dit bijzonder op goeden vrijdag het geval was , ver- toonde zich het uitgezweete vocht als een rood bruine, zwartachlige vloeistof van dunne zamen- stelling en van eene eigendommelijk onaangename geur, en was niet alleen de kleur, welke het vocht achterliet, aan die van werkelijk (na- melijk aderen) bloed gelijk, maar ik vond ook meermalen geronnen bloed in de doeken, gelijk dit zich als vezelachtige stof, bij verkoudene lie- den, Tan het bloed afscheidt. De vraag of het mJtgestorte vocht werkelijk met bloed overeenkomt, kan, volgens mijn begrip, met ja beantvvoord worden. Op den dag der bloeding klaagde DORA telkenmalc over duizeligheid , hevige hoofdpijnen en verklaarde zij snel opeenvolgende steken rondom |
||||
13
|
|||||
het hoofd te gevoelen, hetwelk bovendien zeer
heet was. Ilet gelaat was roodkleurig, de oogen waren glinsferend, de pols was snel. Ook aan de bverige deelm bemerkte men groote aandoening van smart, vermeerderde temperatuvtr, die lot aan het uitwaseuien gestegcn was, en eigendom- meliik jeuken en prikkelen onder de huid. Het ontlasten der bloedige vloeistof begon alsdan gc~ woonlijk om middernacht, of om drie, Tier ure in den morgen, duurde met tusschenpoozen en' afwisselende bevigheid tot des avonds laat , eu moesien alsdan des daags de doornatte doeken meermalen vernieuwd woiden. Gedurendede blee- ding lag de lijderes altijd in bestendige onm^gt, nam volsli-ekt geene spijze tot zich en verzocht apnhoudend om water, tot lessching van barer* dorst. I)e bloedende deelen waren heet en zoo- gevoelig, dat zij bij de minste aanraking begon te stuiptrekken , of dat zij de handen wrong, of zich in bet bed wende en keerde, zonder ergens verzachting van pijn te ondervinden. Tegen den namiddag werden die deelen kouder, en alsdan verlangde de ongelukkige met smart naar het einde- van den dag. Den dag na de bloeding bevond DORA zicli weder zeer wel, verrigtte haren gewonen arbeid en was vrolijk en welgemoed als te voren. Tot zoover heeft thans mijne waarneming der bij DORA VISSKR gadegeslagen bloeding en de op- haar ligchaam zigibare kruisteekenen zicli bepaald. Of die verschijnselen op dezelfde wijze zuller* voortduren of geheel ophouden , of dat zich wel- ligt nieuwe daaruit zullen ontwikkelen ? dit raadsel op te loss en , blijft der toekomst voorbehoudea t |
|||||
u
en zal eene vlijtige en waarheidlievende, voort-
gezette waarneming leeren. In alien gevalle was het tot hiertoe gebenrde merkvraardig genoeg, om algemeene belangstelling te verwekken en moet het geenzins als bewijs van bloote nieuvvsglerigtieid beschouwd worden, dat zelfs bescliaafde en aan- zienlijke personen het zich der mocite waardig achlten , het deagdzame meisje op eenen vrijdag te bezoeken. Het is echter voor alles noodig, dat men de echtheid en waarheid der boven be- schreven verschijningen met zekerheid kan waar- borgen, om geen gevaar te loopen, zich naderhand door eene zoo ligt mogelijke misleiding vervoerd te zien. Ofschoon intusschen al degenen , die herhaalde malen ooggetuigen dezer verschijningen waren, en kennis droegen van de regtschapenheid van bora TISSER en die harer ouders, en zich vast overtuigd hielden, dat hier in geen geval be- drog aanwezig was, bleef het toch , (vooral nadat men zich dienaangaande openbaar had uitgelaten) de algemeene wensch, op eene doelmatige wijze de mogelijkheid van zoodanig bedrog geheel en al tec zijde gesteld te zien. Dewijl DORA veertien dagen vooruit gezegd had, dat zij op goeden vrijdag niet alleen op handen en voeten de meergenoemde kruisen zou bekomen , maar ook op die plaatsen zou bloedeh , zoo vraagde ik haar, wie haar dit gezegd had, en van waar zij dit wist ? Daarop antwoordde zij mij: dat dit haar onbekend was ; maar dat haar driemaal in eenen droomwakenden toestand een wit kind was verschenen, dat haar xulks getoond en medegedeeld had. Na kon er geene betere gelegenheid tot onder->
|
||||
15 • ,
|
|||||
tCiek worden aangeboden, en er werd alzoo hesft?«»
ten, der kranke twee dagen le voren ten minster <eene hand te verzegelen , en haar alsdan streng te bewaken. Door tusschenkomst der heeren gees- telijken willigde het arme meisje, sclioon eenigzin* met tegenzin, in* Nadat men derhalve een der aanzienlijkste personen van het dorp, den heer V. W. verzocht had, getuige te zijn hij de ver-» zegeling (hetgeen echter werd afgeslagen) omwond men, Woensdag den 3 April dezes jaars, de» avonds, in tegenwoordigheid van den pastoor N., de regterhand met een' witten, linnen doek, be- Vestigde denzelven aan den onderarm met een* band , hechtte ten overvloede doek en band met naald en garen te zamen , en Verzegelde eindeltjk de einden van den band met twee lakken en tweef cachetten. Den volgenden morgen was het om- hulsen ongeschonden, maar dora werd loch voort- durend bewaakt. Tegen tien ure begon zich aan de linkerhand , als medeop de borst de opper- huid aan de einden van het kruis te verhefien f Vereenigden zich de bloedblaren en des namiddags- ten twee ure kwamen de blarenkruisen in derzel- Ver geheele grootte te voorschijn. Dora lag, zoo als vroeger, stil in zich zelve gekeerd. Alle dee- Jen schenen haar smart te veroorzaken, en men dntwaarde door de bedekselen daaraan een' ster~ ken gloed. Het bloedzweeten nam des nachts ongeveer eefl
kwartier voor twaalf ure, pm welken tijd ik mij met den geestelijke van Gendringen aan het bed des lijderes bevond , eenen aanvang , en was in den be- ginne slerker dan dit vroeger had plaals gevonden# |
|||||
IG
|
|||||
Met een blcek gelaat en halfopengeslagen oogenf
lag het onschuldiga meisje, zouder eenig teekert van levea te geven , in diepe onmagt verzonken; het bloed vloeide in talnjke droppelen Tan het hoofd en van onder het liaar over het aangezigt. De voor liaar uitgestrekte handeu waren geheel nat, en het roode vocht schemerde door de doe- ken , die het kruis op de borst bedekten. Alle aanwezende personen waren bij dezen aanblik innig* geroerd , en gaven door een diep stilzwijgen hunne verwondering en volkomene overtuiging genoegzaam te kennen. Ook voor niij, ofschoon aan gedurige bloedtooneelen gewoon, ging dit oogenblik niet, zon- der eenen diepen indruk achter te laten , voorbij. Daar de .verzegeling ongeschonden bevondeu
werd, maakten wij band en doek van de regter- hatid los, en ontwaarden wij daaronder een evert zoo sclioon bladerkrnis , als wij op de Hnkerhand gezien hadden. Ook de kruisen op de voeten waren aanwezig, rrcaar begonnen eerst den vol- genden morgen te bloeden. Bovendien was het bloedzweeten op goeden Vrijdag zoo in het oog vallend , en is door zoo veel geloofvvaardige per- sonen gezien gewovden, dat over deze daadzaak geen' den minsten twijfel kan worJen aangevoerd. Het duurde den ganschen dag , hoewel met eenige tusschenpoozingen, en was aan het hoold, op de borst en de handen, het sterkste, minder sterk daarentegen op de voeten (*). Overigens was de smartelijke uitdrukking, welke men de vorige da- ( ) De doeken , waarin rich het uitgezweete bloed bevindt ,'
zijn door mij bewaard geworden, en ik kan ds lioeveelheid. ^aarop Yersameld bload op 6 I 7 oncan »chatt«u. > |
|||||
17
|
|||||
gen op het gelaat.der kranke had wnargenomen ,•
op dezen dag sterker in het oog valiead. Het be«oek, dat zij thans ontving, scheen haar zeer lastig en onaangenaam, en zij verlacgde reikhal- zend naar het einde van den dag. Ik moet hier eindelijk nog een paar opmerkin*
gen bijvoegen , welke, in verhouding tot het ver» hoogde geestelijke leven van het in vele opzigten merkwaardige meisje, even zoo vele in het oogloo- pende verschijnselen opleveren , a!s de tot hiertoe heschrevene en aan haar ligchaam bespeurde uiter- lijke teekenen. Zij bepalen zich tot het voorspel- Jen van het bloedzvveeten , en de herstelling van hare srnartelijke ziekte , (hlaasveilamming) welker genezing zoo langen tijd het doel barer innigste wenschen Was. Dora zeide, namulijk, zonder daartoe uitgenoodigd te zijn, herhaalde malen, en wel acht, ja zelfs veertien dagen in el ken d room- wakenden loestand , waarvan wij reeds vroeger ge- wag hebben gemaakt, niet alleen bepaaldelijk den tijd , waarop het bloedzweet weder zou doorbre- ken, maar ook aan welke deelen van het ligchaam. dit zou plaats hebben. Bovendien gaf zij merk. waardige verzekeringen van de herstelling barer krankte, hetgeen alles naauwkeurig uhkwani. Zoo zeide zij twee dagen voor kersmis : als zij ijverig tot het kind JEZ03 bad , zou zij in negen dagen van de wateraftapping bevrijd worden; en de uit- komst daarvan was, dat de volgende negen dagen de urine door brakingen ontlast werd. Zoo be- paalde zij, den 9 February, dat zij, acht dagen, en wel des middags om drie ure voor vijf weken .Van hare kwaal zoude bevrijd zijn, en dit had ook |
|||||
18
•werkelijk zoo plaats, zonder dat zQ verder urine
uitgebraakt heeft. (*) Eindelijk zou, blijkens eene voorzegging, die zij veertien dagen te voren ge« daan had , op Woensdag in de goede week het oogenblik aanbreken, waarop zij geheel van hare kwaal zou genezen zijn, die zes jaren lang en on- ophoudelijk het zvvaarste kruis op hare schouderea had gelegd. Ook deze voorspelling werd zoo zeer bewaarheid gevonden, dat van genoemd oogenblik af aau de urine-ontlasting haren gewonen loop herkreeg, hoewel nu en dan nog een deel door bra* kingen moest ontlast worden. Als slotsom dezer waarneiningen kunnen, zoo
ik meen, de volgende punten me: zekerheid wor* den vastgesteld; 1°. Er heeft zich bij BORA VISSER berhaalda
nmlen, en wel altijd op Vrijdagen, een bloedzweet aan het hoofd , op de borst, aan de handen en voeten vertoond, en het uitgezweete vocht ver- dient in zoo verre den naam van werkelijk bloed als ook andere vochtafscheidingen in het mensche« hjke ligchaatn met dezen naam bestempeld worden. 2°. Deze bloeding is aan handen en voeten,
als ook eenige malen op de borst der vorming van blader-achtige kruisen voorafgegaan; aan het hoofd is dezelve uit eenen kransvormigen en random het hoofd loopenden kring voortgesproten. (*) De chirurgijn, die, na verloop Tan dien tijd, zijne
3kunstbeoefening weder moest hervatten, maakte nu een vreesselijk iSpektakel. flij liet zich over list en duivelskunaten uit, em Jjeweerde, dat de Doctor of iemand anders hier de hand in het •pel gehad had. |
||||
J 9
3'. De verlamde waterops topping, waaraan de
kranke gedui'ende zes jaren heeft geleden , heeft zich, gedurende de voornoemde versehijuingen weikelijk gebeterd, en is tot heden toe ten minste opgeheven. 4°. Deze beterschap, alsmede het bloedzweeten
zijn meermalen door haar met bepaling van dag eu uur voorzegd gewortleu. 5°. Be bovenstaande verscliijningen hebben
plaats gehad zonder eenige bewijsbare kunstbewer- king, betzij door DORA VISSER zelve of door hare ouders, zoodat dezelve van logen en bedrog tea eenenmale vrijgesproken behooren te worden. En hiermede heb ik, overeenkomstig mijn plan,
eene eenvoudige, en, zoo veel mij zulks mogelijk was , getrouwe voorstelling van die vcrschijnselen gegeven, welke gedurende den laalst verloopen tijd zoo veel reden tot gesprekken hebben opgele- verd, en, helaas ! met zoo weinig zaakkennis en ongeloofelijke ligtzinnigheid beoordeeld zijn gewor- den, In een nader opstel (*) wordt het voorbe- houden in eene bijzondere opheldering der door Doctor B. geuite meeningen en bedoelingen te tre- den, (-[-) en tegelijk de vraag te beantwoorden: in hoe verre de waargenomene verschijnselen voor eene nataurlijke uitlegging vatbaar zijn? Tot zoo |
||||||
(*) Uitgeyer denes heeft dit nadere opstel ter perse , en la!
hetzelve binnen weinige dagen , even als dit, in het licht zenden. {t) Of het de moeite beloonen zal, op het zouteloos en on-
gerijmd geschrijf Tan den heer g. r. s. , in het tijdsehrift; ife Ktrkbodt, ieti te antweorden , weet ik met. |
||||||
20
|
|||||||
lang moge zich een ieder troosten met dc woorden
van CICERO :
»Reium eventa magis arbitror, quam causas
quaeri oportere, et hoc sum contentus, quod quomodo quidque fiat ignorem, quod fiat in- telligo. (J) Gendringen,
den 15 Mei 1844. Dr. te Welscher. |
|||||||
(§) lk beslis liever bij de uitkomst der dingen, dan naai?
derielver oorzaken te vragen, want ik houd mij tevreden, hoeieer ik niet wete , op weike wjjze iet« gebeurt, to begrij-i p««, Tvat »r gebeurt. |
|||||||