-ocr page 1-
ur
MPHIO
E EN T IJ D S C H It IF T
YOOR
V K I E N 1) E N
EN
B E O IS FENA A 11 S
))KR
m
TOONKUN ST.
BIBLIOTHEETK DER
Tweede Jaa^ang. RUKSU N IVERSITEIT
10. OCT. 1928
---------$---------
UTRECHT.
te G HO NIK GEN, bij
W. tan K O EKE REN.
1819.
-ocr page 2-
ALGEMEENE
I N H O U D
FAN DBN TtTEEBZN JAARGANG*
r>
I. Verhandelingen, enz»
Mr. N. W. SCHROEDER STEINMETZ.
Over hec Quartet en de uitvoering
van hetzelve ,-..--- bladz. ftp
c. g. grosheim, Rhapsodie; onder
het motto: „ waar de kunst in verval
geraakt, valt zij door de schuld van
den kunstenaar." ---.-» ------ 7-3,
Mr. N. W. SCHROEDER STEINMETZ.
,.' 1                              ......                         .                                                           , •
Over rossini, den componist van
Tancredo, en andere opera's - —-— 81,
AT*
-ocr page 3-
»i                A L G E M S E N E 1 N H O U D.
Mevrouw t. g. Aanmerkingen op de
verhandeling van Mr. N. w- schroe-
der steinmetz over het Ouartet en
de uitvoering van hetzelve
- - - bladz.
Mr. N. W. SCHROEDER STEINMETZ.
Antwoord op de aanmerkingen van
Mevrouw t. g......---------
Mr. N. W. SCHHOEDER STE?NMETZ.
lets over dc muzijkale taiemen van
den romeinschen keizer nero - - ------
G. weber. Bepiling van het denk-
beeld van toon en toonkunst - . - ——
Getrokken uit des schrijvers Ver-
iuch einer geordneten Theorie
der Tonsetzkunst zum Selbstun-
terrichte.
II. Levcnsbcrigtcn van heroemde
toonkumtenaars.
iNekroloog van niclas , Vrljheer
VON KRUFFT - - - - - ------------
c. G. grosheim. Over johann
NICOLAU6 FORKEL - - % •---------
-ocr page 4-
IT. GEMEENE INHOUD,               
Bijvoegsel daarop van de redaktie over
forkel's werken - - - -J * bladz. a8.
Tweede bijvoegsel over FORKEi/s'na-
gelatene schriften ,-----. ------ 37.
Mr. N. W. SCHROEDER STEINMET2.
Brieven over het leven en de werken
van sommige der voornaamste toon-
dichters; tweede brief: algemeem
beschoitmng van
mozart's genie;
deszelfs opmerkelijke brief., waarm
hij zich
, onder andeven, uitlaat
over de wijze
, waarop hij bij het
componeren te werk ging
          - - -—— 40,
------------------------------Brieven enz.;
derde brief over mozartV kla--
vierwerken - ------- —__ i6<j.
------------------------------Brieven enz.;
vierde brief over mozart's Quar-
tetten en Quintetten ----- ■■ 243,
de redaktie. Lijst en korte in-
houd der in ttjdschriften verspreide
werken van e. l, gerber - - - ------248.
-ocr page 5-
i-v             ALGEMEENE INHOUD.
IIT. Binnenlandsche Berigten.
C.t. s. Uit Rotterdam (in het algemeen) bladz. 53.
pit Rotterdam. Be toeftand der muzijk
en de kunstenaars aldaar. (Van eenen
anderen schrijver.')
----- ------173.
Uit 's Gravenhage. Nalezing op de.
koncerten van 1818. (Over de kon*
certen van de gebmedera
bender,
den heer de groot, den heer
dame, den heer muhlenfeldt
en den heer d a h m e n , van Am*
sterdam
--------- -------
eftm
Uit Groningen. Over de gewone win-
ter-koncerten enz. - - - ;jp.« - .....61.
Algemeen verslag omtrent de uitschrijving ?$%{
van melodien op eenige dichtstukken
uit de Vaderlandsche poezij en lie-
der en
van Mr. H. a. spandaw. —■— 94.
Uit Assen. Over het orgel in de kerk
aldaar, vervaardigd door den klSk-'1*
kenist en orgelmaker. p. van oecke-
IEn, te Groningen - - - - - ------120.
-ocr page 6-
ALGEMEENE IRHOUR-                t
Uit 'sGravenhage over de uitvoering
van het Requiem van gossec - bladz. 148.
Uit dezelfde plaats over het ontslag van
den tooneeldirekteur milord ----------I5»»
Uit Haarlem, Over den staat der mu-
zijk en van het koncert aldaar - ■ 254.
h..... h. uit Haarlem. lets over de
muzijk van l. van beethoven ------260.
Bijvoegsel van de redaktie - - - - —— 264.
Mr. N. W. SCHROEDER STEINMETZ-
Uit Groningen; over den klarinettist
hermstedt, zijn spel, de verbe-
teringen, door hem aan de klarinet
gemaakt, en de koncerten, welke hij
aldaar gegeven heeft - - - - - ------266.
IV. Korte, zoo binneri' ah buitenlandschs
Berigten.
Over den Chiroplast van j. b. locier ------ 64.
Aankondiging van het overlijden der be-
- roemde zangeres helene harlass —— 64.
Over de gezondheid van beethoven------ 65.
Een Zanggezelschap te. Jutphaas - - ------ 66.
Over
-ocr page 7-
vr              ALGEMEENE IKHOUD.
Over een nleuw instrument, uitgevonden
.. door schortmann                - - bladz 123.
Over het vertrek van spohr uit
Frankfort ----.--. , -—123.
Over grosheim's onderneming om
het magnificat van verscheiden groote
componisten uit te geven. Deszelfs
verheffing tot doktor ----- ------124.
Over de onderneming van s. a. stei-
ner en Comp. om een gedenkteeken
op te rigten voor haydn en mozart------125.
Aankondiging van het overlijden van den
beroemden fluitist b. furstenau ------192.
Aankondiging van het overlijden van e.
L. GERBeR--------------------------------------------!p2.
Over Rossini's opera Ricciardo e
Zoraide --------- ■------103.
Over w. a. mozart, den zoou - - ------ioj.
■m
Oproeping van sievers, te Parijs, aan
de duitsche componisten, om opera's te
bewerken voof het Thdatre Feydeau —— 195.
Over de strijkinstrumenten van chanot
te Parijs --------- «——- 196.
De
-ocr page 8-
ALGIMEENB INHOUUi               W
De zangeressen catalani en feron
te Berlijn. Anekdoten van de beroem-
deMARA - - - - - -- -bladz.ipf.
Nieuwe uitvindingen van bodwill,
simiot en mott - - » - -------soo*
Gedenkteeken opgerigt voor pacsiello-------201.
Nieuwe mozijkale werken uitgekomen
te Londen. - - ------ - -201.
Vertrek van Mad. dang x villi naar
Petersburg -- ------ ——133,
V. Recensiin.
a*) Zingmuzijk.
Cant-ate
, cqmposie a P occasion du con.
         t f
gres cTAix la Chapdie, enz. par
j, a. mees, a Bruxelles - - - ..... -127.
b.) Muzljk voor het klavier.
Potpourri, par Vabbe
gelinek; hi
Adieux, par
j. l. dussek; AdUt
ou la nouvelle Tyrolienne* par
T. • •■--
L a t o u r ; en
Le vaillant troubadour, air varii
par
sauvan - - - - - * • —— 10a.
Qtn-
-ocr page 9-
>riw                  ALGEMEENE INHOUD.
Centil Houssard; variations par c.
MUHLENFELDT - - - - - - bladz. 305.
Air militairc anglais, varii par j. b.
LOGIER - - - - - - • - --------£07.
Rondo par f. ribs - - - - - •           281.
Sonate par hoogstraten; variati-
ons de
hempenius - - - - -------283.
c.) Muzijk voor de hlarinet.
xwan muller: romance de blan-
' ci n 1 en
•—-—■" -             Fantaisie . - - —— 284.
VI. Mengelingen; Gedichten.
e. t, a. Hoffmann. ' De Ridder
gluck, eene herinnering uic het
jaar 1809 . - - ----- ------ <56.
•——--------------------------De Ridder
gluck; vervolg en slot ---------------135.
j. strauss. Aan Mejufvrouw g. van
den bergh, te 'sGravenhage - - ------208.
•
-ocr page 10-
A M P H I O N.
OVER MET QUARTET, EN DE UlT-
VOER1NG VAN HETZELVE.
sooocxx
J^r is, we' nie,t Hgt eene soort van muzijk te vinden,
tot wier uf*vofering meer dan e'en speler vereischt
wordt, welke zoo vele beminnaars heeft, als de
Quartet-muzijk, en evenwel, gelijk de ondervinding
dagelijks doet zien , er is misschien geene muzijk ,
•welke , over het algcmeen genomen, door liefhebber*
,roo weinig goed uitgevoerd wordt, als juist de Quar-
tet-muzijk , en zelfs meesters, welke bckwaam zijn ■.
ora een solosluk met zuiverheid van toon, duidelijk-
heid in passages en smaak in manicren voor te dra-
gen , begaan dikwijls de allergrofste fouten in d«
»0Ordragl van een eigenlijk Quartet.
Deze mindere graad van volmaaktheid in de uit-
voering van een Quartet is, inijns inziens , juist niet,
ten minste niet altijd , toe te scbrijven aan een' min-
deren ijver, die da:irbij plaals zoude kuhnen hebben,
dan bij het spelen van een solosluk, — waarin men
gewoonlijk, vooral in de oogen van het algemecn,
1]L J a';.«».                         A                                  roecr
-ocr page 11-
Bieer gelegenheid vindt on te brilleren, (waamaa*
dan meeslal des kunslenaai'S bekwaamheid beoordeeld
word!}; — veeleer gelooi' ik, dat deze mindere vol-
tnaaklheid te wijten is aan een verkeerd denkbeeld ,
dal men zich van een Quartet vormt, en aan eene
daaruit voortvloeijende verkeerde beliandeiing vaa
hetzelve in de voordragt.
Ik wil beproeven, aan dat verkeerde denkbeeld
eene betere wijziging, en den Quarlelspeler eenige
regelen aan de hand te geven , welke een duidelijk
gevolg zijn van dat denkbeeld , als bet eenige ware.—-
Vooraf moet ik nog den lezer daarop opmerkzaam ma-
ken , dat, hoezeer ik kortheid<halve alleenlijk van
Quartetten spreek , het een en under, wat volgen zaft
even zeer toepasselijk is op Qut'ntelten; terwijl zelfi
verscheidene regelen, voor de nitvoering van Quar-
tettcn of Quintetlen gegeven, in het algemeen bij de
voordragt van ieder muzijkstuk behoorden in acht
genonien te worden.
Menig een zal hier regelen voorgeschreven vinden,
Velke hem voorlang bekend waren , en uitroepen:
,, dat is niets nieuws!" Het zi; zoo, dat hij , of door
eigen nadenken , of ook door lecture met het een en
ander , dat hij hier leereu kan, reeds voorlang be-
kend was. Ik wil mij niet beroemen, iels nienws te
•chrijven; maar ik vraag hem alleenlijk: ,, brengt
gij die. regelen altijd in toepassing bij het spelen
van Quarletten ?" — Er zijn zykere waai'heden, wel-
ke men niet te dikwijls prediken kan, en daarenbo-
-ocr page 12-
C 3 )
•ven sal menig ijverig rjuartelspeler, voor wien di*
regelen iets nieuws zijn, het mi] dank welen, dat
if hem daarop opmerkzaam gemaakt heb. Deze re-
gelen mogen nu oud of nieuw zijn , zij zijngoed, en
daaruit alleen kan de kunst voordeel trekken , niet
xiit derzelver oud- of nieuwheid.
VVat is cigenlijk een Quartet ? — Deze vraag t«
beantwoorden , acht ik noodzakelijk, vermits daar-
door het regte begrip van een Quartet daargesteld
•wordt, znnder hetwelk de regelen tot deszelfs vol-
iriaakl.e uitvoering vruchteloos zonden gegeven wor-
sen. — Wat is dan een Qnavtet? Er zijn onder-
acheidene soorten van muzijkstukken , welke men met
den naam Quarletten beslempell. Ten eerste vindt
men muzijk voor vier instrumenten, vraarvan het
<?e'ne doovgaans obligaal behandeld is, en deze mu-
zijk noerat men Quartet-muz\\k. Zij is het echter
niel! Zij is eigenlijk niets anders, dan koncert-mti-
zijk voor e'en instrument, met accompagnement van
drie andere instrumenten; er is tusschen deze stuk-
ken en een koncert geen ander onderscheid , dan dat
het eene voor vier instrumenten, het andere daaren-
tegen voor het geheele orchest geschreven is. Deze
soort van muzijkstukken heeft waarschijnlijk haar
aanzijn te danken aan den inval van den ee'n of an-
deren rlrtuoos, om zicb in een klein gezelschap,
>vaar hij geen volledig orehest ter zijner beschikking
bad , te kunnen laten hooren.
Als solosluk heel't deze soort van muzijk vele ver-
A a
                                 di«»j»
-ocr page 13-
C 4 )
diensleo, en nnzr. componisten hebben ons daarvau
rijkelijk voorzien. Sedert eenigen lijd worden ze. gc-
\roonlijk quatuors brillants genaamd; te onregte ech-
ter, daar de geest van hel stuk even goed pathelisch,
of verheven kan zijn, als schillerend. (Men verge-
lijke 5POHBS quatuor brillant in D mol). Men zou-
de dergeliike slukken, mi jus inziens, eigcnaardiger
kunnen novmeo : Senate, voor de Viool, bij voor-
beeld, met accompagnement nan eene Viool, eene Alt
en eenen Bas.
Spohh, andbKas Romberg, m«i-
* h a r , Polledro en anderen hebben dergelijke
quatuors brillants geschreven; die van spohr bo-
venal zijn voortreffelijk , en ook, even als zijne kon-
ceiten voor de Viool , voor de accompagnerende par-
tijen , inleressant bewerkt.
Eene tweede soort van muzijk voor vier .instrument
ten, wordt gewoonlijk genaamd quatuor concertant,
De.ze kan even min aanspraak maken op den naam
van Quartctlen, als de zoo even genoemde quatuors
brillants,
want eigenlijk is zij van denzell'den aard ,
met dit ondcrscheid evenwel , dat in de eene soort
tea enkel instrument het hoogste woord voert, ter-
■wijl in de koncertante Quarlettcn de solos tusschen
de vier insl.ru menten verdeeld zijn. In deze soort
van werken , namelijk , heefl ieder instrument,
op zijne heurt, de hoofdpartij voor te dragen, het
cij nu melodie, of passage, terwijl dan de an-
dcre drie instrumenten niets anders uitvoeren , dan
tea eeuvoudig accoropagnement, helwelk echter met
de
-ocr page 14-
(5)
met de hoofdpartij niet een zoodanig onafscheidelij'k
geheel uilmaakt, dal een ander accompagnement niet
even goed , en somlijds zelfs nog beter, met de solo
parlij zoude kuiinen zamenhaugen, — hetgeen, zoo
*ls men straks zal vinden, bij het eigenlijke Quar-
tet onmogelijk is. Gvioweiz, wujimj
luvn en anderen, hebben vele zoodanige kon-
certante Quaitetlen gesclneven. Zij vinden zelfs
thans nog, maar al te veel beguusligers under de
liefhebbers van Quartetlen, en velen geven aan de-
te soort, belaas! veri'e de voorkeur boven het wa-
re Quartet. Helaas! zeg ik ; niet dewijl deze inu-
zijkwerken, in hunne soort, schadelijk of verdcrfe-
lijk zouden zijn; maar om dat de vcrkleefdheid aan
dezelve een bewijs is van een' minderen graad van be-'
•chaving. Immers alleenlijk gebrek aan bekwaamheid ,
om tot de kunstrijke bewerking van het Quartet Chet
eenige ware) door te dringen, en al de schoonheden
te onldekken en te gevoelen, welke een goed geschre-
ven Quartet in eene zoo rijke mate aanbiedl; dit~
alleen kan de reden zijn van de bedoelde meerdere
gehechtheid aan de koncerlanle Quartetten. Men d'en.
ke niet, dat ik deze werken wil vet-werpen; geens-
zins! Ook het minder volmaakte kan.aan de kunst tot
nut verstrekken , en deze werken , altbans de besten
onder dezelve, kunnen aan jongc liefhebbers met regt
aangeprezen worden. Alleenlijk wenschte ik wel,
dat Men zich, wanneer de muzijkale vermogens, bij
Veider gevorderdeu ouderdum, meer outwikkeld zijn,
A 3
                                    niet
-ocr page 15-
(6 )
niet bij die weiken alleen bepaalde , met uitsluiting
van het eigenlijke Quartet, waarop men dikwijls,
ais op een gewrochj van eenen bizarren en barokken
geest, met minacliting neerziet. Bit immers is eene
ongelukkige eigenschap van den zich wijsdunkenden
mensch, dat hij liever de werken van groote'man-
nen, welke zijne spheer te boven gaan, als onver-
stjanbaar uitkrijt , dan dat hij zoude tocgeven , dat
*ij slechls voor hem en zijns gelijken onverstaan-
baar zijn.
De derde Soort eindelijk, bet Quartet, dat alleen
dien uaam verdient, is een imui jksluk, waarin de
vier instrumt-nlen , voor welke het geschreven is,
de hool'dide'e, het zij met veranderingen, trans-
position, imitatien, enz. of zoo a\s het is, afwis-
selend X'oordragen , doch zoodanig afwisselend, dat
iedere partij op zich zelve slaande , een min of meer
verstaanbaar melodisch geheel uilmaakt., welk geheel
echter wederom zoo zeer met de overige parlijen
eamenhangt , dat eerst door de gezamenlijke uit-
voering der vicr partijen het hoofdgeheel (men ver-
geve hel nieuwe woord) verstaanbaar wordt, Het is
een vierstemmig gezang voor instrumenten , en on-
devscheidt zich alleen daardo'or van hel vierslemmige
gezang voor de menschenslem , dat het ook mecr in»
gewikkelde en kunstrijkere gedachten bevatlen kan ,
dan het eigenlijke gezang : immers passen zulke ge-
dachten meer voor instrumenten , dan voor de
menschenstem, Eigenlijk tis <ius een Quartet niet
v«n
-ocr page 16-
(7)
van een vierstemmig gezang onderscheidcrt, daar ie-
der compouist den vorm en den aavd zijuer gedach-
ten moet inrigten , naar den aard van het instru-
nent, voor helwelk hij schrijl't , en dus pok naar
den aard der stem van den meusch, — Het Quartet
tednogt iederen stijl; het sluit even min het palhe«
tische nil, als bet verhevene , en de melancholic
behomt even zoo wet tot deszelts gebied , als de vro-
lijkheid. Bij voorkeur echter verkiest het Quartet
den meer ernstigen stijl, hetgeen een naluurlijk ge-
volg schijnt te zijn van de kunsl , welke deszelfs
bewerking vereischt. Dat lot het schrijven van een
£ocd Quartet kunst, groote kunst vereischt wordt,
blijkt reeds uit het kleine getal goede Quartelten,
dat wij hebben: (klein namelijk , in vergelijking met
de koncertanle Quartetten) en voor hem , die zicb.
nog beter daar van overtuigen wil, blijkt dit uit de
ontleding zelve van zoodanig pen Quartet. Het spreekt
eveuwel van zelf, dat men die kunst niet bespeurea
moet, daar het Quartet dan ophoudt kunsirijk it
■iJB| en daarentegen gehunsteld is.
Hiviii Was de eerste , die Quartelten schreef,
Quartetten , namelijk, in den zoo even gegevenen ei-
genlijken zin. Zijne Quartetten zijn en blijven nog
altijd onovertreffelijk, schoon menig een misschien
die van anderen , waarin een meer ernstige geest
beerscht, verkiezen kan. M o z a b t volgde hiidii
voorbeeld, en getuigt zelf, dat hij van dezen geieerd
heefl, hoe men een Quartet bewerken moet. Ook
A 4
                                    m o-
'
-ocr page 17-
lomi) Quirfetten behooren Ondef de schobsnste
voortbrengselen van de genie. Over hel algemeen
heerschl in dezelve meer ernst en verhevenheid
van gedachten, dan in de werken van HAvis,
■wiens karakteriserende trek jufst in zijne opgeruimd-
heid te zoeken is , schoon hij ook , wanneer hij wil,
verheven, ja zcli's palhetiscli zijn kan.
Buiten de twee evengenoemde groote mannen zijn
ANDREAS en BIHHtll IOHII1G, H A E N S E 1 ,
TAN BEETHOVEN, FESCA, SPOH1 en ONSLOW
de beste componisten voor Quartetten , bovenal "ech-
ter de vier laatstgenoemden, onder welke fesca en
onslow in ons land wel het minst bekend zijn.
Daar zij echter beide uitslekende werken geschreven
hebben; kan ik mij met onlbouden. den liefhebber
der Quarlelniuzijk op dezelve bijzonder opmerkzaam
te niaken. Met de werken van o n s l o w , welke
geheel nieuw zijn, ben ik zelf nog niet genoegzaam
bekend, om dezelve te karakteriseren. Wat eehter
die van fesca betrrft, daarin heb ik volkomen
bevestigd gevonden, de uilspraak van den groolen
cakl habia von villi, welke dezelve voor-
treffelijk kenschetst in een stuk : fiber die Tondich-
tungsweise des Herrn Concertmeisters
fejca, in
CarUruhe QAttg' wlusik. Zeitung
1818, bladz. 585.)
en wiens woorden men gaarne hier ingelascbt zal
rinden. Deze karakteristiek had eigenlijk in eene
Boot behooren geplaatst te worden; dan daar lange
SOtcn dikwijls door zekerc soort van lexers bngele-
ceo
-ocr page 18-
\
( 9)
■en over het hoofd wovden gezieii; neb ik beler
gcoordeeld aan de schoone' woorden van *EH»
eene [duals te geven in het corpus libelli.
„ llerr f i s c i," zegt hij , ,, ist ganz Herr und Mei-
,, s/er ri'Se'r das, was cr riuszusprechen untirnimmt.
,, jVl o z a n T u/jd Haydn waren ;'Am fofbilder im
,, edten Sinne, vfie es dern wahren Kiinxtler ziemt f
i, und ipie iiberhaupt nur alles Fortschreilen in der
„ Kunst sich erzeugt; durch den iiussern Anstoss
, der
,, Funken -weckt , nicht giebt. Sein Sift und die
,, fVafil seiner Melodien sprcchen FFeichheit und ei-
l, nen geaissen tarlen Schrnelz der Empfindung aus,
,, der, heinesivegs der Kraft ermangelnd, ihnen ei-
,. nen eigenthutnlichcn Iieiz eerlcifit. Herr
nsct
,, hann selir heiter, ja tvilzig werden: aber tin tor*
„ herrschender Ernst is cvenigstens dann in der Wei*
ii tern Ausfiihrung unverhennbar. Er ist sorgfoltig
„ und reichwu'rzend
, beynahe wie srnHi, ohne sich
>> in dessen oft erlialene Schwermuthigkeit zu ver-
,, lieren. Er rnodulirt of I sif/arf und scknell, fast
,, wie beethoven: aber er fiihit zu tveich, um
,, es gleich diesem tu eiagcn, tins unteraartet mil
„ hilhner Riesenfaust zu pachen und blitzschnell. &~
,, bet- einen Abgrund scliwebend zu halten. Seine
„ Arbeiten bezeichnet eine gewisse i>crslandliehe Be-
„ sonnenheit, die, mi.t Tiefe des Gefilhls gepaart,
n Trqckenheit oermeidet und eine ungemein schb'ne
,i Haltung des Charakters des Ganten svixohl, als
,, der, dasselbe construirenden einzelnen Thtile zur
X
5
                                      ,,/«*•
-ocr page 19-
m
C lo)
,, Fo!ge hat. Er entwicke/t seine Ideen tdar und
„ mannigfallig , die vier Stirninen sind selbststan-
„ dig, und a>enn hin und wieder er den Vorredner
„ (die erste Tioline) ettvas glanzender behandclt:
M so geschieht das Ueineswegs auf eine so uberwie-
,, gende fVeise, dass die andern Stirninen nur xu
t, dienehden berabsanken?''
Ik twijfcl niet , of deze fraaije karakterisliek zal
den beminnaar van Quartetlen op die van fesca
regt belust maken, en ik durf hem beloven, dat hij
de moeite , die hij aan derzelver goede uitvoering
zal besledeu, en die niet min is, rijkelijk zal be-
looud vinden. Doch ik keer tot mijn eigenlijk on-
derwerp terug,
Ilet ware denkbeeld van een Quartet eens be-
paald en aangenomen zijnde , zal men toestemmen,
dat de volgende regelen bij de uitvoering , zal
dezelve wel gelukkeu , niet verwaarloosd mogen
wovden.
. 1. Men stemme de instrumenten zuiver. Volko-
r.ien zuiver te spelen , is zeer moeijelijk ; moeijelij-
ker , dan velen zich verbeelden, en men vindt dik-
vijls virluozen, aan vr'ie.v spel dit eerste vereischte
onlbreekt, waaneer ook al niet in die mate, dat
een minder geoel'end oor dit zoude kunnen bespeuren.
Uit hoofde der moei jelijkheid van zuiver te spelen
is het dus zoo veel te noodzakelijker, dat de in-
, gtrumenten voorai voikomen zuiver fieslemd zijn. —>
Met dezen regcl staat in een onmiddellijk verband
de volgende.
                                              ,                    11*
\
-ocr page 20-
C n )
II.    Men be'jeere z'ch , om volkomen tuiocr te
fpelen.
In vele Quarletten, (en in vele anderc wer-
lten over bet algemeen) oiitmoet men dikwijls on-
gewone en snelle oveigangen van tten e'e'nen toon,
in den anderen. liel is onverdragelijk , wanneer
deze overgangen niet volkomen zuiver uilgevoerd
■worden, gelijk in het algemeen de ouzuiverheid van
bet spel het genot vevbittert.
III.    Men legge tich er op toe, orn eenen schoo*
nen
, vollen , ronden toon uit zijn instrument te ha-
len.
Deze rtgel raoet door alien even zeer in acht
genomen worden , daar het Quartet uit de gelijkheid
van tpon en krachl der vier partijen niet slechu
een groot deel van zijne aangenaamheid ontleent ,
maar zelfs deze gelijkheid door den aard van het
Quartet gevorderd wordf, als waarin, eigenlijk gee*
ne der vier partijen gezegd kan worden boven de an-
deren te domineren. Wanneer men eeu koor wil zin-
gen, zorgt men er wel naauwkeurig voo'r, dat de Te-
noor niet den Alt overschreeuwe , enz., dewijl in een
koor elke der vier partijen even belangrijk is en dus
even duidelijk moet gehoord worden. Het Quartet is,
gelijk ik reeds zeide , niets anders dan een koor, ea
de hier bedoelde voorzorg is dus even noodzakelijk.
IV.    Men houde tich slrikt aan het voorschrift
van den Componist
, wai de bijzondere teekenen
van de eoordragt betreft.
Over dezen regel wil ik
eenigzins breeder uitweiden, daar menig een zich
aan de voorschviften van den componist weinig
stoort,
-ocr page 21-
(13)
*tt»ort, en gelooft, dal hi), wanneer Stechts de nooten
gespecld worden, dezelve i;aar eigen goedvinden voor«
dragen , en versieringen aanbrengen mag, zoo veel ,
en waar hij wil. De verachtelijke en al meer ea
nieer veld winneude mode van le versieren bederit
jncestal liet genot, dat een werk, voorgedrageu zoo
als het slaat , verschaflen kan. Er zijn trou-
■wens compositien, welke daarnaar ingerigt zijn ,
dat ledereen ze versieren en voordragen kan , zoo
als hij verkicst, maar vvat zijn dat ook vour com-
positien ?! Men gelooft vrij algemeen , dat men in
de versieringen zijnen smaak kan aan den dag leg-
gen; maar ik beweer, dat hij, die een goed work
door sieraden en bijvoegselen wil verlraaijen , den
geest van dat werk niet gevat heell, en inisschien
*rel niet valten kan , terwijl hij nog bovendien zieh
verdacht maakt verwaand genoeg te zijn, om zich
te verbeelden, dat bij het beter weet, dan de com-
ponist zelf. — Het is pligt van ieder' speler, hij
mag vivtuoos of een kvuk zijn , den wil van den com-
ponisl als de hoogstir wet te eerbiedigen, en de over-
treding van dezen pligt , is hoogverraad tegen dea
componist en tegen de kunst. —• Het is overbodig
te herinneren, dat ik hiev alleenlijk kunstwerken op.
het oog heb.
Vele spelers, vrclke zich den grooten naam kun-
tlenaar
loeeigenen , achlen zich verheven boven dien
pligt, en aan de zolken is, plat uitgedrukt, wel
gi:cuc zali le strijken. Vele andcren echter, kenneo
•wel
-ocr page 22-
(
wel dien pligt, maar handelen niet daarnaat', en
staan gelijk met die goedhartige menschen, welke,
wel is waar, eerbied gevoelen voor den Godsdienst,
maar niet naar deszell's voorschriften leven , het zij
om dat zij zich niet de moeite geven, dezelve in al
derzelver kraclil en waarde te leeven kennen , of ook
dewijl het him aan het vermogen ontbreekt, om
dezelve in toepassing te brengen, Voor dezen kan het
van nut zijn , de navolgende regelen te leeren kennen.
a), Al de noolen , waarover een hoog £/*"""*%) staat,
moeten in eene streek uitgevoerd worden, en men oe-
fene zich zoo lang , tol dat men dit kan doen.
&). Het staccato, ligato enz. moet naauwkeurjg in
acht genomen worden.
c~). Wanneer er piano, sfarzando, crescendo, dolcet
forte.
, fortissimo , pianissimo, enz. , voorgeschreven
staat, is het niet voldoende , dat zij, die begrijpen
de accompagnercnde partij te hebben, die teekeni
eerbiedigen , terwijl hij die gelooft voor dat oogen-
blik de hoofdpartij nit te voeren, zijnen gewonen
gang gaat. Neen '. alien, zij mogen accompagne-
ren, of geaccompagneercf worden, alien moeten die
teekens sliptelijk in uitvoering brengen. De mee-
ting van den componist wordt niet uitgedrukt , wan-
neer niet alien even naauwgezet zijn in het in acht
nemen van dit moorSchril't. En evenwel wordt daar-
tegen zeer ditwijls gezondigd niet alleen , maar wan-
neer dan het werk van den componist, wiens mee-
ning of in het geheel niet, of valsch uitgedrukt is ,
I niet
' »
-ocr page 23-
C '* )
niet behaagt, dan volgt de magtspreuk : ,, dot it
leelijk
.'" —
Wanneer men dezc regelcn naauwkeurig opvojgt,
dan zal men al ras derzelver nut inzien. De eer«
sten zijn duidelijk en in het oog loopend; de laatste
echter gaat'mij te zeer ter harte , dan dat ik niet
nog nader zoude aangeven , hoe de daarin opgenoem-
de en dergelijke teekens behooren ttitgevoerd te wor-
den, vooral wat het dolce, het crescendo, en het
tforzando betrcfl.
Dolce is minder zacht, dan piano, en heefl een
geheel ander karakler in de uilvoering, gelijk ook
reeds het. -woord aanduidt. Dolce heteekent zoet, ,
liefelijk; piano
daaventegen tacht. Wanneer dolce
ais gtaad van zachlheid genomen wordt, is de op-
klimming aldus: dolce, piano, pianissimo; doch ei-
gentijk is dolce volstrekt geen teeken voor zachtheid ,
schoon deze in de zoelheid en liefelijkheid opgesloten
is. Men gebruikt voor zachlheid, in minderen graad
dan piano, de woorden sotto voce, mena voce, met
halve stem,
en de opklimming is: metza voce, piano,
pianissimo.
Wanneer hcl woord crescendo of ook het in de»-
telfs plaats gebruikelijke leeken «=?*:;,
                 voor-
komt, moet icder spelcr vooruit zien , ten einde te
ontdekken, waarin het crescendo uilloopt. Is, bij
voorbeeld, het einde een fortissimo; dan moet bet'
crescendo met (Beer kracht aangroeijen , dan wanner
het in fqrte of in piano enz. eindigt, opdat er in
den
» ■
-ocr page 24-
(x5)
den overgang van het crescendo , op het forte, fortif
si mo
, of piano enz. geene ongelijkheid plaats grijpe ,
met opzigt lot de Israelii, welke allengskens in de
uilvoering van het crescendo ontwikkeld is. Van den
anderen kant, wanneer het woord decrescendo of het
daarvoor in zwang gebragte teeken
              ^^=- vooi'»
komt, moet diezelfde voorzorg gebruikt worden , ver-
mits de toon veelmeer moet afnemen, -wanneer inea
op een pianissimo komt, dan wanneer slechls een pi-
ano
het einde van het decrescendo is.
Soromige componisten schrijven ook diminuendo,
in plaats van decrescendo. Beide woorden hebben de«
«elfde beteekenis. Er zijn echtcr menschen, welke
onder diminuendo verstaan, niet slechls, dat de
hracht van toon , man- ook dat de snelheid vermin-
derd moet worden , en zij verwisselen dus diminuen-
do
met calando, moriendo, rahntando enz. Het
schijnt mij toe , dat het woord decrescendo alleenlijk
dan gevoegelijk zoude kunnen gebruikt worden, wan-
neer er een crescendo voorafgegaan is, terwijl men
zich van diminuendo zoude moeten bedienen, wan-
ncer zulks geene plaats gehad had.
Voor het overige moet er naauwkeurig op gelet
worden, dat het crescendo, decrescendo enz. door ie-
der der vier spelers altijd in denzelfden graad vaa
aangr'oeijen of afnemen wordt in toepassing gebragt,
*n dit volgl reeds uit hetge;*n boven (onder n». Ill),
in het algemeen van den gelijken graad van kracht
gezegd is.
Het
-ocr page 25-
Het sforzando sf. is ook dikwijls een steen de»
aansloots, even als he), rinforcendo of rf. , en men
•cliijnt het zelfs omtrent de beteekenis van deze
beide wnorden, of liever van de daarvoor gebruike-
lijke teekens , sf. en rf., niet regt eens te zijn.
Somniigen zijn van gevoelen dat rf. heUelfde betee-
kent als crescendo en sf. daarentegen niels anders
bednidt als decrescendo en zij lezen dan , wat het
laatste bclrcfl , niel sforzando , -maar smorzando for-
te
( 1 ) (als het ware , het forte uitblusschende). Te
onregte echtcr, naav hit mij toeschijnt. Mijns in-
riens moet Jvet tee-ken sf. gelezen worden sforzando
en niet smorzando forte, en wat de betcekenis aan-
gaat, geloof is, dat beide rf. en sf. helzelfde uitdruk-
ken , namelijk , dat die nool alleen, waaronder dezel-
ve gevonden worden , met grootere kracht moct ge-
speeld worden, dan de voorgaande en volgende noten.
Wil men evenwel een onderscheid inaken tusschen bei-
de woorden, dan versta men door rinforcendo, cres-
cendo
van e'e'ue noot; en door sforzando, forte op
ee'ne noot, door middel .van eene slerkere drukking op
dezelve , waarvan dan het decrescendo dier noot, een
aatuurlijk gevolg is, Daar echter rf. dikwijls 6n-
der een zestiendcel of zelfs twee- en dertigdeel enz.
.gevonden word!., zoude het crescendo op die enkele
noot dan wel uit -te diukken zijn ?
Men
(l) Zie kalkbrbNHERS Ttieorie der Toakumt,
(Be/lijn bij a u X M E l) ie detl tladz. n.
-ocr page 26-
C'7)
Men zal mij misschien tegen-werpen, dat, voor di«
beteekenis , vrelke ik hier aan het woord sforzanda
geef, het teeken fp. gebruikt wordt; doch, mijns
bedunkens heeft dit teeken eenen anderen'zin; dien
namelijk , dat die noot in den beginne sterk en ler-
slond daarop zacht mod gespeeld worden, zonder
overgang door middel van het descrescendo; terwijl
daarentegen wanneer het sforzanda gemaakt wordt,
bet descrescendo onvermijdelijk is, gelijk men, bij
de uilvoering, duidelijk bespeuren zal.
Wanneer nil dit rf. of sf. voorkomt, maakf hot
een zeer groot onderscheid, of er een forte, dan
wel een piano voorafgegaan is, en men moet zick
zorgvuldig in acht nemen, dat men ia het laatste
ge.val in- de uitvoering dicr teeken* niet diezelfde
krachl aan den dag legt, als in het eerste geval,
daar over het algemeen, de meerdere of raindere
kracht altijd in betrekking staat met hetgeen vooraf-
gegaan is, en met hetgeen volgt.
Dit zijn min of meer die regelen welke ik, hoe
zeer ook bij alle muzijkstukken, vooral echter bij
het spelen van Quartetten -wenschle in acht genomen
te zien. Zij bevatten geene nielswaardige kleinighe-
den, hoe zeer zij misschien bij het lezen, eenigen
ichijn daarvan hebben mogen: een goed quarletspe-
ler zal steeds naauwkeurig op dezelve lelten en zich
niet v,eroorloven, van de minste onder dezelve een.
haarbreed af le wijken. Ik beken nogtans , dat het
Biet zeer gemakkelijk is , al die voorschriften naauw-
B                                  keu-
*
-ocr page 27-
k«urig'op fc vojgen 5' ma*r *nr»**! Bi«t» Ate A*oeijeIi)k-'
k*id■■ voov >de>'B«rgfierighieid'!tei -pvikltel versirekken ,
am ne ,ti • hoveii ie ' LctmOTl'?'';; .n\ tiii-mi i»d . ■■
i Vooni bet. overigeis spreekt het -vpeli van '»elf ,
dat het naauwbciTrigsto v/aai'nc-roen van al deze r*J
geleny vopuziohwzettfi npga gfeen :sp«i vol geastert ge*
li<tel i<i>j>Veverb-Mem'4»c! -lie >sj)«ldr zijne voordra-gt- net
Ue* :©d*litb r.gevpeti-bezielenJ'kiani, daarover kunnen
gL'c-im vom-sahrit'teoy ftoch (randleidingen medegexleeld
worden.
              ■'».-< A .-ficqwd ji:!. i. .• , , ] ihj«»lia sfa
.«-..' sjegfft , tiuQMiMV'yrj sdHninSEi RTEisHTwrfci
d:>U I'nun iisun »i > , s.1 nejigaglietoo'' iini»^ re*9 H«<
»t=isfil )-<i! hiWj.IIMAS, at jifciavj*!**
J)e; V^itnd'9^!*1 het •ilar^rs^tfi'Wfeftoi*'nienV'tfe'iii
belaftg*ijk!'VeMiei ' gtfledJn , fodr atttfn'tood- rati' *Wl
c«fi tis^VityheVr *WiFx % jflfMK? 'Mfj veiMieW "in 'ofit
lakrf tt'eeF'BSte'rtd-'« #d^aen'}'Vn"v?}j afcWtyAffbil^ 'nit1'
dien hoofde verpliciityj'iinzi;" lez'ers hfer; cfen8kdrt'te1*
vtrtsbiei^gt'3 ₯Mr dftn c6mp,onisl*,t<s'1giVetti, uitDuitWche
dSagbl'i'tfetf'ge^vbkk'eni^'^''^'i^"1" • nf'c i'tf J;>" »«
• D«,"B*rbtt,:Vy N'"'iJi*;,rr*|iiKefz<Trli5k; Kfcninklrjk*
OostentJjk Sta*tskanee1ai'ij-Ra"«,d,r»ffddeii van de Rus-
iische Orde van Wladintif' eft'van de' Sicil'iikn»che
Orde vatl Tver diensten ,: was den ien Febi'ilaHj 1779
gfcborcti.' 'Reeds 'als kn4iip?!vfti» h*t zijne aange-
ttaamsfe'' bezigheid , oiri;,,wetltiidende- akkeofdeh' op
hit- kliVier7 trp'-te lockeft;'iiij-^rad deze iuieht''«ie*
*r o »-a ttlt'x g^ftteen 1 Naderhand , loen' hlj'i eta wcl
-, I                                      '-»                                      al-
^ j
-ocr page 28-
C 19)
sflleMt v*h titjne rtoeder, ondervrijs dp dal itfstru«
m'ent ontviug j! OnWik'kilden zijn uitsteKehde aanlcg
en zijn muzijkaal gehettgen zich bijzonder snel , wel
dr&'hoorde men' herm stukken uit symphonien Van
W A Y i> m , wfetke 'hij slechts den maal gchoord had j
Irie-t veel Vuurs op bet klavier voordragcri; de> blaas*
itts'traniehten zocbt hij dan na te bootsen , door met
den niond te fluiten, en tot versterking van de har-
ihwie,'liet hij zijrte rJrbeders en zustcrs in de hoogte
eti laagte vai> h'et sfuk akkoorden aanslaari , welke hij
ihet zijne kleine handjes nog niet bereiken kon. Op
de zeH'ds wijze'speelde hij toen kerkelijkmuzijk , -wel-
IK" hij ex tempore componeerde, eri - waarop hij dik*
3 H*ifls de zonderlingste woorden zohg.
         '*
?>T6en hij de jongelings jaren nader bij gekomen
^as, ging hij van deze veel belovende kinderspelen
over tot rater Junnarae vindingen, eenige aange-s
tiame werkcn voor het klavier en verScheidene klei-
fie kantaten spairden reeds toen de verwachling diei
men van hem ' koesterde zeer hoog. Evenwel volt*
deed zijhe rooed'er niet aan zijrteri vui'igen wensch •
6m onderwijs in ' den generalen ba* en in de com-
positie te genieten, uit vrees dat" zijne hartslogte*
fijke liefde voor de toonkunst hem hinderlijk zo6
kunneri zijh in de verdere ' beschaving en uit-
hreiding van z'ijhe overige bek-svaamheden; en eerst
fang daarna werd zij daartoe overgehaald, door eeneh
brief, vrelken hij haar schreef,'en waarin hij haaf
d« •n-wederstaaBbaaViW gronden voorhield. De be*
B a                                   left"
-ocr page 29-
kende a u e»c h t si e ae t a werdrnu .jfijn leermeej-
ter, en VoM kbdfft een del" ijvaisigste, leerlingen,
ran dezen door kundigen man.
         ;, '            -ub ' r*>j
Van dit tijdstip- af aan offerde; hij„ ieder, opa;en-
blik," hetwelk niet aaa zijne studjefi ,,.en naderhand
aan zijne amblsbezigheden gewijd was, aan zijne ge-
lielkao,sde Zaaggodin, wier diensl hij zoo gaarne.
tot zijne eenige , aUhans hoofdzakelijke bezigheid zou-
de gekozen hebben. Maar bet lot had hem eene,
•ndere bestemming aangewezen, en zijn levendig ge-
Toel yoor eev en plicht vuurde hem ten sterkstef
aan , om zijne ambtsverrigtingen met inspanning van,
al zijne, inderdaad uitstekende vermogens en >be-j
kwaamhcden waar te neinen. Zoo gebeurde het, dat.
de tijd dion hij aiid°rs aan de rust en d* uiispauning
had moelen besleden, maar ^l te, diiwijls aan mn-.,
sijkale Mrerkjaamheden gewijd werd. -;Daar zat.hij,
dan geheeie nachten door, in eene vufige vcrrukking,
%»n geest, met fonkeleiide oogen eo .een hoog klon-
pend hart. Te vergeel's bad zijne bezorgde family
hem, dat hij zijne , buitendien. zwakke, gezondheid
meer mogt sparen ; eene Ijartstogtelijke liefde voor de,
kunst verijdelde cchter steeds tie uitvoering van zijne
j'oornemens om zich in acht te nemen,,; allengskena
rerdween bij »ijne: afmattende inspanning , de hel«
dere en zich altijd gelijk blijvende vrolijkhcid van:
sijn kinderlijk gemoed, en wel dra bezweken ook zijne.
ligchamelijke krachtea , -welkc anders , naai" zijne ja-
f*n, in vollen bloei hadden kgonen staan.
Hij
-ocr page 30-
C« )
Hij schonk de pavo'gende tverken aan de muzij-
kale wereld , waarvan dicgenen, ireike met een *
geteekeiid zijn, nog niet in het licht zijn gekomen;
i). * Eene phantasie en polonaise voor het k!a-
vier , met accompagncment van het orchest. Dit stnk
we I'd in 1817 door Jonkvrou-we HOHimtn rnees-
tevlijk uilgevot-rd in een koncerl van het gezelschap
der Musikfreunde des osterreichischen Kaiserstaates ,
Wiens medelid hij van deszelfs oprigting af aan ge-
weest is.
a\ Vierentwintig preludes en fugen voor het lla-
vier , opgedragen aan Z. K. H. den Aartshertog & 4-
dolph van Oostenrijk. Deze zijn in 1814 bij
pie IJ E 1 in Parijs iiitgegeven ; de Fransche aankon-
diging zeide over dit werk , dat de componist in
hetzelve de voile kunst van den contrapuncl, en de
klavierspcler" geleg-nheid vinden zoude zich te oe-
fenen in moeijelijkheden ran den verschillendsten
aard.
3}. Zcven sonaten voor het klavier.
4). Vijftien werken; variation op verschillende the-
mi'i, gedeeltelijk met, gedeeltelijk zonder accompa*
gnement.
5). Eene sonate en een marsch voor vier handett,
6). Drie capricen voor het klavier.
7). T-waalf exercices in den vorm van Schotsche
dansen.
8). Verscheiden Duitsche en Schotsche dansen.
9). Drie QuartelteoPvoor twee violen, alt en has.
B 3
                                      ,0).
-ocr page 31-
C 32 >
,j 10). ♦■ Eene andante voor drie Unite n.
* Ii). Zevcn en tachtig llederen,           _                     
; . ,ja).;* Zes gezangen van t a m p i t e to d <j u A. .-,, ,
|3). Twee duetten voor het gezang,
l4).- Een en derlig vierstetnmige gezangen , vaa
"*elke ev nog e'en in ms. is.
            , . , - :
lb).. * Een koor: der Wanderer ijrf Walde.         ,,,t
j6). * Vier k.o£en op geestelijke teksten.
. Hel getal en de inhoud dezer werken leveren een
be-wijs op, van de opoffering van tljd , welke zij don
tomponist gekosl hebben, en welke tiij aan de zorg
yoor zijne jgezondheid had kunnea besteden. Hjj
Beit' bjceft zekerlijk wel ingezien, hoe veel nadeel hij
zich zelven berpkkende., ofschoon hij geen' moeds
genoeg had, om helzelve, met opoflfering van zijne
»angenaamsle bezigheid , .te. ke,er fe gaan: althans ,
door een treurig voorgevoel aangedfran, heefl haj
reeds voor ,zes jaren, na devpltoo'jing zijner fugen
inter dan eens geuit, dat hij zich zelven daarmede
eon gcdenkteeken heeft willen stichien*, ,...,,.
Gedurenile zjjne laatste ziekte vermeerderde de
hem aangeborene aandoenelijkheid (ifritabiliteit) der
Zenuwen zoodanig , dat zelfs de zachte tonen van
zijn klavier voor hem een. onverdragelijk gedruisch
waren. Slechts met veel moeile kon men hem ov,er«
.halen^ otnftrypor het instrument te gaan zitten ". doch
de lust en krachten waren verdwenen, hij leidedc
kunsl geoefende. v.ingeren, om bet ,-akkoord aan te
»laau, slechts uilgespreid. °P^fcc toetsen nedeir, zon-
der
-ocr page 32-
dcr die eventrel jnair benieden 4c driiSJcen. In zijn«
laatste ijlende koorts , tw£e<_ dagen vddr zijnen dood ,
hield de herannering . a»w de,i J^boon^ mvejifvan het
kunstgenot den vliedeflden geest nog eenige oogen-
blikken terug,; hij zong,.cn scheen,eeiv orchest te di-
rigerenj nu namen zijne gedachten en zijn, gevpej een*
anderen keer en, zich reeds verscheid.en wanende ,
ricp hii met eene zacht klaeende stem zith. zelven
achterna : il avoit le cocur noble, le talent doux.
Al» staatsdicnaar uitmuntend , door groote be-
k-waamheden en onvtirhiocide vlijt; als klavierspeler
nitstckend, door eene-buitengemeene Vaardigbeid en
naauwkeurigbeid ! als cwffvponisl hoegs!, „terd.ieaslcjijlkj
door geest en sludie; als mensch eindejijk 5e,erbied"
waardig, door rdelaardigheid van gevoelens en regjh.
ichapenheid in handelingen; -werd hij aan -ajjne hen}
teeder minnende familie en aan zijne tre.urendft YSJ^flp
den, op den 16™ April 1818 j in deh bloei van de»
ttannelijken ouderdom ontrukt.
                          . ;
Het navo'.gende gedichl, is van eene onJbckende,hand
tiit Praag, aan de achterge:bl<tveneH'aroil»e 1 V*u.den
overledenen ioegezonden. |
         •; tA-Aa -nm i •;-.
»-■ :               I                "111 ..                >,.' 'Jab — .' f!'»K 04l«lf|
. sIlftH ftthttin<i , *' -         ,:;,»'.
■•-4 < -%h.'0 n't''- •!• mi i.lfii'd H"iii<ij' " at Si
»i
I . fbniw iwiDj la 1 I . 1-hU ■
. ; '                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                 ■ -
B 4                                  DEN
-ocr page 33-
C*4)
DEN MANEN
des
BOOHBEGABTEN KUNSTLERS
und misers
VEHEHBTEN FREUNDBS,
IflCLAS, FREYHERRN FON KRUFFT;
K. K. Staats-Kanilejf-Rathes, des rassisehen
VFLadimir-Ordens und des sicilianischen
Ferditnsl-Ordens Ritter:
in tiefer Ruhrung getveiht.
So fviih verschwunden , theurer SSnger ?
So friih der Kunst, der Welt enlviickl!
E» weilt der zarte Geist nicht langcr,
Von Erde, Raum und Zeil gedriicltt. —
Die Leyer is mit Flor umhangen,
Denn nimmer riihrt der Meister sie!
Sie weckt mir nicht mehr stilles Rangen
Mit schwermuthsvoller Melodie.
Sie wird mich nicht mehr aufwarls schwingea
Mil frommen, zarlen Himmelston.
Sie wird mir nicht mehr Freude singen,
Denn ach! — der Meister schlummert schon! —
So ruhe sanfl , entseelte Hfille ,
Dein Nachruhm bliiht im hellen Glanz , —«
Und dieses Bliimchen wind' ich stille
Ju deiruin reichen Lorberltranz.
De Red.
JO-
-ocr page 34-
JOHA.NN MCOLAUS FORKT51,
Den ao Maart 1818 slievf te Gottingcn johaum
kicolaus kbiU) doktor der wijsbegeerte en
direkteur der muzijk aan de hoogeschool aldaar (
in hel negen en zestigste jaar zijns ouderdoms.
Hi) was veel meer bedre.ven in de theorie der
toonkiinst, dan in deze kuust zelve, voor velke hem
de natuur genoegzaam als eene stiefrootder had uit-
gerust. Zijne theoretiscbe werken daareutegen dra-
gen volstrekt den stempel der voitnaakthrid, en
vooral is zijne geschiedenis der muzijk een iuec«-
lerstuk.
Zoodanig een wevk kon hij wcl is waar, alleen
te GSttingen schrijven , waar de zoo uilncmerid voor-
trei'fe'ijke en uitgebreide bibiiolheek hum aUe liu!p-
middelen aan de hand gal; maar 0111 het getuel in
orde te schikken , de muzijkale semelog aphit der
Egyptiers, der Grieken, Romeinen en Joden, vaa
baren oorsprong af , tot aan de* tijd der niinnezan-
gers toe, op te delvea en in den hedendaagschen
schrijltrant voor te stellen; Zie daar de onmeeta
baar groote onderneming, welke imkji, het cerat
begon en welke hem onslerfeiijk maakt.
Fo&Klli gaf dik-wijls, «n vooral in de voorrede-
▼ an het ttveede deel zijner allgemeinen Gcschichte der
Musik, zijnen afkeer te kennen van het onvraardige
misbvuik , hetwelk in onze dagcn, helaas! maar al te
B 5                                 dik-
-ocr page 35-
(*6)
dikwijfs, van de toonkunst gemaakt wordt, wicr ei*
gcnlijk "doel toch geen ander is, dan om edcle ge«
voiilens in den mensch te verwekken, aan te kweeken
W te onderhoudeit.
• Hij slelde zich den groolcn johaii siitiTUli
bach, wiens -werken wel niemand beter wist voor te
dragen dan hij, ten voorbeelde.
Men heeft hem, en met- te onregt, — gelijk wij,
•nit' Hefde tot de vaarheid , moeten bekennen, —4
0
beschiildigd; dat hij haibk, mozart, bbet-
UovEK en zelfs stircK te eenzijdig beschouwd
'heeft. lnlnsschen is dit gebrek , aan zijne voorin-
genomenheid met bach toe te schrijven, en meet
nog aan het denkbeeld , dat hij omlrenl de kunst
lelve koesterde. Eene foul tegeh deii zaiveren [stijl
(reiner Satt) bragt, hem zoo zeer uit zijne Iuim , dat
hij zich zelven niet zelden vergat; en men heeft
*elfs gezien, dat hij in ecn gedrukl exemp'laar van
fen der wei-ken van bach, met veel moeile , de
onderste verdubbeling der oktaven in den bas , uit-
krabde ; zonder te bcdenken; dat acht-'en zestien-.
voetige orgelpijpen, en zelfs, dat de altviool,' de vio-
loncel en de contrabas j Tvanneer zij {e' zameh gaan,
•oit h'oofde haver ondei'Scheidene hoogte en diepte,
oktaven uilmaken.
»! Maai-, — verhinderen vrel de vlakten in de , het
heelpl koesterende zon; dat zij verwarirnt' en de
vruchlen der aarde doet uitbotten, l groeijen en
bloeijen?
-ocr page 36-
(*7)
In de laatste jaren beklaagde hij zich dikwijls
en ernslig, over de al meer en meer toenemende
yoovingenomenheid der Duitschers met de GuRar-
ve der Italianen en Spanjaarden. „ Er zal nu vef
i, zoo ligt geen einde koruen aan het schertsen met
„ de kUnst >" zeide hij ,<, en wel dra zulleti wij §e~
j, brek hebben aan goede klavierspelerl,"
FoaKEfcs-wijze, om onderwijs in het klavierspel
te geven was en: bliitt annavolgbaar, wij beroepen
ons , le dezen opzigte , veilig op al diegenen, wel-
ke het gelnk gehad hebb<-n, zijn onderwijs te ge-
nieten. Zijn vei-lies is derlialve even onherstelbaar
voor het beoefenende gedeelle der kiinst, als voor
het theoretische vak van dezelve.
                              t
Zijn ambt leverde hem slechts , eett ze<»r sober
Lestaan op. Door zijn onderwijs, zijne lelterkun-
dige werken en de koncerten der hoogeschoolea
bleef hij evenwel voor gebrek bewaard.
Ot'scboon Foukil het huisselijke geluk niel in
die maat smaakte , als hij dit verdiende; was hij
nict min een vriend zijner vrienden en een ge-
trouw leermeeiter: en geen kunslenaar, die Giittin-
gen bezocht, scheidde zekef van hero, zonder hem
een dankbaar gevoel te wijden.
Uitvoerige berigten omtrent zijne werken vindf
men in berbbrs Lexicon der Tonkiinsller.
c. ft. sjoshiim,
Bi)»
)
-ocr page 37-
Bijvoegfel van de Redahtie,
Hoe teer wij ook deze weinige woorden van on-
ten vriehd over den grooten torkel weten te
waarderen; hadden wij echter wel gewen«cht, dat
brosheiw, die foikel persoonlijk gekend en zijne
werken vlijlig- bestudcerd heefl, eenigzins breed-
voerigcr ware geweest , zoo wel met opzigt tot de
beschrijving van deszelfs leven, hoe eenvoudig de
loop van hetzelre ook mag geweest zijn, als ook
met betrekking lot zijue schriflen; te mcer nog,
dasr het aangehaalde woordenboek niet in de han-
den van iedereen is, hoe zeev het dit ook verdient.
Wij achlen ons om die redenen, ten nutte onzer
lexers verpligt, aan grosheims opstel eenige
mterdei-e volledigheid te geven.
Fonxu, werd den 12 Februarij 1749 gehoren te
Meeder, een vrij aanzicnlijk vlek nabij Coburg.
Zijn vadev was schoenmaker en gaarder der tol-
len. Reeds zear vroeg deed hij veel liefde voor de
toonkunst blijken, leide zich met alle vlijt op deze
lunst toe , en besludcerde al vroeg het vooitreffelijke
werk van mattHESou, der voilkommene Capellm
meistcr
getiteld. Na dat hij de scholen in Coburg
en in Luneburg bezocht had; werd hij in zijn ze-
ventiende jaar , praefectus van het koor te Schwerin ,
alwaar hij de gunst en de bescherniing van den Her-
t og wist te verwerven. JDeze Vorst haalde hem o-
»er, om te Gotlingeu in de regten te studeren, en
hij
-ocr page 38-
( 99 )
hij vertrofc werkelijk naar. die beroemde hoogeschofll,
studeerde nogtans de rcgtcn slechts twee jaren, oh
(choon hij voor tien jaren, als student in die facul-
teit, was ingescbreven, De regtsgelcerdheid behaagde
hem niet, hij bejloot ; zijn leven geheel, aan de
toonkunst toe te wijden, en oefende zich met onver-
jnoeide vlijt, zoo wel in het klavierspel, als in de
muzijkale wetenschappen. In 1779 wer^ hij benoemd
tot Direkleur van de muzijk , bij de hoogeschool la
Gijttingen."
Daar hij nu voor geheel zijn leven aan de toon-
kunst gehecht was, werd hij daardoor ten sterkste
aangemoedigd , om zijnen ijver te verdubbelen, te,
nicer, daar hij volgens zijn ambt, openlijk , over de
theorie der muzijk cpllegie houden moest, gslijk hij
©ok werkelijk deed. Doch hij ondcrvond, hoe zeer
het hem in zijne letteroefeningen belemmerde, , dat
hij niet gemeenaaam was mot de oude talen, en te-
vens als 't ware een vreemdeling in verscheiden we-
tenschappen, welke hij in zijne hetrekkingen en bij
de ontwerpen, die hij gevormd had, niet kon ont-
beren; en hij trachlte dezen hinderpaal door onvcr*
nioeide en aanhoudende vlijt en volharding te boven
te komen, waarin hij aok volledig tlaagde.
Behalve zijne akademische lessen, schreef hij rele
tn zeer belangrijke werken, waarvan wij straks mel-
ding zullen maken.
In 1781 trad bij in den echt, welke echter onge-
lukkig uitviel, zoo dat dezelve in 1793 gescheiden
■wevd.
                                                                                      Dea
/*
-ocr page 39-
I
<t 56 )
s IS*i» l^ September "i^f v«i*erdVde pbifbsopnisehi
facnlteit • te Gifttirigelt beta'de doctorale waardigfiefa^
ataeen Hlijk Van hoogacb<tirig'e"ri'Vahi,1de Vaai'di-t-SW|
iijnef uikstekehde verdteniten. \' lii"iS6^"Weied bi) Hit
■ran de nmiijkak akademie te; Slokholra, -eta in iWii
ran die van LHofntt.- '          ,nib\iv »l ».^i*«Bs.....I
Al deze blVjken van vereering' hWe z*&! oofc.K-ooi*
iijn gevocr Van <*er 'hddgst stiWb?nd ,!'v'erbe<erde'nr
£«htrr niel de thin of meer onguVistige dros'tandJg'i
heden in \yelke bij zich bcvond. Evenwely'daaV Hi)
weinig behoeften bad J'besteedde li'ij aadzfenlijke som-
Hcti aan' de Ve+grddTidg van zijne ISibfabWeek, \v<Hi
k* »<Jb %«t {tf •praktisic'nt;,' alk' in" theotadsfc'be' Wei'S
Kki ' ecne dei-' irijkste : en1' aanzie'n/fjSste1" p'fivat* BH
Wi\jthekert \i, eii daar'enboven nog feene grooie v'e^i
zfrtnelirig van pdrtl'etfen van c'ompldnisten en tnuzijk*
gfcfeei'deri be'vat;
'Hfj oihtdrhani' 6oK groote reizenj^db wel tot vei*
Spidering zTjriefc knndighetfen ^"alJ VdkJ om' zijne
^erzamdingen van '' kefkelijke mtizijk eii van tlieo-
felische eri'gescniedku'tidige w'evken te' verrijUrn , ea
fend, vddi'aj in'de bibiiolheken der kloosters in.
Jfobeme, groote scbalten. De'ze rei&en'" verscnaileif
hem 00k nog de perydonlijke k. rinis aan veel groote
riannen als: kf'im, em. en rtitimiii each,
ftA'ntuBG, K 1 h N eeh ge'e , v o G L E B en veel ante.
ren, met welke hij eene uitgebreide "bi'iefwisseliug
Onderhield. "' "
Zi6 daar de Yoornaamste Liisonderlieden , welke
-ocr page 40-
C5i >
tfykakfam |gt>*ft opgeleverd. Wi'j willen nu nog ee-
nige woorden over de vruchtea van zijnen geesfc
ttggenv^ ^'
, *!Fo RK'B t- opende zijne loopbaan als schrijver met
het navolgende werkje: aber die Theorie der Musik,
insofern sie Liebhabern und Kennern nothwehdig and
nutzlieh ist,
Gottingen 1774 in 4°-> een meestefstnky?
hetw>elk men 00k in c same h s musikalisches'Maga~
tin QJahrg.
I. pag. 855) vinden kan. Daarop ichfeef
hij musikalisch-kritischc Bibliothek (3 deelen Gotha'
tyy8—1779 in 80.); iiber die beste Einrichtung offent--
licher Contirte
(Gottingen 1779 in 4°0' genauere Be-
slimming einiger musikalisehen Begriffe,
(GSttingen
1780 in 4°* en buitendien te vinderi in ciami»
Ma^azin, Jahrg. I. pag. xo3g). Al deze schriften ,
met uitzundering evenwekvan de Bibliothek, ti'jn zoo»
gcnainwle programmata, Tvaarmede hij zijne jnnxij-«
kale lessen aan de hoogesehool aankondigde. De mu~
sikalisch kri.ti.sche Bibliothek
bevat under meer ande-
ve verhandelingen, eene zeer breedvoerige kvitiek van"
de o^eira^van'den beroernden bidder ciScl, Iphi-
genia in Aulis,
wtlke hoe zeer zij ten nadeele' van:
dien componist i», do6r»laande blijken van groote
geleerdheid bevat. — Daarop volgde: musikaliteher
Almanack fdr Deutschlarid ,
voor het jaar 1784,";
Leipzig in 80. Deze almanak i* nog vervoljgjd voof
de jaren 1783, 1784 en 1789. Het voofnaamste doel
van denzelven is de verspreiding van de kennii aaa
ifeuzijkale
irerken en peisoiien in Duitschland; maar
te-
-ocr page 41-
C32)
tevens bevat deze historische en kritische verhande-
lingen. .
Van zijn hoofdwerk: allgemeine Geschichte der Mu-
sik,
kwam het eerste deel in i;88 in gr. 4°« u'1 te
Leipzig bij scHvtcEtni en hettweede eersl in 1801.
leder dezcr twee deeleu is nog met vijf in koper
gisne.lene platen versicrd. In het eerste duel ver-
hialt tUhKZh de geschiedenis der muzijk bij de
oude vuikeien , da Egyptinaren, de Hebree'n, de
Grieken en Romeiuen, tot. aan de tijden der eerste
Keizers; terwijl in hel tweede dcel de groote vraag
tjordt beautwoord: hoe de havmonie ontstaan is?
Vooraf gaal eene- inleiding , vraarin de geleerde Schrij-
vcr handelt over de waarde der muzijk over het aU
gemeen, over haar vermogen , om het godfrlicnstigft
gevoel op te wekken, over de oorzaken van het out-
tardea der hedendaagsche kerkelijke muzijk, over
de noodzakelijkheid, en eindelijk over de roiddelen,
om dezelve tot hare yooripalige deugdiglicid terug la
irengenv'
* Wij kunncn de ijverige en herhaalde lezing van dit
hoogst vdortreffelijke werk , waarvan geen volk eeni-
g« wederga aantoonen kan, niel genoeg aanbevelcn,
en raden dezelve aan, om bij hel bestuderen vaa
h,et tweode deel vooral niet te verzuimen, en daarbij
telkens te vergelijken, de uitstekend gunstige recen«
Sic , wclke men van dat deel vindl in de allgemeine
musi.kaU.sche Ze-tung 4e< Jahrgang bladz. 87 en vol-
gende, welke niet slechu een kort overzigt van dit
-s                                                                              yretk
0
>
-ocr page 42-
(53)
yferk behelst, maar waarin ook de gebreken opge*
teld zijn , welke men) ofschoon slechts in eene zeer
kleine mate, in fork els, dcs niet te min, over het
algemeen , onovertroffenen , arbeid aantreft.
Het is inderdaad zeer te beklagen, dat de dood
dezen grooten man verhinderd heeft, dit belangrijke
werk , hetwelk sedert 17 jaren telkens in de Mess-
katalogcn
aangekondigd werd, ten einde toe te vol-
tooijen, wij hopen echter , dat de menigvuldige
bouwstoffen, welke hij reeds tot de voorlzetling van
tijnen arbeid verzameld, en zelfs voor een groot ge»
deelte in orde geschikt had, in de handen mogen
geraken van eencn man, die de vereischte volhar-
dende vlijt bezit, om daarvan een geheel te vor*
men van ziilk een wezenlijk belang voor de kunst,
liituss'chen heeft roini. nog in het jaar 1789'
een ander werk uitgegeven , hetwelk niet minder leer.
zaam , dan onderhoudend is, namelijk steibaw
iitBABA1! Geschichle der italianischen Oper, vott
inrem Vrsprunge an bis axif gtgenwartige Zeilcn,
het-
welk hij nit het Italiaansch vertaald en met zeer
belangrijke aanmerkingen verrijkt heeft.
Een ander werk, waardoor roktti op de dank-
baarheid der nakomelingscbap met' regt aanspraak
kan maken, is zijne allgemeirie Literatur der Musik
oder Anleitung lur Kenntniss musikalischer Sucker ,
felche «on den, altesten Zeiten bis auf uns
, bei den
Grl.echen, Rorhern
, Italianern, Spaniern, Portugiesen,
Hollandern, Englundern, Framoscn uni Dcutschen
6                                  sini
-ocr page 43-
1 • ■
tind geschrleben wordcn; systcmatisch geordnet, unci
nach Veranlassung mit ^nmerkungen und Urtheilen
beg/eitet
(Leipzig gr. 8) , en met eene voorrede , A
waarin over den inhoud van he.t werk , deszeli's be-
werking,, over de geschiedenis van de litleraluur
der muzijk en oyer hct getal der theoretische wer-
ken gehandeld wordt.
Oyer dit werk drukt eiiili (neues Lexicon, Art.
iojiii in 1812 uitgekoipen) zich aldus uit :
„ Dies ware nun'aberroals ein "Werk, dessen sich..
,, sonst keine Nation riihmen kann, was aber auch
„ nur deulscher Fieiss, deutsche Beharclichkeit und
,, Gelehrsamkeit in der fta'he der Gotlinger Bihiio-
„ thek ausfiifyren konnte. Nicht schritt-odeK; stufen-
„ weise, wie es sonst jBit der^leichen GeschSften
„ in der Well geht, sondern mil einem , Rie$en-
„ sprung? hat uns Hr. Dr. FOiril hierin auf ein-
,, jnal der Vollkommenheit nahc gebracht, dass hiich-
„ stens nur noch eine kleine Nachlese von Schrif-
„ ten anzuzeigen iibrig gebliehen ist • welche, ihm
„ aber .sicher niclit entgehen werden, da ich, roir
,, Miihe gegeben liabe.,, bier manche davon aiifzn-,
,, lammeln. Wir erwarten dann, nach vollendeter
„ Gcschichje,, einen Nachtrag von der Giite dcs Hrn,
,, Doklors." (Wat ..center, zqo veel ter onzer ken-
nii is gekomen , niet geschied is.) „ Mancher Ton-
„ kiinstler, dessen Kenntniss sich vielleicht nicht
„ fiber (drey Kunstbiicher erslreckt, mochte woh!
,, gross*,' .Aiigen mac lien, wenn er in dicier Litera«
>» tur
-ocr page 44-
(35)
" », tur 3ooo musikalische BiJchei- aufgesammelt findct.
, ,, Und sollte einn}alM,d,je Zeit kommen, wo auch die
,,, Tonkiinstler es.sich zur Pflicht machten, Kennt-
,,, njsse von der Geschichte und Literatur ihrer Kunst
,, zu erwerben ; so wird dies das erste und nolh-
„ wendigsle Buch fur ihr Bediirfniss seyn."
. Npg heeft fokkel geschreven: iiber J o H. sii.
B A c p s Leben , Kunsl und Kunstwerke ; een stuk , tot
ytelks vervaardiging misschien niemand, of althanS
niemand beter, in staat was, dan hij. Nog verhaalt
serber in het aangehaalde wefk, dat fork el al
de. werken van dienzelfden sacH, welke bij K v H-
KEl in Leipzig uitgegeven zijn, nagezicii en gecor«
rigjeerd hceft; doch hierin heeft hij mis. Men heeft,
na dat die uitgave begorinen was, wel is waar, aau
fork EL, het voorstel gedaan , om dezelve voor
het vervolg na te zien, niaar hij wilde .daartoe niet
besluiten , daar hij vond , dat de keuze van de reeds
uitgegevene stukken , met te weinig kritiek had plaaU
gehad. .
,, Zijne praktische werken zijn weinig in getal en,
ofichoon zeer bondig bewerkt, van minder aanbe-
lang. Men telt daaronder een Oratorium, Hiskias ge«
tileld ; twee cantaten , als die Macht der Harmonic
en. die Hirte-n bei der Krippe zu Bethlehem, (welke
echter, zoo reel ons bewust is, niet gedrukt zijn)
eenjge liedeven, klavierwerken enz.
Buiten de opgenoemde werken, welke in het licht
gekomen zijn, heeft hij nog een belangi'ijk ontwerp ge-
C a                              rornid ,
-ocr page 45-
C56)
*orm«i, betwelk echter in de geboorte gesmoord is;
In 1794* namelijk, vbrmden eenige geleerden eri be-
schermers der toonkunst te Weencnhet groote plan,
om eene praktische' gescniedenis der muzijk uit te
geveri , welke het vobrtreffelijkate van alle componis-
ten van de oudste" tijdeh a₯, zoude behelzen. Mert
deeTile' het ontwerp aan ioiksi mede, en verzocht
bni zijhe ondersteuning , welke van zoo veel te mee£
b'elarig was,' daar hij uit zijnen grooten schat, vele
bijdragen tot het omslagtige wei'k kon levefen. For*
kkh die het gewigtige van het'ontwerp volkomen!
doorzag, beloofde' met ijver daaraan mede te zullea
werken. Dan, bijzondere omslandigheden deden het-
lelvc in duigen vallen. Naderhand ech'te'r droe'g het
tXiinst-und Industrie-cdrnptoir te Weenen de uilvo'e-
ring van het groote plan aan fork el alleeh op,
en deze schreef daarop' in i8o3 ecn vdor'tieffefijk
prospectus van het geheele 'werk, bnder den liiel:
Denkmahle tier ' musikah'scheh Kunst, von der ErftAm
dung des Konlrapunkts an, bis auf die jetzige'Z'eit%
gesammell u. geordnet eon 3. V.
fork el. Dit werk
loude' vijftig deelen in f° uitmaken en de mee'ster-
stukken van ' alle sbort van cdnipositie bevatten. ' Hij
werkle nu met die vlijt, welke hem zoo eigen was ,'
aan de volvoering zijner taak; doch zij werd "nie"l
voltooid, evenweT zonder zijne schuld, maar door
eene verflaauwing van den kant des onderriemers.
Fork el heeft daardoor een aanmerkelijk nadeel ge»
ieden, daar hij 'reeds niet onaaiizieulijke kosten had
bt.
/
-ocr page 46-
(37)
besteed. Erenwel is de rijkdom zijner bibliotheek
daardoor aanmerkelijk vermeerderd.
Zijn eenige zoon biedt dezelve te koop aan, doch
in faaar geheel. Uit deze voorwaarde kan de knnst
een zeer gvool voordeel trekken, en het is te wen-
•chen, dat die schat in handen valt, van eenen man,
die dezelve ten nutte der knnst
\reet te gebruiken.
CI lIDACIIIt
Onder bet afdrnkken van dit stuk, komt ons on-
der het oog, het veertiende stuk van de Zeitgenos*
ten,
hetwelk , onder anderen, ook eene levensbe-
schrijving van tomii behelst. In de hoofdzaken
stcmt derzelver sehrijver met ghosheim en ons
overeen; echter geeft hij eenige bijzonderheden op,
met betrekking. tot de oordeelvellingen van lOKIl
omtrent andere kunstenaars, waarin hij , naar het
scJiijnt, wel niet zoo zeer partijdig, maar toch wel
wat al te streng en eenzijdig te werk ging, gelijk
ook reeds gboshkim aanmerkt. Zoo noemde hij,
om slechts e"e'n voorbeeld aan te halen, den beroem-
den Abt voglkb eenen muzijkalen Charlatan, waar-
schijnlijk om dat deze groote orgelspeler in zijne
openlijke koncerten gewoOnlijk te veel toegeeflijkheids
betoonde aan de wenschen der onkundige toehoor-
ders en hen op onweders, veldslagen en wat die's
meer is, onthaalde. Toen echter foikii naderhand
gelegeuheid had den Abt in persoon te leeren ken-
C 3                                   nea
-ocr page 47-
C38 )
nen, Icerde hij hem hoogachten, daav hi] in vo»
* L E n den groolen geleerden en den achtenswaai-di-
gen man vond, van dien tijd af aan eerde hij hem
tcev, en stond zcli's met hem in eene onafgebrokene
, ti!\                                                           i
briefwisseling.
De even genoemde biograaf deeH ons eene andere
roetr helangrijke opgave mede , namclijk van t o a-
(els nagelatene handschvit'ten. Deze opgave mee-
nen vfij onze iezei-s niet te lunnen onthouden, en
zie hier dus, welke handschi-iften er in de nalaten-
ishap van den grooten man gevonden zijn.
i°. Akadetnische Vorlesungen iiber die Theorie der
Musik , 177a. 55 vellen — compleel.
a«. Ueber die Musik des 17" Jahrhunderts von
DELIA v a i, l E , iibersettt und mit Anmerkun-
gen von ioikei,
8°. Librorum ad rnusicam perlincnlium qualiscunque
collectio, facia a foukelio, Eene verzame-
ling van bibliographische aanteekeningen over
Atucoii, zeer volledige themalische atan-
teekeningen van de werken der drie backs,
van bis nba, nisni, Haydn en 111.
c a a ft d x.
4». Kommentar iiber die 1777 gedrukte Abhandlung
iiber die Theorie der Musik, turn Gebrauch aka-
demischer Vorlesungen. 4a vellen — compleet.
5*. Eenige bijdvagen tot de hier boven vermelde
Denkmahltr.
6*t Yoor zijne Geschichte der Musik heeft men
nidi
-ocr page 48-
('39 )
niets volledigs gevonden , maar alleenlijk een
kort plan over de verdeeling en inrigting van
het derde dcel, benevens de inleiding, en een
daarbij behoorend tabeiiai-isch ovcrzigt der
Duilsche coruponisten van de lS% 17° en 18,
eeuwen; voorls nog verscheidene paketten met
excerpten en eenige ktefffcre verhandeliugen. Dit
een en ander is wel eenigzins in orde geschikt,
maar over hel geheel genomen nog zeer ruw
en weimg bcwerkt.
y». Versuch iiber die Revolutionen in der franiosi-
schen Musik von
marmohtkl, iibersetzt and
mit Aurnerkungen von
fork EL. 7 vellen.
8°. Eindelijk , eene groote oienibte excerplen.
- .1
%■
' - - 1 ■:
>,-
i
M!»11f
.... .
"•h
''-IT
•■
' •:. |
'.
C 4                        BRIE-
A
-ocr page 49-
(4o)
BRIEVE N
over het leven en de we r k e n van
s o in in i g c der voornaamsta
Toondichters,
■ " V ■                                     *
■•"■•." ■'-'■'                                                                                                                                      -                                                                                              /
TTTEEDE BRIEF.
JQi»" •» een geruime tijd verloopen, sedert ik U in
inijnrn eersten brief het leven van mozabt ver-
haalde, en gij hebt lang op de beloofde karaktcris-
tiek zijner werken mocten wachten. Ik zoude U hier
verscheidcn redenen lot verontschuldiging mijner
traagheid'^kunnen optellen, waarvan de eene niel
minder ijdel zoude zijn, dan de andere, maar,
mijn Viiend , ik ben U waarheid verschuldigd, en —
de waarheid is: dat de rooeijelijkheid van het werk
de eenige hinderpaal in het vervolgen van mijnen
•rbeid geweest is.
Ik overweeg sedert al dien tijd, hoe ik U best
Jen geest, welke mozabt bezielde, regt duidelijk
voor oogen zal stellen , zoo duidelijk als ik zelf mij
dien geest voorslellen kan; doch te vergeefsch. Ik
kan u wi'l de wijze van behandeling der voor-
naamste werken, en den geest die daarin heerscht
uitleggcn, (hoe zeer ook dit reeds moeijelijk is,
vooral voor den Nederlander, dien het geluk niet
te beurt vail, om mozakts meesterstukken voor
bet looneel te hooren, en die zich dus met het be-
lt u«
-ocr page 50-
(4! )
•taderen derzelve uit de partitunr vergenoegen moet),
Mi jn vermogen strekt echter niet zoo verve, om u
lien aard ran de genie die dit alles daarstelde vol"
doenende te kunnen schilderen. Ik wil niet ontvein-
■en , dat deze be-wustheid van mijne zwakheid mijne
eigenliefde gevoelig gekwelst heeft, en dat ik zelfs
den moed tot het voortzetten van mijnen arbeid ver-
loor; doch ik zocht mij op le beuren en vond ook
vaarlijk troost in de uitspraak van den diepzinnigen
VOVAlis! der wahre Leser muss der erweiterte Autor
seyn.
£a) Deze gedachte vuurde mijnen moed weder
€ 5
                                       aan,
(a) Onder den verbloemden oaam xotaiis, beeft de
baron frISdrich vos hardeueerg (geb. 1773,
gcst. 1801) eenige boogst bclangrijke werken geschre-
. Tea , waarin men even zeer zijne uitgebreide kun—
digheden bewonderen moet, als zijne wijsgeerige ge-
nie en zijn talent als dichter. Zij zi/n na ties achrij-
Vert dood , door zijne vrieaden iiici en fr,
tCHLEGEL in twee deelen uitgegeven. Onder die
(cbviften vindt men Fragmente vermischten In-
halts,
over irijsbegeerte en natuurkuude , aesteticn
en literatTinr enz. In deze fragmenten komt de aan*
gebaalde plaats voor. (a« deel bladz. iB5), In de
veorrede van de derde nitgave van
xovAi.it Schrif-
ten,
vindt gij eene zeer scboon geschreveue levens-
icbeta van dezen achrijver , door TiBCK opgeateld,
en waarin onder anderen gezegd wordt: da er sei-
ner Zeit to vorgeeilt war , so durfte sick das Va-
terland ausserordentliche Dinge von ihm verspre—
chen i venn ihn dieter friihe Tod nicht Ubereilt
hatte s doch haben seine unvollendet nachgelas-
tinen Schriften sthon viel getvirkt und fieli sei-
1MT
-ocr page 51-
(40
aan, tlaar it no overtuigd werd , dat mijn onvermo-
gen, om e ne daarsielling ran aiiiMls genie te
geven, niet zoo zeer individueele zwakheid is , als wel
eene eigenschap , welke ik met alle , of althans met de
meeslen mijner kunslgenooten ge'meen htb.
Ik hervatte mijne overdenkingen , om mij ten min-
«te tot dat punt te verheffen, van helwelk ik U van
de wijze van behandeling en van den geest der voor-
naamste wet-ken van mobabt, ieder afzonderlijk,
•enig denkbeeld zal kunnen geven, en ik laat het dan
gcrust aan u zelveu over, om door bet onafgebrokene
beoefenen en bestuderen van 'smans werken het ei-
genaaidige van zijne genie te leeren gevoelen en be«
gvijpen.
Mijne overdenkingen hadden niet zoo zeer ten doel,
om den geest diens grooten mans nu eerst te leeren
kennen , maar meer bepaaldelijk , om u met woorden
een denkbeeld daar van te geven ; en zie daar het
geen ik niet kan. Nogtans hebben mijne pogingen
eenig resultaat opgeleverd, en dit resultaat wil ik tt
dan ook niet onthouden, boe weinig het ook tot de
Verzinnelijking van momtl genie zal kunnen bij-
dragen. Zie hier hctzelve : Mozaits muzr'jk is
louler muzijk.
— Ik weel niet of deze gedachte oor-
•proukelijk aan mij tocbohoort, of niet; maar het
komt
ner grassen Gedanken werden noch in Zitkunft be-
geistern ; und edle Gemiithtr und tieje Denier
werden von den Funken mines Geisles erleuchttt
' und entzitndtt werden,
1
-ocr page 52-
(43)
korat mij voctc, dat dezelve zich onwillekeurig aaft
den geest van hem moet aanbieden, die mozarts
genie naauwkeurig hestudecrd heeft. Even eens scliijnt
het mij toe, dat die gedachte zoo duidelijk is, al»
er eene zijn kau , en dat zij niet allcen geenc na-
dere uillegging behoeft, maar zelfs , dat hij die deze
uitspraak in haar gchcel niet gevoelt en begrijpt,
haar ook niet doov de breedste omschrijving zal
leeren gevoelen noch begrijpen. Het kan zijn, dat
ik mi; bedvieg , maar ik zou dit niet denken.
Ik herhaal het: Mozabts muztjh is louter rnu~
zijk!
— Gij zult dit, gelijk ik vertrouw , met mij
uitroepen, wanneer gij zijne werken naauwkeuriger
zult hebben leeren kennen. En daartoe zal ik trach-
ten u behnlpzaam tc zijn. Vooraf echler wil ik u
eenen brief mededeelen, dien nontt aan een' ze-
kcren baron schreef, en vaarin hij rekcnschap geeft
van de wijze waarop hij werkte. Dit gewaar te wor«
den, kan immers niet anders dan zeer belangrijk zijnl
Die brief behelst ook eenige andere onderwerpen,
welke het onze eigenlijk niet raken; maar ik wil a
evenwel het geheel niet onthouden, daar het zoo
vele kenmerken draagl van mozarts berainnelijk
en hbogachting eischend karakler. — Gij zult voor
het overige in dien brief geen'. meesterlijken noch
beschaafden slijl vinden , maar des te meer goedhar-
tiglieid en edelaardigheid van denkwijze. De rond-
borstigheid was nozui als aangeboren, en oolc
daarvaa leverl deze brief niet te miskennea bewijzen
op
-ocr page 53-
C44)
op. Wat hozart sprat en schreef was het on-
middelbare nil vlocisel van zijn gevoel; van daar de
weinige omzigtigheid in dc kenze van zijne uitdruk.
kingen, Zijn gevoel was ten uilerste levendig, en
even zoo waren zijne woorden zeer treffende.
Voor den aankomenden componist is dit stuk niet
minder leerzaam ; terwiji het even merkwaardig is
voor den geschiedkundigen, die daardoor wederlcgt
vindt de wonderlijke sprookjes, wclke er van mo-
cists snelheid in het werken verhaald worden.
Eindelijk, eenige nilroepingen, waarin mozait
itch over zijnen toestand beklaagt , verwekken het
Ievendigste medelijden met het ongnnslige lot, het-
•welk hem te deel viel , en wanneer iets in staat is ,
aan onze veronlwaavdiging over de ondankbaarheid
zijner lijdgenooten paal en perk te stellen , dan is het
de in ertuiging, dat de onsterfelijke toonkunstenaar
zijne eeuw te verre vooruit gevlogen was, dan dat
de meeste menschen hem in zijne hooge vlugt had'
den kunnen volgen.
Doch — lees den brief; en gij zylt er nieuwe be-
weegredenen in vinden om den grooten man te be-
tninnen. Zie hier denzelven.
>.+«+*
BRIEF
)
-ocr page 54-
C45)
BR I EF ns MOZART
; i :•> ' ■                    -id ■-..:■.$
a an den Baron ran.....
sb • . ' . "
Hiernevens, mijn waarde baron, zend ik n uw«
partition terug, en vranneer gij daarin, van mijne
hand, nicer vensters (3) dan noten aangeteckend
vindt, dan zult gij wel uit het Tervolg besluiten,
"waarom dat zoo gekomen is. De gedachten in de
sjrnfonie hebben mij het best behaagd. Zij zoudie
evenwel hut ininste effect makcn; want daar is te
velerlei in, men hoort ze bij stukken en brokken,
even als wanneer men, avec permission, een* miererv-
hoop beschouwtj ik wil daarmede zeggen, dat het
in uwe synfohie spookt. Gij moet daarom gecn zuur
gezigt maken , want dan wenschte ik tienduizend inaal
liever', dat ik niet zoo rondborstig gesproken had.
En gij moet u even min daarover verwonderen: im-
ihers het gaat bijna alien zoo, die niet reeds ale
knapen van den Maestro knipslagen of dondermenteik
'geproefd hebben , en die naderhand meenen , dat zij
alteenlijk met talent" en lust verwonderlijke vorde-
ri'ngeu zullen retaken. Sommigen van dezen gelukt
htl hog al tamelijk wel, maar het zijn gedachten van
anderen, want zij zelven hebben er geene; anderea
daarentegen, die eigene gedachten hebben, kunneo
geen meester daarover worden. Zoo gaat het "a;
maar,
(3) Vensters noemt mozart iuet kruistu i»ag«mtrlt«
plaitien«
-ocr page 55-
C *6 )
maar, am tier heijige cicu t a wille, word niet
boos . dat ik zoo maar met de deur in het huis val
Het lied heeft echter een fraaij Cantabile, en de
lieve F n a n z i zal het u zeer dikwijls voorzingenj
hetwelk ik wel gaarne zoude willen hooren, maar
ook zien. De Menvctto in het Quartet is ook zee*
lief te hooren , vo.oral daarvandaan , waar ik een
*taartje geteekend heb. Maar het Coda zal meer
klappen, dan klinken, Sopienti sat, en ook den niet-
Sapienti:
onder den laatslen versta ik, mi} zelven,
die over znlke dingen niet goed schrijven kan. Wij
liedea van de kunst, maken liever zelven zulk een ding.
Uwen brief heb ik zeer, dikwijls gelczea , maar gij
had niet zoo veel lot mijn' iof .daavin. moeten zeggen.
Hooren kan ik zoo iets nog wel, want daai'aan ge-
■went men zich ; maar lezen kan ik het niet goed.
Gij hebt mij te lief, gij goede menschen , ik verdien
dit niet en mijne verken ook niet.—— En wat zal ik
■wel van uw geschenk zeggen, mijn beste baron?
Dal liwam , even als eene ster in den dui Steven naclit,
of als eene bloem in den winter, of als een glas ma-
deira in eene ontstelde maag, of ... of ... . Gij
cult die of's selve wel aanvullen. God weet, hoe
ikjmij dikwijls afjakkeren moet, om bet lieve brood
te verdienen,. En mUnsel (4) w'l toch ook wat
tebben! Die u, gezegd heeft, dat ik lui werd , dien
(*
{4} Eene verkorle hen«ming v*n cositAici (zijn*
Troaw) welke benamiug in Weeneu gebruikelijk i*.
•
-ocr page 56-
(Ik bid u hartelijk daaroro, ,en een baron kan rod
lets nog at doen) dien gcef loch, uit Iiet'de yoor raij,
een pa,ar frissche oorvegen. Ik zoude immers ,zoo
gaarne werken , en allijd wcrken , wave helmij slechts
allijd vergund , znlke muzijk le maken, als ikwelwil-
de, en zoo als ik die kan maken; zoo dal. ik zclf
prijs daarop stel. Van dien aard is de Synfonie, wel-
ke ik voov drie weken vollooide (5} , en met de port
van morgen schrijf ik al weder aan Horf UEisfo ,
en bied hem drie Quartelten ($) voor het klavier
aan, als hi} geld heeft. O, a on, ware ik ten groot
hecr, dan zeide ik: Lieve moiakt, schrijf niaar
voort, wat gij wilt en zoo goed als gij kunt! Eer
gij niet iets gereed hebt, krijgt, gij van mij geencn
duit. JVTaar dan koop ik u al nwe handschi-iften,af,
en gij zull niet daarmede ....... gaan en,
....... even als eene liedjeszangster. (7)
O s o d , hoe ditwijls maakt mij zulk eene gedachle
bedroefd, of 00k wel wild en vergramd, en dan ge-
beurt er trouwens wel het een en ander, dat niel ge-
beuren moest. Ziet gij,, goede , lieve vriend en be-
gunstiger, zoo is het met mij gelegeu , en niet, zoo
als
(5)"iJit is de oiiTergelJjkelijle Synfonie in g, rnol.
(6)    Slechtt h«t eerste van dezen it iort daarep in net
Vreh'i g'ekomen , dit i« Let voorireffelijke quartet,
a ■ 00k nit Mi tuoI.                                                         1
(7)  • In bet origineol zijn de Itier outbrekend* woordeti
niet t^ iezen, doprdien het papier lu«r door het lak
betefudigd it.
-ocr page 57-
■ 'ik.. ■
( 4fc )
als domme of kwaadaardige guiten u kunnen gezegd
hebben.
Maar dit alles a casa del diavolo , en nu kom ik
Op het allermoeijelijkste punt in uwen brief, waar-
over ik liever geheel vrcg slappen wilde, om dat de
pen mij ' over zulk een onderwerp baren dienst
weigert. Maar ik wil het nogtans beproeven , al
zoudt gij daarin ook maar iets vinden om ei>
Over te lagchen. Gij •wilt dan weten: hoe ik bij
het schrijven en het uitwerken van groote en be-
langi-ijke stukken te werk ga ? Ik kan daarover
waarlijk niets meer zeggen, dan "het volgende ; want
ik weet zelf niets meer, en kan ook niets anders be-
denken.
Wanneer ik zoo rcgt eenzaam en in mijn' schik
Ben, bij voorbeeld , op" reis in den wagen, of' 6n~der
bet waridelen na een' goeden maaltijd, en des nachts,
wann'ecr ik"niet slapen kan, dan komen de gedachten
stroowsgewijze en het best voor den dag. Waarvan*
daau en hoe, dat weet ik niet, en ik kan er ook
niets toe noch af doen. De ideen , die mij behagen ,
blijven in mijn geheugen hangen, en, naar hetgeen
andcren mij wel gezegd hebben, neurie ik ze dikwijls.
Bij hetgeen mij nu zoo in het geheugen blijft, voege^
zich allengskens andere gedachlen , waartoe zulk een
brok kan gebruikt worden, om een pastijtje daar van
te bakken, naar de regels van den contrapunt, ran
den klank der verschillende instrumenten, et caetero,
ti caeteta
, er caetero. Zoo gcraakt nu mijn geest in
yer-
-ocr page 58-
verrtikking , •wanneer ik, name'ijk , niet gestoord vOr»
de ; het oorspronkelijk Heine wordl nu allengskens
grooter, en ik b'-eide het hoe langer hoe meer en hoe
klaarder uit. Hel stuk wot;dt zoo doende bijua gebeel
in het hoofd voltooid , zells wanneer het lang i»»
*oo dat ik het dan, even als een fraai mensch of
een schoon beeld, met eMnen blik in den geesl Over*
lien kan , en hel geheel in de verbeelding boor; niet
elkander opvolgende , zoo als het naderhand worde9
inoet, roaar allts terstond all te gelijk. Dat is eea
groote pret. Het vindcn.en het malcen komt mij over
even als een schoone levendige droom ; inaar het
overhooi'en, zoo alles te zamcn, dat is loch het bes»
te. Wat nu op deze wijze ontstaan is, vergeeti ik
niet ligt weder, en dit is misschien de beste gave,
die de goede god mij geschonken heeft. Wanneer"
ik dan eindelijk lot het schrijven overga, dan neem
ik nil den zak van mijnen geest, wat daarin van te.
voren bijeen gezaroeld is. Hier vandaan komt het
ook | dat alles vrij snel opgeschreven wordt, want
bet is, zoo all ik zeide, eigenlijk reeds afgewerkt,
en het wordt ook zelden anders, dan het reeds voor-
been in het hoofd was. Van daar ook , dat ik onder
het achrijven urel velen kan, dat ik gestoord worde,
en dat ik veel drukte om mij heen verdragen kan:
ik schrijf niet te mtn voort, en kan aelfs daarbij pra«
len, namelijk, van koetjes en kalfjes, of van moot
Vte&r en lange dagen enz. — Maar waaraan het toe
te schrijven is dat onder het arbeiden roijne werken
-
D                                      juist
-ocr page 59-
C5o)
ftrist die gedaante aannenien, dat zij Mozartisch zijn>
en niel in de manier van cen' anderen valien, dat
zal wcl even zoo gebeuren , als het gebeurd is, dat
mijn neus juisl zoo groot en krom gebogen is , dat
hij Mozarlisch geworden is, en niet even zoo als die
van andere menschen! Immers ik leg mij niet op
oorspronkelijkheid toe , en zoude de mijne ook niet
eeos nader kunnen beschrijven; maarhet is toch wel
natuuriifk , dat menschen, die verkelijk eene ge-
daante hehben , van andere menschen onderscheiden
eijn , zoo wel van biunen als Tan builen. Ten min«
8te weet ik wel, dat ik mij zelven m>ch het^Cen,
tioch het ander gegeven heb.
Bit zij u voldoende , beste vriend , eens voor al-
tijd, en geloof vooral niet, dat ik om eenige andere
reiien afbreek, dan om dal ik niets meer weet. Gij,
die een geleerde zijt , kunt er u geen denkbeeld van
maken , hoe zuur mij dit reeds gevallen is! Andere
Jnenschen zoude ik in het geheel niet geanlwoord,
maar gedacht hebben: Mutschi buochi quittle? El-
sche Malappe Mumming !
(8)
In Dresden is het mij niet te best gegaan. Men
gelooi't, aldaar, dat er alles ook thans nog goed is,
dewijl voorheen het een en ander daar goed was.
Met uitzondering van een paar goede lieden, was hen
-van mij naauweiijks iet* meer bekend , dan dat ik fa
de
(8) Eenige zelf gemaakte woorden , die eigenlijk nieti
beteekenen , mint door den klank eeae toort *»«
autwoord belitlzen.
»
-ocr page 60-
* 5, )
de tinderschoenen te Pavijs en te London toncert
gegeven lieb. Eene Of era heb ik er niet gehoord ,
daar de verblijfplaats van het hof des loranrj buiten
is. lis de kerk Het h a u m a v m nnj eene zijner mis-
»eh hooren; zij is goed doorgewerkt, maar, gelijk
uw E, z«gt: a Bissle kuhljg (9), ongeveer zoo als
de werken van Htsil, evenwel zonder dat vunr ,
hetwelk men in deze vindt, en met eene nieuwere
Cantilene, Ik heb dc heeren te Dresden veel voor-
gespeeld ; maar ik kon ze niet in vuur brengen, en,
wisjewasjes (10) uitgenoroen , hebben zij mij niets
gezegd. Zij verzochten mij 00k het orgel te spelen.
Ik bragt daarte^en in, dat ik, gelijk 00k waar is,
in het orgelspel weinig geoefend was, ging echter
mede ter kerke. Daar bespeurde ik , dat zij eenen
anderen vreemden kunstenaar in petto hadden, wiena
instrument juist het orgel was, en die mij dood,
spelen zoude. Ik kende hem niet lerstond, en hij
•peelde zeer goed, maar zonder veel . originaliteit en
phantasie. Nu nam ik mijne toevlugt tot de laatste,
en spande al mijne krachten in. Ik sloot met eene
dubbele fuge, volatrekt streng en langzaatn voorge-
dragen, zoo dat ik" niet haperde en zij mij door al
de slemmen naauwkeurig< vol<en konden, Toen ik
gePindigd had, wilde niemand meer spelen. IU'sslh
(zoo heelte de vre'emdeling; hij heel't goede werken
D a                                  ge-
(g) Ken. weinig koel.                    ■,■■
(10) Loftuitingen in algemesne bewoordingen: ten ken
tecken van •akuude.
-ocr page 61-
(5a)
geschreven in de m»nier van den Hamburger b a r. r}
B'isih, z«g ik, was de trouwhartigst.e van al-
ien, itfsciftaon ik juist hem eene pots gi-speeld had.
Hij danste in het rond, en stampte , en -wilde mij
gednrig omhelzen. Daavop scheen het hem in miju.
logtroent zeer goed te bevalleH. De andere heerenc
reronlschuldigden zicb, toen ik ook hen VTiendelijks
verzocht, waarop de vrolijke nasHBi niels anderS
nitriep , dan : Tausend sapperment !
Nu , mijn beste vriend en beschermer, is bet papie*
weldra vol, en de llesch van uwen wijn, waarmed*
Ik heden toekomen moet, bijna ledig. Sedert ik IriJ
inifnen schoon-papa aanzoek deed om mijne vrouw^
heb ik waavlijk niet znlk een' ontzas;gelijk lan»e»
brief geschreven. Leg alles ten goede uit. In het
spreken en schrijven, moet ik blijven gelijk ik ben |
of den mond houden en de pen ne£r leggen» Mija
laatste w»oord zal zijn : mijn beste vriend, bewaa*
mij uwe liefd*. O ttoo, mogt ik u loch ook een»
tnaal eene vreugde bereiden, zoo »ls gi| mij die aan«
gt-daan hebt. Nu, ik stoot met mij zelven aanl
Yivat, mijn goede getrouwe! ..... Amen.
'_"'' >"" /';' ;                                   '                                                                  : '■"
*K3'                         {ffet veraolg hierna.")
e ! ''".■■ i                                                               .■:•:'• ••:.-.'
Bi-
-ocr page 62-
(55) •
B E R I G T E N.
Rotterdam. —i- Februarij i8ig>.
Daar cr, voor zoo verre Ref. bekend is , nog nim-
mer over ileze, in de ntuzijkale trereld niet oaaan-
xieiiiijke stad , eenig gewag is geniaakt ; zoo be-
jchouwl. h;j bet als eenen aangenamen pligt, een vol-
letiig berigl van al het geen er in deze kunst alhier
omgaai., op U stellen, in de hoop dat aan hetzelva
in het alhier greeliglijk gezochte tijdschiit't: Ainphiont
*ene plaats zal worden verleend. Ik zal vooreerst
over ons zatuvdagsch koncert t en daar na over ieder
der in lietzelve uilmuntende meeslers spreken, ter«
wijl ik mij beijveren zal, om ten minste , onpartijdig
te oordeelen , daar ik alien, van welke ik zal spri'ken ,
even zeer wegens hunne bescheidenheid en hun goecl
gedrag achling toedroeg, en dus niet voor den een*
*>( anderen vooringenomen ben.
Hel koncerl, hetwelk door eenige commissarisseo
nil het midden der gei'nteresseerden van het hui*
gekozen, en voor hunne vekening gegeveu wordl,
is de verzameling van al wat goed in deze stad
te bekomen is, en ik kan niel nalaten hier open-
bare hulde te doen aan den ijver dier commissi-
tiss*n om aan het koncert luisler bij le zetten,
loo wel door eene verstandige keuze der uit te
Voeren stukken, als door de verzameling van een
uitgelezen publick tot ondersteuning der kunst. De
Symphonien en andere ensemble-itukken, worden
«aet de meest mogclijke zorg, dcs inorgens v66r ie-
D 3
                                     d«-
■ .                                                        -                                                                                                           \
-ocr page 63-
1
(54)
deren koncert-avond gerepeteerd, en door een or-
Jcesl van ruim zestig personen, goed uitgevoerd;
hetwelk le meer te prijz«n is, daar het orkest
Voor het grootsle gedcelte uit liet'hehbers zamenge-
steld is. Jammer echler is het , da) onze blaas-in-
strumenten, voor het meerder deel op verre na niet
too goed bezel zijn als de slrijk-inslrumenten, helgeen
ons anders de volkomeuheid vee! naderbij zou doen
komen. De solo-stukken worden zoo wel door de le-
den van het koncert, als door de meesters, op het-
zelve gepn^ageerd, meestal zecr goed uitgevoerd. De
zang worcll door een aantal heercn en dames, -welke
de bescheidcnheid niet gedoogt te noemen, niet min-
der keurig, en met vee! smaak voorgedragen.
Aan het hoofd van het orkest staat, als orkest-
meester en obligalist , de Heer abb ah am bow,
Wat zijn talent, als orkest-meester belref't, is het
voldoende te zeggen , dat hij het ensemble , het-
welk onze geachte steosb met zoo veel moeite in
het orkest had gebragt, in hetzelve heeft welen te
bebouden, en onder zijne directie gaat alles even
goed als te voren. Als violist, munt hij uit door een
ten uiterste zuiver spel, zelfs in de moeijelijksle pas-
fages ; door eene uilgezochte voordragt en kieschheid
in de uilvoering ; en door eenen schocnen toon:
volkomen dringt hij bij de uitvoering in den geest
van den ccHnponist, zonder er door walgelijke krul-
Jen of agrementen iets vreemds in te brengen , en hij
bezit tevens de niel gewone ktinst, van zijne toeboor-
ders
''■..-.; :                                  ■                                                                                                 "Y
-ocr page 64-
C 65 ) f
tfefs te treffen, en het een of andei gevoel gaande
te niaken. Prachtig in zijn Allegro, gevoelig in zijn
Adagio, heeft deze jonge kunstenaar, na eerst door
het vadeilijke ondarwij*, een' zekeren graad van be»
kw.iainheid vtrkregen te hebben, vervolgens door
eigeue oefening, het zoo verre welen te brengen ,
dat hij gerust onder de beste violisten van una laud
kuu geleld worden.
De Ilc«r b. to dbs, alt eerste Violiat Tan het
orkest, volgt op hem. Zuiver spel, nette voordragt
eu schoone loon, kenschetsen dexen jongen kurute-
naar, en lief, hoort hem met het uiterste genoegen.
Door naauwe yriendachap met den Heer box ver-
eenigd , door naijver aangespoord , die vrij is van
alle jalouzij , hebben de twee bovengemelde heeren,
in het zamenspelen, het zoo verre gebragl., dat
lij de al^einerne toejuiching van kenuers verworven
hebben, onder welke het voldoende zijn zai , den
gronlen b. Romberg, te noemen.
Wat den Heer 1. tin, als Violoncellist alhier
aedert het begin dezes jaara gevestigd, belreft; stem
ik volkomen in met hetgeen over denzelvwi in het
derde stuk van den eeraten jaargang van dit lijd-
tchrifl , onder de rubriek ,sHage gemeld is. Nim«
iner heb ik
RuMBlB.es muzijk beter booren uitvoe-
ren, en ik aindige mijn berigt over hem met dea
wensch , dat het hem, hier zoo wel moge gaati, dat
hij dezelfde tevredenheid over ons, als vrij over
hem mag hebben.
                                                       /
D 4                                On-
»
-ocr page 65-
/
/                                                                  I
(56)
Onder de Hoornisten itiunien nit de Heeren tak
«i.iUi hi iiciscttiMiiijiiii jr. De Heev v a jt
* i - i £ i. heeit eenen zeer schooneu tuun op zijn
ins ruineut, en blaast vooral in de hoogte iter goed,
De Heer hutschenkvijisa jr. bi-zit veel vaar-
digheids in net uitvoeren van passages, doch het
Tvare le wenschen, dat hij *ich meerder o^ goeden
toon toeleide, Wanneer hij dit in actit r.iemt, en
iut et; dat hij ziju auditorium mrrr door schoone
tooi.in, <ian tioor halsbrekeude parages kan lref»
fin, zal hij gewis een der eeislru iu zijn vak worden.
Hij is ook een goed Vioolspeler , «-n heefl eenige stuk-
ken, onder amicien eene onverlure en eene batlaille
jeconpoueerd , die uiet zondur verilieusten zijn. ,-•<
J;aar de Heer uu nnuiiirtLni nog uiet van
•ijiie raise naar Fiankrijk tcrug is, om zich hier
els Piaiio.merstcr te vesligen, schort ik mijii oordeel
te zijnen aanzicti op tol zijne lerugkomsl.
Den Heer nn»s kan ook onder onze Uavicrspe-
lers eenige rang toegekend wordeu ; hij heett sedert
den tijd van twee jaren , vrelke hij hier doorbragl,
Tele vorderingen gemaakt. Hij componeert ook, en
*oo ik hoor, zullen er biuneu kort eenige zijner wer-
•ten uitgegeven worden.
Eiude ijk kan ik de Heeren da h men, vader en
Itoon, alhoewel niet onder de leden van het orkeit
behoorende, niet met stilzwijgen voorbijgaan. Het
talent al« Hoornist, van den eerst gemelden is al-
geiueen bckeud en geachl; en zijn toon heelt bin-
nen
i                    .' . ' ' v
-ocr page 66-
P jWhjgWjflKW -^Jd*w!
»en kort, zeer vele vorderingen op de fluit gemaakt.
Dat Iji| zio voortgal en wij beloven ous veel goeds
van zijn taituit.
In mij" vulgend berigt zal ik van den afloop der
private koncerten ( alsmede van dc, in dezen winter
gehoudene publieke koncerten verslag doen, en sleed»
dezeli'de onparlijdigheid mij tot rigtsnoer voorschrij-
ven, wclke ik mij vleije titans aan den dag geiegd le
bebbeu.
c. T. s.
*» I 'MM V
s. i        *S(iiT£SHKE. — Nale zing op de
Koncerten van 1818.
De gebroeders b«hdi», Clarineltisten bij de Pe»
tersburgsche kapel, gaven kort op elkander, twee
koncerten ter huune benefice. De gunstige laara,
welke deze kunstenaars vooruitging, verschafte hen
Tele toetioorders en bewonderaars. Zij lieten ona
twee konceitanten hooren , nainelijk , eene van
de vroegere werken van tiomiii, ligt en be-
vallig geschreven, en eene van bendek zelven,
welke geheel en al in de manier der eerstgenoeinde
bewerkt is, voorts verscheidene duo'j, wier ver-
vaardigers mij oubekend bleven, weike echler zeer
liefelijk zijn en veel eifect niaken. Het spel van
bcide deze kunstenaars heeii over het algemeen veel
genoegen (egevent vooral door bet scboone ensem-
D &
                                        hie,
\
-ocr page 67-
(58)
He, *n door hnnne gelijkvormigheid van toon zoo
wel, ah door hun piano, hetwelk zi) tot in het on-
eindige Helen wegsraeiten. Jammer is het echler , dat
heide heeren, ia weerwil hunner goede eigenschap«
pen, maar al t« zeer door enkele nuancen zrtekeQ
te imponeren , waaronder liet karakter van het s!uk
en het gevoelvolle van het spel zeer dikwijls lij-
den. — Mad. luitviui m'untte in e'en van deze
koucerlen, met haar gezeing uit,
De heer ok ©hoot jr., thans eerste Clarinettist
te Fia.jki'ort aan den Mein, gal' een {concert, waar-
in hij het tweede koncevl van ciuiiil met veel
»m;ui en met een' schoonen toon voordroeg. De
variation, welke hij in de tweede afdeeiing speelde ,
ttaan , a!s composilie heschouwd , in waarde verre
benedrn het werk van eivlttlj evenwel toonde
hij zich ook daarin als meester van het instrument.
De heer Guz speelde dien avond een koncert van
Krommer (d rnol). Twee aria's, welke mejul'frouw
*arda long, werden koel opgenomen, — Het kon-
cert was iterk bezocht, en de heev di shoot
werd algemeen toegejuicht.
De heer da ME, voorspeler in den Hollandscben
•chonwburg gaf ook een koncert te zijnen voox»
deele , waarin hij een koncert van lianzi speel-
de, (c dur, met Tarksche niuzijk) en een koncer-
tino: aldus, namelijk , drukte zich de heer DAni
in het programma uit. Zijn spel heeft slechts aan
eeaijjeu zijner vrienden kunnen behagcn; onpartijdigt
kunsl-
s '■'-                                                    .                                                                      . \ '
-ocr page 68-
('59)
knnstkenners veldeo een ander oordeel. Men slemt
toe, dat deze jonge man niet van la cut ontbloot is,
roaar rnen is tevens overluigd , dat, wannerv hij eeas
eeu kunstenaar drnkt ,tc wovden , hij ecu' aui.eivu
weg moet ins aan , dan waarop hij than* ion.I dwaaiU
Zijn spel is wild en onbeschaafd; men niurkt »•*er
duidelijk, dat hij zich weinig naar goede gronui'egi1.-
len geoei'end heel't , en dal hij te vroeg is overget,aaii
t*»t iware muzijkstnkkeu , daar men zich sleciits zel-
den over duidelijkheid en zuivi-rheid in zijni' passa-
ges verheugen kan. — Wat de heer damk concertina
nocnide , is eigenlijk eeu zamengelapt n>uzij'Kaal quo<l-
libel.
Het bestaat uit de navulgendr slukkeii en brok-
ken: viotti's adagio in c mol vovnvt de inleiding
in het eei-ste solo van het vijfde koncevt van rode,
van waar de heer damk uit de do.niuanle znnder
fcomplimenlen ovei'gaat naar krommers polonaise
in d mol, en nu is het meeslerstuk, waarschijnlijk
van des spelei'S eigene fabrijk, ten einde. —- Mejuf-
frouw n o it i s i zong dien avond zeev goed. De va-
der van den heer dams speelde eenige solo's op het
horen en gaf blijken van veel vaardigbeid en vastheid,
in de embouchure. "Wat er nog meer gegeven «erd
verdicnt geeue vermelding. ~ Moge de jonge d*m«
in het vervolg aan zich en de kunst meer zorg ea
oefening besteden! moge hij de bcdoeling , om hem,
door deze openlijke taal, op een beter spoor le lei-
den, ter harte nemen, en zich met meer beicheul.-n-
b«ids met maun en verbiaden, v»a vrelke hij siecliis
eea
-ocr page 69-
(6o)
een onparlijdig en juist oordeel verwagten kan!
JDe uitmuntende LUvierspeler HiiiiipULDi gaf
*en optnlijk koncert, ua dat hij zich vourat' aa%
.het hof van de Iieitogin douariere van Brunswijk
.bad latea hooren. W.ij hoorden hel schoone kon-
cert van usiii (as dur~), hetweik de zoo voor-
trei't'eiijke klavierspeelster, iiiejulirouw e. v aw dbh
linn ons reeds in private gezelschappen had lee-
ren kenuen. Zoo we! dil. koncerl , als nog een ron-
do van nits en verscheidene variation droeg de
Leer mbklikieldi meeslerlijk voor. Ik zoude uiij
§aarne uilvoeriger over de verdiensten ran dezen,
kuustenaar uillaten, ware zulks Diet overbodig door
hel onpartijdige oordeel , helwelk in den eerslen jaar-
gang van dit tijdschrifl ( bladz. 126. _) als mede in
de allgemeine musikalischt Zeilung over hem is uit-
gesproken. De heer MAhlewfeldt heeft 00k ver-
dU-iisten als vioolspeler; xneMMERS koncert uit •
rnol, hetweik hij voordroeg , werd met bijval be-
luond. — Mejuli'rouw tcHim, eene liefhebster ,
^reike den kuustenaar met eeuige gezangen, onder ac-
compagnement van het klavier, bijstand bood , werd
eveneens toegejuicht. — Het auditorium was niet tal-
rijk, hetgeen aan de menigte van kort op elkander
gevolgde koncerten toe te schrijven is; maar het was
uitgelezen : de eersle kunstkenners der residentie wa-
ren hier vcrzameld ea beloonden den kun'stenaar met
atlgemeene loejuicbing.
Ik koo het koncert van den yerdienstelijken Fluitist
BAH-
-ocr page 70-
C 61 )
bah mtu, van Amsterdam,, niet bijwonen; echte*
(an ik niet met siilzwijgen voorbij gaan , dat hetgeen
jn het publiek daarover gesproken werd , de» fcunilo
»aari Jof verkondigde. Eveneerrs werd ik b«1el, bet
koncert van rnejuffrouw bangetillz, hetwelk niet
minder gunstig opgenpmen werd, le bezoeken.
.■GiointBJ. — Onre gewone winter-ktfncerte*
liebben weinig belangrijks opgeleverd , en dil is on
too veel te nicer te beklagen, permits wij daardoot
vrrscheidene van die schreden weder terng gegaan
tijn, welke. wij in eenige ; der voorgaande winter*
Yooruit gtkomen wareti* Meestal hebben wij dezelf-*
de stnkken weder gehoord, welke oris reeds vroege*
ten voile bekend geworden »ijn. Onder de pieuw
uitgevoerden behoor.1 het zevende koncert van spohb,
hetwelk wij. voor .het. voortreffelijkste der konrrrten,
van dezen cornponist houden, too wcl wat. de hoofd-
part if, als wat het accompagnement betreft. Rijk*
dom van • rnelodie'n en.contrapimktischc bewerkingen,
deliigbe.i.d!iW'd« uitvoering van passages, een sohit-
tereqd ;accompagn«p»ent, en dan die als 't ware weI4
lusiige jwaarnioe.digheid , welke anderen den grootea
roan als eerie iware font willen aanrekenen, maaf
©rh welke wij , wij bekenneh bet vrijhioedig , hero des
te meer beminnen; dit alles moet men hooren, 01&
de voile waarde van dit werk te leeren gevoelen.
Nog hoot-den wij als ieU nieairi, ttOHii on.
•                                                                                                                             VCJP-
-ocr page 71-
Tenure ran Alrtina, vrelke echler door de slechte
aitvoering onverataanhaar -werd ; de ouverlui'e van
idssiKi's Tancrede , die 7.00 weinig bij een hel-
dindicht pasl , als "Cleopatra in Sparta s ferder een*
Warsch met Tiuksche rouzijk fan den heer vr, ctl-
I z r . waarin wij menige fraaije gedachten opmerk-*
ten, wclte on* cchti r loescheen, le snel gemaakt te
tijn en niet te best zamen te hangen, of liever 100
pl« de Dntsicher zi-gt , niet uit eentn smeet gevormd
fe tijn ;
en eindelijk eerie onverture voor RochuS
Purnpernichtl
van Onzen landgenoot b. k 0 c H. Dit
laatsle weik kan misschien voor de opera de -wer«
king hebben, welke de cpmponist daarmcde bedoeld
tiieeft, maar voor hel koncert, komt hilielve on«
mill !er geschikt voor.
Nog hebben wij eenen hnornist van bet naburige
leeuvraarden gehoord ; de bijval van hel publieTt
heeft ecbter zijne pogingen niet bijzonder bekroond,
- Andere vreemde kuns-tenaars hebben ons niet be*
aocht , hoe zeer er 00k cterk van gesproken werd , dat
mad* d * t h t a n 1, op hare reis naar Oldenburg,
onze stad met een | bezoek zonde verblijden. Deze
Kernpmde zangeves schijnt 00k -wel die reis te heh-
fcen wiHen doin, doch naderhand van plan veranderd
te zi^n. ■
e1 Tie zamenstelling van het fcnrps nmzijkanten de*
St afdeeling Inianterie gaat langzaara voort; wij ho-
pen, dat hi»r het sprrekwoord zal bewaarheid wor-
■den; langtaam, maar zeker! Men verhaall zeer veel
goeda
-ocr page 72-
(63)
lotd.i ran den Vapelmeester , welke voov dil lcorpf
bestemd is. Zijn naam !imiioBo; een beroe.ode
naam waariijk ! gelukkig voor uns , indien hij den
groolen M a r B tr R • sltclits voor de helft evenaart! ~•
men vervvachl hem tegen de maan 1 Julij.
T.ea unaer stajgenooten gaat met het gronte, ont-
werp zwauger, om in eene der kleinere Hollamlsche
iteden, hSnoels onvergel' jkelijken Me.ssias door
ten aanr.ienlijk geta) kunstenaars te doen uitvoe-
ren. Wij rneenen de kunstminnaars ill ons Va-
derland op deze loiTelijke ondertiemiiif;, waarvan de
ophreng'st tot een weldalig oogmerk zal besteed won
den, bij vooriaad opmerkzaam te moelen roaken,
en wenschen hartelijk , dat de ijver van onzen stad-
genoot doer het volkomen wel ge!ukken der uitvoe-
Ving moge bekroond worden : tekerlijk de groolste
belooning, die aijne lietde voor de kunst te dee! val-
lea kan.
,<1.      ,«:
#***«
KOB«
-
-ocr page 73-
C64)
KORTE/ZOO BINNEN- ALS SUI-
TE NLANDSCHE BERIGTEN.
Zekere klaviermeester en mechanicus te London,
J, b. Lo bier genaamd, heeft een werktuig uitge-
vonden, hetwelk bij alle piano-forte's kan . gebrmkt
worden, om den leerling de noten en derzelver be-
naming, zoo op het papier, als op het klavier, op
eene gemakkelijke wijze te leeren kennen, en tevens
de beidc de handen eene fraaije en voor de uit-
voering gemakkelijke houding te doen aannemeli.
Hij noemt dit werktuig Chiroplast. Wie begeerig is,
met den aard van hetzelve eenigzins naauwkeuriger
bekend te wordeii, die leze eene korte beschrijving
daarvan; te vinden in bet laatste nummer van de
allgemelne musikaMsche Zeitung van 1818 , waarbij
men tevens eene afbeelding van het werktuig', over
welks not in Engeland Veel gelwist wordt , vindea
kan. _ ..„
In het laaUt van October 1818 is te Munchen over*
leden Mad. hiiini duiajs, we'ke voorzeker eene
der eersle zangeressen van onzen tijd was. Zij be«
reikte slechts den ouderdom van 3G jaren. De aan«
zienlijke omvang van hare stem, de groote herrschap*
pij , -we'ke zij over deze wist nit te oefenen , de zut-
verheid harer intonatie , de sierli jkheid in hare rou*
lades, en eindelijk de verwonderlijke liefelijkheid van.
haar piaao , vooral in de hooge tuonen, hare inder-
daad
'•■'.•■                                                                                                       * '' '
-ocr page 74-
-
-■
flaad gtootsche en gevoelvolle vdordragt, at &et&
uitstekende hoedanigheden , waai-van de meeste zari-*
geresscn slechts -weinige bezilien, vbnd men in haa*
vereenigd. Onvergetelijk blijft aij den sthrijver de-
ZeS, dien het gelult te beurl viel naar te huoren}
te onvergetelijkcr nog , daar hij haar in persoon heeft
leeren kennen , en hare onuitputtelijke goedhartig-
heid heeft leeren bewonderen en hoogachten.
Het eersie nuramer van den tegenwoordigen jaar-
(gang der Allg. mus. Zeit. bevat een kort levensbe*
rigt ran deze groote zangeres.
Men heeft ons, eenige maanden geleden, veel on-»
gefustheid gebaard omtrent de gezondheid van ittt*
Bo yen. Een van 's mans vriendcn schreef ons »
name'ijk, dat hij eenen brief van beetHoveK had
ontvangen , waarin deze zich beklaagde oVer zijne
doofheid niet alleen, maar ook over eefte orilsteking;
in de long. Deze tijdiHg maakte ons Vooi1 zijn le-»
yen zeer beducht. Met eene dubbele blijdschap lezcn
wij center thans in de Duitsche muzijkale tijdschrifteti,
dat de groote man korteling zelf zijne zevende sym*
phonie (a dur) heeft gedirigeerd, eft dat hij zelfs de
compositie van een oratorium onder handen heeft. ~*
De hcrael beware hem nog langen tijd, den man vol
van gloeijende phantasie , vol van het innigste ge-
voel, den geweldigen beheerscher der toonen, (gs«
lijk zekere schrijver hem noemt) den man, -wiemJ
irerken alle den stempel der echte genie dragenl
>. , .
E                                                               Ook
-ocr page 75-
(66)
Ook in lleiner plaatsen van ons Vadevland, acliijnt
de beoei'ening der toonkunst aliengskens met meet
liefde gedreven tc worden. Zoo meldl men ons, bij
voorbeeid, uil Julphaas , dal zicti aldaar een zangge-
selschap van ongeveer derlig personen he< it ge«
vornid, littwelk reeds bij onderscheidene kerkeiijke,
feesten bhjken van aauzienlijke vorderingen he eft ^e-
gegeven,
M E N G E L I N G E N.
De R id der glock,
Eenc herinnering uit hct jaar i8oy 00-
Dc Natuuv schenkt gi-woonlijk indrnlatcn herfst aan
Berlijn nogeenige scboone dagi-n. De zon treedt.vriea-
delijk van achter de wolken ten voorschijn , en spoedig
verdwijnen nu de dampen in de zachtgelemperde lucht,
yyelke door de straten waait. Men ziet dan eene Ian go
reeks van menscbcn , bont door eikander gemengd , naai?
jfle dier^aarde wandelen: elegante heeren , burgers met
de ega en de lieve kli'intjes in bet zoodagspak,
geeslclijken, jodinnen , referendarissen , galante dar
jpaes , professoren, modctnaakster*, dansers , officiet
fen, «nz. alles trekl onder de Lpi^ert h,enen. \\ e|
dra zijn alle plaatsen bij ,kl.a.us e,n If ebb a he-
\nu !•: : •'■               ■■•: . ■:'•■                                              < *et»
(u) Uit verliaal it van denzelfden hottmAhit, v«b
wien wij reeds in den eersten jaargang (2e link) d*
muiijka]e pijnbank van den kapelmeester
jo»»
miiLiH midegedeeld hebben ; en ook nit liet
zelfde werk : Fantasia-tuck* in g shots Ma-
nitr,
geirokkea.
-ocr page 76-
(«7)
■el? de koff'j dampt; de elegante heeren sleken hua*
ne cigareu aan; men spreekt, men twist onder elkan-
dcren over f tirlog en vrede , ovef de schOeuen van
Mad. inHKiig, of ze kort geleden gri>» of groea
waren, over het geslotene tvaktaat van koophandel
en over valsche munt enz. lot dal eindelijk alles uil»
komt op eene aria uit Fanchan, waarmcde «ene ont-
stemde harp , een paar niel gestelde violen , eene tee-
ringachtige fluit en een aamborstige fagot zich zeU
ven en de toehoorder* martelen.
Er ttaan digt bij de heining, welke den grond
-ran web eh van den heereweg afscheidl, verschei-
den kleine , roude lafelljes en tuinstoelen; hier ademt
men versche lucht ; men slaat gade , wie er al komt
en gaat, en is verwijderd van het wanklinken.le ge-
raas , dat het zoo even gcnoemde afschuwelijke or-
kest niaakt. Hier set ik mij neder ,' en geef mij over
aan het vlugge spel mijner verbeelding , die vermaag-
achapte gedaanten voor mijne ziel toovert , met welke
ik mij over wetenschappen, over kunstcn, in e'e'n,
woord, over alle», wat voor den mcnsch het dier-
baarsle op aarde zijn moet, onderhoude. -~ De vrolijke
rijen der wandelaar* golven al bonier en bonter voot
tnij henen; doch niels sloorl mij; niets kan mijn denk*
leeldig gezelschap verjagen. Het afschuwelijke tritt
van eene ten hoogste gemeene wals is alleen in staat,
•mij uit de wereld der droomen tu rukken. Ik hoorniett
dan de krijschende bovenpartij der-viool en der fluit,
en den si orrenden grondbas van den fagot >■ zich vast
aan elkauder bechtende , gaan zij op en af met oktaven,
~':■-'                                                                           B a                                                                  die
-ocr page 77-
(68)
die hot gehoor doorbooren. Onwillekeurig , even al*
i em 4 ml , die door ecne snerpende pijn wordl aan-
gelast, roep ik nits » Welk eene razende muzijkl
die at'schuwelijke oklaven!"
Wa^sl mij moiupelt iemand ! „ Venvenschl nood-
lot' al weder een oktavenjager'"
Ik zie op en word nu eerst gewaar, dat ev nog
een man, zonder dal ik het bespeurd had, aan,
,fcel zelfde taf'eltje plaals genomen heeft, Denianhoudt
zijnen blik strak op mij gevest'gd , en ook ik kaa
'mijn oog:niet van hem afwenden,
dimmer itag ik een hoofd, nimmer eene gesta'te,-,
die zoo jspoedig eepen zoo diepen indruk op mij
niaaUtc, als deze. Een zagt gebogenc neus eindigrie
in een breed , open voorhoofd , voorzien van aan-
mcrkelijke hoogten boven de dikke , \ grijsachlige
*renkbraauwen, onder welke dc oogen met een schier
■wild, jeugdig vuur hunne blikken schoten, hoe zeer
de man mij vrel vijftig jaren ond toescheen. De
Tveek gevormde kin stond in een zeldzaam kontrast
jt^iet den gesloteneu mond, en een spottende grimlach,
veroorzaakt door het sonderlinge *p.el der spieren
*>p d« ingevallene wangen scheen zich te verzetten
.Ifgen den diepejn, awaavmoedigen emit, die op het
,voprhoofd rustle, Slechts weinige, grijze lokken la-
gen achter de groote, verre van het hoofd afslaan-
4e , opren. Een zeer wijde overrok, naar den he*
dendaagschen trant gemaakt, omkleedde de lange
piagere gestalle.
^aauysljiik* w.a*. mijn oog op den man gevestigd,
of
-ocr page 78-
C69)
Of hij sloeg de r.ijnen neder, en vervolgde de bezig*
held, waarin mijne uitroeping hem waarschijnlijk
gestoord had. Hij schudde , namelijk, met een zicht-
baar genuegi'n, snuif uit veracheiden kleine papieren
zakjes in eene voor hero staande groote doos uit, en
maakte die vochtig met rooden wijn uit eene vi i>n»
deels i'lesch. De mnzijk had opgehouden; ik gevoelde
de noodzakelijkheid om den man aan te sprckeu,
„ Het is goed , dat de muzijk zwijgt, zeide Ik; dat
was immers niet om mt te bonden."
De man slueg als ler loops een' blik op mij, ea
■chudile bet laatste zakje ledig.
„ Het ware beter , dat er in *t geheel niet gespeeld
werdv sprak ik. Zijt gij ook niet van die meening ?"
,, ,, Ik ben voistrekl van geene meening, antwoord-
dc hij. Gij zijt muzijkant en kunstkenner van be-
roep....." "
,, Gij dwaalt: ik ben noch het een, noch het an-
der. Ik leerde voorheen klavici" spelen en dtn gene-
ralm bas , als tot eene goede opvoeding veveitcht
wordende, en loen zeide men mij onder auderen ,
dat niets eenen onaangenameren indruk maakt ,, dan
wanneer de ba* met de bovenpartij in oktaven voort*
gaat. Ik nam dit loenmaals op gezag aan, en heb
bet naderhand altijd waar bevonden."
,, „ Inderdaad ?" " viel hij mij in de rede , stond
op en rigtte zijne schreden langzaam en met bedacht-
zaamheid naar de n.uzijkanlen , terwijl hij me.r dan
eens, het oog naav boven gestagen, met de vlakke
band op het voorhoofd klopte , even als icmaud , die
£ 3
                                      de-
~^-i:.--.„.:................K:.^:-: ■ .. o.......
-ocr page 79-
C7°)
d**« of gene herftmering zoekt op te wekken. lit tag
hem sprekea met de muzijkanten , welka hi} met eene
gezagvoerende waardigheid behande'de. Hij keerde
terug, en naanweiijks was hij we-der neer geseten, of
men begon de onvei'ture van Iphigenia in Aulis te
•peten,
        - '■ *
', Met half geopende oOgen, en met o-ver elkander ge-
slagene armen op de tafel leunende, howd« hij het
andante aan-; den lmker voet za-chtkens bewegen.de,
gaf hij het invaflen der partijen aan : plotseling hief
hij het hoofd «mhoog ; zijn oog vlOogin het rond ;
de linker hand rustle iKet uit een gcslrekte vingerea
op de tafel, als of hij een akkoord op het klavier
aanslaan wilde ; de regter hand hief hij in de hoogte.
Hij scheen een kapelmeester te zijn , die aan het
orkest het invallen van' een ander tempo aanduidt:
de regter hand zinkt, en het allegro begint'- Een
fcrandende, hoogroode bios vliegt over het blceke
gelaal ; de wenkbraauwen trekken zicb zamcii op
het gerimpelde voorhoofd ; eene inwendige woede doet
het iroesle oog ontgkreijen met een vuur, dat a!-
lengskens den grimlach verteert, welke nog om dea
half geopenden mond zwceft. Hij leunt achter over;
tie- wenkbraanwen, worden naar boven getrokken;
het spel der spieren kftert op de wangen weder$
de !6ogen •chitter*i> i eene diepe inwemljge smart
lost zich in wellust op, die alle de peezen aantast en
Iranipachlig doet trillen; laag uit de borst haalt hij
den adem , druppelen zweets slaan op het voorhoofd.
Hij geeft het invallea van het tutti en andere hoofd-
h
                                                                                pas«
-ocr page 80-
(7« )
passages aan» zijne regter hand verlaat de mail
»oo;t; met de linker haalt hij een' doefc voor den
da$ en slrijkt daarmede over ,het gelaal. ■— Zoo
jbragt hij leven, vleesch en kleuren in het geraamte,
hetwelk ecu paar violen van de ouverture daarsteU
den. Ik hoorde de zachte, wegsmeltende klagt,
traarmede de fluit zich verheft , wanneer de storm
dei* violen en bassen uilgewoed heeft en de donder
der pauken z-wijgt; ik hoorde de zacht aanslaande
toonen der violoncellen , der fagotlen, welke het hart
met eene onuilsprekclijke weemoedigheid vervullen:
bet tutti keert weder; het unisono stapt, gelijk eeii
reus, groot en verheven voovl; de dompe klagt
sterft zuchtend onder zijne verpletterende schre-
den.....
De ouverture was ten einde; de man liet beide
zijne armcn zinken ea zat daar met gcslotene oogen,
even als icmand , vfiens krachlen door eene over-
groolo inspanning uitgeput zijn. Zijne flesch wat ledig:
ik vulde zijn glas met bourgogne-wijn , dien ik mij
jnmiddels had doen geven. Hij slaakte een' zwarea
**,ucht, en scheen nit eenen diepen drooin te ont-
•waken. Ik noodigde hem om te drinken; hij deed
het zonder omwegen , en terwijl hij het voile glas in
«ene teug naar bi.inrn sloeg , riep hij uit: „ Ik beri
tmet d« uitvoering voldaan! het orkest heeft zich braaf
gehcuien!" „ „ En niet te min, nam ik het woord,
•werden er slpchts flaauwe omtrekken gcgeven van
ten met levendige kleuren uitgewerkt meestersluk," "
„ Oordeel ik regt ? — gij zijt geen Berlijner ?"
,; » Vol-
s
-ocr page 81-
C?» )
\, „ Voltomrn regt; ik houde mij hiev slechts bij
afwisieliiig op." "
,, De bomgogne is goed ; maar het wordl koud."
„ „ Laat ods dan naar binnen gaan, en daar de
flesch ledigen." "
„ Ken goed voovsti I ! — Ik ken u niet; doch we-
devkeevig kent gii mij evenmin. YVij willen naar on-
ze namen niet vragen: namen zijn dikwijls lastig.
Ik drink bourgogne, die m<j niets kost; wij bevinden
ons wel bij elkauders , het is zoo goedi" — Hij reide
dit alle* in eene goedhartige luini.
(Jlet vervolg in het tweede Sluk.)
\
/
Be Redaktie herinnert den lezer, dat dil Tljdtchrifl, »a«
nn de eerste jaargang (1818) te Groniiigen bij I oommi
is uitgegeven , in het vervolg bij den horkhandelaar vr. VAJt
3Boekek.e», mede aldaar, uitgegeven wordt , en wet bij
inteekening of abonnement : em maatregel , wellce onver—
Biijdelijk is tot regeling der oplage -van em weik , hetwe!k#
nit zijnen aard , niet voistrekt algemeen , maar sleebts door
zekere klasse van lezcrs getrokken wordt. Men abonueert
by zijnen gewonen boek- of mozijkhandeUai,
Dewijl dit tijdsckrift voortaan , bij den ondergeteeken-
den , hoekbanijelaar te Groningeb , wordt uitgegeven t
maakt bij hicr mede brkend , dat de ahonnementsprijs,
■*oor iederen jaargang , bedraagl f 3 — 5 — : be»t»and»
ten jaargang uit 4 stukken , met en benevens een' gegraveer—
den titel en algemeenen inbo«d De uitpave van het eerste
«tuk van den tweeden jaargang, js door toevaliige oor'.a-
ken vertraagd. Het tweede sink zal in de maand Jnlij,
bet derde in, September, het vierde of laatste in November
aautlaande verzonden woiden.
W. tax BOEKEB.EN.
»
-ocr page 82-
:
A M P H I O N.
RHAPSODIE.
.-
„ Waar de knnst in verval geraakt, vail
zij door de schuld van den kunstenaai".'*
JL)e ondervinding zal deee sprcuk zoo lang kun-
nen bevestigen, tot dat onze regeringen de kunit in
hare bescherming beginnen te nemen; en tot dat iiij ,
die wij d« voogden des rijk» noeraen, zich ten min-
Ste zoo verre met haar willen bemoeijen, dat liij
'haar wezenlijk doel leeren kennen.
Welke scboone voorbeeUen hebben zij niet in dit
opzigt roor oogeni — Ik spreek van de loonkunst, —i
A tt re b , koning van Engeland, die zijn vaderland
door het spel op zijne harp gered heeft, stelde zich
niet te vrede , met het inlij-ven van dit speeltuig in
het toninklijke wapen , maar hij stelde ook op
's lands hoogescholen openbaare leeraars der toon-
kunst aan. En wat deed de bekende gregorids,
die den pauselijken stoel bezat, niet al voor haar?
Met hoe reel vuurs beschermden niet *k*imj in
Eraokrijk, de gvooteKARil en andere vorsten, de*«
II. Jaasg. II. St. •              F                         kunrtl
N
■'.A.:^,,;-........ i-ife.i;.»!■... ...;^
-ocr page 83-
C 7*)
liunsl! — Zij -was aanvankelijk het eigemlom der
k'lk, en terwijl zij de Godsdienstotfeningen mag-
tigiijk verheevlijkt-e , daalde zij als een heiligdom ne-
-ider» in de hasten tier Christen-gemeenle.
Te dier tijd bevond het volk zich op de eeiste
•port der kunslladder, en men zong Hederen van
veveering en dankbaarheid voor de Godheid , voor
den held) voor den braven man, De klimmende
beschaving heeft de juiste aan-wending der knnst
•chier ver'rongen: immersi thans staal het volk op
het punt, om tot de laagste sport neder te daien ,
Vauneer ir n:et spoedige hulp koml.
Er zijn, wel is vaar, enkele regeringen, welke
liier eene eervolle uilzondering maken; maar dit i»
. voor het algemeen nog nict voldoende. De albestie-
I'ende Vo'otfzieiiigheid heel't den mensch de kunst ,
tot eene gezellin op den ongebaanden weg des levens,
mede gegeven. Have . bestenjnung ii, ziqh a»n. den
gewonden boezeih, zoo wel van hem, die op den yer-
hevenstcn Iroofl z;t , als van. den bewoner der nede-
rigste hut, te vlijen; dat hij geneze. van zijn leed.
Laat ons echter met aile hulp bu/.len ons yewvach*
ten! — Het onlbreekt den men.sell niet aan eigen vev-
mogen, om zich zelven te. leiden, wannesr het zijn
muet: hij behoeft dit dan slechls te nvilhn. Hij kan
zelf een voorbeeld worden: waaram zal hij bij dc.
navolging staan blijven ?
Hij moet en mag den hem toe vertrouwden schat
fiUt begraven, De levenlooze navel vovmt zich op d«»n
die«
-ocr page 84-
C?5)
diepi-n bodem der zee, en de mensch, die de sou
aanschouwt , zoude" zijne kr-achten vruchteloos heb-
ben Ontvangen, eh dezelve noch ten nutje van
zicb zelven > noch tot genoegen en voorde«l van an-
deren bf steden ?
Laat oris daarom eenen strengen blik van onder-
toek wevpon op de vo(>rtbrengselen der hedendaag-
icte' kunst; laat ons, van dat grondbeginsel uit*
gaande, dat de toonkunst voornameljjk op het hart
werkeh moet, de gewrochten tdetsen , op welke onze
kunsletiaars ons onthalen! en. btijven wij koud bij
huniie loone'n, kan onze bijval niet uit het hart op-
k'omen , zoo dat -wij alleen het •vvei-ktuigelijke en kunst-
matige bewonderen, dan laat ons zulke voortbreng-
#»!enyen derzelvef vurvaardigers den rug toekeeren!
Toen lONTENilLi sprak: ,, Sonate, que me vcux-
ft/" ?'■ • werd r hij sleebts door weinigen verstaan: de
♦'if* kunstkenner bcgreep hem echter -wel.
Laat-ons bovenal de beoefening der kerkelijke mu«
xijk bescliavcn , en in deze, den hartroerenden ko-
raal! *-*■ "Wie gij ook zijn moogt , meKSch, met ge-
•eoel begaafd , beken het maar'. na een koraalgezang
kunl gij geene beuzelarijen aanhooren , al had ook
eene meesterlijke hand die vervaardigd !
Intusschen zal de kunst ons ook andere vreagde
schenken, maar alleenlijk zedelijke vreugde aan den
zedelijken mensch.
                                                         »
Bij het woord tedelijk, moet ik mij vooraf tot n
wenden, gij goede moeders! Hoort eenen roan van
F si                                  am
-ocr page 85-
C?6)
#adervmding. en volgt hem! — Weest naanwgeieet
in de ktrutp. van dm «>an, aan wien gij de gevaar-
ijke task loey.ertron.wt, mi in het hart uwer jesigdige
dochter gevoelejis op te wekken, die voorheen nog
s!u-pen ! Wcfji jiajuwgezet in die kcus, en let zorg-
vu.d'K op <le s.ukken, we'ke de man aan zijne leer-
lug tar; oetcniiig voorlegt. Nog hoi It d* Staat , die
TKti zijn nnithema over onzede'ijke boeken uiisprak>f
b»t niet de motile waard geacht, onri'ine prosa ,
in dartele vrrzen gcbragl, ea met lokkende toonen
gep>ard , te verbiejun;. nietlcgenstaande de laalste
nog veideifi lijker is, dan de ei rste. — Waakt daar-
om teg, n deze vijanden, die uw tpederroinnend hart
die gen te verscheuren, uwe dochler te bedrrven-,
en den vivJe van nw huis te verstoorea! — Gelooft
den man van ondervinding!
Ik kecr tsrug tot het zedelijke gcnot, hetwelkde
loonkunst van den nieuwen tijd ons srhenkt, ja zelf*
in eene zoo veel grootere mate, schrukt, dan de
Inns! onzer voorvaderen, die in bescbaving eon ver-
re beneden haar slocd Dit g not wacht op ons,
reeds aan de eerste ivieg , en vergezelt ons lot aan
de tweede, het graf; ja wat meer is, het vrome
ge'oof beeft ons dat genot zelfs na den dood toege-
*egd.
Welk een gezang, naauwltjks hoorbaar en toch
e< o innig trefiVnd , laat. zich ginds, in dat stille ver-
trrk, hooren ? — Het is eene moeder, die baren
zu'geling in den slaap zingl; zij heeil dcze zorg niet
aan eene huurling opgediagen,
                              Waar«
* •
-ocr page 86-
C 7F>
Waarotn rerzamell zich ginds het volk, ww da
leiilsn a.,ut u van het aankomeude gtslaciu hu.Juttt a
eerwaariiigen aibeid vovonen? — Het hoort iiaar
ie , liedereu oozer jeugd , welke het hoohr.egi-ip van
•1 die drugdeu inl.ouden, die haar tip haren vo gen-
den leveuswcg mot leu yergezeileu.
Hel zalige jawocrd wil de lippcn der zedige jock,
vrouw nit-l ontglijilen ; zij \oirt deu man barer ziele
daar henen , waar luojieti voor haar sprtkeu, en een
lied der lieide eu trouw yeizekrrl hem, dai hij al*
leeu liaar gelukkig roakeii kan, eu dal zij hem in le<«
ven en i,ood niet vti'aten <ai.
Warmest wij den vijand des Yaderands vers'aan,
helpt de kunst out strijden en zegevierend mensche«
lijk ziju. Zij zit voor bij ouze vreugdt i'eesten, Zij
»ne!t den droi i'geestigen le hulp, en verheven boven
alio andere midde'en, is zij het allien, welke den
vrijen loop der, door diepe smart teiug gehoudeue,
traan bevordert, en den koiumer lenigt. Zij geleidt
den dooden naar de ruslp'aats, en laat daar een
lied aanheffi-n, dat van opstandiug en hemelsche za«
ligheid spreekt,
Hehben wij de magt der toonkunst in al die om»
atandigheden gevoeld , dan zullen wij hit licht van de
duislernis wel welen te onderscheidi n, en aau het
Verdiensl even zoo wel deszell* kroon toevijzen, al»
de valsche kunsl en derzelver voorstanders den rug
loekeeren,
\aische kunst is, in de muiijk, een voorlbrengsel,
-m                                 I i                                  het
-ocr page 87-
C 78 )
helweJk ons gevoel niet opwekt. In de schi'der-
kunst zoude een mengsel van kleurea, zonder bepaal-
den vorm, zeer veel op zulk een ding gelijken. Dc
kunstschilder wrijft de kleuren op zijn palet, onl na«
derhand met een voorzigtig penseel daarvan af te ne-
mtD , en op het doek lot. een tafereel te vornien.
Passages en trillers zijn even zoo irrin muzijk,
als de kleuren op het palel een schiidcrstuk zijn.
Het eene, en het andere kan te naauwer nood het
gapende geineen vermaken.
Voorwaar! de kunst, op dien lagen trap, bedriege
ons niet! wij willen in tegendeel alles aanwenden ,
om den sluijer der meer verhevene kunst te ligten ,
die haar goddelijk aangezigl voor ons verbergen wlli
Wij willen het werkluigelijke der kunst yereeren ,
voor zoo verre dit de hoogere voltooijing van een
kunstwerk bevordert. Waar dit geene plaats vindt,
danken wij den speelman niet voor zijnen halsbree-
kenden arbeid, zonder zin en zonder eigenlijke be«
doeling ; en terwijl hij zich het zure zweet van het
aangezigt veegt, willen wij hem beklagen. Wij heb-
ben hier even zeer op het oog al die niishandelingen
der menschenslem, bij welke de dichlkunst, welke
toch hier het hoogsle gezag voert, meestal even zeer
mishandeld wordt.
                                                  > .
Wij willen onze jeugd vroejgtijdig bekehd maken
met het nut, hetwelk de echte kunst Sschcnkt, en
met het nadeel, dat de valsche te weeg brengt.
Met standvastigheid verklacen wij ons tegen de
on-
-ocr page 88-
(79)
endersleuniug van den veizenden mozijkant, dien At
openlijke merniog geene hulp waardig vond, maar
met al onze vermogens staan wij den kunatenaar bij,
welke de sttmme des volks voor zich heei't. Het
laatsle zullen wij niet slechls goedkooper volbvengen ,
maar boveodien nog sleeds schatten verzame en; I'aat
de valsche kunstenaar het op onze bcurs toi'legt, de
echte daarentcgen ons hart wiunen wil. Men viudt
trouweus uitzontieringen, ruaar zij zijn loch zeld*
zaam.
Uit dit een en ander eindelijk , zal men de noodza*
keHjkbeid leeren inzien, ilat menit,e iniigting anderj
Moet bestaan, dan zij thans wezen'iijk beslaat.
Wanneer de mensch, in een tijdperk van wivinig
men, niet wel in staal is, een tooneel uit een hel«
dendicht, een bedrijt' uit eenen roman , daarna een'
brok uit eene parodie , en eindelijk een" tooneel uit
een gekkenhuis te verdragen, zonder te bezwijkent
dan zoude ik wel eens willen welen, hoe hij de mee«
*te onzer koncerlen bezoeken mag, waar eene gelijk-
soortige verraengirig van gewaarwordingen zich van
hem meester moet maken ?
Maar wanneer de koncerten zoo ingerigt zijn, dat
zij door eene kantate , een oratorium enz. e'e'n gelieel
uilmaken, dan eerst zullen wij waarlijk . genietea;
en , is het dan volstrekt onvermijdelijk » dau sla men
den een' of anderen kunstenaar toe, ora als een in*
termezzo , van zijne vaardigheid, of wat hij anderl
vil» eene proeve te geven. Wij beschouweu dit al*
V 4                                eeat
-ocr page 89-
eene pause lusschen de bedrijven, Wtnneer de gor»
dijn gevallen is.
Daar geen memch, die ecnige aanspraak maakt op
seining, al ware het slechts tot verstrooijiug, een ge-
Self chap bezoekt, vyaar men alleeiilijk in ongebon-
den vreugde lecft, zoo zullen wij even min mize
sc batting aan zulke opera's opbrengen, waarvau tri-
vialiteit hel hoofdkarakter uilmaakl. Jnderdaad, het
Strekt den cornponist weinig tot eer, dat hij, slechts
ten dienst der laagste volksklasse , voortbrengscien
van die soort met toonen verrijkt.
Bovenal vrillen wij onze kinderen daaraan niet la-
ten deel nemen : vfij knhnen schiften , m'j nog niet,
en gewoonte wordl ligt tot eene tweede natuur.
Wij alien betreden hetzelfde pad: rijpere jaren,
grijze lokken, de dood verbeidt ons. En zullen wij,
door valsche kunst tol gekken verlaagd, zoo naav het
doel streven ? Dat zij verre! Er is bijna niels zoo
vralgelijk in de natuur, en juist daarom walgelijk,
dewijl het onnatuurlijk is, als een oude gek: —. Maar
neeft, eelijk wij boven beweerden, de goede voor-
zienigheid ons de kunst tot gezellin gegeven op den
vreg van de wieg tot hel gvat , dan waarlijk is het de
eckte kunst alleen, welke ons in vreugde zoo wel,
als in leed bijstaan moet: de valsche kunst bezit dat
vermogen niet, en in rarapen wordt zij ons zelfs tot
eene biltere kwelling.
GtOiHXIH.
OVER
/
-ocr page 90-
OVER ROSSINI, DEN COMPON1ST VAN
T A N CII E D E , EN ANOEHE OPEli A'S.
In eenen lijd , waarin de opera Tancrede te Amsteiv
dam bij herhaling ten tooneele gevocrd is, en een*
grooten bijval vcvworven hei ft , en waarin ook eene
andere: Elisabeth, Kbmgin von Engeland, ver-
toond wordt; kan hel niet aisders dan belangrijk zijn,
met. den vervaardiger dier opera's eenigzhis naderbe-
kend tc worden , en ik vlcije mij dus , dat het navol-
gende eenigzins aan hcl verlangen van den weelgie~
rigen zal voldoen.
Gioacchimo iossisi werd in 1790 te Pesaro,
in Romagna, geboren, en zong in zijne jetigd , te ge-
lijk met zijne moeder, in de opera te Bologna. Hij
had bet geink een leerling te zijn van den heroeinden
Paler mattei, en begon zeev vroegtijdig te conrpo-
neren.
Men stemt er niet in overeen , of deze componist,
te vroeg de school ontloopen is , dan of hij in tegen-
deel, gelijk sommigen willen beweren , volkomen in
de regelen dev kunsl is ingewijd. Zij, die de eerste
Ineening voorslaan, beroepen zich op zijne werken,
waarin men trouwens niet zelden fouten ontmoet,
zoo wel tegen de algemeene regelen der harmonie ea
der kunst van compositie , als tegen de bijzondere
regelen, welke bij het schrijven eener opera in acht
genomen moetea worden. De anderen daarentegen;
F 5
                                      zij,
i
-ocr page 91-
(83)
eij, namelijk, die rossini's geleerdheid willen ver-
dedigen, en onder welke hij zelf ook behoorl, —■
geven voor ; dat hij , alleenlijk uit vrees van het pu-
bliek te zullen mishagen, er zich niet op loelegt, oiu
net voetspoor van mozart, Haydn en anderc
groote mannen te volgen.
Wat mij betreft, het korat mij voor, dat een jong
eomponisl, vooral in Italie , zeer ligt in verzoeking
geralcea kan, om in zijne werken, eenige meerdere
inschikkelijkheid voor den smaak der menigte le
toonen , dan billijk is ; nimmer echter zal hij fouten
legen de regelen der harroonie, kunnen verdedigen
door voor te wenden, dat dezelve nit inschikkelijk-
lieid zijn begaan ; en met betrekking zel{s tot den
smaak van het pnbliek is het. bepaaldelijk zeker, dat,
hoe zeer ook de ltalianen hunncn bijval over het al-
gemeen niet aan geleerde muzijk schenken , nietterain
opera's, zoo als de Scktveizcrfamili'e van viict,
bet Opferfest van whiter, vele werken van simoh
mater, Mayer-beer en zelfs van lonti, zeer
in den smaak vallen dier bewoners van het Europi«
sche Paradijs. Rossini'' mag dan vrij zijne genie
haren gang laten gaan en zich tevcns beijveren, om
grondig te schrijven, dit zal voorzeker zijnen voern,
geen nadeel toebrengen.
Doch lossim's eigene verontschuldiging ler zijde
ee'aten — geloof ik , dat er andere vedenen zijn,
•waarom deze componist zich schuldig maakt aan
-fergrijpen legen de regelen der kunst. De eersle en
voor-
-ocr page 92-
(85)
voomaamste is wel onkunde. Men vcrsta mij nog-
tans wel. Ik wil niet staande houden, dat fiossim
geheel van ■wetenschappelijke muzijkale kundigheden
zoude onlbloot zijn; ik geloot' in legended, dal hij
gestudeerd heet't, en dat hij indevdaad met de wer-
ken van mozaht, haydn en aridere mannen van
den ecrsten rang zeer naauwkeurig bekend is; gelijk
dan ook dit iaatste reeds gemakkelijk valt te bewij-
zen, uit de kicine diefstallen, welke hij zich u<t de
werken dier componislen van tijd lot tijd veroor-
loofl. Hij is dus niet geheel onkundig ; maar hij is,
naar het mij toeschijnt, niet zoo gemeenzaam met
de regelen der kunsl, dat zijne ideen zich terstond
bij de conceptie naar die regelen vorinen. Hij
.schijnl ook niet in den gehee'en , trouwens zeer wijd
uitgestrekten, omvang dor kunst, meester van haar
te zijn; maar op de algemeene regelen, die hij kent,
te veel vertrouwen te stellen. Het ontbreekt hem
voorts aan psychologische kennis van den mensch.
Ik ben, namelijk , van meening , dat de cornponlst
eener opera, — wanneer hij ook nog te jong is, om
de menschen grondig te hebben leeren kennen — niet-
temin den mensch kennen raoet, even zoo wel als de
dichter, wiens woorden hij in muzijk brengt; zal er
namelijk uit de vereenigde werkzaamheden van bei-
de, een gocd werkgeboren worden. En die onont-
beerlijke kennis heeft bossini niet vcrworven.
Hij meent met zijnen vijkdom van liefelijke me«
lodien, waarin hij, dit moet men bekennen, niet
-ocr page 93-
C84)
ligj overlroffen vordt, alle zwangheden le kunnen
o^erwinnen, en hij vleit zich ook wel die zwarig-
hedrn inderdaad te boven gekonien te zijn: immers
irsdien dit niet ware , zoude hij aan zijne eens. aan-
genomene manier niet zoo gelrouw gcbleven zijn,
Maar de uitkomst doet den onpartijdigen beoordee-
laar zieu, dat hossiki zich vergist. iiij behoort
onder die menschen , welke , om met xoiait te
upreken, „ niet reeds als knspen van den maestro
ft
knipslagen of dondermenten geproefd hebben, en
»j die naderhand meenen, dat zij alltenlijk met la-
M lent en lust verwonderlijke vorderingen zullen ma-
„ ken."
Eene ttveede reden, waarom bossihi, naar mijn
oordeel, geene betere weiken schrijft, (in de onder-.
slelling , namclijk , dat het hem daartoe niet aan ta-
lent ontbreekl) i* te zoeken in zijn karakler. Hij
is een zeer loszinnig mensch , die zijnen tjd !iever in
vrolijke enzeilswel al te vrolijke gezelschappen door-
brengt, dan aan de schrijftafel. Deze zucht naar
vrulijkheid duel hem velen tijd verliezen , en wanneer
e«f dan loch eindeiijb eens gewerkt moet worden ;
bee ft men den kostelijken tijd , dicn men aan de ijve-
rigc beweikiiig der opera had kunnen en behooren te
bestcden , verbeuzeld. Jctusschen dringt de irnpresam
rio
(ondernemer van het (ooneel, of gelijk wij zeg-
gen , de tooneeldirekteur) cr op aan, dat het werk
op den bepaaMen tijd af moet zijn; dreigt, dat hij
niet betaien zal, enz. en nu schrijft men dan maar
,
                                                                               voort,
' '• .                            A
-ocr page 94-
C85)
<roort | en vollooit Tiel stuk , misschien in he* tiende
gedeelte van den lij 1 , dien men btl ijker wrijze daar-
aan had moeten besleden. Op de?.e -wij7e kan hel dan
niet missen , dat een man, die grootcndeels niets aa*
ders dan talent, alhans geene genoegznam grondig*
knnde bezit een broddelwerk moet leveren , waaria
slrchls hier en daar een vonkje van een echt dich-
terlijk vnur schittert, even als de zon door eenen be»
wo.kten hemel slechls nu en dan eenen slvaal schiet. —•
Zoo verhaalt men van rossihi, dat hij eene zijner
opera's, ik weet juist niet wejke, in achttien dagen
nfgewerkt heeft. Het is wel waar, men zegt ook , dat
Mozart over zijne Clemenza di Tito niet langer ge*
werkt heeft; maar deze was ook een geheel an !er
man, en wie zoude nog, in we^rwil van den he*
melsbreedea afsland tusschen beide mannen, wilien
Staande houden , dat in de Ciemenza di Tito niet
meer dan ee'n stuk voovkomt, hetwelk, hoe zees
altijd nog verre boven de muzijk van rossini uit-
stekende , evenwel met de overigen niet op eenen
gelijken graad van waarde bogcn kan, en hetwelk
mozart zelve, had hij langer geleefd, niet r.ou-
de afgekeurd en betere stukken in desjelf; plaats ge-
•chreven hebben? (12) — Nog een klein staaltje van
nossmi's loszinnigheid! Hij had op zicb geno-
_:,,. ■___________                                                                   men,
(la) Gelijk bekend i», heeft MOZART zijne opera la
Clemenza di Tito
in de laatite weken zijnt leveni
gesclireren , en niet meer tijd aan de voltooijing ran
dat stuk kunnen beitcden , daar het hem t« laa*
■werd opgedragea.
-ocr page 95-
C86)
rhen, eene zekere opera te componeren. Dc impre*
eario
vroeg hem dikwijls, hoc verre hij reeds met
Eijn wevk gevordeid was; maar ontving lelkens van
aoss'nt tol antwoord , dat hij er cog niet aaa
grdacht had, en ook nog niet den minslen lust ge-
vocide , om er ecn begin mede te maken, De irn-
prtsirio,
vrezrnde dat de opera ouvoltooid zoude
blijven , en hij den winst zoude moeten missen,
Welken hij zich van hot nieuwe werk van eenen
Schier vergooden componisl beloofd had , doet hem
gevangen zetlen! en in de gevangenis, waar voor
het ovevige de. gewone violijkheid rossihi niet vei--
laat, schrijft hij de opera.
Bij de twee opgenoemde oorzaken kan men ligtelijk
eene derde vocgen, welke in den allezins wonderlij-
ken smaak van het publiek haren oorsprong heeft.
Men kan zich imierdaad naauwelijks een denkbeeld
vormen van den wonderlijken aard van het Ital'aan-
sche publiek , over helwelk men zich dikwijls niet
Van lagchen onlhouden kan. Gaarne misschien zal
men hier eenige trekken daar van opgeteekend vinden.
Men spreekt veel van de levendigheid van het Fran-
ache publiek, maar die van het Italiaansche gaat alle
palen te buiten. lie Italiaan kan zich niet onlhou-
den, van telkens met luide uitroepingen zijne goed- of
afkeuring te kennen te geven. Men verbeelde zich
Bu eenige honderden aanschouwers in een tooneel-
gcbouw verzameld , -waarvan althans een groot ge-
declte onophoudelijk met, luider stemme teekenen
van
-ocr page 96-
C*7)
Tangoed- of afkeuring geefl, en dikwijls wel van bei- ,
de te gelijk, en men zal liglelijk begrijpen, welk
cen geraas ev in een tooneelgebouw in Italie heeT-
schen mod. Daarenboven ontvangen de dames in
hare loges bezoeken van jong en oud, waarbij het
dan dikwijls niet minder luidrugtig loegaal. Bevalt
de opera, dan zal hel in de loges wel wat minder
druk zijn, schoon vele menschen van de zoogenaamde
deftige klasse, zich verbeeldeny dat menschen vaa
aaiizien , zich niet door het schoone eener opera moe-
ten laten wegslepen, raaar dezelve met eene zekere
Onverschilligheid moeten aanhooreu. Bevalt de opera
niet, dan is er loch meestal e'e'n stuk in, dat bij«
va! vindt , vooral wanneer de prima donna of prima
tiomo
in den srnaak van het pnbliek valt. Vdor dat
zulk een stuk bigint, heeft het pnbliek in de opera
veel overeenkomst met dat in een koffijhuis ; icaar
aoo dra het orkest het geliefkoosdc stuk aanheft, be-
gint alles te sissen, en ev heerscht terslond de grooU
sle stilte , welke trouwens dan ook weder met het
applaudissement aan hel s'oi van het stuk een einde
neernl, als wannecr het koffijhuis weder begint. Ve-
le menschen zelfs gaan dan naar huis , en men vind*
er, die op denzelfden avond meer dan e'e'n theater
bezoeken, waar zij niets anders aanhooren, dan het
geliefkoosde stuk en zich dan -weder naar een ander
tooneel begeven. Van deze laatsle caprice, of van
we ke atidere oorzaak dan ook, komt het misschien,
flat wanneer het tweede bedrijf eeuer opera, of ook
jlccht*
-ocr page 97-
I
(88 )
Wechts een. slut daarvan mcer bevalt, dan het eerste
&edrijf, de impresario er geene gewetenszaak van
maakt, om het tweede bedrijf lot het eerste le ver-
hefi'en, waarbij dan het gebouw dikwijls opgepropt
Vol is; terwijl naderhaod het eigen'ijke eerste be-
drijf vonr stoelen en banken gegeven wordt.
Uit deze bizarrcrieri zal men zich eenig dcnkbeeld
lunmn vorroen van den wondevlijkcn geest, welke
hot Ilaliaansche pnbliek bezielt, en is het dan wel
"te verwonderen, dat een jong componist, die ran
zijne werken roem en voordeel oogsten moet, zich.
zelf do inscliikkelijkheid voor het publiek , dat schier
RijYi god is, als de huogsle -wet voorschrijtt ? de on-
dervinding onlbreckt hem, om de grenzen zijner
inschikkelijkheid op de juisle plaats te kunnen af-
bakeuen. Zijne liefelijke melodie'n, hoe zeer door
geene grondige hewerking ondcrsteund, noch voor
den ondergaiig bewaard , bevallen voor het oogen-
llik ; hij wordt geap;>laudiseerd, op de handen ge-
dragen, ver^ood: en wat wonder dus , dat hij zich
'•erbeeldt het hoogste toppnnt der kunst bereikt le heb-
"ben ? wat wonder, dal hij de ernstige vermaningen
van echte vricnden der kunst, die het, iriet den jorigen
kunslenaar wel meenen , en hem op een' beteren wcg
Irachten te leidcn, als gevolgen van afgunst en nijd
in den wind slaat, in p'aats van zich dezelve ten
nutte te maken, en in zijne verblindheid soms wel
zoo verre gaat, van zich als den benijdenswaardig-
tlen man op aarde te beschouwcn ? — Maar helaas!
-ocr page 98-
(89)
die b'indheid duurt niet altijd; rijpere jafefi d«eft
den kunstenaar meer ondei vinding , me>r licht ret*
kiijgen. en het raH hem a's schellen van de oogen.
In p'a.ils van bemjd, ziet hij *ich nu beklaagd}
in plaats van beroi md , vergeteh ; in plaats van Op
line lauweren te kunnen uurusten, slaapt hij op
doornen; beklaagl zijn ongeluktig lot, in plaats van
eich zelven aan te klagen 5 en ontmoet misschien
den dood in de armen der biltersle eliende,
Doch ik beipeur, dat Ik te ver van het doel
"afgedwaald ben, en keer tot tnijn eigeniijk ondeB*
•werp terug. — Uit het een en adder, wat men tot
nu toe geUzen heefl, zal men reeds bebhenopgemaaktj
*dat rossini geenszins tot de componisten Tan deft
eersten rang beboort. Laat ons nu nog eenigzins na*>
der zien, wat in zijne wevken te prijzen, en wai ef
In te laken is.
Een groote rijkdom lh het vinden van ide?n, die
inderdaad dikwijls geniaal zijn, eene ongemeene zoet-
heid en liefelijkheid der melodien, en dikwijls eell
pikant accompagnement J zie daar de voomaamste
voorregten, waarop kosjini's werken zich'beroe*
men kunnenj Deze voorregten zijn allezins zeer aan*
xiehlijk, en menig grondig componisl kan a o s s tSI
deswegens beuijden, daar zij niet het gevolg v*ni
bffening , maar eene bloote gave der natuur zijdj—w
doch zij zijn niet voldoende, en vormen niet alleefi
den grooten componisl. Zij zijn de tleederen, welfee
den man niot makca , wanneer er geen« goede grand"
O                                       he*
\
-ocr page 99-
< 9°3
heginselen in hem huisvesten; ofschonn zij ran den
anderen kant, ook we ier tie grond zijn, waarop
men, na eene langdurige en onophoudelijke oefer-
»>ng >n de regeleu der kunst , een sphoon gebouv
ton opregten. Te misprijzen is in n o t s i N i's wer-
Jkiti, aijn gebrek aan grondige harmonischfi hewer-
king; zijne vnlledigp vexonachlzaming der karakteris-
tiek; de weinige, dikw/jls volslrekt geene achliug,
welke hij hetoonl voor <le woorden, die hij zingtn
Jaat , noch voor de sitnatie van de personaadje, die ze
zingl, in e'e'n woord, versmading der poelische waaiv
lni<(; gebrek aan krachljge grundstemmeii i mis?
bruik van heJl koor, dat hij niet beschouwt, als een
relfstandig wezen , en niet vierstemmig, niaar onge-
v.fr behandelt als horens en trompetten ad libitum ,
en oplredcn laal, waar en wa:ineer hij zulks goed-
vindt, om het even of de dichter daar voor.of daar
tegen is ; en eindeljjfc« zorgejoosheid in de ^keus zijner
ideen, of wil men minder vers(cho.ning ,— plundering dor
Wtrken van anderen, alsMQZABT,.Pa' n, spontihi enz.
In weerwil van a! deze, loaten kan men rossfni de
geniatiteit niet betwislen; ook zal. men reeds, van self
bebhen opgemcrkl, dat Jiif die a!!e door eene 'onaf-
gebrokene onvermoeide vlijt in hot hestuderen der
kunst, Hgle'ijk kan le boven komen en verrai/den,
M >gt toch bossibi zichdie nioeite gevenjdan
waariijk, maar ook dan alleen, zoude zich voor hem
hel aang<*naine verschiet openen, van zich onder de
etuste than* levendej componislen geplaatst te zien.
'
-ocr page 100-
CoO
Kan men aan de laatste ItalLaansche (i3) berigten uit
Ita'ii; geloof slaon , dan zoude zijne nieuwste opera
Ri'cciardo e Zoraide een be-wijs oplevcren van meev
stndie , en van. meer zorgvuldigheid in de bewerking.
.In een Napolitaansch dagblad leest men daarover den
navoigenden brief, welke verondersteld wordt, door
■ciiABosi nit de Elijseische velden aan losuvi
geschreven te zijn : '
„ Dierbaarsle lassmt! zelfs tot in Elisinm is de
,i t-ijding doorgedrongen van de voortreffelijkheid der
„ harrnonien, waaiop gij gisler avond de gezegende
„ Parthenope onthaaidet. Wij vernamen levens , dat
,( gij de oneigenaardige manieren en zonderlinge vet*
,, sieringen, die u tot oneer verstrekten en ons ver-
„ driet veroorzaaklcn, vaarwel gezegd; en dat gij
„ u aan den reineft dienst van dien god toegcwijd
„ hebt, wiens altaren zich ten alle tijde in dit
,, schoone land verhieven, -v^aar t as so zong, en
,, waar zicb de grafheuvelcn van virgiiics en
,, SANAZAft bevinden. De la am, welke voor dit maal
„ -waavachtiger is, dan uwe gestrenge regters en
„ dwaze aanbidders, verkondigde ons; dat het den
,; dichter ciotikki Mi'lo, markies nt salsa,
„ door zijne opera Ricciardo e Zoraide gelukt is,
,','het bezielcnde vuur van het echte- schoone in u aan
„ te blaien, u op den regten weg lerug te doen keeren,
>* '
                                     G 2                                       en
(i3) Italiaansch* berigten nit Italia , n»(ra ik berigten
■vRti Italia/nil i die van jDuitscher-t ttfljen aid zoo
guuitig,
i
-ocr page 101-
C90
It en u zoo vtt te brengen, dat gij u onthoudt vah
„ de muzijkale buitensporigheden, waaivan gij een
„ voornaam voorstaoder waart, en welke ten doel
„ hadden, de werken di<*r uttmuntende meeslers in
„ vergelelheid te brengen, aan welke de muzijk van
„ Italic hare volkomenhmid te danken heeft. Ik kan
», n niet genoeg prijzen wegens dil loffclijke voorne*
,, men, evenmin als wegens de schilterende proeven,
tt
welke gij gisleren gegeven hebt van uwe kundighe*
„ den, van uwe rijke en levendigp phantasie , vanuwen
„ smiak , en van de verhevene kunst, om de barton
„ van alien weg te slepen. De intruduclie nwer oper»
„ schildert met hel penseel van eenen ci audio, de
j, stille rust der natuur en de zalige kalmte der landbe-
,, woneren, welke ,na de zoete nachtrust, met een klop.
„ pend hart het morgenrood, dat hen tot kien arbeid
„ wekt, vrplijk begroeten. Stoor er a niet aan, wan-
„ neer s&mmigen iaken , dat dit tafereel geene over-
„ eenkomst heeft met de overige muzijk nwer opera:
„ iminers de eerste decoratie van den toneelschildey
j, cans a shiit ook niet op de anderen! (!!) Met
„ welke zoete melodien bereidt gij niet de ziel vobr,
„ om u te verncmen, en verkondigt gij haar uwe
„ wederkomst op den 'weg des echte.n roem*, van
„ wclken gij, tot- onze groote smart, afgedwaald
„ waart. P a j? ijel l o, de schilder der liefde, ea
„ de teedere en hartstogtelijke p i c c mi juichen van
„ vreugde, en maken zich gereed, de heilige gezan-
s, gen aan te heffen, waarmede gij uw verk verfraaid
u hebt.
I
-ocr page 102-
C93)
„ heb!. Er ontstond eeji emstige twist tusscltcn bo-
t, rante en JoaiLM, wt Ike van , de twee bedrij-
„ ven hel beste zoude zijn ; ten \ja hen wilde de
tt voorkeur geven aan het zeer melodieuze tweede be-
„ drijf; ik zal u hunne beoord^eling binnen kort me-
„ dedeelen. —- Laat u niet mee.r verleiden door de
„ verachtelijke zucht om te schitleren , terwijl uw
„ verheven talent den ftroom van gemeene schrijveri
„ Tolgde , voor -welke de woningen der gelukzaligheid
i, in eeuwigheid gesloten blijven. .... Gij hebt veel
„ gedaan , om de ltatiaansche muzijk te niet te bren-
„ gen; spanthans al uwe krachten in, om haar weder
j, tot dien glans te verheffen, ' van -welke zij erbar-
„ melijk afgedwaald is."
Apollo ondersleune hem in dil edele pogen en
geleide htm in den ternpel der poetischc waarheid-
Quod fells , faustum , fvrtunatumque sit !
s. w. scHROED*a irimmil.
G 3                                   BI^-
\
-ocr page 103-
(90
BINNENLANDSCHE BERIGTEN.
Algemeen verslag omtrent de uit-
schrijving van mclodiea op eeni-
ge dichtstukken uit dc Vaderland-
sche poe'iij en liederen van Mr.
H. A. s p an daw.
Eenige vrienden en beoefenaars der muzijk, bih-
nen Groningen, hebbende verlangd, goede en gepas-
le nielodien voor eenige diclitslukken, in de Vader-
•landsche Poezr'j en Liederen
van Mr. H. a. !F.mnf
voorkoiuende , te verkrijgen, ten einde hunne latid-
genooten in de gelegenheid te steilen, om deze Va-
derlaodschc gezangen op Vadei'landsche toonen te
kunnen zingen, hebben , bij openlijke uitschrijving
van den i Augustus 1817, de Vaderlandsche toon-
kunstenaars uilgenoodigd , om oorspronkelijke zang-
vvijzen voor de gemelde dicblstukken te vervaaidi-
gen , en die muzijk ter mededinging intezenden, met
uitloving van tien Gouden Dukaten voor elke com-
positie, vrelke, aan de vereischlen voldoende, der
openlijke uilgave zoude worden waardig gekeurd.
De beoordeeling der, ten gevolge van de gemelde uit-
scbrijving, ingekomene muzijkstukkvn tlians zijnde
afgeloopen, haasten zich de Qndergeteekenden, om
van den uitslag dezer onderneming openlijk verslag
te doen.
De muiijkstukken, welke binnen den tcrmijn van
inzending (ill December 1817) iDgekomen zijn en
•                                           •                              naar
-ocr page 104-
C95)
»aar den uitgeloofden prijs gedor.gen hebhen, warelj
met de ffavnlgende zinspreuken ^etee: end ; hvbbeude
zoiidanige niuzijkstukken, w Ike na dat lijdstip iiige-
komeu zijn , als te laal ingrzondrn, nict !<tu\neu n:e-
dedingen. De composition vaa ieder d'chutuk zija
gerangschikt naar de orde, waarop zij ingekomen
t ijn.
                              . *
A. Het Volksgezang.
No. I. tt H:t wordt gezongcn door ^tgevoel,
„ En door 'tgevoel verslaan.'1*
s p A B o a w , "Volksgezarg*
— a. „ Voor Vaderland , Vortt en Volk,"
—« 3. ,, Nedr'gheid goal voor de eere."
» A L n M O.
>—• 4' t,Kom! zingl ten vreugdelied met een blij»
moedig hart.'*
IlLXIIli
—• 5. „God z!j de eer van Alles.''''
•— 6. „ Bij Mr. s P A K D A w's Poezi'j ,
,, Past Nederlandsche MelodijV
7- » W'e net grole zotikt, rnoet eerst het klein*
gevonden hebben."1*
»—. 8. „Onder zoo veele reuhende bloemen zoeht oof.
het geringste bloernetje zijn reuk te ver-
spreideri'S*
i— g. „ De toelvanrt woont in Neertands velden,
De Vree hecjt daar haar troon gevtst.n
G 4                                          No*
•
\
-ocr page 105-
I
C96)
Ho. 10, „ 9f?j zi'jn van het geeveld bevrljd
Zinat nu een lied op Neer/ands vvijs $
Op ooderlandschen toon
Heft ann ter ecr van Godes dadn ,
En ons herboren pro,ksbestaan
Vfeer orij «an schand en hoon.n
■>• II. „ Oranje, Vrijheid, Vaderland ...
Hit zlj utv Lied op Ncerlands trantf
Dan zlngt Gij altijd schoun.n
—     I a, „ Nederlands Trlompf."
i3, „''/ He eft elgen taal en zeden tveer ,                              ...
JEn elgen volksgezangS*
—     14. »Oranje, Vrijheid, Vaderland™
•— 15. „ Menvoudlg, zander ztvler en praal.**
■—■ 16. 11 Eenstemmigheid van hunst en smaak-
Is meer, dan menschelijk vermaak.'l>
mm
j 7, || Geschikt voor 't Algemeen.n
mm 18. „ &ut t* h"1 doelj"
•— ig, 11 Een componlst van zangmuzljk sfaat gel/jk
met een portraitschilder, wlens hoofdwerk In
het naauwkeurig treffen bestaat."
ituic.
mm flo, 11 Jfa zulk een edel doel nlet gedongen te heb-
ben, zou rnij meer grleven, dan den prijs tt
mitseny
mm
si, „ De Muzljk is dc zlel der Poe'zij.1"
••» 39. „ Het vi/aar getuk bestaadt nlet In een purpcf
Meed,"
No.
-ocr page 106-
(97)
No. a3. vDat het vereenigd tusterpaar, Mutij'k en
Poeiij ,
Het Vaderlandsche hart ontvonk door kracht
van Melodij.n
mm a^. „H'j zal 'i tig zeker niet berouvstn ,
Die zingt ooor V volk en voor de arouwen."
—« a.5. „ Enthusiasmus, of Neerlnnds GeestdriflS*
•—
a6. M Groei.j en bloelj op ISeerlands grond.™
•— 37. » Dat s e a » D a w's Vaderlandsch gezang
Luid klinke in stnd en veld,
Der Mannen ad'ren ztvellen doet ,
Den Jongling vormt tot Held.n
mm
a8. „ Oranje , frijheid, faterland
Dit zij uov lied op Necrlands Irani,
Dan zingt Gij aitoos schoon,"
"— ag. „ Personne ne nait maitre"
~» 3o. ,, De overktaamheid, die geeft altijd
Genoegens in dit leven
,
Mn deze werken van mijn vlijt
Die kunnen prijzen geven ;
Dit hoop ik
, ja ! en dat men kunst
In Gronings-muren
, niet naar gunsl,
Maar naar verdiensten oordeelt."
3l. „ Dat lied treft 1t meest on* hart en ooren,
„ Het geen oris Neerlands roem doet hooren?*
■»» 3a. ,, Ut Pictura Musica erit.n
— 33. ,, Cest de la melodic settlement qu'ilfaut tirer
le caraclere particulicr d'une Musique Na-
lionale,''y
i. 1. R o 0 s s E A u. Let Ire %ur la
Musique francaise
, pag. a4a.
C5                                       B.
-ocr page 107-
£A
\
C98)
VercTranffznamhei'il.
„ Verdraagzaamheid is de dochter der tchlt
ferllchting: in Nederland stand hare wieg.'n
,>}/■/ is atIt:en mijn doel
JMij zslven te eeredelen
Dour Goddelijk gevoeh"
„ Onder zoo vele reukende bloemen. enz."
„ Veel doen leerl doen."
„ Vergenoegd te leoen is een groot geluk,"
„Geen Nederlandcr , welk geloof hij ookbelijd3
Die niet aan haar behoud zfjn goed en leven
wijd.'1*
„ Vreest God, eert den Koning.n
„ Jaer'jheid vanGodsdienst is '<lieiligste goed."
» Wi) reiken elkaar als Breeders de hand."
,, Concordia res parvae crescunt,,y
„ VFaar liefde woont gebiedt deHter zijn zegen."
Psalm i33.
,, Tot een genoegen meer in yt leven
„ Is Toonkunst aan den mensch gegeven."
„ Een componi.st van zangmuzijk staat gclijk
tntt een portraitschilder enz.'*
IDIIIC,
,, Der Braven gunst
fotmaakt de Kunst."*
„ Dat het oereenigd zustcrpaar, ttuzijk en.
Poe'zij, enz."
,, Gezelschaps-jLied.'\
No.
-ocr page 108-
(99)
No. 17. „Dat sphdik's P'aderlandsch Gezang
Lui.d klinke in Stad en Veld,
ens.**
—    18. „ Verdraagzaamheid is '/ Volk van Nederland
aangeboren?"*
—    ig. „ Verdraagtaamheid
Heil bereidt."
—
■ aOi ,, Personne ne nail maitre.n
—« ai. „ De tverkzaamheid die geeft allijd
Genoegens in dit leven.',r em.
—    aa. ,, Dat lied treft V meest ons Hart en Ooren,
„ Het geen ons Neerlands rocrn doet hooren?*
«—■ a3. Vt Pictura musxca en'f.*'
                                                    /
C. V e r d i e n s t e.
No. I. ,, Felix merilis."
—      a. ,, Er is op aard? geen volk als wij
Meer groot door eigen vtaarde?''
•■— 3. )t Gij Toonkunst! die den muur van Thehe
door uw lait
„ Deedt rijzen! Voer ons hart ten eigen boe-
zem uit.n
«— 4- » W'e net Sr00te zoekt moet eerst het kleine
gevonden hebben.'1''
—      5, „ Deugd maakt gelukkig™ .
—      6. „ Gronden zijn regelen voor de Kanst.™
—      7. „ Vfeldoen maakt Pritnden."
—      8. „ Ons Nederland — dat spanl de kroon"
No.
-ocr page 109-
C 1°° )
g. „Geen afkomst zet er luister bij,
Zoo deugd haar niet veredelt."
10. ,, £h tvaarom V innfg vuur verzaakt
Dat mi) ten zangstrijd eoert,
Ah
'/ oaderlandsche braafkeid raakt ,
D/'e wjy «oo *re/f en roert." ?
i*. „JD« ede/e Muiijk
Gcefl alles schooner leest,
Zij treft des menschen hart,
Ferktvikl daar bij den ge*tt.u
is, ), £en- coinponist van zangmuzijk slaat gelijk
met een portraitschilderf enz.
LJS'CIC,
13. „ Musica delectat.'1''
i!\. „ De iiefde.tot zijn land
Js ieder aangeboren?"*
15.    >, Dus iverdt, wat ook mijn kunst nntbeert,
En Dicht- en toontalent vereerd."
16.    ,, Verdienste beloond,"
ij, „Ja Mii>ke in beemd en langs de zomen
het lied, dat onze vreugde tuigt."
18. „ Dat srASDi it's Vaderlandsch Gezang
Luid klinke in Slad en Veld,
enz."
ig. ,, Met Mermetaal heeft geen tvaardij
JVanncer 'tis afgebedeld."
20,    „ Personne ne nait maitre."
21,    ,, De ixerkzaamheid die geeft altijd eat."
22,    „ flat lied treft 'tmeest ons Hart en Ooren,
Het geen ons Neerlands roem doet hooren."
D.
-ocr page 110-
C ioi )
Voor Vrijheid en Vaderland.
„Ons klopt het hart, ons zcvelt het bloed,
JSij 't rijzen van dien toon."
iouiki, Volkslicd,
,, Utt Uefde voor het Vaderland,"
„ Gij Toonkunst.' stem ons hart ! ontscheur
den gecst man 'tslofz
Geen Nederlander blljft ooit kocl bij kunst
en lo/JK
I1III1S,
f) De Slavernij is erger dan de dood."
t)Geene oeffening alleen vormt Kunsttnaart.'
de Natuur gaat alle kunst vooruit.",
,, De Vrijheid en het Vaderland
Dit is ons duurste goed.
Het is gekocht door Nassou's bloed
En ooor 't bederf behoed :
Zingt dit ter eer en 's Konings troutv,
' Van Willem Fredrik van Nassou.",
,, De keuzt."
,,J)lijn vaderland! zoo vaak door 't wrokhend
staatsbelang ,
Gc&ikkeld in den krijg, die met dan on~
heil wekle ,
Herneerrit zijn grootheid -tvter, *>en vrifheid*
aehtbaar sshild-y
Ttr ivitg en bakerm«t voor blijden voor-
spoed streku."
r. m o r h s.
No.
-ocr page 111-
/
( 102 )
g. „ We zijn , God dank ! iveer erij,"            I
10.    ,, Optima Voluntas?1
11.    „ Etndragt rn'iakt magi?'
i a. »> De Toonlmnst is mijn ereugd op aard :
Zij is mij rneer , dan schaltcn waard."
i3. „Geschikt voor 't j4lgemeen."
i4. „J£en componist tran zangmuzijk staat geiijk
met cen porlrailschilder," enz.
lust i a,
i5. ,, Vadcr'andsch-liefde en kunstmrn."
iG. ,, Fortuna juoat audaces.'"
17.    „Dat /let «ereenigd zusterpaar, ifTuzijk en
Poi:zijt" enz.
18.    „Door Vaderlandsliefdt aangemoedigd."
ig. ,, Nationale Zucht."
ao. „ Dat spas da w' s Vaderlansch Gezang
Luid klinke in Stad en Veld enz."
ai. i> Ja Pleerland rijst! zijn glans kon slechts
een oogivenk tanen ;
De glorie wappert veeer in zijn ontrolde vanen,"
as. ,, Voor Vrijheid en het Vaderlan-ef,
Wordl 00k door mij de Her bespand.''
a3. „Personne ne nait maitre,"
34. » D« everkzdamheid die geeft allijd" enz.
a5. Zontler zinspreuk.
a6. ,, DalLied treft 't meest ons Hurt en Ooren" enz.
27. ,, Die niet cvaagt, die niet slaagt."
E.
a
t
-ocr page 112-
V                          (io3)
E. Krijgs-lied.
No. i, „ Zijn ceij ah Mauri ts in den Str'jd;
Ah Ruiter op de Zee."
Mr. i. b r a s n , VolkslieJU
—■ a. ,, «5 Belgen, ditrbre Landgenooten!
Wat eedler pek is ons ontslooten,
'-,:,. Sints hier de Zon der Vrijhcid blonk,
En a" Alrnagt, na too r'jh een zegen ,
Voor nooit geschonden deugd verkregen,
Ons 't Uvenslicht in Neerland schonk.1'
IlITI,
—      3. „ Moed en Standvasligheid tijn Roetniva'ard:g."
«■■• 4- » E'en aider ga mijn tang in trotscher k:msl
te bovent
II'j overtreft mij toch in ronde oprtgtheid
■ hieC*.
—      5. ,, Men doet writ men han en niet i»at men veil."
•m-
6. ,, Hit volk it in der daad niets dan een ku, de.
schapen t
Vemoegd op schralen grand te weiden en te
ilaperif
Maar als men 't onbedachf tijn slanfschhticL
, voclen doet,
Verkeert die Lamrenkudde in eenen Leeuceertm
stoet.'*
"— 7- » Wilhelmus van Nmsouwen.'
Is alter braven Lied."
—      8. „ Wij slri'jden ook,"
—      9. „ Men vindt in elken man r.*n held," •"
•— 10. „Nu0it vrilrnaakt,"
„ Hi)
.
-ocr page 113-
No. ti. „Hij strijdt voor vrijheid, regl en haardstem
de en altaren,
En at tvat braaf is , strijdt met hem,"
t r a N D \
"-» la. „ Een aigemeene trek, den sterfi'ng ingegeoent
Duel hem tijn Vaderiand bemirtnen naast
het leven."
•— i3. ,, Een componisl »an zangmuzijk stoat gel'jk
met een portrailschilder,"
enz.
ititio.
—     i4- » He relnt deugd alleen
Vormd groote steroelingen^
15. »Dat het vereenigd zusterpaar, Muzijk en
Poezij." enz,
—     16. ,.Door IJoer." ' ,
—     17. ,, De Masijk verheugd het Hart'' ..
•— 18. j, Meer om den loon,
Dan om het loon.'"
•— 19. ,ySlont gesproken , is half gevochtcn,"
—    ao. » Dat SFAStjVi Vaderlnndsch Gezang
Luid Itlinke in Slad en Veld," enz.
—    ai, t,'kHoop tot nut van Neerlands volk te zijn."_
—     23. |, Vfie niet ueaagt, die niel slaagli"
a3. ,| Ffi.e niet waagt d:e niet siaaglJ"
•— a4> »Gij Taonkunst spant de Zenuiven en vormi
Helden."
—     a5.    „ Personne ne nait maitre."
—     36.    „ Heldenroem.''
—     37.    „ De iverkznamheid die geeft alf'jd," ens.
—     28.    „ Dat lied (reft't meesl ons Hart en Ooren''' ens*
•-»
    ag.    ,, Vaderlandsliefde en Kunstmin,"
• F,
-ocr page 114-
C »°5 )
Nederlands Zeeroem.
,, De Zee is uw geweer: gebruik ilanr ut*
geweld."
1. oats, Mengelingen,'
., Kom , Toonkunst ! laat uw Galm cveer rui-
sehen door dees' Zalen
,
Ons hart zal in dien Galm ook Neerlands
lof herhalen.",
„Roem naar tvaarde is billijk,"
„ Die zijn best doet, doet wel."
„Geene oeffeningalleen vorrnt kunstenaars." enz,
,, De lie/de des Vadcrlands moet het beweegrad
zijn van de daden der Burgers,"
,, Oat Neerlands Zeeroem is hersteld
Is tot d' oerste kust vermeld.
In 't Oost en JVest en Zuid en Noord
TVorden Neerlands daan gehoord*
Het barbarijsche Roofgebroed :
Smeekt den vreede en oalt te voet."
„ De dag brak aan die Neerlands vlag
Weer zonder smel en rimpels tag.",
„ Neerlands roem herboren."
„ Zeil vrij de gansche tvereld rond,".
,, Dit 's Neerlands roem: hier om arordt Neer~
lands bloed geprezen,
Ver boven Brit en Gal en 'tkroost der Por-
tugezen."
H                                            No,
1
\
-ocr page 115-
C 206)
No. ia. „Een companist van zangmuzijk stoat gtUjk
met een portraitschilder." enz.
imiic,
■■« i3. „ Ziet in de Ruiter, hoe men 't eerkoor bin*
nenstreeff."
* b it a.
•— 15. „Vaderlandsch-Uefde en kunstmin."
mm
16, >tDat het oereenigd lusterpaar, Muzijk. en
Poe'zij," enz.
•— 17. nAan Euterpe gean'jd."
•"- 18. „ Ik zal he! 00k eens wagen ,
Mcschiens kon dlt behagen."
*•» ig. „ IVie kan de eaderlandsche snaren
Fan eermn
sitiDiw eeenarei?"
—. 20. ., Mogt Neerlands Volk 00k in de zangkunst
rijzen.''
—    ai, „ Dal sPahdaw's Vaierlandsch Getang
Laid klinke in Si ad en Veld,'' enz.
—    22. „ Zeemans-Lied"
•—    a3.    >, fYie niet #aagt, die niet slaagt.'K
—    a4.   „ Algiers."
—    a5.    ^ Personne ne naft maitre,"
—    26.    ,, De wcrkzaamheid die gecft altijd enz.
aj. nDatLiedtreft'tmeestonsHartenOoren" easV
fm-^%*
G.
V
J
-ocr page 116-
( 107 )
G. D e Ni en we Har i n g.
No. i. „ HetHtllandsch banket op de tafel dcr grontenJ*
■c.
M 0 B Ji s , in het TijiUcluift Jiup/wniaC
—• a. ,, Triomf! de nncht van schande zonk;
i Triomf! de dag van glorie blank
Vaor 'ti'rjt: vaderland".
"» 3. ,) Door zoete melodi'j
Ken edele vrlendr.n rij,
Of tcedre gae te boeijen.
Zing! dan met stouten zwier
;
Doe zilvren toonen vloeijcn
Van u(V gcvfijde lier.''
IPAVDif,'
—       4- » Onder zo veele reukewie bloemen" em.
~      5.    ,, De Harlng is Nederland een Schat en Roem."i
—       6.    „Gepaste vreugd is nuttig en vermakeh'jk."
—       j.    >%Men doet ivat men kan en nlet wat men tvil*"i
~
      8.     „ I hope."
—• g. ,, Wilhelmus van Naisouwen
Is aller I raven Lied."
—     io. ,,'Tisfeest in Nederland,"
—     ii. ,>Pro Rege et Patria."
—     12. ,,'t is loflljk naar het doel te streven,
Want ' t kan vaak nlet aan andren gevertj*.
•— i3. „ Lust maakt den arbeid ligt."
—     i4- )> Zelfs uit de diepten der Zec'n vloeijen Bron*
nen lot Hollands welvaart."
■>• 15. ,,.Een componist van zangrnun'jk staat gelifh,
met een portraitschi.lder."
enz,
5. 5 9 T I ».
H a                                  No,
-ocr page 117-
-_»«,,?.-, a -,^**~4W»*&A.^.*sS!sJda«&ST*^^
C108 )
No. 16, d Op '< vaderlandsche Zee-banket
Moet hartelifk den toon gezet."
m- fj. „Het pngen zelfs is grootsch in
'< <x>orstel-perkj
der eer,"
•—• 18. „Vadt;rIa,idsch-liefde en Jtunstmin."
~-
ig. „ De Toonkunst bicdt op spandaws Klagtert
Den Dichler broederlijk de hand:
Om strijd beproeft men thans zijn krachten,
Tot roem nan 't erije Nederland:
Een zuchl voor 't algerneen belang
Schlep ook deez' iSieuwe-Haring zang.''
»— ao. ,, Dat fiet vereenigd zusterpaar , Muzijk en
Po'e'zip'1 enz.
—    21.    „ Welvaarts bron ooor Nederland.'"
•—
    22.    ttDoor orffening."
—     a3.    „ Des Didders toon getroffen."
—    s4-    „ Apollo."
—    25.    ,, Dat spani>aw's Vaderland.ich gezang
Luid klinke in Stad en Fed," enz.
«■• 26. ,. Die nimmer dingt naar glorie
Behaalt ook geen oicttirie."
•— 27. >, Zwermend aan de Britsche Stranden
Vraagd de smaak naar 'tvischje niet}
Maar ' t doet ieder ivalertanden
Vie 't in Hollands kuipen ziet."
WE 5 T £ R MA W.
•— 28, j, Per Sonne ne nait mailre,"
—     zolt „ De <x>erkzaam)ieid die geeft altijd" enz.
•— 3o, „ Dat Lied treft 't meest oris Hart en Ooren" enz.
(—• 3l. ,, Flaardingiana."
H.
-ocr page 118-
( log )
Aan de Nederlandsche Vrouwett.
,, PVaar tverd opregter troutv
Op aarde ovit gevoriden?"
V o K J» E L , tiijsbrecht Tan Aemstel.
,, Naluur stond al haar schoon van roos en
leiie af
Vat zij aan haar gclaat met rnilde goedheid
S»f>"
SIMONS.
„ Eene poging hlljft edel, al bereikt zij ook
het duel niet."
„ Breek Flips dan heen door dam en dijhen ,
Hi) viridt in Neerland Helden-lijken,
Maar slaoen-nekken vindt hi) niet."
loiriss, WiUem de Eeritet"
,. Al wat naluur beminlijk hecft
Is in ua> t' saarn gehragt.''
„ Haar invloed verzacht onze zeden,"
,, Suurn caique."
,, Liefde en zang lijden geen dwang?^
., De smaak voor edle kunstt gebiilijkt door
de reden,
Geeft luister aan de deugd en zcier aan
sihoone zeden."
„ Een componist van zangmuzijk staac gelijk
met een portraitschilder ,"
enz.
L U 5 T I O.
„ Geen volk, hoe magtig, kan op zulke orou-
wen bogen ,
„ Haar grootheid blinkt atom en schittert elk
in d'oogen."
S P A K D A VY.
II 3                                          No.
-ocr page 119-
»^ai^^^WiSff«g«tt^
( no)
No. ia, lt Elk d'e der menschen tvaarde Kent
en 't hell der maatschnppij,
bevordre nulte werkzaamheid."
•— i3. „ Vaderlandsch-liefde en kunsttni'n."
•— i4- » JOat net vereenigd zusterpaar, Muzijk en
Poezij, enz.
—     15, ,. Hij Z'll 'tz'ch zi-ker nr'et beromven ,
Hie zingt eoor 'tvolk en voor dc vrouwen.",
~— 16. :, Kunst en smaak
Is de eisch der laak."
—     17. tt&'it spandaw's Vaderlandsch gezang
Lud kh'nke in Stad en Veld," cnz.
—     18. ,,'Tlied is voor l/emitilijk geslacht
Blijft eeuwig troutv , bljft alt00s zachl,"
•— 19. „Favorit Air."
—  ' ao, ,. Vraagd men het JEvenbeeld nan Deugd en
Liejde en Trouiv
Noem dan de Nederlandsche vroiuv."
•— ai. ,, Personne ne naii rnaiire."
—     32. „ De weikzamnheid die geeft ultijd" enz.
»— a3, ,) Dat Ledtre/t'I incest on* Hart en Ooren" enz.
I. Klagt eener Vaderla'ndsche Vrouw.
No. 1. }, 6 F'rouivcn! in ivier oog de traan, door U
gestort,
Om 't zuivre van den grond een kostbre parel
wordl."
loon, Gedichten , 3de devl.
a. tiJTfj sneueelden, voor 't Vaderbmd ,
Thuns leeft hij in volmaakter stand.'
No.
)
-ocr page 120-
Cm )
No, 3. „ Mensehlievtnd Vriend! wient head gtbcenll
Mijn hart elk oogenblik betveent,
Dien ik , dien't Vaderland, dim '■' I ntenseh-
dom heeft vtrloren"
IE! T H.
—• 4- »'t,Is groot, als men door min voor 'tender-
                                       land beivogen,
Met wond op wond bedekt op 'tbloedrg slag-
veld sterJlA
—      5. „ Mededlnger."
—      6. „ Ja het pogen zelfs is sclioon, at mist men
ook het doel,
—• 7. ,, Non lucri, scd honoris causa>".
•— 8. „ De opoffering."
—      9. „ J. N. d. A. G."
—     10. „ Zulk een dood is roemrijker dan 'tlevenj'j
_ n, „ Zijn dood zij mijne glorie !
•— 1 a. „ Aan 't Vaderland gegeven,'',
—    i3. „ Door rein gevoel
Voor 'tedel doel."
~- 14. „Geschikt voor 't Algemeen.''
—    15. »Hij die voor het Vaderland zijn leven over
heeft, die sterft met raem."
•— 16. ti Een componist van zangmuzijk stoat gelijk
met een portrailschilder ,
cbz.
IVIIIG,;
—    17. „ De klagt dier vaderlandsche Vrouw
Slaat elk gevoelig hart in rouw."'"'■
—    18; ,, Vaderlandsch-li efde en kunstmin''
•— 19. ,, Menschlievendheid op aard is Englemaligm
htid."
H4                            No.
. .*^™.,^^«.
-ocr page 121-
( 113 )
No. 20 „Dat hel vereenigd zusterpaar, Mi/gijk. en
Pofzij," enz,
>— ai. ,,'ktvil van krijg en staal gekletter hooren !
ook ik bezit een Vader'and."
—    22. ,, Door kunstmin,"
—    a3. „ Wei leven maakt wel sterven."
—    24* » Dat s p A N D a w's Vaderlandsch geiang
Luid Mink in Stad en Veld," enz.
•— 25. ,, Neerlandsch Mocd
Betreurt en geroemd."
—    26. „Plukt vruchten van Ui» eigen grond™
—    27. „Zijii leven is U alles<waard
Zijn dood is Vive gloried
—    28. „ Personne ne nait maitre.''
—    23. „ De iverktaamheid die geeft allijd" enz.
•— 3o. „Dat Lied treft,t incest ons Hart en Ooren" enz;.
K. H e 1 d e n m o e d.
No. 1. „Der vadren heldenmoed verspreidt te sterk
een luisler;
En 't kroost van tulk een oolk zinkt nimmer-
meer in '/ duister,"
• nm»s, Holl. Natie , adt zrnig.
—• 2. „ 'l Is groot! 't is edel, in het barnen der gem
Varep.
De Scipioos in moed en krijgsdeugd te eve-
naren,"
mia,
*— 3. „ Vinci juvabit."
No.
■i
-ocr page 122-
( "3 )
4> » /A jWc& «>i/7 thans de Zon van welvaarl ons
(veer streelt,
Dot ik 6 Ntderland ! ben op uix> grond geteeld?'
Eiiuis, Holla mUr.hu Natie<
5.     ,, Breek Flips danheen door dam en dijken" enz.
lOiilHs, Willem de Eer»te,
6.     „ Pour la gloire"
7.     ,, De Neerlands oude heldnmocd
Ontvlaml de borst in gloed.
Zijn tvij rcgt geaarde Zonen :
Moet men dit met daden tonen.
Midi voor Neerlands Koning."
8.     „Onkreukbre Heldenmoed, op trouw en deugd
gevesl"
Bescherm eeuvv uit eeuw in het Nederlands
geivest."
9.     „ Uw naam, o Claasens wordt bij 'tlaals/e na-
- I
                                                                           geslacht,
Met heilgen eerbied en beivondering herdaeht."
10.     „ J. N. d. A. G.
11.    „ Met God! [roept elk') nooit strijken tvij."
12.     ,, Dood of vrij."
13.     », Wilt G' u den achtbren naam van krijgsman
waardig ma ken ,
't Vervele u nooit voor 't heil van Vorst en
hand le waken."
14.     »Een componist van zangmusijk staat gelijk
met een porlraitschilder "
enz.
L B s x 1 g.
15.     „ Tot nut en oergenoegen."
H 5                                  No.
-ocr page 123-
/
/
Cn4)
No. 16. „ Dat fiet vereenigd xusterpaar, Muiijk en
Poe'tij," enz.
—     17. „Ik doe al ivat in mi'jn eermogen fe."
—     18. „Naro!teit."
—     ig. ,, H/y ia/ ^t zich zeker niet berouwen
Die zingt voor ,t volk en eoor de vrouwen.''*
•»• 20. „ Die niet ten strijde gaat
Zal nimmer overwinnen."
•— 31. „ Dal span daw's Vaderlandsch gezang
Luid klinke in Stad en Veld," enz.
—    22. „ De lotge«allen van ons Land
Vertoontn ons des Hoogsten hand."
—     a3. ,, De Naam : Claasens blijve hi) rnij altoos in
    24.
—.    2&.    »De werhzaarnheid die gecft allijdP enz.
—     26.    Zonder zinspreuk.
—     27.     „ Dal Lied tteft^lrneest ons Hart enOoren'1'1 enz.
L. Nederland.
No. 1. „ Indien ik U vergete o Jerusalem! zoo ner-
gele rnijne regterhand zich zelve."
I>falm 137.
— 2. „ TWie Neerlands denkl, heeft voor dat hcil
,,         Nog gor.d , en Hoed, en levtn vcyl."
A%» S» „ PVcrp cverp a speiltuig neer,<
< Zoo G^i/dlen Toem en eer
Veraclillijk zoekt te beedlen."
IfAJIAW,
No.
-ocr page 124-
( n5)
4- »> Onder zoo pele reukende bloemen<' en&.
5.    „ Veel doen, leer I doen"
6.    „ H e ttoien wil plakkeh , fnoet geen doornen
vreienS?
\
                •_ .
7.    ), Labor vincit omnia.'1''
8.    ,, O Neerland klein , Op des wereld grnote brvin,
N'eemt die kaart, in Uae hand: zoekt A'frfer-
land.
JVat nu kunst en vltjt verbeid: Icert Met de
tijd.
Waar is huns gelijk ? Het is een paradi}s.n
g. tt Wat glans men elders spreidt ten toon
Ons Nederland dat spant de Kroon.''''
10.    „Het ErfdeeV
11.    ,, Op de eeuivge zuil des roems, slant Neer*
lands nnarn gedrukt,
Die naam , die Goden naam , wordt nooit daar
uit gerukt."
BE 1. m £ k s.
12.    nfrijheid ! o Vrijheid! Gij dochter des Ilemels."
13.    ), Vrijheid en Handel.1'
i4- „ Een cornponist can zangmuzijk, staat gelijk
met een portraitschilder.'1'
enz.
LVSTla.
15.    „ Had ik Uw doel getroffen ,
'kVfaar dan op d? ovenvinning fier ,
Voor Neerlands zang sternde ik mijn lier.'^
16.    „ De Keus van hart en hand,
Zij ,, Hulde aan Nederland."
17.    j, Vaderlandsch-liejde en kunstrnin."
No.
-ocr page 125-
Cn6)
Ko. 18. ,, Energie.''
—    ig. „ Vat sf ah daw's Vaderlandsch gezang ,
Luid klinke in Stad era Veld^ enz.
■— ao. ' T Eenvoudig lied doe 't oolk nan Neerland
zingen."
—    21. „ Na gedaan werk is goed rusten.*'
•—
22. „ O TVaarheid! O Vcrlichting !
Necierland is ua> heiligdom,
—    23. „ De iverkzaamheid\ die geeft allijdn enz.
—    24- » Dat Lied treft' meest ons Hart en Ooren" enz.
>— a5. „Dat het vereenigd zusterpaar, Muzijk en
Poezij f enz.
Beoordeelaren hebben geen der ingezondene slukken
op het dichtstuk Volksgezang der bekrooning waardig
gekeurd.
Ondcr de melodieen op het dichtstuk , getiteld Ver-
draagzaamheid, hebben beoordeelaren den uitgelooi-
i
den prijs toegekend, aan de melodie, geteekend met
de zinspreuk : Concordia res paroae crescunt.
Bij de opening van het, tot die melodie behoorendc
verzegelde briefje , met dezelfde zinspreuk geteekend ,
is gebleken de auteur te zijn de heer H. c. snuf te
Amsterdam, waarvan op den 23 October 1818 in de
TOornaamste dagbladen , aan de beminnaars van het
Rationale gezang , is kennis gegeven.
Geene der melodieen, ingekomen op de dichtstukken,
y<:rdienste, Voor Vrijheid en fader/and en Krijgslied,
eijn der bekrooning 'waardig gekeurd.
Oa-
-ocr page 126-
Onder de melodieen op Nederlands Zeeroem werd
er eene gevonden, geteekend met de zinspreuk: Aan
Euterpe getvijd
, welke boven de overige, op dit
dichtstuk ingezondene, melodiegn uitmuntte, ofschooa
beoordeeiaren vaa meening waren, dat eene kleine
veranderiiig in die melodie noodzakelijk was, zoude
dezelve bekroond wordcn. Daar nu de andere me-
lodieen geenszius aan de vereischlon beantwoordden ,
hebben beoordeeiaren geene zwarigheid gemaaki, om
den componist der melodie aan Euterpe gewijd uit te
noodigen , hen een adres op te geven, door middel van
helwelk zij met hem , zonder dat hij zijnen naam be-
kend maakte , in correspondentie zouden kunnen tre-
dcn, hem de aanmerking mededeelen, welke de be-
krooning zijner melodie, zoo als dezelve was iuge-
zondcn, verhinderde, en hem aanmoedigen, om de
vereischte verandering in zijne melodie te makery
Deze nitnoodiging werd den a3 October 1818 uitge-
vaardigd en in de voornaamsle dagbladen gepiaatst.
De anteur der meergemelde melodie , aan die uilnoo-
diging voldaan, en beoordeeiaren hem hunne aanmer-
king te kennen gegeven hebbende , heeft dezelve zijne
melodie zoodanig veranderd > dat ze der bekrooning
waardig gekesrd is. Bij ,de opening van het vcrze-
gelde briefje, met dezelfde zin.«preuk voorzien, als de
melodie, is gebleken de auteur te zijn , de heer Ber-
nard such, te Amsterdam; waarvan aan het pa-
bliek kennis gegeven is in de meest gelezene nieuws-
papieren, bij aankondiging van den 19 Junij 1819.
Van
-ocr page 127-
C US)
Van ile ingckomeue muzijkstukken op het lied, de
nieuwe baring
, is der bekrooning- waardig geoordee'.d
de melodie, gete<»kend met dc zinspr uk: DM Hol-
landsch banket op dc tafel der gruolen.
p. m o E n s.
In het tijischrift Euphonia,
Bij de opening van het verzegelde briefje, met de-
lell'dc zinspreuk voorzien, is gebleken, dat de heer
J. vah boom, te Utrecht, de auteur dier melodie
was; wsarvan op den 3o Mei 1818 aankondiging ge-
daan is; in welke aankondiging het puhliek levens
onderrigt is, dat beoordeelaren , in aanmerk.ing heb-
beudc genomen, dat bet tijdstip van den haringvangst
naderde , het noodig haddeii geoordee'd , dat voov
dien jtijd dit lied met ecne melodie voorzien werd:
zijnde dit de reden, waarom dit lied, ofschoon naar
de volgorde het zevende, evenwel het eerst is ver-
kriigbaar gesteld.
De ingekomene meloditen op de dichtstukken: aan
de Nedcriandsche vrouivcn
, klagt eener Vaderlandsche
vrouw, Hcldenmocd
en Nederland, zijn geoordccld
aan de vereischten niet te voldoen, en hebben der-
ha've niet kunnen bekroond worden. Waarna de
briefjes, bij deze muzljkstukken en bij de overige ,
•welke niet bekroond zijn, behoorende, ongeopend zijn
verbrand, "
De taak van beoordeelarcn hiermede afgeloop4>n
zijnde, blijfl hen nog alleen overig, de vaderlandsche
toonkunslenaars openlijk dank te zeggen , vodr het
verlrouwen, dat zij in hen hebben gesteld , waavvan
de
-ocr page 128-
C "9)
de aanzienlijke hoeveelheid der ingezondene mnzijk-
stukken hen tot een treffend bewijs heeft verslrekt,
en hen voofts le herinneren , dat de zamenslellers der
niet bekroonde stukken, hunne melodieen, des ver-<
kiezen.de , mits tegen opgave van de zinspreuk en van
de yier eerste en vier laatste niaten van ieder stuk«
kunnen terug bekomen; le wclken einde eij zich
aan den boekhandelaai' 3. oomkeks, le Groningen,
behooren te adresseren.
Groningen den i Junij i8ig.
M. SALVC&DAt
R. IV. SCXIOEDIB SrllllHEK,
A. a s i « > a.
o
Ai-
-ocr page 129-
C 12t) )
A s sen in Mei i8ig.
Ka goedgunslige tocstemming van den Koning he-
komen te hcbben, om in de Hervormde kei'k alhier,
welke een eigendom van het domein is, cen orgel le
mogen plaatsen, had op don yden dezer maand het
feest plaats der inwijding van het orgel, vervaardigd
door den heer pethus van oeckelen, klokkenist
en orgelmaker le Groningun.
De wel eerwaarde, zeer geleerde heer BEN THEM
UDDiseius, onze geliefde leeraar, opende de heilige
plegtigheid met eene leerrede ten betoge (naar aan-
leiding van Psalm XXXIV vs. 4) dat de muzijk
overheerlijk geschikt is, om 's menschen hart tot
godsdieastige aandacht te stemmen, en tot dat ge-
voel te verheffen , hetwelk hem te vatbaarder maakt
voor de indrukselcn van de grootheid des Scheppers.
Deze voortreftclijke rede werd al'gewisseld, nu eens
door het gezang der geheele gemeente , dan weder door
een vierstemmig gezang, hetwelk zich nit derzelver
midden sedert eenige jaren gevormd heeft. Het orgel
werd zeer schoon bespecld door den kundigen heer
w. o. hakff, organist der Martini kerk te Gronin-
gen, welke ons al het schoone en de geheele kracht
van het werk lcerde kennen. Nk de plegtigheid ,
welke door eene talrijke schare toehoorders, zoo van
hier als van elders, bijgewoond werd, eindigde een
vriendschappelijk dine' dezen voor ons zoo gedenk-
waardigen dag.
Nog eenige woorden over het orgel zelf, en daar
dit
-ocr page 130-
\ C 121 )
dit het eerste van den genoemden maker is , eenigzins
omstandig. Het werk bestaat uit navolgende regis-
ters: praestant 8 voet, bourdon 16 voet, holpijp 8
voel, viola di gamba 8 voet, quint 6 voet, octaaf
4 voel, roerfluit 4 voet, super octaaf a voet, flageo-
let i voet, mixluur 3 en 4 slerk , trompel 8 voet.
Al deze registers zijti bijzonder schoon van toon;
vooral is de krachtige grond der bas-stemmen te be-
wonderen; terwijl in bet algemecn eene deugd van
dit, hoezeer kleine, echter niel min voortreffclijke
werk daarin gelegch is , dat geerie stem door de an-
dere overscbreeuwd wordt, maar alien evenredig
krachlig zijn. Volgens het geluigenis van den hoog«
lecraar a. j. j> u y m a e it vn twist te Groningen ,
en den reeds boven genoemden organist H a u f i , die
beide het werk hebben onderzocht en opgenomen, is
helzelve overal niet slechls stevig en naar de regelen
der kunst, maar buitengemeen net, hccht en sterk be-
werkt. Beide heeren kunnen niet genoeg roemen over
de groote belwaamhiden van den beer van oecke-
len, waarvan dit orgel tot een uilslekend bewijs
verstrekt.
Wij hebben te meer verpligling aan dezen kundi-
gen en eerlijken orgelmaker, daar hij , in we&rwil
van den, buitendien reeds zeer maligen prijs , vonv
welken hij dit werk heel't aangenomen , nit eigene be-
wegin^ en zonder daarvoor eenige schaJeloosstelling
te verlangen, het bestek zoodanig is te boven ge-
gaaa, dat hij het werk met het gchcele register der
i                                         vi-
-ocr page 131-
C 122 )
yiola di gamba heeft verrijkt. Deze belangeloosheid
strekt niet aileen ten bewijze van zijne eerlijkheid,
inaar ook van zijne ambilie; terwijl de sierlijkheid
der uiterlijke bewerking en teekening van bet werk,
van zijnen smaak getuigt.
Om al dezc redenen achten wij ons verpligt open-
lijk aan de kunst, de cerlijkheid en den belangelo-
aen ijver van den heer van oeckelek hulde te
bewijzcn; terwijl -wij hem hartelijk aanbevelen aan
hen, die zoodanige, waai'lijk zeldzame-hoedanigheden
in eenen orgelmaker \veten op prijs te stellen.
#H#
I
KOR-
-■*!*%
-ocr page 132-
(125)
KORTE BUITENLANDSCHE BER.IGTEN.
Zikere schobtmaks, eigenaav van een riddergoed
teBultelsladt, een kleia stadje in het Weiraarsche, heeft
een nieuw muzijkaal instrument uit.gevonden. De toon
■wordt veroorzaakt door houten staafjes , tvelke tot op
een' lekeren graad verkoold zljn, en door togl, die met
biaasbalg en ivindlade op dezelve geleid wordt
, in hem
weging warden gebragt.
Hij vereenigt in zich de
aangenaamheid en liefelijkheid van de klarinet, het
horen , de fagot enz.; terwijl dezelve , in zniverheid,
al'e blaas-instrumenten verre weg te hoven gaat. Het
zaclitste pianissimo , hetwelk , niet door kunstrijke
registers, maar alleeniijk door het zachte drtikken
der. vingeren te weeg gebragt wordt, komt volkomen
overeen -met de 'wegsmeltende toonen eener windharp.
De jonge kunstenaar, welke geen geheim van zijne
uitvinding maakt , is, naar men verneemt, van voor-
nemen eene kunst-reise naar de vooi-naamste steden
van Duitschl-and' te ondernemen. Wij hopen, dat
hij ook'ons vaderland de voorlbrengselen zijner genie
zal leeren kenneu.
              >
De beroemde sTohi verlaal Frankfort. De onder-
nomei'S van het tooneel aldaar, groote kooplieden,
tvelke hetze've , als eene speculatie op klinkend
voordeel , en niet als eene school ter veredeling en
verfijning van den goeden smaak willen beschotiwd
I a                                        ea
-ocr page 133-
( I»4 )
rn behandeld hebben, hebben deze hnane denkwijze
zoo zonnekiaar ontwikkcld , en de». groolen man met
zulk eenen trap van minachting behandeld , welke
hem dnidelijk deed inzien, dat hij ook in het ver«
volg , even als gedurende den tijd, dien hi) reeds te
Frankfort doorbragt: niets dan ooaangenaarobeden te
■wachlcn had, en dat men bet gi-oote doel, hetwclk
hij op het oog had, overal zoude tegenwerken; hij
kondi'gde derhaive zijn engagement op. Dat de on-
dcrnerners het juist daarop aangelegd hadden, blijkt
ten klaarste nit hunne handelwijze; naardicn zij veeds
vodr de opzage van spohr zijnen opvolger gekozen.
hadden. — Eenige dagen van te voren had spohr
de voldoening, zich te overluigen, hoe zeer het pu-
hliek met de. mishandeling der ondernemcrs ontevre-
den is , daar helzelve hem-, hi] gelegenheid der eerste
vertooning van zijne nieuwste opera, Zemire en Azor,
de sprekcrcdste bewijzen van liefde , hoogachting ea
vereering, loejuichte.
Onze geachle medearbeider , grosheim, te
Kasscl, is met een zeer belangrijk werk bezig. Hij
brengt, namelijk , uit hcl oude notenschrift in het
hedendaagsche over, het Magnificat, gecomponeerd
doov onderscheidene groote mannen, als nns-
X ElMA, THEODORUS LIOIAlllS, VINCENT1C1
HEB.ITO, BON MAN. ANTONIO M A Z Z 0 N E , C E S A R E
THDINO, HERCBLES H8..CIUJ, fEtBVS 0RTIUS,
ORLANDO LASSO, VINCENZIO IIFIO, MAUEITS,
land-
-ocr page 134-
C 125 )
landgraaf van Hessen, wclke alien in de zestiende
eeuw geleet'd hebben. Dit werk zal bij inteekeuing
worden uitgegeven, en het nadere daaromtrent, zoo
dra de geleerde bewerker genoegzaam met zijnen ar-
beid gevorderd is, ook in dit tijdschrift bekend ge-
maakt worden.
De philosophische faculteit te GSttingcn heeft 011-
zen grosheim tot doklor verheven, als een blijk
hoe zeer zij zijue vordiensten oia de toonkunst weet
te waarderen.
De kunstminncnde muzijkhandelaren s. A. stein KB
en Comp., te Weenen, liebbea het pi'i jswaai-Jige
ontweyp gtvormd, om een gedeakteeken voor ha ydn
en mozart, deze twee giondzuileu der loortkunst,
op le riglen. In de vo6rloopige bekendmaking van
dit plan, hebben zij te keimen gegtven ; dat hunne
onderneming door middel vau inteekening zal tot
stand komen ; te welken einde zij de vercerders der
kunst aanmoedigen, het hunne tot voivoering van
het plan bij te dragen ; — dat de termijn ter inzen-
ding der bijdrage.n tot op het einde van dit jaar be-
paald is; dat de inteekenaren en het beloop hunner
bijdragen in een afzondevlijk boek zullen ingeschre-
ven worden ; dat eene al'teekening van het gedenksiuk
in hun magazijn ter bezigtiging ligt ; dat hetzelve zal
worden geslichl in eene daartoe geschikte kerk , of
wel op eene andere uit te kiezene plaats in Weenen:
waar deze onderneming haren oorsprong nam , waar
13                              HUBS
-ocr page 135-
(136)
HA tdd en mozaei het grootste gedeelte van hun
levcn doorbragten, waav zij hunne onsterfelijke wer«
ken schiepen , en waar de onverbiddelijke schik-godin
heider levensdraad afsneed; dat, na de voltooide
stichting, de geheele geschiedenis dezer belangwek-
knnde dnderneming, benevens de lijst der deelnemers
in dezelve, met het beloop der bijdragen , en eene
afbeelding van het monument in ecn afzonder'.ijk
gedentschrift aan de deelnemeren zal worden bekend
gemaakt, en dit werlf in het monument zelf zal wor-
den vereeuwigd.
Wij hebben ons verpligt. geacht .dit ontwerp aan
on*e landgenootcn bekend te maken, en hopen, dat
hetzelve ook in ons vaderland eene aanzienlijke on-
derateuning zal mogen vinden; terwijl wij ons gaarne
aanbieden, om de bijdragen van hen, die deze on-
derneming willen bevorderen, over le maken, bijal.
dien zij ons tot dat einde hun vertrouwen willen
sphenken, en geene beterc gclegenheid tot de intee«»
lining welen tc vinden.
SB RES AC Til.
/IJ5-
\
-ocr page 136-
( 127 J
^.ECENSIt
——■+-——
Cantalc, A grand orchestrc, piano aS
libitum, composee a P occasion da
congr'es iPAix la chapelle; execulee
le
3 Novembre. 1818; dediee aux Sow
eerains allies; par 3.
H. heis, com'
positeur attache a la musique de
S. 31. le Roi. des Pays-Bas ; exdirec-
teur du theatre et de la musique de
S. A R. le Due de Brunsvic; presi-
dent honoraire de la societe philar-
rnonique de Rouen, a Bruxcilcs. (Bij
« inteekening uilgegeven voor 20 jran-
ken.")
De vervaardiger van dit werk hecft met dezen zij-
nen arbeid regtstreeks, voor het oog van het geheele
muzijkale publiek , zijnc onkutide ten toon gespreid.
Wat zoude den heer nils toch wel bewogen heb«
ben, dezen hoop noten, die schier als op den worp
van dobbelsteenen schijnen zamengeflanst te zijn,
met de benaming Cantate te beslempelen ? Was het
nijn voornemen , eene muzijkale kwakzalverij ler we-
reld te brengen , als hoedanig dit -werk zich inder-
daad kenmerkt; waarom koos hij dan niet den titel
geparodicerde Cantate? Dan toch zoude het muzijkale
publiek reeds terstond geweten tiebben, dat hetzelve,
in plaats van gezangen, deuntjes voor Irompetten en
pauken kocht, en het zoude in zijne verwacbting
I 4                                  niet
>
■■ :-,j                                                                                                                                          { ■
:                             .                                        C\
»
-'■■■'"                                                                                                                                                                        -'■, "                                                                                    .4
-ocr page 137-
("«)
niet te leur gesteld worden! Maar de heer hesi
dacht waarschijnlijk juist zoo, als al die anderen,
die hunnc werken door eenen veel belovenden titel
moeten zoeken aan den man te brengen , en plaatste
du* dal; gene buiten op het werk, wat er van binncn
vruchtetoos in gezocht wordt. — Eec. kan echter,
ondan s het gebrek aan geest en den overvloed van
onzin , waardoor dit werk zich in het bijzonder
kenmerkt . zich niet onthotidcn < hetzelve eenigzins
nailer te beschrijven ; hopende , daardoor aan de inn.
zijkale uitzinnigheden, voor het vervolg, paal en
perk te slellen.
Even als ieder schrijver», in de voorrede van zijn
geschrilt, den lezer over de hedoeling des werks een
kort denkbeeld tracht te geven , en hem met het
plan, en over het algemeen, met de wijze van be-
•werking eenigzins bekend te maken ; juist zoo bcijvevt
zich de componist, om in de inleiding van een werk
van aanbelang, als bij voorbeeld, een oratorium,
eene opera , ecne cantate , zijne juiste hedoeling door
toonen te kennen te geven. De heer mess (leeft dit
overoude gebruik ook gevolgd, en lcert ons ook in-
derdaad al aanslonds zljncn geest kennen. IIij opent
zijn toonsluk met het gesehal der trompelten en het
gelvommel der pauken in D dur, waavna het orkest
inva't, gedurende 16 maten, in ouderwetsche, tot
vervelens toe a'gezaag'le' passages voortbruist —r en,
pu is de inleiding uit. Rec. moet bekennen, dat,
indien woorden zich door toonen licten uijdrukkeu; •
men
i
-ocr page 138-
v                         .              -                  • • ,
C '29 )
men onder deze inleiding, veeleer eerie oorlogsverkla-
ring van barbaarschc voikeren j60u.de verstaan, dan
eene muzijk, welke jacht en lielelijk op het gemoed
behoovde te wcrken.
Het kontrast der inleiding, met de -woorden van het
nu votgcnde recitatief, is in hel. oug loopend: plus de
combats, plus de victirncs, le cicl eocauce nos souliaits.
Grace a des heros magnanimes, nous allons jouir de
la paix!
enz. Dit recitatief wordt door den Tenoor
gezongen. Rex. ruoet bier ecnige woorden over de
duktamatoriscue voordragt van het recitatief vooraf
lalen gaan.
Het recitatief behoort, zoo wel wal de composilie ,
als wat de voordragt belreft, op 'dezeifde leest ge-
schoeid te zijn, als de dekSamalie der rede: hel is
niets anders, dan de waarachtige, reine en schoo-
ne uitdrukking van den zin en van de daarmede
verbondene gewaarwording. Het akkompagnement
dev ihslrumenten moet tich steeds , of tegen de stem
aanleunen, of wel , namelijk in gewiglige oogenblik-
ken, de stem alleen laten gaan; maar hel mag nini-
mer zoo »terk zijn , dat de stem daarbij verliest en
overschreeuwd wordt. Het recitatief ondevscheidt
zich dus in niets van de rede, dan alieen in hetgeen
hel gezang in het algetneen van de rede doet cnder-
ketinen, dat is , in den omvang van loor.en: aan de
laatsle kent men gemeenlijk den omvang van eene
quart , aan het eerste dien eencr oktaaf toe. In
het recitatief mag voorts geen afschilderen der woor-
* 5
                                      den
-ocr page 139-
( i»o )
Hen plaaU grijpen y en evenmin mag netzelve kunst-
rijke versieringen ten toon spreiden: hoe reiner de
*fn nitgedrukt, hoe natuurlijker hij voorgedragen
wordt, zoo veel te meer komt men het ware recita-
ti'ef nabij.
De camponisl moet dm , bij net vervaardigen van
ten reeitatief, de regelen der dekiamatie ook als zijne
*w>rna»mste regelen bcschouwen en opvolgen. Hij
mtrel zijne toonen zoo uitdenken , dat hij jui&t die
woorden en ideen doet uitkomen, waavop de rede-
sjaar insgelijks nadruk leggen zoade ; ja, wat meer
i«, zijne emphasen moeten zell's uit diezelfde bestand-
derien zamengesleld zijn, als die van den redenaar.
Het staat hem niel vri; , de stem te doen dalen ,
waaineer de redenaar die zoude verheffen, noch ook
door het langer uithouden van eenen toon, dat uit te
drnkken, hetgeen dc redenaar door klimmen of aan-
groeijende kracht uitdrukt. Hij moet zich voorts
zorgvuldig wachten , om de oktaaf, die bij het reci-
lafief als omvang der stem aangenomen is, derwijze
op die toonen te bepalen, dat de zanger zijne krach-
tea te veel inspannen moet: immers daardoor gaat
Ac duidelijkheid in het uitspreken der woorden ver-
Joren, en deze moet, deklamatorisch beschouwd , oa-
rrg«Imatig warden.
Al deze regelen moeten door den componist, wil
bij zich niet tegen het natuurlijfce gevoel en tegen
den physieken toes! and van den mensch verzelten,
Maawkeurig in acht gcnomen wordca. De heer niti
ech-
-ocr page 140-
C <*» )
echter, (lot ■wien wij, na deze korte uitweiding ,
terug keeren,) bewijst maar a! le zeer, dat hij er
nooit aan gedacht heeft, hoe hoog de deklamalie , in
het recitatief, behoort gee'erbiedigd le worden. Im-
mers: i2. hij legt den accent op korte letlergrepen, ter-
wijl hij over de langcn, welke uitkomen moeten, spoe-
dig henen glijdt (in den eerslen regel, bij voorbeeld is
het woord souhaits te lang gerckt; in den tweeden
regel zijn de woorden de la insgelijks te lang uilge-
houden, en behoovden sneller op pat'x te vallen; in
den derden regel komt het woord climat te weinig
uit , enz.) ; 2.-. hij is den omvarig der stem te bui-
ten gegaan; en 32. laat hij de stem meestal in de
hoogere toonen schreeuwen. Hoe armzalig is voorts
de modulatie in de derde maat van den derden re-
gel, waarmede hij waarschijn'ijk aan de woorden:
la discorde a quitte la terre karakler hijzetten wil.
Waar om deze periode niet liever met krachtige
akkoorden te gemoet gekomen, in plaats van de ge«
Leele passage tot aan het slot in oktayen, en dat
nog wel in de buitenste partijen, te doen gaan ?
Over het nu volgende koor Maestoso in C. dur,
Isan Rec. niets verder zeggen, dan dat de heer Kits
hier reisgezellen gekozen heeft, om met hem door
het water te waden. Er is even zoo weinig plan of
uilwerking in dit koor le vinden, als in het vooraf-
gaande recitatief. De heer ms.es verraadt in tegen-
deel nog duidelijker, hoe weinig muzijkale genie hij
hezit; daar niets klaavblijkelijker is, dan dat hij
•lechU
-ocr page 141-
I
( I52)
•lechls nolen opgezocht heeft, om den tekst ten einde
toe te doen zingen. De zangstemmen schreeuwen
Tolstrekt eentoonig in de Tonika, zonder^zich naac
ecnen verwanten toon te wenden. Hel akkoinpagne-
xnent laat in de lusschenspelen nu eu dan een paar
toonen hooren in dc boven-Dominanle', en under.
Mediante: waarschijnlijk om. dat in de Touika reeds
alie wendingen gebezigd waren.
Het nu volgende stuk, in G. dur, is niets dan eene
atledaagsche fransche romance met , akkompagnement
van de harp, of, om beler te zeggen, met een ak-
kompagnement, als dat van eerie gewone guitar, Bij
pele gezelschapsliederen is het in gcbruik, dat bet ge-
heele gezelschap bij lie slotwoorden mede in vail,
en dit is hier dan 00k geschied!
Recitatieo ton aria, voor de Sopraanstem. VVan-
neer de heer keis zich in de voorgaande stukken
het vefwijl op den hals haalt, dat bet akkompagne-
ment van dezelve nict met imitalien prijkt (een kun-
stig weefsel , hetwelk aan iedcr muzijksluk verschei-
denlieid geeft, en bet oor telkens op nieuw ttreelt):
in dit sluk tracht hij dien misslag vreder goed te ma-
ken , doordienhij, natnelijk , zijn eersle stukje voor
de trompet in D. dur, nu nog eeris in C. dur laat
blazcn. Voor het ovevige kan dit zangstuk slechls
eene chari-eari van overoude, tot walgens foe ge-
hoorde zangpassages geheelen worden ; het heeft
niet eens den vorm eener aria, en zoude althans,
daar hetzelve geen tweede deel heeft, eer cavattnc
dan
-ocr page 142-
( 133)
dan aria knnnen genoemd worden, wanneer net niet
zoo boven mate met passages en trompetgeschal ge-
spek't ware. Het is onmogelijk er eene figuur in te
vinden, naar welke het geheel dan toch behoorde be-
werkt te zijn. Rec. gelooft inderdaad, met opzigt
tot de werken des heeren hies, dc regte uildruk-
king te bezigen, met te verklarcn, dat hij slechts
kasteelcn in de lucht bouivt. Immers , even zoo wei-
nig als de bouwkundige een regelmatig gebouw kan
oprigten, wanneer hij niet vooraf een plan ontwor-
pen heefl, dat het bestek en den omvang van het ge-
heel bevatten moet, en naar hetwelk het fondament
behoort geschikt te worden: even zoo min kan de
systematische toonkunstenaar een stuk componeren,
wanneer hij niet vooraf in zijne phantasie den form
van het geheel en de heofdfiguren , naar welke hij
iedere periode afzondertijk denkt uit te werken, ge»
schapen heeft. Het is derhalve onvergeeflijk, dat
een man, als de heer mi), die noch phantasie,
noch systema bczit, eenen arbeid ondernomen heefl,
welke, zonde deszelfs bedoeling bereikt worden ,
slechls door eenen klassieken toondichlei* had behoo-
ren bewerkt te worden, die de voor onze tijden zoo
gewigtige gebcnvtems, waarop de cantate doelt, be»
ter gei'dealiseerd zou hebhcn., en die door onze na-
kosnelin^schap voorzeker in een heilig aandenken
zoude geeerbiedigd worden.
Tot slot onthaalt.de heer mkbs ons op eene hymne
(oi
lofzaivg ler eere van god of ook van eenen held)
ia
-ocr page 143-
C 134 )
in F.. dur | maat: een gezang , helwelk den stijl der
x kerkelijke muzijk nieer nah'ij komen moet, dan den
modernen , scliri jftrant. Iloe verrassend ■ of liever
s                       J                                                                                                      '
hoe belagchelijk moet het den loehoovder voorkomen,
die , in de verwacht'mg eenen verhevenen lofzang te^
Jiooren, met de ingespannensle oplettendheid slaat le
luisteren , en nu op eens eene fransche romance hoort
zingen, waarvan de inleiding niets meer en niets min-
der is, dan een parademarsch. Rec. roeenl, dat dit
dezelfde uitwerking moet bebben, als wanneer men
met een hartelijk verlangen hoopt, in den heiligen
tempel, eene stichtelijke leerrede le hooren uilspre-
ken; terwijl sinks een Jong winderig heerrje den
kansel betreedt en een' brok uit een mode-jouvnaal
yoorjeest. •— O gij volkeren der oudheid! gij vooral
eerwaardige Grieken, gij, die uwe hymnen met uw
jyllabisch en daarenboven ernstig gezang zoo verhe-
ven wist te bewerken, en de kunst verstondl. daar-
rnede eene zoo groote uitwerking te weeg te bren>
gen! wat zoudt gij wel onlwaren, wanneer .gij het
vermogen had een oog te siaan op onze tijdeh en op
een maaksel van deze soort!
Rec. wen<scht, om der edele kunst wil, dat de heer
ytis in het vervolg voorzigliger met zijne voort-
brengselen- te werk ga,,; dan hij lot nu toe gedaan
heeft ,l en,dat hij, eer hij een werk in het licht geeft,
cerst rijpelijk bedenke, of het dat ook wel is, waar-
yoor het doorgaan zal. Rec. wil. den heer mees
geenszins het talent, om eene i'ransche romance te
ma-
-ocr page 144-
C 135)
makon, betwisten ; maar dit schrijve hij zich achter
het oor, dat lot werken als het onderhavige, een man
vereischt wordt, die gvondige theoretische kundig-
heden met genie vereenigl; die voor iederen tekst
een' karakteristieken toongang en eene met hetmelrnm
overeenkomende figuur weel te vinden. Onder «le
benaming figuur -wil Rec. het heerschende thema
verslaan hebben, waaruit de contrapuntist eea go-
heel schept.
De Rid d e r <j L u or,
(Vereolg van bladz. 72.)
"Wij traden de kamer binnen. Toen hij zich neder-
zette , opende hij zijnen overrok, en ik zag met -ver-
wondering, dat hij daaronder een geborduurd vest
met lange panden, een' zwartfluweelen broek en eenen
zeer kleinen zilveren degen droeg. Hij knoopte den
overrok zorgvuldig weder toe.
„ Waarom vroegt gij mij, ofik eenBerlijner ben?"
begon ik. „ „ Om dat ik, in dat geval, in de nood-
zakelijkheid zoude geweest zoude zijn, u te VedaleD."'*
„ Dat klinkt raadselachlig."
„ „ In 'tgeheel niet; wanneer ik a zeg , dat ik —«
jau ja, dat ik een komponist ben.",,
„ Gij blijft mij niet te min even duster." /,
„ ,, Vergeef mij dan hel geen ik zoo even zeide:
want ik zie, dat gij met den aard van Berlijn, en
van de Berlijners in het geheel niet bekend liju""
Hij
-ocr page 145-
*
*
C i36)
Hij stond op en ging de tamer eenige malen driftig
op en neer; daarop ging tiij aan het 'venster en zong,
met eene bijna niet hoorbare stem, het koor der
Priestcresscn uit Iph'igcnia in Tdurts; terwijl hij nu
en dan, -waimeer het. Tutti inviel, aan de venster-
glazen klopte. Met verwondering merkte ik op, dat
hij zi-kere anderc -wendingi'U in de riielodicen maakte,
die door kracht, en nieuwheid eene ongemeene werking
dedin. Ik liet hem begaan. Na dat hij geeindlgd
had, nam hij weder plaals op zijnen sloel. Innig
gcroerd door 's mans zonderling gedrag, en de won-
dertaarlljke kenteekenen van een zeldzaam muzijkaal
talent, zweeg ik.
Na eene poos, vroeg hij:
„ Hibt gij nonit gekomponeerd ?'*
„ ,, Ja, ik heb het beproefd : maar alles, wat ik
in oogenblikken, in welke , g'lijk ik meende, een
ioeer dan gemcen vuur mij bezielde, geschreven
had, kwam mij naderband lam en vervelend vooi';
daarom heb ik dit werk gestaakt." "
„ Daaraan hebt gij kwalijk gedaan; want dat gij
tnve eigene proeven verwievpt, is geen kwaad ken-
teeken van talent. Als kind lerrt men mnzijk, om dat
TPapa en Mama het zoo verkiezen. en dan wordt er
maar op los geklopt en gestreken: maar naderband
■wordt de geest, zonder dat men het merkt, vatbaar-
der voor melodic Misschien was bet half vergetene
Thema van bet een of ander liedje , helwelk men nn
anders zong, de cerste eigene idee, en deze kiem ,
door
-ocr page 146-
(i37)
door rreemde krachten met moeite gevoed, btrant
ter wereld, gevormd als een reus, die alles rondsom
verteerde en in zijn merg en bloed deed overgaan.
Ha! hoe is hel mbgelijk, slechts de duizenderlei
wegen aan te wijzen , langs welke men tot het kom-
porieren geraakt! Er is eene breede baan; daai?
loopen alien heen en weer, juichen en schreeuwen:
Jftj zijn ingewijden! tvij hebben het doel bereikt.' —*
Men komt door de ivoren poorl in het rijk der droo»
men ; slechts weinigen zien de poort, nog minder
gaan er door! — Hier ziet het er gedrogtelijk uit.
Wonderbaarlijke gedaanten zweven daar heen envre&r,
tnaar zij hebben evenwel karakter; de eene meer, de
andere minder. Men ziet die op de breede baan
faiel; zij zijn slechts achter de ivbreri poort te vinden.
Het is moeijelijk, uit dil rijk weg te komen; even
als voor de burgt van Alzine, verschansen mon*
sters den uitgang, — alles draait— alles suizebolt —i
vele verdroomen den droom in het rijk der droo-
tnen — zij versraelten tot ecnen droom, — zij werneri
geene slagschaduw meer, anders zouden zij door de
schaduwe den lichtstraal ontdekken, -welke door dit
rijk schiet; maar slechts weinigen, opgewekt uit den
droom, stijgen in de hoogte en vinden den -weg door
bet rijk der droomen — zij genaken de waarheid —i
het belangrijksle oogcnblik is gekomen, de aanrakiiig
Van het eeuwige, onbeschrijfelijke!
Aanschouwl de zon: zij is de drieklank , uit welketi.
akkoorden, even als starren, uecrschicten, en tt
K                                        fliei
-ocr page 147-
C 1S8 )
met vurige draderi omspinnen — even als eene pop
ligt gij in het vuur, tot dat Psyche zich verheft eo
opstijgt in de zon.1'
Bij de laatste woovden sprong hij op, hij sloeg het
oog, eh hief de hand naar boven. Nu ging hij we-
der zitten en dronk snel het, voor hem ingeschon-
kene, gifts wijn uit. Er ontstond eene stilte , die ik
niel storen wilde , ora den buitengewonen man niet
■van den weg af le brengen; eindelijk voer hij be-
daarder voort:
„ Toen ik in het rijk der droojnen was , werd ik door
duizenden van pijnen en-angsten gcfolterd! Het wal
nacht en de grijnzende mommen der wangedrogten, wel-
ke op mij aanvielen, en mij, riu eens in den afgrond der
eee wierpen, dan wederom hong in de lucht verhie-
Ven, Joegen mij eenen ijsselijkeu schiik aan. Op eena
schoten er lichtslralen door de duislcrnis des nachts ,
ea die stralen -waren toonen, welke mij met eene lie-
felijke klaarheid omvingen. *l* Ik bekwam van mijne
•marten en zag een groot, helder oog, hetwelk in
een orgel blikken wierp , en zoo dra als het die ge-
vorpen had , rezen er toonen op, die schifterden, en
■ich ineen strengelden tot hemelsche akkoorden, zoo
als ik er nimmer gedacht had. Er stroomden melo-
dieen op en nc£r; ik zwom in dezen vloed, en waj
op het punt van te verzinken; doch het oog zag mij
aan en hield mij omhoog boven de bruisende golven.
mm Het werd wedcr nacht, en er kwamen twee kolos-
len in schitteren.de harnassen op mij aan: Giondlooa
ea
»/
-ocr page 148-
C 159)
tn Quint! Zij voerden mij met kracht opwaartsj
ihaar het oog gi-imlachle en zeide: Ik *reet, wat
uw hart reikhalzend begeert; de zachte , tedere jon*
geling, Terz , zal zich bij de' kolossen yOegen, gij
zult zijne liefelijke stem hooren, mij fredev zien > en
mijne melodieen zullen de uwen aijn.'l
Hij zweeg.
,f,, En gij zaagt het oog 06g eens?",1
,, Ja, ik zag het weder! — Ik smachlte vele jaren
itt het rijk der droomeu — toen — ja toen! — Ik
zat in een schoon dal en hoorde, hoe de bloemen met
dlkander zongen. De zOnnebloem alleen zWeeg, en
liet treurig den nog geslotenen knop hangen. Qnzigfr*
have banden trokken mij tot haav — zij beurde haar
hoofd op — de knop opende zich , en uit denzelven
straalde het oog mij te gemoet, Gretig verz-wolgea
nn ' de bloemen de toonen, die als lichtstralen uit
roijn hoofd op haar schoten. De bladeii der zonne-
bloem •werden al grooter en grooter, en spi'oeiden
Tuur om mij heen — het oog -was verdwenen en ik
Was in den knop,1'
Bij deze laatste woorden sprong bij van zijnen Stoel
op en vloog , met de rasse schreden eens jongelings,
naar buiten. Te vergeefs wagtte ik op zijnen terug-
komst, en ik besloot dus naar de stad terug te kcercn.
- Ik was reeds digt bij de Brandenbnrger poort t
toen ik in de duisternis eene lange gestalte zag gaan
en al spoedig mijuen zonderling hevkende, Ik sprak
hem aan.
K a                            h Waar-
-ocr page 149-
*~
C **0
)
M Waarom hebt gij mij zoo plotseling verlatenf'*
„ „ Hel werd brandend heel om mij been en de
Eujjhoon begon klank te geven.M".
„ Ik be^i-ijp u niet!"
„ „ Des te beler." "
,, Des te ergery want ik wenschte u gaarne gehcel
te begrijpen."
„ „ Hoort gij aiets ?" "
„ Neen,"
,, „ Het is voorbij! —- Room , gaan wij. Ik kan
juifl niet zeggen, dal ik pen liefhebber van gezelschap
hen; maar — gij komponeert niet — gij zijt geen
Bt-vlijner — *'"
„ Ik kan niet begrijpen , waarom gij zoo tegen de
Berlijners kupt ingenomen zijn ? Hier, waar de kunst
naar waarde geschat en zoo sterk uitgeoefend wordt,
hier, dunkt mij, moot een man, met uw kunsttalent
begaafd , zeer vergenoegd leven !"
„ „ Gij vergist u! — Ik ben, tot roijne kwaal,
^edoenxd om hier, als een wandelende gecst, verla-
ten rond te zwevven." "
,, Verlalen, hier , in Berlijn ?'*
M „ Ja , verlaten ben ik geheel en al , want
geen vernvaagschapte gecst komt lot mij, Ik sta al«
leen."»
„ Maar de beocfenaars der kunst! de komponis*
ten?"
„ „ Weg met hen! Zij vitten en bedillen, pluizen
•lies uit tot op de kleinste kleinigheid; -woolen allet
door
-ocr page 150-
( i4i )
<ioor, om slechts cene rampzalige ide*e le vindenj
door al tlal babbelcn over de kunst, over het gevoel
voor deceive en wat niet al racer, kunnen zi] er niet
toe geraken , iets voor den dag te brengen; en gevoe-
Jen zij nog al eens zulk eenen aandrang , als of
zij ten paar eigene gedachten aan hut daglicht moes-
ten brengen, dan gee ft de verschrikkelijke koude
van hun voorlbrengsel, bunnen verren afstand vaa
de zon te kennen. — Hel is Laplandsch wcrk.""
„ Uw oordeel komt mij te slreng voor. De nil-
munlende uitvoeringen in den schouwburg , dankt
mij , zouden u toch voldoen.1'
,, „ Ik had het eens wederom op mij zelven ver-
Iregen , om in den schouwburg te gaan , ten cinde
eeni opera van mijnen jongen vriend te hooren uit«
vqeren — hoe heet zij loch? — Ha! de geheele we-
rcld is in deze opera! de geesten dor benedenwereld
gaan onder het bonte gewemel van elegant gekleede
menschen — alles heeft hier stem en kracht —vv-it
dvommel, ik meen immers Don Juan! — Maar ikkon
hel niet eens zoo lang uithouden , als de ouverture, di*
prestissimo , zonder zin of verstand afgezaagd werd ,
duurde ; en ik had mij evenwel , door vasten en hid*
den, daartoe voorbereid, daar ik weet, dat de Eu«
phoon hierdoar veel te zeer aangedaan wovdt, en
Valsche toonen geefl.1* "
» Hoezeer ik meet toeslemmen , dat moz art's
meeslerslukken, voor het groolste gede'elte , alhier
oabegrijpelijk slecht behandeld worden, zoo kunnett
K4                                      <U
w •                                                  ■■■■,* . :                                    ..                                         »
-ocr page 151-
( 142 )
lie werken van ciuct zich evenwel op eene uit*
voering naar waarde beroemcn."
„ „ Waarlijk ? ---- Eens wilde ik de opera Iphige-
nia in Taurii hooren. Ik ga in den schouwburg en
hoor, binnentredende , dat men de ouverture van
Iphigenia in Anlis speelt. Hem! —. denk ik , eene
vergissing; men vertoont dcze Iphigenia! Met ver-
wondering hoor ik cchler het Andante waarmede Iphi-
genia in Tauris begint, en daarop volgl de storm.
Eene tusschenruimte van twintig jaren! Het geheele
effekt, de geheele wel berekende expositie van het
treurspel gaat verloren. -i« Eene stille zee ~ een
jstorm -»- de Grieken worden aan het strand geworpen,
en zie daar, de opera is klaar! —r- Is 't mogelijk ?
liecft de komponist de ouverlure dan zoo maar daar
necr geschreven, dat men dezelve , even als een
deuntje , wegspelen kan waar en hoe men wil ?" ''
„ Die mislasting beken ik gaarne. Intusschen doet
men toch al het mogelijke, om de werken van a lock
door eene waardige uitvoering , in al derzelver
schoonheid te doen kennen."
5) „ Ei jal" " zeide hij kort af, en giimlachte zeer
litter. Plotseling stond hij op en niets was in staat
Ijem op te houden. In een oogenblik was hij ver-
dwenen, en yerscheiden« dagen achter elkander socht
it hem te vergeefs in de diergaavde,
E? waren eenigc maanden verstreken , loen ik mij
tens pp eenep kouden regenachtigen avond in een
ver-
-ocr page 152-
verafgelrgen gedeelte der slad laat had opgehouden,
en uu naar jnijne woning, in de Frederiksstraat , le»
rug keerde. Ik moest voorbij den schouwburg i de
bruisende muzijk , pauken en trompetten , berinner-
den mij , dat dien avond civcks Armida vcrtoond
\rerd. Ik was juist vuornemens birinen te tveden f
toen ik iemand, digt bij de vensters, waar men
schier iederen toon van het orkest hoorde, op de
itondcrlingste wijze, met zich zelven hoorde sprcken.
,, Nu komt de koning — de marsch wordt ge-
speeld — o paukt, paukt maar toe! — 't is regt vro-
lijk! ja, ja , de marsch moet heden elfmaal gespeeld
worden, — het duurt anders niet lang genoeg. -—
Ha, ha — maestozo — langzaam kinderljes, lang-
zaam! •— Zie , daar blijft een figurant met het lint
van zijnen schoen vastzitten. — Rcgt zoo, voor de
twaali'de reis! en allijd op de dominanle losgeslagen.
O eeuwige magten! daar is nimmer een einde aan!
Nu maakt hij zijn kompliment. — Armida bedankt
hem belecfd. — Nog eens ? — Juist, er mauke-
ren nog twee soldalen! Nu wordt er op het reci*
latif losgedreunl. — Welke booze geest houdt mij
mij hier gebannen ?''
„ „ De banvloek is geheyen, viep ik , kom , gaa*
wiji'"'
                                                                             j
Ik nam mijnen nonderling uit de diergaarde ■—•
want niemand ander*, dan hij was het — ras bij de
hand en trok hem met mij voort. Hij scheen ver-
iest te zijn, maar volgde mij evenwel stilzwijgendei
K 4                                Wij
-ocr page 153-
( i44 )
Wij -warcn reed* in de Frederiksstraat, toen hij plot«
ecling slaan bleef.
„ Ik ken u , ~ zeide hij. Gij waart in de dier-
gaarde , — wij spraken veel te zamcn — ik heb wijn
gedronken — heb mij driftig gemaakt, — twee da-
gen achter elkander hi«Id de Euphoon niet op te klin-
!ken,—-ik heb vecl geleden — maar het is voorbij !"
,, „ Het is mij zeer aangenaam , dat een toeval ons
elkanderen wederom heeft doen ontraoeten. Laat ons
nu nadcre kennis liialsert , ik woon niet yer van hier;
indien gij....." "
■j, Ik kan en mag niemand bezoeken.1'
,, „ Neen, gij ontkomt mij niet, ik gaa met u." 't
„ Dap zult gij nog een paar honderd schreden
jnet mij verder moeten wandelen. Maar gij wildet
jmmers in den schouwburg gaan ?"
,, ,| Ik wilde Armida hooren, maar nu ?" V,
9, Gij zult lhans Armida hooren! kom!"
Zonder 4en woord te sprcken, gingen wij de Fre-
deriksstraat door ; op cens draaide hij in eene dwars-
straat, en ik was naauwelijks in staat, hem te vol^
gen, zoo snel liep hij die slraat af, tot dal hij ein-
delijk voor een onaanzienlijk huis staan bleef, Na
dat hij yrij lang geklopt had , werd er eindeliik open
eedaan. In het duister rondtaslende, bereikten wij
de trappen en vervolgens eene karoer in de hovenste.
yerdieping. Mijn leidsman sloot de kamerdeur zorg-
Tuldig toe. Ik hoorde, dat er nog eene deur geopend
^/ei'd; kort daarna verschuen hij met eene brandende
kaars,
-ocr page 154-
C i45)
taars , en toen ik nu de zpnderlinge roeubilering der
kamer zag , was ik niet weinig verwonderd. Ouder-
wetsche, x-ijfc yersierde stoelen, een staand uurwerk
met eeni! vergulden kast, en een breede , groole Spie-
gel gaven eene sombere verlooning yan ouderwelsche
pracht. In het midden stond een klein klavier , daar-
op een groote porceleinen inklkoker, en naasl denzelveq
lagen eenige vellen niuzijk-papiei-. Toen ik deze voorbe-
reidselen tot komponeyen wal naauwkeuriger beschou wd
had , werd ik echter overluigd , dat er sedeit \angen
tijd niets geschrjyen moest iJijn, want hel papiec
echeen bijna met geel oker aangcslreken, en een dik
gpinrag bedekte den inktkoker.
De man ging in den boek van de kamer naar eeHe
kast, die ik nog niet gemerkt had, en toen hij de
gordijn wegtrok , zag ik eene menlgte fraai ingebon-
dene boeken, met verguldene opschriften: Oifeo,
Armida, Alccste , Iphigenia enz. , kortom, ik zag
clucks meeslerstukken bijeen.
M Gij bezit alle werken van glock?" vvoeg ik. «
Hij antwoordde niet, maav krampachtig trok zich
lijn mond tot lagchen , en de zamentrekking der spie-<
Ten op de ingevaliene wangen maakte i»rstond zijn
gezigt tot eene verschrikkelijk mom. Terwijl hij zijrt
somber oog stijf op mij vestigde, nam hij een der
boeken, — het was Armida — en ging met statige
schreden naar het klavier. Hij sloeg het boek open,
en— wie schildert mijne verwondering! ik zag geli-
nie'erd papier , maar geene enkele noot was er op ge*j
*chreven.
                             K. 5                                    Hij
-ocr page 155-
( 1*6 )
Hij begon: ,> Nu zal ik de ouverture spelen! wees
boo good, de bladen om te slaan, en dat wel op den
regten tijd! " Ik beloofde bet, en nu speelde hij
heerlijk en meesterachtig , met voile akkoorden , het
roajeslueuze tempo di marcia, waarmede de ouvertu-
re begint, bijna zonder de roinste afwijking van het
origineel; het allegr,o echter was slechts mel slues
hoofdide'en doorvlochten. Hij liet er zoo vele nieuwe
eigene wendingen invloeijen , dat mijne verbaasdheid
hoe langer zoo meer toenam. Vooral waren zijne vev-
anderingen van toon Ueffend , zonder schel of scherp
te worden, en hij wist aan cenvoudige hoofdide'en zoo
veele melodieuze melisraen aan te knoopen, dat zij al«
tijd nieuwer en meer verjongd scheenen temg te keeren.
Zijn gezigt gloeide ; nu eens rimpelde zich zijn voor-
hoofd , en eene langverkrople woede , scheen met ge«
*reld te willen losbarsten ; dan wederom slonden tra-
nen van eene diepe smart in zijne oogen. Somtijds
fcong hij , wanneer beide handen in kunstmatige me-
lismen werkten, bet thema met eene aangename te«
noorstem; ook wist hij den doffen toon der pauk op
eene geheel eigenaardige wijze met de stem na tc
bootsen. Ik sloeg inlusschen de bladen, terwijl ik
»ijn oog volgde , zeer vlijtig om.
De ouverlnre was nu geeindigd, en hij viel, geheel
afgeniat en met geslolene oogen , op zijnen stoel ach-
terovcr. Spoedig echler herstelde hij zich, en ecnige
bladen, waarop niets geschreven stond, driltig oin-
«laaude, zeide hij met egne gesmoorde s(.em ;
-ocr page 156-
C 1*7)
„ Dit alios, Mijnhecr, heb ik geschreven , toen
ik uit hot rijk der droomen kwam. Maar ik verried
hel heilige aan onheiligen , en ik voelde eene ijs—
koude hand in mijnen gloeijeuden boezem wroeten!
Mijn hart brak niet, toen werd ik veroordeeld , ora
te wandelen onder de onheiligen, even als ecn ai'ge-
schcidene geest, zonder gedaanle, opdal mij niernand
«oude kennen, tot dat de zomiebloem mij wederom
opwaarls voert, tot het oneindige. Ha — laal on»
nu Armida's tooneel zingen!"
Hij zong nu het laatsle tooneel van Armida , en de
juistheid en het gevoel , waarrnede hij zulks deed,
drongen tot in mijn binnenste door. Ook hier we.ek
hij merkelijk af van het eigenlijke origineel ; maar de
muzijk , zoo als hij dezelve veranderde , was die van
e l u c K , schier met nog nicer kracht. Alles , wat
haat, liefde , wanhoop, razernij met de slerkste trek-
ken uitdrukken kan, wist hij in zijne toonen zamen
te vatlen. Zijne stem was aan die van eenen jon-
geling gelijk , want van eene bijna onhoorbare dofheid ,
verhief zij zich tot de doordringendste'' kracht. Alle
mijne zenuwen trilden —- ik was buiten mij zelf.
Toen hij gedaan had , viel ik hem in de armen en
riep met eene onderdrukte stem: ,< Wat is dat?
Wie zijt gij ?"
Hij stond op, en met ecn ernslig oog zag hij mij
Jaug en doordriugend aan; toen ik enhter meer wilde
vragen , was hij reeds, met het licht, verdwenen en
}iad mij in de duisternis achtergelaten. Er mogt wel
eea
-ocr page 157-
C i48 )
•en Itwarlier tiurs voorbij zijn; reeds wanhoople ilt
»an zijne tei'ugkomst en trachtle, — den stand van
het klavier tot rigtsnoer ncmende, — de deur te
opetien ; toen hij onverwacht, met het licht in de
hami , wedevom binnen trad; hij had een geborduurd
staalsiekleed, en een insgelijks rijk geborduurd rest
aangetrokken , en droeg eenen degen.
Ik verstomde; langzaam en slalig fcwam hij naar
^nij toe, nam mij zachljes bij de hand en zeide , op
eene wonderlijkc wijze grimlagchende: ,, „ i/( ben dt
liidder
6UCI.""
•§■-«~-H*
MUZ UK ALE BERIGTEN,
Ult 'SGRAVENHA&I.
Wanneer men de oorzaken opsporen • wil , waar-
«Ioor de liefde voor de toonkunst alhier, sedert eenige
jaren, zoo aanmerkelijk toegenomen heeft, en de smaak
zoo zeer verbeterd is ; dan zal men die oorzaken al-
leenlijk vinden in de vereende pogingen van eenige
liefhebbers , die het onwrikbarc besluit hebben opge-
vat, om de diepgezonkene kunst weder op de been
te helpen. Zij waven bet, welke zich als om strijd
heijverden, de koncerten voor liefhebbers, welke de
beer gahz, nu twee jaren geleden , oprigtte , te on-
devsteunen. Zij waren het, die de muzijkale kunst-
■ycrken, of, om beter te zeggen, de muzijkale mode-
^tukken, welke nog voor zes of zeven jaren tolvrijj
-ocr page 158-
0*9)
feij ons wevden ingevoerd, hunne plaats in Ire least
dervergelelheid aanwezen , en die daarentegen ande=
re composition , welke meer op het hart en op dea
geest werken, en die ons door de omslandighedea
des tijds vreemd geworden waren , id het leven terug
riepen. Dank zij hen openlijk toegebragt, voor het
uitgestrooide zaad, hetwelk than* zoo heerlijke vruch-*
ten draagt!
Het is inderdaftd eene lust ora te zien, hoe reel
men er zich thans, zoo wel in private gezelschap-
pen, als ook bij openlijke uitvoeringen, aan gelegea
laat liggcn, om de werken der eerste meesters te
lecren kennen. Zoo hoort men, bij voorbeeld, in de
eene bijeenkomst, de eeuwig onvergankelijke kunst-
Verkeq van eenen Moiaht, of h a y d h s Quartettei*
en Quintetten uitvoeren ; terwijl in een' anderen cir-
kel de voortreffelijkste werken voor het piano, als
Van BEETHOYSHj CAll MARIA VON WEBB*,
tieid, klehgel en ries, geheel in den geest
dier meesters voorgedragen wordcn. De heer gas*
h,oudt ook eene vaste quintetparlij , waar de verruk-
kende kunstgewrochten van fesca, stoHi, mi
en beethoyik met de meeste zorg uitgevoerd wor*
den. Tot de uitvoeringen in het openbaar behoort
<»ok de harmonie-muzijk , welke door de heerent
^chriwahek en p t a »q be gegeven wordt, en die
reel lofs verdient; en de kerkelijke niuzijk , welke de
heer nil, een liefhebber , opgerigt hecft. Men heeft
aan dezen waardigen voomander der kunst, buitea
d,
i
-ocr page 159-
i* ■                                                                                                                                                                                                                                                                                                                        •'■■.■:•,
( i5o )
de miWen , welke men dikwijls hoort, »ok de liitvoe-"
ring van een Requiem, te danken, welke onlangs, op
den 28 Julij , plaats had , en over welke ik hier nog
eenige woorden bijvoegen wih
Dit Requiem door gossec vervaardigd , is het cerste
werk van dicn toondichter, hetwelk men alhier hoorde,
en verdient nicer dan goed geheeten te Worden, daaf
het in zijne soort een verheveii sluk is. Men kan te
regt beweren , dat, wanneer de geest van gossec
eich in al zijne werken even groot en even Waarachtig
uitspi-eekt , dcszeli's voortbrengselen tot de besten on«
zer eeuw kunnen geleld worden. Bewonderens-waar-
digis de ecilvondigheid , Zondek praal en zwier, waar-
mede de komponist, in de inleiding, dit verhevene
voortbrengsel van zijnen geest aankondigt, en even
*eer de grondige kunde, met welke hij door de al-
lengskens , aangvorijende opkliinming zijfldr vloeijende
gedachten , de uilwerking van het geheel wist te ver-
zekeren, Niet minder -gvoot doet gOjsec zich ken-*
nen door het diepe gevoel, hetwelk overal, zelfs in
de kunstrijkste gangen doorstraalt: eene eigenschap,
waardoor ieder toehoorder getroffen en tot aandacht
hewogen wordt. Uit dit een en ander volgt, dat het
Ware godsdienstige gevoel de grondslag van gossec's
werk moet geweest zijn: immers zoodanig alleen kon
hij, met behulp van het goddelijke vuur zijner genie,
dat gevoel 00k in de gemoederen der loehoorderen op-
vekken. — In de' aria's en andere solo-stukken , voor
nicer dan e'e'ne stem, verrukt hij door zijne gevoel-
vol-.
-ocr page 160-
(1*1)
rolle, melodieuze en vloeijende gedachten , trelke te»
vens voortreffelijk en karakleristiek geinstrumenteerd
zijn; lerwijl hij zich in de km en, welke meesterach«
tig gefugeerd, en gevolgelijk van groote uitwerking
zijn, als een denkende en geleerde componist doet
kennen.
Het orkest, zoo wel als de zangers en zangeressen I
hebben bij de uitvoering uitgemunl. De solo-stukken
werden door verscheiden kunstenaavs en liefhebbers
uilgevoerd. Mad. van deb berg -»angeville gaf
nieuwc bewijzen van haar talent. Wij hebben haar
bij deze gelegenheid nog meev leeren waarderen; im-
meis zij heeft getoond, in ieder vak der kunst bedre*
▼en te zijn, en dat zij het eigendommelijke van den
stijl der kerkelijke muzijk wel van dien der moder-
ne kunst weet le onderscheiden. Hare stem was, in
we^rwil van de groote hilte op dien dag , helder en
zuiver; hare voordragt eenvoudig an gevoelvol , gelijk
zulks bij wei-ken van dien aard behoort te zijn. De
heer gennevoise, heeft niet minder uitgemunt als bas«
zanger; jammer echter, dat hij zijne sterke stem niet
huishondelijk genoeg behandelt, en maar al te dik-
wijls het fortissimo hooren Iaat, waardoor zijn gezang
te weinig licht en schaduw heeft. De heer delys,
tenoorzanger bij de opera, welke, wel is waar, gee-
ne zeer fterke, voile stem , bezit, maar door kunst*
vaardigheid , goede intonatie en smaak uilmuut, zong
volstrekt oveveenkomstig het karakter van het werk.
Ook hebben de gezamenlijke liefhebbers zich knap
6e-
-ocr page 161-
0*0
gehouden , eoo -weV in de solo-«ezangen, als in dc to*
iren. Nleltemin lieten de laatsten nog vcel te wen-
schen overig , vooral daar er te -weinig zangstcmraen»
en in het bijzonder te weinig ahstemmen voovhau«
den wareri.
De hecr si k e 5 bestuurde het geheel , en verdieni
lot wegens den grooten ijver, welken hij niet slechts
Onder het. studeren, rnaar ook bij de uitvoering aan
den dag leide; Rvenwel behoorde hij de rnanier, ora
iract het hoofd ; de handen en de voeten te dirigeven,
dievoor eenen vcchtmeester beter paist dan voor eeneri
hedaarden orkestmeester , af te leggen , voorname-
lijk bij eene uitvoering als dezfc, waarvin aandacht
den grondslag uitmaakt. Ook zoude ik wenscheri ,
dat de heer itns, in het vervolg, de tempo's niet
loo snel inzette, vooral niet in een Requiem , eeri
stuk, hetwelk , uit zijnen sard, een' veel langzame-
ren gang vereisc'it, dan alle andere kerkelijke muzijk.
Men verzekert ons in e'crt' brief uit 's Griverihage i
dat de legenwoordige Diri'klenv van hetFrariscbe tob-
ncel aldaar dc deer milord, door Z. M. als zooda-
nig onlslagen is, en latin deszelfs plaals is benoemd»
de heer dangevilie van Amsterdam, wiens bestuui
ecbler eerst met Mei 1820 een' aanvang nemen zaj.
-ocr page 162-
A M P H I 0 N.
AANMERKINGEN op de Ferhande*
ling OVER HET O.UAHTET, EN DE V I T-
Y0ER1NG VAN HETZELVK, van Mr.'
V. ■*, schbcedeb steinmetz; in hel
iste stuk, Ilde jaarga g van het mutlj*
kale tijdschrift Amphion
; — door me*
vrouw t. ft. te Amsterdam.
vJpdat niemand, en vooral geene mijner zusleren*
tich verbeelde, dat niijn oogmerk hier is , de -wel*
doordachte verhandeling van den kundigen muzijk-
kenner, den heer schroeder steinmetz te Gronin-
gen, te willen recenseren, of, zoo als ik mij dal La«
tijusche woord door niijnen man heb laten veitalrn,
los te tornen, om de steken te doen tten: — opdat
niemand van mij , eene vrouw , van mij, eene een»
voudige muzijkliefhebster , ook slechts de minste aan»
matigende beoordeeling verwachte , zal ik, in 'tkort,
rriijne lexer's en lezeressen veriellen, -wat ik hier onder
aanrnerkingen versta.
Mijn echtgenoot is een muzijkkenner, een grootlief*
hebber en vlijtig beoefenaar der toonkunst, speelt
tamelijk goed viool, en bemint hel quartetspel— bijua
II. jaai,o. III. St.                      L                           meet
-ocr page 163-
C i54 )
meer dan mij; doch staat mij ter vergoeding hiervaa
loe, de eer te bebben, van de eenigste toehoorde-
re* le zijn, hij de vetlvuldige quartetpartijen te
onzenl.
Hi) zelf speelt de eerste viool, en drieofvier zijner
Diuz'jkale vnenden de overige partijen. Mijn post
la die van obligaate kaarsensnui'tster en muiijkblad-om-
draaisler,
de hecren nu en dan, een glas wijn in le
scitenken, en voor al het overige huishoudelijke ge-
deelle van eene muzijkpartij te zorgen. Behalve het
rouzijkomslaan mag er evehwel van (lit alles niels
gtbeuren , terwijl er gespeeld wordt; dus blijft mij
Ci;ils genoeg ovirig , om , terwijl ik mel mijn beste
hreiwerk up eenen kleinon alVtand van de spelende
to«nkua«tigrn nederzil, mijne gedachten over hon-
derd zaken , het quartelspel betreffende, te latengaan.
Ik heb drie krnisjes , en nog wel iels meer , achter
den rug. Ik mag en kan dus nu ook, ofschoon
eene vrouw , niet alleen dcnkcn , maar ook mijne ge«
dachten uilen, zander gevaar te loopen, van door
het vci'.schrikkelijk verslandige mannendom , met min-
ar.bi.ing te worden aangehoord.
Vuor eenigen tijd , kort na dat ik met vcle belaug-
gtelh'ng de gemelde verhandeling van den beer sc H noE-
SEE stethnetz liad gelezen , mijn dagboek doorbla-
derendc, rond ik veischeidene aanteekeningen van
die soort, met hijvoeging, dat de elve , tijdens haar
onutaan , door het muzijkale gezelschap waren goed-
gekeurd, en waarvan iommige indeidaad, als noodza-
ke«
»
-ocr page 164-
Ci55)
krlijke vereischten, sedert lang in onze muzijkpartij
eijn vastgesleld.
Onder deze bevinden zich ook eenige der door
den heer schhoeper steinmetz aaigehaalde rege«
len ; doch eene menigte anJeren van schijnbaar min-
der gewigt, welke mij evenwel voorkwamen , te veel
aan de ware uilvoering en hel ware genot van echle
quartclmuzijk toe te brengen, dan dat hel nitt de
nioeite waardig zoude zijn, dezelve mede te deelen , —
deze vond ik bij denzelven niet. De voornaamste nu
Van dezen laatsten zullen mijne aanmerkingen uitiua-
ken.
I. Ofschoon het groole, kunstmlnnende Amsterdam ,
eene menigte viool-, bas- en all-spelers bezit , welke
aanspraak knnnen maken op groote kunstvaardigheid,
gbede voordragt en zniver spel ; geloof ik nogtans
niet, dat zich uit deze menigte, vele quartet-parlijen
gevormd hebben of zu'len vormen, die in evenredig-
held tan krarhten elkander zoo grlijk
zijn, als de onze.
Mijn echtgenoot is juist geen virluoos ; geen spohr,
geen iisise, geen baillot, och neen ! hij speelt
(cc qu'on appelle") niet veel noten, heeft echter pen*
tamelijk sterken toon ; zijn vriend , de bassist, geeft hem
in dit laasste punt niets toe, zonder nogtans in het
eerste boven hem uit te munten ; de tweede viool en de
alt, doen mij b:j de uitvoering hooren , dat ieder van
hen eene gelijke maat van kunstvaardigheid betit, en
eene gelijke hoeveelheid van toon aan het gehiel loe-
hrengt s
en mij dunkt, dit is eene der onmisbaarsta
L a                                    veiw
/
>- '..... ^~: >-           ..:-:.:i:.„.                 .*"--.
-ocr page 165-
C i« )
rereischten van het quartetspel. — Hoe dikwijls he.b~
ben, bij voorbeeld in herhaiingcn , in boantwoordin-
gen. en in imilatien , twee of drie instrurmnten de-«
lelfde passage , op verschillende tijden! Wordl nu de-
ee door den eenen tamelijk , door den Iweeden beter en
door den derden voortrefielijk gespeeld, of omge-
lfeerd; hoe verschrikkelijk wordt dan het geheel uit
e'en geschf urd '.
Mijne vrier.din V. verzocbt mij eens op eerie quar-
teiparlij , alwaar een vonrti eiielijk bassist, ik meen
de heer D. , zijne taienten wel geliefde te laten hoo-
ren. Ik lew am en hoorde — doch gen quartet , geen
plereenig spel, het kwam mij voor, als of ik een
prachtig rijtuig zag roortslepen , bespannen met drie
roagere, zwakke keddi n , en met e'e"n schoon, forsch
Tve'l doorvoed koetspaard.
De drie kedden hijgden met vooruit gerekle halzcn
en uithangende tongen, terwijl zij onderling met de
magere poten tegen elkander schoplen; hel groote
naard daarentegen trok alleen den wagen, en — de
drie kedden me#. Wonderlijk werd het, uit zijn even-
wigt. gobragte , rijtuig been en weer geslingerd , en —•
stortte welhaast verbrijzeld te neder. Zoo ook dit
quartet!
Ware de wagen met *hr kedden bespannen ge-
■weest ; zoo zoude hi] , hoe wel wal minder schielijk >
toch evenwel zijnc bestemming bereikt hebben.
II. Het is ten eenemale onmogelijk , wanneer er
ook al aan dit eerste vereiichte voldaan wordt, met
-ocr page 166-
C t*7 )
instrument en van le veel verschillende deugdelljkhcid,
kracht, murt van toon en ge uid, en met ongelijhe besna-
ring,
wi rkelijke viere'e'uigheid te bewerkslelligen. Slechls
al te dikwijls heeft de eerste violist eene goede viool ,
terwijl men de altpartfj, al krassende op een neuz'g ,
slechl bespannen , soms zelfa verlegen itislrument hoort
al'rammelen. Hoe oudoelmatig is dit niet!
III.    De hcer schioedei steinmetz zegt in zij-
aen eersten rege): „ men stemme de instrumental zui-
«er." Zoude men hier niet kunnen bijvoegen: men
stemme ze scht'elijk
, zoo veel mcgelijh te geiijlc en met
het mihstrnogelijke geraas
?
Hoe dikwijls hoort men niet, gedurende een klein
half uur, het vervclende optrekkeii en neenluwen der
geknepene snaren , vergezc!d van het verwaide gerocp
en geschreeuw: te laag ! te hoog ! geef tens A.: en dit
alles, onder het faveur van een paar dozijn rollende
locpen , van een gt brokkeld en haaslig sluderen, en
van losse krulletjes, door de reeds gistemden! —<
Hoe is het toch mogelijk, dat men zich het eigene ge-
not z<o kan verbitteren? Welke vrouw gaat langer in
de keuken, dan noodig is, om te mien, hoe een heer-
lijk geregt eerst door vnile Iteukenmeids handen wordt
gekneed en bemorst ?
IV.    Behoort het niet ook tot de vier- of vijf&nheid
dezer muzijk, dat men de onderscheidene stukken van
hetzelve achler elhander en, zonder weer tusschen bei-
de een stemparlljtje te houden, doorspeell ? Deugt
het quartet iets , welks afzonderlijke slukkeo inderdaad
diet zameubaiigeii t
                     L3                             V.
-ocr page 167-
( 158)
V.    In den IVden regel, door den heer icaaoEDli
• tsihmetz voorgcschreven , (waar , namelijk , ovev
de teekenen van de voordragt gehandeld wordt) be-
Vinden zich aanwijzingen , welke , dewijl zij vohtreht
mocten
na»ekomen worden , ook nooil, onverschillig
in welk een opzigt, gebrekkig mogen worden ge-
volgd. Dit is evenwcl den gewonen speler, (met
goede quartet-muzijk) bijna onraogeh'jk, indien hij
zijne parlij niet eerst terdege, zoo wel afzonderli jk,
als vc rgeli jkend , heeft nagezien en gestudeerd, at wa-
re dit ook slechts met bet oog. — Dat zulks dan ook
geschiede!
VI.  Tot het huis'wudelijke gedeelte van een vierspcl,
(dil is de vertaling van quartet , mij eens door eenen
vrieud aan.de hand gegeven) beliooren onder anderen
de volgende regelen:
a.) Wordt it bij kaarslicht gpspeeld , zoo zorge
men er voor, dat er nooit gesnoten wordt, of
bchoeft te worden , terxijl men met spelen beti-g
is\
Vooral brenge de slorende muitrr bij een
langzaam stuk geene verlichting,
en dus geene
heldere vrolijkheid aan ! — Het gevoel verzet
«ich ev tegen , wanneer, in het wegstervende t
laatste gedeelte van een roerend adagio , te veel
licht het, in vceemoed verzonkene, gemoed
Ijelderheid en licht wil opdringen.
Ik behoef niel te zeggen, dat ik dczen regel,
aan eigene ondervinding , in mijnen post , als
tbligaale solo-kaarsensnuitster, te danken heb.
Nog
-ocr page 168-
$mm-*m&
Nog nooit snoot ik, gedurende «en adagio, de
kaars.n, al -ware het ook, dat de respeetire
pitten zoo lang werden , als naaldenkokers.
ft.) De diepsle stilte worde door de toehoorenden,
eri ook door de pauserenden in acht grnomeri."
Men leve in de kunst alleen, zoo lang er
gespeeld wordt en —' nog langen lljd daarna!
e.) Versvijder w o E11G E kindertn t laslige dienslbo-
den,
geraas , katten en honden , lachverwekken-
de diligent:— nogeens, iljt dhod voor alles, be-
hal^e voor de toonkunst!
—Hei is immers reeds
onge'ukkig genoeg , dat deze toonen zoo schifr-
lijk voorbijvliegen en uiet lang aaneeiigescha1-
keld in het gemoed ingeprenl kunnen blijven. :
d.) Het toehoorende gezelschap besta ui.t leer wetni*
ge
, werkelijk toehoorenden, en cvaarlijk genieten*
den \^
Niet alleen zal men dan de ware vruch-
ten van het spel zelve beter knnuen genieten,
maar er zal ook -werkelijk met meer kunslmia
gespeeld worden.
Hieibij moet ik aanmcrken, dat mijn scherpzinnige
echtgenoot van oordeel is, dat, indien cr toehoorde-
ressen .zijn, deze zich vooral met geene vrouwelijke
handwerken mogen bezig houden, het breidtn alleen
uilgezonderd. Hij is gewoon, mij het nadeelige hier-
van te doen opmerken, door mij te verzekeren , dat,
toen ik eens, in het begin van ons huwelijk, op eene
quartetpartij mij bezig hield, met iets naar een pa-
tvoon te knippen , terwijl er een adagio gespeeld word,
L 4                                       feij
-ocr page 169-
Cl6o)
hij herig verschrikt was geworden , op het gezigt ran
eene menigte spelden, welke ik onvovrzlgtige- (100 »\i
hij zich dan gewoonlijk uildrukt) in den mond hield.
Het breiden staat hij daarom ioe, dewijl deze soort
Van handwerk 'mijns inziens, zoo lang men niet aan
het uiinderen of meerderen, of iets dergelijks is,)
Werktuigelijk, en zonderer iets hij tedenken, kan uit-
geoefend worden. Hij vergelijkt het met het tabakroo-
*
ten der mannen.
Ik zou liier nog eene menigte regelen kunnen bij-
▼oegen, hij voorheeld: dal geen quartetspe'er onder
het spel »elf mag rooken , geen der aanwezigen lag^
ctien of hinderlijke bewegini;en maten, enz., en ook
hiervan zoude ik voldoende redenen kunnen opgeven;
doch kan ik praatzuchtige , en daaibij nog zoo een-
voudige , ongeletlerde Amsterdamsche vrouw, dan nog
langer op geduldige aanhooring aanspraak maken ?
lets moel ik er evenwel nog bijvoegen, namelijk,
dat men zich vooral niet te zeer verrnoeije met quar-
telnm/.ijk ! Dat wil zeggen , dat men noch te veel quar-
tetten achtere'en ?pele , noch te veel schielijk op el-
kander volgende quartetparlijen moel houden. Tus-
tchen beiden hoore men ook andere muzijk ; men be-
soeke de opera's , men hoore kerkelijke muzijk, en
yorme zijnen sniaak vooral niet te eenzijdig! Geluk-
kig wij, die in eene stad , als de onze, het voorregt
Htogen genietcn, van twee opera's te bezilten! Ge»
lukkig de vn uw , die, zoo als ik , eenen man heeft,
irelke haar hot goede en uitgezocbte voor oogen , vn
Toor
-ocr page 170-
»                     /
voor — de ooren houdt' H >e mcn'g leerEaam nnr",
vol van genot, heb ik nog gedurende dezen zomer t6
dankcn aao de goede u'tvue ng der kunstwerken van
Mozart; hoe veel vrolijke opgeruin;dht:id aan de ope-
ra's van Rossini , die mij di H ogduitsehe opera heeft
laten hooren en doen genieten ! — En dan -weiidemen
rich wtto, tot den stilieren , meer nuisselijk heili-
gen kring der quarteUmuzijk, met verri/kte kenuis,
inniger gevoel en verbeterden smaak 1
AMSTERDAM                                                      I. ••
in SepLember 1819. .'<;
*
ANTWOORD.
Hartelijk verheugd, dat mijn opstel over het quar*
tet en de uitvoering van hcliehe
, met belangstelling
en deelneming is gelezen door eene dame , welke zoo
veel doorzigt in het ware duel der toonkunst over het
•lgemeen , en der quartet fuuzijk in het bijzonder,
verraadl, als raevrouw t. o. ', zeg ik haar opregtelijk
dank , voor de aanmerkingen , welke zij bij mijn op-
*tel heeft gelieven te vocgen, en zulks wel te meer,
daar regelen van dien aard , eigenlijk buiten het doel
geligen zijn , hetwelk ik meer bijzonder met mijn op-
»tel heoogde, hoe zeer d«ze!ve alle aandachl verdie-
nen en, zclfs voor zoo verre zij van weinig gewigt
fchijnen te zijn, zeer veel tot de vermeerderlng van
het genot der spelers en der toehoorders toebrengen.
Ik ben van deze waarheid zoo zeer overtuigd, dat ik
L 5                                 mij
-ocr page 171-
C i6» )
Jul) dnrf vleijen , mij, van het oogenblik afaan, dat ik
eene bijzondere vereering voor de quartetten opvalle,
steeds beijverd te hebben, de regelendonr mevrouw
*, g. aan de hand gegeven , naauwkeurig in acht te
nemen, en, zoo veel ik daar aan doen kau, doormij-
Ile quartet-makkers te doen opvolgen.
Ialus&chen zal raevrouw T, g., mij wel willen ver»
oorloven , haav te verzoeken , dat zij, aan wier door-
ligt die taak to komen schijnt toevertrouwd te kun-
nen rrorden, hare aanmerkingen verdir voortzette.
Ik houde niij verzekerd, dat er nog verscheiden an-
deren kmmen gcvonden wordei) , bij voorbeeld , over
fie volgorde , welke men bij het spilen van quartetten
dienl in acht te nemen, en de redenen waaiora het
niet onvrpscbillig is, of men na een quartet van bee th o-
»M, er een van hatch, dan wel van mozabi speelt
em,, enz. Ik twijfel ev niet aan , of al de lezers ea
lezevessen van -dit tijdschvift, zullen gaarae de ge-
dachten van mevrouw t. g. , over de2e en derge1i|ke
{Minted , leeren kenuen, Wat mij betreft altlians , ik
zai ze vuorzeker met zerr veel belangstelling lezen,
en waaneev dit ook al niet bij alle lezers, in even
hooge mate mogt plaats grijpeD; mevroinr t. g. be-
hoett niet te vrezen , dat de galanterie zou veroorlo.
iren, haar zulks te doen ge*oelen, waarvoor vvij man*
(ten uii! zeer cioeten in acht nemen.
B. W. ^CHROEDEfi SIEIKMHIX,
BIUE-
-ocr page 172-
C i63 )
B R I E V E N
over hct leven en d e werken van
s o ni in i g e df r voornaainsle
Toondichters.
DERDE BRIEF.
***
Er rijn, meen ik, vcrschillende wijzcn te verzin-
nen , waarop men m- iahts werken naar klassen zou-
de kunnen raiigschikken. Al dadelijk biedt zich de
Verdeeling aan onzon geest aan, waardoor men on*
derscheid maakt tusschen 's mans werken nil den ver»
«ten lijd zijner ontwikkeling ; tusschen die , welke hij
vetvaardigde , loen al zijne vermogeus in vollcn
bloei prijkten ; en eindelijk tusschen die werken , wel-
le hij in den tijd zijner ontbinding schiep.
Oischoon deze rangschikking zich , bij den eersten
ops'ag van het oog, als bijzouder voordeelig schijnt
aan te bevelen , vooral ook daardoor, dat dezelve ten
overzigt over hel geheel geiuakkelijk maakt; komt het
mij echter voor , dat zij bij mozabts werken minder
geschikt is. Immers heeft iiozaii, om slechts ee'n.
voorbeeld aan le halen , na den tijd zijner volledige
ontwikkeling, zoo menig werk geschreven uit inschik-
kelijkheid, om eenen vricnd of begunsliger te ver-
pligten , en uit meer andere beweeggronden , die hij,
door zijne omstandigheden gedrongen, niet ler zijdo
koo
/
-ocr page 173-
(,64)
kon stellen, dat er, bij de evengenoemde verdeeling
eijner werken, vele onopgenoemd zouden moeten blij-
ven , wannecr men niet de drie klassen met elkander
vilde verwarren. Trouweni znlt gij misschien den«
ken, dat doze werken, a!s minder in waarde , zeer
*rel in ee'ne karakteristiek kunnen geniist worden , en
il wil dit dan ook niet ronduit tegenspreken , hoe zeep
die werkcn, althans de meesten, dau toch weder van
cene andere zijde, aanbeveling verdienen ; maar wan-
necr dit ook niet zoo ware , de rangschikking, in het
algemt'i'n genomen, i$ dan loch niet algemeen toepas-
»ilijk. Ik verkies, uit dien hoofde, liever eene aude-
re, welke mij meer geschikt voorkomt. Zoo onder-
scfieid ik dan in KuZhis werkeo:
i°. De zuirer instrumental mnzijk, en deze wederom:
a.) In so'io-slukken voor onderscheidene iastrn-
menten.
i.) In'klariermuzijk.
c.) In qnartelten en qu'mletlen, en
rf.) In symphonien.
a£, De zang-muzijk , en dez« laatste wederom:
a.~) In gc?angen.
...                                                     i ••■;.. s."
i.) In opera's.
c.) *u cantates en andere kerkelijke muzijk.
Na«r dezen maalstaf wil ik tra'chten , U een kort
overaigt over Muznii werken te geven.
I.
\
-ocr page 174-
C <t65 )
I. De fnstrumcntale mutijk.
a.) Solo-slukken voor onderscheidene instru-
menten.
Mozart heeft bijna voor alle instrumenten ge-
Schreven. Zijne voornaamste werken, in deze soort»
zijn zijne klavierwerken , zijne quarletten en quintet-
ten , en zijne symphonien. Voor het overige schreef
hij obligate stukken , voor vele instrumenten, welke
hij nit vriendschap voor den een' of anderen virtu-
ous vervaardigde, gelijk nog heden ten dage dikwijU
plaals heeft. (i4)
Vele liefhebbers en virtuosen •waren, toen »oJnr
leefde, zoodanig op een werk , dat deze expresselijk
voor hen vervaardigd had, gesteld, dat hij onophou-
delijk aanzoek had tot zulken arbeid, dien hij, bij
zijne grondelooze goedhartigheid , dikwijls wel met al
te veel bereidwilligheid op zich nam , schoon hij
daarbij meeslal niets -won, niaar den kostbaren tijd
verloor. Van daar de menigte stukken , die hij voor
de Quit, de fagot, het horen , de klarinet enz., mair
vooral voor het klavier gecomponeerd heeft. Onder
de obligate stukken vindt men zeer goede , hetgeen
vraarschijnlijk daar aaa toe te schrijven is , dat deze
voor
(i4) Zoo heeft bi; voorbeeld , icom al zijne trerken voor
de klarinet, ten gebrnilce Iran zijnen vriend hfrm-
iiidi, klarinettist vand en rorat van Schwarzbarg-
Sondershaafen gefchreven, die , zelfs boven ivf A»
mui-i.br, dien gij geboord hebt, BtiiAti te
Munches an c».vaill te Stokholm, verre weg d«a
•listen rang onder d« klarinettuleu bekleedt.
-ocr page 175-
voor virluosen bestemd waren, van welke hij reel
meer , dan van liefhebbers vergen kon.
Het beste van a) d!e werken is, zonder twijfel ,
een koncert voor dc A. k'arinet, hrtwelk hij in den
laatsten tijd zijns levens schicet', en hitwelk nog al-
tijd onder de voortreffe lijksle werken yoor dat in-
strument behoorl. Jammer is het echter, dat het bij-
na nooit openlijk ge.«pee'd wordt, en wel te meer jam-
mer , daar het hemelhoog uitmnnt, boven de water-
achtige Composition , welke men meestal in de Itoncer-
ten hoort uitvoeren. Eene grwiglige reden , waarom
de heeren klar'nettislen dit koncert niet voordrag n,
is waarschi nlijk ilaarin gelegcn, dat bet , gelijk alle
muzijk van mourt, moeijelijfa is, om het zoo voor
te dragen, als het behoort; niet juist n't hoofde der
rirare^passages , maar om de fijnere nuancen van het
spel , om het gevoel , dat den speler doordringen
moet zal hij met Mozarlsche werken bijva! verwer-
#
ven. Zoude de geringe omslandigheid , dat dit kon-
cert voor de A- en niet voor de B- klarinet, op wel-
ke tbans alle obligate stukken geblazen worden, ge-
schreven is, ook wel niet eene oorzaak zijn, waarom
de k'arinettislen ons dit uitstekende werk niet laten
hooren ? Doch het is bier de plaats niet, om tot, de
beantwoording dier vraag in een breedvoerig onder-
aoek te treeden.
Dit zij U genoeg van dc bijzondere obligate stuk-
ken , we'ke M ox abt voor onderscheidene instrumen-
ten gecomponeerd hecft. Zjine werken voor bet kla-
vier zijn van meer aaubilang,
                                         b.)
V                                                          - '
B™^^^^^^^^^^wmni
-ocr page 176-
(i67)
J.) Klaviermuzijk.
Hi'j scbreef roor dit instrument sonalen, rondeau*,
Tele variation, duo's, trio's, quartetten, •quintet-
ten, en eindelijk koncerten. Onder de vicr cerst-
genoemde soorlen lelt rain er, even als de bovcn ver-
melde solo - stukken , vele , die liij voor licfhebbera
schreef, naar wiit vatbaarheid en kunslvaardigheid ,
hij zich dan allijd schikken moest. Dit is de oor-
zaak , waarom men onder die werken zoo vele vindt,
■welke schier geene algemeene waarde hebben, en al-
leenlijk nog van nut zijn, voor Iieihebbers van die«
zelfde soorl, als zij, voor welke ze oorspronkelijk ge-
maakt zijn , en voor weinig gevorderde leerlingen.
Ot'schoon , gelijk ik zeide, deze werken, welke men
gevoegelijk met galanteriewaren kan vergelijken, gee-
ne eigenlijke biijvende waarde hebben, dragen zij
niet te min den stempel van de grootheid der genie,
•welke dezelve heefl voorlgebragt: zij zijn rloeijend
geschreven, bevallig en zelfs gedeeltelijk fijn bewerkt.
De groolere werken, welke *iozaht voor het Wa-
rier geschreven heeft— ik bedoel bier trio's, quar-
tetten en quintetlen.— zijn van ecn' geheel anderea
•ard, dan de hier voor genoemden. Zij zijn verheven
gedacht, kunslrijk bewerkt, innig gevoeld. Zij leve-
ren eon sprekend (afereel op van mozabts hartstog-
lelijk gevoel. Men ziet zijnen geest , even als eene ver-
schijning u[t de wereld der geesten , eenen grnoten en
verhevenen gang gaan ; niets houdt hem legen ; hij is
«oo geheel en al nieesler in zijne kunst, dat zii alien
icbija
-ocr page 177-
Ci68)
»chijn van Itnfist verliest, en a'leen natnur schijnt te
gijn; maar eerie edele , verhevene natunr , als van
lie fijner gevorrude wczerrs der denkbeeldige wereld.
Over lift a'gerneen merkl men in noiiiit werk:n op,
dat, hoe luuslrijk zij ook hewerkt zijn, de k!a«irhcid
der ide'en nimmi'i', zelfs niet in gerin^e male, verlo-
ren gaat; hoe verh>ven ook zijne geda( hi a z Jn , hoe
groot de kimst is, waarmetde hij dezelve nntwikkeld
heefl, men volgt hem gemakkelijk , daar hij ah:jd
klaar hlijft, uooii door eerie wikle opeensiape ing van
toonen , effekt zofekt temaken, maar allijd de eene
gedachte nit de andore, al j,rooter '-n grouler , al ver-
tevener, al knnstri jker ontwtkkeit , en zoo allengs-
kens onzen geest tot dat toppunt henen leidt, waar
dezelve vatbaar is geworden , om in de verhevenheid
zijner harmonii-n in te dringen , en de hooge vlugt
aijner p'.antasie te volgen.
Deze beschrijvir*g van Moiaits klavierwerken ,
^relke , iu hel voorbijgaan gezegd , eigenlijk even zeer
Op al'ie werken loepasselijk is, we!ke hij met lust en
ernst schieef, deze b> schi'ijving , zoo veel waarheid
zij bevat , schijnt helaas ! weinig meet' g«voeid le wor-
den. Men hoort lhans in alle gezelschappen klaviex1
spelen , dikwijls in lerdaad goed spelen, maar hoe
>reinigen spelen een werk van noitiii! men wil irnpo'
neren,
gelijk men het noemt , zelfs den onkundi*
gen torhoorder, en daartoe, net is waar, zijn de
Mrerken van auttm weinig geschikt, en in dit op-
*igi bewnert men uiet te onregte, dal zij alleen in
-ocr page 178-
den Iring van uilgelczene kttnstvrlenden hehoerfn
voorgcdragcn te worden. Wanneer wij echter deze
elgenschap dier ware kunstwerken van eene andere
en wel betere zijde beschouwen , dan inoeten wij be*
kennen, dat dezelve een onmiddelijk gevolg is, niet
van den bijzonderen aard der Mozartsclie muzijk ,
inaar'van den weinigen trust, met welken men, in
bet algemeen, de heilige toonkunst beoefent en aan
de hoe langer hoe meer veld winnende , verderfelijke
ijdelheid, om zoogenaamd effekt te niaken.
"Wanned" ik dit Ihema ver'dcr wilde uitwerken en
tritpinten , tlan zonde ik u wel eene cronique scanda-
leuse
van het algemeene en gewone dilettantismus,
thaav geene beschrijving van de Mozarlsche kunst-
werken leve-ren, hetwelk thans mijn eigenlijk oogmerk
is, en ik wil dus dezen arbeid voortzetten.
Onder de klavierwerken, waarvan ik meer bcpaal-
delijk gesproken heb , behooren xoiiit: trio's ,
quartetlen , quintettcn en ook zijne sttidien , of stuk-
ken, die liij tot zijne elgene oefening schreef. Men
heeft dcze laatsten , enteregt, vergeleken met de hand*
teekeningen van groote schilders , met welke zij eene
gelijke historische eh artistischc waarde hebben. Zij
*ijn slechts weinig in getal. De voortreffelijkste on-
der dezelve is eene ouverture in hShdels maniei'f
welke voor hen, die xe weten te beootfdeelen eft te
genieten , een sluk van eene onberekenbare waarde St.
De konccrten, welke koUet voor het klavief
fervaardigdc, vormen eene geheel bijxondefe soort»
M                                   dai
-ocr page 179-
( '7° )
,dat is , zijVijken gcheel af vanallcs, wat, v66t hem,
in dit vak geschreven werd. Men beschouwde, na-
melijk , de koncerten als muzijkslukken , welke alleen-
lijk ten duel badden , om den speler de gelegenhtid te
geven, zijne vaardigheid in het le boven komen van
mocijelijkheden , zijne kiescbheid in de voordragt
enz. aan den toehoorder te bewijzen, en men leidde
uit dit grondbeginsel af, dal het akkompagnement
alleenlijk daavtoe dienen moest, om de kaalheid van
het alle'e'n-spel te voorkomen, en om den speler van
tijd tot tijd een ruslpunt te gevcn. Het gevolg van
dit denkbeeld was, dat op de solo-partij alleen werk
gedaan werd , dat het akkompagnement in den hoog-
sten graad zouteloos en niets beleekenend was, eina
delijk dat de koncerten, als kunstwerken, geene de
minste waarde hadden, en dat de toehoorder zicb.
alleenlijk over de kuapheid van den speler konde ver-
heugen ; voor het overige bleef zijne ziel koud , zija
geest bekwam gecn voedsel, hij genoot niet, en daar
alle zinnelijk genot spoedig eene walgingte weegbrengt,
•werd men den speler en zijn spel weldra moede en
verlangde naar nicer krachtige spijze. Mozart ge-
Toelde dit gebrek aan de koncerten , welke in zijnen
tijd gangbaar waren; hij zag het ongerijmde in van
het denkbeeld , dat men aan den aard en de bedocling
van een koncert hechtte, en hij schiep eenen anderen
vorra. Hij ontkende niet, dat men met de koncerten
beoogde, den speler blijken van zijn talent le ziea
geven, maar hij meende, tn te rcgi, dat de spelef
-ocr page 180-
Veel meer bijval moest vinden , en eene aangenamere
belooning ontvangen, vranneer niet. bloulelijk h«l oot
hel werktuigelijke der uilvoering bev/onderde, maat
eok het gemoed door de -waarde vail het uitgevoerde
■werk bewogen werd. Van daar, dai hij de koncerlen
ongeveer als symphonien bewerkte; de sold-partij is
bij hem niets anders, dan een gedeelte, hoewel een
boofdzakclijk , een uitstekend gedeelte van het gehce!,
en is even zoo weinig verstaanbaar zonder het ak»
iompagnement, als dit laatsle zonder de solo-partij.
Hij geefl den virluoos gelegenheid genoeg , om zijne
kunst te doen bewonderen, maar hij offert daafaan
Diet op het gehot van den toehoorder. Zijne inki-
dingen doen grootc verwachtingen ontstaAn, enspannea
den gcest in; zijne tussclicn.spelen strckken niet
Slcchts tot l'ustpunten voor den speler, maar zij zijn
het natuurlijk-kunslige vefvolg Vato hetgeefi vooraf-
ging; de begeleidende instrumenten ontwikkelen al
bun eigendommelijk schoon en werken tot hel cffekt
Van het geheel . mede, even als de radefen in eett
kunstig werktuig: neemt men er'eert rad uit, dan
•t-aat het werktuig Stil, of althans het verlieSt Van
zijne kracht, en bereikt zijne bestcmming niet i laatmea
eene partij uit bet akkompagnement der Mozartsclie
koncerten weg, dan verliezen zij hnrt eigeiiaarJi'^
schoon, zij worden hier en daar onvcrsiaanbaar, het
geheel is verbrokett, en de vrerking , die de kofliponirt
beSogde , gaat vetloren.
Dese voortreffelijke manier, waarop So*i»* *ijn*
M a
                                       ktfto
\
{
-ocr page 181-
C \n >
Jconcerten heeft bewerkt., heeft navolgers genoeg ge-
j-ondtn ; maar verre van overlrol'fen te worden,
heeft men de hoogte nog niet bereikt, waartoe hij het
gcbragt heeft. De meesten zelfs hebben hem slcchU
nageaapt , het veel beteekene.nde in het akkorapagne-
mentjs bij hen cpeenslapeling van dikwijls niels be-
duidende noten, welke de so'o-partij verdonkeren;
de eenvoudige , doch groote knnst in de vinding en
bewevking der gedachten is bij hen een angstigzoe-
ken naar effekt en in het algemeen schijnen zij te
vergeten, dat een koncerl nog ve^el klaarder behoort
ie zijn, dan ieder ander ncii , daar hel bestemd is ,
pa in een gezelschap voorgedragen t« -worden , waa»
men althans evenveel, of liever veel raeer, onlujndi-
gea aantreft, dan kunstkenncrs. — Ik erken echler,
dat er ook na m,o-zabt voortreffelijke koncerlen ge-
•chrev.en zijn ,1 voortreffelijke navolgiflgen in de ma»
«ier van dezen grooten roan; maar slechts enkele der
eerste , toondichters bewandelen dien weg. De groote
hoop is tevreden met het in achtnemen van het uiter-
lijke in den vorm, dien Honn aan de koncerten
gal'; maar de ijver om hem in kunsl nabij te ko-
jnen —nihil horumI
Mij blijfl in deze afdeeling nog overjg , om U over
de quartetten, quintetten en symphonien van den eers-
ten ondcr de toondichters van alle tijden te onderhou*
den, maar ik spaar deze taak tot ecnen volgenden brie^
X. W. SCHBOSDSa JIIlSMEIi,
: .
         : ..'.Si)K fStC* " MuMiWHi* > ,                       • > » !
j
-ocr page 182-
< »73 >
BINNENLANDSCHE BERjIGflN.
J)B TOESTAKD D E R ; M V Z IJ K ' XM Hi'
JCOHS 94 H A A S3 IE ROTTE It B A ».                »
Ka dat er een geruirae lijd verloopen was, zonder
dal':erin dit tijdschrift iels over Rotterdam, eene
der voornaamste steden inons Vaderlarid", ook met be-
trekking tot de mnzijk , vermeld werd , i* er eindeliji
in het eersle stuk van den tegenwoordigen jaargang
het een en aader over die slad gezegd, hetgeen ik
niet anders dan partijdig en gevolgelijk niet juiit gei
St'eld vinden kan. De steller van dat brrigt, een'man',
die, uit hoofde van zijne lielde en zijnen'ijver voor
de kunsl , vcel achting verdient, vergeVe tnij deze uit-
drukking, welke geen verwijt zijn zal , daar hij , (ik
ken er van overtuigd) zeer zeker eeaar efl onpartijdfg
berigten vfilde, maar in zijn voornemen minder ge-
lukkig slaagde, uit hoofde van de gi-oote mbeijelijkheid,
em over menschen , welke men persoonlijk kent en waar«
deert, eene kritiek uit te spreken , die , zal zij haar doel
niet missen , volstrekt en in alie deelen juist zijn moei, —•
Ik kan, zeide ik , die berigten niet juist'gesteld vinden,
en ik voel mij dus dnbber aangemoedigd, on eene meet
breedvoerige beschrijving tcr neer te ' stellen , waaria
ik mij beijveren zal, den lezer een juist entvaarachlt'g
tafereel van het loestand en de belreklingen der ma'
zijk in deze slad , voor oogen te houden. Dat zelfde
werd ook iu het vroegere berigt beloofd, en too zal
dan ook bij menig lezer de vraag geboreu worden;
M 3
                                     „!•
-ocr page 183-
j,in Affile berigt coude toch wel de waarhcid opgesloten
cijn?" Ik hoop echter , dat deze twijfelingen weldra
cull en opgelost zijn. Opzettelijk en voorbedachtelijk
geve ik hier de tcriekering, dat ik in mijn verhaal
geene omvaarhcid zal invlechten, ofschoon bij menig
een' een kwade scliijn op roij vallen zal; doth ik
heb in het geheel geene zoo hooge gedachten van
(nijne muzijkale bcoordeelingskracht, dat ik tnij z»u-
de kuppen verbeelden, voor ieder dwaling ceker te
»ijn; integendeel roep ik iedereen' op, dien mijn
oordcel valsch voorkomtt om vrijmoedig zijoe ge-
dachten daarover openlijk in dit lijdschrift mede te
deelen, en daardoor de vervulling van mijnen , reeds
ljoven geuilten.wenseh , om d*'n toestand der kunst
getrouw en -waar in het dqglichl te stellen , te helpen
bevorderen, Op deie wijie, en bij gcvolg, ook door
tlilttvtjgen, het-welk ik als de bevcsliging mijns oor*
deels en mijner kritiek zal beschouwen , zal de lezer
teveps zekerheid bekomen over de gelooftvaardighvid
of talschheid van mijne berigten,
Na deze l^nge vpqrrede, -welke niet wel te vermij-
4en wait maar in tegendeel voor het lokale dezer
st^d poodzakelijk moest vooruit gezonden woiden,
spoedig ter zake,
Ki-cds sedert l^pgep tijd vindt men alh'er vele vyien-
den en vporstanders dtr tqonkunsl; wjer aantal in de
laatste jaren panmerkelijk tpegepomen is. In den voor*
pamen kring wordt de muzijk thans meestal, als ecn
|srikkelend vpedsel voor het geselsch^p beschouwd, en
-ocr page 184-
c 175)
wanneer de goede muzijkale kiem, welke gfleaald is', ei
"net aanzien heefl van goed te znllen opschieten , slechts
door hen, aan welke hare verzorging en verpleging
toevertrouwt is, en 00k door hen , welke die verzor-
ging uil liefde op zich genomen hebben, inderdaad ,
ut bonurn paterfamilias decet
, vcrpleegt en van al, wa't
haar nadeel toebrengen kan, gezuiverd wordt, dan
kan men zich waarlijk heerlijke vruchlen daarvan belo-
vcn. Veel kan daartoe bijdragen, wanneer menonspu-
bliek, helwelk alleszins zeer veel sin heefl voor de
kiinst, goede muzijkwerken altijd goed nitgevoerd laat
hooren, hetgeen, met behulp van het orkest, hetwelk
regt goed bezet is , en van de onderscheidene hie*
aanwezige bekwame kunstenaars, door het wart ge-
bruik en eene doelmatige aanwending hunner vereen-
de krachten, zeer ligt konde plaats hebben.
Bij het aanhooren van waarlijk goede muzijk, koud
en ongevoelig te blijven — neon, dat is niet inoge-
lijk! de ongevoeligste mensch wordt dodr de toover-
toonen der muzijk bewogen, hoeveel m'eer niet eeil
publiek , dat smaak voor muzijk heeft ? Men kan dus
niet le veel zorg op eene gelukkige keut'en de goede
uitvoering der muzijkwerken besteden , vooval -wan-
neer men, zoo als in deze stad, de werkdadigste mid-
delen daartoe in handen heeft. Ik kan echler, he-
laasl niet verzwijgen, dat men, in weerwil van den
goeden smaak, die alhier in bet publiek heerscht, ea
die , op de boven aangegevene wijze, nog veel meet
in de hoogte koude rerheven worden, minder xdrg-
M 4                                vul-
w                         t
/
-ocr page 185-
( 176)
*uld>g in de opvolging dier twee punten tewerkgaat;
waardoor men niet alleen het toeneroen van den goe»
den en juisien smaak des publieks, en de racer alge-.
meene uitbreiding van den sin voor de muzijk ver««
traagt; maar ook, hetgeen zeer te vreezen is i en niet
Wei anderj komen kan , allengskens eene zekere koel-
heid , zoil's bij de enthusiastisehe liefhebbers, zal U
yreeg brengon. — Ik heb beloofd, waarheid te zullen
«chrijven , en ik kon dus, zoo leed het mij ook doet,
©nioogelijk onderdrnkken , hetgeen ik zoo even zeide.
De kiem tot het goedei welke men gaarne welig tot
«ene groote hoogte zou zien opschieten, in gcvaar t«
(tien, dat ze zal vcr>velken, is een al te pijnlijk ge-
yoel, dan dat men het in zijn hart zoude kunnen op,
flluiten: het moet er uit! Mogt het van goede ge-
TOlgen zijn! Naar ik meen te bespeuren, merkt men
bjer nog niet, wat ik zoo even uitsprak, of ook wil
men zich selven de waarheid niet hekennen; maar
het kan niet missen, of men zal vrueg of laat den
warcn loestand der zaak leeren kenneR.
Oorzaken zijns in de eerste plaals , dat de kunsle-
naar alhier te zeer afgezonderd leeft van het publiek.
Dit heeft hij echter aan zicli zelren te wijten , aange-.
giejy hij, zich zelvciy en de aeiletische waarde van den
Icunstenaar niet gcnoegzaam kennende, n- juist daardoor,
dat hem misschien nogirel het een en ander ontbreekt,
om den main van. een'' ODaren k,unslertaar, in de voile
lyacht van het woord, -waardig te zijn — zich er.
'-.
-ocr page 186-
C »77 )
•chaafden kring der Voornaraerc wereld, dan die, in
welke hij gewoon was te leveu , binnen gevoerd t»
worden. . Enkele uitionderkigen viuden hier : plaals.
Eene tweede oorzaak, welke nalnurlijk uit de eerstfc
ontspvingt, js, dat de grootsle helft van het pubiiek
gcene geiegenheid gcnoeg heeft, den rigenlijktin kanr '
sten&ar ie
ieeren kenneu, hem alleenli)k beoordeelt,
200 als te hem hier gewoonHjk sag fen kende , en du»
Item, die wel de ware rOepiog tot het hoogste toppuat
der kunst; gevoelt, en helzeive onde.r belere Qrastan-
digbeden zoude beveikt hebhen, niet die aanmoedi-
ging laat wedcrvaren, wclke zijnu ecrzuchl} w»armt-
de eon ieder ioch in zekeve mate bedeeld is, vor-
devt. ;Daar hem nu de vcrevsehte aansporing ont-
biak, is er bij de raeeslen eene zekere koelheid en
palalig-heid ontslaan, waardoor zij zoo wel verhin-
derd werden , naar de bereiking va* het heogste topi
punt der kunst te streven, als Qok bij het pubiiek
daar henen te werken, en, hetgeen daartoe vereischt
wordt, meer op het oog te houden „ on) het pubiiek
tteeds meer en meer behagen ea smaak in goede mu-
zijk te doen verkrijgen,. , ; j
Dat er alhier zeer veel Uefhebberij yoor de toon-
kunst heevscht, bewijzen vooreerst de Zalurdag»che
koncerlen in den winter, die reeds sedert lang-en tijd
bestaan, waarin een talrijk en goedorkest, vereenigd
met verscheiden knappe liefhebbers, werkzaam is,
en welke telkens door een brillant en uitgezocht gei.
aelschap hezocht worden. Eenige der voornaamsree
M 5                                 on-
........ii:-is_.;.....,......■            . ,-..>i.u^t. . .a„.:.1.»-.-
-ocr page 187-
\
onzer dames, zeer bekwame liefhebsters, dragen door
haar bevallig talent 00k zeer veel bij tot de veraan-
gcnaming dier koncevten. In het algemeen moet ik
hier loffelijke melding maken van de liefde en den
ijver, die er bij oni voor het gezang heerscht. Men
is vooral voor de Ilaliaansche zangmnzijk zeer voor«
ingenomen i II matrimonio segrelto, le notte di Fi-
garo
, cost fan tutte en meer andere der voornaamste
opera's, worden hier in private gezelschappen regt
goed uilgevoerd. Eenige dames zingen zelfs uitste-
tend. Jammer maar, dat 00k hier middelen tot ver-
dere uitbreiding onlbreken; daar wij geenen goeden
zingmeester hebben, om jonge menschen van veel
aanleg, die men hier menigvuldig aantreft, te vor«
men.
Behalve de zoo even genoemde koncerten, bestaan
hier zeer veele (juartet-partijen, die eigenlijk den wa-
ren kunstrainnaar kenteekenen. Er wordt in de gezel-
schappen menigvuldig muzijk gemaakt, echter meest-
al slechts zangtauzijk. Nog eene prijswaardige in»
stelling vindt hier plaats: in hetzelfde lokaal , name-
hjk, waar des winters de Zaturdagsche koncerten ge«
geven worden , worden des zomers wekelijksche kon-*
certen gehouden, die alleenlijk tot oefening bestemd
eijn, weshalve in dezelve geene tochoovders worden
toegelaten. Wanneer men in deze koncerten inder-
daad steeds het elgenlijke doel op het oog hield, dan
konden dezelve Waarlijk zeer veel nut te weeg bren-
gen; dit heet't ec«Ler niet op die wijze plaats, als de
ijve«
-ocr page 188-
C 179 )
ijverige kunstvriend en kunsienaar wel -wenschea
zou.de.
Des zomers hebben er 00k nog zeer aangename
konceiten jilaals in een tuinhuis buiten deslad. Hier
verzamelt zich een gefloten gezelschap, de geitllighe.it}
genaamd ; de direklie heel't zich veel mueite gegeven,
cm een orkest bij een te brengen, zoo als men aaa
alle andere koncerten zoude kuunen toewenschen.
De lezer kan uit dit een en ander opmaken, dat wij
rolstrekt geen gebrek hebben aan muzijkaie bijeen-
komsien , en dil is wel het sterkste bewijs, dat er al»
hier nict le weinig liei'de voor de muzijk heerscht.
Zoudc het dan niet. te meer te bejammeren zijn , -wanneer
de goede grondstoffen , die hier gelegd zijn, niet zoo
voordeelig opkwamen, als wel mogeiijk wave? Thans,
echter, is er nog veel hoop en vooruUzigt op eene
goede uitkomst voorhanden.
En dit zij genoeg over den slaat der muzijk in het
algemeen ; de lezer is thans voldoende onderrigt, on
met juistheid te kunnen oordeelen , over hetgeen hier
voorvall. ThanS wil ik nog in eenig detail Ireden,
met belrekking tot de voornaamste kunslenaars, wel*
ke zich hier bevinden.
In de eersle plaats verdient de heer iius»a
boh, welke door de Commissai issen van het Zatur*
dagsche koncert als direkteur van het orkest aange-
sleld is, eene bijzondere vermelding. Hij is een zeer
goed vioolspeler, en, als zoodanig, door de natuur
zeer rijkelijk met talent begaafd; mogt bij m»ar "j-
n«n
, ? .
««&:
-ocr page 189-
Ci8o)
lien bijzondef gelukkigen aanleg nog beter zieh ten
nntte gemaakt hebben, dan zoude hij een der eerste
kunstenaars op zijn instrument hebben knnnen wor-
sen. Er is zelfs nog wel uitzigt, dat hij, wanneer hij
aich zelven betcr leert kenneu, en zich mecr moeite
geeft, om den voortreffeiijken aanleg , welken de na«
tnur in hem heeft geschapen , beter te ontvrikkelen ,
dat schoone punt bereiken kan. Hij bezit een*
waarlijk b'jitengewone vlugheid en ervarenheid in bet
te boven komen der grootste moeijelijkheden, eene
goede leiding van den strijkstok , eerien zeer fraaijm
toon, en zijne wijze van voordragt komt nader bij
het elegante, aangename en expressive spel, dan hij
het groote genre in, de voordragt. Een weinig nirer
kracht en vuur blijft echter bij zijn spel te wen-
•chen overig, terwijl hij ook behoorl te trachten eene
zekere koelbeid eaachtelootfieid af te leggen. Dit zijn
cenige vereischten, welke hem nog ontbrcken , om hem
den naam van een' volledigen kunstenaar waardig te
Biaken. Hij mime deze hindnrpaleu uil den weg en
hij zal waarlijk grool worden. Het zijo ; wel is
«raar, vereischten van veel aanbelang ; maav ernstige
wil, onvermoeide ijver en slandvastige volhavding
kunnen zeer veel uitvoeren , en wanneer de middelcn
en vermogens in den mensch aanwezig zijn, dan be-
gaat hij eenc groote zonde jegens zich zelven en je-
gens de kunst, -wanneer hij niet alle zijne krachten
inspant, om het hoogste toppunt der volmaaklheid te
bereiken. — 'Zco veel over son als vioolspeler, ais
B,ii
                                                                                        j/eU
)
-ocr page 190-
C 181 )
welke hij, hoe iter hem het zoo even aangemefkt*
ontbreckt, inderdaad veel waard is , en ons 00k altijd
reel genot verscbaft. De rijkelijk geofferde bijval
kan hem als bewijs daarvan dienen. — Maar hel doet
inij zeer Iced, dat ik hem, als orkesimeester, niet
dien -wicrook zwaaijen kan, dien ik hem wel gunne.
Hij dirigeert hier het orkest, helwelk onze voorma-
lige , zeer verdienstelijke , Direkteur sneii, (i5)
met veel moeite en rusteloozen ijver, die zelfs tot den
ouderdoro van groote 60 jaren niet verkoelde, tot
een goed geheel vormde , op zoodanige wijze, dat hij ,
■wanneer er niet veel goed* muzijkanten enliei'hebbers
in het orkest waren , zeer zekcr in verlegenheid zou-
de zijn, zijne vol goed te spelen; thans editor valt
hem dit zeer ligt, daar het geheel, zonder zijne di-
rektie, misschien even zoo goed gaan zou, als met
dezelve. Zoo als hij thans dirigeert, kan men eigen«
lijk alleen ceggen, dat hij aan de spits van het or-
kest staat , ofschoon niet als direkteur. Behalvc
dat het orkest zeer weinig verstaan kan van de tee-
kenen, die hi,} gebruikt, en misschien 00k wel weinif
•cht op dezelve geeft, maar zich meer op zich zelf
ver*-
(i5) Wij hebben hem, een paar jaar geleden, verloren,
Hij Tirengt than* den herftt zijn» levens in den
" fc*i»g zijner 'familie, in trier midden Li; de wei
-,        Verdiende rust nog altijd Ttolijk en opgemimd ge»
niet , te '» Gravenhage door, — Jk kon niet tooi--.
hi/ j bem bier openHjk regt te laleri wedervarea
wegen« de gro»te vrrdiensten , -W*Ji« hij., met be*
trekking tot de muzijk , bier tci- stede
\erwojTca heeft,
/
I
-ocr page 191-
( i8a)
verlaat, bezit bij te ■weinig theoretische kundigViedettf
dan dat hij in staat zoude zijn , nm aim iedercen de
fouten, die hijbegaat, aan tc wijzen. Daarenboven let
hij niet gcuoeg op de, door dea komponist voorge-
achrevenc, forte's, piano's en vooral crescendoes en Ji->
minucndo''s,
in het kort, op alle die teekenen , waar<
van zich de koraponist bedii-nt, om zijn werk in zij*
nen gecst te doen uitvoeren, en de beoogde uitwer-
king te doen plaats hebben. Ook heeft hij dikwijls
»nis in het
inzctt.cn van het tempo , vooral in de alle-
gro's, welke bij svmpbonii:n en ou< t-rturcn gewoon-
lijk zeer snel moeten uitgevoerd worden. Ik -wil ech-
■ter niet ontkenuen, dat men bij het inzetten van eeij
xouzijkstuk zich behuort te riglen naar de kraehlen
•van een orkest, dal uitvoeren moet, opdat deze niet
bverspand worden, en dat het betcr is, een stuk in
een matig tempo, inaar in alles juist, dan snel, maar
gebrekkig , te doen uitvoeren. Onze blaas-intlrumen-
ten, vooral sommigen van dezelve , zijn een weinig
zwak , en hierop dient wel degelijk gelet te worden ;
hiettemin zouden zij zekerlijk beter zijn, wannee*
men niet als axioma had aangenomen, dal zij slecht
lijn, maar er aan dacht, dat het wel mogelijk is,
dezelve te verbeteren. Zij hebben een' zeer goedea
wil en ook ambitie, kennen selve hunne zwakheid ,
en zouden ook gaarne raeer uitvoeren. Men beboor-
de hen dus meer aan te moedigen, op de repetitieo
naauwkeuriger op hunne kleine solo's acht te geven ,
maar niet, 200 als gemeenlijk plaats viadt, daarover
■ »->■• i                                                                              Io«'
-ocr page 192-
■ ■ ■ ■                                                                                                       . '. '
( 183 -)
losjes heen tc loopen , en wanneer departijen moeijelijk .
zijn, raoest men hen dezelve mee' naar hui* geven.
Deed men dit alles, bedacht men, dat, ofschoon de
heeren cen weinig zwak zijn, zij nietlemin den bes*
ten wil hebben, on beter le worden, en daarenbo*
ven het vermogen bezitten , om vordevingen te ma-
ken | — men zoude er, ik ben er slellig van overs
tuigd, weldra de goede gevolgen van zien. Wievden
de repetilien naauwkeuriger gehouden , de blaas-in-
slrumenten zouden binnen kort geen beletsel meer
zijn voor het juiste in achl nemen der tempo's.
Ik moet den Direkteur nog eerie nalatigheid onder
het oog brengen: dat hi), namelijk , bij de keus van
syrophopie'n en ouverturen, niet genoeg voor afwix-
»eling zorgt. Eenige geliefkoosde stukken worden
ons als dagelijksche kost voorgezet, welke echter,
daar ze reeds boven mate genotcn is, het publiek niet
meer smaken wil, helzelvc verveling baart, en duS
verleidt , om inlusschen den tijd met praten te ver>
drijven. Sedeit kort echter schijnt het, als of de di-
rekteur er toe komen wil, meer voor afwisseling te
^orgen, waaraan hij buiten twijfel zeer wel doen zou-
de. Men heeft thans zoo veel nieuwe overheei-lijke
jymphonicn, wier uilvoering het publiek een koslelijk
genot konde geven, zoo dat de oude symphonien,
welke wij thansj hooren, allhans de slechten onder
dezelve , achler de bank konden geworpen vorden,
Ik moet trouwens bekennen, dat de meesten dier
iympboaien moeijelijk uit te voeren zijn; maar wij
heb»
-ocr page 193-
C i84 )
Iiebben Immrri , geliik ik reeds boren zeide , in den 10*
tm«r koncerten, welketot oei'ening besterad zijn. Wan-
nter 1111 de direkteur het oogmerk deacr koncerten,;
hetwelk niet in het amusement gelegen is, steeds root
(Higrn hield , en , schoon dit minder inspanning kost,
Seldtamel- oude nittzijk , die ieder der spelevs reeds
v*n buiten kent, maar in derselver piaats niruwe-
slukkon koos, — inderdaad de zwaarste muzijk
awudc bier keer goed kanncn oitgevocrd worden.
• Het doet mij leed , dat ik zoo veel heb mo'eten zeg-
fen, hetgeen den Direkleur volstrekt niet tot lof ver-
S*Wkt? maar de krilitk rnag niets verzwijt>en. Legt
bet talent om te dirigeren in heni, dan nerne hij mij-
j»«b raad ter barte , en late zich door mijne woor-
den, -welk* allien ten doel hfbben , om hem eenig
liCht orer hem zelven te verschaffen , niet afschrik»
ken, om naar het toppnnt. der volmaaktheid te stre-
♦eti. Hij kan het bereiken, vobral als vioolspeler,
Of allbans helzelve nabij komen, toodra hij slechts
tal wi'llen.
De beer B» lotus, eerste. violist in de koncerten,
verdient eene nijz-ondere aanmoediging, om op den
<reg, dien hij als kunstenaai betreden heel't, ruslig
*©ort te wandelcn, en zich door niets te laten terug
houden, om het deel, dat hij zich heeft voorgesleld ,
te bereiken. Ongemeene liefde voor de kunsl, vlijt
en efn zeldzame ijver voor het hoogere der kunst,
kenschelscn hem. Zijn spel miint bijzOnder nit door
tttC aangenamen loon, groote xuiverheid en zeker-
heii
-ocr page 194-
C 18* )
heid in aware passages, en zachtheid in de Voftrilfigfc
Htt schijnt, dat bet zoele en liel'elijke spel van 14
fONT een' liiopi-n induk op liem gemaakt lieelt. Hei
wedrgalme nog lang in z'jne ooren , en wat dez, n kun«
stenaar bijzonder kenmerkt) bevalligheii! en liefelijk*
heid, strekke hem ook voorlaan ten toonbeeld. I)e beet!
Iooks heefl nog dc goede tigenschap , dat hij, men
zoude schier kunm n zeggen , met e< nige angstvallig-
heid , slfchts zoo.!anige slukken uilkiest, die yoor zijn
talent juist bijzonder ge rtaikt zijn, en deze dan met
de grootsle juistheid en naauwkeurigheid uitvoert.
Yo. ral is dil te bewonderen in de knncerlanten, vv*l«
i
ke hij met den beer bos speelt. Hier heerseht eeiifc
zamenwerking der twee violen, welke zich lot in de
fijnste nuaticen gelijk bijft, zoo dat, wanneer men
de oog'en va . de beide kunslenaars afweudt, men in
▼ erzockin^ zoude geraken , om de beide violen voof
e'rfn instrument te houden. Dit alles werd nog in dent
laatsten winter beve.stigd , toen de b ide heerin te zs*
men koncerl gaven , en bet la rijke publiek be'oond*
hen met den ruischendsten bijval.—■ Een weinigraeer
geest en levendigheid in het .«pel , zoude den bee*'
*obks nog zeer te wenschrn zijn.
Hij speelt ook zeer goed piano , en bet ware trel te
Venscfaen, dat, oi'selioon de viool zijn hoofd-instrii-
ment iS) 0p betwelk bij zich ook met Iiefde totlegf,
hij niettemin het forte piano niet leggen 'aat. Hi}
heeft op dil instrument reeds le veel vorderingen ge*
H»»a*t, uaa dat bif niet ailes zoude moetej* aaWw*'*1
N                                               <retf,
„:l1j.;.- __,;„.... ..'^[-Ml
-ocr page 195-
Ci86)
dm, om nog vcrder U gaan. Wat bovenal de-zen
jon^eii feunstenaar onderscheidt, en hem de gunst van
bet publiek in hooge mate heeft verworven, is de
grootc beJcheidenheid , welke htm versiert, en waav-
door hel talent nog altijd meer achting verdient.
Hoe onverdragelijk is een kunstenaar, die dit vergeet,
en welkc door den hem toegezwaaiden wierook opge-
blazen en arrogant wordt. Deze hongmoed heeft zeer
dikwijls ten gevolge , dat hij in de kunsl op dezelfde
lioogte ft a an blijft, en dat zij , die zijn talent veree-
ren, allengskens koeler jegeni hem wOrden, hetgeen
voor hem, die nu reeds aan den wierook gewoon is,
een zeer bitter gevoel opleveren moet, en dan, hoe
zeer te laal, hel berouw na zich sleept , van de be-
scheidenheid u!l hel oog verloren te hebben.
Deze gedachlen, welke zich zoo onwillekcurig voor
mijnen g 'est hebben gesteld, slaan misschien hier
niet op de otiregte plaats , daarhet geene zeldzaamheid
i», kunslenaars aan te tret'fen, die aan de hier bedoel-
de zwak'ieid ziek zijn. Ik keer thans lot de hoofd-
zaak weder.
Sedert den afs^eloopenen winter bezitten wij in on»
midden eenen voortreffelijken violoncellist, den heer
s. sahi. H;j heeft eenen schoonen, krachtigen toon,
vele kunstvaardigheid en eene zeer aangename voor-
dragt. Hij voert de werken van B. Romberg, dien
i men den meester en bthi'ersclier van dit instrument
mag noemen, zoo uit, dat, in ■vveerwil dat men alhier
dezelve van aoMsiiio zelven heefl hooren tpelen,
ran*
-ocr page 196-
Ihen ze door hem steeds met het grootsta geno^et
hoort voordragfcn. Hij is ook Hi h t orkest buiteiige*
iheen niillig dour zijue waarlijk zi'ldzame lastheid,
die uimnier wankell, ea bij het quartet zal men zij»
ne weeVgade nict dikwijls vinJen.
Ik stem gehe«l overeen, met hetgeen in het vorigft
berigt over de twee hoornisten, van SEint ett
HjTSCHJSRtium, jrj gezegd is. De eerstgehoemde
heet't eencn hijzonder schoinen toon en veel smaak;
hij kohde een.zter bekwame en meer volmaakte kun-
Menaar zijn^ wanneer hij siechls wilde, of lieve'r id
vroeger-; jaren gewild hadde. Thans kan het hem wel
"ivatzwaar vallen ; wanneer hij echler nog maar wilde
en meer overeenkomstig de roeping tot kunsl leefde ,
•ivelke de natuu'r in hem gelegd heefl, het zoudehem,
geloof ik, niel Onmogelijk zijn, dat, wat hij vroeger
terzuimd heel't, nog intehalen. Wat de vaardigheid
in moeijelijkc passages aangaal , wordl hij door deri
heer hittscH en nu u TEn jr. overtroffen: want daa'r*
in heel't het deze ver gebragt; maar met o'pzigl tot
den schoonen toon en den smaak, Blijfl bij laalstge-
fioemden nog veel te wenschen ovci'ig. Nietteinid
2oud.; hij door moeite en vlijt dit gcbrek le boved
komen kunnt-n, en hij late dil bij gevolg vo6ral niei
na. MOeijelijke passages, h6e netjes ze ook uifge-*
voerd wordcii, wekken aliienlijk de vervvondering dei
toehoovders op, en gaan zij niet iriel smaak eh eerii
liefelijke voordtagt gepaard , dan lat.n zij hem op den
d*nr geheel kovtd. — Wat de compositieu van de#
N si                               ie'tf
.
-ocr page 197-
(,88)
befr HtiKBESJuiJiia betreft, in welke zonder
twijfrt talent diorstraait: wil hij, dat ze alj;eineen be-
vallen ?ul>en, dan moet hij zich bevlijtigen , meer
rijkdoni aan liefel'jke melodien te bekomen. Wei ge-
diuisch met de iiistruinenlen , niaakt op den toehoor-
der geenen indruk, allhans niet tot deszelfs genot.
In ht't algemeen be'boort hij zijne gedachten meer
geregeld en minder verward zamen te voegen. Voor
bet overige schijnt hij den bijzonderen aard der oa«
derscheidene instruioenten goed te kennen; eene Uen-
nis voorzeker, die zeer veel waardig is; hij vereenige
in zijne werken slechls niet zoo veel inslrumenten
te gelijk, maar trachte ze beter le verdeelcn. ——
Hij speelt ook zeer goed de viool.
Ik moet nu nog van de klavierspelers melding
maken, welke wij in deze stad bezitlen De eerste
rang komt den beer caul muhi.khfii.dt toe, die
zich sedert het begin des afgeloopenen zoniers alhier
als piano meesler gevestigd heefl. Men verheugt zich
zeer, en te regt, dat deze kunstenaar, na zijne me-
Di^vuldige reizen , Rotterdam tot rustplaats gekozen
heeft, en wij wenschen hartclijk, dat het hem hij ons
zoo wel moge bevallen, dat hij niet in verzoeking
kome , deze haven weder uit le loopen.
Sederl de heer HiiHlE»riii)i ahier woonagtig is,
bebhen wij nog niet het vermaak geuoten, hem open-
lijk te hooren; in parlikuliere gezeisrhappcn echter
beeft men dit genoegen gehad. Wat mij betreft: ik
heb hem bij zijne vroegere aanwezi^heid iu deze s!»d
tns&
u >, •»
{
-ocr page 198-
('89)
vet veel ople'tendheid gehoord, en it k»n niet voor»
bij , aan deszeifs buitengewone talehten regt le latin
•wedervai'cn. Ik houde het voor onmogelijk, cm
het klavier met meer zekerheid le beheevehtn, dan
men bij den heer M ii H its feldt aanlrefl ; hij kornt
de grootste moeijelijkheden le boven, en wel met
eoo veel gemakkelijkheid , dat men zeer duidelijk
bespeuren kan, dat die moeijeHjkheden voor hem
ophouden moeijelijk te zijn. Ofschoon dil algemeen
erkend wordt, is men echler niet aitijd tevred«n
met de keus der stukken, welke hij voordraagl; men
laakt in hern, dat, helgren hij speelt, al te knnstig
en te cliromatieV is (geltjk men het noemt), en dat
hij zich niet genoeg naar den smaak des pnbiieks
voegt; en dit verwijt is wel niet gehcel en al van
grond onlbloot j althans lot op een' zekeren graadL.
De kunstenaar van gevormden smaak moit , zonder
twijfel, den smaak van het publiek zoeken te vorrnen ,
en het is in zoo verre prijsselijk , dat de heir m'lB-
IBNfiui zich niet vernederl tot alledaagsche beu»
zelaiijen en kunststukjes ; maar men kan ook in bet
goede te ver gaan, en dan houdt het op goed te zijn.
Ik ben er verre van af, om den beer M ii H h en fi i pt
aan te raden , andere , dan cvaarlijJtgiede wirken voor
tedragen; maar hij Irachte nieltemin het overkunstige
tevermijden: waardoor hij niet slechls in de gnnsl van
het publiek zalstijgen, maar nog daarenboven reel eer«
der den smaak voor het goede bij hetzelve ia! opwekken ,
dan door de groote en voor den gewonen liefhebber
N i
                                      on-
-ocr page 199-
( *9° )
pnverstaanbare kunst in de stukken, die hij gemeen,.
lijk uilkiest. Hij konde gevaar loopen, dat de vol-
harding bij zijne aangenoraene manier foor een gevolg
Tan eene cigenzinn'ge luira , waaraan kunstenaai'S toch
zoo ligt onderhevig zijn , uitgekreten wierd.-
Hij is ook v'oo'sprler, en dat hij het als zoodanig
Ter grbragl hee!t, b'ijkt reeds alleen uit de voimaakf
le zuiverheid van zijn spel, welke niet dan door
Jangdurige en ijverige oefening verkregen wordt.
Wij kunnen van den beer muHlfkfeldt nie.t
scheiilen, zonder a ooraf nog "eene der prijswaardige
hoedanigheden, weike liem versieren. aang»stipt te
licblien: steeds indachtig, nanielijk, aan de onomstoo-
teHjke waai'heid , dat niet* volmaakt is op aaiile,
Mtijdt hij den tijd , die hem van zijne beroepsbezig-
heden overschiet , nog altijd aan zijne kunst, en
•Ireefl met onvermoeiden ijrer , steeds meer en meer
bet loppunt der vohnaaklheid te genaken. Dit is,
mijns inziens, het eenig yrare kcnteeken van echlen
kuuslzin en kunslliefde en het diploma van den
pvervalschten adel der afkomsl van dezea zoon der
Mu en.
Loifelijke vermelding geschiede hier ook van dm
beer. iniKt, die een bewijs oplevert, hoe ver men
het met lust en liefde voor eene zaak brengen kan,
fidia wanncev men niet in zijne prille jcugd begonnea
be* ft, zijnen aanleg te ontwikkelen. Hij lieeft door
<>• vermoeide viijt sedert- eenige jaren zoo aanmirke-
Jijke voi'detingen in de vaardigheid op het piano en
ook
-ocr page 200-
•ok in den smaak gemaakt, dat hij de stukt<»n, dt«
hij gestudeerd lieeft en in de zatnrdagsche Lqucerten
hooren !aat, waarJijk zeer fraai speelt. Wij wen-
schen harlelijk , dat hij moge volharden in den ijver,
die hem sedert eenigen tijd bezielt, en die reeds nu
zulk een' weldadigen invloei op^ijne talenten heeft
^ehad.
Eindelijk moet ik nog een woord zeggf'n van den
heer dakhih, een zeer goede hoorni-t, en ran des-
zeli's zoon , een jongeling , wiens goede vorderingen
op de fluit zeer schoone verwachtingen doen ontstaan.
Jammer is het, dal lokale betrekkingen, welke ik, om
Iiiet le ■wijdloopig te -worden en dewijl zij hool'dza-
kelijk reeds in vroegere jaren geboren zijn , hier niet
mededeelen wil, de redenen zijn, waarom deze. bei-
de heeren hier zoo muzijkaal- werkeloos leven n.oe-
len, en te rarer jammer, daar men lot de rerbete-
ring der blaasinslrumenten in de koncerten, over
vrelke men altijd klaagt, zeer veel partij van hunne
lalenten konde trekken.
Hier sluit ik voor d'tmaal mijn berigt, hetwelk,
zoo ik mij vleije , het ware licht over den toestand
der kunst in het algemeen , en ov r de kunstenaar*
in het bijzonder, verspreiden zal. Misscbien bevat
dil sink het een en ander, dat niet naar den zin van
dezen of genen is; waar is echter alles, wat het be-
heist.
Als Tiiend der Lunst, die ze zoo gaarne in
den grond , waarin ze wortel geschoten heeft, regt
welig zoude zien bloeijen, durfde ik niet* verzwijgen,
N 4                                  wat
I
-ocr page 201-
( '93 )
w*I er toe bijdragen kan , om dien bloci te bovov-
deren.
In mijne volgende berigten zal it meer speciaal
over de koncerten spreken.
m\m\ar\ar\m\mr\0~
BUITENLANDSCIIE BERIGTEN,
Den uden Mei 11. stierf te Oldenburg dc ook in ont
Vaderland zeer bekende lluitspeler E. ifiisiimt. Uij
heeff zich als uilslekend kuusienaar en als mensch veel
Toeins en achling verworven op de veelvuldige reiz.en,
vrelke hij in de. laalslverloupene jarea met zijuen zoon ,
fen' der eerste llians levende iluitistcn , gemaakl heeft.
Euitendien zijn de talrijke -werken , welke hij »oor
de lluit ten deele uit eigene vinding geschreven, ten
deele met veel bekwaamheid gearrangcerd heeft;
in de handen van alle Iicfhebbers, en vooral vre&ens
de doe!malige behandeling van het instrument zeer
in achling. Hij stierf aan eeue beroerte ; zijn ver-
lies wordt door zijne na^elatene familie, die hij even
harlelijk beminde , als hij door haar bemind werd,
smartelijk betreurd.
Den 3oslen Junij 11. overleed te Sondershansen
jerhst ludvvig oebbeb, Hof-Secretaris van den
Ypral van chwarzburg-Sondershauscn, een geleerde
fan de hpogsle verdieusten, vooral vat de liteiatnur
der
-ocr page 202-
( '95)
4et toonkunst bctreft. De bekende Hofraad F RtE-
DR ICH HOCHLITZ te L if»zicj , welke GEtihEliS dood
tnet' een woord in dc Allg. Mus. Zeilung beeft aan-
gekondigd , belooft eenen m.er omslandigen neluo-
loog voor dat voorlreffe.ijke tijjpc :rifl le zull£n be-
■werken. Zoodia dit sink, helwelk , nit de pen van
Eochltz gevloeid, met anJers, dan uitslekcnd zijn
kan , oris zal gcwordcn zijn, zullen wij ons haasten ,
onze lezers in eene veitaling daarinedc bekend lemu
ken. :
Korl voor gerreus dood, had de Maatschappij
dan orien.len der rnui'jk in hct Oostenrijksche
Keizem'jk
met dien fronted geleerdeu eene over-
eenkomst., gcmaakt, ten gevolge vraarvan zijne hoogst
belangrijke bibiiotheek, die zijn vader reeds voor 80
jaron aan'ei , die door den zoon al ractf en inee.r uit«
gebreid is, en welke niisschien wel de volledigste
verzameling van theorelische werken, en daaren-
boven een aantal van 600 portretlttn van' loonkun»
atenaars bevat, aan die maatschappij, na gekbski
dood, als eigendom komt te very alien.
Volgens de nieuwste bi riglen uit Italie zonde de
nieuwe opera van bossini, Ricciardo e Zoraide,
niel veel beter zijn, dan al zijne overige werken,
De Milanezer . correspondent van de Ai/g. 3Ius. Zci-
tiing
heeft cenige kb-ioe brokken uit die opera mede-
gedeeld. welly; alle tegenspraak tegen de beschuldi-
jing van gebrek aan karakt ristiek den weg afsnij-
N 5                                    den.
/
-ocr page 203-
/
C 19*)
den. Vnor de woorden Palrna mia fremendo nth
(mijn h rt staat stil van ijiing"),
om slecbts e'e'n voor«
becld aantehalen , heeft r.ossim eene melodie , of
liever eene verzameling van krnlletjes geschre,ven,
die naauwelijks te verdragen zoude zijn , wanneer de
wnonlen bettekenden: mijn hart trill van vcrrukking
tn vreugde. J2—
Intusschen heeft de Akademie van
■ sclioone kunsten te Pesaro, eossini's geboorleplaals,
deszcli's borstbeeld mot een hoogst vei-eerend op»
schrift doen vcrvaardigen , in helwelk boss in r on-
der anderon genoemd wordt: magister philarmoni-
cus nostri temporis primus
, qui gloriarn nomi.nis
Pisauren apud exteras nattones propagavit
(de eerste
toonkunstenaar van onzen tijd , door wien de naam
van Pesavo bij de vers! afgeleeene volkeren roem-
rijk is bckend gcworden). In een ander berigt wordt
f
                              zijne bcscheidcnheid niet zeer geprezen , terwijl men
verzekeit , del hi) zich zelven il gran genio d1'Italia
(de groole genie van Italie) noemt. —< In een gezel-
\
schap te Slutlgardt, waar zich 00k eene Ilaliaansche
aangeres bevond , sprak iemand over de onheschaam-
de inanier van rossini, van niet aileen zich zelven
gednrig in zijne wcrken af te schiijven, maar van zich
00k schuldig te maken aan plagialen uil de weiken van
andere componisten. De zangeres anlwoordde zeer
onschuldig: „ si, i vero , e un Vidro, maunladro gra-
tioso; ruba
, ma ruba graziosamvnte! (Ja , het is
waar, hi} is een dief, maar een b-minnelijke dief!
hij steclt, maar bij sltelt met bevaligheid en smaak.)
Het
-ocr page 204-
C 196)
Het aatfdenken aan den grooien koiui wordt
op nieuw verlevendigd in *s mans (wee ten zoon, die
all klaviermcesler te Lemberg gevisiigd is, en zich
onlangs te Koniugsbergen heel't latan booi-en. Men
prijst niet alleen zijn spel hijzondev, maar-uok *.iji-
ne coinposilien. Men schriji'l bet navolgende over
bet koucert , dat hij !e KbrjiniSbevgttn gal': ,, Dc be-
roemde naam heet't ons niet. bedrogen ; Mozart's
geesl was waarlijk tegenwoordig en hot forte-piano
sclieen in een andur inslruinenl veranderd te aijn.
Immers de speler wist de volheid zijnrr harmonica
en den rijkdom stjaef fgnren zoo vuurig en lecder
. Toor te dragen , dat de muzijkale ideen geheel en al
met die sprekende duideiijkheid te vourschijn kwa-
men , welke de ware kunst, die hoven alle kunst-
stukjes verlieven is, doet erkennen en gevoelen. Hief-
uit alleen blijkt ic»da, dat 00k de composilie ia
hooge mate voortrtffelijk was; niaar wilde iemand
bet karakteristieke derzelve naauwkiuriger uitgedrukt
weten , dien zoude het moeijeijk zijn tevreden te
stellen, oindat deze kunstenaar, even als zijn vader,
niet aan eene bijzondtre manier, maar juist aan de
kunst alleen te heikennen is, wier hulpmiddelen hij
vo'komen kenl en met gevoel en bezonnenheid aan-
wendt, zonder eenigzins uaar effekt en zeldzaam-
beden angstig te zoeken,"
De bekende .tuvEcs te Parijs be; ft in een ^f—
zondetlijk, zetr goed gescbreTen, stuk de duitsche cum-
po-
-ocr page 205-
096)
pontsfen aangemoedigd, om naar Pari)» te tomtn em
opera's te schrijven voor het theatre Feydeau, welk
»tuk teve.s al* algemcene han.llci-litig voor de wijze
van bewerking dici* opera's kan dienen. Zoude men
«ich, wanncer de duitsche componisten aau die op«
roeping gihoor vcrleenen, niel eenen weldadigen in-
"rltit-d van hunnen arbeid op den sraaak der Fran-*
schen voor de niuzijk kunnen beloven ?
Zckere instramentniaker te Parijs , cHahot ge«
naamd, vervaardigt violen eft andere strijk-instru-
menlen, welke , naar het oordeel va.i de koninklijke
nju?.ij'«»ctioo! ( voorma ig conservatoire de musique') ,
de Amati , Stradivari enz. verduisteren zullen. sis-
ters scberst daarmede in zijne laatste berigten van
Parijs, en schijnt aan de hooge ▼oorlreffeli)'<heid
dier instrumenten niet veel goloof te slaan. Hi) ver-
liaalt een aardig slaallje van de middelen, die, vol-
gpns zijn oordeel, de vervaardUer zoude hebben we-
ten te vcrzinnen , om het debiet zijner instrumenten
te verzekeren. Toen de Koning van Frankrijk de
la.Vs'e tentoonslelling van kunstvoortbrengselen en
ook de zaal bezocht, waar de muzijk-instrumenten
te zien waren, maakte de Minister van Binnei Und-
ue lie Zaken, de Graaf dec axes den Koning opmerk-
eaam op de violen van chahot, en voegde er bij,
dal de Professoren der Koninklijke muzijksrhool
dezelve voor beter verklaard ha-.iden , dan alle oa-
dere beroemde violen. De Koning krijgt lust, een
dier
-ocr page 206-
( '97 )
dier instrumenten te huoren; maar wie zal ze pre*
bei-en ? Oe graaf decazes is niet iuuzijkaal; en
bet paste ook wel niet het portet' uille met den atrtjk-
slok in aanraking te brengen. Z:et, rfaar vertooot
zich in he/ verscliiet de heer Alexandre douche*
(een der eerste kunstenaars op de viool van I'arijs),
van wien men met regt zeggen kon: hi) Utvatn, alt
of h!j %eroepcn ware.
De heer df.cazes wenkt hera,
Sou cHer snelt Jiaar hem toe, neemt een Clta~
not
en speelt: vive Henri quatre en oil pent- on etre
mieux qti'au sein de
ia famille. „ Wanneer nu de
violen van chanot, laat sieved s er op volgen , niet
in de mode komen, dan is het althans niet de schnld
van ilrn Minister . noch ook van Boucher, en minder
nog die van den fabrikeur.'' Hoe scherp deze scherts
ook zijn mi'ge, het is genoegzaam zeker, dat de
violen van chanot zeer goed zijn. spi.hr heeft er
«ene van dien maker, met welke hij zeer tevrede is.
Mad. cataiami heeft, na haar vertrek van Am-
sterdam, yerscheidene' groolere en kleinere sleden
in het noorden van Duitschland bczocht, en is ein-
delijk te Berlijn aangeland. Zij heeft er eenige kon-
certen gegeven, maar is, volgcns onderscheidene
duilsche tijdschriflen , niet met dien bijval bekrooud,
*U bij haar eerste bezock. Men zal zich herinnerent
dat de beroemde zangeres voor eenige jaren ner*
gens zoo veel opgang gemaakt heeft als te Berlijn,
*n dat men haar in deze jjruots stad schitr ver«
good
_ ..__j.~-_.*-'~~i,*.<*__
-ocr page 207-
C 198)
good heeft, tei"ffijl le in Under* steden, en voorat
in Ua iburg en Leipzig (gelijk reeds vrck'ger le Am-s
Herdatn), door den waren knnslkenner niet op diea
Itoogen Irap van volmaaktheid geacht wordt aan-
fpraak te ku .nen ma'cen. Dc Bailijner kiinstvrien-
dep zijo toen ter lijd door die van de twee even
genoemdc steden hevig gcgispt gewovdeli, wegens
hnnne algodisc'.ie veteering van mad. catalaHi.
Bij dv laaiste koncerten van doze aUczins bcwonde-
Tcnswaavd ge vronw hibben zij zich niet aan blin-*
de aaubidding schnldig gemaakt; zij hadden kort
te voren mad. tee on gehoord, en zij moesten beken-
Ben 1 dat deze, ofschoon, wat de volheid van toon
Saiisr a at, door mad. cataLani verre overtrofferi
"rordende, echter wedcr hare mededingster verre
Tooruit is met opzigt tot kunslvaardigheid, vooril
irt de chroraatisclie klank'adder, in spr'ongen ens.
Dfze en dergelijke aanmerkingen, welke zich aan de
B rlijners onwillekeurig opdrongen , kon hnn enlhusi-
asmus niet tot ecne koortsachlige hitte doen klimmen;
tij bleven koel getioeg , om te kunnen vergelijken en
de zangeres met. het Oor der kfitiek aan te hooren.
Bij deze vergelijking verloof mad. Catalan!. Men'
merkte op, dat hare stem had afgenomen, en dat
tij, uit gebrek aan grondige sld lie der kunst, de
kunst niet verstond , van de ingeslopene gebreken door
middelen, uit de onvervalschle bro'nnen der ware
kunst g'piit, te bedekken; dat zij nog slecbts lien
toonen volkomen in hare magt had, naiuclijk, van
he*
-ocr page 208-
( 199 *)
net cens jestreken d tot het tweemaal gestreken t, en
dat zij de lagere en hoogere toouen niet dan mil veel
inspanning, en dan nog met eene soort van fanstt
uitperst , om zoo te spreken j dat zij ook geene vor-
deringen gemaakt had in de vinding van nieuwe
versi.ringen, daar men sommige loopen in eene en
dezelfde aria vijf- en zesmaal waavnam. Wat ech-
tev belreft haar* trillo met halve stem, dezen vond
men nog altijd even bewonderingswaardig, v\ anne.ep
hij zich op er'nen toon bepaa'de; maar wilde zij deze
versierlng in de chroraatische voigordc voovtzetlen, daa
merkte men at ras , dat ze niet op grondige oefeniug
gebouwd was. Men kwam eindelijk zoo verve , dat
men de heeren Hamburgers en Lcipsigers, wier kri-
tiek men voorheen voor het ultwcrksel van nijd en
afgunst had uitgekrelen , in hunne oordeelvellingen
begon gelijk te gevcn. —• In een der koncerten van
mad. catalani te Berlijn heeft men met verwon-
dering, maar tevens met zeer veel genoegen mad.
mara opgemerkt, welke voor ongeveer 25 jaren de
catalami van haren lijd was. Op de vraag , hoe de
geeerde zangeres haar hevallen ha 1 , zoude zij zee*
naif geantwoord hebben: „ voor a5 jaren zoude ik
aonder schroom met haar in het slrijdperk getreden
2ijn." — Dat mad. m a r a de kunst in al hare gr.den
grondig beoefend en wel het hoogste loppunt van
auiverheid bereikt heeft, blijkt, onder anderen , uit
navolgende ware anckdole. Te Berlijn was zij dik-
wijls met himmil, am«HAB«T, RioHiHi en ande-
re
-ocr page 209-
C 300 )
re jroote mannen in gezelschap. Op fcekeren avond
was hel g sprek gevallen rop de nioeije'ijkheid der
nitvnrring van sommige loopon en toongangen, en
>tn« haJ hare rrienden onderscht idene reizen doen
ver»tomd s>aa;i over de juistheid, waarmede zij die
loo pen , die men, daar zij eigenlijk mier een voov-
•werp van sludie zijn, dan wcl van open^ijke nilvoe-
ring, geiioea^aam nooit hoort, had gezongen. H im-
»el, die ook bij de crnstig'ste zaken steeds vrolijk
■was en mad, 11111 gaarne eens in ver'egenheid bren-«
gen wilde, vroeg haar, of zij wel ooit d<- scala met
louter heele loosen gezongen had. Hm , antwoordde
»,u»: „ ik ben nooit op dien inval gekomen {
maar 'aa! ons het pvobeven '* Zij zong, van c tot
j>, de scala ran achl heele toonen met de verwonder-
Jijksle zuiverheid in lange, aangcboudene toonen,
200 dat alle de aa-iwezige kunstenaars zich niet ont-
houden konden , haar met lulde uitroeping. n voor de
eerste kunslenares des aardbodems le verklaren.
Men heefl wederom van eenige nieuwe uitvindin-
gen gewag semaakt. Fen jonge engelsche toenkunste-
naar, met name bodweii, heeft een werktuig uiige-
vonden, hetwelk, zonder behalp der hand, de niu-
tijkbla len omflaat.— Een instrumentenmaker te Lion,
SiMioT genaamd, heeft aanmerkelijke verbeleringen
aan de fagot gemaakt. De akademie van schoone
kansten te Parijs heeft heni te dier zake een veree«
rend getuigschrift doen ter hand stellen, — Zeker*
Mr
f
-ocr page 210-
I
C»oi )
Mr. kotT) een engelsche toonkunstenaar en conpo*
nist, hceft een zoogenaamd sostenante - pianoforte uit»
gevonden. Men zegl dat de Prins-regent en het a;e-
heele hof betooverd geweest zijn van ilea loon van dit
instrument. Waardoor dit piano forte zich van an.
deren onderscheidt, is ons onbekend; maar wij ver-
ntoeden , dat heUelve dit met een orgel zal gemeea
hebben, dat de toonen er op doorklinken , terwijl het
ovi rige den cigenaardigen toon van een piano iorta
•ail behouden h. bben.
De zusters van pacsiello, den heroemden mede*
dinger van cimarosa, welke. voor korte jaren te Pa*
rijs in eenen zeer hoogen ouderdom overleden is*
hebben Voor hunnen onsti rl'eli jken broeder een roar-
meren gedenkleeken doen oprigten in de kerk Satitm
Maria la nova
te Napels.
Te Londen -wordt een muzijkaal tijdschrift uitge-
geven under den titel: the quarterlcij musical magazi-
ne and review.
Wij hebben voorgenomen, om
bij eene volgende gelegenheid een sink uit dat tijd*
achrift, in on'.e taal ovevgebragt, ter proeve aan on.
«« lezers me le te deelcn. — In dezelfde stad is on"
langs uitgekomen eene geschiedenis van den oorsprong en
«*e oorderingen der theoretitche en praktische ntutijlcf
ton *. jokes,
■.
hi.;
.——*....../•■ **a.^.
-ocr page 211-
.                              --..'■• . „. ..-,-,, ;„„.,,.,, ,,,..„,.„.,
»
C 90* )
ftfcCENSIEN.
•% Deuxiime Pot-pourri, tire des ope'ra's de Jean-
de Paris
, Famille Suisse et Tancred, pour le
piano-forte, par Vabbe
giliHI k.— Prixf I - : -:
a. Les adieux, duo favor!Is arrangee en rond»
pour pianofortee, par J. L.
bus sex, — Prijt-
f : - .6 - :
2. Adele ou la nouvelle Tyrolienne , avec variatim
ons pour le piano-forte
,
dedi.ee a son ami a.
DE GOORBItlON, par T. LATODH, pianist*
de S. A. R. le prince regent.— Prix / I - : - »
alle uitgekomen bij l. jlattkir, inuzijk-
handelaar en drukker te Rotterdam.
De Heev puititsi heeft voor eenige jaren het eerst
in iras land begonnen, niuzijk met steendruk uittegiven.
Sedrrt kort echler schijnt bij van den sleendrnk afge«
iien, en tot de gagraveevde mnzijk overgegaan le zijn,
vraaraan bij, onzes inziens , in zoo verve ni>'t kwa-
ijk geda;m heeft, daar zijn ateendruk verre beneden
het middelmatige gebleven is, en de gegraveerde mu«
sijk ex- daai-entegen zeer netjes uitziet.
De hier boven opgenoemde vier slukken , welke ten
bewijze daarvan slrekkcn , vereischen alien ongeveeif
gelijke oel'ening in de vaavdigheid der vingeven en
der voordragt, en zijn het naast berekend voor j»ng«
liefhebbers, welke men nog geene belangrijke •werkea
Lan voorleggen. Wij wi'len ze kovlelijk doorloopen.
No. i. is van den zeer ktkenden en als componist
van
-ocr page 212-
C ao5 )
van variation met regt zeer geachten aht ostiKSK,
behoort echter ondi'r de gemakkelijkste stukkvn van
dpzen vruchtbaren Componist. Het begint met eett
gedeelte van het andante con rnnto, waarmede de ou«
verturf van Jem de Parts (v n joibidieo , gelijk
een ieder weet) aanheft. Waarora dit andante niet
in zijn geherl gebleven is, begrijpt Re<;. niet: «oo
als het hier verschijnt, heeft het iets slooterigs. Dan
volgt de gelief koosde romance, It troubadour geliteld ,
benevens eenige andere stukjes uit diezelfde opera.
Hierop vo'gt eene romance uit die Schivcitzerfamilie,
misschien wel de besle opera van wiui; waarna
de cavatina van rossini's Tancrede; deh tanti palm
pit!,
welke in ieders mond is, vijfmaa' gevarieerd
wordt; terwijl de vijfde variatie met het oorspron-
kclijke slot der cavatine in de opera ook hier het
•lot van hel gpheele stuk u'tmaakt. ---- Wauneer ook
de onderscheidene slukken, waaruit dit pot-pourri
xamengesteld is, niet ongelukkig geko'.en zijn, geluk-
kig zamengevoegd zijn zij juist niet, daar de over-
gang van het eene thema in hel andere meestal onr.a*
tuurlijk is. Het geheel is ligl uit te voeren.
No. a. is van eenen beroemden en zekerlijk eenen
der beste nieuwere componisten voor het klavier,
Hel is geschoeid naar de leest van dergelijke rondo'*
Tan j. bauds, en is even gemakkelijk voor de uit«
voering als No. i.
Na eene korle inleiding (andante | xnaat in c dur)
vindl men in No. 3 negen variation van bet op de»
O *                                          1l»
*
-ocr page 213-
r
( 204 )
tit«! genoemde liedje, waarop een finale rolgl, dak
eigenlijk eerie tiende variatie. en als slot eenigzint
breeder uiigevoerd is. Enkele passages , bij voov«
b.celd de derde vanalie, vereischen wel eenige
lueerdere oefening en vaardigheid, wanneer men /.•
in alles naar het voorschiifl wil uitvoeren. Het
temp'i is hier aangeduidt naar de me'lronome van
KiLSti. of van vrmKlt: men wett mimers niet,
aan welken van deze beide heeren de eer der vin»
ding van dit waarlijk nuttig werktuig toekoml.
In No. 41 van sauvan, bespeurt men al dadelijk
den Fvanschman. Dit werk beteekent inderdaad zeer
weinig. Het -scliijnt Rec. lor, wel nicer vnor de
harp, dan voor hel piano, gejchreven en heslemd le
zijn voor jonge dames, die met eenige bewee^baar*-
held in limine schoone handjes gaarne lefluitjagea
Oo^slen willen van jonge heeren, die niet* aangena-
mers te doen hehbrn, dan zulke j<>n«e schoonheJen,
galantericn voor te. .praten, om het even, of zij ze
verdienen of niet. Men zoude op dit werkje met
e.ene kleine veiandering( knnnen lorpassen eene re-.
censie van den bi-roemden kS.stner: dit sink is op
frnai pnpier gedrukt. Jammer van het franje pa-
pier!
(16) Nog moet Rec. misprijzen , dat het tht-raa
en iedere variatie tweemaal gedrukt is, in plaats
dat
(l6j KisTSEn zride : dit werl i» op htt siecnill
papier 'gedrukt. Jammer van het fraaije p<t-
fitrj
-ocr page 214-
( »°5 ) '
dat de herhaling van iedere afdeeling door htt g«-
bruikelijke teeken (:11:) had mocten aangetloid wor-
den.
De vier aangekondigde werkjes zijn , gelijk wij bo-
ven zeiden , zeer netjes uitgevoerd ; hier en daar vindt
men nogtans klrine iouten, welke echter dade ijk in
het nog valien en link door minder geoefende liei-
hebbers l'gt te verhelpen Kijn. Het ware wel te
vrenschen , dat de litels dezer werkjes van taalfou-
ten gezuiveid war en.
Rotterdam chez l. Plattnbh.
Gentil Himtard, chanson favorite Dariii
pour It piano-forte et
dedi.ee a 31idcrnoi-
selle Louise hoyxb van laAin par
CHARLES KiiHLlalUIlI. Oeu^r. 2J,
Prix f i—25.
Scdert de heer mAhlentelbt zich met er woo«
te Rolterdam neih'gezet heeft, is dit, zoo veel den
Rec. bekend is , het eerste werk , hetwelk hij heeft
uitgegeven, en dus het eeiste, hetwelk hij niter be-
paaldelijk voor Ncderlanders schi nt bestemd te heb-
ben. Naar den aanleg en de oekonomische inrigting
van dit werkje te oordeelen, schijnt de heer m u H-
Iekteldt bepaaldelijk op het oog gehad te heb-
ben, om iets te schrijven, dat niet te moeijelijk zuu-
de zijn voov het grootste deel der klavievspelers on-
der »nze liefhebber*, en indien dit inderdaad zijne
O 3
                                      be-
l
- —           ._            :___ «
-ocr page 215-
C 306 )
fcedoeling geweest is, — roor welke gissing bijzonder
pleit, dat deze variation in vergelijking van andere
werken van den heer HtiHLtsriiDi, bij voor-
beeld ) van zijn on'angs bij smtoci te Bonn uit-
gekoir.eti klavier-kopcerl, in het geheel niet mocije-
lijk en dus sllhans niet voor hem zelven ingerigt
zijn *— wa;inter, zeggen wij, onze boven uitg<'»pro-
kene gissing juist is, dan heefi bij zijn doe! uitne-
jnend bereikt, Zijn vrerk. is , scboon in vele opzigten
piet zei^r ligt, evenwel meestal door ben, welke reed,*
eenige vaardjgbeid verkrrgeu hebben, heel we! uit te
VQeren. Met deze prljswaarJige eigenscbap, welke
men thans niet dikwijls in de werken van virluosen
ftantreft, gaal tevcns de niet mindi-r lol'felijke eigen^
5chap gfpaard , dat deze variation zelerlijk m<'t ge-
tkovgm door onze liefhebbers gestndterd en gt-hoovd
zullen worden, zoo wel uit hoofde der goede vin-
ding , als 00k der eenigzim meer breede uitwerking.
Deze weinige woordeu zu'ilen wel voldoende zijai
orti den aard van dit werkje te leeren kennen, en er
blijft den Rec. dus alleenlijk nog nverig , oni met een
woprd van de inrigting van belzelve te gewa^en. Da
componist beg'nt met e<ne korle inleiding in C- durf
S maai., tnoderato; eene soort van pastorale, wier mo-
tif
zeer aardig door de linkerhand ongenomen wordt.
Hierop volgt de bekende romance , le gentll houm
tad
getileld, welke tienniaal gevarieerd wordt. De
tien^e varialie is een wtinig breeder uilgewerkt,
yaarna de inleiding weder terng keert en eindelijk
bet
-ocr page 216-
( *°7 )
bet geheele werkje met het thema der variatlea en al
deszelfs eenvoudigheid, echter vrat tneller genonieii ,
gesloten wordt.*
Wij hopen, dat de componist weldra nog belang-
rijkei- werken zal in het licht geven, vooral ook wrr»
ken gelieel van eigene vinding.
*—•—+
Rotterdam bij denzelfden.
Air militaire anglais ante variations
pour le piano-forte composees et didiees it
son ami Mr.
bobirtsoh par I. js. io«m.
Prix 80 cs.
Deze variation hebben bij dea Bee. inderdaad gcen
•nvoordeelig denkbeeld oiutrent de talenlen des hee-
reii mtm duea geboren worden. Zij zijn regt in-
teressant uitgedacht, en dit is te prijswaardiger in
een werkje, het welk zoo weinig moeijelijkheden in de
»itvoering oplevcrt. Hetzelve kan dus met regt aan
alle lunge liefhebbers en liet'hebberesscn aaabcvolen
worden.
Waarschijnlijk is deze componist dezelfde logieu,
die den zougenaamden chiroplast heeft uitgevonden,
▼ an welk werktuig ook in dit tijdschrift (ae. jaar-
gang 2e. stuk bladz. 64 ) gewag gemaakt is , en tegem
welks gebruik, raisschien niet zonder alien gropd » zoo
wel te Londen als te Parijs, zoo veele tegenwerpin-
gen geraaakt zijn. — De heer log is k bevindt zich
sedert eenigen tijd in laatstgenoemde stad en tracht
#ijne nitvinding aldaar in zwang te brengen,
U 4                                   Aa
-ocr page 217-
^gp-*»-'
C *°8)
An                   .                 .;
HHOISIUI G. TAR DKH B E R G ij »
I M H A A G,
Empfindungen bei dem Anhbren Hires oortreffllchtm
Spieles.
(17)
Was ists ? Was vegt mil Macht das Herz inir -wiedert
Was hauchl Empfiadung in die lodle Brusl ?
Was weckl so plotzlich mir die alle Kraft derLieder,
Und a!te S hnsucht und Gesangeslusl ?
Im Buseo wechseln Hoffnung, Schmerz und Freuden^
Wcr sagl roirs, wer erklarl mir ihr Bedeulen?
t
E» ltehren wieder all die lieben Gastej
Regeist'rung , Mulh und Kraft aus alter Zcit.
Gegrtisset seyet mir, gegrflsst aus besle,
               «
Ihr Himmelsbothen neuer Stligkeit!
Schon scbniilzt die Eisesrinde von dem Herzen,
Die Tfarane flietst; — e* schwinden alle Schmerzen.
Und
(lj) Offchoon dit gedicbt, on« ter plaatGng toegezonden ,
in de hoogdui tlcbe taal ver\atis , hebben wij bet onze
leaers niet willen onthouden , deels ora de waarlijic
fchoone gedachten , welke het behelit , dcels 00k om-
dat de dichter eene knnstenaies brzingt, op welke
'$ Gravenlrage met regt roem dragen niag , en welke wi)
f>erl'oonlijk <le oxibepaa Idlte hoognchting toedragen Het
Sonde qi]i biizonder aangenaam zjjn , wanneer een en-
ter vaderlandl'che diclilers zicb de moeite wilde geven,
am d»t gedicht in hollandielie verfeu oyer le biengefc,
en
-ocr page 218-
C *°9 )
Und wte ihr Thau b.eoftzl die hleichen Wangen »
Los't sich das Weh , das imidh so schwer gedrukt;
Es lebt aufs neu' das Sehnen and Verlangen
Nach dem , was einst so seeHg mich enltflckt.
Es will ein heil'res, lang Verloschtes Eflhlen ,
Wie Zephirs Hauch , die Seele mir umsnielen*
Die lang versinminte, ungestimmtc Leyer
Sie regt sich, und ilia ungewohnle Hand
Greifl iu die S.iten, wie zur F.iihlingsfeyer,
Begangen einsl in schilaer Jugend Land.
Den eig'nen Tonen muss icli staunend lauschen,
-
Der eig'nen Suiten wuaderliches Iiauschen.
O sagpt mir, war hat cuch her gesendet,
Den Meister nennel mir, der euch gihoth ;
Der schnell das Iierz im Busen mir gewendet
Und Sangermuth erwecket aus d«ra Tod !
O tiennet mir den roachtigsten der Meisler,
Der euch belebt, ihr lang entschlaf'nen Geister!
OS                                          Dn
en wij-""ageo het , dezelve daartoe op het zeerst aan te
mordigen. — Over tie veidiensten van Mejnfvrouw
TA» D E u beroh kiin men ieis meer bepsalds vindea
in den eersLen jaargaag van dit tijdiclirit't, 1' link,
Madz.44 —Tee opbeideriug van enkele plan (fen in dit
fedicht r.»\ hit m i,s fc h i e n met overbodig zijn , bier nng
iitevoejen, dat de dicbler langen tijd bet gelnk had
lnoeten oiiiheren , van goal* mu'zijk tc liooren , toen.
hij le 's Gvavenhage Mejufvronw VAN D £ K >iux
leetde kennen
» E III.
-ocr page 219-
Do btst e», nohe Kiinstlertnn der Tone,'
Dein Zanberspiel, das in die Seele dringt!
Der Starrheit selbst entstrSmt die heisse Thrane,
TVenn deiner Hand ein Himroelslaut erklingt.
Es iit der Harmonien gottlich Weben ,
Das selbst in Fclsen haucht Empfindangsleben.
•
JLangsam, feyerlich nnd kvSftig die Akkorde,
Wie der Kirche heiliger Gesang ,
Beginnt dein Spiel. Und wie aus weiten Halle*
Des Doms die Lieder schallen
Der lubenden Gemeine; wie Seraphirns Worte
Durch den Himrael sittern, hebet sich der Klang ,
Und Abndung hoheren Lebens , schauerlich und bang^
Fvillt die Seele. — Sie erbebt und sinket
Mieder in den Staub, und windet sich im Staube,
Des Menschen wie des Engels Seele.
Verhnllen mocht', zerkuirscht in Reu\
Das Menschenherz die Fehle
Seiner schwachen Endlichkeit, demuthsscheu
Vor drm L/nendlichen , von dessen Throne blinket
Die Feuerschrift des Worts : Gerechtigkeit* Der Glanbe
An die ew'ge Liebe ichwankt. Es jammert,
Das Vergangliche znm Ewigen in seine Hon'
Urn Erbarmung , doch der Zweifel klammert
Sich fesl ans Mcnschenherz. Vernichlungsweh
Ergreift es : und die letzte Hoffnung schwindet
Die Geschal'Pnes an den Schopfer bindet, —.
Abe*
~
-ocr page 220-
(tit)                             /
Aber an* der Verzw f ung Aimen
Bettet der Lieb' Erba men ;
Wonn aus Seufzen und Stiihnen
Zu jauchzenden Tonen
Du wendcst das Spiel. Der Seligen Chov
Jauchzt Halleluja empor.
E» will sich der Himmel versiihnen
MH der Erdc. Der Glaube . der Frieden,
Die Hoffnung siud wieder beschieden
Dem Herzen dc» Menschen : und es erwacht
Der Muth der Ewigkeit schon hienieden.
b;i Glanze des Friihlings lacht
Der Himmel. — Neu ist auch wiedergegeben
Der Mensch dem Erdenleben ;
Denn heilig ist Lieb' anf Erden
Wie ira Himmel die Lieb' ; und an der Liebe HSnden
Mag der Mrnsch zur Erd' sich wieder wenden,
Mag Irdisches znin Irdischen sich kehren,
Mag Irdisches zum Himmel sich verk'Sren :
Durch Liebe Gott and Mensch vereimgt werden! —«
Drain
-ocr page 221-
Drum mah'sl du jelst mit zarten Lie tesfclSnge* | '
Der (ungen Liebe treses Wecbselkosen.
Die Tone kiissen sich; — und wie die losen,
Die ib on tern Scherze, die sich neckend drSngen ,
j                                                                                                                         ■ ■■
Die sclia'khaft sich an jeden Seufzer hringen.
Den tiaute Neigung schuchtern ausgesiossen ;
(Wie siissen Haueh die ersl entknospten Rosen)
Dei Litb' Geheimniss aut' den stillsten GSngejS
Eelanschen , and dann a'le die Geschichten:
Das Traumen, Hoffen , Sehnen , S re ben , Dichtea
Der plauderhai'ten Fatna schnell berichlen:
So dectl j<-tzt auf der Unsclinld Heimlichkeiten
Dein Spiel. J>u zanberst her der Jugend Zeiten, —>
Der Wahn ist sehfiner als der Wahrheit Frenden!
Xhtr
-ocr page 222-
Aber ach der Wahn vergehet!
Tauschiaig war das siisse Glflcfe,
Wenn aus deinen Saitcn ilehet
SehwermuUiskiage zura Geschick.
Trennungsschmersen , Trennungsklagen
Dringen in das Herz lief rin ;
Der weiss was die Tone sagen,
Der selbsi muss verlassen s< yo.
Immer dumpfer, immer trfiber
Wild dein Lied; und ach es wird,
1st der Morgentraum voruber,
Triib das Leben und verwirrt.
W« ist Hoffnung trcu geblitbea
In der WirklichkeU Gebieth?
Rohe Gier verdrSngt das JLieben,
Leiden blciben , Liebe ilieht.
-ocr page 223-
C'i4)
Halt ein, halt cin! O welch ein S'firmer* i
Was heult so schau'rlich durcb. die Saiten ?
Es will die S<ele mir durchschui'idcn;
Kannst die nicht schonen , niclit beschirmen ,
Vor dem wilden Misslautsheere ?
Nein es kann Icein Gott verschnnen,
Wenn iin menschli'chen Gemiithe-
Untergeht der Liebe Bliithe:
Und an ihrer Sia'tte wohnen
Wilder Rache Zornesgeister.
Argwohn, Missgunst, Neid beschleichen
Schadeni'roh den Zweifelsinn.
Und des Ztitrau'ns Farben bleichen,
Und ihr Schimmer welkl dahin:
Und der Holle Furien jauchien. —
-ocr page 224-
(3i5)
Der Eifersucht gjiftige Flammen
Sic sprtihen empor; es sltirtzen iustmmei
Der Liebe Gebilde.
Es raScfil tiberilufheii,
Mil seinen G'uthen t
Das wilde
Lieblose Her*
Der Schopfung Gi'filde.
Was einst so thi-uer ihm gevraeu f
Das einzig heissgeliebte West-n ,
Erkennt limmer der rohe Walia
Der Harmonien Bande lfisen
Sich. Auf ordnungslofer Baha
Br.iusl daher mit Grimm
(Wie des Dormers Stimm
Fidget rasch d<'S Blitzes Spur,
Als der Misslaut der Natur ,)
Folgend rasch der Bache G'utb.
Zerstorungswuth.
— Aber der Zwietracht grausam Waltea
Wie des Blitzes verheereode Kraft
Durfen nicht siegea.
Es muss erkalten,
Muss unterliegen
Die Leidenschaft
Hem Geiste , der die Welten schafft,
Und der sie will crhaiten:
Dcm Vernanl'tgeiste.
'
-ocr page 225-
-~-W?r^-
Verwirrung muss die Ordnung gtbihrcn f
Das Chats muss sich seiber z< rsl8ren ,
Und zur Regel , zum Gesetze wiederkehreB
Das widerstrebend Element.
Der Menscb aucb wieder evk«nn*
Dcr Menschh'eit Wui'de;
Des Masses Biirde
Fallt vom Herzen ah-,
i .                  ' •- -
• »
Er fuhlt dass in des Wechsels Trcibe»
Itiur eins kann ewig dauernd bieiben:
Des Einklangs golllich Wirken.
Und das MissverstSndniss schweigt,
Das Herz sich zu dem Herzen neigt;
W-'nn jelzl nach deinem Willen ,
Wei.n ji-lzt nach deinem Winken,
Die Wogen wieder sinken,
Besanftiget sich stillen,
De» Stuvmes Dunrier.
-ocr page 226-
C «7 )
Nun tehren wieder all die litben GSste"*
VerlangeOi S hnsuchl, sel'ger Friedensgrust;
Die Seele feyert our Versohnuigsfesle ,
Die Linpe reget sich zum Litbeskuss.
Es schmilzt die Eisesrinde von dem Herzen
Die Thiane riant, — es sch-vreigen alle Schmerzeni
So regst du , wie mit einem Zauberstabe
Die Sailen des GefiihJs nvit Maclit mir auf.
Sie klingen; und es nimml aus tiefem Grabe
Der Dicblkiinsl Slern zum Himmel seinen Lauf.
Poch so'lt' ich wiirdig deinen Wertb besingen,
MiissL' ineiue Leyer ach, wie deiue klingen.
Drum scbweigt der ScbuMev ; denn er lann nur danker*
Dem Meister, und die Leyer ungestimml
Erkennet ihres Liedes enge Schranken,
Das nimmer jene MeisterhSh' eiklimrnt.
Dram magst du Nachsicht dji'sem Lied verleihen,
Das nur bescheid'nen Dank dir mijchte weihen.
Gleoa.                                             jsjAti straws?.
                                                                                                                                                 . , .                                                                                             ■ '■.,!■• ■■•*
■ I !'
P                                 I E T S
-ocr page 227-
.
(*I8 )
•I E T S
over <t e
M U Z IJ K A L E TALEKTEN
ran den
BOMKIKSCIll N KEIZEA
i
NERO.
Mel is rrij betend, dal hi«o veel werks maatte t«
de toon- en van de tooneel-specikunsi , en de meeste
schrijvers hibben hem wogens deze hailstoglelijke nei-
ging misprezen , waaraan zij echler, mijns inziens., niet
wit] ged^an hebben , daar lift in die lijden niets on-
gewoi.ns was , dal;' rnannen van Imogen rang in hek
©penbaar proeveo van hunne talenten, als dichters of
loonkonslenaavs aileiden, Nino's, hoezeer misschien
pverdrevene , lielde voor de toonkunst was dan ook
wel niet te luken, maar de onzuivcre bion, waaruit
die liefde ontsprong , de zucht ora le schifteren, was
hel des te meer: Ik wil eenige slaaltjes van di*
piaalzueht bijbrengen.
Hij is luisschien de eerste Vorsl in Europa gef
weest, die eene kape] van toonkunslenaars rondom
zich verzamelde , en zckerlijk de eenige, wiens kapet
soo talrijk was, dat zij verscheidene duizend hoof»
dea
-ocr page 228-
C 2f9 )
ien beliep. Deze talrijke »chaar was echter ntet zo«
reer verpligt , hare talenten voov hem ten toon te
tpreiden, hem den ledig.'n tijd 1e verdrijvcn, en
minder nog, om hem door de kunstrijke vere. nixing
harer zangen een wezenlijk genol te verschaffenv
Hare voomaamste bezigheid beslond daauin, om hem
geduldig aan te hooren , en hem, hij mogt het ver*
diend hebben of niet, onophoudclijk lofluitingen in
de ruimsle male toe te zwaai jen. De geheele kapel ver-
gezelde hem ook op zijne reizen, en war.neer hij het
publiek te Athene, Mapels of elders op zijn gczang
vergastte , konde hij altijd zeker zijn van het handge*
klap en het gejuich zijner beschermelingen , en dat
hem deze in den wedstrijd met andcre virtuosen van
zijnen ti]d ileedsden palm der oyerwinning zouden we-
ten te verwerven.
Naauwelijks had hij het bewind aanvaard , of hij
riep zekeren ieipbs of units aan zijn hof, en
lict zich van dezen , voor den beroeindsten kunstenaar
zijns tijds gehoudenen , man onderwijs geven op de
harp [citharn) en de Her Qyra). Hij bragt het in
korten tijd op beide instrument en , welke hij reeds
vroeger met vaardigheid wist te beha<-de!en, en ook
in de zangkunst zoo ver, dat hij gerustelijk mel de
grootste virtuosen in het strijdperk durfde treden.
Inlusschen liet hij zich op zijne kunst zoo veel voor-
staan, dat hij geene gelegenheid liet voorbij gaan,
om zich door zijne onderdanen te laten bewonderen.
*Het zal waarschijnlijk dikwijls gebeurd zijn, dat de
P a
                                     lot,
-ocr page 229-
( 220 )
lof, welken men hem toezwaaide, door de trees voor
de gevo gen van zijae gramschap afgeperst weed. On-
felukkig hij, die zich durfde verstouten deu gekroon*
den zanger te kritiseren !
Nietlemin is hij zonder twijfel niet van talent ont-
b'out gewerst, oi'sehoon het van den andii'en kam ook
irel gfiiciegzaam zek> r is , dat zijne bekwaanih ->d
fninder lot het hart speak , dan zij de verwondi ring
gaaude maakle. Immers kan men niet wel van eeneu
V
nan, die niet alleen gc.heel en al zonder gcroel was,
niaar wiens wreedheid zells zijuen naam lot ean
•preekwqord heeft docn worden , .vermoe !«n , ' dat hij
hel kunstgevuel zijuer torhoord "l's ,~oude hebben kunnen
opwekken ; eene gisiing , die npg te men- waarschijn-
lijkheid onlvangt, wanneer men overweegt., dat zijrt
*pel en zijn gezang meer eigenlijk bet volk of liever
het gemeen vermaak deed, dan den hcschaalMen man.
Toen hij voor het eersl te Najiels zong , kwam ef
eene aardbeving op, -waardoor hij zich ecliter giens-
Eins van din tekst liet brengen. .Hij zong zijne arii
ten einde toe , en werd door den bijval van hi t volk
*oo zeer getrolfen, dat hij in hel orkest dikwijls eene
met spijien wel bezeHe tal'el liel aanreglen , zijn mid-
dagmaal mede aldaar hield en aan het desert eene
{rieksr.be aria zong. Zijn roem verbreidde zich nu
al meer en meer, zoo dat de toonkunstenaars van
a!le oorden der wereSd kwaraen toeschieten , om hem
te hooren, Zij blevcn niet in gebri-kc , om hunnen
{ekraonden kuuslbrocder iu rijm en onrijra te bezin-
gen,
-ocr page 230-
( »21 J
gen', <■ raihdet nog, oih de klinkende bewijzen zijnef
erkcntelijkheid aan te ncmen.
. Te Rome terug gekeerd , werd hij door hel volk ,
dat de bogeerte , om hem te hooren , niel langrr k<>«
treSrstaan , aangehouden en ge Irung'n , om (e zingen.
Hij gaf te kennen, dat hij aan hot verlangin der me-
Iiigte wcl wilde vulduen; dat center de lijd nug niet
gekomen was, wanncer de Neronia (een fust, liet-
welk hij ter zijuer eigene eer had ingesleld, dat in
de vijl' jaren etns gehouderi, en op heiwelk om den
prijs in de toon- en dichtkunst, in hel worste'en en
het rij ien gekampt werd} zt.udtn gevierd worden,
Maar het volk, geenszins met dit antwoord levrc*
den , hirhaa'de aijn verzoek met nog nieer aandrahg ,
en NERO, de gewilligbeid zelve , wanneer hij, name-
lijk , zijne ijdelheid een lost kon bereiden , maakte
geene zwarigheid, om op staanden voet aan 's yolks
herhaald verlangen le voldoen. Hij biklom dan In t
tooneel, Met rooraf met luider slemme uitrorpen, dat
hij de geschiedenis van k lose" zoude zingen , en be-
gon toen zijn rnonndrama u't te voeren. Hel koncert
duurde tot laat in den nacht, en het volk was vei-
rukt over de bekwaamlieid van zijnen vorst.
De ,keizer speelde op zekeren dag de vol van den
razenden hkkkules, en werd, naar eisch der la-
bel, geboeid. Een soldaat van de Hjfwacht werd
door de waarheid in het spel der akteurs zoo zeer
weggesWpt, dat hij, meenende dat zijn meester in
ernsl geboeid was, met het onlbloote iwaard op het
P 3
                                    too-
-ocr page 231-
( 23'J )
tooneel sprong , om hem bi jstand te bieden en hem
van zijne gewaande vijanden te bevrijden. Deze
daad beviel d n keizer, wiens ijdelhejd daardoor in
fauuge male gestreeld werd , zoo wel, dat hij beval,
den solJaal de aanzienlijke som van 5ooo guldens uit
te tellen.
                                                                *
Nog verdient als een bewijs van zijne praalzucht
aangehaahl te worden, dat bij op zijne kunstreizen
door Griekeuland, waar hij lelkens den prijs derover-
•winning behaalde, zich zelven , even als AtjA,eere«
zuilen liet oprigten , als of z'e door het in verruk-
kiiig gebragte volk warfn gebouwd.— Te Napels even
eins de zege behaald , en den lauwerkrans ten teeken
der o^erwinning ontvangen hebbende, liftt bij dezen
vergulden tn aan ile eerezuil van Augustus ophangen.
Van de Neronla is reeds bov>'n gewag gemaakt.
Onderlusschen zal men niel kunnen betwisten, dat
hi| door zijn' grooten harlslcgt voor de toonkunst
eenig nut geslicht heeft. .Hij was de aerate* die eene
kweekschool voor toonkunstenaars (conservatoire de
musique)
liet oprigien, en hij onlbood 5ooo jongc lie-
den uit A'pxandrie, welke hij door de bikwaamsle
meesters liet on.derw'jzen. Door middel van deze in«
rioting zocht hij dc liei'de voor de kunst op te, wek-
ken en1 den goeden sniaak te verbreiden. Had dez«
vorst niet een sleunpi'aar der kunst kunnen worden>
wanneer die zachlaardigheid van karaister, welke
eene onafscheidbare ge/ellin der Zanggodinnen is,
2ijue regcriug ver^ierd had? terwijl ni de vreeif
-ocr page 232-
( 225 )
\
welke zijne voorbeeldelooze wreedheid aan elk een*
inboezemde , het opkomen der kunst geheel en al be-
lettedel
*
M. W. SC1HOID11 STIIHJIETZ.
De bekende Zangeres le 's Gravenhaee , mad. dah-
•evilie van din bebg, is onder hel genot eener
aanzienlijke btzoldiging geengageerd bij de fransche
Opera te St. Petersburg. Zij zal in Mei i8ao der-
waarts vertrekken.
-ocr page 233-
Bij den Uitgever dazes te Groningen
zijri te bekomen :
c. m. wiEi.ANiis SammlUclie Weik«
45 Baiule, 1814—iti5 inch tier 6 Sup-
plemeiits-Baadc ' . • . . a ^ 4° ■■ * - •
»n. v. KHinti, Sammlliche Werke in
itsBSmfen, dritteAuTiage, xfiiS. Compl. - aa - : - :
' < 1 «•• I' j> .• ■■;• V ' ". z                  ■ ' 'i J d
.--------------------------• Gediclile in a Tiieilen - i - 16 - :
• —" !■■»■■:} ■- ■ '.....30 « , -• : : • X '                                       < ■■'
Slopstock* Mesfias inJBaWen, 1818. - 5 - : - :
___——,—■—<- Odcnj a Bolide, 1818. . - :,» ,f ,:, - !
Holimjs Gedcht.c , iSig. . . •'<"» « ';• * 16- '.'
BUBCERt Gedichle, in 2 Band<'n , 1818. - a - 1a - :
GELtEBTS Sammlliche Werkc, in 10
Ba.jden, 1818. , . . . . - 11 - 10 • :
kobnfks, (Theodor) ' ajjimttiche Werke
in4Banden vollsiandige Auflage, 1810, - 4 - 10 -
vz Sammlliche Wcrke > 2 Biinden, i8ig. - a - : -
Stusis Gedichte , 1818. , . , - : - 18 »
Borenstaande Werken zijn op velijn papier gcdrukt,
en met gegravrerde tijteis voorzijsn.
Gelrouwe , onveranderde tekst en de gpringe prijs
■ijn oorzaak, dat in korten tijd deze duitsche Klassieke
•chrijvers verscheidLn drukken hebben gehad.
"V+^&-<<"X.
»-.
-ocr page 234-
•# «
A M P H 1 O N.
B E P A L 1 N G
van hct denkberld van
loei en toonkvhst. fi8)
/. Toon,
f r.
vrat oni geli»or gevoelt, wat -wij door lift ewr
gewaar worden, kortom al wal -wij huoren , is eta
geluid, geschal of klanfc.'
Matuurkundige under noekingen , vrelke niet in twij"
II. Jaabo. IV. St.
                     Q                                     fel
(18) Veze vrrhandeling, vvelke de eerfte afdeelitif nit-
maakt van liet voortreffelijke wetk: Verfach einer
geordneten Theorie der Tonfezkunat turn Selbat*
, unttrricht, mit jinmerkungen far Gelehrtere,
van den beioemden oottjried Weber, is oni
„ door den verlaler toegezonden , met verzoek , dezel-
f« in dit tijdfcluift te p'axfen als proeve van d*
ic:/i« , tvaarop degeleerde fchrijver zijn onder-
Werp behandeld heejt
, en met het bijtundere «/i~.
*igt , urn. de vlijttge Iczi/ig < an dat werk deof
deie proeve aan nnz.e toonkunstenaars en lief-
hebbers , */el*e tit m°er dan gewoonlijk on dt
»»-, §oonkunit toeleg.,ea, aan '" b>vlrn. W>i vn do a
te gietigcr am k«t twi.«ngen van dea laitudt:} , t>m-
«Ut
-ocr page 235-
"Wt^M!f
( 226 )
1*1 kunnen gdrokken worden , hebbcn ons geleerd,
dat ieder gcsclial , ieder geiuid of klank in een ge-
voeLvan trilling {vibrntie) beslaat,'dloor een ofander
ligchaam in h^t gehoor vevweLt, welke trilling of door
de lucht of door lusschenkomst van een ander lig-
chaam nan onztlgehoorwerklu'gen nifidegedeeld wurdt.
Wanncer een ligchaam , vooral een zeer elasliek lig«
chaam (en ieder ligchaam is dit min of meer) sterk
bewogen wordf, hij voorbeeld , wanneer men tegen
eene klok slaa,t, een sl.fh- of loonijzer doet bewegen ,
eene gespannen snaar aanslaat, beslrijkt ol'nijpt, dao
brengt men eene trilling van dezelve te wteg ; hare
deelen beginiren- zich heen en weder le bewegen , .te
vibreren* £aan eene lage Bassnaar Lan men deze tril»
, -. > 1 •               len-
.-----------------
dat wij 1 <lit middel van annbcvcling voor bet ge—
l'cliiktfte IinuJcn , .0111 toonku nsl enaars en liefheb-
bers iri den eenvoudigtn en niettrmin diep door—
dachten leertrant van WEREn fma.k le iloen krijfjen,
Tnor bet overige zal de ge'eerde vertalcr ons wel
Willen verfchoouen , dat \vi; , lioe zeer tegen drtzelfs
verzoek , zijnen g'eteide'nden Brief niet mede doen
afdrukken; eehideets1, dewijl vi'ij , bop anngenaam
on«' 00k is de bijval, dien onze'pngiiigen tot ver-
tncelrderiitg van kennis der loonknnst h\) den ver*
tal<M- hebben 'mogett ondei vinden , niet {jaarne zelve
oh/.en lof zoud'en openbaar'niaken ; ten andere-, de-
vfijl het pnbliek daaiin niet dat helang ftellen"kan,
hrtwelk wij gftarue aa 11' iietzelve in irderen-regel van
ons tijdfchiift zoudfn inboezemen , en eimielijk
00k , daar de hoofdzake)ijke"''*itjboud van drs verlalerf
brief in ' de b'oven/taande* Hpgave van deszelff b*»
ioeling met deze veruling uitgedrtikt ftaat.
-ocr page 236-
( 2'7 )
lende bewegingen met het bloote oog zfrn), en tot)
!ang deze hi wegingen aauhouden , hoort men een ge*
luid of klank , waaivau dp sterkte in dezelfde evenre-
dighfid'als de trillende bewegingrn vermindert en ge»
■heel verdwijnt , zoodra de Irilling ophoudt.
$ '■
Welke klank nu door de trilling van een ligchaam.
- Voorlgubrugt wordl, dil lia'gl af van de gesteldheid
' *an het trillende of klinkende ligchaam.
-      De klank is namelijk: *
i.") Of sterh of ziv.'k. Tie- sterkte van den klank
ba' gt Met* a leen van de meerdere of mindere
kracht van het aanslaau of van de bestrijking af; maar
rnamflijk van de meerdere of mindere veerkrach*
Tan het ligchaam. Zoo geeft, bij voirrbeeld, een
••lag legen eene klok , en ook op een' gespannen trom-
mel- of paukenvel, een' harderen klank, dan een
▼eel slerkere slag op een stuk lood , of op een sluk
; leder ; dewijl het melaal , waarvan de klok zamenge-
aleld is, een zeer vi'erk''achtig , looil daarentf-gcn ein
weinig veerkvachlig ligchaam is — dewijl leder via
Italuur genoegzaam geene vecrkrachf beiil, maar d*>
zclve door spanning in eene hoogere mate verki'fjgM)
daarom ook is de klaiik van eene klok dof en zwak,
•Vanneer dezelve met Vrij hangt , 'itaarop di'n grond
* Itaat of tegen een weinig veerkrachlig ligchaam rust,
' dewijl de aanraking van dal ligchaam hare ve'eikracht
•  itremt.
Oro de»e reden vrorden dan ook de meesl *ri*r-
«<"V
                                           <i a                                  kiach*
-ocr page 237-
( 338 )
irachtige ligchamen lot hel vervaardigen van werVlui-
gen voor de loonkunst gtbruikt, bij voorbeeld , klok*
tenmelaal lot kiokken , — staal tut stem- of toon-
. ijcers,, tot slaalklavieren, tot aeolines of . tot slaal-
harmonika's ; gespannen ijzer- en koperdraad, of
darmsnaren fol alle snaar-inslmmeuten , — glas tot
^laslclayieren of tot glasbarmonika's , enz.
In orgelpijp.'n en in alle blaas instvumenlen is de
luch kolom , welke in de buis of pijp is, hel klin-
kende ligctiaam , dat is , het ligchaam , waardoor de
toon eigenlijk geboren wordt, en welke door wrijving
Van eenen, van buiten in de buis ingeblazcnen , Incht-
. atroom in eene trillende beweging en op deze vrijze
tol het toon geven gebragl wordt. De zoogenaamde
. tongpijpi'ii, tongwerken , in hel orgel maken in ze«
Iter opzigt eene uilzondering , als in welke eeider de
tong, dan we.l de lnchlkolorn, schijnt te klinken en
het ligchaam dor pijp mecr de hoedanigheid van deo
toon ( timbre, toonkleur) schijnt te wijzigen, daa
Wei deszells ho.veelheid (hoogle des toons,; onvoor.
Vaardelijk vast te stellen.
Een ligchaam heeft vtel klauk , wanneer het eenen
sttrken kla,.k geeft.
5 3;
a.) De klank van een ligchaam is, ten tweede, of
hong of laag. ledereen weel , wat men door hoogeH
of lagen klank verstaat. Wanneer do trillende bi-we-
gingen van een bl n' end ligchaam snel zijn , dal >»»
wanneer hetzelve in em1 koittn tijd seer ve]« tril<*
-ocr page 238-
( 229 )
Icntte bewegingen roaakt, dan is de klank hong; nran«-
neer die bewegingen dattenlegen la; g aam zijn, is
de klank laag. Men kan zich eenigermate met
hel bloote oog overluigen , dat een hooge klauk
door schiflijk Irillende bewegingen, een lage door
langzamere bewegingen voortgebragt wordl. Wan-
Oeor men eene snaar aanslaat , welke eenen zeef
Iagen loon heft! , bij vourbeeld , de lage C op eerie
*i oncel , de laagste F op em klavier of de 'aagsle
sraar van een' conlra-bas, kan men elke enkele tril"
len le heweging mel het bloote oog waarnemen ; maar
tnet hoogere snaren worden deze Irillende bewegngen
xnecr en nicer schielijker, tneer en mee? moeijelijker
met de oogi n te onldekken, en bij nog hoogere sna-
ren, eindtlijk zijn zij niet meer te bespeuren.
Of nu een ligchaam Ineller of langzamer Irillende
bewegingi n maaltt , hangt ook wederom van de ge«
•teldheid van het ligchaam af: en wel
a.) Ten eerste van de meerdere of geringere lengte
van het ligchaam. Een lang ligchaam bcweegt zich
langzaam ; een koiler beweegt zich snel; het eerste
klinkt <lus laag, het laatste hoog. Hierom heeft men,
bij voorheeld , op een klavier lange snaren voor de
lage toonen en korte voor de hooge toonen; hierom
heeft men in een orgel lange pijjien voor den has e»
korte voor de hooge toonen — daarom klinkt hel
korte piccolo iluitje ( 19) hoog en de lange fagot
laag; daarom wordt op eene viool de toon hooger,
Q 3                                      wan-
(19) Bi) om mcettal, doch ajet altijd tc rcgt, ektaaf-fiuuj*
genaanid.
-ocr page 239-
(*3o)
»ranneer men eenen vingir op de snaar drnkt; df-
"»»ijl men nu niet nieer de girfieele lengte der snaat in
Levveging kan brengen , maar al'eenlijk ecn korler
■tuk van dt'Zehe., namelijk allien bet sluk tussclieo.
den kam en den drukkenden vinger.
y 4*
Dewijl mi de hoogte des klanks slijgt, naar mate
<|e lengle van het k) iikende ligchaatn atnternt, en
omgckeerd , wanneer de lengte van hel ligchaam toe-
Deemt, de hoogle van den klank afriremt , zoo Maan
de hoogle des klanks en de lengle van het hew-gen
li.,c!iaani in eene omgekeerde verhouding tot eU
kander, en wel zoo, dat een ligchaara , helwelk
cinder gelijke omstandigheden , eenmaal zoo lang
is als een ander , ook juist nog eenmaal zoo
langzaam zich beweegt als hel laatste; </f, om met
andere woorden te spreken: van twee spar en , beide
van dezelfde slof, beide even dik en even, sit rk ge»
spannen, maar waarvan de eene tweemaal zoo lai'g
is als de andere , maakt de eerste in depzell'den tijd
twee trillende bewegingen, dat de laatste slechls eene
cndergaaf. de k!ank van de eerste snaar is nog eeii»
too Jaag (slechls half zoo hoog) als die van de laaJ-
sle, de laatste klinkt nog eens zoo hoog (sleclits half
coo laag) als de eerste; of wiskundig gesproken: de
tnelheid der trillende bewegingen of de hoogte vail
toon van twee sharen, wier lengttn zich lotelt>and<"T
verhondep, als i tot a, verhoudt zich owgiikecrd
al* a lot i.
-ocr page 240-
(tfl )
5 5.
b,~) Een ligchaam bi-we^gt z;ch zoo veel te sncller,
en beeft dus zoo veel le hunger' klauk, naar nia>e
zijne dqjjleo sterker gespannen zi)n. Uit dien ho<<fde
klinkt, bij voorbeeld, eene suaar hooger, waimeer
men dez lve sterker gpant.
c). De raeirdere of mindere dikte en zwaarte ,,van
let klinkend ligchaam heeft opk invloed op de meer-
. dere of mindere snelheid dcr trillingen, en wel twee-
derlci, in ze:<er opzigt, tegenove.rg.es^i'lden invloed ;^—
eensdeels, namelijk , bevreegt een dik en zwaar lig-
cbaarn zich , reeds naai- zijnen aard, lan.giamer, dan
een dun en ligt (om wi-lke redeu men bij voorbeold,
op alle snaar-inslrumenten tot voortbrenging van la^e
toonenook dikkere So a ran gebruikt, en zelfs gedeellelijk
cnaren , -welke met melaa'draa 1 omwonden zija) ; maar
anderdeels vermeerderl de grootere dikle des'ligchaams
toch ook de slijflieid van helzelve , en veroorzaakt
dus i dat het zich sneller beweegt en booger kljnkt.
Men ziet daarvan een bewijs , wanneer men de be.ije
•laafjes of beenen van een stem- of toonijzer dunner
»ijlt; deszelfs todn wordt dan niet hooger, maar la-
ger, hclgeen daaruit voovtvloeit, dal de sievigheid van
Jiet stem- of toonijzer door het vijlen verminderd is,
Juist daaruit laat hel zich ook verklaren, dat,
■wanneer men, bij vooibeeld, op een metalen stuk
geichut, hi'lvrelk losjes ergens op ligt, of op een
etalen aanbeeld , helwelk eenigzins vrij staal , of op
een auder soortgelijk dik m<talen ligchaam met eenen
-ocr page 241-
(»*•)
#Teute] slaat, daardoor eea veel booger klank ont-
•taat, daa men wel, de grootte van bet kliukrnd-Hg..
chaam
nagaa.de, verwacbt had. —
Daai'om lcliin°a de meesle klokken op verve na zoo
laag uiet, als men, naar mate van hare grootte , mte.
Hen zuude , en men kan door < ene zeer veel kkinere,
maar ook naar evenri'tHgheid veel dunnere klok van
xnetaal , of ook slechts van glas , eenen even zoo lagen,
(maar zekerlijk niet even zoo sterken) klank v<rkrij»
gen ; en lie! is dan ook door dit niiddel , dat de
klaiik van klokken op het toneel op < ene zeer inislei-
dende wijze nagebootst kan worden. 0;> denzetden
grond schijut ook te ruslen, dat een zeer dun ge-
Wrerkt pijpje of blaailje eener fagot, ohoe of kla-
rinet, d« 'age toonen gemakkelijker !aat booren , dan
de hooge , terwijl een dikker en bij gevolg sl< viger
blaadje meer voor de hooge toonen gesirhikt is.
$ 6.
d.) Eindelijk hangt de hoogte van toon ran de
geluidgevende luchtkolom in een blaasinMrument of
Over 'l algemeen in eene pijp> buiten de hi. r reeds
opgetel, e omstaudigheden, ook nog zeer veil van zc-
fcere andere wijzig'ngen af, welke alle hier nit elkan-
der te zetten te wijdloopig zoude zijn ; die ik echter
Teeds in mijne Jkust:k dtr jBlaseihslrumenle grooten«
deeis nilvoeriglijk outvonwd heb. (Z>e Leipziger alt'
ffrmint muukalisthe Ztitung
jui6. No. 5. en volg.)
... ; ..... .           • . ,
':-■■■ ..
*                                                                                                                                                          (
i \
-ocr page 242-
( a53 )
#;*
3.) Bene derde eindelijk , zeer wezenlijke verschei-
denhrid van klank, welke le. li^cbaam given kan,
berusl daarop, of heU've. zoodaiiig geroaakl en ge-
•teld zij, dat het slechts eenerlel en geiijksurmige trit-
lende bewiginsen
n.aakt, en dns ook eenirhi klanfc
geift, dan wel of deszelfs trlllende beneg'ngjn veraart
en ongelijksonrtg zijn. Tut ten voorbeeld van de
eerste snort dieut een* gespaunen (naar, een stem- of
tnonijier, enz. Ue nlleiirle bewegingen van zulke lig-
charnen zijn regehnatig en gelijkvormig ; er heerscht
ondor deceive eene getijkvormige orde, zoo dat mea
eene bepaalile hoodie of laagte van klank opmerea
kan. Eeu klank van d> ze eeisle soovt word) bij voor«
keur Toon genoemd. Tot een voorbeeld van de
tweede soorl , daarentrgen, verbeelde men zicb eeno
snur, (taaf of eenig ander ligchaam voor zich te
hebben, helwelk aan het eene einde dik en zwaar,
en aa i hi t andere einde dun en 1 gl is: wannei r zulk
een li.chaam in eene triilende beweging gebra^t
■word! , zuili-n er aan het etne einde lang?.ame en aao
het andere einde t .elle bewegingen ontstaan. — Men
•telle zich dit ligchaam nog onregelmatiger gevoimd
toot, zoo a's, b j Voorbeeld, een ruw b ok , eene (a»
frl , op we>ke me i met de hand Maat; sulk een lig-
ehaam zal dan nog ongelijkere triilingen verward door
elkander ondergaan; de trilling van het eene devl zal
«4ie van het andere stuiten en verwarren; het lig-
shaani sal tegciijk faoog en laag verward (chaotisch)
Q 5
                                       door
-ocr page 243-
(m)
door elkander klinken , en bij zulk een gebrek aan
•lie orde en eenbeid van trilliiigen van zoo verscdil-
leuden aard zal men geene bepaalde hoogte en laagte
van klank kunnen onderscheiden. Aan eenen klank
Tan deze laaiste soorl , -welke eene vols agene ver<
warring van kanken, een ongeregeld gedruisch van
onbi'paaldc boogie en laagte is, geeft men den naam
van Toon niel.
$ P.
Nu zijn wij op het standpunl gekomen, veaaruit
wij het juisle de ikbeeld van Toon bepalen , en het
ondcrsclieid lusschen gcschal of geluid en toon op*
inaken kunnen.
Toon is, namelijk, een eenvoudt'ge klank, een
Itlnnk, welke uil gi:Iijki>nrrn'g irillende betvegingen of
ttvevingen besta'it:
— (of, daar men de bungle van
een verward [ chaotisch ] mcngfel van klankun niet
onderscheiden en bepalen kan , maar wel van een*
eenvoudigen k ank of loon, zoo is het in zoo verre,
ten minstt ab effectu in negat:ef, juist . dat ms
bet denkbeeld van toon op de volgende wijze bepaalt.
M Toon is een geluid of klank van eene hoogle, tvelfo
hcpaald kan warden?''}
Toonen voort te brengen is de bestemming van
al de hij ous in> gebruik sijnde muzijk-instruraenten,
zelfs van de pauken, waarvan het vel overal, zoo
veel mogelijk, even dik en naar alle zijden gelijkvor*
jmig gespannen, nog eenen tjoedfti , hoorbarcn, be.
paalden toon geeft; de trommel daarentegen , waaraan
4&Ak.            , *
-ocr page 244-
»ich twee verschillende, ongeliike en ovef net alge-
meen slordig en onelfen gespannene vcilen bevinUrn ,
terwijl de Irillende b :wegin^en van het under*!* ve!
nog daarenboven door de dwars daai'over gespannene
zoogenaamde Irommelsnaar a'tijd gesloord en in de
war gebragl jwov.len — de trommel kail geene tt (inent
maar slechts gefomme!, goraas en gekletler vooru
brengon. — Indien men, bij tnorbeelJ, verscheiden
naas, elkander liggende tnetsen van een urge] le ge-
lijk aanslaat (met ile vlakke hand of we] met den
gelieilen onderarm eene gansche rij loetsen ne^r-
drukt), dau is, hetgeen mm hoort, gcen toon meer,
nianr een niet te onderscheiden gedruisch , eene ver-
warring , een chaos van toonen, en wel een ijsselijlc
gehuil, wanneer men dit op de hoogere toetsen doel;
beproift mm het echler laag in den has en alleenlijk
tnet de laagste registers ,< dan ontslaat er een dof ge-
ruisch, met hel rollen van den douder ved oviicca-
kumende.
                          »
§ 9*
Ieder toon is derhaHe een Hank, een gelnid,
een geschal, maar ieder klank , geluid of geschal , if
juist niet a!lijd een toon. Men heei'L geen goed ei-
gendommelijk -wourd voor het gelu>d, hetwelk geen
toon is; men gtbruikt voor diergelijke gelulden in
bet algemeen de geraeenschappelijke milieu van ge-
luid, geschal, klank of gernsch — ook misbruikt
men telis de naam van toon in die beteekenis.
Over bet algemeea is bet gebiuik der laal bier niet
seer

1
-ocr page 245-
(956)
»eer bepaald en gelijkvormig; want het wonrd klnnk
worJt ook dikwijls in de beteekeuis van toon gebrukt;
bij voorbeeld, in verscheidene saniengestelde woor-
den, als : eenkl nk, dritklank , klankladder,
$ to.
Voor hel overige noge het gebruik der spraak
ten aanzien van de namen ook weifelend en dubbeU
tinnig zijn , de denkbeelden zelve van geluid , van
toon, en van geluid, hetvrelk geen toon it, zijn
echler wezenlijk verschillend, en ik gelouf deze
denkbeelden bepaalder ontwikkeUl te hebben, dan
Bulks tot nu toe geschied is. Mijne wijze van uit-
legging is nicer smthetisch , dan we! analitisch, al«
lioewet men tot hier toe allijd den analitischen weg
ingeslagen heeft. Immers daar toon het eenvou ligei
geluid , helwelk geen toon is, echter hel zamenge-
atelde is, zoo moet het wel meec opheldering geven,
vanuet-v men eerst hel denkbeeld van toon opgeeft,
en dan het denkbeeld vaa geluid, helwelk geen loon
(mr! eenvoudig, inaar een chaos van klanki n_) is,
ontwikkell, dan wanneer men orogekeerd te werk
gaat.
//. Toonkuntt.
$ ti.
Wij kennen nu de denkbeelden van Mank en toon
en gaan dus over tot de bepaling van het denkbeeld
van Toonkunst.
Het veimogen, om geluid uit te brengen, daa»-
door een gevoel uit te drukken en roede te deelen, en
over
-ocr page 246-
(»37)
orer het algemeen zich a2n anderen verstaanbaar U
maken, dil vermogen brhoort onder de schoonst*
gaven, welke de Schepper den levenden schepselen ge-
geven heeft, toen Hi} op den dag der schepping
*prak:
leder leven, Zij de, kraeht gegeven ,
Om naar eigen willekeur , Te openbartn ir'jn gevoeU
rnllPRICH BOCHLITJS.
Dat geschenk is echter onder de verschillende
soorten van schepseen in zecr verschillende male
Verdeeld ; soinmige bezitten dezelve in het geheel
niet; — anderen kunnen wel geluid, maar geene ei>-
geniijke toonen uitbrengen, bij voorbeeld , lit! paard,
de iaai , etc. Nog weder anderen kunnen w«kriijke
toonen geven , dat is zingen, bij voorbeeld, de »ach-<
tegaal, de mensch.
., De*e laalste heeft niet alleen hel vermogen, on,
willekeurig, nu eens geluid, dan eens wtrkeiijke
toonen uit te hrengen; maar bij heeft onk dit dub-
bele vermogen , meer dan eenig ander schepsel, be*
• chaafd, en zich
I.) eene kunst der rede, en .,                            , ,
a.) Bene kunst der toonen geschapen. Namelijtj
( II.
1.) Een geluid, het it) toon of Moot geluid, lean
op zich zelf slechts in het algemeen zeker gevocl
, uitdrukken, bij voorbeeld, smart, vreugde, angst,
verla%gen, loom, enc. maar geene zaken, omsfandig-
htden, gedachlen, denkbeelden te kennen geven : —
■A .                                                                                                    mail
-ocr page 247-
( s38 )
Inaar de 'menscli heeft de kunst hitgevonden} door
•willekeui'ig.- art kill aire Tan zijn geluid , niet alleen
een a'genieen gcvoel, inaar ook zaken , omstandi;,he*
•den, gedachlen en afgetrokkine denkbfelden uil te
drukken : ' hij lieifi de spraa'.i uitgevonden , de "kiinst1,
door woordeu aUes uU te spie'.en , \vat lilj in Staat is
te denkenH lerwijl hel dier a'leew'vjk kan uitdrukken,
wal hel in H *>ogei.blik gevdell.— Ja hij heeft dit ver-
Wigen zelfs j'o'o zeer berchaafd , dal'hij'daaruit ecne
kunst in den hoogereri eri" eigelilfjten 'zin ' des w ordi
gevormd hrefl?'Wf^*efl,|?e^e%ii^3*f}tie' rede de rg*-
'leh'der schuOnheideigen te in a ken '•—- Redekun*t,
Jiichlk.mil. '                            ''
..... «n » .^ jj^ „*■ - .i
a."\ Maar obk Tiet Vermogen , bloote tnonen (geartf-
knleerde of niel geartikuicerde) nit He birmgen eh,
<daard"or een gevoel nit te <lrnkken , bok dit vermogen
hehben de niehschen , naar de wellen der schoxniheitl
besehaafd en tot eenc eigenlijke kunst '•• VerneYen-;'""-"
Totinkunst.
         '• ■'■ '- 8'         ;lt " 1i,a!'i'1''
De Toonkunsl is dus de kunst, door toorten iijn gb*
toil tut te drukken,
' *
, , .
                 ISO '.' . ■ i .j ,{, v.i. IMttfl ! i
Hel denkheeld , in den vorigen $ gegeven, omvat
i«n beteekeiit de to'ohkunsl naar hir« h%ogste en* ei-
genlijke strek king : dear echter inflir.laad ,'e rouzijk
■ niet Zelden bloolel'jk lot slrcelihg va'p hit gehoor, ja
"Hells tot eene vertooning van iudivliliii'ele werftlnige*
lijke Lu.astvaardigb.eid nilgeuet'end wordt, kan iMn
**ssj                                                              ...                      ook
-ocr page 248-
C^9)
ook de toonkuntt op de volgende wijze omschrijveni
dat if de kunst is, welke het gehoor door toonen dan'
genaam aandact.
J i5.                                              . ■ :r
Toonen zijn dus de werktuigeHjke siof van onze I
kunst; het rniddel , 'waardoor z'j werkt, of hare »«•'
king beslaat daan'n, dat zij toonen tut een kunstwerk
vereenigt; zij brengt eehfc rij van toon\ erbindiiigen
vOort, een to' nstuk, mutijk, en- wel of ooktle of in'
strumeritale mutijk.
De mer.schen hebben,' nametijk , de kunst uitgf»
vonden, niet alleen zelve door" miil'del van hurnner
Hem, maar ook door doode -werktuigi'n (nfuzijk-in-'
atrumeuten) toonen te voorschijn te brengen. — Mh-
sijk , -welke atleen nit zulke tOontn beslaat , wofdt
Instrument ate muzijk genoemd.
                                     \r
Vukale mutijk of tangmuiijk daarenlegen is diej
welke .nil '.toonen bestaat, door de roenschenstem
voortgebragt, en -wel eigeniijk' a'leen die muzijk j
Welke uil geartikuieerde toonen bestaat, waar woorden
in toOnen uifgesproken , gezongen warden i zij is eene
gezongone rede of spraak. Een gezang, waa'bij geene
woorden , geen tekst gezongfn wordt, verdient eigen-
iijk den naam vau vokale hiuzijk niet; dewijl de
tnenschenstem daarbij niets •uitvoert, hetgeen een
instrument ook niet zoule kunnen uitrigten; dewijl
de keel van den mensch dan slechts denzelfden dienst
verrigt, a"s een instrument. Dit zelfde aeldt ook van
een geianj;, waarvan de woorden niet vetlUanbaav
nit^esprukea worden,
                                               5*6.
-ocr page 249-
( 24o )
. Doch — de menscben hebben niet slechts eene
hunst van toonen getchapen, maar ook de naluur
Van het teluid in hot algemeen, en van den loon in
h«'t bijconder, veetentchrrppel'jk uitgevorschl , rn tot
lutuur- en wiskundige grondrege's terug gebragt; zij-
behb.-n de welten d>T naluur onderzocht, vtslgeni
•welke geluidcn en toonen ontstaan en vocrtgenlaiit
•worden , en de verhouding der loonen lot elkandi r
nair de meer of miudere sne be d van hare irilli.ijjea
•wiskundig berek-end; en aldus ■ n wij dan nu , behal-
■+u de loenkunst, ook in het beait van eene Toon-
metemchap
geraakt.
9 17-
Al'es, tvat dc roenschen in hel gebied der toonen
Tolbra0l hebben , allet, wat zij welen en vermogenop
jiit veld , kan men door den algemeenen naain van
Toi nkunde uitilrukkin. Naar hetgeen wij gezien heb-
ben f,i iisl zij aich in twee Hoof<laf>ic,elingen : 1. Toi,n-
wtle sr./i p
, en II; Toonkunst I en ieder van Aeie af-
deelingen heefl ook even zoo vele omlerde.l n: zoo
dat dc Toonkunde in het geheel vier vakken bcvat,
namelijk:
1. Toma/ett-nsehap f
m
               i. Mainur .m-.d'ge,
9. VVifkundige,
II. Toonkunst :
.*■
              3. Uitvindende of zamensiellende ToonionJtj
(kunsi van compiifitia.)
ft, Yoordragende Toonkunst.
                      Wij
. ~v ^ . :,_-.........^i^. .^„____
-ocr page 250-
1
C*4t )
~Wij triflen efk ran deze vier <akken nog nader
onderscheiden !
I.) fle/ natuu.rkun.3ig gedeclte van de Toon<»eten»
tehap hondt zich bezig met hel onderaoek der n*»
tuurkundige geaardheid van het geluid , in het algcmecn,
en van den loon, in het bijzonder, en van de m-
tuurwetten, "Volgena tvelke de loonen voorlgebragt en
Toorlgeplant worden. Deze afdeeling wordt ook na-
tuurkundige akusiiek,
'ook kortweg akustick genaamd.
(Wij hebben daarvan boven ecne koi'le en opper»
vlakkige scheta gegeven, $ t tot to.}
*.') Het tviskundigt gededte der Toonwetenschap
boudt zich bezig met de berekening van de verhou-
dingen der verschilleude hooglen der loonen tot elkan-
der , naar de meerdere of mindere snelheid der tril»
lingen (vibratiSu). Dit gedeelle der Toonwetenschap
wordt ook de rationale muzijk, harmonische akusiiek,
(misschien beter akuslisehe of rationale hamionitk]
ook wel kanoniek genoemd. — Velen geven aan dit
gedeelte ook bij uitslui.ting den naatn van Toonweten*
tchap. ( Op het ehsde van de 4d* $ hebben wij reed*
cenige loise ilellingen uit dit gedeeite der loonkuuda
•angehaald.)
3.) De uitvindende of tamenstel lends Toonkunst
feeeft de vorming of uitvinding van een toonstuk
tot onderwerp: Toon-iamenttdlingskunst, Toonxet-
kunst
(veelal ook compositie, harmotrie, kunst van
tuiver te schrijven ■, contrapunt
enz. genoemd).
40 De voordmgende Toonkunst bestaat in de be"
kw&amheid en vaavdightid , om ecu vcorhaaden loon-
A                                    »tuk
-ocr page 251-
C 34a )
stuk , door gezahg of (pel op een instrument voort*
dragen, of lot de voordragt van betzelve mede t«
werken.
                              $ 18.
Men onderscheidt gewoonlijk zeer oneigenaardig d«
hier van elkander afgezonderdc , zoo zeer v<T»c!iillen«
de , vi.er afdeelingeu der toonkunde, slechls door tive$
benamingen : men noeint, namelijk de drie eerslen,
besp!egelende, theoretische , en hel, voordragende ge«
deelte uitocfenende, praklischc toonkunst. Dit is zeer
ongerijmd; elk van de boven opgenoemde vakken beeft
immers ztlf een bespiegelend en uitoelVnend gedeelte.
Wanneer, bij voorbeeld, V06LER of cHLABMi over
hunne uiivindingen in de natuurkundige of vriakundi-
ge akustiek , verhandelingeH schvijven , of voorlezin*
gen houden, dan behandden zij die vakken theore-
tisch; en daarentegen praklisch, -wanneer ioglii
een orgel vervaardigt naar zijn stelsel van vereen-
■roudiging, of chlabni een Euphoon of een Klavi*
eilinder, rKAKlllX eene Harmonika maakt, enz.
Eveneens wordt de Toonzetkunst zelve nu eens
theorclisch, dan eenj praklisch beliandeld: iheore-
tiseh, namelijk, in leerboeken over dc compositieJ
praktisch daarentegen wordt die kunsl uitgeoefend,
yvanneer de componist een toonstuk vervaardigt.
De tlieorie der voordragende toonkunst, bevat de
regelen, welke , bij voorbeeld , een klaviermcester over
het klavierspelen, of de zangmeester over de voor«
dragt van een zangstuk , aan den leerling opgeeft, enz j
de praklische uitoefcniiig is het vrerkclijk voordrageo
r»an een toonstuk. , ,,
                                          BfilE*
-ocr page 252-
C 243 )
B R 1 E V E N
over het leren en de werlien ran
foramige <ler voormaotle
Toondichters,
TISliBl BtlEf.
*
c.) Moiahs Quartctten en Quintelten.
„ Een Quartet is een muzijksluk , waarin de viel"
i, instrumenten , voor welke het geschreven is, de
„ hoofdidde, het zij met veranderingcn , transpositi-
„ tin, imitation, en:., o!' zoo als hit is, afwisselend
„ voordragen , duch zoodanig afwisselend, dat iedere
„ parti), op zich stive staande , een min of nicer
„ verstaanbaar melodisch geheel uitmaakt; welk ge-
,, heel echter wrderom zoo zeer met de overige par-
, tijen zamenhangt , dat eerst door de gezaraenlijke
,, nitvoering der vier partijen , het hoofdgeheel ver-
„ staanbaar wordl'" Dit is de omschrijving , wclke
ik van een Quartet gaf, (in dcD eigenli,ken en eenigen
■waren zin van het woord), in mijn opstel over het
Quartet en de uitvoering van hetielee/
(lie. jaargang
van dit tijdschrift , blad*. I. en volgg.) Ik vleije mr*,
dat gij dat opstel gelezen hebt, en ik vertrouw dus,
dat gij die omschrijving , welke duidelijker wordt
door hetgecn dczclvc in <!at opstel voorafsaat en on-
niddelijk daavop volgt , volkomen bcgrijpen zult.
Mo* A ex s Quartetten en Quinletlea , (want mijne
-ocr page 253-
( a44 )
omsehrijving omvat ook deze laatsten, welke yoor
rijt instrumenten gescbreven zijn) zijn mu/.ijkztukkea
Tan dien aard.
Ik mag dus veronderstellen, dat gij n een juia
denkbeeld van de soon maker* kunl , waaitoe deze
werken van kqiui behoonn, en het komt er nu
op aan, u aan te toonen het eigendommelijke van sj.
u 11 s Quarletten en Quintetten; het eigenaardige,
vaardoor zij zich van huns gtlijken, door anders
meesters vervaardigd , onderscheiden.
Moza ii hceft ons het iJeaal van deze soort van
werken leeren kenmn, Zijne ide'en zijn altijd hoogst
eeuvoudig en edel gedacht, altijd uitgezocht, zonder
ooit gezocht te zijn, regrlinalig, schoun op eene ongc
wone wijze, en met groole kuiist uitgewerkl; de verichil-
lende partijen. ai'zonderlijk beschouwd , zijn vloeijend
geschreven en vol melodic; de harmonien zijn nieuw,
belangrijk en oorspronkelijk , en in wcirwil der groo-
te i'uust, Welke in deze werken overal heerscbt,
»traall overal de Inlderste klaarheid der bewerking
door; zoo dat men niet weet, -wat men meer bewon»
deren moel, den kunslrijken vorra of de eenvoudige
tniddclen, welke tot de daarslelling van dezen vorm ge*
bezigd zijn. AUe deze hoedanigheden, hoe voortef'
felijk zi] ook tijn, kan men in vele Quarletten v»0
andere groote meeslers in meer of minderen graad
•antrei'fen. Maar bij wien vindt men, in even hooga
mate , dat innige opvatten der hoofdidee , die aeth?"
jische zuiverhttid van heschouwing, die verhevenheia
fM
-ocr page 254-
C a4ar)
♦an gedaehten, die inwendige klaarheid in den gang
*an den geest, welke hemelbreed verachilt van de uit«
«rendige kba heid der bewerking ? Waar veriukt
om, a!f bij mozast, die kinderlijke onschuld, die
T»es,s!epersde bcminnelijkheid, die engelreine ziel , dat
beerlijke gemoed , die alles vermogende gloed van ge-
voil, het wrlk alios in de Quartetten van dezen groo«
ten man leeft, en onze liel in eene zee van genot doet
baden, naar hetwelk wij telkens met een hernieuwd
veriangen, terug keeren ? Hij doet ons vergeten de
nietige din^en , die ons omgeven; hij verheft ons op
de wieken zijner hai-monische kunst, tol in de zinne-
beeldige gewesten der oneindige eeuwigheid, vjaarwij
•n» zelven beter, ge'ukkiger, zaliger gevoelen; wij
bevinden ons in Elijsium , in het heerlijke Elijsium:
,, H'er mangeH der Name dem trautrnden Little,
Sanftes Entiucktn nur heissei hier Scfimert.''
I '
I C H 1 L t P. «.
*
Ik vraag nog eens: wiar vindt men dat alles, zoo
als bij moZAHT? Zelfs 111 t II o ve N , zoo hoog ik
dien meester vereer , heeft geen in zijner Quartetten
dat zalige gevoel, in tnij althans, opgewekt, iIsmozakTi
Zijne eersle Quartetten ademen meer den HAYPSsc.hen
geest, en zijne laauten onlsiuiten mij een rijk van
angst en schrik. •— Deze laatstc woorden zult gij,
hoop ik , niet kwalijk verstaan. Zij bevalten volstrckt
geetie niinachting van biiihotiii geweldige genie.
Mcjut verheft mijae »iel tot het gevoel van het
on-
-ocr page 255-
(.46)
•neindige; bbrthovbs ook ; maar terwijl de eerat*
mij met de aanniinnige vriendelijkheid van zijn hart'
ttaande houJt op dc onafzienbare hcogle, waarheen hi}
mij opgiheven heeft, grijpt de laatsle met eene koen*
reuzenvuisl mij aan , houdt mij zwevende hoven den
onpeilbaren afgrond , weike zich onder mijne voefen
geopend heeft, en vernietigt mij onder de sterke sla*
gen zijner gcweldige hand.
Ik zal missciiien menigeen belagchelijk toeschijnen,
met de hoogvliegende bewoordingen en beelden , wel«
ke mij, zoo te zeggen , onlgiipt zijn in de schildeving
Tan den gecst, die in mozarts verhevene Quartet-
ten leelt; doch u niel, mijn vriend! n zekevlijk niet,
die , hoezeer minder ingewijd in de technische gehei»
men der toonkunst, dan vele andeien, echler bij het
aanhooren van ware muzijk , een gemoed medebrengt,
dal ontvaukclijk is voov het gevoel, hetwelk den
toondichter bezielde , toen hij zijn werk schiep. Gij
helit zoo dikwijls met mij gevoeld de onbepaalde eo
oicUemin onweerslaanbaar innemende heerschappij i
die MOZAnT op den geest en het hart zijner echte
verecrders uiloefent. Gij weet het: wij moetcn gevoel
zijn, wanneer wij hat genot dtr kunst, het welk uit"
(luitend op het gevoel .gegrond is, willen genielen,
en wee hem, die het gevoel bespot!
Nog een enkel woord over kozaiis Quintetten.
Over het a'gemeen ademen zij denzelfden gecsl, al»
de Quaitetten, maar hiev en daar zijn zij minder
groot
-ocr page 256-
C*47)
groot aanedegd, en somtijds zijn de finale's niet coo
verb, ven gedacht, als die der QuarteUeri,
"Voor het overige moel ik hier nog bijvoegen, dat
Mozart in alles veerlien Quartetten en vijf Qnintet-
ten | oorspronkelijk voor snaar instrumenten , geschre*
ven heeft. Aihoewel , gelijk bekelld is, de zes Quar-
tetten, welke mo* art aan Haydn heeft opgedra-
gen, algemeen voor zijne besten gehouden worden,
zijn de overigen niettemin, met uitzondering van
twee, welke van vroegeren oorsprong schijnen tc zijn ,
even zeer hoog te achten als de eerslgenoemde zes ,
Welke mo l art voorzeker even veel eer aandoen,
met opzigt tot de volmaakle bewerkirig , als met be-
trekking tot de bron, waaruit ze ontsprongen zijn:
de onbepaalde waardering der groote rerdiensten van
Vader H a y d m , en de reine vriendschap , welke hi}
hem toedroeg.
■».'                                  .■..;.'                                                                                                                                                                                        '". 'I
It. W. »CHRO«DIR STSIHMBTZ.
.. i r
(Jlet oerealg hitrna.) ■
-ocr page 257-
.^^^-'^■-■""--*1-rwi - •
C »48 )
la het rovige *tak O^da- »930 heloofden wSj onz*
lexers , in eene vertaling , met de levensschels van dea
beroemden krnst ludwig 61BB\r te zullen bekend
makcn, welke de hofraad EOCH4ITI in de allgernein*
musikalische Zeitung
sonde laten drukken. Wij heb«
ben dat »tuk lhans voor ons Hggen ; daar het echter
cenigzins te. uitgebreid is, am in ,*ijn geheel in dit
nummer geplaalst le kunnen worden , en wij hei on*
gaai'ne in tweeen verdeelen zouden , willen wij het lie—
rertot aan het volgende nummer, (heteerste van den
111. Jaargang) laten liggeh, en intiisschen in ditnura-
mor, daar joemiTJ van «ebbecs schrilten, met
Uitzonderiog van deszeifa twee hoefdwerken (het Tan-
Jtunstler-Lexicon
, en het neues Lexikon der Tonkunsi*
for),
geen bijzonder gewagmsakt, den lezer de navol-
gende lijst van hetgeen de
geleer.de roan geschreves
heelt, niededeelen; lerwijl wij tevens, daar, waar he.|
Doodig of nultig kan zijn, met een woord des »chrij«
Vert bedoeling rutlen trachten aan te toonen.
L IJ S T
der ichriflen van z, t. oekbir.
I, Vele recensien in de Er/urter gelehrten Zeitung ,
en in de allgi mus, Zeitung,
t. Eene geschiedenit der tnuzljk over het jaar
1794, in de Anna/en Teutschlpnds van datzelf»
de jaar,
3, An die liebhaber der Musik, in hel. Berlijne?
\           Archif der Zeit van 1795, in welk itnk hij het
VQOT*
1
<
-ocr page 258-
vooroordeel heeit aarig«tast, dat de toOnlruna-
tenaar, buitea zijn vak, niet tot het -welzijnvan
*t Algemeen zoude kunnea medewerken, en dat
de beoefening der inuzijk voor de: vorderingcn
in andere wetenschappen nadeelig zoude zijn.
Over den invloed van den boekhandel op de
muzijkale tetterkunde , in den literarischen An*
teiger
van 1797, no.17, bladz. 177. Inditsluk
hcefl hij getraeht, zekere geheimc verbinleoi*
ran boekhandelaren, tegen de verbreiding van
tnuzijkwfrken aangegaao ,1 in hare geheele naakt-
heid af te malen, en. het nadeel aan te tooncn ,
dat daaruoor moesl gesticht worden*
In een ander opstel over de, uitgave. van een
mijzijkaateechnologisch woordenboek
te vinden
in dat zelfde tijdschrift, bladz. 181, zqekt
hi) de onderneraing van hebzuchlige boek-
handelaren , -vrelke de uitgave eener verza«
meling van vvoordenboeken , waaronder 00k
een over de muzijk , hadden aangekondigd , te-
gen te. werken ; daar hij overtuigd was , dat die
onderneming meer schade, dan nut zoude te
wreeg brengen ; terwijl hi| tevens de voornaam-
ste hulpniddelen tot het op*tetlcn van zulk een
woordenboek, aantoonde.
Over den smaak cles publ/eks aan zangspelen,
00k in het even genoemde tijdschrift, bladz. 8i3,
Hier taitte hij de tooneeldichters en schrijvers
van almauakken aan, welke bij iedere jelegen-
;. R s                                held
. V
t
\
-ocr page 259-
<                                                      ( s5o )
held oyer de opera's spottuden, en de edele,
nuaar in de ongerijtnde teksten der opera's,
il
                                                   misbruikte toonkunst, verachtelijk zochten te
waken,
•J. Over den muzijkalen stijl, Allg, mus. Ztitung,
eerste jaargang, bladz. 49a.
9. Over het ontataan der Opera, ibid, t-weede jaarg.
bladz. 48l.
i
g. lets politieks uil het rijk der harmonie; ibid.
bladz. 6aS.
*o. De Leeuwerik en de Mot, eene fabel, -waarlo*
een aattval op den redakteur van het genoemde
i                                                    tijdschrift hf.m aanleiding gaf; bid, blad. %o"j.
11. Over eenen muzijkalen kalender; ibid. derd«
jaarg. bladz. ;a5.
la. Preeve eener naauevkeurige beschoutoing van den
Serpent, waarin hij aangetoond heei'l, hoeveel
parlij men van dit instrument kan tiekken in
I                                                                                                                                                              .                                                    •                                                                                                                                                                                                            ..■'■._
muzijk-stukken voor louter blaas-inslrumenten.
U                                                   Ibid, zesde jaarg. bladz. 17.
13. De beschouwing der in nummer 5o. des vij/den
faargangs (van betzelfde nummer) behandelde
onderwerpen , (ibid, zesde jaarg. bladz. i38.)
heeft ten doel , om de beschermers van het door
den abt yogler gevondehe slelsel van vereen-
Tond'ging der inrij,ting der orgelwerken, in
huni.e voortvarendheid lot de algemeene invoe*
ring van dit stelsel, opmCrkzaam te maken op
de nadielert, die daaruit dntstaaii, en de mii-
bruiken, die ev het gevolg van zip kunnen. '4-
:
-ocr page 260-
•
(s5i )
■%}. In de aanmerkingcn op eene plaats in bet Tn«
tclligenzblatl der Jenaische Literatnr - Zeilnng
van l8o4> n3. i3 , bladz. 99, heeft hij het a1«
daar uitgesprokene verwijt van zekrren geleer-
den, dat, namelijk : de muz jk tot zinlijkheid
brengin en den geest voor de beoefening nan ern-
stige wetengchappen ongeschikt maken made
,
krachteloo* zoeken te' maken door bewijzen,
welke hij uit den aard en het wezen der kunst
eelve getrokken hee.fl.
t5. Over den smaak der legenwoordige eenw, en
moiahts invloed op denzelven , onder den ti-
tel (ao ) van naUzing op de (in helzeli'de tijd-«
schrift, 7. jaarg. ne. a5. geplaatste) „gedachien
ever de hedendaagsche ivi'jze nan kornponercn in
Duitschland." (ibid,
zevende jaarg. bladz. 571.)
16.      Levensbi rigten van TVS, (ibid, achtste jaarg.
bladz. 069).
17.     Levensberigten van bvonohc ini , (ibid, bladz.
385),,                                                            - .:
Deze twee laatste stukken zijn als proeven
van zijn woordenboek afgedrukt.
t8. De komponisten der in gebruik tijnde Koraal-
melodlen; {ibid,
nrgende jaarg, bladz. i6i)t
Men
(20) In den algcmeenen inftoudvan dienjaargangfcomt dit
opstel onder eenen andercn titel voor , namelijk , on—
der dtn navolgenden: titer die Eigenheiten der
hcutigen Komuonisten j
maar in het werk zelf,
*indl men het b«ven vcrmeld* opfchrift.
-ocr page 261-
Men vindt hier ook de opgav* 'der melodien,
welke itr.iin zelf vervaavdigd heeft.
JScr gten over het leven tenet duitsche ioonkun*
tttnares,
Mad. hiiwlieksbj; (ibid, tienda
jaarg. Lla-'z, 6a5).
Verscheidene nicuwl in 'tlicht gekomene ka«-
raal borken, met eea ondotlmalig akkompag«
nement gaven aanleiding tot het schrijven van
een opstel: over het honal-geiang en het ah-
Jwmpagncren van hetzelve op het orgel
, te rin«
den ibid, twaa'fde jaarg. bails, 453.
Eene omstandige besehrijving ran het merk-
waardige Thuringsche muz'jbfeesl , bet welk te
Frankenhausen gehouden is. (J.bid. bladz. 745.)
friendeh'jke voors/agen van eenen nriend des vo-
rigen tijds over de opera, 'ibid,
vijf'ieude. jaarg.
bladz. ag3). Het zij ons geoorloofd, met e*m
voovd onze verwondering te betuigen , dat
sirbir in dit stuV zeker finale uit een Quar-
tet van mossabt in A dur (hij noetnt, waar«
cchijnlijk uit de hem zoo zeer eigene beschei-
denheid , den naara niet, maar haatt de eerste
maten aan) verwerpl als niels dan muzijkalen
onzin behelisende en als een voorbeeld ran ge-
kunsteld werk; daar het ons voorkornt een
meesterstuk van aanlcg en doorwerking te zijn,
hetwelk overal het hartstochtelijkste gevoel
aderat.
Q*tr de be**rki.ng oan, instrumentalo muirjk,
-ocr page 262-
( a55 )
toornameVjkt tan Sinfonien. {ibid, b'adz. 4^7^«
Over de bas$en in inslrumenlale muzijks uk-
ken, ivelke t'erk betel moeten warden, {ibid,
zestieode jaarg. b'adz. i57>.
Men blik Op de taonkunst bij het slot des jaart
{ibid,
blaiiz. 849) beheUt een kort overzigt der
vorderingen van de lunst in de laatat ve*»
loopeae eeuw en de verliezen, vrelke ze gelc«
den heeft.
Over groote mutijkiverken «oor het getting,
welke bij buitengewone muzijkfeesten warden uit*
gevoerd. {ibid,
twintigste jaarg. bladz. 829}*
Dit stuk behelst eenen voorslag aan groote
componisten, om voor oratoriunk van den
ou Jen tijd nieuwe, doch in den geest dieT
wwken ((
estel.de, aiia's te vervaardigen,
7
-ocr page 263-
yf*«*- ■;- '*' -'--'^ -..-_*-
\                                                          ( 354 )
!
1                                                                                               ■ ■■
BINNENLANDSCHE BERIGTEN;
HatMji den 18 November 1819. Over dea
staat der muzijk en van het koncert te Haarlem.
Wal de eersle betreft: hier omtrent lijn wij va»
de hoogte, op welke wij, 4° jaren geleden, gestaan
hehben, lot het legen overgeslelde gedaald , en de
edele kunsl is vrij algemeen , met het koffijhuis en
daar aan verknochte kunslkeurige uitspanningen ver-
wisseld. Het is er editor nog zoo niet mede, of,
■inuien de smaak ten goede mogl keeren, en kunslen
en -wetensclia pen alhier wedir die aatimoediging vin-
den 1 die zij we!eer hier aantioffen , maar die haar
«u niet le benrt valt; alles zoude zich herstellen.
'Dan bi»rfoe zal in alien gevalle tijd vereischt wor-
den, zoO' dit nvogt gebeuren,' en de wansmaak, die
.
                                   dan 00k hier en daar wortel schiet, zoude moeten
uitgeroeid worden.
En wat nu het koncert betreft — men vindt hier
veel geschiklheid tot vcel coeds, dan weinig lust,
seen ambitie, verkecrde smaak, veel gerook en wei-
nig muzijk. De direklie doet trouwens wat zij kan,
maar buiten het lid, dat de finantien bestuurt, doet
j
en kan de rest 00k niets doen, zelfs niet eens partij
trekken van het geen eris. Men verwondere zich dan
00k niet, dat het niet antlers is , integendeel het il
nog onbegrijpelijk, dat het nog zoo is, als het som<
tijds is.
Bthalve de twee Heerea organisten, die bcide
wel
-ocr page 264-
( 255 )
wel op hunae plaats staan, en alle achting verdienen,"
en die ook , als leermeesters, eenige goede liefhebberf
op het piano leveren, is er nog een in de fransche
kerk, die aldaar het orgel bespcult, en dit doet op
eijne wijze. Deze man, heeft wel veel lief hebberij,
doch geene kunde , geene vaardigheid , geen idee'noch
imaak van spel, en zal het ook nooit bekomen ; want
vader Salonlo is hij te wijs. De organisten, behalve
den laatsten, die de vioul speck, zijn niet op het kon-
cert, en vergasten dus de liefhebhers niet met hun-
ne kunst, het geen wel le beklagen is, daar het we-
xenlijk een kunstgenot zoude zijn, hen van tijd tot
tijd le hooren. Het is waar, dien van de groote kerk
hoort men twee maal 's weeks, doch waarom zoude
men hem ook niet gaarne op het piano hooren? en
tcker zoude hij niet voor ondankbaren moeite ne-
meu — voorls zijn er geene meesters , dan een paar
biekebeenen , die meer kwaad dan goed aan de kunst
doen, en daarom komt wekelijks van Amsterdam,
de violist xohjler. Deze man staat aan het hoofd
van het orkest, en of hij daar op zijne plaats staat,
geloof ik niet; hij heeft geene kiacht , noch fermi-
teitgenoeg, om hier op zijne taak behoorlijk te vol-
brengen ; daarentegen is de man een goed onderwijzer,
en vormt van de heeren M. ... en v. d. A. en ande»
ren goede liethebbers , die bij aanhoudende vlijt veftl
belooven, en reeds hunnen meester eer aan doen. D«h
volgt de heer B, .•.....een goed, braaf liefheb-
ber, speelende, met smaak en gevoel op de Tiool J
daar-
-ocr page 265-
C 256 )
nJaarop it Heer C......... vrien lust, i]vtr et» smatfe
te zeer ontbreekt, om ooit lets goods van hem te kun-
nen verwachten, schoon hij wel aanlcg had, om iet»
te worden; rcaar wannecr men in alles tegen moeitt
op ziet, is er niet veel hoop, Dan volgen de heereo
M. en v. d. A., 200 even gemeld , en eenige anderon ,
die men onregl zoude doen, als men van hen geen gewag
*ou maken. Met uitzondering van «en zeer bejaard lief-
bebber , die in zijnen tijd zeer sterk speelde, en nog
op dit oogenblik lecst, zoo als men er weinig zal vin«
den, is de heer v. W. ..... voor de iluit eea
braat' en strrk lielhebber; bij dezen is alles eigett
werk , en hem onibreekt niets, dan dat hij 00k een*
hoort, dal iuJcren 00k wat op dit instrument k un-
pen uilvoeren , -waartoe echter trouwens 00k nie*
altijd gelegenheid is, hetgeen echter zoo veel te meef
te bejammeren it, om dat het hooren van andere be*
kwame mannen hem waarlijk eeer nuttig zoude kunnen
aijn, en hem van Tele gebreken, die het natumlijk
gevolg van alleen werken zijn, zuiveren zoude. Voof
de eerste klarinet heelt men den heer wiyiekee, ee*
<oed regeraeuls-muzijkant, die veel Iiei'hebberij voor
aijn vak heeft, zicb veel moeile geei'l, en 00k reed*
•enige werken voor dat instrument heelt uitgegeven,
waarover echter hier de plaats niet is te spreken.
Aan de tweede klarinet is..... geplaatst. De heeres
V. M....., . en Z. vervullen de hooren-p'arlijen, en
zijn liefhebbers, die hunne plaats verdicnen; meerder
opwekking sou 00k bij hea veel goeds docn, de last*
m
-ocr page 266-
>
i 257 >
%Ve onderscheidt zich 00k door cenige compositieft J
•waarvan sommige onder eenen bedekten naam zijn uitge-.
£even ; hot meerendeel echtcr niet, behalve ccnigc ker-
Icelijke muzijk, die door hem naar Duitschland verzoa-
•den wBrdt. Aan de fagottcn slaan d^- heer v. W., met
Yeelgeschiktheid, maar weinig lust, daar het instrument
iuiten het kuncert nooit in zijne handen kotnt; Voort*
de lieei" v» B...... die eenen goedm toon, maar wei-
nig vaardigbeid en geene maat bezit, en nog een jong lief-
hehber S. ...., die eerst begint, doch wel iets iaa't ver-«
''•''acliten. De alien zijn be-zet door de heerenv. d. H. •••>'
G ... en W....., en bij de violoncel is de heer S.. •.'
gcpl'aatst, een goed Hefliebber, die z<ier ijverig, doch,
vat z-wak is, en eindelijk voor den contrabas de
bekende en verdienstelijke liefhebber V. t). Zijn werk
en zijn post aan bel lnstilnut voor onderwijzers doen
liem a!s eenen grondigen kunstenaar kenn«n ; en dat hij
'voor dit vak berekend is, getui-^t zijne opvoering van
3iet lied ton der Glvcke (21), vvaarvan eclrter de uit-
«            *'aj
> '' '                                                                                                                                                                   . ■ . •                                                                                                                                                                                                                                                          . , ■ :
«it ■ ■•■ i a 1 - 1 k
■»                                                x                                                                      "
(21) Van 'scHitL'jt, eene kantate van Br. a. io««
i j>. b g , welke verschciden deT beste gediclilen,
van dien grooten dichter in muzijk gezet heeFt.
Het zij otis bij deze gelegetiheid veroorloofd , aan
£ ■ *e merkrn, dat a. bombehg, wiens talenten -wij
Voorzeker zoo zeer hnogachten als iemand , in de
lew-crking van zangmnzijk minder gelukkig ge-
slaagd is , dan in zijne inslrunjcnlale muzijkstnk-
" "ken. Kiet dai wij zouden vyillen bewerea, dat
S                                      do
-ocr page 267-
'■.....•
'( oft )
'slag, in -weirwil der zecr goede ulttoeriog, zijne moe'N
te niet hecft beioond
Hieruit ziet men, dat, wannecv te ecnigcr tijd de
lust voor kunsten en -wetoiiscfoappcn in Haarlem weder
zijnen
dat de bewerking op zich zelve en zonder met d«
woorden in aanvaking grbragt te zijn, roislukt
eijn zoude; verre van daar ! maar wij meenen ,
dat de tekst, dien bom be kg gekozen beef t, minder
geschiki. is, om gezongen te -worden. Dichtstuk-
len , welke gezongen zulltn worden , nioeten niets
anders zijn, dan eene onmiddeliijke uilboczenvng
ran liet gevoel , dat den zanger zelf bezielt ,uf
• altlians v. oronderstelt wordt , hem te bcziel«"n,
Het mag dus geen verhaal on minder nog -wijs-
geerige beseliouwingen bevatten , g^eii |k die in,
Schiller 3 Lied ion der Glocke zoo sclioon en
eoo verheven voorkomen. Wife zal, bij voor-
lieeld, niet met ons instemmen , dat waarhedea
als de volgende regels van het laalstgenoemde
dicbtstuk behelzen, volstrekt niet geschikt zijiif
•m in muzijk gezet te worden ?
Ztim Werke, das tvir ernst hereUen,
Getiemt sich nvohl ein ernstes VFort}
TVenn gate Iteden sie begleiten
,
Dann flicsst die Arbeit rnunter fort.
• So lasst tins jet it mlt J'hiss betrachten ,
Was durch die schwc the Kraft entspringt}
Den schlechten Mann muss man oeracliten^
Der nie bedacht, tvas er vollbringt.
Das ist's ja , a'as den Menschen zierett,
Ttfnd data ward ihm der Verstand
,
Dass er im innern Herzen spiiret,
VFas er erschafjt mil seiner Hand,
Bij eene volgende gelegenheid sprsken wij rati*
scliien eens onistandi^er , en in een af?onderlijk
opstel, over de beiangrijke stof, waaropwij hieP
s'echts, als in het voorbijgaan , den leier liebb,"*
ksiuncn opmerkzaam waken,
*K UEDi
\
-ocr page 268-
.. ■                     ... . :;.r.:, :7,.:
C *59 )
tijtien zetel Vestigen zal, de zaken zich vrel ten goecte
kunnen schikken ; docli het voovuitzigt -is nog nieU
Beer gunstig eh er zal veel moeten gebeuren, eer het
zicli opklaart.
Behalve bet koncert, wordt er nog ran tijd tot
'tijd, in ile nienwe Roomsch-Katholijfae kevk alhier , door
het koor rnilzijk gemaakt, onder de direktie van den
boven gcnoemden beer \yeyteneh, -vvelkcn men al»
stadsmuzijkant kan beschouwen, en van dit gezelschap
laat zich wel wat verwachten, indien de goede gcest , die
er in heersclit, blijft stand houden. Met waarlijk goeden'
nitslag hetft men van tijd tot tijd eene goede missa ge«
leverd, onder anderen eene, welke door den hier boven
genoemden heer L. gecomponeerd is , en eene van
■ onil uit B, welke beide veel gettoegen heb-
lien ^egeven, en bij aanhoudendheid in knnstij'veu
meer doen verwachten. Men zegt, dat nu • ^feder*
aldaar eene missa, vierstemmig met een akkompagnc-*
ment vOor het orkest door den geraelden L,. gezet,
tvordt gestudccrd en ook veel goeds doet hoopen.<
Bij dit koor onderscheidt zich de heer V., van wient
tfiede reeds boven gewag gemaakt is, als tenoorzanger;
de heer V. de oudsle, een baszanger, hceft geene kwade,
maar rirwe' stem; Inst, ijver, geduld, goed onder-
•*ijs , besef, dat zonder eenigc moeite , zich nietsgoed
5&at uitvoeren, en vonral geene waanwijsheid , zouden
dezen lie**-'lot een onzer beste baszangers rnaken, maar
5 a                                        mi
-ocr page 269-
-»*»!!»««$
C 2&> )
iati is het jammer voor de Innst en htt ta'ent. r?e
tllstem , eindelijk, wordt door den heer A... bezet,
*ve,ke , schoon niel j(,ng , echler zeer verdienstelijk is{
hij heeft vee! lielh< bbeiij , even als het meeiendeel van
de leden van dit koor.
Ik biijve uw bestendige lezer.
&
IETS over »1 MUZ UK
T A M
L can BEETHOVEN.
A an de Kedallie van den Amphioh.
Tjw tijdschrift, toegewijd aan tie edele toonkunst,
tehijnt mij het eenige geschilue te zijn, te.r plaatsing
van het volgende uittreksel uit eenen brief van een'
snijner vrienden , die than* eenen voornamen post
iekleedt bij de Nederlandsche ambassade, aan het hof
van Rio de Janeiro, en die zelf een uitmuntend toon-
iunstenaar is,
,, Men houdt," scbrijft. hij mij, „liierteer veel van
„ de muzijk , -we'ke, zoo als XI bekend is, ook mij de
(laangenaamste uilspanning verscliaft. De opera it
„hier niet van de beste, daarentegen is het orkfsl
„van de koninkiijke kapel zeer goed bezet. Er zijn
,,-uitmuntende italiaansclie zangers, welker aantal van
„tijd
-ocr page 270-
r 261 )
„ tijd fot tijd nog vermeerdert, door dicgenen, -welk*
„ men uit I issabon ontbiedt ; maar raj n hoort zeldf-n,
„ andere stukken, dan die van eenen vo.ks-componist,
„P(HToSAiio(aa) genaamd , welke langen tijd in
„ lta'ie gewtest is , en -wiens voortbrengselen liunna
„verdiens'en hebben, maar wi in st jl oneindig van,
„ die van hatdh, mozart en van mmovii
,, verschill. Beide eerslgeme'den zijn hier weinig be-
„ k'-'iid. Wat den laatsten betreft, bet heeft niij tea
„ lioogste verwonderd, dat deze goddelijke componist
,, Wider de geborenc Brazi.ianen, zoo vele bewonder-
„ aars vindt, ------ Ik bedoel hier die inwoners , we!k»
„ onder deze hemelstreek geboren , van Europeanen en
„ Creoien of IMulaiten afstammen ; want deze opmer-
„ king is geenstins op. de a hier overgekoroene Portu*
„ gezen loppasselijk. ------ Een himncr landgenooten •
„ welke te Weenen geweest is, had van daar eenigo
,, weiken van v a x beethoveh herwaarts medege-"
,, bragt, terwijl nnjne eigene verzameling hen di*n
„ oorspronkelijkeii nian nader heeft leeren kennen*
„ Met de grootste geestdrift beb ik hen over dez*
„ stukken hooren sprekeu,, en ik ben, tot mijne groot*
„ ver*
(aaj Deze is dezelfde portosaeio, die de aria; Son
retina
gecomponerrd heeft, welke door mevrouw
caIalani zoo oter hckend geworden is in ;iiit
piaatsen, waar deze beroemde zangeres zich iieei"*
latin bourca.
r* ''                                                              JJ* Hi.,
-ocr page 271-
C 262 )
',»vervrondering, meer dan eens gttnige geweest, van
,, den onbegrijpelijken indruk , welken de composilie van
j, dien toonkunstcnaar op zulke menschen maakte, die
„ van de natuur met een even levendig, als zuiver
v gevoel voor de kunst begaafd •wei-drn. VTaarlijk , ik
„ -was er over verbaasd, te meer, daar ik mij allijd
5, verhceld liad, dat de wcrken van van Beethoven,
„ even als die van sosiii en haydn, zeer inge-
„v/il;keld en diepzinnig zijnde, alleen aan meer of mia
,, geocfendc ooren beliagen konden ; docli ik heb een
,,aantal Brazilianen aangetroffen, vyier smaak ik zeker
„ weet, dat niet beschaafd was gewoiden, en die nog-
r, tans Let bevronderenswaai-dige gelieel zoo wel, a!s de
,, cukelc schoonheden, in de stukken van van hit-
„.EOtij verspreid, oogenbiikkelijk voeldcn m waar-
,, deevden. Zij zeiden mij, dal de muzijk altijd voor
„ hen onbegrijpelijk veel aanlokkelijks geliad had ; mass:
„ dat zij, door die van den laatstgenoeniden componist,
,, als in eene -wereld van louter gevoel en reine genie«
„ ting verplaatst werden, -welker bestaan zij voorbeen
j, nocli gekend, noch voor roogelijk gehouden liadden.
„ Duizend maal wenschte ik diegenen mijner vrien-
,, den en landgeaooten , welke zoo dikwijls met mij bet
„ vernuft van den onvergelijkelijken VAN bihhoti*
1, bewonderden, geluigen te maken van den ]of, welken
„ men hem in dit hoekje van de nieuwe wereld t°e*
„ sswaait.'*
Hef
............. *!                                                                                                 a
7 " •
i
-ocr page 272-
C ^3 I
Het opmerkelijkste in dit verhaal, betwelk mijivf
Ti'iend tevens het meest verwonderd heefl, en dat hi}
te regt in zijiien brief aanslipt, is, dat g,eheel on8et
oefende
ooren , meer dan anderen , door deze muzijk
zoo diep getrof'en werden. Ik heb meer dan eenmaal
zeer verscliillend over de compusitie van van int>
Hoven hooren spreken, en soratijds raeesters, aan
uitrauntende orkesten gewoon, een niet voordcelig
oordeel over, dezclve hooren vellen : zij zeiden, niet
te begrijpen, wal de steller meende, noeh te weten,
■wat bij w.ilde, hoewel zij aan den anderen kant som-
m'ge zijner werken bewonderden. Van waar dat te»
genstrijdige ? Zweven de geest en het gevoel van dien
beroeniden man , onder het stellen zijnev stukken ia
hoogere kringen dan de aardsche ; of is hij onvevge."
lijkelijk in het eenvou ig, natunrlijk schoone de»
kunst ? Zijn wij misschien te ver van die eenvoudig-
heid afgedwaald , om dezelve regt te verstaan ; of it
het waar, dat tan hiibotii, nu eens het na-
tunrlijk schoone doet gevoelen en dan wederom van
helzelve sfdwaalt en als voor zich zelvcn onverstaaa.
kaar wordt? Ik vermeet mrj niet, hierin iets te
beslissen , maar herinner mij bij deze gelegenheid , dat
ik, voor eenige jaren , bij toeval tigenaar werd van
jommige Quartetten van dien toonkunstenaar, die ik
Jnijnen vrienden voorstelde te spelen, dat -wij aan*
tankelijk die muzijk met algemeene flemmen rerwier*
"•-
-ocr page 273-
;?^K
pen en alles fcehalre srreelend vooi ons oor vond'enj-
flat wij ecbter, op aanrading van dezen en genen
kenner, de moeitc namen, dezelve vier, vijf, ja ze».
maal over te spelen, tot dat wij. eindelijk zulk een
behagen in dezelve vonden, dat wij ons al wat van.
vah Beethoven uitkwaro, aanschaften , en on*
sints dien tijd, als bij uitsluiling , bij zijne -wei'ketk
liepaatden.
Ik neb de eer met hoog&cliting te u'jn, enz.
Haarlem t October 1813.                     H..... I*
"Wij voelen ons gedrongen, iert schri'jver en zijne:
vrieuden zeer hoog te prijzen wegens den ijver, waar«
Ba-de zij lEilHorti's Quartett,en en zijne overige
werken bestnderen, en veroorloven ons hier nog bij
te voegen. dat gebrek aan dien ijver liet woord i»
ter oplossing van de tegenstrijdigheid in oordeelvellin-
lingen over de werken van dien grooten man, waarvan
de beer H..... L gewaagt. Zoo vele Hefhebbers en
toonkunstenaars van beropp (wij noemen lien alleenlijk
bij dien naam, omdat aan hcl woord muzijftant het
denkbeeld van gtringheid van soort verknocht is, «»
de heereo, die hier bedoeld worden, van het soort,
■waarloe zij tneenen te behooren, de hoogste gedachteo
koesteren) zoo vele liefhcbbers uit ic onlnuisniaaas,
»e«gen wij , verlangen alleenlijk stueling van be*
ge?
/
-ocr page 274-
gelioor, kitteling der ooren (OhrenJa'izel) gclijk de
Duitscliers zeggen, en zijn er verre van ciaan, om liet
eigenlijke genot, dat de toonkunst haren vlijtigen eo
ijverigen prissier, schenkt, te beoogen. Het toeval, of
andere van buiten werkende omstandigheden, speelt
hen een werk in de handen van eenen componist ,
die meer wil dan het gehoor streelen; roaar reeds bij
de eerste maten bespeuren zij, dat die spijze voor
hunne verzwakte magrn te krachtig is ; zij kunnen
ze niet verteren, de spijze wordt ter zijde gezet, «a
het anathema : onvcrtcerbaar daarover uitgesproken. —
Dat ze onverteerhaar is voor die heeren, daaraan
twijfelen wij volstrekt niet, en zouden er niets tegen
bebben, dat zij ze nift nuttigen, wanneer zij er maar
openbartig voor uitkomen wilden , dat zij geeneit
irachtigen kost kunnen verdragen; maar helaas ! dat
gebeurl niet: het geregt zelf wordt, als slecht loebe«
reid, afgekmrd ; de arme kok wordt als een weetnict
bespot, en zoude gevaar loopen afgezet en geheel on»
hruikbaar geniaakt te worden , wanneer dit niet , ge.
lukkig! de magt van die heeren te boven ging. Nu
doen zij aan elk, die hen hooren wil, (en helaas !,de
onkunde vindt maar al te veel li^tgeloovige toelioor-
ders !) verslag van de onverteerbaarheid der spij/.en,
die de kok N. N. toebereid; en wie toch, wie zal het
wagen, aan de onfeilbaarheid van den smaak dier
heeren te twijteien ?
S 5                                     Ke»
if
-ocr page 275-
( *66 )
Ken onrijp verstand velt een onrijp oordeeh dit i»
In den regel, en eveneens , het onk zoo seer te be«
jammeren is , dat het onrijpe verstand zoo menigvuldig
is, ali het land aan de zee !
» « III.
BINNENLANDSCHE BERIGTEN.
De hlarinettist bskksiibi. tijn
spely de verbeteringen , wtlke hi}
aan x'jrt instrument heeft
ge«
maakt , en de koncertcn, welki
hij te
caoNiNGEK gegeven heeft,
*         *
*
Wanneer ik, gelijk de lezer reed» uit het opschrift
Xal kunnen besluiten, in het berigt over het bezoek
van den beroemden hhkiiejt omstandiger en bre-
der te werk ga, dan gewoonlijk plaats vindl, dan zal,
•
naar ik vertrouw» een ieder , die dezen waarlijk groo-
ten kunstenaar gehoord, of ook niet gehoord heeft, het
mij dank weten, dat ik hier eenige punlen ontwikkelen
■wil, we'.ke , indien ook al hier en daar, niettemin ner.
gens met toepassing op herms^edt ter sprake
gekomen zijn. Sedert verscheiden jaren heefl men in
Ondcrscheidene tijdscbriften met den hoogsten lof mel-
ding gemaakt van de koncerten, weike deie kunstenaar
.S
4
-ocr page 276-
C *7 )
In eenige voorname duitsche steden gegeven heeftS
roaar nieroand heeft zich tot dus verre de moeite gege«
ren, om zijn spel nader te beschouwen, noch cm de
verbeteringen te beschrijven, -welke hij aan het instru*
ment, dat hij gebruikt, heeft gemaakt, en welke inder-
daad van zeer veel aanbelang zijn. —— Ofschoon ik
zelf de klarinet niet blaas , vleije ik mij echter genoeg.
nam met den aard van dit instrument bekend te zijn ,
om mijne taak althans niet geheel mis te sehieten, en
ik voel mij te meer geroepen , om dezelve te onderne.
men, iaar ik door eenen schier onafgebrokenen oidj
gang van veertien dagen misschien meer dan vele
andcrcn in de gelegenheid ben geweest, om hekmstedt t
zijn spel~en zijne klarinet naauwkeurig te leeren kennen.
Ofschoon dezc voorafspraak lang genoeg en misschien
wel veel te lang is, acht ik het echler noodig , hier
nog bij te voegen, dat het raij bijzonder aangenaam
zoude geweest zijn, wanneer de een of ander onzer va«
derlandsche kucstenaars op de klarinet de taak bad op
zich genomen, die ik nu, bij gebreke daarvan, zelf
vervullen rooet, — en nu ter zake.
• Ik begin met eene korte geschiedenis van des kun«
(tenaars vorming, zoo als ik ze mij tiit zijnen eigenen
mond bekend geworden is. Johahm simok hebmste»t i*
in 1779 te Langensalza , in Thuringen geboren. Zijn ya»
4er -wasmuzijkantbij het regement Clemens , eri de zoo»
grocide dus met de muzijk op, Natuurlijke aanUg?
«t                                                             ,            liefd«
-ocr page 277-
C 268 )
JSefde en vereering voor de kunst, gepaard met onver«
moeide vijt, deden hem vele en aanzien!ijke vorieria.
gen maken, zoudat bij 00k onder de mu/i jliaiiti'ii tan
Jiet even genoetude regement aangenomen en weldra
tot eersten klarioettist bevoruVrd werd. Zoo kwam
hij in garnisoen te Dresden , deze echte k weeksebool der
kimst , die zoo menigmaai sluimerende talenten opgewekt
heeft , en 00k voor hebmstedts kunstvli|t eene-
alma mater was. Hij zelf was erverre van af. in zich
den man te vermoeden , die hij thans is, integendeej
tied hij zich veiTe beneden de waarde , die hij toeii
reeds had. Verscheiden vrienden der kunst, welke
hern hoorden hlazen, werden oplettend op zijn spel,
en spoorden hem aao , om van de geegenheid tot vop"
dering, die zich in Dresden zoo menigvuldig aanbicdt»
v;ijti_j gebruik te maken. Joseph Schuster voor-
al maakte hem het eerst en het ijverigst np'ctvud op
den weg dien hij moest insiaan , 001 ee-n goed kunsle*
jiaar te worden, toonde ben vooral d« noodzak* ijkbeidr
aan.ora de theorie der ir>>zijk en de regt !en der harniotia
te bestudtren , gaf hem lelkens, waav hij kon , goede
lessen, en verschafte hem de gelegenheid, om door he*
hooren en het nagaan van besc;aafde virtuosen zijuen
smaak te vormen, i*i een woord, deze voorlreffeijke
(nan wist zijnen ijver zoo zeer aan te zeiten, zijneo
Dioed zoo zeer te onderschragen en zijne vorderinge*
100 zeer te regeien, Uat uuisiiii, volgens aijnt
-ocr page 278-
C **9 )
S5geiw> b^kenfenis aan icHgim verscbtTMigd is it
groothfid zijn'rr kuust, of, gelijk hij zelf zich uit*
drnkt , den bijval dien hij soms verworven kon h.bhen.
Hij niogt echter het gelnk .van zicll in Dresden t«
kunuen op'iouden, niet lans; genieten ; een refiiet, daft
op e'jna kunst niet zoo na^eelig gewerkt heeft, noch
werkeu konde, a's hij ze!f v^eesde, daar zijn %maak
reeds loen bijzondcr beschaafd was. Zijn regement
werd, namejijk verplaalsl Kort, daarna leerde de,
Tovst van Schwarzburg -Sondershausen onzen hiri<
litDT kenien, en zijn spel Irof den verst zoodanig»
dat hij bosloot, den kunstenaar in ^ijnen dienst te
nemen, en hbkmsiejjt den voorslag deed, zija
ontslag te vi;agen.j Deze, dieo-het miliiaixe lev«n en
Jtet onbepaalde heen en vre&r trekk*n, d-at aan heU«lv*
*1tijd min of mepr verknochtis, niet zeer aangenaaub
*yvas, daar hij een vr'end is ran eene huisselijk stille
levenswij*e, -was met 's vorsten voorslag -wonder in.
eijn schik ; roaar de overste van zijn regeraeat, die
ook wel sclieen te weten, welken schat . bij in den
kunstenaar bezat, was het des te minder, en hij wei.
gerde hem zelfs liet gevraagde ontslag. De vorst liet
zich echter door deze -weigering niet afscbrikken, maar
bragi integendeel zijne vriinden aaa het Saksische hof
in beweging , met dat gelukki^ gevolg , dat de overste
bevel kreeg , om Hebmstedt te ontslaan, en hl'j hu
,»rijelijk in den dienst des vers ten van Schwarzburg ••
i;on-
-
-ocr page 279-
C 270 5
Sbndershiusen kondc over-gaan. Hij -werd als eerstft
ilarinettist en direkteur. der vorstelijke Harmonic aan*
festejd.
Van dit tijdstip af aan, -waar hij eene vastc bestem-
Jming verkv'pgen had , begon hij aan de verbetering van
iijn instrument te denken, zander daarom de bescha-
Ving van zijn spel en van zijnen smaak, noch 00k de
■vertneerdering zijner muzijkale kundigheden te ver*
cinacHtzameri. Hij trachtede , namelijk, allengskens de
vele gebreken, welke de klarinet oorspronkelijk heeft,
te verbeteren, daardoor de onvolmaaktheid van het
instrument'te vcrminderen , deszelfs zuiverheid te
verhoogen, den toon ' voller, ronder en liefelijfcer
te roaken, ten einde aldus de hoogst mogelijke fijnheid
In de voordiagt te verwerven, daar hij gevoelde, dat
!|eze alleen tot bereiking van het doel der kunst, da
Hverking op het gevoel, bevorderlijk konde zijn. On-
telbare proeven, rustelooze ijver, onvermoeid navor-
schen deden hem eindelijk, gelijk de uitslag leert, in
eijne pogingen volkomen slagen, zoodat men nu be-
Bwaarlijk eenige verbetering aan zijn instrument,
hocb meerdere bcschaving in zijne voordragt, en in
fcijn spel, in het a'gemeen, wenschen kan.
Laat ons nu zien, -waarin di» vcrbcteringen hoofcJS
%akeiijk bestaan, en waardoor dezelve voordeelig opt
8es kunstenaars spel vyerken.
- la de ecrste plaau zijn sommige gaten op anderd
phiat.
-ocr page 280-
(    *7I    )
pTaatsen geboord, en e«nige kleppen anders geplaatst,
dan op andere klarinetten, dat is, nfet slechts dau
«p de gevvone klarinetten met vijf k'eppen, maar o'ok
eelfs anders dan op alle de klarinetten, waaraan men
Vele kl«ppen gemaakt het ft. Se'dc'rf vericheiden jarea
reeds hebben bekwame instrumenl-ir<akers, door kia-
rinettisten aangespoord, om hunne instrumenten zui»
verder to maken , zich beijverd , om door het aanbrengen
van meerdere kleppen de natuuriijke onzuiverheid der
Ttlarinet te voorkomen. Allen, de een meer de ahder»
minder, alien zijn in hun oogmerk vrij wel geslaagd ,
en de klarinetten met vele kleppen zijn nu tot die
hoogle gekomen , dat ze vrij zuiver en gelijk van tooti
eijn. Maar het is tot nu toe niemand gelukt, om die
zuiverbeid en gelijkheid van toon in de hoogst ihoge-
lijke volrnaaktheid te voorschijn te brengen; er zijh
nog altijd eenige onzuivere toonen overig gebleven,
terwijl vele anderen mat, dof, voos , gelijk de klnrinet-
tisten zeggen, en bij gevolg zeer onaangena'aiu gebleven
eijn. Hebmstedt heeft alle die onzuiverlieden en,
ongelijkbeden van toon weten Weg te nemen. Zoo ge.
makkelijk dit uitgesproken -wordt , zoo veel moeite
heeft het gekost, om daartoe te komen. Jaren aclner.'
een beeft de kunstenaar onafgebroken daaraan gewerkt,
ontelbare proevea heeft hij genomen, en hij is , zoo
te zeggen , geen oogcnhlik geweest , waarin hij er niet
eg dacht, hoe Ixij de nog overgeblevene onauiverheids
(
-ocr page 281-
( *7* )
»« ongelijkheid van toon zoude kunnca wegnemen,
Maar hij geniet nuotik de voldoening, een Tolmaakt in.
sfruiBenl te bezitten : zijne klarinctis in a!le toonen vol*
strekt gelijk van rondheid, van volheid en van kraclit,
en in alle toonen even vatbaar voor denzelfden graad
Tan zachtheid en lietelijklieid.
In de twjeede p'aats heeft hermstedT bet onaangename
klapperen der kleppen trachten weg te nemen, en ook hier.
in is hij volkomen geslaagd. Hij Iieeft, namelijk, ge-
zorgd, ddt de bolleijes onder aan de kleppen volkomen
slniten in de gaten, en dat die bolletjes van eene zee?
zacbte stofgemaakt en zoodanig overirokken zijn, dat zij
genoegzaam geen voelit tot zich trekken, en geTplgelijk
uiet of aliiirtwS zoo weinig al.s raogelijk uitdijen. Deze
■voorzorg zullen vrel de meeste klarinetiisun nemen, die
«enig werk van hun instrument maker) ; maar eene andere
beb ik lot dus verre alleenlijk bij iieiiMstedt gevonden*
Hij Iieeft i namelijk, op iedere klep , daar, waar zii met
een koperen of zilveren pennetje aan hit hout der kla.
rinel vastgemaakt is, een klein schroefje doen plaat-
sen, -waardoor de~Jklep zoodanig vastgezet wordt, dat
zij onwrikbaar staat, en noch naav de linker noch
naar de regter zijde kan bewogen worden, maar altijd
volslrekt loodregt op haar pennetje op en neer gaat.
Deze schroeven beletten dus elke zijdelingsclie, en in
Jiel algemeen, elke verkeerde beweging def k!ep, welke
dcrhalve steeds zoo juist boren hat gal ligt, dat zij
het-
-ocr page 282-
C 273 )
hetzelre dadelijk s}uh, zoodra zij aan het boveneinda
met den vinger neergedrukl wordt. Dit ne^rdrukken
aan liet boveneinde tnoet echter natuurlijk 00k eenig
geklapper veroorzaken , daar de harde stof, waarvan
de klep gemaakt is, niet zonder dat het gehoord
wordt, het liarde bout der klarinet kan aatirakeny
wannecr de k!ep 00k met de meeste voorzigli^heid en
tachtlicid neergedrukt worjt. Om nn eveneens da,t
onaangenaam geluid te voorkomen , is het boveneinde
der klep van onderen voorzien met een zeer kiein
lederen knsseiitje.
Aile deze belioedmiddelen belctten te eenen male, daf
men iets het minfte van het gebruik der kleppen hoo»
ren kan , en het oor verneemt dus alleenlijk toonen en
geene aan den toon vreemde, onaangename en storcnde
geluidcn; en dit is zonder twijfel een groot genoegen.
Maar de onwrikbaarlieid der kleppen brengt nog een an.
der voordeel aan, althans aan tuissiivi: zij veE-
oorlooft hern, nameHjk, om den vingcr op eene andere,
min sto</tende wijze op de kleppen te plaatsen, dan
«jen op de gewOne kleppen doeu kan, itijne vingers
glijden over de kleppen hecn , om het zoo eens nit te
drukken , en springen niet van de eeue klep op de andere.
Wanneer men deze vtrijze van de behandeling der klep.'
pen op eene gewonc klarinet -ailde navolgen, zoude bet
geklapper onverdrageh'jk -worden ; terwijl daarentegen
de onbewegelijkheid der kleppen op de klarinet van
T                                 BE8X-
-ocr page 283-
t 274 )
RebMstEpt niet lift miriste gcraas laat hooren.
Het voordeel nil, dat de kunstrnaar trekt uit lift ^ij-
den over dc kleppen , is het gebondene spcl , dat on-
faerkbare ineensroelteti van den eenen toon in den
andercn, zonder| de kleinsle tusschenpoozing, en toch
ook zonder de geringste onzaiverheid. Wat kan onaan»
genamer zijn vuor ons oor, dan dat huilen van de
meeste kunstenaars op strijkinstrumenten en van den
zangev vooral , hetwelk onder het masker van smaak en
goede voovdritgt niels anders is, dan een mantel, waar-
onder men de onzekcrheid in liet vattfn van den regten
ioon tracht te verhergen, en hetwelk outegenzeggeUjk
lewijsl, dat men de waarlijk goede , reine , ukgezocltte
VoOrdragt niet traejtig is , en dat men dns tot liulp-
imiddeltjes van dien aard, die irouwens den oukundigen
fcegoochelen, zijne tbevlngt nioet n em en I
In de derde plaats trekt de kop onze aandacht. De
gewone koppen zijn van swart ehbenhout; die van
HERmstebt's k'arinet is daarentegen van zilver.
Het zoude misscbien moeijelijk vallen te beslissen ,
of de stof, waarvau de kop geuiaakt is, iets tot de
hoedanigheid van den toon afdoet ; maar zeker is het
niettenin, dat dc zilveren kop , in mcer dan een op-
zigt, de voorkeuv verdient boven den houten , en ook
op den duur voor den toon voordeelig is. De houten kop
is veel poreuser, dan de zilveren; hij trekt bij gevolg
•veel meer vochl tot zich , en zet zich, vochtig gevrordrn ,
uit;
-ocr page 284-
C "-75 )
uit; daardoor wordt bet bladje (rielje) gedrukt en de ope«
ning, die er tusschen hel blad en den top gelalenis , wordt
te kiein, en wel te kleiner, omdat het blai dooi* bet
biazen eveneens vochtig wordt en zich uitzet. De
overgroote sluiling van hel blad aan den kop, welke
a'dus veroorzaakt wordt, belet de klarinettisten, in
het algemern, om dik riet vcor het blad te aemcn, en
dit is nadeelig voor de rondheid des toons, welke doop
dik rlet aanmerkrlijk bevordcrd wordt. Daar nu de
zilveren kop «ich genoegzaam in het geheel niel uitzet,
laat hij het gcbruik van een veel dikker riot toe ; en
hel viet, dat Hekmsteet gebruikt, is dan ook aan-
zienlijk veel dikker, dan ik bij andere klarinettisten
lieb waargenomen.
Dit zijn de verbeteringcn , -welke ik aan de klarinet
van hermstedt heb opgemerkt. Misschien zijn er
nog anderen, die mij niet in het oog gevallen zijn,
en niet konden in het oog vaHen, dewijl ik met de
struktuur der klarinet slechts oppervlakkig bekend
beu. Inlusschen zal iedereen, zoo wel de klarinet-
tisl, a's eik ander litfhebber, wanneer hij ook geene
klarinet biaast , bet wel met mij eens zijn, dat de
door mij opgenoemde verbeteringen, die hebmstedi
aaa dat instrument heeft weten te maken, van bet
grootsle aanbeiang zjjn, en dat de kunstenaar reeds
uit dien boofde alleen onze hoogsle acliting waar■
dig is; maar deze achting ncemt nog zeer toe,
, :
                                         T a                                 wan
-ocr page 285-
C *7t )
TVSnneer wij hem ft's virtnoos beschoiiwen. Dit
wiMen wij nn nog doen , en dan zu'len wij onze taak
volbragt hehben. Vooraf ec'iler moet de lezer nog
optnerkzaam gemaakt worden op eene eigenaarui.^Keid in
Ae wijze 1 waarop hkemstebt dc klarinet btliandeit,
en welke gelieel van de gebruikelijke wijze al'wijkt.
Gewoonlijk slaan de k]?rinellislen, wanneer zij liet
instrument in den mond neraen , de onderiip, too ver
als mogelijk, over de tanden van bet onderkakebeen ;
ftu leggen zij den kop, ter plaatse , waar de band begint,
die hel riet aan den kop vast maakt , op de onderiip,
tetten vervolgens de tanden van hot bovenkaktbecn
©p den kop , en sluilen dan de lippen mo goed als
mogelijk. Niet alrhis gaat HimiTEtl te weik hij
slaal de onderiip niet over de tanden, maar houdt de
klarinet volstrtkt natuuriijk in den mind, Op deze
wijze kunnen de lippen vee! bvter gesloten worden, de
blazer vcriiest veel minder Wind", en de toehoorder
hoort het onaamjename sissen van den wind niet, of al-
thans in zeer geringemate: want bet is buiten het men'
schelijke verraogen, uni de lippen met zoo veel kiacht te
siuiten, dat er geen zweem van adem buiten het in.
•trument zoiide verloren Raan. Reeds voerdeel genoeg,
dat men door de natuurlijke houding der klarinet ver-
Te weg het grootste gedeelte des adems in het iristn««
ment zelf iublazen kan , en er sleclits een schier niet
noemenm-aardi^ gedeelte buiten hetzelve vcrluieu gaat.
-ocr page 286-
C *77 )
In de twee koncerten, welke hebmstedt te Gro-
ningen gegeven lieeft, hebben wij hem de navo'^eade
stukken kooren btaaen:
l. Concertino van max ejberweiw, muzijkdirekteur
van den vorst van Schwarzburg - Kudolstadt,
a. Variation op het bekende Tiroler - lied van me IH<
fessel, kamerzanger van dienzeit'den vorst,
3. Variation van t. spohr,
4- F.en Pot-pourri van dienze!fden componist,
5.     Variatien, getrokken nit bet voortreffelijke Nottur.
no van siohi voor hlaas-instrumenten, en door
HEHMST-EDT voqr de klarinet ingerigt,
6.    Variatien van maxeberwein op zijne eigen©
corapositie van bet bekende diinklied van gothk.
Van dene stukken liebben de variatien van M E T H.
J«»sn het niinst, en de werken van spohi het
best bevallen. fiet Concertino van eberwein, dat
vcij tweeroaal geboord hebben,' heefl in vele opziglerj
00k zeer bevallen, in andere deelen echter minder.
Bijzonder fraai heeft men gevonden het liefelijke thema
wet variatien in dat Concertino ; de inleiding daarentegea
vilden sommigen van duislerheid en gezochtheid be.
schuldigeu. Wat mij zelven betreft , aarzel ik AieC
te yerklaren, dat ik die gebreken nict heb kunnen
ontdekken , maar integendeel de inleiding in eenen
grootschen en eorspronkelijken trant geschreven vonoV
Troinvens bxb ik dat stuk verscheidene males gehoord,
T 3              fc                         «m
-ocr page 287-
c m 3
en dus dc gelegcnheid gehad, hetzelve naatiwkeuriger
le Ieeren kenuca.
De variation op clilHi's lied zijn inderdaad fraai ,
en dubbel belangrijk voor hem, die den lekst ktnt.
Op eene korte , maar niettemin veel beteekenen.
de inleiding in Des dur, ]aat de componist velgea
de rnelodie , bestemd voor ket eerste couplet van bet
Jied B (dr/r);de variatien drukken den geest uit, die
in ieder'der volgende couplelten heersclit. Deze wijze
Van Variation te schrijven, welke iinwiu, zoo
reel ik weet, liet ailereerst heefl begonnen, is ten ui-
terste fraai, veoral wanneer men er zoo -we! in slaagt,
als BiEEWEiB, en zij verdient nagevolgd te worden,
daar zij de aanSeiding moot zijn, dat de gewone varia-
tion, die men in Uoncerten hoort voordragen, en
jroet -welke de componist zelden iets anders beoogd
Jieeft, dan den speler de gelegenhsid te gevcn, zijne
halsbrekende sprongen enz. te doen bewonderen, vcr-
vangen worden door variatien , die iets uitdrukken,
gevoel ademen, en bij gevolg in den toehoorder ook
ten gevoel opwekken, dat hem meer genot verschaftj
dat de enkele bewondering van kunstsprongen*
Dit zij genoeg over de stukken, die HEBmstedi
voorgedragen heeft. Te befclirijven, hoe hij dezelve
fceeft voorgedragen, dit is ten uiterste jnoeijelijk, of
-om beter te zeggen, het is onmogelijk met woorden
£en juist denkbceld van hebmstsdt's wijze van spel
ttf
-ocr page 288-
C 279 )
te geven aan hem, die dezen kunstenaar self niet ge-
hoord heeft. Intusschen zal ik het beproeven, met
woorden uil te drukken, wat men voortreffelijks in
des kunstcnaars spel kan opmerken.
Zijn loon is. rond, vol, en mollig, Hij weet dien
zoo wel te vevheffen tot de hoogst niogelijke kracht
en slcikle, als tot de litfelijkste zachtheid, en hij is
geheel meester, om denzelven door de fijnste nuanctn
te doeu aangroeijen en afnemcn ; hierbij is opmerkeiijk,
dat, between men andersbij virtuosen op blaasinstruraen«
ten, men kan zeggen, nooit vindt, de toon altijd even rond
is , bij mag mi slerk of zacht aang'egeven worden, en
nooit sclierp wordt, zeifs niet bij de hocgste hoogte,
of bij de sterkste kracht, en dat de toon steeds even
zuiver b'ijfl, nooit hooger wordt, wanneer hij aan-
groeit in kracht, en nooit lager, wanneer hij afneemt.
Zijne vaardighcid in de uitvoering van moeijelijke pas-
sages gaat alle begrip te boven. Met de grootste gemok-.
kelijkheid voert hij loopen uit, die men ninimer te voren
op eene k arinet heeft hooren in a ken, en hoe weinig zij
ook met den ei'gcnaardigen en regclrnatigen loop dor grepen
op dat instrument mogen overeenkomen, zij rollen altijd,
zonder den kleinsten aanstoot, met voile kracht voort.
Zijne voordragt is oubescliri'jfelijk treffend en weg-
slepend. Wars van alle misbruiken van ritardando,
tempo rubato,
en hoe die hnlpmiddelljes tot begoochelinj
■van den toehoorder v-erder heten mogen, wijbt hij
geen haar breed af van het schoone en verhevene, dat
T 4                                     itt
-ocr page 289-
C 280 )
tie grondslag der eenige, ware voordragt is, naar male
de geest van bet uitgevoerde -werk zulks vereisclit.
Ku eens stortcn zijne toonen , gelijk de gezweepte
golven des oproerigen slrooms, mel voile kracht in
den afgrond neder of verheffen zich tot aan de wolken ,
en hij doet ons van eerbied siddcren voor de verhevenbeid
*,ijner kracht; dan -vvederom vlieten zij daarhenea,
gelijk de nmrmelende beek in bet vevheven schoone
rood der ondevgaande zon , en doen onze ziel baden in
eene zee van genot ; of hij lokt tranen in onze oogen,
wanneer hij ons met het wegsiepenclste gevoel de lie-
fe'ijkste melodii;n, in den smeltenden toon der harmo-
nika, op zijne klarincl zin^t..... Maar genoeg van
Hbeiuiim'j voordragt, welke zich niet beschrijven
laat, dewijl zij geheel gevoel is, en bet gevoel alieen-
lijk gevoejd, maar niet door woorden kan uitgedrukt
worden. Het is voldoende le zeg»en , dat zij het hart
treft en treffen moet ,• dewijl zij in bet hart haren
iDorsprong heeft.
Zie daar, goedgvinstige lezer! wat ik gemeend heb,
V over heemstedt te moeten mededeelen. Zekerlijk
is mijn geschrijf verre beneden dat gebleven , wat ik U
gaarne zoudc geleverd hebben, maar zie het gebrekkige
van mijnen arbeid over het hoofd, uit aanroerking van
den kunslenaar, die er het voorwerp van is, en dien
X
ik, hoe weinig ik 00k in de beschrijving zijner ver«
diensten geslaagd ben , de onbepaaldste h6ogachling toe»
4raag.                        ft. >v. scHsoutt sieihmetz.
HE-
-ocr page 290-
( am y
r'ecensien.
Amsterdam bij sibbi, (London bij den compo«
nist). — Romance de fOpera de loinsuc!
le petit chaperon rouge , arrangee en rondo pout
le piano par
feed. hies. Prijs / : - 18 «j I 9
De beer hies behoorl ontegensprekelijk onder de
eerstc, llians levende klavierspe'ers, en zelfs onder de
beste coniponisten voor het forte-piano ; het laalste ,
namelijk , -wanneer nien de goede -werken op het oog?
heeft, welke uit zijne, veelligt al te vruchtbare, pea
gevloeid zijn. Des te meer is het te beklagen , dat
deze acbtingswaardige coreponist , Vooral federt hi)
aich te London oph'oudt, zijn uitstekend talent aan den
geest des groolr.n hoops schijnt dienstbaar te maken, en
zoo menigmaal werken in de wereld zendt, die, -»rai»i*eei*
ook ai niet gehi>el te verwerpen, althan* van weinig
waarde zijn , en eigenlijk niet verdienen den naam
huns kunstrijken vervaardigers op den titel te dragen.
Wie kent de klavier.koncerten , de sinfonien , de quar*
tetten, bet sclioone quintet voor strijkinstrunientcn
en zoo menige grootere en kleinere \serken roor het
klavier van den genialcn hies, en betreurt niet,
dat een man, als bij, die met eenen j. v. h u m»
KEl) c. m. tob weber en anderen on den voor*
rang kan dingen, en die zoo geheel berekend is > om
T 5                              steed,*
<
-ocr page 291-
0 282 )
Sleds het voetspoor van zijnen grooten leermeesier,
1. van Beethoven, te volgen, en het reeds zoo
dikwijls gevolgd heeft; -wie betreurl niet, vraag ik,
dat een man als hies, sedert eenige jaren , den kost-
baren tijd, welken hij zicii ten nulte had kunnen ma.
ken, om nienwe bloemen in de kroon zijns roems te
vlechten, zoo menigwerf niisbruikt lieeft (sit venia
verba !)
, om nietige werken te schrijven, weike den
roem van zulk eqnen man ligtelijk bezwalken ktjnnen?
Het voor ons liggende werkje behoovt inderdaad niet
onder die, -weike ries tot eer vcrstrekken kunnenv
Niet, dat het niet zeer aardig zoude zijn; verre van
daar! Menigeen zoude het misscliien , wanneer hij
het geschrevt-n Lad, met blijdschap en zelfvoldoening
beschouwen en zich selves een vleijend compliment
maken over zijn talent; Biaar als een werk van hies,
is het niet zeer te prijzen. Het is niet moeijelijk voor
de uitvoering en zal zonder twijfel aan de schoone
kunne een aangenaam onderlioud verschaffen.
Voor het overige is het zeer netjes gegraveerd en
afgedrukt. De snelheid der beweging is, behalve op
de gewone wijze , ook nog met de metronome van MaM
bil aangetoond. —— Het zij den Rec. geoorloofd te
vragen, of de B (mol) in het akkoord, waarop in den,
derden regel van het Allegro eene fermate gehoudeu
^vordt t niet hard en onaangenaam is voor het oor ?
*.! iota,'                ■ , . . i i!                                           
-ocr page 292-
C 283 )
1. Amsterdam bij sun. —•■— Sonate pour te
piano -forte, avec accompagnement de violon"
(jadlibitum)
, cornposee et dediee,. .. .. par
p. B. van Hoosstrateh. Oeuvre VI; &li
Prijs / 1 . 5 - :
a. Bij denzelfden. ——-• Variations sur un t}iime
original pour le piano
, compose'es et de~
die'es...... par i» a. hempen ids. Prijs'
i5 stuiv.
Twee werkjes, welke ten dienste of tot aanmoediging
van leerlingen der zamenstellers schijnen vervaardigd
te zijn, en aan welke de auteurs zelve, waarschijnlijk
enkel uit dat oogpunl beschouwd, eenige waarde hech-
ten.
No. 1, van den heer hoogstratbn, organist te
Haarlem , begtaat uit een Allegro vivace in F dur, het-
welk niet van liefelijke melodien ontbloot is ; uit een
Larghetto gracioso don espressinne, hetwelk voor die
benaming te rijk is aan loopende passages, en uit een
Rondo, Allegretto scherzando, hetwelk dit bijvoegelijk
naawwoord niet logenstraft. De partij voor de viool,
schoon ad libitum behandeld, kan niettemin tot de
verfraaijing van Let geheel het hare tbebrengen.
No. 2, van den heer hempenibS, organist te Nij«
kerk op de Veluwe, beginl met eene zeer korte iiflei*
ding, welke weinig meer bchelst dan het gewone aan«
slaau van akkoorden, en welke alleenlijk daarom met
regl
-ocr page 293-
;                        ( a84 )
*pgt Melding kan genoemd worden, omdat men er nit
ziel, dat het stuk uil C dttr gaat. Het thema (onder
het woord original, moet men toch wel verstaan, dat
het van eigene finding is ?') bevalt den Rec. beter, dan
eene der zes variation > welke dan toch waariijk al te
yeel op den gewoaen dreun van yariatie'n- ge.'ijken,
*el£» voor weinig gevorderde en weinig vorderende
l^ef hebbers.
Beide werkjes kunnen aan leeriingen aanbevolen. wot«
den; no, 1 eehter ineer, dan no. a.
Amsterdam bij iltn p.
It Romance de iLHCiKt, arrangee pour la
clarinette aoec accornpagnement de piano ait,
harpe par iwak niiLiia........ Prijs
ft - 8 - :
». Fantaisie pour la clarinette , aeec accornpag-
nement de piano ou harpe composee et de-
dice..... par I wan m u l i e b , auteur de
la nouvelle clarinette et Qde la) clarinette
,               dfAlto; premier (e) clarinette du grand opera
et membre de la societe philharmonique is
Londres; correspondant de f institut royal,
des Pays - Bas. Prijs/ 2 - : . •
Welke. kunstminnaar, dien het genoegen te beurt
viol, den componist dezer twee werkjes te hooren4
Iierinnert zich niet gaarne dien gvooten yirtuoos ?
-ocr page 294-
c *i )
Wien zwetft het voortreffelijke spel van dezen H»»n
tiog niet levendig voor den geest ? De herinnering aan
muller, van wien men sedcrt geruimen tijd niets
■vernomen heeft, wederom op te wekken , levert reeit
alleen reden genoeg op, on deze zijne werken, hoe
■wel zeer veel later, dan z'j in het licht gekomen zijn,
eari te kondigen. Men kan door dezelve zich een denk-
fcee'd van zijn spel vormen , indien ook al niet ill
alle, althans in vele opzigten.
Men zal zich herinneren, dat l w A N MullEB ii»
het jaar i8i5 verscheidene steden van ons vaderland
bezocht, en vele bewonderaars gevonden heeft. In
Amsterdam heeft bij relfs eenige voorlezingen gehouden
over de uitvinding zijner klarinet, en hij heeft de eer
genoten van als korr» spondent van de vierde klasse
des koninklijken InstituutS- aangenomen te zijn. Wat
zijne uitvinding betreft, stemmen wij volmondig toe in
het nordeel van kunstkenners over derzelver voortref-
felijkheid; niettemin kunnen wij niet ontveimen, dat,
hoe zeer die uitvinding van m ii l lib 's vernuft ge«
tuigt, en hoe veel voordeel ze ook aan de kunst kaa
aanbrengen, wij evenwel ongaarne zouden zien, dat
onze gewone klarinet door de nieuwe klarinet van
hiiLLEa verdrongen wierd. De laatste komt on*
Voor, eigenlijk een geheel ander instrument te zijn;
*ij heeft niet het eigenaardige van den loon der klari«
taet, en alhoewel aij, namelijk \vat de hoedanigheid
i
                                                 des
-ocr page 295-
C 286 )
des toons aangaat, nog al eenige overeenkomst heeft
Wet on?e B-kiarinet, is zij gcheel en al niet bcrekend,
otn bet. sebelle der C-kiarinet, noch on het mollige, Let
Jtlagende den A-klarinet te vervangen. — Van den
ande'ren kant ecliter blijft het voor den uitvinder altijd
eene bjjzonder groote vei'dienste , dat men op zjjneklari-
aet uit alle, en zelfs nit de moeijelijkste, toonen blazen
tan, a!s uit Fis dur, Cis dur, As mol enz. , en dat
de toon van het instrument in die toonen even helder
en zuiver is , als in de gewone toonen onzer klarinet-
ten ; ofsehoon sommigen willen beweren, dat de klari-
net van Kiinis alleenlijk , en als bij uitsluiting, in-
gerigt is voor die vreemde toonen met reel mollen en
lsruissen, en dat het even nioeijelijk is, op dezelve uit
C, F, en dergelijke toonen le blazen, als omgekeerd
op de gewone klarinetten.
Hoe dit zij, het nut der uitvinding kan wel door
niemand in twijfe! getrokken worden, en dus blijve
des kunstenaars roem- ongekrenkt!
ltec. heeft gemeend , het vorenstaande, bij dezc
gelegenheid, niet te nioeten verz-wijgen, ofsehoon het
niet bepaaldelijk kan toegepast worden op de werkjes ,
tot wier aaukondiging hij thans overgaat. Dezc wer-
len zijn minder geschikt, om ons uiiini's be-
kwaamheden als componist te leeren kennen ,. dan om ,
gelijk wij 00k reeds bovfn zeiden, ons een dcnkbeeld
te geven van zijn spel en van zijne beschaafde voor-
dragt.
-ocr page 296-
C *87 )
*!ragt. De wijze, waarop liij de romanke van blasgihi
(No. 1. in F d«r) voor de klarinet heefl ingcrigt, is
allezins lofwaardig ; de versieringen, welke hier de,
anders misscbien eenloo'nige, eenvoudigheid van het
oorspronkeiijke vervangen , knnnen den toets der
^trengste kritiek doorstaan, en zijn noch te scliaars ,
nocli te menigvuldig. De partij voor de klarinet, wel«
te niet alleenlijk op de nieuwe Mullersche, maar op
iedore klarinet kan uitgevoerd worden ofschoon niet
cverdx-even zwaar, vereischt evenwel eenen aanmer-
kelijken graad van vaardigheid en vooral reel magt
over den adem, zal de speler de verschifleiide gradeu
van sterkte van toon, naar het voorschrift van den
componist, uitdrukken , en veel oefening in het maken
■van staccato, trillo, bindingen en wat men op de
•strijlnnstrumenten soorten van streek noemt. —— D«
partij van het kUvier is blootelijk een eenvoudig ac-
compagnement.
                                                                 ■%
Bezelfde voortreffelijkhedcn, als in no. i, vindt
men ook in no. 2 ; alien echter in hoogere mate. Het
fcegint met een Adagio in F. mol; aanvankelijk recila-
tief, voorts a tempo, eon poco p!u di moto, en ein*
delijk wederoro recitatief. Zoo wordt men geleid naar
de, met regt zoo geliefkoosde, menuel uit het eerste
Finale van wobakt's ouvergelijkelijken Don Juan,
yre
ke vijf maal gevarieerd wordt. De vijfde variatie
is eene WaU, welke met een, juist niet zeer kunstrijk,
voor
-ocr page 297-
C 288 )
♦oor den spel<?r echter vrij schilterend bijvoegsel,
lifit stot van h-et geheel maakl. ------ De partij van de
Jrlarinet tail iiiet dan door eenen zeer bekwamen k!a-
rinetl ist behoorHjk voorgedragcn worden ; de klavier-
par'ij vereischl 00k meer vaardighcid, dan die van no.
X , en is, schoon niet moeijelijk, meest overal ob'igaal.
He^ uiteriijke van deze twee werkjes is zeer te
jirijzenj vooral 00k dat de klai-inelpartij boven de
llavierpa'rtij, en 00k afzonderlijk gedrukt is. Daar-
«nboven is de klarinetpait:j 00k voor de viool gear-
irangeeird , eb mel met kennis van bet instrument; liet-
geen eveneens te prijzen is. Jammer is het ecbter,
dat de klavierpartij van no. 2 geheel verkeerd afgedrukt
is, zoo dat de bladzijden elkander niet altijd opvolgen.
De vlijtige studie van beide werkjes zal voorzeker
■veel toebrengen, om onze klarinettisten, zoo wel in de
lunstvaai-digheid, als in de beschaving dcr voordragt,
aanzienlijke vorderingen te doen maken; te welken
einde Rec. dezelve da-n 00k ten sterkste aanbeveelt.
Met dit stukis de teoetde jaargang van dit tjjdscbrift ten
einde , en de derde jaargang wordt in denzelfden vorm, en
onder dezeifde voorwaarden voortgezet. De redaktie zal
ceenc moeite sparen, om dit wefk steeds in belangrijklieid
te doen toenemen, en zij zoo wel, als de uitgever , zullen
bij elke gelegenlltid toonen, dat zij nieis anders beoogeo,
dan de bevordering dcr liefde voor de toonkunst en de
vermeerdering djer tennis van dezelve.