ur
|
||||||||||||||
MPHIO
|
||||||||||||||
E EN T IJ D S C H It IF T
|
||||||||||||||
YOOR
|
||||||||||||||
V K I E N 1) E N
|
||||||||||||||
EN
|
||||||||||||||
B E O IS FENA A 11 S
|
||||||||||||||
))KR
|
||||||||||||||
m
|
||||||||||||||
TOONKUN ST.
BIBLIOTHEETK DER
Tweede Jaa^ang. RUKSU N IVERSITEIT
10. OCT. 1928
---------$---------
UTRECHT.
te G HO NIK GEN, bij W. tan K O EKE REN.
1819.
|
||||||||||||||
ALGEMEENE
I N H O U D
FAN DBN TtTEEBZN JAARGANG*
|
|||||||
r>
|
|||||||
I. Verhandelingen, enz»
Mr. N. W. SCHROEDER STEINMETZ.
Over hec Quartet en de uitvoering
van hetzelve ,-..--- bladz. ftp c. g. grosheim, Rhapsodie; onder het motto: waar de kunst in verval geraakt, valt zij door de schuld van den kunstenaar." ---.-» ------ 7-3, Mr. N. W. SCHROEDER STEINMETZ.
,.' 1 ...... . ,
Over rossini, den componist van
Tancredo, en andere opera's - - 81, AT*
|
|||||||
»i A L G E M S E N E 1 N H O U D.
Mevrouw t. g. Aanmerkingen op de
verhandeling van Mr. N. w- schroe- der steinmetz over het Ouartet en de uitvoering van hetzelve - - - bladz. Mr. N. W. SCHROEDER STEINMETZ.
Antwoord op de aanmerkingen van
Mevrouw t. g......--------- Mr. N. W. SCHHOEDER STE?NMETZ.
lets over dc muzijkale taiemen van
den romeinschen keizer nero - - ------
G. weber. Bepiling van het denk-
beeld van toon en toonkunst - . -
Getrokken uit des schrijvers Ver-
iuch einer geordneten Theorie
der Tonsetzkunst zum Selbstun-
terrichte.
II. Levcnsbcrigtcn van heroemde
toonkumtenaars.
iNekroloog van niclas , Vrljheer
VON KRUFFT - - - - - ------------
c. G. grosheim. Over johann
NICOLAU6 FORKEL - - % ---------
|
||||
IT. GEMEENE INHOUD, i«
Bijvoegsel daarop van de redaktie over
forkel's werken - - - -J * bladz. a8. Tweede bijvoegsel over FORKEi/s'na-
gelatene schriften ,-----. ------ 37.
Mr. N. W. SCHROEDER STEINMET2.
Brieven over het leven en de werken
van sommige der voornaamste toon- dichters; tweede brief: algemeem beschoitmng van mozart's genie; deszelfs opmerkelijke brief., waarm hij zich, onder andeven, uitlaat over de wijze, waarop hij bij het componeren te werk ging - - - 40, ------------------------------Brieven enz.;
derde brief over mozartV kla--
vierwerken - ------- __ i6<j. ------------------------------Brieven enz.;
vierde brief over mozart's Quar-
tetten en Quintetten ----- ■■ 243,
de redaktie. Lijst en korte in-
houd der in ttjdschriften verspreide werken van e. l, gerber - - - ------248. |
||||
i-v ALGEMEENE INHOUD.
IIT. Binnenlandsche Berigten.
C.t. s. Uit Rotterdam (in het algemeen) bladz. 53.
pit Rotterdam. Be toeftand der muzijk
en de kunstenaars aldaar. (Van eenen anderen schrijver.') ----- ------173. Uit 's Gravenhage. Nalezing op de.
koncerten van 1818. (Over de kon* certen van de gebmedera bender, den heer de groot, den heer dame, den heer muhlenfeldt en den heer d a h m e n , van Am* sterdam --------- ------- eftm Uit Groningen. Over de gewone win-
ter-koncerten enz. - - - ;jp.« - Algemeen verslag omtrent de uitschrijving ?$%{
van melodien op eenige dichtstukken uit de Vaderlandsche poezij en lie- der en van Mr. H. a. spandaw. ■ 94. Uit Assen. Over het orgel in de kerk
aldaar, vervaardigd door den klSk-'1* kenist en orgelmaker. p. van oecke- IEn, te Groningen - - - - - ------120. |
||||
ALGEMEENE IRHOUR- t
Uit 'sGravenhage over de uitvoering
van het Requiem van gossec - bladz. 148.
Uit dezelfde plaats over het ontslag van den tooneeldirekteur milord ----------I5»»
Uit Haarlem, Over den staat der mu-
zijk en van het koncert aldaar - ■ 254.
h..... h. uit Haarlem. lets over de muzijk van l. van beethoven ------260.
Bijvoegsel van de redaktie - - - - 264.
Mr. N. W. SCHROEDER STEINMETZ-
Uit Groningen; over den klarinettist
hermstedt, zijn spel, de verbe- teringen, door hem aan de klarinet gemaakt, en de koncerten, welke hij aldaar gegeven heeft - - - - - ------266. IV. Korte, zoo binneri' ah buitenlandschs
Berigten. Over den Chiroplast van j. b. locier ------ 64.
Aankondiging van het overlijden der be-
- roemde zangeres helene harlass 64. Over de gezondheid van beethoven------ 65.
Een Zanggezelschap te. Jutphaas - - ------ 66.
Over
|
||||
vr ALGEMEENE IKHOUD.
Over een nleuw instrument, uitgevonden
.. door schortmann - - bladz 123.
Over het vertrek van spohr uit
Frankfort ----.--. , -
Over grosheim's onderneming om
het magnificat van verscheiden groote componisten uit te geven. Deszelfs verheffing tot doktor ----- ------124. Over de onderneming van s. a. stei-
ner en Comp. om een gedenkteeken op te rigten voor haydn en mozart------125. Aankondiging van het overlijden van den
beroemden fluitist b. furstenau ------192.
Aankondiging van het overlijden van e.
L. GERBeR--------------------------------------------!p2.
Over Rossini's opera Ricciardo e
Zoraide --------- ■------103.
Over w. a. mozart, den zoou - - ------ioj.
■m
Oproeping van sievers, te Parijs, aan
de duitsche componisten, om opera's te bewerken voof het Thdatre Feydeau 195. Over de strijkinstrumenten van chanot te Parijs --------- «- 196.
De
|
||||
ALGIMEENB INHOUUi W
De zangeressen catalani en feron
te Berlijn. Anekdoten van de beroem- deMARA - - - - - -- -bladz.ipf. Nieuwe uitvindingen van bodwill,
simiot en mott - - » - -------soo*
Gedenkteeken opgerigt voor pacsiello-------201.
Nieuwe mozijkale werken uitgekomen
te Londen. - - ------
Vertrek van Mad. dang x villi naar
Petersburg -- ------ 133, V. Recensiin.
a*) Zingmuzijk.
Cant-ate, cqmposie a P occasion du con. t f gres cTAix la Chapdie, enz. par
j, a. mees, a Bruxelles - - -
b.) Muzljk voor het klavier.
Potpourri, par Vabbe gelinek; hi Adieux, par j. l. dussek; AdUt ou la nouvelle Tyrolienne* par T. ■-- L a t o u r ; en Le vaillant troubadour, air varii
par sauvan - - - - - * 10a. Qtn-
|
||||
>riw ALGEMEENE INHOUD.
Centil Houssard; variations par c.
MUHLENFELDT - - - - - - bladz. 305.
Air militairc anglais, varii par j. b.
LOGIER - - - - - - - --------£07.
Rondo par f. ribs - - - - - 281.
Sonate par hoogstraten; variati- ons de hempenius - - - - -------283. c.) Muzijk voor de hlarinet.
xwan muller: romance de blan- ' ci n 1 en -■
VI. Mengelingen; Gedichten.
e. t, a. Hoffmann. ' De Ridder
gluck, eene herinnering uic het jaar 1809 . - - ----- ------ <56. --------------------------De Ridder
gluck; vervolg en slot ---------------135.
j. strauss. Aan Mejufvrouw g. van
den bergh, te 'sGravenhage - - ------208. |
|||||
|
|||||
A M P H I O N.
OVER MET QUARTET, EN DE UlT-
VOER1NG VAN HETZELVE. sooocxx
J^r is, we' nie,t Hgt eene soort van muzijk te vinden,
tot wier uf*vofering meer dan e'en speler vereischt wordt, welke zoo vele beminnaars heeft, als de Quartet-muzijk, en evenwel, gelijk de ondervinding dagelijks doet zien , er is misschien geene muzijk , welke , over het algcmeen genomen, door liefhebber* ,roo weinig goed uitgevoerd wordt, als juist de Quar- tet-muzijk , en zelfs meesters, welke bckwaam zijn ■. ora een solosluk met zuiverheid van toon, duidelijk- heid in passages en smaak in manicren voor te dra- gen , begaan dikwijls de allergrofste fouten in d« »0Ordragl van een eigenlijk Quartet. Deze mindere graad van volmaaktheid in de uit-
voering van een Quartet is, inijns inziens , juist niet, ten minste niet altijd , toe te scbrijven aan een' min- deren ijver, die da:irbij plaals zoude kuhnen hebben, dan bij het spelen van een solosluk, waarin men gewoonlijk, vooral in de oogen van het algemecn, 1]L J a';.«». A roecr
|
||||
Bieer gelegenheid vindt on te brilleren, (waamaa*
dan meeslal des kunslenaai'S bekwaamheid beoordeeld word!}; veeleer gelooi' ik, dat deze mindere vol- tnaaklheid te wijten is aan een verkeerd denkbeeld , dal men zich van een Quartet vormt, en aan eene daaruit voortvloeijende verkeerde beliandeiing vaa hetzelve in de voordragt. Ik wil beproeven, aan dat verkeerde denkbeeld
eene betere wijziging, en den Quarlelspeler eenige regelen aan de hand te geven , welke een duidelijk gevolg zijn van dat denkbeeld , als bet eenige ware.- Vooraf moet ik nog den lezer daarop opmerkzaam ma- ken , dat, hoezeer ik kortheid<halve alleenlijk van Quartetten spreek , het een en under, wat volgen zaft even zeer toepasselijk is op Qut'ntelten; terwijl zelfi verscheidene regelen, voor de nitvoering van Quar- tettcn of Quintetlen gegeven, in het algemeen bij de voordragt van ieder muzijkstuk behoorden in acht genonien te worden. Menig een zal hier regelen voorgeschreven vinden,
Velke hem voorlang bekend waren , en uitroepen: ,, dat is niets nieuws!" Het zi; zoo, dat hij , of door eigen nadenken , of ook door lecture met het een en ander , dat hij hier leereu kan, reeds voorlang be- kend was. Ik wil mij niet beroemen, iels nienws te chrijven; maar ik vraag hem alleenlijk: ,, brengt gij die. regelen altijd in toepassing bij het spelen van Quarletten ?" Er zijn zykere waai'heden, wel- ke men niet te dikwijls prediken kan, en daarenbo- |
||||
C 3 )
|
|||||
ven sal menig ijverig rjuartelspeler, voor wien di*
regelen iets nieuws zijn, het mi] dank welen, dat if hem daarop opmerkzaam gemaakt heb. Deze re- gelen mogen nu oud of nieuw zijn , zij zijngoed, en daaruit alleen kan de kunst voordeel trekken , niet xiit derzelver oud- of nieuwheid. VVat is cigenlijk een Quartet ? Deze vraag t«
beantwoorden , acht ik noodzakelijk, vermits daar- door het regte begrip van een Quartet daargesteld wordt, znnder hetwelk de regelen tot deszelfs vol- iriaakl.e uitvoering vruchteloos zonden gegeven wor- sen. Wat is dan een Qnavtet? Er zijn onder- acheidene soorten van muzijkstukken , welke men met den naam Quarletten beslempell. Ten eerste vindt men muzijk voor vier instrumenten, vraarvan het <?e'ne doovgaans obligaal behandeld is, en deze mu- zijk noerat men Quartet-muz\\k. Zij is het echter niel! Zij is eigenlijk niets anders, dan koncert-mti- zijk voor e'en instrument, met accompagnement van drie andere instrumenten; er is tusschen deze stuk- ken en een koncert geen ander onderscheid , dan dat het eene voor vier instrumenten, het andere daaren- tegen voor het geheele orchest geschreven is. Deze soort van muzijkstukken heeft waarschijnlijk haar aanzijn te danken aan den inval van den ee'n of an- deren rlrtuoos, om zicb in een klein gezelschap, >vaar hij geen volledig orehest ter zijner beschikking bad , te kunnen laten hooren. Als solosluk heel't deze soort van muzijk vele ver-
A a di«»j» |
|||||
C 4 )
|
|||||
diensleo, en nnzr. componisten hebben ons daarvau
rijkelijk voorzien. Sedert eenigen lijd worden ze. gc- \roonlijk quatuors brillants genaamd; te onregte ech- ter, daar de geest van hel stuk even goed pathelisch, of verheven kan zijn, als schillerend. (Men verge- lijke 5POHBS quatuor brillant in D mol). Men zou- de dergeliike slukken, mi jus inziens, eigcnaardiger kunnen novmeo : Senate, voor de Viool, bij voor- beeld, met accompagnement nan eene Viool, eene Alt en eenen Bas. Spohh, andbKas Romberg, m«i- * h a r , Polledro en anderen hebben dergelijke quatuors brillants geschreven; die van spohr bo- venal zijn voortreffelijk , en ook, even als zijne kon- ceiten voor de Viool , voor de accompagnerende par- tijen , inleressant bewerkt. Eene tweede soort van muzijk voor vier .instrument
ten, wordt gewoonlijk genaamd quatuor concertant, De.ze kan even min aanspraak maken op den naam van Quartctlen, als de zoo even genoemde quatuors brillants, want eigenlijk is zij van denzell'den aard , met dit ondcrscheid evenwel , dat in de eene soort tea enkel instrument het hoogste woord voert, ter- ■wijl in de koncertante Quarlettcn de solos tusschen de vier insl.ru menten verdeeld zijn. In deze soort van werken , namelijk , heefl ieder instrument, op zijne heurt, de hoofdpartij voor te dragen, het cij nu melodie, of passage, terwijl dan de an- dcre drie instrumenten niets anders uitvoeren , dan tea eeuvoudig accoropagnement, helwelk echter met de
|
|||||
(5)
|
|||||
met de hoofdpartij niet een zoodanig onafscheidelij'k
geheel uilmaakt, dal een ander accompagnement niet even goed , en somlijds zelfs nog beter, met de solo parlij zoude kuiinen zamenhaugen, hetgeen, zoo *ls men straks zal vinden, bij het eigenlijke Quar- tet onmogelijk is. Gvioweiz, wujimj luvn en anderen, hebben vele zoodanige kon- certante Quaitetlen gesclneven. Zij vinden zelfs thans nog, maar al te veel beguusligers under de liefhebbers van Quartetlen, en velen geven aan de- te soort, belaas! veri'e de voorkeur boven het wa- re Quartet. Helaas! zeg ik ; niet dewijl deze inu- zijkwerken, in hunne soort, schadelijk of verdcrfe- lijk zouden zijn; maar om dat de vcrkleefdheid aan dezelve een bewijs is van een' minderen graad van be-' chaving. Immers alleenlijk gebrek aan bekwaamheid , om tot de kunstrijke bewerking van het Quartet Chet eenige ware) door te dringen, en al de schoonheden ■ te onldekken en te gevoelen, welke een goed geschre- ven Quartet in eene zoo rijke mate aanbiedl; dit~ alleen kan de reden zijn van de bedoelde meerdere gehechtheid aan de koncerlanle Quartetten. Men d'en. ke niet, dat ik deze werken wil vet-werpen; geens- zins! Ook het minder volmaakte kan.aan de kunst tot nut verstrekken , en deze werken , altbans de besten onder dezelve, kunnen aan jongc liefhebbers met regt aangeprezen worden. Alleenlijk wenschte ik wel, dat Men zich, wanneer de muzijkale vermogens, bij Veider gevorderdeu ouderdum, meer outwikkeld zijn, A 3 niet |
|||||
(6 )
niet bij die weiken alleen bepaalde , met uitsluiting
van het eigenlijke Quartet, waarop men dikwijls, ais op een gewrochj van eenen bizarren en barokken geest, met minacliting neerziet. Bit immers is eene ongelukkige eigenschap van den zich wijsdunkenden mensch, dat hij liever de werken van groote'man- nen, welke zijne spheer te boven gaan, als onver- stjanbaar uitkrijt , dan dat hij zoude tocgeven , dat *ij slechls voor hem en zijns gelijken onverstaan- baar zijn. De derde Soort eindelijk, bet Quartet, dat alleen
dien uaam verdient, is een imui jksluk, waarin de vier instrumt-nlen , voor welke het geschreven is, de hool'dide'e, het zij met veranderingen, trans- position, imitatien, enz. of zoo a\s het is, afwis- selend X'oordragen , doch zoodanig afwisselend, dat iedere partij op zich zelve slaande , een min of meer verstaanbaar melodisch geheel uilmaakt., welk geheel echter wederom zoo zeer met de overige parlijen eamenhangt , dat eerst door de gezamenlijke uit- voering der vicr partijen het hoofdgeheel (men ver- geve hel nieuwe woord) verstaanbaar wordt, Het is een vierstemmig gezang voor instrumenten , en on- devscheidt zich alleen daardo'or van hel vierslemmige gezang voor de menschenslem , dat het ook mecr in» gewikkelde en kunstrijkere gedachten bevatlen kan , dan het eigenlijke gezang : immers passen zulke ge- dachten meer voor instrumenten , dan voor de menschenstem, Eigenlijk tis <ius een Quartet niet v«n
|
||||
(7)
van een vierstemmig gezang onderscheidcrt, daar ie-
der compouist den vorm en den aavd zijuer gedach- ten moet inrigten , naar den aard van het instru- nent, voor helwelk hij schrijl't , en dus pok naar den aard der stem van den meusch, Het Quartet tednogt iederen stijl; het sluit even min het palhe« tische nil, als bet verhevene , en de melancholic behomt even zoo wet tot deszelts gebied , als de vro- lijkheid. Bij voorkeur echter verkiest het Quartet den meer ernstigen stijl, hetgeen een naluurlijk ge- volg schijnt te zijn van de kunsl , welke deszelfs bewerking vereischt. Dat lot het schrijven van een £ocd Quartet kunst, groote kunst vereischt wordt, blijkt reeds uit het kleine getal goede Quartelten, dat wij hebben: (klein namelijk , in vergelijking met de koncertanle Quartetten) en voor hem , die zicb. nog beter daar van overtuigen wil, blijkt dit uit de ontleding zelve van zoodanig pen Quartet. Het spreekt eveuwel van zelf, dat men die kunst niet bespeurea moet, daar het Quartet dan ophoudt kunsirijk it ■iJB| en daarentegen gehunsteld is. Hiviii Was de eerste , die Quartelten schreef,
Quartetten , namelijk, in den zoo even gegevenen ei- genlijken zin. Zijne Quartetten zijn en blijven nog altijd onovertreffelijk, schoon menig een misschien die van anderen , waarin een meer ernstige geest beerscht, verkiezen kan. M o z a b t volgde hiidii voorbeeld, en getuigt zelf, dat hij van dezen geieerd heefl, hoe men een Quartet bewerken moet. Ook A 4 m o- |
|||||
'
|
|||||
lomi) Quirfetten behooren Ondef de schobsnste
voortbrengselen van de genie. Over hel algemeen heerschl in dezelve meer ernst en verhevenheid van gedachten, dan in de werken van HAvis, ■wiens karakteriserende trek jufst in zijne opgeruimd- heid te zoeken is , schoon hij ook , wanneer hij wil, verheven, ja zcli's palhetiscli zijn kan. Buiten de twee evengenoemde groote mannen zijn
ANDREAS en BIHHtll IOHII1G, H A E N S E 1 ,
TAN BEETHOVEN, FESCA, SPOH1 en ONSLOW de beste componisten voor Quartetten , bovenal "ech-
ter de vier laatstgenoemden, onder welke fesca en onslow in ons land wel het minst bekend zijn. Daar zij echter beide uitslekende werken geschreven hebben; kan ik mij met onlbouden. den liefhebber der Quarlelniuzijk op dezelve bijzonder opmerkzaam te niaken. Met de werken van o n s l o w , welke geheel nieuw zijn, ben ik zelf nog niet genoegzaam bekend, om dezelve te karakteriseren. Wat eehter die van fesca betrrft, daarin heb ik volkomen bevestigd gevonden, de uilspraak van den groolen cakl habia von villi, welke dezelve voor- treffelijk kenschetst in een stuk : fiber die Tondich- tungsweise des Herrn Concertmeisters fejca, in CarUruhe QAttg' wlusik. Zeitung 1818, bladz. 585.) en wiens woorden men gaarne hier ingelascbt zal rinden. Deze karakteristiek had eigenlijk in eene Boot behooren geplaatst te worden; dan daar lange SOtcn dikwijls door zekerc soort van lexers bngele- ceo
|
||||
\
|
|||||
( 9)
■en over het hoofd wovden gezieii; neb ik beler
gcoordeeld aan de schoone' woorden van *EH» eene [duals te geven in het corpus libelli. llerr f i s c i," zegt hij , ,, ist ganz Herr und Mei-
,, s/er ri'Se'r das, was cr riuszusprechen untirnimmt. ,, jVl o z a n T u/jd Haydn waren ;'Am fofbilder im ,, edten Sinne, vfie es dern wahren Kiinxtler ziemt f i, und ipie iiberhaupt nur alles Fortschreilen in der Kunst sich erzeugt; durch den iiussern Anstoss, der ,, Funken -weckt , nicht giebt. Sein Sift und die ,, fVafil seiner Melodien sprcchen FFeichheit und ei- l, nen geaissen tarlen Schrnelz der Empfindung aus, ,, der, heinesivegs der Kraft ermangelnd, ihnen ei- ,. nen eigenthutnlichcn Iieiz eerlcifit. Herr nsct ,, hann selir heiter, ja tvilzig werden: aber tin tor* herrschender Ernst is cvenigstens dann in der Wei* ii tern Ausfiihrung unverhennbar. Er ist sorgfoltig und reichwu'rzend, beynahe wie srnHi, ohne sich >> in dessen oft erlialene Schwermuthigkeit zu ver- ,, lieren. Er rnodulirt of I sif/arf und scknell, fast ,, wie beethoven: aber er fiihit zu tveich, um ,, es gleich diesem tu eiagcn, tins unteraartet mil hilhner Riesenfaust zu pachen und blitzschnell. &~ ,, bet- einen Abgrund scliwebend zu halten. Seine Arbeiten bezeichnet eine gewisse i>crslandliehe Be- sonnenheit, die, mi.t Tiefe des Gefilhls gepaart, n Trqckenheit oermeidet und eine ungemein schb'ne ,i Haltung des Charakters des Ganten svixohl, als ,, der, dasselbe construirenden einzelnen Thtile zur X 5 ,,/«* |
|||||
m
C lo)
,, Fo!ge hat. Er entwicke/t seine Ideen tdar und
mannigfallig , die vier Stirninen sind selbststan- dig, und a>enn hin und wieder er den Vorredner (die erste Tioline) ettvas glanzender behandclt: M so geschieht das Ueineswegs auf eine so uberwie- ,, gende fVeise, dass die andern Stirninen nur xu t, dienehden berabsanken?'' Ik twijfcl niet , of deze fraaije karakterisliek zal
den beminnaar van Quartetlen op die van fesca regt belust maken, en ik durf hem beloven, dat hij de moeite , die hij aan derzelver goede uitvoering zal besledeu, en die niet min is, rijkelijk zal be- looud vinden. Doch ik keer tot mijn eigenlijk on- derwerp terug, Ilet ware denkbeeld van een Quartet eens be-
paald en aangenomen zijnde , zal men toestemmen, dat de volgende regelen bij de uitvoering , zal dezelve wel gelukkeu , niet verwaarloosd mogen wovden. . 1. Men stemme de instrumenten zuiver. Volko-
r.ien zuiver te spelen , is zeer moeijelijk ; moeijelij- ker , dan velen zich verbeelden, en men vindt dik- vijls virluozen, aan vr'ie.v spel dit eerste vereischte onlbreekt, waaneer ook al niet in die mate, dat een minder geoel'end oor dit zoude kunnen bespeuren. Uit hoofde der moei jelijkheid van zuiver te spelen is het dus zoo veel te noodzakelijker, dat de in- , gtrumenten voorai voikomen zuiver fieslemd zijn. > Met dezen regcl staat in een onmiddellijk verband de volgende. , 11* |
|||||
\
|
|||||
C n )
II. Men be'jeere z'ch , om volkomen tuiocr te
fpelen. In vele Quarletten, (en in vele anderc wer- lten over bet algemeen) oiitmoet men dikwijls on- gewone en snelle oveigangen van tten e'e'nen toon, in den anderen. liel is onverdragelijk , wanneer deze overgangen niet volkomen zuiver uilgevoerd ■worden, gelijk in het algemeen de ouzuiverheid van bet spel het genot vevbittert. III. Men legge tich er op toe, orn eenen schoo*
nen, vollen , ronden toon uit zijn instrument te ha- len. Deze rtgel raoet door alien even zeer in acht genomen worden , daar het Quartet uit de gelijkheid van tpon en krachl der vier partijen niet slechu een groot deel van zijne aangenaamheid ontleent , maar zelfs deze gelijkheid door den aard van het Quartet gevorderd wordf, als waarin, eigenlijk gee* ne der vier partijen gezegd kan worden boven de an- deren te domineren. Wanneer men eeu koor wil zin- gen, zorgt men er wel naauwkeurig voo'r, dat de Te- noor niet den Alt overschreeuwe , enz., dewijl in een koor elke der vier partijen even belangrijk is en dus even duidelijk moet gehoord worden. Het Quartet is, gelijk ik reeds zeide , niets anders dan een koor, ea de hier bedoelde voorzorg is dus even noodzakelijk. IV. Men houde tich slrikt aan het voorschrift
van den Componist , wai de bijzondere teekenen van de eoordragt betreft. Over dezen regel wil ik eenigzins breeder uitweiden, daar menig een zich aan de voorschviften van den componist weinig stoort,
|
||||
(13)
|
|||||
*tt»ort, en gelooft, dal hi), wanneer Stechts de nooten
gespecld worden, dezelve i;aar eigen goedvinden voor« dragen , en versieringen aanbrengen mag, zoo veel , en waar hij wil. De verachtelijke en al meer ea nieer veld winneude mode van le versieren bederit jncestal liet genot, dat een werk, voorgedrageu zoo als het slaat , verschaflen kan. Er zijn trou- ■wens compositien, welke daarnaar ingerigt zijn , dat ledereen ze versieren en voordragen kan , zoo als hij verkicst, maar vvat zijn dat ook vour com- positien ?! Men gelooft vrij algemeen , dat men in de versieringen zijnen smaak kan aan den dag leg- gen; maar ik beweer, dat hij, die een goed work door sieraden en bijvoegselen wil verlraaijen , den geest van dat werk niet gevat heell, en inisschien *rel niet valten kan , terwijl hij nog bovendien zieh verdacht maakt verwaand genoeg te zijn, om zich te verbeelden, dat bij het beter weet, dan de com- ponist zelf. Het is pligt van ieder' speler, hij mag vivtuoos of een kvuk zijn , den wil van den com- ponisl als de hoogstir wet te eerbiedigen, en de over- treding van dezen pligt , is hoogverraad tegen dea componist en tegen de kunst. Het is overbodig te herinneren, dat ik hiev alleenlijk kunstwerken op. het oog heb. Vele spelers, vrclke zich den grooten naam kun-
tlenaar loeeigenen , achlen zich verheven boven dien pligt, en aan de zolken is, plat uitgedrukt, wel gi:cuc zali le strijken. Vele andcren echter, kenneo wel
|
|||||
(
wel dien pligt, maar handelen niet daarnaat', en
staan gelijk met die goedhartige menschen, welke, wel is waar, eerbied gevoelen voor den Godsdienst, maar niet naar deszell's voorschriften leven , het zij om dat zij zich niet de moeite geven, dezelve in al derzelver kraclil en waarde te leeven kennen , of ook dewijl het him aan het vermogen ontbreekt, om dezelve in toepassing te brengen, Voor dezen kan het van nut zijn , de navolgende regelen te leeren kennen. a), Al de noolen , waarover een hoog £/*"""*%) staat,
moeten in eene streek uitgevoerd worden, en men oe- fene zich zoo lang , tol dat men dit kan doen. &). Het staccato, ligato enz. ₯ moet naauwkeurjg in
acht genomen worden. c~). Wanneer er piano, sfarzando, crescendo, dolcet
forte. , fortissimo , pianissimo, enz. , voorgeschreven staat, is het niet voldoende , dat zij, die begrijpen de accompagnercnde partij te hebben, die teekeni eerbiedigen , terwijl hij die gelooft voor dat oogen- blik de hoofdpartij nit te voeren, zijnen gewonen gang gaat. Neen '. alien, zij mogen accompagne- ren, of geaccompagneercf worden, alien moeten die teekens sliptelijk in uitvoering brengen. De mee- ting van den componist wordt niet uitgedrukt , wan- neer niet alien even naauwgezet zijn in het in acht nemen van dit moorSchril't. En evenwel wordt daar- tegen zeer ditwijls gezondigd niet alleen , maar wan- neer dan het werk van den componist, wiens mee- ning of in het geheel niet, of valsch uitgedrukt is , I niet
|
|||||
' »
|
|||||
C '* )
niet behaagt, dan volgt de magtspreuk : ,, dot it
leelijk .'" Wanneer men dezc regelcn naauwkeurig opvojgt,
dan zal men al ras derzelver nut inzien. De eer« sten zijn duidelijk en in het oog loopend; de laatste echter gaat'mij te zeer ter harte , dan dat ik niet nog nader zoude aangeven , hoe de daarin opgenoem- de en dergelijke teekens behooren ttitgevoerd te wor- den, vooral wat het dolce, het crescendo, en het tforzando betrcfl. Dolce is minder zacht, dan piano, en heefl een
geheel ander karakler in de uilvoering, gelijk ook reeds het. -woord aanduidt. Dolce heteekent zoet, , liefelijk; piano daaventegen tacht. Wanneer dolce ais gtaad van zachlheid genomen wordt, is de op- klimming aldus: dolce, piano, pianissimo; doch ei- gentijk is dolce volstrekt geen teeken voor zachtheid , schoon deze in de zoelheid en liefelijkheid opgesloten is. Men gebruikt voor zachlheid, in minderen graad dan piano, de woorden sotto voce, mena voce, met halve stem, en de opklimming is: metza voce, piano, pianissimo. Wanneer hcl woord crescendo of ook het in de»-
telfs plaats gebruikelijke leeken «=?*:;, voor- komt, moet icder spelcr vooruit zien , ten einde te
ontdekken, waarin het crescendo uilloopt. Is, bij voorbeeld, het einde een fortissimo; dan moet bet' crescendo met (Beer kracht aangroeijen , dan wanner het in fqrte of in piano enz. eindigt, opdat er in den
» ■
|
||||
(x5)
den overgang van het crescendo , op het forte, fortif
si mo , of piano enz. geene ongelijkheid plaats grijpe , met opzigt lot de Israelii, welke allengskens in de uilvoering van het crescendo ontwikkeld is. Van den anderen kant, wanneer het woord decrescendo of het daarvoor in zwang gebragte teeken ^^=- vooi'» komt, moet diezelfde voorzorg gebruikt worden , ver-
mits de toon veelmeer moet afnemen, -wanneer inea op een pianissimo komt, dan wanneer slechls een pi- ano het einde van het decrescendo is. Soromige componisten schrijven ook diminuendo,
in plaats van decrescendo. Beide woorden hebben de« «elfde beteekenis. Er zijn echtcr menschen, welke onder diminuendo verstaan, niet slechls, dat de hracht van toon , man- ook dat de snelheid vermin- derd moet worden , en zij verwisselen dus diminuen- do met calando, moriendo, rahntando enz. Het schijnt mij toe , dat het woord decrescendo alleenlijk dan gevoegelijk zoude kunnen gebruikt worden, wan- neer er een crescendo voorafgegaan is, terwijl men zich van diminuendo zoude moeten bedienen, wan- ncer zulks geene plaats gehad had. Voor het overige moet er naauwkeurig op gelet
worden, dat het crescendo, decrescendo enz. door ie- der der vier spelers altijd in denzelfden graad vaa aangr'oeijen of afnemen wordt in toepassing gebragt, *n dit volgl reeds uit hetge;*n boven (onder n». Ill), in het algemeen van den gelijken graad van kracht gezegd is. Het
|
||||
Het sforzando sf. is ook dikwijls een steen de»
aansloots, even als he), rinforcendo of rf. , en men cliijnt het zelfs omtrent de beteekenis van deze beide wnorden, of liever van de daarvoor gebruike- lijke teekens , sf. en rf., niet regt eens te zijn. Somniigen zijn van gevoelen dat rf. heUelfde betee- kent als crescendo en sf. daarentegen niels anders bednidt als decrescendo en zij lezen dan , wat het laatste bclrcfl , niel sforzando , -maar smorzando for- te ( 1 ) (als het ware , het forte uitblusschende). Te onregte echtcr, naav hit mij toeschijnt. Mijns in- riens moet Jvet tee-ken sf. gelezen worden sforzando en niet smorzando forte, en wat de betcekenis aan- gaat, geloof is, dat beide rf. en sf. helzelfde uitdruk- ken , namelijk , dat die nool alleen, waaronder dezel- ve gevonden worden , met grootere kracht moct ge- speeld worden, dan de voorgaande en volgende noten. Wil men evenwel een onderscheid inaken tusschen bei- de woorden, dan versta men door rinforcendo, cres- cendo van e'e'ue noot; en door sforzando, forte op ee'ne noot, door middel .van eene slerkere drukking op dezelve , waarvan dan het decrescendo dier noot, een aatuurlijk gevolg is, Daar echter rf. dikwijls 6n- der een zestiendcel of zelfs twee- en dertigdeel enz. .gevonden word!., zoude het crescendo op die enkele noot dan wel uit -te diukken zijn ? Men
(l) Zie kalkbrbNHERS Ttieorie der Toakumt,
(Be/lijn bij a u X M E l) ie detl tladz. n. |
||||
C'7)
|
||||||
Men zal mij misschien tegen-werpen, dat, voor di«
beteekenis , vrelke ik hier aan het woord sforzanda geef, het teeken fp. gebruikt wordt; doch, mijns bedunkens heeft dit teeken eenen anderen'zin; dien namelijk , dat die noot in den beginne sterk en ler- slond daarop zacht mod gespeeld worden, zonder overgang door middel van het descrescendo; terwijl daarentegen wanneer het sforzanda gemaakt wordt, bet descrescendo onvermijdelijk is, gelijk men, bij de uilvoering, duidelijk bespeuren zal. Wanneer nil dit rf. of sf. voorkomt, maakf hot
een zeer groot onderscheid, of er een forte, dan wel een piano voorafgegaan is, en men moet zick zorgvuldig in acht nemen, dat men ia het laatste ge.val in- de uitvoering dicr teeken* niet diezelfde krachl aan den dag legt, als in het eerste geval, daar over het algemeen, de meerdere of raindere kracht altijd in betrekking staat met hetgeen vooraf- gegaan is, en met hetgeen volgt. Dit zijn min of meer die regelen welke ik, hoe
zeer ook bij alle muzijkstukken, vooral echter bij het spelen van Quartetten -wenschle in acht genomen te zien. Zij bevatten geene nielswaardige kleinighe- den, hoe zeer zij misschien bij het lezen, eenigen ichijn daarvan hebben mogen: een goed quarletspe- ler zal steeds naauwkeurig op dezelve lelten en zich niet v,eroorloven, van de minste onder dezelve een. haarbreed af le wijken. Ik beken nogtans , dat het Biet zeer gemakkelijk is , al die voorschriften naauw- B keu-
|
||||||
*
|
||||||
k«urig'op fc vojgen 5' ma*r *nr»**! Bi«t» Ate A*oeijeIi)k-'
k*id■■ voov >de>'B«rgfierighieid'!tei -pvikltel versirekken , am ne ,ti hoveii ie ' LctmOTl'?'';; .n\ tiii-mi i»d . ■■ i Vooni bet. overigeis spreekt het -vpeli van '»elf ,
dat het naauwbciTrigsto v/aai'nc-roen van al deze r*J geleny vopuziohwzettfi npga gfeen :sp«i vol geastert ge* li<tel i<i>j>Veverb-Mem'4»c! -lie >sj)«ldr zijne voordra-gt- net Ue* :©d*litb r.gevpeti-bezielenJ'kiani, daarover kunnen gL'c-im vom-sahrit'teoy ftoch (randleidingen medegexleeld worden. ■'».-< A .-ficqwd ji:!. i. . , , ] ihj«»lia sfa .«-..' sjegfft , tiuQMiMV'yrj sdHninSEi RTEisHTwrfci
d:>U I'nun iisun »i > , s.1 nejigaglietoo'' iini»^ re*9 H«<
»t=isfil )-<i! hiWj.IIMAS, at jifciavj*!** J)e; V^itnd'9^!*1 het ilar^rs^tfi'Wfeftoi*'nienV'tfe'iii
belaftg*ijk!'VeMiei ' gtfledJn , fodr atttfn'tood- rati' *Wl c«fi tis^VityheVr *WiFx % jflfMK? 'Mfj veiMieW "in 'ofit lakrf tt'eeF'BSte'rtd-'« #d^aen'}'Vn"v?}j afcWtyAffbil^ 'nit1' dien hoofde verpliciityj'iinzi;" lez'ers hfer; cfen8kdrt'te1* vtrtsbiei^gt'3 ₯Mr dftn c6mp,onisl*,t<s'1giVetti, uitDuitWche dSagbl'i'tfetf'ge^vbkk'eni^'^''^'i^"1" nf'c i'tf J;>" »« D«,"B*rbtt,:Vy N'"'iJi*;,rr*|iiKefz<Trli5k; Kfcninklrjk*
OostentJjk Sta*tskanee1ai'ij-Ra"«,d,r»ffddeii van de Rus- iische Orde van Wladintif' eft'van de' Sicil'iikn»che Orde vatl Tver diensten ,: was den ien Febi'ilaHj 1779 gfcborcti.' 'Reeds 'als kn4iip?!vfti» h*t zijne aange- ttaamsfe'' bezigheid , oiri;,,wetltiidende- akkeofdeh' op hit- kliVier7 trp'-te lockeft;'iiij-^rad deze iuieht''«ie* *r o »-a ttlt'x g^ftteen 1 Naderhand , loen' hlj'i eta wcl -, I '-» al-
|
|||||
^ j
|
|||||
C 19)
sflleMt v*h titjne rtoeder, ondervrijs dp dal itfstru«
m'ent ontviug j! OnWik'kilden zijn uitsteKehde aanlcg en zijn muzijkaal gehettgen zich bijzonder snel , wel dr&'hoorde men' herm stukken uit symphonien Van W A Y i> m , wfetke 'hij slechts den maal gchoord had j Irie-t veel Vuurs op bet klavier voordragcri; de> blaas* itts'traniehten zocbt hij dan na te bootsen , door met den niond te fluiten, en tot versterking van de har- ihwie,'liet hij zijrte rJrbeders en zustcrs in de hoogte eti laagte vai> h'et sfuk akkoorden aanslaari , welke hij ihet zijne kleine handjes nog niet bereiken kon. Op de zeH'ds wijze'speelde hij toen kerkelijkmuzijk , -wel- IK" hij ex tempore componeerde, eri - waarop hij dik* 3 H*ifls de zonderlingste woorden zohg. '* ?>T6en hij de jongelings jaren nader bij gekomen
^as, ging hij van deze veel belovende kinderspelen
over tot rater Junnarae vindingen, eenige aange-s
tiame werkcn voor het klavier en verScheidene klei-
fie kantaten spairden reeds toen de verwachling diei
men van hem ' koesterde zeer hoog. Evenwel volt*
deed zijhe rooed'er niet aan zijrteri vui'igen wensch
6m onderwijs in ' den generalen ba* en in de com-
positie te genieten, uit vrees dat" zijne hartslogte*
fijke liefde voor de toonkunst hem hinderlijk zo6
kunneri zijh in de verdere ' beschaving en uit-
hreiding van z'ijhe overige bek-svaamheden; en eerst
fang daarna werd zij daartoe overgehaald, door eeneh
brief, vrelken hij haar schreef,'en waarin hij haaf
d« n-wederstaaBbaaViW gronden voorhield. De be*
B a left"
|
||||
kende a u e»c h t si e ae t a werdrnu .jfijn leermeej-
ter, en VoM kbdfft een del" ijvaisigste, leerlingen, ran dezen door kundigen man. ;, ' -ub ' r*>j Van dit tijdstip- af aan offerde; hij ieder, opa;en-
blik," hetwelk niet aaa zijne studjefi ,,.en naderhand aan zijne amblsbezigheden gewijd was, aan zijne ge- lielkao,sde Zaaggodin, wier diensl hij zoo gaarne. tot zijne eenige , aUhans hoofdzakelijke bezigheid zou- de gekozen hebben. Maar bet lot had hem eene, ndere bestemming aangewezen, en zijn levendig ge- Toel yoor eev en plicht vuurde hem ten sterkstef aan , om zijne ambtsverrigtingen met inspanning van, al zijne, inderdaad uitstekende vermogens en >be-j kwaamhcden waar te neinen. Zoo gebeurde het, dat. de tijd dion hij aiid°rs aan de rust en d* uiispauning had moelen besleden, maar ^l te, diiwijls aan mn-., sijkale Mrerkjaamheden gewijd werd. -;Daar zat.hij, dan geheeie nachten door, in eene vufige vcrrukking, %»n geest, met fonkeleiide oogen eo .een hoog klon- pend hart. Te vergeel's bad zijne bezorgde family hem, dat hij zijne , buitendien. zwakke, gezondheid meer mogt sparen ; eene Ijartstogtelijke liefde voor de, kunst verijdelde cchter steeds tie uitvoering van zijne j'oornemens om zich in acht te nemen,,; allengskena rerdween bij »ijne: afmattende inspanning , de hel« dere en zich altijd gelijk blijvende vrolijkhcid van: sijn kinderlijk gemoed, en wel dra bezweken ook zijne. ligchamelijke krachtea , -welkc anders , naai" zijne ja- f*n, in vollen bloei hadden kgonen staan. Hij
|
||||
C« )
|
|||||
Hij schonk de pavo'gende tverken aan de muzij-
kale wereld , waarvan dicgenen, ireike met een * geteekeiid zijn, nog niet in het licht zijn gekomen; i). * Eene phantasie en polonaise voor het k!a-
vier , met accompagncment van het orchest. Dit stnk we I'd in 1817 door Jonkvrou-we HOHimtn rnees- tevlijk uilgevot-rd in een koncerl van het gezelschap der Musikfreunde des osterreichischen Kaiserstaates , Wiens medelid hij van deszelfs oprigting af aan ge- weest is. a\ Vierentwintig preludes en fugen voor het lla-
vier , opgedragen aan Z. K. H. den Aartshertog & 4- dolph van Oostenrijk. Deze zijn in 1814 bij pie IJ E 1 in Parijs iiitgegeven ; de Fransche aankon- diging zeide over dit werk , dat de componist in hetzelve de voile kunst van den contrapuncl, en de klavierspcler" geleg-nheid vinden zoude zich te oe- fenen in moeijelijkheden ran den verschillendsten aard. 3}. Zcven sonaten voor het klavier.
4). Vijftien werken; variation op verschillende the-
mi'i, gedeeltelijk met, gedeeltelijk zonder accompa* gnement. 5). Eene sonate en een marsch voor vier handett,
6). Drie capricen voor het klavier.
7). T-waalf exercices in den vorm van Schotsche
dansen. 8). Verscheiden Duitsche en Schotsche dansen.
9). Drie QuartelteoPvoor twee violen, alt en has.
B 3 ,0). |
|||||
C 32 >
,j 10). ♦■ Eene andante voor drie Unite n.
* Ii). Zevcn en tachtig llederen, _ ■
; . ,ja).;* Zes gezangen van t a m p i t e to d <j u A. .-,, ,
|3). Twee duetten voor het gezang,
l4).- Een en derlig vierstetnmige gezangen , vaa
"*elke ev nog e'en in ms. is. , . , - : lb).. * Een koor: der Wanderer ijrf Walde. ,,,t
j6). * Vier k.o£en op geestelijke teksten.
. Hel getal en de inhoud dezer werken leveren een be-wijs op, van de opoffering van tljd , welke zij don tomponist gekosl hebben, en welke tiij aan de zorg yoor zijne jgezondheid had kunnea besteden. Hjj Beit' bjceft zekerlijk wel ingezien, hoe veel nadeel hij zich zelven berpkkende., ofschoon hij geen' moeds genoeg had, om helzelve, met opoflfering van zijne »angenaamsle bezigheid , .te. ke,er fe gaan: althans , door een treurig voorgevoel aangedfran, heefl haj reeds voor ,zes jaren, na devpltoo'jing zijner fugen inter dan eens geuit, dat hij zich zelven daarmede eon gcdenkteeken heeft willen stichien*, ,...,,. Gedurenile zjjne laatste ziekte vermeerderde de
hem aangeborene aandoenelijkheid (ifritabiliteit) der Zenuwen zoodanig , dat zelfs de zachte tonen van zijn klavier voor hem een. onverdragelijk gedruisch waren. Slechts met veel moeile kon men hem ov,er« .halen^ otnftrypor het instrument te gaan zitten ". doch de lust en krachten waren verdwenen, hij leidedc kunsl geoefende. v.ingeren, om bet ,-akkoord aan te »laau, slechts uilgespreid. °P^fcc toetsen nedeir, zon- der
|
||||
dcr die eventrel jnair benieden 4c driiSJcen. In zijn«
laatste ijlende koorts , tw£e<_ dagen vddr zijnen dood , hield de herannering . a»w de,i J^boon^ mvejifvan het kunstgenot den vliedeflden geest nog eenige oogen- blikken terug,; hij zong,.cn scheen,eeiv orchest te di- rigerenj nu namen zijne gedachten en zijn, gevpej een* anderen keer en, zich reeds verscheid.en wanende , ricp hii met eene zacht klaeende stem zith. zelven achterna : il avoit le cocur noble, le talent doux. Al» staatsdicnaar uitmuntend , door groote be-
k-waamheden en onvtirhiocide vlijt; als klavierspeler nitstckend, door eene-buitengemeene Vaardigbeid en naauwkeurigbeid ! als cwffvponisl hoegs!, terd.ieaslcjijlkj door geest en sludie; als mensch eindejijk 5e,erbied" waardig, door rdelaardigheid van gevoelens en regjh. ichapenheid in handelingen; -werd hij aan -ajjne hen} teeder minnende familie en aan zijne tre.urendft YSJ^flp den, op den 16 April 1818 j in deh bloei van de» ttannelijken ouderdom ontrukt. . ; Het navo'.gende gedichl, is van eene onJbckende,hand
tiit Praag, aan de achterge:bl<tveneH'aroil»e 1 V*u.den overledenen ioegezonden. | ; tA-Aa -nm i ;-. »-■ : I "111 .. >,.' 'Jab .' f!'»K 04l«lf|
. sIlftH ftthttin<i , *' - ,:;,»'.
■-4 < -%h.'0 n't''- ! mi i.lfii'd H"iii<ij' " at Si
»i I . fbniw iwiDj la 1 I . 1-hU ■ . ; ' ■ -
B 4 DEN
|
||||
C*4)
DEN MANEN
des
BOOHBEGABTEN KUNSTLERS
und misers
VEHEHBTEN FREUNDBS,
IflCLAS, FREYHERRN FON KRUFFT;
K. K. Staats-Kanilejf-Rathes, des rassisehen
VFLadimir-Ordens und des sicilianischen
Ferditnsl-Ordens Ritter:
in tiefer Ruhrung getveiht.
So fviih verschwunden , theurer SSnger ?
So friih der Kunst, der Welt enlviickl!
E» weilt der zarte Geist nicht langcr,
Von Erde, Raum und Zeil gedriicltt.
Die Leyer is mit Flor umhangen,
Denn nimmer riihrt der Meister sie!
Sie weckt mir nicht mehr stilles Rangen
Mit schwermuthsvoller Melodie.
Sie wird mich nicht mehr aufwarls schwingea
Mil frommen, zarlen Himmelston.
Sie wird mir nicht mehr Freude singen,
Denn ach! der Meister schlummert schon!
So ruhe sanfl , entseelte Hfille ,
Dein Nachruhm bliiht im hellen Glanz , «
Und dieses Bliimchen wind' ich stille
Ju deiruin reichen Lorberltranz.
De Red.
JO-
|
||||
JOHA.NN MCOLAUS FORKT51,
Den ao Maart 1818 slievf te Gottingcn johaum
kicolaus kbiU) doktor der wijsbegeerte en direkteur der muzijk aan de hoogeschool aldaar ( in hel negen en zestigste jaar zijns ouderdoms. Hi) was veel meer bedre.ven in de theorie der
toonkiinst, dan in deze kuust zelve, voor velke hem de natuur genoegzaam als eene stiefrootder had uit- gerust. Zijne theoretiscbe werken daareutegen dra- gen volstrekt den stempel der voitnaakthrid, en vooral is zijne geschiedenis der muzijk een iuec«- lerstuk. Zoodanig een wevk kon hij wcl is waar, alleen
te GSttingen schrijven , waar de zoo uilncmerid voor- trei'fe'ijke en uitgebreide bibiiolheek hum aUe liu!p- middelen aan de hand gal; maar 0111 het getuel in orde te schikken , de muzijkale semelog aphit der Egyptiers, der Grieken, Romeinen en Joden, vaa baren oorsprong af , tot aan de* tijd der niinnezan- gers toe, op te delvea en in den hedendaagschen schrijltrant voor te stellen; Zie daar de onmeeta baar groote onderneming, welke imkji, het cerat begon en welke hem onslerfeiijk maakt. Fo&Klli gaf dik-wijls, «n vooral in de voorrede-
▼ an het ttveede deel zijner allgemeinen Gcschichte der
Musik, zijnen afkeer te kennen van het onvraardige
misbvuik , hetwelk in onze dagcn, helaas! maar al te
B 5 dik-
|
||||
(*6)
dikwijfs, van de toonkunst gemaakt wordt, wicr ei*
gcnlijk "doel toch geen ander is, dan om edcle ge« voiilens in den mensch te verwekken, aan te kweeken W te onderhoudeit. Hij slelde zich den groolcn johaii siitiTUli
bach, wiens -werken wel niemand beter wist voor te dragen dan hij, ten voorbeelde. Men heeft hem, en met- te onregt, gelijk wij,
nit' Hefde tot de vaarheid , moeten bekennen, 4 0
beschiildigd; dat hij haibk, mozart, bbet-
UovEK en zelfs stircK te eenzijdig beschouwd 'heeft. lnlnsschen is dit gebrek , aan zijne voorin- genomenheid met bach toe te schrijven, en meet nog aan het denkbeeld , dat hij omlrenl de kunst lelve koesterde. Eene foul tegeh deii zaiveren [stijl (reiner Satt) bragt, hem zoo zeer uit zijne Iuim , dat hij zich zelven niet zelden vergat; en men heeft *elfs gezien, dat hij in ecn gedrukl exemp'laar van fen der wei-ken van bach, met veel moeile , de onderste verdubbeling der oktaven in den bas , uit- krabde ; zonder te bcdenken; dat acht-'en zestien-. voetige orgelpijpen, en zelfs, dat de altviool,' de vio- loncel en de contrabas j Tvanneer zij {e' zameh gaan, oit h'oofde haver ondei'Scheidene hoogte en diepte, oktaven uilmaken. »! Maai-, verhinderen vrel de vlakten in de , het
heelpl koesterende zon; dat zij verwarirnt' en de vruchlen der aarde doet uitbotten, l groeijen en bloeijen? |
||||
(*7)
|
||||||
In de laatste jaren beklaagde hij zich dikwijls
en ernslig, over de al meer en meer toenemende yoovingenomenheid der Duitschers met de GuRar- ve der Italianen en Spanjaarden. Er zal nu vef i, zoo ligt geen einde koruen aan het schertsen met de kUnst >" zeide hij ,<, en wel dra zulleti wij §e~ j, brek hebben aan goede klavierspelerl," FoaKEfcs-wijze, om onderwijs in het klavierspel
te geven was en: bliitt annavolgbaar, wij beroepen ons , le dezen opzigte , veilig op al diegenen, wel- ke het gelnk gehad hebb<-n, zijn onderwijs te ge- nieten. Zijn vei-lies is derlialve even onherstelbaar voor het beoefenende gedeelle der kiinst, als voor het theoretische vak van dezelve. t Zijn ambt leverde hem slechts , eett ze<»r sober
Lestaan op. Door zijn onderwijs, zijne lelterkun- dige werken en de koncerten der hoogeschoolea bleef hij evenwel voor gebrek bewaard. Ot'scboon Foukil het huisselijke geluk niel in
die maat smaakte , als hij dit verdiende; was hij nict min een vriend zijner vrienden en een ge- trouw leermeeiter: en geen kunslenaar, die Giittin- gen bezocht, scheidde zekef van hero, zonder hem een dankbaar gevoel te wijden. Uitvoerige berigten omtrent zijne werken vindf
men in berbbrs Lexicon der Tonkiinsller. c. ft. sjoshiim,
Bi)»
|
||||||
)
|
||||||
Bijvoegfel van de Redahtie,
Hoe teer wij ook deze weinige woorden van on-
ten vriehd over den grooten torkel weten te waarderen; hadden wij echter wel gewen«cht, dat brosheiw, die foikel persoonlijk gekend en zijne werken vlijlig- bestudcerd heefl, eenigzins breed- voerigcr ware geweest , zoo wel met opzigt tot de beschrijving van deszelfs leven, hoe eenvoudig de loop van hetzelre ook mag geweest zijn, als ook met betrekking lot zijue schriflen; te mcer nog, dasr het aangehaalde woordenboek niet in de han- den van iedereen is, hoe zeev het dit ook verdient. Wij achlen ons om die redenen, ten nutte onzer lexers verpligt, aan grosheims opstel eenige mterdei-e volledigheid te geven. Fonxu, werd den 12 Februarij 1749 gehoren te
Meeder, een vrij aanzicnlijk vlek nabij Coburg. Zijn vadev was schoenmaker en gaarder der tol- len. Reeds zear vroeg deed hij veel liefde voor de toonkunst blijken, leide zich met alle vlijt op deze lunst toe , en besludcerde al vroeg het vooitreffelijke werk van mattHESou, der voilkommene Capellm meistcr getiteld. Na dat hij de scholen in Coburg en in Luneburg bezocht had; werd hij in zijn ze- ventiende jaar , praefectus van het koor te Schwerin , alwaar hij de gunst en de bescherniing van den Her- t og wist te verwerven. JDeze Vorst haalde hem o- »er, om te Gotlingeu in de regten te studeren, en hij
|
||||
( 99 )
hij vertrofc werkelijk naar. die beroemde hoogeschofll,
studeerde nogtans de rcgtcn slechts twee jaren, oh (choon hij voor tien jaren, als student in die facul- teit, was ingescbreven, De regtsgelcerdheid behaagde hem niet, hij bejloot ; zijn leven geheel, aan de toonkunst toe te wijden, en oefende zich met onver- jnoeide vlijt, zoo wel in het klavierspel, als in de muzijkale wetenschappen. In 1779 wer^ hij benoemd tot Direkleur van de muzijk , bij de hoogeschool la Gijttingen." Daar hij nu voor geheel zijn leven aan de toon-
kunst gehecht was, werd hij daardoor ten sterkste aangemoedigd , om zijnen ijver te verdubbelen, te, nicer, daar hij volgens zijn ambt, openlijk , over de theorie der muzijk cpllegie houden moest, gslijk hij ©ok werkelijk deed. Doch hij ondcrvond, hoe zeer het hem in zijne letteroefeningen belemmerde, , dat hij niet gemeenaaam was mot de oude talen, en te- vens als 't ware een vreemdeling in verscheiden we- tenschappen, welke hij in zijne hetrekkingen en bij de ontwerpen, die hij gevormd had, niet kon ont- beren; en hij trachlte dezen hinderpaal door onvcr* nioeide en aanhoudende vlijt en volharding te boven te komen, waarin hij aok volledig tlaagde. Behalve zijne akademische lessen, schreef hij rele
tn zeer belangrijke werken, waarvan wij straks mel- ding zullen maken. In 1781 trad bij in den echt, welke echter onge-
lukkig uitviel, zoo dat dezelve in 1793 gescheiden ■wevd. Dea |
|||||
/*
|
|||||
I
|
|||||||
<t 56 )
|
|||||||
s IS*i» l^ September "i^f v«i*erdVde pbifbsopnisehi
facnlteit te Gifttirigelt beta'de doctorale waardigfiefa^ ataeen Hlijk Van hoogacb<tirig'e"ri'Vahi,1de Vaai'di-t-SW| iijnef uikstekehde verdteniten. \' lii"iS6^"Weied bi) Hit ■ran de nmiijkak akademie te; Slokholra, -eta in iWii ran die van LHofntt.- ' ,nib\iv »l ».^i*«Bs.....I
Al deze blVjken van vereering' hWe z*&! oofc.K-ooi*
iijn gevocr Van <*er 'hddgst stiWb?nd ,!'v'erbe<erde'nr £«htrr niel de thin of meer onguVistige dros'tandJg'i heden in \yelke bij zich bcvond. Evenwely'daaV Hi) weinig behoeften bad J'besteedde li'ij aadzfenlijke som- Hcti aan' de Ve+grddTidg van zijne ISibfabWeek, \v<Hi k* »<Jb %«t {tf praktisic'nt;,' alk' in" theotadsfc'be' Wei'S Kki ' ecne dei-' irijkste : en1' aanzie'n/fjSste1" p'fivat* BH Wi\jthekert \i, eii daar'enboven nog feene grooie v'e^i zfrtnelirig van pdrtl'etfen van c'ompldnisten en tnuzijk* gfcfeei'deri be'vat; 'Hfj oihtdrhani' 6oK groote reizenj^db wel tot vei*
Spidering zTjriefc knndighetfen ^"alJ VdkJ om' zijne ^erzamdingen van '' kefkelijke mtizijk eii van tlieo- felische eri'gescniedku'tidige w'evken te' verrijUrn , ea fend, vddi'aj in'de bibiiolheken der kloosters in. Jfobeme, groote scbalten. De'ze rei&en'" verscnaileif hem 00k nog de perydonlijke k. rinis aan veel groote riannen als: kf'im, em. en rtitimiii each, ftA'ntuBG, K 1 h N eeh ge'e , v o G L E B en veel ante. ren, met welke hij eene uitgebreide "bi'iefwisseliug Onderhield. "' " Zi6 daar de Yoornaamste Liisonderlieden , welke
|
|||||||
C5i >
|
|||||||
tfyka
nige woorden over de vruchtea van zijnen geesfc ttggenv^ ^' , *!Fo RK'B t- opende zijne loopbaan als schrijver met
het navolgende werkje: aber die Theorie der Musik, insofern sie Liebhabern und Kennern nothwehdig and nutzlieh ist, Gottingen 1774 in 4°-> een meestefstnky? hetw>elk men 00k in c same h s musikalisches'Maga~ tin QJahrg. I. pag. 855) vinden kan. Daarop ichfeef hij musikalisch-kritischc Bibliothek (3 deelen Gotha' tyy81779 in 80.); iiber die beste Einrichtung offent-- licher Contirte (Gottingen 1779 in 4°0' genauere Be- slimming einiger musikalisehen Begriffe, (GSttingen 1780 in 4°* en buitendien te vinderi in ciami» Ma^azin, Jahrg. I. pag. xo3g). Al deze schriften , met uitzundering evenwekvan de Bibliothek, ti'jn zoo» gcnainwle programmata, Tvaarmede hij zijne jnnxij-« kale lessen aan de hoogesehool aankondigde. De mu~ sikalisch kri.ti.sche Bibliothek bevat under meer ande- ve verhandelingen, eene zeer breedvoerige kvitiek van" de o^eira^van'den beroernden bidder ciScl, Iphi- genia in Aulis, wtlke hoe zeer zij ten nadeele' van: dien componist i», do6r»laande blijken van groote geleerdheid bevat. Daarop volgde: musikaliteher Almanack fdr Deutschlarid , voor het jaar 1784,"; Leipzig in 80. Deze almanak i* nog vervoljgjd voof de jaren 1783, 1784 en 1789. Het voofnaamste doel van denzelven is de verspreiding van de kennii aaa ifeuzijkale irerken en peisoiien in Duitschland; maar te-
|
|||||||
C32)
|
||||||
tevens bevat deze historische en kritische verhande-
lingen. . Van zijn hoofdwerk: allgemeine Geschichte der Mu-
sik, kwam het eerste deel in i;88 in gr. 4°« u'1 te Leipzig bij scHvtcEtni en hettweede eersl in 1801. leder dezcr twee deeleu is nog met vijf in koper gisne.lene platen versicrd. In het eerste duel ver- hialt tUhKZh de geschiedenis der muzijk bij de oude vuikeien , da Egyptinaren, de Hebree'n, de Grieken en Romeiuen, tot. aan de tijden der eerste Keizers; terwijl in hel tweede dcel de groote vraag tjordt beautwoord: hoe de havmonie ontstaan is? Vooraf gaal eene- inleiding , vraarin de geleerde Schrij- vcr handelt over de waarde der muzijk over het aU gemeen, over haar vermogen , om het godfrlicnstigft gevoel op te wekken, over de oorzaken van het out- tardea der hedendaagsche kerkelijke muzijk, over de noodzakelijkheid, en eindelijk over de roiddelen, om dezelve tot hare yooripalige deugdiglicid terug la irengenv' * Wij kunncn de ijverige en herhaalde lezing van dit
hoogst vdortreffelijke werk , waarvan geen volk eeni- g« wederga aantoonen kan, niel genoeg aanbevelcn, en raden dezelve aan, om bij hel bestuderen vaa h,et tweode deel vooral niet te verzuimen, en daarbij telkens te vergelijken, de uitstekend gunstige recen« Sic , wclke men van dat deel vindl in de allgemeine musi.kaU.sche Ze-tung 4e< Jahrgang bladz. 87 en vol- gende, welke niet slechu een kort overzigt van dit -s yretk
0
|
||||||
>
|
||||||
(53)
|
|||||
yferk behelst, maar waarin ook de gebreken opge*
teld zijn , welke men) ofschoon slechts in eene zeer kleine mate, in fork els, dcs niet te min, over het algemeen , onovertroffenen , arbeid aantreft. Het is inderdaad zeer te beklagen, dat de dood
dezen grooten man verhinderd heeft, dit belangrijke werk , hetwelk sedert 17 jaren telkens in de Mess- katalogcn aangekondigd werd, ten einde toe te vol- tooijen, wij hopen echter , dat de menigvuldige bouwstoffen, welke hij reeds tot de voorlzetling van tijnen arbeid verzameld, en zelfs voor een groot ge» deelte in orde geschikt had, in de handen mogen geraken van eencn man, die de vereischte volhar- dende vlijt bezit, om daarvan een geheel te vor* men van ziilk een wezenlijk belang voor de kunst, liituss'chen heeft roini. nog in het jaar 1789'
een ander werk uitgegeven , hetwelk niet minder leer. zaam , dan onderhoudend is, namelijk steibaw iitBABA1! Geschichle der italianischen Oper, vott inrem Vrsprunge an bis axif gtgenwartige Zeilcn, het- welk hij nit het Italiaansch vertaald en met zeer belangrijke aanmerkingen verrijkt heeft. Een ander werk, waardoor roktti op de dank-
baarheid der nakomelingscbap met' regt aanspraak kan maken, is zijne allgemeirie Literatur der Musik oder Anleitung lur Kenntniss musikalischer Sucker , felche «on den, altesten Zeiten bis auf uns, bei den Grl.echen, Rorhern, Italianern, Spaniern, Portugiesen, Hollandern, Englundern, Framoscn uni Dcutschen 6 sini
|
|||||
1 ■
tind geschrleben wordcn; systcmatisch geordnet, unci
nach Veranlassung mit ^nmerkungen und Urtheilen beg/eitet (Leipzig gr. 8) , en met eene voorrede , A waarin over den inhoud van he.t werk , deszeli's be- werking,, over de geschiedenis van de litleraluur der muzijk en oyer hct getal der theoretische wer- ken gehandeld wordt. Oyer dit werk drukt eiiili (neues Lexicon, Art.
iojiii in 1812 uitgekoipen) zich aldus uit : Dies ware nun'aberroals ein "Werk, dessen sich.. ,, sonst keine Nation riihmen kann, was aber auch nur deulscher Fieiss, deutsche Beharclichkeit und ,, Gelehrsamkeit in der fta'he der Gotlinger Bihiio- thek ausfiifyren konnte. Nicht schritt-odeK; stufen- weise, wie es sonst jBit der^leichen GeschSften in der Well geht, sondern mil einem , Rie$en- sprung? hat uns Hr. Dr. FOiril hierin auf ein- ,, jnal der Vollkommenheit nahc gebracht, dass hiich- stens nur noch eine kleine Nachlese von Schrif- ten anzuzeigen iibrig gebliehen ist welche, ihm aber .sicher niclit entgehen werden, da ich, roir ,, Miihe gegeben liabe.,, bier manche davon aiifzn-, ,, lammeln. Wir erwarten dann, nach vollendeter Gcschichje,, einen Nachtrag von der Giite dcs Hrn, ,, Doklors." (Wat ..center, zqo veel ter onzer ken- nii is gekomen , niet geschied is.) Mancher Ton- kiinstler, dessen Kenntniss sich vielleicht nicht fiber (drey Kunstbiicher erslreckt, mochte woh! ,, gross*,' .Aiigen mac lien, wenn er in dicier Litera« >» tur
|
||||
(35)
|
|||||
" », tur 3ooo musikalische BiJchei- aufgesammelt findct.
, ,, Und sollte einn}alM,d,je Zeit kommen, wo auch die ,,, Tonkiinstler es.sich zur Pflicht machten, Kennt- ,,, njsse von der Geschichte und Literatur ihrer Kunst ,, zu erwerben ; so wird dies das erste und nolh- wendigsle Buch fur ihr Bediirfniss seyn." . Npg heeft fokkel geschreven: iiber J o H. sii. B A c p s Leben , Kunsl und Kunstwerke ; een stuk , tot ytelks vervaardiging misschien niemand, of althanS niemand beter, in staat was, dan hij. Nog verhaalt serber in het aangehaalde wefk, dat fork el al de. werken van dienzelfden sacH, welke bij K v H- KEl in Leipzig uitgegeven zijn, nagezicii en gecor« rigjeerd hceft; doch hierin heeft hij mis. Men heeft, na dat die uitgave begorinen was, wel is waar, aau fork EL, het voorstel gedaan , om dezelve voor het vervolg na te zien, niaar hij wilde .daartoe niet besluiten , daar hij vond , dat de keuze van de reeds uitgegevene stukken , met te weinig kritiek had plaaU gehad. . ,, Zijne praktische werken zijn weinig in getal en,
ofichoon zeer bondig bewerkt, van minder aanbe- lang. Men telt daaronder een Oratorium, Hiskias ge« tileld ; twee cantaten , als die Macht der Harmonic en. die Hirte-n bei der Krippe zu Bethlehem, (welke echter, zoo reel ons bewust is, niet gedrukt zijn) eenjge liedeven, klavierwerken enz. Buiten de opgenoemde werken, welke in het licht
gekomen zijn, heeft hij nog een belangi'ijk ontwerp ge- C a rornid ,
|
|||||
C56)
*orm«i, betwelk echter in de geboorte gesmoord is;
In 1794* namelijk, vbrmden eenige geleerden eri be- schermers der toonkunst te Weencnhet groote plan, om eene praktische' gescniedenis der muzijk uit te geveri , welke het vobrtreffelijkate van alle componis- ten van de oudste" tijdeh a₯, zoude behelzen. Mert deeTile' het ontwerp aan ioiksi mede, en verzocht bni zijhe ondersteuning , welke van zoo veel te mee£ b'elarig was,' daar hij uit zijnen grooten schat, vele bijdragen tot het omslagtige wei'k kon levefen. For* kkh die het gewigtige van het'ontwerp volkomen! doorzag, beloofde' met ijver daaraan mede te zullea werken. Dan, bijzondere omslandigheden deden het- lelvc in duigen vallen. Naderhand ech'te'r droe'g het tXiinst-und Industrie-cdrnptoir te Weenen de uilvo'e- ring van het groote plan aan fork el alleeh op, en deze schreef daarop' in i8o3 ecn vdor'tieffefijk prospectus van het geheele 'werk, bnder den liiel: Denkmahle tier ' musikah'scheh Kunst, von der ErftAm dung des Konlrapunkts an, bis auf die jetzige'Z'eit% gesammell u. geordnet eon 3. V. fork el. Dit werk loude' vijftig deelen in f° uitmaken en de mee'ster- stukken van ' alle sbort van cdnipositie bevatten. ' Hij werkle nu met die vlijt, welke hem zoo eigen was ,' aan de volvoering zijner taak; doch zij werd "nie"l voltooid, evenweT zonder zijne schuld, maar door eene verflaauwing van den kant des onderriemers. Fork el heeft daardoor een aanmerkelijk nadeel ge» ieden, daar hij 'reeds niet onaaiizieulijke kosten had bt.
|
|||||
/
|
|||||
(37)
|
|||||
besteed. Erenwel is de rijkdom zijner bibliotheek
daardoor aanmerkelijk vermeerderd. Zijn eenige zoon biedt dezelve te koop aan, doch
in faaar geheel. Uit deze voorwaarde kan de knnst een zeer gvool voordeel trekken, en het is te wen- chen, dat die schat in handen valt, van eenen man, die dezelve ten nutte der knnst \reet te gebruiken. CI lIDACIIIt
Onder bet afdrnkken van dit stuk, komt ons on-
der het oog, het veertiende stuk van de Zeitgenos* ten, hetwelk , onder anderen, ook eene levensbe- schrijving van tomii behelst. In de hoofdzaken stcmt derzelver sehrijver met ghosheim en ons overeen; echter geeft hij eenige bijzonderheden op, met betrekking. tot de oordeelvellingen van lOKIl omtrent andere kunstenaars, waarin hij , naar het scJiijnt, wel niet zoo zeer partijdig, maar toch wel wat al te streng en eenzijdig te werk ging, gelijk ook reeds gboshkim aanmerkt. Zoo noemde hij, om slechts e"e'n voorbeeld aan te halen, den beroem- den Abt voglkb eenen muzijkalen Charlatan, waar- schijnlijk om dat deze groote orgelspeler in zijne openlijke koncerten gewoOnlijk te veel toegeeflijkheids betoonde aan de wenschen der onkundige toehoor- ders en hen op onweders, veldslagen en wat die's meer is, onthaalde. Toen echter foikii naderhand gelegeuheid had den Abt in persoon te leeren ken- C 3 nea
|
|||||
C38 )
|
|||||
nen, Icerde hij hem hoogachten, daav hi] in vo»
* L E n den groolen geleerden en den achtenswaai-di- gen man vond, van dien tijd af aan eerde hij hem tcev, en stond zcli's met hem in eene onafgebrokene
, ti!\ i
briefwisseling.
De even genoemde biograaf deeH ons eene andere
roetr helangrijke opgave mede , namclijk van t o a-
(els nagelatene handschvit'ten. Deze opgave mee-
nen vfij onze iezei-s niet te lunnen onthouden, en
zie hier dus, welke handschi-iften er in de nalaten-
ishap van den grooten man gevonden zijn.
i°. Akadetnische Vorlesungen iiber die Theorie der
Musik , 177a. 55 vellen compleel.
a«. Ueber die Musik des 17" Jahrhunderts von
DELIA v a i, l E , iibersettt und mit Anmerkun-
gen von ioikei,
8°. Librorum ad rnusicam perlincnlium qualiscunque
collectio, facia a foukelio, Eene verzame-
ling van bibliographische aanteekeningen over
Atucoii, zeer volledige themalische atan-
teekeningen van de werken der drie backs,
van bis nba, nisni, Haydn en 111.
c a a ft d x.
4». Kommentar iiber die 1777 gedrukte Abhandlung
iiber die Theorie der Musik, turn Gebrauch aka-
demischer Vorlesungen. 4a vellen compleet.
5*. Eenige bijdvagen tot de hier boven vermelde
Denkmahltr.
6*t Yoor zijne Geschichte der Musik heeft men
nidi
|
|||||
('39 )
niets volledigs gevonden , maar alleenlijk een
kort plan over de verdeeling en inrigting van het derde dcel, benevens de inleiding, en een daarbij behoorend tabeiiai-isch ovcrzigt der Duilsche coruponisten van de lS% 17° en 18, eeuwen; voorls nog verscheidene paketten met excerpten en eenige ktefffcre verhandeliugen. Dit een en ander is wel eenigzins in orde geschikt, maar over hel geheel genomen nog zeer ruw en weimg bcwerkt. y». Versuch iiber die Revolutionen in der franiosi-
schen Musik von marmohtkl, iibersetzt and mit Aurnerkungen von fork EL. 7 vellen. 8°. Eindelijk , eene groote oienibte excerplen.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
'.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
C 4 BRIE-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(4o)
|
|||||
BRIEVE N
over het leven en de we r k e n van
s o in in i g c der voornaamsta
Toondichters,
■ " V ■ *
■"■." ■'-'■' - /
TTTEEDE BRIEF.
JQi»" » een geruime tijd verloopen, sedert ik U in
inijnrn eersten brief het leven van mozabt ver- haalde, en gij hebt lang op de beloofde karaktcris- tiek zijner werken mocten wachten. Ik zoude U hier verscheidcn redenen lot verontschuldiging mijner traagheid'^kunnen optellen, waarvan de eene niel minder ijdel zoude zijn, dan de andere, maar, mijn Viiend , ik ben U waarheid verschuldigd, en de waarheid is: dat de rooeijelijkheid van het werk de eenige hinderpaal in het vervolgen van mijnen rbeid geweest is. Ik overweeg sedert al dien tijd, hoe ik U best
Jen geest, welke mozabt bezielde, regt duidelijk voor oogen zal stellen , zoo duidelijk als ik zelf mij dien geest voorslellen kan; doch te vergeefsch. Ik kan u wi'l de wijze van behandeling der voor- naamste werken, en den geest die daarin heerscht uitleggcn, (hoe zeer ook dit reeds moeijelijk is, vooral voor den Nederlander, dien het geluk niet te beurt vail, om mozakts meesterstukken voor bet looneel te hooren, en die zich dus met het be- lt u« |
|||||
(4! )
|
|||||||
taderen derzelve uit de partitunr vergenoegen moet),
Mi jn vermogen strekt echter niet zoo verve, om u lien aard ran de genie die dit alles daarstelde vol" doenende te kunnen schilderen. Ik wil niet ontvein- ■en , dat deze be-wustheid van mijne zwakheid mijne eigenliefde gevoelig gekwelst heeft, en dat ik zelfs den moed tot het voortzetten van mijnen arbeid ver- loor; doch ik zocht mij op le beuren en vond ook vaarlijk troost in de uitspraak van den diepzinnigen VOVAlis! der wahre Leser muss der erweiterte Autor seyn. £a) Deze gedachte vuurde mijnen moed weder 5 aan, |
|||||||
(a) Onder den verbloemden oaam xotaiis, beeft de
baron frISdrich vos hardeueerg (geb. 1773, gcst. 1801) eenige boogst bclangrijke werken geschre- . Tea , waarin men even zeer zijne uitgebreide kun digheden bewonderen moet, als zijne wijsgeerige ge- nie en zijn talent als dichter. Zij zi/n na ties achrij- Vert dood , door zijne vrieaden iiici en fr, tCHLEGEL in twee deelen uitgegeven. Onder die (cbviften vindt men Fragmente vermischten In- halts, over irijsbegeerte en natuurkuude , aesteticn en literatTinr enz. In deze fragmenten komt de aan* gebaalde plaats voor. (a« deel bladz. iB5), In de veorrede van de derde nitgave van xovAi.it Schrif- ten, vindt gij eene zeer scboon geschreveue levens- icbeta van dezen achrijver , door TiBCK opgeateld, en waarin onder anderen gezegd wordt: da er sei- ner Zeit to vorgeeilt war , so durfte sick das Va- terland ausserordentliche Dinge von ihm verspre chen i venn ihn dieter friihe Tod nicht Ubereilt hatte s doch haben seine unvollendet nachgelas- tinen Schriften sthon viel getvirkt und fieli sei- 1MT
|
|||||||
(40
|
|||||
aan, tlaar it no overtuigd werd , dat mijn onvermo-
gen, om e ne daarsielling ran aiiiMls genie te geven, niet zoo zeer individueele zwakheid is , als wel eene eigenschap , welke ik met alle , of althans met de meeslen mijner kunslgenooten ge'meen htb. Ik hervatte mijne overdenkingen , om mij ten min-
«te tot dat punt te verheffen, van helwelk ik U van de wijze van behandeling en van den geest der voor- naamste wet-ken van mobabt, ieder afzonderlijk, enig denkbeeld zal kunnen geven, en ik laat het dan gcrust aan u zelveu over, om door bet onafgebrokene beoefenen en bestuderen van 'smans werken het ei- genaaidige van zijne genie te leeren gevoelen en be« gvijpen. Mijne overdenkingen hadden niet zoo zeer ten doel,
om den geest diens grooten mans nu eerst te leeren kennen , maar meer bepaaldelijk , om u met woorden een denkbeeld daar van te geven ; en zie daar het geen ik niet kan. Nogtans hebben mijne pogingen eenig resultaat opgeleverd, en dit resultaat wil ik tt dan ook niet onthouden, boe weinig het ook tot de Verzinnelijking van momtl genie zal kunnen bij- dragen. Zie hier hctzelve : Mozaits muzr'jk is louler muzijk. Ik weel niet of deze gedachte oor- proukelijk aan mij tocbohoort, of niet; maar het komt
ner grassen Gedanken werden noch in Zitkunft be-
geistern ; und edle Gemiithtr und tieje Denier werden von den Funken mines Geisles erleuchttt ' und entzitndtt werden, 1
|
|||||
(43)
korat mij voctc, dat dezelve zich onwillekeurig aaft
den geest van hem moet aanbieden, die mozarts genie naauwkeurig hestudecrd heeft. Even eens scliijnt het mij toe, dat die gedachte zoo duidelijk is, al» er eene zijn kau , en dat zij niet allcen geenc na- dere uillegging behoeft, maar zelfs , dat hij die deze uitspraak in haar gchcel niet gevoelt en begrijpt, haar ook niet doov de breedste omschrijving zal leeren gevoelen noch begrijpen. Het kan zijn, dat ik mi; bedvieg , maar ik zou dit niet denken. Ik herhaal het: Mozabts muztjh is louter rnu~
zijk! Gij zult dit, gelijk ik vertrouw , met mij uitroepen, wanneer gij zijne werken naauwkeuriger zult hebben leeren kennen. En daartoe zal ik trach- ten u behnlpzaam tc zijn. Vooraf echler wil ik u eenen brief mededeelen, dien nontt aan een' ze- kcren baron schreef, en vaarin hij rekcnschap geeft van de wijze waarop hij werkte. Dit gewaar te wor« den, kan immers niet anders dan zeer belangrijk zijnl Die brief behelst ook eenige andere onderwerpen,
welke het onze eigenlijk niet raken; maar ik wil a evenwel het geheel niet onthouden, daar het zoo vele kenmerken draagl van mozarts berainnelijk en hbogachting eischend karakler. Gij zult voor het overige in dien brief geen'. meesterlijken noch beschaafden slijl vinden , maar des te meer goedhar- tiglieid en edelaardigheid van denkwijze. De rond- borstigheid was nozui als aangeboren, en oolc daarvaa leverl deze brief niet te miskennea bewijzen op
|
||||
C44)
|
||||||||
op. Wat hozart sprat en schreef was het on-
middelbare nil vlocisel van zijn gevoel; van daar de weinige omzigtigheid in dc kenze van zijne uitdruk. kingen, Zijn gevoel was ten uilerste levendig, en even zoo waren zijne woorden zeer treffende. Voor den aankomenden componist is dit stuk niet
minder leerzaam ; terwiji het even merkwaardig is voor den geschiedkundigen, die daardoor wederlcgt vindt de wonderlijke sprookjes, wclke er van mo- cists snelheid in het werken verhaald worden. Eindelijk, eenige nilroepingen, waarin mozait
itch over zijnen toestand beklaagt , verwekken het Ievendigste medelijden met het ongnnslige lot, het- welk hem te deel viel , en wanneer iets in staat is , aan onze veronlwaavdiging over de ondankbaarheid zijner lijdgenooten paal en perk te stellen , dan is het de in ertuiging, dat de onsterfelijke toonkunstenaar zijne eeuw te verre vooruit gevlogen was, dan dat de meeste menschen hem in zijne hooge vlugt had' den kunnen volgen. Doch lees den brief; en gij zylt er nieuwe be-
weegredenen in vinden om den grooten man te be- tninnen. Zie hier denzelven. |
||||||||
>.+«+*
|
||||||||
BRIEF
|
||||||||
)
|
||||||||
C45)
|
||||||||
BR I EF ns MOZART
|
||||||||
■ ; i :> ' ■ -id ■-..:■.$
a an den Baron ran.....
sb . ' . "
Hiernevens, mijn waarde baron, zend ik n uw«
partition terug, en vranneer gij daarin, van mijne hand, nicer vensters (3) dan noten aangeteckend vindt, dan zult gij wel uit het Tervolg besluiten, "waarom dat zoo gekomen is. De gedachten in de sjrnfonie hebben mij het best behaagd. Zij zoudie evenwel hut ininste effect makcn; want daar is te velerlei in, men hoort ze bij stukken en brokken, even als wanneer men, avec permission, een* miererv- hoop beschouwtj ik wil daarmede zeggen, dat het in uwe synfohie spookt. Gij moet daarom gecn zuur gezigt maken , want dan wenschte ik tienduizend inaal liever', dat ik niet zoo rondborstig gesproken had. En gij moet u even min daarover verwonderen: im- ihers het gaat bijna alien zoo, die niet reeds ale knapen van den Maestro knipslagen of dondermenteik 'geproefd hebben , en die naderhand meenen , dat zij alteenlijk met talent" en lust verwonderlijke vorde- ri'ngeu zullen retaken. Sommigen van dezen gelukt htl hog al tamelijk wel, maar het zijn gedachten van anderen, want zij zelven hebben er geene; anderea daarentegen, die eigene gedachten hebben, kunneo geen meester daarover worden. Zoo gaat het "a; maar,
|
||||||||
(3) Vensters noemt mozart iuet kruistu i»ag«mtrlt«
plaitien« |
||||||||
C *6 )
maar, am tier heijige cicu t a wille, word niet
boos . dat ik zoo maar met de deur in het huis val Het lied heeft echter een fraaij Cantabile, en de lieve F n a n z i zal het u zeer dikwijls voorzingenj hetwelk ik wel gaarne zoude willen hooren, maar ook zien. De Menvctto in het Quartet is ook zee* lief te hooren , vo.oral daarvandaan , waar ik een *taartje geteekend heb. Maar het Coda zal meer klappen, dan klinken, Sopienti sat, en ook den niet- Sapienti: onder den laatslen versta ik, mi} zelven, die over znlke dingen niet goed schrijven kan. Wij liedea van de kunst, maken liever zelven zulk een ding. Uwen brief heb ik zeer, dikwijls gelczea , maar gij had niet zoo veel lot mijn' iof .daavin. moeten zeggen. Hooren kan ik zoo iets nog wel, want daai'aan ge- ■went men zich ; maar lezen kan ik het niet goed. Gij hebt mij te lief, gij goede menschen , ik verdien dit niet en mijne verken ook niet. En wat zal ik ■wel van uw geschenk zeggen, mijn beste baron? Dal liwam , even als eene ster in den dui Steven naclit, of als eene bloem in den winter, of als een glas ma- deira in eene ontstelde maag, of ... of ... . Gij cult die of's selve wel aanvullen. God weet, hoe ikjmij dikwijls afjakkeren moet, om bet lieve brood te verdienen,. En mUnsel (4) w'l toch ook wat tebben! Die u, gezegd heeft, dat ik lui werd , dien (*
|
|||||||
{4} Eene verkorle hen«ming v*n cositAici (zijn*
Troaw) welke benamiug in Weeneu gebruikelijk i*. |
|||||||
|
|||||||
(Ik bid u hartelijk daaroro, ,en een baron kan rod
lets nog at doen) dien gcef loch, uit Iiet'de yoor raij, een pa,ar frissche oorvegen. Ik zoude immers ,zoo gaarne werken , en allijd wcrken , wave helmij slechts allijd vergund , znlke muzijk le maken, als ikwelwil- de, en zoo als ik die kan maken; zoo dal. ik zclf prijs daarop stel. Van dien aard is de Synfonie, wel- ke ik voov drie weken vollooide (5} , en met de port van morgen schrijf ik al weder aan Horf UEisfo , en bied hem drie Quartelten ($) voor het klavier aan, als hi} geld heeft. O, a on, ware ik ten groot hecr, dan zeide ik: Lieve moiakt, schrijf niaar voort, wat gij wilt en zoo goed als gij kunt! Eer gij niet iets gereed hebt, krijgt, gij van mij geencn duit. JVTaar dan koop ik u al nwe handschi-iften,af, en gij zull niet daarmede ....... gaan en, ....... even als eene liedjeszangster. (7)
O s o d , hoe ditwijls maakt mij zulk eene gedachle
bedroefd, of 00k wel wild en vergramd, en dan ge- beurt er trouwens wel het een en ander, dat niel ge- beuren moest. Ziet gij,, goede , lieve vriend en be- gunstiger, zoo is het met mij gelegeu , en niet, zoo als
(5)"iJit is de oiiTergelJjkelijle Synfonie in g, rnol.
(6) Slechtt h«t eerste van dezen it iort daarep in net
Vreh'i g'ekomen , dit i« Let voorireffelijke quartet,
a ■ 00k nit Mi tuoI. 1 (7) In bet origineol zijn de Itier outbrekend* woordeti
niet t^ iezen, doprdien het papier lu«r door het lak
betefudigd it. |
||||
■ 'ik.. ■
( 4fc )
als domme of kwaadaardige guiten u kunnen gezegd
hebben.
Maar dit alles a casa del diavolo , en nu kom ik
Op het allermoeijelijkste punt in uwen brief, waar-
over ik liever geheel vrcg slappen wilde, om dat de
pen mij ' over zulk een onderwerp baren dienst weigert. Maar ik wil het nogtans beproeven , al zoudt gij daarin ook maar iets vinden om ei> Over te lagchen. Gij wilt dan weten: hoe ik bij het schrijven en het uitwerken van groote en be- langi-ijke stukken te werk ga ? Ik kan daarover waarlijk niets meer zeggen, dan "het volgende ; want ik weet zelf niets meer, en kan ook niets anders be- denken. Wanneer ik zoo rcgt eenzaam en in mijn' schik
Ben, bij voorbeeld , op" reis in den wagen, of' 6n~der bet waridelen na een' goeden maaltijd, en des nachts, wann'ecr ik"niet slapen kan, dan komen de gedachten stroowsgewijze en het best voor den dag. Waarvan* daau en hoe, dat weet ik niet, en ik kan er ook niets toe noch af doen. De ideen , die mij behagen , blijven in mijn geheugen hangen, en, naar hetgeen andcren mij wel gezegd hebben, neurie ik ze dikwijls. Bij hetgeen mij nu zoo in het geheugen blijft, voege^ zich allengskens andere gedachlen , waartoe zulk een brok kan gebruikt worden, om een pastijtje daar van te bakken, naar de regels van den contrapunt, ran den klank der verschillende instrumenten, et caetero, ti caeteta, er caetero. Zoo gcraakt nu mijn geest in yer-
|
||||
verrtikking , wanneer ik, name'ijk , niet gestoord vOr»
de ; het oorspronkelijk Heine wordl nu allengskens
grooter, en ik b'-eide het hoe langer hoe meer en hoe
klaarder uit. Hel stuk wot;dt zoo doende bijua gebeel
in het hoofd voltooid , zells wanneer het lang i»»
*oo dat ik het dan, even als een fraai mensch of
een schoon beeld, met eMnen blik in den geesl Over*
lien kan , en hel geheel in de verbeelding boor; niet
elkander opvolgende , zoo als het naderhand worde9
inoet, roaar allts terstond all te gelijk. Dat is eea
groote pret. Het vindcn.en het malcen komt mij over
even als een schoone levendige droom ; inaar het
overhooi'en, zoo alles te zamcn, dat is loch het bes»
te. Wat nu op deze wijze ontstaan is, vergeeti ik
niet ligt weder, en dit is misschien de beste gave,
die de goede god mij geschonken heeft. Wanneer"
ik dan eindelijk lot het schrijven overga, dan neem
ik nil den zak van mijnen geest, wat daarin van te.
voren bijeen gezaroeld is. Hier vandaan komt het
ook | dat alles vrij snel opgeschreven wordt, want
bet is, zoo all ik zeide, eigenlijk reeds afgewerkt,
en het wordt ook zelden anders, dan het reeds voor-
been in het hoofd was. Van daar ook , dat ik onder
het achrijven urel velen kan, dat ik gestoord worde,
en dat ik veel drukte om mij heen verdragen kan:
ik schrijf niet te mtn voort, en kan aelfs daarbij pra«
len, namelijk, van koetjes en kalfjes, of van moot
Vte&r en lange dagen enz. Maar waaraan het toe
te schrijven is dat onder het arbeiden roijne werken
- D juist
|
||||
C5o)
|
||||||
ftrist die gedaante aannenien, dat zij Mozartisch zijn>
en niel in de manier van cen' anderen valien, dat zal wcl even zoo gebeuren , als het gebeurd is, dat mijn neus juisl zoo groot en krom gebogen is , dat hij Mozarlisch geworden is, en niet even zoo als die van andere menschen! Immers ik leg mij niet op oorspronkelijkheid toe , en zoude de mijne ook niet eeos nader kunnen beschrijven; maarhet is toch wel natuuriifk , dat menschen, die verkelijk eene ge- daante hehben , van andere menschen onderscheiden eijn , zoo wel van biunen als Tan builen. Ten min« 8te weet ik wel, dat ik mij zelven m>ch het^Cen, tioch het ander gegeven heb. Bit zij u voldoende , beste vriend , eens voor al-
tijd, en geloof vooral niet, dat ik om eenige andere reiien afbreek, dan om dal ik niets meer weet. Gij, die een geleerde zijt , kunt er u geen denkbeeld van maken , hoe zuur mij dit reeds gevallen is! Andere Jnenschen zoude ik in het geheel niet geanlwoord, maar gedacht hebben: Mutschi buochi quittle? El- sche Malappe Mumming ! (8) In Dresden is het mij niet te best gegaan. Men
gelooi't, aldaar, dat er alles ook thans nog goed is, dewijl voorheen het een en ander daar goed was. Met uitzondering van een paar goede lieden, was hen -van mij naauweiijks iet* meer bekend , dan dat ik fa de
(8) Eenige zelf gemaakte woorden , die eigenlijk nieti
beteekenen , mint door den klank eeae toort *»« autwoord belitlzen. |
||||||
»
|
||||||
* 5, )
de tinderschoenen te Pavijs en te London toncert
gegeven lieb. Eene Of era heb ik er niet gehoord , daar de verblijfplaats van het hof des loranrj buiten is. lis de kerk Het h a u m a v m nnj eene zijner mis- »eh hooren; zij is goed doorgewerkt, maar, gelijk uw E, z«gt: a Bissle kuhljg (9), ongeveer zoo als de werken van Htsil, evenwel zonder dat vunr , hetwelk men in deze vindt, en met eene nieuwere Cantilene, Ik heb dc heeren te Dresden veel voor- gespeeld ; maar ik kon ze niet in vuur brengen, en, wisjewasjes (10) uitgenoroen , hebben zij mij niets gezegd. Zij verzochten mij 00k het orgel te spelen. Ik bragt daarte^en in, dat ik, gelijk 00k waar is, in het orgelspel weinig geoefend was, ging echter mede ter kerke. Daar bespeurde ik , dat zij eenen anderen vreemden kunstenaar in petto hadden, wiena instrument juist het orgel was, en die mij dood, spelen zoude. Ik kende hem niet lerstond, en hij peelde zeer goed, maar zonder veel . originaliteit en phantasie. Nu nam ik mijne toevlugt tot de laatste, en spande al mijne krachten in. Ik sloot met eene dubbele fuge, volatrekt streng en langzaatn voorge- dragen, zoo dat ik" niet haperde en zij mij door al de slemmen naauwkeurig< vol<en konden, Toen ik gePindigd had, wilde niemand meer spelen. IU'sslh (zoo heelte de vre'emdeling; hij heel't goede werken D a ge- (g) Ken. weinig koel. ■,■■
(10) Loftuitingen in algemesne bewoordingen: ten ken
tecken van akuude. |
||||
(5a)
geschreven in de m»nier van den Hamburger b a r. r}
B'isih, z«g ik, was de trouwhartigst.e van al- ien, itfsciftaon ik juist hem eene pots gi-speeld had. Hij danste in het rond, en stampte , en -wilde mij gednrig omhelzen. Daavop scheen het hem in miju. logtroent zeer goed te bevalleH. De andere heerenc reronlschuldigden zicb, toen ik ook hen VTiendelijks verzocht, waarop de vrolijke nasHBi niels anderS nitriep , dan : Tausend sapperment ! Nu , mijn beste vriend en beschermer, is bet papie*
weldra vol, en de llesch van uwen wijn, waarmed* Ik heden toekomen moet, bijna ledig. Sedert ik IriJ inifnen schoon-papa aanzoek deed om mijne vrouw^ heb ik waavlijk niet znlk een' ontzas;gelijk lan»e» brief geschreven. Leg alles ten goede uit. In het spreken en schrijven, moet ik blijven gelijk ik ben | of den mond houden en de pen ne£r leggen» Mija laatste w»oord zal zijn : mijn beste vriend, bewaa* mij uwe liefd*. O ttoo, mogt ik u loch ook een» tnaal eene vreugde bereiden, zoo »ls gi| mij die aan« gt-daan hebt. Nu, ik stoot met mij zelven aanl Yivat, mijn goede getrouwe! ..... Amen. '_"'' >"" /';' ; ' : '■"
*K3' {ffet veraolg hierna.")
e ! ''".■■ i .■::' :.-.'
|
|||||
Bi-
|
|||||
(55)
B E R I G T E N.
Rotterdam. i- Februarij i8ig>.
Daar cr, voor zoo verre Ref. bekend is , nog nim-
mer over ileze, in de ntuzijkale trereld niet oaaan- xieiiiijke stad , eenig gewag is geniaakt ; zoo be- jchouwl. h;j bet als eenen aangenamen pligt, een vol- letiig berigl van al het geen er in deze kunst alhier omgaai., op U stellen, in de hoop dat aan hetzelva in het alhier greeliglijk gezochte tijdschiit't: Ainphiont *ene plaats zal worden verleend. Ik zal vooreerst over ons zatuvdagsch koncert t en daar na over ieder der in lietzelve uilmuntende meeslers spreken, ter« wijl ik mij beijveren zal, om ten minste , onpartijdig te oordeelen , daar ik alien, van welke ik zal spri'ken , even zeer wegens hunne bescheidenheid en hun goecl gedrag achling toedroeg, en dus niet voor den een* *>( anderen vooringenomen ben. Hel koncerl, hetwelk door eenige commissarisseo
nil het midden der gei'nteresseerden van het hui* gekozen, en voor hunne vekening gegeveu wordl, is de verzameling van al wat goed in deze stad te bekomen is, en ik kan niel nalaten hier open- bare hulde te doen aan den ijver dier commissi- tiss*n om aan het koncert luisler bij le zetten, loo wel door eene verstandige keuze der uit te Voeren stukken, als door de verzameling van een uitgelezen publick tot ondersteuning der kunst. De Symphonien en andere ensemble-itukken, worden «aet de meest mogclijke zorg, dcs inorgens v66r ie- D 3 d«- ■ . - \
|
||||
1
(54)
deren koncert-avond gerepeteerd, en door een or-
Jcesl van ruim zestig personen, goed uitgevoerd; hetwelk le meer te prijz«n is, daar het orkest Voor het grootsle gedcelte uit liet'hehbers zamenge- steld is. Jammer echler is het , da) onze blaas-in- strumenten, voor het meerder deel op verre na niet too goed bezel zijn als de slrijk-inslrumenten, helgeen ons anders de volkomeuheid vee! naderbij zou doen komen. De solo-stukken worden zoo wel door de le- den van het koncert, als door de meesters, op het- zelve gepn^ageerd, meestal zecr goed uitgevoerd. De zang worcll door een aantal heercn en dames, -welke de bescheidcnheid niet gedoogt te noemen, niet min- der keurig, en met vee! smaak voorgedragen. Aan het hoofd van het orkest staat, als orkest-
meester en obligalist , de Heer abb ah am bow, Wat zijn talent, als orkest-meester belref't, is het voldoende te zeggen , dat hij het ensemble , het- welk onze geachte steosb met zoo veel moeite in het orkest had gebragt, in hetzelve heeft welen te bebouden, en onder zijne directie gaat alles even goed als te voren. Als violist, munt hij uit door een ten uiterste zuiver spel, zelfs in de moeijelijksle pas- fages ; door eene uilgezochte voordragt en kieschheid in de uilvoering ; en door eenen schocnen toon: volkomen dringt hij bij de uitvoering in den geest van den ccHnponist, zonder er door walgelijke krul- Jen of agrementen iets vreemds in te brengen , en hij bezit tevens de niel gewone ktinst, van zijne toeboor- ders
''■..-.; : ■ "Y
|
|||
C 65 ) f
tfefs te treffen, en het een of andei gevoel gaande
te niaken. Prachtig in zijn Allegro, gevoelig in zijn Adagio, heeft deze jonge kunstenaar, na eerst door het vadeilijke ondarwij*, een' zekeren graad van be» kw.iainheid vtrkregen te hebben, vervolgens door eigeue oefening, het zoo verre welen te brengen , dat hij gerust onder de beste violisten van una laud kuu geleld worden. De Ilc«r b. to dbs, alt eerste Violiat Tan het
orkest, volgt op hem. Zuiver spel, nette voordragt eu schoone loon, kenschetsen dexen jongen kurute- naar, en lief, hoort hem met het uiterste genoegen. Door naauwe yriendachap met den Heer box ver- eenigd , door naijver aangespoord , die vrij is van alle jalouzij , hebben de twee bovengemelde heeren, in het zamenspelen, het zoo verre gebragl., dat lij de al^einerne toejuiching van kenuers verworven hebben, onder welke het voldoende zijn zai , den gronlen b. Romberg, te noemen. Wat den Heer 1. tin, als Violoncellist alhier
aedert het begin dezes jaara gevestigd, belreft; stem ik volkomen in met hetgeen over denzelvwi in het derde stuk van den eeraten jaargang van dit lijd- tchrifl , onder de rubriek ,sHage gemeld is. Nim« iner heb ik RuMBlB.es muzijk beter booren uitvoe- ren, en ik aindige mijn berigt over hem met dea wensch , dat het hem, hier zoo wel moge gaati, dat hij dezelfde tevredenheid over ons, als vrij over hem mag hebben. / D 4 On-
»
|
||||
/
/ I
(56)
Onder de Hoornisten itiunien nit de Heeren tak
«i.iUi hi iiciscttiMiiijiiii jr. De Heev v a jt * i - i £ i. heeit eenen zeer schooneu tuun op zijn ins ruineut, en blaast vooral in de hoogte iter goed, De Heer hutschenkvijisa jr. bi-zit veel vaar- digheids in net uitvoeren van passages, doch het Tvare le wenschen, dat hij *ich meerder o^ goeden toon toeleide, Wanneer hij dit in actit r.iemt, en iut et; dat hij ziju auditorium mrrr door schoone tooi.in, <ian tioor halsbrekeude parages kan lref» fin, zal hij gewis een der eeislru iu zijn vak worden. Hij is ook een goed Vioolspeler , «-n heefl eenige stuk- ken, onder amicien eene onverlure en eene batlaille jeconpoueerd , die uiet zondur verilieusten zijn. ,-< J;aar de Heer uu nnuiiirtLni nog uiet van
ijiie raise naar Fiankrijk tcrug is, om zich hier els Piaiio.merstcr te vesligen, schort ik mijii oordeel te zijnen aanzicti op tol zijne lerugkomsl. Den Heer nn»s kan ook onder onze Uavicrspe-
lers eenige rang toegekend wordeu ; hij heett sedert den tijd van twee jaren , vrelke hij hier doorbragl, Tele vorderingen gemaakt. Hij componeert ook, en *oo ik hoor, zullen er biuneu kort eenige zijner wer- ten uitgegeven worden. Eiude ijk kan ik de Heeren da h men, vader en
Itoon, alhoewel niet onder de leden van het orkeit behoorende, niet met stilzwijgen voorbijgaan. Het talent al« Hoornist, van den eerst gemelden is al- geiueen bckeud en geachl; en zijn toon heelt bin- nen
i .' . ' ' v ■
|
||||
P
|
||||||
»en kort, zeer vele vorderingen op de fluit gemaakt.
Dat Iji| zio voortgal en wij beloven ous veel goeds
van zijn taituit.
In mij" vulgend berigt zal ik van den afloop der
private koncerten ( alsmede van dc, in dezen winter
gehoudene publieke koncerten verslag doen, en sleed»
dezeli'de onparlijdigheid mij tot rigtsnoer voorschrij-
ven, wclke ik mij vleije titans aan den dag geiegd le
bebbeu.
c. T. s.
*» I 'MM V
s. i *S(iiT£SHKE. Nale zing op de
Koncerten van 1818.
De gebroeders b«hdi», Clarineltisten bij de Pe»
tersburgsche kapel, gaven kort op elkander, twee koncerten ter huune benefice. De gunstige laara, welke deze kunstenaars vooruitging, verschafte hen Tele toetioorders en bewonderaars. Zij lieten ona twee konceitanten hooren , nainelijk , eene van de vroegere werken van tiomiii, ligt en be- vallig geschreven, en eene van bendek zelven, welke geheel en al in de manier der eerstgenoeinde bewerkt is, voorts verscheidene duo'j, wier ver- vaardigers mij oubekend bleven, weike echler zeer liefelijk zijn en veel eifect niaken. Het spel van bcide deze kunstenaars heeii over het algemeen veel genoegen (egevent vooral door bet scboone ensem- D & hie, |
||||||
\
|
||||||
(58)
He, *n door hnnne gelijkvormigheid van toon zoo
wel, ah door hun piano, hetwelk zi) tot in het on- eindige Helen wegsraeiten. Jammer is het echler , dat heide heeren, ia weerwil hunner goede eigenschap« pen, maar al t« zeer door enkele nuancen zrtekeQ te imponeren , waaronder liet karakter van het s!uk en het gevoelvolle van het spel zeer dikwijls lij- den. Mad. luitviui m'untte in e'en van deze koucerlen, met haar gezeing uit, De heer ok ©hoot jr., thans eerste Clarinettist
te Fia.jki'ort aan den Mein, gal' een {concert, waar- in hij het tweede koncevl van ciuiiil met veel »m;ui en met een' schoonen toon voordroeg. De variation, welke hij in de tweede afdeeiing speelde , ttaan , a!s composilie heschouwd , in waarde verre benedrn het werk van eivlttlj evenwel toonde hij zich ook daarin als meester van het instrument. De heer Guz speelde dien avond een koncert van Krommer (d rnol). Twee aria's, welke mejul'frouw *arda long, werden koel opgenomen, Het kon- cert was iterk bezocht, en de heev di shoot werd algemeen toegejuicht. De heer da ME, voorspeler in den Hollandscben
chonwburg gaf ook een koncert te zijnen voox» deele , waarin hij een koncert van lianzi speel- de, (c dur, met Tarksche niuzijk) en een koncer- tino: aldus, namelijk , drukte zich de heer DAni in het programma uit. Zijn spel heeft slechts aan eeaijjeu zijner vrienden kunnen behagcn; onpartijdigt kunsl-
s '■'- . . \ ' |
||||
('59)
|
|||||
knnstkenners veldeo een ander oordeel. Men slemt
toe, dat deze jonge man niet van la cut ontbloot is, roaar rnen is tevens overluigd , dat, wannerv hij eeas eeu kunstenaar drnkt ,tc wovden , hij ecu' aui.eivu weg moet ins aan , dan waarop hij than* ion.I dwaaiU Zijn spel is wild en onbeschaafd; men niurkt »*er duidelijk, dat hij zich weinig naar goede gronui'egi1.- len geoei'end heel't , en dal hij te vroeg is overget,aaii t*»t iware muzijkstnkkeu , daar men zich sleciits zel- den over duidelijkheid en zuivi-rheid in zijni' passa- ges verheugen kan. Wat de heer damk concertina nocnide , is eigenlijk eeu zamengelapt n>uzij'Kaal quo<l- libel. Het bestaat uit de navulgendr slukkeii en brok- ken: viotti's adagio in c mol vovnvt de inleiding in het eei-ste solo van het vijfde koncevt van rode, van waar de heer damk uit de do.niuanle znnder fcomplimenlen ovei'gaat naar krommers polonaise in d mol, en nu is het meeslerstuk, waarschijnlijk van des spelei'S eigene fabrijk, ten einde. - Mejuf- frouw n o it i s i zong dien avond zeev goed. De va- der van den heer dams speelde eenige solo's op het horen en gaf blijken van veel vaardigbeid en vastheid, in de embouchure. "Wat er nog meer gegeven «erd verdicnt geeue vermelding. ~ Moge de jonge d*m« in het vervolg aan zich en de kunst meer zorg ea oefening besteden! moge hij de bcdoeling , om hem, door deze openlijke taal, op een beter spoor le lei- den, ter harte nemen, en zich met meer beicheul.-n- b«ids met maun en verbiaden, v»a vrelke hij siecliis eea
|
|||||
(6o)
een onparlijdig en juist oordeel verwagten kan!
JDe uitmuntende LUvierspeler HiiiiipULDi gaf
*en optnlijk koncert, ua dat hij zich vourat' aa% .het hof van de Iieitogin douariere van Brunswijk .bad latea hooren. W.ij hoorden hel schoone kon- cert van usiii (as dur~), hetweik de zoo voor- trei't'eiijke klavierspeelster, iiiejulirouw e. v aw dbh linn ons reeds in private gezelschappen had lee- ren kenuen. Zoo we! dil. koncerl , als nog een ron- do van nits en verscheidene variation droeg de Leer mbklikieldi meeslerlijk voor. Ik zoude uiij §aarne uilvoeriger over de verdiensten ran dezen, kuustenaar uillaten, ware zulks Diet overbodig door hel onpartijdige oordeel , helwelk in den eerslen jaar- gang van dit tijdschrifl ( bladz. 126. _) als mede in de allgemeine musikalischt Zeilung over hem is uit- gesproken. De heer MAhlewfeldt heeft 00k ver- dU-iisten als vioolspeler; xneMMERS koncert uit rnol, hetweik hij voordroeg , werd met bijval be- luond. Mejuli'rouw tcHim, eene liefhebster , ^reike den kuustenaar met eeuige gezangen, onder ac- compagnement van het klavier, bijstand bood , werd eveneens toegejuicht. Het auditorium was niet tal- rijk, hetgeen aan de menigte van kort op elkander gevolgde koncerten toe te schrijven is; maar het was uitgelezen : de eersle kunstkenners der residentie wa- ren hier vcrzameld ea beloonden den kun'stenaar met atlgemeene loejuicbing. Ik koo het koncert van den yerdienstelijken Fluitist
BAH-
|
||||
C 61 )
bah mtu, van Amsterdam,, niet bijwonen; echte*
(an ik niet met siilzwijgen voorbij gaan , dat hetgeen jn het publiek daarover gesproken werd , de» fcunilo »aari Jof verkondigde. Eveneerrs werd ik b«1el, bet koncert van rnejuffrouw bangetillz, hetwelk niet minder gunstig opgenpmen werd, le bezoeken. .■GiointBJ. Onre gewone winter-ktfncerte*
liebben weinig belangrijks opgeleverd , en dil is on too veel te nicer te beklagen, permits wij daardoot vrrscheidene van die schreden weder terng gegaan tijn, welke. wij in eenige ; der voorgaande winter* Yooruit gtkomen wareti* Meestal hebben wij dezelf-* de stnkken weder gehoord, welke oris reeds vroege* ten voile bekend geworden »ijn. Onder de pieuw uitgevoerden behoor.1 het zevende koncert van spohb, hetwelk wij. voor .het. voortreffelijkste der konrrrten, van dezen cornponist houden, too wcl wat. de hoofd- part if, als wat het accompagnement betreft. Rijk* dom van rnelodie'n en.contrapimktischc bewerkingen, deliigbe.i.d!iW'd« uitvoering van passages, een sohit- tereqd ;accompagn«p»ent, en dan die als 't ware weI4 lusiige jwaarnioe.digheid , welke anderen den grootea roan als eerie iware font willen aanrekenen, maaf ©rh welke wij , wij bekenneh bet vrijhioedig , hero des te meer beminnen; dit alles moet men hooren, 01& de voile waarde van dit werk te leeren gevoelen. Nog hoot-den wij als ieU nieairi, ttOHii on. VCJP-
|
||||
Tenure ran Alrtina, vrelke echler door de slechte
aitvoering onverataanhaar -werd ; de ouverlui'e van idssiKi's Tancrede , die 7.00 weinig bij een hel- dindicht pasl , als "Cleopatra in Sparta s ferder een* Warsch met Tiuksche rouzijk fan den heer vr, ctl- I z r . waarin wij menige fraaije gedachten opmerk-* ten, wclte on* cchti r loescheen, le snel gemaakt te tijn en niet te best zamen te hangen, of liever 100 pl« de Dntsicher zi-gt , niet uit eentn smeet gevormd fe tijn ; en eindelijk eerie onverture voor RochuS Purnpernichtl van Onzen landgenoot b. k 0 c H. Dit laatsle weik kan misschien voor de opera de -wer« king hebben, welke de cpmponist daarmcde bedoeld tiieeft, maar voor hel koncert, komt hilielve on« mill !er geschikt voor. Nog hebben wij eenen hnornist van bet naburige
leeuvraarden gehoord ; de bijval van hel publieTt heeft ecbter zijne pogingen niet bijzonder bekroond, - Andere vreemde kuns-tenaars hebben ons niet be* aocht , hoe zeer er 00k cterk van gesproken werd , dat mad* d * t h t a n 1, op hare reis naar Oldenburg, onze stad met een | bezoek zonde verblijden. Deze Kernpmde zangeves schijnt 00k -wel die reis te heh- fcen wiHen doin, doch naderhand van plan veranderd te zi^n. ■ e1 Tie zamenstelling van het fcnrps nmzijkanten de*
St afdeeling Inianterie gaat langzaara voort; wij ho- pen, dat hi»r het sprrekwoord zal bewaarheid wor- ■den; langtaam, maar zeker! Men verhaall zeer veel goeda
|
||||
(63)
lotd.i ran den Vapelmeester , welke voov dil lcorpf
bestemd is. Zijn naam !imiioBo; een beroe.ode naam waariijk ! gelukkig voor uns , indien hij den groolen M a r B tr R sltclits voor de helft evenaart! ~ men vervvachl hem tegen de maan 1 Julij. T.ea unaer stajgenooten gaat met het gronte, ont-
werp zwauger, om in eene der kleinere Hollamlsche iteden, hSnoels onvergel' jkelijken Me.ssias door ten aanr.ienlijk geta) kunstenaars te doen uitvoe- ren. Wij rneenen de kunstminnaars ill ons Va- derland op deze loiTelijke ondertiemiiif;, waarvan de ophreng'st tot een weldalig oogmerk zal besteed won den, bij vooriaad opmerkzaam te moelen roaken, en wenschen hartelijk , dat de ijver van onzen stad- genoot doer het volkomen wel ge!ukken der uitvoe- Ving moge bekroond worden : tekerlijk de groolste belooning, die aijne lietde voor de kunst te dee! val- lea kan. |
||||||||||
,<1. ,«:
|
||||||||||
#***«
|
||||||||||
KOB«
|
||||||||||
-
|
||||||||||
C64)
KORTE/ZOO BINNEN- ALS SUI-
TE NLANDSCHE BERIGTEN. Zekere klaviermeester en mechanicus te London,
J, b. Lo bier genaamd, heeft een werktuig uitge- vonden, hetwelk bij alle piano-forte's kan . gebrmkt worden, om den leerling de noten en derzelver be- naming, zoo op het papier, als op het klavier, op eene gemakkelijke wijze te leeren kennen, en tevens de beidc de handen eene fraaije en voor de uit- voering gemakkelijke houding te doen aannemeli. Hij noemt dit werktuig Chiroplast. Wie begeerig is, met den aard van hetzelve eenigzins naauwkeuriger bekend te wordeii, die leze eene korte beschrijving daarvan; te vinden in bet laatste nummer van de allgemelne musikaMsche Zeitung van 1818 , waarbij men tevens eene afbeelding van het werktuig', over welks not in Engeland Veel gelwist wordt , vindea kan. _ .. |
||||||
In het laaUt van October 1818 is te Munchen over*
leden Mad. hiiini duiajs, we'ke voorzeker eene der eersle zangeressen van onzen tijd was. Zij be« reikte slechts den ouderdom van 3G jaren. De aan« zienlijke omvang van hare stem, de groote herrschap* pij , -we'ke zij over deze wist nit te oefenen , de zut- verheid harer intonatie , de sierli jkheid in hare rou* lades, en eindelijk de verwonderlijke liefelijkheid van. haar piaao , vooral in de hooge tuonen, hare inder- daad
'■'.■ * '' '
|
||||||
-
-■
flaad gtootsche en gevoelvolle vdordragt, at &et&
uitstekende hoedanigheden , waai-van de meeste zari-* geresscn slechts -weinige bezilien, vbnd men in haa* vereenigd. Onvergetelijk blijft aij den sthrijver de- ZeS, dien het gelult te beurl viel naar te huoren} te onvergetelijkcr nog , daar hij haar in persoon heeft leeren kennen , en hare onuitputtelijke goedhartig- heid heeft leeren bewonderen en hoogachten. Het eersie nuramer van den tegenwoordigen jaar-
(gang der Allg. mus. Zeit. bevat een kort levensbe* rigt ran deze groote zangeres. Men heeft ons, eenige maanden geleden, veel on-»
gefustheid gebaard omtrent de gezondheid van ittt* Bo yen. Een van 's mans vriendcn schreef ons » name'ijk, dat hij eenen brief van beetHoveK had ontvangen , waarin deze zich beklaagde oVer zijne doofheid niet alleen, maar ook over eefte orilsteking; in de long. Deze tijdiHg maakte ons Vooi1 zijn le-» yen zeer beducht. Met eene dubbele blijdschap lezcn wij center thans in de Duitsche muzijkale tijdschrifteti, dat de groote man korteling zelf zijne zevende sym* phonie (a dur) heeft gedirigeerd, eft dat hij zelfs de compositie van een oratorium onder handen heeft. ~* De hcrael beware hem nog langen tijd, den man vol van gloeijende phantasie , vol van het innigste ge- voel, den geweldigen beheerscher der toonen, (gs« lijk zekere schrijver hem noemt) den man, -wiemJ irerken alle den stempel der echte genie dragenl >. , .
E Ook
|
||||
(66)
|
|||||
Ook in lleiner plaatsen van ons Vadevland, acliijnt
de beoei'ening der toonkunst aliengskens met meet liefde gedreven tc worden. Zoo meldl men ons, bij voorbeeid, uil Julphaas , dal zicti aldaar een zangge- selschap van ongeveer derlig personen he< it ge« vornid, littwelk reeds bij onderscheidene kerkeiijke, feesten bhjken van aauzienlijke vorderingen he eft ^e- gegeven, M E N G E L I N G E N.
De R id der glock,
Eenc herinnering uit hct jaar i8oy 00- Dc Natuuv schenkt gi-woonlijk indrnlatcn herfst aan
Berlijn nogeenige scboone dagi-n. De zon treedt.vriea- delijk van achter de wolken ten voorschijn , en spoedig verdwijnen nu de dampen in de zachtgelemperde lucht, yyelke door de straten waait. Men ziet dan eene Ian go reeks van menscbcn , bont door eikander gemengd , naai? jfle dier^aarde wandelen: elegante heeren , burgers met de ega en de lieve kli'intjes in bet zoodagspak, geeslclijken, jodinnen , referendarissen , galante dar jpaes , professoren, modctnaakster*, dansers , officiet fen, «nz. alles trekl onder de Lpi^ert h,enen. \\ e| dra zijn alle plaatsen bij ,kl.a.us e,n If ebb a he- \nu !: : '■ ■■: . ■:'■ < *et»
(u) Uit verliaal it van denzelfden hottmAhit, v«b
wien wij reeds in den eersten jaargang (2e link) d* muiijka]e pijnbank van den kapelmeester jo»» miiLiH midegedeeld hebben ; en ook nit liet zelfde werk : Fantasia-tuck* in g shots Ma- nitr, geirokkea. |
|||||
(«7)
■el? de koff'j dampt; de elegante heeren sleken hua*
ne cigareu aan; men spreekt, men twist onder elkan- dcren over f tirlog en vrede , ovef de schOeuen van Mad. inHKiig, of ze kort geleden gri>» of groea waren, over het geslotene tvaktaat van koophandel en over valsche munt enz. lot dal eindelijk alles uil» komt op eene aria uit Fanchan, waarmcde «ene ont- stemde harp , een paar niel gestelde violen , eene tee- ringachtige fluit en een aamborstige fagot zich zeU ven en de toehoorder* martelen. Er ttaan digt bij de heining, welke den grond
-ran web eh van den heereweg afscheidl, verschei- den kleine , roude lafelljes en tuinstoelen; hier ademt men versche lucht ; men slaat gade , wie er al komt en gaat, en is verwijderd van het wanklinken.le ge- raas , dat het zoo even gcnoemde afschuwelijke or- kest niaakt. Hier set ik mij neder ,' en geef mij over aan het vlugge spel mijner verbeelding , die vermaag- achapte gedaanten voor mijne ziel toovert , met welke ik mij over wetenschappen, over kunstcn, in e'e'n, woord, over alle», wat voor den mcnsch het dier- baarsle op aarde zijn moet, onderhoude. -~ De vrolijke rijen der wandelaar* golven al bonier en bonter voot tnij henen; doch niels sloorl mij; niets kan mijn denk* leeldig gezelschap verjagen. Het afschuwelijke tritt van eene ten hoogste gemeene wals is alleen in staat, mij uit de wereld der droomen tu rukken. Ik hoorniett dan de krijschende bovenpartij der-viool en der fluit, en den si orrenden grondbas van den fagot >■ zich vast aan elkauder bechtende , gaan zij op en af met oktaven, ~':■-' B a die |
||||
(68)
|
|||||
die hot gehoor doorbooren. Onwillekeurig , even al*
i em 4 ml , die door ecne snerpende pijn wordl aan- gelast, roep ik nits » Welk eene razende muzijkl die at'schuwelijke oklaven!" Wa^sl mij moiupelt iemand ! Venvenschl nood-
lot' al weder een oktavenjager'" Ik zie op en word nu eerst gewaar, dat ev nog
een man, zonder dal ik het bespeurd had, aan, ,fcel zelfde taf'eltje plaals genomen heeft, Denianhoudt zijnen blik strak op mij gevest'gd , en ook ik kaa 'mijn oog:niet van hem afwenden, dimmer itag ik een hoofd, nimmer eene gesta'te,-,
die zoo jspoedig eepen zoo diepen indruk op mij niaaUtc, als deze. Een zagt gebogenc neus eindigrie in een breed , open voorhoofd , voorzien van aan- mcrkelijke hoogten boven de dikke , \ grijsachlige *renkbraauwen, onder welke dc oogen met een schier ■wild, jeugdig vuur hunne blikken schoten, hoe zeer de man mij vrel vijftig jaren ond toescheen. De Tveek gevormde kin stond in een zeldzaam kontrast jt^iet den gesloteneu mond, en een spottende grimlach, veroorzaakt door het sonderlinge *p.el der spieren *>p d« ingevallene wangen scheen zich te verzetten .Ifgen den diepejn, awaavmoedigen emit, die op het ,voprhoofd rustle, Slechts weinige, grijze lokken la- gen achter de groote, verre van het hoofd afslaan- 4e , opren. Een zeer wijde overrok, naar den he* dendaagschen trant gemaakt, omkleedde de lange piagere gestalle. ^aauysljiik* w.a*. mijn oog op den man gevestigd,
of
|
|||||
C69)
|
||||||
Of hij sloeg de r.ijnen neder, en vervolgde de bezig*
held, waarin mijne uitroeping hem waarschijnlijk gestoord had. Hij schudde , namelijk, met een zicht- baar genuegi'n, snuif uit veracheiden kleine papieren zakjes in eene voor hero staande groote doos uit, en maakte die vochtig met rooden wijn uit eene vi i>n» deels i'lesch. De mnzijk had opgehouden; ik gevoelde de noodzakelijkheid om den man aan te sprckeu, Het is goed , dat de muzijk zwijgt, zeide Ik; dat
was immers niet om mt te bonden." De man slueg als ler loops een' blik op mij, ea
■chudile bet laatste zakje ledig. Het ware beter , dat er in *t geheel niet gespeeld
werdv sprak ik. Zijt gij ook niet van die meening ?" ,, ,, Ik ben voistrekl van geene meening, antwoord-
dc hij. Gij zijt muzijkant en kunstkenner van be- roep....." " ,, Gij dwaalt: ik ben noch het een, noch het an-
der. Ik leerde voorheen klavici" spelen en dtn gene- ralm bas , als tot eene goede opvoeding veveitcht wordende, en loen zeide men mij onder auderen , dat niets eenen onaangenameren indruk maakt ,, dan wanneer de ba* met de bovenpartij in oktaven voort* gaat. Ik nam dit loenmaals op gezag aan, en heb bet naderhand altijd waar bevonden." ,, Inderdaad ?" " viel hij mij in de rede , stond
op en rigtte zijne schreden langzaam en met bedacht- zaamheid naar de n.uzijkanlen , terwijl hij me.r dan eens, het oog naav boven gestagen, met de vlakke band op het voorhoofd klopte , even als icmaud , die £ 3 de- |
||||||
~^-i:.--..:................K:.^:-: ■ .. o.......
|
||||||
C7°)
d**« of gene herftmering zoekt op te wekken. lit tag
hem sprekea met de muzijkanten , welka hi} met eene gezagvoerende waardigheid behande'de. Hij keerde terug, en naanweiijks was hij we-der neer geseten, of men begon de onvei'ture van Iphigenia in Aulis te peten, - '■ * ', Met half geopende oOgen, en met o-ver elkander ge-
slagene armen op de tafel leunende, howd« hij het andante aan-; den lmker voet za-chtkens bewegen.de, gaf hij het invaflen der partijen aan : plotseling hief hij het hoofd «mhoog ; zijn oog vlOogin het rond ; de linker hand rustle iKet uit een gcslrekte vingerea op de tafel, als of hij een akkoord op het klavier aanslaan wilde ; de regter hand hief hij in de hoogte. Hij scheen een kapelmeester te zijn , die aan het orkest het invallen van' een ander tempo aanduidt: de regter hand zinkt, en het allegro begint'- Een fcrandende, hoogroode bios vliegt over het blceke gelaal ; de wenkbraauwen trekken zicb zamcii op het gerimpelde voorhoofd ; eene inwendige woede doet het iroesle oog ontgkreijen met een vuur, dat a!- lengskens den grimlach verteert, welke nog om dea half geopenden mond zwceft. Hij leunt achter over; tie- wenkbraanwen, worden naar boven getrokken; het spel der spieren kftert op de wangen weder$ de !6ogen chitter*i> i eene diepe inwemljge smart lost zich in wellust op, die alle de peezen aantast en Iranipachlig doet trillen; laag uit de borst haalt hij den adem , druppelen zweets slaan op het voorhoofd. Hij geeft het invallea van het tutti en andere hoofd- h pas« |
||||
(7« )
|
|||||
passages aan» zijne regter hand verlaat de mail
»oo;t; met de linker haalt hij een' doefc voor den da$ en slrijkt daarmede over ,het gelaal. ■ Zoo jbragt hij leven, vleesch en kleuren in het geraamte, hetwelk ecu paar violen van de ouverture daarsteU den. Ik hoorde de zachte, wegsmeltende klagt, traarmede de fluit zich verheft , wanneer de storm dei* violen en bassen uilgewoed heeft en de donder der pauken z-wijgt; ik hoorde de zacht aanslaande toonen der violoncellen , der fagotlen, welke het hart met eene onuilsprekclijke weemoedigheid vervullen: bet tutti keert weder; het unisono stapt, gelijk eeii reus, groot en verheven voovl; de dompe klagt sterft zuchtend onder zijne verpletterende schre- den..... De ouverture was ten einde; de man liet beide
zijne armcn zinken ea zat daar met gcslotene oogen, even als icmand , vfiens krachlen door eene over- groolo inspanning uitgeput zijn. Zijne flesch wat ledig: ik vulde zijn glas met bourgogne-wijn , dien ik mij jnmiddels had doen geven. Hij slaakte een' zwarea **,ucht, en scheen nit eenen diepen drooin te ont- waken. Ik noodigde hem om te drinken; hij deed het zonder omwegen , en terwijl hij het voile glas in «ene teug naar bi.inrn sloeg , riep hij uit: Ik beri tmet d« uitvoering voldaan! het orkest heeft zich braaf gehcuien!" En niet te min, nam ik het woord, werden er slpchts flaauwe omtrekken gcgeven van ten met levendige kleuren uitgewerkt meestersluk," " Oordeel ik regt ? gij zijt geen Berlijner ?"
,; » Vol-
s |
|||||
C?» )
|
|||||||||||
\, Voltomrn regt; ik houde mij hiev slechts bij
afwisieliiig op." " ,, De bomgogne is goed ; maar het wordl koud."
Laat ods dan naar binnen gaan, en daar de
flesch ledigen." " Ken goed voovsti I ! Ik ken u niet; doch we-
devkeevig kent gii mij evenmin. YVij willen naar on- ze namen niet vragen: namen zijn dikwijls lastig. Ik drink bourgogne, die m<j niets kost; wij bevinden ons wel bij elkauders , het is zoo goedi" Hij reide dit alle* in eene goedhartige luini. (Jlet vervolg in het tweede Sluk.)
\ |
|||||||||||
/
|
|||||||||||
Be Redaktie herinnert den lezer, dat dil Tljdtchrifl, »a«
nn de eerste jaargang (1818) te Groniiigen bij I oommi is uitgegeven , in het vervolg bij den horkhandelaar vr. VAJt 3Boekek.e», mede aldaar, uitgegeven wordt , en wet bij inteekening of abonnement : em maatregel , wellce onver Biijdelijk is tot regeling der oplage -van em weik , hetwe!k# nit zijnen aard , niet voistrekt algemeen , maar sleebts door zekere klasse van lezcrs getrokken wordt. Men abonueert by zijnen gewonen boek- of mozijkhandeUai, |
|||||||||||
Dewijl dit tijdsckrift voortaan , bij den ondergeteeken-
den , hoekbanijelaar te Groningeb , wordt uitgegeven t maakt bij hicr mede brkend , dat de ahonnementsprijs, ■*oor iederen jaargang , bedraagl f 3 5 : be»t»and» ten jaargang uit 4 stukken , met en benevens een' gegraveer den titel en algemeenen inbo«d De uitpave van het eerste «tuk van den tweeden jaargang, js door toevaliige oor'.a- ken vertraagd. Het tweede sink zal in de maand Jnlij, bet derde in, September, het vierde of laatste in November aautlaande verzonden woiden. W. tax BOEKEB.EN.
|
|||||||||||
»
|
|||||||||||
:
|
||||||||||
A M P H I O N.
|
||||||||||
RHAPSODIE.
|
||||||||||
.-
|
||||||||||
Waar de knnst in verval geraakt, vail
zij door de schuld van den kunstenaai".'* JL)e ondervinding zal deee sprcuk zoo lang kun-
nen bevestigen, tot dat onze regeringen de kunit in hare bescherming beginnen te nemen; en tot dat iiij , die wij d« voogden des rijk» noeraen, zich ten min- Ste zoo verre met haar willen bemoeijen, dat liij 'haar wezenlijk doel leeren kennen. Welke scboone voorbeeUen hebben zij niet in dit
opzigt roor oogeni Ik spreek van de loonkunst, i A tt re b , koning van Engeland, die zijn vaderland door het spel op zijne harp gered heeft, stelde zich niet te vrede , met het inlij-ven van dit speeltuig in het toninklijke wapen , maar hij stelde ook op 's lands hoogescholen openbaare leeraars der toon- kunst aan. En wat deed de bekende gregorids, die den pauselijken stoel bezat, niet al voor haar? Met hoe reel vuurs beschermden niet *k*imj in Eraokrijk, de gvooteKARil en andere vorsten, de*« II. Jaasg. II. St. F kunrtl
|
||||||||||
N
|
||||||||||
■'.A.:^,,;-........ i-ife.i;.»!■... ...;^
|
||||||||||
C 7*)
|
|||||
liunsl! Zij -was aanvankelijk het eigemlom der
k'lk, en terwijl zij de Godsdienstotfeningen mag- tigiijk verheevlijkt-e , daalde zij als een heiligdom ne- -ider» in de hasten tier Christen-gemeenle. Te dier tijd bevond het volk zich op de eeiste
port der kunslladder, en men zong Hederen van veveering en dankbaarheid voor de Godheid , voor den held) voor den braven man, De klimmende beschaving heeft de juiste aan-wending der knnst chier ver'rongen: immersi thans staal het volk op het punt, om tot de laagste sport neder te daien , Vauneer ir n:et spoedige hulp koml. Er zijn, wel is vaar, enkele regeringen, welke
liier eene eervolle uilzondering maken; maar dit i» . voor het algemeen nog nict voldoende. De albestie- I'ende Vo'otfzieiiigheid heel't den mensch de kunst , tot eene gezellin op den ongebaanden weg des levens, mede gegeven. Have . bestenjnung ii, ziqh a»n. den gewonden boezeih, zoo wel van hem, die op den yer- hevenstcn Iroofl z;t , als van. den bewoner der nede- rigste hut, te vlijen; dat hij geneze. van zijn leed. Laat ons echter met aile hulp bu/.len ons yewvach*
ten! Het onlbreekt den men.sell niet aan eigen vev- mogen, om zich zelven te. leiden, wannesr het zijn muet: hij behoeft dit dan slechls te nvilhn. Hij kan zelf een voorbeeld worden: waaram zal hij bij dc. navolging staan blijven ? Hij moet en mag den hem toe vertrouwden schat
fiUt begraven, De levenlooze navel vovmt zich op d«»n die«
|
|||||
C?5)
|
|||||
diepi-n bodem der zee, en de mensch, die de sou
aanschouwt , zoude" zijne kr-achten vruchteloos heb- ben Ontvangen, eh dezelve noch ten nutje van zicb zelven > noch tot genoegen en voorde«l van an- deren bf steden ? Laat oris daarom eenen strengen blik van onder-
toek wevpon op de vo(>rtbrengselen der hedendaag- icte' kunst; laat ons, van dat grondbeginsel uit* gaande, dat de toonkunst voornameljjk op het hart werkeh moet, de gewrochten tdetsen , op welke onze kunsletiaars ons onthalen! en. btijven wij koud bij huniie loone'n, kan onze bijval niet uit het hart op- k'omen , zoo dat -wij alleen het vvei-ktuigelijke en kunst- matige bewonderen, dan laat ons zulke voortbreng- #»!enyen derzelvef vurvaardigers den rug toekeeren! Toen lONTENilLi sprak: ,, Sonate, que me vcux-
ft/" ?'■ werd r hij sleebts door weinigen verstaan: de ♦'if* kunstkenner bcgreep hem echter -wel. Laat-ons bovenal de beoefening der kerkelijke mu«
xijk bescliavcn , en in deze, den hartroerenden ko- raal! *-*■ "Wie gij ook zijn moogt , meKSch, met ge- eoel begaafd , beken het maar'. na een koraalgezang kunl gij geene beuzelarijen aanhooren , al had ook eene meesterlijke hand die vervaardigd ! Intusschen zal de kunst ons ook andere vreagde
schenken, maar alleenlijk zedelijke vreugde aan den zedelijken mensch. » Bij het woord tedelijk, moet ik mij vooraf tot n
wenden, gij goede moeders! Hoort eenen roan van
F si am
|
|||||
C?6)
|
|||||||
#adervmding. en volgt hem! Weest naanwgeieet
in de ktrutp. van dm «>an, aan wien gij de gevaar- ijke task loey.ertron.wt, mi in het hart uwer jesigdige dochter gevoelejis op te wekken, die voorheen nog s!u-pen ! Wcfji jiajuwgezet in die kcus, en let zorg- vu.d'K op <le s.ukken, we'ke de man aan zijne leer- lug tar; oetcniiig voorlegt. Nog hoi It d* Staat , die TKti zijn nnithema over onzede'ijke boeken uiisprak>f b»t niet de motile waard geacht, onri'ine prosa , in dartele vrrzen gcbragl, ea met lokkende toonen gep>ard , te verbiejun;. nietlcgenstaande de laalste nog veideifi lijker is, dan de ei rste. Waakt daar- om teg, n deze vijanden, die uw tpederroinnend hart die gen te verscheuren, uwe dochler te bedrrven-, en den vivJe van nw huis te verstoorea! Gelooft den man van ondervinding! Ik kecr tsrug tot het zedelijke gcnot, hetwelkde
loonkunst van den nieuwen tijd ons srhenkt, ja zelf* in eene zoo veel grootere mate, schrukt, dan de Inns! onzer voorvaderen, die in bescbaving eon ver- re beneden haar slocd Dit g not wacht op ons, reeds aan de eerste ivieg , en vergezelt ons lot aan de tweede, het graf; ja wat meer is, het vrome ge'oof beeft ons dat genot zelfs na den dood toege- *egd. Welk een gezang, naauwltjks hoorbaar en toch
e< o innig trefiVnd , laat. zich ginds, in dat stille ver- trrk, hooren ? Het is eene moeder, die baren zu'geling in den slaap zingl; zij heeil dcze zorg niet aan eene huurling opgediagen, Waar« *
|
|||||||
C 7F>
|
|||||
Waarotn rerzamell zich ginds het volk, ww da
leiilsn a.,ut u van het aankomeude gtslaciu hu.Juttt a eerwaariiigen aibeid vovonen? Het hoort iiaar ie , liedereu oozer jeugd , welke het hoohr.egi-ip van 1 die drugdeu inl.ouden, die haar tip haren vo gen- den leveuswcg mot leu yergezeileu. Hel zalige jawocrd wil de lippcn der zedige jock,
vrouw nit-l ontglijilen ; zij \oirt deu man barer ziele daar henen , waar luojieti voor haar sprtkeu, en een lied der lieide eu trouw yeizekrrl hem, dai hij al* leeu liaar gelukkig roakeii kan, eu dal zij hem in le<« ven en i,ood niet vti'aten <ai. Warmest wij den vijand des Yaderands vers'aan,
helpt de kunst out strijden en zegevierend mensche« lijk ziju. Zij zit voor bij ouze vreugdt i'eesten, Zij »ne!t den droi i'geestigen le hulp, en verheven boven alio andere midde'en, is zij het allien, welke den vrijen loop der, door diepe smart teiug gehoudeue, traan bevordert, en den koiumer lenigt. Zij geleidt den dooden naar de ruslp'aats, en laat daar een lied aanheffi-n, dat van opstandiug en hemelsche za« ligheid spreekt, Hehben wij de magt der toonkunst in al die om»
atandigheden gevoeld , dan zullen wij hit licht van de duislernis wel welen te onderscheidi n, en aau het Verdiensl even zoo wel deszell* kroon toevijzen, al» de valsche kunsl en derzelver voorstanders den rug loekeeren, \aische kunst is, in de muiijk, een voorlbrengsel,
-m I i het |
|||||
C 78 )
|
|||||
helweJk ons gevoel niet opwekt. In de schi'der-
kunst zoude een mengsel van kleurea, zonder bepaal- den vorm, zeer veel op zulk een ding gelijken. Dc kunstschilder wrijft de kleuren op zijn palet, onl na« derhand met een voorzigtig penseel daarvan af te ne- mtD , en op het doek lot. een tafereel te vornien. Passages en trillers zijn even zoo irrin muzijk,
als de kleuren op het palel een schiidcrstuk zijn. Het eene, en het andere kan te naauwer nood het gapende geineen vermaken. Voorwaar! de kunst, op dien lagen trap, bedriege
ons niet! wij willen in tegendeel alles aanwenden , om den sluijer der meer verhevene kunst te ligten , die haar goddelijk aangezigl voor ons verbergen wlli Wij willen het werkluigelijke der kunst yereeren ,
voor zoo verre dit de hoogere voltooijing van een kunstwerk bevordert. Waar dit geene plaats vindt, danken wij den speelman niet voor zijnen halsbree- kenden arbeid, zonder zin en zonder eigenlijke be« doeling ; en terwijl hij zich het zure zweet van het aangezigt veegt, willen wij hem beklagen. Wij heb- ben hier even zeer op het oog al die niishandelingen der menschenslem, bij welke de dichlkunst, welke toch hier het hoogsle gezag voert, meestal even zeer mishandeld wordt. > . Wij willen onze jeugd vroejgtijdig bekehd maken
met het nut, hetwelk de echte kunst Sschcnkt, en met het nadeel, dat de valsche te weeg brengt. Met standvastigheid verklacen wij ons tegen de
on-
|
|||||
(79)
|
|||||
endersleuniug van den veizenden mozijkant, dien At
openlijke merniog geene hulp waardig vond, maar met al onze vermogens staan wij den kunatenaar bij, welke de sttmme des volks voor zich heei't. Het laatsle zullen wij niet slechls goedkooper volbvengen , maar boveodien nog sleeds schatten verzame en; I'aat de valsche kunstenaar het op onze bcurs toi'legt, de echte daarentcgen ons hart wiunen wil. Men viudt trouweus uitzontieringen, ruaar zij zijn loch zeld* zaam. Uit dit een en ander eindelijk , zal men de noodza*
keHjkbeid leeren inzien, ilat menit,e iniigting anderj Moet bestaan, dan zij thans wezen'iijk beslaat. Wanneer de mensch, in een tijdperk van wivinig
men, niet wel in staal is, een tooneel uit een hel« dendicht, een bedrijt' uit eenen roman , daarna een' brok uit eene parodie , en eindelijk een" tooneel uit een gekkenhuis te verdragen, zonder te bezwijkent dan zoude ik wel eens willen welen, hoe hij de mee« *te onzer koncerlen bezoeken mag, waar eene gelijk- soortige verraengirig van gewaarwordingen zich van hem meester moet maken ? Maar wanneer de koncerten zoo ingerigt zijn, dat
zij door eene kantate , een oratorium enz. e'e'n gelieel uilmaken, dan eerst zullen wij waarlijk . genietea; en , is het dan volstrekt onvermijdelijk » dau sla men den een' of anderen kunstenaar toe, ora als een in* termezzo , van zijne vaardigheid, of wat hij anderl vil» eene proeve te geven. Wij beschouweu dit al* V 4 eeat |
|||||
eene pause lusschen de bedrijven, Wtnneer de gor»
dijn gevallen is. Daar geen memch, die ecnige aanspraak maakt op
seining, al ware het slechts tot verstrooijiug, een ge- Self chap bezoekt, vyaar men alleeiilijk in ongebon- den vreugde lecft, zoo zullen wij even min mize sc batting aan zulke opera's opbrengen, waarvau tri- vialiteit hel hoofdkarakter uilmaakl. Jnderdaad, het Strekt den cornponist weinig tot eer, dat hij, slechts ten dienst der laagste volksklasse , voortbrengscien van die soort met toonen verrijkt. Bovenal vrillen wij onze kinderen daaraan niet la-
ten deel nemen : vfij knhnen schiften , m'j nog niet, en gewoonte wordl ligt tot eene tweede natuur. Wij alien betreden hetzelfde pad: rijpere jaren,
grijze lokken, de dood verbeidt ons. En zullen wij, door valsche kunst tol gekken verlaagd, zoo naav het doel streven ? Dat zij verre! Er is bijna niels zoo vralgelijk in de natuur, en juist daarom walgelijk, dewijl het onnatuurlijk is, als een oude gek: . Maar neeft, eelijk wij boven beweerden, de goede voor- zienigheid ons de kunst tot gezellin gegeven op den vreg van de wieg tot hel gvat , dan waarlijk is het de eckte kunst alleen, welke ons in vreugde zoo wel, als in leed bijstaan moet: de valsche kunst bezit dat vermogen niet, en in rarapen wordt zij ons zelfs tot eene biltere kwelling. GtOiHXIH.
OVER
/
|
||||
OVER ROSSINI, DEN COMPON1ST VAN
T A N CII E D E , EN ANOEHE OPEli A'S. In eenen lijd , waarin de opera Tancrede te Amsteiv
dam bij herhaling ten tooneele gevocrd is, en een* grooten bijval vcvworven hei ft , en waarin ook eene andere: Elisabeth, Kbmgin von Engeland, ver- toond wordt; kan hel niet aisders dan belangrijk zijn, met. den vervaardiger dier opera's eenigzhis naderbe- kend tc worden , en ik vlcije mij dus , dat het navol- gende eenigzins aan hcl verlangen van den weelgie~ rigen zal voldoen. Gioacchimo iossisi werd in 1790 te Pesaro,
in Romagna, geboren, en zong in zijne jetigd , te ge- lijk met zijne moeder, in de opera te Bologna. Hij had bet geink een leerling te zijn van den heroeinden Paler mattei, en begon zeev vroegtijdig te conrpo- neren. Men stemt er niet in overeen , of deze componist,
te vroeg de school ontloopen is , dan of hij in tegen- deel, gelijk sommigen willen beweren , volkomen in de regelen dev kunsl is ingewijd. Zij, die de eerste Ineening voorslaan, beroepen zich op zijne werken, waarin men trouwens niet zelden fouten ontmoet, zoo wel tegen de algemeene regelen der harmonie ea der kunst van compositie , als tegen de bijzondere regelen, welke bij het schrijven eener opera in acht genomen moetea worden. De anderen daarentegen; F 5 zij, |
|||||
i
|
|||||
(83)
|
|||||
eij, namelijk, die rossini's geleerdheid willen ver-
dedigen, en onder welke hij zelf ook behoorl, ■ geven voor ; dat hij , alleenlijk uit vrees van het pu- bliek te zullen mishagen, er zich niet op loelegt, oiu net voetspoor van mozart, Haydn en anderc groote mannen te volgen. Wat mij betreft, het korat mij voor, dat een jong
eomponisl, vooral in Italie , zeer ligt in verzoeking geralcea kan, om in zijne werken, eenige meerdere inschikkelijkheid voor den smaak der menigte le toonen , dan billijk is ; nimmer echter zal hij fouten legen de regelen der harroonie, kunnen verdedigen door voor te wenden, dat dezelve nit inschikkelijk- lieid zijn begaan ; en met betrekking zel{s tot den smaak van het pnbliek is het. bepaaldelijk zeker, dat, hoe zeer ook de ltalianen hunncn bijval over het al- gemeen niet aan geleerde muzijk schenken , nietterain opera's, zoo als de Scktveizcrfamili'e van viict, bet Opferfest van whiter, vele werken van simoh mater, Mayer-beer en zelfs van lonti, zeer in den smaak vallen dier bewoners van het Europi« sche Paradijs. Rossini'' mag dan vrij zijne genie haren gang laten gaan en zich tevcns beijveren, om grondig te schrijven, dit zal voorzeker zijnen voern, geen nadeel toebrengen. Doch lossim's eigene verontschuldiging ler zijde
ee'aten geloof ik , dat er andere vedenen zijn, waarom deze componist zich schuldig maakt aan -fergrijpen legen de regelen der kunst. De eersle en voor-
|
|||||
(85)
|
|||||
voomaamste is wel onkunde. Men vcrsta mij nog-
tans wel. Ik wil niet staande houden, dat fiossim geheel van ■wetenschappelijke muzijkale kundigheden zoude onlbloot zijn; ik geloot' in legended, dal hij gestudeerd heet't, en dat hij indevdaad met de wer- ken van mozaht, haydn en aridere mannen van den ecrsten rang zeer naauwkeurig bekend is; gelijk dan ook dit iaatste reeds gemakkelijk valt te bewij- zen, uit de kicine diefstallen, welke hij zich u<t de werken dier componislen van tijd lot tijd veroor- loofl. Hij is dus niet geheel onkundig ; maar hij is, naar het mij toeschijnt, niet zoo gemeenzaam met de regelen der kunsl, dat zijne ideen zich terstond bij de conceptie naar die regelen vorinen. Hij .schijnl ook niet in den gehee'en , trouwens zeer wijd uitgestrekten, omvang dor kunst, meester van haar te zijn; maar op de algemeene regelen, die hij kent, te veel vertrouwen te stellen. Het ontbreekt hem voorts aan psychologische kennis van den mensch. Ik ben, namelijk , van meening , dat de cornponlst eener opera, wanneer hij ook nog te jong is, om de menschen grondig te hebben leeren kennen niet- temin den mensch kennen raoet, even zoo wel als de dichter, wiens woorden hij in muzijk brengt; zal er namelijk uit de vereenigde werkzaamheden van bei- de, een gocd werkgeboren worden. En die onont- beerlijke kennis heeft bossini niet vcrworven. Hij meent met zijnen vijkdom van liefelijke me«
lodien, waarin hij, dit moet men bekennen, niet |
|||||
C84)
ligj overlroffen vordt, alle zwangheden le kunnen
o^erwinnen, en hij vleit zich ook wel die zwarig- hedrn inderdaad te boven gekonien te zijn: immers irsdien dit niet ware , zoude hij aan zijne eens. aan- genomene manier niet zoo gelrouw gcbleven zijn, Maar de uitkomst doet den onpartijdigen beoordee- laar zieu, dat hossiki zich vergist. iiij behoort onder die menschen , welke , om met xoiait te upreken, niet reeds als knspen van den maestro ft knipslagen of dondermenten geproefd hebben, en »j die naderhand meenen, dat zij alltenlijk met la- M lent en lust verwonderlijke vorderingen zullen ma- ken." Eene ttveede reden, waarom bossihi, naar mijn
oordeel, geene betere weiken schrijft, (in de onder-. slelling , namclijk , dat het hem daartoe niet aan ta- lent ontbreekl) i* te zoeken in zijn karakler. Hij is een zeer loszinnig mensch , die zijnen tjd !iever in vrolijke enzeilswel al te vrolijke gezelschappen door- brengt, dan aan de schrijftafel. Deze zucht naar vrulijkheid duel hem velen tijd verliezen , en wanneer e«f dan loch eindeiijb eens gewerkt moet worden ; bee ft men den kostelijken tijd , dicn men aan de ijve- rigc beweikiiig der opera had kunnen en behooren te bestcden , verbeuzeld. Jctusschen dringt de irnpresam rio (ondernemer van het (ooneel, of gelijk wij zeg- gen , de tooneeldirekteur) cr op aan, dat het werk op den bepaaMen tijd af moet zijn; dreigt, dat hij niet betaien zal, enz. en nu schrijft men dan maar , voort, |
||||||||
' ' . A
|
||||||||
C85)
|
|||||
<roort | en vollooit Tiel stuk , misschien in he* tiende
gedeelte van den lij 1 , dien men btl ijker wrijze daar- aan had moeten besleden. Op de?.e -wij7e kan hel dan niet missen , dat een man, die grootcndeels niets aa* ders dan talent, alhans geene genoegznam grondig* knnde bezit een broddelwerk moet leveren , waaria slrchls hier en daar een vonkje van een echt dich- terlijk vnur schittert, even als de zon door eenen be» wo.kten hemel slechls nu en dan eenen slvaal schiet. Zoo verhaalt men van rossihi, dat hij eene zijner opera's, ik weet juist niet wejke, in achttien dagen nfgewerkt heeft. Het is wel waar, men zegt ook , dat Mozart over zijne Clemenza di Tito niet langer ge* werkt heeft; maar deze was ook een geheel an !er man, en wie zoude nog, in we^rwil van den he* melsbreedea afsland tusschen beide mannen, wilien Staande houden , dat in de Ciemenza di Tito niet meer dan ee'n stuk voovkomt, hetwelk, hoe zees altijd nog verre boven de muzijk van rossini uit- stekende , evenwel met de overigen niet op eenen gelijken graad van waarde bogcn kan, en hetwelk mozart zelve, had hij langer geleefd, niet r.ou- de afgekeurd en betere stukken in desjelf; plaats ge- chreven hebben? (12) Nog een klein staaltje van nossmi's loszinnigheid! Hij had op zicb geno- _:,,. ■___________ men,
(la) Gelijk bekend i», heeft MOZART zijne opera la
Clemenza di Tito in de laatite weken zijnt leveni gesclireren , en niet meer tijd aan de voltooijing ran dat stuk kunnen beitcden , daar het hem t« laa* ■werd opgedragea. |
|||||
C86)
|
|||||
rhen, eene zekere opera te componeren. Dc impre*
eario vroeg hem dikwijls, hoc verre hij reeds met Eijn wevk gevordeid was; maar ontving lelkens van aoss'nt tol antwoord , dat hij er cog niet aaa grdacht had, en ook nog niet den minslen lust ge- vocide , om er ecn begin mede te maken, De irn- prtsirio, vrezrnde dat de opera ouvoltooid zoude blijven , en hij den winst zoude moeten missen, Welken hij zich van hot nieuwe werk van eenen Schier vergooden componisl beloofd had , doet hem gevangen zetlen! en in de gevangenis, waar voor het ovevige de. gewone violijkheid rossihi niet vei-- laat, schrijft hij de opera. Bij de twee opgenoemde oorzaken kan men ligtelijk
eene derde vocgen, welke in den allezins wonderlij- ken smaak van het publiek haren oorsprong heeft. Men kan zich imierdaad naauwelijks een denkbeeld vormen van den wonderlijken aard van het Ital'aan- sche publiek , over helwelk men zich dikwijls niet Van lagchen onlhouden kan. Gaarne misschien zal men hier eenige trekken daar van opgeteekend vinden. Men spreekt veel van de levendigheid van het Fran-
ache publiek, maar die van het Italiaansche gaat alle palen te buiten. lie Italiaan kan zich niet onlhou- den, van telkens met luide uitroepingen zijne goed- of afkeuring te kennen te geven. Men verbeelde zich Bu eenige honderden aanschouwers in een tooneel- gcbouw verzameld , -waarvan althans een groot ge- declte onophoudelijk met, luider stemme teekenen van
|
|||||
C*7)
|
|||||
Tangoed- of afkeuring geefl, en dikwijls wel van bei- ,
de te gelijk, en men zal liglelijk begrijpen, welk cen geraas ev in een tooneelgebouw in Italie heeT- schen mod. Daarenboven ontvangen de dames in hare loges bezoeken van jong en oud, waarbij het dan dikwijls niet minder luidrugtig loegaal. Bevalt de opera, dan zal hel in de loges wel wat minder druk zijn, schoon vele menschen van de zoogenaamde deftige klasse, zich verbeeldeny dat menschen vaa aaiizien , zich niet door het schoone eener opera moe- ten laten wegslepen, raaar dezelve met eene zekere Onverschilligheid moeten aanhooreu. Bevalt de opera niet, dan is er loch meestal e'e'n stuk in, dat bij« va! vindt , vooral wanneer de prima donna of prima tiomo in den srnaak van het pnbliek valt. Vdor dat zulk een stuk bigint, heeft het pnbliek in de opera veel overeenkomst met dat in een koffijhuis ; icaar aoo dra het orkest het geliefkoosdc stuk aanheft, be- gint alles te sissen, en ev heerscht terslond de grooU sle stilte , welke trouwens dan ook weder met het applaudissement aan hel s'oi van het stuk een einde neernl, als wannecr het koffijhuis weder begint. Ve- le menschen zelfs gaan dan naar huis , en men vind* er, die op denzelfden avond meer dan e'e'n theater bezoeken, waar zij niets anders aanhooren, dan het geliefkoosde stuk en zich dan -weder naar een ander tooneel begeven. Van deze laatsle caprice, of van we ke atidere oorzaak dan ook, komt het misschien, flat wanneer het tweede bedrijf eeuer opera, of ook jlccht*
|
|||||
I
|
||||||
(88 )
|
||||||
Wechts een. slut daarvan mcer bevalt, dan het eerste
&edrijf, de impresario er geene gewetenszaak van maakt, om het tweede bedrijf lot het eerste le ver- hefi'en, waarbij dan het gebouw dikwijls opgepropt Vol is; terwijl naderhaod het eigen'ijke eerste be- drijf vonr stoelen en banken gegeven wordt. Uit deze bizarrcrieri zal men zich eenig dcnkbeeld
lunmn vorroen van den wondevlijkcn geest, welke hot Ilaliaansche pnbliek bezielt, en is het dan wel "te verwonderen, dat een jong componist, die ran zijne werken roem en voordeel oogsten moet, zich. zelf do inscliikkelijkheid voor het publiek , dat schier RijYi god is, als de huogsle -wet voorschrijtt ? de on- dervinding onlbreckt hem, om de grenzen zijner inschikkelijkheid op de juisle plaats te kunnen af- bakeuen. Zijne liefelijke melodie'n, hoe zeer door geene grondige hewerking ondcrsteund, noch voor den ondergaiig bewaard , bevallen voor het oogen- llik ; hij wordt geap;>laudiseerd, op de handen ge- dragen, ver^ood: en wat wonder dus , dat hij zich 'erbeeldt het hoogste toppnnt der kunst bereikt le heb- "ben ? wat wonder, dal hij de ernstige vermaningen van echte vricnden der kunst, die het, iriet den jorigen kunslenaar wel meenen , en hem op een' beteren wcg Irachten te leidcn, als gevolgen van afgunst en nijd in den wind slaat, in p'aats van zich dezelve ten nutte te maken, en in zijne verblindheid soms wel zoo verre gaat, van zich als den benijdenswaardig- tlen man op aarde te beschouwcn ? Maar helaas! |
||||||
(89)
|
||||||
die b'indheid duurt niet altijd; rijpere jafefi d«eft
den kunstenaar meer ondei vinding , me>r licht ret* kiijgen. en het raH hem a's schellen van de oogen. In p'a.ils van bemjd, ziet hij *ich nu beklaagd} in plaats van beroi md , vergeteh ; in plaats van Op line lauweren te kunnen uurusten, slaapt hij op doornen; beklaagl zijn ongeluktig lot, in plaats van eich zelven aan te klagen 5 en ontmoet misschien den dood in de armen der biltersle eliende, Doch ik beipeur, dat Ik te ver van het doel
"afgedwaald ben, en keer tot tnijn eigeniijk ondeB* werp terug. Uit het een en adder, wat men tot nu toe geUzen heefl, zal men reeds bebhenopgemaaktj *dat rossini geenszins tot de componisten Tan deft eersten rang beboort. Laat ons nu nog eenigzins na*> der zien, wat in zijne wevken te prijzen, en wai ef In te laken is. Een groote rijkdom lh het vinden van ide?n, die
inderdaad dikwijls geniaal zijn, eene ongemeene zoet- heid en liefelijkheid der melodien, en dikwijls eell pikant accompagnement J zie daar de voomaamste voorregten, waarop kosjini's werken zich'beroe* men kunnenj Deze voorregten zijn allezins zeer aan* xiehlijk, en menig grondig componisl kan a o s s tSI deswegens beuijden, daar zij niet het gevolg v*ni bffening , maar eene bloote gave der natuur zijdjw doch zij zijn niet voldoende, en vormen niet alleefi den grooten componisl. Zij zijn de tleederen, welfee den man niot makca , wanneer er geen« goede grand" O he*
|
||||||
\
|
||||||
< 9°3
heginselen in hem huisvesten; ofschonn zij ran den
anderen kant, ook we ier tie grond zijn, waarop men, na eene langdurige en onophoudelijke oefer- »>ng >n de regeleu der kunst , een sphoon gebouv ton opregten. Te misprijzen is in n o t s i N i's wer- Jkiti, aijn gebrek aan grondige harmonischfi hewer- king; zijne vnlledigp vexonachlzaming der karakteris- tiek; de weinige, dikw/jls volslrekt geene achliug, welke hij hetoonl voor <le woorden, die hij zingtn Jaat , noch voor de sitnatie van de personaadje, die ze zingl, in e'e'n woord, versmading der poelische waaiv lni<(; gebrek aan krachljge grundstemmeii i mis? bruik van heJl koor, dat hij niet beschouwt, als een relfstandig wezen , en niet vierstemmig, niaar onge- v.fr behandelt als horens en trompetten ad libitum , en oplredcn laal, waar en wa:ineer hij zulks goed- vindt, om het even of de dichter daar voor.of daar tegen is ; en eindeljjfc« zorgejoosheid in de ^keus zijner ideen, of wil men minder vers(cho.ning , plundering dor Wtrken van anderen, alsMQZABT,.Pa' n, spontihi enz. In weerwil van a! deze, loaten kan men rossfni de
geniatiteit niet betwislen; ook zal. men reeds, van self bebhen opgemcrkl, dat Jiif die a!!e door eene 'onaf- gebrokene onvermoeide vlijt in hot hestuderen der kunst, Hgle'ijk kan le boven komen en verrai/den, M >gt toch bossibi zichdie nioeite gevenjdan
waariijk, maar ook dan alleen, zoude zich voor hem hel aang<*naine verschiet openen, van zich onder de etuste than* levendej componislen geplaatst te zien. |
|||||
'
|
|||||
CoO
|
|||||
Kan men aan de laatste ItalLaansche (i3) berigten uit
Ita'ii; geloof slaon , dan zoude zijne nieuwste opera Ri'cciardo e Zoraide een be-wijs oplevcren van meev stndie , en van. meer zorgvuldigheid in de bewerking. .In een Napolitaansch dagblad leest men daarover den navoigenden brief, welke verondersteld wordt, door ■ciiABosi nit de Elijseische velden aan losuvi geschreven te zijn : ' Dierbaarsle lassmt! zelfs tot in Elisinm is de
,i t-ijding doorgedrongen van de voortreffelijkheid der harrnonien, waaiop gij gisler avond de gezegende Parthenope onthaaidet. Wij vernamen levens , dat ,( gij de oneigenaardige manieren en zonderlinge vet* ,, sieringen, die u tot oneer verstrekten en ons ver- driet veroorzaaklcn, vaarwel gezegd; en dat gij u aan den reineft dienst van dien god toegcwijd hebt, wiens altaren zich ten alle tijde in dit ,, schoone land verhieven, -v^aar t as so zong, en ,, waar zicb de grafheuvelcn van virgiiics en ,, SANAZAft bevinden. De la am, welke voor dit maal -waavachtiger is, dan uwe gestrenge regters en dwaze aanbidders, verkondigde ons; dat het den ,; dichter ciotikki Mi'lo, markies nt salsa, door zijne opera Ricciardo e Zoraide gelukt is, ,','het bezielcnde vuur van het echte- schoone in u aan te blaien, u op den regten weg lerug te doen keeren, >* ' G 2 en (i3) Italiaansch* berigten nit Italia , n»(ra ik berigten
■vRti Italia/nil i die van jDuitscher-t ttfljen aid zoo guuitig, i
|
|||||
C90
It en u zoo vtt te brengen, dat gij u onthoudt vah
de muzijkale buitensporigheden, waaivan gij een voornaam voorstaoder waart, en welke ten doel hadden, de werken di<*r uttmuntende meeslers in vergelelheid te brengen, aan welke de muzijk van Italic hare volkomenhmid te danken heeft. Ik kan », n niet genoeg prijzen wegens dil loffclijke voorne* ,, men, evenmin als wegens de schilterende proeven, tt welke gij gisleren gegeven hebt van uwe kundighe* den, van uwe rijke en levendigp phantasie , vanuwen smiak , en van de verhevene kunst, om de barton van alien weg te slepen. De intruduclie nwer oper» schildert met hel penseel van eenen ci audio, de j, stille rust der natuur en de zalige kalmte der landbe- ,, woneren, welke ,na de zoete nachtrust, met een klop. pend hart het morgenrood, dat hen tot kien arbeid wekt, vrplijk begroeten. Stoor er a niet aan, wan- neer s&mmigen iaken , dat dit tafereel geene over- eenkomst heeft met de overige muzijk nwer opera: iminers de eerste decoratie van den toneelschildey j, cans a shiit ook niet op de anderen! (!!) Met welke zoete melodien bereidt gij niet de ziel vobr, om u te verncmen, en verkondigt gij haar uwe wederkomst op den 'weg des echte.n roem*, van wclken gij, tot- onze groote smart, afgedwaald waart. P a j? ijel l o, de schilder der liefde, ea de teedere en hartstogtelijke p i c c mi juichen van vreugde, en maken zich gereed, de heilige gezan- s, gen aan te heffen, waarmede gij uw verk verfraaid u hebt.
|
|||||
I
|
|||||
C93)
|
|||||||
heb!. Er ontstond eeji emstige twist tusscltcn bo-
t, rante en JoaiLM, wt Ike van , de twee bedrij- ven hel beste zoude zijn ; ten \ja hen wilde de tt voorkeur geven aan het zeer melodieuze tweede be- drijf; ik zal u hunne beoord^eling binnen kort me- dedeelen. - Laat u niet mee.r verleiden door de verachtelijke zucht om te schitleren , terwijl uw verheven talent den ftroom van gemeene schrijveri Tolgde , voor -welke de woningen der gelukzaligheid i, in eeuwigheid gesloten blijven. .... Gij hebt veel gedaan , om de ltatiaansche muzijk te niet te bren- gen; spanthans al uwe krachten in, om haar weder j, tot dien glans te verheffen, ' van -welke zij erbar- melijk afgedwaald is." Apollo ondersleune hem in dil edele pogen en
geleide htm in den ternpel der poetischc waarheid- Quod fells , faustum , fvrtunatumque sit ! s. w. scHROED*a irimmil.
|
|||||||
G 3 BI^-
|
|||||||
\
|
|||||||
(90
BINNENLANDSCHE BERIGTEN.
Algemeen verslag omtrent de uit-
schrijving van mclodiea op eeni- ge dichtstukken uit dc Vaderland- sche poe'iij en liederen van Mr. H. A. s p an daw. Eenige vrienden en beoefenaars der muzijk, bih-
nen Groningen, hebbende verlangd, goede en gepas- le nielodien voor eenige diclitslukken, in de Vader- landsche Poezr'j en Liederen van Mr. H. a. !F.mnf voorkoiuende , te verkrijgen, ten einde hunne latid- genooten in de gelegenheid te steilen, om deze Va- derlaodschc gezangen op Vadei'landsche toonen te kunnen zingen, hebben , bij openlijke uitschrijving van den i Augustus 1817, de Vaderlandsche toon- kunstenaars uilgenoodigd , om oorspronkelijke zang- vvijzen voor de gemelde dicblstukken te vervaaidi- gen , en die muzijk ter mededinging intezenden, met uitloving van tien Gouden Dukaten voor elke com- positie, vrelke, aan de vereischlen voldoende, der openlijke uilgave zoude worden waardig gekeurd. De beoordeeling der, ten gevolge van de gemelde uit-
scbrijving, ingekomene muzijkstukkvn tlians zijnde afgeloopen, haasten zich de Qndergeteekenden, om van den uitslag dezer onderneming openlijk verslag te doen. De muiijkstukken, welke binnen den tcrmijn van
inzending (ill December 1817) iDgekomen zijn en
naar
|
|||||
■
|
|||||
C95)
»aar den uitgeloofden prijs gedor.gen hebhen, warelj
met de ffavnlgende zinspreuken ^etee: end ; hvbbeude zoiidanige niuzijkstukken, w Ike na dat lijdstip iiige- komeu zijn , als te laal ingrzondrn, nict !<tu\neu n:e- dedingen. De composition vaa ieder d'chutuk zija gerangschikt naar de orde, waarop zij ingekomen t ijn. . * A. Het Volksgezang.
No. I. tt H:t wordt gezongcn door ^tgevoel,
En door 'tgevoel verslaan.'1*
s p A B o a w , "Volksgezarg*
a. Voor Vaderland , Vortt en Volk,"
« 3. ,, Nedr'gheid goal voor de eere."
» A L n M O.
> 4' t,Kom! zingl ten vreugdelied met een blij» moedig hart.'* IlLXIIli
5. God z!j de eer van Alles.''''
6. Bij Mr. s P A K D A w's Poezi'j , ,, Past Nederlandsche MelodijV " 7- » W'e net grole zotikt, rnoet eerst het klein* gevonden hebben."1*
». 8. Onder zoo veele reuhende bloemen zoeht oof. het geringste bloernetje zijn reuk te ver- spreideri'S* i g. De toelvanrt woont in Neertands velden, De Vree hecjt daar haar troon gevtst.n G 4 No*
|
||||||
|
||||||
\
|
||||||
I
|
|||||
C96)
Ho. 10, 9f?j zi'jn van het geeveld bevrljd
Zinat nu een lied op Neer/ands vvijs $
Op ooderlandschen toon
Heft ann ter ecr van Godes dadn , En ons herboren pro,ksbestaan Vfeer orij «an schand en hoon.n
■> II. Oranje, Vrijheid, Vaderland ... Hit zlj utv Lied op Ncerlands trantf Dan zlngt Gij altijd schoun.n I a, Nederlands Trlompf."
m i3, ''/ He eft elgen taal en zeden tveer , ...
JEn elgen volksgezangS*
14. »Oranje, Vrijheid, Vaderland
15. Menvoudlg, zander ztvler en praal.**
■■ 16. 11 Eenstemmigheid van hunst en smaak- Is meer, dan menschelijk vermaak.'l>
mm j 7, || Geschikt voor 't Algemeen.n mm 18. &ut t* h"1 doelj"
ig, 11 Een componlst van zangmuzljk sfaat gel/jk
met een portraitschilder, wlens hoofdwerk In
het naauwkeurig treffen bestaat."
ituic.
mm flo, 11 Jfa zulk een edel doel nlet gedongen te heb- ben, zou rnij meer grleven, dan den prijs tt
mitseny
mm si, De Muzljk is dc zlel der Poe'zij.1" » 39. Het vi/aar getuk bestaadt nlet In een purpcf Meed,"
No.
|
|||||
(97)
No. a3. vDat het vereenigd tusterpaar, Mutij'k en
Poeiij ,
Het Vaderlandsche hart ontvonk door kracht
van Melodij.n
mm a^. H'j zal 'i tig zeker niet berouvstn ,
Die zingt ooor V volk en voor de arouwen."
« a.5. Enthusiasmus, of Neerlnnds GeestdriflS* a6. M Groei.j en bloelj op ISeerlands grond. 37. » Dat s e a » D a w's Vaderlandsch gezang Luid klinke in stnd en veld, Der Mannen ad'ren ztvellen doet ,
Den Jongling vormt tot Held.n mm a8. Oranje , frijheid, faterland Dit zij uov lied op Necrlands Irani,
Dan zingt Gij aitoos schoon,"
" ag. Personne ne nait maitre"
~» 3o. ,, De overktaamheid, die geeft altijd
Genoegens in dit leven, Mn deze werken van mijn vlijt Die kunnen prijzen geven ;
Dit hoop ik , ja ! en dat men kunst In Gronings-muren , niet naar gunsl, Maar naar verdiensten oordeelt." m» 3l. Dat lied treft 1t meest on* hart en ooren,
Het geen oris Neerlands roem doet hooren?*
■»» 3a. ,, Ut Pictura Musica erit.n
33. ,, Cest de la melodic settlement qu'ilfaut tirer
le caraclere particulicr d'une Musique Na- lionale,''y
i. 1. R o 0 s s E A u. Let Ire %ur la
Musique francaise, pag. a4a. C5 B.
|
||||||
£A
|
||||||
\
|
||||||
C98)
VercTranffznamhei'il.
Verdraagzaamheid is de dochter der tchlt
ferllchting: in Nederland stand hare wieg.'n ,>}/■/ is atIt:en mijn doel JMij zslven te eeredelen Dour Goddelijk gevoeh" Onder zoo vele reukende bloemen. enz."
Veel doen leerl doen."
Vergenoegd te leoen is een groot geluk,"
Geen Nederlandcr , welk geloof hij ookbelijd3
Die niet aan haar behoud zfjn goed en leven
wijd.'1*
Vreest God, eert den Koning.n
Jaer'jheid vanGodsdienst is '<lieiligste goed."
» Wi) reiken elkaar als Breeders de hand."
,, Concordia res parvae crescunt,,y
VFaar liefde woont gebiedt deHter zijn zegen."
Psalm i33.
,, Tot een genoegen meer in yt leven
Is Toonkunst aan den mensch gegeven."
Een componi.st van zangmuzijk staat gclijk
tntt een portraitschilder enz.'*
IDIIIC,
,, Der Braven gunst
fotmaakt de Kunst."* Dat het oereenigd zustcrpaar, ttuzijk en.
Poe'zij, enz."
,, Gezelschaps-jLied.'\ No.
|
||||||
(99)
|
|||||||
No. 17. Dat sphdik's P'aderlandsch Gezang
Lui.d klinke in Stad en Veld, ens.** 18. Verdraagzaamheid is '/ Volk van Nederland
aangeboren?"*
ig. Verdraagtaamheid
Heil bereidt."
■ aOi ,, Personne ne nail maitre.n « ai. De tverkzaamheid die geeft allijd Genoegens in dit leven.',r em.
aa. ,, Dat lied treft V meest ons Hart en Ooren,
Het geen ons Neerlands rocrn doet hooren?*
«■ a3. Vt Pictura musxca en'f.*' / C. V e r d i e n s t e.
|
|||||||
No. I. ,, Felix merilis."
a. ,, Er is op aard? geen volk als wij
Meer groot door eigen vtaarde?''
■ 3. )t Gij Toonkunst! die den muur van Thehe
door uw lait
Deedt rijzen! Voer ons hart ten eigen boe-
zem uit.n
« 4- » W'e net Sr00te zoekt moet eerst het kleine
gevonden hebben.'1'' 5, Deugd maakt gelukkig .
6. Gronden zijn regelen voor de Kanst.
7. Vfeldoen maakt Pritnden."
8. Ons Nederland dat spanl de kroon"
No.
|
|||||||
C 1°° )
g. Geen afkomst zet er luister bij,
Zoo deugd haar niet veredelt." 10. ,, £h tvaarom V innfg vuur verzaakt Dat mi) ten zangstrijd eoert, Ah '/ oaderlandsche braafkeid raakt , D/'e wjy «oo *re/f en roert." ? i*. JD« ede/e Muiijk
Gcefl alles schooner leest,
Zij treft des menschen hart, Ferktvikl daar bij den ge*tt.u is, ), £en- coinponist van zangmuzijk slaat gelijk
met een portraitschilderf enz.
LJS'CIC,
13. Musica delectat.'1''
i!\. De iiefde.tot zijn land Js ieder aangeboren?"* 15. >, Dus iverdt, wat ook mijn kunst nntbeert,
En Dicht- en toontalent vereerd." 16. ,, Verdienste beloond,"
ij, Ja Mii>ke in beemd en langs de zomen
het lied, dat onze vreugde tuigt." 18. Dat srASDi it's Vaderlandsch Gezang
Luid klinke in Slad en Veld, enz." ig. ,, Met Mermetaal heeft geen tvaardij
JVanncer 'tis afgebedeld." 20, Personne ne nait maitre."
21, ,, De ixerkzaamheid die geeft altijd eat."
22, flat lied treft 'tmeest ons Hart en Ooren,
Het geen ons Neerlands roem doet hooren." D.
|
||||
C ioi )
Voor Vrijheid en Vaderland.
Ons klopt het hart, ons zcvelt het bloed,
JSij 't rijzen van dien toon."
iouiki, Volkslicd,
,, Utt Uefde voor het Vaderland,"
Gij Toonkunst.' stem ons hart ! ontscheur
den gecst man 'tslofz
Geen Nederlander blljft ooit kocl bij kunst
en lo/JK
I1III1S,
f) De Slavernij is erger dan de dood."
t)Geene oeffening alleen vormt Kunsttnaart.'
de Natuur gaat alle kunst vooruit.",
,, De Vrijheid en het Vaderland
Dit is ons duurste goed.
Het is gekocht door Nassou's bloed
En ooor 't bederf behoed :
Zingt dit ter eer en 's Konings troutv,
' Van Willem Fredrik van Nassou.",
,, De keuzt."
,,J)lijn vaderland! zoo vaak door 't wrokhend
staatsbelang ,
Gc&ikkeld in den krijg, die met dan on~
heil wekle ,
Herneerrit zijn grootheid -tvter, *>en vrifheid*
aehtbaar sshild-y
Ttr ivitg en bakerm«t voor blijden voor-
spoed streku."
r. m o r h s. No.
|
||||
/
( 102 )
g. We zijn , God dank ! iveer erij," I
10. ,, Optima Voluntas?1
11. Etndragt rn'iakt magi?'
i a. »> De Toonlmnst is mijn ereugd op aard :
Zij is mij rneer , dan schaltcn waard."
i3. Geschikt voor 't j4lgemeen."
i4. J£en componist tran zangmuzijk staat geiijk
met cen porlrailschilder," enz.
lust i a,
i5. ,, Vadcr'andsch-liefde en kunstmrn."
iG. ,, Fortuna juoat audaces.'" 17. Dat /let «ereenigd zusterpaar, ifTuzijk en
Poi:zijt" enz.
18. Door Vaderlandsliefdt aangemoedigd."
ig. ,, Nationale Zucht." ao. Dat spas da w' s Vaderlansch Gezang
Luid klinke in Stad en Veld enz."
ai. i> Ja Pleerland rijst! zijn glans kon slechts
een oogivenk tanen ;
De glorie wappert veeer in zijn ontrolde vanen,"
as. ,, Voor Vrijheid en het Vaderlan-ef, Wordl 00k door mij de Her bespand.''
a3. Personne ne nait maitre," 34. » D« everkzdamheid die geeft allijd" enz. a5. Zontler zinspreuk. a6. ,, DalLied treft 't meest ons Hurt en Ooren" enz.
27. ,, Die niet cvaagt, die niet slaagt." E.
a
t
|
||||
V (io3)
E. Krijgs-lied.
No. i, Zijn ceij ah Mauri ts in den Str'jd;
Ah Ruiter op de Zee."
Mr. i. b r a s n , VolkslieJU
■ a. ,, «5 Belgen, ditrbre Landgenooten!
Wat eedler pek is ons ontslooten,
'-,:,. Sints hier de Zon der Vrijhcid blonk,
En a" Alrnagt, na too r'jh een zegen ,
Voor nooit geschonden deugd verkregen,
Ons 't Uvenslicht in Neerland schonk.1'
IlITI,
3. Moed en Standvasligheid tijn Roetniva'ard:g."
«■■ 4- » E'en aider ga mijn tang in trotscher k:msl
te bovent
II'j overtreft mij toch in ronde oprtgtheid
■ hieC*.
5. ,, Men doet writ men han en niet i»at men veil."
m- 6. ,, Hit volk it in der daad niets dan een ku, de. schapen t
Vemoegd op schralen grand te weiden en te
ilaperif
Maar als men 't onbedachf tijn slanfschhticL
, voclen doet,
Verkeert die Lamrenkudde in eenen Leeuceertm
stoet.'*
" 7- » Wilhelmus van Nmsouwen.'
Is alter braven Lied."
8. Wij slri'jden ook,"
9. Men vindt in elken man r.*n held," "
10. Nu0it vrilrnaakt," |
||||||||
Hi)
|
||||||||
.
|
||||||||
No. ti. Hij strijdt voor vrijheid, regl en haardstem
de en altaren,
En at tvat braaf is , strijdt met hem,"
t r a N D \ w«
"-» la. Een aigemeene trek, den sterfi'ng ingegeoent
Duel hem tijn Vaderiand bemirtnen naast het leven."
i3. ,, Een componisl »an zangmuzijk stoat gel'jk
met een portrailschilder," enz. ititio.
i4- » He relnt deugd alleen
Vormd groote steroelingen^
t 15. »Dat het vereenigd zusterpaar, Muzijk en
Poezij." enz,
16. ,.Door IJoer." ' ,
17. ,, De Masijk verheugd het Hart'' ..
18. j, Meer om den loon,
Dan om het loon.'" 19. ,ySlont gesproken , is half gevochtcn,"
ao. » Dat SFAStjVi Vaderlnndsch Gezang
Luid Itlinke in Slad en Veld," enz.
ai, t,'kHoop tot nut van Neerlands volk te zijn."_
23. |, Vfie niet ueaagt, die niel slaagli"
r a3. ,| Ffi.e niet waagt d:e niet siaaglJ" a4> »Gij Taonkunst spant de Zenuiven en vormi
Helden."
a5. Personne ne nait maitre."
36. Heldenroem.''
37. De iverkznamheid die geeft alf'jd," ens.
28. Dat lied (reft't meesl ons Hart en Ooren''' ens*
-» ag. ,, Vaderlandsliefde en Kunstmin," F,
|
||||
C »°5 )
Nederlands Zeeroem.
,, De Zee is uw geweer: gebruik ilanr ut*
geweld."
1. oats, Mengelingen,'
., Kom , Toonkunst ! laat uw Galm cveer rui-
sehen door dees' Zalen , Ons hart zal in dien Galm ook Neerlands
lof herhalen.",
Roem naar tvaarde is billijk,"
Die zijn best doet, doet wel."
Geene oeffeningalleen vorrnt kunstenaars." enz,
,, De lie/de des Vadcrlands moet het beweegrad
zijn van de daden der Burgers," ,, Oat Neerlands Zeeroem is hersteld
Is tot d' oerste kust vermeld.
In 't Oost en JVest en Zuid en Noord
TVorden Neerlands daan gehoord*
Het barbarijsche Roofgebroed : Smeekt den vreede en oalt te voet."
De dag brak aan die Neerlands vlag Weer zonder smel en rimpels tag.",
Neerlands roem herboren."
Zeil vrij de gansche tvereld rond,".
,, Dit 's Neerlands roem: hier om arordt Neer~ lands bloed geprezen, Ver boven Brit en Gal en 'tkroost der Por-
tugezen."
H No,
1
\
|
||||
C 206)
|
||||||||
No. ia. Een companist van zangmuzijk stoat gtUjk
met een portraitschilder." enz.
imiic,
■■« i3. Ziet in de Ruiter, hoe men 't eerkoor bin*
nenstreeff." * b it a.
15. Vaderlandsch-Uefde en kunstmin."
mm 16, >tDat het oereenigd lusterpaar, Muzijk. en Poe'zij," enz.
17. nAan Euterpe gean'jd."
"- 18. Ik zal he! 00k eens wagen ,
Mcschiens kon dlt behagen." *» ig. IVie kan de eaderlandsche snaren
Fan eermn sitiDiw eeenarei?" . 20. ., Mogt Neerlands Volk 00k in de zangkunst
rijzen.'' ai, Dal sPahdaw's Vaierlandsch Getang
Laid klinke in Si ad en Veld,'' enz.
22. Zeemans-Lied"
a3. >, fYie niet #aagt, die niet slaagt.'K
a4. Algiers."
a5. ^ Personne ne naft maitre,"
26. ,, De wcrkzaamheid die gecft altijd enz.
* aj. nDatLiedtreft'tmeestonsHartenOoren" easV
fm-^%*
|
||||||||
G.
V
|
||||||||
J
|
||||||||
( 107 )
|
||||||
G. D e Ni en we Har i n g.
|
||||||
No. i. HetHtllandsch banket op de tafel dcr grontenJ*
■c. M 0 B Ji s , in het TijiUcluift Jiup/wniaC a. ,, Triomf! de nncht van schande zonk;
i Triomf! de dag van glorie blank Vaor 'ti'rjt: vaderland". "» 3. ,) Door zoete melodi'j
Ken edele vrlendr.n rij,
Of tcedre gae te boeijen.
Zing! dan met stouten zwier ; Doe zilvren toonen vloeijcn
Van u(V gcvfijde lier.'' IPAVDif,'
4- » Onder zo veele reukewie bloemen" em.
~ 5. ,, De Harlng is Nederland een Schat en Roem."i
6. Gepaste vreugd is nuttig en vermakeh'jk."
j. >%Men doet ivat men kan en nlet wat men tvil*"i
~ 8. I hope." g. ,, Wilhelmus van Naisouwen
Is aller I raven Lied." io. ,,'Tisfeest in Nederland,"
ii. ,>Pro Rege et Patria."
12. ,,'t is loflljk naar het doel te streven,
Want ' t kan vaak nlet aan andren gevertj*.
i3. Lust maakt den arbeid ligt." i4- )> Zelfs uit de diepten der Zec'n vloeijen Bron*
nen lot Hollands welvaart."
■> 15. ,,.Een componist van zangrnun'jk staat gelifh, met een portraitschi.lder." enz, 5. 5 9 T I ».
H a No,
|
||||||
-_»«,,?.-, a -,^**~4W»*&A.^.*sS!sJda«&ST*^^
|
|||||
C108 )
No. 16, d Op '< vaderlandsche Zee-banket
Moet hartelifk den toon gezet."
m- fj. Het pngen zelfs is grootsch in '< <x>orstel-perkj der eer,"
18. Vadt;rIa,idsch-liefde en Jtunstmin." ~- ig. De Toonkunst bicdt op spandaws Klagtert Den Dichler broederlijk de hand: Om strijd beproeft men thans zijn krachten,
Tot roem nan 't erije Nederland: Een zuchl voor 't algerneen belang
Schlep ook deez' iSieuwe-Haring zang.''
» ao. ,, Dat fiet vereenigd zusterpaar , Muzijk en
Po'e'zip'1 enz.
21. Welvaarts bron ooor Nederland.'"
22. ttDoor orffening." a3. Des Didders toon getroffen."
s4- Apollo."
25. ,, Dat spani>aw's Vaderland.ich gezang
Luid klinke in Stad en Fed," enz.
«■ 26. ,. Die nimmer dingt naar glorie
Behaalt ook geen oicttirie." 27. >, Zwermend aan de Britsche Stranden
Vraagd de smaak naar 'tvischje niet}
Maar ' t doet ieder ivalertanden Vie 't in Hollands kuipen ziet." WE 5 T £ R MA W.
28, j, Per Sonne ne nait mailre,"
zolt De <x>erkzaam)ieid die geeft altijd" enz.
3o, Dat Lied treft 't meest oris Hart en Ooren" enz.
( 3l. ,, Flaardingiana." H.
|
|||||
( log )
|
||||||
Aan de Nederlandsche Vrouwett.
|
||||||
,, PVaar tverd opregter troutv
Op aarde ovit gevoriden?" V o K J» E L , tiijsbrecht Tan Aemstel.
,, Naluur stond al haar schoon van roos en
leiie af
Vat zij aan haar gclaat met rnilde goedheid S»f>"
SIMONS.
Eene poging hlljft edel, al bereikt zij ook
het duel niet."
Breek Flips dan heen door dam en dijhen ,
Hi) viridt in Neerland Helden-lijken, Maar slaoen-nekken vindt hi) niet." loiriss, WiUem de Eeritet"
,. Al wat naluur beminlijk hecft
Is in ua> t' saarn gehragt.'' Haar invloed verzacht onze zeden,"
,, Suurn caique." ,, Liefde en zang lijden geen dwang?^
., De smaak voor edle kunstt gebiilijkt door de reden,
Geeft luister aan de deugd en zcier aan sihoone zeden."
Een componist van zangmuzijk staac gelijk met een portraitschilder ," enz. L U 5 T I O.
Geen volk, hoe magtig, kan op zulke orou-
wen bogen ,
Haar grootheid blinkt atom en schittert elk in d'oogen."
S P A K D A VY. II 3 No.
|
||||||
»^ai^^^W
|
|||||||||
( no)
No. ia, lt Elk d'e der menschen tvaarde Kent
en 't hell der maatschnppij, bevordre nulte werkzaamheid." i3. Vaderlandsch-liefde en kunsttni'n."
i4- » JOat net vereenigd zusterpaar, Muzijk en
Poezij, enz.
15, ,. Hij Z'll 'tz'ch zi-ker nr'et beromven ,
Hie zingt eoor 'tvolk en voor dc vrouwen.",
~ 16. :, Kunst en smaak
Is de eisch der laak."
17. tt&'it spandaw's Vaderlandsch gezang
Lud kh'nke in Stad en Veld," cnz.
18. ,,'Tlied is voor l/emitilijk geslacht
Blijft eeuwig troutv , bljft alt00s zachl,"
19. Favorit Air." ' ao, ,. Vraagd men het JEvenbeeld nan Deugd en
Liejde en Trouiv
Noem dan de Nederlandsche vroiuv."
ai. ,, Personne ne naii rnaiire." 32. De weikzamnheid die geeft ultijd" enz.
» a3, ,) Dat Ledtre/t'I incest on* Hart en Ooren" enz.
I. Klagt eener Vaderla'ndsche Vrouw.
No. 1. }, 6 F'rouivcn! in ivier oog de traan, door U
gestort,
Om 't zuivre van den grond een kostbre parel wordl."
loon, Gedichten , 3de devl. |
|||||||||
a. tiJTfj sneueelden, voor 't Vaderbmd ,
Thuns leeft hij in volmaakter stand.' |
|||||||||
No.
|
|||||||||
)
|
|||||||||
Cm )
No, 3. Mensehlievtnd Vriend! wient head gtbcenll
Mijn hart elk oogenblik betveent, Dien ik , dien't Vaderland, dim '■' I ntenseh-
dom heeft vtrloren" IE! T H.
4- »'t,Is groot, als men door min voor 'tender-
' land beivogen, Met wond op wond bedekt op 'tbloedrg slag-
veld sterJlA 5. Mededlnger."
6. Ja het pogen zelfs is sclioon, at mist men
ook het doel,
7. ,, Non lucri, scd honoris causa>".
8. De opoffering." 9. J. N. d. A. G."
10. Zulk een dood is roemrijker dan 'tlevenj'j
_ n, Zijn dood zij mijne glorie ! 1 a. Aan 't Vaderland gegeven,'',
i3. Door rein gevoel
Voor 'tedel doel."
~- 14. Geschikt voor 't Algemeen.'' 15. »Hij die voor het Vaderland zijn leven over
heeft, die sterft met raem."
16. ti Een componist van zangmuzijk stoat gelijk
met een portrailschilder , cbz. IVIIIG,;
17. De klagt dier vaderlandsche Vrouw
Slaat elk gevoelig hart in rouw."'"'■
18; ,, Vaderlandsch-li efde en kunstmin''
19. ,, Menschlievendheid op aard is Englemaligm
htid." H4 No.
|
|||||
. .*^.,^^«.
|
|||||
( 113 )
No. 20 Dat hel vereenigd zusterpaar, Mi/gijk. en
Pofzij," enz,
> ai. ,,'ktvil van krijg en staal gekletter hooren !
ook ik bezit een Vader'and."
22. ,, Door kunstmin,"
a3. Wei leven maakt wel sterven."
24* » Dat s p A N D a w's Vaderlandsch geiang
Luid Mink in Stad en Veld," enz.
25. ,, Neerlandsch Mocd Betreurt en geroemd."
26. Plukt vruchten van Ui» eigen grond
27. Zijii leven is U alles<waard
Zijn dood is Vive gloried
28. Personne ne nait maitre.''
23. De iverktaamheid die geeft allijd" enz.
3o. Dat Lied treft,t incest ons Hart en Ooren" enz;.
K. H e 1 d e n m o e d.
No. 1. Der vadren heldenmoed verspreidt te sterk
een luisler;
En 't kroost van tulk een oolk zinkt nimmer-
meer in '/ duister,"
nm»s, Holl. Natie , adt zrnig. 2. 'l Is groot! 't is edel, in het barnen der gem
Varep.
De Scipioos in moed en krijgsdeugd te eve-
naren,"
mia,
* 3. Vinci juvabit."
No.
|
|||||
■i
|
|||||
( "3 )
4> » /A jWc& «>i/7 thans de Zon van welvaarl ons
(veer streelt,
Dot ik 6 Ntderland ! ben op uix> grond geteeld?'
Eiiuis, Holla mUr.hu Natie<
5. ,, Breek Flips danheen door dam en dijken" enz.
lOiilHs, Willem de Eer»te,
6. Pour la gloire"
7. ,, De Neerlands oude heldnmocd
Ontvlaml de borst in gloed.
Zijn tvij rcgt geaarde Zonen : Moet men dit met daden tonen. Midi voor Neerlands Koning." 8. Onkreukbre Heldenmoed, op trouw en deugd
gevesl"
Bescherm eeuvv uit eeuw in het Nederlands geivest."
9. Uw naam, o Claasens wordt bij 'tlaals/e na-
- I geslacht, Met heilgen eerbied en beivondering herdaeht."
10. J. N. d. A. G.
11. Met God! [roept elk') nooit strijken tvij."
12. ,, Dood of vrij."
13. », Wilt G' u den achtbren naam van krijgsman
waardig ma ken ,
't Vervele u nooit voor 't heil van Vorst en
hand le waken."
14. »Een componist van zangmusijk staat gelijk
met een porlraitschilder " enz. L B s x 1 g.
15. Tot nut en oergenoegen."
H 5 No.
|
|||||
■
|
|||||
/
/ |
||||||||
Cn4)
No. 16. Dat fiet vereenigd xusterpaar, Muiijk en
Poe'tij," enz.
17. Ik doe al ivat in mi'jn eermogen fe."
18. Naro!teit."
ig. ,, H/y ia/ ^t zich zeker niet berouwen
Die zingt voor ,t volk en eoor de vrouwen.''*
» 20. Die niet ten strijde gaat Zal nimmer overwinnen."
31. Dal span daw's Vaderlandsch gezang Luid klinke in Stad en Veld," enz.
22. De lotge«allen van ons Land
Vertoontn ons des Hoogsten hand."
a3. ,, De Naam : Claasens blijve hi) rnij altoos in
. 24.
. 2&. »De werhzaarnheid die gecft allijdP enz.
26. Zonder zinspreuk.
27. Dal Lied tteft^lrneest ons Hart enOoren'1'1 enz.
L. Nederland.
|
||||||||
No. 1. Indien ik U vergete o Jerusalem! zoo ner-
gele rnijne regterhand zich zelve." I>falm 137.
2. TWie Neerlands denkl, heeft voor dat hcil
,, Nog gor.d , en Hoed, en levtn vcyl."
A%» S» PVcrp cverp a speiltuig neer,<
< Zoo G^i/dlen Toem en eer Veraclillijk zoekt te beedlen." IfAJIAW,
No.
|
||||||||
( n5)
|
|||||
4- »> Onder zoo pele reukende bloemen<' en&.
5. Veel doen, leer I doen"
6. H e ttoien wil plakkeh , fnoet geen doornen
vreienS? \ _ . 7. ), Labor vincit omnia.'1''
8. ,, O Neerland klein , Op des wereld grnote brvin,
N'eemt die kaart, in Uae hand: zoekt A'frfer-
land.
JVat nu kunst en vltjt verbeid: Icert Met de
tijd.
Waar is huns gelijk ? Het is een paradi}s.n
g. tt Wat glans men elders spreidt ten toon
Ons Nederland dat spant de Kroon.''''
10. Het ErfdeeV
11. ,, Op de eeuivge zuil des roems, slant Neer*
lands nnarn gedrukt,
Die naam , die Goden naam , wordt nooit daar uit gerukt."
BE 1. m £ k s.
12. nfrijheid ! o Vrijheid! Gij dochter des Ilemels."
13. ), Vrijheid en Handel.1'
i4- Een cornponist can zangmuzijk, staat gelijk
met een portraitschilder.'1' enz. LVSTla.
15. Had ik Uw doel getroffen ,
'kVfaar dan op d? ovenvinning fier , Voor Neerlands zang sternde ik mijn lier.'^ 16. De Keus van hart en hand,
Zij ,, Hulde aan Nederland." 17. j, Vaderlandsch-liejde en kunstrnin."
No.
|
|||||
Cn6)
Ko. 18. ,, Energie.''
ig. Vat sf ah daw's Vaderlandsch gezang ,
Luid klinke in Stad era Veld^ enz.
■ ao. ' T Eenvoudig lied doe 't oolk nan Neerland
zingen." 21. Na gedaan werk is goed rusten.*'
22. O TVaarheid! O Vcrlichting ! Necierland is ua> heiligdom,
23. De iverkzaamheid\ die geeft allijdn enz.
24- » Dat Lied treft' meest ons Hart en Ooren" enz.
> a5. Dat het vereenigd zusterpaar, Muzijk en Poezij f enz.
Beoordeelaren hebben geen der ingezondene slukken
op het dichtstuk Volksgezang der bekrooning waardig gekeurd. Ondcr de melodieen op het dichtstuk , getiteld Ver-
draagzaamheid, hebben beoordeelaren den uitgelooi-
i
den prijs toegekend, aan de melodie, geteekend met de zinspreuk : Concordia res paroae crescunt.
Bij de opening van het, tot die melodie behoorendc
verzegelde briefje , met dezelfde zinspreuk geteekend , is gebleken de auteur te zijn de heer H. c. snuf te Amsterdam, waarvan op den 23 October 1818 in de TOornaamste dagbladen , aan de beminnaars van het Rationale gezang , is kennis gegeven. Geene der melodieen, ingekomen op de dichtstukken,
y<:rdienste, Voor Vrijheid en fader/and en Krijgslied, eijn der bekrooning 'waardig gekeurd. Oa-
|
||||
Onder de melodieen op Nederlands Zeeroem werd
er eene gevonden, geteekend met de zinspreuk: Aan Euterpe getvijd, welke boven de overige, op dit dichtstuk ingezondene, melodiegn uitmuntte, ofschooa beoordeeiaren vaa meening waren, dat eene kleine veranderiiig in die melodie noodzakelijk was, zoude dezelve bekroond wordcn. Daar nu de andere me- lodieen geenszius aan de vereischlon beantwoordden , hebben beoordeeiaren geene zwarigheid gemaaki, om den componist der melodie aan Euterpe gewijd uit te noodigen , hen een adres op te geven, door middel van helwelk zij met hem , zonder dat hij zijnen naam be- kend maakte , in correspondentie zouden kunnen tre- dcn, hem de aanmerking mededeelen, welke de be- krooning zijner melodie, zoo als dezelve was iuge- zondcn, verhinderde, en hem aanmoedigen, om de vereischte verandering in zijne melodie te makery Deze nitnoodiging werd den a3 October 1818 uitge- vaardigd en in de voornaamsle dagbladen gepiaatst. De anteur der meergemelde melodie , aan die uilnoo- diging voldaan, en beoordeeiaren hem hunne aanmer- king te kennen gegeven hebbende , heeft dezelve zijne melodie zoodanig veranderd > dat ze der bekrooning waardig gekesrd is. Bij ,de opening van het vcrze- gelde briefje, met dezelfde zin.«preuk voorzien, als de melodie, is gebleken de auteur te zijn , de heer Ber- nard such, te Amsterdam; waarvan aan het pa- bliek kennis gegeven is in de meest gelezene nieuws- papieren, bij aankondiging van den 19 Junij 1819. Van
|
||||
C US)
|
|||||
Van ile ingckomeue muzijkstukken op het lied, de
nieuwe baring, is der bekrooning- waardig geoordee'.d de melodie, gete<»kend met dc zinspr uk: DM Hol- landsch banket op dc tafel der gruolen. p. m o E n s. In het tijischrift Euphonia, Bij de opening van het verzegelde briefje, met de-
lell'dc zinspreuk voorzien, is gebleken, dat de heer J. vah boom, te Utrecht, de auteur dier melodie was; wsarvan op den 3o Mei 1818 aankondiging ge- daan is; in welke aankondiging het puhliek levens onderrigt is, dat beoordeelaren , in aanmerk.ing heb- beudc genomen, dat bet tijdstip van den haringvangst naderde , het noodig haddeii geoordee'd , dat voov dien jtijd dit lied met ecne melodie voorzien werd: zijnde dit de reden, waarom dit lied, ofschoon naar de volgorde het zevende, evenwel het eerst is ver- kriigbaar gesteld. De ingekomene meloditen op de dichtstukken: aan
de Nedcriandsche vrouivcn, klagt eener Vaderlandsche vrouw, Hcldenmocd en Nederland, zijn geoordccld aan de vereischten niet te voldoen, en hebben der- ha've niet kunnen bekroond worden. Waarna de briefjes, bij deze muzljkstukken en bij de overige , welke niet bekroond zijn, behoorende, ongeopend zijn verbrand, " De taak van beoordeelarcn hiermede afgeloop4>n
zijnde, blijfl hen nog alleen overig, de vaderlandsche toonkunslenaars openlijk dank te zeggen , vodr het verlrouwen, dat zij in hen hebben gesteld , waavvan de
|
|||||
C "9)
|
|||||||
de aanzienlijke hoeveelheid der ingezondene mnzijk-
stukken hen tot een treffend bewijs heeft verslrekt, en hen voofts le herinneren , dat de zamenslellers der niet bekroonde stukken, hunne melodieen, des ver-< kiezen.de , mits tegen opgave van de zinspreuk en van de yier eerste en vier laatste niaten van ieder stuk« kunnen terug bekomen; le wclken einde eij zich aan den boekhandelaai' 3. oomkeks, le Groningen, behooren te adresseren. Groningen den i Junij i8ig.
M. SALVC&DAt
R. IV. SCXIOEDIB SrllllHEK,
A. a s i « > a.
|
|||||||
o
|
|||||||
Ai-
|
|||||||
C 12t) )
A s sen in Mei i8ig.
Ka goedgunslige tocstemming van den Koning he- komen te hcbben, om in de Hervormde kei'k alhier, welke een eigendom van het domein is, cen orgel le mogen plaatsen, had op don yden dezer maand het feest plaats der inwijding van het orgel, vervaardigd door den heer pethus van oeckelen, klokkenist en orgelmaker le Groningun. De wel eerwaarde, zeer geleerde heer BEN THEM
UDDiseius, onze geliefde leeraar, opende de heilige plegtigheid met eene leerrede ten betoge (naar aan- leiding van Psalm XXXIV vs. 4) dat de muzijk overheerlijk geschikt is, om 's menschen hart tot godsdieastige aandacht te stemmen, en tot dat ge- voel te verheffen , hetwelk hem te vatbaarder maakt voor de indrukselcn van de grootheid des Scheppers. Deze voortreftclijke rede werd al'gewisseld, nu eens door het gezang der geheele gemeente , dan weder door een vierstemmig gezang, hetwelk zich nit derzelver midden sedert eenige jaren gevormd heeft. Het orgel werd zeer schoon bespecld door den kundigen heer w. o. hakff, organist der Martini kerk te Gronin- gen, welke ons al het schoone en de geheele kracht van het werk lcerde kennen. Nk de plegtigheid , welke door eene talrijke schare toehoorders, zoo van hier als van elders, bijgewoond werd, eindigde een vriendschappelijk dine' dezen voor ons zoo gedenk- waardigen dag. Nog eenige woorden over het orgel zelf, en daar
dit
|
||||
\ C 121 )
dit het eerste van den genoemden maker is , eenigzins
omstandig. Het werk bestaat uit navolgende regis- ters: praestant 8 voet, bourdon 16 voet, holpijp 8 voel, viola di gamba 8 voet, quint 6 voet, octaaf 4 voel, roerfluit 4 voet, super octaaf a voet, flageo- let i voet, mixluur 3 en 4 slerk , trompel 8 voet. Al deze registers zijti bijzonder schoon van toon; vooral is de krachtige grond der bas-stemmen te be- wonderen; terwijl in bet algemecn eene deugd van dit, hoezeer kleine, echter niel min voortreffclijke werk daarin gelegch is , dat geerie stem door de an- dere overscbreeuwd wordt, maar alien evenredig krachlig zijn. Volgens het geluigenis van den hoog« lecraar a. j. j> u y m a e it vn twist te Groningen , en den reeds boven genoemden organist H a u f i , die beide het werk hebben onderzocht en opgenomen, is helzelve overal niet slechls stevig en naar de regelen der kunst, maar buitengemeen net, hccht en sterk be- werkt. Beide heeren kunnen niet genoeg roemen over de groote belwaamhiden van den beer van oecke- len, waarvan dit orgel tot een uilslekend bewijs verstrekt. Wij hebben te meer verpligling aan dezen kundi-
gen en eerlijken orgelmaker, daar hij , in we&rwil van den, buitendien reeds zeer maligen prijs , vonv welken hij dit werk heel't aangenomen , nit eigene be- wegin^ en zonder daarvoor eenige schaJeloosstelling te verlangen, het bestek zoodanig is te boven ge- gaaa, dat hij het werk met het gchcele register der i vi-
|
||||
C 122 )
yiola di gamba heeft verrijkt. Deze belangeloosheid
strekt niet aileen ten bewijze van zijne eerlijkheid, inaar ook van zijne ambilie; terwijl de sierlijkheid der uiterlijke bewerking en teekening van bet werk, van zijnen smaak getuigt. Om al dezc redenen achten wij ons verpligt open-
lijk aan de kunst, de cerlijkheid en den belangelo- aen ijver van den heer van oeckelek hulde te bewijzcn; terwijl -wij hem hartelijk aanbevelen aan hen, die zoodanige, waai'lijk zeldzame-hoedanigheden in eenen orgelmaker \veten op prijs te stellen. |
||||||||
#H#
|
||||||||
I
|
||||||||
KOR-
|
||||||||
-■*!*%
|
||||||||
(125)
KORTE BUITENLANDSCHE BER.IGTEN.
Zikere schobtmaks, eigenaav van een riddergoed
teBultelsladt, een kleia stadje in het Weiraarsche, heeft een nieuw muzijkaal instrument uit.gevonden. De toon ■wordt veroorzaakt door houten staafjes , tvelke tot op een' lekeren graad verkoold zljn, en door togl, die met biaasbalg en ivindlade op dezelve geleid wordt, in hem weging warden gebragt. Hij vereenigt in zich de aangenaamheid en liefelijkheid van de klarinet, het horen , de fagot enz.; terwijl dezelve , in zniverheid, al'e blaas-instrumenten verre weg te hoven gaat. Het zaclitste pianissimo , hetwelk , niet door kunstrijke registers, maar alleeniijk door het zachte drtikken der. vingeren te weeg gebragt wordt, komt volkomen overeen -met de 'wegsmeltende toonen eener windharp. De jonge kunstenaar, welke geen geheim van zijne
uitvinding maakt , is, naar men verneemt, van voor- nemen eene kunst-reise naar de vooi-naamste steden van Duitschl-and' te ondernemen. Wij hopen, dat hij ook'ons vaderland de voorlbrengselen zijner genie zal leeren kenneu. > De beroemde sTohi verlaal Frankfort. De onder-
nomei'S van het tooneel aldaar, groote kooplieden, tvelke hetze've , als eene speculatie op klinkend voordeel , en niet als eene school ter veredeling en verfijning van den goeden smaak willen beschotiwd I a ea
|
||||
( I»4 )
|
|||||
rn behandeld hebben, hebben deze hnane denkwijze
zoo zonnekiaar ontwikkcld , en de». groolen man met zulk eenen trap van minachting behandeld , welke hem dnidelijk deed inzien, dat hij ook in het ver« volg , even als gedurende den tijd, dien hi) reeds te Frankfort doorbragt: niets dan ooaangenaarobeden te ■wachlcn had, en dat men bet gi-oote doel, hetwclk hij op het oog had, overal zoude tegenwerken; hij kondi'gde derhaive zijn engagement op. Dat de on- dcrnerners het juist daarop aangelegd hadden, blijkt ten klaarste nit hunne handelwijze; naardicn zij veeds vodr de opzage van spohr zijnen opvolger gekozen. hadden. Eenige dagen van te voren had spohr de voldoening, zich te overluigen, hoe zeer het pu- hliek met de. mishandeling der ondernemcrs ontevre- den is , daar helzelve hem-, hi] gelegenheid der eerste vertooning van zijne nieuwste opera, Zemire en Azor, de sprekcrcdste bewijzen van liefde , hoogachting ea vereering, loejuichte. Onze geachle medearbeider , grosheim, te
Kasscl, is met een zeer belangrijk werk bezig. Hij brengt, namelijk , uit hcl oude notenschrift in het hedendaagsche over, het Magnificat, gecomponeerd doov onderscheidene groote mannen, als nns- X ElMA, THEODORUS LIOIAlllS, VINCENT1C1
HEB.ITO, BON MAN. ANTONIO M A Z Z 0 N E , C E S A R E THDINO, HERCBLES H8..CIUJ, fEtBVS 0RTIUS, ORLANDO LASSO, VINCENZIO IIFIO, MAUEITS, land-
|
|||||
C 125 )
|
|||||
landgraaf van Hessen, wclke alien in de zestiende
eeuw geleet'd hebben. Dit werk zal bij inteekeuing worden uitgegeven, en het nadere daaromtrent, zoo dra de geleerde bewerker genoegzaam met zijnen ar- beid gevorderd is, ook in dit tijdschrift bekend ge- maakt worden. De philosophische faculteit te GSttingcn heeft 011-
zen grosheim tot doklor verheven, als een blijk hoe zeer zij zijue vordiensten oia de toonkunst weet te waarderen. De kunstminncnde muzijkhandelaren s. A. stein KB
en Comp., te Weenen, liebbea het pi'i jswaai-Jige ontweyp gtvormd, om een gedeakteeken voor ha ydn en mozart, deze twee giondzuileu der loortkunst, op le riglen. In de vo6rloopige bekendmaking van dit plan, hebben zij te keimen gegtven ; dat hunne onderneming door middel vau inteekening zal tot stand komen ; te welken einde zij de vercerders der kunst aanmoedigen, het hunne tot voivoering van het plan bij te dragen ; dat de termijn ter inzen- ding der bijdrage.n tot op het einde van dit jaar be- paald is; dat de inteekenaren en het beloop hunner bijdragen in een afzondevlijk boek zullen ingeschre- ven worden ; dat eene al'teekening van het gedenksiuk in hun magazijn ter bezigtiging ligt ; dat hetzelve zal worden geslichl in eene daartoe geschikte kerk , of wel op eene andere uit te kiezene plaats in Weenen: waar deze onderneming haren oorsprong nam , waar 13 HUBS
|
|||||
(136)
|
|||||||
HA tdd en mozaei het grootste gedeelte van hun
levcn doorbragten, waav zij hunne onsterfelijke wer« ken schiepen , en waar de onverbiddelijke schik-godin heider levensdraad afsneed; dat, na de voltooide stichting, de geheele geschiedenis dezer belangwek- knnde dnderneming, benevens de lijst der deelnemers in dezelve, met het beloop der bijdragen , en eene afbeelding van het monument in ecn afzonder'.ijk gedentschrift aan de deelnemeren zal worden bekend gemaakt, en dit werlf in het monument zelf zal wor- den vereeuwigd. Wij hebben ons verpligt. geacht .dit ontwerp aan
on*e landgenootcn bekend te maken, en hopen, dat hetzelve ook in ons vaderland eene aanzienlijke on- derateuning zal mogen vinden; terwijl wij ons gaarne aanbieden, om de bijdragen van hen, die deze on- derneming willen bevorderen, over le maken, bijal. dien zij ons tot dat einde hun vertrouwen willen sphenken, en geene beterc gclegenheid tot de intee«» lining welen tc vinden. SB RES AC Til.
|
|||||||
/IJ5-
|
|||||||
\
|
|||||||
( 127 J
^.ECENSIt
■+- Cantalc, A grand orchestrc, piano aS
libitum, composee a P occasion da congr'es iPAix la chapelle; execulee le 3 Novembre. 1818; dediee aux Sow eerains allies; par 3. H. heis, com' positeur attache a la musique de S. 31. le Roi. des Pays-Bas ; exdirec- teur du theatre et de la musique de S. A R. le Due de Brunsvic; presi- dent honoraire de la societe philar- rnonique de Rouen, a Bruxcilcs. (Bij « inteekening uilgegeven voor 20 jran- ken.") De vervaardiger van dit werk hecft met dezen zij- nen arbeid regtstreeks, voor het oog van het geheele muzijkale publiek , zijnc onkutide ten toon gespreid. Wat zoude den heer nils toch wel bewogen heb« ben, dezen hoop noten, die schier als op den worp van dobbelsteenen schijnen zamengeflanst te zijn, met de benaming Cantate te beslempelen ? Was het nijn voornemen , eene muzijkale kwakzalverij ler we- reld te brengen , als hoedanig dit -werk zich inder- daad kenmerkt; waarom koos hij dan niet den titel geparodicerde Cantate? Dan toch zoude het muzijkale publiek reeds terstond geweten tiebben, dat hetzelve, in plaats van gezangen, deuntjes voor Irompetten en pauken kocht, en het zoude in zijne verwacbting I 4 niet >
■■ :■ -,j { ■
: . C\
»
-'■■■'" -'■, " .4 |
||||
("«)
|
|||||
niet te leur gesteld worden! Maar de heer hesi
dacht waarschijnlijk juist zoo, als al die anderen, die hunnc werken door eenen veel belovenden titel moeten zoeken aan den man te brengen , en plaatste du* dal; gene buiten op het werk, wat er van binncn vruchtetoos in gezocht wordt. Eec. kan echter, ondan s het gebrek aan geest en den overvloed van onzin , waardoor dit werk zich in het bijzonder kenmerkt . zich niet onthotidcn < hetzelve eenigzins nailer te beschrijven ; hopende , daardoor aan de inn. zijkale uitzinnigheden, voor het vervolg, paal en perk te slellen. Even als ieder schrijver», in de voorrede van zijn
geschrilt, den lezer over de hedoeling des werks een kort denkbeeld tracht te geven , en hem met het plan, en over het algemeen, met de wijze van be- werking eenigzins bekend te maken ; juist zoo bcijvevt zich de componist, om in de inleiding van een werk van aanbelang, als bij voorbeeld, een oratorium, eene opera , ecne cantate , zijne juiste hedoeling door toonen te kennen te geven. De heer mess (leeft dit overoude gebruik ook gevolgd, en lcert ons ook in- derdaad al aanslonds zljncn geest kennen. IIij opent zijn toonsluk met het gesehal der trompelten en het gelvommel der pauken in D dur, waavna het orkest inva't, gedurende 16 maten, in ouderwetsche, tot vervelens toe a'gezaag'le' passages voortbruist r en, pu is de inleiding uit. Rec. moet bekennen, dat, indien woorden zich door toonen licten uijdrukkeu; men
i
|
|||||
v . - ,
C '29 )
men onder deze inleiding, veeleer eerie oorlogsverkla-
ring van barbaarschc voikeren j60u.de verstaan, dan eene muzijk, welke jacht en lielelijk op het gemoed behoovde te wcrken. Het kontrast der inleiding, met de -woorden van het
nu votgcnde recitatief, is in hel. oug loopend: plus de combats, plus de victirncs, le cicl eocauce nos souliaits. Grace a des heros magnanimes, nous allons jouir de la paix! enz. Dit recitatief wordt door den Tenoor gezongen. Rex. ruoet bier ecnige woorden over de duktamatoriscue voordragt van het recitatief vooraf lalen gaan. Het recitatief behoort, zoo wel wal de composilie ,
als wat de voordragt belreft, op 'dezeifde leest ge- schoeid te zijn, als de dekSamalie der rede: hel is niets anders, dan de waarachtige, reine en schoo- ne uitdrukking van den zin en van de daarmede verbondene gewaarwording. Het akkompagnement dev ihslrumenten moet tich steeds , of tegen de stem aanleunen, of wel , namelijk in gewiglige oogenblik- ken, de stem alleen laten gaan; maar hel mag nini- mer zoo »terk zijn , dat de stem daarbij verliest en overschreeuwd wordt. Het recitatief ondevscheidt zich dus in niets van de rede, dan alieen in hetgeen hel gezang in het algetneen van de rede doet cnder- ketinen, dat is , in den omvang van loor.en: aan de laatsle kent men gemeenlijk den omvang van eene quart , aan het eerste dien eencr oktaaf toe. In het recitatief mag voorts geen afschilderen der woor- * 5 den |
||||
( i»o )
Hen plaaU grijpen y en evenmin mag netzelve kunst-
rijke versieringen ten toon spreiden: hoe reiner de *fn nitgedrukt, hoe natuurlijker hij voorgedragen wordt, zoo veel te meer komt men het ware recita- ti'ef nabij. De camponisl moet dm , bij net vervaardigen van
ten reeitatief, de regelen der dekiamatie ook als zijne *w>rna»mste regelen bcschouwen en opvolgen. Hij mtrel zijne toonen zoo uitdenken , dat hij jui&t die woorden en ideen doet uitkomen, waavop de rede- sjaar insgelijks nadruk leggen zoade ; ja, wat meer i«, zijne emphasen moeten zell's uit diezelfde bestand- derien zamengesleld zijn, als die van den redenaar. Het staat hem niel vri; , de stem te doen dalen , waaineer de redenaar die zoude verheffen, noch ook door het langer uithouden van eenen toon, dat uit te drnkken, hetgeen dc redenaar door klimmen of aan- groeijende kracht uitdrukt. Hij moet zich voorts zorgvuldig wachten , om de oktaaf, die bij het reci- lafief als omvang der stem aangenomen is, derwijze op die toonen te bepalen, dat de zanger zijne krach- tea te veel inspannen moet: immers daardoor gaat Ac duidelijkheid in het uitspreken der woorden ver- Joren, en deze moet, deklamatorisch beschouwd , oa- rrg«Imatig warden. Al deze regelen moeten door den componist, wil
bij zich niet tegen het natuurlijfce gevoel en tegen den physieken toes! and van den mensch verzelten, Maawkeurig in acht gcnomen wordca. De heer niti ech-
|
||||
C <*» )
echter, (lot ■wien wij, na deze korte uitweiding ,
terug keeren,) bewijst maar a! le zeer, dat hij er nooit aan gedacht heeft, hoe hoog de deklamalie , in het recitatief, behoort gee'erbiedigd le worden. Im- mers: i2. hij legt den accent op korte letlergrepen, ter- wijl hij over de langcn, welke uitkomen moeten, spoe- dig henen glijdt (in den eerslen regel, bij voorbeeld is het woord souhaits te lang gerckt; in den tweeden regel zijn de woorden de la insgelijks te lang uilge- houden, en behoovden sneller op pat'x te vallen; in den derden regel komt het woord climat te weinig uit , enz.) ; 2.-. hij is den omvarig der stem te bui- ten gegaan; en 32. laat hij de stem meestal in de hoogere toonen schreeuwen. Hoe armzalig is voorts de modulatie in de derde maat van den derden re- gel, waarmede hij waarschijn'ijk aan de woorden: la discorde a quitte la terre karakler hijzetten wil. Waar om deze periode niet liever met krachtige akkoorden te gemoet gekomen, in plaats van de ge« Leele passage tot aan het slot in oktayen, en dat nog wel in de buitenste partijen, te doen gaan ? Over het nu volgende koor Maestoso in C. dur,
Isan Rec. niets verder zeggen, dan dat de heer Kits hier reisgezellen gekozen heeft, om met hem door het water te waden. Er is even zoo weinig plan of uilwerking in dit koor le vinden, als in het vooraf- gaande recitatief. De heer ms.es verraadt in tegen- deel nog duidelijker, hoe weinig muzijkale genie hij hezit; daar niets klaavblijkelijker is, dan dat hij lechU
|
||||
I
|
|||||
( I52)
lechls nolen opgezocht heeft, om den tekst ten einde
toe te doen zingen. De zangstemmen schreeuwen Tolstrekt eentoonig in de Tonika, zonder^zich naac ecnen verwanten toon te wenden. Hel akkoinpagne- xnent laat in de lusschenspelen nu eu dan een paar toonen hooren in dc boven-Dominanle', en under. Mediante: waarschijnlijk om. dat in de Touika reeds alie wendingen gebezigd waren. Het nu volgende stuk, in G. dur, is niets dan eene
atledaagsche fransche romance met , akkompagnement van de harp, of, om beler te zeggen, met een ak- kompagnement, als dat van eerie gewone guitar, Bij pele gezelschapsliederen is het in gcbruik, dat bet ge- heele gezelschap bij lie slotwoorden mede in vail, en dit is hier dan 00k geschied! Recitatieo ton aria, voor de Sopraanstem. VVan-
neer de heer keis zich in de voorgaande stukken het vefwijl op den hals haalt, dat bet akkompagne- ment van dezelve nict met imitalien prijkt (een kun- stig weefsel , hetwelk aan iedcr muzijksluk verschei- denlieid geeft, en bet oor telkens op nieuw ttreelt): in dit sluk tracht hij dien misslag vreder goed te ma- ken , doordienhij, natnelijk , zijn eersle stukje voor de trompet in D. dur, nu nog eeris in C. dur laat blazcn. Voor het ovevige kan dit zangstuk slechls eene chari-eari van overoude, tot walgens foe ge- hoorde zangpassages geheelen worden ; het heeft niet eens den vorm eener aria, en zoude althans, daar hetzelve geen tweede deel heeft, eer cavattnc dan
|
|||||
( 133)
|
|||||
dan aria knnnen genoemd worden, wanneer net niet
zoo boven mate met passages en trompetgeschal ge- spek't ware. Het is onmogelijk er eene figuur in te vinden, naar welke het geheel dan toch behoorde be- werkt te zijn. Rec. gelooft inderdaad, met opzigt tot de werken des heeren hies, dc regte uildruk- king te bezigen, met te verklarcn, dat hij slechts kasteelcn in de lucht bouivt. Immers , even zoo wei- nig als de bouwkundige een regelmatig gebouw kan oprigten, wanneer hij niet vooraf een plan ontwor- pen heefl, dat het bestek en den omvang van het ge- heel bevatten moet, en naar hetwelk het fondament behoort geschikt te worden: even zoo min kan de systematische toonkunstenaar een stuk componeren, wanneer hij niet vooraf in zijne phantasie den form van het geheel en de heofdfiguren , naar welke hij iedere periode afzondertijk denkt uit te werken, ge» schapen heeft. Het is derhalve onvergeeflijk, dat een man, als de heer mi), die noch phantasie, noch systema bczit, eenen arbeid ondernomen heefl, welke, zonde deszelfs bedoeling bereikt worden , slechls door eenen klassieken toondichlei* had behoo- ren bewerkt te worden, die de voor onze tijden zoo gewigtige gebcnvtems, waarop de cantate doelt, be» ter gei'dealiseerd zou hebhcn., en die door onze na- kosnelin^schap voorzeker in een heilig aandenken zoude geeerbiedigd worden. Tot slot onthaalt.de heer mkbs ons op eene hymne
(oi lofzaivg ler eere van god of ook van eenen held) ia
|
|||||
C 134 )
|
|||||
in F.. dur | maat: een gezang , helwelk den stijl der
x kerkelijke muzijk nieer nah'ij komen moet, dan den
modernen , scliri jftrant. Iloe verrassend ■ of liever
s J '
hoe belagchelijk moet het den loehoovder voorkomen,
die , in de verwacht'mg eenen verhevenen lofzang te^ Jiooren, met de ingespannensle oplettendheid slaat le luisteren , en nu op eens eene fransche romance hoort zingen, waarvan de inleiding niets meer en niets min- der is, dan een parademarsch. Rec. roeenl, dat dit dezelfde uitwerking moet bebben, als wanneer men met een hartelijk verlangen hoopt, in den heiligen tempel, eene stichtelijke leerrede le hooren uilspre- ken; terwijl sinks een Jong winderig heerrje den kansel betreedt en een' brok uit een mode-jouvnaal yoorjeest. O gij volkeren der oudheid! gij vooral eerwaardige Grieken, gij, die uwe hymnen met uw jyllabisch en daarenboven ernstig gezang zoo verhe- ven wist te bewerken, en de kunst verstondl. daar- rnede eene zoo groote uitwerking te weeg te bren> gen! wat zoudt gij wel onlwaren, wanneer .gij het vermogen had een oog te siaan op onze tijdeh en op een maaksel van deze soort! Rec. wen<scht, om der edele kunst wil, dat de heer
ytis in het vervolg voorzigliger met zijne voort- brengselen- te werk ga,,; dan hij lot nu toe gedaan heeft ,l en,dat hij, eer hij een werk in het licht geeft, cerst rijpelijk bedenke, of het dat ook wel is, waar- yoor het doorgaan zal. Rec. wil. den heer mees geenszins het talent, om eene i'ransche romance te ma-
|
|||||
C 135)
makon, betwisten ; maar dit schrijve hij zich achter
het oor, dat lot werken als het onderhavige, een man vereischt wordt, die gvondige theoretische kundig- heden met genie vereenigl; die voor iederen tekst een' karakteristieken toongang en eene met hetmelrnm overeenkomende figuur weel te vinden. Onder «le benaming figuur -wil Rec. het heerschende thema verslaan hebben, waaruit de contrapuntist eea go- heel schept. De Rid d e r <j L u or,
(Vereolg van bladz. 72.) "Wij traden de kamer binnen. Toen hij zich neder-
zette , opende hij zijnen overrok, en ik zag met -ver- wondering, dat hij daaronder een geborduurd vest met lange panden, een' zwartfluweelen broek en eenen zeer kleinen zilveren degen droeg. Hij knoopte den overrok zorgvuldig weder toe. Waarom vroegt gij mij, ofik eenBerlijner ben?"
begon ik. Om dat ik, in dat geval, in de nood- zakelijkheid zoude geweest zoude zijn, u te VedaleD."'* Dat klinkt raadselachlig."
In 'tgeheel niet; wanneer ik a zeg , dat ik «
jau ja, dat ik een komponist ben.",, Gij blijft mij niet te min even duster." /,
,, Vergeef mij dan hel geen ik zoo even zeide:
want ik zie, dat gij met den aard van Berlijn, en van de Berlijners in het geheel niet bekend liju"" Hij
|
||||
*
* C i36)
Hij stond op en ging de tamer eenige malen driftig
op en neer; daarop ging tiij aan het 'venster en zong, met eene bijna niet hoorbare stem, het koor der Priestcresscn uit Iph'igcnia in Tdurts; terwijl hij nu en dan, -waimeer het. Tutti inviel, aan de venster- glazen klopte. Met verwondering merkte ik op, dat hij zi-kere anderc -wendingi'U in de riielodicen maakte, die door kracht, en nieuwheid eene ongemeene werking dedin. Ik liet hem begaan. Na dat hij geeindlgd had, nam hij weder plaals op zijnen sloel. Innig gcroerd door 's mans zonderling gedrag, en de won- dertaarlljke kenteekenen van een zeldzaam muzijkaal talent, zweeg ik. Na eene poos, vroeg hij:
Hibt gij nonit gekomponeerd ?'* ,, Ja, ik heb het beproefd : maar alles, wat ik in oogenblikken, in welke , g'lijk ik meende, een ioeer dan gemcen vuur mij bezielde, geschreven had, kwam mij naderband lam en vervelend vooi'; daarom heb ik dit werk gestaakt." " Daaraan hebt gij kwalijk gedaan; want dat gij
tnve eigene proeven verwievpt, is geen kwaad ken- teeken van talent. Als kind lerrt men mnzijk, om dat TPapa en Mama het zoo verkiezen. en dan wordt er maar op los geklopt en gestreken: maar naderband ■wordt de geest, zonder dat men het merkt, vatbaar- der voor melodic Misschien was bet half vergetene Thema van bet een of ander liedje , helwelk men nn anders zong, de cerste eigene idee, en deze kiem , door
|
||||
(i37)
|
|||||
door rreemde krachten met moeite gevoed, btrant
ter wereld, gevormd als een reus, die alles rondsom verteerde en in zijn merg en bloed deed overgaan. Ha! hoe is hel mbgelijk, slechts de duizenderlei
wegen aan te wijzen , langs welke men tot het kom- porieren geraakt! Er is eene breede baan; daai? loopen alien heen en weer, juichen en schreeuwen: Jftj zijn ingewijden! tvij hebben het doel bereikt.' * Men komt door de ivoren poorl in het rijk der droo» men ; slechts weinigen zien de poort, nog minder gaan er door! Hier ziet het er gedrogtelijk uit. Wonderbaarlijke gedaanten zweven daar heen envre&r, tnaar zij hebben evenwel karakter; de eene meer, de andere minder. Men ziet die op de breede baan faiel; zij zijn slechts achter de ivbreri poort te vinden. Het is moeijelijk, uit dil rijk weg te komen; even als voor de burgt van Alzine, verschansen mon* sters den uitgang, alles draait alles suizebolt i vele verdroomen den droom in het rijk der droo- tnen zij versraelten tot ecnen droom, zij werneri geene slagschaduw meer, anders zouden zij door de schaduwe den lichtstraal ontdekken, -welke door dit rijk schiet; maar slechts weinigen, opgewekt uit den droom, stijgen in de hoogte en vinden den -weg door bet rijk der droomen zij genaken de waarheid i het belangrijksle oogcnblik is gekomen, de aanrakiiig Van het eeuwige, onbeschrijfelijke! Aanschouwl de zon: zij is de drieklank , uit welketi.
akkoorden, even als starren, uecrschicten, en tt
K fliei
|
|||||
C 1S8 )
met vurige draderi omspinnen even als eene pop
ligt gij in het vuur, tot dat Psyche zich verheft eo opstijgt in de zon.1' Bij de laatste woovden sprong hij op, hij sloeg het
oog, eh hief de hand naar boven. Nu ging hij we- der zitten en dronk snel het, voor hem ingeschon- kene, gifts wijn uit. Er ontstond eene stilte , die ik niel storen wilde , ora den buitengewonen man niet ■van den weg af le brengen; eindelijk voer hij be- daarder voort: Toen ik in het rijk der droojnen was , werd ik door
duizenden van pijnen en-angsten gcfolterd! Het wal nacht en de grijnzende mommen der wangedrogten, wel- ke op mij aanvielen, en mij, riu eens in den afgrond der eee wierpen, dan wederom hong in de lucht verhie- Ven, Joegen mij eenen ijsselijkeu schiik aan. Op eena schoten er lichtslralen door de duislcrnis des nachts , ea die stralen -waren toonen, welke mij met eene lie- felijke klaarheid omvingen. *l* Ik bekwam van mijne marten en zag een groot, helder oog, hetwelk in een orgel blikken wierp , en zoo dra als het die ge- vorpen had , rezen er toonen op, die schifterden, en ■ich ineen strengelden tot hemelsche akkoorden, zoo als ik er nimmer gedacht had. Er stroomden melo- dieen op en nc£r; ik zwom in dezen vloed, en waj op het punt van te verzinken; doch het oog zag mij aan en hield mij omhoog boven de bruisende golven. mm Het werd wedcr nacht, en er kwamen twee kolos- len in schitteren.de harnassen op mij aan: Giondlooa ea
|
|||||
»/
|
|||||
C 159)
|
|||||
tn Quint! Zij voerden mij met kracht opwaartsj
ihaar het oog gi-imlachle en zeide: Ik *reet, wat uw hart reikhalzend begeert; de zachte , tedere jon* geling, Terz , zal zich bij de' kolossen yOegen, gij zult zijne liefelijke stem hooren, mij fredev zien > en mijne melodieen zullen de uwen aijn.'l Hij zweeg.
,f,, En gij zaagt het oog 06g eens?",1
,, Ja, ik zag het weder! Ik smachlte vele jaren
itt het rijk der droomeu toen ja toen! Ik zat in een schoon dal en hoorde, hoe de bloemen met dlkander zongen. De zOnnebloem alleen zWeeg, en liet treurig den nog geslotenen knop hangen. Qnzigfr* have banden trokken mij tot haav zij beurde haar hoofd op de knop opende zich , en uit denzelven straalde het oog mij te gemoet, Gretig verz-wolgea nn ' de bloemen de toonen, die als lichtstralen uit roijn hoofd op haar schoten. De bladeii der zonne- bloem werden al grooter en grooter, en spi'oeiden Tuur om mij heen het oog -was verdwenen en ik Was in den knop,1' Bij deze laatste woorden sprong bij van zijnen Stoel
op en vloog , met de rasse schreden eens jongelings, naar buiten. Te vergeefs wagtte ik op zijnen terug- komst, en ik besloot dus naar de stad terug te kcercn. - Ik was reeds digt bij de Brandenbnrger poort t toen ik in de duisternis eene lange gestalte zag gaan en al spoedig mijuen zonderling hevkende, Ik sprak hem aan. K a h Waar-
|
|||||
*~
|
|||||
C **0
)
M Waarom hebt gij mij zoo plotseling verlatenf'*
Hel werd brandend heel om mij been en de
Eujjhoon begon klank te geven.M". Ik be^i-ijp u niet!"
Des te beler." "
,, Des te ergery want ik wenschte u gaarne gehcel
te begrijpen." Hoort gij aiets ?" "
Neen,"
,, Het is voorbij! - Room , gaan wij. Ik kan
juifl niet zeggen, dal ik pen liefhebber van gezelschap hen; maar gij komponeert niet gij zijt geen Bt-vlijner *'" Ik kan niet begrijpen , waarom gij zoo tegen de
Berlijners kupt ingenomen zijn ? Hier, waar de kunst naar waarde geschat en zoo sterk uitgeoefend wordt, hier, dunkt mij, moot een man, met uw kunsttalent begaafd , zeer vergenoegd leven !" Gij vergist u! Ik ben, tot roijne kwaal,
^edoenxd om hier, als een wandelende gecst, verla- ten rond te zwevven." " ,, Verlalen, hier , in Berlijn ?'*
M Ja , verlaten ben ik geheel en al , want
geen vernvaagschapte gecst komt lot mij, Ik sta al« leen."» Maar de beocfenaars der kunst! de komponis*
ten?" Weg met hen! Zij vitten en bedillen, pluizen
lies uit tot op de kleinste kleinigheid; -woolen allet door
|
|||||
( i4i )
<ioor, om slechts cene rampzalige ide*e le vindenj
door al tlal babbelcn over de kunst, over het gevoel voor deceive en wat niet al racer, kunnen zi] er niet toe geraken , iets voor den dag te brengen; en gevoe- Jen zij nog al eens zulk eenen aandrang , als of zij ten paar eigene gedachten aan hut daglicht moes- ten brengen, dan gee ft de verschrikkelijke koude van hun voorlbrengsel, bunnen verren afstand vaa de zon te kennen. Hel is Laplandsch wcrk."" Uw oordeel komt mij te slreng voor. De nil-
munlende uitvoeringen in den schouwburg , dankt mij , zouden u toch voldoen.1' ,, Ik had het eens wederom op mij zelven ver-
Iregen , om in den schouwburg te gaan , ten cinde eeni opera van mijnen jongen vriend te hooren uit« vqeren hoe heet zij loch? Ha! de geheele we- rcld is in deze opera! de geesten dor benedenwereld gaan onder het bonte gewemel van elegant gekleede menschen alles heeft hier stem en kracht vv-it dvommel, ik meen immers Don Juan! Maar ikkon hel niet eens zoo lang uithouden , als de ouverture, di* prestissimo , zonder zin of verstand afgezaagd werd , duurde ; en ik had mij evenwel , door vasten en hid* den, daartoe voorbereid, daar ik weet, dat de Eu« phoon hierdoar veel te zeer aangedaan wovdt, en Valsche toonen geefl.1* " » Hoezeer ik meet toeslemmen , dat moz art's
meeslerslukken, voor het groolste gede'elte , alhier
oabegrijpelijk slecht behandeld worden, zoo kunnett
K4 <U
|
|||||
w ■■■■,* . : .. »
|
|||||
( 142 )
lie werken van ciuct zich evenwel op eene uit*
voering naar waarde beroemcn." Waarlijk ? ---- Eens wilde ik de opera Iphige-
nia in Taurii hooren. Ik ga in den schouwburg en hoor, binnentredende , dat men de ouverture van Iphigenia in Anlis speelt. Hem! . denk ik , eene vergissing; men vertoont dcze Iphigenia! Met ver- wondering hoor ik cchler het Andante waarmede Iphi- genia in Tauris begint, en daarop volgl de storm. Eene tusschenruimte van twintig jaren! Het geheele effekt, de geheele wel berekende expositie van het treurspel gaat verloren. -i« Eene stille zee ~ een jstorm -»- de Grieken worden aan het strand geworpen, en zie daar, de opera is klaar! r- Is 't mogelijk ? liecft de komponist de ouverlure dan zoo maar daar necr geschreven, dat men dezelve , even als een deuntje , wegspelen kan waar en hoe men wil ?" '' Die mislasting beken ik gaarne. Intusschen doet
men toch al het mogelijke, om de werken van a lock door eene waardige uitvoering , in al derzelver schoonheid te doen kennen." 5) Ei jal" " zeide hij kort af, en giimlachte zeer
litter. Plotseling stond hij op en niets was in staat Ijem op te houden. In een oogenblik was hij ver- dwenen, en yerscheiden« dagen achter elkander socht it hem te vergeefs in de diergaavde, E? waren eenigc maanden verstreken , loen ik mij
tens pp eenep kouden regenachtigen avond in een ver-
|
||||
verafgelrgen gedeelte der slad laat had opgehouden,
en uu naar jnijne woning, in de Frederiksstraat , le» rug keerde. Ik moest voorbij den schouwburg i de bruisende muzijk , pauken en trompetten , berinner- den mij , dat dien avond civcks Armida vcrtoond \rerd. Ik was juist vuornemens birinen te tveden f toen ik iemand, digt bij de vensters, waar men schier iederen toon van het orkest hoorde, op de itondcrlingste wijze, met zich zelven hoorde sprcken. ,, Nu komt de koning de marsch wordt ge-
speeld o paukt, paukt maar toe! 't is regt vro- lijk! ja, ja , de marsch moet heden elfmaal gespeeld worden, het duurt anders niet lang genoeg. - Ha, ha maestozo langzaam kinderljes, lang- zaam! Zie , daar blijft een figurant met het lint van zijnen schoen vastzitten. Rcgt zoo, voor de twaali'de reis! en allijd op de dominanle losgeslagen. O eeuwige magten! daar is nimmer een einde aan! Nu maakt hij zijn kompliment. Armida bedankt hem belecfd. Nog eens ? Juist, er mauke- ren nog twee soldalen! Nu wordt er op het reci* latif losgedreunl. Welke booze geest houdt mij mij hier gebannen ?'' De banvloek is geheyen, viep ik , kom , gaa*
wiji'"' j Ik nam mijnen nonderling uit de diergaarde ■
want niemand ander*, dan hij was het ras bij de hand en trok hem met mij voort. Hij scheen ver- iest te zijn, maar volgde mij evenwel stilzwijgendei K 4 Wij |
||||
( i44 )
|
|||||
Wij -warcn reed* in de Frederiksstraat, toen hij plot«
ecling slaan bleef. Ik ken u , ~ zeide hij. Gij waart in de dier-
gaarde , wij spraken veel te zamcn ik heb wijn gedronken heb mij driftig gemaakt, twee da- gen achter elkander hi«Id de Euphoon niet op te klin- !ken,-ik heb vecl geleden maar het is voorbij !" ,, Het is mij zeer aangenaam , dat een toeval ons
elkanderen wederom heeft doen ontraoeten. Laat ons nu nadcre kennis liialsert , ik woon niet yer van hier; indien gij....." "
■j, Ik kan en mag niemand bezoeken.1'
,, Neen, gij ontkomt mij niet, ik gaa met u." 't Dap zult gij nog een paar honderd schreden jnet mij verder moeten wandelen. Maar gij wildet jmmers in den schouwburg gaan ?" ,, ,| Ik wilde Armida hooren, maar nu ?" V,
9, Gij zult lhans Armida hooren! kom!" Zonder 4en woord te sprcken, gingen wij de Fre- deriksstraat door ; op cens draaide hij in eene dwars- straat, en ik was naauwelijks in staat, hem te vol^ gen, zoo snel liep hij die slraat af, tot dal hij ein- delijk voor een onaanzienlijk huis staan bleef, Na dat hij yrij lang geklopt had , werd er eindeliik open eedaan. In het duister rondtaslende, bereikten wij de trappen en vervolgens eene karoer in de hovenste. yerdieping. Mijn leidsman sloot de kamerdeur zorg- Tuldig toe. Ik hoorde, dat er nog eene deur geopend ^/ei'd; kort daarna verschuen hij met eene brandende kaars,
|
|||||
C i45)
taars , en toen ik nu de zpnderlinge roeubilering der
kamer zag , was ik niet weinig verwonderd. Ouder- wetsche, x-ijfc yersierde stoelen, een staand uurwerk met eeni! vergulden kast, en een breede , groole Spie- gel gaven eene sombere verlooning yan ouderwelsche pracht. In het midden stond een klein klavier , daar- op een groote porceleinen inklkoker, en naasl denzelveq lagen eenige vellen niuzijk-papiei-. Toen ik deze voorbe- reidselen tot komponeyen wal naauwkeuriger beschou wd had , werd ik echter overluigd , dat er sedeit \angen tijd niets geschrjyen moest iJijn, want hel papiec echeen bijna met geel oker aangcslreken, en een dik gpinrag bedekte den inktkoker. De man ging in den boek van de kamer naar eeHe
kast, die ik nog niet gemerkt had, en toen hij de gordijn wegtrok , zag ik eene menlgte fraai ingebon- dene boeken, met verguldene opschriften: Oifeo, Armida, Alccste , Iphigenia enz. , kortom, ik zag clucks meeslerstukken bijeen. M Gij bezit alle werken van glock?" vvoeg ik. «
Hij antwoordde niet, maav krampachtig trok zich lijn mond tot lagchen , en de zamentrekking der spie-< Ten op de ingevaliene wangen maakte i»rstond zijn gezigt tot eene verschrikkelijk mom. Terwijl hij zijrt somber oog stijf op mij vestigde, nam hij een der boeken, het was Armida en ging met statige schreden naar het klavier. Hij sloeg het boek open, en wie schildert mijne verwondering! ik zag geli- nie'erd papier , maar geene enkele noot was er op ge*j *chreven. K. 5 Hij |
||||
( 1*6 )
|
|||||
Hij begon: ,> Nu zal ik de ouverture spelen! wees
boo good, de bladen om te slaan, en dat wel op den regten tijd! " Ik beloofde bet, en nu speelde hij heerlijk en meesterachtig , met voile akkoorden , het roajeslueuze tempo di marcia, waarmede de ouvertu- re begint, bijna zonder de roinste afwijking van het origineel; het allegr,o echter was slechts mel slues hoofdide'en doorvlochten. Hij liet er zoo vele nieuwe eigene wendingen invloeijen , dat mijne verbaasdheid hoe langer zoo meer toenam. Vooral waren zijne vev- anderingen van toon Ueffend , zonder schel of scherp te worden, en hij wist aan cenvoudige hoofdide'en zoo veele melodieuze melisraen aan te knoopen, dat zij al« tijd nieuwer en meer verjongd scheenen temg te keeren. Zijn gezigt gloeide ; nu eens rimpelde zich zijn voor- hoofd , en eene langverkrople woede , scheen met ge« *reld te willen losbarsten ; dan wederom slonden tra- nen van eene diepe smart in zijne oogen. Somtijds fcong hij , wanneer beide handen in kunstmatige me- lismen werkten, bet thema met eene aangename te« noorstem; ook wist hij den doffen toon der pauk op eene geheel eigenaardige wijze met de stem na tc bootsen. Ik sloeg inlusschen de bladen, terwijl ik »ijn oog volgde , zeer vlijtig om. De ouverlnre was nu geeindigd, en hij viel, geheel
afgeniat en met geslolene oogen , op zijnen stoel ach- terovcr. Spoedig echler herstelde hij zich, en ecnige bladen, waarop niets geschreven stond, driltig oin- «laaude, zeide hij met egne gesmoorde s(.em ; |
|||||
C 1*7)
|
|||||
Dit alios, Mijnhecr, heb ik geschreven , toen
ik uit hot rijk der droomen kwam. Maar ik verried hel heilige aan onheiligen , en ik voelde eene ijs koude hand in mijnen gloeijeuden boezem wroeten! Mijn hart brak niet, toen werd ik veroordeeld , ora te wandelen onder de onheiligen, even als ecn ai'ge- schcidene geest, zonder gedaanle, opdal mij niernand «oude kennen, tot dat de zomiebloem mij wederom opwaarls voert, tot het oneindige. Ha laal on» nu Armida's tooneel zingen!" Hij zong nu het laatsle tooneel van Armida , en de
juistheid en het gevoel , waarrnede hij zulks deed, drongen tot in mijn binnenste door. Ook hier we.ek hij merkelijk af van het eigenlijke origineel ; maar de muzijk , zoo als hij dezelve veranderde , was die van e l u c K , schier met nog nicer kracht. Alles , wat haat, liefde , wanhoop, razernij met de slerkste trek- ken uitdrukken kan, wist hij in zijne toonen zamen te vatlen. Zijne stem was aan die van eenen jon- geling gelijk , want van eene bijna onhoorbare dofheid , verhief zij zich tot de doordringendste'' kracht. Alle mijne zenuwen trilden - ik was buiten mij zelf. Toen hij gedaan had , viel ik hem in de armen en riep met eene onderdrukte stem: ,< Wat is dat? Wie zijt gij ?" Hij stond op, en met ecn ernslig oog zag hij mij
Jaug en doordriugend aan; toen ik enhter meer wilde vragen , was hij reeds, met het licht, verdwenen en }iad mij in de duisternis achtergelaten. Er mogt wel eea
|
|||||
C i48 )
|
|||||
en Itwarlier tiurs voorbij zijn; reeds wanhoople ilt
»an zijne tei'ugkomst en trachtle, den stand van het klavier tot rigtsnoer ncmende, de deur te opetien ; toen hij onverwacht, met het licht in de hami , wedevom binnen trad; hij had een geborduurd staalsiekleed, en een insgelijks rijk geborduurd rest aangetrokken , en droeg eenen degen. Ik verstomde; langzaam en slalig fcwam hij naar
^nij toe, nam mij zachljes bij de hand en zeide , op eene wonderlijkc wijze grimlagchende: ,, i/( ben dt liidder 6UCI."" §■-«~-H*
MUZ UK ALE BERIGTEN, Ult 'SGRAVENHA&I.
Wanneer men de oorzaken opsporen wil , waar-
«Ioor de liefde voor de toonkunst alhier, sedert eenige jaren, zoo aanmerkelijk toegenomen heeft, en de smaak zoo zeer verbeterd is ; dan zal men die oorzaken al- leenlijk vinden in de vereende pogingen van eenige liefhebbers , die het onwrikbarc besluit hebben opge- vat, om de diepgezonkene kunst weder op de been te helpen. Zij waven bet, welke zich als om strijd heijverden, de koncerten voor liefhebbers, welke de beer gahz, nu twee jaren geleden , oprigtte , te on- devsteunen. Zij waren het, die de muzijkale kunst- ■ycrken, of, om beter te zeggen, de muzijkale mode- ^tukken, welke nog voor zes of zeven jaren tolvrijj |
|||||
0*9)
feij ons wevden ingevoerd, hunne plaats in Ire least
dervergelelheid aanwezen , en die daarentegen ande= re composition , welke meer op het hart en op dea geest werken, en die ons door de omslandighedea des tijds vreemd geworden waren , id het leven terug riepen. Dank zij hen openlijk toegebragt, voor het uitgestrooide zaad, hetwelk than* zoo heerlijke vruch-* ten draagt! Het is inderdaftd eene lust ora te zien, hoe reel
men er zich thans, zoo wel in private gezelschap- pen, als ook bij openlijke uitvoeringen, aan gelegea laat liggcn, om de werken der eerste meesters te lecren kennen. Zoo hoort men, bij voorbeeld, in de eene bijeenkomst, de eeuwig onvergankelijke kunst- Verkeq van eenen Moiaht, of h a y d h s Quartettei* en Quintetten uitvoeren ; terwijl in een' anderen cir- kel de voortreffelijkste werken voor het piano, als Van BEETHOYSHj CAll MARIA VON WEBB*,
tieid, klehgel en ries, geheel in den geest
dier meesters voorgedragen wordcn. De heer gas* h,oudt ook eene vaste quintetparlij , waar de verruk- kende kunstgewrochten van fesca, stoHi, mi en beethoyik met de meeste zorg uitgevoerd wor* den. Tot de uitvoeringen in het openbaar behoort <»ok de harmonie-muzijk , welke door de heerent ^chriwahek en p t a »q be gegeven wordt, en die reel lofs verdient; en de kerkelijke niuzijk , welke de heer nil, een liefhebber , opgerigt hecft. Men heeft aan dezen waardigen voomander der kunst, buitea d,
i
|
||||||
i* ■ '■■.■:,
( i5o )
de miWen , welke men dikwijls hoort, »ok de liitvoe-"
ring van een Requiem, te danken, welke onlangs, op den 28 Julij , plaats had , en over welke ik hier nog eenige woorden bijvoegen wih Dit Requiem door gossec vervaardigd , is het cerste
werk van dicn toondichter, hetwelk men alhier hoorde, en verdient nicer dan goed geheeten te Worden, daaf het in zijne soort een verheveii sluk is. Men kan te regt beweren , dat, wanneer de geest van gossec eich in al zijne werken even groot en even Waarachtig uitspi-eekt , dcszeli's voortbrengselen tot de besten on« zer eeuw kunnen geleld worden. Bewonderens-waar- digis de ecilvondigheid , Zondek praal en zwier, waar- mede de komponist, in de inleiding, dit verhevene voortbrengsel van zijnen geest aankondigt, en even *eer de grondige kunde, met welke hij door de al- lengskens , aangvorijende opkliinming zijfldr vloeijende gedachten , de uilwerking van het geheel wist te ver- zekeren, Niet minder -gvoot doet gOjsec zich ken-* nen door het diepe gevoel, hetwelk overal, zelfs in de kunstrijkste gangen doorstraalt: eene eigenschap, waardoor ieder toehoorder getroffen en tot aandacht hewogen wordt. Uit dit een en ander volgt, dat het Ware godsdienstige gevoel de grondslag van gossec's werk moet geweest zijn: immers zoodanig alleen kon hij, met behulp van het goddelijke vuur zijner genie, dat gevoel 00k in de gemoederen der loehoorderen op- vekken. In de' aria's en andere solo-stukken , voor nicer dan e'e'ne stem, verrukt hij door zijne gevoel- vol-.
|
||||
(1*1)
|
|||||
rolle, melodieuze en vloeijende gedachten , trelke te»
vens voortreffelijk en karakleristiek geinstrumenteerd zijn; lerwijl hij zich in de km en, welke meesterach« tig gefugeerd, en gevolgelijk van groote uitwerking zijn, als een denkende en geleerde componist doet kennen. Het orkest, zoo wel als de zangers en zangeressen I
hebben bij de uitvoering uitgemunl. De solo-stukken
werden door verscheiden kunstenaavs en liefhebbers
uilgevoerd. Mad. van deb berg -»angeville gaf
nieuwc bewijzen van haar talent. Wij hebben haar
bij deze gelegenheid nog meev leeren waarderen; im-
meis zij heeft getoond, in ieder vak der kunst bedre*
▼en te zijn, en dat zij het eigendommelijke van den
stijl der kerkelijke muzijk wel van dien der moder-
ne kunst weet le onderscheiden. Hare stem was, in
we^rwil van de groote hilte op dien dag , helder en
zuiver; hare voordragt eenvoudig an gevoelvol , gelijk
zulks bij wei-ken van dien aard behoort te zijn. De
heer gennevoise, heeft niet minder uitgemunt als bas«
zanger; jammer echter, dat hij zijne sterke stem niet
huishondelijk genoeg behandelt, en maar al te dik-
wijls het fortissimo hooren Iaat, waardoor zijn gezang
te weinig licht en schaduw heeft. De heer delys,
tenoorzanger bij de opera, welke, wel is waar, gee-
ne zeer fterke, voile stem , bezit, maar door kunst*
vaardigheid , goede intonatie en smaak uilmuut, zong
volstrekt oveveenkomstig het karakter van het werk.
Ook hebben de gezamenlijke liefhebbers zich knap
6e-
|
|||||
0*0
gehouden , eoo -weV in de solo-«ezangen, als in dc to*
iren. Nleltemin lieten de laatsten nog vcel te wen- schen overig , vooral daar er te -weinig zangstcmraen» en in het bijzonder te weinig ahstemmen voovhau« den wareri. De hecr si k e 5 bestuurde het geheel , en verdieni
lot wegens den grooten ijver, welken hij niet slechts Onder het. studeren, rnaar ook bij de uitvoering aan den dag leide; Rvenwel behoorde hij de rnanier, ora iract het hoofd ; de handen en de voeten te dirigeven, dievoor eenen vcchtmeester beter paist dan voor eeneri hedaarden orkestmeester , af te leggen , voorname- lijk bij eene uitvoering als dezfc, waarvin aandacht den grondslag uitmaakt. Ook zoude ik wenscheri , dat de heer itns, in het vervolg, de tempo's niet loo snel inzette, vooral niet in een Requiem , eeri stuk, hetwelk , uit zijnen sard, een' veel langzame- ren gang vereisc'it, dan alle andere kerkelijke muzijk. Men verzekert ons in e'crt' brief uit 's Griverihage i
dat de legenwoordige Diri'klenv van hetFrariscbe tob- ncel aldaar dc deer milord, door Z. M. als zooda- nig onlslagen is, en latin deszelfs plaals is benoemd» de heer dangevilie van Amsterdam, wiens bestuui ecbler eerst met Mei 1820 een' aanvang nemen zaj. |
||||
A M P H I 0 N.
AANMERKINGEN op de Ferhande*
ling OVER HET O.UAHTET, EN DE V I T-
Y0ER1NG VAN HETZELVK, van Mr.' V. ■*, schbcedeb steinmetz; in hel
iste stuk, Ilde jaarga g van het mutlj* kale tijdschrift Amphion ; door me* vrouw t. ft. te Amsterdam. vJpdat niemand, en vooral geene mijner zusleren*
tich verbeelde, dat niijn oogmerk hier is , de -wel* doordachte verhandeling van den kundigen muzijk- kenner, den heer schroeder steinmetz te Gronin- gen, te willen recenseren, of, zoo als ik mij dal La« tijusche woord door niijnen man heb laten veitalrn, los te tornen, om de steken te doen tten: opdat niemand van mij , eene vrouw , van mij, eene een» voudige muzijkliefhebster , ook slechts de minste aan» matigende beoordeeling verwachte , zal ik, in 'tkort, rriijne lexer's en lezeressen veriellen, -wat ik hier onder aanrnerkingen versta. Mijn echtgenoot is een muzijkkenner, een grootlief*
hebber en vlijtig beoefenaar der toonkunst, speelt tamelijk goed viool, en bemint hel quartetspel bijua II. jaai,o. III. St. L meet
|
||||
C i54 )
meer dan mij; doch staat mij ter vergoeding hiervaa
loe, de eer te bebben, van de eenigste toehoorde- re* le zijn, hij de vetlvuldige quartetpartijen te onzenl. Hi) zelf speelt de eerste viool, en drieofvier zijner
Diuz'jkale vnenden de overige partijen. Mijn post la die van obligaate kaarsensnui'tster en muiijkblad-om- draaisler, de hecren nu en dan, een glas wijn in le scitenken, en voor al het overige huishoudelijke ge- deelle van eene muzijkpartij te zorgen. Behalve het rouzijkomslaan mag er evehwel van (lit alles niels gtbeuren , terwijl er gespeeld wordt; dus blijft mij Ci;ils genoeg ovirig , om , terwijl ik mel mijn beste hreiwerk up eenen kleinon alVtand van de spelende to«nkua«tigrn nederzil, mijne gedachten over hon- derd zaken , het quartelspel betreffende, te latengaan. Ik heb drie krnisjes , en nog wel iels meer , achter den rug. Ik mag en kan dus nu ook, ofschoon eene vrouw , niet alleen dcnkcn , maar ook mijne ge« dachten uilen, zander gevaar te loopen, van door het vci'.schrikkelijk verslandige mannendom , met min- ar.bi.ing te worden aangehoord. Vuor eenigen tijd , kort na dat ik met vcle belaug-
gtelh'ng de gemelde verhandeling van den beer sc H noE- SEE stethnetz liad gelezen , mijn dagboek doorbla- derendc, rond ik veischeidene aanteekeningen van die soort, met hijvoeging, dat de elve , tijdens haar onutaan , door het muzijkale gezelschap waren goed- gekeurd, en waarvan iommige indeidaad, als noodza- ke«
»
|
||||
Ci55)
|
|||||||
krlijke vereischten, sedert lang in onze muzijkpartij
eijn vastgesleld. Onder deze bevinden zich ook eenige der door
den heer schhoeper steinmetz aaigehaalde rege« len ; doch eene menigte anJeren van schijnbaar min- der gewigt, welke mij evenwel voorkwamen , te veel aan de ware uilvoering en hel ware genot van echle quartclmuzijk toe te brengen, dan dat hel nitt de nioeite waardig zoude zijn, dezelve mede te deelen , deze vond ik bij denzelven niet. De voornaamste nu Van dezen laatsten zullen mijne aanmerkingen uitiua- ken. I. Ofschoon het groole, kunstmlnnende Amsterdam ,
eene menigte viool-, bas- en all-spelers bezit , welke aanspraak knnnen maken op groote kunstvaardigheid, gbede voordragt en zniver spel ; geloof ik nogtans niet, dat zich uit deze menigte, vele quartet-parlijen gevormd hebben of zu'len vormen, die in evenredig- held tan krarhten elkander zoo grlijk zijn, als de onze. Mijn echtgenoot is juist geen virluoos ; geen spohr,
geen iisise, geen baillot, och neen ! hij speelt (cc qu'on appelle") niet veel noten, heeft echter pen* tamelijk sterken toon ; zijn vriend , de bassist, geeft hem in dit laasste punt niets toe, zonder nogtans in het eerste boven hem uit te munten ; de tweede viool en de alt, doen mij b:j de uitvoering hooren , dat ieder van hen eene gelijke maat van kunstvaardigheid betit, en eene gelijke hoeveelheid van toon aan het gehiel loe- hrengt s en mij dunkt, dit is eene der onmisbaarsta L a veiw
|
|||||||
/
|
|||||||
>- '..... ^~: >- ..:-:.:i:.. .*"--.
|
|||||||
C i« )
|
|||||||
rereischten van het quartetspel. Hoe dikwijls he.b~
ben, bij voorbeeld in herhaiingcn , in boantwoordin- gen. en in imilatien , twee of drie instrurmnten de-« lelfde passage , op verschillende tijden! Wordl nu de- ee door den eenen tamelijk , door den Iweeden beter en door den derden voortrefielijk gespeeld, of omge- lfeerd; hoe verschrikkelijk wordt dan het geheel uit e'en geschf urd '. Mijne vrier.din V. verzocbt mij eens op eerie quar-
teiparlij , alwaar een vonrti eiielijk bassist, ik meen de heer D. , zijne taienten wel geliefde te laten hoo- ren. Ik lew am en hoorde doch gen quartet , geen plereenig spel, het kwam mij voor, als of ik een prachtig rijtuig zag roortslepen , bespannen met drie roagere, zwakke keddi n , en met e'e"n schoon, forsch Tve'l doorvoed koetspaard. De drie kedden hijgden met vooruit gerekle halzcn
en uithangende tongen, terwijl zij onderling met de magere poten tegen elkander schoplen; hel groote naard daarentegen trok alleen den wagen, en de drie kedden me#. Wonderlijk werd het, uit zijn even- wigt. gobragte , rijtuig been en weer geslingerd , en stortte welhaast verbrijzeld te neder. Zoo ook dit quartet! Ware de wagen met *hr kedden bespannen ge-
■weest ; zoo zoude hi] , hoe wel wal minder schielijk > toch evenwel zijnc bestemming bereikt hebben. II. Het is ten eenemale onmogelijk , wanneer er
ook al aan dit eerste vereiichte voldaan wordt, met |
|||||||
C t*7 )
instrument en van le veel verschillende deugdelljkhcid,
kracht, murt van toon en ge uid, en met ongelijhe besna- ring, wi rkelijke viere'e'uigheid te bewerkslelligen. Slechls al te dikwijls heeft de eerste violist eene goede viool , terwijl men de altpartfj, al krassende op een neuz'g , slechl bespannen , soms zelfa verlegen itislrument hoort al'rammelen. Hoe oudoelmatig is dit niet! III. De hcer schioedei steinmetz zegt in zij-
aen eersten rege): men stemme de instrumental zui- «er." Zoude men hier niet kunnen bijvoegen: men stemme ze scht'elijk, zoo veel mcgelijh te geiijlc en met het mihstrnogelijke geraas ? Hoe dikwijls hoort men niet, gedurende een klein
half uur, het vervclende optrekkeii en neenluwen der geknepene snaren , vergezc!d van het verwaide gerocp en geschreeuw: te laag ! te hoog ! geef tens A.: en dit alles, onder het faveur van een paar dozijn rollende locpen , van een gt brokkeld en haaslig sluderen, en van losse krulletjes, door de reeds gistemden! < Hoe is het toch mogelijk, dat men zich het eigene ge- not z<o kan verbitteren? Welke vrouw gaat langer in de keuken, dan noodig is, om te mien, hoe een heer- lijk geregt eerst door vnile Iteukenmeids handen wordt gekneed en bemorst ? IV. Behoort het niet ook tot de vier- of vijf&nheid
dezer muzijk, dat men de onderscheidene stukken van hetzelve achler elhander en, zonder weer tusschen bei- de een stemparlljtje te houden, doorspeell ? Deugt het quartet iets , welks afzonderlijke slukkeo inderdaad diet zameubaiigeii t L3 V. |
||||
( 158)
V. In den IVden regel, door den heer icaaoEDli
tsihmetz voorgcschreven , (waar , namelijk , ovev de teekenen van de voordragt gehandeld wordt) be- Vinden zich aanwijzingen , welke , dewijl zij vohtreht mocten na»ekomen worden , ook nooil, onverschillig in welk een opzigt, gebrekkig mogen worden ge- volgd. Dit is evenwcl den gewonen speler, (met goede quartet-muzijk) bijna onraogeh'jk, indien hij zijne parlij niet eerst terdege, zoo wel afzonderli jk, als vc rgeli jkend , heeft nagezien en gestudeerd, at wa- re dit ook slechts met bet oog. Dat zulks dan ook geschiede! VI. Tot het huis'wudelijke gedeelte van een vierspcl,
(dil is de vertaling van quartet , mij eens door eenen vrieud aan.de hand gegeven) beliooren onder anderen de volgende regelen: a.) Wordt it bij kaarslicht gpspeeld , zoo zorge
men er voor, dat er nooit gesnoten wordt, of bchoeft te worden , terxijl men met spelen beti-g is\ Vooral brenge de slorende muitrr bij een langzaam stuk geene verlichting, en dus geene heldere vrolijkheid aan ! Het gevoel verzet «ich ev tegen , wanneer, in het wegstervende t laatste gedeelte van een roerend adagio , te veel licht het, in vceemoed verzonkene, gemoed Ijelderheid en licht wil opdringen. Ik behoef niel te zeggen, dat ik dczen regel,
aan eigene ondervinding , in mijnen post , als tbligaale solo-kaarsensnuitster, te danken heb. Nog
|
||||
$mm-*m&
|
|||||
Nog nooit snoot ik, gedurende «en adagio, de
kaars.n, al -ware het ook, dat de respeetire pitten zoo lang werden , als naaldenkokers. ft.) De diepsle stilte worde door de toehoorenden, eri ook door de pauserenden in acht grnomeri." Men leve in de kunst alleen, zoo lang er gespeeld wordt en ' nog langen lljd daarna! e.) Versvijder w o E11G E kindertn t laslige dienslbo- den, geraas , katten en honden , lachverwekken- de diligent: nogeens, iljt dhod voor alles, be- hal^e voor de toonkunst!Hei is immers reeds onge'ukkig genoeg , dat deze toonen zoo schifr- lijk voorbijvliegen en uiet lang aaneeiigescha1- keld in het gemoed ingeprenl kunnen blijven. : d.) Het toehoorende gezelschap besta ui.t leer wetni* ge , werkelijk toehoorenden, en cvaarlijk genieten* den \^ Niet alleen zal men dan de ware vruch- ten van het spel zelve beter knnuen genieten, maar er zal ook -werkelijk met meer kunslmia gespeeld worden. Hieibij moet ik aanmcrken, dat mijn scherpzinnige echtgenoot van oordeel is, dat, indien cr toehoorde- ressen .zijn, deze zich vooral met geene vrouwelijke handwerken mogen bezig houden, het breidtn alleen uilgezonderd. Hij is gewoon, mij het nadeelige hier- van te doen opmerken, door mij te verzekeren , dat, toen ik eens, in het begin van ons huwelijk, op eene quartetpartij mij bezig hield, met iets naar een pa- tvoon te knippen , terwijl er een adagio gespeeld word, L 4 feij |
|||||
Cl6o)
|
|||||
hij herig verschrikt was geworden , op het gezigt ran
eene menigte spelden, welke ik onvovrzlgtige- (100 »\i hij zich dan gewoonlijk uildrukt) in den mond hield. Het breiden staat hij daarom ioe, dewijl deze soort Van handwerk 'mijns inziens, zoo lang men niet aan het uiinderen of meerderen, of iets dergelijks is,) Werktuigelijk, en zonderer iets hij tedenken, kan uit- geoefend worden. Hij vergelijkt het met het tabakroo-
*
ten der mannen. Ik zou liier nog eene menigte regelen kunnen bij-
▼oegen, hij voorheeld: dal geen quartetspe'er onder het spel »elf mag rooken , geen der aanwezigen lag^ ctien of hinderlijke bewegini;en maten, enz., en ook hiervan zoude ik voldoende redenen kunnen opgeven; doch kan ik praatzuchtige , en daaibij nog zoo een- voudige , ongeletlerde Amsterdamsche vrouw, dan nog langer op geduldige aanhooring aanspraak maken ? lets moel ik er evenwel nog bijvoegen, namelijk,
dat men zich vooral niet te zeer verrnoeije met quar- telnm/.ijk ! Dat wil zeggen , dat men noch te veel quar- tetten achtere'en ?pele , noch te veel schielijk op el- kander volgende quartetparlijen moel houden. Tus- tchen beiden hoore men ook andere muzijk ; men be- soeke de opera's , men hoore kerkelijke muzijk, en yorme zijnen sniaak vooral niet te eenzijdig! Geluk- kig wij, die in eene stad , als de onze, het voorregt Htogen genietcn, van twee opera's te bezilten! Ge» lukkig de vn uw , die, zoo als ik , eenen man heeft, irelke haar hot goede en uitgezocbte voor oogen , vn Toor
|
|||||
» /
voor de ooren houdt' H >e mcn'g leerEaam nnr",
vol van genot, heb ik nog gedurende dezen zomer t6 dankcn aao de goede u'tvue ng der kunstwerken van Mozart; hoe veel vrolijke opgeruin;dht:id aan de ope- ra's van Rossini , die mij di H ogduitsehe opera heeft laten hooren en doen genieten ! En dan -weiidemen rich wtto, tot den stilieren , meer nuisselijk heili- gen kring der quarteUmuzijk, met verri/kte kenuis, inniger gevoel en verbeterden smaak 1 AMSTERDAM I.
in SepLember 1819. .'<;
*
ANTWOORD. Hartelijk verheugd, dat mijn opstel over het quar*
tet en de uitvoering van hcliehe, met belangstelling en deelneming is gelezen door eene dame , welke zoo veel doorzigt in het ware duel der toonkunst over het lgemeen , en der quartet fuuzijk in het bijzonder, verraadl, als raevrouw t. o. ', zeg ik haar opregtelijk dank , voor de aanmerkingen , welke zij bij mijn op- *tel heeft gelieven te vocgen, en zulks wel te meer, daar regelen van dien aard , eigenlijk buiten het doel geligen zijn , hetwelk ik meer bijzonder met mijn op- »tel heoogde, hoe zeer d«ze!ve alle aandachl verdie- nen en, zclfs voor zoo verre zij van weinig gewigt fchijnen te zijn, zeer veel tot de vermeerderlng van het genot der spelers en der toehoorders toebrengen. Ik ben van deze waarheid zoo zeer overtuigd, dat ik L 5 mij |
||||
C i6» )
Jul) dnrf vleijen , mij, van het oogenblik afaan, dat ik
eene bijzondere vereering voor de quartetten opvalle, steeds beijverd te hebben, de regelendonr mevrouw *, g. aan de hand gegeven , naauwkeurig in acht te nemen, en, zoo veel ik daar aan doen kau, doormij- Ile quartet-makkers te doen opvolgen. Ialus&chen zal raevrouw T, g., mij wel willen ver»
oorloven , haav te verzoeken , dat zij, aan wier door- ligt die taak to komen schijnt toevertrouwd te kun- nen rrorden, hare aanmerkingen verdir voortzette. Ik houde niij verzekerd, dat er nog verscheiden an- deren kmmen gcvonden wordei) , bij voorbeeld , over fie volgorde , welke men bij het spilen van quartetten dienl in acht te nemen, en de redenen waaiora het niet onvrpscbillig is, of men na een quartet van bee th o- »M, er een van hatch, dan wel van mozabi speelt em,, enz. Ik twijfel ev niet aan , of al de lezers ea lezevessen van -dit tijdschvift, zullen gaarae de ge- dachten van mevrouw t. g. , over de2e en derge1i|ke {Minted , leeren kenuen, Wat mij betreft altlians , ik zai ze vuorzeker met zerr veel belangstelling lezen, en waaneev dit ook al niet bij alle lezers, in even hooge mate mogt plaats grijpeD; mevroinr t. g. be- hoett niet te vrezen , dat de galanterie zou veroorlo. iren, haar zulks te doen ge*oelen, waarvoor vvij man* (ten uii! zeer cioeten in acht nemen. B. W. ^CHROEDEfi SIEIKMHIX,
|
|||||||
BIUE-
|
|||||||
C i63 )
B R I E V E N
over hct leven en d e werken van
s o ni in i g e df r voornaainsle
Toondichters.
DERDE BRIEF.
*** Er rijn, meen ik, vcrschillende wijzcn te verzin-
nen , waarop men m- iahts werken naar klassen zou- de kunnen raiigschikken. Al dadelijk biedt zich de Verdeeling aan onzon geest aan, waardoor men on* derscheid maakt tusschen 's mans werken nil den ver» «ten lijd zijner ontwikkeling ; tusschen die , welke hij vetvaardigde , loen al zijne vermogeus in vollcn bloei prijkten ; en eindelijk tusschen die werken , wel- le hij in den tijd zijner ontbinding schiep. Oischoon deze rangschikking zich , bij den eersten
ops'ag van het oog, als bijzouder voordeelig schijnt aan te bevelen , vooral ook daardoor, dat dezelve ten overzigt over hel geheel geiuakkelijk maakt; komt het mij echter voor , dat zij bij mozabts werken minder geschikt is. Immers heeft iiozaii, om slechts ee'n. voorbeeld aan le halen , na den tijd zijner volledige ontwikkeling, zoo menig werk geschreven uit inschik- kelijkheid, om eenen vricnd of begunsliger te ver- pligten , en uit meer andere beweeggronden , die hij, door zijne omstandigheden gedrongen, niet ler zijdo koo
|
|||||
/
|
|||||
(,64)
|
||||||
kon stellen, dat er, bij de evengenoemde verdeeling
eijner werken, vele onopgenoemd zouden moeten blij- ven , wannecr men niet de drie klassen met elkander vilde verwarren. Trouweni znlt gij misschien den« ken, dat doze werken, a!s minder in waarde , zeer *rel in ee'ne karakteristiek kunnen geniist worden , en il wil dit dan ook niet ronduit tegenspreken , hoe zeep die werkcn, althans de meesten, dau toch weder van cene andere zijde, aanbeveling verdienen ; maar wan- necr dit ook niet zoo ware , de rangschikking, in het algemt'i'n genomen, i$ dan loch niet algemeen toepas- »ilijk. Ik verkies, uit dien hoofde, liever eene aude- re, welke mij meer geschikt voorkomt. Zoo onder- scfieid ik dan in KuZhis werkeo: i°. De zuirer instrumental mnzijk, en deze wederom:
a.) In so'io-slukken voor onderscheidene iastrn-
menten.
i.) In'klariermuzijk. c.) In qnartelten en qu'mletlen, en rf.) In symphonien. a£, De zang-muzijk , en dez« laatste wederom: a.~) In gc?angen.
... i ■;.. s."
i.) In opera's.
c.) *u cantates en andere kerkelijke muzijk.
Na«r dezen maalstaf wil ik tra'chten , U een kort
overaigt over Muznii werken te geven. I.
|
||||||
\
|
||||||
C <t65 )
I. De fnstrumcntale mutijk.
a.) Solo-slukken voor onderscheidene instru-
menten. Mozart heeft bijna voor alle instrumenten ge-
Schreven. Zijne voornaamste werken, in deze soort» zijn zijne klavierwerken , zijne quarletten en quintet- ten , en zijne symphonien. Voor het overige schreef hij obligate stukken , voor vele instrumenten, welke hij nit vriendschap voor den een' of anderen virtu- ous vervaardigde, gelijk nog heden ten dage dikwijU plaals heeft. (i4) Vele liefhebbers en virtuosen waren, toen »oJnr
leefde, zoodanig op een werk , dat deze expresselijk voor hen vervaardigd had, gesteld, dat hij onophou- delijk aanzoek had tot zulken arbeid, dien hij, bij zijne grondelooze goedhartigheid , dikwijls wel met al te veel bereidwilligheid op zich nam , schoon hij daarbij meeslal niets -won, niaar den kostbaren tijd verloor. Van daar de menigte stukken , die hij voor de Quit, de fagot, het horen , de klarinet enz., mair vooral voor het klavier gecomponeerd heeft. Onder de obligate stukken vindt men zeer goede , hetgeen vraarschijnlijk daar aaa toe te schrijven is , dat deze voor
(i4) Zoo heeft bi; voorbeeld , icom al zijne trerken voor
de klarinet, ten gebrnilce Iran zijnen vriend hfrm- iiidi, klarinettist vand en rorat van Schwarzbarg- Sondershaafen gefchreven, die , zelfs boven ivf A» mui-i.br, dien gij geboord hebt, BtiiAti te Munches an c».vaill te Stokholm, verre weg d«a listen rang onder d« klarinettuleu bekleedt. |
||||
voor virluosen bestemd waren, van welke hij reel
meer , dan van liefhebbers vergen kon. Het beste van a) d!e werken is, zonder twijfel ,
een koncert voor dc A. k'arinet, hrtwelk hij in den laatsten tijd zijns levens schicet', en hitwelk nog al- tijd onder de voortreffe lijksle werken yoor dat in- strument behoorl. Jammer is het echter, dat het bij- na nooit openlijk ge.«pee'd wordt, en wel te meer jam- mer , daar het hemelhoog uitmnnt, boven de water- achtige Composition , welke men meestal in de Itoncer- ten hoort uitvoeren. Eene grwiglige reden , waarom de heeren klar'nettislen dit koncert niet voordrag n, is waarschi nlijk ilaarin gelegcn, dat bet , gelijk alle muzijk van mourt, moeijelijfa is, om het zoo voor te dragen, als het behoort; niet juist n't hoofde der rirare^passages , maar om de fijnere nuancen van het spel , om het gevoel , dat den speler doordringen moet zal hij met Mozarlsche werken bijva! verwer-
#
ven. Zoude de geringe omslandigheid , dat dit kon-
cert voor de A- en niet voor de B- klarinet, op wel- ke tbans alle obligate stukken geblazen worden, ge- schreven is, ook wel niet eene oorzaak zijn, waarom de k'arinettislen ons dit uitstekende werk niet laten hooren ? Doch het is bier de plaats niet, om tot, de beantwoording dier vraag in een breedvoerig onder- aoek te treeden. Dit zij U genoeg van dc bijzondere obligate stuk-
ken , we'ke M ox abt voor onderscheidene instrumen- ten gecomponeerd hecft. Zjine werken voor bet kla- vier zijn van meer aaubilang, b.) V - '
|
|||||
B^^^^^^^^^^wmni
|
|||||
(i67)
J.) Klaviermuzijk.
Hi'j scbreef roor dit instrument sonalen, rondeau*, Tele variation, duo's, trio's, quartetten, quintet- ten, en eindelijk koncerten. Onder de vicr cerst- genoemde soorlen lelt rain er, even als de bovcn ver- melde solo - stukken , vele , die liij voor licfhebbera schreef, naar wiit vatbaarheid en kunslvaardigheid , hij zich dan allijd schikken moest. Dit is de oor- zaak , waarom men onder die werken zoo vele vindt, ■welke schier geene algemeene waarde hebben, en al- leenlijk nog van nut zijn, voor Iieihebbers van die« zelfde soorl, als zij, voor welke ze oorspronkelijk ge- maakt zijn , en voor weinig gevorderde leerlingen. Ot'schoon , gelijk ik zeide, deze werken, welke men
gevoegelijk met galanteriewaren kan vergelijken, gee- ne eigenlijke biijvende waarde hebben, dragen zij niet te min den stempel van de grootheid der genie, welke dezelve heefl voorlgebragt: zij zijn rloeijend geschreven, bevallig en zelfs gedeeltelijk fijn bewerkt. De groolere werken, welke *iozaht voor het Wa- rier geschreven heeft ik bedoel bier trio's, quar- tetten en quintetlen. zijn van ecn' geheel anderea ard, dan de hier voor genoemden. Zij zijn verheven gedacht, kunslrijk bewerkt, innig gevoeld. Zij leve- ren eon sprekend (afereel op van mozabts hartstog- lelijk gevoel. Men ziet zijnen geest , even als eene ver- schijning u[t de wereld der geesten , eenen grnoten en verhevenen gang gaan ; niets houdt hem legen ; hij is «oo geheel en al nieesler in zijne kunst, dat zii alien icbija
|
||||
Ci68)
|
|||||
»chijn van Itnfist verliest, en a'leen natnur schijnt te
gijn; maar eerie edele , verhevene natunr , als van lie fijner gevorrude wczerrs der denkbeeldige wereld. Over lift a'gerneen merkl men in noiiiit werk:n op, dat, hoe luuslrijk zij ook hewerkt zijn, de k!a«irhcid der ide'en nimmi'i', zelfs niet in gerin^e male, verlo- ren gaat; hoe verh>ven ook zijne geda( hi a z Jn , hoe groot de kimst is, waarmetde hij dezelve nntwikkeld heefl, men volgt hem gemakkelijk , daar hij ah:jd klaar hlijft, uooii door eerie wikle opeensiape ing van toonen , effekt zofekt temaken, maar allijd de eene gedachte nit de andore, al j,rooter '-n grouler , al ver- tevener, al knnstri jker ontwtkkeit , en zoo allengs- kens onzen geest tot dat toppunt henen leidt, waar dezelve vatbaar is geworden , om in de verhevenheid zijner harmonii-n in te dringen , en de hooge vlugt aijner p'.antasie te volgen. Deze beschrijvir*g van Moiaits klavierwerken ,
^relke , iu hel voorbijgaan gezegd , eigenlijk even zeer Op al'ie werken loepasselijk is, we!ke hij met lust en ernst schieef, deze b> schi'ijving , zoo veel waarheid zij bevat , schijnt helaas ! weinig meet' g«voeid le wor- den. Men hoort lhans in alle gezelschappen klaviex1 spelen , dikwijls in lerdaad goed spelen, maar hoe >reinigen spelen een werk van noitiii! men wil irnpo' neren, gelijk men het noemt , zelfs den onkundi* gen torhoorder, en daartoe, net is waar, zijn de Mrerken van auttm weinig geschikt, en in dit op- *igi bewnert men uiet te onregte, dal zij alleen in |
|||||
den Iring van uilgelczene kttnstvrlenden hehoerfn
voorgcdragcn te worden. Wanneer wij echter deze elgenschap dier ware kunstwerken van eene andere en wel betere zijde beschouwen , dan inoeten wij be* kennen, dat dezelve een onmiddelijk gevolg is, niet van den bijzonderen aard der Mozartsclie muzijk , inaar'van den weinigen trust, met welken men, in bet algemeen, de heilige toonkunst beoefent en aan de hoe langer hoe meer veld winnende , verderfelijke ijdelheid, om zoogenaamd effekt te niaken. "Wanned" ik dit Ihema ver'dcr wilde uitwerken en
tritpinten , tlan zonde ik u wel eene cronique scanda- leuse van het algemeene en gewone dilettantismus, thaav geene beschrijving van de Mozarlsche kunst- werken leve-ren, hetwelk thans mijn eigenlijk oogmerk is, en ik wil dus dezen arbeid voortzetten. Onder de klavierwerken, waarvan ik meer bcpaal-
delijk gesproken heb , behooren xoiiit: trio's , quartetlen , quintettcn en ook zijne sttidien , of stuk- ken, die liij tot zijne elgene oefening schreef. Men heeft dcze laatsten , enteregt, vergeleken met de hand* teekeningen van groote schilders , met welke zij eene gelijke historische eh artistischc waarde hebben. Zij *ijn slechts weinig in getal. De voortreffelijkste on- der dezelve is eene ouverture in hShdels maniei'f welke voor hen, die xe weten te beootfdeelen eft te genieten , een sluk van eene onberekenbare waarde St. De konccrten, welke koUet voor het klavief
fervaardigdc, vormen eene geheel bijxondefe soort» M dai
|
||||
( '7° )
,dat is , zijVijken gcheel af vanallcs, wat, v66t hem,
in dit vak geschreven werd. Men beschouwde, na- melijk , de koncerten als muzijkslukken , welke alleen- lijk ten duel badden , om den speler de gelegenhtid te geven, zijne vaardigheid in het le boven komen van mocijelijkheden , zijne kiescbheid in de voordragt enz. aan den toehoorder te bewijzen, en men leidde uit dit grondbeginsel af, dal het akkompagnement alleenlijk daavtoe dienen moest, om de kaalheid van het alle'e'n-spel te voorkomen, en om den speler van tijd tot tijd een ruslpunt te gevcn. Het gevolg van dit denkbeeld was, dat op de solo-partij alleen werk gedaan werd , dat het akkompagnement in den hoog- sten graad zouteloos en niets beleekenend was, eina delijk dat de koncerten, als kunstwerken, geene de minste waarde hadden, en dat de toehoorder zicb. alleenlijk over de kuapheid van den speler konde ver- heugen ; voor het overige bleef zijne ziel koud , zija geest bekwam gecn voedsel, hij genoot niet, en daar alle zinnelijk genot spoedig eene walgingte weegbrengt, werd men den speler en zijn spel weldra moede en verlangde naar nicer krachtige spijze. Mozart ge- Toelde dit gebrek aan de koncerten , welke in zijnen tijd gangbaar waren; hij zag het ongerijmde in van het denkbeeld , dat men aan den aard en de bedocling van een koncert hechtte, en hij schiep eenen anderen vorra. Hij ontkende niet, dat men met de koncerten beoogde, den speler blijken van zijn talent le ziea geven, maar hij meende, tn te rcgi, dat de spelef |
||||
Veel meer bijval moest vinden , en eene aangenamere
belooning ontvangen, vranneer niet. bloulelijk h«l oot hel werktuigelijke der uilvoering bev/onderde, maat eok het gemoed door de -waarde vail het uitgevoerde ■werk bewogen werd. Van daar, dai hij de koncerlen ongeveer als symphonien bewerkte; de sold-partij is bij hem niets anders, dan een gedeelte, hoewel een boofdzakclijk , een uitstekend gedeelte van het gehce!, en is even zoo weinig verstaanbaar zonder het ak» iompagnement, als dit laatsle zonder de solo-partij. Hij geefl den virluoos gelegenheid genoeg , om zijne kunst te doen bewonderen, maar hij offert daafaan Diet op het gehot van den toehoorder. Zijne inki- dingen doen grootc verwachtingen ontstaAn, enspannea den gcest in; zijne tussclicn.spelen strckken niet Slcchts tot l'ustpunten voor den speler, maar zij zijn het natuurlijk-kunslige vefvolg Vato hetgeefi vooraf- ging; de begeleidende instrumenten ontwikkelen al bun eigendommelijk schoon en werken tot hel cffekt Van het geheel . mede, even als de radefen in eett kunstig werktuig: neemt men er'eert rad uit, dan t-aat het werktuig Stil, of althans het verlieSt Van zijne kracht, en bereikt zijne bestcmming niet i laatmea eene partij uit bet akkompagnement der Mozartsclie koncerten weg, dan verliezen zij hnrt eigeiiaarJi'^ schoon, zij worden hier en daar onvcrsiaanbaar, het geheel is verbrokett, en de vrerking , die de kofliponirt beSogde , gaat vetloren. Dese voortreffelijke manier, waarop So*i»* *ijn*
M a ktfto \
|
|||||
{
|
|||||
C \n >
Jconcerten heeft bewerkt., heeft navolgers genoeg ge-
j-ondtn ; maar verre van overlrol'fen te worden, heeft men de hoogte nog niet bereikt, waartoe hij het gcbragt heeft. De meesten zelfs hebben hem slcchU nageaapt , het veel beteekene.nde in het akkorapagne- mentjs bij hen cpeenslapeling van dikwijls niels be- duidende noten, welke de so'o-partij verdonkeren; de eenvoudige , doch groote knnst in de vinding en bewevking der gedachten is bij hen een angstigzoe- ken naar effekt en in het algemeen schijnen zij te vergeten, dat een koncerl nog ve^el klaarder behoort ie zijn, dan ieder ander ncii , daar hel bestemd is , pa in een gezelschap voorgedragen t« -worden , waa» men althans evenveel, of liever veel raeer, onlujndi- gea aantreft, dan kunstkenncrs. Ik erken echler, dat er ook na m,o-zabt voortreffelijke koncerlen ge- chrev.en zijn ,1 voortreffelijke navolgiflgen in de ma» «ier van dezen grooten roan; maar slechts enkele der eerste , toondichters bewandelen dien weg. De groote hoop is tevreden met het in achtnemen van het uiter- lijke in den vorm, dien Honn aan de koncerten gal'; maar de ijver om hem in kunsl nabij te ko- jnen nihil horumI Mij blijfl in deze afdeeling nog overjg , om U over
de quartetten, quintetten en symphonien van den eers- ten ondcr de toondichters van alle tijden te onderhou* den, maar ik spaar deze taak tot ecnen volgenden brie^ X. W. SCHBOSDSa JIIlSMEIi,
: . : ..'.Si)K fStC* " MuMiWHi* > , > » ! |
|||||
j
|
|||||
< »73 >
|
|||||
BINNENLANDSCHE BERjIGflN.
J)B TOESTAKD D E R ; M V Z IJ K ' XM Hi'
JCOHS 94 H A A S3 IE ROTTE It B A ». »
Ka dat er een geruirae lijd verloopen was, zonder
dal':erin dit tijdschrift iels over Rotterdam, eene der voornaamste steden inons Vaderlarid", ook met be- trekking tot de mnzijk , vermeld werd , i* er eindeliji in het eersle stuk van den tegenwoordigen jaargang het een en aader over die slad gezegd, hetgeen ik niet anders dan partijdig en gevolgelijk niet juiit gei St'eld vinden kan. De steller van dat brrigt, een'man', die, uit hoofde van zijne lielde en zijnen'ijver voor de kunsl , vcel achting verdient, vergeVe tnij deze uit- drukking, welke geen verwijt zijn zal , daar hij , (ik ken er van overtuigd) zeer zeker eeaar efl onpartijdfg berigten vfilde, maar in zijn voornemen minder ge- lukkig slaagde, uit hoofde van de gi-oote mbeijelijkheid, em over menschen , welke men persoonlijk kent en waar« deert, eene kritiek uit te spreken , die , zal zij haar doel niet missen , volstrekt en in alie deelen juist zijn moei, Ik kan, zeide ik , die berigten niet juist'gesteld vinden, en ik voel mij dus dnbber aangemoedigd, on eene meet breedvoerige beschrijving tcr neer te ' stellen , waaria ik mij beijveren zal, den lezer een juist entvaarachlt'g tafereel van het loestand en de belreklingen der ma' zijk in deze slad , voor oogen te houden. Dat zelfde werd ook iu het vroegere berigt beloofd, en too zal dan ook bij menig lezer de vraag geboreu worden; M 3 ! |
|||||
j,in Affile berigt coude toch wel de waarhcid opgesloten
cijn?" Ik hoop echter , dat deze twijfelingen weldra cull en opgelost zijn. Opzettelijk en voorbedachtelijk geve ik hier de tcriekering, dat ik in mijn verhaal geene omvaarhcid zal invlechten, ofschoon bij menig een' een kwade scliijn op roij vallen zal; doth ik heb in het geheel geene zoo hooge gedachten van (nijne muzijkale bcoordeelingskracht, dat ik tnij z»u- de kuppen verbeelden, voor ieder dwaling ceker te »ijn; integendeel roep ik iedereen' op, dien mijn oordcel valsch voorkomtt om vrijmoedig zijoe ge- dachten daarover openlijk in dit lijdschrift mede te deelen, en daardoor de vervulling van mijnen , reeds ljoven geuilten.wenseh , om d*'n toestand der kunst getrouw en -waar in het dqglichl te stellen , te helpen bevorderen, Op deie wijie, en bij gcvolg, ook door tlilttvtjgen, het-welk ik als de bevcsliging mijns oor* deels en mijner kritiek zal beschouwen , zal de lezer teveps zekerheid bekomen over de gelooftvaardighvid of talschheid van mijne berigten, Na deze l^nge vpqrrede, -welke niet wel te vermij-
4en wait maar in tegendeel voor het lokale dezer st^d poodzakelijk moest vooruit gezonden woiden, spoedig ter zake, Ki-cds sedert l^pgep tijd vindt men alh'er vele vyien-
den en vporstanders dtr tqonkunsl; wjer aantal in de laatste jaren panmerkelijk tpegepomen is. In den voor* pamen kring wordt de muzijk thans meestal, als ecn |srikkelend vpedsel voor het geselsch^p beschouwd, en |
||||
■
|
|||||
c 175)
wanneer de goede muzijkale kiem, welke gfleaald is', ei
"net aanzien heefl van goed te znllen opschieten , slechts door hen, aan welke hare verzorging en verpleging toevertrouwt is, en 00k door hen , welke die verzor- ging uil liefde op zich genomen hebben, inderdaad , ut bonurn paterfamilias decet, vcrpleegt en van al, wa't haar nadeel toebrengen kan, gezuiverd wordt, dan kan men zich waarlijk heerlijke vruchlen daarvan belo- vcn. Veel kan daartoe bijdragen, wanneer menonspu- bliek, helwelk alleszins zeer veel sin heefl voor de kiinst, goede muzijkwerken altijd goed nitgevoerd laat hooren, hetgeen, met behulp van het orkest, hetwelk regt goed bezet is , en van de onderscheidene hie* aanwezige bekwame kunstenaars, door het wart ge- bruik en eene doelmatige aanwending hunner vereen- de krachten, zeer ligt konde plaats hebben. Bij het aanhooren van waarlijk goede muzijk, koud
en ongevoelig te blijven neon, dat is niet inoge- lijk! de ongevoeligste mensch wordt dodr de toover- toonen der muzijk bewogen, hoeveel m'eer niet eeil publiek , dat smaak voor muzijk heeft ? Men kan dus niet le veel zorg op eene gelukkige keut'en de goede uitvoering der muzijkwerken besteden , vooval -wan- neer men, zoo als in deze stad, de werkdadigste mid- delen daartoe in handen heeft. Ik kan echler, he- laasl niet verzwijgen, dat men, in weerwil van den goeden smaak, die alhier in bet publiek heerscht, ea die , op de boven aangegevene wijze, nog veel meet in de hoogte koude rerheven worden, minder xdrg- M 4 vul-
w t
/
|
|||||
( 176)
|
||||||
*uld>g in de opvolging dier twee punten tewerkgaat;
waardoor men niet alleen het toeneroen van den goe» den en juisien smaak des publieks, en de racer alge-. meene uitbreiding van den sin voor de muzijk ver«« traagt; maar ook, hetgeen zeer te vreezen is i en niet Wei anderj komen kan , allengskens eene zekere koel- heid , zoil's bij de enthusiastisehe liefhebbers, zal U yreeg brengon. Ik heb beloofd, waarheid te zullen «chrijven , en ik kon dus, zoo leed het mij ook doet, ©nioogelijk onderdrnkken , hetgeen ik zoo even zeide. De kiem tot het goedei welke men gaarne welig tot «ene groote hoogte zou zien opschieten, in gcvaar t« (tien, dat ze zal vcr>velken, is een al te pijnlijk ge- yoel, dan dat men het in zijn hart zoude kunnen op, flluiten: het moet er uit! Mogt het van goede ge- TOlgen zijn! Naar ik meen te bespeuren, merkt men bjer nog niet, wat ik zoo even uitsprak, of ook wil men zich selven de waarheid niet hekennen; maar het kan niet missen, of men zal vrueg of laat den warcn loestand der zaak leeren kenneR. Oorzaken zijns in de eerste plaals , dat de kunsle-
naar alhier te zeer afgezonderd leeft van het publiek. Dit heeft hij echter aan zicli zelren te wijten , aange-. giejy hij, zich zelvciy en de aeiletische waarde van den Icunstenaar niet gcnoegzaam kennende, n- juist daardoor, dat hem misschien nogirel het een en ander ontbreekt, om den main van. een'' ODaren k,unslertaar, in de voile lyacht van het woord, -waardig te zijn zich er. |
||||||
'-.
|
||||||
C »77 )
chaafden kring der Voornaraerc wereld, dan die, in
welke hij gewoon was te leveu , binnen gevoerd t» worden. . Enkele uitionderkigen viuden hier : plaals. Eene tweede oorzaak, welke nalnurlijk uit de eerstfc ontspvingt, js, dat de grootsle helft van het pubiiek gcene geiegenheid gcnoeg heeft, den rigenlijktin kanr ' sten&ar ie ieeren kenneu, hem alleenli)k beoordeelt, 200 als te hem hier gewoonHjk sag fen kende , en du» Item, die wel de ware rOepiog tot het hoogste toppuat der kunst; gevoelt, en helzeive onde.r belere Qrastan- digbeden zoude beveikt hebhen, niet die aanmoedi- ging laat wedcrvaren, wclke zijnu ecrzuchl} w»armt- de eon ieder ioch in zekeve mate bedeeld is, vor- devt. ;Daar hem nu de vcrevsehte aansporing ont- biak, is er bij de raeeslen eene zekere koelheid en palalig-heid ontslaan, waardoor zij zoo wel verhin- derd werden , naar de bereiking va* het heogste topi punt der kunst te streven, als Qok bij het pubiiek daar henen te werken, en, hetgeen daartoe vereischt wordt, meer op het oog te houden on) het pubiiek tteeds meer en meer behagen ea smaak in goede mu- zijk te doen verkrijgen,. , ; j Dat er alhier zeer veel Uefhebberij yoor de toon-
kunst heevscht, bewijzen vooreerst de Zalurdag»che koncerlen in den winter, die reeds sedert lang-en tijd bestaan, waarin een talrijk en goedorkest, vereenigd met verscheiden knappe liefhebbers, werkzaam is, en welke telkens door een brillant en uitgezocht gei. aelschap hezocht worden. Eenige der voornaamsree M 5 on- |
|||||
........ii:-is_.;.....,......■ . ,-..>i.u^t. . .a.:.1.»-.-
|
|||||
\
onzer dames, zeer bekwame liefhebsters, dragen door
haar bevallig talent 00k zeer veel bij tot de veraan- gcnaming dier koncevten. In het algemeen moet ik hier loffelijke melding maken van de liefde en den ijver, die er bij oni voor het gezang heerscht. Men is vooral voor de Ilaliaansche zangmnzijk zeer voor« ingenomen i II matrimonio segrelto, le notte di Fi- garo , cost fan tutte en meer andere der voornaamste opera's, worden hier in private gezelschappen regt goed uilgevoerd. Eenige dames zingen zelfs uitste- tend. Jammer maar, dat 00k hier middelen tot ver- dere uitbreiding onlbreken; daar wij geenen goeden zingmeester hebben, om jonge menschen van veel aanleg, die men hier menigvuldig aantreft, te vor« men. Behalve de zoo even genoemde koncerten, bestaan
hier zeer veele (juartet-partijen, die eigenlijk den wa- ren kunstrainnaar kenteekenen. Er wordt in de gezel- schappen menigvuldig muzijk gemaakt, echter meest- al slechts zangtauzijk. Nog eene prijswaardige in» stelling vindt hier plaats: in hetzelfde lokaal , name- hjk, waar des winters de Zaturdagsche koncerten ge« geven worden , worden des zomers wekelijksche kon-* certen gehouden, die alleenlijk tot oefening bestemd eijn, weshalve in dezelve geene tochoovders worden toegelaten. Wanneer men in deze koncerten inder- daad steeds het elgenlijke doel op het oog hield, dan konden dezelve Waarlijk zeer veel nut te weeg bren- gen; dit heet't ec«Ler niet op die wijze plaats, als de ijve«
|
||||
C 179 )
ijverige kunstvriend en kunsienaar wel -wenschea
zou.de. Des zomers hebben er 00k nog zeer aangename
konceiten jilaals in een tuinhuis buiten deslad. Hier verzamelt zich een gefloten gezelschap, de geitllighe.it} genaamd ; de direklie heel't zich veel mueite gegeven, cm een orkest bij een te brengen, zoo als men aaa alle andere koncerten zoude kuunen toewenschen. De lezer kan uit dit een en ander opmaken, dat wij
rolstrekt geen gebrek hebben aan muzijkaie bijeen- komsien , en dil is wel het sterkste bewijs, dat er al» hier nict le weinig liei'de voor de muzijk heerscht. Zoudc het dan niet. te meer te bejammeren zijn , -wanneer de goede grondstoffen , die hier gelegd zijn, niet zoo voordeelig opkwamen, als wel mogeiijk wave? Thans, echter, is er nog veel hoop en vooruUzigt op eene goede uitkomst voorhanden. En dit zij genoeg over den slaat der muzijk in het
algemeen ; de lezer is thans voldoende onderrigt, on met juistheid te kunnen oordeelen , over hetgeen hier voorvall. ThanS wil ik nog in eenig detail Ireden, met belrekking tot de voornaamste kunslenaars, wel* ke zich hier bevinden. In de eersle plaats verdient de heer iius»a
boh, welke door de Commissai issen van het Zatur* dagsche koncert als direkteur van het orkest aange- sleld is, eene bijzondere vermelding. Hij is een zeer goed vioolspeler, en, als zoodanig, door de natuur zeer rijkelijk met talent begaafd; mogt bij m»ar "j- n«n
, ? .
|
|||||||
««&:
|
|||||||
Ci8o)
|
||||||
lien bijzondef gelukkigen aanleg nog beter zieh ten
nntte gemaakt hebben, dan zoude hij een der eerste kunstenaars op zijn instrument hebben knnnen wor- sen. Er is zelfs nog wel uitzigt, dat hij, wanneer hij aich zelven betcr leert kenneu, en zich mecr moeite geeft, om den voortreffeiijken aanleg , welken de na« tnur in hem heeft geschapen , beter te ontvrikkelen , dat schoone punt bereiken kan. Hij bezit een* waarlijk b'jitengewone vlugheid en ervarenheid in bet te boven komen der grootste moeijelijkheden, eene goede leiding van den strijkstok , eerien zeer fraaijm toon, en zijne wijze van voordragt komt nader bij het elegante, aangename en expressive spel, dan hij het groote genre in, de voordragt. Een weinig nirer kracht en vuur blijft echter bij zijn spel te wen- chen overig, terwijl hij ook behoorl te trachten eene zekere koelbeid eaachtelootfieid af te leggen. Dit zijn cenige vereischten, welke hem nog ontbrcken , om hem den naam van een' volledigen kunstenaar waardig te Biaken. Hij mime deze hindnrpaleu uil den weg en hij zal waarlijk grool worden. Het zijo ; wel is «raar, vereischten van veel aanbelang ; maav ernstige wil, onvermoeide ijver en slandvastige volhavding kunnen zeer veel uitvoeren , en wanneer de middelcn en vermogens in den mensch aanwezig zijn, dan be- gaat hij eenc groote zonde jegens zich zelven en je- gens de kunst, -wanneer hij niet alle zijne krachten inspant, om het hoogste toppunt der volmaaklheid te bereiken. 'Zco veel over son als vioolspeler, ais B,ii j/eU |
||||||
)
|
||||||
C 181 )
welke hij, hoe iter hem het zoo even aangemefkt*
ontbreckt, inderdaad veel waard is , en ons 00k altijd reel genot verscbaft. De rijkelijk geofferde bijval kan hem als bewijs daarvan dienen. Maar hel doet inij zeer Iced, dat ik hem, als orkesimeester, niet dien -wicrook zwaaijen kan, dien ik hem wel gunne. Hij dirigeert hier het orkest, helwelk onze voorma- lige , zeer verdienstelijke , Direkteur sneii, (i5) met veel moeite en rusteloozen ijver, die zelfs tot den ouderdoro van groote 60 jaren niet verkoelde, tot een goed geheel vormde , op zoodanige wijze, dat hij , ■wanneer er niet veel goed* muzijkanten enliei'hebbers in het orkest waren , zeer zekcr in verlegenheid zou- de zijn, zijne vol goed te spelen; thans editor valt hem dit zeer ligt, daar het geheel, zonder zijne di- rektie, misschien even zoo goed gaan zou, als met dezelve. Zoo als hij thans dirigeert, kan men eigen« lijk alleen ceggen, dat hij aan de spits van het or- kest staat , ofschoon niet als direkteur. Behalvc dat het orkest zeer weinig verstaan kan van de tee- kenen, die hi,} gebruikt, en misschien 00k wel weinif cht op dezelve geeft, maar zich meer op zich zelf ver*-
|
||||||||
(i5) Wij hebben hem, een paar jaar geleden, verloren,
Hij Tirengt than* den herftt zijn» levens in den
" fc*i»g zijner 'familie, in trier midden Li; de wei
-, Verdiende rust nog altijd Ttolijk en opgemimd ge»
niet , te '» Gravenhage door, Jk kon niet tooi--.
hi/ j bem bier openHjk regt te laleri wedervarea wegen« de gro»te vrrdiensten , -W*Ji« hij., met be* trekking tot de muzijk , bier tci- stede \erwojTca heeft, |
||||||||
/
|
||||||||
I
|
||||||||
( i8a)
|
|||||
verlaat, bezit bij te ■weinig theoretische kundigViedettf
dan dat hij in staat zoude zijn , nm aim iedercen de fouten, die hijbegaat, aan tc wijzen. Daarenboven let hij niet gcuoeg op de, door dea komponist voorge- achrevenc, forte's, piano's en vooral crescendoes en Ji-> minucndo''s, in het kort, op alle die teekenen , waar< van zich de koraponist bedii-nt, om zijn werk in zij* nen gecst te doen uitvoeren, en de beoogde uitwer- king te doen plaats hebben. Ook heeft hij dikwijls »nis in het inzctt.cn van het tempo , vooral in de alle- gro's, welke bij svmpbonii:n en ou< t-rturcn gewoon- lijk zeer snel moeten uitgevoerd worden. Ik -wil ech- ■ter niet ontkenuen, dat men bij het inzetten van eeij xouzijkstuk zich behuort te riglen naar de kraehlen van een orkest, dal uitvoeren moet, opdat deze niet bverspand worden, en dat het betcr is, een stuk in een matig tempo, inaar in alles juist, dan snel, maar gebrekkig , te doen uitvoeren. Onze blaas-intlrumen- ten, vooral sommigen van dezelve , zijn een weinig zwak , en hierop dient wel degelijk gelet te worden ; hiettemin zouden zij zekerlijk beter zijn, wannee* men niet als axioma had aangenomen, dal zij slecht lijn, maar er aan dacht, dat het wel mogelijk is, dezelve te verbeteren. Zij hebben een' zeer goedea wil en ook ambitie, kennen selve hunne zwakheid , en zouden ook gaarne raeer uitvoeren. Men beboor- de hen dus meer aan te moedigen, op de repetitieo naauwkeuriger op hunne kleine solo's acht te geven , maar niet, 200 als gemeenlijk plaats viadt, daarover ■ »->■ i Io«' |
|||||
■ ■ ■ ■ . '. '
■
|
||||||||
( 183 -)
losjes heen tc loopen , en wanneer departijen moeijelijk .
zijn, raoest men hen dezelve mee' naar hui* geven. Deed men dit alles, bedacht men, dat, ofschoon de heeren cen weinig zwak zijn, zij nietlemin den bes* ten wil hebben, on beter le worden, en daarenbo* ven het vermogen bezitten , om vordevingen te ma- ken | men zoude er, ik ben er slellig van overs tuigd, weldra de goede gevolgen van zien. Wievden de repetilien naauwkeuriger gehouden , de blaas-in- slrumenten zouden binnen kort geen beletsel meer zijn voor het juiste in achl nemen der tempo's. Ik moet den Direkteur nog eerie nalatigheid onder
het oog brengen: dat hi), namelijk , bij de keus van syrophopie'n en ouverturen, niet genoeg voor afwix- »eling zorgt. Eenige geliefkoosde stukken worden ons als dagelijksche kost voorgezet, welke echter, daar ze reeds boven mate genotcn is, het publiek niet meer smaken wil, helzelvc verveling baart, en duS verleidt , om inlusschen den tijd met praten te ver> drijven. Sedeit kort echter schijnt het, als of de di- rekteur er toe komen wil, meer voor afwisseling te ^orgen, waaraan hij buiten twijfel zeer wel doen zou- de. Men heeft thans zoo veel nieuwe overheei-lijke jymphonicn, wier uilvoering het publiek een koslelijk genot konde geven, zoo dat de oude symphonien, welke wij thansj hooren, allhans de slechten onder dezelve , achler de bank konden geworpen vorden, Ik moet trouwens bekennen, dat de meesten dier iympboaien moeijelijk uit te voeren zijn; maar wij heb»
|
||||||||
C i84 )
Iiebben Immrri , geliik ik reeds boren zeide , in den 10*
tm«r koncerten, welketot oei'ening besterad zijn. Wan- nter 1111 de direkteur het oogmerk deacr koncerten,; hetwelk niet in het amusement gelegen is, steeds root (Higrn hield , en , schoon dit minder inspanning kost, Seldtamel- oude nittzijk , die ieder der spelevs reeds v*n buiten kent, maar in derselver piaats niruwe- slukkon koos, inderdaad de zwaarste muzijk awudc bier keer goed kanncn oitgevocrd worden. Het doet mij leed , dat ik zoo veel heb mo'eten zeg- fen, hetgeen den Direkleur volstrekt niet tot lof ver- S*Wkt? maar de krilitk rnag niets verzwijt>en. Legt bet talent om te dirigeren in heni, dan nerne hij mij- j»«b raad ter barte , en late zich door mijne woor- den, -welk* allien ten doel hfbben , om hem eenig liCht orer hem zelven te verschaffen , niet afschrik» ken, om naar het toppnnt. der volmaaktheid te stre- ♦eti. Hij kan het bereiken, vobral als vioolspeler, Of allbans helzelve nabij komen, toodra hij slechts tal wi'llen. De beer B» lotus, eerste. violist in de koncerten,
verdient eene nijz-ondere aanmoediging, om op den <reg, dien hij als kunstenaai betreden heel't, ruslig *©ort te wandelcn, en zich door niets te laten terug houden, om het deel, dat hij zich heeft voorgesleld , te bereiken. Ongemeene liefde voor de kunsl, vlijt en efn zeldzame ijver voor het hoogere der kunst, kenschelscn hem. Zijn spel miint bijzOnder nit door tttC aangenamen loon, groote xuiverheid en zeker- heii
|
||||
C 18* )
|
||||||
heid in aware passages, en zachtheid in de Voftrilfigfc
Htt schijnt, dat bet zoele en liel'elijke spel van 14 fONT een' liiopi-n induk op liem gemaakt lieelt. Hei wedrgalme nog lang in z'jne ooren , en wat dez, n kun« stenaar bijzonder kenmerkt) bevalligheii! en liefelijk* heid, strekke hem ook voorlaan ten toonbeeld. I)e beet! Iooks heefl nog dc goede tigenschap , dat hij, men zoude schier kunm n zeggen , met e< nige angstvallig- heid , slfchts zoo.!anige slukken uilkiest, die yoor zijn talent juist bijzonder ge rtaikt zijn, en deze dan met de grootsle juistheid en naauwkeurigheid uitvoert. Yo. ral is dil te bewonderen in de knncerlanten, vv*l«
i
ke hij met den beer bos speelt. Hier heerseht eeiifc
zamenwerking der twee violen, welke zich lot in de fijnste nuaticen gelijk bijft, zoo dat, wanneer men de oog'en va . de beide kunslenaars afweudt, men in ▼ erzockin^ zoude geraken , om de beide violen voof e'rfn instrument te houden. Dit alles werd nog in dent laatsten winter beve.stigd , toen de b ide heerin te zs* men koncerl gaven , en bet la rijke publiek be'oond* hen met den ruischendsten bijval.■ Een weinigraeer geest en levendigheid in het .«pel , zoude den bee*' *obks nog zeer te wenschrn zijn. Hij speelt ook zeer goed piano , en bet ware trel te
Venscfaen, dat, oi'selioon de viool zijn hoofd-instrii- ment iS) 0p betwelk bij zich ook met Iiefde totlegf, hij niettemin het forte piano niet leggen 'aat. Hi} heeft op dil instrument reeds le veel vorderingen ge* H»»a*t, uaa dat bif niet ailes zoude moetej* aaWw*'*1 N <retf,
|
||||||
:l1j.;.- __,;.... ..'^[-Ml
|
||||||
Ci86)
|
|||||
dm, om nog vcrder U gaan. Wat bovenal de-zen
jon^eii feunstenaar onderscheidt, en hem de gunst van bet publiek in hooge mate heeft verworven, is de grootc beJcheidenheid , welke htm versiert, en waav- door hel talent nog altijd meer achting verdient. Hoe onverdragelijk is een kunstenaar, die dit vergeet, en welkc door den hem toegezwaaiden wierook opge- blazen en arrogant wordt. Deze hongmoed heeft zeer dikwijls ten gevolge , dat hij in de kunsl op dezelfde lioogte ft a an blijft, en dat zij , die zijn talent veree- ren, allengskens koeler jegeni hem wOrden, hetgeen voor hem, die nu reeds aan den wierook gewoon is, een zeer bitter gevoel opleveren moet, en dan, hoe zeer te laal, hel berouw na zich sleept , van de be- scheidenheid u!l hel oog verloren te hebben. Deze gedachlen, welke zich zoo onwillekcurig voor
mijnen g 'est hebben gesteld, slaan misschien hier niet op de otiregte plaats , daarhet geene zeldzaamheid i», kunslenaars aan te tret'fen, die aan de hier bedoel- de zwak'ieid ziek zijn. Ik keer thans lot de hoofd- zaak weder. Sedert den afs^eloopenen winter bezitten wij in on»
midden eenen voortreffelijken violoncellist, den heer s. sahi. H;j heeft eenen schoonen, krachtigen toon, vele kunstvaardigheid en eene zeer aangename voor- dragt. Hij voert de werken van B. Romberg, dien i men den meester en bthi'ersclier van dit instrument mag noemen, zoo uit, dat, in ■vveerwil dat men alhier dezelve van aoMsiiio zelven heefl hooren tpelen, ran*
|
|||||
Ihen ze door hem steeds met het grootsta geno^et
hoort voordragfcn. Hij is ook Hi h t orkest buiteiige* iheen niillig dour zijue waarlijk zi'ldzame lastheid, die uimnier wankell, ea bij het quartet zal men zij» ne weeVgade nict dikwijls vinJen. Ik stem gehe«l overeen, met hetgeen in het vorigft
berigt over de twee hoornisten, van SEint ett HjTSCHJSRtium, jrj gezegd is. De eerstgehoemde heet't eencn hijzonder schoinen toon en veel smaak; hij kohde een.zter bekwame en meer volmaakte kun- Menaar zijn^ wanneer hij siechls wilde, of lieve'r id vroeger-; jaren gewild hadde. Thans kan het hem wel "ivatzwaar vallen ; wanneer hij echler nog maar wilde en meer overeenkomstig de roeping tot kunsl leefde , ivelke de natuu'r in hem gelegd heefl, het zoudehem, geloof ik, niel Onmogelijk zijn, dat, wat hij vroeger terzuimd heel't, nog intehalen. Wat de vaardigheid in moeijelijkc passages aangaal , wordl hij door deri heer hittscH en nu u TEn jr. overtroffen: want daa'r* in heel't het deze ver gebragt; maar met o'pzigl tot den schoonen toon en den smaak, Blijfl bij laalstge- fioemden nog veel te wenschen ovci'ig. Nietteinid 2oud.; hij door moeite en vlijt dit gcbrek le boved komen kunnt-n, en hij late dil bij gevolg vo6ral niei na. MOeijelijke passages, h6e netjes ze ook uifge-* voerd wordcii, wekken aliienlijk de vervvondering dei toehoovders op, en gaan zij niet iriel smaak eh eerii liefelijke voordtagt gepaard , dan lat.n zij hem op den d*nr geheel kovtd. Wat de compositieu van de# N si ie'tf |
|||||||
.
|
|||||||
(,88)
|
|||||||
befr HtiKBESJuiJiia betreft, in welke zonder
twijfrt talent diorstraait: wil hij, dat ze alj;eineen be- vallen ?ul>en, dan moet hij zich bevlijtigen , meer rijkdoni aan liefel'jke melodien te bekomen. Wei ge- diuisch met de iiistruinenlen , niaakt op den toehoor- der geenen indruk, allhans niet tot deszelfs genot. In ht't algemeen be'boort hij zijne gedachten meer geregeld en minder verward zamen te voegen. Voor bet overige schijnt hij den bijzonderen aard der oa« derscheidene instruioenten goed te kennen; eene Uen- nis voorzeker, die zeer veel waardig is; hij vereenige in zijne werken slechls niet zoo veel inslrumenten te gelijk, maar trachte ze beter le verdeelcn. Hij speelt ook zeer goed de viool. Ik moet nu nog van de klavierspelers melding
maken, welke wij in deze stad bezitlen De eerste rang komt den beer caul muhi.khfii.dt toe, die zich sedert het begin des afgeloopenen zoniers alhier als piano meesler gevestigd heefl. Men verheugt zich zeer, en te regt, dat deze kunstenaar, na zijne me- Di^vuldige reizen , Rotterdam tot rustplaats gekozen heeft, en wij wenschen hartclijk, dat het hem hij ons zoo wel moge bevallen, dat hij niet in verzoeking kome , deze haven weder uit le loopen. Sederl de heer HiiHlE»riii)i ahier woonagtig is,
bebhen wij nog niet het vermaak geuoten, hem open- lijk te hooren; in parlikuliere gezeisrhappcn echter beeft men dit genoegen gehad. Wat mij betreft: ik heb hem bij zijne vroegere aanwezi^heid iu deze s!»d tns&
|
|||||||
u >, »
|
|||||||
{
|
|||||||
('89)
vet veel ople'tendheid gehoord, en it k»n niet voor»
bij , aan deszeifs buitengewone talehten regt le latin
wedervai'cn. Ik houde het voor onmogelijk, cm het klavier met meer zekerheid le beheevehtn, dan men bij den heer M ii H its feldt aanlrefl ; hij kornt de grootste moeijelijkheden le boven, en wel met eoo veel gemakkelijkheid , dat men zeer duidelijk bespeuren kan, dat die moeijeHjkheden voor hem ophouden moeijelijk te zijn. Ofschoon dil algemeen erkend wordt, is men echler niet aitijd tevred«n met de keus der stukken, welke hij voordraagl; men laakt in hern, dat, helgren hij speelt, al te knnstig en te cliromatieV is (geltjk men het noemt), en dat hij zich niet genoeg naar den smaak des pnbiieks voegt; en dit verwijt is wel niet gehcel en al van grond onlbloot j althans lot op een' zekeren graadL. De kunstenaar van gevormden smaak moit , zonder twijfel, den smaak van het publiek zoeken te vorrnen , en het is in zoo verre prijsselijk , dat de heir m'lB- IBNfiui zich niet vernederl tot alledaagsche beu» zelaiijen en kunststukjes ; maar men kan ook in bet goede te ver gaan, en dan houdt het op goed te zijn. Ik ben er verre van af, om den beer M ii H h en fi i pt aan te raden , andere , dan cvaarlijJtgiede wirken voor tedragen; maar hij Irachte nieltemin het overkunstige tevermijden: waardoor hij niet slechls in de gnnsl van het publiek zalstijgen, maar nog daarenboven reel eer« der den smaak voor het goede bij hetzelve ia! opwekken , dan door de groote en voor den gewonen liefhebber N i on- |
||||
( *9° )
pnverstaanbare kunst in de stukken, die hij gemeen,.
lijk uilkiest. Hij konde gevaar loopen, dat de vol- harding bij zijne aangenoraene manier foor een gevolg Tan eene cigenzinn'ge luira , waaraan kunstenaai'S toch zoo ligt onderhevig zijn , uitgekreten wierd.- Hij is ook v'oo'sprler, en dat hij het als zoodanig
Ter grbragl hee!t, b'ijkt reeds alleen uit de voimaakf le zuiverheid van zijn spel, welke niet dan door Jangdurige en ijverige oefening verkregen wordt. Wij kunnen van den beer muHlfkfeldt nie.t
scheiilen, zonder a ooraf nog "eene der prijswaardige hoedanigheden, weike liem versieren. aang»stipt te licblien: steeds indachtig, nanielijk, aan de onomstoo- teHjke waai'heid , dat niet* volmaakt is op aaiile, Mtijdt hij den tijd , die hem van zijne beroepsbezig- heden overschiet , nog altijd aan zijne kunst, en Ireefl met onvermoeiden ijrer , steeds meer en meer bet loppunt der vohnaaklheid te genaken. Dit is, mijns inziens, het eenig yrare kcnteeken van echlen kuuslzin en kunslliefde en het diploma van den pvervalschten adel der afkomsl van dezea zoon der Mu en. Loifelijke vermelding geschiede hier ook van dm
beer. iniKt, die een bewijs oplevert, hoe ver men het met lust en liefde voor eene zaak brengen kan, fidia wanncev men niet in zijne prille jcugd begonnea be* ft, zijnen aanleg te ontwikkelen. Hij lieeft door <> vermoeide viijt sedert- eenige jaren zoo aanmirke- Jijke voi'detingen in de vaardigheid op het piano en ook
|
||||
ok in den smaak gemaakt, dat hij de stukt<»n, dt«
hij gestudeerd lieeft en in de zatnrdagsche Lqucerten hooren !aat, waarJijk zeer fraai speelt. Wij wen- schen harlelijk , dat hij moge volharden in den ijver, die hem sedert eenigen tijd bezielt, en die reeds nu zulk een' weldadigen invloei op^ijne talenten heeft ^ehad. Eindelijk moet ik nog een woord zeggf'n van den
heer dakhih, een zeer goede hoorni-t, en ran des- zeli's zoon , een jongeling , wiens goede vorderingen op de fluit zeer schoone verwachtingen doen ontstaan. Jammer is het, dal lokale betrekkingen, welke ik, om Iiiet le ■wijdloopig te -worden en dewijl zij hool'dza- kelijk reeds in vroegere jaren geboren zijn , hier niet mededeelen wil, de redenen zijn, waarom deze. bei- de heeren hier zoo muzijkaal- werkeloos leven n.oe- len, en te rarer jammer, daar men lot de rerbete- ring der blaasinslrumenten in de koncerten, over vrelke men altijd klaagt, zeer veel partij van hunne lalenten konde trekken. Hier sluit ik voor d'tmaal mijn berigt, hetwelk,
zoo ik mij vleije , het ware licht over den toestand der kunst in het algemeen , en ov r de kunstenaar* in het bijzonder, verspreiden zal. Misscbien bevat dil sink het een en ander, dat niet naar den zin van dezen of genen is; waar is echter alles, wat het be- heist. Als Tiiend der Lunst, die ze zoo gaarne in den grond , waarin ze wortel geschoten heeft, regt welig zoude zien bloeijen, durfde ik niet* verzwijgen, N 4 wat I
|
||||
( '93 )
w*I er toe bijdragen kan , om dien bloci te bovov-
deren. In mijne volgende berigten zal it meer speciaal
over de koncerten spreken. m\m\ar\ar\m\mr\0~
BUITENLANDSCIIE BERIGTEN, |
||||||
Den uden Mei 11. stierf te Oldenburg dc ook in ont
Vaderland zeer bekende lluitspeler E. ifiisiimt. Uij heeff zich als uilslekend kuusienaar en als mensch veel Toeins en achling verworven op de veelvuldige reiz.en, vrelke hij in de. laalslverloupene jarea met zijuen zoon , fen' der eerste llians levende iluitistcn , gemaakl heeft. Euitendien zijn de talrijke -werken , welke hij »oor de lluit ten deele uit eigene vinding geschreven, ten deele met veel bekwaamheid gearrangcerd heeft; in de handen van alle Iicfhebbers, en vooral vre&ens de doe!malige behandeling van het instrument zeer in achling. Hij stierf aan eeue beroerte ; zijn ver- lies wordt door zijne na^elatene familie, die hij even harlelijk beminde , als hij door haar bemind werd, smartelijk betreurd. Den 3oslen Junij 11. overleed te Sondershansen
jerhst ludvvig oebbeb, Hof-Secretaris van den Ypral van chwarzburg-Sondershauscn, een geleerde fan de hpogsle verdieusten, vooral vat de liteiatnur der
|
||||||
( '95)
|
||||||
4et toonkunst bctreft. De bekende Hofraad F RtE-
DR ICH HOCHLITZ te L if»zicj , welke GEtihEliS dood tnet' een woord in dc Allg. Mus. Zeilung beeft aan-
gekondigd , belooft eenen m.er omslandigen neluo- loog voor dat voorlreffe.ijke tijjpc :rifl le zull£n be- ■werken. Zoodia dit sink, helwelk , nit de pen van Eochltz gevloeid, met anJers, dan uitslekcnd zijn kan , oris zal gcwordcn zijn, zullen wij ons haasten , onze lezers in eene veitaling daarinedc bekend lemu ken. : Korl voor gerreus dood, had de Maatschappij
dan orien.len der rnui'jk in hct Oostenrijksche Keizem'jk met dien fronted geleerdeu eene over- eenkomst., gcmaakt, ten gevolge vraarvan zijne hoogst belangrijke bibiiotheek, die zijn vader reeds voor 80 jaron aan'ei , die door den zoon al ractf en inee.r uit« gebreid is, en welke niisschien wel de volledigste verzameling van theorelische werken, en daaren- boven een aantal van 600 portretlttn van' loonkun» atenaars bevat, aan die maatschappij, na gekbski dood, als eigendom komt te very alien. Volgens de nieuwste bi riglen uit Italie zonde de
nieuwe opera van bossini, Ricciardo e Zoraide, niel veel beter zijn, dan al zijne overige werken, De Milanezer . correspondent van de Ai/g. 3Ius. Zci- tiing heeft cenige kb-ioe brokken uit die opera mede- gedeeld. welly; alle tegenspraak tegen de beschuldi- jing van gebrek aan karakt ristiek den weg afsnij- N 5 den. |
||||||
/
|
||||||
/
|
||||||||||
C 19*)
den. Vnor de woorden Palrna mia fremendo nth
(mijn h rt staat stil van ijiing"), om slecbts e'e'n voor« becld aantehalen , heeft r.ossim eene melodie , of liever eene verzameling van krnlletjes geschre,ven, die naauwelijks te verdragen zoude zijn , wanneer de wnonlen bettekenden: mijn hart trill van vcrrukking tn vreugde. J2 Intusschen heeft de Akademie van ■ sclioone kunsten te Pesaro, eossini's geboorleplaals, deszcli's borstbeeld mot een hoogst vei-eerend op» schrift doen vcrvaardigen , in helwelk boss in r on- der anderon genoemd wordt: magister philarmoni- cus nostri temporis primus, qui gloriarn nomi.nis Pisauren apud exteras nattones propagavit (de eerste toonkunstenaar van onzen tijd , door wien de naam van Pesavo bij de vers! afgeleeene volkeren roem- rijk is bckend gcworden). In een ander berigt wordt f zijne bcscheidcnheid niet zeer geprezen , terwijl men verzekeit , del hi) zich zelven il gran genio d1'Italia
(de groole genie van Italie) noemt. < In een gezel- |
||||||||||
\
|
schap te Slutlgardt, waar zich 00k eene Ilaliaansche
|
|||||||||
aangeres bevond , sprak iemand over de onheschaam-
de inanier van rossini, van niet aileen zich zelven gednrig in zijne wcrken af te schiijven, maar van zich 00k schuldig te maken aan plagialen uil de weiken van andere componisten. De zangeres anlwoordde zeer onschuldig: si, i vero , e un Vidro, maunladro gra- tioso; ruba, ma ruba graziosamvnte! (Ja , het is waar, hi} is een dief, maar een b-minnelijke dief! hij steclt, maar bij sltelt met bevaligheid en smaak.) Het
|
||||||||||
C 196)
|
|||||
Het aatfdenken aan den grooien koiui wordt
op nieuw verlevendigd in *s mans (wee ten zoon, die all klaviermcesler te Lemberg gevisiigd is, en zich onlangs te Koniugsbergen heel't latan booi-en. Men prijst niet alleen zijn spel hijzondev, maar-uok *.iji- ne coinposilien. Men schriji'l bet navolgende over bet koucert , dat hij !e KbrjiniSbevgttn gal': ,, Dc be- roemde naam heet't ons niet. bedrogen ; Mozart's geesl was waarlijk tegenwoordig en hot forte-piano sclieen in een andur inslruinenl veranderd te aijn. Immers de speler wist de volheid zijnrr harmonica en den rijkdom stjaef fgnren zoo vuurig en lecder . Toor te dragen , dat de muzijkale ideen geheel en al met die sprekende duideiijkheid te vourschijn kwa- men , welke de ware kunst, die hoven alle kunst- stukjes verlieven is, doet erkennen en gevoelen. Hief- uit alleen blijkt ic»da, dat 00k de composilie ia hooge mate voortrtffelijk was; niaar wilde iemand bet karakteristieke derzelve naauwkiuriger uitgedrukt weten , dien zoude het moeijeijk zijn tevreden te stellen, oindat deze kunstenaar, even als zijn vader, niet aan eene bijzondtre manier, maar juist aan de kunst alleen te heikennen is, wier hulpmiddelen hij vo'komen kenl en met gevoel en bezonnenheid aan- wendt, zonder eenigzins uaar effekt en zeldzaam- beden angstig te zoeken," De bekende .tuvEcs te Parijs be; ft in een ^f
zondetlijk, zetr goed gescbreTen, stuk de duitsche cum- po-
|
|||||
096)
|
|||||
pontsfen aangemoedigd, om naar Pari)» te tomtn em
opera's te schrijven voor het theatre Feydeau, welk »tuk teve.s al* algemcene han.llci-litig voor de wijze van bewerking dici* opera's kan dienen. Zoude men «ich, wanncer de duitsche componisten aau die op« roeping gihoor vcrleenen, niel eenen weldadigen in- "rltit-d van hunnen arbeid op den sraaak der Fran-* schen voor de niuzijk kunnen beloven ? Zckere instramentniaker te Parijs , cHahot ge«
naamd, vervaardigt violen eft andere strijk-instru- menlen, welke , naar het oordeel va.i de koninklijke nju?.ij'«»ctioo! ( voorma ig conservatoire de musique') , de Amati , Stradivari enz. verduisteren zullen. sis- ters scberst daarmede in zijne laatste berigten van Parijs, en schijnt aan de hooge ▼oorlreffeli)'<heid dier instrumenten niet veel goloof te slaan. Hi) ver- liaalt een aardig slaallje van de middelen, die, vol- gpns zijn oordeel, de vervaardUer zoude hebben we- ten te vcrzinnen , om het debiet zijner instrumenten te verzekeren. Toen de Koning van Frankrijk de la.Vs'e tentoonslelling van kunstvoortbrengselen en ook de zaal bezocht, waar de muzijk-instrumenten te zien waren, maakte de Minister van Binnei Und- ue lie Zaken, de Graaf dec axes den Koning opmerk- eaam op de violen van chahot, en voegde er bij, dal de Professoren der Koninklijke muzijksrhool dezelve voor beter verklaard ha-.iden , dan alle oa- dere beroemde violen. De Koning krijgt lust, een dier
|
|||||
( '97 )
dier instrumenten te huoren; maar wie zal ze pre*
bei-en ? Oe graaf decazes is niet iuuzijkaal; en bet paste ook wel niet het portet' uille met den atrtjk- slok in aanraking te brengen. Z:et, rfaar vertooot zich in he/ verscliiet de heer Alexandre douche* (een der eerste kunstenaars op de viool van I'arijs), van wien men met regt zeggen kon: hi) Utvatn, alt of h!j %eroepcn ware. De heer df.cazes wenkt hera, Sou cHer snelt Jiaar hem toe, neemt een Clta~ not en speelt: vive Henri quatre en oil pent- on etre mieux qti'au sein de ia famille. Wanneer nu de violen van chanot, laat sieved s er op volgen , niet in de mode komen, dan is het althans niet de schnld van ilrn Minister . noch ook van Boucher, en minder nog die van den fabrikeur.'' Hoe scherp deze scherts ook zijn mi'ge, het is genoegzaam zeker, dat de violen van chanot zeer goed zijn. spi.hr heeft er «ene van dien maker, met welke hij zeer tevrede is. Mad. cataiami heeft, na haar vertrek van Am-
sterdam, yerscheidene' groolere en kleinere sleden in het noorden van Duitschland bczocht, en is ein- delijk te Berlijn aangeland. Zij heeft er eenige kon- certen gegeven, maar is, volgcns onderscheidene duilsche tijdschriflen , niet met dien bijval bekrooud, *U bij haar eerste bezock. Men zal zich herinnerent dat de beroemde zangeres voor eenige jaren ner* gens zoo veel opgang gemaakt heeft als te Berlijn, *n dat men haar in deze jjruots stad schitr ver« good
|
|||||
_ ..__j.~-_.*-'~~i,*.<*__
|
|||||
C 198)
|
|||||
good heeft, tei"ffijl le in Under* steden, en voorat
in Ua iburg en Leipzig (gelijk reeds vrck'ger le Am-s Herdatn), door den waren knnslkenner niet op diea Itoogen Irap van volmaaktheid geacht wordt aan- fpraak te ku .nen ma'cen. Dc Bailijner kiinstvrien- dep zijo toen ter lijd door die van de twee even genoemdc steden hevig gcgispt gewovdeli, wegens hnnne algodisc'.ie veteering van mad. catalaHi. Bij dv laaiste koncerten van doze aUczins bcwonde- Tcnswaavd ge vronw hibben zij zich niet aan blin-* de aaubidding schnldig gemaakt; zij hadden kort te voren mad. tee on gehoord, en zij moesten beken- Ben 1 dat deze, ofschoon, wat de volheid van toon Saiisr a at, door mad. cataLani verre overtrofferi "rordende, echter wedcr hare mededingster verre Tooruit is met opzigt tot kunslvaardigheid, vooril irt de chroraatisclie klank'adder, in spr'ongen ens. Dfze en dergelijke aanmerkingen, welke zich aan de B rlijners onwillekeurig opdrongen , kon hnn enlhusi- asmus niet tot ecne koortsachlige hitte doen klimmen; tij bleven koel getioeg , om te kunnen vergelijken en de zangeres met. het Oor der kfitiek aan te hooren. Bij deze vergelijking verloof mad. Catalan!. Men' merkte op, dat hare stem had afgenomen, en dat tij, uit gebrek aan grondige sld lie der kunst, de kunst niet verstond , van de ingeslopene gebreken door middelen, uit de onvervalschle bro'nnen der ware kunst g'piit, te bedekken; dat zij nog slecbts lien toonen volkomen in hare magt had, naiuclijk, van he*
|
|||||
( 199 *)
|
|||||
net cens jestreken d tot het tweemaal gestreken t, en
dat zij de lagere en hoogere toouen niet dan mil veel inspanning, en dan nog met eene soort van fanstt uitperst , om zoo te spreken j dat zij ook geene vor- deringen gemaakt had in de vinding van nieuwe versi.ringen, daar men sommige loopen in eene en dezelfde aria vijf- en zesmaal waavnam. Wat ech- tev belreft haar* trillo met halve stem, dezen vond men nog altijd even bewonderingswaardig, v\ anne.ep hij zich op er'nen toon bepaa'de; maar wilde zij deze versierlng in de chroraatische voigordc voovtzetlen, daa merkte men at ras , dat ze niet op grondige oefeniug gebouwd was. Men kwam eindelijk zoo verve , dat men de heeren Hamburgers en Lcipsigers, wier kri- tiek men voorheen voor het ultwcrksel van nijd en afgunst had uitgekrelen , in hunne oordeelvellingen begon gelijk te gevcn. In een der koncerten van mad. catalani te Berlijn heeft men met verwon- dering, maar tevens met zeer veel genoegen mad. mara opgemerkt, welke voor ongeveer 25 jaren de catalami van haren lijd was. Op de vraag , hoe de geeerde zangeres haar hevallen ha 1 , zoude zij zee* naif geantwoord hebben: voor a5 jaren zoude ik aonder schroom met haar in het slrijdperk getreden 2ijn." Dat mad. m a r a de kunst in al hare gr.den grondig beoefend en wel het hoogste loppunt van auiverheid bereikt heeft, blijkt, onder anderen , uit navolgende ware anckdole. Te Berlijn was zij dik- wijls met himmil, am«HAB«T, RioHiHi en ande- re
|
|||||
C 300 )
re jroote mannen in gezelschap. Op fcekeren avond
was hel g sprek gevallen rop de nioeije'ijkheid der nitvnrring van sommige loopon en toongangen, en >tn« haJ hare rrienden onderscht idene reizen doen ver»tomd s>aa;i over de juistheid, waarmede zij die loo pen , die men, daar zij eigenlijk mier een voov- werp van sludie zijn, dan wcl van open^ijke nilvoe- ring, geiioea^aam nooit hoort, had gezongen. H im- »el, die ook bij de crnstig'ste zaken steeds vrolijk ■was en mad, 11111 gaarne eens in ver'egenheid bren-« gen wilde, vroeg haar, of zij wel ooit d<- scala met louter heele loosen gezongen had. Hm , antwoordde »,u»: ik ben nooit op dien inval gekomen { maar 'aa! ons het pvobeven '* Zij zong, van c tot j>, de scala ran achl heele toonen met de verwonder- Jijksle zuiverheid in lange, aangcboudene toonen, 200 dat alle de aa-iwezige kunstenaars zich niet ont- houden konden , haar met lulde uitroeping. n voor de eerste kunslenares des aardbodems le verklaren. Men heefl wederom van eenige nieuwe uitvindin-
gen gewag semaakt. Fen jonge engelsche toenkunste- naar, met name bodweii, heeft een werktuig uiige- vonden, hetwelk, zonder behalp der hand, de niu- tijkbla len omflaat. Een instrumentenmaker te Lion, SiMioT genaamd, heeft aanmerkelijke verbeleringen aan de fagot gemaakt. De akademie van schoone kansten te Parijs heeft heni te dier zake een veree« rend getuigschrift doen ter hand stellen, Zeker* Mr
|
|||||
f
|
|||||
I
C»oi ) Mr. kotT) een engelsche toonkunstenaar en conpo*
nist, hceft een zoogenaamd sostenante - pianoforte uit» gevonden. Men zegl dat de Prins-regent en het a;e- heele hof betooverd geweest zijn van ilea loon van dit instrument. Waardoor dit piano forte zich van an. deren onderscheidt, is ons onbekend; maar wij ver- ntoeden , dat heUelve dit met een orgel zal gemeea hebben, dat de toonen er op doorklinken , terwijl het ovi rige den cigenaardigen toon van een piano iorta ail behouden h. bben. De zusters van pacsiello, den heroemden mede*
dinger van cimarosa, welke. voor korte jaren te Pa* rijs in eenen zeer hoogen ouderdom overleden is* hebben Voor hunnen onsti rl'eli jken broeder een roar- meren gedenkleeken doen oprigten in de kerk Satitm Maria la nova te Napels. Te Londen -wordt een muzijkaal tijdschrift uitge-
geven under den titel: the quarterlcij musical magazi- ne and review. Wij hebben voorgenomen, om bij eene volgende gelegenheid een sink uit dat tijd* achrift, in on'.e taal ovevgebragt, ter proeve aan on. «« lezers me le te deelcn. In dezelfde stad is on" langs uitgekomen eene geschiedenis van den oorsprong en «*e oorderingen der theoretitche en praktische ntutijlcf ton *. jokes, ■.
hi.;
|
|||||
.*....../■ **a.^.
|
|||||
. --..'■ . . ..-,-,, ;.,,.,, ,,,..,..,
|
|||||||
»
C 90* )
ftfcCENSIEN. |
|||||||
% Deuxiime Pot-pourri, tire des ope'ra's de Jean-
de Paris, Famille Suisse et Tancred, pour le piano-forte, par Vabbe giliHI k. Prixf I - : -: a. Les adieux, duo favor!Is arrangee en rond» pour pianofortee, par J. L. bus sex, Prijt- f : - .6 - : 2. Adele ou la nouvelle Tyrolienne , avec variatim ons pour le piano-forte , dedi.ee a son ami a. DE GOORBItlON, par T. LATODH, pianist*
de S. A. R. le prince regent. Prix / I - : - »
alle uitgekomen bij l. jlattkir, inuzijk-
handelaar en drukker te Rotterdam.
De Heev puititsi heeft voor eenige jaren het eerst
in iras land begonnen, niuzijk met steendruk uittegiven.
Sedrrt kort echler schijnt bij van den sleendrnk afge«
iien, en tot de gagraveevde mnzijk overgegaan le zijn,
vraaraan bij, onzes inziens , in zoo verve ni>'t kwa-
ijk geda;m heeft, daar zijn ateendruk verre beneden
het middelmatige gebleven is, en de gegraveerde mu«
sijk ex- daai-entegen zeer netjes uitziet.
De hier boven opgenoemde vier slukken , welke ten
bewijze daarvan slrekkcn , vereischen alien ongeveeif gelijke oel'ening in de vaavdigheid der vingeven en der voordragt, en zijn het naast berekend voor j»ng« liefhebbers, welke men nog geene belangrijke werkea Lan voorleggen. Wij wi'len ze kovlelijk doorloopen. No. i. is van den zeer ktkenden en als componist van
|
|||||||
C ao5 )
|
|||||||||
van variation met regt zeer geachten aht ostiKSK,
behoort echter ondi'r de gemakkelijkste stukkvn van dpzen vruchtbaren Componist. Het begint met eett gedeelte van het andante con rnnto, waarmede de ou« verturf van Jem de Parts (v n joibidieo , gelijk een ieder weet) aanheft. Waarora dit andante niet in zijn geherl gebleven is, begrijpt Re<;. niet: «oo als het hier verschijnt, heeft het iets slooterigs. Dan volgt de gelief koosde romance, It troubadour geliteld , benevens eenige andere stukjes uit diezelfde opera. Hierop vo'gt eene romance uit die Schivcitzerfamilie, misschien wel de besle opera van wiui; waarna de cavatina van rossini's Tancrede; deh tanti palm pit!, welke in ieders mond is, vijfmaa' gevarieerd wordt; terwijl de vijfde variatie met het oorspron- kclijke slot der cavatine in de opera ook hier het lot van hel gpheele stuk u'tmaakt. ---- Wauneer ook
de onderscheidene slukken, waaruit dit pot-pourri
xamengesteld is, niet ongelukkig geko'.en zijn, geluk- kig zamengevoegd zijn zij juist niet, daar de over- gang van het eene thema in hel andere meestal onr.a* tuurlijk is. Het geheel is ligl uit te voeren. No. a. is van eenen beroemden en zekerlijk eenen
der beste nieuwere componisten voor het klavier, Hel is geschoeid naar de leest van dergelijke rondo'* Tan j. bauds, en is even gemakkelijk voor de uit« voering als No. i. Na eene korle inleiding (andante | xnaat in c dur)
vindl men in No. 3 negen variation van bet op de»
O * 1l»
|
|||||||||
*
|
|||||||||
r
|
||||||||||
( 204 )
tit«! genoemde liedje, waarop een finale rolgl, dak
eigenlijk eerie tiende variatie. en als slot eenigzint breeder uiigevoerd is. Enkele passages , bij voov« b.celd de derde vanalie, vereischen wel eenige lueerdere oefening en vaardigheid, wanneer men /. in alles naar het voorschiifl wil uitvoeren. Het temp'i is hier aangeduidt naar de me'lronome van KiLSti. of van vrmKlt: men wett mimers niet, aan welken van deze beide heeren de eer der vin» ding van dit waarlijk nuttig werktuig toekoml. In No. 41 van sauvan, bespeurt men al dadelijk
den Fvanschman. Dit werk beteekent inderdaad zeer weinig. Het -scliijnt Rec. lor, wel nicer vnor de harp, dan voor hel piano, gejchreven en heslemd le zijn voor jonge dames, die met eenige bewee^baar*- held in limine schoone handjes gaarne lefluitjagea Oo^slen willen van jonge heeren, die niet* aangena- mers te doen hehbrn, dan zulke j<>n«e schoonheJen, galantericn voor te. .praten, om het even, of zij ze verdienen of niet. Men zoude op dit werkje met e.ene kleine veiandering( knnnen lorpassen eene re-. censie van den bi-roemden kS.stner: dit sink is op frnai pnpier gedrukt. Jammer van het franje pa- pier! (16) Nog moet Rec. misprijzen , dat het tht-raa en iedere variatie tweemaal gedrukt is, in plaats dat
|
||||||||||
(l6j KisTSEn zride : dit werl i» op htt siecnill
papier 'gedrukt. Jammer van het fraaije p<t- fitrj |
||||||||||
( »°5 ) '
dat de herhaling van iedere afdeeling door htt g«-
bruikelijke teeken (:11:) had mocten aangetloid wor- den. De vier aangekondigde werkjes zijn , gelijk wij bo-
ven zeiden , zeer netjes uitgevoerd ; hier en daar vindt men nogtans klrine iouten, welke echter dade ijk in het nog valien en link door minder geoefende liei- hebbers l'gt te verhelpen Kijn. Het ware wel te vrenschen , dat de litels dezer werkjes van taalfou- ten gezuiveid war en. Rotterdam chez l. Plattnbh.
Gentil Himtard, chanson favorite Dariii pour It piano-forte et dedi.ee a 31idcrnoi- selle Louise hoyxb van laAin par CHARLES KiiHLlalUIlI. Oeu^r. 2J,
Prix f i25.
Scdert de heer mAhlentelbt zich met er woo«
te Rolterdam neih'gezet heeft, is dit, zoo veel den Rec. bekend is , het eerste werk , hetwelk hij heeft uitgegeven, en dus het eeiste, hetwelk hij niter be- paaldelijk voor Ncderlanders schi nt bestemd te heb- ben. Naar den aanleg en de oekonomische inrigting van dit werkje te oordeelen, schijnt de heer m u H- Iekteldt bepaaldelijk op het oog gehad te heb- ben, om iets te schrijven, dat niet te moeijelijk zuu- de zijn voov het grootste deel der klavievspelers on- der »nze liefhebber*, en indien dit inderdaad zijne O 3 be- l
|
|||||
- ._ :___ «
|
|||||
C 306 )
|
|||||||
fcedoeling geweest is, roor welke gissing bijzonder
pleit, dat deze variation in vergelijking van andere werken van den heer HtiHLtsriiDi, bij voor- beeld ) van zijn on'angs bij smtoci te Bonn uit- gekoir.eti klavier-kopcerl, in het geheel niet mocije- lijk en dus sllhans niet voor hem zelven ingerigt zijn * wa;inter, zeggen wij, onze boven uitg<'»pro- kene gissing juist is, dan heefi bij zijn doe! uitne- jnend bereikt, Zijn vrerk. is , scboon in vele opzigten piet zei^r ligt, evenwel meestal door ben, welke reed,* eenige vaardjgbeid verkrrgeu hebben, heel we! uit te VQeren. Met deze prljswaarJige eigenscbap, welke men thans niet dikwijls in de werken van virluosen ftantreft, gaal tevcns de niet mindi-r lol'felijke eigen^ 5chap gfpaard , dat deze variation zelerlijk m<'t ge- tkovgm door onze liefhebbers gestndterd en gt-hoovd zullen worden, zoo wel uit hoofde der goede vin- ding , als 00k der eenigzim meer breede uitwerking. Deze weinige woordeu zu'ilen wel voldoende zijai
orti den aard van dit werkje te leeren kennen, en er blijft den Rec. dus alleenlijk nog nverig , oni met een woprd van de inrigting van belzelve te gewa^en. Da componist beg'nt met e<ne korle inleiding in C- durf S maai., tnoderato; eene soort van pastorale, wier mo- tif zeer aardig door de linkerhand ongenomen wordt. Hierop volgt de bekende romance , le gentll houm
tad getileld, welke tienniaal gevarieerd wordt. De tien^e varialie is een wtinig breeder uilgewerkt, yaarna de inleiding weder terng keert en eindelijk bet
|
|||||||
( *°7 )
|
|||||
bet geheele werkje met het thema der variatlea en al
deszelfs eenvoudigheid, echter vrat tneller genonieii , gesloten wordt.* Wij hopen, dat de componist weldra nog belang-
rijkei- werken zal in het licht geven, vooral ook wrr» ken gelieel van eigene vinding. *+
Rotterdam bij denzelfden.
Air militaire anglais ante variations pour le piano-forte composees et didiees it son ami Mr. bobirtsoh par I. js. io«m. Prix 80 cs. Deze variation hebben bij dea Bee. inderdaad gcen nvoordeelig denkbeeld oiutrent de talenlen des hee- reii mtm duea geboren worden. Zij zijn regt in- teressant uitgedacht, en dit is te prijswaardiger in een werkje, het welk zoo weinig moeijelijkheden in de »itvoering oplevcrt. Hetzelve kan dus met regt aan alle lunge liefhebbers en liet'hebberesscn aaabcvolen worden. Waarschijnlijk is deze componist dezelfde logieu,
die den zougenaamden chiroplast heeft uitgevonden, ▼ an welk werktuig ook in dit tijdschrift (ae. jaar- gang 2e. stuk bladz. 64 ) gewag gemaakt is , en tegem welks gebruik, raisschien niet zonder alien gropd » zoo wel te Londen als te Parijs, zoo veele tegenwerpin- gen geraaakt zijn. De heer log is k bevindt zich sedert eenigen tijd in laatstgenoemde stad en tracht #ijne nitvinding aldaar in zwang te brengen, U 4 Aa
|
|||||
^gp-*»-'
|
|||||||
C *°8)
An . .;
HHOISIUI G. TAR DKH B E R G ij »
I M H A A G, Empfindungen bei dem Anhbren Hires oortreffllchtm
Spieles. (17) Was ists ? Was vegt mil Macht das Herz inir -wiedert
Was hauchl Empfiadung in die lodle Brusl ?
Was weckl so plotzlich mir die alle Kraft derLieder,
Und a!te S hnsucht und Gesangeslusl ?
Im Buseo wechseln Hoffnung, Schmerz und Freuden^
Wcr sagl roirs, wer erklarl mir ihr Bedeulen?
t
E» ltehren wieder all die lieben Gastej Regeist'rung , Mulh und Kraft aus alter Zcit. Gegrtisset seyet mir, gegrflsst aus besle, « Ihr Himmelsbothen neuer Stligkeit!
Schon scbniilzt die Eisesrinde von dem Herzen, Die Tfarane flietst; e* schwinden alle Schmerzen. Und
(lj) Offchoon dit gedicbt, on« ter plaatGng toegezonden ,
in de hoogdui tlcbe taal ver\atis , hebben wij bet onze leaers niet willen onthouden , deels ora de waarlijic fchoone gedachten , welke het behelit , dcels 00k om- dat de dichter eene knnstenaies brzingt, op welke '$ Gravenlrage met regt roem dragen niag , en welke wi) f>erl'oonlijk <le oxibepaa Idlte hoognchting toedragen Het Sonde qi]i biizonder aangenaam zjjn , wanneer een en- ter vaderlandl'che diclilers zicb de moeite wilde geven, am d»t gedicht in hollandielie verfeu oyer le biengefc, en
|
|||||||
C *°9 )
|
|||||||
Und wte ihr Thau b.eoftzl die hleichen Wangen »
Los't sich das Weh , das imidh so schwer gedrukt; Es lebt aufs neu' das Sehnen and Verlangen Nach dem , was einst so seeHg mich enltflckt. Es will ein heil'res, lang Verloschtes Eflhlen , Wie Zephirs Hauch , die Seele mir umsnielen* Die lang versinminte, ungestimmtc Leyer
Sie regt sich, und ilia ungewohnle Hand Greifl iu die S.iten, wie zur F.iihlingsfeyer, Begangen einsl in schilaer Jugend Land. Den eig'nen Tonen muss icli staunend lauschen,
-
Der eig'nen Suiten wuaderliches Iiauschen.
O sagpt mir, war hat cuch her gesendet,
Den Meister nennel mir, der euch gihoth ; Der schnell das Iierz im Busen mir gewendet Und Sangermuth erwecket aus d«ra Tod ! O tiennet mir den roachtigsten der Meisler, Der euch belebt, ihr lang entschlaf'nen Geister! OS Dn
|
|||||||
en wij-""ageo het , dezelve daartoe op het zeerst aan te
mordigen. Over tie veidiensten van Mejnfvrouw TA» D E u beroh kiin men ieis meer bepsalds vindea in den eersLen jaargaag van dit tijdiclirit't, 1' link, Madz.44 Tee opbeideriug van enkele plan (fen in dit fedicht r.»\ hit m i,s fc h i e n met overbodig zijn , bier nng
iitevoejen, dat de dicbler langen tijd bet gelnk had lnoeten oiiiheren , van goal* mu'zijk tc liooren , toen. hij le 's Gvavenhage Mejufvronw VAN D £ K >iux leetde kennen » E III.
|
|||||||
■
|
||||||
Do btst e», nohe Kiinstlertnn der Tone,'
Dein Zanberspiel, das in die Seele dringt!
Der Starrheit selbst entstrSmt die heisse Thrane,
TVenn deiner Hand ein Himroelslaut erklingt.
Es iit der Harmonien gottlich Weben ,
Das selbst in Fclsen haucht Empfindangsleben.
JLangsam, feyerlich nnd kvSftig die Akkorde, Wie der Kirche heiliger Gesang ,
Beginnt dein Spiel. Und wie aus weiten Halle*
Des Doms die Lieder schallen
Der lubenden Gemeine; wie Seraphirns Worte
Durch den Himrael sittern, hebet sich der Klang ,
Und Abndung hoheren Lebens , schauerlich und bang^
Fvillt die Seele. Sie erbebt und sinket
Mieder in den Staub, und windet sich im Staube,
Des Menschen wie des Engels Seele.
Verhnllen mocht', zerkuirscht in Reu\
Das Menschenherz die Fehle
Seiner schwachen Endlichkeit, demuthsscheu
Vor drm L/nendlichen , von dessen Throne blinket
Die Feuerschrift des Worts : Gerechtigkeit* Der Glanbe
An die ew'ge Liebe ichwankt. Es jammert,
Das Vergangliche znm Ewigen in seine Hon'
Urn Erbarmung , doch der Zweifel klammert
Sich fesl ans Mcnschenherz. Vernichlungsweh
Ergreift es : und die letzte Hoffnung schwindet
Die Geschal'Pnes an den Schopfer bindet, .
Abe*
|
||||||
~
|
||||||
(tit) /
Aber an* der Verzw f ung Aimen
Bettet der Lieb' Erba men ;
Wonn aus Seufzen und Stiihnen
Zu jauchzenden Tonen
Du wendcst das Spiel. Der Seligen Chov
Jauchzt Halleluja empor.
E» will sich der Himmel versiihnen
MH der Erdc. Der Glaube . der Frieden,
Die Hoffnung siud wieder beschieden
Dem Herzen dc» Menschen : und es erwacht
Der Muth der Ewigkeit schon hienieden.
b;i Glanze des Friihlings lacht
Der Himmel. Neu ist auch wiedergegeben
Der Mensch dem Erdenleben ;
Denn heilig ist Lieb' anf Erden
Wie ira Himmel die Lieb' ; und an der Liebe HSnden
Mag der Mrnsch zur Erd' sich wieder wenden,
Mag Irdisches znin Irdischen sich kehren,
Mag Irdisches zum Himmel sich verk'Sren :
Durch Liebe Gott and Mensch vereimgt werden! «
|
|||||
Drain
|
|||||
Drum mah'sl du jelst mit zarten Lie tesfclSnge* | '
Der (ungen Liebe treses Wecbselkosen.
Die Tone kiissen sich; und wie die losen,
Die ib on tern Scherze, die sich neckend drSngen ,
j ■ ■■
Die sclia'khaft sich an jeden Seufzer hringen.
Den tiaute Neigung schuchtern ausgesiossen ; (Wie siissen Haueh die ersl entknospten Rosen) Dei Litb' Geheimniss aut' den stillsten GSngejS |
|||||||
Eelanschen , and dann a'le die Geschichten:
Das Traumen, Hoffen , Sehnen , S re ben , Dichtea Der plauderhai'ten Fatna schnell berichlen: |
|||||||
So dectl j<-tzt auf der Unsclinld Heimlichkeiten
Dein Spiel. J>u zanberst her der Jugend Zeiten, > Der Wahn ist sehfiner als der Wahrheit Frenden! |
|||||||
Xhtr
|
|||||||
Aber ach der Wahn vergehet!
Tauschiaig war das siisse Glflcfe, Wenn aus deinen Saitcn ilehet SehwermuUiskiage zura Geschick. |
||||||||||
Trennungsschmersen , Trennungsklagen
Dringen in das Herz lief rin ; Der weiss was die Tone sagen, Der selbsi muss verlassen s< yo. |
||||||||||
Immer dumpfer, immer trfiber
Wild dein Lied; und ach es wird, 1st der Morgentraum voruber, Triib das Leben und verwirrt. |
||||||||||
W« ist Hoffnung trcu geblitbea
In der WirklichkeU Gebieth? Rohe Gier verdrSngt das JLieben, Leiden blciben , Liebe ilieht. |
||||||||||
C'i4)
|
|||||
Halt ein, halt cin! O welch ein S'firmer* i
Was heult so schau'rlich durcb. die Saiten ? Es will die S<ele mir durchschui'idcn; Kannst die nicht schonen , niclit beschirmen , Vor dem wilden Misslautsheere ? Nein es kann Icein Gott verschnnen,
Wenn iin menschli'chen Gemiithe- Untergeht der Liebe Bliithe: Und an ihrer Sia'tte wohnen Wilder Rache Zornesgeister. Argwohn, Missgunst, Neid beschleichen
Schadeni'roh den Zweifelsinn. Und des Ztitrau'ns Farben bleichen, Und ihr Schimmer welkl dahin: Und der Holle Furien jauchien. |
|||||
(3i5)
Der Eifersucht gjiftige Flammen
Sic sprtihen empor; es sltirtzen iustmmei
Der Liebe Gebilde.
Es raScfil tiberilufheii,
Mil seinen G'uthen t
Das wilde
Lieblose Her*
Der Schopfung Gi'filde.
Was einst so thi-uer ihm gevraeu f
Das einzig heissgeliebte West-n , Erkennt limmer der rohe Walia Der Harmonien Bande lfisen Sich. Auf ordnungslofer Baha Br.iusl daher mit Grimm (Wie des Dormers Stimm Fidget rasch d<'S Blitzes Spur, Als der Misslaut der Natur ,) Folgend rasch der Bache G'utb. Zerstorungswuth. Aber der Zwietracht grausam Waltea
Wie des Blitzes verheereode Kraft
Durfen nicht siegea.
Es muss erkalten,
Muss unterliegen
Die Leidenschaft
Hem Geiste , der die Welten schafft,
Und der sie will crhaiten:
Dcm Vernanl'tgeiste.
|
|||||
'
|
|||||
-~-W?r^-
|
|||||||||||
Verwirrung muss die Ordnung gtbihrcn f
Das Chats muss sich seiber z< rsl8ren , Und zur Regel , zum Gesetze wiederkehreB Das widerstrebend Element. |
|||||||||||
Der Menscb aucb wieder evk«nn*
Dcr Menschh'eit Wui'de;
Des Masses Biirde
Fallt vom Herzen ah-,
i . ' - -
»
Er fuhlt dass in des Wechsels Trcibe»
Itiur eins kann ewig dauernd bieiben: Des Einklangs golllich Wirken. |
|||||||||||
Und das MissverstSndniss schweigt,
Das Herz sich zu dem Herzen neigt; W-'nn jelzl nach deinem Willen , Wei.n ji-lzt nach deinem Winken, Die Wogen wieder sinken, Besanftiget sich stillen, De» Stuvmes Dunrier. |
|||||||||||
C «7 )
|
|||||||
Nun tehren wieder all die litben GSste"*
VerlangeOi S hnsuchl, sel'ger Friedensgrust;
Die Seele feyert our Versohnuigsfesle ,
Die Linpe reget sich zum Litbeskuss.
Es schmilzt die Eisesrinde von dem Herzen
Die Thiane riant, es sch-vreigen alle Schmerzeni
|
|||||||
So regst du , wie mit einem Zauberstabe
Die Sailen des GefiihJs nvit Maclit mir auf. Sie klingen; und es nimml aus tiefem Grabe Der Dicblkiinsl Slern zum Himmel seinen Lauf. Poch so'lt' ich wiirdig deinen Wertb besingen, MiissL' ineiue Leyer ach, wie deiue klingen. Drum scbweigt der ScbuMev ; denn er lann nur danker*
Dem Meister, und die Leyer ungestimml
Erkennet ihres Liedes enge Schranken,
Das nimmer jene MeisterhSh' eiklimrnt.
Dram magst du Nachsicht dji'sem Lied verleihen,
Das nur bescheid'nen Dank dir mijchte weihen.
Gleoa. jsjAti straws?.
■ . , . ■ '■.,!■ ■■*
■ I !'
P I E T S
|
|||||||
.
|
|||||||||||||||||||||
(*I8 )
I E T S
over <t e M U Z IJ K A L E TALEKTEN
ran den |
|||||||||||||||||||||
BOMKIKSCIll N KEIZEA
|
|||||||||||||||||||||
i
|
|||||||||||||||||||||
NERO.
|
|||||||||||||||||||||
Mel is rrij betend, dal hi«o veel werks maatte t«
de toon- en van de tooneel-specikunsi , en de meeste schrijvers hibben hem wogens deze hailstoglelijke nei- ging misprezen , waaraan zij echler, mijns inziens., niet wit] ged^an hebben , daar lift in die lijden niets on- gewoi.ns was , dal;' rnannen van Imogen rang in hek ©penbaar proeveo van hunne talenten, als dichters of loonkonslenaavs aileiden, Nino's, hoezeer misschien pverdrevene , lielde voor de toonkunst was dan ook wel niet te luken, maar de onzuivcre bion, waaruit die liefde ontsprong , de zucht ora le schifteren, was hel des te meer: Ik wil eenige slaaltjes van di* piaalzueht bijbrengen. Hij is luisschien de eerste Vorsl in Europa gef
weest, die eene kape] van toonkunslenaars rondom zich verzamelde , en zckerlijk de eenige, wiens kapet soo talrijk was, dat zij verscheidene duizend hoof» dea
|
|||||||||||||||||||||
■
|
|||||||||||||||||||||
C 2f9 )
ien beliep. Deze talrijke »chaar was echter ntet zo«
reer verpligt , hare talenten voov hem ten toon te tpreiden, hem den ledig.'n tijd 1e verdrijvcn, en minder nog, om hem door de kunstrijke vere. nixing harer zangen een wezenlijk genol te verschaffenv Hare voomaamste bezigheid beslond daauin, om hem geduldig aan te hooren , en hem, hij mogt het ver* diend hebben of niet, onophoudclijk lofluitingen in de ruimsle male toe te zwaai jen. De geheele kapel ver- gezelde hem ook op zijne reizen, en war.neer hij het publiek te Athene, Mapels of elders op zijn gczang vergastte , konde hij altijd zeker zijn van het handge* klap en het gejuich zijner beschermelingen , en dat hem deze in den wedstrijd met andcre virtuosen van zijnen ti]d ileedsden palm der oyerwinning zouden we- ten te verwerven. Naauwelijks had hij het bewind aanvaard , of hij
riep zekeren ieipbs of units aan zijn hof, en lict zich van dezen , voor den beroeindsten kunstenaar zijns tijds gehoudenen , man onderwijs geven op de harp [citharn) en de Her Qyra). Hij bragt het in korten tijd op beide instrument en , welke hij reeds vroeger met vaardigheid wist te beha<-de!en, en ook in de zangkunst zoo ver, dat hij gerustelijk mel de grootste virtuosen in het strijdperk durfde treden. Inlusschen liet hij zich op zijne kunst zoo veel voor- staan, dat hij geene gelegenheid liet voorbij gaan, om zich door zijne onderdanen te laten bewonderen. *Het zal waarschijnlijk dikwijls gebeurd zijn, dat de P a lot, |
||||||||
( 220 )
lof, welken men hem toezwaaide, door de trees voor
de gevo gen van zijae gramschap afgeperst weed. On-
felukkig hij, die zich durfde verstouten deu gekroon*
den zanger te kritiseren !
Nietlemin is hij zonder twijfel niet van talent ont-
b'out gewerst, oi'sehoon het van den andii'en kam ook
irel gfiiciegzaam zek> r is , dat zijne bekwaanih ->d
fninder lot het hart speak , dan zij de verwondi ring
gaaude maakle. Immers kan men niet wel van eeneu
V
nan, die niet alleen gc.heel en al zonder gcroel was, niaar wiens wreedheid zells zijuen naam lot ean
preekwqord heeft docn worden , .vermoe !«n , ' dat hij
hel kunstgevuel zijuer torhoord "l's ,~oude hebben kunnen
opwekken ; eene gisiing , die npg te men- waarschijn-
lijkheid onlvangt, wanneer men overweegt., dat zijrt
*pel en zijn gezang meer eigenlijk bet volk of liever
het gemeen vermaak deed, dan den hcschaalMen man.
Toen hij voor het eersl te Najiels zong , kwam ef
eene aardbeving op, -waardoor hij zich ecliter giens-
Eins van din tekst liet brengen. .Hij zong zijne arii
ten einde toe , en werd door den bijval van hi t volk
*oo zeer getrolfen, dat hij in hel orkest dikwijls eene
met spijien wel bezeHe tal'el liel aanreglen , zijn mid-
dagmaal mede aldaar hield en aan het desert eene
{rieksr.be aria zong. Zijn roem verbreidde zich nu
al meer en meer, zoo dat de toonkunstenaars van
a!le oorden der wereSd kwaraen toeschieten , om hem
te hooren, Zij blevcn niet in gebri-kc , om hunnen
{ekraonden kuuslbrocder iu rijm en onrijra te bezin-
gen,
|
||||
( »21 J
gen', <■ raihdet nog, oih de klinkende bewijzen zijnef
erkcntelijkheid aan te ncmen. . Te Rome terug gekeerd , werd hij door hel volk ,
dat de bogeerte , om hem te hooren , niel langrr k<>« treSrstaan , aangehouden en ge Irung'n , om (e zingen. Hij gaf te kennen, dat hij aan hot verlangin der me- Iiigte wcl wilde vulduen; dat center de lijd nug niet gekomen was, wanncer de Neronia (een fust, liet- welk hij ter zijuer eigene eer had ingesleld, dat in de vijl' jaren etns gehouderi, en op heiwelk om den prijs in de toon- en dichtkunst, in hel worste'en en het rij ien gekampt werd} zt.udtn gevierd worden, Maar het volk, geenszins met dit antwoord levrc* den , hirhaa'de aijn verzoek met nog nieer aandrahg , en NERO, de gewilligbeid zelve , wanneer hij, name- lijk , zijne ijdelheid een lost kon bereiden , maakte geene zwarigheid, om op staanden voet aan 's yolks herhaald verlangen le voldoen. Hij biklom dan In t tooneel, Met rooraf met luider slemme uitrorpen, dat hij de geschiedenis van k lose" zoude zingen , en be- gon toen zijn rnonndrama u't te voeren. Hel koncert duurde tot laat in den nacht, en het volk was vei- rukt over de bekwaamlieid van zijnen vorst. De ,keizer speelde op zekeren dag de vol van den
razenden hkkkules, en werd, naar eisch der la- bel, geboeid. Een soldaat van de Hjfwacht werd door de waarheid in het spel der akteurs zoo zeer weggesWpt, dat hij, meenende dat zijn meester in ernsl geboeid was, met het onlbloote iwaard op het P 3 too- |
||||
( 23'J )
tooneel sprong , om hem bi jstand te bieden en hem
van zijne gewaande vijanden te bevrijden. Deze daad beviel d n keizer, wiens ijdelhejd daardoor in fauuge male gestreeld werd , zoo wel, dat hij beval, den solJaal de aanzienlijke som van 5ooo guldens uit te tellen. * Nog verdient als een bewijs van zijne praalzucht
aangehaahl te worden, dat bij op zijne kunstreizen door Griekeuland, waar hij lelkens den prijs derover- winning behaalde, zich zelven , even als AtjA,eere« zuilen liet oprigten , als of z'e door het in verruk- kiiig gebragte volk warfn gebouwd. Te Napels even eins de zege behaald , en den lauwerkrans ten teeken der o^erwinning ontvangen hebbende, liftt bij dezen vergulden tn aan ile eerezuil van Augustus ophangen. Van de Neronla is reeds bov>'n gewag gemaakt. Onderlusschen zal men niel kunnen betwisten, dat
hi| door zijn' grooten harlslcgt voor de toonkunst eenig nut geslicht heeft. .Hij was de aerate* die eene kweekschool voor toonkunstenaars (conservatoire de musique) liet oprigien, en hij onlbood 5ooo jongc lie- den uit A'pxandrie, welke hij door de bikwaamsle meesters liet on.derw'jzen. Door middel van deze in« rioting zocht hij dc liei'de voor de kunst op te, wek- ken en1 den goeden sniaak te verbreiden. Had dez« vorst niet een sleunpi'aar der kunst kunnen worden> wanneer die zachlaardigheid van karaister, welke eene onafscheidbare ge/ellin der Zanggodinnen is, 2ijue regcriug ver^ierd had? terwijl ni de vreeif |
||||
■
|
||||||||
( 225 )
\
welke zijne voorbeeldelooze wreedheid aan elk een* inboezemde , het opkomen der kunst geheel en al be-
lettedel
*
M. W. SC1HOID11 STIIHJIETZ.
|
||||||||
De bekende Zangeres le 's Gravenhaee , mad. dah-
evilie van din bebg, is onder hel genot eener aanzienlijke btzoldiging geengageerd bij de fransche Opera te St. Petersburg. Zij zal in Mei i8ao der- waarts vertrekken. |
||||||||
Bij den Uitgever dazes te Groningen
zijri te bekomen : c. m. wiEi.ANiis SammlUclie Weik«
45 Baiule, 1814iti5 inch tier 6 Sup- plemeiits-Baadc ' . . . a ^ 4° ■■ * - »n. v. KHinti, Sammlliche Werke in
itsBSmfen, dritteAuTiage, xfiiS. Compl. - aa - : - :
' < 1 « I' j> . ■■; V ' ". z ■ ' 'i J d
.-------------------------- Gediclile in a Tiieilen - i - 16 - :
" !■■»■■:} ■- ■ '.....30 « , - : : X ' < ■■'
Slopstock* Mesfias inJBaWen, 1818. - 5 - : - :
___,■<- Odcnj a Bolide, 1818. . - :,» ,f ,:, - !
|
||||||||
Holimjs Gedcht.c , iSig. . . '<"» « '; * 16- '.'
BUBCERt Gedichle, in 2 Band<'n , 1818. - a - 1a - :
GELtEBTS Sammlliche Werkc, in 10
Ba.jden, 1818. , . . . . - 11 - 10 :
kobnfks, (Theodor) ' ajjimttiche Werke
in4Banden vollsiandige Auflage, 1810, - 4 - 10 -
vz Sammlliche Wcrke > 2 Biinden, i8ig. - a - : -
Stusis Gedichte , 1818. , . , - : - 18 »
Borenstaande Werken zijn op velijn papier gcdrukt,
en met gegravrerde tijteis voorzijsn. Gelrouwe , onveranderde tekst en de gpringe prijs
■ijn oorzaak, dat in korten tijd deze duitsche Klassieke chrijvers verscheidLn drukken hebben gehad. |
||||||||
"V+^&-<<"X.
|
||||||||
»-.
|
||||||||
# «
|
|||||||
A M P H 1 O N.
B E P A L 1 N G
van hct denkberld van
loei en toonkvhst. fi8) /. Toon,
f r. vrat oni geli»or gevoelt, wat -wij door lift ewr
gewaar worden, kortom al wal -wij huoren , is eta geluid, geschal of klanfc.' Matuurkundige under noekingen , vrelke niet in twij"
II. Jaabo. IV. St. Q fel |
|||||||
(18) Veze vrrhandeling, vvelke de eerfte afdeelitif nit-
maakt van liet voortreffelijke wetk: Verfach einer
geordneten Theorie der Tonfezkunat turn Selbat*
, unttrricht, mit jinmerkungen far Gelehrtere,
van den beioemden oottjried Weber, is oni
door den verlaler toegezonden , met verzoek , dezel-
f« in dit tijdfcluift te p'axfen als proeve van d* ic:/i« , tvaarop degeleerde fchrijver zijn onder- Werp behandeld heejt, en met het bijtundere «/i~. *igt , urn. de vlijttge Iczi/ig < an dat werk deof deie proeve aan nnz.e toonkunstenaars en lief- hebbers , */el*e tit m°er dan gewoonlijk on dt »»-, §oonkunit toeleg.,ea, aan '" b>vlrn. W>i vn do a
te gietigcr am k«t twi.«ngen van dea laitudt:} , t>m- «Ut
|
|||||||
"Wt^M!f
|
|||||
( 226 )
1*1 kunnen gdrokken worden , hebbcn ons geleerd,
dat ieder gcsclial , ieder geiuid of klank in een ge- voeLvan trilling {vibrntie) beslaat,'dloor een ofander ligchaam in h^t gehoor vevweLt, welke trilling of door de lucht of door lusschenkomst van een ander lig- chaam nan onztlgehoorwerklu'gen nifidegedeeld wurdt. Wanncer een ligchaam , vooral een zeer elasliek lig« chaam (en ieder ligchaam is dit min of meer) sterk bewogen wordf, hij voorbeeld , wanneer men tegen eene klok slaa,t, een sl.fh- of loonijzer doet bewegen , eene gespannen snaar aanslaat, beslrijkt ol'nijpt, dao brengt men eene trilling van dezelve te wteg ; hare deelen beginiren- zich heen en weder le bewegen , .te vibreren* £aan eene lage Bassnaar Lan men deze tril» , -. > 1 len-
.-----------------
dat wij 1 <lit middel van annbcvcling voor bet ge
l'cliiktfte IinuJcn , .0111 toonku nsl enaars en liefheb- bers iri den eenvoudigtn en niettrmin diep door dachten leertrant van WEREn fma.k le iloen krijfjen, Tnor bet overige zal de ge'eerde vertalcr ons wel Willen verfchoouen , dat \vi; , lioe zeer tegen drtzelfs verzoek , zijnen g'eteide'nden Brief niet mede doen afdrukken; eehideets1, dewijl vi'ij , bop anngenaam on«' 00k is de bijval, dien onze'pngiiigen tot ver- tncelrderiitg van kennis der loonknnst h\) den ver* tal<M- hebben 'mogett ondei vinden , niet {jaarne zelve oh/.en lof zoud'en openbaar'niaken ; ten andere-, de- vfijl het pnbliek daaiin niet dat helang ftellen"kan, hrtwelk wij gftarue aa 11' iietzelve in irderen-regel van ons tijdfchiift zoudfn inboezemen , en eimielijk 00k , daar de hoofdzake)ijke"''*itjboud van drs verlalerf brief in ' de b'oven/taande* Hpgave van deszelff b*» ioeling met deze veruling uitgedrtikt ftaat. |
|||||
( 2'7 )
lende bewegingen met het bloote oog zfrn), en tot)
!ang deze hi wegingen aauhouden , hoort men een ge* luid of klank , waaivau dp sterkte in dezelfde evenre- dighfid'als de trillende bewegingrn vermindert en ge» ■heel verdwijnt , zoodra de Irilling ophoudt. $ '■
Welke klank nu door de trilling van een ligchaam. - Voorlgubrugt wordl, dil lia'gl af van de gesteldheid
' *an het trillende of klinkende ligchaam. - De klank is namelijk: *
i.") Of sterh of ziv.'k. Tie- sterkte van den klank
ba' gt Met* a leen van de meerdere of mindere
kracht van het aanslaau of van de bestrijking af; maar
rnamflijk van de meerdere of mindere veerkrach*
Tan het ligchaam. Zoo geeft, bij voirrbeeld, een
lag legen eene klok , en ook op een' gespannen trom-
mel- of paukenvel, een' harderen klank, dan een ▼eel slerkere slag op een stuk lood , of op een sluk ; leder ; dewijl het melaal , waarvan de klok zamenge-
aleld is, een zeer vi'erk''achtig , looil daarentf-gcn ein weinig veerkvachlig ligchaam is dewijl leder via Italuur genoegzaam geene vecrkrachf beiil, maar d*> zclve door spanning in eene hoogere mate verki'fjgM) daarom ook is de klaiik van eene klok dof en zwak, Vanneer dezelve met Vrij hangt , 'itaarop di'n grond
* Itaat of tegen een weinig veerkrachlig ligchaam rust,
' dewijl de aanraking van dal ligchaam hare ve'eikracht itremt.
Oro de»e reden vrorden dan ook de meesl *ri*r-
«<"V <i a kiach* |
||||
( 338 )
irachtige ligchamen lot hel vervaardigen van werVlui-
gen voor de loonkunst gtbruikt, bij voorbeeld , klok* tenmelaal lot kiokken , staal tut stem- of toon- . ijcers,, tot slaalklavieren, tot aeolines of . tot slaal-
harmonika's ; gespannen ijzer- en koperdraad, of darmsnaren fol alle snaar-inslmmeuten , glas tot ^laslclayieren of tot glasbarmonika's , enz. In orgelpijp.'n en in alle blaas instvumenlen is de
luch kolom , welke in de buis of pijp is, hel klin- kende ligctiaam , dat is , het ligchaam , waardoor de toon eigenlijk geboren wordt, en welke door wrijving Van eenen, van buiten in de buis ingeblazcnen , Incht- . atroom in eene trillende beweging en op deze vrijze
tol het toon geven gebragl wordt. De zoogenaamde . tongpijpi'ii, tongwerken , in hel orgel maken in ze«
Iter opzigt eene uilzondering , als in welke eeider de tong, dan we.l de lnchlkolorn, schijnt te klinken en het ligchaam dor pijp mecr de hoedanigheid van deo toon ( timbre, toonkleur) schijnt te wijzigen, daa Wei deszells ho.veelheid (hoogle des toons,; onvoor. Vaardelijk vast te stellen. Een ligchaam heeft vtel klauk , wanneer het eenen
sttrken kla,.k geeft. 5 3;
a.) De klank van een ligchaam is, ten tweede, of hong of laag. ledereen weel , wat men door hoogeH of lagen klank verstaat. Wanneer do trillende bi-we- gingen van een bl n' end ligchaam snel zijn , dal >»» wanneer hetzelve in em1 koittn tijd seer ve]« tril<* |
||||||||
( 229 )
Icntte bewegingen roaakt, dan is de klank hong; nran«-
neer die bewegingen dattenlegen la; g aam zijn, is de klank laag. Men kan zich eenigermate met hel bloote oog overluigen , dat een hooge klauk door schiflijk Irillende bewegingen, een lage door langzamere bewegingen voortgebragt wordl. Wan- Oeor men eene snaar aanslaat , welke eenen zeef Iagen loon heft! , bij vourbeeld , de lage C op eerie *i oncel , de laagste F op em klavier of de 'aagsle sraar van een' conlra-bas, kan men elke enkele tril" len le heweging mel het bloote oog waarnemen ; maar tnet hoogere snaren worden deze Irillende bewegngen xnecr en nicer schielijker, tneer en mee? moeijelijker met de oogi n te onldekken, en bij nog hoogere sna- ren, eindtlijk zijn zij niet meer te bespeuren. Of nu een ligchaam Ineller of langzamer Irillende
bewegingi n maaltt , hangt ook wederom van de ge« teldheid van het ligchaam af: en wel a.) Ten eerste van de meerdere of geringere lengte
van het ligchaam. Een lang ligchaam bcweegt zich
langzaam ; een koiler beweegt zich snel; het eerste
klinkt <lus laag, het laatste hoog. Hierom heeft men,
bij voorheeld , op een klavier lange snaren voor de
lage toonen en korte voor de hooge toonen; hierom
heeft men in een orgel lange pijjien voor den has e»
korte voor de hooge toonen daarom klinkt hel
korte piccolo iluitje ( 19) hoog en de lange fagot
laag; daarom wordt op eene viool de toon hooger,
Q 3 wan-
(19) Bi) om mcettal, doch ajet altijd tc rcgt, ektaaf-fiuuj*
genaanid. |
||||
(*3o)
|
|||||
»ranneer men eenen vingir op de snaar drnkt; df-
"»»ijl men nu niet nieer de girfieele lengte der snaat in Levveging kan brengen , maar al'eenlijk ecn korler ■tuk van dt'Zehe., namelijk allien bet sluk tussclieo. den kam en den drukkenden vinger. y 4*
Dewijl mi de hoogte des klanks slijgt, naar mate <|e lengle van het k) iikende ligchaatn atnternt, en omgckeerd , wanneer de lengte van hel ligchaam toe- Deemt, de hoogle van den klank afriremt , zoo Maan de hoogle des klanks en de lengle van het hew-gen li.,c!iaani in eene omgekeerde verhouding tot eU kander, en wel zoo, dat een ligchaara , helwelk cinder gelijke omstandigheden , eenmaal zoo lang is als een ander , ook juist nog eenmaal zoo langzaam zich beweegt als hel laatste; </f, om met andere woorden te spreken: van twee spar en , beide van dezelfde slof, beide even dik en even, sit rk ge» spannen, maar waarvan de eene tweemaal zoo lai'g is als de andere , maakt de eerste in depzell'den tijd twee trillende bewegingen, dat de laatste slechls eene cndergaaf. de k!ank van de eerste snaar is nog eeii» too Jaag (slechls half zoo hoog) als die van de laaJ- sle, de laatste klinkt nog eens zoo hoog (sleclits half coo laag) als de eerste; of wiskundig gesproken: de tnelheid der trillende bewegingen of de hoogte vail toon van twee sharen, wier lengttn zich lotelt>and<"T verhondep, als i tot a, verhoudt zich owgiikecrd al* a lot i. |
|||||
(tfl )
5 5.
b,~) Een ligchaam bi-we^gt z;ch zoo veel te sncller,
en beeft dus zoo veel le hunger' klauk, naar nia>e zijne dqjjleo sterker gespannen zi)n. Uit dien ho<<fde klinkt, bij voorbeeld, eene suaar hooger, waimeer men dez lve sterker gpant. c). De raeirdere of mindere dikte en zwaarte ,,van
let klinkend ligchaam heeft opk invloed op de meer- . dere of mindere snelheid dcr trillingen, en wel twee- derlci, in ze:<er opzigt, tegenove.rg.es^i'lden invloed ;^ eensdeels, namelijk , bevreegt een dik en zwaar lig- cbaarn zich , reeds naai- zijnen aard, lan.giamer, dan een dun en ligt (om wi-lke redeu men bij voorbeold, op alle snaar-inslrumenten tot voortbrenging van la^e toonenook dikkere So a ran gebruikt, en zelfs gedeellelijk cnaren , -welke met melaa'draa 1 omwonden zija) ; maar anderdeels vermeerderl de grootere dikle des'ligchaams toch ook de slijflieid van helzelve , en veroorzaakt dus i dat het zich sneller beweegt en booger kljnkt. Men ziet daarvan een bewijs , wanneer men de be.ije laafjes of beenen van een stem- of toonijzer dunner »ijlt; deszelfs todn wordt dan niet hooger, maar la- ger, hclgeen daaruit voovtvloeit, dal de sievigheid van Jiet stem- of toonijzer door het vijlen verminderd is, Juist daaruit laat hel zich ook verklaren, dat,
■wanneer men, bij vooibeeld, op een metalen stuk geichut, hi'lvrelk losjes ergens op ligt, of op een etalen aanbeeld , helwelk eenigzins vrij staal , of op een auder soortgelijk dik m<talen ligchaam met eenen |
||||
(»*)
|
||||
#Teute] slaat, daardoor eea veel booger klank ont-
taat, daa men wel, de grootte van bet kliukrnd-Hg.. chaam nagaa.de, verwacbt had. Daai'om lcliin°a de meesle klokken op verve na zoo
laag uiet, als men, naar mate van hare grootte , mte. Hen zuude , en men kan door < ene zeer veel kkinere, maar ook naar evenri'tHgheid veel dunnere klok van xnetaal , of ook slechts van glas , eenen even zoo lagen, (maar zekerlijk niet even zoo sterken) klank v<rkrij» gen ; en lie! is dan ook door dit niiddel , dat de klaiik van klokken op het toneel op < ene zeer inislei- dende wijze nagebootst kan worden. 0;> denzetden grond schijut ook te ruslen, dat een zeer dun ge- Wrerkt pijpje of blaailje eener fagot, ohoe of kla- rinet, d« 'age toonen gemakkelijker !aat booren , dan de hooge , terwijl een dikker en bij gevolg sl< viger blaadje meer voor de hooge toonen gesirhikt is. $ 6. d.) Eindelijk hangt de hoogte van toon ran de
geluidgevende luchtkolom in een blaasinMrument of Over 'l algemeen in eene pijp> buiten de hi. r reeds opgetel, e omstaudigheden, ook nog zeer veil van zc- fcere andere wijzig'ngen af, welke alle hier nit elkan- der te zetten te wijdloopig zoude zijn ; die ik echter Teeds in mijne Jkust:k dtr jBlaseihslrumenle grooten« deeis nilvoeriglijk outvonwd heb. (Z>e Leipziger alt' ffrmint muukalisthe Ztitung jui6. No. 5. en volg.) ... ; ..... . . ,
':-■■■ ..
* ( i \
|
||||
( a53 )
#;*
3.) Bene derde eindelijk , zeer wezenlijke verschei-
denhrid van klank, welke le. li^cbaam given kan, berusl daarop, of heU've. zoodaiiig geroaakl en ge- teld zij, dat het slechts eenerlel en geiijksurmige trit- lende bewiginsen n.aakt, en dns ook eenirhi klanfc geift, dan wel of deszelfs trlllende beneg'ngjn veraart en ongelijksonrtg zijn. Tut ten voorbeeld van de eerste snort dieut een* gespaunen (naar, een stem- of tnonijier, enz. Ue nlleiirle bewegingen van zulke lig- charnen zijn regehnatig en gelijkvormig ; er heerscht ondor deceive eene getijkvormige orde, zoo dat mea eene bepaalile hoodie of laagte van klank opmerea kan. Eeu klank van d> ze eeisle soovt word) bij voor« keur Toon genoemd. Tot een voorbeeld van de tweede soorl , daarentrgen, verbeelde men zicb eeno snur, (taaf of eenig ander ligchaam voor zich te hebben, helwelk aan het eene einde dik en zwaar, en aa i hi t andere einde dun en 1 gl is: wannei r zulk een li.chaam in eene triilende beweging gebra^t ■word! , zuili-n er aan het etne einde lang?.ame en aao het andere einde t .elle bewegingen ontstaan. Men telle zich dit ligchaam nog onregelmatiger gevoimd toot, zoo a's, b j Voorbeeld, een ruw b ok , eene (a» frl , op we>ke me i met de hand Maat; sulk een lig- ehaam zal dan nog ongelijkere triilingen verward door elkander ondergaan; de trilling van het eene devl zal «4ie van het andere stuiten en verwarren; het lig- shaani sal tegciijk faoog en laag verward (chaotisch) Q 5 door |
||||
(m)
|
||||||
door elkander klinken , en bij zulk een gebrek aan
lie orde en eenbeid van trilliiigen van zoo verscdil- leuden aard zal men geene bepaalde hoogte en laagte van klank kunnen onderscheiden. Aan eenen klank Tan deze laaiste soorl , -welke eene vols agene ver< warring van kanken, een ongeregeld gedruisch van onbi'paaldc boogie en laagte is, geeft men den naam van Toon niel. $ P.
Nu zijn wij op het standpunl gekomen, veaaruit
wij het juisle de ikbeeld van Toon bepalen , en het ondcrsclieid lusschen gcschal of geluid en toon op* inaken kunnen. Toon is, namelijk, een eenvoudt'ge klank, een
Itlnnk, welke uil gi:Iijki>nrrn'g irillende betvegingen of ttvevingen besta'it: (of, daar men de bungle van een verward [ chaotisch ] mcngfel van klankun niet onderscheiden en bepalen kan , maar wel van een* eenvoudigen k ank of loon, zoo is het in zoo verre, ten minstt ab effectu in negat:ef, juist . dat ms bet denkbeeld van toon op de volgende wijze bepaalt. M Toon is een geluid of klank van eene hoogle, tvelfo hcpaald kan warden?''} Toonen voort te brengen is de bestemming van
al de hij ous in> gebruik sijnde muzijk-instruraenten, zelfs van de pauken, waarvan het vel overal, zoo veel mogelijk, even dik en naar alle zijden gelijkvor* jmig gespannen, nog eenen tjoedfti , hoorbarcn, be. paalden toon geeft; de trommel daarentegen , waaraan |
||||||
4&Ak. , *
|
||||||
»ich twee verschillende, ongeliike en ovef net alge-
meen slordig en onelfen gespannene vcilen bevinUrn , terwijl de Irillende b :wegin^en van het under*!* ve! nog daarenboven door de dwars daai'over gespannene zoogenaamde Irommelsnaar a'tijd gesloord en in de war gebragl jwov.len de trommel kail geene tt (inent maar slechts gefomme!, goraas en gekletler vooru brengon. Indien men, bij tnorbeelJ, verscheiden naas, elkander liggende tnetsen van een urge] le ge- lijk aanslaat (met ile vlakke hand of we] met den gelieilen onderarm eene gansche rij loetsen ne^r- drukt), dau is, hetgeen mm hoort, gcen toon meer, nianr een niet te onderscheiden gedruisch , eene ver- warring , een chaos van toonen, en wel een ijsselijlc gehuil, wanneer men dit op de hoogere toetsen doel; beproift mm het echler laag in den has en alleenlijk tnet de laagste registers ,< dan ontslaat er een dof ge- ruisch, met hel rollen van den douder ved oviicca- kumende. » § 9*
Ieder toon is derhaHe een Hank, een gelnid,
een geschal, maar ieder klank , geluid of geschal , if juist niet a!lijd een toon. Men heei'L geen goed ei- gendommelijk -wourd voor het gelu>d, hetwelk geen toon is; men gtbruikt voor diergelijke gelulden in bet algemeen de geraeenschappelijke milieu van ge- luid, geschal, klank of gernsch ook misbruikt men telis de naam van toon in die beteekenis. Over bet algemeea is bet gebiuik der laal bier niet
seer
■
1 |
||||
(956)
|
|||||
»eer bepaald en gelijkvormig; want het wonrd klnnk
worJt ook dikwijls in de beteekeuis van toon gebrukt; bij voorbeeld, in verscheidene saniengestelde woor- den, als : eenkl nk, dritklank , klankladder, $ to. Voor hel overige noge het gebruik der spraak
ten aanzien van de namen ook weifelend en dubbeU tinnig zijn , de denkbeelden zelve van geluid , van toon, en van geluid, hetvrelk geen toon it, zijn echler wezenlijk verschillend, en ik gelouf deze denkbeelden bepaalder ontwikkeUl te hebben, dan Bulks tot nu toe geschied is. Mijne wijze van uit- legging is nicer smthetisch , dan we! analitisch, al« lioewet men tot hier toe allijd den analitischen weg ingeslagen heeft. Immers daar toon het eenvou ligei geluid , helwelk geen toon is, echter hel zamenge- atelde is, zoo moet het wel meec opheldering geven, vanuet-v men eerst hel denkbeeld van toon opgeeft, en dan het denkbeeld vaa geluid, helwelk geen loon (mr! eenvoudig, inaar een chaos van klanki n_) is, ontwikkell, dan wanneer men orogekeerd te werk gaat. //. Toonkuntt.
$ ti. Wij kennen nu de denkbeelden van Mank en toon
en gaan dus over tot de bepaling van het denkbeeld van Toonkunst. Het veimogen, om geluid uit te brengen, daa»-
door een gevoel uit te drukken en roede te deelen, en over
|
|||||
(»37)
|
|||||
orer het algemeen zich a2n anderen verstaanbaar U
maken, dil vermogen brhoort onder de schoonst* gaven, welke de Schepper den levenden schepselen ge- geven heeft, toen Hi} op den dag der schepping *prak: leder leven, Zij de, kraeht gegeven ,
Om naar eigen willekeur , Te openbartn ir'jn gevoeU rnllPRICH BOCHLITJS.
Dat geschenk is echter onder de verschillende
soorten van schepseen in zecr verschillende male Verdeeld ; soinmige bezitten dezelve in het geheel niet; anderen kunnen wel geluid, maar geene ei>- geniijke toonen uitbrengen, bij voorbeeld , lit! paard, de iaai , etc. Nog weder anderen kunnen w«kriijke toonen geven , dat is zingen, bij voorbeeld, de »ach-< tegaal, de mensch. ., De*e laalste heeft niet alleen hel vermogen, on,
willekeurig, nu eens geluid, dan eens wtrkeiijke toonen uit te hrengen; maar bij heeft onk dit dub- bele vermogen , meer dan eenig ander schepsel, be* chaafd, en zich I.) eene kunst der rede, en ., , ,
a.) Bene kunst der toonen geschapen. Namelijtj
( II.
1.) Een geluid, het it) toon of Moot geluid, lean
op zich zelf slechts in het algemeen zeker gevocl
, uitdrukken, bij voorbeeld, smart, vreugde, angst,
verla%gen, loom, enc. maar geene zaken, omsfandig-
htden, gedachlen, denkbeelden te kennen geven :
■A . mail
|
|||||
( s38 )
|
|||||
Inaar de 'menscli heeft de kunst hitgevonden} door
willekeui'ig.- art kill aire Tan zijn geluid , niet alleen een a'genieen gcvoel, inaar ook zaken , omstandi;,he* den, gedachlen en afgetrokkine denkbfelden uil te drukken : ' hij lieifi de spraa'.i uitgevonden , de "kiinst1, door woordeu aUes uU te spie'.en , \vat lilj in Staat is te denkenH lerwijl hel dier a'leew'vjk kan uitdrukken, wal hel in H *>ogei.blik gevdell. Ja hij heeft dit ver- Wigen zelfs j'o'o zeer berchaafd , dal'hij'daaruit ecne kunst in den hoogereri eri" eigelilfjten 'zin ' des w ordi gevormd hrefl?'Wf^*efl,|?e^e%ii^3*f}tie' rede de rg*- 'leh'der schuOnheideigen te in a ken '- Redekun*t, Jiichlk.mil. ' ''
..... «n » .^ jj^ *■ - .i
a."\ Maar obk Tiet Vermogen , bloote tnonen (geartf-
knleerde of niel geartikuicerde) nit He birmgen eh, <daard"or een gevoel nit te <lrnkken , bok dit vermogen
hehben de niehschen , naar de wellen der schoxniheitl besehaafd en tot eenc eigenlijke kunst ' VerneYen-;'""-" Totinkunst. ' ■'■ '- 8' ;lt " 1i,a!'i'1'' De Toonkunsl is dus de kunst, door toorten iijn gb*
toil tut te drukken, ' * , , . ISO '.' . ■ i .j ,{, v.i. IMttfl ! i Hel denkheeld , in den vorigen $ gegeven, omvat
i«n beteekeiit de to'ohkunsl naar hir« h%ogste en* ei-
genlijke strek king : dear echter inflir.laad ,'e rouzijk ■ niet Zelden bloolel'jk lot slrcelihg va'p hit gehoor, ja
"Hells tot eene vertooning van iudivliliii'ele werftlnige*
lijke Lu.astvaardigb.eid nilgeuet'end wordt, kan iMn **ssj ... ook
|
|||||
C^9)
ook de toonkuntt op de volgende wijze omschrijveni
dat if de kunst is, welke het gehoor door toonen dan' genaam aandact. ■ J i5. . ■ :r
Toonen zijn dus de werktuigeHjke siof van onze I
kunst; het rniddel , 'waardoor z'j werkt, of hare »«' king beslaat daan'n, dat zij toonen tut een kunstwerk vereenigt; zij brengt eehfc rij van toon\ erbindiiigen vOort, een to' nstuk, mutijk, en- wel of ooktle of in' strumeritale mutijk. De mer.schen hebben,' nametijk , de kunst uitgf»
vonden, niet alleen zelve door" miil'del van hurnner Hem, maar ook door doode -werktuigi'n (nfuzijk-in-' atrumeuten) toonen te voorschijn te brengen. Mh- sijk , -welke atleen nit zulke tOontn beslaat , wofdt Instrument ate muzijk genoemd. \r Vukale mutijk of tangmuiijk daarenlegen is diej
welke .nil '.toonen bestaat, door de roenschenstem voortgebragt, en -wel eigeniijk' a'leen die muzijk j Welke uil geartikuieerde toonen bestaat, waar woorden in toOnen uifgesproken , gezongen warden i zij is eene gezongone rede of spraak. Een gezang, waa'bij geene woorden , geen tekst gezongfn wordt, verdient eigen- iijk den naam vau vokale hiuzijk niet; dewijl de tnenschenstem daarbij niets uitvoert, hetgeen een instrument ook niet zoule kunnen uitrigten; dewijl de keel van den mensch dan slechts denzelfden dienst verrigt, a"s een instrument. Dit zelfde aeldt ook van een geianj;, waarvan de woorden niet vetlUanbaav nit^esprukea worden, 5*6. |
||||
( 24o )
. Doch de menscben hebben niet slechts eene
hunst van toonen getchapen, maar ook de naluur Van het teluid in hot algemeen, en van den loon in h«'t bijconder, veetentchrrppel'jk uitgevorschl , rn tot lutuur- en wiskundige grondrege's terug gebragt; zij- behb.-n de welten d>T naluur onderzocht, vtslgeni welke geluidcn en toonen ontstaan en vocrtgenlaiit worden , en de verhouding der loonen lot elkandi r nair de meer of miudere sne be d van hare irilli.ijjea wiskundig berek-end; en aldus ■ n wij dan nu , behal- ■+u de loenkunst, ook in het beait van eene Toon- metemchap geraakt. 9 17-
Al'es, tvat dc roenschen in hel gebied der toonen Tolbra0l hebben , allet, wat zij welen en vermogenop jiit veld , kan men door den algemeenen naain van Toi nkunde uitilrukkin. Naar hetgeen wij gezien heb- ben f,i iisl zij aich in twee Hoof<laf>ic,elingen : 1. Toi,n- wtle sr./i p , en II; Toonkunst I en ieder van Aeie af- deelingen heefl ook even zoo vele omlerde.l n: zoo dat dc Toonkunde in het geheel vier vakken bcvat, namelijk: 1. Toma/ett-nsehap f
m i. Mainur .m-.d'ge, 9. VVifkundige,
II. Toonkunst : .*■ 3. Uitvindende of zamensiellende ToonionJtj (kunsi van compiifitia.)
ft, Yoordragende Toonkunst. Wij |
||||||||
. ~v ^ . :,_-.........^i^. .^____
|
||||||||
1
C*4t )
~Wij triflen efk ran deze vier <akken nog nader
onderscheiden ! I.) fle/ natuu.rkun.3ig gedeclte van de Toon<»eten»
tehap hondt zich bezig met hel onderaoek der n*» tuurkundige geaardheid van het geluid , in het algcmecn, en van den loon, in het bijzonder, en van de m- tuurwetten, "Volgena tvelke de loonen voorlgebragt en Toorlgeplant worden. Deze afdeeling wordt ook na- tuurkundige akusiiek, 'ook kortweg akustick genaamd. (Wij hebben daarvan boven ecne koi'le en opper» vlakkige scheta gegeven, $ t tot to.} *.') Het tviskundigt gededte der Toonwetenschap
boudt zich bezig met de berekening van de verhou- dingen der verschilleude hooglen der loonen tot elkan- der , naar de meerdere of mindere snelheid der tril» lingen (vibratiSu). Dit gedeelle der Toonwetenschap wordt ook de rationale muzijk, harmonische akusiiek, (misschien beter akuslisehe of rationale hamionitk] ook wel kanoniek genoemd. Velen geven aan dit gedeelte ook bij uitslui.ting den naatn van Toonweten* tchap. ( Op het ehsde van de 4d* $ hebben wij reed* cenige loise ilellingen uit dit gedeeite der loonkuuda angehaald.) 3.) De uitvindende of tamenstel lends Toonkunst
feeeft de vorming of uitvinding van een toonstuk tot onderwerp: Toon-iamenttdlingskunst, Toonxet- kunst (veelal ook compositie, harmotrie, kunst van tuiver te schrijven ■, contrapunt enz. genoemd). 40 De voordmgende Toonkunst bestaat in de be"
kw&amheid en vaavdightid , om ecu vcorhaaden loon- A »tuk
|
||||
C 34a )
stuk , door gezahg of (pel op een instrument voort*
dragen, of lot de voordragt van betzelve mede t« werken. $ 18. Men onderscheidt gewoonlijk zeer oneigenaardig d«
hier van elkander afgezonderdc , zoo zeer v<T»c!iillen« de , vi.er afdeelingeu der toonkunde, slechls door tive$ benamingen : men noeint, namelijk de drie eerslen, besp!egelende, theoretische , en hel, voordragende ge« deelte uitocfenende, praklischc toonkunst. Dit is zeer ongerijmd; elk van de boven opgenoemde vakken beeft immers ztlf een bespiegelend en uitoelVnend gedeelte. Wanneer, bij voorbeeld, V06LER of cHLABMi over hunne uiivindingen in de natuurkundige of vriakundi- ge akustiek , verhandelingeH schvijven , of voorlezin* gen houden, dan behandden zij die vakken theore- tisch; en daarentegen praklisch, -wanneer ioglii een orgel vervaardigt naar zijn stelsel van vereen- ■roudiging, of chlabni een Euphoon of een Klavi* eilinder, rKAKlllX eene Harmonika maakt, enz. Eveneens wordt de Toonzetkunst zelve nu eens
theorclisch, dan eenj praklisch beliandeld: iheore- tiseh, namelijk, in leerboeken over dc compositieJ praktisch daarentegen wordt die kunsl uitgeoefend, yvanneer de componist een toonstuk vervaardigt. De tlieorie der voordragende toonkunst, bevat de
regelen, welke , bij voorbeeld , een klaviermcester over het klavierspelen, of de zangmeester over de voor« dragt van een zangstuk , aan den leerling opgeeft, enz j de praklische uitoefcniiig is het vrerkclijk voordrageo r»an een toonstuk. , ,, BfilE* |
||||||
C 243 )
B R 1 E V E N
over het leren en de werlien ran
foramige <ler voormaotle
Toondichters,
TISliBl BtlEf.
*
c.) Moiahs Quartctten en Quintelten.
Een Quartet is een muzijksluk , waarin de viel" i, instrumenten , voor welke het geschreven is, de hoofdidde, het zij met veranderingcn , transpositi- tin, imitation, en:., o!' zoo als hit is, afwisselend voordragen , duch zoodanig afwisselend, dat iedere parti), op zich stive staande , een min of nicer verstaanbaar melodisch geheel uitmaakt; welk ge- ,, heel echter wrderom zoo zeer met de overige par- , tijen zamenhangt , dat eerst door de gezaraenlijke ,, nitvoering der vier partijen , het hoofdgeheel ver- staanbaar wordl'" Dit is de omschrijving , wclke ik van een Quartet gaf, (in dcD eigenli,ken en eenigen ■waren zin van het woord), in mijn opstel over het Quartet en de uitvoering van hetielee/ (lie. jaargang van dit tijdschrift , blad*. I. en volgg.) Ik vleije mr*, dat gij dat opstel gelezen hebt, en ik vertrouw dus, dat gij die omschrijving , welke duidelijker wordt door hetgecn dczclvc in <!at opstel voorafsaat en on- niddelijk daavop volgt , volkomen bcgrijpen zult. Mo* A ex s Quartetten en Quinletlea , (want mijne |
||||
( a44 )
|
|||||
omsehrijving omvat ook deze laatsten, welke yoor
rijt instrumenten gescbreven zijn) zijn mu/.ijkztukkea Tan dien aard. Ik mag dus veronderstellen, dat gij n een juia
denkbeeld van de soon maker* kunl , waaitoe deze werken van kqiui behoonn, en het komt er nu op aan, u aan te toonen het eigendommelijke van sj. u 11 s Quarletten en Quintetten; het eigenaardige, vaardoor zij zich van huns gtlijken, door anders meesters vervaardigd , onderscheiden. Moza ii hceft ons het iJeaal van deze soort van
werken leeren kenmn, Zijne ide'en zijn altijd hoogst eeuvoudig en edel gedacht, altijd uitgezocht, zonder ooit gezocht te zijn, regrlinalig, schoun op eene ongc wone wijze, en met groole kuiist uitgewerkl; de verichil- lende partijen. ai'zonderlijk beschouwd , zijn vloeijend geschreven en vol melodic; de harmonien zijn nieuw, belangrijk en oorspronkelijk , en in wcirwil der groo- te i'uust, Welke in deze werken overal heerscbt, »traall overal de Inlderste klaarheid der bewerking door; zoo dat men niet weet, -wat men meer bewon» deren moel, den kunslrijken vorra of de eenvoudige tniddclen, welke tot de daarslelling van dezen vorm ge* bezigd zijn. AUe deze hoedanigheden, hoe voortef' felijk zi] ook tijn, kan men in vele Quarletten v»0 andere groote meeslers in meer of minderen graad antrei'fen. Maar bij wien vindt men, in even hooga mate , dat innige opvatten der hoofdidee , die aeth?" jische zuiverhttid van heschouwing, die verhevenheia fM
|
|||||
C a4ar)
|
|||||||
♦an gedaehten, die inwendige klaarheid in den gang
*an den geest, welke hemelbreed verachilt van de uit« «rendige kba heid der bewerking ? Waar veriukt om, a!f bij mozast, die kinderlijke onschuld, die T»es,s!epersde bcminnelijkheid, die engelreine ziel , dat beerlijke gemoed , die alles vermogende gloed van ge- voil, het wrlk alios in de Quartetten van dezen groo« ten man leeft, en onze liel in eene zee van genot doet baden, naar hetwelk wij telkens met een hernieuwd veriangen, terug keeren ? Hij doet ons vergeten de nietige din^en , die ons omgeven; hij verheft ons op de wieken zijner hai-monische kunst, tol in de zinne- beeldige gewesten der oneindige eeuwigheid, vjaarwij n» zelven beter, ge'ukkiger, zaliger gevoelen; wij bevinden ons in Elijsium , in het heerlijke Elijsium: ,, H'er mangeH der Name dem trautrnden Little,
Sanftes Entiucktn nur heissei hier Scfimert.''
I '
I C H 1 L t P. «.
*
Ik vraag nog eens: wiar vindt men dat alles, zoo
als bij moZAHT? Zelfs 111 t II o ve N , zoo hoog ik dien meester vereer , heeft geen in zijner Quartetten dat zalige gevoel, in tnij althans, opgewekt, iIsmozakTi Zijne eersle Quartetten ademen meer den HAYPSsc.hen geest, en zijne laauten onlsiuiten mij een rijk van angst en schrik. Deze laatstc woorden zult gij, hoop ik , niet kwalijk verstaan. Zij bevalten volstrckt geetie niinachting van biiihotiii geweldige genie. Mcjut verheft mijae »iel tot het gevoel van het on-
|
|||||||
(.46)
|
|||||
neindige; bbrthovbs ook ; maar terwijl de eerat*
mij met de aanniinnige vriendelijkheid van zijn hart' ttaande houJt op dc onafzienbare hcogle, waarheen hi} mij opgiheven heeft, grijpt de laatsle met eene koen* reuzenvuisl mij aan , houdt mij zwevende hoven den onpeilbaren afgrond , weike zich onder mijne voefen geopend heeft, en vernietigt mij onder de sterke sla* gen zijner gcweldige hand. Ik zal missciiien menigeen belagchelijk toeschijnen,
met de hoogvliegende bewoordingen en beelden , wel« ke mij, zoo te zeggen , onlgiipt zijn in de schildeving Tan den gecst, die in mozarts verhevene Quartet- ten leelt; doch u niel, mijn vriend! n zekevlijk niet, die , hoezeer minder ingewijd in de technische gehei» men der toonkunst, dan vele andeien, echler bij het aanhooren van ware muzijk , een gemoed medebrengt, dal ontvaukclijk is voov het gevoel, hetwelk den toondichter bezielde , toen hij zijn werk schiep. Gij helit zoo dikwijls met mij gevoeld de onbepaalde eo oicUemin onweerslaanbaar innemende heerschappij i die MOZAnT op den geest en het hart zijner echte verecrders uiloefent. Gij weet het: wij moetcn gevoel zijn, wanneer wij hat genot dtr kunst, het welk uit" (luitend op het gevoel .gegrond is, willen genielen, en wee hem, die het gevoel bespot! Nog een enkel woord over kozaiis Quintetten.
Over het a'gemeen ademen zij denzelfden gecsl, al» de Quaitetten, maar hiev en daar zijn zij minder groot
|
|||||
C*47)
|
|||||
groot aanedegd, en somtijds zijn de finale's niet coo
verb, ven gedacht, als die der QuarteUeri, "Voor het overige moel ik hier nog bijvoegen, dat
Mozart in alles veerlien Quartetten en vijf Qnintet- ten | oorspronkelijk voor snaar instrumenten , geschre* ven heeft. Aihoewel , gelijk bekelld is, de zes Quar- tetten, welke mo* art aan Haydn heeft opgedra- gen, algemeen voor zijne besten gehouden worden, zijn de overigen niettemin, met uitzondering van twee, welke van vroegeren oorsprong schijnen tc zijn , even zeer hoog te achten als de eerslgenoemde zes , Welke mo l art voorzeker even veel eer aandoen, met opzigt tot de volmaakle bewerkirig , als met be- trekking tot de bron, waaruit ze ontsprongen zijn: de onbepaalde waardering der groote rerdiensten van Vader H a y d m , en de reine vriendschap , welke hi} hem toedroeg.
■».' .■..;.' '". 'I
It. W. »CHRO«DIR STSIHMBTZ.
.. i r
(Jlet oerealg hitrna.) ■ |
|||||
.^^^-'^■-■""--*1-rwi -
|
||||||
C »48 )
la het rovige *tak O^da- »930 heloofden wSj onz*
lexers , in eene vertaling , met de levensschels van dea beroemden krnst ludwig 61BB\r te zullen bekend makcn, welke de hofraad EOCH4ITI in de allgernein* musikalische Zeitung sonde laten drukken. Wij heb« ben dat »tuk lhans voor ons Hggen ; daar het echter cenigzins te. uitgebreid is, am in ,*ijn geheel in dit nummer geplaalst le kunnen worden , en wij hei on* gaai'ne in tweeen verdeelen zouden , willen wij het lie rertot aan het volgende nummer, (heteerste van den 111. Jaargang) laten liggeh, en intiisschen in ditnura- mor, daar joemiTJ van «ebbecs schrilten, met Uitzonderiog van deszeifa twee hoefdwerken (het Tan- Jtunstler-Lexicon, en het neues Lexikon der Tonkunsi* for), geen bijzonder gewagmsakt, den lezer de navol- gende lijst van hetgeen de geleer.de roan geschreves heelt, niededeelen; lerwijl wij tevens, daar, waar he.| Doodig of nultig kan zijn, met een woord des »chrij« Vert bedoeling rutlen trachten aan te toonen. L IJ S T
der ichriflen van z, t. oekbir.
I, Vele recensien in de Er/urter gelehrten Zeitung ,
en in de allgi mus, Zeitung,
t. Eene geschiedenit der tnuzljk over het jaar
1794, in de Anna/en Teutschlpnds van datzelf»
de jaar,
3, An die liebhaber der Musik, in hel. Berlijne?
\ Archif der Zeit van 1795, in welk itnk hij het
VQOT*
1
|
||||||
<
|
||||||
vooroordeel heeit aarig«tast, dat de toOnlruna-
tenaar, buitea zijn vak, niet tot het -welzijnvan *t Algemeen zoude kunnea medewerken, en dat de beoefening der inuzijk voor de: vorderingcn in andere wetenschappen nadeelig zoude zijn. Over den invloed van den boekhandel op de muzijkale tetterkunde , in den literarischen An* teiger van 1797, no.17, bladz. 177. Inditsluk hcefl hij getraeht, zekere geheimc verbinleoi* ran boekhandelaren, tegen de verbreiding van tnuzijkwfrken aangegaao ,1 in hare geheele naakt- heid af te malen, en. het nadeel aan te tooncn , dat daaruoor moesl gesticht worden* In een ander opstel over de, uitgave. van een mijzijkaateechnologisch woordenboek te vinden in dat zelfde tijdschrift, bladz. 181, zqekt hi) de onderneraing van hebzuchlige boek- handelaren , -vrelke de uitgave eener verza« meling van vvoordenboeken , waaronder 00k een over de muzijk , hadden aangekondigd , te- gen te. werken ; daar hij overtuigd was , dat die onderneming meer schade, dan nut zoude te wreeg brengen ; terwijl hi| tevens de voornaam- ste hulpniddelen tot het op*tetlcn van zulk een woordenboek, aantoonde. Over den smaak cles publ/eks aan zangspelen,
00k in het even genoemde tijdschrift, bladz. 8i3, Hier taitte hij de tooneeldichters en schrijvers van almauakken aan, welke bij iedere jelegen- ;. R s held
. V
t \
|
||||
< ( s5o )
held oyer de opera's spottuden, en de edele,
nuaar in de ongerijtnde teksten der opera's,
il misbruikte toonkunst, verachtelijk zochten te waken,
J. Over den muzijkalen stijl, Allg, mus. Ztitung, eerste jaargang, bladz. 49a.
9. Over het ontataan der Opera, ibid, t-weede jaarg.
bladz. 48l.
i g. lets politieks uil het rijk der harmonie; ibid.
bladz. 6aS.
*o. De Leeuwerik en de Mot, eene fabel, -waarlo*
een aattval op den redakteur van het genoemde
i tijdschrift hf.m aanleiding gaf; bid, blad. %o"j.
11. Over eenen muzijkalen kalender; ibid. derd«
jaarg. bladz. ;a5. la. Preeve eener naauevkeurige beschoutoing van den
Serpent, waarin hij aangetoond heei'l, hoeveel
parlij men van dit instrument kan tiekken in
I . ..■'■._ muzijk-stukken voor louter blaas-inslrumenten.
U Ibid, zesde jaarg. bladz. 17.
13. De beschouwing der in nummer 5o. des vij/den
faargangs (van betzelfde nummer) behandelde
onderwerpen , (ibid, zesde jaarg. bladz. i38.)
heeft ten doel , om de beschermers van het door
den abt yogler gevondehe slelsel van vereen-
Tond'ging der inrij,ting der orgelwerken, in
huni.e voortvarendheid lot de algemeene invoe*
ring van dit stelsel, opmCrkzaam te maken op
de nadielert, die daaruit dntstaaii, en de mii-
bruiken, die ev het gevolg van zip kunnen. '4-
|
||||||
:
|
||||||
|
|||||
(s5i )
■%}. In de aanmerkingcn op eene plaats in bet Tn«
tclligenzblatl der Jenaische Literatnr - Zeilnng van l8o4> n3. i3 , bladz. 99, heeft hij het a1« daar uitgesprokene verwijt van zekrren geleer- den, dat, namelijk : de muz jk tot zinlijkheid brengin en den geest voor de beoefening nan ern- stige wetengchappen ongeschikt maken made, krachteloo* zoeken te' maken door bewijzen, welke hij uit den aard en het wezen der kunst eelve getrokken hee.fl. t5. Over den smaak der legenwoordige eenw, en
moiahts invloed op denzelven , onder den ti- tel (ao ) van naUzing op de (in helzeli'de tijd-« schrift, 7. jaarg. ne. a5. geplaatste) gedachien ever de hedendaagsche ivi'jze nan kornponercn in Duitschland." (ibid, zevende jaarg. bladz. 571.) 16. Levensbi rigten van TVS, (ibid, achtste jaarg.
bladz. 069). 17. Levensberigten van bvonohc ini , (ibid, bladz.
385),, - .:
Deze twee laatste stukken zijn als proeven
van zijn woordenboek afgedrukt. t8. De komponisten der in gebruik tijnde Koraal- melodlen; {ibid, nrgende jaarg, bladz. i6i)t Men
(20) In den algcmeenen inftoudvan dienjaargangfcomt dit
opstel onder eenen andercn titel voor , namelijk , on der dtn navolgenden: titer die Eigenheiten der hcutigen Komuonisten j maar in het werk zelf, *indl men het b«ven vcrmeld* opfchrift. |
|||||
Men vindt hier ook de opgav* 'der melodien,
welke itr.iin zelf vervaavdigd heeft. JScr gten over het leven tenet duitsche ioonkun* tttnares, Mad. hiiwlieksbj; (ibid, tienda jaarg. Lla-'z, 6a5). Verscheidene nicuwl in 'tlicht gekomene ka«-
raal borken, met eea ondotlmalig akkompag« nement gaven aanleiding tot het schrijven van een opstel: over het honal-geiang en het ah- Jwmpagncren van hetzelve op het orgel, te rin« den ibid, twaa'fde jaarg. bails, 453. Eene omstandige besehrijving ran het merk- waardige Thuringsche muz'jbfeesl , bet welk te Frankenhausen gehouden is. (J.bid. bladz. 745.) friendeh'jke voors/agen van eenen nriend des vo- rigen tijds over de opera, 'ibid, vijf'ieude. jaarg. bladz. ag3). Het zij ons geoorloofd, met e*m voovd onze verwondering te betuigen , dat sirbir in dit stuV zeker finale uit een Quar- tet van mossabt in A dur (hij noetnt, waar« cchijnlijk uit de hem zoo zeer eigene beschei- denheid , den naara niet, maar haatt de eerste maten aan) verwerpl als niels dan muzijkalen onzin behelisende en als een voorbeeld ran ge- kunsteld werk; daar het ons voorkornt een meesterstuk van aanlcg en doorwerking te zijn, hetwelk overal het hartstochtelijkste gevoel aderat. Q*tr de be**rki.ng oan, instrumentalo muirjk, |
||||
( a55 )
|
|||||
toornameVjkt tan Sinfonien. {ibid, b'adz. 4^7^«
Over de bas$en in inslrumenlale muzijks uk- ken, ivelke t'erk betel moeten warden, {ibid, zestieode jaarg. b'adz. i57>. Men blik Op de taonkunst bij het slot des jaart
{ibid, blaiiz. 849) beheUt een kort overzigt der vorderingen van de lunst in de laatat ve*» loopeae eeuw en de verliezen, vrelke ze gelc« den heeft. Over groote mutijkiverken «oor het getting,
welke bij buitengewone muzijkfeesten warden uit* gevoerd. {ibid, twintigste jaarg. bladz. 829}* Dit stuk behelst eenen voorslag aan groote componisten, om voor oratoriunk van den ou Jen tijd nieuwe, doch in den geest dieT wwken ((estel.de, aiia's te vervaardigen, 7
|
|||||
yf*«*- ■;- '*' -'--'^ -..-_*-
|
|||||||
\ ( 354 )
!
1 ■ ■■
BINNENLANDSCHE BERIGTEN;
HatMji den 18 November 1819. Over dea
staat der muzijk en van het koncert te Haarlem. Wal de eersle betreft: hier omtrent lijn wij va»
de hoogte, op welke wij, 4° jaren geleden, gestaan hehben, lot het legen overgeslelde gedaald , en de edele kunsl is vrij algemeen , met het koffijhuis en daar aan verknochte kunslkeurige uitspanningen ver- wisseld. Het is er editor nog zoo niet mede, of, ■inuien de smaak ten goede mogl keeren, en kunslen en -wetensclia pen alhier wedir die aatimoediging vin- den 1 die zij we!eer hier aantioffen , maar die haar «u niet le benrt valt; alles zoude zich herstellen. 'Dan bi»rfoe zal in alien gevalle tijd vereischt wor- den, zoO' dit nvogt gebeuren,' en de wansmaak, die . dan 00k hier en daar wortel schiet, zoude moeten uitgeroeid worden.
En wat nu het koncert betreft men vindt hier
veel geschiklheid tot vcel coeds, dan weinig lust,
seen ambitie, verkecrde smaak, veel gerook en wei-
nig muzijk. De direklie doet trouwens wat zij kan,
maar buiten het lid, dat de finantien bestuurt, doet
j en kan de rest 00k niets doen, zelfs niet eens partij
trekken van het geen eris. Men verwondere zich dan
00k niet, dat het niet antlers is , integendeel het il
nog onbegrijpelijk, dat het nog zoo is, als het som<
tijds is.
Bthalve de twee Heerea organisten, die bcide
wel
|
|||||||
( 255 )
|
|||||
wel op hunae plaats staan, en alle achting verdienen,"
en die ook , als leermeesters, eenige goede liefhebberf op het piano leveren, is er nog een in de fransche kerk, die aldaar het orgel bespcult, en dit doet op eijne wijze. Deze man, heeft wel veel lief hebberij, doch geene kunde , geene vaardigheid , geen idee'noch imaak van spel, en zal het ook nooit bekomen ; want vader Salonlo is hij te wijs. De organisten, behalve den laatsten, die de vioul speck, zijn niet op het kon- cert, en vergasten dus de liefhebhers niet met hun- ne kunst, het geen wel le beklagen is, daar het we- xenlijk een kunstgenot zoude zijn, hen van tijd tot tijd le hooren. Het is waar, dien van de groote kerk hoort men twee maal 's weeks, doch waarom zoude men hem ook niet gaarne op het piano hooren? en tcker zoude hij niet voor ondankbaren moeite ne- meu voorls zijn er geene meesters , dan een paar biekebeenen , die meer kwaad dan goed aan de kunst doen, en daarom komt wekelijks van Amsterdam, de violist xohjler. Deze man staat aan het hoofd van het orkest, en of hij daar op zijne plaats staat, geloof ik niet; hij heeft geene kiacht , noch fermi- teitgenoeg, om hier op zijne taak behoorlijk te vol- brengen ; daarentegen is de man een goed onderwijzer, en vormt van de heeren M. ... en v. d. A. en ande» ren goede liethebbers , die bij aanhoudende vlijt veftl belooven, en reeds hunnen meester eer aan doen. D«h volgt de heer B, ......een goed, braaf liefheb-
ber, speelende, met smaak en gevoel op de Tiool J
daar-
|
|||||
C 256 )
nJaarop it Heer C......... vrien lust, i]vtr et» smatfe
te zeer ontbreekt, om ooit lets goods van hem te kun-
nen verwachten, schoon hij wel aanlcg had, om iet» te worden; rcaar wannecr men in alles tegen moeitt op ziet, is er niet veel hoop, Dan volgen de heereo M. en v. d. A., 200 even gemeld , en eenige anderon , die men onregl zoude doen, als men van hen geen gewag *ou maken. Met uitzondering van «en zeer bejaard lief- bebber , die in zijnen tijd zeer sterk speelde, en nog op dit oogenblik lecst, zoo als men er weinig zal vin« den, is de heer v. W. ..... voor de iluit eea braat' en strrk lielhebber; bij dezen is alles eigett
werk , en hem onibreekt niets, dan dat hij 00k een* hoort, dal iuJcren 00k wat op dit instrument k un- pen uilvoeren , -waartoe echter trouwens 00k nie* altijd gelegenheid is, hetgeen echter zoo veel te meef te bejammeren it, om dat het hooren van andere be* kwame mannen hem waarlijk eeer nuttig zoude kunnen aijn, en hem van Tele gebreken, die het natumlijk gevolg van alleen werken zijn, zuiveren zoude. Voof de eerste klarinet heelt men den heer wiyiekee, ee* <oed regeraeuls-muzijkant, die veel Iiei'hebberij voor aijn vak heeft, zicb veel moeile geei'l, en 00k reed* enige werken voor dat instrument heelt uitgegeven, waarover echter hier de plaats niet is te spreken. Aan de tweede klarinet is..... geplaatst. De heeres V. M....., . en Z. vervullen de hooren-p'arlijen, en
zijn liefhebbers, die hunne plaats verdicnen; meerder
opwekking sou 00k bij hea veel goeds docn, de last* m
■
|
||||
>
i 257 >
%Ve onderscheidt zich 00k door cenige compositieft J
waarvan sommige onder eenen bedekten naam zijn uitge-. £even ; hot meerendeel echtcr niet, behalve ccnigc ker- Icelijke muzijk, die door hem naar Duitschland verzoa- den wBrdt. Aan de fagottcn slaan d^- heer v. W., met Yeelgeschiktheid, maar weinig lust, daar het instrument iuiten het kuncert nooit in zijne handen kotnt; Voort* de lieei" v» B...... die eenen goedm toon, maar wei- nig vaardigbeid en geene maat bezit, en nog een jong lief- hehber S. ...., die eerst begint, doch wel iets iaa't ver-« ''''acliten. De alien zijn be-zet door de heerenv. d. H. >' G ... en W....., en bij de violoncel is de heer S.. .'
gcpl'aatst, een goed Hefliebber, die z<ier ijverig, doch,
vat z-wak is, en eindelijk voor den contrabas de bekende en verdienstelijke liefhebber V. t). Zijn werk en zijn post aan bel lnstilnut voor onderwijzers doen liem a!s eenen grondigen kunstenaar kenn«n ; en dat hij 'voor dit vak berekend is, getui-^t zijne opvoering van 3iet lied ton der Glvcke (21), vvaarvan eclrter de uit- « *'aj
> '' ' . ■ . . , ■ :
«it ■ ■■ i a 1 - 1 k
■» x "
(21) Van 'scHitL'jt, eene kantate van Br. a. io««
i j>. b g , welke verschciden deT beste gediclilen,
van dien grooten dichter in muzijk gezet heeFt.
Het zij otis bij deze gelegetiheid veroorloofd , aan
£ ■ *e merkrn, dat a. bombehg, wiens talenten -wij
Voorzeker zoo zeer hnogachten als iemand , in de
lew-crking van zangmnzijk minder gelukkig ge-
slaagd is , dan in zijne inslrunjcnlale muzijkstnk-
" "ken. Kiet dai wij zouden vyillen bewerea, dat
S do
|
||||
'■.....
|
||||||
'( oft )
'slag, in -weirwil der zecr goede ulttoeriog, zijne moe'N
te niet hecft beioond Hieruit ziet men, dat, wannecv te ecnigcr tijd de
lust voor kunsten en -wetoiiscfoappcn in Haarlem weder zijnen
dat de bewerking op zich zelve en zonder met d«
woorden in aanvaking grbragt te zijn, roislukt eijn zoude; verre van daar ! maar wij meenen , dat de tekst, dien bom be kg gekozen beef t, minder geschiki. is, om gezongen te -worden. Dichtstuk- len , welke gezongen zulltn worden , nioeten niets anders zijn, dan eene onmiddeliijke uilboczenvng ran liet gevoel , dat den zanger zelf bezielt ,uf altlians v. oronderstelt wordt , hem te bcziel«"n, Het mag dus geen verhaal on minder nog -wijs- geerige beseliouwingen bevatten , g^eii |k die in, Schiller 3 Lied ion der Glocke zoo sclioon en eoo verheven voorkomen. Wife zal, bij voor- lieeld, niet met ons instemmen , dat waarhedea als de volgende regels van het laalstgenoemde dicbtstuk behelzen, volstrekt niet geschikt zijiif m in muzijk gezet te worden ? Ztim Werke, das tvir ernst hereUen,
Getiemt sich nvohl ein ernstes VFort} TVenn gate Iteden sie begleiten , Dann flicsst die Arbeit rnunter fort. So lasst tins jet it mlt J'hiss betrachten , Was durch die schwc the Kraft entspringt} Den schlechten Mann muss man oeracliten^ Der nie bedacht, tvas er vollbringt. Das ist's ja , a'as den Menschen zierett, Ttfnd data ward ihm der Verstand, Dass er im innern Herzen spiiret, VFas er erschafjt mil seiner Hand, Bij eene volgende gelegenheid sprsken wij rati*
scliien eens onistandi^er , en in een af?onderlijk opstel, over de beiangrijke stof, waaropwij hieP s'echts, als in het voorbijgaan , den leier liebb,"* ksiuncn opmerkzaam waken, *K UEDi
|
||||||
\
|
||||||
.. ■ ... . :;.r.:, :7,.:
|
|||||
C *59 )
tijtien zetel Vestigen zal, de zaken zich vrel ten goecte
kunnen schikken ; docli het voovuitzigt -is nog nieU Beer gunstig eh er zal veel moeten gebeuren, eer het zicli opklaart. Behalve bet koncert, wordt er nog ran tijd tot
'tijd, in ile nienwe Roomsch-Katholijfae kevk alhier , door het koor rnilzijk gemaakt, onder de direktie van den boven gcnoemden beer \yeyteneh, -vvelkcn men al» stadsmuzijkant kan beschouwen, en van dit gezelschap laat zich wel wat verwachten, indien de goede gcest , die er in heersclit, blijft stand houden. Met waarlijk goeden' nitslag hetft men van tijd tot tijd eene goede missa ge« leverd, onder anderen eene, welke door den hier boven genoemden heer L. gecomponeerd is , en eene van ■ onil uit B, welke beide veel gettoegen heb- lien ^egeven, en bij aanhoudendheid in knnstij'veu meer doen verwachten. Men zegt, dat nu ^feder* aldaar eene missa, vierstemmig met een akkompagnc-* ment vOor het orkest door den geraelden L,. gezet, tvordt gestudccrd en ook veel goeds doet hoopen.< Bij dit koor onderscheidt zich de heer V., van wient tfiede reeds boven gewag gemaakt is, als tenoorzanger; de heer V. de oudsle, een baszanger, hceft geene kwade, maar rirwe' stem; Inst, ijver, geduld, goed onder- *ijs , besef, dat zonder eenigc moeite , zich nietsgoed 5&at uitvoeren, en vonral geene waanwijsheid , zouden dezen lie**-'lot een onzer beste baszangers rnaken, maar 5 a mi
|
|||||
-»*»!!»««$
|
|||||
C 2&> )
iati is het jammer voor de Innst en htt ta'ent. r?e
tllstem , eindelijk, wordt door den heer A... bezet, *ve,ke , schoon niel j(,ng , echler zeer verdienstelijk is{ hij heeft vee! lielh< bbeiij , even als het meeiendeel van de leden van dit koor. Ik biijve uw bestendige lezer.
&
IETS over »1 MUZ UK
T A M
L can BEETHOVEN.
A an de Kedallie van den Amphioh.
Tjw tijdschrift, toegewijd aan tie edele toonkunst,
tehijnt mij het eenige geschilue te zijn, te.r plaatsing van het volgende uittreksel uit eenen brief van een' snijner vrienden , die than* eenen voornamen post iekleedt bij de Nederlandsche ambassade, aan het hof van Rio de Janeiro, en die zelf een uitmuntend toon- iunstenaar is, ,, Men houdt," scbrijft. hij mij, liierteer veel van
de muzijk , -we'ke, zoo als XI bekend is, ook mij de (laangenaamste uilspanning verscliaft. De opera it hier niet van de beste, daarentegen is het orkfsl van de koninkiijke kapel zeer goed bezet. Er zijn ,,-uitmuntende italiaansclie zangers, welker aantal van tijd
|
|||||
r 261 )
|
|||||||
tijd fot tijd nog vermeerdert, door dicgenen, -welk*
men uit I issabon ontbiedt ; maar raj n hoort zeldf-n, andere stukken, dan die van eenen vo.ks-componist, P(HToSAiio(aa) genaamd , welke langen tijd in lta'ie gewtest is , en -wiens voortbrengselen liunna verdiens'en hebben, maar wi in st jl oneindig van, die van hatdh, mozart en van mmovii ,, verschill. Beide eerslgeme'den zijn hier weinig be- k'-'iid. Wat den laatsten betreft, bet heeft niij tea lioogste verwonderd, dat deze goddelijke componist ,, Wider de geborenc Brazi.ianen, zoo vele bewonder- aars vindt, ------ Ik bedoel hier die inwoners , we!k»
onder deze hemelstreek geboren , van Europeanen en
Creoien of IMulaiten afstammen ; want deze opmer- king is geenstins op. de a hier overgekoroene Portu* gezen loppasselijk. ------ Een himncr landgenooten
welke te Weenen geweest is, had van daar eenigo
,, weiken van v a x beethoveh herwaarts medege-" ,, bragt, terwijl nnjne eigene verzameling hen di*n oorspronkelijkeii nian nader heeft leeren kennen* Met de grootste geestdrift beb ik hen over dez* stukken hooren sprekeu,, en ik ben, tot mijne groot* ver*
(aaj Deze is dezelfde portosaeio, die de aria; Son
retina gecomponerrd heeft, welke door mevrouw caIalani zoo oter hckend geworden is in ;iiit piaatsen, waar deze beroemde zangeres zich iieei"* latin bourca. r* '' JJ* Hi., |
|||||||
C 262 )
|
|||||
',»vervrondering, meer dan eens gttnige geweest, van
,, den onbegrijpelijken indruk , welken de composilie van j, dien toonkunstcnaar op zulke menschen maakte, die van de natuur met een even levendig, als zuiver v gevoel voor de kunst begaafd wei-drn. VTaarlijk , ik -was er over verbaasd, te meer, daar ik mij allijd 5, verhceld liad, dat de wcrken van van Beethoven, even als die van sosiii en haydn, zeer inge- v/il;keld en diepzinnig zijnde, alleen aan meer of mia ,, geocfendc ooren beliagen konden ; docli ik heb een ,,aantal Brazilianen aangetroffen, vyier smaak ik zeker weet, dat niet beschaafd was gewoiden, en die nog- r, tans Let bevronderenswaai-dige gelieel zoo wel, a!s de ,, cukelc schoonheden, in de stukken van van hit- .EOtij verspreid, oogenbiikkelijk voeldcn m waar- ,, deevden. Zij zeiden mij, dal de muzijk altijd voor hen onbegrijpelijk veel aanlokkelijks geliad had ; mass: dat zij, door die van den laatstgenoeniden componist, ,, als in eene -wereld van louter gevoel en reine genie« ting verplaatst werden, -welker bestaan zij voorbeen j, nocli gekend, noch voor roogelijk gehouden liadden. Duizend maal wenschte ik diegenen mijner vrien-
,, den en landgeaooten , welke zoo dikwijls met mij bet vernuft van den onvergelijkelijken VAN bihhoti* 1, bewonderden, geluigen te maken van den ]of, welken men hem in dit hoekje van de nieuwe wereld t°e* sswaait.'*
Hef
............. *! a
7 "
i
|
|||||
C ^3 I
Het opmerkelijkste in dit verhaal, betwelk mijivf
Ti'iend tevens het meest verwonderd heefl, en dat hi} te regt in zijiien brief aanslipt, is, dat g,eheel on8et oefende ooren , meer dan anderen , door deze muzijk zoo diep getrof'en werden. Ik heb meer dan eenmaal zeer verscliillend over de compusitie van van int> Hoven hooren spreken, en soratijds raeesters, aan uitrauntende orkesten gewoon, een niet voordcelig oordeel over, dezclve hooren vellen : zij zeiden, niet te begrijpen, wal de steller meende, noeh te weten, ■wat bij w.ilde, hoewel zij aan den anderen kant som- m'ge zijner werken bewonderden. Van waar dat te» genstrijdige ? Zweven de geest en het gevoel van dien beroeniden man , onder het stellen zijnev stukken ia hoogere kringen dan de aardsche ; of is hij onvevge." lijkelijk in het eenvou ig, natunrlijk schoone de» kunst ? Zijn wij misschien te ver van die eenvoudig- heid afgedwaald , om dezelve regt te verstaan ; of it het waar, dat tan hiibotii, nu eens het na- tunrlijk schoone doet gevoelen en dan wederom van helzelve sfdwaalt en als voor zich zelvcn onverstaaa. kaar wordt? Ik vermeet mrj niet, hierin iets te beslissen , maar herinner mij bij deze gelegenheid , dat ik, voor eenige jaren , bij toeval tigenaar werd van jommige Quartetten van dien toonkunstenaar, die ik Jnijnen vrienden voorstelde te spelen, dat -wij aan* tankelijk die muzijk met algemeene flemmen rerwier* "-
|
||||
;?^K
|
||||||
pen en alles fcehalre srreelend vooi ons oor vond'enj-
flat wij ecbter, op aanrading van dezen en genen kenner, de moeitc namen, dezelve vier, vijf, ja ze». maal over te spelen, tot dat wij. eindelijk zulk een behagen in dezelve vonden, dat wij ons al wat van. vah Beethoven uitkwaro, aanschaften , en on* sints dien tijd, als bij uitsluiling , bij zijne -wei'ketk liepaatden. Ik neb de eer met hoog&cliting te u'jn, enz.
Haarlem t October 1813. H..... I*
|
||||||
"Wij voelen ons gedrongen, iert schri'jver en zijne:
vrieuden zeer hoog te prijzen wegens den ijver, waar« Ba-de zij lEilHorti's Quartett,en en zijne overige werken bestnderen, en veroorloven ons hier nog bij te voegen. dat gebrek aan dien ijver liet woord i» ter oplossing van de tegenstrijdigheid in oordeelvellin- lingen over de werken van dien grooten man, waarvan de beer H..... L gewaagt. Zoo vele Hefhebbers en
toonkunstenaars van beropp (wij noemen lien alleenlijk
bij dien naam, omdat aan hcl woord muzijftant het denkbeeld van gtringheid van soort verknocht is, «» de heereo, die hier bedoeld worden, van het soort, ■waarloe zij tneenen te behooren, de hoogste gedachteo koesteren) zoo vele liefhcbbers uit ic onlnuisniaaas, »e«gen wij , verlangen alleenlijk stueling van be* ge?
/
|
||||||
gelioor, kitteling der ooren (OhrenJa'izel) gclijk de
Duitscliers zeggen, en zijn er verre van ciaan, om liet eigenlijke genot, dat de toonkunst haren vlijtigen eo ijverigen prissier, schenkt, te beoogen. Het toeval, of andere van buiten werkende omstandigheden, speelt hen een werk in de handen van eenen componist , die meer wil dan het gehoor streelen; roaar reeds bij de eerste maten bespeuren zij, dat die spijze voor hunne verzwakte magrn te krachtig is ; zij kunnen ze niet verteren, de spijze wordt ter zijde gezet, «a het anathema : onvcrtcerbaar daarover uitgesproken. Dat ze onverteerhaar is voor die heeren, daaraan twijfelen wij volstrekt niet, en zouden er niets tegen bebben, dat zij ze nift nuttigen, wanneer zij er maar openbartig voor uitkomen wilden , dat zij geeneit irachtigen kost kunnen verdragen; maar helaas ! dat gebeurl niet: het geregt zelf wordt, als slecht loebe« reid, afgekmrd ; de arme kok wordt als een weetnict bespot, en zoude gevaar loopen afgezet en geheel on» hruikbaar geniaakt te worden , wanneer dit niet , ge. lukkig! de magt van die heeren te boven ging. Nu doen zij aan elk, die hen hooren wil, (en helaas !,de onkunde vindt maar al te veel li^tgeloovige toelioor- ders !) verslag van de onverteerbaarheid der spij/.en, die de kok N. N. toebereid; en wie toch, wie zal het wagen, aan de onfeilbaarheid van den smaak dier heeren te twijteien ? S 5 Ke»
if
|
||||
( *66 )
|
|||||||
Ken onrijp verstand velt een onrijp oordeeh dit i»
In den regel, en eveneens , het onk zoo seer te be« jammeren is , dat het onrijpe verstand zoo menigvuldig is, ali het land aan de zee ! » « III.
BINNENLANDSCHE BERIGTEN.
De hlarinettist bskksiibi. tijn
spely de verbeteringen , wtlke hi} aan x'jrt instrument heeft ge« maakt , en de koncertcn, welki hij te caoNiNGEK gegeven heeft, * *
*
Wanneer ik, gelijk de lezer reed» uit het opschrift
Xal kunnen besluiten, in het berigt over het bezoek
van den beroemden hhkiiejt omstandiger en bre-
der te werk ga, dan gewoonlijk plaats vindl, dan zal,
naar ik vertrouw» een ieder , die dezen waarlijk groo- ten kunstenaar gehoord, of ook niet gehoord heeft, het
mij dank weten, dat ik hier eenige punlen ontwikkelen ■wil, we'.ke , indien ook al hier en daar, niettemin ner. gens met toepassing op herms^edt ter sprake gekomen zijn. Sedert verscheiden jaren heefl men in Ondcrscheidene tijdscbriften met den hoogsten lof mel- ding gemaakt van de koncerten, weike deie kunstenaar |
|||||||
.S
4
|
|||||||
C *7 )
|
|||||
In eenige voorname duitsche steden gegeven heeftS
roaar nieroand heeft zich tot dus verre de moeite gege« ren, om zijn spel nader te beschouwen, noch cm de verbeteringen te beschrijven, -welke hij aan het instru* ment, dat hij gebruikt, heeft gemaakt, en welke inder- daad van zeer veel aanbelang zijn. Ofschoon ik zelf de klarinet niet blaas , vleije ik mij echter genoeg. nam met den aard van dit instrument bekend te zijn , om mijne taak althans niet geheel mis te sehieten, en ik voel mij te meer geroepen , om dezelve te onderne. men, iaar ik door eenen schier onafgebrokenen oidj gang van veertien dagen misschien meer dan vele andcrcn in de gelegenheid ben geweest, om hekmstedt t zijn spel~en zijne klarinet naauwkeurig te leeren kennen. Ofschoon dezc voorafspraak lang genoeg en misschien wel veel te lang is, acht ik het echler noodig , hier nog bij te voegen, dat het raij bijzonder aangenaam zoude geweest zijn, wanneer de een of ander onzer va« derlandsche kucstenaars op de klarinet de taak bad op zich genomen, die ik nu, bij gebreke daarvan, zelf vervullen rooet, en nu ter zake. Ik begin met eene korte geschiedenis van des kun«
(tenaars vorming, zoo als ik ze mij tiit zijnen eigenen mond bekend geworden is. Johahm simok hebmste»t i* in 1779 te Langensalza , in Thuringen geboren. Zijn ya» 4er -wasmuzijkantbij het regement Clemens , eri de zoo» grocide dus met de muzijk op, Natuurlijke aanUg? «t , liefd«
|
|||||
C 268 )
|
|||||
JSefde en vereering voor de kunst, gepaard met onver«
moeide vijt, deden hem vele en aanzien!ijke vorieria. gen maken, zoudat bij 00k onder de mu/i jliaiiti'ii tan Jiet even genoetude regement aangenomen en weldra tot eersten klarioettist bevoruVrd werd. Zoo kwam hij in garnisoen te Dresden , deze echte k weeksebool der kimst , die zoo menigmaai sluimerende talenten opgewekt heeft , en 00k voor hebmstedts kunstvli|t eene- alma mater was. Hij zelf was erverre van af. in zich den man te vermoeden , die hij thans is, integendeej tied hij zich veiTe beneden de waarde , die hij toeii reeds had. Verscheiden vrienden der kunst, welke hern hoorden hlazen, werden oplettend op zijn spel, en spoorden hem aao , om van de geegenheid tot vop" dering, die zich in Dresden zoo menigvuldig aanbicdt» v;ijti_j gebruik te maken. Joseph Schuster voor- al maakte hem het eerst en het ijverigst np'ctvud op den weg dien hij moest insiaan , 001 ee-n goed kunsle* jiaar te worden, toonde ben vooral d« noodzak* ijkbeidr aan.ora de theorie der ir>>zijk en de regt !en der harniotia te bestudtren , gaf hem lelkens, waav hij kon , goede lessen, en verschafte hem de gelegenheid, om door he* hooren en het nagaan van besc;aafde virtuosen zijuen smaak te vormen, i*i een woord, deze voorlreffeijke (nan wist zijnen ijver zoo zeer aan te zeiten, zijneo Dioed zoo zeer te onderschragen en zijne vorderinge* 100 zeer te regeien, Uat uuisiiii, volgens aijnt |
|||||
C **9 )
|
|||||
S5geiw> b^kenfenis aan icHgim verscbtTMigd is it
groothfid zijn'rr kuust, of, gelijk hij zelf zich uit* drnkt , den bijval dien hij soms verworven kon h.bhen. Hij niogt echter het gelnk .van zicll in Dresden t« kunuen op'iouden, niet lans; genieten ; een refiiet, daft op e'jna kunst niet zoo na^eelig gewerkt heeft, noch werkeu konde, a's hij ze!f v^eesde, daar zijn %maak reeds loen bijzondcr beschaafd was. Zijn regement werd, namejijk verplaalsl Kort, daarna leerde de, Tovst van Schwarzburg -Sondershausen onzen hiri< litDT kenien, en zijn spel Irof den verst zoodanig» dat hij bosloot, den kunstenaar in ^ijnen dienst te nemen, en hbkmsiejjt den voorslag deed, zija ontslag te vi;agen.j Deze, dieo-het miliiaixe lev«n en Jtet onbepaalde heen en vre&r trekk*n, d-at aan heU«lv* *1tijd min of mepr verknochtis, niet zeer aangenaaub *yvas, daar hij een vr'end is ran eene huisselijk stille levenswij*e, -was met 's vorsten voorslag -wonder in. eijn schik ; roaar de overste van zijn regeraeat, die ook wel sclieen te weten, welken schat . bij in den kunstenaar bezat, was het des te minder, en hij wei. gerde hem zelfs liet gevraagde ontslag. De vorst liet zich echter door deze -weigering niet afscbrikken, maar bragi integendeel zijne vriinden aaa het Saksische hof in beweging , met dat gelukki^ gevolg , dat de overste bevel kreeg , om Hebmstedt te ontslaan, en hl'j hu ,»rijelijk in den dienst des vers ten van Schwarzburg i;on- -
|
|||||
C 270 5
Sbndershiusen kondc over-gaan. Hij -werd als eerstft
ilarinettist en direkteur. der vorstelijke Harmonic aan* festejd. Van dit tijdstip af aan, -waar hij eene vastc bestem-
Jming verkv'pgen had , begon hij aan de verbetering van iijn instrument te denken, zander daarom de bescha- Ving van zijn spel en van zijnen smaak, noch 00k de ■vertneerdering zijner muzijkale kundigheden te ver* cinacHtzameri. Hij trachtede , namelijk, allengskens de vele gebreken, welke de klarinet oorspronkelijk heeft, te verbeteren, daardoor de onvolmaaktheid van het instrument'te vcrminderen , deszelfs zuiverheid te verhoogen, den toon ' voller, ronder en liefelijfcer te roaken, ten einde aldus de hoogst mogelijke fijnheid In de voordiagt te verwerven, daar hij gevoelde, dat !|eze alleen tot bereiking van het doel der kunst, da Hverking op het gevoel, bevorderlijk konde zijn. On- telbare proeven, rustelooze ijver, onvermoeid navor- schen deden hem eindelijk, gelijk de uitslag leert, in eijne pogingen volkomen slagen, zoodat men nu be- Bwaarlijk eenige verbetering aan zijn instrument, hocb meerdere bcschaving in zijne voordragt, en in fcijn spel, in het a'gemeen, wenschen kan. Laat ons nu zien, -waarin di» vcrbcteringen hoofcJS
%akeiijk bestaan, en waardoor dezelve voordeelig opt 8es kunstenaars spel vyerken. - la de ecrste plaau zijn sommige gaten op anderd
phiat.
|
||||
( *7I )
pTaatsen geboord, en e«nige kleppen anders geplaatst,
dan op andere klarinetten, dat is, nfet slechts dau «p de gevvone klarinetten met vijf k'eppen, maar o'ok eelfs anders dan op alle de klarinetten, waaraan men Vele kl«ppen gemaakt het ft. Se'dc'rf vericheiden jarea reeds hebben bekwame instrumenl-ir<akers, door kia- rinettisten aangespoord, om hunne instrumenten zui» verder to maken , zich beijverd , om door het aanbrengen van meerdere kleppen de natuuriijke onzuiverheid der Ttlarinet te voorkomen. Allen, de een meer de ahder» minder, alien zijn in hun oogmerk vrij wel geslaagd , en de klarinetten met vele kleppen zijn nu tot die hoogle gekomen , dat ze vrij zuiver en gelijk van tooti eijn. Maar het is tot nu toe niemand gelukt, om die zuiverbeid en gelijkheid van toon in de hoogst ihoge- lijke volrnaaktheid te voorschijn te brengen; er zijh nog altijd eenige onzuivere toonen overig gebleven, terwijl vele anderen mat, dof, voos , gelijk de klnrinet- tisten zeggen, en bij gevolg zeer onaangena'aiu gebleven eijn. Hebmstedt heeft alle die onzuiverlieden en, ongelijkbeden van toon weten Weg te nemen. Zoo ge. makkelijk dit uitgesproken -wordt , zoo veel moeite heeft het gekost, om daartoe te komen. Jaren aclner.' een beeft de kunstenaar onafgebroken daaraan gewerkt, ontelbare proevea heeft hij genomen, en hij is , zoo te zeggen , geen oogcnhlik geweest , waarin hij er niet eg dacht, hoe Ixij de nog overgeblevene onauiverheids (
|
||||
( *7* )
»« ongelijkheid van toon zoude kunnca wegnemen,
Maar hij geniet nuotik de voldoening, een Tolmaakt in. sfruiBenl te bezitten : zijne klarinctis in a!le toonen vol* strekt gelijk van rondheid, van volheid en van kraclit, en in alle toonen even vatbaar voor denzelfden graad Tan zachtheid en lietelijklieid. In de twjeede p'aats heeft hermstedT bet onaangename
klapperen der kleppen trachten weg te nemen, en ook hier. in is hij volkomen geslaagd. Hij Iieeft, namelijk, ge- zorgd, ddt de bolleijes onder aan de kleppen volkomen slniten in de gaten, en dat die bolletjes van eene zee? zacbte stofgemaakt en zoodanig overirokken zijn, dat zij genoegzaam geen voelit tot zich trekken, en geTplgelijk uiet of aliiirtwS zoo weinig al.s raogelijk uitdijen. Deze ■voorzorg zullen vrel de meeste klarinetiisun nemen, die «enig werk van hun instrument maker) ; maar eene andere beb ik lot dus verre alleenlijk bij iieiiMstedt gevonden* Hij Iieeft i namelijk, op iedere klep , daar, waar zii met een koperen of zilveren pennetje aan hit hout der kla. rinel vastgemaakt is, een klein schroefje doen plaat- sen, -waardoor de~Jklep zoodanig vastgezet wordt, dat zij onwrikbaar staat, en noch naav de linker noch naar de regter zijde kan bewogen worden, maar altijd volslrekt loodregt op haar pennetje op en neer gaat. Deze schroeven beletten dus elke zijdelingsclie, en in Jiel algemeen, elke verkeerde beweging def k!ep, welke dcrhalve steeds zoo juist boren hat gal ligt, dat zij het-
|
||||
C 273 )
|
|||||
hetzelre dadelijk s}uh, zoodra zij aan het boveneinda
met den vinger neergedrukl wordt. Dit ne^rdrukken aan liet boveneinde tnoet echter natuurlijk 00k eenig geklapper veroorzaken , daar de harde stof, waarvan de klep gemaakt is, niet zonder dat het gehoord wordt, het liarde bout der klarinet kan aatirakeny wannecr de k!ep 00k met de meeste voorzigli^heid en tachtlicid neergedrukt worjt. Om nn eveneens da,t onaangenaam geluid te voorkomen , is het boveneinde der klep van onderen voorzien met een zeer kiein lederen knsseiitje. Aile deze belioedmiddelen belctten te eenen male, daf
men iets het minfte van het gebruik der kleppen hoo» ren kan , en het oor verneemt dus alleenlijk toonen en geene aan den toon vreemde, onaangename en storcnde geluidcn; en dit is zonder twijfel een groot genoegen. Maar de onwrikbaarlieid der kleppen brengt nog een an. der voordeel aan, althans aan tuissiivi: zij veE- oorlooft hern, nameHjk, om den vingcr op eene andere, min sto</tende wijze op de kleppen te plaatsen, dan «jen op de gewOne kleppen doeu kan, itijne vingers glijden over de kleppen hecn , om het zoo eens nit te drukken , en springen niet van de eeue klep op de andere. Wanneer men deze vtrijze van de behandeling der klep.' pen op eene gewonc klarinet -ailde navolgen, zoude bet geklapper onverdrageh'jk -worden ; terwijl daarentegen de onbewegelijkheid der kleppen op de klarinet van T BE8X-
|
|||||
t 274 )
RebMstEpt niet lift miriste gcraas laat hooren.
Het voordeel nil, dat de kunstrnaar trekt uit lift ^ij- den over dc kleppen , is het gebondene spcl , dat on- faerkbare ineensroelteti van den eenen toon in den andercn, zonder| de kleinsle tusschenpoozing, en toch ook zonder de geringste onzaiverheid. Wat kan onaan» genamer zijn vuor ons oor, dan dat huilen van de meeste kunstenaars op strijkinstrumenten en van den zangev vooral , hetwelk onder het masker van smaak en goede voovdritgt niels anders is, dan een mantel, waar- onder men de onzekcrheid in liet vattfn van den regten ioon tracht te verhergen, en hetwelk outegenzeggeUjk lewijsl, dat men de waarlijk goede , reine , ukgezocltte VoOrdragt niet traejtig is , en dat men dns tot liulp- imiddeltjes van dien aard, die irouwens den oukundigen fcegoochelen, zijne tbevlngt nioet n em en I In de derde plaats trekt de kop onze aandacht. De
gewone koppen zijn van swart ehbenhout; die van HERmstebt's k'arinet is daarentegen van zilver. Het zoude misscbien moeijelijk vallen te beslissen , of de stof, waarvau de kop geuiaakt is, iets tot de hoedanigheid van den toon afdoet ; maar zeker is het niettenin, dat dc zilveren kop , in mcer dan een op- zigt, de voorkeuv verdient boven den houten , en ook op den duur voor den toon voordeelig is. De houten kop is veel poreuser, dan de zilveren; hij trekt bij gevolg veel meer vochl tot zich , en zet zich, vochtig gevrordrn , uit;
|
||||
C "-75 )
uit; daardoor wordt bet bladje (rielje) gedrukt en de ope«
ning, die er tusschen hel blad en den top gelalenis , wordt te kiein, en wel te kleiner, omdat het blai dooi* bet biazen eveneens vochtig wordt en zich uitzet. De overgroote sluiling van hel blad aan den kop, welke a'dus veroorzaakt wordt, belet de klarinettisten, in het algemern, om dik riet vcor het blad te aemcn, en dit is nadeelig voor de rondheid des toons, welke doop dik rlet aanmerkrlijk bevordcrd wordt. Daar nu de zilveren kop «ich genoegzaam in het geheel niel uitzet, laat hij het gcbruik van een veel dikker riot toe ; en hel viet, dat Hekmsteet gebruikt, is dan ook aan- zienlijk veel dikker, dan ik bij andere klarinettisten lieb waargenomen. Dit zijn de verbeteringcn , -welke ik aan de klarinet
van hermstedt heb opgemerkt. Misschien zijn er nog anderen, die mij niet in het oog gevallen zijn, en niet konden in het oog vaHen, dewijl ik met de struktuur der klarinet slechts oppervlakkig bekend beu. Inlusschen zal iedereen, zoo wel de klarinet- tisl, a's eik ander litfhebber, wanneer hij ook geene klarinet biaast , bet wel met mij eens zijn, dat de door mij opgenoemde verbeteringen, die hebmstedi aaa dat instrument heeft weten te maken, van bet grootsle aanbeiang zjjn, en dat de kunstenaar reeds uit dien boofde alleen onze hoogsle acliting waar■ dig is; maar deze achting ncemt nog zeer toe, , : T a wan |
||||
C *7t )
TVSnneer wij hem ft's virtnoos beschoiiwen. Dit
wiMen wij nn nog doen , en dan zu'len wij onze taak volbragt hehben. Vooraf ec'iler moet de lezer nog optnerkzaam gemaakt worden op eene eigenaarui.^Keid in Ae wijze 1 waarop hkemstebt dc klarinet btliandeit, en welke gelieel van de gebruikelijke wijze al'wijkt. Gewoonlijk slaan de k]?rinellislen, wanneer zij liet
instrument in den mond neraen , de onderiip, too ver als mogelijk, over de tanden van bet onderkakebeen ; ftu leggen zij den kop, ter plaatse , waar de band begint, die hel riet aan den kop vast maakt , op de onderiip, tetten vervolgens de tanden van hot bovenkaktbecn ©p den kop , en sluilen dan de lippen mo goed als mogelijk. Niet alrhis gaat HimiTEtl te weik hij slaal de onderiip niet over de tanden, maar houdt de klarinet volstrtkt natuuriijk in den mind, Op deze wijze kunnen de lippen vee! bvter gesloten worden, de blazer vcriiest veel minder Wind", en de toehoorder hoort het onaamjename sissen van den wind niet, of al- thans in zeer geringemate: want bet is buiten het men' schelijke verraogen, uni de lippen met zoo veel kiacht te siuiten, dat er geen zweem van adem buiten het in. trument zoiide verloren Raan. Reeds voerdeel genoeg, dat men door de natuurlijke houding der klarinet ver- Te weg het grootste gedeelte des adems in het iristn«« ment zelf iublazen kan , en er sleclits een schier niet noemenm-aardi^ gedeelte buiten hetzelve vcrluieu gaat. |
||||||
C *77 )
|
|||||
In de twee koncerten, welke hebmstedt te Gro-
ningen gegeven lieeft, hebben wij hem de navo'^eade stukken kooren btaaen: l. Concertino van max ejberweiw, muzijkdirekteur van den vorst van Schwarzburg - Kudolstadt,
a. Variation op het bekende Tiroler - lied van me IH< fessel, kamerzanger van dienzeit'den vorst,
3. Variation van t. spohr, 4- F.en Pot-pourri van dienze!fden componist, 5. Variatien, getrokken nit bet voortreffelijke Nottur.
no van siohi voor hlaas-instrumenten, en door HEHMST-EDT voqr de klarinet ingerigt, 6. Variatien van maxeberwein op zijne eigen©
corapositie van bet bekende diinklied van gothk. Van dene stukken liebben de variatien van M E T H.
J«»sn het niinst, en de werken van spohi het best bevallen. fiet Concertino van eberwein, dat vcij tweeroaal geboord hebben,' heefl in vele opziglerj 00k zeer bevallen, in andere deelen echter minder. Bijzonder fraai heeft men gevonden het liefelijke thema wet variatien in dat Concertino ; de inleiding daarentegea vilden sommigen van duislerheid en gezochtheid be. schuldigeu. Wat mij zelven betreft , aarzel ik AieC te yerklaren, dat ik die gebreken nict heb kunnen ontdekken , maar integendeel de inleiding in eenen grootschen en eorspronkelijken trant geschreven vonoV Troinvens bxb ik dat stuk verscheidene males gehoord, T 3 fc «m
|
|||||
c m 3
en dus dc gelegcnheid gehad, hetzelve naatiwkeuriger
le Ieeren kenuca. De variation op clilHi's lied zijn inderdaad fraai ,
en dubbel belangrijk voor hem, die den lekst ktnt. Op eene korte , maar niettemin veel beteekenen. de inleiding in Des dur, ]aat de componist velgea de rnelodie , bestemd voor ket eerste couplet van bet Jied B (dr/r);de variatien drukken den geest uit, die in ieder'der volgende couplelten heersclit. Deze wijze Van Variation te schrijven, welke iinwiu, zoo reel ik weet, liet ailereerst heefl begonnen, is ten ui- terste fraai, veoral wanneer men er zoo -we! in slaagt, als BiEEWEiB, en zij verdient nagevolgd te worden, daar zij de aanSeiding moot zijn, dat de gewone varia- tion, die men in Uoncerten hoort voordragen, en jroet -welke de componist zelden iets anders beoogd Jieeft, dan den speler de gelegenhsid te gevcn, zijne halsbrekende sprongen enz. te doen bewonderen, vcr- vangen worden door variatien , die iets uitdrukken, gevoel ademen, en bij gevolg in den toehoorder ook ten gevoel opwekken, dat hem meer genot verschaftj dat de enkele bewondering van kunstsprongen* Dit zij genoeg over de stukken, die HEBmstedi
voorgedragen heeft. Te befclirijven, hoe hij dezelve fceeft voorgedragen, dit is ten uiterste jnoeijelijk, of -om beter te zeggen, het is onmogelijk met woorden £en juist denkbceld van hebmstsdt's wijze van spel ttf
|
||||
C 279 )
|
|||||
te geven aan hem, die dezen kunstenaar self niet ge-
hoord heeft. Intusschen zal ik het beproeven, met woorden uil te drukken, wat men voortreffelijks in des kunstcnaars spel kan opmerken. Zijn loon is. rond, vol, en mollig, Hij weet dien
zoo wel te vevheffen tot de hoogst niogelijke kracht en slcikle, als tot de litfelijkste zachtheid, en hij is geheel meester, om denzelven door de fijnste nuanctn te doeu aangroeijen en afnemcn ; hierbij is opmerkeiijk, dat, between men andersbij virtuosen op blaasinstruraen« ten, men kan zeggen, nooit vindt, de toon altijd even rond is , bij mag mi slerk of zacht aang'egeven worden, en nooit sclierp wordt, zeifs niet bij de hocgste hoogte, of bij de sterkste kracht, en dat de toon steeds even zuiver b'ijfl, nooit hooger wordt, wanneer hij aan- groeit in kracht, en nooit lager, wanneer hij afneemt. Zijne vaardighcid in de uitvoering van moeijelijke pas-
sages gaat alle begrip te boven. Met de grootste gemok-. kelijkheid voert hij loopen uit, die men ninimer te voren op eene k arinet heeft hooren in a ken, en hoe weinig zij ook met den ei'gcnaardigen en regclrnatigen loop dor grepen op dat instrument mogen overeenkomen, zij rollen altijd, zonder den kleinsten aanstoot, met voile kracht voort. Zijne voordragt is oubescliri'jfelijk treffend en weg-
slepend. Wars van alle misbruiken van ritardando, tempo rubato, en hoe die hnlpmiddelljes tot begoochelinj ■van den toehoorder v-erder heten mogen, wijbt hij geen haar breed af van het schoone en verhevene, dat T 4 itt
|
|||||
C 280 )
|
|||||
tie grondslag der eenige, ware voordragt is, naar male
de geest van bet uitgevoerde -werk zulks vereisclit. Ku eens stortcn zijne toonen , gelijk de gezweepte golven des oproerigen slrooms, mel voile kracht in den afgrond neder of verheffen zich tot aan de wolken , en hij doet ons van eerbied siddcren voor de verhevenbeid *,ijner kracht; dan -vvederom vlieten zij daarhenea, gelijk de nmrmelende beek in bet vevheven schoone rood der ondevgaande zon , en doen onze ziel baden in eene zee van genot ; of hij lokt tranen in onze oogen, wanneer hij ons met het wegsiepenclste gevoel de lie- fe'ijkste melodii;n, in den smeltenden toon der harmo- nika, op zijne klarincl zin^t..... Maar genoeg van
Hbeiuiim'j voordragt, welke zich niet beschrijven
laat, dewijl zij geheel gevoel is, en bet gevoel alieen- lijk gevoejd, maar niet door woorden kan uitgedrukt worden. Het is voldoende le zeg»en , dat zij het hart treft en treffen moet , dewijl zij in bet hart haren iDorsprong heeft. Zie daar, goedgvinstige lezer! wat ik gemeend heb,
V over heemstedt te moeten mededeelen. Zekerlijk
is mijn geschrijf verre beneden dat gebleven , wat ik U
gaarne zoudc geleverd hebben, maar zie het gebrekkige
van mijnen arbeid over het hoofd, uit aanroerking van
den kunslenaar, die er het voorwerp van is, en dien
X
ik, hoe weinig ik 00k in de beschrijving zijner ver«
diensten geslaagd ben , de onbepaaldste h6ogachling toe»
4raag. ft. >v. scHsoutt sieihmetz.
HE-
|
|||||
( am y
r'ecensien.
|
|||||||
Amsterdam bij sibbi, (London bij den compo«
nist). Romance de fOpera de loinsuc! le petit chaperon rouge , arrangee en rondo pout le piano par feed. hies. Prijs / : - 18 «j I 9 De beer hies behoorl ontegensprekelijk onder de
eerstc, llians levende klavierspe'ers, en zelfs onder de beste coniponisten voor het forte-piano ; het laalste , namelijk , -wanneer nien de goede -werken op het oog? heeft, welke uit zijne, veelligt al te vruchtbare, pea gevloeid zijn. Des te meer is het te beklagen , dat deze acbtingswaardige coreponist , Vooral federt hi) aich te London oph'oudt, zijn uitstekend talent aan den geest des groolr.n hoops schijnt dienstbaar te maken, en zoo menigmaal werken in de wereld zendt, die, -»rai»i*eei* ook ai niet gehi>el te verwerpen, althan* van weinig waarde zijn , en eigenlijk niet verdienen den naam huns kunstrijken vervaardigers op den titel te dragen. Wie kent de klavier.koncerten , de sinfonien , de quar* tetten, bet sclioone quintet voor strijkinstrunientcn en zoo menige grootere en kleinere \serken roor het klavier van den genialcn hies, en betreurt niet, dat een man, als bij, die met eenen j. v. h u m» KEl) c. m. tob weber en anderen on den voor* rang kan dingen, en die zoo geheel berekend is > om T 5 steed,*
|
|||||||
<
|
|||||||
0 282 )
Sleds het voetspoor van zijnen grooten leermeesier,
1. van Beethoven, te volgen, en het reeds zoo dikwijls gevolgd heeft; -wie betreurl niet, vraag ik, dat een man als hies, sedert eenige jaren , den kost- baren tijd, welken hij zicii ten nulte had kunnen ma. ken, om nienwe bloemen in de kroon zijns roems te vlechten, zoo menigwerf niisbruikt lieeft (sit venia verba !), om nietige werken te schrijven, weike den roem van zulk eqnen man ligtelijk bezwalken ktjnnen? Het voor ons liggende werkje behoovt inderdaad niet
onder die, -weike ries tot eer vcrstrekken kunnenv Niet, dat het niet zeer aardig zoude zijn; verre van daar! Menigeen zoude het misscliien , wanneer hij het geschrevt-n Lad, met blijdschap en zelfvoldoening beschouwen en zich selves een vleijend compliment maken over zijn talent; Biaar als een werk van hies, is het niet zeer te prijzen. Het is niet moeijelijk voor de uitvoering en zal zonder twijfel aan de schoone kunne een aangenaam onderlioud verschaffen. Voor het overige is het zeer netjes gegraveerd en
afgedrukt. De snelheid der beweging is, behalve op de gewone wijze , ook nog met de metronome van MaM bil aangetoond. Het zij den Rec. geoorloofd te vragen, of de B (mol) in het akkoord, waarop in den, derden regel van het Allegro eene fermate gehoudeu ^vordt t niet hard en onaangenaam is voor het oor ? *.! iota,' ■ , . . i i! '«
|
||||
C 283 )
|
|||||
1. Amsterdam bij sun. ■ Sonate pour te
piano -forte, avec accompagnement de violon" (jadlibitum) , cornposee et dediee,. .. .. par p. B. van Hoosstrateh. Oeuvre VI; &li Prijs / 1 . 5 - : a. Bij denzelfden. - Variations sur un t}iime original pour le piano, compose'es et de~ die'es...... par i» a. hempen ids. Prijs'
i5 stuiv.
Twee werkjes, welke ten dienste of tot aanmoediging van leerlingen der zamenstellers schijnen vervaardigd te zijn, en aan welke de auteurs zelve, waarschijnlijk enkel uit dat oogpunl beschouwd, eenige waarde hech- ten. No. 1, van den heer hoogstratbn, organist te
Haarlem , begtaat uit een Allegro vivace in F dur, het- welk niet van liefelijke melodien ontbloot is ; uit een Larghetto gracioso don espressinne, hetwelk voor die benaming te rijk is aan loopende passages, en uit een Rondo, Allegretto scherzando, hetwelk dit bijvoegelijk naawwoord niet logenstraft. De partij voor de viool, schoon ad libitum behandeld, kan niettemin tot de verfraaijing van Let geheel het hare tbebrengen. No. 2, van den heer hempenibS, organist te Nij«
kerk op de Veluwe, beginl met eene zeer korte iiflei* ding, welke weinig meer bchelst dan het gewone aan« slaau van akkoorden, en welke alleenlijk daarom met regl
|
|||||
; ( a84 )
*pgt Melding kan genoemd worden, omdat men er nit
ziel, dat het stuk uil C dttr gaat. Het thema (onder het woord original, moet men toch wel verstaan, dat het van eigene finding is ?') bevalt den Rec. beter, dan eene der zes variation > welke dan toch waariijk al te yeel op den gewoaen dreun van yariatie'n- ge.'ijken, *el£» voor weinig gevorderde en weinig vorderende l^ef hebbers. Beide werkjes kunnen aan leeriingen aanbevolen. wot«
den; no, 1 eehter ineer, dan no. a. Amsterdam bij iltn p.
It Romance de iLHCiKt, arrangee pour la clarinette aoec accornpagnement de piano ait, harpe par iwak niiLiia........ Prijs
ft - 8 - :
». Fantaisie pour la clarinette , aeec accornpag- nement de piano ou harpe composee et de- dice..... par I wan m u l i e b , auteur de
la nouvelle clarinette et Qde la) clarinette
, dfAlto; premier (e) clarinette du grand opera
et membre de la societe philharmonique is
Londres; correspondant de f institut royal,
des Pays - Bas. Prijs/ 2 - : .
Welke. kunstminnaar, dien het genoegen te beurt
viol, den componist dezer twee werkjes te hooren4
Iierinnert zich niet gaarne dien gvooten yirtuoos ?
|
||||
c *i )
Wien zwetft het voortreffelijke spel van dezen H»»n
tiog niet levendig voor den geest ? De herinnering aan muller, van wien men sedcrt geruimen tijd niets ■vernomen heeft, wederom op te wekken , levert reeit alleen reden genoeg op, on deze zijne werken, hoe ■wel zeer veel later, dan z'j in het licht gekomen zijn, eari te kondigen. Men kan door dezelve zich een denk- fcee'd van zijn spel vormen , indien ook al niet ill alle, althans in vele opzigten. Men zal zich herinneren, dat l w A N MullEB ii»
het jaar i8i5 verscheidene steden van ons vaderland bezocht, en vele bewonderaars gevonden heeft. In Amsterdam heeft bij relfs eenige voorlezingen gehouden over de uitvinding zijner klarinet, en hij heeft de eer genoten van als korr» spondent van de vierde klasse des koninklijken InstituutS- aangenomen te zijn. Wat zijne uitvinding betreft, stemmen wij volmondig toe in het nordeel van kunstkenners over derzelver voortref- felijkheid; niettemin kunnen wij niet ontveimen, dat, hoe zeer die uitvinding van m ii l lib 's vernuft ge« tuigt, en hoe veel voordeel ze ook aan de kunst kaa aanbrengen, wij evenwel ongaarne zouden zien, dat onze gewone klarinet door de nieuwe klarinet van hiiLLEa verdrongen wierd. De laatste komt on* Voor, eigenlijk een geheel ander instrument te zijn; *ij heeft niet het eigenaardige van den loon der klari« taet, en alhoewel aij, namelijk \vat de hoedanigheid i des |
||||
C 286 )
des toons aangaat, nog al eenige overeenkomst heeft
Wet on?e B-kiarinet, is zij gcheel en al niet bcrekend, otn bet. sebelle der C-kiarinet, noch on het mollige, Let Jtlagende den A-klarinet te vervangen. Van den ande'ren kant ecliter blijft het voor den uitvinder altijd eene bjjzonder groote vei'dienste , dat men op zjjneklari- aet uit alle, en zelfs nit de moeijelijkste, toonen blazen tan, a!s uit Fis dur, Cis dur, As mol enz. , en dat de toon van het instrument in die toonen even helder en zuiver is , als in de gewone toonen onzer klarinet- ten ; ofsehoon sommigen willen beweren, dat de klari- net van Kiinis alleenlijk , en als bij uitsluiting, in- gerigt is voor die vreemde toonen met reel mollen en lsruissen, en dat het even nioeijelijk is, op dezelve uit C, F, en dergelijke toonen le blazen, als omgekeerd op de gewone klarinetten. Hoe dit zij, het nut der uitvinding kan wel door
niemand in twijfe! getrokken worden, en dus blijve des kunstenaars roem- ongekrenkt! ltec. heeft gemeend , het vorenstaande, bij dezc
gelegenheid, niet te nioeten verz-wijgen, ofsehoon het niet bepaaldelijk kan toegepast worden op de werkjes , tot wier aaukondiging hij thans overgaat. Dezc wer- len zijn minder geschikt, om ons uiiini's be- kwaamheden als componist te leeren kennen ,. dan om , gelijk wij 00k reeds bovfn zeiden, ons een dcnkbeeld te geven van zijn spel en van zijne beschaafde voor- dragt.
|
||||
C *87 )
*!ragt. De wijze, waarop liij de romanke van blasgihi
(No. 1. in F d«r) voor de klarinet heefl ingcrigt, is allezins lofwaardig ; de versieringen, welke hier de, anders misscbien eenloo'nige, eenvoudigheid van het oorspronkeiijke vervangen , knnnen den toets der ^trengste kritiek doorstaan, en zijn noch te scliaars , nocli te menigvuldig. De partij voor de klarinet, wel« te niet alleenlijk op de nieuwe Mullersche, maar op iedore klarinet kan uitgevoerd worden ofschoon niet cverdx-even zwaar, vereischt evenwel eenen aanmer- kelijken graad van vaardigheid en vooral reel magt over den adem, zal de speler de verschifleiide gradeu van sterkte van toon, naar het voorschrift van den componist, uitdrukken , en veel oefening in het maken ■van staccato, trillo, bindingen en wat men op de strijlnnstrumenten soorten van streek noemt. D« partij van het kUvier is blootelijk een eenvoudig ac- compagnement. ■% Bezelfde voortreffelijkhedcn, als in no. i, vindt
men ook in no. 2 ; alien echter in hoogere mate. Het fcegint met een Adagio in F. mol; aanvankelijk recila- tief, voorts a tempo, eon poco p!u di moto, en ein* delijk wederoro recitatief. Zoo wordt men geleid naar de, met regt zoo geliefkoosde, menuel uit het eerste Finale van wobakt's ouvergelijkelijken Don Juan, yre ke vijf maal gevarieerd wordt. De vijfde variatie is eene WaU, welke met een, juist niet zeer kunstrijk, voor
|
||||
C 288 )
|
|||||||
♦oor den spel<?r echter vrij schilterend bijvoegsel,
lifit stot van h-et geheel maakl. ------ De partij van de
Jrlarinet tail iiiet dan door eenen zeer bekwamen k!a-
rinetl ist behoorHjk voorgedragcn worden ; de klavier-
par'ij vereischl 00k meer vaardighcid, dan die van no.
X , en is, schoon niet moeijelijk, meest overal ob'igaal.
He^ uiteriijke van deze twee werkjes is zeer te
jirijzenj vooral 00k dat de klai-inelpartij boven de
llavierpa'rtij, en 00k afzonderlijk gedrukt is. Daar-
«nboven is de klarinetpait:j 00k voor de viool gear-
irangeeird , eb mel met kennis van bet instrument; liet-
geen eveneens te prijzen is. Jammer is het ecbter,
dat de klavierpartij van no. 2 geheel verkeerd afgedrukt
is, zoo dat de bladzijden elkander niet altijd opvolgen.
De vlijtige studie van beide werkjes zal voorzeker
■veel toebrengen, om onze klarinettisten, zoo wel in de
lunstvaai-digheid, als in de beschaving dcr voordragt,
aanzienlijke vorderingen te doen maken; te welken
einde Rec. dezelve da-n 00k ten sterkste aanbeveelt.
|
|||||||
Met dit stukis de teoetde jaargang van dit tjjdscbrift ten
einde , en de derde jaargang wordt in denzelfden vorm, en onder dezeifde voorwaarden voortgezet. De redaktie zal ceenc moeite sparen, om dit wefk steeds in belangrijklieid te doen toenemen, en zij zoo wel, als de uitgever , zullen bij elke gelegenlltid toonen, dat zij nieis anders beoogeo, dan de bevordering dcr liefde voor de toonkunst en de vermeerdering djer tennis van dezelve. |
|||||||