-ocr page 1-
-ocr page 2-

SÄ«

-ocr page 3-

Li-fl\'v\'fc.

-m

m,

vH. V

.•ft\' y^J"^ \\ » -

■ê

Sa

-ocr page 4-
-ocr page 5-

OVKR DE RIÎEKS VAN LAMBERT

-ocr page 6-

\' iK /

te^Tr .V^V ,. ijuivii . • \'. , \' ■

-ocr page 7-

OVER DE REEKS VAN LAMBERT

PROEFSCHRIFT TER VERKRIJGING VAN
DEN GRAAD VAN DOCTOR IN\'DE VVIS-
EN NATUURKUNDE AAN DE RIJKS-
UNIVERSITEIT TE UTRECHT, OP GEZAG
VAN DEN RECTOR-MAGNIFICUS D
R. J. A.
C VAN LEEUWEN, HOOGLEERAAR IN
DE FACULTEIT DER GODGELEERDHEID,
VOLGENS BESLUIT VAN DEN SENAAT
DER UNIVERSITEIT, TEGEN DE BEDEN-
KINGEN VAN DE FACULTEIT DER WIS-
EN NATUURKUNDE TE VERDEDIGEN
OP DINSDAG 25 OCTOBEK DES NAMID-
DAGS TE 4 UUR DOOR Jf-Q

JAN EVERT EDIE,

GEBOREN TE ROTTERDAM.

•tiU#THEEK DFR
HUKSUN)V£
n^n UTRECHT..

ELECTRISCHK DRUKKERIJ „ÜE INDUSTRIE" J. VAJJ DRUTJJ!; - UTRECHT.

MCMXXI.

-ocr page 8- -ocr page 9-

AAN DE NAGEDACHTENIS VAN MIJNEN VADER.
AAN MIJNE MOEDER.

-ocr page 10-

m.

» ; ;

iL.

"y.:

: V.. ^

-vV«;\'-

-ocr page 11-

Bij het voltooien van dit proefschrift is het mij eene be-
hoefte U allen te bedanken, die tol mijne academische vor-
ming hebben bijgedragen.

In \'t bijzonder geldt mijn dank U, Hooggeleerde De Vries.
Uwe welwillendheid Hooggeachte Promotor stel ik op grooten
prijs.

Voor den aanmoedigenden steun bij hel samenstellen van
dit proefschrift ontvangen, ben ik U Hooggeleerde Kapteyn
groolen dank verschuldigd.

Hooggeleerde Kluyveh nog dagelijks ondervind ik de groote
waarde van de lessen, die ik van U heb mogen ontvangen.

-ocr page 12-

■\'■\'v. > V

V

t-k:

m\'

m

i . m: -

•> . ■

JS

-J

". ■ \' .....■ ■ \' ■

m

«■ " , - » ■

-ocr page 13-

NHOUD.

INLEIDING . .
HOOFDSTUK I.
HOOFDSTUK II.
HOOFDSTUK III.
HOOFDSTUK IV.

HOOFDSTUK V.
STELLINGEN .

\'t Kenmerk der priemgetallen . .

Convergentie........

Soiinnalie.........

Algebraische transformaties. . .
Transformaties in asymptotische ont

wikkelingen........

Transformaties in hepaalde integralen
Transformaties met Calcul Symbolique

\'1 oepassingen.........

Bladz.
1

4
11

40
{][

77
1)5
102

108

12G

-ocr page 14-

errata.

(y l)V3

log

log

7 v.b. , —
u,

3 V. b. is weggelaten (30)
12 v.b. staat moet zijn

5 v.b.

3 V. 0.
7 V. O.

3 v.b.

7 v.b.

6 v. O.
5 V. 0.

V. 0.

(2 n)!

sin 2 a- /1
t

D-l

S log
h=l

n — 1

n

n h = i
n- 1
2

blz. 12 regel 2 v. o. staat

38

42

43

55

56

71

74
79
84

9i

91

91

91

9 V. O.
1 v.b.

(y i)V3 2

log

u„

Jl^n

(2n)!

moet zijn

(1 (1 -x^\'")^

Gd en 3 log 2 moet zijn C ^ en 51ogz

00
d=:l

sin 2 - /1
l

n-l

S hlog
h = l

n— 1

2

-in-l

— Z h
n h=i

n — 1

> V2 moet zijn \'/2

1 3(y4-l)

lOG de B\'s op regel 9 en 10 v. o. moeten niet dik zijn.

-ocr page 15-

INLEIDING.

§ L J. H. Lambert \') was de eerste, die de aandacht vestigde
op de reeks ^ ^  ......

Hij merkte op, dat wanneer men de termen van deze reeks in
reeksen naar opklimmende machten van x ontwikkelt en daarna
de gelijke machten van x samenvoegt, de reeks: x 2 x®
2 x» -f 3  4.X« 4x8-}-3x» -f ..

verschijnt, waarin de coêfficiönten aangeven hoeveel deelers
de exponenten hebben, de eenheid en het getal zelf meege-
rekend. Deze eigenschap is gemakkelijk lo bewijzen, want

ontwikkelt men = j^k  j-sk ^ ^ ^ ^ ^

slechts dan in die ontwikkeling voorkomen, wanneer k een

00 yk

deeler van n is. In do ontwikkeling van E . , zal x"

k = 1 1 — x*

dus evenveel keeren voorkomen als er getallen k te vinden
zijn, die deelers van n zijn. Do coGfficiönt van x" is dus
gelijk aan het aantal deolers van n; is n een priomgetal, dan
Is do coöfficißnt 2.

§ 2. Om deze eigenschap, die het probleem van de priem-
ßetallon verleidelijk dicht bij eene oplossing scheen le brengen,
»eeft
(le reeks van Lamukht de aandacht van velen getrokken.
^-UusEN publiceerde in
1828 eono transformatie in eene sterk
^^j^verg^ reeks.
Sghehk gaf in 1832 liet bewijs van deze

F\'1 Architeclonic o,\\or Theorie «Ie. Einfnchen und des

p 507 philosophischen und Mathomatinchon ErkcnntniH«. Riga 1771.

-ocr page 16-

transformatie: Hij ontwikkelde iederen term in eene macht-
reeks en schreef deze onder elkander op:

X x2 -f x3 X* . . .

X^ X^ X« X« . . .

De m® term uit de n" rij is x"»", maar dit is ook de n" term
in de m® rij, dus de ni" term in de n® kolom. De n" rij en
de n" kolom bevatten dus dezelfde termen. Veronderstellen
we 0<x<l, dan zijn alle termen van de dubbelreeks
positief en mogen wij ze dus in willekeurige groepeering som-
meeren. Men neemt eerst de termen van de eerste rij en
de eerste kolom bij elkaar. Deze zijn:

x 2x2-f 2x3 2x^-f 2x5 ......=

\\1 — x/

Dan neemt men de overige termen van de tweede rij en
de tweede kolom, daarna die van de derde rij en de derde
kolom enz. Die van de k" rij en de k" kolom" zijn:
X"\' 2 1) 2 X k(k 2) -I- ... = x^\'(1 2 x\'\'-f

\\i — x

De getransformeerde reeks wordt dus:

1 - x

§ 3. Eisenstein (1844) onderzocht de convergentie.

t. uk i_ , .

k^\'c!D~ük convergentie voor x<l. De conver-

gentiecirkel heeft de eenheid als straal. Op dien cirkel liggen
oneindig veel polen van L (x), ieder punt x = e2Tir

is na-
melijk een pool mits 7 eene rationeele breuk is. De con-
vergentiecirkel is dus eene singuliere lijn.

§ 4. Burhenne (1852) trachtte met de reeks van Lamhert
een analytisch kenmerk voor de priemgetallen le vinden. Hij

-ocr page 17-

wilde die reeks volgens Mac-Laurin in eene machtreeks ont-
wikkelen. Deze ontwikkeling is dan identiek met die van
Lambert zelf. Stelt men dus den coëfficiënt van x" in de
ontwikkeling naar
Mag-Laurin gelijk aan 2 dan heeft men
eene vergelijking, waaraan slechts door n priem voldaan
wordt. De resultaten waren niet zoo bevredigend als de
eenvoud deed verwachten. Ook latere onderzoekers als
Rogel en Curtze hebben er niets mee bereikt. Al stelde de
reeks op dit gebied te leur, ze prikkelde lot onderzoek.
ScHLöMiLcn, CEsaRO,
Knopp, Landau e.a. hebben belangrijke
eigenschappen gevonden.

Doel van dit proefschrift is een geordend overzicht te geven
van het voornaamste wat van deze reeks bekendis. Daartoe
zullen we in het eerste hoofdstuk de pogingen om een ken-
merk der priemgetallen af te leiden behandelen.

In hoofdstuk II wordt de convergentie en het gedrag in
de omgeving van den convergentiecirkel besproken. In een
volgend hoofdstuk de sommatie en die transformaties, die
daarvoor noodig zijn. In het vierde hoofdstuk de overige
transformaties terwijl in het laatste hoofdstuk eenige resultaten
uit de getallentheorie niet behulp van onze reeks zullen
worden afgeleid.

-ocr page 18-

HOOFDSTUK I.

§ 1. Om de reeks van L. volgens Mac-Laurin te ontwik-
kelen behoeft men slechts ID"

\\ lx = O

te bepalen. Hiertoe splitsen we

1

1—x"
1

x = 0

1

= D"

r in

1 -x\'

1 -x\'

t:

eenvoudige gebrokens en noemen — = cc.

K

1

Ao Bo

z
h= 1

Voor k even stelt men:

I-Xk x-l^x l"^
( Al. Bl. \\

X — e\'b« X —e~ih\'7\'

Substitutie van x=l 3, — 1 -fJ, e\'^a -f-Jene—«ha-f-^
geeft
Ao, Bo, Al, en Bi. waardoor we vinden: ^

l-x"^-

C — i h a

1

1

\'A k -1 I / e\' li«

_V i.

vx - r x -!- 17 h k \\xe i"h « xe- i\'h
Differentieert men dit n maal dan geeft dit:

n!

1

1

(1) D"

..k

1 -X

(-I)M\'

e — i h a

_______

We schrijven

nu X — e — i li 1 = 1^1, gl ^b dan is x_e"^ =

= Ri. e-\'ï^i. terwijl:

Ri. = (x^ 1 _ 2 X cos h «)V,, cos 01. = IZLC^giilf^. en

Ril

. sin h X
sm 4>h = —TT—.
Rh

eiha

-ocr page 19-

Substitueert men dit in (1) dan vindt men na eene korte
lierleiding:

1 1

2 /

v

1 \\ " i n\'

D"

l — x

. ( . 1 ^ n! V»t-1 cos (h g (n 1) 01.)
-r(-l) 2- v^

Voor X = O is nu cos 0h = — cos h «, sin 011 = 4- sin h x
dusói, =
tt — h terwijl cos(ha (n 1) 010 = cos !(n Ojt
— n h a ! = (— 1) " ^ cos n h waardoor we vinden voor
even k:

/ 1 \\ n t n\' Vs k -1

(2) =1^(1-(_ l)n \') 2^ coshn«

\' \' \\ 1 — x7x=:o k k h=i

Voor oneven k voert eene dergelijke redeneering tot het

doel. We stellen nu:
k-i

-I- Bl,

Ao

1

l-x\'\' x—1 ^h=i\\x —eili
voor
oneven k

Al,

en vinden:

x —

k—1
I
i

(3)

1 \\ n\' n\' \'

V coshn«

1 — x\'/xsso k k h = i

Zooals we reeds in de inleiding verklaarden is het aantal
deelers van n:

1 1 oc / vk \\ 1 co / 1 \\

n! \'x=on!kt:^i\\ 1—x7x = o n!k = i\\ 1—x7i=.o

en in verband met (2) en (3) vindt men zoo:

l J_ , 2 2n hT.

(i) T„= S p-^p = . P , V . , ,

p.q. ) I O h= /iq-1 2 n h r

q \' \' q hr=i q

waarbij voor p ieder oneven getal cn voor q ieder even getal
genomen moet worden. ^

Uil den regel van Leidniz volgt, dat -j) voor

\\ 1 - X /x=rO

k>n gelijk nul is, zoodat men in (i) de sommatie slechts
behoeft uit le strekken over getallen p en q ^ n.

-ocr page 20-

.§ 2. Met (4) vindt men nu Ti = j J [J^ ^ j = 1,
= 3, Ts = \'

1 -f O
1 0

Vb - \'Is
-

0 0
0 0

= 2,

T4 =

"/l5

V6

T6 =

= 4.

Ten einde dieper in de vorming van deze getallen door te
dringen, zullen we voor n = 7, 8 en 9 de substituties voor
p en q afzonderlijk uitvoeren. Daartoe schrijven we Tn =

= ^ ^^ en vinden dan:

Vi Wl

n

7

1

8

9

p=l

V w =

1 0

V

w = 1 0

V w = 1 0

q = 2

V\'i Wl =

0 0

Vl

Wl = 1 0

Vl Wl = 0 0

p = 3

V w =

Vs - Va

V

4- W = V, - V,

V w = V, V»

q = 4

V, Wl =

0 0

Vl

«•i = V, \'A

Vl Wi= 0 0

p = 5

V w =

V. -V.

V

w = V. - v»

V w = V. - V.

q = 6

Vi w, =

0 0

Vl

w, = Vs — V»

V, Wl = 0 0

p = 7

V w =

VT \'A

V

w = \'A - V,

V W = V7 - \'A

q=8-

Vl W, = V4 V4

V, w, = 0 0

p = 9

V w = V, 7,

V \' W

V W

V V w

^ V, Wi=\'J

^ v, w, = 4

V, Wl = 3.

We merken nu op dal, bij 7, p = 1 en p = 7 voor v w
éón opleveren en alle andere substituties nul, dnt voor 8,
de substituties voor p = 1 en q = 2, 4 en 8 éón opleveren,
de andere nul en bij 9 de substituties voor p = 1, 3 en 9 weer
éen, de andere weer nul geven en vermoeden dat alle sub-
stituties aan de eenvoudige wet onderworpen zijn: dat voor
iederen deeler van n de bijbelioorende v w of vi wi éen
oplevert en voor iederen niet-deeler van n de bijbelioorende
som nul is.

-ocr page 21-

§ 3. Zekerheid kunnen we krijgen door de reeksen in (4):
p-1

eos^^ en e\'cos—— te sommeeren. We ge-

h=i p h=i q

bruiken daartoe de identiteit

cos a cos 2 a cos 3 a .....cos m a =

_ sin ^h (2 m 1) a — sin a
2 sin Va a

2ns- —LllJ

Voor de eerste som stellen we a = en m —

%

dan is:

„ 1 . n TT

^ , sin n n- — sin -—

V cos—— ---^ = wanneer n ten

P 2sin^^

P

minste geen veelvoud van p is, in dat geval zou de breuk

onbepaald worden on substitueert men liever direkt in de

p-i

* 2 n h T p — 1

reeks, iedere term wordt 1 en dus —— = —^

indien p een deeler van n is, anders — ^Is.

2n7r ,

Voor de tweede som stellen we a = —- cnm= /aq—i

cn vinden:
V.

en:

. / nz\\ . n r
„ , sm nr--— sm-—

2nhr \\_qj__3. _

^ cos--------~~

»> = \' ^ 2 sin"\'\'

q

. nr . nr

cos n r sm--sm —

_-1 = _ i/j (1 -1- cos n z)

2 sm —

q

Is nu n ook even en geen veelvoud van q, dan is
cos-"- = — 1, is n oneven dan is de som gelijk O,

i»=i n 1 • 1 , 1

maar is n even cn een veelvoud van q, dan is de breuk

-ocr page 22-

weer onbepaald, maar geeft directe substitutie in de reeks

§ 4. Voor het bewijs van de wet van § 2 onderscheiden
we nu 5 gevallen,

p-i

1°. p is een deeler van n dan is - - v cos =

P p h = i p

P^P 2

p-1

2°. p is geen deeler van n dan is - -f - V cos =

P P h = l p

19 F

3°. q is een deeler van n dan is n even en:

40. q is geen deeler van n en n is oneven dan is:

5°. q is geen deeler van n en n is even, dan is:
0

Hh-X-i=o.

Iedere substitutie voor p of q levert dus 1 of O, naarmate
P en q al of niet deelers van n zijn.

§5. Het opstellen van een kenmerk voor de priemgetallen

>s m, gemakkelijk. Behalve 2 zijn alle oneven, het is dus
voldoende de substituties slechts voor oneven getallen uit te

-ocr page 23-

voeren. Zoo vond Burhenne dat alle priemgetallen > 2 vol-
p-i

(\\

— — cos

doen aan:2
p

2nh7r\\

2 2

\\p pu = l P

Tegelijk blijkt echter, dat deze vergelijking eene vanzelf
sprekende identiteit is, die ook wel zonder de reeks van L.
afgeleid had kunnen worden en dat het difTerentieeren van
deze reeks vóór de sommatie geen ander resultaat heeft gehad,
• dan dat het op de gedachte gebracht heeft bij de reeks

cos —naar iets karakteristieks voor de priemgetallen
te zoeken. Bezien we de zaak van dezen kant dan kunnen
we trachten uit de reeks ^ cos
" " ^^" nog eenvoudiger func-

/ \\
n

— 2.

ties af te leiden, die 1 of O opleveren naarmate r een deeler
van n is of niet. Noemen we eene dergelijke functie x
dan is voor
oneven r:

nsr

sm n - — sin

\\P/ p ph = i p

2 sin

P / P

Is p geen deeler van n dan is de teller nul en de noemer
niet, is p wel cen deeler, dan is de breuk onbepaald, maar
wordt feitelijk bedoeld:

, . 1 sin X
Lim--= 1.

J[sin n !r
"P

1 2--

n TT

n TT

sm

x-M>7rP • X

\\

sm-
P

Voor even r is verder %

,2V.\'t-i 2nh
- 2/ cos

q h = i
sin

fn • "

__ (

Is n nu ook even dan is x

\\

1-1-

n T

2 sin

-ocr page 24-

■.nr . nr .nr,. nr
sm»— , smnrcos— — cosnrsm--rsm —

q 1 q q q

q ^.nr q _.nr

^ 2 sm — ^ 2 sm —

q q

, /n\\ 1 sin n r n r

dus y —1 =--cos —

\\q/ q . nr q
^ sm — ^

q

Gemakkelijk is te zien dat deze functie voor alle waarden
van n goed is, want is q geen deeler n, dan is de teller nul
en de noemer niet, is q wel een deeler dan is n even. Tevens

blijkt waarom bij even r een factor cos ^ noodzakelijk is,

sin X q cos n r . . ,

want Lim -= -- en dit is q als n een even

sm— cos —

q q

aantal malen q is en — q als n een oneven aantal malen q
is, de factor cos ^ zorgt nu voor het goede teeken. Daar

de grenswaarde van — — gelijk is aan p, kan men in

sin —^
P

(5) zoo\'n factor niet gebruiken.

De formule (G) is om ie rekenen in eene andere, die voor

, , , ., , TA 1 sin n r nr

even en oneven deelers beide geldt. De vorm---cos —

r . n r r
sin —
r

is nul, wanneer r geen deeler van n is, is r wel een deeler
dan is de waarde van den vorm cos n r. Voor even n is
dit -f 1, maar — l als n oneven is. Hieraan is tegemoet
te komen door nog een factor cos n r toe te voegen, die in
het laatste geval voor het goede teeken zorgt en in het eerste
niet schaadt. Zoo vindt men voor iedere n en r:

n r

\\ 4 • • r» cos -

1 Sin n r n r sm 2 n r r

n

cos — cos n r =

r . n r r 2 . nj

sm— rsm —

r r

en = 2 J^.

^ r=i . nr

rsm —

, sm n ---

(6)4—^-^

-ocr page 25-

HOOFDSTUK II.

CoiiYergontie.

00 x\'\'

§ i. Definieert men eene reeks van Lambert als bk . \' n

k = 1 1 ~~

dan geldt voor hare convergentie de volgende wet:

Als bk convergeert, dan convergeert de reeks voor iedere
waarde van | x | die van I verschilt. Is ^ bk niet convergent,
dan is het convergentiegebied van de reeks het binnenstuk van
den convergentiecirkel van de verwante machtreeks bk x*^.
In ieder afgesloten geheel binnen een convergentiegebied ge-
legen deel, is de convergentie uniform.

Om dit te bewijzen gebruiken we het kenmerk van Abel\'):
wanneer ]£ak convergeert en ^ | vk— Vk 1 | is convergent, dan
zal ^ ak Vk convergent zijn en deze convergentie is uniform
in een gebied, waarvoor iedere waarde van x, | Vi | en Ui =

z= I vi — Va I I V2 — Vs I enz____beneden vaste waarden

blijven.

x"

Veronderstel nu eerst bk is convergent en neem vk = ^ __ ^it

dan is:

dus als I x |< 1:

x" (1 - x)

Vk - Vk 1 I =

2 I x\'

I Vk - Vk 11<

Ook is er dan eene waarde m te vinden, zoodat voor alle
k ^ m, I x\'\' I bijvoorbeeld kleiner dan \'/a zijn en dus | 1 - x\'\' i
en
1 1 — x\'\' \' I > \'/s. waaruit volgt:

\') Biiümwich: Iiifiniic Serie» p. 205, 200.

-ocr page 26-

, 21X00

S Ivk-vk il^ s  s I X I dus eindig.

t = m k = m 12 . ƒ2 k = m

GO jj k

De reeks Z bk . _ convergeert dus in dit geval. Om aan

k — 1 A ^

te toonen, dat zij uniform convergeert voor x < p < 1 merken
we op, dat:

f ivk-vk ii<s n-

^^ ^ — P kt^I k = l l-

p \' k-i\' " "k" i| i-x*^!! i-xi\' \'i

van eene zekere waarde k = m af, zal /j*" < \'/a zijn en dus is:

Ui<2\'"z,__^__

^^ 1 _ , I 1 _ ^k t 1

m - 1 ^k ^ .

= 2

I Vl I en Ul blijven dus beneden vaste waarden, waarmede de
uniforme convergentie bewezen is.

00

Is I x > 1. dan schrijven we S bk-c =

k = i 1 — x*^

_ co

— .X bk X bk-:;-en behoeven slechts de uniforme

k = i

^ bk

convergentie van X aan te toonen. Voor Vk nemen

K ——. 1 J Jk

1

1 -x\'^

we

- Nu is I vk — Vk 11 =

1

1-1

X

<

1

1

x" (1 - x)

0 1

k

1

Daar | x | > 1 is, is er eene waarde m te vinden, zoodat

> \'/sis, dan is 1---

x"

X

co oo

CO

- = 8 V

k= m

en dus ein-

en ZJvk -vk ,|< V

«=» k =m \'12 . \'h

voor alle k ^ m, !

en

-ocr page 27-

dig, de Lambertsche reeks convergeert. Verder is weer voor

x|>^>l |v.| =

<

en

l-p

1 —X

co

U,= Z Ivk-vk i <

k = 1 k = 1

00
v

Xi

1

1

< 1 is, blijft dit net als in \'t vorige geval beneden

eene vaste waarde de reeks convergeert dus uniform in het
gebied j x ]>/?> 1.

Veronderstellen we nu dat ^ hu divergeert. Bepaal dan p
co

zoodal Z bk x\'\' convergeert, dus ^ ^ 1. Neem nu in

1

dan zal dc reeks

k= 1
CO x"^

X bk j _ als reeks der v\'s : Vk = ._

k — 1 » X 1 X

en daar

co co

ak = bk x\'\' dus convorgeeren. Blijft aan le loonen

X

dat \'Z |vk - Vk 1 I convergeert. Nu is:
k = 1

Vk — Vk I I =

xMl -x)

2 x

<r

Evenals le voren toont men ook nu weer aan dal de reeks
der I Vk — Vk 11 convergeert en dat hare som heneden eene
vaste waarde blijft. Kr moet dan nog nagegaan worden of
hel gebruikle kenmerk der uniforme convergenlie wel goed
is, daar
Buomwigu (p 206) hel adeidl voor hel geval dat
00 00

ak niet do veranderlijke x beval. Maar daar bk x" uni-
k = l k=:l

form convergeert, voldoet deze reeks aan alle eischen, die hij
de afleiding van hel kenmerk door
Bhomwich aan ak gesteld
werden, waarmee dit bezwaar vervalt.

§ 2. Wanneer ^hk convergeert en dus de Lamberlsche
reeks binnen en huilen den eenhpidscirkel beslaal, is het niet
noodig dat de waarden binnen (Fi(x)) en builen den cirkel
(Fh(x)) voorlzetlingen van elkaar zijn. Wel beslaal er een

-ocr page 28-

/l\\

verband tusschen Fi(x) en Fi, - , want is jxK 1 . dan is:

flV

X ^

x\'\'

co

= Z bk

00

E bk
k=:l

Fi(x) Fb

= - - bk.
(M k = l

1 —X

k = l

§ 3. Om te bewijzen, dat de reelcs van L. eene functie
voorstelt, die niet over den eenheidscirkel voortgezet kan
worden, is het slechts noodig, dat we aantoonen, dat overal
op den omtrek eene dicht bijeenliggende menigte punten is,
waar L (x) oneindig wordt. Dit gebeurt nu in ieder rationaal

u en x = ^e2"\'n(nen
x\\

L (x) I = co zijn.

1 - —
Xo

n\' onderling ondeelbaar) Lim |
/ />-)■ 1

Eene dergelijke nadering lot xo, waarbij slechts de voer-
straal verandert, het argument hetzelfde blijft, zullen we eene
radiale nadering noemen. Voor de berekening der limiet

co

x^

splitsen we E -^ in twee deelen en naarmate

k = 1 1 X

k = 0 of ksj^O (mod. n) is. Nu is:

randpunt, zelfs zal, als Xo = e

V = V _ ^ W ^V"

, V n

Noemt men /3" = y dan vindt men:
Lim{l
-p) (1 -/3")Zi = -Lim(l-/j"):i:i =

1 co V*
= -Lim(l -y) X -r^-

waarmee de nadering lot het randpunt teruggebracht is tot
de radiale nadering van het punt -f 1. Nu is voor O < y < 1.
co „v ro V

(1 _ y) V —I_= V_y^

co V» 1

v=i 1 - y\' v^i 1 -f y -I- ~7:y
dus:

co

Lini (1 — El > 7 Lim log ~— en dus cc.
n y->i 1 — y

-ocr page 29-

Kunnen we nu aantoonen, dat Lim

X-»-3C„

eene grens A blijft, dan is de stelling bewezen. Is k^O
(mod. n) dan ligt Xo\'\' in een van de (n — 1) andere hoek-
punten van eenen regelmatigen n-hoek, waarvan het eerste
hoekpunt in 1 ligt. Voor O ^ g 1 is er altijd eene
positieve eindige grootheid h aan te wijzen, zoodat | 1 — x\'\' | ^ h
is. Vpor n = 2, is h = 1, is n > 2 dan is h de lengte van
de loodlijn uit het hoekpunt 1 op den straal naar het
eerstvolgend hoekpunt neergelaten (ligt x\'\' niet op dien eersten
straal dan geldt de ongelijkheid ii fortiori.)

2 -

Dus h = sin — en daar n eindig is, al kan n groot zijn,

00 l^^lk
<Lim(l-^) =

X -> X. Ic = 1 11

xo\'

is h ook eindig.
Nu is echter Lim

x-^r,

1

= Lim f- = ^ = A (eindig), waarbij voor het gemakkelijk som-

I x l\'\'

meeren in de reeks nog eenige termen te veel opge-

schreven zijn.

§ 4. Voor Lamberlsche reeksen geldt de volgende eigen-
schap van
Franei. \') afkomstig, maar hier iets algemeener
uitgesproken. Wanneer de coöfficlenten hk zoo gekozen zijn,

dat voor een bepaald geheel getal n, alle n reeksen^^^
convergeeren (/ =0. 1. 2. 3.......n — 1), dan is, wanneer n\'

4ti ^ , ..

\' hu

x"

co

v

en n onderling ondeelbaar zijn en men stelt xq = e
radiale nadering:

(1)

Lim

1 hk

xo/k = l 1—x^

00 Ij

Fhanel merkte zelf al op dat, wanneer v —^ van nul ver-

V = 1 n v

schilt, Xo een singulier punt van de Lamberlsche reeks moet
zijn, want de linkerkant van (l) moei dan den vorm O X

/

1--

\\ XoJ

beneden

»)"Su71a~th6orio tic« 8«5ric« Mnlh. Ann. IJtl W (1890) p. .V29-540.
») Knoit. Über Lambcrtscho Kcilicn Crclle. Htl. 14\'J (1013) p. 283.

!i n v

-ocr page 30-

aannemen. Is dit voor od veel verschillende waarden van n
waar dan heeft de reeks ook
od veel singuliere punten. Dit

is zeker het geval als alle bk > O zijn en 2 y convergeert.

De eenheidscirkel is dan singuliere lijn. Hij is ook convergentie-
cirkel; dit spreekt niet vanzelf, S bk zou kunnen divergeeren,
de convergentiecirkel is dan dezelfde als van ^ bk x"^. Maar

als S Y convergeert is Lïïïï y ^ 1, dus Lï^ bk ^^ 1

en omdat Sbk divei-geert is Lïm bk ^ 1. Uit beide be-
trekkingen volgt Lïm iK bk = 1. Nu convergeert S bk Xk voor
waarden van x, die
Lim iK | bk Xk |< 1 maken of voor | x |

Voor bk = 1, is X ^ niet convergent, daarom moest voor

de reeks van L. een afzonderlijk bewijs gegeven worden. Dit
is het eerst gedaan door C. H
ansen, erg ingewikkeld; het
eenvoudig bewijs van § 3 stamt in wezen van
Landau.

in\' —

Om de betrekking (1) te bewijzen, stellen we weer x = pc "
en splitsen de reeks weer in twee stukken en naar-
mate k al of niet = O (mod. n) is, terwijl we voor /s" y zullen
schrijven. Eerst bepalen we:

co

Lim(l V, =Lim(l - p)!, b

/ t n

v = l l—p

/>->! A —ƒ3 v=l 1 -p

Lim (1 - y) V b.., = Lin. §
n
y-^i v=i 1-y\' y->iT=i nv 1 y y*........y^ \'

M Démonstration de l\'impossibilité du prolongement analytique do la
série de
Lamheut ct des séries analogue«.

Oversigt over det kongelige Danske Vidcnskabernofl Selskab Forhand-
lunger (1907) p. 3—19.

-ocr page 31-

Om deze limiet le bepalen, mogen we in de reeks rechts
5\' = 1 substitueeren indien deze reeks voor 0<Cy<Cl uniform
convergent is en ook voor y=l convergeert (
Abel). Het laatste

is gegeven, voor het eerste schrijven we = «nv i /3nv.
Uil de convergenlie van volgt dan die van «nv en

van X (3uy. Noem nu tv = j y^yil^......y v -1

moet vooreerst de convergentie van «nv tv en van ^nv tv
aangetoond worden, dus slechts bewezen, dat tv monotoon af
neemt en dat ti kleiner is dan eene constante.\') Nu is:

V y V _ yv 1 _ y V 2..........ylv

\'\'~\' y ....y^-Od y\'-i .....Yr

Dit is zeker positief, want ieder der v termen y^ ^y ^*^,
.....y®^ is kleiner dan y\'\'. De reeks tv neemt dus steeds af

en voor v = 1 is ti = ^ dus < 1 . De reeks w-j^ tv conver-
geert dus, mits 0<y<l . Daar in dit interval tv (y) steeds
positief is, convergeeren de reeksen «nv tv en /3nv tv

uniform -) en hieruit volgt hetzelfde voor de reeks tv. want

als voor:

(Xi g co f

Ai^ m, I «„V tv I < 5, t\'U voor A ^ nu, | ^ ^\'»v tv ! < (waarbij

e eene willekeurig vooruitbepaalde kleine waarde heeft), dan

is als aan de grootste der waarden m en mi:
co co

::: anvtv i::: i3„viv <f.\'

De substitutie y=l in de limiet is dus geoorloofd en geeft:

.. ,, ^ b„v _vy;;_ . ^ l)„v

Lun ( _ ö) V, = Lun ^ -, , ,-= L —^

^ y-\'-\'v 1 nv 1 -f y y^-f-.......y"-» „y

Om het bewijs te voltooien, is het voldoende aan le toonen,

\') UuoMWlcn «Infinito Serie«» p. 48. § 19.
\') IlRoMWicn «Inrinite Serie«, p. 113. § 44.
\'2,

-ocr page 32-

dat Lim (1 — Sa =0, dus dat voor iedere waarde van
^ = 1. 2. 3----n — 1 bij radiale nadering:

00 x"*\' l

s bnv I , = O

Xo/V = 1 1 — xnv \' \'

1—^

Lim

\'O • \\

Noem nu = dy zoodat S dv convergeert, dan is te

nv c

bewijzen

,. ^ , (n V O xnv / (1 _

Lmi E dv -—-r------- = O

v=i 1 — xnv /

Voor X = Xo dus p=l, is de waarde der reeks nul; het
is dus weer genoeg te bewijzen, dat zij in hel interval
0<C/\'<Cl uniform convergeert. Nu is:

1-x\'yv

= V d (nv /)y- 1-yv

v^i \'l y y" ...y^-M-x\'y" l - p- ~
_
(i ^ (nv O _

1 V = /\' i-fy-f y2 .,.yv-ir_j.»yv-

Ten einde de uniforme convergentie van deze reeks aan to
toonen, bewijzen we die eerst voor de reeks
co (r, V 4- /) y*

E dv ____■ ■■ I --en daarna voor de bedoelde

V-! 1 i- y y\'\' . ..y\'\' \'

] _ yV

reeks, die ontslaat door iederen term met —le ver-

1 — xy"

menigvuldigen. Het eerste kan gebeuren als bij de reeks
E ~ tv, voor het tweede is het kenmerk van Ahel voor

reeksen met complexe termen noodig, zooals we dat eenigs-
zins uitgebreid hebben voor het bewijs in § 1.

We toonen dus eerst aan dal <ï>v (v) =-^ y"-^

eene monotoon afnemende functie is. Nu is:
(y) _ cp, ^ , (y) _ri(nv /)-n(y y^-|-y» ..r)l _

= yMn(v —y-y=\'-y3....yv)-f / j___

(I i-y y^^ .-.r-\'jd y-f y^«-!- ....yV)\'

-ocr page 33-

Voor O < y < 1 is cpv (y) — i (Y) zeker positief, cpv (y)
neemt monotoon af, voor v = 1 is 0i (y) =
^^ ^ < 2 (n O

00

en daar S dv convergeert is aan alle voorwaarden voor de

V=1

00

uniforme convergentie van S. dv (pv (y) voldaan.

00

\'yv

? = i

, _yv

Voor de uniforme convergentie der reeks IS dv (pv (y) j-—

T= 1 1 A

1 — y\' 1 — yy \'

conver-

X\' yV I

I — x\' y"

GO

is nu noodig dat

V=1

geert en eene som heeft die kleiner is dan eene eindige

van y onafhankelijke waarde. Ook moet
zijn dan eene dergelijke vaste waarde.

t-y

1

kleiner

(l-x\'y^)(l-x\'yv 1)

1 —y\'- 1 - y^ \'
1 _ x\' yv "" 1 — x\'y V 1

Alle punten x\', x\' y\\ x\' y ^ \' liggen op de stralen van
een regelmatigen n hoek, die een hoekpunt in x = 1 heeft;
op den straal naar dit hoekpunt ligt geen der bedoelde punten.
Evenals in § 3 kunnen we aantoonen, dat | 1 — x\' y* | en
I 1 _ X\' yv 1 I altijd grooter zijn, dan eene waarde h

(h = sin^ als n > 2, anders 1), terwijl | 1 - x\' | < 2. Zoo

vindt men:

<175 yMl -y) en dus

00 \'
1-

v-^l 1

1

yv(l-y)(l -X\')
(1 -x\'y\'\')(l - x\'yv >)
1 — y" I ^yv 1

c) co 0 0

c\'vV 1

r 1—x\'y
1-y

< - is hiermede de uniforme con-
1—x\'y h

vergentie tier bedoelde reeks aangetoond en tegelijk bewezen,
dal Lim (l -/
j) Ii:» = 0.

- /j) Zi = § ^ volgt hieruit de

v=inv

Daar ook

In verband met Lim (1 — /j)

juistheid van (1).

-ocr page 34-

§ 5. Ook voor het geval, dat x niet radiaal tot Xo nadert

/

1 - —
Xq/

Daarvoor maken we gebruik van eene stelling, die door Appell
gevonden en door Pringsheim voor complexe waarden uitge-
breid is.
Appell bewees, dat wanneer X ak x\'\' en X bk x\'^
den eenheidscirkel als convergentiecirkel hebben en voor x = 1

00

X akx"

divergeeren dat dan Lim^^^^-= Lim ^ mits deze laatste

^ U k k->Mbk

Dk x"

k=0

limiet bestaat.

Appell stelde zich voor dat x langs de reeele as tot 1
nadert. Pringsheim breidt dit uit voor het geval dat x door
complexe waarden tot
1 nadert. Hij voert daartoe het begrip
uniform divergent in, en noemt de reeks bk x^" uniform
divergent bij x = -f-l, wanneer het mogelijk is binnen het
convergentiegebied bij 1 een gebied af te zonderen, b.v.
een gelijkbeenigen driehoek A met eindigen tophoek, met den
top in -j- 1 en de beeiien synnetrisch ten opzichte van de
reêele as, zoodat (en minste binnen dit gebied

is de waarde van Lim

x->10

x\\ , x\'\'

S bk -Ç te bepalen.

k = i 1 — x"

^ a > O, waarbij « eindig is.

co

S bkx-«
k = 0

co

X I bk x"
k = 0

Na deze afspraak bewijst Pringsheim: Wanneer ]£akX^ en
X bk x\'\' den eenheidscirkel als convergenliecirkel hebben en
beide voor x=l divergeeren, terwijl de tweede reeks posi-
tieve coêfficienlen heeft en uniform divergeert, dat dan als

M^x bk ~ ^ ^^^ nadering van x tot 1 langs

\') CesîIro: Déiuonstralion d\'un théorème do M. Aitell. Mathénis
1893. p. 241. Ook B
romwich: Infinité Bcries p. 131. § b2. Ex. 1 en 2.

Prin^kheim: Ubcr don Divcrgenzcharakter gewisuer rolenzreihen.
Acia Math. Ud 28 p. 1—30 (1904).

-ocr page 35-

00

S ak yi

complexe waarden, mits binnen A: Lim-—g.

k=0

De voorwaarde, dat Lim bestaal, is nog iets algemeener

te maken, want stellen we ao = Ao, ao ai == Ai enz. en

eveneens bo = Bo, bo bi = Bi enz. dan is het al voldoende

GO

^ akx"^

dat Lim ~ bestaat; is deze g, dan is ook Lim ----= g.

k co Bk * \' bk x"\'

k^O

Dit is werkelijk eene uitbreiding, want uil Lim \' =g volgt

k->\'00t)k

Lim ^ = g maar hel omgekeerde is niet altijd waar.
k-foo Bk

§ 6. Mei de stelling van PiuNfiSHEiM kunnen we nu aantoonen,
bk
k

dal wanneer ^
(n\' en n ondei

convergeert\') en wanneer xo = e - "\' „

ing ondeelbaar) dat dan bij willekeurige na-
dering, mits binnen A

(O) LimS bkA! =

X-.X, \\ xo/k = i 1-xM v^inv
Stelt men x=.xo t dan is:

Lim 5 f, ,, ! = Lim S (1 _ l) § bk ^^

^-^^iy Xo/kri \'l-xM \'k 1 1-xon

We ontwikkelen nu alle breuken in reeksen cn vereenigen

alle termen met gelijke machten van xo t, dan gaat de reeks

00 y k f k 00 QO

bk - over in ^ ak Xo •\'r waarbij ak = b,i.

k = l 1 — Xo "l" k = l .11 k

Men vindt zoo ^

) l(akXo\'\')t\'\'

(3) Utn (1 - l) V (a, „o t" = pi"/ - ""-bo ^ •

t 1 k = 1 \' \' —\' V ^k

_ k = 0

\') In tegenstelling met het geval vnn radiale nadering moet do reeks

nu absoluut convergeeren.

-ocr page 36-

GO

Nu heeft de reeks E tk positieve coefticiepten en is voor
k = 0

t = 1 uniform divergent, want:

1

00
k=rO

1 —t

00

SitM
k = 0

1

_ l-|t|
~ ii-tr

1 -iti

Teekent men nu in A ( 1) den bedoelden gelijkbeenigen
driehoek ABC en neemt men binnen dien driehoek een punt P om
t te bepalen, dan is 1—lt| = OA— OP en| 1—t l = PA dus

l^zlll _0 A — OP ggg^

I 1 — 11 PA

punt binnen den driehoek oneindig klein kan worden, dus steeds
grooter is dan eene eindige grootheid Ä. Slechts als ZBAO =

= 90" zou ^ ^ ~ ^ ^ tot nul kunnen naderen. De tophoek
P A

moet dus kleiner dan 180*^ zijn; naderen langs den conver-
gentiecirkel is uitgesloten.

We mogen (3) dus met de stelling van Pringsheim berekenen
en vinden:

_Lim JL" ^\'o\'\' ........ak Xo

k-^OO - ,

co

E bkT
k = i 1 —
x

..V

We maken nu gebruik van de eigenschap ak = E bd en vinden:

d I k

ai Xo a2 Xo^ -}- as Xo\' ..............ak Xo =

b, Xo b, Xo» -f b, xo^" ........................bl Xo"

• k

b2 Xo\'\'  bz Xo\' ..............bï (xo^)

k

1)3X0=» 1)3X0" 1)3X0» ...... b8(Xo\') ^

.................

k

X b„ Xo" b„ Xo-" b„ xo^" .........bn(xo") "

...................

X bvD Xo\'" bv„ Xo«"" bvn Xo\'"" .....bvn (Xo")

-ocr page 37-

Vestigen we de aandacht op de gemerkte rijen, dan zijn de
factoren, waarmede de b\'s in die rijen vermenigvuldigd zijn,

alle 1, de eerste van die rijen heeft

vn

, termen, de tweede

n

zoodat we voor de som van alle

in \'t algemeen
gemerkte rijen vinden:

k

n
V

V = 1

vn

en dus is:

(ai Xo 32 Xo" .....ak Xo ) —

■ V = 1

kl„

bv„ f =

(5)

vn

waarbij in het

= b, \\-^ —.......

1 — Xo 1 —

tweede lid geen termen mogen voor komen, die sommen
zijn van reeksen met Xo°* als reden. De modulus van hel
eerste lid is kleiner dan de som der moduli van het tweede.
De punten xoi* liggen in de hoekpunten van een regelmatigen
n hoek in den eenheidscirkel beschreven, maar hel hoekpunt
X = 1 komt niet voor, omdat de reeksen met reden xo"* overge-
slagen zijn. I 1 —
Xo"\' I heeft dus als minimumwaarde de zijde

van den regelmatigen n hoek = 2 sin Nu is de omtrek van

een regelmatigen veelhoek grooter dan de middellijn dus

2n sin - > 2 en daarom | I - xqP I > j:« Ieder der coemciönten

n u

van de b\'s in het tweede lid van (5) heeft dus eene modulus

ll_Xol, 2 _

n

2
n

De som der moduli van het tweede lid is dus lb

V=1

1 - XO

■Xo\'

1

waarbij do ongelijkheid nog versterkt is, door bn, ban

, die er niet bij behooren er ook bij to tellen. Men

vindt als resultaat:

-ocr page 38-

vn

(6) |(aiXo-f a2Xo^ a3Xo® ........akxe»^)- S

k

< n z

v= 1

(7)

n

1

k v^i

k

bvn

V n

n k

<- S |bvl.
k V^:^ 1

\\l

n ^ ^ n

Hel tweede lid splitsen we in - X i bv | en - X lbv|

k V = 1 k V y-g

en nu blijkt de limiet van beide stukken nul te zijn, van hel
eersle, omdat de reeks zoo weinig termen heeft, van hel
tweede, omdat de termen zoo klein zijn. Want is G een
getal, dat voor iedere v grooter is dan | b1 | dan is:

Lim ^ X I bv l< Lim G = O

k -»• 00 V = V k

en dit is nul omdat volgens dc veron-

k-»-00 k v\'^1
k

n ^

Verder is Lim- Z |bvl=Limn X

bv I of:

ai Xo 32 xo^ a^ Xo® ......ak xo\'\'

k

Lim n V
V = Vk

convergeert.

V kl

derstelling

Hierdoor vindt men uit (7):

(8) Lim ^^  = Lim i v

k->CO k k-fOO k v = l

v n

Wanneer nu ü ^ ö ^ 1 dan is:
k

( k

Lim ^ V h^,,

lt-*co K v = l

k

-Ö =

V n
k

= Lim 7- X bvn

k->oo K vï=J

V n

1  = Lim X — — Lim p V
k-»-ao
v=t vn k-fxk v=:i

-ocr page 39-

<Lim,- Z |bvn|<Lim| S ibvl=0
k
V = 1 k->-oo k v = l

Nu is Lim bvnö

kv=i

t->-QO

zooals juist bewezen is, waaruit volgt:

fk k

1 "
Lim -r X bvn

k->oo k v = i

= Li„, v>

_k
v n

k->oo v = i v n

Lini ^ a2 Xo\' -4-.....ak Xo\'\' _ ^

zoodat (8) overgaat in:

(9)

en we met behulp van (4) vinden:

\\ \\ ^
1 - ^ b:: bk

x"

= V

T = 1 V n

Lim

..k

Xo/k=l 1 — X

§ 7. . Riet behulp van (6) is een iels algemeenere voor-
waarde voor de niet-voorlzethaarheid van Lamberlsche reeksen
op le stellen:

Eene binnen den eenheidscirkel convergeerende Lamberlsche
reeks met positieve coöfficiönten stelt altijd eene niet over
dien cirkel voorl le zeilen functie voor, wanneer voor on-
eindig veel waarden van n do betrekking geldt:

k

i: b,
Lim = O

(10)

k->00 j. V hv"
nv^kVn

Omdat bk positief is volgt uil (6):

k

n

I ai Xo -f aj Xo" ----ak xi — ^ bvn

v = l

Jl

V n

<n bv of:

V=1

k

k

I)

. k .

n

r^l vn v=l

k

i: 1
»=1

-ocr page 40-

(11) I ai Xo 4 a2 xo\'\'\' .... at xo\'\' - k Z —

v=ivn

Z bvn4-n Z bv = (n4- 1) Z b..

V = 1 V = 1 T = 1

k

Z bv

V = 1

of

<(n 1)

ai Xo a2 XQ^ 4-.....ak xp\'^

n

k Z

Jvn

k Z

v=i V n v = iV n

Laat men k oneindig worden dan geeft dit in verband,
met (10)

(12)

Lim

k->QO

ai Xo 4" a2 Xo® 4".....ak Xo\'\'

= 1.

k
n

k V

v=iv n

bvn

Nu stellen we k Z — = Dk, dan is Dk>Dk-i en dus

v = i V n

Dk — Dk-i = dk een positief getal. Nemen we bovendien
dl = Dl dan is Dk = di 4" d2 4- da 4".........dk en zal

<

Lim Dk = co , want uit (10) volgt dat k Z —

oneindig groot

k->Qo

wordt. Men heeft nu:

V n

co , .
Z (akXo\'\')t\'\'
k=l___

Z dk
k = l

Lim
t-»-i

— T i.» Xo4- a2 Xo\' 4-

ÜLk Xo\'

= 1 (volgens 12).

-Lun

k->oo

co

Nu is Lim Z dk t\'\' = Lim di t 4- dj 1« 4-......dk t" = co

t-fl k = lQ0 t-*!

dus moet Lim Z (ak xo\'\') t\'\' ook oneindig worden: Maar
t->i k = i ®
r • ^ CO jjk

Lim Z (ak Xo\'\') t\'\' = Lim Z bk ;-r dus is Xo een singulier

k=l k = l 1 —x"^

-ocr page 41-

punt van de Lamberlsche reeks, waarmee de niet-voortzet-
baarheid aangetoond is. Niet-voortzetbaar is dus eene Lam-
berlsche reeks wanneer: 1° convergeert.

^ bk k
2°. bk = 1, want dan is Lim-
^ = Lim -------= 0.

nvjk vn n n^kV

een nieuw bewijs dat de reeks van L. zelf niet-voortzetbaar is.

3°. bk = 0 of 1, naarmate k een priemgetal is of niet,
want dan is:

k

Lim —= Lim = O, voor alle ondeelbare n.

k->QO b^ k->co J.

nv^ k V n n

De reeks —waarin pk hel k\' priemgetal is, is
k = i i_/k

dus niel-voorlzelbaar.

00 v\'k

Ilelzelfde geldt voor de reeks , waarbij ci c»..

k I 1 _ X

willekeurig aangroeiende getallen zijn, voldoende aan

y,„ = ü waarbij c(m) het aantal der ck beteekent,

m 00 ni

waarvoor k ^ m is.

ij x\\ x\'\'
§ 8. De waarde der Lim 1 -

*->•*, \\ Xo/ k = 1 1 — X

zullen we nu onderzoeken, wanneer = f = en y

irrationaal is. Eenig idee hierover kunnen we krijgen, door

de coGmdönten bk zoo te kiezen, dat in (2) te bere-

kenen is en daarna n geleidelijk oneindig te laten worden.

1 k^ 1
Voor bk convergeert y = - (2):

-ocr page 42-

co
; y

v=ivn \\vn

1 /1

Lim

kèi k^ 1 - x\'^

Xo

1 co 1 1 1

Dit nadert voor groote waarden van n tot nul, het vermoeden

ligt voor de hand dat voorl=e^ ~\' " Lim ]

v -i - \'

00

1

1

= 0.

f/k = ikM—x"

Knopp heeft aangetoond dat dit vermoeden juist is en dat de
limiet zelfs nul is voor iedere waarde van bt mits 2
I bk | con-
vergeert en X radiaal lot f nadert. Hij breidde daartoe
eerst de stelling van
Appell en Pringsheim (§ 5) uit. Evenals
in § 5 denken we ons weer een gelijkbeenigen driehoek met
den top in -f 1 en zoo dat ten minste binnen dezen driehoek
y I xM

f^ g ß iß eindig).

Nemen we nu oneindig veel reeksen Z ak Wx*\' (A=1.2.3.....),

aoW 4- a,U)4-......ak

— =ex

k 1

terwijl voor iedere A bestaat: Lim

k-»-oo

--g;

k 1

en er telkens een getal k^ aan te geven is, zoodat:
aoW-f .........ak(^)

< ^ ^ ßi voor alle

^ ^ k; terwijl k;. =Am en f eene willekeurig klein le kiezen
grootheid is, en wanneer er bovendien eene constante H be-
slaal, ^oodal voor alle K en
A

aoMH- ........a^iX)

k T ^^

= I

< H
^ k 1

dan bewees Knopp\'), dal er met den top in -f 1 een drie-
hoek A met basis 2c zoo aan te geven is, dat voor alle x

2c

in een driehoek A, met de basis

^ A

co

(1-x) £ akWx^-g^

k = 0

§ 9. Deze stelling van Knopp zullen we nu op de Lam-
berlsche reeks toe passen. Daar
2 I bk I werd verondersteld

Über Lambertsche lieihen Crelle lid 142 (1013) p. 283.

-ocr page 43-

2ri -

bk

en dus is ook voor

te convergeeren, doel het ook S

complexe nadering lot xo = e "" " volgens (2)

co

= V

Lim

v=i vn

1--- \\ Z bk

Xo/ k = i 1 — X*

We moeten nu nagaan hoe snel deze functie lot hare grens-
waarde nadert, wanneer xodus n telkens verandert. Door de

substitutie x = Xo t. wordt het naderen lol het randpunt Xo over-

00

gebracht in hel naderen tol 1, terwijl de reeks ^ bk -

k=l 1 — ^

00

overgaat in E (ak xoM l\'\'. Beschouw nu de oneindig vele

n\'

reeksen, die voor alle onherleidbare — ontslaan, gerangschikt

naar de grootte der noemers, dan is (9):

ai Xo aa Xo\' 4-.....ak Xo^ _ ^ b»n

iT-i-ï.........= - v» 1

1° Lim

00

Noemt men Z 1 bk | = B dan is volgens (11):

v=

(ai Xo a2 Xo\' -f----ak xo\'\') ~ ^ ^ "Ti?

<(n-f 1) S |b.|<(n-|- 1)13.

V = 1

(lus: 1 (a, Xo a» xqM- .... ak xo^) — (k -f 1) ^^^ —

k

<{n-f l)B-f

b,

<(n 2) B.

V

v n

a.jco aj x^« -I-.....ak Xo" __

of:

bvn

cc

V

1
n

V n

^ (n 2) B
^ k-fl\'

-ocr page 44-

Nu is:
Lim (k 1)

k = oo

g Lim (k 1) S

V n

V n

1

1

co

^ Lim (k 1) s
k->00

k 1

oo
v

k

n

= Lim

k->.oo

1

1

en dit is nul omdat S i bv | convergeert.

00

(k 1) E
k

bvn

De vorm

heeft dus eene grootste

V n

1

waarde M, zoodat:

ai XQ 32 XQ^ ----ak XQ*^

k 1 ~
n (n 2) B M

gn

<

k 1

^(n 2)B M_
k l -

(3 B M)
<

k 1 • n ^k 1
Neemt men 3 B -f M = N dan is:
20 fni ai Xo aa xo^« .....ak Xo\'\'

Neemt men eindelijk een willekeurig klein geta

N.

k l
f > O dan

kan men daarbij eene waarde van m kiezen, zoo groot, dat
- <
^ en dan is voor alle n en k ^ k„ = m n:

ai Xo 32 x„2 -f.....ak Xo\'\'

- Bn , <

k l <="\' 1 ^ 1 -I-

Aan de drie voorwaarden in de vorige paragraaf gesteld
is dus\'voldaan en daarom bestaat er bij 1 een driehoek A
met basis 2 c zoodat bij iedere n

co cc K

(1-t) E (akKo")!"- E —
k=i k=ivn

mits t in een bij 1 te plaatsen driehoek An \'i^et basis

2 c X

ligt. Stelt men nu t = ^ dan volgt hieruit, dat bij voor-

3°.

" Xo

uit bepaalde kleine f > O er altijd een driehoek A "iet basis
2 c zoo aan te geven is, dat:

-ocr page 45-

co u

Xo/ k = i 1 — Y=i vn

wanneer x in een bij het randpunt Xo = e" ~\' " geplaatsten

2 c

driehoek An met basis — ligt.

§ 10. Hieruit is af te leiden, dat als ^ = e \'\' ir irrationaal)
en als X | b^
I convergeert dat dan bij radiale nadering

vA 00 VI.

= 0. \'t Is daartoe voldoende

Xk

Lim n I — ^ bk-^---V

aan te toonen, dat bij eene bepaalde kleine f > O de geza-
melijke driehoeken A,,, hoe klein ook de basis 2c van A uit-
valt, toch ieder stuk van den naar ^ voerenden straal in de
buurt van f geheel en al, dus zonder één punt over te slaan,
bedekken. Wegens de concaviteit van den cirkel is het al

voldoende te laten zien, dal wanneer men op de lijn O......1 in

r eene loodlijn opricht, dat dan in de huurt van y alle punten
van deze lijn liggen in een of meer der naar denzelfden kant in

de punten ^ geplaatste driehoeken A,,. Al deze driehoeken zijn

gelijkvormig, hunne bases zijn evenwijdig O.... 1 en gelijk

hunne tophoeken zijn 2(i)oUo<^y Daar de omtrek van

den cirkel tol de lijn O____1 ingekort is, zijn alle afmetingen

in de richting van die lijn in de zelfde verhouding te ver-
kleinen, zijn de tophoeken kleiner dan in den cirkel, zijn do

bases niet - maar — = — . De grootte van e bepaalt c en
n TU n

dus c^

We ontwikkelen nu r >» eene kellingbreuk, dc benaderde

breuken zijn: ...... —.....»en beschouwen

ni ng ns

de, in de punten n^, gezette driehoeken An,,, kortweg A". De
n\'

opvolgende punten — liggen telkens aan weerskanten

X

-ocr page 46-

van 7, hun afstand tot r \'s:

n

. Is dit

<

— 7

^

n

■< — \' dus dan de halve basis van den driehoek A\'^, dan reiken

deze driehoeken telkens over de loodlijn heen. Dit gebeurt
dus zoodra n„ i ;> voor alle u\'s grooter dan eene be-
paalde is het dus zeker het geval. Onder aan de loodlijn laat
ieder der driehoeken nog een stuk onbedekt. De grootte van

h"

dit stuk is gemakkeliik te berekenen. Men vindt —

waarin h. de hoogte van den oorspronkelijken driehoek met

basis 2c\' is. Hel onbedekte stuk is dus —---Hel

^ " /\'t n/i 1

zal dus zeker kleiner zf^n dan de hoogte van den volgenden
driehoek, wanneer , - — <\' —^^—of n» <[ -r. Van eene-

bepaalde waarde van /x, dus vanaf een bepaald punt zullen
de opvolgende driehoeken over de loodlijn in y heenreiken en
zal de hoogte van den volgenden driehoek grooter zijn dan het door
den vorigen vrijgelaten stuk, daarom zal ieder punt der lood-
lijn, yan eene bepaalde hoogte af, minstens in een der drie-
hoeken liggen en is voor ieder punt der loodlijn

< f, waarin n de noemer

—7

k = i l — x\'\' v=i vn

n/a behoorende bij den driehoek A\'\', waarin hel punt ligt, is.
Nu wordt n steeds grooter naarmate hel punt lager komt,

met het toenemen van n, neemt X af, want V

v=i vn , = i vn

= - X en daar S I br | convergeert is ^ zeker
n v=i V ^ V

eindig en nadert voor toenemende n tot nul, des te sterker

1 ^ bvn ,

- 2/ —, waaruit dus:
n
v=i V \'

-ocr page 47-

§ 11. Landau O heeft eene kortere afleiding van dit resul-
taat gegeven en daarbij de voorwaarde: Z I b^ | convergent,

door eene algemeenere vervangen. Hij onderzocht eerst wan-

00

neer bij eene willekeurige reeks Z Ckt^de Hmiet:

00

Lim(l—t) S Ckt\'\'=Ois. Nu is deze limiet gelijk aan;
1->1 k=l

u

v ik

k^l .... c.-l-cH-..........Cj. ^^J^

Lim OJ
i->i V tk
k=0

y 1

1

Lim 1 — t

~ /ix 1 1 l 1

Dit moet nul zijn, dus moet G(y)= S Ck bij deeling door

y lot nul naderen, wanneer y oneindig wordt, of volgens de
notatie van
Landau:
(13). C(y) = o(y).

Stelt men nu weer in de Lamberlsche reeks x =« f l dan is:

\' v\\ co vk 00 , u

VI,, =Lim(l-t) akf^t".

k = l 1—X" l-».l k = l

In dit geval is dus C (y) = ^^^ak I\'\' «n moet men de be-
trekking (13) slechts aantoonen. Nu is C (y) = l*" ^^b,,..

Deze dubbele som is nu le bepalen, door eerst alle machten
van ^ le sommeeren, die bij eene bepaalde b,,, behooren en
daarna de sommalie van m = 1 lot «n = y uit In voeren.

y L"iJ

Men vindt: C(y)= X b."

m = 1 q = 1

Z Ck

"1\'

Nu is: 1°. I S ^

q = l

[3

^ en
m

20 i v
qr=l

1

1 -

») Sur Icrt Hériw (lo Lamukkt. CompU» Rcndus do l\'Académio dw
Science« t. lf)6. p. 1451 (1013).

-ocr page 48-

Nemen we nu voor z een geheel getal < y, terwijl y ^ 2,
dan is:

(14) |G(y)| ^ S if^l y S

m = l I 1 —? I m = i l m

Over het getal z kan nu nog naar verkiezing beschikt
worden. We nemen eerst voor z het grootste geheele getal
<Cy, dat voldoet aan:

Dit is altijd mogelijk, want voor z = 1 is de som links
deze som groeit steeds aan en het is mogelijk dat

een bepaald aantal termen de constante waarde ^ ^ ^ |

overtreft, anders is z = y— 1. Wordt y oneindig groot, dan
is de vorm rechts oneindig groot en moet dus z ook oneindig
genomen worden. Na z zoo bepaald te hebben vindt men
uit (14):

I 1 — ? I in = z 1 m

De beide eerste termen zijn o (y), daar tegelijk met y ook z

oneindig wordt is ook de laatste term o (y), wanneer

convergeert, waarmee levens bewezen is, dal reeds in dezo
ruimere veronderstelling:

/ x\\ » x\'\'
Lim 1 — -r Mï^ bk -g = 0.

Bij de afleiding van (13) hebben we gebruik gemaakt van
de stelling van
Appell dal voor radiale nadering
00

x clcl" , ,

Lim = Lim \'\'t 1" "\'S-\'l

t-^l ^ ^Ic y->.00 I 1 1 ... 1
k = o

z

Pringsheim heeft deze stelling uitgebreid voor nadering
binnen een bepaalden hoek, maar daarmee is Iegelijk aange-

y

-ocr page 49-

loond, dat ook voor complexe nadering, mits Z \'-^conver-
geert de juist berekende limietwaarde goed is.

§ 12. De weg ligt nu open om, na het maken van be-
perkende afspraken omtrent de coëfficiënten bk of het irratio-
nale getal 7, andere limieten te berekenen. Is bijvoorbeeld
ZI bk 1 convergent en zijn de partieele noemers van de
kettingbreuk, waarin y ontwikkeld kan worden eindig, dan

x\\V: x^ _

kunnen we bewijzen dat: Lim 1 — -r Z bk-

\\ c / k=i 1 — X

We gaan daartoe eerst de voorwaarde na, waarvoor bij de
00 V, Qo

reeks Z ck t"\' de limiet: Lim (1 - t) E ckt\'\' = 0. Deze
k = i t-».i k = i

limiet is weer gelijk aan:
,.
.......

Lmi ---ttt = Lim --55---------= Lim —XT~TT~T 7

t-M (1 — t) /« 1-». 1 ^ ^^ ^k y=oo ao ai aa ... ay

k = 0

Nu is (I_t)V. = l \'/»t4-V2=\'/!|^ ....

1.3.5......(2y-n ty

2.2.2...... 2 y!

1 3 2 , , 1 3 5 2 ,
Dus ao ai = 2 \'2 \'n\' "" 2 \' 2 2 ^ ^

een bewijs van y op y -f 1 kunnen we bewijzen dat:

__ 1 3 5 2y 1 2
ao ai as-l-.....2 • 2 2...... 2 yl\'

en dus Lim ao ai 4" as .....ay =

1.3.5.....(2y-l) 2y l _ ^^ ^ - ^ ]/l

2.2.2........2 y! y " j > -

00

Deze limiet is dus 0{yVi), dus Lim (1 --l)Vi Z Ck f\'= O

l-fl kml

als G(y)= S^Ck=o(yV.).

-ocr page 50-

Bij de Lamberlsche reeksen is C (y) = E ak terwijl vol-
gens (14) ~

m = lll — S I m=z l

m

Evenals in § 3 is | 1 — f™ | grooter dan de loodlijn uil 1
op den voerstraal van neergelaten. Dus | 1 — f° | >
sin 2 r m y. Zij g nu het geheele getal, dat zoo dicht mogelijk
bij m •) ligt, dan is dus

(15) I 1 -|\'°|>|sin2r(m7—g)|.

Ontwikkelt men y in eene keltingbreuk r = t qi qa qa----

qs____! en noemt men r» = I q» i • qs 2----I dan is

, , k\'s k\'g 1

r = ! qi q2 qs. •.. qs r» !• Zyn en

de benaderende

breuken van deze keltingbreuk, dan is kg i = ks y s kg _ i

k H 1 B

en 7 =

ksk

1

8 1

en dus omdat

ks 1

1

kj!
ks

1

>

(16)

kH(kHr« kB_i)\'" k«Mr« 1)

Volgens de veronderstelling is er nu altijd een getal A,
zoodat voor iedere s, qH<A, maar dan is
7«= Ig« li q. Kqs 1 1 <A 1, dus

B

k\'s

1

>

k«\' (A -h 2) k«

fr

Is nu — eene naderende breuk van y, dan is
m

>-

m

is ~ geen naderende breuk, dan is volgens eene bekende

> -r—- en dus in beide gevallen
2 m"

eigenschap

\' m

y — — i > -1 waarbij k eindig is, of | m y — g | > —,

JYJ ! tn * Itl

m

m

waardoor (15) geeft:

-ocr page 51-

k 2 cc Tt

1 — s® I > sin 2— en omdat sin « > ^ mits a <

m - m m

Hieruit volgt: I C (y) | ^ f E | b™ | m y i \'

A m = l m = i 1

Stel nu z =[Vy] en splits ook de eerste reeks in twee
stukken, dan vindt men:

2 tïT^. . . 2 .... lb„

c) L\' IJ O X y I

G(y)|^7 E |b™|m 4 S I b„, | m y ^ i

A*^ I ~»41 I —- I . ^^ • •-\'Jll I ••• I J ^^ -

m = l m = z l ni

A m = l ^m = [V7] I Zm = i 1

CO

Daar X bm | convergeert en z en [/ z tegelijk oneindig

m= 1

worden, is de reeks in den eersten term eindig, de beide
andere naderen tot nul, waaruil:

|C(y)| = o(yV,).
13. Eindelijk zullen we nog aantoonen dal

Lim

^ xV/» . x" .
-

V bk-r- = O, wanneer E ! bk | conver-

k=l 1 — X* k = l

geert en de parlieele noemers q« van de kellingbreuk, waarin

7 ontwikkeld kan worden vanaf eene zekere waarde voldoen

aan q« < A k, _ i (A eindig).

Eerst bepalen we weer de voorwaarde, waarvoor bij
00 co

V Ckl" do limiet: Lim (l-l)V> Z Ck l\'\' = 0. Men vindt
k^l l-fl k==l

dan als in § 12 dal Lim "j" f ........= O moet zijn,

y-foo no 4-ai-t-aa ----ay

waarbij do a\'s de coefllcienten van de ontwikkeling (1 -1) - V» zijn.

, ,, . . 2 5 12 , 2 5 8 3y-l , ty

Nuis(l-t)-V3=l-M/»l 3 3-2, ..... 3 3-3-.. \'3 ^Tj-• •

2510 , , __25819
ao
a, =3. 3-2,2 \'  3 3 3 3!2

-ocr page 52-

door een bewijs van y op y 1 kunnen we bewijzen:

ao ai az .......ay ==

2 5 8 3y 2 1 3 (y 1)

2.

3 3 3 ........ 3 (y 1)!

Hiervoor kunnen we schrijven:

(y l)-Vs 3(y l)_
y 1 2

3- \'h

1

2

1

"" 2 kiil 3kj

Dit oneindig product zal divergeeren, omdat S^divergeert.

Nemen we den logarilhmus en ontwikkelen de logarithmen der

/l 1 1
termen dan komt er — ^la ^"j" g •

. Voegt men

k=:l

1

•y 1

hier Va log (y 1) bij dan wordt dit eindig, daarom
Lim
ao ai .... ay =

1 \\ V»iog(y 1) -Vsiog(y 1)
1 — —Ie e

3 k

1 \\ V,l<\'B{y 1) , n / « ^
3k) ® \'

Lim , , ,vrr
y^l (y l)V3k=i

zoodat:

Lim (1 — l)V» S cic t\'\' = O als C (y) = o (yV.).
t->i k=i

Om dit op de Lamberlsche reeksen toe le passen volgen
we de redeneering van de vorige paragraaf. Vanaf eene be-
paalde waarde van s is nu q» < A k» _ i en dus

78= I qn 1 • 2 . ■. •! <q9 4-1 1< A k„ 1 = B k\'H.

Met (16) vinden we nu:

ks^ (rl (Bk« ircb~KV

k\'.

>r

r —

-ocr page 53-

Nu kan — eene herleide breuk zijn of niet. In het eerste
m

> is geen herleide breuk dan is

r—

geval is

nr I J V

r — - > —; dus ook > —
\' m 2 m^ m\'

weer

waaruit

Zoo vindt men weer | m r — g 1 > ^

m^

(X>0)

Substitueert men dit in (14) dan komt er:

«) « y I bm 1

IC(y)|Sj S lb.|m\' y J£ Li\'-

m =1 ra = ï 1 H\'

Neemt men nu z = [»^\'y] en splitst de eerste reeks in
twee stukken, dan vindt men:

|G(y)1^7/. X |b„,| 7Z« i  i Jb^

Nu is s I bm I convergent, dus de som in\'den eersten term
is eindig en in de beide andere termen nul, omdat z tegelijk
met y oneindig wordt. Dus:

IC(y)l = o(y\'A).

-ocr page 54-

HOOFDSTUK III.

Sommatie.

§ 1. Alleen bij reeksen met groote convergentiesnelheid
zal men door het samentellen der opvolgende termen zonder
veel moeite de som in eenige decimalen nauwkeurig kunnen
verkrijgen. ,Een denkbeeld over de convergentiesnelheid kan
men krijgen door de verhouding te berekenen van de rest
aijj = u„ 1 Un 2 • • ■ den n term
Ur. Beschouwen

we nu twee reeksen U = Ui -f Ua -f Us ........(Rest «n)

en V = vi v2 v8 .....(Rest /S,,) en heeft de reeks u

uitsluitend positieve termen dan is

3n Vn4.i Vn 2 ............Vn

1. Lim Lim -^-^--"" T\'

. n-*oo «n n-coo Un 1 Un 2 ~r...... n->-ao Un

mits deze laatste limiet bestaat. Neem nu voor V de reeks:
U2 U3 U4 ____dus Vn i = Un^.2, dan gaat (1) over in:

Un 2 Un 3 ........_ , "n-fl

Lim--.-------X--T;—

n-)>00 Unxi -h Un 2 "T................"n

Noem deze laatste limiet A, dan is dus:

/

Lim

I1- CX5

/ U 1 \\

1" ) = A of: Lim («„ — Au„) = Lim A^n dus:

^ «n / n-^CO 00

(2). Lmi --

n->30 Up 1 -A

Hij eene convergente reeks kan A varieeren van O tot 1 ;

in het eerste geval is Lim — =^0, convergeert de reeks als
- VOO u-

-ocr page 55-

«n

het ware oneindig snel, in het tweede is Lim — = 1 en con-

n-> 00 Un

vergeert de reeks oneindig langzaam.

Is X nu positief dan kan men dit op de reeks van Lambert
toepassen

Un i x" Ml—x")

Lmi -=--r —-- = X.

n->00 Un (l-x° Mx"

Daar de limiet niet nul is, zal voor de berekening der som
in eenige decimalen nauwkeurig een vrij groot aantal termen
noodig zijn.

§ 2. Grootere nauwkeurigheid is te bereiken door eene
benaderde uitdrukking voor de rest op te stellen of door de
reeks in eene sneller convergeerende te transformeeren. Trachten
we dus eerst «n te benaderen. We leiden daartoe eene alge-
meene betrekking af door in de reeks:

, (IX|< 1) tesubstilueeren x =

I

_ 4-

1 - X

P 1-,
p-1

= - 2 vp.
P

log

p 3p» óp"^

(3). of: \'h log = waarbij

____.

3p=»
1

3p=» • öp=
Nu is:

1

plp^-D^p-i p 1

en dus: vp < | \' ^

p-1 p 1
Geeft men nu in (3) aan p achtereenvolgens do waarden Ui,
uj, us.....Un en telt alles samen, daarbij ^n == — — .

Ua

j_ en Vn = Vu, vuj .....Vu. noemend, dan vindt

Un

men de betrekking:

-ocr page 56-

(5) U„ Vn - /2 j^g _ 1) (U2 - 1) . . . (Un - 1)

§ 3. Om hieruit den restterm van de reeks van L. te

1 -hx 1 — X"^ , . Uk-l 1
vinden noemen we Uk —^ _ ^ oan is ^^ _ ^ —xen

(6) u„ = ^ ^ Y^ - xqr^ Sn.

(Sn is de som van n termen van de reeks van L.).
De reeks van L. convergeert voorx<l, dan is

u- = > 1 en mag daarom voor p in (3) ge-

1 — X x*"

substitueerd worden. Men vindt nu uit (5) en (6):

l X 1 —

of:

X

Un 1 ,, , 1 — X

Un Vn = log xn- 1 = V^logX"-

— 1

X

(7) Un Vn = \'h log fl 4- 2 X i—

Vn moet nu benaderd worden. Dit kan gebeuren door het
verschil tusschen V = Lim Vu i vm -f-.....Vu™ en V„ te

m-^oo

benaderen. Bij deze berekening zal tegelijk blijken dat V
eindig is. Uit (4) volgt:

00/1 1 2\\

(8) ■
Nu is:

1 . (l-x)x\'\' 1 _ d-xjx" ^^

Uk — I "" 1 X — 2 x"\' Uk 1 1 ■ X _ 2 xk 1
J_ ^ (1 — x) x*^
Uk (1 x)(l-x\'\')\'

dus:

1

1.1 1

u"rn"^uk l~uk \'\' \\1 -I-X-.2X

. 1 ___ 1

^ 1^-f-x —2 xk l 1-I-X — xk — xk

-ocr page 57-

Nu is 2 X k 1 < xk -I- xk 1 en dus:

__1_^ 1__

l x — 2xk l^l x — xk — xk l
1 . 1

en dus:

en eveneens:

_ \'__^_____

•x — ^xi^^l x — xk—

xk

1 -t-x

1

Ulc—1 ^Uk 1

Uk

(1 — x) xk

<

1 -f. X — xk — 1 — xk

waardoor (8) overgaat in:

^ 1]
Uk,

1

(9) V-V„<^ E

6 k=7 1 \\"k — 1

1 - - X — 2 x"^
X

1 -X
Uk

Uk-I

<i(ü_ f
6 \\Uk k = n I

(.1 _x) (U-Un)

,u„
1

wanneer weU= Lim \' ........„

m-fOO Ul U2 Um

l

1

noemen. Nu is:

,k j
1 -X »
1 X k=\'n 1

1 - X
U- TTn>

xn 1 _ 1

l - x" x

1 -X

X

1 — X Un
X" 1

~l x 1—X 1-f-x 1-x"
Hierdoor vindt men uit (9)

(> \\Un

O Un

in/

De reeks der v\'s convergeert dus zeker, terwijl de gevon-
den betrekking ook kan dienen om de fout te benaderen,
wanneer men bij den n"" term afbreekt. Men heeft dan

(10) V„ = V - \' waarhij 0 < ó < 1. Intusschen moet

^ \'\' 0 Un

V zelf ook nog gevonden. Dit kan ontgaan worden door (10)
in (7) te subslitueeren en op te merken dat V onafhankelijk
van n is, eene bijzondere waarde van n voert dan tot hel doel.
Men vindt zoo
1

vn—l

of:

U Un

\'^Sn =\'M0g (l-f 2X ^

l -X

-ocr page 58-

° xk • 1 x, 1 1 — x2n l

1 X \\ I X

Deze constante = — V --,-log 2 is onafhankeliik

l—x l—X®

van n. Neemt men nu n= co dan vindt men uit (11).

\'"^\'logl/v^JÉ^ const

k^l 1 -x"^ 1-x
en hiervan (11) aftrekkend:

V ^^ _ 1 ^ 1 1/ 1 x <?x2n l

= n 1 1 —1 —X l-l-x—2xn l 61—xn\'

k

Dus:

co yk n k

n <51 _^_= V _±_ _L_

^ k = i k=i l-x" \'

, 1 X 1 X 1 x _ O 1
i- j log y 1 X - 2xn 1 6 1 - X«\'

§ 4. Uit deze formule van CEsano is voor niet te groote

X de waarde der reeks snel te bepalen. Nemen we x = 0,1

en wenschen we eene nauwkeurigheid van 7 decimalen dan
O x2n 1

moet g ^ _ ^n^ 10—7, Elieraan is reeds voldaan door

n = 3 te nemen. Men vindt dan:

c 1 ^ 1 I 1 11 1 5500 _ n 11 11 11 1 i

^ = 9 99  ^^ ^^ ^^

0. 01 01 010. 0. OOI 001.0..

0. 000 I 1 1 1 .. = 0. 1 2 2 3 2 4 2 ...

De juistheid van deze uitkomst is gemakkelijk te contro-
leeren, daar, volgens de fundamenteele eigenschap der reeks
van L., voor x = 0.1 de som van deze reeks in de eerste
46 decimalen het aantal deelers van de eerste 46 getallen
geeft. (48 heeft 10 deelers, dus is de 47« decimaal 3 en
niet 2).

(11)

-ocr page 59-

§ 5. De transformatie van Clausen (inleiding § 2)

(i 4- xk\\

is te beschouwen als eene

, . «n r \' un 1 T . I — ~r \'\' - " •_^

Lim - =Lim -= Lim  i ---O

kil 1-xk k = l \\l-xkj

geslaagde poging om de reeks in eene snel convergeerende
om te rekenen, want volgens (2) is:

«„ 1 — xn l xn l xn\' 2n l_^

n->c3oUn n 00 Un n->oo

§ 6. De reeks van Clausen heeft het nadeel, dat alle
termen positief zijn.
Cesiiro \') is er in geslaagd eene reeks
met gestadig afnemende beurtelings positieve en negatieve
termen te vinden. Men heeft dan direkt eene grens voor de
fout. Uitgaande van eene formule van
Cauchy:®)
co i_qkx_ ^ (—l)k qV,k(k i)

kSir^q»^" k=o(i-q)(i-q^)........O-q"^)

(x-y)(x-qy).......(x-qk-ly)

(l-qy){l-q»y)........(l-q»^y)

waarbij rechts voor k = 0 als eersle term I genomen moet
worden, substitueert hij x = yq" en vindt:

00 1 _ qk n y _ co (- DkqV.Mk ])___

k=i~T-\'q"k7 "" k = i(i

(_ I)kyk(_qn-J- 1) (..qn q)......(_qn qk-l)_

X(i_qy) (i_q=»y)...................(l-qky)

_ oo qV,k(k 1) qV.k(k-l)

kii(i-q) a-q\').......d -n\'^)

V .,(1 -q") (1 -q"-\')......O -q"-\'^^ O

(i-qy) (i-q\'-y)............(i-qi^y)

\') Sourco d\'identités Mnthésia t. 6. p. 120—131 (1880). Ecno olomcntftire
afleiding vindt men in do Wiskundige Opgftven van hot Wiskundig Go-
nootschap «Onvermoeide Arbeid» t. 13. 2« stuk.
») Comptcfl Kcndus t. XVII p. 530.

-ocr page 60-

zoodat:

00
k:

^ (1 -q") (1 ......(1 -qn-k ij

ki](l-q)(l-q\').................(1-qk)

X

qk\'xk

(1 _qx)(l -q2x)...(l -qkn)

Deze formule geldt voor willekeurige n, men mag haar dus

naar n differentieeren.

... d 1 - qk n X _

Nu IS 3— n .r— —
d n k = 1 1 — qk X

GO 00 1 — nk nx

(H) =l0Bq f

Idn k=l l-ql^x /n^o = i 1 - qPx

Het differentiaalquotient naar n van den rechterkant van
(13) is:

^ qk\'xk\'ll^ _qn-p(i _qn)(l _ qn - 1) . . . . (1 _ q„ - k 1)

k£l (l -q) (1 -?).. (1 -q^) (I -qx) (1 -q«x). .(1 -qkx)(l -qn^F)"

Voor n is nul valt alles met den factor (1 — q") weg, blijven
alleen die termen, welke bij p = 0 behooren (in teller en
noemer (1 — q")) en vindt men:

wn- q\'^\' xk (1 - q-l) (1 - q-2)........\'(1 - q-k 1)

^ kil (1 - q) (I - q\'-^).....(1 - qk) (1 - qx) (1 -q\'-^x).....(1 - qkx)

00 nVik(k l)vk
(.5) ......(i-q>x)-

Uit (14) en (15) volgt:

(16) I I (_nk l qV.k^k Dxk

^ ^ kill-qkx-kil \' (l-qk)(l-qx)(l-q\'^x).:..(l-qkx)

Stelt men x = 1 en q = x dan vindt men de gezochte
transformatie van de reeks van L.:

1 _ qk n X

(13) ,n,

-ocr page 61-

(17)  ......

•x x^» X«

Door de termen der reeks van L. Ui, U2, Us enz. te noemen
krijgt (17) den vorm:

Ui Ui U2 , U1U2U3

.-3

1 - X 1 — x^ 1 — X

(18) U1 U2 U3 .....=

De termen van deze reeks zijn afwisselend positief en nega-
tief en nemen snel af; zelfs als ze alle positief waren, had
men nog:

tn l U1U2U3.....un i 1 —

Lnn - = Lim v" ~v nï 1 TTT^---un 1 — U

§ 7. Daar de termen meestal direkt (x^O. 8) en anders
toch vrij spoedig gaan afnemen, zal de reeks van GEsano met
steeds kleiner amplitudines om de juiste waarde van L (x)
heenschommelen. Men kan deze amplitudines nog verkleinen.
We merken daartoe op dat:

_-t-—=l-^uk. Hierdoor gaat (18)

l_xk 1 —xk 1 —xk

over in :

Ui 4- U2 4- U3 .... = UI (1 4-"i) — u» "2 d\'  4-"3)...=

u, 4- ui» — u, U2 — Ui Us» 4- iii "s 113 4- Ui "2 U3\' —.....dus:

(19) Ui -f U24-U8 4-.....= ui -f- Ui (ui—U2)-Ui U8(Ua -U3)4-

4" Ui Uï U3 (ua — U4)......de getransformeerde reeks is dus

uitsluitend uit termen der oorspronkelijke opgebouwd. Maar
nu is:

xk _ xk-»(|—x) _Uk-lUic

Uk_i - Uk -j - 1 - xk (l_xk)(l_xlt->) uixk-l

Substitueert men dit in (19) dan vindt men:

, , Ui Uj U2* Us I Us Ua\'Ui

Ui 4- Us -I- Us 4-----= Ui 4- --^s 4- j.3 ----

Do beide eerste termen zijn nog eenvoudig samen te voegen,
want:

-ocr page 62-

, Ui U2 X I

Ui = ^

X 1 _x \' (1 - x) (I —

X X^ x3 _ _ , J__— _ 1 I 3l£2

Ul U2 U2\'\'\' U3

1 _ X — x2 x3 \' \' (1 _ X) (1 _ X--\')
dus:

(20) Ui U2 us ... = — 1

x^

U2 U3^ U4 U2 Us U4^ U5 ,
175 -.d I \'

Dat de amplitudines door dit proces werkelijk verkleind
zijn, is gemakkelijk te zien. In de reeks (18) is de som van

2 termen — te klein, in de reeks (20) is de som

1 — X I — X

U2 Us , , , , .

, ook te klem, maar

van 2 termen

X

\\ ,

blijkens de afleiding Ui U2 U3 grooter dan de overeenkomstige
som van (18) dus dichter bij de juiste waarde.

§ 8. De waarde van deze reeksen kan men onderling ver-
gelijken door voor ieder eene grens voor de fout op te stellen,
die men maakt als men na n termen de berekening afbreekt.
Voor de reeks van L. zelf moet dus bepaald worden

_ xn 1 ^ xn 2 xn 3

~ f— xn 1 \' r _ xn 2 1 _ xn 3 \' \'

Nu hebben we in (16) gevonden:

xq , xq\' xq\' _

1 _ q X ^ 1 - q» X 1 — q3 x ^ • • •

qx___q^x»_ ,

(l_qx) (1-q) (l-qx) (1-q^x) (1 -q\')^

_t^\'

{l_qx)(l-q«x)(l-q5x)(l-q=»)
Stelt men hierin x = qn en q = x dan vindt men:

-ocr page 63-

xn l , x" 2 xP 3 ■ ^

•J 1 4 „n J. V .....

xd I x2n 3

— (l-xn l) (1-x) (1-xn l) (ï-xn \'\'^) (l-x2)

x3n 6

(l_xn l)(l_xn 5i) (l_xn 3)(l_x^

dus:

_Un l Un 1 "n 2 , »n 1 "n 2"n 3
(.1) «n-——-.....

De termen van deze reeks zullen in \'t algemeen weer spoedig
afnemen, voor x ^ 0.8 direkt, en daar het teeken afwisselend

positief en negatief is, heeft men dan <

1 X

§ 9. Voor de reeksontwikkeling van Clausen moet een
grens gevonden worden voor:

f^n 1 _ X» I \' 1 _ X" -i

 (n.3). .......

^ 1 _ xn 3

tl n

Hiervoor maken we gebruik van de identiteit ^^^ aij =

n n

Z [aii S (aij aji)]
i=i j-t i

Stelt men hierin aij = xij dan vindt men links:

n II n " . 1 — X" i
V V xij = V (xi -I- x2» 4-......xn 1) = V X»

i = 1=1 i = l I — X

Rechts vindt men: £ (xi\' 2 (xi(i D xi(i 2) ....... xin)) =

\' = > . ....

" 1 -i. v< _ Q vni—i\' fi

Jj-I ir=l 1 - X

Linker- en rechterkant gelijkstellend:

V ^ V

i^l 1 _ x\' \' i = l 1 — x\'

ï) Uit dezo idonlitoit Ih trouwen« ook do reelcR vwi CLAU8KN nf to leiden.
E. Ciïsi\\Ro: Sur le« transformations do la »<?rio do
Lamukkt.
Nouvelle« Annale« série 3, t. 7, p. 374. (1888).

-ocr page 64-

fa 1 4- vi ° n \'

„f. y ^ x^\'_ V ^ .— £----r waaruit:

ièil-xi i^il-x^ i = il_x\'

(23) s-/3n - S «„=a:n-/3n=x" U, x2°U2 .....x"\'un.

Eene eenvoudige uitdrukking voor (Sn krijgt men door «n in

een anderen vorm dan (21) le ontwikkelen. Nu verschijnt

ccn, als we in £ , ^ V voor q = zetten. Maar
k=i 1—X. q

C/O vk fj x\'^ n\'\'

V _y— = y J—3—- hetgeen bliikt als men iederen

k^il-x-^q 1 = 1 1-x^\'

term van de laatste reeks in eene reeks ontwikkelt, de reeksen
onder elkaar schrijft en de kolommen sommeert. Substitueert
men in deze gelijkheid q--x" dan vindt men:

^ ___I ___I____u . =

^ 1 — ^

___L---U........

1 -

(24) of: a„ = UiX" U2x2n U3X=\'n .....

Nu is (23) (5n = «n - (Ui X" U2 x\'" -f........Un X"\')

waaruit met (24) volgl:

(25) =     
Maar en zoo gaal (25) over in:

u, U2  .....

(26) \' of: 

§ 10. Voor de reeks van Cesiiho (18) moet een grens ge-
vonden worden voor:

_ Ul U2----U,, 1 U1 UO . . • • "n4-2 "1 »>2 • •••"ii 3_

We merkten reeds op dal voor x ^ 0.80 dc termen onmid-
dellijk zullen afnemen, zoodat men dan heeft:
^ U, U2 U3 .... Un
1

(27) rn< -YZ-^nTl" =

____x.x»... x" _________^

(1 - X) (1 - X\'^) (l - X=\')7.T; (1- X-\'^^ \') ("l - x" \')

-ocr page 65-

xV«("
^ (l—
want 1 — X < 1 — X® < I — x\' enz.

§ 11. In (20) vonden we de transformatie:

Ui U2 Uz^ U3 , U2 Us^ m U2 Us U4\' U5 ,

L(x) --^......

Voor de rest van deze reeks vindt men evenzoo:

U2 Us U4----u®n 1 Un 2

(28) ^n<---=

_____X\'\' X« x^. V _

- (f_ X») (1- X») d - x^).... (1 - x" - x"

l)(n 4)

(1 _ X»)"

§ 12. Voordat we nu de waarde der verschillende reeksen
vergelijken,-merken we op, dat ze niet voor alle waarden tusschen
O en 1 geschikt zijn om L (x) le becijferen. De termen van
de reeks van CEsaao kunnen b.v. aanvankelijk toenemen, want

ti>t2, wanneer ^ f(x)= 1 x-2x«-x»>0.

Nu is f(0.80) = 0.008 en f (0.81) = -0.033641. De
termen nemen dus direkt af als x g 0.80. Voor x> 0.80
zal de reeks vrij onbruikbaar zijn, maar zelfs als x < 0.80 is
de convergentie in de buurt van 0.80 nog traag. Dergelijke
bezwaren heeft men ook bij de andere reeksen. Nu heea
Scin,ÖMiixn do reeks van
Lamheht in een eene half convergente
reeks ontwikkeld, welke hel antwoord des te nauwkeuriger
geen, naarmate x dichter bij l ligt. Maar zelfs voor x = 0.4
vindt men nog 9 decimalen nauwkeurig, wanneer men 4
termen van de reeks van
SchlOmilcu sommeert, de reeks van
Clausen geeft er dan ook 9. De gebieden van bruikbaarheid
van beide reeksen onlmoelen elkaar hier. Voor waarden van
x>0.4 zal men bij voorkeur de reeks van
Schlömilch gg-
bruiken, bij waarden van x<Ü.4 do andere reeksen, die wij
nu in die veronderstelling zullen vergelijken.

-ocr page 66-

,n 1

§13. Nu is (21) «n < = _ ^„^ Ij —) <

want: (1 - x" (1 - x) ^ (1 - x^) (1 - x) >
(1—0.16) (1 — 0.4)>0.4>x.
Men zou kunnen denken, dat deze grensbepaling wat ruw
was, maar

j^n 1 x° ^ x" ^

  3 .....

waaruit

Voor /?„ vinden we nu uit (26) < x" ^^«« < x" 2).
Ook hier is de benadering als macht van x zoo nauwkeurig
mogelijk, want:

Un = > x" en dus (25) i3„ = x" u» i
1 — x"

  .......>

x(n 1)\' 1)(» 2)  l)(n 3)^.....^ ^n» 2n 1

De waarde voor yn (27) is ook nog iets te vereenvoudigen,
want sommeert men niet te veel termen,

dan zal(l—x)" \'\'^>x
zijn. Dit is het geval als (n 2) log (1 — x) > log x dus

n 2 < , ^ Men vindt dan:
log (1 — x)

0

Otok 3n (28) is zoo te behandelen. Weer moet (1 - x*) " ^ > x
zijn of (n \'2) log (1 - x\') > log x dus n 2 <

-ocr page 67-

Men kan hier dus nog wat meer termen sommeeren dan bij
ra en toch blijft

§ 14. Volgens deze resultaten geeR voor x = O, 1 de som-
matie van n termen vai> de reeks van L. n decimalen nauw-
keurig, de transformatie (12) geeft er 2n -f- 1, de reeks van
Claüsen n (n 2), de reeks van CEsano V2 n (n 3) mits

n 2 < = 21. 8 dus n < 20. Is n > 20 dan kan men

log 0. y

nagaan voor welke n, (1 — x) " > x^ en vindt zoo dat
slechts het laatste cijfer onnauwkeurig zal zijn, wanneer
19 < n < 42 enz. De reeks (20) geeft Va (n-\' 5n 4- 3)

decimalen, mits n 2 <= 299,... dus n < 228.

log 0.99

Om 35 nauwkeurige decimalen voor x = 0. 1 te vinden, moet
men 5 termen van de reeks van
Clausen sommeeren of 7 van
de reeks van
CEsano, maar 35 van de reeks van L. Gebruikte
men echter 35 termen van de reeks van
Clausen dan vond
men 1295 decimalen nauwkeurig, de reeks van
CEsano gaf er
dan GG4 en de reeks (20) 701. De reeks van
Clausen ver-
dient in het algemeen den voorkeur, do reeks (20) is echter
beter om vlug een paar decimalen te vindon. Voor x = 0. 1
geeft éón term reeds hot antwoord in 4 decimalen, twee
termen geven er zelfs 8, bij meer termen wint de reeks van
Clausen het.

§ 15. Besluiten we dit hoofdstuk met eono afleiding van
do asymptotische ontwikkeling van
Schlömilch. Hij ging uit
van de sommatieformule van
Eule«-Mac. Laurin: \') (29)
h [f (a) 4- f (a 4- h) f (a 4- 2 h) 4-.....f (a 4" (q - 1) li)] =

r

\'"f (u) du - V» ll [f (b) - f (a)] 4- ^ [f\' (b) - f\' (a)] 4"

\') Scm-ömu.cn Compondiiim der Höhere Analyse Bii II p. 225.

-ocr page 68-

.....

1,2 n 1 /•!

[f2n-3(b)_f2n-3(3)]_iL^ ƒ S^ „ (t-2 n) dt.
waarin:

S2 „ = f2 " (a ht) f2 " (a h ht) ........

f2°(a (q-l)h-|-ht)

en f(u), f\'(u), f"(u).......f2°(u) van u = a tot u = b

continu zijn en eindig blijven.

1

1,1 Bg , Bl 3 ,

Hij nam f (u) =

|fu5 ...(mits|u|<2T)

Substitueert men deze functie in \'(29), neemt a = 0 dus
b = qh en bedenkt dat f (0) = O, f\' (0) = \'k Ba, f(0) = \'I* Bi

enz.....f^ " ~ \' (0) = ^ B2 n, (lan vindt men: ,

2h

— 1

2n
1

e^-1

1

1

14.1
1

(q-l)V2h = log-—^

qh

h i.1,

B2 h\'

1,2 n-1-1

-I2n.

(2n)!

E2n-2h^[f2 n - 3 (q,) _

(2 n - 2)!

\') Voor getallen van Beunoulli zullen wij do notatie van CEsilno
gebruiken, dio deze getallen definieerde door de «ymbolische vergelyking
(B 1)P—= waarbij Bj = 1 genomen wordt. Men vindt zoo:
B, = 1, B,
= V,. B, = V.. «» = O, B, = - 7,0, B, = O, B. = % enz.
TuHHchen
rte »lotatie« van Serket, SCHl^MnXH en CesJro bcHtaat de

betrekking: b" = b""" =(-!)""\' B®

n 3 B 1 «n

-ocr page 69-

waarbij I2 n = ƒ ^ §2 „ (t- 2 n) dt.
0

Deelend door h en rangschikkend vindt men:

1

1

1

.(q-l)h _ 1

e^-1

.2h

- 1

1

h h ^ 4 ^

logq

\\1 ^ 2 ^ 3 ^ q

^ [f (q h) - V« 13.] ^ [f"\'(qh) - i B.] ....

.2n

(q •\') - B2 n - 2] - l2n-

(2 n - 2)!

Kunnen we nu de waarden van f\' (u), f\'" (u) enz. voor
u = co vinden dan kunnen we in (30) q oneindig groot laten
worden, dus de reeks links tot in het oneindige voortzetten.
Nu is:

______ [-^211-3

1,1

1

■m

(e" - l)\'^

— m e

ü„

Iedere vorm met eene macht van (e" — 1) in den noemer
levert dus na diiïerentiatie twee dergelijke vormen, éen met
dezelfde macht en éen met een éen hoogere macht van
(e" — 1) in den noemer. Hieruit volgt direkt:

A, . Aa , A,„ (2n-l)!

,2n

, .....

e"-!"^ (e"-l)» ......(e"-l)\'-\'"

waarin Ai . Aa... Au eindige getallen zijn. Lim f

U->00

dus nul en uit (30) volgt voor q oo :

2n—1

(u) is

1

1

3h

C. — log h O. 1 _ % \' J, _ ■ Ir\' _
h \' 4 2!2 4!4

Bl

-ocr page 70-

waarin Ssn = f^" (ht) f^" (h ht) f(2h ht) ..... \'

Nu is (—1)" (p (t. 2n) van O tot 1 positief, kan men dus
twee eindige van t onafhankelijke grootheden M en N vinden,
zoodat M<S2n<N dan is;

(- D" f^M. 4) (t.2n)dt<(-!\')"ƒ\'Son cï)(t.2n)dt<(-l)n j\'N4)(t.2n)dt

O O O

of

(-1)" ^ M. B2n <(-l)"/\'s2n (t-2 n) dt<(-l)" \' N B^n

O

want /\'0(t.2n) dt = — Ban-

O

dus S2nCP(t,2n)dt=-B2n[M ö(N-M)]voorO<ó<l.
O

Hierdoor wordt de restterm van (31)

\' -(^B2„[M Ö(N-M)]

Hel komt er nog slechts op aan M en N le bepalen. Nu
geeft de betrekking (—
jt ^ x ^ s-)

1 X cos x , A cos 2 x _

acos3x 1 ,v

......Voorx = .

1 . ___\\ J_ ,  

" 4-__ii_  _ ^

waaruit voor 2 A ;r = u:
f(u) = 2

2» u\' ^ 4\' T» U» u\'

\') ScHLöMiLcn Compendium Bd. II p. 140.

-ocr page 71-

wanneer we deze betrekking 2 n maal differentieeren en be-
denken dat:

(m l)bgtg^j

ni 1

cos

= (-l)™m!

D

a\' u«
dan vinden we:

(cos (2n l)bgtg —
4?r

cos

(2n Dbgtg

...... j dus:

f2"(u)| <2(2n)! ^ - ^---------(-.

V,

2(2n)!

1

<

Vervangt men nu 4\'t*, 6\'t\' enz. overal door 2\'jr\', dan
vindt men:

2(2 n)! I i _ 1 1 . 1 , \\ 1

f (") < /g » — 2 \\i 2 n -2 22 n -2 32 n -2 ...../ 2* T* U*

dus:

2(2n)!so„_o •

f" " (") = (2 - ~ U\'\' - 1< f < l.

2(2 n)!s2 n-2/_^ ,

Nu wordt S,„ = ^2,)2n-2 [ï^hlj^

\') Men bewnst dit door: . " . = ^ (—ï-r- —m V <«
\' ^ a\' u\' 2 \\u —la u la/

differcniiecren.

-ocr page 72-

£2

. \\

fl

dus

4 (h ht)2 ^ 4 (2 h hl)\'-\'

2(2n)!s2n-2 l 1

S2nl<- \\  4 (2 h)\'

L4.1(1 1 1 ....)

2(2 n)!s2n-2

<

2(2n)!s2n-2 M ^

dus |S2„i <(-l)"~\'2n(2n-l)B2„_2j 1

wanl =

Men vindl dus dal 1 S2 „ 1 kleiner is dan een eindig gelal
N en dus is M < S2 n < N, waarbij M = — N, maar dan is
M Ö (N — M) = - N 2 ö N =/JiN, waarhij— l</?i < 1-
De resllerm wordl volgens (32):
.2n

i.iin ( 1

(iW "" ~ëiT\'

ii\'n

4r

h2"-2B2„_2B2„ j J^^jr^i.

of R = P

"(2n- 2)1
Uil (31) vindl men dan:

l

(33)

1 _ Bo\'\' h B,\' h\'
2! 2 4! 4

h

1 1 , _C:^iogh

2h i ^ u ^

2n-3

R.

(2n —2)!(2n--2)

Slell men hierin e~" ^ = x, dan is O < x < 1 omdal h po-
silief is en slrekl men de sommatie nog een term verder uil,
dan gaat (83) over in:

-ocr page 73-

X x» G-log log i

- ^ log - - JTI r" x).....- (T^Wrn V "

waarbij:

Wij noemen de coëfficiënten ^^y^ = Ca enz. en geven voor
eene snelle becijfering de waarden van Ca = ^^ ~ 86ÏÖÖ\'

^^ ~^0480\' ~ ^04000\' "" 6^2821120\'

vinden wij:

iog^- \' \'\'

30 xk G-loglogv X i\\ik-i

V —  c^k log- Ra..

§ IG. We merkten reeds op, dat de brnikbaarlfeid van de
reeks toeneemt, wanneer x lot 1 nadert. Voor x ^ 0.9 vindt

C —log log 7

men reeds 4 decimalen nauwkeurig met L (x) =-;-j--h

logT

. ---Iy log ^ , terwijl men voor x = 0.9 reeds IO termen

4 144 ® X\'

van de reeks van Ci.ausen moet berekenen om eene dergelijke
nauwkeurigheid te bereiken. Maar ook voor kleinere waarden

is de reeks nog geschikt mits log -CÜ 1 dus x>-^= 0.3Ü728----

^ O

Voor x = 0.4 vindt men met de reeks van SciilOmilcii:
L (0.4) = 0.72535G2799 0.25 - 0.00G3G31301 - 0.0000089010
— 0.0000000848 - 0.0000000019 = 0.9689841591.

Ter controle berekenen we L (0.4) ook met de reeks van
Clausen:

-ocr page 74-

L (0.4) = 0.9333333333 0.0353523810 0.0002979928
0.0000004521 =0.9689841592.

Nu is  en bij de berekening

0.4^

met de reeks van Claüsen is de fout < 0.4^° _ q 4») o 6

< 0.0000000002.

De eerste 9 decimalen zijn dus juist becijferd, de reeks
van
Schlömilch geeft precies dezelfde, ook daar zijn ze dus
goed. De gebieden van bruikbaarheid van beide reeksen
ontmoeten elkaar dus bij x = 0.4 (van beide zijn 4 termen
becijferd). Wanneer men echter voor onze becijfering met
de reeks van
Schlömilch den restterm berekent vindt men

= iog8 0.4 of iRsl <0.00000005,

\' 8! l o 4 i

door controle met de reeks van Clausen weten we | Rs |
<0.0000000004. De grens voor de fout is bij Ran dus lang
zoo nauw niet getrokken als voor «n en ^n.

§ 17. Wij besluiten dit hoofdstuk met een tabelletje der
waarden van L (x) in vijf decimalen nauwkeurig.
L (0) = 0.00000. L (0.3) = 0.56686. L (0.6) = 2.69140. L (0.9) = 27.08648.
L (0.1) = 0.122?2.L (0.4) = 0.96898. L (0.7) = 4.75640. L(l) = co
L (0.2) = 0.30173. L (0.5) = 1.60669. L (0.8) = 9.55705.

-ocr page 75-

HOOFDSTUK IV.
(Transformaties).

rt. Algebraische transformaties.

§ 1. We gebruikten reeds de transformatie van Clausen
(Inleiding § 2):

co vk 00 /l 4- vk \\

y = s X^M ; ^ \' ■ . Met behulp hiervan heeft
k^i 1 — xk k = l \\1 — xk /

Eisenstein de reeks van L. in eene kettingbreuk getrans-
formeerd.
Clausen vond:

l-x^\'^....."" l-x»^^.....

x . x» , , x"xk\' xk\' k

7 1 "" 1 I" • • • • 1 vk l" « _vk \'

1 1 — X^ l —X»^ 1—1 _ xk ^ 1—xk

Stelt men rechts ^ = dan gaat dit over in :

(1) L (x) = — jj -i-    .....

1 I 1 I

lk«-k(ik_i)-t-ik.(tk_. i)-r.....

De reeks is nu in eenen vorm geschikt om met de methode
van
Eule» in eene kettingbreuk ontwikkeld te worden. Men

heeft namelijk dal, wanneer S =  ----eene

U| Ut Us

convergente reeks is, dat dan:

"■-V ï,;--^

U2 "9 — enz.
Past men dit op (1) toe dan hoeft men:

u, u, = l«- 1, u2-|-u5 = l(t\'-1), u8i-u4 = t»(t*-1),.....

u,k-i = (t^"- 1), U,k U,k 1 = (1«\'\' \' -1)

-ocr page 76-

waaruit de ontwikkeling volgt:

_!__

t«(t\'—1)— enz.

of telkens teller en noemer door eene macht van t deelend:

I mits (x) < 1 dus | 11 > 1.
t^— 1 — __L , tJ— ns

t\'— 1 — enz.

tk-lftk—1)»

^ \' tMf-D\'

t\'k—1 —

t2k i—1 _ enz....
§ 2. CuRTZE Iranst\'ormeerde de reeks van L. in eene be-
paalde integraal, en leidde hieruit weer eene reeksontwikke-
ling af. Zoo vond hij:

(2) 2 V = _iL_ f x^ Hoewel de

\' k=i 1—x\'\' 1—X k = il—x"

integraal geen beteekenis had, kan men de juistheid der trans-
formatie aantoonen. Ontwikkelt men iederen term der reeks
van L. in eene reeks dan vindt men:

k = l l—x^ k = l

= 1 (x\'\' 2x"-f  ......)

k=l k=l

L(X):

CO

« I ^^

1 —X k=l

Y co 1 4- vk

- ^ I V i-IEJL vk

: Z .....) =

k XV

~"1-X \' k=l 1 - X^
Uit deze afleiding ziet men direkt, dat deze transformatie
voor uitbreiding vatbaar is. Men vindt in \'t algemeen:

GO x\'\'

k= 1 1 — X\'\' k=l
co co ,

S (n-l)x\'\' Z (n-2)x" ..... Z 

k = i k = i k =
f

-f f (x\'^ 2x"-f......(n - l)x<°-i>\'= nx"\'\' nx("

-ocr page 77-

^ (n-2)

= (n-l)

1 —X

1 -x\'

GO

Z ..... .....)

t

waaruit:

k = l 1 — x" 1 — X

.n- 1

(n-2)

1 — \' •\' ■

Men ziet flat (3) voor n = 2, (2) als bijzonder geval bevat.

§ 3. Eene dergelijke transformatie kan men afleiden door
de opvolgende termen der reeks van L. in reeksen te ont-
wikkelen, en deze reeksen onder elkaar te schrijven. Op deze
wijze ontstaat eene dubbelreeks, waarvan we eerst de diago-
naal lerm sommeeren, dan de overblijvende termen van de
eerste rij en de eerste kolom, daarna de dan nog overgebleven
termen van de tweede rij en de tweede kolom enz. Men
vindt zoo

1 - X"
(3)

00
V

Nu is: = 

\\\\\\

k=l 1
2xk(k 1)

1 -x"^
\\

2x\'\'

Sx\'\'

x"

= 1

1 -X

Sk

1 x
4.x"

k-^i 1 — x\'

00 GO C)vk(k4-1)

2k

1-1-X

1 x\'

4-x

I-l-X«"^ l-X*"
gP j-SP-\' k

..ïP-U

„4k

1 -X

2P lx»\'\'\'\' I

r-x»\'\'" i

..ik

Daar | x |< I nadert de laatste lerm met toenemende p
lot nul en dus:

00 vk CO ,
V _= V

co / 2 x\'\'
k-Ti ^ \\1 i-

2\' X\'"\'

1 xk

1 X«k \' 1 -i-

Nemen we in de laatste dubbelreeks alle termen bij elkaar.

-ocr page 78-

die —i- bevatten, dan vindt men vooreerst den term

1 xi

2 xi 2 xi

x"!®-—;—maar als q een tweevoud is komt —;—- ook
1 xi\' ^ 1 x^

voor in de reeks, die met x^\'^\'\' begint, is q een viervoud, dan

ook nog in de reeks met x^^^ enz., waaruit volgt, dat alle

9. x\'ï

termen met den factor j-—- zijn:

1 X"

q (^V f-V \\

^ Ix^\' 4 2 4 -i/ ....), waarbij de reeks

1 x^ \\ /

tusschen haakjes afgebroken moet worden bij den laatsten
geheelen exponent.

Men vindt zoo de transformatie: • .

k

co x"" 00 u

2 - ^
k=l 1 - k=:l

C-V (-Y \\

xk* 2xV2/  ...

V ^^
kèii x"

§ 4. . Eene andere transformatie vindt men door te stellen:
00 x\'\' Ak

y, -r = y 7—T—r en dan de coCfficiénten Ak onaf-

k = i 1 — x" k = il x"

hankelijk van x trachten te bepalen. Nu is

x*^ _ x\'\' — x"^ _ x** . 2X»\'\'
1 -f x" ~ 1 ~ 1 _ xk 1 —x2k-

Er moet dus voldaan worden aan:
(4) , j—^ - T—m -2.2 —

k

l-x" k^il-xk

Bij ontwikkeling in reeksen geeft de tweede term rechts
slechts even machten van x. De oneven machten van x in

co x\'\' ^ x\'\'

de ontwikkelingen van E Ak ,-------en van E -7

k = l 1 — X» k=l 1 — x»

-ocr page 79-

inoeten dus gelijk zijn, hetgeen achtereenvolgens vereischt:
Ai = l, As —1, Ar,= l enz. (4) gaat nu over in:

00 v2J 00 x®\' X®\'

nr-x- = .f, CT". - ^ ,5, r-r-x\'-i

OD x^\' QO x"

waaraan voldaan wordt door Au— 1 = 2 Ai.

Nu is voor alle oneven l: Af=l en heeft men dus
Aa; — 1 = 2, As» = 2 1 = 3. Voor even l heeft men:
Aim — 1 = 2 Asnv, wat weer voor oneven m geeft:
Atm =2(2 1) f 1=2^ 2 1=7.
Men kan op deze manier doorgaan en ziet gemakkelijk in,
dat als k = 2P n en n oneven dat dan:

QP 1 _ 1

A, = 2M-2P-i 2\'\'-2 ....1= =2P \' - 1

De reeksontwikkeling uitschrijvend:
» xk _
X 3xg__, 7

k=iï - xk— 1 -i- X 1  1 X\' 1 x^

xii 3x" x^ 15 X» ,

4 I „R 4 1 „7 4 I ..S • • • • •

^ 1 x^ ^ 1 ^ 1 x^ 1 H- x»

§ 5. Trachten we de reeks van L. te vervangen door eene
. . xk 2x»k ....(q-l)x<q-\'>k
reeks met algemeenen term Ak-^ ^k -f---

dan vinden wij eene uitbreiding der vorige transformatie,
welke haar voor q = 2 als bijzonder geval bevat.

xk 2 x\'k-f... (q-l)x(q-\')k_(l -xk) ... (q^) xfj-»^

Nuis: —- - ...... , " \' \'

xk -I- x\'lk^ . . . . x(l-\')k — (q-l) xk _ xk _ X<lk_

l—xlk

Er moet dus voldaan worden aan:

00 vk CO vk OO x\'Jk

Bij ontwikkeling in reeksen geeft de tweede term rechts
slechts machten van x*», de andere machten van x in de

-ocr page 80-

GO x^ ^ x"^

ontwikkelingen van S JZT^ l — x*^

dus gelijk zijn. Dit vereischt dat Ak = 1 voor alle waarden
van k, die niet deelbaar zijn door q, voor de andere A\'s heeft men:

00 x^\'ï x\'\'^

(Al, - 1) = q A, —^ dus 1 = q A,.

Is l geen q-voud dan is Aj = 1 dus A;q = q 1. Is Z wel
een q-voud, dan heeft men Amq^ — 1 =
q Amq, dus als m geen
q-voud is Amq2 = q (q 1) 1 q\' q I- Op deze
manier kan men doorgaan en men ziet gemakkelijk in dat
als k = qPn en n geen q-voud dat dan:

— 1

A, = qP qP-i qP-® ......... 1 = ^

§ 6. Bedenkt men, dat men alle getallen kan verkrijgen
door alle oneven getallen achtereenvolgens met 1,-2, enz.

le vermenigvuldigen, dan ziet men in dat:

kèt r^^- Y ii -1 - x^\' 1 -X*\'^ • ......

waarbij de sommatie over alle oneven getallen i uitgestrekt
moet worden. Ontwikkelt men de reeks tusschen haakjes
naar opklimmende machten van x, dan zal x"\' (n = 2« p en
p oneven) slechts in de ontwikkeling van die breuken voor-
komen, \'die in den teller hebben: x\\ x®\'.........x®"\', de

coëfficiént van x°\' is dus « 1.

co x\'\' ^

Men vindt daarom S t"—^ (a l)x"\'.

1 _ x" r n = l

Verandert men rechts de volgorde der sommatie, dan geeft dit:

f , \'\'\' k = f 1) (X" -f x\'M-...........) =

k-l 1 — X* n = l

co vn

§ 7. Zonder de afleiding te geven heeft Eisenstein\') reeds
vermeld, dal, de reeks van L. getransformeerd kon worden in

\') Transformation» remarquables de quelques séries. Grelles Journal
t 27—28 p. 193-197. 1844.

-ocr page 81-

het quotient van eene oneindige reeks en een oneindig product.
We zullen daartoe eerst het oneindig product van
Euler in
eene reeks ontwikkelen en stellen:

P(x.t) = (l-xt) (l-xn) (l-xH)......=

= 1 Alt Aat^ ......mits 1 X |< 1 en 111 ^ 1 .

Maar dan is

(l-xt)P(x.xt) = (l-xt).(l-xn)(l-xn).... = P(x.t).

Substitueert men hierin de machtreeks in t, dan kan men uil
de komende identiteit de coömciënten A bepalen. Men heeft zoo:
(1 _ xt) (1 A, xt Aa xH\'^ .......) = 1 4- Al H- Aa -}- . . .

__x

dus Al X — X = Al of Al--I __ ^

x2 _ x\'__

Aax2-A,x2 = AaofA2 = - -x\')

xk

Akxk —Ak-ixk = AicOfAic= - dus
* .........
^

= (l-x)(l -X^).........(1 -x^ ~

xV.Mk 1) _

= _x) d-x\'\').....(l-xk)"

dus (I~xt) (1-xH) (1 -xM).........= l--r^x

1

(, _ x)crr^) i - (t- x) (1 -x\') (1 - x\')
en voor t=l : (1-x) (I -x») (1 - x\')..........=

r-x (1 -x) (1 -x=) - (1 -x) (I - x») (1 - x«)

§ 8. Langs een dergelijken weg is de transformatie van

x •

Eisenstkin te verkrijgen. Nu stellen we f(x. l)= ^YTZla"^

    ......)(i-xO(.-xn)(i-xn)....

\'tkomt er nu maar op aan f(xl) in eene machtreeks naar t

-ocr page 82-

te ontwikkelen en dan t = 1 te stellen. Stel f (x. t) — Go
Git G2t2 03 1^4-.....dan is x (1 — xt) f(x.xt) =

/ x^ \\

dus x(l -xt)f(x.xt)=f(xt)--p^^P{x.t).

Vermenigvuldigt men dit met (1—xt) en substitueert de
reeks voor f(x. t) dan geeft dit:

x(l-xt)MGo C,xt G2xn2 .......) =

(1 - xt) {Go Glt4-C2t2 .......) -

of:

Go (C,x2 - 2Gox2) t   Gox\'\') t\' ....

(Ckx-\' \'-aGk-i xi\' \' Gk-a .....=

Go4-(Gi-Cox)t (G2-Cix) t\'H-.....(Gk-Gk-ix)t\'\' ..

l.4

_ X -J____ f — -^^^-t2 ...

^^ 1-x\' (1 _X)(1-X2)\' .................

(- i)\'"^\'(Tzrx)(i_x2)\'.T.. d-x\'\')^\'........

zoodat Co X = Co — X dus Go = - - - .

1 — X

x\' 2 x=»

(C, - 2 G,) X\' = C, - C, X  of C, = -(!_,)

x\'

(C2 - 2 C, Co) x^ = G2 - G, X - ^^ of

3 X®

^ (1 - X) (1 - X») (1 - X-^)
Dit wekt het vermoeden dat:

n^ (k 1) ......

lA-l- u ........(1 -xk f- 1)

Om dit te onderzoeken, merken we op dat de coöfllciönten
G voldoen aan:

 x^\' i =Gk-Ck-.ix

 (T - x~k)

-ocr page 83-

of aan: Ck(l - (2 x\'^^^- x)-Gk_2

Uit deze betrekking blijkt nu gemakkelijk, dat wanneer
Ck _ 2 en Ck _ 1 den veronderstelden vorm hebben Ck hem
ook heeft en omdat Ci en C2 van dien vorm zijn, zijn het
dus alle coëfficiënten C. Men vindt:

""   -xt) (l-xM).....=

— xt \' 1—xn

/

2x3 3X\'\' 3
t i-
Ti ..2\\ ____

i -X (1 -x)(l -x=^)(l-x=\')

4

en t=l stellend en door het product van Euler deelend:

1-X^l-X» • l-x^«^.....

X 2x\' _ _ _ ___

1~~(T-x) -x) (i-x\') (1 -x\'\')" (1 -xj(1 -x^Hi-x^ld-x*)
(T^) (1 - x^) (1 - x=») (1 - x^)........

de transformatie van Eisenstein.

§ 9. Wij zullen nu formules afleiden, die hel verband
tusschen Lamberlsche reeksen met verschillend argument aan-

geven. Zooals bekend is, is L (x) = v -----= v ö(k)x^ -

k=il-x\'^ k=i

Substitueert men in deze gelijkheid achtereenvolgens 1 x, x,

^ x,.....~ \' x, waarbij 1, C\', T • • • • ~ \' wortels

van x^\' — 1 = O zijn, dan vindt men na samentelling:

(5) L (x) x) L . .. ^ x) =
co .

= p X ó (ll p) X want X x", uitgestrekt over do wortels
h=l

van xl^ — 1 = O is O of p naarmate n niet of wel een p-voud

-ocr page 84-

is. Men kan nu altijd S ö (hp) x^P in de som van een eindig
■ h=i

aantal reeksen van L. uitdrukken, waarvan de argumenten
machten van x zijn. We veronderstellen daartoe eerst dat
p = l^- m\'\' waarbij l en m priemgetallen zijn. De getallen h
verdeelen we dan in vier groepen. 1°. de getallen a. die
noch door l noch door m le deelen zijn, 2°. de getallen van
den vorm U, b ondeiling ondeelbaar met m, 3°. de getallen
van den vorm c m, c. o. o. mei /, 4". de getallen van den
vorm dim, waarbij d van 1 tot co loopt. Nu heeft men:

(6) Z Ö ril p) x^P = S ö (a p) x«P Z ö {hip) x^\'P
h = l a b

c d = 1

Ieder getal a is van den vorm A" B\'^ C....... waarbij

A. B. C____ van elkaar en van m en l verschillende priem-
getallen aangeven, dus Q (ap) = (it 1) (/3 1) (r 1).....

1) (A -I- 1).... = (i^ 1) (A 1) Ö (a). Ieder getal b is

van den vorm A" B\'^G^____l^ .... , waarbij p ook nul kan

zijn en A, B, C . ... Z van elkaar en van m verschillende priem-
getallen zijn. Dus, in aanmerking nemend, dat A p 2 =
= 2)_ 1), vindt men ö(b;p) = (« l)

(« -f. 1) (,3 -f 1) (r -f 1).... (p 2).....- A 1) (a 1)

i)(r 1).....1).....= (A 1) i)ó(b/)-

Eveneens ó (cmp) = (a -f 1) 1) ö (6m) - (a 1) Ö (c).

Voor ieder getal d kan men zetten A" B\'^ G^----l^\' m"...

waarbij A. B. G____Lm____weer onderling verschillende priem-
getallen zijn. Neemt men weer in aanmerking, dat men voor
-f- a- 2 een dergelijken vorm als voor A p 2 kan
zetten, dan vindt men
O (dimp) = (A 1) {/z 1) (« -f 1) (i3 -j-1)
(7 !)..(; 2) (<r 2)..-(A l)/.U-f l)(/3 l)(r-|-l)..
{^-f2) (<r-f 1)..-A (^x 1) (a-f 1) (/3-f 1) (r 1).. • (i\' 1)
4- 2)... A (« -M) (/3-I- 1) (y 1)... 1) I) • • =
(A 1) (^x 1)Ö idlm) - (A -f 1)ö (dZ) - A 1)Ó (dm) A/Xó(d)

-ocr page 85-

Substitueert men dit in (6) dan vindt men:

E 6 (hp) x^P = (a 1) 1) [Z ö (a) x^P Z ö {bl) x^^P
h=l a b

z 6 (cm) x^\'^P 4- z 6 {dim) x\'^^\'^P] -

c d = l

- a (f^ 1) [Z ö (b) x^\'P 4- Z O (dm) -
b d=l

c d = 1

00

Tusschen de eerste haken slaat niets anders dan Z ö (k) x P\'

k = i

want de eerste term bevat alle termen der som, die behooren
bij waarden van k, die met l en met m onderling ondeelbaar
zijn, de tweede term alles wal behoort bij waarden van k
die een deeler l maar geen deeler m hebben, de derde term
zorgt voor de waarden van k, die wel een deeler m, maar
geen deeler
l hebben, terwijl de laatste term die waarden
van k bevat, die door l en door m deelbaar zijn. Evenzoo

staat tusschen de tweede haken Z ö(k)x\'\'\'\'P en tusschen de

k=l

derde Z Ö(k)x\'\'-™P, waardoor men vindt: Z Ö(lip)x^\'\' =
k=l h=l

= (a4-1)(^^4-1) Z ö(k).x\'^\'P-a(/x4-1) Z ö(k)x\'^-\'P
k=l k=l

00 , co \' , ,

-(A4-l)At Z Ö(k)x\'\'-"\'P4-A^ Z ö(k)x\'\'-\'\'"Pofmel(5):
k=l k=l

L (x)4-L(r x)4-L(C» x)4-.....L(CP-^) =

7) (A 4- 1) (^ 4- 1) P L (xP) - A (f. -M) p L (xP^) -

-(a4- l)/=^pL(xP"\')4- a/xpL(x\'\'"P)

Door analoge redeneeringen kan men hot geval behandelen
dal p een product van machten van meer priemfacloren is;
de wel volgens welke hel resultaat gevormd wordl is uil (7)
voldoende le zien. Is p b.v. gelijk aan
l^ dan vindt men:

-ocr page 86-

(8) L (x) L (^x) L (C^x) .... L x) =
= (A 1) -f 1) (v 1) pL(xP)- A 1) (. 1) pL (xP^ -
-
(A l)^(> l)pL(xP")-(A l)(^ l);.pL(xP")
A (y 1) p L (XP\'"\') -f (A 4- 1) ^ , p L (xP""\')
A 1) V p L (xP"\') - A . p L (xP^""\')-
Bijzondere gevallen zijn:
p = 2 L (x) L (— x) = 4 L (x2) - 2 L (x^)
eene formule, waarmee de waarde van de reeks van I.. voor
negatieve argumenten uit die voor positieve berekend kan
worden.

p = 3. L (x) L (\'/2 (- 1 i 1/3)x) L(\'/2(- 1 -iK3)x) =

= 6 L (x3) - 3 L (x").
p = 4. L
(x) L (i x) L (- x) L (- i x) = 12 L (x^) -

- 8 L (x8) enz.

§ 10. Noemen we L (x) L (C x) L (^ x).........

L(CP-^x) = v«\'(p.x) dan kunnen wij met (8) aantoonen,
dat wanneer r een niet op p deelbaar priemgetal is, dal dan

(9) (p r^^ .x) = r/\' \\{p (p. xr^\') -p^piv. x^^\'^ \')J.

Voorloopig nemen we weer aan dat p van den vorm m"
is, dan is: i// (p rr- x) = (A 1) (pt 1) (^ 1) p L {xl^ m/^ rr)
- A 1) (^ 4- 1) p r." L (x\'"^"^\' V) _

- /X (A -f 1) (^ 1) p r/\' L (x\'^ \' r/\') _ ^ j) ^ j) ^^ ^^^^ ^^^ j ^

Dprp 1 \' l)L(x\'^\'" \') _

- A^ p r/\'L  Ir/\' ^\') = r^ (^ 1) [(^ 1) (A 1) pL -

-A^/^ Dp L (A

A p L ((X^O^\'^- 1) (A-f-1) p L ((xr/"^ v^

- ^ (A iS PL ((x--^\' ^ Y\'-" ^ A p L ((x^\'\'V^\' ""\')]
=  waarmede de betrek-

-ocr page 87-

king (9) aangetoond is, dat zij ook geldt, wanneer p een
product van machten van meer priemgetallen is, wordt be-
grijpelijk als men bedenkt, dat iedere term met een factor
(^ 1) in den exponent heeft rp en iedere term met een
factor
p in den exponent r/\' i heeft, terwijl de vorming der
andere factoren en exponenten onaniankelijk van r en
p is.

§ 11. Wanneer 1......^»p-i de wortels zijn van

x^\'P-1 =0, dan is:

L (x) L x) L x) L x) ... L x) = p x) of
 .... L(-^^P-\'x) = ^(2p.x)-L(.x) -L(-^^x).. .-
l(>,»px).

Nu zijn »), .... de wortels van xp 1=0, terwijl
1, ... -^»P-« de wortels zijn van
xP— 1 = 0. Hierdoor
vindt men voor de wortels van
xp 1=0:

Z L (w x) = (2p. x) - ^p (p. x).

§ 12. Wij zullen nu nog eenige transformaties van Lam-

bertsche reeksen, J^ bk behandelen. Deze conver-

gieren absoluut binnen het convergentiegebied der\'reeks

bk xS mits dit den eenheidscirkel niet bevat, (llfdst. II, § 1).

Voor waarden van x binnen dit gebied mag men dus de
termen m machtreeksen ontwikkelen en deze oj) willekeurige
wijs samenvoegen. Schrija men nu deze reeksontwikkelingen
onder elkaar op en sommeert dan do kolommen, dan vimit men:
x\'\' co 00 00

l^k H- bk V ,,, ^........

* \' * « = I kssl ite-1 .......

00 yk

Daar de reeks bk j—^ absoluut convergeert zullen

oo QQ

alle reeksen bk x""\' convorgoeren. Is nu E bk .x\'\' = g (x)

dan vindt men do transformatie:

^ , x" 00

-ocr page 88-

Door nu voor bk verschillende waarden te nemen volgen
hieruit bijzondere transformaties:

k = l 1 — x\' m = l m = l 1 1" X

. X X^ , X^ _ X X\'\' ,

"M-x-l-x^\'^l-x® .....— l X^"^

Men had dit ook kunnen vinden door uit de reeks van § 4

GO x^k

£ --rr af te leiden en daarna beide kanten van de be-

k = l 1 — X^k

co x^k

doelde reeks met 2 S _ 2k verminderen.

k = 1 1 X

dus:

2». bk = k.

00 yk 00 00 X ™

......(1-^

X , X^ , X® ,

-(1_X)2^(1 -X2)2 \' (1 \' .......

30 i3k = {— Men vindt nu:

00 yk CO y"*

of:

1-x 1 - X2 \' 1 - X^».

X , X^ 4.

.....

Telt men deze reeks bij de vorige op dan vindt men:

I, " - " = J, (T-ixSjr Aftrekking geeft

niets nieuws, maar reeks n®. 2

40. bk = r- Nuis 1 (x«" V2 x^\'" \'/s x""-f ...) =
k m —1

-ocr page 89-

= S -log (I -X") dus:

ni = l

1 1 ^^ 1 _

^ T? o" Ï Tb

1—x2^31— x3

= ïoe los rrhr» • • • •

Op deze manier vindt men, dat het oneindig product van
Eulkr met eene Lamberlsche reeks in verband slaat:

fl (,_x») = e

m = l

50. l)lc-li. Nu is Z   =

ra = 1

= 1 logd x»").

m = l

x 1 x2 . 1 x»
dus ::-- — - ::--r-) "r 01--3

1 — x 2 1 — x2 \' 3 1 — x^

= log(l x)(l x2)(l x\').....

Teil men deze en de vorige reeks samen dan vindl men :
co 1 co l-j-x"\'

Aftrekking geeft niets nieuws
G". bk = a\'\' |ax|<l.

dus:

ax""

co . vk co . . ^ ax

k=l 1 — X" „, = 1 . m = ll—I

a X , a^ x2 , a^ x\'

V \' 1 -r2 \' 1 v3 " • ■ • •

1 _ x ^ 1 _x2 \' 1 -x»

_. a X 2 , a x^ ,

1 — a X 1 — a x 2 1 — a x » •\'\' •

de reeks, waaruil in Ilfdsl. 111 § 9 (21) is afgeleid.

co x*\'

S 13. Door iederen term der Lamberlsche reeks Z bk 7-^—1,
^ k-i 1—x*

te ontwikkelen en dezo reeksen le sommeeren ontstaat de
co

reeks Z a^ x^. De coëfficiönten a hangen natuurlijk met

-ocr page 90-

de coëfficiënten b samen. Nu zal x\'^-slechts in die ontwik-
kelingen voorkomen, die met eene macht van x beginnen,
waarvan de exponent op k deelbaar is. Alle termen van
zoo\'n ontwikkeling hebben als coëfficiënt b met een index
gelijk aan die exponent, waaruit volgt:
(.0) =

Omgekeerd kunnen we ons voorstellen, dat de getallen a
gegeven zijn en dat er gevraagd wordt de bijbehoorende ge-
tallen b te bepalen, dus de betrekking (10) om te keeren.
Dit blijkt altijd en slechts op eene manier mogelijk.

V /k\\

(llj Het resultaat is b^ = J ^d waarbij fx (m) de

functie van Möbius is, gedefinieerd door: /x (1) = 1, /x (m) = O
voor een niet kwadraatvrij getal m, /:i(m) = (— 1)p voor een
kwadraatvrij getal m, dat uit p priemfactoren bestaat. Hieruit
volgt dat niet alleen iedere Lambertsche reeks binnen haar
convergentiegebied (mits ^ 1) altijd in eene machtreeks
ontwikkeld kan worden, maar dat ook iedere machtreeks
door

eene Lambertsche reeks voor le stellen is, waarvan de
coëfficiënten door (11) bepaald zijn. Als voorbeeld ontwik-

(X)

kelen we x m eene Lambertsche reeks. Dus x = ak x^

k = i \'

waarbij ai = 1 en alle andere a\'s = O zijn

v^ /k\\ 00 vk

K = iH ^ (d) == ^^ =^ ^^^

________, ^^^__. x\'o

x

Eveneens kan men = x Sx^\' Sx\'^ -f 4x^ ____

in eene Lamberlsche reeks ontwikkelen. Hier is a. = k dus
V 7k\\

= d|k ^ 1 d J gemakkelijk aan dal dit gelijk

is aan 0 (k), n. 1. het aantal getallen < k, die met k onderling

ondeelbaar zijn. Men slelt b.v. dat k de ondeelbare factoren

- f...

\') e. Landau. Handbuch der Lehre von der Verteilung der Prim-
zahlen II, p. 567.

-ocr page 91-

a, b, c heeft, dan is <p (k) = ~~ ^ ^^ X k.

abc

Ontwikkelt men dit product en onderscheidt dan nog het

geval van enkele en dubbele priemfactoren dan komt men

direct tot de gewenschte betrekking en vindt

X 00 yk

Deze reeks is een typisch voorbeeld van eene Lambertsche
reeks met zelfs tot in het oneindige aangroeiende coefficienten,
die toch over den convergentiecirkel kan worden voortgezet.

§ 14. We beschouwen nu nog de reeks

00 00 / co , ,\\

k = l 1 x" k = l \\ m=0 /

co / .co \\ 00

Z (-1)\'" Z = V (_ l)n\'g(x2"\' n

m = 0 \\ kr3 1 / ni = 0

m = 0

00

wanneer we £ k x\'\'= g (x) noemen.
k = l

Stelt men in deze transformatie b^ = l, dan vindt men:
co y k
 00

L= 1 1 -f- X\'"\' ni = 0

oo 3j2m 1

= v ivn -^

De eerste reeks is het historisch eerste voorbeeld, dal
Weier.sthass gaf van eene functie, die buiten een bepaald
gebied niet voortgezel kan worden, de reeks aehter.het gelijk-
teeken is eene Lambertsche reeks, waarbij b2k 1 =(—l)\'\'en
1)2k=0. «Op deze manier blijkt dus dal hol niet kunnen
voortzetten dor reeks van
Weierstrass terug lo brengen is
lol hel niet kunnen voortzetten van eene Lamberlscho reeks.

Transformaties in asyniptotisclio ontwikkelingen.

§ 15. Do reeksontwikkeling van Sghlö-milgh (Hfdst. III (34) ),
is door
Wioert \') uitgebreid lol complexe waarden van x

\') Sur Ir tório <lo Lambert ot son application A la tbC-orio de« nombre«.
Acta malbomatica t. 41. p. 107—218. 1018.

-ocr page 92-

in de omgeving van 1, waarvoor |x|<l. Het resultaat
van
wigert is later eenvoudiger door Landau afgeleid,
Landaü\'s bewijs berust op de formule van Mellin : -) •

ƒ r(s)y~\' ds, waarbij de integratieweg rechtlijnig

c

van c — X i naar c co i gaat, c > O en R (y) > O is, ter-
wijl aan y"® de beteekenis gehecht moet worden van

waarin | Hogy is.

xk SS ,,, ^ .t

Stelt men nu x = e"\' in L(x)= E= S ^ (k)x

kr=l 1 X k = l

co 1

mits |x|<l, dan vindt men A (z) = Z ^^^

k = l

k = i e^^\'-l

oo ^

X e"\'\'\' waarbij R(z)>0 is.
= 1

00

Hieruit volgt 2 i yV (z) = 2 - i ö (k) e =
(14) =/r(s) 1 ö(k)k-" z"\'ds=/r(s)z-\'\'C\'(s) ds,

\'c k=l C

want bij ontwikkeling van (s) = (p ^ ^^ • • •)

volgt direkt dat ^ (s) = ö (k) k .

We denken ons nu een rechthoek, begrensd door twee
lijnen in s = c>l en in s = — 2 p (p geheel en >0) even-
wijdig aan de imaginaire as en door twee lijnen op cc af-
stand aan weerskanten evenwijdig aan de reeele as. Langs
de zijden van dezen rechthoek integreerdn we r(s)z-\'^(s).
De waarde van de integraal is dan 2 r i keer de som van de
residuen van de polen binnen den rechthoek.

De integralen langs lijnen evenwijdig aan de reeele as zullen
nul opleveren, want als s = o- it, dan is voor aangroeienden \\i\\

\') Uber die Wigertecho asymptotische Fiinctionalgleichung für die
LambertBche Reibe. Archiv der Mathematik und Physik Bd 27. p. 144-
146. 1898.

>) Acta Societatis Fennicae. Bd 21. N*. 1. p. 76, 1896.

-ocr page 93-

— \' r 1 11

f(s)=0(e " \' ll|"), n eindig en constant, terwijl ook
^ (s) = O (111 waarbij m eindig en constant is. Dus

Voor de beide andere integralen dus voor ƒ — ƒ vindt

c — 2 p

men dus 2 - i keer de som van de residuen van de bedoelde
polen. Nu heeft de ^ functie slechts éene pool s=l. De

polen der V functie liggen bij 0,-1,-2.....— 2 p, maar

-2,-4____— 2 p zijn nulpunten der ^ functie en daar

^(1 _ s) = 2 . (2 tt) -" cos ^ r (s) C (s) volgt hieruit voor

s=-2k dat r(-2k)C(-2k) =(- D\'l^y^dus

eindig is, waaruit: z-\'T (s)^(s) = 0 voor s= — 2k. Wij

hebben dus slechts de residuen der polen: s= 1,0,1,-3.....—

— (2 p — 1) te berekenen. Voor hel residu in s = 1 heeft men:

r(s) = l -G(s-l) 4-.......; = =

= Z-\' = Z-\' 1 1 - (s — 1) logz .....I =

— z - \' (s — 1) log z ........

1

1 . 2C

......

Voor s = 1 5 volgt hieruit z -" T (s) ^ (s) =

(1 2C

= (JL ~ .... V Het residu van deze pool

7. ó 1

. , G- log z

IS dus--.

z

Voor het residu in s=0 vindt men \'/<» want P = ----

en K (0)= - dus Z-- V (s) .......

Het residu in een der polen — (2k —1) wordt berekend,
door op le merken dal:

-ocr page 94-

r (- (2 k - 1) = (- (ik±iyTi

4

en

dus is dit residu:

1

(2k- 1)!

Bak (2;r)

- 1

\\k - 1

(2 k — 1)! U2

-I B^ak

- z

""(2k-l)! (2k)2 2k(2k)!
In verband mef (14) vindt men nu:

Bhy

2k-l \\ —

(15) A(z)-

/G-log^ , 1_ _

z " k = i2k(2k)!

B^ak

, 2 k

2k-l

Maar nu is: F (1 —s) z^(1 - s) =

8-1

9 rr

211 Y{s)^{s) =

B-1

cos

Z

r (1 - s) z

s

s- s

F(s)C2(s)cotg^-

sinrs 2

Men vindt zoo: ^ ƒ F (1 - s) z " -> CM 1 - s) d s =

z

2p I

l

-if r(s)

Zlp 1

(IG) volgens (14) —A

Z2p 1

Beperken we nu de waarden van 4> tot O < (?) < ^\'
kunnen--we bewijzen dat uniform in Ó voor f ->• 0:

ƒ r (s) (i^VV W (c ol B - i) 1 = = O \' ^

•2p l

-ocr page 95-

2i

Is ö" namelijk = 2p 1 dan is cotg^ — e-sl _ i

____=--r^^fius cotg^-i g2voort^0

< 2e-\'f|M voor t g 0.

, -s
cotg y —1

en

Verder is

-IM

voor t>0 en g r®P \'e® voort^O.

Ook is r(s)=o(e-ï-l"|t|^P V,) en e(s) = 0(l).
Hieruit volgt dus dat de modulus van den integrand kleiner
is dan r«p \' P (t), waarbij P (t) continu en onafhankelijk

van z is. Wanneer t - oo is P (I) = O t®\'\'"^\'/\') en wan-

neert->- co is p (l) = o (e"\'^!\'! V.) ^oodat Z^"" P (t) dt

— 00

convergeert. Zoo vindt men dal |ƒ V (s) y\'l ) " (s) (cotg — i) ds
^ >/^"P(l)dl. dus dat de integraal = O (r*P »).

— 00

Dit geeft in verband met (15) en (lü):

(17). . log z , 1 _ P\'«»\' .
/V(z)----- -f- 2k(2k)!

/4

O (r\'p) de asymptolische funclionaal ver-

z

gelijking van Wkiert en Landau.

§ IG. Naast deze ontwikkeling van Landau voor complexe
waarden in de omgeving van l(|x|<l) heeft K
luweh \')
eene asymptolische ontwikkeling gegeven voor hel geval dal
de veranderlijke langs eene straal van den eenheidscirkel lol
een rationaal randpunt nadert.

Zijn n en n\' weer geheele onderling ondeelbare getallen, zoodal

e«"\'^ een rationaal randpunt is, noemt men dan e~ = fl,

\') Over do reeks van Lamhkkt. Ver«Ingen Koninkl. Acad. van Wetensch.
te AmHtcrdam. Deel XXVIII, p. 2(52-2G9. 1910.

dus

1\\

-ocr page 96-

dan zal dit randpunt naderen, wanneer x door reëele

waarden van O tot 1 loopt. Voor de Lambertsche reeks

co 2k

N(z)= X bk -k hebben we dan:

k=i 1 — z^ ■

, ^ , , 00 vkn n-1 QO Yl^n h/Jhn\'

(18). N (X n = 2, s, b,„

xkn.

We ontwikkelen nu achtereenvolgens in reeksen -^v

1 _ d^\'----1 — schrijven de uitkomsten

onder elkaar op. Sommeeren we nu de kolommen, dan zullen
alleen de n®, de 2 n® enz. kolommen eene andere uitkomst
dan nul opleveren. Zoo vindt men:

xk° -xkn^hn\' kn»
-r-4- y - - -n ykn* 4-n Y^kn» I n v3kn« I X

X OO ykn» OD n-1 „kn /hn\'

Substitueert men dit in (18) dan komt er:

00 x""!\' co n-1 „kn /Ihn\'

N ) = n b,„ - _ s 

n-1 00 vkn b/lhn\'

z Z \'
h=lk=0

.Z Z 1 _ xkn h^hn\'

00 xk«»\'

h=1 k=0^" M — xk» »> ö""\' 1 — x"» ,

Doorloopt h nu alle waarden van 1 .tot (n — 1) dan liggen
de bijbehoorende punten ö*""\' symmetrisch ten opzichte van
de reeele as, tenzij n even is, in welk geval het punt •— 1
op zich zelf voorkomt. Voor twee,symmetrische punten vindt

^hn\' ^-hn\'

• 1 _ flhn\' "f" 1 _ (9-hn\' = — Voor evon n is dus

n -1 Ahn\' P — O

-nrïbr= -X - 1 = -(n - 1). voor
oneven n is de som
" ~ ^ X — 1 = — Va (n — 1).

-ocr page 97-

Men vindt zoo: N (x ö°\') - n £ K„ . . 4-

k=:l 1 - X*"

(19) Va bo (n - 1) = U^ (x . n\'). waarbij
U (x V Ih -J^Ult"\' u

k = 0 \\ ^ " 1 — x""" " Ö»»"\' ~

j-kn h ^hn\' ^kn ^hn\' \\

\'^kn h _ ö*""\' 1 _ x\'\'" ö*""\')

(bkn i, - bk») 1 1 \\ dus:

(20) u„(x.n\')=-(.J^

00 „kn /Ihn\'

4- ^h h ^ ^ "

k = 0 ^ ~ 1 — x""» fl\'"\'\'

Voor de reeks van L. is bk = 1 en bo = 0. Substitueert
men echter bk=l en bo = 1 in (19), dan schrijft men links

te veel op Va (n — 1) en rechts — deze vormen

h = i 1 —

zijn gehjk, de gelijkheid blijft intact. Men heeft:

n - 1

L (x ö"\') - n L (x\'") -1- Va (n - 1) = V T,, (x . n\').

ii = i

(21) waarbij T, (x „\') = _ =

00 vkn /Iin\'

= -(l-x\'\')v

§ 18. Steltmen in(21) x dus

en noemt men:

, V 1 I

ch (u) =----rs— = — \'/2 V ---------------\'________

dan vindt men:

^ 00 i I j

T„ (X. n\') = |j.-kn-h(5-hn-_i - 1

00
k=0

-ocr page 98-

co
— x^

00

= S !4)(kny hy)-cp(kny)i
k=0

1 ^ sin2;rÜ , .
Noemt men nu gi (t) = — - 2. -:-. oan is

TT 1 = 1 I

gj (t) = t — 1/2 — [t], dus als we geheele waarden van t
buitensluiten is g\'i (t) constant, daarom is:

/"jg\'i(t-^)-g\'i(t) j0(tny)dt = O

u ^ \'

wanneer we die waarden buiten het inlegratiegebied sluiten,

waarvoor t — ^ of t geheel zijn. De integraal loopt dus van

£ tot - - £, van - £ tot 1 — e, van 1 £ tot 1 - — e enz.
n n n

Deze integraal zullen we 2m keer partieel integreeren. Het
geeft gemak eene serie functies g (t) in te voeren, zoo gekozen,

.. /x^ dgH-i(t) , 1 ^ cos2rU

dat g, (t) = flus g2 (t) = 272 ^Zj

enz.

We vinden:

(22) ƒ jg\'.(t-|j)-g\', (t) j4^(lny)dt= jg,(t-|j)~g.(l)j (Iny)

\' (-1) \'n \'y \' j gM 1 (t - Ij) - g\' 1 (t)j 0\'(tny)

-gim(l) 4)""(tny)dt.

l\\

4- n»™ y«"-

glm

n

Hierin moeten achtereenvolgens de grenzen £, ~ — f»"
1 — £ enz. gesubstitueerd worden. Men vindt zoo bij substitutie

gi(t)!0(tny):

in gl

t--

n

— gl

- (0) gl (0) cp (0) - 2 g, (f) 0 (hy) 2 gl (1 -f O 0 (n y) -

2g,(i -i-f) (ny hy) 2gi(2 £)<p(2ny) - enz. Daar nu

-ocr page 99-

gl (e) = gl (1 f) = g2 (1 e) =........= — V2 gaat dit

over in: — gi

lm - 1

E (-l)\'n\'y\'

issl

g/ i(0)

-- 0(0) E |Ó(kny liy)-cJ)(kny)!
n/ k=o

. (P (0) = ^IJ - V2 j (P (0) V2 cp (0)

00 J,

EJc/) (kny hy) - (kny)| = ii 0 (O)

f 10(kny liy)-4)(kny)!
k = 0

Omdat de functies g2. gs enz. continu zijn, geven de grenzen

— — f, — e, enz. telkens dezelfde waarden en behoeven we
n n ^

slechts rekening te houden met de grenzen f (= 0) en oo .
Voor t-*cc naderen
cp (tny) en (p\' (tny) tot nul, het tweede
stuk achter het gelijkteeken in (22) geeft bij substitutie der
grenzen:

-1) \'n \'y\' j g, 1 - g, 1 (0) I cp\' (0)

„im ytn. ƒ j gj^ (i - - gïm (t) j (tuy) dt

waaruit men vindt:

(23) 2 I4)(kny hy)-0(kny)| = -|j-(|)(O)
k=0 "

h]

/ h\\ co

n

0\'(O) R.

De vorm g/^. i ^ — — g/ 1 (0) slaat in verband met de
funclies van
Bernoulli, want substitueert men

Bin = (- 1)" cin-l u ^ii; «n = e^ (z) :

dan vindt men 0 (z. 2n) = (2n)! Igan (z) — gan (0)1.
\') Sciii/üMiLCii, Com{)CDdlutD II blz. 217.

-ocr page 100-

Noemt men f„-i (z) = ^ dan is dus f,,_j(z)=!g?n(z)-gtn(o);

Evenzoo heeft men <p (z. 2n 1) = (— 1)" 2 ^a^^an 1 i^n i

(2n 1)! g2n i (z), dus fan (z) = gan i (z).
Samenvattend heeft men voor Z>0 dat f,
(z) = | g/ i (z) - gi iloj 1
daar gan i (o) = o (n>o). Nu is voor oneven l:

-) en voor even l is
in/

= _ i (^j en daarom is voor l> o

nj \\n/

\\n/ V \\ "/

/h\\ h
Voor i =
o is echter (—1) fo = —

Hierdoor vindt men uit (23):

(24) Jj 0 (kny hy) -4) (kny)! = 

h
n
h^

gj i
gi i

11_Vi{ JO I 4

Nu is 0 (u) = = -\'/« \'h I -

_ VaicotgHsiu -f

n

,, . . Ji-hn\'
waaruit
0(o) = -- \'h 4" \'h i cotg -jp- en

cp\'(o) (d\'

Substitueert men dit in (24) dan komt er:

Tl, (x. n\') = 1 1 4) (kny hy) - 0 (kny) i = ^ -

k=o

- ""zCh i)\'^\' n\'y\'f,(|-) (D\' cotg R-

Om de restR=-n®\'" y-f jg^n, (t - - g^. (oj d)"" (tny) dt
te begrenzen merkt men op dat | (tny) 1 =

^ _I__

cc

(2m)!

tfj • i
< (2m)! ^^ ^-ft2^2-y2 (l[ß- 2r ^
1

< tWTÖT^(li /3 - l)""-\'

-ocr page 101-

of i r K 2 m .T I (0) I n®" - ^ y®"- M M0) I de modulus
van de rest is dus kleiner dan een eindig veelvoud van de
modulus van den voorafgaanden term in de som, daarom is _

(D\'cotgv) 

1 \\ 2 m - 1

Kn®"~Mlog-| waarin K eindig en onafhankelijk
van X is.

n-l

Stelt men nu A/ = Z f/
h = l

n^en uit (21) . , / x . /

2m-2 /i\\i • ,/ iV
L (X fl" ) - n L (xn\') = - V4 (n - 1) - A, M " ^»x-j

waarin Ki weer eindig en onafhankelijk van x is.

Men vindt hieruit Lim j L (x fl"\') - n L (x"\') j = - »/i (n - 1)-

n-l

rhn\'

— « Z h cotg
2n h=i • n

dus dal L (x fl" ) op dezelfde manier oneindig wordt als n L (x»\'),

C — log log^ — 2 log n

dus volgens (34) Ilfdst. III als-------------^-------------h

nlog-

\'l Bestaanbare deel van L (xfl") wordt dus oneindig op
eene manier onafhankelijk van n\', het imaginaire deel blijft
eindig, dit sluit met § 3 Ilfdsl. II, de reeks van L. werd
daar gesplitst in Ei en Z
j. De reeks liad slechts reeele

\\n

(D\' cotg v) _hn- dan vindt

go

dus |R|<2| gîra (0) 1 (2 m)! n\'—» „

-ocr page 102-

termen, Lim (1 - p) Si was oneindig onafhankelijk van n\'.
De reeks Z2 had complexe termen Lim (1 —
p) Sa was echter

n A

log log ^

eindie. A posteriori weten we nu dat het deel — ; p

nlog-

C — 2 log n ,

. behoort bij de limiet van Si, terwijl-----ook voor

nlog-
een gedeelte kan behooren bij de limiet van £2.

§ 19. De methode van de vorige paragraaf kan voor ge-
schikt gekozen bk ook uitgebreid worden tot Lambertsche
reeksen. Voor bk = — Vk is

= _ f = n _(l-z\')([lfdst.iv§12n«.4.)

Nuis 1 108(1  =

h = l k = 0

(25) 1 log(l-(xö"\')\'\')- £ log(l-(xr\')\'>").
k= 1 * — \'

Venier is: s\' f log (1 - \'\'\'"ö\'"\') = \'»B d - «\'"■■)
h = l k = 0

V log(l-xk"ÖP)(l-x\'\'»Ö^P)......(l-x\'\'nö("-»P)

k = l

1

= log Lim ^ Z log X^" - " V-= log n -1- Z log y^^^lT

^ x — 1 k = l 1 _ 1

co

V
k=l

Uit (25) en (26) volgt:

n-^l go

xkn 1

(2G) log n 1 (log (1 - x""\') - log (1 - x"") ).

h=lk=0

-ocr page 103-

1 logd-Cxfl"\')")- 1 log(l-x\'\'°)-
k=l k=l

00 oo ^

-S log(l-x\'"") s logd-xk")-logn =
k=i k=i

(27) M(xr) —M(x"\') —log n.

We integreeren weer dezelfde integraal als in § 18, 2m

keer bij gedeelten, maar nemen nu ó (u) = log(l — e\'^ó\'""\')

zoodat het diff. quot. van deze 0 (u) de functie <p (u) van § 18

oplevert. Er komt nu:

Si

00

V (Cp(kny hy)-0(kny)) =
k=0

2m - 1 /l, \\

. r , . Tn\'h

n . -n\'h

2 sin-

waarin cp(0) = log
log

^ . Trn h
2sin-

-i(B

[hn\'l

\\

n

n

(|)\'(0)=i colg^ - V2 en cotg>) ^^^

(28) of E ilogfl—xk-\' \'-ö""\') —log(l -xi^-Ö\'\'"\')!

kssO

00

h

2sm-

h^

n

X (0 (kny -1- hy) - cp (kny)) = - - log
k = 0 " *

hn\'

- y

2m- 1

- E n\'/f/ D\'-\'cotgv  U

^ 11

Hierin is R = - n\'™ y"« ƒ" jgi„. (t --] - g2m (D j (t ny) dt.

O ^ \'

Maar nu is:

-ocr page 104-

00 1 _1_

dus

dt

ny

1

00

/= — 00

tny

\\h/3 —

«> __

1 r |< n®- -1 y"" -1 2 I ga™ (0) I (2m - 1)! 2 ^ "(h^ _ 2 rrlf- " ^

= (2m -1) r 1 gam (0) 1 y®- -1 n«™ -11 ^tm -1 (o) ]

dus R = K y^™ -\' waarin K eindig en onafhankelijk van y is.
Uit (27) en (28) volgt:

(29)

M(xö"\') — M(x\'") = logn —

» . «n h

2 sin-

\'hn\'

hn\'
. n

1

V2j

I n-1

n h==i

-f

s-ih

h log

\\ V n

n

, 1 am-l/n-l /|,\\

- é - « 7 - U, f\' (n) (D\'- « . = \'

v\'/

/ i\\ïm-l

Kl log -) waarin Ki eindig en onafhankelijk van x is.

Daar nu bekend is hoe M (z), dus het oneindig product
van
Euler zich gedraagt als z langs de reeele as tot éen
nadert\') volgt uit (29) het gedrag van M(xó"\') als x tol 1
nadert. Dan is:

Lim 1M (x Ó"") - M (x"\') | = log n -

x-».l

hn\'

4 n-1

n h = i

gi)

O •

2 sin-

h log

\') M (7.) ^ log i 1 log 2r - V» log log

(\' loli)

6 log-

Ti

-ocr page 105-

M(xó"\') wordt dus op dezelfde manier oo als M (x°\') dus als

Lim — \'/2 log log -

I -»• 1 X

6n2 1og-
x

Het reeele stuk van M(xfl"\') wordt dus slechts oo en weer
onafhankelijk van n\'.
Zelfs zal het reeele stuk van Lim
j(iM (x ) — M {x"\')| onaf-

1

hankelijk van n\' zijn, want — Z

n h=i

n — 1 1 n-l

h log

2 sm-

. -n\'h
sm-

Voegen we in deze reeks de termen, die evenver van de
uiteinden staan, twee aan twee samen, dan zijn telkens de
logarithmensinussen gelijk en de som van hunne coefTicienten
• (n — 1). Daar ni<n en onderling ondeelbaar met n, laten

de getallen n . 2n\',----(n — 1) n\' bij deeling door n de resten

1.2.3.....(n — 1).

Hieruit volgt dat de som van onze reeks voor oneven n is
V.(n-I)
^h V."-1 ■

(n — 1) X log sin —; voor even n is zij (n — 1) Z loc sin —
h=l " h=l " n \'

dus telkens onafhankelijk van n\'. (29) wordt nu

Lim I M (x r) - M (x»\') | — log n --- log 2 -f

x->i n

n_i/«("-i) -h

- Z log sin — voor oneven n

n h = l "

hn\'

n

n — 1 Vi n - 1 -li

en ---^— Z log sin — voor oven n.

- h = 1

n

bk

In Ilfdst. II § 6 vonden we dat als Z | I convergeert, dat

dan:

li X\\ ÖO yV

Lim 1-- Z 1), , ,

XH-I, ( V Xo/ k= 1 I — x"

waarbij Xo « e "

v = l "V

-ocr page 106-

b„

Hier is b, = - ^ dus S I y I convergeert, waaruit volgt
dat Lim Kl-f^ll en onafhankelijk

van n\' is. Verder is — — " n\'^v^ Gn^\'

Stelt men nu x = (1 - Xo dan vinden we zoo

1 _
Lmi M (X ó-\') = Lmi^ 1 X " G^-«""

In deze paragraaf vonden we Lim Mlxó»\') =

1 _

Lim - V» log log 7------- 1 "" G nU

wat dus behoorlijk sluit.

Eene andere proef op de gevonden limiet kan men maken

door n\' = 1 en n = 2 te nemen dan is:

Lim IM (- x) - M (x\'\')! = log 2 - V2 log 2 = \'/a log 2
x-^ 1

U \')
Qf ^_____________ —1/2, eene bekende uitkomst.

n (l x«")

n = l

§ 20. Uit de transformaticformules van Kluijveh kan men
nog eenige voorwaarden voor de
niet-voortzetbaarheid van
Lambertsche reeksen afleiden. Zoo volgt uil (21), dat dc reeks
van L.zelfniet over den eenheidscirkel voortgezet kan worden.
Evenals in Hfdst. II § 3 kunnen we aantoonen dat 11 — ö"*"\'!
en I 1 — x\'\'" ö*"»\' i voor O^x ^ 1 grooter zijn dan een eindig getal,

dus zal Lim|Th(x,n\')| =

Lim I- n\'-"") J„ (, _ ï - \'

-ocr page 107-

Dus is:

n-l

Lim I L - n L | = Lim | - \'h (n-1) Z T, (x, n\') |
dus eindig, waaruit volgt dat Lim | L (x ö°\')
1 = QO , omdat z = 1

X->1

een singulier punt van L (z) is en dus Lini L (x"\') =

Ieder rationaal randpunt van den eenheidscirkel is dus een
singulier punt van L(z); over dien cirkel is de reeks niet
voort te zetten.

Verder kunnen we bewijzen, dat eene Lambertsche reeks
niet voort te zetten is, wanneer A>bt>B>0 is. Bere-
kenen we n.1. achtereenvolgens de verschillende stukken van
LinvN (x ö" ), dan hebben we vooreerst:

Xkn\' 00

X->1

go

Lim n A Z r

x-f-l k=l 1

j.knt

vknl

oo

>LimnB Z

i > Lim n Z b

\'kn

^kn»\'

v-kn»

i-kn<

k = i 1

1 -X

x->l k = l

- log log 7 log^ log ,4l^
-------= Lnn — —^ = Lnn

è X- 1 1 — X

dus volgens § 18 en omdat Lim ,

X-.1 log-

Lmi- — > Lim n Z bkn
x-^i n 1 — x x->l k-l

1

x"»\' B\'o&rrx

-;-ï> Lim---7----------

1 — x""\' X 1 n 1 — x

co x\'\'"

d-x")

Verder is Lim

X=1

< Lim A (1 - x\'O z ^ = A !: ^vaarbij « en (3 eindig zijn.
^x-^i k=o
 cc (3 n

00 ■ -kn

Eindelijk is Lim

k = O ~ 1 — x*"* Ô\'"\'\'

1

^T- A ^ A 1

x->i /3 k=o x-^i p 1 — X n

In de uitdrukking (19) voor N(xö"\') zijn voor Lim x1
de andere termen tegenover de eerste te verwaarloozen en

log—^

dus is Lim |N (x > Lim - -r-^ ~ * waaruit volgt, dal eene

X 1 x-f 1 n 1 — X

Lambertsche reeks niet over den eenheidscirkel voortgezet kan

-ocr page 108-

worden, wanneer de coëfficiënten eindige positieve getallen
zijn. Bij dit bewijs is gebruik gemaakt van de veronderstelling,
dat deze getallen eene bovenste grens hadden, anders is het
niet zeker dat in (19) de eerste term den doorslag geeft.
Kunnen de coëfficiënten co worden dan is het heel goed
mogelijk dat de reeks voortzetbaar is zooals uit het voorbeeld
(13) van § 13 te zien is. \'t Bewijs gaat evenmin door wan-
neer de coëfficiënten als onderste grens nul hebben, ook in
dit geval kan de reeks voortzetbaar zijn, zooals uit het voor-
beeld (12) van § 13 duidelijk wordt.

Is Lim bk = A O dan is de reeks ook niet voort te zetten,
k->oo

want dan zal als A positief is, van eene zekere waarde van
k = m af:. A -}- £ > b^ > A — waarbij £ eindig is, feitelijk
is hiermede het geval tot het vorige teruggebracht. Voor
negatieve A bewijst men dat — N (z) en dus ook N (z)
niet voortzetbaar is.

Wanneer de coëmciënten echter zoo co worden, dal
Lim bfc =Ak», waarbij s> O, dan is men zeker dat de reeks

niet-voorlzelbaar is. In dit geval geeft de eersle term van
(19) weer den doorslag. Van een zeker rangnummer m af
zal b, minder dan eene eindige kleine grootheid e van Ak\'
verschillen; met verwaarloozing van waarden van lager orde
is dus:

co x"*"\'

LimlN(xr\')l = LimnA S

• = Lim n\' • A f k" (x"\'"\' -f x"»\' x^""\' -F...........) =

= Limn\' \'\'A £ (f x"«" 2\'x«\'\'"\'-f 3\'x^"\'"\'........)

XH-I k = l

wanneer we in de dubbelreeks eerst de kolommen sommeeren.
Hieruit volgt dus:

Lim(l-x)» -N(xö"\') =

-ocr page 109-

Nu is Lim (1 — x x\' 3® x\' ..........) = F (1 s)

dus Lim (1 - x)i » (1« 2® x^l^"\' 3® x^"^"\' .....) =

B

i->-i

^ r(i s)

„2 28 J.1

en dus Lim 1(1 - x) ^ » | = An ^, \\ , r{\\ s) E -A:

x->.i n k=i k

Ieder rationaal randpunt is dus weer een singulier punt
• van N (z).

We merken nog op, dat de coemcienten van de reeks (13)
van § 13 wel oneindig worden, maar niet voldoen aan
Lim 1)^ = Ak® (k > 0); de reeks was dan ook voort le zetten.

V-f^oo

Voor het geval Lim b^ = O . verwijzen we naar § 7, Ilfdst. II.
k 00

Tninsforniaties iu bepanldo Integralen.
§ 21. Voor iedere positieve waarde van p heeft men:

r sinp^

l-e-P P J

Slell men e " P = x\'^ en vermenigvuldigt met x^ dan komt er:

waaruit: E . = \'/,
k = l i-x"^ \' 1 -X

\') CF:8ilr0-k0wai.ew8ki p. 285.
•) Catalan:
M<^lang0fl nmthématiquoi p. 188.

-ocr page 110-

f^ d ti 00 ,

2./ , Zx\'^sinkliAlogx).
n e Ik 1

logxV 12 3

O

co

De som tusschen haakjes is log (1 — x) en E ^^ sin k x is liet

k;= 1

CO

imaginaire stuk van E dus gelijk aan:

k = l
X sin cc

;. Men vindt zoo:

1 — 2 X cos a: x2

V ./ ^ log (1-x)

kèil-x\'\' logx

c — - ___ dy^

(30) -2x^j J _2xcos(01ogx) x2e2:r9\'. _ 1\'

Verandert men x in x^ en trekt tweemaal het resultaat van
den oorspronkelijken vorm af, dan komt er:

\' x

4 ^

k=/~ ^ i-x"^— \'M-i-x logx

x sin ((// log x) 2 x2 sin 2 {\\P log x)

-f
O

dl//

— 1

1 — 2 X cos (t// log x) x" 1—2 x^i cos 2 (i// log x) x^

. X sin « 2 x® sin 2 a x sin tx

Nu is

1 —2xcosa x« 1 — 2x"\'\'cos2« x^ 1 4-2x cosa x\'\'
en dus met § 13 n°. 1.

= logx" -

• ("„„„Ëiaiilosj^L__„

1 2x cos (;//logx) x2
co x\'\' \'

Ontwikkelt men f T^ machtreeks naar x,

dan zal x" slechts voorkomen in die ontwikkelingen van

x\'\' n"

■;—j—waarbij k deelbaar op n is; x" is dan telkens - term.
1 -p X K

Dus heeft deze term een plusteeken als oneven is, anders

een minteeken. Nu is ^ evengoed een deeler van n en daarom

zal de .coéfficiönt van x" telkens het verschil van het aantal
oneven en even deelers van n zijn. Door (30) en (31) zjjn

-ocr page 111-

00 xk 00 xk

de reeksen E ——t en S 71—c eindigen vorm voor-
k=i 1 — x1" k = l 1 x"

gesteld. Voor x = O zullen de n® diff. quotienten van deze
vormen n! keer het aantal deelers van n en n! keer het ver-
schil van de aantallen oneven en even deelers van n aangeven,
dus samen beide aantallen leeren kennen.

§ 22. De formule van Poisson

eP-e-P ^ f^eH\'\' e-ff.

— = 2 / ^ • ^^ , sin p d
-p J e- ç\'\' — \' ^ ^

eP i- 2 cos ö 4- e ^

geeft voor 0 = 0:
e\'P — 1

eP 4- 1 V

(eP 1):! eP -{- .

Neemt men weer e" p = xk, vermenigvuldigt met xk en
sommeert van k = 1 tot 00 dan vindt men:

co xk

d iL co

2 z T-^k - r^ = - i / —^ ----V xk sin k log x)

__sink(0Jogx) _a^p

k=i 1 xk \' 1 - X i c\'\'/\' - e-\'^^\'\' 1 - 2 X

k = il-l-xk _ ^

of na berekening der laatste som:

og x) _

cos {\\f/ log x) X*

§ 2.3. De elliptische functies geven ook nog eenige trans-
formaties in bepaalde integralen. De formule

. , Ku K-E 2t» » kq\'\' ,

w - k^K« k^i r-V\'^

geeft bij vermenigvuldiging met log(l — 2 q cos u q*) du en
integratie tusschen 0 en r:

>) .lounml do I\'ßcolo Polyteohniquo XVIII Cnhicr png. 297.
•} Scni.öMn.cu. Compoiulium II p. 414.

-ocr page 112-

P log (1 - 2 q cos u q^\') sin^ a m ^ d u = ^r^-f (I - 2 q cos u -}- q^) d u

O ^ "

- ,4^2 ë r^^k ƒlog (l - 2 q cos u q^) cos kü du.
Nu is /"log (1 — 2 q cos u q\') du = o en

O

/"logO — 2qcosu4-q®)cosku d7i = —^

O

waardoor we vinden:

r- , ov . O Ku,

I log(l — 2q cosu q2)sin2am--du =

2;: K\'

Stelt men hierin x = q\' = e dan vindt men:

00 vk K^ r- , X . O Ku ,

y = W{1 — 2 Vxcosu x)sm2am — du.

§ 24. Ook de thetafuncties van Jacobi geven transformaties.

,2k

hl V

k\'K\'k^i 1 — q

2k

oo q4k

•cotgz = 4 E^j^k

Öi\'(z)

sin 2k z

Men heeft

r.2k

Vermenigvuldigt men de eerste betrekking met cotgz en de
tweede met tg z en integreert tusschen o en | dan verschijnen
aan den rechterkant integralen vmi de gedaante:

r^\' sin 2 kz cotgz dz en sin 2k z tgz dz.

O » \'

Nu is 14-2 (cos 2z cos 4z cos 6z ----cos 2 k z) =

= sin 2 kz cot g z cos 2k z dus:

sin z

sin 2k zcot g z=l —cos 2k z 4- 2 (cos 2z 4- cos 4z 4" • • • • • cos 2kz).

-ocr page 113-

waaruit (32) ƒ sin 2 k z cotg z ^ z = |

O

en z door — z vervangend (33) ƒ" \' sin 2k z tg z dz = (— l)*""^ ö"

O

Hiermede vindt men nu de transformaties:

^ ? cotgz) cotg zdz.

t^il-xk kèil-q"\' \\öi(z) /

waarbij weer q = V x en dus:

enö.(z)=2 V ^ D\' cos (2k - 1) z.

§ 25. Ook met de functies Ö on Ö3 kan men de reeks
transformeeren:

ö (z) k = 1 1 — q"

Vermenigvuldigt men beide kanten met de gelijkheid:

q^\'" - = q sin 2z q\' sin 4z q\' sin Gz -f......

I—qcos2z q®

en integreert dan tusschen O on | dan komt er:

qsin2z_ ^^^
I fl(z) 1-qcos2z q\'\'
b

V _-^,v-sin2kz(qsin2z q«siniz q»sin6z4-....)dz

I

\'0

Nu is / sin 2kz sin 2nr/, dz = O maar
0

\') Sturm, Cours d\'AimlyBe t. II p. 587.

-ocr page 114-

r^/a I f\'h ^

/ sin® 2kz dz=- j (1 — cos 4kz) dz = ^

O O

, . ^ q" 1 r\'^S\'iz) qsin2z

en dus is E . = - / —--ïr-f-^ dz

k=i 1 —q" t: 6(z) 1—2qcos2z q\'\'

O

en vervangt men hierin q door — q dan gaat dit over in:

y _3!L_=_1/ qsin2z

ki 1 1 - q«\'\' ^ ƒ Ó3 (z) 1 2q cos 2z q^

O

Stelt men weer q = l^" x dan vindt men de twee transformaties:
c"^ 1 Q\' (z) xV» sin 2z

\'S x^

dz =

k = l l-x" J ô{z) 1 — 2x\'/\'cos2z4-x

O

_ 1 r\'\' 0\', iz) xV. sin 2z

dz

TT Ö3(z) H-2xV«cos2z x

co

waarin ö (z) = 1 2 £ (-1)\'\' xV. cos 2kz en
k

Ö3 (z) = 1 2 1 x\'/» k\' cos 2kz.
k = l

§ 2G. Eén nieuwe transformatie kan men nog afleiden uit
de beide formules:

Ô\'i (•\') ^ n"

ös (z) k = 1 1 — q"

Vermenigvuldigt men beide met tgz dz en integreert tusschen
O en y27: dan vindt men in verband met (33):

-ocr page 115-

O

Substitueert men in de eerste formule q = l/x en in de
tweede q = x. dan gaan de linkerkanten over in:

\' j _ jjk \\ Z. x^k terwijl men de functie ói

moet nemen, die bij q = l/x past. Nu is:

2xk x"

l x\'

x^ ___

l-x\'\' 1-x^

•k O)

00 x

= 0) v

V—v

..k

x\'\'

1-X»

k^l 1-x\'"\'
00 x"^ 00

in verband met § 13, n°. 1 vindt men zoo:

= 1 1 x

waarin Ö. (z) = 2 l)\'\'->x^^<"-\')\'sin(2k-l)z en

00

Ö3(z) = l 2 X x\'^\'cos2kz.
k = i

§ 27. De ^ functie van Weierstiuss geeft ook eene trans-
formatie.

t men in: ^u) = ^ ^ (2 u t cotg ^ " f sin

\\ 2a)i k=i 1 — q" /

5— = z, vermenigvuldigt aan \'weerskanten met cotg z dz en
integreert tusschen O en \'/ïjt, dan vindt men met (32):

— K —- -cotgz cotgz dz = \'"// zcolgzdz 2TE
^ \\ « / ^ " b k = i 1 — q**

Nu is I"\'7. cotg z dz = z log sin z \' - log sin z dz = \'/s ?r log 2

"o _ 0 b

waaruit voor q = Vx:

ƒ

kè. —^ 2 4-^/ — C^—j-cotgz

cotgz dz.

JOKDAN, Cours d\'nnalyso do l\'écolo polytcchniquo t. II. p. 454.

-ocr page 116-

Deze betrekking wordt eenvoudiger, wanneer men de periode
2m der C functie gelijk r neemt. Men vindt dan:

Z—=   - cotg z) cotgz dz

en omdat: ^

r\'\' {y (z) _ cotgz) cotgz dz = (C (z) - cotg z) log sin z \'

Afleiding van tran.sforniaties met Calcul Synibolique. \')

§ 28. Met eene symbolische rekenwijze heeft CEsano ver-
schillende der vorige transformaties afgeleid en er eenige
geheel nieuwe aan toegevoegd. De grondbeginselen van deze
methode kan men vinden in
Cesüho-Kowalewski, Algebraische
Analysis
p. 294—308. De Bernoulliaansche getallen worden
daar gedefinieerd door de symbolische vergelijking:
(B i)p —BP = p, terwijl Bo = 1 genomen wordt. Hieraan moet
men de beteekenis hechten, dat deze .symbolische vergelijking ge-
wone vergelijkingen geeft,
wanneer men (B l)\'\'ontwikkelt en
daarrfa de exponenten der machten van B als indices beschouwt.

Neemt men voor p achtereenvolgens 1.2.3 enz. dan geeft
dit met Bo voldoende betrekkingen om de getallen van
Beu-
noulli
te bepalen. Neemt men nu in de symbolische identiteit

f (a 4- (N D) - f(a  f (a)

(N±r(a) ^^^^ f-(a) enz.
voor de getallen N de getallen van
Bernoulli dan vindt men

zoo:

f(a4-(B4-l))-f(a B) = f\'(a)-|-^^^ ^ .......= aa4-l).

\') CESäRO: Principes du Calcul Symbolique Mathésis t. III p. 10.1883.

-ocr page 117-

en omdat f (a (B 1)) = f ((a B) 1) dus:

(34) f ((a B) 1) - f (a B) = f\' (a 1).

Schrijft men dit op voor a = O, T. 2 . 3........(n — 1)

en sommeert, dan vindt men de sommatieformule vanMAC.LAURiN

(35) f\'(l) 4- f\'(2) f\'(3) f\'(n) = f(n B) - f (B).

Het gebruiken van deze reeks geeft dikwijls aanleiding tot
het ontstaan van divergente reeksen van het asymptotische
type. Daar het bepalen van den restterm nog al eens be-
zwaren heeft, kunnen de volgende beschouwingen niet als
volkomen streng gelden, al hebben ze het voordeel de reeds
gevonden resultaten van eenen anderen kant te belichten.

§ 29. Voor a = 0 volgt uit (34) f(B 1) _f(B) = f\'(l).
Dus als f(z) =e\'^^dan is:

 of

IS.— = ßB\'t = 1 Z -IT X • waaruit:

e^

~ \' ic = i k!

e

1 c® Bk ■ ,

e-^ _ 1 X ^ k=i k!

05 Bk x\'^ ,

integreerend: log (0^ — 1) = log x ^^ kï X

Voor X = O blijkt C = O dus beide kanten van log o"^ = x
aftrekkend:

xe\'^ 00 Bk x\'^ _ ,, V £2k ^

(3G) log ^^ ^ - kS. IT T " k^i (2k)! 2k

want B, = Va en B3 = B^ » B; = enz. = 0.

§ 30. Sommeeren wo met (35) eeno reeks met algemeenen
term f\' (k) = ^ " ^ ^ < \' •

oogenblikkelijk:

-ocr page 118-

Dit geeft voor x = 0:

B

£ l^log{n B)-logB = -log B logn logll -
k = lk

ni , 1 ^ B,, 1

Laat men n oneindig worden, dan blijkt — log B de con-
stante van
Euler te zijn en dus:

n 1 1 Bjk 1

Trekt men nu (37) van (38) af, dan vindt men:

^ , 1 ^ Bïk 1

B

n B

G-Mogn-I---

B

log

kSil-x" logl

1 . " \'

1-x"

Stelt men rechts x=e-^ dan is omdat x<l, t>0, laat
men nu n oneindig worden, dan geeft dit:

nB

X^

1

go

S

G log

(n B)(l-e-«^)

k^l 1 - x" t

Be"\'
G iog^Bïzrï

co x\'\' G —logt , 1 , Bte\'"_
dus met (3G) = ^

Gzi^ . 1
" t "^t

w x" _G-loglogT , 1_

kèirrr^ log-^ k^.(2k)! 2k

de bekende formule van SchlOmilch Ilfdst III (34).

§ 31. Uit deze formule heeft Gesiiho de transformatie afgeleid:

, , G-logz , 1 , r®/ , zu 2 \\ du
A (z) = ~ - 4- ^ -f i (cotg -

WiGERx\') merkte op, dat deze Iransformatie voor reeele z
\') Acta mathematica t. 41. p 197. (1918).

^ Bik Bik t\'"
k = i(2k)! 2k

en bij invoering van x:

I Mk-l

-ocr page 119-

2k;r

geen beteekenis heeft, daar de integraal dan voor u — ^

(k= ± 1, ± 2____) divergeert. Het blijft mogelijk, dat de

betrekking voor complexe z goed is: na zeer ingewikkelde
becijferingen bleek dit op één term na het geval te zijn.
Eene eenvoudige afleiding is de volgende:

2 \\

du

00 00

4 z u

00

du

ƒ

Z U

e2:ru_ 1
/

du

z u
2,Tn;

z u

- l

2-n

\\ ^ ^"/
/•co
GO C)

n=i TT n \\2t n

00 00 2 /• 8 u®\'\'-\'

n=i ^ "^"k^i (2 Trr ^ ^ 2kn^i n»\'\'-

. \' (2kr! k=i(2k)! 2k

z"-\'

G

Nu is (17) A(z)

z "^4 k^i2k(2k)!
waaruit voor p oc en z in de buurt van 1:

du

— 1

§ 32. De Ultra-Bernoulliaansche getallen, bepaald door de
symbolische gelijkheid
(b 1)\'\' — aB" = p (a J 1) \'), geven nog
eenige transformaties, \'t Is gemakkelijk eono betrekking af
to leiden, die overeenkomt met (34). Men vindt:
f
(X -1 b -1- t) _ a f (x b) = f\' (X 1) dus voor x = O
f (B 1) — a f
(b) = f (1). Noemt men f (z) = e\' * dan heeft
men zoo

\' —------------------J O n

>) .Men vindl B» =0, B, = B, = — ^ï^T^^j» "^oor n= 1,

gaan ze niet in do HernonlliapnKchc getallen over, omdnt dan
(B i)o_ijo = 0 eene identiteit ia en du» Bo piw bepaald wordt door
do volgende vergelijking (B 1)\' —B\'=l.

-ocr page 120-

(39)   = dus ^^^ =6^"= f

e"" — a k = ik!

Vervangt men x door ix en stelt de reëele stukken gelijk
dan vindt men:

(40) _^^_= V

^ \' 1—2acosx a2 (2k)!

Deelt men (39) door x en integreert dan, dan vindt men:

co B^ x"^

J.iïïT c

Voor X = O blijkt C = log (1 — a) en trekt men het ge-
vonden resultaat af van loge* = x dan krijgt men:
px 1 00 B, xk

(M,

§ 33. Nieuwe transformaties vindt men door (35) op te

/ 1 \\ Q

schrijven voor f\' (z) = log — --^ dan isf(z) = log(l —ax^)

xy 1 — a X

en er komt:

° / 1\\ ax\'\'

^ y^^ = log(l-ax° «)-log(l-ax»).

k = i\\ ^ — ax

co x\'\' 1 e" ^

waaruit voor n = co en x =» e~ 2 r—-c = t iog -tt,—

k = i 1 — a x*" t "

Uit (41) zien we, welke beteekenis aan dezen vorm gehecht

moet worden en vinden:

1-i = T 5--h Bl — X -j-, , I

k = il — ax" t 1 — a k = ik!k

of met Hfdst. IV § 13 n». 6 de transformatie:

\\ jjk-- = N - _

k = i l-x" k=i 1 —ax"

mits a < 1, neemt men a = —1 dan vindt men voor de
reeks (31):

-ocr page 121-

48 5760 120960"

§ 34. Stelt men in (42) a^x" dan vindt men:

V xk ___^x» _ X B,, B,, / I)

\' 1 - xk 1 2 (l -X")- (2löT¥k r^ xj

terwijl uit (40) volgt T-(\'A log x) _Al_ ^

i 1-2 X" cos (0 log x) x\'" e®\'^^^ - 1
f^ oo R , ,

X R rao »ï k -1

waardoor we vinden:

V ^ ^ 4- . X"-\' 1 X» ,

k = il —xk l_x~l—x»"^......1 _ X»-» 2 r^

lgg_(L- O r X" sin (0 log x) d;/;

\'ogx "./ 1 -2x"cos(t//logx)-fx«"

welke Iransformalie voor n = 1.(30) als bijzonder geval beval.

\') Do getftllcn B moeten hier natuurlyk zoo genomen worden, dnt zij
by nrrrx» pjuwen.

-ocr page 122-

HOOFDSTUK V.

§ 1. We zullen nu nog eenige merkwaardige uitkomsten
afleiden, die met de reeks van L. verkregen kunnen worden.

L(z)

Integreert men om het nulpunt heen ^^^ dan is het resultaat

2jriL^P)(0) en dus zal volgens de fundamentale eigenschap
der reeks van L. ieder priemgetal voldoen aan:

2ri i zP i\'\'\'-

§ 2. Eene andere integraal met L (x) achter het integratie-
teeken staat in verband met de ^ functie van
Riemann. Sub-
stitueert men z = ku (k>0) in de integraal van
Euler:

roo

/ dz = r(s) dan vindt men:

O

1 1
mJ

•w,

Vermenigvuldigt men beide kanten met O (k) en sommeert van
1 tot co dan is:

dx

— dus:
x

zooals blijkt uit het kwadrateeren van ^ (s) = -f J, ■ • • •
Stelt men e~"=x dan vindt men:

1 ^ t / l\\

\'-\'dx
x

-ocr page 123-

§ 3. De reeks van L. hangt ook samen met de getallen
van
Fibonacci. Deze zijn bepaald door de recurrente betrekking
Un 2 = Un i Un, waarbij ui = 1 en U2 = 1. Hieruit volgt

"n "n Un „^oo Un

te bepalen stellen we haar x, dan is x = 1 4- - dus x = l^J^

X 2

en daar x > 1 is, dus x = V2 (1 ]/5). De reeks van Fibon-
NACGi zal dus divergeeren, maar de reeks der omgekeerden
van de getallen van
Fibonnacci convergeert. De getallen
l±l/5 ,

—^— spelen ook verder eene groote rol bij deze reeks,

4- V5j" __ - V5jn

zoo IS Un =- y-g " \' . Men ziet direkt dat dit

juist is voor n = 1 en n = 2 door een bewijs van Bebnoulli
kan men de algemeene geldigheid aantoonen.

Stel = -a dan is en dus :

__l/5 _ l/5a°

Voor de som van de omgekeerden der oven termen van
de reeks van
Fibonacci vinden we:

L — = 1/5 V ^ —1/5 V V „(ik 2)h _

wj 00 _ 00

= 1/ 5 V V J,(41c l)h =1/5 V

k = 0h^i ^ \'\' k=oI

1/ 5 = 1 Ujh 1 — a» ^ 1 - a« ^ 1 _ ^ \' • •

< n6

I I \\ / , ,

1 -a" \' 1 - a

-ocr page 124-

„t f 5 [L (a.) - L (a\')] = 1/ 6 - L (1^)\'

De som der omgekeerden van de oneven termen voert niet
tot de reeks van
Lambert, maar tot eene reeks van JagobiO-

§ 4. Met de stelling van Appell (Hfdst. II. § 5)

00 "
y n xk Sa

Lim - = I-im = Lim -ji

kan men uit de reeks van L. nog eenige uitkomsten verkrij^n.

We moeten dan het gedrag der reeks in de buurt van x— 1
kennen en gebruiken daartoe de ontwikkeling van
Schlömilcii

(Hfdst. lll. (34)).

Stelt men nu in het tweede lid x=l — 5 dan komt er:

—thmm^w t.... \'

G - log ^ - log (1 -f Va 3 Va ..•), I, _

........)

—/ V \\ -r 1*— ^

== _ ^ 1/, log ^ - Vi C - V» -f V^ -h. ■ •

Zien we dus van positieve machten\'van è af,, dan is:

,„ L (X) =./, ^ (,og i c) - ./, =  c)-

mits X in de buurt van 1.

We vergelijken nu eerst L (x) met de reeks, die men krijgt,

1 1 1 , \' 1 __

als men log ontwikkelt. Nu isj^ log ^ —

1) E. Landau: Sur Ia nérie dos invcrBC« des nombroa do Fibonacci,
Bulletin do la 80ci6U5 Mathématique do Franco t27, p 298 - 300 (1899).

-ocr page 125-

III

/x . x« . x\' \\

GO

= ^ ^ ......j =

waarbij H^ = 1 V2 Vs .... Vk. Uit (1) volgt nu:

1 , 1 x-»-l . A

log-^- log

V2 (1 x) (log  c) - V4 (1 - x)

= Lim . ,

x-»-l 1

log

1 —x

00

L(x)

Maar ook is Lim —:---— = Lim ---=

1 —x ® 1 —X k = l

-niZ Hl ri2 II» ...Un

nu onder elkaar IIi, II2, II3.....Iln uit en sommeert de kolom-

n _ jj—1 n —2 , 1 _

men, dan vindt men Z Hk = n

k=i \' 2 \' 3 ■ n

/n 4- 1 n 4- I n 1

(3)

1 ^ 2 ^ 3 n , n/

Omdat Iln zelf asymptotisch lot log n nadert, heeft men:

Lim H. H» ^ Lim (jl±i) = Lim JllL = 1.

n-^» nlogn nlogn "-^"logn

en dus in verband met (2)

n-,.» nlogn

§ 5, We kunnen zelfs het oneindig kleine verschil tusschen
1 en deze limiet berekenen door de funclie:

L (x) - loB = (\'^(k) - "k) x" lo beschouwen.

Voor X 1 nadert deze funclie lol:

(2)

-ocr page 126-

,. 1 1 4- x
Lim — ,--

2 1 —X

T- 1 X— 1 ,
Lim - ^-log

, G (1 x) 1 ,. G

2 riTl,r^ 2"(T=T) - 4 = 1 - x

1 1 ^

:log

C

log

1 —X
1

1

1

L(x)

Dus Lim

x^l

lo

1 - x " 1 - x

= 1.

1 —X
00

f (Ö(k)-llk)
k=i

- = Lim

(n l)G

00

S Gx"^
k=:0

(^(k)-Hk) xk

k=:l

Maar deze limiet is ook gelijk aan Lim

(5) dus Lim (k) - Hk) = G. Maar volgens (3) is:

n->oo n k = l

Lim- 2 Hk = Lim

n-j-oon k = l n-»-a6

over in Lim

n->oo

" Hn - 1 W Lim (G log n - 1) en dus gaat (5)

= G

n-^oo

- £ <?(k)-G-logn 1
n k=:l

(0 (l) g(2) g(3) ....<^(n)

=2G- 1

log n

(6) of Lim

U-J- \\

een bekend resultaat uit de getallentheorie. \')

Voor de gemiddelde waarde van Lim O (n) vinden we hier-

n-> 00

uit 0 (n) = log n 2 G. want trekt men van
^(1)  <?(3) .... ^(n) = n log n (2G - l)n

af -9(1) ^(2) ^(3) .... ^(n - 1) = (n - 1) log (n- 1) (2 G - 1) (n - 1)

n"

dan krijgt men o(n) = log . 2G — 1 =

log logn 2G-l=logn-i-2G.

8 G. Volgens (6) kunnen we nu stellen

£ tf(k) = nlogn (2G— 1) n-j-«n \'
k=l

en weer kan de reeks van LAMnEnr ons helpen om

\') Stieltjes, CJomptes Rendus de rAcadémio des Sciencca de Tari«
t. XCVI p. 7ü4—
1029.
\') Lejeune Dirichlet
, Journal do Liouvillo p. 359. 185G.

-ocr page 127-

Lim «u te vinden. In verband met de berekening van § 5

n->oo

gebruiken we nu de functie:

F (x = L (x) — —^ (log— C). We zien dan direkt dat:

i X 1 X

Lim F (x) = Lim — V2 log 7—— en dus:
x-t-l i->l 1 — x

LW-rbfiogfi^r^ c)
(7) Lim----^^--^ =

x-^l ,1

Om de stelling van Appell te kunnen toepassen, moeten
we teller en noemer in reeksen ontwikkelen. Nu is

1/1 \\ 00 00 QO ,

L(x)-—i— log - - C = V fl(k)x\'\'- ZHkx\'\'- ZCx\'\' =
l — x\\ ® 1 — X / k = l k=l v=0

-G I (Ö(k)-Ilk-C)x^

kE^l

Voor de limiet (7) vinden we dus ook:

Lim^(-G i (fl(k)-IIk-C)]

n-*\'0o Iln \\ k =

Deze limiet is dus gelijk — en daarom:

(8)

n->ooIIn\\ n nk=i /

Nu IS- Z IIk= -----= log n--C — 1 —-

n kBi u ® n

en dus volgt uit (8):
n-»-» lln \\ n /

dus Lim "

l n /

n-».«logn

Deze uitkomst beval (G) en geeft bovendien:

1 • II

Lnn ,-=

logn

§ 7. De reeks van L. geeft na dilTerenlialie L\'(x) = k fl (k)x\'\'-^
In de buurt van x = 1 is L (x) = \'/« (\'og Cj - \'U dus

-ocr page 128-

w , , J_, 1 , 1 X 2C

L « = (TZT^^ r 2 (1 - xF\'

L\' (x)

We zien dus direkt dat Lim^-^---z—= 1-

log

(1 _ 1 _ X

Om de stelling van Appell te kunnen toepassen ontwik-
kelen we den noemer in eene reeks :

\' 1 , 1 \'

1,1 1 ^ ,

log --- = --- ---Jog:

k

(1 — x)2 " 1 — x - 1 — x \\1 - x ® 1 - x

co

(l x x2 ...)(Hix-fH2x2 Il3X=\' ...)= Z Z H„ x" zoodat:

k=i \\h=i /

..____U(1) 2<?(2)-{-3!J(3) ........-"^("I__.= 1

n^ H. (Ul H2) (Hl Ih lh) .. (Hl H2 .. Hn-i)

n-1 n—1 n-t

Met (3) wordt de som in den noemer Z k Ik -Z Hu — Z k.

k = i ^ k=i k=i

n-1

Schrijven we Z k H,. term voor term onder elkaar uit en
sommeeren de kolommen, dan vinden we:

n-1 / n-1 \\ n-l \\

1 Z k Z k - Vii V3 Z k - \'/s (1 2)H-......

k=t \\ k=l / k=l /

^ "Zk--^-(l-|-2 3 ...n-2)) =

\\,n-lk = r n-i

H„_, k -"Z ,-= V« n (n - 1) H„_, - \'U (n - D (n - 2).

k=l k=2 2 k

De waarde van den geheelen noemer is dus:
V2 n (n - 1) Ii„_, - V4 (n _ l)(n - 2) n H„_, - n 1 - \'/s n (n - 1)
= \'h n (n 1) H„_, - \'/. (n-1) (3n -j- 2).
We hebben dus:

.. U(l)-|-2/7(2)-I-3/^(3)-f.....nfl(n)_

I • 1^(1) 2^(2) 3^(3) .......ntf(n)

u^i\'S " " VanMogn

wanl Lun -= 1.

nn-co logn

-ocr page 129-

§ 8. We kunnen nu weer het oneindig kleine verschil
tusschen deze limiet en 1 berekenen door te beschouwen:

i 1 00 )

1 1 1 x 2

Nu is: Urn L\'(x) - log — = Lmi

(9) Lim /^-i-^ zoodal volgens de stelling van Appell:
(1 —x)®

n-l k

Hh

= 1 G

----------TTsT^TTTTTTHrT^i)

n 00

Men heeft echler:

n-l k

hS. "" n{n [) - V, (n - U (3n^) _
Lim H — = Lim log n C — Men vindt zoo:
(JO) Lim 
 ....... • ■ ■ • n^(n) _ „ j ^C-V. M

n- 00 (

§ 9. Volgens (10) kunnen we nu stellen:

i k (k) = Va n^ log n (G - \'U) n\' n /3„.
Lim is te vinden door de functie:

k = l

n co

T \' fv^__!— loK—--le beschouwen.

In de buurt van x = 1 gedraagt deze functie zich (9) als

2(1 -x)» 2(1—x)
T \'/ ^
1 , I

Dus Lim ,--------

1 —x

») Rcndiconti dei Lincoi 1888, p. 45.

-ocr page 130-

hieruit volgt weer:

Lim ^^^--_= _ 1/2.

n->- oc n

dus:

n-yco V IIk= 1 "

— _ if

n

k ^(k) - V2 (n 1) (h„ 1 g) ^ (n - l) (3n 2)

Lim j i k^(k)-i/2nlogn-V2n(2G l) 3/4n!-V2logn-V2(2G l) -^-4
□ -►00 ^ V n k=i ) 2 4

^ k^(k) - V2n logn - V2n(2G - j) | = ^2 log n G - \'U.

Lim

n-»-oo

\\ ^

° / I \\

en zoo is Lim Z k ^(k) =\'/a nMogn nMG—r "1
00 k = 1 \\ 4 /

eene uitkomst, welke (10) beval en tevens geeft:
Lim = Va logn C - \'ji.

§ 10. De reeks van L komt ook voor den dag, wanneer
we willen onderzoeken niet slechts hoeveel deelers een gelal
in het systeem der natuurlijke getallen bezit, maar ook hoeveel
deelers van dat getal in een willekeurig gelallensysleem voor-
komen. Daartoe beschouwen we eene functie f(x) zoodanig
dat de reeksen:f(l)-f\'/2f(2) \'/3f(3)-f-...enf(l)lo^l
V
b f (2) log 2 -j- Vs f (3) log 3 -f-... convergeeren, hunne sommen
zijn Si en S2. F (k) noemen we de som van alle waarden van
f (x), wanneer men voor x achtereenvolgens alle deelers van k
invult. Hieruit volgl:

00 00 / \\

V F(k)x\'\'= V V f(d) x". Let men in deze
k = l k=:l\\d|k /

dubbele som op alle termen met f(d), dan ziel men dalf(d)
telkens met een macht van x vermenigvuldigd wordt, waarvan
de exponent een veelvoud van d is, de coêlIlciGnl van f(d)

cc 00 00 Y^

is dus £ x\'^Swaaruil: Z F (k) x^ = V , f(d).
k = l k = l d= 1 1 — x**

Lim

n->-oo


■\'h

-ocr page 131-

r

Men heeft dus: Lim (1 — x) Z F x^ = Lim (1 - x) Z f(k) =

k 1 * X

xk f(k)

x->l

00 1

Xk-l

co

ZF(k)xk

Maar ook is Lim (l—x) Z F(k)xk = Lim-~

X I k : 1 X 1

1

1 — X

F (1) F (2) F(3) ....F(n)
n

Lim

n-x»

F(l) F(2) F(3) ....F(n)

= Si.

(11) dus Lim

Evenals we uit f(k) de functie F (k) afgeleid hebben, leiden
we uit F (k) de functie F (k) af. Deze is dus Z F (k). Wij

d I k

kunnen nu gemakkelijk aantoonen, dat:
(12)

Z xkF(k)= Z L(xk)f{k);

k= 1 k = I

want ontwikkelt men beide sommen in reeksen, dan zal in
beide de coêfficiönt van x\'^ bestaan uit de som der functies
f(d) van de deelers van q ieder vermenigvuldigd met het
aantal deelers van "J/^.

Volgens (l) is L (xM = \'/s

1 -f-x

1

log

x"

Stelt men x=l —5 en verwaarloost alles van lager orde

dan "7 dan vindt men voor x in de buurt van 1

J

J(log j-logk4-G)) =

kj

2k

logj-f-C

1 /I

logk
1 -x/\'

L(x)

k U

Met (12) is dus in de buurt van x = 1: Z x"" F (k) = Z L {x}) f(k)=

k=l k=l

00 1 /
V 1

L(x)-^)f(K)=s, L(x)-

1-x

1 -X

Sa

c = i k

-ocr page 132-

volgens de stelling van Appell dus: ;

oo °

Z (s, ^ (k) - F (k)) x\'\' ^ (k) - F (k))

Lim ,,-rn--= Lim ^-;rXl--

(1 — x) \' n->oo n 1

In verband met (6) volgt hieruit:

\\ n / .

Dit resultaat wordt eenvoudiger, wanneer we hieruit eene
gemiddelde waarde van Lim F (n) afleiden. Men vindt:

n-t-OT

n -1

F (n) = E F (k) - £ F (k) = n s, log n (2 C - 1) si n -

k = l kr^l

_S2n -(n- l)si log(n-l)-(2G—l)s,(n-l)-f S2(n-1)
. = si log(l 4 -^Jlf silogn -f (2C- l)si -S2 =

si log n 2 G si — sj.
(13) Men heeft dus gemiddeld Lim F (n)=si logn-f 2 Gsi —st.

n-fOS

§ 11. Als een bijzonder geval van deze algemeene formule
zullen we eene bekende betrekking afleiden. We stellen dat
F (k) 1 of 0 is, naarmate k al of niet tot een gegeven systeem
geheele getallen behoort, waarvan de frequentie van 0 ver-
schilt. Volgens (11) is dus:

Lta An„,le„ linker-

n CO

kant slaat echter hel n" gedeelte van hel aantal getallen in

het systeem, die kleiner of gelijk n zijn, dus de frequentie

u, deze is dus gelijk s,. Daar F(k) = >:: F (k), is F(k) dus

.11 k

gelijk aan hel aantal deelers van k, die tol het .systeem be-
hooren. Het ligt voor de hand, dat dit aantal asymptotisch
nadert lot het totale aantal deelers van k vermenigvuldigd
met de frequentie u. Dus • F (n) zal hij eerste benadering
gelijk zijn aan (§5)
u 6 (n) = Si (log n -f 2 G). (13) geefl nu

Lim

n->-cc

-ocr page 133-

eene nauwkeurige benadering, waarin de waarden van si en
S2 van den aard van het systeem afhangen.

\' § 12. Nemen we voor het getallensysteem alle getallen,
welke behalve de eenheid geen kwadratische deelers hebben
dan moeten we dus f (k) zoo bepalen, dat F (k) 1 of O is,
naarmate k al of niet tot het systeem behoort. Hieraan
voldoet eene functie f(k) zoodat f(l)=l en f(k) = (—1)S
wanneer k gelijk is aan het product van de kwadraten van r
ongelijke ondeelbare getallen, in elk ander geval is f(k) = 0.
Heeft k geen kwadratische factoren, dan is F(k) = f(l)=l.
Heeft k de kwadratische factoren, a, b, c, d enz... dan is F(k)
gelijk aan de som der functies f, die behooren bij de termen
van de ontwikkeling van (1 a) (1 -f- b) (1 c) (1
-f d).. ..

Nu zijn deze functies 1 of — 1, naarmate ze behooren
bij termen van even of oneven graad. De som van al deze

functies krijgt men door voor a, b, c, d----in het product

— 1 te plaatsen, dit wordt dan nul. F(k) heeft dus altijd
de gewenschte waarde, F(k) geeft dus het aantal deelers in
het systeem. Dit is echter ook gelijk aan de bekende funclie
a)(k), die bepaalt op hoeveel verschillende manieren k in
twee onderling ondeelbare factoren kan ontbonden worden.
Heeft k geen kwadratische factoren, dan komen alle deelers
van k in het systeem voor; twee aan twee is hun jjroduct k cn
ieder zoo\'n stel geeft ook twee ontbindingen in factoren.

Is k = abc\'\'d"...... heeR k dus wol kwadrati.scho deelers,

dan is het aantal ontbindingen in twee onderling ondeelbare
factoren hetzelfde als van a b c d ... daar do factoren c en do
factoren d enz. telkens toch bijeen moeten blijven. Hel
aantal deelers hl hel systeem is ook hotzolfdo als van abcd...
Beide aantallen zijn dus? gelijk. \')

Om nu u (k) dus F(k) te vinden, moeten we si en s» bepalen.

si = f(l) \'/2 f(2) I- f (3) ... = 1 O -{- O -

i) w^k) = 2^ wftnrbü p het nnntnl omlccllmro factoren van k is, want
er zgn dan 1 C»p C», C\'p .... (>p = ontbindingen in onderling
ondeelbare factoren mogeiyk.

-ocr page 134-

0 0 0 0-1......-1......

si =

Dit is dus ook de kans, dat een geheel getal tot ons systeem
zal behooren.

S2 = f{l) log (1) |-f(2) log (2) j f(3) log 3 4-...... Om deze

som te berekenen bepalen we den coëfficiënt van log p, waarbij
p een ondeelbaar getal is. Nu zal log p slechts voorkomen
in de termen met log p^ log (2p)^ log(3p)2....... daar

anders de bijbehoorende functie f gelijk nul is. Zoo vindt men:
^ .......

2 I

reeks komt echter niet voor log p, daar de bijbehoorende

functie ftp-*) = 0. Men vindt dus voor de coöfTiciënt van log p

......

12 V Io{?P

_____12 I

dus: sz =--7 Z

\'P\'^-I

waarbij deze .som over alle ondeelbare getallen moet worden
uitgestrekt. Men kan dit nog iets vereenvoudigen. Beschouwen
logk

we en trachten hierin den coêfïiciönt van log p te

bepalen, waarin p een willekeurig ondeelbaar gelal is. Alle
termen, waarin log p voorkomt, zijn:

logj) log2p ,Hog3 p logp\' log^
p"^ (2p)^ (3p)\'\' •••• (p3):. .....

Men splitst log 2 p in log 2 log p, log p« in log p log p,
logp» in log plog p log p en zoo vindt men:

Landau, Primzahlen I p. 126.

-ocr page 135-

logp

p"

= ^   logp

^ logp ^ l = ^j£gp_
p2 - 1 k=i k2 6 p2 _ l"

waaruil: = = 0.937548254 == C,

waarna we voor hel aanlal deelers van k in ons sysleeni
en dus ook voor w(k) hebben:

Lim « {k) = -2 (log k 2 GG, )

\') Lrteunk D1RICHI.OT, Journal do Liouvillo iSóü. p. 359.

-ocr page 136-

LITERATUUR.

Anlage zur Architectonic oder Theorie des
Einfachen und des Ersten ih der philosophischen
und mathematischen Erkenntniss. Riga, t. 11,
p. 507, 1771.

Beilrag zur Theorie der Reihen. Crelle t. 3,
p. 92—95, 1828.

Bemerkungen über die Lambertsche Reihe.
Crelle t. 9-10, p. 102-168, 1832.
Transformalions remarquables de quelques
séries. Grelle l. 27-28, p. 193-197, 184-4-.
Über das Gesetz der Primzahlen. Archiv GnV
nert t. 19, p. 41.2-449, 1852.
üirichlelwerke t. 1, p. 354\'.
Fussnole. Zeitschr. f. Math. u. I\'liys. I. 3,
p. 24-8, 1858.

Über die Lnmhertsclie Reihe. Zeitschr. f. Math,
u. Phy.s. t
.6, p. 4.07-4-1.5, 1861.
Kxlrait d\'une lettre adressée à. M. Liouville.
Zeitschr.f. Math. u.Fhys. 1,8, p. 99-100, 1863.
Compendium der . höheren Analyse, l. 2,
p. 233-237.

Notes diverses sur la série de Lambert el la
loi des nombres premiers.
Annali di matematica p.e. appl. 2 ser. l. 1,
p. 285, 1867.

Recherches .<;ur quelques produits indéfinis.
Mém.delacad.d. Brüx. 1.40, p.89,p. 120,1873.
Mélanges malliénialiques. p. 137 — 138.

J. H. Lambert,

Th. Clausen,

sciierk,

Eisenstein,

Burhenne,

Dirighlet,
G. Zeiifusz,

0. SCIILÖMILCII,

0. SOHLÖMILGII,

0. SCHLÖMILCH,

curtze,

Catalan, ^
Catalan,

-ocr page 137-

Nouvelle Correspondance, t. 5, p. 114—165,
1879.

Remarques sur une série. Nouvelle Correspon-
dance t. 6, p. 253, 255, 1880.
Mem. d. Accad. di Bologna. (4) t. 3, 1882.
Notiz über die Lambertsche Reihe. Zeitschr. f.
Math. u. Phys. t. 29, p. 384, 1884.
Sur quelques conséquences asymptotiques de
la série de Lambert.

TeixeiraJornal. deScienc. Math. t. 6, p.91—95,

1885.

Sur la série de Lambert. Nouv. Ann. t. 5,
p. lOG, 1886.

Sur les nombres de Bernoulli et d\'Euler.

Nouv. Ann. t. 5. p. 305. 188G.

Sur r évaluation approchée de certaines séries.

Nouv. Ann. t. 5. p. 449, 188G.

Source d\'identités. Mathésis t. G. p. 126—131,

1886.

Sur les transformations de la série do Lambert.
Nouv. Ann. t. 7, p. 374, 1888.
Dahrstellungen Zahlenthoorelischer Functi-
onen durch trigonometrische Reihen. Archiv.
(Jrünert (2) t. 10, p. 62, 1891.
Elemontaros Lehrbuch der Algebr. Analysis
u. d. Infin. Rcchn. p. 175, 176, 286.
La serie di Lambert in Arilmetica assintotioa.
Rendiconto d. Accad. d. Sc. Iis. e. mal. (Sez.
(1. società realo di Napoli) Ser. 2- t 7. Anno
XXXII p. 197-204, 1893.
Atti d. R. Accad. dei Lincei. ser. 5 t 4 p. 303 -
309. 1895.

Sur la série de Lambert. Ann. de la So\'c.
scient, do
Biu.k. t 20 (1) p. 56-62. 189G.
Sur la série dos inverses des nombres de
Fibonacci. Bull, de la soc. Math, de France
l 27. p. 298-300. 1899.

Catalan,
Catalan,

PlNCHERLE,

0. Schlömilch,
E. CEsàRO,

E. CEsàno,
E. CEsàno,
E. CEsàno,
E. CESiino,

E. Cesùho,

F. Ilor.el,

E. CESiïno,
E. CKstmo,

T. Levi Civita,

Dk la Vallée

Poussin,
E. Landau,

-ocr page 138-

Sur la théorie des séries. Math. Ann. t. 52.
p. 529—549. 1899.

Note sur la sommation de la série de Lambert.
Math. Ann. t. 54. p. 604-607. 1901.
Sulla totalità dei numeri primi fino a un
limite assegnato.

Atti d. R. Acead. d. Se. Fis. e. Mat. Napoli
Ser. 2 t. 2. p. 180-191. 1902.
Démonstration de l\'impossibilité du prolon-
gement analytique de la série de Lambert et
des séries analogues. Oversigt o. d. kong.
Danske. Vid. Selskab. Forh. p. 3—19. 1907.
Grenswerte von Reihen bei der Annidierung
an die Konvergenzgrenze. Inauguraldisser-
tation p. 28—29. Berlin 1907.
Über Lambertsche Reihen. Grelle t. 142.
p. 283. 1913.

Sus les séries de Lambert. Gompt. Rend,
de l\'Acad. des Se. L 156. p. 1451. 1913.
Note on Lambert\'s series. Proc. Lond. Math.
Soc. (2) t. 13. p. 192. 1913.
Sur la série de Lanibert et son application
à la théorie des nombres. Ada Math. t. 41.
p. 197. 1918.

Über die Wigertsche asymptotische Functional
gleichung fur die Lambertsche Reihe. Archiv.
der Math. u. Phys. t. 3. reeks 27. p. 141. 1918.
Wiskundige Opgaven van* het Wiskundig Ge-
nootschap „Onvermoeide Arbeid\' t. 13. 2\' st.
p. 92. p. 101.

Over de reeks van Lambert. Versl. Konink.
Academie v. Wetensch. Amsterdam, t. 28
p. 262—269. 1919.

Franel,
C. Hansen,
G- Torelli,

G! Hansen,

Knopp,

Knopp,
E. Landau,
Hardy,
wigert,

E. Landaü,

J. C. Kluijver,

-ocr page 139-

Stellingen.

•a

-ocr page 140-

vA-:

I

À \' \' \' N ■ \' 7 \'l . .

.vin\'i > /. 1 ..i. i i O

A

■.m

m

fmW

■ff -V.-;

^Mf

-ocr page 141-

Stellingen.

I.

Dp afleiding door Cesùro der betrekking:
Bp(-l) = (2\'\'-l)Bp
kan met voordeel vervangen worden door eene andere, waar-
bij Igx op twee verschillende manieren in eene machtreeks

ontwikkeld wordt.

E. Cesùuo: Sur les nombres de Bernoulli ei u\'Euler.
Nouvelles Annales de Mathématiques, t 3. 188G. p. 305.

II.

\'t Verdient aanbeveling den samenhang tusschen het theorema
van
Tavlor en de 1®. middelwaardestelling nader te onder-
zoeken.

"lll.

Schrijft men :

{(a h) = f(a) -Yf\'(a)-f .....^f"(a ö„h), dan is:

10. als f (x) een veelterm van den (n 1)"\' graad in x is:

2». als f (x), f\' (x).....f" « (x) in hel vak a.....a h

eindig en continu zijn en f" \'(a) is niet nul:

Lim ûn = —TT\'

h-^o n l
en Lim ôn = o.

n-^ 0»

-ocr page 142-

IV.

De bewering van H. de Vries, dat men tusschen twee
punten van een kegeloppervlak oneindig veel geodetische
lijnen kan trekken, komt mij voor niet juist te zijn.

Dr. H. de Vries. Leerboek der beschrijvende Meetkunde.
Deel IL blz. 38.

V.

Het gebruikelijke bewijs van de stelling van Gauss is
onvolledig.

Abraham und Föppl. Theorie der Elektrizität. Bd I. S. 54.

VI.

Het bewijs, dat M. Planck van den phasenregel van Gibbs
geeft, is, van mathematisch standpunt beschouwd, onbe-
vredigend.

M. Planck. Vorlesungen über Thermodynamik. 4\' aufl. S. 183.

VII.

De afleiding door Kirgiihoff van de vergelijking van Poisson
is niet voldoende streng.

Kirchhoff. Voriesungen über Mechanik. XVI Vorl. § 2.

VIII.

\'t Onderwijs in de astronomie aan onze scholen van Middel-
baar en voorbereidend Hooger onderwijs moet gepaard gaan
met observaties van den sterrenhemel.

IX.

Na de K. B. van 7 Juni 1919 en 1 Mei 1920, regelende
het programma der Gymnasia, is eene Gymnasiale opleiding
opleiding niet aan te raden voor iemand, die bij zijne verdere
■ studie Wiskunde noodig heeft.

-ocr page 143-

.V

.-lé-

m

m

M

sa» _» i; t\'.

-ocr page 144-

. m

-ocr page 145-

m

L-v

\'«KS

Pfr;\'"\'

-ocr page 146-