tek vbekkijgisg vaït den graad van
DOCTOR IS HET EOMliSCH ffl HlENBAAtlSCH RIGT
HOOGESCHOOL TE UTRECHT,
NA MAGÏIGING VAK DEN KECTOK MAGlflPrCUS
gewoon hoogleeeaak in de geneeskunde ,
Hit toestemming van den academischen senaat
volgens eeslüit der regtsgeleerde faculteit,
ÏE VEKDEDIGEN
Op Woensdag den lO-^«» Juni 1867, des voormiddags ten 10 ure,
geboren te nieuwenhooen.
UTEECHT,
j. van boekhoven.
1867.
J
ißdlsWifflöü. ifioin fegsÈ -îaî) ai isaab (dois 89
inabàoet^ eéb snaJeix^\'Ä
boa. lïfo^ iradföäisix , ^
aadiôld oöaaßködif ^fiuiioiigïaïiitJ j^oîff ■ mfil)
j, ■ m
Recte Vangeeow Lehrb. der Fand. § 17
„Kommt es zu einer Beweisauflage, so versteht
es sich, dasz in der Regel nicht unmittelbar
die Existenz des Gewohnheitsrechts, sondern
nur die auszere Erscheinung desselben, die con-
suetudo, Gegenstand derselben sein kann, und
dem Richter die Untersuchung uberlassen bleiben
musz, ob sich darin wirklich ein Gewohnheits-
recht ausspreche."
Errant qui dicant, Jure Romano donationem
inter vivos revocari posse si donatori, liberos
non habenti, postea liberi nascuntur.
III.
§ 3 Inst, de inofficioso testamento (2. 18)
pugnat cum § 6. h. t.
IV.
Het stelsel der Fransche wet, vernieuwing
der hypothecaire inschrijvingen na verloop van
een bepaald aantal jaren vorderende, is beter
dan het onze.
Ten onregte beweert Mr. J. J. Loke (Handb.
voor Notarissen II pag. 142), dat onder natuur-
lijke broeders en zusters, vermeld in het laatste
lid van art. 918 B. W., ook de wettige afstam-
melingen der ouders van den erflater bedoeld zijn.
De legitimaris kan, ter bekoming zijner legi-
time portie, geene vermindering der legaten
vorderen, zoo hij niet onder voorregt van boedel-
beschrijving aanvaardt.
In het beding omschreven in art. 1223 B. W.,
had de wetgever de onherroepelijke volmagt niet
alleen tot den verkoop maar ook tot de levering
van het verbonden perceel moeten uitgestrekt
hebben.
Ten onregte leert Prof. Diephuis (Handb. voor
het Ned. Handelsr. I pag. 246), dat men niet
in alle failliete boedels zijner schuldenaren zijne
schuldvordering voor het geheel mag laten
verifiëren maar slechts voor \'t geheel vermin-
derd met dat wat men reeds ontving.
Er is niet voldoende gewaakt voor de regten
der preferente schuldeischers bij het tot stand
komen van het accoord.
X.
Het faillissement der firma brengt niet van
regtswege het faillissement der vennooten mede.
Niettegenstaande art. 219 W. v. K. bestaat
er dan alleen verhaal op den uitgever der assig-
natie wanneer deze van den nemer de waarde
genoten heeft.
Indien de gedaagde op längeren dan den ge-
-ocr page 7-wonen termijn is gedagvaard volgens art. 8,9,
10 Rv., is hij bevoegd dien termijn te vervroegen.
XIII.
Bij het pandbeslag voor huren en pachten
mist men het stellen van eenen termijn binnen
welken de van-waarde-verklaring moet gevraagd
worden.
XIV.
De gronden waarop Beccaeia de doodstraf
bestrijdt, zijn niet alle proefhoudend.
XV.
Ten onregte verdedigt Prof. J. J. Haus (La
peine de mort § 132 en v.) het stelsel om door
middel van gratie eene straf, die men verwer-
pelijk acht, af te schaffen.
XVI.
Eene gewoonte waardoör het den advocaat
-ocr page 8-voor den H. R. in strafzaken niet vergund wordt
té antwoorden op de conelusiën van het O. M.
is in strijd met de wet.
XVII.
Het is onregtvaardig, dat bij de behandeling
van strafzaken aan den beschuldiger (het O. M.)
grooter voorregten zijn toegekend dan aan den
verdediger b, v. het regt om regtstreeks en zonder
tusschenkomst van den voorzitter de getuigen
te ondervragen.
De ministeriën van eeredienst passen niet in
ons staatsbestuur.
XIX.
Schoolpligtigheid is af te keuren.
De regering moet de landverhuizing niet
tegenwerken. •
De vereeniging van werklieden tot het be-
komen van hooger loon behoort niet als misdrijf
te worden beschouwd.
wnm
»
KÏj^\'ji tv;
Î
t
i
.. ■ ■ y, I A