-ocr page 1-

STELLINGEN

TER VERKRIJGING VAN DEN GRAAD VAN

AAN DE HOOaESCHOOL TE ÜTEECHT,

op gezag van den eectoe magnificus

F. ¥. KOSTER,

Gevroon Hoogleeraar in de faculteit der Geneeskunde,
met toestemming van den academischen senaat

EN

volgens besluit der regtsgeleerde faculteit

ÏE VEKDEDIGEK

0p iï^DïHBkg te 9 \'értnlrrr 1867,
öps iwnüiiiïiigH tril
3 hhii, .

DOOR

Wilhem Hendrik Joan Gambier van Nooten J^\'.j

gebojien te lopik.

alïheN a/d eijk,
w. gambier van nooten>
1867.

-ocr page 2-

tS

"Äiifei\'"":-

s ,

-ocr page 3-

STELLINGEN.

I.

Noll adseiitior BachofeD (Ausgewählte Lehren
d. Eöm. Cvilr. pg. 95,) de Usufructu fundi in dotem
dato, dicente „über den Ususfructus finden wir
keine ausdrückliche Bestimmung, dennoch
muss auch
für ihn , das Yeräussenmgsrccht in Abrede gesicUt
werden.\'\'

-ocr page 4-

Improbaiida sententia Puchtae (Vorlesungen
§ 215) dicentis, de actione quasi Serviana
füideruiig braucht nicht bewiesen zu werden, ausge-
uommen beim gesetzlicnen Piandrecbt."

III.

Non facio cum Windscbeid § 453, condictione
furtiva teneri eum, cujus ope et consilio furtum
factum est.

IV.

Wanneer, in geval van art. 182 B. W., de
overblijvende echtgenoot door het maken eener la-
tere boedelbeschrijving zijn verzuim dekt, houdt de
gemeenschap op te bestaan, na het maken dier latere
boedelbeschrijving.

V.

In geval, voorzien bij art. 407 al. 2 B. W.,,
heeft de vervallenveiklariiig der voogdij niet van
regtöwege plaats.

-ocr page 5-

Ten gevolge van den regtsregel, dat eene
scheiding en deeling den eigendom van het goed
niet overdraagt, wordt tot zoodanige overdragt, na
de scheiding, nog vereischt de levering in den zin
van art. 666—671 B. W.

VII.

Aan den Hypotheekbewaarder is niet het regt
toegekend, om wanneer aan hem de authentieke
acte, bedoeld bij art. 1240 B. W., wordt overge-
legd , hare innerlijke waarde, of de bevoegdheid
der verzoekers van de. gevraagde doorhaling van
de hypotheek te beoordeelen.

VIII.

Hij , die een erfenis gekocht heeft, is geregtigd
tot den aanwas, zoo een der erfgenamen de nalaten-
schap verwerpt.

-ocr page 6-

Ten onregte "beweert Mr. A. de Pinïo (HandL
tot het Wb. van Kh. 2de al. § 4. 3°) dat het
geen daad van koophandel is, wanneer de koopman
een ordebriefje teekent, en daarbij uitdrukkelyk
verklaart, dat hij het niet als koopman doet.

X.

Eene in het buitenland opgerigte naamlooze
vennootschap is bevoegd om hier te lande in regten
op te treden.

XI.

Het faillissement van de vennootschap ouder
eene firma heeft ten gevolge, dat al de hoofdelijk,
voor het geheel aansprakelijke leden der firma in-
dividueel failliet geraken.

-ocr page 7-

Ten onregte wordt beweerd, op g-rond van de
woorden van art. 1224 B. W.
Jnj gebreke van in^
schrijving heeft de hypotheek geen kracht hoegenaamd
dat voor de geldigheid der hypotheek, bedoeld in
art. 744, Wb. v. Kh. vereischt wordt, dat zij,
vóór het faillissement, wordt ingeschreven.

XIII.

De bepaling van art. 15 Wb. v. B. R. be-
treffende den tijd, bestemd tot het doen van exploi-

ten, is ook van toepassing op het doen van wissel-
protesten.

XIY.

De Regtbank behoeft niet te beslissen over de

wraking van den Kantonregter, wanneer deze daarin
berust.

-ocr page 8-

Een bevel, uit kracht van een vonnis gedaan,
is niet als een begin van zijne ten uitvoerlegging
te beschouwen-

XVI.

De overtreding der bepaling van art. 205,
Wb. van Strv., dat het arrest binnen de acht da-
gen, na het sluiten des onderzoeks, moet worden
uitgesproken, is niet vatbaar voor beroep in cas-
satie. •

XVII.

Door een opgevolgd verzet, vervalt niet alleen
regtens het vonnis bij verstek, maar ook dé gehou-
dene instructie, zoodat het niet is geoorloofd bij de,
tengevolge van het gedaan verzet, nieuwe behande-
ling der zaak, de door getuigen vroeger afgelegde
verklaringen te doen voorlezen.

-ocr page 9-

Onjuist is de stelling van Chauveau en Helie
(Chap. 43 § 7) hij de poging tot vergiftiging „le
premier acte d\'exécution est le mélange du poison
aux aliments."

XIX.

Te regt zegt Haus: „Enfin Rossi est dans l\'er-
reur , s\'il croit, que le fait d\'avoir intercalé de nou-
velles écritures dans les régistres ou autres actes
publics, depuis leur confection ou clôture, suppose
iiécessoiremcnt une intention criminelle-

XX.

Wij kunnen niet instemmen met de gronden van
een
arrest van bet hof van appel te Brussel d.d. 14
Januarij 1865, waarbij beslist werd, dat „l\'impru-
dence du cocher qui abandonne son attelage, est la
cause de la mort des hommes courageux, qui
se

-ocr page 10-

jettent volontairement à la tête des chevaux pour les
arrêter.

En conséquence le cocher doit être déclaré cou-
pable d\'homicide par imprudence.

XXI.

Het ware te wenschen dat met wijziging van
de art. 37 en 38 der kieswet, de stembriefjes niet
vóór den ter verkiezing bestemden tijd aan de kie-
zers wierden gezonden, maar dat zij op het stem-
bureau ontvangen en dââr ingevuld wierden.

XXII.

Wetten, die den arbeid van kinderen in fabrieken
aan beperkingen onderwerpen, zijn niet af te keuren.

XXIII.

Door de werktuigen zelve, die op elk product
handen arbeid besparen, komt er meer vraag naar
handen arbeid-

-ocr page 11-

De bevolking- wordt geregeld door de hoeveel-
iieid middelen van bestaan.

XXV.

Te lage bezoldiging der ambtenaren schaadt
het meest den staat.

-ocr page 12-