-ocr page 1-

STELLINGEN

tek vkekeijchkg van den geaad van

DOCTOR ffl HIT ROMifflSCH U HEDEIAAGMH REGT,

HOOGESCHOOL TE UTRECHT,

na maotiginr van ben keotor magnificüs

m W. K O S T E

«ewoon HOOeLEERAAR in de (jeneesktjnne ,

met toestemming van den academischen senaat

en

volgens besluit der regtsgeleerde faculteit,

TjB veededigei?

op ZatTirdag den 12 October 1867, des namiddags ten 2 ure,

RUPERTÜS WILLEM CEAANDIJK,

UTBECHT,

w. f. dannenpelser.
1807,

-ocr page 2-

^^\'ä iboFsaèöcfOïï \'

œ-jtv-- Vw Jte , T -tJBs^^ -f

-ocr page 3-

STELLINGEN.

—•>—Ott-—--

1.

Qui precat\'io dedit possidet ad usucaplonem.

IL

Non facio cum. Vangerow, Pand. § 380ci-edito-
rem , qui ex distracto pignore plenam Solutionen!
nactus non est, adhuc pro re nata actione quasi
Serviana uti posse.

IIL

Interpretationes 1. 12 D. de pignor. tarn a Kel-
lere quam a Dernburgo propositae, improbandae
videntur.

-ocr page 4-

lY.

Procurator qui rem ex mandato tradidit, igiiorans
earn suam esse, dominium non amittit.

Y.

De vrouw, die goederen van den boedel van
haren gefailleerden man verduistert, is regtens
niet strafbaar.

YL

Bij het strafbaar verklaren van poging tot afdrij-
ving der vrucht zou de wet behooren te onder-
scheiden of de medepligtige
met of zowcïer toestem-
ming der bezwangerde heeft gehandeld.

YIL

De gewoonte, volgens welke het den advocaat
voor den H. R. in strafzaken niet vergund wordt
te antwoorden op de conclusiën van het O. M., is
in strijd met de wet.

-ocr page 5-

Ontslag onder borgtogt in strafzaken is wen-

IX,

Met regt is bij het ti-actaat van Parijs van 185b.
de kaapvaai\'t afgeschaft.

X,

In de constitutionele monarchie verdient het
twee-kamer-stelsel de voorkeur.

XI.

Godsdienstleeraars van de volksvertegenwoordi-
ging uit te sluiten is willekeur.

XII.

De echtgenoot, die scheiding van tafel en bed
beeft gevraagd om eene oorzaak, waarvoor hij ook
echtscheiding had kunnen vorderen, is geenszins
onbevoegd om later, op grond van herhaling van
dit feit, een eisch tot echtscheiding in te stellen.

-ocr page 6-

Het is geen vereischte, dat de verbindtenis eene

geldswaarde hebbe.

XIV.

In art. 1920 B. W. moeten de woorden «die
altijd in deszells bezit is gebleven» als niet geschreven
woi\'den beschouwd.

XV.

Men kan zich tegen den wil van den schuldenaar
voor hem borg stellen.

XVL

Aan de uitvoerders der uiterste wilsbeschikkingen
kan het bezit der erfenis voor langer dan één jaar
gegeven worden.

XVIL

De commanditaii\'e vennoot in het geval van art.
21 Wb. Kh. is solidair aansprakelijk voor al de

-ocr page 7-

schulden der vennootschap, ook voor die welke zij
gemaakt heeft, vóór zijne overtreding van art. 20.

XVIIL

Eene aandeelmaatschappij opgerigt met het doel
om een\' mijn te exploiteren is geen handelsven-
nootschap.

XIX.

Het ware beter indien in art. 312 V^b. Kh. vóór
het woord «verkoop» het woord ((vrijwillige» werd
ingelascht.

XX.

Bij confiscatie van het schip gaan de voorregten
niet verloren.

XXI.

Be president is in art. 7 al. 3 Burg. Rechtsv.
niet beperkt in zijn\' bevoegdheid tot het verkorten
van den gewonen termijn van dagvaardino-

-ocr page 8-

Bij toewijzing der conclusiën des eischers tot
verklaring van vermoedelijk overlijden zijn de kosten
voor den eischer.

XXIII.

De gedaagde in hooger beroep, den termijn op
welken hij gedagvaard is, vervroegende, is niet
gehouden den appellant den termijn te laten, dien
de wet als minimum voor dagvaarding bepaald
heeft.

XXIV.

De armenwerkhuizen, waarin de armen niet ge-
huisvest worden, verdienen de voorkeur.

XXV.

Artt. 414, 5 C. P. zijn in strijd met de voor-
scliriften der staathuishoudkunde.

-ocr page 9-

Belastingen op de eerste levensbehoeften zijn af
te keuren.

XXVII.

Het beursspel is nadeelig voor onze welvaart.

XXVIII.

Brievenposterij mag geen bron van inkomsten zijn.

XXIX.

Landverhuizing moet door den wetgever niet be-
perkt worden.

XXX.

Tereg-t zegt de Hoogl. de bruijn kops (Begin-
selen van Staath. dl. I bladz. 273) «ook wordt het
door velen in beginsel onregtvaardig gerekend, dat
bet moederland een batig slot van de kolonie trekt.
Dat kunnen wij in beginsel niet toegeven.»

-ocr page 10-