-ocr page 1-

/

STELLINGEN

TEB TEEKBIJGm® VAH DEN GEAAD VAN

EN IDEIDAAGSCH REGT

AAN

DE HOOGESCHOOL TE UTEECHT,

NA MAGTI&ING VAN DEN EECTOE MAGNIEiCtrs

W. K O S T E

gewoon Hoogleeraar in de aeneesknude,
MET TOESTEMMING VAN DEN ACADEMISCHEN SENAAT

EN

VOLGENS BESLUIT DEE EEGTSGELEEEDE FACULTEIT

TE VEEDEDIGEN

DOCTOR ffl IT

op Maandag den 18«^«» November 1867, des namiddags ten 3 ure,

DOGE

FEEDEEIK EEINHAED CEOMMELIN.

GEBOEEN TE DEIEBEEGIN.

---

ÜTEECHT,
KEMINK EN ZOON.
1867.

-ocr page 2-

; - ■ -
r; ; - •.

Ir

t

a \' rr\' .

-ocr page 3-

STELLINGEN

I.

Non assentior Czyhlarz (Zeitschrift für Civilr. und
Process. N. F. XXIl. 409) dicente: „zunächst ist es
„vorzuheben dass das Verausserungsverbot keine An-
,/Wendung findet wenn bloss der üsusfructus oder
„das Recht der Superficies und Emphyteusis zur Dos
,/gegeben ist."

II.

Dos tacita ab initio non est admittenda uti bene
statuerunt Hasse (das Güterrecht der Ehegatten I. 412
et BechmannJ Jahrb. d. gem. deutschen Rechts. V.
1861 p. 271.

III.

üt creditor pignus distrahere possit débitons mora
non requiritur.

-ocr page 4-

De vreemde vrouw door het huwelijk Nederland-
sche geworden houdt door de ontbinding niet op dit
te zijn.

V.

Men kan geen twee woonplaatsen hebben behou-
dens de bepaling van art. 81 B. W.

VI.

De schuldenaar kan niet bij eenvoudigen brief in
mora gesteld worden.

VIL

Bij verbindtenissen uit een onregtmatige daad komt
geene ingebreke-stelling te pas.

VIII.

Art. 1299 B. W^. is eene uitzondering op het be-
ginsel van art. 1289.

IX.

Het voorregt in art. 313 n°. 8 v. Kooph. ver-
meld wordt niet alleen den scheepsbouwmeester , maar
ook den leveranciers ter zake van het in aanbouw zijnde
schip geleverde bouwstoffen, en aan werkbazen of

-ocr page 5-

werklieden wegens daaraan verrigte werkzaamheden
toegekend.

X.

Wissels waarvan de betrokkene is gefailleerd blij-
ven vatbaar voor endossement.

XI.

Ook de door faillissement opeischbaar gewordene
vordering kan in compensatie gebragt worden.

XII

In den boedel van hem, die na zijn overlijden fail-
liet is verklaard kan een accoord tot stand komen.

XIII.

De kantonregter en de voorzitter der Arr. Regtb.
zijn niet bevoegd de verlengde termijnen van art. 8,
9 en 10 W.
v. B. Rv. te verkorten.

XIV.

Het tweegevecht vereischt eene bijzondere strafbe-
paling.

XV.

Het uitschudden en zich toeëigenen van geld uit

-ocr page 6-

een gesloten bus door twee weesjongens — met welke
bus zij uitgezonden waren om bij de ingezetenen liefde-
gaven voor het gesticht in te zamelen — stelt dief-
stal daar.

XVI.

Te onregt beweert Kleinschrod (Systemat. Ent-
wickelung des Peinl. Rechts I. § 110) dat zelfs voor-
bedachte dronkenschap eene verzachtende omstandig-
heid daarstelt voor den in dien toestand gepleegde
misdaad.

XVII.

Niettegenstaande de weigering van den veroordeelde
om gratie te verzoeken heeft de koning het regt hem
die te verleenen.

XVIII.

Het is niet af te keuren, dat ministers leden der
Staten Generaal zijn.

XIX.

De bepaling van art. 91 § 1. Grdw. waarbij aan
geestelijken en bedienaren van de Godsdienst het lid-
maatschap der Staten-Generaal w^ordt ontzegd rust
op goede gronden.

-ocr page 7-

De verdeeling van den grond in weinig groote
grond-eigeiidommen is nadeelig voor de algemeene
welvaart.

XXI.

Het is in het belang zoowel van pachters als van
eigenaars, dat de hnur-contracten voor langen tijd
worden aangegaan.

XXH.

De octrooijen van uitvinding behooren te worden
afgeschaft.

-ocr page 8-

1

r; ; V- ^

Bi-,-. v\'-ïji.-^^-\' V - -Jïö"-^-Vi- ;