STELLINGEN
ter vekkrusikg v4n den geaad vas
DOCTOli 1(1 HIT ROllEISISCHE M flEDEmAÄliSCHE RECHT,
HOOGESCHOOL TE UTRECHT,
MAOTieiNG VAN DEN KKCTOK MAONIFIOUS
OESVOÜN HOOGLEEKAAR IN DE GENEESKUNDE ,
f.
MET TOESTEMMING VAN DEN ACADEMISCHEN SENAAT
volgens besluit der rechtsgeleerde faculteit,
TE VERDEDIGEN
01> MAANDAG DEN lOtlen MAART 1868, DES NAMIDDAGS TEN 3 UREN,
PEÏEU8 BAEEND HÜBEETÜS MAEIÜS SWAEï,
gbbokbk te maastricht.
-ocr page 2-. • F a w JIT 8 -
M«-3ii32yAiiiMflaÄ a«®ziaHoa w i »»T.\'WB "
dofef tUï-éfct tóot^^ " . Y \'v.-
feiM «iet ofcïHOa^TTfi. ST JOOHOSaOOOH
i^x ■ ^fi- . • ,
• I , \'P^niçàpwiii^o treutcn «a»\' h\'-.: lUiïîBn f.-inoM\'- \'i . -
. ■ - ■ Mu ■ • ■ ,
. ,, «aKtia»a«i(ÄS w Kl «»issujjxion «oewitt;
u\'Jîûii.MS ïHiîmôtmfiJ slufi ÖH^Ï \'
■
TAAMS« l^aa »ÎA^ ÖKIMléaTSaOT \'laK
var ^ KfK Uf
HO
ilWt\'IT»
Tv- T -\'r. verbandr^^^^T-TîïmHï-^^^
-ocr page 3-In praediis civitatiim, longi temporis capio non
est admittenda.
IL
Regula, emtorem periculum rei emtae spectare.
ex historia juris est interpretanda.
Conductor operarum, qui aliorum ministerio uti-
tur, non utique de horum culpa tenetur.
»oor „volmagt" in art. 526 B. W., wordt eene
algemeene volmagt verstaan.
De bepaling van art. 1085 al. 2 B. W., sluit bet
verhaal, tegen den beneficiairen erfgenaam, niet
uit.
VI.
De bepaling van art. 1135 al..^B. is onbillijk
en in strijd met art, 888 en 1132.
VIL
De regtsvordering, tot vernietiging eener boedel-
scheiding door, of van wege minderjarigen, kan
niet meer worden ingesteld, na den termijn van
drie jaren, daarvoor in het algemeen bij art. 1162
B. W. toegestaan.
VUL
Bij eene verbintenis onder opschortende voor-
waarde behooren de vruchten, welke de zaak
gedurende den tijd van opschorting heeft voort-
gebragt, aan den schuldenaar.
LX.
Art. 1397 al. 2 B. W. is ook toepasselijk, wanneer
na de betaling de titel verjaard is.
Art. 1940 al. 4 is ook toepasselijk, waar het geldt
bankbilletten.
XI.
Het bestaan van een mondeling buurcontract,
kan door getuigen bewezen worden, zelfs wanneer
het op geenerlei wijze is ten uitvoer gebragt, in-
dien er een begin van bewijs bij geschrift aan-
Xll.
Het ware wenschelijk, dat bij schenking van
schuldvorderingen aan toonder, insgelijks eene akte
werd vereischt.
Hij, die in eene vlaag van krankzinnigheid eene
onregtmatige daad \'heeft gepleegd, is niet aan-
sprakelijk voor de schade daardoor veroorzaakt.
XIV.
De uitlegging, die Diephuis (IV—459) aan de
woorden „in de gevallen en op dezelfde wijze" van
art. 884 B. W. geeft, is juist.
Bij gebreke van boedelbeschrijving ingevolge art.
182 B. W., eindigt de gemeenschap, zoodra de
boedelbeschrijving is opgemaakt.
XVI.
Volgens ons W. v. K, is het geoorloofd, den naam
eener bestaande firma aan te nemen.
Het ware wenschelijk, dat zulks bij de wet ver-
boden werd.
XVH.
Na de verwerping van een eerste voorstel des
failliets, tot accoord met zijne schuldeischers, is
de failliet niet geregtigd een tweede voorstel aan
te bieden.
Art. 437 W. v. K. is limitatief.
De Nederlandsche regter kan, in eene voor hem
aanhangige zaak, een getuigenverhoor aan eenen
buitenlandschen regter opdragen.
De man, tot bijstand zijnei\' vrouw in i\'egten ojj-
geroepen, is geene partij in bet i-egtsgeding en
kan alzoo niet op vraagpunten worden gehooi\'d.
Art. 237 B. W. R.
XXL
Voor de toepassing van art. 307 G. P., in ver-
band niet art. 305, wordt gevordei\'d bet bewijs,
dat de dader het voornemen hebbe gehad, zijne
bedreiging ten uitvoer te leggen.
XXIL
Het beginsel van soiidaiiteit, bij art. 55 C. P.
vastgesteld, geldt niet bij politie overtredingen.
XXIIL
Te regt besliste de Hooge Raad, dat in de
gevallen van art. 401 C. P., de oplegging der
gevangenissti-af verpligtend, die der boete daaren-
tegen facultatief is.
XXIV.
Onder de benaming „afschrift" in art. 211 W, v.
Strafv., worden zoowel begi-epen expeditiën, een-
voudige afschriften, als extracten.
Het ware wenschelijk, dat ook voor militaire
delicten, de p,enzame opsluiting kon worden toe-
gepast.
XXVI.
Art. 191 Crim. Wetb. v. K te L. kan, met be-
hulp van art. 17, nimmer worden toegepast, tenzij
het feit reeds daarstelt diefstal gepleegd, door en
onder militairen.
XXVII.
Afschatling van publieke tenuitvoerleggingen van
vonnissen, door militaire regters gewezen, is wen-
scheliik,
XXVIII.
Het ware wensclielijk, dat dobm\'gcmeestei\' Levens
lid van den raad moest zijn.
Het lidmaatschap der provinciale staten is onver-
eenigbaar met het ambt van burgemeester, indien
zijne benoeming ingevolge de bestaande bepalingen
geschiedt.
Eene te lage bezoldiging der ambtenaren werkt
zeer nadeelig voor den staat zeiven.
XXXI.
De income tax, hoezeer in beginsel te verdedigen,
is op billijke grondslagen onuitvoerbaar.
XXXII.
Met regt wordt dikwijls op het beklemregt, als
op een den landbouw het meest voordeelig pacht-
stelsel , gewezen.
XXXIII.
Het stelsel van bescherming der nijverheid door
premiën is af te keuren.
XXXIV.
Afschaffing van octrooijen van uitvinding is wen-
schelijk. In elk geval vordert onze wetgeving op
dit punt verbetering.
XXXV.
Het moet aan allen, die een voldoend examen
voor het notarisambt hebben afgelegd, vrijstaan, zicb
zonder verdei^e aanstelling te vestigen, waar zij ver-
kiezen.
, \'-v J^-^
m»;
■ .- \' - ■
efSïi\'
tiÄ\'v i.\'. ■
JZ7ÎC
ffi9§il)9f>i9v laefli^/,26t amoom ->(1
V .\'Jßwhfiovittino ns^Isßnon^ qô ai -\'
f\'^nif V.iti ■ nüïïP-7^i•\'sM.en » f fi^-
grè^ân^^iesam. tflif WEfoëbnd- nab am qo
ip^: • \' ;^ ï^MibniyJnj Ift^^noyoo-iioo, ijßv jjaftliofoaJA \'
r-^^i\'iï»^ \'inWi tih
•«Ss !
i ïv^^.sr^ ^ 4 ,
lp fismfix«) hn^^oh^v noe «^iU ^nsflb anw-^Jsota J^lï^ -
-A km.