-ocr page 1-

m

-ocr page 2-

s

I

-ocr page 3-

: .-îtsik:.

: ; ;f
a-

I

-ocr page 4-

/

"

1

^ Sri-.

-ocr page 5-
-ocr page 6-

f

-ocr page 7-

Joh. van Bevervviick

heel-konste,

ofto

Derde Deei. .
Van de

GENEES-KONSTE,

Om de Uytwendigo Gebreken
te Heelen_,.

Voor Franfojys Boels, Beeck-verkooper, wonen-
de by \'t Stadt.huys, in de Witte Duyf.
t^nno j 6 j

-ocr page 8- -ocr page 9-

V O O R-R EDEN.

[ A dat wy gefchreven, ende uyt-ge-
\' geven hebben, hoe deGE s o
n t-
Heydt
, door goede Maniere van
Leven onderhouden, ende door Ge-
neef-iTiiddelen herftelt kan werden : foo ^ijn wy
oock verfocht, het overige daer by te vougen ^ te
Weten, hoe de llytterlijcke Gebreken geheelc
moeten wefen. Waer in
wy niet en hebben kon-
nenledigh ftaen, fboom goede vrienden eenen
gewilligen,

ende weynigh befwarenden arbeyc
njette weygeren, als om de befchrijvinge van
de Konfte hare volkomene Leden te geven. Te
meerder, om datter dagelijcks veel Onverftandi-
ge dit werck, tót groote fchade van de Gebrec-
J^hjcke, de rechte Heel-meefters ontnemen,
cgens foodanige heeft onlangs de aerdjge
Petrus
^Mïdt, Geneef- heer tot Leeuwaerden, uyt-ge-
§even op ciefe oude Spreucke,
Gffnijdt,ofbram^
, Ofhelpaenk^nt.

net volgende Dicht:

Och neen, dit fpeechctpoon h niet waer ^

, immer, \'t is foo ver van daer,
Dat defe Mangelmkjgh is.
Die, met fijn onbekeken Pis,
Die, met eenhalf-verrotten Schee»,

A 5 Lo&^i

-ocr page 10-

VOOR-REDEN.

Loopt m eengoê Chirurgus heen,
Tluckl ntoeter Vaders Plaesler op,
E« Af-vaers Brjf moet hy de kop
VViVt dan nietgaen, mijn Vnendt, dit moet
Het
Morbum jLp j fiet watghy doet:

De

Hier achter, hy om oude Meyt,
Die is nu kprtelingh getrouwt,
My dunckt wel datfe Slapers houdt,
Vergeet a bier een weeckofmeer,
Sao krijghdy u Gefonthep we\'er;
Voorwaer gby z.ijt een jonger Helt,
My deert datghy dus z.tjtgeBelt,
Ia wel, ghy bent een rijci^r Man,
Hoe Peütlency quamjer an ?
\'K gaf liever noch een Blanckje meer,
ïn hielde vaerdigh mijn geweer:
Wel, feght eens, zydy desgefint ?
Sgo wil ickjien menyemant vint,
Die u een k^mer maeckt geree,
Ew u eengoetgerack^aen dee. \'

Watmyaengaet, ick^, ommijnKunfi,
Heb door hetgantfche Landt degunji,
Het koomt my op een Boer ofthien,
Dm hoef
tgby niet naer om tefien.
Doch, watgefeyt wert, fegh ick^al,
Mijn goede Vriendt, u te geval.
Want u ,fonder
Decodien,
Te helpen, ick^geen Menfcben ken-.
Houdt my mm van d\'Aptheker vry.

-ocr page 11-

VOO R-RE%E«.

De reß^ ßetdaer, dtefcbenckjckß):
MijnVVijfeenSchaj^e-keesofviery •
Op dat men \'t dies te eer heWier;
^n oft uVolckjen vragen (luam,
S 00 dunckt my benje t\'AmUerdam,
^n houdje na de Cüyr wat hleecx,
S00 feght, ja wel, ickjben wat queecx,
Miffchien ofmj d\'HoÜantfche Traen,
Nih al te wei wil hangen aen.

Em raeckt mijn Oom-kool dan \'m \'t bedt,
Sint-feiten eens, mijn Boer, ickjfedt
^uraeck^er met geen praten af,
Menfoeckt dijn Koren, niet dijn Kaf;
^yinckjan, en [weet foo langhje mooght,
^^flijpt , en quylt foo langhje drooght;
^^. immer, foo langb dat u hup,
Soo naeukens om de Bonckenfiuß,
Gelijckje veüen van een Ael,
Getrocken om een houten Pael.

VVech , meeUer Lenaert, meesier Geert,
VVech, Kamper-beudel met u Sweert\'y
Die\'f Volckjen eerfi de LedenreckS,
E« alles Up malkander treckt,
Die rabraeckt, hrant, die fnijt, en vilt.
Die kopt, engeeffelt, fooghj wilt,
Ew dan den armen Gaeu- dief weer, r

Steeckt,ficxenvaerdigh,infijnkleer,
Ew jaeght hemßracx ter poorten ujt,
meent dat dit wat groots bedup^
, dat u hierom al de Lien,

A 4 Bf-

-ocr page 12-

V\'O dïk.R EDEN.

Behomnvrientfchapaentebien?
Hierom foudtghy
Chirurgen ^ijn,
Dat koomt ovck^nimmermeer in m^n -
Bier büßen was nu laetfi een FFeer/
Die hadtfijn Schouder
Difloceert,\'
En oofigefraaureert fijn Been,
Dat
\'t Offisfiackdoor \'t Cutis heen
Daer waren twee
Chirurgen by,
Met elckjen Doäor aen haer zjs.
Wat holpet doch, al eer ickquam.
Men huif, noch baet, noch niet vernam,
Eer icknoch hadt
gereftauriert,
EMi/eSoIufivifitiert,
Soofofidick,defenKefi^e^
Aen Lof-pots winckel in deSte
r«.^.RecipeFarijnFabaar,
Arriftolofy, Backalaar,
Bolis Armenisan\'eenOngs,
Wat Albis Griek, ofFHongde^ftrongs,
Croc Martis, Terrum Sigillaet,
Sic parum:
of,fooghy\'t verliaet:
Milce: fee. art. & cog. in Oll\',
Dum manent tribus partes vol\'
Poft, adde Oleor Myrtin,
Rofarum, & wat Eeck van Wijn,
Fac nunc in Olla, die
wat paß,
Et ligas cum een Blaeske vafl; \'
Met dit mijn deftigh
Defenfijf,
Befioegh ick^t Been, en fpaecktetfiijf.
En quainer
met tot goede Cujr.

Met

-ocr page 13-

VOO R.R EDEN

Het beterde van uyrmmr

f\'^Mghblyftfi^narmwakap,
Vmfcbaedt^t, of hetoockjoo bleef

\'\'^"^oud^ckeenseenHenck^rvonJ

^^^^onfluvaneenanderaen,

Hippocfates«/,//^

l^^^tntndiettjdenwaer,
m^hoon haerBeenen 7^n in\'t Graf,

heiend\'AquilL

f^^r^efclnelijckylmantna,

^en Sondaer bracht h \'s Hemels Zael,
men eens een Lattngbde\'e,

l^f\'l^kckpienfcheviverïiant,
VV omher, oft^neenandeylani

Dte alle SiecKt genefen kan ?
^\'^feetwehdieeenhardenOett
^l\'&ompeBeytelskervenmoeß^
^nj rtept, voormaer de Man u door,

A 5 soo

-ocr page 14-

m

V O OR-REDEN,

Soo jemant u dit lagh te voor
Ben [ware Siechte fihejt oockjiiet,
. Voor dat men fierc^ Krujden biet.

Seer wel heeft eertijdts, in fijn Wet, onfen
grooten
Hippocrates gefeyt, dat de Konfte van te
genefen, ende te heelen, uytnemende was bo-
ven alle andere: maerdatfy, foo om de onge-
leertheyt der gener, die haer by de hant namen,
als, om de onwetenheyt van de gene, die onbe-
fcheydelijck van fuicke oirdeelden (dewijl, ge-
lijck
Plinm feydty niemant lichtelijcker gelooft
werdt, als die hem voor een goet Geneef-mee-
fter uyt geeft) leydt nu verre onder alle de Kon-
ften. Ende foodanige zijn degene (gelijckde
gemelte
Hippocrates fchrijft, in fijn bouck van de
Konfte) die de rechtfinnige in haer Konfte, be-
fpotten, ende verdeden. Het welck de gefwo-
ren ieffe is van de Quac-falvers. De oirfaeck hier
van werdt op fijn hooft geraeckt by den fel ven
Hippocrates, in de felve Wet, van datter in de Ste-
den geen ftraffe over de Konft-brekers geftelt en
is, dao van Schande, dewelcke haer koude klee-
deren niet eens en raeckt, als daer van foo vol ge-
propt zijnde, dat fy van buyten niet en können
gequetft werden. Het is een ander dingen met
wetenfchap ende ervarentheydt een Konfte te
oeftenen, een ander met kouffen, ende fchoe-
nen, gelijck een boer in een weteringh, als het
fpreeck-woordtfeydt, rouckeloos in dit werck,
te fpringé. De Goden, feyde een Griecx Poëet,

ver-

-ocr page 15-

voor-reden.

verkoopefl alles voorArbeyd.; gelijck oock fal

Set sL^y "i\'ri)-». ™t

dat hv J Timoleon, werde eerti ts, om
in naL .ef h?/\'^

flaoend; de Fortuyn, die hen, al

tnHeelen 7 ^andeKonfte

A . = niaer laet haer mede koopen
doo geftadige vlijdt, neerftigheyt, endelangh-

mi 1 Het^welck weJ aen-|e-

r^n eerft/r n.eer-gemelten lI^ppocrates%
oordll Kort-bondige Spreucke,de welcke wy
nen on f quaIijck,tot voorftel/al kon-

den Wy fidlen eerftfijn Woor-

o^^V dan, daer

over, Verklannge by-brengen:

^enZl. 1 De Gele-

foZP \'r^\' voor-by gaende. Het Ver-

ilT.^^-^^tooï^^^^^ \'Ten is

ver^TjT^^\'\'\'^\'\'\' Geneef^ ofte HeeUmeeüer fel-
Culchs
Zt \' welckhehoon: maer

In def- k \' •

noodrtt;Pn^°?^ ^preucke, doet Htppocmes een
noodtwendigh vermaenom den Tijck wel neer.

^"dedenfelven , met geen
brengen? ^^^^gheyc, onniitteiijck

over te
Voo?\'^

-ocr page 16-

VOO R-R EDEN.

Voor-eerft, feydt hy, \'t Leven kort te z.ijn, het
weick, behalvens de dagelijckfche ondervindin-
ge, oock gecuyght werdt van den H.
lob in het
14, Capittel.
DeMenfchevan eene vrouwe geboren
is kon vm dagen, hy hnomt voort, als eene Bloeme, ende \'
werdt afgefneden: oockvlucht hy als een fchaduwe,
endebeïiaetniet.
Degeieerfte onder de Roiney-
mnVarro, feyde daerom den Menfche een Belle
te zijn, De reden werdt van den
H. lacobm ver-
klaert in
\'t 4. Capittei. Het leven, fey t hy, w een
damp, die voor een weynighgefien werdt, ende daer na
verdwijnt.
Defen damp koomt uyt de eeril- gebo-
ren Vochtigheyt, verweckt door de natuyrlijcke
Wermte, die geftadigh op malkander wercken,
ende het Leven, dat\'\'in haer beiïaet, lbo langh
onderhouden, op dat, als men gemeenlijck Teyt,
de Kaers in de pijp brandt. Niet alleen en heeft
HtppocraUs op de Kortheyt onfes Levens in \'t ge-
meen fijn oogh gehadt: maer oock op de Konfte,
tlie hy fchrijft langh te zijn, ten aenfien van het
korte Leven; daer mede een fpoor gevende, om
den Tijdt die ons Godtalmachtigh vergunt, van
wegen fijn kortheyt koftelijck zijnde,niet te ver-
waerloofen; maer geen oogenblick te Jaten ver-
loren gaen, ende, gelijckde
wijfeSolon van fijn
felven feyde, met het vermeerderen der jaren al-
tijd t voort te leeren.

Aßidue addifcens adfeniumpropero.
Wat onfe Konfte belanght: Al heeft yemandt
noch foo lange de felye niet verftant, ende neer-.

ftig-

-ocr page 17-

VOO R-R EDEN.

ItJgheyt geoeffent, foo en valt het juyft niet, dat
nem alles voor-koomti waerom hy oock dé lan-
gen wegh van defe Konfte,na fijnen wenfch,niet
wel, met volkomen kennifte, en kan door-wan-
delen .
Hippocrates felv\'er bekendt aen Demomtus
rondt uyt, dat hy noch niet aen \'t eynde van de
Konite gekomen en was. Ende hy is even- wei de
grootfte geweeft onder alle de Geneef-heeren,
ende van den wekken
Macrobm v^cl heeft derven

fakeli" Derhalvenhebbeickaltijtnoot-

j dat een yeeeliick, her gene hy

vandeKonfte, Ln-ge-
niS \' door den Druck gemeen

ende n \' ni g®"^\' die noch leven,

r^ komen, om defelvige, door neer-

liit \'^^rA ^^ lange Konfte, te helpen ver-
T;i i"" loffelijck, ende

^ijaioopigh gedaen by D- Pietervan ¥orefi,Eàà-

tor\'n ^if ende lange jaren Geneef-heer

r neerftelijck by D-^\' Carel Bat-

E)o\'"drecht, endecnlanghs
hevt k" geleertheyt, ende naeu-keurig-

rJnP.ruRaedt, Schepen, ende
met d - r\' ^\'^fterdam. lek fa! befluy ten,
e geleerden Romeyn
Plmius, in den 7. brief
van iijn 5. bouck, dat wy, foo veel in ons is, de-
enycielenendebouw-valligen tijdt, indien wy

, , j " defe ftaen in dc

"«t Van een anderj M]dt door Studien uyt-rec-

ken*,

-ocr page 18-

VOORTREDEN.

ken-, ende van vfegen ons het langh leven gewey-
gertis, wyeven-wel wat na laten, tot bewijs,
dat wy geleeft hebben; ende ffal ick daer by
vougenj oock naer ons Doot de Levende nock
dienftigh blijven.

Vorder, dat de Konfte langh is, werdt mede
beveftigt door het gene
Eippocrates daer by vougt,
te weten, dat de Tijdt fnel is, ende de Gele-
genrheyt haeft voor-by gaet. Soo feydt oock de
Grieckfche hiftory-fchrijver
Polybius, dat de Ge-
legentheyt, om yet te doen, haeft voor-by gaet.
De reden werdt gegeven by de wel-fprekenfte
onder de Griecken,
Demoïihenes (2. defalf legat.)
door dien dickwils gebeurt dat de Gelegentheyt
van vele, ende groote faken in een kleyn oogen-
blick befloten werdt, Daer op is feer wel gefeyt
van een ander Grieckfch Hiftory-fchrijver der
Romeynfche
OudtheydtDionjfws Halic. (in fijn
I i.bouckj dat de Tijden haer niet na het Werck:
maer het Werck hem nae de Tijden fchickt.
Suicks is in \'t Menfchelijck Lichaem wel waer
te nennen, om de geftadige veranderingh, die
\'tfelveuyt fijnenoorfpronck onderworpen is,
als oock die door de verfcheyde tijden der Sieck-
ten voort- koomt. De Gelegentheyt heeft in al-
les vee! re feggen, en dient wel waer-genomen,
als ras om-keerende; waerom
fy van de Poëten
op een om-gaende radt geftelt werdt.
Aufonm,
een Latijns Poëet, doet haer Bpf^r. 12. aldus
fpreken:

Sum

-ocr page 19-

VOO R.R E D E N.

Sum dea, qaa rara, & paucis Occafio ma; ,i
j^id rotuU inji^is ? Stare loco nequeo.

I^id talaria habes ? Volucrts jum.

Dit felfde is mede op vragen, ende antwoor-
den noch volkomender geftelt by de Grieckfclie
poëet
, Pofidippus 4-. Anthol. \\4. ende over-gefet ia
\'t Latijn door
Gyraldus, als oock door den grooten
rechts-geleerden
Alciatus, in defe Verffen met hec
Sinne-beeldt:

cm

lyfippi hoe opus eft, sicyon mi patria. tu qm f
<^unêiadomanscapti Temporis articulm.

-ocr page 20-

VOO R-R EDE N.

Cm primisßas ? afque rotor. talaria plantif
Curretmes? paßim me levis aura rapit.

In dextra efi tenuis die unde novacula ? acutum
Omni acte boe fignum me magts ejfe docet.

Cm in fronte coma? occmrens utpnndar. At hm tu.
Die cur pars, calva efi, poüerior capitis ?

Me Semel alipedemfi quis permittat abire,
N e poßim apprenfopoß modo erine capi.

Tali opifex nos arte, tui caußa, edidit, hofpes:
Vtque omnes mme am, pergula apert a tenet.

Dat, oui Wel uyt te wercken \'t gene men voor
heeft, de Gelegentheydt feer veel vermagh, in-
fonderheydt in den Oirlogh , is een yegelijck
genoegh bekent, fchrijft
de gemelte Mßiusin\'t
lo. bouck van fijn Hiftorye. Maer ghelijck de
Geneef-konfte veel gemeen heeft met de Krijgf-
konfte, onder andere, datfy beydemet eenen
nusflagh gedaen hebben; waerom dickwils in de
Hiftoryen, infonderheydt der Griecken, gelijc-
kenifle van malkander genomen werdt: foo en
ftaet hier niet minder, als in den Oirlogh, op be-
quame Tijdt, ende goede Gelegenthey t for«jh-
vLildelsjck te letten. Den jongen
Scipio (fchrtift
Plutarchus\'m fijnSpveucken) plagh tefeggen, dat
deTijdt hem fekerheyt gaf, ende dat een goedt
Velt-overfte, niet anders als een Heel-meefter,
om het quaedt te helpen, niet, als op \'t laetfte *
moeft tot het Yfer komen. Soo kan yemandt
oock verfuymt werden, gelijck in Pleuris, Bran-
dende-koortlchen, als men hem niet by tijdts en

doet

-ocr page 21-

. ^ V O O R-R E D ÉN.

; ^^^^ ^et oock met andere

^eneef-middelenin andere Sieckten.

(:vervolghtjtfwofr4f^^ noch} «

de Scheiden. Maer ^
oort feer verfcheyden, gelijck

k änf f^Icen van de SieckL; ja ftrijden

^^nl jck vankoudt Slijm, ende Windt, doch
S wel van Gal, ende Hitte. Soo ge-

n7r ap " \' ^^^\' ^^^ ^Y ^^dijs, ofte Pe-

Omdat defe Óirfaken foo fwaerlijck teon-
^erlcheyden zijn, foo valt oock het
Oirdeel fwaer,

lan O \' Vernuft, ende

de V^d^\'^vindinge bekomen werde. Waer van
o^eet Mmilm feer wel feydt in fijn i. boeck,
vanos ufus artem experiennafecit,

^^yiommUrantevilm.

der ome\' Cjfffa fchrijft in\'t i.boeck

nnrh v^i^"\' ® noch Geneef-meefters,

(hier wert al wederom by de
vernaeidegelijckenis gebleven) al hebben fy de
Leeringen der Konfte^veI begrepen, yet loffe-
fonder geftadige Oeffeninge.
^^wers, gelijck totmeeft alle Werckinge,
B drie

-ocr page 22-

VOO R-R EDEN.

drie Dingen vereyfcht werden, een dat de felve
voornamelijck doet, een tweede fonder welcke
het werck niet en kan gefchieden, ende een der-
^ej,waer door het beter uyt-gevoert wert: foo
is in de Heel-konfle de Meefter de gene die het
werck doet, ende als opperfte werck-baes van
de Genefinge; de Siecken, ofte Gebreckelijcke
isde gene, fonder welcke de Genefinge niet ge-
fchieden en foude j die hem dienen,ende de Uyt-
wendige faken, door welcke het werck beter ge-
daenwert. Daer op flaet
dzn\'t gene Hippocrates
feydt^nietgenoegb te wefen, dat een Heel-meeker hem
aen^lelt, om alles te doen wat van modm is: maer oock^
de Siecke, ende die \'hy hem z.ijn, als oock, de Dingen, die
van huyten komen.

Wat voor-eerft den Pleet^ineefter belanght>
daei- van füllen wy de befchrijvinge van den Ro-
meynfchen
Corn. Celfus by-brengen,uyt de Voor-
reden van fijn y.bouck:
Een Heel-meeïier,dient wel
longh te wefen, ofte altijdt niet (eer oudt, ßerck^, ende
vafl in de Handt, in"t min^le niet bevende, foo wel
flings, als rechts fcherp vangefuht, kloecktnoedigh, on-
bermhertigb, poogcnde met alle vlijt te helpen dengenen,
die hy onder handen kr^ght: maer even-wel noch door
fi]n)féreeuwen meerder haefi, als dtenHighis, noch
minder fnijdt, als den noodt vereyfcht: dan alles foo uyt~
voert, geltj^kof het kermen van een ander, hem niet eens
en beweeghde.
Daer op flaet ons Spreeck-woort,
dat Sachte,lueefters, Stinckende wonden ma-
ken . Doch het foude groote dwaefheyt wefen

(ge-

-ocr page 23-

VOO R^R EDEN.

Cgehjck de Grieckfche Hiftory-fchrijver

) in fijn bouck van de Spaenfche oirloge leyt)
eerder aen \'t Snijden, ende Branden te gaen, als
^n fachter Heel-middelen. Ende een ander
Järieck, te weten Die«, fchri jft in \'t 5. bouck van
lijn Komeynfche hiftorye, dat de Heel-ineefters
fp u" T » ende \'t Mes komen, om het

*^ebreck met te tergen: maer meeft Verfachten-
de middelen gebruycken. Dan een Heel-mee-
iternioet wel Chriftelijck mede-lijden hebben
met d ellendighe Siecken: maer fuicks en moet
100 verreniet gaen, dat het hem in fijnhandt-
wercKbeletfel geeft, infonderheyt, daer het op
Inijden, kerven, ende leden in te fetten, aen-
koomt. Om yet foodanighs met de Handt uy t te
voeren, zijn fwaer op de woorde van
Celfus flaen}
dejongedebequaemfte, als fekerder Handt, en-
de ftercker Geficht hebbende: maer om den bef-
^en raedt te geven, de Oudtfte, als by de welcke
nieerder verfocht, ende geleert is. Het felfde en
neett niet alleen plaetfche in de Heel-konfte:
maer oock in al^le andere faken, daer Herffenen,
ende Handen te pas komen. Soo fpreeckt de
Wijle l oeet
Euripdes by Stobaus in Bdog.

HeffmmdeSpnuck: HitWcrcktnlongeMacht,
JVlaer tot dm beBcn B^aet heeft d^Ouderdom de Kj-acht.

Daer op is oock wel gefchreven van Plutarclm(m
ijjn bouck, Of een oudt man behoort te regeren)
aat een Stadt alderbeft behouden was, alwaer,
den Kaedt van Oudeluyden, ende de Wapenen
B z van

-ocr page 24-

VOO R-R EDEN.

van Jonge de overhandt hadden .

Behalven \'t gene Celfus gefeyt heeft, foo moet
den Heel-meefter, gelijck een yegelijck in \'t
fijne, volkomen verftandt hebben van\'t gene,
waer in, ende waer door hy werckt. Hy werckt
in \'t Menfchelijcke lichaem, wekkers gelegent-
heydt hem voor alles volkomentlijck moet be-
kent zijn: ende niet minder de Heel-middelen,
waer door hy werckt, als Kruyden, Stovingen,
Plaefters, Pappen, &c. gelijck oock de hande-
lingh vanverfcheyden Wercktuygh: het welck,.
eer hy verbindt, moet gereet ftaen. Daer-en-
boven dient hy fijn handelingh foo te weten, dat
hyfonder pijn, daer het doenlijck is, of altijdt
met de minfte, fijn werck uytvoert.

Hippocrates vereyfcht vorders, als den Heel-
meefter ai weldoet, dat dandeSieckeoockin
\'t fijne niet nalatigh en moet zijn; te weten, al-
foohet quadeKanften zijn, gelijck menfeydt,
dielangh marren, dat de gene, dieeenighGe-
breck heeft, het felve niet en veronachtfaemt met
langh wachten, volgens de lefle van den Poëet
Lucanus in fijn z, hoiick:

Tolle moras -,femper nocuit differteparatis.

Want afte Quaet (gelijck Cicero wel fchrijft
ƒ. Tbilipp.) werdt lichtelijck in fijn geboorte ge-
fmoort: maer krijght door het verouderen, ge-
meenlijck meerder kracht. Derhalven ftaet te
volgen de leffe, die de Poëet
Ovidius geeft in fijn
I. bouck van de Hulp-middelen der Liefde:

2rhu

i

-ocr page 25-

VOOR-REDEN.

Prittcipüs ob Ha. fero medicina paratur,

Cum mala per longas im aluer e moras.

Welcke Verffen Heer lacob Cats aldus over-ge-
fet heeft,

In Sieckten is het nut ten eer Hen Raet te plegen,
Soo haeft men door het quaet het üchaem voelt bewegen i
Want foo men Koorfich wert, en al te lange wacht,
Soo vim men menighmael de KunHefonder kracht.
Noch IS het ampt van den Siecken, om wel te
biechten, hoe hy aen
\'t gebreck gekomen is, en-
de waer de meeftePijn,
ofte Weedom is, als
oock alles wel te doen, dat hem belaft werdt;
geen
Plaefters af te trecken , de Pappen werm
te houden, de gequetfte Leden niet te roeren,
uyt de
Lucht ende Son te blijven, &:c. In t kor-
te geen gehoor te verleenen aen Quack-falvers,
die door bedrogh, ofte Praet-vrou wen, die door
neus-wijfigheyt, al mede raedt geven.

I^eKwecIjtï, oïteDienaen van een Chirurgijn
moeten gauw, vlijtigh, beleeft, endeleer-fuch-
aI a^" \' wel gade te flaen, ende haer

Meefter in\'t Verbant te helpen. Andere Om-
Itantlers (gelijckfommige daerdickwils by wil-
len zijn) behoore haer ftil te houden, fonder veel
Inaps te hebben, ofte haer oirdeel van het Ghe^
breek fonder öirdeel te uyten, om den Siecken
geen fchrick, ofte verbaeftheyt aen te jagen, en-
de de Sieckte alfoo verdubbelen.
,.Het laetfte,
daer Hippocrates van vermaentj
sijn de Uy twendige dingen, die in het Wercken
B 3 van

-ocr page 26-

VOO R-R EDEN.
van de Heel-konfte oock dienen v^\'aer-genoinen
te werden. Soodanige zijn, dat de PJaetfe daer
yemant verbonden werdt niet te koudt, ofte te
winderigh en is, liclit, om wel te fien, even-wel
door deSon niet Üickerende; het Linden niet
vochtigh, de Dekens niet te fwaer, geen Geraes,
quade Tijdinge, ende diergelijcke.

Als een Heel-meefter forge draeght, dat defe
LeiTe van den grooten
Bippocrates wei waer-ge-
nomen werdt, foo fal hy met eeren tot fijn voor-
geftelde wit geraken. Waer op wy befluy ten
met het Rijm, dat Heer
lacob Cats uyt de Spreuc-
ke, die nu uyt-geleyt is, eertijts getrocken heeftï

jjj:

rs

Ons Tijdt is kort, de Konfte langh,
Bn
Kans nemt vaerdigh haren gangh,
Oockheeft het
Prouven fijngevaer,
Al leefden yemant honden jaer,
Bn fchoon men yet met
Oordeel doet.
Noch vint mendickmael tegenfpoet.
Dies moet nietJlechts de
Chirurgijn
In alsgefet en tpacker z^ijn :
Maer oock de
Kranckenfijne vrient,
Bn Wie hem in de Sieckte dient/
Heeftftaegh te letten op hetfiuck^,
of hem genaeckt groot ongeluckj \'
Dan noch
Ai wat van buyten koonat,
Is hier oockjim te z.tjngefchroomt.

AURj

-ocr page 27-

A u R. Corn. C E L S ti S
In
Proœmio de re Medica.

■^T Alimenta fanis corpoYîbus Agficuhuu, fie Sani-
tatem ^gris Medicina promittit. B£C quidem nuf-
quam non efi. Siquidem etiam imperitißnm gentes ber-
^^s, aliaque, prompta in auxilium vulnerum, morhorum-
me, noverm. Verumtamen apud Gmos aliquanto
nagis, quam in cizteris nationihus exculta eß: ac ne apud
hs quidem a prima origine, fedpaucisante nosfsculis,
mptecum vetuftißmus auÜor Mfculapius cekbretur y
R:^iquonimadbuerudem, & vulgaremhanc fcientiam
padlo fubtilius excoluit, in deorum numerum receptus
eft. Hujus deinde duo fin, Fodaliriusatque Machaon,
heÜQ Trojano ducem Agamemnonem fequuti, non medio-
crem opem commilitonibus fuis attulerunt. ^os tamen
Homerus non inpeUilentia, neque in variisgenerihus ali-
quid attulijfe auxiln : fed vulnerthm tantummodoferro,
& meduamemis mederi folitos eJfe propofuit. Ex quo
^pparet has partes Medicins filas ab bis ejfe tentatas y

^4^»eeffevetuHißimas.

Idem in Prooemio Lib. vu.

Tertiamejfe Medîcin& partem, qiu manu curet, &
vulgo notum, é- a me propofitum eft. Ea non quidem
medicamenta, atque viäus rationem mittit, fed mma
tamenplurimum pr<zîîat, eftque ejus epclm, i^ter om-
m Medicina partes. evidentißimus. Siquidem morbis,
cum multumfortuna conférât, eaiemquef&pe falutarta,
rP<^vanaftnt,potefi dubitart fecundavaletudo medicina,
m corporis bmpch comi^erit. In his quoque, in qttibus
B 4

-ocr page 28-

fnedkamentis maxime niümur, quamvüprofeäus evi-
dentioreji, tarnen fanitatem & per lue fruHraqaoiri,
& fine bis reddtf^pe manifeüum efl.
sim in oculü
quoquedeprehendipotefi, qui a Medïcis diu vexati, fine
hit interdumfanefcum. At in ea, partes qua manu cu-
rat, evidenseß, omnemprofeäum, ut aliqutd ab aliis
adjuvetur, hinc tarnenplurimum trahere.

Tomaso Garzoni,
Nella Piazza univerfale, Difcorfo vii.

La Chirurgia per anticbita iüuBre, & celehre, come
proua Corneho Celfo, nelproemiodelfettimolibro, fé-
conda il detto d\'alcuni, bebbe la fua prima origine da Api
Hè de Egittii, o (come, vuel Clemente Alejfandro) davno
piu antico di lui cbiamato Mit,rai, fgliuolo di Cain, ne-
pote delgran Noe. Ma ilprimo cbefcrijfe la medicina,
deüe ptagbe, fi dice efferftato Efculapio Filofofo Greco
huomo digrandottrina in quei tempi, e dipoi fuccejfe Pi-
tagora, Empedocle, Parmenide, Democrito, Cbirone,
Teone, & altri infiniti, de quali non cbe i fcritti, ma Ie
memoneapenafi referuanofra mi. JLacconta Plinio,
cbe dprimo, cbe lejfercito in Komafu Arcagato deüa Mo-
rea, & dice, cbe par lagtan crudelta, cb\'egli vfaua in
tagltar braccia, gambe, & came, feniLa piëta veruna,
& fenj^vna mimma fcintiUa di compapone, oltra cbe
iacquiHo il nome di boia, & manigoldo, venne in tanto
odio appreffo a tutti, cbe di commun confenfo lo lapidare-
no, elo ftrafcmarono per tutta Roma ; ^ l\'àrte venne in
tanta abbominatione aü\'hora, cbe publicamentefu dif-
eacciatadaüa Cma,efiettero i Rg^anivnainfinitk d\'an-

ni.

-ocr page 29-

« . che non uolferopih tolerare i Chirurgici dentro aüe
»ra loro. QueHo vocabolo dt Chirurgia è detto da Cbir,
^yol dtre mGmo mam, é- Ergia, che vml dm ope-
ramne quafi operattone manuale, perche la chirurgia
ZL
\' \'Pratione medicinale col me7o deüa

S\'T\' \'"; ^ ^

pZ , f\'f^\'^n^ento deüa medkma. cffendo il
ITJ \' \'H\'^ondolapotione, &ilter^laChi.

fpecie boidn ,\' Afonfmi. Le

[ono die ^"^^^Wpri^fi^momo dt Giouanniccio,
ouero m d ^^^\' c\'infegna dt operar ne\' memUi molti
dur"\' r ^ \' ^^^tra che cinfegna operare ne\' membri
nicl y moüi & mediocri, carne,neruo, pan-

& cart\'l ^^^^^ membri. Gli dmifono, ójfo,
^^^^^^^^queUideue Operare confaggia
mam n Cbnugicoprudente, il qualc (comeinfegna Gi-
ouannt diVico nella Prattica deüa fua Chirurgia )fra

ndttintii ^ 1..:.........t. \\ J /r* . . /

» , \' "«^M« yrattica aeua jua cmrurgta }jra
h ai ^ convenienti, ha da ejfer Giouane,

^ccio ch\'eglihabbiala
cace. Deue effer anco di bei trat-

boTelu \'l^p-^^cLlex.^^,&ilgar^

Cnin lo rendepiugrato alpatiente, e mn

i^fri.^r, ^ e mdurlo con dolce perfuafmeé

\'^Mo^ eptgUarifuolmedka^
menti, h tmportafopra tutto lila confervatme deüa vita
dt ctafcun offefo. Lafedelta, & difcmionefopraogn"
dT ^f^fedono in queüo, perche, fe il Chirugico è
mjcreto, &fedele, oltra che ac quiSla ottimo nome pre(ß
^ ^uttt ; e chtamato ancora volontiert da ciaCcmo-.perchß

B s

-ocr page 30-

la vita cb\'è cos) cara, che nejfun theforo del mondo e
comparabtle a quelîa,non ft confda fe non aperfone,
chahhiamfede, e difcretione in lm.
No» park che U
mamffapronta,&c.

Pero Mexia,
Lib. 3. de la filva de Varia Lecion, cap. 15.

Tlutarco en vn tratado notable que de como faca-
ran los hombresprouecbos de fus enemigos,cuenta vna co\'
fa que le acaeció a vn bombre eneHe propofuo ajfaz,gra-
ciofa. r es que eïfe bombre tenia à otro por fu enemtgo,
(^aefe llamaua Prometbeo, a quien defamaua en tanta
manera,que lo andaua a bufcaryprocuraua de lo matar.
X efreciendo fevn dia oportunidad para poderlo hazier le
dio ciertas heridas. Entre las quales Ie dio vna en vn lo-
baniüo muy grande,que el Prometbeo tenia : de que nun-
ca podia auerfido curado, antes le auia crecido tanto,que
y a cada dia efperaua la muer te. X acaeció afi que de la
berïda que eïie Ie dio en elypenfaron que luego muriera,
fe Ie vaüoy fano el lobaniüoy ehfcapo con la vida y fa-
mo. De manera que el otro penfando dar le la muerte, le
dio
la vidayfalud. De otro que fe Uamaua Phalereo
efcîive Vlinio en el feptimo libro, quepadecia vna enfer-
medad incurable de vnfiuxo de fangre continuo que tenta
por la boca, de vna vena Yampida. X eïtmdo defefpera-
do, de que en nmguna medicina, auia ballado remedio,fe
metió
en vna batalla, quefe ofrecio, defarmadopara que
lo ma taffen
Us enemigospor fdà de tanto trabajo. X am-
noie aft que le dieron vna herida en lospecbos, de la quai
le
faliQ mucha fangre y dexo de correrk a U boca. X cu-

tm-

-ocr page 31-

rudoie âefpues los medicos U herida lefoldôlavenay
mo jam de U otra enfemedadque ténia que mnca
Le acudio . De manera que hallo lafalud en la de-
ipperacm,comoelotroenfeu enemigo. PuesdeQuinto

aZT ^ àta que dio vna bataUa à los

enJlT\' \'^\'"T^\'^fifilosSahoyanos, quandoenella

iZfckZr

que eilo UeuIrlZTn\'J T ^\'^f \' ^

primeras \' / »atural, y no fue a cafo como a los

go de viàa\\uTi\'\'\' W

^fe mué 7 ^pWAt por verdad,que conoci vn hom~

vn mudo I \' / ^^ ^^ ^^^ herida que le dieron en

mente d P^^na encogiday coxeaua notable-

remediad^\'algunos anos fw efperarfer

vuo led^\'^^^aecio quedefpues en otrapendenciaque

Ctdo la D ■ ^^^^^^ ^ ^^

que curandole deüa los neruios,

ronàlj^^^^^^\'^^^ wrtóiiö^ encogido, fe torna-

famdef^P^^^^^*^^^ que defpues que

«/i »/tilt : ^

^ ^ h e l , feigneur iie Montaigne,

«Vfï pas de faire mourir la ma%-
J c jair : ce n\'eli, que l\'acheminement de fa cure :
nregardeaudeU, d\'y faire renaiïireU nature, &
\'\'"drelapartieàfoniueUre.

LOF

-ocr page 32-

"Mi.-

-ocr page 33-

Lof

DER

c H IR V RG I E;

Ofte

g e s p r e c k

^ver de Weerdigheyt, Qudtheyt,
ende NoodtfakeUjckheyt

vande

H E E L - K O N S T E.

-ocr page 34- -ocr page 35-

Op

"et gespre ck

van de

^ £ E L-K O N S T E.

\'Uel-mee^iers, kunHigh volck., die metge-
i . [onde kyuyden
l\'Z^f als een foeten dauw ontrent gewonde
. ^ lujden,

ZerZ^\'l 4-gebrokenbeen,

^och j/r^f \' ^^^^^^^^ \' ^^ ƒ«c^f« over-een,
Wdf • Ghj doet algrooterfaken,

VVantC oockjiieuwe leden maken-,

Ghy S u fiP

VkunireTu^ ^»derwerck.-.gelijckj}y dat verkiefl.

Naer dat LX^\'\' \' ^

Eet

^^ onsaZ^r\'"\' ^^^rg^Hen palen,

Vat f;/voor heete vruchten leeft,
^^t hm het volckdoor uwe kimftgeneeft.

-ocr page 36-

Hetßim en boos vergif van flangen, padden, draken,
Dat k^n ons dienUigh ^ijn, ghj kont\'et heylfaem maken,
Ghy menght\'et na den eyfch, en op de rechte maet,
Soo dattet niet en quetH, maer alle menfcben baet.
Ghy treckt een machtighfap oockjiyt de minße dieren,
Ghy lockt een rijcke falf oockjiyt de naeckte pieren 5
V ki^nHgelt over-al. Wat op der aerden waft,
Dat tPort, door u beleyt, denmenfcbe toe-gepaSi.
Jckgroetu,geemgbvolc^,, ickwenfchurijckenfegen,
Jckwenfch ugrooten danck^ en oockjen gouden regen
Gy toont,tpanneer de KunB haer met de Redenpaert,
Dat oockjm min^ie kjrayt den Schepper openbaert.

J. Cats.

LOF

-ocr page 37-

Lof

E> E R

H E E L-K O N S T Ej

^enijdts uyt-gegeven, ende hier m gepaft
tot

O O R-R EDEN.

pwijle den tijt van ons leven kort, en-
de de Konfte daer-en-tegen kngh is, ge-
a;ck
Hippocrates feer wel gefeyt heeft, in
\'tbeginfel van fijn Korc-bondige fpxeuc-

felven Prince \' " ^^^^
digine, ofteV Geneef-meefters alder-eerft deJWe-
fophye, ofte gefcheyden van dcPhilo^

voor fijnen tii? der Wijfheydc , daerfe

Want de Genl rï^^ verknocht plagh te wefen .
van de Wijf „ ^r^onfte is langen tijdt voor een deel
■ïlleen by de r gehouden geweeft, endeoock
den : alfoo dfg^ >?Vofte Wijfen geoeffent gewor-
defterckte van meeftacht namen, die

ende waken verfw ^ Lichamen door veel onderfouck,
verfcheyde Wiifen^ \'

neefkonfteverfta "n\'h ^\'^\'St-ondelijck ^^ Ge-

maertftp «.^rs d .7 "^\'^oen : onder welcke de ver-.

-ocr page 38-

Ä L O F D E K

de verboi\'gentheyt der Naturen, af-gefondert heeft •
Na fijnen tijdt, als de IConfte feer toe-nam, den oegft
veel was, ende feer vermenighvuldighden, is de Ge-
neef-konfte felve noch in drie deelen gefplift, een dat
door Manier van Leven, een dat door Geneef-midde-
len j ende een dat door deHandt geneeft. Ende
het
gene, dat te voren alte faniendeMei^ic^\'«^, ofteGe-
neef-meefters alleen plachten uyt te voeren, is op die
tijdt, om foo veel te beter elck befonder waer te ne-
men, verdeelt geworden. SoofeytdeWijfe-raan:
Mijn kint m fieecl^ u niet in veddcrky handel, wam fooghj
menigerky voor-neemt, foo fultghy geen vordeel doen.
En-
de daer van is ons gemeen fpreeck-woort;
Twaelfatn"
lachten, denhien ongelucken
. Maer gelijck de Mediene.
ende Philofof bye
van malkanderen gefcheyden zijnde ?
even-wel fufters (gelijck den
oudt-vzdei-TertuUiams
noemt) moeten bli; ven: foo en kan oock de Mediane»
ofte Geneef-konfte gantfch niet beftaen fonder vol-
komen kenniffe ende wecenTchap van de
Chirurgie, ofte
Heel-konfte. Jae men fiet noch verfcheyde
Geneef
meßers,
mfonderhey t in Italien, de Heel-konfte benef-
fens de Geneef-konfte met grooten lof oeffenen: on-
der de welcke wel de voornaemftc onlanghsgeweeft
is
Hieronymus labritius ab Aquapendente, ProfefTor te F^i\'
dua
, ende na hem FahritiusBartoletus, Profeffor tcBow
nien,
die ick in fware ende fchrickelijcke arbeyden heC
werck van de Vroe-vrouwen geluckelijck heb fien
uyt-voeren, hooft-W\'onden, daer de herffenen bloot
lagen, konftigh fien heelen, ende diergelijcke andere •
wercken(waer van fy de voornaemfte befchreven heb-
ben) met de Handen loffelijck uyt-voeren, volgen-
de het exempel van ons aller
mcdlcrHippocmes, dis
de hooft-wonden felve niet alleen en heeft genefen»
maeroockom de na-komelingen fulcks te leeren, de
maniere van genefen en heelen in een boeck haer na-
gelaten . Van den felven grooten Geneef-meefter

heb-

-ocr page 39-

hebbenN S T E. . .
betreffende Heel-konfte

den VOO tïff- ^es hoDdert jaren by

gefchreven is , die oock

aen andere XT \'

overS t. 7 van maken,

ïijdenïf w van Hippocrates

Heel-ende Geneef-konfte by befondere

de Gene\'r a d^" ^^dt van

Men j\' ^ het Steen-fni;den niet

diedae, ^^ertotfulcksde Opcramrs,

Gej..^" ervaren zijn ,plaetsgeven.

andeï?^"Geneef-konfte onder
van alle ti?/de edeïfte ende treffeliickfte
"yt-m IV "\' ^"de dat oock, om
fe tale met ƒ" andere, hare Konftcnaers ia on- .
beteeckent gemeenen naem van
DoBoren aileen
fcheyt van K^^^\'den , daerwy de andere met onder-
"^yt, Rechte^ W\'etenfchap, Doaoren in de Godt-
ce noemen-.f^"? ^"defoo voorts gemeenlijckplegen
genis de CizV,^^ \'"^de van alle oudthey t ende geheu-
[■ijck deei der ^ Heel-konfte, een voorname-
nandtuyt.gey\'^^n\'W\' onder alle konfteh die met de
ende heeft ""erden, feer geacht ende geprefen,
gen gemaeckt gemeenen naem tot ey-

anders gefeyt ais R Chirurgie en is in\'t Griecks niet
als men hier te gelijcken

foo verftaec men gg -^"\'^^elijck een Meeflernoemt,
caten, en andere nkt^^^"\' ^^^ Advo-

de naem van wert. Jafelfs

ifeerdenaende S,.. ^ RomeynfcheRechtf-
Äwf. ende Ï^ T T^\'S^S^ven,gelijck
hy Paulus
4- in fin. £> Sh Als oock by Vlpkn. in L.

aaions. 7. 1 de Sicar. Item , m U etui

^it. by deOriec-

-ocr page 40-

4 LOF DER

ken vindt men meerder den naem van Medicijn, on1
een
Chirurg/jn te beteyckenen, als het eygen woordt
Chirurgijn. Soo heeft Hippocrates in fi;n bouck vart
d\'oude Geneef-konfte > de gene die ont-leden, gebro-
ken, ende gequetften genafen,
Mediajns genoemt.
Welck woordtin de felfde beteyckeninghgebruyckt
werdt by
Homerus in de verflen, die hy tot lof van de
Heel-meefters gefchreven heeft, ende wy hier na fül-
len by-brengen.

Dat nu oock de Chirurgie oïtQ Heel-konfte defe en-
de meerder eere waerdigh is, ende metgrootereden
onder de treflFelijckfte ende edelfte Konften behoort
geacht te werden, fuicks fal ick nu gaen bewijfen.

By de oude Wijf-gerige, ende met namen by Ari-
ßoteles,
werden de Konften ende Wetenfchappen in-
fonderheyt geacht ende geprefen om twee redenen :
ten eei ften,om het Subjea, ende deftofFe, in de welcke
haer handelinge beftaet 3 ten anderen, omdeVaftig-
heyt ende fekerheytjdaer de felve op fteunen. By defe
twee ken-teeckené en fal niet ongevoeghlick het der-
de, te weten de Noodtfakelijckheyt, gedaen werden.

W"at het eerlle belanght; het SubjeB van de Chirurgie
is het Menfchelijcke Lichaem , het volmaeckfte van
alles, datin de werelt is. Want gelijck de ziele vati
den Menfche de edelfte/ome ofte gedaenteis van alle
degene, die onder den Hemel zijn, foo is oock haer
Lichaem het volmaecktfte van alle lichamelijcke din-
gen ; alfoo de woon-plaets gemaeckt is na de weer-
digheyt van de gene, diefé bewonen foude . De Na-
ture, feydt
Galenus, heeft aen de Apen, die een malle ,
Ziele hebbë, een khichtigh ende oubolligh Lichaem
gegeven : maer aen den Menfche een geheel vol-
maeckt Lichaem , als \'t welcke de reddijcke Ziele
moeft ontfangen , ende alle hare werckinge bequame-
hjck uyt\'Voeren . Defe volmaecktheyt bewijfen ver-
fcheyde dingen : roaer voornamelijck defe drie. Het

men-

-ocr page 41-

Om dat rl U 1 \' \'

der-gemaShfte r het al-

VooreeTmlte \' dathet wel terecht

Werden n ƒ Ï \' u gehouden

waterachfi jir van d\'andere Dieren zijn

o»?eti,atiph \' f rdtachtigh, ende dien volgende
^"detedron k te vochtigh,

^^f>fchen X\' onder de

•"^egh, of Snevonden werden , die een Struyfche
fnm.";J een hert

fomrnige die^ van een JLceuw hebben ; ende

van een Verr?" aegematighey t zijn van een Hondt,
gieren oock t / ^are ma-

gematisïhevf • \'"^er de gemeene £nderechtc

^\'erenoock trr^""^"

SematighevtJ^^"\' ----------------—

Lm Menfche wert genoegh daer aen
watuyt.ftpt„ van alle uyrterlijcke oirfaken, die
fii» Natmi cr \' ^eli/ck befchadight wert, dewijl
af
-wijckt ^ f5)nde , van de felve evcn-veel

^ene als v.n\'^^^ derhalven lichtelijck foo wel van\'c
Hier-en-brjl \'-n" geraeckt ende ontftelt werdt.
over-een.ftem^ wonderbaerlijcke, m konftige
fchelijcke het met

felve tot een vooTf\'h -r ^^^^ Konftenaers het
hare wercken dapv^, \'^\' voor oogen nemen, om

?iet en moet tïelii• ^^^ \'

inde edelfte S een Heel-meefter werckc

^^^^\'dt^ Een Merfelaer
in.yfer, wati. ^v V\'^ï^^^an in hout, een Smie
MenfchdikS r g^hjcken by het

^^^e Lichaem C Jae fil ver Inde gout /feer

-ocr page 42-

6 r. O F D E R

koftelijcke ftoffen van de Silver- ende Gout-fmeden >
wat hebben die by de Leden van ons Lichaem "f
In-
dien by de oude Konftenaers Apelles, Phidias, Praxitek^
een eeuwigen ende onfterfFelijcken lof na-gelaten is»
om datfefèer konftelijck alleen de beelden ende ge-
lijckeniflenvan\'tmenfchelijcke Lichaem gefchiJdertj
ende uyt-gehouwen hebben : wat prijs en eere
koomt
dan een Heel-meefter toe, die na de konfte weet te
wercken de gefontheyt aen het Menfchelijcke Lic-
haem felve ^

Nu wat het tweede aengaet, daer vzn ^riBoteles
feyde, dat de Konften geacht waren, te weten, de Va-
ftigheyt ende fekerheyt van de leere: elck een moet
bekennen, datter niet fekerder en is, als dat wy met
ons oogen fien, ende met ons handen taften. Ende
niet fonder reden fchrijft de gemelte
Arifloteks, dat de
Wetenfchap, die van de Hemelen handelt, wijeken
moet voorde gene, die de nature der Dieren aenwijft,
om dat de felve veel vafter ende fekerder gaet. De
Sterre-kijckers weten ons heel net te befchrijven j
hoe groot Son, Maen, ende ander Sterren zijn, hoe
verre fy van malkander, endevandeaerdeftaen: maef
aen de fekerheyt wert by velen getwijffelt. Sy heb-
ben altijdt gelooft ende gheleertdat den Hemel be-
weeghden , ende rontfom de aerde draeyde, ende nu
wert by de wijfte ende geleertfte met waerfchijneUjc-
ke redenen ftaende gehouden , dat dê Hemel ftil ftaet,
ende de aerde rontfom draeyt. Wie fal
ons de rech-
te waerheyt feggen want het is te hoogh ende te ver-
re om te gaen befien. Maer dat een Heel-meefter
doet, dat heeft hy voor fijn oogen, ende by de handt.
Het gene de wetten in de eene plaets gebieden, wert
inde ander verboden, ende ftrafbaer gheoordeelt.
Maer de wétten van de Heel-konfte zijn in alle landen
defelfde, al watuytcer lidt ofte gebroken is,
moet
^liefins in-gefet j ai wat gequetft is, moet hier foo wel

als

-ocr page 43-

alselderc,^ L\'K O N S T E. 7
nieefler werden. Selver een Geneef-

daerhvov. onervaren is , dewijl de Sieckten

Lichaem

^^ na heréu dickwils na de felve, gelijck een blin-

oockfchiinr, , kaoddigenD\'^\'H_dbdai!

geven, alshyfchrijft, dat
cerfteneenman^\'^™^\' «am, waer van den

de , om te fien lanteernein had-

Maer een Heel mochte deren.

?vergehaeltwert ^^^^ ^^ gebreken , daer hy

^l^Se feke- ^ Heel-konfte geheel

getrocken (infonderheyt by
ï^ffdelet Seerne van geU en fcheyden) of hetdc
^^ NatS ofte de kracht van een goe-

is gefeyt heeft,dat de Na-

d^ei" een «erfche der heckten: maer in Q ebreken,
Nature nie? "^enfulcksde

ï^\'pide kan va r " toe-fchrijven. Want geen diepe
ra,ng;">elfs.heelen ; geen gebroken been van

ƒ IS. laiTien —j O— j,---------—

, ende fo» f^^o^ght, ende dat uytter lidt is van
iter in-gefet w j ^^ konftige hant van een goet Mee-

derde dfï" ■
fOodtfakelijcS^deKonfte prijfTelijck maeckt, is de

konfte, dat de iS"\' V ^^^^ " foo groot in de Heel-
delelveterftontv haeft als hy geboren is,

V roe-vrouw de a " doen heeft. Want al is \'t dat de
ulcks even-wel e^ van de Navel af-fnijdt , foo is
ïioe dickwils fiet • ^^er

Arbeyden, de hann" ^"^^de ende onnatuerlijcke
^onftigh Heel-m^lft " ende het werck-tuygKvan een
i indien men f
aÜ geftelt wer-

jamtnerlijck wif, I ende het Kint niet beydq

verneemt men dfr!? /^" g^enf Na de geboorte
"^endickwils, dat denderen niet en kon.

-ocr page 44-

8 L O F D E R

nenfuygen ende trecken, van wegen den Tong-riem J
hier moet al weder den Heel-meefter het goede beft

doen Den Navel en is niet wel gebonden, dekin-
deren Scheuren door te veel krijten , het Eynde
hanght uyt, door te groote vochtigheyt, een vernuft
Heel-meefter dienrer by te zijn. In \'t korre, de Kin-
.deren zi;nterftont van haer geboorte af foo veel ge-
breken onderworpen , datre de konftige handt van eeo
Heel-meefter met milTchen en können . Wylefenin
bet vierde Boeck van dé Grieckfchen Hiftory-fchrii-
ver Herodotus , datfeker volckvan ^/Wc^ hare kinde-
ren , alfle vier jaer oudt waren, boven op den to$, ofte
tepijden van\'t hooft plachten te branden met vette
fchaeps-wol, om te beletten, datfe daer na met geen
Caarrhcn, ofte Smckingen fouden gequelt zijn . En-
de
Herodotus getuyght de felvige het gefontfte volck
te welen, dat hy kende: het welck fy dit branden al-

nnrl.?"; • .Diergelijcke middelen heb ick

oock in Italien met groot voordeel fien gebruycken:
endeonidatmen hierte Landete kleyf-zeerfgh is
oftedeKonftfoo veelgeloof niet engeeft, als oock
om dat de Meefters haerfpiegden aen het exempel
van een Grieckfchen meefter ^rchagatus, die om het
inijden, ende af-fetten van armen ende beenen , eer-

Sfr. gemaeckt werde j als mede om

datie het napraten van fommige fnappcrs fchouwen
ende ontfieh, ende daerom fulcke Middelen , diere"
voor die tx;dt wat wreedtfchijnen te wefen, ma^daer
na groote hulpe by-brengen, gantfchehji vTor by
gaen, daerom gebeurt het, datter foo veel kinderen

door Stuypkensellendighlijck uyt hetlevenTeroTt

werden, ende andere aen verfcheyde Siecktfn, die
uyt Smckingen vooit-komen, al de dage haers levens
gaen quellen. Ende om nu over te Oaen de Gebre-
Jcen , die uyt ons eygen Lichaem, ende van inwendige
oiifaken fpruyten, wie iffer in foo geluckige^S

-ocr page 45-

geboren,SeL^ ^.-.K O N S T E. «

een gh o„edrkT "^^"\'^"dige oirfaken!

«n ve?maerrr verhaek van ^fcïepiades,
v^rtTo^^ hoehyfoo viei^opfijn

^^^^ MeefteTcTet^o- ft feggen niet voJr een
te willen wefen, indien men
r^\'- ^ndl mnl.^,"\'^\' eenigefieckte beladen
uy? viel- ^^^ by, dat het oock na fijn

^\'\'"de s viél bv , ouderdom gekomen

etivvasgeenr/lf van de trappen. Daer

Jevenfond^r \' 1 \' ^em

r^\'^^^\'^akeliicw onderhouden hadde, foude

Heel ^^ ^^S^weeft en

i^V\'^^ontl^^^^^ Dier-

nn. "\'eman t^f vallen,quetfen,eii foo voorts,
geftadieï\' verhoeden, ende de felve hangen
"\'•■l^ghfo?,^ ,«ver het hooft. Maerin tijden van
houwen , ftl^J^er vry wat meer te doen van fcheuten,
Lande van onZ f^f\' ^^ hier te

en fien, r oivio^h noch, Godt betert, een
"nodigen diei^ können wy foo veel te minderden
den felve va« ƒ ^^^^ ^^«"fte ontberen. De Go-
ydtsbegave„^«eydenen, dewijlfe haer mede fom-
ï: nä?,\'- "^f en vielen, en koften haer fon-

Wylefen by den poëet
ÏIU den Godt vS van\'t bekgh van Troyen , dat
^e helpen , van knjgh, die de Troyanen wou-
nen onder-buycw! ^^"eckfchen vorft
Dkmedes in fij-

van Vranckrijck ; rï^hoedanigequetfuyrede koning
gewondt
wISTP\'^^\' HL geftorJen is) fwaer.
niet als een macer v^.\' fchreeuwende van pijn,
Went mannen als negen ofte thien

ae Poggj. fch jjf , gelijck fouden können roepen (als
ti\'^^^^l-n^eeZf;?-^?^ van P.on, een gLocn-
de P^o^/hlren 1\' den welc-

^ tsaren naem heeft, depijngeftüt, ende

^ S de

-ocr page 46-

lo ■ L O F D E R

de wonde toe-geheelt werde .

Maer Pceon gingh te werck met fachte medkmen,
En dede mmer daet het bitter kedt verdwmm ■
Dies wert de groote Mars getogen uytten noodt ^
wantjcboon hy urn gewondt ,\'t en was niet totter doof.
Door middel van de kunft foo wert het quaet verwonnen,
i-njoogehjc^de mlckte [amen kpomt te ronnen,
Wanneer jen herders kindt den lep daer onder mn^ht:

Soo IS tdathierdefalfhetvleefchtefamenbrenght.

der Heel-konfte kan oock
Volkomently ck bewefen werden uyt haer Oudtheyt,
ende langhduengheyt By alle oudtheyt is van de
Chirurgijns, ofte Heel-meefters te lefen. De voor-

ftggerWaverhaeltophet^o.capittelvanhetboeck

der Scheppinge, dat Iofej>h fyn Vaders Lichaem liet
^Ifemen: het welck eygentlijck het werck is van de
ftnf en? de Patnarch lacob is al over drie duy-
lent, ende drie honde« jaren overleden geweeft. En-

i proIJY\'!^-\'^^Uyt-tocht beveelt de gemel
te
i^ropheet, dat de gene, die een ander flaet oftequetft,
fi;n verfuym, endehet Meefter-Ioon fal betaS^\'ae

a/= vvantfoolanghis\'tgeleden
dzt Mofis de kinderen IfraëJs uyt Egypten leyde De

en Sen ho Troyaenfche oorlogen

r^b fchrSf

Chron noodigh IS. Sulcke wonden werden oS^n-

^arequetfi^a-e door huipe van ge„efen was

Defen^cM/.. is gen\'eeft een leerlingh v^n den gemeU

ten

-ocr page 47-

tena/roA^r^ O N S T E. o

Welcke hy ondefani Geneef-konfte , van de
-\'de T4Zt de laetfte geleert heeft,

»^em gevonden, enl? kmyt van

•^ch/f/ea, ofte ^rl //-\'^"\'^ "^em Sidemis

defen JckVAs, de nZln"\' -f «Z™^ • Met
zijn in de beleeerinar^^ ^^ Grieckche Prinsen,
fonen van "f ^ Y.^" Troyen gekomen beydede
«erften vinder vw ^leonder de Gnecken voor den
fij" oveiS " Geneef-konfte gehouden , ende

ge-eertgeweeft)

i^f^\'^^endril a S^\'^o^e Meefters van

\'^\'^^Pen ™ ^ haer Landts-Iieden

met

W liil f ™3chtigePringen, ende met
quamen ^Is ervaren Meefters te huipe

nfr ï ^^ d^tde Poëet Howx haer
hy even.wei ^ Geneef-meefters noemt, foo en feydt
) ofte in e \' datfe in de Peft (die in \'t Leger
; Siecktenraedt

ende t, alleen in Wonden haer handen

nemen is, fJ^ gebruyckten . Waer uyt af te
fllecn^cti.^/^^Cd/us , datfe dit deel der Medkime
het alder-oud^P hebben, ende dat het felve oock
oe Geneef-mepa " Ende gelijck wy elders van
Konfteaen geen verhaelt hebben , hoe fy hare
fygene kinderen

5 maer haer

^\'eten ; foo gefch-H^^"^\'"^ffeIi;ckeerfFenifre, nae-
oudtftedeel, te infonderheydt in dit

alreede aen-gewefpn^^ de Heel-konfte , gelijck wy
lapms , ende oock van y£fcu-

gekomen zijndp ^ \'\'j^^ekt m Hippocrates , daer van
Fl" • SuicksTc\' , v^-ederom in fijne nakomelin-
poëet
ArlS ^^"-gemerckt by den Italiaen-
fumfo: in fijn geeftigh bouck van Orlando

Eri-

-ocr page 48-

12 L O F D E R

E rivocando a la memoria l\' arte,
che in India imparo gia di
Chirurgia >
Cheparchc queBo fludioin fueüaparte,
\'Nobile è degm è di gr an laude ßa,
E fen:^a motto rivoltar di carte,
Che\'l padre afigli heriditario il dia,
Si difpofe operar con fucco d\'herhe ,
Ch\'a piu matura vita lo riferbe.

_ Om by de Griecken te Wijven, van de welcke ons
niet alleen de Geneef-konfte , maer alle Geleerden
haermeefte geleeVtheyt van daen koomt j foo fal ick
totbeveftingh van haer oudtheyt by-brengen het gene
dc poëet Homerus, die onder haergehouden wert, als
eenfonteynevan alle wijfheyt, ende alderhande we-
tenfchap ,in fijn verfTen aen-roert nopende het oeffe-
nen van de Heel-konfte. Defen ouden Schrijver
maecktfeer weynigh gewagh van de ander deelender
Medtpjne, ends by-na niet boven de wetenfchap, en-
de \'t gebruyck van \'t gemeene volck : maer van de
Chtrurgie fpreeckt hy dickmael, endeloffehjck. Ge-
lijck by exempel in het
12. Boeck, des beleghs van
Troyen met defe verffen :

Hy was een defiigh man, en hoven al geprefen,
Vermits hy konfiigh was in wonden te genefen;
Hy fiilde droeve pijn, en fné de pijlen uyt,
Ek leyderplaeßers op van gom en edel kruyt.

DuHomrus hicv een Heel-meefter roemt van pij-
Jen uyt te fnijden, fchijnt daer mede willen te kennen
geven, dat fu cks met en kan , ofte en behoort gedaen
te werden, als van een ervaren Meefter, Want het
fimpel uyt-trecken van een pijl, kan elck wel doen,
ja de vrome
Braßdas, gelijck Plutarchus verhaelt, trock
een pijl uyt fijn eygen lichaem, ende wonde, ja doodc
met de felve dé genen, diefe op hem geworpcn.hadde:

maer

-ocr page 49-

i O N S T E. i

gevaerH; en moet niet gefchieden, als i:.

- hem ^^hoten , ende van een Heel-meefterdie

in Qin n • pijlen (feyt Eufiathm,

uyt-Pefi^;^^^\'"^^ ) en behoeven niet

geheel nl * \'"^er men kanfe meeft wel

\' derhand? " ^^ «\'\'ift drie-

gen • tp f pijl "Vt de wonde te krij-

^nE^\' XfSr" "yt-fnijden, gelijck hyfchiijft^di
hy Sedaen ,s, van fimpel uyt-trecken, daer

^ derzifri^^^^^^ gelijck in Mme/^o; ofteaend-an-
rie. ïf
^y door-gefchoten is, gelijck in Diome-
drk\'- vervoerder van defchoone Hekna, waer
"ïelde g ^^^l^^nge van Troyen viel, fchiet in \'t ver-
hecht den^r ,
Diomedem door fijn rechter voet, ende
^endaern den pijl aen d\'aerde, den welc-

Pelao^ yW" van achteren uyt-treckt. Suicks
vijfdeBoeck in de fcheut van
Sarbedon.
P\'jl nl^e van\'t twaelfde Boeck fnijtP4?/oc/«i
doordegeL , dyevan
Eurypilus, omdat de fcheut
wonde af met , ^Y^ gegaen was: daer na waft hy de
Konft is. ^ \'aeuw water. Het welck mede na de
i "ilc > foo verw\'^ ^et warm water de pij n wel

I vvater maeckt K ^et oock het bloeyen: ende kouc
fchadelijci^ J\'iyveringh, is fcherp in de wonde, en-
\'^n\'gelijckH/öö" ^^""^achtigeeii vliefachtige dee-
lö. endeao wel aen-gemerckc heeft in fijn

na ftroyt f "V^ondige Spreuck van \'t 5. bouck,
S^ofgeftooten ^^n bittere wortel wat

om te fuy veren,\' od r bittere dingen hebben kracht
■\' gi\'of geftoote\'n b ^nde te genefen: oock

^enhetfijn nn: om dat in verfche won-

^^oeyen. n. d\' ^et bloedt lichtelijck kan uyt-
\'\'^^»\'Eumïl ^^^ght hier noch by, dat Pa-
f^en-huydL. \' hem uyt-ftreckende op

konfte, dewelrïi^ van de Heel-

=welcke leert, dat men dengenen die ge-

fcho-

in

-ocr page 50-

14 . L O F D E R
fchoten is, om yet uyt de wonde bequamelijck te tree-
ken , moet ftellen in de eygen poftuyr, gelijck hy ftont
doen hy de fchoot kreegh .

Ditzygenoeghom te bewijfen, dat van alle oude
tijden dePringen ende Overfte van\'tLeger niet alleen
goedt verftant van de Heel-konfte en hadden: maer
datfe oock felve met haer eygen handen de gequetfte
verbonden . Wy lefen by den Romeynfchen Hifto-
ry-fchrijver T/>
mj Livius, vmMaJfamßa den koningh
van
Uumidym, dat hy, ten tijde van de tweede oorlo-
ge , dewelcke die van
Canhago voerden tegens de Ro-
meynen, verborgen zijnde in een fpeloncke, de won-
den met fekere geneef-kruyden wift te heden.
Diony-
ßus,
de koningh van Sidlyen, heeft de Heel-konfte
felver geoeffent, ende met fijn eygen handen verbon-
den , gefneden , gebrant, ende alles gedaen, dat de
Konfte vereyfchté, gelijck
jEliams in het elfde bouck
eil capittei van fijn verfcheyden Hiftoryen befchrijft.
loßna den negenden, koningh van Schotlandt, ballingh
zijnde in
Yedandt, hadt door het veelomgaen met de
Heel-raeefters de Konfte foo welaengenomen, dat na
fijn exempel nieraant onder den Adel in
Schotlandt en
vvas, die, noch veel hondert jaren daer na, de wonden
niet wel en wift te genefen, gelijck Soé>/??win\'t twee-
de,
ende Buchananus in\'t vierde Bouck van haer Schot-
fche Hiftorye getuygen.

Voorders en is de Heel-konfte niet alleen bedient
geweeftby voorname ende trefFelijcke perfonagyenj
maer oock de gene, die te voren van kleyne gelegent-
heyt waren, zijn door de felve op-gekomen ,ende toe
groote eere ende ftaet verheven.
Democedes by den
koningh
Darius gevangen fittende, na dat hy den Ko-
ningh, die ter jacht rijdende, fijn been uyt hetiidt
fprongh, genefen hadde, en werde niet alleen los ende
vry gelaten , ende met vele gaven vereert, maerfelfs
oock aen des Koninghs tafel gefet, gelijck Hmdotus

in\'C

-ocr page 51-

den Kin komen .n \'t gefichce van

Soodat

" werde, als aen ri^r ^^aen-gedaen

Ende om niet mei " "\'FS^^\'^^^t is.

^-odewijck de XT t ouden tijdt te verhalen ,

Voordecaeuwfiè-D°""\'Sh van Vrandirijci, gehouden

ï?» van verftTl nietenoBtbrackaen Hee-

^^^ Ofev "\'^^^\'^htbaerheyt,fandc fijnen Mee-

die van Gent, om haer
vviMen datfehaer

van de befchermtnghe der

"l^efter v." Yi^inckrijck , ende om hem

met eenen

hjer oLr """ken. Ende als fommi-

hy waren , feyde de Koningh :

fijn eygen leven in handen van
«erheyt dehadde, dathy met meerder fe-
trouwen. ^ van het Rijck hem mochte toe-be-
Konfte tot defe \' \'"refter
Olivier, die door de Heel-
aanckbaerheyd,^^\'"^gerocht was, hem in plaetfe van
ftem uyt voor handt-werck fchamendc, gaf

daer hv^^\'^^^ van Melun, een ftedekenby
van de GentenalysP^^\'^ ^^^\' ^"de werde derhalven
aaer ontrent Peb\'^^^ hem wel kende, al sop een dorp.
100 dat het befpotende befchimpt ,

"^\'le^geworpenTi f heelde of fy fouden hem in de

eerder byde.ï?- • ^^ "^^^^heen even-

DooTOc^aen fijn zS ^«"^gh > voor dat hy de ftadt
^ers niet als door ^ S^hracht hadde: het welck an-
Sl^ht van volck r JF \' ê^ote onkoften, ende
;"hetgenehyvl7«enen was: foo dat de Koningh
t^gen ^
mJI\'J\'J\'^^" "^eefter O Wals hy te vorin
r Co««,,«,, ^^^^^ ^ verwachte,

niec

-ocr page 52-

«6 L O F D E R ,

niet bedrogen is geweeft. Lodmijck.Mdkma, van de
ftadt Padua, was, volgens hetfchrijven van
Fulgofus,
een Heel-meefter, ende klam tot den ftaet van Velde
overftedes Paufelijcken Legers, Patriarch van (dat
nu te Venetyen is) Aquileia, ende Cardinael j wek-
kers daden befchrevenzi;nby j\'c^ïr^^roH.
z.Hiß.Patav.6-
Ick meene oock gelefen te hebben in de Hiftoryevan
denPrefident van feker Heel-meefter , die

den Salf-pot in een Colonnelfchap verfchepte. HeC
foude te langh vallen alle exempelen uyt de Hiftoryen
byeen terapen, van Heel-meefters, dewelckeharc
Konft totrijckdom ende ftaet verheven heeft. Selver
hier te Lande zijnfe in fommige plaetl^n op het kuffert
gebracht, gelijck wyoock onlanghs in onfe naefte
ftadt van
Botterdam een Schepen gefien hebben, ende
\'t gene noch meerder is, gekofen in dien tijdt, dattef
met het uyt-monfteren van fommige, op de bequaem-
heytfonderlinge behoorden gelet te werden . Ende
alis\'t, dat hierin de oudtfte Stadt vanHollandt, de
Magiftraet dus lange haer fonder Heel-meefters be-
holpen heeft: foo bevinde ick even-wel,datter al over
hondert jaren eenen meefter Birck onder de goede
luyden van den Achte was, het welck den naeften trap
is tot de Magiftraet.

Dewijl dan de Chirurgie een Konft is, die alle men-
fchen van kindts been eenen noodigen dienft doet^ de-
wij Ife oock geen lofTe, maer een vafteendefekere we-
tenfchap is, ende die felve in ons Lichaem haer werck
uytvoert: foo en behoortfe niet kieyn geacht, veel
minder veracht; maer onder de eerlijckfte, endenoo-
dighfte altijdt gerekent te werden. Niemandt en
weet watter aen een goedt Heel-meefter gelegen is,
als die onder de handen van een brodder miftiandelt
is geweeft. Gelijck wy dan een waegh-hals, die in
fijnplaefter-doos taftende, om een geluckigen greep
ivenfcht, met recht verachten, ja de Rechten fuIcK

eed

-ocr page 53-

heel

37. bequamëen. Cwo^^^^Afchrij
\'ingh Philips van om dat hy dc»

geborften Hooft, Meefters weten een

fijn tijdt ende p^^ geplette ende gefcheurde Pan
zoodanige maken d^ ^^ «"de te genefen .

Soodanige makendeRi- ^^ - =.........

dsfchellen, in-t^ Jf\'^nde fiendein\'t afnemen van
ne van binnen het ^^ "^elde het ge-

^as. Soodanige g^fichte gefchoten

«lerlijcken Steen vandenjam-

Pijnlijck leven. SooH, • eenen vanhet

fel^cke Scheurfehf tnf ^^ het fchric-

f ^«enTe yfn ƒ Tr ^efproten en zijn. Soo-
voltrocVë \' de Joodtfche

van Sinte Agniec ! \' de befloten Sufters
Weef-huysglt„ \' ^ckers kloofter hier tot een
<^}ohem en konden 1 1 ^^^ ^an de Pater niet wel
^nde bequame geree^rj?\'"\' haer konftige handt,

vt de Bruylofth^^heBwts den tweeden
lll^\' g^fondenen w vvederom

mfl\' »»ede befchreven heeft:

^^ffterP/e., jieS ^an eenen fekeren

«n ^SXm fij" handt-werck

«n groote rweilintj^\'^ghdom wattenaquam, ende
\'"ï\'Wdendoor/b^ïcI n,a negen

»ack. Het wdcke niet te verwonderen

leel
Plm
kon

«eel-tneefterinw^^\' neerftigh, ende

ervaren

beqSïn e

-ocr page 54-

LOF DER
is,
aengefieh de felfde de fchorfte flachcj endefee»^
haeft geraeckt
is.

By gaet gelijc}{_de wim t hy kan oochjkht ontvallen,
Enfluypen door de handt. ———,

Sdo dat oock de gene, die, wat de Maeghdom is,
te forghvuldigh onderfoecken, den felfden al onder-
foeckendeverliefen, gehjck
Oudt-^ vader AuguBintiS
van de Vroe-vrouwen feyt, in heteerfte bouck van d«
Stadt Godts, op het 28. capittel. In Italien werdt éc
IVlaeghdom van een jongh Meyfken aen verfcheydef
ten^dierften verkocht: al watter van Sint Anne tuf-
fché vak, wert op de proef wederom goet gemaeckt»
dan alffer wat van Sint Job koomt, dan heeft de koop\'
manfchap meeft\'uyt. Maer onfe Heel-meefters eö
ftaen hier niet verlegen: al is\'t oock datfe haer niét efl
onderwerpen de wet ,die by
JJlpknus op de verhaelds
plaets aen-geteyckent is : Medko, qui virilia exciderH»
capitale erit.
Want fy fetten liever een Been, Arm»
ofte een ander Lidt af, als dat het geheele Lichaert»
anders foude komen te bederven. Ja fy weten
oocK
een Lidt, dat aireede af is, wederom temaken. Ge\'
lijckden Italiaenfchen
Tagliaco\'{:(o een Neus, die^i
was, uyt het vleefch van den Arm wift te lhi;den, ert\'
de aen \'t aenficht vaft te hechten: waer van hy een ge\'
heel bouck met verfcheyde BeeltenilTen nae-gelateH
heeft. Tot befiuyt. De Heel-meefters genefen all^
Wonden, Breucken, ende Gebreket!, daer de pale\'\'
van de Konfte toe ftrecken , ende maken dat de MeH\' ,
fchen met een gefonde Huyt gaen flapen: het welcK
hetgemackelijckfteis, datwy hier in de werelt kofl\'
nen hebben.

MAer alfoo het niet altijdt in de macht en is vJj
den Heel-meefteralle Wonden te heelen, noc»
alle Gebreken te genefen, foo voldoet hy fijn amp*^\'
wanneer hy alles by-brenght, \'t gene de
Konfte vef\'

eyfch*^\'

-ocr page 55-

«yf\'^ht.^sL^/^? o N s T E.

.^^gen, fond fofte met?"\'^ t \' yet te

len m\'t werck ftelt S \' pij" Keel-midde-
Heel-meefter niet aUeefT^i^"\'^\'"^^ en werdt van den
naer van de Nature, " \' een die-

ooekfomtiltsalseenhlln^\'^r ^^ ^^^^^\'^^ts is: maer
.fe • ^^ eygen werck«

de weicke de felfn! ^^^^ \'^\'"gen de Nature,
en volght, ende als fv ^ \' ^^ ^^^-^kt,

: ;v ^erbeterpn . ; ucicivige le Doven, te
Ixjck Hafe-n
,onden r g^"^ fy qualijck doet, ge-
mede m\'t volbren? Wanfchapenheytfals

tc Wonden en fnïl\'\'g^\'-^ken. Want in gi
re van malkani?„ dekanten, diefoo

Pfpn . -j-r^ "^ergewelfpn TMr, K.,____i_______ .

re van malkani?„ dekanten, diefo! ver-

de Deelen by een können bren-

^aturenimmerm. «ytterLidt zijn, en foude de

verdri;ven. laten uyt-waifen, können

• eS^ t geboden werden by de Heel-

verhaelt ,V \'\'\' dat ds Chirurgie, gelijck hier
r^^ eygenthick in Hp nriVz-tr^i-,»*-.!^

verhaelt iV \'\' Chirurgie, gelijck hiet

^^"handt-we\'ä\'i de Grieckfche tale,

anders en if ende dat een CW?««

SJ\' handen unif \' die de Heel-konfte

\' n^f \' de^Gebr\'t ^y de Leden in-fet,

Sl ^\' foo h \' \' Kopt

heeft ___^

\' «e Gehr ny «e JL^eaen in-let,

Sl ^\' foo h \' \' Kopt

S ^Spf^hy daer-benevens oock nJo!

^^mn,Salven,end "^\'■"yden, Olyen, Plaefters,

ten oudt Griecbt^\';?"\'\'^^\'^^ •

^odts waren , oft? de Handt

^^^brt^.^\'^^^voïe^^^^^^^ Te weten de

t-ebruycHte, endeïe" mt^^\' Konfte

emetmet allen, vooreen, die geen

sen-

-ocr page 56-

w

zo L O F D E R

kenniffeen hadde > om de felve wel in \'t werck te del-
len . Derhalpn om de Middelen tot de gefontheyt»
als de Handt Godts, te gebruycken: foo is van noo-
den dat een Heel-n^eefter j benevens de kennifle van \'t
Gebreck, oock volkomen wetenfchap heeft van dc
kracht der Middelen, waer mede hy\'t felve pooght te

fenefen, als mede op wat wijfe, ende tijdt defelvig«
ienen gebruyckt.

Tot de Kenniffè van \'t Gebreck leydt ons dc Ont-
ledinge, ende kennilfe van\'t Gelbnde. Recht isde
mate van Krom. Want niemant en kan weten,ofte ye^
door Gebreck te Krom geworden is, ofte hy moet
eerft weten, hoe het natiierlijck Recht geftaen heeft •
Ende gelijck niemandt de Hiftoryen wel en kan ver\'
ftaen, in de welcke van eenige tochten, belegeringetij
velt-flagen, ofte diergclijcke gefchiedenifl^n gekhre-
ven werdt, fonder de plaetfen, daer fulcks gefchiet is >
wel te kennen, (ten minften altijdt uyt de Kaerten)
ende op haer gelegentheyt wel gelet te hebben: foo
en kan mede geen Heel-meefter eenigh Gebreck in \'t
Menfchelijcke Lichaem genefen,die geen goede ken-
niffe en heeft van alle desfelfs Deelen, ende Leden-
Derhalven fullen wy, volgens ons beraemdc ordreio
de Geneef-konfte, oock alhier voor het Bericht der
Gebreken ,altijt fteilen een Ont-ledinge der Deelenj
latende voor beyde\'gaen de befchrijvinge der Heel-
middelen , Want gelijck yemant, die een bouwval-
ligh huys wil over-ende houden, ofte eenige Gebre-
ken daer in verfien , noodtfakelijck voor eerft
moet
hout, kalck, endefteen gereet hebben : foo is oocK
voor al noodigh, dat een Heel-meefter, die de Gebre-
ken van het bouwvalügh gebouw des MenfchelijckeU
Lichaems wel fal genefen , voor eerft verfien zy vaU
Heel-middelen, ende hem volkomentlijckverftaop
de Krachten, waer door de felvige geholpen werden J
ende op wat wijfe de Gefwellen verdwijnen, ofte rij-
pen ?

-ocr page 57-

delel vanttTey^ dac foodanige Heel-mid-
vallen fommiee \'"»«en wefen. Ende foo

dunnende,

fendc, Stoppende;?..\' fSamcn-trec-

fachtende,]ftjn.ftiii\'\' Na-treckende , Ver-
doen Verdwijnen p "^^\'^ndc Verdoovende. Andere
ende Vel groeven

Huyt op-geven j benige doen Bladerkens in de
Jen . Van de fel Sr^^ Openinge ma.

londer handelen " ^^ "" vervolgens in \'t by-

HE T

\' D 3

-ocr page 58-

If

â

-ocr page 59-

HET

eerste boeck.

Van DE

^ E E L-M I D D E L E N,

-ocr page 60-

\'t-

■f\'
. s

-I.

j-

-ocr page 61-

"^^EerfteCapittel.

l\'Enckele verkoelende

lerne . als \' ^^ht-verkoe-

\'3\' Lammeviolen.

Canfet

hey haren aert ende gematig.

^e^ fo^iïnr?\'«-wen gacn ,
kn denfC^^^^erdooroockvan verêhey.

Joelen, endeverr^chr\'\'^\'^" • Want fommige v^-

ßloet-fweren !1^%\'"gent-vyer, heete Puy.

-ocr page 62-

26 H E E L-K O N S T E.

ons Landt eygene, ende alhier van felfs op-flaendc»
füllen breeder aen-gewefen werden in de
HoUandtfiU
Geneef-kp?ifte,
vyaertoe deM^-c^iwge voor defen alge*
druckt is.

Van de felfde kracht is USupfen-Ot? / te weteH
het gene
oock Ba^am~mmr, ofte Homder-bete genoeiflt
werdt.

is mede verkoelende, endetuflchen vochtig\'
heytjcnde drooghte gematight^ derhal ven bequaen»
om op de verhaeldegebreken te befigen.

^äitOUtDß verkoelt, eude vervochtight alle heete
Gefwelleüjkleyne Puyften,ende Wilt-vyer. Met wat
Zouts vermenghtjgeneeftdeverfche? endeeerftbe-
gonnen Verbrantheyt.

J^iOlm-ÖlaDCWn hebben hier in de felfde kracht.
é§llp?ttt0ÏJ verkoelt, ende verfacht de onfteken?
Gefwellen, geneeft het Wilt-vyer,fuyvert de vervuyl-
de Sweringen, verbetert de verbrande Huyt,endever-
drijft alle Placken ofte Vlecken 4es Lichaems.

(Ï^UÖiljpe geneeft vyerige Óogen, helpt het Wilt\'
vyer, ende verfacht alderhande heete Gefwellen.

3. De felfde kracht, doch wat krachtiger ? is in de
volgende;

verlicht,door hare verkoelende,en-
de vochtigh-makende gematigheyt,alle Onftekingen»
ende heete Gefwellen, doet de Rofe verdwijnen,ende
verfacht te Gichte.

f^lompen zijn, van wegen haren verkoelende aert»
bequaem tot alle heete Gefwellen, ende Sweringen.

^lOep-Bcunt heeft fijn meefte kracht in\'t^^Kf.waer
xv^t Slijm getrockë wert, als het een weynigh op eenigb
verkoelend Water, ofte Sap geftaen heeft. Dit Siijm
fiilt Pijn, verfacht alle Onftekingen: en verkoelt foo
dapper
, dat, gelijck de Grieckfche Kruyt-befchrij ver
Diofcorides 4.65-. aenmerckt, geworpen zijnde in heet- ;
biedende
waterjhet felve terftont van dezode brenghe»

Op

-ocr page 63-

HEEL-KONSTE. 27

Op de felfde wij fe geven de ^uec-fietmit haer
^\'!/»2aen eenigh Nat over, feer bequaem tot Verbrant-
neyc, ende alderley brandige Gefwellen .

Canfeï (van wekkers aert in de Geneef-konfte
breeder verhandelt is ) heeft ongelijck meerder koude
als de verhaeide Middelen, ende en dient derhalve«
niet, als met de felve vermenght, en in kleyn gewich-
te gebruyckt te werden. Ende als dan helpt fy de Ver-
brantb^yt, de Onfteken, ende vyerige Oogen.

^^el-middelen genefen enckele
SS verhit, ende galligh Bloet ver-

den aert, norh A

houden,als Jeete Toe-vloeyingen wat tegen
te rugfre drijv aireede gevloeyt is, ten deele

^ , trecken te famen, ende verfterc-

jen, inlonderheyt de K^ode, ende voornamelijck ge-

rf i fy

in de winckels bewaert werden .
kineef opgeleyt, verdrijven alderhande Onfte-
Met het^s namen de eene,die haré naem voert,
den Sweringenin

houden , ende?\' ^e Keel, ende Sinckingen op-ge-

ilo/en-Wct d ^derftaen. Drooge J^ofen, ofte een

pan over inde

water befproe^ Wijn , ofte Rofen-

d-^ooght, endfftSdt pf™

wafÄfy/^^/el dë\'tamme, die in de hoven
koomt, ^ ^\' die van felfs in de velden
voort-

BcUut/ofÏÏÏ.^^Ï^\'\'"^\'\'^^ genoemt werdt ^apm-

vver ÏÏr.ï^^^\'^\'^ht,daerom bequaem voor het Wilt-
i nkt mäT^^ Onftekingen,en\\iandige Gefwellen,
™er,om vervuyIdeSweringen tefuyveren.

De

-ocr page 64-

Ä8 H Ë E L-K O N S T E.

DtMadmn, B^cxkpis, ende JCWmri^w, van deH
foo tammen>als wilden 3®jjngacrD/zijn verkoelende
van aert, endé fterckelijck t\'famen-treckende. Weh-
den met groot voordeel gebruyckt tot gorgel-water»
oni de heete Gefwellen des Monts ,der Amandelen >
ende der Kele te genefen. De wortel in Wijn gefodeO>
vermorwt, fujrvert, ende heelt de heete S weringen.

CcupS-llEUpt/ofte CcUIJjS-llJOJtól is feer goct tc-
gens de Bloet-fweren, Speen, Rofe, ende alderhand«
heete Gefwellen, als zijnde wat verkoelende van aert»
doch wat verdeylende, ende rijp-makende. De witte
Vlockm, ofte grijfe Hayrm van de Bloemen, met Saffrai»»
ende wat kout Water gewreven, zijn goet, geftrekefl
op roode, ende leepe Oogen.

is verkoelende, af-vegende,ende
vervochtende,meteeniget\'famen.treckinge,ende der-
halven bequaem tegen het Wilt-vyer, Rofe, Bloedc-
fweren, brandende Puyften, Gefwellen, Sweringen»
ende quaedt Zeer.

mihm-UtUpt verkoelt, (niet teghenftaend«
Df.
Lohel fulcks tegen wil fpreken) verdrooght, ende
treckt dapper te famen i waer door het krachtigh iS)
om het B oeden te ftelpen, \'t begin van Onftekenis io
de Gelwellen, ende Sweringen tcftuyten, met harc
oufaeck te rugge te drij ven.

kan, door hare verkoelenden, wrangen»
ende droogen aert,in\'t begin alle heete Gefwellen ver-
drijven , verfche Wonden genefen, oude, ende vuylff
Sweringen fuyveren,endeheelen. Derhalven feer nut
tot quaet Schorft, Canckcr, Fiftulcn, ende alle Loo-
pende gaten. Sy verfacht oock alle Onftekingen, en-
de Verbrantheyt.

©OJf^ïepne/door den aert die fy met de Weeghbre
gemeen heeft, kan de Toe-vloeyinge der heete Voch-
tigheden ftelpen, ende alle beginnende Ontftekingen
in-houden.

-ocr page 65-

E L-K O N S T E. 29
felS ffif ^upbeï^-fenoop/ heeftde

Beauimf toe-gefchreven is.

Scn^ï^\'\'\' DGdmis oock ge-

byons bekent, wederfl-liij "^" ^W^rtm
feer tTamen-treckende k \' S\'"\'" ^\'
cndeBloet-fweren, geneeftï Onftekmgen,

ende heelt de Swerina Verbrantheyt, fuyvert

mek, ende Mondf \' "aer in de Kele, Gehe-

nighfken verdroTgenr\'ä\'oS\';aed,eé vvey-

vyerigeOogen,S \' S^"5eftRofe,Root-hont,
alles weren, endeÄV\'"\'^\'^ \'

beftaen. Ontftekmgen, die uyt Sinckingen

xm}^\' w ^ap van Cftwenen / %tmm

ende ve??H \' ^^ Toe-vloeyinge te rugge ,

ftekingen "V dien-volgende de beginnende On-
diergelijcke . ■\' Wilt-vyer , Root-hondt, ende

tot de gene, die niét alleen ver-
vende kracht, dn^^^^ door een verdoo-

%Ul/\'t2vd •
zieden, oftewJl fijne Bladeren in Azijn laet

peZaet-bollekens »ytover-haelt ,oftedeonrij-

noemt)metMeel va^^^^^\'^\' ofteM.«-« ge-
Paps-gewijsop-selevf r 1 vermcnght, ende

kracht (GaUnus Vi \' • door fijn verkouwende

"ytterfl-engraedTh \' w

Verfacht den Brant

"t Olyevan R^ofen- mee

vyerige ende roede
Oo\'

in \'t Hooft verm • Verfat_____________

Wit vm Ey, O mee
7 ende «vat Safy^^, ^^ yy^^j.-----^ ■

-ocr page 66-

30 H E E L-K O N S T E.
Oogen, gelijck
Diofcorides , ende hem volgende
Uhs, betuygen.

55tlfcti-6rupt is van den felfden aert, ende gema-
tigheyr. Sij n
Sap, uyt het onrijp Saet ende Bladeren ge-
perft, werdebequamelijckgemenghtbyPijn-ftillends .
Ooge-wateren, als oock gebruyckt tegens heete, ende
fcherpe Sinckingen. Is mede nut, by
Gerïien-mouU
ofte Herwen-meel gedaen ; voor onfteken Oogen, ende
alderhande Gefwellen, die met Pijn, ende Brant ver\'
gefelfchapt zijn.

SSacßt-fCgairc / volgens de getuygenilTe van deo
genftiflten
Diofcorides, v^erfacht, ende geneeft alle heete
Gefwellen, ende Puyften op de Huyt komende, al« \'
Rofe, Wilt-vyer, Springent-vyer, ende diergelijcke-
De groene5Wm geftooten, ende met Meel van
Ger-
fien-mmt vermcnght , genefen de voorts-etende SwC\'
ringen: ende alleen gewreven , ofte met kruym vaU
Tehven-broot gemcn^ht J den Hooft-fweer, vyerige
Oogen , Oóren, ende andere Deelen j
met Olyevar>
^pfen de Verbrantheyt.

|Ban&?a0O?a heeft mede diergelijcke krachten»
infonderheyt in fijn
Wortels, wekkers Sap by de OogC\'
waters gedaen, verfacht haer Pijne, endé verkoelt den
Brant. Het felve (waer toe oock dienen de verfche
Bladeren, ende Wortels geftampt) met Meel van GerB&H\'
OTo«?vermenght, genefen alle heete Gefwellen ,ende
Sweren, ende verdrijven alderhande Onftekingen.

6. Hoe defe Heel-middelen niet alleen by haer fel\'
ven, maer oock onder andere vermenght, haer kracht
uyt-wercken, is nuten deele aen-gewefen. In \'tge\'
br-uyck van de felfde zijn het over-gehaelde Water,bet
Af-fietfel, het Sap. De Bladeren morw gefoden, en-
de dan geftampt, ende met Meel van
GerHen-moiit
menght zijnde, maken een Pap, die na het Stoven met
het Af-fietfel, over de Onftekinge geflagen wert.
On-
der
de Tos-gemaeckte werden in de Winckels gereet

ge-

-ocr page 67-

Sehoiidf.n?m EL-KONSTE. 21
w ^ van Rofen, Weeghbre, Porge-

Plompen, Cichorey, Endivy^,
ende Nacht.fchade, die met een weynigh Azijn \'van
Sen H ckt, op de Onftekinge met ee dub-

Emot is \' ende als de felvige

De ofièn ^^^ Canfer nuttelijck by gedaen.

Sn in^de \' die van d. vekaelde Droo-

weynigh tenar^S\' ftaen , komen alhier

dei-p Vvpnah^^r Peuckelen, ende an-

alledeaengewefen Kruyden wel
den niet onvoorfichtigh gebruyckt en wer-

nientii]ff5.^^V^rkoelendeHeel-middelen,voorna-
niet eebruv famétrecken.en dienen gantfch

vaft geftelt V f wanneer de Onftekinge haer aireede
de felve niet ? ^^^een in \'t beginfel, ende als

en is Het l^k*^*^\' ^^ Toe-vloeyingh niet veel
ven na buytef ontkï^\'\'\'\'^^\'^\' ^^ Nature haer fel-

Middelen , onvoo"fichtièhl K \'
Sm ^^^^^^ Want als deOpdraL

OPPer-leer-meefter Hmocrates in

gendeel vooVo; ^ ^^^

begeeft \' de felvige haer van bin-

ge Kruy\'dZ^ "och meerder gevaers in foodani-
/^en, die, ah befchreven is, by haer Verkoc-

len-

-ocr page 68-

$2 HEEL-KONSTE.

lende kracht eeti Verdoovinge hebben. Want fy efl
dienen nergens op-geleyt, als daer over-groote Pijn»
ende Stekinge is; eii dan nóch even-wel niet te veel»
ofte te langh j alfoo fulcks lichtelijck de natuerlijcke»
ende in-geboren Wermte, die alle in ons Lichaem,
het Leven felve beftiert, kan uyt-blulTen, waer op da»
haeft het Kout-vyer volght.

Dient oock gelet van wegen de Pappen, van de
welcke terftont vermaent is, datfe niet alleen, gelijck
van al de Verkoelende Heel-middelen in \'t
gemeert
gefeyt is, maer in\'t beginfel van de Onftekinge moeteO
op-geleydt werden: maer dat men moet forgen, datfe
niet en Verdrooghen , om datfe als dan meerder
Brant, als Verkoelingefouden by-brengen, ende der-
halven dickmaels, dat is, ontrent drie of vier mael
daeghs ververfcht, na dat den Brandt veel ofte wey-
nigh verdrooght.

«et I L Capittel.

. Te rugge-drijvmde Heel-middelen . i. Enckele, ofte
Ongemenghde; als Bramen, Hinne-hefyen, Myrtus, Cypres^
hoorn, Eyckelen, Gal-noten, Bloemen, ende Schellen vatt
Granaten, ^aaia, HypocyHis, Smack., Saufe-boom, Mif\'
pelen, Queen . 3. Toe-gemaeckte, ofte Gmenghde Middelen >
4. Maniere om te Cebruyckpi.

"pv Ewij 1 in\'t voorgaende Capittel eenige Heel-mid\'
J--\'delen befchreven zijn, dewelcke boven haer Ver-
koelende Toe-vloeyinge wat können tegen houden »
foo füllen wy dat nu vervolgen met de gene, die fulcks
veel fterckerte weghe brengen, als felver oock de
Vochtigheyt, die aireede in eenigh Deel even
gefonc-
km is, wederom te rugge drij vende. Beyde sefchiet

door

t.

-ocr page 69-

Infon-

K ■\'S\'\'^ dewdcke in eengrove ,

S St heel, ge.

de het Vlpvfrh » T I ^ lamen-treckende Kou-

M^k\'ïi^srr

vlo^^de Vochtigh\'^^^^ --

haer onrijpe ende S/oe-

S •"/^\'\'ïoogende, t\'famen-tiickende, ende
ve koelende kracht, waer door fy (gelijck oock de
volgende) met alleen mwendigh alle Loop , ende
vioedt ftoppen: maer oock uytwendigh alle heete,

diersel\'-^^i^ Sweringen, Rofe, Wilt-vyer, ende
ren^lp beletten voort te gaen, ende de uyt-fchie-
ion^eV^^\'\'" ft^ll^" • ^"eive doen oock de
per, ende verfche
Bladeren, doch watflap-

leyt, het Sm^ bequaem, om van buyten op-ge-
ende alle VyS\'Pgegorgelt de Sprouw,

oock de ïatHrt«"!^\'^^^\'^^ Diofcorides getuyght. Die

deXln ^ \' ^^ trecketJdeniet, als

^P\'^yfi^\'\' ende
tZlrf re kracht ,om\\e verkoelen, famen

Oo?en p \' .""„^^oeden te ftelpen, de onftekinge der
de Sinrv \'\'\' Wilt-vyer, ende diergelijcke te helpê,
Hayrïe^ -de het uyc-vallen van\'t

J =ictten. Den aen-wafchvandeMmKx,by
E de

-ocr page 70-

H E E L-K O NS T E. ^

de Kruyt-befchrijvers JWj\'mi^iïwMw genoemtj istotai
het verhaelde noch krachtiger.

Cppie^-ftoomverkoelt (hoe-wel den Arabilchen
JlvkmnA van een ander gevoelen is) matelijck, heb-
bende maer foo veel wermte, alstotin-voeren van fijn
wrange ferpigheyt van nooden was,gelijck
Galems ge-
tuyght: maer verdrooght feer, ende is dapper t\'famen-
treckeiide. Sijn K^^/erêw heelen het Scheurfel, ver-
drijvê het Springent-vyer, voort-fettende Sweringeoj
Bloet-fweren, Roode oogen ,ende diergelijcke ;
De
felfde Bladeren, als oock de Notm, zijn bequaem om
alle Wonden te heelen , eade het Bloet, daer uyt loo-
pende5op te doen houden. \'

^pCßCtl heeftin fijn Bladeren, Schorjfen, ende Eyckc\'
lm felve, een matelijck verkoelende , doch fterck ver-
droogende, ende t\'lamen-treckende kracht die noch
krachtiger is, gelijck
Diofcorides betuyght, in \'t Vlkf\'
jen
, het welck tuflchen de Schelp, ende het Hout van
den Eycken-ftruyck ftaet, en \'t gene onder de Schelp»
de Eyckel-keerne bekleedt. Werden bequamelijck
gebruyckt op heete Gefwellen , alwaer Galachtige,
endefcherpe Vochtigheden beginnen na toetefchie-
ten . De leeghfte Eycken drägea <0al-noten / als
oock eenige voofe,ende appels-wijfe
Aen-wajfen, doch
die tot het verhaelde niet en komen by de kracht van
de Noten.

«Stanatßrt g^\'oeyen in heete Landen, doch meeft
in\'t Spaenfche Koninckrijck, \'t welck den naem, ende
\'t wapen daer van voert. Sommige vandefeBoomen
zijn Tam , die Granaet-appden voort-brengen, an-
dere Wilt, die geen Vru\'chten, maer alleen Bloemen
en dragen. lek hebber vele fien vvaifen in\'t Koninck-
rijck van Napelsin Italien , ende in Vranckrijck on-
trent Marfeille, gelijck hierafgebeeldtis. Defe
Bloemen zijn bekendt met den Grieckfchen naem
Balauffion. Sy trecken feer te famen, verkoelen, ende

"r

ver-

J

-ocr page 71-

, ^eel-konste; j«

verdroogen , fteuten het Toe-vloeyen, en het Scheur»
rS\' ,?het Af-fietfel gefpoelt zijnde ,
^ ^ f ^ gebreken^van het Talidt-vle^h I

ende Kele genefen, waer door oock de loffe Tanden

jSifilT\'^\'\'\'- Total\'tfelvedienendeG«-
"\'^^i^t \'^\'r^^-der kracht.
onrifS f? " ^\'P \' geperftuyt
dc Bladeren, ende
inVnderheydt uyt de onrijpe

Fmctovaneenboomach^^^

a^lleen intgypten, ende Arabyen , gelijck d\'Oude

befchnjven- maer oock, fchrijft Loèet in Weft-In-

in \' • Wert van Gaknus geftelt, droogh

Jewa\'ïr u " ? kout in den eerften graed. Doch

werni^ ^erlieft noch van haer weynige

ïn, r ^leyne fcherpigheyt, ende werdt dan

koutuidentweedengraed.^ Wsapis feerwrangh
E a

van

-ocr page 72-

H E E L-K O N S T E.

van fmaeck, ende t\'famen-treckende, daerom oocK te
ïusee drijvende. Wert derhalvenbequameli)ck ge-
ftrlken op het Wüt-vyer, voorts-loopende Swerin-
gen , Rofe, Hayr-worm, heete Piiyften, ende Swel-
lingé i ende gewaflchen zijnde, op roode, gefvvollen,
ende verre uyt-puylende Oogen, ende gekloofde Lip-
pen By ons, als oock in Duytflandt gebruyckt men
door de banck in plaetfche van het oprechte Jicma,
het Sap van onrijpe Pruymkens, Äwgenaemt, die
hierte I.andeby de heggen van felfs waffen, voorna-
melijck in\'tftift van Utrecht, ontrent Amerüoort,
ende Montfoort. Dit Sap tot koecxkens gebracht,
ende in de Sonne gedroo^ht zijnde,
heeft de lelve

kracht, die de Oude de rechte .^«cm toe-lchri)ven,

gelijck ick dickwils bevonden hebbe.

^pöOriftïJfvolghtin alles de kracht vant^c^«^»
dai^alt, gelijck Dio/"«^«^fchrijft, noch wat meer-
der verdroogende, ende te famen-treckende. Het is
eenaen-was, ofteuyt-was, diefomtijdtsgroeytaen
de wortelen van een kleyn heefter, genaemt»
wekkers Bladeren, ende jonge Botten van den felf-

den aerdt zij n. Waft, onder andere heete Landen,
veel in Spaengjen, ende
Italyen. Ick hebbe het oock
gefien ontrent MompelierinLanguedock.

^mat&iseen hcefter, het welcke, gelijck D/o/-
cont^wfchrijft, veelgroeytop Steenachtigeplaetfen ,
gelijck ick oock bevonden hebbe in de Steenachtige
heigeai Alpes genaemt, die Italyen, aen de zijde van
Vranckrijck, ende Duytflandt, bepalen. Waft even-
wel weeldiger, ende hooger buyten de gemelte ftadt
van Lompelier, De Arabiers hebben het
Sumachge-
noemt , ende wy dat woordt wat in treckende, Smackt
Heeft al j ende de felve kracht, die van
Hypocips, en-
de
Acack verhael t is. Want de Bladeren, Vruchten, en-
de
::^aden, zijn feer t\'famen-treckende, verdroogen tot
in den derden, eü verkoelen tot in den tweeden graed.

Defe

-ocr page 73-

H E E L-K O N S T E. 37
Defe te famen-weckende} ende te rugh drijvende
kracht werdt mede uyt-gevoert, door de
Bladeren van
^Saufe-öoom/ ofte
Berberis, H^ffpelCtt/ende (^UeßK/
paps-gewijs op-geleyt.

3. Hier toe werden in de Winckels gereet gehou-
den
Olye van Mynus, ende Q^een. De Sdven van Silver"
fchuym ,
ende Diachalcitheos. De Plaeßers voor \'t Scheur-
fd, Defenfijf, Comitis ,

4- Staetnumaer aen te wijfen 5 op wat wijfe ende
ordre de Heel-middelen > in het tegenwoordige, ende
voorgaende capittel befchreven, behooren in\'t werck
geftelt te werden.

Men fal dan in een heete Toe-vloeyinge, die niec
te groot en is, ende alleen begint Onftekinge te ma-,
ken, het verhitte Deel werm ftoven met de Wateren,
ofte het Af-fietfel van de Kruyden in \'t voorgaende
cap. aengewefen. Na de Stovinge, die een half uyre
met Spongyen, ofte wolle Lappen op jende af, ge-
daen magh werden, fal men op leggen een Pap, van de
felvige gemaeckt; ende fuicks noch niet volkoment-
lijck helpende, komen tot de gene, die nu in dit capit-
tel tot het felfde gebruyck zijn befchreven.

Op defe wijfe fal men maer in "t beginfel ("t welck
wy niet tevergeefs wederom en veirmané) de te Rug-
ge-drijvénde middelen mogen gebruycken; maer niec
als de Toe-vloeyinge aireede te vaft gehecht is. Even-^
wel en hebben noch de fel vige oock m\'t beginfel geen
plaetfch, wanneer de Stoffe , die de Onftekinge ver-
weckt, quaedt-aerdigh, vergiftigh, ofte Peftigh is ,
ende dat de Vochtigheydt, door kracht der Nature »
van binnen na eenige flechte plaetfchen, infonderheyt
<ie Klieren, gedreven werdt, ofte hevige, ende over-:
groote Pijn by haer heeft. Want in foodanigen ge»
valleis\'t dienftiger Treckende, ende Pijn ftUlendg

miaaelen aen te wenden.

-ocr page 74-

38 H E E L-K O N S T E.

Het 1 IL Capittel.

t. Plackende, ofte Toe-klevende Heel-middelen. z. Em\'
kele ■ als Terwe (Meel, Bloem, Stijffel) eii Boonen. 3. A»\'
Mre\\ die meteenen verdroogsn, ende bet Bloedt ftelpen ^ äH
Mumia, MaBick> Corael, Bloedt-fteen, Gefegelde ^erdCj
Bolus , Draken-bloedt, Plae^er, A^jjn. 4- Plackende, end( ,
Op-droogende Metallen • \'als Loodt, Loodt-aerde, Loodt\'
fchuym,Silver-fchujm, Loodt-widt, Pompholyx , GrauW\'
nicht, Cadmia, Antimonye, Aluyn. <;. Mengel-middden.

I.

PLackende, ofte Toe-klevende Heel-middelen zijü
de gene, die op wat deel des Lichaems fy geleydt
werden , de onfienlijcke gaetjens van de Huyt ver-
ftoppen , ende toe-placken. Sy zijn van middel-tnä\'
tige, doch wat meerder na de aerdtachtigheydt tree-
kende, ftoffe, met eenighe
taeye vochtigheydt ver-
menght; fonderuyt-muytende hoedanigheyt, in koU\'
de ende hitte gematight; gemeenlijck foetachtigh >
ofte fonder fmaeck, niet op de tonge bijtende, noc»
fcherp, noch fuyr, noch zout , noch bitter. Hie^
door verftoppen fy al wat haer ontmoet, ende verdic-
ke , onder de felve vermenght zijnde, de dunne Voch-
tigheyt . Daer zijn noch andere, die met eenen vef\'
dmogen , ende de Vochtigheyt, die in de Sweringei^
valt, verteren. Sommige hebbendaer-en-boven eef»
te famen-treckende, ende verfterckende kracht, ende
beletten het vervloeyen der Vochtigheden.
Z. Van de eerfte foorte zij n de eerft-volgende.
{^eCbJC is Werm in den eerften graed, in de andef^
Hoedanigheden gematight. Heeft een taeye, Kl^\'
vende, ende derhalven een verftoppende kracht, g^\'
iijck
Galenus leert \'^.Simpl. Het Terwen-meel, ond^
Wit van Ey geflagen, houdt de Sinckingen tegen ? en-

-ocr page 75-

HEEL-KONSTE. 39

oe} onder Sap van Bilfen-kruyt, de Toe-vloeyingen op
de Zenuwen, volgens
Diofm-ides t.yS. ofte fVater,
ende Ofye, al waer hy ooek fchrijft dat de temen-bloem,
in Mede gekoockt, alle Onftekinghen bedwinght.
Sulcks kan de enckele Bloem ftercker uyt-voeren, als
gemeen Meel, dewijl de felve, gefuyvert zijnde van
de ichrale, ende af-vegendeSemelen, in dewelcke
de voornaemfte wermte van den Terwe fteeckt, veel
vetter, taeyer, ende klevender is; derhalven oock de
onüenlijcke Oagtjensvan de Huyt beter kan fluyten,
ende den loop der Vochtigheden bequamelijcker fteu-
ten, Men kan daer van mede een Pap maken, de fel-
ve kokende in eenigh verkoelende Water, Soete-
melck, ofte Sap van de Kruyden in\'t i. capittei be-
fchreven. Wt defe fij ofte Bloeme werdt het
Stijffel gs-
tpaeckt, het welck (gelijck
G^/cjjkj op de aengewe-
lenplaetfchfchrijft) veel kouder, endedrooger is, als
de 1 erwe. Kan dapper toe-placken, ende ftopt der-
halven alderley Vloet, ftelptde Sinckingen, verfacht
de Onftekmgen der Oogen, ende geneeft de Puyften,

die daer op voort-komen.

groen zijnde , werden gehouden
voor koudt ende vochtigh: even-wel is het Meel van
de gedrooghde, ffamentreckende, ende feer verdroo-
gende , waer van een Pap gemaeckt, doet de Slappe,
ende watenge Gefwellenfcncken, geneeft de vochti.
ge Swenngen der Borften, ende doet voorts aPt ge-
7 Terwe gefeyt hebben.

Wy komen nu tot de Toe-plackende middelen,
die met eenen op-droogen , ende al de Vochtigheden ,
die ly inde Wonde, ofte Sweringe vinden, m fweU
gen, ende verteren, derhalven oockbecïuaem zijn om

net bloedt te ftelpen.

j oude tijden hebben de Egyptenaers de

aooae Lichamen van haer vrienden gefocht voor de
vsrroainge
te bewaren, de felvige tot dien eynde bal-
E 4 fc-

-ocr page 76-

40 H E E L-K O N S T E.

femende mee foodanige Droogen, die de bedervinge
ende verrottinge weder-ftaen, ende beletten. Hief
toe werde meeft gebruyckt ^/oé\',
Myrrha, cnAtSaf\'
fraen-,
alsmede hctSap vmdenCeder-hoom, gelijck uyt
Dtofcorides, ende Gaknus bewefen is by Guilandinus in
fijn bouck van\'t Papier?». Z4. ende oock beveftight
werdt van
Plinms\'m \'t i6, bouck van fijn Natuyrlijcke
hifloryeop\'t II. capitteh endehet 24. op\'t 5. Waer
door oock de boucken , die de tweede Koningh der
Romeynen
Numa na-liet, op Papier gefchreven zijn-
de, als fy met dit Sap geftreken waren, vijfhondert
ende vijf-en-dertigh jaren geduyrt hebben, gelijck de
gemeltePZmmgetuyght in fijn 13. bouck, endeca-
pittel. Ende hier van hebben de Poëten genomen ,
dat, als fy yet de onfterffelijckheyt weerdigh achten,
feggenfuicks den Ceder-boom weerdigh te zijn; ge-
lijck de Poëet
Horatius in Am:

—— Jperamus carmina fingt
PojfelinendaCedro.
endePerfius\'m fijn Schimp-dicht:

-- <3" Cedro digna loquutus.

Het Hout van defen boom is mede van dien aert, dat
het by-na nimmer en vermeluwet, ofte bederft: waer-
om
Solomon daer van den Tempel dede bouwen, ende
de Heyde nen eertijdts haer Afgoden beelden daer van
plegen te maken. Door foodanige Middelen zijnde
Lichamen na eenige honderde, jae duyfende van jaren
noch foo verfch, ende fris bevonden geweeft, al of fy
maer even een dagh twee drie geftorven waren. Dit
by fommige aengemerckt zijnde, hebben gemeent,
dat de Vochtigheyt, die uyt defe gebalfaemde Licha-
men vloeyt, ende gedrooght zijnde dick werdt, een
recht heel-middel foude wefen, om foo van binnen,
als van buyten het Bloede te ftempen; waer toefulcks
oock door de banck ingegeven wert de gene, die door
vallen, (laen, ftooten, ofte anders, van binnenver-
zeertzijn. Defen Balfem heeft den naem van Äun^^^

ge-

-ocr page 77-

-eWen*^ ? O N S T E. 41

^^I^Tm^u \' f hoogh-geleerden fI

mJod^ï\' ^\' ^ ^^^Pl^etfch van SafFraen ,

dit vSLn 1 \' P«^« «^ede gefien heeft in

heet, eiïïe äT \'

famen-t ecÄ den derden graed, ende wat te

f^rfeer fddet nS P ^^ «"^^ien rechten Bal-
vlevfS end. h ^ ^^yP^^n gebracht: maer meeft
S f ^eSrk O ? ^"yden, wiens Licha-

frn^f ^a Mmhiolus betuyght op

m« Soften, alleengebalfae^LzijS

\' zijnde feker fchuym,

werpt ende tegens de klippen op-

hard?;eär\'\'l^Dß^on^^^ fchdjft, foo
meeftS J^^^ Ende de Arabifche geneef-

Mumia" ende Serapio, en kennen geen ander

Mumia de t Joden-hj m . Maer behalven dat defe
gefchreven rdie haer werdt toe-
del, infondèrh gi\'ouvvelijck, foodanigen Mid-
ven tefchende binnen, te gebruycken, de gra-
fommige wiM^V e-fuftendeteftoren,ende ons, met
te maken. öt h\' wreede Menfch-etérs
in plaetfch van M ongelijck beter, dat men

lenus by Pan is j ""^^^hefight (gelijck oock uyt Ga-

njnigheyt, \'t geroj, edt tegen-houdt ende door fijn
diegerighisom ni^l^^^^\'doet^endsverdnjh. Dan
lië de gemelte P^^^-é i de Mumia te weten, kan

konfte op \'t 7 ran.Vr"» 9-bouck van de groote Heel-
van fijn Aen • \' ^^^
Beüonius in\'t 1. bouck
deel van ^P 47- capittel, in

capitrS Xf\'^f^eyde LelTen; het ï. bouck,
fche tale uyl ?\' ^^^^ ^V de Schrijversin deFransoi-

«ffoaapï g^^en.

(waer van breeder in de Geneef- konfte
E S ver-

-ocr page 78-

42 HEEL-KONSTE.

verhandelt is) verkoelt een weynigh, treckt te famert»
hout het Bloeden tegen, bedwinghtde
TJyt-w\'alTen s
fuyvert de holle Sweringen, ende neemt de VleckeU
van de Oogen wech .

^lOCt-^aiV \'s alfoo genaemts na het Griecks
matites, om dat hy Bloet-root is, volgens het gevoelen
van
Galenus, daer in den ouden \'Theophranm volgende »
ofte, om dar hy den Vloet, ofte loop van "t Bloet kan
ftelpê, ofte oock om dar hy gemorfeit ende gewreven
zijnde,het water blocdighlaet. Voorde befte werdt
gekeiu\'t, die geronnen Bloet gelijckt, die morfeligh,
gelijck, ende fuyver is. Defe Steen groeyt van felfs >
ende uyt de nature in vele Bergé van Arabyen,Egyp-
ten, Moren-landt, Spaengjen, Bohemen ende Saxen»
meeft in Yfere mijnen, als felver de ftoffe vanYfer
zijnde, volgens de bevindinge van
^Agricola, ende an-
dere. Die het Yfer willen vergulden,en können ftilcks
niet doen , fonder Bloedt-fteen . Want de geflagene
Goude-bladeren,diefyomhet Yfer geflagen hebben,
maken fy daer mede vaft, ende glat, even als de Schil-
ders met een Wolven-tant. Hy heeft foo veel verkoe-
lende (hoe-wel
Diofcorides hem eenighe wermte toe-
fchrijft) als t\'famen-treckinge , gelijck
Galenus wel
oordeelt^ ende derhalven bequaem voor de Gebreken
der Oogen . Soo fijn , als ftof, op een marmer-fteen
gewreven , ende onder
van Ey geflagen, helpt de
Rouwigheyt der Oogen, beftaende uyt Onftekinge >
ende fonder de felvige, met klaer Water. Het Poyer
alleen hout het al te weligh groeyende vleyfch tegen >
verdrooght de Sweren der Oogen, ftelpt het Bloedt,
het zy dat het uytgefpoge werc,ofte ergens uy tvloeyt.
Waer van breeder te lefen is , by den Grieckfchen
geneef-meefter
Alex. TraUiamis in fijn7. bouck, op \'c
I. capittel.

Alle ^erbC/ dewijlfe van naturen droogh is, heeft
kracht, om voor Heel-middel gebruyckt zijndes te

ver-

T

-ocr page 79-

----

HEEL-KONSTE. 43

verdroogen De gene , die daer-en-boven tefamen
"ecKt., IS deelachtigh van koude, ende hoe fy meer.
der te famen treckt, hoefe meerder verkoelt. Som-
migetrecktfooaerckydatfeopde tongegeleydt, het

is hppfrf..« r \' op de tonge fcherp-bijtende
nth f et hf f kracht^ de ge^e die wey-

d e imSe;4 onT^\'"\'^^ weyniger,

gevoelt en werdt, behou-
dende nochtans een Af-vegende kracht. Maer die
haer, als met een vettigheyt op de tonge vertoont,
ende met fcherp en is, noch t\'famen-treckende, ver-
koelt, liuyt alle Openingen, ende ftelpt het Bloedt,
Van delen aert zijn de volgende:

^Koobe tsecöe is driederley, êene die de Timmer-
uyden gebruycken, een ander, daer de Volders haer
iaKen mede fchoon maken, ende een derde die wy
öoJw noemen , ende , na de plaetfche ,van ^menyen,
f h-^-f Heel-konfte gebefight wert.
Galenus

cniijtt den felvigen 9. Simp. groote kracht toe te vve-
door fijnen fterck-droogenden aert, alle
CKmgen, Loop, ende Bloet-fpouwen tegen-hout,
der Longen in de Teringe, ende de
Hv nrHfi f ende Tant-vleyfch geneeft.

deX food oock foo feer in dePeft, dat hy oor-
de welcicpn Krancken ongeneefiijck te wefen , in
ke kracht hem? nieten verdrijft; welc

Fal/oüius, i^i^er^ toe-gefchreven wert van Agricola,
fulcL met vel^n!?\'^\' \' S«uyght

ttamen-t ecÏÏe" \'

hebben. ^ doorervarentheyt bevonden te

koomt uyt het Grieckfche ey-
put.opTeTft ^^ffrfyuyteen feerwel-rieckenden
dagh (\'op eens in\'t jaer op fekeren

ö . P mafte van de doot, die buyten dien dagh

gra-

-ocr page 80-

44 H E E L-K O N S T E.

graven) met feer groote ftatye, ende oraftandighedeß
gedolvé
wen,gdi}ckFeryanteImperato, inde Italiaen\'
fche Hiftorye van fijn Natuerlijcke Geneef-middelen
(die hy te Napels aen my vertoont heeft) fulcks uyt
Stef. Alhucario breeder verhaelc 5-. 3z. Soo getuyght
oock
Golems 9. Simpl. al op fijnen tijdt de manier ge-
weeft te zijn, die om fulcks te fien, felver (gelijck
oock
Alhucario, ende BeUonius) in\'t ey landt gereyft is .
Het fuyverfte van defe Aerde wert fchoon gewalTchen
(het welck in voor-tijden niemant en mocht doen, als
de Priefter) ende, om het water daer uyt te laten lec-
ken, in ïackens op-gehangen . Uyt-genomen, ende
gedrooght maeckt men daerkleynekoecxkens vanjdie
fy met eenige Arabifche letters bezegelen, als
BeUonius
befchrijft, in fijn Aen-merckinghen, oft het Zegel
{\'t welck de oirfaeck van den naem is, daer het anders
^erde van Lcmnos hiet) tegen woordigh opdrucken van
den Turckfchen Keyfer, als heere van dat eylandt, ge-
iijckfe eertijdts plagh te dragen van een Geyte, als
Diofcorides , ofte, als Golems betuyght, van Diana.
Het welck, al fchijnt het by fommige verfcheyde, het
felfde is ; dewijl die Goddinne door een Geyteplagh
uyt-gebeeldt te werden.

De Florentijnfche geneef-meeftersftellen tvveeder-
hande foorten van ^^afeCtt-WOCt/ te weten, het eene
fekere Boom-gomme (groeyende in
Porto SanBo, een
eylandt in Afrijeken) waer van
Al.Cadamunogewzgh
maeckt in \'t i. bouck van fijn Reyfen, op\'14. capit-
tel, het ander, \'t gefuyvert, ende geronnen fap van het
liruyt Achillea, ofte Geruwe, het welck nochtans (hoe-
wel [ülcks Conflaminus,
ende^fr/üp»feggen) niet root
en is. Andere fchrijven \'t felve te wefen het Bloec
van een Draeck, die van een Olifant overwonnen is,
Soo onfeker zijn wy in de kennilfe van het rechte
Draken-bloet. Een Spaenfch fchrij ver
meent het rechte te befchrij
veaSimpl. biß, 3 8, AI waer

hy

-ocr page 81-

HEEL-KONSTE 4Ç

een vreemde Boom,
waffendeinPeru. ende Weft-Indyen, die Vruchten
loudedragen, (hierbenevensden Boom, boven ge-
heel, ende ondér op-gefneden , uyt-gebeeldt) in de

ftigh meefter uyt ^narmer

Sap va^^^tT\'^\'-^gen van Draken-hoom, ende het
van
het on,welck hy oock alle kracht

Waer uyt, feydthy,

-ocr page 82-

46 H E E L-K O N S T E.

relt onbekent geweeft. In dit gefchil mogen wy dit
alleeB voor vaft ende feker houden, dat het Draken-
bloet, het welck in de Winckels daer voor verkocht >
ende in de Heel konfte gebruyckt werdt, niet anders
en is, als
Bocken-bloet, met den gemelten Bolusysadc Sap
vanSorbm-hoom,
ofte ander t\'famen-treckende, ver-
menght. Dit felve doet al \'t gene, ende noch krachti-
ger, als wy van den
Bolus terftont hebben aen-gewefen.

^laefiCC/ oock nae het Griecks genoemt,

groeyt in byfondere Aderen, die loopende zijn door
de Kalck-bergen van Syryen, Griecken-lant, Italyen»
Spaengjen,Duytflant,endeeenigeandere. Hetmoet
nat, gelijck
Plinius feyt, gebefight werden; dewijl het
terftont verdrooght, ende in fteen verhart, bequaem
om in alderhande vormen te gieten. Maer een Men-
fchen wefen, gelijck de meerder-geme!teP//»zHJ\'ge-
myght, met over het aengeficht de Plaefter te gieten »
ende dan in die vorme gefmolten Wafch, uyt te beel-
den, is eerft aen-gevangen
by LyßHratus, de broeder
van den vermaerden Lyjioii Een brave vondt, ende die
noch op huyden gevolght werdt. In de Heel-konfte
heeft de Plaefter een feer plackende,ende verdroogen-
de kracht derhalve bequaem om het Bloeden te ftel-
pen, ende de onftekene Oogen te genefen, onder
Wit
van Ey
geflagë zijnde. Gebrant, alfoo het door\'t Vyer
verdunt, is wei meerderverdroogende, maer minder
plackende.

Alle de verhaelde middelen dienen onder A^ijn ver-
menght, die felfs byfondere kracht heeft, om met fto-
ven het Bloedt terftont te ftelpen .

4. Wy füllen hier by vougen eenighe Metallen,
ofte gegravene Droogen , dewelcke placken , fonder
fcherpigheyt op droogen, ende niet weynigh te fa-
men-trecken.

Uyt de twee foorten van Itoot/ wit, ende bruyn,
het laetfte alleen gebruyckelijck in de Heel-konfte,

ende

-ocr page 83-

heel-konste. 47

^de wert van Gaknus 9. Simpl. geftelc kout te wefen.
JJerha ven al met een looden ftock (ghelijckeeiïfge
verkoelende Krujden) in een looden vijfcl geftampt

in A^rm n-.«;.^ / ■ ^""^eerdert werdt, als het Loot

miivl toïdTt

een douck foo dickwidoen, ende door

vergehen , tot dat h^^\'f metWaterver-

leydt. Hetverko.^ , bruynigheydt af-

maeckt Vel oïe de w\'\'
fiekinapr, , L W onden, belet bec^jnnende On-

S fl evt «^\'■^^\'l^.quaedt-aerdige^ Sweren, in-
de VochtiRÊ plaetfchen ,als aen\'t eyn-
"■^V^^-Dermen, ende Lijf-moeder ftaen , gelijck
dÏPnft l" Kancker; waer toe wel een loode plaet
ick vf uf bequamer, gelijck
be. lek dickwils ondervonden heb-
hier by-voi,P " befchrijvinge, om hetfelve te maken ,

ende dan in S\'ntrS"^ f\'\'\'\'\' r\'\'\' \'

fiei-cken ^zffi • ^ eynefnipperkens gefneden , m

daegh , foo het n"^? gcweyckt, den Azijn alle
"yr-genomen fchijnt, af-gietende j daer na

drooght zijnde ^yer fonder branden ghe-

ftooten , endealfo^\'^\'*^^ raoeyten ge-

derlingh om de oul^.^ gebracht; feerfon-

Sweringent«PPn.r. ^"^e in-gekanckerde

doet alLffplri " \' te fluyten. Gebram Loot
het nierseu .fl\' ^ "^.^^r met meerder fcherpigheyt, als
verkoeltGevvalfchen verdrooghtende
en verkoelt n" \'^"S^^^^lfchen verdrooght
wel, maer
haeit verfchpf^\' ^e meerder-gemeIteD?o/roWi/«ver-
manieren varTwairchen, waer van de

eer-

-ocr page 84-

4» HEEL-KONSTE.
eerfte de befte,ende daerom oockalleenm\'tgebruyck
gebleven is. Het Loot dun geklopt zijnde, doet
men in een nieuwen aerden pot, tulTchen beyde Swa-
vel ftroyende, die men aenfteeckt, ondertulTchen met
een fpatel omroerende, tot dat het Loot allegader wel
verbrant. Is verder van den aert, ende gelegentheyt
van \'t Loot te lefen by taüopius deMaaïl. zt.

Plumbago, in \'t Griecks Molybdam, na fijn bruyne
verwe genoemt, en na fijn glifterigheytby deDuyt-
fchen
Glant:{, oock BUy-ert^, na het Loot, dat fy Bley
heeten , ende Bhy-fweyfch, het welck foo veel is als
Loot\'fweet. Wy noemen het SOOt-flCCbe. Het is een
overfchot, dat op den gront van den oven blijft leg-
gen, als in den felvigen, door het Loot,Gout ofte Sil-
ver gefuyvert is. Heeft meerder verkoelende , ende
t\'famen-treckende kracht , als het volgende Silver-
fchuym, waer mede het anders gelijck is, als
Gakms
fchrijft. Hier van is breeder te fien Agricola lo. de
J<[at.fopL
10. Matthioluso^ 5. Diofc.60. FaUop. de Me\'
tall. i\'),
ende z6.

Wanneer de Loot-ader, dat is, de Steen, daer het
Loot in is, in den oven geftelt werdt, dan fmelt het
Loot; ende vloey ter fuy ver uyt: maer geeft even-wel
daer na eenige vuyligheyt op , dewelcke
Loot-fchuym
genoemt wert. Dit is van den felfden aert, als de Loot-
aerde,
ende wert mede bequamelijck gebruyckt foo by
fijn felven, als onder Plaefters, om Vel over de Won-
den te trecken.

^tlbCC-fcBUpltt heeft wel den naem na "^t Silver,
volgens de Grieckfche benaminge van
Lithargyros, o£\'
te Lithargyrion,
dat is Silver-fteen (foo genoemt van
wegen fijn fteenachtige hardigheyt, ende filvere ver-
we :) dan koomt mede van Loot, ende verfchilt wey-
nigh van het gemelte
Loot-fchuym. Want als het Loot
de tweede reyfe verkoockt wert, foo verandert het ten
deele in Sil ver-fchuym, ten dcele in Loot-aerde. 1«

twee-

-ocr page 85-

HEEL-KONSTE 4Q

Zr \' endebydeDuytfchen GoW-oWegenoemt,het
ander van Silvere, dat den naem drafght van

ders, als d\'at het Goude, S "

uyt het vyer getrocken heeft J J\'\'

een weydgh fcherpiehevfi\'J dien-yolgendeoock

met waifchen kan uylSrilf

verdroogen fy beydrin S n f

keli/ckewermte , ofte i f

ten ende vervul en \'

Gehick val, k j tgeneteholuyt-gegetenis.

ende van Yfer LSt\'"\'" ^T\'r toornt,

vochtieht en i f J Loot met Azijn ver-

ftoffe wen Zijnde, van hem een witte

men ^f\' Latijnfche woordt Ccrufe noe-
liickS. r\'ftoffe,endeverwe, EOOt-töft/ge-
enH^« alleen maer oock

^ ae van Btanco)Qndc de Spaengjaerts Blamuete.
van W fi o"dt,d3t de Vrouwen met de Ceru}c,dic
ket hebhpïf ^ gemaeckt wert,haer aengeficht geblanc-
"ebben, waerom fy oock
Ceruffat^ffMankl.j.z^.

endf> r Sabeü/Sokm.)

F^ïrJf/^ Latijn ende in\'tFrancoys

genoemt wert.

de Cer?fefDiofcorides befchrijft de maniere om

befchrijven \' ^^^ ^^^lea

daer na eietèn !v r\'^^P®^ \'"^Sgenre eenige tacken,
op , dat de tack veel van den ftercken

leesen fv ^ j" hoogh boven drijven, dan

vlieten " \'"^P den Azijn niet en foude ver-

gefef defur ^\'^"\'^e, wert des Somers in de Son
Die het ^^ kachel,ofte forneus,

den daph * openen de pot over den thien-

csen aagh, ende dat foo4ge tot dat het Lootallega-

-ocr page 86-

50 H E E L-K O N S T E.

der vergaen is; die het niet en vijlen, maer alle maent»
Ende als fy fien, dat al de geklopte platen, ofte bla-
deren , door de kracht van den Azijn niet op-gegeten
en zijn, dan fluyten fy wederom de pot, ter tijdt loc >
tot dat fy al te famen verteren, ende tot Cerufe ver-
gaen. Dan wert hetfuyvere nat ,\'t welck boven drijft?
geklenft i het klevende, dat onder op de gront finckt»
in eenen anderen pot gegoten zijnde, in de Son ge-
drooght. hier na wert het geftooten, ofte gemalen j
endedangefift.

Op de felfde wijfe w^ert de Cerufe van Bruyn loot
gemaeckt vde welcke alleen in de Heel-konfteaenge-
nomen is, ende verkoelt, verdroogt, treckt te famen,
fluyt, plackt, ende ftoot te rugge, recht ftrijdende >
feydt
Galenus, tegens het Koper-root, hoe-wel het
felve oock met Azijn bereyt wert. Hy doet daer by,
da.t gehrsLtide Cemfe in Sandy X, dat is, SergWoof, ver-
andert; waer door het wel fijnder, doch niet meerder
verwermende konde wefen. De Latijnfche poëet
Virgilius maeckt Edog. 4. daer gewagh van, ende wert
by
Servius, ende Virgilius Marcellus volgende Plinium op
de gele verwe van een ander mengfel, geduydet, die
beantwoort können werden
uy tFallopus ,deMetall.iS.,
De verflen van Virgilius, üasnds op den gulden tijdt j
zijn de volgende:

Ipfe fcd infratis aries jam fuave rubenti
Murice, jam croceo mutabitveüeraluto :
Spontefua Sandyx fafcentes veflietagnos.

/ dat de Winckels verkoopen, is het
rechte
Tmiavm de Arabiers, ende dat fy voor Tuttel
geven, is het Cadmia van de oudegeneef-meefters .
Hetbeftaet uyt de fijnfte voncken, die in de Koper-
ovens , als een belle (waer van de naem van
PompholyX
in\'t Griecks koomt) op-vlieght, ende boven blijft
aen-hangen. Waer van breeder te fien is by
Diofcorides
in\'t 5.bouck3ende46.capittel, Matthiolus in fijn Vy^-

leg-

-ocr page 87-

HEEL-KONSTE. 41

jeggingen .Fatlopius de Metall. en Agricola 3. deNat.
I,. ende, o. 14. Het is wit, ende eeheel licht

irr -T

alsof men feyde\'datT \' \' ^tchtestHmdu

deOogen,alsvoordeiUde \' A voor

zijnde. Want het

zijnde. Want het verkoelr Ï^P^f ^ beter

famen , fonder

heyt, heeltalleVochtige " ?"^\' eemge fcherpig-
de fluyt de Wonden. \' Swenngen, en-

in hfnSTwan^u\'^?\'\'\'^^^^^^^

om het oock foÏÏuw \'

bruynder, derhall/ S^^^er, ende

(ml ende in n \'n ^^"oemtin de Winckels

meerdl r behal ven dat het wat

Ä\'^^e^^men treckt.

Nature van felfs

landt Koheh f^^A^" Calaminaris genaemt,m Duytf-

KoomtveeHnSref^^^^^^^
äfctSl^a^dÄS

derteZ" ^«P^^\'-^vens, en is grover, mec^-
j^H^ï^ffi J ende t\'famen-treckende,als het
de • mse.^ t ^ Natuyrhjcke is minder verdroogen-
blufc^ enH dickwils met uyt-ge-

fteen klevn a ^^"\'^^\'^hen, ende dan op een Marmer-
Onftekene cfor\'^^®" \' ve^-drijft den Brandt van de
len . Die h;«. \' ende verteert de vochtige gefwel
mer meerder bericht van begeert, magh d<

- ^ „ de

F Z meer-

-ocr page 88-

52 H E E L-K O N S T E.

meerder gemelte Geneef-meefters na fien.

3intimonpe wert, om haer ghelijckenilTej die fy
met het Loot heeft>onder de Loot-middelen befchre-
ven van
Diofcorides y, 5-9. met den naem van Stinmi, en-
de
Stibi, gelijck oock van andere Griecken. Flinius,
Marcellus,
ende andere Latijnen noemen het daernae
Stihium. Maer de Arabiers Achiman, waer van de Chy-
miften gemaeckt hebben eerft
Achmadium, endeten
lactften
Antimonium, met welcke benaminge? als oock
by de; Arabifche geneef-meefters
Serapio, efi Azicenn4
gebruyckt, dit Metal in de Winckels alleen bekent is.
Het is van verwe den Loot-fteen feer gelijck, maer
valt witter, ende meerder blinckende. Is tweederley.
Manneken, endeWijfken. Het Manneken, feydt
Plinius, is wat rouwer, lichter, zantachtiger, eiï min-
der flickerende. HetWijfken in tegendeel blinckt,
flickert, is morfeligh, ende gereten . Wert gegraven
uyt de Silver-mijnen, onder andere Landen,in Duytf-
landt, ende Bohemen." Eertijdts placht men het ge-
graven te verkoopen, m^er tegenwoordigh het ge-
koockte. De wijfe daer van is by
Agricola sen-gewe-
fep in \'t 9• bouck
de B^ mtallica . Het verkoelt, treckt
dapper te famen, verftopt. Wert derhalven bequame-
lijckvermenght onderdeOogh-falven,omde Sinc-
kingen , ende Loopen van de felvige tegen te houden,
te wetten het Gekoockte, dat geen fcherpigheyt en
heeft, ende gelijcke kracht met het gebrandt Loot.
Gemenght zijnde onder verfchen
B^eufel, maeckt dat
het Gebrande geen Puyften op en werpt, ftiltdequa^
de Sweringen,ende belet haervoort-kruypen. Som-
mige Vrouwen befigen\'tfelve, om haer Wijnbrau-
wenbruyntemaken.

^ÏMptt is, gelijck vele andere Metallen, ofte door
de Konfte gemaeckt, ofte Natuyrlijck, waer van ver-
fcheyde Mijnen zijn in Spaengjen, Duytflandt, ende
Italyen.
Bmbus in\'t 14. bouck van fijn Hiftorye van

Vene-

-ocr page 89-

HEEL-KONSTE.

V enetyen,fchrijft, dat het aldaer, met ongelooflijcke
wmlt van de eygenaers gegraven wert by
CaHeUo, ende
U^ro ^tóem, gelijckick pock felfs gefien hebbe,
tuffchen mpels, ende Po^^mlo. Hy befchrijft mede in
lip Italiaenfche befchrijvinge van Italyen, defe ma-
niere om het felve te koken. Sy branden de Aluyn-
fteenen in een Oven, ende dan gieten fy daer over Put-
water . daer ontrentzi,nde. Als de Steen foo eenige
dagen geweyckt is, dan vergaet hy tot alfche. Waer
uyt fy daer na een Loogh trecken, het welck fy gieten
in houten backen, mde welcke wat geftaen he^en-
Y^ t "^"\'^^^"^\'^kens aen de kanten, niet
daerPiÈW TeLuyckdoenfy

liicks fil fonderdefelvige fouden fy nauw-
ï aliln ■ Het felfde is medé van

J\' ^«-tayde 11.

Den Aluyn doet dienftaen Gout-fmeden,Verwers,
■öruckers, ende Heel-meefters.

fin/ \'^"^eden befigen Aluyn, om haer Gout te

luy^retuen met de bladeren het Koper te vergulden.

^\'eden haer Wol, ende Lakenen in
water,aaer Aluy» gefmoltenis, waer door fy de
Verwe eerder vatten, ende langer behouden.

De Druckers doopen haer dun, lofch, ende door-
vloeyend Papier m Aluyn-water, het welck daer door
00 vaft wert, dat het dé ind kan verdragen, ende voor
ichriji-paprer verftrecken ,\'t welck fy
Planeren noemé.

De Heel-meefters gebruyckë den Aluyn, om door
»jn verdroogende, ende ffamen-treckende kracht,het
|eiwoUen ,ende pappigh Tant-vleyfch te doen flinc-
vSft^^i ^^ \'^\'^^^ogen, de lolTe, en leuterende Tanden
Puin ^ ^en, hetloopen van\'t Bloet,uyt-breken van

"^Kens,ende het dragen van de Ooren op te houden.
eeSS- ^"haeldeGebruycken heeft hy noch
een londerhngel^racht, om het Vyer fijn kracht tebe-

F 3 ne-

-ocr page 90-

54 H E E L-K O N S T E.

nemen, ende te belette dat het geen brant en maeckt.
Welcke wetenfchap fommige Veldt-overfte wel te
pas gekomen is. Waer van wy een exempel lefen by
^geUms I <;. No£ï. Attic. i - uyt een oudt, ende acht-
baer Schrijver: Doen
L. Syüa het Landt van Athe-
nen beftormdej ende ^rchelaus, den overften van den
koningh
Mithridates de plaetfche befchermde j foo en
konde een houte Block-huys, dataldaer, totverwe-
ringh op-gericht was, rontfom met vyer omhelft zijn-
de , niet in brandt geraken; om dat het van ^rchdaus
met Aluyn beftreken was. Welcke gefchiedenilTe
wel te gelooven is, dewijl beWnden wert dat Aluyn
niet alleen het branden en belet, maer oock den brant
uyt-blufcht. By Babylonyen groeyt feker lijm ,
\'Naphtha genoemt, in \'t welcke dit wonder gefpeurt
wert, dat de gene, die daer mede gefmaert is, het vyer
na hem treckt, ende dat den brandt met geen water
uyt-geblufcht, maer noch meerder ontfteken werdt:
dan om den felfden uyt te blulfchen, is noodigh Slkk^,
ofte
A:{yn, dan het bequaemfteis Aluyn. Om fuicks te
verfoecken,
heeh^Alexmde\'r de Grooff, feker joncxken
met het Lijm doen beftrijcken, het welck terftont in
brandt rocht, methetgrootftegevaerdcs levens, dat
haeftelijck voor-komen is door den Aluyn, daer mede
den brandt gantfch geflift werde.

5. Uyt de verhaelde Enckele werde Mengel-mid-
delen in de Winckels gereet gehouden , te weten
Plaefters, ende Salven, als
Empl. Defenfivum, Diapont\'
pholygos, Vng. Album, è Omfa, Nutritum, Diachaldteos,
ende Exkcans rubrum. Gelijck eick Heel-meefter,
na byfondere gelegenthqyt der Gebreken , een byfon-
der Mengel-middelkan bereyden, uyt de verhaelde
Enckele.

Het

-ocr page 91-

HEEL-KONSTE.

Het UIL Capittel.

I. Pijn-ßiUende Middelen , door Verfachtende kracht.
2. Enckele- ds Maluwe, Huemfï, TVitte lelye, Camilkn,
Lrjn-faedt fenigrieck,- Melck, Boter; Ohe,
■ ^mandel-olye.mlle-ve, Smeer, Verckens-reufel, Calfs-
•m, Hoender^vet, Ganen-^et, Menfihen-vet, Mcr^h,
H rts-mergh,Calfs.mr^^^ To^emaeckie ofte Mm^

gel.mtddclm. 4. Maniere om te Gebruycken . \'

van \'tgene tefamen
liicklet ÄV naefte oirfaeck
i ge-

èén ftri d^n^^ \'t welck die wech-neemt door^-
weTnië P kracht, de Pijn recht ftilt, maer

wfl nipt-D-- "Jcrijn reent iti

wci met^ijn.verfachtende genoemt wert, dan alleen
^^ r blijvende, de Pijn alleen verfoet,

enH Soodanigh Middel is ofte gematight,

gelijck i ofteweimindeneerften
fijn van ftoffe.

den Latijnfchen
l^rh^ ^ic f^\'^ wederom koomtvan\'t Griecks
hfl\' ril?- \'^yde verfachtende , waerom fy oock
by de felv.Gnecken^|,o^o., datis, Pijn-ftillende
geheeten wert)isvochtigh; endeflijmerigh , meteen

\' ; derhalven verdeelende,

ende morw-makende. Het Af-fietfel is bequaem tot

npvn, g^r Lijf-moeder, Krimpinge van de

^eimen, fmerte ende rouwigheyt van de Blaes, \'t zy

Clyfteryein-gefpeut, ofte van
Duy en geftooft; in welcke maniere het alle harde
welwellen kan verfachten. De Bladeren van Malu-
endl aiu T\' geftooten, genefen het Wilt-vyer,
brSevt als oock de Ver-

J\'-\' -iNoch heeft dit Kruyc byfonders 3 dat he-E

even-

-ocr page 92-

56 HEEL-KONSTE.

opfteken vaa eenige Angelen, die door Spinne-kop-
pen, Wefpen , ofte Byen gcdaen zijn jgeleyt, de Pijn
verfacht,
gelijck Diofcorides getuy^ht t. i tl. alwaer
hy noch by vought, dat de geftampte Bladeren met
Olye vermenght, ende op de huyt geftreken , de felve
voor het jfteken van foodanigh ongedierte bevrijden .

3©im|lalUb3C/ ofte ||uera{! (in deWinckels
met den Grieckfchen
nKm Akhea bekendt) is werm
in den eerften graed, ende een weynigh vochtigh , te
weten in haer Bladeren. Want, volgens de getuyge-
niflevan
Galenus , foo zijn haer Saet, ende Wortelen
wat drooger, als oock fijnder van ftoffe. Sy ontdoet,
fcheyt, verteert, ende vermorwt alle Hardigheyt, ver-
facht, ende verdrijft alle Smerten, ende Onftekingen.

pitteEelpe heeft in fijn Bladeren,ende Wortels,
gelijck
Diofcorides, ende Galenus getuygê, een droogh-
makende, af-vegende, tamelijckverdouwende,rij-
pende, ende verterende kracht. De Wortel gebradë ,
ofte met
Olye van B^fen gemenght, geneeft de Ver-
brantheyt . Haer Af-fietfel, Pap, ende Slijmerigheyt
doen alle Gefwellen tot Etter komen, ende verfach-
ten met eenen de Pijn, die door het Rijpen der Voch-
tigheyt veroirfaeckt werdt. By ons is de Wortel al-
leen in\'t ghebruyck j dan de Bladeren werden tot
het verhaelde, oock dienftigh gehouden; ende tot
alles krachtiger, van
Vernelius, het Sap uyt de Bloe-
men geperft.

CamiUmzijn matelijck verwermende, ende een
weymgh verdroogende, fijn van deelen , ende derhal-
ven krachtigh om al \'t gene in een getrocken is te ont-
doen, ende te ontfluyten, alle harde Gefwellen te ver-
fachten, morw te maken, te doen verdwijnen, ofte tot
etter te komen, de rauwe Vochtigheden te doen rij-
pen ,ofte telcheyden.

^ïabecen / ofte Hdtïote / ende

na dien Grieckfchen naem by fommige Maüoote ge-

noemt,

-ocr page 93-

m

H E E L-K O N S T E.

niet een\'! \' tin den eerften graed ,
noch • Even-wel hleft fy

rhn m^ ^"ï\'yden^"verterende; als oock eeï

SSS^r ^•^^\'-^\'^ehtalleOnftekingen,

n^elheyt /ende EyndkoS all i c \'

E^e..«, MJvin Fengrlll fL r
gemenghc. ^ ofte
Temm-bloem

alle heete, foo wel inl„T vermorwt
len, het

Tr^rertoteen Pana.i; f\' ^"de een weynigh

tuyght .. 96 \' ^^^ D/o/co Jagi
vermeng\'by, dat

ofti verdwijnen aïd^S w^Q \'

Gefwellen achter 1 \' harde

den Hals, ende L? (Parodms genoemt) aen
gekoockt S Lichaems. In

Hooft^ftilthe^r^\'"^ de Sweringhen van het
Vlecken . ^ilt-vyer, ende verdrijft alderhande

^^^^fo^sSlhoedanigheyt, fchrijft G.-
Heel-tnidÄ^"\'\'\'^®®^ , is een verfachtend

Sinckineen inr \'\'°°\'"dercherpe,endebijrende

• defdvigeniet

. haer Vettighevt v oock door

i^neyt verfachtende ; waer toe het Sogh van

P 5 een

-ocr page 94-

58 H Ê E L-K O N S T E.

eengefondeVrouwe,verfchzijnde, alderbeft,ende
het Menfchen Lichaem aengenaemft is. Doch alle
Melck ïijpt > ende verfacht , voornamelijck
^elck-, onder Wit vanEy geflagen verdrijft de Roo-
digheydt vap de Oogen , ende verfacht alderhande

Svveringen. \' j u f

530teC/ een derde deel van de Melck zijnde, heetc
veel van de felfde krachten. Want, gelijck
Gdmus
wel fchrij ft in\'tgemelte bouck,is van aert verfachtcn-
de, rijpende, ende wat verdouwende. S.y ea ge-
neeft maer kleyne , ende in teere Lichamen voort-
komende Gefwellen. Op het Tant- vleyfch van de
kinderen geftadigh geftreken,
doet de Tanden rafter
uyt-komen.

<®ïpe/is het vet Sap der Olijven, daerom gemeen-
lijck
Olve van Olijven, ofte van O/^Jgenoemt, eé vrucht
van Olijf-boom, waer na fy oock den naem treckt van
Boom-olye. Defe uyt rijpe Olijven geperft, ongezou-
ten , ende niet te oudt, is matelijcken werm , venach-
tende, ende vochtigh-makende, een recht middel
voor de Vermoeytheydt ende om het Lichaem rap >
ende fterck te maken . Waerom fy oock in voor-tij -
den by de Griecken,ende Romeynen gebruyckt is ge-
weeft , om de Lichamen van de gene, die een fteijke
OeflPenioqe aen-namen, ofte in \'t Badt gingen , daer
mede te beftrijcken, gelijck breeder te fien is by den
Italiaenfchen
geneef-meefter Meramdts f. de ^rte

gymnafiicaS. , , nrj

van ^oete ^tmanÏJden is tot alle het feltde

bequaem, ende noch krachtiger.

j^tt van ©upic/ ende ongctoaffc^cn 3©0iïe/ ofte
^ecfecn/heeft een verwermende, ver-
fachtende, endeondoende kracht.
Verfoetalderhande
Pijn, infonderheyt van geflagen, ofte gepletterde Le-
den , \'t zy alleen, ofte met
Oïye van ^fen, ende een

weynigh ^.pop-geleydt. ^

-ocr page 95-

HEEL-KONSTE. 59

^Iderhande^Êt/ofte ^UteeC/het welck fijn van
"Olteis, verfacht de Pi;n,ende verfoet de fcherpigheyt
van de Vochtigheden. Dat
vmTVÜde Dknn eenomen
Wert, IS mede verdouwende, ende verdrijvende, maer
van
Tamme valt grover, ende vochtieer

wat meerder verfacht, cndp v.,-»,^ i r j

eemgs hitte, ah onfeml\'r\'ï\' """\'r\'"
lijck zijnde. n«"yrli)cke wermte feer ge-

drooger, als de

iswermer, ende fijnder van deelen,
vnW J u \' ofte Hoenderen , ende kan dien

verfachten het gene dieper fteeckt.
mnrcBen-Uet / gelijck het tulfchen al de Smeren

De befte is

7 ffiS"^na^aif/.metaö.

van Lelvrn vLT\'^\'" Olye van ^

: Stovingen van de
Suwe \' Huemft, de Bladeren van

v/nTr . Camillen, ende Meliloten.

van de felve geftooten wert een Pap bereydt met het

SnX \' \'^\'^^^^"^g^ckin Soete-melck

Olv?on„ \' ^"^^ Jer dan onder vermenght verfchen
oolkSf.lT\' Reufel.Men kan

^erme ScuKruym Witte-broots, in
faeye siiim T^^^y^^^^\'^^dedan vermenght met het
Huemft-worr?W^ter getrocken is uyt
doende twee n. ck, ofte Lijn-faet, daer by

^ Doyeren,en een vierendeel loot SalFi- "

ae.
4. In\'t

-ocr page 96-

60 HEEL-KONSTE.

4. In \'t gebruyck van defe Middelen, die de Pijrt
vcrfachten, fonder de oirfaeck wech te nemen, dient
wel gelet, dat fy niet alleen, ende onvermenght ge-
befight en werden op Lichamen, die geheel Bloedt-
rijck >ofte vol quade Vochtigheden zijn. Want door
haer verfachtende kracht verflappen fy het Deel, daer
fy op geleydt werden, het welck dan daer na meerder
Vochtigheden ontfanght, ende behoudt, waer door
het oock de Spanningh, ende Pijn vermeerdert. Der-
halven is \'t goet, dat in foodanigen gelegentheyt on-
der de felve wat T\'famen-treckende gemenght wer-
den , doch weynigh. Want gelijck de verfachtende
middelen depijnige deelen doen verflappen,foo wert
door het te famen-trecken de Pijn verdubbelt. Der-
halven fal dit de mate zijn,dat de Sinckingefachtelick
tegengehouden, defwackeDeelenverfterckt, ende
de Pijnelijckheyt verfacht werdt.

Het V. Capittei.

1. Pijn-fiillende Middelen, door Verdoovende kracht.
2. Enckele - als Bilfen-kruyt^ Scheerlinck, Mandragora,
Heuh
Opium, 2^acht-fchade, Stomp-vifch. 3. Mengel-
mddelen.
4. Manien om te Gebruycken.

i.

Na dat wy aengewefen hebben de Middelen, door
de welcke de Pijn verfacht werdt: foo fullen wy
nu komen tot de gene, waer toe men gedreven, ende
als gedwongen wert, wanneer de andere niet en hel-
pen, te weten , de Verdoovende. Defe ftillen de
Pijn, -niet om dat fy de Oirfaeck (waer in de rechte
Genefings beftaet) wech-nemcn, ofte verfachten:
maer om dat fy door haer Verdoovende Kracht \'t ge-
voelen van
\'c Pijnelijck Deel foo verdooven, dat het
felve de prickelèndeOivfaeck van Pijn niet gewaeren
^ wert.

-ocr page 97-

H E E L-K O N S T E. 6i

wert Dit Verdooven en gefchiet niet door Koude,
maer door een byfondere Kracht. Derhal ven hebbg de
uriecklche Geneef-meefters ongeliick, alsfyfchrij-
ven, dat alle Verdoovende middelen Kout zijn, ende
daerom oock de Arabifche, "t welck van de Nieuwe
gevolght wert, met de alder-heetfte droogen, als om
Koude te matigen, de felvige ver-
mengen ; felft met het brandende
EuphorbiL in\'t
Mengel-middel,
Phthnium P^mmumgenaemt. Daer
nochtans Opum met fij nen feer bitteren fmaeck, ende
nS fiiiT\'^\'-^^der in \'t i4.capittel van

tddfp! ItkiS

boven alle ande 4 v dSft ^

ende meer-gemekeDe hoogh-gelee^e,

r\\ch dp IT ff L ^^\'^""\'«•f\'Geneef-meefter van Hen-

dapper koutzijn, maer dat fy
even-wei door die ongematigheyt de Pijn niet en ver-

frS l^enen byfonderen aert. Want,
kZJH grooten Donderham, al is hy

felevTzifnï foo kan hy op eenigh Deel

\' verdooven^ En^ daer,

omvoughthy,.w..t7.in de Gichte, als de over-
groote Pijn niet en verlacht, by den felven, ende
Man-
^r« wa Oto«. infonderheyt in Heete gebreken,
als vaftftellende, dat het Koudt foude wefen,
waer van het tegendeel waer is.

te wetén dat witte bloem, en-
die?. ^^^\' Ontftekingen, efi de Pijn ,

is^n^ r^^\'^^^^\'^^^\'erdt, gelijck in\'t i. capittel
K^nS"^^^^" • \' Geneef-meefter van den

krÏÏh"^ v^n Vranckrijck, doet fijne verkouwende
hy vellT^"^?" \'^GtfoeteM^/c;^,met welcke Stovinge

.SrfiSf ® ^\'\'^ht-pijne verdreven te hebben.
koiX- van den eygen aerdt,ende noch

Koudei. De Bladeren, als oock het fap uyt de felvi-

-ocr page 98-

62 H E E L-K O N S T E.

ge, enck de Bloemen geperft, zijn feer verdoovende?
waer van breeder te fien is in\'t 24.cap. van\'t i. Deel.

iBanöiagora/ gelijck G^/e««/feydt 7. Simpl ver-
kout in den derden graed . Het Sap uyt de Wortels ,
Bladeren, ofte Appels geperft, ftilt de Pijne, ende
verkoelt alderhande Vyerigheyt.

||eui verfacht in fijn Af-fietfel van Bladeren, ende
Bollen, alderley Brandt, ende de Pijn daer uyt ont-
ftacnde: maer noch meerder wert de felfde verdooft,
door
«üptUin/gelijck breeder verhaelt is in\'t 14. cap.
van\'t
I.Deel.

^ac^t^fcßabe is mede van den felfden aerdt, ge-
lijck wy hier voor in \'t i. cap. hebben aengewefen.

werdt onder andere plaetfchen ge-
vangen by Marftille in Vranckrijck, en by Venetyen,
ende Genua in Italyen, heeft eenige gelijckeniffe met
onfen Rogh.
Theophraftus, ^Afiftotdcs, Gaknus, Flu-
tarchus, Plinius, ^vtrro\'is, ^Albertus, Beüunmfis,
ende
verfcheyde andere, getuygen, defe Vifch foo dapper
te verdooven, dat hy felfs door het Net, ofte yet an-
ders daerhy medegevangen werdt, fijn krachtuyt-
ijeeft, endedeViflchers handen doof maeckt, ende
laer gevoelen beneemt, ofte een fchudden ende be-
ven daer in verweckt; waerom hy by de Venetianen
Tremolo, ende by die van Genua Tremori:(a genoerat
werdt, gelijck oock van
ds SpzeDg)zens Tremielga,
van de Duytfchen X^tterlingh, X^tterjijch, Schleifer, of-
te
Kfompßfch, als Kramp verweckende. Soo\'^konnen
wyheminonfe
tzlcKjamp, oïttStomp-vifchnoemen,
diein\'t Latijn den naem heeftvan Torpedo. Den Olye
daer defe Vifch levendigh (want doot zijnde, en heeft
hy die kracht niet) in geftickt is, verdooft het gevoe-
len , ende neemt alfoo de Pijn wech.

3. Wt de verhaelde Enckele werden toegemaeckt
PhiloniumHomanum, de Pillen van Honts-tonge, Po-
pulyoen-falf, Olye van Bollen, Bilfen-kruyt, ende

\'tge-

-ocr page 99-

. ^ H E E L-K O N S T E. 6%

tjene demeefte kracht heeft, Opium, ofte\'tgene
daer uyt getrocken werdt. ^ ^

4- De verhaeide Middelen, als fy niet te fterck of-

K^^Srt^r f\'by noot (want
teir « na-geiaten) bequa-

Sw nenïe anT^\' Onftekinge\'van Gefwellen,

liick {Tebnivrfcr ^eroirlaeckt. Maer onmate-

ïrr fndeSmllh ^^^ Deel verder-

ven, ende gantf^vao gevoelen, ende leven berooven.

^et VL Capittei.

\' Lucht-gevende, endeVer.

S r, Concommcrs, Lifch, Hadich,

Ladamm, Harß,
Ammoniacum, Bdellium, Styrax,
Mmnl^u] Crf^^««^, Opopanax. 3. Toe-gemaeckte, ofte
^.Jlfcht Gebruyck.

verre befchreven de Heel-midde-

brekeT tegens de heete Ge-

Se^ R-nnH^tl" ^^^^

te wel otr^\'^ ontdoen ,endelucht glven ,

Vochtigheden vergadert, ende op-geworpe^, zijnde,
-enti?Verfachtende Heel-midddey-
sefDln?\'^^\'"\'"? niet dat het gene, doormenighte
fs Sï u \' ofte \'t gene te feer verdroog ht

"\'^"^kt: maer het welck dat geronnen is,
SoodanTJu"" ^"cht gevende doet fiincken.

den twSn ^^\'^\'^\'^van Stoffe, niet Werm boven
dunftevandeV door fijn Hitte, het

öe Vochtigheytuyt-treckende, het overi-

-ocr page 100-

64 H E E L-K O N S T E.

ge niet en foude verharden) vermenght met een Luch»
tige vochtigheyt} gelijck ende Ff^-van een

gematight Dier, nyt de welcke geen fcherpigheydt,
ofte eenige uyt-ftekende hoedanigheyt maer alleen
een Soetachtige vettigheyt geprouft en werdt. Dan
defe zijn maerenckel Verfachtende, Andere hebben
daer en-boven kracht om de onfienlijcke Gaetjens
van de Huyt fachtjens te ontdoen , ende daer door de
beflotene Vochtigheden lucht te geven, ende foo te
doen uyt-vvaeffemen . Sulcke zij n dun van Stoffe ,
om te beter in te können dringen , van Gematigheydt
matelijck werm j om daer onmatige hitte, efi droogh-
te de Openinghen niet te fluyten ; gefijckdoen die
grof, endekoudt zijn. Derhalven die enckel ver-
vochtigen, gelijck
Violen, Maluwe, Olye, hebben een
fachtelijck vermorwende kracht. Die wat wermer,
ende fijnder zijn, verfachten, vermorwen, ontdoen»
ende openen, als
Camillen, Leiyen, drooge Vijgen, onge:{oute
Boter, ende verfche Verckens-reufel
. Maer die noch fijn-
der van Stoffen, ende heeter van Gematigheyt zijn >
te weten tot den tweeden, ofte den derden graed, ver-
morwen , verdouwen, ende verteren alle harde Ge-
fwellen ; van welcken aerdt, ende krachten de vol-
gende deelachtigh zijn.

Z. ende ^cmgcfetÖ in Water gefo-

den, ende daer mede geftooft, ofte het Meel in Water
ende Camil-olye gekoockt, ende Paps-ge wijs op-ge-
leyt , verfacht ende vermorwt alle Hardigheden.

3©ttte ï®0ngam / ofte Bryonia is werm , ende
droogh in
den tweeden graed. Sijnen Wortel is meeft
in \'t gebruyck
, die verfacht ende verdouwt de harde
Gefwellen,
doet de felve rijpen ende door-breken.
Reynight
de Huyt van Rimpelen, Fronflien, Sproe-
ten ,
Puyften, geftooten, ende met Fenigrieck_-meel, en-
de 0/y«
gefoden. Suyvert , in ïF^« gekoockt, het
vuyl Vleyfch, ende de qiiade Sweringhen, ontdoet,

en-

-ocr page 101-

endefrh ^E L^K O N S T E. 65
" geronnen Bloedt, verdrijft de Blau-
deif T gevallen, ofte geflagen
Lc-

fuvveSe -de derhllven

ITIk ? icheydende, ende verterende. Waer

Hntr\'^^ \' het Sapman

oe Vrucht. Sy verfachten, ende verdrijven alle Kou-

de, ende oude Hardigheyt, met meel van GcrRm^mout
in iVater ende Olye gekoockt, onder Termmphün ghe-
menght ri;pen, ende openen de Gefwellen. Het Af-
uetJei van de Wortel uyt
A^tjn, verdrijft de Gichte,
ftnrwpn"/ de Gewrichten . Droogh ge-

tiaerS\\ ^^ Vrucht noch krach-

neemt ^^"demet Ho«/c/;vermenght, fuyvert, ende
Vlacken ^rouvvagye, Sproeten, ende alderley

dede? zijnde heet ende droogh in den

HXhevt h opent, ende verdrijft alle

is

SS \' r , ende malfch zijnde, on-

ende vtn\'-r

VerbrS"^? Gefwellen; als oockV

rXS\'y\'^V endeGichte. Het

S in A f r Stkren-m gemenght.
openr vermorwt de harde Lijf-moeder ,

daerontr i «"de verfacht alle Gefwellen,

gebaedt \' geftooft, ofte

ïl^Olle met der^^cfteil (waer van in \'t voorgaen-

G de

-ocr page 102-

66 HEEL-KONSTE.

de Capittel gefproken is) veifacht ende verdouwt
meerder, als eenige andere Vettigheyt.

^crcfeenis-ceufcï/als hy oudt ende ongezouten is,
verfacht ftercker, als verfche: want hy verkrijght door
den ouderdom eenige wermte, ende fcherpigheydt,
die hyverfch zijnde noch niet en heeft. Maer de an-
dere wermer Smeren, als het
Vet van Hoenderen, Gan\'
fen. Enden, Calveren, Offen , hebben meerder kracht
van verfachten , als fy verfch zijn , alfoo de felvighe
door den ouderdom te heet, ende te fcherp werden,
waer door fy dan oock ftercker verdroogen, ende ver-
teren . Het gene van noch drooger Dieren genomen
werdt,
zh^itt Bonden, Stieren, Boeken, ende Harten,
js noch foo veel meerder verdroogende, fonder ver-
fachtinge.

iBeCÖÖ/ gelijck het Pijn ftilt, als in \'t voorgaende
Capittel gefeydt is, foo heeft het oock kracht om te
verwermen , te verfachten, ende te ontdoen. Werdt
in\'t laetfte van de Somer vergadert, het drooghfte
uvt den Rugh-graet,\'tvochtighfte uyt de ander
Beenderen. Tot de hardigheydt van het Inge want,
ende de Zenuwachtige deelen heeft
Harten-mergh den
meeften prijs : waer op volght, doch met flapper
kracht, Kalfs-mergh.

Cisius Ledom (waer van Clufiiis thien gheflachten
heeft, by de welcke Lotó noch drie andere doet) is
een leegh heefter, de
CiBus niet ongelijck . Heeft
lange, fwarte, klamme, ende in \'t aen-taften wat kle-
vende Bladeren. Want fy zijn deelachtigh een taeye
ende Termenthijnachtige vettigheydt, die haer van
buyten op fommige tijden uyt-geeft, te weten in\'t
Voor-jaer, gelijck den
ouden Diofcorides fchrijft i.
lio. ofte liever, gelijck
Beüonius, die fulcks felver
geilen heeft, getuyght in het i. bouck van fijn Franr
goifche Aen-merckingen op het 7. cap. in de Somer-
fche maendé ? ende hoe de Sonne meerder hitte geeft,

hoe

-ocr page 103-

beerte waft op woefte, ende ongebouwde plaetfcKa

byMans in Vranckrijck, dan
hetbeftein\'tGneckrcheeylantCypers,endeCreta,

\' ^\'^^er de gemelte Bellonius de

1 eermenthijnachtigc vettigheyt heeft fKnaf-nemen.

de fy def? vi..- u tanden, waer me-

detacken, ende bladeren af-
heeït"\' «jet onhjdehicken arbeyt, als zijnde in \'c
ByeenverLl ""-\'^\'ëen, ^nde op\'t geberghte.
ters, geliirk ^ ? "^^rdt door gedaen, ende in klon-

b cyc, in tCnecks, ende daer oa in\'t Latijn
G z

-ocr page 104-

68 H E E L-K O N S T E.

fXflbatlUni geheeten, in\'t Arabifch Laden, ofte Lodern
in\'t Itaiiaenfcli Laudano, efi Odam, in\'t Spaenfch Xara,
werdt in Griecken-lant, daer het rechte in overvloedt
voort-koomt, veel gebruyckt, om de bedompte, ende
quade lucht met haer wel-rieckende wermte te fuy ve-
ren, geUjck wy hier doen met Wieroock, Genever-
befyen, Nagelen, oftediergeHjcke. Werdt oock veel
^hedaen in Reuck-ballen, ende alderhande Reuck-
vverck. Dan behal ven déaengenamen reuck, heeft dit
Ladamm noch verfcheydene kracht in de Heel-konfte.

Het is verwermende, feydt Diofcorides, ende fulcks
Cchrijit Galenus 7. Simpl. inden tweeden graed, met
een weynigh t\'famen-treckende, fijn van ftoffe, ende
daerom verfachtende, morw-makende, verterende,
ende rijpende. Derhalven bequaem, om tot een
Pef-
fus,
ofte Set-pil gebruyckt, de hardigheydt van de
Lijf-moeder door fijn verfachtende kracht, wech te
nemen, ende de felve door fijn drooge t\'famen-trec-
kinge te verftercken, haer over-tollige Vochtigheydt
optedroogen. Door welcke kracht het oock belet

het uyt-vallen van \'tHair. Streckt, in\'tkorte, om
alle Pijn, die uyt Koude veroirfaeckt, te ftillen, ende
alle harde Gefwellen te doen fiincken. De meer-ge-
melte
Diofcorides keurt voor het befte, \'t welck bóven
fijnenlie/Feiijcken reuck, geelachtigh van verweis,
wat nae den groenen treckende, van ftoffe vet ende
taey,doch niet zandigh,maer klevende gelijck Harft.

^{jU-f)00nt heeft in fijn SchorlTen eenen droogen,
ende t\'famen-treckenden aert, die doen het Vel over
de Wonden groeyen, ende genefen de Verbrantheydt.
De Vettigheyt, die uyt defen boom vloeyt, en^flCfi
genoemt werdt, noch verfch zijnde, ftiltde Pijn van
de Gewrichten, infonderheyt in de Heupen, verfacht
ende verdouwt de hartfte Gefwellen: maer die ouder
is, heeft meerder kracht om te verwermen, ende te
verteren. Dit felfde grijpt oock plaetfch in Harft,

of-

-ocr page 105-

F^^S^S\' ^"\'e^ks Nanhex, in Latijn

eafoern^ " Italiaenfch Ferola
rfetaS\'"Camahek,
(om haer
neMchtigheyt)is vangedaente onfe Fenckel nieton-

dS in Afyen, ende Afrijeken:

hebbeTn felfde gefien

Marf^iii. ontrent M

Marfeille Hp^^\'^^JCk ontrent Mompellier, ende
groeyt, ende dae S

Sao, ofte ("ïnn, het oock verfcheyden

kelijck. \' ^ Heel-konfte gebniyc-

^-den, endedroogh
terende. Wertde£r ^nde ver-

tegen alle Kramp feiff;,^^
Weedom der 2.nnw^^^^\'S^y^\' Treckmge, ende

teert, verdrijft, eS\'. ru ff\'lfl

gen^Tmeefter M^^^^^ den Arabifchen

van blr" t \' -n buyten geel,

ge,endelichtel.jckfnÏÏt fcherp op de ton-

Romen, Na-
Mompellier, ende

by nae in den derden
koockt \' \'^\'•ooght totin den tweeden, verfacht,
cndefnw.j"\'^"]\'\'\' \'^^et fcheyden, treckt doornen,
koude Gefwellen rijpen, ende
driift df. ende
Salpeter vermenght ver-

G 5 Wert

-ocr page 106-

70 H E E L-K O NS TE.

Wert meeft geprefen van Diofcorides het gene uyt
veel kleyne ftncxkens beftaet, ende Wieroock ghe-
lijckt, dat fuyver, vet, en niet houtigh en is , m heb\'-
bende wat Zaet van fijn kruyt, fterck ruycketide, ende
niettevochtigh, noch te dropgh zijnde. Sictmcker-
•i.Amid.fpec. t7. , j- . ^

3!lmm0tti9cumleeckt uytdeFKWi^,-die byL,yre-
nen, ende den tempel van
Jupiter Ammon, in \'t uyterfte
van Afrijeken (daer hem
Alexander de Groote, uyt ver-
waende grootfheyt dede erkennen voor Jupiters foon)
ovérvloedigh voortkomt. Het is werm, ende droogh
in den tweeden graed, verfacht, ontdoet, ende treciit
uyt, vermorwt alle Hardigheyt, ende vetfoet de Pij-
ne daer uytonftaende,
in ^T^jn, op facht vyer, ge-
fmolten . Met
Ohe, ende Salpeter gemenght, ver-
morwt, ende verdri)ft alle harde Gefwelleni endeftüt
de Pijne van de Gewrichten j gelijck het oock de
Knobbels aldaer doet vergaen, ende door-breken, als
by het felve
Honich, ende Pec^Lgefmoken werden. Is
jnede dienftigh om het Gefichte te verklaren, mits de
Duyfterheyt verdrijvende, endede Schellen die over
den Appel beginnen te groeyen j afnemende,

Werdt voor goet gehouden, volgens de getuyge-
niffe van den meer-gemelten
Diofcorides, dat wel ge-
verwet is, de Wieroock gelijckt, met kleyne ftucx-
kens, ftjyver, fonder eénigh menghfel van hout, ofte
fteenkens, van reuck als Beverfwijn, ende bitter
van fmaeck.

55öelUuitï is een gomme, ofte traen, die uyt eenen
Arabifchen boom leeckt, foo genoemt in \'t Griecks,
alsftinckende, om fijnenfvvaréreuck. Hetverwermt
in den tweeden graed, verfacht, fcheyt, ende verteert.
Met Wijn j ofte werm Water gefmolten ondoet de
Krop fwellen,alderhande Hardigheyt, ende Knobbels

van de Gewrichten.

Het befte Bddlium is bitter, fonder fuyrigheydt j

fuy^

-ocr page 107-

H E E L-K O N S T E. 71
luyver, vet, broos, ende wel-niyckende. Siet ver-
aer
Wecker. i, Ant. fp. 17.

.^tpcar iseen Boom by na gelijck dé Quee-boom,
die in Languedock wel waft, maer en geef t daer geen
vette Vochtigheydt, gelijck in heeter Landen, ende
defe IS tweederhande, beyde wel-rieckende, fommi-
ge gomachtigh, m greynen, ende klotten geftijft, die
uyt Pamphylyen, Cypers, ende Candia over plachte
pbracht te werden m riet-pijpg, daerom in de Winc-
kels genaemt^^
CalammAn Griecks na de boom,

uyt den wekken hy traent als een keeckel, Styrax, in

ïtavuenfch Storace, in Spaenfch ERorame, d\'anderis

ende weeck, gelijck den Termenïhijn ^^or.;.

• De gomme die tegen-
f "^^^"l\'ick gebruyckt werdt, is br^yn,
" ende by nae vermeluwet, de

welcKe ten ti)de van DfoTcoWiwverworpen werde : die

u\' "Ta de gene,die vetis, rofchach-

tigh, harltachcigh, daer eenige witte ftücxkens by

\'Sr \'-eucklangh behoudende, ende die

T J r Honichachtige vochtigheyc

van hem geeft. Defefcheeltfoo veel van degemeene,

als den Fdermm, fcy, c.Zem«, datis den beften W.jn,

dJn t r f"^^ in de Krougen gedronckê wert;

\' ende tert van Joden aldaer

vermenghtendevervalft. lek heb even-wel van den
oprechten te Napels gefienbyden naeukeuriger^
rantelmperato, die defelfde te Venetyen van een Koop-

man van Aleppogekoft hadde.

«p-^^verwermt, maeckt morw, ende verteert,
öequaem om alle Hardigheydt te verfachten , de Ge-
\' ^^""de Klonters, infonderheydt van de
i^pn!^!!\'\'" ®"doen, ende werdt bequameiijck ver-
Salven die verfachten ende verdrijven,
(^acamagaca/ wekken Indiaenfchen naem by de

G 4 Spseti-

-ocr page 108-

7Z HEEL-KONSTE.
Spaengjaerts gehouden is, werdt by haer _over-ge-
bracht uyt WeftJndyen , alwaer hy waft in nieuw
Spaengjen, aen e?-en boom foo groot als een Popelier,
feer goec van reuck, de welcke gequetft zijnde, defe
Gomme, ofte Harft uyt geeft, van verwe het Galba-
num gelijck (ende daerom feggen fommige, datfe het
oprechte Galbanum is) met witte placken, als Am-
- moniacum, fwaer van reuck, ende fmaeck.

Defe Gomme is werm in\'t beginfel van den eerften
graeds drooghin den tweeden , mede deelachtigh van
een groote t\'famen-treckinge: waer door fy niet al-
leen en kan ondoen, ende fcheyden de taeye Vochtig-
heden , maer de Leden noch verftercken. Sy werdt

februyckt tegen allerley Gefwel, endeom alderhande
\'ijn, uyt Koude, ende Windachtige vochtigheden
komende, te doen vergaen. Sy verdrijft den Tandt-
fweer, in de quade ende holle Tanden gefteken : ende
als eenigen bedorven Tant, daer mede gebrant wert,
dan gaet de bedervinge niet vorder. Sy verfoet alle
Smerten der Lidt-maten, felfs oock de Gichte, belet
den Kramp, geneeft de Wonden der Zenuwen, ende
verteert de over blijvende Vochtigheyt.

Komt mede van een Weft-Indifchen boom (ontrent
Carthagena, ende Nombre de Dies) gequetft zijnde,
een foorte van harft, van verwe de Tacamahaca gelijc-
kende, maer meerder blinckende, vochtiger, ende
grover j in Indiaenfch, ert daer na oock in Spaenfch,
Caranna / ofte Carafta geheeten, van reuck dê felve
Tacamahaca gelijck, maer noch fwaerder, vet, ende
olachtigh, derhalven oock taey, fonder groote kleef-»
achtigheydt,

Hec is eenen nieuwelijcks bekenden Harft, werm
van aeidt, hooger dan in den tweeden graed: die de
Indianen veel gebruycken tegen de Gefwellen, ende
alderley Smerten . lae is bequaem tot alle de Gebre-
ken, die wy de Tacamahaca toe-gefchreven hebben,

en-

-ocr page 109-

, H h E L-K O N S T E. 71
enae noch krachtiger, foo datfe dickwils in korter
"jat volbrenght, waer toe men met de Tacamahaca
Wianger tl,dt nieten heeft können geraken, gehjck
de Spaenfche ichri,ver
Monardus getuyght, felfs be-

uvt"ev\';/n \' \'ck, endeindae oock,

^ "r^\'y\' \'^«""en beveiligen.

van \'t 7 n^Pl nn^ ^ Dodoensm\'t lo.bouck
heet in den "«""J\'

Ke.ckverfach«„de^Stïïr

fcheurtheyt, verfoet d^ r j\' ^ i r

verfacht de harde

Klap-ooren , ende andTre

door-breken, fchernt ^^h^wellen njpen ,^ende
ende
FêcA verman? het Gelicht, ende met Homcfj

gedaeninallepS" • ^erdt oock bequameh,cR
re vermorwen, ende^"\'^.^ > ftreckende om
te brengen. Gefwellen tot njpmge

gehouden, dat bitterfte van
lachtighis, van buyteS f ^

breukigh, terftontin^\'rT\'^^

fmelten werdt defe a ^^eltende. En in dit
want de vuyligheydtl? f^^\'f Gommen gefuy vert:

als dan lichtehjck af temmer \'

endeanderevaa

verfach/Z. ^ \' ^e verteren, als om te
de fel vS; gebreck van verfche, magh meo

Wt dl fmelten.

semeneht . ^^^^^"e\'^ele Heel-middelen werden

van Leiyen, van c" de Winckels toe-gemaeckt 0/ye
^ \' van Camillen ,_van Lija-faet, van Lifch,
G 5 vaa

-ocr page 110-

74 H E E L-K O N S T E.

van Pier-vvormen i als oock van Ladanum, die aldus
bereyt werdt: Op een pont Ladanum wel kleyn ge-
ftooten zijnde, giet men fes ongen
Rofen-water,ende
vieron§en Olye van foete Amandelen, dit te famen
anderhalf uyre op langhfaem vyer gekoockt, ende dan
foo dickwiis door gedaen, tot dat het een klaren Olye
is. Staen noch gereet
Sdve B^fumptivum, ende van Al\'
th<ea,
ofte Huemft. Plaefler van Mueilaginibus, Diacur
lum magnum, \\mMdilote,
del(anis fonder ende met

fiukkcfilver. \'

4. Als dit tot Gebruyck fal gebracht werden, dan
fal men, foo om de Pijn te ftillen, als om de Hardig-
heyt , ende de grove Vochtigheden te verfachten, be-
ginnen van een vochtige iTfouOTge, beftaende uyt de
Wortels,
ende Kruyden, hier voor verhaelt, gelijck
tot
voor-fchrift, uyt de Wortels van Leiyen, ende
Huemft, de Bladeren van Maluwe» ende Vyolen,
Lijn-zaet, Fenigrieck, Camillen, Dil, ende Mehlo-
te, te famen in Water, met wat Olye gefoden. Ter-
ftont na het Stoven, als het gebreckelijcke Deel noch
heet is, ende de Tocht-gaetjens open , fal men het
felve ftrijcken met een van de gemelte Olyen ohe Sal-
ven , ende daer een Plaefter over flaen, beyde wel
werm
gemaeckt zijnde. Want daer door kennen fy
tegen haer kracht van binnen door-dringen, ende al-
foo dapper verfachten, ende helpen. Dan een Plae-
fter alleen , dewijl fydoor haer dicke ftoffe foo met
indeHuytkanfchieten, heeft flapper kracht om te
verfachten. Wt het overige, dat iet Af-fietfel van
de Stovinge na laet, geftampt, ende gemenght, raet

Olye, ofte Salve, kan mede een Pap gemaeckt wer-
den, om naer het Stoven opteleggen, ofte de vol-
gende : Neemt de Wortels van Leiyen, Huemft,
Hatish ende Lifch, van elcks twee on§en; Bladeren
van Maluwe, ende Camille-bloemen, van elcks twee
handenvol,
Vijgen in riemkensgefneden N. ix. Al-

-ocr page 111-

HEEL-KONSTE. 75
fel ft^ gekoockt in Water , dan in een fteenen vij -
geftampt, ende door een feef getrocken zijnde,
aoet daer by Lijn-zaet meel, ende van Fenigrieck,

van elckseenon^e, Hoender-vet, Ganfen-vet, ofte
-tnde-vetdneongen, ende roert het in een pot, ofte
oecKen, over weynigh vyer, tot een Pap. ^

Het VIL Capittei.

1. Verdunnende Heel-middelen . 2. Enckele; als Dille,
^\'>^eye,Kjule,Oyego, Thijm, pendel, Marioleyne, Kpf-
^mjn, S. lans kruyt, Alffen, Santorye, Alant, ïVijn-ruyt,
^^mtjn. Laurier, Vet, Mergh, Olye. j. Gemaeckte, ende
^menghde-.
4. Maniere om te Gebruycken .

J^Ewijl de Verdunnende midden, de Onfienlijcke
/.o\'^ht-gaetjens van de Huyt openende, diepbin-
.nU O a endoen niet alleende koude, grove,
fpn mi Vochtigheyt door haer Wermte fmel-
len««^kdoor haer Fijnighcytvan dee-
£ ffrot rf,\'"^^kenfe foo dun, dat fy daer na van

drijft, verfoet de T

rauwe VochtighedeT n ende verdouwt alle

fche Bloemen ^egroeneende ver-

drooffendp 1 ^ "^^eider verwermende, ende ver-
Sr \' ^"de derhalven oock min-

wïrdfgtrefe^^^ De ^jjcfe van \'t gebrande Saedt
waterachS 7 ^tG^W, op alle Vochte, ende
ende
daer infonderheyt die by het Eynde,

wTgehkk Sr"\' \'^\'■ooght oock den Huygh

OP, gei\'JCkKmwf medeonderanderefchrijft.

-ocr page 112-

76 H E E L-K O N S T E.

POÏ^PC is feer verdroogende, ende heet in den der-
den graed, alsblijckt, gelijck G/ï/e«Kj feyt, met dat
fy van buyten op geleyt, dehuytroot maeckr, ende
als fy daer wat lange op bleef, foudequetfen. Dat fy
daer-en-boven fijn maeckt, is genoegh af te nemen,
uyt de dicke ende taeye fluymen, die fy uyt de Borft
doet op komen, en oock de Stonden verweckt. Met
het ^f-ßetfd geftooft, verdrijft het Jeuckfel, ende
Krauwagye, verfacht de harde Gefwellen j ende daer
in gebaeyt, geneeft de hardigheyt, ende omdraeyinge
van de Lijf-moeder.

I^CUle / ofte Sam-ey, is heet, ende droogh in den
derden graed, verdunt ende verteert alle taeye ende
dicke Vochtigheden, die in eenige Leden vergadert
zijn,
ende gemenght met GerHen-mtd (gelijck oock
de Poley) verfacht de Gichte.

Spaenfche^ltQt^/Qnée. grove Mariohym^óxQW^ wilde
Orego
noemen, hebben een door-fnijdende, verdroo-
gende, ende verwermende kracht, ende dat tot in den
derden graed, waer door alle koude, winderige, en-
de lolTche Gefwellen vergaen, met haer Af-fietfel
geftooft zijnde, gelijck het oock geneeft de Schorft-
leyt, Jeuckfel, ende voort-loopende Vyerigheydt.
Het
Sap verdrijft de Gefwellen in den Mont, ende
doet den Huygh op-krimpen; ende metMf/cj^inde
Ooren werm gedruypt, ftilt het Tuyten, ende de Pijn

van de felvige.

(CDÖm wert in onfe hové onderhouden, dan groeyt
in Spaengjen van felfs, als oock in Vranckrijck, doch
meeft in Provence , ende Languedock (waerom den
Honich aldaer foo iieffelijck , ende wel-rieckende
valt) infonderheyt by Mompellier, daer ick hem foo
dicht, endeovervloedighhebbe fienwaffen, gelijc-
kerwijshierdeHeyde.

Hy is volgens de leere van Galenus 6. Simpl. heet, en-
de droogh in den derden graed, dapper
door-fnijden-

de,

-ocr page 113-

, HEEL-KONSTE. 77

len J verterende. Op alle verfche koude Gefwel-
n , O^^^genocmt, vermenght mQt ge-
feyt, doet de felve morw werden, rijpen, ende ver-
dwijnen, als oockalle harde Knobbelen. Ondoethet
R KHel"n Wratten , ende bloedi-

rch^dTGicü-^n""\'^^^^^«^

de krachten den rechten Tk -^\'"\' \'

l^lartoïepmiswermTïr^\'^^f • ^

graed, fi jn van ftoffe <iroogh in den tweeden

de. Daerom werdt ende verteren-

terachtige, koude, Ih ^^ f

flincken, ende ver«^\' " Gefwellen, die fy doet

vuldigh onderhouden ^ ^^"\'Jein de Hoven forgh-
dan waft van felfs ; "^endeneerftelijckvoort-gefet:
met fulcken
menigh ^^/"Sjen , ende Vranckrijck,
■ guedockdenfelvenïf;\\?\'^\'^^ gefien hebbe inLan-

Hyiswerm, en^ "gebmycken.
fuyverende, ende door-fS^\'V" \'\'f tweeden graed,
koockt, ende
daer m^ In kleyne Wijn ge-

doet de felve \' Gefwellê geftooft,

Pijn der Se?. \'

tot W^is werm ,endedroogh

huiven nut o.!n H" \' «j" van ftoffe. Der-
verftercktde% Dickigheyt te verteren. Hetfelve
Hffen ic ende helpthaer Verplettinge.

^»nen IS verwermende, verdrogende, fuyver ma-

-ocr page 114-

yS H E E L-K O N S T E.

kende, ende wat tefamcn-treckende. Met Homch,
ende54Z/)«K)-gemenght,verdrijftdeSquinantye: en-
de met
TVdterde Puyften, ofte Gefwellen des nachts i
komende, ende daerom , by de Grieckfche geneef-
meefters ,
EpinyBides genoemt.

iQeym jgatltOJpe is by nae van de fel vige gematig- .
heyt, verdrooght, ende dat krachtigh, even-wel met
fulcken fcherpigheyt niet af-vegende, ofte het kan de
verholen Holigheden, ende Fiftulen genefé. Gelijck
het oock veracht, ende dun-makende doet verdwij-
nen de oude Hardigheden.

SUïantverwermt, verdrooght, ende verdunt alle
taeye, ende dicke Slijmerigheden.
DeBladers,cadc
jVomlen in Wijn
 verwermen, ende genefen

de oude koude Gebreken, gelijck oock de Heup-pijn,
ende helpt de weynige uyt-wijckinge der Lidtmaten
ï
dieuytovervloetvan Vochtigheytonftaet.

DeWortdvm ^tï/ maer infonderheydt het

verwermt, doet verdwijnen, ende de koude Gefwel-
len (iincken . D e
Bladeren ende Bloemige toppen doen al
\'t felve; doch wat flapper.

gj^gn-ïUpt verhit, ende verdrooght tot in den der-
den graed, is\'feer fijn van deelen, door-fnijt, ende ver-
teert derhalven de dicke, ende taeye Vochtigheden.
Het
Poeyer van de Wortel met Honich gemenght, ver-
teert het BIoetjdattufTchen vel, ende vleyfchgefcho-
ten is, verdrijft de blauwe Placken, ende alderhande \'
Vlecken. In
Wijn gefoden, doet den Tandt-fweer
overgaen: ende inde Ooren gedropen het ruyf-

fen, ende de pijn. Tot alle het welcke de Wilderups
noch krachtiger is.

CumÖn heeft fijn meefte kracht in\'tto, het welck
heet ende droogh is in den derden graed, dun-maken-
de , ende verterende. Het
Poeyer by verwermende •
Pappen ofte Plaefters gedaen, doet alle Waterige, en-
de windachtige Gefwellen verdwijnen. ,

-ocr page 115-

.H E E L-K O N S t E. 79

. waurtec is in fijn Bladeren werm j ende droogh tot
tweeden graed, verfachtende, ende door-fnij-
aende. Haer ^fßetfd tot badt, ofte Stovinge ghe-
oruyckt, IS feer nut tegens de Gebreken van de Blaes,
ende Lijf-moeder. Met Geri?m-wetZgemenght, doen
fy de op-geblafe Gefwellen fiincken. De Bezyen, die
wy
üakslaers noemen, z ij n noc h krachtiger, wekkers
poeyer onder
terfche Boter gedaen, fuyvert de Huyt,
ende verdrijft alle Placken, ende Sproeten .

Bet/ende Ha^ïSB van heete, ende wilde Dieren,
om dat fy heeter, ende fijnderzijn, ende het Deel,
daer lyop geleyt werden, lichtelijckdoor-dringen,
hebben groote kracht om te verdunnen, infonderheyt
als fy door den ouderdom noch fcherper geworde zijn:
gehjck die vaneen
Vofch, Hom, Beer, ofte Leeutv. Het
felfde heeftoock plaetfch in <©IpC/ die door de jaren

gefuyvert,endeverduntis.

3 . l^ier uyt ftaen in de Winckels OZw van Dille,van

?n tT\', van Hypericum, van Vof-
w; fZn \' ende Arogon.
Watervan Po-

On S; endeRofmarijn.

® grove, ende flijmerige

Vochtigheden, die in eenigh Deel, ofte tot een Hat
digheyt,ofteontrentde Zenuwen, ende Gewrichten
St\' \' ^^ jn\' "y t de felve lich-

tehjck getrocken, ende verdreven mochten werden,

^nrirr\'f-y verfacht, ende daer na verdunt,

enae dat heyer door Stovingen, om dat fy door haer
^mnighey t beter können door-fchieten, als Plaefters.
^Jm te verfachten, zijn de verfche Kruyden bequaem ,
„ \' fe doen verdwijnen de drooge. Men kan
Ser\'^rff\'"^\'\'^"\' alsvolght: N. Alants-wortels,
breco ^^^^^ ^ onqen, Bladeren van

rier, van T\' Santorye, Rofmarijn, Lau-

endê Cumi \' Staet van Wijn-ruyt,

enü.Lumijnvaaelcks iloot. Te famen in drie kan-

neti

-ocr page 116-

m

80 H E E L-K O N S T E.

nen Water tot op de helft gekoockt, in \'t laetfte daef
by gedaen een kanne Wijn, ende dan door-gekleynft.
Als hier van met een Spongye, ofte Wollen lap ghe-
heel werm geftooft is, foo fal men terftont, dewijl de
Huyt noch open is, het Deel tegen\'tvyer ftrijcken,
ende wrijven met een van de gemelte Olyen ofte Sal-
ven , daer onder gemenght hebbende foo veel voor-
loop van Brande-wijn. Om de beftreken plaetfch niet
naeckt te laten, kan mende felve bedecken meteen
Plaefter, die gemaeckt is uyt gelijcke deelen van Vhg.
jlrogon, ende Empl.
de Mucilaginibus: doch dun geftre-
ken, ende dicht door-fncden, om het uyt-waeiïemen
niet te beletten.

!

Het VUL Capittel.

i. Verterende Heel-middelen. i. Enckele ■ als A:(tjn,
^ut, Pekel, X^ee-water, Salpeter, Ajfche, Loogh, Kalck,,
Aluyn. 3. Toe-gemaeckie, ofte Gemenghde.
4. Manie\'
re om te Gebruyckt.

I.

NAe dat de Vochtigheydt, die eenigh Deel heeft i
doen op-fwellen , verfacht, verdunt, ende door
de gemelte Middelen bereyt is, dan moet eerft de fel-
ve ofte Verteert, ofte nae buyten, door de geopende ■
gaetjens van de Huyt getrocken werden, tot dat al het ■
Gefwel gaet fincken, ende flincken, ende de Toe-val-
len van \'t Gebreck verfoeten. |

Verterende Heel-middelen, moeten foo groote j
kracht hebben, om te verdunnen, ende te verdroogen, -
datfe al de quade Vochtigheden, die haer voor-ko- :
men, fonder uyt-dampen, können verteren. Defe
dienen voor (lijmerige, waterige, ende windachtige ;
Gefwellen, fomtijts oock voor harde, maei\'niet dan

alsfyop\'tafgaen2ijn,endenadatterdoorverfacbtea

en- (

-ocr page 117-

ftoffp heeft, door fijn groote fijnigheydc van
vertoorn feer verterende kracht, ende kan dapper

ÄUr\' ^^^ dattulTchen Vel, ende

Kort?l c\'\' ^^^htc, ende bedmnght
Kn ASweringen. Den
TVaefdomym

verdSft Water-fnchtigheydt, ende

fchriïf^/j.^,;\' Ooren, gelijckWoÄ

tieS!?^\'\'-^^verteert alle overtollige Voch-
blS dèvn verdrooght, treckt

den) de feïve ^^^elijcks bevin-

gefwollen,ender7^\'\'°"i"Se bewarende , geneeft

het Zout, waer volgen de krachen van

fwollen, ende Piä iï """elijck geftooft Än ge-

VofendeSr^ ende meerder hitte, ende dien
datdeÄ\'i^^^^^^^ fchrijft
S.Smpl.

teert, als ziLTr \'^\'PP^\' \' ende vir-

nenhierte landJï--^\' f"de brandende. Wykon-
rancken, KoolJrotZ

van Ey eken-hout n J^ de dageh j cks aen onfe haert

«menght, feer eoefk \'

beien van de zim, ^ knutfingen , ende Inob-

v^n anderebemlT" gelijckfyoock

fwellenSdSfi omdekoudeGe-

te verfoeten \' de pijn der Gewrichten

"oeten. Maenckrekene, beter te wefen, dat

-ocr page 118-

«Ä HEEL-KONSTE.
men in plaetfche van AlTche het
Loogh gebruyckt, of-
te noch liever het ^ut daer uyt getrocken met Voor-
loop van
Brande-wijn gemenght, het welck beyde
krachtigh verteert, daerdevuyligheydt,diehetuyt-
getrocken Zout in de Alfche overlaet, verftoppende,
ende toe-kleveride is.

fcydt Galenus 8. Simpl. is een foorte van Af-
fche, doch van fij nder ftolFe, als die van hout koomt.
Heeft door de banck èen feer verhittende kracht,
waer door fy oock op de Huyt een Korft brant. Onder
Vet, ofte Olye gemenght, neemt aen de kracht van te
doen verfachten, ende verdwijnen. Waer toe de ver-
fche , ende ongeblufte voor de befte geoordeelt wert.
Gewaflfchen zijnde, fchrijft de felve
Galenus 8.ende
^.S\'mpl.is feer verdroogende, fonder fcherpigheyt, dan
heeft meerder kracht om te verdrijven, ende te ver-
teren , alsfy metPêücei, ofte^w-w\'^rtrgewalTchen is;
waer mede tot fulckcn eynde een
Loogh gemaeckt
kan werden.

^{Upn heeft een feer t\'famen-treckende, verdroo-
gende, ende verterende kracht. Bedwinght, ende
drooghtop het Vleyfch, dat in dc Wonden te weel-
derigh uyt-waft, vuyle Sweringen, gefwollen Tant-
vleyfch, zeerigheyt in den Mont, Juckfel, ende Rap-
pigheyt over \'t geheele Lichaem.

Ten felfden eynde ftaen in de Winckels bereydt
OZ^evanBeverfwijn, van Euphorbium, vanTichel-
fteenen, ende Petrolye.

4. In \'t gebruyck van de gemelte Middelen fal
men gaen op de volgende Maniere: Wanneer datter
een lofch ende facht GeAvel, fonder pijn ofteroodig-
heyt, in eenigh deel, gelijck de K nye, ofte Sacxken,
vergadert, ofte wijdt verfpreyt, als de Beenen van de
gene, die Water-fuchtigh zijn, ofte na de Gicht-pijn:
in fulcken geval, moet de (lijmerige, ende waterige
Vochtigheyt ? ofte oock dc beflotene Winderigheydc

voor

-ocr page 119-

voor..a" E E L-K O N S T E.

vuor eerft verteert werde met een Stovingewzn Loogh ,
|«rocken uyt de AlTche van Wijngaert-rancken,
^ycKen-hout, ofte Kool-ftroncken, ineen nieuwe
WolJe-lap vaft op gebonden. Na ge-
Sf^ Su " in dit Loogh gekoockt

MTddï\'\' ^"^^^"deredoorlijdende

werdt, dan magh men gebruycken hetloogh van ge-
flufte, ende gewafTche Kalck. De Sponlye , ofte
Lap, nae een uyre af-genomen zijnde, fal mirde
ttSri\'^S-i^^S-elteO

d ooéen ^"delofchis, nietalleenop

maeXk Stovinge,

^oor lol damp van ftercken ende

InJrl Hiertoewerdteengloey.

f"\'^®™-^^««» waer mede onfe ftraten geleydtzijn,
meenhooge, ende boven nauwe pot gedaen, ende

seeoten Ta ^zijn, ende Brande-wijn op

met , ofte waeifem, diedaer

fTehnfd?» c op vlieght, het gefwollen deel
lei tmdeVochtigheyt aldus ver^
MiddeenÄ

werden .nH ^^derom op gedrooght

cleelev\\ rnrw\'\'^^ door malkanderLVlange

de^ hetG^Ä Vochtigheytverteertzijt

de vier CÏWI ^^ ^^ Aen. Doch op alle

ee WiS^f " ^ \' de Slijmerige, Wateri-

dient, ^terftont nae

plZcchf ^ ? gemaeckt van \'t gene t\'fijner
de, \' ofte oock het volgen-

Swc« ^"S\'^^ydt van de Gefwellen door de

/ Tefamenge-

H 2 frool-

-ocr page 120-

84 HEEL-KONSTE.
fmolten zijnde , doet daer by Termenthijn 4 on^eo-
Aen\'t kouwen zijnde» ftroytdaer in
Salpeter, ende
vmEyckm-hout, van elcks een on^e.

Het IX. Capittei.

i. Treckende Heel-middelen. 1. Unckele; als Guf
chel\'heyl, ^atte-h^uyi,
Seep-iruyt ,1Vater-feper, Moflaert^
^aedt, Kjyp\' Broe-netelen, Bertram, Wolfs-melck-, Pech
Teer, Euphorbium, SwaveU Suyr-deegh, Mijch van Duyvert ,
Garifen, Hoenderen, ¥ioeyen, Paerden, Gepen. 3. Mengel\'
middelen.
4. Maniere om te gebruycken.

TReckende Heel-middelen zijn de gene» die op
geleyt foo waterige, als dickachtige Vochtigheyt
van binnen na buyten trecken. De Treckende kracW
beftaet meeftin wermte, ende werdt vermeerdert, als
daer by koomt een drooghte, ende fijne ftoffe. Het
gene fijn, ende in den tweeden graed werm is, treckt
wel; dan dat in den derden graed koomt,en treckt niet
alleen, maer doet oock verteren , ende verdwijnen
\'t gene getrocken is. Dat noch heeter, endefijndef
is, treckt foo fel, dat het Bladeren op de huyt maeckt-
Van de twee eerften füllen wy alhier, ende van\'t laetft«^
in\'t naeft volgende capittei handelen. Vorder zijn oO\'
der defe Middelen fommige van aerdt Treckende, als
DiBamnus, Propolis, Sagapenum, Thapßa: fommige dooi
verdervinge, gelijck Duyve-mifl, Gastfe-miß, ende alle
andere, die heete Dieren af-gaet: andere door eygen-
fchap van haer Wefen, gelijckde j\'corp/ofw«, op de
wonde, die hy gefteken heeft, geleyt, lijn eygen Vet\'
gif uyt treckt, als mede het
Hayrvan een dullen Hont«
Z. i^UpCOd-Iiepl met rootachtige, ofte purpers
bloemen, is werm ende droogh, ende heeft, gelijck
Diofcorides, ende Galenuskhxijyen^ foo fterck-trecke"\'

-ocr page 121-

HEEL-KONSTE. 8«

ae kracht, datfy de Splinters, Doornen, oftedierge-
kan uyt trecken. ^ .

jKatte-ïtCUpt / is werm, ende droogh by na tot in
den derden graed, ende derhalven fij„ van ftofFe, door-

een treckende k acht S Heeft daer-en-boven

( dSmm SSr ^en de fiooten,

oock genoemt) als

flaet,Ts heet, ende Sog\'h t^ Haeghfche bj>fch, op-

H\'rHinh\'f.!!\'\' ^^ \'^oude Gefwellen, ende verouderde
^ \' de vervuyide Sweren, fcheydt

het geronnen Bloedt, dat onder de gepletterde Huyt

graed \' ^^ heet ende droogh in den vierden

krarhf een verdunnende, ende nae-treckende

vo^fgUnÏA^\'\':^^^^^^^^ bequaem (gelijck oock het

Vochtigheden van K

gelijckoDtlil? ^""ennae de Huyt wd trecken,
SffÉ/Vn en verouderde Gefwellen.

alsdieiS\' Hoven onderhouden werdt,

-atigheyt,^ ndÄ^ - vandefdfdege,

meerder hitte de^cti l"\' \' \'

^ÊtÉÏÈn .iïn "Sh IS, als de Bladeren.

noch krachtige isT.Lt 0

Hjckgebruvcktrl; j ■\'\'-f^"™engt,wertbequame.

ende \'^e Gefwellen achter de Ooren.

«ut. ucDreken, die haer op de Huyt openbaren.

H 3 \'

-ocr page 122-

86 H E E L - K O N S T E.

^gectsattl/ oïtePymhiwn, is in fijnen rTomZ heet
ende droogh in denderden graed, fijn van deelen, en-
de dapper uyt treckende, vvaerom hyveel tegens de
Tandt-pijn gebruyckt werdt. Met
Olye gemenght,
doet hv fweeten, ende is krachtigh, gelijck
Diofcorides,
ende Galenus betuygen, tegens het Beven der Leden,
als oock tegens degene, die verkout, ende beroert
zijn: alfoo fy de felfde niet alleen de wermte, maer
oock het gevoelen wederom geeft.

Tithymallus, is in fijn melckigh
Sap > heet, ende droogh in den vierden graed. Het

feneeft de vuyle Schorftheyt, doet de Wratten, ende
.ijkdoornen af-vallen, neemt wech dehardekanten
van de
fiïiuhn, ofte Loopendc-gaten.

I^ecè/ ende (^[ecc zijn een dingen. Want de Vet-
tigheyt die door het vyer uyt de tacken van den Peck-
boom,ofte Pijn-boom ,vlocyt, werdt Teer genoemt,
ende de felve, door het fieden, hart gemaeckt zijnde,
Feck. Is beyde werm, ende droogh tot in den twee-
den graed, ende dun van deelen, derhalven verdou-
wende, ende verterende. Verfacht ^ende rijpt de har-
de , ende knobbelachtige Gefwellen , fuyvert met
Honich de vuyle Sweringhen, verfacht de pijne der
Lidtmaten,
\'t zyalleen, ofte met Swavel vermenght,
ende heelt de holle Wonden .

is een dick Sap, ofte Gomme van
een doornachtigh gewas in Afriken, ende de Wefter-
fche Landen. Het verhit, ende verdrooght hoogh in
den vierden graed, ende dien volgende feer verdunnen^
de, ende verterende. Onder
Olye van Beverfivijn ghe-
rnenght, is goet tegens de Gichte , Geraecktheydt,
Spanninghe, Verdoovinge, ende alderhande koude
Gebreken der Zenuwen. Het trecktopden eyghen
dagh uyt de Splinters vande gemorfelde Beenderen.

ISte^-ftatpt foowelhetï^/ffe, als hctSwarte, is
heet, ende droogh inden derden graed. De
WorteU

al-

-ocr page 123-

.HEEL-KONSTE. 87

^leenin poeyer geftroeyc zijnde, ofte met Wieroock^
Teer
ende Olye vermenght, neemt wech quaet Schorft,
witte Zeerigheyt, leelijcke Vlacken, ende de harde
Kanten van de loopcnde Gaten. In den felfden aerdt,
ende krachten volght het ©pjf-ßcupt/ gehouden van
Fuchßus, e5 andere, voor een baftaert foorte van S wart
Nies-kruyt, by onfe Huys-luyden in groot gebruyck
(waerom men\'t felve meeft fiet voor alle woningen)
ende by haer foo genoemt, om dat fy de Beeften daer
mede vyeren, ofte het vyer in fteken- Waer van bree-
der verhaelt fal werden in de
Hoiïamfche Geneef-konfle.

^toatoel verwermt, treckt, verdrijft ende fuyvert,
met
spcecfd. Pip, oude Olye, okeHomch vermenght,
geneelt de vyenge Steken; met
rermenthim, geneeft
iichorft, ende Rappigheyt.

Onder de Middelen, die liyt de bedervinge een
Reckende kracht trecken, is^upj-öceöR het facht-
We, zijnde tamelijck werm, ende dun van deelen, en-
\'^^"^\'^halven fonder mocyelijckheydt van binnen uyt
treckende, waerom het oock gemeenlijck in branden-
de R^oorfchen met
Zout, ende A^ijn (waer by ick met
groot vordeel, een vierendeel, ofte half loot
Euphor-
te vermenge) onder de voeten gebonden werdt.

Al is \'t dat allemtftg/ (gehjck Gdenus fchrijft
1 o. Smpl.)een treckende kracht heeft, foo valt even-
welonder de felve groot onderfcheyt.

^Upöeit-mtfCÖ IS dapper verhittende, nae-trec-
Kende, ende de Huyt root-makende, met
GerBe-meel
ende gemenght, verdrijft de Krop-klieren, als
D/o/cor. verhaelt
2.7j. Gedrooght, ende geftooten
met l^ers.:^aedt, feydt
Gdenus op de gemelte plaetfch,
verdrijft de Gichte, ende verouderde Pijn in de Heup,
ende Lendenen.
<©anfe-mifcß heeft defelfde krachten, dan is foo
neet, dat fynaulijcks gebruyckt en kan werden, ge-
iijCK ae gemelte
Gdms getuyght j ende in tegen-dcel
H 4 is

-ocr page 124-

88 HEEL-KONSTE.
IS de iloenöec-nnfcö ce flap, infonderheyt van de ge-
ne s die niet en loopen > maer befloten in de Kotten >
ofte Koyen, gehouden werden .

^OC-mtfcD/ ende, die noch ftercker is, pawiie-
Itltff!^ hebben een treckende, ende verterende kracht,
waer doorfy alle koude, waterachtige, flijmerige,
ende windige Gefwellê doen flincken, ende vergaen;
andere doen rijpen, ende door-breken.

<©eptc-mtfc8 is foo verdouwende, ende fcherp van
aerdt, gelijckG^/^w«/mede getuyght
lo.Smpl.dufy
onderSoow-weeL vermenght, ende in A^tjn, ende Wa-
ter
op-gekoockt, alle harde Gefwellen doet verdwij-
nen het welck oock een bequame Pap is voor de
Water-fuchtige. Gedrooght, ende gebrant zijnde,
werdt wel fijnder van ftofe, maer nietmerckelijck
fcherper; ende laet haer bequamelijck mengen onder
verterende, ende treckende Plaefters, ende Pappen.

3. Omtetrecken, ende te verteren zijn Mengel-
middelen, OZyevan Moftaert-zaedt, die geperft wert,
gelijck Amandel-olye. De
PlaeHer van Bakelaer,
Oxycroceum, Diachylom enckd , ende met de Gommen.
Waer toe oock andere Plaefters, ende Pappen können
gemaeckt werden, uyt de verhaelde Heel-middelen ;
als van gedrooghde, ende geftooce Mifch onder Peck,
ofte Teer gemenght, waerby können komen Swa-
vel, Bertram, Salpeter, gebrant Zout, ofte d\'ander
verhaelde j nagelegentheytvan\'t Gebreck.

4. Defe Middelen moeten alleen aengewent wer-
den , als de Vochtigheyt van eenigh hart Gefwel ver-
dunt, ende bereyt zijnde, door geen Verdroogende
middelen heeft können verteert werden . Want dan
en is fy niet wech te krijgen , als door foodanige, die
haer uyt het binnenfte, in de Huyt trecken. Defe wer-
den bequamelijck gemaeckt tot een Pap , ofte Plae-
fter , om niet binnen te fchieten, maer van buyten op-
leggende na haer te trecken.

Het

-ocr page 125-

heel-konste.

Het X. Capittel. ,

1. Verterende, ende VerflinderendeMiddeUn. i. Blaer-
trecj^ndeMiddelen-, als Vlam-kruyt, Hane-voet,Egel-kplen,
Wolfs-mdck, Seep, ende T^ut, Sfaenfche vliegen. 3. Kpp-
pm.
4. -Fontanellen, ende Setons. y. Haer recht Gebruyc\\.

1.

Anneer deqmde Vochtigheyt, eenigh Deel in-
.. " hebbende, noch door Verfachtende,

noch door Verdunnende, noch door Treckende mid-
delen, die dus verre befchreven zijn, niet en kan ver-
douwt, ofte verdreven werden, dan moet men noot-
nikehjck verder treden , ende komen tot foodanige
Middelen, die den fel ven fmelten , ende uyt trecken ,
Ohe door den brant verflinden.

Z. Wy füllen beginne van de gene, die op de Huyt
geieydt, een blader trecken, uyt de welcke dan veel
Waters loopt.

F/^ brant, door fijn vlam.
menclv ïutte, een blaer, ofte bieyn in de huyt, zijnde

"""Sh in den vierden graed.
mne-DOetis van den felfden aert, ende krachten,

ende benelFens de andere foorte, die hier te lande over-

vioedigh watt, ende genoemt werdt Ranunculus flam-
endebyonsCScI-èoIen; waer van breeder in
de
HoUantfche Geneef-l^onBe.

3®Oïf3S-ttielC& is mede feer feherp, doch even-wel
een we^igh minder, als Hane-voeti foo dat het niet-
te-^nBleynen treckt.

^eep/ ende ^OUt onder een gemenght, is het
ende faghfte i dan werdt fcherper met wat

de ^paenfcli^bltßöen
meelt m . gebruyck, geftooten, en onder Suyr-deegh ge-

H 5 \' menght.

89

p-

-ocr page 126-

QO H E, E L-K O N S T E.
mengt, ofte (\'t vA^clck het fekerfte is) daer op geftroeyt.

X läOppett / alfoo genoemt om dat fy een Kop,
ofte\'hooftgehjckenen, gelijckinLzt{)aCucurhituU,
nae de
Cucurbim, als of men feyde, kleyne Kauwoer-
den, gemaeckt van Tin, ofte Glas (\'t welck beter is,
alfoo men daer in fien kan) ontfangende het Vyenn
haeraen-gefteken Vlafch, trecken krachtehjckdoor
haer vlamme , ende hitte (feydt in fijn Pla-

tonifche vragen) niet alleen de dunne, ende vlotte
Vochtigheyt, maer oock die al diep leydt. Meerder,
ende beter, als de Huyt te voren met eenige fnedekens
gefcherft, ofte door kerft is, als dat fy alleen op een
heele H uy t gefet werden. „ .

4. Ten felfden Eynde ftrecken de ^pomatteïfó«/
foo genoemt, om datfe, Fonteyns gewijs, haer Voch-
tigheyt
uyt-geven, eh werden in\'t Vleyfch gemaeckt,
ofte de Huyt, tuflchen de vingers op getrocken, ende
ftijfgeperft
(het welck\'t gevoelen foo verdooft, dat
ick dickwils gefien hebbe, het werck volbracht te
zijn, eerdat het deSiecke gewaer wierde) meteen
Scheer-mes door-fnijdende, ofte door een CdwAyc^j
tebefchrijven in\'t 19. capittel, een gaetjen daer in
brandende. , ••

De hebben de felfde kracht, ende en zijn

anders met, als een rouwe Koorde, ofte gedraeydt
Doucxken, meteen grooceNaelt door het vel geflagê.

5. D e Blder-makende middelen werden gebruyckt op
half verftorvene leden, om de felve leven, ende kracht
te geven, Want de natuyrlijcke Wermte , ende de
Levende Geeften werden daer in getrocken. Maer
hier toe moeten alleen gebruyckt werden de flapfte,
qieerder om de Huyt maer root te onfteken, als om te
branden. Ende de laetfte dienen beft op Peft-gefwel-
len, Vergiftige beten , oftefteken : als mede voor
Hooft-pijn, infonderheydt, quade Oogen, achter de
Ooren (alwaer gemeenfchap is door een Zenuwken)

-ocr page 127-

H E E L.K O N S T E.

geieydc ■ maer dan moet men wel toefien, met een
aoucxken daer tegen te leggen, dat het Oor, \'t welck
anders vergeeffe frnertefoude lijden, niet geraeckt en
^erdt. De Blader, indienfe van felfs niet door en
breeckt, magh met een Schaerken door - gefneden
<verden: endedan, omnietfchierlijck te fluyten, met
een werm
Beete, o(te Kj)ok4ladt drie vierdagen ver-
bonden. P4« fchrijft in\'t 33. cap. van fijn bouck,
dat dit een goet Heel-middel is, in lange Sieckten,
ende als men met andere middelen niet en heeft kon-
"en uyt rechten, als in verouderden Hooft-fweer,
Vallende-fieckte, Gichte, ende diergelijcke. Maer
ahs t feker, dat hetfelve in defe Sieckten wel eenigh
yordeel kan geven , foo valt het even-wel bequamer
in fchierhjcke gebreken, dewijl het in korte tijdt fijn
werck doet
, ende dra op-hout. Dan in Langhdurige
zijn de f-ontof&w veel bequamer,
als de welcke haer
vuyligheydtgeftadighlofen, ende foolanghopen ge-
houden werden, als men felfs begeert. Het welck in
de
Seton oock plaetfche heeft, die\'smorgens, ende
savonts dient verfchoven, ende als de openingh toe
wil n^ien j de Koorde beftreken met
Vm. ApoMorum,
otte ^gyp« Van diergelijcke, als het vleyfch al
te weeldigh waft
mdttomanel, ende de (die

men tot open houden, daer in fteeckt) benauwt, ende
wil begroeyen, foo fal menfe, met fpeeckfel vochtigh
gemaeckt zijnde, in wat
Predpitaet doo\'pen, ofte in de
plaetfche neme een pilJekë van
grom Wajch, gemenght
\'VietSpaenfcke-\'Vliegen.

Het XI. Capittel.

heh\' ^^^^"\'^^\'\'"^«^ttey-makende Heelmiddelen. i. Enc^
re^T^ \' Olye, Boter, Wolk met der Yecken,

UadmnZlI^Tn\'^\'\'\'\' Vijgen, Houft.

«/j ingh, Huemfi-iportel, Lelye-wortel, ^juyn.

-ocr page 128-

92 H E E L-K O N S T E.

Teer, Peck, Harß,TVieroock^ Ladanum,Styrax,Bdellmm
Gdbanum, Ammoniacum. Mengel-middekn. Ma-
niere om te gebruycksn.

tT Et Rijpen, ofte Etter-maken gefchiet, als door

Xlhulpe van de invi\'endige Wermte het bedorven
^ Bloedt in fuy vere Etter, ofte d\'andere Vochtigheden
de bedorventheydt wech genomen zijnde , meen be-
ter , te weten, een Etterige ftolFe verandert werden.
De Middelen, die fuicks te weegh brengen , zijn ma-
telijck Werm, ende de gematigheydt van het Deei,
daerfe op geleyt werde, niet feer ongelijck; de welcke
oock met eenen de Vochtigheydt, die bedorven is,
een Wermte, met ons natuyrlijcke wermte oyer-een
komende, mede deelt j
waer door dan de bedorvene
Vochtigheydt in wat beters, ende dat de Nature loo
moeyel i j ck niet en valt, koomt te veranderen.

2. Een Stovinge van Iauto3©a«C/ verwermt,

ende vervochtight altijdt by fijn felven, verfacht, en-

derijpt: maereven-wel fomtijdtsby toe-valkan het
ondoen, ende verdrijven.

(j^lpg/ dieverfch, ende ongezouten is, verwermt
matelijck, vervochtight, ende vermorwt , lauw op
geitreken, ofte onder de Water-ftovingh gemenght,
Hy koockt mede, ende maeckt Etter; vermeerderen-
de de natuyrlijcke Wermte, doordien hyftopt, ende

behout, \'t gene anders gewoon is uyt te vliegen.

250ttC/diemedeverfchis, heefteen verfachtend.e,
ende rijp-makende kracht, infonderheydt m kleyne
Onftekingen van jonge Kinderen, ofte fachte Licha-
mé. Waer toede
WbfJemetderYecken oock dienftigh is.

Alderhande^Êt/infondérheytvantarameDieren,

verfacht, koockt, ende rijpt. Want behalven, dat
het, gelijck de Olye,
met fijn lijmigheydt de Lucht,
gaetjens van de Huyt verftopt, ende\'t gene anders
foude vervliegenjtegen-houdr, foo is het noch van ge-

-ocr page 129-

HEEL-KONSTE. 91

inangheyt onfe natuyrlijcke Wermte gelijck.Hier vaa
IS de
Veycksns-reufd, gelijck Gdenus khiijft f.Simpl 9.
ende 11.
Simpl. de Üapfte, daer gaet eerft boven Kdfs-
"^et, dan Hoender-veh dan Ganfe-vet is het krachtigfte van
alle, foo dat het niet alleen Etter en kan maken, maer
\'^\'^^^^n verdrijvende, ende verterende macht heeft.

^ßCöB/ van Herten, ende Kjlveren^ gelijck heide
r ^^fwellen verfacht, foo kan het mede, uyt den
^ aert, als het Vet, koken, ende Etter maken,

€ectoen-ïlIoem in Olye alleen, ofte daer by Water
op-eekoockt, tot een Pap, fluyt de Lucht-gaetjens
van de Huyt, ende houdt de natuyrlijcke Wermte bin-
nen , waer door dan deovertolHge Vochtigheydt ge-
g^Koockt, ende tot Etter gebracht werdt.
ll^tttß.fl^OOÖt doet het felfde in fijn Kruym, heet
op-geleydt zijnde: ofte als het kout, ende droogh is,
ontdaen, ende gefmolten in
dicJ^Bkr, ende Olye, ofte
cortr, ende alfoo tot een Pap gemaeckt.

in Dkkßier gekoockt, ende daer dan Olye,
otte Boter by gedaen, met wat Termen-blom, verw ecken
iitter, ende doen alle Gefwellen rijpen.

^uprtnöf)/ ende ©ouf-ölaöcwn / onder de alfche
gebraden, ende geftooten zijnde, met F"« vermenght,
^^engen de Gefwellen haeft tot rijpen.

i|eunitl-toO?«I is verfachtende, ende rijpende ;
hstzpnSoete-mekl^tot een Stovinge gekoockt, ofte
met het vermengen vanFif,
o(te Boter, endeTewm-
tloem, ofte Kj\'t^ym, tot een Pap gemaeckt.

doet het felfde op de felfde wijfe
berey t, ofte oock onder de aflche gebraden, ende dan
metOZye,
Vet, ofte verfche Boter ^cmcn^ht.

^jupn/al valt hy, rauw zijnde, fcherp, ende bij-
tende, even-wel, door het koken de fcherpigheydt
rn Jri^?-"?^\' heeft kracht om te verfachten, ende
te rijpen.

«Te^ï by fijn fdven, ofte ^uU in Olye gefmolten ,

-ocr page 130-

94 H E E L-K O N S T E.

verfachten de Hardigheyt, ende maken Etter.

I^acft verfacht het gene Hart is, ende koockt het
Rauwe. Met walTchen werdt al haerfcherpigheyt uyt
getrokken, ende met
Wafch, ende Boter, Vet, oheOlye,
ofte een Doyer van Ey gemenght» verkrijght een rijpen-
de kracht.

Om te befluyten, dewijl al de Heel-middelen, die
door een matelijcke wermte können verfachten, met
eenen oock Etter maken, foo mogen wy hier wel by

fteilen 3©feco0cft/ Habattum/ i§tpra]c/25öellfum/
<0aIÖanurtt/ 91lmm0ltfatum/ ende andere hier voor
in \'c6. capittel aen-gewefen.

3. In de Winckels werde tot Rijp-maken bewaert
de Salven
Bafilicum, Didthea, Mgripp<ey Eefumptivum:
de Plaefters Diachyhn enckel, ende gemenght, ofte met
de Gommen, van
MudlaginibHs, endeMeliloten.

4. Wanneer dan een Carbonckel, ofte eenigh an-
der heet Gefwel is, welckers ftofïc niet en kan ver-
dwenen w erden, foo fal men de felve tot Etter bren-
gen, daer toe voor-eerft ftovende met het Af-fietfel
van de verhaelde Kruyden, ende Wortelen, ende de
felfde geftampt zijnde, vermengen met eenige van de
gemelte Vettigheden , Salven, ofte Gommen , al-
tijdt acht nemende op meerder, ofte minder hitte van
\'t Gefwel. Onder de Plaefters heeft
Diachylon compofi\'
turn,
de meeft rijpende kracht, en kan in Gefwellen ,
die foo geheel heet niet en zijn , met eenige verwer-
mende
Olye, om te beter fijne kracht in te brengen, ge-
menght werden.

Het XIL Capittel.

1, Suyverende, ende ^Af-vegende middelen driederley .
a. Sachte, die alleen de Etter in de door-gebrol^en GefmÜen
af-wajfchm, ende fuyveren ^ alsCichorey, Faerde-bhemen,
kojen> Weegh\'ki, Agrimmye> Betonye, lojfrouw-mrck»

Lijn\'

-ocr page 131-

H E E L-K O N S T E. 95

lyn^aet, Fenigrieck., Gerfle, Boonen, Er weten, Vijgh-hoo-
ne, Hontch, Suycker, Termenthijn, Aloë, Wieroock, Myrrha,
3\' ^\'ddel-matige, die oock.de dicke Vuyligheyt inde vervuyU
ae Smeringen wech nemen3 ah Malrove, giffen, Guychel-
heyl, Scordmm, Hypericum, Broe-netels, Boonkem-HooU
wortel
stercke, die de harde Klanten fachtelijckaf-doent
MfSantorye, flinckinde Gouwe, Lifch, Savel-hoom, Gen-
ttana, AffodiUen, Kialfs-voet, Speer-wortel, wilde Concom-
mer , Nies-wortel, K^oper-root, Spaens-groen, Salpeter,
Aluyn. Mengel-middelen, ende haer Gebruyck,,

1.

JQE Heel-middelen, die de Abfteunyen, ende Swe-
. ren fuy veren, ende van haer vuyligheyt reynigen,
2»invandriederleyfoorte, Sachte, die alleen uyt de
onftekene ende heete Gefwellen de Etter trecken,
Middel-matige, die daer-en-boven de dicke Vuylig-
heydt uyt de vei-vuylde Sweren wech nemen, ende
Ätercke, die het bedorven Vleyfch van quaet-aerdige
öweren, ende de harde kanten in de Loopende gaten
lachtdijck af-docn, dewelcke naeft komen aen de
At-etende, waer van in \'t 17. capittel.

|je/ kracht hebbende, niet minder uytwendigh de
Jweren, als van binnen hetingewant te fuyveren:
fin^K ^^ voornamelijck als den Brandt van de Swe-
"ngh poch met geheel over en is, ende de Vochtig-
he^noch eenigefcherpigheyt heeft.

«gntnonpemet Ferc^ewf-We/geftooten, ofte het
üyt gepcrfte J^ö, fuyvert, ende geneeft de Sweriti-
lenL^^\'^^\'^^\'^f^lvige voorbedervinge, ende belet

denaen-was van harde Kanten.

watS?."^ de felfde kracht, wiens Bladers met
ringè » heelcn de Kanckerachtige Swe-

giof-

-ocr page 132-

d6 h e e L-k o n s t e.

^OffCOUto-WiectS is heet, ende droogh, tot aea
den derden graed j ende, boven andere Kruyden» af-
vegende van aerdt. Derhalven feer bequaem, infon-
derheyt het
Sap met Honkh, ofte Honkh van K^fm ver-
menght, om de vochtige, ende vuyle Sweringen in
den Mondt, ende elders te fuyveren, de verzeerde
Krancker voor meerder bedervinge te bewaren, ende
fijn voort-eten te fchutten.

Heel Med van ^tgn-jaßöt/ JF^ttfÖCt^tß /
ïöoonen/ Cttocten/ ende noch meerder van
tlOOn^n / heeft allegader een fuyverende kracht, foo
dat het oock de Vlacken van de Huyt wech neemt,
infonderheyt met
Mede, ofte Honkh, ende Wijno^ ge-
koockt zijnde.

j^Ontcil/ zijnde, gelijck fchrijft 7. Simpl.

werm, ende droogh, opent, drooght, wederftaet de
Verrotinge, veeght af, ende fuyvert, alle Swerin-
gen, ende Loopende - gaten, fonder, gelijck Zout
doet, het Vleyfch in te doen krimpen. Is rauw wel
meerder fuyverende, ende fcherper als gekoockt ende
gefchuymt: maer heeft daer door oock minder kracht
om toe te heelen.

^UpCßfC/alfoofyeen mede foorte is, gelijck Diof-
corides, ends Galenus
feggen, van Honich, foo heeft
fy oock verwermende, verdroogende, ende fuy veren-
de kracht, infonderheyt degroffte
{(äeMafcovadoQs-
noemt werdt) als heeter ende fcherper zijnde.

(Cccnientl^Ün / al is hy fijn van deelen, om dat hy
even-wel eenige bitterheyt by hem heeft, kan fachte-
lijck fuyveren.

^loëis uyttermaten bitter, fuyvert nochtans ma-
telijck, ende fonder fcherpigheyt, houdt de voorts-
kruypende Sweren tegen, heelt de bedorvene Scha-
melheyt, ende werdt bequamelijck gemenght, onder
de Oogh-middelen, gelijck
Galenus geleert heeft in
\'t gemelte bouck, ende van alle Geneef-meefters daer

\'m

-ocr page 133-

daer / als feer bitter\' zijnde, ende

? ^\'■ooSh in den tweeden graed. Geneeft

neeft
Sweren

een, ende verklaert liet duyfter Geficht. Sy ee-

^^ Kloven, en^de

overgebleven S^eecken \'\'\'\'
bendeoSuyvere^

blts&r°Heefi Sroote

krarhi ^ .r ^^^^halven een feer fuyverende
ScE\'\' ^^"ïf/^\'^ckinge, ende dae/om oock

^e^dt in dfM \' 5 gemenght, ver-

Het het geronnen Bloed..

Want he veï. -i\' krachtiger, als het Kruyt.

vervuVld. Q ^^^^ ^^ Vochtigheydt in de

Cinge; enH. ^e^fde voor Verrot-

pende-gaten ^^ vervallen totLoo-

wel manneken als wijfken, kan
I door

-ocr page 134-

98 H Ë E L-K O N S T E.

door de verdroogende, ende fuyver-makende kracht
van üiaSap, verrotte Sweren helpen, gelijck Gaknu^
getuyght 6. j\'/wfi?. Met Honich gemenght, fchnjft
Diofcorides z. 174. verdrijft de Duyfterheydt, endé
Schemeringe van de Oogen.

^CO?bium/ gelijck de felvige, ende de ervarent-
heydt ons leeren, fuyvert, drooght, endefluytoude
Sweringen, ende neemt wech alle Quaet-aerdigheyt_.

tippecwum gedrooght, eiï geftooten, in de vochti-\'
ge, m bedervende Sweren geftroeyt, heelt de felvige.

Het ^aedt: van25?0e-nmljf is feer bequaem vooi:
vervuylde Sweringen, die fonder fcherpigheyt dienen
gefuyvert, ende gedrooght. Met gemenght, kart
den Kancker, ende voort-etende Zeeren tegë houden.

Van den felfden aerdt, ende krachten is de fFomï
van CPP^CUSS / tot poeyer gebracht, ende in de Swe-
ren geftroeyt.

2500nfeenss 5|00Ï-Wb?tCÏ is werm in den tweeden,

drooshin den derden graed, te famen-treckende, at-

vegende, verterende, fcheydende . Hy fuyvert de
vervuylde\' Sweren, ende belet de Verrottinge. In
Water met een weynigh gefoden , maeckt eeo

goet Gorgel-water voor de Sqijnantye, ende de ge-
fwollen Amandelen j geftooten licht den Huygh i en-
de onder
Populyoen-falf gemenght, verfacht 3 endé ver-
drooght het Speen.

4. Wy komen tot de fterekfte, die met alleen de
vuyligheydtin de quade Sweren met meerder kracht
fuyveren, en verteren
: maer felfs oock de harde Kan-*
ten in de Fiftelen, ofte Loopende-gaten.

Sapvm ^antojpe/ ende fittlCftÉnöC ^ÏOUtoe ver-
drooght, ende fuyvert foo dapper, dat het verouderde,
quaet-aerdige, holle, diepe Sweren, ende Loopende-
gaten, eerft fchoon eh fuy ver maeckt, eü daer na heelt.

TVortel van l^ïfcg verwermt, drooght, ende fuy-
vert . Het
Sap uyt de groene geperft, ofte bet Poeff

-ocr page 135-

p.99-p.l00 ontbreken en zijn er mogelijkerwijs uitgesneden.

-ocr page 136-

p.99-p.l00 ontbreken en zijn er mogelijkerwijs uitgesneden.

-ocr page 137-

E E L-K O N S T E. ioi

aigh hen waffen in Vranckrijck, by Pont S. Efprit, niet
verre van
Oramgje, gelijck hier af-gebeeldt is.

Dracontium, ofte ^pccc-toojteï/ isbyna van den
ieitden aerdt, doch veel bitterder, ende fcherper van
Imaeck, ende derhalven heeter, drooger, ende fijn-
der , krachtigh reyn-makende, ende verterende, Het
i^J» van
de Vrucht, ofte druyfachtige aere, BMerm^
\\aedt, ende I^om/is goet om alderhande vervuyide,
voorts-etende, ende quaedt-aerdige Sweren, noch
als deKalfs-voet, te fuyveren, ende de
narde Kanten in de Loopende-gaten te verteren. Het
ieltde yermagh oock het
Poeyervan den Wortd.

doet noch wel foo krachtigh de
mim/ dewelcke geileken in een Loopent gat, in

St maeckT" ^^\'"^i\'gheyt van de Kantenien een

la^eï-COOt/ ende ^pacnSÈ-öCOett/gebrant, ende
gewaffchen, als oock ^alpetec / zijn bequaem om
alle Holle gaten te fuyveren, ende haer harde Kanten
wech te nemen.

. tlïupnfoo wel rauw , als gebrant (die noch krach-
tiger is) fuyveren, endebeldten het voort-loopen van
quaedt-aerdige Sweren.

fi fene dan, die wy op den eerften trap ge-

p fl u is, om verfch door-gefworen, ofte open
piteken Gefwellen, ende onreyne Wonden te fuy ve-
1 en,^indagelijcksgebruyck, eenSalfken, beftaende
uyt een onye
Honkh vankpfen, een Vojer van een Ey, en-
de wn ^^^^ ^^^^m-meel, totdat het van pas dick is- en-»
meerder fuy ver-makende hebben ,
\'ui by doen een half loot
Termenthün.

Noch fterckeraf-vegendcis de Salve, die gemaeckl

7 > ^ vanloifmiw-merck, s onge Saü

VjtnAgr,>nonye,^^n half onge Sap van Weegh-bre-Haderen,
\' temetmalkanderen
W|top gefoden, ende dan daer onder gemenght

S a

-ocr page 138-

tol H E E L-K O N S T E.

van GerFle, Fenigrieck, en Vijgh-booncn, van elcks een hall
loot. Te famen tot een Salf gekoockt, ende op \'t laef
fte daer onder geroert een loot Termenthijn. Wanneet\'
de Etter te grof, endetetaey is, foo dienter meerder
Suyveringe i als gedaen kan werden met het volgen-
de: Neemt H^rji,
Honich, Termenthijn, van elcks 3 on-
een
Myrrha, Sarcocoüa, Boonkens Hool-worteU Vfjge-boonefl\'
meel, Lifch-wortel, alks
kleyn geftooten, van elckseert
half loot.
Het eerfte moet te famen gefmolten, ends
dan het
Poeyer, daer onder geroert werden. Hiertoe
dient mede de Salve
Aureim, die by na gelijcke kracht
heeft om af te vegen, ende de Plaefters van
ïanua, en-

Gratia: dei ^tnoevat, die ofte geheel, ofteindunns
gefmolten zijnde, können op geleyt werden, in-
fonderheydt op het Hooft, ofte andere Sweren vaO
Zenuachtige deelen, Tot het felfde ftrecken , die in
den derden graed dapper af-vegen, gelijck de gene»
die uyt
Kjyper-roodt, ofte andere fcherpe Metallen be-
ftaen , gemenght, ende gematight met eenige verfach-
tende ; gelijck of men een vierendeel loodts van het
Empl divinum fmolt onder drie verlTche Do^erm j ofte
indien men een vierendeel loot
Vng. ALgyptiacum, ofte
ApoHolorum menghde met twee, ofte driemael foo veel
Tetraphdrinacum, ofte eenigh ander Ceroen, men fal daer
van hebben een fonderlingh middel om de Sweren te
fuyveren, ende van haer Vochtigheydt te reynigen.
Het Poeyer van
Predpitaet, mede onder yets verfach-
tende gemenght, verteert fonder eenige fcherpigheyt
het overvloedigh Vleyfch, ende fuyvert de Sweringe
van haer Vuyligheyt.

Wanneer nu de Sweringe gantfch vervuylt, verrot»
ende quaedt-aerdigh is, het zy van felfs, \'t zy uyt eeti
Wonde, heet G efwel quali jck onderhoudê, dan dient
een Salve bereyt uyt de Suyverende middelen van den
tweeden trap
J op defe wijfe: N. Weegh-bre, ^Ijfe»\'
Malrove, Scordium, Hypericum,
alle verfch ende groe»

-ocr page 139-

H E E L-K O N S T E. ro^
ë^iampt, ende dan in een half pint witte Wij" > ende
pint Olye gekoockt, tot dat de Wij n verfoden is.
^oor-gedaen zijnde, menght daer onder het Poeyer
van de worteLCyj^ewj,
Lifch, Boonhens, van elcks i loot,
^eüwafch 4 on9en , wederom te famen op-gewelt tot
matelijcke dickte, ende dan daer orider gefmoltë
Harfi
leS\' ^/oé;endeWo//.kleyn

K f?n \' \' ende op \'t laetfte ander-

f^r!^ T™Alflfer ftercker vereyfcht wert,
100 lal men daer wat Koper-root by doë: gelijck oock
21, n E^flZ. ^n«, met wat OZye verfacht,

gelijck

betuygen^ dagelijckfche ervarentheyt genoegh

Maer in een holle S weringe, FiBd, ofte Loopent.
gat,
m men fpeutë, het Af-fietfdvzn Weegh-bre, Alffen,
^torye, Savd-hoom, Agrimonye,
van elcks i hant vol,
^ond van Gentiana gefneden z on5en , te famen gefo\'
den in witte op izonjen , Door gekleynft zijnde ,
doeter by
Honich van ^ofm, en Syroopvan Alffm. Soo dit
niet genoegh en dede,foo magh men daer onder mengê
^ "^ootMgyptiacum, het welck oock bequamelijck
ë"molten werdt onder
Voor-loop van Brandc-ivijn. Dit
werdt noch ftercker gemaeckt met eenige druppelen
^^y\'lfSmavd, ofte Koper-root. Waertoe mede ftreckt
del\'MTLT\'\'\' • ^^"de men dient in \'t gebruyck van
kncxïlï" rl\' ^^ volharden, ende de felve al-

aengewefen alle de Heel-middelen,
tutn \'Hardigheden, Gefwellen, Apo-

nS f\' Sweringen der Uytwendigedeelen ge^,
den fot de gene, die de WoO^

«en heelen, ende over de fel vige vel maken.

ï 4

-ocr page 140-

104 HEEL-konste.

Het Xin. Capittel.

1. Bloedt-ßelpende Heel-middelen vierderley . t. Som-
mige, uyt Aerdt, ende Gematigheyt; ds Weegh-bre, Vimpi\'
nelle. Netelen, Vtjf-vingér-kruyt, Tormentiüa,
Bergh-Oye\'
vaers-heck_, ^Ajfche van Papier, ende Cotoen, TVederick^,
Herte-gefpan, Winter-groen, Salye, Herts-tonge, Kleef\'
kruyt, WalBroo, Mloe , Maeghde-palm, Donder-haert ^
Smeer-wortel, Verckens-gras, Paerde-Haert, Wilge, Weedt,
Wael-wortel, Plocfd, Bovijfi. 3. Andere, door Toe-plac
km-als Cord, Bloedt-Been, Wieroock, MaHick., Myrrha,
Draken-bloet, Bolus, GefegeldeAerde.
4. Eenige, door
Branden. 5-. Mengel-middelen , ende haer Gebruyckt 6. Hoe
door werck^van de Handen het Bloetgeßelpt werdt.

1.

E Heel-middelen j diehetBloet, het welck doof
eengeopendej-ofteaf-gefneden Ader, teveel uyt
een Wonde vloeyt, hebben loodanigen kracht op drie-
derley wijfe. Want fommige doen fulcks uyt eygen
Aerdt, ofte Gematigheyt; fommige door Toe-plac-
ken i andere door-branden ; ende daer geen van alle
plaetfch en heeft, door de Handen. Die van den eer-
ften flagh, en zij n daerom j uyft niet allegader koudt j
ofte te famen-treckende, maer eenige uyt de felve
heet, feherp, gelijck de Netelen, fchrijft Femfów
waer in wy alhier van hem moeten af-wijcken. Want
alis\'tdat
dt groote Netelen, die oock Hee^e, endeBem\'
Ntfe/ffl genoemt werden, heet ende bijtende van aerde
fchijnen, foo zijnfe niet-te-min verkoelende, ofte,
gelijck
D\'^-Dodoens meent, even maer werm, ende
nauwlijckstotden eerften graed. Want fy en branden,
ofte en bijten niet, als hy mede wel aen rnerckt, door
dien dat fy geweldigh verhittende van krachten zijn:
maer om datfe ronfomme met hardtachtige, rouwe »

vvol-

D

-ocr page 141-

wolle O N S T E. 105

fvd? K "Akelige doornkens befet zijn, waer mede
telen \' op-halen. Want als de Ne-
en \' ofte gefoden werden,

oÄlL^JSTan^ «\'^-^^Sheyd^^

. ofte verdu^^fteit Snn^ ^
in een teSen r-ecken^eerftefoorte ftellen
een verkode?^aerdt, meeft beftaende met
kan w fent^^^^^^^^^ waerby fomtijts wel

gemelten lÄn/en ^^Senfchap, die van denge-

genomentewerden. De Rr\'^\'^f \'J

flagh, trecken doorBSn ip a ƒ
daer een korft op, ende

Cebeurt fomriJrc J^ j^\'^^^^lfooalles tegen. Het
f^n ^sl T\' Zetwee eerfte niet genoegh en
eS\'ei. r\'t\' ^ a" de plaetfch geen plaetfch
Te vlfn ^ ^^^ den Prin-

d?mnde"n "\'

y. A4 J? 3©ßß3B-Ö?e/geliick Galmm fchrijft
dieuytdoör\'lr ^ alle Bloet-ftortingh,

De Blode Aderen veroirfaeckt werdt.

gekoockt, roe?" ^^Wptndlß geftooten, ofte oock
ftont het Bloet fl^^op^nde Ader geleyt, ftelpen ter-
doet: krachtiger

ende Braken, "\'\'"^e het Bloet-fpouwen ,

overvloedi^en Vir, ■ ?"den; ende van onderen den
open Speen, ftilkT ende ft^\'"\'"^\'\'\'"\'

tel oock uyt vS. h^\'^den ; het welck de Wor-

in gefteken zijndèV" ^^oeden van de Neus, daer

ï 5 mif

-ocr page 142-

io6 HEEL-KONSTE.
^Üf-blnger-ïirupt heeft in fijn Bloemen, endeBladeyen,
ende noch meerder in fij n Wortelen, een feer te famen-
treckende , cn verdroogende kracht, fonder fcherpig-
heyt, derhalve bequaem, om het Bloeden op te houde.
Al de felve kracht is in de (CO?menttüa te vinden.
^ÏÖecgÖ-^Petoa^ïjS-Ö^CÏi/ foo genoemt na fijne ge-
lijckenilTe, end^thyop de bergen waft, oock ^lOCt-
toO?teï/nietfooTeer van wegen fijnen fpoden Wortel >
als wel om fijne bloet-ftelpende kracht; die den Duyt\'
fchen geneef-meefter
Fuchjius in defe tweede foorte vao
Oyevaers-bsck, getuyght y foo groot te wefen , dath]?
geenigh middel daer toe nutter bevonden heeft.

^ffcfic \'^\'^n g(hrmt ^aptóC / als oock van COtOett/
doet het Bloet, dat uyt een Wonde loopt, ftelpen,
De Heel-meefters gebruycken het Co^oe« oock nutte-
iijck om de Wonden, ende Zeeren te fuyveren, eerit
in
Wijn wat geweeckt, ende daer na uyt gedouwt zijn-
de . De Egyptenaers, gelijck Frofper ^Ipinus ge-
tuyght, en gebruycken, tot al \'t verhaelde, anders
geen wiecken,als van
haer Boom-cotoen, het welck fijn-
der van deelen is, dan\'t gene, dat aen dekegehee-

fter waft. r,, ■ r Af

ofte Lyfimachium, waft hier te Lanae

meeft aen de kanten van de flooten, ende onder aen d^

dijcken . De Bladeren, ofte Wortel in den Neus gefte-

ken; ende het Sap in de Wonden gedruypt, doet het

Bloeden op houdé: gelijck het oock binné gebruyckt»

als Diofcorides fchrijft, het Bloet-ipouwen geneelt»

ende den Rooden-loop, foo voor dranck, als clylt«\'

j-yein-genomen. \' u

ï^trte-gefpan/ofte Cardiaca, is werm, ende droofa\'

in den tweeden graed, met eenige t\'famen-treckmge <

Geftooten, ende op verfche Wonden geleyt»^ewaerj

ende befchermt die voor alle Verhittinge , ftelpt

Bloeden, ende geneeft de Wonden.

ofte P;rok waft aen onfe D

-ocr page 143-

heel-konste. 107

ciat gehouden voor koudt in den tweedén , ende
Poogh in den derden graed, ftelpt het Bloeden, foo
^"•genomen, als op geieyt.

^toeerïïetiengs-ferupt/ ofte Gladiolus, wert hier te
-Lande, om fijn aengename Bloemkens, van de Lief-
hebbers onderhouden. De opperfte
Wortel, keurt

gaknus na-treckende, verterende, ende verdroogen-

Sln?^ ■ \'"yeken hem om het Bloet te

alderhande Vloet op te doen houden.
^abte/ofte ^alpc/beyde na het Latiinfch
Salvia,
heeft een verwerkende, verdroogende , ende wat te

3at>rfÄ trtMfl» 7 h vuyle, ende oude Zeeren.

endTtïSt Jl?lu verdrooght,

SLrSS • H^er meefte kracht

van Stonden, Loop, ende

^P^rim, waft byons feer over-
vioedigh aen de dijcken, ende kanten van de flooten,
ï^ leer rouw van fielen, ende bladeren, waer door het
eet; ï/\'i^^deren kleeft, daerom oock byfommi-
throZ\' A^ genaerat, ende by de Griecken Philan-
fchrijvw vanr /^^^^\'-^h lievende. Is, volgens het
deelen endef droogh, fijnvaa

ftelpt " Van binné gebruyckt,

op houdien ^ Bloeden uyt de Wonden

\' feydt de gemelte G.-
"Sh \' «fte heetLhtigh, ende ver-
fy • Van binnen in-geLmen, doet

len op di ^P \'^\'^"den, als oock van buy-

^- ^^\'^y^\' offein den Neus gefteken.
^iW/alsdick-makeude, droogende,ende kleven-
de.

-ocr page 144-

io8 H E E L-K O N S T E.

devan buyten gebruyckt zijnde j doet de MondekenS
van de Aderen fluyten (die hy van binnen in-genomen
zijnde, opent) ende alfoo het Bloet ftelpen.

IBaegflbe-palnt/ ofte Vinkoorde, is koel (hoe-wel
fommige het tegendeel gevoelen) droogh > ende t\'fa»
men-treckende > foo dat felfs een kranfken om de Bor\'
fien geflagë, het fogh in twee drie dagen doet op droo-
gen, gelijck ick dickwils gefien hebbe; \'t felve om
\'t Hooft gedaen, fchrijft D^-
LobeU ftelpt het Bloeden
uyt de Neus. Het welck oock doen de groene
Bladc
nn
gewreven, ende in de Neus gefteken. Het Sap,
endePoy\'êJ\'indebloedende Wonden gedaen , houden
tegen, ende heelen toe.

\'©Onöec-öaect verkout in den derden, efi drooght
in den eerften graed.
De Bladeren verdnjven hetRoot-
hont, Loopende-oogen, alle vyerige Puyften, ende
Gefwellen. Geftooten, ende op\'t voor-hooft een
weynigh boven den Neus gebonden, ftelpthet Bloe-
den . Al\'t felfde doet oock het uyt-geperftei\'rf^.

De drie foorten ,\' gelijckfe by Di^- Dodoens geftelt
werden, van
Telephium. ofte ^ttlCSC-toO^tól/ te we^
tcndegrootfte,
ofte Spaenfche, de tweede, ofte HemeU
fieuteh
in de Winckels met den Latijnfchen naem Craf-
\'fda major,
ofte fabaria bekent, ende de derde, van
D»^\'
Lobel genoemt, Kjeyri Smeer-wortd kjuyprnde, endt
altijdt groen pijnde,
hebben by na den felfden aerdt, en-
de kracht van Donder-baert.
Fernelius ftelt de twee
laetfte, droogh in den derden, vochtigh in den twee-
den graed:
Dodoens alle drie koudt van aerdt, fijn van
ftoffe, eide verdroogende, derhalven bequaem, om
metgeftampt de witte Sweren, Placken, ende
Sproeten te verdrijve. Het ^rfjö ftelpt het Bloet uyt de
Wonden loopende, reynight, ende heelt de fel vige.

©eccftcn^-ora^/ofte ^upfcnt-finoop/ in \'t La-
tijn
Polygonum, is by na koudt, tot in den derden graed»
ende droogh
tot in den tweeden ? t\'faraen-treckende

van

-ocr page 145-

V... . ^ E E L-K O N S T E. 109
e 3 j \' van krachten feer Bloet-ftelpende,
^nde daer toe krachtiger,
gelijck Bmfavolus, ende an-
dere getuygen, als eenigh ander kruyt, niet alleen te-
gens den Bloet-gangh, ende het Braken van binnen
pbruyckt, maer oock geheel, ofte geftampt van
onyten op de Bloedende wonden geleyt, die het dan
daer na mede geneeft.

©aecöe-ftacït is feer te famen-treckende, ende
verdroogende. Het doet eygentlijckhet Bloeden
uyt den Neus op-houden. Het Poejey in geftroeyt ge-
de Bloedige wonden.
^iJö^-ßlaöercn/ende de
Schorffe, infonderheyt de
iVoUigheyt, endeBloemenin den Neus gefteken, ftelpen
terltont het Bloet; het welck oock doet \'t
Poeyer door
Neus-gaten geblafen.
^©CCPt/ door haren fterck verdroogenden, ende

t lamen-treckendenaert, kan met fijnBWermverfche

W^den genefen, ende het Bloeden beletten.

Het lelve doet oock 3®ael-to02«t door fijn ver-
droogende,
ende toe-heelende (waer van in\'t volgen-
. ) ^\'"^«^ht, niet alleen
het Bloeden van buy-
ten,
maer oock van binnen ftelpende.

Het bloeden kan oock op-gehouden werden door

het vollen van de Wonde meipocfefd/ ende noch

beter met ^ÖOlïiJ^/zijnde een foorte van Campermdym,
de welcke hier te lande waft in nieuw bedijckte Moer-
landen, ende voornamelijck in de Beemfter.

3. 25lOC£-pen/endeCojaï/fchijnen van verbor-
gen aert, dan hebben even-wel uyt haer aerdtachtige
ttotte ee verftoppende, eil
droogende kracht^ die noch

a©lecoocö/ «afiicït / »?cfia/

^2aKen-eiO«t/ endealdermeeftin ïèölUiS/ ofte
fCßelÖß
mettje/ die door Toe-kleven het Bloet ftelpen.

4- Hoe, als defe Middelen niet en helpé, het Bran-
den dan m-geftelt dient te werden, füllen wy in \'t hier

na volgende 19. capittel aen-wij fen.

5. Wan-

-ocr page 146-

XIO H E E L-K ONS T E.

5. Wanneer dan een verfche Wonde te veel bloet»
foo fal mendaer om flaen j de volgende op werck
geftreken, N.
Bolus, Draken-bloedt, Wad-wortel, van
elcks een loot j kleyn geftooten j ende onder PF/Vfrf»
E/ geflagen. Hier onder können oock gemenght wer-
den de Poeyers van d\'ander Droogen nu verhaelt.
Wert hier toe mede in de Winckels gereet gehouden
Ceratum defenßvum. Ende als de Wonde wat diep -is t
kan mende felve op-vollen met
Plocfel, ofte Bovijflt
gelijck gefeydt is.

In het Bloeden uyt den Neus is feer goet, ee kruym-
ken Witte-broot in A^ijn, ende kout Water, dickwils ver-
Verfcht, boven
op den Neus geleydt.

6. Vele zijn in foodanigegelegentheytj terftont
doende, om het Bloet te vertrecken, met Ader-laten:
het welck ick even-wel, hoefeer het oock van den
grooten
zdeï-lzteï Botaïlus geneef-meefter vanFj-^«-
fow, hertogh van Anjou ,in fijn bouck van\'t Ader-la-
ten op \'t6. capittel, meeft aen-raedt, bedenckelijck
achte, alfoo het felvige, behalven dat het feer felden
haren voorftel voldoet, niet alleen het Bloedt, maer
oock de Krachten noch meerder vermindert. In het
Bloeden uyt den Neus vinde ick feer dienftigh, dat
men maer alleen op het eene, ofte beyde (na dat het
Bloedt van daen koomt) Neus-gaten den vinger vaft
houdt. Ende al is \'t, dat het Bloedt daer door fora*
tijdts in de Keel fchiet, daer en leyt geen fwarigheyt,
dewijl het feer lichtelijck kan uyt-gefpogen werden ^
ende ondertuflchen het ander boven den Neus aen het
ronnen koomt. Van het tegen houden met den vin-
ger , hebben wy een aen-merckens weerdigh exempel
in pringe
Wiüem , onfen Stadt-houder , die in\'t \'jaer
I 5 8 t\'Antwerpen onder fijn rechter Oor met een
Piftolet gefchoten werde, de Kogel onder de Boven*
tandë,door\'t Gehemelte, de flincker Kaeckuyt-gaen-
de. Defen
onverwachten fchoot gaf fulcken flagh 3

dac

-ocr page 147-

, , H È E L-K O N S T E. m

aat de Prmge felfs niet en wifte, dat hy gequetft was s
ende alleen meende, datrer een ftuck van \'t huys, ge-
lijck hy feyde, in-viel. De Wonde, gelijck
Metmn
verhaelt in \'t ii. bouck van de.Nederlandtfche hifto-
rye, vertoonde haer in\'t beginfel geneeflijck, dewijl
de Aderen, door de Hitte des vyers (alfoo de Piftool
^o dicht aen\'tHooft gehouden was, dat felfs het
Hayrbrande) toe-gefchrompen waren, ende daer door
het Bloeden geluckelijck geftut. Maer na 14 dagen,
alsalles fcheen wel te gaen, foo viel de roveafi met
vervolgh van wel 12 pont Bloedts, waer by hem noch
twee pont, tot verleydingh, af-gelaten werde. Als
hy nu fcheen doot te fullen Bloeden, foo is door voor-
nchtigen raedt van de Ceneef-meefters, (onderwelc-
Ke wel de voornaemfte was D^-
ïofepho Mkhaé\'U, een
Itahaen, van de ftadt Luca) goet gevonden, deope-
\'"nge van de Ader, nacht ende dagh met den vinger
houden, het welck met beurte onder de Edel-
gedaen zijnde, de Wonde allencxkens floot,
ende den Piin5e,tegen de meeninge van een yegelijck,
yoiKomehjck genas j met meerder geluck, als hy twee

laerdaernat^Dg^efchotenwerde.

Het XI V. Capittei.

I.Toe-hedendeMiddelen. i. Enckele; dsHonts-ton-
ge, Gemwe, Wilge, Olm-boom, yfer-k>\'uyt, Guychel-heyl,
Muyfen-oor, Betonye, Scabi^ufe, S. ïans-kruyh Wael-wortd,
Senegroen, Sanikel, Syndauw, Heydens-mmd-kruyt, Gulden-
ITj Paerde-fieert, Smeer-wortd, Een-bladt, Twee.

bladt, Madelieven, groote, ende kleyne Santorye, Salomons-
Jegd, Mee-krappe, :Z^e.ntte, Onder-have, Td>ack, Kms^
i^uyt, s. lacabs-kruyt, lofrouw-merck, ^l-goede j Peer^
bladeren, Mijpelen, Cornodyen, Perfe-bladeren, Brem-rape j
Pier-wormen, Aloë, Myrrha, Balfem-kruyt, Baljem-
traen, Balfem van Peru. 3. Toe-gemaeckte: efide Mank-

nomtegéruvckm.

ï. Wy

-ocr page 148-

Miz H E E L-K O N S T E.

I.

WY noemen een Genefentj ofte Toe-heelent Mid-
del, het welck de van een gewekene Kanten in
een verfche Wonde wederom by een vought, ende aeo
malkanderen hecht. Sulcks brenght het te wege, met
het verhinderen, dat tulfchen de te genefene lippen
{gelijck die genoemt werde) der Wonden geen Voch-
tigheyt en fchiet, ofte en groeyt. Soodanigh Mid-
del moet t\'famen-treckende zijn, grof ende aerdtach-
tigh van ftoffe, droogh in den tweeden graed, ende in
wermte gematight, om, door te veel af-vegen, ofte
fcherpigheyt niet te quetfèn.

2.. W^tgïJ-b^C drooght, ende treckt te famen,
fonder eenige bijtende kracht, bequaem tot verfche
Wonden , die fy fonder vreefe van Onftekinge toe-
heelt, oock de oude, ende vervuylde Sweringen fuy-
vert, ende beyde, ongelijck zijnde, vereffent, ende
met Vel over treckt.

, 3^ont$s-ton0e fuyvert, drooght, ende matight de
hitte van de Sweren, ende heelt de verfche Wonden.

^efuboe heeft foo groot verdroogende kracht,dat-
fe bloedende Wonden ten eerften toe-heelt, endq; de
iclvige voor Onftekinge bewaert, groen, ofte droogh
geftampt, ende met gemenght.

Dq Bladeren, ende Bloemen van WiïS^ zijn verdroo-
gende,ende te famen-treckende, fonder eenige fcher-
pigheyt 5 heelen een bebloede Wonde, ende weren de
Onftekinge.

De Bladeren, en Middel-fchors van den (©Ittt-BOOltt/
hebben een verdickende kracht, ende noch meerder
het
Sap uyt de Appelen geperft, alle feer bequaem om
verfche Wonden te doen toe-gaen .

• gfec-ßcupt/ofte Verbena drooght,treckt te famen»
ende heelt deWonden, weder-houtoock in oude Swe-
ren de bedervinge, fuyvert, onder
Honich vermenght >
de vervuylde, ende doetfe fluyten.

-ocr page 149-

H E E L-K O N S T E, i,.

de krafhT ■ ^"de JBupfm-OO? hebben de fdf-

25etOnpeis feer nut om verfche Wonden, infonder-
Sef \' van de Borft, te

kan door fijn ver-

uroogende, ende matdijck verwermende kracht, in
») n gellampte
Bladeren, Bloemen, cfi Vruchten, de Won-
"^^eqnameh\'jck toe-heelen.

heeft foo groote kracht om deBreuc-
jjen, ende Wonden toe te heden, ende deaf-geweke-
ekanten t\'famen te vougen, dat hy oock felfs met
de dV^ft*^\' ^^^^ gehackt Vleyfch, gefoden zijn-
datfe wederom foo vaft aen malkander hecht,

eenen kf^ verfcheyde deelen, maer veel eerder
doens, ed\'^ vleyfch en gelijcken, als by Fernelius, Do-
tnvght vv nieuwe Kruydt-befchrijvers be-

Galenus. * endealvanoudtsbyD/o/conöfw, ende

genfemtilsv^»/3!lt-0Win \'tL^Ü]nBuguU
de, ende te "^^^^mende, merckelijck verdroogen-

?onnen BloedtTa"Wondt^drancken-. óm het ge-
veren, endete tedo-ehfcheyden, tefuy-

Wonden, ende Sw3"\' maen-oockvan buyten op de
in gedropen, ^^^\'"gen geleyt, oftehet
Sap daer

^anifeclis van den n^irj j ,

fteHbo genoemt van Sf

deWondentegenefenrS " \'^ff^ht,«™

W ofte ƒheeft de felfde krachten
vm ae banikel, doch meerder verdroogende, ende foo

fC

-ocr page 150-

114 HEEL-KONSTE.

£:e faftien-treckende j dat haer badt den verteerden
Maeghdom wederom óp de prouf reckelijck ftelt.

i^epDen^-töOnb-ferup£/ofte SoUdagoSaracmka, sn-
de «lèulöen-feruï\'t / okeHcrbaDorïa, hebben beyde
eene, ende de felfde kracht, te weten, niet alleen om
de bloedige > ende verfche Quetfuren , maer oock orn
alle oude, ende vervuyide Wonden , ende Zeeren te
fuyveren, ende te genefen .

ohe Virgaaurea, is werm , ende
droogh in den tweeden graed, fijn van deelen, fuyver-
makende, ende t\'famen-treckende. Heeft een fon-
derlinge kracht, om de Wonden, quade Sweringen >
ende Loopende-gaten, foo wel ihwendigh, als uyt-
wendi.gh te genefen.

Saf van Élfft\'n fuyvert, ende herftelt het bedorven
vleyfch, geneeft niet alleen de verfche, maer oock de
oude 5 ende vervuyide Wonden .

©aecöe-fiaect gedrooght, ende het Foeyer in de
Wonde geftroeyt, doet de felve op-droogen, ende
toe-hee!en.

^meer-tOOjteï/oock na fijne kracht 3®0nb-ftrupt

genoemt, reynight, drooght ende heelt alle onfuy vere
Wonden, ende Zeeren . Sulcks is eerft bevonden in
Tehphus, de fone van Hercules, ende daerom Telephium
byde Griecken , ende, haer volgende, de Latiniften»
geheeten.
Clauüanus t. Epigram, i o.

Sanus AchiUeis rerneam Telephus herbis.
<Êen-Öïaöt waft, onder andere plaetfchen, veel in
\'t Haeghfche-bofch , is van krachten verwermende >
verdroogende, fuyverende, ende t\'famen-treckende.
In
Brande-wijn geweyckt zijnde, geneeft de verfche
Wonden, ende bewaert de felve voor Sweringe . Ja
reynighi, ende heelt wonderbaerlijckalle oude, ende
vervuyide Sweren , gelijck ick dickwiis bevonden
hebbe in de gene, die door andere Middelen niet en
konden
geholpen werden.

-ocr page 151-

_ HEEL-KONSTE. ii^
[CWee-jbläöt wert by de Heel-meefters totaTtfd-
bequaem gehouden.

miabeltebïn zijn verkoelende ,verdroosende, en-
de tefamen-treckende. \' Sy ghenefeh alle C^etfuren,
loo wel van binnen ghebruyckc, als van buyten op-
geleydt; wanneer fy oock
hy [ommig^ Meyne Confolida
genoemt werden.

Groofe^antO^pe/volgensden Grieckfchen naem ,
0<e la\'t Latijn oock gehouden isj
Centaurhm, gehee-
ten 5 na den
Centaurus Chiron, de welcke de Leer-mee-
iter was van den vermaerden helt
Achilles, dien hy oock
leJfs in de Heel-konfte onderwees, eiï heeft dit kruyc
^ Weckt, ende fijne krachten aen den dagh gebracht,
^^\'e zijn voornamelijck in de
Wortels om de Wonden
genefen, verfch geftampt o^-geleydt, ofte droogh
^^^enin-geftroeyt.

wert door haren verwermenden ,
onderdeï/"\' ^"^e t\'famen-treckenden aert met recht
^alOMn °"dï-kruyden gerekent.

heb ick gevonden ih het Haegh-
leeghten
vanï ^^^de dellingen, ende af-gaende
ende
droogh!\'Wert gehouden voor werm,
Geftootende wf "i\' \' ende t famen-treckende .

gene /die van hoogt^ \'\'

7i;n HffC^fl ofte anders gequetft

fttÖ^C-öabC/ is heet ende

droogh, gheneeft door fijn ƒ4 deinwendighe
Ka - \'

Quet-

-ocr page 152-

ii6 H É E L-K O N S T E.
Quetfuyren, in-gedronckë zijnde, ende heelt van buy
ten, als het Poeyer, in de Wonden geftroyt wert.

(éaöatfe werdt, om fijnverdoogendekracht,by

fommige voor kout gehouden , dan beter is de mee-
ninge van den Spaenfchen
Monardus, dat hy heet, en-
de droogh is in den tweeden graed,ja, ick
geloove,wel
in den derden , gelijck fijn fcherpe fmaeck, ende he-
vige krachten genoegh uytwijfen . Hyfuyvert,ends
geneeft alle oude Kanckerachtige, ende voorts-etende
beeren 5 Melaetfche, Schorftheyt, ende alderhande
vuyle Sweringen. Verfche Wonden, die met feer di^
en zijn, heelenop eenen dagh, als men van \'t
Sap, ende
verfch geftooten Kruyt daer op leyt. Dan als ly diep
zijn, ofte oock verouderen, ende onfuyver werden»
foo dienenfe van buyten, ende binnen met
ïViJn, ende
dan met het
Sap gewalfchen , daer na met Plucfel, dat .
in\'t felve Sap nat gemaeckt is, ende de geftampte ver- ,
fche Bladeren, gevolt, ende foo een douck, in\'t eygen
Sap gedoopt, daer op gebonden.

BtUp^-ÖUUpt/ dat by ons gemeenlijck ^CUpP\'
toOjKl geheeten wert, is verkoelende van aert. De
grijfe
Hayrm, ofte Vloeken, daer de Bloemen m ver-
andert zijn, met A^ljn op-geleyt,genefen de Wondert- i
Het felve doen noch krachtiger de
Bladeren met het \'

fij nfte Poeyen ofte vrij felinge van PT/erooc^, gemenght»
(als
Diofcorideskhnjh) infonderheyt in Zenuwachti-
ge deelen. , . . ,

^.^aCOÖjS-fiCUpt/ oïtelacobea, ismgedaente»
ende krachten
het Kruys-kruyt gelijck , endeflaetaj-
lefins van felfs feer weelderigh op. Is werm , ende i
droogh inden tweeden graed, ende een weynigh afve-
gende; derhalven
\'t Sap, met Honich gemenght zijnde»
fuyvert ende geneeft de vuyle, efi voorts-etende Zee-
ren , Loopende-gaten, ende verouderde Wonden .

Sap van €ppc/ ende ^OffCOUto-mettS/ met Ho-
.nich vermenght, fuy vert en heelt de vavuylde Won-

d

-ocr page 153-

H E E L-K O N S T E. 117
den, ende quade Zeeren; weder-ftaet oock de verrot-
tinge, die de open, ende voorts-etende Kancker aen
\'t gefonde byftaende Vleyfch dreyght.

3Cï-öoeöe/ ofte ^lammcftenis oo? (in \'t Latijn
Totabona, eadsBonus Henricus geheeten) waftby ons
allefins in\'t wilt. Is matelijck verwermendcjdroogen-
de, ende fuy verende .De groene
Bladeren geftooten >
genefen de verfche, ende fuy veré de verouderde Won-
den , ende alle vuyle Sweringen . ,

©Écc-öïaö^wn/ zijn verkoelende, verdroogende ,
te famen-treckende , bequaem om verfche Wonden

te genefen.

ïBifpelcn half mbry^ewoidéri ziende, konnf een
kleyne <^etfuyre volkömëntïij^kjiéèlén: gelijck in
dieper, ende grooter» doch verfche ^ doet het Póe^e)"
van gedrooghde.

zijn in haer Bladeren, ende jonge Botte-
/lotj Verkoelende , 4rbogh.-makènde , ende t\'famen-
treckende ^ derhalven beqóaeitt^pm groote Wonden
tegeneftn, voornamelijck ihftèrcké Lichame : mm.
in kleyne Wonden, ende téère Menfchen, vallen fy te
Iterck, ende zij^ fchadelijck, gelijck oock van
Galenuv

betuyght werdt:

©SEfe-bïaïïereiltotPomr gebracht, ende in ver-
fche
, Ohe bloedende Wonden geftroy t, doen de felve
toe-gaen.

Pewn/ofte 3{etöt-toÖ?nten geftampt, ende op
de Wonden geleyt, genefen de felve, gelijck
Diofcori-
des 2.61. ende Galenus j, _ Sympl. fchrijven , infonder- ■
heyt die van Zenuwen, ofteZenuwachtige deelen.

mu / JlSpjïöa / / ^accocoïla/

3©ter00tïi/ ende meeft alle de gene , die wy gefeyt
hebbenjhet Bloet te ftelpen, zijn feer nut om deWon«
den toe te heelen .

Söalfem is een algeraeene naem van eS fonderlingh
Heel-middel.Soo fiec men oock een Kruyt (het welck
Ks ick

-ocr page 154-

i£8 H E E L-K O N S T E.
ick veel by Roomen, aeti de kanten van den Tibet\',
ende op ongebouwde plaetfen, by Mompelier, hebbe
fien waflfen) hier inde Hoven, byde lief-hebbers on-
derhouden, van de felfde benaminge, ende om fijne
heel-fame kracht verkregen. Anders is die naem ge-
bruyckelijck voor een wel-ruyckende Vochtigheyt,
uyt fekere Boomen tranende ; na de welcke oock alle
. goede Salven, ende Olyen, die eenige fonderlinge
kracht hebben om de Wonden te heelen oock Balfe-

-ocr page 155-

H Ë E L-K O N S T E. 119

bracht, en aldaer forghvuldigh onderhouden. Strabo
verhaelt infijnGrieckfche Landt-befchrijvinge, dat
hy in Syrien waft, by den poel Genezareth, tuflchen
de bergen Libanum, ende Antilibanum. Den boom
is befchreven van den Grieckfchen
Diofcorides, den
Franqoifchen
BeUonius, ende den Italiaenfchen Profper
^Mfinus, die felfs ih Egypten ge woont heeft, ende
geeft ons defe af-beeldinge, ghelijck hy buyten de
gtoote ftadt Cayro waft, met Bladeren de Wijn-ruyt
tiietongelijck, ftaende aen teere zijd-tacxkens . foo
dun als Ganfe-fchachten ,
Xylobalfmum ia \'z Griecks
genoemt, alof men feyde Hout van Balfem, gelijck
de vrucht
Carpobaifamum, ende den traen Opobdfamum,
datis Sap van Balfem.

Die Opobdfamum, dat men eygentlijck Balfem
"oemtjin\'t ArabifchSrfZ^T\'^«\' okeBaleJfan, druypt,
ende vloeyt in den Somer uyt de Schorffe van dit
boomken (het welck fchijnt te grouwelen ende ryelen
als\'er tnaer yfèr ontrent koomt, gelijck
Taeims fchrijft
in\'t 5. Bouck van fijnRomeynfche hiftorye) tot dien
eynde gequetft, ofte gefchrapt zijnde, de welcke foo
heel-faem is , ^^^ ^n^ verfche Wonden ten eerften
geneeft. Ick en ai „iet verder van fijn deughden ver-
halen , door dien hy
foofeldê over-komt, dat fommige
daerom meenen het geflacht van dit boomken gantfch
verlooren te wefen. Jck hebbe even-wel den rechten
Opobalfamum fe Leyden gefien, die gekomen was
van den keurigen heere c^jr. CfajSwJ, van Atrecht.

Dan den ^SSÏf^Jtl van ®;oïu/ofte Bdfamim Peruvia-.
mm,
is by ons heel gemeen, ende inovervloet. Defen
koomt uyt
Weft-ïndyen, ontrent het ftedeken vaa
S.Jagovan Tolu, in\'tvaftelant vaa
Peru, befchreven
in \'t By-voughfel van D\'\'-
\'B^velingen, achter het kruyt-
bouckvan Di^-Dodoens, als oock van d\'heere lo/^i^^M^e
Laet,in het S.Bouck van fijn Befchrijvinge van Ooft-^
Indyen,
op\'t lö.cap. doch beyde uyt den Spaenfchen

K 4 Mß-

-ocr page 156-

I20 H E E L-K O N S T E.

Mmardus in fijn Hiftorye van de enckele Geneef-mid-
delen , op \'t lo. capittei. De Boomkens, fchrijft hy»
daer defenBalfem van komt, zijn als leege Pijn-boom-
kens, haer tacken herwaerts ende derwaerts fpreyen-
de, met bladeren als Caroben-Ioof, altijdt groen •
De Schorlfen van defe Boomkens zijn gantfch teer»
ende dun, waerom fy lichtelijck gequetft werde, ende
die fulcks gedaen hebben, kleven dan onder die quet-
fuyren eenige lepelkens van fwart Wafch gemaeckt»
waer in druypt ofte traent eenige vectigheydt, die fy
daer nain andere bequame pottekens, ofte note-drop-
pen vergaderen, ende bewaren. Defe vochtigheyt is
root van verwe,na den guldé treckende,niet heel dick,
noch oock heel vocht ofte dun, feer klevende, e& vaft
houdende, liefFelijck van reuck, ende foet vam fmaeck.

DefenBalfem enwijckt in\'t heelen van de Won-
den aen geen andere Balfemen , dewijl hy de felvige
in vier dagen geneeft, nae datfe te voren met
Wijn ge-
waflchen , ende wel geJuyvert zijn. Helpt infonder-
heyt de gequetfte Zenuwen,ofte Zenuachtige deelen;
als het Krimpen, ende Kramp belettende, DeBuy-
len, Biutfingen, ende Stooten werden daer oock me-
de genefen, als daer geen groote verhittinge by en is.

Wanneer dan in een verfche Wonde hetBloedt
geftelpt is, ende fulcks buyten vreefe van Onftekinge,
ß)ofal men de Kanten, fooveelmogelijckis, byeen
brengen, ende dan verbinden met de verhaeide, ofte
volgende Heel-middelen, in Salve op
Plocfd geftre-
ken, ofte in poeyer daer op geftroyt, ende dan om-
geliagen een dubbelden douck in wermen
roodm Wijn
gedoopt, ende wat uyt-gedouwt. Als de Wonde niet
re groot en is, de felve kan genefen werden met Ter-
mnthijn gemenght onder een Doyer vanEy, met een
weynigh
Temm-bkm, ofte met den gemelten BaU
fm van Fem,

m

-ocr page 157-

H E E L-K O N S T E. 121

Het XV. Capittel.

1 • Vkyfch-makende Heel-middelen . z. Enckele • ah
Fenigriecll, Vygh\'ioonen, Wierooc^, Teer-, Peck^, Termen-
thijn, SarcocoUa , .Aloë, Myrrha , Maflkk., Vernis.
3. Mengel-middelen, ende maniere om te Gehruyc^n^.

Ï.

AL is het Vleyfch-maken, in een holle Wonde,
ofte Sweringe, alleen het werck van de Nature,
loo werdt even-wel vooreen Vleyfch-makend heel-
middel gerekent, ende alfoo genoemt, het welcke de
Sweringen matelijck op-drooght , ende hare vuyle
y ochtigheyt fachtelijck, ende fonder de minfte fcher-»
pigWt, fuyvert; om reden , dat foodanigh Middel ,
net Bloet, -t welck de ftofFe is, daer het Vleyfch van
befchermt, ende de toe-vallende beletfelen
^ l^^n r\' Sweringe fuy verhoudt, waer door dan

teïickvan^^^\'S\'y^ • Heel-middelen zijn ma-

^ „ r ende Gematigheyt,onder den twee-
den graed foo werm, als droogh, om fonderde minfte
fcherpigheyt te wefen. Want het gene te heet van
aert, ende te fijn van ftoffe is, doet het Vleyfch fmel.
ten: dat te dick, ende te kout is, verdrooght, ende

treckt al te feer te famen.

De Kruyden, ende Droogen, die kracht fouden
hebben om alleen Vleyfch te maken, zijn feer wey-
nign i maer die verfche Wonden toe-heelen, en vuyle
^weringen fachtelijckfuyverë,die doen oock Vleyfch
groeyen,voornamelijck alsfy door het vermengen van
Verlachtende gematight werden.

Het Med van ^gmgriecfe/ende ©jjöö-ööonen/foo
aneen, als
onder Honich, een Dover van Ey , met een
gro\'eyfn S^fiage, doet fachtelijck Vleyfch.

K 5

-ocr page 158-

122 H E E L-K O N S T E.

a©teCOOCft heeft een byfondere kracht om Vleyfcfi
te maken, te weten in middel-matige Lichamen J
maer in degene, die vochtiger, ofte droogerzijn»
dient\'er wat anders , na dien aerdt ende gelegentheyt j
onder gemenght.

Het felve doet ét Manna thuris, de welcke bequa-
melijck onder
Olye van Termenthijn gedaen werdt, en-
de dan kanfe holle Sweringen, ende Wonden met
Vleyfch vervullen.

Het felfde doet oockiCctmentÖÖtl/door fijn facht-
Tuyver-makende, ende verdroogende kracht.

^arcocoua (infonderheyt die in Rofen-water, ofte
Mekk gefmolten is) verdrooght, feyt Galenus S.Simpl
fonder fcherpigheydt, fuyvert de Sweringen , ende
doetfe met Vleyfch begroeyen.

^ÏOt/byfonderlijck die gewalTen is, heeft foo kley-
ne kracht om af te vegen , dat hy felver
(Galenus 6.
Simpl.)
de fuyvere Wonden niet moeyelijck en valt!
waerom hy feer dienftigh is, om de holle Sweringen
roet Vleyfch te vollen, gelijck
Diofcorides j.zz. ende
de felve
Galenus betuygen.
.
®p?rf|ais door haren fuyverenden, verdroogen-
den, ende heelenden aerdt, feer nut om vleyfch in de
Swenngen te maken, .

ïBa^tCfe heeft eent\'famen-treckende, ende ver-
droogende kracht; fondereenige bijtachtige eygen-
fchap,derhal ven bequaem, om in holle Gaten Vleyfch
voort te brengen.

^CCntiS/ofte Gomme van Genever-befyen, verwermt,
ende verdrooght in den eerften graed, fuyvert, ende
vervultmet Vleyfch verouderde Wonden,holIeSwc.
ren, ende Loopende-gaten.
_ WanneereenverfcheWonde.ofte een oude Swe-

nnge foo hol, ende diep is, datfe diefhalven ten eerften
met en kan toe-heelen, dan moet de holligheydt eerft
met Vleyfch geflopt j qnde daer na de S weringe door

Toe-

-ocr page 159-

, HEEL-KONSTE. 123

^ oe-heeknde middelen gefloten werdë. De Vleyfch-
3Kende beftaen foo uyt de gene, die nu verhaelt zijn,
"Uyt eenvermengingevanToe-heelende, Suyve-
ende , ende Etter-makende . Daer toe ftaen in de
kels gereet, voor Vleyfch-makende Mengel-
middelen, de
Flaefiers, Tetrapharmacum, BafiUcum, Mag-
"»m, Bivinum, Gram dei
, ende de lama, Vng. Aureüm,
ofte Gulden-falve. Ick hebbe vele in \'t gebruyck,
wionderheyt in Hooft-wonden (daerom
Pulvis Cepha-.
\'«wj, dat is, Hooft-poeyer genoemt) het volgende,
JVeemr
Alnë..\'Mvwl,,, i n.....

\'xT "OOit-poeyergenoemt) het volgende,

-Meemt ^hë, Myrrha, MaBic^, SarcocoUa, van elcks
een vierendeel loot,
 anderhalf vierendeel

joot, heel kleyn geftooten ; ende dooreen fijn doucx-
Ken gefift. Dit Poeyer moet gantfch dun geftroeyt
werden i alfoo het anders te feer papt, ende tot ees
Korft aen-een plackt, waer door dan de Etter tegen-
pnouden zijnde, de Sweringe eer holder, als volder
loude geraken . Dit Poeyer kan oock onder Balfem
gemenght een Vleyfch-makende
Salf werden ende
daer by doende
w^t Harft, Terrnemhtin, ende Wafch,
loodanigenPte/ïe^. ^

Het XVL Capittei.

\' • Vel-makende Heel-middelen . 2. Enckele; ds Bolus,
gegeide Aerde, Silver-fchuym, Cerufe, Bloemen, ende Schel-
lm van Granaten, Myrtus, Bloet-ßeen; Calmis, Spodium,
Pornpholyx . piocßi, Looden-plaetjenHamer-flagb, leveti-
deKjilck^. Gebrandt-loot, Antimony, Aluyn ^ Kof er root,
Spaens-grotn. 3. Mengel-midddm.

I, ®

Y^Anneer een verfche Wonde wel geheelt, ofte
een holle Sweringe tot bequame hooghte (dat
is een weynigh beneden de kanten) met Vleyfch ver-
VHlCis 3 dan en valfer niet anders te doen , als de fel-

vi-

-ocr page 160-

H E E L-K O N S T E. ,,
vige met Vel te overtreckë. Soodanigh Middel heett
kracht, om het opperfte Vleyfch dapper te
verdroß
pn, ende te verharden, ende alfoo tot een lidt-teyC\'
ken, de Huyt gelijck, toe te trecken , Dit is van aei"\'
gantfch droogh, om de Vochtigheyt te können verte\'
ren, oock grof van ftofFe, om het Vleyfch famen t«
trecken, verdicken, ende verharden.

250lUSf/ofte roode Aerde, geneeft de vuyle Sw^\' ,
^n van den Mont, drooght, ende fluyt de andere ifl^^

ICerte/ doet ai \'t felfde , maer vH^

napper.

Cernfß/ofte Uot-Wh, houdt door haer opdroogei\'\'

aej ende t\'famen-treckende kracht, het alte weel\' , ,
aerigh waflênde Vieyfch tegen, ende doet hetV«\'
gioeyen.

Doch al de verhaelde ;
wat flap ; ende derhalven bequaem, om op fl^pp^ •

gebmycïen ^^^^^ Lichamen t« ,

Caïmt\'jf dickwils gebrant,

ende met A:(ijn uyt-ge\' ,
Vlilr I," dapper verdroogende , het uyt-waifend« !

Vel fluytende.
dai?w?rJ iPompDOÏpr/zijn mede feer feherp» •

fonduet"\'

IS geweeft met Aljf^n, droog, , eSeL weynigh
Muyn, nafegemaeckt, wlrdtfee dienftiSrnderle
Vel-makende middelen bevonden - geSoockeen
Eoobcn-plaeti^rt. n,geii;cKo

, zijn

-ocr page 161-

zijnalt^r" O N S T E. 125

fcherp,ende recht Af-eten-
de tTr J r foo dickwils gewaffchen zijn-

niakendf \' Vk-

en£ fS. ni^ ^iT^^\'^-Sf"\' ^"de harde Lichamen ;
Soyt mir geftooten, endeop.ge^

metV^S o; g^^ienght tot een Plaefter

oUpcKofin , ofte van
Nö^^e aZf f de Winckels te vinden,

een PheftS pSnf ^^^

gebruyck d AiT a\'^^^ werden. Wy hebben meeft in\'t

ftercker eem de felvige maniere könnender noch
hebben "ochTerckertl wefS \'

Het XV IL Capittel.

Schd^l\'^\'^\'^\'^\'^^^^n. z. Enckele-als mifs-rnelck,
hrium Py-"^" Aluyn, Antimmye, é^ber-root, Cmm-
maerhl, Sublimaet, Arfenicum. Toe-^e-

""\'\'^^-\'ft^Mengü-middelen: Gebruyck.. ^

is,het welcke onnut,endeover-
verroUs 1 V^yf\'^h , foo \'t gene, dat bedorven , ofte
de
her P^f ^^ vveelderigh uyt-waft, verteert,en-
^"de fi^rde Puyften aftreckt:
" ^ ichierhjck ende fevens, maer ais fraeltendc,

en-

-ocr page 162-

126 HEEL-KONSTE.

ende allencxkens verdrijvende, fonder eenige bedel"
vinge, ofte verrottinge in\'t nae-buyrigh Vleyfch
maken . Soodanigh is fel bijtende, heet al in de"
vielen graed, ende feer fijn van Deelen, om in ^^
ftofe, die af-gegeten moet werden, te dieper könne"
geraken. \'T gene dan, als
Golems fchrijft f.Simpl i
een Vel-makent Middel door verdroogen, ende
famen-trecken, fonder eenige weedom uyt-
Voert,d.\'\'^
doet het Af-etende met een bijtende fcherpigheydt\'
Pijn, ende dickwiis niet fonder Rofe.

2. Soodanige zijn Aßhe van ©OlfST-imlCß /
gcfiec-fcjidpe«/ ofteMjt-firupffen/ geöiaötH
goutj aeb?attbgn3Ciupii/Eoot/ ende mtiirnmt

Hier toe ftaen in de Winckels bereyt Vng. Apc
ßolorum,
ende ^gyptiacum; ende können nyt de gemel\'
te Enckelen andere Mengel-middelen, nae gelegent\'
heyt, toe-gemaeckt werden.

4. Wat het Geèw^\'c^belanght: Als in een Swering^
verrottinge koomt, ofte quaet Vleyfch groeyt, oft«
foo weelderigh uyt-waft, dat het door geen fuyvet\'
makende i ofte dapper t\'famen-treckende Middelen
geheel kan wech-genomen werden, in fulcken geval
moet men nootfakelijck komen tot de Af-etende, dic
de groey van overtolligh Vleyfch beletten.

Het XVIIL Capittel.

I. Korß-makende middelen ; als Af che van Effchen, en-
de van Savel-boom.
2. Brandende-middelen ■ als ]^alcL Ko-
per-root, Spaens-groen, Sterc^-water. j. Gebruyck-

I.

pEn Korft-makende middel is wel van den felfden
-«-aerdt, doch krachtiger als de Blaer-treckende,

die

-ocr page 163-

diein^ E L-K O NS TE. ,27

ne h ft "f ^^^\' dicke ende gebonde-

oeitaende, beyde heet zijn in den vierden graed .

dere volgen ^ gehandelt in \'t lo. capittel. Dean-
fei €frc8en-too?tcI metspuc-

maker"^ \' \'

^Jcèevan MfM-hdm verdrijft de Wratten, en-
\'^fde knobbelachtige Uyt-waffingen: het
2 Fen R gebrande Wön-mOCt,

liick her K-.rfi \'l\'^\'-^\'^\'^del en heeft niet alleen, ge-
dSen on ^ \' ^^acht om het Opper-huy-

IW rn? \' "\'aer breeckt oock door de rechte

\'\'^^Vleyfch,aIw3erhet,doorfljnenover.
ft ï^ftaende in een grove, ende aerdtach-

inieer korte tijdt een dicke korft brant.

SSfi/^pacnss-öcoen/ ende ^tmh-mut.
ffoo<r^ " meeft in\'t gebruyck hetFluweelen
k-r , om fijn fachtigheyt)
Cautery van Paré^

«eiciireven m het 25.Bouck van fijn Heel-konfte, op

"et 32. capittel.

fwd d daer toe, als in eenigh Ge-

info diep fit,ende nieten kan door-fweren,

"J\'\'heydt wanneer de plaetfch felver koutachtigh
vige do ? ^^eringh noch niet volkomen rijp, de fel-
fche Boif h ^^ doen rijpen, ende dan met ver-

ende uyt te ft ^^ ftiijcken , lofch temaken,

Het XIX. Capittel.

Brm • - \'

Endivie I \' \' Lamutv,

Phmhtn , Honts-tonge, Weegh-bre , Porceleyn,

Plompen, Malme, Umnekensi>or, Huelß, Bingel-k/uf,

-ocr page 164-

HEEL-KONSTE.

Umt-\\arlm ; Nacht-fchade, Bilfm-kruyt j Slick, node A^^\'
de,Loot-wit, Canfer, Mluyn. j. Omde» Brantuyff\'
tnckm; ah Vyer, Kialfs-voet, Bies-loock., Vlier, Hadich* \\
Radijs, Ajuyn, AjfodiUen .
4. Om de Fijn te ftillen, en»^
het
Of-werpen van Bladeren te beletten; als Lijm, Ligum"^\'
Salye, S.lans-kruyt, Herts-hoy, Mans-bloet, Donder-h^^\' \'
Wmter-groen, Netelen, I^ruys-wortel, Veyl, Varen, Gü^\'
fertck, Wjn-ruyt, Ypen-bvom, Witte-lelyen, rauw
Wieroock. 5- Om de ^en-gebrande Deelen te verfiC^\'
ten, ende te genefen ; als Beete, Myrtus, Gal-noten, Wf .
gaer^ Kpol, Mout, ^alck, hart Ey, Eyer-olye, Speek\'

I.

voor de Verbrantheyt\'
y her zy de felve door Vyer, ziedende Water, oft«
heete Olye veroorfaeckt is,
zijn fommige den Br^^\'
verkoelende, ofte uyt-treckende, ander?Pijn ftiH^«\'

l\'^fJ". de ß^^deren verhinderendf

geSe verfachtende, cnd^

, te weten Verkoelend^»
di ofte onder malk^"\'

S^tf vrTn jrt c " O^ycratum genoemt wert;

r ^Tri- ^\'oot is, van igacÖt-ftflaÖf/

^te ptlfm-hmpt/ alleen , ofte eemeneS
MtU ofte cooöe %rbc/d"e wat luchSï W\'
ID«/
€anfa/ Mlupn onder S\'! ende \'

geliagen.

De verhaeide Middelen moeten terftontna den
Brant, op-geleyt werden, om de Hitte uyt te blulfen,
niet kout, maer lauw, ofte werm, om de felvige uyt
fc trecken. Want
felver het Vyer als een gebrant ^

Deel

-ocr page 165-

DeeU ^ E E L-K O N s T E. 120

H. Soo doen oock fom-

uvt-tivrl \' haer Hitte denBranc

Van die l Verbrantheydt genefen.
büßt// ^^ geftampteB/rf^er.« van^alf^-

het\'

brantlfevr;^?P , de Kack-hielen,ende de Ver-

Mädekn^Rbeginfel door de gemelte
tot de gene di H komen

van Bladers beletten\' op - werpen

en^^^er Olfen-huyden getrocken wert, wit,
ende Rapoiph? gemenght, heelt het Schorft,
ende beW if ^ "\'et werm de Verbrantheyt,
ende van Bladeren;
ma Honich,

Wonden, gelijck de gemelte
ßWe» 3-bouck, op\'t 85.capittd.

^tupÄnffrS^^" / 3©m«c-cco«n/ lletclen/
feruptfSÄ»"/ IßD^c-figspen-fioom/ »ttffen-

tels en Wor-

reufel, ofte of"^\'P^O/groen geftampt, met VerckenS\'
^^eynigh > ende Wit vm Ey, met een

beletten dattS?"!f"Sht, verfachten de Pijn, ende

voortenkomen u- ^®\'\'b\'\'antheydt Peuckels

fijn mede een rautoCp

door heet Wp ^^^^^^Pc\' het welck om \'t gene dat
fonderheydt ï^li §^brant is, terftont om - geflagen, in-
Äonderpem» ende een weynigh

A gemenght is, de Peuckels dra belet.

L

-ocr page 166-

Ijo H E E L-K O N S T B.

a®ietOOCft/ als pijn-flillende, ende te famen-tret\'
kende, heek de Verbrantheydt, endeKack-hiele"\'
onder
Heufd, ofte Ganfm-vet vermenght zijnde.

5. Maer als het gebrande Deel nu al eenige \'
ften, ende Sweringen op-geworpen heeft, dan die^e»
in \'t werck geftelt foodanige Middelen , de wel^K® \'
verfachten , ende matelijck op-droogen , gelijcki^^\'
tófe gebrant, endegewalTchenjby eenigh verkoele"^\'
de ende verfachtende nat gedaen.

in JV/jn gekoockt, ende het Saf daer uytg^\'
perft, als oock het
Poeyer van I^pjtUSS/ende van
noten/de JjTche van ©ijngaert-cancften/ onder sn^I
van Rpfen, ofte Populyoen gemenght t droogen facht^\' ■
lijck, ende doen de Huyt wederom groeyen . ,,

Het felve doen de Affche van ïSOOl-toOjtClSf/
de gekoockteB/4£/£rf«,
met Vrouwen-fogh, ofteK»/\'\'\' .
ö;^«»-, op-geleyt.
|BOUtraetm>t,d»Ey, ende^ggfig» metVf^ap\'

ende M^-fdvegemenght, heelen de verbrande Huy^\'

PalCÖ/met K^ofin, ofte Weegh-he-water gewaflcbef :
ende dan onder B^fi.fdve geflagen, kan de Verzeefd«
leden, uyt Verbrantheyt, bequamelijck genefen - , \'

foo hart gebraden, dat de Schalen verbraot

zrjn, ende gefmolten ^eCfe/metHo«iV/;>t;4KJlo/>« ge-
menght, doen de open gebrande Deelen wederoH»
toe-heelen.

6 Tot het felfde ftaen in de Winckels gereet, 0¥
van Eyeren, van Rofen, van Wijn-fteen, van Myrtu^\' I
Sdve van Rofen, Populyoen, Nutritum; PlaeHer
pompholygos, van Cerufe, ende Diachalciteos.

H

ET

-ocr page 167-

het

tweede boeck.

van de

^yt-wendige

^ E E L E N,

t J

VTA in komende

T E S l e y n e n,p u y s^

\'^\'Wonden,sweren,

^«deZEE REN.

-ocr page 168- -ocr page 169-

r

\\

-ocr page 170- -ocr page 171-

Fol*

Het Eerfte Capittel.

I. Befchrijvinge der Deelen, in de Heel-konUe voornamelijck
te pas komende, i. Opper-huydeken,ofteVliefken. l.Huyt.
4- Vet. 5-. Vleyfigh vliefch.

6. Spieren-vliefch,
I.

Deelen van het Menfchelijckelichaem
werden bequamelijck gefplift in de gene,
die Om-vangen , ende die Befloten zijn.
DeOm-vangende
zijn wederom ofte Al-
gemeen , ofte Eygene. De Algemeene,
die over\'t geheele Lichaem gevonden werden, zijn
vijfin getal, het Opper-huydeken, ofte Opper-vliesjen,de
myt, Vet, het Vleyfigh vliefch, ende het Vliefch, dat de
Spiere in\'t gemeen bekleet
.De Eygene om-vangende
zijn de
Spimn, enbyfondere Vlkfen, gelijck in\'t Hooft,
Borft, ende Buyck , ten deele aen-gewefen in de
Ge-
neef-kpnBe,
alwaer oock befchreven zijn de Beflotene ,
ofte Inwendige,als in de Sieckten meeft plaetfch heb-
bende. Wy füllen alhier nader verhael maken, van de
Uytterlijcke, daerby vougende
Aderen, Sagh-adcren,
^nuwen . Banden, ende Beenderen ,

öe kennilfe van defe Deelen is een Heel-meefter
boogh-noodigh, De gelegentheyt van
hetBuyck:t:iiefch
in het af-bitiden, ende af-fnijden van \'t Scheurfeii de
ongematigheydt ende lichte bedervinge van het Net^
als het in
Buyck-wonden uyt-hanght; het gevaer uyc
het quetfen der
Aderen, ende Slagh-aderen, die dickwiis
door haer veel Bloede het Leven uyt-ftorten j gelijck
inde:{enufflen, ende Wm het Gevoelen , ende Be-
jegen wert benomen; foO oock in\'tdoor-ftijden van
Q^Spuren,, als fulcks niqt en gefchiet na dendraet; de

-ocr page 172-

136 H E E L-K O N S T E.

natuyrlijcke ^t^zhtdexBeenderen, om de felve uyt ht
Lidt zijnde, wederom wel in te fetten ; dat het Opper\'
huydeken af zijnde > wederom groeyt ende dat de H«/^
gequetft zijnde, meeft altijt een Lit-teecken na-laet.

2. Het eerfte van de Algemeene Om-vangende dec
len is de
Cuticula, in \'t Griecks Epidermis, als of men
feyde ^^p-gupöeßCll. Dit en is niet anders, als een
uyt-werpfel van de rechte Huyt, de Vliefen van den
Ajuyn, ofte Eyeren feer gelijck, wit, ende ongevoe-
ligh. Groeyt van dicke Dampen, die uyt-waeffemen-
de van buyten door de Koude cegen-gehoudé werden >
even gelijck een vlies, op Pap, ofte Bry koomt, als
menfe gekoockt zijnde, laet kouwen. Eri de jongh ge-
boren kinderen zijn daerom foo root,dewijl dit Velle-
ken noch gantfch dun is,ende door de Koude noch niet
gebleyckt, noch verhart. Het en is daer na niet even
dick over \'t geheele Lichaem : maer valt alderdickft
in de Voeten, oni dat de Huyt aldaer, als wy op fcher-
pe , ende onevene fteenen gaen, niet en foude befcha-
dight werden. Het en is niet wel van de Huyt door
\'t
geficht te onderfcheyden, dan alleen indeBleynen,
Puyften, ende gebrande Bladeren, wanneerde Water-
achtige vochtigheydt na buyten gedreven werdende,
door de huyt wel geraeckt, maer hier tegens het kout,
ende ongevoeligh velleken blijft fteken. De Slangen
verworpen het tweemael \'s jaers , in de Lenten, ende
in den Herfft. Waer van breeder te fien is by
Gefnerus
in\'t 5-Boeck van fijn hiftorye der Dieren, op\'t i.cap.
De Zijde-wormen vervellen mede, doch viermael in
veertigh dagen; gelijck Aqapendentel3etüy^ht: maer de
Menfchen nimmermeer, als in Sieckten, ofte door
Blancketiel.

Dit Velleken,ofte Vliesjen heeft verfcheyden Cc
hruyckj Voor-eerft, om te wefen een middel van\'t ge-
voelen: want als dat af is, dan voelt
de Huyt weUmaer
met Pijn, gelijck men kan fpeuren in de
Sweringen •

Ten

-ocr page 173-

^ H E E L-K O N S T E. 157

, om de Mondekens van de Aderen, die
n ae Huyt uyt-komen, toe te fluyten. Soo fiet men
at daer dit Velleken af is, de Huyt geftadigh traent,
gelijck in een Biicknaefs. Derhalven is\'teen feeron-
geiont werck, fonder dit Huydeken geboren te wer-
den, als gebleken is aen
Lodewijck, koningh van Bohe-
men, ende Hongaryen, die, noch maer een kint zijnde,

g")s werde.

Onder dit Vh\'esjen leyt de C«m=ofte ^UJ)t/de welc-
he IS een groot, ende dick vel, beftaende uyt vermen-
gmgevanZaet, ende Bloet, van middelbare gema-
tJgneyt, een werck-tuygh van het uyterlijck Gevoe-
»en, ende om met eenen de binnenfte Deelen van den
JDUyck te bedecken, ende te befchermen.

Defe Huyt, gelijck gefeyt is, heeft haer wefen uyt
^aet, ende Bloet. Maer om d^t haren eerflen oir-
ipronck meer uyt het Zaet treckt, als uyt het Bloet,
ioo en könne geen Wonden,Sneden, ofte andere Ope-
pingen inde Huytgenefen (alsfomtijtsdaerfe geheel
lachtis, ende in jonge Kinderen, omhaerbjmerighe
vochtigheyt) fonder een Lidt-teecken na te laten.

De Huyt is van middelbare gematigheyt, ais moe-
iende oirdeelen over\'t Gevoeien. Het werck-tuygh,
".at geheel heet, ende droogh is, en kan de verande-
Jfpgh van het Objea, ofte Tegen-werpfel, foo iichte-
njck niet gewaer werden: die gantfch facht is, en kan
eontfangene gedaenten nietby haer houden De
derhalve gematight, tulfchen hart ende facht,
imonderheyt die in \'t binnenfte van de Handt is, ende
\'"eerder die van hetvoorfteder Vingere (omdat
delelve haer dagelijcks werck hebben in\'t Gevoelen)
tenzyde felve door arbeyt, gelijck roeyen, fpitten ,
aeiven, te feer verhart is. Heeft mede haer fcherpfte
T r? ^^el Zcnuwen ontfanght, ende dicht
3nn • vverdt gehecht, voornamelijck als\'er

onnmgheydt by koomt. Hierom geb-curt het, dat de
L 5 Swaer-

-ocr page 174-

m

138 HEEL-KONSTE.

Swaer-lijvige, die tufichende Huyt, ende Vleyfig^
vliefcU veel Vets hebben, feer fober van gevoelê zijn-
ende in tegendeel ontrent de Lendené maer even aefl\'
geraeckt zij ndcjterftont een Kittelingh vernemen, o"\'
dat de Huyt aldaer dun is, endede VHefen der Spi^\'
ren in menighte daer onder vergaderen .

De Huyt al fchijntfe van alle kanten aen malkandet
gehecht te zijn, foo heeftfe even-wel veel gaten, waef
van fommigefichtbaer zijn, fommigeonfichtbaer.Dö
Sichtbare vertoonen haer in de Oogen, Neus, Mont\'
Navel, ende foo voort. De Orifichtbare zijn de Pori\'
ofte Tocht-gaet jens in de Huyt, waer door waeflem\'
fweet, ende havr koomt, zijnde ontelbaer. Waeroif
de wijf-gerige
Plato, de Huyt vergeleken heeft by ee»
Vifch-korf, ofte Fuyck . .Ende wy lefen, dat een Ko\'
ningh van Perlen de felfde foude gebruyckt hebben iö
plaetfche van glafe venfters: want by haer felven, fofl\'
der bereyxiing gedrooght zijnde, is fy vol gaetjeus gC\'
ßickt. Dooi- defe Gaetjens en looft de Nature niet
alleen haer fweeterige, eiï drooge (het welck de Hem\'
den uyt-wi)fen) Vuyiigheydt, maer verfchept oock
ongevoelijck haren Adem . Het welck daer uyt ge-
noeghfaem blijckt, dat fomtijts, als den
Aem-tocho
van boven belet, ende tegen gehouden zijnde, gelijclt
raeninfonderheydtfiet in Vrouwen, die door Opftij\'
gingh voor doot van haer felven leggen, fonder eeni\'
^en Adem ,\'t zy oock met ee Veer ,\'t zy felfs met ee"
Spiegel, te bemercken, even-wel het Leven noch oH\'
derhoudé wert door de ongevoelijcke Door-blafiog"
van defe Gaetjens. Ende foo verhaelt
Gdenus, dat
yemant, dien een Olïe-blaes voor Neus, ende jVlont ?
gebonden was,even-wel nochvier-en-twintighuren
in \'t leven bleef. Defe Tocht-gaetjens en zijn in alle
Lichamen niet even-eens. Wekkers Huyt yel, en-
de veel door-boort is, werden van binnen minder be-
fchadight,
maer meerder van buyten; in tegendeel de

-ocr page 175-

u E* ? O N S T E. «9

minder

aclS^ , om dat deRoock-

Heet v^n r "\'f "^f^ ^ie geheel

doen

wel on^n . . en over-fuicks dient haer Huyt

voor degene, die Kouder van aerdt
beterd^rj\' > f.^!" ^veyniger Lucht van nooden is, valt
?aetien. \' ender bhjft.DefeTocht-

wiidf even-wel van naturen nietruym, ende
da/\'p. ^"de onfichtbaergefchapen, op

fchiS^"\'" ^^\'^^\'egen van Geeften en foude ge-

onenl? ; r^ f\' gebeurt, datfe haer al tefler
openen , gehjck in onmatige Hitte, Blijdfchap , en-

^che fchierhjcktefterven. Werden oock fomtijts foo
tutsfn?\'?\'gelijck eer^

^t (in fi;n Üyt-Ieggmgé op Hippocrates van deBreuc-
blopH " bevonden te hebben de Swachtels feer
Ru ^.V \' ^«"\'^er eenige andere openinge, het
^ioetalleen door defe Tocht-gaetjensftralende. Hec
To.k teghendeel, dat, wanneerde felve

ocht.g \' f\'ware Sieckten veroir-

ec^t werden, als in de Somer door het baden in kou-
^l^x^nder de Groote, ende keyfer Frederick.
verhalende Hiftory-fchrijvers
werm ï?;. \' f\'oodanige alleen met een

Het K te hebben .

haem ro^nrr eerftelijck om \'t Lic.

ien te VP? "" ^^ bekleeden, endedeinwendigeDee-
T^n andp waerom fy oockredelijcké dick is.

voelpn "\' werck-tuygh van \'t Ge.

hoo^ nol?\'\'?"\' \' \'\' Ghevoelen tot het Leven
fpreydt is p^ geheeleLichaem ver»

len, \'teene^^^ oordee-

? bene mateh;ck IS aen te nemen, endedatuyt-

fteeckt 3

-ocr page 176-

f4o H E E L-K O N S T E.

üeeckt, ende fchadelijck foude wefen, ce verwerpen»
foo is fy Gematight van aerdt gefchapen. De welcke
Gematigheyt haer oock te palfe koomt, om daer door
alderhande Lucht te können verdragen;\'t welck geen
van d\'andere Deelen gegeven is. Want het zy, dat
men Been, ofte Vleyfch, van heete,ofte koude Lucht
laet befchijnenjmen fal daer terftont fulcken verande-
ringe in bevinden,datfe met bedervinge dreyght: daef
de Huyt, al ons leven, alderhande Lucht onbefchade-
lijck uyt-ftaet. Dit felfde fiet men even-eens in Ap-
pelen, Peren, ende andere Vruchten, diefoo lange fy
in hare Schellen blijven , langh goet gehouden wer-
den : maer, gefchelt zijnde, haeft bederven, dewijl
haer gematigheyt, door de Lucht, terftont verandert.
Het welck oock deOirfaeckis, dat in Wonden, de
werckinge der Deelen fchierlijck befchadight werdt i
foo dat fy haer voedfel niet wel en verteren, noch haei\'
overfchot wel uyt-fmijten. Tot Teyckené zijn Etter»
ende waterigh Bloet,
{Sanies genoemt) waer van hec
eene koomt uyt dicke,het ander uyt dunne overtollig-
heyt, die door de ongevoeüjcke Tocht-gaten, gelijck
in gefonde ende ftercke Deelen gefchiet, niet uyt en
waelfemt. Want de lucht en raeckt foo drae niet de
ontbloote Deelen, ofte fy verandert terftont, ende be-
derft haer natuerlijcke gematigheydt. Derhalven
moeten de Heel-meefters in \'t verbinden wel letten >
dat fy de Wonden niet bloot en laten , maer, terftont
nae het af-nemen van\'t verbandt, de felvige forgh\'
vuldigh toe-decken.

Volght onder de Huyt, het derde deckfel des lic-
haems, te weten het©jt/ het welck in de Menfcheü
leyt tulfchen de Huyt, ende het Vleyfigh vliefch,maer
in de Beeften onder \'t felve Vliefch;het welck de oir-
faeck is, dat de Menfchen de Huyt niet en können be^
wegen, gelijck de Beeften. Soo fiet men dat de Paer-:
den door herfchuddé
van de Huyt de vliegëaf-^ weren.

Keï

-ocr page 177-

Keria.? E E L-K O N S T E. ,41

tiehft j f gemaeckt uyt het vetfte, ende luch-
s «e deel van wei-gekoockt Bloet,de kleyne Ader-

niatm. Ir\'" \' "y j het welck door

\'\'\' ^«"de hetfmelten ,

ende v fli T"\'f \'f koken) van de koelte,

doo T l \' ■ Bieren, des Winters,

oor de kouw, ende vaftigheyt van de Huyt, veel ver-
de v^^ïc." "t^ veel vets in koude, e^^
SchaDen Menfchen, Swijnen ,

is, als een Man. be^ ^[«"wgemeenLjck vetter
aerdt zijn, gelijck
aS «r
fen, hebben weSfh^ nf\' ^mdt-honden, endeHa-
neef-meefters
Sfv^?! Ge-

Oirfaerk vsn\'r V«/ getwift over de werckende
Koude is vL h \' die Wermte,ofte

y K ^\'\'den werden verfcheydené

Skn t" alhier

koude Lic^\'f,en ^ , dat

ten, de K \' foo is wel te befluy-

oi?f haer vaftigheydt

runt Iel\'t\' Vette bloet tegen haer aen-
kende Kon " hier geen merckelijcke ofte werc-
infichte vaTdfi^^\' foodanigh gerekent werdt ten
Wermte,ofteTende even-wel, zijnde flappe
quaem is. ^\'^heydt, tot het ftremmelcn be-

^eefter,ende defSä nï Konincklijcke Geneef-

Rehaelf pnrl« k -r ^"t-leder Andr.du Laurensover-
«en W.w/«x:van dat hv F? t\'^\'

voor flapoe wi!" T^°^^^e"y«-leyt,enderekent

foude diedevettigheydtvan\'tBIoet

het felve Ä in \' = ^^^ «\'V "^et ■"
s \'molten
Loot, als men het van \'t vyei

Ge-
vyer neemt >
uyt-

-ocr page 178-

142 H E E L-K O N S T E.

öyt-gegoten zijnde op yet} dat wel werm, maer met
foo heet, als het vyer en is , niet en laet terftont die« ^
en ftijf te werden.

Het Gebruyck van \'t Vet is mede om \'t Lichaeni
rontfom te bedecken, van buyten te
befchermenjende
als een onder-kleedt de natuyrlijcke ofte in-geboreo
Wermte te bewaren. Sulcks doet het Somers foo vv^e» ^
tegen de Hitte, als \'s Winters tegen de Kouw. Wa"\'\' ,
alfoo in de Somer de lucht dun is, en de Tocht-gaet\' | f
jens van de Huyt open, foo verhindert het Vet doöi"
fijn klevende Olyachtigheyt, dat de fij ne
Somerfcb® ;
lucht in het Lichaem niet en kan door-fchieten, ende
de natuyrlijcke Wermte alfoo uyt-trecken, even-eenS
gehjck de Winckeliers om Citroen-fap , oftediergS\'
lijcke, van bedervinge te bewaren, daer Olye op gi^\'
ten. Ten anderen, al wat de heete Lucht verdroogh^\'
dat bewaert het Vet, door fijn Vochtigheyt. Öj®
Winters is \'t dienftigh tegen de Kouw, ende door de
felve te famen getrocken zijnde, en kan de Lucht niet
door-fchieten, ende dien-volgende door haer onge\'
matigheydt de inwendige Deelen niet
befchadigen -
Soude noch vorder nuttigheyt,ende gebruyck het V
mogen toe-gefchreven werden, om de Aderen,Slagn\'
aderen ende Zenuwen, die na de Huyt gaen, te onder\'
flutten: als mede om in grooten brandt, ende lang"
vaften, eenighfins in voedtfel te veranderen. Wantje
Menfchen,
gdijckGakms fchrijft, werdenmagei"
wanneer door groote hitte het Vet verteert. Het ge\'
beurt fomtijdts, dat dit Vet fmelt, ende in de Aderen
loopende gelooft wert door het Water, het welck m^n
dan daer merckelijck op fiet drijven. , ^

Uyt dit Vet können Teyckenen genomen werden
van Gefontheyt,ofte Sieckte. Als na een lange SiecK\'
te den Buyck fwelt, door vermeerderingh van\'t Vet»
fulcks is
een goet teycken. Want door de dickte van
den Buyck j vermeerdert de natuyrlijcke

-ocr page 179-

vvaerdn. ? O N S T E. H3

\' ftercU \' / binnenfte Deelen verwermt, ende ver-
i Soet w\'j \' ^ ^^^ verteren, ende daer van
dijïer D • "\'t altijt overvloe-

\' fte ƒ elders. I n\'t hol, ofte binnen-

vleefchïi. u \' Voeten is \'t meell

de ^eJe Vets haer werckinge fou-

^ niet foo dienftigh

^ mrnfchen\'^l™." t^g^ïiicks, dat de gantfch Vetle
datdïn Deredenis,om

ie di Borft niet alleen be-

\' -rVet" T l ^ \' > door de dickigheyt van

-rStUaL door-gangh en heeft door dc

Lnlefoo veel temeer-
de uvt te h^Ipn
rr \' ^^ ^^ trecken, en-

de gene di r \' ichrijft i. Aphor. 47. dac

ofte hapft^r • f « > ^"de vet van nature zij n, rafch ,
minder BI Want hoe meerder Vet, hoe

5. Het de fonteyne van\'t Leven is.

nicuius canofur^ om-vangende deel is de Pm-

•tfelvenietiidLS^^^\'ÖÖ Wtóffggenaemt, hoe-wd
vleyfigh bevond ^^^«ntchen, maer alleen in de Beeften
Huytieheelvaft ^ndeBeeftenis hetaende

de felve können gefeyns)fy

ee vefelen Hp lu- ende koomt alleê met eetii-
?e7wae!Sn f? o^^K\'^ï?^\'- beyde het Vet hebben-
als alleen in\'t Voorlhn^f. bewege en können,

werd de Menfchen gevonden

Vlietn \' "y\'Z^delijckeftoffe. als alle andere

endebefchermenisvan\'t

laere^^\'u n \'äe Vaten, die na de Huyt

^ äaen, cen.gh fteunfel te geven: ende daer-en-boven tc

ver-

-ocr page 180-

144 H E E L-K O N S T E. .

verhinderen, dat het Vet, door\'t geftadigh bewege"
der Spieren, niet en kome te fmelten .

6. Het vijfde,ende laetfte algemeen om-vatigenae
deel is het ^pfßCm-WiefCÖ/dat al de Spierë bekleet.
Dit is dun,geiijck alle Vliefen, beftaende uyt Zenuw-
achtige fnafelen, ende aen de Spieren met geheel fi)"^
draeykens vaft gehecht.

\'Tgebruyckvan ditVüefch is, de Spieren root\'
fomme te bekleeden, te bepalen, ende van malkander
te fcheyden.

Het IL Capittel.

S p I B R. E N. 1. Haer Bmaminge, i. Befchrijvingi\'
Am, Wefm > ende Deelen, 3. Gebruyck..

Oi

t.

JNder het laetft befchreven Vliefch, vertooneU
haer de Spieren, dié mede het gantfche Lichaeij»
bekleeden, ende de Inwendige Deelen met Vleyfc"
om-vangen. De Spier werdt mede, nae de gelijcke-
niffe, volgens den Grieckfchen naem, M«y/geheeteO>
in
Latijn Mufculus, ende om de felfde reden Lacerpus-
hoe-wel geen algemeene ghedaente de Spieren, va"
wegen haer verfcheydenheydt, en kan toe-gefchre-
ven werden. j,

2. Spieriseenmeer-flachtighdeel, beftaendeur
Zenuwen, Vleyfch, Vefelen, Aderen, Slagh-adereO\'
ende Vliefch; het naefte en voornaemfte werck-tuyg^^
van vrywillige Beweginge.

Dat hy een Meer-flachtigh deel is , blijckt uyt de ver-

fcheydenhey t van de deelen, waer uyt hy beftaet.

De X^nuwen fpruyten uyt de Herflenen, ofte Rug«\'

graets-mergh, van de welcke fy met de Geeften ee"

roerende ende gevoelende kracht de Spieré aen-breo-

gen, in weickers beginfel, ofte midden fyin-fchie^^\'

nim-

-ocr page 181-

nlmttip H E E L^K O N S T E. 145
heeft \' gelijck
GaUms wel aen-gemerckc

de ^^^ voornaemfte deel der Spieren,en-

van bylonder aert, ende wefen, als het Vleyfch van
Ungewandt. Sijn gebruyck ftreckt, om de Vefelen
fon fcheyden, ende te befchermen, de drooghte
"O van Zenuwen , als van Pefen te matigen, ende de
-leujcke geeften werm, ende rap te houden.
\' Thir^^ "\' beftaende uyt kleyne draeyen, ende als
inipperingen van de
Banden, ftercken, ende onder-

et Mue?.^\'\'"\'\'\'\' \' de Ancker-yfers

aen^L1^on^ het Voedfel

He^^;^ A ?^^ natuerlijcke Wermte .
de^SJ. ^ \' dat alle defe deelen byeen houdt, ende

end^lfaS\' H^Ü" fe verdeelt, Hooft, Buyck,
als vaft ^ebon? \' genoemt,

fpruvt npr^^" ^^^"de aen-t Gebeente, daer het uye

gekeurt; wanrnerL^^i ^eel des Spiers

BewegingebevoE\'\'P\'

Spier evnditrhr Jc i den wekken de

GineJ SrnrnnVt \' ^e gemelte Gdenus ftelt

Swe^S^h m\'!? uytvermenghde Vefelen van
Wd fe^^\'i t • Banden! waerom eë Pees

i W u\'"•"\'f dick is, als een Zenuwe.
\'tRebrSSc Befchrijvinge, hetampt ende
gefeyt te wefen, om vry-

Sitt r^fTr\'\' endefukks als naL

^.egick-tuygh. Want al is \'t, dat de Herlfenen, en-
ae ^enuwen h.er toe mede het hare by-brengen, foo

Seeraerdigh is

de Zennl" u \' dat de Herffenen gebodety,

zenuwen hetgebodt over-brochten, ende de Spie-

-ocr page 182-

146 HEEL-KONSTE.

ren uyt-voerden. De Herflfenen overleggen wat te be-
geren , ofte te vermijden ftaet, daer van koomt het be\'
ginfel van de Beweginge; de krachtom te bewegen \'
brenght de Zeniiwe aen j de Spier, met de Zielijel^®
geeften door-ftraclt zijnde, wert terftont beweegh\'^\'
Ende gelijck een Ruyter het Paert door den Too\'\'\'
leydt: even-eens werden door de Zenuwen, alsto/\'\'
men, de Spieren vrywilligh aen-gedreven van de
lijcke kracht, die haer woon-plaetfch in de Herl^^\'
nen heeft.

Wy fouden wijdt-Ioopiger, foo in \'t algemeen j
in \'t byfonder van de Spieren handelen ,\'t en wareo"^
die moeyte loffelijck af-gefneden was, door 00^^"
vrient, den Hoogh-geleerden heere , na vvi«^

daer van te fchrij ven, foude foo veel wefen > volge"^
het oude Spreeck-woort, als van Troyen na Home^i"\' .

Het Hl Capittel.

1. Byfondeyeom-mngende Deelen, z. Huyt van\'t Hoofi\'
verfcheyden van d\'andere.
3. Bayr in me\'eß al de Die^^^\'
4- Sijnen Oirfpronckj Oirfaeck^, ende Groeyingh, 5-. Lengl^f\'
ß- Gedaente, y. Verwe, 2. Gebruyck^. g. Panne-vliefi\'^\'
<^ir\'fpronck,, ende Aerdt.
i o. BuycJi-vliefih : Oirfproi^^"
^erdt, ende Gaten.

I.

T^A de befchrijvinge van deAlgemeene om-v3^\'
7 ^ I^eelen , foo fullen wy nu oock aenwi)\'«^"
de bylond^e, en wat byfonder onderfcheyt fy hebben-

2 De%iptbatt \'t3^O0ft is daer in verfchillend«

van degene, die hetgeheele Lichaem bekleedt, datfe
foo gevoehgh met en is. Waerom waer is, ende daer
op oock het gemeen feggen flaet, dat
Hooft-wondeß
fachte wonden zijn . Dan die fachtigheyt en vermio\'
dert haer groot
gevaer niet.Ten tweeden,is defeH«/\'

oocK

r

-ocr page 183-

^«Ckv-I^ E E L-K O K S T E. 147

Welrl- 3 \' ":\'"cker, ende fmariger, als d\'andere i het
felvil dat haer Wonden, wanneerde

heelen ^r " \' lichtelijck toe-

lijcK \' ^ »^^er fmarigheyt, alderfwaer-

nSn ^ kan werden. Ten derden, is het Hooft
d^ GeCf het welck medTom

dietefvÄSS\'^^^P^r

^riHotdes ectuYzht Tntfi V S^ijckde wijf-geer
Vi/Tchen nfet Schobben ^^^"^^he van \'t Hayr zijn de
ren, fommige Beefte^r\'^^"\' de Vogels met Ve-
lange Angels. Yfere-verckens,met

ftoryede\'üSn^ol?^^^^^^

linge der felver,op her x/" ^/n de Te-

werpingen, op\'t tV Voor-

•> Geneef-konfte, eiThn" »"\'t 9- capittel van fijn

alle de nieuwe Gene r ^^^\'^\'ft^PPen volgende, meeft
voor geen recht Deel d"\'?^®"\' kennen het Hayr

------ \'">-uwc vjeneef m n \'■ \\ °-----—

voor geen recht Deel d^^r "\' kennen het Hayr
andere, uyt «npr f ^»ehaems, als niet, gelijck
werdende: nSli.-"^\' ontftaende, ende gevoedt
achtige, enT r overfchot van eenigeroock-

Toclu-eae ,7 Dampen, die door de naeuwe
\' n blij ven fteS\' \' geftooten werdende, daer
derom van ande"\' andere, ende die we-

ïen laetften tot H.\' \'""\'er tijdt aen-gedroWgen zijnde,
gevoelen met ve^L"\' ^ekk gemeen
PhvRol 1 Irenen beweert wert van Fernelm

beerde Genepf ^\'^\'a ^^gen-gefproken vah eenige ge-
i\'oo moYt Om deVakeweltebegrijpïn,

Deeernlr"^ ^\'^hï\'nge komen, wat een Deel is.
Lichaam te wefen
een

een eem Jn T ^ geheele vaft is, verknocht met
S «lecn leven, ftreckende tot dienft, en gebruyck

M z van

É

-ocr page 184-

14^ HEEL-KONSTE.

van \'t gancfche Lichaem. Defe bepalinge wert voot
goet op-genomen
srinBertims 6.Medic.<^. Laurent)"^
i. ^mt.quceß. I. ende D\'^-Jpieghd ^. de Human, coff\'
fahr.
I. maer berifptdoor den fcherp-finnigen, e""^
naeuw-keurigen
Argentems, Qom.t. in Gal. art. Mcd-7-
alwaer hy hec Menfchelijcke Lichaem in verfchey»^

fluckenontledet; ten eerften, van wegen dat het e^"
felfftandigh wefen heeft, ende daer van ftelt hyfij\'^®
Deelen, Stoffe, ende Gedaente ; daer naaenmerc!\'\'
hy het felve, als een lichaem, wekkers deelen foud^\'\'
zij n alle de Leden ; ten laetften, als leven, ende zie\'®
deelachtigh zijnde, ende dat uyt die reden, de Deele"\'
die kven hebben, moeten gerekent ende genoe\'^\'"
werden, deelen van \'t levende, niet van \'t Lichaef^\'
Maer dit gaet al te fcherp , ende buyten het fpoor V^^J
de Geneef-konfte. Want een Geneef-meefter en nce«^^
het Lichaem niet in achtinge, voor foo veel het
tuyrlijck is, beftaende uyt Stoffe, ende Gedaent^^
gelikk de Naturaliften doen; maer alleen gelijck ^f
«e Gefontheyt, en Siecktenonderworpen is. DerW^\'
ven en kan niet anders voor ^en Deel van onslichae\'\'\'
aen-genomen werden, als dat in Gefontheydt, of\'^
Sieckte de Lichamelijcke werckinge wel, ofte qH^\'
iiJGk uyt-voert. De Werckinge gefchiet door leve"\'
pe , met door onfielijcke Deelen ; gelijck de Sieckt®
is een geftalteniffe eerft,ende door haer felvé de
„"P belettende. Waer uyt blijckt, dat het Lich«\'
ineji;ck deel byF£mZ/«j wel befchreven is. Daerz»/\'\'

^Tf eenige, diedefe befchrijvinge foucRe»
r \' \' dat het Deel van een

? Ih^ ? !?wefen,-tgenedeGe;

fonheyt,endeSieckteonder-keurighftont,omdief\'
Wille, dat de Cehigo niet in de Deelen en zijn , va»
wegen haer gebruyck, alfoo
Galenus in hetbefchrijven
van de Sieckte geen gewagh en
maeckt van\'t Ghe-
bruyck)
maer alleen van de Werckinge, feggendede

-ocr page 185-

r-, . HEB L-K O N S T E. 149

{•gpge te wefen een geftalteniffe, die eerft, door haer
, .\'^en, fonder middel-wegh, gevoelijcken de Werc-
j tegens de Nature, verhindert. Dan hierop
\'^\'enttot antwoordt, dat de Werckingealtijdt belec
^erdt, als het Gebruyck belet is^ gelijck wanneer het
"oornigh-vliefch van \'t Oogh te feer verdickt, dan
Werdt de Werckinge befchadightjom dat\'t Gebruyck
befchadight werdt. Nu dat
Gakms in fijne befchrij -
vinge geen gewagh en maeckt van \'t Gebruyck, maer
alleen van de Werckinge, fukks is fonder twijfFel by
hem gedaen, eerftelijck, om dat de Werckinge vol-
komender
IS, ende boven het Gebruyck uyt-fteeckt,
het welck rnaer tot de Werckinge ftreckt;ten anderen,
om dat de Werckinge meerder blijckt, endegefpeurt
wert, als het Gebruyck. Nu het is klaer by de Re-
den-kavelaers , dat de Befchrijvingen moeten gedaen
werden, door het gene klaerfte, ende meeft blijckende
IS. Volgens dan de verhaeide befchrijvinge, en fou-
aen
Hayr, noch oockNagden niet moge gerekent wer-
üen, voor rechte Deelen onfes Lichaems. Want al
" uyceen Lichamelijcke ftoflPebeftaen,

ende vaft aen \'t Lichaem gehecht zijn , ende ons niet
londer Gebruyck gegevenjeven.wel dewijl fy foo niet
vereemght en zijn, datfy mede eenalgemeen levé met
Jet geheele gemeten, foo en können fy voor Deelen
des Lichaems, met aen-genomen werden. Want fy en
leven met, feydt Ferndms, als Beenderen, ofte Kruy-
den, noch en werden niet onderhouden door binnen
toe-brengen, ende in-fuygen van \'t voedtfel, noch en
krijgen haren wafdom niet in breete, ende diepte, ge-
lijck wel in de lenghte: maer de ftofFe leydt in plaet-
Iche van voedtfel (alfoo het eygentlijckgeen voedtfel
enis) aen haer Wortels, waer door fy, gelijck gefeyt
IS, lu de lenghte uyt-gedouwt werden, even gelijck
de Steenen, die in \'t ingewant der Aerde door by-fet,
tingh toe
-nemen, ofte gelijck een Huys, dooyop^leg-.

M 3 .

-ocr page 186-

150 H E E L-K O N S T E.

gingh van Steenen allencxkens werdt op-gebouwt.

Defe Leere en bevalt niet wel den Spaenfchen ge-
neef-meefter
Rod. a Veiga in ßjn Uyt-legginghen op
het gemelte cap. van Galmus. Want foodanige Dea-
len , feydt hy, die de Nature als wapenen, ofte klie-
deren om \'t Lichaem der Dieren geflagen heeft, zij"
gelijck de Huyt in fomniige, dewelcke fekeris , dat
recht gevoedet wert, ende met\'er tijdt, een
ander dae«
onder groeyende, af valt, gelijck in de Slangen. P®
Bladeren van de Boomen, zijn om de Vruchten te be-
fchaduvven, ende te decken, de welcke,
gelijckfedoor
de Nature onderhouden werden, foo lange haer leve"
duyrt, foo vallen fy oock op haer tijdt af, efi daer ko\'
menanderein haer plaetfch. Inde Vederé vande V^\'
gels is het Voeden befcheydelijck te mercken, niet al\'
leen aen de Wortel, alwaer een vleyfige Ader door
fchacht gaet, maer oock eenen eenparigen aen-wafct\'
van de uytterfte fnafelen. Dit alles, feydt hy, geef"^
een fekere bewijs-reden, dat fyeen byfonder wefe"^
hebben, ende oock dooreen Natuyrlijcke kracht {he"\'
wckk Gdemsontkende) geregeert, ende onderhou-
den werden, Waer noch by koom t een ftercke reden >
dat in de Nagelen gefien werden Vefelen, (jae felfs\'
gelijck D^-
Spieghel betuyght z. ^nat. 11. Aderen >
Slagh-aderen, ende Zenu wen) die het Voedtfel aen-
brengen, gelijck in de Bladeren van de Boomen, ende
het Hayr allegader grijs wert, ende fchierlijck ver-"
fcheyden verwen aen-neemt, na de verfcheydenheydt^
van het Voedtfel, dat niet aen de Wortel geftelt en is»
maer binnen in fijn holligheyt ontfangen werdt, ende
dat oock het roocken desHayrs met Wel-riecfcendß
dingen fijn kracht niet langhfaem uyt en voert. Dac
vorders gefeyt wert,de felfdige niet ront uyt, \'t
welck
levendige Deelen eygen is, maer alleen in de lenghte
te walTen : Sy en nemen geen acht, dat alle Deelen
nietgelijckelijck en groeyen, noch door alle jaren,

poch

-ocr page 187-

H E E L-K O N S T E. 151

nae alle maten, gelijckfe oock niet vooit en ko-
~ dan alleen nae het verfcheyden gebruyck, dat
y nebben. Want op een fekeren tijdt groeyen j ende
jaifen Bladeren, Bloemen, Vruchten, Tanden, en-
de op geenen anderen . S00 groeyen, ende vergroo-
ten de Borften in de Vrouws-perfonen, de Schoude-
ren in de Mans, de Onderfcheydelijcke leden in bey-
de, op fulcken tijdt, allTe noodtfakelijck beginnen te
Werden, het welck van
^rifiotdes oock aen-gemerckc
IS in\'t 7. bouck van de Hiftorye der Dieren , op\'t 10.
capittel. De Nature dan , als fy in fommige Deelen
de dickte, ende breete doet toe-nemen, foo verlenghc
fy andere , volgens het Gebruyck, ende den Dienft,
die ly te doen hebbg,veranderende het gelijck groeyen
m verlengen; gelijck fy het Hayr in de Maen , ende
Maert van de Paerden langh laet uyt-waflen,
eh over
t geheele Lijf anders kort hout, om dat het gebruyck
lulcks vereyfchte,den aerdt van het Hayr felfs meten-
de nae Gjn Gebruyck.

ternelws gaet verders fijn felven tegen-werpen, hec

gene van anderen gedaen werde, te weten, dat in de
Kmders de Nagelen met de Vingers in lenghte, bree-

\' ™ gelijckelijck wafien, ende datfe met
den ouderdoni grover, ende harder werden i dat op
de felvige vvi,fe het Hayr in volwaffbne mede langer,
dicker, ende ftijver is, als in de Kinderen. Ten ande-
ren,dat Hayr,en Nagels niet fonder eynde en groeyen,
maerfeker wetende maet hebben , gelijck de Plant-
loenen i waer uytfchijnt te blijcken, datfy een rechte
Voedinge deelachtigh zijn. Want, indien fy alleen
toe-nemen, door dien de ftoffe aen de wortelleyt, de-
wijl de felvige geftadigh daer naetoegefonden werde
(het welck daer uyt blijckt, dat het Hayr gekort, ofte\'
gefchrapt, altijdt wederom aen-groeyt) foo fouden fy
doorgeftadigh by-vougen ten laetften weeldigh, ende
fonder eynde groeyen, ende vergrooten. Maer wy fien

M 4 fc^«^

-ocr page 188-

ï54 HEEL-KONSTE.

dooden niet altijdt en groeyen. Datfe in de Kindereti
in haer op-wafren,medeinde breete nyt-waiTenjfuIck®
doet de breete van de Deelen, daer fy door komen^
ende dat fy verdicken, gefchiet om dat het Roockig"
overfchot, daer fy van groeyen, met\'er tijdt dickC»
ende drooger werdt.

Wy ftellen dan de naefte Stoffe van\'t Hayr in ec"
Roockachtigh overtolligh uyt-werpfel, ende de vej\'
dere in een overige Vochtigheyt, voornamelijck in
Klieren haer onthoudende. Derhalven, daerKliere"
zijn, groeyt gemeenlijck Hayr, gelijck achter de
ren, onder de Oxelen, in de LielTen ; jae oock op
Hooft; dewijl de Herflenen, gehjck de groote Hipf\'
cratesCchrijki zijn als Kheren, wit, ende wrongeligh»
doen oock den fel vigen dienft aen \'t Hooft. Wantf/
ftaen, als een Kop, boven op\'t Lichaem, ende ontfaö\'
gen geftadigh de dampen, die van onderen op-waelft\'
men, waer van een deel door de Naden van de Pan ve\'^\'
vlieght, een deel tot Hayr gedijt.

5. Het Hayr is dderlanghft op \'t Hooft, om dat dc
HerflTenen grooter zijn ais de andere Klieren, ende al\'
derdickftj omdat de Huyt alderdickft is, even-vve^
ydel, ende genoegh Stoffe in-houdende. Soo dat n^
de Huyt dick, ofte dun is,gefloten ofte ydel,de Voch-
tigheden veel , ofte weynigh, de Wermte fterck, oft®
flap is, het Hayr dick ofte dun, hart ofte flap, ve^^
ofte weynigh voort-koomt. De heere van Bujbeke,$^\'

fant va,a kcykx Ferdinand den i. verhaeltinfijn Turck\'

fche reyfen,van eé, die foo veel Hayrs op\'t Hooft had-
(ie,dat hy een mufket-kogel daer op konde af-fteuten.

6. Wat belanght de Gedaente. Het Hayr is >
ende recht, in de gene die genoegh Vochtigheyt heb-
ben , maer gekruk in de Drooge van gematigheydt»
waerom het oock harder is. Daer van zijn al de Mo-
ren , als van droogen aerdt, gekruk van Hayr ; ende
de Scythen, ende Thracyers hebben het langh, ende

-ocr page 189-

. heel-konste. 15?

J"gende, om dat die luyden vochtigh zijn, gelijck
\'i^oteks getuygt. Dc rechtigheyt van\'t Hayr koomt
er-en-boven uyt de rechte van de Tocht-gaet jens ,
" aer door de Dampen haer uyt-tocht hebben, gelijck
in tegendeel de gekrulde. Het Hayrfchijnt wei rout,
maenseven-welvier-kant, gelijck door de nieuw-
gevonden glafen, die dapper vergrooten, alleen ge-
merckt kan werden. Het is oock hoUgelijck het Hayr
van een Eiant, ende de Vlecht van Polen ons betuy-
gen; het welck blijckt, door dien dat het in de lengh-
^ g^hi^k de gemelte ^rmoteks

verfrh^v^lpn l u \' maer m de Menfchen is fy feer
de fe ^andt ,de Lucht, de uyt-fteken-

Z CZt ^l\' den Ouderdom . Ten eerften ,
Lnrhf-fK \'\'\'\'^" Landen, (daer oock foodanige
oir 1 bewonen, en hebben niet alleen droogh,
dl p" \'\' Hayr; maer oock fwart, gelijck

\' Arabiers, Indianen. Soo fiet men
Francoif/n"\'\'^\'"\'^^ Spaengjaerts, Italianen ende de
Hayr Dan H" u^^" d\'andere grenfen, meeft al bruyn
Lant\', hebb?\'■ ^"«houden in kout ende vochtigh
pémepnlnvt ^."^^\'^^^\'een facht ende recht Hayr: maer

bleyck, gelijckde Ne-
Ten twP^^;^ \' Denen, Sweetfche, Sec.
d J^veÏÏ\'ltrll^^^^^^^ Verwe de Vochtigheyck ,
treckt na den aert van r\'

Stth^L \' ^^ hetHayr gemeenlijck wit-

achugh, m Galachtige geel, in S waermoedige bruyn.

Ar" \'"^^«^ktden Ouderdom hier oock ver.
hard""^\'\' ^olwalfene wert het dicker, ende

narder; ten laetften oock bruyn, ende grijs .

O. tiet van\'t Hayr is driederley. Voor

eerft»

-ocr page 190-

156 H E E L-K O N S T E.

eerft, om het Lichaem tefuyveren van Gjn roockacB\'

tigeovertolligheyt.Derhalven is het dickwils korte"

goet, om\'t Geficht, ended\'andere Sinnen tefcher-

pen. Ten tweeden, om te ftrecken tot gieraet, ge-
lijck men fiet hoe leelijckde Kaelheyt ftaet. Maer in-
fonderheyt om het Hooft te decken, eiï van de Kou^
te befchermen. Waerom gefontis, dat men hetfelve
over de Slagh van \'t Hooft, daer het Been dunft is >
ende oVer den Halsjdaerden Rugh-graet,ende de uyt\'
koomft van de koude Zenuwen beginnen, laet wafleO\'
Dat verder over de fchouderen gaet, en ftrijdt niet al\'
leen tegen fijn recht gebruyck,daer het toe gefchape»
is, maer oock tegens de ftichtelijckheyt,
gelijck we»
aen-gewefen is van den eerweerdighen, ende hoogh\'
geleerden
D. Ucobus Borfihms, in fijne ziei-buygende
Vermaninge.

9. In\'t Hooft ftaet noch te lette op het Pmcr^»^\'\'^
ofte panne-blferc||/ het weIck de Panne van buyte"
bedeckt. Isredelijckdick, nae een vliefch ; om dit
edel Been wel te befchermen. Spruyt uyt de Vefeie»
van het dicke Herflen-vliefch, die het felfde door de
Naden van de Panné op-geeft. Het welck de oir\'
faeck is van de groote gemeenfchap, die daer valt tui\'
fchen de Herfiênen,en Herflèn-vliefen,met het Panne-
vliefch. Dit is feer vaft aen het Vleyfigh-vliefch, ende
de Huyt, de welcke, gequetft zijnde, daerom nieten
behouft te famen genaeyt te werden, alfoo de Kanten
niet verre van malkander en wijeken .

10. \'T gene het Panne-vliefch is in \'t Hooft j dat
is het Buyck-vliefch in den Buyck, aldaer mede een
byfonderom-vangende deel,ende, gelijck
Pericranmm,
in\'t GriecksPemon^um genoemt.DitVliefch bekleet,
in een gedaente van een Blaes i ofte langh Ey, al het
Ingewant van den Buyck, ende beftaet, gelijck oock
andere Vliefen, uyt een Zadige ftofÏFe j is een vliefch >
om, in het fwellen
van den Buyck, te konnen op-ge-
ven j

-ocr page 191-

E L-K

met en foude fcheuren ; in de Vrouwen van
Onder den Navel dicker, om , in het dragen, beter te
Können recken; van buyten vefeiachtigh, om te vafter
aen de Spieren gehecht te zij n ; van binnen glat, ende
als met water bef^oeyt, om dat de Dermen foo veel
Jevryerj ende lolTer fouden leggen. Is aïlefins dub-
belt, (gelijck alle Vliefen, felfs oock , na het gevoe-
len van
Laurentius, ende Cahrolius, het dunne Breyn-
Vliefch) het welck aen den Rugh-graet meeft gefien
r •.\'"^eris na beneden foo verre van malkander ge-
icneyden,dat de Blaes tufichen beyde leyt,ende fuicks
om dat het daer wel diende fterckft te zijn , daer hec
den meeften laft hadde te dragen, ende de Navel^vaten
hetR\',,\'^ te geven. Waerom oock

STs/^\'Ï\'^^" de Vrucht, van voren, daerde
Kei hirT^^werdt. Waer uyt alleen foude

SovrnfÄÄt?he^ Maermer-en.

voor de neder-gaende Slagh ader, met hettefte paer

uJelTu \' t\' Holle-ader, endenden

Magen-hals, ofte Spijs-draser. Onder is het door-
boort aen t Eynde, den Hals van de Lijf-moeder,
daer de Zaet-vaten nae de Ballen neder-gaen, ende de
Uyt-Ichietende op-kHmtnen. Maer defe gaten fouden
beter Icheuten, ofte uy t-fpruytfels moghen genoemt
werden. Hier door werdt het
Scheurfel veroirfaeckt,
V|
^ervanwy^jn plaetfche füllen handelen.

Het I vTo^ki^n

Cor h^^lrf \'\' ^^fi"\' ^deEjgenfchap, J. Oir-
j^roMc/^, l.KJap-xlksjens, Samn-vouginge, ende Ge-

-ocr page 192-

156 H E E L-K O N S T E.
eerft, om het Lichaem te ftiyveren van fijn roockac»\'
tigeovertolfigheyt.Derhalven is het dickwiis kortefi
goet, om\'t Geficht, ende d\'andere Sinnen te fchei\'\'
j)en. Ten tweeden, om te ftrecken tot gieraet, ge-
lijck men fiet hoe leefijckde Kaelheyt ftaet. Maeri\'\'\'
fonderheyt om het Hooft te decken, eri van de Kou^
te befchermen. Waerom gefontis, dat men hetfelv®
over de Slagh van \'t Hooft, daer het Been dunft is\'
ende over den Halsjdaer den Rugh-graet,ende de uyt\'
koomft van de koude Zenuwen beginnen, laet wafleo*
Dat verder over deft:houderen gaet, en ftrijdt niet al\'
leen tegen fijn recht gebruyck,daer het toe gefchapel
is, maer oock tegens de ftichtelijckheyt, gelijck
aen-gewefen is van den eerweerdighen, ende hoogh\'
geleerden
D. ïacobus BorUhius, itj fijne zieUbuygend«
Vermaninge.

9, In\'t Hooft ftaet noch te lette op het Pericranin^
ofte ^anne-WfCfCÖ/ het weick de Panne van buyte"
bedeckt. Is redelijck dick, nae een vliefch ; om dit
edel Been wel te befchermen. Spruyt uyt de Vefeiei^
van het dicke Herifen-vliefch, die het felfde door de
Naden van de Panné op-geeft. Het welck de oi^\'
faeck is van de groote gemeenfchap, die daer valt tul-
fchen de HerlTenenjen Herfren-vliefen,met het Panne-
vliefch. Dit is feer vaft aen het Vleyfigh-vliefch, ende
de Huyt, de welcke, gequetft zijnde, daerom niet en
behouft te famen genaeyt te werden, alfoo de Kante«
niet verre van malkander en wijeken.

10. \'T gene het Panne-vliefch is in \'t Hooft; dat
is het Buyck-vliefch in den Buyck, aldaer mede een
byfond er om-vangende deel,ende, gelijck
Perkranium,
in\'t Griecks PeritonaHm genoemt. Dit Vliefch bekleet»
in een gedaente van een Blaes; ofte langh Ey 5 al het

Ingewantvan den Buyck, ende beftaet, gelijck oock

andere Vliefen, uyt een Zadige ftoflPe j is een vliefch >
om 3 in hst fwellen van den Buyck, te können op-ge-

veo J

-ocr page 193-

H E E L-K O N S T E. 15^

j dun, om de onder-leggende Deelen met te be-
; maer vaft, ende fterck, om dat het gefpannen
^\'/nde, niet en foude fcheuren; in de Vrouwen van
°nder den Navel dicker, om , in het dragen, beter te
nonnen recken V van buyten vefelachtigh, om te vafter
aen de Spieren gehecht te zijn j van binnen glat, ende
als met water befproeyt, om dat de Dermenfoo veel
tevryer, ende lofler fouden leggen . Is allefins dub-
belt , (gelijck alle Vliefen, feiïs oock , na het gevoe-
len van
Laurmtms, ende Cahrolius, het dunne Breyn-
vliefch) het welck aen den Rugh-graet meeft gefien
"laer is na beneden foo verre van malkander ge-
icneyden,dat de Blaes tulfchen beyde Icyt^ende fulcks
omdat het daer wel diende fterckft te zijn, daer hec
den meeften laft hadde te dragen, ende de NaveUvaten
ï\'^^\'-^o\'^httegeven. Waerom oock
N ven. de Vrucht, van voren, daerde

tirin ^erdt. Waer uyt alleen foude

Sr dii "^if\'-flagh wznFemlm, endeC^-

Senknrf de leer? van Gakms, dit Vliefch

boveS he.fr g^^en te hebben. Maer hier-en-

del riftäwt" hoogh, daerhetaen\'t Mid-

dei-ritt gehecht is, drie gaten, die door-gangh maken
voor de neder-gaende Slagh ade^ met hettefte paer

mIITu \' f\' Holle-ader, ende den

Magen-ha s, ofte Spijs-drager. Onder is het door-
boort aen t Eynde, den Hals van de Lijf-moeder,
daer de Zaet-vaten nae de Ballen neder-gaen, ende de
Uyt-lchietende op-klimmen. Maer defe gaten fouden
beter fcheuten, ofte uyt-fpruytfels moghengenoemt
werden. Hier door werdt het
Scheurfd veroirfaeckt,
v
^ervanwy^jn plaetfche fullen handelen.

Het IvTo^ïtteL ^

Aderen. ,. Haer Wefen, endeEygenfchap

2. Oir-

mde Ge-

4. Samm-vouginge-,

-ocr page 194-

158 H E E L-K O N S T E.

mmfchdj) met de Slagh-aderen, 5-. Gebruyck, Ondei"\'
fcheydt, Verdeelinge, ende Kjn-teyckenen. 7. Poort-ader ■
Hare tacken Maegh-ader, Net-ader, Mage-krans-ade>\'\'
Milt-ader, Ks>rt-vat, Derm-ader, Speen-ader, Slockde\'\'\'^\'
ader , Derm-fcheyl-ader. 8. Holle-ader, met haer twee
ken, 9. Op-klimmende, met haer Spruyten • Middel-riff^"
ader,Herte-krans-ader,Paer-loofe-ader, BJb-ader, Borß\'
ader, Neck:ader, Herte-vliefch-ader, Oxel-ader, Hooft-adeTi
SalvateUa, Lever-ader, Milt-ader, Middel-ader, Kjop-adererf-
10. Neder-dalende tackvan de Holle-ader, met haer Sprang^\'
fels; Nier-bedt-ader, Melckjader, Zaet-ader,
Lenden-ader,
Spier-ader, Stuyt-ader,Buyc}^-ader, Onder-buyck:ader, Lafch\'
ader, Been-ader, Moeder-ader.

^y komen tot de Vaten, te weten Aderen, Slagh-
aderen , ende Zenuwen, wel te recht, van deO
grooten
Hippocrates, in fijn bouck van\'tHerte, ge-
noemt Rivieren van de Nature der Menfchen ; want
door de felfde vloeyen het Bloedt, ende de Geeften >
waer by de natuyrlijcke Wermte,ende het Leven on-
derhouden, Voedtfel, Gevoelen, ende Bewegen aen-
gebracht werdt.

I. Wy füllen beginnen van de Aderen, als de enc-
kelfte. Want fy beftaen uyt eenen enckelen rock,daer
de Slagh-aderen een dubbelden, ende dicker hebben J
de Zenuwen in wefenverfcheydenzijn, tewetenvan
binnen morchachtigh, van buyten vliefigh .

Ader is een langh, ende ront vat, pijps-gewijs hol,
beftaendeuyteen dunne, ende encke erock,fpruyten-
de uyt de Lever, ende dienende om het Bloedt aen \'t
Hert over te voeren, endete verdeelen tot voedtfel

van\'tgeheele Lichaem.

Het Wefen van de Aderen is Vleyfigh,om te beter
te können recken, ende mede-geven 3 enckel,dun, en-
de ydel, om dat door foodanigh Vliefch het Bloedt
moft zijpen tot voediel van de Deelen.

Sy

-ocr page 195-

o heel-konste. 159

oy werden foratijts noch van buyten bekleedt mee

gemeen^liefch,, infonderheydt die w at hoogh,

hp^D over hart gaen , gelijckiii den Buyck, van

\'et Femon^ii^, ofte Buyck^yliéi^in de Borft, van

"etF/,«nj, ofte Borft.^vIiéfë&:;Maef als een Ader

"aer vought in Ingewaiit, ofte Spier, dan en heeftfe

ueien gem£|nen;roek niet van doen, als by haer felven

ende;&rck genoegh-^ijnde j êude niet dienen-

^ \' <^; vv||te kpnnen waeffèmen , naUwer befloten
te weien.- ^

yyjfben inde Befthriivinge der Aderen ge-
r\' \'^^^^"Sefpruyten uytde Lever, waer in de
PeS hebbenfnetden wijf-

S n^Se ftt\'^\'^^"^ na-volgers, die haer begin-
^tWS^g?\' gelijckwijdt^oojMghondedet
OD de 6 fC^ • fi n 4- bouck, die mede

»^^fl^y^ \' dtt foo van wegen de
Herte, r&er n yerdeelmge, meun \'t

ren is. Socxfeeftoo;?? den oirfpronck van d^d^

ren Mwas de wortel der Ade-
med. dSï^P \' verdeelingh aengaet, die gefthiet

det^e^h&:Bloedt in den Om-loop (bree-
devnfc?^^^^^^

(geiijCK in t Herte) eerft befchreven, ende ondervon-
den in t.jaer 1574. van den treflTclijcken ontleder
niet, gelijck
^oUn voorgeeft, by
JJ\'tow, dtegeen oude fchoenen wilde verwerpen, als
ny genoegh betoont heeft tegens de Nieuwe Onder-
vindtngen van den noyt genoegh geprcfen
Vefdius.Dc-
le^iapj^vhefkens, ofte Schot-deurkens zijn van ge-
«aente by na gelijckeen half Maentje, fpruytende uyt

den

-ocr page 196-
-ocr page 197-

. ^ H E E L-K O M S T Ê. lêi

foo H . Aderen, wiens holte fy halfOuy ten,doch
enH f ^ gelijck een Sas, open gaen,

«e dan, als het Bloedt voor-by is, roe-vaiien. Zijn
feemeenhjcktwee byeen, ende,werden merckeüick
benen m de Aderen van i^rmen ende Beenen, als hier
onder, ende boven de Knye, uyt-gebeeldt is. Selfs
j;^ockals den Arm gebonden vvert, verneemt men van
in de Aderen eenige verheffinge, als Knobbe-
H ^^^ Bloet, dac aldaer tegen-gehouden wert.
NU dat het Bioedc niet van bovenen, gelijck het ge-
meen gevoelenis, door de Aderen na beneden fackt:
de felve op-getrocken werdt,
toefen klf^e H^l^eefters,hoi.^l fy de reden niet
fl \' \' \' hebben , ende de Ader

onder denbant,

vvaej dpor het Bloeden op-houdt, gelijck het niet en

foudeüoen,3lsfyhembovenhiddel DitGebruvck
van defe Vliesjens IS eerft bekent gemaeckt door\'den
noogh-geleerdenBzrw«,, geneef-heer des Koninghs
vanhngelandt, in fijn bouck van de-Beweginge des
^ oedts , ende van my gevolght in \'t gemelte Steen-
S- doch in hem foecken te weder-leggen van den
Atauaenlchen
Panjamis, Fran^oifchen Primirofius, en-
i!^" de Melck-ad\'eren, in my berifpt door

fi?n p Pkmpm, Profeflbr te Loven, in

hlrfT de Geneef-konfte, maer in

a ^ijndergelijck hyin\'ta.bouck

P-f ^\'"eHjck bekent}doorfelfs te fien, trou-
wehjck weder-roupen.Sommige blijven hartneckigh
by het gene fy eens , al zijn fy^daer nae anders over^
S \' hebben: maer die haer gemoec

voldoen, houden de,waerheyt, die fy met moey ten na-
, voor%:^peiie wet. Ende voorwaer den ee-
nendagh leert dën^ndèrê,ende, gelijckde Poëet feyt,

Mutta, dtes, variufcjue lahor mutabiUs <evi

^ttulit in mdm,

te

NU;

N

-ocr page 198-
-ocr page 199- -ocr page 200-

J64 H E E L-K O N S T E.

Ku, om noch klaerder aen te wijfen, dat defe Kl3p\'
Vliesjensin de Aderen ftaen 5 om na\'t Herte geflo\'^\'-\'\'^
zijnde, te beletten, dat het Bloedt niet weder te rug^ \'
ge en foude fchieten, fullen wy daer van een prouf ;
ven in de Aderen van den Arm . I

Laet den ^rm binden boven den EUeboogh, gdijcJi ;
doet in \'t laten , (A^- A..) van onderen fuUen haer openhi^^\'^\'
■ voornamelijckin boerem^ ende die gefpannen ^Aderen hebbed,\'
eenigeverhevingen,aiff(nobbelen,
(B.C.D.D.E.F.)
aUeen daer een fcbeyditïah valt i (IE. F.) maer oock daer
enis(C.D.)ende die$nobbelen kpmen van deKjap-vliesf>^^\'^ \'<
Op defe maniere haerh^tpi op de Handt, ofte ^rm verto"\'
nende, indien ghy die j^obhel beneden met duym, oftevinp[ ;
druckt, ende alfoo hef .Bloet de onderleggende K^ap-vliesj^[ |
af\'Brijckt (H. in de t fièuvr \\ foo fültghyfien, dat\'er fM\'
kt beletfd van del\\i fp 1,1 ^ens, geen volgen en kan ,
dat een ded vande j l
(JH O. inde felfde figuyr j onder J
knobbel, ende wechgu or m nger als wech is, ende boven ^^
iï^obbd, ofu\'de KJ ij l 1 ns feergefpannen is, (O. Ql\' -
jae, indien ghy het-foo aj- ge? el^en Bloedt (H) ende de Udf^
^der vafi houdt, ende met de ander handt na de KJap-vU^i\' .
jens (O. in de 5 fig.]BttbovenHegefpannendedneder-druc^^ .
(K. in de felfde) foofültghy mercken, dat het met geen k^^^\'^\'
gedreven, oftegeperfi m l^an werden over het KJap-vliesje";
lO) rnaer Ineghy fuicks met meerdergeweltfouckt tedoef^\'
foo fult ghy bevinden^ dat de Ader foo veel meerder aen K
Klap-vUesjen {O. irr;é J ) gefpannen is, ende onder even-l^"^
(H-O. in de felfde figüyr) lediglo is . .

Daer-henevens, dm. Arm, ah verhaelt is, gebonden, \'
Aderen gtfpannen twijnde, indien ghy beneden
nigen knobbd,,ofte \'EJh-vliesjen, de Ader een wijl vafl hom^ j
( L, in de
4 ^fgwy}- )■ e hei Bloedt opwaerts over het Kj^f\' |
vlicsien (N), metden^^nger{ Mj pot, ghy fultfien, dut / j
-Ader-ddaerledighfalMijven (L fN.") ende dat het Bloet rdi^:
en-i^h door het Kfap-vliesjtn te rugge fchieten; [te fien H\' ■ .
O. inde t) mer dat, de vinger wech genomen ^jnde

-ocr page 201-

. HEEL-KONSTE. jröj

wederom van de onderffe gevok werdt, ende :{ijn aïs (D.

TVaer uyt klaerlijck. bhjckt, dat kt Bloedt van onderen
a boven, ende van de kleyne Mderen door de groote nae het
^rtegaet, ende niet van \'bovenen door de aderen nae de on^
\'Eerfte Leden gefonden werdt.

Ende al is\'t,d\'acin fommige plaetfche eenige Klap-
Vlipjens, die foo nauw niet gefloten en werden , ofte
^\'s\'er maer een is, fchijnen des Bloets door-tocht vaa
"ovenen , niet geheel te beletten : nochtans gaet het
doordebanfk, op de verhaelde wijfe, o<te ten min-
nen ,\'t gene ergens door loffigheydt mochr gebeuren,
aat werdt van de na-volgende Klap-vliesjens, het zy
ende ^^^^ vaftighey t, wederom goet gemaeckt,

Hier ftaet noch aen te mercken : Dm Arm, als vorm, ge-
bondmxjjnde endede knobbelen haer aen de Kjap-vlksjens
openbarende houdt den dum op een ^der,
onder een iqap^
vUesjen, m de plaetfch, daerdy een volgende vindt, op dat-er
■ ê«^« f^ Handt naboven enfcBete^ ende dricktdan

....... ........

deren (als D. C.) vol-l

(L) laetfei
■ <\'open • druckt dan met. hit opfetteti

^an den duym, het Bloedt wederom uyt ( L. N. ende H O.)
ende doet dat dickwiis in een kprte tijdt foo fult ghy de waer-
van hetgebruyckdefir Vliesjens, ende dat het Bloet door
«« Aderen,van ondere na het Herte gaet, mercliehjckhevinden,
4- Daer is (ooézn\\gzSamen-vougingeva.n de Aderen
niet de Slagh-aderen , dat meeft alle Aderen op eea
^\'^gn-aderleggen; ende\'t gebeur: geheelfelden, dat
een Ader fonderSlaghraderis,maer nimraertiT^er wert
^enSlagh-ader gevondSfonder Ader. Hierby koomt
fcï- f " de Openinge(feer merc^

KeU)ck te fien in de Qfl-chen Aderen}dieïy tegen mal-
O, hebben, door de welcke de G eellen, ende hec
iJioec over-gegeven werden; foo dat in\'t Ader-laten.,
N ? mei

-ocr page 202-

ï66 H E E L-K O N S T E.

mee eenen de Slagh-ideren, haer ontlaften.

Het Gebruyck^vzn de Aderen is, om het Bloed?
methjn Geeften aen de by-leggende Deelen tot haer
voedtfel te verfpreyden, het overige wederom aen het i.
Herte over te geven, ende het felve ondertulfchen tc \\
befchermen. Want buyten de Aderen (als des Bloet\' ,

eygen, ende natuyrlijcke plaetfche zijnde) koomt het ,

terftont te bederven . j

6. De Aderen werden by verfcheyden Ont-ledei"\' \'
verfcheydelijck
VerdécltAm zijn bequameiijck in twe? i
te fcheyden, te weten in Poort-ader, ende Holle-ader- !
Want de Navel-ader (die andere in de verdeelinge ftel\'
len) IS een tackvan de Poort-ader, gelijck de aderach\'
tige Slagh-adervan de Holle-ader, De voorfichtige\'
endegauwe Nature, fchrij ft
D^-Spiegel, in fijn5.boucK
van\'t Menfchehjck gebouw, op\'t 3. capittel, en heeft
geen een Ader gemaeckt,gelij ck daer allee een Slagh^ ■
ader IS , maer twee, om dat\'er tweederhande Bloed^
moft wefen tot voedtfel van het Lichaem ; te weten»
dick ende grof, hoedanigh in de Poort-ader gevonden
werdt, ende dun , ende fijn, dat de Holle-ader uyt^
geeft. Alloo de Deelen, die men Natuyrlijck
noetnt»
ende het voedtfel koken, grover voedtfel van doé heb-
ben : maer de Vleyfige, ende Spierige, dunder, ende ,
dat aireede gaer gekoockt is. Want meen grover, eo^
Ge vafter ftofte werdt de natuyrlijcke Wermte langef
bewaert, ende krachtigher onderhouden ^ de welck«
dan het koken, ende teren beft uyt-voert.
- tP\' Woï^tels van de twee gemelte Aderen werden
in het vleyfch van deLever door malkander verfpreyt-
loo even-wel, dat\'er veel meerder van de Poort-ader
gaen door het holle gedeelte van de Lever, weyniger
door het bultigeim tegendeel veel meerder Wortelen
van de Holle-ader door het bultige deel, ende weyni-
ger door het holle ; waerom de Ont-Ieders meenen»
dat het Blaedr-maken meeft in de holligheyt gefchiet» |

-ocr page 203-

, HEEL-KONSTE. 167

■ ^^^erdeelen, ende op maken in de buUigheyt.
]; "^yde defe Aderen hebben even-wel een fonder-
"ge
Gemeenfchap met malkander. Want de eynden der
^ortelê van de Poort-ader,fchietenin\'tmiddévande
Wortelen der Holle-ader,efi het uyterfte van de Holle,
aaer verfamelt hem in\'t midden van de Poort-ader,
dat het Bloedt daer door van d\'een Ader in de an-
der kan vloeyen. Doch al is\'t, dat defe gemeenfchap
ontkent wert van
Fermlius^ende dat Faüopius verklaert»
de lelve, oock na neerftigh onderfouck, nietteheb-
oenKonneri ondervinden; foo is wel waer, dat defeU
vein meerder-iarigeniet klaer en blijckt, maer wel
dlK^^^\'lT^Jo"gh-geborene. Wantftekendein
^-\'der een pijpjen^o bevint men dat de Der.
tnen haer uyt-fette,, a s oock de Wortelen van de Hol-
le-ader > het Herte, ende het vleyfch van de Longen,
om dat de Navel-ader jn de Poort-ader uyt-koomt,
endedat\'er mde Lever felfs verfcheyden Openingen
Jijn, tufichende Poort, ende Holle-ader j als oock,
dat de felve Holle-ader met de aderige Slagh-ader,een
eygen , ende byfonder vat der Longen, gemeenfchap
heeft door een wijder openingh. Soo dat wel te recht
Je gemelte gemeenfchap van defe twee Aderen, ende
netonderlingh overrleveren van\'t Bloedt toe-geftaen
Werdt by
Vefaüus, Picolomineüs, Laurentim, Baubinus,
ende I{iolamis,

De Poort-ader, ende Holle-ader is door \'t geficht
enqe gevoelen licht^onderfcheyden. Want de verwe
aesi\'oort. aders is bruynachtigh , oftedoncker-root
des Holleti-aders bly-root. De Holle-ader is loffer
ende weecker, de Poort-ader ftij ver ende vafter. Wy
nebben hier beyde,gelijckfe door malkander ge vlecht
Zijn, voor-geftelt, ^et defe aen-wi jfinge:

A Uejiam des holten aders van de Lever op-waerts kljm^

mende. r ^

B B Dejiam des hotten aders fpruytende uyt het hulftgh deel

-ocr page 204-

Ié8 H E E L-K O N S T E.

des levers, en neer-waerts kierende, door-loopende d de gedeel\'
ten onder de Lever.

cc cc De wortelen des holle aders door de lever verff rif\'
dddd De eynden van de wortelen des hollen aders, di^
midden in de wortelen des poort-aders dringen .
ï E DegrootHe fïam ofJlmycl^despoort-aders.

gggg De eynden van de wortelen des poort-aders, die
haer vougen in de wortelen van de holle ader f

7\' Beyde defe Aderen fuilen wynn nader gacn be-
fchrij ven , beginnende van de Poort-ader. Defe is al-
foo genoemt, oni datfehaié oirfpronck
heefttuifchen

-ocr page 205-

dg. , H E E L-K O N S T E. 169
Ver uyc-fteeckfels, ofte iiyt-puyIingen(tot

in\'f h I van het drucken der Werwl-beenderen )
, gedeelte van de Lever by,
Hippocram, Galenus,
nae andere Griecken, eertijts Poorten geheeten. Sy
eoben de felve oock den naem gegeven
vaaStam-ader,
jn aatiejgehjck een ftam van een boom,haer onder in
Worte en, ende bovenin Tacken uyt-fpreyt. Na dat
r^\'M y"® Sprantfels uyt-gegeven heeft, aen het
^ai-blaesjen, de Maegh, Net, ende eerften Derm ,
- baer in twee groote Tacken, gaende na
de Mdt, en het Derm-fcheyl, diè eick wederom kley-

neSpruytenuyt-geven,gel,jckinditbeeldttefienis.

îoon-adersdoor\'t hol

A AA A^nverfpreydingh verheelt de gedaente des levers.
B De ftara des poort-aders uyt het hot gedeelte des levers
voort-kpmende. : ,

^evod gal-Maefken gaende om\'t felve

D De rechter maegh-ader.

E Verdeelingh van deßam des poort-aders in twee tacken,
r De hnckgr en bovenHe tack, na de milt loopende. \\
w JJ j\'\'^^\'\'"^<\'>-^etacknahetdarm-fcheyl.
I
Dedarm^\'d ^^ ^^ rechterzijde.

\'^\'\'^^f^rmàegh-ader.-
L rechter net-ader.

\' d^grooter M-ader .

"^-Desmaeghskrans-ader.

^ Een tackjen van de felve kraHs-ader .

in\'t ondernevlics des

N ^ TVer-

-ocr page 206-
-ocr page 207-

heel-konste. 171

T Verdeüingh des aders die na deimilt loopt.

V Delinckernet-ader. \'

X D\'ader die na de macgh en\'tnet loopt aen de lincker ■^jdt-
lïtnght \' ^^^\' ^^^ fmrt-gaüigh bleet in de maegh

aaaa Aderkms die het.lichaem des milts door-loopm, ver-
beeldende de gedaente des milts.

b F>e rechter darm-fcheyl-ader.

c De lincker.

dddd Defuygh-aderen in de darmen ge-ent.

ff

n Aderen aoor-loopende de eyndel-darm.
gg Dejpeen.aderen. ^

"yt den Tack die nae de Milï
^\'^"dekleynder, endeleggendeindeSIincker
J^^\'^P^^y^^ridQ mindevMaegh-ader, devoorfteNcf-
ende die den mont des Maeghs, ais een Krans ,
om-Ioopt. Deandei^ begeven haer in de
Milt, ende
K verdeelt in vele Tacxkens,om het Swart-gal-
"gn Bloedt te voeren .

Pp „ 1 • " — ^-^»-»wwixit 5 vvavi uwv/i uv- u-gälli-

^ Jj^\'^^gheydtin den gront van de Macgh gebracht
befTpp\'\' haren fuyren , ende Terpen fmaeck,

Derm-fcheylR^\'^^\'^^\' die hem na de Dermen, ende het
maeckt ontelbai\'r\'\'\'«^f \'^"de

naemftp ^ ^ pruytfels j waeronderdnede

naemfte zijn, enThTf\'\'\'\'\'

den, de Spe^n adL
èenrli.vvXr Slop-derm-ader, ende dieey-

gentVk den naem draeght van Scheyi-ader.

keuLr door het uyterfte van den Kronc-

Ät Kndr f\' den Rechten Derm tot

bLanoT^ o^\' ^y \'^et kleyne fprancxkens rontfom
De vanght. Het gebruyck van
dkc Ader is, om het

Swart-

voor-

-ocr page 208-

m HEEL-KONSTE.

Swart-galligh bloet,als het in Verftoptheytvan Müt\'
ende anders,niet en kan gefuy vert werden,af te fetten?
gelijck fomtijts nu en dan,fomtijtsoockopgefettetiit
door het Speen gefchiet; ftreckende tot groote ghe*
fontheyt, ende voor-komen van Water, ende andere
Sieckten. Defe Aderkens en zijn niet alleen inwendi-
ge , waer van de Oude alleen geWagh maken , mae-^
oock uyt-wendige, de welcke fpruyten uyt dé
buyck-
tackvan de Holle-ader, ende fteken haer in de Spie-
ren van \'t Eyndt, als fuyverder Bloedt van doen heb-
bende , het welck, als fy te veel lofen, fware Sieckten
veroirfaeckt. Anders werden fy gehouden, om de»
overvloetvan het Bloedt te verminderen, ende de Le-
ver te ontlaften;gelijckde Inwendige, om het Swart-
galhgh bloet inde Milt te fuyveren, ende af te fetten.

De Slockdurm-aderBiveckt haer in den Blinden,oftö
Slock-derm , ftreckende om den felfden te voeden:
gehjck oock, na het gevoelen van de nieuwe Ont-le-
ders, de volgende anders geen gebruyck en heeft,

DcDem-fcheyl-ader heeft ontelbare Spruytfels, die
haer krom-weeghs door het Scheyl, tuifchcn de twee
rocken van de Dermen, vervougen. Tot noch toe
is gelooft, haer gebruyck te wefen,om den Gijl te be-
reyden, ende, een beginfel van Bloedt gegeven heb-
bende, alfoo na de Lever te voeren. Maer op onfen
"jdt zijn ander
Aderen(Mdck-adenn genoemt) onder-
vonden , die den Gijl in de Lever brengen.
Even-wel
fchijnt dat den
oudm Eraßfiratus by Galen, defe Ade-
ren mede al, doch gelijck als dooreen wolcke, gefien
heeft: maer zijn in\'t jaer 1623. merckelijck bevon-
den m het ont-leden van een levendigen, ende wel ge-
geten hebbenden Hondt, by
Caj^er Afeüius, ont-leder
van Pavia, gehjck in fijn hiervan uyt-gegeven bouck
\' breeder te fien is, ende dagelijcks bevonden werdt.

8. De HoUe-ader, die oock Gnote van de Oude,en-
de de
GrootHe van Galenus, om haer wijde holligheyr,

en-

-ocr page 209-

end. H E E L-K O N S T E. 173

genoemt werdt, is de moeder van alle de
eren, die van de Poort-ader niet en komen, ende
^ uyt up het bultigh deel van de Lever,waerom H/P-
rocmes haer Lner-ader geheeten heeft. Na datfe veel
^prancxkens over de Lever gefpreyt heeft, foo ver-
b^aeic {y haerin een dicke Stam, die terftont verdeelt
^If! ^ tivee Tacken, waer van den eenen op-klimt,

«"^e den anderen neder-daelt.

fpi.?\' op-klimmenden ftam van de Holle-ader
\'i-met nae bovenen toe de krop toe, ende om dat foo

Geeft terftont vier Af-fetfels.

Herft de Middd-rifts-ader, die het geheele Middel-
J^iftom-loopt.

Ten tweeden de Kjans-ader, die het dick van\'t Her-
te , als een krans rontfom bevanght.
ceno " darden
de Gade-hofe, ofte Paer-hofe-ader ((00
in de^\'^V fonder weder-pacr is, ende alleen

u J\'^chter zijde gevonden werdt) die fprancxkens
klfv. \' j de acht onderfte Ribben, ende eenige
ni;^"^^dochvele, aen den Slock-derm. In defe ee-
ken ^^^tvveederley gemeenfchap aen te merc-

formtn Bo\'-ft-aderen, die uyt de Borft-ader

pLin , door in Pleuris, het Bloedt-laten in de

O? . hulpfaem is:ten anderen met de Nier-
oeat ader, ende Melck-ader, door een kleyn tacxken,
waei door
FaUobius meent, dat de Etter ( gelijck ick
dickwils gefien hebbe) in Teringh , uyt deßift met

h^t Water gelooft werdt.

benï " de ^b-adcr, die de vier bovenfte Rib-

_ ^f^\' loopt. Laurentius fchrijft defe dickwils niet
gevonden ce hebben j maer dat, infoodanige ghde-

gent-

-ocr page 210-

174 HEB L-K O N S T Ë.
gentheytjhet gebreck door de gemelte Paer-Ioofe ver-
vult werde .

Na dat de Holle-ader defe viei^ Af-fetfels y erfprey^
heeft,foo vvertfe geheel gefplift in twee Tacken, waer
van den eenen fijnen loop heeft onder, den anderen op
deKrop
-beenderen.

Van den gene,die onder de Krop-beendere fchuyiï\'
werden wederom vier andere uyt-gegeven, deßofß\'
ader, de Neckader, de Herte-vliefch-ader, ende de Oxd\'
ader Vyt dek Oxel-ader fpruyten door\'t bovenfte va«
den
Arm, noch dne ander Spranghfels •

Ten ^rften de Èorlien-ader, nae de Borft-fpiere» ?
ende de Borften loopende.

Ten tweede de Hooft.adêr,die boven over deSchoU^
der koomt, ende daerom oock
uyterlucke Schouder-adey
geheeten, werdt gemeenlijck in de Hooft-fieckte«
gelaten, hoe-wel dat onderfcheydt, gelijck den ver-
fochten P/^er^. welaenwijft, foo heel veel niet te be-
duyden en heeft, aengefien oock
de Lever-ader,Mid-
del-ader, ende andere, uyt de felve
Oxel-aderharen
oorfpronck nemen. Haren onderften tack vought hetn
beneden met een tack van de Lever- ader, ende
fchie-
tende van daer tuflchen de twee laetfte vingers, wert
gemeenlijck
SalvateBa genoemt, ende by de ArabyerS
^.ye/e, die^aeropemngein de flincker-hant feer dien-
"\'brt houden in fwaermoedighe Sieckten, het welck
de jonge Griecken,efi andere Geneef-heere«
goet gedaen werdt, gelijck te fien
is hy Bauhinus, in \'t
tr W^n T Ont-ledinge, op\'t 3. Spittel. Ende

Pu \'fGebouw des Men-

pehjckenhchaems,op\'t 7. capittel. Wantdeoir-
faeck onderlouckende,bevont hier tuflchen defeAder,
ende by-leggende Slagh-ader vele openingen, gelijck
daerghemeenhjck zijn in de uyterfte
Deelen, als de
welcke verre gelegen zijn van de fonteyne der werm-

-ocr page 211-

ie,endeH ^^^ E L-K O N S T E. 175
^oen hehK T7 " \' Bloedt van

dar 1 Wanneer dan defe Ader geopent wert,
\'s^föo pn Slagh-aderen daer dicht by

Èloedt Inn " \'\' "\'«geschieden, ofte daer moetoock
^elnie uyt de Slagh-aderen; het welck foo
^^Peninle^ gefchieden in den Arm , om dat die
van de plaetfch, die met
het Rln^P^"^ werdt.Ende dit is oock de oorfaeck,dat
der ende ; \' T-^ ^^ Handt vloeyt, veel fchoon-
Slagh-Tdeïn h \'V -Arm als veel uyt de

foo en is \'t niet vremt rS K

^oor haersebrefcpnr ^^^ \'^^en vm de Salvatella

dat BanhoL by-brenght: al is\'c

Den derden rfn^^ ks tegen-fpreeckt.

^^ ofte Levt Jd deOxel-aderisde WZ^c-

van deItr^ d! V^° Sieckten

"•\'ert,seHirk rechter Arm gelaten

^en haei in- : genoemt.De Meeftersmoe-

de by-lee" defe Ader wel wachten,datfe

voleht "\'et en quetfen. Want daer op

dicLüs de D?otVdtf\' \' \'\'\'

den i^dë ArnS! ^ r^^^-gehidte Aderen, daer fy mid-

de Middel

-ader trpm\'^^V \'^*^"^^"\' ^ert yoort-gebracht
in\'t Arabifch i\'w ^^
Mediaen, ende by Avicema

vaer te laten, oir^\'l"^"* Defe is fonder ge-

Uytden Tack h- ^fg^en Zenuwe onderen leyt.
beenderen Pa^^r V boven op, endeover de Krop-

ende Inner-

de Weynfte ,efigaetdoorhet Vley-
de dot Sp-yt jelïs fich verfpreydeL

mede Pen f van \'t Aengefichc. Geeft

-en tacxke aen de Hooft-ader; waerom inH ooft-

fxeck-

-ocr page 212-

176 H E Ë L-K O N S T É. .
fieckten defe Ader voor andere wel genomen mag/
werden: maer anders dient maer geopent de gene,
haer meeft openbaert, alfoo fyalle uyt eenen worte
fpruytende, deHolie-aderkonnen ontlaften .

Dtïnnerhjck^ Kjop-ader is veel dicker, eyndigh^ i
de Herlfenen, door-togen hebbende de Voeren van
harde Herlfen-vliefch.

IQ. Ditisfoo veelaengaetdeOp-klimmendieade\'\'•

Wy komen nu tot de Neder-dalende. Uyt haren Sta\'^
fpruytenmede vijf Spranghfels, ende twee Tackeo«

De eerfte fpruyt is de Hier-hedt-ader, die het Vet v3"
de Nieren haer voedtfel aen-brenght.

De tweedeisdeMelck^aderMcin de Nieren fchie^\'
om het Bloedt, dat aldaer, niet genoegh gekoockt^
over-fchiet, wederom na het Herte te voeren, gelij^^
breeder aen-gewefen is in ons
Stem-Jluck^.

De derde is de T^^t-ader, waer door het overfcho\'^
van het gefuyvert Zaet, wederom uyt den Spm va^
de Holle-ader, door de Nieren in
het Herte getroC\'
ken werdt.

De vierde is de Lenden-ader 1 dienende om het ove\'\'
fchot van\'t Voedfelder Vliefen,ende Merghder LeO\'
den-wervelen door-tocht na het Herte te geven.

De vijfde is de Spier-ader, de welcke het Voedtfel\'
datin de om-leggende Spieren niet aen en kleeft j
het Herte door laten trecken.

Uyt defe Neder-dalende ader fchieten noch tvvee
Been-tacken, (foo genoemt, om datfy op hetZij^*^\'
been leggen) uyt de welcke wederom vijf Af-fe"^*
fpruyten:

DeStuyt-ader, gaet na het Stuyt-been,

ende voert

het Bloet, dat aldaer over-fchiet, na het Herte . _

DeBuyclcader, klimt, onder de rechte Buyck-fpier»
boven de Borften,met welckers
Aderenfyvermeogn
werdt, het welck de oirfaeck is van de groote gemeen-
faemheyt, die in de Vrouwen is tuffchen de
Borften»

-ocr page 213-

ender,-T ^ E Ë L-K O N S T E. 177

hoe -\'"oeder. Cahrolius, (gelijck oock Columbus)
dan r ƒ neerftigh ont-Ieder,vvii fulcks ontkennen,
vanv, ^^ \'■\'\'^ht, daer over, in fijn By-voughfel
hep.1 nt \' berifpt door den hoogh-geieerden

Soot r^r\' daer tegen ftellende de wijfe Outheyt.
Van7 Soudtften Hippocratcs, in fijn bouck
flaen^ fl^"\' ongefont Bloet in de Borften op-
faecW r ^^ Gefwellen, endeOnftekingen veroor-
den A- getuyght van Vrouwe, die de Ston-

op harènlndr f\'n" geftopt waren, door de Borften,
oLk \' h« welck
 Lufmnus

in plaetfch vaSe^ S \'

Vrouwen, om daX^rBk\'ef-f L ^^^^ende

" f\'elden haer

onderhoudt de gedeelten des
efi deTfeS Saet in de Lijf-moeder, Blaes,
onderworpen is ^^ "Ytwendigh Speen

overipfBloettl\' j^optnaehetGemacht, aldaer het

DeBeew u halende .
tacxkensdoordedv??^\' uyt de LielTen, fchietveel
encklauw haer mei-r? i ^"de voet, alwaer op den
Moeder-ader eenoemf vertoont de Saphena,by ons
Sieckten van de Li f fy met groot vordeel in

Stonden op-houden »"^«"derheydt als de

A Depmdesholknl\'Z\'\'\'\'\'\'\'\'^\'-
a Eenfpruytjeinde Lev^v.\' r

c DelinckrmidZ\'^J;^^^^^^^
^ Be mom van de hoüe ader met het hert iegroeyt.

^ w kj-ans-ader des herts, \'

O TïDf

-ocr page 214-
-ocr page 215-

heel-konste.

^ ï De Jlam van de gadeloofe ader.
G G De onderHe rih-aderen.

H Verdeeling desop-k}immnden hollen aders in tW» tackf.

De oxel-ader.
K Dehovenïierib-ader.
t ï. De horflen-ader neder-dalende.
M Vereenigingh des felfs met de buyckader .
N Denecli-ader.

Sfi^engm^\'^^^ de onderHe mckcf^eren en bovenïïc horji^
P l>ibovenfïebor(l-ader.

Q^Defchoft-ader^

^ ^\'on^rffeborji-ader.
® ^*nnerlijckct<rof.ader.
T Deuyterhjckfkrop-ader,

\' Verdeelingh desfelfs onder \'t oir.

^ felfs tackjn de mondt gaende.

i,nrl ^^ t\'tcKin depndt-lpieren^en inde huyt des

"Htsverfpreyt. \' ^

M ^^gf\'^ee/« van de tacl^ V in \'taenficht verorbert.

^rm-perc kopende,

h De tweede tack^.

ii De derde tack^,

fpkZ elle-hoogh-peren n door de

P anderegroott tackvan de Iner-ader.

O A g Ftr-

-ocr page 216-

i8o H E E L-K O N S T E.

q Verdedingh des lever-aders in twee tac^m.
f De tack^des felfs na de huyt van de arm.
t De tackjies lever-aders die de middel-ader maecli} •

Eentack.des lever-aders, nae het. binnen fte hooft dei
fchouders.

XX Een tack_ na \'t gewerfvan de handt gaende,
y Een ader uyterlijckjn de huyt by de elle-boogh.
Z z Spruytjens Uyt de Lever-ader.
a De middel-ader.

b Verdeelin^ des middel-aders een weynigh boven ^tgewet
van de handt.

c Tacken van defe verdeelingh nae de uyterlijcke eninnef\'
lijcke handt.

d Een tacxken na de middelden en gout-vinger loopende -
5 D\'ader van de duyms muys .

e Defiam van de holle ader loopende nae de gedeelten ond^"\'
de lever geHelt.

Die na het vet der nieren gaet.

gt Beyde de mekk^aderen.

h rBeyde debereydende^aet-aderen.
i Lenden-aderen.

k. Verdeelingh van de neer-dalende holle ader.
I Dknadebuyck
:fpieyenloopt.
m Twee tackep van de neer-dalende Jïam.
n Dk
na de heupe-fpieren ep- bil-Jpkren gaet.
O Eenjpruytje na de gaten van\'t jluyt-been,
P De ader van\'t fluyt-been.
q Dknadeonder-buyck.gaet.
r Een ader vandetack.s.
f Dk voor het gemacht-been loopt,

n Een tacxken in de huyt van de dye verfpreyt.
t Vereeningh des felfs met dk gene na het been daeh-

V De huyck-ader onder de rechte buyc^-peren fchuylendê\'
X DsgemAcht-ader.

y Deenckltuw-ader.

Een fpruytje des felfs mdelafchewijckendef ^

-ocr page 217-

HEEL-KONSTE. i8«

a Noc/j jpruytje des felfs in\'t voorBe van de dye ver-

myt.

b De tweede Jpruyt van de emklauw-ader nae de eerfte
fcheen-jpier.

c De derde Jpruyt van de emklam-ader na de ktiie-fihijvi
de wade.

d De vierde Jpruyt.

e lacxh^ns van de felve na de voet en teenm.
f De heupen-ader,

I Een uyterlijcke en kleyne tackna eenigefcheen-Jpieren,
Z Een verborgen groots tackna de dye-fpierm .
3 4 Dewaden-nder.

5 ^nfpruytjedesfelfsnadehuytvandedye.
daknd ^^ ^^ ^^ ^^^^^^

7 \'En na de huyt v.in de uyterlijcke encklm"^\'
O De kuyt-ader.

,, 9 Verdeelingh va\'n de kuyt-ader in een uyterlijcke en inner-
-\'Me ftam.

lo n Verdeelingh vm de uyterlijcke ftam onder de kny^^
® ï 3 Die na \'het hovmBe van de voet gaet.

14 De innerlijcke tach van de kuvt-ader .

15 ^^neder-dalendetackdes felfs nae de hiel engroo^

tenteen, ^ ^ . j ,

17 ^egrooteyheupen-ader.

1« Eenjpruy^ Jiesfdfi \'".i de voet dalende.
19 D\'ader na het neder Hen des voets gaende.
2,0 Vereenigingh van de waden-ader met een tack van ds
hyyt-ader, ^^

Het V. Capittel.

Si.AcHrAt.ER.EN. i. i^erBefchrijvinge, ofteBepi^

Imge, i.Oirfpronck, l-Weft.^ 4. Leger-plaets, Loop,
6. Gebruyck\'
7- Oirfaeckvan\'P Kjoppen, ofte den Pols ,

S. Vtrdidinge vm de Groote Slagh-adsr in di Kroon-Jlagl?^

-ocr page 218-

ï8z H E E L-K O N S T E.

ader, ende daer na in twee Stammen. 9. Op-klimmende; mit
fijn Tacken; in de K/op, Herjfenen (ende daer het tvonder\'
l>aerlijckNet)Slaep-flagh-aderen,Neck3 Schouder, ende Borß\'
io.Neder-dalendeflam;metfijn Tacken, de Tugchen-rihbigi>
des Middel-rifts, des Buycks , des Onder-fcheyls, des OPf^\'^\'
fcheyls, der Nieren, der Lendenen, der
jQooten-fiagh-aderefi\'

Elijck, als nu verhaelt is, de Aderen uyt de Le-
VjTver, foo fpruyten de Slagh-aderen uyt het Herte*
I. SJagh-ader is mede een langh, ende rondt vat,
pijpf-gewijs hol, maer beftaende uyt twee byfondere
rocken, dienende om het verfi j nde, ende
levend-ma-
kende Bloedt, uyt het Herte, door het gantfche Lic\'
haem te voeren, ende het grove aen de Aderen over
te leveren .

De Slagh-aderen en trecken haer begin niet uyt
de Herffenen, gelijck
Pelops, de /neefter van Galetius»
eertijdts meende; maer uyt het Herte, ende uyt de
flincker holligheytvan het felve, volgens de leere va"
de Ont-Ieders, ende de Ondervindinge.

3. Het mfen Vin de Slagh-aderen is mede Vlie-
figh, om bequamelijck te können uyt-geftreckt, ende
te famen getrocken werden ; het welck aen haer noo-
diger was, als aen de Aderet),als geftadigh kloppende.
Ende daerom is haer geengnckele, gelijckde
Ade-
ren,maer een dubbelden ey^^n rock ^ggevcn, als oock
om dat het fuyver, dun, ende geeftigh Bloedt,
datfy
voeren > foo lichtelijck niet en foude verdwijnen .

werden daer-en-boven mede, gelijck de Aderen ,
fomtijdts van buyten bekleedt meteen dick, gemeen
vliesjen,fpruytende(alsfybuytenhet Ingewant,ende
de Spieren zijn) van de naeft-gelegene Deelen: ende
foodanigc Slagh-aderen , die een vliefch hebben, het
welck öockZenuwkens öntfangt,zi;n gevotelighjmaer
andere, als oock
de Aderen «iet; derhalven konnen fy
fonder pijn gebonden,gefneden,
ofte gebrant wcrdeo.

-ocr page 219-

H E E L-K O N S T E. i8j

, 4\' Haer Leger-^Z^ïet/cl? is wat dieper, te weten onder
Aderen, ende dat foo wel in uyterlijcke, als in-
*^endige deelen, uyt-genomë eenigh beletfel, gelijck,
ontrent het Stuyt-been, alwaer de Slagh-ader, om
Van het bloote Been niet befchadightte werden,klimt
Over de Ader, daer fy te voren onder-kroop, ende we-
verb\'^\'^h^ fy het Been voor-by is, haer onder de Ader

• Sommige Slagh-aderen ftrecken haer uyt tot
»n tUedermte,aldaervoedtfelaen-brengende i fom-
mige loopen na de Huyt, alwaer fy met eenen Lucht
^tfangen, endede roockachtige Dampen uyt
-jagen.
P\', ontkent, dat fy haer fouden begeven tot
in net Beenj dan D^-
Spiegd getuyght te Padua onder-
vonden te hebbenin een groot
cams, ofte verdorvent-
neydt van het Kuyte-been, het wefen van \'t been met
een^Magh-aderken door-boort.

ö. Het Gebmyckjvin de Slagh-aderë is al meeft ver-
haelt, te weten, dat fy ftrecken, om het Bloet dat in
* gefuyvert, ende fijn gekoockt is, met haer

- ®ppen, door \'t geheele Lichaem te drijvé, tot voed-
ei, ende onderhoudt van al de Leden, als oock tot
verquickingevan ons natuyrlijcke Wermte.

7. Dit Kloppen, ofte Slaen van de Slagh-aderen,
werdt gemeenlijck Po/x ghenoemt, nae het Latijnfch
mjw, enjjg ^^ gefchiet niet door kracht, die de Slagh-
aderen by haer felfs hebben,gelijck eertijts
Praxagoras
meende, noch door de hitte van\'t Bloedt, gelijck het
pvoelen was van
AriBotdes: maer door kracht,die van
^et Herte door de rocken van de Slagh-aderen vloeyt,
de welcke daer na verweckt wert van den Geeft , die
iti haerholligheytis. Sulcks blijckt volkomentlijck
hter uyt, dat, wanneer eenigh deel van een Slagh-ader
toe-gebonden wert, het felvige niet meerderen flaet,
voor al eer den bandt lofch gelaten is. Ten anderen,
nae dat hem het Herte uyt, ende in treckt j foo doen
O 4 oock

-ocr page 220-

i84 H E E L-K O N S T E.

oockgelijckelijck de Slagh-adere; gelijck te bemerC-
ken ftaet, als men de eene handt houdt op de plaetfch
van\'tHerte, ende de ander op den Pols, als oock uyc
de Opt-leduige van levendige Dieren. Derhalven is
demif-flagh van den ouden
Eraß^ratus, leerende, dat
als het Herte fich uyt-brey t, de Slagh-aderen te fanie"
getrocken werden, ende het Herte neder-gaende,
defe
haer op-geven, qualijck gevolght, onder de nieuwe >
\\znfemdms, Columbus, Cardams, ende Scaliger; cnd^
haer redenen werden volkomentlijck weder-Ieydt by
Laurentius in\'t 9.bouck van fijn Ont-ledinge,^a^/ï.\'

8 De Verdeelinge der Slagh-aderen, die by-na altijd
met de Aderen gaen, fal lichter ende korter zijn j om
dat in \'t laetft voorgaende cap. de verfpreydingh dei-
Aderen IS aen-gewefen. ®

De Groote Slagh-ader, de moeder van alle d\'andere >
fprmgende uyt de flincker holligheydt van
\'t Herte j
^waer fy binnen \'tHerte-vliefch van haer geeft de
Kroon-flagh-ader, die\'t onderfte van \'t Herte kroons-
gewijs bevanght j daer nae de holte uyt^fchietende j.
werdt verdeel tin een Op-klimmende kleynder Stam;
ende in een Neder-dalende grooter.

9- Uyt den Op-klimmende Stani komen de Slagh-
aderen , die nae de Kfop fchieten, de welcke
terzijde
vande Strote-pijp Op-klimmende, ende door vele
tacxkens de na-buyrige Deelen befproeyende, loepen
na den gront
der Herlfené by de af-walfen van\'t Wig-
ge-been •
alwaer fy het ïVonderbacrliHNet van Gaknus
vlechten. Van daer klimmen fy na de boven Herlfen-
groutKens,
ende breyden het mnderlijckNette-tveb van

DeNccke-flagh-adcr^chht door de gate van de dwerP,
fche uyt-fteecklelendes Necks, na de
Her(fenen .

DeSchouder-fiagh-ader loopt over de Schouder tot
in den Arm ,

jCtö

-ocr page 221-

^HEEL-KONSTE.

^r"" \'\'\'"de grooteS!agh-ader, die
He r " de volgende^Tacken.

zijden A "\' ff Slaep-Jlagh-aderen, klimmen, ter
olck^^\' ^der, recht na\'t Hooft op. Werden

een P.: Apopkak^ genoemt, om datfe

V W\' ^"de Slapende koortfche konnen ver-
letren h\' weten, wanneer fyverftopt zijnde, be-
HeSinTu den Levenden geeft uyt hec

Dan den ouden Wewm« fchnjft ^.Anat.io.

tijdt bevonden M: % op fijnen

gebreck was van d?sLh^lapende-fieckte geen
bv-lePïTpnrJp ^^agh-aderen , maer wel van de

fifn bon ï Zenuwen; gehjck Galenm oock feyt (in
d ckwnf der Aminge op\'t 5.^.)

datalsdife &agh-ade-
ende eXIn ^" TJ"\' ^^^hadeen lede,

beweerhd;\'\'y„t" ^aeide, ende het Lichaem
de Herfenen H r\' gevoelen fteeckt, dac

milTchen j, Levenden geeft wel fouden konnen
bouck van verklaert
Valverda in fijn 6.

maerdë ont-leder rlr den ver-

volck vertoont te hebtn\'!]

ftopt, ofte Ppfinrpn \' dat defe Slagh-aderen ver-
Slaep "i"de, de Menfche terftont met

keX

felve gGfch edff ^ \'c Tant, en door het

weckfn W^ die de Tant-pijn ver-

De T«/rrZ 21,nde, hout fy terftont op.

, de alder.grootfte , werdt de
P 5 Maeghs.

-ocr page 222-

i86 HEEL-KONSTE.
Maegh»Lever, Milt, ende Net j mede gedeelc.

De Onder-fcheyl-jïagh-ader gaet na het fcheyl van het
grove Gedermte ; gelijck de
Opper-fcheyl-jlagh-ader, ni
het het dunne; de Nier-jlagh-ader, nae de Nieren ;
Lenden-ader, na de Lendenen; dc X^et-Jlagh-ader, oi^
deKlooten.

De Neder-dalende Tacké van de Slagh-ader bren-
gen noch voort fes Spruytfels, te weté,na de Eenden-
eieren , het Stuyt-been, de Buyck-fpier, de Onde^\'
buyck j het Gemacht, endede Beenen.

De Slagh-ader werdt met haer nu befchreven TaC-
ken, foo wel op-klimmende, als neder-dalendei" ^
volgende beeldt aen-gewefen.

A HeP begin van de groote Jlagh-ader uyt het hert.
B De krans-jlagh-ader, het dieper eyndt desherts ofti\'

Verdeelingh des grootenJlagh-aders in twee flammen\'
i> De Uncker Jlagh-ader onder \'t krop-been kruypende,
E De bovenlte ribbe-flagh-ader.
F Denecke-flagh-ader.
<5 Die onder \'thorji-been na de hor Hen gaet •
H Die na de horjl-jpieren loopt.
I Dienahetfchouwer-bladtendesfelfsfpierenreyjl.
K Die na defchouder-top klimt.
L Die in de voorHe ff ieré des geheele borjïs verfpreyt woft\'
M Die ter ^jden van de borft hopende gaet na de hreedti^^
am-fpier.

N De oxel-jlagh-ader na de arm dalende, en den arm-fp^\'
yen tacxkens verleemnde.

O Een tackloopende in \'t uyterlijckdeel van de elle-boogh\'
V P Tacxkens na \'t gelidt des elle-booghs gaende.

DebovenHe tack langhsde minder eüe-pijp hopende ^
denduym, voorrenende middelFlenvinghereenige fchuetjeris

mede-deelende.

K Een tacxken de uyterlijcke ham gaende: den welck§
men voelt, ds men de pols taft.

s De

-ocr page 223-
-ocr page 224-

i88 HEEL-KONSTE.

s De onderfte tackjanghs de meerder Elle-pijp goende, dl^
pinckpy, gout\'Vinger, ende den mïddelflen fcheutjms
nende.

* Een tacxken na de Jpkrkens hopende ontrent den kl^J^\'
jlen vinger ofpinckpy • t

T Verfpreydingh van de hvenfie en onderHe tack dooï ^^
handt en vingeren,

V De op-14immende fiam van de groote jlagh-ader.
X De lincl^r jlagh-ader van de ktop,

Y Die onder het \\rop-been duyckt.
z De rechter flagh-ader van de krop .
a \' " \'
b

fiapen en büytenke des oors gaende.

c De innerlijckf tac^na \'t Jlroten-hooft ,pndt, en tonf
hopende.

d Verdeelingh van defe tac^na de herffenen klimmendS\'
e EenJpruytje van de tac^h na de aenficht-pereh .
f Verfpreydingh des tacks b onder de wortel van\'t ooï\'
g DefesvoorHetack,door-kruyptdeJlapen.
h De achterHe tackleydt onder de huyt achter \'t oor.
i De fiam van de groote Jlagh-ader nae de rugge-wervd^

kkk Deflagh-aderen van de acht onderHe ribben .
1 Des middel-rifts Jlagh-ader .
m De bovenfte darm-fcheyl-Jlagh-ader.
n De rechter en lincker melck:flagh-ader in de nierêgaef\'ds*
O De flagh-aderen na de kloot^n hopende .
p De onderHe darm-fcheyl-flagh^ader meeft na dekertel\'
darm gaende. ■

q De flagh-aderen der lendenen .
r Onder. De Jlagh-ader der buyck-fpieren ,

f Verdeelingh des grooten Jlagh-aders in twee neer-dalende
mken.

t De verdeelingh van de neer-dalende fim in twee tacK^\'

V Des felfs hinmnfie tack.\'

ue rixtJier jiagn-aaer van ae t^rop .
Verdeelingh van de lincker krop-flagh^-ader .
De uyterlijcke tackvan defe verdeelingh, in \'t aenfo^^\'

-ocr page 225-

H E E L-K O K S T E. 189

X Slagh-adernade Ihimnpamde-, die de :iiide-hendmn
*^heupmkkleeden.
y Die na de onder-buyck^gaet.

Des navelsßagh-ader.

I Die op-waerts na de rechte buycli-Jpier kjimt.
i Dienadefchaemteloopt.

J^ie na de beenen daelt.

F>ienadevoorHedye-Jpierengaet.

5 Ftienadebinnenfiedye-perenloopt.

6 Dum de achterBe dye-Jbieren kpomt.

Die m de kuyt daelt.

Die na de l^yt-frieren gaet.

9 ^indefcheen-jpierenßaet.

II Jsae het bimienfte van de voet mende, een tacxkfn am

^^cklauwuyt-deelt.

^^ Die order na de hal van de voet loopt, elcken teen twee
iPW^]tnsverleenende.

Het V L Capittei.

5 olftT?;\'\'- \' ■ B^pdinge, z. Wefen, endeStojfe,
t SlZ \\ Onderfcheydt, nahaer

ufhttT\' 6. Boe fy

7rZ /^mten, 7. Verdeelinge in den ^tgh-

%en \' \'^-K^^^f^en, mde die door Armen, ende Handen
d\'e \' Lenden-Zenuwen, io. Zenuwen,

QElijck de Aderen, ende Slagh-aderen, als Fon-
, het Bloedt, ende deGeeften, tot
verfnende Leven, door het geheele Lichaem
ff \' ^erdt door de Zenuwen, als kleyne

Koordekens, het Gevoelen ende Bewegen , alle de
Lenden aen-gebracht. Ende alfoo van de eerfte in de

swes

-ocr page 226-

ïgo H E E L-K O N S T E.
twee laètft voorgaende capittelen gehandelt is j «o®
fullé wy nu komen tot de befchrijvinge der Zenuwel\'
beginnende van
hzer Bepalinge.

X. :{enuwe is een langh, ende rondt vat, voort-ko-
mende uyt Zaedt, beftaende uyt Mergh met Vlie^^"
bekleedt,fpruytende uyt de Herlfenenjen het Ruggf
mergh, brengende door het gantfche Lichaem de\'^
Zielijcken geeft, totCevoelen,
ende Bewegen V^i»
al de Leden.

Dat een Zenuwe langh, ende rondt is, blijckt by\'^
oogh; als mede,dat hy uyt Zadige ftofFe beftaet.
hy is by-na fonder bloedt, geheel wit, ende kout.

2. Het mfen van een Zenuwe is tweederley >
wendigh, ende uyt-wendigh. In-wendigh is een
nuwe wit, facht, ende als JVlergh, by-na gelijck bej
Herlfen-mergh (alwaer het fijne oirfpronck uyt treclct)
ende van buyten, mede als de Herflenen, tot befchef\'
mmge van\'t fachte Mergh, met Vliefch bekleedf-Hy
en IS met fichtbaerlijck hol, gelijck de Aderen, ende
Slagh-aderen, om dat hy geen Bloedt; maer allee^
den Zielijckê geeft,die feer fijn is,moft over-brenge*\'\'
Een Zenuwe is harder van Stoffe, als de Herflenen»
om dat hy een verre wegh moft doe, daerom zijn oocK
de verfte de hartfte; als oock die tot het Bewegen ge-
fielt zijn. Want Hart is bequamer om yet te doen >
ende facht om te lijden. Gelijckomdefereden, ende
oni datfy niet verre en gaen, de Zenuwen van \'t Ge-
ficht, Gehoor, Smaeck, facht, ende die van den

Reuckalderfachtftzijn.

Den Ofrjp/owc^der Zen uwe wert van AriBotekf\'

ende hem volgende Akxander,Averroés,Aponenfts^eade

andere, getrocken uyt het Herte, doch door tuflchen-
komen van de Herfl\'enen. Dan
Hippocrates leert, ende
Galenus bewijft, het welck mede By de Geneef-mee-
fters aen-genomen werdt, dat de Zenuwen»
uyt haer
eygen hooft, van de Herifenen komen. Defe leere

bc-

-ocr page 227-

HEEL-KONSTE. 191

is ^^^^en de gelijckheyt van Wefen,die daer

\' tuiichenhet Mergh der HerflTenen, ende Zenuwen,
narl ondervindinge van\'t Geficht jende wert

\'aaer bewefen, met weder-legginge van \'t ftriidende
gevoelen, by
Laurentius 4. Anat. qucefi. y.

4. Het G«t»-«;\'c/;,van de Zenuwéis,óm\'deZieliicke

Kracht, ende geeft van de Herffenen, tot Gevoelen,
ende Bewegen, door al de Leden te verfpreyden.Hec
Bewegen tot de gene, die dat werck uyt\'voeren, ge.
R Oogen,OorL,

ÏL\'vÄSm Gevoelen ende Bewe-

BeÄdt^^nÄ\'"^^^^

Bewegen

hapr hPoJnf^l ^ Zenuwen werdt genomen na

HerfiTenen, andere uyt het Ruggen-mergh. De eerfte
hebben wy meeft verhandeltin de Gei/.^-o^fïe, der-

"y^ \'t Rugge-mergh voort-
fenT^\'i\'";^\'^^ ontalhjck: maer dewijl, als fyfchie-
ten door de Gaten van de Wervel-beenderen, haer te
den" vougende een lichaem maken, daerom ftellen

P^^en, ofte koppelen (aldus ge-
wen .iT eicke zijde een fpruyt) van Zenu-

Zem.« j\' de Wervel-beenderen zijn.Elcke

^enuwedan heeft in fijn begin veelderhande Vefelen,
ïneac Uyt Mergh, ende een dun Vliesjen beftaende,

ds

-ocr page 228-

192 H E E L-K O N S T E.

de welcke neder-dalende aUencxkens haer van\'t Rug-
ge-mergh af-fondere, niet juyft daer fy door-fchieten,
maerdtckwils wel eenhant-breedchooger, ende, aen
de Gaten der Wervel-beenderen gekomen zijnde»
werden bekleedt met een rock van het dicke Herlfen-
vliefch, waerom fy fchijné maer een Zenuwe te wefen,
piaer door het gat gekomen zijnde, foo vertoonen
haer wederom de felve tacxkens, even-eens als een
gedraeyt touw, dat aen \'t begin, ende \'t eynde lofch
gemaeckt, ofte ontdraeyt is.

In de eerfte figuer.
A Het begin van V ruggen-mergh bujtm de hooft pan .
B Sijndickteindelenden-wervelen.
c Sijn verfpreydingh in vefelen .
D Seven paren der necks-^enuwen .
Van D tot E de rugge-^enuwen.
Van E tot F de lenden-wervelen.
Van F tot G de fiuyt-been ■^emwen-,

H Het eyndt van\'t rugge-merghin vefehnuyt-gamde.

I K L Worden eenige :{emiwen vertoont hoe die -met vefelen
uyt het mergh fpruyten.

MM Worden de knoopenverbeeldtjieup de vereenisinsh
der vefelen komen. ^ ^

N O Vliefen het mergh bekleedende.

In de tweede figuer.
De:{enuw-paren uyt het rugge-mergh fpruytende,
die van andere uyt het herffen-merghgefeyt worden te \'komen.
B Het ruggen-mergh buyten de hooft-pan.
c Vefelen en draden, in de welcke het verdeelt ivort.
O 7 Hetnecke-mergh, en fijn feven paren der ^enmven.
E »9 T^waelfparen vanrugge-^enuwen.
F 44 Het Lenden-mergh, en vijfpaer nnuwen.
Gjo Hetfiuyt.been-merghenfespaer:(enuwen.
H HetuyterHen van\'t rugge-mergh
7. Het Mergh uyt de Hooft-pan fchietende is won-
«Jerh;ck vruchtbaer
om Zenuwen voort te brengen;

vvaer

-ocr page 229-
-ocr page 230-

ï94 HEEL-KONSTE.

waer van deOiit-leders Dertigh voorname Paren heP\'
ben aen-gemerckt; feven in den Hals, twaelf in a^n
Rugh, vijf in de Lendenen, ende fes in\'t
Stuyt-been-
8. Uytde Seven paren
éex Hals-:{emmm, hebbe"
het eerfte,ende tweede wat byfonders,te weten, datl^
niet, als andere,uyt de rechter ende flincker
zijde,ma^^
van voren, ende achteren uyt-fpruyten, ende fulcK^
van wegen de byfondere t\'famen fettinge (ftreckenti^
tot verfekertheyt van \'t bewegen) die daer is tuflche\'\'
den eerften, ende tweeden Wervel.

Het Eerfte paer koomt uyt de gaten van den eerfte\'\'
Wervel, ende fchiet van achteren een tacxiÉën in d^
kleyne Spieren van
\'t Achter-hooft, ende werdt v3ti
voren verfonden door de Spieren van den Slock-derW\'
ende den Hals.

Het Tweede verfpreyt hem over de geheele Huy\'\'
des Hoofts, van voren door die van \'t
Aengeficht»
ende van achteren door de gene, die de tweede W^i"\'
vel met het Achter-hooft gemeen heeft.

Het Derde paer,door het gat,\'t welck tulfchen de\'\'
tweeden ende derden Wervel gemeen is, uyt-fpriiy\'
tende, wert terftont in twee tacken verdeelt, waer ya^
den voorftéhem verfpreyt in de Half buygendeSpi^\'
ren , den achterften in de gene, die het Hooft, ende
den Hals uyt-recken .

Het Vierde, Vijfde, ende Sefte, gaen na de Spie-
ren der Armen, Hals,, ende Schouder-bladt, ende het^
Sevende in de breedtfte Spier van den Arm, tot in
uyterfte van de Handt; allegader met eenige tacxken®
in\'t Middel-rift, waer door het felfde foo groote ge\'
meenfchap met de Herifenen heeft,

Door den Arm , ende de geheele Handt loopt Ses
paer Zenuwen,

Het Eerfte paer fchietende door het gat van den
vijfden Wervel, gaet meeft in den Spier,
Deltoides ge-
noemt , ende de Huyt van den Arm ? latende een

Sprancx-

-ocr page 231-

SoMn , H t, E L-K O N S T E.

Fgnc^en, dat de Hóoft-ader vergefelfchapt.
TpÄt dicker zijnde, koomt uyt het

door het voorftcende midden
^dn den Arm, ende fchiet eerft in den twee-hoofdigen
Jpier; daerna neder-dalende, geeft een tacxken aen
den langhften Arm-fpier ; ten laetften aen den Elle-
öoogh komende, werdt fomtijts in twee, fomtijts in
one tacken gefplift, de welcke in de geheele Huyt van
Alu^Tfl de Hant verloren werden^ waer van

^^ ofte Lever-ader, fchuylt.

S^SSPÄÄve

VerLtdeSpieren,die de„ iTm

dalende, WevtheS VOO
Vingeren. Het wikdeoïr? \'^"\'^^
ftooten, oftebinden van dt A \' i
Doovigheytin de Vingerend \'

vliefch rchietLdê,eySht\'

die allegader

fchi J \\ door-Iooptiden anderen

^chiet achterwaert, fteeckt, ende verheft hem tuflTchen

beeïri. \' ^^^^^»d\'uyc-fteeckfels van de Wervel-

beenderen gehecht zijn.

frhl^\'S ^"g|e-mergh, als het in de Lendenen is,
itniete vij f paer Zenuwen, wat grooter als de Rugge-

P 2 ze-

-ocr page 232-

196 (HEEL-KONSTE.
zenuwen. Elck werdc wederom verdeelt in voor-
tacken,ende achter-tacken,die haer begeven ten deele
in de Spieren van de Lendenen, ende den Buyck? te»
deele van de Beenen .

Volgen twee Af-beeltfels, waer van het eerfte ae«-
wi jft de Zenuwen van voren > het ander van achtere"\'
Hebben gemeene letteren, behal ven daer anders aeO\'
geteyckent is.

A t iHetE^ugge-mtrghfchktmdemdeWervel-beendere)^\'

1 i-of 7 1 De [even Wervel-beenderen vm den Hals.

i Twaelf Wervelen van de Borjl. ^
zo tot 2-4 I Vijf Wervelen van de Lenderun. ^

2 5" 5 O I Ses Beenderen van het Stuyt-been.
B£ Het eerBe Wervel-been van den Hals.
cz Het eerm Wervel-been van de Borft.

D 1 Het eersie Wervel-been van de Lendenen.
% z Het Stuyt-been.

F 2 HetachterfieWt-fpmytfeivan\'teerBePaer.
G I z Derfelver verdeelinge in de Spieren der Herffene^\'
Hl Het voorfieWt-fpruytfel van\'t eerfie Paer.
IK z Van hetachterfie Wt-fpruytfel van het tweede Paef^
na boven treckende, den dunHen tack.
r. den dickflen tack

L z Samen-vouginge van den tacl{,des tweeden Paers, ^^^
den tack^des derdens.

mm 1 a Het tweede Paer door de Ht^t van\'t Hooft fo^
den Hals toe verfpreyt.

N « Het voorBe Wt-fpruytfd vanhet tweede Paer.

3 » Het derde Paer, en de derde Wencel.

O I 2 Deochter-ranckjvanhetderde Paer y eerflnaoch^
teren, dan onder de Spieren voor om-gedraeyt, welcke»
al de tackm van de Paren tot 14 volgen.

p I Voor Be, vier-dubbeldetackvan het eerBe Paer.
Q_j Des felves eerBe tackgaende nae de Spieren , die dt»
Hds roeren.

K. 1 2 Den tweeden verfamelt hem met het tweede Paer.
s I Den derden tackjnet den tack. k vermenght •

-ocr page 233-

^ heel-konste. Ï97

dwiyr u ^^ tack,m de Spiere van die plaet fche hy de
jcioe uytßeeckfels van deWervel-beenderë te fame kamende,

4 I Het Vierdepaer met het vierde Wervel-been.

V l 2 Den achtereen tackvan \'t vierde Paer

X I z Den voorUentackyan\'t vierde Paer in drie Pefm

V » Den eerHen tack, ontfangendehet uytlZiV^^

a 1 Den tweeden tac^, na de Spieren loopenie .

t> I Den derden tack_, rakende een deel van \'t vijfde Paer

5 » Het Vijfde paer.

c t r De« achterüen tackvan \'t vijfde Paer.
f • dSMiddel-rifts-^^enuwe,

ve^nels^rt"^\'"\'\'\'^^\'\'^"^^ f nMytval\'tbo.
Spier \\an IVot^arm

d, m -.-mn-gérach,. "\'""i""\'" V\'iruffrancken b e m-

r.\' LlilfMi\'U,I-rif,.

7 I Het Sevende Paer . ^

rz ^^nachterHentackvan\'tfelfdePaer.

^»^ictacxlem \'\'\'\'\'\'metdenae-

^c^oWera, ends

P Zi Hgi

-ocr page 234-
-ocr page 235-
-ocr page 236-

200 H E E L-K O N S T E.

S I Het jichtjle poiy, ofte het eerfte van de Soyjl.
V 2. Den achterfien tac^van het acht fte Paer.
X 1 z Vervougingh van het achtjie Paer met het fevende,
waer uyt eenige X^uwen na den Voor-arm gaen.

y t Een tack. "van bet achtjie Paer hem uyt-(lreckené
ven over de Borjl.

2 Spranghfels-oan het achtjie Paer, gaende na de Spkï^
van den Voor-arm.

9 i Het Negende Paer.
2 Den achterjïen tachjvan\'t felfde Paer.
1 Den voorften tack^-
1 Sijn fpranghfels na de Borjl-fpieren.
t O tot 19
incluys i Paren van Z^nuwétuffchédeB^bb^\'
1 Spranghfels van de Tuffchen-ribben-t^enuwen aen ^^
wortels van de Bobben, den ^bben-:{enuwe uyt het Sejle pae\'^
der Herffenengefproten, vermeerderende.

t Tacken van de Tuffchen-ribben-ienuwen nae de Spil\'
ren, die de Borji bekleeden.

Tacken na den eerften Spier van den Voor-arm.
Tacken na het onderfte van den gemelten Spier.
Tacken na de fcheunfche Spieren van den \'Buyck • "
Na den hreedften Spier van den Voor-arm .
E.en tacxken na den Tepel.

Tacxkens van V 18. ende t p. Puer tot het beffinfèlvd^
den Dye-fpier, ^

dehuyf^"^^\'\'-^^"^^^\'^"^^ den Voor-arm van huyten in
»
2- Den tweeden van den Voor-arm.

f P^ fpruytfels van den felfden tot den eerilen, oftetmi\'

hoofdtgen Spier, van de grooter Eüe-pijp .
t i Den derden Xenuwe van de Voor-arm .

1 Sijnenj:acknadeHuyt.

ï z Tacxkens na den grooten Spier van den Voor-arm.
I Na de voorfte Huyt van den Voor-arm.
1 T
\'famen-koo^P \'^an den derden zènuwe met den
tweeden,

f pf«

-ocr page 237-

, H E E L-K O N S T E.

^dende ^^ > W\'Je de verfamelinge neder\'

^\'^\'\'den Z^uwi nas den tim-^
" ipter van de k}eynder EÜe-prjp.

dm Voor-arm m het eerBe gevricht vm den duym\\
I Dm mtddel-tack van den tweeden Zenutve.
1 Sijnenvoort-ganghtotindeHandt.

I De« onderfien tac^van de tweede Zenuwe.
1 t^VZ\' iimenfte vmde Handt.

I mde vl J- Voor-ar^ ■

t Een tacina de Huyt des Vnr.y . ?

312 NadeHuytvInhe^k.l

hopende. ^ ^ grooterEüe-ptjp over-

t>..... ,r\'jr-

h ^ Hiervi fpruy^t^

^9 40 4t i Drkta kmZi r^^^
\'ie-pip komen. , die van de

Eik-pijp bekleeden . ^ \' onderen degrooter

HaZs. ^^ * ^«e nae het hinnenfie M

fnTIÏuT\'^\'\'\'^\'\'^^ 4r gehecht aen de kl^pdet

47 , P\' ^\'fl\' W f^m ^rm .
-f7 I StineyndeiydenKineuch^lvand^Uandt.

? 5 48 I Sprancx\'

-ocr page 238-

20Z H E E L-K O N S T E.

48 l Sfrancxkens van dc fefie Z^nuwe,gamde na de Hujf\'
20 fof 2.4 1 Vijf Paren van X^nuwen uyt de Tfervel-heir^\'

deren van de Lendenen.

49 49 I Een tackjia de Kjooten van het 20 Paer.
50501 ^nuwenvan deBuyckjfpieren .

5: i 1 Hier van Spruytfels tot den breedtften Spier van dat
Voor-arm.

525-22 De achterfie tacken uyt de Wervel-heenderen
de Lendenen.

25 tot^o I Ses Paer Zenuwen komende uyt het Stuyt\'he^^\'
55 » Een tack. van het 25 Paer, gaende na het binnet^^
van de Heup.

54 55 2 Eot tack. van de Heup-:^enuwe nae buyten fchi^\'
tende fonder macker tot de Huyt, ende Spieren van den Bil

55 12 Het eynde van het I(ugge-mergh.
57 t De eerSie Zenuwe van het Scheen-been.
581 Tacken daer van na de Huyt.

591 Ms oock.m de Spieren .

60 I De tweede Xenuwe van het Scheen-been,

61 6 t Daer van tacken na de Huyt.

6z Een tax:k. fchietende boven of den Voet.
6; Sprmcxkens van den tac^ 61 die de Knye behelfen.
641 Sijnen tack.na de Spieren .
651 Daer van een tackna den vijfden, ofte den drie-hoof\'
dtgen Spier van de Dye.

l De derde Zenuwe van het Scheen-been
67 t fprancxken nae de Spieren, die het gat van het
Gemacht-been in hebben.

<J8 I Een tack., na de binnenBe Huyt van de Df-
S^\'^ * ^^^^ den derden Zenuwe, gaende nae de^

70 I Daer van een af-fetfel na den tweeden, van de
ken-bewegende Spieren ,

7J j 2 De vierde, ende dder-dickBeZenuwe vmhct
Seheen-been. ■

» a Sijnen tack achter aen de Huyt van de Dye

-ocr page 239-
-ocr page 240-

m H E E L-K O N S T E.

fiendeel verfpreyt.

73 I Eenen anderen nae de Speren > die iiyt het uyttf^
van de Heup fchieten.

lo. Door het Stuyt-been rijfen fes Pare, uyt w^f
kers vier bovenfte, ende drie onderfte van de Lend«\'
nen, komen de Zenuwen van de groote ElJe-pi;p»
de andere, die haer door de nae-buyrige Spieren va\'
de kleyne Elle-pijp, ende Voet verfpreyden, fuI^J^\'
als hier uyt-gebeeldt werdt.

74 Tac^van de vierde Zènuwe des grooter Elle-pijps^^\'
de na de vierde Spier va» de I4eynder Elle-pijp, tot in de

racxkens van het vierde Paer tot de hoofden der
Jpieren.

76 Verdeelingh van de vierde Zenuwe hy de Haf en if^ ^^
fiammen.

77 Den kleynflen, ende dunBen Jlam . ■ ^
7878 Sijnen tac^nae de Huyt van iuyte de kleynder i-\'*^\'

$ijptotdenPincktoe.

79 Eenen anderen de Spieren in-gelijft.

80 Den bhmenHen ftam van de vierde Z^uwe.
8181 Eenen tackfdoor de Spieren van
\'t Been tot in \'t

derHe van den Voet krimpende.

81 Verfamelingh van den binnenben, ende buytenfien
uyt-fpruytfel.

83 Verdeelingh vandenhinnenüen ftam door het onderf^^
van den Voet.

84 Gedeelte van den tac^ 7 8 gaende nae het hovende
den Voet, ende den kleynBen Tee.

Tacl{ van den binnenjlen jlam ontrent den enckl\'f^\'^\'
86 Sijnen anderen tack^, hem na het bovenste van den foe^
begevende.

Na dat de voor-genomen Deelen wijdt-lo^P\'S^
befchreven zijn, foo fuüen wy nu
komen tot haer ,
Gebreken, begmnende, volgens de
voor-geftelde or-
dre, van de gene, die het
Opper-huydeke» > ende
meeft onderworpen zijn. H \'

-ocr page 241-

H E E L-K O N S T E.

Het VIL Capittel.

i-Vande Son, i.Ken-tejc-
\' 3 -Vooy-teyckeneny 4. Maniere om voor te kpmen .
>• ^enejinge.

J^E Huyt werdt door verfcheydene Oirfaken be-
K
e,./ / \' 0"der mede de ^o« is, het welck wy
E»de al en is dit geen groot Ge-

volgen,defelviglras de Sk^

I. Defe Vlacken werden \'

brantdoordehittederSonn/

fonderheyt het Aengeficht vfn? ^ \'T

Son moeten wefen.^ Het J., ï\'a \' t\'f

eenkoudeWmterheeS

alleenalseene Vlack

weten, uyt het gene voor

manthemlanghindeSonfnK\' \'ï ®

raeckt de Mans,BoSinnen en/\' vvelck weynigh
nietenfien: maefSS-
Joffrouwe^

neet vem^ voor-gekomen, wan-

vee fndfc \' \'\'^\'^^^^"Huytis, f^n felven wacht

Hon f 1 u^ wefen,infonderheyt in de Lenten,en
nonti dagen, het eene om de veranderinge,die als dan

HeT A \'\' c^t\' de brandende Hitte.

nee Aengefxcht magh, voor de gene die fulcks te

20f

-ocr page 242-

206 H E E L-K O N S T E.
pas koomt,bedeckt werden met Mafmes,ofte Sluyef \'
de Handen met Hant-fchoenen, endfe beyde dick»^\'»;
gewalTen met eé Uyt-melckingh door
I{pfen-wateï vP
foete Amandelen
ende de \\itïgroote verkoelende Xßden -

5\' Maer al is de Huyt aireede door de Son verbra^^
dat vergaet wel metter tijdt van felfs, als men uyt
bon blijft; want alsdan wert van de Nature wedero^
een ander Opper-huydeken gemaeckt. Dan voor \'!;
pne, die fulcks te langh, ende moeyelijck valt,
können, om geen tijdt te verliefen, haer walfchen
^ofen-water, daer wat Canfer in gefmolten is, ofte di^^
hittere ^mandelen in geftooten, ende uyt-geperft iP/
HiertoeftrecktM/c/c,infonderheytGeyL,ende#
Imnen-melck, de welcke de Huyt verfachten, fuyver^\' \'
ende een goede verwe aen-brengen. Van fulcks ^^
was
Poßaa,de huyfvrou w van den keyfer Nero niet oH\'
bewuft, de welcke, waer dat fy oock haer begaf j doo^

een groote dertelheyt, altijdt vijfhondertEfelin"^"

met haer voerden, walfchende niet alleen haer AeO"
geficht, ende Handen met haer Melck, maer badend«
m de felve haer geheele Lichaem, om
het felve fon-
der rimpelen, mals ende wit te houden, gelijcki\'^\'\'
wwverhaelt in het ii. bouck van fijn Natuerlijc^^
Hiftorye,op\'t 41. capittel, ende in\'t 2o. op\'t
Hier op flaen de Verfl^en van den poëetI«Ww in ÜP
Schimp-dicht :

- \' Videndaquemulto
^ane tumet facies, autpinguia Popbceana
\' ^ ^\'fiantur labra marhi.

i^elrk ïnif^\'"\'\'\' "\'^de gewagh van Broodt, heï
. V ; u "^^de tot klaerheyt des Aenge-
fichtsin tgebruyckwas. Waer
toe beft

dient, voornamehjck met de gemelte Melch ofte T^"
^anEy gemenght. Hier toe ftrecken oock de Suyver-
makende ofte Af-vegende Heel-middelen in\'t IZX^\'
pittel van \'c i. bouck befchreven.

-ocr page 243-

HEEL-KONSTE. 207

Het VUL Capittd.

-om het Vyer, endeanderehrandmde^

1 - Haer trappen, ende Verfcheydenhevt 7T ^

G^an de Son hebben, de Verbrantheyt

die van \'t Vy^ \'

even-veel. WancrySori\'

ti)dts ifferalleen 4lnt mP^feder ey Trappen.Som- ■
endeindiendenfelvennïïttfZ\'
foo fcheyt het Opper-hnl^ i geholpen en wert,
ende daer komen Éla«;? ^^^" de rechte Huyt
tijdts verheft
haer \'S \' «P\'^ol klaer Water. Som-
Blaes, de Huyt wert v. \' ^\'""de voet een

getrocken, fonder even \' ^erdrooght, ende in-
den. Soratijts
wert de h f" ^^^har-
Vleyfch
to eeSft JJl^\'\' onder-leggende
Huyt is bruy^achtS? rT\' verdrooght; de
de/als de Sifgevoelen,en-
Want het Vv -r J diepe Sweringh.

Pijni ende om da??/v ^.^"\'^heyden, ende verwelkt
kracht van\'t
Vver 1 X^^htigheyt m de Huyt door de
vaftigheydt van ^ On?^ T ""^\'^^en. ende door de
Wert, foo heftfy\'tfer" ydeken tegen-gehouden
Somtijtsbliiff eroock S\' verweckt Blaesjens.

Vochtigheytin\' dS

ken wert. ^mti ts g

t eenemael vervlieehr S \'\'^\'.dat die Vochtigheyt

W-koomt van weleh^ verdrooght. Het welck

den Braïmaeckt w ^^""^heydenheyt van \'t gene

niet, ende\'t felve L ^^\'■^"dt foo veel

\' ^^ \' oock meerder ofte minder, nae dac

-ocr page 244-

^ ^ O N S T E.
het meerder, ofte mmder Hitte heeft. Daer en ko"? !
mede geen grooten Brant van Stoppels
, Stroo, ott

diergelijcke, heten ware den felven lange duefdf\'

Meerder krachtgeven Olye, Vet,Peck,Teer,Vem\'^^\'
Honigh, Wafch. Noch heviger branden gefmoltë"
Loot, ofte Tin, gloeyend Yfer, Vyer van Bof-kruV^\' ^
ofte van den Bhxem. Want hoe het Vyer in een valtj
lichaem is, ende langer brant, hoe het meerder kraf"^
doet,ende in tegendeel, wanneer het
in een ydel •
haem is, dan verfpreydt fijn kracht, ende en kan
veel Brandt maken, te weten, als het mede nietlaß^\'
en duert .

Z. Uyt het gene nu ghefeyt is, flaet de Verbr^i^^\'
heyt met haer onderfcheyt wel te kennen. Want
tende de voorgaende Oirfaken,eiï fiende de gefchr^
de Huyt, foo en heeft men anders geen K^m-ttjcW^ •
van doen.

3. Wat de belanght: De Verbr^"^,\'

heyt heeft meerder, ofte minder gevaer,na dat fy ^
ofte weynigh is, ende oock nae de Deelen. Hoe^^^ ■
Lichaem fuyverder is, ende de Verbrantheyt minde\'\'\'
hoe fy eerder kan genefen werden. Heeft
oock mif\'
der gevaer, wanneer maer een Deel gebrant is, dan
fer vele,ofte het geheele Lichaem brant,ende dat ooO
den Brant diep in-gaet, Want dewijl de Vaten ds^J
van toe-fengen, ende fluyten, foo en können daer do"^
het Bloet ende de Geeften niet toe-vloeyen, waer oP
het Kout vyer, ende dickwils de Doot felve kooW^ ^^
volgen. Sulcks heb ick gefien in een Opper-brouwer»
die het fiedendeBier,uyt de op-fpringende Kuyp
•t hjfkreegh, ende\'t felve beftorf. Hiervan hebbe«
wy oock een aen-merckens weerdigh
exempel in de
Franfche Hiftoryen van koningh
K^rd de V L die m ^
jaer
13 9 2. mede wilde wefen in een Mommerye va«
Wilde-mans, aen-geftelt by fes
Edel-luyden,gekleedt
in fijn linden» van buyten vol wol vaft
gemaeckt met

-ocr page 245-

^^ ^Vefen dat fy al fchenen naeckte Wilden

de, W Koningh mede foo toe-gemaecktzijn-
i" deTii A gebonde, als flaven.

\' r ^^ \' Princeffen versa-

"«tfaten: maerfy en waren daer nauwelijSn \' n

ren\' ïf ^^ \'-"^ht in hai kSe!

fen, hec welck terftont foo voort-o-inck, daft-^r .

men tabbiert. \'"X-

gelln d^SSnftetf
fijutegen-ftriidldr r

Vanht^ oSl nietaltijdc

gen de nVrft ^^^den, maer oock van we-

vaSfommite "Meteenmif-verftanc

tnaiervfrVndèL"\'\'\'"\'" ^^ Verbrantheyt

danighey t het ÄP® "\' ^^er door eé Heete hoe-
derhalven \'t ktvT^Z\'^tr mede-gedeelt wefen, ende
uyt-blulfchen; daer n^ verkoelende middelen willen
van het Vyer het gebrand/n "\'^e klèyne ftucxkens
de welcke vereyfchen ulr m-gedruckt werden»
men bevint door de ^^ ^nde

de Verbrantheyt niefen »

fetfelsin honden; ^^ Vyerigeaf^

hetKout-vyer verwecken P\'j"\'Ontftekinge,ja
fen dapper ten achteren fetten

verkoelende, ende feervS. \' f

voet, ende \'t eeheel^ k! verdroogende middelen, de

vendeaen d.n ïn «yttermaten feer fwol,bh -

datdler rn ^\'^ckel (niettegenftae^

«at aaer toe van buyten, ende binnen gebruyckt wer-

CL de)

-ocr page 246-

^10 H E E L-K O N S T E.

dé) een Sweringe den tijde van vier jaren, totdat ny

met een goet Geneef-meefter, daer over komendej
felvige bevonden een Rijcxdaelder groot, metverne
ven, ongelijcke, ende harde Kanten: het Lidt med

f

t*

bewegen , ofte gaen cn Konae . tiier is, na. uif-";-
ge van\'t Lichaem,
Fredpmet met plockfel op de \'
ringe geleyt. D e Voet, ende alles wat verhart \'
werde geftreken met een Salfken van
Capoenen ver^^^v
van wim Leiyen,
ende Fkr-wormen: ende dan daer 0«
geflagen een Pap van
Boonen-meel 2 ongen, Poeyer "If
Heumfl-woneUvzn wilde Wijngaert,
van temtgriec^
elcks I loot, van roodeB^fen, Granaet-bloemn, Mf^^\'
:(aedt,
elcks eé vierendeel loot, Maflick., wim
elcks een half loot, Saffraen, een half vierendeel
met hetaf-fietfel van
Heumfl-woytel,ende Fenugrieck}" i
een Pap gekoockt. Na eenige dagen is\'er een
onder de knye, rechtover de Sweringegefet j oi" ^
toe-vloeyende Vochtigheden te onder-fcheppen if.
daerom oockfoo lange open gehouden is, tot dat
Deel, door het langhdurigh gebreck, verfwackt zi)"\'
de, genoegh verfterckt was. Doch als hier door
harde Kanten nieten konden verfacht werden,fo»
die met een verteert, ende daer op geleyt^^^
F>igefiijf, beftaende uyt Nieuw wafch i fcruvd >
Gummi, Elemi,7erebinthijn, van elcks l loot, Poeyer
MaBick, witte Wieroock, van elcks2fcrupels, tnet ee"
Doyer van een Ey, een weynigh Olye van Doye^^\'- \'

voorts met Olye van B^ofen, ende van loere^.......

gemenght tot een Salfken . De verhaeide Pap ^^ f
trent een maent na malkander op-geleyt, ende de Fr\'\'
cipitaet tot het Jaetfte van de Heelince in-geftro^X^\'
Na het gebruyck van de Pap, is rontfom
het gewricht
van den
voet geflagen, de volgende Plaefter: N-E\'^r\'
de Mucilagiriibus 4 ongen, Gnm. Ammoniacum, I ^^^

-ocr page 247-

^ ^ E L-K O N S T E. 2it
«V. \' half vierendeel loot,^ick-

^a\'^e^ gemenght, end^ op

ken. j , geftreke. Maer foo dickwils als\'er Puvft-
^ens door de Plaefter quamen,werde I rttit f ^
.^•en, ende ondertuflTcLn een verdroogendJ n

O ^ "y-^-^en. gnï;

facht zij nde, allencxkenc ^ \' "" genoegh ver-
de van de TeenTot 1J ^"^reven . Het been wer-
Swachtel, gedooot in h^^ toe bewonden met een

Gekoockt in een fto\'m^\' \'

I once n\' V daer by gedaen

ft^ van de Ge^/r^\'^\'\'\' het laet-

in Verbranthetrl K door koude middelen,

Deeerftrf?rgfS:;"y?^\'Verargertwas.
om den Brant uyt t«?^ ?"^^ Verbrantheyt wefen

Ver-
indien men

: fteeckt, alfoo daer d J^f i m werm Water

kout Vyer verweckt we^^\'^^ \' dickwils het

eerft met Snee wrijft f • \'"^er indien men de felve

Kouw uyt-getrocken wei-HV" ^^^^^ ^^^^^\'

men den Brant met verwern;.\'\'?

ken, het welck fy doen middelen uyt-trec-

malkanderen hebLn\'ïe

: Vyer het inwendigh of\'t vp?k "\' uytwendigh
we weten Har alc i • ^ \' ^"de felfs onfe Vrouwen

verbS hebtnin^ \'

Q. Ä 5. Der-

-ocr page 248-

ZIZ HEEL-KONSTE. ui

5. Derhalven wanneer de Verbrantheyt weynig j
om \'t lijf heeft, dan moet men in alle manieren t ^
fien, datter geen Blaren op en komen. Want also» |
belet werdt, dan is het aen-gebrande
terftont g^ne
bevrijt. Dit dient ten eerften in
\'t werck gefteltj^\'^^^ !
het
gebrande lidt, na fijne gelegentheyt,ofte een wer ;
nigh tegen \'t Vyer gehouden, ofte in werm Watert /
fteken, ofte door het felfde met een
fpongyejofte
len lap geftooft, om alfoo door de wermte den
uyt te trecken-, ofte ten eerftë een douck met een St^\'
vingh van
Veyl, in Bkr gekoockt,ofte Water, daer
de Kßlcknt uyt-geblufcht is, om het felfde geflage" ]
ende dan daer op geleydt ^juyn met Zsijt geftamP\'\'
ofte men fal nemen
Ajuyn ander-half ongfej-^owfJ/"^^\' ■
fcbe Zeep, van elcks 1 loot, In een vijfel, met Olf"\'^\' ,
Rpfen, tot een Salfken gemenght. De gemelte ,
gebruyckten een Salfken van een pont Speckin
ducxkens gefneden , ende in Bpfen-water gefmolte"\'

Ycmcxncci ccn anaer aaitKen van .
dat hy feydt van een Indiaenfch meefter bekomen ^^
hebben. Men fal nemen
Laurier-bladeren, ende la^e"
op de felfde heet-gefmolten Speek, foo langh druype\'\'. \\
tot dat de Bladeren in affche vergaen zijn. Met di®
Aifche, onderde Vettigheyt alfoo gemenght, twee\'
mael daeghs het gebrande Deel geftrekê, geneeft bi?\'
nen dne dagen. Men magh, gelijck
Valefcusdoet, eeni-
ge riemen Speek tulfchen Laurier-bladeren aen eeU
Spit fteken, ende voor het vyer laten braden, ende he^
druypende Vet gebruycken .
Ferrarius fchrijft herti ;
feer wel bevonden te hebben met het volgende : N\'
TVit van 2 Eyeren, 2 ongen Olye van B^fen, l on^e Ko/éf
water, wel onder malkanderen geflagen , ende daer lO
een fijn doucxké nat gemaeckt, op het Verbrande deel
geleyt,
ende niet af-genomcn, tot dat het genefen is -

maer

-ocr page 249-

n>aer n ^ ^ O N S T E. 215

bedt daeghs drie vier mael met het felfde nat ge-
Vati\' nae den vierden dagh fal men in plaetfche
tQ wit
z Dojeren nemen, ende dat foo vervolgen,
l \'nen verneemt het groeyen van een nieuw op-
kp M \' ^\'^de daer het felve openbaert, het doucx-
j^nallencxkens af-fnijden, tot dat het geheel wech is.
^aer in alle Salven, die wy hier toe gebruycken,dient
aerop gelet,datfe nibt vaft en klevenjmaer lichtelijck
-genomen konnen werdenjwant hetanders pijnlijck
ait. De Bleynen en dienen niet terftont door-gefte-
«en, om dat, de Huyt ontbloot zijnde, pijn maeckt,
fwfl Maermoeten eerft op

h "Lr f ^^^ den: het welck oock niet

la^er en dient uyt-geftelt, op dat de vochtigheyt, die

Dan indien de Verbrantheyt foo fwaer is, dat\'er
niet alleen Bleynen op-geheven zijn, maer de Huyt
oock verbrant, verdrooght, ende in-getrocken is, dan
t nV Senoegh,alleen Heel-middelen te gebruyc.
ffl . " «yt-trecken, maer men moet\'er op
leggen tgene de verdrooghdeHuyt kan verfachten.
^aerom dienen terftont allede Bleynen door-gefne-
qen, om de heete, endefcherpe Vochtigheyt te doen

levt e Tff\' op de Verbrande plaetfch ge-

1 k On-ge^oute Boter, Hoender-vet, van

eicKs I on^e, olye van witte Leiyen, van TXoyeren, Weum
wafch,
van elcks j loot, Saffraen i fcrupel, Slum van

I onse. Het

Lidt lelve moet daer nae bewonden werden met een
öoeck in
Oxycratum nat gemaeckt, om de pijn te ftil-
len , ende het toe-vlocyen te beletten,

7. Indien ten laetften de Huyt niet alleen wat ver^
Oi^ooght, maer al de natuyrlijcke Vochtigheyt daerin
verteert, ende de in-geboren Wermte vervlogen is, ja
q^ 3 hci

-ocr page 250-

ai4 H E E L-K O N S T E.

het Vleyfch felve met de Aderen, Slagh-aderetb enac
Zenuwen verbräm is, foo dat\'erfeertevreefen ni^
voor het kout Vyerjdan diené ten eerften alle de
nen, endePuyfjens door-gefneden te
werden,ende "
Waterigheytop-gedrooght. Daer na moet gelet zi)"\'
dat de
Efian, ofte Korfte, den eerften, ofte tweerf^"
dagh fcheydt i ofte, indien fulcks niet en kan gefch\'^\'
den, fal men het Deel op veel plaetfchen fcherve"*
om de Vochtigheyt uyt-koomft, ende deHeel-m\'"\'
delen toe-koomft te geven. Ende dan fal men da^\'\'
terftont op leggen het laetft-verhaelde Salfken, i^\'^J\'
dere Heel-middelen zijn te fien in\'t laetfte Capit^^\'
van het eerfte Bouck.

Ken-teyckeni^\'

Het IX. Capittel.

I. Sproeten, z. Haer Oirfaken, J.
^.Voor\'teyckenen, \'j.Geneßnge.

a,

I.

fcP het Opper-huydeken vertoonen haer de Sp>\'f
\'ten,
infonderheyt in de Somer-tijdt, waerom (y i"
BuytRsLndtSommer-fproJfen, efi Sommer-flecken genoen?*^
werden. Hetzijn Vlecxkens, die over de HuytfchÜ\'
nen als gezaeyt, ofte met droppen geleekt te zij"\'
Bruynachtigh van verwe, het dorre loof niet ong^\'
lijck( waerom fyby de gemelte Duytfchen den naef»^
oock voeren van
Laub-flecken) fonder eenige Pijn, of\'®
Moeyelijckheyt.

Z. De Sproeten fpruyten uyt verbrant Bloedt, al^
het felve m *tOp-huydeken eerft op-gehouden, ende
daer na
langhfaem uyt-gelaten wert. Derhalven help*
hier feer veel toe, Vaftigheyt van de Huyt. Ende dit
is de
oirf3eck,dat de Koonen, ofte Wangen,daermin\'
der mede gequelt zijn, om dat fy door haer lofch end«
open wefen, de verbrande Dampen, die fy ontfange"»

ter-

-ocr page 251-

^j^n HEEL-KONSTE. 215

hoof wederom uyc-wafemen ; daer fy in \'t Voor-
flot de Huyt meerder gefloten is, langer be-

„ ten blijven, ende in het felve daerom oock meerder
, Pi"oeten voort-brengen. Sulcks zijn meeft onder-
h kiF^\' d\'® overvloet van grove, ende gebrande Gal

Pebben,als in\'t fcheyden van Gallige fieckten, ende
•iSwangere vrouwen, ofte oock in Vrij fters,door het
ophoudé van de Stonden in fommige van het Speen,
^aer door het fwaermoedigh Bloet is gewoon ontlaft
e werden . Sy werden noch daer
-en-boven veroir-
laeckt door byfonder gebreck van de Huyt, waer door
haer voedfel, al is het fuyver efi goet, bedorven wert,
eride een ander verwe aen-treckt. Want de Huyt,van
buyten befmet zijnde, bederft, ende befmet oock haer
^•gen voedfel, t welck dan, onder andere Vlacken,

mede toe Sproeten uyt-dijt.

zijn uyt de befchrijvinge, ja ge-
noegh door het Gefichtte kennen . Komen meeft in\'t
Aenge icht, Hals, ende Handen, als deelen, die voor

Lucht bloot ftaen.

^ de Ken-teyckenen van de Oirfaken belanght.
r. fn^ïc ^ ^?^en,door het uyt-drijven van de Natu,
^ \'\'\'"dt met verlichtingh van de Sieckte,
. op-houdt. Ende als de Voch-

tètefn Ir ^ïu\'^P i^\'dan en valfer geen juck-
Sn ^"ders wel doet. Dat de Ston-

onaer reent zijn . Wanneer de Dampen, van eenige
quaet-aerdige Vochtigheytuyt.gedreven werden,dan
werden fy gemeenlijck met eeni Jh quaet gevolgh ver^
dSgelifcke
 Onlufti^heyt, ende

4. Sommige Sproeten komen

in de Somer, ende
vergaen wederom in den Winter. Andere blijven aU
doch fonder het minfte gevaer te
dreygen.

5\' Daerom feyt niet quali jck in fijn ó.bouck,
Q, 4 o p

-ocr page 252-

zi6 H E E L-K O N S T E.
op het capittelj dat het by-na malhgheyt isjde feiV^
te willen genefen. Even-wel fullen
wy voorde nauw\'*
keurige eenige Middelen kortelijck befchrijven. Hie\'
toe dienen
Water van Speen-kruyt, van Boonen-hlotj}\'^\'
van Vlier,
met een weynigh Canfer in Brande-mij» ge-
fmolten ; als mede
Water\'ayt Siecken getrocken j al/®
met
Spaenfche Z^ep, ofte Honich gemenght. De Voch^\'S"
heyt, die uyt graden Eyeren ftoomt . Olye van Eyf^^^
ofte
Wijn-fteen. Met he\'t laetfte twee drie mael daeg"^
geftreken, en met het eerfte dickwils gewaflchen.
andere Heel-middelen , daer toedienende, zijnhieï\'
voor te fien in\'t 7.capittel5en de verder aen-wijfing^\'

Hier en foude nu de Mafelen, als mede Vlackê zij^\'
de, niet qualijck volgenj dan om dat fy de felfde fto»®
hebben met de Kinder-pocken, foo füllen wy beydß
onder de Zeeren daer na verhandelen.

Het X. Capittel.

I, G E s vv E L in \'tgemeen, %. Oirfaken, ende
derfcheyt, ^. Oirffroncki ende Wegen van de
Vochtighedef\'
die de Qefweüm veroirfaken . 4. Kjn-teyckenen , 5-. fo\'""
teyckenen, 6,Geneßnge, j, Door Verdwijnen ,
8. P"\'"\'
Verfweren, ende Openen.

l^Y hebben by-gebracht de Gebreken , diehaef
even,ende fonder verheffen in het
Opper-huyde-
ken vertoonen, ende fullen nu komen tot de gene , die
de Huyt, ende d\'onder-leggende Spieren op doen
Swellen,ende Sweren.

I. Gefwel, ofte Swellingeis een Gebreck ,wacr
in de Deelen onfes Lichaems van haer natuyrfijck W e-
fen, ende Gedaente af-wijcken,door
Toe-vloeymgh,
ofte Vergadermgh van eenige Stoffe, die haer doet
©prfwellen.

De naefle Qirfaeckyun eeq Gefwel is\'t gene, dat

het

-ocr page 253-

\' \'«iuc, enae valte btotte; loo werc het voornaemfte
fte O\' f van de Gefwellen genomen van de nae-

Vooi^eerftj beftaen de Gefwellen uyt de Vochtig-
heden, te weten Bloedt, Gal, Slijm, ende fwavte Gal,
1 wart Bloedt, ende Water. Ten tweeden Winden in
Deel befloten, doen de felvige fpannen, ende
op-fweilen. Welcke Gefwellen wy volghens dc
^neckfche , ende Latijnfche benaminge fouden mo-
Sic . Ten derden, daer is fom-

dts yet Vleyfighs, Vliefigh, Beenigh, ofte dieige.
S \' " in eenigh Deel koomt te walfen, ende Ge-

uyt Vochtig.

SvÄ H^^ werfte vervougen, ende hou-
ds de vTft^rf",\'^\' Gefwellen ; te weten,

ten IS. haer plaets in een andere fchie-

ten, ende die doen op-geven

ti£dfn H,?• gefwellen komen uyt de vierVoch-
enïe uv? tri ^"dere uyt Water,Wint,

ende uyt-reckende Deelen ; Uyt hetBloedtontftaet

ht^Phle^one, ofte Bkdt-mfwL Vleyftgen ^cn-was.
Vl^^W hreucK, ende WiLgW / Uyt Gal, de
Ocd^J^T^T-\'\'^\'\'\' Haer-worm, &c. Uyt Slijm ,
ciThlfrh\' i Uyt fwart Bloedt,
Sdrrhus.
ter wlftt\' Uyt fwarte Gal, Kmckcr i UytWa-
\' ^-^er-W/^, &c. Maer meJ vindt
Gefwellen,die van Waterige

Vochtigheyt komen, door dien datter dickwils Wey-
achtige. Zoute, ende Gallige Vochtigheyt onder ge-
nienght is, ende daer van
fpruyt , Schrfi,

De Gefwellen die uyt Vochtigheden voortkomen,
maKen naede noch tweederley onderfcheyt.

5 Voor.

-ocr page 254-

Si8 H E E L-K O N S T E. ,

Voor eerft, dat fy niet alle van een alleen, maer va
verraenghde groeyen, te weten, van Slijm
\'t welck Gal ,oftefw3rt Bloet by hem heeft ,foo
dc naefte oirfaeck e^^ghentlijck geen eenderhan
Vochtigheyt en is: maer een mengel-moes van ve
fcheyde.

Ten tweeden, datdie Stoffe fomtijtsineê Vhe\'\'^
befloten leydt. Sulcke Gefwellen zij n,
ofte
Koninghs-^eer, Melkern, een Zwere met Etter 3
honich;
Steatoma, een Speck-apoßeunye, Atherom^, ^^
Pap\'apofieunye,8cc.

Van de Vochtigheden, die in een ander wefen v^\'\'
ändert zijn,
groeyen\'Polypus, een vleyfigen Aen-w\'^
in den Neus, het
vleyßgb Scheur/el, I{amla onder»
tongh, Wratten,
Sec. .

Daer zijn noch Gefwellen die uyt Quaedt-aerd^
Vochtigheden beftaen;als
Kjnder-pocken, MafeUn,^ \'
laet}heyt,Peft-I^le,Kj.ap-oir-,8cC.

Van de Winden komen de Op-Uafinge, ende aide\'\'\'
hande
winderige Gefwellen.

Van vafte Deelen uyt haer plaets fchietende koo^
het
Scheurfel in\'t Gemacht, ende in den Navel, als det»
Derm, ofte \'t Net daer in ichiet;
Varix, Kramp-ade?\'
, ofte uyt-gereckte Slagh-ader.

De Beenderen van haer plaetfche gedrongen wef\'
dende, fchieten met een Gefwel uyt, in \'t Grieckfc»^
Exofioßs genoemt; ende als de Wervel-beenderen van
den Rugh uyt-wijcken, dat maeckt een
Bult.

De gemeenfte Gefwellen beftaen uytde Vochtig-
heden ^ waerom wy van de felvige eerft füllen ha«\'!^\'
ien. De naefte Oirfaeck van foodanigen Gefwel is een
Vochtigheyt, die eenigh Deel onnatuyrlijck doetop-
fwellen . Welcke Vochtigheyt, alfoo
fy gemeenl^cK
in eenige Hoedanigheyt uyt-fteeckt, te weteni in Hit-
te, Koude, Vochtigheyt, ofte Drooghte, foo deelt 1/
die Hoedanigheyt het Deel mede, dat anders gema-

-ocr page 255-

HEEL-KONSTE. 219

bOt Zijnde , daer door ongematight wert het welck
^\'"oorfaeckt, dat\'er een Ongematigheyt haer met het
^efwel vermenght.

3- De Vochtigheydt, die de Swellingh maeckt,
^ertof allencxkens in het Deel vergadertjofte vloeyt
daerfe------

— levens in.

Delanghfame Vergaderinge gebeurt voor-eerft,
^de infonderheyt door eenigh Gebreckj dat\'er in het
peel is, ce weten, als het te Swack is, om fijn Voedt-
lel nae behooren te verteren, ende te veel over-fchot
ttiaeckt, ofte dat het fijn Over-fthot niet welen kan
quijt werdeni het welck wederom gefchiet, ofte door
Sv^ckigheyt, ofte dat den Door-tocht niet vry en is.

i en anderen , werdt de Vochtigheydt allencxkens
vergadert, infeker Dcel,als het Voedtfel felver quaet
IS i waer door foo veel over-fchot gemaeckt wert, dat
de uyt-dri,vende kracht ■ t felve niet en kan af-fetten,
otte loo dick IS , dat de Nature het niet en kan quijt
maken . De Swackigheydt van de kracht beftaet uyt
Ongematigheyt der Deelen , ende verfwackingh van
de natuyrlijcke Wermte . De Door-tochten werden
vei-ftopt door veel ende dicke Vochtigheden^ werden
toe-getrocke door Kouw.Ende Spijfe van quade Gijb
maeckt dat\'er veel Overtolligheyt groeyt.
(h ^oehtigheyt koomt op eenigh Deel te vloeyen
J\'^ick de meefte oirfaeck van Gefwellen is) ofte
„ ^^Ifs getrocken, ofte van een ander daer
na toe gefonden.Het Trecken gefchiet voor eerft door
Hitte, t zy dat die gekomen is van ftercke Beweginge,
de Son, Vyer , ofte fcherpe
Geneef-middelen. Want
door die Oirfaken de Deelen verhit zijnde, trecken
uythet vordere Lichaem de Vochtigheden nae haer
, felver oock al is\'er geen overvloet: doch foo veel
te meerder, als\'er overvloet is.
. Ten anderen, werden door na-trecken van Voch-
tigheden ,
noch uyt Pijn, Gefwellen verweckt. De

Piin

-ocr page 256-

HEEL-KONSTE.

pijn treckt na haer, niet uyt haer felven, maer uyt wa
anders, te weten, om drie Oirfaken. i. Om dat ae
Nature, dewijlfe een pijnigh Deelfouckt te hulpe^

komen^daer na toe fent met kracht ende overvloedig"

Bloedt ende Geeften> ende alfoo het Deel te feer ver-
vult. 2. Het Pijnige Deel werdt van die Overvloed >
door de Nature daer gefonden, verhit; waer door het
daer na, van wegen de Hitte, te meerder treckt.
Fijne, verfwackt de Leden. Nu de Leden verfwaeK""
zijnde, al is \'t datfe niet en trecken, foo ontfangen fV
dapper, ende konnen niet weder-ftaen, ofte tegefl\'
houden ,\'t gene dat\'er van alle wegen in-vloeyt.

Ten anderen, beftaet een Gefwel uyt Sinckinge\'
wanneer eenige Vochtigheden uyt het een Deel in
ander over-gefonden werden, al is\'t dat\'er geen treC\'
kingh en is. Want alfoo elck Deel niet alleen en heeft
een kracht van nae hem te trecken dat hem aengenaem
is: maer oock een kracht, om\'t gene overigh,ofte te-
gen is, van hem te ftooten j foo is "t, dat een fterclï
Deels door Overvloet, ofte Hoedanigheyt der Voch-
tigheden s overlaft, ende geprickelt zijnde, \'t gene dat
hem onnut is, ofte moeyhjck valt, na een fwacker uyt\'
fmijt. In het welcke indien het niet en verteert, ofte
uyt en waelfemt, vvert wederom na andere gefonden >
die noch fwacker zijn,tot dat het ten laetftë koomt tot
het fwackfte, \'t welck hem van de ontfangene Voch-
tigheden niet en kan ontlaften jalwaerfy dan blijvende»
als op-gepropt, by een fteken, endeallencxkens ver-
meerderen. Even^ eens,gelijck men fiet,dat de
Schol-
len-ys, als fy in haer drijven gefteut werde,ende ergens
tegên fteken, op malkander fchuyven, ende alföo een
hooghte maken.

Om dan een Swellingh te veroirfaken door Over-
fenden, daer toe wert vereyfcht een
ftercker Deel dac
fent, een fwacker dat ontfanght, ende Wegen, door dc
welcke die Vochtigheden haren loop nemen,

Dc

-ocr page 257-

^ H E E L-K O K S T E. 221

Pj-^® Deelen fenden over, als de ßercke kracht ge-
d- V door de menighte, ofte hoedanigheyt

j!*" V ochtigheden tot uyt-ftooten . Want indien de
^ature niet geprickelt en werde,fy en foude haer niet
«ellen om uyt te ftooten, ende by aldien fy niet fterck
en was,foo en foude fy niet konnen uyt-ftooten. Waer
»^öe oock helpê uytwendige Oirfaken, die het vloeyen
Verwecken ; te weten , foo Hitte, die de Vochtighe-
den doet fmelten, ende driftigh maeckt; als Kouw,
dietnet toe-trecken de felve neder-druckt; gelijck in
de
Smckingen breeder is aen-gewefen

\' d\'e elders van daen vloeyen,
7e in "gf" de Swacke ende de Gcreetfte

Tsj.nl^ef " \'\'\'\'■d^ö hier verftaen, die ofte van
\' ^^^^^ eenigh Gebreck gekregen heb-
h"\' fu T foolefchapenzijn, datfe lich-

telijck het Over-fchot van andere D eelen konnen ont-
tangen , gehj^ck daer is de Huyt, ende de Klieren, die
Mch ende ydel zijn. Want de Nature, om voorname
en edele Deelen voor Ongeval te befchermen,heeft in
t menlchehjcke Lichaem eenige fwacke geftelt,in de
? h de voorname Deelen, wanneer fy met Voch-
"Pfdenover-laden zijn, haer konnen ontlaften.Hier
len 5 haer OvertolHgheyt onder de Oxe-

A^T • y^erflTenen achter de Ooren, ende de Lever in
de Deelen, ende Leden haer drooge,

ende vochtige Vuyligheyt door de Huyt.

ue ^-ereetftedeelen, om de Sinckingen te ontfan-
gen, zijn de gene, die aen de uyt-gevende Deelen vaft
zijn,ende de Wegen, waer door de Vochtigheden val-
jen, wijdt open hebben,ende de gene, daerfe wederom
fJl u^!\' ™°eten, naeuw ofte geen ; ofte oock dat
n
^«r \' ^"de onder de gene, die toe-fenden.
^e
Wegen, door de welcke de Sinckingen vallen,

zijn

-ocr page 258-

2Ä2 HEEL-KONSTE.
zijn ofte verholen, ofte openbaer. Want alfoo on^
Lichaem, gelijck wel feyt, door-vloeyig"

is, foo loopen fy oock van \'t een Deel in\'t ander» door
verhole Wegen . Aldus fackt in de Water-fuchtige
hec Water uyt den Buyck door heymeli jcke Wege\'\' i"
\'t Gemacht, ende de Beenen. Maer meeftendeel loO\'
pen de Vochtigheden, die Gefwellen veroirfaken»
door open Wegen, als daer zijn Aderen ende Slag»\'
aderen.

Wat belanght hetOnderfcheytvan de Gefwellê"\'
dat hebben wy gefeyt genomen te werde van deVof»\'
tigheden, die de felve veroirfaken: ende dat fommige
fuyver, fommige gemenght zijn .

4. _Om nu te komen tot de Ksn-teych^nm: Ofte ee\'
nigh Gefwel ontftaetvandat\'er een Deel, ont-ledet\'
ofte uyt fijn plaetfch is, ftaet licht te kennen ; ende
fulcks niet zijnde, foo magh men wel befluy ten, dat de
Verhevingh van Vochtigheden voort-koomt.
ofte het door Vergaderingh,ofte In-vloeyen gegroey^
is, werdt aldus onderfcheyden. \'T gene door
Verga\'
deringh koomt, groeyt langhfaem ende allencxkens»
endeenbefiaetfoo grooten plaetfch niet, ende daer cü
is geen oirfaeck noch teycken van Sinckinge
voor-ge\'
gaen . Maerals het Gefwel door Sinckingen veroij-
faecktis, dan zijnder geheel ander Teyckenen, Ende
als\'erin\'t Gefwollen deel geen Pijn,noch Hitte
voof-
gegaenenis, fulcks beduydt, dat de Sinckinge toe-
gefonden, maer niet getrocken en is; gelijck in tegen\'
deel voorgaende Pijn, ende Hitte van \'t Deel, te ken-
nen te geven, dat de Sinckinge daer in getrocken »s-

Wat de Teyckenen aengaet van de vier
in de Steckten, ende Gebreken, ftaen aen te mercken:
Het Gefwel is in \'t
Begin, als het Deel eerft begmt te

fpannen; Iniiinüoe-nemen, als het hem merckelijck

op-geeft, ende dat de Toe-vallen, die elck Gefwel
volgen, vermeerderen. Stil-ßamisizls het
Gefwellen-

-ocr page 259-

, HEEL-KOKSTE.
e de Toe-vallen op\'t hooghfte zijnj
Jf-gangh, als de
°®ghte van\'t GefweUendede Toe-vallen af-nemen.
S- Wy komentot de Foor-w^cj^emw. Ende voor eerft,
Wat de felvige in \'t gemeen aengaet: Van wegen de
plaetfch zijn de Innerlijcke Gefwellen gevaerlijcker,
sis de Uytwendige, ende meer of min na de weerdig-
neyt, ende \'t gebruyck van het Deel, Hoe het Gefwel
grooter is, de Ongematigheydt, daer bygevought
, heviger, ende de Vochtigheyt, die\'t Gefwel
Maeckt, arger, foo veel te fwaerder valt het om te ge-
nefen i maer hoe de Vochtigheyt, die \'t Gefwel ver-
oiriaeckt, fachter is, hoe het lichter, ende beter te hel-
A S ^Ider-lichtft verdwijnen de windige Ge-
fwellen Alle Gefw%Uen, die uyt Vochtigheydt be-

nï."^\'\' en fchieten ,\'t zy van felfs,

ofte door Middelen, eyndieen op vierderley manie-
ren , te weten, door ongevoeliehUyt-waefiemen,

door Verfweren, als de VochtigWdt, diedeSwel-
lingh maeckt ,_tot Etter gebracht werf, doorBeder-
ITZl «7 Gematigheydt van het Deel, ende d\'in-
5,eDoren Wermte
van de quade Vochtigheytoverwon-
nen,
ende bedorven wert, ende door Verhardingh, als
de.Vochtigheyt
in\'t Gefwel verftijft, ende verhardt.

Sachte SweUingm :{ijngm, I{auwe maet, fchrijft Hippo-
\'^^„^7.Kort-bondige fpreucke van\'t 5.Bouck.
S^\'hieSwthngen, dat is, die niede geven , ende neder
tfaWr\'\'"\' Bloedt, ofte de gemenghde Voch-

tigne>t, gekoockt, endeverfworenzijnde, verdunt
is,^f/»go« alseenteycken
,datde Nature fterck, ende
de quade btoffe daer door in een betere verandert is.
KmtiH (feydt hy)
dat is Harde (de makende Oirfaeck
genomen voor
het gemaeckte) \\m maet. Want Harde
beteyckenen,
dat de Stoffe noch rauw is,ende in fom-
mige Gebreken , als Gancker, niet verfacht, nochge-
Koockt en
kan werden. Eenige Klap-ooren, die Sacht
Zijn, laten haer lichtelijck doen verdwijnen; maer

de

-ocr page 260-

a24 H E E L-K O N S T E.
de Harde hebben gevoigh van dé Pocken i .

De Teyckenen, dat een Gefwel hem tot Swéf^
ftelt, zijn Pijn, ende Kloppingh in\'t gefwollen D^^l >
ende daer by de Koortfche, gelijck terftont breede"^\'
volgens de Kort-bondige Spreucke van HippocJ^^^^^
fal verklaert werden. Als eenigh Gefwel» het zf
buyten, ofte van binné, door-breeckt, daer op volg^.
gemeenlijck Qualijckheyt, ofte Flauwte, om dat
de Etter oock de natuerlijcke Wermte, ende Geeft^\'
uyt-berften , ende vervliegen. Sulcks
gefchiet
buyten alleê, wanneer dat de Etter in groote menig"\'
te gelooft wert. Maer de Gefwellen, die van bin"Y
door-breken, al en zijn fy foo groot nier, in wat De^"
dat de Etter valt, verweckt
fe#r quade Toe-valle"\'
Schudden,Walgen,Braken, FlauwigheytjSuyffelio»\'
Ende defe al te famen, ofte fommige in \'t
Byfonder»
na den äert, ende menighte van de Etter, en de weef\'
digheyt van het Deel, daer hydoor-breeckt* Ontre\'^\'-
de Zenuwen, ende Zenuwachtige Deelen,
maeckt W
Schudden, ende Beven ; byde Maegh , Walgen eode
Braken ; by de Krop van de felve, ofte ontrent h^
Herte, Flauwigheyt,Befwijmingh, Koutfweetjby
Herlfenen, ofte dat de Etterige dampen van onderef\'^
op-ftijgen,Suyirehngh,ofte Swijmelinghin\'t Hooft\'

De Teyckenen van aen-ftaende Bedervinge, zi)*^ *
als
het Deel blauw ofte bruyn wert. Teycken dat het
begint te Verharden, is het minderen van\'t Gefwe\' f
dat het Verharden toe, ende aen-neemt,
de vermeer-
deringh. Teycken van te Rugh te fchieten,is,d3t het

Gefwel fchierlijck vermindert, het welck, byaWi®"
het koomt door inwendige Oirfaeck, altij dt *

\'t en zy dat de te Rugh-fchietende ftoffe, door eeni-
gen wegh ontlaft wert. Op het te
Rugh-fchieten van
de ftoife volght een Koortfche, indienTe te voren daer
niet geweeft en is, ende daer geweeft zijnde, foo ver-
mcerdertfy, ende dan volgen andere quade Toe-val-
len*

-ocr page 261-

1 HEEL-KONSTE. 2.%^
\' iiyt hetin-houdenvan de ftofFe.

befte manier van fcheyden der Gefwellen, ge-
\'et door
Veydwijmn, daer aen door Verfweren. Maer
^ \'3edt is "t 5 dat de Gefwellen
Verharden, alder-quaetft
"3teen dtdVerderft.

y* Het aen-vvijfen van de GmejjKge der Gefwellen 3
vert genomen van de naefte Oirfaeck. Want die wech
i)nQe,foo vergaet het Gefwel terftont.
indiender een Ongematigheydt by is, foo fal men
Gefwellen verkoelë, Koude verwermen, Voch-
"ge op-droogen, Drooge vervochtigen. Want ge-
Jpn^r r door Tegen-ftrijdende middelen

hT» i loo moet oock noodtfakelijck de Ongema-
t gheyt door tegen-ftrijdende ongematigheyt tot ma-
tigheyt gebracht werden. Dan in defe veranderinge

rpmll"\' g^J« op dien Tegen-ftrijdt in\'t

ÏITT Ar^ u\' dat de Hitte de Kouw tegen is,
ende de
Vochtigheyt de Drooghte: maer men moet
oock acht nemen op den trap van die Strijdigheyt,en-
ae iijn beft doen,
om, foo veel mogelijck is, wel te
ondervmden, op hoe veel trappen het Deel van den
natuyrhjcken ftandtaf-geweken is,ende dan tegen d«n
le ven,
uyft een recht Strijdt-middelftellen. Daer toe
luilenwymfonderheytkomen, in\'toverleggen, wat
elck Lichaem , ende elck Deel gehadt
gebreck viel. Want \'t gene dat veeï
Kt! den natuyrlijcken ftandt, vereyfcht

fteicker Heel-.niddelen 5 ende in tegendeel, dat wey-
nigh van den natuyrlijcken ftandt af-wijckt,moetmet
iiappe geholpen werden. Waer uyt wy defe Regulen
trecken. Voor-eerft, alfoo een Gebreck,dat veel van
^naïuyrlijcke
Gematigheyt vervallen is, ftercker
Middelen vereyfcht,foo volght, dat ee Heet gebreck.
Komende m een Lichaem van naturen
Koutachtigh,
metitercke Kouwe middelen moet verjaeght werden,
tnde een Kout gebreck in een Heet lichaem met Hee-
R ter,

-ocr page 262-

aaö REE L-K O N S T E.

ter. Dat een Vochtigh gebreck in een Droo^
hart Lichaem dapper Verdroogende middelen ve
eyfcht: een Droogh gebreck in een Vochtigh ■> e ^
de facht lichaem , Scerck verdroogende . V\'j^
anderen Regel > die aen-wi;ft, dat in Gebreken 5

weynigh wijcken van de natuyrlijcke Gematighey

flapper middelen moeten gebruyckt werden 3 volg"^\' \'
Dat een Heet gebreck in een Heet lichaem , flapP^^
Kouwe middelen vereyfcht; een Kout in een Kouth\'jj
haem flapper Hitte j een Vochtigh in een Vochtig
ende Sacht lichaem niet fterck droogende; eé Droog
gebreck in eenhchaem
3 dat van naturen droogh en"^
hart is, heeft van nooden Heel-middelen, die niet*^®
Vochtigh en zijn.

Hier moet voor-al gelet werden op den Aert en^e ^
de Nature van het Deel, dat ongematightis, ch ovef
leyt niet alleen hoe verre het van de natuyrlijcke
matigheyt geweken is: maer oock wat ander eygene
j
ofte byfondere Hoedanigheden het felve van nature"
heeft, alfoo daer veel aen gelegen is, ofte het Gebrec»^
een Zenuwe bevanght, ofte Vleyfch, of een Oogh \'
ofte een Hant ontfteken is. Want al is\'t, dat eenig"
Gebreck, gelijck Ongematigheyt, alleen vereyrch*^
veranderingh door Tegen-ftrijdende middelen ;
heeft het even-wel, van wegen dat het is in fulckeo
j
oftefulcken Deel,van nooden,niet alleen een bepaelt\'
ende tot foodanigen Deels ghematigheyt bequaeiO
Middel; maer oock noch, dat het mede in
andere din-
gen over-een koomt met den Aert ende de Natn^e
van het Deel. Soo en wil een Scheen, niet wel Vet-
tigheyt verdragen, een Oogh geen Scherpe, endefeeX •
Bijtende dmgen,

In\'t wech-nemen, ende veranderen van de Onge-
matigheyt, ftaet noch teletten, op \'t gene
Gdenus ver-
maent. Dat lichte veranderingeajn \'t Heelen vallen »
in Gebreken, die uyt Hitte ende Koude beftaen,

dat-

-ocr page 263-

djjj. H E E L-K O N S T E. iiy
We,.5 ^^^ de krachtighfte Hoedanigheden verbetert
de rf " \' noemt oock
AriBoteks, Hitte efi Kou-
fe\'J^berekende Hoedanigheden. Qualijckergene-
omn in vochtigheyt ende drooghte zijn,

herf haer Behulp gefchiet door fwacker Hoedanig-
eden , infonderheydt als\'er Vervochtinge vereyfcht
1 Daerom heeft een Drooge ongematigheyt veel
"ger tijdt van doen, om te genefen. Want \'t gene in
den Ouderdom is,dat is de Drooge ongema-
\'gneyc in een Siecken. Dande Tijdt van Hitte,ende
^oude te verdrijven is by-na gelijck, maer de Seker-
. Want indien de Deelen,die rontom
SrrV dat verkoelt moet werden, niet geheel

"ercK en zijn, foo is\'er vrees datfe door de Kouw ful-
\' nïa^ ^.fchadigen. In d\'andere twee Hoeda-

Sekefheyt!" Vochtigheyt ende Drooghte is gelijcke

^ermaent Gakms noch, dat in de
m, de nri FtI\'^S^\'^ \' 3cht genomen moet werden
bmu.w ^ A ^"dien men op defelve alleen ge-
bruyckten fuicke Heel-middelen, die deongematig-
neyt maer even vereyfcht,foo fouden fy veel te flap we-*
lea, als ly tot die plaetfche quamen. Derhalven moe-
ien lynadat de Diepte haer ftreckt foo veel ftercker

genomen werden.

befluyten, in \'t wech-nemen van de On-
? 1 \' die by eenigh Gefwel is, en moet niet
alleen gelet werden, dat fulcks gefchiet door Tegen-
ttrydende middelen: maeroockop de N.wre,
Gma^

dltgJfv^Sïeï\'rf\' G^vodenynn\'t Deel

Nu wat belanght het Wech-nemen van de Oirfaeck.-
öt-et te letten , of het Gefwel al volkomen is , ende
met meer toe en neemt, ofte dat het noch al grooter
werdt. Want als\'t Gefwel nu al geheel volbrocht is j
»00 neeft men maer te fien op de naefie Oirfaeck.^ ende
R
z omi

-ocr page 264-

228 H E E L-K O N S T E. [,

om die wech te nemen . Maer als\'t Gefwel o
groeyt, foo moet mede gelet werden op de ^[j
Cirfaeck_y ende andere verdere, die oock dienen
genomen. \'T weick infonderheyt te doen ft^et? a
Gefvfel gekomen is door Toe-vloeyingh van v^

tigheden. Want in foodanigen Gefwel moet de 1 ^

vloeyingh felve tegen-gehouden,ende alle d\'Oi"^\' ,
van de felvige belet werden. D e
Toe-vloeyingh wei^^^j
let, met wech-nemen van de vloeyende Vochtig" J.
door Ader-laten, Af-fetten,oft elders te verley"^.^,
het welck gefchiet, ofte door trecken na tegen-g^^^,
gene Deelenjofte met den loop van de Vochtighea
onder weegh te fteuten , ofte van het befchadig^jj
Deel te ftooten, ofte na het naefte te doen loopen.
de Oirfaken van de Toe-vloeyingh werden wech-fe ^
nomen , indien al de dingen, die het toe-fenden j^!
trecken, waer door wy gefeyt hebben dat de Sinc^\'^^,
ge veroorfaeckt, vvech-genomen werden . Het
fenden gefchiet, als oft geheele Lichaem , oftef^^
Deel, van Veelte der Vochtigheden , ofte Hoedaf\'l^
heyt, ofte van beyde geprickelt zijnde
,\'c gene» ^
moeyehjck valt, ftoot na
ander Deel,\'t welck fv^J^j.
ker, ofte leeger is . Derhalven fal men \'t gene> %
ofte \'t geheele Lichaem, ofte
feker Deel moeyeh/\\
valt, met Laren ofte Af-fetten, ofte alle beyde, wg\'
nemen ; ende de Deelen, die de quade Vochtighe«^
maken , ofte vergaderen, ftercken, ende van de Vef
ftoptheyt verlolTen. Het Trecken gefchiet door
ofte Pijn : daerom moet men de Pijn ftillen ,
ende ^
Hitte, door Verkoelende dingen, matigen. Maeri"\'
diende StofFe van\'tGefwel allencxkens vergadert\'
foo dient de Oirfaeck van\'t vergaderen, het zy datne
door deS deels Ongematigheyt, ofte anders koomt j
wech-genomen.

Maer \'tgene dat nu alreede van\'t Gefwel gemaecKt
is, werdt geholpen met wech nemen van de Voch^g^

-ocr page 265-

hevh, E E L-K O N S T E. 229
ofte gefwollen is. Sulcks gefchiet,

ofte,, ^ Vochtigheyt in een ander Deel gebracht,
andp A Lichaem ontlaft werdt. Sy werdt in een
mJir^^^ gebracht, ofte door te Rugh-drii vende
mêt p Treckingh, \'twelckgefchiedt

in\' ende van wegen de Ydelheyt,gelijck

h . Maer de te Rugh-drijvende middelen

het Stoffe, die noch niet vaft in

gi-o^ r^^becht en is, maer in haer Vaten , \'tzy
ende • \' ° 1 "e,ofte oock daer buytë, noch vloey-
is. om V \' die niet al te dick, ofte te taey en

In wdrV. uMiddelen te konnen tegen-ftaen .
plaetfch en ^^^ ^^ Rugh-dnj ven geen

delen bekt en her^i\'^\'\' ^^ Rugh-drijvende mif

eenish Dpp nf. van de Vochtigheden m

noch drfftlih h^\' al in-gevloeyt zijn,

oen dnttigh bh, ven , fui^^s gefchiedt door Koude.

vaLet "t?V"\' Rugh-drijvende middele kout
Dronaï,\' r ^^"\'^\'gheyt is fomtijts gemenght met
men 1. j ^T^T Vochtigheyt. Waer uyt ko-
le^p u van te
Hugh-drijvende middt-

kn„; « j ^ ^"de waterigh ofte vochtigh, een ander
Wekrei\'/\'TS^\' aerdtachtige Stoffe, het

Ende de P " i te-Samen-treckende genaemt wert.

ge StofFe l "ku ^"^"^^danigen dicke, endeaerdtachti-

ftooten aM^p? 1 " \',^"de wrangh ende treckende zijn ,
Sdieh r? Want het Deel

te nicrh ftvTl^ Andere al is\'t datle foo ftercK met

de he ^^ ^eel ^n is, noch al te dick, en-

PPvIröeel ydel,foo moet men die on-

gevoehjck doen verdwijnen. Maer indien de Stoffe,
R 3 die

-ocr page 266-

2^0 HEEL-KONSTE.. ^
die
men wildoen verdwijnen, hardtachtigh ? i
moet
fy eerft verfacht werden, om bequamelijck do
de Sweet-gaetjens te konnen uyt-waeflemen.

fyin\'t Gefwel te veel, ende te dick is, ende het bovf "
ftaende Deel te vaft, foo moet het Gefwel
gevoelijt-
geopent werden.

Maer dewijl dit alles aen temerckenis in Bloc^ \'
gefwellen, waer van wy in \'t volgende Capittei fu\'\'^ \'
handelen; foo ftaet hier alleen te fpreken van \'t gene "
den Grieckfchen naem genoemt wert. ,

_ 8. Het gebeurt dickwils dat de Stoffe van\'tGef^^^

niet en kan ongevoelijck verdwijnen , maerkoomtf
veranderen in een andere Stoffe, ende te vergaderen
een byfondere plaetfche . En al gefchiet fulcks meej
in Bloet-gefwellen, foo verandere oock niet weyn\'ê j
andere Gefwellen metter tijdt in
ApoHemen. Wan^ ^
is\'t, dat de Etter alleen van Bloedt koomt, even-^^®\'
nidien oock
in andere Gefwellen de Stoffe, die oo-\'
faeck js van Onftekinge, niet en kan tot
ongevoelij^lj
verdwijnen gebracht werden, de Nature, die noyr"\'\'
en ftaet, infonderheyt geholpen zijnde door de Hi^"^^
van de Heel-middelen, ende voornamelijck als\'er
Bloedt mede gemenght is , verandert het felve in if
Etter gehjck,ende dat wort na den aert van de VocJ\'
tigheyt metter tijdt verfcheydelijck verandert, ende
van de vafte Deelen gefcheyden, ende in een hollig\'
heyt vergadert zijnde , is eygentlijck een AfoßemV
Jioe-wel dat eenige Meefters dien naem geven aen aue
Gefwellen.

De Gefwellen rijpen fommighe raffer,fon\'ni\'gf
langhfamer. Die uyt goet Bloet, ende in een Vleyfig"
deel groeyen , werden lichtelijck rijp. Maer die van
andere Vochtigheden, ende noch ontrent de Lidtma-
ten , Zenuwachtige, ende Swacke
Deelen , ende de ;
welcke weynigh natuyrlijcke Wermte hebben, gele- ;
gen zijn ^ komen fwerlijck tot rijpen. Oock is\'er van

-ocr page 267-

vepen. HEEL-KONSTE.
ferf ? verfcheydenheyt der Vochtigheden groote
icdeydenheyt der Stoffe, die in de Apofteuny ver-
indp xr^"- Goet Bloet brenght goede Etter voort\'.
Eepl f de Etter nadert, groen,

fcn 1 ■ vcrwe, oock dat fcherp, e5 ftinc-

StoF ^^ Nature, als fy de onnatuyrlijcke

- \' "iet en kan doen verdwijnen , foo fcheydtfe de
^^ ^ge van de vafte Deelen, endefoo gefcheyden zijn-
^\'■pdert die in een plaetfch by malkander, ende
StofF^^ jelvige aldaer, foo veel als den aert van de
heyt in?^ A \' groote verfcheyden-

fpeurt ni^^ gevonden werdt. Want men

fe, die p! . u \'elvige Etter, maer oock Stof-

Heliicl; ^ Q Wijn-moer, Droeffem van Olye

l\'el Sliim ,, mede een fwaerlijckfiinckende

Hout,FoSen\'? Hayr,Nagels,Been,Steen,

den dT. . "j \' Schelpen uyt fchijnt te beel-
ne Retef! fomtijts Wormen,ende kley-

PhS\' r ï ^"^Pofteunen gevonden.Soo fchrijft
hel R ^«^tijdts in Gefwellen gevonden

ofte kleyne Vlieghjens
tiPhpH "" voorwaer bekent,dat de Voch-

de anH Lichaem in Wormen, ende verfchey.

men ^ , können verandert werden, gelijck
Hout s"h f ^"y\'^^-wo^en . Maer als\'er Kolen,

hevro^^\'^r- r ,, ^\'^\'\'"ertis,lomti csHi ucn
KLf x? ?ll^y^êvergadertleyt,fomtijts

v?r?T ■ Honich-apofteuny,P3p-apofteuny,die,

na imm, een Speck-apofteuny genoemt wert.

R 4

Wormen,

men ^ können verandert w

Hout 1 B"yck-wormen . Maer ais cr auicu,
nen-waer^- T^"\' ende byfonder die gemaeckt fchij-
dere\'n
,uvr"i! niet en können veran-

Tooverv to men fondertwijffel de

V a " \'iven.
Stoffp";,. ftaet oock äen te merckë,dat de

SaecktL f\'^^^<^^htigheyt,diedeSweliingh

-ocr page 268-

23ä heel-konste. ^ ..

Dat de Vochtigheyt, die het Gefïvel veroorlaecK^;
haer tot Sweren ftelt, is lichtelijck te kennen uyto^
Ontftekinge. Als dan en vermindert het Gefwel nie _
maer werpt een fcherpte, ofte hooft op , waer do -
de Stoffe haer uyt-komft fouckt. Daer is oock
der kloppingh, hitte, pijn , ende
alled\'ander toe-v^\'
len vermeerderen. Defe Teyckenen werden in \'
Verffen, die
Tagaulms mede by-brenght, beter na
Heel-konfte,als na de Dicht-konfte aldus aengewei^"\'
Durities longa, Pulfus, Dolor, Calor auBi,
Signam pus fieri :fedfaBum, DïBa remijfa,
Sub dtgitis Vndans, Albefcmspars, & Acuta.
Hier op flaet de 47. Kort-bondige Spreucke van he

Bouck. Daer valt meerder Pijn, ende Kportfch,
de Etter gemaeckt werdt, dan aljje gemaeckt is.
Daer me«^
fchijnt Ö^/iocm« de Heel-meefters te willen verm^\'
nen, dat fy niet en moeten bekommert zijn, als j
eenigh Gefwel, Pijn, ende Koortfche fiaet: maer wS\'
ten , dat het felfde van binnen aen \'t Sweren is , end^
haer Siecken aen-dienen, dat beyde na het Sweren
minderen, ende over-gaen. Om dit wel te begrijpen\'
foo ftaet te weten , dat\'er (gelijck
Galenus oock aeO\'
nierckt, in \'t
5.Bouck van de kracht der Enckele G^\'
neef-middelen , op \'t 5.Capittel) driederhande Ve"-\'
anderinge, olte Kokinge in ons Lichaem valt.
eerfte volkomentlijck volgens de Nature, te wetenjä\'®
de Spijfe in de Maegh tot Gijl, ofte die in de Levef
tot Bloedt gekoockt werdt. De tweede geheel
oona-
tuerlijck, als in al \'t gene dat verrot, ende bederft.
derde gaet tuflthen beyde, ende treckt wat na d\'eene?
ende wat na d\'andere. Want de Natuyrlijcke kokinge
beftaet in defe twee dingejdat uyt eenbequame Stoffe

de veranderingh gefchiet, ende dat de felve van de na-
tuyrlijcke Wermte wel overwonnen werdt. Maer in
deonnatuyrlijcke, is de Stoffe onbequaem by haer
felven
,ende daer komt by een hevige, ende quade Hit-
te •

-ocr page 269-

te jH ^ E L-K O N S T E.

rchie! , T ^i^delbare, die het Sweren volght
ke n I de natuyrhjcke wermte,maer de wek-
dat n / overhant en heeft; die het Bloet,

2iindP ■ I \' goet, noch geheel quaet

brenJi tonnende wederom tot fijn vorige deught
noemen \' lf^"dertin de naefte Stoffe, die wy Ettec
Pij n " \\ de reden, waerom dat door het Sweren
dai
het Blo werdt, is defe: Eet

moer het,PeSl\'v de i" Etter verandert, foo

ende derhalven ^^n pot op\'t vyer, ftaen koken;

rijft, endernn.i\' S^hjck men fiet in ziedende water,
ningh meerde^ Pi\' \'"^^^^r plaetfche. Welcke Span-
naefteSlaah erweckt, ende gevende door de

pen nae \'t nè^ff vyerige ende vuyle Dam-

MaerdVsf^ff veroorfaeckt aldaer de Koortfche,
ofte
vet P^ vederen zijnde, foofijght de Etter,
Wvllf "eder, ende dan houden de

Piin cnHe i? V\'?" ^^Avel valt rontom wat in , de
diahevt i verlate, de Spanningh ende Har-

tingh, end \' de Siecke voelt eenige verlich-

fbo de Stoff ■ neemt in Heete gefwellen af, al-
dert is, alwaè" ^^ Plaetfche by malkanderen verga-

heven hooft uyt fi\'l\'l\'^"\'^ witachtigh ver-
dien met een vhicr r*"\' ^^n kan als dan oock, in-
een Sachtiehev^ J twee daer op gedouwt wert.
Hier ftaet eveh li Bewegingh van Etter voelen.

bedrogen re werd op teletten, om met

men geen beweÄ ^^^^ het gebeurt fomtijts, dat

kan betreffen, doof die^"f
te dieo
levdr en^ l \'^n de felve al te dick is, ofte al

melteH/fitotofeel ? * heeft de ge-

235
e-

-ocr page 270-

Ä34 HEEL-KONSTE.

verneemt men yet, datfchijntte vloeyen, al en

geen Etter onder,het welck gefchiet ontrent de lv"y
ende ander Kneuckels. „D

Dewijl de Etter groeyt, foo dient de Wermte v ^
het Deel, die ds felfde koockt, door Middelen s ^^
de Wermte vermeerderen, ende kracht hebben >
rijp te maken, vermeerdert, ende moet daerom
Rijpen geholpen, ende de Pijn, die daer dan ^^ gfj
werden. Maer wanneer daer Etter, ofte yet Lt
gelijck, gemaeckt is , alfoo
het felve gantfch teg ^^
de nature is,
ende geenfins aen het Deel vereenigW
kan werden, foo dient het uyt het Lichaem wech g
nomen; het welck bequamelijck gefcl?iet door n
openen van de Apofteuny ,\'t 2y dat die van felfs doo
breeckt, ofte door de Konft geopent wert. Maef" \'
gebeurt geheel felden, ende niet, dan als fy weymg"\'
ende gantfch dun is, dat de Stolfe van de Apofteuny >
koomt te verdwijnen . ...

Om nader te komen, foo fal men voor eerft de ^
ftillen, door foodanige Middelen, alsin\'t4.C3pi"^"
vanhet
I.Bouck befchreven zijn . ,

De felve hebben oock, als matelijck werm ? e?. ^
de gematigheyt van ons Lichaem niet ongelijck zfJl\'
de, kracht
om het Rijpen te vorderen. Onder die/s
wel het gereetfte, Temen-bhm,, ofte Wim-iroot >

Water, oftsMelc^, ende gekoockt tot een Pap\'

Want dat fluyt de Sweet-gaetjens, houdt de natnyf\'
iijcke Wermte binnen , ende vermeerdert de felvige >
die dan de overtollige Vochtigheyt rijpt, koocktj en-
de in goede Etter (dat is wit, dick, endeeenp^f^ë"/

verandert. Alderhande Vet, ende infonderheyt van
tamme dieren, koockt ende rijpt. Want behalven
dat het door fijn Vettigheydt, even als den Olye? de
Sweet-gaetjens ftopt, ende alfoo belet dat\'er niet uyt
en waelferat; foo heeft het een Wermte, die ons na«-
tuyrlijcke Wermte na-bykoomt. Doch alfoo alle

\\ % V I

-ocr page 271-

VetcrvE L-K O N S T E. 23$

even P ^^u gemelte capittel is aen-gewefen, niet
" Krachtigh en is, foo moet het Swackfte op fachte
VoW "\' fterekfte op harde gebruyckt werden,
inii^T "" g^^^y^ \' dat de Etter-makende

We,-H r lichaem, daer fy op-geleydt

evfrh a\' g^^\'^\'^^ moeten wefen. Derhalven ver-
facht " T ^^\'"deren, Vrouwen, ende alle de gene die
vorhf^^L • haem zijn, vochtige: maer die minder
T zijn , hebben plaetfch in harde Lichamen.
fwek" ^^ verftaen is van de nature des Ge-

makende Verwermende, ende Vochtigh-

eebruvck\'r ^equamelijcken in Ontftekingen

nomenm Deelen , die van natnyrenKoudt zijn, als
oock m Oude luyden. Derhalven werden de
Emr-
Ä • tweederhande geftelt; te weten,

brS \'r f\' dewelcke men ge-

geSïr Heete gefwellen,als de terftont aen-

Sif ^^ ^^ werm zijn in Koude ,

van aer^ \'\' \' ^et geheele Lichaem koudt
SI
bS \' ^^ n.Capittel, van

in Sn\'ftoffe^S^\'" gemaeckt is, ofte de Vochtigheyt

het Lichaem\'van ""fa

werden Want ^ \'e\'vighe met den eerften ontlaft

veel Etter I l, " ^^^ vreefen, indien dat\'er

te veThaSen ot ^^^dt, dat hy mocht komen

tHdt erde \'dn? f^^ve feherp is, met\'er
len Lorh LWÏ \'«p-kggen van Werme midde-

de, her r T \' Se alfoo dieper in-eten-

dieen S ^ r ^"^e de by-leggende befcha-

^y met by tl,dts van felfs doofen breeckt, te openen.

De-

-ocr page 272-

ZiS HEEL-KONSTE.

Defe Openinge moec gefchiecien, daer de 1
ny, een wit, ende fpits Hooft op-geworpen heeft? ^
dat de Huyt daer dunft is; even-wei op de leegWt
plaetfch, foo veel mogelijck is, om dat de
Etter daj
te bequamerfoude uyt-loopen, De Openinge vvcrt-^
volbracht, door een Brandt-middel, datvan buy^^U
op-geleydt zijnde, de Huyt door-eet, ofte met ee"
Vhjm, die men
Lancet noemt. Door de banckis n^
gereeder, ende fekerder met de Vlijm te openen? ƒ
met het Brant-middel. Want door het Cm^ch
het een korft brandt, werdt de Openingh , ende dief
volgende het Heelen foo lange verachtert, tot datd\'^
uyt-valt, \'t en zy fuicks met fnijden geholpen werd^\'
verweckt oock in het Verfworen deel meerder Hit^^/
ende Pijn, ende verfwackt noch meerder des fe\'-^
Gematigheyt, die te voren door het Gebreck al fl^P
was; waer uyt dickwils veel quade Toe-vallen voort\'
-komen. Dan fuicks heeft meeft plaetfch in Heete, oft^
Werme gefwellen. Maer in Koude, ende die nocij
niet volkomen rijp en zijn, is een Brandt-middel vee\'
beter,als de Vlijm. Dewijl dat het felve door deHitte»
die het by-brenght, de Vochtigheydt noch meerde^
doet rijpen. Als mede de Etter foo diep leydt, dat het
Lancet foo verre niet en foude konnen reycken,
foo
oock beter een
potentiael Cmtery gebruyckt. Want als
de wegh daer door geopent is, foo kan de felvige daer
na , om tot de diepte te komen, foo wijdt gemaeckt
werden, als men noodigh vindt.

De Openinge die door het Yfer gefchiet, wert ge-
daen ofte met een dat gloeyende, ofte alleen fcherp is>
te weten, de Vlijm. Het Gloeyende yfer gebruyckt
men felden, ende niet als in kouwe Gefwellen j ende
als de ^pofieuny is in Deelen , die veel ende groote
Aderen, ende Slagh-aderen hebben , om
het Bloeyen
voor-te-komen. Maer meeftendeel, ende bequaemft
gefchiet het met de Vlijm.

-ocr page 273-

j. .H E E L-K O K S T E: 237

ïiin n. ^et Openen van groote Apofteunen,
hei , \'"V^et, ende veel Bloeyen\\ ende van weghen
endeT- van de Etter, als oock van Schrick,
nien H Bangigheyt verweckt wert; foo moet

met H ^^ \' dat het door vlijmen rafch, ende
Veel Rl pijn gefchiet. Indien men vreeft voor
die h r gereet hebben Middelen

Solu können ftempen met poeyer van Wieroock,
^\' \'^^A^n-Uoet, Granaet-fchellen,
onder Wit van Ey
V;,n \' andere, befchreven in \'t i j.Capittel,

van het eerfte Bouck.

ïnKi^^^^h\'jckheyt voor-te-komen, infonderheyt
achti hende andere, die watfchrick-
_ ignzijn, foo dienen gereet te ftaen ^^P\'

^fj^i-mter, ofte andere Hert-fterckende, op verfchey-
"\'je plaetfchen in de Geneef-konfte aen-gewefen,
y nu de Openingh wel te doen, foo moet een
\'
k "meefter uyt de Ontledinge wel kennen den Aert
wen hoede Aderen, Slagh-aderen, Zenu-

de äaPh jP^eren gelegen zijn, op dat de Aderen en-
den ^ j\'^deren niet roeckeloos door-geflieden wer-
en , ende Bloeyen kome te veroorfaken; ofte dat de
^cnuwe gerecht, ofte af-gefteken zijnde, groote Pijn
?eclce, ofte \'t Gevoelen van het Deel beneme,
DeS7 r het befchadigen van de Spieren, het
daer diÄ" niet berooft en w^^^^^ Jae

Snieren waer-genomcn de Vefelen van de

per heï "^^n moet volgens den Draet der felvi-
dSr fnitfên " doen, ende met over dwers den Draet
"rli, fulcks foude al het werck van het

i; Oneninä\'f^^n moet oock letten, hoe groot
de Openmgh dient te wefen. Want indienfe al te kleyn

fkTr^\' ^\'\'"dt, foo en kan de Etter, infonderheydt
rnL • ^^^^^ dick ende grof is , niet uyt loopen :
maer is noodigh, dat men daer op douwt, het welck
ri;n
verweckt, ende is dickwils oirfaeck van een Har«

dig-

-ocr page 274-

Ä58 HEEL-KONSTE. ^^^
digheyt, waer uyt dan dickwiis een HM ofteloop^\'
gat voort-koornt. Doch wanneer oock aen j
zijde de Openingh te groot is, danblijft\'ereengi\'®^^
ende leelijck Lidt-teecken: daer-beneffens j,
te vele Luchts in , die de gematigheyt
vanhetD^e
noodigh tot de Heelinge j een quade veranderinge\'^
druckt. Derhalven foo dient de Openingh maen
groot gemaeckt, dat de Etter daer bequamelijck d«
gelooft kan werden . Ende al is \'t, datde Opemj^S
een weynigh te kleyn gemaeckt is , foo kanfe lie»^
lijck met eëftuck gedraeyde Sponde, ofte een Gentf^\'^
S7om/gewijdt werden.

De Openingh gedaen, ende de Etter niet veel j eji^\'
de gantfch rijp zijnde, foo magh men de felvige mf ^^ ^^
vingeren fachtjens uyt-drucken . Dan in overvjoe
wefende, enis niet dienftigh haer den vollen loop^
gevea; maer wel datfe bypoofen,
ende-allencxke"^
gelooft wert. Want fevens uyt-loopende, foo fleept\'-\'
met haer een groot gevolgh van natuyrlijcke Wer""^^\'
ende levend-makende Geeftenj waer op dan gemce"\'
lijck Flauwte, ende Qualijckheyt volght. Soo fchn)}^
Hippocmes, in de 27. Kort-bondige Spreucke van
6. Bouck. Dk Emrigh, ofte Waterigh gehrant, ofte
fneden werden, als Etter, of te Water al te famen gdijckßf
vloeyt, die fterven al te famen. DeCe
Spreucke heeft
fchefoo wel in Inwendige, als Uyt wendige Apofte»\'
nyen, infonderheydtdaer veel Aderen, ende Slag"\'
aderen zijn. Want de Etter in de Apofteuny vvat te
langh op-gehouden zijnde, eet in, ende opent dsf^\'T\'
ren ende Slagh-aderen, de welcke
door-brekefide, oe-

neftens de Etter,\'gelijck nu gefeyt jj, veel levend-
makende Geeften uyt-geven, het welck Flauvvtejende
andere Toe-vallen veroirfaeckt.

Na de Openingh van\'t Gefel, ende in\'t Ont-lafteJ
van de Etter, fal men in de Openingh, tot vorderingf^
van \'t Sweren, dat is, om te doen Rijpen de quade

-ocr page 275-

VochH^u^j^ E L-K O N S T E. 239

Wierll \' overigh mocht wefen, een

in \'t r r ,"\' ^^\'^e Baßlkon. Ende wanneer
len Vuyligheyt is, die het hee-

?efuv ^\'\'oeyen van \'t Vleyfch belet, de felve moet
thrmn T indienfe niet veel en is, met Temen-

AboSi gemenght,anders met Vng.

tilcum^o\'^^ zijnde,met yng.A^gyp.

vert i \' . Daer na, als alles wel geluy-

\'■en anders te doen, als het Verfwo-

de nnl"- u \' Vleyfch-makende, ende dan
len; \' oor Huyt-makende midde-

Aen,allebefchreveninhetüerfte Bouck.-

^et XI. Capittel.

viniT,^ "J\'\'12 ^^ ^^ ^ i.SijnBenaminge, z.Befchrij-
0 groeyen J 4- endevorére

^^ycKenm, 8, Gmefrnge. 9. Manure van Leven.

^Et Gefwel,dat na het Griecks gemeenlijck Phleg-
iiaenf h\'\' Heel^eefters, als mede by de Ita-

noemt w\' Fi^an^oifche Flegmon, ofte Phlegmon ge-
by fomroip^^ant, waerom het oock
dk Onulekinge heeft, ofte Swel-

met andere cXr, ^^\' onderfcheyt

haer Oirfae^ ri^!" ^^ benaminge geven,na

heK het \' Bloedp-gefmel. Eenighe

-de deHoogh-

^en Gefwel tegen de Nature in

ioo? O r\'\' \'°^:Joopende, ende is derhalven heet,
2 \' Pf f d\' ende kloppende.

3\' Um defe Befchrijvinge wel te verftaen, fal ick

wat

-ocr page 276-

240 H E E L-K O N S T E.

wat breeder verhalen, hoe, ende op wat wijfe dit Ge-
fwel groeyt. Een heete Vloet, als fy op de Spierei^
koomt,foo werden eerft de grootfte Slagh-aderen vej\'
vult, ende gefpannen, daer na de kleyne, ende dan de
Aderen. Wanneer het Bloet in de fel vige vaftfteeckc\'
ende in fulcken overvloedt, dat het daer in niet lange[
en kan gehouden werden, dan uyt-waelfemt een defl
van het dunfte ende waterighfte doorde rocken (di^
haer onfienlijcke gaetjens hebben) van de AderenjeO\'
de een deel leeckter uyt de mon dekens van de uyterfte
kleynfte Aderkens, die in\'t Vleyfch uyt-gaen. Ende
het Bloedt aldus in menighte buyten fijn natuyrlijcke
plaets zijnde, onfteeckt de naefte Deelen, met Pijn ?

Spanningh,endeKloppinge. ■

4. Uyt \'t gene nugefeyt is,blijckt het onderfcheyt\'
waer door het Bloedt op tweederley wijfe den naeff
van
Otrfaeckvan\'t Bloet-gefwel bekleedt. Want het is
de naefte Oirfaeck van wegen, dat het nu aireedei»
het Deel gevloeyt, ende vaft is, ende het felvige al op
doenfwellen heeft; ofte het is een voorgaende Oir-
faeck, van wegen, dat het overvloedigh in \'t Lichaeti»
2ijnde,kan na een Deel toe vloeyen,ende \'t felve doeti
Iwellen. De Uytwendige ende eerfte Oorfaken zijn;
ofte die helpen tot veel Bloedt maken, gelijck daer
Jpijfe van vele ende goede gijl, Ledigh leven, ende
difgeli;ckeioftediehetfelvefcherpermaken,eelijcl£
al t gene verhit, feherp Voedfel, Gramfchap, Waken,
n! OefFenen; ofte die het Bloet

nLlii groote Hitte in het

nnflS^\' Wonde, Val, Slagh, Breuck,

Ontledinge,endediergelijckeóirfaken; ofte de Swac
k!gheytvanhetontfangendeDeel,metdeftercktev3n

degene, die daer na toe fenden

5. Het Onderfchevt van de Bloedt-gefwellen werde
genomen uytde verfcheydenheyt van de oirfaeck, en-
de ^ijn dien-volgende
fFém^^, wanneerfe uyt fuyver

Bloede

-ocr page 277-

Bloedr.11^ E E L~K O N S T E. 241

^^We a ! \' Onwettigh, wanneer onder het

benda ^^^^\'Sb\'^den vermenght zijn,ende heb-

van p , "f \'^^"\'^^""derfcheyt, na de vermenginge
^loe^ r ^^\'e^ck genoemt kan werden Roofachttgh
1 ^
het Phkgma, ofte Sh\'im, Shjrmrachtigh
Har^
 ^"de na de vermenginge van S warte- Eral,

tizru.^ . Maer als het Bloedt van fijn

dert endein Gal, ofteSwarte-gal veran-

^ saan maeekt het een ander foorte van Gefwel.

van defe gefwollen Onflekin-
t öloedt, zijn af te nemen uyt de Befchrijvin-
Èide KH Hitte, Pijn, Spanningh, Roodigheyt,

VerPrh^\'^\'f^\'\'^^ hiermee verweckt, ende dat ona
icneyde oirfaken . Want het Bloedt, het welck dit
her nli^f is in fijn feïven heet, ende deelt

alfoo^^W H^\'^\'^^Khf t onfteeckt, fijn hitte mede, ende
v^d fomt , waer toe noch

no^-u ___1 Dampen

niet wel en konnen verlucht,
alW 5 i- ontlaft werden, waer door niet

leen de Hitte feer toe-neemt, maer oock een Ver-

Hitte by Sengh" \' wederom dan noch meerder
het^n.^^r\'^^\'^^ Teycken is
Pijn, veroirfaeckt foo door

brint rSe^ailgTSÏ"

Teycken is Spanninghmat alfoo niet al-
^eende Aderen,endeSlagiadefen,maeroockallede
\'|l^t-ftandigaeyt van het Deel met de menighte van hec
Re^e^\' r ^lle^ gefpannen,ende uyt-

S \'"^"t\'bfyt de Huyt, de welcke gelijckfe
foo P\'^o leyt, ende vliefachtigh van aert is,

daHw" Spanningh meeft gewaer! Ende al is" t,
netonfteken Deel van naturen niet hart en is, foo
S wert

-ocr page 278-

242 H E E L - K O N S T E. ^^^^
werdt het even-wel door die menighte van .

vervult, ende gefpannen, dat het in\'t voelen, den
ger niet en wijckt, maer hart gelijckt. j^t [

Ten vierden, zijn de Ontfteken deelen Root, om ^ [
het Bloet foodanigen verwe aen de Huyt «^^de ^
ende daer cn is niet roots in ons Lichaem, als i

ende Vleyfch . , \'

Ten vijfden, ende laetften werdt in de Onw^^^^
deelen een
Kjoppingh vernomen, ofte een KlopPf" (, i
pijn, de welcke gefchiet,
wanneer de Siagh-a"|
op-geheven, ende uyt-gefpannen werden . Alsy .
doordien de Deelen rontfom, van wegen de jg
ge , niet wijeken en konnen , ende dien-volge""^ ^

Slagh-aderen drucken, ende van de felvige gedruc

werden; foo koomt nootfakehjck door dit Span"^ ^

ende te famen Drucken , een Kloppende pijn jg ;

oirfaken. De welcke dan meeft gevoelt werdt j als j

Ontftekinge tot het Rijpen gaet. Want alfdan vern
hec Bloedt, ende is , (gelijck wy, in\'t laetft voO :
gaendeCapittefigefeyt hebben) als kokende, wser^^^
het oock meerder plaets beflaet, ende het Deel mee^^
derfpant, waer van daer na de Slagh-ader in\'top-A^^g
harder neder-gedruckt wert,
ende fy dan oock me"
de naefte, ende om-leggende Deelen neder-
druckt.

Hoe het géfwollen Deel Zenuwachtiger van aerö^
is 3 hoe de Pijn grooter is, de Kloppingh ftercker? en\'
de het Rijpen trager. In tegendeel gaet het ingehee
Vleyfige deelen. ...

7- De Voor-tejckenen van een goede uyt-koomft ziJ
te nemen, wanneer men fiet, dat de Stolfe, die de
Ontftekmge veroirfaeckt, van
de Nature overwonnen
wert; het welck gefchiet als het Gefwel ofte vergaet)
ende de Vochtigheyt ongevoeligh uyt-waeffemt\' f"\'
de dat is de befte maniere van GenefingCjoftej\'t welcs
het naefte is, als de Vochtigheyt lieert, ende in Ettef

Terandert. Het is een Voor-teycken van de quaetfte |

iiyÊ\' I

-ocr page 279-

^ E L-K O N S t E. 243

Winnen h deNatuyr de ftofFe niet en kan ver-
UytvvAnH- gebeurt, wanneer de Ontftekinge,

verdwijnt, ende na binnen iiaren
Wonn ^ ofte dat de Natuyrlijcke wermte over-

de hef^\'^t verrot, en-
„ net kout Vyer kn^ght, foo dat, indien het niet ter-
ottt gefteut, ofte het Lidt af-gefet en wert, het Lic
aem gevaer van de doot loopt. Het is oock een quaet
voor-teycken, als het Gefwel verhart, ende dat de
aunne Vochtigheden verdwijnende ende uyt-dampen-

J^rdllht;\':^and"tOntftekingem\'een

«yt^e vTrL^if.l\'\' verwachten ftaet, is af te nemen

dfceh?/! Natuyrlijcke kracht met

SSr nf Wantindiende Voch-

Kde > dick, niet al te diep

erHdieTh ° \' ^"de vafte Huyt beflo-

NatSeïri H «"\'\'"y ver en is, ende de

t^he dttteVtlSr ^^^^^^^^^

Gefwel alfoo verdm^en -

vloedifTh Pnr^^ "^Jnen . Maeralsde Stoffe over-
HuvtSo^onr iï ^"de ondereen vafte

£ c^vSïen ft-- Swerm-

aen^efeL^SfdlÄ

fonder voor al^nA. u ^^ Gefwel fiet verminderen ,
mSr ^^ Rugh-drijvende

vergaet, werdtdaef

uytgemeickt, datdeWermte, Roodigheyt, Pijn i
^nJJCJoppingh vermindert, blijvende nochtans het

difSf vervalt gemeenlijck tot een Har^

de^ï\'^^y^f^\'J\' de Stoffe al te taey, ende dick is .
"e watuyrhjcke Wermte fterck, ofte dat\'er in\'tbe-
ëinieial te krachtige
{difmientkJUiddskn gebruyckt
S a 1 zijns

-ocr page 280-

244 . H E E L-K O N S T E. .

zijn, die het dunne verdrijven, ende het dicke ,,)
8. De rechte
Qmefinge beftaet in\'t wech nemen V^
de Oirfaeck. Die hebben wy gefeyt van het
gefwel te wefen Bloet, dat tegens de natuyr in eenig \'
Deel gevloeyt is,foo moet dan hetfelve uyt die pI^^V
geweertiverden , ende oock belet, dat het niet nie^\'
der daer na toe en vloeyt, waer door dan de NaeJ^j
ende Voor-gaende oirfaeck wert wech genomen.
vloeyen werdt verhindert, met verhinderen , dat
Bloedt nieten groeyt in overvloet, ende \'t gene oV^j\'
vloedigh is, niet en vloeyt op het gebreckeli jck !
Sulcks brenght het Mr4aten re weegh. Want ^^^
door en wert niet alleen de veelheyt van "t Bloedtg^\'
mindert; maer oock van de gebreckelijcke plaet^^^
getrocken;ende is derhalven het Ader-laten een re^" |
Geneef-middel in alle Onftekinge, die nauwlijcks ^
mermeer en behoort over-geflagen te werden , W^,^\'"
neer het de Krachten toe-laten. Ja men kan hier ni^ \'
wel eenige andere Middelen in \'t werck ftellen ,
zy dat het Ader-laten voor-gaet, ende de menig!\'\'\'\'
van het Bloedt vermindert wert. Want indien j
Rugh-ftootende middelen gebruycké in een vol U^\'\'
haem, foo ftaet te vreefen,dat de Vochtigheyt,in ge^"

andere Deelen bequamelijck konnende ontfangenjfil\'

de geherberght werden, met ge weidt eenige plaetrc/
lal overvallen . Ende Verdrijvendedingen, alfooW
werm zijn, indien fy op een vol Lichaem geleyt wC;
den , foo is mede te vreefen, datter meerder na toe
trecken,,als vervliegen. Daer-en-boven en ftreckt di\'
Laten niet alleen tot Ontlaftingh , maer
oock om d«
yloeyende Vochtigheden
ternderen, ende van hare"
loop nae het onfteken Deel af te trecken , na het recht
regel tegen-ftaende ; als mede om te
dmvmn, als de
Vochtigheyt die noch in het Deel niet en is, maer al\' !
leen fijnen loop daer na toe geftelt heeft,te verleydefl- \'i

En ahs \'c oock, dac de Onftekingen haren oirfpronc^ I

ir \'

-ocr page 281-

infondp .^EEL-KONSTE. 245

toedirU hebben van het Bloedt, foo geven daer
Voch?^ j oirfaeck de quade , voornamelijck heete
Prick r Want als de Nature van de felvige ge-
afl . ^^^^\' foeckt fy haer van de felvige te ont-
datf" \' dan dewijl fy fuicks niet doen en kan,\'ten zy
Oo t eenen daer Bloedt na toe fendt, ende datter
ck door de fcherpe Vochtigheyt in dat deel komen-
^ \' rijn verweckt werdt j foo gefchiet daer een Toe-
van Bloedt, ende wert alfoo tot een Onfte-
ge gebracht. Derhalven is goet, dat in foodanige
.„^Sentheyt mede
eenPurgatye voor andere Midde-

gebruyckt wert

aldus gedaen , ende\'t Lichaem ontlaft zijnde,
dierl ^^^ ^^ Rugge-drij vende middelen ,

haer Vochtigheden uyt-ftooten, ende

DppI^^^j toe-gangh en geven tot het befchadight
Sen t-^cT L ^ gene,die in dê kleyne Aderkens al han-
w , ende het gebreckelijckDeel al-

krenrn^tfe^^\'g^ bevnjden . Waer uyt vol-
& i de te Rugh-drij vende iidde-

Si h w "P- van\'t I. bouck) alleen plaet-

r^^gin^el. Dan in den voort-gangh
flnJ?" ^y vermenght werden met Verfachtende,ende
befchreven in \'t felfde bouck, op\'t 6. ca-
v" Want al en vloeyt dan het Bloet foo veel niet,
Sn 1 het felvige niet heel vaft en fit, foo

nan aaer van noch wat terugh geftooten werden. Nu
ailoo van
den aert, ende ftoMefer Heel-middelen te
voren gehanddt is, foo fal ick hier alleen dit by-vou-
ten, dat de te Rugh,drij vende, ende de Onder-fchep-
Pende, ende Tegen-houdende van eenen, endeden
\'-iWen, te weten , van eenen t\'famen-treckenden aert
ende dat fy maer vcrfchillen van plaetfch , op de
we cke fy geleyt werden. Want de te Rugh-drij ven-
ae ieyt men op de Onfteken plaetfch, ende de Onder-
\'cüeppendeop de wegen,door de welcke de Vochtig-
S 3 he»

-ocr page 282-

oni\'

246 HEEL-KONSTE.

heden nae hec gebreckeüjck Deel toe loopen)
felve onder-wegen tegen te houden. Ende wei\'"®
bequamelijck geleydt op magere Deelen, daer
ende merckelijcke Vaten haer vertoonen, als opj
boven de G ewrichten. Gelijck ofte de Onftekinë
in de Handt was, dan fal men het Onder-fcheppe\'\'.\'^^
middel leggen op den
Carpus, ofte Opper-handt >
dien fy is tulfchen de
Carpus, ende den Arm 5 y i
Arm ; indien de Onftekinge is in de Schouder,
men boven de felve leggen het fooly iö

Voet is, boven den Enckelyin\'t Been,boven de

Dit is, foo veel het Beginfel, ende de Vermèerd^\'
ringh aengaet: maer als alles in Stil-ftant\'J\'

dan magh men de Ontdoende alleen gebruycken ;
Af-gaen , de felfde, ende die het Deel voort verfte\'\'\'\'
ken, ende de vordere Vochtigheyt op-droogen. ..

Om nu, tot voor-beeldt, eenige Gemenghdemi"\'
delen kortelijck by te brengen , foo fal men op e^ _ <
Bloedt-gefwel, dat even begint, een Defenjïjfle^^e^\'\'
gelijck hierallefinsgebruyckelijckis. Men kan ooc^l
indiende Vloet niet veel ,ofte hevigh is , hetGefW^
ftoven, ende daer om flaen het
Oxycratuni van Wate\'\'\'
ende Azijn,^ Dan als het vloeyen fterck voort gae^^\'
ende al een groote plaetfch begrepen heeft, dan Ibud®
dat fchadelijck wefen, infonderheyt foo fulcks wat
langh vervolght wierde. Soo^ebben wy onlanghs gf
fien, dat daer door den tweeden dagh het Kout-vyeri"
een Been by den Enckel gekomen was, het welck ms\'\'
geen Pappen alleen ,maer met Scherven, endefchey
den konde tot genefinge komen.

In\'t laetfte van\'t Beginfel,ende het Vermeerderen»
kan men gebruycken,eê Pap van
Kruym van Wim-brooi
la Soete-melck,
gefoden , ende daer dan Olye van Rofen\'
vsin Bil, ohe vm Camillen, met een weynigh Sajfraei^\'
pnder geroert.

InSuI-ftancfal men konnen gebruycken eenPap

va"

-ocr page 283-

vanw H E E L-K O N S T E. 247

.^"^»iß-mmls, ofte whte Lehen, moruw in dickBier
dan geftampt, ende daer by gemenght Olye,
te Verfche Bofenmec wat Lijn-:{aedt-meeUn een Dojer.
, In\'t Af-gaen, kan men een Stovingh,ofte Pap ma-
^en van
Maluwe, Glas-kruyt^ Alffen, VUer-bhemen, ende
boonen-meel.

Dit ftaet noch van de Middelen, die verteren, ofte
doen vei-d
wijnen , aen te mercken. Indien de Voch-
fjgneyt dicker is, dan dat die felfde Middelen daer op
naer werck fouden mogen doen, in fulcke gelegent-
|jeyt moetfy eerft driftigh, ende bequaem tot hec ver-
^\'^^ijnen gemaeckt werden, het welck gefchiedt door
Verfachtende dingen. Ende dan en dient men niet al-
Jfen te late
de verhittende ende droogende Heel-mid-
delen ,
dewijl fy de dunne Vochtigheyt, die in \'t Ge^
f verteren, ende doen verdwijnen; ende de ftof-
ts j die \'t Gefwel veroirfaeckt, verharden, ende alfoo
ongeneeftijckmaken: dan men moetoock gebruyc-
Kenloodanige Verfachtende middelen , die matelijck
werm zijn, ende met eenen niet en droogen; maer
hever vervochtigen , ghelijckdaer zHn Hoender-vet ^
Ganje-vet, Huemß-wortelen,
ende van Witte Leiyen, Ma-
luwe , Lijn-^aedt, Ammoniacum,
&c. Ende aldus koomt
de Stoffe
j door oneevoeliick uvt-waeffemen, tot

verdwijnen.

Maer gevoelijck wert de Oirfaeck geloft met Scher^
ven,
otte Openen,zls fy tot Etter gebracht is. Hier ftaet
wel te letten,ofte
de Stoffe wel kan in Etter verande-
ren , otte ni^et. y^^^t als het Sweren voor handen is,
dan en heeft het Scherven geen plaetfch. Maer indieti
de Vochtigheyt tot geen Etter en koomt, ende datter
geen hope en is , dat
fy met eenige Middelen fal kon-
den verdwenen werden,
dan magh men komen tot
Scherven, ende Koppen, die diep trecken, oock\' tge-
ne, dat hem tot hardigheyt begint te fetten. Soo dat
folgks gantfch niet en dient in\' t beginfel gedaen te we«
S 4 i

-ocr page 284-

248 H E E L-K O N S T E. .

fen; maeralleen als hec Lichaem wel gefuyvert iSjS"
de \'t Gefwel ftil ßaet, ende niec te vreefen en is ?
door de Pijn, die het Scherven verweckt, een nieuwe
toe-vloeyingh fal voort-komen, ende dan oock allee"\'
als\'er na het gebruyck van andere Middelen, noch
van\'t over-geblevene, uyt te trecken is. Maerh\'^"
toe gebruyckt men felden het Scherven . Dan de g^"
meenfte ende fekerfte Genefinge van een Bloedt-g«\'
O 1-\' ofte Onftekinge is, dat men de in-gefoncke"
btoffe door de verhaelde Middelen, doet verdwjl\'
nen ; ende als men daer toe niet en kan komen? da^
men dan
in gaet den anderen wegh, dat is door EttC\'
maken ende Door-fweren, waer van in \'t laetft-voof;
gaende capittel gefproken is, ende die in\'t il. capi«e»
van 11. bouck zijn befchreven. Na het
Suy veren,ko^f\'
men tot Toe-heelen, ende Vel maken ; gelijck bree-
der m de Wonden fal werden aen-gewefen.

Ende dit alles is gefeyt van eêfuyver Bloet-gefwe/-
Maer wanneer de Onftekinge niet fuyveren is, ends
helt na den aert van de Roos, Oidema, ofte een Hardig\'
heyt , dan moeten daerby vermenght werden Heel\'
middelen,diemetdie Gefwellenovereen komen,
^at befprecknochtans, dat de gene, die op het Bloet-
gefwel fien, de overhandt hebben .

9\' Wat de Maniere van Leven betreft Hier dient
f ehi cïï"\' heete J^udn ■ als oock Spt^fe die al te heet is.

Wilt-geb/aedt, ende ander

die Ä P/per, ofte ander Kruyt by gedaê wert»

a L vee V\'^rT\' veelte,noch doorfelfftandigheyt,

Bloetfo ,!?\'^^\'^,\'"^^\'^^\' ^^^\'-door dan meerder
Bloet loude voortkomen: maer moet
gebruyckt wer-

den^otó^f endeKoft, die vochtigh , ende verkoe-
lende is, als
door-gefiagen GerHe, geminght onder flap-
gezouten Schapen, ofte Hoendir-nat, daér te voren

Suynngh^ LMW ILndivye, ofte in ge-

ftooft ^ oïi^diQïQruys-hejyen, (nalien ti;t) amm-

-ocr page 285-

. H E E L-K O N S T E. 249

san f u by gedaen is; eii wanneer het Bloet,

& Qtlchdun, ende heet zijnde , wat meerder verdic-
inge vereyfcht,
mst Sap van fuyre Granaet-appelm, en.
«e Por^ekyne geftooft. De Wijn is hier gantfch onbe-
9Uaem , als Toe-vloeyingh verweckende, ende het
oloetonftekende: dan de gene, die haer, door dege-
^voonte,vanden Wijn niet enkonnenonthouden,mo-
gen op haer eten een glaesjen van den dunften drinc-
•^en. Andere fal
GerHm-waur, ofte kjtyn Bier beter
\'^efen, Ende om geen meerder Toe-vloeyingh te ver-
jvecken,fi:aet wel te wachten,voor ftercke Beweginge
o^s Lithaems, infonderheyt van het gefwollen Deel,
Gramfchap, korts aen den eten te Slapen, By-flapen,
ende dat men niet gefloten van Lichaem en is.

Het XII. Capittel.

V

. L E Y s C h-g e s vv e l l e n. I. Swaer-lijvigheyt
£. yirjaken, 3. Kjn-teyckfnen,
4. Voor-teyckeneh, 5 .Ge-
nejmge6. Maniere van Leven.
7. Vhfigen ^en-iva[ch-,

Sm Begm, Groeyen, ende Mf-fnijden.

Wr gehandelt van het onfteken Bloet-ge-

1 n • "\'aerhetgebeurtforatijdts,dat het Bloet,
ais ItofFe van het Vleyfch , een al-ghemeen Gefwel
maeckt over \'t geheele Lichaem,
\'t welck Smer-ïïpig-
fceyt genoemt wert, ofte in een byfonder plaetfche,ge-
IIJCK van buyten in eenen Vleyfigen Aen-wafcb, waer van
wyterltonteen merckelijck exempel fullen by-bren-
gen, ende in een
Vleyfch-breuck die hier na, onder d\'an-
dere foorten van Scheurfel fal befchreven werden .

I. Swaer-hjvigheyt noemen wy, als het Lichaem
loo dapper aen-neemt, dat het in fijn werckinge daer
aoor verhmdert, ende belet wert
. Soo verhaelt Gale-
\'\'«•f\' m fijn bouck van \'t onderfcheyt der Sieckten, van
een, wiens Lichaem
foo feer uyt-gegroeyt was, dathy
S 5 hem

-ocr page 286-

ZSQ HEEL-KONSTE. .

hem niet en konde verroeren. Ende wy lefen va^"
re,die in,onfe eeuwe drie, vier, ja ontrent vijr «on

pont gewogen hebben, met fulcken befwaerniiie,

fy niet alleen haer niet en konden bewegen, i»
nauwlijcks den adem halen. . ^f is

Z. De naefte van de Swaer-lijvigheyat

overtolligh Vleyfch, ende Vet, fpruytende uyt got^
ende vet Bloedt, in een Lichaem, dat van
matight, ofte werm ende vocht is, ende ^^

gebruyck van veel, ende voedfame Spijfe. Want m
fiet fomtijts, dat groote Eters wel mager blij venjcn
andere, die niet veel en eten , vet werden
: het^vvel
aen-koomt op de byfondere nature van\'t
Lichaeni>e
de de gematigheyt der Deelen, die het voedfel koK^w\'
verdeelen, ende aen-placken.

Tot de S waerlij vigheyt helpt oock veel, voor «y \'
terlij cke Oirfaeck ,
Ledigheyt , waer door weyn\'S
Bloedt verteert, ende de overtolligheyt niet
waelfemt, maer in\'t Lichaem verblijft, ende hetfei^^
te overvloedigh groeyfel aen-brenght: als oock g^^
vvoonlijcke op-geftoptjgelijck van Speen» eß^

de Stonden: ende in Lichamen, die heet zijn,foodani-
gen Spijfe, die de Hitte van \'t Bloet konnen matige^\'
Ende daer op flaet het gene
Galems fchrijft, dat d
Lichamen die wat nae de Koelte
, ende Vochtighey
trecken, Vet werden. Het welck
Pi-ofper Alpims beve-
ftightin fijn 9. capittel vande Geneef-konfte derEgVP\'
tenaers, feggende, dat de Lichamen der felviger, als
wonende ondereenen feer heeten
, ende drooge"
mel, uyt foodanigen Lucht heet en droogh zijn^^^^

dewijlfy die hitte , ende drooghte verminderen met

geftadigh water te drincken, met verkoelende Spjpe j
ende Badt-ftoven van werm water , foo uyttermaten
Vet werden , dat hy nergens foo veel gantfch vette
mans gefien en heeft, als in groot Cayro: alwaer velê
grooter, ende
dicker Borften hebben, als de grootfte
® van

-ocr page 287-

H E E L-K O N S T E. 151

van andere Vrouwen .

3. peKjn-teyckenen wij fen haer felven : alfao dé
^Waerlij vigheyt met de oogen gefien wert.
, 4\' De Voor-teyckenen vereyfchen meerder onder^
richt: Swaer-lij vigheyt, ende overtolligh Vet ßuyc
de Vaten, benauwt de Borft, ende dien-volgende den
•Adem, waer door fommige ofte fchierlijck komen te
i^icken , ofte altijdt door de banck foo langh niet en
ieyen, als de matigh dunne, ofte magere. Soodanige
^jnoockveeltijdts onvruchtbaer,
om dat haer befte
Bloedt, tot Vleyfch, ende Vet vergaet, ende hec
«verige flap ende waterachtigh is, gelijck den Arabi-
Ichen
Avicema khnjh 4.7.4.5. ^riHoteUsm fijn
ï. bouck van de Telmge der Dieren, op \'t 18. capit-
tel, ende in\'tz bouck van de Deelen derfelviget,
op 115 capittel , geeft de felfde
reden, te weten ,
waerom dat vette Mans niet en telen, th vette Vrou-
wen nietfwangeren werden, dewijl het Zaedtghe-
maeckt werdt uyt het fuy verfte Bloedt, ende dat,
leyt hy, het Vetfte van ■ t Bloedt, het welck in Zaedt
moeft veranderen , allegader tot Vet eaet. Op de
Vrouwen ftelt
Hippocmes noch een ander Oirfaeck,
in de
46. Kort-bondige Spreucke van fijn 5. bouck :
^^^ICJ \' , niet en mtfangen, in

leßfde wert de krop van de Lijfmoeder in-gedruckf, endefy
m dragen niet, voor al eer fy dun werden
. De reden geeft
Hifpocw« felve in fijn bouck van de Vrouwe-fieck-
ten : Ais fy onnatuerhjck, dick, werden, dan en ontfangen
fyniet. Want het dicke Net, leggende
op de Krop van de
Lijfmoeder, druckt het felve foo , datterniet ontfangen kan
werden.
Het welck niet en betert, als wanneer door
af-gaen van die fware Vettigheyt, de Wegh meerder
openingh krijght, ende daer door het Zaedt fcheut
kan hebben.

5. Al isde Groey feer qualijck geheel te benemen,
ofte, als fulcks met kracht van ftercke Qeneef*midde-
len

-ocr page 288-

248 H E E L-K O N S T E, . ^

len; maeralleen als hec Lichaem wel gefuyvert tSjS"
de \'t Gefwel ftil ftaec, ende niec te vreefen en is >
door de Pijn, die het Scherven verweckt, een nieu*v^
toe-vloeyingh fal voort-komen, ende dan oock allee«
als\'er na het gebruyck van andere Middelen, noch\'^r
van \'t over-geblevene, uyt te trecken is.. Maerh\'^"
toe gebruyckt men felden het Scherven . Dan de ge-
meenfte ende fekerfte Genefinge van een Bloedt-gö-
Avel , ofte Onftekinge is, dat men de in-gefoncKf
Stoffe door de verhaelde Middelen, doet verdiVf
ren ; ende als men daer toe niet en kan komen, da^
men dan in gaet den anderen wegh, dat is door Ette^\'
maken ende Door-fweren, waer van in \'t
laetft-voor;
gaende capittel gefproken is, ende die in\'t 11. capit^^
van t i.bouckzijn befchreven. Na het Suyveren,kosti^
men tot Toe-heelen, ende Vel maken ;
gelijck bree-

denn de Wonden fal werden aen-gewefen .

Ende dit alles is gefeyt van eêfuyver Bloet-gefwe/\'
Maer wanneer de Onftekinge niet fuyveren is, eod-
helt na den aert van de Roos,
Oidema, ofte een Hardig\'
neyt, dan moeten daer by vermenght werden Heel\'
midde!en,diemetdie Gefwellenovereen komen, met
^at befprecknochtans, dat degene, die op het Bloet-
gefwel fien, de overhandt hebben .

9- Wat de Maniere van Leven betreft Hier dient
ge chouwtheete
Lucht- als oock dié al te heet is»

Vlpur^k ^ t; ^ ^ V ^ nt-geDraedt, ende anuw
y leyjch, daer Peper, ofte ander Kruyt by gedaê wert?

v\'^VrT\' doorfelfftandigheyt\'

?1 té veï veelte,noch doorfelfftandigheyt\'

waer door dan meerder
£n f [ f = \'"^er moet
gebruyckt wer-

den loè^rV ende Koft, die vochtigh, ende verkoe-
lende IS, als
door-geflagen GerRe, geminght onder flap-
geEouten Schapen, ofte HoendIr-nat, daér te voren

fyrtngh, Lattouw Endivye, ofte onrijpe Druyvm in ge-
ftooft zj;n j ti/tj Citroen^

fap.

-ocr page 289-

/\'^^ofr.r? -^ E L-K O N S T E. 249

gantfch i efi wanneer het Bloet,

\'«inpel:™;!^" vvat meerderverdic-

Gra^fchSr ^ "" he. gefwollen Deel.

Hec xn. CapitteL

2- Oirfakm ^ ® ® ^^ e l l e n. i . Swaer-lijvigheyt,

nefmge, g \'y^-^^jckenm, 4. Voor-teyckemn, < .Ge-

S\'p Begin\':

^l\'^u\'Z^tT\'ä\' ^^^Jhlt onfteken Bio^-ge-
als ftoffe van

maeckt over \'t gehefK • al-ghemeen Gefwel
hevt genoemt wirt V^chaem, \'t welck Swaer-lijvig-

wy terftont een merS- ,Aen-wafch, waer van
gen, ende in een VUyfht\\ ^^^
derefoortenvanS^

I Swapi- ^\'\'al befchreven werden ,

Tod daoD^ aen^n?^\'^\' wy, als het Lichaem

doo\'vKde« en?\'^ fij" werckinge daec

inSn Ä • Soo verhaelt Gde-

een wir - ^ onderfcheyt der Sieckten, van
\' ^ Lichaem foo feer uyt-gegroeyt was, dat hy
S 5 hem

-ocr page 290-

254 H E E L.K O N S T E. .

zijnde, (gelijck hier af-gebeeldt is) werde feer valt
gebonden, ende \'s anderen-daeghs, door den ervai e*
nen ende loffehjcken heel-meefter
Nicolais ScavAr^\'
met een krom mes, konftigh af-gefneden, niet fontei
een groote bloet-ftortinge (alfoo my de Aderen doch-
ten by-na de dickte van eenpinck te hebben) dewe^^\'

ke terftont door Bloet-ftelpende middelen,in\'t J^
pittel befchreven, tegen-gehouden werde. Soude an-
ders fonder twijfFel onder onfe
handen doot gebloeyt
hebben. Kreegh even-wel \'s avonts de
Sproow, ende
werden ydel
van Hooft, dan beyde genas; ehelijcK
oock, door gewoonlijcke Heel-middelen
allencxkens
deplaetfche, daer den Aen-wafch, die, niettegen-

ftaen-

-ocr page 291-

ftaender^ ^ E L-K O N S T E. 255

tiph r ? veel verloren Bloet, nochfeven-en-tmu-
fondri • L>it is nu geleden achtien jaer,

Het X 111. Capittei.

Bo

she^Zl D^r^J \'Of^e H o L L i G H E y t , I Eenamin^
4 kT. i\'Oirfaken, 3. Onderfcheyt,

Ken-teyckenen , ^. Voor-teyckmen, Ó.Genefinge.

\'dat de Etter ineen Apo-
ofte S^r\'geSdif f ^^ ^y tijts gelooft en wert,
door haer ri. ^ meuwe Vochtigheyt in fackt,
Soeen de felfdeonder-gVaeft, ende

cSnÏÏ^^^^^^ Diepte maectt, die by de

noemt wert - dZ^t\' ^\'"u ^T

gende, met den „ wy, haer beteyckeningh voir

cighen n efn ons L^nt de overtollige Voch-

deSen ende dan daer na uyt

Voch „h F ""ï ^\'-"d^: even eens gaet het met de
S\'!f/denonfes Lichaems,diegeraeenelijcknae
infonï u \' ^eeghfte Deelen haren loop hebben,
noch dS ^^\' daer aireede holligheyt is, al waer fy dan
ie gi\'avê,fonder van buyten,daer het nauwer

»s. VM;der openingh te verforgen .
is Ftt Oirfaeckv^n defe Holligheyt,

verh V die door verfuym te lange in de Apofteuny
van d p " dat de felfde , na het
uyt-loopen

een ^ r"?\' "^et genoegh gefuyvert en is. Want als
vS \'Vo ? ^\'^eren koomt, ende dat de Etter al
niet gefcheyden, ende wel gekpockt zijnde ,

frherne -\' "^^-gelaten en werdt, foo krijght hy een
icnerpe, en in-etende kracht, waer door hy den wegh,

die

-ocr page 292-

H E E L-K O N S T E.

die hem van buyten gefloten is, binnen fouckt, e ^^^
verwijdt eerft de HoIIigheyt daer hy in bedoren iS\'
de, daer nae alderhande overtollighe Vochtig» J j
uyt de naefte Deelé, ende het gantfche Lichaem\'" ^
toe-vallende, is gedruckt nader, ende nauwer pi ^
fchen te foucken,die wy
Fifieïen, ende Loopende
noemen; waer van in\'t volgende Capittel fal g^"\'\'
dek werden,

3. D e HoIIigheyt is niet even-eens, maer feer V

fcheydelijck, Want fommige valt kleyn , ende KO
andere wijdt, ende diep : eenige gaet recht, ande
krom, ea winckelachtigh,
gelijck de Conijns-hoIJe\' \'

4. Aen de Kennifl:^ van dit Onderfcheyt is veel ge^
legen , om tot de Genefinge te komen ; ende die w«--
verkregen, door het peylen met een Prouf-yfei"\'

te Waflche keerfken , fachtelijck in de HoIIigheyt
gefteken,

5. Wat de Voor-teyckenm behnght: die können hie^^
gelijckin alle Sweringen, voor goedt genomen wei\'
den, als de Etter weynigh, ende goet is,ende de pije J
fonder pijn; in tegendeel, als het anders gaet. DeHo\'\'
ligheyt, die haer om leegh na buyten ftreckt, is be^e
te genefen, om dat de Etter, door foodanige opening\'
lichter kan gelooft werde; maer uyt de gene, died\'ep
neder-fackt, en is de Etter foo wel niet uyt te krijgen»
ende langh in blijvende, krijght een fcherpigheytj\'\'^^
in-eet, efi de Hollighevt allencxkens holder
maeckt»
ende hoe langer, hoe dieper door-mijnt, tot dat ten
laetften, aen het uyt-geholde , ende
uyt-ghegrave«
vleylch, harde kanten op-flaen, die in Loopende g^\'
ten veranderen.

6. De Genefinge beftaet, gelijck in Wonden, om.de
af-gewekene Deelen te verfamelen , endedeHolUg\'
heyt met Vleyfch te vollen . Voor al eer daer toe te
komen, moet eerft gefien werden, hoede HoIIigheyt
gelegen is, Indien fy foo ftaet, dat fy door de Ope-

njngn?

-ocr page 293-

"ingh O N S T E. 257

fulcl\'\' 3 \'"eede is , haer niet en kan ontlaften, in
ander ^^^ \' ^^^^ °"der, ofte aen weder-zijde een
nevt^V\'^^^^\'^ ^\'etden , om daer door de Vuylig-
Vertn nr^" \' Daer na dient de Holligheyt gefuy-
Hofp« ^ \' die beftreken zijn met
Honighvan

• " ^\'eynigh poeyer van .^/oë onder ge-
Vuvld \'
 -^P^olorum» ende , als fy noch

in\'t r r \'."\'et^gyptMc«,^ . ofte andere, befchreven
de Onhet eerfte bouck. Doch indien dat
«n^Xr^i was,endedeHollighedêteveel,

vprend Af fr? ^^ brengen, dan fal men een fuy-
fpeuten,als bl v. Droogen daer in

iWwcrin^ïï\' kleyne Santorye

J^ofj ofte \' ^"de daer dan Ybmch

SeneSlïfn^ «r^^S^^^yvert zijnde, werdt vorder
Ie, eStetml\'n^ \' Vleyfch-toe-heelen-

Het XIV. Capittel.

^he, IndlZru ^ o o p e n t G a t . 1. Bemmin-

4. O*\'"- 3-

7, Exempel VM, ^ - ^ oor-teycl^nen, 6. Genejinghe.

8. uJure vZTZn\'"^\' \'

^en koomt t Holligheyt niet haeft

ende doorT. ? eet de Etter al verder in,

wegen , met an-

fev f. Pf \' ooek ghenaemt in \'t Gnecks

de é Ml^n wekken naemmedeinan-

^ «ienj als oock by ons, mee EiHeU bekent is: zijn-
T de

-ocr page 294-

H E E L-K O N S T E. . ,
de een holle, lange, diepe, ende pijps-gewijle^
ringe, met harde kanten rontfom befet. ^ ,

2. DeFiftels, ofte Loopende Gaten (die

noemen, om dat fy altijdt dragen, ende Etter
trecken haren Oir)ji)ro«c/^meeft uyt de
verhaelde H
hgheden, ofte ander Apofteunyen. Want als de ^^
vige, het zy dooronfuyverheyt des Lichaems, e\'i
overvloedt van quade Vochtigheden, het
zy door
tenheyt van den Meefter, te langh
onderhands

we

blijven, ende niet wel genefen en werden,

foogerakÊ\'V

fy, door dein-etende Etter, allencxkens dieper > eO\'
de hardt.

3. Daer is een groot Onderfcheyt in de Fiftele\'^^\'^
Want de een is dieper, als de ander. Sommige
recht in, fommige fcheuns ende dwers. Sommige z^l
enckel , fommige maken van een begin veel vvege^^
Sommige eyndigen aen \'t Been,fommigeaen een
nuwachtigh deehandere aen Aderen ofte Slagh-ader^\'

4. De Fiftelen werden mede onderfocht, ende i\'S\'
gefpoort, hoe verre haer loop-gaten ftrecken, doore^f
Prouvet, ofte Prouf-yfer. Het welck niet wel in ^
werck en kangefteltwerdë, wanneer de Fiftel te kro"^
loopt. Dan in fulcken geval, fal men een langh ftuc?^\'
ken Loot nemen, ofte lieyer een Waffchen kaersjef\'
dat buyghen kan , ende \'t felve in de Fiftel brengen-
Hier-benevens is het Vleyfch, dat rontfom de Fift®
ftaet ,bleyck , droogh , hart, ende fonder, ofte m^^
weynigh pijn , \'ten ware datfe ontrent een Zenu^^
quam . De Etter , daer uyt komende, is rauw, eod^
fomtijts met ftanck. Offer nu een,ofte meerder Ho*\'
ligheden zijn , moet met het Prouf-yfer gepeylt wer\'
den, fuicks oock fomtijdts te kennen gegeven werdt»
door de Etter. Want indien dat\'er meerder Etter uy\'t\'
koomt, als waerfchijnelijck is, dat\'er in een Hollig\'
heyt kan groeyen ofte gehouden werden, ofte indien >
als de Siecke lijn Lichaem om-keert, de Etter, die te

VO\'

-ocr page 295-

voreni, E L-K O N S T E. 259

fulcks ■ was, wederom begint uyc te loopen j

Zi/t) een Teycken, dat\'er meerder Holligheden
Piftèl V ? ^ de Fiftel dieper in gaet. Maer indien de
ï^en f ^Penmgen op-geworpen heeft, dan en kan
fe-pp ° ^^^ ondervinden met het Prouf-yfer, of-
geVth \' meerder Fiftelen zijn : dan in fulcke gele-
tjg\'\' ^."loet men eenige Vochtigheyt door een van
depf^" ^"-Ipeuten, de welcke, byaldienfe door alle
^ gaten wederom uyt-vloeyt; fulcks is een Teycken,
ali^j^er eene Fiftel en is.Maer indien defelvedoor
Pifle^^ niet uyt en loopt, als dan zijnder meerder
ioon^^^i\' ^^^ welck oock de Verwe van \'t gene uyt-
die d \' "5\'Sht. Want by al dien de Vochtigheyt,
\'teerder openingen uyt-vloeyt j van eender-,
ftgj eyerweis, fulcks beteeckent dat\'er maer een Fi-
dat \'ft M^er indienfe verfcheydelijck geverwet is,
Fift T \'"eerder getal aen. Maer hoe verre dat de
oft ft " \'\'eycken , ende aen wat deel datfe oprhouden,
aldus bekent: Indien \'tgene,\'twelck
die h \'^\'"""^■yfer gerocht wert,facht is, eü d\'Etter,
dp §eeft, wit, ende veel is, fulcks beteeckenc, dat
JJj/\'^^elalleen door het Vleyfch gaet.Maerals defel-
ge een Zenuwe raeckt, dan vaker groote Pijn, wan-
Uv^ de diepte na-vorfcht, ende de Etter,die daer
end wit, maer dunder, ende weyniger ;

Werckinge van dat Deel, daer de Zenuwe na
baet, valt veel trager . By aldien de Fiftel tot het
" , dan vaker Pijn in \'t önderfoücken,

fni u \' daer het Prouf-yfei" tegen ftoot, is hart,
be houdt tegen. Het weick oock even,ende gelijck
vonden werdt, indien dat\'er noch geen Cams, ofte
Dedervinge m \'t Been en is. Dan als de Verdorvent-
•eyt het Been mede aen-getaft heeft, dan werdt hec
u J rouw ende ongelijck bevonden,ende
de

«yc-vioeyende Etter is bruyn, ende ftinckende. Maer
Wanneer de Fiftel een Ader, ofte Slagh-ader koomt te
T z ra-

-ocr page 296-

26o H E E L-K O N S T E. . ^^^

raken, ende dat die noch niet door-gegeten \' ^
koomterEtterige vochtigheyt uyt, als gift-
het
Bloedt door de onfienlijcke Gaetjens uyt\'vva"^^
mende, werdt vermenght met de Vochtigheyt
Sweringe,ende daer van wert het gene uyt loopt\'g
achtigh.
Dan als een Ader, ofte Slagh-ader door-b^^
geten is, foo geeftfe fomtijts
Bloet uyt; rooderje
al fpringende,
als het uyt een Slagh-ader koomt)«
ker, ende bruynder, uyt een Ader, , .g,

5. Wy komen nu tot ds Voor-teyckenen. Sle^\'; j,,
ende verfche Fiftelen, alleen zijnde in vleyfige deS\' ^
niet diep , in jonge, ende wel-gefielde Lichan?^
werden lichtelijcker genefen : maer befwaerhjc^^^^,
in de welcke veel
Deelen door-gegeten zijn, welc^"
gront, door verfcheyden
Hollighe^den niet wel te»\'^^
ken
en is,die dicht aen de voornaemfte Leden
in oude luyden , ende die met quade Vochtighe";^^
beladen zijn . Gelijck oock quaet vallen
, ende
alleen fwaerlijck om te genefen , maer by-nae ong
neefiijck, die (gelijck Gw^/o wel fchrijft) die dieP\'
krom, ende veroudert zijn ; die bereycken tot de
p
ginfelen van de Spieren , tot Aderen, Slagh-aderen^
Zenuwen, Beenderen, Kneuckels, Wervel-beeofle
ren van den Rugh:als oock die geraken tot in de ope"\'
heyt van de
Borft, ofte den Buyck, ende die kome"
tor het Ingewant, de Longen, Lijf-moeder 3
men , ende Blaes. Want foodanige Fiftelen ofte J
konnen de
Geneef-middelen niet verdragen ,
felvige en vermogen foo verre niette
reycken- J^
21 jn fommige
Fiftelen,die niet genefen en moeten w
den, te weten, de gene, die veroudert zijn, ende verie
gelegen van de voornaemfteDeelê,cnde door de welc-
ke de overtollige, ende quade Vochtigheden een ge-
ruymen tijdt gewent zijn haer
tefuyveren . Wantal-
foo de felve, door haer ontiaftinge, het Lichaem voor
vele
Sieckten befchermen, en dienen gantfch niet ge-

-ocr page 297-

Senae Water, gehirlf r ^cmgu udppci up-uiuu-

gelijcke. Want don Calck-water,oftedier-

Fiftel, foo datfe fch\'" middel fluyt de mont van de
Wel fomtijts door hui\'"\'^ genefen te wefen , die oock
gantfch toe-hee!f " van de natuyrlijcke Wermte
toe en blijft, als èepn^"^ "leeften-tijdt foo langealleen
Lichaem vergadert
en Vochtighedenin\'t

»vederom eenige Voriv^\'\'^""\' Want wanneer dat\'er
I^oomt, dan gaet de P^n^y

Maertot de vechte r ^^^^erom open .
goede Maniere
vanL "^^"g^ dient (benelFens een
gewefen, ende na dat werden aen-

tende middel, ofte p, Lichaem, dooreen Af-fet-
Jwee
maeldaeshs wel ontlaft is, gebruyckt

l^an witte Wijn^oftrwr^^" Dranck, gekoockt in een
femge HitTe bv isf ^ ^oortfche, ofte

"^»t, de Bladeren tweeongen gerafpt P^tem-
pyiis, v^n 1 L \'Agrimonye, Weesh-bre, Eerm-

nochftet^ ?T\'y^"\'^htwert,d3tdefenDranck

^"ö^n een half fcrupeji Cmfm^oogm ^ alfo de felvige,,
T 3

enJ!r L-K O N S T E. 261

als groot on^e-

. n^^\'^^^de^wederommoeteti geopent werde.

--echt ent\'^^T ^^ tweederley, de eene

•^^e^O rfak^ \' van de gront op met
^ie men S ^\'"^^^-neemt, de andere on-volkomen,
^an binn-?rT \' ^^ \' wanneerde Fiftel
^\'ert,bliivl 7 \'^"de van buyten toe-gefloten

Maniei "i«-ïe-min nochdeHolligheyt. Welc-
^^^AquatT^ Heelen niet geheel mif-prefen werde
^^■el geluEl!"u ^\'^"jvende dat hem de felvefomtijts

gefuyvert Na dat\'t Lichaem

venvoor-gefchrev Maniere van Le-

eennieuwe Sponplp\'^\'"\'^^\'^^^\'"^" Wieck, van
gende Water, geliVt r op-droo-

gelijcke. Want doo \' Calck-water,oftedier-

-ocr page 298-

26z H E E L-K O N S T E- ^
gelijck oock den
Savel-boom,die m den Di-ancK
feer bequaem zi jn om bedorven Been, Etter,
ven Aderen , ende diergelijcke, uyt ^e werpe ;

Daer na moet men voor-al fijn beft doen ,
Caüus, ofte \'t gene rontfom in de Fiftel vereelt .

te nemen. Maer alfoo het op-brengen van de m ^^^^
len, om fulcks te doen, meeften-deel belet «\'^^jieot
de nauwe mont, ofte openingh van de Fiftel, lo pn
de felvige gewijdt, ende breeder geopent.
gefchiedcn door
Vyer, door Yfer, ofte bequameHJ^^^g,!)
ende fonder pij n door
Wiecken van eenSpongye, van ^^
van Vlier, wortel van Gentiane,
van wilde
^■iriHolochye,
ofte oock van gedrooghde KjioUen. ^c
dielanghvverpigh, ende voor feherp gemaeckt, -t
Fiftel g\'ebracht zijnde , trecken in haer de vochtig.^g[i
van de Fiftel, waer door fy fwellende, de
allencxkens fonder pijn wijder maken . De
Wiecken werden oock fomtijdts , alsdeHardig^^j^gü
het wijder maken tegen-ftaet, gedoopt, ofte ge"\' .jjg
met fuicke Middelen, die bequaem zijn om\'t vere ^^
wech te nemen . Want den uytterlijcken mont
Fiftel vereelt voornamelijck, ende eerft in y^r\'
felve, als de welcke lichtelijcker verhart, ende ^^
dunt, dan het Vleyfch, \'t welck fachtet is, e"\'
Overtolligheden, endetoe-vloeyende Vochtign^^^.gl
met minder fchade ontfanght.^
Het gebeurt e^^\'jj^-
fomtijdts, dat oock het Vleyfch felve, in de H5>
heyt, koomt te verelen . De Vereeltheyt, diei^^gt
mont van de Fiftel is, kan men fien ende taften. ^
de gene, die in de Holligheyt felve is, moet door ^^^
Prouf-yfer ondervonden werden . Want wanneer ^
felve daer in gebracht wert, foo en is
\'er geen gti
tel pijn, daer en koomt geen bloedt uyt, endef^j^
voelt eenige hardigheydt, byaldien
daer vereelthejj^j,
is. Maer die niet zijnde, foo wert\'er door het ^^ _
pijn verweckt
, daer koomt bloedt uyt, ende men v^^ -

-ocr page 299-

\' daer moetfe van daen
^iddZ ol\'A gefchiet, ofte door H«/,

\'^iddelèn m. .^\'\'\'^^\'\' VandeHeel-

daerziindÏÏ/ \'T^r^\'jdtsdefachtfte nemen , als
ftercker i r 7 \'
ends Verdrijvende ■ fomtijdts
fte, als
Hp R j de Suytennde- fomtijts de fterck-
bouck allegader befchreven in\'t Eerfte

noegh de Vp r \' endefachtvleyfch , zijnge-

vaft-kleven£ s ^"de, die de hardigheyt, ende de
wech
nemen \' \'^^er de Vere\'eltheyt groeyt,

rende wat maslT^^^^^ men dan oock van deSuyve-
van Vijgen mer . Soodanigh zijn, ^fch

Vmr/LrX en?"\'"\' "^^nght: een Af-fietfel van
Vnpuentuy» a1 Agrmonye, Diachylum magnum,

al fferck7 \' Maer men heeftgemeenlijck

Wanden ï ^fr die door fuyveren, ofte oock door
Wortel V / ereeltheydt verteren . Stercker zijn de
telen V > rontfom af-gefchrapt, de wor-

van J Serpentaria, Bryonia, een af-fietfel

nupe/?^"\' ende infonderheyt Cemaurim minus.Som-
deFiftel te vullen met den wortel van
Mier Jl-^^\' ende dat drie dagen nae malkander,
^uer ^(omw cMw (een verfocht Franfch Heek
in NedèdS ^^"t-bouck der Heel-konfte onlanghs
IJ. cap i "yt-gekomen is) waerfchouwt ons in
en is, goet Heel-middel

eenigh deel van de rÏ^ t

pftel van den RuglvSt; T\'\'rT"\'\' v

herte mer de i ^ ^t, ontrent de plaetfch van t

ken eeSh \' hadde,foo ^nck de Siec

^gvfS ;r Noch ftercker zijn

TrPr^cipitaet, Olye van

vvelckêmenlSfi

is al van out feeV " gemengelde kan maken,

"viicer geprefen \'t gene gemaeckt wert van

T 4 eeti.

-ocr page 300-

264 ,H E E L-K O N S T E.

een deel Ammoniacum in ftercken A:(jn gefmoltenje"
dan vermenght met drie deelen
Spaenfchgroen.
die het nochftercker hebben moet,magh daerby do
Precipitaet, anderhalf drachme. Ofte N. Vng.J^g\'jfr\'
anderhalf onge;
Sublimaet, anderhalf drachme; toog\'\'
I onge;
I{pfen-mater, z ongen; Weeghbre-mater, 3 ong^ \'
Te famen op-gekoockt . , r^

Indien even-wel het bequaem by-brengen van d^
Middelen, gelijck dickwiis gebeurt, door de nauwt«=\'
ende diepte van de Fiftel, belet werdt, foo moet
de felvige ofte geheel openen, ofte de Middelen
de gront toe in-fchieten. Als men voorheeft, defdr
te openen , foo moet men eerft het Prouf-yfer daer\'J
fteken, ende op het felve de openinge doen. Maer W
aldien men niet en vermagh de geheele Fiftel te op^\'
nen,foo fal men daer Heel-middelen in-brengen;
die ofte nat, ofte droogh. De Natte werden daer J"
gefpeut, ende vermenght met
Loogh, Mede,
ter, Calckrwater,
ofte Voor-loop van Brandewijn, die f^"^\'
derlingh bequaem is, met andere gemenght zijnd^\'
om alderhande vuyle Sweringen te fuyveren, ende OY
te droogen . De Drooge heel-middelen werden t^J
fijn poeyer geftooten, ende met een afgefneden fchaC"
in de Fiftel geblafen i voornamelijck als de Fiftel W
ter is, ende binnen \'c Vleyfch ; maer by aldienfe
langh is, foo machfe oock aen de weder-zijde geope^
werden, om de Middelen van beyde kanten , daer
te moghen brengen . Als dan en dient niet verget^\'\'
(\'t welck in de Genefinge van de HoIIigheyt
hier vO\'
rens oock vermaent is) dat de openingh van de Fift^^
nae beneden toe koomt, op dat de vochtigheden dae\'
te lichter fouden mogen uyt-ioopen.

Maer alfoo de Fiftelen niet altijdt en wijeken voof
de Heel-middelen, ende dat in defe faeck fomtijdc®
meerder voordeel getrocken wert van\'t Hant-werd^*
foo moet men oock al-te-met tot het
Yfer, ende Vy^r

KO-

-ocr page 301-

ï^omen-r^ ^ E L-K O N S T E. 265

<>pent ic geh,ede Holligheydt ge-

en magh gedaen

ïe Slaah . A ^^ ^^ï\'^ke haer ftreckë tot groo-

ve RihK^ if \' ^^""wen, Banden ,\'c Velleken dat
■ daer \' diergelijcke Deelen. Maet

\'^et Prouf r r \' Holligheyt door

P\'^dervonden is\' to f in:gefpeute Vochtigheyt
isj openen n\' r geheel, foo groot fy

vereelthevt c geopent zijnde, foo fal men de
fcherpte van ^ Heel-middelen , ofte doorde

toe af treckenf"h \' het goet Vleyfch

ßiäer oock uvt li m verwe,

te kennen is De^dtn\'xr\' pijnelijck gevoelen
feer hart is vv ^ Vereeltheyt, infonderheyt die

1 ^^^ VäCrfllfTAi- onyJia »vio«-»-»-»irt/^or-«lin r^rtrtr

lick ftaet r Maer om dat het vyer wat fchricke-
\'t zv fiilM, j ^i^len weynige daeraen.Ondertulfchen,
delen ofte Brandende Heel-mid-

moet ron!r \' ^f^e Vyer gefchiet, het Deel

end-te R bewaert werden, dooreen Verkoelent

onfteicineëlf P\'^" ^een

Als n d veroorfake.

foo fal ^\'ftel aldus gebrant, ende verdrooght is ,
den
korft af r^\'gh Verfachtende Heel-middel, om
foo de Fiftel \' gebruycken. Maer

inenhetfelve^^^^"\'gh^een uyt-koomt, foo dient
neerftelijck te Vrh®\'^ leggende, wel

de fwart is, wechT^P^", ende al\'t gene bedorven en-
Want als de C^wVrfj"®\'"^"- maer buyten aen.

fal men de fchilfï-, P^/g^g"^" heeft, foo
volgen en wil B ^^-fnijden, mdien hy van felfs niet
ofte oock het been tot het mergh toe,

bedorven ifmf. \'"^\'^«^\'ven is, foo fal men al \'t gene

beenkens \'

bcitiueaen, maer met m groote. Na dat het
T 5 been

-ocr page 302-

Z66 HEEL-KONSTE.
been gefuy vete is, magh men komen tot Vleyfch^mS\'
kende middelen. Ende by aldien de Fiftel na de felvige
niet en hiyftert, fuicks is een teycken , dat al \'t geoe
bedorven was,noch niet wech-genomen is
.DerhalveO
moet de Fiftel noch dieper geopent werden , het been
noch beter af- gefchrapt, ende gefuyvert: ende als de
Fiftel dan noch niet en wil heelen, foolooptfe fondef
twijfel tot in \'t binnenfte van \'t Lichaem, alwaer haei\'
endt niet na-gefpöort en kan werde. Derhalven moet
men het werck de Nature bevelen : de welcke meO
even-wel kan te hulpe komen, meteen Poerken vafl
gehant Zout, Wijn-ßeen, ende Agmcus, te famen onde^
Honich vermenght, alfoo het felve de kracht heeft oiH
gebroken ende verdorven Been uyt te trecken
, quaet
Vleyfch af te eten, ende de Fiftel te helpen , ge ijck
NicoL Florem, getuyght,

De Vereeltheyt wech-genomen zijnde,indiend3t■■
^er noch eenige vuyligheydt in is, foo fal men Af-ve^
gende ende Suy verende middelen gebruycken,
gelijck
daer zijn PimpineUe, Gulden roede, kleyne Santorye, Aljferh
Boonkens Hool-wortel,
ende andere (in\'t Eerfte Bouck
befchreven) met
Honich van I{pfen, op Wiecken geftre-
ken , ofte met voor-loop
vanBrandewijn in-gefpeut.

Als de Fiftel wel gefuyvert is, wert vorders toe-ge\'
heelt, als ander Wonden.

7. Tot klaerder onderrichtinge füllen wy hier by
vougen, een aen-merckens waerdigh voor-beelt, van
een
verjaerde Fiftel mtrent de Blaes, ende door wat Mid-
delen de felve geheelt is .

Een Man van ontrent 33. jaren, vochtigh van aert,
ende VO van quade Vochtigheden, kreegh dooreen
ongeluclagen val een
Vlceratie, ofte Verfweringh on-
trent de i31aes,de welcke qualijck genefen zijnde, ver-
viel tot een fiftel, die in fes jaren van niemant en kon^
de geholpen werden. Tot dat hy quam by Dr-
Faber.
geneef-heer van den Keyfer, de welcke \'t gebreck be-

fien\'

-ocr page 303-

fien^ HEEL-KONSTE. 267

Fift 1 V de plaetfch gantfch vochtigh, vol

eis, feer krom gaende, daer men met geenderhande
hadï . en konde komen . Na dat hy voor-feydc
■ üde , \'t felve een gevaerlijck werck te wefen, ende
jjathet feer fwaerlijck foude konnen tot heelen ghe-
racht werden : foo leyde hy fijn genefinge even-wel
«n op de volgende Aenwijfingen. Alfoo hy oordeel-
Sph\' gebreck hingh aen de overtollige Voch-

gneytdesgheheelen Lichaems, ontftaende uyt een
^^oote Swackigheyt van Maegh ende Lever,foo let,
ï^^ny voor-eerft dat die Vochtigheyt niet geftadigh
en nam^, ende dan, om die daer aireede was, door
equame Geneef-middelen wech te nemen, ende om
net 1 wacke Ingewandt wederom te ftercken, ende ten
laetften om de Fiftel van de Hardigheyt, ende\'t quaet
vleyfch te fuyveren, ende dan toe te heelen .
. Tot het eerfte fchreef hy hem voor eene goede Ma-
nure van Levm , om te fchouwen vochtige ende koude
Lucht, als oock de mift, ende avont lucht. Niet al te
J^ngh,noch bydaegh teflapen. Spijfe te gebruycken,
aie werm ende droogh was,ofte van naturen,ofte door
beieyden, ende toe-maken.
A
Pr ^vertollige Vochtigheyt fuyverde hy met een
Hf-; Grnidc , ende China, daer by doen-

Si d\' BermodaHyli, met wat SuyC-

dronrv\'^^^" Hippocras-fack gheleeckt. Hier van
j de Siecke thien dagen langh eenen roomer ,
waer door hy facht, ende fonder onfteltenis, fuyver-
ae. Dit uyt zijnde, heeft
Faber eenen anderen dranck
doen maken , om te fweeten , van
Guaiac, endeSalfa
fariUa, meteen weynigh SafTaphras, ende Hammen, doot
gedaen met wat Caned. Het eerfte Af fietfel liet hy
nem drincken om te fweeten, het tweede voorda-
geujckfchen dranck. Daer na dede hy hem gebruyc.
Ken eenighe Conferven, om de Maegh, ende Lever
teverftercken. ^

On-

-ocr page 304-

^68 HEEL-KONSTE.

Ondeituflchen en waren de Uyt-wendigheHeej\'
middelen niet vergeten : maer is voor-eerft de Mopdc
van de Fiftel gewijdt met het Morgh van een Vlief
boom: daer nae is de Vereeltheyt wech-ghenoweo
met
Phlegmafpirim vitrioli, Ende doen gefuyvert me^
het volgende water: N.
Wonels van Vijf-vinger-kr¥\'
Weeghbre,
van elcks i loot; Bladeren van Cham<£drf^
Scabkufe,
van elcks i handt vol; kleyne Santorye >
marin,
van elcks 3 handt vol; witte Wijn, i ftoop-
Een weynigh te famen gekoockt, ende dan vier-ef
rwmtigh uyren geweeckt hebbende, door een heli«
over-gehaelt; ende ghenomen
vandit Water een hi^^
on§e; Sap van Vrouw-merck, Honigh vanB^fen, va"
elcks drie vierendeel loot;
Aluyn, Suycker, van elck«
een vierendeel loot. Dit aldus onder malkander ver-
menght, werde met een Speut, tot den grondt van de
Fiftel gebracht.

Ten laetften om te Heelen , ende Vleyfch te ma-
ken , nam hy 6 on^en van dit Waterken , ende koock-
tendaerm
Aloë, Myrrha,Sarcocoüa, van elcks een hall-
loot . Ende op het Gebreck een Plaefter van
Oppo\'
deldoch magnum Paracelfi
houdende, liet daer over leg-
gen een Spongye, in \'t voorfz. Water nat gemaeckt»
ende wel uyt-gedouwt, om de vochtigheyt, die uyt
quamfijpen, te ontfangen,

Ende met defe Middelen is\'t Gebreck genefen,ge-
lijck Dr-Horffiw getuyght.

7- Hier dient mede gelet op een goede Maniere va»
im«, door de welcke het groeyen, ende toe-vallen
van de overtollige Vochtigheyt mochtgeweert wer-
den. Soodanige is befchreven
in de Geneef-konBe, in
het
14. cap. van de Sinckinghen, in \'t 2. bouck; de
welcke aldaer kan na-gefien werden.

He£

-ocr page 305-

H E E L^K O N S T E.

^ Het XV. Capittel.

fahen ^^ ^ ■ Haer Benaminge, z. Befchrijvinge, i.Oir-
^^ \' , ^. Voor-teyclienen, 6. Genefin-

/-mamere van Leven, 8 .Middelen, om voor te kpmen.

■fi\'^h^ïü^\' geen enckel, maer uyt Gal-

de , en?\'^ Bïoedc ontftaet, wert by ons, na de roo-
verwe, daer het de Huyt mede
GriecJf??^\' genaemt, gelijck wel lichtelijck in\'t
fter- a i (welcken naem by de Heel-mee-

Wel\'\'is) van Erythros, dat is root, hoe-
Hon u anderen oirfpronck vorfchen. De

iauf ]^\'^^^^" heeten het om defelfde reden l^ow-
J > als rafch, gelijck men bevindt, met fijn roodig-
, Dan, om den Brandt, die het
het V^ \' verfcheyde talén den naem na

ii^ilt^ • Hippocrates noemt het Pur agrion, dat is,
enrli-\'T\'^\'\'^ hy Sammonicus wert het beteyckent met den
«zW j ofte Vyer; by
Columella, PU-

isnis ^f ^"cretius, in de volgende verlTen, met Sacer
(3I3\'Heyligh vyer; ende na den heyligen Anthony
FrancoT > endebefcherm-heervan\'t Vyer) by.de
di fant Am Antoine, by de Italianen Fuogo

fchen San^T^ ^^ S.Anthonis vyer, efi by de Duyt-
feur ende als mede Brendmderaach, Glock-

mprVnnrrr.t!^\'-^\'®^\'\'\' ^at het foo voort-loopt, ende

metkoorticheuyt-vleckt. •

ten LZ^l^ f f^« roofachtighe rootheyt met groo-
et^brandt, endefteeckte, over het Lichaem voort-

heffenH \' fomtijdts de Huyt ver.

heffende ; beftaende uyt Galachtigh Bloedt. De

Kefe\'X : \'\'

Et

-ocr page 306-

ZyO H E E L-K O N S T E.

Et Jimul ulceribus quafi inujfts omne ruhere
Corpus, ut ejli per membra facer cum diditur ignt^ •

3. De naefte Oirfaeckvan deRofeisdun , fcheiP^
ende galachtigh Bloet, niec vry van eenige quaet-^\'
digheyt, uyceenonfteken Lever, ende Üytterlijck
verhittende Oirfaken ghetrocken , fchietencie op ^
fwackfte Deelen, ende haer daer over
verfpVeydends*

4. De Kjn-teyckpten zijn een voort-loopende RoO\'
digheyt over de Huyt, fomtijdts blaes-gewijs op g^\'
fwollen, infonderheyt in\'t Aengeficht, ende in de
gen foo verheven, dat fy als toe-gefloten zijn, ende h^
Hooft fchijnteens foo dick te wefen, waerdoor
Menfche nietkenbaeren is , Begint gemeenlijck
eenige Huyveringe,daerde Koortfchedandadelickop
volght, met een fpannende, ende ftekende Pijn.

5. Wy komen toe de Foorm\'c/c?«««- Wanneer eef
Rofe rontfom gaetjals een fwachteljdaerom by
Plinii\'^

ende by Scribonius L^j-gwi-genoemt
Omloop, ende fulcks in \'t midden van \'t I-ichaem ghe-
fchiet,dan brenghtfe den Menfche om,feyt de gemel\'
te
Plinius in \'tz6. van fijn Natuyrlijcke Hiftorye, op\'t
II. capittel. Sulcks is oock in\'t geloof van\'t vold\'
gekomen, dan en gaet geenfins vaft.

B^fe, fchrijft Hippocrates in de 25. Kort-bondighe
Spreucke, van fijn 6. bouck,
in-flaende na-hinnm,is quaetj
maer na buyten uyt-Jlaende,
wgoe^. Staet al tij t te wenfchê?
als\'er quade Vochtigheyt in\'t Lichaem is,dat defelve
liever befit de flechtfte, als de befte deelen
: derhalve«
is\'t ongelijckbeter,datfy uyt-flaet,niet alleen als oir-
faeck van minder quaet, maer oock als Teycken , dat
de Nature de overhandt heeft, ende de ongelbntheyt
uyt-drijft.

Wy ftilien hier noch by vougen twee Spreucke vaO
den felfden
Hippocrates, uyt fijn 7, bouck, ende voor-
eerft dc 19.
Op ontblootingh van \'t Been , de I{pos komende»
is quaet.
Daer en is geen Been in ons Lichaem van na-

tu-

-ocr page 307-

tu,e„,, H E E L-K O N S T E. 271

tner • r V ^e Tanden, want al de Beenderen zijn
Oncbl ^^ \'Vleyfch ,Vet, ende Hayt bedeckt. De
VerK , gefchiedt door het wech nemen van de

cl-n n I ^^elen, die het Been bekleeden. Het zy
gefchiet door Verplettinge,ofte Bedervin-
Ve ft /^P\'ei\'en; ofte, gelijck in \'c Kout-vyer, door
yj ervinge, ofte uyt door-bijten van Vliefch, ende
gelijck in fcherpe Sweringen i ofte oock, als
een felve verwolmt is, het welck gemeenlijck
dat\'h ^^""emt werdt; ten kortften , uyt wat oirfaeck
r-L^et Been ontbloot, foo is\'t altijt quaet, ende feer
"«atlehjck,dat\'er eê Rofe toe flaet. Want fulcks geeft
^ feycken, dat niet alleen het ontbloote Deel onge-
2tjgt isj niaer het gantfche Lichaem overvloet heeft
*3n Galachtige vochtigheyt.

Devolgende,te weten de2o. Spreucke is: Opeen
^fe, Ver mmge, ofte Sweringe komende, is quaedt. Hier
• t aen te mercken\'tgenete voren in \'t lo. capittel
IS aen-gewefen, dat de Gefwellen haer eynde nemen
P driederley manieren, door Verdwijnen , Verfwe-
ren, ofte Verrotten. Wanneer de natuyrlijcke Werm-
te geheel fterck is , endede Vochtigheyt redelijcken
goet, dan koomt de felvige te verdwijnen. In tegen-
deel, als de natuyrlijcke Wermte flap is, de Vochtig-
neyt quaet-aerdigh,dan flaet het tot Bedervinge.Tuf-
ichen beyden gaet het Sweren , als welgefchiedende
jcke Hitte, maer die door denatuyr-
Wermte geholpen wert, ende in een Stoffe, die
naer Itelt om gekoockt te zijn, ende in goede Etter ts
Veranderen Nu de Rofe , is een gefwel van Galach-
tigh , ofte heet Bibet, de Huyt alleen belemmerende,
ende met tot m het Vleyfch door-dringhende, ende
daerom foude wel behooren , dat fy door Verdwijnen
vergingh , ende niet door Verfweren , ofte Verder-
• Want daer toe vervallende, bereyckent, dat de
Oufaeck van de Rofe, niet op haer ghewoonlijcke

plaet-

-ocr page 308-

Z72 ^HEEL-KONSTE.

plaetfche en blijft, maer met hare quaedt-aerdighey\'\'
diep in-eet; het welck groot gevaer van Kout-v/e^
raede-brenght.

6. Wy komen tot de Geneßnghe: Wanneer dat d^

Rofe eerft begint, weynigh plaetfch beflaet, ende
feer vyerigh en is, dan magh men,fonder forge, daerOP
leggen te Rugh-.drijvendemiddeleniwaer ondermeer
in\'tgebruyck is het
Oxycratum, dat is TVater, en
werm mede geftooft; dan is noch beter
Weeghbre-water, daer onder dun gheftreken Nutrimm\'
gewaflthen met Sap van
Weeghbn-bladmn. Waer oVßf
mede geleydt kan werden een Plaefter van
Diapompho\'
lygos,
ende buyten op, het Af-fietfel van Gramet-fM
lm, ^ofen,
ende CamiUen. Maer als in tegendeel de Rö\'
fe al voort-loopt, wijdt verfpreydt is, ende een groo-
te vyerigheyt vertoont, dan fal men het Lichaem
ont\'
laften van de Stoffe, te weten dc Galachtige vochtig\'
heyt, door Middelen befchreven in \'t i. Deel van de
Ceneifkpnm, op\'t 12. Capittei, No. 2. doch met gee^
^loe, ofte Scammonye, als te heet, ende tefcherp zijn-
de . Derhalven magh men nemen een loot Rhabarber^
laten dat \'s nachts weecken in
achorey-water,Pruym-faf\'
Wey, ofte diergelijcke , ende des morgens daer ondef
mengen een
loot Manna, enckel Pmym-kruyt, okeSj\'
roop van Provency-nfen,
met ee fcrupel bereycte Wm-fiee»-
Als dit wel gewerckt heeft, foo dient des avonts laet
in-gegeven, dewijl de Rofe beftaet in een fijne
Voch-
tigheyt , die felden bevrijdt is van eenen quaden aert»
tgene dathetlaetfte verbetert, ende het eerfte doet
uyt-waeflemen (\'twelck ongelijck beter is,alsde hee-
te 5 weet-drancken, die fommige hier toe voor-fchrij\'
ven)als een drancxken van een vierendeel loot
Diafcov-
dmm, een half fcrupel T^m van Cardo-henediBus • i loot
Syroop van Citroenen, ende l onge Cichorey, Endivye, oi\'
teSuyrmgh-mater.
\'S anderen-daeghs fal men openen
de Lever, ofte Middel-ader, ende trecken foo veel

Bloedts

-ocr page 309-

ßl heel-konste. 171

digh r ^^^ gelegentheyt fal bevinden noo-

dac h • C»"dertiiirchen dient niet vergeten ,

doo °verige verkoelt, ende verbetert werdt, foo
iirn \'^pK^-ma. van Worteis, ende Bladeren van
den
 Qkhorty, met Suyringh in Wey gefo-

fiie TA ^O\'^^door een Koel-dranck van GerFle^ivaur
Van J. \'^^^^den, eii daer by gedaen Syroop van Citroenen,
Ee j van Suyringh, ofte diergelijcke, met eeni-

t aruppels,tot aengename ferpigheyt, van Swavel-olye,
e van Coper-root. Dan dewijl dit gedaen werdt, en
raen niet over-flaen de verhaeldeUytwendige mid-
aS 1 ^^^ den Brandt groot is, niec

fche "3cken: maer drie vier mael daeghs verver-
L • Hier op dient verder in-gefien het^z. capittel
het j.Bouck. ^ ^

H\' W-heeft hier mede harekracht;

-"de dient foodanige gehouden, als wy in\'t 11. capit-
jei, van \'t Bloedt-gefwel, befchreven hebben. Daer
vougende, om dat het Bloedt hier feer dun, ende
verd\'^jf ^^ bet felve infonderheyt dient verkoelt, ende
Pnrr T^ ^\'^^r toe ßteckcn
Salaet van Lattoum, ende
rorceuyn ■ Schapen- ofte Kßfs-vleyjch , met de felfde
f^ruyden, ende
Verjuys geftooft; Rijü, ofte Herwen-blom
" Vrae\'-we/c/^ gekoockt ; Schaeps- ofce Kalfs-voeten,
8 J«\'ende diergelijcke.

ewijl fommige Lichamen de Rofe feer
kr 2ijn , foo dient in de felve niet alleen ge-

^c, om aie te verdrijven: maer oock om voor te ko-
K " u ^r ft\'eckt, dat in\'c voor ende na^jaer, na
net nu belclKeven , oftedierghelijcken Af-fettende
drancxken, Bloedt gebtetl, de Gal verkoelt, ende de
oniteken Lever geopent wert, door
Cichorey, Agrymo-
ny, Suyringh,
ende andere Kruyden , in\'t 20. capittel
van 11. Deel der
Gemef-kpnfle befchreven.

V Het

-ocr page 310-

H E E L-K O N S T E.

Het X V 1. Capittel.

Spring ent-vyer, i." Benaminghe, ende
fchrijvinge, z. Oirfaken, i,Ken-ïeyck§nen ,
kenen, 5-. Genefinge, 6. Maniere van Leven.

O;

ï.

iNderde heete Gefwellen, werdt medegereke"^^
\'de Vyerighey tj die haer in de Huyt, gelijck Ve\'"
brantheyt van ficdent water, met puyftkens, eh bla^^\'
jens op-werpt, daerom, nae fieden , by de Grieck^
PhlyB-anagtmtmt, by de Arabyers Sahafati, ende
datfy met brandt voort-loopt by de Duytfchen eo^^
ons Wilc-vyer , gelijck oock by de Franqoifen Fe«/^\'
vage, die het oock Bonton heeten, de Italianen Broff^l^\'
Brorfolo,
ende de Spaengjaerts FoRiüa . Degemeen^
naem by ons , is Sfringent-vyer ■ ende en is niet ande\'
als brandende Bladeren, ofte Bleynen, die haer in^^
Huyt, ofte veel eer het Op-huydeken openbaren,enö^
vyerigh voort-fpnngen,

Z. De naefte van Springent-vyer is hee^^

en gallige Vochtigheyt met zoute, eude waterige
menght: het zy de lelve uyt een verhitte Lever, heec^
Koft, op-houden der Stonden , ofte anders haren oif\'
fpronck heeft. Koomt oock veel tijdts
, voorname\'
lijck in de Kinderen , als fy fchierlijck uyt de KouW\'
in de Hitte, ende wederom uyt de Hitte in de KoU^"*^
verfchijnen.

3. Is te kennen aen de kleyne Bladerkens i die rafch»

met jouckfel, uyt-flaen, ende door-brekende, tranen

een geelachtige Vochtigheydt, de kanten verharden >
ende vallen af, gelijck een korfte.

4, De Mans, feyt de Grieckfche ^ëtius, zijn fel\'
den met het Springent-vyer gequelt, de
Vrouwen>die
niet wel gefuyvert en werden, krijgen \'t dickwils oP

m

-ocr page 311-

H E E L-K O N S T E.

dan , de Kinderen over\'c geheele Lichaem ,

als .. ^"gemeenlijckmaer twee drie dagen. Doch ,
genefen wert, koomtfomtijtsin Hayr-
«ormte veranderen.

, dient het betten met I(pfen-mter,
^ ? yV ater daer I{pfen, Granaet-fchellen, ende Weeghbre-
de sr i dan geftreken met Nutritum, en-

ond > in^pfen-fvateruyt-gQUocken,

fpjr^^een gemenght. Ende indien de Bleynen , van
de L\'J\'et door-brekende, Pijn verwecken, foo fal men
lesaan ® een Naelde door-fteken , ende daer op
Rekn ^^P
Gerltm-med, in Kjieme-mdck

6 H • \' de plaefter Diapompholygos.

275

die ^\'^Xdient gehouden de felfde Maniere van Leven,
de Rofe is voor-gefchreven . Daer-en-boven ,
mari" vrouwen, die geflopt zijn, ontfluytinghge-
"aeckt werden , door foodanige Middelen,
als in\'t
Jl- cap. n. z. van \'t i.Bouck der Geneef^onBe zijn be-
cnreven ; infonderheydt door
^Ader-laten in den Voet.
«w r ïf ^]?ders, alfoo het in haer meeft onftaet uyt
^m» iogh, dienen ten eerften veriien van een gefonde

-ocr page 312-

HEEL-KONSTE.

trs ■

wils fchierlijck over-valt j Impetigo, genoemt
De Frangoilen heeten hem Diïrm.

1. Hayr-worm is een veiheffinge in de Huyt ?

roodigheyt, jeuckfel, ende kleyne peuckelkens > h
lijck als verwormt, in-gegeten.

5. De naefte Oirfaecllvm Hayr-worm is een encK ^
le, ende fcherpe
Gal, de welcke, door fijn fijnighe^
tot tegen het Op- huydeken door-dringht; doch
niger plaetfch beflaende, alsdeR&fe: maer die eve ^
wel meerder Sweringe veroirfaeckt. Van de
Oirfaken, die de Gal doen groeyen, is voor defen n\'\'\'
wils verhaelt.

4. Het OnderfcheytheRiet uyt de Oirfaeck. W^ ^
neer de Gal alleen is, ende niet veel buyten haer eyg^
gematigheyt, dan veroirfaecktfe den gemeenenH3|.^
worni i meerder aen-gebrandt zijnde, de foorte» ^^
de Griecken
Efdiómenos, dat is, Jn-etende noemen ;
datfe felver in\'t Vleyfch gaet: maer als andere Vo^-^
tigheyt haer onder de felvige vermenght, dan maec^*\'^
fe kleyne Bladerkens op de Huyt, gelijck Geersj
de daerom
Herfes miliaris geheeten. .

5. De Ken-teyckenen blijcken volkomentlijckwy
de Befchrijvinge.

6. Na dat de Gal fcherp, ofte flap is, foo valt d^
Hayr-worm lichter, ofte fwaerder te genefen . f.
In-etende is de quaetfte , ende verandert dickwils
argerZeer.

7. Om van den Hayr-worm te geraken, moet voj"\'\'
eerft wel gelet werden, dat Galachtige
vochtighede»\'
van binnen bereyt, af-gefet, ende gefuyvert werden\'
door foodanige Middelen, als in de Gmeef-konfle f M!\'
aen-gewefen. Indien \'t Lichaem daer
by bloedt-rijc^
is, foo dient een Ader geopent, ende foo veel Bloe\'\'
af-gelaten, als de gelegentheyt vereyfcht -

Denlichtften Hayr-worm wert wel geholpen met

\'mchtmSPCKkfdec^ïekQni ofte met Water,-dut uyt

groeft

vverdï\'

-ocr page 313-

ST\'^tnVr E L-K O N S T E. 277

Glafh\' op-geftoockt is, loopt, de Bladerenvan
\'«j-kruyt,
ofte Een-bladtinBr ■andewün eeleyt, de Wor-
" met ^^r/H geftampt.

tip Tt • \' ^^^ fwaerder is , dienen oock krach-
Middelen gebruyckt; als
MoHam, poeyer van
■^\'■m met A^jjn-honigh gemenght.

i ot de fwaerfte , ende in-etende, hebbe ick dick-
!nï gevonden de Salve , die D^- Forejï te Delft
^ ae winckels gereet hiel, en beftaet uyt geé^wf Lao?,
^ Wye, van elcks twee ongen,
Predpitaet derd\'hüiloot,
^\'^"Hchuym, ^ntimony, Canfer, van elcks vier ongen,
»iet Canfer, een winckels-pont; ditallesin
V\'^el niet een heete ftock tot een Salve geroert.
^ gelijck de meefte om-flagh niet altijt het befte
yt en levert, maer dickwils het geringhfte welghe-«
^^nyckt zijnde, het befte werck uyt-voert, ende daer-
rT L-" oockliefft gebruyckt wert: foo en hebbe
j^Knier niet beter gevonden, als eenfiecht Salfken
n toogh, maerwonderlijckindeught, beftaende uyt
^^y»--gefnerck}e Boter, P^oet uyt den fchoorfteen, daer in
geictirapt, ende op \'t laetfte een fcheutjen ^i^ijn by-
b-goten . Ende dit geneeft oock vvonderbaerhjck de
öchorfte hoofden, die na geene ander Middelen wil-
fen luyfteren, felver die na dsLafernye trecken,geiiick
ickdickwils hebbe ondervonden . Ende daer op flaet
net gene de Grieckfche ^oèet Hefïodus eenijts gefeyt
neett, dat de domme niet en verftaen, wat kracht dat-
ter oock in "t alder-flechtfte Kruyt is.

b. Hier moet mede (bodanigen Maniere vanleven.
gebruyckt vverden, waer door geen Galachtige, Zou^
te,ofte andere fcherpe Vochtigheden voorten ko-
inen: maer die de gene, de welcke alreede gemaeckt
2ijn, kan verkoelen, ende verfachten. Soodanige nu.
almeer-maelsaen-gewefen zijnde, isonnoodighhie^-
wederom
op te halen,

Y 3

-ocr page 314-

278 HEEL-KONSTE.

Het X VIIL CapitteL

I. Kput-gefwel, O I D E M A gememt. z. Befchrlpif\'
ge, ^.Oirfaken, ^.Onderfcheyt, s-K^n-teyckenen, 6.foor"
teyckenen, y. Genefinge, S. Maniere van Leven.

I.

^ Elijck heet Bloedt, te overvloedigh zijnde, to^
VJ Gefwellen uyt-puylti foo maeckt oock
hetKoude
een Gefwollen vergaderinge, de welcke byde nieuW^
Geneef-meefters den algemeenen naem gegeven is vaü
Oidema, ofte Oedema, welck eerfte woordt eygentlijel^
in \'t Griecks een Gefwel beteyckent, ende foo is
mede, volgens de uytlegginge van
Erotianus, voor al-
derley Gefwel gebruyckt by , ende d\'ande?
oude Griecken.

1. Maer nu wert byfonderlijck, volgens het gemeer»
gebruyck, Oed/ewrf genomen voor een kout, bleyck»
ende facht Gefwel, dat het drucken van den vinghef
wijckt, die daer putten in-prent, fonder pijn, beftaefl\'
de uyt koude Slijmerigheyt, die in \'t Bloedt is .

3. Soo dat de naefte Oirfaeck,dknt geftelt in\'t Phleg-
ma,
ofte de koude Slijmerigheydt van\'t Bloedt, de
welcke te overtolligh gegroeyt zijnde, de Nature foO
yervee t, dat
fy door de felvige uyt de groote Vate«
in de kleyne, ende van de ftercke Deelen na de fwacke
geftooten wert, ofte oock van felfs, door haer fwaerte»
neder fackt; waer door een Oederm noyt foo veel haer
in andere Leden openbaert, als in de uyterfte, gelijck
de Handen, maer infonderheydt in de Voeten .
Defe
Slijmerige vochtigheyt werdt wederom veroirfaeckf
uyt gebreck, dat in de Lever, ende \'t ander
Ingewant
is, om goet Bloedt te können maken j ende dat heeft
noch voor hem andere Oirfaken , die onnoodigh zijn
hier by te brengen, als volkomentlijck verhaelt in het

twee-

-ocr page 315-

HEEL-KONSTE. 279

00 h van de Geneef-konfte, in het 3.Bouck,

lil t • capittei van de Water-fucht, die naeuw-
\'^Ks immermeer fonder dit Gefwel gevonden werdt.
4« Om nu niet te feggen van het
Onderfcheyt, dat de
ertnenginge van andere Vochtigheden,als in\'t Bloet-
sei Wel verhaelt is, waer door een
Oederm toe-genoemt
J^ert
Phlegmmodes, Eryfipelatodes, ende Scirrhodes, kan
J^ede-brengeni foo maeckt het
Phlegma felfs verfchey-
^isnheydt in defe Koude gefwellen, van wegen dat het
wat dunder, ende waterigher is, het ander wat
"\'cker, ende taeyer.

Het Kout-gcfwel valt licht te kennen, endede.
^^teychsnen zijn al meeft
in de Befchrijvinge aen-ge-
If
^len . Het is kout, bleyck, ende facht, gehjck de
Vochtigheyt, haer ftofFe; gedouwt zijnde , laet een
P^\'tj ofte holligheyt, dewelcke wat blijft ftaen , als
Vochtigheyt dick, ende flijmerigh is; maer vergaet
f^eft, wanneer de felve beftaet uyt dunder ftoffe. Is

\'onder hitte, kloppinge, ende geen, ofte feer weynigh

pijn, dewijl defe Vochtigheyt het deel alleen verfacht,
vervochtight, ende geen fcheydingh en maeckt; ende,
alloo fy koel
is, ende geen hitte by haer en heeft, ver-
weckt geen Brant, ofte Koortfche.

6.De Koude Gefwellé groeyen meerder in de Win-
ter, alsop andere tijden ,
om dat als dan vele Slijme-
righeydt vergadert: gelijck fy oock de Oude luyden
meeft aen-doen, ende de
gene, die, door G ulfighey t,
ende Dronckenfchap, haer natuyrlijckeWermte over-
ftelpen, Sy komen feer felden tot Sweren, maer fchey-
den meeft door Verdwijnen, \'t en zy dat haer Stoffe ,
door heel langhdurige beflotenheyt, allencxkensqua-
me te verharden. Anders en hebben fy by haer felven
Weynigh gevaers: maer volgende de Teringh, de Wa-
ter-fucht, ofte diergelijcke Sieckten, volgen met een
nootfakelijck de gelegentheyt van de felvige, ende en
werden in flilcken geval niet aen-gefien, als eygene
V
4 Ge-

-ocr page 316-

28o H E E L-K O N S T E. .

Gebreken, maer alleen als Toe-vallen, van loodsn
geSieckten, die haerop-werpen. ^

7. Om tot Genefinge te komen; By aldien het Di»
door het geheele Lichaem veel met Sliimerigne>
belaft is
j (bo fal men het felve voor-eerft daer van 1 j
veren, ende ontlaften, door fulcke Middelen ,

\'t Eerfte bouck van de Geneef-kpnHe, op \'t H- \'
rel, ende\'t 12. n. 4. zijn aen-gewefen. Nadealg^j
nieene fuyveringe is\'t eerft tijdt de handt aen\'t
felve te flaen. Sulcks begint den Arabifchen
Avic^^,
mQtWrijven,
het welck gefchiet door een grof SeJ"^^\'\'
ofte eenen anderen rouwêDouck, wel heet gema^\'^\'ii
Daer op dient dan terftont
gheHooft met het af ßeu-
van
HeumB-worteK Wilge-hladeren, Alffen,
rijn. Lavendel, mét Camillen.
Defe twee Midde\'j\'
dienen wel voor te gaen, om dat anders de volge"^
vireynigh kracht fouden konnen doen op een kout eiw\'?
flijmerigh Gefwel, het welck het Deel felve al geh«?*
met Kouw.door-geflagen heeft. Daer toe kan
gebruyckt werden een Spongye
, uyt-gedrongen
heeten ende een weynigh Water, (ick foude

ter raden tot Ï^«)w3nr fulcks heeft de kracht, fchnP^
de gemelte
Avicenna, als oock Galenus, om te verdroo-
gen , ende te verdrijven. Dan dit ftreckt alleen tot ge-
bruyck in \'t beginfel; maer als \'t Gefwel aireede eeß
vafte plaetfch genomen heeft, foo moeten fterckef
Verdrijvende middelen ghebruyckt werden , als een
Stovinge van
Kjtlck-water,okQ Looghvznwijngaert-r^f"
ken,
ende daer na om-geflagen Kpe-mifcb, Paerde-Mf\'
ofte, als het noch ftercker moet wefen, Dnyve-^M\'
met poeyervan^/«;/», ende ^w^r«/ gemenght; e""®
die fulcks tegen is, magh na het ftoven
op-leggen een
plaefter van
 ofte Oxycroceum, hier toe feer

vorderlijck bevonden by Valeftus de Tarama. Dan als
het Gefwel in een bequame plaetfch ftaet, daer fulcks
kan gefahiedenjcn acht ick niet bequamer, als dat mf ^

-ocr page 317-

ineen I. " ^ ^ L-K O N S T E. 281
fturt A, f S^P®^ gioeyende
Straet-ßeen, ofte een
tvvL Jeyt, daer op gietende een lepel, ofte

fwen \' ende over die Stoom hetGe-

c neut, loo lange a!s men\'t verdraeenkan, ende dan
yet van de verhaelde Pappen, ofte Plaefters om-ftaet.
her
,,fTf r ^em mocht tot rijpen fteilen ,

IL gebeurt, ende niet als in \'t Phlegm-

menèht\'^"\'\'"^ koude Stoffe onder Bloedt ver-

rijp^rd^J, \'^irfte boeck; ende de Etter dan
Pitt; > Teyckenen hier voor in het lo. ca-

U en hl\'!, ende wel gekoockt zijnde,

^\'^If^ men niet te wachten, tot dat fyvan

kome?°^ ^^\' fulcks langhfaem foude by-
metP^nV.!\',^"\'ten eerften geopent, ende liever
f als Lan^a. Da/r op moet het van

S Jfy vert, ende geheelt werden, gelijck nu
HaSiSevïr "^-M ^^ is. hs dit Gefwel fchijnt in een
tomffaZeSveranderen, dan fal men komen

8 Hi^-1 capittel fal aen-gewefen werden.

ftrec^ ^ ^\'inierevan heven waer-genomen,

tiehev"t K van de Slijmerachtige voch-

drooeeYl ^ • ^aer toe dient werme , ende

in \'t korte aW ^\'oodanigen Spijfe Sohrheyt, ende

SincS?en \' voor de koude Herffen-fieckten ,

bJfchreveniL\' \' ^ater-fucht , in de GeneefAonfit

^ Het XIX. Capittel.

«,;" ^ J\'^ri^ yofte S c I R E. H V s. >. Bena-

rnmge, ende Befchrijvinge, z. Oirfaken, J. Onderfcheyt,
4-Ken.teyckenen, \'^.Voor-teyebenen, C.Genefmge,
nm van Leven, ■

V 5 VaR

-ocr page 318-

28z HEEL-KONSTE.

VAnde Gefwellen , die door de vier Vochtighe-
den, waer uyt het Bloet beftaet, veroirfaeckt vyer^
den, de drie verhandelt zijnde, is nu overigh het vier-
de,\'t welckfijnen oirfpronck heeft van hetgroffte \'
fwartfte, ende fwaerfte, dat men in Bloet, \'t welckal®
een Ader geopent
is,onder in het Becken op de gr^nt
fiet leggen. Dit heeft by de Grieckfche Geneef-mee-
fters den
naem van Scirros, ende Sdrrhoma, welcke bS\'
namingen by de Latijnfche oock zijn behouden > t®
weten
Scirrhus, ende Sdrrhoma, ende by andere
heemfche gebleven. Wy hebben het even-wel
gefwel geheeten ; als zijnde de Scirrhus niet anders, di^
een Gefwel, dat gantfch hart is, ende fonder pijn, be\'
ftaende,gelijck.nu gefeyt is, uyt het groffte,
aerdtacb-
tighfte, ende flijmerighfte Bloedt.

2. Om de Oirfaeck, ofte de Stoffe van de Harde\'
gefwellen wel te verftaen, foo ftaet voor-eerft te we\'
ten, dat een van de vier deelen, die het Bloet makeß»
is de
Melancholy, ofte het Swart bloet, zijnde het grof\'
üe ende aerdtachtighfte deel, ende als de gift van
Bloedt, het welckuytden Gijl,beneflFens de ander
drie Vochtigheden, in de Lever, ende \'t ander Inge-
wandt , ghemaeckt werdt, ende onder de felvige ver-
menght zijnde, voornamelijck ftreckt tot voedfel van
de vafte Deelen, gelijck tot de Beenderen; als mede j
cm door fijn grovigheyt, het ander Bloedt te verdic-
ken, ende als te binden, endelijviger te raaken. Het
overfchot van het felve, als te grof zijnde, wert in de
kleyne,ende vele Slagh-aderkens, ende Aderkens van
deMilt tot fijnder Stofl^e gebracht:doch als het felfde,
door eenigh belet verhindert wert,ende in Onftekinge
vervalt, dan krijght het met eenen een quade Hoeda-
nigheyt , ende fcherp-bijtenden aert, ende den naem
van
Swme-gah die de Cancker veroirfaeckt, waer van in
\'t volgende capittei fal gehandelt werden.

3. Het

-ocr page 319-

HEEL-KONSTE. z^i

mede van de Harde-gefwellen werdt

faeck \' ghelijck van de andere, uytdeOir-

blopf\' \' voort komen uyt enckel Swart

off k n" rechte Harde-gefwellen: maer onrechte,
oaftaert Harde-gefwellen, wanneer by de felve
omt, ende daer by vermenght wert Bloet, GaUofte
naeh^"^^ vochtigheyt; ende dan krijgen fy den naem
Ej-vf r vermenginge, te weten
Seinbus Plegmmdes,
^ypf natodes
, ofte Oedematodes. De rechte Seinbus is
Se O"- 5^en,gantfch ongevoeligh, endefonder eeni-
Igif■ de andere gedruckt zijnde, wijeken den vin-

\'^^c verwecken een weynigh pijn .
rech voornaemfte
Ken-teyckgnen van den

nten SczVr&uj, zijn Hardigheyt, ende Ongevoelig-
yt; die gedruckt, noch verwijckt, noch feer doet,
O ^ardighey t koomt door de grove, ende verharde
kfn ^\' de welcke oock de deelen , daer fy rontfom in

--•uwen druckende, ende door naer taeye ii ij me-
fl k ï^\' alle de toe-gangen, als een Lijm,verftoppen-
QSjbelet dê Zielijcké geeft (die de Gevoelende kracht
y-brenght) tot in het Deel te konnen fchieten.
Ge-
i^ck gefchiet,als die harde StoflFe vermenght,ende ge-
j dunder Vochtigheyt;waerom dan oock

ae Hardigheyt foo groot niet en valt,ende het Gevoe-
len met verdooft en is.

5. Aen den rechten Seinbus, die ongevoeligh is 9
p valt geen Salfte ftrijcken: dea anderen is mede
gïn tij ^^ genefen, ende vereyfcht geheel lan-

6. Even-wel om wat verlichtinge by te brengen,
endedegroey, foo veel mogehjck is, te verhinde-
ren, foo dient het Gefwel gehoüden over den damp
van , op een gloeyende
Straet-fleen gegoten, dan
geltoolt, ende geftreken met de Verfachtende Mid-

de-

-ocr page 320-

HEEL-KONST E.

delen, die op \'t 6. capittel van het i. Bouck
aen-gewefen,

7. De Maniere van Leven, die hier te houden ftaet J
fiet op het beletten, dat de grove
Vochtigheydt niet
meerder toe en neemt. Waer van in de Sieckten va«

de Milt, ende elders gehandelt is.

—______________^

Het XX. Capittel,

C A N c K E R. I. Benaminghe, ende Befchrävirtghe \'>
&. Oirfaken, ende Onderfcheyt, ^, K^-teyckenen, ^.Voor»
feyckenen, y. Geneßnge, \'ó. Maniere van Leven.

^Ykomen tot het Gefwel, ditdeScirrhusnseÜf
\' ende onder alle de Gefwellen het arghfte is jte
weten Cancker, m\'t Latijn ghenoemt in het
Crieckfch
IQtrkims, ende IQirkinhoma , welck woordt
de keyfer^Kg«/?«/, degrootftePrins vande wereldt
zijnde, als hy van fijn drie na-faten geplaeght
werde»
te weten fi/n onkuyfche dochter ende nichte Mia, en-
de den dommen
Agripfa, plagh te gebruycken, de felf"
de met anders noemende, als fijne drie
Carcinomata,

ofteCanckers; gelijck j-rnowmfchrijft. De Spaen-
gjaerts heeten dit Gefwel
Caratan, de Francoifen Chan-
en,
ende deltalianen Cancro, ofte Cancaro ■ in welck ■

woortick haer dickwiis hebbe hooren uyt-berften,als.
iy met hevigen toorn onfteken waren.
Defe benamin-
ge wert getrocken, uyt de gelijckenire,die dit Gefwel
heeft, met de Grabbe. Want gelijck de felve een ront
lichaem heeft, ende de poote hier ende daer verfpreyt,
yael van verwe, ende die, \'tgene fy met haer angels
3en-gri;pt, vaft houdt: foo is oock deCanckereen
hart,ongelijck Gefwel, rondt van gedaente, vael van
verwe, fenijnigh van aert, foo vaft gehecht in\'t
Deel,
die
het befitjals of het daer met hamers was in geklopt,

font»

-ocr page 321-

mitfn«,- E L-K O N S T E. 28^

daer . Aderen, als tacken, hier ende

de Grabbe-pooten niecquaiijck
^erbranïe G 1 oorfpronck nemende uyt fwarte

kom ? ^ Oirfaei:^ van de Cancher is fwarte Gal,
den C Afwart Bloer, \'t welck wy gefeyt hebben
ende
"c maken, die tot een zultige, in-etende ,
de fel. fcherpigheyt verbrant is. Ende alfoo

fteltf"\'"altijt even heet, ende fcherp en valt, foo
de farh^ft^\'^ tweederhande foorte van Cancker. Want
flot „^"laeckt een fachter Cancker, ende die be-
ende ^^ Scherper is,berft open,
Dt verfworen Cancker. Siet breeder
■ i^anchtn, eertijdts mijn Meefter te Mompellier ,
^\'^\'efi.m Chirurg,

öe fwarte Gaf, naefte Oirfaeck van de Cancker,.
fe oeytjgehjck verhaelt is, meeft uyt fwart Bloet, ofte
nad^" h """ Bloet vermenght: doch

foo r ^ branden wat gaet Jeggen , ofte ten minften
hier en fmoockt; het welck de reden is, dat

ee» Goortfche toe enflaet, gelijck gefchiet by

een Bloedt-gefwel, ende de Rofe

al \'r ^ Voor-gaende, ende Uyterlijcke Oirfaken, zijn
menf\' ^^^ ^^ overtolligh doet toe-ne-

naeiaetbl^\'^^^deraen-gewefen) ende het felve daer
volght > waer op dan de quaedt-aerdigheyt

koomtfoo van binnen, als van buyten
e„ tn, \' "^^er infonderheyt in de bovenfte Dee-
len, ontrent het Aengeßcht, als aen den Neus, Wijn-
Diaujven, Ooren , Lippen, Gehemelt, ende Borften
van de Vrouwen, de welcke den felven aldermeeft on-
aerhavighzi|^n,om dat fy,van wegen haerfacht, lofch,
cn pongyachtigh wefen, de quade Vochtigheyt lich-
u^Pf^^^^\'^^^i^namelick door de gemeenfchap,
oieiy hebben met de Lijf-moeder, de welcke geftopt

zijn-

-ocr page 322-

a86 H E E L-K O N S T E.

zijnde» haer op-gehoude, ende vervuylde VochUg\'
heyt daer na toe fendt.

3. Wat de belanght; de felvige zi)^

in de Befchrijvinge nu meeft aen-gewefen, die eveO\'
wel haer
foo niet op en doen in\'t beginfel, wanneer de
Cancker foo kleyn is, als een Erwece,maer groot wef\'
dende, vmoont alle de Teyckenen, die verhaelt zij"\'
Ende al is fulcks, dat de Cancker, van wegen fijn fl"*\'
fe, eenige gemeenfchap heeft met
den Scirrhus,
zijnfe niet-te-min van malkanderé wel te onderfchey
den. Want de Cancker is gemeenlijck rondtachtig^^\'
met tacken, als Crabbe-pooten, uyt-gefpreydt, in
welcke Pijn, Hitte, ende Kloppinge vernomen wert J
het welck
ét Scirrhus mtt en heeft, Daer-en-bove\'\'
groeyt de Cancker van fijn felven , neemt haeftelijcl^
toe,ende koomtgemeenlijckmaer infachte DeeleO\'
gelijck de Borften, ende diergelijcke
: in tegendeel
fpruyt dt Scirrhus uyt andere Gefwellen, die al\'
iencxkens komen te verharden, ende ftelt hem in al\'
derhande plaetfchen.

Den openen, ofte door-gefworen Cancker, is eefl
vuyle ende ftinckende Sweringe, met gefwolle, bruy-
re, ende om-gewelfde kanten. Geeft oock uyt een
vuyle, ende ftinckende
Sanies, ofte waterige Etter, als
den ouden
Cato mede fchrijft in \'t 137. cap. van fijn
Landt-boiiwinge.

4. De Voor-teyckemn en brengen hier niet veel goets
mede. Want de Cancker fijn Venijn geftadigh
voort-
fchietende, ende alfoo van quaet arger werdende, valt
ghemeenlijck ongeneeflijck. Sulcks heeft de poëet
Ovidius oock aen-gewefen 2. Metamorph.

Vtque mdum latèfolet immedicahile Cancer
Serperei & iüafas vitiatis addere partes.
De reden is 5 om dat fijn quaedt-aerdige Stoffe dick
endegrofis, ende gemeenlijck foo diep in de Aderen
fchiet, dat defelve noch door Laten, noch Af-fetten,

noch

-ocr page 323-

norh. E E L-K O N S T E. 287

jjg " Kugh-dnjven, noch Verdwijnen,noch Snij-
r>\' noch Branden en kan wech-genomen werden .
ßehalven dat hy oockfachte Middelen veracht, ende
^n Itercke hem laet tergen . Soo dat mede noch de
^eefte fwarigheyt ontftaei in tweederley,ende tegen-
«njdende Venijn, daerde Gancker van befmet is; te
Y^ten, een, dat doet bederven, ofte verrotten, een an-
. \' j ^\'^\'^erp is bijtende , ende, als
Corrofijf, ofte
hn f^oZ/genoemt wert, in-etende. Derhalven

"Oe liier de Genefinge werdt aen-geftelt, men houdt
jEi^t den Wolf (gelijck het Spreeck-woort feyt) by
e Uoren . Want indien daer totverfachtinge op-ge-
feydt vverd_en, Werme, ende Vochtige middelen, die
^andere Gefwellen gewoon zijn Etter te maken, dan
Koomt foodanigen Deel gantfch te verrotten, ende de
naeft-gelegenen met eenen te bederven. In tegendeel
men die vuyle, ende quaedt-aerdige Vochtigheyt
"^et
Caufïijcken, ofte Brandt-middelen te hulpe ko-
J^J^iijfoo fal men het ander Vergif, dat inde Canc-
dermalf In-etende, tergen,ende vloeyen-

Des niettegen-ftaende, en valléalleCanckers niet
vangelijckgevaerifoovan wegen de StofFe, dieby
alle met even fcherp, ende vergiftigh en is als van
wegen de Plaets, die van de felvige befmet wert. Soo
icnnift Hippocrates in de 38. Kort-bondige Spreucke
van lijn
z. Bouck , Beter te ^ijn-, dat men degene, die Ver-
borgen Cancker hebben, niet enfoeckf te genefen. Want foec-
kende te pnefen, ftervenfy raffer • maer niet poogende te ge-
nefen, blijven langer in \'Heven
. Verborghen Cancker
noemt hy, die noch beflotenis, ofte fijn tackeii alree-
de foo diep gefchoten heeft, dat men daer niet byen
^n . Sulcke Cancker koomt, door het opleggen van
Heel-middelen, lichtelijck door te Sweren ;
\'t welck
net beginfel van meerder
ellende is, ende den fekeren
wegh na de Doot. De Canckers, de wckke in eenige

Hol-

-ocr page 324-

288 HEEL-KONSTE. _
HoIIigheyt van \'t Lichaem gegroeyt zijn, m \'c ^e
melt, Eyndel-derm, Lijf-moeder, indien fy ge»^^ ^^^
ofte gebrant werden , foodanigen Sweringe ^n\'^^jn
geen fluytinge met lidt-teecken , te brengen, ^
de gene, die men foo aen-taft, feer pijnlijck tot i ^
eynde geraken, de welcke anders ftil gelaten z^J^^^
langer, ende met veel minder moeyelijckheyt
geleeft hebben, gelijck
Galenus fchrijft in de ^
ginge van de gedachte Spreucke. Waer op
oock v^
ftaet aen te mercken,
Azt Galenus nieten feydt in«
Mont, maer alleen in\'t Gehemek . Want die in\'t^ j,
hemelt op-flaen, komen gemeenlijck ontrent het
leken, alwaer het facht, voos,
ende alder-bequa^i^
is ,om de Vochtigheyt, die uyt het Hooft
vloeyt > ^
ontfangen, ende derhalven onbequaemft,om aldas^ ,
fnijden, ofte te branden. Soo dat
Galenus, daerotn
oirdeelt, datde Canckers aldaer ongeneeflijckz\'ji\'V
Maer dat op andere plaetfchen van den Mont, del^
vige konnen genefen, fal blijcken,uyt het voor-be«\'"
terftont by te brengen . De gene, die eerft beginn^\'\'^
ende lofch buyten op ftaen, konnen noch geholp^.j.
werden ; maer als fy veroudert, ofte diep geworte\'
zijn,infonderheytop Zenuwen,ofte in Aderê,die ha«^
na eenigh voornaem Deel ftrecken, dan is \'t onmogj \'
lijck defelvige door eenigh Middel, als met hetL^-
Ven,wech te nemen : maer moeten alleen
metfachtig\'
heyt onderhouden werden. r

5. Uyt het gene nu verhaelt is, kan lichtelijc^^r-
genomen werden,hoe weynigh datter van de Gerteßw
te verwachten ftaet. Even-wel en dient dit GebrecK
met van verlichtinge, ende hulpe
verfteken . 1" ajie
Cancker is goet, dat men den groey van de Oirfaeck >
te weten de Swarte-gal, foeckt te beletten. De Mid-
delen daer toe ftreckende , zijn in de Geneef-kpfis^^
aen-gewefen, Op de Plaetfche felve fal men legge«
\'tgene verftercken, matelijck verdrijven, eti defcher-

-ocr page 325-

P\'gï^eytvan de V 9 N S T E . 289

^^\'ckeie\'" ï7 ^\'gheydt ^\'erfachten kan. Toe
oS/t cfAf-fietfeivan Clijfen-bU-

^-^ncker bhL" \'"^\'\'"derheydt Paerdcbloemen , daerom
Kinck Kobrecbs.kruyt, met fF^fer

\'^^eufe deerift \' ^»^e daer mede het Can-

„ een Plaefter van Dw-

^\'^iddeUn d f\'iF^"- Ende dit zijn wel defekerfte
^etitliirV L ^ ^\'^Icke, indienfe het quaet niet volko-
^«^n . i\'\\ r,y ™"Jven,altijtfijnen voort

-gangh fteu-

belooft) van vS\' noch een voor-beek (hiervoor
"och in een Dee! u\'^" genefinge verhalen , ende dat

■^adde, uv t , ■ ^^ vermeerderen. Seker man
tortel van dX. n \'\' veel jaren een Gefwel aen de
Hafel
-noot hl Oogh-tant, de groote van een

half aen de V • -blauw , ende ongelijck, het welck
foo dat
men vTn h Tant-vleyfch vaft was,

de • Hier quam fwellingegewaer wer-

teyckenenïande r. \' ^nde andere Ken-

bequame M.-d^Zi ^^"pl^er . Nae dat voor-eerft door
de sTnckiiWnï^" V^\'^\'^hreven de Geneef-konffc,
-^f-dSde ende het Lichaem door

was, foo is m \' \'>weet-drancken wel ghefuvvert
meen tot het b r^ de rechte ordre, na het alge-
fmette Deel / °"der gekomen, te weten tot het be-
fpoelt, tot vlrSe ^^^^^ den Mont dickwils ge-
niet gheftadieh ^^^^ doelen , die door
Spoel-ofteGorP 1 \' wareji, met een
, Galnoten, vS êr \'\'\'\' ^^^^"de uyt Granaet-fchel-
\'^\'^^\'RrootSPeen-hru!.^
vierendeel loot, Wortel

^"«fe v.niïlf? \'\'"dt vol, Bloemen vanBetonye,
Aan vatten f r men tulTchen de vingers

tot dat he^ I J gekoockt in een kan Koode-wtjn,
aat het derdedeel verfoden is; dan onder het door-

-ocr page 326-

È90 H Ë E L-K O N S T E. ■ ^
gekleynfte gemenght,
Homgh van liofin, eude ^g.
fyen
, van elcks twee ongen . Met het over-ge^
ne , eerft wel geftampt, zijn gemaeckt twee ^
kens , diein Roode-wijn gekoockt, geftadigR*
van buyten op-ge!evt wierden j het eene tegen de
derfte, het ander regen de bovenfte Lip 5 Kaecfo e
Neus. Het Lichaem aldus, door bequame ^^Ybe-
len, benefFens een goede Maniere van Leven, gt
reyt zijnde, foo is de Siecke op een ftoel gelet,
het hooft wat achter over , daer een knecht acr ^
ftont, die niet alleen, met beyde fijn handen, het
vaft hiel, maer oock, met fijn voorfte
vingeren, de
venfte Lip op-lichte . Daer na is , van den Mee\'^ j
meteen krommen Naelr,ende dubbelden Draet
G efwel beflagen , ende \'t felve alfoo een weynigi^ " ^
hem treckende; tot op deK2eck,mef een Scheer-i^ \'
af-gefneden. Terftont is , om het Bloedt te fte^P^^gc
daer op gebonden (het welck altijdt te voren ge\'
moet ftaen) met
Wit van Ey nat gemaecktj\'J\'^.
dick op geftroeyt was, een fijn Poeyer, beftaende
Stof-mel een loot, fijnen Bolus, gefegelde Jerde ,
Ey
in de Son gedrooght,van elcks een vierendeel lo J
Hafen-hayr kleyn gefneden , een fcrupel, bereyt ^
2 fcrupels. De volgende dagen is Olye van Eser^^f\'
eé weynigh Saffraen in Plockfel, op de Wonde gejeV \'
Ende nae het komen van Etter, werde de mont dic^
wils gefpoelt met het Af-fietfel van
Sanikel, Alchym^\'^\'^\'
Bergh-groen, Betony-bloemen
, ende lipfen, van elcks ee
handt vol, in Water, tot op anderhalf pint gekoocK \'
^de dan daer by gedaen vier ongen
Honigh van Bsr \' .
Ten laetften is nut een Poerken, gemaeckt vant^e
• deelen
Tmia, ende een éc&\\gelrande Aluvn, op de Won
de geftroeyt,ende een dun geflagen
Loode plaetgm da^

overgeleydt. Door welcke Middelen dit Gebrec^
volkomenth/ck genefen is:
gelijck oock verfcheyö^
andere, die op andere Deelen haer plaets genome hac\' .

-ocr page 327-

E L-K O N S T E.

ick di.r^P, \' \'\'"de rontom lofch waren ,

^nde in H ur^\' den Hals , boven ,

Borften \' "^aer voornamelijck inde

^aSl^tadoor-gefworen is, en behouft nie-
te onH 1 \'^^elen ce brengen; maer alleen
tende S ^"^cht-fuyverende, ende verfach-
de verh^ 1. \' ^ebjck nu befchreven zijn ; als mee
ende w^ Koftn vermengt,
openhevT^^a ^^-^"^^"Shey t wat te veel is, dun in de
vanon.K^ru Poeyervan
rauw Loot, elders
Snijden defe gelegentheyt te willen

atde "\' ^ ^^den, is niet

6 \'n om hals brengen .

den ; de wetSe S^^ou-

Oal en doet geen S warte, noch Heete

malen is aen-gewefen \'\'^\'^^^hcen; foodanige nu meer-

Het XXL Capittel.

ÏO. Maniere van ^\' \' 9\'Genefinge,

Dieete?dTHeell\'" Schrijvers der Ge-

even-^efH Naem gebruyckt, ende

wei daer mede geen eene, ende de felfde Sieck-

X a te?

-ocr page 328-

292 HE EL-K O NS TE. ,-

te, maer een gehee! verfcheyde verftaen wert. Suicj
en kan niet anders, als een groote twijlFehnge
daer uyt een grof mif-verftant baren, in de
gene,die W
onervarentheyt van de Talen , ende onachtfaemiier\'
om alles neerftigh te onderfoucké,niet verder co tij"\'
als (gehjck men feydt j haren neus langh en is*
gene wy van de verfcheydenheyt gefeyt hebben , >ƒ!
len wy alleen met een voor-beeldt verftercken.
werdt nuby alle de Geneef-heeren,
Heel-meefte\'"\'\',!
ende Vroe-vrouwen, genome vooreen lompighftuj

vleyfch i \'t welck in de Lijf-moeder groeyt, hebbeRö^

foo veel beweginge, dat de Vrouwen, die dat gelad^"
hebben , niet beter en weten , ofte fy gaen fwanger-
Maer by vele, onder de Oude, wert
Mola befchreve«\'
te een Gefwel, ofte Vieyfigh Aen-wafch va«^^
JLijr-moeder,

2. Soo gaet het oock met den F/fï, in \'t Grieck^^^
genoemt, ende
in\'t Latijn lieduvk;
van beyde, de Griecken, eh Romeynen,een Spreef\'
woort hebben,
Hy klaegh van de Paronychia, ofte
duvia, van de gene, die, gelijck Erafmus fchrijft,
een quade befchaemtheyt, raedt foeckt
vooreen kleyj
gebreck , ende laet het groote loopen, Soo fchrÜ^^
Plmarchus van yemandt, die raedt vraeghde voor e/J
gebreck van de Nagelen, daer fijn verwe, ende ^efe"
welwtvvees, datfijn gebreck in de Lever
lagh, f"
den Geneef-meefter voor ant woort kreegh. Man,
en Ichort u aen de Nagelen niet, maer ehv hebt eene\'\'
anderen pot te vyer. Daer is noch een
Spreeck-woorC
muviam curare, dat is, F^t genefen, ende wertgefey^
van
de gene, die op het voornaemfte niet fiende, \'
beulelingen , ende nietige faken veel bekommernifl^
ftellen . Waer op flaet het gene Cicero fchrijft in ß)\'^
Verantwoord!nge van I^ofcm ^merims , die het Le-
ven geeyfcht werde:
Ic^verBa, feyt hy, dat ickyoordi
tijdt, dit onderfoHck, ende my by-na mifgnjpe, die, alsi\'^

-ocr page 329-

^\'\'\'^^f-mid/^ E E L - K O N S T E.

j m ddcl vooy het hooft vm Rofdus moet by-brengen ,7e

ginfinf^\', Spreeck-woorden en palTen

Vijt, dat geenflecht dingen

gebreck gevaerlijck

iche Sr • P^\'^halven dient verftaen, dat het Grieck-
alleenen k ^"^e Latijnfche niet

\'^ebrerT ^"eyckenendeVijt: maer oock een flecht
Kaed ƒ\' de Huyt, die aen de wortels van de

K^iviTi^\' uyt-fteeckt, ende van een rijt. Want

""Hch H u \' \' by OIJS Nijd-vel, Nijd-

datdeS di.\'ï; ; om dat fommige meenen ,

dat die " Vranckrijck feydt,

puysjen op fiirollh r \'

fe recht VZ een • ««^\'elckwel

oock houde rgerekS\'"\' ^^

Populahes, 6 S-desErreurs^

Mt, da fe nTbedl r n

v>xr fpelen. » ^^^"«eer fy met

nae het Grieckfche
gebruyrko?;^/^^ «ock in\'t Latijn

LrmWeler^^\'^\' Barbarifche Geneef-meefters Pa-
befte, endeervarenL ■ f \' (dewijl fy, als de
lingen meeft gevclph^\'^• » vandenakome-

\'s ,\'ende beft by onfe hIV l^^ruyck gebleven
kennen geeft ; gS ck ootvT\'^^\'"^ gebreck te

foo hebb^n^d

naem Sunagchi, Synanche\' Sf^ ^\'"e
niede • ; , ™raeyt m toyw^Kcy, die

gebruyck geblevL is. Wy
Fijt, ofte ^^ \' dit gebreck V^t >

4\' Komende tot de Befchrijvinge, fooftellen wy de
X Vijc

-ocr page 330-

294 heel-KONSTE. ,

Vijt te wefen, een heet Gefwel, komende op \'r eP"
van den Vinger, uyt een
Galachtige,ende reerfcherp
Vochtigheyt, met over-groote
Pijn, niet alleen in
Vinger, maer oock door de geheele Hant, ja dickvVii-\'
door den Arm, tot de Oxelen toe.

De Plaets, daer dit gebreck in valt,zijn deH^^*^\'
den van de Zenuwen der Vingeren, ende van de ß^"\'
den der Nagels, oock meeft altijt, tulTchen het Bee"\'
vliefch, ende het Been felve . Het welck alle Deele\']
zijn van feherp gevoelen , ende daerom oockfchei\'P^
pijn lijden.

6. De naefte Ohfacck, is een heete, fcherpe, en^
galachtige Vochtigheyt, daer eènquaden Aert ond^
Jeelt, ende foo in-etende, dat fy de Banden, die \'
Beenderen van de Vinger , aen malkander hechte^\'
ende houden, in den gront op eet, ende verteert, W^® "
door dan het Been uyt valt, ende alfoo een Lidt vef\'
Ijsrenwert. De Voorgaende oirfaken, zijn al dat fo^\'
danigen quade Gal doet groeyen, ende bewegen
meermaels verhaelt. Waer bykoomt een ftercke
ture, dewelcke foodanige Vochtigheyt tot de uytei\'P^
Deelen kan ftooten.

7. l^tKen-teycknenvzn de Vijt, zijn groote Hit^^\'
Steeckte, ende Kloppinge in den Vinger ; metgeß^\'
dige, ende geweldige Pijn, den geheelen Arm doof\'
treckende,de w elcke maeckr, dat\'er geen gewelt in ^^
IS, ende foo fvvaer hanght, al of hy vol loodt was. P\'^
ftlve Pijn treckt nae \'t Herte, ende verweckt alda^^

FlaeuwtejalsoocknaedeHerlfenen, endebeneenJt
dan alle Rufte.

8. Wat de Voor-teyckenen belanght :\'Hier is meer- ;
der gevaer, als het hem wel ten eerften laet aen
-fje"\'
loo om de groote gevoeligheyt van het Deel, als oiH
de qaaet-aerdige Scherpigheyt van de oirfaeck. Daer
gemeenlijck het Verfuym noch by
koomt. Want de
Luyden het quaedt
niet kennende, ende haer latende

voor-

-ocr page 331-

voor-ft^..^ E E L-K O N S T E. 295

doen n u ^^ fwerende vinger en is, en

<oo]an ■ dan vertouven door debanck

hetal^^i®^^^^" Heel-meefter te ontbieden, totdat
Vall? P in-gegeten is, ende dan en kan het uyt-
van een beenken met gefteut,noch belet werdén.

gefw^r ^ ^^^ Dewijl de Vijt, een

tigh voort-komende uyt toevloeyingh vanVoch-
nieerr\'\' voor-eerft gelet werden, dafer niet

de in en vloeyt, ende dan \'t gene, dat\'er alree-

£j||^vloeyt is, uyt-getogen wert.
eerft van \'t algemeene begonnen, ende

tighevt" ?\'^^"^^^enin-gegeven,om de fcherpe Voch-
deel I ^^ \' beftaende uyt Rabarber 3 vieren-
ini n \' \' ^«^rupel, \'s nachts geweeckt

onderT" Cardo-benediausfs anderen daeghs

geroert, gemenght Pmym-
once 0/ \' Provency-rojm een half

werm\' in-eenom ^ druppelen. Dit des morgens
heeft\'s31 \' ende, naedathetwelgewerckt
qSt
-aerdi hfdit Drancxken^ om de
doen damn ^ ^^"-door een weynigh fweeten uytte
7
^\'afiordium een vierendeel loot,
\\omxan Cardo-benediBus, i half vierendeel loot, Syroop
Dek ^ een half once, Olye van Smaveldric drup.
daeVh. ^^-\'do-bmediaus i onge . \'S anderen

tendeeW , ^^oedt, van de fcherpe Vochtigheyt
isoirbaer ende het overige te verluchten ,

meerder ^f de Ader af te trecken , oock

njck, ende fta-ckTs"^\'\'\'

goet, ende dienftigh, den
t
SJ ÏÏw \' te houden in hme» A^jn, daer

Wan^ \' \' ofte Diafcordium m gefmolten is.

Senr ende drijft teSugge, van

^egen G,n koude ki^cht; gaet diepin, door f^n fijnig,
t, ende treckt alfoo, werm gemaeckt zijnde, den

X 4 brandi

-ocr page 332-

296 H E E L-K O N S T E. .
brandt uyt; de Thenakehmde d\'andere twee, verD^\'
teren, ende verdrijven de quaedt-aerdigheyt.

Men magh oock een Pap jen werm , opeen doacKf
om den Vinger flaen, van Semelm , GerJfe-meel,
een weynigh Canfey, onder Slijm van Vloej\'kf\'Uj/t\'^^^e" \'
ende A.:{ifn gemenght.

^ Maer als men verneemt, dat het hem tot fivelle"\'
en fweren ftelt, dan en is\'er niet beter, als dieplae^\'\'
tot het Been toe, open te fnijden, om lucht te geve"

aen de quaedc-aerdige Vochtigheydt, ende het" diep

jn-eten , ende lofch maken van het Been , terftont
beletten; dan op de openingh een D/VeMeggend\'e\'
ende een verfachtende Pap, op den
Vinger, ende de
Hant. Den Arm, wanneer voor Treckinge van
nuwen gevreeft wert,dient geftreken met SyevanPÜ^^
Letyen, ende Pier-wormen.

Onder de gedachte Barbarifche (foo genoemt ori]
haren onduytfchen ftfjl, met den wekken fy even-we*
met en laten,haer trefFelijcke ondervindingenleer w^el
uyt te drucken) Geneef-meefters, een van de voor-
niemltQ,Valefcus, verhaelt éen goede genefinge, die
hy in defe gelegentheyt aen fijn felven gedaen heefr-
Als hy feer groote pijn aen den Vingher hadde, foO
leyae hy daer op nat
Ende-kroos geftooten, ende me^
^K\'fi, ende tm van Ey vermenght 3 waer door hy ter-
ftont van de Pi,n verloft werde. Ende, als hy wat roo-
deV ochngheyt fagh onder de Huyt, ter zijden aen den
Nagel, dan openden hy die plaetfch met een naelt, en-
de daer quamen drie vier droppels Bloedt uvt ■ wisï
mede hyichrijft genefen te zijn.

Vinger-hoet van nieuw mfih-
wam dat kan, door fi,n verwermen , ende verfachten,
de Pijn ten deele fidlen; ende werdt dienftelijck
voor,
ende na deopeningh gebruyckt. Maerals nadeope-
nnigh , gebeficht werdt een Vinger-hoet van PT./c^.
ende
Vng. AboHohrm, fulcks helpt, gelijck oock noo-
digh

-ocr page 333-

disïhic J\'^EEL-KONSTE ia^

"lecgpn^ -r-"" 5 "h-cu ce nouden. ü
\'"akenr i ^«o magh men

\'t ï \' foodanige Middelen, als

^ndein plli\'h^P \'\' "" befchreven zijn .

> enïe /n?gewoonlijck DigeB^jf, is by
\'^^ten eroL J \' "^y\' "yfer-

\'^^ten ffrnr.; 7 , \' "^vens my, met uyter-
^\'^plrw?\'\'^\'\'^ gebruyckt de volghende Salve .

vL yl\'T\' S. Jans-kruyt, van loffroum-
\' ^IfTen ^ 1 \' Crujs-woml, Gene-

^ndtpUf \' 3 ongen, van Stmckende-gouwe,

Honich, i „ \' efcks anderhalf on§e > mchmmcten
3 once^^\' ? S.Ians-krujt 6 ongen, Temen-
^\'n-med foo \' rT\'^\' \' 5 vierendeel loot, Ter-
J^onfte tot »Jn c , ^ "oodigh is; D it te famen, na de
ick noch onbn^h gekoockt. Met de felve hebbe
^cavan, novt \' verfocht zijnde metM"-- Nicolaes
Duymen (in^f"ofghgeprefenHeel-meefter, twee
na datfy te vorcnT gebreck gemeenlijck valt)
der eenigen toe va!*^ op-gefneden waren, fon-

Onder deHeel g®"\'^^^"

geen naerftiger, no ^ van onfen tijdt, en is\'er
Vabritius HildanL, verfochter, als in S witfer-lant 3

ditP\'phrBz-l-,-. L ^^erom wv oork fiin Manifrp Uïin

\'■\'^\'\'"HUS JrUldanus, ) «"ai" onuici-Jdut,

Qit gebreck te heelen r" ^^ Saniere van

merckinghen , j \' ^"^llen by-brengen uytde Aen-
wachten, na onftek""^\' ^\'^vaer hy fchrijft, niet te
defweringe: maeri \' merckelijckefwellinge, en-
gi\'oote Pijn hadde i h Vrou w, de welcke over
Koortfche, Flauvul" ^ "yterfte van den Vinge
vallen, fiin n«..,- Waleinge , ende andere

•vuurticne, Mauvu» van aen vmger,met

vallen, fijn Genefinl\'K » ende andere Toe-

voor-eerftftoofdenh ƒ hebben aen-geftelt.

V^er Cami//en, MdiLt.J^" Vingher met Kocye-mdck.,
gefoden waren ^f\'^W\'^M^edt, ende Qm-karlm
\' ailencxken\\ ^eeft hy\'t opperfte van de

de welcke haer eenige roode vlacxkens:

den punt van \'tMes, door-gefneden
X 5 zijn-

daer een Rijp-
;e Middelen, als

-ocr page 334-

een

een dropjen waterigh Bloet en was. De ViacK
gefneden zijnde, ende op den Vinger geleyt j^eii
nat gemaeckt in
Brandewijn, daer Theriakel in gelrn ^
was ; eil op de Hant, ende Pols een dubbelden dou
in
A^jn»ende Water, gedoopt, ende uyt-ged\'^"\'\' J^j
de Pijn terftont op-gehouden, foo dat deVing^
anderen daeghs volkomen genefen was .

Maer Hildanus heeft feer wel aen-gemerckt j
Snijden met den alder-eerften dient in\'t werck gp \'
Want anders wert, door het toe-vloeyen van deHe
ende fcherpe Vochtigheyt, tulfchen beyden een ^^^
fiekinge, ende Gefwel vervveckt, ende met een^^^^^
onder-leggende Vleyfch, erï Been in-gegeten, W
de Huyt is aldaer feer vaft, foo dat de
quaedt-aera b
Vochtigheyt van den Vijt,g3ntfch niet könnende u^^^
waeffemen, terftont meerder fcherpigheyt, jg

nijnigheyt krijght; waer door oock de Vinger» e ^^
de geheele Handt, van groote Pijn , koomt dapP
ontfteken, ende te fwellen , ,

lo. Hier dient een Maniere van Leven gehonu
de welcke het groeyen van Galachtige, endefche
Vochtigheyt weder-ftaet; foodanige nu
meer-mae ^
befchreven.

Het

298 HEEL-KONST E. J fte
zijnde, foo vonde hy onder de Huyt een droPF j ^e

twee, root Water. Het welck

daer op een doucxken, nat gemaeckt in neec^^^^^jr
wijn, daerwatTferHeZin gefmolten was. ."^j^jeb
is de Pijn terftontgeftilt; ende met dit eenign m
fchrijft hy, is den Vinger \'s
anderen daeghs gen

Hy verhaelt noch van een JofFrouw , die m
gen, door de Pijn van den Vijt, niet en hadde ^
flapen, in de welcke hy de Huyt mede lofch
vindende in\'t tipjen van den Vingher onder

Vlack van defe groote O, in de welcke f^^^ /oo^-
dropjen waterigh Bloet en was.
De VlacK ^^

-ocr page 335-

H E E L.K O N S T E.

Het XXIL Capittd.

^ J ° ° • \' • Benammghe, ende Befchrij-
^olr.lZt^\'":\'\'\'^\' Onderfcheyt
3. Ken-teyc^enen,
j/c^enen, ^.Genefinge, 6. Maniere van Leven.

^zïuf - d^Water-gerwellen in\'t gemeen te helpen
delen x\'an
?^^^^e Geneef-konfïe, daer wy han-
^\'efchriiv^ Water-fucht. Derhalven füllen
wy hier
Hooft Sft? f Water-gebreck , dat hem in
^"^HébhJnl 5 daerom in\'t Griecks genoemt

nSÏt her\'^\'\' , de Arabilche Avi-

een ander A H^en de Pan, ende Haly-Abhas,

fchrickeliirt^ u \' tuffchen \'t Vel. Het is een

maeckt, als ^"^fwel ,\'t welck het Hooft foo groot
fene, endeio^^^t^"dere, meeftendeeldeeerft-gebo-.
hickeont i^j ^^^iPderenover-komende. Detreffè-
fien te hebben \' \' Ichrijft, ge-

hadde, ïs eenfp^h" ^^^ dickerHooft

vliefieh f geli^rP«"^^" \' de Pan niet beenigh, maer
pont Watlrun vin\' fchepfel) daer negen

haelt oock, vanle 1 ^^ Arabifche AWucaßs ver-
door overvloet vanVr ^ ^^ \' \'
ten laetften noch ft » ^oo toe-nemen, dat het
den haIs,konde ond ft \' fittende ,\'t felve met
te overlii\'den r ; "^^en; waer van het oock quam,
alleen in jonêh k \' \' d^^ ditGebreck
^y hebben\'t PpP -\'"^" kinderen voort-koomt: dan

jaer, ende diedrie, vier, vijf.

^ De Oiri- b der waren .
digh,
ende,-n> Water-hooft zijn uytwen-

Denaefteis een iaeye» Aij-
^«"g^en de i bloedige ende fcherpe Wa-

s ue welcke,van wegen haren overvloet, dun-

nig.

299

-ocr page 336-

3O0 H E E L-K O N S T E.

nigheyt, ende hitte, fomtijts fchiet tuflchen
ende het Panne-vliefch, fomtijts tufl^chen het Pan-
vliefch, endede Pan , fomtijts tuflthen de Pan,
het dicke HeriTen-vhefch, fomtijts in de grouven va
de Herflienen. De Voor-gaende oirfaeck , is in^e"
digh j overvloet van waterigh ende fcherp Bloet >"
uyt fijn vaten berftende 5 het Hooft doetop-fwelle" \'
Maer het koomt meeft van uyterlijcke Oirfaken ? \'
weten, van Slagh, ofte Stoot, infonderheyt, dat
Vroe-vrouw, in den arbeyt, ende \'t ontfangen väO
kint, het Hooft feer nijpt, druckt, treckt, ofte ande\'
mif-handelt, waer door de Naden der
Panne van e^\'\'

wijeken , de Mondekens van de Aderen ontfluyteO \'
ende daer op de Waterigheyt uyt-loopt, ende S W^\'\'
linge veroirfaeckt.

3. Het Water-hooftislichtelijck uyt fijn groote^
kennen, zijnde een feer verheven Gefwel, fonder pÜ";
facht, ende het drucken van den Vinger wijckende >
infonderheyt, wanneer het Water tuflchen de Huy^\'
ende het Panne-viiefch geftort is . Maer als het hen\'
tdTchen \'t Panne-vliefch, ende de Panne onthout, da"
is het Gefwel een weynigh harder, ende en wijcktjVa\'\'
wegen de tuflrhen-leggende Deelen, den Vinger fn\'\'
veel niet; behalven dat\'er noch eenige Pijnelijckhey\'^
by!S.
De Ken-teyckemn, dat het in de holte, die vai\'
bmnen tuflchen de Panne, ende het
harde Herflên-
yliefch, ofte felver in de
Herflen-grouven, geloope«
is, zijn uyt-pnylende, tranende, pijnelijcke,
enderoo-
de Oogen. TJyt-puylende, ende Tranende, van we-
gen de overvloedige Vochtigheyt; Pijnelijcke, van
wegen haer Scherpigheydt; Roode, door de heete
Dampen, die meteenen in de Oogen fchieten . Daer

opvolght oockfwack Geficht, ende hart Gehoor-
Het Gefwel en wijckt den Vinger niet, \'t en zy, dat
hy daer ftij fin-gedrongen wert: want dan gaet het
ne-
der, voornamelijck in Jongh-geboren kinderen, weic-
kers

-ocr page 337-

l^etsp. P Ë E L-K O N S T E. 501

ende n by-na , als wafch is , ende de Naden lofch ,
Kintj S^^^^^en, foo van wegen de Nature (dewijl de
de "^de geboorte heel vochtigh zijn) als om

loe-vallende Vochtigheydt, die al de om-ftaende
Gock r? ^"vochtight, ende lofch maeckt. Defe heft
der op\' infonderheyt, daer de Naden verga-

War r ^^^ blijckt, dat als hel Gefwel

na h^^ geperft werdt, de Vochtigheyt fijnen keer
^nnen neemt.

af re Onderfcheyt van de Oirfaken, is daer aen veel
neriiicl\'"c" \' ^^^ Water-hooft, \'t welck door in-
hegf\'. ^Stoff^e veroirfaeckt is, een bleyckeverwe
I^jjj jJ.\'^ser het gene , dat in de geboorte, door mif-
van \'""ge, koomt, een roodigheyt vertoont, ende,
4n Wegen de Pijne, de Kinderkens moeyelijck, ende

-emeyende maeckt.

ho?f komen tot de Voor-teyckenen : Het Water-

^ door r het alder-grootfte gevaer, dewijl het

lepJ 4 "^herpe, ende zultige Vochtigheydt, de by-
haefvr \' infonderheydt de Herifenen, ende

verh - door-eet, bederft, ende verteert. Paré
vonr • van een kint, welckers Breyn hy, na de doot,
Gi^^"\'"§™oter,alseenkaets-bal. Daerom zijn de
hebbe j\' ^^^ vanbinnen de Pan haren oirfpronck
men te"s "^aer die boven op de felve ko-

r De r^^"\' ^"^erden dickwils genefen.
Panfteeckt deWaterigheyt, diebovende

vineen, de aen-gevangen werden, door Sto-

li cffulcke ^ Verdunnen, ende Verdrijven, ge-
frh.. i y.cap. van\'t i.Bouckbe-

ichreven zijn Na het Stoven, moet men komen tot
YP-droogende,endeVerfterckende.Waertoeickal-
gevonden hebbe,
Vng. Agripp.e,
fctó/™ t^Vr,^^" ^\'eks I once , Poeyer van Granaet-
ml\'
half loot, oiy, ^an S.Ians-kruyt, Syroop van
v^tysf«, van elcks een half on^e. Onder malkander ge-

menght.

-ocr page 338-

502 H E E L^K O N S T E.

menghtj, ende twee-mael daeghs wermhetHoortm^j^
de geftreken. Tot het Op-vlij men, en moet niet
in den uyterften noot, gekomen werden .

6. Hier dient een open Lichaem gehouden j en«^^
alfoo de jonge kinderkens niet wel en konnen in-"
men , foo magh men de Minne fomtijts in-geven e^
Drancxken, datde Waterachtigheyt fachtaf-fet\' ^
een on^e
Mama, ende een vierendeel loot Wortel
Gialapfa, kleyn geftooten ; ende gebruycken voo\'
foodanige
Maniere van Leven, zh in de Geneef-k^nSi^->
het capittel van de Water-fucht is verhaelt.

Het XXIIL Capittel.

s v v e r i n g e 7» v gemeen, i. Befchrijvinge, eyg^^\'
fchap , ende Verfcheydenheyt van een Wonde. i. Plaet
S-Oirfaken,
4. Onderfcheyt, 5-, IQn-teyckenen, 6-
teyckenen,
7. Genefinge.

I.

T T Lceratie, feyt Fernelius, is een leelijcke, ende VUf
^ le openinge , ofte fcheydinge van malkandereO\'
Dan kan volkomender befchreven werden , te wefe"
een fcheydinge van malkanderen, met verlies ende vei"\'
minderinge van groote, in een facht deel, haren oir\'
fpronck hebbende van een in-etendeftoffe. Want daef
in verfchillen een Wonde, ende een Sweringe, datif
een Wonde,\'t gene vereenight ende heel was,gefche^-\'
den is , maer niet noodtfakelijck yet van het Deel af\'
gaet: Maer in een Sweringeis\'eraltijt van\'tfwerende
Deel vermindert, ende af-genomen, al waer het maer>
als \'t met anders en is, in \'t Opper-huydeken
. Doch
al is fulcks, dat\'er fomtijdts in een Sweringe eenigh
overtolligh Vleyfch uyt-wafcht: foo ontbreeckt daer
even - wel van de Huyt, ende het natuyrlijtk Vleyfch :
ende foodanige Sweringe en is geen enckel gebreck >

maer

-ocr page 339-

HEEL-KONSTE. 303

Alfn ,\'\'\'"enght, en byeen Vergrootinge gevought.
Wef ^"""en verfcheyde Gebreken byeen Sweringe
Wafl\' Onmatigheyt, Onftekingh, Rofe,uyt-

tot h Vleyfch, ende diergelijcke, die éven-wel
W K ^efen van een Sweringe niec en behoorë, maer
genomen werden , dewijl de Sweringhe noch
i weickers wefen ende eygenfchap alleen beftaet
c- u ofte Wijeken
van malkanderen , met

^■"\'gh verlies van hetf.verende Deel.
. ïye Plaetfche , daer de Sweringe in valt ? hebben
y pleyt te zijn een facht, ofte vieyfigh Deel, waer
\'vv f ^^^een en verftaen het Spier-vleyfch, dat

y den gemeenen naem van Vleyfch geve: maer oock
gene waer uyt Dermen, Blaes, ende al\'t ander In-

gevvant beftaet.

• naeBe Oirfaeck.is, alderhande StofFe , die een

in-etende kracht heeft, de welcke niet alleen en be-
g")P£ ieherpe Vochtigheyt, die in\'t Lichaem koomt
te groeyen ; maer
oock uytwendige Oirfaken, die de fel-
vige m-«ende kracht hebben , gelijck daer is een in-
etende Geneef-middel, ende Vergift.Want het ison-
vvaerachtigh ,;tgene fommige fchrijven , dat de S we-
i^ngen alleen fouden komen van Innerlijcke Oirfaken:
öewijlde Ervarentheyt felve uyt-wijft, datfe oock van
^y\'^^\'endige dickwils verweckt werden. Alfoo leert
Vverlif\'\' felvige Ervarentheydt, dat van

branr\' \' «^e ander Heet nat, ende in Ge-
S -c Seen Wonden, maer Sweringen voort-
Komen. i>ulcks doen oock verterende, ende branden-
c Geneel-middelen, ende als men met een
Cauterye,
otte gloeyend Yfer brandt, gelijck Fernelius wel feyt.
öoo werden oock
Sweringen veroirfaeckt doorVe-\'
njjnige ende Smettelijcke Dampen, gelijck Schorft
n^r f ejiuettmge over
-gefet wei\'dt, te weten , wan-
neer de ^mettrnge een anders huyt mede-gedeeltzijn-
«e, deielvjge in-eet. De Dampen, die uyt de bedor-

veu

-ocr page 340-

304 HEEL-KONSTE.

ven Longe, van yemant, die de Teringe heeft, W\'
gaen, mee den aelfem in-gehaek zijnde, maken op
eygen wijfe een Sweringh in een anders Longe, eod^
alfoo een Teringh doorbefmettinge. Op defelfde"?^\'
nier kan het Venijn van de Pocken , aen
yemantsü^\'
haem gewreven, ende mede gedeelt,\'t felvige befme"^\'
ten, ende daer in eenige S weringen verwecken . H^"^
felve doen de Kinder-pocken , aen vele, die
daer ovê\'\'
gaen; alsmededeBlauw-fchuyt, door het drincke"
uyteen kan.

4. Het Onderfcheyt der Sweringen wertgenomet"
nae haer eygen Wefen, ofte nae de Toe-vallen . Va"
haer eygen Wefen werden fy wederom onderfcheydeii»
van wegen haer Gedaente, het Deel daer fy haer
ont-
houden, ende d\'Oirfaeck. Kae de Gedaente zijnf^
groot, kleyn; langh, kort; breedt, naeuw
; recht?
krom, pijps-ghewijs ; eenparigh, in de welcke he^
Vleyfch m alle deelen gelijck wech-genomen is, oH-
gehjck,in de welcke meerder vleyfch in d\'eeneplaets?
als in d\'ander af-gegeten is. Van wegen het gebrecke-
hjck Deel felve, zijn eenige uytwendigh, eenige iO\'
wendigh, eenige diep, eenige maer effen rakende-
eenige in dit, ofte dat Deel. Het Onderfcheyt van dc
Oirfaeck füllen wy terftont aen-wijfen. Van het Toe-
valhgh onderfcheydt, dat genomen wert van \'tgene?
buyten den aerdt, ende\'t wefen van de
Sweringe is ?
zijnfommige oudt, fommige verfch ; fommige
fuy-
ver, fommige vuyl; fommige met Sinckingh, för-
mige fonder ; fommige ftil-ftaende, fommigevoort-
kruypende. Dit onderfcheydt hanght oock aen deOir-
iaken : waer toe mede behoort het gene, dat de Toe-
vallen maken , van pijnelijcke, ofteonpijnlijcke; als
oock fommige jeuckende, ftekende, brandende; fom-
mige hcht, fommige fwaer om te heelen; eenige van
goeden, andere van quaden aerdt, waer by komen, die
Chirmia, ende Tdephia genoemt werden . Behalvcn

-ocr page 341-

defeV. p E E L-K O N S T E. 305?

heeten -^ "^^den, ^ie men foo eygentlijck magh
hoü(js noch andere Oneygene , die eerder te

met A voor Vermengingen van andere Gebreken
••ïonn datfe eygen onderfcheyt fouden

Onpen" "^aken. Soodanigh zijn Sweringen met pijn »
onftekinge, harde kanten, kout-vyer,
de
and \' bedorven been . Van defe,en-

^olgenTh^^^^j^^^\'^\'^\'^^ Sweringen,füllen wy nu ver-

ben^^v Semeene, ende enckele Sweringe is, heb-
faeck h f gefeyt, als oock dat de felve haer oir-
ge,oft In-etende ftofFe; ende dat defelvi-

ten 3 ^ bmnen in\'t Lichaem groeyt,ofte van buy-
ende K-• • d\'eerfte flagh zijn alle fcherpe,
felve Vochtigheden , die , ofte in het Deel

ten het u buyten haren oirfpronck hebben. Buy-
zoutef I ^\'^kelijck ^^^^ groeyen Gal, zout Slijm ,
Gal ^sterachtige, ende fcherpe Wey , verbrande
bracht ^^^ de felvighe in \'t Lichaem voort-ge-
vermop-\'^"r eenigh Deeltoe-vloeyen, foo

brenfF in-eten , ende tot een Sweringe

Voor \' ^"\'\'^ks kan infonderheyt gefchieden in het
fchrii f^ r^ï onordentlijcke oeffeningen. Soo

baeni o r wanneer de Lenten een onfuy ver Lic-
men fiet p d^in wat gefchiet,hec welck

hetOefFei de OelFeningen. Want al is\'t, dat

even-wel v^" Lichaems fee.r gefont is, foo men
ja van BloS"f"iv d^^ overvloet heeft van Slijm, Gal,

looiiS l?htdijcreerVan?ndrS^

Aderpni\'^i r defe, een Borftinghvan

S S ^«"ge.ofte een ftercke Koortfch, door
plaSr Kveroirfaken. Ende de gene, die men in
Kamer \'\'^"\'^\'diep.leggende Vochtigheden door
Ramer-pnck tefuyveren , haer Lichaem^doet oeffe-
aienjaeghtmp de quade Vochtigheden nae de
Y Huyt,

-ocr page 342-

J """ "i-itj\'gcij WCILK UUCIJ , Urii\'

de Oeffeninge gefeyt hebben. Jn het Deel felve m
gen, om fijne Ongematigheyt, die
Vochtigheden e
fcherpigheyt ,ende als aldus de Ettefdoor koken?
de langh m het deel te verblijven, noch fcherper vvef\'
en foo veel te fcherper, hoe dafer meerder by-koo^"
dan bederft oock het Bloet ende het
Voedfel, van
befmette Deel.

De Oirfaken die van buytê aen komen,zijn in-ete«\'
de, ende brandende Geneef-middelen. Waer by
uyt-gefloten moet werden, het Vyer, ofte heet ij"
felve: alfoo de Korft,daer van over-blij vende,meer<J^^ i
raecktde Sweringê,als de Wonden. Hiertoe behof "
mede de Befmettinge van de gene,die met de Teri\'W.
gequelt zijn,van Melaetfche, Schorfte,Pockige,e"\'\'^
Blauw-fchuy tige; waer van te voren gefeyt is. Wat
de byfondere Oirfaken zijn van byfondere Sweringe\'^;
die fullp wy by- brengen, daer wy in eicke foortej
naer Oirfaken handelen.

5\' Wy komen dan tot de Kjn-teyckenen. Uyt^^^"\'
tilge Sweringen kan men fien, ende taften,ende behof
yen geen teyckenen , om bekent te werden . Maef"^
Inwendige, alfoo fy dickwils verborgen zijn, werde«
bekent dooreen Prouf-yfer, foo daer
eenige wegh i«\'
ofte door de Vuyligheyt,die daer uyt loopt,door pijl\'\'
ofte verhinderingh van de Werckinge . De VuyÜg\' \'
heyt wi;ft aen,dat het Deel befchadight is, ende wan-
neer door eenige openheyt des Lichaems, \'t zy derm ?
blaes, neus,ofte ooren,Etter,ofte waterachtigh BI«^^
(SaniesJ lo®pt, ofte oock uyt-gebraeckt, ofte uyt-g^\'

hoelt

-ocr page 343-

O N S T E. 307

Svven-nll r ^ ^ " \' dat\'er van binnen

\' Cl^^f • ^^^ Deel dat de felvige

Öeel TWerckinge van het befchadigh-
I^ijnis oV.: eenSwerent Deel een ftekende

gen ve hl dat\'er aen \'t Gevoelen, ofte Bewe-
dight n. f \' een teycken, dat het befcha-

de SweH. ^^\'^\'^"ghis. Groote Kloppingh, dat
^\'^aginPh ^^a ^^^gh-aders raeckt. Indiender een
, endVc vernomen wert, met

Qualiickh» voor \'t Hert, daer Braken ende

S^^eringh beteyckent dat\'er eea

bonnen hie ^^\'^g^ • De uyterlijcke oirfaken
Êlaesfvv^^.^^n-wijfinge doen : gelijck dat de
Setiomen heVf^" t^" yemandt Spaenfche-vliegen in-
\'^eef-middpl V ^"dien eenigh heet, ofte feherp Ge-
"«ghdanin^ fterck Water, dat de Swe-

Nu of de S ■ \' ^^^gh " •
krom , ofte van^""^\'^ ofte kleyn is j recht ofte
Uytwendige u^^ andere gedaente, fulcks kan in

vonden werden ofte P\'\'0"f-yferonder-

gelijck, dat wel u In^\'endige en is\'t niet mo-

te de Swerinr? \'^^"nen weten. Maer even- wel,of-

"ightevand\'F uytde Me-

geeft veel uvf gevaer werden. Want een groote

Indien de Swer\' k wetende Innerlijcke:
vloeyende Voch"^u heeft van toe-
openbaren van quLf füllen haer Teyckenen
Lichaem , het zy f \' h"
zy m \'t heele
Ingewant. De wlv "\' ^f"/g\'\'

ende in tegendp^-l • . "\'et voor den dagh komende,
\'»^ïight, Inde fian ? befchadight Deel onge-

V n de sSÏ\'^^ ^^ ^^^
de aldaer gegroeyt h

bc^rucyc is, j^u Vochtigheyt dat de

Y z Svve-

-ocr page 344-

3o8 HEEL-KONSTE.

Sweringh gemaeckt heeft, of het Gal is, ofte zou
Slijm,ofte weyachtige Vochtigheyt,ofte Swarte-g
bhjckt uyt de Teyckenen van elcke Sweringe,
infonderheyt uyt de Vochtigheyt, die daer uyt loopt >
ende uyt de Verwe van de Sweringe, ScherpigheyJ\'
ende ftekende Pijn; als oock uyt de Teyckenen van«^
byfondere Sweringen .

De Uyterlicke oirfaken moeten getrocken werdc\'^,
uyt het feggen van den Siecken, die aenwijfen fal j f
het van een Scherp, ende in-etende
Geneef-middel\'
ofte van Vergif,ofte oock van Vyer gekomen is; oft®
dat hy van yemandt befmet is, die met Smettelijc\'\'-^
Sweringen beladen was.

De Tijden vande Sweringhen hebben oockh^^\'^

Teyckenen. Want als\'er eerft waterachtige, rau^»^\'
ende dunne Vochtigheyt uyt-loopt,dat is een teycke"^
dat het in\'t begin is, gelijck fulcx oock uyt het gevo^\'

14 Vk IJVk ti^

len, taften, ende fien, als mede uyt de uyterlijcke, eO\'
de inwendige oirfaken, noch tegenwoordigh zijnde\'
ende de volgende toe-vallen kan blijcken . Wanne^^
daer na de waterige ftoffe ri jper werdt, ende haer
nighte vermindert, dat is het toe-nemen, ofte de vef\'
meerderingh. In de ftilftant is de Etter op fijn befte"\'
ende in\'t af-nemen werdtfy minder. De felfde tijde\'\'
werden oock aen-gewefen door depijn,jeuckfel, ent^e
het verhinderen van de werckinge : de welcke, indie\'\'
fy vermeerderen , beduyden dat oock de Swering"
vermeerdert; indien fy verminderen, ende alles na »)\'
nennatuyrlijcken ftandt weder-keert, beteyckenen»
dat de Sweringe vermindert, ende aen\'t af gaen is •
Het felve können ons oock, in de Uyterlijcke deelen»
aen-wijfen het fien, ende voelen . Nu de byfondere
teyckenen der Sweringen fullen wy hier nae op fij"
plaetfch verhalen.

6. Alfoo daer groote verfcheydenheyt, ende ver\'

fcheyde uyt-koomft in de Sweringen valt, foo füllen

rvy

-ocr page 345-

w-valK- ^ E E L-K O N S T E. 309-

ter V r ^^\'^^\'^heyde Voor-teyckenen by-brengen. Wat-
n^Q^" genefen der Sweringe te verhopen ftaet,
Qork ^^ gi oote ende fwarighey t der fe vige , als
den ^^ gelegentheyt des deels af-genomen wer-
(I \' Want indien de Sweringe alleen de Huyt be-
end^\'^" niet verder in en gaet, dan kanfe lichtelijck,
, \'le in korten tijdt genefen werden. Maer hoe datfe
als \' ^^^^ Deel, datfe befit, edelder is ,
fen t
I"^\' veel te befwaerder valtfe om te gene-
de S ■ zijn de Sweringen, die in\'t uyterfte van

• . P\'.^renkomen, van meerder gevaer, als die haer
„ ïiiiidden fetten. Om de felvige oirfaeck zijn oock
é vaerlijcker foodanige Sweringen , die in een edel
^ eeiïtjn, ofte die een edel Deel, als oock een Zenu-
der, ofte Slagh-ader bereycken . Sweringen j
" vande voornaemfte Deelen befitten, ofte de
Lirh können trecken, zijn meeft doodelijck.

rinp W\'erden tot heelen gebracht foodanige Swe-
end "\' ^aerde Geneef-middelen lichter by konnen ,
men d^ blijven; maer fwaerlijcker de gene, daer
d
-erf -^\'ddelen niet wel op en kan leggen , ende
»ene niet op en kannen blijven. Swaerlijck konnen
^-^weringen heelen in alfulcke Deelen, die van na-
ziin r^^ vochtigheyt, ende overtolligheyt beladen
len 2 - oock in de gene, die fcherp van gevoe-
trecket?\' foodanige in medoogentheyt konnen
liirhf ■f\'^^snochde gene, die nootfakelijck vande
^nder oirfaken veranderen . Het vallen
m^fif ft^ \'^^ke, ende langhdurige Sweringen,daer
menvreeft voorere,,
ofte Bedervinge in\'t Been.
Jien groote Sweringe, in andere dingen gelijck zijn-
^V ■ ^«\'^s^\'hjcker om te heelen, als een kleyne.
wantin een groote moeten vele deelen de uytwendi-
fk A j "yt-ft^en > ende werden de onderfte deelen ,
hlfk ^\'^Sh-aderen, ende Zenuwen meerder

Ducnadight. Nauwe, ende langh w erpige Sweringen
Y s zm

-ocr page 346-

3IO H E E L-K O N S T E.
zijn licht, ronde fwaer om te genefen . Indien hej
Lichaem fuyver is, ende\'t voornaemfte
Ingewant vvcj
geftelt, ende dat het befchadight Deel felve hem we»
houdt, dan is\'er hope van lichte genefinge . In tegen-
deel alles zijnde, kan men voorweten , dat degene-
fingh^noeyelijck, ende langhfaem toe fal gaen . Hie"^

van is\'t, dat de Sweringen, die op andere Sieckte«
volgen, veeltijdts fwaerlijck genefen , dewijl de Na-
ture , de quade Vochtigheden, die in\'t Lichaem zij"\'
tot de uytwendige deelen drijft. Soo zijn oock j d\'S
na een groenachtige, ofte bruyne verwe trecken ; de-
wijl fy beteyckenen, dat in \'t geraeckte Deel de N^\'
tuyrlijcke Wermte feer vermindert, ende by-na uyt\'
gebluft is . Ende in die op haer fterven leggen, vi\'ei t
veeltijts weynigh voor haer doot, de S wering bleyck\'
blaeuw, ende droogh, ende dat van wegen het uyt\'
bluffen der natuerlijcke Wermte. Als na langh loopei^
van rauwe ende waterige ftoffe, goede Etter begint te
komen, fuicks is een teycken, dat de Nature haer ver-
fchept, ende dat de ftoffe tot beter verandert, ende
dien-voJgende hope geeft van gefontheyt.
Ende voor-
waer de ftolïe felve ftelt de merckt, wat men van het
ghenefen der Sweringe fal verwachten. Want als de
Etter, die dagelijcks uyt-loopt, goet is, dan geeftfe
hope van lichte genefinge. Maer het tegendeel
wert
betejxkent door quade Etter. Want goede Etter
geeft te kennen goede geftaltenifTe van de Vochtig-
heden , daer fy uyt ontftaet, ende de kracht van\'t be-
\'J^"2dighde Deel: gelijck mede in tegendeel het qua-
de doet. Nu goede Etter is , die niet te dick ofte te
dunen is , wit, effen, ende niet ftinckende. Maer qua-
de Etter K\'t, die geheel dun, efi vloeyende is, bleyck,
blauw, giftachtigh, ende van quaden reuck . Soo be-
tuyght oock waterachtigh bloet, dat uyt de Sweringh
loopt, \'tgene van de uyt-koomft te oordeelen ftaet.
Want het felvige veel, ende geheel dun zijnde, oock

bleyck ?

-ocr page 347-

blevrv HEEL-KONSTE. giï
om ft \' quaden reuckj endede

f Huyt in-etende , toont dat de Sweringe

te genefen is. Maer wat dicker, ende wey-
, ■\'\'®°dtachtigli, ofte na \'t wit treckende, beteyc-
^-nt lichter genefinge. Als de Sweringen oudt, ende
erjaert zijn, foo moet\'er noodtfakelijck een af-fonde^
«eringh van\'t Been gefchieden,ende een hoHidt-teyc-
„ gelijck
Hippocmes wel feyt. Want indien
"?el.meefter alles wel doet volgens de konfte,
eve \'\' noodigh is, over en ftaet, ende

. n-wel de Sweringe in lange tijdt niet toe en heelt,
L ^°2-geheeIt zijnde wederom op-breeckt, fulcks
pckent,dat\'er eenige bedervinge in\'t Been de ge-,
j .\'ge belet. Ende dat koomt veeltijdts in langh-
jUrige
Sweringe door geftadigh in-vloeyen vanqua^
\' .^"de fcherpe Vochtigheyt. Want
om de Onge-
"^"gheyt van
het Deel, \'t welck lange tijdt met de
J\'^e is belemmert geweeft , efii om het af-fchey^
nie en kan de Holligheyt van de Sweringe

L L^J^\'^volt werden, noch het Vleyfch fijnen groey
\' v>,-aerhet Lidt-teecken hol toe-geheelt wert,
.wanneer de Sweringe, na datfe met Vleyfch vervoli
\' daer alleen Vel over te brengen ftaet, weder-.
°P-l5feeckt, danvalt\'er te vreefen, datfe tot een
die
hl W Loopent gat verloopen fal. Sweringen
vnorrr uden ende Voeten komen, plegen fomtijdts
V in Lichamen die vol Bloedt,
ofte

quaae v ochtigheden zijn, Onftekingen ende Gefwel-
len in de
Klieren onder de Oxelen , ofte de Liefien ,
want alfoo de felve lolfer ende fiapper zijn , foo ont-,

tangen fy lichtelijck ende eerder de Vochtigheyt, die

nae de Swermge van deHandt, ofte Voet haren loop

^ett. AUe Swenngen, die verjaert 2[ljn, ofte noch langer
noodtfakel\'jckBeenaf-gam, ende^
"
c bljven, fchi\'ij ft Hippocrates in fijn

45. I>pre«cke van \'t bouck. De red,en, on? dat de

Y 4 E^

-ocr page 348-

. - . heel-konste.

Lttengevochngheyc, in dielange tijdt,eenquaedc-
frd\'ge Scherpigheyt krijgende, eerft de Vefelen vad
t Vleyfch, daer nae de bekleedende Vliefen doet be-
derven, ende fcheyden, ten laetften oock het Been fei\'
ve, dataen\'t Vleyfch is. Ende alfoo het Been,geli;c\'^
Htfpocratestevoren, in de 19. Spreucke eefeyt hadde»
met herftelt en kan werden, foo moet het gefcheyde"\'
ende de Sweringe toe-geheelt zijnde; noodtfakelijck^
een hol L.dt- teycken laten ; \'t en zy een gauw Heel\'
? foo veel hooger laet groeyen.

als de hoHigheytdiepis. Nu daferBedervingein\'^

Been IS, ftaet daer aen te mercken, dat de S weringen

ic blauwachtigh , ofte bruyn van ver-

we IS i dat er waterachtige, ende ftinckende Etter iö
grooter menighte uyt-loopc, als de groote van
Sweringemede brenght; dat de Kanten van de feki\'
ge bruyn , ende fpongyachtigh zijn, die haer wel aert
? \'. \'volkomentlijck en hee-

Beweginge gevoelt werdtinhe^
Iweiende Deel. Indien geen van defe Teyckenen haer
ai openbaren , daer uyt ftaet af te nemen, dat de
Oaiefinge foo lange met belet en is
door bedorven

inck^-iï\'tTl van het Deel, ge-

1 ckin t Water, ende anders,ofte door geftadigh toe-

weT^ÏJ V Y^^htigheyt. Derhalven blijckt
Xh.T. VeroiKle Sweringen nietfonder gevaer toe-

Ibrfhvl het LiLem wel

Lefe^o ^^^ "\' ëoede Maniere van

^even onderhouden wert. Hier toe geeft Mr- mUe\'^

f oTrTl\'\'"cweerfigh voor-b«ldt
VerLlrAlT \' ^ien in\'tflincker been een

Verouderde fweringe van een Landt-looperqualijck
toe-geheelt was, die na eenige maenden het PIeu i in
de flincker zi;de kreegh , waer van hy ftorf, ende die
gedurende fijn lieckte
even fulcken Voc^jtigheyt uyt-

fpoogh 7

-ocr page 349-

Wh P.E E L-K O N S T E. 315

Pen c ei\'te voren uyt de Sweringe plagh teloo-
\'. fchrijft
oockAmbrofius Paré, van Etter >
^^ elckuyt een Sweringe van den Arm , door den

•"ater-loopgeloft werde.

Hg |vordere Voor-teyckenen fullen wy in de byfon-

~ ^^^"ngen aen-wij fen .
Wef\'
 Genefinge te komen : Dewijl het

Sweringe beftaet ineen af-fcheydingh
Qrn ^ vereenight was, ende in een verminderde
veSV^" het befchadighde Deel: foo vereyfcht de
Vgli ^^de eenigheyt, wederom vereenight, ende dat
Wef^*^^"» ende vermindert is, herftelt te wefen . Te
ten, de Sweringh , voor foo veelfy een Sweringh
p met Vleyfch vervolt, vereenight, endetoe-

^eiioten werden. Maer als fy met een Oirfaeck ver-
is , de welcke de Sweringh van begin ver-
ve rv r \' onderhoudt; foödient de fel-
Oirfaeck voor-al wech genomen. Hier moet oock
het de Gematigheyt van het Deel ,ende
^ toe-vloeyende Bloet. Ende wanneer die eenigh
^ hebben j dat ftaet te verbeteren , gelijck hier
^^^\'^dcbyfondere foorten der Sweringen fal gefeyt

j.-^"dien derhalven eenige Vochtigheyt, die de Swe-
L If verweckt heeft, noch tegenwoordighis, defel-
voor-eerft af-gefet te wefen. Wantin alder-
Qgj^gjl^^^reken ,daer de Oirfake noch by is, moet de
felviffp ^^^egonnen werden
van het wech nemen der
,,„^1 / ,Öaer na,omd3tterin \'t beginfel wat Bloet
and V if • \' ja dickwils èiethet felfde oock
^„^^u^ nae toe vloeyt, op dat het gene

enï V^y^^^fteeckt, nietenfolide bederven,

^nde een Onftekinge verwecken ; foo moet het Bloet
i gekoockt, ende in goede Etter verandert werde .
i^aerom feydt dat de Sweringen haer tijden

neoDen, ende dat\'er in\'t beginfel dunne ende rauwe.
Y 5

en.

wa-

-ocr page 350-

!

314 . H E E L-K O N S T E.

waterigheyt uyc koomt, die in \'tvoortgaen,doorhe
koken verdickt, ende ten laetften
{inftam) tot goed^
Etter gerijpt werdt. Derhalven zijn in \'t begin\'"
van een Sweringe noodigh, de Rijp-makende midde-
len . Daer benefFens dient de Vuyligheyt, die in ee«
Sweringe gewoon is te groeyen , dewijl fy de Gen^^\'
finge belet, welgefuyvert; ende, de felve fuyver\'
ende fchoon zijnde, moet de HoIIigheyt met VleyiC"
vervult, ende ten laetften met Vel gefloten werden •

Maer hier dient infonderheydt acht geflagen op dc
befchadighde Deelen. Want in uytwendige Swerin-
gen hebben wel plaetfch
Spaenfth groen, gebrant Cofer *
Coper-root, Antimony, ende diergelijcke, die even-we\'
niet gebruyckt en mogen werden in inwendige deC\'
len. By aldien oock een Deel alfoo geftelt is, dat het
andere dingen door-tocht geeft, gelijck de Keel, (oo
moeten de Middelen foo toe-bereyt werden , dat f/
aen*t felfde kleven. Deelen, die fcherp van gevoelen
zijn, en konnen geen fcherpe Middelen verdragen»
gelijck wel konnen , die foo nauw niet en voelen .

Tot het groeyen van \'t Vleyfch, wert vereyfcht d^
Werckende oirfaeck, ende de Stoffe. De
Werckends
oirfaeck is de Nature, dewelcke, gelijckfe in\'t ge-
heele Lichaem , foo oock in elck Deel het Voedfel
treckt, behoudt, koockt, ende aen-plackt.De Stoffe
is goet ende fuyver Bloedt, \'t welck uyt eten ende
drincken voort-koomt. Maer gelijck in alderhande
Kokinge tweederhande Overfchot gemaeckt werdt >
als van Spijfe, ende Dranck, een Dun, dat ongevoe-

ligh uyt-waeflTemt, ofte door het fweetuyt-gedreven

werdt, ende een Dick, het welck met kamer-gangh
gelooft werdt: foo heeft fulcks oock plaetfch , wan-
neer dat\'er Vleyfch in een Wonde groeyt, ende by al-
dien foodanigh Overfchot in het Deel gelaten werdt,
fóo fal het \'t felfde te feervervochtigen , ende de ge-
nefinge
gantfch verhinderen. Waerom die Overtol-
lig-

-ocr page 351-

■"■^»\'^i^wjccuit: aiieen ween ae vernmaerm-
als hv Nature in haer werck in de weegh zijn,
de W3 ^^"^olhgheyt fuyvert ende op-drooght: en-
^y dac doet, dan wert hy gefeyt Vleyfch,
Y y^l temaken,
is beginfel dan, als het Lichaem al te vol Bloet
gelaten werden. Indien daer over-
eiï af Vochtigheyt, die dient gefuyvert,

en eèf k"\' S^en toe-vloeyingh

"\'^de. Daer moet oock te gelijck een goedé
Voch^-^^^" leven gehouden werden, om geen quade
te I3. \'^\'bheyt te doen groeyen , ende op de Sweringe
vallen ; gelijck gefchieden kan door Spijfe,
dinpe \' Bewegen , ende d\'ander Niet-natuyr ijcke

5 te fien in den Schat der Gefontheyt.
kan , alfoo het nauwlijcks gebeuren en

tiehe^^ ^^^ van \'t Bloet ende de Voch-

liicW \' de Aderen gedropen is, in de onfien-

geko^®P®"heyt,die in\'t Vleyfigh deel is;op datiulcks
nienppk \' ^"deinEtter verandert werde , foo moet

; Etter-makende mid-

nien ppk \' \'^^"uem £,tter veranai

delen ofte ..........

dieneninSa K ii.cap. van\'t i.Bouck.Defe

lijck gemae t "\'^de Sacht te wefen , ge-

re« van EyereT\'^l" Ofye van ^ofen, code Doye-
van ofc^^\'ï"\' d\'^foo facht met en zijn ,

ende Doymnvan iT" \'\'\'\'\'

Hevfl, „ ^^ ■■ in Drooger lichamen , van

WkroZk.^ Meel va^^n-

Hocnder-vet, ofte , \'tgene

ILêS deSalfS^yiW, offedc

^^aeiter, Diachylum, e^ckel, ofte met de Gom .

Hier

-ocr page 352-

316 heel-konste.

Hier na moeten Suyverende, ofte Af-vegende i"
\'t werck geftelt werden; mede aen-gewefen in \'t ge-
melte Bouck, op het
12. capittel, Maer het gebeurt
dickwils, dat men ( gelijck het Spreeck- woort feydt)

twee vliegen met eenen lap flaet, ende met een eflde

\'t felfde middel tweederley werck uyt-voert, te we-
ten , rijp maken, ende af-vegen . Derhalven diene"
als dan de Rijp-makende vermengt met de Af-vegef\'\'
de, ende daer door werden de Rijp-makende wermer?
ende droogér, als fy anders van haer felven zijn. M^^f
in defe vermenginge ftaet wel acht te nemen op de"

Tijdt: dewijl in \'tbeginfel de Rijp-makende bove"

moeten wefen, in\'t eynde de Af-vegende. Endehe\'
is fekerder, dat men terftont in \'t beginfel Af-vegend«
- met Rijp-makende vermengt, als dat mendeRi/P\'
makende alleen gebruyckt. Want de Nature en fta^\'
nimmermeer ledigh; maer ftelt haer oock al in\'tbS\'
ginfel om Vleyfch temaken, ende fcheydt de Vu/\'
ligheyt, die daerom moet gefuyvert werden. Daero"*
bevint men oock, dat door het enckel gebruyck va\'\'
R.ijpende middelen, de Sweringh lichtelijck voch-
tigh , ende vuvl wert. Derhalven is feer bequaem, dat\'
men onder de Rijpende middelen, nu verhaelt, in den
eerften mengt
Homgb van R^ofen, Sap van lojfroutv-mercb
v\'m Paerde-bloemen,
ofte andere in\'t i. bouck aen-ge-
wefen .

Als de Sweringe wel gefuyvert is, foo móet wen
komen tot Vleyfch-makende middelen ; die befchre-
ven zijn op\'t 15. capittel van\'t gedachte
I. Bouck\'.
uyt dewelcke een Heel-meefter magh kiefen ,\'t gene
beft met de gelegentheyt van \'t Lichaem
over-eert
koomt. Want hoe het Vochtiger is, hoe het minder
Verdroogende middelen van doen heeft: maer dat
drooger is, vereyfcht meerder verdroogende. In Kou-
de tijden desjaers moet men oock wat Wermere ge-
gebruycken, in Werme, die foo Werm
niet en zijn.

Wanc

-ocr page 353-

Want;,Ui"/f L-K O N S T E. 317

den \'."\'^\'en^der fwackei- Middelen op-geleydt vver-
inde\\ "ehoort> foo vergaerfer veel Vochtigheyt
^"de daer groeyt veel facht ende fpon-
Sterrt^ ^J^yfch . Indien men in tegendeel al te
VerdrnV^^j^^^^^\'" ^Verdroogende gebruyckt, foo
Kanten - Sweringe, het Vleyfch verteert, de
bijtend jp-getrocken, ende men verneemt een

fw-^rend ^^"^\'\'P\'g^eyt in het Deel. Maer wanneer een
fe Wefen ^ droogh is, gelijck het natuyrlijckplagh
noch P \' ende uyt de Sweringh geen Waterigheyt,
\'t Vievf vloeyt, ende dat\'er goede Verwe in
VlevH-k ^^\'/"^eksis een Teycken, dat men het recht

riie ft^ middel getreftheeft.
midde! te letten op de Gedaente van\'tHeel-

ofte di\'u ^^nt die werden ofte dun ende vochtigh,
droopp r droogh op-geleydt. In harde , ende
moet e \'^"^"^en, ende daer hart ende vaft Vleyfch
Vlevf^u"\'^^^\'^\'^ ^Verden , isalder-bequaemft, dat men

Als

CVcn vp 1-----\' -ivxyrrne, i^ijcn-womi-, van eiCKS

foo PeK " wanneer de Lichamen fachter zijn,
Moet ev"^\'^ Weecke ende Vochtige middelen,
de Salver*^!! werden in \'t toe-bereyden van
Wantf^" \' datfe niet al te facht en

^eel vverden door de wermte van het

Derhalve^nl"\' dat fy lichtelijck wech-drijven.
in
foodanige de Sweringen niet diep en zijn(want
konnen komenf^^" vereyfcht de gene, die foo verre
nioet men Mi/ii"?^"^ \'^^ven m \'t Lichaem ftaen, foo
ofte vaneenXk. bellen , die lijvigh ,

al te vocS Sal Daer-benelFens,

achtiee namrp « j"\' Verfachten, van wegen hare oly-

\'t welrl • ƒ \' \'"aken al te lofch Vleyfch , ende

fOBderh. 1 en koomt met het onderfte, in-

lOLUerheytindrooge Lichamen.

-ocr page 354-

H E E L-K O N S T E.

Als de Sweringe met Vleyfch vervult is, foO
fe met Vel gefloten, ende daer door
\'t gene, van ma ^
kander geweken was , vereenight te werden te u
in \'t meer-gemelte Bouck, op \'t i6. capittel.

Om het Gebruyck van defe Middelen wel te ^
derfcheyden , dient in-gefien de Gelegentheyt va»
Sweringe, ende de Nature van het I,ichaem . ,
het gebeurt, datde Sweringen , die alflfe noch
waren, geen bijten van de Middelen en voelden j da
nagefuyvert zijnde van de felve gebeten wierden.\'
halven moet men als dan, ende als de Sweringe
felïs fuyver is , van fl:ercker af-vegende tot flapP®
komen : gelijck men wederom in vuyle Sweringe"
tot meerder Af-vegende fal klimmen,\'ten zy milfch^"
datfe door te veel Af-vegende dingen vuyl getvordf"
zijn . Want daer in werden de Heel-meefters fomtij^^
wel bedrogen, om tot ftercker Af-vegende te kom^^:
waer door de Sweringe wederom in-eet, ende vUr
wert van het gefmolten Vleyfch , het welck in qn»"^
Vochtigheyt verandert. Derhalven moet wel neef
ftigh gelet werden, of de Sweringe van wegen in-g^\'
geten, ende gefmolten vleyfch, dat\'er onder leyt, ve^\'
vuylt is,ofte dat heteen Geneef middel van doen hey^
om de vuyligheyt te fuyveren , ende dat\'er foodanige
geen gebruyckt en is.Nu aen grooter holligheyt, ende
roode ende heete kanten kan men mercken , dat de
Sweringe vervuylt is door te groote fcherpigheyt Vä«
de Geneef-middelen . Daer na moet oock
overleydt
vvefen (gelijck wy nu meerder gefeyt hebben) ofte de
Gelegentheyt van \'t Lichaem facht ende vochtigh r
ofte droogh, en hart is. Want op een facht lichaem
moeten flapper, op een droogh ftercker Middelen ge-
bruyckt werden.

De Vel-makende middelen dienen op-geleydt»
wanneer de Sweringe noch niet volkomentlijck met
Vleyfch
vervult en is j maer dat\'er noch een weynigh

on-

-ocr page 355-

en fiaAr \' de Nature nimmermeer ftil

het Vl \' rT"*^ \' dewijlfe Vel begint te maken ,
danef. ft 1 ^"dertuirchen noch groeyt; indien men
Vol ^^^^ maken , als de Sweringe gantfch

Velois foo foude te vreefen ftaen, dateer het

ïvafljn^ ^^^ ^^ groeyen, het Vleyfch ondertulfchen
jjende, het Vel te hoogH foude ftaen .

delen i ^ ^^ wetefr, -dat de Vel-makende mid-

^ertm\'o \' ende in kracht van verdroogenden

PlasHey ^^ j" \' ^"de dat daerom de Poeyers, ende
> daer toe alder-bequaemft zijn.

Het XXIV. Capittel.

teyvl^\'^^\'^\'^S^ Ongematigheyt, z. Oirfaken, S-Kj»-
rinnn ^^^r-teyckenen, <;• Genefinge
6- vanSwe-

0 7- met Koude, 2. met Vochtigheydt,

"^»Drooghte.

Imee ^^^^^\'Vooi\'gaende Capittel is gehandelt in\'t ge-
enckel"een Sweringe, ende derhalven van een
is • ma ongemenghde, daer niet anders by en

ende n ^^^ gebeurt meeften tijdt, dat\'eryet toe-valt,
nootfaiJ 1 g^^^^ngl^ï wert, het welck de Genefinge
vallen * vvaerom op dieToe-

I. \\y"eerftigh dient gelet te werden.
f^gl^eyt, "\'^enaenvangh nemen van de Owgem-
meneht,
enZ^u met een Sweringe ver-

faeck, die de r ^^^^^\' de Oir-

het Deel, en.if "^^-voert, is de Nature van

ongema iUtfs ^et Bloedt: als het Deel

ziin pS c ^"kan geen van beyde wel geftelt

vSlV, nochtftT^\'^ g^^" Vleyfch ge-

Onder vi„ri! ^^ "\'^\'■den, \'t en zy dat het

Wrt n ^ende wel gematight is.

^ ^^ nu dan de ongematigheyt aengaet, foo kan by

een

-ocr page 356-

izo

een
tighey
Stoffe.

S —.—Q — _ - — — j ^
voor het op-komen vande Sweringe» ofte ten
van \'t fweren . . j,

Een Heete ongematigheyt werdt in de Swering
verweckt van al te heeten Lucht, van te heete Gene^
middelen, van te veel S wachtels, ende Deckfel. .

De Koude in tegendeel van koude Lucht, van
te feer verkoelende Geneef-middelen, ende wanf^ \'
de Sweringe met Swachtels ende Deckfel tegen® ^
uytwendige Koude niet wel bewaert en is . ^

Vochtige ongematigheyt werdt veroirfaeckt do^^
vochtige Lucht, (waerom dat in fommige plaetfch^
de Lucht de Sweringen oock gantfch fchadelijck""^\'
ende door toevloeyingh van Vochtigheden .

Drooghe Lucht, drooghe Geneef-middelen >
oock gebreck van V^oedfel, maken een Drooge
gematigheyt.

De Heete ongematigheyt is te kennen, ,
verhittende oirfaken voor-gegaen zijn, endedat o\'^^
alleen de Kanten, maer oock het Vleyfch van de Svv?\'
ringh rooder is , ende dat de Siecke felfs een Hitt^\' _
de Sweringh voelt, waer op gemeenlijck Pijn volg"^*
dat mede Koude geneef-middelen verlichten, Heet
befwaren, ende dat\'er fcherpe ende bij tende VochUb
heyt uytloopt,

In een Koude ongematigheyt gaen voorVerkoele\'j\'

de oirfaken, de Kanten vande Sweringe zijn bleyc
ende facht, Hitte helpt, ende Koude befchadight.

Als de ongematigheyt Vochtigh is , dan fl^^f^u
vt)or-gegaen Vervoclitigende oirfaken, het Vleylc«
is flap ende facht,ende groeyt fomtijts te hooghjgeei
oock veel Vochtigheyt uyt: Drooge dingen
helpen >
Vochtige befchadigen, P

H E E L-K O N S T E.

I M Jt U JN O 1 E,\' ^

Sweringe wefen te grooten Hitte, Koiiaej v "
leyt, ofte Drooghte i ende dat met, ofte lono^

Soodanigen Ongemadgheyt is\'er geweeft ofj^

-ocr page 357-

P H E E L-K O N S T E. 321
voft " Örooge Ongematigheyt werdt bekendt uyc
Va„ pende Verdroogende^oirfaken , dat de Kanten
Sweringe droogh ende hart zijn, endedat\'er
y\'^ynigh, ofte geen Vochtigheyt uyt en koomt: dat
f,; ochtigh-makende middelen verlichten, Drooge be-
iWaren.

. 4- Dewijl, gelijck Gdenus oock leert, dat het On-
^■^-vleyfch wel gematight moet zijn,om een Swerin-
vLT ^^ genefen ; foo
is feker, dat een Sweringe foo
in^^.^iwaerder om te ghenefen valt, hoe het Deel
h "deraf,geweken is van fijn natuyrlijcke Gematig-
konV vermenght zijn met een heete,

"de, ofte vochtige Ongematigheyt, en vallen foo
HUaet niet om te heelen. Want met een moey ten , op
tijdt, ende met de felfde Middelen , kan men de
^-\'gematigheyt beteren, ende de Sweringe genefen.
iviaer Sweringen met Drooghe ongematigheyt zijn
\'•^f^jck te heelen;
dewijl, over-flaende vooreen
Jl^dt de
Genefinge van de Sweringe, de Ongematig-
yt waer-genomen moet werden .
5- De
Ongematigheyt vereyfcht Veranderinge door
jecht tegen-ftrijdende Middelen. Even-
wel moet de
genefinge foo aen-geleyt werden,dat
men de S werin-
|e, foo veel mogelij ck is, niet over het hooft en fie.
llnïJ die Genefinge niet en kan
gefchieden, lbo
3 « P\'^gematigheyt blijft, foo moet de felvige
gefSwi werden, \'t en zy beyde te gelijck

6. Verhitte ongematigheyt vtxeykhtVeïkotknicmid\'

delen; ftercker, ofte flapper, na de groote van de Hit-
je. Ende al is\'t, dat de Sweringh Verdroogende mid-
pelen van doen heeft, om dat
even-wel de Hitte, door
tverteren van de
Vochtigheydt, de Sweringheop-
arooght ,foo moet men flapper
verdroogende midde-
len gebruycken.
Maer die dienen oock met eenen van

esn te Samen-treckende kracht te wefen, om de Sinc-
Z »

-ocr page 358-

H E E L-K O N S T Ê».

kingh, die lichtelijck door de Hitte verwecKC
tegen te houden . Derhalven, alfoo de Hitte ge\'"
lijck Pijn maeckt, foo moet daer
by gedaen ^^ ^
\'t gene de Pijn kan ftillen, ofte ten minfti geen K^ ^^
en heeft, om de felvighe te verwecken, foo ö
Heel-middelen hier niet en dienen te wefen v^ni
Verdroogende, ende Af-vegende kracht. ^^^^^^
zijn bequaem de gene, die beftaen uyt het
Sap van I{pfen, van Weegkbre, van Endivye , van N
fchade,, i ayt Olye van Kpfen , van Violi""^^

lerebmbijn, dickwils met Weeghbre-water gewaftc»
Ofte men magh gebruycken
Salf van l^o/e«, de
lende falf van Galenus, die Ceruys , ofte LoodH
van Nacht-fchade, de Witte, die van Santal-hout j
dat ick beft houde, Nutritum, met een van de ge\'^®. -
Sappen gewafichen. Dan de Verkoelende midde\'
en moeten niet alleen op de Sweringhe felve i
oock op de omftaende Deelen geleyt werden.
omen magh mende felvige niet alleen met de v\'e
haelde Salvenwel beftrijcken, maer oock dowc^
op leggen,die gedoopt zijn in
Oxycratum (dat is y
ter ende Azijn) ofte met het Sap van Weeghbre > ^^
touw, Nacht-fchade,
ofte in het Af-fietfel vanJWy\'^^l\'
Granaet-fcheüen, Granaet-bloemen, Weeghbre , endedie^\'
gelijcke.

Wanneer de Heete ongematigheyt aldus wech ge^

nomen is, foo moet men de Sweringe met Vley\'en^
makende dingen toe-heelen, ende die en dienen even^
wel niet te feer heet en droogh te zijn,om de
heete on
gematigheyt niet weder te doen keeren. , . ^

7. Koude ongematigheyt ineen Sweringe, t\'tioetne -

ben verwermende middelen, gelijck daer zijn Olye van
Hypericon, ofte S. lans-kruyt, van Nardus, van LtjcD\'
wortel,
Van Camillen, van Wijn-ruyt, van Vil-, Syroop
ende Honigh van H^ofen, Brandewijn, Ceroen van Betonye •
pe Salven ofte Smecringen hier van gemaeckt, w^r-

-ocr page 359-

^^nopde^ O N S TE. 325

Jal tïiP Sweringe fel ver geleyt. Maer van buyten
van^ 7" de naefte Deelen ftoven met het
<Af-fietfel
LatiJ^^\' -Aljfen, Orego, Wijn-ruyp, Munte,
koocW - ^\' C4»22i7É\'4/o£»ze?2 , iu ftercke Wyn ge-
de y , • men kan de felve mede ftrijcken met
Vitifi ^ heete
Olym, ofte op-leggen het Qrom

ttiiddef"«ge\'M^iwg^eyf wert door Verdroogende

Oock / j genomen . Ende alfoo een Sweringe

inoefp Verdrooghende dingen vereyfcht, foo

Werck ftercker Vleyfch-makende middelen in \'t

Vanc twerden. Soodanige zijn de wortelen

Ons? D^-^iJCKe j uyt de welcKe na de groote\'______

5 |®"^atigheyt bequame Heel-middelen voor elcke
Sw können gemaeckt werden. Want hoe een
H\'^ge vochtiger isj hoe fy ftercker Verdroogende
de van doen heeft: ende minder vochtigh zijn-
Sul\'t tnoetfe oock fachter verdrooght werden .
jj^ gefchiet door by doen van 0/y«,
Hars, ende
dap dat\'er van de felvige meerder ge-

l^jg ^^"^dt van de Verdroogende middelen , hoe dac
hop\'^h 1 \'"eerder koomt te breken: hoe minder»
eïïadf meerder in\'t geheel blijft. Dan voor-
met Prr"\' f^ Sweringe wel gefuyvert,ende af-gebet
hebben "^et
Water ende daer in gekoockt
delr- ■ . "^en-treckende en Verdroogende mid-
kr \' Wortelen van wilden Galigaen, S. lans-

\\ uyt Alßen, roode Impfen, Betony, Sdy. Daer na kan men
an de verhaelde middelen wat Poeyers in de Swering
felfde met
Otye ende Wafch sen
2i:"r^tkenmaken, om, op wat plockfel geftreken
drnA^ \' ^^ ^^ S wermge te brengen, ende dan een ver-
«Iroogende Plaefter daer over leggen .

9- ^yooge ongematigheyt werdt verbetert door Ver-
Z a voch-

É

-ocr page 360-

324 H E E L-K O N S T E. _

vodicigende middelen . Hier is bequaem Uuif ^
om daer mede de SweringCj ofte veel
meerderde o
liggende Deelen te ftoven . Want al feyt
dat men de Sweringen niet en moet vervochtigen)
met Tl^^\'n, ende daer by doet, dat de drooghte h^t p^j
fonde nader is, de vochtigheydt het
ongefondei j.
fchrijft oock Gaknus, dat\'er geene Vochtighejj\'t ^ ^
dc Sweringen dienftigh en is , infonderheyt niet
Water: foo moet dit verftaen werden van een S^e^ \'
ge, van wegen , ende voor foo vele het een SwerJfjFjj
is, tot de welcke vochtigh-makende middelé gaw^^,
onbequaem zijn. Maer als\'er een Drooge ongeina^\'ë
heyt,die de Genefinge belet ,by de Sweringe iS\'\' g
tnoet men voor een tijdt, als over-flaende de
Genefinge van de Sweringe , de Drooge ongema^b^
heyt tegen ftaen, tot dat aen het Deel de vorige h
matigheyt herftelt is . .

Nu de mate van Vervochtinge moet wefenjdatf"
ophout, wanneer het Deel begint root te
werden? ^
de hem te verheffen. Want by aldien men noch lai\'ê^^
met het vervochten voortgaet, foofal \'t gene, da^ê .
trocken is, vervliegen. De manier om met lauw
te vervochtigen,is driederley, met Stoven, Over-g\'
ten, Baden ."Het Stoven gefchiet met een Spongy^\'
wolle Lappen,ofte diergelijckgjen dit is de bequae\'^
fte Middel. Over-gietmgh, ofte Badt-ftove en vaJj
len foo bequaem niet. Het is oock beter,dat het De
met
lauw Water ende Olye geftooft vvert,a,ls met Wat
alleen, infonderheyt in de Winter. Want al is \'r ?
lauw Water wel door fijn werckende
wermte ver\'
wermt, foo verkout het even-wel na het ftoven, end
verfpreyt met eenen de natuyrlijcke
Wermte, \'twelc^
den Olye,daer onder vermenght
zijnde,belet^erftop\'
pende, door fijn taeyigheyt\',de onfienlijcke Gaetjen^
van de Huyt. Na het ftoven kander eê
vervochtigendc

Pap op geleyt vyerdcn, als volght; N, Ueumft-wortei

-ocr page 361-

xonc...^ E E L-K O N S T E. 3Z?
koocK ^ a hant vol. Beyde in Water morw ge-
mecl j \' dan geftampt zijnde, doet\'er by,
Gerßc-
fdC \' gehockten Honigh i
half loot, Verekens Heu-
veel van nooden is. Of men kan het Deel oock
eutoven met Olye; ofte gebruycken een Salfken be-
aende uyt een deel
Sap van Maluwe, ende twee deelen
> daer by gedaen foo veel
Wit Wafch, als

Vgij wanneer de Swering droogh is, ende het deel
\'dorret, ende dat\'er geen ftoven en helpt, foo moet
van ^^^^ doen,datde Siecke gebruyckt

■«1 veel ende goet voedfel, ende die licht verdeelt kan
erden, opdat het Deel fijn voedfel overvloedigh
krijgen; daer na, foo het van doen is, magh men
Jjet voedfel oock door Dro^^zw, fterck-treckende plae-

, ende andere middelen, daer na toe trecken.
^ De Ongematigheyt wech genomen zijnde, fal men
J^^yfch-makende middelen gebruycken, doch diefoo.
geheel feer niet en verdroogen, op dat het befchadigh\'^
^ Deel niet wederom en kome te vervallen in een
Drooge ongematigheyt. Derhalven moet men onder
de
Vleyfch-makende poeyers vermengen Vetten ende Olyen
oiet wat Wafch. By voor-beeldt, NMaftick. kleyn ge.
Uooten,
Lifch-wortel, van elcks een halfloot. Temen-
™et Lattou-water gewaflchen, i on^e, Hoender-vet,
Olye van ^ofen,
van elcks l loot, Witfch, foo veel van

nooden is tot een weecke Salve.

Het XXV. Capittei.

Swmnghe met toe-vloeyen van Vochtigheyt, 2. Oir-
Jpi-onck, ende Oirfaken, Kjn-teyckenen, 4. Voor-tsycks-<.
> 5:. Genefinge , g. Maniere van Leven ,

VV^ hebben gehandelt van een Sweringe met On,.
gematigheyt; dan de felve en kan nkt langh,oftQ
Z 3 uauw^.

-ocr page 362-

526 HEEL-KONSTE. ^
naiiwlijcks wefen ende beftaen fonder eenige ftoff
ofte Toe-vloeyingh van Vochtigheden . g.

2. Defe vallen op hetfwerende Deel ofte van*\'
heele Lichaem, ofte van eenig Deel, dat quade V^\'\'
tigheden voort-brenght,wanneerde
Nature,\'tzy do
Veelte,\'tzy door Hoedanigheyt geprickeltzij\'l\'\'g.
de felfde uyt-werpt op de Sweringejofte dat het f^
rende Deel door Pijn, ofte Hitte de Vochtigheden"
hem treckt; ofte dat de Vochtigheden van felfs"
een leeger ofte fwacker Plaetfche facken. , ^

Na de verfcheydenheyt van de Toe-vIoeyingh>
is oock de Vochtigheyt, die uyt een Sweringe loop"^\'
verfcheyden, dun, waterachtigh ; dick, grof; g^®
onfuyver.

3. De Sweringen met toe-vloeyen van Vochtig^!?;
den zijn te
kennen eerft uyt het Gefwel, dat hem
alleen in de Kanten , maer oock in de omftaende

len verheft, als mede uyt de Pijn, ende de Veelte v-\'\'"
Vochtigheyt, die daer uyt loopt: waer door het to^\'
heelen oock belet wert.

Dewijl het Heelen beftaet in Verdroogen?
is lichtelijck af te nemen, dat een Sweringe, daer g^\'
ftadigh Vochtigheyt toe-fchiet, bekommerlijck ^^
heelen valt; ende foo veel te fwaerder, hoe deSi^^\'
kingen fcherper zijn.

5. Derhalven, dewijl de Sweringe niet en wÜ
nefen, voor al eer dat de Toe-vloeyingh is
wech ge-
nomen ; foo moet voor-eerft gelet werden,om de O^\'
faken van de felvige te weren, waer van
voor defe\'\'
dickwils gefproken is. Daer na,op datdeVochtigheyt
nieten foude vloeyen nae het befchadighde Deel, fo®
moetfe vertrocken, onder-fchept, ende te rugh ge-
ftooten werden .

Onder de Kevellerende, ofte Vertreckende middelen»
zijn de
Fontanellen, ofte Open-gaten al der-bequaemft\'
die op het tegendeel geftelt zijnde,
de VochtigheJ»

-ocr page 363-

dig, HEEL-KONSTE. 327
lofen c P neemt na het befchadight Deel, aldaer
fakel"- , "dedefe Open-gaten zijn infonderheyt noot-
de langh-diiyrige Sweringen . Want dewijl

j- ^ture nu al langh gewent is,haer van quadeVoch-
. pedente ontledigen door het fwerende Deel,foo
an hchtelijck gebeuren , als de Sweringh geheel ge-
daf H \' ^"de wat quade Vochtigheyt vergadert,
«<ie lelvige wederom keert in de Aderen, ende op
n voornaem Deel valt; \'t welck met de
Fonpatidkaa
^"jr-kottien werden.

Wpa ^^fi^ß\'^\'^f^ \'Ofte Onder-fcheppende Middelen,
Zr" geleyt bovë het fwerende Deel, daer het noch
pet IS, ter plaetfche daer dt groote Aderen haer ver-r
?onen , die de felvige toe-trecken, ende de Voch-
"gn^eden te rugh ftooten, te fien in \'t
2. capittel van \'t

Bouck

.Maer op het fwerende Deel felve moeté de Wech-<
, yende middelen geleydt werden, om de Vochtig-.
J\'^en, die in Aderen driftigh zijn, te rughte ftoo,
• öaer toe dient hetfwerende Deel gebet te zijn,
jnet
Aluyn-mater, het Water , ohe Af-fietjel van Weegh
J^\'A°fin,Vijf-vmger-kruyt, ofte diergelijcke . Endf

yijf-vtnger-liruyt, otte aiergeujcKc . i:.uuc
Qe Sweringe moet beftroeyt werden met Poeyervan
^tver.fchuym, Bolus, Loodt, Coper-root, die oock onder
l vermenght, met plockfel konnen op.ge-

leyat werden, ende indien de ftoffe rauw ismet wat

Wio enaemaien c.

. V.^^de dan boven om-geflagen de Plaefter
Dia
^mpholygos, ofte Biapalma. In\'t korte, de Vleyfch-,
makende middelen moetenalhier ftrecker zijn , als in
een enckele Sweringe, daer geenToe-vIoeyinghbj?
en valt, om de Vochtigheyt, die hec Deel in-gefogen
heeft, op te droogen .

ïn de Gedaente van den Heel-middel ftaet waer te
nemen, dat hy niet vochtigh, ofte vet en is, alfop hy
anüers het Deel foude verflappen . Men dientoock
altijdt op een Middel te b ij ven ftaen. Want he^

Z 4 \' \'

-ocr page 364-

328 HEE L-K O N S T E. g,

gebeurt dickwils, dat het gene eens endemeera

holpen heeft, daer na, als de Vochtigheyt wat op-B^ ,
drooght is, geen voordeel meer en kan by-breig ^
maer eenighe bijtende fcherpigheyt veroirfake«-
welcke gelegentheyt dan fachter dient in \'t vicxcls g
ftelt te werden .

Als de Sweringe met Vleyfch vervoItis,dan die ^^

fe met Vel over-trocken. Guido gebruyckt hic\'
dunne Loode plaet vol gaetjens door-boort, de
ke verkoelt ende verdrooghtjende derhalve hier ^^
ftigh is ; daer by komende een Verbandt, \'t M
Vochtigheyt, die in het Deel is, uyt-douwt, ende
daer in (oude facken, uyt houdt. ,

6. Hier dient foodanigen Maniere van Leve»
bruyckt, als in de Geneef konsie voor dé Sincking^"\'
aen-gewefen.

Het XXVL Capittel.

t. Vervuylde, Verrotte, In-etende, ende Voort-hof ^^^
Sweringe, z. Oirfaken, ^. Ken-teyckenen, ^.Voor\'t^f^
nen, j-. Geneßnge, 6, Maniere van Leven.

TjEt gebeurt felden,dat een Sweringe, die met
-Tl Vochtigheyt, voorn3melij,ck als de felve gïOj\'
ende flijmerigh is, overvallen wert,nieten vervuy» \'
verrot, ftinckent wert,ende dan in-eet. .

2. De naefte Oirfaeck. hier van is Vochtigheydt >
deelachtigh zijnde van een bedervende Quaedt-aer-

digheyt, de welcke uyt andere plaetfchen daer na to
fackt, ofte in\'t S werend Deel felve
bedorven wert >
\'czydoor fijn Ongematigheyt, ofte
Swackigheyt»
als oock door gebruyck, ende op-leggen van Midp^*
len, die niet wel fuyveren, ende op-droogen ; ge»/^^
mede in tegendeel, die beyde al
te veel doen >

-ocr page 365-

alf H E E L-K O N S T E. 329

T\\«gefont Vleyfch verteren,
njpf,Vochtigheyt wert fomtijdts foo fcherp, datfe
de n n " ^^^ Swerende Deel; maer oock

"^^"\'gelegene door-eet , ende gheftadigh door-
^jf^kVd\'^^^ een Voorts-loopende Sweringh ver-

ilf^" P^ Ken-teyckmen zijn hier niet verre te foucken,
\' "00 de Slijmerige, ende Vuyle vochtigheyt haerfel-
ende het Vleyfch rontom flap, ende vod-
jé» maeckt, het welck dan dickwils te feer uyt-waft.
Von geeft een vuylen Stanckuyt. Het

verweckt Pijn, Juckingh, ende gefta-
^\'gti Vergrooten.

tipt\' ^"diende Vuyle, Verrotte,ofte Scherpevoch-
gheyt niet met den eerften wel gefuyvert, efi wech-
iS^k^" wert, foo bederft
fy de aenftaende Deelen,

cnae brenght in de felvige het Kout\'-\'jy^\'\' •
L Om tot de
Genefinge te komen, fal eerft het Lic-
"aem dienen gefuyvert, door Inwendige Middelen,
le de quade Vochtigheden af-drij ven, verhaelt in de
^\'"««Honße, ende daer nae de Sweringe gewaflchen
^^^ Brandewijn; waer onder,na den eyfch van de geftal-
emlie, gemenght, ende op-geleydt konnen werden,
\'^odanige SuyverendeHeel-middelen,alsin\'t i2.ca-

I.Bouck befchreven zijn.
hoophSpongyachtigh Vleyfch, dat te veel ende te
yy^-^aft, fal men ftroeyen Poeyer van
rmia.
IZ^ hl\' ofte Gramet-fcheUen; ende, als dat niet
Senoegn en doet,
vzngebranden Aluyn, ofte yet anders

aeS-gefeyckenT \' \'\'\'\'

cT«^^ Het koomt hier infonderheyt oock aen op een
goede
Mamere mn Leven, waer door de quade Voch-
(t
Ik vermindert, ende goede in haer plaets

haek i ^oodanighe nu meermael is ver-

Z $ Het

-ocr page 366-

530 H E E L-K O N S T E.

Het XXVIL Capittei.

I. Quaedt-aerdige, ende Qmlijck-toe-ßuytende Swe^H^\'
"i^amen , ende hlaem-reden. z. Oirfaken, j. Ksn-t^j ^
nen, Voor-teyckenen, \'s;. Genefinge, 6. Manier^ \\
Leven.
7. Voor-beeldt van eengeheelde Langh-durig^\'
Quade Sweringe in den Neus.

D

de

E voorgaende Oirfaken langh by-bli;vende j
^ wert een Sweringe van quaden aert, daero^^"*
Latijnen
Malignum, ende by de GrieckëiO«t\'oé# \'
dat is,
Quaet-aerdigh genoemt, ende , om dat fy
lijck te heelen is,
Dyfepuloticum, dat is, Qualijck^"
ßuytende;
als mede Chironium, na Chiron den Centaufl*^\'
Van welcke benaminghe geen een reden gegejü^j,
werdt.
Z^nodotus {xt fien by onfen Erafinus in ß?^
Spreeck-woorden
z 8 21.) meende, dztChiron
Hercules^e^eken
zijnde, een ongeneeflijcke wondf\'
fijn voet (daer defe Wonden meeft komen, ghelij\'\'
Ol/«/fchrijft 6 28.) kreegh,die hem \'tleven benatn.^
ende dat daer van alle ongeneeflijcke Sweringen
rowMgenoemt zijn. Maer van
PliniusZ^. 6. ende
Ovidius Fall, wert een geheel ander oirfaeck by-g®\'
bracht, te weten dat
Chiron een Pijl van Hercules,
t\'huys leggende , byongeluckin fijn voet foude g^\'
vallen zijn, die aldaer een gevaerlijcke, ende vergif^\'\'
ge Sweringe op-wierp ,ende dat hy met het kruyt,
hem daerom
Chironium, ende Centaurea, dat is, Sant"\'
ryegenoemt,van die quetfure fijn felvê genefen heef^J

endedathy foude geweeftzijn den eerften vinder

de Heel-konfte, die haren gemeenen naem van
rurgje noch, al de wcreldt door, uyt het Grieckicn
voert, gelijck hy van Cheir, dat is, Handt. Sqo di^
Chironifche Sweringe,
niet anders te feggen en ^

-ocr page 367-

HEE L-K O N S T E. 331

P^ck de Grieckfche Paulus feyt 4.46.) als eene, die
T^lwaerte eenefen valt, datfe wel eenen
Chiron van
foude hebben.

Vivit peQore.fub dolente vulnus,
^od Chironia mc mams levaret.
^efe Sweringe weit oocktdephium deus geheeten,
eenen
Tekphus, die , ghelijck den felfden Pauluf
t\'-^ft, daer langh aen vaft geweeft is; doch werde
J^lattften nochgeheelt
doot AchiÜes, den leerlingh
van den gedachten
Chiron, met het kruyt, dat na hem
-laem van
Tekphium draeght. Claudianus, t .Efigr. j o.
"^^ert dit aen met het volgende vers:

Sanus Achilleis remeavit Tekphus herbis.

r De 0/VMew van Quaet-aerdige S weringen ^jn,

quade Ongematigheyt in het Deel felve, als Toe-
y^eyingh, ende Vergaderingh van quade Vochtig-
jeyt, die raetter tijdt een Venijnigen aertaen-treckt.
"f felve wercktfchierlijckuytterlijck Vem)n. Den
^^^iPhihaetes een Sweringe hebbende van een Slan-
gen-beet, werde daerom van de Griecken gelaten in\'t
Lemnos, gelijck
Cicero onder andere fchrijtt m
"jnbouck van\'t Noodt-lot.

Het gebeurt oock dickwils dat een Swermge^niet
genefen en wil, als daer eenige bedervinge in \'t Been
IS, die hetomftaende Vleyfch medebederftiofte oock
Mm ^ 1 Vleyfigh vliefch, ende \'t Vet, dat onder de
vf^ r > vergaen is, om dat dan de Huy t aen het
Vleyfch nieten kan heelen,doordien de kleyne Ader-
Kens, daer na toe gaende, op-gegeten zijn , endeder-
halven het Bloet,dat tot de Genefinge van nooden is,
«ie Huyt met en können toe-voeren .

3. De Quaet-aerdigheyt van de S weringen bhjckt

Jaeruyt, datfe door geen gewoonlijcke Heel-midde-
{en en willen genefen; datfe pijnelijck zijn j ende al-
lencxkens dieper, ende grooter werden , harde, ende
Pruynekanten hebben. Het uytterlijcke Venijn w^)ft

-ocr page 368-

«2 H E E L-K O N S T E. .
fijn felven. Wanneer eenigh Been bedorven is» "
enfalfe niet fluyten, ofte gefloté zijnde, gefta^ig"^
breken ; behalven dat\'er oock Waterige, ende
dige Vochtigheyt uyt-zijpt; gelijck medeals de ^^ (,
ringe uyt-geholt is, het welck van buyten gevoelt»
werden, en dan is de Huyt drooghachtigh,dun, bru>
ofte na den blauwen treckende . .. -

4. Defe Swerihgen hebben haer gevaer, doord^
fy met alleen het Deel, dat
i\'v befitten, gantfch be^^\'
ven : maer oock haren Venijnigen aert aen de by-\'%
gende Deelen voort-fetten, ende het gantfche Blof",
ten laetften befmetten . Sulcks doet infonderheyt
Venijn. Daerom werdtFMoS^ffxbefchreven l^"^
jaren aen fijn Sweringe gegaen te hebben , de welc"
oock met genefen en is, als door middel van Macf^f
fone van den grooten
Efculapks, vinder van de Koi"^®\'

Hier op flaet de poé\'etPropOTz«j ï.E/£g. i.

Tarda PhiloEleta fanavh crura Machaon.

5- OmtotdeGew>getekomen: foo fal men ".f
het fuyveren van de quade Vochtigheyt,door Af dii)\'
vende Middelen, dan, voorde Quaet-aerdigheyt>d^f
op drincken alle morgen een roomer van een Äf
fel vande wortel China ,Sar:{apariaa,oüePock^\'"^^\'
Äonsen, vier-en-twintigh uren heet, in twee
ïT^fer geftaen hebbende, tot ontrent op de helft g®;
koockt, ende dan daer by gedaen
Scordium^i hant vo^
onder het door-gekleynfte ghemenght
Syroop v0 P\'
troemn, 2 ongen, X^ut vm Cardo-benediBus, een half Vie-
rendeel loot. De Siecke magh oockaUte-met \'savon^
door-flicken een vierendeel loot
Diafcordium, Mif/^"\'\'
daet, o£terheriakel.
Ondertuflxhen fal men tot ver-
fterckinge, om het Swerende, ende de
omftaende dee-
len, flaen een Stovinge, beftaende uyt
GranM-pellê\'^\'
Smack, Cjpns-nmn, van elcks 2 oneen, Granaet-blotrtim
lipfen,
van elcks 2 hant vol, te famen gekoockt in eei«
UnroodenTJ^jn tot op de helft. Hier onder fal

-ocr page 369-

niedeh,.^ ^ ^ O N S T E.

J^WerJn« vermengen Honigh vanT^ofen, ende de
daeroD ft wafTchen , ende fuyveren ; dan

ieugpn d ^^n Poeyer van rautv Loot, ende daer over
ende te ^\'T^^pf^^bg^\' ■ Indienfe te
diep ,

Mu \' niagh men daer in fpeuten Brande\'

Uick "ï^^de fy oock gewaflbhen kan werden, ge-
de H , ^ • l"dien
het Vleyfch tot

fehaer , foo fal men de felve mee een

alsverh T ■ (ende dan fuyveren, ende genefen,
"iiddel fhet welck beter
is, als door een Brant-
Vint me u^ \'^y^t. Sweringen van Slange
-beten en
poëer n te Lande niet; van Philoaem oirdeelt de
en de r ■ / i.bouck van de Geneef-midde-

honrf. n e)dat hy het gebeten Deel hadde be-
terftont te laten af-fetten .

Icefusfuerat, partem Pceantius heros
Hebuerat celeri prafecuijfe manu .

T TI7 *amen hic muitos fanatus creditur anms .
be^t dit Capittei befluy ten met een voor-

Swevf^" geheelde, Langh-duyrige, ende Quade
"\'"^"\'"gem den Neus.

vijf-en-twintigh jaer, kout van
nio»S^^y^\'Vol van Waterachtigh bloet, hadt al ee-

d ^ P%-achtige knobbeltjens tot de Op-
Na datf^*" ^^terachtigh bloet uyt traende.
ten
Verdroo^^^^\'^^^\'i^de PMrg4W«,Laten,ende van buy-
gantfch geen®& dingen gebruyckt hadde, kreegh
datfetenlaetfteïa: \'"aer werde alle daegh arger tot

mercktedenaturtvTelhl^
den,fcherpigheyt; ^v ! ■

gen toe.

qwam by Df- Horftius, die inhaeraen-
■^sveelheyt van de quade Vochtighe-
ben^ffónc\'^\'f/r\'\'^^,^" veel Waterachtigh bloet; daer-
Voch? . \'^\'\'•\'"Hooft met\'tgeheele Lichaem heel
Uvt de^\'\' welck hy af-nam alfoo re wefen

hlL.-.^f ^j^^dige Stonden , die fy alle maendt op
"der tijdt hadde, als oock het veel Tranen vandeOo-

gen,

-ocr page 370-

334, HEEL-KONSTE.

gen, langh Slapen, ende diergeli;cke. Den Neu^y^ ,
toonden van binnen ende buyten een groote endel^i^
ge Sweringe, harde ende verheven Kanten, uyt-g®\'
vende met veel, maer dun ende waterigh Bloet j
weynigh Pijn, ende luttel Ontftekinge. Waer uyt
ondeelde, het gebreck te zijn
Vlcus Chironmm, ^^^

af fchrijft, ende feer fwaerlijck kan genefen
den . Hy beloofden haer even-wel te heelen, by^*\'
dienfehem wederom beloofde, ten
minften2ma^^\'
den een goede Maniere van Leven te houden, end®
alle Middelen wel te gebruycken. Sulcks geda«"
zijnde, heeft hy, na datfe de Stonden gehadt hadde\'
haer voor eerft acht dagen langh van binnen gefuy
met
Oxymd Laxativum, ofaf-fettende Azijn-honig^\'/
ende als dat alle daegh facht jens gewerckt hadde, heef
hy haer doen Ader-late; het Lichaem met defe
delen bereydende tot het gebruyck van de vordere •
Want alfoo men infulcke langhduyrige Sweringen\'
ende die nauwlijcks en zijn met Vel te
fluyten, nie\'^
en kan tot Genefinge komen, \'t en zy men te vore\'\'
de Oirfaeck wel wech neemt, ende dan deQuaet-aer;
digheyt van de Sweringe verbetert: foo w^noodigï\'
eerft het geheele Lichaem van de Ongematigheyt^ef\'
de den Overvloedt van \'t Waterachtigh bloedt te fir
^ren, eei\'datmen quam totde byfondereHeehnge»
Derbaiven heeft men de Dochter tweemael
daeghs
meteen DecoSlumdoea fweeten, ende over den vier-
den dagh een af-fettend Middel in-gegeven. Onder-
houdende middelerti/dt een goede Maniere van Le-
ven . Maer alfoo door defe Middelen
het Gebreck
weynigh ofte niet metallen en weeck, foo oordeelde«
HorHtus, dat hy moeft komen tot ftercker, om de qua-
de Vochtigheden af te fetten , endè op de Sweringe
lelve te leggen. Daerom liet hy voor-eerft deplaets
beftrijcken
met Olye van ^ntimmye ■ ende als hydaer
mede met
genoegh en vorderde, foo quam hy tot een

Sferct

-ocr page 371-

S^cct " EEL-KONSTE.

over/p f^^^ bereyt Quick-filver met Brandewijn
^erftoS ^^ \' d\'^or de Sweringe

VKf L,®\'«O gi\'oot fcheen, door dien veel quaedt
op tju^ ur f\'^\'^\'gegeten werde. Daer na llroeyden hy
een of ende leydedat alfoo daer op ,

aliegf\'^\'ee weken. Door welcke Middelen niet
de fti f "^"^de Kanten zijn wech genome , maer oock
Vert "^^^"de Sweringe door nieuw Vleyfch gefuy-
tot • 9"dertufl"chen en flough hy niet over, dat
ende^^^""®\'^ geheele Lichaem behoorden,

toe ; tot belet van Toe-vloeyingh . Daer

Ve J^ °ver den derden ofte vierden dagh een Af-drij-
drie ^/^"exken in-gegeven; het felfde oock ontrent
q"ade V • tulfchen beyden om de

Cq. Vochtigheden te verleyden, zijn door-geßagen
de S! op den Rugh , ende een Blader-trecken-
Gebr u Neck . Door welcke Middelen het
teiiirt genefen is. Ende om dat het niet lich-
hetL" komen, foo heeft hy alle maendt

drancxk ™ eens doen fuyveren meteen Af-fettend

Het XXVUL Capittel.

ren \\ \'»et u^t-gefpannen Aderen, ojte Kjamp-ade-

ge, ende pLtcch ^" ^ ® ® ^ • »• Benaminge, Befchrijvin-
ieyckenen, i n ^.JQn-teyckenen, \'i-Voor-

dat een Sweringe vermengt
fy nie "y^:gefpannen Ader , de Selcke alfoo

eerft phl" r ^ berden ,\'t en zy de Kramp-ader

end? t! , endeelck fijn byfonder Oirfaken,

^ eyckenen (die van de Sweringe verhaelt zijn)

voort«

-ocr page 372-

336 HEEL-KONSTE.
voort-brenght; foo fullen wy eerft de Kraf^P\'^ ^^ gg.

* leen 5 ende daer na een Sweringe 5 met den feil\'*

vought 5 verhandelen . , -.sj/i,

Z. Het gefwel, dat de Griecken Kj^fo^\' ^ j nuV^\'
de Latijnen Fiïnxgenoemt hebben, heeten del^-
fchen
Kr^ffijf\'ider, ende wy mede IQ-amp-adey. Der^^^j;
goifchen, Italianen, ende Spaengjaerts en hebben ^^^^
toe geenen byfonderen naem
; maer gebruycken
voor de Befchrijvinge, zijnde een
uyt-reckinge >
uyt-berftinghe van Aderen , de welcke verfchey^^^
plaetfchen onfes Lichaems over-koomt, doch
ften-tijdt in de Beenen. .

3. De naefte Oirfaeck van de Kramp-ader, i®
ende fwaer Bloet,het welck de Nature,daer van
laden zijnde, fouckt haer quijt te maken , ende oni
fwaerte meeft na beneden fackt, ende aldaer, doo^ \'
menighte, de Aderen doet recken, ende uyt-fpan^ j
De vordere Oirfaken zijn al \'t gene foodanigen
voort-brenght, (waer van elders gefproken is)

de Slagh, Stoot, fonder ftegel-reep te rijde, al
te gaen , ofte te ftaen, gelijck de poëet
Imenalis w jj
ó.Sat.vzn de Voor-feggers, datfy,door\'tlanghft^
in\'t onderfoucken van\'t Ingewantder Dieren,Rraf\'""
aderigh wierden.

varicofus fiet Harufpex. ... ig

4. De Kjn-teyckenen wijden haer felven\'f deWJj\'
uyt-puylende Ader kan gefien werden, de welcke n
der gedruckt wel wijckt, maer terftont wederom ^P
fwelt. De Plaetfch werdt oock metter tijdt blau^*»
ofte bruyn .

5. De Kramp-aders hebben weynigh fwarighey^/
maer verhchten gemeenlijck het Lichaem» geb|^
oock het Speen, van andere Siedkten , die uyt gr^f\'
ende fwaer Bloedt veroirfaeckt werden. Soo fchriJJ^
Hippocrates in de zi. Kort-bondighe Spreucke van

6. boHck; Alf de Wtfimige Kjamp-aders, ofteSp^^^f^^]

-ocr page 373-

koomt, " E E L-K O N S T E.

het fv^ de Wtfimigheyt. De reden is j om dac

•^aeck ï r , het welck de Uytfinnigheyt ge-
end» \' door op een andere wegh verleyt»

u, e van het Hooft na flechtet Deelen gedreven wert.
WilÏÏ\'" tegendeel, als men de felve ontijdelijck
OipnVf \' foodanigh Bloedt fijnen loop elders ne-
Van r !c ^"\'^^\'"der Sieckten verweckt. Wanneer fy
bo„ I komen (feydt de gemelte
Hippocrates, in fijn
fiiick kde Lucht, Plaetfchen, ende Wateren)
tev t b^teyckent een kort leven : maer is een goedt
j^nicen, alsfy m de plaetfche van andere Sieckte haer
We h foo nemen fy oock de Bultigheyt

volgens de getuygeniflTe van den meer-gedach-
\'fijn bouck van de Gewrichten, ge-
\'CK nu oock van de Uytfinnigheyt gefeyt is.
Ve h ^^\'"halven wanneer de Kramp-aderen niet al te
end te feer ontflieken, ofte te pi jnelijck en zijn >
» ^d^t\'er van wegen het uyt-reckë der Aderen geen
ontmgh, ende, dien-volgende groote bloet-ftorting

n.yi? j" ftaet, ofte oock dat\'er geen groote, ende
S; k Sweringebyenis: in fulcken geval,is

net beter de Geneßnge te ftaken , als arger quaedt daer
mede te verwecken , alfoo de felve moet ftrecken tot
vorderen, ende verbeteren van de Gefontheyt, ende

ofte verärgeren.
dient ^ fiilckeleelijckheyt te feer tegen-ftaet,
PnT \' Lichaem al te voren van die fwarte,

enae grove Vochtigheden wel gefuy vert is, door foo-
danige Middelen,als in de GeneefkoMdchxewè zijn,

op de Kramp-ader te leggen fterck te famen-trecken-
Qe, ende wat verdrijvende Middelen, mede aldaer
aen-gewefen , ende daer over dubbelde
Compreßeny3i&
op binden.

Dit niet helpende, plegen de Ouden tot het Snij -
oen te komen. Soo getuygen C/cera (waer op lichte-
"JcKwel
Smca gefien heeft, alshy fchrijft in fijnen
Aa 179. brief.

-ocr page 374-

33» HEEL-KONSTE- „ ^
179. brief, van yemanr, die, als hy van de Krau ^^ ^^^
gefneden werde , daerom niet en liet, noc
bouck te lefen)
Plinm, endt Plutarchus, van
die feven-mael Borgemeefler van
Romen is ge ^^^
dat hy hem van dit Gebreck heeftlaten fmjden- - ,
fulcks (om fijn kloeckmoedigheytte toonenj ai ^^^
de ; daer in d\'eerfte, ende alleen , verhaelt ^\'"y^j^ic
fekerenO^^iw, \\ 1 .N^t.4^.uyt-geftaen heeft; ^^^gje
daer na oock gevolght is by andere, die haei
ftaende, ende ongebonden hebben doen fnijden.
al was hy een uyt-genomen hertigh man, foo too ^^
hy niet-te-min, dat men de Pijn, als\'t doenlijek^ \'j^\'t
magh voor-by gaen , Want na dat hy het foij"^ ^\'j^t-
eene been, fonder kermenjofte hem in\'t minfte te^^^^^
fetten,hadde geleden, ende dat den
Heel-meeftei ^
derraede wilde aen-grijpen , foo was hy daer t^» gj.-
feggende, dat den Heel-middel fulcke Pijn niet^
digh en was,gelijck
Plutarchus {ch.xi]k iii \'t leven
de de Spreucken. Hy verdrough, feydt
Ckm ^^
de Pijn als een man, ende eenmenfch : niaerny^.^^
woude geen grooter lijden fonder nootwendig^^ ,,
faeck. \'T gene oock tegenwoordigh nauwlijel^\'j^^jgf
mant foude willen doen; foo dat onnoodigh va»"^\'
te verhalen de oude Maniere van dit fnijden,
ven by den Grieckfchen
Paulus JEgineta, den La .

fchen Cdfus, ende den Arabifchen ten"" ^^^

der, om dat een beter Heel-middel gevonden

den Italiaenfchen tA^uapmdens , die wy hier in
by-brengen. -

Daer zijn (feydt hy in \'tEerfte Deel van ujn ^
merckingen,op\'t 105. capittei)
drie dingen te ov
leggen , die tot het maken van een
Kramp-ader te ^^
men komen , Bloedt dat loopt, dat in-geloopen is, ende
un-get\'eckte • Derhalven wert daer toé oock dr
derhande werck vereyfcht, te weten het vloeyen^^
Bloet
tegen te houden, het in-gevloeydc te lofen,

-ocr page 375-

HEEL-konste.

van u y^Sereckte Ader in te trecken. Om den loop
\'tbev^ dt te onderfciieppen j foo moet men äen
bindp^"\' ^"de\'t eynde van de Kramp-ader een draet
\'laêl^k* den felven onder de Ader met een kromme
fj;^ Afbrengende . Om hetin-gevloeyde Bloet telo-
)lal men, volgens het voor-fchrift van
Hippocrates^
|ro" f\'^ede in de Kramp-ader maken, om geen
Ie W ^ S^\'^eringe te verwecken, maer by poofen eeni^
len I fteecxkens geven , om het fwaer Bloedt al-
fljjj^^keus af.tappende, de Ader eenighfinste doert
\'t w 1 komen tot het derde wit,

be ^ k is de uyt-gereckte Ader in te trecken . Ick
.^"gewoon, fchrijft hy, te bereyden een Middel,
fj, Dragant, in Sap (datfe in Italyen Wijn noe-
jj^
") van Granaten, ofte Verjuys geweeckt, ende dan
^^^.^"\'^er gemenght het Poeyer van
Bolus, MaHick->
^en-bloedt, van elcks even-veel, tot dat de gefmol-
in d ^ koomt te verdicken, datfe, als Wafch,

fal m kan gerolt werden. Dit gedaen zijnde,
sen \'^«felfde na de lenghte op de
Kramp-ader leg-
L" • daer over de fchorlfe van een niet, met fijn
kS 1 ^^ flaende op de bultigheyt van\'t ghefeyde
ter! neder-druckt, waer toe van buy-

ffir dienen om-geflagen vafte Banden. Ende door
tJprK^" van de Banden, Riet, endeTe-famen-
ft frvf ""\'"^del, zijn de Kramp-aders foo geperft,
tctVi^.! geheel te verteren . Doch in kleyne

jramp-aders, overflaende de twee eerfte Middelen,
pbruycktehy alleen het derde ; ende voor\'tlaetfte,
tot voor-komen, een Hofe, ofte Kous van
Honts-leder,

dve nauw om het Been floot.

WT^\'r veel belanght de Kramp-ader alleen .

wyluUenhiernu by.vougen een voor-beeldt van eeo
vreemde Kramp-ader met Sweringe,gelijck die gene-
len, ende befchreven isce«f.4.0i\'/.8r, by den wei-ver»
lochten Will, fahitim Hildanus. Seker fterck man had-
A a 2

-ocr page 376-

HO HEEL-KONSTE. .
de een quaedt aerdige ende verouderde Sv^\'^r\'^S
fijn flincker been, met een fco groote Kramp-ade^\'
de dickte van een arm , ende by-na de lenghte van
fpa n, die beginnende van de Haes , ende gae^^e ^
lieden nae de^n Voet, haer twee-mael om-krom^ \'
iVlaer ,\'t gene aenmerckens vi\'eerdigh is , als hy \'\'
been op-lichte, foo keerden hec Bloet terftont te r"^
ge, ende \'t feivc neder-fettende,foo fchoot het we\'\'
om neder, ende fuicks in een oogen-blick ; ten Koy
ften, het Bloedt vioeyden, ende
weder-vloeyden > \'
het in een buys, ofte pomp, op ende neder getroc^\'^^
W ierde .
Hildanus heeft de Genelinge aldus ae"-^
vangen: Na goede Maniere van Leven, het LiehsJ.g
fomtijts gefuyvert, een Ader in den arm van de fe\' JI^
zijde geopent, dede hy den Siecken op een banckj
ten, ende heeft in de Hafe de Huyt van de Aderfa\'^V
jens gefcheyden . Daer na heeft hy met een dubPj^,

den draet door een kromme naelt de Kramp-ader

ven onder-fchept, ende \'t felve oock onder aen deiej^
ve gedaen. Maer aleer hy den draet
toe-trock> e«^^
een knoop maeckten , foo liet hy het Been va"/^^
banck op d\'aerde fetten, op dat het Bloet, gelijek ne
gewoon was, na beneden foude vloeyen . Doen hee»
hy den draet, boven aen de Kramp-ader eerft vaft toe-
getrocken, ende geknOopt, daer na oock van ondere"\'
\'T welck gedaen zijnde, heeft hy de Kramp-ader,«"\'\' ■
trent den bovenften knoop,op dat het Bloedt aldaer»
als in een langen fack, befloten zijnde , foude könne"
uyt-Ioopen, meteen
Lmfetdoor-gefneden. Maeral»
daer overvloediger Bloedt uyt-liep, dan de groote
van de Kraaip-ader mede bracht; de
plaetfch welin-
fiende, foo bevondt hy eenen verborgen weghj die vaO
onderen den bandt, in de Kramp-ader gingh • Ln^e
dewijl den felfden niet en konde
toe-gebonden wer-
den ; foo leyde hy op den ingangh wat Kprfl-makende
fdve, ende daer na Bioet-ftdpendepoeye/ met TfiP van \'

-ocr page 377-

oman HEEL-KONSTE. 341

^ -lues bindende een douck, in J:(r/n, ende Water
j gemaeckt, ende liec dit verbande leggen tot \'s an-
31 ^-daeghs. Daer nae heeft hy\'t voort genefen ,
, ?."aere Wonden i waer door ditGebreck geluc-
\'«eliick geheelt is.

Het XXIX. Capittei.

^ Swcyinge met Gedierte, ofte Luys-fiechte, i.Oirfaken,
^\'^n-tey eignen, ^.Voor-teyckenen, Genefinge.

É

J-TLt ghebeurt fomtijdts dat\'er ineen Vervuylde
■\'■Sweringe Gedierte, ofte veel liever Ongedierte,
Uoo noemt het
Serenus in de volgende verffen Animalia
dat is Luyfen voort-komen j foo dat\'er in hec
jyenfchen Bloedt felve (gelijck
PUnius fpreeckt 17-
t^f •\' S\') Dieren groeyen, om het lichaem op te eten.

gebreck hebben de Griecken Pkhiriafis ^enoemty
weickennaem oock in\'t Latijn ghebleven is , doch
g^l^^^\'J^mighe Morvus fedicularis, dat is , huys-fieck$e

^vDe Wijf-geer Ariftoteles fchrijft in fijn 5. bouck
van de Hiftorye der Dieren op \'t 31. capittei, dat fy
voort-komen uyt het Vleyfch, het welck dan kleyne
fuysjens fonder Etter op-werpt , die door-gefteken
zijnde , Luyfen uyt-ceven; ende dat fulcks fommige
luyden over-koomt uyt overvloedt van Vochtigheyt.
le weten foodanige, dievetachtigh, ende verdorven
IS,ende door onnatuyrhjcke Wermte gequeeckt wert^
gehjck men fiet uyt verrotte Kaes, Maeyen; ende uyt
andere Shjmerigheydt, Wormen loopen.
Galenus
chrijft mede 1 .fee. U. dat de Luyfen groeyen uyt ve^.
Ie Vochtigheyt,die wel werm is, maer geen fcherpig-
heyt en heeft. De Kinder-hoofden zijn daer mfon.
derheyt mede gequelt,\' om dat het S we«, ende den
Aa 3 Damp
3,

-ocr page 378-

342 H E E L-K O N S T E. ^

Damp, die uyt haer Hooft vvaefiêmt,
Vel, ende \'t Hayr blijft fteken (die in andere^^^^ ^
len verfpreydt, ende vervlieght) den welcken W
en vochtigh is, twee Hoedanigheden die het gi o y
veroirfaken . Vele Vrouwen zijn oock wat ê"",
achtigh, om datfy overvloedt van Vochtigheyt-
ben, ende dat in haer langh hayrde werme
heyt tegen gehouden werdt; gelijck oock aeurg ^
mercktis by den hoogh-geleerden heere VoJftf^i\'
fiol.Chrifi.67\' Je-

3. De Ken-teyckenen brengen haer felfs mede > ^
wijl fyniet alleen inde Sweringe gefien en wet"
maer uytde felvige\'tgantfche Lichaem over kroVP \'

4. Wat de Voor-teyckenen betreft.By de Geneef-^
fiers is hier nauwlijcks yet van befchreven jdan ick
vindebyandere Schrijvers, dat de gene die hi^r
vaft geweeft zijnjdaer van meeft door deDoot (g )
de Luyfen oock van een veegh Lichaem verhuyi .^jj
bevrijdt werden . Waer toe wy eenige voor-bee\'
fullen by-brengen van verfcheyde Volckeren.

Onderde Joden is van de Luys-fiecktegefto\'\'^g,
Herodes de Groote, ende fij n groote-vader volgende?
lijck fommige meenen , de koningh
Herodes, jgc
in \'r
iz. cap. van de Handelingen der ApoHelen
hy van de Wormen gegeten zijnde , in \'t Oii^^^}
Scólékphrotos, den geeft gaf. Het felfde is van den K
nmgh
Amiochus gefchreven, in het tweede bouck v-i
deMafhabeen, op\'t 9.cap. Het welck is beyde w\'^
foude konnen verftaen van defe
Luys-fieckte j foo
dat het woort
Scóléx, dat is, Worm, niet alleen en fe-
teyckent een Buyck-worm,maer
alderhande gegrin-
te , dat door \'t geheele Lichaem groeyt, gehjcK Mat
ceUusVirg. aen-merckt o^ Diofcorides, ende van
oock aen-gheteyckent is, alsmede, om dat
Phnm
7, Nat. ? feydt van de Luyfen van fherecjdes, dat

hy ftorf dpiinnenighte van Serpenten (\'twelck ey-

gent\'

-ocr page 379-

_ ... HEEL-KONSTE. 343

pntlijck gedierte is fonder beenen, ende derhalven
f typende ; want
Serbeye, is kruypen) die hem uythet

-"-\'wem braken: dit, iegge ick, loudeaidus mogen
cn-genomen werden, \'ten ware de noyt genoegh
geprefen Heere Ridderin fijn
Heylige Oeffmin-
g® op\'t7.cap, ons anders geleert, ende dat woort van
eygene Wormen verftaen hadde .

pan de rechte Luys-fieckte volgens degetuyge-
"n^e van
ArUlotdes, op de gemelte plaetfch, heeft on-
^er de Griecken wech gheruckt den poëet ^Icman,
den ree hts-geleerden
Mums, de
^i)r-gerenPkfo,waervan het Spreeck-woort is Ptoa-
"\'f
pediciili, te fien by Erafmus 4. i o. Adag. 6<;.) ende
Pi
^mcydes, van den wekken oock fchrijven Piinms,
^^mius,
ende wat uyt-druckelijcker Mimus,\\n het
S.bouck van fijn Verfcheyde Hiftorye, op\'t Z. capit-

tei. Phencydes, feydt hy, de meefter van P^t^omJ,

^^eck zijnde, gaf eerft Sweet uyt, dat heet, klam, en-
de als fnotterigh was; daeropgroeyden Luyfen,ende

ajsfijn Vleyfch tot Luyfenvergingh,foovolghdende
1 eringe,ende hy is alfoo geftorven. Sulcks wert oocK
getuyght van Sermus Sammmicus in defe verfien:
Sed quis non paveat Phencydisfata tragcedi,
Qmï nimio[udonfiums, anhndïci tetra
. E^uxit, m-jii mifemm mee morU nderunt.
pog. Lacnius ftelt, op\'tlaetfteinfijn i. bouck van\'t

leven der Wijf-geren , fekeren brief, die hyfelfs hier-
over fchrijft aen rhdes, een van de feven Wijfen:
■Sterft wd, feyt hy , als u tudt koomt. De Suchte hadt rny
gevat, doen Kauwen
brief ontfingh. IckK"^lde van Luyftn,
mde hadde de Koortfche. Derhalven hebbe ickjomimge van
mn huyf-gemoten belaft, als ick fal l^egraven ^ijn, njn,
fchriften u te brengen, De Siecke dagelijcks befivarende,
lau kkeven-wd geen Gtmef meefters, ofte vrienden by my
konten : maer de gene, die
voor de deur ftaen, ende vragen m

hoe bet nu mep my d is,ftekende mijnen vinger (een teycke«
Aa 4 \'

-ocr page 380-

344 H E E L-K ONS T E.

hoe het ander Lichaem mede geftelt was) door\'tßot\'

toonick wat quaedt my quelt, verfouckmde om\'s anderiïi\'
daeghs te komen op deuytvaert van Pherecydes.
Siet Cdiu!
I{!:odiginusia \'t 14 bouck van fijn Oude leffên op bec
13. capittel.

Dit Gebreck is mede onder de Romeynen overge-
komen, den Overften
L.SyUa, diehem degeluckig^
laet noemen , maer in dit pijnelijck eynde niet geluk-
kiger en was ,
ds foo veel duyfent Menfchen ,die by
wreedelijck hadde doen vermoorden. Van hem fchrij\'
venPltnius7.Nat.^y. ende ii.jj. Valer. MaximUS\'
9.4- Apptanusm fijn i. bouck , van de ßoreerlijck^
Oorlogen , ende PWrī, in fijn Leven . Het LiC\'

iTfn\'" verrot.

? Luyfen verkeert, dat, niet tegeU\'
ftaende vele , dagh ende nacht, de felve wech
name«\'
ioo en vermocht even-wel \'t gene af-genomen tvaS\'
geenfins foo veel, als \'r welcke terftont wederom in
fc Weederen, badt-ftove, hant\'

DecKen , ipi,fe, wierden met die vuyligheyt vervult 5
foo dapper groeyden het geftadigh
aen Daerom gin^
hy dick« Iis daeghs m\'t badt, fijn Lichaem walfchen-
de, ende fuy verende . Maer alles te vergeefs , alfoO
het groeyen raffer toe-nam, alsal het
fuyveren kon de

vermdd"\'- hier voor

Syüa quoque infcelix, tali languore perefus

Corruit,&fcedofevidit ab agmine vinei.

Brabantfche

de r nv. n V S^^f\'eyt werde, va«

SocTXpÏ \' nada^hemin-t jaer

was door de huyfvrouw van

Dan ditisallegadervan den ouden tijt. Wyfullen

nu oock een voor- beeldt van defe Sieckte by-brengen
«y t onfe eeuwe, ende m eenperfoon, die by ons, ende

-ocr page 381-

L-K O N S T E. 345

•»i de Werper ^ vj jn 5 1 ti . 345

\'^Oiiinph ^vas, te weten, Philips de II.

digh[;f^VPaengiendn\'t jaer 1598. hier aen ellen-
fiecke i u ^^^ dat hy langh aen de Gicht

CefwS , ^r^®^" ^^dde, kreegh een leer pijnelijck
^lias a 7" ^^^^^^^ \'t «\'elck , door raet van
ftiih . van Toledo, geopent zijnde,

Etter het uyt-loopen van de

in de R ft terftont vier andere, boven

gsvaiS \' \' dat het eerfte foo wel uyt-

Vofh. " geopent wierden ; waer op , de vuyle
ken m geheele Lichaem loopende,fulc-

nauS van Luyfen volghde,dat men fijn hemde
net] in^^ konde uyt-trecken, enhy van vier man-
Wiji L ^^\'^"aep-laken moeftop-geficht werden, ter-
alsVuicv ^"dere met beurteen reynighden. Ende
ftën die tot dage toe-nam , foo is ten laet-

tevert " koningh met dit bedelaers Ongedier-

Hiftft ^^^^\' onder andere , verhaelt, in hare

V den Prefident t/f m« , P.Mathieu,

Lmrfen nemen van de

ende h r^ fiiyveren ende genefen van de Sweringe,
ïaerfi k de voorgaende ftofi\'e. Tot het

\'-ÄCoKcoOTOTfr/ ,

foodanis A \' ^^^P \' ""^de ftrecken

"ge vocht^ h\'^^\'^^^de \'"\'ddelen,alsvoordeSlijme-
De Luyf-n n
Geneef-kpnBezijn befchreven.
ken af geveeä? van buyten met grove douc-

den M if... ,1 met de hant wech genome wer-
ken\\foo moet- f ^ diep, ende te vaft in\'t vleyfch fte-
fchipVör, ^ door middelen die binnen konnen

krachf h\'K? "^^\'den, ende die met eenen oock
optedi \'Td^ VochtigheytvandeSweringe
we we de bedervinge te verbeteren.Daer

bouck i\' ^"\'t 6. cap.van\'t felfde

POUCK, geprefen Looc/^(het welck hyraede wilin-ge-

A 3 5 ge-

-ocr page 382-

346 HEEL-KONSTE. ^fg

geven hebben) met A^^jn, ende Salpeter geiïir^V^\'^
oock MoBaert, in\'t 22. capittel. Men moet^oo
Sw^eringe waffchen met het Af-fietfel in W^» ^ ^^
giffen , kleyne Santorye , Scordium , ghemen^t
Offen-gal- ende dan daer op leggen \' Kei^
^aen-groen, Precipltaet, met Syroop van AlJjen to- -
ialfken gemaeckt.

Het XXX. Capittel.

Wennen, \\. Haer Benaminge, Onderfthf

Befchrijvinge. 2. Oirfaken, ^. IQn-teyckenen,
teycl{etien,
5-, Gmefinge.

TjEt gene wy Wennen noemen, zijn Gefw\'e!^^"\'
-O. welckers Stoffe van binnen in een blaes j^ bel
ten is. Ende, na het onderfcheyt van die Stoffe»
den de Wennen in drie geflachten verdeelt, \' ^
is de felve den Honigh gelijck, daerom by de
ken genoemt
Melikeris, dat is, Honigh-graet,
Honigh-wen-
fomtijdts gelijckt fy Pap, ende vvero^^^^^ _
Atheroma geheeten j, Pappige wen, ohe Pappigf> ê^r\' \'
fomtijdts fchijnt fy niet anders als Vet, ofte L
wefen, daerom den naem hebbende van SteatC\'\'\'^^ ^ ^
wy (ouden noemen e-nSpeckigh gefwel. . g,

2. Defe Wennen groeyen allegader uyt Slijn^^^\'l^
ftoffe , de welcke door voedfame Vochtigheyt (daj
Platerus de eenige oirfaeck op leyt) geftijft wert, enu
door langheyt van tijt in wefen van Honigh, PaP\'*^"
Speek koomt te veranderen. Daer noch d\'cKWii
vreemde dingen in befloten zijn
(voornamelijck m
Pap-gefwel) te weten yet, dat zant, fteen, fchelpen >

hout >flick, kolen, gift, beenkens, hayr? ofte dierge-
lijcke fchijntgelijck te wefen . ■

3. De Wennen vertoonen haer felven, MaerWj>

w

-ocr page 383-

heel-KONSTE. 347

Sp van de driederley foorten aengaet: De

Ree harder, als de andere , en wijckt voor

° n drucken van den vinger. De Pap-wen is wat
\'iter, foo dat fyeen weynigh wijckt, maer blijft dan
mjl foo ftaen . De Honigh-wen is de fachtfte,
sjckt terftont, ende keert terftont wederom in haren

«^evftenftant.

, Sy können wel in verfcheyde Deelen des lichaems
omen, dan fulcks gefchiet feer felden: maer groeyen
h? r den Hals, doch meeft aen \'t Hooft, om dat
et leive een dicke ende vafte Huyt heeft, de welc-
e de Vochtigheydt langh kan tegen houden, tot
atleiti een andere , ende vreemde Stoffe koomt te

veranderen. ^

De Wennen können lange fonder fwarigheyt
^earagen werden, als fy niet al te feer toe en nemen .
j.^Sene, die noch verfch zijn ,
wat uytwaerts ftaen,
je beweeght, ende rontfom beflagen können werden,
Mn wel te helpen . Maer die veroudert, diep in-ge-
ackt, ende onbeweeghlijck zijn, vallen fwaerlijck
genefen, foo van wegen de Bloet-ftortingh, uytde
gequetfte Aderen , als dat fy gemeenlijck aen de Ze-
P\'JWen, ofte het Panne-vliefch vaft zijn . Soodanige
nebbe ick ghefien, haren onvoorfichtigen meefter ,
^^f^ck ontvallen.

5- Dewijl de Wennen uyt Slijmerige vochtigheyt
nai en oorfpronck nemen. Soo moet de felve voor eerft
bereyt,endeaf-gedrevë werden,doorfoodanige Mid-
delen , als m de
Geneef-kpnne befchreven zijn. Nae de
Algemeene fuyveringh fal men komen tot het wech
nemen van\'tgene in de Wen meteen Blaesjen beflo-
ten !s,het welck gefchieden kan voor-eerft door Mid-
Jelen, die verfachten , ende doen verdwijnen, ver-
naelt m het 6. cap. van \'t Eerfte Deel; ende
als fulcks
niet en wil vallen, foo magh men komentot Rijp-ma-
Kende,aen-gewefen in\'t ii.cap.van\'t gemelte bouck;

ende

-ocr page 384-

348 HEEL-KONSTE. .

ende wanneer het oock daer mede niet toe te ƒ
gen is, foo moet men gebruycken
Brandt-middele,\'
befchreven in\'t 17. cap. ofte de felve
Af-binden> oi
Op-fnijden. r

Voor eerfi fal men de Wennen ftoven, met het A \'
fietfel van
HsumH-mortd, Lifch-woml, wortels van
Wijngaerd, van wilde Concommers, Maluwe, Glaf-ky^f\'
Camillen-,
ende, na het ftoven, daer op leggen een pap\'
gemaeckt van hetgeftampte overfchot, eii gemenS
onder
Meel van Fenigrieck, ende Lijn-i(aedt, met ver/\'
Boter, Reufel, ofte Olye van Leiyen. >

Vorders dient daer op geleyt een Plaefter van
chylon met de Gommen ; ofte die uyt Ammoniacum, G^^^
num,
ende Teer gemaeckt is ,

Als hier door de Wen nochvergaet, noch dooi\'
fweert, foo moet men komen tot
Corrojiven, Snijd^\'\'\'
ofte Af-binden.

Het Af-binden heeft maer plaets in een Wen > "ie
aen een dunne fteel hanght, de welcke dan eerft die«^^
met een dubbelden fijden Draet, die te voren in
blimaet\'WatergQwcecktis,tQe-^thoném>Qnét om
voedfel te benemen, alle daegh. vafter
toe-getrockeO »
tot datfe bequaem is , om fonder Pijn af-gefneden te
werden, ofte gantfch verftorven zijnde, van felfs
valt. De Openinge ftaet daer na te heelen , volgen®
de gewoonte.

Andere Wennen,diedickerhooft,ofte wortel heb\'
ben,
moeten geopent werden op defe maniere: Eet\'^
fal men de Huyt aen beyde zijden met een Naelt,
ende
Draet door-fteken, ende die daer mede op-treckendej

na de lenghte even maer door-fnijden, op dat\'er geen
Vaten, infonderheyt hetBeursjen van de Wen niet
gheraeckten werdt. De Openingh
aldus volbracht
zijnde,falmenhet Beursjenmetde vingeren fachtjenS
uyt-pellen , ende volkomentlijck uyt nemen. Want
het minfte, dat\'er foo vande beftotene StofFe? als

van

-ocr page 385-

H E E L-K O N S T E. 349

and befluytende Vliesjen in gelaten werdt, foude
«ers ftrecken, gelijck nieuwzaedt, om de Wen
eceromfoo groot te doen groeyen , als fy tevoren
«. Dit wel gedaen zijnde, fal men de Openingh,
JS boven, toe-heelen ; dan als\'er wat mocht m geble-
ven wefen, het felve eerft door In-etende middelen

doen verteren.

De felfde Openingh kan mede gefchieden, door
J^\'anac-middelen. Waer onder ick infonderheydc
lenltigh gevonden hebbe het ^r/ewV«»?, ofte Ilow-
dn kleyn ftucxken op-geleydt, ende dan het

oodê geopent; ende vorder waer-genomen, gelijck

"\'er voor gefeyt is.

Het XXXL Capittei.

W H. A T T E N, mde\'E X T E R-o O G E N . 1- Hrfer

\'^^nmingi, Befchrijvinge, ende Onderfcheyt, 2. Otrfaken,
3- Ken-teyc^enen, 4. Voor-teyckenen, s- Genefinge.

r^Nder de Uyt-waften is mede de Knobbel, die wy
^ Wrat
noemen, Veruca (welck woort eygentlijck
beteyckent een oneffen fpits van een bergh, gehjck

■^gf\'us aen-wijft i.NoR.y.) in\'t Latijn gheheeten ,
ende loo mede in \'t Italiaens, (als oock Porrione, om
degehjckenis van haer M;nrrelkens , de draeyen van

m\'t François Spaenfch Berrmco, ende Ber-

ntga,m En^eh Warte, nahaeroirfpronckelick Saxifch,
anders geven het de Duytfche den naem van
Warthe,
ende Wratje, ende wy dat volgende Werte, ende Wrat-
f^ • \'T en is niet anders, als een verheven hart knob-
Delken , dat hem boven op de Huyt vertoont, meelt
aiti)dt m de Handen, fomtijdts oockin\'t Aengeficht.
Van den felfden aert zijn d^ Uck-doomn, die byde

i fl
r

Î!

!f m

-ocr page 386-

HEEL-KONSTE,

Griecken, Latijnen, ende andere, om dat fy een no
van een fpijcker gelijcken, de benaminge van
voeren; byde DiiytfchenE/jïe^-^wgm, ende ^y.^ j,
Exter-oogen, na het bruyn vlacxken, datfy in\'t _
hebben,het fwart van een Exters oogh wat gelij^\'^^jj-,
de . Komen gemeenlijck onder de Voeten , ende tw
fchen de Teenen. r .

Z. Groeyen beyde van Slijmerige, Swarte j
Aerdtachtige Vochtigheydt, (die de Nature niej ^IJ
heeft konnen verteren) gemenght onder de gene>dat-
hetDeel mede gevoedt wert. Dan de Lijck-dore"^
werden fomtijdts veroirfaeckt door het
Wrijven j
drucken vande Teenen tegens malkanderen , f
in de gene,die veelcijts nauwe fchoenen dragen. U^t
hout het oock daer voor,dat de Wratten befmettelif^\'^
zijn, ende datfy, af gefneden zijnde, ende het Bloe"
op eenigh deel rakende, aldaer nieuwe Wratten do^\'
op-komen.

3. De Kjn-teyck§nenzl)n foo fichtbaer, datfe niet nï\'
der behouven befchreven te werden. , .

4. Inde Wratten, ende Exter-oogen is weynt|"
fwarigheyt, de wi jlfe ofte van felfs vergaen , ofte li\'^\'jr
telijck te verdrijven zijn . De poëet
Horatius he^r^
fulcks wel verftaen , alshy in \'t 3.
Schimp-dicht vaii
fijri
I.bouck, alwaerhyberifpendedegene ,dieee\'\'
fphnter wel konnen fien in\'t oogh van een
ander, ende
geen balck in haer eygen, feyt, dat de gene, die begS\'
ren haer Gefwellen van een vriendt ten beften gehoU\'
den te hebben, niet en moeten nauw-keurighzijn va\'\'
fijn Wratten.

Qm, ne tuheribus propriis ojfendat amicum
Poftulat, ignofcat verrucis iüius.

Wratten , die lofch zijn , ende aen een dunne fteel»
ende als aen een fnaer (by de Griecken daerom Akï^\'
chordones, endede Latijnen Verrucatenfilesgenotvat)

af-hangeiijkoniien lichtelijck met af-fnijden wech ge-

1;;
1

-ocr page 387-

nomen, HEEL-KONSTE. 351

ftaend ^""den-Maer de Lijck-dorensjdiep gewortelt
defei \'^"^^"nietweluyEte trecken, endealsmen
om u ■ ^ "yt-gefneden heeft, foo fpruyten fy weder-

Uy^eenighover-gebleven wortelken.
de ^ Wratten zijn van alle tijden veelderhan-

middelen gebruyckt, fommige oock die wel voor
- ?"§eloovige mogen gehouden werden, niet alleen
de Heydenen , waer van te fien is by
Flinms zz.
maer oock onder de Chriftenen, gelijck daer
(j- befchreven zijn by D^. Vonft^-Ohf. 1 o. on-

b alhier te verhalen,daerwy alleen reden-heb-

vS3r, aen te wijfen. Onder defe zijn,die haer
yeaiel allencxkens benemen ,eti alfoo doen verdroo-
t> ^ofte die haer ten eerften wech nemen .
ß A o£ het eerfte wert feer geprefen (om van\'t Sacht-
te beginnen) de Wratten a Ie daegh te wrijven,met
\' ofte de geftampte MWerw van m\'/ge«

-Mucgnaertuffchen geftreken met Moftaert^ ende daer
yt niet fterck genoegh en is,
met Seef onder levende
■^Vafc^gemenght, ofte onder ende gebrande

■Aluyn, ofte gebram Coper-root, ofte oock onder Spaens-
• Konnen mede ghereet verteert werden door
Swavel, ofte van Coper-root, als mendefelvc
S medefe*"^\' anders daer dick-

Dan is\'cr noch korter wegh, om de felvige te ver-
dri) ven, door Uyt
.trecken,Uyt-fnijden,eü Branden.

HetUyt-trecken gefchiet met eertfchacht,die on-
aer ront af-gefneden is, efi dan over de Wrat geftolpt,
^ae vaft gehecht zijnde, om-gedraeyt wert, ende foo

«leiden wortel uyt-geruckt.

A kk\'u eenfnaerwataf-hangen , dienen met een
ciUDbelden Draet, ofte een Paerts-hayr af-gebonden,

ende

-ocr page 388-

352 MEE L-K O N S T E.
ende eicke reys al nauwer toe-getrocken j ende ißi
fy dan van felfs niet af en val len,af-gefneden, ende
daer yet van de Wortel in blijft, fulcks moet met e
weynigh van een
Brandt-middel verteert, ofte met e
feherp
Lancet uyt-gefneden werden .

Het Af-branden werdt bequaemft gedaen door e
pijpjen, dat even maer foo groot is , als de Wrat
de by-ftaendeDeelen niet teraken) ende daer etc^^
lijcke reyfen {gelijck elders van
\'t Polypus verhaelt ƒ \'
een gloeyend yferken in gefteken , tot dat fy af.g
Daer na om het weder-groeyen te beletten , dien^
plaets noch eenige dagen gewreven met Wilgt-bläi^^^
ende de felve daer op geleydt.

Het XXXIL Capittel.

,ii .i

1. Boer Onderfcheyt, Plaetfche

Kjn-teyckenen, 4. f""\'^\',

H O n. E N S .
Befchrijvinge, z. Oirfaken
tiyckenen, j. Geneßnge, 6. Maniere van Leven.

I.

COnimige trecken tot de Wratten,als een foortevf
Ode felvige
de Horens, gelijck of het waren gei eng"\'
de 5 ende om-gekromde Wratten; waerom de hoog"\'
geleerde een Hinnen-hooft, daer de Hor^

even uyt-puylen , Verrucdofwn genoemt heeft. ^^
Herten fteilen haer grootfte hoovaerdy in
haerfchoo"^
getackte Horens, foo dat fy fchuylen, ende haer
bergen, wanneer fy de felve quijt zijn, gelijck fy
alle jaer (even-eens als de kinderen op
jaer leven jae\'^\'
de Tanden) met nieuwe verwiffelen. Daer op flaet 0
Boerte van eé Engels poëet
Otven . .Monoß.9^. (\'chri)\'
vende
senGalatea, dat een Hertalle jaer fijatack«g
Horens veranderde; dan haren man alle daegh -
CerMS, utiperhibent, mutat ramofaquotannii
Cornm j fwtidie vir, Galatea, ms .

-ocr page 389-

So^, .HEB E-K O N S T E. 355

^ "Qanigh gefel wert in ïtalyen BeccoComuto genoemt,
^y Ons
Horen-drager, ende Koekpeck,^ na liet François
van welcke benaminge de reden wijdt-loopigh
g"jJerfocht, ende befchreven werdt by re/^^^z-in fijn
Douck 5 des Dherfes leçons, op \'t 8. capittei. Ick en
r eet niet van
Wien de Poëet fpreeckt; danmy isver-
^^eit, dat een Koop-man op de Beurs van Londen
pende, fijn Soonken voor uyt na huys fondt, die den
de welcke onder-weegh wat achter bleef, rou-
{/"de, Koekoeck, Koekoeck (foohiet denhondt)
^erde beftraft van feker oude Vrouwe , die over de
"eur lagh, feggende, Ghy Lecker, en fchaemt ghy u
"^et, een Hondt den naem te geven van een Chriften-
[J^enfch. Hy het huys naderende, foo feyde een jonger
"■^osrkenjdie op de ftoup ftont. Moeder ginder koomt
^»in broeder met Koekoeck : waer op fy antwoorde,
^aet de meyt de tafel decken; want u Vader en is hier

nu met verre van daen. , ^ ^

^aer defe Horens buygen haer weynigh onder de
Jetten van onfe Heel-middelen, als onfienbaer, ende

aiCKwils (gelijck wyterftontfullêaen-wijfenjgantfch

ongevoelijck, ende onfchadeiijckwefende. Dan daer
2ijn andere die op het Lichaem groeyen, ende wer-
den befchreven by den Arabifchen
Avicenna 4. 7.

^.cap. 14. te wefen dicke, harde , ende kromme
uyt-watTen, komende op \'t eynde van de Gewrichten,
van wegen de ftercke Werckinge. Een ander Arabier
verhaelt in fijn 2.bouck op\'t 5. cap. van fija
y ader, hoe hy gefien hadde een Horen , gewaflenop
den rugh van feker man, ende feyt fulcks oock fijn fel-
ven over-gekomen te zijn. Diergelijcke get\\iyght
Scaliger ! 99. Exerc. 5-. gefien te hebben in een roeyer
van Genua; het welck (feydthy) een fieckte is,
^ck een wonder, daer
AriHoteles van fchrij ft, dat een
Horen aen \'t been van een Geyte foude gegroey t zi jn.
tallopiusyexhzQh de
pan.ßmil 7. \'t felve te Padua ge-
B b fien

-ocr page 390-

M4 H E E L-K ONS T E.

iien te hebben aen het been van een Edel-n^P * ^

graffias i Je Tumor, i.gttmghtit Palermo i\'n Sic y^
geweeft
tezijnbyeen edele Joiïl onw> die vele K

me knobbels hadde, aen\'t eynde fpits , ugyt

horens, by-na op al haer Gewrichten, infonder ^^^

van Handen, Arm , ende Knye; als oock aen\'t vO^^^,

hooft jende op het Hooft; het w elck hare eygen f^
is, daer fy wel in fommige door weligheyt
gequeecia werden , dan ick meen even-wel niet v
der verbeteringh} dat dit plaetfe gehadt heeft
ker Horen-drager, die in\'t jaer 1599. voordeni^^^
ningh
Henrickjde Grootgebracht werde. Defe?
dePrefident
deThou in\'t iz^. bouck van fij"
rye ,als ick ende andere , die hem gefien hebben
de fake onder-vraeghden, gaf voor ant woort L
fijn geboorte hy geen tej^ckenen van Horen g^^^j,
hadde; dat op fijn fevende jaer eê Hoornigh knobb
kenhetvoorfte van\'t Hooft began ongelijck te f^,^
ken. Ditmet den ouderdom toe-nemende, ende»
eerfte weynigh, gelijck een Ratns
-horen,orageki?
zijnde, wies allencxkens tot fijn
feven-ende-dertig
fte jaer, dat hy op-genomen werde. Hy was , be^
ven den Horen, in alles foo van Geeft, als van
haem, foo wel als yemandt anders ; maer den H®\'
was groot, ende fchrickelijck, van de felfde dicKt \'
ende hardigheydt, die de
Rams-ofteBocks-hore\'
hebben : maer ftaende in de rechter zijde en was n
recht uyt-gewaflen , dan na de flincker zijde gene

om-gekromt, waer doorhetevnde de Pan naeckt >

die hy fonder twijffel foude door-boort, endefoo
eenen gemoort hebben, \'t en ware het dickwiis
Ko -
ten . Waer van den armen man klaeghde, hem gelta-
dige,ende groote pijn over te komen, als oock van ne
aen-raken der gene, die hem befagen. Soo getuygn
mede
Lanfrancus tr. ?. z i. 3 j. dat by hem een man om
raedt quam, die op fijn Hooft, feven, lbo groote»a^^

Ii

Ii; »\'

-ocr page 391-

Was. u Uyt-puyiingen hadde, waer onder een
opd 1 ^ ende fchèrp, gelijck een Geyten-horenken,

t^^e.enghtevaneenduym.

fDrnir ^"\'faeck van de Horens, daer laet ft van ge-
4 Cf y®\' beftaet, gelijck alle andere Gebreken in
fel daer de felve van groeyen, ende in\'t gene de
terï ^°0\'\'t-brenght. Dit is, gelijck wy uyt
Jvicenna
gefeyt hebben, de ftercke Werckinge, die de
driift \' de welcke niet verteerten kan werden, uyt-
Vo"h\'- een dicke, taeye, ende verachtige

die fi -•^\'g\'^eyt; waerom de Horens in de Gewrichten,
i, "ijmerigh voedtfel, ende aen\'t Hooft, ende ander
«een, welckers voedfel malfch , ende vetachtigh is ,
-"Ccftendeel voort-komen. Defe Stoffe maeckt eerft
^^n beginfel van Hardigheyt, gelijck Kraeck-been ,
Welck daer na uyt-geftooten Eijnde, ende in de lucht
Komende tot Been verhart. Want dat het Been, en-
llt ?^\'^eck-been vairgeen verfcheyden aert en zijn,
&etuyght de groote wij f-geer ^riHoteles, daer hy feyt,
aatin Dieren,diegeen Beenderë hebben,het Kraeck-
Deen haer plaetfche bewaert.
Albertus Magnus fchi-ijk-,
«at de Horens van Herten, ende diergelijcke Dieren,
aerdachtige nature zijn, door groote Hitte tot een
hardigheyt gebracht; maer dat andere, daer
dL \' vochtigh ende facht zijn, na bv komende
te ^ v^n Kraeck-been, buyghfaem door werm-
^^erom waerfchijnelijck de felve niet door
Koude verhart te wefen . Wat het
^raecK-Deen belanght: Ickheb noch tegenwoordigh
onder hande een Vrouwe, op welckers üinckerfchou-
aer allencxkens een knobbelken
gegroeyt is, de groo-
te van een hafel-noot,\'c welckin de laetfte weken pijn
verweckte, ende een blauw plecxken op-wierp; waer
aoorly bekommert zijnde,raedt verfocht. Ick vonde
net rontom lofch , behalven aen de Huyt, die ick met
een door-gefteken draet dede op-lichten, ende den
Bb Ä bêe-

-ocr page 392-

B56 H e E L-K O N S T E. f,
heelen knobbel met een Scheer-mes van ^ndei^\'
fnijden , het Bloet den eerften dagh ftelpen met iS" _
ende
Wit van Ey, den tweeden dagh daer op
Poeyer van
Aloë, Myirha, ende SarcocoUa, den dei^ ^
gepoeyert
r&iw Loot,wzcr mede \'t ielvein korte dag^^
volkomentlijck genefen is
. In\'taf-gefnedenkno
beltgen werde bevonden een drie-kantigh K^aeCj^
beentgen, in een vliefjen (gelijck van de wenneng ^
feyt
is) befloten, ende dat de Huyt, daer het dichf J-J
geperft ftondt, wilde uyt-wafl"en , buyten twijffeli
een Hoornigh uyt-fteeckfel.
Mlex. BmediBus veij^
in\'tl. bouck van iïjn Ontledingeop\'t 14, cap. g^"^
te hebben in \'t eylandt
Candia (daer den Turck n» ^ .
de befigh is) dat de Knye van yemant, diealdaer ^
een pijl gefchoten was,een Horen uyt-gaf, gelijckfL
van de Geyten; ende datde Stoffe,diein Been hafj^
moeten veranderen, lichtelijck door by
komen van o
Lucht hoornigh werde , ende als een Gomme
de. De voor-gemeke
ïngraffius meent dat defe
■ fchors-gewijs) gelijck wy van de Steenen gefeyt he^\'
ben) aen-groeyen . Soo fchrijft hy , in fulcke gen^\'
te hebben, als beenige korften aen
malkander g^\'
hecht zijnde, nietanders, als of men halvefchelp^"
van hafel-noten op malkander leyde, maer de kleV"\'
der op de grooter, ende foo , torens-gewijs , fpits op\'
gaende. .

De Oirfaken van Onfienlijcke Horens en-zijn nje^
wel te befchrij ven, dan komen daer meeft op aen,
de Vrouw geyl is,ende de Man daer toe niet genoeg"
veyl en heeft. Daerom fchrijft den gemelten Otvert
1S0. dat de Horen-dracht voor Oude-mans by-na on-
vermijdehjckis.

Vxorem jam Fefie fenex vis ducere ? doBam
Angligma Liliiconfule Grammaticam.

Jüic mvenies Indeclinahile Coynu:
^ernfcopilfimpmiPraterierefem^
, _

-ocr page 393-

HEEL-KONSTE. 357

kla kKen-teyckenm van den rechten Horen, zijn
fcu^F.ohnckende, als een horen ; blijcken uyt de Be-
tn f^\'^^ngei zijn hart, ende pijnlijck; konnen gefien,
gevoelt werden, In tegendeel vallen die van den
j "Jeren flagh, geheel duyfter, al is \'t oock dat fy by
t-nten dage gefet werden. Te meerder en is\'er met
\'enterte komen, om datdenHoren-dragerover fijn
l^-breck (ofte liever fijn wijfs gebreck) geen klachten
feif?"\' aen yemant openbaert; het zy dat hy \'t
^^\'tde noch en fiet, noch en gevoelt, als niet hart, of-

I 1

1 11

I li

i 1

(
1

- UL uy, icKcr uitiu Lc j. uuio ,

jonge vrouw trouwde, ende gaende na de kerck, foo
ontmoeten hem een mack Hert,dat van den Heer van
fye gehouden werde,het welck al fpelende den bruy-
\'legom met fijn horens ftiet, fonder hem eenigh quaet
te doen. Eick oirdeelde daer uyt, dat hy\'t Horen-
\'trügen foude onderworpen zijn. Dit Hert viel hem
oock befwaert op\'t hert, ende als hy daerom heel fl:il
op de bruyloft fat,foo vraeghde hem een van de vrien-
den? wat dat hy bedrouft was, daer hy in tegendeel
nem behoorde te verblijden ,als getrouwt hebbende ,
een traeye, ende eerlijcke dochter, van goede vrien-
den, ende middelen. Hy antwoorde een vloey, gelijck
men leyt, in\'c oir te hebben, nopende het quaet voor-
teycken dat hem dien morgen voor-gekomen was van
hetHert.^ Den
anderen feyde hem, fijn felven tever^
ftaen, gelefen hebbende veel boucken , op voor-feg-
gingen, ende fuicks in tegendeel een recht
voor-teyc-^
ken te wefen , dat fijn vrouwe eerlijck foude zijn, de-
wijl de Horens van\'t Hert hem niet befchadight en
hadden wel waer te zijn, dat fy foude verfocht wer^.

B b 3 den^

-ocr page 394-

358 H E E L-K O N S T E. .. „

den, maer dat fy by haer eerbaerheyt foude bh/ven > .
ende volharden. Dit gebeurde
wel foo een tipt\'
Maer daer na een rijck, ende weeldigh
Canoniek
haer verlievende, kreeghfe tot fijn wil. Ten laetfte"
op dedaet by de man betrapt zijnde, foo
waren fy^^"^ ,
verbaefl, bekenden haer mifdaet, ende baden om vef^
giffenifl\'e; maer de goede Jan fprack, raet den hoef
de handt, den Canoniek aldus aen: Mijn Heer,
heb al langh achter-dencken gehadt van de vriend^\' ,
fchap, die ghy mijn vrouwe dedet. Ick fie dat de ee!^\'
baerheyt van een vrouwe, eens verloren zijnde, nof
wederom en kan herftelt werden. Ick fal u feggef\'
ende verfekeren, my niet meerder te fullen bekointne\'
ren, met u verfoecken: maer midts dat ghy haer ooc«^
van u middelen wel onderhoudt, fy gaet garen mo^y
ende koftelijck, maeckt dat
fy die ftaet kan onderhou-
den. Ende vorders boven de vrouwe, maeckt, dat de
tafel onder ons alle gemeen
is. De Kinderen flillefl
te famen deelen. De Canoniek hoorende die woor-
den, was gantfch verblijdt, ende omhelfde fijn fwage^\'\'
feer vriendelijck; ende daer na bleven fy
goede vrie«\'
den, fonder op yemants klap te palfen. Maer de goS\'
de Jan en liet ondertuffchen niet te dencken op de uyt-
legginge, die hem was gedaen van het
Voor-teycken>
hoe deftoot met den Horen hem geen quaet en hadde
gedaen, ende dat fulcks wat goetsbeduyde. Hy trock
het in die fin , te weten, dat de ftoot van den HoreH
hem toe-fchickte een Horen-drager te zijn , maer dat
hem die dracht geen quaet foude doen , ende daer v3"
beter foude varen, dan anders, gelijck oock
gefchiedt ^
is , als ui\'t breedt, met alle tuflbhen gevallen omftao- \'
digheden by dengemelten
Gmjco??verhaelt werdt, hier
annoodigh over te brengen.

\'J

I\' >

T A\'

eynde.

-ocr page 395-

^^ ^^

J^mmmmmmmmmmmmmmmm

6mè (^éii óê^lï) (M^

L

TAFEL.

de Heel-kpnBe. Fol: s.

Van de Capittelen in het Eerfte
Bouck.

Verkoelende Heel-middelen. Sacht-verkoelende j

Muer, Muyfen-oir, Gras, Lattouwe, Violen, Suyringh,.
Endivye. Andere wat krachtiger Verkoelende; als Ende-
krooft , Plompen, Vloey-kruyts-^aedt,Quee-kernen, Canfer,
Sommige daer by t\'Samen-treckende ; als B^fen, Cichorey,
^^^ker-bhemen, Havicx-kruyt, Wijngaerd, Cruys-worteh
^las-kruyt, rejkens-kruyt, Weeghbre, Porceleyne, Verckens-
g»"«, Mom-hout, ^^jn, Verjuys, Sap van Citroenen, Li-
poenen, Granaet-appelen. Andere daer hsnen^ens de Pijn ver-
doovende-als Heul, Bilfen-kruyt,lS!acht:-fch(ide, Mandragora.
^er,gel.middelen, ende die Toe-gemaeckt yn. Aen-merckings
^phaervoorfichtigh Gebruyck..

Te P^gge-drijvende Heel-middelen . Enckele, ofte Onge-
^^nghde-als Bramen, Hinne-befym, Myrtus, Cypres-boom,
Eyckelen, Gal-noten, Bloemen ,\'ende Schellen van Granaten ,
Acacia, Hypocißis, Sm^ack., Saujfe-boom , Mifpelen, Queen,
yoe-gemaeckte, ofte Gemenghde Middelen . Maniere om te.
Gebruycken
. cap. 2,

Plackende, ofte Toe-klevende Heel-middelen. Enclide- ah
^enve (Meel, Bloem., Stijf fel) ende Boonen . Andere, diemet
eenen verdroogen, ende het Bloetßelpen- als MHmia,MaBick^,,
^^rael, Bloet-fteen , Gefegelde ^Aerde, Boks, Draken-bloet,
Piaener, ^^jn . Plackende, ende Op-droogendeMetalim
ms Loodt,Loodt-asrds, Loodt-fchuym,Silve?-fchuym,Loodt^

Bb 4

-ocr page 396-

TAFEL.

wit, Pornpholyx, Grauw-nicht, Cadmia, Anmonye, Aiuy \'
Mmgd-middekn. \'•^P\'

Pijn-flillmde Middelen, door verfachtende kr^^cht •

kele- als Malme, HeumH, Witte Lelye ,Camilkn, ^ff] \'
Lrjn-^aedt, Fenigrieck; Melck, Boter;
Olye, Amanda 1 >
Woüe-vet, Smeer, Verckens-reufel, Calfs-vet,
Ganfen-vet, Menfchen-vet; Mergh,
Herts-mergh,
mergh, Toe-gemaeckte, ofte Mengd-middelen. Mankreof^
Gebruycken. cap.4\'

Pijn-füllende Middelen, door Verdoovende kracht-
le; als Bilfen-kruyt, Scheerlinck, Mandragora, Heul ^
-^acht-fchade, Stomp-vifch . Mengel-middelen; Uar»^\'\'^ ° ^
te Gebruycken . \'\'

Verfachtende, Ontdoende, Lucht-gevende, ende Ver^^^^^f\'^
Heel-middelen. Enckele; als Lijn-^aedt, Fenigrkch ,
Wijngaerd, wilde Concommers, Lifch,Hadigh, Schaeps-ff»" \'

Teufel, Vet, Mergh,Ladanüm,Harn,Sagapenum,GalhanH\'"j^

Ammoniacum, Bdellium Styrax, Tacamahaca, Car^^ \'
Opoponax . Toe-gemaeckte, ofte
Mengel-middelen,
Gebruyck. csp-

Verdunnende Heel-middelen . Enckde; als Dilh , \'
TQuk,Orego, Thijm, Quendel, Marioleyne, Kpfm^\'^Jj!\'
S.lans-kruyt, Alffen, Santorye,
Alant, Wijn-ruyty
mijn, Laurier, Vet, Mergh, Olye. Gemaeckt^, ende
menghde; Maniereomte Gebruycken.
 c2p-7\'

Verterende Heel-middelen . Enckek; als^^f\'/^fl\'
Pekel, Zee-water, Salpeter , Affche , Loogh , ^^Jff^
Ahm. Toe-gemaeckte, ofte Gemcn^hde; ®
q

Gèruycken.^ ^ ^ «p. 8-

Treckende Heel-middelen. Enckek; als GuycheUiJ^
IQitte-kruyt, Seep-kruyt, Water-peper, Maßaert-^^^^ß

-ocr page 397-

Tafel.

, Broe-netelen, Bertram, Wolfs-melck_, Peck,> Tar ,
^phorbium, Swavel, Suyr-deegh,Mifch van Dupen,Ganfen,
^mderen, Kleyen, Paerden , Geyten . Mengel-middelen ;
■^\'\'niereomte Gebruycken.
 cap.9.

Verterende, ende Verflindende Middelen. Blaer-treckende
Middelen • als Vlam-kruyt, Hane-voet, Egel-kphn, Wolfs-
^^Ick; Seep, ende Z^ut, Spaenfche-vliegen. l^oppen. Fontanel-
ende Set ons ; haer recht Gebruycl^.
 cap. lO.

^jpende, ende Etter-makende Heel-middelen . Enckele-,
Laum Water, Olye, Boter, Wolle met der Yecken. Vet,
^ergh, Terum-Uom, heet Witte-hroot, Vijgen,
Houf-blade-
Suyringh, Heumß-wortel, Lelye-wortel, Ajuyn, Heer,
Harft, Wieroock, Ladanum, Styrax, Bdellium, Galba-
Ammoniacum. Mengel-middelen 3 Maniere om te Ge-

cap.n.

. Suyxerende, ende Af-vegende Middelen driederley. Sackte,
alken de Etter in de door-gebroken Gefwellen af-wafjchen,
ende fuyveren j als Cichorey, Paerde-bloemen, B^fen, Weegb-
are, Agrimonye , Betonye , loffrouw-merck., Ljjn-:{aedt,
Fenigrieck, Gerße, Boonen, Enmen, Vijgh-boonen, Honigh,
Suycl^r, Hermenthijn, Aloë, Wieroock, Myrrha. Middel-
matige , die oock, de dicke Vuyligheyt in de vervuylde Swerin-
gen wech nemen als Malrove, Alffa-i, Guycbel-heyl, Scor-
dium, Hypericum, Broe-netels, Boonkens Hool-wortel. Sterc-
ke^ die de harde Kanten fachtelijck. afdoen-, als Santorye,
fi^nckende Gouwe, Lifch, Savel-boom, Gentiane, AffodiUen,
Kfllfs-voet, Speer-wortel,
wilde Concommers ,\'Nies-wortel,
Kpper-root, Spaens-groen, Salpeter, Aluyn . Mengel-midde-
^en ^ ende haer Gebruyck..
 cap. IZ.

^loet-ßelpende Heel-middelen vierderley . Sommige, uyt
Aert, ende Gematigheyt ■ als Weegh-bre, PimpimUe, Nete-
\'\'^"^\'jf-vinger-kruyt, Tormentiüa, Bergh-Oyevaers-beck-,
Van Papier, ende Cotoen, Wederick.,
Herte-gefpan,

B b < Win-

-ocr page 398-

T A F E E» •

Winur-gmn, Sdye, Herts-tonge, Kleef-k.mf > \'^f\'Kl
^loë,Maeghde-pdm, Donder-boert,
\'Smeer-tvortej, Ver
kens-gras, Paerde-ßaert, Wilge , Weedt, Ï^^^\'f^/L,!
Plockßl Bovijft. Andere door Toe-placken ; ais Coral^^\'" ^
ßeen, Wieroock., MaHkk., Myrrha
, Draken-hhet ,
Gefegelde Aerde. Eenige door Branden. Mengél-r"^^^
tnde haer Gebruyck.. Hoe door werck van de Band^^ _
Bloedtgeftelpt werdt. ^^P\'

Toe-heelende Middelen . Enckele j als Herts-tonge, ^^
ruwe, Wilge, Olm-hoorn, Yfer-k^uyt, Guychel-heyl,
oir, Betonye, Scdieufe, S. lans-kruyt, Wael-wortel, ^
groen,Sanikel, Syndauw, Heydens-wond-kruyt,
Alffen, Paerde-ßaert, Smeer-wortel, Een-bladt, L;,
Madelieven, groote ende kleyne Santorye, Salomoni\'r^
Mee-krappe, ^ee-rotte, Onder-have, Taback, K^^^^\'f L,
S. lacobs-kruyt, lojfrouw-merck. Al-goede ■ Pee\'^\'^^\'j ^ ^^J,
Mifpelen, Cornoelyen, Perfe-bladeren, Brem-rape; gg.
men. Aloë, Myrrha, <&c, Bdfem-kruyt,
Batjem-traen ^ ^^^^
fem van Peru . Toe-gemaeckte^ ende Maniere om ^^ .
bruycken. c3p.

7 JT^^/-

Vleyfch-makende Heel-middelen. Enck^e ; ^ .ijß,
grieck, Vijgh-boonen, Wieroock, Teer, Peck^ i^nid\'
SarcocoUa, ^lo\'é, Myrrha, Maslick, Vernis . Mef^\'\'
delen j ende Maniere om te Gebruycken. \'■^P\'

Vel-makende Heel-middelen. Enckde j

als Bolus,

gelde Aerde, Silver-fchuym, Cerufe, Bloemen ,
van Granaten, Myrtus, Bloet-fteen j Calmis,
pholyx • Plockfel, Looden-plaetjen ■ Hamer-fag!^
Kjilck-,gebrant Loot,Antimony, Aluyn, Koper-root^- ï ^^^
groen. Mengel-middelen .

Mf etende Middelen . Enckele-, als Wolfs-rri^\'^^^\'^^fJ^\',
pen, Zout, Aluyn, Antimonye , K^per-root, \' ^^e

Precipltaet, SuMimaet, uirfenicum, Toe-g^»^^\'^^^

-ocr page 399-

, TAPE L.

\'^W-midddm- Gebruyck- ap.I?.

^ Kpyfl-makmde Middelen; als Affche van Effcken, ende
^\'^d-hoom. Brandende Middelen-als IQilckIQ)per-root,
ï^ns.groen,Sterek-water; Gebruyck-
 cap.lS.

Verbrantkeyts Heelmiddelen. Enckele, om den Bram u
"^^fkoden ■ als Water, A^jn, Wit van Ey, Lattouw, Endi-
^\'e, Ende-krooß, Honts-tonge, Weegh-bre, Porceleyn, Plom-
Y"\' ^(duwe, Lammekens-oir, Heumfi, Bingeï-kruyt, Quee^
k^ylen- Nacht-fchade, Bilfen-kruyt; Slic^ roode Aerde,Loot\'
Canfer, Aluyn . Om den Brant uyt te trecken-, als Vyer,
^l^fi-voet, Bies-loock, Vlier, Hadigh, Kadijs, Ajuyn, Affo-
^dlen. Om de Pijn te ßillen, ende het op-werpen van Bladeren
beletten; als Lijm, LigiBrum, Salye, S.Ians-kruyt, Herts-
"°y\'Mans-bloet,Donder-baert,Wmter-groen,Netelen,K.ruyS\'
\'^\'>nel, Veyl, Varen, Ganferifk> Wijn-ruyt, Ypen-boom,
yitte-lelyen, rauw Ey, Wieroock- Om de Aen-gebrande dee-
m te verfachten, ende te genefen - als Beete, Myrtus, Gal-m-
, Wijngaerd, Kpol, Mout, Kalck\' E/, Ey er-olye ,
^^ek. Mengel-middelen .
 cap. 19,

Van de Capittelen in het Tweede
Bouck.

Befchrijvinge der Deelen, in de Hed-kpnBe voornamelijck
komende. Opper-huydeken,ofteVliefksn . Huyt. Vet,
^leyßgh-vliefch, Spieren-vliefch.
 cap. l.

Spieren. Haer Benaminge, Befchripinge, lAert,
\'^efen, ende Deelen i Gebruyck-
 cap. 2.

Byfondere omvangende Deelen. Huyt van\'t Hooft,verfchey-<
den van d\'andere. Hayr in meefi al de Dieren, Sijnen Oir-
fpronck Oirfaecke^de Groeyingh, Lenghte, Gedaente,Ver-

-ocr page 400-

TAFEL. . f:

m, Gehruyck^. Panne-vliefch; Oirfpronck^ ende^
Buyck-vliefch j Oirfpronck, Aert:, ende Gaten . cap- i\'

Aderen. Haer Wefen, ende Eygenfchap,
jQap-vliesjens, Samen-vouginge, ende Gemeenfchap"^ ^^^

Slagh-aderen, Gebruyck, Onderfcheyt, Verdeelinge ende

teyckenen. Poort-ader. Hare Tacken; Maegh-ader,
Mage-krans-ader. Milt-ader, Kprt-vat, Derm-ader,^f
ader,Slock-derm-ader, Derm-fcheyl-ader.
Holle-ader,m^
twee Tacken,0p-I4immende met haer Spruyt en; tj^
ader, Herte-krans-ader, Paer-loofe-ader,
Rjb-ader,Borji\' .
\'Neck-ader,Herte-vliefch-ader, Oxel-ader, Hooft-od^^\'
vatella. Lever-ader, Milt-ader, Middel-ader, Kï^P\'\'^ .^s-
Neder-dalende tackvan de Holle-ader, met haer Sprang") \' ■
Wer-bedt-ader, Melck-ader, Zaet-ader, Lmden-ader^^^y.^
ader, Stuyt-ader, Buyck-ader, Onder-buyckcoder, L4p\' .
Been-ader, Moeder-ader. CSP*^

SiAqH-ADEREN. Haer Befchrijvinge, ofte
Oirfpronck, Wefen, Leger-plaets, Loop, Gebruyck: ^\'f} ^
van \'t Kloppen, ofte den Pols . Verdeelinge van de
Slagh-ader in de Kjoon-flagh-ader,ende daer na in twee^ ^^^
men . Op-klimmende; metfijn Tacken, in de Kj\'op\' ^
nen (ende daer het wonderbaerlijckNet) Slaep-ßagh\'\'^^ r:^
Neck, Schouder, ende Borß . Neder-dalende flam, {

die door Armen,en% Handen^
\\enuwen,7^nuwen,die uyt het Stuyt-,
»m, ende Voeten haren loop hebben .

5 liluc uurjl . intact-amcnux, ji!*"\'^ i.

Tacken, de Tuffchen-ribbige, des Middel-rifts, des
des Onder-fcheyls, des Opper-fcheyls, der Nieren, der Len
nen, der iQooten-ßagh-aderen.

Zenuwen. Haer Bepalinge,Wefen, ^\'\'"f^feli.
fpronck, Gebruyck, ende Onderfcheyt, na haer I^T ^ j,
Verdeelinge,nahare Oirfpronck- Hoefy uyt het
fpruyten, Verdeelinge in den Rugh-graet, Hals-K^^f^j \'j^.

J:. j.... „..\'5. Borfl^Htigh^ende j-\'l

Stuyt-been kmcn,endedoor^

cap-^\'
Ve«-"

-ocr page 401-

TAFEL.
Verbrantheyt , van de Son, jQn-teyckenen,

cap. 7\'

Verbrantheyt van het Vyer, mde andere brandende Oirfa-
^, wanneer de Verbrantheyt Weynigh, Swaerder, ende AU
\'^r-fwaerB is. . "P-^-

Sproeten, Haer Oirfaken cap.9.

G E s V V E L in\'t gemeen, Oirfaken, &c. cap. lO.

hto^r-G^sw^L, Oirfaken.&c. cap. II.

, Vleysch-geswelien. Swaer-ltjvigheydt, Oirfa-

cap. IZ. .

. Boesem,o/«Holhgheyt,

J^f^yijvinge, Oirfaeck; cap. I3•

f i s t e l o o p e n t g A t, Oirfaken^iiTc. cap. 14«

ROse. Haer Oirfaken, &c.

Springent-vyer,cap. l6.

HAYK-ywoKU,Oirfaken,&c. cap. 17.

Kput-gefwel, Oirfaken,&c. cap. 18.

H a r t- g e s v ve1, Oirfaken, cap. 19-

Camcker, Oirfaken,ende Onderfcheyt,&c. cap.20.

Aenmerckinge op de oude Benamingeder Sieckten,Blijckm-
^^
ooc/^m B^duvia, ofte Vy x , Oirfaken, &c. cap.21•

Wa t e r- h o o f t , Oirfaken, ende Onderfcheyt,

cap.22.

s vv e r in g e \'f gemeen, ende Verfcheydenheyt van een

L

-ocr page 402-

tafel- 4

Sweringe met Ongematigheyt, met Hitte

Sweringe met toe-vloeyen van Vochtigheyt, cap.

Vervuyide, Verrotte, In-etende, ende Voort-loopende S^^
ringe, Oirfaken, &c. cap- ^

Quaet-aerdige, ende Qmlijck-toejluytende Smringe-, V^oJ
heldtvan een geheelde Lanffh-duyrise endeQ^adeSwen &
indenNeus. ^ ^ 7 & ^

Sweringe met uyt-gefpannen Aderen, ofte Kramp-dey^^^
Mv-AVE^\'i Plaetfche,&c.
 cap-•2\'

Sweringe met Gedierte, ofte Luys-Jïeck}e, C^p-

Wennen , Oirfaken , &c. C^P-

Wratten} etóeexter-oogenjcij\'c. cap.

horens, haer Onderfcheyt, Plaetfche, is\'c. cap.

eynde.

-ocr page 403-

..... ■

(

-ocr page 404-

M

-ocr page 405-

Joh. Van Bevervvyck
VERVOLGH

VANDE

V n iN u

H E E L - K p N S T E;

Verhandelende

bonden, Gehartheyt, Oirfpronck
van Buf.poeder, ende Gefchut,
Kout-vyer, Ontleden, ende Ge-
breke Beenderen.

Met alderhande Ui^oryen verlkh.

Ghedruckt voor Iran^oys Boels, wonende by
\'tStadt-huys, in de Witte Duyf.
In\'t Jaer 1651.

-ocr page 406-

- . ■ ■■•tfä

-ocr page 407-

Gunftige Lefer,

Ck recht hier op\'t laetfte, de twee
voornaemfte vruchten van den Oir-
logh, tev;7eten de Wonden , ende

___ gebroke Beenderen. Vruchten die

^ altijt tijdigh, ende wel begeert zijn ;

, ai de Werelt daerom uyt is, ende met welc-
lit-teyckenen , oock van de alder-grootfte,
. ƒ \'-net Eer-teyckenen, gepronckt wert. Sulcks
aerdigh aen-gewefen van den Latijnfchen
Sidonius Carm. 23. in defe verlfen :

--Non hinc vide are for te turps,

Quod te machina crebraperforavit.
^ami^ in corpore fortium virorum
Laus e^l amplior, ampüor cicatrix.
1« caHris Marathoniis mer entern
Vulnus non habmfe grande probrum efi.
^nterPublicolasmanuferoces
^ T^runco Mutius eminet lacerto.
Valium Csfaris opprimente Magno,
^nter tot facies ab ho^etutas,
Lufcus Scctvafuit magis decorm.
Laus eft ardua, dura [usiner e.
^efeEer-fucht klimt foo hoogh indehoogh-
, ende ftrijdtbare Krijghf-hiyden, dat fy
"^er dickwils, felfs oock buyten noodt, begeven
A 2 in

-ocr page 408-

in de gevaerlijckfte plaetfchen ; alwaer Ja^ ^
inige in plaetfe van een
Marque d\'honneur, ^
ontfangen, dat fy ftervende auUä d\'honneur
îijck dé Françoifchen dat noemen j in ^^^^ K ^^
jaren Hlijven; andere komen t\'huys vol Wond ^^
ofte fonder Arm, ende Been ; eenige hHjv^\'^
haer leven Lam, ende Verlernt. Hier vo^ ^
placht men, de geheele Werelt over, met P^l ;
te fchieten, waer op oock hier te Landt de K. jj
len gefticht zijn, gelijck ick noch in mijnen ti) ^
gefien hebbe de Borgers haer oefFene met <

bogen 5Voet-bogen, endeKruys-bogen : ^
hetBuf-poeder, Buffen, endeGefchut op^^
mende, foo is het ander, als gantfch ongeHj\'^^^ ^
kracht hebbende,allencxkens in ongebruyckg^
lcomen,ende ten laetften geheel verdwenen. ^
geeftige poëet verfiert in ùjncnOrU\'^^

fmiofö, dat een Bulfe, ten tijde van
foude geweeft zijn by
Cimofco, koning der Vri^\'
fen; maer datfe hem benomen is, ende in Zee g^\'
fmeten door
Orlando, als oirdeelende de felve»^^
verderf des Menfchelijcken gellachts, door"
Duyvel gevonden te wefen . Ick fal
uyt Cant<> 9\'
hier fijn verffen fteilen :

Nonvolfeporre adaltracofamano
Fra tante e tante gtiadagnate fpoglie ;
Se non a quel tormento, c\'habbiam detto
Cb\'al fulmine afmiglia. in ognï efetto.

O maladetto, o abominofo ordigno,
Chefaùrkato nel Tartareo fondo
Fofiiper mm di Belx-ehu maligne ; ^

-ocr page 409-

Che ruimrper te difegnoil mondo t,
Äl\'inferno, onde ufailt, ti raßigno
Cofi dicendo lo gitto, in profondo ,
II vetito in tanto legonßate vele
Spmgealaviadel\'lfolacrudele.
iJelelfde ArioHo klaeght Canto n. dat die Buiie,
^^ngen tijdt daer na, van een Duy tfchen Toove-
naer Wederom uyt den gront van deZee isop-

gehaelt: ende daer door te gefchieden, dat de
Vroniigheyt in dê Oirlogh geen plaets meerder
heeft, dewijl oock de
alder-ftrijdtbaerfte van
de alder-bloodfte konnen doot gefchoten wer-
den: waerom hy de vervlouckte ziele van dien
minder oock fet by de vervlouckten
ludas, in den
blinden afgrondt.

Come trovaHi, o fcelerata, e brutto.
Invention mai loco in human cuore ?
Per te la militargloria e diBrutta,
Vur te il meüïer de l\'arme è [enz,a honore
Per te e il valore, e la vertu ridutta .
Che jpeffo par del buom Uno mgliore \',
Nonpiu Ugagliardia, nonpu l\'ardm
Per tepuo in campo alparagon vemre.
Ter tefongiti, & ander an fotterra
Tami signori, e CavaUien tanti,

Prima che fia finita queBaguerra, _ .

CheH mondo!mapiü, Itaha ha mojfo mptanf.
Che sw u\'ho detto, il detto mio non erra,
Che hen failpiucrudele, e ilpkdiquam
Mai furo al mondo ingegni empii, e mahgnh
Ch\'imagtnoft abomimfi ordigni, ^

A 3

-ocr page 410-

Et credero ^ che Dio, perche vendetta
Ne fia ineterno, nel profonde chiud^
Delcieco Abijfbquellamaladetta
Anima apprejfo al maladetto Gïuàa. ^^^

Dan hoe, wanneer, ende door wien h^

kruyt, Buffen, ende Gefchut gevonden is
in dit Boiick aen-gevcefen 3 aïs medejor de A\'
vel de fijne daer tegen foo kan
Harten, dat ^
Kogels van haer Lichaem, fonder eenige fcfi^
komen af te rollen. Wat vorders hier verbande^
wert, zal het volgende uyt-wijfen.
Ick ben j
\'t algemeen gebleven,ende niet tot de byfo^"®
Deelen gekomen, alfoo fulcks nu dickvvils ƒ
veel andere gedaen is, felver oock by Varéj
uyt-beeldtfel van het Werck-tuygh.

Hier mede befluyt ick nu, niet alleen de
kgnHe, maer al \'t gene ick van de Mediçi^^ ^^
fchreven hebbe,

Vaert wel •

het

-ocr page 411-

. V HET

Derde bouck^

VANDE

"VV O N D E N,

ÉttM

-ocr page 412-

#

-ocr page 413-
-ocr page 414-

br

-ocr page 415-

loh. van Bevervvyck
van de

Wonden.

Het Eerfte Capittel.

\'•WoNDENs oudtbeyt, ende gemeenheyt, i.Bena-
^^^^ verfcheyde Talent ^.Befchrijvinge, ^.Verfchey-
jmeyt, Oirfaken, 6. Kjn-teyckenen, 7. Voor-teyck^-
S. Genefinge , 9. Maniere van Leven.

(\')

f Nder alle de Deelen der Geneef-kon-
fte en is by de Schrijvers van geen ouder
gewach gemaeckt, als \'t welck de Won-
den betreft.
Efcidapius, de vinder, ofte
altijt de voort-fetter, gelijck
Celfus feydt,
defer Konftcj ende fijn foon
Machaon werden daer over
Seroemt van den ouden Grieck Ho.wraj, als oock an-
dere Poëten. Dan vry wat ouder is noch de rampi^lige
Wonde van ^hel.

Ende gelijck onder de uytterlijcke Gebreken de
Wonden wel voor de oudtfte gerekent werden, foo
Zijnfe oock wel de gemeenfte, dewijl het in de werelc
pitnmermeeraenTwift, gelijck aireede aen-geroert
IS, onbroken heeft, de welcke dan oirfaeck isj dat niet
alleen byfondere malkander grieven ; maer oock Ko-
ningen , ende Pringen door Oirlogh haer volck doen
Om-brengen. Het welck by haer als een nootfakelijckc
fake op-genomen werdt. Keyfer Karei komende door
Vranckrijck, om de oproerige Gentenaers te ftilien,

fey.

-ocr page 416-

2 VAN DE WONDEN.

feyde tegens dé koning Franfoysde I. dat fy wel tnoit^
oirlogh voeren, ofte dat anders haer evge«
gens haer fouden oirlogen . Soo fchrijft oock de KO\'
meynfche hiftory-fchrijver
Curtiusia fijn ö. BoucK »
dat om de faeck niet in oproer te brengen , deruLte
metoirloghmoft gebroken werden.
By den voor-leg-
ger
Efaias werdt de Koning van Alfyrien een Scheer-
mes genoemt, ende foo fiet men noch
huydenfdaegh®
door geheel Ghriften-rijck hetquetféfoojammerhjcK
gemeen maken , als het was in de borgerlijcke
gen der Romeynen, daer de poëet
Lucanus van fchri;«
infijnZ-Bouck:

Quisfuh ille dies, Marius qm moenia viBor
Corripuit .<= ftantoq; gradu morspeva cucurrit ?
Nobilitas cum pkbeperif, lateq^ue vagatur
Enjts, & à mUo revocatum eftpeBoreferrum.
Stat cnior in templis, multa^ue rubentia cade
Lubricafaxamadent.

(2) Het gene de Griecken Trauma, dat is foo vecï
ais
Quetfure, noemen de Latinenkk/kw, endeP/^g\'^\'
waer in even-wel van wegen de diepte onderfcheyt
gemaeckt wert by d\'heere
Salmajïus in fijn Exerc. PH»-
Dan fulcks wert wel uyt-gebeeldt by den poëet Virgi\'
lius m\'t4..Bouck van de Landt-bouwinge :

—---plagifque peremptum

Tunfaper integram folvuntur vifcera pellem .
Dit woordt Plaga is oock in de Talen, die van het La-
tijn af-gefcheurt zijn , gevolght, gelijck in Italiaenfch
Piagha, in Spaenfch Llaga, ende in François Playe, in
de welcke mede anders een Wonde genoemt wert
Fe- ■
nu, Herita, ende Ferite,
na het Latijn FmW, dat is,
flaen , ofte ftooten . Kjlianus ftelt, ons Nederlants
flaegh mede in Etymol. voor een Wonde; dan die naem
wei truymer genomen voor alderley Ongeval. Ende
dit isfiïoveel de Benaminge aengaet ; wy komen tot
"tic Befchrijvinge.

-ocr page 417-

, VA N D E W O N D EN. 3

j 13) TVmde is eenvcvkhc, ende bloedige openinge
fen facht Deel, veroirfaeckt door uytterHjckge-
ofr Vallen, Slaen, Stooten, Steken, Schieten,
1 u fomtijts de Werckinge van het gequctfte
^eel belettende, fomtijts gantfch wech-nemende.

Oniden aert, ende nature dér Wonden, in defe Be-
ichrijvinge begrepen , wel te verftaen, fal ick al haer
Beelen ontleden.

^ voor-eerft hebbe ick gefeyt, de felve te zijn , een
"■\'erfche, ende bloedige openinge, ende die door uytterlijck. gewelt
\'^^^roirfaeckt-om onderfcheyt te ftellen tuflchen eéWon-
5 ende een
Vlcus, ofte Sweringe. Want als door ee-
J?\'§hgebreck van binnen in \'t Lichaem , van wegen
icherpe ende fwerende Vochtigheyt, van buyten een
uyt-berft, ofte een Wonde foo lange ftaet, ende
^ervuyJt, datfe aen\' t fweren raeckt, ende de etter het
y^yfch in-eet, dan en wert de felve niet voor eé Won-

de> maer vooreen Sweringegerekentby de Arabiers,
nieuwe Heel-meefters,daer de Griecken tufichen
die twee namen geen onderfcheyt gemaeckt en héb-
oen. Soo feggen oock de Latijnfche Gloffen :
Vlcus,
Vulnus, Trauma ƒ ende onfen Erafmus fet Helkps over
Vulnus,inRin Adag. Noch nader gaet F^j&p« in\'t
cap. van fijn Wonde-bouck, als hy wel fcherpelijck
dit onderfcheyt makë berifpt. Dan my dunckt dat aen
de Benaminge weynigh gelegen is, ende dat in alle
geval \'t gefeyde onderfcheyt geé ondienft en kan doen.

hy een facht Deel verftae ick van binnen al het Inge-
^\'vant, van buyten de Spieren, ende \'t gene de felvige
bekleedt, als haer Velleken, ofte Rock, Vieyfigh
vliefch, Vet, Huyt, ende Op-huydeken.

KleyneWonden, die niet diep in en gaen,noch geen
^oornaem Deel en raken, doen weynigh
hinder aen de
Werckinge van het gequetße Deel: maer die haer wijdt
®"de
diep verfpreyden , alfoo, door het af-fteken van
de Aderen, ende daer uyt het Bloeden,de natüyrhjcke

Werm-

-ocr page 418-

WONDEN. , !
Wermte met eenen vervlieght, foo wert daer door
dc

f^ ^^^^ nootfakelijck verärgert» i

ende alfoo belet, dat hetfijn Voedfel niet te recht e«^ ^
kan gebruycken,noch wel verteren. Waer door dan i"
t Zelve Deel meerder overtolligheyt, als de Nature

gewoon is,vergadert wert rtwdcLeoirfaeckis,^^^^ ,

ie^^f \' dequetfinge, maer eerft

inZerr tu\'"\'"\' "^^den dagh gemaeckt

en weit; als wanneer de vervlogen Wermte haer we-

deTÄ"r Nu naTgelegenthcyc

Deeïïn nS h.^ kan de onderfte \'

vHeSh niét de n\' "" door-gefneden Buyck-
Viieicn niet de Dermen . Het Hoornieh-vliefch ge-

heden. Als Aderen, ende Slagh-aderen af-eefteke"
Vierden, foo moeten fy het Bloedt, mefde efendige

Oeeften laten uyt-Ioopen. Door-fneden 7ennwen%

Voedfei e^^deS verhindert, \'t Geficht belet,

eetfttlt^L^?\'\'^\'-\'\'^\'"^\'^^ der Wonden bli/ckt voor-
eerit uy t den Aert, ende de Gelegentheyt van\'t Deel,

Tamr nÄ\' innerh-jcki fommige voor-

name, andere daer minder aen gelegen is .

encSl hÏ \' ^^ \' dat eenige ■

endedierj-elifrfc. f \' f^fe. Knutfinge,Kout-vyer, .
S,
kS nff.\' Koortfche,Bloet.ftortin-

boos

-ocr page 419-

^ D E WONDEN. 5

Bp^ft ^^"iche, rafenden Hondt, ofte een vemimgh
gebeten is.

Won^rf Fällen, van wegens de Gedaenten, de
na>j vel,ofte diep,

recht ofte krom, langh ofte ront.
Ich Wonde
wcrótvemi-faeckf door übet gene

Ygp PJ gelijck alderhande Geweer, ais oock door
allen, Slaen, Bijten ende Schieten j hetzy het laet-
liirt^*^ P\'jlengefchiet, gelijck hier voortijtsgewoon-
Jg ^as, ende noch in Indyen, ende eenige andere
r aetfchen gebruyckelijckis,ofte met KogeIs,gelijck

meeft door de geheele Werelt in fwangh gaet.
j Op de Jv/w-fe^c/^ewm en is niet veel te feggen,
«ewijl een Wonde de felve mede brenght. Doch al
fjdat de Openingh de gequetfte Plaets wel van buy-
en m de Huyt vertoont, foo en valt evenwel foo licht
. teonderfcheyden, wat Deel van binnen gequetft
"» als de Wonde diep door-gaet. De kennifle daer
*an Wert genome uyt de Gelegentheyt,ofte de Leger-
P^aetfch van het Deel, de befchadighde Werckinge,
"Ct gene de Wonde uyt-geeft, eiï uyt de Toe-vallen.
. Wat het eerfte belangt,als een Hooft diep gequetft
«, foo magh men wel dencken dat de Wonde tot in de
j^erffenen fchiet; als yemant dwars door de Borft ge-
keken is, dat de Longen gerocht zijn ; wanneer de
"eeck diep in den Buyck gaet, dat dan de Dermen ,
^ftede by-leggende Deelen den felvë ontfangen heb-
ben. Indien\'dooreen Buyck-wonde de Dermen uyt-
|phieten, fulcks beteyckent,dat het Buyck-vliefch,als
defelve bekleedende, is door-gefneden. Ende foo is\'t
Voorts met andere Deelen, welckers Leger-plaetfch
elders is aen-géwefen,

Ten tweeden,toont oock de verhinderde Werckin-
p> wat Deel datter gequetft is. Indien yemant geval-
gefteken, ofte getrapt zij nde, fijn root,ende bloe-
\'^\'gh Water niet en konde houden, \'tfelve foude een

teyc-

-ocr page 420-

6 VANDE WONDEN,
teycken wefen, dat de Sluyt-fpier
van de ßlaes ge-
kreuckt was. Indien door de quetfuyre liet Deel niet
en kan beweeght werden, fulcks beduyt dat de Zenu-
wen getroffen zi/n.

Ten derden, wat aengapt het gene uyt de Wonde
koomt; als fulcks in een Buyck-wonde
Gijlisjdat be-
duyt quetfinge in de Maegh, ofte dunne Dermen; a\'S
het Kamer-gangh is,in de dicke Dermen; Water, in de
B ap. Wanneer uyt een Borft-wonde Lucht berft»
luJcks IS een teycken dat fy door-gaet, ende wel hcn-
telijck de Longen gequetft heeft. Of een Ader, ofte
blagh-ader af-gefteken is, vertoont het Bloedt: alfop
hetiiytde Slagh-aders al fpringende
voore-komt,oock
duider, ende rooder is, als dat uyt de Aderen loopt.

Ten Vierden, werden noch Ken-teyckenengetroc-

ll ken uyt de Toe-vallen, gelijck groote Pijn,met Trec-

,1? kinge der Leden, terftont op de quetfure volgende >

I beteyckent, datter een Zenuwe gerocht is.

(7) Wy komen tot de Foor-rfjc^wm, daer feer veel
aen gelegen is, ende die daerom van ons wat wijd-loö-

pigh fullen onderfocht worden.

Het Gevaer van een Wonde flaetaf te nemen Coo
^yf d^e ggegentheyt van de Openinge, als van hetge-

Hoe dat het Deel voornamer,ende de Wonde groo-
ter ende dieper is, ende quader gedaente heeft,hoe het
gevaer grooter valt. Derhalven zijn de Wonden, die
de binnenfte Deelen raken, feer forgelijck, dewijl het
gebruyck van de felfde Deelen het Lichaem niet mif-
fchen en kan, de Heel-middelen nauwlijcks foo verre
en konnen gebracht werden, ende de Uyterlijcke be-
kleedende Deelen oock nootfakelijck moeten fwaer-
der gequetft: zijn,

Vleyfch-wonden, die niet diep en gaen, en hebben
pen fwarigheyt, \'t en
zy datter een meefter over-
Koomt, die defwarigheyt mede brenght. Soo fchrijft

Dr.fö-

-ocr page 421-

PE WONDEN. 7

niet een \'\' \' i" fij" Bil

meefter k"^" "\'ecdiep gequetft zijnde, eenBoeren-
iii de \\T7 j^S\'"\'\' die iiyt onervarentheyt \'t Kout-vyer
kan oo UK ""eefterde, waer van het kintftorf. Soo
vvacht\'^\'^ "y een ongeachte quetfinge wel yet onver-
de tp / en,dat de doot veroorfaeckt. Het gebeur-
\' dent ^^den, doen ick daer ftiideerde, dat feker Stu-
fpe] ? ^llende met een dochter, van defelfde met een
^ni^elf gefteken werde, waer toe fiaende een

ten la groote Pijn, daer na het Kout-vyer,

^ijck ^^^"^eDootvoIghde. Endeick weetdierge-
men^ "^eer-malen gefchiet te zijn. Dan hier foude
als m"!?feggen , datter een Zenuwe gerocht waé ;
Q^^\'^e in\'t volgende exempel, befchreven by den
hift
Bemhus, in\'t 11. Bouck van lijn Veneetfcha
^^ Ofye. Aloifius Portus, feyt hy, een jongman van fon-
n ^gefterckte, ende vromigheyt, na dat hyhem
j P^^hjck midden onder de vyanden begeven , ende
^^ lelve al in de vlucht geflagen hadde, kreegh door
; Van de felvige foo kleyne quetfure in den Hals on-
ent de Pefen, dat den degen nauwlijcks door het Vel
viel niet-te-min terftont beroert van\'t paert *
1) u" nimmermeer wederom te recht komen.
.Och al fchrijft
Bembus, dat de quetfure nauwlijcks
dae het Vel en ging, foo en heeft de Beroertheyt
fou^ "\'^^konnen over-komen, fonder dat de Zenuwen
. \'len befchadight wefen. Maer fufcks en heeft geen
r 3ets in een lichte, ende even-wel doodelijckeWon-
Verhaelt byeen ander Italiaenfch hiftory-fchrijver
in
Elog. alwaer hy fchrijft, hoe Petrus Graxéiay
s ende na den middagh in de fchadu we wandelen,hem
g"Caftanyemet haer ftekelige fchorfieeven op het
de^K^ ^iel, ende dat hy die plaetfche wat krouwende,
p j^oortfche kreegh , ende ftorf.
^deo enimfubtiles
inveniunt, cum
ex decreto urgent, gelijck lo-

B D?

-ocr page 422-

dß dunn\'

ucr/mn , vpeuc iviaegn , ojreae liever, ft ^^^^
fchrijft Hippocrates, in de i8. Kort-bondige ^P uy
ke van het 6. Bouck . Maer doodeiijck \'\'^[r^ J-
op verfcheyde plaetfchen, gelijck
gemeenlijck
fchiet, ende hier leyt hy fijn felven uyt
waer hy feydt, dat de geqiietfte meeßendeel van
nige Wonden fterven , ende vought daer ,

by , te weten van het B^ggen-mergh , de grove
de Stroten-ader, de Longen, endebinnenfie T^enuWi\'^-^
ke Deelen wy nu allegader vervolgens nader iw
gaen ontleden.

Wat de Herft\'enen belangt; die Wonden ftelt BfF^^
crates
meeft doodelijck, doch en gaet altijdt niet v
Want men fiet alle daegh,datter vele van door koir\'«
ja oock die van het Mergh felve door de Wonde
werden. Soo fchrijft
FaUopius in\'t 4.Cap. van "j^^gj
\' melte Bouck, dat yemant te Ferrara, in \'t midden d
winters, van de Herflenen af-genomen is de
vaneen Ganfen-ey, die even-wel genas. Diergsl\'J\'-^j.

hebbe ick mede eertijdts gefien te Bononyen» ontre

Ferrara, in een edelman van Verona, geluckelijck ]
len door mijn weerde meefter
Bartoleti. Het felfde ge-
tuygen
Guido, Carpus, ende andere Heel-meefters\'
fien uyt de exemp^elé vergadert by
Schenckjus i-ÖPj^®\'
ende 42. By de welcke ick om fijn vremdigheyt ti^c
een fal doen, feer onlangs my voor-gekomen i \'
wel het foo wel niet uyt gevallen is. Een kint van 1
jaren, viel een ftock met fijn eynde vlack neder op
flincker zijde van \'t Hooft, welcke val
even foo groo-
te breuck in dePan maecktejals het hooft van de
Kock
groot was. In \'t eerfte quam door een kleyn gaetjen al-
lencxkens het Breyn uyt-puylé,gelijck voos vleylcn,
tot dat het, op de groote van een balleken
> van ftlts
af viel, ende wederom van nieuws uyt groeyde. Ter-

VANDE WONDEN. _

Degene, die de Blaes door-fteken is, ofte ^^^yj^m

ofte het Herte, ofte het Middelrift, ofte een van
Dermen, ofte de Maegh, ofte de Lever

-ocr page 423-

WÓNDEN. 9
getroc t ^"etfui-e werde het kint in de rechter zijde
■ ld" ^\'^^^""faeck is by
Lmremius nae te fien in
Wede,- flincker zijde beroert, ende doen

Het Setrocken, tot dat het op den dagh ftorf.

was meeft van Herflfenen uyt-geput,
jnec k \' fonder verder openen, door de Wonde ,
been/\'^.t ^yden geknntfte , ende geraorfelde
Jus ^ erkens, genoegh konde fien. Seer wel heeft Cel-
Herff\'^ "a hem Fallopius, gefeyt, dat de Wonden der
maer^M®" niet enckehjck de Doot mede en brengen,
a!s dq " wanneer haer gront-veft gequetft is. Want
zy do "\'ert het beginfel der Zenuwen gefloten , het
iy j verftoppinge , het zy door toe-drucken > het

Van , de Menfch dan, als

ften^^" Popelfy, door belet van toe-vloeying der gee-

ofte van Treckingh der Zenuwen (als de felve
•Kelt werden) die geftadige PijUjWakenjFlauw-
ende Korten adem verwecken j waer door de ge-

Qupf-ft VClVYtl,K,CU 5 WdCl UUUl UC gc

Si laetften koomt te fticken. Het felfde ge
^anneer het bloet, uyt fijn Vaten gebor-
^/jnde jin de Herfl\'enen bederft, ende verrot.
Wat " de Wonden j op wat manier, ende door
Q J^egh, \'t zy door het Beckeneel, \'t zy doorde
Aen ^\' of^e anders, fy tot in de Herflfenen raken.
rich j\'^erckens waerdigh is de gefchiedenifie van Hen-
ï\'ran ^"r ■ ^^"^"gvan Vranckrijck, verhaelt byde
noj.j^Pj\'ehe, ende andere Hiftory-fchrijvers . Maer
fijna hyParé, diedaer over geweeft is , in

"Toü ende capittel. De Koningh loopendein

krg "i^oy-fpel tegen den Crave van Montgommeri >
de gebroken, ende ge&rijfl\'elde fpere een
het V ^ ^^en fijn wijnbrauwen in de vleyfige huyt van
endevT\'^®®^\'^ tot den kleynen houck van \'tOogh,
lom he^ 1 het Oogh felve,\'t gebeente ront-

. blijvende. Den negenden dagh geftorven
\' \' bevonden, in het deel tegen den Slagh ftaen-
■B A de

-ocr page 424-

lo VANDE WONDE ^-^a
de ontrent het midden van den Winckd-nicUi^\'
het dicke, ende dunne Herffen-vliefch, üerife-
Bloet i het welck aldaer verrottende, ende de
nen bedervende, fonder twijfFel oirfaeck ge-
van des Konings doot. Diergelijcken onge\\^\'\' ^gh
\'luckiger uy t gevallen in
Francois de Lorraim,
van Aumale.Defefgelijck de prefident delhouic^\'J^^^

in\'t i.Bouck van fijn Hifïorye) werde in\'t

feren , met een fpies gefteken in fijn Kaeck o" ^^^
rechter Oogh,, waer op de fpies quam re bre^e"\'
dat het yfer met anderhalf voet van \'t hout in de W
de ftekende, uyt getrocken mofte werden; het ^
hy, fonder eenigh teycken van pijn ,
buyten hope der Heel-nieefters
, van die fware W^
genas.
 . I^g

De Wonden van het Ejiggen-mergh, alfoo het
een af-fetfel van de HerfTenen is, moeten in gehl^^.
graed geftelt werdë.
Smnenus verhaelt van eé Vieyic ,
houwer, die de Ofi^en niet en kuyfden, maer met e
kleyn mefken in den Neckftack , waer van
fy teritm
in fuyfeling ter neder vielen .

Utt Herte [kyt Avicenna) en kan geen opening^\'

nochfwellinge, foo lange\'t leven duyrt, verdragen*

Bmivenius verhaelteven-wel de Abd. morb. cauf6\')-
genefen te hebben, die in \'t Herten-vlies (\'t vvelckr"\' »
nius INat. S7- tegen is) gefteken was . Dan daeij^e«
washetHertefelve nietgeraeckt. Anders houden ne^
alle de Geneef-meefters daer voor, dat de
Hert-Bon-
den on-geneefiijck zijn; gelijck de poëet
Ovidii\'^ oock
fe3\'t ,t.de Ponto 4. dat al quam den god EfcuUfi^^\'^^
fijn heylige kruyden , hy even-wel geenfins de W O"\' \'
den van \'t Herte foude konnen heelen .

Afferat ipfe Iket facras Epidaurius herbas,
Sambit nulla Vulnera Cordis ope. . .

Ende niet alleen dat foodanige Wonde on-geneeflijcK
zijn, maer fy brengen gemeenlijck de doot voor h^er.

-ocr page 425-

^etwA^ nde wonden. O

1 en is. Want dewijl lietHerte den

\' fonteyne is van de natuyrlijcke

Maet f i levendige Geeften , (waer in ons leven
^^^^"^^^ont in\'tquetfen vervliegen, foo eti
byij-p ^ ändere Deelen van \'t Lichaem hetminfte
Bioer beftaen . Behalven noch , dat hec

gen, g fijicken geweit uyt berft , dat het de Lon-
aifoo d door fijn menighte overftolpt, ende

^.Path^^ gequetften doet fticken . Fermlius fchnjk
de .f{Q]p \' dat de Hert-wonden, als fy niet diep in
Soo r , §!^eden en gaen, niet terftont om en brengen.
liip. \'^""jfc Brafavolus over de gemelte Spreucke van
\'t He Vercken gefien te hebben, dat in den tip van

ende een uyr leefde,
pij} ver de
Coac. feydt van een Hart, dat lang een
^den gedragen hadde ; \'t welck Vega over

dyl \' äff. mede beveftight j gelijck M. Alexan-
. van een Haes, die midden door de Borft ende
was. Wanneerde Wonde, fchrijft
Van \'tH ^jf- \' • in \'t vleyfch

Over I kan de gequetfte noch wel een nacht

tugj ^^\'^n , dan moet even-wel fterven . Soo feyde
, j j^^^e gemelte
Ovidius van kleyne Hert-wonden

—\' I I , ^.farvo Cor Vulmre Icefum,
Maer ^ poH ula eduEla, rcfrixit.

itTioec d GaUnus, vaneen Wonde, die diep in gaet,
Ven • ■ pS^inetfte nootfakelijck op ftaende voet fter-
inetft ^ by aldien de flincker hofligheyt ge-

Itegj • Want uyt de felve wert het heetfte, eude fijn\'-,
te J metfijn Geeften, ende natuyrlijcke Werm-
kra-j®"^ de Slagh-aderen over het geheele Lichaem
He^j\'^/A^\'jjck gefpeut. De koning van Vranckrijck,
tuflTch " moordadigh gefteken

acJerip" de vijfde ende fefte Ribbe, ende daer mede de
ö^ olagh-ader tot op het flincker Oir van\'t Herte
ß 3 af

-ocr page 426-

12 VANDE WONDEN,
afgefneden , foo dat hy terftont de fprake, ende cic]
ven verloor, het Bloet hem met
grootegolvé de Kee

uyt-fpeutcnde. Wat langer duerde het met een hä^\'
man (verhaelt
by Paré p. Chir. jo.) die met een ander
vechtende, een fteeck kreegh onder de flincker manj\'
door gaende in \'t Herte, ende even-wel na verfcheyde
fteken, die hy aen bracht, fijn wederpartye vluchten\'
de noch twee hondert fchreden vervolghde , tot dat
hy doot ter aerden viel. HetLichaem geopentzi)"\'
de, fchrijft Pdj-é bevonden te hebben, een Wonde\'"
\'t vleyfch van \'t Herte, daer een vinger in konde» eij\'
de een groote menighte van Bloedt
over het Midde\'\'
nftgeftort. Langer tijdt heeft gehadt (\'t gene nu voor-
leden weeck gebeurt is) feker man, tuffbhen de vijfde
ende fefte Ribbe (wy rekenen van boven) geftekej
zijnde, tot aen \'trechter Oir van\'t Herte, die noc"
les-ende-dertigh uren na de quetfureleefde,nietgS\'
klaeght hebbende ais over den korten Adem , he^
fonder twijffel mede veroirfaeckt door de groote me-
nighte van Bloedt,datinfijn Longen,
endeop\'t Mid-
delrift bevonden werde. Een ander exempel heeft
Smmrtus van een krijghs-knecht, die in \'t rechter ÜJr
van\'t Herte gequetft zijnde, alfoo de
flincker zijde gaer
Dieet, üjn leven noch fefthien dagen vertrock.

De Wonden van de iowgc« loopen groot gevaer,
doch en zijn met alle nootwendigh doodelijck -
gene, die alleen de felfftandighey t van de felve raken »
ende foo groot niet en zijn,dat fy het Adem halen be-
Jetten, ofte de Levend-makende kracht fchierliic^
om-ftooten, het zymet de Geeften te
verjagen door
vee b oeyen , ofte het Herte, door het uyt\'geven van
veel bloets, teoverftelpen. Dan wanneer de Wonde
groot IS, ende niet alleen de felfftandigheyt, ofte het
vleyfch van de Longé gequetft is, maer oock degroo-
te Vaten, te weten de voorname tacken van de Ader-
lJ;cke Slagh-ader, ende Slagh-aderiijcke Ader, dat is

doo-

-ocr page 427-

doodei-Y ^ N D E WONDEN. 13
te ft^j. \'ek,vermits in de felvige het Bloetin menigh-
Long^\' ende de Levendige geeften vervliegen , de
Ovefy ^"de Herte van het overvloedigh Bloedt
Vai, d \' gequetfte alfoo geftickt werdt.

Sehe ! foorte 5 te weten Longe-wonden , die
Verrt, j \' heeft Sch\'enckius verfcheyden exempelen

"gdert 2. .

liirV ^^ Wonden van de Stroot-ader niet alle doode«

. Maer wel verüaende foo

\'I cV . "i\'ucij Vtiii UC jr? mci aiic uuuwc»

in S \' toont de Larmgotomia, dat is ais de felve

geopent wert. Maei
dp; j ^°odanige genefen , die niet groot en zi;n, en-

^InHei.___11 II 1 1 t •

In rJ ---O Ö----J -----ö ---^-f "* •

de y welcke alleen de Vliefen, daer de ringen van
^^troot-adermede gehecht werden,gequetft en zijn,
he
Schmckius mede eenige exempelen verfamelt
jj, ia \'t gemelte bouck . Maer de kraeck-beenige
felve komende te quetfen, en können om haer
j^f digheyt niet heelen . Doch foodanige Wonden en
lengen geen fchierlijcke, maer een langhfame doot
i te weten, wanneer van de Lucht door de Wonde
^aeftigh in-fchietende, de Longen veranderen , ende
erivvackén, ofte datter een vleyfigh Gefwel op de
^ onde wafcht, de welcke met den Adem in te hou-
den den Menfch doet fticken. Maer die Wonden fle-
men de keel haeft af, de welcke, uyt gequetfte Stroot-
, deren, ende Slagh-aderen , het Bloet overvloedigh
j" de Longen laten loopen, waer door den Adem ge-
"ckt, ende \'t Leven genomen wert. Sulcks en ge-
kniet even-wel niet van wegen de gewonde Stroot-
J\'erkens, maer van wegen de
Vmajugulms, ofte de
\'^\'\'teriafoporaria, daerby leggende.
, De Wonden van het
Mtdddrift moeten onderfcheyt
Werden na fijn vleyfigh, ofte vliefigh Deel. De
^leyfige zijn geneeflijck, dan de Vliefige werden fel-
^en genefen . Want daer komen terftont quade Toe-
^ilen by, Rafernye, korten Adem, Koortfch,Kramp,
Treckinge van Leden . Doen de Romeynen,
B 4 en-.

-ocr page 428-

14 V A N D E W O N p E

ende Albanefers haer heerfchappye ßelde van ^^^
zijde aen drie gebroeders,
fooftackeen vaoa ^^^^
meynen fijn wederparcye door het \' ^

van hy op de plaetfch doot bleef, gehjck de u . j,
fche hiftory-fchrijver
Dionyf. Halicamajfaus netn^g.^,
in fijn
3. Bouck, dat van Livius foo nauw niet bei

ven is . , •\'Hton-

De Wonden van de Maegh en vallen met

geneeflijck ,als met verfcheyde exempelen kan n

fen werden, als oock met het gene noch onlan&
Pruyfl\'en gebeurt is , aen fekeren Boer, die een
door geflickt hadde, \'t welck hem uyt de
fiieden is; gelijck dat breeder befchreven werdt -
gene, die daer over gegaen heeft, ende tot Ley aen § ^
druckt is. Diergelijcke verhaelt
CroUius van een p
heemfchen Boer in de Voor-reden van fijn C»;

mica, Comax in een antwoort aen Dr-Hemgh, ende \'
Alexandrinus
over Galen. ó.Meth. 4. mede over-gen^\'^
by Schenckiur^. Ohf. 121. die oock noch eenige ander
Êxempelé heeftin de volgende 122. Aen-merckinge-
De Wonden van de
dunne Dermen ftelt Hiffocrates
onder de doodelijcke, gelijck fy oock meeft zijn, door
de menighte van haer Aderen , ende geheel Vlieng"
wefen ; waer door op haer quetfinge vallen groote
Pijn, ende Krimpingh , Nock, ende Flauwte . Mae"^
alderquaetftzijn noch de Wonden, die overdwars ko-
men , alfoo de af^geweken lippen gantfch niet geheelt
en konnen werden . HmnV/^de 3. koning van Vranck\'
rijck, kreegh van een Monick in fijn Dermen foo een
fteeck, waer hy niet lang na en leefde. Beter gelucktß
een Buyck-wondein Graef
Willem van NajJom,it\'idt\'
houder van Vrieflandt. Defe, gelijck :^eydp verhaelt
in\'t 9. Bouck van fijn Nederlantfche hiftorye, trec-
kende in \'t jaer 1592. tegens
Verdugo, die aen-quam
om het belegerde Goeverden teontfetten , ende met
hemflaende, werde in fijn flincker 2ijde gefchoten,foo

dat

-ocr page 429-

datderc^M^^E WONDEN. 15
bleef ^^^ den Navel wederom uyc quam . Hy
eniie^^^"""\'^! tot den alder-laetften inden ftrijdt,
latiPp- volkomentlijck genefen ; gelijck hy oock
fal weM-^t! geleeft heeft. Dan defe Scheut etï

* "chtelijckdoor de Dermé niet gegaen wefen.
lïjg n *verden verfcheyde exempelen byde Geneef-
der g ^ ^^ihaelt(gelijck te fien is
bySemert.i.Chir.^,)
öanfT\'^\' van,een gequetfle Lever genefen zijn .
®ock is te verftaen, wanneer de felfde (\'t welck
in ha ^ heeft in de
Milt) maer boven op, ofte
groor gerocht is, fonder quetfinge vande

Aderen : Want die gequetft zijnde , dan val-
jgy ƒ groote bloet-ftorting, die den gequetften het
9 Od Daerom feyt de poëet Homerus in fijn

nïu \\JlyJfes,om den grooten een-oogh Tolyphe-

rift ? fe helpen, hem ftack, daer het Middel-
lij ^^^ver om-helft. Welcke kennifle Howcraj, ge-
)CK Veel andere, fonder twijffel van de Joden getroc-
heeft. Want wy lefen in\'t 2. Bouck der Konin-
"P\'f ende 3.capittel, van de Wonde, daer
Abner
, l\'jf\'j ende wederom loab Abner, het leven benomen

, duyden de Wijfen op de Lever.
li" Wonden van
de Bloes werden , onder de doode-
van
Hippocrates, voor uyt geftelt. Maer hier
<^nderfcheyt gemaeckt tuflche|i den Hals , ende
lid • Den Hals, alfoo hy Vleyfigh is, kan

genefen , gelijck het Steen-fnijden , dat
daervan onbewuft zijnde , niet en foude
=ooen toe-geftaen. Ende ick hebbe verfcheyde kin-
^eien gefien, die binnen de acht dagen dicht toe ge-
dir^h ■ Dan heb oock bevonde\'n, dat de gene,
chet Vliefigh lichaem van de Blaes door-fneden ,
tan , den felfden dagh ftorven. Noch-

ven andere, dat oock Wonden in \'tlichaem,
feee r" genefen werden. Want,

bgenfe, de Blaes en is niet geheel vliefigh,maer haer
B 5 buy^

-ocr page 430-

i6 VANDE WONDEN.^

buytenfte vliefch is wat vleyfchachtigh , ^of

oock by Aquapendens, ende Spiegel, gehouden wert

een toe-treckende Blaes-fpier. Ende van dele ? ^ ^^
finge werden verfcheyde exempelen by S^^^ds
I^oujfetus j. departu C^efam 6.7. S. ende

vznSchenckjus j. Obferv. ^oi. Even-wel en heD&^
niet konnen gewaer werden,
dat foodanige Wo
volkomentlijck genefen: maer wel bevonden > ^ ^
degene, die van een groote Steen, de
welcke de p
wat uyt-tornde, gefneden waren, de kanten veree\'
ende foo een ofte loopent gat bleef > ^vaet "
de gefnedene al haer leven leek gingen. Welck lev
niet-te-min foo gaende, noch langh kan dueren. ^ ^^
dat hier, gelijck oock in andere Wonden wel aen
tnercken ftaet, wat anders te zijn, eenDoodehjCK
wonde, ofte een Ongeneeflijcke.

Deg/-oofe Aderen, ende infonderheyt de
alfoo fy, gequetft zijnde, niet en konnen geftopt»ott
toe-gebonden werden, ende dat het Bloet
terfton
met menighte uyt-vloeyt ,de Geeften vervliegen» JO"
volght daer nootfakelijck op Flauwte, ende de Doo^\'
Ja al werde dat al wat uyt-geftelt,foo foude het Bloe"^»
buyten fijn Vaten ronnende, ende bedervende, een
quaet-aerdige Koortfche,Kout-vyer,ende andere doo-
delijcke Toe-vallen veroirfaken.

- Voor \'t laetfte ftelt Hippocrates onder de doodelijcK®
Wonden, die van de
innerlijcke :^nuwen, de welcke ick
even-wel niet en kan voor doodelijck op
nemen,m^ef
wel, dat daer van de Deelen, de welcke door de fel-
vige haer Gevoelen , ende Bewegen wert aen-ge\'
bracht,beyde verliefen, ende dien-volgende oock dap-
per verfwacken .
Bedoor-fnedenX^enuwen, fchrijft Pli-
nius I i.Nat.\'iy. en heelen niet, gelijck,oock.het Kraeckheen,

ende de Wijn-brauwen. De Kraeck-beenige deelen, om
dat fy haer rechte ftoffe niet wel en konnen bekomen»
cn genefen foolichtelijck niet; veel minder de Zenuw-

3Ch-

-ocr page 431-

achtia. \'^^NDE wonden. 17

den c ■ leden, gelijck oock de Ban.

ende diergelijcke, dewelcke be-
den terftont met Pijn overvallen wer-
"ï^f \'op dan volgen Onftekinge , Koortfche,
CKmge der Leden, ende andere quade Toevallen.
WyV"® verre is gefproken van de gequetfte Deelen ;
gei nu (gehjck in \'t beginfel gefeyt is) tot dc
gentheyt van de Quetfure, ende hare Toe-vallen.
bQj" r.H\'wge der Leden, houdt Hippocrates in de 2. Kort-

fel altijdt. Ende Hoüerius fchrij vende over de
ve Spreucke, ftelt vierderley oirfaeck van defen
^■■atnp. Somtijts, fchrijft hy, treft de Wonde groote
eieren, ende Slagh-aderen ; waer op dan een groote
g "et.ftortingh volght, ende vervolgens de Kramp,
ßde Flauwte; waer van fy even-wel niet altijt en fter-
. en. Somtijts valt de Wonde in Zenuwachtige dee-
en, waer dan by kan komen een Onftekinge; gelijck
\'^ede fomtijts de Wonde niet wel gefuyvert werden-
de, de Etter door fijn fcherpigheyt de Zenuwen mede
^eelt, ende alfoo benefrens dé andere Oirfaken, Trec-
i-ange der Leden veroirfaeckt.

Braken texQioni. na het ontfangen vande
tevck ofte na de Onftekinge komende, is een quaet
gg^^^^^"^.?lsbeduydende, dat Zenuwachtige deelen

, die met feherp Geweer gemaeckt is^
ait licmer te genefen, als de gene, die met een plom-
pen , ofte verroeften Degen gefteken , ofte met een
^ogel gefchoten is. Want een enckele openinge kam
eel rafler heelen, als daer een Pletteringe van het om-
wende Vleyfch by.gevoueht is; dewijl, voor al eer
toe-heelen van de Wonde te komen, de geknutfte
"änten moeten verfweren, tot etter gebracht, ende

ge»

-ocr page 432-

i8 VANDE WOND EN.
gefuyvert werden ; \'twelck lange tijdt verey» ■ ,,

vallen fwaerlijck te iieelen .

les vereenight door verfamelingh van twee "y"^\'^
fels het welck in Ronde wonden geen plaets en nee ^
alfoo de ronde gedaente geen uyt-fteeckfels en 1 "
Daer-beneiFensJalfo groote Wonden
(alles anders g
lijck zijnde) qualicker te heelen zijn, als de kleyne,^^^
de dat de groote gerekent wert, na dat de
kanten ve»
van malkanderen ftaen , foo heeft fulcks plaetfc"
Ronde wonden. In tegendeel gaet het met Lang*^\'^\'
)ige , ofte die den draet van de Spier
volgen; die de^\'

ulven oock lichtehjck toe-heelen.

Hippocrates oirdeelt in de 23. Kort-bondige
ke van fijn 4. Bouck,
Aztdegme, die door haeslig^\' f
langhdurige Sieckfen, ofte door Wonden
, als oockanderfr\'^
uyt-gemergelt :{ijn, Swarte-gal, oftegelijckStvartBlost"\'\'\'^
beneden af gaet,\'s anderen-daeghsfierven.
Dient tot rede"»
dat de Nature in een fober, ende fwack Lichaem, met
alleen onbequaem en is om te overwinnen,maer felv^"-
oock om te wederftaen den quaden Aert van de S war-
te gal, de welcke, ftaende het Gebreck, allencxke"^
de overhant genomen heeft, ende alfoo nootfakehjc\'^
de Doot tot gevolgh treckt. Aldus wert
oock be-
vonden , dat fommige op haer verfcheyden foodanige
Swarte-gal uyt-braken ; het welck van HoUerius o?
defe Spreucke wel aen-geteyckent, ende van my dicl<-
wils gefien is. Dan dit heeft even-wel alleen plaets m
de gene, gelijck de Spreucke oock luydt, die kranck»
ende uyt-geteert zijn . Maer die noch krachten heb-
ben, lofen wel Swartevochtigheden, fondereenig"
gevaer, ende tot verlichtingh van haer Sieckte ; te
weten als de ftercke Nature op haer geftemde Schey-
dagen (
D/w otVzW genoemt) het Lichaem van debela-
ftende, ende fchadelijckeSwarte vochtigheden
fuy-
vert, ende ontlaft.

Een matige Smellinge, die een Wonde over koomt»

geefs

-ocr page 433-

geeft..^^^ o e wonden. 19

fche M Soo fchrijft Cdfus,deRomeyn-

een , in \'t 16. Cap. van fijn 5.Bouck ; Dat

is ^^ fier [welt, is gevaerUjck^i datfe niet en fwelt,

kinap^fy^^\'^^\'j\'^^^ • Sulc^is een teycken van groote OnFte-
dit van eenverBorven Lichaem.
Hier toe ftreckt

de 66. Kort-bondige fpreucke van den
nj^ j ^ Hippocrates in \'t
5.Bouck Wanneer in j

lu^Ï^J\'^\'PP^\'^^^tej in \'t 5.Jbouck : Wanneer m jware, enae
Vant 1 S^eSmge en kpomt, dat is feery^aet.

; fware, ende
fiuurri^, afeerfiaet.
acht-\'^^\'^ooeen fware Wonde, gemeenlijck Zenuw-
^eelen raeckt, inde welcke,als feer gevoelijck
die j ^ noodtwendigh groote Pijn verweckt, ende
foo groote Toe-vloeying van Vochtigheyt:

liirlT\'*^^^ daer van oock het gequetfte Deel nootfake-
tel ^^ ^^^iäen, ende fuicks niet gefchiedende, geeft
rennen, dat die Vloet fijnen loop na binnen, ende
dp^^^\'^^i\'Deeïen genomen heeft j waer hyveel raeer-
ç^\'iade doet, Hier op flaet mede de voorgaende
5- opreucke van
Hippocrates, daer hy feydt, dat wan-

"eerdeGefwollewondéfchierlickflincké,verfcheyde
^\'eckten op komen,te wete, wanneer dat de Vochtig-
heden na de eene, ofte d\'andere plaetfche toe facken .
, ^n Jonge, ende Gefonde luyden vallen de Wonden
ûeter te genefen, als in oude, ende fieckelijcke, om
aat in de felve de Nature ftercker is, ende haer goet,
^"de mals Bloet het gefcheyde wederom bequaroelick
famen vougen. Soobevint men alle daegh dat
endejjefelj-jedeyeellichter , ende fpoe-
\'^\'ger in \'t eene Lichaem
geneeft,als in het andere. De
Prehdent
Thuanuskhnjh in \'133. Bouck van fijn Hi-
|^ofye,hoe in\'ttrefl^en tuffchen de Koninckfche,ende
^ volck van den Prinçe van Condé, binnen in fijn Dye
J^et een ftuck gefchoten werde
Robert Stuart, waer van
■|y niet ongewoon geluck haeft, ende foo wel genas,
^t hy geen mangel en behiel -, daer aen d\'ander zijde,
Ç\'j^oine Alegre, met een Roer in fijn. Been gefchoten
^\'^"de,nauyvlijcksin geheel thien jarsn volkomentlick

kon-

-ocr page 434-

w VANDE WONDEN,
konde geheelt werden , i.

Eyndelijck maeckt noch de Tijdt van \'t jaer, em
deeygenfchap van de Plaetfch, volgens de geftalj^\'^^\',
vande Lucht, het genefen vaneen
Wonde Uchte\'\'
ofte fwaerder. In de Honts-dagen, ende in \'t
van de Winter, valt het heelen moeyelijcker, als m ^^
tijdt,die tulfchen beyde koomt.
Divaus fchrijft m
4.Bouck van fijn Brabantfche hiftorye, dat op \'t
90I in den flagh tufl*chen keyfer
Lodewijck, ende
dehald, konmg van Lotharingen, niemant van de ge"^\'
diegequetft waren, en genas. T/W/wfchrijft 6. deM^-
io. dat binnen Florenge de Hooft-wonden meeft doo-
delijck zijn, ende hy wijdt fulcks op de koude,
dunne Lucht: ende dat te Pifa, ende te Lion daer
weynigh fterven, om dar de Lucht aldaer grover is •
Soo getuyght oock P^j-é, datde
Hooft-wonden be-
fwaerder zijn te Parijs, als te Avignon .

(8) Om tot Gmefmge te komen , foo en vereyfcht
een enckele Wonde niet anders, als datde Openi"S
toe-geheelt,ende de gefcheyde Deelen alfoo
wederom
vereenight werden. Doch wanneer datter eenige O«\'
gefontheyt te voren in \'t Lichaem geweeft is, ofte i«
\'t quetfen in de Wonde yet gebracht is, geliickH3r-
nas,Kogel, van de Kleederen, ofte yet anders, ofte
oock dat het omftaende Vleyfch geplettert is; in fulc-
ken gelegentheyt , foo moet de ongefonde
Geftalte-
nifli; des Lichaems verbetert, het gene in de Wonde
Iteeckt uyt genomen, ende het gepletterde verfwo-
ren werden .

^ Het genefen der Wonden (feyt Seneca t. adMarckm)
is licht, als fy noch verfch van het bloet zijn : maer
wanneerfy door bedervinge in eé quade Sweringver-
anderen, foo werden fy fwaerlijcker geheelt. Daerop
daet \'t gene de poëet
Ovidius feyt r. de Rem. amor.

Vtdt ego, quodfueratprimo fanabde vulms,
Dilatum longa domna tuliße rmra.

-ocr page 435-

vtrü, gewonden, üi

?"dersniet \' ende enckele Wonden en hebben

"^^■in mallf dat het gene , door het quet-

^ei\'de. x^-r^^aergefcheyden is,wederom vereenight
de Katn ^^".eeningeis eygentlijck wel het werck
^en Voed J ^\' r^ ^\'e^cke uyt het Bloet, dat de

voedet \', Bloet, dat de Dee-

"Beelen \' ^ene dat gefcheyden is, fouckt toe

ïulTchen k\' daer dickwils veel beletfel

fte tvech p ^den koomt, foo moet fulcks door deKon-
deNaturegeholpen, ende de na-
Werden van het gequetfte Deel verfterckt

maniere, als wyin \'tvolgende

de Mani?^ ^^^^^ infichten dient gehouden een goe-
dathet n7^"de daer in gemijdr al het gene,
fins toe I " yerbi«en, driftigh maken, ofte eenigh-
^-vioeyingh van Vochtigheden kan verwecken,
^«^htiph • j ^ wdie matigh koel,ofte wat werm-
Bi" de bequaemfte. Want de groote Hitte doet

^"\'\'itcsC^yl^ is^bi/leS"\' gelijck

ßen^ ïfi^u de-Wonde fwaer is, foo fal men den gequet-
het " n weymgh
Spjs, ende Dranckgeven :

Bloefï (°"de hem befwaren , ende het ander fijn
I-\' dien-volgende driftiger maken.
pap, p\'^en dient voor-eerft maer gebruyckt een Gerfle-
gebradf^f\' ^cnßorf-Ey, geroert, ofte gedopt, een
lïens t geftoofdeiQ«£e- endefbo allencx-

toun, Tf." Vleyfckhetzy gebraden, ofte

met Lat-

h nt \' ofte Suyrmgh, met wat Citroen-

gebrai f^^WgeftooftAlder-beft \\sKdfs-vleyfch
^"oJni \' de gefoden Knor-beenen, dat wy 7ol-
Corimh""^" \' okeSchapen-vocten met

fijn vï5f" \' oleanders toe-gemaeckt. De Wijn, om
moet hiV L vewermende, en drijvende kracht,
gebruvrt Santlch gefchouwt werde: maer tot Dranck
befteltÄfr, daer eenige geharfte fneden

Brooc

-ocr page 436-

XZ VANDE WONDEN.

Broot heet in geflift zijn , ofte daer de Verkodenae^

dm, met Peterfely-wortd, om het Bloet vv3t te verKo

len, en van fijn Wey te ontlaften, in gefoden

De Slaep dient hier matelijck te wefen, ^"\'^^^loÊt
te veel,als te weynigh ; alfo de felve het driftigh

LV. iryi-J/lJlgll J diiuucieive ilcl uni\'-\'f

ten deele bedwinght, daer het-Waken dat verbet?
de noch driftiger maeckt. j

Oejfeninge, ofte Beweginge van\'t Lichaem, als het
beroerende, is hier fchadelijck . r\'c \'

Wat het jf-fetten aengaet, hier dient een open i-\'
haem gehon4en,doch liever door verfachtende Moe^
kruyden, gelijck Beet, S\'pinagye, Suyring, ofte ooc^ \\
Clyfteren, als door Purgatyen , om de Vochtighe\'^^ i
des Lichaems niet te beroeren . Het ontijdigh Bpil\'.
pen, vandegene, die nu beginnen te heelen, devv<)
het de Krachten, ende de Voedfaemheyt verminde»\'^» ,
doet haer uyt fwackigheyt het leven verliefen .

Geenderhande Beweginge des Gemoets kan hier voC\'
deel doen,felver niet de fchierlijcke Blyfchap : da"
meefte fchade foude komen van de Gramfchap.

Het 11. Capittel.

Hoe, ende op wat gront, een Geneef-meeHer den
fal bericht doen, of degequetHe een Doodelijcke Wonde on(\'
fangen heeft, ende daer van nootfakelijckgeßorven
is .

■^An de Gevaerlijckheyt der Wonden, foo van.we-
V gen haer felven, als van wegen de Deelen , die ly
quetfen,
is nu in het voor-gaende Capittel wijdr-loo-

pigh gehandelt. Doch alfoo een Geneef meefter dick-
wils fijn oirdeel moet geven voor den Rechter, ofte
een gequetfte die fterft, fulcks over-komen is door de
Wonde, endeiat na fijn getuygeniseen doodelijck
oirdeel over den hant-dadigen geveltwerf, foo dient
hier wel op gelet, op dat den onnoofeien nietbe-

fwaert,

-ocr page 437-

WONDEN. 25

\' "och den fchuldigen vry gefproken wert.
felfo ^^ T \' dat doen de hoogh-geleerde Pro-
ÈogV®^ Leyden , D\'\'-
P^ï^», eertijdts uyt-leyde het
fcher^ Hooft-wonden van
Hifpocrates, ons wel io-
de vr^^® ? dat, wanneer den Rechter vraeghde, Of
de , daer een gequetfle na geftorven was, hem

"ootfakelijck veroirfaeckt hadde j onder-
öoo de gemaeckt tulfchen een Wonde, daer de
volght, ende eene die de felve fekerlijckver-
(jg • Sommige Wonden brengen nootwendigh
^tïd \' fommige zijn wel dapper gevaerlijck»

gjj f^r veie van fterven , maer eenige oock genefen^
eti k Wonde, daer yemant anders van genefen is,
\'^erd " voor geen Doodelijcke gehouden

lijck Selijckoock niet de gene, daer uyt Inner-
Qj^p ^itfaeck watquaets toe-flaet, of de welcke een
\'een fi^\'\'^ lichaem over-koomt: maer foodanige al-
[jj, \' d>e, in weynigh uren, ofte dagen , de Doot aen-
^ace ^ \'^"de door geen Konfte te helpen was. Fari-
tjf treffelijck rechts-geleerde j ftelt hier over

tuir h I K^ipart. I. feer goet onderfcheyt

gantf ^^ Wonden , die enckel i ende by haer felven
Ijgj^ \'ch doodelijck zijn , waer toe geen Salf te ftrijc-
maer" \' Meefters raet te pas en koomt t

den ^ den gequetftë rafch doen verfchey-

yjjjj^^de andere, die wel doodelijck fchijnen , maer
Ven ^ ^^^cke de gequetfte juyft niet terftont en fter-

^endefomtijts oock genefen.
te (T "\' fulckegevaerlijcke Wonden in defen,of-
and^^"\' doodelijck, ofte niet geweeft en zijn , wil een
Ar \'"^ehtf.geleerde
Boèrius aen-wijfen Decifion. j 13.

•H. met fes Teyckenen.
indie^\'if^\'^^® foude wefen
dcn korm Tijdt, té weten»
te fter gequetfte korts na de ontfangë Wonde komt
fcheur/^\'^" de palen van defen Tijdt, alfoo ver-
\'«^yaen gevoekn vak, foo. keurt
hy voor hrt befte,

C\' in-

-ocr page 438-

VANDE WONDEN,

indien de gequetfte binnen drie dragen koon" ^ . ^
lijdeni wekken tijdt
Bamlns oock ftelt i" ^ie
ƒ, ad Leg. Cornel. deSkariis: raaerandere ^^jge

tot den vijfden, oock tot den achtften daghJ[de
noch tot acht maenden, ja felfs tot een l^ei" j / ^^at
vele, als te langh zijnde, niet aen en ftaet. -^^LecK
fcheelt het, of yemant, by exempel» van een i _
in de Longe rafch fterft, ofte langhfaem
Even-wel geeft ons
Mofes hier van Exod. a J ^iri
Wanneer mannen
twiRen, ende den eenen den anderen
fteen ofte vuyft ßaet, ende hy en fterft niet, maer , ßo
indien hy weder op ftaet, ende op ftrategaet by ßP^^Jj^^\'J^m
fal hy, die hemßoegh, onfchuldigh :{iin, alleen fd h) 6
\'t gene den anderen verfuymt heeft, ende hy fal hem voW^
lijclilaten heelen.

Voor het tweede teycken rekent Boerius, 3eO"-.jg
den van
Braken, Koortfche, ende andere Toe-vallen\' ^
van beginfel af de Doot bootfchappen. Waer " ^
wel gevought konnen werden,
geftadige Pijn, ^ L.
ofte Treckinge der Leden, Nocil, B^f-kallen, ende
lijcke, terftont op het quetfen volgende , ende no ^
i>y-blijvende. Want in fulcken gelegentheyt jg
fy wel, door de Wonde verweckt te zijn, ende dat
felve oock dien-volgende doodelijck is.

Het derde Teycken ftelt hyin de Wijtte, en piT^l
Ende voorwaer een groote Wonde dreyght altijdt ge\'
vaer: dan die is alleen voor doodelijck te
rekenen» \'!®
welcke foo diep in gaet,dat fy de Inwendige deele»\'\'^^
in\'t voorgaende Capittel befchreven zijn, gefcheurt j
ende door-wondet heeft.

Sijn vierde Teycken is de Gedaente van het Gefvcer\'

^aer mede de Wonde gegeven is, ende waer "VV

Quetfer kan overtuyrght werden,wil gehadt te hebben

vanom-brengen. Dit gaet het Recht aen, niet de Ue-

neef-konfte , de welcke haer nieten moeyt met het

voor-nemen van den Quetfer, maer alleen let op de ge-

ic*

-ocr page 439-

WONDEN.

^Bcntheyt van de Quetfure. Even-wel kan een Heel-
ende V y^\'® geweer, Gevlamde degens,Hakige,
Wüv t pijlen (gelijck de Indianen beyde ge-

noirdeelen, dat foodanige Wonden on-
seneeflijck waren.

een het vijfde, ende feße Teyckë neemt Boëriusy
die \' ende daer op volgende Kjamp dan

vi„°^hooren beyde onder het tweede j daer wy defel-

fa^aheede gebracht hebben,
mant^\'^ \'^efefes Teyckenen, om te oirdeelen, ofteye-
hoüf Doodelijcke wonde geftorven is, en be-

Aer\'^^^" Geneef meefter, na het onderfouck van den
i- der Wonde , niet meer als twee te gebruycken .
des hy oogh-merck nemen , op dcKpnkyt

ande gequetfte koomt te fterven. Ten

Eefi H^\'" \' \'^e Gelegentheyt van den Siechen, indien die
vera^ > van dat by gequetft was, tot de Doot toe
j ^erde,met de quade Toe-vallen, hier voor ver-
hjj^j\' Waerby noch dienen by-gevought drieder-
in VP\'^\'erckingen . Ten eerften , dat de Wonde

-ocr page 440-

Ä6 V A N D E W O N D E N V g.
ende L. SiexpUgisf. ad L. Aquil. efi Bamlus
de Percußiontbus.
Hier over können vorders nag ^^^
werden de Rechtf-geleerde, ende onder and^e^p
mede m onfe tale over-gefetis,
Damhouder, ^^ y
heer van Viaenderen, Her.crmmaL 7<^. ende \'
wat breeder gaenden
Gaiü, Raedtf-heer te

z.Praa. Obf.Mu

Het 111. Capittei.

I. Ofte, by aldien het Lijck, van de Neder-geflagene,
yemant daer by quam, begon te Bloeden , de felve daerom jo\'f ^
te houden :^ijn voor Handt-dadigh van dien Man-H" \'
- Otrfaeckonderfocht. S-Onfekerheyt.

2. ^ ^______^...... ^

(I)

(^P het gene in\'t voorgaende Capittei verhandel
^is, koomt noch grootelijcksin
na-bedencke"\'^
het Bloeden van\'t doode Lichaem, wanneer de g^" \'
die de Wonde gegevê hadde, daer ontrent quanb eno
dedaet verholen,endeonbekent was, den feivenfo«"
overtuygen van den Neder-flagh. Want fulcks vve""^
daeghhjcks bevondê, alfoo te gefchieden i
niet allee"
terwijledeWonde noch verfch is, maer oock,
alle yerwonderinge te boven gaet, na verloop van
lan-
ge tijdt. Hier van is onder andere een aen-mercken®
waerdigh exempel verhaelt by den grooten wijf-g^^"^
CampaneUain fijn 4. bouck deSenfu rerum in \'t 9.
tel. Seker man, fchrijft hy,(lough yemandt doorken-
de werde om een ander oirfaeck gevangen . Na t^\'\'"\'
tigh dagen ontdeckteeen Slagh-regen herbegraven
Li;ck, \'twelck quam drijven voor de
gevangenis-
Ende als de neder-flager het felve uyt de venfterfagh »
foo begonnen de Wonden te bloeden; niet fonder
fchrick van den genen, die wift fulcken daet begaen te
hebben. Hy wech gaende, hiel het bloeden op; ende

-ocr page 441-

«3erw./ AN D E W O N D E N. 27
SelÜHTu \'\'r"" ^ komende, quam het oock wederom,
heeft jaren tegens
CampaneUa bekendt

Wh ^/^""van eens in gefpreck rakende met den
•^d ° p\'^^rden heere
Sdmafius, foo verklaerde fijn
^an V ^ ^^ weten, fulcks waerachtigh te zijn, als daer
^■erha^u gefien hebbende. Onder andere

ker L ^"y \'nijneen,datfeerwonderbaerlijckis.se-
Verm ^"^\'^^^n ontrent Digion, in Bourgoigne, vverde
ten (ieH naeften put gefmeten. Na drie ja-

keo ^ ^^"ck van\'t water, de oirfaeck onderfouc-
qiij\'door dit doode Lichaem voor den dagh
deele vergaen,ten deele noch gaef.Het welc-
fien r geftelt zijnde,elck quam

hadde " de gene, die de moort gedaen

foo u \' over het Lichaem na foo lange tijt; ende
Het ^^".Seinergelt zijnde, even-wel noch\'BIoedtgaf.
achterd veroirfaeckte,dat hy, daer te vorê al eenigh
deded op gevallen was, gevangen werde, en-
^\'ero \'^ekennende,fijn verdiende ftraffe ontfingh.
^oot\'n dit Bloeden voor een Teycken om den
geleerd^^\'^ ^en te wijfen, gehouden by vele Rechtf-
riui^C r "\' gelijck A Puteo, Marfilius, Blancus, CarrC\'
"®nde M{nochius, Famaceus, Mafcardus, Boèrius:

Tofï.." ftaen mede toe, uyt de Godts-geleerde,

ende A Lapide.
fcheni ."\'\'chtigheyt van de faeck foude wel verey-
datter van de Oirfaeck. oordeelt,

gendet^o ^"^^henifie is, niet alleen in den uyt-vlie-
Voelen ooek in het Bloetfelve. Dit ge-

die da ^r" verborge Antipathie, ofte Tegen-ftrij t,
ende d vcufl"chen den Neder-geflagene,
Wert pf\'V^^der-flager, ende een begeerte tot wrake»
^ hy Pomponatius, Langius, Gernma»

gemel?\'andere. Want (fchrijft de
t«re is f \' • ^^ 7.) in de verborgene Na-

100 groote, ende ftercke kracht, als\'er maer een
C 3

-ocr page 442-

VANDE WOND E.^\' joode
weynigh levens noch overigh en is > orce ne ^
Lichaem werm wert, dat hec Bloet begint te
ende, met heete Gal vermenght, te ontfteken •
reden foude wel lichtelijck mogen plaets ^^^
Gequetfte, die noch leven. Ende foo
verhaelt
m van yemandt, die door fijn broeder een w onde s ^
kregen hadde, dat wanneer de felve over het vern^
quam , al waren fy al verfoent, de Wonde ^ L,
ontfprongh; ende als hem daer na den
toe-gang» %
weygert was, het Bloedt ftelpte. Maer dat
■voor-geeft, en kan in \'t minfte niet gepaft
het gene uyt
Campanella verhaelt is, ende noch
op dat van
Sdmafius , in welck Lichaem de mnil
wermte niet en konde wefen. Ende in
verfcher W^
den fouden mogen gevraeght werden, wat het is > d

het Bloedt tot zieden brenght, op de tegenwoordig\'

heyt van den Neder-flager i Want te feggen fuicks t
gefchieden, door eené verborgen Strijdt, die tufle"^^
haer beyde ftaet, en is niet veel anders, ais de oirfae^
voor verborgen te ftellen,
gelijck fyinderdaetnocn

is . Dan voor foo veel het exempel van d\'hecx Salf\'^"\'
ƒ«j aengaet, ick en kan my niet anders in-beelden»
ofte dat is een enckel wonder,waer door derechtvaer-
dige Godt dien moordenaer nae foo lange tijdt noc»
heeft willen ftrafFen .

(3) Dat vorders dit Bloeden niet fekerlijck en kan
over-tuygen vamNeder-flagh , blijckt
oock daer uyt»
dat, vvanneer de kiften niet geheel dicht en zijn» het
Lijck in \'t dragen, door het roeren ende
bewegen»
Bloet van hem geeft; gelijck mede wat langh gehou-
den zijnde, het Bloedt, dat na het overlijden terftpnt
dick, ftijfj ende geronnen was,daer na,door
bederyin-
ge, ende verrottinge, waterigh, dun, ende driftig"
wert, ende alfoo van felfs lichtelijck kan
uyt-zijpen

Hier-benevens werdt oock getuyght, gelijck ick
fommige hebbe hooren verklaren, dat het doode Lic-

-ocr page 443-

haei^,,^ A N D E WONDEN. 29

Veryy wanneer de naefte Vrienden, eii Bloet-

nius on daer by komen. Dit leyt de gèmelre Lm-
ftem • ^T\'^pathie, dat is, een onderlinge Over-een-
"minge der Nature, die het Bloedt uyt treckt.
^at aldus Tegen-ftrijdt, ofte Over-een-ftemmin-
br\'^^^ dingen malkander recht tegen , in "tfpel ge-
Blo 1 ""^^^en werden, wijft genoegh aen, dat het
W
q^I?" van den Neder-gefiagen in yemandts tegen-
hj jd\'gheyt niet en getuyght, den felven daer aen
der f-d^digh geweefttezijn. Over defe fake is bree-
befchreven byden treffehjckenRechtf geleerden
in fijn bouck van het Onder-vragen, ende Pij-
ft gen der Mifdadigê ; als oock by
Cafmamus in\'t laet-
j\'^^P- ende de laetfte van fijn
Somatologia. Ende
^nghs te Roomen by
^acchias Qucejl. medico-lega-
L qu.S. daer hy oock uyt Duytfche by-brengt,

Duytflandt de manier is, dat, alfoo den Rech-
\'\'» op den felfden dagh, dat yemant ter neder geleydt
j \'geen prouf en kan nemen van dendoot-flager op
Verhaeide maniere, fy den Duym van denneder-ge-
,.^gene, met het Vleyfch rontfom af-fnijden, ende den
jf^ven doen bewaren tot thien, twaelf, vijfthien, ende
j ^erder dagen; ende indien fy ondertufichen yemandt
"anden krijgen, daer achter-dencken van den man-
^gh op valt, dat fy dan letten op den Duym, die in de
ygen plaets, daer de gevangene fit,bewaert wert, en-
Wanneer die Bloedt geeft, dat fy dan meenen de fa-
^^SeVonden te zijn , ende daer op derven komen toc
»cherper onderfouck, ende de Pijn-banck.

Het IIII. Capittei.

t • Dat vereyfcht wert tot Verbandt der Wonden, i.Wecb
te flemen \'tgene tegens de Nature in de felve Jleeckf, eiï tehelet\'
> datter niet van nieuws in en kpomt, J. Bloedt te ftelpen ,
4\' ^mierevmi^dw, f.Van Etter-mien, 6.Wiec\\en,,

C 4 •j.Swecbr\'

-ocr page 444-

30 VANDE WONDEN. _

7- Swachtels, S. Pop jens, ofte Compreffen, 9-
naeyen, ende Aen-kleven, to. Het gemetfie Deel in bef am
geMte te houden ,

TSJ Aer dat in \'t eerße^äpittel de Genefinge {l^J
-L ^ Wonden in \'t algemeen is aen-geroert: foo fülle"
wy de felve nu vervolgen met de
Maniere van VerbinäeiJ-
tnd^, gelijck alle Gebreken, doorhaer Tegeo-ft»^\'

dende middelen verdrevéwerden:foobeftaet oock neï
Heelen van de Wonden , in het wederom by-een vou-
gen van\'t gene gefcheyden, ende, door het quetfet"
van malkander af-geweken is. Dan, om daer wel
toe
te geraken, is nootfakelijck, datter niet in de Ope"\'"^\'

oftetüflöhen de Kanten en fteeckt, noch niet toe en

valt; als oock, dat het verbandt wel bewaert, ende het
puetfte Deel verfterckt, ende by fijn Natuyrlijd^®
Wermte behouden wert.

(2) Om dan de rechte Genefinge te bekomen 5 To"
IS voor-eerft van nooden , dat, als\'er yet teeens d^
Naturem de Wondefchuylt,het felve wech genomen»
ende de Wondeklaer, ende fuyver gemaecL werdt-
Want fulcks a daer verblijvende, foo en is niet moge-
hjck de Wonde te fluyten, ofte al gefloten zijnde, toe
te houden. Derhalven en moet het
Bloedt niet ter-
Itont geftelpt werden,ende niet voor dat het gene in de
door-fneden Aderkens hanght, is uyt geloopen. Want
a s dan wert de Onftekinge befchut, ende het Sweren,

ais minder ftoffe vindende, vermindert. Maer\'ree\'

rönnen Bloet dient met Plockfel wel gefuyvert, op"d3t
het door fijn bedervinge geen Koortfche en verwecke»
ende met eenen het Heelen verachtere. Men moet
opck goede forge dragen, datter van binnen niet in en
lackt, ende van buyten niet in en valt. Daerom dient
oock m plaetfchen, die met Hayr begroeyt zijn, het
felve af-gefchrapt. Want komende anders in de Won-
ae te
fteken, het Toe-heelen foude beletten. Sulcks

-ocr page 445-

doetonui^^^E WONDEN. 31
gens ni lï de Huyt, als de Kanten van de Wonde te-
^en bevH ^\'"-geweift
zijn. Want de Huyt, die
®och d \' tefamen niet hechten,

de, br/ niet wel fluyten,ende al gefloten zijn-

wils ,\'„0 f^rftont wederom open, gelijck ick dick-
genthe "^\'^"-wonden gefien hebbe. In fiilcke gele-
pnffefjc^ "^oet de Huy< aen beyde zijden door Com-
JJ loo neder apdrnrVf

dat Poeyer
ende maer lucht

maikanS^ "sder gedruckt werde, dat de rauwe kanten

den and J^omen te raken,die haer dan lichtelij ck____

op tele vougen,ende vaft maken. Hier ftaet mede
is foo "t gebruyck van het
Pulvis Cephalicus (dat
oock m n Hooft-poeyer feyde , gelijck het

fotTinv ^^ in Hooft-wonden gebefight wert) \'twelck
hey t dick ftroyg,dat fy daer door de Vochtig-

volkn ^ de Wonde fackt,wel op-droogen,maer het
dick P " toe-heelen beletten ; felver oock , als het
daer ^^^^^\' ^o® de Etter

Per m die dan in-etende, de Wonde Die-

"ytgenoegh blijckt,
bove °"den met als geheel fober, end«

en op geftroy t moet werden ,
gaen Wonde en kan niet door het Vleyfch

nootrav r ^y de Aderen af-fteken, waer op dan
Swacl- een Bloedt-ftortinge volght, ende daer op
dickw-i^^^y*^\' ende Verflappinge van krachten ; jae
grootg^\'"^datde Wonde groot, ende diep is, ende
^\'in p, deré, infonderheyt Slagh-aderen af gefteken
Wae\'r ^\'^^\'igheyt, Swijmelinge, ende On-macht.
Le °Pdan oock het Bloedt, zijnde den Schat des
"^^pmmige het felfde wel met de Doot verwif-
Roed\' p ^\'"om dient infonderheyt voor het Bloeden
delen gedi-agen, ende dat met foodanige Mid-
fchrèr ^ ^^^ Eerfte bouck, op het 13.cap. zijn be-
de flpi5"\'f "de wat vorder belangt \'t gene in de Won-
keo een Kogel, Splinter, ofteaf-gebro-

^nderkens, diefullen uyt-genoraen werden op

C 5 foo-

-ocr page 446-

a

VANDE WONDEN. .
foodanigen Manier, ende met fulcken WercK-tuyB \'
gelijck by ende andere is
aen-gewefen. ^

(4) Wanneer dan niet in de weegh en isj foo mo
men komen tot
Toe-heelen. Ende alfoo de Nature» oi
te de Gematigheyt van het gequetfte Deel j
om-ftaende, daer toe de werckende oirfaeck is > en ^
het Bloedt, deftolFe,om \'tg^ne in\'t vleyfch wechge\'
nomen was, wederom te vervollen : foo
ftaet voorna*
mentli/ck te beletten, dat de Natuyrlijcke Cematjg\'
heyt van het Deel, ende de om-liggende, behoud«
werdt; ende datter niet te veel, niet te weynigh >
vêJ
mmder quaét Bloedt na toe en vloeyt. Want als
Bloedt te overvloedigh is, dan wafthetVleyleh*^®
weelderigh, ende laet veel overtollige Vochtigheyt\'
Te weynigh zijnde, en levert het niet genoegh ftoffe\'
om het Vleyfch te doen groeyen. Van quaet Bloe-J
en kan niet alleen geen goedt Vleyfch komen; toi^i
verweckt oock, behalven het beletfel der Genefinge\'
noch quade Toe-vallen. Het eerfte kan vermindert
werden door Ader-laten, weynigh Eten, efi van ge^"
Koft, die feer voedfaem is, Het tweede vereyfcht ^
tegendeel de voedtfaemfte Spijfe, ende Dranck; ende
foodanige Middelen ,die over de Wonde geleyt zijn-
de, het Bloet na haer konnen trecken, gelijck verhaeft
zijn in\'t 9. capittel van\'t eerfte Bouck. Het derde is
te helpen, door goede Maniere van Leven, hier voor
m\'t Eerfte cap. aen-gewefen, als oock door Ader-la-
ten, ende Middelen, die de quade Vochtigheden be-
reyden, ende af-fetten, te fien in\'t Eerfte bouck van de
Geneej-konfie,

Om noch de overtollighe Vochtigheydt van het
Bloedt, waer door het heelen belet werdt,
wat te ver-
beteren , het toe-vloeyen na het gequetfte Deeh door
matige t\'famen-treckinge te fteuten,ende goede
ftolFé
tot
Vleyfch maken voort te brengen : foo hebben de
Heel-meefters van alle tijden goet gevende niet alleen

-ocr page 447-

■ever van ae Jöont t-erm-pi

Ko^^?\'"™^^\' van de Nieren FragaHa.
gerijpt r ^^^ ^^^ \' »"««t de Wonde
WancalV^ \' genefen, ende gefloten werden .

Aderkp ° nettoe-vJoeyende Bloet uyt de geopende
^er flann " u " gequetfte Deel, van wegen der fel-
3en\'t ongematigheyt, niet wel en kan

dertden^ " gehecht werden j foo veran-

n ^A f Etter,\'twelck het Vleyfch-

de WonH Daer-benevens is gemeenlijckby

ende vJ Knutfinge van het geen, dat quetft,

^et Pet deringe door de Lucht. Derhalven moet
VlevSf \'^"de veranderde,alfoo het tot geen goet
l^\'erdén vanhet gefonde gefcheyden

SvverPn - c ^"ders gefchieden als met

Van\'t p\'^ft Etter-maken, door Middelen in\'t i i.cap.
door befchreven.Ende die verhindering

bouck middelen, in\'t ^^ cap. van\'t felfde

men tot vf" ? genomen zijnde, moet men ko-

• ende dan "pittel,

delen, gelif r^"den fluyten met Vel-makende mid-
gemelte Eerl
k zijn in\'t i6. cap. van

Deel, de^^n j OndertuflTchen dient oock het
van
rooden J ^\'^"de, verfterckt meteen Stovingh

eeniee Middelen ï gelegentheyt, van

Middelen dient wel
«chtgefisgen op de gelegentheyt van de Wonde,ende

he^

^anbüvL^ N P E WONDEN. 31

vS, Sir®"" ^^ dragen; maer

-ocr page 448-

34 vande wonden.

het gewonde Deel. Want alfoo de natuyrlijcke wern
te rijp maeckt,ende \'tVJeyfch doet
groeyen,foo moe-
ten de Heel-middelen over een komen metdeGem^\'
\'tigheyt van het Deel. Zenuwachtige ofte Vlie"g^
Deelen en können geen Vochtigheyt lijden , als we
doende Vleyfige, die vochtish
van haer felve zijn^^\'
oock meerder Vochtigheyt vergadert houdê,de w_elC\'
ke dan,op datfe geen Onftekinge,Pijn, ofte
Kooi tic^\'^
en foude veroirfaken, ten eerften in Etter dient ver3"\'
dert: welck werck der Nature anders door droogt
Heel-middelen lichtelijckfoude belet
werden. Even-
wel dient oock wel gelet, dat die vochtige Dige^\'-^\'
ofte Rijp- makende middelen, niet te langh op-gel^y\'
en werden jwantfoo fouden fy na het
quade, oock he^
goede tot Etter,ende verrottinge brengen, ende alfo\'\'
een holle, ende vuyle Sweringe veroirfaken. Maer«."

drooge Deelen zijn bequamer de Bdfamm, gelijckd\'^
va»Peru, ende diergelijcke, ofte oock dat men eeü
D/ge%/maeckt van gemenghde Rijpende, ende, door
matehjck op-droogen, Vleyfch-makende,als van twee
on^en
Termenthijn , een Doyer van een Ey, een loot Te»^
wen-blom, met Olyevan Impfen, tot een dun Salfken ge-
maeckt , ende op een Wieck geftreken in de Wonde
gebracht. Defe Rijpende, ofte Etter-makende mid-
delen zijn , met haerrecht gebruyck, befchreven in\'t
tl. capittel van \'t Eerfte bouck .

{6) DeJVieclien werden gemeenlijckgemaecktuyt\'
Plockfel van oudt Linden,alfoo \'t felve
beter aen mal-
kander houdr,ende daerom lichter uyt te
trecke is, als
Boom-wol, ofte diergelijcke . Sy en moeten niette
langh, noch oock te kort wefen. Niet te langh, om de
gefonde Deelen,infonderheytdie Zenuwachtigh zijn,
geen hinder te doen: niet te kort,om geê
vervuyltheyt,
ofte bedervinge achter te laten. Geheele nauwe Won-
den , alfoo fy geen dicke Wiecken en können lijden,
ende dat gantfch dunne te flap zijn, om even-wel tot

den

-ocr page 449-

A NDE WONDE N. BS
goüdf. de Wendete komen,fookannien eenen

r\\ ^cn ^ 3 _ J ________

Ie ^ doucxken, ende beftreken met de gemel-

det b H \' Wonde fteken. Dit met een Plae-
S^W\'ond zijnde, werdt dan met een Swachtel toe

We)^^ Pe Swachtds maeckt men van Linden ; het
hpyj. \'?\'et te nieuw en moet wefen , om de rouwige
brgg\'te out, ende verfleten,om dat het iichtehjck
ëeievd ■ ^3er gebruyck en is niet alleen om de op-
Van 1 Heel-middelen vaft te houden,efi de Wermte
ne V ^^^ Sequetfte Deel te bewaren : maer oock \'t ge-
len \'"alkander geweken is , wederom te verfame-
Verf ^^ perflen. Dit gebruyck maeckt

«0 L^ydenheyt in \'t Swachtelen. Vóor-eerft is ge-
^^gh , dat het Deel maer bedeckt, ende fachtelijck
^ " een breede S wachtel omvangen werdt, doch met
eerder om-flagen in den Winter, voor de Kouw, met
\'nderin de Somer, om de Wonde niet te broeyen.
aer voor het ander ftaet wat nader te lette. Daer toe
^ent eé Swachtel, die foo breedt is, dat hy de geheele
wonde aen beyde kanten beflaet: \'t en zy dat de felve
^./anghis, in fulcken geval moet de Swachtel fmal
)n, ende niet boven de drie vingeren breete hebben,
ojp^^l den Swachtel in\'t midden beginnen aen de
^„"^l^/echt tegen over de Wonde ftaet, ende foo
apn l ! , halen, niet te lofch, want datfoude de
jen-getrocken Lippen niet vaft houden, noch niet al
d J r^ ?iin,Toe-vloeyingh van Vochtighe-

aen,Onftekinge,ende Koortfche te verweckê. Dan fal
ni^k de eynden,het eene na bovenen, het andere
"a beneden wmden, om de overtolhge Vochtigheyt

niet^ Wanneerde Swachtels deaf-gewekene Lippen
eronPw."^\'^ \'^onne" vouten, gelijck in

8 "ote Wonden , ende daer de Huyt noch een fchey-

dingh

-ocr page 450-

VANDE WONDEN.
dtngh van de Spieren gemaeckt heeft» dan lai\' ^^^
geholde Huyt door-knippen, ende aen de^i)"
deWonde Popjens leggen (gemeenlijck
noemt) de welcke van Linden vier,ofte fes dubbe^J^^
gelegentheyt van de Wonde, ende de
onevenhey
\'c Deels toe gevouden werden. , Aa/ed\'

(9) Als de Lippen,van wegen de groote en u w ^^
heyt der Wonde, door de verhaelde
Middelen me
konnen by den anderen gebracht werden, foo f".-gj
men de felve tot malkander trecken . Sulcks
op tweederley wijfe, met Toe-naeyen, ofte Ae"\'
len door Klevende Middelen .

Tot het Toe-naeyen wert driederhande
vereyfcht, Naelt, Draet ende Pijpjen. De .
moet niet al te dun, maer ftijf zijn, om niet te breKc ^»
aen den punt drie-kantigh,om te lichter door te g^^ \'
aen het oogh foo veel uyt-geholt, dat
den draet g^^
meer dickte by en brenght, als de Naelt
maeckt,
het door-flaen niet tegen te houden, ofte het g^f\'
vergrooten . Het fal een gladden wollen Draet z»)*"\'\'
dubbelt, om de fterckte; ende met Wafch
beftrekej»
om de ftij vigheyt, die met den, Naelt door beyde J
lippen van de Wonde gehecht wert, houdende op
tweede lippe, die noch door te fteken is, om het wij^^\'
ken te beletten,een ront Pijpjen van filver, ofte kop^"^
gemaeckt, ende dan de Naelt (waerom het wat kof\'
ter moet wefen) daer door gebracht.Sulcks kan oocK»
als de Naelt heel fcherp, ende de Huyt niet dick en \'
met
de twee voorfte vingers wel gedaen werden.

Maer alfoo dit Toe-naeyen, voornamelijck in reet^
Lichamen ,feer pijnlijck valt, waer toe dan wel een
Onftekinge, eii Koortfche flaet, dat het oock in gtoo\'^
ende wijde Wonden wel lichtelijck van een fcheurt,
eii dat het in die van \'t Aengeficht
leelijcke lidt-teyc-
kenen na laet: foo is by de vernufte
Geneef meefter?
bedacht
eé andere maniere van vereenigé door

-ocr page 451-

de Wel.u^r^ N ö ^ WONDEN. ij
VonH eenige quetfinge de Lippen van de

^ \'Qe aen malkander hecht. Want in plaetfche, dat
foo \'r ^,2nder door de Huyt, ende\'t Vleyfch fteeckt,
\' \'t ge ft Douck. Dan neemt men

kant"^ "^\'■ek, en glat is, van gedaente vier-kant, drie-
man l «r^^^^i\'pigh »ofteanders, na de gelegentheyt
belt "dè, eti het gequetfte Deel. Het felve dub-
beß , ende dicht door-üickt zijnde, moet

Uvt 5 werden met een lijmige Plaefter, beftaende
lijck ^^^^ >
herwen-blom, ende Wafch, ofte dierge-
ders
h\' Bandekens, foo dicht, als men an-

tjg^d^Naelt door fteeckt, ende dan geleydt aen bey-
Ba J I " van de Wonde, wel acht nemende, dat de
lan h • op malkander flaen, ende dan laten foo
enH ^^ggen , tot dat de Iblve aen-gedrooght,
off gekleeft is , \'t welck gemeenlijck in vier,
te r ""^en gefchiet. Dan fal men de Bandekens
/amen trecken, ende alfoo de lippen van de Won-
een brengen.

j (lo) Alles aldus gedaen zijnde,foo moet forge ge-
yragen werden, om het gequetfte Deel in
goede GeHal-
te houden. Het welck gefchiet, met het felfde te
V3? \' het van Naturen is , fonder loflTer, ofte

li v*- ^^ » ^"de dat de Wonde, foo veel moge-
ontl ft \' ^^"eden ftreckt, om haer te beter konnen
felfdp den Arm gewondt is, moet den

. d" "\'et laten hangen , maer in een fluyer dragen:
1 a \' g^en, maer het felve ftil houden, ende

op een ftoel leggen.

Het V. Capittei.

\' • Vremde Genefinge der Wonden in Af wefen^ende fonder
\'^nden,door i.Waben-fahe, ^.Af-fietfel, ^.Poeyer,
^denen van die werckinge.

(i)Na

-ocr page 452-

a8 VANDE WONDEN.

XT-^ het algemeen, ende gebruyekelijck H^ j^i
IN Wonden, nu aen-gewefen, en können wy n^^^^^
voor-by gaen, een Teer vremde, ende by-naong ^^^^
lijcke, altijdt onbegrijpelijcke,
Genefinge» wa ^^^
de felfde fonder verbinden,ende in\'t af-wefen van ^^^
Gequetften, fouden volkomentlijck toe-heeie \'
maer het Bloedighgeweer, daer de Wonde mea^
geven was, eenHoutjen, ofte yet anders, -jje
Bloedt beftreken zijnde , even als men ^go

Wonde,gade geflagen werde.Dit vinde ick te tJ ^^
in drie verfcheyde Middelen, doch die ^\'^^"^ fr.^ifóy
eenoogen-merck micken; ende zijn Salve, Ar-\'
ende Poeyer.

(2) Ten tijde,dat Luther in het Geloove, C^f ^ign
in den
om-loop des Hemels, van \'t gemeen ^gf
af-weken: foo is het felfde oock gedaen in de ^^ jgf
konfte by een
SwkferTheophr. Paracelfus, ende on
andere van wegen het heelen der Wonden. ^^ ^f^fgr
hy befchrijft een feker
Wapen-fahe-, die hy \\ Cqo
Maximiliaen
vereert heeft,de welcke van defelf*^^\' uj
langh hy leefde, veel
hie\\,geU)ckBapt. Porta
S. Magia Nat. i z. ende feydt de befchrijvinge va" V
Hovelingh bekomen te hebben. Ende is defe» ^

datis, Mofch, gewafl!enophetHooft-fcheey^j
yemant, die gehangen, ofte van geen natuyrlickedo
geftorven is ,
Menfehen-fmout, van elcks twee onS^. \'
Menfehen-bloet, Mumia, van elcks een loot; Lljnfaet:-»^" \'
een half loot-, Termenthrjn, Bolus, van elcks eenon5 J.

over
gelegen

onder malkander tot een Salve gemen\'ght.
alfo mede te fien by
Paracelfus felve Archidox-

■elft!

even- wel CroUius in fijn Bafilic. Chym. daer hy
voor den autheur van defe Salve erkent, geeft een ver-
fcheyde befchrijvinge, die wy onnooÖigh achten ni
te brengen , als meenende daer foo veel met ae ^
;en te wefen, dewijl het felfde werck oock

vvert

-ocr page 453-

de wonden.

"ïtnet VVUJNJJJiN. in

SsewafrSl gefchieden: SoS

S\'^ervan del"^^ Wo"de aüe daegh met Wijn, ofte
de Z A andere meenen genough te

^^^bebwJ ■ ®."8emoeyt latende, allee het geweer,
te Verbind \' P^^ets van de Wonde met de Sal ve
ander \' dat niet hebben kan ,

een wilgen ftocxken, ofte yet an-
herirh! j ^ de Wonde aen hanght. Jck

r Wondp ■ aen\'t eynde bebloet van

ende!^\' P^fJen met Verckens-reufel gefte-
l^^ve Pen^r^ Wonde maer fuyver Linde geleyt, de
i^y "^^eft. Sulcks is in ontelbare bevonden

(dieoock r tot Amfterdam,

^^ «ttakiS^ belachelijck te wefen de nauw-keuri-
dewijl derParacelfiften van haer Wapen-falve,
Bo. "Sh was, dat het Bloedt maer in Vet, ofte
fcnsand?^^\'^^\'^^\'^^^\'^^ ^erde) gelijck my, benef-
"■ighond ^^^itD.Andr.Colvius, nauw-keu-

danigh S ^"\'^ker van de Natuyrlijcke dingen. Soo-
Wat Blo ^^^en tegen den Tant gedouwt, tot dat\'er
geftekfn^ , ende dan mede in de Reufel

de felve heere Momn, de Tant-
(jTlf^ doen gaen.

VetrchevdJnhDigby, wiens gelijcke in
onderde \' ende wetenfchappen ick
gelandt ti eckend noyt gefien en hebbe, na En-
foucken, foo ro "\'y ^^ doende om te ver-
defe
Magnetica 5 » onder andere redenen , op

^tn dathetwercklV^ Seyl-fteenige (aldus genoemt,
fte(>.....^^an verre {refrhier, even als de Sevl-

ft • ""-L V

«een treckt
l\'^lcks verfc
hebb

Dye gequetft
van wilde fien

in verre gefchiet, even als de Seyl-
-^"ge. Sijn Ed. verklaerde my,
eaUf geluckelijck bevonden te

"^Dben; endeaUr^r\'^ ^" gemcKeiijcK
, end!^ • . ^ovelingh in fijn

leen op dèn h S ^ uyt-werckte, leggende al-
F aen bebloeden Coufebant een fchooni douck,
D nat

Van

Wert

-ocr page 454-

40 vande wonden\'\' :

nat gemaeckt in\'t

ende dat tvvee-mael des daeghs foo verbinden •

welck, als hy belet zijnde, eenen avcntverluy ^^^^ ,

de, de gequetfte den volgenden nacht befwaer >

de Wonde verärgert was. geO

(4) Op dit middel flaet het derde, \'yao

Poeyer,\'t welck my mede gedeelt is van de Hee ^^^ ,
Beverwaert, gouverneur van Bergen op ZooP\' .,
\'twelck al van de felfde ftoffe is.Dit
Poeyer i

de de wel-gemelte Heere, nu noch onlanghs in ae ^^^
legeringevan Perpignan,ende
Theon-viUej nieei
leen in gebruyck te zijn geweeft, ende dat daer
ontallijckefware Wondengenafen.Een byfo^^er ■
haelde fijn Ed. hoe dat
te Parijs een knecht ^

groot Heer,by alle de Meefters geoirdeelt werde» ^^
de Wonde, die hy gekregen hadde, noodtfakelije^ ^
moeten fterven. Het welck vernomen zijnde p
looper, quam fijnen dienft aenbieden, niettoe-feg|. ^
van Genefinge, ende hoe, ende waer mede hy ini
dickwils gedaen hadde. Het was wel te wagenH^v^-^
met een doot kalf, gelijck het fpreeck-woordt .
goet follen) dewijl fijn Wonde alreede by de Meefte^
voorongeneefiijckwas op-genomen.
Dus
in \'t werck, ende het eerfte verbande aen den Z
gen douck gedaen hebbende, als fommige daer men
fpotteden, foo toonden hy de kracht daer van op dei
maniere; Hyftack den douck in fijn fack, ende nie
die tegen \'t vyer, latende vragen aen den geqne^
(die in een ander kamer lagh) hoe hy hem bevoelde •
Defelfdeantwoorde, niet te konnen duren van de ni -
te, die in de Wonde was. Daer na ftack hy hem J
kout water, waer op de gequetfte
bevonden weia
van koude te fitteren, ende te beven.
Genas even-we
eyndelijck door defe Middel, tegens de
meeninge van
de gene , die hem te voren verbonden hadden .
verhaelt van een ander looper, dien fuicks mifluekte i
^ waer-

-ocr page 455-

H-aerot^y^N DE WONDEN. 41
^owiic y felfden oock uyc-lacht: dan het was
felvejy nem gedaen, dat hy een Wonde die in fijn
dodere was, oock door
Pan,ofte

^ildaZs ? "°"felijck aen-nam. Soo en konde oock
Hoonde ervaren meefter hy was, niet heelen een
8e Van J-" ^ Borfte,die wederftaen hadde de genefin-
vandiergelijcken Wond-meefter.

Vret^t - voorvvaer een vremde fake,doch die foo
detiLnlf^ en foude fchijnen, byaldien dat men dere-
Daerom is wel gefeyt van den poëet
tó.n^^\' ^^ ^^ geluckigh was, die de Oirfaken

\'^\'ngen wel konde kennen .
Ii iej, , quipotuit rtrum co^ofcere caujfas.

leerdeKk\'^\'^®\'\'*^"\'^^ in gefpreck met den hoogh-gs»
ge
Qen r^ SalmaßHs,kyds my fijn Ed. van foodani-
Wils on?\'"^® ^^^ bericht te wefen, ende fulcks dick-
de Q- p^ervonden te hebben. Ick wat dringende op
kon," ^k? ftelde de felve ons noch onbekenc. My
ten voor, dat, wanneer in vremde Sieck-

Vven Sf Oirfaeck verborgen is,deVrou-

oock-i Toovernye leggen: foo meent

^QQ ^^JefuwijtDe/m, in Diff iß Magie, dit loutere
op ep ^^ wefen, en dat dele Maniere van genefen
die foo verbondt fteunt, als mede,dat de gene,
fwaerdefr Werden, daer na in heviger pijn, ende
quaedt ev vervallen, oock meeften-tijdt tot een
Toovernvef^r^\'^^"- ^^^^ het en is niet al terftont
beeln waer ^^ ^^^^ gemeen volck fijn felven in-
datrpr nr.tl ^^^ "^edcu kan gegevê werden,dewij 1
dingen in de Nature foo ver-
gen zijn \'dat ons verftandt daer van het minfte be-
tiS \'^^^n\'^en doen. Het welck de def-

be poeet Mamuams oock feer wel feyt:
Multa tegitfacroinvolucro Natura.
de Walreden geven van de vremde Genefinge van
\'^«»e-fucht, befchreven door
J^h.Budd, ofte de

Rw-

D a

-ocr page 456-

42 VANDE WONDEM-

fluaihus in fijn bouck dePhilofoph. Mofaica,en v^,
fcheyde met geluckige uyt-koomft in\'t wercK g ^^^^^
Sy maken van
Aphe van Effchen-boom
van den Siecken kleyne koucxkens , in elcK ^^^
welcke fy in \'t midden een putjen douwen»j
vollen met het
Water onder wat Sajfraen vernienb^^^^
daer na fetten fy de felfde aen een ,kant, tot dat

gaen zijn , oftelarenfe op\'t vyer üyt-waefiemenj

mede dan oock de Gele-fucht vergaet. W»e wee
feggen, waerom den
Difiel-appel, ende de Wor^,
van
kleyn Speen-kruyt, alleen in de kleederen g^^^l/jjn
het Speen doen verdwijnenWaerom
koomt L
hier te Lande te wercken , foo drae de WijnftocK ?
daer foo verre van daen is, bloeyt ^ Wie fal ons de
faeck aen-wijfen, waerom de
^eyl-fieen het yfei\'\' \'\'.
Amber-fteen het kaf na hem treckt t De gene even^*^ ^
die dit aen reden willen vaft maken,ftellen
eené uee

die de geheele Wereldt door verfpreydt foude weien\'

zijnde een over-voerder van de verborgene kr^cn\'\'
ende werckingen, waer door hy alle de deelen van
Werelt te famen vought, ende tuiTchen de feJvig^L
wonderbare over-een-ftemminge verweckt.
fy noch by vougen de over-een-ftemminge van h
Bloet, dataen \'t Geweer, ofte yet anders hanglit^
het gequetfte Deel,het welck de kracht van dit H^\'
middel, door den over-brengenden
Geeft lichteU)^^
foude komen te ontfangen.
Defe Maniere, oma
Wonden te heelen van verre, ende in \'t af-wefen vS\'
den gequetften,wert feer verheven van de Chymiften»
ende onder andere met redenen beweert van Crom \\
(diedetegen-fprekers onbedrevene dwafen noemt j
ende
B^ob. Fludd, de welcke oock de tegenwerpingen
van Forfferus in \'t breedt beantwoort. Aen d\'ander
zijde werden wederom haer redenen, ende onder-
vindingen van ydelheyt befchuldight, door den Jeui\'
yvijtlohannes ^pkrti in verfcheyde boucken ? LH\'^i"\'!^

-ocr page 457-

ineen ^ANDE WONDEN. 45

n "j.tnaer bondigh,5"wKerw PraB.. Naudé in Syntagm.
fteen in fijn bouck van den Zeyl-

^ijn tl in fijn ïnH. Chirurg. Dan feer onlanghs

Igy ^ \'■edenen van Smnmus na malkanderen weder-
p } byfonder boucxken hier van gemaeckt by
MS, geneef-meefter tot Romen.

Het VI. Capittei.

^^\' ^mefinge door Toovernye, gebruyckelif^hy de Oude
^«Kïge Verffen te fingen, t. DoorBelefen, Door
y-ivater, Door heylige Olye, ^. Door gemijt Linden.

hebben in\'t laetft voorgaende capittei gewagh
^ P Semaeckt, dat het genefen der Wonden in \'t Af-
eien by fommige gerekent werdt voor Toovernye :
.eerdat de felfde oock inder daet daer toe gebruyckt
J" geweeft van alle oudtheyt, blijckt uyt de Poeten ,
^"de andere Oude fchrij vers.

Ina veneficii vetus eft via: noBer ^poUo
Innocuam facro Carmine monBrat opem .
^.jlfkOr/im feydt in fijn i. bouck van den Geneef-
«iddel der Liefde. Soo fchrijft oock Apuleius in fijn
• ^polog. dat de oude Geneef meefters wiften met
&S%Woorden de Wonden te heelen,ende dat defe-
Kerixe Schrijver in alle outheyt,
Homerus fulcks oock
vei aen-wees, wanneer hy Vly ffes op die maniere het
ßloedt, dat uyc een Wonde hep, dede ftelpen . Het
leitde getuygc oock eë Latijnfch poëet
Statius z.Sylv.

^ O\'bruptis etiamnum flebilevenis

Vulnus hiat, magnaquepatet via lubrica plagee.

Cum jam egomet Cantus, & Verba medentiafevus

Confero.

"Jie Woorden (die fy fchijnen totverflen gebracht,
^"«e gefongen te hebben, blijckende uyt de benamin-

D 3

-ocr page 458-

VANDE WONDEN.

.^..Camen, ende Cantus) fchreven ly loo h ^
kracht toe, dat als fy al andere Middelen
noch om fekerder te gaen, de felfde daer by voug»
gelijck wy fien konnen in de volgende verlfen va
gemelten OwW/W
y.Metam.

\'Neveparum vakant afe data gramina, CarmM
Auxiltare canit, fecmafaue advocat artes. ^
(2) \'T gene by haer door eenige Woorden te»"^
gefchiedt noch huyden-daeghs,
felfs oock on^ ^
Chriftenen, met eenige Woorden over de Wo"\'^^\',-.,

jefu-

I met eenige Woorden ^____

het welck wy Belefen noemen

fpreken, het welck wy Belefen noemen. ^^i\'A,
wijt
Delrio verhaelt (in het derde bouck van \'\'^^\'.■ Ih)
der Tooverige onderfouckingen, op dej.af-P^^\'JLti
van feker Lefen onder de Spaenfche krijghs-w ,
gebruyckelijck, waermedefy de Wonden genele"\'
leen Linden daer op leggende,ende
de Woorden ov

fprekende. De felfde heeft hy aldaer uyt het Spa^\'\'\'^
over-gefet, dewelcke, al maken fy niet anders
als een gebedt tot
Chriftum, wy even-wel hier ^
fullen ftellen
j dewijl fy die, in \'t over-flaen der Oe-

neef middelen, \'t gene anders ,ende altijdt nootwe»\'

digh is, mifbruycken. Het welck de oirfaeck wa®\'
dat de Biflchop van Yperen
Sirnonius, met fijn Rad^"\'
geoirdeelt hebben al dit Heelen te zijn by-geloovig"»
ende ongeoorloft, verbiedende derhalven, datnie"
mant fulcks foude in \'t werck flellen. Dit vonnis, ftr
Pelrio, fcheen fommige hart, dan met ongelijcki alfo®
dit werck van Godt verwacht wert by wijfe van
der werck,ende fulcks geftadigh te begeren,en is nje^
anders, als Godt te verfoucken. Dat felver vele o\'idei
de Heydené defe Maniere van de Wonden te ßelelen
niet voor goet gekern t en hebbe,is wel af te ner^"
Cïieckfeni>oëetSophocles,3\\s hy fchrijft in\'rTreiir-
fpel van
Aiax, geen wijfe Geneef-meefters werck te
zijn,b3er in Wonden te betrouwen op de Sangh- didy
te. Want datfy lofch gaen, feyt oock
Virgilius

44

ge van

-ocr page 459-

vande wönden. 4$

fîl p"^ eimjuverein vulnera Camus.
hier jQ - "."^haenfch geneef-meefter Fallopius brengt
op y 14- cap. het genefen door
Wy-water, waer
fulcks i" p^\'g^^oovige haer feer vertrouwen . Dan
^een Vî7^ natuyrhjcke oirfaeck, dewijl oock ge-
ftîevnf . \'t felve kan doen . Soo fchrijft de Ro-

de tnidH 1 ^^^ genefen kan werden, fonder vrem-
tiiet k leggende eé fpongye, ofte douck

dei- KT^"*^ Wa^er : want dat het toe-heelen \'t werck is

bewa \' dat de droogheyt van het Deel
Vofif^\' ^^ ^"gh ftootende de toe-vloeyende
doet V ^"de dat kout Water \'t felve geheel wel
Vg \' dit en foude gantfch geen plaets hebben in
ne cT Wonden : maer alleen in de ge-

Jjg\'^ ^ hcht, verfch, ende heel ondiep zijn, de welc-
r wel fomtijts van felfs, ofte alleen met fchoon
^\'"den genefen.\'

het "^"dere By-geloovige gebruycken %%£» Olye,
hetp arger is, ende gantfch ftrijdende tegens

tieh ^^ Wonde aen-wijft,te weten,dat haer Voch-
Ol genefen, dient op-gedrooght, daer den

geen vro nemen alleengwr/V fchoon Linden, dat
quaet s^r ^u" Schade en heeft.\' Ende dit en is niec
die maer evl ge^ey^ i® ^\'^^hte Quetfuren,

d e ArhrS het vel en gaen: dan in Wonden,

Rechten genoemt werden , foude
Eis zijn,alfoo het Linden nieten

Kn S f de Wonde, het welck voor

D 4

-ocr page 460-

VANDE WONDEN.
Het VIL Capittel.

1. Wondere befcbuttinge tegen het Quetfen, ende
mige voor alle Steken , ende Schoten gehardt ^j»;
len voor Duyvels verklaert.
3. Wt-kpomffe dickffds a
lijck, altijdt vervlouckt.
4. Tegen-middelen •

Elijck deMenfchendll Middelen na-g^h
VIhebben om de Wonde te genefen, foo zijn fy
verder gegaen , om de felve te befchutten , ende vo ^
te komen ; te weten , om Steeck- ende Schoot-vry
wefen. Welcke wonderbare maniere van
doen, al v
ouden tijden her-gekomen is. Soo fchrijft de posj^
virgilius in fijn 7. JEneïd. van een, die noch door vy^\'\'
noch door yfer en konde werden om-gebracht,
,At Mejfapus equum domitor, Neptunia freies,
Quem neque f as igni cuiquam, nee fiernereferro.
Hier toe zijn van Perfeus, Abaris, ende andere eertijdts
verfcheyde dingen in\'t werck geftelt,waer op vertrou-
wende fy haer vyanden onbefchroomt
neder velden »
gelijck in de oude Hiftoryen te lefen is. De Frangoi-
fche fchrijver
Guyon, verhaelt in fijn Verfcheyde Lel-
fen, hoe feker Edelman vijf mael uyt een gevecht van
een tegen een
{Duel genoemt) behouden bleef > over
hem dragende H//)/!ow^«w(van welckers beteyckenin-
ge te fien is
byNaudé in Synt. cit.) in cryftal befloten.

(2) Dan het gewoonlijck Middel, dat hier toe ge-
bruyckt werdt, zijn Briefkens, inde
welckeeemge
wondere, ende vreemde
CharaBeren, ofte Teycken ge-
fchreven zijn, die haer krachtfouden trecken
mige voor-geven) uyt den Hemel, ende hetinvloeyen
van de Sterren . Dan dit wert, onder andere, feer wel
wederleyt van den
neei RigenSennertus, met den wek-
ken wy, om niet wijder defeeodloofe ydelheyt te on-
der-

-ocr page 461-

^erfo, N D E WONDEN. 47

ketis ■\'^en\' befluyten, dat fulcke kracht in die brief-
Uyi en kan komen, noch uyt den Hemel, noch
lesandere Natuyrlijcke oirfaeck, maer dat al-
dig^" \'outer verfierfel is van den Duyvel, ende dat
br\'^^\'gendefoodanige Briefkens niet enkonné ge-
VonV ^^\'^den fonder grouwelijcke afgoderye.Want
lijJ^^fi" de oirfaeck van dit werck moet noodtfake-
oftp g^^eydt werden, of op de Nature, ofte op Godt,
P de Menfchen, ofte op de Middelen, die men
^\'5l«yckt,ofteop den Duyvel.
het kan op de Nature niet geleyt werden. Want
ond is van Nature facht gefchapen,foo dat hec
etj j^\'-^orpen is, door alderhande wapenen fcheyding,

e Wopden te ontfangen.
fond niet toe te fchrijven, dewijl hy

Vera j^°"der-werck , den loop der Nature nieten
de H • noch by koomt, dat wy nergens in

Ziin \', "^^"fture vinden fulcks immermeer gedaen te
pis\'t,dat door fijn bevel de Joden fware oorlo-

harevyanden hebben uyt-gevoert.
kra Menfchen en hebben oock de macht, noch de

n f^Sens de Nature in te gaen .

j^^iJe Middelen, die daer toe gebefight werden, en
tinri" haer felvé fulcks geenfins te wege brengen,

ö den loop der Nature om-ftooten .
veis wï \'^et daer toe komen, dat het Duy-

in \'t minft ^^ zijnder vele , die voor-geven

endp den Duyvel niet te doen te hebben ,

ten fv MiddelS gebruycken; foo moe-

de Ml defelvein\'t eefftnoch van Godtme-

van ^ van de Menfchen gevonden , maer

mett" gegeven zijnaende gene, die haer

net hem hebben verbonden; ende dat dien-volgende,
hem Zoodanige Middele in\'t werck ftelt,

hv van het verbondt maeckt, al is\'t dat

y anders met den Duyvel niet gehandelten heeft i

de-

D 5

-ocr page 462-

48 vande wond

dewijl de Toe-ftemminge het Verbondt ^»j^qs
Sulcks kan oock eenighfins biijcken ^ ® gi die-
leven van de Geharte, waer door fy den Di^y
nende, Godt af-vallen. My is verhaelt van ee," jp
mm, die in alle de Oorlogen van Bohemenjeri^ ; p
landt, gehart geweeft hadde, foo datter
quet-kogel van fijn huyt gerolt was
. Hier te

een vroom.

jn Briefken>ende begaf hem totGodts^^g^

__________i levenjgelijck ick hem gekent hebbe:

werde doen wederom quetfbaer jals een ander.

(3) JadeDuyvel, als niet voor hebbende "^.^gf,

haem van den Menfche te befchermen j maer veei .j^
der het felve met de ziele te vernielen, houdt dj^^^t
fijn verbondt niet,ende bedrieght de gene, die het
hem gefloten hebben. Waer van verfcheyde
len zijn, en onder andere een aen-merckens weerd\'ë
in\'t jaer 1634. in Duytflant gefchiet, ende by
verhaelt. Seker Krijghs-knecht, fittende drm\'^^^j^
metfijn maets,ende vlouckende,na
degewoonte
fulck volck, dat hem de Duyvel foude halen, d^t
vry was van alle geweer,wilde daer van een pr®"y ^„j
nen , ende ftack op fijn bloote
Borft twee-mael m
een poenjaert foo hart, dat hy om leyde, fonder e

shy\'t felve de derde mae\'

nighfins te quetfen; maer als hy\'t felve de derde
verfocht, foo fchoot de poenjaert fchierlijck
Borft tot in\'tHerte toe,waer op terftont de rampft^\'»
doot volghde.Wy lefen in de Hiftorye van de ^^\'
S^uq
ten in Vranckrijck, datter een menighte Duy^j^^j.
knechten over quamen,waer van
achtien duyfent
het leger van den Hertogh van Guifeneder-gehoi^^^
wierden,ende na dat fy
uy t-gefchut waré,bevont tii
meeft aen allegader Briefkens om den hals : maer
haer weynigh geholpen hadden. Daer wert
mede ve ^
haelt van feker Krijghs-knecht, die-in de l\'slegerinb

-ocr page 463-

"ebben h r duccn louae oemacnngnc

^erftonln aen de wercken begaf, dat hy

^ogeïs ter neder ftortede.
ken^pfi-A®^^"^zijnde, werde bevonden eenBrief-
\'^\'■^cht m van hy aen-genomen hadde, de

Selchrev ^^ gevaer te betoonen.Wert noch

de, tep ^^ 5"- Oorlogh voer-

Morea in Afrijeken , dertigh duyfent

moet, ende ge welt quamen be-
^^\'iffel ü ^ grooten toren, ftaende op eenigh over-
ker Tur tr ®Carthago,voor haer hebbende fe-
geven r ^^ Priefter,die, met een vreemt geluyt te
ChriftJ^\'^^\'^\'^^yde Briefkens ftroyde, waer door hy de
\'•lyt-v M de nederlage dreyghde . Maer hoe fuicks
komen!!\' hy alder-eerft. Want de Keyfer aen-
More
^^^ Ruyters, ende Knechten , viel op de
re te Aough (de godloofe Priefter voor ande-

klucht neder-gevelt zijnde) de felvige inde

fijp^^^^l^^en-boven houdt de Duyvel noch, om van
fen oj,^ "^g.e^\'jcké aert niet te wijcken,eenige plaet-
gefevr H verbondt niet begrepen . Soo wert

Ende m • ^^ niet gehart kan wefen boven de Oogen.
lagh, om ^^ hoe in feker verrader, die op\'t rade

gelijck y/^^^^^i\'aeckt te werdë,den hamer elcke flagh,
ften den Ove^n ^^""^eelt, af-fteuy ten,tot dat ten laet-
in;
hetwelck^H "^P\'SIaethet DuyvelskintdeKop

^en te hebben , aat als de Grave van Montecucuh in

en van de felvige door twintigh befet,ende befchoten

, tot dat een Krijghs-

\'^\'^echt hem \'t Hooft m flough.

-ocr page 464-

ifo V A N D E W O N D E N- .

Ende buyten de plaetfche houdt (gelijck men
de Duyvel noch een andere achter-deur open j ^^^
en doet die Briefkens niet gelden tegens Sdver
gels, ofte Loode die beknauwt zijn, nochtegen^
weer, welckers punt in\'t vyer geheet,
ende^tnet re ^
beftreken, ofte in d\'aerde,ofte broot gefteké isjge^ i
oock tegens andere, die ick,gelijck oock al dit vver
niet nauw-keurigh wil onderfoucken.

Het VIIL Capittel.

1. Wonden met Pletteringe, i. Oirfaken, J. KS^^^f\'
\\enen, Voor-teyckenen, Geneßnge.

Na dat in\'tal-gemeen gehandelt is van
Wonden, foo fullen wy nu komen tot de gene>®^
met eenige andere Toe-vallen vermenght zijn. On^.^\'^
de felvige is wel de voornaemfte, het Knutfen >
Pletteren,wanneer benevens de Opening
vande
dei de kanten rondtfom geknutft, ofte geplettert wer-
den , waerom wy daer van onder de Gemenghde, oft^
T\'/amen-geftelde Wonden, eerft fullen handelen.

(2) De Kanten van een Wonde werden geknutft»
ofte geplettert, wanneer het gene, dat de Wonde by-
brenght, niet alleen en kan het Vleyfch quetfen
een openinge maken , maer oock het felve doorßj"
fwaerte, ofte bottigheyt (want een feherp geweer e"
fal fulcks niet doen) foo hart tegen de kanten
ftoot,dat
de Natuyrlijcke Wermte daer door verftroyt,ende het
Bloedt, buyten fijn aderen fchietende, daer in runt .

ii) De Ksn-tejckenen van een Wonde met Pletterio\'
ge, ftaen af te nemë uyt de fwaerte, ofte plompigheyt
van\'t Geweer, dat de Wonde gemaeckt heeft,uyt dert
Kogel, ofte den Bêêt: als mede uyt de Pijn, ende de
Blauwigheyt van \'t gequecfte Deel.

-ocr page 465-

/..van de wonden. 5*

Ged de Voor-teyckmm belangt: Gelijck al \'tge-
^oS*^ «n Wonde flaet, de felve befwaert, foo valt
f^, Wonde 5 waer Pletteiinge by vermenght is »
^erderom te genefen, als een enckele openinge.
gp?^ "\'«alleen dat het geronnen Bloede, ende het
gPlettert Vleyfch moeten tot Etter (her welck de
fQ "^""ge foo lange te rugge ftelt) gebracht werden;
^^yde dickwils te bederven, ende tot Kout-

*>er te vervallen.

letfV geen Wonde en kan heeIen,ofte hetbe-

Von wech genomen werdenjfoo dient hier

2ii d gepletterde , dat foo veel als verftorven
ee \' enis wederom tot goet Vleyfch te bren-
fc "pOorRijp.makende middelé tot Etter verfworen.

naealfoo,van wegë de Pijn,lichtelijck eenige Toe-
nen ^^^^^ op het gequetfte Deel kan komen; foo die-
j P°orte gaen foodanige Middelé, die van het felf-
e at-trecken > infonderheyt het Ader-laten, indien
j^\'ehaem wat Bloedt-rijck is. Ende dan moeten
ph« gequetfte Deelfelve geleydt werden foodanige
toe 1 ^ (WeM/ztm genoemt) ofte Pappen , die het
e-vloeyen beletten,ende de Vochtigheden uyt-hou-
en, ende met eenen haer ten deele verdroogen ende
fte die befchreven zijn op\'t
z. capittei van\'t eer-
foomo 1 ^^^ Toe-vloeyenaldus gefteut zijnde,
nUrt-Po^\' aen-gewendt werden, om hetge-

Tokfn V\'ey\'"\'^h,ende\'tBIoedt,\'t welckuytdegc-
is, ten SrftVleyfch gezijpt, ende geronnen
tn " u" dafer geen Onftekmge toe en fla)
totster te brengen, door foodanige Middelen ,
als
111. capittei van\'teerfte Bouck zijn aen-gewefen.
w aer uyt men,
na de gelegentheyt, ende gematigheyt
„r" ""P^5j\'Pappen,ende Plaefters magh maken,dic
^ n "r ?»"\'^er rontfom de felve, op het ge-
dienen geleyt. In de Wonde felve
"loeten Wiecken gefteken werden, die beftreken zijn

met

-ocr page 466-

52 VANDE WONDEN. ,

met Digeflijf \\mremmthtjn, onder VoyervarH^J/ h
menghc, ofte de Salve, Bajilkon genoemt. Het q"
tot Etter verfworen zijnde,dient de Wonde geWj
door Middelen verhaelt op\'t i2. cap. van het J^"
Bouck, gefuy vert zijnde, met Vleyfch vollen ^J-.
heelen, ende met Vel bedecken
, waer toe de
len mede allegader befchreven zijn in\'t meer-gef"^\'
Eerfte bouck, op\'t 14,15, ende 16 capittelen-Da"
aldien het gene geplettert was,in geen
Etter en quSJ
te veranderen, maer dat\'er den derden
, vierden;
vijfden dagh,een Swellinge met Pijn toe flougb» ^L
de felve vergroote met Kloppinge , endedegeq"«"
met wel en konde lijden eenigh aenraken, ende dae^";*
het gewonde Deel fijn NatuyrlijckWefen verlocO^\'»"

verwe hlaPIlwrarhi-icrli nfr^ „„ J-. o.\'i\'tl en«\'\'

wwiw V wi-LcytKcnen van ivout-vyerhaeropeDD3ci>--\'

m foodanigen geval moet het gepletterde Vleyfchf"
eerften gefcherft zijn,daer op Plockfels geleyt werds»
met
Vng. ^gypacum beftreken, efi de Genefinge ^of\'
ders aen geleyt,als in een beginnende Kout-vyeO ^^
na m\'t II, capittel breeder aen te wijfen.

Dan als niet alleen het Vleyfch, maer oock de
^wen ende Banden geplettert zijn, dan dient het
Deel gebet met
Verdrijvende Olye, heet gemaeckt > P\'
liJck van Wijnruyt, Dil, Seven-getijden-kruyi, Bsverftff\'
de Laterihus, Termenthijn,
ofte Peter-olye.

Het IX. Capittel.

Gefchote Wonden. ,. Begin, ende Oirfpronckvan Buf\'
foeder, ende Gefilmt,
2. ^en, ende Naiure van .Gepoft
Wonden, gevought pijnde noch met Veniki^heyt, noch Br0f\'
maer alleenmet Verplettinge. S-Verfiheydenheyt, \'

teyckenen, ^.Voor-teyckenen, é.Genefinset y.Manilf^
van Leven, ^

Ni»

-ocr page 467-

WONDEN. 55
r^isvan i! voorgaende Capittel gehandelt
n\'udienï? Wonden in \'t gemeen , foo

OnH j V , "\' ^y Komen tot de byion-
>1- B^r.n . de voornaemfte , die

Maerverï » Schieten veroirfaeckt werden.
ri"^^ ^egen onfenfgeftadigen

ooct\' ^^i^^\'^hote Wonden , waer van wy daer-
^och vn \' wijdt-loopigh fullen fpreken .

niet n ^^^^ ^^ \'^o\'^en , en dunckt

\'^et Beo; ^^ dat aen-gewefen werdt

ende GefJhur Oirfpronck van Buf poeder,

andere c ƒ \' van.

• ^en befch "\'Sh Werck-tuygh is in veelderleyta-
fi»^ in Po/f^^"\' onder andere in\'t Latijn by
Lip-
de Studio ^a^dceus
in fijn treffelijck bouck

I Athenen, ende

?3lkanderondeSeb&\' onderfouckt^, om

ten laetftf-n 1, "Sen, ende te overheerfchen,
"ietqliii k gevonden, Waer toe

fijnj^^bmk; Lucmins/m

Sic

n

T nu dienft f Wonden in \'t gemeen , foo

OnÄTf^"\' wy komen toe de byfon-

-ocr page 468-

54 VANDE WONDEN.

Sic alid ex dio peferit difcordia triflis, _
Horrihile humanis quodgentibus ejjet in affM^\'

dies heüi terroribus addidtt augmen • . L^t
By dit Gefchut en zijn niet eens te gelijcke" ai

Krijghs-tuygh, Muyr-brekers, ende andere WejCjg.

(hoe-wel Lipfius dieanders verheft) de welcke Py
Oude in gebruyck waren. Want die daer tegen 1«
de,foudé terftontaen flenters gefchoten
werden: vi^
om Bodin wel feyt Meth.HiJi.c.y. dat de Catapult^\' e%
\'t ander Storm-tuyghder Oude , maer Kinder-wej"^^
en gelijckend\' te wefen by ons Gefchut, als met
der ende blixem alles vernielende, die het
oocK O
alleen met licht, geklanck, ende
reuck gelijck
lïiaer met gedruys verre over-treft. In de belege"
ge van Breda konde men hier in defe
ftadt Dordre^"
defchoten tellen ,ja buyten de
poort het vyer fien ^^
gaen . De Grieckfche Hiftory-fchrijver Dionyfi»^ ^.^
licarnajjeus verhaelt in\'t i. bouck van de Room\'^\';
Oudthedé, dat
AUadius, koning der Latijnen na^\'^^\'^g
gevonden hadde een maniere, om den blixem > ƒ""
donder na te bootfen, daer door fijn
Onderfatenfo"^\'
kende wijs te maken, ofhyeen Godt was, endeo^^
dien blixem ten laetften
fijn huys aen brandt ftack? ei^^
de hy felfs daer door om hals quam . Dit willen fo\'\'\'\'
mige wel duyden , ophetBuf-kruyt;
gelijck ander®
oock doen op
\'t gene Virgilius verhaelt van eenen \'
moneus, de fone van Eolus, des koninghs van Elide? d»^ ;
mede den blixemenden , ende donderenden
wouden na-apen . De verflen van den Poëet, j
ende luyden aldus:
Vidi, & crudeles dantem Sdmonea pcenas,
Dumflammas lovis. & fonitus imitatur Olympi
Demens , qui nimbos, non imitabilefulmen
, «y comipedum curfufimulabat eetuomm •
Dan dat het felve by de Griecken, ende Romeynefl
gantfch onbekent is geweeft, betuygen genough haer

-ocr page 469-

Ärven H N? ^ WONDEN.

hHrii vl \' hoe fware flagen, ende belegeringen fy
ftS\'- gewagb en maken van ons Ge-

\'^Jt nah«: eeraby die van Europa in\'t werck ge-
^■tijde7daVH Buf-poeder, ofte Buf-kruyt,

" vindemi began op te komé, waervan

r" uyt-gevonden werden.

. alle f \' vermeit, fchrijft j datter

«er en kó„ i u der menfchen niet fchrickelijc.
^^^ftant P j ^dacht werden van een Menfchelijck
\'^eeft te 7 " de vinder ftelt een Duytfch ge-

^^ Dit felfde wertme^

\'^edebv? y P.il^ww, 2.Scholar. Mathem als
^"de v/riiif f™«^«^\' 4-de Imper. & Philoß Gaüor.

DefenDuytfch

, lajcenj end \' vjeneei-middel van te

"yonderrnir u bedeckt zijnde, als

^\'^"ckin - I daer ontrent vyer flough, datter een
den fteen door een vlamme op vloogh, die

^•■^chtPe«"^ hoogh fraeets ende dat hy daer uyt de
^elckeïslï\'\' »^"dende,oockyfereBuiren verfon,
de Ven • hy eerft foude geopenbaert hebben
^"de ontrenthaerftadtbyC%gw,

tachtigh fZT^^r" duyfent drie hondert ende
acht-ende-tfey ^ feven-ende-tfeventigh,
PamlroUo
«en oorlogh voe"^\'^^ ^ fwaren, ende gevaerlijc-
JeJ^ het af-beeldtr f"^^^®"® die van Genua, waer van
"en hebbe Wa de groote fael op
S> Marco ge-
plaetfche dich\\"u de Venetianen Ghioggia,
^verfte van de Gem r ^^^ ^^dt > door
Pieter Doria,
y daer tegen peft^u u \' ontnomen was, foo hebben
P^nwefen torv overften
Vittor Pifani, die de

^on, f^o dra lift \'

onder r ! met twee kleyne ftucx-

Genuefen fchSot, voor die tijdt by haer

• , E ■ noyt

-ocr page 470-

6 VANDE WONDEN, j^^^^t
noyt gefien, endien-volgende
fi:hrickefijcK.
verhaelt mede in fijn 3.bouck, hoeden \'^jj-jtte
Banholomeo Coglioni (wiensmetalebeelt
Venecyen gefien hebbe) gebruyckt heeft in de OTb^j
die
de uyt-gebafinene van Florengen voerden t
het
huys de\' Medici, kleyne velt-ftucxkens > waer
de Pringe van Ferrare> denfiaol van fijri
voet wec & ^
nomen zijnde, beklaeghde hem over Co^ionu gjc
■ mende met vervaerlijck,
ende ongewoonli jck g^
tegens de gencj die alleen met fpies, enderappi^\'\'j^jj(j
wapent waren. Aengaende Duytflant, het G^\'f
gelijck getuyght in fijri Werelt.befchri/v«"b^^
en is aldaer niet in gebruyck geweeft voor het )
1434. aen de kant van Denemerckén. Het was ev
wel al te voren op andere plaetfthên bekent,
\'t werck geftelt. Want den Turckfchen keyfer ^
mfe.voerdeal Gefchut in
\'t jaeri4i9. ende Pj/^-jj,
uy termaten groote ftucken in \'t belegh van Con»3»
nopelen. Onder andere twee, die kogels drouge"
hondert ende vijftigh pont, en een dubbelt Carto^"
van drie hondert pont de kogel, wiens klanck de aer
dede beven veertigh ftadyen verre, ende
konde^nia
feven mael daeghs af gefchoten werden. De ^^ .jf
ken felve ant woorden hem, met kogels van
ander»
hondert pont. Van die tijt is het Gefchut o^cK
Vranckrijck bekent geweeft. In\'t jaer H^J-.rJ
ningh
Carel d<c>. bepn te regeren, werde (gelijcK f
lyd. Virgilius befchrijft in \'t 23. bouck van fijn
fche hiftorye) de ftadt Mans van de Engelfchen be _
gert, endede wallen om verre gefchoten. In de be»
geringe foo veel uyt-werckende, zijnfe
oock te ^e
gebracht. In\'t jaeri43i.
verhzdt MonnreleP in»)
Z. Deel, dat in den flagh van den
Hertogh van D^ \'
tegens den Grave van Vaudemont, foo veel \'
endeco/aw/wwgelooft wierden , dat haer vokk, doo
fchrick van de vremdigheyt j gingh met den

-ocr page 471-

^wnv.^^^ wonden. sf

V leggen. Daer nae en is \'c Gefchut niet
Oock O \\ ^^^den, ende in \'t vlaclte velt, maer
^hes ^^jde hooghfte bergen gebracht, als over de
\'"jckirt k
^pp^nnijn, weickers door-tocht, ge-
\'^\'den hébbe,feer nauw, endeforgelijck

Pels;; even \'Wel, om het koninghrijck Na-

8. koni \' "ïet Gefchut gedaen heeft Card de

fchehy van Vranckrijck. Waerom dejtaliaen-
^oifcj^^^fchrijverGw/cwyi/?« bekent, datdeFran-
gaen gauwer waren, om met Gefchut om te

tertijjJulianen. Aldus dan is het Gefchut met-
cticle de- Werelt gemeender geworden j

•Het ^ ^\'\'Mghs-knechten zijn allencxkens gewapent
beerde roers,ende piftolen. De hoogh-ge-

Vervioe oirdeelt den naem van defen vinder

lot vooH \' Gefchut eerder tot fchade, als

niet te k gevonden is. Ende Polydorus fchrijft >
gelooven, dat een Menfchelijck ver-
geeft de iw ® können vinden, mäer dat een boofe
fy nietaii ^"\'^hen dat werck gewefen heeft, om dat
Sden ve wapenen, maer oock met blixemen
\'^Ive p J j®" • Soo feyt mede
Melanchthon, dat het
flacht " tot bederf van \'t Menfchelijck ge-

öuvvltT^énMonick

> als knecht; maer door den
«lelijcken . Defen vinder van foo doo-

•^w«) voorfo na ick meen (feytPo/;\'»

^erborgen blijv" ^^^o^en, dat fijnen naem altijt foude
f géhadt van
h\' ^^^^ ^^^ nochtans mede de
L® Verkrijgen die, om een eeuwige naem

ftack Vï7 l^ofteliicken tempel van Diana in
\' ende TÄ^re^ (in haer We-
W« cl K \' ^Sg®", dat het een Alchymifter

—vjijjQi. ,T k bs^" } udiiici. ccii fiitiiyujiiici.

«>ock Fnti ; " Friburgh i maer den eerften,

"\'^te ftaen Dan hoe veel op rk^

neett Cafaubmvoot defen aen-gewefen
E z in

-ocr page 472-

53 vande WOND^^^^,.

in de voor-reden op de kleyne wercKen v» ^^gr-
Vorder, dat het Gefchut eerft byons bekent i^^b^yg.i,
den in den verh\'aelden oirlogh by Venetyen^ g

oockrdla,Platma,Blondus,Pamcms,Wvddus,^»^^

Bdcarius, Lupams , Peguilonus, Porcatulus, ^^. jjouC^
re; daer nochtans blijckt uyt ge-

deremed.utrmfquefortun<e, Did. 99. het P , ^^j-uycl\'

lijckhetnu by ons is, al op fijnen tijdt in\'cg^^^jgefc
geweeft te zijn, de welcke dien oirlogh niet
en heeft. Dan , om den
rechten vinder aen te \'^^(ou-
koomt in
bedencken, ofte de gene , die daer vo ^^^
de
mogen gehouden werden, het Kruyt j enu-^j.
fchut
uyt fijnfelven gevonden heeft, ofte ^rt\'

delndiaenfcheChinefen , waer van.gefchreven
het felve aiover menigh hondert jaergehadtt^

ben. De Spaenfche hiftory-fchrijver lum Gon\\
Mmdo^a getuyght in\'t^. bouck, op \'t
\'t groote Rijck van China, hoe
de In-woonder® jg
toe-fchrijven het vinden van het Gefchut, en ^f
Druckerye, ende dat alle Volckeren de felve ^^n
geleert hebben ; dat een van haer
Koningen, gf.^ jg-
Vitej, het Gefchut gebruyckt heeft in den
gen de Tartaren dat fy defe konfte fouden
hebben van een Geeft der Aerde, den gemelte" ^^
ninghin fijnen noodt te huipe komende; diC ooc^. ^^
Chinefen daer na, gaende beftrijden het Koninckrir ^
van Pegu, nu geleden over defefthien
hondertj^r
om geheel Ooft-Indyen onder haer gehoorfaem" jj,
te brengen, Gefchut mede voerden, waer van Jj
dat Landt eenige over-blijffels gefien
werden ,

A

IKO\'

Steen-ftucken, wat rouw gemaeckt j doch die
na andere gegoten hebben, veel netter,
endevo

mender 5 als de onfe. De Chinefen zijn altijt een ^^^
vernuft volck geweeft, de natuyrlijcke dingen n^
keurigh onderfouckende, welckers Wij fen (g^!\'\'
Philojlratus verhaelt in fijn Z. bouck, dat de koning^

-ocr page 473-

W ^ ^ ® E WONDEN. 5 9

S^er^/Pi-Morw foude vertelt hebbé aen den wijf-
Sa r haer mede oeffenden in de Wapenen,
^yphar ^ vokk, wonende tulfchen de rivieren
fiitie \' ^
Ganges, ende dat Alexander de Groote,
ketiQ "\'•^ehtoplndyen, nieten hadde derven trec-
Was^ ^^^^^Byphajïs, om dat hare Stadtonwinlijck
gelijc], hadden daer voor gekomen duyfent hplHpn .
^"dedrieduyfent, gelijck^/,

helden,

; ende drie duyfent;
ven 5 e "\' "i-ooe-wel fy haer niet m \'t velt en bega-
van haer muren ende wallen foo don-
gelijj.. ^"de blixenidenop denvyant, dat hetonmo-
doncJe^ ^^^ felvige te naerderen. Voorwaer dien
ïijo blixem en fchijnt nietanders geweefl te

ivveep ^^^^ofen met Gefchut, met dewelckefyde
jouge^\'^\'^o^ overwinders
Hercules, ende Bacchus ver-
\'
^"piter^ Want al-hoe-wel die Koningh dat gedruys
tïiede j^^\'^ehrijft, foo brenght nochtans de Hiftorye
^nde Kr^-^ Indianen, te famen zijnde Wijf-geren,
Van\'tp\'P\'ïf-helden , doen ter tijdt al in \'t gebruyck
alleen^ h waren, het welck fy lange onder haer

om te toonen datfy van
den wierden, als om datfy van alle tij-

geen vie H1- "y^-\'^^tfche gefloten hielen . Ja
Hen gerak ^ tegenwoordigh daer bin-

\'Tenfou/V alsmetliftigheyt, ende groot gevaer.
dien Duytfch*^ geheel vremt gevoelen niet wefen, dae
hier verforev T \'"oniek, die dit grouwelijck werck
■^\'adde, daer e \' de konfte uyt China gehaelc
k ^ee, alfoo c t^^^^^\'^^de nietdoorde Middelantfche
• Voor-bv r!» xT^^Sh doen noch onbekentwas, maer
^nde T^ft \'"\'derfche landen langhs Mofcovyen
^^■ent onfe
hÏÏi". \' f^eyde de Scythyen, waer on-
«"Relii.i: een wegh ter Zee foucken, die

kuften \' ^Is die van de Zuydfche

(geliirl A \\ ^ ^y den Geeft der Aerdg,e?^«4
^^ ^CK den Autheur verhaelt, uyt het bericht van de

E 1 Chi^

-ocr page 474-

6o VANDE W O N D E N •

Chinefen )fdio de dehajo de la tierra, bequameii)»\'^^^
fiaen werden foodanigen Geeft, die den ko"\'"»^ r je>
zijnde
Philofooph, ende Alchymifi, trock uyt de ^.^jgj,
door de konfte van Alchymiftifche
loogen, te ^^^^
eenen witten Geeft, den wekken de Joden (d ^^ j
lichaem daer mede reynighden) Neter(Hierc^-
genoemt hebben, ende na haer oock de EgJP^^
(die de doode lichamen daer mede
balfemden *
dof. 2.J Arabiers, ende alle de Oofterfche voIcK« ^^^
gelijck, haervolgende,andere N/>r«?», ofte[^ pj;
foorte van Zout zijnde)
Sd-niter, okeSalpet\'^
felfde geeft de meefte kracht, ende baert den ë\'\'

donderin \'tBuf-poeder, \'t welck gemeenlijck ge^^ ^^^

werdt, gelijck Langius oock fchrijft z.Efi^- ^/^jl-
drie deelen ^^J/j^er, twee deelen ^^\'eeft ^

gen, ende een vanJa^^re/j de welcke allegader in ^
uyt Aerde beftaen , derhalven diep in een gedf^^Lj
zijn, en daer-benevens geftelt om licht door
*en brandt gefteken te werden, ende ontfteken
datelijck (gelijck ick terftont fal aen-wijfen) J!,

plaetfch behouveni waer door gefchiet, dat het a^^^

gefteken Buf-kruyt nootfakelijck ruymer plaets m
foucken, ende derhalven door den
uyt-gangh van
loop, daer de openingh is, met gewelt gedreven
de, den Kogel mede uyt-drijft; de welcke een M \'
fche treffende, foodanige Wonden veroirfaeckt >
wy nu fullen befchrijven . r hO\'

(Z) Van wegen den Aert, ende Nature der Geicn
te Wonden en zijn de Geneef-meefters niet allega«
van eé gevoelen: maer ftrijcken daer over
driedernai ^
de oirdeel. Sommige ftellen de felve eenige

V deelachtigh te wefen. Andere ontkennen wei □

Venijnigheyt, maer fchrij ven, datter ee» groots n
te, ende Brandt is by-gevought. Eenige en ftaen gee-^
van beyde toe,ende en maken anders geen
onderlcney
tHffchen enckele Quetfuren, ende Gefchote wonden»

-ocr page 475-

V A N D E WO ND E N. 6!
Koggj Kanten van de felve door het geweltvan den
bejf L^^plettert zijn. Wclck gevoelen wy voor het
ande i dan lullen even-wel de Redenen vande

J °y-brengen, ende beantwoorden.
terft de Schoot
Venijnigh foude wefen, is al gelooft
fcbj^^oa het vinden van\'cBufpoeder, ende\'tGe-
lUegn\' WantMr-Irfwtf« r/go, een uytnemend Heel-
delt h f ^ de eerfte van de Gefchote wonden gehan-
de felvige in\'t 2.deel,ende het i.bouck
Onder W uyt-gegeven weynigh na het jaer
1503.
de slh wonden,ende wil derhalven de felf-

Yjj° "^elt hebben door branden met heete Olye van
in \' ofte Lijn.faet. Wekken Middel
Paré fchrijft
bryy^/^\'l^ouck ^pologifm. I. tot fijne tijt toe in \'t ge^
fel (f S^^eeft te zijn, ende dat hy felve in \'t begin-
S^\'oot ^^^^ vermagh de aenfienlijckheydt van een
J\'^^or-gangerjal gaet hy een verkeerden wegh in)
h "? Maniere van genefen na gevolght heeft, tot
Seme\\ ^^^^^ l^^^de > gelijck breeder op de
ftaen f ^^ die dit gevoelen toe-

lijclf haer reden uyt de quade Toe-vallen, ge-

Kout \' Bedervinge van \'t Gequetfte Deel,
?erdi\' Sweringen, Hert-kloppinge,Quaet-

Blaeuwe, ofte Bruyne kan-
tige
qP Wonde,ende daer uyt loopende Groenach-
ijyt de G Vochtigheyt. Hier-en-boven oock
door Tep \' diegeluckelijck foude gefchieden

open moeS"^\'^^\' dat foodanige Wonden lange
dere Vpn" gehouden werden, op de wijfe van an-
\\lnZn- k^® tonden. Ten laetften wert hier noch
Van r "r^u ^\'S^vought; bevonden te zijn, dat vele
fchUn , tonden, hoe kleyn fyoock dickwils
ter i «^^ ofte met feer groote moey-

niinifu^\'^" • rkggen de oirfaeck van de Ve-
de Kn
op het Buf.poeder, door weickers kracht
uyt-gedreven wert j fommige op \'t Metal,
E 4 daer

-ocr page 476-

v a n d e w o n d e n -

daer men de Kogels \\:an maeckt; eenige op t v
daer de Kogels mede befmet,
ende vergiftig""^
den . Want dit Buf-poer beftaet uyt Salpeter,
vel, ende Kole, waer van, feggen fy, dat de eerlte ^
zijn, ende wanneer fy aen-gefteken werden, 3iSJv
veranderen , ende vlammende ten laetften een ^ -

nigheyt krijgen. Het welck fy meenen, daer oocK )^

te blijcken, dat de gene, die Buf-poer maken, ne
ende mont toe-fluyten,om door den Venijnigen da^.^
Van dit Poeyer niet befchadight te werden. Maer ^^^
defe Venijnigheyt het Metal wijtenjftellenalIeM^ ^
vergiftigh, ende onfe Nature gantfch tegen te /
Andere, al is\'t, dat fy toe-ftaen de Kogels by h^ei\'
ven geen Vergif aen te brengen , foo meenen fy» ^^
defelvige door buyten-middelen konnen Vergij\'\',"^^
fangen,geli)ck fy van wegen de Pijlen,uyt de oude
wijfen, ende oock beveftight wert by de nieuwe,
van de Indiaenfche oorlogen gefchreven hebben, g \'
lijck in\'t volgende Capittei breeder fal werden aeng \'
wefen. En de Jagers doé hetfelve noch hedenfdaeg"
met hetfap van wit Nief-kruyt, dat fy in Spaeng)^-
noemen
Baraim, ende Yerva V AhakHimn. Oocl*
koomt den naem daer de Griecken venijn mede
teyckenen, te weten
Toxkm, van Hoxos, dat een boog"
beteyckent, als foodanige Pijlen uyt-gevende.

Daer zijnder oock, die gelijckenifle willen maken
tulTchen den Blixem , en den Schoot van een Stuck\'
en gehjck in dê Blixem dickwils een Venijnige krach^
js , het welck de ftanck, ende \'t fchierlijck om-bren-
gen van Menfchen, ende Beeften , als oock andere
quaet-aerdige werckingen genoegh betuygê,foo mfC-
pen fy, het felve oock plaetfch te hebben in het fchie\'
ten met Buf-poeder.

Ten tweeden zijnder vele, die oirdeelen datde Ko-
gel de gequetfte Deelen5raȣ/Mn-perft . Waer toe fy
mede eenige redenen by-brengen. Eerft > dat de Ko-
gel,

-ocr page 477-

^^ DE WONDEN. 65

fteeckr "y^-Sefchocen wert ,van het Büf-poeron-
l^en
Cv Va d " De tweede reden trec-

feerfLi^ • j van den Kogel, de welcke

nootfallr-"r^\'befluyten fy daer uyt, dat de Kogel
«latde b \'^ootnt te verhitten ; gelijck men fiet,
kandpi- het wrijven van houterstegêmal-

indienf\' \' ^^ ^^ »

gerake^ "\'Ir "^^tfmaer vervochtight werden,in brant
vindinp \' reden, brengen fy de Onder-

Seis r ï > \'^et fchTeten van de Kor

brant\' 2 ftroo-dacken, ja geheele huyfen af-ge-

nigg • Ende voor \'t laetfte vougen fy daer by ee-
dat da te weten, dat de Wonde bruyn wert,

heyt ufcherpe, vuyle , ende fwarte Vochtig-
V«brr u dat de Onftekinge, gelijck in

rteemt ^o^\'^en negenften dagh toe-

5 ende dan wederom af-neemt.

VeniS \' gene, die ontkennen, datternocb
ben,; Brant byde Gefchote wonden is, heb-

\'"joor haer deftige redenen.
fePag
^T^?\'"^ \'^et Venijn belanght, indien fulcks,
fefv\'e u Gefchote wonden was, foo moeft het
gel rf^\'^^^^en zijn van het Buf poer, ofte vande Ko-
gen ^^."et Buf poer fulcks niet en kan te wegebren-
gemaeri\'^\'^^ genoeghfaem uyt het gene , daer het van
Swavel ^^ (gelijck hier voor gefeyt is)

-eenige v ^\'P^ter, ende Kruyf-kolen, die geen van alle

De 9 ^"^S\'^righeyt deelachtigh en zijn.
fonthevt tc^\' ende de Salpeter (als in de Schat der Onge-
Oud/rrl? gebruycken wy, gelijck oock de

ten V 1 hebbê,inwendigh tot verfcheyde Sieck-
Endf.^ 1 ^\'"\'^er Venijnigheyt is\'er in de Kruyf koleui
Wert r Buf-poeder aen brandt gefteken

een , daer van geen Venijnigheyt krij-

b^n>aewi,l het Vyer veel eerder de Venijnigheyt fou
^ecn nemen,alsaen-brengen. Ende datdit Poeye
E 5i

\'oeyer

niet

-ocr page 478-

64 VANDE WONDEN.^

met vergiftighen is, wert oock daer uyt genojb\' jg

bewefen, dat veel krijghf-luyden hier te Lande i ^

elders, het feive met Azijn in-nemen, tegen de

gelijck het oock tot den felvigen eynde m de nuy
wert aen-geßeken. Ja felfs de Ondervinge betWb
dat vele, die gefchote zijn,gantfch geen
Toe-val o _ ^
koomt, \'t welck eenigh teycken kan geven V^n
nijnigheyt. Dat oock fommige Kruyt-makers (w ^^
fy en doen allegader fulcks niet) een douck voor n
en mont hangen, en is niet om den Venijnigen d3»\'r
maer alleen om het ftof te weren . ^ j..

De Kogel en vermagh mede niet,in fijn fel^e"; Y
giftigheyt aen te brengen. Want dat het
Loot (m^
derheyt \'tgene fuyver is) gantfch geen quaedt by
cn heeft, blijckt volkomentlijck aen de gene, die
de Kogels lange jaren in haer Vleyfch dragen, ion?
eenige fchade ; als oock aen de gene, die
Kogels in flicken, ende buyten alle hinder van onderj
wederom quijt werden. Soo gebruycken wy Ri^a
niet alleen van buyten het
Empl. Diapompholygos,
Loodt-plaefter , maer oock het Poeyer van rau
Loodt, gelijck in\'t Eerfte bouck befchreven is. I^r.
dat fulcke Kogels, die in haer felven niet Venijn\'?"
cn zijn,wel konnen door andere Middelen vergift\'^,
werden, is lichtelijck toe te ftaen. Sulcks meent^\'
feph du chefm (ofte Quercetanus) te konnen gefchiede"
door vermenginge van venijnige Sappen onder het g^"

fmolten Loot, dan het felfde wert weder-fproken va»

Faré, loubm, Poget, ende andere, ftellende dat de Ke-
gels alleen Vergiftight konnen werden van buytej»
door aen^ftrijcken, gelijck de poëet
Virgilius van d«
Pijlen getuyght
xo.jEmïd.

_ XJngm tda mam ,fermmque amare venmo. ^
Het is onnoodigh hiervan nauw-keurigh onderfoucK
te doen. Ons fal genoegh zijn, dat de gemeene Wo«\'
den in den Oorlogh door geen Venijnige
Kogels ge-

icn"*

-ocr page 479-

fchotg wL\'^ ^ ^ WONDEN. 6s
\'"leks nvVk ? een over-geven boofwicht

WafK f^\'^^deren haet wel foude können doen.
tie alsrlm ^ ^^^v «ï^^de Toe-vallen, by de gene die
«Jefelve e r^ Venijnigheyt fteilen, voort-gebracht,
*Urevaii "»et uyt den eygen aert, endena-

Ken-tev t wonden,foo datter geen rechte

^ijnallp können getrocken werden: maer

deandV ■ die d\'eene tijdt over-komen ,

beleg» "\'et, na de Lucht, die in legers, ende

Seftali dickwils onfuyver is, ende na de

Oneen, t Lichaems, dat veel kommer, ende
dranru ongefonde koft, ende

nen ^jS^bruyckt heeft. Want foodanige dingen kon-
lijckT r^" \'\'^PPei- befwaren. Ge-

een ftp " "et,dat by een kleyne Quetfure van een mes,
vvoro ^^ van een naelt, een (lagh met een hout, een
veelti^^" \' vergiffighs hebbende,

heyj ongefonde Lichansen, eé groote vervuyit-
Vyer\' bedervinge koomt, waer op dan het Kout-
Volgk^" c ändere quadeToe-vallen, ja de Doot felve
\'onde Ende in de Gefchote wonden is dit noch by-
teri \'^e Kogel, door fijn groot gewelt, al pletr

^elet^^w daer hy ontrent koomt, ende alfoo

koj.ji\' de levende Geeften , door de gepletterde
den ■ können fchieten in de Gefchote won-

telijck^ff^""Kanten, als doot zijnde, lich-
Het ^ ,\'^^\'■ven, verrotten, ende tot Kout-vyer flaen.
alleen ^^^^ gebeurt, als het Vleyfch

"Uwa L^^uetft is, maer meeftendeel wanneer de Ze-
deelen om ftucken gefchoten zijn ; ende
Y oock van haer een groenachtige,ofte bruync
vvefp \' gemeen volck meent Venijn te

Ett \' te lofen, ende het Gepletterde toe

Wrt oj-engen, niet om Vergif uyt te trecken, defe
WerS "ngerals andere dienen open gehouden te
«raen. In foodanige, alfoo fy quade dampen, dóór

de

-ocr page 480-

66 VANDE WONDEN. .

de Slagh-aderen, na het Herte fenden ,is het i h^
gift gebruyckelijck, dan en heeft evenwel geen p
in alderhande Wonden, die gefchoten zijn . -

Dat fy ten laetften haer Gevoelen willen va» " ^
ken met
Sdmmeus, hier voor verhaelt,aen de 131^
als de Schoten gelijckenende
; defe gelijckenilie p
ftaet wel ten deele in de vlam , ende\'t gewelf»
niet in \'t Venijn, dat wel dickwils by den BltJ^em
vonden wert, maer niet in \'t fchieten, gelijck van
gen het Kruyt, ende de Kogel alreede genoeghfae\'^
bewefen. ,

Wy komen nu tot de Verbrantheyt, die fommige »e \'
len by de Gefchote Wonden gevought te
zijn. Het,
fekèr dar wannppi- A
p ffnrrpl m/r A^n T ««« ó-hiet j "j

feker, dat wanneer de Kogel uyt den Loop fchiet

:rmte by hem heeft. Sulcks brenght de Ke-

eenige wermte bynem neeic. öuicks orengntu«- *-
den , ende Ondervindinge mede. Want hy wert g \'
rocht van het Vyer, ende door de onfteken ende vlajf \'
mende Lucht uyt-gedreven, die hem, foo lange
kracht heeft, na volght meteenigen roock, dien"\'\'
gefien wert, op de plaetfche , daer hy blijft, ofte t^\'
gen koomt; ende terftont op genomen zijnde,
eenige Wermte by hem heeft. Maer die Wermte
foo fober, datfe geen Verbrantheydt in de Gefchote
wonden kan veroirfaken. Om fuicks te bewijfen» fn\'\'

len ïvydebewijf-redenen, die voorde Verbranthey\'\'^

ftrijden , mede gaen beantwoorden. Sy trecken de
felvige infonderheyt uyt driederley hoofden, uythet
gene uyt-drijft, uyt-gedreven wert, ende de werckin\'
gedaerop volgende.

Het gene uyt-drijft, ende met een geweldige fnel\'
ligheyt den Kogel voort jaeght, is het
aen-gefteken
Buf-kruyt, in Vyer verandert, het welck hondert mael
foo vele plaetfch vereyfcht, als hec anders, beftaende
uyt aerdachtige ftofFe, van doen heeft. Want, gelijck
ons de Natuyrlijcke fchrij vers onderrichten, een hant
vol Aerde, fmelt in thien mael foo veel handen vol

-ocr page 481-

VAN DE WONDEN.

ende een vol Water, in thien vol Lucht ; en-
J een vol Lucht,in thien vol Vyer. (Soofiet men
en aes Buf-kruyt in een Noten-fchelp aen-gefteken,
lelve terftont met vlam vervullê) Ende dit is de oir-
/^ck, dat als een ftolïe van Aerde , gelijck het Buf-
yyt, foofchierlijcken, ende als in een oogenblick in
^yer verandert, by gebreck van plaetfche uyt dé loop
^oet berften, ende alfoo met groot gewelt den Kogel
•^ort drijft. Doch al is \'t datde
Kogel aldus gerocht,
"deuyc-gedreven wert door de kracht van \'t Vyer,te
3uvv befloten zijnde, foo en krijght hy daer door fulc-
hitte niet, dat hy branden kan , gehjck de beyin-
, ende \'t gevoelen felfs daer van ons kan bericht
j Oen. Want indien men in de loop meerder Kruyt
toteenen Schoot van doen is, (om het Vyer
Veel te ftercker te maken)ende alfoo doetaf-bran-
de Kogel terftont op genomen zijnde, en fal foo
niet
bevonden werden, of men kan hem fonder
let fel handelen i foo verre is \'t daer van daen,dat
y loude branden . De oirfaeck hier van en is niet an-
en? gebreck van tijt. Want oock het grootfte,
"de heecfte Vyer, dat gemaeckt foude mogen wer-
en kan in geen oogenblick, ende al vliegende, op
l^enronde, ende vafte ftofFe, gehjck Loot, ofte ander
J^^ael, alfoo wercken,dat het daer in foude laten een

^«ckfel van brandende Hitte.
Wel r uyt-gedreven wert, dat is de KogeU den
eickenfy tneenenbrandigh te wefen , ten deele van
^^genhet aen-gefteken Buf-kruyt, welcke reden nu
p"°egh \\^derleytis, ten deele van wegen den Snel-
\'en vaert, die hy heeft: dewijl alle Beweginge verhit,
dit en behouft niet veel
tegen-fprekens, alfoo de
^nderyindinge ons hier kan dienen voor de befte leer-
^eefterfche. Laet een Kogel, felfs al is hy oock te-
fcen een muyr, ofte yet atiders, dat hart is, gefchoten,
ftont op genomen werden, men fal geen merckelic-

ke

67

-ocr page 482-

68 vande wonden.

ke hitte aen hem voelen, daer nochtans het ßoOten

gen de harde fteenen ongelijck meerder hitte kan v
oirfaken, als het vliegen door vleefch, ofte beß"\'°
wijl hy daer minder tegenftant vint, ende de hitte do
de Vochtigheydt noch wat gematight foude
werden . Datmenfeyt, alle Beweginge te vei»\' \'
ten, is te verftaen van dingen,die vafte
tegenftant"\'
den,ofte die met hare deelen tegens malkanderen noo\'
ten. Alfoo fiet men, dat den hamer op hetaen-be^
langh geflagen, een fage geftadigh door hart hout
trocken, merckelijck komen te verhitten j endefu\'^\'\'*
van wegen de Lucht, die tulfchen beyde is, ende lO\'\'
dun ende fijn gemaeckt
wert, datfe dickwiis in
koomt te veranderen, gelijck men bevintaen de M"\'
len-fteenen j dierasom-gaen, endeaen de Vyet-"^/
gen. Ende al is
\'t, dat wy door Beweginge, ófte Oef\'
feninge wel verhüten, fulcks gefchiet door het wrij-
ven éerft van de beenen tegens het kraeck-been j end^
foo voort van alle deleden tegens malkanderen : mae^
niet door de Lucht,alfoo fy niet en kan verhet werde«
door de Beweginge, dan veeleerder verkoelt, gelü\'^^
de waeyers wel vertoonen . Soo wert oock het
ter, geroert zijnde, koelder; ende ftil ftaende krijght
het meerder hitte . Waer uyt wy dan befluyten , dat
de Kogel hebbende geen hitte in fijn felven , nOch die
konnende krijgen doorbeweginge, ofte tegenftant»
geenen Brant kan laten in
\'t gefchoten deel, veel miß\'
der, die aldaer eenige korfte foude branden.

Wert noch ten derden den Brant van den Koee\'I be*
weert, door dien hy fomtijts eenige ftroo dÄken,ende
kruyt-torens aen brant gefchoten heeft. Maer dien
brant enis met veroirfaeckt door den Kogel, als niet
heet zijnde, dan door eenige Vyer-voncken, dieaf-
fpringen van eenigen fteen, yfer, ofte yet anders, daef
de Kogel tegen fteuyt, ende alfoo gelijckeen vyer-
flagh voncken veroirfaeckt.

Ten

-ocr page 483-

zi^n öe wonden.

^y dé ToeZ-aïkn^^ énde feg!
•^erbranrh ^ene, die vernomen vverden in de
als n \' oock te fien zijn in Gefchote won-

"^^ö. alc ^^ ueicnote won-

^ïer het "^\'"^"thjck Hitte, Rootheyt, een Korfte
^eynish heeft , datter geen\' ofte feer

iT "y^ \'toornt, dat fy negen dagen
lofch fS®"^^" • defe redenen gaen mede
de Hitte \'^^^oor-gaende. Want wat eerftelijck
"\'et, oft^^"^^^^» klaeght de gequetfte

ende alleen wanneer de Wonde
dat de » ende Etter maken koomt. Behalven

\'«en , al °Ploock meerder brandt foude moeten ma-
Sertiit h hjf bleef fteken, dewijl hy daer lan-

Ond •\' door en gaet, het welck

^óothev Belangende de

wev ■ Lvertoont haer rontfom de Wonde maer
Bloet H* wat toe-vloeyingh van

Verwe k ^ ^^ gefcheurde vaten uyt- geven. Maer dié
tvegen H haeft in een bruyne te veranderen van
üyt.„ r V ochtigheyt, die het geplettert vleyfch
Weten v \' meerder flot en heeft het derde, te
ftrijdt j " nietoftefeer weynigh Bloeden, want fuicks
datier de Ondervinge, infonderheyt wanneer
fotticijF®.®^^ vaten gequetft zijn. Ende of het felvé
leyt vverrf \'"^^ht gebeuren , foo moet de oirfaeck ge-
^ageliici;^ r^oo op den grooten fchrick (gelijck men
Ader m * \'^oor in \'t laten de geopende

1\'jckov wil bloeden) die de gefchotene fchier-
PletteS \' op defwellineh, die in de ge-

.. Wohdp k terftont na den fchoot1<oomt,ende de
fy feppp y-"atoefluyt. Noch minder fluyt het gene
yet dat . Gefchote wonde niet anders, als

> \' \'^^Sen langh foude verarge-

l da> • tot fweren, ende fcheyden komen ; de-
dén , aic u" geen algemeene tijdt en kan beftemt wer-
nangende aen degelegentheyt van \'t gequet^

fte

69

-ocr page 484-

\'70 vande wonden\' . jj
fte Deel, of het zenuwachtigh oftevleyÜgnP\'
mede aen de goede,ofte quade
GeftaltenisvancJe\' &
quetften. ^jjt

Uyt het gene dus verreveihaeftis,be[luyte

de Gefchote wonden, van wegen haren eygene^ gf
ende nature geen venijn, noch brant en hebben;»
datalleen hare Kanten , door den grooten A^g"\'
morfelt, ende geplettert zijn,ende daerin vang^\'\'
ne Wonden verfchillen.

(3) Utt Onderfcheyt vzn defe Wonden wert ^
men, na haer Gedaente, eiï Plaetfche. Soo
mige groot, andere kleyn ; eenige diep, die alle« v

binnen, als Vleyfch,Aderen, ende Zenuwen fche«\'

ja de Beenderen morfelen; andere,die, van eê fc^S^r j
fchoot, maer even door het vel gaen . Meeften^^ .
vlieght de Kogel door het Deel, fomtijdts blip
daerin fteken, het zy alleen, ofte meteenftucK^^
\'t wapen, ofte kleederen, dat hy voor hem drijft

(4) De Scheut brenght fijn Kjn-teyckenen van fe\'^,
mede. Doch of de Wonde vergiftight is, heeft
byfondere Teyckenen , in \'t na-volgende capittel
verhalen. .

(5) Wat de Fbor-^e^\'c/jeKra betreft ; Over-flae",\'?
\'t gene in\'t gemeen van de Wonden gefeyt is, foo z\'t
de Gefchoten, als rontfom met Geplettert vleyl\'^,
befet, gevaerlijcker, alsandere, die gefteken zijn;
fonderheyt noch , dewijlfe meeft in de legers geg^^L
werden, daer gemeenlijck quade Luchtis, ende^
befte Maniere van Leven niet onderhouden en vvef^\'
De Wonden,die van Venijnige kogels gefchoten ZD"\'
vallen meeft doodefick; voornamelijckalsfy watdi^F
in gaen.

(6) Wy komen tot de Genefinge, waer in vier dij\'
gen vereyfcht werden. Soo daer yet in de Wo«^^
fteeckt, uyt te trec^ken ; \'t
G eplettert vleyfch te doe^
verfweren j , de Wonde wederom met Vleyfch te voi-

\' Jen i

-ocr page 485-

?> E W O N D E N.

"^^^^yet anS 1 ^^ Wecken. De Kogel,

Kn ^^^ de Wonde gerocht is , dient ten
rSeeerftbep^r\'"!, \'J^a\'ineer de Pijn, endeOnfte-
hetin 3 u\' \'^."derulcks doorden felfden wegh,

^^er-^iidl ofte foo het te diep aen de we-«

\'^erde " ! "\' "\'^aer uyt gefneden. Hier

datS vierderhande Middelen. Voor-

doen h? ^yde felfde Geftalte,

1\'^"ivendl ontfingh. De poéct Homerun

\'^gerinpp ®ï" \'^ouck van de Troyaenfche be-

r^^ de Dv r vrient Eurypilus een Pijl

, ® geeft d leggende op Offen-huyden ;

hginPen?r fijne Grieckfche uyt-

t\'^^lyt de Oude feggen, opdat

^iti^Sa toe g^n ,

f^ des LiX® moet gefet werden in de eygene Geftal-
«reegh , daer hy in was, doen hy de Wonde

^^neellm hy) van feker

\'\'\'etvol^r \' uyt-trecken de Pijl

Geft!? wi^de, hy dë Gequetften vraeghden in
^^\'■ftaend wonde hem was over-komen, ende
hadde h \' d^\' hy de felve te paert fittende gekregen
de Geftalte van yemant, die te
hiei-van ■ \' ^"dealfoo den Pijl uyt-trock. Dereden
draeyt om dat ander Gedaente, de Spieren ver-
konde\'ft het uyt-komen van \'tgene in de
Selpfi.„. Treckt, benauwt,oftefluvc. Snndai- ih dpff»

^etbel
..Vinden®

- — ..j Ydii igciicin ue

Se^eeenf^f\' benauwt, ofte fluyt. Soo dat in defe
Soet bef u^^ (wanneer de Gequetfte dickwilsgeen
^onde a^® oock anders, de

• binden gewijdt werden, om den Kogel te

Ser, ak toe fchrijft P^ré feer wel, dat de Vin-
Zekerder zijnde, wanneer het wefen kan,

diep fteerP^\'\' dat men anders, als de Kogel te

gelijck alle daeghs
F

-ocr page 486-

72 V A N D E W O N D E jJ^\'.aeKo-
Ende dit is het tweede. Voor het derde, Lj yjer\'
gel, nu gevonden zij nde, gevat; endev^^n
dej uyt-getrocken. Beyde gefchiet door i jgaf
de ander konftigh Werck-tuygh, befchreven, en ^^^
gebeeldc door den gemelten
Paré, endeBd^
dien even-wel de Kogel ftack in een van de Edei ^^^^
len, oftedie met defelve gemeenfchap hebbeP\' j^gji
dat de Gequetfte fcheen gevaer te loopen > dan
het uyt-trecken te ftaken, om de Doot, yi^\'\'
foude komen, daer door niet te verhaeften. ,

oock het Uyf-^i/e/OT, van wegen de
de welcke op diepe Wonden moet volgen, ^^Ifdits
gevaerlijck. De Latijnfche hiftory-fchrijver ^
fchrijft in fijn 9. Bouck,
dat ^exander de Groots ^^
een Pijl met weer-haecxkens gefchoten z\'ifJ\'^^Ae«
Geneef-meefters feer bekommert waren.
hout, om niet te fchudden, ten eerften gekort zi)J
vonden fy fwarigheyt in \'t gehaeckte yfer uyt te " ^^
ken; alfoo fulcks fonder letfel van \'t Lichaem n»^
doen en was, als met Snijden de Wonde teverg^
ten. Vorders vrieefden fy, dat door het fnijden\' ^
Bloet-ftortingh foude over-komen: want de
groot, ende fcheen al tot in het Ingewandt
re wefen. Even-wel de Wonde wijdér geopent
de, ende het Yfer uyt-getrocken, foo.began ooc^.l
groote menighteBloedts te
vloeyen,êndede Koning^
flaeuw te werden, ende een donckerheyt voor fijn ®
gen komende, als of hy ftorf fijn felven uyc te It^f
ken: maer als die groote ftortingh op-gehouden > .
geftelpt was, fooquam hy allencxkens wederomJ
fijnfelven . Derhalven moet het Bloedt d3telijcK|^;

ftemt werden,\'t welck de felfde^Alexander wel./V
ftont, als hy noch eens met een Pijl gefchoten zU^
(gelijck
Curtius fchrijft in \'t^. Bouck van fijn^"^^
rye) geboodt het Bloet op te houden, ende de Won»
toe te binden; \'t welck op-gehouden, ende

-ocr page 487-

JiindeffeY,^ ^ D E W O N D E N.

een l dede op-fwellen. Ende

^ Werfte " ^en-gewefen in

lat^\'?-!?!?^"^^!"^^ raken is ten tweeden noodigh,
^•tterVik^ ."^^de voor al aen \'t Sweren, ende tot
SefonlJ;:\'\'^\'^"^\' ende alfoo van \'t gefonde Vleyfch af-
als vedSl^\'^r^ • Doch dewijl het Geknutfte vleyfch,
\'evende van de natuyrlijcke Wermte, ende

j lichtelijck verrot, ende alfoo tot
d\'aS : foo en dienen hier niet
Baßlicon,

Wonden ^^•\'"^\'^ende middelen\' die in andere
werden, als te vochtigh zijnde,
^^elte Pa \'k^*^ \'^frmmthjn by ëcoomt. De meef-ge-
itottien Jefchrijft eenen ßalfaem, die hy feydt be-
\'«aertin » van feker Heel-meefter, feerver-

vinge fal \'|e"efen van Gefchote wonde. De befchrij.
Van Vele i ftellen» ende dat alleen in plaetfche
Meefters kennende, ende die van vele

ripiv,„_ Voor den beften oock ccfkenrr ic Men Tal

»■lettienX gekeurt is. Men fal

fslve knt \'ongeHo^K^OT, eerft geworpen, endede
Vaovvitt 7 7* datfy van den been vallen,
in Olye
Veertiph^ van Vyolen, van elcks acht-ende-

on^en^ °"?en, endein \'t laetfte daer by doen twaelf
^^•^\'eynftl rT""^" gewalfchê. By dit door-

\'"^uthijn , \'"en doen drie on^en Veneetfche Tey-
l\'eeft men
" Brandewijn. Ende daer mede

Êtter te tj ^if" \'^\'\'^ve Salve om de Pijn te verfachten ,
?ent noch\' \' ^^ Suyveren . Dan

len, als in\' ^^\'\'^ef gefuy vert door foodanige Midde-
üe Wrt^ \'^-eap.van\'t Eerfte bouck befchrevézijn.
gevoit pj\'e wel gefuy vert zijnde,moet met Vleyfch
die wiife , dan met Vel over-trocken werden, op

(7) Alf 5\'er voor is aen-gewefen .
als ändert. T Wonden vry wat gevaerlijcker zijn,
^\'^oleti fon u- ^^equetfte oock dickwiis krachte-
o moet hier een nauwe
Maniere van Leven ge-
f ^ bruyckt

-ocr page 488-

74 van de wonden-

bruyckt werden , ende al na-gekomen» hebbe"
Eerfte capittel van de Wonden in \'t algemeet^"
voor-gefchreven.

Het X. Capittel.

1. Vergift e Wonden , i. Oirfaken, 3. K^n-tejd^^"\'
4.. Voor-teyckenen, Genefinge.

(I) die

hebben van de fchrickelijcke Wonden j
** door het fchieten komen, nu wijdt-Ioop^ ^^qc
handelt: maer noch m«erder gevaer, ja nieeftne
fel ve wert aen-gebracht, door de gene, die Vergip
gelijck de Italiaenfchepoëet
Tajfo welfeyt infij"^
rufalem, C^wM 9.

, E\'lferro armato di Veneno havrMno y
Perque mortalfia d\'ognipiaga il danno.
Wanneer fuicks gefchiet door fteken, ofte
Venijnige heeften , dan ftaet vry meerder fwat\'g
te verwachten van het Venijn, als van de
die dickwils weynigh om \'t lijf heeft. Welck -gj
\' in Kleyne wonden oock aen-gemercktis van den p"
Lucanus in fij[i 8.Bouck :

■fed multo faturantur tela veneno;

Vulneraparva meent, fatumq- in fanguine fttmmo ejt\' \\
De vermaerde Geneef- heer Cardanus ftelt hie/ r
z. de Venen. 6. de oirfaeck te wefen, dat Venijn m
Wonde, veel meerder kracht heeft, als \'tgene . ,
genomen is, alfoo het felfde terftont na \'t Herte ^ ^
fchieten. Dat foude beveftigen den Om-loop ^an |
Bloet (daer
Cardanus ewtn-wA noch weynigh ^^ g^j^ii
ten heeft) \'twelck uyt het Vergiftigh deelgeft^» »
in\'t Herte getrocken wert. \'

(Z) Wat de Oirfaken belanght, in \'tiaetft voor-g^e ^
de capittel is gefeyt, de Wonden vergiftight tej^^ ^

-ocr page 489-

de^ V A N D E W O N D E N. ??

Wgj ^oor het Geweer van buyten te beftrijcken.
dag f e verdoemde boofhey t niet alleen noch huyden-
\'èhe H Indianen j maer oock al van outS by ver-
in \'t werck geftelt is, gelijck blijckt
(^l^j.l\'. "eheyde foo Grieckfche,als Latijnfche hiftory-
5 ß\'^^ers, ende poëten . fchrijft in fijn

Jij op\'c i5.Cap. dat byde Moren een doode-

\\Wortei waft, daer fy de Pijlen mede beftrijc-
ÏJefi ï^^ diergelijcke Venijn wert mede getuyght by
O\'ti^- \' , Diofcorides, Strdho, Plinius, Paulus,

def andere, ende daer op flaen mede

, vza Virgilius to. jEneïd.

quoque magnanimte vid^unt, ïfmare, gentes,
Q Vülnera dirigere, & cdamos armare veneno .
he I wijle können oock felvede Middelen, die tot ,
^^eien fouden ftrecken, vergiftight werden . Soo is
borgemeefter van Romen , gelijck
vers getuygen , door beleyt van ^
m-
de "^gemeent werde, aen een zijde gebracht. On-
4.8 ^^ nieuwe Hiftory-fchrijvers , leyt
Thuanus in fijn
5 ■ Bouck, dat voor het vinden van de Boflen, in
j,^Paengjen mede gebruyckt wierden Pijlen, met het
j^P van een Venijnigh kruyt,\'t welck de Moren (want
j^ J^afcht ontrent Granada, daer fy langh huys ge-
We . \'nebben) I{eialgar noemen , ende dat gemeent
\' \'t felve een foorte van Aconitum te wefen. Dan
med " \'^ehouven de Stoffe, daer dit vervlouckt quaet
5 gedaen wert, niet nauw-keurigh aen te wijfen,
jjg i^\'ekengrouwel niet te leeren . Seer wel feggen
.eehten
, Culpafimilis efi, prohibiui difcere, mam do-
in dé Cod. de Malef. & Mathem, op de achtfte wet.
Q "ebben even-wel wat daer van moeten feggen ,
del ^elve te mogen kennen , op dat de rechte Mid-
den^^T^^^\'" \'^egen foude können in \'t werck geftelt wer-
• üerhalven fullen wy komen tot de
Kjn-teyckpien,
Defe Wonden, alfoo fy komen uyt een byfon-

F 3 d-q^

-ocr page 490-

76 VANDE WONDEN. ^^

dere oirfaeck, foo hebben fy oock haer byfondere^^ ^
teyckenen; onder de welcke wel het voornaemi
flaume, cnieKJtoppingh van\'t Herte, om di^n^^^^
meeft van het Venijn beftormt wert. Hier
dat foodanige gequetfte, al bekomen fy van
te, foo Kout zijn als een fteen, niet van
wegen de ^^ c
wigheyt van\'t Venijn, dewijl alle Venijn nietKOU
is, maer dat oock het heete de Natuyrlijcke ^f
aq
uyt-bluft. Soo dat daer door oock, hoe-wel andC^
felve fcherp is, de Pijn dickwils niet
gevoelt en vve \'
Sulcks getuyght de poëet Lucanus in fijn
van het leger, dat de vrome
Cato leyde in
daer fy vele Slangen, eede ander Venijnige b®®"
ontmoeteden.

Hts mteypeffes duro Cato militeJjccum
Emetitur iter: tot triflta fata fuorum,
Jnfolitafq^vidensparvocumvulneremortes. ■
Signiferumjuvenem Tyrrheni fanguinis Aulttm
Torta caput retro Diphas calcata momordit.
Vix dohr, aut fenfus dentisfuit. ,

Hier by koomt noch dat het Vleyfch, om de VTo"\'\'®
ftaende, blauw, paers, ende bruyn wert, gelijck C^^
danus, Paré, ende Codronchius getuygen, ende langh t
voren gefeyt is van den Grieckfche Nkanderln JU^\' ,
met de verffen, die aldus in Latijn over-gefet zijn:
Qu^e pofiquam htefermt, & non fanabile vulnus
Inflixere, caro livet, vhufque putrefcit
Vipereum,atquecmisfet^ofostarefolvh. , ,
Defe Bedervinge van het Vleyfch, maeckt ooc^.^fl

Wonde een Stanck van haer geeft j het
gemelte
Cardanus fchrijft het Venijn oock eyg^" \'\'
zijn, ende derhalven de Wonde lichteli|ck mede ge-
deelt wert.

(4) Uyt het gene aireede verhaelt is, zijn de

genoegh af te nemen , te weten hoe fwaerder»
ende gevaerlijcker de Venijnige wonden zijn, als de

-ocr page 491-

WONDEN. 77
hebben fy boven de quetfinge Venijn by haer

teytje H \' I volgens eygen aert het Herte, de fon-
höeki "\'^vens, terftont befinet, ende derhalven,
fy fou(hoe-wel het daer weynigh op aen koomt)
l\'jck 3 zijn , een haeftige doot ghemeen-

te • ^"Scn • Sulcks getuyght de meer-gemel-
Van in \'t 9. Bouck van fijn Hiftorye, het leger
}^Ximder de Groote over-gekomen te zijn door
doot I Pijlen, ende dat de oirfaeck van foo felle
Vverd Geneef-meefters niet en konde begrepen
Vielen"\' oo\'^k de minfte Wonden ongeneeflijck
^ / Ende oft noch al eens gebeurde, dat defe
de V 1^yt-ftel gaven, foo maken fy een traegh, en-
Wgi^\'^drietigh werck, gelijck de Grieckfche poëten
fy • ^n-gemerckt hebben in
PhiloSletes, den welcken
yj\'^n^erlijck doen kermen overde Wonde, die hem
iapf^^\'\' Slangegebeten was, en daer hy ontrent thien
\' "aengi„gh ,^elijck
Ovidiusfchiijft Trin. z.
Poetie decem totis duit Paantius annis
^ _ PeHiferum tumido vulms ab angue datum .
^ et is vremt\' t gene Plinius fchrij ft aS. Hat. j. dat de
]y°nden befwaren, door het in-komen van de gene,
j^f.e eens van een Slange, ofte Honden-tant gequetft
n • Tantum remanet virus ex accepto femel malo, ut vene-

^\'fimvenenapagi.

1. v5) Om de Genefinge wel aen te leggen , foo moet
ertseerder gelet werden op het Vergif, als op de
^etfinge. Derhalven fal men ten eerften in-nemen,
de Venijnigheyt van \'tHert te weren ,
Theriakel,
^^j^ridaet, ofte Diafcordium, met T\'yOut van Scordium,
\'jnruyt
, ofte CarduushenediSlus, in Wijn vermenght;
de eerfte een vierendeel loot,
van de andere een
crupei, ofte half vierendeel loot, na gelegentheyt;
«de ondertuffchen geftadigh drincken}«y«
Wey, daer
end van
Scor:{onera, efi Petafites in gefoden zijn,

op \'t laetfte Suyringh by gedaen is. Even hae- .

•F 4 ftigh

-ocr page 492-

7s v a n de wonden-

ftigh moet tot de Wondefdve gekomen zi)n. ^ r m

den verhalen veel van feker volck, Marfi, e"" J^jg
genoemt, die fonder letfel het Venijn ^Yy^^ i^eo »
van geen Serpenten en konden befchadight vv .^j,
waer van te fien is by den Grieckfchen h\'"®^\'^\'. ^jjck»
ver
Herodotus, in fijn 4. bouck, Elianusin \'t JÖ.D ^^
van de Hiftorye der Deelen, op
\'tzS. capittel\' ^^^
m in \'t capittel van fijnlS. bouck, ende ui
Solinus (doch niet wel gevolght,gelijck Sdmaß\'* ^^^^
wijft in
Obf. pag. 48.) AgeUius 16. Noß. Att. \'^^s
.Lucams
op de gemel te plaetfch, Soo fchri) rt
in Spaengjendat Uyt-fuygen gebruyckelijck ge

te zijn i m^er dat fy nu befigenliet Sap van S^^^ff y^ca
ende Brem, ia
weickers geknauwde Bladeren,
kracht foude wefen, dat fy het Vergif op-geleyt, \'
de, door de Wonde uyt-trecken.
Daer op flaet t&
neDr-Fo;-«/? fchrij ft Ä.
Chir.Obf. 10. te Ro^enve ^
ftaen te hebben uyt-fijn meefter Df- vinder Borfi, ^^^

als in den Turckfchen krijgh veel geiijuetfte van V

nijnige pijlen fchierlijck ftorven,ten laetften een
, Geneef-meefter daer over quam , diejQwecw gekaU\'^ >

endealfüo met nüchteren j\'CÄcj!;)«/ vermenght daefOP
leyde , ende dat fy foo genafen, daer geen andere
delen te voren hadden geholpen. Wat vorder de
nefinge belanght,de felve dient aen-geftelt te
werden *
gelijck in\'t i. capittel van \'t Eerfte bouck der GenfT
^nfie, nopende de duUe Honts^beten is aen-gevvefei^\'

Het XL Capittel.

1, Kovt-vyers Benaminge, z, Befchrijvin^\'^
^.Oirfaken,
4. Kjn-teycksnen, ^. Voor-teyckpen, é.GS"
neßnge, y. Maniere van Leven.

(I)

\'Y^Ot de fware Wonden, infonderheytde Gefchote»
■ 4- cude Venijnige, daer laetft af gehandelt is > fl^et
\' • ° ditk-

-ocr page 493-

dickwJi ^ANDE WOND EN. , 79

te. vv l u®" Verftervinge van denatuyrlijcke Werm-
de rV • S^b\'^sck de Griecken, ende haer volgende
\'ï\'ieeft heeten,eenen naem by onfe Heel-

QuJf gebruyckeiijck . D\'- lunius noemt het

nj^ \' ende Vuyl vUyfch, dan dat en paft op de Gangrena
VlevV?"*^ daer kan in een Wonde wel quaet, en vuyl
mae h g^\'oeyen, fonder dat het juyft
Gangrenais ;
ende h Doof, ofte Doot vleyfch (gelijck het is ,

Spae ^^^^^ die benaminge geeft in François,
noem? \' ^"^e Italiaenfch) met beter reden mogen ge-
vvelcJf . Onfen gemeynen naem is Kj)Ht\'Vyer,

de wat t\'famen-ftrijdighfchijnen,gelijck

feggen een Silvere Yferken, &c. dan heeft
Kou ■ defe grondt, dac hec Vleyfch hier gantfch
IS, ende even-wel gehjck Vyer, als voorc-brant.
toe ^^ die manier wert oockhet Branden de Kouw
yg \'pfchreven in\'t Latijn van
Tacitusin het ij.bouck
fyj Jaer-gefchiedeniflen,
Ambufli multorumartus vi
ende van den poëet VirgtUus in \'t eerfte van fijn

iwiDge,

.—. n ■■ penetrahilefrigtis adurh . _
7 Kout-vyer is een verftervinge in eenigh Deel,
Out, flap ^ bruyn , ende ongevoeligh, als van de na-
„"^icke Wermte, ende levend-makende Ceeften
noH^*^ berooft zijnde. Wy en maken hier, als on-

j^^digh, geen onderfcheyt tufichenG^zwgyef?^, ende
F acelus; vvant meerder, ende minder en behouven
fa\'^sn byfondere gefiachten te ftellen.

W De naefte0/>/<jecj!c.van Kout-vyer, isdeÜ>\'?-
, "ywge van de natuyrlijcke Wermte, ende levend-ma-
ende Geeften, in de welcke het Leven beftaet, ende
Jl\'euyt.gebluft zijnde, het zy in \'t geheele Lichaem,
»etzy in eenigh deel, dan is \'t daer oock met het Le-
\'t^" gedaen ; in \'t eerfte noemen
wy het de Doot, in
r andere Doot vleyfch, ofte Kout-vyer. Nu de na-
•^"y^hjcke Wermte vvert met haer Geeften vernielt,
Fe ea-

-ocr page 494-

èo VANDE WONDE N- ^^
ende te niet gebracht, wanneer, ofte Teg^n-i" \' g
de dingen haer tot bedervinge brengen, geIi)CK g .
Kouw, ende Venijn; ofte, hét belet van Door-w^ ^^

fernen, haer verffickt; ofte vele Hit-haer doet v^j^

vliegen; ofte fy, als een kaers, uyr-gaét, dc.or geb
van Voedfel. Waer uyt wy können
vijf Oïrfatóo ^
len van het Kout-vyer, te weten, te groote
ende Hitte, quade Hoedanigheydt,
ve\'rhinüer
waelfemen, ende gebreck van Toe-voer. , „^u
Wat voor-eerft
ét felle, ende bittere Kj>um belang ,
daer van fchrijft de Romeynfche Tacites in lijn
te bouck,hoe vele haer Lidtmaten door de krach^ ^^
de Kouw aen-gebrant waren, fommige oock "P. ^^

wacht doot bleven: ende hoe feker krijghs-koec"

die een bondel hout drough, de Handen foo
ven, datfy blijvende aen den laft hangen,
van de
korte Armen af-vielen. In onfe Oorlogen g^. ijj,
diergelicke des Winters door debanck,datde krijg,
luyden, die op fchil-wacht ftaen , de voeten bev""^
fen,foo dat het Kout-vyer in defelfde ten eeritenß^^\'
Ick hebbe verfcheyde krijghs-luyden hierin\'töa*^
huys gefien, die op fulcken wijfe fommige de Tef n®\'
andere den geheelen Voet af-gevallen was, eenigh\'
die het geheele Been af-gefet moefte werden. ,

Het felfde doet op een andere manier gm«« B)\'^\'^\'
om dat hy de natuyrlijcke Wermte, efiTapige Voc^\'
tigheyt, waer by het Lichaem in \'t leven wert onde"^\'
houden, t\'eenemael verteert.

De derde, onder de Uyterlijcke oirfaken, is
aerdigheyt, \'t zy van Venijnige heten , ende fieken
Heeften, foodanige Wonden, ofte oock eenige ^fed\'^^^\'
endeBrandt-midäelen,
onvoorfichtigh, gelijck op
re, ende gevoelijcke plaetfchen, gebruyckt.

Ten vierden wert de natuyrlicke Wermte geftic*\'^\'
wanneer defelve geen Lucht, die haer onderhout» ^^
kan fcheppen,noch haer Dampen lofen. Het wel\'^^

-ocr page 495-

bevnM^\'^^^E WONDEN. 8ï
te r j " groote
Onßel^nge- infonderheyt daer
bg • Y al te veel op geleyt zijn. Soo heb-

j) onlangs gefien, datfeker JofFrouw een groote
ter j" krijgende, om \'t felve flough Wa-

\' ende , ende dat daer terfiont het Kout-vyer
ogp^^ghde. Het Middel en was wel foo quaet niet,
p |\')ck het oock in kleyne Onftekinge gebruyckelijck
GinfTlr\'^ hier hadde den Brandt te groot geweeft> om
^ijnofte achterwaerts te drijven .
Q fen vijfden, gelijck ons Lichaem door Voedfel
Ui V\'^^"den wert, foo gaet het oock met de natuyr-
be? Wermte, ende dat haer onthouden zijnde, ofte
\'et toe te komen, het zy door
\\Jyi-terende ßeckfen
5 en ftofFe en groeyt, het zy in groote Geßveüen, ontle-r
\'^^^(wrichte»,
te vaft Binden, de Vaten toe-geperß, ofte
\'> Wondin^ ende
Breucken gefcheyden werden : foo is \'t
Onjogelijck, dat fulcken Deel foude levend blijven ,
•^aer vervalt nootwendigh tot een Verftervinge.

(4) Na dat het Kout-vyer begint, ofte klimt, foo
jPenbaren haer min, ofte meerder de •

Pefe zijn licht aen te mercken, ende konnen lichte-
\'Jck in \'t getal van vijf mede begrepen werden .

Heteerfte beftaet in de Féwf, die hier allencxkens
Verandert.
Want in plaetfche datfyin alle Onftekin-
|en root is, foo wert fy hier bleyck, paers, blauw,

op \'t laetfte peck-fwart.
. Het tweede teycken is
Pijn met KJoppinge, dan all eé
\'t begin j maer gaen beyde daer na over, Ongevoe-
jjgheyt, ende Onbeweeghlijckheyt in haer plaetfch
|^<^ende . Dan hier op dient wel waer-genomen de
elfevan
Paré, dat een Heel-meefler, wanneer l/yuys
?e andere teyckenen wel verfekert is van \'t Kout/vyer»
^em niet en laet bedriegen,door eenige kleyne ^ewe-.
||"ge, die fomtijdts noch in \'t Verftorven deel wert
waer-genomen. Want fulcks gefchiet niet door hee
bewegen van den geheelen Spier, maer van wege«

-ocr page 496-

groot, datmenin\'tquaetVleyfcl
fnijt,\'t enzymen het goet vleyfch raeckt. gjj

Ten derden koomt devff^jMci even-eens als ^ Ag

lijck ; waer door oock van binnen de befmette ue
het Hem bangh, ende flaeuw maken , infonderne)
Kout-vyer , dat uyt Venijn oirfpronckehjck is • ^^

■ Het vierde ken- teycken is, Sack, efi Morruff
ende als men dat mer de vinger druckt, daer ee» P"
blijft ftaen, maer die niet wederom toe engaer\'Jj,
lijck in gefwolle Beenen, ofte andere koude
len,die wyOe^^OT^ïwnoemen. . ,,

Voor het vijfde teycken ftellen wy,djt het
deken, gelijck in Bleynen , van de
Huyt fcheyt » e" ^

afgetrocken wert: ja als men de Huyt felve met de

gers aen vat ■ foo fchi jntfe mede lofch te leggen j ^^
vanhaeronder-leggende Deelen te fcheyden .

- (5) WatdeFooj--i:«^c/^eww3engaet: AlleKout-vyer.

gevaerlijck. Maer even-wel (gelijck Celfus wel fch\'\'.\'
mfijn^r. Bouck) als het maer begint, ende
noch
gefet en is , dan kan het noch door goede Middel^

fefteut werden; te weten in een jongh, ende kloi^\'^^^
>ichaem , ende daerde Zenuwen niet, ofte feer weV\'
nigh befchadight en zijn,, ende de Spieren noch ga^^\'
Ick hebbe hier gefien een vol-lij vigh man, tuflchen
vijftigh, ende feftigh jaren, die oock, na fijn Lichaer"\'
dicke beenen hadde; waer in door Stooten, het KoU^\'
vyer quam , daer mede hy wat te langh
gewacht heO\'
bende, foo diep in-gegeten was, dat men hem in ver-
fcheyde reyfen eenige ponden vleyfch uytfijnKuy^^"
fnede, ende, niettegenftaendegrooteSwackighey"^\'
ende Koortfche, even- wel noch genas, ende lange
ren daer na geleeft heeft.
In Ongefonde lichamen;gelijck die van de Blaeuv^"

-ocr page 497-

^\'hvx. nde wonden. 83

lijck - ; werden , valt het meeft ongeneef-

Geflvon "\'^^\'^\'^eyt de Water-fuchtige,: wanneer de
gaet\'ipn \' klaer-gefpanneBeenen met kleyne
leek! , berften,daer dan het fcherpe Water uyt-

op het Kout-vyer, endede Doot volght.
OOGe Kr tot
de Geneßnge; de welcke geen

leih-ï ^ en dient uyt-geftelt, of men koomt lich-
Vyer h ^ Want ick hebbe gefien,dat na het Kout-
Seon- k* "laer even aen \'t Been met blauwe Vlacken
Lich \' hadde, het felve in eenen dagh \'t geheele
däpp ^^^^ \' fuicke Siecken in twee drie

ftjj " ^\'-ch nam j ja fomtijdts wel eerder, nade ge-
^der Lichamen,
ewijl het Kout-vyer een Verftervioge is, foo be^
mi^ R ^^ genefen in defelve te weren. Soo dra dan het
al d u ^eyeken hem openbaert, dient het Herte, daer
de ^ van daen koomt, gefterckt tegen dequa-
Dampen, Hier toe is bequaem
Conßrfvm Goutf-
o^^en > xan Bernagy-hhemen
, im Hpfin, van elcks een
9e
, Conf, Al^ermes een loot, met Syroop van Citroenen
p.^\'J^enght, ende eenige droppels, totdat hetrinfch
.\' Oiye van SwavelMznMt Gonferf dient vijf fes mael
2^ghs gebruyckt de groote van een Caftanye, ende
UHchen beyde fomtijdts gedroncken van een Koel-
j ^f\'ck, gemaeckt van een pint Gïrjïe-a\'örtr, drieongen
J\'\'
®^ Citroenen, een half vierendeel loot Z^ut van
^\'»■dium
, ofte van CarduushenedïBus, met eenige drup-
Pels
Olye vanStcavel, tot dat hy rinfch genoegh is. Men
oock nemen een, ofte twee
pinten Kjierne-melckt
\'leden die op met twee on^en van de wortels (die geen
^oiaeck en geven) van
Scor:{onera, en van \'t vyer nemen-
®eden pot vollen met
Suyringh (want die en moet niet
Sefoden werden, of haer kracht vervlieght) ende foo
gekout zij nde, van de
Wey drincken. Is mede dienftigh
tegen den nacht in te nemen een vierendeel loot T^«-
^\'ahsU Mithridaet^oïte Diaßordium. By het voorgaende

heb-

-ocr page 498-

«4 VANDE WONDEN. ^

hebbe ick altijt mee groot voordeel ^an huy« .
op-leggen een Pap, beftaende uyt groene oi ^^^
vzaAljfen, Scordium, TF^nmyt, vanelcks tvve ^^^
den vol (\'s winters kan men het poeyer ^jjt,
het gedrooghde kruydt) in ftercke WijngeK"® ^
\' ende geftampt zijnde , daer by gedaen twee o
Vijgh-boonm meel , een loot gheftooten Ahe , . ^
eens foo veel
TheriakeU ofte Mithridaeh met twee,
drie on§en Voor-loop van
Brandewijn, ofte in p\'^J ^
van beyde Op de naefte plaetic" ^^

om het voort-kruypen te fteuyten, dient
plaefter,
Defenßvum genoemt, daer over wat ^^ . ,
kfl, ofte A4//Wd£tdunnekensgeftreken, oftsß\'^

femenghtis. Ende dit is foo veel belanght dej^^f\' .
nge in\'t algemeen: wy fullen nu komen in\'t ^r \'
dertotde verfcheyden Oirfaken. .

Voor-eerft, aengaende de Kpuie; Wanneer m ^ ,
mant eenigh Deel te feer verkout
is , dat evefl-*J;
noch geen teyckenen van Kout-vyer uyt en
maeralleenrootis, met ftekende pijn, endebra""
foo en dient de felve niet terftont dicht by \'tVyf
komen, maer een weynigh af te ftaen, ofte het Wi
kleyn temaken, op dat de Wermte haer allencxi«^"\'
wederom mocht vergaderen. Ja, indien het Deel ntet
geheel van Kouw foo verftijft en is, dat hetgeen Bl^e\'
meerder en heeft, dan fal men \'t felfde met Znee,
met fcherpe Lappen in kout Water
gedoopt,
vyrijven; waardoor dan het felfde fijn vorige
allencxkens fal wederom krijgen . Soo hebbe ick ve""\'
ftaen uyt mijn fwager, ende andere gefanten, die v^J
wegen onfen ftaet in de Noortfche Landen geweeW
Zijn, dat de inwoonders aldaer voor gebruyck hebben»
de gene, die van Kouw verftij ft, ende by-na doot ge-
vroren zijn, eerft in kout Water te doopen, ende de

uyterfteleden met Znee te wrijven ; ende dan eerft m
de ftoof te brengen. Daer, ofte op \'t bedde, geven 19

-ocr page 499-

\'^ef\'eWe^^N PE WONDEN.

^^ büvtpn k " ^^ arincken, om de Wermte van binnen

^^\'■fefpreyden, Mede, met geftoote
"etïien \' Gew^èer, ofte ander kruyt. Sommige
StenK ^ die ft)o van binnen, als van

^olck h-gebruyckt wert. Het gemeen
cêveiti Lande, als oock iijDuytflant, ftoven
lyi, f\'^"nit Deel met het af-fietfel van bevrore Knol-
Vorde ^gedaen j dan de Wijn is daer toe beter.
Zijn, d^\'^\' \'^"de de Kouw wat verfacht

ende\'f Deel met een werme hant geftreken>

tö« Q^eh^jens gewreven, vet gemaeckt zijnde in Oij«
Hiej \'
kamillen, ofte bitter .Amandelen; ende daer na
ki-Uyt. ^"""^er, als
Olye van Baeckelaer, ofte Seven-getijden-
oive ten laetften met heeter,als Peter-olye, Spikk-

lijcLg w^^eeden, wanneer grooten Brandt de natuyr-
laten . ^rmte doet vervliegen, foo dient, na Ader-
cetj * \'ndien daer overvloet is van Bloet, het Deel
in p^.^ynigh geftooft met het Af-fietfel van
Scordim,
KouJ"^\'
Sap vaa Suyringh, een weynigh met wat
^jj\' ende dan de gemelte Pap daer om geflagen.
^as f ^ §ene,dat van buyten (\'twelck de derde oirfaeck
de d Venijn koómt, moet genefen werden,gelijck
.lyie Honts-beten, befchreven in de
Geneef-kpnfie.

tyy^!\' aen-gaet de vierde oirfaeck. Wanneer de na-
Wermte, door groote Onftekinge verftickc
gela * * fachte
Purgatye, eerft Bloec

dae berden ,om het toe-vloeyen te verminderen j
erop het Deel gefcherft, gelijek wy terftont fullen

\'^«■Wijfen.

daer, ten vijfden , gebreck van Voedfel is,
"ae datde natuyrlijcke Wermte, ende Geeften belet
erden in te komen,foo fal men in Uyt-terende fieck-
n het lichaem in alle manieren vervochtigen, ende
buyten
het Deel fachtjens ftrijcken met Oi;«

Wan-

-ocr page 500-

86 VANDE WONDEN; a«

Wanneer dit alles niet en helpt, ende de ^\'^^^^gfel-
Verftervinge vaft voort kruypt, foo fa! menjO^ ^ ^^
vige tefteuyten, het Deel, volgens den ^ce^\'
Spieren, door-kerven. Daer toe
komen
ne}
ende nimmermeer j als door den noodt ge
zijnde , wanneer geen ander middel te vinden is» ^ ^
lijck
Cicero fchrijft i.deDiimair.Cakk hier g^^rjeel
Want allee door het Scherven kan het verftorve V ^ ^
-ontlaft werden van het vuyl ende bedorven p^r,
daer het mede gepackt is. Dit Scherven moet d» F ^
ende dickwilder gefchieden, na dat het Kout-vyer ,
verfpreydt heeft: de Mate is, te komen tot
fonde vleyfch, het welck de Siecke felfs w^\'^^cn-
wi jfen. Want daer rakende, voelt hy eerft Pi/"\'
de dan begint (feyt
Seneca in fijnen 89. brief)^^Lgm
neef-middel vordeeltedoen, als in een Doof .«gii
het Gevoelen Pijn uyt-werckt
. Na het Scn^\'-
moet de plaetfch af-gewafl^chen, ende
gebet
met Pel^l, ofte heete Brandewijn, daer Vng, -^g/F „^g
in gefmolten is j \'twelck de bedervinge weert j^.jg •
het doot vleyfch van het gefonde fcheyt.
wert oock met Wiecken in de fneden geleyt, daer

der wat Jheriakel, ofte Mithridaet vermengende j en

daer dan om geflagen de verhaelde Pap, ofte een f\'
fter van Pfcj^. . ^

Doch als even-wel het quaet hier door niet en K
overwonnen
werden, dan en valt\'er, van wat ,
hetoockgefprotenis, maer een uyt-koomft; ^f
ten, nadat alles verfocht is tot behoudenis s ^Y^la
Kout-vyer foo verre de overhant genomen heer^\' ^^ ,
eenigh Deel gantfch te doen befterven, als\'t\'^\'^^t •
te fetten . Welcke leffb der
Geneef-meefters
aen-gemerckt is van den poëet
Ovidius 1. Uet^^\'
CftnSa prins tentmda j fed immedicahile vidni\'^
Enferecidenttm efi, ne pars ßnceratrahatuf\'

De reden is ora \'t gene eens doot is, niet wederonieo

Kän

-ocr page 501-

^^^ WONDEN.

eerden, endedatfoodanigh
Ve4p • ^ by-ftaende befmettende ,\'t felve oock toc
Soo feydt de gemelte Oceroin
dat fommigeLedé af gefet wer-
tiente f ^^oet, ende Geeften begin-

tlaeró ^ ende d\'andere Deelen fchade aen doen.
Vanr "\' wy weten (gelijckwel vermaentis

dient^T ^ouck van de Exagog.) dat een Vinger
dat her if^^ den\' als daer door belet foude werden,
felf(je niet tot den Arm en quame. Het

Vanfiin geprefê van Ammimusin\'t i7.bouck

alsmede van den poëet CWmwmj

-----truncantur & artus,

jj. . Vt liceat nliquis fecurum vivere membris 0

het veel aen op de geftalte,ende gema^
g°^ der Leden. lek hebbe altijt gefien dat in ma-
ko n\'v^\'^in uyt-geteerde Lichamen,met beter uyt-
Wii ^ gefet werde, als in de bloet-rijcke,die dick-
. s door groote bloet-ftortinge verflauwe. Daer-en-
geil? ^^"^g^ \' die niet en konnen af

lijck ƒ ^^ ^^ dan voorfichtigh gegae dient,ge-
K ae
^oëet Clmdianus ooek vermaent de hello Getico:
Cautius ingentes morbos i proxima cordi
^IneraPoeonia traSiatfoUermeuriS i
j^^cendoque fecat, ferro nelongiusaElo
Hvfe eatJeBis vmlibus error é

geflied ^ j datter vry fpaerfaem dient aen de Borft
het,. "\' \' door de naderheyt van \'t Herte, gee-
hi«.r "■\'^.^der-roepelijeken mif-flagh te begaen. Dan

. Cn lAJii u ^^.• I 11»^ t\'»*

-ocr page 502-

€8 VANDE WOND EJJ.

af gefneden werden, gelijck Dionfius ^^\'^/.Jea.
fchnjft in \'t 6. bouck van de Roomfche de

Want hier uyt en kan de Meefter geen eer»

De Gsaf

de Wonde jCtyi luIiims 12. Hift. wasfwaerdei
Wonde felve. Derhalven is beter \'t gene gn,
de hant weet ongeneeflijck te zijn,
niet aen te r
maer de Nature bevolen te laten, om dê Siecken^ ^^
vergeeffe pijn aen te doen, ende het quaet "^fJ.^jjê\'
tergen. \'T felve wert oock van den poëet O
ï\'»\'"
laft 3. «^e Powfo 7.

Curando fieri quadammajora videmus
Vulnera,qu<£meliusnonmigifiefuit- r^j^gt
Beter val (hoe-wel oock niet fonder gevaer)hec*
Af-fetten in de uytterlijcke Lidtmaten, te
menende Beenen , Handen ende Voeten, V^Fj^X\'
en Teenen. Dan de minfte fwarigheyt valt in g[
ken, al waer het Kout-vyer wel licht in hal\'

oock lichtelijck tot fcheydingh gebracht wertj^en
ven in Water-fuchtige.

Wy- komen nu tot de Maniere van af-fetten.
dat de Siecken een Eygeflorpt,een
Wijn-fopjen»®\'
yet anders Hert-ftreckende gebruyckt heeft, fa! ^ ^^
hem bequameiijck fteilen, ende vaft houden, ofte
het noodigh is) binden, ende dan , de Spieren oP\'».
trocké zijnde, boven de plaetfch, daer de fné fal g^^Jj.
het Deel geheel vaft toe binden. Door defen ba««
wert voor-eerft het veel bloeden gefteuy t, ten
den het gevoelen wat benomen, ende ten derden
Spieren fooop-gefchort zijnde, facken,
nadat ne^
Lidtafgefet, ende den bandt lofch gedaen is, ^^^ \'\'
om na benedë,alwaerfydan het uytterfte van de Bee»
deren bedecken. Aengaende de Plaets; het Af-^^\'
ten van Vingeren,ofte Teenen gefchiet bequamehl«^^
in \'t Gewricht; alwaer, als het quaet fulcks
toe-laet»
het fni/den met minder gevaer gefchiet,ende met o«"\'

-ocr page 503-

NDÊ WONDEN.

lijnde Zenuwen^ende Pefen door-fneden

^^deck bovenen getrocken, tnee Vleyfch

ï^^apr \' daer en volght geen Treckingh op ^
men u de Verftervinge in het Been is, foo fal

even \' veel onder de Knye af-fetten, da^tet

Wgj. j S^noegh bhjft om op een ftelt vaft gemaeckt te
lïijg • ^et welck oock plaets heeft, alsde Voet
^ouft Kout-vyer heeft. Want in een Been en be-^
tro^^ Venniet (\'tenzy het quaet al na bovenen ge-*
betten onzent het verftorven Deel juyft af te
tafte "\\aer men magh wel het gefonde vorder aen-
dg Soo hebbe ick hier in \'t Gaft-huys verfchey->
I^Qjjf\'Jghs-knechtê, weickers voeten door Kouw ver^
Wol > ende felfs het Been bedorven » ende als ver-
PenT feergoede uytkoomftdeBeen-pij-

jj doen af-fetten ontrent een hant breedt onder de
liicl^\' indien daer meerder gelaten wert (ge-^

alle fommige te fien is) fuleks en ftreckt hier niet
is d " ondienft, maer valt oock befwaerlijck, ende
den de weegh. Dan integendeel moet in

jjj feer weynigh van\'t gefonde Deel af geno-
Ven" \'^^\'den, maer af gefet dicht by het gene verftor^
fch \' De Plaets gevonden zijnde »fal men met een
bpu/P Mes tot het Been toe fnijden, felfs door het
j^^\'J\'eedende Vliefch 5 ende dan fpoedigh het Been
de p^^\'^Saegh af-fetten. Dataf gefaeghtzijndejen-
ggP\'^oegh uyt-gebloeyt hebbende, moet het Bloes
die H w erden.
Gatems in fij n 1. bouck aen Glaucon*
khe ^^^ in by vele gevolght wert, neemt hiér toe een
j\'eMt V/er, om de Vaten toe te fengen. Het welck
Uy\'^^oudts gebruyckelijck te zijn geweeft 3 blijckt
^ de poëet
CUudiams z. in Eutr.

Vlcerapofjeßis alte fujfufa meduUit
^onlevtore manu ferro fanantur, ö\' igni,
^e noceatfruüra mox eruptura cicatrix.
■^d vivHm penetrant flammte, auofmditm humor

Gz

-ocr page 504-

90 VAN DE WO ND EN\'

Deflmt, & vacuis cormpto fangme vetns

^refcatfons ille mali. ji^gp 5

Dan dit Branden en kan ick met niet toe-» ^^^
dewijl het al te groote pijn verweckt, vvanneet ,
fnijdê
in gefont vleyfch (gelijck nootfakelijck^\' jj
wel Cicero, in fijn Gefpreck voor Seßius, f^^^^^ J^ei
wreedheyt, ende beuls werck te zijn) gedaen is J ,
op dan van wegen de Zenuwachtige deelé ■

vallen by komê. Daer-beneflfens wert door
den veel gefont Vleyfch verteert, het welck de ,
deren ontbloot, en belet dat de Wonde met Vley^^j,
cn Vel met wel gefloten en kan werden. Derha^L^y
IS beter, dat op de Wonde geleyt wertWerck^^JM
van Ey gedoopt, ende daerop gefl:roeyt poeyer van
Stof-meel, ende andere Bloet-fl:elpende middele" j;

\'t 13.cap. van\'t Eerftebouckbefchreven. Daefd\' -j ,

dan de plaefter om geflagen, Defenfivum genoeWt- ^^^
eerfte Verbant en moet niet af genomen werden vj
den tweeden, ofte derden dagh in de Somer, endej"
vierden in den Winter, \'t en ware haer eenige
fwarigheyt openbaerde. Ondertuflêhen het tJ\'dj
fijn rechte geftalte op een facht kuflen geleyt zij"\'\'^ \'
fal men het tweede verbandt op de felfde manier do^"
ende het Been met droogh Plockfel decken, ende^\'
foo lange vervolgen tot datter niet meerder te vref ^^
en is van Bloet-ftortingh . Dan dient daerop gc\'^\',
een
Digenijf, aen-gewefen in \'t 11. capittel van \'t
melte Bouck. Wanneer hier door de Wonde
Etter gebracht is, foo moet de felve
gefuy vert ,
den met
Sake van loffrouw-merck > ofte andere, die ^
iZ. cap. van \'t felfde bouck befchreven zijn. Ond«\'"\' \'
^ tuflchen en dient niet verfuymt, dat deJLippen vs" ;
de Wonde, door klevende plaefters aen de kanten g^\' :

leyt, ende daer aen gebacken zijnde, meteendubb^\'\'

den draet by malkander getrocken werilen . DeVO^\' |

derGenefingeis gelijck met andere Wonden. , !

(7)1" j

-ocr page 505-

f ^ VAN DE WONDEN. ,91

gelet " gebreck dient oock fonderlingh

Vei-p, een goede Manim van Leven, de welcke na de
tigfheyde Oirfaken ofte Verkoelende, endeVoch-
Vg \'"makende moet wefen, ofte Verwermende, ende
^ rdfoogende j doch altijt Hert-fterckende, ende de
deo^\';y\'"getegen.ftaende . Tot dien eynde magh by ■
j^^^pijfe gedaen werden
Caneel, ofte ander kruyc, als
tt)g
^^P "^an Citroenen, ende diergelijcke . Sommige
dat de
Slaep hiér weynigh behoort te zijn: de-
Viti dit quaet, dat inde wakende eenen

^at H^"^ ^engroeyt, in flapende tot vier toe-neemt, om
tig de natuyrlijcke Wermte haer in den Slaep na bin-
da ^ verlatende de uytterlijcke Leden, alwaer
het Kout-vyer de overhant neemt. Dand^ere-
in\'i-\'^ kan ick niet wel voor bóndigh keuren , Want
tla k
 treckt de natuyrlijcke Wermte foo niet

ha h^t Herte, dat fy de uytterlijcke Leden (gelijck
aerWgyjj^jg uyt-wijft) foude verlaten: maer door
j-^tliapen meerder gefterckt zijnde, kan het gebreck
® Veel te beter wederftaen.

Het

G 3

-ocr page 506- -ocr page 507-

-V

HET

Vierde bouck,

VANDE

^eendere N.

HAER

O N T L E D I N G È,

ende

breucken.

< - ^

-ocr page 508- -ocr page 509-

HetEerfteCapittel. .

Jc/j van de kennïjfe der Beenderen, j. Be\'

3-Graiïfigkj\'f, Gefialtenis, 4. Stofe, ende
>\'ckende Oirfaec^, ^.Gebruyck ó.Geraemte, Verdeelinge.

M de Gebroke Beenderen wel famei)
te vougen, ende de Ontledene bequame-
lijckin te fettenjfoo moet een Heel-mee-
fter
(gelijckHippocrates fulcks fijnen foon
L . Theplus ernftigh vermaent in fekeren

, ende na hem Gdenus in fijn Uytleggingen op
\' Van de Geleden) volkomen kennilfe hebben van
ernatnyj-jj^-^j^g Gelegentheyt, hoedanigh fyzijn,
"dein wat Gedaente haerftanfel is. Want, fonder die
, etenfchap, foude hy lichtelijck van recht krom, van
^fom recht maken, ofte tot eenige wanfchapenheyt
,irlaeck geven. Derhalven fal wel nootwendigh zijn,
at Wy hier mede, vooral eer tot de Gebreken te
ko-
^en, een befchrijvinge fteilen der Beenderen.
« He Beenderenzija de \\im?Lei koutfte, droogh-
ende ongevoelijckfte deelen onfes Lichaems ,ge-
Pi^oten, door de kracht van de natuyrlijcke Wermte,
,yt het vetfte, ende aerdtachtighfte van \'tZaet, om
.et geheele Lichaem te dienen tot ftanfel, fteunfel, en-
rechtigheyt.

.(3) De Drooghte der Beenderen koomt door het
j|5-trecken van de vetfte Vochtigheyt, gedaen van de
n^tte. Zijn niet-te-min Kout, om dat, wanneer die
^®ehtigheyt verteert is , de Hitte nootfakelijck ver-
p\'eght. Waer op dan nootfakelijck moet volgen een
ardigheyt, ende Stijvigheyt, fonder de welcke de
«tenderen haer ampt niet en konnen bekleedé. Sulcks
G 5 fiet

-ocr page 510-

9« VANDE »gygo

fiet men dagelijcks aen de jonge Kinderen» ^
wegen de Sachfigheyt van haer Beenderen niet g ^^^
noch ftaen en konnen, ende daer na al\'^ncxkens^^^^^
ginnende te gaen , dickwils komen te vallen >
ftruyckelen. De meer-gemelte
Hippocrates vej^""
z,Eptd.vm eenkint, dat fisnder Beenderen gefo
wasjmaei\'niet boven vier vingeren groot,ende \'tyv
• niet langh en leefde. De hoogh-geleerde
tuyght 2.
de Abdit, gefien te hebben de Beenderen v
Armen, ende Beenen, foo facht, dat fy j niet anne ^
als wafch , opalderley wijfe verdraeyt, endeuyt\'g
reckt wierden . Welcke Sachtigheyt haer
rechte g
bruyck wech neemt. Want daer door bouvalligh zU ^^
de, en konnen aen het Lichaem voor geen pilaren ^^
ftrecken,gelijck fy van naturen anders doen,ende da^\'
om van wegen hare hardigheyt (waer by noch koof"
de over-een-ftemminge van drooghte, kouwighey^\'
endeongevoeIigheyt)de Steenen, die, om hetharfl^
Menfchelijck geflacht
{genus durum) te herftellen s y^f^
Veucalion, ende Pyrrha geworpen wierden, aerdigl*
I, Metam. by den poëet Ovidius genoemt, Beendete»
der Aerde, onfe groote Moeder.

Magna parens terra eft, lapides in corpore terra

Oft^a reor dici.

Sommige meenen, dat fy oock wel te hardt könnet
werden, waer door vele Beenderen aen malkanderen
wafl\'ende , tot een Been fouden groeyen , gelijck
oude luyden gefien wert,hoe krom fy na de aerde gae"»
uyt oirfake, dat de Wervel-beenderen van den Rng"\'
graet aen malkander vaft raken. Dan fuicks en gefch^J
niet, na mijn oirdeel, van dat het
Gebeente verhardt\'.-\'
maer wel dat het Kraeck- been, ende de Banden, door
den Ouderdom verdroogen, ende in-trecken . , ,
Ten laetften zijn de Beenderen noch
Ongevoelig\'^
gefchapeUi ten aenfien fy door den laft des Lichaems»
ende de geftadige beweginge, niet geftadigh en fouden

ver-

-ocr page 511-

w« beekderen. 97

üyj"" werden. Defe Ongevoeligheyt en koomtniet
foutf" \' de Beenderen hartzijn, want dan en
orn ? ^^ hartfte Tanden niet gevoelen : maer
fchi felfftandigheyt geen Zenuwen en

Laurentius voor-geeft t.Anat.t,
tj pde fachte Zenuwkens, die de Tanden krijgen van
nier u der Herlfen-zenuwen, en komen oock
dae k van de Tanden felve, maer bh j ven

hafh ende de Tanden werden vanbinnen in

« holligheyt bekleet met een Vliesjen, het welcke.

oock de !Zenuwkens, alleen de Pijn gevoelen, daer
iii if^^^"» gelijck alle d\'andere Beenderen, ongevoe-
. IS. Want fy werden fonder eenigh gevoelen ge-

Vi\'I ly vy Vi

*^Mt,endegebrandt.
j \\ ff) De
Stojfe van de Beenderen hebben wy geftelt
^^ijn het vetfte, ende aerdtachtighfte van\'tZaet.
^^"^al fchijnt het Zaet eenderley te wefen , foo be-
^^^net nochtans uyt verfcheyde deelê,uyt hettaeyfte,
dat het uyt-gereckt kan werden, komen zenuwen,
ti^Kft \' ende banden, uyt het vetfte, endeaerdach-
jSnfte, om de fterckte, de Beenderen . Defe ftolFe
por-werckt werdende van de natuyrlijckeWermte,
^ \'e daer in blijft, verdrooght de felve allencxkens,
datfe de hardigheyt van Been krijght. De poëet
dit mede aen te wijfén op de gemelte

folidum eß, fleBiq; nequit mutatur in ojfa.
fi het Gebruyck.der beenderen betreft, das

to ft te zijn, om het geheele Lichaem te dienen
,ftanfel, fteunfel, ende rechtigheyt.
1 De Beenderen geven het
Stanfel niet alleen aen \'t ge^
d^\'D iLichaem , maer oock aen alle de Deelen . Aen
, e Beenderen hanght de groote, ende gedaente van
^Lichaem.
Galenusgelijckt daerom de felve t.Anat,
byde ftaken van de tenten , dewelcke, na datfy
, ofte vierkant geftelt werden, de felvige rond,

ofï

-ocr page 512-

98 . vande . jg.

ofte vierkant maken. Soo volgen oock de Dyio _ ^
re Leden het ftanfel van de Beenderen . Een & .
ende wel gemaeckt Hooft, wijftaen vele, ^nde g^

de Herifenen. De poëet Howem,betevckenende i

fites, vooreen onbeichoft menfche, ende V3n ong
oirdeel, befchrijft hem met een fpits Hooft, als w
van de Herifenen oock qualijck geftelt waren.
Longen en konnen niet fwaerder
befchadight» no
haer werckinge meerder belet werden, als door e
quade geftaltenis van de Ribben . Sulcks
bevint me

aen de gene, die Gebucchelt zijn, eil aen jonge poC\'

terkensjdie men met gewelt dunne middelen wnm^-
ken, gelijck of het beter was dun, als gefont te ziJ" •
Ick verwondere my, dat defe fchadelijcke gei^oo"^^\'
van de Borft te prangen, foo lange in de werelt ge^\'^y .
is . Want de poëet
Terentius heeft dit al berifp^
Eumcho, met de verlfen van G. A. Bndm in onfe taie
aldus na-gevolght:

De moeders\'wel fot, die hare kleene kjnd\'ren
Soo rijgen, dat fy haer het waffen gantfch vermini ren ■>
En dringen \'t teere wicht in een gebootfie lijf
Van bliek of loodt benayt in harde fteeck fel fi\'jf^
Daer gaen de wicht er s in benepen en ge fpannen,
En werden nimmermeer volwaffe kloecke mannen ;
Wert hier een Dochkr nu watpoefligh vet en blos,
T>ie dunckt haer nut te :{ijn in\'t leger voor een tros.

Ten tweeden ftrecken de Beenderen tot Stemfd^
om, gehjckals pilaren, het Lichaem te
onderftutten-
Het derde gebruyck hebben wy geftelt in de ^
tjgheyt. Want fonder Beenderen en foude de Men-
fche met hebben konnen recht over eynde ftaen > o^e
gaen j maer was genootfaeckt, als de
wormen j otte
flangen, te kruypen, het welck niet
gevought en lou-
de hebben een dier, dat over alle dieren
heer en mee-
fter is, ende gefchapen
o.m den hemel te aenfchou wen.
. • \' (6) En-

-ocr page 513-

f., B E E N D E R E N. 99

fchevH ^^^ Menfcheliicke lichaem ver-

het ni moefte uyt-voeren, foo en diende

Been^ ^^"een Been te beftaen, maer u^rt verfcheyde
een ^ ^ \'amen gevought. Want hadde het maer
ftijf \' het akijdt^ als een ftaeck,

getu . ^L onheweeghlijck wefen ; gelijck Columhui
tonp-^^ yemant gefien te hebben, die niet als oogen,
dat buyck, ende borft bero.°rde; ende

Vanh^ "i" doot bevonden werde, alle fijn lidtmaten
lij j^et hooft, tot de voeten, vaft ende onbeweegh-
hev malkander te hangen. Om de verfcheyden-
l^^yt dan der Beweginge was noodigh , dat het Lic-
Wer*^ uyt verfcheydene Beenderen t\'famen gevought

Q (?) Defe vereeninge der Beenderen noemen wy
eyaemte, ende oock na het Grieckfche woort
Scektón,
"de Werdt verdeelt in drie deelen, Hoofr, Romp,en-
e üytterfte Lidtmaten, die wederom haer nader ver-
eelinge hebben, gelijck in \'t volgende fal aen-gewe-
"en Werden.

TN\'t verhandelen van deBLndere onfes Lichaems,
^ftillen wy beginnen van het Hooft, foo om dat de

natuyrlijcke geboorte daer van begint (Waerom oock

de

-ocr page 514-

dedooden met de voeten voor, nahet g^af gedrag
werden, gelijck
Plinius al van outs getuyght, daer oy
fiende
Perfius in defe verffen:

-- tmdemque beatulus alto

Compoßpus leBo, craßifquelumus amrms
In portam rigidos cakes extendit.) r

als infonderheyt j omdat na de groote van\'t Hooi"
gehjck
Hippocrates aen-merckt,de nature van alle d an-
der Beenderen moet gerekent werden. Niet datiy

alle uyt het Hooft fpruyten, maer datfy allegader na

haer gelegentheyt over-een-ftemmen met de genf\'®^"

<ie welcke fy geledet zijn ; te weten , de Beenderen

van den Arm ,»met de Schouder-bladeren, hetOye-
been met de Heup, de Heup met het Stuyt-been >
met de Wervel-beent; ens,die met het Rugge-me""?"\'
dat met de Herlfenen, ende die met het Beckeneel.
Daer van füllen wy nu handelen,
^ (2)^Het
Beckeneel wert alfoo genaemt, gelijck oock
jn \'t Griecks
JQranion, om dat het als een beckeneel»
heimet,ofte florm-hoet het Hooft befchermt; gelijc»
oock het bovenfte, na de gelijckenilfe, Pan, Hooft\'
fchotel, ofte Hooft-fchele.

ii) Hier in ftaet voor-eerft aen te mercken het
Weßn, het welck beenigh is, om foo veel te beter de
Herffenen, deplaetfche van onsredelijcke Ziele, te
bevrijden van alle ongeval, Daer toemoft het noot-
lakeli;ck ofte vaft ende dun, ofte vaft ende dick, ofte
dick ende voos gefchapen wefen. \'Ten is niet vaft
ende dun: want dat foude het quetfen te feer
onderha-
vigh zijn geweeft. Niet vaft ende dick : want dat fou-
de door fijn fwaerteal te moeyelijck gevallen hebben."
Maer
is dick ende voos. Dick, om dat het van buy*
ten foo hcht nieten foude befchadight werden. Voos
nochtans om drie redenen. Eerftelijck, op dat het
dc Herffenen door al te fwaren gewicht, niet perffen
en foude. Ten tweeden, op dat het in fich foude be-
fluy-

-ocr page 515-

stemvi^u® ^n® eren. ios
dubbe f ƒ^Jl^o^voedfel; ende daerom is de Pan
ende u- "eel-meetters noemen \'t twee Tafels,
bouck van de Hooft-wonden,
^ alwaer hy oock aen-wijft, dat de Pan onder
j öeenderen alderlichft onfteeckt. Het welck te
^erclf\'^" ofte door-boren: in welcke

het Boor, ofte mpane, tulfchen beyde moet
den ende in water, ofte melck gedoopt wer-

\'ende * om-draeyen het felve verhit-

Hero u onftekinge en kome te veroirfaken .
dat\' "" fomtijtsjdoor flagh ofte floot op\'t Hooft,
fchip^S^P\'eltebloedtachtigh Morgh uyt fiju plaetfe
Welrt j \' koomt te bederven, ende onfteken, het
buvr gedeelt wert,fonder dat\'er van

dat aen te fien is. Daer op volght veel-tijdts ,
gg^enige weken, ja maenden daer na , wanneer de
b quetfte niet quaets en vermoeder, de felve buyten
fae fchierlijck koomt te fterven. De derde oir-
toch voofigheyt des Beckeneels is, om door-

tTfxï^^ geven aen de dampen, die van beneden inde
^e\'uenen opwellen.

De Gedaente van het Beckeneel is natuyrlijek,
"""e onnatuyrlijck.

ggj^^fuyriijcken ftant heeft het, zijnde rondachtigh,
ig",Weynigh langh werpigh,voor ende achter uyt-puy-
den \' ^^^ zijden plat. Rondachtigh om drie re-
nen. Voor-eerft, om vele Herflenen, gelijck de
^^enfche die meerder heeft als andere Dieren, te kon-
n herbergen; alfoo de ronde gedaente meeft kan
ten . Ten tweeden, om foo lichtelijck van buy-
Pq "\'.et befchadight te werden; dewijl \'t gene rond isj
jc^ "jet tegen en houdt, maer alles daer lichtelijck op
■■\'champt. Ten derden, om te beter konnen bewe-
We^Ä vaerdiger om-gedraeyt

erden, als yet dat een andere gedaente heeft. Moft
ven-Wel noodsfakelijck een weyqigh Langhwcrpigh

we»

-ocr page 516-

102 VANDE j^Rv-her^

wefen, om te bevangen de Herffenen ^enae
fenen. Uy t-ftekende van voren, om de
1

ruTjdcüy-nemt ^

. flCt. 13 VillI ICt ZI^UCII ,vht

na voren, om met hetachterfte deel in\'tg^^^ gj,
ftaen, alfoo het voorfte fwaerder is van wege de v ^^
heyt derOpper-kaeeks-beenderen;
endeom
Slaep-beenderen de Oogen, wanneeerfy ter z)
om fien, niet en fouden in de weegh zijn . gp

On-natuyrli;ck is het Beekeneel geftelt ^

het te groot, te kleyn, te rond , te fpits
\'t voor-gaende capittei van
Therfim gefeyt
anderfins yan dé gemeené loop der Nature is
kende j waer over
Htppocmes kan na gefien "\'jje-
(5) DeHerflênen, als
woon-plaetsvanons^

lijcke Ziele, werden befcfiermt door een Becken
ofte beenigen ftorm-hoet ,\'die mede niet, gelije^ ^^^
geheele Lichaem, uyt een been beftaet,
maer uyt ^^
Icheydene, in dickte, bolligheyt, ende hardigp^^

verfchillende, om de verfcheydenheytder wercKi"»^

van de Herfienen, Endealfoo daer toe geen be^^eg ^^
van nooden was, foo en zijnfe niet te famen js

als de Lidt-maten, maer vaft ende onbeweeghn)
aen malkanderen door Naden gehecht. , ft-

Voor-eerft verdeelS wy het Beekeneel in de H\'
pan,ende\'t Aengeficht. ^ ,

(6) De Hooft-pan beftaet uyt acht Beenderen, V o
hoofts-been,Achter-hoofts-beê,Ewee
beenderen, twee Slaep-beenderen, Wigge-^^^"\'
deSeef-been. .

(7) Voor-hoofts-km, oktCrans-bem

om dat de Cranlfen op die plaetfch gedragen "^^^ r J
begint van den Crans-naed (waer v!an wy \'V-

len fpreken) en koomt tot aen den Gemeenen „ I
door den Oogen- kuyl daelt. In dit been ftaet ee Heer-

-ocr page 517-

N® Ef^EN. loj

Wen t Holligheyt ontrent deWijn-

■ y niet en L "felen van de Pan, op dat

anl;^^"®,\' ^^^ wanneer de eene tafel gequetft
\'\'sereen ^V» alfoo qualijck

^^^le we,P^r^ getuyght s
Wanneer J Ondervindinge beveftight, dat.

n °"SeneeflijGk is, ende niet als met een plae-
r^Zf ^^\'^eckt blijven. Defe Holligheyt is van
tochtj-pL met been befloten, dan onder ifle door-
^eendlt «^enneus. Sywert gemeenlijck van een
gedeeir j\' ^^ onderfte tafel fpruytende, in twee
"gh vr binnen bekleedt met een groenach-

^Wiftp• Over \'t Gebruyck van defe Holligheyt
n^een 0"tleders.
Fallopius, van Wefel, ende SpiegeU
^euct"? ^^^ de Lucht, door defe Holligheyt, den
niet J^ ^eHerflènenaen-brenght. het felve en is
geii]- ^\'^\'chijnelijck, alfo hier geen Zenuwen en zijn,
andere Sinnen , om den Reuck over te
de St
Sauhinus is van gevoelen, dat defe Holligheyt
platt behulpigh
is , ende datin de gene, die een
denn hebben, de felvige, vandenPijl-naed tot
fooda loopende, uyt-gedaen wert; ende dat daerons
neus geen geluyt en flaen, maer door den
ders Maer de ondervindinge toont geheel au-

fc[, \' lek hebbe by d\'heer profeflbr Paauf gefien ver-
yg „ydeBeckeneelen, die met defe Holligheyt wel
j "en Waren, niet tegenftaende de PijUnaed de felve
brn u verdeelt hadde. Ende fijn E. ftelde het ge-
•^eu^^ van defe Holligheyt, om de Lucht door den
ajp^op.getrocken, in de felve op-gehouden, ende
oft bereyt te w erden, om met haer rauwigheyt,
heb onmatigheyt, daer fy diekwils mede be-
ien \' Herlfenen niet te befchadigen. Dit gevoe-
^
^ert by ygle gekeurt voor het befte.

-ocr page 518-

I04 V A N D E .. . , uoü€\'

(8) De twee Opper-hoofts-kmderm Zijaviei-^.^

kigh, fcheyden van malkanderen door den \' j^n
palen onder aen den Schubs-wijfen "^ed^voora ^^^^
Crans-naed,achteraen denWinckel-naed.De^
derenzijn de voofte ,endealderteerfte» feyt {jjer
tes, om dat het Hooft, door de veelte der "\'[aet-
de meefte uyt-dampingh van nooden heeft.
fche van defe Beenderen, daer de Pijl-naed, en.
naed te famen loopen, is den Top van \'t Hoott

Griecks, om fijnfachtigheyt,5reg?w4genoemt > ^^^
defe plaetfche is in de
eerft-geborene kinderen op^^^

ende van been onbloot, (vertoonende het klopR^j-,
Herffenen) ende blijft noch foo eenige tijdt. ^^ g
omfommige de felve den naem geven vanFo^^jfe
des Hoofts. De gemelte ontleder
Bauhinus ^^\'VL-
vaneen vrouw, inde welcke defe openingh oP "
fes-en-twintigh jaer noch niet gefloten en was, en
dat fy verwijden door Hooft-pijn. Het Beenken» o
defe openingh fluyt, en krijght nimmermeer gen/\'^^.
dickte, nocbte vaftigheyt, als de andere
Beenderen»
foo dat een Pan tegen\'t licht gehouden, defe pj^et
doorluchtigh fal vertoonen . Waerom oock de
vingen , Smeeringen, ende alle
Topka, datis, pl^^J\'
felijckeHeel-middelen,op defe plaets gebruyckt ^ei\'
den,alfoo hare kracht hier beft kan door-fchieten.
de fommige Geneef-meefters ftellen alhier een/fW^\'^\'J\'\'
ofte loof-gat, tot ftuttinge, ende op-houdinge van ds
Sinckmgen . Ende al is \'t dat
Laurentm fulcks niet
goet en vint, om de vaten, ende vefelen van het dic-
ke HerflTen-vliefch: foo kan ick even-wel getuyge"\'
het felve in Italyen, daer het gemeen is, gefien te heb-
ben met groot vordeel gebruycken. Daer zijn fom-
mige Schrijversvanonfentijt, die dit Beenken, tot
poeyer geftooté zijnde,tegen de Vallende-fieckte feef
pnjfen. Dit is de plaets, die
Hippocmes. in fijn boucK
van de Hooft
-wonden, keurt voor de gevaerlijckfte r

om

-ocr page 519-

ön^-an.,?^ E K D Ê R E N. 104
"^^\'■fel?^ r ^^"\'ei\'ien. Ende fuicks niet alleen om
^P rerhV! t; dan oock, om dat de flagen daer

\'^aer al, j ^\'"^n, ende alfoo niet af en fchampen^
"^eerdirT fteuyten ; \'twelck daerom oock
He, fr r , dreuningh, ende ontroeringh in

Van de s veroirfaeckt. Het felve betoonêde ftralen
Oiïi dar r \' daerom des Somers meerder fteken j
A"^der fchieten,ende dat haer kracht als
dat ^\'""euyt. Sulcks heeft hier oock plaetfch; foo
^etis beweginge, de binnenfte Ader-

de Lf, "ï Herffenen dickwils komen te befften, en->
/ X \'^\'oet daer uyt loopende de doot te veroirfaken.
deu deOpper-hoofts-beenderen volgen, en-
ler J-/t"echt de Beenderen, die de Herffenen van
Vj^o/k^eedê, welcke plaets gemeenlijck deSlacp
W j/^geheeten wert, (omdat men op de felve
éeS \' bequamelijck flaept) ende daer nae defe
oockSlaep-beendmm Sy werden in Latijn
^en, genoemt, als of wy feyden Tijè-kende^

Ie ke den tijdt des levens, ofte den ouderdom

de • haer plaetfch beginnen

eerft grijs te werden j het wekk de poie«
oock raeckt
Sy
^("^poribusgminis canebatfparfafeneBuÉ .
gevoi" [0"dachtigh, met de Opper-hoofts-beenderert
dick fchubs-wijs, ende dat, alfoo fy onder geheel
Veeij-^"snootwendighjom geê meerder fwaerte^ oftg
ren \' ongelijckheyt te maken. In defe Beende-^
öj ^" dedrieBeenderkens, die het Gehoor dienem
^eeft ftrecké ten dienfte van een Heel^

. "er, foo fullen wy de felvige hierover ftaen .
\'t yP) Het fefte_^Been van de Pan is het
Achm-fmfti
^inct ^epaelt,eit omfchreven wert Over-al door den
^et u^|\'"aedt,efi een dwerfte Lijn, gemeen wefende
itj Wigge\'been - Ende dit been gaet alle andere
™\'gheyt te boven, om dat de flagen van achtÊrcfS
H S

-ocr page 520-

loS V A N D E jgn.

niet wel gefleüt, noch voorfien en konnen w j ^

(11) Het fevende Been, om dat het^en^/ ni«
ofte wigge gelijckt, ofte, als
Uurmms " pet-
dat het tuflchen de beenderen van de P^^\'f^^wecke"
kaeck, gelijck een beytel fchiet, hebben de ur ^^^^
Wigge-beengenoemt. Men foude het ƒ i jj vS\'\'
mogen geven van
Gr(mt-been,om dat het een de

der Herflenen grontveft. Hier is de Sadd, op «
den Trechter,ende Fluym-klierken
koomt,waer ^^^
de fiuymen, ende vochtigheyt uyt de
Herflenen
mont loopen. j^pani®

(12) Het achtfte ende laetfte Been van de^ggi
het Seef-bem, alfoo geheeten, om dat het bo*^\'\'\'jj^an
vol gaetjens is, gelijck een feve. Het hier
defe gaetjens is voornamentlijck om de L^c ^
door in de Herflenen op te halen, ende met de
den Reuck aen de Herifenen te brengé; waeroi"

de tepelachtige Uytfteeckfels der Herflfenê, het v ^^^
naemfte werck-tuygh van den Reuck, alhier 10
holligheyt komen, ende als die door verkoutheyt y
te anders verftoppen, dan vergaet
den Reuck- ^^^
ander gebruyck van defe gaetjens is, hetfuyvere» ^
de Herflenen . Want al is \'t, dat de Slijmengney
door den Trechter gefegen wert op het Fli\'y\'"/
ken, ende alfoo in den Mont: als even-
wel deb®^ ^
fte holligheden der Herflêng vol flijms zijn,foo druyF^
hetfelve door defe gaetjens van\'t
Seef-been> ^
Neus, \'twelck het fnot is, dat wy door den
quijt werden. . ^

Dit zy nu genoegh van de acht Beenderen de®
keneels,de welcke alfoofe met
Nadenaen malkander
gehecht zijn, foo is oock noodigh dat wy \'t ^ \'f./j
de \'t gebruyck van de felvige aen-wijfen • ?
vande Naden en is in man ende
vrouw niet verlcney
den, gelijck ^n^ïo^e/wgemeent heeft» maer hebben
beyde Eygene, ende Gemeene. Ds

-ocr page 521-

öeFvf, renderen. 107

^^nnialt \' befchreven Pan-beenderen

^en Van fcheydê. De Gmeemüt de Pan fchey-

De E "PPer-kaeck, Wigge-been, en Seef-been.
öe
echt tweederhande, echte ende onechte.

S^ti tnalv \' j rechte, zijn als tanden van een fage te-
be gevoiight, ende zijn drie in getal,

del \' die het Voor-hoofts-been van de Sij-

recht\'^\'^^" af fcheydt. De P^/W, de welcke
ka^p!,^\' ende de Opper-hoofts-beenderen van mal-
drie L "f\'^heydt. De
Winckel-naed, makende eenen
het Achter-hoofts-been. De
Sefch
^^^^ ^^^^ert-naden zijn twee, fchubs-gewijs
ftejjP ^en, ende dies i\'c/jMè-acteg/; gefeyt. Deneer-
linipy Achter-hoofts-been met een dwerfche
heyt^^" bet Wigge-been, ende gaet door dehollig-
tied Slaep-beenderen , ende dan weder na be-

oock"\' achterfte Tanden, het Wigge-been

Uyj ]^\'"0"tfom begrijpende. Den anderen beginnende
de n ^^ ^an de Slaep-beenderen,gaet midden door
het beenderen,ende koomt in den Neus aen een,
f^u yor-hooft van de opperfte Kaecks-beenderen
\'^dende.

do i ^^bmyckym defe Naden is, voor-eerft, om dat
Pen^ felvige de Herffenen fouden mogen uyt-dam-
(h tweeden, om dat den Breuck van een been
^^^ Welck van de Glaes-makers oock na-gevolght
da/^ "iet en foude voort loopen . Ten derden, om
ten r bet hardeHerflTen-vlies fijn vefelé fchie-

y \'Oude tot het maken van \'t Panne-vlies,ende\'t fel-
j, \'■^en de Pan van binnen op-getrocken zijnde, de
^erflenen , ende haer holligheden ruymer plaets tela-
Want gelijck in de Borft aen\'t Herte, ende de
onge eê ruymte gegeven is, in de welcke fy vryelijck
eweeght konnen werden , alfoo is oock in
\'t Hooft
en ruymte gelaten voor de beweginge der HerflTenen.
■\'^eie gefchiet gefamentlijck met de Hert-kloppingh,

H 5

-ocr page 522-

ïo8 V A N D E .jickwaer-

gelijck in de verfche Hooft-wonden klaer») ^^,
genonjen wert.
Ten vierden dienen oock de ^^^^
omdat de uytwendige
heel-middelen te diep
den in- gaen: daerom gebiedt
Gdcms de felvige
plaets van de Naden te leggen. . meefte»

De kennilfe van defe Naden is een Heei-ni^^gi^
feer noodigh ; want voelende in de Wonden

F/oxief,ofte Prouf-yferj ende onevenheyt ge^ae

-fchapen hootden veranderen; -^\'F-cgo\'
meende, dat de Pijl-naed in de Vrouwen, jy

fius in de Kinderen tot den Neus toe gingh. ^jjjt\'s
zijn beyde verdoolt, alfoo de Nature daer in
fpeslt, ende geen eenen ftreeck en houdt.
fchrijft gefien te hebben, dat het achter-hooft met Q ^
PijKnaed doorfneden was. Doftor
Paatv toonden o
twee kleyne Naden in de
Opper-hoofts-beendereo ny

den Winckel-naed. Sylviusgetuyght een Pan g®"^" g
hebben,
in de welcke al de natuyrlijcke, ende
Naden verdubbelt waren; het welck oock van SustJ^^
ehm wert beveftight.
In foodanige gelegentheyt, m*
dien een Heel-meefter met fijn Prouf-yfer over de ge-
quetfte Pan ftrijckende, ende vernemende
onevenheyt
op de plaetfe, daer de gewoonlijcke Nadê niet en zijn»
daer uyt oordeelde dac het Been gebroken was, en
foude van onwetenheyt niet te befchuldigen zijn ; allo
Hippocrates felve bekent, daer in bedrogen te zijn ge-
weeft :
die man, van de welcke Macrobius feydt, dat
noch bedriegen, noch bedrogen konde
werden. D\'t
?y
genoegh van de Pan ; is overigh te feggen van de
beenderen des Aengefichts.

(13) Htt Aengeficht wert verdeelt in de Opper-
kaeck, ende Onder-kaeck.

De Opper-kaeckis in de Menfchen, ende in alle an-
der dieren onbeweeghlijck , behalven in de Crocodiji»

-ocr page 523-

endpD beenderen. 109

L J Y^egaey. DeCrocodijl beweeght de bovén-
bef "de heeft de onderfte kaeck foo vaft aen de Slaep-
"deren, dat hyfe in \'t minfte niet en kan roeren.
j. aer de Papegaey roertfealle beyde. Nu in dé Men-
^\'^debovenfteonbeweeghlijckvoor-eerft, om
Ig. "^t anders \'t Geficht, ende den Reuck foude be-
Wpi daer-beneffens foude de harde koft oock foo
i^ f "iet gekauwtkonnen werden. Gelijck men fiec
tj^e Koren-molens, dat van de twee fteenen, den eq*
, " ftil leyt, ende den anderen gedraeyt wert, om hec
ten fijn te malen; foo gaet het oock met onfe Mont,
. e de Spijfe lijn moet malen voor de Maegh, ende is
^thaiygjj noodigh geweeft, dat het een Been ftil was,
b het andere hem beweeghde. Behalven dat het
L^^enfte onbeweeghlijck moft wefen, om de fraeyig-
P^ytvan het Aengeficht niet te fchenden. Want on-
pj
Schepper heeft infonderheyt gelet, om den Men-
met een fraey Aengeficht te vergieren, als we-
\'^"deiiet beelt van de Ziele. Daerom en fteeckt hec
, "yt, gelijck in de Beeften, maer is korter ende
.°"der, ende dien-volgende foo veel te fraeyer. Der-
"^Iven maken de Rechtf geleerden oock fwarigheyt
het Aengeficht der mifdadigen met brandt-teec-
te quetfen. Want in de Wet,
Si ftis ad mrnUum
c. de pcenis, wert gefeyt, dat het Aengeficht ge-
^^ente heeft na de heraelfche fchoonheyt.
I De
Opper-kaec}{heüiet niet uyt een, maer ve-

Beenderen ; niet foo feer om van een flagh of ftoot

5\'eynderongem3ck,endefchadetelijden: als wel,om
däc Uyt haerïamen-vougingh de Banden van de Spie-
fen fouden voort-komen, om te vafter aen haer begm-
\'^^en, als beenachtige deden gevought, ende foo veel
Je ftercker te zijn: daer-beneffens, om dat de Kaecks-
Jeenderen niet allefins even vaft ende hart, ofte even
?\'ek ende vaft moften wefen. Defe Beenderen zijn eli:
Setai j ofte vijf paer, ende een on-gepaert.

H 4

-ocr page 524-

Iio VANDE . .

Het eerfte paer zijn twee middelmatigb gro" ^
Beenderen, uyt de welcke het
onder-deel van
Oogh-kuyl, den geheelen kleynen Oogh-winCK
een gedeelte van het Juck-been,
endedewangn\'
men gefet zijn.

Het ïuck-been ofte Oj jugaleea is geen een heeojj"^ ;
alleen een vergaderingh van twee
uyt-ftekende bej
deren, het eene van dit Kaecks-been , het ander v

öe Slaep-beenderé, Ditis gemaeckt tot befchermmb

van de Slaep-fpier. Want alfoo de Wonden hier/^ei\'
tijdts doodelijck zijn, ende dat de
fpanningh ende oo
ftekmgh van defen Spier, eenen diepenflaep ofte tree-
ken van Zenuwen veroirfaeckt,gelijck
in fijn bouck van de Breucken, foo heeft de voor»cn-
tige Nature den Pees van defen Spier van buyten ais
met een fteene muer omsingelt.

Het tweede paer, zijn twee kleyne Beenderkens»
die den grooten Oogh-winckel maken. Hier is
de voorfichtigheyt van de Nature te fien, te weten een
Gat, \'t welck in den Neus door gaet,
waer door niet
^leen de vochtigheyt van de Herflenen, die op de
Oogen valt, ende over de Wangh foude
moeten loo-
pen hebben, door den Neus fijn tocht heeft: maeree-
mgh vulnis, ofte kleyne
vlieghjens die in \'t Oogh ko-
men, door den Neus uyt-gefnoten werden. Op
de kant
van defe holte zijn kleyne Klierkens, door de welcke
die vuyligheyt in de Neus uyt-geperft wert, ende oocK
de tranen haren loop hebben.

Hetderdepaer, zijn twee groote Beenderen > he-
vaugende alle de Tanden, ende defe zijn
eygentlijck

van m\'t ji. bouck van\'t Gebruyck der Deele, ,

op/f 9- Cap. voor de Opper-kaeck gehouden . Defe
hebben m haer een groote holligheyt, om foo veel te
lichter te zijn.

Het vierde paer, zijn twee kleyne Beenderkens in
,\'t onderfte van \'t Gehemelt,:niet verre van het Wigge-

been.

-ocr page 525-

•\'^t\'.HetV.? E E N D E R E K. m

, doA. j van den Mont is vol kleyne gaet-
f^srlTenpn ^e Weickede fluymige Vochtigheyt der
"et Seèf k^ • totin dê Mont, gelijck door

^^eromrfJ? ^eus . Ende dit is de oirfaeck ,
«nen te J^r^de Verhemelt-beenderen foo dickwils ko-
^"ymiph te verrotten in de gene, die feer

Vochtilh zija, voornameUjck foo by de felve

\'^eelh fcherpigheyt ofte quaedtaerdigheyt

^^geawn \' de Pocken hebben . Ick ga

Vfevf - over een man, wiens fluymen, gelijck
hebbe \' ?^"ders en fmaken als koper-root,ende defe

He? --f g^^s^elt wel \'t vierendeel op-gegeten.
Wd^r^ ^"de laetfte paer, zijn de twee Neus.
den iv \' die met malkanderen het bovenfte van
•^alf • ^^^^ Beenderkens en komen maer

V^, gen den Neus, het overige is van Kraeck-been.
"iet 1 ■ ^ diende niet, dat hy heel van Been was, om
Zijn ^^ breken; maer hy moft boven van Been
eiii\'aldaer open te ftaen, op dat de Lucht, die wy
^\' Jdigh van doen hebben, daer door in de HerlTenen
bep,°P-gehaelt werden. Onder moft hy van Kraeck-
fon J \' ^^ dat de Neus-gaten te beter gefnoten
tgf " werden, ende met eenen ih \'t adem halen lich-
^ snde neder gaen,als oock om de felve toe te hou-
n voor quaden reuck, ende om datfe fouden konnen
lan u " voor ftoot ofte flagh. Defe Beenderkens zijn
^«nghwerpigh vierkant, in den Menfch fmalder, als in
" Hont, ofte Sim : ende maken derhalven dat de
g van de Menfchen foo verre niet van malkander
" «aë. Welcke faeck foo verre van
Ariftoteles in Probl.
I^trocken wert, dat hy hier uyt wil betoonen, den
j^enfcheonderalleDieren de vernufftetezijn. Want
noe datter minder plaetfch tuflrhen beyde de Oogen
^ 5 hoe dat de ftralen van \'t Geficht rechter linie heb-
ende maken, aille te famen komen, kleynder
"ouck i het welck gauwer ende wackerder Geficht
H
5 ver-

-ocr page 526-

IIÄ V A N D E

veroirfaeckt. . . ^ueroft«

Het laetfte ende oneven Beenken, \'Sdemu
hetfchutfel van den Neus, het welck tullcne»
d\'ander in komende, geen weynigh
fteuniei
Neusen geeft. „cvao^^

(15) Dit zy genoegh van d\'elf bee"derkens v ^
Opper-kaeck, wy fullen nu komen tot de Onaer
De Menfch heeft de felve na de grooce van
haem alderkortft, ende by-na ront, om "^^/igils»
fichtsrondigheyt, die veel fraeyer ende Ipen»
als de lenghte. De ander Dieren (behalven de ^^^ jg
die het Menfchen Aengeficht wat na by komen >
oock by-na handen gebruycken) hebben lange en
ftekende Onder-kaken, alfoofe de felve in p^e^
Handen gebruycken, ende moeten bocken
j
4en Mont de Spijfe van d\'aerde te nemen, ujn-
kaeck geli/ckt van buyten eenen
boogh,heeft van o
nen groote holligheyt, om datfe foo veel te y" ^
foude zijn in \'t bewegen. Beftaet uyt twee Beenaer
die in de jonge Kinderê noch niet vaftaen een ge^e^
en zij n, dan in Vol walfene zijnfe foo vaft aen mali«"\'
deren verknocht,datfe maer een been fchijnê te wele"\'
(i6) In beyde de Kaken zijn de Tanden gepaeit»
welckers voornaemfte ampt is de Spijfe te
knauwen»
ende kleyn te breken , ende over te doen aen de i o"\'
ge, om door de Keel geflickt te werden. Dit is \'t gene
wy eten noemen , waer van daerom in het Griecks >
Latijn, onfe, ende andere Talen, de etende
Tanden
haer benaminge trecken. De felvige befchrij ven wy >
le zijn dealderhartfte Beenderen, van binnen hol,met
Aderen, Slagh-aderen, ende Zenuwen
verfien jina^ ,
iiuyfkens van de Kaken alsfpijckers gevought» met
Vliefen,ende VIeefch,als met
Banden,v3ft gemaeckt,
ircckende voornamelijck om de Spijfe te breken, en-
de voor de Maegh te bereyden.

Dat het Beenderen zijn, bewijft haer wefen, haer

-ocr page 527-

\'^^üde E N D E R E N. 113

^\'gheJf n. gematigheyt; als oock haér har-

dTu \' ende wittigheyt.

^eraS Beenderen zijn,blijckt,on-

\'^briiv n, \' datfy alleen als de Romeynfche

^ichaf betuyght {7. Nat. .1 i.) met het ander
te doe \\ (§ehjck de Romeynen haer dooden plegen
den ft en verbranden, ende
(s6.17.) wanneer
\'eep 3 die men
Sarcophagus noemt, het gantfche
gece,,^^"^ i" veertigh dagen vergingh, ende als op-ge-
^et , de Tanden noch geheel over bleven.

Waren ^^ oock wel hoogh-noodigh, dat fy foo hardt

___--li________________J

Op \' op datfe, door het veel knauwen ende bijten

^«de dingen, niet te feer flijten en fouden .
Icej^Oj de feven jaren is in de Tanden een merckelijc-

W-jS^^fgheyt, met een dunne fchobbe, gelijck de
Holr l "y^\'^ens van de Byen , bekleedt. Door defe
etijjg |"eyt, fchieten eenige Zenuwkens , Aderkens,
Sj ,^\'agh-aderkens tot binnen in de Tanden . De
bQ^"\'3derkens veroirfaken, dat, als een Tandt door-
dg ^ert, daer dickwils veel bloet uyt fpringht, en-
Onftekinge, ende Pijn een Kloppinge gevoelt
den \' ^y beween de natuyrlijcke Wermte der Tan-
fyp brengen de felve haer voedfel aen, het welck
^geftadigh van doen hebben, om foo veel aen te ne-
ten"^ \'k^y 2f-gaen. Nu datfe groeyen , ende af-flij-
Uy.\' "lijckt daer uyt, dat, als een Tant uyt-valt, ofte
j/ getrocken is, de gene, die daer recht tegen over
lep^^\' langer uyt-wafcht, als die nevens hem ge-,
j^en zijn, om dathy geenen Tant over hem hebben-
end \'^^erhytegen werckt,,ende wrijft, geftadigh af,
niet weder aen en neemt, daerde neven-ftaende
\'et meerder groeyen, als fy door het eten verflijten i
^elckduyrt tot den laetften ouderdom, foo datfe
getrocken zijnde, dickwils wederom waifé. Wan?
Voedfel, gelijck
Hippocrates fchrijft, loopter altiji
Rienighte
oa toe. Wy lefen van een borger uyt

Sa^

-ocr page 528-

"4 , vande , .

Smothrada, die noch wederom Tanden kreegn > »

fijn hondert ende vier jaren. Ende Ariptdes ge^^yS\'
van fommige Vrouwen,
die de Back-tanden na »
tachentigh jaer uyt quamen. Door de Aderkens w
het overige voedfel wederom getrocken na het Her \'
Van wegen het Zenuwken, ende het van binnen
d
kleedende Vliesjen, hebben de Tanden fcherp ge^o ^
len (hoe-wel niet het been, als hier
voor gefeyt
lijck de groote Pijn wel uyt-wijft, als mede datiev"
fuyre, ende wrange dingen eggerigh werden.

De Tanden zijn, gelijckfpijckers in een balcK^va
m beyde de Kaecks-beenderen gehecht. De

inde Holligheyt komende, maeckthaer vaft, de^oa-

felen der Vliefé, hangende om de wortels van de i
den , binden de felve te famen, ende van hetl^\'
vleyfch werden fy rondfom onderftut, ende het fe^^
bedorven, ofte op-gegeten zijnde, foo komen fy ^^^
te werden, ende uyt te vallen , gelijck in de Bla«^\'
fchuyt veeltijdts te fien is. Haer
famen-fettinge
oock los, ende wanckelbaerdoor al te Heete dinge"\'
die hare Vochtigheyt doen verdwijnen; als
oock door
veel koud Water te drincken, het welck deTroglO\'
dyten gebeurt,gelijck
Scaliger fchrijft Exerc. 47>. want
het Voedfel wert door de Kouw daer van daen gedre-
ven , ende de Wermte uyt-geblufcht.

De Tanden ftaen in haer Huyfkens, fonder datfe
nochtans aen hetKaecke-been vaft gegroeyt zijn, het
welckeven-welfomtijdts gebeurtis.
HoUeriusfchrijft
^n een Heel-meefter, die by fijnen tijdt te Parijs een
1 ant treckende,met eenen uyt ruckte een ftuck van de
Kaeck, ende de na-burige Tanden, waer op een ge-

vaerIi;ckeBloed-vIoeyinghvoIghde. De Tand-trec-
ker voor recht geroepen zijnde, werde vry endeon-
Ichuldi^i verklaert, overmits ondervonden werde >
dat de Tanden niet na de gemeene Natuyrs wijfe in
naer holen geplant waren, maer gantfchelijck aen het

Kaecks-

-ocr page 529-

^^\'^cks-b..^ E E N D E R E N. 115

met h ^ gegroeyt • Dit vonnis koómt over-

de W de wijfgere Flato ftelt in fijn 5. bouck

«oort vrvl dat een Geneer-raeefter be-

^\'\'de ivill te werden, wanneer hy niet wetens,
qualijckgaet. Want het verhaeide fijude

GoH k ^^^^ gebeurt hebben, die voor

tfecken ^ Heydenen gehouden is, ende het Tant-
i-heeft, gelijck Ciceyo fchrijft in fijn

van de Nature der Goden,
•^yt
kon! werden niet gemaeckt even als fy

*eyckp dencken: maer haer af-

Beend se gefchiet te gelijck met die van d\'andere
datfe \' dan werden allencxkens voltrocken, foo
ende . "\'ge tijdt onvolmaeckt in de Kaken fchuylen,
toon \' J "y^ • Want fommige ver-

\'len haer ras,gelijck de voorfte, foo om datfyfcher-
tek dat het Tant-vleyfch, daer fy onder

en ^"ygen geftadigh tegen den Tepel wrijft,

van verhittende,Iichteli jcker verdunt,en door-
»■i ^^^^ van de Romeynen
Marcus Cw

j ^aie daerom Dmf^to, ofte Getande genoemt wer-
iiin datfe met Tanden geboren

ba. \' ^^\'den gefchiet. Maer fy open-

^ «en haer gemeenlijck eerft op de fevende maent, of-
later, indien het kint kucht, ofte hoeft, gelijck
^\'fFjmes feydt, waer op dickwils, infonderheyt de
londtf-tanden voort-komende, Stuypen, ende Loop
oigen, 3.Jfhor.z^. Nu waerom datin den Menfche
e 1 anden langhfamer uyt komen, als in de Beeften
, wen Olifant heeft fijn Tanden, foo dra hy geboren
" > gehjck
AriBoteks fchrijft 2. deHiJÏ. An.\';.) als oock
hy tandeloos geboren wert, feyt de gemelte
Ari-
"^teks Gw. An.^. de oirfaeck te wefen, om dat de
^erdtachtige overtolligheyt, daer de Tanden haer
ëroeyfel van nemen, onder alle Dieren by den Men.
Jcne muiftis.
Codt heeft daer in wel forge gedragen ,

en-

-ocr page 530-

iiS VAN D Ë

ende de Kinderen fonder Tanden laten ter we^\'^f^e
men, op dat fy in \'t fuygen den tepel niet <3"eti e > ^^^^^
door bijten en fouden; gelijck men fiet, dat
veie ^^^
wanneer fy met tanden fuygen, ende maken j o ^
bloet langhs de borft loopt; het welck de Moe ^^^^
ende infonderheyt de Minnen, door de pijn» Jy
righ foude maken van \'t foogen. Daerom
wel ter tijdt uyt, wanneer het kint begint te eten-»
elck deel wert op die tijdt eerft
volmaeckt 5 als UJ & j,
bruyck van nooden is. Hierom meent de meer-g

te AriBoteks s;. de Gen. ^n. dat de Voor-tanden ec

uyt komen, als de Back-tanden, dewijl de Sp^^\'^ j^k
der door-fneden, als kleyn gemalen wert. Hf
de oirfaeck is van inlicht,
genoemt; dan dj ^^^^^
kende is, darde Voor-tanden fcherper zijn, ende
volgende eerder konnen door-boren, gelijct«

" • Uct

De Tanden hebben verfcheyden Gebruyck- ^
voornaemfte is,om de SpijCe tebreke, kleyn te mor»
len, ende te malen. Soo feyt
Cicero in \'t Z-BoucK v
de Nature der Goden,
Demihs in ore conBruBis
tur, extenuatur, ac molitur dbus: eorum adverfi acan (O
Zijn de Voor-tanden, ende Honts-tanden)
cas,intimiauum(teweten, de Back-tanden)

quigenuinivocantur. Ende dit is de voor-bereydmg va»
de eerfte verteringh, die in de Maegh gefchiet: enae
als de Spijfein de Mont wel geknaut, gemorfeit ? en-
de gemalen is, dan is fy bequaem om in de Maegh wej
verteert, ende tot goeden Gijl voorde
Lever bereyt
te vverden.Die weynigh Tanden hebben (want die ge-
heel tandeloos2ijn,be{igen haer verharde KeverS; «ite
dfe de Spijfe, door honger, ofte flyig heyt» eerdaje
half gekauwt is, in flocken, voelen, dat fy
haer Maegfi
befwaert. De Beeften, die boven van Tijden ont-
bloot zijn, om dat de ftolFe der felvige tot de Horens
gegaen is, moeren her-kauvven, alfoo deSpV\'evande

r

-ocr page 531-

®«derfte tL ÓNDEREN. ,17

"^an werden O
> de Stem . ^^^^de Gebruyck der Tanden is,
StemTj! Want als men fpreeckt,foo flaet

^ck, dat F"\' ^ Tanden j ende men bevint

{en, ende rf r tandeloos zijn , belabbert fpre-
poep^ ïj^ S. niet en konnen uyt-brengen.

^^gevenl- datde Tanden den Menfche

ftaen al\' ^^ klappernye te bedwingen. Want
, H 7 \'"«ren voor de Tonge . Sommige mee-
leelijcu n^ »"ede tot gieraet fouden ftrecken, alfoo het
fra^v; tandeloos te zijn. De Nature heeft oock
Tand;^ Sheyt van den Mont, ende welftant van de
Lincl \' de felve met Vleyfch befet, ende met de
een borft eenfchilt, bedeckt, op datfe, als

de koud r de Tanden, om

■^riBot i -"\'^ht wat te breken, ende tegen te houden,
ften fae f dat de Tanden, die fommige Bee-

geven \'^\'^"gh j ofte uyt-ftekende hebben, haer ge-
dan da ƒ\' vechten, ofte haer te befchermen:

Hero^^ heeft de Menfche fijne Handen.
even p der Tanden is in alle Menfchen niet
hetn^- maeraltijdt is het meerder veel beter als
tes ^ h ï. "" • leven, fchrijft Hippocra-

ytlgj ^en vele Tanden, ende die weynigh, ende
Jevg! ^"den hebben, feyt ^riHotdes, zijn kort van
alfjj • Maer dit en gaet in alle Menfchen juyft niet
fer
^^^ • Smonius verhaelt, dat de key-
ydele, weynige, ende rouwe Tanden
et, ƒ dt heeft, die nochtans tot den ouderdom van fes-
>CaJj\'"eventigh jaer gekomen is. Welck exempel
S^ ,. \' de Suk. tegens Artftoteles in-brenght. Dan
"\'ger beantwoort wel, genoegh te zijn, dat foodani-
Oo meeftendeel waer zijn; ende dat fulcks

^j^^^\'elfs in de Kort-bondige fpreucken van Hippocra-
k ftant grijpen: dat mede Cardams beter gedaen
de
reden van\'tgene de Frin^e\'aller Wij fge-

rigets

-ocr page 532-

ïi8 V A N D E ^oeldeaeC\'

rigen te onderfoucken , als m^eenexemF pe
fienlijckheyt van foo grooten man dat\'

Reden.isdefe : Weynigh Tanden beteycKengj^^jij
terweynigh StofFe j ofte weynigh krachtis. ^^j^

zijn beyde teyckenen van kort levé;ende me
oock oirfaeck. Want degene, die weymgn^ ^^^^
hebben, en konnende Spijfe
niet wel kauwen ,
de felve wel bereyc aendeMaegh overfenden .
door dan gefchiet, dat de felve aldaer met wel v ^^^^
en wert. Ende het is alfoo gelegen, dat de j. piec
teringe van de Maegh, in de tweede van de ^IV gj efl
verbetert, noch aldaer uyt raeuwe Gijl goet ^ . ^yjc
kan gemaeckt werden ; waer aen de
van ons Leven meeft hanght, en derhalven en\' gp.,
niet qualijck geoirdeelt,dat op ydele Tanden ge ^^^^
lijck kort leven volght. Even-wel of fotn^\'r jg
de ongewone hardigheyt van de
Kaecks-beender
Tanden geen door-tocht en konden vinden» yc-
felve door-boren,foodanigh geval en foude Jg,
ken van kort leven medebrengen.
Dat, ofte di
lijcke foude wel plaetfch mogen gehadt hebben in ^^
keyfer
AuguRus, en andere,in de welcke wy fien ^^
harde Kevers hetamptderTandégenoeguyt-.\'^^ \'

Vorder al is \'t, dat wy in de Grieckfche
Mea\\znPyrrhus, koningh van Epirus, ende ander »
als oock by
Melanchthon in Phyßc. ende de Anima, ^^
een dochter van Saxen, die maer eenen Tant geha
hebben, de geheele Kaeckbeflaende; eii
datde docn-
tervanden koningh met een dubbelde r r

de Tanden is verfien geweeft, ende Hercules
rijden , \'twelck mede betuyght van ü;nen.

foon Phehus: foo zijn dit al te famen vogels
het fpreeck-woordt feyt) die felden vliegen »
gemeene loop der Nature is een
rijdeTanden. ende
dat iii de Opper- ende Onder-kaeck meeft leithien >
ende zijn driederley, Voor-tanden,
HontS\'tanden,

-ocr page 533-

\'\'\'deBack^^ E N D E R E N. ,19
GebrS^ck? \' verfchillende in Gedaente, ende

^\'efin Boter-tandm, zijn in elcke Kaeck

te nnff " den Mont, om de Spiife

Sen haer \' J^^^\'^en alder-eerft voort jvan we-

tlatfvl \' ^"de vallen oock eerft uyt, om

^\'■«yck if Wortel en hebben. Haer ge-

den. wag* ^^Spijfe als een tweede mesdoor tefnij-
\'y \'^y de Griecken den naem voeren van

r^^de van defe Voor-tanden ftaet eenen
ïijn^otT.
°"^Homs-tandt, die dicker ende harder
ftiijcjg \'pne defelvige nieten hebbe konnen door-
dar\'ri A endetemorffelen. Zijn maer twee,
de Menfch (gelijck
Gakms fchrijft in fijn elf-
eenta^ *^^^"\'\'Gebruyck der Deden op \'t9.Cap.)
der in^^"^® borgerlijckdieris , wiens kracht meer-
houfcje J^^eyt beftaet, als in fterckte, ende en be-
Wildek däerom foo veel Hoorn-tanden niet, als de
\'Verden \' Ho"den, die Been breken. Defe
die in j
Oogh-tandm genoemt, wel verftaende,
fangen Opper-kaeck ftaen , om dat fyeen deel ont-
^aero ^r" Zenuwen , die de Oogen bewegen.
trecke®^ Cf/>jgevaerlijck te zijn, de felve uyt te
in pj;^"- tnde Dr-
Paatv fchrijft bevonden te hebben,
y\'" van defe Tanden, Bevinge der Wijnbrauwen,
Griec?®" de thien
Kjefen, aen elcke zijde vijf, by de
fedg o .P ende Latinen geheeten, om dat-

de Ho Voor-tanden door-kerft, ende van

gemorlfelt, fijnder, als de molens,
\'^feedt^"- " ™^\'en,vvaerom fy boven nietfcherp,maer
bacw \'j,"- Sy ftaen binnenin den mont, ofte kinne-
fy j (daerom by ons
Backetandm genoemt) op dat,
de ton \' ende door den mont met

(büH ^ \' ^"de weder ftooten, de felve niet uyt
"«e vallen. De twee achterfte van dces Kiefen,
I wer-

-ocr page 534-

tzo vande .

werden van Hippocrates gefeyt Wtjjheyts-tanden, om da \'
fe gemeenlijck voort-komen, als het koten uyt is>
de de Menfch wijs wert. Dan dat niet wel te bepa*
len is, op wat jaer fulcks juyftgefchiet, blijckt ^
verfcheydenheyt des tijts by de Autheuren voort-gs^
bracht. Want
Varro ftelt haer uytkoomfte op\'^^f\'
venfte jaer,
Arijloteles op\'tthienfte, H^^ocr^^w op
acht-en-twintighfte, jvicenna op het dertighfte»

deanderelater, jatotopdetachtighjaer. - fi
Dit is \'t getal van al de Tanden. Elck van del^\'\'
ve heeft fijn Wortelen, de Voorfte,
endeHoorn-t2"\'
den een, de Kiefen twee, ende drie, maer felden vief\'

Het III. Capittel.

t. P^mps Verdeelinge, i. I{ugh-graet uyt Wervelen»
t Hds, I{ugh, Lendenen, Stuyt-been, Steert-been.

den

Verdeelinge. 4. Sleutel-beenderen. 5-. Schouder-bUd<^^\'^\'
6. Ribben. j.Borfi-been. ß. SmaertachtighKjaeckf^^]
9. Been fonder naem, uyt P^jde-been, Heupe-been,
macht been.

V^Y hadden het Geraemte gefcheyden in drie \'l^®]
^ * len,het Hooft, den Romp, en uytterlijcke

maten; ende dewijl nu van alle de Hooft-beender^

gefproken is, foo brenght het vervolgh mede , dat vn^
de Beenderen van den Romp verhandele. Defeo^
in drien gedeelt, in den Rug-graet,Borft,ende

(2) DeRugh-graet, (foo genoerat na den Gr\'^ g
fchen naem
Rachis, dat is graet, ofte doorn , on! \'J
fcherpe ende doornachtige uytfteeckfels)
den eerften Hals-wervel, ende wert bepaelt met a
laetften van "t Steert-been. Hy beftaet rontfoo^ ^
Been, om te befchermen hetin-befloten Morghj^^,
de een uyt-fpuytfel van de HerflTenen, ende hetbeg
fel van de Zenuwen der Deelen onder de Herflef^^^j

-ocr page 535-

fooh, . . ß E E N D E R E N. ïiï
als V j Nature daer voor foo vele forge gedragé ,
borß • endede felve meteen beenige

HonH verfien. Noch was het oock wel van

beftn!" \' „ï Rug-graetuyt ftercke beenderen
dier^ de Miiylen, Efels,ende

fo Seiijcke beeften , feerfwaer gewichtdraeght: al-
de ^^^ des gantfchen Lichaems in

repuT^^^f^en ftaende gehouden, endeover eynde ge-
Verr k was oock noodigh , om onfefaken wef te
de i\'^k \' mochte gerecht, en-

gebogen werden; is daerom niet uyt een been,
die • verfcheyde beenderkens t\'famen gevought,
rff \'r Latijn
Vemhra, ende in onfe tale Wervel-been-
fch? werden, om eenige gelijckenifle, diefe

UieH r" ^^ hebben, met de Wervelen, daer de wijfs
in Ipmnen . Tufichen elcken Wervel, om dat fy
ftoo "eweginge, niet hart tegen malkanderen fouden
ïjgf\' ^"de oock te lichter bewegen, is een glibbe-
alsd- ^"detaey,dochvaft Kraeck-been geftelt. Ende
^en J ^^ groote Vochtigheyt koomt te verflap-
ofch verflapt het geheele Lichaem , ende werde
felv ? gelijck een rijs. Daer-en-tegen, wanneer het
fij . e droogh , ende beenigh wert > dan is een Menfch
bov\' ^"de onbeweeghlijck, als een ftaeck. Hier-en-
de Wervelen , tot meerder verfekertheyt,
be^J^et vafte Banden, uyt de Beenderen, Kraeck-
Cnde Vliefen fpruytende, te famen gehecht,

de V T\' Uytfteeckfels door malkanderen fchieten-
^^en
hand" ï ^^^^ ^^^^ Gaten, wy nu

feljf}\'^^^ Wervel heeft door de banck feven Vytfieecli-
lejL^^e op-gaende, twee neder-gaende, om de ge-
»"en • i dwerlfe, om den oirfpronck der Spie-
OoémT eenen fcherpen, eygentlijck de Graet ge-
^\'elaf het Morgh te befchermen . Hier uyt kan
•geooroen werden, dat het gevaerlijcker is, hec
I
Z Lic-

-ocr page 536-

xzz VANDE ovef

Lichaem al boekende veel te fchuddé, als ^\'^"/Leck-
deynfende i wantopd\'eerfte wijfe gaen de Uy"
Tels wat open, daer fy op d\'andere vafter jjckte

De Gatm zijn in elcke Wervel wijdt na de
van het Morgh, ende op malkanderen gevoug»\'^;.^ ^^^^
ken een lange pijp, gelijck een pomp.
Eick heei
kleyne holte, als een half maen, waer mede
kander komende een gat maken, door het
Zenuwen uyt-fchieten, om de Leden de gevo^^^^jg
kracht aen te brengen, ende de Slagh-aderen > ,
Aderen in komen j tot voedtfel van het ■ j^yt

neer die Zenuwen , doordien de Wervelen ver^^
zijn} gedruckt werden, ofte door eenige . jo®
men te verftoppen, dan wert het Deel, daerie
gaen, beroert, ende ongevoeligh. Ende als de

ren, ende Slagh-aderen belet werden het Bloet^ \'^

de aen te brengé, foo verdrooght hetRuggen-nj\'\'^^p
De Rug-graets Wervels werden
in vijf deeie jg
gepaelt, Hals, Rugh, Lendenen, Stuyt-beeO>
Steert-been. (jti

Den Hrf/j beftaet uytfeven Wervels, die alle je
gebogen zijn tot fteunfel van den Slock-derm\' ujn-

de Lucht-ader. Ende om dat de fel vige, tot ve^^

deringh van Kofts, ende Luchts door-tocht >
fouden gepraemt werden, foo
en zijnfe niet ront\'
de uyt-puylende, maer plat na binnen, gefchape" \'^yc

Volgen twaelf Wervels van den B^gh, die
flaen, om het Herte, ende de Longe
ruymerp
fche te geven.

Daer na komen thien Lende-wervelen, wat na oj
gebogen, om teonderftutten denftronck ^an^^
der-gaende Holleader, ende de groote Slagh-ade^^,

Hier op volght het Stuyt-beë, beftaende uyt fes ^
velen, de welcke, om datfe niet lofch en zijn, by pjc
mige onder deWervelen niet gerekent en werden. ^^^
been puylt buyten uyt»
ora ruymerplaets te laten ^^

-ocr page 537-

^ BEENDEREN. 123

Blaes, rechten Derm , ende Lijf-moeder^ waer-
om het oock als van binnen uyt-geholt is,ende glat.
. Het laetfte deel van den Rug-graet is het Smrt-been,
\'Oo genoemt, om dat het, als een fteert, aen den Rug-
s^\'aet hanght, endeom dat hec in de beeften de fteert
y^eckt. Ja men leeft oock van fommige volckeren ,
51e dit been tot een fteert uyt wies.
Plinius fchrijft,
Jatter inindyen luyden geboren werden met rouwe
"eerten, die dapper rafch ioopen; ende
Paulus Venetus
in\'tkoninghrijckLambri volck te wonen
^ de bergen
metfteerten, gelijck honden. Ende
Bauhmus,iiie ick te Bafel noch gekent hebbe, ver-
niet gefien, maer van andere verftaen te hebben ,
"oe feker jongfken in Denemercken eë fteert wasuyt-
gegvoey t. Dat fommige Hiftory-fchrij vers verhalen
Engelfchen , als of haer om de verfmaetheydc
^»gußijn aen-gedaen, een fteert uyt wies, daerom
noch by eenige voor Steert-mans gefcholden,
]|^eten wy genough, dat maer een louter ver^ierfel is.

"^^Steert-been en heeft geen beenige hardigheydt,
Qanin de volwaffene: in kinderen is liet noch facht,
ende weeck, ende daerom is het uyt-fchieten van den
fyndel-derm haer foo gemeen, alfoo de felve, ende
"jnen Sluyt-fpier aen dit been gehecht zijn. Dit is
\'"ede een van de voorname oirfaken, waerom de jon-
lichter arbeyt hebben , als de bejaerde .
*Vant alfo de mont van de Lijf moeder op dit Steert-
ruft, foo dient het nootfakelijck te wijcken,

^anneerin den arbeyt de Lijf-hioeder het kmdt daer
J^gen druckt, gelijck fulcks injonge vrouwkens wel
\'f.^" gefchieden i maer in bedaeghde is dit beë gemeen-
"Kkfoo verhai-t, ende verdrooght, dat het met, otte
pheel fwaerhjck kan wijcken. Hieruyt ftaet noch at
nemen feer fchadelijck te wefen, dat de vrouwen m
den arbeyt op yet
harts fitten ; maer datfe dienen wat

«i-nangende gehouden te werden, op dat het Steert-
12 been

-ocr page 538-

124 VANDE

been wat achterwaerts foude konnen fchieten. .

(3) Volght het tweede deel van den Rompj^®
weten de
BorJl, de welcke rontfom met beenderen
fet is, boven met de Sleutel-beenderen, achter m«\'
de
Schouder-bladeren,ter zi/den metde Ribben,
met het Borft-been, onder met het Swaertachtig"
Kraeck-been.

(4) De Sleutel-beenderen zijn alfoo geheeten, volg^\'^®
de Grieckfche , ende Latijnfche benaminge, om
fe, gelijckfleutels, de Borft boven toe fluyten ; vvf J
op fiende de koningh van Macedonyen
Philips, vad^^
van Alexander de Groote, als hem in fekeren fiagh
plaetfch gequetft was, ende dat de Meefter in \'t v^^\'
bmden geftadigh al geit eyfchte, Neemt, feyde
foo veel als ghy begeert: want ghy hebt den fleute^\'
Defe benaminge foude oock konnen genomen wefe" \'
na de gelijckenifle met de fleutels, in oude tijden
bruyckelijck. Want fy zijn als een lange Latijnfche/\'
oa wiens gelijckenilTe de fleutels van de huyrê in
tijden plachten gemaecktte werde; waervan D""-

gel fchrijft noch, gelijck ick mede, te Padua ge/Je\'\'
hebben, Sy voeren oock den naem van Crop-beendii\'^\'
om datfe van beyde zijden den Crop fluyten, en f"!^?
om te beletten, dat defe gevaerlijcke plaets
niet l»\'^"/
tehjck en foude befchadight werden. Want een S^Y
alleen, die hier valt, kan hinder doen
aen Spraee*^\'
Stem, Beweginge van \'t Hooft, ende Adem halen-

Defe Beenderen beftaen uythalvecirckeIs,oni ve^^^
vaten door-tocht te geven , die niet en dienden ve^\'
druckt; ende uyt twee halve circkels, om de ftercK\'
te : want by al dien fy maer van eenen halven circK^ •
gemaeckt en waren , dewijlfe dun van been, van b\'"^
nen hol, ende voos zijn, foo foudenfe al te licht g^\'
broken hebben,gelijckfe noch oock lichtelijck kome"
te breken. Ende al vallen fy langh, dick, ende krom»
foo zijnfe even-wel noch langer in de Mans, ,

-ocr page 539-

{, . BEENDEREN. 125

^weginge van den Arm minder te beletten, als in de

"touwen, diefe foo verre niet af-hangende hebben,

^et Welck van fommige gemeent wert in haer, om de

jjp^y\'gheyt gedaen te wefen j gelijck fy oock de Hol-

, ghey t niet en hebben j die men in de Mans boven aen

v" ^rop fiet. Om defe kortigheyt wil j hebben da

P louwen den Arm foo radt niet, gelijck men fiet, als

/ Wat fullen van haer werpen: want dan , om meerder

/^cht te doen , lichten fy gemeenlijck mede haer een
"een op.

g |Öefe Sleutel-beenderen werden gevought aen de
ehouder-bladeren door feker Kraeck-been, daer fy
^ en-Wel niet vaft en zijn , maer werden alleen door
Banden van buyten vaftgehouden, om datfy in
l^^^^wegen van den Arm, ende Schouderen wat wijc-

pi?) De Schouder-bladeren zijn van achteren op de
fch gefet, om de Borft, als een fchilt, te be-

"ermen.

ng Gedaente is drie-houckigh, oneffen, van bin-
gra \' buyten bultigh. Daerfe na den Rugh-
fn* gaen, zijnfe breeder, maer dunder,
Taejf\'den
f«i r"ecks van Pollux genoemt: dan daerfe dicker ,
We 5 ende in fcherpte uyt fteken na de Lendenen,
kg^\'^enfemede,nadegelijckenis,ne«c^«MbydeGriec-
le ^i^heeten. Dan defe ged aente en koom t de gehee -
de 1 "\'^er-bladeren niet toe. Want
Hippocrates oir-
ren \'^arde gene, welckers Schouder-blade-

gg^\\eucks-gewijs uyt fteken , tot de Teringh gene-
«Van \' Dereden hier van is , volgens het fchrij ven
Vand
 Palladius, dat foodanige Lichamen

Wer beginne aen kout van aert zijn. Ende alfoo het
den ^ r ^^ Wermte is uyt te fetten, ende te verwij-
eftd\' blijven hier de Wervelen kleyn, bekrompen,
fpitf \' men feyt, onder-bleven : waer door de

^ Ribben de Schouder-bladeren mede uyt doen
I 4 fte-

-ocr page 540-

120 vande ,

fteken. In foodanige en werden de Ribben met voin ^
mentlijck gevoedt, ende dien-volgende en
oock niet wel groeyen . Ende alfoo de Longe ev
wel toe-neemt y ende de Borft te kleyn wert j om n
volkomentlijck op te geven, tot het halen van

aeflem : daer op volghtdan een verftickinge» ende

dervinge van de natuyrlijcke Wermte, die door
Lucht, de Weickede Longen in-trecken , onderho -
den, ende verfrift moet werden. Soo dat de \'
verhindert zijnde door de nauwte van de Borft)
te doen, ende daer over mede komende te bederven»
Coo veroirfaeckt dit nootfakelijck de Teringh. Wa
aen blijckt, hoe-wel wy in\'t eerfte capittel l\'F L
hebben de quade manier der gene, die om de
dochterkens dunne middelen te maken, haer
feer pramen, dat daer door, de Wervelen achter v
haer plaetfch wijckende , eenen hoogen rugh ge-
maeckt wert.

Om weder te keeren tot de Schouder-bladeren J
Defe drijven achter op, endeover de Ribben j fo".
j,
met eenigh Been gevought te werden, om d^^. j
Arm hem vry\'foude konnen om-draeyen . j^er
eynde, den
Hals genoemt, eyndight in een kuyl\'
het Hooft van den Arm in gelaten wert. Defe jj
is niet diep, om dat den Arm te beter foude j" g
draeyen, ende fwaeyen. Op dat dan defe lolfe
niet, doorlichte oirfaeck, verfchieten en foude, eno
aen den Arm de beweginge benemen, foo is den iej-
ven niet alleen rontfom met Kraeck-been befet j en
met Banden , ende Spieren wel verfien,
tot meerder verfekertheyt, zijn hier twee XJytß^f\'y\'^
geftelt. Waer van het een dat kleyn ende krom is s na

de gelijckenifle, volgens het Griecks woort > K^vens-

heckgenoemt wert. Het ander is grooter, ende «oom
van den graet van\'t Schouder-bladt,
Jcromm, otte
SchQuér-top geheeten. Hier ftaet aen te mercken j nat

-ocr page 541-

, BEENDEREN. 1Z7
defe Uytfteeckfels boven de geleden ftaen j foo
"ec men , dat den Arm meeft na beneden uyt het lidt
, alwaer men dan onder de Oxelen het Hooft van
^en Arm voelt uyt fteken. De Wonden, die op defe
l^ledingh van de Schouder met den Arm, ofte op den
^alsvan het Schouder-bladt vallen, zijn veeltijdts
^^odelijck, gelijck ick aen vele krijghs-luyden gefien
IL^bbe. Soo verhaelt oock onder andere de prefident
^huanus in fij n Hiftorye, hoe Jmhoine de Bourbon (vader
J\'^n Henrickde Gioote) koningh van Navarre, in de
oelegeringh voor Rouen , ende den
Hertogh van Guife
\'Oor Orleans, hier gefchoten zijnde, daer van over-
\'^den. De reden is, foo om dat rontfom dit gelidt veel
gfoote Vaten zijn, als Aderen , Slagh-aderen, ende
^enuwen : als om dat van wegen de naderheyt, de
^nftekinge, ende Bedervinge, die op defe plaetfch
»althet Herte terftont wert mede gedeelt; waer op
^n , nae eenige quade Toe-vallen, eyndelijck de
*Jootvolght.

Het is aen-merckens waerdigh \'t gene by de Vrou-
-.endoor ervarentheyt ondervondé wert,dat de Mans
j e breede Schoud^en hebben,gemeenlijck oock foo*
^\'i\'ge kinderen telen, ende derhalven de Vrouwen
enen fwaren arbeyt veroirfaken . Dr-
Forejl fchrijft
9.03/fulcks dickwils bevonden te hebben. En.-
^eicic weet verfcheyde Ouders, die daer op gelet heb-

\'t uyt-hylicken van haer Dochters .
Va ^^ komen tot de Ribben, die het voornaemfte
fatï^ Borft beflaen. Zijn uyt twee halve circulen te
3 diph " j ende maken dien-volgende een ron-

Pp in de Borft, tot ruymte van de Longe . Zijn
^Q^lfenlijck aen elcke zijde twaelf in\'t getal i fomtijts
ovp I ft^lden , derthien , ofte elf, na de Nature
Pingl > ofte gebreck van Stoffe vint in de Schep-
het P ^\'sdan dit getal verandert, foo verandert oock
getal der Rugge-wervelen, die altijt even foo veel
I 5 zijn s

-ocr page 542-

iz8 VANDE . jg

zijn, alsde Ribben. Dit getal en is nietanders^ _
JVl3ns,aIs in de Vrouwen,al is \'t dat de Mans vanlo"\'

jvidiis,cii» lu uc V rouwen,ai is c aac ae jvians v^y
mige Hexen Elf-ribben genoemt werden, als of fy
Ribbe minder hadde, om dat E\'urfgefchapen is uyt
Ribbe van
Adam. De vermaerde ontledersx\'^»

■ 1 üS

„ ---------------, ^ ^r-- ^ , _

ende FaUopius meenen, dat den eerften Menfche in "
eene zijde maer elf Ribben en hadde,ende in d\'ann^
twaelf, om dar, uyt de gene,dieonbrack,
pen was. De trefFelijcke
Melanchthon fchrijft in
bouck van de Ziele, dacin^«i^ïweene zijde derths^\'^
Ribben eerftelijck fouden gemaeckt zijn geweeft
j
de dat uyt de felve Eva voort-gekomen is. Welck g®\'
voelen mywaerfchijnelijcker fchijnt te wefen; daoi\'^\'^
laet het oirdeel aen de Godts-geleerde.

Het binnenfte vlack der Ribben nae de holte p
Borfts, is eften, glat, ende net, op dat het, door
onefFenheyt, aen het Ribbe-vliefch, niet hinderlij^^
en foude wefen. In dit felve vlack heeft elcke Rfj^J
van onderen een Grouf, loopende van de Wervel^^
af, na de langhte der Ribben tot aen het Borft-be^JJ
toe, alwaer fy verdwijnt. Het welck voor een He^ f
meefter wel ftaet aen te mercken. Ji^^ant in defe Gr\'"^
ruften de Vaten, te weten, Aderen, Slagh-adere\'\'\'
ende Zenuwen, die eenfdeels aen de Ribben, eenfde^\'
aen haer Spieren het voedfel, leven, ende gevoel«^
aen-brengen. Wanneer dan in een
Empyema, ofteBorf
fweringe,
al (Ter uyt een verfworen Pleuris, Peripneumofiii^\'
ofte Squynantye, een hoop Etter tulfchen de Borft?
de Longen vergadert is, ende dat die niet
verdreven»
noch mer fpougen op-gebracht kan werden , food^
nootfakelijck een opening in de Borft moet gemaeclf:.
zijn , in fulcken geval fal den Heel-meefter in\'t ope-
nen defe plaetfch vermijden,op dat hy de gemelte V^\'
ten niet en quetfe. Daer toe moet hy fijn fnijden vajj
boven beginnen , ende foo na beneden de opening"
maken; niet recht neder, maer over dwers,
om den

dwerf-

-ocr page 543-

1 BEENDEREN. 129

j\'^erflTen draet van de binnenfte Spieren, die tuflchen
p Ribben ftaen, niet door te fnijden. Dit moet ge-
\'^Mentuifchen de vijfde, ende fefte Ribbe van on-
deren gerekent; niet hooger, om dat de Etter des te
^tet foude können uyt loopen; niet leeger, op dat het
^iddel-rift, \'t welck hier onder aen vaft is , niet ge-
H\'Jetft en foude werden.

öe Ribben werden verdeelt in Echte > ende On-
^nte. De Echte zijn feven, alfoo genaemt, om datfe
ronden circkel maken. De Onechte zijn vijf, die
^naminge hebbende, om datfe kleynder, ende kor-
> ende gelijck als maer halve Ribben en zijn . Hét
^elck door fonderlinge voorfichtigheyt gedaen is, om
Maegh, Lever, Milt> ende bovenfte
Dermen, allfe
Ipannen , ruymer plaets te geven .
Hippocrates ge-
^\'edt in fijn bouck van de Gewrichten , wanneer de
J^ibben gebroken zijn, hertelijck te eten, op datalfoo
p^or het fpannen van de Maegh, de gebroken, ende
f^^Qgen Ribben mochten
uyt-gefet, ende na buyten
\' gedruckt werden. Ende
Paré fchrij ft,de waerheyt hier
ondervonden te hebben . Soo dat het noch al-te-
j " te pas koomt, den Buyck eens uyt de kreucken
g® letten. De gemelte P^zré verhaelt in\'t 13. bouck van
If Heel-konfte op \'t 12. capittel, dat op gebroken,,
"e geflagen Ribben dickwiis volght een op-blafinge
geplettert Vleyfch, ende dat daer veeltijdts na
ooRit een bedervinge , ende verrottinge van de Rib-
Diergelijcke hebbe ick gefien uyt inwendige
y\'aeck; ja datter op eenen tijdt in \'t Gaft-huys acht
"e negen alle in haer zijde klaeghden, fonder datter
^et van buyten aen te fien was; het Lichaem van de
fc ^\'edene geopent zijnde, werde bevonden 5 dat de
^loben , gelijck verwolmt hout bedorven » ende op
vg&eten waren, fóo dat men met de vinger door de feU
Yj "^o^de fteken. Ende \'t vremfte is noch , dat het
\'eyfch rontfom gaef was, ende gantfch geen beder-

vin-

-ocr page 544-

»30 VANDE „ , , , „an

Vinge deelachtigh. Ferndiusverhidté.Pam^-i-\'

yemant, die drie maenden geftadigh gequelt

weeft met den Nock, die met geen gewone
konde gebetert werden, tot dat men bevont, dat
eynde van een Ribbe verdraeyt was, ende dieP i« •
Maegh ftack fonder pijn, ende dat het felve facn^\'J-
gerecht zijnde,den Nock terftont op hiel: ende dat o
even-wel weder keerde,foo dra de Ribbe vvederq"^_
om te krommen. Hy vought daer by, noch in
dere de fei ve oirfaeck van Nock dickwils
onder vo
den te hebben.

(7) De Ribben werden van achteren aen den
graet, van voren door Kraeck-been aen het
geii^echt. Dit beftaet, feyt
Galenus in \'t 7- bouck
\'t Gebruyck der Deelen op \'t iz. capittel, "Vyf;.. \'
beenderen; dieinjongh-geborene Kinderen ge\'«^";/.
den te fien zijn, dan in bedaeghde werden fy ^
beenvereenight.

De felf-ftandigheyt van dit Borft-bee is fachtj^o?^;
ende licht, ende fulcks niet fonder oirfaeck:
dien het geheel vaft, ende fwaer geweeft ware» 1
foude "t felve het bewegen van de Borft lichtehjcK
p
let hebben. Dit koomt oock fommige Siecken te vor-
deel, te weten, die eenigh etter, ofte anders , onj
dit Borft-been, tuflrhen beyde de Vliefen van nc

^\'ddd-fchotvevgzden hebben: want foodanige wei-
den geholpen door het fnijden in dit
Borft-been

welck om fijn voofigheyt lichtelijcker door-fnede iw

werden. Waer van Galenus een aen-merckens waerdig"
exempel heeft 7.
Amt. adm. 1 j. ^

^ Dit Borft-been heeft driederley Gebruyck,
het Herte, ende de levend
-makende Deelen te dc

fchermen . z. om de Ribben vaft te maken. 5 -"

de Vliefen van het Middel-fchot te onderftu«en, en
de alfoo te beletten, dat het Herten-vliefch ^et "^r
met en overftolpt. Defe Vliefen werden foo genec\'

-ocr page 545-

BEENDEREN. iji

alj, "®^Borft-been, datfe foo verre van een bli jven ,
^Ij^^Borft-been breetis. Het gebeurt fomtijts, dat
^ -oorft-been breeckt, ofte met gewelt in gedruckt
: het welck Bloet fpouwen , Aem-borftigheyt >
andere Toe-vallen veroirfaeckt. In defegelegent-
^.^j^\'^^oeteen Heel-meefter den gequetfte achterover
kufl\'ens leggen ,ende laten fijn Schouderen van een
^ fcken knecht met beyde de Handen foo neder dou-
, en, als of hyfe in-drucken woude, ende van een an^
de P de felve tijt, met de handen van beyde zijde
da neder drucken , ende fulcks foo langh, tot

jj.t dit been wederom van felfs in fijn plaets fpringht.
\'^\'er van is een exempel telefen by
Paré 14. to.
j. Aö) Onder het Borft-been, hanght het
Swaertach-
&Kraecksbeen, foo genoemt by de Grieckfche Ge-
j^^e\'^meeftersjom dat het fwaerts-gewijs onder fcherp
öit Krake-beentjen wanneer het door irvnerlijcke,
^«e Uytterlijcke oirfaeck neder gedruckt wert, perft,
•^de druckt de Maegh tot een gedurigh braken, ofte
h°Kk dat het wederom herftelt is. In tegendeel
int" dickwils gefien in Waterfuchtige, als oock
jH"deren, die dicke buycken hadden, dat door hec
P-dringé van water, ofte fucht, dit Kraeck-beentjen
ytwaerts om-gebogen was.

Het Gebruyck van dit beentje wert gelooft tezijn,
t)? als een fchut de krop van de Maegh te befchermé,
liever, gelijck d\'heere Df- P^J^Jm ons eertijts leer-
\' fietMiddelrift, daer het van binnen aen gehecht
^ \'^"^dedat oock anders geen befchut en heeft, alfoo
gLfe\'e plaetfch de Ribben van malkander fcheydende
öe j- \'^egh gaen . Sulcks bewees hy met de ge-
te hf.^y^" teerden, de welcke hier allegader een groo-
hijj "gheyt hebben , om dat door de onnatuyrhjcke
rift^\' haer verteert, defapigheytvan\'tMiddeU
tj-g y^\'\'\'^eert zijnde, het felve doet rimpelen, ende toe-
fen , derhalven oock met eenen na hem treckt hec

Mid»

-ocr page 546-

VANDE
Middelrift, daer het aen gehecht is. „

( 9) Het laetfte deel van den Romp , beftaet «y^
het onderfte been, dat by de Oude geenen naem ge
hadt en heeft, ende daerom even-wel van Oribafni^r
naem gekregen heeft van
Been fonder naem. Sonim»S
hebben het genoemt na een van fijn déelen , r g
ttlfchkm, byons wert het gemeenhjckHm/\'f\'
Heupe-heen geheeten . Wert aen beyde zijden feer
äen het Stuyt-been gehecht, ende is in fijn felven oj-
beweeghlijck, om datophetfeIve,aIseen gront-v^\'"
al
de bovenfte Beenderen fteunen,ende beweegbt
den
. Het is maer een Been, maer in jonge Kinde\'"^
is \'t met drie naden onderfcheyden, ende daeroP
het gemeenhjckin drie verdeelt.

Hetopper-deel is hetgrootfte, ende breetfte, "^f
genaemt het
X,ijde-been , ofteoj Ikon, ende draeghtö^"
langhften om-gebogen
deren, Ileon mede genoemtjg^\'
lijck oock de kanten van den Buyck alhier, daer ge^^
beenen en zijn,
Ilea, alwaer dengefeydenDerm
Buyck-vliefch uyt-reckende, ofte door-brekende ^^
Scheurfel veroirfaeckt. Daer van wenfcht de Po^®^\'
datyemantuytnijt dien Derm mocht borften .

" Yumpantur ut lUa Codro .

Het achter, ende dieper gedeelte is het Heupe-h^^"\'
OsCoxce, okelfch ion. In dit been is eenen

groote*^

Hol, die een in-geledingh maeckt met het Hooft vai\'
het Dye-been , ende om dat het niet lichtelijck «f
het lidt en foude fchieten, foo is
hier noch eenen gro^\'
ten rand Krake-been om gewaflen , ende met fterck^
Banden wel verfien . Want als het felve uyt fchiet\'
foo gaet de Menfch manck,3ls fijn vaft fteunfel miff^"\'
de, Defe diepteis oock oirfaeck,
dat als die Beende-
ren uytter hdt zijn , niet hchtelijck wederom in-gele^
konnen werden . Is
mede oirfaeck, dat de Etterige >
ofte andere Vochtigheden hier tufixhen vergaderen-
de, niet wel uyt en können komen ; noch de Midde-
len

-ocr page 547-

] BEENDERE

N. in

Het welck

wel toe konnen gebracht werden
Q poirfaeck is, dat de
Schiatka, ofte Heup-pijn,
^,3lijck te helpen is > ende foo lange duyrt, dat de
ecken, door de felligheyt komen te vergaen , ende
tl^ droogen , daerom van Hippocr. in Coac. Schiatikf
^ wgö genoemt. Ick ben onlanghs by foodanigen
. ^cken geweeft, die hier van langh bed-leger gehou-
" ^adde, ende daer na geheel krom gingh, dé welc-
jj n defe Beenderen van magerheyt by-na door het vei
_ ^en , ende door de dullepijne , aiseen geraemte,
Jt-geceert, die even-wel noch bequam, ende nu we-
fe tr\'-\'^ \'^"gbs ftraten gaet. De meefte oirfaeck van de-
j ^ijn) isde grootfte Zenuwe van \'tLichaem , aen
y Geledingh leggende. Jae men fiet in \'t onderfte
»Mit Been\' een Grouf, waer in defe Zenuwe , om
leff ^ niet verdraeyen foude, hem onthoudt. Hier-be-
^ ftens ifl\'er noch eenen byfonderen Bandt,die boven
\'t hooft van \'t Dye-been in de holligheyt van de
rg^fJP vaft, ende aen-gewaflen is. Dat en is geenen
hal " ^andt, maer van zenuwachtigenaert,ende der-
gevoeligh : gelijck hy oock onfteken zijndejdc
^cken den Brant doet gevoelen.
he f ^ voorfte deel
is het Os pubis, ofte Gemocht-heen
Be^ H groot gat, om foo veel te lichter te wefen .
, Vdede Gemacht-beenderen komen met Kraeck-
en Voor aen malkanderen. Hoe defelvein \'t baren
erder van een wijeken, hoe den arbeyt lichter valt.
\'^Welckfommige Vroe-vrouwen wetende,zijn ge-
eerft"\' gelijck ons D^-
Paatp plagh te verhalen , in de
tg n-geborene dochterkens met hare duym defe plaets
ende alfoo de vougingh defer Beenderen
jj]. " temaken j de welcke daer na dan altijdt lofch

Het

-ocr page 548-

VANDE

Het UIL Capittel.

I. Verdeelinge van de \\Jymrlijcke Lidmaten. fZ
deelinge van den Arm, ^.Arm, ojte Schouder-been,
arm ■ groote, ende kleyne EUe-pIjp . >;. Handt, VH^!^ \'
tnde Nagelen. 6. Verdeelinge van de Handt. y.Verdeel^è \'
ende befchrijvinge der Vingeren. 8. Verdeelinge der Bee^^\'
9. Dye; Haejfen. Knye, Knye-fchijf.
, o. Been ; Sf;^\'
heen, Kuyt-been, Verfen, Enklauteen, ti. Voet, \'
Hiel-been, Bal, Teenen. ti. Lijnfaet-beenderkens.

(I)

VAtl de drie Deelen, daer wy het Geraemte in
deelt hadden, is nu alleen overigh het derde» JJ\'
ftaende in de Uytterlijcke Lidtmaten, te weten»
men, ende Beenen.

{Z) Den Arm wert wederom in drien verdee^^*
den Arm, Voor-arm , ende de Handt.

[i) Den Arm eygentlijck genoemt,ofteSchot"^ \'
teen, gehjck het by Celfus wert geheeten, beftaet
uyt een been , ende dat groot ende fterck, boven
fijn hooft fchietende in de rondigheyt
van\'t Sch®"\'
der-bladt, waer van in\'t voorgaende capittel is gelp"^®\'
ken,gehjck oock van de gevaerlijckheyt der Won\'^^.\'"
die op defe plaetfche vallen. Dit beenis ongel«)«^\'\'\'
van wegen de Spieren ; heeft hier, ende daer eenig\'^
kleyne gaetjens, in de welcke de Banden der Spie^^^
gehecht zijn midden een wat grooter, in hetwelcK^
een Ader, fnde Slagh-ader door-gaet na het Morg"\'

om het felve te voeden. Het onderfte van dit\'Been>

daer het met den Voor-arm gehecht wert, heeft ver-
fcheyde Uyt-fteeckfels,ende Holligheden. Detw^f
Uyt-fteeckfels zijn geheel groot i
een Uytwendig»\'
van den welcken meeft al
de Spieren komen, die de«
Carpus, ende de Vingeren uyt-fteken ; een Inwendig«\'

>34

-ocr page 549-

. BEENDEREN. 135

van de Spieren gelevert werde, die de felve buy-
Daer foude een naeu-keurigh Ontleder nocli een
^■^de by konnen vougen, die op den Rol tegen de
poote Elle-pijp koomt. Hier zijn noch twee Hol-
ligheden , uy t-belende een Catrol, daer een touw om
, foo konftigh gemaeckt, datfe den Voor-arm in
fcherpen hoeck laten buygen, ende hem nietver-
Uyt en doen fteken, als in een rechte linie.
1 (4) De
Voor-arm, ofte Cubitus beftaet uyt twee
.denderen,
EUs-pijpm genoemt, de Heel-meefters hou-
\'^en de Arabifche benaminge van grooten, ende kley-
Focijl, het welck de Fran^oifchen, ende Italianen
nare tale oock na volgen.

Degroofe Elle-pijphest in \'t Griecks met den gemee-
naemPec/m, (datis, Elle) ende dit woort ge-
^^uyckt den Euangelift 5 daer hy befchrijft devrage
d\'heer Chriftus, wie datter is, die by fij n groote
doen kan ? Hy neemt daer de maet juyft van
P J Arm. Want niet alleen den geheelen Menfche is,
de wijfe P^\'ï^\'^gor^j, ende i\'ocmw feyden, een
Jr^et van alle dingen, maer oock elck van fijne Lidt-
naten . Soo wert lenghte, breete, ende dickte ,af-
op de maet van een elle, hant, fpan, duym j
voet, endefoo voort. Dit been heeft twee
\'^ytfteeckfels ,een van binnen, ende een van buyten.

Elle-pijp, die de bovenfte is, heeft boven
^ " kleyn hooft,daer een ondiepe holligheyt in komt?
Vv ru" ^^^ den Arm fchiet, tegen aen de

l^jj^^e defe pijp op ende neder gaet, de groote pijp

(j^^^fe twee Pijpen zijn in haer bovenfte, endeon-
te .5 deelen gantfch tegen-ftrijdigh. Wantdegroo-
teJ\'^^P\'s boven dicker, beneden dunder: de kleyne in
ben "deel dunder, ende beneden dicker. Daer-
hec?^"^ zijnfe aen haer eynden foo aen malkander ge-

j dat de kleyne pijp boven van de groote ontfan-
K gen

-ocr page 550-

____j____ __________ _____________,________ ______ ^g

ren, om de Spieren plaets te geven, ende om da^^^
Armen niet al te fwaer en fouden wegen,gelijck i^e
te fien is in de Gemacht-beenderen, Kaken , Sche^ jj
beenderen, ende Ribben. Andere meenen, dat K
om de kleyne Elle-pijp te konnen draeyen j het ^^^^
niet waerfchijneltjck en is, alfoo fulcks wel doo^
vaft been hadde konnen gefchieden. i nit

Het gebruyck van de groote Elle-pijp is,deH^ ^g
uyt te fteken, ende te rug te halen; van de kleyn^\'
Handt op , ende neder, ende ter zijden te draeyen\'
de infonderheyt de felve, meteen veerdigheyt\'
groote ftil ftaende\', om te draeyen. ..

(5) Wy komen tot de Handt, daer wy wat
loopigh van fullen handeIen,foo om haer konftig\'^
de wonderbaerlijck gebouw, als om dat de felve > ®
der alle Dieren, den Menfche alleen gegeven is\' ^

Alle Dieren is een Lichaem toe-gevought, na n
Ziele ; en daerom verfchelen de deelen der Lich^\'^jj,
foo vele van malkanderen, om datter foo gt^P^^gf.
derfchey t is tuffchen haer Zielen. Het
Paert «s ^^^^
fien met ftercke Klauwen, ende een Maen:
is een fnel, hooveerdigh, ende edel dier.
DenJt^^a,
om dat hy moedigh ende wilt is, zijn ftercke Tand _
ende fcherpe Klauwen gegeven . Soo zijn de St\'^^^j
Horens
, de wilde Verekens uyt-ftaende Tanden, ^^
wapenen aen-geboren. Onder al de wreede Die\'\'^ ^
ilfer geen wreeder, als den Tiger; foo dat de n^
alsfy een wreedt, ende onbermhertigh Meniën
len befchrijven , feggen hem van een
Tiger geP® ^^^
ofte gefogen te zijn. Alfoo doet Ovidius fpreken
dea in "t 7. Metam.

Hoe ego fi patiar, turn me de Tigride natam ■>■
Turn jernim, «y fcopuhs geftare in cordefatebor

D/^/o verlaten zijnde van y£mas, fpreeckt hem a ^^^

VANDE

136

ae

gen wert j ende wederom de groote pijp onder v2f
kleyne. Maer in \'t midden wijckenfe van den ai\' i.

wijckenfe

-ocr page 551-

. ^ beenderen. 137

ttbi diva panns, geneHs nee Tiardanm authoï ^
Perfide ■ fed duris genuit tecautihus horrens
j> C^ncafus , Hyrcanaj.; admorunt ubera Higns .
"^^^^anyr fchrijft, dat in Daryen, een eylant iri
j^g .\'"Indyen , acht dagenreyfensvan Cuba, ontrent
j^J)aer 1514. een Tiger, een half jaer lafigh, uyt fe-
jj"\' Dorp quam halen een Calf, Veulen, ofte Swijn,
foo H^^ een Menfch, als hy die op de ftraedt vondt s
dat het vokk hier door genootfaeckt was haer te-
5 "s ge^velt te verfien,ende den Tiger te betrap-
fgj"\' Grouven derhalven eenen feer diepen kuyl, den
jjj\'^en van bovenen licht bedeckende. Den Tiger na
t^.Se^oonte wederom op den roof loopende, viel
Qjjj n kuyl, ende met eenen in de fcherpepalen, die^
een "^u" den gront geflagen waren. Waer over hy fulck
gehuyl maeckte, dat de bergen rontfom daverden.
I^uvf volek fmeet terftont groote fteenen in den
3lfo \' doo*^ ^y dieper in de palen fchooc, ende
Rew° * houters j die op hem

Vgj^ .°\'\'Pen waren, om ftucken gebroken, endeal fter-
een yegelijck met fijn fel geficht dapper ver-
allev \' ^adde. De Tigers trecken haer voedfel uyt
otï, p er-voetige Dieren,felfs oock de Olifanten waer-
Kij^ verfien zijn metgroote, ftercke j ende fcherpg
drech Tanden, gelijck wy hier te Dor-

Kjjf^t^\'ee een^jarige gefien hebben, van gemeens
de Weft-Indyen uyt den neft gehaeft,en-

van ongelooflijck gewelt. Den eenen
de fey \'ek doen ontleden, ende bevonden s dat een van
latipi, f"eden des Levers door-boort was van een
ais Gal-blaes, aen beyde zijden grooter s

delfde O , Dieren, die maer aen eCn zijde is. Het
pen. pJ?ofiGkoockinde Leeuwen plaetfch te grij-
Vanï^ r ^^^ ^^"\'dt in onfe Katten ( die ick meene
eene foorte te weferi) bevonden, den feilen aert
K z öys

-ocr page 552-

ï38 vande

uyc de Gal hem openbarende.

Sy hrult plijck een leeuw jn plaetfche van te mauwi^ s

Sy viey-ooght als een wolf, en toont haer felle
Sy fchuym-beckt ds een ftier, en

laethaertandenß"\'^

Maer de Herten, ende Hafen, alibo het bloode» e ^
vreefachtige Dieren zijn, hebben eenfnel ^-"^"Jioo-
dan naeckt ende on-gewapent. Want voor de
p
digheyt, ende het ontloopen, wasdefnelligb^y „gn
quaem ; ende voor de wilde woeftheyt de wap
dienftigh. Maer de Menfche, alfoo hy een
is, ende alleen onder alle, die op der aerde leven» ^ ^g
delijck, gelijck G4/eHwfpreeckt, ofte
liever»
H. Schrifture ons leert, na Godes beeldt gefch^P^g
heeft den al-wijfen Godtin plaetfche van wapent"
Handen gegeven , een werck-tuygh \'t
welck tor ^^
Konften dient, ende niet minder in den vrede tep3 ^^
koomt, als in den oirlogh. De Menfche en behon^^,
dan met geen Horen geboren te werden, dewijl
quamer wapen, wanneer hy begeert, in de Han«^ ^^
nemen. Want een fwaert, ende een fpies zijn gj" ggti
wapenen , ende bequamer om door te gaen »

horen. Hyen heeft oock geen klauwen van doen

hadt: want fteen, hout, yfer, die hy kan gebruyc»
breken ende morlfelen met meerder gewelt. Da^"^\' ^^
nevens en konnen horens, ofte klauwen
niet doen»
van dichte : maer de wapenen toonen haer ^\'^^^luti
na-by, ende van verre; een pijl, ofte een ^

ftaen een ftuck gefchut) draeght verder als een ho\'
een hout, ofte yfer verder als een klauw . Mf" r^j,.
Leeuw, foude men feggen, is fnelderals een Men\'
Wat is dat ^ De Menfche heeft in der daet, doo"" j^ü
wijfheyt ende handen, een Paert getemt, het W ^^^
eenfnelder dier is , als een Leeuw ,
ende daer op

-ocr page 553-

di beenderen. 139

end den Menfche allee onder alle Diere naeckr,
L • °"gewapent ter werelt gebracht te hebbe. Wanc
yg P boven alle andere Dieren van de befte wapens
^.^len, te weten, de Reden, ende de Handen. Door
|jg(,^apenen kan de Menfche hem tegens alle Dieren
f(;l\'*^"ermen: maer fy niet door de hare,tegen dé Men-
Soo dat hy nieten kan gefeyt werden naeckt,
bg ^\'^gewapenttezijn j als konnende, wanneer hy
g ^eert, een harnas aen doen, het welck veel ftercker,
harder is, om door te fteken, als eenige huyt van
g geeften. Daer-en-boven wert hy noch befchermt,
^ \'ie bewaert, door huyfen, wallen, ende grachten;
Löcken van fijn Reden, ende Handen. Nu indien
een horen in de Handen gewaffen was, ofteee-
Sh ander wapen, foo en foude hy de Handen niet
„nnen gebruycken hebben, tot het maken van huy-
, muren, fpieffen, harnas, ende diergelijcke. Met
^ Handen naeyt de Menfch kleederen, in plaets
\' d\'ander Dieren hayr, ofte wolle hebben, breydt
tten, daer hy vogelen , ende vilfchen mede vanght,
lo ^^^^ Schepen , ende feylen , daer hy alles, wat hem
^^odigh dunckt, uyt degeheel^ werelt haelt. Waer
hy niet alleen en heerfcht over de vier-voetige
^\'eren der Aerde, maer oock over de Viflchen in \'t
, ater, ende de Vogelen in de Lucht. Doch al is \'t,
gg^el oock den Menfche de Handen tot fterckte zijn
voor wapenen: zijnde even-wel een vrede-
borgerlijck dier, foo heeft hy me\'tde Han-
geb befchreven , altaren op-gerecht, huyfen

"^i^^\'tjfchepen gemaeckt, ende alderhande werck-
den Konften voort-gebracht. Door deHan-
fche^^*^^ beelt,ofte de gelijckenifle van den Men-
dert de pen geteyckent, met de pin§eel gefchil-
feet\' den beytel gehouden , met wafch geboet-
• Door de Handen werden alle gefchiedeniflen ,
»^onften, alle wetenfchap, ende alle wijfheyt be-
K s fehre.

-ocr page 554-

140 VANDE jjt

fchreven. Soo dat de Handen gemaeckt hebbed»,. ^
wy nu noch konnen fpreken met de wijfe Pkto»^^^ jj
tdes, Hippocrates, Galenus, Plutarchus, ende ander«
met de H. Propheten, endeEuangehften. DeJJ\'jj.
gere
Anaxagoras, over-leggende hoe fraey, ende
ftigh dit deel des Lichaems gemaeckt
was, feyde.
ter geen bequamer werck-tuygh tot eenigh ding^Ü jj
konde bedacht werden, jaegmghfoo verre» g^J\'L

betuyght,dat hy de Handen toe-fchreei
oirfpronck, ende de oirfaeck van de Menfcheh;\'^^,
wijfheyt. Het welck onfen G^/ewMi in fijn ut
van \'t Gebruyck der Deelen op \'tz. cap wel te re^"
niet toe en ftaet; alfoo de Menfche het wijfte dief\'\'\'L
en is , om dat hy Handen heeft: maer om dat hy "
wijfte was, daerom zijn hem Handen gegeven\'-
lijck
Ariftoteles wel feyt. Want de Handen en hebP^"
den Menfche geen konften, noch wetenfchappen^
leert, maer de Reden. De Handen dienen de Red^\'JJ
ende \'t Verftant in ftede van fpraeck,
uyt-leggers V^J
onfen wil; want wy fchrijven onfe
gedachten aen "
vrienden, ja wy hebben hier in onfe Stadt een doo^e\'
endeftomme, die met handen, ende vingeren hei"
doet verftaen, ende\'tgene hem andere, die daerfp
af-geveerdightzijn, antwoorden , feer wel verft^^^\'
I\'iuma Pompilius, de tweede koningh van Romen,heei^
de Trouwe aen de Handen geheylight. Wy beeide
oockde Trouwe uyt met twee gefloten Händen»«\'^"
belooft, men trouwt, men handelt
met de Handt ^
geven. Met het kufl^en van de Handt eerenwy GoJ^\'
endede Menfchen. Ende in Italyen ,
Vranckrije»\'»
eii Spaengjen wert het begroete nietandersgenoet«\'^ \'\'
als de Handen te kufl\'en. Ende voorwaer wat teyck^\'
nen trecken fommige niet al van den aert, ende gel^^\'
gentheyt der Menfchen uyt de Trecken der
Handen -
De Menfche dan, gelijck hy eê Lichaem heeft fo\'^\'
deraen-geboren Wapenen, foo is oock fi;o Ziele v^"

i

-ocr page 555-

Q.. BEENDEREN. 14*

j^^förenfonder Konften. Derhalven heeft hy voorde
^^p^ktheyt van fi/n Lichaem, de Handen ; voor d\'on-
tvef^^heydt van de Ziele de Reden gekregen i door
jl^\'ekers gebruyck hy fijn Lichaem wapent , ende in
jn^\'^hande manieren belchermt; ende fijn Ziele met
\'lerhande konften vergiert. Want gelijck, indien hy
eenige wapenen was geboren geweeft, de felve
fouden alleen altijt by wefen; foo mede, by al-
hem eenige konfte van\'naturen aen-geboren was,
j ® en foude hy de andere niet hebben. Dewijl het
3 duyfentmael beter was, dat hy alle Konften, ende
. Wapenen konde gebruycké, foo en is hy met geen
an beyde geboren. Waerom aerdigh van
Arifioteks
pfeyt is, dat de Handt is eenorgamn, ofte werck-
^ygh; voor alderhande werck-tuygh
; ende wy kon-
/.enoock,volgende
kytGaknus, aerdigh
^ggcn, de Reden te zijn een konfte vooralle konften.
J3nt gelijck de Handt, al cnilfe niet van\'t byfonder
^erck-tuygh, dewijlfe even-wel alles kan aen-gnj-
pp» ende in \'t werck fteilen, een
inftmment is voor al-
jJ
\'^ftrummten: foo is oock de Reden, geen Van de by-
oudere konften, maer bequaem om alle konften te
"tfangen, ende daerom
een konft voor alle konften.
J^ewijl dan de Menfche alleen onder alle Dieren in
^\'J"verftant de konft voor alle konften heeft, tewe-
j^n de Reden: foo befit hy oock te recht in fijn lic-
3em
httinßrumenp voor alle inftrumentm, namentlijck

Handt.

Va ^^ "" Saen in-fien het treffelijck maeckfel
f " oefe Handt, ende de wonderbare konfte, die on-
O ^ehepper daer in getoont heeft; de welcke loo
§ oot is, dat door het alderminfte, \'t welck anders fou-
/ gemaeckt zijn, de Hant, ende haer werck ware be-
rven geweeft .Het eenige, ende opperfte voor een
is d \' de Handt, om mede te vatten,

aathetal de gedaenten, ende de grooten, dse eet?

K 4 * Menfch

-ocr page 556-

VANDE

\'142 V A JN D Ü

Menfch bewegen kan, wel vat. Om fulcks te
foo IS de Hanc na den eyfch door-fneden. Want öy^
dien fy ongedeek gebleven was, foo foude (V"\'^
hebben konnen om-vatten dingen van haer eyg^ g«"® j
te; maer gefcheyden, ende verdeelt zijnde, kan ve^
grooter, als fy felve is, lichtelijckom-grijpen >
oock de alderkleynfte op nemen. Maer dat kley"\'®\'
vatfemet twee vingeren, ende noch niet geheele»^®
alleen met haer voorfte: want anders doende, fo^r
het haer miflchen, ende ontvallen. Op defe oa^\'^f
is de Handt aerdigh geftekom feker te vatten ye^
grooter, ende kleynder is, als fy felve. Vorder
haer oock noch bequaemft verfcheydentlijck verdek\'
te zijn, om alderhande gedaenten wel
te können
grijpen. Waer toe fy boven alle werck-tuygh aldef\'
bequaemft geftelt is. Want om yet, dat rondt is,
te vatten , kanfy haer in deronte
vouwen, ende «et
felve, gelijck als met een circkel, rontfom behelfe"\'
Ende al \'t gene recht, ende krom is, kan fy fekerlij^^"
aen-grijpen . Het welck aldus zijnde ,
foo is fy
quaem om alle gedaenten te vatten, dewijl defe\'f
maer uyt drie linien beftaen, ronde, kromme» ende
rechte. Ende, om datter noch vele dingen zijnjgro"\'
ter als die met de Handt om-vat konnen
werden:
is de een tot des anders hulp gegeven , op datfe aU^
beyde van verfcheyde kantende felve
bevattende,
minderfouden zijn, als een grooter Hant. Om defef^\'
den zijnfe na malkander toe geneyght, endegeü)\'^\' ,
kelijck uyt-geftreckt. Want foo moft het toe-g^e"
ingedeek Werck-tuygh, dat een werck, ende
op
felfde maniere moft uyt-voeren. Derhalven overleg"^\'
eens \'t grootfte dat de Menfch met beyde fijn hande"
kan vatten , aiseen hout, ofte fteen; ende wederoij
het kleynfte, als een fpel, ofte hayr, daer naaide vee^\'
heyt van de groote, die tuftchë \'t grootfte, ende kleyO\'
fteis, ghyfijlt
bevinden, dat de Menfch defelveal-

le-

-ocr page 557-

I BEENDEREN. 14J

Va ® wel om-vat, als of de Handen voor elck
1 die alleen gemaeckt waren. Want de kleynfte din-
Vo\'\' ft^^^y met het voorfte van den duym, endedeti
, orften vinger: die wat grooter zijn, vathy wel met
tl felven duym, ende voorften vinger, maer niet
haer voorfte: maer die noch wat grooter zijn, vat
J met drie vingeren, te weten den duym, den voor-
ende middelften: ende die noch grooter zijn met
^ ) daer na met vijf, ende dan met de geheele Hant:
anH grooter koomt, foo brenght hy de

j/dere Handt daer by. Alhet welcke niet enfoude
oiinen gefchieden, by aldien de Handt niet verfchey-
j^^hjck en was verdeelt, ende op die wijfe, gelijckfe
^ j geftelt. Want wat kracht foude den duym, en-
^ vier vingeren gehadt hebben, by aldien datfe alle-
Pder benevens malkander op een rijde, ende zijde
tonden < Voorwaer haer getal, endede verdeelinge
^den dan onnut, ende ondienftigh geweeft hebben.
^anthet gene feker gevat fal wefen, moet rontfom
r^t een circkel ,ofte ten minften van twee tegens mal-
^ander ftaende plaetfchen begrepë werde. Het welck
j-^^\'ft foude hebben, indien alle de vingers op een
Jde benevens den anderen waren geftelt geweeft.
n an daer is nu forghvuldelijck in voorfien , met het
ellen vandë duym tegen de vier andere vingers. Den
^^ym is in fijn plaetfe, ende beweginge foo geftelt,
Y^ hy door een weynigh buygen met elck van de vier
mgeren over hem ftaende, de werckinge , van yet
^^^tten, volbrenght. Maer \'t en was noch niet ge-
ka^j dat den Duym,ende voorften Vinger over mal-
^nderen ftaende in\'t op-rapen van kleyne dingen,
, et haer uytterfte werckten: maer was oock van noo-
foo r w^aren i^gelijckfe nu zijn , te weten,

die ^00 roiit, foo ttiet nagelen befet. Want in-
bee"- u vleyfigh en was geweeft, maer

^•^igh , foo enfoudenfe noyt eenige kleyne dingen
K 5 - heb-

-ocr page 558-

144 VANDE ceaï

hebben konnen op nemen; noch oock al war

vieyfigh, maer van facht, ende vochtigh vleyic &

maeckt. Want het gene dat vatten fal j moet ^^^
vattene lichaem volkomentlijck
, ende rontfom
grijpen . Nu dat hardt, ende beenigh is, en j^gr
om buygen: maer wel dat matelijckTacht is,ende
uyt matelijck wijckende. Dan\'tgene hoven fnyt
facht is, ende als vloeyende, gehjck het de hardig j.,
tefeer wijckt, foo valt het daer lichtelijck af.
K^q
hal ven dac van naturen tuffchen beyden is,
facht, noch al te hart, gelijck het voorfte van de ^ ..j
geren, is alderbequaemft om feker te vatten. jgo
dan oock de dingen, die gevat werden, verfchey
2ijn in haer gelijvigheyt, d\'eene meerder,d\'ander ^
der facht, ofte hart, foo heeft de Nature in alle®
quamelijck verfien . Want daerom is het
voorfte

de Vingeren, niet uyt een nagel, noch uyt het vley^^^

alleen : maer uyt beyde , na den eyfch gematight zU.^
de, tefamen gevought. Want haer vleyfigheyt is
de
deelen, die na malkander toebuygen, met we ^
kers voorfte
fy de dingen felve moeften na-fpenre ^
Maer de Nagel
is haer van buyten tot vaftigheyt^

gefet. Want de.Vingers vatten met hare vleyfige^^j^

len alleen de fachte dingen: maer harde, ende "g,

ven de ftandt van\'t vleyfch wech ftootende,en niet g ,,

welt in douwende, en konnen fy niet vatten fo"\']^\'\' r^jj
hulp van de Nagelê, alfoo haer om-leggende ^^^^
dan fteunfel van doen heeft.
Wederom en foude n ^
van fuicks met de Nagelen alleen konnen gevat ^ ^ ;
den: want dewijl die hart zijn, foo fouden haer n3
dingen
lichtelijckontglijden. Derhalven is de VI L
figefelf
^ftandigheytin \'tuytterfte der Vingeren ge"
om de
gladdigheyt ende\'t lofchfchieten van de^^^-
gels te verbeteren ; endede
Nagels aen d\'ander

om hetlicht om flaen van \'t Vleyfch te ftutten. ^ -g
datde Vinger, aldus wel geftelt, hetwerck-^ygJ^j

-ocr page 559-

- BEENDEREN.

alle kleyne, ende harde dingen te vatten . Het
^elck noch klaerder blijckt uyt de onmatigheyt der
regelen. Want die boven maten langh zijn,endeder-
ll^\'Ven om-krommen, en konnen geen kleyne dingen
^P-vatren. Ende die» om haer kortheyt het voorfte
de Vingere niet en bereyckëjdewijl fy het vleyfch
^\'eten ftij ven, foo zijnfe oirfaeck dat hetfelve niet
en kan vatten . Maer die even met het voorfte
Vingers uyt komen, die voeren alleen het werck
^^Ikomentlijckuyt,daerfe tpe gemaecktzijn. Daer-
jis van
Hippocrates wel gefeyt, dat de Nagelen niet
?"ger, noch kortermoeften zijn, als het voorfte van
Vingers.

. (6) De Handt wert gedeelt in Carpus, Metacarpus,
^fide Vingeren.

^ öe Carpus is het voorfte van den Arm, daer de Bra\'
ft^tten gedragen werden. Beftaet uyt acht ongelijcke
penderkens,die door Kraeck-been,ende Banden vaft
malkander gehecht zijn. Syftaen intweerijden,
dat de Hant des te beter foude beweeght werden;

van de eene met de Arm-pijpen, de andere met
vier beenderkens van de Palm des Handts door
^^eck-been t\'famen gehecht werden .
. De gemelte vier beenderkens, maken den
Metacar\'
ri wy Palm van de Handt aosmea. Syzijnnabin-

\' buyten bultigh, ftaen wat van malkander,
jjP datfe met de vier vingeren, daerfe aen gehecht
i die van malkander wijeken,fouden over een

\' fa. j®" \' oock, om dat hier tulfchen beyde plaets

^wde wefen voor de Spieren .
_ . ï»al Beenderkens, foo van den
Carpus, als de

datr ^^^ gehouden door ftercke Banden,om

licht niet en fouden wijcken in het fterck be«

ver-

Joegen, ofte uyt-fteken van de Handt. Wy fteken ons
L IJdt uyt, als wy de felve vlack houden, de binnen»
nolhgheyt vollende, ende de buytenfte bultigheyt

-ocr page 560-

14« VANDE .

vereffenende: maer als wy de Handt fluyten, doen wy
het tegendeel, buygende\'tgene dat te voren ftr^
was. Welcke Beweginge den
Carpus, ende Jwf«
carpus niet en foude konnen volgen hebben, in^ie
fy uyt een Been beftonden.
Daer-benevens,
datter maer een Been geweeft en was tuifché de Ari?\'
pijpen, ende de Vingeren , foo foude van een breue^
ofte ander ongemack, het geheele terftont die fcj^\'
<3e geleden hebben; daer tegenwoordigh maer
twaelfde Deel en lijdt , wanneer datter een van ^
Beenderkens koomt befchadight te werden . Be»^\'\'
ven noch dat vele voor een flagh, ofce ftoot wijcl^^"»
daer een Beenftreck ftaet.

(7) De beftaen uyt vijfthien Beenderen\'

de welcke foo vaft niet aen malkanderen gehecht e«
2ijn, als de gemelte van de Handt, dewijl de
ren, om alles te vatten, meerder Beweginge moen^"
uyt-voeren. Elcke Vinger heeft drie Beenderen, met
meerder, noch minder. Want meerder fouden n^\'
volkomen uyt-fteken beletten j minder, fouden
veel verfcheyde gedaenten niet konnen
aen-nemeri-
Defe Beenderen zijn van buyten rondt-bultigh > 9
aen d\'anderzijde meerder ruymte te maken , vanbin-
nen plat, ende holachtigh, om dat men met het
bm-
nenfte vat, als oock om datter meer Pefen na binnen >
als na buyten gaen . ,

Wy hebben vijf Vingeren, waer van den Day^
Groote genoemt wert by de Griecken, als oock
cheir, al of men feyde Tegen-handt, ofte, gelijck of
Macrobius
7. Sat.i^. ftaet. Ander-handt, om dat hy te-
gen de Hant ftaet, ende foo veel uyt recht, als al de an-
dere Hant; waerom hyoock
Pollex, van poUendo, by ^^
Xatijnen geheeten werdt. Dit wiften de
Oude wei»
alsfydekrijghf luyden ,dieaen den Duym gequf"^
ofte verlernt waren, haer af-fcheyt gaven. Men Je^
van den keyfer AuguBus, dat hy feker
Edel-man al

-ocr page 561-

B E Ë N D E R E N. 147

soet dede verbeuren, de welcke fijn fijnen, alsfy in den
^irlogh gaen foude, het gebruyck van den Duym had-
de laten benemen. De Athenienfers, na datfe langh
J^^er hoop gelegen haddé met die van
Egina, een na-ge-
\'Seneylandt,ende dat fterck vanfchepen was,gelijck
P«>\'ofi:hrijft j.Oj^c.) ten laetfte het felve overwonnen
•hebbende , deden de inwoonders de Duymen afkap-
pen , om in toe-komende tijden geen gewelt van haer
te vreefen. Mygedenckt noch, dat, doen ick van
^ijn reyfe quam, gingh begroeten mijn weerde mee-
JJer, denhoogh-geleerden Mr.
Gerardus Voßius,endQ
•\'in E. my veel vraeghden van Italyen, ende Romen,
J^k onder andere feyde, datde Italianen, maer infon-
derheyt de Romeynen nu geen krijghs-luyden en wa-
^en, als fy van oudts, doéfy de geheele werelt plaegh-
den, plachten te wefen, felfs oock dat de tegenwoor-
,\'ge Romeynen, geen
Bemant, maer B^mamfchi, dat
J? > Romeyntjens by d\'ander Italianen genoemt wier-
pen; ende by fommige oock
Poltrom: foo feyde my fijn
■\'^j dat het felfde woordt te famen gevought was van
P^^icetrmcando, van den Duym te korten, alsfoodani-
ge gekeurt zijnde onnut, om yet met de Handt uyt te
fechten. Divaus fchrijft in \'t 9. bouck van fijn Bra-
^ntfche Hiftorye, dat onder de Keuren die Hertogh
^etiiickaendeBrufielaersin\'t jaer 1229. verleent
^eft, mede geftelt is , Dat de gene die metvalfche
Jr^et Wijn, ofte yet anders uyt-meet,fulcks fal boeten
?et thien pont,ofte het verlies van fijne Duym. Maer
^at onderfcheyt is te groot. Voorders gelijck men
Och in vrolijckheyt feyt, Duymtjen op, foo fchrijft
, \'«\'«j zS.Nat. 2. dat men al van oudts met het uyt-fte-
en,ende fiuyten van den Duym gunft, ende ongunft
P\'3gh te betoonen. Soo feyt de poëet
Horatius in den
brief van fijn i, bouck:

Cmfintire fuis ftudiis, qui crediderit te,
Famor mroque tmm Uudahit poUice hdum,

cn-

-ocr page 562-

»4» V A N D H . j

ende in tegendeel de Poëet luvemlis in fij«
Schimp-dicht:

-O" verfopoUke vulgi,

^emlibet ocdduntpoplariter. .

Hier over kan vorder na gefien werden onfen
infijn Spreeck-woorden.

De tweede, ofte Voorfle vinger wert by de Gri^^\'

ken Lkhanos, dat is Licker, als oock Ön^ttV\' ^^r t
Wi;fer genoemt, gelijck by de Latinê Index. SoO
Bomiusm het 8. Schimp-dicht van fijn 2. bouck:
Indke monfiram digho. ,

De Middelfte vinger heeft by de Griecken, end^
Latinen oneerlijcke namen , ende is by haer foo
«"^
acht geweeft, dat fy hem gebruyckten, als fy yem^"^
wilden uyt-fpotten. Sulcks blijckt uyt den poeeti^\'^\'\'\'
tJalisi.Epigr.i2.

ÉJdeto, CS\' digitumporrigito medium. cnds
OÜendit digitum ,fid impudicum .
als oock uyt de poëet luvenalis:

--cumfortuna: ipfe minaci

Mandaret laqueum, mediumque oBenderet unguem
Daerom feyt men oock by ons,dat de hoeren dé ring"

aen den Middelften vinger dragen.

De volgende Vinger heet by de Griecken na fiiö
ordre
Paramefos, by de Latinen Medicus, om dat (g^\'
JijCK gefeyt wert) ét ovideMedi^tjnsh^LQx Medicamentif^
daer mede plachten te mengen, als geen vergif ko«!\'

nende lijden, dat hy niet terftont het Herte foudet^
kennen geven . Om de gemeenfchap die hy met het
Herte neeft,werthygemeenlickHf;\'f-t.Wgenoenif\'
tn hier van geven reden
Jgeüius i o. Noa.An.t o. etid^
Macrobius, op de voor-gedachte plaets, uyt de bouc ^
ken der Egyptenaren , hoe datter een Zenuwe van\'\'
Her_tefoudekomen in defen Vinger: ende dat daeroi^
! Va^^jRomeynen defen vinger,als aen het
«dellte deel gehecht zijnde, plachten met den ring"

-ocr page 563-

BEE N D E R E N.

X) n. C IN JLI x:- JCS. .C, JtN . 149

K woonen ; daerom oock in\'t Latijn ^nmlaris, ofte
"gh-vinger geheetenj ende op de felfde maniere in
\'3liaenfch
il Dito ddaneüo, in\'t Spaenfch d Dedo dd
leh Franfchk Doigt del\'ameau. Maer\'t ge-

^ "et Herte aen defen Vinger geeft en is geen Zenu-
^en\' Slagh-ader. Want de Zenuwen fpruy-

\'lyt de Herifenen, ende den Rugh-graet, ende de
J^gn-aderen uyt het Herte. Het kloppen (een Ze-
.^e en klopt nietj kan men met den voorften vinger
Ju v^kelijck voelen in de gene, die feer vermoeyt zijn>
f * rouwen, die in arbeydt fitten , ende in alle fieck-
Van\'t Herte. Degene , die van haer felven zijn,
feif ^ \'pen wederom bekomen raet het melckë van de-
Yii * inger. DeZierickzeefche geneef-meefter hem\'
C fchrijft t.
de Occult. 11 . gelijck de Natuyrlijcke
f^cht gewoon is de overtollige Vochtigheden de
^ckfte deelen toe te fenden, dat hy bevonden heeft
pj.^erfcheyden Gichtige, die handen ende voeten voj
J tl Waren, uyt-genomen defen vinger, de welcke,
Hev"^^^ gemeenfchap met het Herte, van geen fwarig-
nie -Ende daerom en fterft men van de Gicht

^\'gelijck het Italiaens fpreeck-woort feyt:
La Gotta, e la Quartana,
Nonfamo fuonare campam.
Vjp^de Pocken en ontfien de weerdigheyt vandefea

niet, ende maken wel dat de kloeken luyden.
deQ . aetfte vinger heet
Plinius de kleynfte, Minimus,
oock Mikros, ende Otites, de Latinen me-
^der O\' ende na beyde, de Duytfchen
Kleyn,
Jljgj. 9^^-fingerlin, dat is, Oor-vingerken, om dat men
•ïr;.. ^^ felve in de Ooren peutert. W\'

Kk

! Ooren peutert. Wy noemen het
\'^g.^\'figerken, ofte Pinck.
Van n\' "" genoegh van deVingers-,kan vorders daer
Aj^ gelefen werden, behalven de Ontleders, by
hnü^t 7-Saturn, t^. ende Cal. H^hodiginus in\'t 27.
van fijnOwde lelfen , op\'t 12. capittel.

(8) Gs.

-ocr page 564-

150 vande uhttoti^

(8) Gelijckal\'tgene van\'t Schouder-^
uytterfte Vingeren koomt, by de Griecken ^^ g
te Hant geheeten wert: foo noemen fy ; p^^, dat
van de Heupe tot de uytterfte Teenen
ftrecKt r ^^^^
is Voet. Wy geven \'t den naem van Armen »e _
nen. Defen grooten Voet wert mede, geÜj\'^\'\'^ pyg >
te Hant ofte Arm, gedeelt in drie deelen, ^^^

Been, ende kleyne Voet. Welcke verdeelinge

gangh hoogh-noodigh was, gelijck de poëet ■«\'
mede aen-gemerckt heeftin fijn
4. bouck:

Profpicere utjojfmus ut prof ene vidï
Procerospaffus Jdeofaftigiapoffe _ .
Surarum,atfemmumpedibusfundateipU^f\'^\'\'. jeu

(9) Het Dye-heen is maer een been, gehj\'-jlgj, ge-
Arm het Schouder-been. Wertby deGrie^gg,
noemt
Méros (welck woort fy gebruyckenin
boorte van
Bacchus uyt de DyevanT«/\'zV«\'\'\'
derlijcknietna deuyt-leggingh van d\'heer ^
^rifiarch. f.) by de Latinen Femen, ende
rendo, van dragen, om dat het Lichaem hier op g

ende gedragen wert. Dit is in de Menfchen j^g I
Apen^het langhfte, ende grootfte
: maerj^pyit,
Dieren, in de welcke het voor het meerendeeli-.-(-ij
is het korter, als het Scheen-been, voornamen /
in de Vogelen, waer door
Arijloteles bedrogen b
weeft, doen hy fchreef, dat de Vogelen geen
been en hadden. recht-

De Gedaente van dit Been is langh,ront,ende ^^^
achtigh : doch niet geheel recht, maer wat kr® ^ jg
binnen nadeKnyé dalende, om
foo veelte ^^^j^t
konnen ftaen , te wandelen, ende te loop^".\' fcchc ,
in de gene, die dit Dye-been van naturen al\' ^gj-ts, |

hebben,ftaen de Knyen oock recht, meerder m 1

als uytwaerts wijckende; het welck een j.mee- |
maeckt. Soo dat defe gedaente voor de He ^^^^ i
fters wel ftaet aen te mercken, gelijck Hippocrate ^^^^

-ocr page 565-

Ve beenderen.

^eji r"*\'\' » vvanneer het koomt te bre-

Van* \'""^^"y^ijcke kromte te laten houden. Het is
etid hultigh,\'t welck tot het fitten bequaem is ,
iig^^ot vele wercken, diewyal fittende doen, ofte
end leggenjgelijck de fnijders,

gl\' ^\'"aft-klimmers. Aen de zijden is \'t rondt,ende
in e \' ^«^hter plat, ende hol: maer boven eyndight het
eè Hals, ende twee Uytfteeckfels,onder in

Jiooft met twee Uyt-fteeckfels, endeHolIighedé.
fcC ^^.Opper-hooftis hetgrootfte, dat in een Men-
fer " i®\' rondt, ende langhachtigh, om te be-

jJ Je konnen fchieten in de diepe holhgheyt van het
^ upe-been, ende alfoo de geledinge vafter te maken.
^ \'^elck wel noodigh was, om het fwaer gewicht *
ft \' Dye-been moet dragen,ende waerom het oock
j^n ftercken ronden Bandt, fpruytende uyt de hollig-
Seh Heupe-been, daer fy beyde mede t\'famen,

de zijn »gekregen heeft. Hetis medeeffen en-
jj^ ê\'at, met een glibberigh Kraeck-been over-troc-
EerK ^^ dat de Dye foo veel te lichter, endevaerdi-

j^^ygen , uyt-fteken, ende om-draeyen foude.
Ijjjp "der het Hooft is den Hals, die hem na boven
aci^.\'chtigh uyt-ftreckt, maer na binnen wat krom-
Itgfj in-buyght, om de beweginge lichter te ma-
gev\' Vaten, gelijck
Galenus fchrij ft, plaets te

^^nd^\'tP^ gene, die defen Hals wat te kort is, heb-
hjj ^Beenen te veelinnewaert gebogen , endeder-
tgjg^^ den gangh ongemackelijck: foo dat de langh-
te j ® kromte van het Dye-been tot den gangh,rech-
^elck fterckte van \'t Lichaem, veel helpen. Het
ÏJq j -^rchilochus wel verftont, als hy die alleen voor
Dyt^\'^^yden uyt koos, weickers knyen wat bochtigh
weken alfoo die geftalte een vafte Voet

twee Uytfteeckfels, een groote, ende een
J
, Trochantem by de Griecken genoemt, dat is,
L Draeyers j

-ocr page 566-

ï5z V A N D E ..^anhatf

Draeyers, omdatlyj door de Spieren > ai^
oirfpronck hebben, de Dye doen draeyen. gfder
Nu hoe hec Dye-been onder de midden j|ghc
na beneden gaet, hoe het dicker wert, ^ndeey
ten laetften in een breet hooft. Uyt
dit Hoort
van achteren twee Uytfteeckfels, tuifchende w ^^^^^
een duym breet plaets, ofte een holligheyt ^gfc
wert, waer in fchiet een Uytfteeckfel van
van
deTibia, ende wert met de felve, door een^ yjn
de geledingh gehecht j alfoo beyde de hoofde" jg
het Dye-been fchieten in de twee holligheden ^
nbia, ende het Uytfteeckfel van deTi^wontt^^
wert tulfchen de twee Uytfteeckfels inde jg.
holligheyt van het Dye-been . Defe dubbelde g^^^
dinge is oirfaeck,
dat men de Tibia niet en kan ^^^^
draeyen . Daer-benevens, om dat defe Hoofden ^^
achter veel uyt-ftrecken, ifoo koomt, datwy«^ Ag,
nen niet verder, als in een rechte linie konnen ^^^^
ken. Even-wel zijnder Mannekens ontrent wo^\'*^

gevonden, wekkers Knyen van beyde ^ij^^^QH-
gen , ende die van niemant in \'t loopen en könne .
derhaelt werden . Sy zijn ontrent drie voeten gjjs
gelijck Df P<ä<ifl?, met een van
haer Iedere klee
van daer gebracht, ons plagh in fijn
Ontledinge a
wijfen. In defe geledingh is veel ghbberigh
been , om dat de Knye foo veel te lichter fo" ^ i,y£
nen bewegen. Hier is oock eenen vaften Band ^^^^
het Uytfteeckfel van de
Tibia fpruytende , waei ^^
de Dye
met de Tibia, niet anders, als fijn bo^
hooft fnet de Heup vaft gemaeckt wert. ^ ^jgt,«

Defe holligheyt,daer de Tibiain\'t Dye-been Ic"
noemen
wyHaeJfen>de Hooghduytfchen K»)^\'^^\' je
de de Latinen
Poples. Daer vsn koomt de naem
vermaerde ader
icna poplitis, of men feyde ■f^\'^v-\'^\'^ljin •
uyt de welcke
Hippocrates raet te Laten in f?

Wy lefen in de Roomiche hiftorye van Li^ff^^\'

-ocr page 567-

l beenderen. 153

Plavyanden de Banden der Haefîens

i ^\'\'chten af te fnijden 5 (hst wthkhy Poplitesincidere
^t) ende lietenfe alfoo voor onnut leggen.
iti ^an
defe geledinge heeten wy de kjiyê,

^ turiecks Go«« s ende daer van in\'t Latijn gm«.
een "a^-\'edenis,
ofte om dat de Knye in \'tbuygen
çj"enhouck (in\'tGriecks gora^j maeckt, ofteom
l \'^aer mede fijn felve verootmoedight,\'t welck
beteyckent
. Want dieootmoedigh yet bidden,
len
op haer Knyen . Hier van feyt den naeu-keuri-
ht; "avorfcher
van den oorfpronck onfer tale, d""- Go-
J^s Becams, dat Knye den naem heeft van Kjn-nie,
î® \' ick beken, niet te konnen doen. Want die op
knyen fit, bekent, dat hy hem geheel in de macht
by/®"^anderheeft over-gegeven. Soofiefck,dac
gçjpen Grieckfche hiftory-fchrijver Herodotusaetdigh
wor^\' *^ert, es gom éde, hy heeft hem op de Knye ge-
)|g pen,
voor hy heeft hem overwonnen. Hierom
)aj ^en de gene, die yet ootmoedigh van yemandt
voor den felven op de Knyen te werpen.

. Z^^iti^ proriisJüppkx ,JÏmilifque roganti.
hebkp ^an wy oock exempelen in de h. Schrifture
v^jam \' geleert werdé, dat in den naem

docfe ^ Knyen fullen buygen. Sulck bidden gefchiet
ten va?^^\'^"\'"^^^" ^an de Knyen (gelijck in hetgroe-
soo r"^?
Françoifchen) der gener die gebeden wert.
ichri, ft Virgilius |. ^neïd.

■eticje ^*S.^^^^ampleElenseffaturtaliafitppkx.
Vervo P°ëet Claudianus, in fijn bouck van de

"^voermghvanpro/er^/«4:

7—- genibufque fuascum fupplice fletu

, Euripides, en andere Grieck\'
\'chriift r\'^" » Hiftory-fchrijvers te fien.
Plinius
leer vvel van defe manier in\'t î j-bouck van fijn

-ocr page 568-

154 VANDE

Natuyrlijcke hiftorye , op \'t 45. capittel: ^^ ^^de
ran de Menfchen is eenige E^ligie, na het onderhouden
volckeren. De biddende rakenfe, flrecksn de handen
uyt, fy bidden die aen als autaren, miffchien om dat in ^^r^^n
tenige levendheyt is. Want in de t janten-vouginge f J
de Kjiyen , aen de rechter, endeflincker ^ijde van
dubbelde Kaecx-holligheyt,de welcke geopent :{ijnde,foo
ter de Geest uyt, gelijckuyt de Stroot
. Uyt dit ^^ ^
miffchien gekomen het gebruyck om de gekruyfi^\\»j.,
lijck wyby
de Euangelifien lefen) alsfy haer ee^
ter eynde wilden maken, de Knyen te breken. ^ j
het woort
Skele, dat gebruyckt wert, en beteycj ^^
niet alleen de Beenen, maer oock byfonderh;^^
Knyen . Maer wat wil
Plinius feggen met de l^^^^gt
holligheyt wat gemeenfchap hebben de Kny^"
de Kakend dat fal ick nu verklaren. Het
Kint is oP.
geftalte in de Lijf-moeder gelegen, dat het de B^^ jg
gevouwen heeft, ende metde Hielen fijn
met de Knyen den Oogh-houck raeckt. foo dat»
mige meenen, dat de hoUigheyt, daer deOog^ j,
ftaen, van het ronde Beenderken, dat voorde
ftaet, gemaeckt wert, ende dat daerom de knye"
nua ia Latijn van Genis, dat is, de Kaken ,
noemt wefen. Van wegen defe oirfpronckeluc\'^^^^t
derheyt heeft wel lichtelijck
Plinius, de HoI»5" ^
tuffchen de Knye na de Kaken genoemt. ^gn

Het gemelte rond Beenderken bedeckt van „
de vougingh van het Dye-been, ende de Been
m de Knyé. Wy noemen het
Kpye-fchijve,
Duytrcben Kinie-fcherb, de Gtiecken Mule,
lijckeniflè, die het heeft, met een kleyn molen-"
gen, de Latijnenalsof men
 Jl.

fchotelken, ende de Fran^oifchen Palette f^f^efl
De gemeenfte naem is P^tula, dat is foo veel jj,
als een ront radeken, gelijck het niet alleen
maer oock beweeghlijck, ende dien
Latijnfchen ^^^

h

-ocr page 569-

. beenderen. tss

enrf ^^degevolght van de Spaengjaerts met nodtUas,
J «e de Italianen met
I{otuU ddgemcchio. Het is een
yn,ront, endekraeck-beenighbeenderken, met
jt^dere beenen tefamen gevought, maer op de
VeJif drijvende, ende met pefen ende vliefen daer aen
roonden. Het Gebruyck van defe Knye-fchijf is,
laegeledingh van het Dye-been met de Been-pij.
»Oo op dat als wy wandelen, ofte van

j ogeplaetfen neder treden , ofte oockde knyean-
buygen, geen ontledinge na voren foude ver-
Uyt ft 1 ^^\'^den; als mede om te beletten , dat het
fourf van\'t Been niet buyten de rechte linie en
het i S^en \' ®"de daer-en-boven om de vougingh van
hier • y^-been met de Been-pijpen te decken. Want
een dubbelde Holligheyt onder, een voor ende
(Je^^nter,in de welcke veel levendigheyt van de Ou-
heK^^ftelt wert, gelijck wy terftont uyt
Plinius gefien
De voorfte Holligheydt is vervult met een
de mui*\'\' waer door de Nature defe plaets glat, en-
•»iet houdt, om datfe, door te veel bewegen,

lett^" verdroogen , ende alfoo den gangh be-
hjej.\'^" Om de felfde oirfaeckfiiiaren de voer-luyden
fien \'J\'^Sens. Ick hebbe tot Leyden een vrouwe ge-
dit tip de Knye een Gefwel door brack, daer

onerv/ • Heel-meefter noch

Vvend „ meende dat het Etter was, ende

door h ^^^ drucken, waer

ttiede / "^Knyeftijf maeckte. In defe geledingh valt
Crieck Gicht,die, na de plaets, vande

•^^emi^^^" \' als of men feyde, Knye-gicht, ge-

Sequéir\'^\'\'\'^\' Hier mede zijn deBlauwfchuytigefeer
Wepn u\' "\'/erom het geheele gebreck den naem ge-
\'^\'e dl de
Beenen, Skelotyrbe. Want de Milt,

^nyen , fpeeltopde

L 3 Ge.

-ocr page 570-

Ï56 VANDE

Genua hunc curforem deferuni, pivii\'

Seditionem facit lien . . ^ i-k

Defe Knye-fchijf breeckt fomtijdts, ende die
over-koomt, gaen al haer leven krepel; • c-gck
fchrijft, noyt anders bevonden te hebben. De ^^
is, om dat de Were , ofte het Eelt (met den \'
fchen naem van
Callus beft bekent) datuyt bf^g^P _
ken Been groeyt, de holligheyt van de geledingh*^^^
vult, ende daer door de bewegingh foo van het L/X j
been, als van de Been-pijpen verhindert. Even- ^
verhaelt
Bauhinus van een voor-fpraeck , die do®^,
val de Knye-fchijf in twee ftucken over dwers g^^gf
ken hadde, ende even-wel niet manck en gingh, ^
af-gaende van een trap, alfoo hy de Knye niet en KO
de buygen , daervan moeftaf-fpringen.

(lo) Volght de Tibia, de welcke mede ? g^nJ^^gf,
Cubitus in den Arm, niet uyt een grof-been en
maer uyt twee dunne pijpen . De
Frangoifche
meiifegrand, endepetitfocile, de Italianen na het La^i) ^
I{adius, daer de grootfte pijp mede betevckent we
B^agio major, ende minor, de Spaengjaerts Efpinilla\'"^} iq
ende menor, Wy, endede Duytfchen , de groote,^"
kleyne Been-pijpe.

Het grootfte van defe twee Beenen heeft den
meenen naem van T/è/^ibehouden, gelijck Cubitus^^
in den Arm , miflchien om dat het een
tibia, dat
pijp, ofte fluyt gelijckt, en dat de fluyten der huyf-^"^
den daer van eerft gemaeckt zijn. Het ftelt de Sch^^ j
ende foude daerom
Scheen-been van ons konnê
werden, gelijck het ander Kuyt-been. Op de
vertoont hem eenen fcherpen rugh,in \'t Griecks A/i
tha, dat is, Graet genoemt, een plaetfche met feer vvfj^
nigh vleyfch bekleet, ende die daerom, gequetft
de, geen vettigheyt en kan verdragen, maer aUe
drooge Heel-middelen vereyfcht.
Onder andere
gen > die
Momus berifpte in des Menfchen

-ocr page 571-

. BEENDEREN. 157

j^as mede} dat lupiter de Kuyten niet voor defefcherp-
e van de fcheen gefet en hadde. Dit Scheen-been is
gedaente langh, ende drie-houckigh , onder ende
j.?^en dick, ende wert boven aen het Dye-been, ge-
^Jck gefeyt is, ende onder aen de Koot gehecht.
I
j Het Scheen-been is alleen geledet met het Dye-
1 ) niet met het ander, dat wy
Kuyt-hen genoemt
.ebben ; Perowebyde Griecken,endeF/\'/\'«/^by deLa-
\'nen gefeyt: maer dit is vaft aen de buyten -zijde des
fcheen-beens,alwaer een holte is, daer het Kuyt-been
K^et fijn hooft in koomt,ende wert dan noch met fterc-
ke banden vaft gehecht. Ende van daer af defe Been-
J^\'en van malkanderen gefcheyden zijnde, en komen
^et eerder wederom by een,voor datfe beyde den voet
^•ïen. Want op die plaetfch heeft het Scheen-been
diepen fpleét, in dê welcken het Kuyt-been ruften-
"och verder gaet, voort-brengende een Hooft,
ß ^ Uyt-fteeckfel, dat met het over-ftaende Uyt-
"®^kfel van het Scheen been de Koot om-vat.

^et Scheen-been heeft op de felve plaets een groo-
e holligheyt voor het
Kpte-ken gemaeckt, het welck
jan beyde zij den met de gefeyde Uyt-fteeckfels geftuc
p\'ert, ende alfoo belet, dat de Koot niet licht uyt het
P ? fchiete. Defe uyt-ftaende knoopen werden in
\'^fiecks geheeten in \'t Latijn JW^j/ieoZ/, als

P ^^en feyde Hamerkens, de binnenfte noemen wy
J^jene, ofte
Verfen, ende de buytenfte Enckele, ofte Ew-
Hier ftaet feer te verwonderen de groote voor-
chtigheyt Godts. Want dewijl defe geledingh foo
l^\'ïiaeckt was, dat het lichaem maer op een punt den
oet raeckt, ende, uyt het lidt zijnde, den gangh ofte
r-^eel beletten , ofte krepelheyt veroirfaken foude,
he ^^^^ fchutfels daer voor geftelt: die daer-

. eneffens dit gebruyck noch hebben, datfe onder haer
^ten fchuylen, ende ruften de Pefen, die den Voet be-
ogen , ende, in pletteringe, ofte quetfinge van de
L, 4 Ene-

-ocr page 572-

158 V Ä N D E

Encklausven, een groufame pijn veroirfaken.

(II) Wy komen tot de Voeten, die mede groote ge-
lijckenifle met de Handen hebben.
Ja ick hebbe fof"\'
tijdts gefien, dat de gene, die fonder Handen gebore"
waren, al haer werck door de Voeten konftigh
voerden. Ende gelijck de Menfch alleen, om dat hy
de wijfie onder alle Dieren was, Handen heeft,
werck-tuygh alder werck-tuygh, als(liervoor ge^y\'
is: foo heeft hy oock, om dat hy Handen hadde, twee
Beenen, ende \'t Lichaem recht over eynde
gerecht*
Want wie foude voor over boekende, een borgerli)\'^\'\'
ieven konnen leyden , fchrijven, bouwen, ende ande-
re wercken uyt-voeren f Veel voeten fouden wel die"\'
ftigh geweeft hebben tot de ralïïgheytimaer wat hadd«
de Menfch fulcken fnelligheyt van doen,alfoo hy
fijn verftant oock de alderfnelfte Dieren weet te ach-
terhalen i

Het eygen Ampt van den Voet is, het Gaen, oïf
Wandelen. Sulcks gefchiet met den eenen
vaft op ö®
Aerde, ende den anderen voort te fetten. Dan hetv^\'^
neder te fetten is \'t werck van den Voet: maer voor^
te fetten , van \'t geheele Been. Hier toe hebben f
Beenen foodanigen gedaente , als gefeyt is ;
ende f
Voeten werden in verfcheyde Teenen gefplift, end«
Zijn langh ende breedt gemaeckt, doch foo langh nif
als inde Handen, niet foo feer om defraeyigheyt>a\'®
om datfe het loopen, met aen te fetten, fouden helpee-
Want de Teenen tegen de aerde gedouwt
zijnde,
het geheele Lichaem veel fekerder voort-geftoote"\'
Maer de Voeten zijn oock onderhol, om te beter ovef
bergen, ronde fteenen, ende diergelijcketegaen; end^ \'
de Teenen komen te pas in rechte, kromme, fteyJ^\'
ende oneffene plaetfchen . Daerom is \'t, dat men op
muyien, ofte dicke folen foo vaft niet en gaet.

De Voet wert mede, even als de Handt in drie ge-
deelt , Tarfus, Metatarfus, ende Teenen.

THar\'

-ocr page 573-

BEENDEREN. 159
^arfus, ofte hetachterfte van de Voet, koomt over
, ^ met den
Carpus in de Handt,ende beftaet uyt feven
^. endeten. Daer van körnender meeft twee in ach-
in>
V * Hiel-been. De Xp"? heet

■<ii "" K \'Griecks ABrngdos^ welcke na-

P^yde van Badr. I««k/j qualijck gepaft werden op
UyJ j^"cklauw. Dit is het Been , daer de kinderen,
d^ Offen-voeten genomen zijnde, mede koten .
^ P befchrij ven
Lucianus, ende de Poëten Cupido, ende
"y^e^fw in den hemel te famen met koten fpelende ;
ick voorde kinderen gefonder achte, aU
Ijfp ^^rmet pollepelen te eten. S iet van dit Koot-been
^ eder by
onfen Erafmus, in fijn Samen-fprekinge ,

^^galifmus, ofteKote-fpel genoemt.
Wi Koten dragen alleen, ende by haer felven \'t ge-
j^^cht van het gantfche Lichaem, foo dat daerom de
äture niet te vergeefs bekommert is geweeft, om de
dg L^^^l te bewaren, ende gelijck met ftercke bakken
\' te weten, met de gemelte Uyt-fteeckfels
dgj-^e Beenen. Die even-wel oirfaeck zijn, dat, als
^ed plaets geweken is, feer fwaerlijck

^om kan in-gefet werden. Hierom was by de
een manier van fpreken,
Tdum reponere, de
^"in , dat is, met een fwaer werck doende

in .j j ".et ander been vandenTarfusis het Hiel-been,
«dCat^^^^" genoemt Calx (daer van feyt men A Capite
hej als oock Calcaneum, ende Cakarpedis, om dat
Sul* jf K^^-eens ^en fpoor, achter uyt fteeckt.
Weten fonderlinge voorfichtigheyt gedaen, te
niet I •\' O"! dat de Menfche, die recht over eynde ftaet,
feg„"^"tehjckachterover en foude vallen . Endefoo
datfe de gene, die dat fomtijts gebeurt,

\'\'OUw; K ^ Hielen zijn . Achter toont het eenige
is, . §"eyt, alwaer een groote Pees geheel vaft aen
LichS ^"de fterckfte van al de gene, die in \'t

«em2i;n, fpruytende uyt de Spieren van de Kuyt.

L 5 Dit

-ocr page 574-

VANDE

Dit is de Pees, waer by Achilles het verdagen

van HeElordne mael rontfom Troyen fleepten? g^Vu,

de poëet Homerus befchrijft. Dit is oock de P^^ j ^

uc puccL nwmrHJ ucictiiijiu . JUni. i» uiicftut f . j fgil

daer de Kack-hielen vallen , waer mede de kind^
meeft gequelt zij n . .

Het tweede deel van dêVoet is Pediumin\'t j,
genoemt, ende , om dat het met het Metacarpiu^ ^
de Hant over een koomt, Memarfus. Wy heeten \'t
de Latinen , Italianen, Spaengjaerts , endeFrsn?^^^
fchen,
dePlame van den Voet; oock Sole, ofte Bal vA^ j,
Voet,
gelijckde Duytfchen Solenamfujf. Istefa\'^ j.
gefet uyt vijf beenderé; endeden grootften heeft ^ .
twee beenderen , om dat het voorfte van de holüg" ^
van defe plant foude vafter op de aerde ftaen. ^

De Teenen zijn gelijck de Vingeren, maer korter
redenen verhaelt, ende mede vijf in getal. Collen\'"\'.^^
fchrijft in fijn Italiaenfche hiftorye van Napels,
Ottho van Bruynfmijck^, de man van de koninginne ^^
na, aen elcken voet fes Teenen hadde. Dan dat
gebeurt foo felden niet, ofte is noch alledaegh1^
te fien. • ^jj

(12) Boven alle de voor-verhaelde vint men n^^^
eenige kleyne Beenderkens in, ende op de geleden ^
de Teenen, als oock van de Vingeren, by de Gtiec^^^
Sefamoidea, ofte Sefamina genoemt, van wegen de g
lijckenifle, die fy hebben met het Lijn-faet.

Het Getal van defe Beenderkens gaet onfeker.Sö

mige hebbender in de Hant, ende de Voet twaelf i *
derefefthien, eenige veel meerder; alwaer dan de\'^.
foo kleyn vallen , dat menfe in de ontledingh niet v
den en kan. Sy zijn in de vier Teenen foo veel
der, dan in de Vingeren, als de Teenen felve
der zijn, dan de Vingeren. Maer gelijck den g^\'^^\'L^
Teen van grooter beenderen is, als den
Duym i ^
heeft hy oock defe veel grooter. Derhal ^^

zijnder aen d\'eerfte geledingh van den grooten e®^^

i6o

-ocr page 575-

, BEENDEREN. . Ï6Ï

het hooft van \'t Pedium, dat hier aen gehecht is, twee
gfoote geftelt, waer van het binnenfte ontrent eens foo
§foot is, als het buytenftei foo dat het de helft van een
Sefchelde erweet in groote en gedaente wel gelijckt.
pe Arabiers noemen dft beenken
Albadaram, om dat
"st van vyer, en alle bedervinge onbefchadight blijft;
jjyt het welck fy gelooven (gelijck de Joden van Lu^)
\'latde Menfch hierna vernj ft, niet anders als het Kruyt

\'\'yt het Saet. Ende D\'- Bdol^n meent, dat dit het ey-
E^n is, \'t welck van
Agyippa onder den naem van Lu^
""fchreven wert. Dan dat fabuleufe Lu^ is een ander
Plaetfch toe-gewefen, te fien by den hoogh-geleer-
^^nPkmpius. , _

Het ampt van defe Lijnfaet-beenderkens is, de Ge-
\'®den te ftij ven ,ende te beletten, datfy foo lichtelijck
piet uyt haer plaetfche gefchoven werden. Ende daer-
benevens doeke noch in den Voet, dat hy in \'t ftaen,
eü wandelen, oock door ongelijcke plaetfchen vafter
\' ende dat de Teenen, terwij 1 wy ftaen, ofte wande-

\'«ii ï vaneeen fteenen s ofte andere uyt-ftekende din-
gen , lichtelijck verdraeyt, ende alfoo ontledet foude

Werden.

, Ende dft is nu watbelanght de Befchrijvinge van

de Beenderen onfes Lichaems. Wy füllen nu ko-
"^en tot haer twee Gebreken, te weten, Ontledinge,
^"de Breucken .

-ocr page 576-
-ocr page 577-

VAN DE BEENDEREN. i6|

^eCe werden tefamen gevought op tweederley wijfe,
^Oor
Tj\'amm-gmyingeAc welcke is een vereeninge fon-
der bewegen, ende door , waer in de Been-
n^ïé met haer uytterfte aen malkander gevought zijn,
l^feckende tot beweginge van haer Deelen ; ende defe
\'Wederom driederley, In-geledinge, Aen-geledinge,
^"•de onderlinge In-fchietinge. .
P Een
ïn-geledinge is, wanneer de Holte van het ont-
^^f^gende Been wijdt, ende diep is , ende het Hooft
het in-fchietende, grof, ende groot, gelijck te
"en is in de geledinge van \'t Dye-been met het Heu-

ï>e-been.

. Een Aen-gekdinge is , als de Holte vlack is ; gehjck
de t\'famen-vouginge des Onder-kaecks.
Een
onderlinge In-fchietingh is, als beyde de Beende-
•"eo Over weder zijde gelijckelijck in malkander ge-
Nght werden.
Sulcks gefchiet ofte in twee Been-
den , als in den Arm i ofte in drie, gelijck in de
Vervelen. ^ .

,, In degemeene Geledinge, daer bewegen by is,valt
r^\'een het Ontleden, dan in alle beyde het Breken. Van
eerfte füllen wy in \'t tegenwoordige , van \'t andere
^ \'t volgende 7. capittel handelen .

(i) Omledinge (gemeenlijck Diflocatye, ende Luxa-
.^^genoemt) iseen af-wijckingevan de Beenderen die
^\' ende aen malkanderen geledet waren, waer door fy
j^t haer natuyrlijcke plaets in een andere fchietenjen-
^e de vrywillige Beweginge beletten.
j. (3) De Oirfaken van Ontledinge zijn ofteuytweh-
^\'ghjofteinwendigh.

De Oirfaken komen meeftendeel door

Sewelt, als flaen, ftooten, vallen, uyt trecken; gelijck
Pfs in de geboorte oock kan gefchieden, wanneer
^e onvroe-Vrouwen het kint met gewelt uyt trecken.
De
Inwendige Oirfaken zijn Vochtigheden (waerom
kinderen lichtelijcker io dit Gebreck vervallen)

-ocr page 578-

i64 V A N D Ë ftece

die op de Gewrichten fackende, de Banden .g^gn
facht, ende te dweegh maken, foo datfe de Been ^^
uyt haer plaetfche laten fchieten j ofte vervollen ^^^
felve verkorten, ende in-trecken, waer door df y gj}
den uyt haer plaetfch getrocken werden , gel^^^^jgr
fiet in magere, ende uyt-geteerde Lichamen.
toe behoort de ErfFenifiè. Want men bevintj dat P
tige, ende Mancke ouders, oock dickwils foodan &
kinderen voort-brengen.

(4) Van defe Oirfaken wert het voorname
fcheyt der Ontledinge genomen j als oock uyt de
daer het ontlede Been in fchiet, Sulcks gebeurt v ^

bovenen na beneden , ende van beneden na bovene

van de flincker zijde na de rechter, ende wederom*
de rechter na de flincker, alsnoch van voren na ac"
ren, ende in tegendeel van achterenna voren. j.

(5) AI is \'tdat men dickwils fiet, hoe deH^^^^
meefters, tot fchande van haer Konfte, oirdeelen o
eenigh Deel uyt der Lidt is, ofte niet; foo en

de Lede-fetters gantfch geen fwarigheyt om op fe^-^jj
Kjn-teyckenen haer oirdeel vaft te ftellen. Het welck\'j^j
inde ervarene oock foo bevonden hebbe. Endefuic^.
en is niet vremt; dewijl fy dagelijcks van alle
foodanige Ontledenekrijgen, ende daer door m^^\'^fg,
ervarentheyt, als een Heel-meefter, metter tijdt
komen. Anders en fchijnt dit werck oock foo f^^ j

niet, dewijl het door Sien, ende Gevoel en kan beke

weerden. Want in defe Ontledinge, vertoont hem e
Gefwel in de plaets,daer het Hooft van\'t ontlede .
in geweken is : ende een Holligheyt in de plaets, da
het uyt gevallen is. Het welck te lichter kan aen-g
merckt werden, wanneer het Lichaem niet al tedic \'
noch al te vet en is. Daer-benevens valt noch, na ve
fcheydenheyt van Oirfake, hier voor vermeit, het ny^^
geweken Lidt korter, ofte langer;
eijde derhalven g
leken zijnde
met het gefonde, als een Arm > met e

-ocr page 579-

^ beenderen.

Vonj \'®®"Been meteen Been, kan lichtelijck onder-.
Cew " de verfcheydenheyt. Vorders alfoo de

\'loorf I gemaeckt zijn tot Bewegingej foo moet
gern volgen:dat wanneer die Geledinge lofch

^ naeckt IS, ende het Been uyt fijn Gelidt fchiet, de
gi-ootelijcks befchadight wert. Derhal-
en(jp f ^\'.eenigh achterdencken valt van Ontledinge ,
hoüf Beweginge niet verhindert en wert,foo en be-
tili fulcks daer voor niet te keuren. Selfs Quin-

in ^^^^^ dit wel verftaen, alfoo hy feyt <; .Om.lnft.
Vlvt k , dat de Leden , maer een weynigh

Vergjplaetfcb zijnde, het gebruyck, datfy hadden,

De Voor-teyckenen werden getrocken uyt de Ge- .
•>,..te*an\'t Lichaem, van de ontleden Beenderen,den

\'^tjendede Toe-vallen .
% dat een Been lichter uyt het lidt fchiet, hoe
y: ^ock lichter wederom in te fetten is. Sulcks be-
tieh kinderen, ende jonge luyden, die voch-

fch\' Lichaem zijn. Het tegendeel ge-

^ let in degene , die haer jaren hebben, ofte dick en-
dj^eyfigh zijn. Want in de felvige wert de Gele-
Etid^ door de dickte der Spieren nauw vaft gehoudë,
Q^e derhalven niet als door een fware oirfaeck toc
ji^^t\'edinge vervalt, ende daerom oock fwaerlijck is
fe fetten. Dan in Magere, die door fieckte half
oJ^V^^eertzijn, is de Geledinge loffer, waerom fy
de n "\'^^^ehjck uyt fchiet; waer by koomt, dat door
r ^\'appe Vertennge veel Slijmerigheyt tuflchen de
^ lïia vergadert, die de t\'famen-vouginge lofch

\'^ae^ T 3ndere,die van naturen mager zijn, dewijl
rg.\'^^iehaem droogh , vaft, ende hecht is , de Spie-
ende Banden fterck ende droogh,werdê de Been-
lichtelijckontledet,ende uytterlidt zijnde,
aerlijck in-gefet. De Ontledinge van Inwendige
\'^sck, na datfe herftelt is, fchiet wederom licht

«yn

-ocr page 580-

t66 VANDE .Je

uyt; omdat de Banden door-drongen zijnde VS"^
overtollige Vochtigheyt, de Beenderen niet ^^
konnen tegen houden. De Gewrichten, die tot
nighderhande Bewegingen gefteltzijn, vallen fw^^^^
der in te fet ten , maer werden beter in gehouden. ^ ^
dat oock een Been verder uyt fijn hol fchiet > h^^yJ
fwaerder herftelt wert. Een Ontledinge {feydt (^t^^J
in de welcke de randen van de holte, die het
hooft
een ander been ontfanght, gebroken zijn, werf g^? -
deelt voor de quaetfte . Want al is \'t al in
-gefet j
en kan het niet langh duren, ofte koomt door de
fte oirfaeck wederom te ontfchieten. Vorder«
nen alle Gewrichten wel uytter lidt gaen, maer/"
alle wel in-gefet werden. Want op een ontled»"i
van\'tHooft, volght terftont de doot, om dat *!
Ruggen- morgh daer door terftont aen fijn beginfe^L
gedruckt wert, ende alfoo het uyt-vloeyen v^a^Kh
ende Geeften belet. Het felfde heeft oock plae^^
in de Wervel-beenderen, die uyt haer plaetfch fc^^L
vende, datelijck groote Swellingh, ende Onftel^Jfj,
verwecken. Hier van fpreeckf de poëet
Silius i"\'\'\'
lo. bouck:

■-Tehfims ad ojfa

lUifo faxo, ([ua fpina interFlruit anus,
Occumbit. .

Het felve gebeurt oock in fommige ander DeeléjW^
van eenige ontledet zijnde, de doot veroirfaken > ^
dere nimmermeer herftelt konnen werden . tj

Verouderde Ontledinge,ende die aireede door
verhardtis, wert felden, ofte nimmermeer geholp^ \'
daerom en moet in \'t begin het in-fetten niet uyt-&
ftelt werden. ,

Wat de Toevallen belanght, daer van füllen WV
volgende capittel handelen.

(7) De Gemfmge beftaet in hetontledene weder-
om m fijn natuyrlijcke plaets te brengen, ende t®^ ^,

Hm

-ocr page 581-

den . , B E E N D E R E N. iè?

i «iele T \'vertte wege gebracht door Vier mid-
tien f\' ^^y^-reckenjn-fetten, het in-gefette door bin-

" te Verfekeren ,ende het Stellen .
haer > alfoo de Spieren van \'t ontlede Deel

; opschorten, foo moet het felve uy t-gereckt wer^
Wae" j de gelegentheydt van de ontledene Plaetfch ^
\'ieft\'^ , Beenderen hier ofte daer geweken zijn,ende
fterrij ^^ der Banden, ende Zenuwen, door de Mee-
\'ndp ^"den
y ofte door Werck-tuygh, by Paré, ende
: der „y^-g^^^^dt. D« Uyt-recken moet ten al-
^eel werden, ofte, indien den

Onfl later gehaelt is j vvanneer de vrees vad

terj i\'"geoveris; ende moet foo verre gaen, dat-
Jiet u de Beenderen wat vry plaets blijftj op dat
de verzeert en werde,ofte de Randen van

dat ^f en breken . Hier dient oock gelet»

hou\'j uyt-recken het Deel in eé bequaem ftanfel ge-
dra " > ^"de de Spieren recht, op datfe ver-
haer hooft niet buyten, ende haren ftaert
"/jenen ftellen.
^ee tFyt-recken wel gedaen zijnde, foo rtioet het
Uyt.\'\' ^ederom gebracht werden in de plaets, daer het
gejj\'.S^\'ehotenis; ende fuicks doqr den felfden wegh,
fbo ^ \'^et van flincker nae rechter gefackt was,
■"«cht het na flincker gedruckt werden ^ indien van
: flincker, foo dient het na de rechter weder-

fen I ende op de felfde wijfe, als het van vo-

is, ^ächteten, ofte van achteren na voren gefchoten
foo facht, als \'t mogelijck is, gedaen
I Verf,^/)» ende j foo het noodigh is , met voor-gaende
bo if^^ddelen (befchrevenin\'t6cap.van\'t
; opdat hetHooft nieten kome te ftooten

Wp^^^^\'^eyt, ende om geen Pijn, ofte Onfte-
het™ verwecken. Moet oock gefchouwt werden
, te brS^ Hooft, op dat het niet en kome

i Nu dat een Lidt wel in-gefet is j ftaet daer

M aen

-ocr page 582-

i68 VANDE

aen te kennen, wanneer hec Deel, ende de Geleai"?.
haer natuyrhjcke Gedaente, ende verloren Beweê\' .
ge wederom bekomen hebben alsmede wanneer
vergeleken zijnde mee fijn gefont tegen-been, de^^
de Lenghte heeft,ende de Pijn, die daer te voren \'
op houdt. Dickwilswertoockgehoortjdathetß^
in fijn Holligheyt fchiet. Even-wel en is op dat H®
ren niet vaft te ftaen, dewijl fulcks wel kan gefchie" ^
door het af-breken van de Randen der Holligh^^ \'
waerom dat dit niet en feyt, ofte het moet met de ^
dere Teyckenen over een komen. , .

Wanneer het Been wel in fijn plaets gefet is\' ^
moet het uyt-recken neder gelaten werden , vvaer
dan de Spieren met eenen hare oude plaets weder"
in nemen . Dat gedaen zijnde, dient de Geleding
verfterckt, op dat het Lidt niet weder en kome ^
fijn plaetfch-te fchieten. Sulcks gefchiet
voor
verbandt met te rugh-drij vende Middelen, te ßenJn
1. bouck, op \'t 2. capit tel.

Ten laetften dient het Deel met bequame ^
tels verfekert, ende is\'tnoodighinpapierefpalek^ \'
altijt gehouden in fijn natuyrlijcke geftalte, ende ^
den vierden, ofte fevenden dagh niet verbonden? \'t
zy datter groot Juckfel, ofte.Pijn toe-flaet. ^^

(8) Wu de Maniere van Leien bshn§,ht.
dient hier werm, ende droogh te wefen ; ende W3 _
neer fy uyt haer felven foo niet en is, gemaeckt > a®
fuicke Middelen, als in den
Schat der Gefonth^f^PL
fchreven zijn . De Spijfe moet niet te veel, ende Ijf ,
om verteren zijn.
Het Calfs-vleyfch, infonderheyt ^ ^
boom, en Eyerenwevden hierbeq\'uamelijck gebruy^ ^^
Bier is beter gedroncken , als Wijn j .die niet ^e P^®
koornt als op het eten , ende voor de gene, die nc
gewent zijn . Een
open Lichaem is hier dienftigh
lijckalderhandeBewegingefchadelijck. Soofch™^,
de Romeynfche wijf geer
Seneca, in fijnen l04- ^^eft i

-ocr page 583-

beenderen. 169

l jt yemmtfijn Bern gebrokemoftefijn Lidtmaet vtrvmck},

ieB^\'*^^ ^^ \' \' h roupt een Heel-

\'s B, j \' Gebreke Heel feftrijcken, ende dat Uyter lidt
"\'^\'(erom in te fetten .

Het VI. Capittei.

kinl* ^"tledinge met toevallen, t. Met Pijn ^ endeOnfle-
3. Met f^etfure,
4. Met Breuck., S". Met Vereeltheyt,

voorgaende capittei is gehandelt in\'t gemeen
\'oe n wonden; doch alfoo daer dickwils yet

fQjj\'^^et, foo füllen wy ooek die Toevallen onder-
re ^^en . Defe zi;n meeft Pijn, Onftekinge, Quetfu-

\' Breuck , ende Vereeltheyt.
tJe I ^ Wanneer het ontledene Deel j vooral eer den
. p\'-fneefter gehaelt is, Pijn heeft, ende Onfteken
aly *^°enfalhyaenhetin-fetten niet komen, \'tertzy
is _ de
Pijn geftilt, ende de Onftekinge uyt-gebluft
het r anders doende, ftaet re vreefen, datter door
de Zenuwen lichtelijck een Kramp,
^eere "ders mocht toe flaen j S^lijck, volgens de
>n\'t
Üippocratei , wd aen-gemercktis van Celfusi
dat J^\'^^P- van fijn8. bouck. Derhalven vooraleer
Verfj^" in-fetten, foo moet eerft de Pijn

fooja* ende de Onftekinge verkoelt werden, door
haelt 2 Middelen, als in \'t i. bouck ende cap. ver-
«log^ \'\'"-By aldien , na het in-fetten , ende\'t lofch
v^ert f" r^," daer eenigh Juckfel vernomen

Oiti "\'en de plaetfche ftoven met toerm Water,

faeckt j^ \'\'^\'\'Pe*^^ochtigheyt,diehetjucken veroir-
de pjj\' ^^er door te doen vervliegen; het welck oock
\'^^yde ."\'^\'en. Anders, wanneer datter geen van
®\'\'clienft" L \' het ftoven met werm Water

^««\'gh wefen, aJs de Banden, die de Beenderen
Ma vaft

-ocr page 584-

170 V A N D Ë

vaft houden, te lofch makende. Hier van is
loopigh te lefen byde Uyt-leggers over de Kort-"®
dige fpreucken
Hippocrates, endeoock by
Foren 9. Curat. Chirurg. ,. Dan in fulcke gelege"^"!
fal oirbaer wefen, dat,na het af-nemen van\'t verba^^j^
het Deel verfterckt wert met een Stovinge van\'\'\'^
J
^ijn, daer , beneffeils B^ofmarijn, ende Sdlye,
Weckende droogen in gekoockt zijn, befchreven\'"

2. cap. van ons gemelte bouck.

(3) Indien haer een Wonde by de Ontleding^ » j
vought heeft, dat, valt gantfch gevaerlijck.
door het uyt-recken van de Zenuwen, Banden»
Spieren onftaet Pijn, Onftekinge, Koortfch»
Kramp . Welcke Toe-vallen het gebreck noch
vaerlijcker maken, wanneer de Wonde dicht hy ^
Ontledinge is, als mede dat de Ontledinge valtio^L
groot Lidt waerom de Ontledinge met een %
in de Dye, ofte Schouderen gemeenlijck met ded"^
bekoft wert. Het welck de oirfaeck is, dat H/fK\'J
mhaerln-fettinge, ende fterck Binden geheel teg
is, ende beveelt in \'t beginfel niet als Brant-ftiHe"
ende Verfachtende middelen te gebruycken.
foo (feyt hy) fullen fy noch konnen op komen . P^u
halven (vought hy daerby) an kander niet feker^
m-gefet werden , als de Vingers, Handen, ende
ten , daer op wel naerftigh gelet dient, datfe niet
derom uyt en fchieten. Maer felfs oock een ViogJ"

in den wekken, gelijck het minfte quaet> oock ,

minfte gevaer is, en moet niet in-gefet werden» J
voor, ofte na de Onftekinge. Vorders\'tgene HW [
crates in de Vingeren alleen aen-merckt, dat fuik\'\'
oock in de andere Ontledingen te w«rck ftellen >
terftontin\'t begin, als hetDeel
noch fonder Onl\'J^
kinge is , een Uyt-gefchoten been met een
fachtjens (want fterck in-fetten en
foude het niet KO
verdragen) foucken in te brengen. Het vveK« -

\'i

\\é
i!

-ocr page 585-

^ beenderen. x7,

]J \'Hchuyt.vallende,foofaI men alle vlijt voorname-
H-atin de Onftekinge te beletten. Dan

"lish het m-fetten Onftekinge, Kramp, ofte ee-

(iodlnr^\'^, foo moet het Been

! Om \' " Ji^\'cks gefchieden kan fonder gewelt) weder-
indi/\'Plaetfch terftont geftooten werden. Maer
Q en wy dat gevaer oock vreefen (want een onfteken
in trk ^^^ lichtelijck niet, als met kracht,

\'ïieh! u ) fekerder in \'t eerfte, voorna-

groote Lidtmaten, gelijck Schouder,
®"f\'edetzijn, het In-fetten uyt te fteilen .
gefch- ae Onftekinge over is, \'t welck gemeenlijck
dan r T \'len fevenden,ofte den negende dagh:

Vaer (na voor-feggen aen de vrienden van \'t ge-

tlatk \'Ift,uyt het In-fetten te verwachten ftaet, ende

sitiit ^ ^^^ ^^^^^ gedaen en wert,de Siecken
aligp f^.^ntfal wefen) de ontledene Beenderen, mee
Vo^jp^^^tigheyt, wederom foucken in malkanderen te
lijcPij\' ^^ Wonde fal daer na genefen werden, ge-
f^^e" is aen-gewefen. \'

r Srewcj^te famen

Serecl. het Lidt op degemeene manier uyt-

het ontledene Been (foohetdoendelijck
\'^en plaetfch gefet werden ; ende dan

•^aeft genefen, op de wijfe, gelijck wy in \'c
^\'dien V capittel fullen befchrij ven. Doch by

\' h« Lidt niec

Valie f!, Sevaer herftelt werden, in fulcken ge-
^^ c4 ; "pen eerft den Breuck genefen ; daer na als
^ntleH. ■ \'"^et gemaeckt wefen, oock het

(Tdenein\'cLidtfetten:

ti, ^ laetften als door de verhaelde Toe-val-
Oiniedi?^^"\' Onftekinge, Wonde, ofte Breuck, de .

enH ^ terftont en hadde konnê in-gefet wer-
^\'Shevf een vereelde Har-

i\'t gegroeyt was: dan moet dieplaetfch terfton«;

M 3 ge.

-ocr page 586-

lyi VANDE Iß

geftooft, ende geftreken werden met Verfachte\'^
middelen, als in\'t 4, ende 6. capittel zijn aen-g^
fen . Wanneer het Lidt nu genoegh verfacht is i ^
lal men de overige Vochtigheyt doen verteren 0
de
Plaefter van Betonye, ofte Oxycroceum, ende het ^^
ftellen, gelijck in \'t voorgaende > ende volgende
pittelteuenis.

Het VIL Capittel.

Gebroke Been. i. Befchrijvinge i 2.
3. Verfcheydenheyt, j,. Ksn-teyckenen, ^. Voor-teyck^"
6. Genefinge, -y, Maniere van Leven.

GEbroke Been, ofte ke\\n-breuck, by de H^,\'
meefters allefins, nahet Latijn, met den ns^^
Fraaure bekent , is een fcheydinge van \'t geheel m
Beenderen, gelijck de Wonde in het Vleyfch > °
eenigh facht Deel.

(Z) De Oirfaken, waer door het Been geof^Lf

wert, zijn alle de dingen, die meerder gewelt op
felfde doen , als het kan wederftaen
, gelijck Ma^^j
Stooten, Vallen, ende diergelijcke. Endealis« ^
Df- Forejijendeanderefchrijven, defe Breucken au-^g
te gefchieden door defe Uytwendige oirfaken )
nimmermeer door Inwendige: foo leert ons de On
vindinge, zijnde de befte leerrmeefterlTe, S^"
ders . Want het gebeurt , dat het Been , vanqn^
ende fcherpe Vochtighey t, die daer op fackt, ge j^gj
door-gegeten wert, \'twelck men
Caries noemt ^
welck veeltijdts gefchiet in verouderde Pocket\' ^^gf
na langh ftrijcken met Salven,
dzet
vermenght is . Want foodanigh Caries heeft in ^^^f
door-etende , ende brekende kracht, dat eenig ^^^g
van langhs de ftraet gaende j ende haer Armen j g.

-ocr page 587-

j. BEENDEREN. 175
*^ecnen wat te veel roerende, in lïucken braken.

(3) GdJeHMj ftelt maer twee verfcheydene foorten
JiBreucken, Dwerfche, \'twelck eygentlijck een
^een-breuck is, infonderheyt wanneer de eynden foo
malkander geweken zijn, datfy niet over eenen
^onien ; ende Rechte, wanneer het Been over langhs
S^ipleten is , ende is een fcheydinge, gelijck de Sa-
§ers Over langhs in de groote balcken maken .
Cdfus
^\'^"ght hier by een Scheunfe breuck: fommige noch
j.^eygen onderfcheyt, te weten, dat een Breucke fom-
\')dts gevought is met een Wonde, Ontledinge, ofte
andere Toe-vallen.

j. (4) EéDwerfchejofte Scheunfe breucke is gantfch
\'cht te
kannen, dewijl dat de eynden van \'t gebroken
p een , als oock de holligheyt tuflchen beyde konnen
pvoelt werden. Daer-beneffens en kan het gebro-
ken Been hem niet wel bewegen i ende als de Been-
Jeren te famen gefet werden, dan valfer groote Pijn,
de eynden de gevoelijcke Deelen prickeleo.
fulcks wel te weten, moet men het gebroké Lidt
^gen het gefonde, te weten, arm tegen arm, been te-
geii been, leggen. Want dickwils wert het Lidt,
het gebroken Been korter, als de Spieren het
"^rfte deel van \'t Been op-trecken .
1 ten Breucke over langhs en valtfoo licht niet ts
.ennen 5 dan kan even-wel af-genomen werden uyt
, ^ onnatuyrhjcke Dickte van het Lidt, de Oneven-
ende de Pijn.

dickwils een Scheydingh in \'t Been, te
, eten, als alle fijne Deelen niette famen gevought
j^^nnen werden, ende als het bloot leyt: het welck te
ennen is, aen de Bruynigheyt, foo het gefien kan
en k " > ofte, foo het aen de andere Beenderen niet

Y^nght, aen het Bewegen,
fch .Wat de
Voor-teycl^nen belanght: Een Breuck-
■^eur in de Lenghte van\'t Been, vvert lichter gene«

M 4 fen,

-ocr page 588-

ï74 vande. .Jgfeo

fen, als een Sehennfe, ofte D werfche. ^f^^^QCt-
is geen in-fetten noodigh: dan is genoegh d^^ jght
lenjdie wat van malkander gapê, wederom
qqc^
werden, Onderde Seheunfejcfi Dwerfcheisƒ

de lichfte , die enckel, ende even is, ende in d® j^ii
kede gebroke Beenen nieten
zijn van haer P\'^^jgii
geweken. Die Breucken, in de welcke de ey ^^^^
van de gebroke Beenderen plat, ende
effen zijn»
pen minder gevaers: maer die fcherp uyt fteken
feer quaet, om dat fy niet lichtelijck en
men gevought werden, ende geen fteunfel en beu ^^^
als oock het vleyfch van een Spier, ende Comtijd^
Zenuwe quetfen. Een Breuck hoe hy grootergf.
hoe de gebroke Beenderen grooter zijn, hoe by}^ gjg
der te heelen valt; gelijck oock als het Been
ftucken gebroken is, ende dat het fcherpe wy^\'* «jer
fels heeft,diehet by-ftaende Vleyfch prickeleri; ij ^^
twee Beenderen nevens malkander ftaen, ge^J^^ jg
1, ende het Been, endepey

twee pijpen inden Arm, enac net occn, cuw- -
gebroken zijn, vallen fwaerlijcker te heelen» ^
ter maer een van beyde gebroken en was. Want a
een van beyde de Pijpen geheel blijft
j foo en

Snieren niet in-fietrorken werden . als van

de Spieren niet in-getrocken werden, als van neb
heele Pijp geftijft werdende. Ende
wanneerhet& ^
broken Been in-gefet, het ander, dat noch uQi
dient het felfde tot een fteunfel, al beter hulpc
vanontfangende,als vanfwachtelsende fpalckeO;,^^
tegendeel, wanneer beyde de
Pijpen gebroken z\')^
moeten met groote naerftigheyt by haer in-fetten.&
houden werden. Den Breuck
valt lichter jdi^^^^j
midden van ■ t Been,als die onder, ofte boven is. W ,
alfoo aen het onderfte hooft meerder banden, aen\'t ^^^
venfte meerder zenuwen zijn, foo wert daergr^ ^
pi
jn verweckt, ende het heelen valt fwaerder. ^
als den Breuck ontrent eenigh gewricht koomt
lier-gevaeriijckft, dewi/l a daer vergaderinge i®

-ocr page 589-

f>ande beenderen. 17^

^«dtau P^^en» ende zenuwen, als mede om dat hec
«leda • gefwachcelt werden, en-

de nff kouwde plaetfch, en van weynigh bloet,
Bre, T flap is. Ende al is \'c, dat den

dat ^^^ plaets al heek, foo laet hy even-wel in
eej V\'^\'een beletfel in \'t bewegen, van wegen de ver-
ï^en de pefen, oftefpieren als tefamen bindt.

•»»aeH Breuck is tot het heelé alderbequaemft:
Hef ^\'^"gh geftaen hebbende, valt hy fwaerder te ge-
\'^itlg alleen om dat door de toe.flaende Onfte-
Eeva \' gelijck gefchieden moet, niec fonder

de p kan uyt-gereckt werden; maer oock om dac
Ha van de Beender« foo verelen , dat fy daer

iiiPo "oyt en konnen te famen vougen ; het welck
dig."dejheyt gefchiet in Oude luyden. Daerom is noo-
^ sn, dat de gebroke Beenderen terftont aen malkan,
geh^" pvonght werden, want dan zijnfe haeft aen een
«eelt. Maer indien fuicks over den fevenden dagh
^^ -geftdt wert, dan loopt het Been gevaer van Ver-
Soo oock wanneer datter een Verplettinge,
Vae^ by den Breuck koomt, dan is hy van ge-

lef • \' ende foo vee! te meerder, hoe de Wonde groo-
\'ijcï\' *oo^"amentlijckindiender groote Spieren, ge-
t)a n^" de Schouderen , ofte Dye, gequetft zijn.
13-5 "aet oock lichtelijck een Onftekinge toe, en ten
L^n net Kout-vyer. Hier koomt nochby, \'twelck
tot h " befwaert, dat de fpalcken, ende anders, dat
We, ^}"-gefette m te houden , noodigh was, niet foo
lin» " gebruyckt werden, alfoo daer een ope-

de^^^\'oetbhjven, om de Wonde te fuyveren. Als
eenr konnen in-gefet werdê,danfalder

Pe?\'^heydmge vallen, gelijck oockalfl\'e van Vleyfch
rair ^\'jn. Sommige Beenderen fcheyden

^^»er, fommige langhfamer. Rafler fcheyden de ge-
y. > die raffer droogen , ende van \'t om-groeyende
\'eyich rafler
voort-gedreven werden. Ende daerom
M 5 fcheyt

-ocr page 590-

176 VANDE - ^fl

fcheyt een kleyn Beentjen, ende dat in \'t uy^^^" ijjck
het Deel is, ofte oock ydel is, ralfer, ende g^\'T^^^oggn-
binnen veerthien dage. Maer groote ende vafte
deren fcheyden langhfamer, om
datfylanghfatnei ^
droogen, en langhlamervan het om-gewalfen vley
voort-geftooten werden ; foo dat fulcks niet eo b^^
fchiet voor den vcertighften dagh,ende verbeyd^\'
tijdts wel tot den feftighften dagh , ende veel ^^^^^
den. Ja het gebeurt, dat in Beenderen, die
gemorfeit zijn, de ftucxkens eerft na eenige jaren ^
den dagh komen , waer van wy vele exempelen ge ^
hebben. Den Ouderdom, Weder, Jaer-getij de, ^
ftaltenilfe des Lichaems «ende al \'t gene tot de ^^^^^^
ten doen kan, maken het genefen van de Breu^ j^g
lichter ofte fwaerder, ende derhalven valt het le\'^^
lichter in jonge, als in oude luyden, ende in ftock-o\'^
luyden gantfch onmogelijck. Zijn noch gevaerh\'
foodanige Breucken, die een Onftekinge ,
ende ve
pletteridgh van het Vleyfch by haer hebben, alfoo
niet geheelt cn konnen werden, voor dat fulcks
wech genomen. . ^^

(6) Om nu tot de Genefinge te komen; Een en^j j.
le Breuck, alfoo hy is een fcheydingh van
geheel was , foo moer het felve wederom vereenig" .
ende geheelt werden , Ende al is \'t dat die vereeninë^
het werck is van de Narure, gelijck in de Wonde"\'
foo zijn even-wel, om de Nature tot haer
voor-ne^
te doen geraken, eenige dingen van nooden .
ten, Dewijl de gebroke Beenderen veeltijdts uyt
plaetfche wijcken, foo moeren , als fulcks ge^^^jL-
de felvige voor-eerft in-gefet, ende wel aen
deren gevought, ende dan oock in die geftalte gen^^j
den werden. Het welck van den
Heel-meefter ^
gedaen zijnde, dan is het werck van de Nature, de & ^
broke Beenderen te vereenigen, door een vereehn^,
die om den Breuck groeyt. Maer ds Konfte raoeteV^^|

-ocr page 591-

^gj BEENDEREN. 177

\'"di te baet komen ; het welck gefchiet,

^^ en fy de natuyrlijcke gematigheyt van \'t Been be-
Vaif» ende af houdt Onftekinge, ende ander Toe-
Verk "\' \'l® Nature in haer werck fouden mogen
■^Jfnderen.

^^ Voor-eerft ftaet dan aen te mercken, of de gebroke
^^ enderen uyt haer plaetfch gefchoten zijn, ofte niec:
jjf^/\'l de Beenderen niet altijdt, als fy over dwers ge-
^ ken zijn, uyt haer plaetfch en fchuy ven. Nu dat de
hU®"^eren nieten zijn geweken uyt haer natuyrlijcke
Êe L ^ > is daer aen te kennen , datter in den Breuck
^fiT j^\'i\'gheyt, noch fteeckte vernomen en wert,
\'le dat het Lidt niet korter en is. In defe foorte van
en is niet noodigh het lidtmaet uyt te recken ,
Ij^ e de Beenderen foucken in te fetten. Want het kan
gefchieden, dat daer door pijn foude verweckt
^^erden, ende dat de uyt-fteeckfels van de Beenderen
K ^en malkanderen wrijvende, foudé komen af te bre-
• maer daer ftaet alleen te letten, om de gebroken
(jg "deren in haren natuyrlijcken "ftant te houden , en-

^ vereenigen, gelijck wy terftont fullen feggen.
p Maer als de gebroken Beenderé uyt haer plaetfche
§ ^eken zijn, foo dat het een over het ander fteeckt,
\'^oet de eerfte forge zijn, om de felve op haer
2ets te brengen. Sulcks gefchiet door twee Midde-
I V^te weten, met Uyt-recken, ende Vereenigen .
I ^^Voor-eerft ilfer dan in \'t hetftellen van de gebroke
i^g \'^\'^eren van nooden, dat het
lidtmaet TJyt-gereckt
kn^\' fonder af-fnijden van de Spier, de dee-

ken^^f een gebroken Been uyt haer plaetfche wijc-
geh 1 ° ^^ ^F^®\'\'\' \'l^er aen vaft is,

deef getrocken , met eenen het naefte

fen treckende. Waer door niet we-

igl.^nkan, dat het gebroken Been wel ftaet,ofte uyt-
hdt zijnde, wd in-gefet werde, voor al eer het foo
te rugh
getrocken wert, als het uyt fijn plaetfch

ge-

-ocr page 592-

VAN DE

geweken was. Anders indien men dituyt-recke"
in de rechte en dede , foo fouden de
uyt-fteeckleis *
de Beenderen tegens malkanderen komen > ^n^^ ^
ken, ende alfoo in haer holligheden niet können iiuy
ten, maer ofte van buyten ter zijden blijven ß^e^\'/Lgc
tulfchen de gebroke Beenderen blij ven,
hetwelcK"
by-vougen foude beletten, . j^g

Derhalven om een gebroken Been in goede êflj^u
te brengen,Too is nootwendigh,
dat beyde fijn
te rugh, ende van malkander getrocken werden»"..^
in gelet dient, dathet met geen , oftt weynig"?\'
gefchiet. Suicksfal gebeuren, ind

lenhetterec

Lidtmaetin die geftalte geftelt wert, dat de Sp^^
geen werckinge en hebben, maer allegader
lofch zijn, op dat alle haer fnafelen recht uyc-ge""^^
konnen werden: op welcke manier minder
kmge van doen is, ende het werck wert met mi"\'\'
pijn volbracht.

Dit Uyt-recken gefchiet door het werck van ee"»
ofte meerder: ende oock ofte alleen door handen,
te banden, ofte meerder gereetfchap, ende
tuygh. Wanneer datter een vinger gebroken is > ƒ
eenigh ander teer Lidt, dan kan het
uyt-recken do«
een Menfch gedaen werden, die het een deel van n
Been met de rechter, het andere met de flincker hano
vat, ende van malkanderen reckt; ofte door twe^J.
waer van den eenen het deel van \'t gebroken Lidtm»^^
tegen houdt,den anderen uyt-reckt. Maer als\'e^^^^
nigh grooter ofte ftercker Lidtmaet gebroken
toe is de hulpe van meerder noodigh , foo dat de" ^
nen met beyde fijn handen, het eene deel van\'t gsl^r
ken Lidtmaet, denanderen infgelijcks het ander
beyde fijn hande na hem toe moet trecken. Somti)
en kan dit niet gefchieden, als met fwachtels, ba"^^
ende ander gereetfchap, te fien
by Paré in \'
vanfijn 15. bouck. jjn

178

-ocr page 593-

^ Ë EENDERE N. if^
geli\' u tJyt-recken is tweederley, gelijckofce on-
geb^\'^t ■ \' i" \'t welcke het Lidtmaet van \'e

•■"ck Been van beyde zijden gelijckelijck uyt-ge-
liïep Ongelijck, als het Lidtmaet van een zijde
als\'/ wert uyt-gerecktj het vi^elckplaetfch heeft,
Ij^ f\'^\'paer een van beyde pijpen in arm ofte been ge-
in j Want die zijde dient dan meeft uyt-eereckt,
"de welcke het gebroken Been is.
gei . da^ het gebroken Been aldus na de Konfte uyt-
Plap r L "\' het weder in fijn natuyrlijcke

der a u ^^^^^^\' ^"de de gebroke Deelen aen malkan-
gehecht, ende
Vereenight werden. Als dan het fel-
L ^ "y.t-gereckt is, dat de eynden in\'t in-fetten mal-
jj \'Oer meten konnen raken,dan moet den Heel-mee-
de d^^^ " handen beyde de Deelen vatten,en-

brp^^*^ ^erfchoten is wederom op fijn rechte plaetfch
V
q gen > ende de uyt-fteeckfels in haer holligheyt
te tot dat het Lidtmaet fijn natuyrlijcke gedaen-
de heeft. Maer hier dient wel gelet, dat men

en y\'""eeckfels niet met gewelt in haer holligheden
VaQ f^r ^»op datfe niet en breken ; maer men moetfe
»»et Hl? het uyt-recken latende fchieten, fachtjens
dient? haer plaetfch fetten . Ende dit alles

Onfi/if" ^^""^en gedaen te werden, eer datter eenige
het n\'^omt. Want als\'er by de Onftekinge,
flate. \' ende In-fetten verfocht wert, dan

\'^^hchtelijckeen Kramp toe.
Zifferden Heel-meeftergehaelt wert,
komen en" ^"^fkinge begint, ende derhalven niette
ten, —"

" en IS, tot het in-fetten van de gebroke Beende-
§eftriil! macht tegens de Onftekin-

krijppif^"\'ende foucken de felve voor eerft wech te
als " • ^"/«^Ks gefchiet door foodanige Middelen,
gewefpn \'-"P- Eerfte bouck zijn aen.

^^et Pek \' .""dertulTchen dient forge gedragen voor
seöioken Lidtmaet, dat het de Sinckingen foo

licht

-ocr page 594-

i8o VANDE ^ Jg.

Ischt nieten ontfanghc

,\'twelck gefchiet door AfF

nnde, dat is, te rugh drijvende middelenjcnde . jg
Lidtmaet te leggen in de natuyrhjcke geftalte>e^.^g
handelen j datter geen pijn verweckt en wert. ^ ^^
Onftekinge over is, dan moec men fijn beft doen >
de Beenderen te herftellen . , jje

Wanneer nu gebeurt, dat de eynden van de jj-
Beenderen buyten de Huyt uyt-fteken, hoe datj\'\' jg
nigen Breuck te genefen is , fullen wy in
\'t vo\'g
Capittel aen-wijfen. ^

Ditgedaen zijnde, ftater te letten , ofte de
deren wel in-gevought zijn ; \'t welck daer aen te ^^
ten is, dat den Gequetften geen pijn en heeft» ^^
voren ; dat de eynden van de Beenderen niet jc
fteken ; dat, wanneer het gebroke Deel met de ha^^^
geraeckt wert,geen holligheyt, geen verheffinge» .
ongelij ckhey t aldaer vertoont j ende dat het
Lidtmaet met het ander dat gaef ende wel is, te ^e ^ ^

fchoudermetfchouder,arm met arm, been met bee

in groote ende geftalte ten naeften by gelijck „
bevonden. Ickfeggeten naeften by:
want daer
van wegen de dickte wel eenigh
onderfcheyt val\'^^^
alfoo van wegen de pijn, ende
hettoe-vloeyen ^^^ g.
Vochtigheden, het gebroke Deel gemeenlijck »
fwollen is.

Na dat de Beenderen wel aen-gefet zijn » fo^
het recken allencxkens lofch gelaten, en de fel
foo met een bequaem verbandt vereenight
werden . Het welck twee andere
Werckingen
voeren, te weten het Swachtelen j ende hetSte
van het Deel. ^ggü

Maer vooraIeerde5\'/f\'iïc/;«/ om het gebroken p ^
gefiagenwert, foo is men gewoon daer op ^^^fjlc^\'
eenige Middelen, om het Toe-vloeyen van de v^^^j«

tigheden, ende de Onftekinge te verhindereojals ^^
om het groeyen van de Vereeltheyt te vorderen •

-ocr page 595-

^ BEENDEREN.- i8i

p^^ jneuren hebben hier verfcheyde Middele toe. Hip-
tegebruyckt het Cemtum ^^faceum. Celfus eea nat-i

het r ^^^^\' flaen, over

it, y F^ofaceum op eé douck geftreken,een douck

me wrange Wijn, ofte Granaet-fap gedoopt j eeni-
VveiT\'^" ^«\'■c^ met geflagen
TVit van Ey^ andere, het
tiet,;J;egenwoordigh het gemeenfte is\', mengen on-
fet, ß 5 \' poeyer van Koo-aerde, Dmken-bloet,
j,^\' oalauflyen, ïVael-wortel, Wieroock, ende diergelijc-
Wot ^ ^frc^in doopen , endet felve op het ge-
«Ick {-idt leggen. Welcke Middelen foo lange in
j-^ «verbandtvervolght werden, tot dattergeen vree-
"U V ftr*" Onftekinge , en dat den Breuck

Oh h " te werden: daer na dient in de Somer
geleyt
EmpL Diapalma , in de Winter Bar-
VaijT\' diergelijcke. Ende defe verfcheydenheyt
the Modelenen ^"^hijnt niet fonder reden van de Au-
de,, jj " in-gebracht te zijn. Want daer vereyfcht wert
Hocif vaft te maken, ende datfuicks de Pijn,
bru " vreefe van Onftekinge en verbieden , dan ge-
tnae ^ ,y"en Tfamen-treckendepappen:

Ve« "\' dient.het Ceratum, ende Oly van

\' gebruyckt. Is mede bequaern Pfet

Ij^r^-\'^anVigo. Ofte neemt Stof-meeU Lijnfaet-kouck.,
elcks jongen; Roo-aerde, Myrtillen,
^^ ^fabyen, van elcks een onge,gemenght met
^ervej ^"\'le op den Breuck geleyt,na twee dagen
\'^e-efler •• gedaen. De Heel-

Jveynj ® J/n veeltijts gewoon van eerften aen, ofte na
"et Wel
^ \' ^\'"P^- Oxycroceum te gebruycken,
H, gevaer en gefchiet, gelijck
HU-

Pla^ff exempel heeft. Want alfoo de felf-

^\'^chtiiry^^\'^^^l ende het Bloet ende de

joir , hem treckt, foo verweckt het dick-
\'oncierhf P\'j"\' onftekinge, ende \'t kout-vyer, in-
t m galachtige, ende ongefonde Lichamen.

Na

-ocr page 596-

m ■ V A N D Ê .. 0

Na datter bequame Middelen op-geleytzij"\'
moec men komen tot het Swachtelen, het
te lofch en dient te wefen, opdat de gebroke
deren niet wederom uyt haer
plaetfch en fouden
ken
3 noch oock al te vaft, om het toe-vloeyen ^^"rjic
voedfel te beletten, ende geen pijn te verwecke"* ^
gefchiet door twee Swachtels, waer van den „jin
die bequamelijck in
Oxycratumiofte gewaterden
nat gemaeckt wert, om den Breuck dient,
mael na bovenen toe , gewonden, foo dat hy ^
over het gefonde Vleyfch koomt, op dat de gev^
de Beenderen mochten te famen gehouden, ^nd^^gj
toevloeyen van de Vochtighedé nä het
gebroken ^^s
mochtegefteuyt werden. Den anderen Swachtel\' ^^
foo langh als den eerften, dient den anderen weê^^gf
te gaen, ende geleydt zijnde om den Breuck > ^^^.jieii
eenige reyfen om-gewondé na beneden,eii ten ^^
tot het gefonde Deel na bovenen ^ Want op d\'®
nier j indien de Spier door de eerfte SwaclTtel
een zijde mocht gedruckt welen, foo wert fulck®
den tweeden verbetert,de Vochtigheyt ten deel^
geperft, ende \'t veel in-vloeyen van \'t bloedt vs^ jg
v?nen, ende onderen voor-gekomen. Want a\' j^,,
Swachtels hebbé die kracht, dat fy de VochtJg"Lti\'
uyt die Deelen, om de welcke fy geflagen W^*^
drucken in de gene, daer fy op houden. ig^eii

Maer om dat het Swachtelen in groote
te vafter foude boude, foo werde daer noch
dat is, dick
gevoude douekenjOm-geleyt,ende "\'^jgf
derom met twee
gelijcke Swachtels bewonden;
van den eenen van onderen na bovenen
gaet ter
ker,ofte ter rechter zij de, den andere na benede" jjg
tegen-wegh. Ende hier moet mede, om de ve"- te
reden , wel gewacht werden,
dat het binde»
lofch , ofte te vaft en is j ende indien den ^j-^jen\'
weynigh om-windé niet wel bewaert en kan vve ^^^

-ocr page 597-

j BEENDEREN. ig|
^«n
maeckt het veel Swachtelen de fekerheyt. En om
r §evoughde Beendete noch vafter by een te houden»
i^j.\'^oetenfy daer-en-boven noch gefpalckt werden t
^len de Nature vande plaetfche fuicks wil lijden «
alfoo de SwachtelSjcfi
Comprejfen niet onbuygh-
fe \'h konnêfy den Breuck niet vaft,ende

j-^^nt houden: maer het kan lichtelijck gefchieden, dat
° in\'t waken,als in den flaep,het Lidt verroert wert,
tiiir u " ^^^"^ften,dient het Lidt, foo fuicks van doen is,
liehen twee gefeyde
ßroo Armen, in een Kjft te leg-
ö n, ende gelet, dat dit leggen
zy facht, gehjck» ende
oni hoogh toe. Sacht, om het Gebroken been
die zijde niet te drucken, nochte Pijn , ofte onfte-
liaP^^ verwecken . Gelijck, om mede geen Pijn te
ho u\' verdraeyen. Wat na om

to dat de Vochtighedé haren loop na beneden

fj Y^ebbende, in het gebroken Deel niet en fouden
• Maer infonderheyt dient waer-genomen, dat
gg^Sebroken Lidt gehouden wert in Middel-matige
, te weten ten naeften by tuflchen het uy
t-
"yt-fteken,ende in-trecken. By exempel,In den
lllj\'^j^^ert voor middel-geftalte gerekent, niet als den
ro^ j °ogh met een rechte punt uyt-fteeckt, maer met
^at h ^ \'^onck,den Arm wat dalende, gelijck men fiet,
vvgj y§emeenlijck in ledige luyden gehouden wert:
Geftaltenis, alsonpijnüjck zijnde, de aen-

het wel gefwachtelt is, kan men daer aen kert-
dé Siecken nieten klaeght, ende dat hem wel
^teu maer weynigh, voornamelijck daer den

i^erft • al® hy van de Swachtels te feer ge-
Verb,^ dan dienen fy ten eerften lofch gedaen,ende
ƒ den : gelijck oock, indien het verbandt te lofch
felvg ^ gantfch geen vaftigheyt vernomen en wert,het
^ïVach I gebonden werden ; dewijl loflche

■»tels gantfch niet en konnen beletten, dat het
N Lidt 3

-ocr page 598-

, V A N D E ,

Lidc, daer den Brenck is, niet wanfchapen fo«dê ^^
Jen. Daer zij n noch andere Teyckene van een U\'^fK
bniden,te weten, wanneer de Siecke op dë eyge"
ende nacht,dat hy verbonden is,gevoelt de Swach\'^\'
metloflcher, maer vafter te zijn, efi datter desanderj^
daeghs in \'tuytterfte van het Deel een kleyn ,
üejwel koomt. Wantdekleyntcendefachtigheyt^^
\'t üefwel betoonen datter wat onderde
Swachtel ^^
het gebroken Been tot het uytterfle van hetDe^\' V
perlt ende gefchovê is. Maer als haer geen Verhevi"\'

v.-uv, 15. maer ais naer geen veu\'»"

ge en openbaert, dat is een Teycken met vaft ge"\'\'^^.
geweeft te zijn,ende als het Gefwel in \'t
uytterfte f\'
het Deel groot, ende hart is, fulcks betoont, dat

al te vaft gebonden is geweeft.

Derhalven als\'er Teyckenen zijn , dathetVerb^"
wel gedaen is, fonder blijckelijcke
vreefe van
Onftekinge, ofte Sweringe ;foo moet het vordÊ%\':
weten, het groeyen van de
Vemhheyt, door het
de gebroke Beenderen vereenigen, de
Nature,
werck hec is,bevolen blijvë, ende \'t verbandt en
voor den derden dagh niet af-genomen werden.
dan dient het oock af-genomen, ende wederom/l
bonden,foo om vafter tefwaGhtelen,als om uytlofi"»\':
te geven aen de Vochtigheden,ende
Dampen,die K
onder de Huyt onthoudé. Dan indië het verbant
langer vaft
blijft, foo veroirfaeckt het dickwils
nadeel, gelijck Verfweringe, Bedervinge,Kout-
ja pvaer van \'t Leven,waer van
HHdams ecnigs eJ^^t^.
pelen by-brenght O^/ 9,. ende daerom vermaen^^\'
het verbandt den tweeden,ofte altijt den derden óif
af te nemen: ende al en is \'c
na den fevenden dagh/^\'^ ^
noodigh niet den Breuck foo dickwils te verbinde";
loo fchnjfthy even-wel gewoon te zijn vandenvi^r

den tot den vierden dagh de S wachtels te ontdoende\'
de het gebroken Deel te befien. Ende dit Verban^
moet vervolght werden, tot dat de Vereeltheyt g^

groeyt\'

-ocr page 599-

g .beenderen.

it, en den Breuck genefen is : het welck gefchiet
e Dye ^
q dagen, in de Schouwer ende groote
ge/Pf pin Arm-pi;penin20, inde Vin-

die—"deren in 15 dagen, ofte daer ontrent. Want
tiia Lichamen juyft foo even niet bepaelt,

Lj^J" verandert na den Ouderdom, Gematigheyt des
is p^S\'Jaer-getije, endenadat de Breuck geftelt
T daerom heelt een Breuck eerder in een Kint,
j ^ e jongeiingh, als in een oudt man, ende rafter in de
inde Somer.

foo^^dertuflchen als dit alfoo in \'t werck geftelt wert,
gen dienéde algemeene Geneef-middelénietover-
de fe weten, Ader-laten, ende Af-fetten, na dat
^^gelegentheyt van den Siecken het eene,ofte het an-
i Ende dit alles gefchiet tot dien eynde,

door beenderen te vereenigen, \'t welck gedaen wert
Ma j" vereeltheyt, zijnde een werck der Nature,
pej^^\'j^den Heel-meefter moet even-wel daer toehel-
^"ftek \'^^ welck gefchiet, indien hy belet, datter geen
en^j j\'"ge, ofte diergelijcke toe-val, die het vvefen,
ovei- gematigheyt van \'^ecDeel foude befchadigen,
gend |^^nie,ende dat het voedfel felve door verdroo-
Vei-/,^\'ddelen alfoo geftelt wert, dathet rafter in
door d ^ veranderen. Ende fulcks gefchiet
fche O jerhaelde Heel-middelen, in welckers plaet-
Éarhay laetfte dagen oock komenEmpl. Diapalma,

\' , ende diergelijcke.

ren het Autheuren zijn hier doende, om te vorde-
te doen?°r ^^ Vereeltheyt met den Siecken

\' ende "^^^e Spijfe, gelijck hoofden, voeten ,

•^iet te Kde Dieren, dan alfoo fulcks daer toe
§\'\'ove heeft, ende dat van foodanige koft

de l\'e »\'imerige Gijl voort-koomt, die daer na
^irraer\'w de Aderen grooteverftoptheyt ver-

ejcemn.1. ^\'oet bederft,gelijck Hildanus een
"pel by-brenght,
.Obf. 92, van een man, die door
N
z hec

-ocr page 600-

i86 VANDE

het gebruyck van foodanige fpijfe verviel m yv
fuchtjdaer hy aen ftorf; foo is\'t beter,dat men die ^^
fe laet bhjven,te meerder,alfoo bevonden wert» .
gene, die andere gebruycken, niet en laten te gen
Ick foude feer goet vinden, dat de Siecken in li)"^..^
liet koken
Watl-tvortd met Agrimonye, die bevonde^^^
veel te helpen, tot het heelen, ende
vereeltheyt
ken . Wat vorder de Maniere van Leven belangn^^^,
moet foodanigh gehouden werden, als van de W
den, ende Ontledene beenderen is verhaelt.

Het VIL Capittel.

1. Been-lmckmet Quetfinge in \'t Vleyfch, 2. O^v
l, Voor-teyckenen, Genefinge,

GElijck in de Rechten de minfte omftandigh^.
fake verandert: foo gaet het oock in de Hee^\'^c
Re. Want den Toe-val, die by eenigh
GebrecK
verandert terftont de Geneßnge: gelijck alhier > ^
neer byeen gebroken Been gevought is een Q^
in\'t Vleyfch; rf^®\'

(2) Defe gefchiet door feherp Geweer, ^ ^ ge-
ende diergelijcke; als oock dat de eynden van ^^^^
broken Been haer om-leggende Vleyfch is

fcherpte door-boren. Wanneer fulcks gefchie"^\'
het Lidt korter, als het te voren was
: maer koi^^^,,,
derom tot fijn vorige lenghte, met de
ontbloote
deren in haer plaetfch te herftellen. ^^ dat

(5) Daer by een quaet, noch een ander koo .^y^.,
is foo veel te arger, gelijck een Wonde by een ^
ke, waer van alfoo
de redenen, i n\' 16. cap. van ee ^ 1 ^
leden been met een Wonde , by-gebracht^i)n» ^^j^jjc
felve onnoodigh achten alhier te brengen .^l^^^j.gyei\' |
onlanghs in een hoogh beytel-fchip
geween\' ge-
ontladen was, en de loofe folderingh foo *

-ocr page 601-

BEENDEREN.

chort, dat ick met al de gene, die by den Siecken wa\'-
eoj met de felve neder-fackten; waer onder eê Vrouw
Been in ftucken brack. Ick benevens haer in den
ctirickehjcken val leggende, fagh terftont de eynden
, an haer Pijpen ( die beyde op twee plaetfchen gebro-
pn Waren ) door haer kouffen fteken, \'t welck fy oock
n Weynigh dagen beftorf. Hier komt mede in achtin-
ëe het verfuym van noodige Middelen. Soo fchrijft
, ® prefident
de Thou, in\'t 102. bouck van fijn Hiftorye,
François de la Noue, een groot krijghs-overftesende
,®Pper ontfien van fijn vyanden, gelijck bleeck, dat
J\'en hy in onfe Oirlogen by Ingelmunfter gevangen
as, ende langh (in welcke tijdt hy maeckte fijn uyt-
o^Vene
Difcours Politiques, & militaires) gefeten hadde,
?1vvlijcks,als onder borgh-tocht,om tegens den Ko-
i\'^gh van Spaengjen niet meer te dienen, van den Ko-
, "^gh van Navarre, ende de Prinçen van Lorraine, en
ç^^de tegens een Grave van Egmont verwifl\'elt, ende
^ntflagen werden : Defe
La Noùe, fchrijft de Thou, en.
^oock onftMeteren, ende veel andere , in fijn Hooft
zijnde voor
Lambaüe, dat de Ligue in hadde,
Wh meende te overvallen, viel fuyfielende van de
eaer,daerhy op geklommen was, ende bleef met fijn

Pp , -""»vt lijf vvtta, tijuc uibti uit-kiijii

^^n been aen een fprot hangen. Daer af genomen zijn-

Jj I —- >r Jxw Jlt A vvrji V 3 V/VJMV* "MW

^nd een beraet-fiaginge gehouden werde,

<>irH d\'andere, vreefende voor een Apofteuny,

dë,^dat hetHooft geopent diende,foo was daer
fp \'^an dé wekken la Noüeved hiel,die\'t felve tegen-
^OcWr onbefchaemdelijckverfekerde, dathy,
foy ƒ londer boren van de Pan, binnen weynigh dagen
ben genefen. Dan de Hooft-pijn, die hem alle ruft
"^nijgeftadigh toe.nemende,foo is hy den achthien-
N 3 den

X87

tot ^^^ geheel iiyr fonder fpraeck, ende bewegen,
de allencxkens wederom bequam. Naden der-
gh is hy in de naeft-leggende ftadt gevoert, al-
Jj^®^» om fijne onlijdelijcke Hooft-pijn, onder de

-ocr page 602-

i88 VANDE

den dagh nade quetfure, defer werelt overleden,
gtus, YaUopius, Armtrns, Aquapendens, ende tnee« a
de Genees-ende Heel-meefters, willen,
dat me" V
leen in \'t beginfel fal
trepaneren: dat is wel beft,
magh oock wel later gefchieden. Ick heb een Kio^
fien van fes jaer, het welck door de pan van \'t
roer,"
in ■taf-fchieten3f-fprongh,in\'t Voor-hooft gel" |
werde, zijnde de openingh niet grooter als een n^ge \'
Den Heel-meefter daer in komende met CïjnP^\'^^^^
yfer, en vont recht uyt, daer de openinge ^vas,
Onevcnheyt,noch Breucke, maer (het welck ftae^^L
te mercken) wel ter zijden; ende was door beyd^ tat
len, alfoo in \'t op-drucken, met neus,ende mont toS
houden,eenige Vochtigheyt door de Breucke
de. De Koortfche daer toe ftaende ,etide allencxkev
vermeerderei)de
, en werden even-wei het Trepaen^^
te boor niet in \'t werck geftelt, voorde Achtftéd^? \'
datickdaer byquam ; vvaer door het kint oock
kehjck genas. Df.
Horfiius is tot den Thienden dag
gekomen,ende fulcks noch in een Oudt
man,ende«\' .
veel quade Toe-vallé. Een man (fchrijft hyin O^K\';
van feftigh jaer, geflagé aen de flincker
zijde van\'t
tna, met Breuck, ende In-buyeen van de Pan, vie\' ^^
ftont ter aerde, braeckte onverteerde koft, ende*\'^.
loordefpraeck. Sonder Geneef-meefter zijnde,
de eerfte dagen fware Toe-vallen , met een brande"^"
Koortfch, ende tuflfchen beyde Raef-kallen.
n)in is hy, den Thienden dagh
getrepaneertzijods,

komentlijck geheelt.

(4) De Genefinge beftaet in twee Leden, te wete"\'
om het Gebroke been in fijn plaets te herftelleo, e«"
de Wonde toe te heelen.

Hetln-fteUenmnet voor het Vereenigen bego«"J
werden van
Uyt-recken, op die maniere, als in \'t la^.^^ J
voorgaende capittei is aen-gewefen. Maer of een^Sj^
ftucxken
Beens foo uyt-ftack, dat het niet iichtehJ^ J

-ocr page 603-

BEENDEREN. 189

y ji\') plaets konde herftelt werden ; ende dat, om de
j^J^heydenhevt van den Breuck, het eene ftuck hec
ofr de weegh was,dat oock, om geé Pijn,Kramp,
e ocheuringh te verwecken, ongeraden is wijder
re doen in fulcken gevalle foo moet
^^ üytftekende af-gefneden, ofte af-gezaeghtwer-
jjj.\'?!\' met voor-feggen, dat het gekorte Lidt korter fal
^^JVen. Noch ftaet in een Breucke,die met een Won-
jj Van over-leggende Huyt, ende Vleyfch gemenght
\'Wel te letten, datal voren de Beenderen haer te fa-
tyjr J\'ougen , ende na datfe te famen gevoughtzijn,
i^g^^hen den Breuck niet en b!i)ftfteken,\'t welck hec
geh " verhinderen . Want foo fulcks een af-
f roken Beentgen , ofte yet anders is, \'t felve moec
^^ eerften uyt genomen werden; ende dat niet wel,
ief,"^"ende gefchieden door vreefe van quade Toe-val-
ggj\' dient het uyt-geftelt, alfoo de Nature al tijde
i Va^^^" is uyt te werpen het gene haer tegen valt.
: eera^egen het Verbandt, foo moet
ds Stvachnl ten
ai, ,\'en om de Wonde felver geflagen werden : vvanc
L ers gedaen zijnde,foo fouden de Vochtigheden van
Süad"\'" de Wonde gedruckt werden,\'"al waer dan
? foe-vallen uytfpruyten. Sulcks is te bevinden
^en gefondt Menfch. Want bindende eenigh
det,. ^rider, ende boven, ende in \'t midden ongebon-
ligL ^^ende, foo koomt dat middelfte, door de Voch-
fv^g],^^\' die de naefte Deelen daerin drucken, op te
dat in^"\' ^"de van verwe te veranderen. Ende al is\'t,
^els b \' verbandt,het geheele Deel met S wach-
tey^^jj\'onden wert: foo en ftaet daer geen gevaer in
oftg y\'en j dewijl in de drie dagen weynigh Bloedt,
Vvei^\'^htigheyt uyt-vloeyt, Dan hier dient even-
als ^er-genomen , dat de S wachtel wat breeder is,
5 vv ^^\'"eenlijck , wanneer daer geen Wonde by en
fchjg^" genomen ; ende datter foo veel perffingege-
3is\'er
noodigh is, om de gebroke Beeudeien\'te-

gen

-ocr page 604-

I 7332 2 3^

I9Ö VAN DE beenderen,
gen te houden, even-wel wat minder, ais ge-

Wonde waren, op dat, door het perfTen ^a» ^g^kt
quetfte Deel, geen Pijn ,
ofte Ontftekinge v
en werde. Oock kan de veeltevan Swachteis ^ ^^
pe Perflinge verbeteren, dewijl het
fekerder g
Swachtels dickwils om de winden >alsteco^ . ^pjc
ofte te perflen . Den derden dagh dient he^ ^ ^ijfe
lofch gemaeckt, ende dan wederom op de lei ^
gedaen. Maer is noodigh, dat fooindePlae» ^^je
in de Swachtels een rondt gat gefneden wert,of
Heel-middelen daer door aen
gebracht,ende ^^^jy^ert
de van haer overtollige Vochtigheyt
mocht i^ke
werden , fonder den Breuck lofch te
maken ; ^^
manier van verbinden is af gebeeldt by Pare\' ^e
bouck, op
\'t i8. ende 2}.capittel. .^j^^uytg^\'
eynden vande gebroke Beenderen, die j, zijti»
meenlijck door-boren, niet altijdt foo fcherp
als degens; foo koomt het Vleyfch met e^ne" ^ ^„je-
fen ,\'t welck dan nootfakelijck in Etter ,:, j;j{ge\'
ren, ende \'t felve in-gehouden werdende, ge\'\' jjgtit
fchiet, de geheele Wonde bewonden \' t, pij"»
een fcherpigheyt, ende verweckt dan Juckiog \'
ende andere Toe-vallen.

De Wonde fal geheelt werden op f^cKen. gji-
ende door foodanige Middelen, als
hier voor zi;
ge wefen.

EYNDE.

T o t D O

Gedrucksh Hendrkkvan Efch, wonende naeß de
van\'t Crm. In\'t laer t f