*
|
||||||||
ARCHIEF
|
||||||||
voor
|
||||||||
KERKELIJKE EN WERELDSCHE GESCHIEDEfflSSEN,
|
||||||||
J\ZONDEIUIKID VAN
|
||||||||
UTRECHT
|
||||||||
v \<Z
|
|||||||||||||||||||
ARCHIEF
|
|||||||||||||||||||
VOOR
|
|||||||||||||||||||
KERKELJJKE EN WERELDSCHE GESCHIEDENISSEN,
|
|||||||||||||||||||
INZONDERDEID VAN
|
|||||||||||||||||||
UTRECHT.
tJITGEGEVEN
OKDKR BEGUNSTIGmO VAN Z, MAJKST. DEIf KoiflffG
POOR
Jf. «J. DODT van Flensburg.
|
|||||||||||||||||||
-"» 1/JfMfJlm
|
|||||||||||||||||||
MET EENE VOOBREDE
VAN H E R M. JOH, ROYAARDS,
THEOL. DOCT, EN HOOGLKEIUAR TK UTRECHT,
|
|||||||||||||||||||
nr Dai.
|
|||||||||||||||||||
•
|
|||||||||||||||||||
UTRECHT,
N, TAN OEE MONDE,
18 43.
|
|||||||||||||||||||
XIet Kronijkje, waarraede dit derde deel van het Archicf begin!, is afgcdrukt geworden
naar een Transsumpt, genomen over het origineel door BoNDAM. Ik ben daarna in de ge- legenheid gekomen, om het oorspronkelijke zelf in te zien, en heb gevonden, dat zich de gezegde Geleerde in het overbrengen, mijns oordeels althans, ten beste van zijne taak heeft weten te kwijten, en dat hij ook daar, waar het schijnen mogt zulks minder het geval te zijn geweest, het origineel getrouwelijk heeft terug gegeven. ■
Van de daarna volgende Articuli, die ten aanzien der latiniteit aan de epistolae obscu- rorum virorum herinneren , vond ik in het Archief der Oud-Rooniscbe Gatholijke Klerezie
hier ter stede copie , die stellig gezegd mag worden met de gebeurtenis, die zij bchelst,
gelijktijdig te zijn vervaardigd. Dezelve was weleer het eigendom van Gysb. Lap van Waveren,
gelijk dit door hem op dezelve eigenhandig is te kennen gegeven. Aangaande den tijd geldt
hetzelfde van de stukken bladz. 39—48. De Instructie 9 of liever Commissie, voor
AiYfiMANSz., bladz. 49, is genomen naar het origineel, geschreven op perkament. Het een
en ander wordt mode in het gezegde Archief gevonden.
De Documenten, bladz. 50—68, zijn getrokken uit de Registers van den Hove Provin-
ciaal van Utrecht, en deelen dus in de authenticiteit van deze boeken. Ik moet hierbij aanmerken , dat ik ten tijde, als deze stukken werden gedrukt, nog niet den toegang had tot het Archief van dat hooge collegie, en dat ik mij van afschriften moest bedienen, door anderen genomen. Maar thans, mij deze toegang door den Heer President M\ A. G. Smith op de minzaamste wijze vergund zijnde, heb ik niet nagelaten, die registers op dat stuk na te gaan, en meen ook hier te mogen verzekeren, dat men, in zoo verre, in den gegeven tekst wel mag bernsten. De bcscheiden over de Zoutnering hier te lande, zijn medegedeeld uit de Adversaria,
vvelke in de voorgaande deelen van dit Archief door mij genoegzaam zijn gekenmerkt, zoo dat ik meen mij te mogen ontslagen achten , er hier nog verder over uit te wijden. Wat de deductie aangaande de Jurisdictie van Sint Jan en de daartoe behoorcnde bewijs-
stukken betreft, zoo als mede de daarna volgende verdere historische bescheiden dat capit- tel rakende3 zoo geloof ik3 Yan achteren beschouwd,'dat ik misschien beter zou hebben |
||||
V[
|
|||||||
gedaan, met onder of bij elk stuk afzonderlijk op te geven, uit welke bron die hier aan dea
dag zijn gebragt. Doch, dit zoo niet geschied zijnde, houd ik bet nu yoor het doelma- tigste, deze stukken hier, naar gelang der zaak afzonderlijk op te sommen, en er telkens de bron bij aan te wijzen, waaruit zij gevloeid zijn. Dus 1. De deductie zelve, is gegeven volgens copie, blijkbaar geschreven in bet laatst der XVI.
eeuw, en zeer waarschijnlijk, zoo als bet geheel, vervaardigd ten gerieve van bet capittel, en op last van den Proost Montsima. 2. De bewijsstukken, beboorende tot deze deductie, loopende tot aan bladz. 152, waren
uitstekend fraai geschreven, en degenen van dezelve, welke de signatuur van Lamsweerdk dragen, waren door hem eigenhandig gevidimeerd. Het lag in den aard der zaak, dat hier moest worden gegeven een of ander ediium, hoezeer dit eigenlyk tegen mijn plan aanloopt; maar dit zijn van den eenen kant kleine, weinig plaats beslaande documenten, en van den anderen gelieve men in aanmerking te nemen, dat ik, om dit en zoodanige afwijkingen goed te maken, in elk deel van mijn Archief, en vooral in dit derde, veel meer heb gege- ven , dan waartoe ik mij, naar inboud van bet programma, meen te hebben verpligt. 3. Het Testament van Rcdielaer , notariele copij.
4. De Extracten uit de Protocollen van S. Jan waren uit het oorspronkelijk, (nog in bet
Archie! van dat Capittel voorhanden,) zoo ik meen te mogen zeggen, geschreven door VAN der Steen , in het laatst der XVII. eeuw. 5. De Bui van Leo X, een afschrift op papier, uit de XV. eeuw.
6. Het daarna volgende Registrant, gebouden door Lieverjan, blad* 173—183, zoo als
inede de Computus van denzelfden, bladz. 185—187, zijn gegeven naar het origineel. 7. De verdere documenten tot en met bladz. 193 waren gelijktijdige notariele copien, terwij!
weer de stukken, pag. 194—202, uit de originalia zijn afgedrukt geworden. Alle deze, het Capittel van S. Jan betreffende bescbeiden, worden bewaard in het Archief
der Oud-Roomsche Klerezie bier ter stede, De Excerpt a i uit de Stads-Kameraars-Rekening, over de XVI. en XVII. eeuw, voorze-
ker niet het minste gedeelte van dit boekdeel uitmakende, zijn getrokken uit de originalia, nog heden ten dage in het Stads-Archief voorhanden. Het is hier, dat ik niet mag nala- ten, om gewag te maken van de hulp , mij door Jonkh. Mr. A. M. C. VAN AsCH Van WfJCK op de heuschste wijze bewezen, zonder welke hulp deze arbeid wel niet tot stand ware gekomen. Men zou kunnen vragen, waarom ook niet de rekening over de XV. eeuw aid us is gegeven geworden. Daarvoor bestonden bijzondere redenen, waarover ik mij nader zal verklaren, wanneer ik de uitkomst, ook in deze reeds verkregen, in een volgend deel van dit werk mede ter beschikking stelle. |
|||||||
VII
|
|||||
De Depenses faites par Tilman Vosmer , bladz. 327 sq., de daarna volgende brieven aan
Bisschop Farps, zoo a]s mede die der Utreclitsche Gecommitteerden ter Generaliteit ia 1628 bladz, 371—400, zijn uit de oorspronkelijke brieven medegedeeld. Ik torn eindelijk tot de Slatuta des Capittels van S. Marie, bladz. 337—370. Deze,
bevattende het jus scriptum en consuetudinarium van het Capittel, blijkbaar zamen gesteld ten dienste van deszelfs bestuur, zijn afgedrukt geworden naar een Fob US. op papier, ge- schreven in bet begin der XVI. eeuw. Ik heb den afdruk doen staken , als ik uit den mond van iernand, van wien ik meende te mogen vooronderstellen, dat by van de zaak kon onderrigt zijn 3 vernam, dat het Domein-Arcbief, eindelijk met dat der Provinciate Staten stond te worden vereenigd ; waardoor ik dan oordeelde, dat er wel gelegenheid zou zijn, otn van vele, biertoe beboorende oorkonden, de originalia of althans betere afschriften te gebruiken, dan mij in bet genoemde papieren handscbrift ten dienste stonden. Dat is na weer maanden geleden, en nog is er in deze geene verandering geschied noch te bespeuren, en wat de beoefenaars der gescbiedenis zicb hieromtrent mogen voorspellen, daarover ben ik niet in staat, iets naders in het midden te brengen. IVfaar, dat meen ik wel te mogen zeggen, dat, zoo bet gebeurt, men in den Heer P. J. Vermeueen , opzigter van het Staten- Archief, een' man zal hebben , die de belangen der wetenschap kent en voorstaat. Het laatstvermelde Handscbrift berust dan weer, zoo als zoo veel van het overige , nader
gekenmerkt materiaal in dit deel geleverd, in hettArchief der Oud-Roomscben hier ter stede, onder het bijzonder beheer van den Wel Eerw. Heer Pastoor A. S. v. Werckhoven. Ik heb mijne gewaarwordingen omtrent dien vriendelijken man , telkens in de voorreden van dit mijn boek aan den dag gelegd , en verzoek , dat men dezelve hier wil houden voor herbaald. Ja , ik voeg er met de vokte overtuiging bij , dat ik aan den Heer Pastoor v. Werckhoven nietalleen te dan- ken heb het grootste gedeelte van het tot dus verre medegedeelde materiaal van geheel mijn boek, maar dat het in de eerste plaats en vobral Pastoor V. Werckhoven is geweest, die de lust en liefde in deze dingen in mij heeft doen ontstaan, en die ze heeft aangekweekt en onderhouden.
J. J. DODT v. Fl.
Geschreven in October 1842,
|
|||||
TfJDREKENKUNDIGE OPGAVE
VAN DEN
I N H 0 U D.
|
||||||
950—1650. Deduetie, betreffende de Jurisdictie van S. Jan met de bewijsslukken daar-
toe behoorende, en andere dat Capiltel rakcnde oorkonden en bescheiden. 91—202.
1202—1500. De Staluten van het Kapiltel van S. Marie...........537—570.
1417. Kronijk van Hoernaer. . . . . . . ..........1— 13.
1468. Uhspraak van Bisschop David tusschcn het Kapittel van Oude Munster etc.
en Fee. Wtenham.................. 50— 55.
1500—1700. Extraclen uit de Stads-Cameraars-Rekeningen..........203—327.
1510. Gelresch Tractaet..................55— 57.
1519—1524. Brieven aan Bisschop Filips van Bocrgondie..........529—356.
1523. Utrecht aan Karel van Gelder............. . 57— 59.
—— Inslructie voor de Ulrechische Gedeputeerdcn naar Duyrsteden.....60— 61.
(1530.) Articuli ex parte Caes. W" exhibiti, etc........... 14— 38.
1531. Doleancien van den Donidcken, etc.............47— 48.
1533. Copie van Brieven, door Lalainq gelicht...........61— 62.
1535. Sentenlie van den Hove Prov. van Utrecht, betreffende de huizinge van
G. yd. Yoert Henriksz.................63— 65.
1540. Instructie voor Antho. Yemansz., als Provisoir van Kennemerland. . . . 49.
1546. Extract uit de rekening van de geestehjke subsidie, etc....... 39— 42.
1553. Accoord des Keysers met Joost Geritsz........... 65— 66.
1554. Over de verdieping der Eem............... 6— 8.
(1560.) Instruclio pro deputatis ad Gubematricem, in causa erectorum novionis
episcopaluum.................... 43— 47.
---------- Stukkcn , betreffende den Zouthandel hier te lande....... . 69— 90.
4(14—1652. Depenses faites par Tilman Vosmer , etc.......... . 527—328.
1628. Brieven der Utrechlsche Gecommitteerdcn ter Gcncralitcit aan lmnne lastgev. 371—400*
: Mr. ' . i
|
||||||
D1T 1ST BOEC DER GHESCIENISSEN.
|
||||||||
-------_H>£$«-
|
||||||||
Den avont ende morghen zyn niet even vroet,
Den morghen moet sorghen, dat den avont verdoet. Cost den avont zorghen, als den morghen doet Daer zouder menich ryden, die nu gaet te Yoet. Wye seyt, dat hy es goet,
Die besye die wercken, die hy doet.
Heymlicke nyt, eyghen profyt, jonghen ract
Doet, dat alle ryke vergaet. Vreest Godt, houdt syn ghebodt
Dat is van alle boecken 't slodt, — |
||||||||
1417. Item, anno & nn endeXVII, doe blecf die heer van Arckel doot in die stryt tot
Gorckum in die Born steech. 1421. Item, anno m. IIH ende xxi, doet brak die souten weert in op Sinte Elisabethen nacht.
1456. Item, anno M. iiiilvi, doe lach hertoch Philips voor Deventer ende maeckte
David zyn zoon bisschop van Utrecht. 1464. Item, anno M.im ende lxiiii, doen was Sinte Matheus wynt.
1467. Item, anno M. nn ende lxvii, zoe sterf hertoch Philips, ende Kaerl zyn zoen
weft heer van al zyn lant ende anno lxvi soe spoelgeerden ende bornenden die Ghelders Yselsteyn. 1468. Item, anno M. mi ende lxviii , doe trouwede hertoch Karel des conincks dochter
van Enghelant. 1473. Item, anno M. nil ende lxxih , soe sterf hertoch Aert van Ghelre, ende lach zes
jaer ghevanghen van Adulf zyn zoen. Op dat selve jaer lach hertoch Karel voor Nimwe- ghen ende want ende wart ghehult heer van Ghelre. 1474. Item, anno M. im ende lxxiiii , lach hertoch Karel voor Nymegen.
1477. Item, anno M. mi endelxxvii, soe bleef hertoch Karel doot voor Nansy vanden
Zwitsen ende mit haer toestanderen. 1479. Item, anno M. nil ende IXXIX, soe heeft Glaes van Haeften, drossaert van
Leerdam, dat lant van Arkel ontseet, ende hebben dat ghebornt ende beroeft ende des- ghelyx soe hebben die van Gorckum metten.... dat lant van Leerdam weder af ghebornt, daer vel qxtaet nae ghesciede. nr. i
|
||||||||
I
2
1479. Item, anno M. mi ende LXXIX, doe wart dat verdinch ghemaect tusschen dat lant
van Arkel ende Leerdam, van den welcken verdinch dat lant van Arkel gaf vin dusent rynsche gulden, om vry te wesen al die vee wt ende quamen daer over dat verdinch ende bornenden voer die Casspoert al die buys af, ende broken dat verdinch , beseghelt van die stat van Nyemweghen, Boemel, enz., ende geschiede op sunte Clemensdach. 1480. Item, anno M. nil ende LXXX, doe quam die roemsche coninc Maximiliaen te
Gorckum, om goet te doen teghen die van Leerdam, daerin geschieden veel quader wercken op sunte Aechten dach. ■ Item , anno m. nil ende lxxx , doe wan die roemsche coninc Asperen op Sunte
Desideriusdach. 1481. Item, anno M« nil ende lxxxi, doe wan heer Jan van Egmont met die van Gor-
ckum die stat van Dortrecbt, ende gbeschiede den VI. dach inden April. ------- Item, anno M. nn ende lxxxi, doe soe wart Hoernaer ghebornt van die van Leer-
dam ende besloghen dat kerkhof, mer die ghebur, die hidden die kerck mit macht, ende geschiede op die oct. van aire Kynder dach. 1483. Item, anno M. IIII ende Lxxxm, doe lach die roemsche coninc met die Hollanders
voor Utert ende want, enz. 1487. Item, anno M. mi ende LXXXVii , doe nam jonker Frans in Rotterdam, daer veel
quaets nae geschiede. 1489. Item, anno M. mi ende I xxxix, soe deden die vuerysers V st. ende eenen ouden
Philps st. ende Kaerels st. deden III st., ende enen gouden gulden dede in r. gl., ende ander pavement daernae; ende wart doe op dat selve jaer, in die weeck voor Corsavont, afgeset den gouden gulden voir xix st. ende een vyryser min dan u st. ende die Phlps ende Karelsst, min dan een st. ende bleef zoo gheset. 1492. Item, anno M. mi ende xcn, doe kwam hertoch Karel van Gelre wt die vanghe-
nisse wt FranGkryck etc. anno xv". ende xxxvin , den in. dach July, is hy gbestorven tot Arlem. 1493. Item, anno M. nn ende xcni, doe lach die hoeffmeyster vanden lant van Ghelre
voer dat Hooghe buys , ende doe wart Ghysbert Pieck gevanghen etc. ende totBommel gherecht. 1496. Item, anno M. Iinendexcvi, doe soe nam Zueuwyn maerschalck slants van Ghel-
deren in Leerdam etc., ende geschiede den XII. dach in octobri. ------- Item, anno M. nn ende xcvr, doe was inghebroken tot Hagesteyn , dat water aen
die Zuwendyck quam , enz. ende geschiede den xvi. dach Jn februario.
------- Item, anno M. nil ende xcvi, soe is in ons kerck gemaect gheweest die orghel, ende
coste tot loen sonder stof off alrehand reescap xvm r. gl., ende anno ses ende dertich is si
weder afghebroken; ende wederomme anno xvc lhi soe is daer een ander nieuwe orgele ge- maect geworden, ende speelden alder eerst inden wynter op Sinte Martensdach, ende worde meest by goede gebueren van Hoernaer betaelt, ende coste in als omtrent r. xli r. gl. 1497. Item, anno ,*rc. nn ende xcvn, doe soe brak die dyefdyck in, ende was op dat
hoechste water opet ghemein acker bi IX voet diep etc., ende gheschiede op Sinte Pon- liaens avont. —- Item, anno M. nn ende xcvn, doe kvvamen die Ghelres over die Linghen, ende
bornenden Blocklant af, ende roefden veel beesden, ende gheschiede den anderden dach in Augusto. ------- Item , anno Bf. nil ende xlvii , doe, lach die hertoch van Sassen voer Leerdam met
dat lant van Arckel ende want enz., ende gheschiede in Octobri.
1503. Item, anno xvc. ende in, doe is hertoch Philips wt Spaenghien te Mechelen bin-
nen gecomen met grooter macht op Sint Meertens avont inden wynter. 1505. Item, anno xvc. ende v, soe heeft die roemsche keyzer met syn soen Philips ghe-
|
||||
3
|
|||||
wonnen Arlem, ende is doe den Peys ghenaaect tusscherr die Ghelders ende die Burgoens,
dat die hr. van Ghelder over gaf Arlem, Boemel, Tiel, ande meer andere steden, enz. 1504. Item, anno xvc. ende iv, doe was die hertoch van Ghelre voor dat Blochuys ter
Mey etc., ende geschiede n. voor St. Mertyn inden wynter. 1506. Item, anno xv*. ende vr, soe is hertoch Philips weder ghetoghen in Spaenghien,
ende is in datselve jaer in Spaenghen gestorven. ------ Item, anno xvc. ende vi, soe heeft heer Vrederik van Ysselsteyn met syn hulpers
ghewonnen dat Blochuys tot Ravesway etc., ende gedestrueert, ende geschiede den derden
dach in September. 1507. Item, anno xvc. ende vn, soe heeft heer Jan van Egmont als stadtholder van
Hollant ghelegen voor Poeyeroeien , ende daer schendelik off gheruimt, etc. ende geschiede den XH. dach in September. 1508. Item, anno xvc. ende Tin, soe heeft die ghreef van Anen Poeyeroeyen ghewon-
nen , ende destrueert etc., ende gheschiede den x. dach in Junio. 1511. Item, anno xvc. ende XI, soe hebben die van Utert op Noerdeloes ghebornt
Scouten huys ende ander luyden ghevanghen, ende namen veel peerden ende beesten, ende geschiede op onser liever vrouwen lichtmis avont 's nachts. ------ Item, anno xvc. ende xr, soe syn die van Utert weder ghecomen op Noerdeloes
op des heilighe Cruysdach inden Mey, ende hebben afgebornt die kerchoff, waermede af-
bornende dat choer vander kerken. ------ Item, anno xvc. ende XI, soe hebben die van Utert Yselsteyn beleghen metten
hertoch van Ghelre ende syn hulpers, enz.
------ Item, anno xvc. en xr, soe heeft heer Florys van Yselsteyn outset Yselsteyn, ende
geschiede den eersten dach in Junio, enz. , als van die van Utert ende Ghelresche.
—---- Item, anno xvc. ende XI, op ons liefs Heren Hemelvaerts avont, soe hebhen die
Ghelders weder inne genomen Bommel , ende daerna Thiel ende Arlem , etc.
------ Item, anno xvc. ende xi 7 soe hebben die Ghelresche ingenomen die stadt van
Worichem, ende geschiede op Sinte Brictius dach.
1512. Item, anno xvc. ende XII, op den heylighen jaersdach, soe hebben die van Wo-
richem ghebornt tot Arkel een deel huysen, waerom dat lant van Arkel in verdinch viel, ende gave tot verdinch dat heel lant met oncosten en al, bie nae XVIII hondert Phlps gulden, mer XI weecken lanck , ende elcken watermolen gaf XX Phlps gulden me in die som gerekent. —— Item, anno xvc. ende xir, den anderden dach inden Meerte, soe hebben die
Ghelresche Worchem gheruymt. ------ Item, anno xvc. ende XII, soe hebben die Ghelresche Hoekelem bestormt ende
ghebornt, ende lieten daer veel volks, ende met bejaghet, ende geschieden op Sunte Va-
lentyns dach , etc. ------ Item, anno xvc. ende xn, den vir. dach in Februario. soe hebben die van Wo-
richem afgebernt die voerstat buten die Gasen poort. ------ Item, anno xvc. ende XII, den vih. dach in Februario, soe hebben die van Wo-
richem afghebornt Gouweriaen, Ottelant, leegh Blocklant, Ghybelant, etc. ------ Item, anno xvc. ende xn, op Sinte Pontiaensdach, soe hebben die van Wori-
chem binnen over die Linghen aen die Parrick overghecomen , ende binnen doer ghereyst over dat ys op Hardichvelt, ende hebben dat afghebornt, ende wel hondert ende lxxx ghevanghen van die rycste van Hardichvelt, ende Oukerk, ende Slyerecht, ende Papen- drecht, Wyngaerden ende Ghyesendam, ende veel ruteren mede, etc. ------ Item, anno xvc, endexn, soe hebben die Ghelders op Bloclant ghebornt tne
1*
|
|||||
4
of drie huysen, ende gaven voert tot brantscatting lxxv Phlps gulden, ende namcn heer
Corsten me te pant, ende geschiede op Sunte Jan Evangelisten dach 'snachts in die Cors- heylighen daghen, etc. 1513. Anno xvc. ende xni, den ix. dach inden Apr. op eenen Saterdach, soe heb-
ben die Ghelders van Bommel of gecomen met platte scnepen doer die Merwen, ende hebben Schelvesloot opghescheept, ende van Vianen oeck tot Nikerk ghecoinen , ende hebben afghe- bornt Schelven ende die leech Ghjsen ende Hoernaer, Bloclant ende den Botsloet met die Donck, ende Milant ende Leerbroec met vi watermolens, tusschen die Schelven ende den ouden dyck, ende noch v Milantsche molens ende die kerk op Hoernaer ghewonnen, ende veel luyden daer \vt ghevanghen ende peert ende veel beesten gheroeft etc., ende geschiede des Saterdaechs na beloken paesschen. ------ Item, anno xvc. ende xni, op Sunte Jacobsdach, soe hebben die Ghelders doer
Nikerk ghecomen ende hebben afghebornt Gouweriaen, Poeloch, Ottelant, Blocklant, ende
Molenaersgrave, Ghyblant, Bleskengrave met haer kerk ende Albras, Streeflant, met mecr dorpen daerby, ende bornendc me wel xxvin watermolens, ende roefden veel peerden ende beesten, etc. ------ Item, anno xvc. ende xni, op Sunte Lauwerens avont, soe is dat bestant tot
Gorchum af gelesen, etc.
------ Item, anno xvc. ende xin, doe seyden alle menschen meest die hueren vanden
lant op ende niet te bruken , ende anno xvc. ende xim ende xv , doe soe liefden dat lant
weder, dat daer gheen lant weder te crighen en was, etc. In dat jaer xvc. ende xim starf Ariaen Jan Jacobsz. wyf. 1516. Anno xvc. ende xvi, op Sunte Jan decollations avont, soe hebben die Ghelres
ingenomen die Nypoort, ende waren daer in tot onse lieve vrouwendach nativitas, ende ru- menden 'snachts daenvt, ende lieten daer veel reyseghaers ende knechten, etc. 1517. Item, anno xvc. ende xvn, op die octave van ons lieve vrouw visilatie dach,
soe hebben die Ghelders of anderen ruteren Asperen ghewonnen, ende hebben daer meest al die borgheren doot geslaghen, ende oeck veel wiven ende kynderen, Got betert, enz. ■ Item , anno xvc. ende xvn, daech na S. Lambert, soe zyn die ruteren weder
uit Asperen gherumet, ende doe is daer vre ende bestant gemaect gheweest, ende afgeroe- pen saterdaechs nae Sunte Lambert anno xvir. 1519. Item, anno xvc. ende xix sterf die roemsche keyser Maximiliaen , ende Karel
van Burghoenghen , coninck van Castilie etc., die wort keyser ghecoren vanden roemschen ryck. ------ Item, anno xvc. ende xix, soe hebben die van Gorchem eenen wal gheleet by
die Dalempoert, ende elx dorp vanden lant van Arkel mosten hem helpen dycken, ende op
dat selve jaer, zoo viel een groet eind muren in die graft, ende doe lieten syt varen , moeghelick wast, etc. 1520. Item, anno xvc. ende xx, soe lach die keyser Karel met zyn hulpers voer Aken
omtrent aire heylighen. ------ Item, anno xvc. ende XX. daer voer omti*ent anno xrn ende XIV begosten , ende
daerna , soe was daer grote kettery onder dat christenvolk, als van meyster Martin Lu-
ter, die daer een oerspronck af was, daer veel quaets uit geschiede onder die geesleleyc- heyden ende waerelycken, ende van den welcken een eersame vrouw plaeh te wesen, woe- nende to Gorchum, genoemt Arioen Glimmers, opten Parrick begraven wordt anno XXH. ------ Item, anno xvc. ende xx, soe hebben die Milanders ende Leerbroec gheleet enen
nuven duker inde Milantsche vliet by dat wyndaes, ende gheschiedde omtrent Sunte Martyn
inden wynter, ende is u duiox ondieper ende enen duim smalre , dan den ouden was, etc. |
||||
5
|
|||||
1520. Item, anno XVS ende xx, soe is Sunte Kunera dat huys gemetseh opten den
Kruyswech, omtrent Sinte Jans mis inden somer, .ende 'sjaers daerna op die selve tyt, is dat met layen gedeckt, ende heeft gecost zoe in als by vyftich scilden , sonder binnen te repareren, mit tymeren ende plasteren alst behoort. Ende weder anno lxxi, (!) doent water van boven quain, ist metten water omgeslagen, ende gesciede den XIII. february. 1521. Item, anuo xvc. xxi, soe isser een gheboot ghecomen wten Haecli, dat men
alle die waghens heeft moeten wyen ende een ander spoer te maken , int lant van Arkel, oeck mede in Delflant ende ter Gou ende Dortrecht, Schoenboven , etc. ■ ' Item, anno xvc. ende xxi, omtrent bamiss, soe coft men een scepel rogghen
om IX of X st., ende eer S. Meertens tnerct quam, coft men een scepel rogghen om xx stuyvers, ende een scepel weits om xxiiii St., ende omtrent Corsmis doe sloech weder wat afF, elex scepel rn of iar st., mer nae Corsmis soe reest weder omtrent n st. off in st. dat scepel; ende was duer tyt van al dat men behoefde. Op die zelven wynter nae darthien- dach begostet te snuwen ende te vriezen; anno xxn, dat sneeuvv bleve liggen ? dattnen opte Linghen ende Zeerick ende optie Ghiesen by ons molens ende anders veel ael ende vis scupten ende vinghen, tonnen ende vivers vol, Deo gracias, amen. 1522. Item, anno xvc. ende xxn, den anderden dach in Angusto, soe is meyster Ariaen
van Utrecht, te Romen in synen pauselyken stoel geset, daer hy toe ghecoren was by de gratie Goods, tot jubileering ende vroechden al Almannien, etc. ------. Item, anno xvc. ende xxn, soe heeft die drossaert van Gorinchem, in beveel
van myn gen. heere doen maken in't lant van Arkel groote draaybomen voer hoelen ende
andere weghen, om te verhoeden scade ende perikel, die daerdoer geschien mocht, etc. 1523. Item, anno xvc. ende XXIII, op 'sheilichs Sacraments avont, snachts tot XI uren,
doe was op dat jeer S. Bonifaes dach, daechs nae 's heil. Sacr. dach, doe viel om onsen toern vander kerken, die op't choer stoat, ende dede grote scade aen de autaren ende hei- lighen, ende misghewade, ende andere ornamenten. —i— Item, anno xvc. ende xxrn, den xvur. dach in Junio, op eenen donderdach des
after middaechs nae noen omtrent in uren, zoe is die eerste steen ghelect aen ons choer ende cruiswerck vanden fundament, ende was omtrent onder dat gat, daer dat hcylich sa- crament in zal staen. ------Item, anno xvc. ende xxrii, soe zyn die Ghelders, die in Vrieslant laghen, over
ghecomen te Vianen, te peert ende te voet, op Sunte Mauritii dach, ende quamen den dyck
wt in Ammers graeflant, ende bornden dat aff, ende zyn weder om gereyst tot Nikerk, soe zyn hem ghevolcht meest al die dorpen, om te verdinghen, soe dat lant van Arkel, te we ten Arkel, Keken, Oesterwyck , Milant, Bloclant, Hoernaer ende Scheluwen , daer loefden XXVIF. goude guldens, behalven aj d'onkost, ende namen mede in die geyselingh Jan Wou- tersz. van Arkel, ende Aert Dircksz. van Bloclant. Item, noch soe zyn dieselve Ghelders weder overgecomen in dat selve jaer, daechs nae
Sinte Lucia dach , ende kwamen tot Merkerk lighen ende quamen opden selven dach op enen maendach, 'savonts tot vi uren, tot Gorchem, ende bornden buten die Casenpoert al af op wat cleinder huis ende bergh, ende vinghen voer die poert veel luiden met haer goede, dat sy ghevloecht hadden, ende toghen weder tot Nikerk , ende bleven daer ligghen, om te branclscatten ende toghen *sanderen daechs in Gouweriaen, ende bornden dat af, ende daechs daerna bornden zy Langhersack af, waerom ons voerscr. dorpen wederom seynden broeder Jan van Nimeghen, observant tot Nikerk, om weder te verdinghen ? ende loefden vanden dorpen weghen XIH°. gouwe guldens, xi weeken lanck, behalven alle ander oncost, ende namen mede in die ghyselinghe voer die penninghen Arien Hubertsz. van Bloclant, ende |
|||||
G
|
|||||
Gielis op ten Enghe, van Keken, ende die oncost was van elken hondert gouwe guldens xix
gouwe guldens. 1524. Item, noch soe zyu die selve Ghelders weder tot Vianen overgescheept in dat
jaer xv°. ende xxiiu, op ons liefs heren hemelvaerts avont, dat was dat jaer daechs nae inventione sanctae crucis , ende cmamen in die leegher ter Arney, ende verdestrueerden al den hoep , ende vinghen die hoofaman jonker Willem Torek ende ander voel knechten, ende mede veel doot bleven aen beyden syden, ende reisden voert door Langhersaec ende born- den dat gans al af, ende voert inder Nupoert ende bornden die oeck al gans af met die kerken ende Ghelkenesse met dat ver voir Schoenhoven, ende quamen weder tot Amey , ende bornden dat wel half af, [ende toghen voert tot Nukerk,^Mide wolden dat lant van Arckel afgebornt hebben , mer God gaf die gracy , dat heer Flofys van Yselsteyn ende an- dere heren tot Gorcbem waren, ende seynden ten Bos ende anderwaert, daer die knech- ten laghen; ende dat vernamen die Gheldersche, ende reisdan metier haest wederom daer of, gheloeft moet weesen Jesum. 1525. Item, anno XV<\ ende XXV, omtrent ons lieve vrouw assumptio, soe coft men
een scepel weits orn xin st, den eenen maendach , en den anderen 's maendaechs coft men om XII st. even goet, ende bleef in die coep. ------ Item, anno xv°. ende xxv, in februario , soe is er een slach gheboert voer Pavien
tusschen den keyserl. Majestaet ende die coninck van Vranckryck, dat daer die coninck
van Vranckryck ghevanghen wert, met vele van synen heeren , ende oec vele doet bleven aen beyden syden, ende daernae anno XVc. ende XXVII, soe hebben hem ons den seven- den dach van Mey keyserl. Majestaet gesterckt, ende zijn door ghetoghen nae dat roemsch ryck , ende hebben Romen soe benauwt, ghewonnen stormenderhant, ende hebben't ghe- spolgieert ende ghevanghen. Ende die paeus met zynen adherenten , die op Enghelenborch gheweeken waren , die hebben zy ghevanghen ende gheslaghen, ende voert haren wil be- dreven, dat wel scrivens ende onthoudens weert is. Haeo mutatio dextrae excelsi, dat voerwaer soe wel te gheloven is. 1526. Item, anno xvc. ende xxvi, op Sunte Apollonien avont, doe waeydent zoe zeer,
dat veel huis ende berch ende molens om waeyden , ende groeten scaey deden aen dyken ende andersins , oeck mede veel willighen ende appelboem, die over die weghe laghen, dat inense ryden noch lyden en mocht. 1527. Item, anno xvc. ende xxvn, op Sinte Benedictus dach in den vasten, namen
die van Utrecht in dat huis ter Nuet%. ------Item, anno xvc. ende xxvn, soe is weder die eerste misse ghedaen in ons nu
cruiswerck opten beloken pinxteren dach den XVI. dach Junius.
1528. Item, anno xv°. endexxvm, den vi. dach inden Meert op eenen vrydach,
soe hebben die Ghclresche met hulp vandie van Utrecht inden Haegh gheweest, ende die ghespoelgieert, ende beroeft met brantscatting ende gevanghen ende groet van goet van an- deren silverwerk ende gelt ende cleeder, ende namen mede Jacob Smit ende Huigh Ariensz ende Jan Arientz voor xxm. gouwe guldens vandie brantscattinghe, die sy gheloeft hadden ende laghen tot Arlem lanch in geyselingh voor die penninghen. ...----- Item, anno XVc* ende xxvili, in profesto visitationis Mariae virginis, soe heb-
ben die parthy vanden bisscop van Utrecht, die binnen Utrecht waren ontboden, die ru- teren ende andere knechten, die optie vaert ende anderwaert laghen, ende hebben hem die poerl inden weert gheopent, ende zyn malcanderen te baten ghecomen, ende hebben die Ghelres met die tegen den bisschop waren, wt ghejaecht ende ghevanghen ende doot ghesla- ghen , ende gheschieden groet molestatie binnen Utrecht, etc. |
|||||
7
|
|||||
1528. Item, anno XVC. ende XXYIII, soe hebben heer Florys van Yselsteyn ende
Joris Schenck ghewonnen Hattem ende Harderwyck , ende quamen daerna voer Tiel, ende worden tweedrachtich ende sclieiden daer oneerlick af op Sunte Ypolitus dach. ------ Item, anno xv°. ende xxvm, den vr. dach in October, op eenen dinxdach ,
soe is den vree ende zoen afgheroepen tot Gorchem als van den keyserlyken Majestaet ende
die beere van Ghelre met Utert ende Overyssel ende andere landen , Deo gracias. ------ Item, anno xvc. ende xxvni, doe was't een muysjaer, ende 'swynters daer
nae anno xxix, , soe was daer alreweghen groet ghebrek voeyevs voer die beesten , dat men
een vim hoeys coft eerst om X of XII st., nae om xvi ende xvil stuyvers, after nae oni XX st,, ende daernae en was daer gbeen voeyer meer te crighen om ghelt, ende badden die luyden gheen rys of anderen top die beesten gbegbeven , daer hadden veel van bongher moeten sterven, ende dier ghelyck dack ende ander groen biezen, dat die luiden ghecri- gben konnen ; ende is wel onthoudens weert. 1529. Item, anno xvc. endexxix, soe is er van boveri afgecomen een nu ziekte,
onder den mensche geheyten die Engelsehe Zweet, daer veel menschen roekeloes af stor- ven, die som in xn uren doot waren ende som langher leefden, ende oeck daeraf vel op- stonden, die hem waerm ende wel wachten, oeck daer't in een stat ofte dorp quam, dat er XXX ofte XL in een atmael ziek wart, of oec min , nae dat zy groet waren die plaet- sen, ende quam tot Gorchem eerst omtrent sinte Lambert, ende voert tot Leerdam, ende alle deze landen doer; ende quam soe van Nimweghen af ende voert tot Rommel, ende ne- derwaert, datter op Sunte Dyonysavont in die heerlicheyt van Noerdeloes over die vyftich in haer sacramenthen laghen. 1530. Item, anno XV°. ende xxx, soe was't alsoe vroegheren tyt, dat die pruimboem
in't eerst vanden Meert begosten te bloeyen, ende ander boem daernae, dat met vr off vir weeken voor Mey die beesten te veyen sloech ende wel eerder. ------ Item, anno xvc. ende xxx, op Sunte Leonardus avont, op eenen saterdach ,
begosten te onweren met reghenen ende waeyen wtten noertwesten, alsoe zeer, dat dat water
begost te rysen , dat allesyns over die dyken Hep , datter waren in Leckerlant ende Papen- drecht vn gaet inden dyck, ende opten Wolferensche over liep, ende last had, datmeu houden mocht; ende anderswaert in't )ant van Altenae oeck inbrak ende vele luden ende beesten verdronken , ende voert tot anderen weeghen vele scade dede, dat welck wel scri- vens ende onthoudens weert is, om elck hem daerop voersichtich tewesen, op anderen tydeu, of dat boerden: daer God, ons Heer, ons voer behoeden wil. Ende oeck mede soe was't inghebroken dat lant vanden Daegh ende in Stryen in Zelant
ende in Vlaenderen tot aire weeghen, daer veel luiden ende beesten verdronken ende buis ende bergh over dycken vielen, ende groten jamer ende verdriet in alle plaetsen was. Ende men woude segghen, dat te Romen oock dierghelike gheschiede. Item, opten selver wynter voersc. soe was alsoe grote ghebreck voeyers voer den beesten
in Brabant ende in Zeelant, ende daer omtrent, dat men dat hoey by den pondt vercoft. Men wolde segghen, dat pont een blanc of eenen halven stuver goud, daeromtrent, ende oec niet te crighen en was, mer hier te landt, en was't soe duer toe niet. 1532. Item, anno xvc. ende xxxrr, inde vveeck voor Pinxteren , soe is ons heylich
Sacramentshuys volmaect geworden, ende heeft in als gecost met ioet, yserwerk ende ander reetscap hondert L. R. guldens. ------ Item, anno xvc. ende xxxil, op aire heylighen nacht, tusschen aire sielen nacht
begosttet waeyen wtten noertwest alzoe zeer, dat in Papendrecht een gat inden dyck quam
ende alreweeghen groet scade dede. |
|||||
s
|
|||||
1532. Item, anno XV3. ende xxxn, soe is er een ghebot ghecomen wten Hoef, dat
men in gheen dorpen, kermis oft kerwyenghe en moest houwen, anders dan op eenen dach , die by den hoef genoteert was, ende dan alle dorpen op dien dach kermis of kerkwyinghe te houwen, op peyn ende boeten daertoe gheordineert. ------ Item, anno xv°. ende xxxn, soe isser een nu sieckte ghecomen onder den
menschen, daer veel luden of storven , ende oeck veel lvriden aff opstonden, ende en con-
den niet lichtelyken weder becomen. 1533. Item, anno xvc. ende xxxiir, soe was't alzoe avontucrlike jaer om voeyer te
winnen totten beesten, dat men al dat jaer doer hoeyden tot alreheilighen toe, ende twee of driemaeJ, soe regghende dat lant onder, ende weeder quam't weeder op, ende sommighe menschen aen geen voeyer en costen geraken, ende vele hoeys ende gras, dat daer ghemaeyt lach in't velt, bleef, ende menighen bedrukten mensche maecte. 1 Item, anno xvc. ende xxxill, den tweeden dach Decembris, ende was den der-
den dach vanden advent ons Here, is Jan Wouter Katten met sinen bruyt inghelet ende ghetrout contra consuetudinem ecclesiasticam , qua nuptiae prohibentur aeiebrari ab ad- venlu usque ad epiph. octav. exclusive, item a septuagesima usque in octavam Paeschae itwlusive; item a prima die rogationum, quae est secunda fe?Ha ante ascensionem Dni usque ad octavam pentecostes inclusive, ut no. in ca. Capellanus defe, 1534. Item, anno xv°. ende xxxiv, doe lach men voer Munster, ende dat duerde
een jaer, dat zy daer voer quameu, eer dat zy dat ghewinnen cons ten , ende anno xvc. ende xxxv, op Bint Jan Baptisten dach te midsomer, soe wart ghewonnen. 1535. Item, anno xv°. ende xxxv, opten Pallemavont, soe is op Noerdeloes eenen
rebaut of dief gherecht gheweest optie kerchoef, ende wardt op een radt gheset in dathof- lant aen die molenweech, om alle quade menschen tot exemple, ende was op die tyt groete noeit, want goede Iuiden wter steden ende wt alle landen ende dorpen dorsten niet reysen of keren, zy wisten niet, of sy vermoert of beroeft souden worden, als op die tyt oeck gheboerden , ende die huysluyden moesten des nachts waken , soe stolen zy, ende dorsten 7s nachts wt den buns niet gaen, zy meynden vermoert off beroeft te worden. ■------• Item, anno xv. ende xxxv, soe is te Gorchem by die Lazarus, buten die
Gasen poert, over die Milantsche vliet, een nu steenen hoel gheleet over die graft, die tot
die cleinkae dient, ende op dat zelve jaer is oeck bepaelt ende bescoten met planken van die kae af tot die bollencns toe, ende die straet nu verstraet, daer te voeren qualiken plach te ligghen, met planken, brugghen ende quade straten $ op die tyt anno xxxtv, soe is die Milantsche sluis op Wolferen ghedamt. ------ Item, anno xvc. ende xxxv, soe is ons kermis verleet, sonnendaechs nae sunte
Bartholomeus dach, die te voven langhe jaren plach te ligghen, sonnendaechs nae Sunte
Jans dach te midsomer, ende gheschiet, om dat om die tyt veel vasteldaghen comen, ende oeck mede dat byden herft een bequamer tyt is voor cost ende anders, dat men behoeft. 1536. Item, anno xv°. ende xxxvi, den seventienden dach in April, 's maendaechs
nae beloken paeschen , soe bornende tot Gorchem bi die leegh Arkel poert in die Arkelstraet, ende daer omtrent, veel huizen ende berghen mit die rosmolen, ende maecte menighe arme menschen, ende op die tyt soe langhe droech was, dat mens niet wel keren en mocht. ------ Item, anno xvc. ende xxxvi, opten heilich cruis dach inden Maey, gheschiede
te Delf in Hollant groten schaey, dat daer verbornden twee prochykerken, ende bynae heel
die stede, ende maecte menich arm man, ende omtrent ixm. (!) huisen. 1537. Item, anno xvc« ende xxxvn, soe zyn gheset gheweest die eykel boemen op
dat kerkhoef, ende die leynden boemen voer den roester ende kerkhoef; op dat zelve jaer, |
|||||
9
|
|||||
soe zyn die grote candelaren op dat hoech altaer ghecomen; op dat selve jaer, soe is opten
Jieven vrouwen altaer den back vergult ende vandie schilderey ghemaect gheweest, ende beeft gbecost xx R. guldens. Op dat zelve jaer soe is dat yserwerck voor 's beilicbs sacramentshuis ghestoffeert ghe-
weest; op dat zelve jaer soe is dat uerwerck vveder ghestelt ende ghemaect gheweest; op dat zelve jaer soe is die nu zuete vrou op onser lief vrouwen altaer ghesneden gheweest. 1537. Item, anno xvc. endexxxvii, doe en vroert niet tot jaersdach toe, datter een
voegel op dat ys mochte gaen, ende voert verm naeden tyt was, ende voert van jaers dach af anno xxxvm, soe en vroert oeck niet, dat die pruimboem in die zul begosten te bloeyen ende haren voertganck hadden. 1538. Item , anno xvc. ende xxxvhi , soe hebben die Bloclanders gheset een nu molen ,
daer die cleyn molen p)ach te staen vanden bempt. ------ Item, anno xvc. ende xxxvm, soe hebben die van Noerdeloes die papegaey ge-
scoten opter nu molen ? inden grote weert, sonnendaechs voor ons vrou visitationis
Mariae. —— Item , anno xvc. ende xxxvm, profesto visitationis Mariae, sterft die hertoch
van Ghelre , Karolus, die deze lande ende andere lande veel verdriets aen ghedaen heeft, ende oeck zyns zelf lande mede, van die mael, dat by wt Vranckryk quam, in sine lande, dat was anno M. cccc. xcn., soe wast altyt orgel ende onvrede in dese lande, ter tyt toe dat hy sterf, somraels een jaer of twe, soe dat men veilich dorst reysen of keren, ende altyt op en ny, ende dat duerden alsoe langh, als hy leefden omtrent XLVI jaer, vele water- molens ende dorpen ghebornt worden by zynen tyden. ------ Item, anno xvc. ende xxxvm, doe was hier ende aire weghen redelyken veel
gheseyt, ende dat coern wies wel, ende alsoe mals, dattet in veel jaren niet soe ghewassen en
was, ende in den zomer quam die roey in dat coern, soe wel in dat winter coern , als in die haver, ende in den herfst, doen men dien haver meyden solde, soe quam daer een quade wint met reghen, ende sloech dat coern neder, ende die haver bleef alsoe Jicht vandie roey ende onweder, dat zy niet docht ende luttel af quam , ende dat weyt en docht oeck niet, dat die ghemeyn lieden qualick quam ; ende oeck den rossemeyt ende ander oncruyt soe zeer in't lant wies, datmen van sommighen lant niet off en had. Anno xvc. ende XXXIX, doe en had men daer gheen ghebreck off. 1538. Item, anno xvc. die winter xxxvm tusschen xxxix, soe en mocht men dat ys
noch die weech niet bruken, soe aventuerlike als't vroer, dat men die doeden moest dra- gen ter kerken, hoe veredt dat zy woenden, dat men Antho. Ger. Jacopsz. moest van daer hy woenden, draghen ter kerke, ende in Slinghelant moest men Hub. Jan Hermansz, dra- ghen op Noerdeloes ter kerke , ende voert meer andere, etc. ------ Item, anno xvc. ende xxxvni, soe woende een man ende wyf, een moerde-
naer, met zyn huisghezin tot Dortrecht in Hollant, omtrent die Wilepoert, ende hadde
veel jaren ghetapt, ende vermoerden veel luden, eer men't ghewaer worden, ende begroefze in zyn zelfs huis, ende wort mit zynen huisghezin een smadelyke doot aengedaen, dat wel recht was. 1539. Item, anno xvc. ende XXXTX, op Sinte Severynen dach, den derden dach nae die
XIm. megheden dach, sterff Heer Florys van Ysselsteyn, die Greef van Buren op dat slot te Buren. Requiescat in pace, ------ Item , anno xv°. ende xxxix, soe is die nu rosmolen tot Ghorichem gheset ghe-
weest by dat slot. ------ Item, anno xvc. ende xxxix, daechs nae alder Kynderen dach, op enen manen-
nr. 2
|
|||||
10
dach, doc was soe onverbolgheu weer van (loader ende Llixem, of midsomer had gheweest,
van vvelken dondcr ende blixem inden Haegh in Hollant verbornde die kerk ende noch wel xxx husen , ende dede groten scade. 1540. Item, anno xv°. ende XL, die infra octava Epiphaniae Domini obiit commen-
dat. de Sokeluven Paulu ------ Item , anno xvc. ende XL, optcn Scortelwoensdach in die heilighe vveeck, Bterff
myn heer van Boechoven, Johan vander Aa , die omtrent xxx jaer drossaert was tot Gor-
chem ende des lants van Arkel. Een paler noster voerdie ziele; ende zyn huisvrou sterf indie maent Augusto daernae in dat selve jaer. ------ Item , anno xvc. ende XL , doe was een sieckt onder dat ghemeyn volck van koersten
ende ander quaei ghebrekcn daer onder ghemencht, dat daer veel menschen af storven ,
aire weghen. ------ Item , anno xvc. ende XL, soe is tot Gorchem die Visbrugh vernieut ende breeder
ghemaect, dan sy te voren was, want dat volk daer doer een niet en mochten comen,
dat zy te smal was, dat wel gliemaect is. ------Item, anno xvc. ende XL, soe is die giient af ghecooft teghen die slinckhoef in
Slinghelant teghens ons molens, waeraf eenen scepenbrief af is onder die waersman Willem
Mat thy sz. ------ Item . anno xvc. ende XL, soe was ons Keyzer Karolus afghecomen in Hollant ende
voert tot Utrecht ende weder om te trecken, soe is hy ghecomen tot Gorchem ende bleef
daer enen nacht, ende reet, om die stat te besien, die ghebreken, poerten ende muren , ende reysde na den Bos. ------ Item , anno xvc. ende XL, des nachts nae Paesdach, soe is op Noerdeloes die kerck
beroeft van dieven off onghelovighe ketters, dat zy namen een kistken met een kosteliken
monstrantie ende privilegien van brieven, met kelken ende and ere ornamenten, dat grote goet weerde was, dat te beclaghen is. 1541. Item, anno xvc. ende XXI, in September, soe is op Hartichfelt die kerck beroeft
van dieven off onghelovighe ketters, van kelken ende ander ornamenten, ende oeck brieven ende silverwerk, die boeken ende brieven ghescheint, dat groet scade was. ------- Item, anno xvc. ende xli, soe is die Broeders kerk tot Gorchem op gheresen tien
voet hoogher dan sy was te voeren, ende een nu choer daeraen begonnen te inaken , dat
veel costen. ------ Item, anno xV\ ende xu, soe is ons Sacristy ghemetselt ende ghetimmert gheweest
omtrent midsommer.
1542. Item, anno xv*. ende xlh, soe hebben die van Gorchem een gat ghegraven doer
den Gallich weert, om den stroem te leyden aen die stede, X roeyen wyt ende ix voet diep, dat veel costen, ende jaers daer nae hebben sy een blochuys gheleet voor die Dalen- poert, ------- Item, anno xvc. ende XLIU soe is een gallig gheset gheweest in Dalem, ende een
wyf daere aen ghehanghen den vi. Juny.
------ Item, anno xvc. ende xlh, soe is daer gecomen een groten hoep volk wt Vranck-
vvck in Brabant, ende laghen daer ende gaerden, namen al aen, die ghelt wolden winnen,
ende men wyst niet, wat zy in zin hadden, after nae begosten zy te bornen ende vanghen ende te spannen , ende grote verdinghe te nemen zonder ontsighen , dat deerlick was ende onbehoerlick, ende die hertoch van Cleef metten Ghelders hielden die hand daeraen, waer- om die Borghoes weder veel vollicks vergaerden, ende toghen totten hoep van Vranc- ryck, ende voert inden lande van Cleef ende Guilick , ende deden, als die van Vranckryck |
||||
II
|
|||||
gliedaeu had den, waerom een groet oerlogh af cjuam; ende ghesciedc omtrent S. Jan inden
zomer, doe zy in't lant quamen, elc. Item , op dat selve jaer, omtrent Katerina, op enen manendacli, soe hebben die van
Bommel of die Ghelders geweest voer die kerk te Scoenrewaerd, ende hebben die bestormt, rner die buer hieldense metter macht. Item, op die selve dach, dat was in dat jaer xvc. ende 3U.il, op den manen dach wart
verslaghen Eaphoern (!) met al zyn vollick. In datselfde jaer was inghebroken de Dalemdyk.
1543. Item, in't jaer ons Heeren xv(. ende drie ende veertich, doe begostet te vrieseu
ende te snuven, dat alien diepen vast laghen, doe zyn die Ghelders over die Linghe ghe- comen, ende born den vyf of zes huysen te Kekum omtrent Agnieten dach, ende 'sanderen daechs ende derden daechs waren sy in Middelcoep ende in Leerbroec ende in Nowelant ende bornden daer oeck des ghelick ende brantscatten daer groot goet wt die derpen, waer om dat lant van Arkel in verdinghe viel, ende verdinchden elx dorp bi hem selven. ------ Item, anno xvc. ende XLTH, omtrent acht daech voer ons vrouwen Lichtmis, soe
is ons dorp van Hornen in verdinghe gevallen, ende loefden van verdinghe elf weken durende
hondert Jochem dalers ende vertich , behalve alien oncost, ende gheen water molens en ga- ven in desen som, ende Bloclant tweehondert, ende voert die ander dorpen van't lant van Arkel elx nae advenant, dat sy's machtich waren te gheven. ------ Item, int jaer ons Heren xvc. ende XLHI, omtrent den twee ende drie ende twyn-
tichsten dach in Augusto, soe is die Keyser van Romen , Karolus, ghecomen van Romen af
yan bovenen af met grote zwaer vollick met veel Spaengers ende ander Italiaenschen knech- ten, ende oec met veel ghescuts inden lande van Gulick ; ende op dienselven tyt lachdieprins van Orengien, als stathower van Hollant ende Brabant oeck, met groote vollick, daer by die lant van Gulick, ende zyn doe samender hant ghetoghen voor Daren ende hebben dat stor- mender hant ghewonnen, ende al dat in die ste was doet gesmeten, behalve wat wyf ende kynderen na, ende voert gethoghen naer Rennen die stat toe, ende die oec opgegheven op dat pas, ende voert ghereyst voer Venlo die ^tat, ende daer hoer legher voer gheslaghen , ende daer voer legghende twe off drie daghen, soe is die haertoch van Cleef in des Keysers , legher gecomen met al zyn Edelen, ende is doe die Peys ghemaect gheweest tusschen die
Hertoch van Cleef ende Keyser, ende voert die Ghelders, dat zy ghelickeliker hant in Keysers macht gheghaen zyn, ende syn keysers gheworden. Deo gracias. ------ Item, int jaer ons Heren xvc. ende xlhi, soe hebben die Ghelders Amersfoert
inghenomen, omtrent den eersten dach July, ende hebben daer groot goet wt gheschat,
ende dat doer party ende tweedracht, die binnen die stadt was onder die borghers. ------ Item, anno xvc. ende xtlii, doe is er weder een oploop off een remoer ghecomen,
als van die Gelders, dat si op comenden weech in dezen lant waren, omtrent den vin. dach
July, soe zyn dees dorpen weder in verdinghe ghevallen, te weten: Arken, Kekum, Oester- wyk, Bloclant, Lerbroec, Noudelant ende Noerdeloes, mer Hornen ende Schelven op dat pas niet. ■■■
als van die Keyserl. Majestaet, of het hof, dat een yegelyck den thienden penninck moest gheven van zyn goet van lant, daer hy woenden. Insghelyk most men deii x. penninc gheven anno xvc. ende liii ende Lxni. 1546. Item in't jaer ons Heren xvc. xlvi , opten 12. dach January, daechs na sinte
Agnieten dach, doe begost dat water voor den dyefdyk te comen ende was djep opten ghe- meinen acker xll voet, ende waert daervoor ghehouden noch in dit zelfde jaer, zynde opt Hoekelumsche velt twee nyeve... , 2*
|
|||||
12
|
|||||
1546. Anno xvc. ende XLVI, soe was een sulken duren tyt, dat men alle die wynter door
coft een schepel waeyts voor xxm of xxnil st., ende een schepel rogh voor xvii of xvlll st. {Sine anno) was sulken duren tyd, als dat men coft een scepel rocke voer xxvn off XXVIII
st., ende een scepel waeyts voer xxxri ofte XXXVH st. (Insgelyk soe coft men den roghe ende taruwe anno XLVI omtrent Korsmisse ende daernae , te weten den roghe xxxnn of xxxv ende den taruwe n gf. Anno xv°. ende ixxn, omtrent als voren.) 1548. Item, anno xvc. ende xlthi, nae dees voerscr. jaer, soe heeft er weder een goede
tyt gheweest, dat men een scepel terwen weder coft, om neghendalve stuyver, een scepel rogghen vn st. 1549. Item, in't jaer ons Heren xvc. ende XLIX, omtrent Sinte Mychiel, soe is te Gor-
chem binnen ghecomen den prins van Spaengien, ende is voert ghereyst in Dortrecht, ende is daer gehult ende voort in alien steden. 1550. Opte xxrx. dach Juny, in't jaer ons Heren xvc. ende L, op Sinte Peter ende Pauls
dach, doen soe hebben die van Noerdeloes die Papegaey gheschoten, ende mostense eenen nacht overlaten staen, dat zy ze nyet af cryghen en costen. Item, in't zelfde jaer van vyftich, omtrent Sinte Jacob, soe is volmaect gheweest het
houtwerck vanden cap opten toern van Noerdeloes. Item, anno xvc. ende L, soe hebben die van Bloclant ghetimmert een nieu choer.
1551. Item, inden jaere xvc. ende LI, opten xxni. dach van Februarys, ende was op
Sint Matthys avont, doe begost dat water van boven voor den dyefdyk te comen, ende was diep opten ghemeynen acker xin of xiv voet, dwelck den ghemeynen huysman wt Godts gracie vromelyc met ghewelt hidden, ende was datselve jaer een nat jaer Yan reghen ende groote opwateren. 1552. Item, in't jaer ons Heren xvc. ende twee ende vyftich , daechs voer Sinte Pon-
tiaens avont, 9s avonts omtrent tusschen acht ende neghen uren, begostet te donderen ende blixemen, groote slaghen, oft in't heetste vanden somer hadde gheweest; ende mede soe waeydent wten noertwesten, ende 's anderen daechs, op Sinte Pontiaens avont, dat noeyt mensche sulken wynt beleeft heeft, waerdoer veel landen zyn ingbebroken, God betert. Ten eersten het lant van Altenae, daer veel luyden ende beesten ende peerden verdroncken syn , dat nyet scryvens of wetens en is, soe dat dat water te twee of due steden ingbebro- ken was, ende qnam malcanderen te moet, dat diQ luyden dat nyet overcomen en mochten, ende oeck mede soe was't inghebroken in Grimpen, soe dat dat water doer die landen quam ende liep om Scoenhoven; ende buten Ter Gou wast mede inghebroken, ende die prochy- kerk van Ter Gou ghebornt vanden blixein; ende voert in Zeelant mede veel landen ende dorpen mede ingebroken, etc. 1553. In't jaer ons Heren xvc. drie ende vyftich, soe heeft die E. Heere, Heer Cornell's
van Berghen, here tot Zoevenberghen, Noerdeloes enz. die molen laten zetten op die ge- meynte in de heerlicheyt van Noerdeloes, waer aff die gote gegraven worden den eersten dach in Martio, ende wert daer dagelix an ghcvrocht tot datse volmaect ende ganckbaer was, 1555. In't jaer ons Heren duysent vyfhondert vyff ende vyftich , op Sinte Gi*egorius dach,
den xir. Marty, soe worde 'tgevel van d'ouwe kerk alhier op Uoernaer afghebroken, na- volgende den XXIX. Marty worden 't fondament vanden thoern gegraven, ende daer nae den HI. Apr. op eenen Woensdach, smiddaechs omtrent te XII uren, soe worden den eersten steen van den thoern gheleyt by Dionys Adriaensz. van Muyllwyck, doen ter tyt oud wesende om- trent xv jaren; van welken toern meester af was enen genaempt mester Gornelis Frederickxz. vander Gouda , die doen ter zelfder tyt mede meester was vande kerke van Vianen; ende hier voertyts ghemaect hadde 't choer mitten cruyswerk alhier. Tzelfde is ghedaen bykerkm, |
|||||
13
|
|||||
Jacob Jansz., Jan Geritsz., Huybert Aerlsz. ende Willem Dircksz. fcenluyder adjonct.
Desen toern was volmaect (God heb loff) van 't steenwerck op Sint Bartholomeus dach anno iTl; ende luyden die clocken daerinne alder eerst op aire heylighen dach daer aen. 1556. Anno xv. lvi, soe was droghen somer, dattet nooit en reghende, datmen zegghea
mocht, dattet ghereghent bad, van Palmen aff tot nae S. Jacob, alsoe dat die beesten zeer weinicb gaven. ------ Inden zelfden jaer van 1VI? soe vrost zoe vroech, dat men Crispin! ende Crispi-
niani liep over de Giessen.
1557. Anno xv°. zoeven ende vyftich , beginnen Jaersdach ende oeck wel een maent daer
voir, wast groten duren tyt in alderhande coorn, tzy taruwe, rog, garst, haver, boonen ende boeckweyt, te weten, dat men omtrent den voorn. Jaersdach voer ende nae most ghe- ven voer aen scepel taruwe, Gorchumsche maet, xxxvn st., een scepel rog XXVII st., een scepel haver xv st., boonen xxx st., ende den boecwevt 't scepel xxix, ende den taruwe ende rog liep altemet meer op, alsoe dat men voer een scepel rog raoest geven XL St., een scepel taruwe in Karolus guldens, een weyte broot van VIII pont IX St.; maer worde van stonden aen een ghebot ghegeven, dat men't niet duerder most geven dan vi stuv. Tot Schoenhoven most men geven voer vt pont weyts broots XV stuyv. Dit gheschiede opten Pinxter avont. Daernae begondet te wyken ende die groote vloot quam over, omtrent Petri ende Pauli; ende omtrent vill daghen post visiiat. Mariae, colt men te Gorchum een scepel taruwe voer xxx stuyvers, een scepel rog xx, ende nam te met meer ende meer af. |
|||||
ULTRAJECTUM.
|
|||||||
ECCKES1AST1CA.
------->8!«-------
|
|||||||
I.
Articuli ex parte C. M. cxhibili commissariis D. Traject.
et &rcb. abusus, exacliones, concussiones et injusticias officiariorum ecclesiasticorum ejusd. episcopatus Traj. in comilatibus I loll., Zeel., et Frisiae continentes , una cum responsionibus Rmi. in Christo patris et »l- lustriss. principis et Dni, Dni Henrici, Dei gratia. Electi Trajectensis, Gomitis palatini Rheni et ducis Ba\ariae ad arliculos ex parte C. M. super assertis abusibus, exactionibus, concussionibus et injustices officiariorum ecclesiasticorum in comitatibus Holl., Zeel , et Frisiae exhibitos coram commissariis per illustrissimam dominam Margaretam deputatis no- mine suo et ecclesiae suae Trajecten. proponendis. In primis, etsi de jure episcopus ex debito officii et ut bonum pastorem decet, debeat
singulis annis per se vel suos suffraganeos visitare sibi in spiritualibus commendatos et sub- ditos eisdem administrare sacramenta confirmat. et ordinis, in aliqua parte dictorum co- nritatuuxu , nee non ecclesias, capellaset altaria consecrare, recipiendo duntaxat procurationem; etsi quid gratum absque pacto offeratur, nihilominus nonnulli praedecessores dicti dornini Traject. in praemissis defectuosi fuerunt, ita, ut aliqui subditi C. M. magno suae vitae et bonorum periculo coacti sint etiam per medios hostes vel eorurn insidias exire jurisdictio- nem dictorum comitatuum pro tonsura & ordinibus Trajecti recipiendis. Quapropter ne- cesse est ordinari et observari, quatenus de cetero episcopus aut suffraganeus singulis annis bis aut ter in praedictis comitatibus veniat, dictas contirmationes, consecrationes et ordinatio- nes administraturus, prout juris est et observatur in dioec. Camerac. et Tornac., ut sic cesset dictum periculum et exactio, quam hucusque passi sunt subditi C. Maj., praeserlim cum ob dilationem sufFraganei praepositus Westfrisiae inhibuit illis de Medenblick, qui ec- clesiam a Gelrensibus arsam reparaverant, et illis de Berchout, qui partem novani ad suam ecclesiam junxerant, ne in illis ecclesiis celebrarentur divina, donee per suffraganeum conse- |
|||||||
15
|
|||||
erarentur aut sibi magnam pecuniae summam solverent, qua per unam earundem soluta,
dedit illis licentiam in ilia etiam ante consecrationem divina celebrare. Et primo ad primum articulum respondet, quod nunquam visum est, ordines gene-
rales extra civitatem Traject. nisi in sumnia necessitate ob periculum guerrarum cele- brari. Quo ad visitationein dioec., quia patriam suam invenit desolatam , de praeteritis sibi non venit imputandum, et pro iuturo curabit, quod suus suffraganeus singulis annis, quantumcunque poterit, circuibit et visitabit dioec., facturus ea , quae ad officium suum pertinent. Quo ad querelam Westfrisiae, dicit, quod anno praeterito sufFraganeum suum ad partes Frisiae misit, qui suum exercere officium per commissarios C. M. probibitus & ad multos dies detentus et tandem, re infecta, dimissus fuit, in praejudicium et gravamen suum: et quo ad factum eccles. de Medenblick et Berchout, dicit ex relatione decani Westfrisiae, quod ecclesia de Medenblick nondum erat consecrata , et quod pro licentia celebrandi in portatilibus, nullam unquam pecuniae summam recepit; et quod super taxa procurations pro consecratione ecclesiae de Berchout actum fuit ad discre- tionem et taxam magistratus opidi de Hoern. Secundo, licet de jure sacramenta debeant gratis ministrari, et quod per concordats Ro- dolphi quondam episcopi Traject. cum, bo. me., Philippo tunc duce Bourgundiae, Holl., Zeel. et Frisiae comite, ac aliis eorum praedecessoribus declaratum sit, non debere augeri taxam consuetam; atlamen pro sacro crismate infra triennium aucta est taxa ad duplum, ita, ut provisores, qui episcopo aut ejus vicario duplum praestant, similiter ultra taxam consuetam exigunt a rectoribus parochialium ecclesiarum suae jurisdictions, et, nisi solvatur, retinent vasa argentea in pignus. Ad secundum artic. respondet, quod non credit contenta articuli vera , et, si qua
per aliquem ex provisoribus et decanis sint pracstita gravamina, curabit, ut tollantur. Similiter, ubi pristinis temporibus pro suscipienda simplici tonsura dati sunt quatuor stu- feri, exinde auctum est ad septem stuferos, et pro literis accolitatus, subdjaconatus et dyaconatus solvi consueverunt novem stuferi, pro decreto aut defectu tituliil. St., coguntur de praesenti subditi C. M. dictos ordines acoepturi multo plus praestari, ita, ut compertum sit, plures pro simplici tonsura fuisse coactos solvere xvm aut XX St., pro singulis Uteris accolitatus , subdyaconatus et dyaconatus xxi St., pro legibus admissionis ad presbyteratum IX, X aut XII flor. ad voluntatem domini vicarii, et de facto quidam, qui ob paupertatem diclas summas solvere non potuerunt, ad sacerdotium admissi non sunt, quae omnia cedunt in gravamen subditorum C. M., contra omnem aequitatem et antiquam observantiam , quare providendum est, uts. Item compertum est, quod plures sunt promoti ad presbyteratum sine titulo vel sub titulo
ficto, qui est abusus contra juris dispositionem, et ex hoc multi sacerdotes coguntur men- dicare, in opprobrium cleri. Ad in™, et iv™. artic. respondet, quod nihil amplius percipitur, quam per suos prae-
decessores intellexit esse perceptum. Et, si forsan pro decreto admissionis ad titulum
patrimonialem, vel aliorum bonorum non mortificatorum aliquid ultra recipiatur , quod
hoc fit ad restringendum et secludendum titulos fictos, quos laici promovendis as-
signant, et post susceptos ordines literas lacerant, ita, quod ob culpam laicorum
et non suam aut suorum officiatorum, nonnulli sic promoti egestate laborant.
Insuper indifferenter ad dictos ordines sacerdotii admittuntur corpore viciati, indocti, illi-
terati, qm vix sciant legere, dummodo suos defectus magni redimant; nee habetur respectus
ad scandala, quae proveniunt ex multitudine clericorum, cum tamen de jure determinate
debeat esse Humerus clericorum.
|
|||||
16
|
|||||
Ad cjulntum articnlum respondet, quod corpore viciati ad ordines non admittuntur,
nisi legitima causa, nee etiam illiterati, nisi ad importunam nobilium et ofliciatorum instantiam. Admittuntur etiam utplurimum indocti et illiterati ad praedicandum verbum Dei, ex quo populares male aedificantur et in dies errores et scandala oriuntur, quapropter necessa- vium erit, quatenus Dom. Traject. in hoc provideat, ut de cetera non nisi discretos et do- ctos admittat ad annuntiandum verbum Dei, cum in hoc summum vergat periculum. Provideat etiam, ut confessores, praesertim in claustris monialium sint viri senes, docti et experti, ut cesset omnis suspicio; quodque singuli confessores admittant ad munus semel in anno dis- cretos senes sacerdotes seculares, quibus dictae moniales libere, si velint, confiteri possint ea, quae forte suis confessoribus regularibus dubitant propalare. Ad sextum et septimum articulos respondet, quod ad contenta in illis otnnino incli-
natus est, et jam, quantum in se est, providit et cum tempore magis providebit, nisi
per exemptos et curiam secularem impediatur.
Ne de cetera nova indicantur festa publice omnibus celebranda, ymo tollantur nonnulla
festa simplicia, maxime in Julio et AugustQ occurrentia, saltern, ut, audito officio, in dictis fes-
tis laicus impune possit ad officium suum mechanicum pro victu et vestitu uxoris et proliuui
recurrere, potius , quam tolis postprandiis tabernis insidere, unde proveniunt ebrietates ,
rixac, pugnae, homicidia et inlinita alia mala.
Ad octavum respondet, quod ad contenta articuli inclinatus est et fecit desuper con-
cipi certas ordinationes, quas in proxima synodo, mense Octobri, faciet publicari. Licet ecclesia per modicam sanguinis effusionem, praesertim, quae secrete fiat, non pol- luatur, et ubi per sanguinis effusionem fuisset polluta, deberet reconciliari per episcopum ex- pensis delinquentium, et non ob id molestari communitas; attamen infra mensem decanus Westfrisiae in ecclesia de Berchout ob id , quod custos cum capellano soli, prandio facto, in ec- clesia rixantes, eundem offendisset ad nasum, ita, ut nonnullae sanguinis guttae inde effluxisse dicantur, inhibuit divinorum ministrationem, nisi per communitatem ejusdem villagii, ejus rei insciam et insontem, sibi certa magna pecuniae summa soluta fuisset; quo facto, putabat re- conciliationem pecuniae datione fieri, quae et absurda sunt et concussionem sapiunt. Quare illi decano inhibeatur a vexatione dictae coinmunitatis desistere, et provideatur, ne similia ab eo vel ab aliis de cetera contingant. Ad nonum articulum respondet, quod, quo casu polluatur ecclesia, relinquit dispo-
sition! juris communis et statutorum provincialium et synodalium, et quod tales dalin- quentes plerumque aufugiunt, ita, quod ordinariis durum foret tales prosequi. Sed,quia parochiani hoc f'acilius possunt, fit cessus, donee ordinario deliberentur, non autem in- terdictum ponitur. Quo ad factum ecclesiae de Berchout, dicit ex informatione dicli decani, quod fuit notabilis et copiosa sanguinis effusio in ecclesia; et quod ipse ob id interdictum non posuit, sed vicecuratus et altaristae, scientes ecelesium pollutam, in vim statutorum provincialium et synodalium, cessarunt a divinis, moiu proprio, nee ipse de- canus causa relaxationis aut reconciliationis interdicti aliquid recepit, sed curia Hollandiae mandato saeculari in praejudicium jurisdjetionis ecclesiasticae mandavit capellanis et alta- ristis in ecclesia sic polluta celebrate et divina reassumere, licet ad illius cognitionem non spectaverit, an ecclesia fuerit violata nee ne. Contra jus commune, bullam Leonis et concordata hucusque saepius est attemptatum, ut subditi C. M. in prima instantia traherentur extra dictos comitatus; provideatur igitur, ne de cetero subditi C. M. laici aut clerici in prima instantia trahantur Trajecti extra jurisdiction nem C. M. |
|||||
17
|
|||||
Ad decimum artic. respondet, quod jure communi ecclesiastici et laici in causis ad
forum ecclesiasticum spectantibus, possunt etiam in prima instantia trahi ad curiam Tra- jecten., et quod nulla unquam fuerunt aut sunt concordata, in quibus episcopus et archid. Traj. et eorum officiales pro tempore in causis majorum excessuum .. •., aut quando agitur ad concessionem privilegii per episcopum prohibeantur subject! comitatus Holl. , Zeeland. et Frisiae , in quacunque instantia trahi ad Trajectum; et quod bulla Leonis Papae in nullo jurisdictioni ordinariae praejudicat, referens se ad illius tenorem ac decla- rationem abbi'eviatorum, qui earn judicarunt. Provideatur etiam, ne de cetero molestentur judices provinciales CM. aut subalterni, ob id, quod jurisdictionem Caesaris tuentes, exequntur jus commune, concordata Rodolphi a tem- pore memoriam hominum excedente observata, vel aliquam ex bullis Leonis, quae pro intima- tis habeantur. Ad undecimum respondet, quod judices provinciales et subalterni jurisdictionem CM.
defendentes, non molestantur nee molestabuntur, modo ipsi jurisdictionem ecclesias-
ticam non perturbent; et ad concordata Rodolphi episcopi respondetur, quod personalia
fuerunt et cum personis extincta.
Cum hoc tempore magis expediat populum ad divinum cultum exhortari, quam retrahere,
tollalur abusus, per quem ob debitum personarum privatarum ponitur interdictum generate,
vel, ut vocant, personale, sed fiat prosecutio contra eum, qui deliquit, ut sic delicta suos se-
quantur auctores et non insontes, cujus tamen contrarium actum est per interdictum in Delff
temere positum ob id, quod per aliquas personas privatas executor justitiae in ecelesia de
DelfF fuit prosecutus et inde violenter ejectus; et per interdictum temere in Rotterdammis
positum ob id , quia duo fratres administrabant bona et personam sui agnati sacerdotis frene-
tici; et in Goes ob homicidium commissum per quendam in personam presbyteri, qui ultra
adulterium cum illius uxore perpetratum, eundem occidere minatus fuerat; et in Veenhuy-
sen, ob verba cujusdam privati injuriose custodi in ecelesia dicta; et in Berchout, ob
id, quod in cimeterio ibidem sepulti fuerunt aliqui executi per justiciam: qui sunt abusus
non tollerandi.
Ad duodecimum artic. respondetur, quod interdicta non ponuntur, nisi ex determi-
natione juris ac statutorum provincialium, quae mutare non est in potestate sua , et in casibus articulatis interdicta fuerunt posita juxta determinationem juris et statutorum praedictorum, et indebite et temere per Judices laicos impedita; quo ad casum de Berc- hout , dictus decanus Westfrisiae dicit scriptorem errasse. Tollatur abusus, quo officiarii D. Traj. et archid. conantur impedire temporalem jurisdictio- nem C M., quo minus extrahantur et justitia fiat de homicidiis voluntariis, per insidias et aliis, confugientibus ad ecclesiam, qui extrahi possunt de jure vel ex dictis concordatis Ro- dolphi, a tempore memoriam hominum excedente observatis, cum hoc bono publico et rei- publicae expediat et juri divino non repugnet, ymo consonet, nee debeat sub praetextu im- munitatis ecclesiae limitate concessae justicia, quae summum bonum est, extra terminos in- dultae immunitatis impediri. Ad decimum tertium respondet, quod ipse et archid. non intendunt impedire extrac-
uonem in casibus jure permissis, sed quidem cognito, an ad ecclesias confugientes
debeant gaudere privilegio vel ne; idcirco non debeant extrahi, antequam per judicem
seu judices ecclesiasticos declaratum sit, eos non debere privilegio gaudere.
Cum bona patrimonialia clericorum et sacerdotum, nee non ea bona, quae ipsi sua industria
acquisierunt, etiam de jure canonico debeantur heredibus ab intestato, abstineant de cetero
judices ecclesiastici, ea bona, clericis ab intestato decedentibus, apprehendere aut se intromit-
III. 3
|
|||||
IS
|
|||||
tere de regimine aut administratione bonorum temporalium et personarum ecclesiasticarum , quae
per aetatem vel morbum se regere non possunt; sed id permittant proximioribus agnatis; cu- jus contrarium gravissimo duorum fratrum cujusdamsacerdotis insensati agnatorum malo temere attemptarunt judices ecclesiastici, et perfecissent, nisi curia Hollandiae id legitime impedivisset. Ad decimum quartum respondet, quod bona patritnonialia sacerdotum ex successione et eorum industria, non intuitu ecclesiae, acquisita, debentur heredibus ab intestato, nisi alitcr pel- cos dispositutn fuerit, et constito de illo, per judicem ecclesiasticum- heredes non impedientur, sed, eis viventibus et iusensatis vel prodigis existentibus, ut curatore indigeant, quia accessorium sequitur naturam principalis, curatoris datio ad judicem ec- clesiasticum pertinet, et propterea proximioribus agnatis in articulo specificatis recte in- hibitum, et illegitime per curiam Hollandiae impeditum, ne curator per episcopum de- putatus insensati curam gessisset. Cum corpora defunctorum, in commun. ecclesiae decedentium, non debeant post sepulluram a cymeterio extrabi, cessent de cetero ecclesiastici ejus contrarium sub poems et censuris mandare, prout jamdudum mandavit decanus Westfrisiae illis de Opmeer, autexhu- mare corpora fidelium defunctorum ob id, quod .... justiciae executio facta fuisset, aut magnam sibi summam pecuniarum solvere. Ad decimum quintum respondet ex relatione dicti decani Westfrisiae, quod iste ar-
ticulus per aemulos jurisdictionis ecclesiasticae est excogitatus, et quod simile, prout ar- ticulatur, nunquani in facto accidit. C. M. et sui praedecessores ab antiquissimo tempore habuerunt et babent cognitionem pos- sessorii, etiam in beneficiis sub sua jurisdictione existentibus; cessent igitur judices ecclesias- tici de cetero vexare ecclesiasticos ob id , quod in possessoriis beneficiorum egerunt coram con- silio Hollandiae; cujus contrarium factum est per archid. Traject. contra dominum Fey on em de Zeyll; cum id tendat iu perturbationem jurisdictionis CM., quamservari cupitillaesam. Ad sextum decimum l-espondet, quod possessorium in beneucialibus non potest fun- dari, nisi praecedente canonica institutione; male ergo fecit curia Holl. concedens do- mino Feyoni manutenentiam, non visa nee habita institutione canonica, ymo, ubi adver- sarius fuit per sententiam officialis archid. canonice institutus possessione subsecuta, ex qua non fuit evictus, et propterea dominus archid. bene et juste contra eundem Feyo- nem processit; tollantur ergo similes abusus, ne curia Holl. manutenentias concedat, nisi primitus visa institutione canonica, prout juri et rationi consonum est. Cum subditis sua privilegia et antiquae consuetudines, quae vim privilegiorum obtinent, siut servanda, ac ipsis liceat quibuscunque mediis ea tueri et defendere, cessent igitur judices ecclesiastici, directe vel indirecte infringere privilegia et antiquas consuetudines subdkorum C. M., neve, si subditi ilia sibi observari desiderant, ob id in eos, ut contumaces, per ful- minationem censurarum procedant, ut factum est contra illos de Waterlant, Purmereynde et Purmerlant. Ad decimum septimum respondet, quod justa privilegia et laudabiles consuetudines
observare et observari facere intendit, et quod illis de Purmereynde et Waterlant nulla
privilegii infractio facta sit, sed juxta antiquam consuetudinem processum, et quod
propterea minus juste ex parte illorum querulatur.
Si judices ecclesiastici praetendant, per officiarios CM. jurisdietionem ecclesiasticam impe-
diri aut libertatem infringi seu violari, ante omnia ipsi Caesari de tali officiario conqueranlur,
vel superiori ejus, quern praetendunt deliquisse aut ecclesiasticam jurisdietionem laesisse, ut
ejus Majestas, aut dictus superior, causa cognita, litem duimat et puniat delinquentem,
si crimen commisisse comperiatur.
|
|||||
19
|
|||||
Ad decimutn oclavum respondet, quod licet unicuique judici, jurisdictionem suam
defendere, ac turbatores impetere , corrigere et debita mulcta punire. Ne de cetero praelati aut judices ecclesiastici quid jubeant aut inhibeant laicis, sub poena pecuniaria sibi applicanda, sed sint contenti suis poenis ecclesiasticis, et, si quis justis eorum praeceptis non obedierit, brachium saeculai-e, si petitum fuerit, ipsis non deerit; cujus con- trarium multum indiscrete anno XVC. XXI per offic. curiae et archid. Traject. factum fuit, cum curiae Hollandiae et certis personis privatis, C. M. subditis, communiter et divisim in- hibitio facta fuit, sub poena multum exorbitanti, scil. ducentorum millium florenoi'um aur. , ne cognoscerent de certa actione reali per sacerdotem contra laicum intentata. Ad decimum nonum respondet, quod licitum est de jure ecclesiasticis judicibus,
laicis et aliis quibuscunque sub poenis et censuris etiam pecuniariis inhibere, et quod
ita a tempore memoriam hominum excedente practicatum et observatum fuit, et quod
nulli injuriam facit, qui suo jure utitur.
Quia jura canonica suas poenas canonicas criminibus statuerunt, quodque impositio poenae
pecuniariae non ecclesiasticis sed temporalibus judicibus admissa est; tollatur abusus, per
quem ob delictum laicorum a judicibus ecclesiasticis imponitur poena pecuniaria, turn ob evitandam
suspicionem avaritiae, turn, ne plus in foro conscientiae liceat ditioribus, quam pauperibus.
Ad vicesimum artic. respondet, ut ad praecedentem, et quod de jure ilia poena venit
imponenda , quam judex putat magis fuisse timendam.
Quia hucusque judices ecclesiastici in suis citatoriis et monitorialibus Uteris, etiam ad partes
remotiores et in gravioribus causis sub poenis censurarum maximarum solum statuere consue-
verunt terminum trium aut sex dierum , duos pro primo, duos pro secundo etc., Aliqu.
unum pro primo, alteram pro secundo, contra juris dispositionem; provideatur, ut post-
hac dilationes tales non angustentur, sed in singulis terminis peremptoriis statuatur tempus
competens et dentur ad minus decern vel plures dies, praesertim, si commissiones dirigan-
tur in partibus remotiorifous.
Ad vicesimum primum respondet, quod circa contenta in eodem articulo non cre-
dit fuisse defectum, quia tales dilationes moderantur juxta causae et personarum quali- tatem ac locorum distantiam. Ut judices ecclesiastici, notarii, advocati, procuratores, cursores et ceteri sint contenti sallarils ab antiquo institutis, juxta concordata Fiorentii, Frederici et Rodolphi episcoporum Traj.; et, ne ob id a subditis C. M. de cetero amplius exigatur, ordinetur, ut quantocius curiae Hollandiae per dictos judices ecclesiast. transmittatur taxa cujusquam consistorii. Ad XXUm. respondet, quod quaelibet curia habet suam taxam, habita consideratione
causarum et personarum, et quod curiae Holl. tanta non competit majoritas, ut possit
a judicibus ecclest. taxam suarum curiarum exigere, et quod ipse ac praelati eccles.
Trajecten. de taxa curiae Holl., quae, ut fertur, valde excessiva est, non immiscet,
quare merito curia Hollandiae a similibus cessaret.
Tollatur abusus, per quem judices eccles. attemptant capere vel incarcerare laicum, non
petito placet vel assistentia judicis laici, et ubi brachium saeculare invocandum est, etiam
contra personam ecclesiasticam, id invocent ab officiariis principis, non a privatis personis,
quibus gladii potestas non est data, ne, si contra fiat, detur causa tumultus vel commotio-
nis aut seditionis popularis, ut factum fuit in Brouwershaven, cum jussu judicis ecclesiast.
auxilio privatarum personarum conatum est, ut dns, Johannes Martini Pansyser caperetur,
ex quo multa mala verisimiliter evenire potuissent.
Ad xxinm. respondet, quod nee ipse, nee praedecessores sui attemptarunt capere lai-
cum, nisi in casibus a jure permissis, et quod ipse ac sui officiati capere ecclesiasticas 3*
|
|||||
20
|
|||||
personas et incarcerare exigenlibus eorum demeritis , ubi et quando opus fuit, nt>n invocato
auxilio brachii saecuiaris, prout semper fuit practicatum et observatum, referens se
desuper ad dispositionem juris, tollatur ergo abusus curiae secularis talia impedientis.
Ne de cetero unico contextu decernantur executiones vel censurae cum mandato citatationis,
sed demum causa cognlta vel parte contumace, postquam constiterit, citalionem, continentem
causae cognitionem, ad notitiam contumacis pei"venisse; quod si contrarium actum erit, ha-
beatur, prout de jure censeri debet, pro infecto et nullo.
Ad xxivm. respondet, quod non credit censurarum declarationem cum prima cita-
tione in unico mandato decretani, quare praesens articulus est supervacuus, cum simile
nunquam accident.
Cum jurisdictio ecclesiastica nullo jure debeat esse venalis, ut vitetur crimen symoniae,
provideatur, ne postbac loco provisoris et decani ordinanda persona officium illud tencat in
arrendam vel sub annuo censu, ne judicet in causa propria, prout hucusque actum est
contra juris dispositionem.
Ad xxvm. respondet, quod provisores servierunt et serviunt ad computum et singulis
annis rationem de emolumeutis reddunt.
Item, quod in qualibet jurisdictione ponatur unus providus et discretus vir canonista, ti-
mens Deum , et qui oderit avaritiam, qui utrique officio provisoris et decani deserviat et
qui pro eodem ofiicio non sollicitaverit aut quicquam solvent aut promiserit juxta concor-
data Frederici et Rodolphi praedictorum.
Ad XXVI. respondet, quod una cum Archid. omnem adhibebit diligentiam, quod in
qualibet jurisdictione aptiores et doctiores deputentur ad officia, et quia ab antiquo ali-
qua competunt soli episcopo et aliqua ad .... soli archid., et propterea necessarium
fuit et est, quod duae personae, prout hactenus observatum est, deputentur.
Ut in citationibus, monitionibus et excommunicationibus de cetero inseratur nomen et
qualitas personae querulantis et causa querelae et petenti Reo tradatur copia mandati et ci-
tationis cum relatione nuntii, expen. pete"ntis; alias citatio, monitio et excommunicato
babeantur, pro ut de jure habentur, pro nullis.
Ad xxvii"1. respondet, quod judices sciunt, quomodo in causis juxta determinatio-
nem juris procedent; et credit, quod non sit in ea parte defectus. Ne persona locum provisoris et decani de cetero obtinens, notarii, advocati, procurS tores et c.ursores, posthac plus a subditis C. M, exigent, quam tempore concordatorum dictorum trium episcoporum solitum est praestari, quodque ex quolibet consistorio vel provisoria infra tres menses transmittatur curiae Hollandiae taxa praestari solita , ne de cetero fiat exactio. Ad xxvmm. respondet, prout supra responsum est ad xxir°. articulum. Ne subditi C. M. de cetero molestentur ob ferias non servatas tempore messis, maxime in mensibus Julii et Augusti, vel ob reparationem aggerum, aquaeductuum vel ob alias causas necessarias acceleratione indigentes, juxta concordata Rodolphi et jura scripta. Ad viccsimum nonum respondet, quod tempore necessitatis judices non denegarunt,
nee denegabunt licentiam, modo petita fuerit. Ne passim ob debitum pecuniarum fulminent censuras, praesertim in causis parvis et pau- perum, qui non nunquam jus dicenti non obtemperant, ex penuria potius, quam ex con- temptu judicum vel censurarum. Ad xxxm. artic. respondet, quod nunquam fulminantur censurae , nisi pro contumacia
compareant, ergo pauperes et doceant de penuria vel impedimento, et non fiet contra eos processus ad censuras. Quia compertum est, provisores et decanos antehac comminatos fuisse subditis C. ML ob |
|||||
21
|
|||||
delicta ecclesiastics non notoria nee publice commissa , indicere velle poenitentiam, ut eo
medio majorem ab eis extorquerent pecuniam ; ordinetur, ne posthac de delictis notorie non commissis indicatur publica poenitentia, et, si qui publice in gravioribus peccaverint, poeni- tentiam" publicam canonicam indicant, et non pecunialiter condempnent vel componant, mai'itatas autem cum viris suis commorantes, licet ae adulterio sint diffamatae, non accusent vel accusari faciant, nisi delictum sit notorium, juxta concordata Frederici et Rodolphi. Ad XXXP. respondet, se non credere, quod provisores et decani ob crimina secreta
publicas imposuerunt poenitentias, et quod contra infamatas ad purgationem procedere
possunt, nee credit aliter fuisse processum.
Ne persona in locum provisoris et decani ordinanda de cetero impediat extructionem vel
reparationem ecclesiarum vel altarium, sub eo praetextu, quod vetera rumpi vel dirui sine
sua licentia non posse asserat, ut sic pecuniam extorqueat, prout actum est per decanum
Westfrisiae.
Ad xxxnm. artic. respondet, quod ecclesiae vel capellae non possunt dirui aut de-
moliri sine auctoritate ordinarii, qui habet cognoscere, an expediat vel ne, et an fa- cilitates suppetant ad reaedificationem etc., Igitur talis licentia merito impetrari debet. Item, ut ille, qui de cetero geret vices provisoris et decani, sit contentus suis visitationibus et juribus consuetis, nee plus capiat in anno bisextili quam ia aliis annis praecedentibus, cum in hoc multum excedere sint consueti. Ad xxxmm. respondet, quod provisores et decani visitant extraordinarie certa loca in
annis bisextilibus, prout solitum est fieri ab antiquo, absque tamen notabili subditorum
gravamine, in Kenemaria, Balivi capiunt duplum ac vocatur dat Hoen Jaer; ita etiam
tit in Purmereynde.
Item generaliter serventur concordata et pacta inter praedecessores C. M., comitis Hollandiae
ac episcopos Traject. hactenus inita.
Ad XXXimm. respondet, quod ipse ac praelati ecclesiae suae intendunt servare pacta
et concordata legitime edita, modo ea pacta ipsis serventur. Et quia diversi articuli ex pluribus opidis et partibus jurisdictionis Caesaris, ad concilium Hollandiae transmissi sunt, continentes intollerabiles abusus, vexationes et exactiones suorum subditorum, quibus de facili remediari non posset, praesertim cum subditi Caesaris ob has et singulas causas accedere non possunt Episcopum aut ejus officialem; quodque dicti officiales in hiis nonnullam habent culpaui, necessarium erit in hiis providendum , quatenus Dns Trajecten. et archid. communi concordia ordinent unum officialem in comitatu Hollandiae et dominio Frisiae, et alteram in comitatu Zeelandiae, qui in causis appellationis et querelaruru cognos- cant de causis ecclcsiasticis , prout fit in Brabantia , Flanuria et aliis dominiis CM., et nisi in hoc provideatur, recurrendum erit ad Reverendissimum dominum Aixhiepiscopum Colo- niensem, legatum natum, aut ad Romanum Pontificem, et sollicitandum, ut in hiis comita- tibus ordinetur delegatus, qui per viam simplic. querelae, appellationis et nullitatis cognoscet de omnibus abusibus, gravaminibus, iniquitatibus, quos, quae vel quas subditi C. M. pro- ponere seu deducere coram eo voluerint, ut sic semel sit pax, et unicuique. quod suum est, reddatur. Ad ultimum, quo ad judices appellationum in tribus locis deputandos, respondet,
quod ipse, qui princeps natus est et frater principis Electoris et promotor CM. ad impenum, merito non debet censeri minoris auctoritatis aut deterioris conditionis, quam fuerunt sui praedecessores; et quod non vult, quod jura ecclesiae et sponsae suae, ad quorum intertentionem et defensionem juramento astriclus est, suo tempore diminuantur. Concludendum igitur dicit idem Reverendissimus dns. Electus, nomine suo et dictae eccle- |
|||||
22
|
|||||
siae suae TrajecL, quod praemissa per modum amicabilis communicationis proponit, nee ea
occasione cum ea occasione vel officiatis C. M. super jurisdictione praedicta amplius discep- tare velit, cum talis inquisitio et exactio articulorum per eos propositorum nullo jure eis competat; et quod petit, ut sibi et ecclesiae suae ordinariam jurisdictionem ecclesiasticam integram et illaesam permittant, prout de jure tenentur; et, si qua praetendant vera esse gra- vamina, seu, ut ipsi baptizant, abusus, exactiones, concussiones et injusticias, ut illas coram Reverendissimo dno. archipiscopo Colon., metropolitano, aut Summo Pontifice, tanquamsupe- rioribus, proponant, quibus de jure similium cognitio, correctio et reformatio competit; et quod per eos seu eorum alterum fuerit decretum, insequantur, nee motu aut vi propriis aliquid contra exercitium jurisdictionis ecclesiasticae moliantur seu attemptent, cum mens et intentio C. M. sit, non velle jurisdictionem et libertatem ecclesiasticas manu laicali infringi permittere, sed potius illas tueri ac defendere, prout ad Romanum spectat imperatorem et sui praedecessores fecerunt. Alia gravamina particularia, exactiones seu abusus
ecclesiasticorum, per rectores opidorura et Balliva- tuum IlolL, Zeel. et Frisiae exhibita, in quibus pe- titur remediari, una cum responsionibus deputato- rum Reverendissimi dni. noslri Electi Traj. ad alia gravamina particularia super exactiones seu abu- sus ecclesiasticorum, per rectores opidorum et ba- livatuum comitatuum Holl., ZeeL et Frisiae exhibita. Interdicitur per officiarios d. Traj. & arch, pastoribus ac curam animarum habentibus,
ne dc casibus episcopalibus absolvant, et, ut de casibus episcopalibus nbsolvant, coguntur pastores pecunia redimere, et, si id negligunt, puniuntur, ut factum est cum pastore de Wyck; coguntur etiam jurare, si coram illis veniat casus restitulionis de bonis injuste acqui- sitis, quod ilia faciant converti ad fabricam Sancti Martini Traject. Item ad primum respondent deputati, quod in casibus episcopalibus nullus inferior
absolvit, nisi episcopus, ergo necesse est, ut pastores habeant auctoritatem absolvendi
pro commoditate subditorum , nee pastores jurant, prout articulatur, nee constat, quod
pastor in Wyck sit correctus.
Per provis. & decanos inhibetur curatis, ne solemnisationem faciant matrimonii, nisi con-
tiahentes jurent, se non contraxisse, ut sic certiorari possunt de clandestinis et petere pro
jure absolvendi pecuniam ab iisdem.
Ad secundum dicunt, quod boni medici est inquirere de salute animarum et ideo
tali modo bene proceditur. In HaiFlem is, qui ob adulterium publicum per vicecurat. destitutus erat a capellanatu seu vicariatu, ordinatus est decanus Kenemariae, licet ex parte burgimagistrorum ordinans fuisset desuper avisatus. Item, ad tertium arliculum cum sequen. referunt se deputati ad superiores arti-
culos, et quia tangunt particulares personas et casus, loquentur cum provis. et de-
canis, et quantum poterunt, si preces veritati nitantur, et emendatione egeant, fa-
cient et fieri curabunt, prout de jure.
Provisor & decanus ibidem pugnis & gladio invaserunt quendam Theobaldum Gheraerdi,
ex eo, quod idem de regimine dicti decani, mediante justitia, coactus, dedisset bestimonium.
|
|||||
23
|
||||||
Quendam, qui jocose dixerat inter compotandum: ick brenghe u tmjn wyff toe, coege-
runt componere ad xivni flor., ac si commisisset delictum capitale. lncitant suos fiscales, ut etiam insontes accusent, ut saltern ex sententia absolutoria hi-
crentur sportulas xxx St. lncitant stupratas, ut coram se petant reparationem virginitatis, paciscentes partem
amendae, Notarius, de quibuslibet compositionibus cum provisore factis, ultra pecuniam permissam,
cogit partes sibi solvere decimam partem ejus, quod per compositionem est promissum; similiter et in visitationibus, quas facit cum provisore, ad suam voluntatem capit xvm, XXHII aut XXXVI st., ubi quondam nichil solebat recipere; in hiis provideatur et similiter, ut notarius officii sit vir discretus et expertus in suo officio. Si puerpera in Gorcum moriatur, canonici, qui habent jus curati, nolunt illam sepeliri,
nisi alia mulier loco puerperae purificetur, offerendo cum vicinis, ne perdant oblationem. Fossor sepulchorum ibidem, secundum diversitatem locorum, plus capit pro suis laboribus
in ecclesia, quam in cymetei'io, plus a dextra quam a sinistra. Decanus in Amsterd. quendam lastmannum, de cujus fide matrimonioli agebatur coram
eo et provisore, parte non eonsentiente nee vocata, permisit contrahere cum alia, recipiendo novem flor., et hoc praeter consensum provisoris seu conjudicis. Faciunt in village's extingui candelas ante venerabile sacramentum, ut custos cadat in pe-
cuniam ad commodum cursoris. Decanus in Amsterd., similiter in Westfrisia, protulerant diversas sententias venales cum
expressa conditione per decanum in Westfrisia addita, nisi pars solveret quatuor lib. gross. Flandriae, daret sententiam pro parte adversa. Ne cogant villanos seu rusticos plus solvere pro absolutionibus, dispensationibns et aliis
actis, quam opidanos. Sub tributo permittunt concubinatum, in quarto, ymo in tertio gradu, «t ipsos conjuga-
tos, si dent pecuniam, separant. Pastores in Enchuysen amplius, ut solet, non audent concedere subditis diebus Testis agere
res suas necessarias et perituras, cum ipsi ob id a decano fuerunt correcti ad summam xv Philippeorum. Decanus Westfrisiae ultra visitationem et procurationem debitam suffraganeo de consecran-
djs ecclesiis vel altaribus paciscitur suam quotam, alias interdicit sacramentalia. Item impedit, ne rectores ecclesiarum aliquid vendant ex bonis ecclesiae pro conservanda
vel reparanda ecclesia, nisi sibi quid detur, licet prius, quod ecclesia reparetur, ordinaverit. Item decanus in visitationibus ecclesiarum ordinal et jubet, ut in singulis ecclesiis aliquid
novi construatur, scil., ut faciant fieri novum altare, organa, cruces, domum pro venerabili sacramento et similia etiam ultra posse parochianorum , et ad id eos cogit per censuras, nisi pecuniis vel aliis donis id redimant. Item punivit lacios ob simplicem fornicationem.
Item decanus Westfrisiae, etsi nichil certi habeat ex officio, tamen idem suum oflicium
habet in arrendam pro magna summa, scil. ultra VHC. flor. excedente, ita, ut ex hoc de facili possit conjeclurari, quam exactionem faciant in subditos Gaesaris. Appellan. a sententiis vel gravaminibus decani vel provisoris non habent expeditionein
in Trajecto, vel, si habent, et juste dicitur appellatum, tamen jiunquam a memoria homi- num tales provisores et decani, praesertim in Westfrisia, fuerunt in expensas condemnati. Item _ Decanus Westfrisiae dispensavit super bannis, et post contractum matritaonium
sponsa inventa est monacha, quod , bannis factis, potuisset impediri. |
||||||
i
|
||||||
24
Reus, etiam actore nichil probante, non absolvitor, nisi decano detur, praesertim in
causis matrimonialibus, in quibus recipit pro sententia, H, in, v aut VI L. gross, monetae Flandriae. Item Decanus Westfrisiae pro inslitutione vicariae recipit plus quam medios fructos, ymo
pro una institutione quinquaginta floren. Non admittit, ut partes juvantur vel habcant procuratorem in causa fiscali, nisi de sua
licentia. Pro institutione curati capit de qualibet L. gross, xv sol. monetae Flandriae.
Proclamationes, quae quondam gratis solebant fieri, jam taxatae sunt ad XIVII st.
Aliquando pro sententia ferenda recipit x aut XII L. gross, monetae Flandriae.
Item vexat subditos de contractibus initis ad vitam, dicens eos esse usurarios, et pro com-
positione coegit quendam solvere xn flor. Provisores et decani cum multis familiaribus et ad magnas expensas singulis annis visitant
ecclesias contra morem antiquam. Cogunt rectores ecclesiarum, ut debitores suos et laicos trahant coram se in judicio eccle-
siastico. Provis. et decani recipiunt a laicis promissiones sub poenis camerae, et non declarant,
quid ilia verba important, ita, ut laici inscii saepe incidant in excommunicationem. Adhue traditae sunt curiae Holl. duae requestae, quibus conqueritur de officiariis dni
Traj., hie affixae, quibus etiam petitur provideri. Item decanus Amst. solus sine provisore in taberna et extra locum solitum, protulit suam
sententiam in causa testamentaria. Dispensatur ibidem inter a. & b., quos talis nominabit, ut simul contrahant sine alia
nominum expressione. Dispensatur per supradictos, ut aliqui, conjuncti in quarto gradu, contrahant, dummodo
solverentur XII L. gross. Decanus ibidem concessit clandistine contrahi, salvo, quod sponsa ilium ad concubitum
. id mi ttere t, et post matrimonium contractum, illam, recusantem concumbere, ita vexavit, ut ipsa cum marito cogeretur recedere ab opido. Indixit cuidam mulieri poenitentiam publicam ob parvum delictum, quam eidem prae-
sentavit remittere, si voluisset admittere concubitum. Cum de hiis notificatum esset Trajecti, ne talis ad officium continuaretur, responsum est,
decanum multas exposuisse pecunias pro jurisdictione, et ergo non potuisse deponi, antequam easdem recepisset. Sacerdotem excommunicatum praeter consensum .... relaxant et permittunt celebrare.
Procuratores fiscales habent partem in nonnullis arrendationibus provisoratus et decanatus.
Cognoscunt de adulterio et aliis criminibus mixti fori, postquam judices saeculares de eisdem
cognoverunt et puniverunt, ita, ut subditi ob idem delictum bis puniantur. Volunt, quod redimatur ab eis, quod rectores ecclesiarum diebus festis possunt petere
elcemosinam a subditis pro reparatione ecclesiarum. Innocentes secrete in camera decani et provisoris accusantur, quo facilius inducantur ad
compositionem. Pastores inveniunt novos modos quaestus, ut de bis aut ter eodem die offerando, et, ut
quicunque fuerit, ad sacram communionem si moriatur, tenebuntur heredes solvere XII St., pro debito mortis, alias doetsohult, aut aliud quid pro anniversariis. Statuunt, ne virgines nisi crinibus pendentibus et longo amicorum ductu nubant, quq
oblatio sit major, aut ppmpa redimatur pecunia. |
||||
25
|
|||||
Si defunctus petiit in loco majorum sepeliri, non admittunt, nisi id magni redimant et
omnia officia in parochia habitationis faciant fieri. Si pars citata petat procuratorem, ne ei derogetur, neve ob id quicquam a parte capiatur,
alias, quicquid sequitur, sit nullum, cujus contrarium faciunt provisores, nee aliquem per procuratorem admittunt, nisi habita pecunia. Citatis coram provisore & decano non denegetur terminus ad deliberandum vel responden-
dum , et sententia ante responsionem et litiscontestationcm lata nullius sit efFectus, prout de jure. II.
Querelae Beverendissimi dni. Episcopi ac Revcrendi
dni. Arthidiaconi Traject., contra officiatos C. M. in comitatu Hollandiae, Zeelandiae et Frisiae su- per lurbalione jurisdiclionis eccleslasticae, una cum responsion. deputatorum Caesaris ad articulos quosl. domini Traject. et Archidiac. super praetensa vio- latione immunilatis ecclesiae. Infringit curia saecularis emunitatem ecclesiasticam.
In primis, cum nuper Franciscus de Hoechstraten, Scultetus Haerlemensis, quendam Jacobum de Vuecht, clericum , de cujus clericatu sufficienter constabat, per eum carceratum, requisitus per provisorem et decanum Kennemariae, tradere recusavit, processerunt con- tra eum ad censuras; tunc curia Hollandiae minutam absolution, eisdem judicibus cum mandamento poenali mittendo compulit, ut absolverent eundem balivum, qui metu confis- cationis bonorum, cum om die cluvers le scuven, ipsuin absolverunt. Et sic idem cleiicifc remansit captivus. Ad primnm respondetur, quod Jacobus de Vuecht, de quo in articulo, fuit
captus in flagranti crimine, sine hnbitu et tonsura clericali, et confessus est, se non esse clericum, et, ut laicus, de furto et aliis criminibus composuit. Etiam immiscuit se servis insequen. guerras; nee unquam constitit, ilium fuisse
clericum. Quare nee de jure nee secundum concordata episcopi Rodolphi dictus Jacobus debuit remitti, et non debuit judex ecclesiasticus petere a sculteto remissio- nem; et curia Hollandiae juste praecepit ecclesiaslicis, ne ultra procederent. Item, quod, cum alius quidam homicida ad ecclesiam Hagensem confugisset, curia Hollan- diae mandavit ilium extrahi; et extractus fuit absque eo, quod per judicem ecclesiasticum declaratum esset, an gaudere deberet emunitate ecclesiastica, an Tel ne; et condempnavit eum ultimo supplicio. Ad secundum, quod ille, de quo in articulo, ab ecclesia, jussu consilii Hollandiae,
fuit extractus, quia commiserat homicidium ex proposito et per insidias , quare licite potuit extrahi, nee fuit opus declaratione ordinarii de jure nee secundum concordata; attento, quod non fuit infracts emunitas, qua extractus non debet gaudere. Item, pariformiter, cum alius quidam Joannes Westphaling propter homicidium ad eccle- siam de Hoichenkerspel confugisset, fuit similiter de facto, absque declaratione judicis eccle- III. 4 |
|||||
2G
|
|||||
siastici, cxtractus, et, postquam per mandata Dai R">'. et Archid. Trajecten. nonnalli de
consilio Hollandiae cum fisco sub censuris et poenis requisiti essent, ut eum restituerent, Itiis non attentis, ad ultimum supplicium processerunt. Ad tertiuui de Jolianne Westphaling, quia fuit casus similis, respondetur, uts.
Item, scultetus et consulatus Gaudensis in principio aestatis anni praesentis captivarunt quondam clericum , quein diris carceribus manciparunt; et, licet Uteris et monitione officialis sancti Salvatoris cliaritative moniti et requisiti fuerint, ut eum relaxarcnt, et judici suo ec- clesiastico corrigendum traderent; nihilominus eum tamen miuime relaxari curaverunt, sed, quod pejus, ipsi castellano Gauden. tradiderunt, qui eundem adhuc in carceribus detinet, in vilipendium et praejudicium ecclesiasticae jurisdictions; Ad quarturn, is, de quo in articulo, repertus est sine habitu et tonsura, consuelus
delinquere, et sic potuit judex saecularis eum capere et contra ipsum procedere, tam de jure quam secundum concordala ; nihilominus ante banc querelam fuit relaxatus. Imped it curia saecularis exercitium jurisdictionis ecclsiasticae et ejus libertatem. Item, quod, sepulto nuper in cimeterio parochialis ecclesiae de Vujlpoert quodam leproso, qui in communione fidelium decessit. scultetus Dordracen. eundem exbumari et in loco prophano sepeliri fecit; et, cum ob talem excessum procurator fiscalis curiae Trajecten. contra eum proeessisset, curia Hollandiae mandavit officiali, ne procederet. Super prnetensa violatione jurisdictionis ecclesiae et ejus libertate. Super primo respondetur, quod casus non est talis, ut in articulo ponitur, sed Ve- ritas est, quod, quia feiebatur dictus leprosus sibi mortem conscivisse, scultetus ex debito officii se desuper informavit et ad certiorem veritatis inquisilionem ex inspec- tione corporis sumendum , fecit eum exliumari, et, reperta veritate, quod ille se iuteri- merat, fecit eum extra cimeterium inhumari , de consilio utriusque Camerae Hagen. , quia talia corpora solent ad aliorum terrorem in furcis suspendi ; et, quia officiales Tra- jecten. male informati, ob id factum fecerunt citari scultetum extra patriam, contra bullam Leonis et concordata , merito super hoc potuit provideri per curiam Hollandiae. Item , cum nuper domicellus Wilbehnus Turck , certos agrorum cultores in Goylant partium Hollandiae commorantes coram eorum judice competente in jus vocasset, asseretis terras per cos cultas fore decimabiles , et sic agens in petitorio decimarum coram eodem jtr- dice et usque ad litiscontestationem proeessisset, curia Hollandiae inhibuit eidem sub cer- lis poenis, ne in eadem contra easdem partes procederet. Super secundo, quia cultores, de quibus in articulo, dicebant se XL annis citra , de
suis praediis non solvisse decimas petitas, et, quod per edictum et ordinationem Cae-
saris, judicibus ecclesiasticis prohibita est de illis cognitio, ne subditi indebite vexarentur
de decimis a tanto tempore non solutis; et fuerunt citati in locum, qui est limitrophus
nee consuelus ad judicium servandum , quare a curia Hollandiae juste fuit facta inhibi-
tio, de qua in articulo.
Item, similiter, cum antedictus Wilhelmus Turck certos suos debitores in villagio de
Broekelen , patriae Trajecten., arrestari fecisset, et contra eosdem in vim arresti proeessisset,
curia Holl. inhibuit eidem , ne in eadem causa contra easdem partes procederet.
Ad lertium respondetur, quod laicus, subditus C. M., non potest ex cortSuetudine
praescripta , maxime in prima instantia, trahere laicum subditum vel facere arrestari extra patriam , et, si contrarium fecerit, curia Holl. est in possessione inhibendi. Ilem, quod magistratus Leydensis edicto publico inhibuit, quod nemo testamentum coram notario et testibus conderet, sed solum coram secretario opidi, alioquin esset invalidum. Ad quartum respondetur, quod non comperietur tale statutum, ut in articulo, esse
|
|||||
'±1
|
||||||
in Leydis editum vel factum; et dato, quod ita esset, turn propter abusus repertos in
instruments, confectis per notarios, plerumque inhabiles et incognitos, ad vitandum fal- sitatem et pro utilitate communi, potuissent Leydenses statuere, prout in articulo, et esset rationabile; etiam negotium istud non tangit jurisdictionem ecclesiasticam , cum per le- gem probibeatur testamentum publicari coram episcopo, sed solum coram defensore civitatis; et, ut domini commissarii certiorentur de veritate facti, comperietur, ultra me- moriam hominum in opido Leyden., ad evitandum abusus exberedation., statutum fuis- se, quod neque coram notario et testibus, neque coram scabinis illius opidi posset condi testamentum, quo aliquis exheredaretur ab hereditate debita, nisi cum causae cognkione coram burgimagistris et omnibus scabinis tale testamentum esset approbatum. Item, quod, licet provisores et decani de usu , more et legitime praescripta consuetudine sint in possessione seu qu;,si pacifica cognoscendi de bonis clericorum, beneficiorum, offi- ciorum ecclesiaslieorum, monasteriorum , hospitalium, mensae S. Spiritus contuberniorum, le- prosorum et miserabilium personarum, nee non de esu et potu, de mercede laboris, salariis medicorum, cyrurgicorum et pretio medicinalium, expensis juris funeralium et exequiarum, nee non de pactis et redditibus ultra annum cessis ; nihilominus plures balivi et sculteti, in antedictis provisoreui et deoanum adeuntes, in certa poena mulctarunt et indies mulctant, et jurisdictionem ecclesiasticam impediunt, sicuti Arnoldus Boel, balivus Hagensis, correxit ancillam magistri Bartholomaei cap"'. Hagensis et alias duas pauperculas. Ad quintum respondetur, quod de petitoriis beneficiorum et actionibus personalibus
contra clericum seu personam ecclesiasticam intentan. seu de aliis actionibus mere spi—
ritualibus contra quoscunque non impeditur jurisdiclio ecclesiastica; sed, si sit quaestio
super possessorio etiam beneficiorum aut de actione reali vel mixta, et, ubi clericus aut
persona ecclesiastica in personalibus vult convenire laicum, cognitio bactenus spectavit et
spectat Caesari et suis judicibus tam de jure quam de consuetudine; et, si quid in
contrarium actum est, quod ad curiam Holl. seu officiariorum Caesaris notitiam perve-
nit, curia semper inbibuit et similiter alii officiarii inferiores, mulctantes subdictos dictae
curiae, qui contra fecerunt.
Item, quod provisor et decanus Amstelod. soliti sunt sedere pro tribunali, in et sub pa-
rochia, ubi reus moratur, sub primo termino; et, si ex tunc causa decidi non poterit, solent
partes ulterius comparere ad certum consistorium in Amsterodamis; praemissis non obstan. ,
illi de Purmereynde et Puimerlant recusant comparere, praetendentes se exemptos et desu-
per querelam coram consilio interposuerunt; petitur ergo, quod consilium permittat eisdem
exercitium jurisdiclionis, prout consuetum est observari.
Ad sextuin respondetur, quod illi de Purmerlant et Purmereynde a tempore me-
moriam hominum excedente, fuerunt in possessione, ne traherentur extra territorium
siuira, et, quia secus actum est, curia inbibuit, et poterit haec querela cessare, ponendo
tribunal in illo territorio.
Item, licet in comitatu Hollandiae correctiones adulterii et incestus ab antiquo a centum
annis citra spectaverunt ad judices ecclesiasticos, nihilominus a paucis annis citra , balivi et
alii officiati, praesertim in Rynlant, hujusmodi excessns corrigere uituntur , et de facto cor-
rexerunt, impedien. provisor. in hujusmodi correctiouibus.
Ad septimum respondetur, quod Caesar et ejus officiarii possunt cognoscere de cri-
minibus in articulo specificatis, per praeventionem. Sunt enim de jure delicta mixti fori,
et ita hactenus observatum est, quae consuetudo est per concordata Rodolphi approbata.
Item, similiter correctiones perjurii, violationis festorum et emunitatum ecclesiasticarum,
et qui negligunt eormn proles infra eorum septennium, quod in aqua vel igne pereunt,
4*
|
||||||
B1W -,; IMTWnH
|
||||||
28
|
|||||
spectant ad judices ecclesiaslicos. Et tamen in hujusuiodi correctionibus per juJices laieos
impediuntur, qui eas praecipue tentarunt et tantant. Ad octavum articulum, qui coutinet quatuoi' membra, respondetur ad primutn ,
quod crimen perjurii est mixti fori. Quo ad crimen violationis festorum el iramunita-
tis ecclesiarum, servenlur concordata; et quo ad quartura, de negligentia parentum
circa proles infra septenium aqua vel igne pereuntes , si non est culpa parentum, non
est addenda aftlictio afflicto; si sit culpa, coguitio speclat ad curiam saeculareai, non ad
ecclesiasticam.
Item, quod bona deccdentium clericorum et presbyterorum illegitimorum, qui alia non
liabent, quam ea, quae intuitu ecclesiae obtinuerunt, olficiati laici tollere nituntur tanquam
siecularium illegitimorum, prout nuper actum est quo ad bona defuncti quondam paitoris
in Coemdyclc.
Ad non lira respondetur, quod comes Hollandiae est in possessione memoriam ho-
minum excedente recipiendi bona illegitimorum indifl'erenter, nisi ab eo obtinuissenl legitimationem , quam inliniti bastardi sacerdotes obtinuerunt. Item , quod redditus perpetui ad benelieia sive officia ecclesiastic? assignati et per domi- num Reverendissimum mortilicati, de mandate sive auclorilate CM, redimuntur sine consen- su dni., in diminutionem cultus divini. Ad decimum respondetur, quod iste articulus non concernit episcopum aut ejus ju-
risdictionem, sed subditos Caesaris, qui propter utilitatem reipublicae in eo providit;
et quoad bona si ta in jurisdictione Caesaris , ei soli pertinet jus amortizandi et statuendi
circa redemptionem redituum in suo territorio consistentium, et non episcopo.
Item , quod provisor et decanus Dolflandiae fecerunt arrestari bona doniini Gerardi Jo-
minis, interfecti, et quidam mgr. Cornelius Arnoldi et Busch Joannis violarunt arrestum ,
unde do. provisor et decanus, juridice contra dictos violatores procedendum iubibiti sunt per
curiam Hollandiae.
Ad undeciinum respondetur, quod ofllciarius Caesaris praevenit provis. et dec.
Delflandiae in arrestatione bonorum ad instantiarn creditorum, et pro conservatione juris
principis; quale male processum fuit per provisorem et decanum contra creditores,
attenta violatione anesli, et juridice per curiam inbibitum.
Item , quod quidam Adrianus Michaclis in Westcapellis et nonnulli alii ofEciati saeculares
in Zeeland. abstrahunt literas citator. et monitoriales et alias literas a provisoribus et de-
canis emissas, impedien. exercitium jurisdictions ecclesiasticae.
Ad duodeciuium respondetur, quod provisor et decanus Walachriae non possunt ad
instautiara civium Middelburgens. laicorum vocare incolas opidorum de Veris, West- capellis et Vlissing. laieos subditos dni. de Veris, nisi Middelburgen. praetenderent habere privilegium a coniite, quod privilegium est litigiosmn et pendet desuper lis in magno consilio Caesaris, et eo praetextu dicti subditi domini de Veris, diceutes, se tueri possessionem suam anliquam, abstrahunt literas citator, et monitoriales, de quibus in articulo, ut informata est curia. Item, quod in Vlissingen factum est publicum proclaim auctoritate laicali, quo inhabita- toribus et subditis inhibetur, ne praesumant etiam vocati et citati ad tribunal provisoris et decani comparere , similiter in Coorgeen et Veris. Ad xinm, respondetur, quod iste articulus dependet ex privilegio supra proxime men-
tionato. Et, quamvis in concordatis Zeelandiae perpetuis inter C. M. ac fe. re. dominum Frede- i-icum de Baden, olim episcopum ac modernum praepositum el arcliid. expresse caveatur, |
|||||
20
|
|||||
quod provisores et decani insequen. antiquissimam consuetudinem debeant ac possint, etiam
inter laicos cognoscere de esu ac polu ac mercede laboris, nihilominus decima nona Junii anno xxitil. balivus et scabini in Cortgen per publicum proclama sive statutum sub poena ti-ium Kb. nigrorum inhibuerunt, ne laicus laicuin super esu et potu aut mercede laboris coram provisore et decano conveniret. Super fine articuli decimi tertii et xim articulo habeatur communicatio cum domino
Gomite de Bueren et olficiariis suis in Cortgeen et visitentur concordata Zeelandiae. Item,, quod in causa decimarum venerabilium dominorum niajoris et Sancti Salvatoiis ec- clesiarum Trajecti contra Do. de Brederode, primo per officialem curiae episcopalis Traj. fuit sententia diffinitiva in favorem dictarum ecclesiarum et contra dictum do. de Brede- rode rite lata, a qua pro parte ejusd. dni. de Brederode fuit appellatum, et in vim ap- pellationis fuit causa hujusmodi pro parte died domini de Brederode commissa domino Decano Sancti Jacobi Lovanien., qui in bujusmodi causa rite procedens, tulit pro dictis ec- tlesiis sententiam confirmatoriam, a qua pro parte dicti dni. de Brederode denuo fuit ap- pellatum , causaque posterioris appellationis commissa venerabili viro Duo Joanni Cotman , decano Mescheden, Coloniae residenti; qui tcrtiam conformem pro dictis ecclesiis et contra domtnum de Brederode tulit et promulgavit diffinitivam sententiam; adeo, quod per tres sententias, conformiter latas, jura appellare ulterius non permittunt; praemissis non obstan- tibus, procurator generalis curiae Hollandiae ad sinistram informationem dicti Domini de Brederode, impedivit dnos. decanos et capitula, quominus dictas tres sententias, conformi- ter latas, possent executioni demandari facere. Ad xv™. artic. respondetur, quod procurator generalis juste se opposuit executioni
sententiarum, de quibus in articulo, quia Caesar, ut comes Hollandiae, est dominus
directus decimarum litigiosarum, et dominus de Brederode vasallus decimarum , de
quarum proprietate actum est coram judicibus ecclesiasticis, qui non erant judices
competentes super proprietate feudi.
Item, licet de jure inquisitio, apprehensio et relaxatio hereticorum et de heresi suspecto-
rum, spectet et pertinet ad judicem ecclesiasticum, nihilominus tamen, cum filia custodis
in Woerden, nomine Cornelia nuper esset per judicem ecclesiasticum, puta dominura
nostrum Reverendissimum, auxilio castellani in Woerden, ad hoc requisiti, ut suspecta de
heresi, carceri mancipala, certi comuiissarii consilii Holl. contra dictara filiam de et
super heresi inquirere et in vim dictae inquisitionis eandem a carcere relaxare, auctoritate
eorum laicali non erubuerunt, et contra plures alios, ut nototium est.
Ad xvim. artic. respondetur, quod male est narratus casus, sed Veritas sc habet,
quod Cornelia ia articulo nominata, ut suspecta de heresi, jussu consilii Hollandiae, ad denunciationem officialium Trajecten. incarcerata in Woerden, ubi comparuerunt officiales Trajecten. et contra earn processerunt in praesentia unius consiliariormn Holl., sed noluerunt contra earn ad sententiam in patria procedere, sed extra patriam contra privilegium patriae, et, ex quo ilia erat praegnans et proxime partui, fuit per consi- lium Hollandiae sub cautione idonea relaxata, de aliis causis in dicto articulo specili- catis, ignoratur, quo tendant. Item, cum nuper de mandato dicti dom. nostri Re">'. quidam dominus Sjmon, presbyter, propter suspicionem hereseos per scultetum de Amsterdam apprehensus et carceri manci- patus esset, antedicta curia praefato sculteto, ne eundem dominum Symonem ad manus provisoris deliberaret, inhibuit, ipseque scultetus el postea requisitus tradere recusavit, et timiliter quidam magistr. Gerardus Peek ex opido Hoerne, auctoritate laicali ad eorum carceres deductus est,.... certis ex causis praeexpressis auctoritateecclesiastica antea captus fuisset. |
|||||
30
|
|||||
Ad XTUB., qui habet duo membra, respondetur ad primum, quod do. Symon, pres-
byter, ob suspicionem hereseos de mandato curiae Hollandiae fuit caplus per scultetum Amstelodamensem, et signiGcatum officiariis domini Trajecten., quod procederent con- tra eum, tanquam suspectum de heresi Lutherana: qui detrectarunt contra eum pro- cedere in patria, sed voluerunt eum trahere extra patriam, quod permissum non fuit per curiam, ex quo fuisset contra privilegium patriae, et tandem de consensu provisoris, sub cautione relaxatus est. Qui dominus Symon, ut fidejussors suos liberaret, postea obtulit stare juri etiam coram officialibus Trajecti in patria; et quo ad dominum Ge- rardum Peelt, presbyterum, Veritas se habet, quod curia noluit permittere, eum duci extra patriam contra privilegium patriae, sed intra patriam curia obtulit magistro nostra Jacobo de Hoechstraten et aliis officiariis dni. Trajecten. omnem assistentiam. Item, jlicit, quod, licet de consuetudine inviolabiliter observatnm fuit et est, quod provisor et decauus jurisd. dominii de Voern soliti sunt cognoscere et cognoscunt in tantum etiam, quod nunquam fuit nee est locus praeveniioni de criminibus adulterii, perjurii, sacrilegii, usurae, violat. festorum, et si'nilium; nihilominus tamen curia Hollandiae, cum de iis juxta anliquam consuetudinem cognoscere incipiunt et cognoscunt, prout de jure debent, eosdem impedit ac sub certis poenis inhibet, ne desuper cognitionem capiant, et Balivi dicti loci praefat. dominos provisorem et decanum in dictis criminibus adeuntes, certa mulcta pecuniaria puniunt; et, quod pejus est, provis. et decanum per apprehensionem bonorum suorum compulerunt desistere. Super xvm articulo respondetur, satisfactum esse articulo per responsiones ad di-
Tersos articulos praecedentes, nee constabit de possessione in articulo allegata privative ad judicem saecularem et quo ad casum particularem, quia provisor voluit punire semel punitum per balivum de criminibus in articulis expressis, quae sunt mixti fori, et quia traxerat vel trahi fecerat balivum in prima instantia extra patriam, curia dedit provisio- nem debitam pro conservatione jurisdictionis saecularis. Item, vacante vicaria S. Anthonii Leydensis, orta fuit lis inter dominum Nycolaum Theo- baldi ex una, et quendam dominum Feyonem Petri de Zyll incolas opidi Leydens. parti- bus ex altera in discordia praesentatos coram official! dicti domini Archidiac. majoris, serva- tis servandis et visis actitatis et actis causae, lulit sententiam diffinitivam pro dicto Nycolao et ilium instituit, qui possessionem bujusmodi vicariae acceptavit, unde dictus Feyo, dimisso judicio spirituali, forte diffidens de jure suo, adiit curiam saecularem, et obtinuit de facto quandam praetensam provisionem cum institutione a C. Maj., et se de facto intrusit, dic- tum Nicolaum in sua possessione turbans, unde fiscus dicti Arcbid. attendens jus domini sui per talia media multipliciter laedi, obtinuit sibi per otficialem dicti archidiaconi decerni monitorium contra dictum dominum Feyonem, ut a tali processu coram judice vetito desiste- ret, quod non fecit, propter quae idem fuit excommunicatus, unde praefatus Feyo fecit citari et inhiberi, auctoritate laicali, tarn diet. dom. Archid., quam suo fisco et ipsi Nycholao contra formam juris canonici. Ad Xixm. artic. respondetur, quod actum fuit in curia Holl. possessore super quo-
dam beneficio per dominum Feyonem, de quo in articulo, et ob id non debuit con- veniri vel vexari per Archid, tanquam coram judice vetito egisset, et ideo per Caesarem juste fuit data provisio, cum causae possessoriae et etiam in beneficialibus spectent ad curiam Caesaris. Item, quidam dns. Johannes Colyn, presbyter, vacante ecelesia de Mare, partium Hollan- diae Zuylbevelant, illani occupat de facto, auctoritate saeculari altae curiae sine institutione canonica, in praejudicium dicti domini Archidiaconi. |
|||||
n
|
|||||
Ad xxm. artic. respondetur, quod super possessorio ecclesiae, de qua in articulo,
pendet quaestio in curia Hollaudiae , cujus decisio expectari debet. Item facta permutatione coram vicario Reverendissimi dni. Trajcct. etc. ecclesiae de Lexmonde pro ecclesia de Laren partium Goylandiae, Uteris desuper, ut moris est, in for- ma obtentis, ac possessione ecclesiae de Laren subsecuta, quidam Domino Reinerus Gerardi presbyter, cum quadam nada et frivola cedala praesentationis, absque institutione aut pro- clamationibus praeviis, in possessionem supradictae ecclesiae de facto se ingessit ac ad curiam Ha<*en. pro manutenentia dictae suae frivolae possessionis confugit, et se manuteneri petiit; et litteras sibi desuper tradi obtinuit, licet surrepticiae etc. et possessorem Lie coram con- sulatu Hollandiae in litem traxit ac indebite molestat, in vilipendium et praejudicium juris- drctionis praedictae, etc Ad xxira. artic. respondetur, uts. praeceden. articulo.
Item, collatio personatus de Neerden alternatis vicibus cum abbatissa de Elten spectat ad praepositum S. Joannis Traject. Jam comes Hollandiae dictum personatum contulit de facto cuidam Henrico Ban, qui ilium obtinet sine possessione canonica , et anno millesimo quin- gentesimo decimo octavo fuerunt deputati ex parte C. M. scil. mgr. Viucentius Cornelii et Albertus Uyter Loco, commissarii, petiqrunt videre Kteras autenticas de jure dicti praepo- siti S. Joannis, quae illis Trajecti in domo Ernesti de Amerongen .... fuerunt, quibus visis, responderunt, se velle illud reportare dominae Illustrissimae, et facere, quod dictus dns. praepositus suo jure non fraudaretur, de qua re nichil hucusque actum est. Ad xxh"1. artic. respondetur, quod comes Hollandiae est dns. de Goylant, ex trans-
latione facta per abbatissam de Elten, a qua comes Hollandiae dominium tenet in cen- sum perpetuum; nee abbatissa in translatione ejusdem domiuii collationem dicti perso- natus sibi reservavit et sic transivit cum universitate bonorum , et est comes in posses- sione conferendi, et quantum ad literas.....magistris Alberto et Vincentio, de quibus in articulo, illae reperiuntur rasae ct sine data, et sic suspectae.
Item, balivus dicti praepositi cepit quendam captivum ex temporali jurisdictione dicti praepositi, cujus amici accesserunt curiam Hollandiae, et curia arrestavit bona praepositi in Hollandia existentia. Ad xxnim. artic. respondetur, quod injuste praepositus fecit capi ilium, de quo in
»rticulo, cum jus exigendi subsidiu-m in illo loco pertineat ad comitem Hollandiae et non ad praepositum, quare juste curia Holl. providit. Cum de anno xvc. xxi mgr. Cornelius Henrici Reus citatus fuisset coram olEciali curiae Traj., super quodam beneficio in Zeelant, ad instantiam dni. Cornelii Lucke actoris, et com- paruisset, atque procuratorem et advocatum pro defensione sua habuisset, datique fuissent pro parte actoris ai-ticuli et ad provocandum admissi; et quidam Cornelius Maeseyck , no- tarius deputalus fuisset commissarius pro examine testium, et in opido de Ziericzee existens pro implenda commissione sua, fuit per fratrem rei, apparitorem in dicto opido, captus, in- carceratus et diu detentus, et tandem extra dioecesin Traject. et provintiam Colon., ad opi- dum Mechlien., Camerac. dioec, deductus, ubi in carcere detentus et contra eutn ad in- stantiam procuratoris generalis C. M. servatus processus, et, quamvis per sententiam de- claratus fuisset innocens, nihilominus expensis careen's solvere coactus fuit. Ad xxiiii"', artic. respondetur, quod, quia ille, de quo in articulo, attemptavit contra
privilegium et jus patronatus comilis Zeelandiae, juste fuit captus et ductus Mecliliiiiam nee solet fiscus solvere expensas captivorum relaxatorum. Own postea dictus magr. Cornelius Reus supradict. Cornelium Lucke actorem, coram do- mino decano Mechlien., tanquam judice apostolico, in causa praetensae appellationis citari |
|||||
32
|
|||||
fecisset et ibi comparuisset procurator generalis, ipsum tanquam maleficum cotnprehcndi et
incarcerari, et per sex septimanas in carcere detineri fecit, et cogebatur literas apostolicas per cum impetratas dare ad mantis consilii, antequatn posset relaxari. Ad xxvm., patet responsio ex praecedenti responsione. Item, curia Holl. impedivit provis. et decanum Reynlandiae, ne de validitate testamenti dni. Petri Bujtenwege, confessoris conventus S. Agatbae, dumvixit, cognoscerent in dioecesi. Ad xxnm. artic. dabitur responsio, eum prodiieta fuerit provisio per consilium Hol- landiae. Item, non obstante, quod ordinarius babet opinionem suam fondatam de jure com- muni, ut posset quemcunque suum subditum , in causis ad forum ecclesiasticum spectantibus, ad Trajectum evocare facere, nihilominus curia Holl. impedit, quominus Rmus. dns. noster suos subditos ad Trajectum in prima instantia vocari facere possit. Ad xxvilm. artie. respondetur, quia per privilegium comitatus Holl. subditi in pri-
ma instantia non debent trahi extra patriam, juste facta est inbibitio, si secus atten- tatum fuit. Item, curiae saeculares decernunt mandata poenalia op temporeel contra RnulD1. dominum nostrum et suos aicbid. ac alios praelatos, jurisdietionem habenlcs , ut coram suis deputatis iaicis et curia laica compareant. Ad xxvih™. artic. respondetur, quod articulus est generalis, et nihilominus verum est,
quum judices eccles. aliquid altentant contra jurisdietionem temporalem Caesaris, so- ' btum est decernere provisiones , per quas eorum temporalia arrestantur, donee et quo- usque impedimentum sit sublatum, et in casu oppositions citantur, et sic bactenus pro conservatione jurisdictionis temporalis observatum est. Cum tempore, bonae memoriae, dni. Philippi episeopi, deeretum fuisset monitoritim contra duos opidanos Roterodam, et ob non paritionem contra eosdem ad censuras pro- cessum fuit, sub nomine C. ML mandamentum sub bonis ex temporalibus extorquendis contra dom. Traj. decrelum, ut absque expensis revocaret, quod seandalose fuit in opido de Oudewater publicatum; et citatus episcopus Traject. in eventum non paritionis, ad com- parendum coram cousilio Hollandiae. Ad xxix01. artic. responsum est supra proxime.
Item simile mandamentum fuit ad instantiam cujusdam domini Feyonis, presbjteri contra do. praeposituin et archid. Traject. deeretum et eodem tempore publicatum. Ad xxxm. artic. respondetur, uls. Et aliud simile contra praepositum S. Joannis Traject. Ad xxxi111. artic. responsum est proxime.
Item, quod ad Zeel., petunt dns. Rra"s. et Archid., ut concordata serventur, quae , quantum poterunt, observari facient. Ad ultimum, serventur binciude concordata, tam in Holl. et Frisia occidentali quam
in Zeelandia. Concludendo petit dns. Rmus., ut placeat Illustrissimae dominae antedicta impedi- menta et similia tolli facere, et permittere, ut ecclesiastica jurisdictio de cetero exerceatur, prout de jure et antiqua consuetudine solitum est exerceri. Quare concluden., ex praemissis constat, nihil fuisse attentatum contra jurisdietionem
et fibertatem ecclesiasticam, sed e converso plura fuisse facta pro usurpanda juris- dictione temporali et violat. privilegiorum comitatus, in maximum gravamen subditorum Caesaris, a quibus, si officiarii ecclesiastioi abstineant, nulla deinceps erit justa eausa querelae. |
|||||
33
|
|||||||
Sequuntur articuli addilionales Rmi. d. Traject.
una cum responsione ex parte C. Maj. facta ad arliculos additionales. Quidam diffamatus et convictus de heresi, incola patriae Trajeclensis, ruptis carceribus,
fugit ad opidum de Amsterdam, et ex prosecutione d. n. Rmi. ibidem per provisorem captus et nomine do. Rev111', incarceratus est in carceribus opidi, et scultetus requisitus, ut captivum restitueret, id tamen facere recusavit, ct citatus ad audiendum sentent. nianet Hdhue captivus in Amsterodamis. Ad primum artic. respondetur, quod quidam presbyter, de quo in articulo, sub-
ditus CM., ob infamiam ab aemulis, ut asserit, proceden. fuit Trajecti incarceratus et processum contra eum, qui, reperiens carceres apertos, aufugit ad opidum Amst., ubi denuo per scultetum Amst. fuit captus, et praesentavit se coram inquisitore generali C. M., in hiis patriis a summo pontifice impetrato vel suis subdelegatis purgare de criminibus objectis, super quo tam verbis quam scriptis petitum est, ut subdelegatis darentur articuli ac informationes existentes contra eundem fugitivum, ut illi cum ordina- rio simul potuissent procedere in patria , quod hucusque est recusatum. Nee debuit per scultetiftn tradi fiscali, volenti eum ducere extra patriam, turn etiam, quia officiarii Traject. similiter recusarent scuheto Amsterd. tradere quendam pavricidam fugitivum, quern ipse ad territorium Traject. prosecutus fuerat. Itexn, quod ex parte C. M. prohibetur, ne causas appellat. in civitate Trajecten. aucto- ritate apostolica commissas partes prosequi possunt. De secundo articulo latius specificetur et doceatur de inhibitione, ut sciatur, inter
quos causae cognitio sit inhibita. Item scultetus in Enchuysen, cum jam dudum quendam saeerdotem cum tribus beguttis apprehendisset, et per deeanum Westfrisiae, ut eosdem in manus ordinarii traderet, requi- situs, idem id facere recusavit; et cum decanus jurisdictionis contra eundem, prout debuit, processisset usque ad censuras inclusive, curia Hollandiae mandavit eidem decano , ut cen- suras tolleret, m praejudicium ecclesiasticae jurisdictionis. Ad tertium respondetur, quod scultetus in Enchuysen , anno elapso, obediens man-
datis Caesaris, quendam religiosum de 's Gravesande et tres moniales sive beguttas in ha- bitu laicali repertas et Bretnam versus tendentes apprehendit, idque illico illorum supe- rioribus exemptis intimavit, decanus autem Westfrisiae, capturam audiens, statim inter- rogavit scultetum, si non invenisset aliqua bona, et habito responso, quod non, petiit a sculteto, quid doui cuperet, ut eos fugitivos sibi daret, aut quid vellet sibi decano dare, ut illos captos retineret, et quia scultetus in neutram partem voluit declinare, prae- sertim, cum mendax reperiretur adveisus dictos superiores, quibus scripserat, ut suos subditos e manibus suis auferrent, dictus decanus, ne sibi quid lucri decresceret, putavit scultetum per excommunicationem cogere ad traditionem vinctoruui, de qua excommu- nicatione pendet lis in causa injuriarum. et insuper scultetus de ea conquestus est dominis de consilio Holl., qui mandarunt illi a tam iniqua vexatione desistere aut co- ram eis dicere causam, quare non , in quo curia juste egit ad conservationem manda- torum C. M., et ut debuit. Cum nuper inhabitatores villae de Bieselingen ex certis apparentibus causis injure funda- tis petierunt capellam eorum a matrice ecclesia de Capella separari et in parochialem ec- clesiam erigi, Dominus noster Rmus#, capta informatione ac facta clara oculari inspectione, illos W. 5 |
|||||||
3'i
|
|||||||
de Capella ad d>«. contra in formation em et inspeclionem praedict. , ex officio, prout de jure
debuit, ad Trajectum voeari fecit, curia Holl. ad sinistrain infbrmationem, ut creditur, illo- rum de Capella , misit cluvers hit goel inhabkatorum de Bieselingen, et compulit eos illo medio et vi inordinata illos de Bieselingen ab actione eorum et prosecutione illius desistere, in praejudicium ecclesiasticae jurisdictions. Ad quartum de Bieselinghen respondetur: ex articulo constat, illos de Bieselinghen
eghse et prosecutos fuisse divisionem et separationem ab ecclesia de Capella, quod sub maximis poenis et per tres sententias conformes in Rol/ia eisdem fuit inhibitum, praeser- tim proms (!) non vocatis et dissentien. Quare, cum ageretur de inobedientia subditorum contra mandata C. M., licite potuit curia Hoi), providere, prout in articulo , quod illi de Bieselinglien recognoscentes renunciarunt impetrationibus et actionibus in Trajecto et extra patriam coeptis , ita , quod causa jam cessat. |
|||||||
111.
Acta super petitiones C. M., quo atl abusus in
jurisdiclione ecclesiastica, quae de materiis communicando intervenerunt. Praesent.: Archidiaconus, J. Anxtrens, Male, Jasper, Zuggerode, Rutgerus ,
Pels , Goch , Jo. de Bovinia , decanus Frisiae. Super exemplis in fine primi articuli de decano Westfrisiae declarabitur tempus, sub quo decano factum est. — Super secundo liat, ut in responsione. — Super tertio cogitetur et quarto. — Super quinto , curabitur, ne fiat de cetero. — Super sexto et septimo fiat secundum responsionem. — Ad octavum fiat, ut in responso. — Ad nonum cogitetur. — Ad decimum cogitetui'. —■ Ad xj. xij cogitetur. — Ad xiij faciunt contra possessionem nostram opponen. de facto in Dordraco, ubi cognoverunt de quodam de Does, an gaude- ret. Item quod fuit clericus et ejeclus et degradatus. — Ad xiiij, xv, xvj, xvij, xviij, xix, xx cogitetur. — Ad xxj, provideatur, ut in articulo. — Ad xxij transmitten- tur ordinationes taxarum hincinde. —■ Ad xxiij cogitetur. — Ad xxiiij , nee est factum contravium. — Ad xxv & xxvj cogitetur. —■ Ad xxvij providebitur. — Ad xxviij, fiat, ut supra. — Ad xxix cogitetur. — Ad xxx cogitetur. — Ad xxxj & xxxij cogitetur. — Ad xxxiij cogitetur. — Ad xxxiiij fiat, ut in articulo, et referent D. Traj., an velit servari pacta Rodolphi. — Ad xxxv cogitetur. sv. Septembris.
Super contentis dom. Trajecten.. Praeseu.: Archidiaconus, Jo. Anxtrens,
Jaspar, Officialis , Rutgerus, Pels, Goch. Ad pi jmum. Articulus iste indiget decisione pro tempore futuro, an clericus non bene-
ficiatus , non incedens in habitu et tonsura clericali et servis se immiscens , debeat gaudere immunitate ; Posito, quod ille de Voecht, de quo in articulis, fuerit clericus. Ad ij et iij, cogitandum de futuro.
Ad quartum, opus est declaratione in futurum.
|
|||||||
35
|
||||||
Ad piimum super jurisdictione ecclesiastica etc., bonum esset, prius avisari alteram cu-
riam, si alia vel earum judices subaltemi quid faciant contra alterius juriudictionem , ante- quam procedatur rigorose. Ad secundum videatur Carolina et declaratio desuper facta, quae videtur Carolinam limi-
tare, ut non habeat locum in novalibus. Ad tertium, non potest Hollandus Hollandum arrestare in jurisdictione Traj., sed Traj.
Hollandum arrestare potest in Trajecto et e contra. Ad quartum inquiratur Veritas statuti. — Ad quintum cogitetur. — Ad sexturn cogitetur.
Ad septimum doceatur, quod judices ecclesiastici soli habuerunt cognitionem de de-
lictis in articulo specificatis , cum sint mixti fori. Ad octavum cogitetur el videantur concordata. — Ad nonum cogitetur.
Die xvi. Sept. , pkaesejytibus ut scpra.
Ad x cogitetur, viso edicto Caesaris. — Ad xj cogitetur.
Ad xij , si ecclesiastica jurisdictio credatur laedi, agant in patria contra laedentes , si par-
tes conquerentur curiae , non fiet inhibitio judicibus ecclesiasticis, nee procedatur per eccle- siastic, cum delictore, nisi utrumque sine magna dilatione scribatur. Ad xiij ad idem uts. proxime. — Ad xiiij. serventur concordata. Ad xv summarie videatur negotium principale et tunc decidetur de principali aut de ex-
pensis, ut justum videbitur. Ad xvj artic., in simili materia, cum judices ecclesiastici volunt proeedere, petant auxiliurn
a judice saeculari, fiet eis assistentia. Ad xvij uts., et confessus est procurator fiscalis sibi per curiam Hollan. factam assistentiam,
donee per Dominam Illustrissimam fuit facta inhibitio, et cum ob id accessisset ad dominum
de Hoechstraten, ille promisit, se venturum in patria et daturum assistentiam, et jam fit.
Ad xviij, inquiratur, an ecclesiastici habuerunt jurisdictionem, ut soli cognoscerent de
delictis in articulis specificatis, et non judices temporales.
Ad xix, satis fuit supradictum in aliis articulis , quia curia habet notitiam in possessoriis
beneficiorum. Ad xx & xxj fiet expeditio justitiae per curiam.
Ad xxij, videantur literae hincinde , ut dictum est in articulis Caesaris.
Ad xxiij, de hoc est querela facta ex parte Caesaris, dum ecclesiastici referent ofEciali praepositi, et quia causa tangit praepositum, quod in futura dieta commissarii mittendi ha- beant procuratorium sufficiens de causa et aliis, quorum causa erit tractanda. Ad xxiv, xxv, disputabitur latius cum super reques'.a a parte data, cujus commiss. Traj.
habent copiam, agetur, et interim cessabitur. Ad xxvj docebitur de causa querelae. Ad xxvij, xxviij, xxix, xxx, xxxj, si deinceps fuerit quaestio de jurisdictione, hincinde
transcnbitur, nee sic partes vel mandatis vel excommuuicationibus vexentur. Ad xxxij serventur hincinde concordata. Ad primum addit., concordatum est, ut captus adducatur in Haga, ubi processus ejus
visitabitur ab inquisitore ordinario, et juuicabitur, prout juris. Ad secundum, quia dies serviet diei, xviij hujus mensis dni commissarii facient coram
curia proponi jucunditatem (i) mandati, fiet brevis justicia. Ad tercium cogitetur. — Ad quartum cogitetur. |
||||||
5*
|
||||||
36
|
|||||
Sequitur nunc avisamenlum provisoris et de-
canorum super querelis additionalibus C. M. 1. Apparet omnibus, consuetudinem anliquam fore observandam, tamen provisor Amsterod.,
dixit laicos scandalizari , quod extorquetur annua pecunia; alii dicebant, quod pecunia da- tur pro Uteris et aliql. stipendio vitae; item dixerunt omnes, quod nulfus pastor coactus fuit convertere bona injusta et restituenda fore in us urn fabricae majoris ecclesiae. 2. Dixit decanus Haerlem., consuetudinem ibi esse, quod volentes solemnizare solent
confiteri , et tunc scitur, an clandestine contraxerint vel ne, sic capellani habent membra- nas a provisore et decano ad absolvendum, et absolvunt. 3. Fiscus processit contra decanum et defecit in probationibus ; Decanus babet documenta
in contrarium, et ipse fiscus renunciavit actioni. 4. Pro\isor et decanus negant simpliciter, contenti desuper stare juri.
5. Non est actum tempore modernorum; audiverunt, quod quidam vendidit uxorem suam
pro quadam petia terrae , in delusionem sacramenti , et quod propterea fuit punitus; et apparuit omnibus, quod talis excessus fuit juste correctus et veniret corrigendus. 6. Negant omnes simpliciter, et dicunt, se nunquam simile vidisse.
7. Negant omnes simpliciter.
8. Notarius Haerlem. fuit frater provisoris et sic favebat sibi, quare decimam partem aliq.
recepit, loco sallarii, et injunctum fuit provisori et decano, ut secundum qualitatem exces- suum personarum et laborum taxabunt ejus salarium ; quando visitatur, notarius solitus est dare magistris fabricae monitorium generale contra debitores fabricae, et ratione illius sol- vuntur, aliq. quatuor aut sex stuf.; provisores facient diligentiam pro notariis expertis, 9. Queratur a D. VVeze et Wale.
10. Concernit praefectos fabricae, qui sunt laici. Respondeant ipsi.
11. Decanus negat, factum , et vult se purgare per alium super quo . . . manus . . .
12. Dixit decanus, semel joco fuisse actum, ut diligens adhiberetur custodia, et nulla fuit
poena inflicta. 13. Decanus Amsterod. negat simpliciter, et dicit, quod nunquam docebitur.
Ad peiilioncs.
14. Non cogunt rusticos plus solvere quam opidanos.
15. Negant omnes.
16. Dicit decanus, quod est falsum et excogitatum, quod decanus libenter concedit pas-
toribus auctoritatem laborandi diebus feriatis, prout in ultima visitatione curato ecclesiae sancti Pancratii in Enchupia gratis dedit. 17. Decanus dicit, quod tempore suo non fuerunt factae consecrationes.
18. Potest de jure fieri, ut pro laboribus, quod superintendunt, ne quid fiat in praeju-
dicium ecclesiae, aliquid solvatur, ex quo absque licentia snperioris non possunt. 19. Est officium visitat. curare, quod ecclesiae habeant ad cultum divinum necessaria,
et, si sint defectus, ut mandent fieri reparationes, et ea occasione non receperunt pecuniam. 20. Ita debet de jure fieri.
21. Est generalis, specificentur duo, tres aut plures casus, si sciant, ymo contrarium
patet in provisore et decano Schielandiae, qui fuerunt condemnati in xxx flor. aut eo circa in causa inter.... |
|||||
37
22. Decanus non dispensavit, nisi capta informatione per testes, quod essent liberae per-
sonae et clandestine coutraxerunt. 23. Dicit decanus, cjuod non est verum , et etiam, qui absolvitur, parum dat pro legi-
bus judicis, et quod in matrimonialibus non diffinit, sed mittit pro consultatione ad Tra- jectum : tunc recipit pecuniam , quam mittit jurisperitis. 25. Non invenietur, quod unquam recepit usque ad niedios fructus inclusive.
26. Est falsum. quia nullus procurator iuit prohibit US servire contra fiscum; et, si oinnes
denegarent, ipsi ex officio compellerent. 27. Ecclesiae sunt taxatae aa libr. , et pro qualibet libra ab antiquo solvitur nobile an-
glicanum , quod valet tres florenos S. Andreae ; et decanus pro libra recepit tres florenos aureos, quare minus juste culpatur. 28. Non creditur fuisse ant esse defectus , specificetur, in quibus ecclesiis sit taxa, quae
articulatur. 29. Doceatur de facto, et fiet provisio.
30. Erratur in casu, quia presbyter ab indigenti recepit pro mutuo XIII flor. duos in
anno, et habuit instruraentum, fuit tan quam usurarius damnatus, et pro redemptione pe- cuniae solvit duas libras. 31. Negant omnes, et dicunt, se non excedere consuetudinem antiquam.
32. Non cogunt.
33. Negant omnes, et dicunt, quod non posset specificari casus.
34. 35. Negat decanus , et provisor fatetur, tempore suo non fuisse actum, de quo scit.
36. Ignorant provisor et decanus casum , sed fatentur, quod semel magnae personae pe-
tierunt, per confessorem sic fieri. 37. Provisor et decanus negant factum.
38. Decanus negat simpliciter.
39. 40. Respondet officialis arch., quod veritati pepercerunt, qui hoc suggesserunt; sed ve-
rum est, quod Magister Petrus Colyn et Heymannus, qui destitutionem provisoris sollici- taverant, petierunt ab officiali destitutionem decani, et respondet, quod decanus haberet commissionem et cum ilia recessit, et darent defectus, si quos contra eum haberent in scrip- tis, et non fuit factum. 41. Detur factum et respondebitur.
42. Negant omnes.
43. Non est locus praeventioni per totam Hollandiam et Frisiam in criminibus adulterii et
certorum aliorum mixti fori, et sic juste puniuntur per judicem ecclesiasticum , ad quern spectat correctio, non obstante, quod per saecularem, qui non est judex competent, fuerunt punili. 44. Est apertissimum mendacium.
45. Ponatur factum, et respondebitur.
46. Non sciunt neque audiverunt, quod postores transgressi fuerunt consuetudinem anti-
quam ; si sit defectus, specificetur. 47. Postores non statuunt neque jus habent statuendi, nee provisores aut decani similia
statuerunt. 48. Nemo scit, super articulatis fuisse querelam.
49. Negant omnes, sed consuetudo est, quod pro constitutione procuratoris solvitur pre-
visori st. (!) et decano similiter, et pro illo datur sigillum, si petatur. 50. Dicunt, non fuisse defectum , et volunt observare.
|
||||
38
|
|||||
Ad rcsponsionrs deputatorum.
Ad j. Proviso! et decanus dixerunt, doctum fuisse sufficienter de clericatu, et quod curia sae-
cularis recepit ab eo pecuniam, ut fertur, trecentos flor., camera duas partes et scultetus tertiam. ij. Declaratio, an quis debeat gaudere privilegio emunitatis ; spectat ad judicem ecclesiasti- cum , ergo contra abstrahentes debet procedi. iij. Ut supra, dicit curia saecularis, quod bene, et curia ecclesiastica, quod male,
iiij. Satis recognoscunt, clericum, postquam de clericatu constiterit, debere remitti, per quod patet de insufficientia responsionum praedictarum, ex quo clericatus et privilegium emunitatis pari passu ambulant. v. Propria aUctoritate non poluerunt ob privilegium loci; et in priori responsione curia
recognovit, scultetum male egisse. vj. Super decimis Torek. vij. Quia Hollandus non potuit arrestare bona Hollandi extra patriam, et Torek fuit cas-
tellanus in Yselsteyn , cessimus. viij. Publicatum fuit sabbato, ult. Sept., placatum, quod debeant in singulis locis notarii
tres, quatuor aut plures pro qualitate locorum et examinari atque approbari per curiam Hollandiae, videatur, si curiae ecclesiasticae fiat praejudicium. Ante annum fuit publicatum statutum in Brielis, quod non valeret testamentum, nisi
esset factum coram secretario loci et scabinis. ix. Referatur ad responsionern scriptam. x. Cessat querela, quia manent provisor et decanus in possessione.
xj. Responsum fuit, quod provisores et decani essent in possessione; et fuit eis dictum,
quod manerent in possessione. xij. Satis responsum. xiij. xiiij. xv. Dixerunt provisor et notarius , quod non fuit doctum de praeventione.
xvj. Debent provisor et decanus procedere et continuare, possessione non obstante.... xvij. Concernit D. de Ysselsteyn. xviij. Curia non impediet executionem trium sententiarum contra Dominum de Bred, quo
ad litis expensas, sed quo ad feudum; fiet ocularis inspectio, an sit feudum. xix. Est de hereticis. xx. Etiam de duobus presbjteris, de heresi notatis, fuit in Haga officialis admissus ad
cognoscendum cum inquisitoribus. xxj. Brielis. xxij. De causa Fejonis.
xxiij. Ecclesiae de Mare, xxiiij. Laren. xxv. De personatu in Neerden.
xxvj. Est de praepositnra S. Joanis. xxvij. Hie (!) damnant articulum, in quo dicunt, quod fiscus judicis ecclesiastic! non
condemnatur in expensas. xxx viij. xxxix. xxx. Est de bulla Leonis. |
|||||
39
|
|||||||
xxxj. Est de mandamentis per saeculares contra ecclesiasticos.
xxxy. Dicunt, se posse fa cere , pro conservatione juris Gaesaris. xxxiij. Contra praepositum et archid. xxxiiij. Contra praepositum S. Jo. xxxv. Sacerdos fugitivus fuit Amsterod. per provisorem et decanum captus & datus scul-
teto in custodiam. xxxvj. |
|||||||
IV.
Extract uuyte reekening vande geestelycke subsidie van
een half jaer vruchten, geheven in Hollant ende Zelant, inden jure xv° xlvi, opte termynen van Kersmisse xlvi. St. Jan endc Kersmisse xlvii. ende St, Jan xlviii., rustende inde rekencamere inden Hage; ende dat vande conlributie, gcdaen byde Geestelic- heyt van Utrecht van haere goeden, die zy in Hol- lant ende Zelant voorsi leggende hebbende, als hier naer volcht, in ponden van %\. grocten Vlaems 'tpont. EERST IN NoERTHOILANT.
Die vanden Capittele van den Dom tot Uuytrecht beloepen hare voern. perceelen van
goeden onder Noorthollant gelegen , ter somme van nc. LHH L. XIX s., cotnpt voer de helft I'. XXVH L. IX s. VI d.; maer alsoe naderhant byden comoiissarissen geoi'donneert ter tauxatie vanden subsidie bevonden es geweest, dat enighe van huere goeden inde voersz. verclarin- ghe begrepen onder 't Sticht, ende nyet onder Hollant geleghen syn, bedraghende voor 't halve jaer lxi L. XII s., die desen Rentmeester geoi'donneert zyn, hunluyden te corten , alst blyct by acte, voerden voorn. commissarissen gepasscert, met missive vanden rekencamer hier overgelevert. Ende blyft huerluyder portie nyet mer dan . txv L. XVII s. VI d. Die vanden Capittele van Oudemunster tot Uuytrecht beloepen huere gueden onder Noert-
hollant, volgende de voersz. verclaringhe, de somme van vr. XII L. vi s., compt voer de helft iiic. vi L. ill s., onder welcke perceelen van goeden begrepen es die thesaurie van Ou- demunster, uytbrengende LXVH L. xv s., die dese Rentmeester by myn heren vanden re- keningen geordonneert zyn hunlieden te laten inhouden, soe dat huerlieder portie hier nyet meer en blyfft dan........ nc. lxxii L. v s. vi d. Die vanden Capittele van Sinte Pieters beloepen huere goeden , onder Noerthollant geleghen,
volgende voersz. verclaringhe, ter somme van r. lxxxii L. vrn s., compt voer de helft xci L. mi s. Die vanden Capittele van Sinte Marien tot Uuytrecht, beloepen huere goeden onder
Noerthollant geleghen, volgende de voersz. verclaringhe, ter somme van xxxv L. XI s., compt voer de helft.........xvn L. xv s. vi d. |
|||||||
40
|
||||||
Die Domproest tot Uuytrecht xlvii L. xix s., compt voer de helft xsm L. xix s. n d.
Den deeken van Oudemunster lxxxix L. v s., compt voer de helft iliiii L. xii s. vi d.
Den abt van SintePauwels t'UuytrechtXLvmL. XI s., compt voer de helft tls.hu L. v s. vi d.
De abdisse van Sinte Servaes tot Uuytrecht xlvi L. XIII s., compt voer de helft ter somme
van . ........... xxm L. vi s. vi d. Die abdisse van Outvvyck tot Uuytrecht ic. xxxix L. nil s,, compt voer de helft lxix L. xu s.
De Wittevrouwen tot Uuytrecht lvi L. xvh s., compt voer de helft xxvm L. vm s. n d.
Sinte Agnieten Zusterhuys tot Uuytrecht xxi L. vs., compt voer de helft x L. xu s. vi d.
'T Convent vanden daele tot Uuytrecht XI L., compt voer de helft . . v L. x s.
De regulieren tot Uuytrecht lc. L. vn s., compt voer de helft L L. XIII s. vi d.; maer al-
soe hier onder begrepen syn drie merghen lants, getauxeert op II L. xnil s., gelegen te we- sen in Noerthollant ende bevonden zyn te leggen in Garaeryck, 'twelck Stichts es, daeron- der zyluyden gecontribueert hebben, blyckende by certificatie met brieven van kennisse uuyt machte vanden welcken zy dese rentmr. gecort hebben, beloepende xxvn s., soe dat dese somme hier nyet nieer en blyft dan ..... xlix L. yj st. vi d. De Regulieren tot Amersfoort v L. mi s., compt voer de helft . . n L. xu s.
'T Convent van Jherusalem tot Uuytrecht LXI L. X s., compt voer de helft xxx L. xv s.
Sinte Cecilien convent tot Uuytrecht xxxil L. xvm s., compt voer de helft xvi L, ix s.
Benehcien t Uuytrecht.
'T Beneficie inden Dom tot Uuytrecht op Sinte Pieters outaer, daer possessoir off es heer
Vrederick van Gendt xxv L. mi s.. compt voer twee decimen . . v L. ix d. 'T Beneficie tot Oudemunster, genoempt Hasekin xxxvi L. vm s., daeroff possessoir es
.... compt voor twee decimen . . . . . . , vu L. v s. vi d. 'T Beneficie t'Oudemunster op Sinte Christoffels outaer, daer possessoir of es heer Pieter
Peelt xxxui L. xu s., compt voer twee decimen . . . . vi L. xim s. mi d. 'T Beneficie tot Oudemunster opt heylighe cruys outaer, daer possessoir off es heer Corn.
Vranck xxn L. xm st., compt voor twee decimen ..... mi L, i s. 'T Beneficie tot Sint Marien in Sint Joris capelle, daer possessoir of es Jan Tieman XLH L,
x s., compt voer twee' decimen . ....... vm L. x s. 'T Beneficie Sinte Marien op Sinte Philips ende Jacobs outaer, daerof possessoir es mr. Jan
van Amerongen xxxil L., compt voer twee decimen ..... vi L. vm s. 'T Beneficie in Sint Jacobs gasthuys tot Uuytrecht, daer possessoir of es heer Jan de
Coninck xxn L. x s. , compt voor twee decimen ..... mi L. x s. Twee Beneficien tot Sinte Cathrynen tot Uuytrecht daer voren, dat die heren aldaer
heffen uytten Demeynen van Woerden xxxvi| £,. x s., compt voer tvyee decimen vu L. x s. I*. S. VHP. XXVII L.
ZUTTHOUANDT.
'T Capittel vanden Dom t'Uuytrecht getauxeert int zelfue quoyer opte helft. wesende tgundt
zy betalen tot iir. v L. I s. vi d. van lx groeten tpondt; maer alsoe zy in't selve quoyer aengebrocht hebben goeden, die bevonden zyn te liggen in't Sticht van Uytrecht, daer't different aff bedraecht voer de helft XVI L. XYH s., ende noch by negligentie aengebrocht hebben zekere vm partien van incomen, geleghen in Haestrecht ende daer omtrent, beloe- pende s'jaers voer de helft v L. IX s., daer aff zy affirmeren in hondert jaeren nyet ont- fangen te hebben, soe zyn hen byden rentmeester deselve H portien laeten inhouden, be- |
||||||
♦
|
||||||
II
|
|||||
loepende xXri L. TI s., blyckende byde missive deser camerc met copie vande acte, daer in
geroert ende brieven van kennisse hier isamen overgelevert, ergo bier noch de somme van 11°. LXXXII L. XV S. VI d.
Die vanden Capittele van Oudemunster tot Uuytrecht zyn in't zelve quoyer voer de helft
getaxeert wesende , soe veele zy inde subsidie betaelen ter somme van mc. xxxvm L. i s. Die vanden Capittele van Sint Jans t'Uuytrecht hebben betaelt heuren taux inden zelven
quoyer begrepen voer de helft beloepende . . . . . . xv L. xv s. Die vanden Capittele van Sinte Marien tUuytrecht hebben betaelt heuren taux inde zelve
quoyer begrepen voer de helft beloepende...... r\ ux L. ix s. Den proest van Oudemunster es in't zelve quoyere getaxeert voer de helft wesende zyne
quote die hy betaelt......... hc. n L. n s. Den abt van Sinte Pauwels t'Uuytrecht es in't zelfve quoyere getauxeert voorde helft op
i.xwiii L. xni s. , ende overmits zy aengebrocht hebben in den zelfven quohiere, goeden, behoerende in't quaertier van Noerthollant, die Jan Hanneman ontfanghen heeft, beloe- pende XH L. II s. vr d., als blvck by copie vande quitantie deszelfs Hannemans, hier over- gelevert, zoo en heeft dese rentmeester nyet meer ontfanghen dan lxxi L. x s. vi d. Den abt van Oestbroeck, buyten Uuytrecht, is voer de helft getauxeert tot viii L. xv s.
De Carthusers, buyten Uytrecht, zyn in't zelve quoyere getaxeert voer de helft opte
somme van ............ vnc. n L. v s. De regulieren binnen Uuytrecht, zyn in't zelve quoyer getaxeert voer de helft op xr L. II s. vi d.
van XL groeten tpondt, ende heeft de prior desen rentmeester noch aengebrocht zekere ren- ten , by hem gecoft zedert de leste geheven contributie, als opt voersz. quoyer geteyckent staet, beloepende al te samen de somme van .... xlvi L. vi s. vi d. De regulieren tot Amersfoert, zyn in't voersz. quoyer voer de helft getauxeert op xm L. n s.
'TConvent van Bethlehem buyten Uuytrecht, is in't voern. quoyer getaxeert voer de helft
xxxvii L.
Sinte Cicilien convent binnen Uuytrecht, es getaxeert voer de helft tot xxvi L. i s.
De beneficie inden Dom, op Sinte Andries ende Pancras autaer, possessoir heer Adriaen
Ryck , in't zelfve quoyer voer twee decimen geset op .. . vi L. xvn s. mi d. IK s. XIX". XIII L. XIX s. X d.
Kewnemeriast ende Vriesiant.
Vandie vanden Capittele van Sint Jans tot Uuytrecht, over hoere portie in dese subsidie
vande voersz. hoere goeden....... . ux L. xh s. vi d. Vande regulieren binnen Uuytrecht over hare portie in desen van haere voern. goe-
den . . . .......... in L. xii. s. Van't convent van Bethlehem buyten Uytrecht over haere portie in desen van haere
voern. goeden............xh L. x s. Van't beneficie, leggende tot Haerlem op't autaer vanden Heylighen Geest inde groete
kerke aldaer, over die portie van dien vande voern. goeden in dese subsidie vn L. xn s.; daer af altyts inde twee voergaende subsidien in rekening onder't capittel vande benefician- ten goeden vanden voern. quartieren verantwoert es geweest, blyckende by inspectie van dien, hoe wel nochtans die possesseur vandien es woenachtich t'Uuytrecht, soe oeck gedaen wordt hiervoorn fol. xvii; daeromme aihier nyet van't beneficie op Vreelant over die pro- chie van dien in dese subsidie vande voern. goeden.....v L. xm s.
UK s. LXXXI L. VII s. VI d.
HI. B
|
|||||
42
|
|||||
VoORNE. $*><■
BeWESTERSCHELT.
Vandie vanden capittele van Ondemunster binnen Uuytrecht, over de helft van huerluy-
den goedcn genoemt Cheijnssen ofte Pencien, die zy liggende hebben m't voersz. quaer- licr van Bewcsterschelt, ende brengen jaerlix, uuytgenomen op een VI«. deel van zes jaeren lir. t L. xil s. fac. de helft....... . • i°.i L. xvi s. Vandie vanden capittele van Sinte Pieters binnen Uuytrecht, de somme van ell ponden
vier scellingen, munte voersz., over de helft, die 't voersz. capittele jaerlicx competeert vandie van Sinte Pieters binnen Middelburch , dus hier de voersz. . . xi L. mi s. Vandie vanden capittele van S. Jans binnen Uuytrecht, de somme van neghen ende der-
tich ponden ceneu scellinck zes peuningen, over de helft van sekere thiende pensie , die zy jnerlicx trecken uyt de voersz. lande van Zeelant, beloepende jaerlicx aen omtrent LX clcync psrtcykens boven zes ponden voer't gaderen ter somme van Lxxviii L. in s., compt daerof dc helft als voren xxxix L. I s. VI d., maer alsoe die van S. Jans voersz. haere penningen jaerlicx ontl'anghcn binnen der stede van Ziericzee, moet de rentmeester van Beoisterschelt dacraf vcrantwoerden, daeromme hier ..... nyet. Vant beneficie ter Capelle in Zeelant, possesseur heer Jan Amerongen, ende alsus getran-
slitccrt Sinte Lysbetten gasthuys tot Utrecht, de somme van vi L. VI s. ix d. over de twe decimen vanden vruchten van sekere gemeten lants, leggende in't voersz. quartier van Bewcsterschelt, ancommende den selven beneficie, van welcken vruchten jaerlicx corn- men xxxi L. xinj s., compt voer de twee decimen de voerscreven vi L. VI s. IX d. IUI«. s. V. XVIII L. V sc. IX d.
Beoisterschelt.
Dc procst van Sinte Marien over zekere thiende pensien in Schouwen, beloepende 'sjaers
IS L. van XL groeten, daer uuyt hy beUelt die vanden capittele, aldaer blyckende op't ar- ticulc vande selve capittele in Zuythollant u L. xn sc, blyft suyvers xxviu L. viii s. compt dacrafT d'een helft voer subsidie hyer in ontfange . . . xxmi L. mi s. Den abt van Sinte Pouwels t'Uuytrecht aen thiende pensien in Zeelant, 'sjaers boven't
loen vanden rentmr. lxxxvii L., fac. de helft voer subsidie xlhi L. x s., daeraf desen rcntmr. nyet ontfangen heeft, doer dien dat deselve thiende pensien onder Beoisterschelt nyet onti'anghen worden, dus hier ........ niiet. De rcgulicren binnen Uuytrecht, over tgundt dat zy jaerlicx heffen uuyten j'aerschote van
Pocrtvhet, bedragende XXII L., fac. de helft voer subsidie, hier in ontfange xi L V-. s. XXXV L. IIII «.
Totalis somme van alle, dat de geestelicheydt van Utrecht van huer goeden, gelegen
in Hollant ende Zeelant, inde subsidie vanden jaere X1TI gecontribueert hebben II™. IX'. LXXV L. XVIII s. IX d.
van xi groeten. |
|||||
»
|
|||||
V.
Instractio pro depulalis quinque ecclesiarum Tra-
jectensium ad iliustriss. ducissam Parmensem, Piacensem etc., Ucg. et gubernalricem istarum dilionum, etc., ad exhibenda gravamina adver- sus bullam Pii IV., qua crigit in Archiepisco- palum, episcopalian Ultrajeclens., in multis Ger» maniac concordata laedens el infringcns. Imprimis , quod praelati et capitula praedictarum quinque ecclesiarum Traj. post humil-
limam suarum ecclesiarum , personarum , bouonim, jurium ct privilegiorum commcndationem, deputarunt R. et venerabiles viros dominos Joannem de Vecht, decanum majoris, ct Litdo- vicum Schore, canonicum S. Salvatoris ecclesiarum respective Traject., ad allegandum et exhibendum certa gravamina, quae suis ecclesiis ct ipsarum cuilibet videntur posse inferri ex concessione assertae cujusdam bullae apostolicae per P. papam modcrnum R. Dno. 1». Archiepiscopo Trajecten., (uti vago relatu mtellcctum est) anno supra scsquimillesimo sexa- gesimo nuperrime elapso concessae. Intellexeruut enim praelati ct capitula praedicta in asscrtis illis bullis conlineri multa ,
quae tarn directe, quam indirecte, plane tendunt in pracjudicium et enervationcm suarum exemptionum, privilegiorum, statutorum, jurium et antiquarum consuetudinum, hactenus inviofabiliter observatorum. Quae quidem omnia jura et pi-ivilcgia antedicta Caes., fcl. record, primo ac deinde ip-
samet reg. Maj., solomni adbibito juramento, suis ecclesiis salva et illibata porpetuo fore sacro sancte promiscrunL Ac postremo, cum jam rumor e*et com tarn dc divisione et ereclione novorum archiepis-
copatuum et cpiscopatuuin , ac jam pro archiepiscopo ecclcsiae Trajecten. nomiuatus esset per Maj. regiam, R. in ohristo pater ac Dominos, D. Fredericks a Tautcnborch; Ac praedictae ecclesiae suis ct suarum ecclesiarum privilegiis multis de caosis metucreni
ct ad elcctionem arcbiepiscopi procedere, non sine causa detrectarcnt, donee ct quonsqne ipsis ad plenum de indemnitate per Maj. regiam esset cautum et satisfactnm; Ita, ut tandem coacti sint, inittere suos legatos ad iliustriss. Ducissam I'arincnscui etc.,
gubcrnatricem, etc Tantum apud Exeellenliam illustrissimae Ducissae eflccerunl, ut ipsius Ccbiludo generosis-
siraa praclalis et ecclesiis pracdiclis ccrio addixerit et promiserit, horum novoruna Archie- piscopatuum et praescrtim istius Trajectensis erectionem sine aliqua laesione, praejudicio aui offensione ecclesiarum Trajecten. bonorum , jurisdictionum, privilegiorum et jurium qooruni- cunque etc futuram; Prout latius ex ipsis originalibus Uteris aut earundem autentica copia viderc licet.
C.otifirmavit et illud idem, Regia Mnjestas anno xv°. sexagesimo primo, ultima Januarii ,
ac certo addixit praedictis praclatis et ecclesiis, ex erectionc novi istius Archiepiscopatnc Trajectensis nihil lacsionis et pracjudicli in jurisdictionibus, bonis, privilegiis, et juribus quibuscunque accessurum; quemadmodum ct id liquido constat ex antedicta Rcgiae Ma- jestatis confirmationc, ipsius propria manu subscript*. Protcstati quoque sunt praelati et capitula, antequam ad elcctionem sui novi arcbiepiscopi
6*
|
|||||
4'i
|
|||||
procederetur, quod per hanc electionem futuram nullo modo intenderent praejudicare suis
et suarum ecclesiarum jurisdictionibus, privilegiis aut juribus. Quae protestatio postquam suae R. P. ante electionem suam per notarium in praesentia testium
esset intimata, respondit, se non solum contends hujus protestationis satisi'acturum, verum etiam plus praestiturum, quam sui praedecessores olim fecerunt. Ac, insequendo tenorem hujusmodi protestationis et responsionis desuper subsecutae,
electione facta, praefatus Rev. arcbiepiscopus, antequam in possessionem induceretur, medio juramento pro more solemniter praestito, promisit, se jura ecclesiae suae conservaturum illi- bata, libertatem exemptionis hactenus habitant et observatam per civitatem et dioecesim Trajectensem nunquam infracturum, nulla importuna petitione ecclesias suas gravaturum et unumquemque in suis privilegiis et libertatibus conservaturum; Quemadmodum baec omnia ex actis et munimentis clare dinoscuntur constare.
Ut autem Celsitudini Ducissae Parm. clare constare possit, per praetensam concessionem
assertae hujus bullae praelatos et ecclesias Trajecten. admodum laedi et gravari; Videtur R. Domino D. archiepiscopo Trajecten. (uti vago relatu audiverunt, bullam enlm
aut ipsius copiam non viderunt,) per concessionem harum literarum, in singulis ecclesiis Traject., in quibusvis etiam mensibus ordinariis collata et, quod plus est, archiepiscopatui (uti asse- ritur) incorporata , prima praebenda vacatura, sive per cessum, resignationem vel permuta- tionem alicujus vacare possit, idque cum clausulis (uti ajunt) multum exorbitantibus; Quod etiam R. dns. archiepiscopus possessionem hujusmodi praebendarum posset libere
propria auctoritate acceptare et retinere; Quod vocem quoque, jura capitularia et locum super decanum et canonicos singularum
ecclesiarum habere et exercere tanquam capitularis posset; Quod quoque a die primae receptionis omnes fructus, jura et emolument! ad instar ca-
pitularium integre absque ulla prorsus diminutione primo anno reciperet. Praeterea promittuntur tribus theologis, tribus juristis et tribus nobilibus singulis singu-
lae primae vacaturae praebendae, in ecclesia Trajectensi, adjecta simili ut supra clausula , etiamsi per cessionem aut alias per viam permutationis vel jus devolutum vacent. Et quod praedictas primas praebendas, tam ordinarie quam apostolice vacaturas, non
obstantibus concordatis Germaniae, nemini in posterum alii conferri poterit, quam prae- dictis theologis, juristis et nobilibus; Et quod hujusmodi novem praebendarum collatio ad neminem spectabit, quam ad archie-
piscopum duntaxat, ut asseritur. Multa quoque alia feruntur in dicta praetensa concessione inserta , sed quia literae nee
ipsarum copia per dictos praelatos aut ecclesias visa est, non possunt speciatim singula re- ferri; quodsi asserta ista bulla R. dno. archiepiscopo Traject. concessa , effectum sortiretur, sequeretur, omnes (quoquot sunt canonici) plane alligatos fore suae praebendae, ita, ut libere suas praebendas nee resignare, nee permutare possent, quod est contra omnem juris ratio- nem et aequitatem. Quandocunque enim quis praebendam suam, licet ex causa nudae permutationis, resignaret,
mox eandem tanquam vacantem posset R. D. archiepiscopus Trajecten., in vim hujusmodi bullarum (uti asseritur) propria auctoritate apprehendere, ac in possessionem se introduci fa- cere, idque contra expressum jus scriptum, in ca. 1°. de rerum permut. VI0. et Gle. uni eod. lit, Esset quoque praedicta hujus assertae bullae concessio directe contra concordata Germani-
cae nationis; Archiepiscopo enim Trajecten. datur libera facultas, in quovis mense etiam ordinario ap-r
prehendendi possessionem primae vacaturae praebendae; |
|||||
46
|
||||||||
Concordats autem Germanicae naiionis expresse hoc habent, ut ordinariis collatoribus relin-
quantur de singulis praebendis sui menses ordinarii. Et quod Snmmus Pontifex per (juamcunque aliam reservationem expectativam, aut quam-
vis aliam dispositionem, sub quacunque verborum. forma quomodolibet factam vel faciendam non impediet, quo minus de illis per ordinarios in sex mensibus suis ordinariis libere possit provider! et disponi. Quae quidem concordata, cum vim pacti habeant, per Summum Pontificem derogari non
possunt, nisi de partium consensu, cum explorati juris sit, pactisetiis, quae sunt juris gentium, omnes principes stare debere, nee super illis cadere aliquam derogationem aut dispensationem. Praedicta quoque concordata sunt per fel. rec. Carolum V. Caesarem confirmata et appro-
bata ad instantiam Rmi. pro tempore Episcopi et quinque ecclesiarum Trajectensium; Ac expresse vetitum est omnibus suarum provinciarum, regionumque praefectis, praesi-
dibus et judicibus, ne super ullis bullis pontificiis, quae aliquo modo directe vel indirecte vergere possent in praejudicium et adversus tenorem et substantiam praedictorum concorda- toium , placetum concedant aut admittant. Imo, quod plus est, quod si per errorem, inadvertentiam, aut alias importunitatem
supplican. aliquo modo concessum sit super hujusmodi bullis placetum, quod illud pro se suisque successoribus revocet, casset et annullet, ac pro revocatis, cassatis el annullatis ha- bere vult et intendit; Quodque super hujusmodi bullis contra concordata Germaniae aliquo modo concessis, ac
placeto etiaro desuper subsecuto, non vult justitiam contra eadem concordata administrari; Imo expresse praecepit, ut, non obstantibus hujusmodi bullis et placetis, ordinarii colla-
tores libqre uti et frui possint suis collationibus ordinariis, ac ut possessores beneficiorum sibi in vim concordatorum Germaniae collatorum in possessione manutenerentur. Esset quoque multum alienum a consuetudine, hactenus inviolabiliter apud ecclesias Tra-
jecten. observata, R. archiepiscopum Trajecten. in ecclesiis Trajecten., quibus praeest, ha- bere in singulis ecclesiis singulas praebendas, quum singulae fere ecclesiae habeant prae- bendas episcopales, quae sub nomine episcopi deserviuntur. Sed multo magis praejudicaretur ecclesiis, si, quod, ut ajunt, bulla habet, R. D. archie-
piscopus primo anno a die adeptae possessionis, posset esse capitularis et gaudere omnibus redditibus, fructibus et emoluments, non aliter atque si residens esset capitularis. Nam, si statim primo anno receptionis ad possessionem quis admitteretur ad universa jura
et emolumenta capitularia , multum praejudicii accederet, tam canonicis defunctis, qui annis suae gratiae privarentur, quam fabricae ecclesiarum, quae ex aliquot similiter annis carentiae, ut vocant, sustentantur. Plurimum autem novitatis induceret, quod idem D. R. quotidie posset capitula frequen-
tare, et super decanis et ecclesiarum singularum canonicis locum vocem et jura capitularia haberet et exerceret. Quandoquidem si R. D. archiepiscopo permitteretur perpetuo liber accessus ad singula-
rum ecclesiarum capitula vocemque et locum haberet super Decanos et ipsa capitula, nulla prorsus remaneret jurisdictio, immo vilesceret penitus omnis auctoritas Decanorum et eccle- siae; ita, quod ex hujusmodi nunquam visa novitate, plus dissensionis et incommodi quam fructus essemus spectaturi. Simili vitio laborat, quod fertur in ecclesia Trajecten. per R. D. archiepiscopum confe-
rendas esse novem praebendas novem personis, ut supra relatum est, in bullis denomina- tis, id que, nulla habita ratione vacationis, sive in ordinario sive in apostolico mense, per resignationem sive permutationem. |
||||||||
*
|
||||||||
jG
|
|||||||
Nam eo modo ecclesia quoque Trajecten., quantum ad novem illas praebendas attinet,
una cum deciina aichiepiscopatui incorporanda, jus conferendi in mensibus suis ordinariis deperderct. Quod esset quoque directe contra nationis Germanicae concordata, consuetudi- nes et privilegia ccclesiarum hactenus inviolabiliter observata et jam frequenter per Majesta- tem conilrmata et approbata. Esset quoque durum, ita suae praebendae alligatum esse allquem, ut, quovis modo illam
resignai'e vellet, sive via resignationis sive permutationis, statim esset affecta in usum alicujus ex illis novem, donee et quousque singulis de praebenda pro visum esset. Esset quoque contra expressas constitutiones juris, quibus expresse cavetur, beneficia per
viam permutationis resignata, censeri non vacare, ideoque nee sub gratiis expectativis cadere juribus supra allegatis. Quare, cum contenta hujus bullae praetensae tendant, non solum indirecte sed etiam di-
recte, in praejudicium et laesionem enormem privilegiorum et jurium ecclesiarum Trajecten., nee non sint contra concordata Germanicae nationis, sed quoque contra tarn frequen- tes promissiones Majestalis solemni juramento ecclesiis factas, contra quoque juramentum ipsius R. D. arcbiepiscopi diu post datam, ut ajunt, concessionem bullae praestitum; sa- perentque omnia in bulla contenta pro majore sui parte novitatem, ex qua nihil fructus, sed plus incommodi sperari posset; Supplicant lmmiliter praelati et ecclesiae praedictae, ut vestra Celsitudo pro sua solita erga
ec.clesias Traject. clemenlia, ad R. D. Archiepiscopum Trajecten literas dare dignetur, qui- bus ipsum inducat, ne quicquam contra fideni datam, juramentum praestitum, contra con- cordata Germanicae nationis, per Maj. Caes. confirmata et approbata, contra omnem de- nique et juris et rationis aequitatem , in vim hujusmodi praetensae saepe dictae bullae at- temptet, sed, si f'orsan, quod absit, placetum super bujusmodi praetensa bulla sit impetratum, et obtentum, illud cassaie, annullare, aut ad minus, in quantum contravenire aliquo posset Caes. primo, ac Reg. Maj. postea subsecuto juramento, nee non vestrae Celsit. pro- missioni, et regiae Majest. desuper subsecutae confirmationi, ipsiusque R. D. nostri A.rchie- piscopi expresso juramento, dignetur vestra Cels., ita dictum placetum moderari et limitare, ut in praelatorum et ecclesiarum praefatarum praejudicium, laesionem et offensionem, nullo modo dici posset esse obtentum. De mandato Romm. et Venerab, Dominorum praelatorum et capitulorum quinque
ecclesiarum Trajectensium. Lamsweerde, Sbst.
|
|||||||
lnstruclio pro deputato, nomine V. ecclesiarum
Trajecten. apud Magnificum D. praesidem Vi- gliurn, praepositum S. Bavonis Gandavensis. In primis, quod suae Magnificentiae commendabit praelatos et capitula quinque ecclesia-
rum Trajecten. Item, quod S. M. refert ea, quae ratione Bullae Pianae hie cum Rev. Domino nostro
archiepiscopo Trajecten., vita ipsius Revml<e. P. durante, tractata, conventa et conclusa sunt, idque pro redemptione fructuum quinque praebendarum Trajecten. pro sua R. P. ejusque successoribus affectatum. Item, quod praefati praelati et capitula affectuose suam R. Magnara. requirant, quatenus
|
|||||||
!?
|
||||||
dignetur suum officium ac beneflcium pro ecclesiis Trajecten. apud Sereniss. D. ac invictiss.
Regem nostrum catholicum interponere, atque in ea parte negotium ecclesiarum Trajecten. promovere, ut concordia cum R. Domino nostro archiepiscopo Trajecten., modo quo su- pra , inita, possit etiam extendi ad suae P. R. successores et sic in posterum censeri perpetua. Sic vide]., ut suae P. R. successoribus ex nunc in perpetuum per ecclesias Trajecten.
provideatur de annua praestatione ruille octingentorum florenorum, salvo, quod toties quoties archiepiscopatum vacare contingat, tempore realis possessionis solvent consueta vinalia ad usum fa- bricae applicanda, nee non, quod carebunt uno anno gratiae; quodque Sereniss. Rex catholic, in hoc ipsum consentire dignetur, ac curare, ut postea auctoritate pontificia confirmetur. Pro indictione autem praemissorum utetur sequentibus rationibus atque argumentis:
Inprimis considerandum esse, quod suae P. R. successores semper habebunt, ratione prae-
i'atae concordiae, certam solutionem, idque in certis terris, absque eo, quo tencbuntur ex- spectare computationes aliquas camerariorum, quae aliquando suspenduntur ad duos vel ad tres annos, prout vel sterilitas vel fertilitas fuerit annorum; ita, quod suae P. R. succes- sores habebunt plenam solutionem, antequam alii canonici tertiam partem praebendarum sua- lum a camerariis percipiant. Item, quod praefatam annuam praestationem semper habebunt liberam, absque aliquibus
oneribus atque absque aliqua fructuutn deductione ratione supran. alicujus damni et commodi. Item, quod sive sit aggerum irruptio aut belli publice indictio , unde ecclesiarum bona
et terrae pacifice coli non possunt, semper ipsis de integra praestatione cautum erit. Item, quod, etsi ut plurimum bona ecclesiarum tanquam pro majori parte existentia in
decimis sint incerta, obque earn causam ipsarum praebendarum fructus saepius diminuantur, interim tamen archiepiscopus Trajecten. ratione praemissorum nihil discedere possit. |
||||||
VI.
Doleancien, byden Domdeken ende andere der
Keys. Majt. overgegevenen van wegen die Gocdts- huysen tot Utrecht nietlen appoinctementen, doer beveel van Syne Majt. daer op gegeven. (1531). Dat die Stadthouder den XVII. Aprilis ende daernac den xxiv. Mey laestleden, den Pro-
voest met Hellewaerdiers ende Cluyvers in't huys vanden Doindeecken gesonden heeft, die zeyden last te hebben daer te blyven, tot dat antwoirde byden Domdeecken ende kercken gegeven soude wesen op't registreren vanden eedt vanden Bisschop, etc. Alsoe die Keyser by't scryven vanden heer van Bourgnival, by relatie vanden eer-
sten raedt ende anders geadverteert is, dat die domdeecken tot diversche stonden gesommeert synde, omme Syne Majt. belieft te volcomen, des onwillich geweest is, heeft men jeghens hem van dese executie moeten useren, nyet te min en es die me- ninghe vande K. M. nyet, dat gelycke executien geuseert zullen worden teghens die Geestelicheyt in alien anderen zaecken, ende meent oeck wel, dat syl. in toekomende tyden daertoe geen occasie en sullen willen geven. Aangaende, dat die suppleanten, hem beclagen, dat inder communicatie vanden ques- tien tusschen den Domproest ende 't capittel, den Domdeken ende andere rudelick toege- |
||||||
18
|
|||||
sproken souden wesen, dat zj hem met menterye behelpen met meer andere diergeljkc
spyiige woerden etc., ende dat een mainctenue tot versoecke vanden Domprocst gegeven soude wesen op een simpel deurwaerder, nae dat parlheyen op dese byden Keyser bescre- ven waren , etc. Die Keyser verstaet, dat die woerden, by den suppleanten verhaelt, daer zy hem
af beclaghen, sulcx nyet gesproken en zyn, noch tot dien fyue, als by hemfuyden
verhaelt wort, ende soe die mainctenue simpel is, ende in gevalle van oppositie dach,
die men op deurweerders gewoentelick is te expedieren, en hebben gheen redenen
hem daeraff te beclaghen , want indien zy byden Commissaris vanden Keyser van haer
gcschillen nyet geaccordeert en word en , sullen in rechten tot bare defensie al moghen
allegeren , dat hem goet duncken sal.
Roerende, dat geen respect byden Stadthouder ende Raet genomen en wordt op Gods
eere , ende dat doer haer beveel, die provoest die vaenkens vanden cruyce vanden aflaeten
aff gedaen heeft.
Nae dat die Keyserl. Majesteil geadverleert is geweest van seekere swaricheyden inde
bullen vanden affaten gestelt, is bevolen van Syne Maj. weghen die aflaten neder te leggen , sulcx als in't heymelikste gedaen is geweest. Daer geclaecht wordt, dat prelaten ende andere vande geestelycheyt dickwyls byden pro- voest ende deurwaerder ontboden worden, sonder excusatie, ende dat die Bisschoppe in persoen inden capittele quamen , als zy metten selven te doen hadden , ende dat die Keys. Maj. als Hartoghe van Brabant ende Grave van Hollant inde steden van Bisschop gecomen is , quare, etc. Hierinne sal byden Stadthouder ende raet discretie gebesicht worden, ende is wel
een ander ding vanden Keyserl. Maj., in wyen alle temporaliteyt gedevolveert is, ende van een Bisschop in voerleden tyden , die sonder 't capittel luttel machts hadde. Daer voerts in alle die andere artikulen clachte gedaen wordt byden supplianten, over die instructie vander justitie bjde Keyserl. Majest. gemaeckt voer syn Stadthouder ende Raden van Utrecht, ende, dat dieselve inhoudt, dat men gheen bullen apostolique, son- der placet te wercken leggen sal, ende dat Stadthouder ende Bade daeraff blycke, dat die vanden rade boven placet hebben willen , dat men van hcml. neme attache; Dat men gheen procuratien toelaten en sal, dan voor Stadthouder ende raden gepasseert;
Dat gheen prelaten ofte geestelycke personen en sullen wesen inden raedt, noch als ad- vocaet oft procureurs moghen dienen ; Dat in't XXIII. articule vande instructie, den Raedt geautoriseert wordt onder andere kennisse
te nemen van injurien , geestelyke ofte andere gepriviligeerde personen gedaen in materien possessoir van beneficien, van privilegien, ondersaten ende vreemde gegeven, van alle ver- jaerde criminele saecken , van materie van purge, van actien reel ende personeel, etc. De instructie is byde Keis. Majes. wel rypelyk doen maecken, welcke Syne Maj.
wil, dat achtervolcht wort, ende en meynt byden selven den supplianten nyet te cort gedaen te hebben, in't gundt dat heml. toebehoert, ende indien contrarie gebuert, sullen dat reverentelick by request, als't behoert, te kennen moghen ghe- ven, otnme gemodereert te worden. Dup,a. Overgelevert by bevele van mynheren van den secreten Rade, den VH. dach
Augusti anno xvc.xxxi, by my onderteeckent, Herdinck Gecollt. tegens seeckere papiere cedulle, gescreven, onderscreven ende ondert. als
voren, is bevonden opten vm. Marty xvc. LXXII daermede t'accorderen by my uts. on- derscr., over alle Go. Maj. landen van herwaertsover geadmitteert. Joo. F. Deckers, Nts, |
|||||
49
|
||||||||
VII.
INSTRUCTIE yoor ANT HO. YEMANSZ., als Provisoir vas
KENNEMERLANT. 1540. Georgius de Egmondt, Dei et apostolicae sedis gratia episcopus Trajectensis, universis et
singulis, tarn de clero quam de populo utriusque sexus, per terminos et limites provisoriae nostrae jurisdict. Kennemariae constitutis, salutem in dno sempiternam, Noveritis, quod de discreti viri tnagistri Anthonii Yemanni experta providen. quam plurimum confiden. ipsum per dictae provisoriae terminos et limites facimus et constituimus nostrum provisorem, dan- tes et concedentes eidem plenam, generalem et liberam potestatem ac mandatum specials, inter clericos et laicos, universitates et collegia, de criminalibus, civilibus et mix lis, pecu- niariis et aliis quibuscunque causis, in quibus archidiaconus Trajectensis de jure aut consue- tudine suum una nobiscum liabeat interesse cognoscendi, diffiniendi et exequendi, ecclesias, parochias et personas ac loca ibidem visitandi, praedicandi, synodos exercendi super quibus- cunque criminibus, culpis et delictis ac negligentiis quarumcunque personarum seu univer- sitatum ibidem ex officio vel ad partis inslantiam inquirendi, corrigendi et diffiniendi, in personas , universitates, ecclesias, parochias et loca, excommunicationis , suspensionis et in— terdicti senlentias et alias poenas canonicas fulminandi et infligendi, et per ipsum inflictas et fulminatas absolvendi, suspendendi, relaxandi et tollendi, nee non matrimonium clande- stine contrahentes et eisdem interessentes corrigendi, et ab hujusmodi excommunicationis sententia, quam propter hoc inciderant, absolvendi, et generaliter omnia et singula faciendi et exercendi, quae in praemissis et circa ea necessaria fuerint vel quaelibet oportuna, etiam si mandatum exigant magis speciale, et quae ad dictum spectant officium, de jure vel con- suetudine, beneficialibus cum omnibus et singulis suis incidentibus, emergentibus , annexis et connexis, et matrimonialibus causis, nee non correctionibus et absolutionibus occisorum et mutilatorum clericorum, ecclesiasticarum personarum ac violatorum emunitatum ecclesia- rum, cimeteriorum aliorumque locorum Sacrorum , et contrahentium matrimonium in gradu prohibito, duntaxat exceptis alium vel alios idoneum vel idoneos loco sui substituendi et de- putandi ac eosdem revocandi, ac alium vel alios loco illius vel illorum substituendi et ordi- nandi, totiens quotiens ipsi visum fuerit expedire. Quare vobis omnibus et singulis supra- scriptis in virtute sanctae obedientiae, ac sub suspensionis et excommunicationis poenis districte praecipientes, mandamus, quod eidem provisori nostro obediatur in omnibus et singulis et intendatur reverenter. Alioquin sententias, quas ipse rite tulerit in rebelles, faciemus, auctore Domino, inviolabiliter observari, praesentibus post dominicam Gantate proxime fu- turam minime valituris. Datum sub sigillo nostro ad causas, anno dni millesimo quingen- tesimo quadragesimo, feria tercia post dominicam Cantatc. Jo. Beyer, Sbst.
--------•*—--------
|
||||||||
III.
|
||||||||
7
|
||||||||
ULTRAJECTUM.
|
|||||
I.
UYTSPRAECK door Bisschop DAVID, tusschen de Capitteien van
OUDEMUNSTER en S.MARIE, en FREDERICK UTEN HAM.
(xivc. Lxrar. Dec. 20).
W, David van Bourgongien, by der genaden GodsBisscop, ende Giesebrechl van
Bredenrode, domproost t'Utrecht ende proost van Mastricht, maken condt alien luden , also tusschen den eerbaren, deekenen ende capittelen onser kercken tot Oudemunster ende Sinte Marien t'Utrecht over ene, ende Frederick Uten Hamme, hare Vredricx sone saliger gedachten, ende Fredrick Uten Hamme synen soon, over d'andere side, langen tyt schelingen ende tweedrachten geweest syn, heercomende van afterstallige pachten, Linden, gewelden, costen, scaden, hynder ende moeyenissen , des hem die dekenen ende capittelen voorsz., ende des gelycx van vanghenisse , banninghe, maledictien, scade ende afterwesen , des hem Vrederic ende Vrederic voorsz. beclagende waeren, van welcken twisten, questien, geschele ende gebreeken voorsz., mit al dat daer ane eleven ende uytspruyten mach, voort van alien opseggen ende schelen , die zy onder malcanderen hebben mogen , hoe ende in wat manieren die gelegen zyn, beyde de parthyen ende elck bysonder, geheel ende al aen ons gebleven zyn, ende de voorsz. Vrederic Uten Hamme, Vrederic sone na dode syns va- ders voorsz., onlancx geleden, hem oock alleene ende alse principael geset heeft, in stede van synen vader, ende gelooft hebben beyde deze parthyen stede ende vaste ende onver- brekelyck te sullen houden, alsulcke uytsprake ende seggen, als wy daer of rechterlyck ende gevoechelyck, woe ons believen ende beste duncken sal, uytsprecken ende wysen sullen, op die peene van duzent goude Engelsche nobels , nae uytwysinge des compromis ende eens anderen briefs, gelyck die beyde van woorde tot woorde hiernae een volgende bescreven staen : Wy deekenen ende capittelen der kercken van Oudemunster ende Sint Marien op die eene syde, Vredric Uten Hamme, heeren Vredricx sone, ende Vredric Uten Hamme Vredricx sone voorsz., knapen, op die andere zyde, doen condt alien luyden, alsoo eenighen tyt herwaerts seekere schelen ende twist, tusschen ons luden geweest hebben, ende noch syn, roerende van sekere afterstadighe pachten, gewelden, costen, moeyenissen, hynder ende scaden, die wy deekenen ende capittelen voersz. op Vrederic voorsz. hebben, ende ons be- clagende syn, 'tsy van 'tgeene onsen capittel aengaet, ofte die thesaurien ofte ander offi- |
|||||
51
|
|||||
cien, in onser kercken, ende dergelycx vaa vangenissen, banninghcn , maledictien, schadea
ende afterwesen, die wy Vrederic ende Vrederic voorsz. aen den voorsz. deken ende capit- telen ons beclagende syn, soo is't, dat vvy parthyen voorsz., ende elck byzonder van alien twisten, questien, geschelen ende gebreeken voorsz., met alien datter aen eleven ende uyt- spruyten mach, ende voort van alien opseggen ende scheelen, die wy op malcanderen heb- ben moegen, hoe ende in wat manieren die gelegen zyn, ons geheel ende al gesubmitteert hebben ende gebleven syn, ons submitteren ende blyven, aen den eerwaerdigen in Gode Vader onsen genadigen lieven heere, heeren David van Bourgongien, bisschop, ende heeren Giesebrechs van Bredenrode, domproost t'Utrecht, om van desen voorgaenden, gebreeken ende geschelen haer uytspraecke te doene, rechtelick ende gevoechelick, hoe hem dat gelieve ende naeste duncken sal, tusschen dit ende die eerste ses weken na der wedercompste ons genadigen heeren van Utrecht voorsz. hier in synre Genagen lant, behoudelicken sulcken gelden ende schulden, dat sy bevinden sullen , dat die oude Vrederic voorsz. van afterstadigen pacht, den voorsz. dekenen ende capittelen sculdich is, onvermindert te bliven, maer tot wat tyden Vredric voorsz. sulcke gelden en afterstadigen pacht betaelt, ende wat cautie ende seekerhcyt hy den voorsz. heeren dan daer voor doen sal, dat sal staen tot verclaringe myns genadigen heeren van Utrecht, ende myns heeren des domproost voorsz., behoudelic oock, dat Vredric ende Vredric voorsz. hoer hant terstont trecken , ende voort meer hou- den sullen van alien sulcken goeden ende erven, als ons dekenen ende capittelen voorsz. ofte enich van ons behoren, ende sy ende hore erfgenamen en sullen hemluden der goeden ende erven door hem selven ofte yemant anders tot geenen tyden meer onderwinden in eeni- ger wys, buyten willen ende consent der deekenen ende capittelen voorsz., maer die ge- nen, die zy die verhuyren ende laten gebruycken, sullen daermede rustelick ende vredelic laten bewerden, sonder hem daer enich letsel oft moeyenisse in te doen ofte te laten ge- schieden in eeniger manieren, ende daer voor sulck cautie ende seekerhevt doen, alse myn, genadige heere van Utrecht, ende myn heere den domproast voorsz. redelyck duncken ende uytsprecken sullen; ende also ick Vrederic heren Vrederics sone voorgenoempt, my becla- gende ben, dat die voorsz. dekenen ende capittelen van Oudemunster ende van Sinte Ma- rien voorgenoempt ofte enich van hem luden, seeker coorn ende vruchten van mynen lande, dat ic van hem in pachte hadde, boven reden ende recht, tegen mynen wil hebben doen wech voeren, so wes daer van bevonden sal worden, sy my daer ane beschadigt hebben, dat sy myn dair af, soo veel het dragen mach, corten sullen, van't gene ick hem sculdich ben, so veel myn genadigen heere van Utrecht, ende myn heere den domproost voorsz. redelyck duncken sal, ende voort elck den anderen beteringe doen, van't gene die voorsz. mynen genadigen heere, ende mynen heere den domproost in der waerheyt bevinden, wy malcanderen bescadicht ende veronrecht hebben, tot goetduncken ende seggen van denselven, ende wy dekenen ende capittelen voorgenoempt op die eene, ende Vrederic ende Vrederic voorsz. voor ons, onse erven ende nacomelingen op die andere zyde, hebben gelooft ende geloven in desen brieven alle alsulcke uytspraeck ende seggen, alse by mynen genadigen heere van Utrecht, ende myn heere den domproost voorsz. binnen der tyt voorsz. ofte an- ders by onser beyder parthyen consent ende speciael believen verlanget, uytgesproken sal worden, in alien punten stede, vaste ende onverbreekelyck te houden, op die pene ende verbeurenisse van dusent goude Engelsche nobelen, soo dicke ende menichwerve te verbeu- ren, als enich vanden partyen voorsz. tegens die uytspraecke deden, 't een derde deel tot behoef myns genadigen heeren voorsz., ende dat anderde deel tot behoef myns heeren des domproost, ende dat derde derdendeel, tot behoef der parthyen, die de uytspraecke hid- den , ende die uytspraecke nochtans ahoos in hoer volcomen macht ende waerde te bliven, |
|||||
52
|
|||||
ende wy parthyen voorsz. begeeren ende bidden, dienslelicken aeu die voorsz. onsen gena-
digen heere van Utrecht ende den domproost, dit tegenvvoordige ons verblvf aen te willen nemen, ende hoer uytspraecke daer op te doen, naer inhout ende manieren boven ge- schreven, ende of het saecke ware, dat sy haer uytspraeck binnen den voorsz. tyt bier op niet en deden, dan so sullen parthyen voorsz. alsulck recht, als nn ter tyt voor onsen ge- nadigen heere van Utrecht voorsz. tusschen ons beyden hangende is, weder mogen aenne- raen, in alien schyn als't nu voor syn genade hanget, ende voort vervolgen een yegelick tot synen besten, in kennisse der waerheyt, hebben wy deeckenen ende capittelen voorsz. onser kercken, ende wy Vrederic ende Vrederic voornoemt, voor ons, onse erven , ende nacomelingen onse segellen bier aen gehangen, ende om meerre soo hebben wy Vredrick ende Vrederick voor- genoemt gebeden, die eersamen Dirck vanZulen ende Alpher vanderMye, knapen, dit mede over ons aldus te bezegelen, ende wy Dirck van Zulen ende Alpher vander Meye, knapen, hebben om beden wille Vrederics ende Vrederics voorgenoempt, onse segellen hier mede aen gehangen, ende deser brieven syn drie, alleens sprekende van woorde te woorde, daer den eenen 'tcapittel van Oudemunster, den anderen 'tcapittel van Sinte Marien, ende den der- den Vrederic ende Vrederic voorsz. of heeft. Gedaen in't jaer ons Heeren M, cccc. LXVtH, op onsen Lieven Vrouwen avont visitationis. David van Bourgongien, by der genaden Gods, Bisschop t'Utrecht, maken condt alien luden , alsoo tusschen den eerbaren deeckenen ende capittelen onser kercken t'Oudemunster ende Sinle Marien t'Utrecht over ene, ende Vre- deric Uten Ilamme, heere Vrederic sone saliger gedachten over die andere side, schelingh ende tweedracht lange tyt geweest is, daer sy onlangs geleden, gecompromitteert ende des ahnge ende al aen ons, ende den edelen onsen lieven neve ende getrouwen raet, heren Giesebrecht van Bredenrode , domproost onser kercken ten Dom t'Utrecht etc., op sekere Senen gebleven syn geweest, uyt te sprecken, nae uytwysinge des compromis ; ende soo dan
ie voorsz. Vrederic Uten Hamme aflivich geworden is, eer die uytspracke geschiet vvaer, is op dach datum des briefs, voor ons ende voor onse mannen gecomen Vrederic Uten Hamme, synen soen, ende heeft hem mit synen vryen moetwille over gcgeven, geset ende gestelt van alien gescelen ende twisten, wesende tusschen den heere ende synen voorsz. vader, ende van alle 't gene voorsz. compromis aen dragen mach, in die stede van synen vader alleen ende als principael, ende voor al, ende daer op heeft by aen onsen hauden getast, ge- looft, gesekert ende gewilcoert by den penen in den compromis begrepen, voor hem ende synen erfgenamen , datselve compromis ende sulcke uytspracke, alse wy ende onsen lieven neve voorsz. daervan doen ende uylsprecken sullen, na te gaen, te voldoen, ende te onder- houden , in alien schyn , ghelyck syn vader sculdich hadde geweest te doen, indien hy in levende lyve hadde gebleven , behoudelicken, dat dit selve compromis uytgestelt sal syn ende vvesen, tusschen dit ende Sint Martyns dach naestcomende. Hier waren over ende anc Aernt van Yselsteyne, Johan vander Meye, Jan Uten Hamme, onse mannen ende mcer coeder luden. In oirconde des briefs besegelt mit onsen seghel. Gegheven in onse stadt van Wyck , in't jaer ons Heeren cid. cccc. lxviii , opten eersten dach September, soo hebben wy dit verblyf ende compromis voorsz. aengenomen , ende dat noch by consent van beyde par- thyen , verlengt van St. Martens daghe voorsz. thent St. Thomas daghe apostels daer naist- volgende, ende ons daertoe ledich gemaeckt, ende die scriften , rechten , bewys ende be- thoen aen byden siden ontfangen , doorsien ende geexamineert, ende naerstelyck byden ge- leerden wysen doctoren, ende anderen onsen rade doen ende laten doorsien, ende laten examineren, ende bearbeyt dese scelinge voornoemt neder te leggen, ende die parthyen minlycken ende vrientlycken te vereenigen, ende als wy des wys geworden syn, hebben wy op St. Thomas avont voorsz. voor ons doen verdagen ende comen die gedeputeerden onser |
|||||
53
|
|||||
kercken t'Oudemunster ende Sinte Marien t'Utrecht over eene, ende den voorsz. Vrederic
over andere side, hem te kennen gevende, dat wy reede waeren, omme sen ten tie ende uyt- spraecke hier of te doen ende te pronuntieren , niaer wantet na den sonnen onderganck was, omme dan alle twyffel of te doen, hebben die gedeputeerden ende Vrederic voor- noemt belieft ende overgegeven, dat wy dat niettegenstaende voortvaren ende onsen uyt- spraeck pronuncieren wouden , in alien scliyn , of dat voor den sonnen onderganck gesciet ware, ende daerop hebben sy noch aen ons handen getast ende geloeft, by den voorsz. penen, te aftervolgen ende te onderhouden, gelyck die compromissen voornoemt dat inne- houden, ende wy David, Bisschop, ende Ghysbrecht, domproost voorsz., hebben alle dese gebrecken voorsz. uytgesprocken, gewesen, gepronuntieert ende geconsenteert, uytsprecken, wysen , pronuntieren ende sententieren mit desen onsen brieven voer een minnelyck gevoech byder penen van duyzent nobelen voorsz., dat die voorsz. Vrederic Uten Hamme den voorsz. dekenen ende capittelen eerst tot Oudemunster uytreyken ende betalen sal, twee hondert vier en veertich Vrancrycsche schilden ende negen stuyvers, ende Sinte Marien twee hondert acht ende tachtentich oude Vrancrycsche schilden en XIII stuyvers voorsz., sullende die heeren van Sinte Marien den voorsz. Vrederic afcorten XL Vrancrycsche scilden van alsulcke scaden ende overweeninghe, alse sy Vrederic in syn cooren gedaen mogen hebben, aldus so sal Vrederic den heeren voorsz. van Sinte Marien betalen cc. xlviii Vrancrycsche schilden en XIII stuyvers, ende Vrederic voorsz. sal dese somme voorsz. uytreycken ende betalen binnen ses jaren, te we ten: Sinte Peter ad Cathedram naestcomende in't jaer van lxx dat eerste termyn, St. Peter ad Cathedram in't jaer lxxi , dat twede termyn, ende soo voert achtervolgende, duerende die ses jaeren voorsz., alle jaer hondert ende vyf en twintich out scilden drie stuyvers, acht wit(M), daer af sal elcke kercke ontfangen nae syn beloop, ende Vrederic sal daer of den voorsz. heeren wisheyt ende seekerheyt doen, soo hier nae in dese onse uytspraeck geschreven staet, voort so seggen wy, wysen ende uytsprecken ende pro- nuntieren byder voorsz. penen, dat Vrederic Uten Hamme, terstont syne handen trecken ende doen sal, van alien erven, landen ende goeden , beyde den kercken voorsz. ofle enich van hem toebehorende, die Vrederic voornoemt syn vader ende voorvaderen vander kercken voorsz. gebruyct hebben, ende van den erfpacht by Vloeten gelegen, den welcken Zuer- bier te gebruycken plach, ende toebehorende is den heeren van Sinte Marien voorsz., ende Vrederic noch syne erfgenamen en sullen hem dese erve, landen, goeden ende erfpaclit voorsz., voortaen niet meer onderwynden, buyten wille ende witaftigen consent mit segel ende brieven vanden voorsz. heeren, tot horen wille, rustelick ende vredelic, ongelet ende ongehindert, sonder oick daer omme horen pachteren, boulieden ende dienaers, ofte eenich van hem, eenige moeyenisse, hynder ofte letsel daer inne te doen, ofte doen doen, ofte te laten geschien , heymelick ofte openbaer, in eeniger wys, ende see dan die van Oudemuu- ster hem beclagende syn, vander eenre hoeven van achtien mei-gen after 't huys te Vloeten gelegen, dewelcke gemeen syn tot xx mergen ende anderhalf hont, ende die van Sinte Ma- rien hem beclaegen van ointrent vm, gelegen in hoer drie hoeven, soo sullen beyde die kercken die voorsz. landen noch doen meten, daer wy onse gedeputeerden by schicken wil- len, ende sullen dan die heeren hierof hoer bewys dan bybrengen, tusschen dit ende den Paesdach nu naestcomende , dat wy dan verclaren sullen, nae dat bevonden sal worden ; Item noch seggen wy, uytsprecken, ende pronuntieren byder voorsz. penen, soo Thiman de Baure, scout tot Vloeten; Adriaen Dircks Kepincsoene, Gerrit Buerman, ende Johan Gerritszone geslaghen, gequetst ende gewont syn geweest, sal Vrederic de voorsz. gequesten te hulpe ende voor haer smerte geven, tusschen dit ende Laetari Jerusalem naestcomende XXV postulaets guldens, daeraf Adriaen Dircs Kippincsoene, want hy meest gecjuest is geweest, |
|||||
;>'i
|
|||||
die x sal hebben, cnde die andere elck vyf, ende hier mede sullen sy te vrede wesen, tea
ware dat sy mit recht spreken wouden; voort van alien anderen gebreeken voorsz., gewel- den , costen , scaden , moeyenissen, gevangenissen , banninghe, maledictien ende afterwesen , dewelcke die partyen voorsz. aen beyden syden gehadt, geleden ende malcanderen gedaen hebben. ende wes daer aen clevende is, tot desen daghe toe, daer of wysen wy, pronun- tieren ende uytspreeken byder voorsz. penen, dat die altesamen gecompenseert, ende t een tegens 'tander staen ende bliven sullen, sonder d'een d'ander eenige rechtinge, verstonn- ge, beteringe ende wedergevinge daer af.te doen ofte te Iaten geschien, meer dan voorsz. staet, behoudelic oick, dat die voorsz. Vrederic eenen bedevaert sal doen met enen pon- de wassche t' 's Gravensande, ende daeraf den heeren voornoemt certificatie brengen, dat hy die gedaen sal hebben, tusschen dit ende St. Jan Baptisten daghe te midsomer naest- comende, mede behoudelyck ons David, Bisscop voorsz., onse bruecken; item noch wysen wy, uytspreeken, pronuntieren ende sententieren by der voorsz. pene, dat met dese onse uytspracke, minnelyck gevoech ende uytdragende sententie by den partyen voorsz. ende elck byzonder, sullen al minlick ende vrientlick gesceyden, vereenicht, gevredet ende alle recht- vorderingen aen beyden syden doot ende te niet, ende van geener wacrden wesen ; ende waer t, dat sy noch hieromme onder hem schelich ende kyvich worden , dat houden wy noch tot onse verclaringe op die pene voorsz.; mede wysen wy, uytspreeken ende sententieren by de voorsz. pene, dat beyde die partyen voorsz. ende elck bysonder loven ende seckeren sullen in onsen handen, dat sy desen onsen uytdragende uytspraeken, sententie ende minnelyke vereeninge, ende alle die punten voorsz. ende elck bysonder nagaen, voltrecken, volco- men ende volbrengen sullen, van punte te punte, by voorsz. pene van dusent nobelen, die te verbeuren ten behoef, als in't compromis gedeclareert is, tot alien tyden, alse tegens dese onse uytspracke ende minlyck gevoech ofte in elck point bysonder eenich gebreck, heymhek oft openbaer, by den parthyen voorsz. oft enich van hem geschiede, ende dair voor sal die voorsz. Vrederic Uten Hamme alle syne goeden, die hy nu heeft oft hebben sal, heerlyck ende eygen, roerende ende onroerende, verwilcoeren in onsen Davids voorsz. handen, voor hem ende synen erfgenamen, ende daer wy dese onse uytspraecke ende minnelyck gevoech oft in elck poinct bysonder enich gebreck, heymelick ofte openbaer, vallende, uytgesprocken, gewesen, gepronuntieert ende gesententieert hebben, syn over ende ane geweest onse lieve ende getrouwe vicarius ende rade, mr. Dirck Uten Weer; heer Evert Soudenbalch ; mr. Wil- lam Paedze, in den Dom; mr. Gerrit van Killensteyn, onser kercken St. Johans canonicken; mr. Willem, pastoor van Noertwyck; Gerrit van Zuylen van Blickenborch, onsen ding- weerder; Cornelis Foeck, ende meer goeder luden. Gegheven in onser stadt van Utrecht, op onsen hove, in't jaer ons Heeren CI3.CCCC.I.XVIH, opten XX. dach in December, ende des anderen daechs opten XII. dach derselver maent, is voor ons David, Biscop, gecomeu ende voor onsen mannen hiernae bescreven die voorsz. Vrederic Uten Hamme, ende heeft verwillecoert by der voorsz. pene, voor hem ende voor synen erfgenamen, ende tot enen onderpande geset in onsen handen alle syne goeden. roerende en onroerende, heerlyck, ey- gene, gewonnen ende ongewonnen, ende omme daer ane altyt te verhalen ende mede te voldoen, opdat in dese onse uytspraecke voorsz. ende elck punt byzonder, by hem ofte sy- nen erfgenamen ende nacomelingen enich gebreck geschiedde, gelyck daer voor al gedecla- reert ende beschreven staet, sonder argenst. Hier waeren over ende ane, onse lieve ende ge- trouwe raden , Johan van Amerongen , onse schout t'Utrecht; Gerrit Mulert, maerschalck ons Overstichts; Gerrit van Zulen van Blickenborch, onsen dingweerder; Johan Utem Ham- me, onsen mannen, ende meer goeder luden; ende want deze uytspraecke ende minnelyck gevoech by ons ende die saecken voorsz. al voor ons als voorsz. gesciet zyn, in kenmsse |
|||||
58
|
||||||||
der waerheyt, soo hebben wy, David Bisschop, eade Giesebrecht domproost voorsz., elck
onse segelen hier ane doen bangen; ende deser brieven, zyn drie alleens ludende, daer af onse kercke t'Oudemunster den eenen, onse kercke van Sinte Marien den anderen, ende Vrederic voornoemt den derden of hebben. Gegheven op onsen hove t' Utrecht voornoemt, in't jaer ende opten dach voorsz. |
||||||||
II.
GELRESCHE TRACTAET met okseii GNEDIGEN HEERE ende dex
VAN OVERYSSEL. Dec. 21. 1510. Wy Frederic, van Goits gnaden Bisscop t'Utrecht, geboren Markgreve van Baden,
maken kont alien luden, alsoo een tytlanck herwerts twist ende schelinge, krige ende oir- loge, tusscben den hoiggeboren fursten, heren Kairle, hertouch van Gelre ende van Gu- lich ende greven van Zutphen, unscn oehem ende onsen beider landen, steden, luden ende ondersaeten geweest, dair uet roiff, brant, doitslach ende verderfnisse der landen ge- comen is, bekennen wy Frederick bisscop voirs., dat wy ter eren ende love des Almachti- gen Goits, tot glorie syner gebenedider moedcr, ende weerdicheit aire heiligen ende verbli- dinge des hemelschen hersch. Oick ter vlitiger beden ende begeerten unser drie staten unses Nederstichts van Utrecht,
alle alsulcken onwille, twist, krige ende oirloge, als tot desen dage toe, tusscben onsen oehemen van Gelre ende ons ende onser beider landen, steden, luden ende ondersaten ve- deplichtich wesende, geweest is, ganss, alinge ende geheel van ons gestalt hebben, ende stellen, vermits desen onsen openen brieff, aan tween onpartyelyken geestlike ofte weerlyke fursten, die onse oehm van Gelre ende wy, te weten elx eenen fursten daertoe kiezen ende noemen sidlen , binnen der tyt van tween maanden nae datum van desen brieff naist volgende; Alsoe dat alsdan die gcnocmpten van onss beiden geestlyke of wereltlyke fursten, van onsen drien staten voirs., doir hare deputaten versocht, bynnen eenen maent dair nae frint- lick vervolcht ende gebeden sullen werden, omme 't voirs. verblyff aen te willen nemen, die twist ende scelinge voirs. te verhoren ende daervan gebuerlyke wtsprake te doen, 't welck alsoe gedaen ende aengenomen synde, sullen bynnen tween maenden, naist dair navolgende, onse oehem van Gelre ende wy unse actie, redene ende aensprake schryftelyck getri- pliciert, een yegelyck in synes gekoren fursten handen oversenden, opdat die gecoren furst, synen mede gecoren fursten, die ene, ende der wederpartyen, die ander copyen oversenden sullen mogen; ende in deser selver manieren sullen onse oehem van Gelre ende wy, bynnen tween maenden excipieren | oik soe nae twee maenden dairna replicieren, ende nae twee maenden dairna duplicieren, ende in desen sess maenden sullen alle segelen ende brieven, ofte dairvan copyen autentyck, daermede onse oehem voirs. ende wy, ons behel- pen sullen willen, ingelacnt ende overgegeven werden; ende oft oik van onsen oehem voirs. ofte ons eenige levende konden toe producieren ende te beleiden weren, sullen dairtoe die gecoren fursten eenige van hem deputieren bynnen eene behoirlyke tyt, die onsen oehem voirs. ende ons, verwittigt sal werden; ende dit aldus geschiet ende gedaen wesende, ende indien dairop alle 'tgene als voirs. is, die gecoren fursten sich te beraden ende sich ▼order te bekonden hadden, soe sullen sy dairtoe twee maenden ende nyet langer tyts ne- |
||||||||
-
|
||||||||
*
|
|||||||
56
men niogen, ende dan tendens den Iween maenden, bynnen sess maenden dairnaest vol-
gende, eene wtsprake doen, waef't oik dat beide gecoren fursten, dese wtsprake nyet eens werden konden, soe sullen sie den hochwerdichsten, hoeggeboern fursten, unsen lieven hern ende oebemen, hern Philips , eertsbysscop tot Colne, koirfursten etc., die onse oehem van Gelre ende wy, dairtoe, met unser beider wille kiezen ende nemen , tot eenen overman hebben, ende wes sy alsoe mit malkander gesamender hant ofte dat meesten deel van hem, wt- sprekende werden , sullen wy by unser furstlyker eren, truwen ende geloven, soe voele ons ofte enigen van onsen steden ende ondersaeten aentreffen ende beroeren sail of mach, holden, naegaen, vollentrecken ende volbrengen. Ende ten yersten unses oehejns van Gelre ende unse brieve hierop besegelt ende overgelevert syn, sullen alle viantscappen, achterden- cken ende ran coir van herten affgestalt, ende voirtmeer ten ewigen dagen rust, vrede, vrind- scap, ewige zwoene ende guede nabuerscap tusschen unsen oehem van Gelre ende onss, Knde onser beiden landen, steden ende luden , ganselyk syn, wesen ende blyven, ende mit deser zwoenen sullen alle gevangen krychsluden quyt wesen , behalven die gevangene, die geloift ende nyet gehalden hadden, die welke staen sullen tot erkantenisse des hoichgeboren fursten unses lieven vetteren, hern Weryens, hertogen toe Saxen, lantgreven in Doringen, marckgreven toe Mysen etc. Ende wat van synen liefde op alsulcke geloften ende wederre- den gehoert, erkent werdt, salmen halden ende alsulcke erkentnisse voldoen. Oick alle gelof- ten ende onbetaelde gelden, 't zy in verscryvinge, zegele brieve, borchlochten ofte anders die diegene bynnen unse stad Oldensaill laegen, van tyden der inneminge t'hent zy die weder opgaven, vervorderen ofte tnanen mochten, en sullen sy niet vorderen ofte manen , dan die oik laeten staen, ende cessieren tot erkantenisse des voirs. unses vetteren hertogen toe Saxen etc. Oick wes Thomaes van Heynsbergen boeven, hyer en boven betaelt mach hebben, sal oick staen tot erkantenisse unses vetteren, hertoigen toe Saxen voirs. Dessge- lycken sal Hermann van Keppell nu terstont verborcht worden op synen vryen voeten te co- men , ende oick staen tot erkantenisse des voirs. unses vetteren, hertogen toe Saxen, etc. Ende dese voirs. erkantenisse sullen geschien bynnen sess maenden. Ende oft sake ware die voirs. unse vetter van Sachsen bynnen den voirs. sess maenden nyet in desen Nederlanden en quaeme, soe sullen unse oehem van Gelre ende wy, bynnen drien maenden dairnae, mit alien bescheide aen den voirs. unsen vetteren, hertogen toe Saxen etc., schicken , omme die erkentenisse te vorderen, ende alle overgrepen sal men vorderen ende vervolgen muegen,nae olden gewoenten, ende sullen oik in middeler tyt alle tractaten tusschen unser beider landen gemaickt, onverbrekelyk in hoerre werden blyven, ter tyt by onsen oehem voirs. ende ons ende onser beider landen anders verdragen sail werden; oick en sullen wy beide fursten die eene des anderen straten, landen ende stromen nyet violeren noch beschedigen laeten in eeniger manieren ; ende oick en sullen wy beide fursten, die ene des anderen vianden, moert berners ende andere ondaeders in unsen landen , steden, noch sloeten nyet verholden, op ten anderen toe schedigen, dan die bynnen sess daegen dairnae, dat ons sulx verwittigt wurde, daer bueten verwysen, oft sullen wy die selve, die ene in des anderen lande doen moegen beclagen ende vervolgen, ten naisten gerichte, soe sulx gelegen sal syn, daer over recht laeten wederfaeren, sonder wederstant van ons ofte den onsen in enigerwys; waer't oick sake, dat enige vanden gecoren fursten middeler tyt der wtsprake aflivich worde, dat God verhoede, soe sail die furst, die den affgestorven furst gekoren had, enen anderen fursten kiezen, bynnen drien maenden; die welke mitten andern furst, noch in leven we- jende, die saken voert verhoren, wtspreken ende termyneren sullen, als voirs. staet 5 ende die gekoren fursten sullen oik die tyt der sess maenden, die bynnen die wtsprake geschien sal, doir redelyke ende billike oirsaken, drie maenden lanck eens moegen verlengen ends |
|||||||
57
|
|||||||||
vorder nyet buien consent unser beider fursten. Oick sullen alle dieners , ondersaeten ende
verwanten, hulperen ende hulpers hulperen, die onses oehetns van Gelren ofte unse parthie geholden hebben, in desen tractaet van vreden begrepen wesen, ende insunderheit die Edele ende waelgeborn unse lieve neve, here Florys van Egmont, hern toe Ysselstyn , tsant Mertensdyck, etc., mitten edelen unsen neven Jacob van Bronchorst, hern toe Batenborch , etc* , ende andere syne verwanten van wegen der Ro. Keis. Maj. vander tyt aen unse oeliem voirs. unse stat Oldensaill innegenomen heeft. Ende hyerop geloeven wy Frederick, Bisscop t'Utrecht voirs. alle dese voirs. puncten, ende een ygelick bysunder uprechtich, furstelich ende eerlick toe achtervolgen ende toe holden, by alsoe dat ons van onsen oehem van Gelre voirs. dessgelycken brieff van woerde tot woerde alleens holdende, gegeven, ende die voirs. puncten van syne liefde ende van synre liefden wegen ons ende den onsen oik voltogen ende oprichtich gehalden werden, die ene omme die andere; ende terstont daernae, dat sulcke brieve van onsen oehem van Gelre ende onss overgelevert ende ontfangen syn, zullen wy desen vreden ende pays wt doen roepen ende verkondigen laten in alien onsen steden, landen ende gebieden. Alsoe dat die ondersaten ende dienres unsser beider fursten landen ende steden onder malkanderen wandelen, kieren ende verkieren, op 't hoir t'ko- men, t'blyven ende te besitten, haere nerynge ende comenschap veilich ende ongeleth han- delen, dryven ende suecken sullen , gelyck sy te doene van olts plegen; ende dat wy ende die ondersaten van onss beide fursten hoer guedere, renthen, pachten, thynsen ende anders nu voirtaen wederomme rustelick ende vredelick gebruken moegen, ende aenfangen in al- sulcken state, alsmen die vynden sail, als voir dese veheden geschiet is, ende alle sculde ende versegelinge, Iofnisse voert schaden voir deser veheden geschiet, salmen moegen vervol- geu als behoeren sail; allet voirs. sonder argelisL Ende des tot oirkonde hebben wy Frederick , Bisscop t'Utrecht voirs., desen briefF mit unsen segell doen besegelen. Gegeven in onsse stat van Deventer, in't jaer ons Heren dusent vc. ende x, opten xxi. dach in Decembri. |
|||||||||
III.
UTRECHT AE3 Hektoch CAREL v. GELRE.
Jan. 21. 1523. Hoochgeboren, vermogende vorst, genadige heere, uwer furstel. genade brieff met inge-
lachte supplicatie van Gysbert van Broichusen, Jan van Selbach, Frederic Mom, en Jo- riaen van Hoevelick, uwer furstel. gen. dienaren , beroerende Lambert Snoev, haren neve ende swager, ter eenre, ende Gerart Sas, onsen borger, ter andere syden, ons nu lest ge- sant vanden date den 17. Jan. lestleden, daer inne verhaelt worden uwe furstel. gen. voor- schriften, oock met ingelachte supplicatien, denselven parthyen voorsz. beroerende, daer wy ten vollen, vermits absentie onses secretaris ende anuere commotien , Godt betert, niet op geantwoordt en hebben. hebben wy met wyderen inhalt vandien oetmoedelyk ontfangen, gelesen ende verstaen. Daer uwe furstel. genade op belieyen sullen te weten , dat wy uwer furstel. gen. voor ende naeschriften met ingekchten supplicatien voorgenoemt, Gerrit Sas onsen voorsz. borger, ende niede raetsvrent, als een rechte enighe com, ende oock den anderen magen ende vrunden vanEknma, Gysbert Pauwen, onses zal. borgers dochter, voer hebben doen houden, ende hemlieden daerop verhoort, Dewelck ons nu, als oock te vorens, III. 8
|
|||||||||
58
|
|||||
clachelick daerop ter antwoerde ende te kcnnen gegeven, ende daer vertoont hebben , dat
eenen genoerat Steven van Suylen vandcr Haer, Emma haer nichte voorsz, des vrydaechs voor St. itfartensdach inden winter, anno 1521 den viit. November lestleden, wesende daer le voren op St. Dominicus dach den V. August, oock lestleden, eerst elf jaer out, ende seer onosel, met een scbujt \vt otise stat ende op syn buys Ter Haer heeft laten brengen in syn gewelt ende bewaren, buiten wil ende consent van haren eenighen oom ende rechten erf- genaem voorsz., hoewel Steven van Suylen vander Haer, nocb maech, noch swager, noch momber geset ofte gecoren, als recht is, daer of was, noch en is, dat men, als'tis, ter waerheyt also bevinden sal; ende dat, hoewel Geryt Sas voorsz. als enighe oom ende erfge- naem ten eeistcn selvers met syne schriften, daer na door clachte van hem metten anderen magen ende vrunden, met schriften van onse stat, ende ten lesten door clachten voornoemt, ende onse byschriften , met schriften onses gen. heeie van Utrecht den voorn. Stev. van Suylen genoech versocht ende vervolgt heeft gehadt, omme dat onmundich ende onnosel kint we- der leveren binnen onser stadt, in handen, daerse van recbtswegen behoorden , heeft by nochtans sulcx al veracht ende niet gedaen, maer is in middel van tyden haestelik van omtrent Doornick alhier by den sommigen ontboden geworden Lambert Snoey voorsz., aen den welcken Steven voorsz., hoewel des onmachtich, dat voorsz. onmundich, ende omme trouwe te geven, des onbequaem kint, ten houwelyck gegeven, ende soe uyt syner bewarin- ghe laten gaen heeft, hemselven oock voortvluchtich alhier uyt den laude maeckende; ende, hoewel Lambert Snoey voorsz., dit al wel wetende ende, vau't kint voorsz. te restitueren , genoech versoclit wesende, heeft nochtans dat onmundich kint van hier uyt den lande ver- bracht in't lant van Clcef, binnen Calcar, by synre moeder, ende al tot wederwillen van den oem, rechten erfgenaeiu, ende maghen ende vrienden voorsz., seggende voorts, dat men alle als sulcke suj)plicatien , alse uw fuistel. genade nu van wegen Lambert Snoey voorsz. ovei'gegeven syn, ende Lambert Snoey voorsz selve 't-jaer verleden de Keys. Maj. van Ro- men, als synre gen. dienre ende man van wapenen vander ordonnantie onder den hr. van Ravensteyn......ende daerna oock den hertoghe van Cleve, als synen geboren lant»
furst van gelycke supplicatien oock overgegeven heeft, niet bevinden sal waerachtich te we-
sen, als men uyt den redenen voorsz. wel claerlicken voelen ende mercken mochte; ons daeromme aenroepende ende aensoeckende, want sulcx tegens rechten ende gewoenten van onse stat geschiet waer, wy hem tot haren rechten ende gewoenten van onse stat voorstacn ende voordeelen wouden nae behoren. Ende want dan, gen. hr., wy immers onsen voorsz. Iwgeren behooren tot horen rechten ende redenen voor te staen, te voorderen ende te pro- moveren , ende gemerckt ons door clachte ende voorgeven onser borgeren voornoemt, ge- noech vertoont ende kenneljk gemacckt is geworden, waerachtich te wesen, die antwoerde by Geryt Sas, oem ende erlgenaem, oeck die maegen ende vrienden des onmundigen kints voorsz., ons, gelyck voorsz. staet, gegeven, bevinden oock naer onsen rechten ende gewoon- ten waer le vvisen , indien een joncfrou haer selven mannet (!), tegens wille ende goelduncken haers mombaren ofte haeren magen, die verbeurt alle dat goet, dat sy bynnen Utrecht heeft, ende dat men haer sculdich is, op die tyt, ende dat goet ende erffenisse, die haer aencomen mach binnen Utrecht, ende dat goet ende erfnisse sal comen op haer rechte erf- genamen, gelyck of sy gestorven waer op deselve tyt; ende dat hyer inne onse stadt de erfgenamen behoort te stercken. Soo, genedige heere, hebben wy 'tjaer verleden, den 3. Maert, der Kejserl. Maj. op syne gen. schriften, door requeste van Lambert Snoey, synen dienaer, als voorsz. geschiet, ter antwoorde geschreven, 't geen voorsz. staet, ende omme alsulcx iuden besten te mogen verhoeden , ende audere luyden geen oorsaccke te ge- ven, onmundige, onnosele kinderen, als dit toch was, om haer goets wil te nemen, te ver- |
|||||
59
voeren, ende buyten haeren rechten monibaren ofte magen, uyt te hylicken, ende te geven,
conlrarie die rechten ende gewoonten vanden laude; aenriepeii daeromme, van vvegen onse burgeren, syne Kyserl. Mai., alse een furst van justitie, biddende dat syne genade daer- inne gebuerlicken wilde doen versien, etc. Daer die Keyserl. Maj. ons wederomme ler antwoorde hebben doen op schryven den xv. dach in Meert anno xxi lestleden, dat sjne Keyserl. Maj. onser wel te vreden ware, dat meer is, begeerden ende ons bevalen , dat wy den poorters ende ingesetenen van onser stadt recht ende justitie doen ende administreren souden, daerinne observerende ende achtervolgende die rechten, gewoonten ende usantieu van derselver onser stadt, begeerende al]een op ons, dat wy den voorgenoemden Lambert in't lanck hooreu souden, etc Item, van gelycken hebben wy den Hertoge van Cleve op synre genade schriften, door supplicatie van Lambert Snoey, syn geboren ondersaet voorsz., aen ons oock geschiet, ter antwoorde geschreven, ende soo veel meer, dat wy achtervolgende schriften ende bevelen van de Keyserl. Maj. in meeninge waren, die saecken in corten toe- comende tyden te vertoonen in onsen raede out ende niewe, ende, om niemant aen geenen syden te vercorten, uyt denselven raede, goede verstandige, onpartydige mannen daertoe te schicken, parthyen aen beyden syden in't lange te verhooren, ende haer vermeten in't geschrifte t'ontfangen, omme daerna by denselven Raede out ende nywe te decideren, ende te doen, als't na recht ende redenen behooren sal, begeerende, dat syn iuistl. gen. 'tselve oeck den voorsz. Lambert Snoey voorsz. te laten weten wilde, tot seeker meeninge, dat Lambert voorsz. selver, indien by onschuldich was, van alle fey ten ofte criminele saken, al- hier mochte comen , ofte anders syne gemachtigde schicken, om syn wederpartye te verhoo- ren, ende voort alle saecken, redenen ende bescheyt by hem mede behelpen .soude willen, soo wel montlyck als schriftelyck te openen, ende in te brengen, als recht is. 'T welck, ge- nadige heere, wy uwe furstl. gen. oeck voor goetlyck antwoorde geven, ende verwittigen mils desen ; ende want Lambert Snoey voornoemt, noch nye binnen onse stadt geweest, noch syn volmachtigen, om te doen, gelyck voorsz. staet, geschickt en heeft gehadt, bid- den ende begeeren daeromme ootmoedelyck, dienstelyck ende vruntlyck, dat uwe furstl. gen. den voornoemden Lambert Snoey ende syne neven ende swagers, uwer furstl. gen. dienaers, 't geene voorsz. staet, oeck omme te doene, gelyck voorsz. is, weten willen laten. Wy wil- len ons altyt als goede onpartydige rechters daer so inne bewysen , dat uwe furstl. gen. geen actie noch redenen na recht sullen mogen hebben, den voornoemden Lambert ende synen neven ofte swagers voorsz., oft oock anders ymant te gunnen, onsen borgeren oft ondersaten aen lyve oft aen goede te laten molesteren, ende, hoewel wy gantschelyck ver- hopen, dat uwe furstl. gen. deser onser antwoorde te vreden sullen syn, bidden nochtans, om enen genedigen weder geschreven antwoorde, ons ende onsen borgeren inden besten daer naer mogen weten te richten van uwer furstl. gen., die Godt tot langen tyt salich, vroolick ende gesont behoeden ende bewaren moet. Geschreven opten xxi. dach in Januar. anno 1523. |
|||||
8*
|
|||||
60
|
|||||
IV.
I5STRUCTIE voon de GEDEPUTEERDEN dkr drie STATEN, die bt
osses Genadigen Heere tan UTRECHT op DUYRSTEDEN CEscaiGKT stn. Oct. 23. 1523. Inden yersten sullen die gedeputeerden van wegen den drie staten sich ootmoedelick ende
dienstelyck recommanderen , ende gebieden tot syne furstl. genade. Ende syne furstl. genade ootmoedelyck openen ende te kennen geven 't rapport ende af-
gescheyt, 't geen onSe gedeputeerde viinden by den taden van Gelre, opter dachvaert tot Nimmeghen, opten onbillicken voornemen des fursten van Gelre, wedervaren is. Ten anderen, soe die welgeboren grave van Hoechstraten aen de stat Utrecht doen scri-
veo hebben, als dat onses genadige heeren huysluyden vanden dorpen , in dewelcke deels Keyserl. Majesteyts luyden gelogeert syn, omme hoir gelt t'eten noch drincken geven en willen ende sommige vanden huysluyden hem absentcren, mit begeerten van daerom hero- Juyden voer haeien penninck t'eten ende te drincken toe te laten voeren wouden; ende eenige Keyserl. Maj. luyden, paspoort van hoeren hooftluyden hebbende, omme victalie oft ?.nders hoeren nootdruf't binnen uwer genaden stat Utrecht uyt te mogen halen, comen laten wouden. Gelyck wy verstaen, syne Edeleyden cock der uwe furstel. genade doen scryven hebben, ende soo vecl meer, dat uwer genaden stat Utrecht, Keyserl. Maj. luyden, voorder stadt comende, omrae aldaer te copen, wes sy behoeven, weygeringe geven ende die poor- ten doen sluyten hebben. Op vvelcke des graven scriften, die staten onses genadigen heere Van Utrecht, seer ootmoedelick adverteren ende te kennen geven ; ende yerst, waeromme syne genade arme ondersaten merckelicke reden hebben, sich te absenteren, is dese: want Keyserl. Maj. luyden niet alleen niet te vreden syn , mittet geene die arme ondersaten hebben, maer dwingen sy noch, ende al sonder yet te betalen, te moeten halen ende coopen, 'tgeen hem- luiden believet, ende dat noch 'tarchst is, slaen sy syner genaden armen ondersaten stoe- len , bancken, kisten , teystren(I), wagenen ende ploegen an twee, ende die voert verbar- nende, al contrarie oude tractaten ende goede nabuerscap, oock in synre genaden arme huysluyden grooten merckelycken schaden ende afterdecl. Ende opte begeerte des graven voorsz., om Keyserl. Maj. luyden voer hoeren penninck
eten ende drincken toe te laten vueren , etc., hebben synre genade staten Sulcx noch nie- mant verboden. Dan, dieghene daer mit provande ende anders geweest syn, mochtmen soo tracleert hebben, dat sy wel weder comen waren. Ende op't leste punt, omme by Keyserl. Majs. luyden van hoeren hooftluyden paspoor-
ten hebbende, victalie oft andere nootdruft, binnen synre genaden stadt Utrecht te mogen comen halen, etc. Dunct synre genaden staten insonderheyt dat niet nutliken gedaen, gemerct hier uyt andere fursten quaden aenheve ende consequentie vernemen mochten. Als aengaende die schriften des graven van Hoechstraten aen onsen genadigen heere ge-
sant, dat synre genaden stat Utrecht Keyserl. Majests. luyden om haer gelt weygeringe ge- daen sonde hebben, victalie buyten de poerte te copen , selmen mit \Vaerheyt niet bevinden. Dit alles wel aengemerckt, bidden ende begeeren syn furstl. gen. staten seer ootmoedelick,
dat syne genade alleen ofte wy t'samentlyck mit syne genade, als syne gen. dat best gelie- ven sal, tot verschoninge synre gen. arme ondersaten, die doch mit sonderlinge groote uyt— settinge ende last^van watersnoot beswaert syn, aen den grave van Hoechstraten seer ernstlick |
|||||
61
dtjen scriven willen, mit vermaninghe tot onderhoudinghe der goede oude tractaten, so men
vermogens dien dus in synre genaden Sticht niet te logeren, maer stracx daer deur te trecken behoort, omme synre genade axme ondersaten van deser belastinge ontslagen mogen werden. Want in Keyserl. Majs. landen bequamen steden ende plaetsen, cun victalie te co- pen , syn. Vomers aengaende die bewaernisse synre genaden stadt Renen, begeeren die staten synre
genaden goede meyninge , of die selfde stadt Renen genoech mit vesten ende knechten bewaert, dan of men daer meer knechten inne schicken, ende waermen die penninghen mit die deputatien ende costen, op de dachvaerden tot Renen ende Wageningen gescniet, hiertoe best vinden sal. Oick mit begeerte, dat syne fursth genade, omme goede toesicht ende bewaernisse tot synre genaden stadt Renen te dragen, enen goeden bequamen Stichtser hooft- man daer inne doen ordineren ende scicken willen, gelyck synre genaden staten sich des ende ajles goedes gantschlicken vertrouwen tot synre genaden, die God behoeden wil in langh welvaren. Oick mede dat syn furstl. gen. synre genaden stadt Renen te doen sommeren wille, als
dat sy die ondersaten aen dese syde der Lecken geseten, alle nacht dair inne doen bieden. Ende indien sulcx niet en geschiede, soldemen dese knechten weder van daer doen vertrecken, ad lerrorem, omme so veel te bet toesicht te dragen. |
||||||||
V.
COPIE tasdes BRIEVEN * die geiicht stst btden Grave LALAING,
Gocvernecr. Oct. 5. 1533. Ick Vincent Comelisz., (gecommitteert ter Gnancie vanden Keysere ende bewaerder
vanden charteren in Holland t), bekenne mits deesen, dat myn heere die domdeecken met- ten anderen prelaten ende capittelen vanden vyff Goodshuysen t*Utrecht, my tot behoeff vande Keyserl. Maj., ende by ordonnantie van myn heere die grave van Hoechstraten, stadthouder van Hollandt, Seelandt, Vrieslandt, ende de landen van Utrecht voorsz. gele- vert hebben dese naevolgende brieven , de temporaliteyten vande landen van Utrecht be- roerende, omme die te stellen byden anderen brieven van Keyserl. Maj. aengaende, waer of my, als bewaerder vanden voorsz. charteren, die bewaernisse bevoolen is. Ten eersten: brieven van sententie van Keyser Frederick, tegens den grave van Gelre, van geen tollen tot Aernhem, Oosterbeecke, Loebede ofte andere eenige plaetsen opten Ryn te nemen, van date H non. Januarii xie. indictione, mit eenen ronden witten segel. Ten anderen: brieven van Coninck Frederick, die twede tot den eertsbiscop van Colen, om te verbieden den grave van Gelre, geen tollen opten Ryn inde voorsz. plaetsen te statueren, van date tot Vranckefoert in 'sGonincx Hoff, H cal. May, mit eenen witten segele opten rugge gedruckt, daer van noch deese kleen slacken vanden seegel aen den rugge vanden brieve hangende syn. Ten derdcn: brieven van inhibitie von denselven Coninck Frederick die Twede, te- gens den grave van Gelre, aengaende dieselve voorsz. tollen, ende der miuiiten van date tot Franckevoert H kal. May, sonder segel. Ten vierden: brieven van conGrmatie Keyser Kaerls die Vierde, vander gifte der stadt Groeningen, von date M. ccc. Li.\, mit enen ronden wit- ten segel. Ten vyfden: brieven Biscops Jans vanArckel, vander erectic vander collegien op': |
||||||||
62
|
|||||
buys Ter Horst, van date 51. ccc. XLvn, mit segelen biscops Jans van Arckel, 't capittels
ten Dom, here Sweder Wter Loe ende heere Johans van Nieuenaer. Ten sesten: brieven vande stadt Amersfoert, vander temporael jurisdictie vanden Randenbroeck, van date M. ceo. LVii, mit eenen groenen segel.' Tensevenden: brieven van arbitraele sententien, opten tbo!I tot Rienen, tusschen heeren Floris van Wevelinchoven , biscop t'Utrecbt aen d'eene syde, ende heeren Willem, heere tot Abcou ende Duersteden, op d'ander syden, van date II. ccc. lxxxii , mit seven seegelen. Ten achtsten: brieven van arrendatie van tholl ende gruyte tot Amersfoert, van date at. ccc. xc. rx, mit eenen groenen segel. Ten negenden: hrieven van recognitie, Zweeders van Montfoert, van d'eerste verlydinge van 't dyckgraef- schap des Leckendycks, van Schoonhoven totten Nyendam, van date M. cccc. V, mit eenen groenen segel. 'Ten thienden: brieven heere Jacobs van Gaesbeeck, vapdep vercoopinge ende eener gift der stad Wyck ende der huyseren Dayrsteden ende Abcoude, van date M. cccc. XtlX, mit segelen heeren Jacobs van Gaesbeeck van Abcou, etc., noch mit segelen heeren Jo- haus van Lannoy ende der stadt Wyck. Ten elfden: brieven des heeren van Abcoude vanden tholl tot Rienen, van date m. iiF.xxxi, mit eenen transfix ende ix segelen, ende bevint men die gecancelleert. Ten twaelfde: brieven pronuntiatie heeren Aernts van Hoern, Liscop tot Ludick, op seeckere twisten ende differentien, tusschen heere Florens, biscop t'Utrecht, ende heeren Hendrick, burchgrave van Montfoort, van date a. iir5. Lxxxvu, mit XIH segelen. Ten derthienden: brieven van recognitie heeren Sweders, burchgrave tot Montfoort, opte voorsz. pronunciatie, Van date m. mf. v, mit eenen groenen segel. Ten veerthienden: brieven van recognitie heeren Johan, borchgrave tot Montfoort, opte selve pronunciatie, van date 5i.nir.xui, mit eenen groenen segel. Ten vyftienden: brieven van recognitie heeren Sweders, borchgrave tot Montfoort, daer inne hy bekent hem geen hooge heerlickheyt binnen Montfoort toe te behooren, van date M. mT. XLV, mit vier segekn. In kennisse van deesen , soo hebbe ick Vincent myn hantteycken hieronder geschreven opten v. dach in October xvc. drie en dertich. Was ondertekent: VlifCEST Corneusz. Wy Anthonis van Lalaing, grave van Hoochstraten. heere van Montigny, Culenborch,
etc., stadthouder-generael van Hollandt, Seelandt, Vrieslandt, der stadt, steden ende lan- den van XJtrecht, bekennen mits desen, dat wy by last ende van wegen Keyserl. Maj. aen den prelaten ende capittelen der vyff Goodtshuysen t'Utrecht vei-socbt hebben, dat sy al- sulcke brieven, als sy in heure archieve hebben mochten. de temporahteyt der landen van Utrecht aengaende, overleveren souden willen tot behoefF vande Keyserl. Maj. Achtervol- geude 't welck sy die brieven, boven verclaert, by onsen weten ende ordonnantien, gelevert hebben in handen van Vincent Cornelisz., meester vande rekeningen, tresorier vanden Keyser ende vanden charteren in Hollandt, omine die te bewareu ende te bestellen byden anderen brieven, die de, Keyserl Maj. in syne landen van Hollandt, Seelandt, Vrieslandt, Utrecht ende Overysel aengaende, hebben, daer aff hy den last heeft, omme t'ontfangen. In kennisse van desen, soo hebben wy onse hantteyken hier onder gestelt, ende tot een meerder kennisse, onsen segel daer aen doen hangen, opten dach ende iare als boven. Ende was met gvootachtige letteren geteeckent aldus, ende met een root wthangende segel besegelt, A. Lalaimg.
|
|||||
63
VI.
SENTENTIE by dei? Hovh v. UTRECHT, roer. sekbre Hoisisge va*
GOERT v. VOERT Henricxsz. Maart 19. 1535. Inder saecke, hangende voer den hove, ende tusschen die weduwe ende ei'ff. van wylen
Gerrit Knyff, als aengenomen hebbende d'arrementen van processe, begonnen bvden sei- ven Gerrit Knyff, impt.*, ter eenre, ende schout, borgetnis., scepenen ende raedt der stadt Utrecht, die ged. ter andere zyden, d'impet., seggende, hoedat een seeekeren tyt geleden die regierders der stadt etc. opgeslaegen hebben, omme te vercopen seeckere huysinge etc, gelegen etc. inder oudelle by die Brigitten, daer Goert van Voert Henricxsz. nu ter tyt inne woent, ende daer Jan Regelinck boven ende die H. van Montfort etc. beneden naest gelant zyn, etc welcke huysinge wylen Gerrit Knyff, als meest daer voiren biedende, by de ged. vercoft is geweest, voer de somme van 1575 gull, en 16 St., anno 1526, naer S. Jacob etc, waerop by de ged. geantwoort is, dat inden jaere 1525 laestleden, omtrent St. Marcus dach, een oploep ende oproer binnen Utrecht gecomen is, en gedurende by de derdalve jaer, binnen welcke tyt in Utrecht veel ondeugdelicheyt ende ongeregeltheyt geschiet, ende onder andere is't gebeurt, dat op den dach Petri ad Vincula 1525 een deel vander lichter gemeente een anderen raedt vander stadt hebben wilden, als sy, die gilden vergaderende, eenen nieuwen raedt coeren, stellende Geryt Knyff tot een scepen-borgerrur., welcke ge- daen zynde, wilden zy rekening hebben van alle der stadt goederen, vanden jaere van elfven aff, en ordonneerden daertoe eenighe geschicten van haren consorten, dewelcke, avontuerlycke rekeninge maeckende, wilden vande oude borgermr. en andere regenten ende cameraeren opgeleyt hebben, allet geene dat zy ter eeren en welvaert vander stadt wtgege - ven ende betaelt hadden, by believen vanden raedt; onder anderen hebben zy Goert van Voerdt Henricsz., die buyten der stadt was, ende vermits die oplopen niet binnen comen en dorste, genoteert en gecauseert, waer omme d' impt. metten geschicten des raedts, doer vreese daertoe gebracht heeft, dat men deszelven Goerts huys opslaen ende al verdestrueren soude, ende is selfs gegaen in't voern. huys, seggende tot die lichte gesellen: dit is voor u, ende wert 't selve huys doen ter tyt gans gedestrueert, gespolieert, deuren, venstren en glazen aen stucken geslaghen, ende bleeff dat see menigen tyt open ende desolaet staen , soe dat die verckens daer wt ende in liepen; waernaer wilde de voersz. Gerrit Knyff mitten ge- schicten , dat die raedt vander stadt 'tselve huys wthangen ende vercopen souden, 'twelck soe gebeurde, ende heeft d'iinpt. 'tselve huys gecoft, nemende daervan possessie, ende heeft dat wel twee jaeren rustelyck bezeten, maer die ged. en hebben hem dat niet geloeft le vryen ende te waeren , als erffcoep recht is, noch en weten vander betalinge niet, ende d'impt. en sullen nimmermeer konnen bewysen, dat die penningen inder stadt oirbaer gekeert zyn, soe daervan noyt rekeninge noch reliqua gedaen is, hoewel synen brieff sulex en meer dier- gelycken schynt te vermelden, den welcken tot voerdele van d'impt niet te geloven en is, want Gerrit Knyfl deselve heeft doen maecken tot zynen voerdele, soe hy borgerm. was, latende deselve wel drie ofte vier mael hermaecken, hebbende der stadt segel in zyne bewaernisse ende tot zynen beste, soe die anderen zyn vennoten wt vreese hoeis lyffs, daer niet tegen seggen en dorsten; 't en doet oeck niet, dat alle der gilden segelen daer aen hangen , want men niet bevinden en sal, dat die segelen by't believen vande gemeen gildebroeders daer- «eu gehangen zyn, als dat naer usantic der stadt Utrecht soe behoerden le geschien, maer |
||||||
64
|
|||||
sal blycken, dat een sloten Tan een kiste, daer een gildesegel inne lacli, affgeslagen ende 'tsegel
daer wt genomen vvert, om den voersz. brieff daer mede te besegelen; ende genomen, dat die stadt of gilden hun waeringe geloeft hadden, als zy niet en deden, soe en competeerde den impt. noch ter tyt ghene actie de evictiQne tegens den ged., gemerckt hy rustelyclte possessie gebadt heeft vanden huyze voernoemt, ende daer met recht niet wt gewonnen en is; oeck en doet niet, dat d'impt. seggen, dat Goert van Voerdt 'tvoersz, buys occupeert, getnerckt by d'impt. daer met sententie niet wt gewonnen en beeft, soe die vercoper den coper niet voerder scliuldich en is te vryen, dan alleen van't geenre, dat bun met recht ende sententie aff gewonnen is, ende niet jegens occupatie, ten waere, dat die vercoper hem sukx by expres belooft hadde, van violencien ende anderen occupation- te vryen, 'twelcke niet geschiet en is; concluderende mits desen die ged., dat etc, ende waer op by de impt. gerepliceert is, dat nitntnermeer blycken en sail, dat de impt. ofte die gescbickten doer vrese den raedt daertoe gebrocht hebben, dat sy Goert van Voerdts buys opslaen ofte destrueren souden, maer sail blycken, dat 'tselve tegens des voersz. Gerrit Knyfis weeten, ende buyten iyn consent geschiet is, oeck is 'tselve huys, wt crachte van executie, omdat die stadt voldaen soude werden vande pen., daerop hy genoteert was, vercoft, alsmen andere gepande goeden vercoept, ende als men 'tselve vercopen soude, werde geniaeckt een ontwerp, op wat conditien ende voerwaerden men dat vercQpen wilde, als men altyt pleecbt ende gewoenlicken is van doene, ende soe hun sommigbe lieten duncken, en waeren die conditien ende voerwaer- den, daerinne begrepen, niet sterck genoech, waeromme daer niemant gadinghe inne hadde om te copen, ende en mocbt die belft vande waerde niet gelden , soe dat die stadt den slach aen hem bielt; waernae is by den raede ende gescbickten voersz, enen ander onlwerp geraaeckt, gelyck d'impt. brieven nu zyn, en is vercondicht, dat men sulcke brie- \eu geven soude, ende is 't selve buys weder opgeslagen ende vercocht den meest daervoer biedende, en is Gerrit Knyff voert inden meesten en laesten bode gebleven, ende heeft't huys gecoft ende betaelt, ende mede is kennelycken, dat die pen. van voersz. coep inder stat oer- baer gekeert zyn, want Gerrit voirsz. by de voersz gescbickten indc papcamer te comen ont-r boden was, ende bevolen die pen. te betalen ofte opter poerten te gaen, ter tyt toe zy vol- daen hadde, ende U soude oeck nieuwelick luyden, dat dqselve Gerrit, die maer een per- soen en is, alle die gilden gedwongen soude hebben om te segelen, ende 'tsal blycken dattet segel vander stadt by den oversten der kerckmr. van Buyrkerck ende den secretaris \ander stadt, daert inde Buyrkerck leyt, ende met goede deliberatie aende brieff gebangen is, ende genomen, sonder toe te laeten, eene gilde sloth opgeslagen waere geweest, om desen brieff te besegelen, dat en mocht d'impt niet prejudicieren, want hy dat niet opgeslagen en beeft, dan ruacl} geschiet zyn by de gilden ofte den oudermans, vermits dat den sloetel mogelyck vermist ofte 't slot verroest was, soe dat men 't selve anders niet en heeft moglien opeuen , ende al is't, dat een vercoper niet gehouden en is, indien die coper geexpuleert vvert, mitter jdaet, en mach 't zelve den gedaechden niet suffrageren, want sy in haer brieT ven expresselicken beloeft hebben, dat zy alle aenspraecke, crodt, hinder, letsel en moeyenisse, die Goert van Voerdt ofte de synen den impt, voer eenighe gerichten ofte anderswaer dede, dat zy dat den impt. offhouden sullen tot hoeren coste, persisteerende etc.; waerop by den ged. gedupliceert is, dat sy ontkennen, dat die pen., die Gerrit Knyff voer des voersz, huys gegeven heeft, in der stadt oirbaer gekeert zyn, ofte, dat die goeden by den impt. gementioneert, daer mede gelost zyn, soe die geschickten op dier tyt veel meer gelts gebeurt hadden van diversche personen ende der stadt incommen, dan zy van Gerrit Knyff ontfangen hadden etc., maer 't is wel te presumeren, dat Gerrit voersz, 't gelt, d»t hy voer dat voerz. huys gegeven hadde, met sommige vande gemeenten te syne huyze |
|||||
<w
|
|||||||
verbr«st, verdroncken ofte elders voer gekeert hebben, gemerckt by die lichte gesellen dick-
wyls t'synen huyze, en sonderlinge by avont te gast hadde, daer zy den wyn overvloedelic- ken droncken, 'twelck groet gelt coste, 'twelck hy op synen buydel niet gedaen en heeft, etc. Ende 't voorsz. hoff, gesien etc., ende condemneert mits desen de ged. die voorgen. weduwe en erflg. te restitueren , 't voorsz. huys ende erven wylen Gerrit KnjfF vercoft etc. ofte weder te restitueren 1180 guld. current, ende aldus gedaen t'Utrecht 1535, Martii 19. |
|||||||
VII
APPROBATIE ende COMMISSIE tan wegens den KEYSER, op't accoort
met JOOST GERRITSZ. aengegaen. Apr. 30. 1553. Caerle, byder gracien Goeds, roomsche Keysere etc., alien dengenen etc., Wy hebben
ontfangen die oetmoedige supplicatie van onsen well beminden, die schout, burgemeesters, schepenen ende rayden onser stadt Utrecht, inhoudende, hoe dat eenen Dirck van Suylen, voor sekeren tyt, bedient heeft 't secretarisampt vande justitie derselver stadt van Utrecht. Ende also hy by ouderdom ende sieckte onbequaem geworden is, omme "t voersz. officie lan- ger te bedienen, so hebben sy suppleanten, by consente nochtans vanden voorsz. van Suy- len, 't selve officie, op onsen goet behagen, ende by advyse van onsen lieven ende getrouwen neve, ridder van onsen ordene , udmirael generael ende stadthouder van Hollant ende Utrecht, die here van Beveren, gegunt ende gegeven eenen Joost Geritsz., als nut ende bequaem zynde, om 'tselve officie te bedienen, alles na vermogen van sekere privilegien of ordonnancien, by ons inden jare XVC. XXFX lestleden, onser voorn. stede van Utrecht verleent, by dewelcke expresselyck geseytis, datsy voorsz. stadtsampten, diensten ende officien, als die verschynen, tot stadts prou- fyte souden mogen vercopen , personen daertoe nut wesende, volgende dwelcke sy ter cause van't selve officie metten voorn. Joost Geritsz. overcomen ende geaccordeert syn, naer uytwysen van seekere schrifte , daer off gemaeckt, daer van 't inhouden van woorde te woorde hier nae volcht: Myn heren die schout, burgemeesteren, scepenen ende raedtder stadt Utrecht, syn, over-
mits sekere merkelyke redenen, hen daertoe moverende, tot profyte vande voorsz. stadt, veraccordeert met Joost Geritsz,, gesworen clercq ofte substituut van Dirck van Suylen, schepen-secretaris, also dat hy na dodelyke afganck van Dirck van Suylen, schepen-secre- taris voorsz., indien hy deselve beleeft, ende hem de coadjuterie ende wachte vandien by myn genad. here van Beveren , als stadthouder-generael etc. van wegen Keyserl. Maj, gegost ende gegeven wort, dese stat daer voor jaerlix uytreyken ende responderen sal, de somme van hondert Carolus gulden van xx st. 't stuck, durende soo lange hy 't voorsz. schepen-secre- tarisampt bedient, ende boven desen sal hy noch jaerlix betalen, 't gene dese stadt jaerlicx betalen moet Gysb. vande Voert met Corn., Ysbrant ende Gysbert, syne drie voorkinderen, te weten sjaers de somme van 100 gelyke Carolus gulden , ende dat voor de oversettinge ende quytscheldinghe van't clercqaropt vande oudermannen gerechte, dat Gysb. vande Voert tot synen lyve gecoft hadde, alien breder vermogens die segele ende brieven, die Gysb. voorsz. met syn kinderen daer off gegeven syn , 't welck deur ordonnancie Keyserl. Maj. inder nieu- wer ordonnantie van dese stadt ende schepengercchte geannexeert is der schepen-secretaris ampt, met conditien, indien Joost Geritsz. voorsz. langer leefde, oft schepen-secretarisampt voorsz. bediende, dan Gysb. of eenige van syn drie kinderen voorsz. leefden, soe sal hy III. 9
|
|||||||
66
|
|||||||
gevryt ende onllast syn, te betalen alsulcke somme ende lyfienten , als die aflossinge uyt
saecke als voien versegelt is geweest. Actum den xxm. Dec., a°. XV. een ende vyftich. Aldus onderteeckent: 3a. VAN VouRT. Ende, want 'tselve privilegie voorts inhoudt, dat die persoon, die versien sonde worden,
ons oock bequaem ende agreable son moeten syn, hebben wy, 'tgeen des voorsz. is, onsen voorn. neve, den heere van Beveren, te kennen gegeven, versouckende, dat hy 't voorsz. accoort zoude vvillen approberen ende ratificeren; maer, also onsen voorn. neve, den heere van Beveren, by liraitatie, soo verre als't in hem is, ende also niet absolutelyk, zyn aggrea- tie geinterposeert en heeft, soo hebben zy suppleanten, t'haerluyder meeste verseekertheyt, ons oetmoedelyck versocht ende gebeden , dat ons gelieven wilde, 't voorsz. accoort ende over- compste met de voorsz. Joost Gerritsz. gemaeckt, te approberen ende te ratificeren; ende hemluyden daer op verlenen onse behoorlicke opene brieven, daertoe dienende; doen te we- ten, dat wy, de saecken voorsz. overgemerckt, ende hebbende 'tvoorsz. accoort ende over- compste voor bequaem, hebben 't selve by deliberatie van onser seer lieve ende beminde sustere, die Coninginne douaigiere van Hungarien ende van Bohemen, ende voor ons Re- gente ende Gouvernante in onsen lande van herwaerts over, geratificeert, geaggreeert ende geapprobeert, ratificeren, aggreeeren ende approberen by desen, ende by denselven , soo verre des noods sy, hebben wy den voorn. Joost Geritsz. gestelt, geordineert ende gecom- mitteert, stellen , ordineren ende committeren in't voorsz. officie van secretaris onser voorsz. stede van Utrecht; omme 't selve te houden , exerceren ende bedienen inde plaetse vanden voorn. Dirck van Suylen , tot sulcken wedden , rechten , vryheiden, profyten ende vervallen , daertoe staende ende behorende, ontbieden daeromme ende bevelen onsen lieven ende ge- trouwen, die hoofpresidenten ende luyden van onsen secreten ende groten raide, stadthol- der, president ende luyden van onsen rade t'Utrecbt, schout aldaer, ende alien anderen onsen rechteren ende ofiicieren, dien dit aengaen sal, dat sy den voorn. v. Utrecht, supple- anten, van dese onse tegenwoordighe ratificatie, aggreatie ende approbatie, inder voegen ende manieren boven geinsereert, doen laten ende gedogen rustelyk ende vredelyk genieten ende gebruycken, sonder hem te doene noch te laten geschien enich hinder, letsel oft moeye- nisse ter contrarien, want ons also geliett. Des t'oirconde, soe hebben wy onsen segel hier aen doen hangen. Gegeven in onse stadt van Brussele, den lesten dach van April, in't jaer ons Heren dusent, vyfhondert Lin, van onse Keyserricke 'txxxniie. ende van onsen ryken van Castilien ende d'andere'txxxvme. Op't plycke stondt: byden Keyser. Ondt. d'Overloope. Ende was besegelt met een groot root uythangent segele, in dobbelen staerte. |
|||||||
VIII.
Betreffesde de VERDIEPING der EEM.
1554. Meert 24. Onsen lieven ende getrouwen, die stadthouder, praesident ende luyden van onsen rade
t'Utrecht, saluyt ende dilectie. Also overlange t'onser kennisse gecomen is, dat die riviere vander Eem, haer beginsel ende
oorspronck nemende van ende uyt die beeken boven onser stadt van Amersfoort, suwe- rende inder Zuydersee, seer ondiep ende vervuylt is tusschen die stadt van Amersfoort ende die Mullum, tot groot achterdeel, hinder ende schade vande navigatie ende aenbrengen van |
|||||||
67
|
|||||
de schepen tot onser voorsz. stadt, ende in toecomende tyden apparent is, meer te ver-
vuylen, ende eindelyk geheel te niete te gaen, als ons, by informatie, daerop genomen, wel gebleeken is, daer uyt veel ende diverse inconvenienten ende schade opten landen boven Amersfoort ende omtrent derselver stadt gelegen, dagelycx rysende syn, so eys't, dat wy, hierinne willende voorzien, hebben geordineert ende ordineren bv desen, dat die voorsz. riviere vander Eeme verdiept zal word en tot den ouden bodem ende wyden tusschen die voorsz. stadt ende plaetse van Mallum, ende dat 'tselve gedaen sal vverden met afdammin- gen, graven metter schuppe ende uytwerpingen vander eerde, ende want wy verstaen. de voorsz. vervullinghe meest te procederen van't sant ende eerde, comende uyt die beecken boven Amersfoort, vallende inde buyten- ende binnengraften derselver stadt, ende zoo voorts inde Eme; wy hebben oock geordineert ende ordineren by desen, dat d'selve beeken, buy- ten ende binnengraften verdiept sullen worden, na gcleghenheid vanden plaetsen, willende ende begerende, dat 'tsant uyt de voorsz. beecken, graften ende riviere geworpen, ende gebracht sal worden seven of ses voeten vanden oppercanten vanden water, ende dat de bruyckers vande landen, naest de voorsz. canten gelegen, ende soe verder als heur lant streckende is, gehouden sullen syn, deselve canten met groene goede sooden wel ende dicht te besteecken ende beleghen , ende 'tselve also te onderhouden, op pene, dat by heurlieden gebreecke de officier vander plaetse 'tselve sal doen maecken, tot dubbelden costen van den- genen , die des in gebreecke sullen bevonden worden. Voorts ordineren wy, sekere schut- tinghe gestelt te werden , besonder omtrent der stadt Amersfoort, inde riviere, hooch omtrent een halve voet boven den gront, om 'tsant te schutten ende te stuyten, ende dat 'tselve sandt drie ofte viermael 'sjaers uytgeworpen ende gesuyvert sal worden, verbiedende oock een yegelyck, eerde, vuyl ofle vuylicheyt inde voorsz. wateren te werpen of te storten, op peene, van t'elcker reyse te verbeuren twaalf stuyvers, d'een helft tot proufyt vanden aen- brengher, ende d'andere helft tot proufyt vanden officier vander plaetsen; ende om die voorsz. verdiepinge te becostigen, ende het werck ende de gravinge te doene, ordineren wy, dat daer inne contribueren sullen dieghene, ende sulcx hier nae volcht; te weten: Gillebert van Schoonbeecke, voor hem ende syn compagnie, seven hondert gulden, ende noch d'selve Gillebert drie hondert gulden voor d'ingesetenen van Gelrelant, leggende boven op die beecken, als: die van Lunteren, Scherpenseel ende Hoevelaken, Bennecum, Barnevelt, Voorthuysen, ende die stadt van Amersfoort tien hondert guldens, welcke penningen sul- len geemployeert worden inde wercken, die aldaer van noode sullen wesen gemaeckt te worden, ende voorts tot betalinghe van arbeyders ende grevers, nae ordonnantie ende dis- cretie vande personen, in't regiment vande voorsz. verdiepinge hier inne by ons gecom- mitteert, ende indien datter totten werken meer penningen van noode waren, sullen die opbrengen, elck na rate vanden voorsz. penningen, dattet werck niet imperfect en blyve. Voorts sal die vryheit van Amersfoort tot die verdiepinge contribueren ende uytschicken dertien grevers, tot lasten derselver vryheyt, ende die van Leusden met Lochorst seven gre- vers, die van Hamersfelt ses grevers, die van Snorrenhoeff ende Santbringh twee grevers, Stoutenborgh seven grevers, Donckelaer twee grevers, Maren enen grever, Meersbergen twee grevers, Asschat vier grevers, Reynswoude ses grevers, Woudenberch ende Henschoten tien grevers, Duyst ende Haer tvvaelf grevers, Hoochlant ende Overseldert tien grevers, Emelaer, Seldert ende Slaech acht grevers, Yssel enen grever, Birckt, Zoest ende Nederseldert met die Venen tien grevers, Eemenesse binnen dyks vier grevers, Eembrugge ses grevers, Emenesse buytendyks vyftien grevers, Bunschoten sestien grevers, Baern, die Vurse met die Venen vyf grevers , Ginckel met die Venen, leggende onder Eemlant, drie grevers, alle welcke grevers, gehouden sullen wesen lotte voorsz. verdiepinge neerstelyck te wercken ende ar- 9*
|
|||||
05
|
|||||
beyden , 'tsy by smaldeelinghe ofte andersins na discretie, bevel ende ordonnantie van
denghenen, die 't regiment daer af hebben sullen, ende achtervolgende die costumen, in ge- lyke saken binnen dieselve landen geobserveert ende geuseert, coramilterende totter direc- tie ende regiment vande voorsz. verdiepinge, onsen lieven getrouwen Vincent vander Houve, scbout der voorsz. stadt van Amersfoort, ende noch twee, byden President ende raedt van Utrecbt daer toe te ordineren , so verre ghy des van node bevint te vvesen , dewelcke drie personen ramen ende ordineren sullen, hoe ende in wat manieren inde voorsz. verdiepin- gbe ende wercken gebesoygneert sal werden , ende hoe die voorsz. penningen geemployeert sullen werden tot meeste vorderinghe van diere, ende opten tyden ende termynen van de- sclve penningheu op te brenghen of te lichten , ende totten ontfanck ende uytgeven der- selver penningen, hebben wy gecommitteert ende committeren by desen onsen voomoemden schout van Amersfoort, die gehouden wort, goet ende rechtveerdighe reekeningh, bewys ende reliqua te doene van denselven synen ontfangst ende administrate, in praesentie van sulcke conimissarissen , als by u daertoe geordineert sullen werden, ende andere die saecken roerende, die daerby oft over sullen willen wesen , ende soo verre alse voert het vinden vanden penninghen, byde voorsz. stadt Amersfoort te contribueren, sullen die mogen vinden by sulke maniere ende middelen , als den regierders derselver stadt best ende oerbaerlickst duncken sal, ende soo verre hem yemant teghens de voorsz. verdiepinghe ende contributie opposeren wil, sal tot dien fine supplicatie aen u moghen overgeven , wel verstaende, dat d'selve verdiepinghe ende contributie altyts voortganck hebben sal, nietteghenstaende enighe oppositie ofte appellatie, totter tyt, dat daer inne anders geappoincteert sy, ende sonder praejudicie derselver oppositie ende appellatie ; des te doene met 't gheen desen aencleeft, geven wy u ende den voorn. schout van Amersfoort, mitsgaders die ghene, die by u ge- committeert sullen werden , volcomen macht, auctoriteyt ende sonderling bevel by desen , ontbieden ende bevelen enen yegelyck, dat sy u ende hem, doende 'tgene des voorsz. is ernstelick verstaen ende obedieren , want ons also gelieft. Ghegeven in onser stadt van Ant- werpen, onder onsen contre-seghel hierop gedrukt, in placcate, den XXIV. dach vanMeerte, in't jaer vier ende vyftich, ende stont onderschreven: By den Keyser, ende ondertey- kent d'Overlope. Onderstont noch geschreven: Gecollationeert jegens syn principael plac- caet, ende is bevonden t'accorderen, ende is 'tselve gepubliceert by voorgaende clockluy- dinghe ende assistentie vanden schout ende enighe vanden gerechte binnen der stede van Amersfoort, opten 6. Juny 1555, ende nadien 'tselve by my gepubliceert is geweest, hebbe ick my gevonden by ende den personen van Corn. Volckertsen en Ja. van Westrenen, bor- germeesters inder tyt, ende oock aen enighe vanden gerechte van Amersfoort, ende deselve volgens 't voorsz. piaccaet, ende deur 't bevel ende commissie van mynheer Leo Gyskens, raedt; Vincent vander Houve; ende Roeloff van Wykersloot, maerschalck van Eemlant, als gecommitteerde, bevelende, dat sy souden opbrengen in handen vanden voorsz. Vincent vander Houve, tusschen nu ende sonnendaghe toecomende . vyfhondert Carolus gulden voor d'een helft, ende noch vyfhondert guldens binnen veerthien daghen daerna, ofte by ge- breecke vandien, dat syluyden ende elck van hem souden comen in geyselinghe, binnnen Utrecht, ten huyse van mr. Jan van Montfoert, op't oude kerkhof, op pene van inobedi- entie, te verbeuren jeghens de Majesteyl vanden Keyser, elex van hem nondert gouden realen. Oireondt myn handschrift hier ondergestelt ende by my onderteykent: Geroensen. Onder stont: geextraheert uyt het register vande placcaten, ordonnantien etc., gepubliceert binnen Amersfoort, beginnende den 18. Dec. xv°. xliv, ende is naer collatie bevonden t'accorderen, by my secretaris, onderteykent: Jan Hamel. |
|||||
STUKKEN,
RAEENDE DEN
HFER TE LANDE,
IN EN OMTRENT DE EERSTE HELFT DER XVr. EEUW.
(Cf. het Archief II. bUdt. 203.) II. Betreffende den ZOUTHA.NDEL en de ZOUTNERING. (*).
I.
Oalinarum proprietatem olim, jure Romano, tam privatorum quam Principum fuisse
constat, sed ita, ut, cum ad privatos salinae pertinerent, tanien vectigal semper ad fiscum ferebatur, usque adeo, ut, si quis vel vendere vel emere sine persona mancipium, i. e., publicanorum et salinarum conductorum, auderet, sales ipsos cum pretio amitteret, quo jure hodie fere ubique terrarum etiam adhuc utimur. Salinarum enim proprietas vel ad privatos vel ad principes pertinet, sic, ut certum vectigal principibus ipsis semper a vectoribus et mercatoribus pendatur. Non tamen vectigal omnibus locis uniforme est, sed gravius uno loco quam aliis. Quinimo nee apud Gallos (ubi reges inde maximum et quasi tyrannicum quaestum exercent) piivati excluduntur, quominus suis salmis utantur, sed tantummodo permittitur illis uli ad certam mensuram, ex qua etiam in singulos mo- dios vectigal praestant, redeunte ferme toto lucro ad reges ipsos Francorum, sic, ut pa- rum absit, quin hujusmodi negociationis forma, monopolium regum ibi dici possit. Quod quidem onus adeo ipsis Gallis (quantumvis longa regum suorum tvrannide oppressi, om- nem libertatem amisisse videntur) intolerabile visum est, ut saepius ea de causa in suos reges arma sumpserint, variasque et gravissimas seditiones moverint, videlicet temporibus Philippi Valesii, qui primus hoc munus introduxit anno 1345, et paulo post ejus exer- citus funditus ab Anglis deletus est, eaque de causa fere regno pulsus est. Recruduit etiam hoc malum temporibus Ludovici II., Francisci I., et his annis superioribus, regnante Hen- rico, ut haec omnia ex A.nnalibus et Chronicis Francorum constant. Iidem tumultus accide- runt aliquando in Italia, tam adversus Pontifices quam alios Italiae regulos, ut ex Historiis clarissimum est. Quare vix quisquam est sani judicii, qui his malis et periculosis tempori- bus (ubi vix populus bonis artibus in officio continetur, utpote tot et tam gravibus exactio- nibus quasi exhaustus) non videat, hanc novam salinarii quaestus inventionem esse periculi (*) Men kan hieibij tergelijken: Jusgios, de jure Salinarum , etc. Gtitu 1743. Quart.
|
||||
70
|
|||||||||
I
|
lenam, et maxime hominuin animos turbaturam, quandoquidem verum et certissimum est,
oc commentum nihil aliud esse quam salis monopolium, quo omnes ab eo mercimonio ex- |
||||||||
cludante, ejusque tractatio certis tantum viris relinquitur, si ad omnes porrigitur, eo citius et
gravius aniinos hominum exasperabit, considerantes etiam, de sua libertate jam actum esse; nam hactenus sibi omnes in his regionibus placebant, quod nondum suam circa salis usum libertatem (quemadmodum Galli ipsi fecerunt) amiserunt; atque vix est, quod quis illos pos- sit docei-e, hanc inventionem novam ex usu et commodo publico esse, quandoque suspec- tam habebunt mercatorum amicitiam, suspectum istum tolum quaestum aerarii regii, qui jam proponitur, et maxime timebunt pericula et incommoda omnia, quae monopolium se- cum solet afferre; jam experti his annis superioribus, suo magno male, charitatem et penu- riam alluminum, et fere artes omnes lauificas perdiderunt, propter reservationes et mono- polia, quibusd. mercatoribus concessa, quamvis initio dixerit Princeps, se nihil inde plus quaerere, quam publicam populi sui utilitatem, et ut viliori pretio venirent in his regioni- bus , quod secus accidisse vidimus; atque, ne idem de sale contingat, providendum est. Verum, quia in tanta publicae pecuniae necessitate, quaerenda sunt multa remcdia, et
tam gravi malo, nisi aliquo extraordinario modo, mederi non potest, non tenute rejiciendum est, quod hi mercatores ea de re in publicum commodum dicunt se afferre, quamvis prima fronte haec parum probabilia videantur : unde necessarium est, ut totam hanc novam, quam habent, inventionem ingenue et aperte proferant, ut intelligatur, quid sibi per- mitti velint, quibus modis putent se posse prodesse, quomodo tollere hanc, quam di- cunt nos pati, salis charitatem , quomodo viliori pretio putent se posse vendere et tantum quaestum facere, quid amplius sint facturi, quam faciunt nostri alii mercatores , quid re- medii inveniatur adversus pericula, quae hujusmodi monopolia adferre solent. Haec omnia in scriptis redigantur, fiatque, sub beneplacito et reformatione statuum , aliqua contractus ineundi formula, quae, si probabilia aliquo modo appareant, videaturque magna ad populum commoditas venire, aut saltern, sine illius magno damno, magnum redire quaestum ad aerarium regium, in sublevamen pauperum; atque ita super iisdem rebus consulendi sunt provinciarum consiliarii, quid illis in re tam gravi videatur; quod si haec illis probentur; . turn etiam convocandi sunt status, et docendi omnes, quanta inde utilitas ad omnes redeat, atque earn esse expeditissimam inveniendae pecuniae publicae viam, posseque hoc modo ce- teras exactiones in posterum aut quiescere aut saltern minui, ut intelligant omnes, in ea re nihil magis quaeri, quam publicum commodum et praesentibus malis remedium. Quodsi haec probari possint publieis statibus , turn decernantur et fiant contractus ad annos aliquos, de communi omnium consensu, veroque, si haec omittantur, et populus intelligat, hanc rem novam quosdam moliri, non .... cognita sua utilitate, non parum magnarum turbarum pe- riculum est, et, ne vulnus aliquantisper obductum ad primum hunc acerbiorem con- t...tum recrudescat, ac inde tales tumultus oriantur, ut, nisi magna ruina et status muta- tione, vix tolli possint, quae regi ipsi ac his., qui publicae administration! praesunt, maxime cavendum est. 11.
La difficulte du contract du sel gist en ce, quest chose nouvelle, non usitee pardecha,
et que semblera une servitude, de prendre tout le sel des mains d'ung marchant ou d'une compagnie, contre l'anchienne liberte et franchise, que le roy a permis et jure a ses sub- jects et pays a sa joyeuse entree. |
|||||||||
71
Aussy, que beaucoup de gens craindront, que comme se faict de lallung et a ceste heure
se feroyt de sel, que cy apres se fairoyt le mesme dautres especes de marchandise, sy comme du bled d'Ostlande , de draps de soye, draps de layne estrangiers et semblables. Par dessus ce, le peuple estimera, que, sy ce contract se faict, la subjection, qui est en
France, se pouroyt aussy icy praticquer, que chacun seroyt tenu d'achetter desd. mar- chands certaine quantite de sel, fut, que Ion en eust beaucoup besoin, ou non, ou que Ion y mectroyt cy apres quelque impost dessus. Davantage, il sera difficile, voires quasi impossible, de faire intendre aud. peuple, que
led. contract soyt profitable a la republique, car puisque les marchans contractans offrent 15 ans durans bailler Hir. mille florins a sa Majeste, que montera a vi millions d'or pour lesd. annees, ils entendront de retirer ce, quils debourseront et encoires prendre ung grand gayng, pour tenir pannes et hazard, sur lad. marchandise et par consequent sur le cotnmun, qui sera de ce charge, pardessus aultres charges grandes, quil a a supporter. Car il est certain, que lesd. marchans ne vouldront riens perdre, et out faict le compte d'y gaigner, comme font tous aultres marchans. Finabletnent les docteurs en droict pai'lans de ceste ruatiere, signament de la regale du
sel, disent, que le sel peult appartenir et se peult vend re par toutes personnes privees et particulieres, /. magis puto, D. de rebus eo., Inno., Hostiens et Jo. And. in cap. super quibusd. deVerbor. Signif. et ce, que les princes font en aulcunes pays, est une usurpa- tion , quils introduisent, Andreas de Isern., et post eum Alvarot., quae sint regalia, nest que la coustume soyt au contraire, I. si quis Cod. de vecl. et commiss. I. l.pr. D. quod oujusque universitatis nomine. Neaulmoins, veu la grande necessite, que sa Majeste a, de recouvrir argent, le grand
prouffyt, quil en tireroyt, et que lesd. marchans offrent de donuer le sel ung tiers meilleiu- marche, que communement il vault, par quoy led. contract redonderoyt au bien et prouf- fyt de la republique; semble, soubs correction, que Ion pourroyt entendre, en ajrant pre- alablement les advys des consaulx en Brabant a Malines, Hollande, Flandres, d'Ar- tbois, en advertissant aulcuns principaulx personnaiges du pays, mesmes les. estats desd. pays, et bien faisant led. contract de telle sorte, que le cotnmun en eust ung tiers meilleur marche re ipsa et non point par parolles, comme semble, que lesd. marchans vueillent faire, d'aultant, que, en ayant lesd. advys et obtinant le consentement desd. estats, toutes les raisons, au contraire alleguees, cesseront, car volenti et consenlienti non fit injuria ne~ que dolus. Joynct, que sa Majeste 'en beaucoup de lieux de sesd. pays, ne recognoyt le superieur,
et, par tant, a droict de regale, mais sans lesd. advys et advertissements des eslats, seroyt chose dangereuse d'y entrer. |
||||||||
HI.
MEMOIRE do PRIX dc SEL, prbmikrejhot db celldt d'ESPAGNE
et depuis ceixct de PORTUGAL. (1558.) Faict premierement scavoir, que en Espagne on vent le sel par chayses et les 28 chay-
ses font vng cent du gros sel. Le prys d'ung chayse est divers 4 cause de la diversite des |
||||||||
•
|
|||||
72
annees, comme en une annee, quand le sel est bien addresse, une chayse du sel ne
couste que 3 reads de 7 gros la piece, en une aultre annee coustera VI. vir. vm. IX et x reaulx, et aulcune fois ung ducat, dont le prennant au nioyen du plus hault et plus bas, et par ainssy au pris de 6 reaulx la chayse, reviendront a ce pris les 28 chayses environ V L. de gros, et selon que Ion le prendra plus bas, a tant tnoins, comme a III et mi L., que Ion entend estre le commun achat. Le sel de Mariepoort et S. Lucas, qui sont tous deux d'Espagne, sont assez d'une pris et
valeur, et Ion paye pour la voycture d'Espagne jusques en Zelande pour chacun cent vm ou IX lib. de gros, en temps de paix, et x liv. de gros, en temps de guerre; de sorte, que communement en temps de paix le cent dud. sel vient a couster en Zelande, tant pour l'achapt, que la voycture, environ xi ou XII L. de gros, et en temps de guerre environ XIII ou XIIII desd. livres. Les despens pour affiner et blanchier ung cent dud. gros sel, viennent en communes an-
nees a VII ou vm liv. de gros, parceque par le boullissement vng cent de gros sel revient communement a cent et XL mesures en blancq sel et pour le moins a cent et xxxv ou xxxvi mesures. Ces vii ou vm liv., faisant la calculation au pris convenu avecq les rebouilleurs, par lequel
ils nont du blancq sel d'icelluy d'Espagne que mi liv., et d'icelluy de Portugal que V liv., semble, que debvroient estre reduycts a VI et vn livres, et selon ce, estre diminue le pris d'ung cent de sel blancq a l'advenant, a scavoir, d'une ou deux livres, selon la diversite du sel; raais a l'encontre de ce gist en consideration, que, selon led. convenu ou contract, les mar- chans ou apaltateurs perdent le surcrois et sont obliges l'achapter des rebouilleurs au pris de 24 livres, que semble aggraver la despence dud. raffinement ou bouillissement du sel. Tellement, que ung cent du gros sel vient a couster, tant en achapt que voycture, comme
aussy bouillissement, le prennant a plus hault, selon les communes annees, a 30 livres de gros en temps de paix et a 22 livres de gros en temps de guerre, dont comme, selon que diet est. ung cent de gros sel d'Espagne, vient pour le bouillissement, rapporter ou excrescer jusques a cent et XL, ou pour le moins, cent et XXXV, ou cent et xxxvi mesures, et par ainsy largement d'ung tiers, convient, faisant la calculation du pris et coustaige du sel blancq des XII et XIIII L., a quoy revient le coustaige, comme diet est, du gros sel, respectivement en temps de paix et de la guerre, et ce, tant en achapt que voicture, en hoster et deduyre la tierce part, et par ainsy des XII, mi lib. et de xim, iiii^ lib., lesquelles deduictes et ra- battues desd. sommes de 20 et 22 lib., que couste l'achapt, voicture et bouillissement dud. sel, y vient a rester xvi et xvm lib. ou XVI et XVH4 lib., qui est, a quoy revient, selon icelle calculation le sel blancq, estant le pris, que selon la commune estimation , le sel blancq vault es communes annees. De maniere, que, comme il appert, l'enthiere d'espence d'achapte, voicture et bouillisse-
ment, monte, selon ceste estimation, a environ xvi lib. de gros de chacun cent du blancq sel, sans que Paffineur ou panneman soit salaire de son travail, vsaige de salines et utensiles, et aussy des deniers, par luy debourses pour les tourbes et aultrernent; a raison de quoy ne doibt ledict panneman, selon l'estimation de plusieurs, moins profiter que ill lib. de gros de chacun cent de blancq sel, en consideration, que pour le terme de six moys, que dure la saison ou teelt, comme disent, de bouiller une panne, ne peult ouvrir (!) plus que xxc. dud. blancq sel; et quant a celuy de Lisbonne etc., vues , que sont de Portugal, il y a peu de difference, tant en achapt que voicture, mais le surcrois ou excrescure, cause du bouillis- sement, nest pas si grande, comme est du sel de Mariepoort et de S. Lucas, a XII, XuT, XIIII ou XV mesures dud. sel blancq .... |
|||||
73
|
|||||||
Et selon ceste calculation, qui est a lendroyt des raffineurs, Ion peult calculer le faict de*
marchans ou apaltateurs selon la, mectant le pris de l'achapte et voycture dud. gros sel a XII et XIII liv. a la mesure, selon distinct, que dessus, du temps de paix et de guerre, et les despens du boulissement a nil ou v liv., selon la distinction faicte au contract entre le sel d'Espagne et Portugal , suivant lequel le boulissement du sel d'Espagne est mis a nil, et celuy de Por- tugal a v liv., dont viendroyt le sel d'Espagne couster auxd. marchans, tant en achapt que voicture, comme aussy boulissiment, a xvi liv. en temps de paix, et xvni liv. en temps de guerre, et celuy de Portugal une livre d'avantage. Et ne viennent icy en consideration les in ou mi et IIH^ liv., dont en la calculation que
dessus, concernant le faict des raffineurs ou pannemans, a cause que suyvant le contract faict entre les marchans et raffineurs, le surcrois ou excrescence vient au proufyt des raffineurs, selon que les marchans sont tenus l'achapter deulx, au pris de 24 liv. le cent, et par ainsy ne se ayt a compter la despence du mesme surcroix ou excrescence auxd. marchans, comme ayanl estre ported par le raflineur, qui en a le proufFyt, comme aussy le mesme surcroix se recompense du peu, quil a ou pourroyt prendre . . . ., pour le raffinement ou boulissement a cause des despens extraordinaires, comme usaige d'utensiles, deboursement des deniers et atiltres choses, taxes comme dessus a III liv. pour le cent. |
|||||||
IV.
ADVYS db Mess. SCEPPERUS kt LONGIUS, scr l'Impost
du SEL.
Sur le point, concernant le sel, de mectre es pays de pardeca sur icelluy impost, Sceppe-
rus et Longius ont trouve, que ce seroyt une petite chose pours les pays de pardeca de consentir, que Ion mist certain impost sur led. sel, a scavoir, vng pattart de Flandres sur chacune mesure du sel gros, a estre paye par les saliniers et cuyseurs dud. sel gros en l'achaptant. Et apres que led. sel gros sera affine, vng aultre pattart, a estre icelluy paye par ceulx,
qui achapteront desd. saliniers; en quoy convient considerer, que lesd. saliniers font d'un cent dud. sel gros en le cuisant exxv. exxxx . .. liv., et il n'y a menasge de pardeca, qui scau- royt eschiller plus hault de 4 au 5 mesures par an , qui est chose sy petite, que personne ne se peult sentir et....., que icelluy impost, leve indifferement sur tout sel, arrivant
de pardeca, tant celluy, que les saliniers, demeurans de pardeca, achapteront, pour le cuyre
et distribuer pardeca, que aultre, que Ion menera vers Engleterre, Norweghe. Danemarcque, Sweede et Oostlande, montera par estimation a plus de ir. mille florins par an. Fault aussy a noter, que en lieu, que le Roy de France leve par impost en son royaulme
sur chacun cent de sel CxxV escus d'or, led. impost ne monteroyt pardeca que environ xxxv ou XL florins au plus hault tauxe, estimant le cent du sel a imc. mi mesures. Sur lequel impost il y a marchant Resseaut residant en Anvers , qui offre c mille florins
argent comptant, a raison de x pour cent par an, iceulx a rachapt du bon plaisir de sa Ma- jeste et non aultrement; et il y a encoires aultres marchans, presentants de bailler a finance sur led. impost semblables cent mille florins, a raison de dix pour cent, moyennant bonnes obligations de recepveurs de l'Empereur et lettres de suretd pour son asseurance. Et comme depuis, par ordonnance de la royne, le diet Sr. Deecke sest en Zelande enqueste,
III. 10
|
|||||||
74
|
||||||
sil ne seroyt practicable, qu'on mist ung impost sur le sel, venant de dehors, fut sel gros
ou blaucq, le mectant en avant par forme de devises , il a trouveles opinions en ce fort diverses. Les ungs soustenoyent, qu'on debvroit mectre deux palarts sur la grande mesure, dont le cents font vng cent de brouaige, et non plus sur la petite mesure, dont le inF. et quatre, font ung semblabe cent de brouaige, desquels deux pattars le marchant en payeroyt lung, est le saulnier ou cuysseur de sel 1'aultre, que monteroyt X Carolus sur le cent de lad. grande mesure. Les aultres soubstenoient, que jamais ne les marchans, ne les cuyseurs, y vouldroyent entendre, et sy on les vouldroyt efForcher, lesd. marchans se deporteroyent de venire en Zelande, ains tireroyent vers Amsterdam , ou ils ne payent riens, ou yroyent tout droict en Dannemarcke et Oostlande, sans toucher le pays de l'Empereur, par ou sa Majeste perderoyt beaucoup en son toulieu accoustume, qui porte 12 patars, que l'estrangier paye sur le cent du sel, et les cuysseurs de sel et saulniers ne trouveroyent a cuyre, et leur conviendroyt mesmes laller chercher a gros despens, au lieu que presentement on le leur amesne a leurs maisons , oultre ce, que, ainsy faisant, Ion banneroyt les Bretons, faisans le bon marche dudict sel. Et trouvera led. Scepperus la pluspart de ceulx, avecq lesquels il a communique, estre de celte opinion, mesme aulcuns adjoustoyeut, que Ion ne seroyt fonde de pardeca , de mectre impost, veu que les Angloys, Oostejlings et aultres sont privileges et exemptes de tel impost, en vertu de traictes particulieres, quon a avecq eulx. Y joinct, que ce seroyt, presques le quatriesme de la valeur dud. sel, en tant, que led. grand cent de sel de brou- aige ne vault souvent, que 7, 8 on 9 liv. de gros, et mectant sur le X Carolus d'impost, il ne fauldroit guerres dudict quatriesme de ce, que selon ce, quil a peu entendre, ce moyen seroyt difficileraent a conduyrc. |
||||||
V.
PoER DE tA PART DU MARQUIS DE LA VERE, BIEN ENTENDRE ET ENFONCER
l'affaire du SEL, sera besoing scavoir du Sr. de BONAVENTE
1,'lNTERPRETATION DES POINTS CI APRES DECLAIRES.
1. Auquel pris entend mectre le gros sel, tant de Portugal ,
Espagne etc. chiascun distinctement. Responce du Sr. de Bonayente. II payera le gros sel, estant pour le present es pays de
pardeca, celuy de France a xil liv. gr., de Portugal xm liv. gr., d'Espagne XIIII liv. par cent, ou aultant plus ou moins, que semblera audict. S. Marquis. 2. Comment il entend accorder avecq les mes. des hulcqucs
d'Hollande, Ooslerlings, qui amesnent journellement le sel gros desd. lieulx. 3. Semblablement avecq les Bretons, qui amesnent en temp
de paix grande quantite du sel de Brouage es Pays Bas, le vendant 7 4 8 liv. gr. le cent. 4. Et les Oosterlings et Hollandois donnent le sel d'Espagne
pour 9 et 10 liv. gr. II diet, que tout le sel, que doresanavant se amenera par les maronniers, subjects a sa
|
||||||
75
Majeste", Iequel sera tenu tout prendre, se payera, celuy de France, vi L. gr., de Portugal
TH L. gr., d'Espagne Till L. gr. en temps de paix et trefves, et en temps de guerre ung tiers plus, I'ung et l'aultre, aux aultres comme Oosterlands, Bretons, non subjects A sad. Majeste, le sel de France V L. , de Portugal VI, de Espaigne VII L. gr., en temps de paix, et en temps de guerre ung tiers plus, n'entendant estre tenu, de prendre desd. estrangiers, non subjects a la diet Majeste, plus que luy en sera besoing, remectant le tout a Parbi- traige dudict Marquis. 5. Comment il en tend convenir et accorder avecq les affineurs
du Pays Bas de sad. Majeste. II diet, que le sel gros se baillera aux affineurs, en payant tous despens aux laboureurs,
tourbes et aultres quelconques necessaires et accoustumes et 6 florins pour chascun cent ou conviendra led. Bonavente avecq les proprietaires des salines, pour le fairc affiner ou achetter leurs . . , . ou aultrement, comme pour ung mieulx, pourront convenir, le re- mectant au surplus a Parbitraige dud. Sr. Marquis. 6. S'il n'entend recepvoir et livrer le diet sel, tant gros que
blancq, selon la mesure, accoustumee en Zelande. II entend achepter et vendre, tant gros que blancq sel par cent, accoustume du pays de
Zelande. 7. Comme il entend plus vendre le blancq aux estrangiers,
que aulx subjects de sa Majeste. II remect a mondict S. le Marquis du plus, quil pourra vendre aux estrangiers que aulx
subjects de sa Majeste. 8. Item, comme les petites navires transportent ledict sel gros
et blancq d'une ville et pays en aultre, lesquelles ont cer- tain pris et gaiges pour le present, pour chacun cent, sil entend, quelles serviront an pris accoustume, ou s'il entend faire nouveau pris avecq eulx. Respond, quil payera aux marronniers a Paccoustume, vers ou et duquel lieu ils viennent.
9. Sil entend, livrer ledict sel, tant aux subjects de sa Majeste,
que estrangiers les 15 annees durantes, soyt guerre ou payx pour ung certain pris, quil sera convenu avecq eulx. Le pris ne se changera les xv ans durans, ne en lung ne en laultre, ains le pris mis une
fois, demeurera tant en temps de guerre que de paix, ne fut que luy Bonavente fist aulcun aultre marche avecq aulcuns aultres estrangiers. 10. Et comme le blancq sel a este vendu les 10 annees pre-
cedentes Pune parmy l'aultre a 16 et 181iv.gr, per cent, et quil meet en avant les 15 annees, de donner vng tiers moins et meilleur marcher, semble que le debvroit donner pour 10 ou 12 1. gr. le cent. Diet, quil se vendra en telle sorte, quil en a offert a sadicte Majeste et a son Alteze a
ce referant. 11. Sil entend de tenir le staple dud. sel gros et blancq en
plusieurs places et en quelles 11 remect Peflect de celuy a bon plaisir dud. S. marquis et quon meet les estaples, ou
plus sera necessaire et commode, tant pour le pays que marclians. 10*
|
||||
76
12. Sil entend de recepvoir et livrer led. sel gros et blancq,
par pois ou mesure, et avecq quel pois ou mesure, d'auf- tant que les pois et mesures des Pays Bas de sadicte Majeste sont divers. Diet estre assez respondu par la responce precedente faicte sur le 6". et 10e. articule.
13. Aussy sil entend, que les subjects a sad. Majeste, ayans
achapte le blancq sel de luy, ne le pourront revendre en menu aux particuliers subjects et en faire leur prouffyt. Diet aussy que depuis les subjects de sad. Majeste l'auront acbapte des appaltateurs,
quils le pourront revendre, ou leur plaira en Pays Bas de sa Majeste, a tel pris, quil* vouldront, ou pourront a l'accoustume, saulff, quils ne le vendent a l'estrangiers pour le mener bors dudict Pays Bas. 14. Semblablement aux estrangiers.
Par la responce du president article diet estre assez respondu.
|
||||||
\i.
COPIE van sekek OCTROY, ende PRIVILEGIE voor CASPAR SELER
ende FRANCHOYS BERTY, on groff ende wir ZOUDT
te maecken. Oct. 12. 1562.
Philips, etc. Allen dengenen, die dese teghenwoordighe syen sullen, salut. Wy heb-
ben ontfangen die ootmoedigbe supplicatie van Caspar Seler ende Franchoys Berty, inhou- dende, hoe dat sy gevonden ende geinventeert hebben zekere kunste ende maniere, on» grofl' ende (!) wit zoudt te maecken, van zeewater, zonder daertoe ander zoudt te menghen, ofte enighe vyer te gebruyckeu', 't welck sy in groote abundancie ende quantiteyt souden maecken , dat onse ondersaten ende ingesetenen van onse landen van berwaertsover, daer van volcomelyck voor hun behonfl'ende gebruvck , in alien tyden, gerieft ende gedient zou- den worden, sulex dat hem van gheene noode en zoude wesen, in tyde van oorloge, tot heuren groten costen , buyten onsen voorsz. landen van herwaertsover zoudt te moeten ha- len. Oock soude 't zoudt, dat de voornoemde inventeurs binnen denzelven landen maecken, tot myndeie pryse vercocht worden , dan 't selve tegenwoordelycke herwaertsover geldende is. Daer by gevoucht,, dat, stellende de voorsz. inventie ten effecte, boven 't profyt, dat wj daer deur zouden moghen genieten, zoude de neering ende comanscbappe in onse voorn. landen grotelyck daerby vermeerdert ende verbetert worden. Ende soude oock daerenboven veel schamel luyden , die men met groten gelale hierinne zoude employeren, den cost daer- van winnen, ende daerop moghen leven; welcke inventie, indyen ons geliefde, hem zulex toe te laten, de voorn. inventeurs geerne souden te wercke stellen ende effectueren. Maer alsoo zy, om totte opregte kennisse vande voorsz. konste te geraken, over lange jaeren daer- toe groten cost ende moeite gedaen hebben, ende dat om die selve conste in practyque te stellen , zy als noch grote costen te draghen sullen hebben, om die gereetscap, werckplaetse, winckel, instrumenten, ende andere notelyckheden, daertoe dienende, te doen maecken ende timmeren, hebben zy ons daeromme zeer ootmoedelicken gebeeden, dat 't zelfde |
||||||
77
|
|||||
aengcsieu, ons gelieven wille, hem te gunnen ende octroyeren, dat zy die voorsz. inventie
alleene zouden moghen in practyque stellen ende gebruycken, in ende over alle onse voorsz. landen van herwaei'tsover, soe hetzelve goet duncken soude, ende dat vooi- een tyd ende termyn van 20 jaeren, ende ten dien eynde verbyeden ende interdiceren eenen yegelyck, do voorsz. inventie te moghen contrefeyten off naevolghen , de voorsz. 20 jaeren lang geduyrende, ende hem daerop doen expedieren, onse opene brieven van octroye ende privilegie in sulcke saecken dienende, Doen te weten, dat wy, 't zelfde aengesien ende hyerop gehadt 't advys van onsen lieven ende getrouwen, die hoofden, tresorier-generael ende gecommitteerden van onse demeynen ende financien, genegen wesende ter bede ende begeerte vande voorn. in- venteurs, ende begerende hem daerinne te gratifieren, opdat zy van hunne voorsz. inven- tie enich proufyt zouden mogen hebben ende genyeten , ende sonderlinghe tot vorderinge vande gemeyne welvaert, ende omme onse goede ondersaten te verlichten vande groote rey- sen , arbeyt ende costen , die zy moeten doen, ende dangier van heure lyfve, om 't voorsz. zoudt in verre ende vreemde landen te gaen halen, hebben dezelve inventeurs, by delibe- ratie van onse zeer lieve ende zeer beminde zustere, die Hartoginne van Parma ende Plai- sance, voor ons regente ende gouvernante in onse voorsz. landen van herwaei'tsover geguut, geoctroyeert ende geaccordeert, gunnen , octroyeren ende accorderen wt onse sonderlinghe gracien by desen, dat zy, heure hoirs ende erfgenamen, gedurende den voorsz. tyt ende termyn van 20 jaeren naestcomende ende achtereenvolgende, beginnende op huiden datum Van desen, voorsz. konste ende inventie alleene in practyque ende te werke sullen stellen moghen, in ende over al onse voorsz. landen van herwaei'tsover, daer ende alsoo hem 'tselve goet duncken ende gelieven sal, verbiedende, ende interdicerende wel ernstelic by desen alien onsen onder- saten , ende anderen binnen denselven onsen landen, van herwaei'tsover verkerende ende fre- quenterende, de voorsz. inventie, den voorsz. tyt gedurende te conterfeyten ofte na tevolgen, op verbeurte van alle die instrumenten, ende 't zoudt, dat zy daernae gemaeckt zullen hebben, tot behoeff vande voorsz. inventeurs, hoer voorsz. hoiis ende eiffgenameu, ende voorts op ai'bitrale peyne ende correctie, vvelcke peyue geappliqueert sal worden, een derde deel t'onsen proufyle, d'ander derden deel tot proufyte vanden aenbrenger, ende 't derde derdendeel tot proufyte vanden officier, die d'executie daervan doen sal, behoudelyck dat dese konste nu eerstmael gevonden ende in onse landen hyer te voren nyet gepractiseert ende te wcrcke geleyt en es geweest, ende oock, dat deselve dese onse voorsz. landen in't generael njet hinderlic ofte nadeelich sal wesen , noch insgelycx in't particulier yemants gronds ofte erve daerby beschadicht worde, maer zullen de voorsz. inventeurs gehouden syn , te veraccordeien ende [overcomen mette proprietarissen vande gronden ende erven, die zy daertoe zullen willen employeren ende gebruycken. Ontbiedende daeromme, ende bevelen onsen lieven ende getrouwen , die hooft presidenten ende luyden van onsen seereten groten laden, cancellier ende luyden van onsen rade in Brabant; gouverneur, president ende luyden van onsen rade te Luxemburch; stadholder, cantzler ende luyden van onsen rade in Gelrelant; gouv., pres. ende luyden van onsen rade in Holl., Vriesl. ende Utrecht; stath., cansler ende raden in Overyssel; gouv., pres. ende luyden van onsen rade van Namen , gouverneur vanRyssel, Douway ende Orchies, rentmrs. van Zeel. bewest-ende beosterscheldt, baillu van Doernyken, prevost van Valenchiennes, schoutet van Mechelen ende alle andere onsen rechteren, officieren ende ondersaten, djen dit aengaen sal, dat sy de voorn. inventeurs, mitsg. hore voorsz. hoirs & erfgenamen van desen onsen jegenwoordighen octroy ende eonsent voor den Ut ende op de eonditien & indervoeghen ende manieren boven verhaelt, doen, laten ende gedoghen, rns- telyck, vredelyck & ,volcomelyc genyeten ende gebruyken , sonder hem te doen noch laten geschien enich hinder, letsel ofte mocyenisse ter contiarie. want ons alsoe gelieft. Des t'oir- |
|||||
w
|
|||||||
conde, etc. Gegeven, etc. President du prive conseil, nous vous ordonnons faire seller let-
tres patentes, selon la minute cy dessus. Faict Bruxelles, soubs nostve nom le XII. jour de Octobre, l'an 1562, ainssy soussigne
Marguerite. Plus bas: Collationne a la minute originate par moy, d'Overlope. |
|||||||
vh;
DECLARATIE vande VISSCHERYEN in HOLLAND, ZEELA.ND
ende VLAENDEREN, mitsgaders vanden SOUTE, dat men JAERLICX TOTTEN ZELVEN VlSSCHERTEN IS BEHOCVENDE.
Inden eersten, soe es te weten : dat in Holland , Zeeland ende Vlaenderen zyn twee vis-
scheryen , die men nyet doen en mach sonder wit sout ende grof sout, daer an d'eene ge- noempt is: den tkeelt vanden haring, dat es te seggen , den tyt ende saysoen, dat men den harinck vangende es, beginnende denselven tyt van Sint Jansmisse midsoemer, ende gedurende tot Sinte Katheryne daghe den XXV. November, binnen welken tyt die scbepen, genoempt buyssen ende boots, moghen doen drye reyssen, datze wtter zee met visscben ende harinck geladen comen moghen. Voorts soe es te wetene, dat die scbepen, genoempt buissen ende boots, in Holland,
Zeeland, Vlaanderen ende alomme over alte dese Nederlanden zyn in grooten getalle, die wel omtrent Xic. tsamen wtbrenghen souden moghen, daeraff die aldergrootste buyssen mo- ghen voeren XLVI last harincx, die alleene zoe groot in Holland zyn, ende die grooste buyssen in Zeelant ende in Vlaenderen moghen voeren XXVIII last harincx enighe enighe myn; ende die cleyne buyssen met die schepen, die genoempt syn boots, die moghen voeren x last harincx. Welcke buyssen , groot ende cleyne, met de boots alsamen, men mach wel reduceren tot
VII°. schepen ofte buyssen, daeraff elck schip ofte buysse voeren sal moeghen ende brenghen uytter zee, telke reysse xx last harincx, die cleyne buyssen met die boots jegens die grootte gecompenseert. Ende es te weten , hoe dat die lasten vanden harinck overal in Holland, Zeeland ende
Vlaenderen zyn even groot in getal van harinck, at is't, dat in Vlaenderen es gerekent op XII tonnen, ende in Hollant ende oock op enighe plaetsen in Zeelant op xim tonnen, ende in enighe plaetsen in Zeelant op XV tonnen , procederende deze differencie deur dyen, dat die in Vlaenderen den harinck geleyt ende gepact wordt anders ende nauwer dan in Holland, ofte Zeeland, daerom die XII tonnen maken xv tonnen, ende in Holland zyn die tonnen meerder dan in Zeland, daeromme, dat mede die xmi tonnen wtbrengen xv tonnen, maeckende een last. Noch soe es te weten, dat op dese reductie van vnc. schepen ofte buyssen, soe zyn in
Vlaenderen wel hondert buyssen, ende die reste es in Holland ende Zeeland, daeraff Hol- land wtbrencht die twee deelen van. dezelve reste, ende Zeeland een derdendeel. Item, genomen den voet op't getal van VlF. schepen ofte buyssen, die jaerlicx om harinck
te vanghen varende zyn, in alte deze Nederlande, soe behouft elck buysse voor den gehee- len teelt ende saisoene, dat men den harinck es vanghende, ten minsten twee hondert wit soudts, ende moet zelffde soudt gesoden soudt wesen ende nyet gebraden soudt, beloopende over de yoorsz. vir. buyssen zulcx tsamen tot hondert ende XL duysent wit soudts. |
|||||||
79
De andere visseherye, die in Zeeland, Holland ende Vlaeuderen gebuert, omme cabiliau,
lenghen , coelen ende diergelyke visch te vanghen , die doet men met cleyne schepen, ge- noempt boots, daeroff 'tgetal over alle dese Nederlanden tesamen mach wesen omtrent 100 schepen ofte boots, ende wordt dese visscherie gedaen inden winter naer Kersmisse. Tot deze visseherye moet men hebben groff Maripoort soudt, ende egeen wit soudt, ende
behoeft elck scbip oft boot, doende een reyse inde wynter, ende noch een reyse inden so- mer. nae Paesschen , 60 tonnen groff soudts, daeraff die hondert ende 60 tonnen wtbrengen ende maecken een hondert groff soudts, naer de mate van Ziericzee ofte Middelborgh. Noch soe esser ene visseherye, die inden somer begonnen wordt, naer Paeschen, by de
boots ende cleyne schepen, ende wordt alleen gedaen in Zeeland, te weten: Ter Veere, Vlissinghen, Zoutelande ende Domburg, wtbrengende tesamen omtrent vyftich schepen oft boots, daeraf dat elck scbip ofte boot behouft 50 tonnen groff soudts, ende dat die 50 schepen , inde somer varende, behouwen op elck scbip ofte boot vyftich tonnen soudts; ende de hondert schepen , varende soe inde wynter als inden somere, nyet meer en behou- ven dan tzestich tonnen, procedeert vvt dyen , dat die boots varende inden somer, alsdan naer den saisoen , den visch, die vet is, meer soudts behouft tot zynder conservatie , dan inden wynter. Beloopt op dese voet die menichte ende getal vanden groven soute, tot dese twee visscheryen, ende eerst over die visseherye die gedaen wordt inden winter, ende oock inden somere, tot twee reysen met hondert boots, tot elcke boot 60 tonnen, facit 6 duy- sent groff soudts. Ende over die visseherye, die gedaen wordt iuden somer met 50 schepen, elck schip tot vyftich tonnen groff sout, fac. tweeduysent ende vyf hondert groff soudts Maripoorts; compt samen, dat die visseherye inden wintre ende inden somere behouwende zy, tot acht duysent vyffhondert groff soudts Maripoorts. ■■ Ende alsoe de hondert xvi tonnen, die de visschers gelevert worden tot dese visseherye,
voor een hondert soudts, als maer xxix tonnen voor elck quartier in alle plaetse nyet juyste wt en brenghen een hondert groff soudts, soe dat gelevert wordt Tharmuyden byder maete van Middelburg, bedragende die zelve mate van Middelbourg, voor elck quartier voor xxxitt gelycke tonnen groff soudts, soe zoude men van het geheel getal van vitim. vc. wel mo- ghen aftrecken seeckere quantiteyt, dewelcke om die diversiteyt vande plaetse overal ende cleyn interest van desen, hyer nyet gedaen en wordt Ende omme voorts inde generaliteyt vanden soute tecomen, van't soudt, dat wit ge-
maect wordt in't zyeden ende braeden, vanden groven soute, comende wt Spaengien ende Vranckryck ; soe es te weten, dat in alle dese Nederlanden syn omtrent vier hondert pannen oft keeteu, zeer luttel min ofte meer, daeraff jaerlix wel een derde part vande zelve panne stille staen, ende geen wit sout en affineren off maecken, ende soude een panne, die wel toegereet es, jaerlix moghen wtleveren ende affineren ende maecken wit soudt vanden grove soute xxi, xxit ende xxm hondert soudts, maer want dat over die 4 pannen nyet gedaen en kan worden, overmits diverse beletselen, soe van gebreecke van soute, versterfte vande panneluyden ende werckluyden , soo, wordt hier die voet genomen, dat elck panne in't getalle van vyer hondert genomen, jaerlicx affinerende ende wit maeckende es, elcke panne tot XV hondert soudts, belopende op dese voet het getal van seshondert duysent wit soudts. Van dese seshondert duysent, soe behouwen die buyssen ende schepen, varende totter
visseherye vanden harinck, hondert vertich duysent souts. Rest dan vande geraffineerde ende witte soute voor die provisie vanden lande van herwaertsover, ende dat men daer wt voe- rende es in andere plaetse, vier hondert sestich duysent souls. - Item, om die nei-inghe vandie visseherye \e vorderen, dat die mochte meerder wassen in
|
||||
so
|
|||||
die plaetse, elaer men die doende es, by goede ordre ende regele opte soute gestelt, soc
zoude wel goet vvesen , dat die panneluyden, die van groff sout wit sout maecken , nyet en souden vermoghen enighe ordinancie te maecken onder malckanderen, vande Ijt, dat men de neringe vanden soute in't affineren ende zyeden oft braden vandyen nyet beginnen en zoude, dan tot zekere ende prcfixe daghen by hemluyden gestatueert, daer deur, dat d...gel. gebuert, dat by monopolie vande selve panneluyden 'tsout ten tyde, dat men den harinck tbeylt, beginnende es, ende oock inden slaclityt vanden beesten, 't soudt zeer excessivelyk rysende es, ende dat dye visschers ende andere goede luyden moeten betalen xxvm, xxx, xxxi ende somtyts XXXV, xxxvi ende XL L. groten ; datmen daertoe soude mo- ghen statueren ende versyen, dat een ygelyck zoude moghen zyeden ende braden, als't hem believen ende goet duncken zoude, afdoende alle andere verbonden , die zy met malcande- ren ter contrarie gemaect ende gesloten moghen hebben , zulcx , dat by dese die visscherye cen hondert wit souts zoude moghen inne copen voor XX L. groten, ende zulken prys bebbende, en zoude zy egheensins geinterresseert syn, al waret oock, dat men in andere plaetsen 't voorsz. wit sout tot veel mindere pryse copende ware. Ende indyen de Majesteit, ofte yemandt van zynentweghen zoude willen doen leveren lot
zulcke prise, als voorsz. es, ofte moghelyck redelyker prys, den visschers dat soudt, dat zy tot de visscherye behouwende zyn, zoo zoude oock syne Maj. dat moghen doen, midts daer wt genietende die betalinge wt die reyse vande visschers, naer die costumen ende rechten, die zy daeraf hebben, die diversch zyn, maer meest overal, dat, soo vvanneer die vis- schers veel gevischt hebben, dat den harinck vang ofte grove visch soe goet is, als alle die oncosten, die men in't toereden van dezelve reyse gedaen heeft, dat alsclan die penningen, die men vande soute schuldich es, mede gereet betaelt moet worden ; ende als die vanck van diezelve reyse soe goet nyet en es, dat daeraff die wtreeders vande buysse nyet en connen betaelt worden, een yegelyck vandat men hem schuldich is, soe werdt den voorsz. harinck oft visch vercocht, ende die penning, daeraff comende, gesmaldeelt tusschen die wtreeders, pondt ende pondts gelyk, sonder enighe preferencie daer in te genieten, dan vande huyre vande bootsgesellen, die backers, wagenaers ende 's heren demeynen , die hier geprefereert worden alle andere; te weten dengenen, die gelevert hebben soudt, gaern, coern, tonnen , halve tonnen , houpen , boter , kaes , keerssen , teere , peck , mitsgaders ty- merlieden 'ende de andere oncosten van buyssen heesschende zynde, soo dat overal gecostu- meert ende voor recht gehouden ende geobserveert wordt. Ende wat schult dat verjaert wordt, die en mach men nyet ejschen, 'ten sy by de laetste
theylt enighe verhouwinge daeraff es; want die nywe schult altyts geprefereert wordt, den ouden, wesende verjaert, deur redenen, indyen dat zulcx nyet ware, nyemant en zoude metten visschers toereeden, indyen die oude ende verjaerde schult worde geprefereert. VIII.
Comme Gaspar Seler et Francoys Berty, ayant remonstre a madame la ducesse de Parmc
et Plaisance etc., qu'ils desyeroyent mectre en oeuvre et execution certain art, par eulx ti'ouv^ et invente a faire de la marine du (!) gros, blancq sel, sans admixtion d'autre sel, lequel sel au moyen de lad. invention ils pourroyent faire en sy grande quantite et abondan- ce, que non seulement, les subjects et manans desd. pays de pardeca en seroyent servys et accommodes abandonnement pour quelconque leur usaige, tant de table, que chalure |
|||||
81
|
|||||
de chaire, poisson , harencq et tnyrs, et en tout temps; de mnniere, que, en celuy d»
guerre, Tie seroyt besoing, de tirer le sel a grandes frais de Brouaige ou d'ailleurs hois lesd. pays de pardeca, mais aussy, pour en fournir a tous eslrangiers, sy comme Ooster- Jings et d'aultres, accoustumes, d'aller querir aud. Brouaige et en aultre pays, lesquels, s'en- trouvans servys pardeca, ne se mectroyent en cousts, hazard, danger et perte de tenips, d'aller querir ailleurs, mesmes, attendu, que le sel, que se feroyt par lesd. inventeurs par- deca, se vendroyt a moindre pris, qu'il ny vault presentement; y joinct, que par l'exe- cution de lad. invention, oultre le grand proufyt, que lad. Majeste en pourroyt tirer, la negociation s'augmentoyt grandement en cesd. pays, et beaucoup de pauvres gens, qui se- royent employes en ceste operation en grand nombre, s'en nouriroyent et entretiendroyent. Et pour ce, que iceulx inventeurs ont mis grands frais, despens et trav^ulx par longues annees, pour parvenir a la vraye notice dud. art, et que avant l'effectuer leur conviendroyt encoires supporter grands cousts, tant des bastimens, instrumens et aultres choses, a ce ne- cessaires, ils ont tres humblement supplye et requis a son Alteze, qu'il plust a icelle, au nom de sad. Majeste, leur octroyer, de ponvoir eulx seulx mectre en effect leurd. invention en lesd. pajs de pardeca, et qu'il fust interdict et deffendu a tous aultres, de contrefaire oa imiter icelle invention, endedans le tenips et terme de 30 ans, et, que durant iceluy ternie, il soyt permis auxd. inventeurs ou a leurs hoirs et heritiers, de pouvoir jouyr et user dud. octroy et privilege plaiqement et paisiblement, sans que en ce leur soyt faict aulcun empeschement ou desturb...., directemeut ou indirectement, par ou ils pourroient estre frustres de 1'effectuelle jouyssance d'icelluy, et moyennant ce lesd. inventeurs seroyent con- tents, pour recognoissance dud. octroy et privilege, donner part a sad.Majeste du vingtiesuie du sel, qu'ils feroyent, pourveu, qu'ils ne p;yeronl led. vingtiesme en la premiere annee, qu'ils mectent en train lad. invention, ennn qu'ils se puissent tant mieulx renbourser les despens, qu'ils debvroient porter pour l'erection des bastimens des comparatoirs, officines, ouvroirs et d'aultres choses a ce requises, mesmes, attendu, que pour lad. premiere annee n'estant encoires en bruyct et train led. sel, la traicte et efichillement d'icelluy ne sera sy grand, qnil pourra estre apres que la chose sera mieulx recognue; et pouroyt sad. Majeste, oultre lad. recognoisance, mectre quelque gratieulx impost sur led. sel, mais, le mectant grand et excessif, la traicte et eschillement d'icelluy pourroyt estre diverty, et par consequent jesd. inventeurs frustres de leur prouffyt, requirans pourtant leur estre proniis, quil ne se mectra impost sur led. sel, que par leur communication & participation; et, que au sur- plus leur fut aussy proniis, que, si apres lexspiration dud. temps sad. Majeste endendyt bailler en ferine la facture uu sel ou aultrement en contracter, iceulx inventeurs ou leurs hoires et heritiers seroyent en ce preferes a tous aultres, pour recompense et remuneration du benefice, qu'ils avoient faict a lesd. pays. Sad. Alteze, ayant ouy le rapport de la remonstrance et requeste susd., et sur ce faict
tenir diverses communications avecq les inventeurs susd., apres avoir faict mectre lad. affaire en deliberation de conseil es finances de sad. Majeste, desirant avancher le prouffyt d'icelle et le bien desd. pays de pardeca el aussy gratifier lesd. inventeurs, a ce, quiis puissent jouir da fruyct de lad. invention, a sur icelluy affaire resolu et accorde en la sorte et nianiere que s'ensuyt: Et premiers leur a, au nom et de la part de sa Majeste royalle, consenty et octroye le
privilege par eulx demande, pour le temps et terme de 19 ans prochainement venans, a commencher aujourdhuy, date de cestes, avecq clause d'inhibkion et interdiction a tous aul- tres, de pouvoir contrefaire. imiter ou ensuyvre led. art en fa con , que ce soyt, en faisant du sel de 1'eau de la marine sans adjoinction d'aultre sel; de la quelle adjoinction Fori a use III. 11
|
|||||
82
|
|||||
pardeca jusques a present, et de pouvoir apporter, vendre , distribuer ou exposer a vente
es pays de paj'dega aulcun sel, faict par led. art, imitation ou coutrefacture; sur telles peines et sy grandes , que de droict ou par l'autliorite de sad. Majeste sy pourroyt apposer; et leur en faira depescner Iettres patentes d'octrov et privilege, en tel cas pertinentes. Pourveu, que, en recognoissance dud. privilege, lesd. inventeurs seront tenus payer an
prouffyt de sad. Majeste la quatrieme part de la mesure du sel, que suivant led, privilege sera par eulx faict, au lieu de vingtiesme, quils en ont presente et ce doibs, quils mectront en train leurd. invention, laquelle ils debvront mectre en train dedans Ian dores la date de cestes. Et quant a l'impost sur led. sel, lequel sa Majeste pourra mectre sus, oultre lad. recognoissance, dont lesd. inventeurs ont faict mention par leur requestc, soyt d'ung pat- tart sur le tonneau ou plus, icelluy ne se mectra sus jusques a cc, que ladicte invention sera en train, et lors en sera faict et ordonne avecq communication desd. inventeurs, comme se trouvera convenir nu plus grande prouffyt de sad. Majeste, au bien de ses pays de pardega et a l'advancement de lad. negotiation , laquelle Ion ne chargera davantaige, quelle ne puisse bonnement porter. Et en cas, que, apres l'expiralion dcsd. 19 ans, sad. Majeste desire prendre a soy lad. ne-
gotiation , et que par avant Ion nayt faict aultre accord avecq lesd. inventeurs de la part dr sad. Majeste, icelle lcs aura ou lcursd. hoi res et heretiers pour rccommandes et preferes a tous aultres, sy avant qu'elle veuille mectre lad. negotiation a ferme ou collectation. Le tout neaulmoins a condiction, que lad. invention sovt nouvelle et auparavant non prac-
lique es pays de sad. Majeste, aussy, quelle ne soyt prejudicable en general auxd. pays, ny en parliculier au fond de heritaige d'aulcun , mesiues, quils debvroient accorder desd. heri- taiges, qu'ils vouldront a ce employer, avecq les propiietaires, et au niesiije pris, quils en sevont accordees avecq lesd. propiietaires, sad. Majeste sera contente reprendre lesd. heri- taiges, a l'expiration dud. terme de 19 ans, ensemble les edifices pour.ce construites, et prise de gens, sy entendans, si avant que icelle vueille retenir a soy ladicte negociation. Et au surplus, pour ce que, mectant en oeuvre de pardeca lad. invention, le secret desd.
inventeurs en icelluy endroyt pourroyt apparenlenient estre decouvert et mis en practique ailleurs cs pajs voisins, lesd. inventeurs, pour en ce empescher tous aultres et obvyer a leur dommaige, se pourront accorder avecq les princes voisins, ou y pourroyt estre apparence de faire semblable negociation du sel de la marine, comme dessus, en prejudice de lesd. pays, comme en Engleterre, Escosse, Danemarcque, Suede, Embde et les villes marines d'Oisterlande, ou aultres lieux maritimes, ou leur semblera convenir et plaira mectre en practiqne la susd. invention. A condition que, pour demonstrer, que leur intention est, de faire leur train principal
dud. sel esd. pays de pardeca , ils payeront au prouffyt de sad. Majeste In centiesme de tout Je sel, que eulx inesmes feront esdicts pays, villes et aultres lieulx maritimes. Et sy d'au!- cun prince maritime, communaulte ou ville maritime la, ou lesd. inventeurs inesmes ne voul- sissent exercer ladicte invention, niais pour lenseiguer ou apprendre, ils recenssent(!) qutlque gratuite ou recognoissance, en ce cas ils seront tenus payer au prouffyt de sad. Majeste ledict Centiesme de ce, qu'ils recevront pour icelle gratuyte ou recompense, dont ils feront creuz, et Ion sen refers a leur affirmation et exhibition du compte ou calculaire.tenu esd. lieulx, ou certification en cas de la gratuite susd. Et pardessus ce, que lesd. inventeurs soyent aussy tenus de s'obliger bien et dcuement, quils renvoyeront pardeca mil sel, laict esd. aultres pays, et aussy, qu'ils ne contracteront ny feront contracter, pour faire delivrances dud. sel es pays dessus nommes et autres pays, au prejudice de la negotiation de pardeca. Toutes lesquelles conditions et restrinctioas oat de la part desd, inventeurs este acceptees |
|||||
S3
|
|||||||
en la forme et mnniere, que diet est, soubs promesse sur ce faicte, tant du coste de sad.
Majeste, que desd. inventeurs, que le contract susd, se observe! a et entretiendra inviolable- ment en tous les poincts et articles susd., sans aulcune fraude ou malingnite. Faict a Bruxelles, le 18e. jour de Febr,, l'an 1563. |
|||||||
IX.
REMONSTRANCE, qcb sa MAJESTE faict ablx estats gkkeraulx
DB SES PAJS PARDECA, QUANT A L*AFFAIRE DP SEL.
Que sa Majeste, ayant faict ■visiter plusicurs moyens et concepts advises et mis en avant
par aulcuns esprits inventiffs, pour subvenir aux necessites publiques, ou ses pays se retrou- vent prcsentement, et pour furnir aux despens de la guerre et aultres frais et charges, sans lesquelles l'estat de la republique ne se peult bonnement entretenir, mesmes pour prompte- ment recouvrir l'argent, qu'est l'enthier fondement de la guerre, a la moindre foulle et laesion du pays et des communs subjects d'icelluy; et apres que le tout a ete mis en de- liberation de conseil, a finablement este d'advis, d'entendre a certain moyen et invention, touchant le sel, comme estant le plus facile, convenable et de moindre griefF et charge de la commune, signament attendn, que ceulx, qui misent en avant lesd. moyens, donnoyent a recognoitre, que par ce le sel se mectroit a moindre pris, quil estoit par avant. Ce neaul- moins, sad. Majeste ny riens voullu resoudre, sans preallablement en communicquer aulx estats. Et pour iceulx tant mieulx informer du tout, sad. Majeste Jeur a bien voulu donner a
cognoistre la sourche de cestuy affaire, ascavoir, comment aulcuns natyffs de pays d'ltalie, se monstraus affectiones au service de sa Majeste, considerans la necessity , penure et di- sette, en laquelle se retrouvoyt, pour furnir aux frais et despens de la presente guerre, se- stovent, selon l'esperience, qu'ils avoient de la couduicte de plusieurs pays, royaulmes et provinces ..... d'aulcuns moyens, par lesquels sa Majeste, sans aulcune charge ou foulle de ses pays, peuple et communaulte de pardeca, se pourroyt expliquer d'icelle ne- cessite et penure, et abondamment fournir a ce, que seroyt de besoing, pour soutenir la presente guerre, a la seurete, preservation et deifence comme de sesd. pays. Et desquels, comme donnoyent a cognoistre, il y avoit entre aultres celluy, qui cognoissoit
Paffaire du sel, alendroyt duquel sestans esmerveilles de la maniere usee es pays de pardeca, quant au mesme sel sestans aussy donne garde du desordre, exces et abus de ceulx, qui jusques ores avoyent eu la negotiation du mesme sel, ils avoient trouve party, par lequel, vueillant sa Majeste prendre et reserver a soy la vente et distribution de tout le sel, qui annuellement se consume et revende es pays de pardeca, et la donner a ferme ou ammodiation a aulcuns marchans, que denommcroyent, et ce pour l'espace de 15 ans, ils furnyroyent et payeroyent annuellement au prouffyte de sa Majeste ou de sa royale chambre, la somme de HHC. mille florins, revenans pour ledict terme de 15 ans a la somme de trois millions des— cus , et ils reviendroyent et eschilleroient ledict sel, ung tiers meilleur marche, que il n'a- voit valu par avant es communes annees, si comme que en lieu de quatre livres ou de uu$ livres, que Ion en auroyt donne en Anvers, Bruxelles et ailleurs pour vng patart, ils en donneroyent six livres, et tiendroyent le pays fourny. 11*
|
|||||||
Si
|
|||||||
Doric, ayant sa Majeste depute aulcuns commis, pour enfoncer leurdict offre et intention
plus avant, ont persiste en leur premiere declaration, quant au susd. meilleur marche , le- quel touttefoys disoient entendre, quant aux subjects et non pas estrangiers, lesquelles en- tendoient, que lacbapteioient et payeroient aultant, comme avoit vain a temps de ladicte remonstrance, offre et presentation, que fut environ Noel dernier 1557, par ou attendu la distinction ou diversification du pris entre les subjects et estrangiers, ils entendoyent, que ne sevoit loysible a d'aulcun subject de pardcca, de revendre le sel btancq, signament aux estrangiers, mais seulement auxd. marcbans ou fermiers, ou leurs agens et facteurs, et que a cet effect, ils tiendroyeut leurs estaples non seulement es lieulx accoustumes, comme de Hollande et Se- lande et aillcurs, ou que Ion cuyt et raffine le sel, mais aussy en toutes aultres villes de Brabant, Flandres, Flaynault et Artbois, ou que Ion est accoustutne de revendre et escheller le mesme sel. Et quils prendrojent a eulx toutes les salines, et entreprendroyent eulx mesmes le faict de bouillir et afliner le sel, mectans en oeuvre les ouvriers, hommes et femmes, accoustu- mes esdicts salines, avecq plusieurs aultres particularites declairees allors pardevant lesdicts commis, comme entre aultres d'aller querir out faire venir eulx mesmes le gros sel de tels lieulx et pajs, que bon leur sembleroyt, ou, le laissant amesner a d'aultres, leur payer telle (allaire, comme seroyt diet et arbitre par sa Majeste ou ses commis, et aultres cbuses sern- blables, concernantes ledict affaire du sel. Que sa Majeste ayant entendu ceste ouverture, voyant la concerner la negociacion du sel,
les salines et boulleries, la navigation, les pecheries et aultres affaires et negoces, traicles es pajs d'Hollande et Selande, ait este d'advis, remecter et envoyer le tout au feu Marquis de la Verc. comme de son vivant gouverneur et lieutenant des mesmes pays, afin d'enfoncer plusavant les mis en avant desd. remonstrances, et s'iuformer pareillemeut sur l'interest et prejudice de ceulx, qui vraysemblablement en pourroyent estre interesses, tant desd. pays et villes d'iceulx en general, comme d'ung cbacun en particulier; et que icelluy Marquis, nprcs avoir entendu le tout, s'etant infonne sur led. interest et prejudice, ait trouve ce mis en avant selon le pied, que avoient prins et donne a cognoistre iceulx Remonstrans, n'estre aulcunement practicable, important, coiiunc sembloyt, trop d'iuterest et prejudice, tant en general que particulier, au regard desd. pays d'Hollande et Selande et aultres, ou Ion faict le train uudict sel, si comme que Ion faisoit la revente du sel blancq au pois ou livre, se- lon lequel se sembloyt fonder le meilleur marcbe, et que la mesme revente seroyt des mar- cbans ou fermiers, tant seullement, et que a cest effect ils tiendroyent leurs estaples en tou- tes les villes closes des pays de pardcca, ot quils entreprendroyent le faict Je rebouilleurs au ftJEneurs, les deboutans ainsy de leur train et gaignage accoustumee, et que eulx seuls feroient la revente, privans aussy de leur train tant les revendeurs, qui sont accoustumes de reven- dre sel, comme les navires, qui le vout querir en Hollande et Selande et ailleurs, ou que Ton le cuvt ou raffine, pour lamesner apres es lieulx, ou Ion le revend ou echelle. Item, quils ferovent eulx mesmes amesner le gros sel, cbose ... trop prejudiciable a la navigation et train de marcbandise. Et que, ce leur estant remonstre, ont este contents de continuer la negociation sur ung
aultre pied, par lequel en effect Ion delaisserait a ung chacun son train et stil accoustume, comme aulx navires et voicturiers, tant grandes que petites, laller querir et l'amesner tant du gros que blancq sel. Item, aulx revendeurs la revente du sel blancq, pour le revendre en gros ou par le menu
ou detaille, et ce, tant aux estrangiers que subjects l'avoir achette unefoys desd. marcbans ou fermiers aulx lieux des estaples accoustumes, comme de Brabant, Flandres, Hollande et Selande, ou Ion cuyt le sel et affine. |
|||||||
■
|
|||||||
m
|
|||||||
86
|
|||||
Done ny restant aultrc, si non ce, que concernoyt lesd. rebouilleurs on affineurs, pour
Recorder avecq eulx du pris du mesme rebouiller on affiner, et ce que en dependoyt, et en- tant, que, allant le party avaut, ils debvroyent rebouiller on rafBner le mesme sel au prouf- f'yt desd. marchans on ferrniers, les recompenser du dommaige et interest, quils pourroyent pretend re, d'abandonner leur train accoustumee de la negociation du sel, tant en achapt (|ue vente, a finablement, apres plusieurs assemblees et communicalions, tenues avecq iceulx •flineurs de la part et par moyens d'aulcuns commis de sa Majeste, este faict et dresse avecq eulx vng traicte ou capitulation tant sur led. pris, comme aussy sur la recompense du dom- tnaige et interest, que pourroyent pretendre a la cause que dessus, et ce soubs le bon plaisir et aggreation de sad. Majeste. Par ou, que, estant l'intention de sa Majeste, de ne prejudicier a aultruy, quelque ne-
cessite que le pressa, ne en general, ne en particulier, ou estant prejudicie le recompenser, sestans ses commis donne garde de l'empeschement, prejudice ou interest, que par led. mis en avant ou innovation des cboses, pourroyt estre infere a la pescherye, cbose de tres grand moment et importance pour lesd. pays de Hollande et Selande, y ait este prins tel respect et est advise tel moyen, que vraisemblablement passant oultre au contract, que entendoyent iceulx remonstrans, led. train de pescherye n'en seroyt aulcunement recule ou empesche, mais aussy grandement avancbe et soulage. Tellement, que, le tout considere, n'y restant aultre chose, que d'achever avecq lesd.
marchans ou fermiers, ou ceulx, qui auroyent mis en avant lad. party, quant au pris, que leur seroyt prefige de la revente dud. sel, lequel demandoyent estre mis aultant plus hault, a cause, que, comme disoyent, par les changemens et innovations, faictes de leur pre- mier offre, la negotiation estoyt grandement empiree, et venoyt a deceder beaucoup a leur concu gaignage, declinans aussy en efiect du premier offre, qu'ils avoyent faict de meilleur marclie; la majeste a differe, de prendre aulcnne resolution en ceste maliere, non seulement, quant a ce, que concernoyt iceulx marchans, mais aussy en ce que aultrement pourroyt dispo- ser dudict sel, jusques a ce que auroyt adverty lesd. estals de ladicte negotiation, pour scavoir et entendre d'eulx, s'il y auroyt aultre moyen, de subvenir a la presente neces- site a moindre foulle, charge et interest de la republique et communaufte, leur ayant par ce bien voulu. douner a rccognoistre, n'avoir en ceste maliere aultre object ne cbose, a laquelle elle preferoit si non la conservation, bien, repos et tranquillite desd. pays, afin de les pouvoir soustenir en ceste extreme necessite avecq la moindre foulle et charge d'eulx et de tous bons subjects, que faire se peult. Sy avant, que non obstant, que sa Majeste ayt este presse grandement, de la part desd.
marchans , pour leur accorder lad. ferine ou admodiation, et quelle eust aussy bien grande- ment besoing d'argent, pour furnir aux apprests et appareils de la presente guerre; tel- lement, que lad. offre et furnissement des deniers ne luy fut venu, que tres a poinct. Sy est ce touttefois, que, ayant sa majeste faict enfoncer le secret de ceste negociation,
et iaict calculer la mise et despence, a quoy revenoyt le sel blancq, ayant trouve le pris, que l'avojent demande, estre mis a la revente excessiff, que apparentement causeroyt ren- cnerissement du sel, a la charge et foulle de la commune, ayant besoing d'icelluy sel, et ne s'en pouvant aulcunement passer, luy estant en tant suspect led. offre et mis en avant d'iceulx marchans, affectans, comme sembloyt, trop grand gaignage, n'en ay voulu passer oultre avecq eulx d'aulcune chose, ne de contract ne d'aultre, que premierement n'eust communique et propose le tout aulx estats, pour assentir et entendre deulx, sy par aultrc boult ou moyen se pourroyt encheminer l'aide et secours ou renfort des finances, que sa Majeste en ceste necessite vouldroyt tirer de ceste espece du sel, comme Ton sca\t de |
|||||
8G
|
|||||
toute ancliiennetc plus subjecte et appropriee aux ordonnances et despositions des princes
on republiques, que nulle aultre sorte ou especc, dont J a aulcun commerce; si comma sa Majeste reserva a soy la revente et distribution dudict scl et la bailla en ferme ou admo- diation par voye de licitation et a plus offrant, ou que la fist aduiinistrer par auleutis agens, facteurs ou procureurs, a ce, que le prouffiyt, que en pourrojent tirer fermiers ou conducteurs, le donnant a ferme on admodiation, demeura a sa Majeste, pour par ce bout avoir tant moins d'occasion d'aultre nouvelle ou ulterieure charge, ou que fust sur lad. espece de sel introduict et mis sus pour droict et impost, la somme de 50 florins pour chacun cent, et ce au support dcsd. charges, ou aultant plus ou moins, que Ion trouvera icelles charges requerir, par moyen du quel semble, que ne seroyt de besoing d'innover aulcune chose, ne donner cause d'aulcun divertissement au alteration a personne, demeu- rant vng chacun en sa premiere liberte , stil et train accoustume. En quoy sa Majeste a ceste confidence auxd. estats, quils feront tout leur effort non
seulement, de la bien adviser, de ce, que leur semblera le plus convenable et de plus fa- cile conduycte et direction en ceste matiere, mais ausy d'y prester toute ayde, faveur et as- sistance, a bien imprimer ceulx, avccq lesquels le leur fauldra communicquer, afin de le pouvoir guyder et conduyre a bon effect, soyt par l'une voye ou l'aultre, celle, que Ion trouvera mieulx convenir, dont le l'une ne Paultre leur debvroyt sembler estrainge, veu les grandes et extremes necessites, ou les pays presentement se retrouvent, pour soustenement desquelles en rejectans moyens, fauldroyt prendre le refuge a d'aultres de beaucoup plus grand griefl' et charge, desquels, comme diet est, elle les desire soulaiger, en tant, que aulcunement faire se peult, d'aultant plus, que sa Majeste nentend mectre en practique aulcun moyen, soyt celuy de la reserve ou de l'impost, a aulcun prejudice, charge ou de- triment de la republique, en mectant en avant chose, qui fut prejudiciable a la navigation, train ou cours de la marchandise ou aultres affaires ou negoces, par lesquels se maiuticn- nent les pays, villcs, peuples et communaultes d'icelles, ains de laisser le tout en sa pre- miere et pristine liberte, sans donner occasion d'aulcun divertissement ou alteration desd. af- faires et negoces, en tant, que aulcunement faire se peult. Et comme quant a la reserve, en cas, que la resolution se y a donna, sa Majeste
nentend prendre a soy la negociation ou distribution dudict sel, fust, pour la donner en ferine, ou la faire administrer par aulcuns procureurs, agens ou commis, en usurpant aul- cune chose sur les navieures (!), ceulx qui sont accoustumes aller querir le gros ou blancq sel, ne aussy les revendeurs, qui sont accoustumes revendre le sel, soyt en gros ou par le me- nu, ains, que ung chacun demeure en son vieulx stil et train accoustume, es mesmes termes, qui sont declaircs cy devant a Pendroict de la negotiation entrevenue avecq lesd. marchans ou leurs agens, ayans demande lad. ferme et y faict loffre cy dessus dcclaire. Et comme insistans au mesme pied a lendroict des rebouilleurs ou affineurs du sel, entend
aussy, au mesme cas, ensuyvre le traicte ou capitulation de la part et soubs le bon plaisir d'elle dressee avecq eulx, au moins en taut, que concerne le pris, rebouillissement ou affine- ment d'icelluy sel, les salaires, compelement de leur paine, travaulx, frais et despens, que leur y convient faire, et pareillement aussy leur faire recompense condigne et raisonna- ble du domaige et interest, que pourraient pretendre a cause, que ne leur seroyt possible de vendre le sel a leur proufiyt, et par ainsy debvroyent abandonner leur train accoustumee, scavoir a la negociation dud. sel, es mesmes termes, que ait este declaire cy devant, a Pendroict de ce, que ayt este ncgocie avecq lesd. marchans. Par ou semble, que, prenant icelle voye, nulle n'avroit raison de se plaindre, n'estant en aulcune chose prejudicie ou interesse, ou y pouvant pretendre aulcun prejudice ou interest, en estant bien et deuement et de sou |
|||||
87
|
|||||
grc propre satisfaict et recompense, ny entrevenant aussy changcment cm innovation de
chose aulcune, si non que en vertu dudict traite ou capitulation, sa Majeste sur ce.....
au droict desd. rebouilleurs ou affineurs, tenement, que, comme vers iceuls jusques ores a
este la revente et negociation dud. sel, elle seroyt maiuten. vers sa Majeste, comme en ayant acquis le droict par la cession et remuneration des mesmes rebouilleurs ou affineurs, et comme jusques ores ils ont rebouilly et affine le sel a leur prouffyt propre par la distribu- tion et reveute, qu'ils en ont eu, ils le feroyent mainten. au prouffyt de sa Majeste, comme sestans de leur gre et consentement obliges en son service, et avans aussy mis en son pou- voir, tant les salines, cest a scavoir, quant a l'usage, comme de sel que Ion y feroyt, pour eu disposer, comme de chose propre et appartenant a luy, signament veuillant accepter led. traicte, il y a de leur part arreste et accorde, a raison duquel Ion ne le pourroyt inculper ne aussy redarguer d'aulcune usurpation, que selon le droict Ion pourroyt dire injuste et indeue, ainsy, que selon la regie commune, a icelluy, qui scait et consente,lon ne fayt tort ne injustice. Et si est ce, que, cessant led. traicte, sa Majeste se pourroyt ayder d'aultres moyens importans le mesme effect, signamment en ceste espece tie sel, et ce es mesmes termes, que le droict le permect et luy pourroyent suffrager les exemp'cs de tant d'aul- tre villes et republiques, et d'aukant plus, estant et procedant le gros sel, qui s'alfine de pnrdeca, pour la pluspart des pays et royaulmes d'Espagne, subjects a sa Majeste, et pour aultant de la que deca plus subject a ses constitutions et ordonnances. Mais comme nest l'intention de sa Majeste d'enclieminer ceste affaire pour aulcune aigreur,
ne aussy user en lung ou lautre moyen d'aulcune extremite de puissance , nest de besoing d'insister a faire plus ample deduction ne remonstrance, combien avant quelle se puisse extendre, mais de regardcr tant seulement combien ceste republique des pays de pardeca aye affaire d'estre secourrue, pour ne laisser perdre et ruyner enthierement, affin de se renger au moyen, que semblera le plus convenable a icelluy effect, et adapter et proportioner remede a l'exigence du mal, en quelle se retrouve. Et ores que au regard de ce bien cheroyt en consideration, combien un prince souverain,
presse de telle necessite, comme s'offre presentement, pourroyt pretendre en semblable espece comme de sel, touttefoys nest besoing icy en tenir plus loing propos, pour aultant, que sa Majeste nest resolue et delerniinee de attribuer ou approprier en ceste part aulcune chose, »ins de mectre et conferer le tout au bien , utilite et benefice de la republique, tant pour la necessaire deffence, tuition et preservation d'icelluy comme aussy le souslen. des necessites publiques, que leur ont este declaires par la derniere proposition. A. rayson de quoy, ne leur debvroyt ce moyen de reserve estre suspect d'aulcune indeue
praclicque ou machination, comme Ion entendroyt de faire haulcer excessivement le piis du sel, a aulcune change, foulle ou destriment de peuple et communaulte, pour en tirer aultant plus de prouffyt, a cause, que par le contenu de la dicte proposition, signamment en Tar- tide concernant le sel, leur debvroyt estre exime tant scrupule, et venir a cesser ceste impression, par ce que sa Majeste leur promect en cas, qu'ils veuilleut la levee et recepte du mesme sel, oultre ce, que estant ce moyen destine, comme diet est, au bien et conser- vation de la republicque et communaulte, y ny gist telle ou semblable imagination de le vouloir detorquer ou convertir a la fin contraire, et sy ne debvroyt elle avoir lieu, que sa Majeste, de laquelle ils ont par tant de foys cogneu le bon zele, quelle a toujours eu, a les sublever et soulaiger en tout ce, que luy ait este possible, de tant moins, que les vouldroyt maintenant en tant d'aultres charges laisser charger, ou fouller oultre ce, que la necessite porte, se pouvans en tant assurer, que passant oultre avecq ce moyen, sa Majeste entend de tellement regler et moderer le pris de la revente dud. sel, et y mectre sy bon ordre et |
|||||
88
|
|||||
police, qu'ils ne Se appercevront d'aulcun haulcement on rencherissement dud. sel, du
moins tel, dont avecq raison ils se pourroyent resenlir ou plaindre, mesmes au regard du pris, qu'ils ont achepte par cy devant en l'achettant. Encoires lesd. raffincurs, lesqnels sestans seulx entremcsles de ceste negotiation, ont troirve moven de tenir la provision du sel sy restraincte, que la revente est toujours deraeure a hault pris, non obstant l'abondance , que le temps a parfois donne dudict sel, tenement, que quant ores a l'occasion de ceste reserve, ou de ce, que par moyen d'icelle viendroyt prouflyter sa Majeste, led. sel se vint aulcunement haulcer ou rencberir au pris, ils n'en debvroyent prendre aulcun resentiment ou alteration, non plus qu'ils ont faict du pris, ayans eu cours au temps passe, estant la revente ou distribution du sel es mains desd. affineurs, mais s'en contenter d aultant mieulx, cotisiderans ce, en quoy s'employeroyt le prouffyt, que en reviendroyt a sa Majeste. Et comme de semblable tombaot la resolution sur aultre moyen, que est de . . . impost
a mectre, comme diet est, sur led. sel; sa Majeste n'entendroyt aulcunement userdu mesme impost, en le mectant sy raisonabfe et modere et ... proportion cy devant, en donnant aussy sy bon ordre a la distribution et revente, que Ion ne auroyt a craindre aulcun des- ordre, ne aussy aulcun notable haulcement ou rencherissement du pris du sel, au moins au regard de la derniere vente ou achapte, par lequel vug chacun du peuple ou communauhe se pourveoit de ce, dont a de besoing ou pour son usaige, ains que le tout demeureroyt ou ■\ieulx cours et pris ordinaire, au plus pres que faire se pourroyt, tellement, que y entrcve- riaut aulcun cbangement, le mesme seroyt de sy peu, que nul n'en debvroyt prendre fondement d'aulcune opposition ou contradiction, ne aussy en estre mal imprime, conside- rant ce, a quoy Ion entend employer, ne redondant par ce a aulcune charge ou fbulle du peuple ou subjects, ains au bien , repos, seurete et tranquillite d'iceulx et de tout le pays. Par ou estant ceste necessite publicque telle, que ung chacun doibve mectre la main pour la secourir, sa Majeste a ceste confience en eulx , qu'ils ny seront moins prompts ne vo- luntaires, que icelle, ains que selon Pobligation et respect, qu'ils doibvent avoyr a leur pre— }ire salut, et celle de leur patrye, y ayant sa Majeste mis tout ce que luy a este possible
un ce, qu'ils ont entendu de ses aultres pays, royanlmes et provinces charge son deniable jusques au boult, ils ne defauldront aulcunement de leur coste signament estaus en ceste extreme necessite les choses reduictes en tel termes, que Ion puisse esperer avecq layde de ])ieu pouvoir une foys donner fin a tant de maulx , catamites et danger, desquels se tronve longuement affligee ceste masse des pays, sesvertuans en tant par tous moyens possibles et excogitables, pour ne deffaillir a la societe , que sa Majeste desire avoir avecq eulx en ceste occurence du temps present, a ce que par main commune et d'une vray mutuelle et reciproque intelligence soyt porte non seulement l'insuportable faix de ceste presente guerre, mais aussj a tant d'aultres extremes necessites , que leur sont este declaires, adhibe le remede a sy bon fin, comme au sousienement de ceste republicque, la tuition et deffence de ces pays et pre- servation generale desd. estats et de tous aultres bons subjects Ion trouvera convenir. A. quoy, sa Majeste, pour conclure, ne reqniert auxd. estats d'aultre, comme elle laict bien
aftectueusement, si non, que a leur piochain rethour avecq la responce sur les aultres poinctj de la proposition, ils vueillent rapporter semblablement leui-s advys du moyen et expedient, que leur semblera le plus convenable, pour encheminer et conduyre cest affaire, conforme a lad. proposition, affin, que sa Majeste, avant que la necessite viengne surprendre davan- taige, quelle puisse prendre quelque bonne resolution et touttes longeurs et difficultes for- closes .... (si ainsy sera trouve convenir) de jouir Peffect, quelle desire a si bonne et lou- able fin , que dessus il a este au long declairee. |
|||||
89
|
|||||
X.
CONCEPT PRINS pour accorder atecq les AFFINEURS de SEL
DE CES PAYS BAS, ET SE POCRRONT (!) FAIRE EN IES MANIERES,
QUE SENSOTVENT. Premiers, que les marchans livront auxd. affineurs le gros sel la moictye d'Espagne et de
Portugal et l'aultre de Bruaige, si bon leur semble, et ce pour le pris de 16 L. gros le cent lung parmy l'aultre. Lequel sel ils pourront bouillir et affiner, en rendant le sel blancq aux marcbans ou aux
commis de sa Majeste pour 20 liv. gros pour le cent, et sera auxd. affineurs et a leur prouf- fyt la supremesure, quils bouilliront ou rostiront davantage que cent de cent. Par ainsy proufiteront lesd. affineurs sur cbacun cent de sel 4 livres de gros et lad. su-
premesure , sur quoy lesd. affineurs seront tenus d'avoir leurs salines payelles et tous aultres utensiles, quon a besoing pour cuyre ou bouillir led. sel., ensemble serviteurs et servantes a tout ce quil en depend, a leurs despens, et sans les despens desd. marchans ou deputes de sa Majeste. Aussy seront lesd. affineurs tenus ..... querir led. gros sel a Armuyde ou
aultre part en Selande, ou il sera a leur despens, aussy le faire mectre dedans lesd. salines
sans despence quelconque desd. marchans ou de sa Majeste, pourveu, que par sad. Majeste soyt mis ordre sur les marronniers el aultres ouvriers, que lesd. affineurs soyent toujours ser- vys a ung pris raisonable, comme sa Majeste ordonnera. Et quant led. sel sera affine blancq et mis en sa place, quon nomme vulgairement le....., que lesd. marchans ou commis
seront tenus recepvoir led. sel en dedans trois sepmaines ou plustost, y ayant vng cent et
demy du diet sel sur led......, et payeront lesd. affineurs les despens de mesurer, rom-
pre, mectre dedans le sacq, et de la en avant seront tous les despens, qui suiverout, aux
despens desd. marchans. Item, sil advenoyt par secheresse de temps ou aultrement, que les tourbes ne pourroient
flotter ne venir, parcequon les amesne par petites eaulx croissantes et decroissantes selon le temps secq. ou trop de pluye, que chacun porteroyt son interest et dommaige, tant les marchans que lesd. affineurs, et quadvient aulcunefoys de telle sorte, que ce, quils achap- tent ce temps pour TH L. gros, quil fauldroient bieu bailler la meictye d'avantage et plus, que vient a considerer. Aussy, que, si ladvenoyt, que par fortune de feu ou inondation et haulx flux d'eau
perissoyent avecq le sel, y estant dedans enthierement ou en partye, que chacun portera son interest, les marchans de leur sel, et lesd. affineurs de leurs salines, tourbes et aultres utensiles; et aussy que se trouve aulcune foys, que le sel, tant de Portugal, d'Espagne que de Brouaige venant d'ung pays et lung cent beaucoup meilleur que l'aultre, que lesd. mar- chans seroyent tenus de repartir egalement led. gros sel de chacune desd. contrees, que sera possible de faire auxd. affineurs. Et a considerer, que le sel de Portugal nest si bien convenable a faire rostir que le sel
d'Espagne, et fauldroyt, que lesd. marchans fussent toujours furnis de gros sel pour entrete- nir lesd. salines en ouvrage, qu'ils pourront bouillir et cuyre depuis Pasques jusques a S. Martyn; il semble, soubs correction, quant au poinct de distribuer le sel, que les af- fineurs entre eulx mesmes, auroyent de'leurs gens, comme ils ont presentement, quon nomme doyens, qu'avroyent la charge de la dicte distribution. UI. 12
|
|||||
'10
|
|||||
OFFRKS FAFCTES , DE PAR LES MARCHANS APPAITATEURS DC SEL
A SA MAJESTE. Us ont offert et offrent de nouveau furnir les pays de sa Majeste tie sel l'espace de xt
annees ensuyvant. Et comme en temps de lad. off're on vendoyt la mesure, contenante livres iv et demye de
sel, \ng pattart, ils offrent en douner VI L. pour le mesme pris. lis offroyent aussy payer pour le droict de sa Majeste les XV annees durantes ITC. mille
florins par an, le terme desd. XV annees; a condition, touttefois, que sa Majeste, consen- teroyt auxd. marchans, appeltateurs, que personne ne pourroyt vendre ny achetter sel, si non eulx ou leurs commis ce terme de xv ans durans. Et sont contens lesd. marchans appeltateurs, que les mesmes afEneurs du sel, quont affiae
jusques au present, affineront les XV annees durantes, en leur baillant le gros sel pour affiner, payans aussy tous despens de travailleurs, tourbes et aultres quelconques necessaires pour led. rafiinement et oultre six florins pour chacun cent au prouflyt des affinems. |
|||||
DE
UTRECHTSCHE CAPITTELS.
——*»_—
illf 9AM.
|
||||||
BEWYS van aixe GEREGHTICHEDEN, PRA.EEMINENTIEN, JURISDIC-
TIEN eic. inde Phosdte S. JANS, met de BEWIJSSTUKKEN. lladien dat de Con. Majest. heeft belieft, by sententie interlocutoire in zynen secreten
raede, den xxnr. in Decembri xv. ixn ghegeven, (volgende hetghene dat die Coninghinne van Hongrien, hoogher memorien, in't jaer xvc. xivi ghedelibereert badde) t'ordineeren dat voir u lieden, eerweerdighe ende mogende heeren, ende in u lieden banden zouden gedient wezen, zoo wel die stucken die in de zaeke, hangende inden secreten raede, tusschen die proost van Sint Jans kerke t'Utrecht (nopende eenen Melchior Willemsz., die de procureur generael gevangen houdt) suppleant ter eender zyde, ende de voorsz. procureur generael aldaer ter andere, zyn overghegheven, als andere die de voirsz. partyen daerenboven noch zullen willen dienen ende overgheven, opdat al 'tghene, dat die parthyen hinc inde zul- Ien willen overleggen, ter justificatie van hunnen gepretendeerde rechten, jurisdictien, boocbeyden ende preeminentien zoude moghen by uwer eerweerdicheyden gesien ende gevi- siteert werden, ende endelick gedeflnieert wezen die differenten, die hier voortyts dickwils tusschen die voirsz. partyen verresen zyn, om dieselve sententie ende ordinantie te voldoene, zoo doet beer Bucho van Montzima, jegenwoordich proost van Sint Jans kercke t'Utrecht, oidtmoedich vertooch van die hoocheyden, preeminentien, prerogativen , auctoriteyten, ju- risdiciien ende rechten derselver proostien, die welcke gebruyckt, gheuseert ende onder- bouden zyn geweest byden proosten van derselver proostien ende hueren officieren inder tyt geweest zynde, geleden c. nc. mc. jaeren ende veel meer tyts, soo 't hiernaer breder ver- claert zal worden, supplicerende als in d'eynde van desen. 1. In den eersten, zoe doet te noterene, dat die voirsz. proostie in haer comprehendeert
deze heerlicheden ende plaetsen, als: Midrecht, Wilenis, Achtienhoven, Cudelstert, Tamen ende Zevenhoven, ende suclx werden dieselve heerlicheden ende plaetzen genaempt die proostie van Sint Jans tot Uytreckt, soo hier naer insgelycx breeder sal vertoocht werden. 2. Om dan ab exordio te bewysene, hoe die voirsz. proostie ten voirsz. hoocheden, pre-
eminentien , prerogativen, jurisdictien, rechten ende possessien geraect is, soe bevindt men , dat wylen Olto, als Coninck van Roomen , gegunt ende gegeven heeft Balderico, doen bis— scop van Utrecht, die hoocheyt van te mogen munte slaen, verbiedende eenen yegelyck van eeniger auctoriteyt, 't selve te mogen beletten , noch eenigen tol oft anderen last daervan te 12*
|
||||||
92
|
|||||
nemene, maer wes daervan geheven oft gelicht soude mogen werden, 'tselve heeft hy Co-
ninck Otto gansselyck ende geheelyck den voirsz. bisscop met voider macht overgelateu, breeder blyckende by synen brieven, gesegelt ende met synen handteyken geconfirmeert in date des jaers ons Heeren ixc. xxxvi, by copie alhier getoocht, beginnende in nomine Dni Jesu Chrisli, etc. 3. Daer naer dezelve Coninck Otto, willende den voirsz. bisscop Balderico noch meer
begunstighen, beeft al 't gene dat by synen voirsaten der kercke van Utrecht verleent hadde geweest, ofte oock van yenianden anders, als onder auderen het thienste dcel van alien den regalien, soe wel van der munten als den tollen, die men inden bisdommen van Utrecht lichtende was, mitsgaders vanden tributen, genaempt cogschult, ende oick dat men tot Duyrstadt, nu genaempt IVyck, ende generalyck in alien plaetsen, totter zee toe, ende oock in den eylanden daeromtrent, dat men den Keyzer oft den Coninghen van Roomen plach te geven , volgen soude den bisscop van Utrecht indcr tyt wezende, verbiedende 't zelve eenich- sins le stoorne, maer 'tselve inder eeuwicheyt sulcx te gedoogen, als breder blycken mach by deszelfs Conincx Otto brieven , liesegelt ende met synen ringhe geteeckent, in date des jaers onzes Heeren ixc. ende xlix , daervan hier oic copie gecxhibeert wordt. 4. Deselve Coninck Otto, Keyser van Roomen geworden zynde, heeft aides voorsz. is,
vernyeuwt, verleent ende geconfirmeert, merckelyck die hoocheyt, auctoriteyt ende regale van munte te slaene, breeder blyckende by synen brieven, in date des jaers ons Heeren IXC. LXXV, hier oock by copie overgeleyt. 5. Ende in't selve jaer van ix°. lxxv, zoe heeft deze voersz. Keyzer Otto den voirsz. bis-
scop Balderico ende der kercken van Utrecht verleent, al 't gene dat hy hadde van hooche- den inder stede van Amuda, mitsgaders den tol aldaer liggende, voirts die visscherien in Almere, ende alle het recht ten beyden zyden vande rivier, genaempt de Vecht, soe van landt, bosschen, wateringen , waterloopen , staande wateren , vyvers ende andersins , dat den voorsz. Keyzer Otto, als regal toebenoort hadde, als breder blycken mach by copie vande brieven daervan zynde, in date anno LXXV voirseit, idus ym Juny, mitsgaders by een copie van een andere brieve van derselver date. 6. Alsoe die voirsz. rechten , preeminentien, faculteyten, hoocheden en jurisdictien der
voirsz. kercken ende bisdom van Utrecht gegont ende verleent als voren, heeft die Keyser, Henricus die Tweede. regierende omtrent den jaere ons Heeren duysent ende vyftich, ten tyde vanden bisschop Willem van Utrecht geconfirmeert, ende oic, voir alsoe veel als't noot is, gegont ende verleent. 7. Nacr dezen, te wetene inden jaere ons Heeren duyzent ende LXXXV, wezende doen tot
Utrecht bisscop Coenraet, doende deselve bisscop een zekere permutatie met Ancelmo, proost van St.Jans voirsz., in dier tyt, naerdien dezelve proost den voirsz. bisscop Coenraet opgedragen ende gctransporteert hadde sekeren thol in d'uytsluysen, mitsgaders zekere andere goeden ende boschagen , gelegen in Wambeke. 8. Soo heeft dieselve bisscop Conraet, daer voren ende in recompensie, sekere kerke,
gelegen in Fernake, met haeren toebehooren, mitsgaders zeker mourlant in Everkestoope, alsoe 'tselve gelegen was, met oic een seker quartier, genaempt die XL hoeven, nu geheeten Wilnis ende het landt van Mydrecht gelegen in zekere bepalinghe met sulcke conditien, ende besproken, dat zoo wanneer die voorsz. landen, doen ter tyt mourlanden zynde ende onbewoont, geraecten bewoont te werdene, die thienden alien rechten ende justicien van dien, soe wel geestelick als weerlick, soude alleenlicken toebehooren de voorsz. proostie van St. Jans ende nyet anders, als breder blycken mach by d'inhouden van derselver ghiften Conradi, bescghclt by den voirsz. bisscop Conraet, in tegenwoordicheyt van veelderhande personagien, |
|||||
93
|
|||||||||
toe geestlick als weerlick, inden voirsz. jaere duyzent lxxxv geinsereert in sekere confirmatio
van Guydo oic bisscop van Utrecht, hiernaer te mentionerene. 9. Daer by dat blyct, alle hoocheden, preiiminentien, prerogativen, jurisdictien ende
andere rechten, soo wel gheestelicke als weerlicke by den voirsz. bisscop vercregen, als vo- ren gededuceert staet, getransfereert, overgedragen ende gegeven te zyne by den voorsz. bis- scop van Utrecht, inder proostien oft den proost van Sint Jans, die daervan oic geuseert, gepossesseert ende gebruyct hebben, oyt sedert dier tyt by hem selven, ende hueren offi- cieren, sonder eenich belet ofte conditie, qui usus est optimus interpres diclorum tilu- hrum. 10. Ende soe wanneer yemant hem vervoirdert heeft, den proosten van Sint Jan*
eenich binder, turbel ofte molestatie daer inne te doene, zoe zyn zylieden hem daer jegens voirzien by justitie ende andere behoirlycke middelen, soe insgelycx hiernaer breder ver- claert, ende met goeden bewyse betoocht zal worden. 11. Men bevindt noch, dat sekeren tyt, naer dat voorsz. staet gesciet is, Keyzer Fre-
dericus, d'eerste van dien naeme, ingselycx geconfirmeert heeft gehad, alle die voorsz. ghif- ten by synen voirsaten gedaen, ende merckelick by den voorsz, Keyzer Otto die Tweede, deselve by hem Frederico, oic geconcedeert ende verleent, breder blyckende by sine brie- ven, in uato vanden jaere ons Heeren XV.Lxxr, daerby oic te meer gevesticht is, die voirsz. ghifte van Gonradus, bisscop, den voirsz. AnceJme, proost van Sint Jans, gedaen. 12. Van gclycke Keyzer Sigismundus wel geinformeert zynde, van alien den voorsz.
hoocheden, auctoriteyten, preemincntien, prerogativen, jurisdictien ende andere rechten, der voirsz. kercke van Utrecht met de possessie van dien, heeft bisscop Frederic van Blanc- kenhem, doen ter tyt presideerende tot Utrecht, voirsz. daerinne geinvesteert, ende verleent deselve approberende, lauderende ende ratificerende, dat meer is, ende het welcken sonderlinge te noteeren staet, deselve rechten, noemende onder anderen regalia, als breeder vermelden syne opene brieven, gegont ende gegeven tot Nymegen, bisdom van Cuelen , in den jaere ons Heeren XIUT. XVI, xvil. dach Novembris, 13. Nyet te min 't es gebeurt, dat de grave Wilhelm van Hollandt, ende Coninck van
Roomen, tvvistich geworden zynde jegens den proost ende capitle van Sint Jans t'Utrecht voirsz., aengaende der possessien ende rechten vanden landen, jurisdictien ende thienden in Ovendrecht, Gudelstert ende Westvene, mitsgaders in andere plaetsen, daeromtrent ge- legen zynde, in effect die proostie van St. Jans voirsz., die voirsz. partien huerlieder ge- schillen deur tusschenspreken van eenige personnagen, gestelt ende gecompromitteert heb- ben , in't zeggen ende verclaeren van heer Willem, doen ter tyt abt van St. Truyen, naer inhout der brieven van requisitien ende submissie, zoe wel vande voirsz. Coninck Wilhelm als den proost van St. Jans voorsz., als ooek vanden cardinaal Hughe, mediateur tuscben denselven partien. 14. Ende uyterlycke, soe heeft die voorsz. abt Wilhelm van Sint Truyen die voorsz.
saecke, naer rype ondertastinghe ende inquisitie terminerende, verklaert, gevonden te heb- bene die possessie ende '"t recht vande voorsz. jurisdictien ende thienden der voorsz. plaetzen, ende van andere daer omtrent gelegen, den voirsz. proest ende capittule van Sint Jans te competeeren in vollen rechte, ende dat zylieden, ende huere voirsaten van soe seer lan- gen ende oude tyden, daer van geweest zyn in paisible possessie, dat gheen memorie ter contrarien en was, hoewel nochtans eenige baillouwen van Hollandt, begeerende te exten- deeren die limiten van hueren heeren, gepoocht gehadt hadden eenige plaetzen inde voorsz. |
|||||||||
roostie te invaderen ende occuperen, nochtans ondeuchdelyck ende onrechtveerdelyck tot
|
|||||||||
uerder-ende huerder heeren groote onsalicheyt ende pericle, daeromme die voorsz. posses-
|
|||||||||
Oi
|
|||||
sie ende recht vande voorsz. jurisdictien over alien den voirsz. plaetzen vander proostien,
den voirsz. proost adjudiceercnde, breeder blyckende byder sententie arbitrale, des voirsz. lieeren abts van Sint Truyen , in date duyzent IF. lxiiii, den v. February, al gebeurt by vville, weten ende consente des bisscops van Utrecht, doen inder tyt wezende. 15. Van gelycke alsoe inden jaere xmc. nil questie gevallen was, tusschen den eerweerdi-
gen vader in Christo, heere Guydo van Hennegouwe, bisscop van Utrecht, ter eendre, ende den proost van Sint Jans voorsz. ter andere zyden, op ende aengaende die hooghe jurisdictie, waeromme ter instantien vanden voorsz. bisscop, vergadert ende gecelebreert wierde het capille van Utrecht, inden plaetzen daertoe gedeputeert, ende die saecke geven- tileert wezende, wiert verclaert, nyemanden inden landen van Utrecht hooghe jurisdictie, dan de proostie van St. 3ans t'Uytrecht, aldaer te hebben. 16. Maer dieselve bisscop Guydo, met dyen nyet te vreden wezende, dede vergaderen
alle vassalen van zynen hove, metten ridderscap ende edelen, met oic den capitle, 't welck men heet die Maelstadf, versoeckende van hemlieden verclaringhe ende sententie vande voorsz. hooghe jurisdictie, sulcx dat uyterlyck by haerlieder alle consent wierdt gecoucludeert, ende van weghen van hemlieden alien daer jegenwoordich zynde verclaert ende met sententie ge- pronuntieert, deur den mondt van heere Ghysbrecht, heer van Goy, dat nyemandt behal- ven de proost vander kercke van St. Jans t'Uytrecht, hadde hooghe jurisdictie, inden lande aldaer, breeder blyckende by de voorsz. verclaeringhe ende sententie, in date als vooren. 17. Hetwelck die voirsz. heere bisscop Guydo zedert naerder verstaen hebbende, willen-
de, voir soe vele als in synder macht was, den proost van Sint Jans t'Uytrecht recompen- seren, motus conseienlia, (als wel te presumeeren staet) heeft die voorsz. brieven van bis- scop Gonraet zyn voirsate, by hem gezien ende bevonden gans, gave, ongecancelleert ende gheensins gevicieert, besegelt met deszelfs bisscops Conraets segele, soe hem heer Guydo claerlyc gebleken was, geapprobeert, geratifficeert ende geconiirmeert, doende tot dien fine dieselve brieven van bisscop Conraet insereren van woorde te woorde, inde voorsz. syne confirmatie als voirsz. is, breeder blyckende by denselven brieven van confirmatien, in date des jaers onses Heeren xiiic. XI, den tweeden dach naer Paesschen. 18. Dat zedert, te weten inden jaere van xih*. txxxn oft daeromtrent, wederomme ques-
tie geresen is geweest, tusschen heer Floris van Wevelinchoven, als bisscop van Utrecht ter eendre, ende heer Peeteren vanden Velde, doen ter tyt proost van St. Jans voirsz., aen- gaende die hooghe jurisdictie der voorsz. plaetsen, maekende die proostie van St. Jans voirsz., soe syn beide partyen gecommen in proces, ende hebben heml. gesubmitteert in't seggen vanden prelaten ende capitlen vande anderen vier godshuysen, te weten: vanden Dom, van Sinte Salvatoris, van Sinte Peelers ende Sinte Marie. 19. Welcke prelaten ende capitlen gedeputeert hebben vier eerlycke ende geleerde man-
nen, huerlieden medecanonicken, om die waerheyt vander saeken te ondertasten ende on- dersoeken, met te doene informatie, soe by getuygen, munimenten als andersins, om, de- selve gedaen weesende, te bringen onder den voirsz. heeren prelaten ende capitlen, zoe die voorsz. vier gedeputeerde oic gedaen hebben, nemende zeer ampele ende breede informatie, als wel ampelic mencionneert het instrument dair van zynde, beginnende ad perpetuam rei memoriam. 20. Ende die voirsz. gedeputeerde, doende die voirsz. informatie, hebben bevonden den
proost ende capitle van Sint Jans te competerene die voirsz. hoocheyt, preeminentie, ju- risdictie , rechten, ende des daer aen cleeft metten possessie van dien, als onder anderen by specificatie, van te moghen punieren oft te remitteren alderhande delicten, ende sonder- |
|||||
te
|
|||||
linghe van dieghene, die gebeuren binnen de voirsz. plaetzen, liiniten ende districten,
genaempt die proostie van St. Jan, die vooren breder gementioneert staen. 21. Als van dootslagen, quetsueren, simple oft by mincken, item van crachten ende
gewelden , soe wel die by daege als by nachte gebeuren mogen, item van diefte, van valsche mate, van brandtstichten ende van alderhande andere delicten, exercerende generalyck van alien saeken , hoogbe jurisdictie concerneerende, elck proost successivelyk in synder tyt, by hem selven ofte heuren officieren, breeder blyckende byder informatien daerop gehouden, met XIIII getuygen op xxxuii ar'en, dies aengaende van wegen des voorsz. heeren Peeteren vanden Velde, als proost van St. Jans, in handen vande voirsz. gedeputeerden geexhibeert. 22. Ende sonderlinge byder depositien, gedaen op't dyerste XXTI. XXVII. ende xxrx. der
voorsz. arleD. die welcke, al is't, dat zy prima facie, schynen alleenlycken te cornprehende- ren, Wilnis ende Achtienhoven voorsz., nochtans soe is vande voorsz. hoogbe jurisdictien by de voorsz. proosten geuseert geweest, soe wel in't voorsz. Blocklandt, CudeJstert, Thamen, Mydrecht ende andere plaetsen, die voirsz. proostie van St. Jans makende, zoewel in Wil- nis , als in Mydrecht voirsz., specialyck blyckende byden voirsz. xxvn. ende xxrx. ar'eu. ende oic dat Wilnis in voirtyden genaempt is geweest die XL houven, dair voren mencie af gemaect werdt, oic mede dat het landt ende venen, gelegen inde voorsz. plaetzen, byson- dere in Mydrecht ende Wilnis, schuldich zyn en betaelen den proost van Sint Jans chyns, als wesende heurliedere chynsgoeden, soe inhoudt het XXXI. arle. al in teeken van hooche- den, blyckende byder depositien, gedaen op den XXVIII. arIe. des quoyers, wesende eea seer oud geschrifte, houdende date vanden jaere xrnc. LXXXI. 23. Ende noch by andere depositie, gedaen op andere naervolgende arlen. totten getaele
van XHII, daerop gehoort zyn XII getuygen, blyct insgelycx, dat die voirsz. proost van Sint Jans heeft aile hoocheyt, jurisdictie ende rechten, metter possessie van dien, merckelicken in Achttienhoven, ende dat in alien saeken, excessen, crymen, hoedanich die hebben mo- gen wezen, soe hier boven eensdeels vermaent staen. 24. Ende nyet alleene aengaende die hoocheyt ende preeminencie op't landt, maer oick
vande wateren ende rivieren, daer omtrent loopende, als onder andere, dat die gemeynte vande steden van Utrecht, by tyde van wylen heere Aernt Louff, in- zynen kven proost van St. Jans voirsz. nyet en hebben mogen leyden die rivieren, genaempt de Vecht, doen we- zende by Dael inder weerlicke jurisdictie des proosts ende capitle van St. Jans, alders wert, als buyten de burch van Weerde, aldaer deselve riviere noch hueren loop heeft inde juris- dictie des voorsz. proost, dan by synen expressen consenten. 25. Ende tot dien fine, soe cocht die voorsz. gemeynte van Utrecht vande voorsz.proost
ende caple het lant, hemlieden daertoe bequaem ende notelyck, daer deur de voorsz. riviere vande vecht noch heuren loop heeft, behoudelycken altyts die hoocheyt ende jurisdictie des voorsz. proosts, zoo wel op't lant als in't watere, soe breeder blycken mach by de deposi- tien , gedaen op inT16 voirsz. arte, daer by ende des voorsz. is, genouch blyct vande hoogen jurisdictien des voirsz. proost. 26. Als't oic doet van meer andere, gelyc van die doode lichamen te seouwene ende daer-
mi'de voirts te doene naer ordonnantie ende beliefte vande proost oft synen schout ende of- ficier, blyckende by der depositien op 't Tin. ende IX. arle. gehoort. 27. Ende soe wanneer die selve schoudt yet gedaen heeft, oft wilt doen, daervan men
hem soude willen beclaghen, zoe wert van hem geappelleert alleenlyck aen den proost, als aen den oversten, ende geenssins> aen den bisscop, noch acte van nem hebbende, breder blyckende by der depositien, gedaen opten xn« arle, 28. Ende vande delicten, gebeurt buyten de jurisdictien vander voorsz. proostien binnen
|
|||||
90
|
|||||
den lande van Utrecht, ende waervan metten bisscop oft zynen maerscalc by den delin-
quanten gecompeseert waeren, soe zyn die proosten in der tyt geweest in paisibelycke ende vredelycke possessie, dat gbeen memorie van menschen ter contrarien en gedinct te stel- len, vemanden last hebbende, oft zynen officiael, om die soenpenningen te versekeren, als breder blycken mach by der depositien, gedaen op het xime ar!«, al te zamen begrepen inde voorsz. oude quoyere van dispositie ende hier gelaten breeder verhaelt te worden, uyt cortheden. 29. Het welcke by den voorsz. gedeputeerden zoe ampele bevonden zynde, ende den
voorsz. prelaten ende capitlen aengebracht synde, die welcke bevindende net schoen claer recht vanden voorsz. proosten metten possessien van dien, hebben in presentie van partyen, te wetene, den voirn. bisscop Florens van Wevelichoven ter eendre, ende den voorsz. proost Peetere vanden Velde ter andere, by monde vande decken vanden Dom t'Uytrecbt verclaert by sententie diffinitive, dat zylieden den proost ende capitle van Siut Jans t'Uyt- recht voirsz. bevonden te wezen, in volcomen possessie vander hoogher jurisdictien voirsz., 'tzelve verclaerende met duytschelicke (!) woorden, te weten in een volcomen besit des hoo- gben gerecbts. 30. Ende daer en boven, om die voorsz. possessie noch meer te justiGceeren, soe wierde
verclaert, dat die voorsz. proost Petrus vanden Velde met synen capitle souden affirmeren met VII stoolen in gewoonlicker maniere, dat zy deselve possessie hadaen met goeder saeken, ende soe verde sy 't zelve refuseerden te doene, soe soude die voorsz. bisscop Florens de- selve possessie, die hy seide le hebben, affirmeeren mit VII stoolen. 31. Naer welcke pronuntiatien die voorsz. proost, op staende voet heeft doen haelen VII
stoolen uyter sacristie vanden Domp t'Uytrecbt voirsz., en by dien (!) aengedaen hebbende, heeft gezworen, dat hy ende zyne voirsaten, proosten ende capitlen van St. Jans voirsz., altyts geweest hadden soo sy noch waeren, in vredelicke possessie vander voirsz. hooghe ju- risdictie, behalven vanden turbel doen gedaen, z.oe diezelve proost oic wel weten mochte, gesien hebbende al het voorsz. besceet, hier voren breder verhaelt, ende sulex, soe hebben ter selver tyt oic gedaen sesse canunicken van Sint Jans voorsz., affirmeerende dat zylieden, vastelicken geloofden den voorsz. proost die waerheyt gezworene te hebben, al naer der waer- heyt ende oude costume in sulckdanige saeken geobserveert. 32. 'Twelck gedaen zynde, heeft die voorn. proost versocht aen den voorn. heer bis-
scop , daer jegenwoordich zynde, dat hy zyn maerschalc inthimeren zoude, in toecomende tyden hem nyet meer te onderwindene vande voorsz. hooghe jurisdictie, noch des daer aen clevende is, welcke bisscop, hoewel hy vande voorsz. pronunciatien in den beginsele nyet wel te vreden en was, nochtans verclaerde, dat hy zynen maerschalc 'tzelve zoude inthi- meeren ende daerinne wel voorzien, al breder blyckende by der acten ende der voorsz. in- strumenten van sententie, gedaen ende gebeurt in de voorsz. generale capitle der voorsz. kercke van Utrecht, den XXI. Marty a". xuT. LXXXII, alhier by copie geexhibeert, 33. Ende hoewel by der voorsz. sententie, onder anderen den voorsz. heer bisscop ge-
reserveert zoude zyn, syn recht, indien hy eenich pretendeeren wilde, in't petitorio, om den voorsz. proost te vervolgene voir alsulcke competenten rechteren, als hem goetduncken zoude, soo en heeft denselven bisscop Florens vaa Wevelichoven noch zyn naervolghers, emmers totter tyt van bisscop David, hoewel daer tusschen byde geweest zyn vyfF ofte sesse bisscop- pen, gheen vervolgh van 't selve petitoir gedaen in alsulcke vuegen, dat hetzelve preens recht van petitorie in alien gevalle jegens den bisscop, al hadde hy daertoe eenige apparen- tie gehadt, dat neen, geprescribeert soude syn metter tyt van omtrent lxxx jaeren meer dan juffis. om geestelicheyt jegens geestelicheyt te mogen prescriberen, als kennelicken is naer rechte. |
|||||
97
|
|||||
34. Ende dat meer is, die voorsz. licer bisscop David volcomelvck geinformeert wezende
van al, des voirsz. is, ende merckelyck vanden voirn. ghiften des voirsz. bisscops Conraet, heeft inden jaere xmT. LXI, den eersten dach van Julio, in tegenwoordicheyt van zynen vi- earis generael, dieselve brieven van bisscop Conraet gezien hebbende, ende dat dezelve in geender wys gecanceleert, geraseert noch geenssins gecorrumpeert oft suspect, maer ganssel)xk, geheel ende gave, metten seghel des voirsz. bisscop Conraet, soe hier boven noch geseyt is; 35. Heeft deselve brieven geapprobeert, gerntificeert ende geconfirmeert, van synder
auctoriteyt, ende die voorsz. commutacie ofte mangelinge, die de voorsz. Conradus gedaen hadde vande voorsz. parceelen metten parceelen wederomme by den voorsz. proost van St. Jans gelalen, van weerden gehouden, daerinne begrepen zyn die voorsz. partien ende stucken van landen , makende die voorn. prostie, in voirtyden oic andere naemen gehadt hebbende, dan die zedert gecregen hebben, ende mogelick noch souden moghen gecrigen. 36. D'vvelck oic nyet te verwonderen en staet, gemerct dat in voirtyden die stucken van
den landen metter voirsz. mangelinge den voirsz. proost van St. Jans by den bisscop gelaten, jnit alien hoocheyt, soe voirsz. is, waeren wouste, wilde landen, onbewoout, eensdeels raa- ress , anders mourlant, ende som mogelick bosch ende diergelycke, nyet gecultiveert noch in achtinghe zynde, zoe die selve zedert by lanckheyt van tyden allencxkens geworden syn , blyckende by d'inhout vanden voirsz. brieven van ghiften ende confirmation van dien, ende bysondere by der voirsz. mangelinge van bisscop Conraet, ende der voorsz. confirm,!tie van bisscop David. 37. Deselve confirmatie, inhoudende by expres, dat overmits tusschen den voirsz. par-
tien van landen, noch eenige parceelen waeren, onhewoont zynde, dat zoo wanneer deselve bewoont sonde worden, soe souden die thienden ende beden ende andere hoocheden, ge- naempt placiia, ende alle justicie ende hoocheit, soe wel gheestelick als weerlick, die in de voorsz: plaetzen vande proostien vallen souden, toebehooren den proost ende kctcke van St. Jans voorsz., alleen ende nyemandt anders. 38. Hetzelve sulcx (als oic begrepen staet inde voirsz. mangelinge, met bisscop Conraet
gedaen), by den voirsz. bisscop David expresselyck van nyeuwes, verclaerende ende decrete- rende, dat die voorsz. proosten van Sint Jans, dair van souden mogen ende behoren vrye- lyck te gebruycken, sonder wederseggen van yemandeu, al naer iuhout van zyne voirsz. confirmatie ende ghifte vande voorsz. eersten July anno xtnT. LSI. 39. Nyetemin alsoe dieselve heer bisscop David , vjfF ofte zesse jaeren dacrnaer, als om-
trent den jaere ximr. Lxxt nyet indachtich zynde synder voirsz. approbatie, confirmatie ende concessie, maer quaelick ende sinisterlick geinformeert zynde, hem vervorderde heeren Jan Nyss, doen proost van Sint Jans voorsz., te turberen oft laeten geturbeert oft gemoles- teert te worden in zyne voorsz. hoocheden, auctoriteyten, preeminentien, jurisdictien ende possessien van dien, soe is't denzelven heere Jan Nyss, proost, van noode geweesl hem daer jegens met recht te voorzien, ende heeft tot dien fine syne suplicatie gepretenteert onsen heyligen vader den Paus, verwervende provisie in behoorlicke vorme aen heeren Peeteren de Farrera, auditeur vander saeken van synen paleyse. 40. Voir welcken heeren Peeteren, soe verde geprocedeert is geweest tusschen den voorsz.
heere Jan Nyss, proost van St. Jans t'Utrecht, claegere ende aenleghere ter eendre, ende den voorn. heere bisscop David, verweerdere ter andere zyde, aengaende der voorsz. hoghe ende laaghe jurisdictie mcroque et mixto imperio, die deselve proost heeft in zyn voorsz. plaetsen ofte deurpen van Mydrecht, Wilnis, Achtienhoven, Thamen, Cudelsteri ende Sevenhoven, ende die urbatien ofte spoliation daerinne gebeurt, met alien dysser aencleven mochte, dat de voirn. heere Petren, auditeur, by synder sententie diffiiiitive verclaert heeft; HI. 13
|
|||||
93
|
|||||
41. Dat de voorsz. spoliatien ende turbatien der jurisdictien ende hoocheden by den
voorsz. bisscop jegens den voersz. proost gedaen, geseyt te wezene ondeuchdel., onbehoor- lick ende onrechtveerdich, als metier daet gedaen, ende daerotnme denselven bisscop verste- kende vande voorsz. hooghe ende laagbe jurisdictie merique ac tnixli imperii voirsz., ende exercitien van dien, ende hem daervan amoveerende, ende den voirn. proost inder reeele corporele en actuele possessie, mitsgaders d'exercitie ende gebruycke vande voorsz. boghe ende Jaghe jurisdictie ac meri el mixti imperii, herstellende ende reintegrerende; 42. Condemnerende voirts den voirsz. beer bisscop David alle die vrucbten ende profyten
ende emolumenten, gecommen wesende vande jurisdictien der voirsz. plaetzen ende deurpeu by hem oft zynen olficialen gedurende den tyt vande voorsz. turbatien oft spoliatien den voorsz. proost te restituerene, mitsgaders inden costen vanden processe, zoe die voorsz. sen- tentie vande voorn. heeren Peetere de Farrera breder is vermeldende. 43. Van welcker sententien die voirsz. bisscop David hem gedragen is als appell. tot twee
reysen respectivelick, ende heeft voir d'eerste reyse die saeke van appellatie doen committeren heeren Johan Anthoniss, bisscop van Alexandrie, ende voir die tweede reyse heer Johan, bisscop van Nucerin., oic auditeur vande voirn. saeken des voorsz. palais, maer is deselve bisscop David, in beyde den voirsz. appellatie vervallen, ende is die voorsz. eerste sententie tot twee mael geconfirmeert, met condempnatie van restitutie van vrucbten, proffyten ende emolumenten, ende oic van costen, daerop oic verleent zyn gcweest exeeutoriale brieven , met comminatie van te procedeeren by excommunicatie, aggravatie, reaggravatie ende invocatie braohii secularis, ingevalle van resistentie oft geen furnissement, ten voorsz. drie conforme sententien, breeder van alien dien blyckende byden processe daerop gefulmineert, ende al- hier by copie vertoocht vanden date xiitr. LXiXH beginnende gloriosissimo el inviclissimo principi, etc. 44. Maer heeft die voirsz. bisscop David tot alien dien gefurneert, reintegrerende ende
reslituerende den voorsz. proost, heer Jan Nyss , in alien zynen voirsz. hoocheden, juris- dictien , auctoriteyten , preeminentien, prerogativen ende andere rechten, vooren breder ge- deduceert, die wclcke daervan syn, ende synder voirsaten possessie gecontinueert ende on- derhouden heeft, soe oick altyt gedaen hebben syn nairsaten, tot dat die Keyzerl. Mat., hoogher gedachten, gecommen is aen die temporaliteyt der jurisdictien van 't Sticht vau Utrecht, dat men wylen heere Alberto Piggio, proost der voirsz. proostie, begonnen heeft molestatie daerinne te doene, ende daernae heeren Kaerle Perrenot, voiisait iude selver proostie vanden jegenwoordigen heeren proost. 45. Den welcken heere Kaerle Perrenot, ten fyne van noch nadere die waerheyt vander
saeken ende rechten van zynder kercken . die welcke hy met verbont van eede schuldich is voor te staene, preserveren ende onderhouden , naerder te wetene ende onbekendelyck gheen onredene te sustineren, heeft by synen baillui ende officier verstaen, hebbende die voorsz. rechten ende possessien gedaen , steilen by speciiicatie in gescrifte ten getale van xn articlen, die welcke hiernaer geinsereert woi-den. 46. In den eersten, dat die proosten van Sint Jans in dier tyt, alleer die K. M'. ge-
worden is erf heere des lants van Utrecht, rustelic, vredelic, ende vry onbecroont van yemant laugher dan eenighen menschen memorie is ter contrarien, gebruyct hebben, in die heer- lyckheyt der proostie voorsz., alle jurisdictie, hoghe, laghe ende middele. 47. Dat die bisscoppen van Utrecht 't gebruick oft exercitie der voorsz. jurisdictie noyet
onderwonden, noch den proosten voirsz. oft hueren ofEcieren, daeromme gheen belet gedaen eu hebben, oft indien zulex gebeurt geweest is, 'tzelve by wegen oft remedie van justicie afgedaen is, alsoe dat die voorsz. proosten in deuchdelyck bezit der voirsz. jurisdictie altoosgebleven zya. • |
|||||
99
|
|||||
48. Da( Let gewysde in alien saeken criminelen by den hooglien gerechte van die proostie
altoos 't lesle ende daervan gheen provocatie oft appellatie toegelaten, maer 't selve altoos ter executie oft tot des proosts ghenade gestelt is geweest, ende van alsulcke gratie ofte genade te geven, oft ter justitie te doen stellen, die proost in possessie is. 49. Dat vande sententien, gewezen in saeken civil by die lege banck vande proostie,
appellatie toegelaten is geweest, totten proost, t'Uytrecht residerende, ofte synen stadhoudere ende leenmannen, ende dat nyet jegenstaende eenighe leenmannen denselven lege bancken consultatie ofte ad vis gegeven badden , blyckende by acte in judicio contradictor io, gegeven inden jade t'Utrecht den xxvnr. Juny lvh. 50. Dat de proosten inder tyt ende heuren predecesseuren, ab immemoriali tempore, eer
de K. M*. geworden is erfheer 's lands van Utrecht, in rustelycke ende vredelycke bezit geweest zyn , by sich selven oft syn officieren accisen ende imposten te lichtene, ende oick beden, subventien ofte precarien le eysschen ende te ontfangen, sonder regard van yemant ende 'tzelve wel vvetens ende aensiens des landtsheeren van Utrecht inder tyt. 51. Dat die proost als voren in rustelycke possessie geweest is, restilutie in integrum
gracieuselick te geven oft te verleenen, van alien versuymen , negligentien , verloop van tyt, versteck, tyt van te interponeren appellacie gebeurende in alien saeken, hangende voir een yegelick vanden leeghen gerechte synder proostie. 52. Oick mede, dat die proost als boven in rustelicke ende vredel. possessie geweest is,
rexnissie te gevene van alle crimen, in syne voirsz. jurisdictie ende heerlycheit geschiet. 53. Dat die proosten zyn in rustelicke possessie van geleyde te geven in hearer proostien
heerlicheyt. 54. Dat die proosten voirn. altyts geweest zyn in possessie, keuren, breuken ende mule-
ten te nemen van alle excessen , inder proostien gebeurt. 55. Dat die proosten mede syn in possessie, hantvesten ende ordonnantien te maken ende
te gheven zynen ondersaten inder proostie, waer naer zy hen moeten weten te rechten. 56. Dat die proost inder tyt ende zyne predecesseuren in possessie zyn vande vissche-
ryen, thienden ende 't veer, dat men in rechte soe mach noemen ripatica. 57. Dat de ondersaten van Achtienhoven in gevvoonte zyn geroepen te wordene, in
cleyn saken, voir den officiael des proosts van Sint Jan, ende nyet voir den officiael des bisdomps van Utrecht, ende oft gebeurde, dat dieselve ondersaten, geroupen worden voir de officiael van Utrecht, dat zy gewoonlick zyn daervan te declineren forum. 58. Op alle welcke rechten ende possessien die voirsz. baillue inder qualiteyt voirsz., vol-
gende d'ordinantie vande Coninghinne by besloten brieven, in date den XXV. Juny a", xlvi, by den procureur generael overgeleyt, informatie heeft gedaen houden, tamelick ende be- hoirlick, voir notaris public persone, ende zyn bevonden warachtich te wezen, breeder blyc- kende by der voirsz. genomen informatie, ondertekent: Jacobus de nova porta nols alhier vertoocht, daerinne bevonden worden achte deposanten conformelyck getuygen, ende blyct 'tzelve noch by meer andere munimenten, hier vertoocht. • 59. Noch wordt bevonden , dat den proost voorsz. oft zynen baillou, remis gegeven heeft
jn't jaer x?c.I, Heyndrick Jacobs, vanden nederslach by hen geperpetreert inde persone van Jan Geritz, soe hy oick in't jaer xvc. xxi gedaen heeft Pieter Ariaensz., ende in't jaer xve. XXXHU Jan Suve, Claes Willemsz. ende Huych Willemsz., ende in't j.ier xvc. XXXIX Ghys- brecht Seymoensz., ende in't jaer veertich Dierick Joosten , ende in't jaer xlv Hans Sebas- tinensz., al van diversche nederslagen, respectivelyck by heml. inde proostien voorsz. heer- lickheyt geperpetreert. 60. Item, dat in't jaer XV.xix gevangen z\nde in Achtienhoven, by Barnart Verhare,
13*
|
|||||
100
bafllou vande proost, drye misdadigen. ende desclve deur hem rjuaede fey ten ende dyverie
verwezen zynde by den scout ende scepenen ter doot, deur d'intercessie ende bedinghe van tommighe luyden van eere , beeft denselven baillou de voorsz. misdaders ende verwesens het JyfF gegeven inden naem des proosts voorsz., beboudelick dat deselve gegeesselt ende geban- nen bebben geweest uytter prooslie voorsz. , 61. Is oick al kennelick ende notoir, dat die proost van Su Jans inder voorsz. plaetzen
van zynder proostien beelt recht ende is in possessie van die gemeynen weghen, die men heet die Herstraten, die welcke by doet scouwen by zynen scout ende officier, als ovcr- beere in denselven plaetze. 62. Heeft oick in zyn voorsz. lant seker rivier. genaempt de Meyert, daer deure men
vaert tot Leyden, Ter Gouwe ende Arasterdamme in llollant, in welcke riviere, mitsgaders op den ouver van dien ter beyde zyde, die voorsz. proost beeft jurisdietie, ende is in possessie van dier, daerinne is een ponte, die gebrnyct wert tot gerieve vandu volcke, am bend, over ende wederover te vouren voir sekrren penningeu, die de proost van St. Jans in pacbte ujl- gheeft. 63. Is oock kennclic ende notoir, dat die voorsz. proost beeft recht ende is in posses-
sie van te hebbene, behoudene ende piofiterene die goede vaude geeondempneerden , ata geconGsqueerde goeden. 64. Syn oick d'ondersaten van denselven proost sculdich ende gehouden tot diversche
servituyten, die men in recbte beet, atigariarum el plauslrorum pracslalirmes, ende in een teken van dien moeten graeven die grachien , omtrent den buyze van Mydrecbt, ende bem dienen met peerden ende ploucb , als zy des versocht worden. 65. Nocb beeft die voirsz. heer proost recbt ende is in possessie van te maeken , cre-
eren ende institueercn wet van schout ende scepenen met andere welbouderen , in drye dor- pen zynder proostien, om aldair justicie te administrerene, soe we] in't crim. als in't civil, naer die maniere vanden lande. 66. Voirls heeft die voirsz. heere proost recbt ende is in possessie van diversche visscbe-
rien, ende die proffyten daervan te trecken, ende onder andere soe heeft by een zeer groola visscherie, wezende lanck drye quartiers myls, ende een halve tnyle breet, daerinne deselve proost oic exerceert allcrliande jurisdietie. 67. Ende in teeken van dien, zoe is't nocb binnen zekere jaeren herwacrts gebuert, dat
ccnigc borgheren van Amsterdamme gecommeu sjn in deselve visscberie, ende aldaer be- vonden, dat zy vongen ende naemeu eenighe zwaenen ende visschen , waerommc zylieden guniulcteert wierden, ende waercn bun afgenomen buerlieden scepen ende sehuyten , milsga- ders buerlieden waterbonden ende voetbogen, oft andere instrumenten, al by den scout ende officier vande voorsz. proost, maer deur bede van cenige heeren vau Amsterdamme, soe wierden zy beuselyck getracteert, ende werde beml. 't voorsz. goet gerestitueert, inits be- loofte nochtans, dat zy nyet meer van gelvcken doen en zouden. 68. Heeft nocb die voorsz. proost, in diversche plaetsen van synder jurisdietie recht
ende is in possessie van te hebbene het beste hooft oft pant, welck men heet bona curme~ dalia, dat men vindt in't buys vanden gheueu, die sulcken goeden, ghenoempt curmedalia, bezitlende is. 69. Men zoude oick bevinden, ende die gemeene faeme ende name is snlcx, ende t'an-
deren tyden gebuert soude syn, dat ingevalle men vonde inde voirsz. jurisdietie vande proos- tien eenigen scat, oft dat yemandt aldaer woonende, geraecte aflivich te wordene, sonder eifgenamen achter te laeten, dat indien ge\alle die voorsz, heer proost vau St. Jans aen- veeiden soude het goed ende successie van deusulven overledeu. |
||||
101
|
|||||
70. Noch en is nyet te verwonderen, dat die voorsz. heer proost alsulcken rechten, ende
veel meer anderen coinpeteren, die men qualicken alle te zamen hicr soude konnen geex- presseren, alsoe die nyet ter memorien en occurei'en, oic syn der dingen, die tot alien ston- den nyet en gebeuren, maer tot somstonden eade daerom in rechie geheeten worden actus discontinui, want zoe hier voiren brcder gededuceert staet, met depositie ende tytlen daerop dienende, geverilficeert wordt, soe compeieren den voorsz. proost noch veel meer grooter ende andere rechten van hoocheden, preeminentien ende jurisdiction, als van thollen te lichten, munte te slaen, ende andere diergelycke, vooren gespecificeert. 71. Waerosn naer alle rechten moet gepresumeert worden, dat den voorsz. heer proost
competeren andere dinghen van mindere jurisdictie, oick hiervoren eensdeels verclaert met- ten anderen, die men nyet al en kan bedincken, noch geexpresseren, zoe voirsz. is. 72. Ende om noch naerdere in't parliculier te tooghen die voorsz. rechten der voirn.
proostien, ende merckelyck die possessie ende gebruyck van dien, soo word onder andere bevonden, dat overmits t'anderen tyden die maerscalc ende officier vande bisscop van Uyt- recht deden molestatien den proost van St. Jans, in't doen leyden ende vueren huerliedcu. gevangen, deur 't landt ende gerechte vanden bisscop. 73. Soe heeft in't jaer xiir. XX, Jan, bisscop v*n Uytrecht, mit zynen brieven bekent,
meester Peeter vanden Velde, doen proost van St. Jans, oft synen bode, die hy daerloe set- ten soude, te mogen zyn gevangen (die uyt zyne proostie waeren) doen voeren duer des voorsz. bisscops landt ende gerechte, dat meer is; dezelve daerinne gevangen te houden , etide andere lieden, die in eenige syne gerechte misdeden , vanden eencn synen gerechte tot- ten anderen te voeren duer zyn Slicht, doende zyn officieren deiFensie daerinne, der YOJrss. proostie eenich belet te doene, bekennende alsoe die voorsz. bisscop die jurisdictie vande proostie gesepareert te wezen vanden zynder. 74. Die voorsz. possessie werdt bethoont by seker instrument, in date anno xinr\ rxxix,
derden Octobris, aldaer die ondersaten van Mydrecht, Wilms, Achtienhoven, Cudelsteit eude Sevenhoven, kennen heer Jan Nyss, proost van St. Jaus, voir hueren heere ende over- sten, merckelyck inde temporaliteyt, hebbende hem belooft tot seker termyn te betaelen syn gevvoonl. precarie ende rechten, den voirsz. prooste competerende, ende aencommende uyt saeke van des zyn ondersaeten sculdich waeren ende altyts geweest hebben, zoe zy oick noch zyn, inden jaere die men heet bissexlilis clo. 75. Van gelycken soe wordt bevonden, dat wylen heere Steven van Rumeler, docteur in
beyden den rechten, proost vande voorsz. kercken, met zyn ondersaten vander voirsz. pleckeu. eode duerpen, ordonnantie gemacct heeft acngaende den goeden, toebehoorende den buy- tenlanders, dat die nyet gevryt en souden syn, maer contribuereu gelyc die binnenlanders, breder blyckende by den acteu, beginnende: » VVy Steven van Rumeler," in date VII Febr. a°. 1501. 76. Item, alsoe bisscop Frederic van Baden, successeur van bisscop David, beni vervoir-
derde te molesteren heer Jan lngewinckel, proost van St. Jans, hem willende doen betaelen mergengelt, soe heeft Paus Julius, motu propria, daer inne veisien ten voirdele van deusel- ven Ingenwinckel, in zekere peine ende excommunicatien, blyckende by zynen bullen, in date auno XV*. XII, V idus Julit. 77. Item, deselve Ingenwinckel heeft, ter cause van syne blydc incompst geheyst eude
geobtineert zyn precarie, die zyn ondersaten hem geaccordeert hebben. beloopende tot ci ouden schilden , soe blyct by instrument, gedateert d«n XXIX July IV. XXIII. 78. Item, deselve ondersaten hebben hem belooft te betaelen syne precarie vanden jaere
bissext. f als blyct by den instrument, gedateert xxvil. Juny, anno XV". XXIX. |
|||||
102
|
|||||
79. Ende insgelycx heere Alberto Pygio synen success. ende noch daernaer den voir-
noemden heeren Kaerle Perrenot, merckelyck blyckende by die reckeninge uytten capiile van outfange. 80. In confortatie van des voorsz. is, ende merckelyck van die boogbe jurisdictie der
voirn. proostie van St. Jans metter possessie van dien, ende by consecpentie te bethoogene, <lat die nyet gemeyns en heeft met yemandt anders, soe wordt bevonden by declaratie ende nttestatie, in't jaer xvc. xxxnil, xxvm Aprilis, dat die gbene, die hemlieden beclaegen wil- len vanden vonnisse, gegeven ende gepronuncieert by den wetten der voorsz. proostie, lietnl. daeraf draegen ende constitueeren als appellanten, oft heml. anderssins daeraf beclae^- gen voir den proost van St. Jans oft zyne leenmannen, houdende huere jurisdictie op Sint Jans kerkhoff t'Uytreeht, onder die linden, ende voir gheen andere rechteren, breeder blyckende by der certiQcatien, beginnende: »Corls Adriaensz." in date als voiren. SI. Noch soe blyct vande voorsz. rechten, hoocbeden ende preeminentie by andere oer-
tilicatie ende attestatie, beginnende: »alien den ghenen die desen brief," iu date vanden XIX. Decembris , anno XV. xnxvi. 82. Ende in teeken van dien, merckelycke om te bewysen die separatie ende diversiteyt
der jurisdictien des bisscops ende der voorsz. proostien, ende dat zylieden daervan useren respective], ende besundere die voorsz. proost, sonder ter cause van derzelver jurisdictie gestacn te liebbene onder den bisscop, soe wert hevonden, dat in alien segbelingen vande iirelaten, vande vyff godsbuysen van Utrecht, die bisscop metten proost van Sint Jans druc-
;en ende gcven over huerlieder seghelen in rooden was, dewelck beteeckent hoocheyt inder tcmporaliteyt, aldaer die vier godsbuysen alleenlick seghelen met gruenen wasse, als gheen hoocheyt in temporal!teit hebben, soe zy oic metter waerheid doen, 83. Noeh meer soe sel blycken, dat geresen zyn sekere questie tusschen vvylon heere Al-
brecht Pigius, proost van St. Jans, tegen den schout, burgemeesters ende regeerders der stad van Utrecht, die uit cvachte van seker octroy verbieden wilden den ingesetenen vande heerlycheden, toebehoorende de voorsz. proostie, ende woonende hinnen duyzent roeden naer derselver stadt, bier oft wyn te mogen tappen, daer de voorsz. proost hem met zyne on- dersaten tegen opposeerde. 84. Dat hierop gecommitteert zynde commissarissen, om partien te hooren, ende heb -
bende rapport aen de Ma1, vande Coninghinne gedaen , dieselve Ma1, dat gehoort hebbende, heeft geordonneert d'ingesetenen vande voorsz. heerlicheyt der proostien, notoirelyck toebe- horende hinnen derselver heerlicheden, souden mogen tappen ende sly ten bier ende wyn, gclyck zy deden voir 't verciighen van 't zelve octroy, behoudelyck dat die borghers van Utrecht op zekere penen verboden souden worden, in deselve proostie binnen duyzent roe- den nae derzelver steden nyet te drincken oft converseren, alsoe 't selve blyck by zekere acte, in date vanden derden angusty anno 1539 , ondertekend by de Coninghinne ende den audiencier Verreyken, by dewelcken in effect genoech blyct ende bekent wordt, dat deselve proostie ganselick distinct ende gesepareert is vande jurisdictie ende heerlycheden des landts ende stede van Utrecht. 85. Ende is gheen aenschou te nemen tot achterdeele vande voorsz. proost, oft men je-
gens hem zoude willen allegieren die sententie, gegeven inde. groten rade, inden jaere xv«.xxxvm, want dieselve sententie is giootelycx ten voordeele vanden proost, alsoe by die verclaert is, ilenzelven proosten zynen nacomelingen, proosten van Sint Jans t'Utrecht voirsz., te com- t)eieren ende toe te behoren die jurisdictie, hooghe, middele ende leeghe, mitsgaders die vmchten en prouffyten van dien inde voorsz. dorpen ende heerlycheden, met hueren toebe- hooren, sulcke, als heeren, hebbende hooghe jus ticie, competeert en toebehoort, condemp- |
|||||
.•
|
||||||||
103
nerende den voorsz. procureur generael, denselven proost ende zynen naconielingen daer van
le laeten ende gedoogen peyselick genyeten ende gebruycken. 86. Ende dat die voorsz. sententie voirts soude onder andere inhouden , dat aengaende
die overheyt ende regalien gepretendeert ende geheyst by den proost Pigius, hy verclaert soude syn nyet ontfanckelyck inde vorme ende manieren, zoe hy geconcludeert ende zynen lieysch gedaen ende genomen hadde, en is daerop gheen regard te nemen; 87. Want 't zelve gesciet soude syn, overmits die groote generaliteyt sonder naervolgende
specificatie by hem Pigius gedaen, alsoe hy concludeerde, dat inde proostien hem toebehoir- den ende competeerden, alle overheyt, noogheyt, jurisdictie ende regalen, sonder eenige leservatie, ende daerom is hy verclaert geweest nyet ontfanckelyck, zoe voren geseyt is. Ende want bet different, daer nae gheresen tusschen den voorsz. hcere Kaerle Perrenot,
des jegenwoordighens proosts voirsaet ende den procureur generael van Utrecht, ter cause van Melchior Willems, alsnoch gevangen in u lieden eerweerdighe heeren handen, gefurniert is, goo schynt van geen nooden te wezen, hier dien aengaende breder verhael te maken , niaer alsoo aengaende die voorsz. hoocheyden, jurisdictien, pree'minentien, authoriteyten, j)rerogaliven ende andere rechten, mitsgaders vander possessie van dien, claerlick, promp- telick ende volcomelick blyct met 'tgene dat voirsz. is, om dat hiernamael alle differenten souden cesseren, soe bidt die voirsz. jegenwoordighe heere pi-oost in alder reverentie ende oitmoet, dat u lieden, eerweerdighe heeren, believe van weghen des Con. Mats. ende in den naeme deszelfs hem ende synen successeuren, in die voirsz. possessie te bewaeren, styven ende onderhouden, sonder hemlieden eenige molestatie daer inne te laeten geschiedene, oft eenicb voorder process, daeromme hemluyden aengedaeu te wordene, maer hetzelve zyne Ma's. die— ueren ende officieren te vei-bieden, etc. |
||||||||
I.
In nomine dni nostri Jhesu Christi, summc divinitatis nutu disponente, Otto Rex. Cunc-
torum fidelium noverit universitas, qualiter nos interventu dikcte conjugis nostre Edgide nee non et fidclis nostri Kiselberti, ducis Lothariorum, licentiam concedimus, monetam Gendi in civitate Trajecten., in qua modo venerabilis vir, Baldericus, episcopali officio fungi dinoscitur, et, ut nullus comes ncque alia judiciaria potestas licentiam habeat, teloneum vel aliud quod- libet deditum (!) sive quesitum ex ipsa moneta exigendi nostre serenitatis regiaauctoritate oni- nino interdicimus, sed quicquid inde exigendum erat (!) ad integrum episcopo predicte urbis et ecclesie eidem potestative in posterum habendi et in eleemosynam nostri simul et dive metnorie patris nostri Heinrici, serenissimi regis, damus et, concedimus; et ut hec concessio veracius a Cdelibus nostris credatur, et firmiorem sui tenoris stabilitatem in futuras populorum successiones obtineat, preceptum hoc inde conscribi jussimus, et annuli nostri impressione illud sigillari precepimus, manuque nostra propria illuu confirmavimus. Signum domiui Ot- tonis, serenissimi Regis, Adaldagus notarius ad vicem Rodberti Archi-capellani recognovi, anno regni ejus v., anno incaru. D. cccc. xxxvi. indict, x. Actum Brugheim curie regio in nomine Dei feliciter. Amen. Extract, ex antiquo registro, intitulato: Liber continens donationes impe-
riales, factas in prima fundatione ecclesiae majoris Trajecten., reposito et servato in parvis archivis ecclesiae praefatae, registratum folio decimo nono facie prima, per me Lamsweerde , notarium ecclesiae praedictae.
|
||||||||
•
|
||||||||
104
|
|||||
IL
Iu nomine sancte et individue trinitatis, Otto, divina propitiante dementia, Rex, ecclcsiai-
ticis profcctibus, cunctos opere pretium est, religiosorumque fideles precibus obtemperare vi- roi'um, pro hinc venerabilis sancte Trajectensis ecclesie Balderiei presulis rogaiui annuentes , omnia a predecessoribus nostris Regibus eidem collata ecclesie, seu etiam a ceteris quibuslibet tidelibus, videlicet decimam partem omnium regalium prediorum et monetarum et tbeloneo- rum, que intra sui episcopatus terminos exiguntur, insuper et trihutoruui que huslata et wjzscidd dicuntur , res etiam in villa, que quondam Dorstadt, nunc autem Wik nominata, et in ceteris omnibus locis a predicts villa usque ad mare, et in insulis ceterisque mari conti- guis provineiis ab imperatoribus vel regibus tradita prescripte Trajectensi ecclesie, hoc im- munitatis nostre precepto firmavimus, precipientes, ut nullus babeat potestatem aliquid horum auferendi, sed perpetua firmitate inconvulsa permaneant; et, ut nee nostre conces- sions auctoritas firmiorem in Dei nomine ob tin eat vigorem, manu nostra firmavimus, et an- jiullo nostro signari precepimus. Signum dni Ottonis invictissimi Regis, Bran, cancellarius ad vicem Rodberti archi-capellani recognovit. Data cal. apr. anno dominice incarnation. D. ccce. XLvuu. indict v., regnante pio Rege Ottone anno XII. Actum Quidilingeburgh in domino feliciter. Amen. Extract, ex antiquo registro intitulato: Liber continens donationes impe-
rtales, factas in prima lundatione eeclesiae majoris Trajccten. reposito et servato in parvis ai cbivis eeclesiae praefatae registratum folk> undecimo, facie prima, per me Lamsweeedb, ntm. eccles. praedictae.
IIL
In noniiue sancte et individue trinitatis, Otto, divina favente dementia, imperator Augustas,
noverit omnium fidelium nostrorum tam pi-esentium quam et per future tempore succeden- tium industria, qualiter nos ob remedium beate memorie genitoris nostri simul et anime nostre, et iuterventu dilectissime conjugis nostre Tbeophanu atque venerabilis Geronis, ar- cbiepiscopi, vogatu, licentiam ab antecessoribus nostris regibus vel imperatoribus jam an tea datam, renovavimus atque concessimus, monetam faciendi in civitate Trajecten., in qua modo venerabilis vir, Baldericus, presulis officio fungi dinoscitur, et, ut nullus comes neque alia que- libet judiciaria potestas licentiam habeat theloneuni vel aliud quodlibet debitum sive questum ex ipsa moneta exigendi, nostre serenitatis regia auctoritate omnino interdicimus; sea quic- quia inde exigendum erit, ad integrum episcopo predicte urbis et ecclesie eidem potes- tative in posterum habendi, tradidimus atque concessimus, et ut eadem concessio perpetuum obtineat vigorem, jussu nostro conscriptain atque signatam manu nostra cartam hanc subtus notavimus. Signum domini Ottonis imperatoris Augusti, Folcmarus, cancellarius,'ad vicem Villigisi archi-capellani recognovi. Data vm idus Juny anno domini D. CCCC. IXXY. ind. Ill, anno regni domini Ottonis xihi, imperii autem Till. Actum Erpesfort. Extract, ex antiquo registro, intitulato: Liber continens donationes impe-
riales, factas in prima fundatione eeclesiae majoris Trajecten., servato in par- vis archivis ejus eeclesiae, registratum folio vigesimo, facie secunda, per me LutswEERDE, ntm. eccles. praedictae.
|
|||||
105
|
|||||
IV.
In nomine sancte et individue trinitatis, Otto, divina preveniente dementia, iniperator Aug.
Noverit omnium fidelium nostrorum presentium, nee non et futurorum sollertia, quod nos inlerventionibus dilectissime conjugis nostre Theophanu, atque Keronis, archiepiscopi, nee non pro remedio anime nostre atque pro regni nostri statu, quasdam res juris nostri ad ec- clesiam sancti Martini, que est constructa in loco Three vocato, ubi episcopus Baldericus pre- esse dinoscitur, in proprium concessimus, id est, quicquid in villa Amuda habere videbamur, theloneum quoque ad eandem villain juste pertinens, quod Waldgero jam olim in beneficium concessum habuimus, ad prelibatam ecclesiam perpetualiter donavinius, omnem veio pisca- tionem, quam in Almere ad nostram regalitatem habuimus pertinentem, jure perenni illuc relaxavimus; insuper etiam terram, quam Atto, comes in Lona, habuit, firmiter illuc delegamus. Quin etiam quiequid in utraque parte fluminis habere dinoscimur, quod dicitur Fech, cum omni integritate transfundimus, terris, silvis, aquis aquarumque decursibus, piscationibus et stagna et lacus, que ex eodem flumine derivantur. De cetero terram, quam Hatto in loco Eki habere videbatur, ad nostrum regale jus judiciario more pro sui ipsius commissu fiscata erat, ad sepedictam ecclesiam tradidimus, que etiam sita est super ripam fluminis Reni, prelibato quippe episcopo licentiam, in prescripto loco Tree nominato, monetam faciendi concedimus, et ut nullus comes neque alia quelibet persona judiciaria poteslatem habeat, theloneum vel aliud quodlibet debitum sive quesitum ex ipsa moneta exigendi nostre auctoritatis regia se- renitate omnino interdicimus, quicquid autem inde cxigendum erit, ad integrum episcopo predicte urbis et ecclesie eidem potestative in posterum habendi concessimus. Et ut hec nostre concessionis auctoritas firmius veriusque a fidelibus noslris in Dei nomine credatur, maim propria nostra subtus earn firmavimus, annuloque nostro sigillari jussimus, signum do- mini Ottonis imp. Aug. Folmarius^ cancellarius, ad vicem Willegisi, archi-cappellani, re- cognovi. Data vai id. Juny, anno domini 0. cccc. lxxv. , ind. in, anno vero regni Ottonis il!H, imperii vn. Actum Erpesfort. Extract, ex antiquo registro, intitulato: Liber continens donationes impe-
riales, factas in prima fundatione ecclesiae majoris Trajecten., reposito in par- vis archivis ejusdem ecclesiae, registratum folio vigesimo primo, facie prima et secunda, per me Lamsweerde , ntm. eccles. praedictae.
V.
In nomine sancte et individue trinitatis, Henricus, divina favente dementia, Rex. Si erga
loca divinis cultibus consecrata bonam voluntatem habuerimus, id ad eternam beatitudinem nobis profuturum liquido credimus. Quocirca omnium fidelium nostrorum presentium scilicet ac futurorum noverit industria, qualiter Wilhelmus, Trajecten. ecclesie venerabilis episcopus, que est consecrata in honorem sancti Martini, obtulit obtutibus nostris quasdam auctoritates constitutionum regum antiquorum, in quibus continebatur, quod ipsi ad prefatam ecclesiam quasdam res juris sui in proprium concessissent, id est, quicquid in villa Amutha habere videbantur, theloneum etiam juste pertinens ad eandem villam, quod Waldgero jam olim in beneficium concessum fuerat, omnem vero piscationem in Almere, quam ad suam regali- tatem habuerunt pertinentem; insuper etiam terram, quam Otto, comes in Lona, habuit; quin etiam, quicquid in utraque parte fluminis, quod dicitur Fech, habere dinoscebantur, cum omni III. 14
|
|||||
106
|
|||||
integritate, tern's, silvis, aquis, aquarumque decuvsibus, piscationibus, slagna etiam et lacus ,
qui ex eodem flumine Fech derivantur; de cetero terrain, quam Atto in loco Eki habere videbatur, et ad regale jus judiciario more pro sui ipsius cpmmisso fiscata erat. Ob firmi- tatem tamen rei, ul ista verius credantur, Crniius recolantur, postulavit nos predictus episco- pus, ut antecessorum regutn rnorem exequentes, hujuscemodi nostre auctoritatis preceptum, ob amorem Dei et reverentiam sancti Martini, circa ipsam ecclesiam fieri censeremus. Cujus petitionibus et nos, pro divine retributionis desiderio et pati'is nostri Henrici et avi nostri Conradi imperatorum remedio, nee non ob interventum nostre dilecte matris Agnetis, imperatricis Auguste, libentissime acquiescentes, precipimus firmiterque jubemus, ut ab hac die ac deinceps, sicut antecessores nostri reges seu imperatores ecclesiis Dei concesseruut, ila et per nostre regalitatis auctoritatem in omnibus prenominatis rebus prefate ecclesie sit con- cessum ac jure perpetuo delegatum; et, ut hec auctoritas firmior sit, manu nostra illam fir- ma vimus et sigillo nostro insigniri jussimus. Extract, ex antiquo registro, intitulato: Liber continens douationes impe-
riales, factas in prima fundatione ecclesiae majoris Trajecten., servato in par- tis archiyis ejusd. ecclesiae, registratum foliis xxxim. facie 2". et xxxv facie prima, per me Lamsweerde, ntm. eccles. praedictae.
VI.
In nomine patris et filii et spiritus sancti. Cognoscant fideles tam futuri quam presentes,
quod Anselmus prepositus et reliqni fratres ecclesie beati Jobannis Baptiste in Trajecto con- stituti, mihi Cunrado ejusdem loci episcopo, tbeloneum in Smithusen, duos quoque man- sos cum quinque mancipiis, silvam etiam, quam forest vulgo nuncupant, in loco Wanbeke nominato, cum omnibus appenditiis dederunt. Pro istis autem dedi eis ecclesiam in Fronakre cum tribus appenditiis capellis, liberam a circatu, a censu, a denariis, quos oblationcs vocant, et terram palustrem in Everekeslorpe tante latitudinis superius, quante erat terra eorum in- ferius, in longitudine pertingentem usque ad TrenscotenetFurs, prout secundum positionem locorum saltus bos habuerit oppositos; aliam quoque, quam vulgari nomine vocant quadraginta hovas, terram palustrem in Midrecht dedi eis, hujus discrete longitudinis, ut ex uno latere ipsi et habitatores de Abecenwaldc palustrem illam terram ex equo dividant et ad se invicem nullo intervallo collimitent, ex alterp vero latere predicte terre palustris idem sit terminus, qui fuerit terminus episcopatus et comitatus, et item sicut a superiori latere nullo intervallo usque ad terminum comitatus, ipsi fratres terram illam possideant. Has vero terras tali pacto dedi eis, ut, si quando inhabitentur, decime et placita et omnis ecclesiastica ac laycalis justitia nd eos solummodo pertineat. Hujus quoque rei testes subscripsimus, Lanzonem majorein domus sancti Martini prepositum Trajecli, Adelhardum prepositum sancti Salvatoris ibidem Rudolfum prepositum sancti Petri in Trajecto, Liebertum prepositum in Audensele, Ec- gebertum decanum , Lamberlum, Engelbertum prepositum, Wezelmum decanum, Theoderi- cum comitem Hollandie, et, ut inconvulsus contractus iste permaneat, sub anathemate firma- vimus et sigilli nostri impressione signavimus, et cartam hanc testem futuram sub predictis presentibus testibus dedimus, anno dominice incarnationis millesimo octuagesimo quinto, in- dictione potava, anno presulatus mei octavo, regnante Henrico, imperatore quarto, Collalioqata praescripta copia cum certp librp, continente varia
jura ecclesiae sancti Jobannis Trajecten., ex quo extracta est, concordabat cum eodem. |
|||||
107
|
|||||
VII.
In nomine sancte et individue trinitatis, Fredericks, Dei gratia Romanorum imperator
Augustus. Si ecclesias Dei amplificanius et earum jura regali auctoritate tuemur et iirninmus antecessorum nostrorum piorum regum vel imperatorum exempla sequentes, hoc nobis et ad regni nostri prosperitatem et precipue ad anime nostre salutem profuturutn non ambi- gimus. Ea propter tam futurorum quatn presentium noverit industria, quod nobis apud Novimagium considentibus et de pace atque de statu regni tractantibus, fidejis noster Gode- fridus Trajecten. ecclesie venerabilis episcopus, ante presentiam nostram venit, et instrumenta privilegioruni bone memorie Ottonis secundi nobis presentavit, in quibus continebatur, quod ipse pro remedio anime sue ac suorum parentum quasdam res juris sui ad prefatam eccle- siam sancti Martini in proprium tradiderit, videlicet, quicquid ipse in villa Muda habuerat, thelonenm quoque ad eandem villam juste pertinens eidem ecclesiae perpetualiter donaverit, et insuper addidit omnein piscationem, que in Almere ad suam regalitatem pertinebat, et terram, quam Otto, comes in Lona, habuit, etpreterea, quicquid in utraque parte fluminis quod Vecht habebat, cum omni integritate sibi delegaverit, scilicet cum tevris, silvis, aquis, aquarumque decursibus, piscationibus, stagnis et Incubus ex eodeni flumine derivantibus, ter- ram quoque, quam Otto in loco Eki vocato possiderat, sed pro commissis ipsius id regale jus judiciario ordine fiscata erat, sepememorate ecclesie libere donaverit, et episcopo ino- netam in Trajecto faciendi potestatem concesserit, et quod omnino regali auctoritate inter- dixerit, ne aliquis comes seu alia quelibet persona judiciaria potestatem haberet theloneum vel aliud quodlibet debitum sive quesitum ex ipsa moneta exigendi, sed ipse episcopus ex integro hec omnia potestative possideret; idem itaque presul Godefridus regalitatem nostram suppliciter efflagitavit, ut hujus regie donationis muniticentiam Majestatis nostre auctoritate conurmare et privilegii nostri attestatione renovare et stabilire vellemus. Cujus petitioni, in- ter ventu dilecti ac fidelis nostri Arnoldi, Treverensis metropolitani, aliorumque (idclium nostrorum, et precipue spe superne remunerationis, annuentes, presentis pagine sigilli nostri impressione insignite testamento id confirmavimus, et perpetua stabilitate observandum, sicut prescriptum est, ab Ottone donatum decernimus. Acta sunt hec coram.....idoneis
domino Philippo Colon, metropolitano et domino Cristiano Mogunt., et domino Arnoldo Tre-
veren., Luodulpho Leodien. ep., Boscelmo camerario, Ottone Egberto de Amestel et aliis quampluribus. Signum dotnini Frederici, Romanorum imperatoris invictissimi, ego Henricus cancelkrius ..... Mogunt. archiepiscopi et archicancellarii recognovi. Anno dominice incarnation. M°. c. lsxi. , indictione mi'1, regnante domino Fi'ederico, Romanorum impera- tore invictissimo, anno regni eius XX°., imperii vero xvni. Datum Aquisgrani, mi idus Oc- tobris feliciter amen. Extractum ex antiquo registro intitulato: Liber continens donationes iin-
periales, factas in prima fundatione ecclesiae majoris Trajecten., reposito in parvis archivis ejusd. ecclesiae, registratum foliis lxvi0. facie 2». et ixvrr0. facie prima, per me Lamsweerdk, ntm. eccles. praedictae.
VIII.
In nomine sancte et individue trinitatis feliciter, amen. Sigismundus, Dei gratia Roma-
norum rex temper Augustus, ac Hungarie, Dalmatie, Croacie, Servie, Gallicie, Lodo- 14*
|
|||||
108
|
|||||
merie, Comanie, Bulgarieque Rex, ac Marcbio Brandenburgen., nee non regui Bohemie et
Lucemburgen. heres, ad perpetuam rei memoriarn. Et si imperialis preberninentie generosa sublimitas erga fideles et devotos sacri Piomani imperii, et precipue inclitos principes. qui ad ipsius decus et gloriara adornantur, jugiter nos rnoneat esse sollicitos, ad lionorem tarnen om- nipotentis Dei, cujus providentia nos quamquam immeritos sue bonitatis dignatione in apicem dignitatis Cesarec collocavit, erga principes ecclesiasticos et ipsorum ecclesias ac loca divino cultui mancipata, cordis nostri et mentis intentio ferveutius inflammatur, ut illis submoveamus incommoda, profectus procuiemus, et commoda pacis ac quietis compendia miuistremus, jus'isque et rationabilibus eorundem principum et ecclesiasticarum personarum petitionibus annuamus et votis. Sane venerabilis et illustris Fredericus de Blanckenbem, episcopus Trajecten., prin- ceps et consiliarius nosier et sacri imperii devotus fidelis, dilectus, ad nostram accedens pre- sentiam, pcrsonaliter nostre Ma1', cum devota modestia supplicavit, ut ipsum et ecclesiam suam Trajecten. de omnibus et singulis regalibus, feudis, bonis mobilibus et immobilibus ac omni- bus juribus temporalibns . quocunque nomine censeantur, a nobis et sacro Bomano imperio dependentibus, ad ipsumque et ecclesiam suam piedictam s;)ectantibus, investire, illaque sibi de novo infeudare et concedeie ; quodque omnia el singula privilegia, indulta, literas, libertates, gratias, observantias, bona, proprietates et possessiones, emunitates, jura, statuta, consuetudines jurisdicliones et concessiones sibi et ecclesie sue predicte tam a divis imperatoribus sive re- gibus Romanis nostris predecessoribus et precipuo, beate recordation., Karolo quarto, Romano- rum imperatore, domino et genitore nostro carissimo , data sive datas, concessa sive concessas innovare, appi'obare, ratificare et ex certa nostra scientia de solite imperialis celsitudinis de- mentia, confirmare gratiose dignarcmur. Nos igitur ad gloriam et reverentiam Dei omnipolen- tis et sublimis, qui nos monarcham sue sacrosancte monarcbie militantis, sola sua misericor- dia dignatus est prencere, ecclesias Christi et ecclesiasticas personas singulari fovere deside- ramus patrocinio pietalis. Quapropler prefati Frederici episcopi et principis nostri virtuosam industriam, constantiam fidei et sincere affectionis puritalem, quibus ipsum virtutum meri'is, verbis, operibus et exemplo clarere limpidius experimur, quoniam etiam precedenle fame Celebris preconio de ipso fucrit vox testata , nee non pure ipsius sinceritatis affectum, quoad itnpera- torie majestatis bonorcm, locis et temporibus oportunis, omni benevolentie studio promptum se reddidit bactenus sollertem, plncidum et acceptum, et ut ipsum in antea pro nostris et sacri imperii beneplacilis fortius animemus, suis justis et rationabilibus supplicalionibus annuentes ipsum episcopum et ejus ecclesiam Trajecten. de omnibus et singulis regalibus, feudis, bonis mo- bilibus et immobilibus, ac omnibus juribus tcmporalibus, quocunque nomine censeantur, a nobis et sacro Romano imperio dependentibus, ad ipsumque episcopum, principem nostrum et ejus ecclesiam Trajecten. ab anliquo de jure justisque titulis spectantibus investimus per presentes, illaque sibi de novo infeudainus et concedimus gratiose, nee non universa et singula privilegia, indulta, literas, libertates, gratias, concessiones, emunitates, jura, statuta, consuetudines, jurisdictions et observantias, bona, proprietates et possessiones, de verbo ad verbum in omni- bus eorum sententiis, punclis, clausulis, ac si ipsorum privilegiorum, jurium, jurisdictionum et literarum, indultarum, libertatum, gratiarum, emunitatum, statutorum, consuetudinum et observantiarum, donorum, propiietatum et possessionum tenores presentibus essent insert! et totaliter expressati, sibi et ecclesie sue predicte, ut premittkur, concessas et concessa, sive dictus Fredericus episcopus suique predecessores eis hactenus violentia prepedienti usi fuerint sive non, animo deliberato, non per errorem aut improvide, sed sano principum, coinitum et pro- cerum nostrorum accedente consilio, ex certa nostra scientia ac de nostre imperialis potestatis plenitudine, concedimus, innovamus, approbamus, laudamus, ratificamus et presentis scripti patrocinio, sicut rite processerunt, et proinde confirmamus et communimus, nostris et sacri |
|||||
109
imperii ac aliorum juribus in aliis semper salvis. Nulli ergo omnino hominuin liceat hanc no-
stre investiture, infeudacionis, concessionis, innovationis, approbationis, laudationis, ratificatio- nis, confirmationis et communitionis paginam infringere, aut ei quovis ausu temerario con- traire. Si quis autem hoc attemptare presumpserit, uostram et sacri imperii indignationem ac penam centum librarum puri auri, quarum medielatem imperialis nostri erarii sive fisci, re- siduam vero partem injuriam passorum usibus decernimus applicari, se noverit irremissibiliter incursurum, presentium sub nostre majestatis sigilli appensione testimonio literarum. Datum Novomagii. Colonien. dioc, anno dni tnillesimo quadringentesimo sextodecimo, die decima sep- tima mensis Novembris, regnorum nostrorum anno, Hungarie etc. tricesimo, Romanorum elec- tionis septiino, coronationis vero tertio. Super plicam erat scrip turn: ad mandatum domini regis, Johannes de Strigonio, prepositus et vicecancellarius. Collationata praesens copia cum originalibus Uteris, sigillatis
sigillo magno subimpenso sericeis cordulis rubei et blavei colorum,
concordat, per me,
Lajisweerde, ntm. eccles. praedictae.
IX.
In nomine domini, amen. Universis presentibus et futuris, Wilhelmus, Dei gratia, abbas
sancti Trudonis, ordinis sancti Benedicti Leodien. djoc. salutem in domino cognoscere ve- rilatem. Ea, que judicio vel concordia terminantur, firma debent et illibata persistere, et, ne in recidive contentionis scrupulum relabantur, scripturarum convenit presidio communiri. Hinc est, [quod universitati vestre tenore presentium innotescimus, quod, cum inter sere- nissimum principem, dominum Wilhelmum, Dei gratia, clare memorie, quondam regem Rom. illustrem ex una parte, et viros venerabiles prepositum et capitulum ecclesie sancti Jo- hannis in Ti'ajecto ex altera, super possessione et proprietatc terrarum, jurisdictionum et decimarum apud Ovendrecht, Cudelstert et Westfene, nee non et super aliis locis vicinis aria dudum fuisset materia queslionis, tandem in presentia venerabilis patris, domini Hu- gonis tituli sancte Sabine, presbyteri cardinalis, tunc in partibus Alemannie apostolice sedis legati accedente utriusque partis consensu, in nos extitit compromissum, prout in Uteris ipsius domini Regis, nee non prepositi et capituli ecclesie sancli Johannis predicte,ac Reve- rendi patris dni llugonis, cardinalis predicti, plenius continetur, quarum tenorem de verbo ad verbum presentibus duximus inferendum. Forma itaque literarum domini regis est talis: Wilhelmus etc. Datum Coionie iin. 11. Novembr., indict. XI. anno domini M. nc. quinqua- gesimo secundo. Forma vero literarum prepositi et capituli sancti Johannis talis est: Viro religioso etc. Actum Coionie etc uts. Forma etiam literarum domini Hugonis etc. talis est: Frater Hugo etc. Actum et datum Coionie etc. uts. Nos vero super premissis, recepto in nos onere et auctoritate arbitrandi seu statuendi secundum formam superius expressam, ad loca predicta personaliter accedentes, scilicet Ovendrecht, Cudelstert et fVeslvenc et ad loca vicina, de premissis diligenter inquisivimus, instrumenta examinavimus, testesque juratos re- cepimus, et eorum dicta in scriptis redegimus, vivente adhuc quondam prcdicto domino Rege, bone memorie, et specialiter hoc volente, ncc non et veneiabili patre prcdicto, do- mino Hugone, presbjtero cardinali, apostolice sedis legato adhuc infra Jcgationis sue termi- nos existenle; et sic deligenter inquisita veritate et cxaminato dc piano et summatim negocio, invenimus, possessionem jurisdictionum ac decimarum dictorum locorum et aliorum vicino- rum, ad prepositum et capitulum ecclesie sancti Johannis predicte, pleno jure, pcrlinere, nee nou et ipsos et antecessors eorum a longis retroactis temporibus, de quibus non extat |
||||
no
|
|||||
memoria, in predictorum possessione pacifiea extitisse, licet quque ballivi Hollandie, domino-
rum suorum terminos extendere cupientes , aliqua de premissis invaserint et occupaverint minus juste, in salutis sue et dominorum suorum grave periculum et jacturam. Inferiorttm enim culpa non solum ipsis sed et superioribus suis non injuSte retorquetur in penam, quorum se auctoritate non recte tuentur. Considerautes autem, quod predictus dominus Rex, clare memorie, karissimus quondam dominus noster, predictam causarn in examen nostre couscientie ponens, ipsam ex speciali fiducia fidei nostre commisit, fidclitatis debito non cogente, Desidcramus ex corde ipsius animam relevari a pena, et heredes ejus expiari a culpa, pro certo sperantes, ipsos ex hoc in melius prosperari, si predictam corrigentes injuriam, teatissimos Johannem Baptistam et Johannem Euangelistam , pratronos predicte ecclesie glo- riosos, acquirere sibi studeant apud districtum judicem Jhesum Christum, non adversaries contra se graviier conquerentes, sed pios potius advocatos pro salute sua efficaliter exorantes. Nos igitur tarn predieti domini regis, pie recordation is, Karissimi quondam domini nosti'i, quam heredum suorum, teste Deo, zelantes salutem, habito jurisperitorum et multorum proborum consilio, pietate suadeixte, caritate urgente, justitia exigente, et virtute obedire nos ad hoc finaliter compellente, preposito et capitulo supradictis, possessionem jurisdictio- num et decimarum de Ovendrecht, Cudelstert et Westvene, nee non et locorum vicinomm cuin juribus et pertinentiis suis, per sententiam diffinitivam in hiis scriptis adjudicamus supradicto domino v. Regi, pie memorie, suisque heredibus et successoribus super eisdem per eandem nostram sententiam , perpetuum silentium imponentes, ordinantes etiam, quod ejusd. dni Regis heredes et successores, prepositum et capituluin superdictos de predictis de- cimis usque ad medietatem Venne inculte, ex nunc in antea in pace gaudere promittant, nee ipsos super eisd. perturbent aliquatenus vel molestent, sed pocius predictam nostram sententiam et ordinationem observent bona fide et faciant inviolabiliter observari. Ordinamus etiam, humiliter supplicantes, ut prepositus et capitulum supradicti illatas sibi injurias pre- dicto dno Regi devote remittant et in libris ecclesie sue diem sive obitus eonscribentes, an- niversarium ejus in missis, vigiliis et in aliis suffragiis Karitatis in ecclesia sua celebrantes observent et faciant annuatim a suis successoribus in perpetuum observari, ut si quid ex humane corruptionis fragilitate remansit, in eo purgatorii acerbitate purgandum per hec et alia fidelium pia suffragia dignetur remittere et penitus extinguere, magna valde .... s»lva- toris. In quorum omnium testimonium si noticiam pleniorem , presens scriptum fieri feci- mus, et sigilli nostri munimine roborari. Datum anno dni M. cc. sexagesimo quarto, mensi Febr., feria quinta post festum beati Mathie apostoli, continuata a die precedenti. X.
Anno domini M. ccc. nil, orta questione inter Reverendum in Chrislo patrem et dominum,
dominum Guidonem, episcopum Trajecten. ex una ac prepositum et fratres ecclesie sancti Johannis Trajecten. partibus ex altera, super alta jurisdictione etc. et ad instantiam episcopi memorati celebrato et indicto capitulo in domo capitulari majoris ecclesie Trajecten., ac vo- calis vocandis, conclusum est et judicatum per capitul., neminem habere in terra Tra- jecten. altam jurisdictionem preter prepositum et fratres ecclesie sancti Johannis Trajecten., deinde memoratus Rd*". in Christo pater et dominus Guido episcopus fecit convocari omnes et singulos pares curie sue ac militares et nobiles feudales et vasallos, et desuper capitulum vulgariter dictum Maelstadt servari et celebrari peten. per memoratos militares pares curie ac feudales super alta jurisdictione hujusinodi concludi et sententiari; tandem de omsrom eorum consensu conclusum fuit, et nomine presentium omnium per os strennui militis domini |
|||||
Ill
|
||||||
Ghysberti, domini de Ghoye, sententialiter pronunciatum est, videlicet, quod nemo preterquam
propositus ecclesie sancti Johannis Trajecten., haberet altam jui'isdictionem in terra Trajecten,, nisi talis posset docere per privilegia aut literas patentes. Collationata prescripta copia cum registro sen Iibro statutorum
ecclesiae sancti Joannis Trajecten., ex quo extracta est, concor-
dabat cum eodem.
XL
Guido, Dei gratia, episcopus Trajectensis, universis et singulis christifidelibus, ad quos
presentes nostre litere pervenerint, notum facimus, quod nos sub anno dni millesimo tre- centesimo undecimo feria fecunda post festum pasuhe, in curia domus nostre Trajecten. vidimus literas Conradi, episcopi Trajecten., predecessoris nostri, non abolitas, sigillo ip- sius Conradi episcopi sigillatas , prout sequitur: In nomine patris et filii et spiritus sancti. Cognoscant fldeles, tarn futuri quam presentes,
quod Anselmus, etc. Quam donationem a dicto Conrado, episcopo Trajecten., factam, nos Guido, episcopus
Trajecten. predictus, approbamus et ratificamus, ac auctoritate nostra ordinaria, in hiis scriptis confirmamus. In cujus rei testimonium et munimen, Nos Guido, episc. Trajecten. predictus, sigillum nostrum presentibus duximus apponendum. Datum et actum, auno dni millesimo trecentesimo undecimo, feria secunda post diem Pasche. Collationata praescripta copia cum libro statutorum ecclesiae sancti
Johannis Trajecten., ex quo extracta est, concordabat cum eodem. XII.
Ad perpetuam rei memoriam habendam, sciendum est, quod anno M. CCC. LXXXII, iudictione
quinta, tnensis Martii die vicesima prima, bora quasi tercia, reverendo in Christo patre ac dno, dno Florentio de Wevelichoven, episcopo Trajecten., nee non venerabilibus viris dnis Lubberto Bolle decano, Michaele ftloliart, Everardo Foeck, Johanne Albo, Wilhelmo Buser, Johanne de Tuyl, Johanne de Boesichem et Arnoldo de Campen majoris, Everardo Foeck decano, Johanne Vtenleen, Bartholdo de Ruwenhoven, Gerardo Byerwisch, Gerardo de Bronchorst, Erenberto Vtenleen et Ghysberto Hoeyer sancti Salvatoris, Rodol- pho de Doetinchem, Johanne de Compostella, Huberto Wyse, Johanne de Avnhem et Ghiselberto Pape sancti Petri, Frederico de Maern, Jacobo de Aelrehorst, Fredfico Velt^ man, Johanne de Zande, Wilhelmo de Wyck, Geverdo de Westrenen, Wenmaro ten Goey, Nicolao Scatter et Wilhelmo Zuermont sancti Johannis, magistro Petro vanden Velde preposito sancti Johannis, Jasone, Gunpardo Henpone, Arnoldo Voss et Henrico de Monyouwen sanetc Marie ecclesiarum Trajecten. canpnicis generali capitulo ad infrascripta specialiter indicto in loco capitulari ecclesie Trajecten., ad hoc capitulariter congregatis, dictus dominus decanus Trajecten. tunc palam et publice in loco capitulari diplis dpminis presentibus retulit hec verba vel similia in effectu, videlicet, quod alias nonnullis discordiis, controversiis et dissentionibus super 4ta jurisdictipne in Wilnis et in Achtienkoven inter dictos domiiiuiu Trajecten. tunc pi'esenteni »«erentem altam jurisdictionqm jn Wilnis et in Achtipnhoven, ad se .et ecclesiam suam Tra^- jecten. pertinuisse et pertinere, et ipsum ac suos antecessores episcopos Trajecten. in plena possessione hujusmodi jurisdictionis fuissc et esse parte ex Vina, et prepositum et capitulum epclesie sancti Johannis Trajecten. asserentes de contrario et dicentes, quod jurisdiclio alta in |
||||||
i
|
||||||
112
|
|||||
locis antedictis a tanto tempore, quod de contrario ejus memoria hominum non cxistit, per-
linuit et pertinere consuevit, et adhuc pertinet ad ecclesiaoi S. Johannis ac ad prepositum et eapitulum dicte ecclesie S. Johannis nomine ejusd. ecclesie, et quod eisdem temporibus et per eadem tempora ecclesia, propositus et eapitulum ecclesie sancti Johannis predict, continue fuerunt et esse consueverunt et sunt in plena et pacifica ac quieta possessione jurisd. hujusmodi, salva turbatione presenti ex altera parte habita et orta, iidem domini episcopus et prepositu* et eapitulum ecclesie sancti Johannis partes predicte, volentes tandem super hiis absque magnis dispendiis parlium amicabilem dictis controversiis et dissentionibus finem impoui, super hujusmodi controversiis et dissentionibus sedandis, prelatis et capitulis videl. majoris, sancti Salvatoris, sancti Petri et sancte Marie dictarum ecclesiarum Trajecten. et eorum super hiis inquisition!, discussioni et determinationi submiserunt, vigore cujusmodi submissions prelati et capitula dictarum quatuor ecclesiarum Trajecten. quatuor viros honestos et peritos suos concanonicos infra descriptos dictarum ecclesiarum, deputarunt ad recipiendum super premissis a partibus hincinde informationes, quas eedem partes tarn cum instrumentis et Ute- ris quam testibus, quelibet pars pro jure suo, infra certa tempora tunc temporis partibus ad hecdeputata, facere vellent, et quod tales informationes hujusmodi deputati, si quas recipe- rent ad noticiam dictarum ecclesiarum deducerent et in generali capitulo referrent; qui vero deputati juxta ordinationem premissam informationes ab ambabus partibus tarn Uteris et instrumentis quam testibus hincinde productis et exhibitis receperunt, et hujusmodi infor- mationes dictis deputatis factas, iidem deputati anno domini millesimo tricentesimo oetuagesimo secundo, indictione quinta, mensis Martii die vicesima prima, hora quasi tercia, supradict. in dicto capitulo generali ad hoc indicto, dominis episcopo ac preposito et capitulo ecclesie sancti Johannis partibus predictis extra dictum locum capilularem de mandato seu jussu aut rogatu dicti domini decani majoris ecclesie existentibus seu forsan extra idem eapitulum ad modicum tempus se tenentibus aliis dominis prelatis et capitulis ac canonicis aliarum ecclesia- rum in dicto loco capitulari remanentibus recitarunt, quibus vero informationibus sic (ut pre- mittitur) per dictos deputatos recitatis, dicte partes fuerunt iterum ad locum capitularem revocate et ad eundem locum redierunt. Quo facto ad instantiam ambarum partiuui antedictarum super premissis dissentionibus et discordiis ad invicem habitis pronunciari, declarari et fi- nem imponi tunc petentium, dictus dominus Lubbertus Bolle, decanus majoris ecclesie nomine suo et aliorum prelatorum et capitulorum ecclesiarum Trajecten. predictarum , quorum discussioni pronunciationi et declarationi super premissis controversiis et discordiis sedandis et pro eis terminandum, dicte partes se (ut premittitur) submiserunt, tunc temporis in dicto capitulo generali pronunciavit palam et publice in hunc modum: Attentis et consideratis ac pensati* omnibus et singulis instrumentis et literis ac depositionibus seu attestationibus testium et formationibus super premissis per dictos deputatos in loco capitulari predicto, dictis prelatw canonicis et capitulis dictarum quatuor ecclesiarum Trajecten. exhibitis et productis ac lectis et recitatis, prelati et capitula predicti invenerunt prepositum et eapitulum ecclesie sancti Johannis Trajecten. nomine ejusdem ecclesie fuisse et esse in plena possessione alte jurisdic- tionis in Wilnis et Achtienhoven locis antedictis, vulgariter teutonice dicen., in eenen volcomen besit des kogen gereohts te Wilnis ende Achtienhoven, et ex super habundanti ad justiBcandum magis hujusmodi possessionem , idem decanus eoderu tempore pronunciavit, quod dictus prepositus dicte ecclesie sancti Johannis, Petrus de Velde, et eapitulum ejus- dem ecclesie dictam possessionem tenerent seu tenere deberent, cum septem stolis sub jura- mentis in hoc fieri solitis et consuetis, quod si facere recusarent, ex tunc episcopus ante- dictus possessionem, quam ipse asseruit se habuisse et habere, cum septem stolis teneret et firmaret, salvo semper domino episcopo in premissis jure suo, si quod haberet, in petitorio |
|||||
113
|
|||||
in quo idem dominus episcopus posset, si veliet, coram judice competente preposkura et ca-
pitulum ecclesie sancti Johannis Trajecten. in posterum couvenire. Qua pronunciatione sic facta, prepositus sancti Johannis statim, eodem capitulo gencrali durante , per Macharium, nun- cium capituli ecclesie Trajecten., septem stolas ex sacristia ejusdem ecclesie Trajecten. afferri fecit, et prepositus stola iudutus, manu sua dextra ad pectus suuin apposita, tunc ibidem in capitulo generali juravit, quod ipse et sui predecessores prepositi et capitulum dicte ecclesie sancti Johannis semper fuerunt et esse consueverunt et adhuc sunt in possessione pacifica et quieta jurisdictionis alte in Wilnis et in Achtienhoven, sic eum deus juvet et omnes sancti ejus, salva lurbatione, de qua nunc tactum est. Deinde statim sex canonici dicte ecclesie sancti Johannis, dextra manu cujuslibet super pectus suum posita, juraverunt et juramenta sua in talibus debita et consueta prestiterunt, quod crediderunt prepositum verum jurasse. Quo facto, ipse prepositus dominum episcopunl tunc presentem requisivit, ut ipse maerscalco suo intimaret, quod ipse ex parte sua de cetero se non intromitteret de alta jurisdictione in Wilnis et Achtienhoven locis anledictis seu de illis, que concernerent altam jurisdictionem in locis predictis. Qui vero dominus episcopus, licet de hujusmodi pronunciatione non fuit bene con- tentus, respondit Gnaliter, quod istud maerscalco suo intimaret et de hoc bene provideret. Quatuor deputati per qualuor ecclesias predictas, de quibus supra fit mentio, fuerunt isli, magister Johannes de Tule majoris, magister Bartoldus de Ruwenhoven sancti salvatoris, magister Johannes de Arnheni sancti Petri, et dominus Gerardus Vrencke sancte Marie canonici ecclesiarum Trajecten. Sex compurgatores, qui post juramentum a dicto domino preposito prestitum, sua juramenta fecerunt, de quibus supra fit mentio, fuerunt isti, Frede- ricus de Maern, Johannes de Zande, Fredericus Veltman, Gerardus de YVestrhenen, Wil- helmus Musch, et Wilhelmus Zuermont, canonici ecclesie sancti Johannis Trajecten. aute- dicte. Acta fuerunt hec in loco capitulari ecclesie Trajecten., anno, indictione, ruense et hora, quibus supra, pontificatus sanctissimi in Christo patris ac dornini nostri, domini Urbani pape sexti anno suo quinto. Collationata praesens copia cum suo original!, transsumpto manu et sub-
scriptione disereti viri magistri Wilhelmi Buser, alias Byndop, clerici Traject.
publici imperiali auctoritate notarii etc. (uti apparebat) subsignato, invenla est
concordaie cum eodem.
xm.
Isti sunt articuli, dati per prepositum et capitulum sancti Johannis, contra dominum no-
strum episcopum Trajecten., concernentes altam jurisdictionem de Wilnis et Achtienhoven, super qua ex utraque parte compromiserunt in generalem ecclesiam Trajecten., sicut inferius describitur. Et isti sunt ad hoc deputati per ecclesiam, scilicet: Jol.annes de Tule sancti Mar- tini , Bertoldus de Ruwenhove sancti Salvatoris, Johannes de Aernhem sancti Petri et Gerar- dus de Vrencke beate Marie Trajecten. ecclesiarum canonici, An0, domini millesimo tricen- tesimo octuagesimo primo in OctobrL j. In primis prepositus et capitulum sancti Johannis prefati dicunt, quod alta secularis ju-
risdictio de Wilnis a tempore, quo villa de Wilnis fuit in rerum natura et quo ibi homines inhabitabant, semper spectavit et adhuc spectat ad ecclesiam sancti Johannis prefat., et pre- positus pro tempore ac sui ofEciales ilia usi sunt illamque exercuerunt nomine ecclesie pre- late in omnibus casibus, excessibus et delictis, altam secularem jurisdictionem concernentibus, qui ibidem contigerunt et perpetrati sunt. III. 15
|
|||||
114
ij. Item, tempore propositi Arnoldi Loef, dum ipse erst propositus, Gerardus Yde inter-
fecit in Wilnis Ysbranduin {ilium Henrici Hazen, de quo prepositus justiciam fecit in My~ drecht. iij. Item, Wilhelmus de Laen occidit in Wilnis Gerardum de Ryser, de quo prepositus
Arnoldus LoefF fecit justiciam in Mydrecht. iiij. Item, idem prepositus Arnoldus Loef fecit justiciam in Mydrecht et intromisit se de
omnibus causis seu delictis in Wilnis, allam jurisdictionem concernentibus, suo tempore contingentibus, sine contradictione cujuscutnque et islud fuit ultra quadraginta annos. Prepositus Henricus de Reso.
v. Item, tempore pvepositi Henrici de Reno et eo tempore, quo ipse fuit prepositus,
Johannes filius Mensen vulneravit letaliter Egbertum Egberti in crure cum balista in Wilnis, de quo fecit justiciam dominus Henricus prepositus prefatus. vj. Item, Henricus Theoci. mutilavit Henricuxu Hazen in Wilnis, de quo justiciam fecit
prepositus Henricus prefatus. vij. Item, Gerardus Dyde vulneravit Johannem Mattensse letaliter in Wilnis, de quo
prepositus Henricus prefatus justiciam fecit in Mydrecht. viij. Item, Block de Vinckeveen cum suis filiis occidit in Wilnis Croec filium Gerardi
Ghysbrandi, et Moen Leydensis, scultetus propositi, captivavit eos et duxit illos in castia propositi in Mydreoht, de quo prepositus prefatus justiciam fecit. ix. Item, Johannes de VVilde et Petrus Onpays habuerunt contenciones pro quadam nui-
liere in Wilnis, et eodera tempore Johannes interfecit Petrum in Wilnis et Johannes fuit captus ex parte prepositi Henrici et ductus in Mydreoht in castra propositi et ex parte pro- positi Henrici fuit facta justicia cum gladio et fuit decollatus. x. Item idem prepositus Henricus fecit justiciam et intromisit se de omnibus causis seu
casibus in Wilnis, altam jurisdictionem concernentibus, suo tempore sine contradictione cujuscunque, Prepositus Petrus vahden Veldb.
xj. In primis Korte Peter conquestus est preposito, quod Gerardus Yden noctis tempore
violenter aperuisset domum suam in Wilnis et fuerunt ambo mi.ssi in cippis prepositi in Mydreoht et prepositus desuper justiciam fecit. xij. Item, Gerardus Egberti in Wilnis dixit Korte Petro, quod ipse noctis tempore ce-
pissct equum suum, et fuerunt ambo capti ex parte prepositi, et prepositus de illo fecit justiciam. xiij. Item, Wilhelmus Egberti in Wilnis conquestus est, quod Gerardus Cristiani fecisset
sibi malam mensuram, de illo idem prepositus justiciam fecit. xiiij. Item , Johannes de Spengen , Wilhelmus Johannis, Theodoricus Johannis de Spen-
gen, Johannes Moye, Mathias Hillenz., Johannes Mathie, Walterus Moye et Wilhelmus de Lisse, interfecerunt in Wilnis Henricum den Gronen , et vulneraverunt Hermannum Arnoldi usque ad mortem, et ambo, tam occisus quam vulneratus, fuerunt portati in Mydreoht et prepositus desuper justiciam fecit. xv. Item, Wilhelmus Croeck dictus Cortoes interfecit in Wilnis Smedekyn Arnoldi, de
quo idem prepositus justiciam fecit. xvj. Item, fuit commissa violencia in Wilnis in domo Gerardi Ysers per decern homines,
de quo idem prepositus justiciam fecit et ibi eciam interfuit Nicolaus Egberti. |
||||
115
|
|||||
xvij. Item, isli fecerunt violenciam ante domos in Wilnis Tbeodorus Tyne, Walterus
Ei kenraden junior \ Reynerus Wilhelmi, Rotardus Wilhelmi et Rotardus Henrici, de quo idem prepositus justiciam fecit. xviij. Item, lilii Meynardi Egberti interfecerunt in Wilnis, Moey Lejden., scuhetum
prepositi in Wilnis, et fuit mortuus portatus in Mydrecht ex parte prepositi, de quo prepo- situs fecit justiciam. xix. Item, uxor Coman Jacobi incendit domtim Nicolai vander Laen in Wilnis, de quo
idem prepositus justiciam fecit. XX. Item, Theodorus vander Aer, HoJlandrinus , cum sociis suis attemptarunt bis in Wil-
nis nocte tempore violenter inh'are domum Nicolai Jacobi, de quo idem prepositus justiciam fecit. xxj. Item , Nicolaus Jacobi committendo latrocinium occidit in Wilnis Wilbelmum Croken
et cepit pecunias, quas secum habebat et fuit desuper ex parte prepositi in Mydrecht facta justicia et dampnatus ad rotam, et fuit ibi stracionatus seu tractus per terram et positus in rota. xxij. Item, fuit in Wilnis captus quidam fur cuui bonis furatis, qui fuit de Hamborch,
et fuit ex parte prepositi in Mydrecht suspensus patibulo. xxiij. Item, Johannes de Rjke mutilavit in Wilnis Reynaldum vander Steghe, custoJem
in Wilnis, in pollice, de quo tam prepositus justiciam fecit. xxiiij. Item, filia Jacobi Magher Heyne projecit filio Wilhelmi Roetardi duos dentes ex
capite, de quo prepositus justiciam fecit. xxv. Item, Wilhelmus Ondgod percussit uxoi-em Jacobi Magher Heyne, in Wilnis vulnus
letale in capite et fuit ex parte prepositi captus (et ductus in Mydrecht in castra prepo- siti et sedit ibi multo tempore in cippis, et de illo prepositus justiciam fecit. xxvj. Item idem prepositus magister Petrus de Velde, suo tempore et eo tempore, quo
fuit prepositus, exercuit omnem jurisdictionem et intromisit se de omnibus casibus altam jurisdictionem concernentibus in Wilnis perpetratis, sine contradictione cujuscunque. xxvij. Item prepositus pro tempore omnes excessus altam jurisdictionem concernentes per-
petrates in Wilms, Blocklandt, Cudelsiert ad latus aggeris Thamen, Uulhoirn et My- drecht, que loca et ville vocantur ville et loca perpositure sancti Johannis, correxit seu de illis justiciam fecit in Mydrecht tanquam in principali loco seu membro locorum predictorum. xxviij. Item, quod Wilnis ante tempora nuncupari solet et adhuc etiam vocatur qua-
draginta hoven. xxix. Item, prepositus sancti Johannis pro parte sua ecclesie sancti Johannis exei'cuit
altam jurisdictionem in Wilnis ita pacifice, sicut exercuit altam jurisdictionem in Mydrecht in vim, modo ut prescriptum est. xxx. Item, quod Mydrecht et Wilnis est terra contigua et indivisa et palustris dicta vene.
xxxj. Item, quod terra et vene in Mydrecht et Wilnis preposito et ecclesie sancti Jo-
hannis censum tribuunt et sunt eorum bona censualia. xxxij. Item, quod Mydrecht el Wilnis sunt divise de Outhusen cum quadam fovea trudendo
in septentrione versus antiq. reparium (!) et versus borealem plagam cum terris domini de Abcoude. xxxiij. Item, quod dominus de Abcoude habet inferiorem jurisdictionem in Outhusen et
episcopus Trajecten. altam jurisdictionem. xxxiiij. Item, quod ecclesia de Wilnis list situata in Outhusen et non in villa de Wilnis.
In AcHTiENHorEir.
j. Item, dicit prepositus et capitulum sancti Johannis predict., quod aha secularis ju-
riscllctio de Avhtienhoven semper a tanto tempore, de cujus contraria hominurn memoria 15*
|
|||||
116
non existit, foil et spectavit ad prepositum et ecclesiam sancti Johannis prcfat., et prepositus
snncti Johannis, qui pro tempore foit et adhuc est, nomine ecclesie tamquam prepositus (!), fuerunt semper in plena possessione ejusdem jurisdictions absque contradictione seu impedi- mento cujuscunque, et ipse prepositus et sui ofiiciales ejus nomine illam exercuerunt et se de ilia intromiserunt de omnibus causis, excessibus et maleficiis altain secularem jurisdictionem concernentibus, que ibidem contigerunt et perpetrata sunt, sicut inferius descriliitur. ij. In primis tempore prepositi Arnoldi Loeff, dum ipse foit prepositus, fuit suspensus
Jordanus Lamberti Sceelwerts in Acktienhoven, ex parte prepositi propter furtum per earn coounissum. iij. Item, foit abscisa auricula filie Petri Ghelincs in AchtievJioven ex parte prepo-
siti propter furtum. iiij. Item, communitas clvitatis Trajecten. de consensu prepositi ArnoMi Loeff prefati et
capituli sancti Johannis duxit aquam dictam Veoht, que tunc erat prope Dael in seculari jurisdictione prepositi et capituli sancti Johannis predicti extra burgum dictum Weerde, ubi est de presenti in eadem jurisdictione prepositi ecclesie predicti, et emernnt a preposito et capitulo terras ad hoc oportunas, ubi dicta aqua Veoht nunc habet cutsum suuui, salva semper jurisdictione prepositi per terrain et aquam, prout constat ex Uteris per civita- tem et communitatem preposito et capitulo desuper datis, et istud preteriit quadraginta tri- bus annis. v. Item, tempore prepositi Henrici de Reno et eo tempore, quo ipse fuit prepositus,
Gerardus de Bilwyck furatus est unam vaccain in aggere Brodyck, quam vaccam ipse duxit in Aehtienhoven, et ibi ex parte prepositi Henrici de Reno prefati fuit suspensus pa- tibulo. yj. Item, Arnoldus Loeff et Henricus de Reno prepositi fecerunt justiciam et intromise-
runt se quilibet in tempore suo de omnibus causis et maleficiis sive excessibus, altam juris- dictionem concernentibus, que eorum temporibus in Aehtienhoven perpetrate fuerunt, sine contradictione cujuscunque. Item tempore modersi prepositi Petri vasdeh Vblde.
vij. Item, in primis quidam saltavit in aquam seu flumen fee/it et snbmersit se in ju-
risdictione prepositi prefati, qui foit ex parte prepositi apprehensus et tractus sive stralio- natus super certis fransscbis cancellatis el demum sepultus in campis. viij. Item, quedam mulier cecidit iu slusam prope Veoht innocenter et submersa est in
jurisdictione prepositi et ecclesie sancti Johannis in Aehtienhoven, quern prepositus appre- hendit et fecit ipsam aptari et voluit ipsam sepeliri in ecclesia sancti Jacobi, in qua jam pa- rata fuit sepultura, quam prepositus parentibus restituit per eos rogatus. ix. Item, quidam dictus Wilhelmus Zelander foit occisus in Aehtienhoven, quem prepo-
situs fecit duci in Mydrecht, ubi prepositus fecit ipsuni sepeliri, ubi adhuc'jacet, de quo fuit facta emenda preposito. x. Item, Nycolaus Gbejlinc percussit unico ictu in Aehtienhoven Gerardum.de Paeschen
in genu et fecit sibi magnum vulnus, de quo diu male habuit, de quo idem prepositus ju- s'.iciam fecit. xj. Item, Wilhelmus de Ysendjck percussit in Aehtienhoven Petrum den Dorscher in
pollice et inutilavit ipsum, de quo prepositus justiciam fecit. xij. Item, quod appellatur a sculteto prepositi ad prepositum, tamquam ad superiorem
dominum, et a preposito appellatur ad imperatorem et ad nullum alium. |
||||
Ii7
|
|||||
xiij. Item , consuevit prcpositus prefatus de bomicidiis extra jurisdictionem suam perpe-
tratis seu factis in patria Trajecten. , super quibus compositum fuit cum domino episcopo out ejus marescalco, reo homicide dare mandatarium sive alium otRcialem siuuu in Acktien- hoven ad pignorandum denarios consanguinitatis. xiiij. Item, prepositus pro tempore de omnibus causis, excessibus et delictis, altam juris -
dictionem concernentibus, suo tempore perpetratis sive commissis in Achtienhoven se in- tiomisit et de illis justiciam fecit usque in hodiernum diem, sine contradictione cujuscuuque. XIV.
David de Bourgondia, Dei et apostolice sedis gratia, episcopus Trajecten., universis et.
singulis presentes nostras lileras visui'is et audituris, notiucamus per presentes, quod nos sub anno dni XIY". sexagesinio primo, primo die mensis Julii, in domo habitations V s. et circunispecti dni Johannis Mililis, canonici nostri ecclesie Trajecten. ac vioarii nostri ge- neralis, literas quondam dni Conradi, episcopi Trajecten. nostri predecessors , non abrasas, non abolitas , non cancellatas, non viciatas , nee in aliqua sui parte suspectas , sed prorsus imimi vicio ae suspitione carentes, sigillo ejusdem dni Conradi sigillatas, vidimus hujusmodi sub tenore: » In nomine etc. Cognoscant, etc. Anno dominice inornationis millesimo octua- gesimo quinto etc." Hujusmodi vero bonovum et terrarum commutationem, quam quondam dns Conradus fecisse dicitur, et de quibus in Uteris suis prescripts mentionatur, et ecclesie in Fronakre cum tribus capellis appendiciis, ac terre palustris in Everekcslorpe, que hodie AoktieTi/ioven vocatur, et terre palustris tunc vocate quadraginta hoeven, que nunc JVilnis nuncupatur, et terre palustris in Mydrecht, donationem et assignationem per dictum dn. Conradum, pro theloneo in Smythusen, quod pro nunc est situatum in Embrica, cum cete- ris bonis in Uteris dicti dni Conradi nominatis, sub pacto et conditione, ut, si quandocun- que dicte terre inhabitentur, quod ex tunc decime, placita et omnis ecclesiastica et laicalis justicia ad prepositum et ecclesiam nostram sancti Johannis predictam solummodo pertineant, ipsi preposito dicti nostri ecclesie factain, approbavimus, ratificaviruus, confirmavimus atque auctoritate nostra ordinaria presentibus approbamus , ratificnnius et in Dei nomine conGrma- mus, decernentes eadem nostra auctoritate, quando terre palustris antedicte dudum inhabi- tate fuerunt et modo inhabitantur, quod decline, placita et omnis ecclesiastica et laicalis ju- sticia in locis et terris antedictis, solummodo ad prepositum et ecclesiam nostram sancti Jo- hannis supradictum spectaverunt et pertinuerunt et hodie spectant et pertinent, ipsosque hujusmodi juribus libere uti posse et debere, absque contradictione cujuscunque; nostrarum testimonio literarum sigilli nostri appensione muuitarum. Datum anno dui xivc. sexagesinio primo, primo- die mensis Julii. Collationata praescripta copia cum certo libro, continente varia jura eccle-
sie S. Joh. Traj., ex quo extracta est, inventa est concordare cum eodem. XV.
Senteniia prima.
Christi nomine invocato, pro tribunali sedentes et solum Deum pro oculis habentes, per
banc nostram diffiuitivam sententiam, quam de dominorum coauditorum nostrorum consilio et assensu ferimus, in hiis scriptis pronunciamus, decernimus et declaramus, in causa et cau- sis, que coram nobis inter venerabilem virum, dominum Johannem Nys, prepositum et ar- |
|||||
118
|
|||||
chidiaconum ecclesie sancti Johannis Trajecten., ex una, et reverend una patrem, dominum
David, episcopum Ti'ajecten., de et super jurisdictione aha et bassa meroque et mixto imperio, ijuani et quod dictus dominus prepositus et archidiaconus in locis sive villis de Mydrecht, It'tints, Achlienhoven, Thamen, Cudelstert et Sevenltoven. Trajecten. dioc., habet seu eorutn spolio rebusque aliis in actis cause hujusmodi latius expressis partibus ex alte- ra, in prima instantia pendet indecisa, spoliationeru et intrusionem jurisdictionis et imperii predictorum per dictum episcopum contra Johannem prepositum et arcbidiacouum prefaimn factas, fuisse et esse temerarias, iflicitas, indebitas, injustas et iniquas ac de facto presumptas, eundemque dominum episcopum ab intrusione et detrusione jurisdictionis alte et basse merique et mixti imperii predictorum, ac exercitio et usu jurium predictorum, tollendum expellendum et amovendum fore, ac tollimus , expellimus et amovemus, nee non dominum Johannem , prepositum et archidiaconum antedictum, in et ad realem, corporalem et actuakm possessionem ac exercitium et usum jurisdictionis alte et basse ac meri et mixti imperii pre- dictorum reponendum, restituendum et reintegrandum fore, ac reponirnus , restituimus et reintegramus, ipsumque dominum David episcopum in fructibus, emoluments et proven- tibus ex jurisdictione villarum et locorum predictorum illiusque exercitio et usu per eundem dominum episcopum seu eius officiales a tempore spolii predicti perceptis, ac in expensis in hujusmodi causa pro parte dicti domini Johannis Nyss, prepositi et archidiaconi, propterea eararn nobis legitime factis, condemnandum fore et condemnamus, quarum expensarum taxa- tionem nobis iu posterum reservamus. Sic subscripta : ita pronunciavi ego Petrus de Ferrera, auditor. Senienlia secunda.
Christi nomine invocato, pro tribunali sedentes et solum deum pre oculis habentes, per
banc nostram diffinitivam sententiam, quam de dominorum coauditorum nostrorum consilio et assensu ferimus, in biis scriptis pronunciamus, decernimus et declaramus, in causa, que primo coram reverendo patre, domino Petro de Ferrera, coauditore nostro, inter venerabilem viiTim, dominum Johannem Nyss, prepositum et archidiaconum ecclesie sancti Johannis Tra- jecten. ex una , et reverendum patrem dominum David , episcopum Trajecten., de et super jurisdictione alta et bassa meroque et mixto imperio, quam et quod dictus prepositus et ar- chidiaconus in villis seu locis de Mydrecht, Wilnis, Aohiienhoven, Tluimen, Cudelstert et Sevenhoven, Trajecten. dioc, habet, seu ipsorum spolio rebusque aliis in actis cause hujusmodi latius deductis partibus ex altera, in prima versa fuit et nunc coram nobis in se- cunda vertitur instantia, per prefatum reverendum patrem, dominum Petrum de Ferrera, coauditorem nostrum, bene fuisse et esse processum, sententiatum et diffinitum, et ab ipso domino Petro de Ferrera auditore ejnsque processu et diffinitiva sententia hujusmodi pro parte ipsius reverendi patris, domini David, episcopi Trajecten., male fuisse et esse provocatum et appellatum, processumque et diffinitivam sententiam prefati domini Petri auditoris confir- inandam fore et confirmamus, nee non ipsum reverendum patrem, dominum David, episco- pum Trajecten., in fructibus, emoluments et proventibus ac jurisdictione villarum et loco- rum predictorum, illiusque exercitio et usu per eundem dominum episcopum seu suos offi- ciales a tempore late dicte diffinitive sententie ipsius domini Petri auditoris ac citra per- ceptis seu extortis, ac in expensis in hujusmodi causa pro parte dicti domini Johannis, prepositi et archidiaconi, propterea coram nobis factis legitime condemnandum fore et con- demnamus, quarum expensarum taxationem nobis in posterum reservamus. Sic subscripta: ita pronunciavi ego Johannes Anthonius, episcopus Alexandrinen. . |
|||||
113
|
|||||
Sentenlia terlia.
Christi nomine invocato, pro tribunali sedentes et solum Deum pre oculis habentes, per
hanc nostram diffinitivam senientiam, quarn de dominorura coauditorum nostrorum consilio et assensu ferimus, in hiis scriptis pronunciamus, decernimus et declaramus, in causa, que prinio coram reverendo patre, domino Petro de Ferrera, sacri palatii apostolici causarum auditore, inter venerabilem virum, dominum Johannem Nyss, prepositum et archidiaconum ecclesie sancti Johannis Ti'ajecten. ex una, et reverendum patrem, dominum David episcopum Trajecten. (de et super jurisdictione alta et bassa meroque et mixto imperio, quam et quod dictus prepositus et archidiaconus in locis sive villi's de Mydrechl, IVilnis, Achticnhoven, Thamen, Cudelstert et Sevenkoven, Trajecten. dioc, habet, seu ipsorum spolio, rebus- que aliis in actis cause hujusmodi latius expressis, partibus ex altera, in prima, et deinde coram reverendo patre. domino Johanne Anthonio episcopo Alexandrin. unius ex au- ditoribus dicti palatii locumtenente in secunda versa fuit, et nunc coram nobis in terlia vertitur instantiis, per revei-endum patrem, dominum Johannem Anthonium, episcopum Alexandrinen. locumtenentem et judicem prefatum bene fuisse et esse processum, sententia- tura et definitum, et ab ipso domino Johanne Anthonio episcopo Alexandrinen. Iocura- tenente ejusque processu et diffinitiva sententia pro parte ipsius domini David episcopi Trajecten., male fuisse et esse provocatum et appellatum, processumque et diffinitivam sententiam prefati domini Johannis Anthonii episcopi Alexandrinent. locumtenentis confir- mandam fore et confirmamus, nee non ipsum dominum David, episcopum Traject. in frue- tibus, redditibus, proventibus et emolumentis ac rebus et bonis per ipsum dominum David, episcopum Trajecten., aut suos ofliciales seu stipendiatores a tempore late sententie ipsius do- mini Johannis Anthonii episcopi Alexandrinent. locumtenentis, et citra habitis, ablatis et per- ceptis, nee non in espensis in hujusmodi causa pro parte dicti domini Johannes Nyss., prepositi et archidiaconi, propterea coram nobis legitime factis, condemnandum fore et con- flemnamus, quarum expensarum taxationem nobis in posterum reservamus. Sic subscripta: ita pronunciavi ego Johannes, episcopus Nucerin. Collationatae diligenter prescriptae tres copiae contra certum registrum seu
librum, continentem diversa jura prepositurae ecclesiae sancti Johannis Traj., ex quo extractae sunt, concordabant cum eodem. XVI.
Processus folminatokius.
Gloriosissimo et invictissimo principi et domino, domino Frederico, divina favente de-
mentia Romanorum imperatori semper Augusto, ac Austrie, Carintbie et Carniole duci comitique etc., imperii sacri, ducatuum ac comitatuum ceterorumque divinorum ve- strorum felicis prospei-itatis augmentis, nee non reverendissimis in Christo patribus et dominis, dominis Dei et apostolice sedis gratia Colonien., Treveren. et Moguntinen. ar- chiepiscopis, ac Leodien., Tornacen., Cameracen., Monasteries , Osnabrugen. et Min* den. episcopis eorumque et cujuslibet ipsorum in spiritualibus et temporalibus vicariis et officialibus generalibus, nee non curie causarum camere apostolice generali auditori ejus- que vice auditori seu locumtenenti, universis quoque et singulis dominis abbatibus, pri- oribus, propositi's, decanis, archidiaconis, scholasticis, cantoribus, custodibus, thezaura- riis, succentoribus, sacristis, tarn cathedralium quam collegiatarum caDonicis, parochialium- |
|||||
120
|
|||||
que ecclesiarum rectoribus seu locatenentibus, eorundem plebanis, vicepiebanis, capellanis.
curatis et non curatis, vicariis perpetuis, altaristis ac eciam monastoriorum quorumcunque generalibus provincialibus, ministris, vicariis, prioribus, guardianis, rnonachis, custodibus et signanter sancti Johannis Jherosolomitan. et beate Marie Theutonicoium magistris com- mend atoribus et preceptoribus eorumque , nee non predicatoruni, minorum, heremitarum sancti Augustini et beate Marie carmelitarum ac aliorum ordinum quorumcunque domoruin et conventuum fratribns, regularibus et conventualibus, exemptis et non exemptis, cete- risque presbjteris, clericis, notariis et tabellionibus publicis quibuscunque, et fructuum, reddi- tuum et proventuum camere apostolice debitorum collectoribus et subcollectoribus pro parte existen. quibuscunque per sacrum Romanum imperium dictorutnque dominorum archiepisco- porum et episcoporum provincias, civitates et dioc. ac alias ubilibet constitutis et eorum cuilibet in solidum , ac illustrissitnis illustribusque principibus dominis, dominis Maximiliano, etiam divina favente dementia, Austrie, Bourgondie, Brabantie et Lutzenburgie duci, ac Flandrie, Hollaudie, Zelandie, Arthesii etc. comiti, sacri imperii Marchioni, Frisie, Salinarum et M«- cblinie domino, ac Wilhelmo Juliacen. et Monten., Adolpho Cliven. nee non Gel- vien. ducibus, ducatuum comitatuum, ceterorumqne dominorumque virorum felicis pro- sperilatis augmentis, ceterisque dominis ducibus marchionibus, lantgraviis, comitibus, vicecomitibus, baronibus, militibus, militaribus, nobilibus armigeris gentium armorum con- ducloribus, rectoribtis, gubernatoribus, prioribus, marescallis, senescallis, capitaneis, ca- .stellanis, proconsulibus, magistris civium seu burgimagistris, scabinis, comitatibus , nniver- sitatibus, civibus, opidanis, incolis civitatum, opidorum, castrorum, villaruni, villageorurn urbium, suburbium et aliorum locorum quorumcunque advocatis, judicibus, presidibus, ju- sticiars, servicntibus, clientibus, civibus, preconibus et officialibus ceterisque dominis et personis quibuscunque, jurisdictionem temporalem et ordinariam per se vel alium seu alios, mediate vel immediate, per sacrum imperium dictoramque principum dominia ipsorumque archiepisco- porum et episcoporum provincias, civitates et dioceses ac alias ubicunqne pro tempore exer- centibus et eonstitntis, et eorum cuilibet, et presertim Reverendo in Christo patri et domino, domino David de Bourgondia, episcopo Trajecten., ex adverso principal),-infra ex adverse prin- cipaliter nominato in jurisdiction, et imperiis locorum sive villarum de Mydrecht, Wilnis, Achtienhoven, Thamen, Cudelstert et Sevenhoven, Trajecten. dioc, spoliatori et incenso (!) oninibusque aliis et singulis in eadem jurisdictione forsan intrudendis, nee non universis et singulis colonis, censuariis, pensionariis , arrendatorihus, reddituariis agricultoribus, red- dituariis vindemiatoribus, receptoribus. debitoribus et detentoribus ac subditis in dictis locis sive villis morantibus, ad quos datio sive solutio fructuum, reddituum sive proventuum, ra- tione jurisdictionis dictorum locorum communiter vel divisim spectat et pertinet, omnibus aliis et singulis, quorum interest vel intererit, quosque infrascriptum tangit negocium seu tangere poterit quomodolibet in futurum, quibuscunque nominibus censeantur aut quacunqiie pre- fulgaeant dignitate, universis quoque et singulis christiGdelibus et presertim Alemanice nationis, Johannes Dei et apostolice sedis gratia episcopus Nucerin. unus ex veverendis prin- cipibus, dominis sacri palacii apostolici causarum auditoribus locumtenens, executor unicus ad infrascripta, auctoritate apostolica specialiter deputatus, salutem in domino et nostris hujusmodi \mo verius apostolicis firmiter obedire mandatis. Noveritis, quod nuper sanctissimus in Christo pater et dominus noster dominus Sixtus, divina providentia papa quartus, quandum commissionis sive supplicationis cedulam reverendo patri, domino Petro de Ferrera, utrius- que juris doctori, decano Aurien., capellano suo et ipsius sacri palacii apostolice causarum coauditori, per certum suum cursorem presentari fecit, hujusmodi sub tenore: Beatissime pater, licet jurisdictio alta et bassa merumque et mixtum, tarn in spiritualibus quam temporalibus, |
|||||
121
in villa seu parochia in Achtienhoven archidiacon. sancti Johannis Trajecten. a tempore
et per tempus, quo dicta villa prius inhabitari ceperat, ad ipsos prepositum et archidiaconum sancti Johannis, jure directi dominii spectaverit et pertinuerit, prout spectat et pertinet de presenti, nichilominus tamen reverendus pater, dominus David, episcopus Trajecten., nescitur, cujus seu quorum suasu aut consilio ductus seu informatus, ipsos prepositum et archidiaco- num dicte ecclesie super liujusmodi jurisdictione et dominio multipficiter molestavit, per- turbavit seu. molestari et perturbari per quendam suum marescallum fecit et permisit, a quibus molestationibus, perturbationibus et impedimentis fuit pro parte ipsorum prepositi et archidiaconi et capituli acl sedem apostolicam appellatum, prout in appellatione desuper inter- jecta continetur. Digneturigitur Sanctitas vestra, causam et causas appellationis et appellatio'num hujusmodi una cum toto negocio principal)', alicui ex reverendis patribus, dominis vestri sacri palacii apostolici, causarum auditoribus, committere audiendas, cognoscendas et fine debito terminandas, cum omnibus et singulis earum incidentibus, dependentibus, annexis et connexis, cum potestate, Reverendum patrem, dominum episcopum, omnesque alios et singulos, quorum, interest et in executione citationis nominandos, in Romana curia et extra, totiens, quotiens opus fuerit, citandi et inhibendi, non obstante, quod cause seu causa hujusmodi non sint forsan ad sedem apostolicam legitime devolute, neque in ea de sui natura aut juris necessitate tractande seu finiende non existant, ceterisque contrariis non obstanlibus quibuscunque hujusmodi. Namque commissio in ejus fine sic signata fuit, de mandato domini nostri Pape: » Audiat magister Petrus, citet, ut petitur, et justitiam faciat"; in extremitate vero ejusdem, commissionis sive supplicationis cedule talis continebatur signatura: »Placet domino nostro Pape, Pe. Tirasium; hujusmodi siquidem commissionis vigore citationi legitime una cum inhibi- tione inserta, pro parte venerabilis viri, domini Johannis Nyss, prepositi et archidiaconi, ac capituli ecclesie sancti Johannis Trajecten., contra et adversus prefatum dominum David, episcopum Trajecten., ex ad verso principaiem, eciam per edictum publicum, in vim specialis desuper facte et presentate commissionis, constito, quod ad eundem omnesque alios et singu- los sua interesse putantes, tutus non patebat accessus, per eundem dominum Petrum de Ferrera , coauditorem nostrum, in forma solita et consueta, decreta et concessa, ac in causa et causis hujusmodi inter easdem partes, seu verius earum procuratores, aliquali continuato pro- cessu, subsequenter memoratus dominus noster Papa quandam aliam commissionis sive sup- plicationis cedulam eidem domino Petro de Ferrera, auditori, per unum ex suis cursoribus presentari fecit, sub hac verborum forma: »Dignetur Sanctitas vestra Reverendo patri, domino Petro de Ferrera, vestri sacri palacii causarum auditori, coram quo nonnulle cause inter de- votum oratorem vestrum, Johannem Nvss, prepositum et archidiaconum ecclesie sancti Jo- hannis Trajecten., actorem ex una, et dominum David, episcopum modernum Trajecten., I'cutn, de et super jurisdictione alta et bassa meroque et mixto imperio, quam et quod idem prepositus et archidiaconus orator, in locis seu villis de Mydreeht, Wilnis, Achtienhoven, Thamen, Cudelstert et Sevenhoven, Trajecten. dioc., dicte prepositure et archidiacona- tus prefat. habet, rebusque aliis in actis cause hujusmodi latius exprimendis el ipsorum occasione, partibus ex altera, domino Petro, auditori, ne continent... causarum hujus- modi ......committere audiendas, cognoscendas, decidendas et fine debito terminandas, cum omnibus et singulis earum incidentibus, dependentibus, emergentibus et connexis, et
cum potestate, dictum dominum David, episcopum ac omnes alios et singulos sua communiter vel divisim interesse putantes , in executione citation, hujusmodi vigore decernende nominan- dos, si oportunum fuerit, in Romana curia et extra, quotiens dicto oratori placuerit, citandi ac sibi et quibusvis judicibus et personis inhibendi, etc.; non obstante, quod causa seu cause hujusmodi non fuerint forsan ad sedem apostolicam legitime devolute, neque in ea de sui III. 16
|
||||
122
|
|||||
natura aut juris necessitate tractande seu finiende non existant, juribus, legibus, stilo palacii
ceterisque non obstantibus quibuscunque. Hujus autem commissionis hec extitit signatura, de mandato domini nostri Pape: » Audiat idem auditor, citet, ut petitur, et justiciam faciat." Pretextu namque commissionis hujusmodi idem dominus Petrus , auditor, in causa et causis hujusmodi in Romana curia et coram eo debite introductis, rite procedens, servatis servan- dis, in cognitis per ipsum hujusmodi cause meritis, suam diffinitivam in scriptis tulit et promulgavit sententiam, in hunc, qui sequitur, modum: » Christi nomine invocato pro tribunali etc." {Hie insertae tres praecedentes sententiae.) »Ita pronunciavi, ego Jo. episc. Nucerin.". Cutnque ab hujusmodi nostra diffinitiva sententia, que tertia conformis in hac causa lata et promulgata fore dinoscitur, nemini licebat de jure appellare, prefatus dominus noster Papa quandam aliam commissionis sive supplicationis cedulam, nobis per unum ex dictis suis cursoribus presentari fecit, quam nos similiter cum ea, qua decuit, reverentia recepimus, tenoris subsequentis: Beatissime pater, alias lite seu causa coram Reverendo patre, dno Petro de Ferrera, sacri palacii apostol. caus. auditore, inter devotum oratoi'em vestrum, Jo. Nyss, prepositum et archid. ecclesie s. Jo. Trajecten. actorem ex una, et Rev. patrem, dn. David, de Bourgondia, episc. Traj., de et super jurisdict. alta et bassa meroque et mixto imperio villarum s. locorum de Mydrecht, Wilnis, Achtienhoven , Thamen, Ludelstert et Seven- hoven, Traj. dioc. etc., ex altera, in prima instantia penden., idem dns Petrus, auditor, unam in favorem ipsius oratoris cum fruct. et expens. condempnatione, et contra dn. David , episc., sententiam promulgavit diffinitivam, a qua pro parte dicti do. David episc. ad Sanc- titatem vestram appellato, causa appellalionis hujusmodi Rdo. patri do. Johanni Anthonio etc. extitit commissa, qui sententiam pref. dni Petri de Ferrera, audit., cum simili fructuum et expensarum condempnatione per suam sententiam confirmavit diffinitivam, a qua pro parte dicti dni David, episc, iterum appellato, causa hujusmodi secunde appellationis Rdo. P. do. Johanni de Ceretanis, episc. Nucerin., et jam unius ex dicti pallatii apostol. caus. auditoribus locumtenenti, commissa extitit, qui sententiam dni Jo. Antonii, episc. Alex, cum simili fruct. et expens. condempnatione per suam diffinit. sentent. confirmavit; et sic orator tres con- formes diffinitivas sententias de et super jurisdict. seu ejus spolio cum fruct. emolumento- rum et expensarum condempnatione obtinuit. Et quia, beatiss. Pater, parum prodesset, sententias ferre et promulgare, nisi debite executioni demandarentur; dignetur igitur eadem Sanctitas vestra prefato domino, Johanni episcopo Nucerin. aut in ejus locum forsan surro- gato seu surrogando auditori seu locumtenenti, committere et mandare, ut omnes et singulas tarn coram Petro auditore in prima et domino Johanne Anthonio, episcopo Alexandrinen. locumtenente, in secunda, quam coram eo in tercia instantia, pro parte dicti oratoris, factas, et in quibus dictus do. David, episc, condempnatus extitit, taxet et moderet, sententias- que predictas sub excommunicat. late sententie (!) aliisque sententiis, censuris et penis eccle- siasticis et aliis juris remediis, contra dictum an. David ep., omnesque alios et singulos in dicta jurisdictione forsan intrudendos, exequatur ac per se vel alium seu alios in Romana curia vel extra, earn executioni debite demandet et demandari faciat, cum potestate, dn. David episc, omnesque alios et singulos, vigore literarum hujusmodi decernendarum monendos, sententias, censuras et penas predictas incurrisse et invadisse declarandi, illosquc aggravandi et reaggravandi, ecclesiasticumque interdictum ponendi et auxilium brachii secularis invo- candi, executoriales quoque literas suo sub sigillo, ctiam per edictum publicum , constito summarie etc. de non tuto acessu, ceteraque omnia alia et singula faciendi, exercendi et mandandi, que ad plenariam hujusmodi executionem quomodolibet sint oportuna, constitu- tionibus et ordinationibus apostolicis et cancellarie regufis, illis presertim, quibus caveri di- citur, quod litere hujusmodi alias quam sub plumbo expediri nequeant, stilo dicti palacii |
|||||
123
et aliis forsan in contrarium facienttbus, non obstantibus quibuscunque. In fine vero com-
missionis antedicte scripta erant de alterius manus litera superiori litere ipsius cedule penitus et omnino dissimili et diversa, hec verba, vide].: De mandate- dni nostri Pape, taxet et exe- quatur idem episcopus, eciam per edictum, constito de non tuto accessu, ut petitur, decla- ret, aggravet, etc., eciam cum invocatione, si et prout de jure et justitia faciat. Post cujus quidem ultime commissionis sive supplicationis cedule presentationem et receptionem nobis et per nos, ut premittitur, factas, nos ad supradicti dni Johannis Nyss, principalis, in pre- insertis commiss. et sententiis principaliter nominati instantiam, providum virum, magistrum Nicolaum de Parma, in Romana curia causarum a provido viro magistro Nicasio Militis, etiam in Romana curia causarum, et supradicti dni Davidis, episcopi Trajecten., procuratore constituto, procuratorem substitutum, prout de ipsorum tarn constitution, quam substitution, procuratorum procurationum mandatis, in et ex actis cause hujusmodi legitimis constabat, prout constat documentis, ad dicendum et excipiendum, quicquid verbo vel in scriptis, contra preinsertam ultimam nobis factam et presentatam commissionem, dicere sive excipere volebat, nee non ad videndum et audiendum preinsertas difEnitivas sententias et expen. condemnat. infrascriptam exequi et executioni debite demandari, literasque s. processus ex- ecut. desuper necessarias et oportunas in forma solita et consueta decerni et concedi, vel dicendum et causam, si quam habeat rationabilem, quare premissa fieri non debeant, alle- gandi, per certum peremptorium terminum competen., videl,, ad diem et horam infrascriptas. Quibus advenientibus, comparuit in judicio legitime coram nobis dns Jo. Nyss principalis predictus, principaliter pro se ipso, citra tamen quorumcunque procuratorum suorum, per eum quomodolibet hactenus constitutorum, revocationem, et dicti magistri Nicolai de Parma ex adverso procuratoris non comparentis, contumaciam accusavit, ipsumque contumacem repu- tari et in ejus contumaciam omnibus et singulis expen., tarn coram Petro de Ferrera , au- ditore in prima, Jo. Anthonio episcopo Alexandrin. in secunda, quam coram nobis in hu- jusmodi causa in tertia instantia, pro parte dicti dni Jo. Nyss principalis successive factis, et in quibus prefatus dns David, episc., ex adverso principalis, sententialiter condempnatus ex- titit ad nonaginta novem floren. ami de camera, boni et justi ponderis, per nos, provida moderatione previa,......taxatis, nonnullisque testibus fide dignis ad informandum ani-
mum nostrum, de et super in dicta ultima preinserta nobis facta et presentata commissione
contentis, et presertim non tuto accessu ad prefatum dn. David episc, ex adverso principa- lem, et alios, in jurisdictions locorum sive villarum de Mydrecht, Irilnis, Achtienhoven, Tha- tnen, Cudelstert et Sevenhoven, predictorum, forsan jam intrusos et in posterum intrudendos pro presentibus nostris Uteris in propriis eorum personis ac domibus seu locis consuetis exe- quendum et publicandum, coram nobis exhibilis atque productis, ipsisque per nos in forma juris receptis, juratis et diligenter examinatis et interrogatis, sententias difEnitivas et ex- pensarum taxationem supradictas, exequi et executioni debite demandari, literasque sive processus executoriales desuper oportunas, juxta et secundum dicte ultime preinserte commis- sionis vim, formam et tenorem decerni et concedi, per nos debita cum instantia postulavit. Nos tunc Johannes episc., locumtenens et executor prefatus, attendens postulationem hujus- modi fore justam et consonam rationi, quodque parum prodesset sententias ferre et expensas taxare, nisi debite executioni demandarentur, volensque dictam ultimam nobis factam et presentatam commissionem reverenter exequi, ipsamque ad effectum debitum deducere; et quia ex dictis et depositionibus testium predictorum comperimus, ad prelibatum dn. David, episc. Traject., ex adverso principalem, aliosque intrusos et intrudendos predictos, pro pre- sentibus nostris Uteris, in eorum propriis personis ac domiciliis seu locis consuetis, ut prefertur, exequendum et publicandum, prefato dno Johanni Nyss, principali, vel alicui alteri ejus no- 16*
|
||||
124
|
|||||
mine, tutum non patere accessum; idcirco, auctoritate apostolica nobis commissa, et, qua
fungimur in hac parte, per hoc presens publicum edictum, in Romana curia predicta in audiencia publica literarum contradictarum dni nostri Pape, legendum ac basilice principis apostolorum de uibe et audientie causarum apostolice, nee non extra eandem curiam et in partibus in cathedrali Trajecten. ac parochiali beate Marie Amersforden., Trajecten., dioc. ecclesiarum valvis affigendum, exequendum et publicandum sententias dilEnitivas et expensarum taxationem prenarratarum exequendum et executioni debite demandandum fore decrevimus et decernimus per presentes has nostras literas sive processus executoriales, desuper nostro sub sigillo conceden., sub modificatione infrascripta. Que omnia et singula prsmissa ac pre- inserias commissiones et diffinitivas sententias et hunc nostrum processum, nee non que- cunque in eis contenta, vobis omnibus et singulis supradictis, quibus presens noster pro- cessus dirigitur, intimamus , insinuamus et notificamus, ac ad vestram et cujuslibet vestrum uoticiam deducimus et deduci volumus per presentes, vosque nihilominus et vestrum quem- libet, auctoritate predicta, tenore presentium requirimus et monemus, primo, secundo, ter- cio et peremptorie, ac vobis et vestrum cuilibet, in virtute sancte obedientie et sub infra- scriptis senteutiarum penis, districte precipiendo mandantes, quatenus infra sex dierum pa- cium post hujusmodi nostrarum literarum sive processuum executorialium in audientia publica literarum contradictarum dni nostri Pape predict, lectionem, affixionem et executionem in locis et valvis predictis factas, immeditate sequent., quorum sex dierum duos pro primo, duos pro secundo, et reliquos duos dies vobis universis et singulis supradictis et vestrum cuilibet, pro tercio et peiemptorio termino ac monitione canonica assignamus, eundem dn. Jo. Nvss, principalem, vel procuratorem suum, ejus nomine et pro eo, in et ad realem, corporalem et actualem possessionem ac exercitium et usum jurisdict. alte et basse ac meri et mixti imperii locorum sive villarum de Mydrecht, Wilnis, Achtienhoven, Thamen, Cu- delslerl el Sevenhoven, Trajecten. dioc. juriumque et pertinen. omnium eorundem ratione jurisdictionis et imperii hujusmodi, in qua ante tempus et tempore spoliationis per dictum dn. David, episc. ex adverso principalem, facte, erat, reponatis, restituatis et reintegretis ac defendatis repositum, restitutum et reintegratum, ac reponi, restitui et reintegrari faciatis. Amotis exinde dicto dno David in eadem jurisdictione intruso seu aliis in eadem forsan in- trudendis, quos nos, in quantum possumus, amovemus, et per presentes denunciamus amotos, dictoque domino Jo. Nyss, etc., de fructibus etc., respondeatis etc., et vos ar- rendatores, reddituarii, coloni, laboratores, decimatores, subditi et alii predicti, omnes et singulos fruclus, emolumenta, redditus et proventus, per vos aut alterum vestrum, ra- tione jurisdictionis hujusmodi aut alias qualitercunque solvendos, dicto dn. Johanni Nvss, principali, tanquam vero et indubitato possessor! ejusd. jurisdictionis, vel procurator! suo legitimo predicto pro eo et nulli alteri persolvatis, respondeatis et de eisaem satisfactis, et ab aliis, quantum in vobis fuerit, respondeii et teneri faciatis, et quilibet vestrum, qui super hoc requisitus fuerit, persolvat, respondeat, teneat et satisfaciat; et vos, dne David, episcope, ex adverso principalis, in dicta jurisdictione intruse, et alii forsan in eadem intrudendi predicti, infra sex dierum spacium sive terminum, possessionem dicte jurisdictionis, cum omnibus fructibus, emoluments ipsiusque exercitium eidem dno Johanni, principali, vel procurator! suo legitimo pro eo vacuam, liberam et expeditam dimittatis et relaxetis ac quilibet vestrum dimittat et relaxet realiter et cum efFectu, sine contradictione et rebellione quibuscunque. Monemus insuper, modo et forma premissis, ac sub eisdem in- frascriptissententiarum penis, per vos, dn. David, episc. Traj., ex adverso, principalem pre- dictum , quatenus infra triginta dies post lecturam, affixionem, publicationem et executionem nostrarum literarum antcdict., quorum triginta dierum decern pro primo, decern pro secundo |
|||||
126
|
|||||
et reliquos decern dies tibi pro tercio et peremtorio termino ac monitione canonica assigna-
mus, eidetn dno Jo. Njss, principali, vel procuratori suo legitimo pro eo, ad hoc sufficiens mandatum habenti, de fructibus, emolumentis et proventibus ex jurisdict. villarum et loco- rum predictorum, illiusque exercitio et usu per vos seu vestros officiates, a tempore spolii predicti, perceptis, ac nonaginta novem flor. auri de camera predicti, ratione expensarum litis et cause hujusmodi, ut premittitur, taxatis, nee non quatuor aliis flor. auri de camera similibus, ratione expensarum, pro presentis nostri processus executorialis expeditione fac- tarum, ad quos hujusmodi expensarum, provida moderatione previa, taxavimus et taxamus per presentes, integre satisfaciatis, debitamque et condignam satisfactionem et solutionem impendatis, aut interim cum dno Jo. Nyss, principali, vel procuratore suo etc., super premissis amicabiliter componatis et concordetis ; inhibentes nihilominus vobis omnibus et singulis supradictis, per simile edictum et generaliter quibuscunque aliis, cujuscunque etiam digni- tatis, status, gradus, ordinis vel conditionis existant, et specialiter officialibus dicte dni David , ex ad verso principalis, quibuscunque, ne prefato dno Johanni, principali vel procuratori suo, quo minus possessionem jurisdictions dictorum locorum cum omnibus et singulis juribus et pertinentiis supradictis pacifice assequatur , sibique de illius fructibus, emolumentis et pro- ventibus universis, plenarie et integre respondeatur, ac de predictis digna satisfactio et so- lutio impendatur, omniaque alia et singula supra et infra scripta suum debitum consequan- tur effectum, impedimentum aliquod prestetis, aut impedien. ipsum Johannem principalem vel procurat. suum, super premissis in aliquo detis auxilium, consilium vel favorem, publice vel occulte, directe vel indirecte, quovis quesito colore vel ingenio, alioquin, si premissa omnia et singula non adimpleveritis, mandatisque, monition, et requisition, nostris hujus- modi , ymo verius apostolicis, non parueritis cum effectu, Nos in vos omnes et singulos su- pradictos, qui culpabiles fueritis in premissis, et generaliter in contradictores quoslibet et rebelles ac impedientes diet. dn. Johannem Njss, princ, vel procurat. suum super premissis in aliquo ac ipsis inpedien., dantes auxilium, consilium vel favorem, cujuscunque dignita- tis etc. existant, ut prefertur, singulariter in singulos, dicta canonica monitione premissa, etc., execution, in capitula vero, conventus et collegia quecunque in his forsan delinquentia suspen. a divinis, et in ipsorum delinquentium et rebellium hujusmodi ecclesias, monasteria et capellas interdicti sententias ferimus in his scriptis et eciam promulgamus; vobis vero Rdissimis et Rdis patribus dnis archiepisc. et episc. prefatis ac etiam dno David, episc. Traj. etc., quibus ob reverentiam vestram pontificalium dignitotum deferimus, in hac parte, si contra pre- missa vel aliquod premissorum, per vos vel submissas personas feceritis, predicta sex die- rum canonica monitione premissa, ingressum ecclesie interdicimus in his scriptis. Si vero hujusmodi interdictum per alios sex dies dictos duodecim dies immediate sequentes, sustinue- ritis, vos in his scriptis, ead. monk, canonica precedente, suspendimus a divinis. Verum si hujusmodi interdicti ac suspensionis sententias per alios sex dies prefat. duodecim dies imme- diate sequentes, animis, quod absit, induratis, sustinueritis, vos in his scriptis, simili cano- nica monit. precedente, ex nunc prout ex tunc et e contra, excommunicationis scntentia innodamus. Ceterum, cum ad executionem premissorum nequeamus, quoad presens, pluribus aliis ordinis in Romana curia legitime prepediti negociis, personaliter interesse, universis et singulis dnis ahbatibus etc., super ulteriori executione dicte ultime nobis facte et presentate commissionis et contentorum in eadem facienda, auctoritate predicta, tenore presentium, committimus plenarie vices nostras, donee eas ad nos duxerimus revocandas, quos et eorum quemlibet, eisdem auctoritate et tenore, requirimus et monemus, primo, secundo, tertio et peremptorie, ipsis et eorum cuilibet, in virtute s. obedientie et sub excommunicationis pena, quam in eos et eorum quemlibet, etc., ferimus in his scriptis, nisi fecerint, que manda- |
|||||
126
|
|||||
mus, districte precipiendo mandantes, quatenus infra tres dies post requisitionem ipsis seu
alteri ipsorum, pro parte dicti do. Johannis Nyss, principalis, vigore presentium desuper factam, immediate sequentes, quos tres dies ipsis etc., assignamus; ita tamen, quod in his exequendis unus eorum alterum non expectet, nee aliter pro alio se exigat, ad vos onines etc., quibus presens noster processus dirigitur, personasque alias et loca alia, de quibus ac ubi, (turn, quando et quotiens expediens fuerit, personaliter accedant ethujusmodinostros processus ac quecunque in eis contenta, vobis communiter vel divisim legant, iutiment, insinuent, no- tificent et publicari procurent, nee non prefat. do. Jo. Nyss, in et ad realem etc. possessionem et exercitium et usum jurisdictionis alte et basse etc., locorum etc. predictorum restituant etc., amovendo exinde dicto do. David etc., et aliis in eadem forsan intrudendis, quos nos, ut premittitur, amovemus et denunciamus amotos, dictoque do. Johanni, principali, de fructibus et emolumentis ex jurisdictione villarum etc., predict, illiusque exercitio etc., pro- venientibus etc., responderi ac de predictis etc. perceptis expensis etc. satisfactionem et so- lutionem impendi faciant, infra terminos superius annotatos, et si forsan, quod absit, do. David etc., ac intrudendi prediti etc., monitionis etc., mandatis nostris etc., infra termi- nos etc., obedire etc., recusaverint, penas, sententias et censuras etc., damnabiliter incur- rendo, ex tunc subdelegatis nostris, sub dicta excommunicationis pena, committimus et man- damus , quatenus diebus douiinicis et aliis festivis in suis ecclesiis, monasteriis et capellis, infra missarum et aliarum horarum divinarum solempnia, populi multitudine inibi ad Hivina hujusmodi audienda seu alias legitime congregata, ac alias, ubi, quando, et quotiens, pro parte dicti do. Jo. Nyss etc., requisiti fuerint, etc., prefat. do. David, episcopum etc., m- terdictum et suspensum, ac eundem nee non intrudendos etc., excommunicates publice de- nuncient, debitis dilationibus precedentibus, et ab aliis, quantum in eis fuerit, denunciari et ab omnibus christifidelibus arctius evitari faciant, tarn diu, donee et quousque aliud a nobis vel superiori nostro desuper receperint in mandatis. Si vero dn. Davia etc., ac intru- dendi etc., dictam excommunicationis sententiam, per decern dies etc. sequentes, pertina- citer sustinuerint, nos ex tunc, quia crescente contumacia etc., merito crescere debeat et pena, ne facilitas pene audaciam tribuat delinquentibus, processus nostros hujusmodi aggra- vants, dictis subdelegatis nostris sub excommunicationis pena mandantes, quatenus diebus dominicis et festivis etc., infra missarum etc., solemnia, dictam excommunicationis denuncia- tionem reiterando et invocando, eosdem dn. David etc., excommunicatos et denunciatos no- minatim, campanis pulsatis, candelis accensis et demum extinctis, et in terram projectis, cruce erecta et religione induta, aquam benedictam aspergendo ad fugandos demones, qui eos detinent sic ligatos et laqueis suis catenates, orando: quod dn. noster, Jhesus Christus eos ad catholicam fidem et sancte matris ecclesie gremium reducere dignetur, et, ne eos in talibus perversitate et duritia dies eorum finire permittat, cum decantatione responsorii: Revelabunt celi iniquitatem Jude etc., et Psalmi: Deus laudem meam ne tacueris etc., cum antiphona: Media vita in morte sumus totaliter; et his liaitis, ad januas ecclesiarum suarum una cum clericis et parochianis accedendo 5 et ad terrorem, ut ipse dn. David etc., eo ci- tius ad obedientiam redeant, tres lapides versus domos habitationum suarum projiciendo, in signum maledictionis eterne, quam Deus dedit Thore, Dathan et Abisron, quos terra sus- tinere non potuit, sed justo Dei judicio illos vivos absorbuit, ut in infernum descenderent viventes, etiam post missam et in vesperis et aliis quibuscunque horis canonicis, sermoni- bus et predicationibus publicis solemniter publicent et denuncient, ac ab aliis, etc., publi- cari et denunciari ac ab omnibus Christifidelibus arctius evitari faciant, donee et quousque a nobis aliud etc., habuerint in mandatis. Verum si praefati denunciati et aggravati per alios decern dies etc., denuntiation. et aggravation, ad ipsorum noticiam deductis, animis, .quod ab-» |
|||||
127
sit, induratis, sustinuerint, Nos ex tunc, quia perversorum audacia presumptiva id exigit,
ut unica pena non contenti, forlioribus arceantur penis, ne fides illorum ledatur, qui superioribus suis obedientiam semper impenderunt, processus nostros hujusmodi reag- gravamus, supradictis subdelegatis nostris, sub dicta excommunicationis pena, mandantes, quatenus, dicta auctoritate apostolica, omnes et singulos christifideles utriusque sexus ho- mines, et presertim familiares et servitores ipsorum denunciatorum et aggravatorum hujus- modi, modo et forma premissiy. moneant et requirant, primo etc., ac ipsis et eorum cui- Jibet, sub excom. pena, et in virtute s. obedientie, districte injungant, prout nos etiam injungimus eisdem, quatenus infra sex dierum spacium etc.; quos sex dies ipsis etc., pro omni dilatione etc., assignant, prout nos eisdem assignamus, a participatione, communica- tione et familiaritate et servitio ipsorum denunciatorum et aggravatorum penitus et omnino desistant et quilibet eorum desistat, nee cum eisdem denunciatis etc., loquendo, stando, se- dendo, ambulando, salutando, hospitando, comedendo, hibendo, molendo, coquendo, sitim, potum, aquam vel ignem ministrando, aut aliquo humanitatis solatio, praetei'quam in casibus et personis a jure premissis, communicare presumant vel presumat. Et si in con- trarium fecerint, nos in eos etc., excommunicationis sententiam ferimus in his scriptis, et etiam promulgamus, dictis subdelegatis nostris etc., districte precipiendo mandantes, quate- nus , diebus dominicis et festivis, quotiens expedient, in suis monasteriis etc., infra missa- rum etc. solempnia, prefatos christifideles etc., qui cum dictis denunciatis etc., rebelliter participaverint, excommunicatos tarn diu publice denunciant, et ab aliis, etc., arctius evi- tari faciant, donee etc. aliud a nobis etc. habuerint in mandatis. Preterea, si prefati denun- ciati etc., reaggravationem nostram hujusmodi per alios decern dies etc. sustinuerint, Pha- raonis duriciam imitando ad modum aspidum surdarum aures suas obdurantium, ne voces audiant incantantium, nos etc. lapsis terminis antedictis, omnes et singulas civitates, terras, opida, castra, villas, alia quecunque loca, in et sub quibus, seu ad que dictos denunciatos etc., niorari, declinare seu devenire contigerit, quam diu ibidem fuerint etc. ecclesiastico sup- ponimus interdicto, mandantes omnibus etc., subdelegatis nostris etc., quatenus etc., quam diu iidem denunciati etc., in locis predictis fuerint etc., cessent et ab aliis cessari faciant apertis januis a divinis, quam quidem cessationem etiam per tres dies continuos post ipsorum denunciatorum etc., abinde recessum, observent et continuent et ab aliis etc., observari et continuari faciant et permittant; ita et taliter, quod hujusmodi, stante interdicto, nulla ecclesiastica sacramenta, in et sub eisd. locis ministrent, nisi penitentia et baptismus omni- bus indifferenter, eucharistia infirmis tamen et matrimonium sine ecclesiastica solemnitate contrahatur inibique et sub eisd. locis decedentibus ecclesiastica denegetur sepultura; demum vero, si prefati denunciati etc., hujusmodi interdictum per alios decern dies etc., quod Deus avertat, sustinuerint, Nos ex tunc, quia mucrone non perficiente ecclesiastico, temporalis ei gladius non immerito suffragetur, auxilium brachii secularis duximus invocandum, ut, quos Dei timor a malo non revocat, temporalis saltern coharceat severitas ecclesiastice disci- pline. Hincest, quod Vos gloriosiss. et invictiss. Principem, vibratorem et justicie zelatorem, ac. illustriss. et illustr. principes etc., in Dno exhortatnur, vosque nihilominus etc. requiri- mus et monemus, primo, secundo, tertio et peremptorie etc., nisi feceritis, que mandamus, districte precipiendo mandantes, quatenus infra sex dierum spacium etc., vos omnes et singuli domini temporales etc., quorum etc., super hoc auxilium brachii secularis invoca- mus, quotiens et quando pro parte supradicti dni Jo. Nyss, fueritis requisiti etc., in juris subsidium contra prefatos denunciatos etc., dicta auctoritate apostol. per captionem, invasjo- nem, incarcerationem et detentionem personarum, corporum, rerum et honorum ipsorum insurgatis, invadatis, incarceretis et in custodia teneatis etc.; super quibus omnibus et |
||||
128
singulis vobis et vestrum cuilibet licentiam plenariamque potestatem cOncedimus per pre-
serves, dictosque denunciatos etc., ita et taliter constringatis et compellatis potent, etiam maim forti, absque tamen gravi lesione corporum eorundem, usque ad integram satisfactio- nem et solutionem ac paritionem omnium et singulorum premissorum, dicto dno Jo. prin- cip. inpenden., ac donee et quousque dominus David, episc. etc., ac intrudendi etc., prefati, possess, dicte jurisdictionis villarum s. locorum predictorum etc., eidem Job. Nyss etc., vacuam, liberam et expeditam dimiserint etc., nee non de etc. fructibus etc. levatis, nee non singulis florenorum summis, ratione expensarum etc., taxatis, satisfaciant realiter et cum effectu; nee non ab occupatione, detentione etc. predictis, penitus et omnino destitue- rint et ad sancte matris ecclesie gremium redierint beneficiumque absolutionis a sententiis etc. meruerint obtinere. Quodsi forte Vos, gloriosiss. et invectiss. Princeps et Dns, domiue imperator, antedicte
executor justicie, presentis nostri processus ac mandatorum nostrorum, ymo verius, apostol. hujusmodi transgressor, contradictor et neglector fueritis, quod tamen vestre Magestatis praefulgide, jam dudum per totum orbem demulgate, obedientia suspicari non sinit, pro- cul dubio etiam justi judicis judicium offenderetis, et premium alias vobis pro executione ju- sticie a Deo paratum nihilominus amitteretis, licet vos hujusmodi nostris sententiis sic ligari voluerimus, vobis ob reverentiam vestre Imperialis majestatis non immerito deferentes , intuitu tamen justicie et ob sancte sedis apostol. dictique dni nostri Pape reverentiam ve- stram imperialem Majestatem ad prefat. executionem efficaciter adimplendam, prout ad eandem spectat etc., in Dno exhortamur; et generaliter dicti subdelegati nostri omnia etc., in hac parte coinmissa, plenarie exequantur juxta dicte ult. commissionis vim etc. Mandamus tamen copiam fieri de premissis, earn petentibus et habere deben. peten.,
quibus sumptibus et expensis, absolutionem vero omnium et singulorum, qui prefat. nostram excommunicationis sententiam incurrerint etc., nobis vel superiori nostro tantummodo re- servamus, loca vero audientie publico literarum contradictarum et valvarum s. portarum pre- dict. , tamquam publica et idonea pro presentibus nostris literis exequendis, ad instar edictorum publicorum, que olim in albo praetorio scribebantur, duximus eligenda per hujusmodi no- stram diffinit. sententiam et expensarum taxationem literasque s. processus executoriales, suo quasi sonoro preconio et patulo judicio publicabunt, in quibus has nostras literas, modo premisso, decrevimus etc. affigendo publicandas, ne dicti dn. David etc., de premissis igno- rantiam aliquam etc., valeant etc., allegare etc. In quorum omnium etc., (idem etc., presentes nostras literas etc., exinde fieri et per
notarium publicum nostrumque etc., scribam infrascriptum subscribi et publicari mandavi- mus nostrisque sigilli jussitnus et fecimus appensione cummuniri. Datum et actum Rome in ecclesia S. Eustachii, pro loco audientie causarum apostol. spe-
cialiter deputato nobis inibi, mane, hora audien. causarum consueta ad jura reddenda et causas audiendas, in loco nostro solito et consueto pro tribunal! sedent., sub anno a nativitate dni, millesimo quadringintesimo octuagesimo secundo, indict. XV, die vero lune tertia mensis Junii, Pontif. pref. sanctiss. dni nostri SiXTl, Pape quarti, anno undecimo, presentibus ibidem discretis viris magistris Jo. Tonteti et Ulryco Mayx, notariis publicis scribisque nostris, clericis Morinen. Augusten. dioc., testibus ad premissa vocatis specialiter atque rogatis. Et Ego Conr. Wicht, cleric. Paderburn dioc, publ. apost. et imp. auct.
nts etc., hoc presens publicum instrumentum etc. confeci, subscripsi, publicavi et in banc publicam formam redegi signoque etc. |
||||
129
|
|||||
XVII.
Op huyden compareerden voorden hove van Utrecht Adriaen van Mierlo, als procureur
v. Will. Cruyff, impetr. in appel, die had doen verdachvaerden ende presenteren op ende jegens die wed. Bruno Foeck, ged., om eysch te doen, ende concludeerde pertinentelic in cas d'appel, employerende in plaets van eysch acte prioris instanliae ende verification; ende Govert v. Amerongen, als procureur vd. proost van S. Jan voor hemselven ende voorde ged. sustineerde, dat de zake, by appel immediate, niet en behoorde voor desen hove te comen, maer eerst voor die leenmannen vanden voorsz. proost, verzoekende de zake aldaer gerenvoyeert te worden. Waerop de voorsz. Mierlo seide , dat hy contenteerde tot niet ontfanckelic, zoe die sententie in questie byden leenmannen vanden voorsz. proost, gewesen is. Ende de voorn. Amerongen seide, dat die proost te vreden is, by ander leenman- nen 't proces v. appel te doen visiteren ende termineren. Ende de procureur generael vd. voorn. hove, horende tracteren van dezer zake, seide, die leenmannen heur officie gedaen te hebben, mits consulerende in de zake, sustinerende daerom, dat die zake alhier te hove bliven soude. Ende die voorn. Amerongen, inden naem, als boven, seide, dat hy persis- teerde by zyn versochte renvoy, bekennende de bailliu vd. voorn. proost ende enige leen- mannen over die zake in questie geconsuleert te hebben. Finalic heeft 't voorn. hoff, uy- tende huer advys, de zake gerenvoyeert ende renvoyeert by desen voor de voorn. proOst ende zyn leenmannen, die inde zake niet geconsuleert te hebben, ende compenseert de costen van desen in inciden. om redenen. Actum t'Utrecht, den XXVHI.' Juny, (557. Ondert. Scrivers.
XVIII.
Dit is alsulck Lantrechl, als gemaect ende overdragen is byden proost van
St. Jans Utrecht, ende %ynre proostyen ondersalen tot Mydrecht,
Wilnis, Achtienhoven etc. Anno M. ccc. xcri.
Inden eersten , off een man dootgeslagen worde inder proostye off daer buyten, ende die
hantdadige geruymt ware, die onschuldige magen inder proostie zouden den heere ofte zy- nen boode eenen vreede doen hebben, off zy des begeerden ende verborgen wouden byden heere te geven ende te nemen, als zy geboden waren. Ende waer't, dat die hantdadige woonde inder proostie, ende metter verscher daet nyet begrepen en ware, ende verborgen woude aen des heeren handt, ende hem swaer genoech maeckte, den dooden te zoenen byden heere, den zoude die heere een geleyde geven van zynre heerlicheyt, ende van sy- nen vyanden [eenen vreede doen hebben, maer een vierdel jaers zoude die hantdadige bly- ven wter proostye, ten ware, dat dye tyt gecort ware byden heere ende den ghenen, dye 't verlyes hadden, ende dye heere en soude hem geen zoen seggen, ten ware byden ghenen, dye 't verlyes hadden. Item, off dye heere off zyn boode eenen hantdadigen vingen van eenen doode, buten des
dooden magen, die zoude staen tot des heeren genade. Item, off dye vyanden eenen hantdadigen van eenen doode vingen, buyten den heere
ofte zynen boode, ende den heere leverden, ende daer rechts aen begeerden, des zouden zy gewaert zyn vanden heere, ende dat recht soude staen aenden magen, ten waer, off dye heere, miner vyanden wille, dyen doodslach zoenen mochte. HI. 17
|
|||||
130
|
|||||
Item, off die vyanden van eenen hantdadigen dyen belyepen inder proostye, ende recht
daer aen begeerden, ende hy gevangen worde by toedoen des heeren offte synen boode ende der vyanden, dat rechl zoude staen aen hem beyden; ende des gelycx van leemten ende koerwonden. Item, dye kuere van eenre leemte staet den heere op XX L. goets gelts, ende dye't ver-
lyes heeft, salmen 't beteren byden heere ende zynen magen, dye 't verlyes heeft. Item, dye kuere van eenre kuerwonde is den heere x L. goets gelts, ten ware, off by
vredeloos geelaecht worde, ende dye heere zynre machtieh warde, dat waer 's heeren ge- nade; ende desgelycx van leemten. Item , off huys stotinghe geschyede inder proostye by daghe, waer x L. goets ghelts,
ende by nacht XX L. goets gelts. Item, off yemant die huysbreeck dede, een huys opstyet ofte braecke, off daer yemant inne
quetste of vreesde, dat waer 's heeren genade, ende dat zalmen verwinnen mitter voire balien. Item, off een vechtelick ofte kyff worde inder proostye, yemant, dye zynen booge spande
ende loede, een mess of een zweert tooch, een pyecke sencte, off desgelycx, ofte mit een steen ofte kanne worpe, off des gelycks, dat waer ill L. goets gelts. Item, die myt een booge schote , waer in L. goets gelts, een vuysten slach waer een boet.
Item , off yemant gansen, hoenre, endten , room oft enige ware name vvt yemants huys,
ofte hofstede, datmen vereysehen conde, die dat naem verbuerde aenden heere een L. goets gelts, ende die den schade hadde, soude men beteren dubbelt byden heere ofte schout, ten waer, off hy alsoe veel stael, daer hy zyn lyff oft oor mede verbuerde. Item, off een loop viel inder proostye, ende die heer ofte zynen schout yemant aenteech,
dat hy eenige kueren verbuert hadde, nae inhout deser cedulen, dyes messaecken woude, wanneer dye heer dat ondervynden konde by twee goede knapen , by hoeren eede voor zy- nen schout ende twee goede knapen, zoe mocht dye schout daeromme panden zonder eenich wederseggen. Item, off yemant beruft worde myt enighe kueren, die in dese cedule zyn, daer die
heere off zynen boode hem een getuych off vermate, die mocht dye heere zetten tot hoe- ren eede, ende en wouden zy hem nyet ontschuldigen myt hoeren eede, zoe mocht die heere daer aen verpanden , als voorsz. is. Item, oft noot ofte behoeff waer, eenige vreede te maecken inder proostye, van eenige
vechtelick oft onruste, zoe mocht die heer off zyn boode, off een buyrman, oft der heeren boode nyet by en waer, een vrede eyschen den partyen voor buerluyden , ende waer't, dat yemandt weygerde, dye des nyet en gave, dat waer eerst ill L. goets gelts, anderwerff V)ff pondt goets gelts, ende derdewerff x L. goets gelts, ende van elex zalmen betugen. Item, off des heeren boode off yemants, dye een vreede maecken woude, ende dye ge-
eyscht hadde, als voorscreven is, ende nyet gegeven en worde, dyen mocht men een vreede leggen vlucht voor zyn voet, ende dye waer in aire maeten, off hy gegeven ware myt hande ende myt nionde. Item, off een vechtelick geweest hadde, ende die vreede wtginck, ende die heere, ayn
boode, oft yemants, die de vreede maecken zoude, den man nyet gevynden en const, die vreede te bestemmen, als voorsz. is, 'twaer, dat hy hem selven verlore oft nyet by handen en ware, dyen mochtmen een vreede leggen op zyn dorpel, ende dat waer des heeren vreede in aire maten, off hy gegeven waere myt hande ende myt monde. Item, off yemant een vreede eyschede, ende des heeren vreede, dye VI weecken *taet,
nederleggen woude, myt cenen corten willigen vreede, dat mach hy docu , meer die wUlige vreede en zoude nyt corter staen dan drye weecken. |
|||||
131
|
|||||
Item, off yemant woonachtich waer inde proostye, in die tegenwoordicheyt des proosls
oft anders misdede aen zynre heerlicheyt, jet gebruect ofte gewelt gedaen hadde, ende die pi-oost hem bruecken aenteech , dye zoude hy voor hem ontbyeden ende beschuldigen, ende waer't, dat hy myt hem nyt en overdroech, die zoude dan weder thuys gaen op zyn zelffs geleyde. Item, off yemant vanden bueren eenige gast inde proostyen becommerde, ende dye ge-
buere den gast then eersten rechtdaghe nyet aen en sprake, dye gast mocht hem selven ten eersten rechtdage quyt dingen , off hy woude. Item, yemandt die den anderen loegende voOrden heer off voor't gerechte, dat waer
een boete. Item, alle recht ende ^gewoonte inder proostie , die in dezer cedule nyet begrepen en
zyn, zellen blyven, als zy te vooren waren, ten waer, off zy verleecht off vermaeckt worden byden heere ende den gebueren. Gecollationeert deze voorsz. copie tegens zeeckere registre, inhoudende
verscheyden jura ende munimenten der proostyen van Sint Jans Utrecht aengaende, is die selve copye mitsgaders die date daer voor gestelt, daer mede t'accorderen gevonden. |
|||||
Alzoe grote twist ende scheel verresen is geweest lusschen onsen baeliu ende gemeen bue-
ren ende ingesetenen van onzen proostyen, te wetenen: Myert, Wilnis ende Blocklandt, heercomende vanden boeten ende kueren vanden zelven, in zeecker misbruecken geeyscht ende ....., zoe is 't dat wy, heeren Aelbrecht proost Sint Jans ende heer der voorsz. plaetsen,
tot eendrachticheyt ende welvaren derzelver onsen ondersaten, mitten zelven eerst commu-
nicatie geholden , haer geschelen gehoordt ende op als rype deliberatie geholden , hebben geordineert, als hyer nae volcht, ende ordineren mils desen: Inden eersten, zoe wye den anderen mit een vuyst slaet, dye Sal verbueren thien stuvers.
Item, zoe wye een zweert off messen treckt, een boghe spande ofte loede, ofte een spyes
sinct, ofte een kan werpt, die zal desgelycks oock thien stuvers verbueren. Item, van een koerwonde, gehouden off gesteken, dyeper ofte breder, die verbuerden
thien Carolus St., nae oude gewoonten. Item, soe wye den anderen enighe Iemten gheeft ofte smyt, die zal verbueren tot 'sheeren
behouff, eenen ouden schilt, behoudelicken, dat hy oock die ghene, dye hy lenite, zyn leemte verstoren ende beteren zel byden heer, nae gelegentheyt der zaken, ende waer't •aecke, dat yemant by daghe huysstotinghe deden, dye verbuerden, tot 's heeren behouff, twee oude schilden, ende waer't zaecke, dat yemant t selve by nachte dede, die verbuerde, tot 's heeren behouff, vyer oude schilden. Ende waer 't saecke, dat yemant enighe huysbrekinge, eenich duer opstyet ofte brake,
off daer yemant in vreesde ofte quetste, dat sei staen tot 's heeren genaede, ende dat salmen dan voort mit voire rechten (vcrwinnen). Item, off yemant enighe ghansen , hoenre, entden aff yet anders naem ofte haelden van
yemants hofstede, dye verbuerde tot 's heeren behouff, eenen ouden schilde; ende dye ghene, die 'tselve doet. zellen den ghene, dye hy't dede, zyn schade dubbelt verstooren ende op- rechten byden heer ofte zynen bailiu off dyenre, behoudelicken, ten waer, dat hy zoe veel stael ofte naeme, dat hyder zyn lyff, oor of anderz. mede verbuerde, dat salmen corrige- ren naer behooren, behoudelicken, dat hyer inne nyet brueckich en zellen zyn jonghe ge- 17*
|
|||||
132
|
|||||
zellen op behoerelicke dagen , te weten: alsser bruloft is, meydach, pinxterdacli ofte nacht,
ende sint Jans dach ofte nacht; ende waer 't, dat yemandt dede op anderen tyden , dye zel gecorrigeert worden, als voorsz. is. Item, offer een loop vyel inder proostyen, ende dye heer ofte zynen boode yemant an-
teech, dat by enighe kueren verbuert hadde, nae inhout van deser ordonnantie, dye 't iiiissaecken woude, ende waer 't, dat die heer ofte zynen boode anders ondervinden conde mit twee goede knnpen, dye dat tugen wouden, als recht is, zoe zalmen dat wtpanden sonder eenich wederseggen. Ende ofter yemandt beruft worden mit enige kueren, dye in dezer ordinantie begrepen
zyn, daer dye heer ofte zynen boode getuycht off vermaet, zellen zy 't selve doen mit twee goede getuygen, ende is't, dat zy't zelve nyet bewysen en conden, zoe zellen dye heer ofte boode daer nyet af hebben. Item, oft noot ofte beboeff waer eenige vreede the maecken oft te leggen van enich vech-
telick ofte onruste, dat mach die heer, zynen boode ofte schout doen, ende waer't, dat daer dan yemandt over dede , dat zel staen tot 's heeren genade. Item, als des heeren boode ofte schout enige vrede leggen woude, ende eyste, als voorsz.,
ende gheen vreede geven en woude, ende dye zoudemen een vreede leggen vlucht voor zyn voeten, ende die waer in aire manyeren, off die gegeven waer myt hande ende myt monde. Item, off een vechtelick geweest hadde ende die vrede wtghinge, ende die heer off zynen
boode die vreede maken zoude, ende men die man nyet gevynden en conde, die vreede te bestemmen als voorsz., zoe zalmen dye vreede leggen op zynen dorpel, ende dat waer in aire maten, ofse gegeven waer mit handt ende mondt, want 'tis een 's heeren vreede. Ende oft men vreede eyschte off 's heeren vreede, dye staet zes weecken, ende waer't
zaecke, dat parthien 't selve neder leggen wouden mit een corten willigen vreede, dat mach geschieden, mer die zelve vreede moet ten minsten staen veerthien daghen. Item, off yemandt, in tegenwoordicheyt des proosts ofte zynen boode misdeden, aen zyme
heerlicheyt, gebrueckt ofte gewelt gedaen hadde ofte bruecken aenteech, dye zoude hy voor hem ontbyeden ende beschuldigen hem, ende waer 't, dat zy mitten andere nyet overdragen en conden, zoe zoude, dye gebruect hadde, thuys gaen zonder gevangen te werden, ende zoude hem te recht stellen voor dye hooch banck van Myert. Item, off yemant doot geslagen worde inde gerechte ende heerlicheden voorsz. off daer
buten, ende dye hantdadige geruymt waer, die onschuldighe magen soude die heer ofte zy- nen boode een vreede doen hebben , indyen zy 't begeren, ende zy heur verborgen wouden anden heer te geven ende the nemen, als zy gebooren (!) zyn. Ende waert't saecke, dat die hantdadige opter verscher daet nyet gegrepen ofte gevangen
en worde, ende hem verlydende ende verborchde, aen des heeren handen, des doden ma- gen te zoenen, zoe zoude die heer van zyn heerlicheytswegen den hantdadige geleyde mo- ghen gheven , ende een vreede leggen tegen zyne vyanden, behoudelicken, dat die misdadige een vierdel jaers wt dye prooslye eerst geweest zel hebben, ten zy by des heeren ende des vrunden wil ende consent, ende dye heer en sel gheen zeggen hebben in enighe zoenen, dan by wil ende consent van des dooden vryenden. Item, off die heer off zynen boode een handtdadiche vingen, dye yemants dootgeslagen
hadde, buten des dooden magen, dat zal staen tot 's heeren genade. Item, off die vyanden vanden dooden een handtdadighe vingen buyten den heer ofte zy-
nen boode, ende in handen vanden heer leverden, ende daer recht aen begeerden, dat zouden zy gewaert zyn vanden heere , ende dat recht zoude staen an die magen, nae recht ende behooren, ten waer die heer mitten viande, die doot sloech, zoenen conde ende mochte. |
|||||
133
|
|||||
Item, off die vyanden eenen hatudadigen beliepen inde proostyen, ende hy gevangen
worde by toedoen van des heeren ofte zynen boode ende der vyande, dat recht zoude staen aen beyde zyden; ende desgelycx oock van Iemten. Item, ofter yemant vechtelick begost, die buyten der proostyen woonachtich waer, die
zoude gehouden wesen sulpke kueren te gheven, als proosten luyden doen, ter plaetsen , daer die zelve woonachtich zyn. Item, soe wye eerst aenvecht, die zal die kuer ende wederkuer te samen betalen.
Item, voort zullen schout ende schepenen die buytenluyden /.nick recht doen ende laten weerfaren, alze die proosten luyden tot hoere plaetsen geschyeden zoude. Item, voort en sel nyemant mogen appelleren beneden der sommen van acht Carolus
gulden, maer indyen iemant dunckt, dat die scepenen qualicken wysen, 'tselve zcllen par- tyen den heer ofte zynen boode te kennen geven, omme alsdan daer inne the doen, als behooren ende recht wesen zal, beboudelicken, soe wye appelleert ende inden onrechten valt, dye zel verhueren drye Carolus gulden, tot 's heeren behouff. Ende wy gebieden daeromme alien onsen officieren, ondersaten ende inwoonders van Myert,
Wilnis , BJocklandt ende Thamen , dat zy dese voorsz. puncten ende ordinantie ten ewigen dagen alzoe onderhouden, ende doen onderhouden, alle dinck zonder arch ende list. Des t'oorconde, zoe hebbe ick myn zegel aen desen bryeff gedaen. Gegeven in 't jaer ons Heeren duysent vjffhondert negen ende dartich , opden tweeden dach in April. Copie vanden Lanlrecht inder Prooslie van Sint Jans Utrecht,
geextraheert wt zeeckere Register, inhoudende verschei-
dene Jura der zelver proostie.
Overcotnen, geordineert ende ghemaeckt byden eerbaren ende vromen Beernt vander Haer,
baeliu in dye proostye van Sint Johans t' Utrecht, ende andere, alzoe datmen van nu voort aen schepen recht houden sal tot Mydrecht, in dye proostye voorsz., ende dat recht altyt te beghinnen by climmender zonnen , ende dat dan voort te eynden zonder enich vertreck inder formen ende manyeren nabeschreven: Inden eersten , zoe zel die baeliu inder tyt van die proostye voorscreven, vyfi schepen,
die aldaer bv goet duncken vanden baeliu off des schouten , vanden baeliuis wegen ende byde oude schepen gecoren sellen werden van jaer te jaere, to eeden te schouwen (!) nae ouden heercomen , oirdele ende vonnisse te wysen, lusschen tweermannen dingtael, nae alle forme, mahiere ende gewoonte , alsmen doet in die schepen banck vanden Achtienhoven, oock in dye proostye voorsz., ende soe wye aid us daer toe geroepen ende schepen gecooren wordt, dye en zel dat nyet mogen weygeren noch hem daer nyet op mogen weeren, by een brueck van, vyff ende twyntich gouden ouden Vranckrycksche schilden, tot 's proosts voorscreven behouff. Item, in dye open dagen des jaers, zoe en selmen nyemant byeden, dan by 't kerck ge-
both , ende zoe wye dan daer nyet en compt, die verbeurt eenen halven hollansche stuver; ende zoe wye dan aldaer voor't gerecht aengesproken wordt, ende hem nyet en verschynt, indyen hy geeyscht wordt, hy is daer tegenwoordich off nyet, zoe zel hy verbueren eenea ban, te we ten, een Hollantsche stuver, ende den eysscher zell gheven den scryver van teyckenen een Holl. oortken, mer die schuldenaer zel in 't eynde dat teyckengelt voorsz. betalen. |
|||||
134
|
|||||
Item, soe wanneer ieniandt voob'i gerecht geboden Wert buyten dye Open dagen , ende
nyet te recht en coempt, zel verbueren eenen stuver, ende van teyckenen ende bot gelt, elcks een oortgen van een stuver, all Hollants, ende dat zellen hem die schout ende gerecht Wt mogen doen haelen, sonder yemants becrone off wederseggen, ende daer van zel die schout hebben soe veel als twee schepen, ende het ander sellen dye Schepen hebben, die daer dan the recht coemen. Item, zoe wye ten anderen boede tiyet en coempt, dye zelmen panden • ende pantmen
aen't rnerende goet, see ielmen mer een bot aenbrengen, ende dan eygefcen • ende is't, datmen pant aen leggende erff off staende timmer, zoe zelmen twee booden aenbrengen ende dad eygenen. Ende dese rechtdagen sellen wesen,le weteii van't Onruerende goet, van Xim daghe te Xiiti daghe, ende van't rnerende goet, van acht dagen tot acht daghen. Item, soe wanneer yemandt geeygent wordt aen't rnerende goet, soe mach die schout
van wegen die baeliu binnen dye eei'ste Xim dagen daer nae, dye gelden ofte schult, daer by voor geeygent waer, opleggen ende betalen op zyn gewinne, the weten, den derden penning meer, ende indyen die schout die schult binnen Jye xiitt dagen voorscreven nyet op en leyt, zoe zel alsdan dye ghene, die daer aen geeygent is, hem dat zelve goet byden gerecnte laten leveren mit den darden penning meer, alsoe dye heer gedaen zoude hebben, mit dye gerechtelycke oncosten, ende dat zelve goet dan byden gerechte vercopen, ende den schul- denaer van te betalen in manyeren voorsit Item, van eygenschappen, geworven op leggende erff off staende timmer, zel die schout
op moeghen leggen om den derden penning meer, binnen die eerste zes weecken, ende in- dyen dye ghene, die dat selve erff off staende timmer off geeygent is, binnen noch VI weecken , dat's te weten, binnen XII weecken nae dye date vanden eygenschap, die schult voldoet met den derden penninck meer, ende mit die gerechtelycke oncosten, zoe zelmen hem die ey- genschap wederomme over gheven, als't behoort ende recht is, ende indyen hy dat nyet en doet binnen die twaelff weecken voorschreven, zoe blyft dat zelve goet ende eygenschap daer't behoort, als 't voorsz. is. Item, alle rechtvorderinge, dyemen aenleyt ende beghint op open dagen, zelmen voort
vorderen ende eynden moghen over dwers nacht, te weten des anderen daechs een bot aen te brengen, ende des derden daechs the eygenen , zoe veer als den voorgangef Opten zelven derden dach nyet wt en doet. Item, alle rechtvorderinghe van arbeyts loon, van teringhe, lyff schout, ende luyden v»n
bulen , zelmen oock mogen vorderen over dwers nacht, zy zyn aengeleyt op open daghen ofte ander daghen, in manyeren voorscreven. Item, alle plechten, willekueren ofte loften, dye voor 't gerecht geschyen, zelmen teyeke-
nen inder schepenen boeck, ende daer van zellen die Schout ende schepenen hebben van elck eenen stuver, ende den scryver eenen halven stuver, ende wat alsoe nyet geteyckent en wort, en zel't gerecht gheen recht over doen dorven. Item, alle oirdelen, die daer voor't gerecht gedongen werden, ende dye schepenen opten
staenden voet nyet en wysen, mer hoor stede daer op nemen, zellen die schepenen all in 't scrift begheren van beyde die parthyen, welcke dingtalen partyen inbrengen zellen ten nae- sten recht, ende zoe wes |parthye meer in zyn dingtale set, dan hy gedongen heeft, zel't gerecht kennisse off dragen, ende kent het gerecht dan, datter meer in die dingtael ge- screven is, dan gedongen, dye verbuert een boet van thyen Hollantsche stuvers, tot d«« heeren behouff, soe dicke als't geschyede, ende die dingtael weder vermaecken, ende ten naesten recht overleveren off vellich the wesen, ten waer, off daer weder yet wt gekent worde in manyeren voorsz., ende zoe wes oordel 'tgerecht aldaer nyet wys en is, noch wy« «n |
|||||
13.3
|
|||||
konnen word en, zellen zy hem op beraden, mit 's proosten voorscreven leenmannen, vvo-
nende binnen Utrecht, op des gheens cost, die inden onrechten valt, ten vvaer, off den heer aenghinck, zellen zy 't breder bevragen, ende en willen parthyen die gelden tot den oncos- ten nyet wtleggen, zoe zel 't dye schout van des heeren wegen wtleggen opten derden pen- ninck meer. Item, wanneer die baeliu hooch recht houdt, dat zel hy doen met vyff schepenen van
Mydrecht voorsz., ende mit die twee outste schepenen van Wilnis, mit dingtaelen, in manyeren voorsz. Item, zel die schout tot alien tyden recht mogen houden, als't gewoonlick is, ende recht
daghe zyn mit dat meerderdeel vanden schepenen, ende die schout mach tot aire tyt op- staen ende weder gaen zitten, als 't hem belyeft. Item, soe wye lant coopt, in 't zelve gerecht voirsz. gelegen, ende die naecoop heeft van-
den heer, zel't ontfangen gerechtelyck voor dye schout ende ten minsten voor twee sche- penen, ende laten't teyckenen in 't schepenen boeck, ende zoe wye daer van gerechtelycke zegele ende bryeve begeert, zelmen dye gunnen op zynen cost, ende van elcke ghift, alsoe geschiedende, zel dye schout hebben eenen stuver, elcke schepen eenen halven stuver, ende den scryver een halve stuver, ende van elcke eygen, dyemen ontfangt, desgelycx. Item, soe wanneer eenen boedel geschevden wordt ende zy van malcanderen vertyen , zoe
menich persoon als daer vertyt, zellen dye schout, schepenen ende dye klerck off hebben elcks als voorscreven staet, ende zegele ende brieve mogen nenien, als voorsz. staet. Item, oock zellen alle parthyen, dye aen den recht te doen hebben, zy ofte hoeren voor-
spraeck, mit recht mogen spreken ende antwoorden, zonder hem aenden recht off vanden recht te dorven bedingen, zonder enige bannen, boeten, bruecken ofte yet te verbueren, behoudelycken, dat zy duechdelycken ende mit recht spreken zellen. Item, voort en selfen voor dit gerecht voorsz. gheen eygen overgaen, ten zy saeck, dat den
ontfangher looft ende Iact teykenen in 't schepen boeck, dat zy mede zellen helpen betalen des proosten voorsz. beede nae advenant des lants, zy ontfangen, nae ouder gewoonten. Item, alle die ghene, dye gepant hebben aen eygen off staende timmer mit die zeuene,
dat noch nyet wt gerecht en is, ende daer't recht om neder gedongen is, dat zel off ende te nyet wesen, ende zy zellen't op't nyeuw weder met dye schepenen beginnen rnoghen. Item, zeeborchgelt ende enige andere ongelden, die opten lande mogen comen te gelden,
zelmen wt mogen halen, als des excys. Item, alle dese voorscreven puncten , ende een ygelick punt bysonder, gebyet die baeb'u
van wegen myn heer die proost voorsz., te onderhouden ende t'achtervolgen, ende daer nyet tegen te doen mit woorden noch met wercken, by't verbueren van een brueck van vyff ende twjntich goeden ouden Franckrycksche schilden, tot des proosten voorscreven behoeff, ende noch te staen tot 's heeren correctie, zonder yemant des the verdragen. Item, voort off daer enighe punten vergeten off the verbeteren waren, dat zelmen tot
aire tyt mogen doen byden baeliu , schout ende gerecht voorsz. Item, off yemant hoger off voor meer pande, dan men hem schuldich waer, ende men
dat over bewysen ende overkennen konde, off dat hy dat mit zynen eede, dye hy doen moet, eermen hem eygent, nyet houden en dorste, die verbuert een boete tot 's heeren voorsz. behoeff, ende die pandinghe voorsz. en waer dan van geenre weerden, ende mach dan weder op nyeu beghinnen. Item, wat comenschap van ruerende goet geschyet by twee goede gelooflycke, waernchtige
tngen, daer inne zel des aenleggers bewjs gsen voor den voorgangers eedt. |
|||||
136
|
|||||||
Item, van wederwerck, van sloten, van lantscharinghe, van schouwinge, zel wesen nae
ouder gewoonten. Gecollat. dese voorsz. copie tegens den register, inde titule der zelfde
copie gementioneert, is daer inede t'accorderen gevonden. XIX.
Allen den ghenen etc., doe wy verstaen Zweed. v. Rumelaer, bail. v. Meyert, ende Folp.
Meynertss, als segsluyden vd. nederslach v. Jan Gerritsz., ende Oentgen Claessz. ende Will. Jacobsz. als zegsl. v. Henr. Jacobsz. wegen hantdadigbe v. Jan Gerritsz. voorsz., dat voor ons gekomen zyn Will. Toenesz. ende Dirck Claesz. als vierendeelen van Jan Gerritsz. va- der wegen, ende Dirck Joostensz. ende Ysbrant Gerritsz., als vierendeelen van Jan Ger- ritsz. moeder wegen, mitten gemeynen magen, ende bebben dezen nederslach, gebleven aen deze vier zegsl. voorscr., ende Henr, Jacobsz, als hantdadige, dat mede gedaen by eenre penen van vyftich gouden Vranckrycksche schilden, dat zeggen te houden, welcke zeggen wy zeggers eendracbtelicken ut gesprocken hebben; soo syn die vier vierend. voorsz. gecomen voor ons zegsl., ende hebben daer bekent, dat Henr. Jacobsz. dye zoene achtervolcht ende den lesten penninck mitten yersten wel betaelt heeft, ende geloofden voor ons, voor hem ende voor horen magen Henr. Jacobsz. ende zyne magen the staen ende te waeren nae alien zoenen recht, ende hebben Henr. Jacobsz., daer quyt off geschouden. Hyer hebben over geweest Will. Ghysbertsz., schout tot Meyert, ende Jan Dircksz. ende Meynert Willemsz., als buerluede tot Meyert; soe hebben wy vyerendeelen ende Henr. Jacobsz. als hantdadige, Will. Ghysbertsz., schout, Jan Dircksz. ende Meynert Willemsz. als buerlude, ende wy segslude voorsz. gebeden Zwed. v. Rumelaer, bail. v. Meyert, deze bryeff voor ons te willen bezegelen, dat ick Zwed. v. Rumelaer etc. gedaen heb. Gegeven xvc. I, opten xt. dach in Meerte. Ick Zweder van Rumelaer bekenne oock betaelt te weesen van des heren wegen. |
|||||||
Ick Beernt vd. Haar, bail., v. wegen hr. Jo. Ingenwinckel, proost S. Jans t'Utrecht etc.,
doen kondt etc., alzoe P. Ariaensz., God betert, eenen nederslach gedaen heeft in dye proostye voorsz. aen Claes Jansz., zal. ged., daer mede hy verbeurt hadde ende gevallen was tot 's proosten voorsz. behoeff, in een bruecke, als gewoontelick en recht is in die proostye voorsz., soe belye ick bailiu van wegen des proosts voorsz,, dat my Peter Adriaensz., off zoe hy mit recht genoemt, Van die Broecke, tot behoel' des proost voorsz., wel te vreden gestelt heeft, zoe dat ick des zynre, soe veer als't die proostye aengaet, een goet genoegen hebbe, bekenne hem daer aff remissie ende quytscheldinge, behoudelicken anders die zuene van denzelven nederslach gemaeckt ende gededinckt, in volcomenre machte te blyven etc., in kennisse der waerheyt, zoo hebbe ick etc., mynen zegel aen dezen bryeff gedaen. Gegev. xvc. xxi, opten 18. dach in Meert. Ick Dyrck van Wulven, bael. v. Mydrecht etc., van wegen des hr. Jo. Ingenwinckel,
proost S. Jans t'Utrecht, ende heeren van Mydrecht etc., doe kondt, alsoe Jan Snuc, ge- wont ende gesteecken heeft Pet. Janssoon, in myn h. heerlycheyt, daer hy aen gestorven is, ende soe by my blyct, dat Jan Snuc, den vrynden vande doden versoent heeft, soe is 't, dat ick D. v. Wulven, bail., vergeven ende remytteert hebbe etc., ut sonderlinge gratie, |
|||||||
137
|
|||||
myts dezen, den dootslach etc., mytsg. alle peyne, coerporelle, cryminelle ende civyle,
daerinne hy ter cause voorsz. tegens my als bail, myns h. ende zynre justicie verbeurt mach hebben, ende heb hem als daer off wederom gestek ende gerestitueert etc. tot zynder goe- der fame ende name, ende tot alle der heerlycheden ende landen myns E. h. ende tot synen onverbuerden goeden, indyen hy eenige heeft, gelyck ende alsoe hy was voor den voorsz. dootslach, imponerende hyerop een ewich swygen, alien schouten ende anderen officieren myns E. h. voorsz,, dye dit aengaen sel, satisfactie ende beterynge yerst ende al voer gedaen der perthye geintresseerde, indyen dye noch nyet gedaen en syn etc. In kennisse der waer- heyt etc. xtc. xxxit, 20 Oct. XX.
Ick Adam Ram, bail, myns E. h. Kaerle Perrenot, proost der kercken S. Jans t'Utrecht,
ende vryheer tot Mydrecht etc., doen kondt alien etc., dat ick ontfangen hebbe dye oot- moedige supplicatie van Hans Sebastiaenssoon, wonende op Scholpen, inden gerechte van Achtienhoven, in myns E. h. voorsz. jurisdictie ende heerlicheyt, inhoudende, hoe dat ze- kere jaeren geleden, eenen Joost Wynantsz., omme zeekere delicten, hem opgeleyt, by myn h. Jo. v. Culemborch, ritter , schout der stadt Utrecht, geapprehendeert ende incarereert is geweest, zoe is des suppleants huisvr., ghen. Anna, als doen wonende binnen Utrecht, van weghen des schouten voorn., omme informatie vd. saecke te hebben, gerechtel. geboden geworden, the compareren aldaer voorden gerechte, ende der waerheyt getuychenisse te ge- ven van eenighe fortsten, tot hoeren huyse, by denselven Joost Wynantsoen gedaen, 'tvvelcke te doen, des suppl. huysvr., overmits rigueur van justicie, nyet en heeft cunnen weygeren, nyettemyn ende heeft Joost nyet belast, mer merckelicken geexcuseert, als myn h. schout ende gerechte der stadt Utrecht kennelicken is, ende blycken mach by de depositie, by haer gedaen, waeromme Joost YVynandtsz. op die tyt ontslagen is geweest, ende hoevvel dieselve Joost, in't gundt voorsz. is, nyet te kort geschyet en was, waeromme hy geoorsaeckt mocht wezen, den armen suppliant, noch zynder huysfrouwen yet te misdoen, des nyettegenstaende, 't heeft belyeft denzelven Joost voor hem te ne'men ende tot diverschen tyden ende luyden nuchterens monts dick ende menichmael te zeggen, hoe hy eertyts gevangen was geweest, doer oersaecke van Anna des suppliants huysfrouw, ende dat hy daeromme den suppl. duer- steecken zoude, ofte die suppl. zoude hem duersteecken; op welcke woorden eenige luyden, daer present wezende, zeyden tot Joost, dat hy zoude schuwen des suppl. gezelschap ende huys, daer Joost voornoempt mit strengen woorden weder op zeyde: ick en zel's nyet doen, mer het valt cort of lanck, ick sal hem duersteecken off ny zel't my doen, soe is't gebuert des maenendaechs nae Pinxteren lestleden, dat die voorn. Joost gecomen is ten huyse vanden suppl., suekende alle commoditeyt, om zyn quaet voornemen ten effect te brengen. Ten laesten, zyende Joost den suppl., die met anderen den cloot gcschoten hadde, thuys comen, en staende buyten den huyse, heeft synen degen van scheyde getoegen, slaende ende houdende naer den suppl., soe heeft die suppl., overdenckende 'tquaet opset vande voorn. Joost, denselven ontweecken ende geloopen in zyn huys ende voorts in syn slaapcamer, staende binnen den huyse voorsz., alwaer Joost den suppl. nagelopen is mitten bloten degen in zyn handt hebbende, slaende tot meermalen ende zonder ophouden nae den suppl., ende zyn aldaer eenighe vrouwen mede inde earner gelopen, dye de cauierduer aen sineten, om vechtens ende 't quaet, daer wt comen mochte, te schuwen. Dye voorn. Joost Wynantsz. nyet willende cesseren noch vrede gheven, mer persevererende in syn boosheyt ende quaet opset, is voor die camerduere, daerinne die suppl. ontweecken was, blyven staen, houdende m. is
|
|||||
138
|
|||||
Jen Llotcn deghen in syn handt. Dye suppl., zyende, dat hy nyet ontloopen eiide wycken
in zyn zelfs buys ende slaepcamer nyet voldoen noch volstaen, ende dat hy oock wt zyn camere nyet comen en moclile, zonder duersteecken ofle dootgeslagen te worden, als die voornoemdcn Joost voor liem genomen ende opgezet liadde, heeft wt verhitheyt van bloede ende mogende alsulcke fortse ende overdaet in syn huys ende slaepcamer nyet langer verdra- gen , gecregen een gevveer, gelick als Keyz. Mats. trouwanten, genaempt een goedsge, ende daer mede tusschen den camerdoer uytgesteecken, ende daer mede den voorn. Joost (die mitten bloien deghen voor die earner siondt, om den suppliant te duersteecken) geraeckt in zyn borst, zoe is Joost voorn., mitten bloten deghen in zyn handt hebbende, wtten huyse geloopen ende nedergevallen, ende van dersclver quetsuer deser werelt overleden, vvyens zyele Godt Almachtich genadich zy; welcken nederslach den suppl. hartelyck leet is, ende hceft daeromme seer ootmoedel. doen versuecken ende diversche daghen doen houden , omme te versoenen mitten vrunden ende maghen vanden nedergeslagen, ende wel ende souffisante- lick doen presenteren, nae de gelegenheyt vaude saecke ende faculteyt van synen goederen, mer en can mitten selven nyet accordeeren, overmits hoeren excessiven eysch, nyet willende aenmercken, het quaet voornemen ende onset vanden nederslagen, ende dat die suppl. 't feyt verwerens lyffs heeft moeten doen. Ende hoewel 't selve feyt alsoe gescheyet voor geen doodt- slach en behoort geacht te worden, heeft nochtans die suppl., vresende rigueur van justicie, hem getransporteert, wt uwer myn heeren landen, in anderen vreemden heerlicheyden ende bedryven, daer by moet gaan doolen in grooter armoede ende miserien, ende en soude daer iuue nyet weder derven comen, converseeren noch frequenteeren, tot grooter prejudicie van zynen crcditueren ende schuldenaers, dye in sulcken gevalle van hueren schulden gansse- licken gefrustreert souden blyven, then ware hem snppl. hyer inne versyen ende verleent en worde van U myn heeren gratie ende remissie voor riguer van justicie etc., my Adam Ram, bail., daeromme zeer ootmoedel. om Gots wille biddende; Soe is't, dat ick Ad.Ram, bail., die saecke voorsz. aengemerckt, ende hyer op gehadt advys van leenmannen mynsE.h., den suppl. Hans Sebastiaenssoon, genegen wezende t' zynre beede ende willende hem in dir stuck gratie ende ghenade prefereren voor rigeur ende strenckheyt van justitie, hebbe ick Adam Ram, bail, voorsz. in dyen gevalle vergheven etc., wt sonderlinge gracie, mits desen 'l feyt ende dootslach boven geruert, mitsgaders alle peyne ende bruecken, corporelle ende criminelle, dye hy ter cause van dyen, mit dieser aencleeft, jegens my als bail, ende dye justicie mesdaen , gebruyckt ende verbuert mach hebben, etc. Des t'oirconde, soe hebbe ick Ad. Ram, bail, voorscreven , myn zegel aen dezen brief gedaen. Gegev. xvc. XLV, 1 Spt. XXI.
Kaerle, etc. Den eersten onsen deurwaerder, of sergeant van wapenen, hierop versocht,
saluyt. Van wegen de proest van S. Jans, binnen onser stede van Utrecht, ende synder bailliu vender selver prostie mitsgaders, Hans Sebastiaensz., jegenwoordichlyck gevangen bin- nen onser stede van Utrecht, elck in syn respect, is ons verthoont etc. geweest, hoe dat de voorsz. proest heeft ende hem toebehoort in zyndre heerlicheden der voorsz. proostyen, als Eversdorp, nu genaempt Achlienhoven, Miert, Wilnis ende Bloclant, met hueren toebe- horen , alle hoecheyt ende jurisdictie, hoedanich die wesen mach, ende merckelyk, van te geven remissye ende pardoen van alrehande delicten, daervan die voorsz. proest ende zyn voorsaten zyn ende hebben geweest in etc. possessie van soe langen tyde, dat gheen memorie ter contrarien ende gedinck, genoech zynde, om prescriptie vercregen te hebben, jegens een yegelycke. Ende dien achtervolgende is gebeurt, dat alzoe de voorsz. Hans Sebastiaensz., |
|||||
139
|
|||||
wonende op Schulpen, in de prostye v. S. Jans, zekere tyt geleden, een ncderslach gedaen
hadde, soe heeft nem de voorsz. baillu, v. wegen etc. zynen meester, remissie ende par- doen gegeven etc. Ende boewel nyemant geoorlooft en is, den voorsz. proest etc. inde selve syne rechten etc. eenich turbel of molestatie te doene, 't heeft nochtans belieft de substituten v. onsen proc. generael t'Utrecht, ende v. onsen schout aldaer, de voorsz. H. Sebastiaensz., opten 2. dacb v. April lestled., met hueren dienres, op Schulpen voorsz. te doen vangen, ende binnen onser voorsz. stadt v. Utrecht, op Vredenborch, buyten de jurisd. vd. voorscr. proestye te doen brengen , ende aldaer te doen leggen, in meynonge zynde, tegens hem criminelick te procederen, al uyt dien, dat de voorsz. proc. gen. ende schout verstaen die voorsz. proost etc. sulke auctoriteyt, als van remyssie ende pardoen te mogen geven, nyet te hebben , onder 't decxel, dat onder anderen , by de sententie gepronuncieert, in ons. gro- ten rade, op zekere geschil, hebbende aldaer gehangen tussch. ons. proc. gen. ende wyl. Mr. Albertus Pigge, doen proost v. S.Jan, gezegt zoude syn, dat, aengaende die overhejt ende regalen, gepretendeert etc. by de voorsz. wyl. proost, by verklaert werde nyet ont- fanckelyck , inder vorme ende manieren, soe hy geconcludeert etc. hadde, willende sustine- ren , remissie ende pardoen te geven, gecomprehendeert te zyne tusschen die regalien, ten welcken nochtans (genomen het sulcx ware) ende bysunder ter specien van remissie ofte pardoen te geven , men naer rechten wel vermach te prescriberen, zoe ongetwyfelt byden proest v. S. Jans, inder tyt zynde, gedaen is geweest, gemerct heurl. immcmoriale possessie, ende wel te presumeren staet, sulcx by onsen etc. president ende luyden v. onsen grooten rade bevonden geweest te zyne, verclarende den voorsz, wyl. proest, diesaengaende nyet ont- fanckelyck -inder vormen ende maniere etc., want anders souden hem absolutelyck verclaert hebben , nyet ontfanckelyck noch gefundeert. Waeromme, gemerckt 't selve zoude groote- Ivck redonderen tot achterdeel vd. thoonders, soe hebben sy ons oitmoedelyck gebeden, oat wy hem hier inne souden willen versien , met onse behoerlyke provisie ende remedie v. justicie; Soe is't, dat wy de zaken voorsz. overgemerckt, u ontbieden ende bevelen, daer- toe committerende by dezen, dat, zoe verre u blyct, van't gene des voorsz. is, zoe veele dat's genouch zy, ghy in sulcken gevalle, ten versoucke vd. voorsz. suppl., doet seerp bevel, van onsent wegen , den voorsz. substituten van onsen voorn. proc. gen. ende van onsen schout v. Utrecht etc. op sekere groote peynen jegens ons te verbueren, dat sy terstont ende son- der vertreck den voorsz. Hans Sebastiaensz., gevangen , stellen ter plaetsen ende in sulcken staet, als hy was ter stonden, als zyluyden hem geapprehendeert hebben etc., ende nyet vordere tegens hem en procederen, heml. ende elcken v. hem daer toe bedvvingende by alien wegen ende manieren v. bedwange, redelycke ende tamelycke, ende in gevallen v. op- positie etc. Gegeven inde stadt van Bins, den v. der maent van Junio, in 't jaer ons Heren, xvc. sess
ende veertich, van ons. keyzeryke 't xxvn., ende v. ons rycke van Castil. en andere 't xxxr. Aldus onderscreven •. Byden Kejser, in zyne rade , ende onderteyk.. Vlierdejv. Dit jegenwordich mandement es geexecuteert geweest by Henr. Inger-
smitten , eersten deurwaerder vd. earner 'shoofs v. Utrecht, aenden persoon van Mr. Marcelis van Alendorp , substitut vd. proc. generael, ende aen Dire van Wulven, substitut vd. schout v. Utrecht, soe blyckt by zynen relatie, geteckent, den mi. Jul., anno xv'.xlvi. XXII.
In nomine Dni Amen. Gunctis pateat evidenter etc, quod anno Dni xvc. decimo nono,
18*
|
|||||
140
|
|||||
ind. VII, etc. prima mensis Dec. elc., ego nts public, infrascriptus pro parte etc., propo-
siti, decani et capituli eccl. S. Joannis Traj. requisitus et versus locum Aohtienhoven jurisdict. eorund. Dominorum ad infrascripta notandum et conscribendum missus et destina- tus etc., comparuit etc. validus vir, Bernard us Verhaer, armiger, dicti prepositi balivus, ibidem supra pontem tres malefactores super furto per eos commisso accusatos, juxta certos articulos, per eund. Balivum malefactoribus publici lectos et per ipsos malefactores et eorum quemlibet, coram Ricoldo Lubberii, pref. dominorum Sculteto, nee non Wilhelmo Gerardi, Jo. Joannis, Ghysb. Frederici, Hear. Gerardi, Gerard o Byl, Jo. Ghysberti et Corn. Adriani, scabinis in Aohtienhoven confessatos, in utriusque sexu hominum multitudine, ibidem ad hoc congregate, in medium produxit; qui quidem scabini, maturis deliberationibus super articulis lectis et confessatis prehabitis, tandem per eorund. sententiam prefatos malefactores et fares adjudicarunt morti. Qua sententia lata, illieo prefati scult. et scabini, flexis genubus, dictum bailivum humiliter et propter Deum rogarunt, quatenus, pro hac primaria vice, misericordiam cum dictis malefactoribus propter eorundem malefactorum juvenilem aetatem facere velit et dignetur. Qui quidem balivus, petitionibus antedictorum sculteti et scabi- norum condescendens, dictis tribus malefactoribus, morti adjudicatis, vitam donavit et fa- cinus per ipsos commissum remisit, pia tamen correctione, videl.: flagellatione per spicula- torem civitatis Traj. ibidem publice facta, juramento finaliter per dictos malefactores et eorum quemlibet prestito de non vindicando per se vel alium ullo unquam tempore in aliquem mortalium, neque revertendo ad ilium locum, neque ad unum miliiare prope , sub pena mortis, recepto uno albo pane per scultetum unicuique illorum provrecto, illinc abie- runt, et sine mora ante solis occasum, juxta mandatum etc. recesserunt, plurimas gratiarum actiones dictis Bailivo, sculteto et scabinis de misericordia ipsis concessa referentes. Super quibus etc., ego Notarius etc. Acta sunt hec in Aohtienhoven, super ponte ibidem, sub anno etc. presentibus Willi, de Kessel et Fetro de Muers, civibus Traj. testibus etc. Sic sub- scriptum: Et ergo Ai,<Ju3 Zelam (!) de sancto Trud. clericus etc. XXIII.
In nomine Dni Amen. Anno a Nativ. ejusd. xiv". septuagesimo nono, ind. XII, die vero
dom. tercia mens. Oct. etc., in rnei Notarii etc. presentia, personaliter constitutus vir, ma- gist. Jo. Nyss, prepos. etc. S. Jo. Traj., villarum et locorum de Mydrecht, Wilnis, Aoh- tienhoven , Tkamen, Cudelstert et Sevenhoven, in spirit, et temporalibus dominus, con- vocatis omnibus snis vasallis et subditis diet, villarum, exposuit, quod cum dicti subditi lo- corum et villarum predict, alias pretendebant, quod ex antiqua consuetudine nullam preca- riam ipsi dno preposito etc., eorum in spirit, et temp, domino pro tempore existenti, dare aut concedere tencrentur, nisi personaliter ad exigendurn illam in Mydrecht comparuit. Et preterea, cum prefat. dn. prepositus quendam, Gerardum Mulert de Hasselt, de et super certis injuriis et violentiis ac dampnis sibi et suis subditis illatis, traxisset in causam; et pro defensione dicte cause aut alias forsan circa preposituram vel jurisdictionetn hujusmodi con- tingen. tuitione, ac certis aliis de causis animum suum moventibus, ad Romanam curiam se personaliter conferre haberet, preterea si ipsum forte in annis, scil. bisextilibus, quibus juxta antiquam et hactenus observatam consuetudinem, dn. preposito dicte ecclesie pro tem- pore existenti precariam ipsam solvere consueverint, ut tenentur ad petendum ipsam preca- riam amplius in loco predicto comparere non contigerit, quod ex tunc prout ex nunc, ipsi dno preposito diet, precariam in terminis consuetis, si supervixerit, solvere essent obli- gati; qua quidem barones, incolae de Mydrecht, subditi et vasalli dicti dni prepositi ibi- |
|||||
lit
•
Jem congregati, totam communitatcm representantes, dicto dno pveposito precariam consue-
tam, in amiis bisextilibus faturis, quibus se pro defensione dicte cause aut bonorum pre- positure s. jurisdictions tuitione vel aliis certis de eausis antedictis absentare contigerit, in terminis consuetis, videl., in sancti Martini et sancti Petri ad cathedram festivitatibus cujus- libet anni bisextilis, sine contradict, aut exceptione aliqua solvere, unanimiter promiserunt, consuetudine predicta non obstante; deinde, eod. die, idem dn. propositus se ad villam de Wilnis personaliter conferens, ibidem similiter, convocatis baronibus etc. petitioni dni pro- positi simili modo annuerunt, ac precariam etc. solvere promiserunt etc. super quibus om- nibus etc. Dn. Jo. Nyss etc. fieri petiit instruraentutn etc. Acta fuerunt hec successive in dictis villis de Mydrecht et Wilnis, in Mydrecht in loco, dicto vulgariter: den dincxstal, et in JVilnis in platea publica etc. sub anno etc. uts, presentibus ibid. etc. magistro Flo- rentio Bevelant et Nic. Petri Noenkyns, clericis ac Theod. de Suylen , balivo dni propositi etc. Sic erat subscriptum: Et ego, Goeswinus Veecken de Clivis etc. uts etc. XXIV.
Wy Steven v. Rumelaer, doctoir in beyden rechten, proest der kercke St. Jans t'Utrecht
etc., bekennen, dat onse ondersaten onser dorpen Mydrecht etc., ons clachtelick te ken- nen hebben doen gheven , boe dat zy mit die beede ende anderen ongelden , zy ons ende proesten inder tyt, te geven plegen, groffelick beswaert werden, overmits dat die buyten- lieden, borgeren t'Utrecht, tot Amsterdam ende anderswaer wonende, vanden erven, sy liggende hebben in onse proestye te Mydrecht ende te Wilnis voorsz., nyet willich en syn te betalen, gelyck onse andere ondersaten voorsz., van hueren erven, aldaer geleghen, ge- woonlick zyn te doene, nyet tegenstaende dat d'selve onse ondersaten ons mede te kennen gegeven hebben, dat zy van hueren voerolderen gehoort ende wel verstaen hebben, dat die beede, dye zy horen heeren, proosten inder tyt, voor heur ende heuron erven gegondt ende belieft hebben, in zeeckeren jaren, te weten, dat scrickeljaer, te betalen, behoort the kerven op alien erven, daer inder proostye gelegen, ende op alle andere goede, reden ende onreden , den voorscreven ondersaten toebehorende. Ende want dan die buytenlieden nyet willich en zyn, mede te betalen, werden onse ondersaten besweert, die beede alleen the betalen, begerende, dat wy daer op veisyen wilden indeu besten. Ende want dan dese clachte onser ondersaten den reden gelyck zyn, soe hebben wy onse ondersaten voorscr., voir heur ende heuren erven overdragen die puncten, hier nabescreven. Item, inden eei- Sten, oft yemant vanden ondersaten voorsz., enyge erve, inder voorsz. proostye gelegen, bruken oft pachten wolden van eenyge buytenlyeden. waer off op wat plaetse, oft in wat steeden oft landen , die selve buytenlyeden woonachtich oft geselen waren , soe zal die pacb- ter geheel ende volcomelick betalen den penninck, daer dat lant op gezet zal worden, ende men sal dat landt kerven gelyck buerlandt, ende waer't, dat yemant vanden buytenluyden voorsz., die zyn landt daer voir aff gehuyrt is, zelfF bruycken vvolde, dan en salmen geen behulp oft vordernisse doen in geenre manyeren, ten waer dat hy betaelden gelyck andir ondersaten. Voorts soe zal nae desen daghe gheen landt, inder proostye gelegen, dat buy- ten vererft, vercoft oft verandert worden, in oft aen wat handen dattet quame, oft am borgeren, oft aen yemant oft mit yemant anders, oft in wat manyeren dat comen moch'e etc., vry v/esen, 't en sal gehalden wesen mede te gelden; ende soe en sellen wy oft onze nacotnelingen, geen goeden mit onssen bryefven vryen, die nabuyren en zullen die in onse sommen moghen zetten , ende ons nae beloop der sommen betalen , sonder erch ende list. Ende deser bryefven syn twee alleens sprekende. Ende op dat dit steede ende vast blyve, |
||||
142
zoe hebben wy onsen zegel aen desen brieff doen hangen, ende wy gemeyne buyren ende
ondersaten van Mydrecht, Wilnis , Thamen ende Blocklandt, hebben gebeeden Zweeder v. Rumelaer, onsen bailliu, ende Willem Ghysbertsz , schout van Mydrecht, Willem Jansz., schout van Wilnis ende Jan Willemsz., schout van Blocklandt, desen brieff mit den proost voorsz., over ons te willen besegelen, dat wy bailliu etc. Gegeven duysent vyff hondert ende &en, den seveuden dach in Febr. Onder stont gescreven: Gecopieert, gecollationeert ende bevonden concorderende mit syn originael, wthangende mit een root zegel, ende drie groen zegelen besegelt. By my ondert. Jacobsz. XXV.
Julius, episcopus, servus servorum etc. Sane accepimus , quod , licet jurisdictio alta et bassa
merumque et mixtum impprium etc. in villis Mydrecht etc. spectaverit etc., ad prepositum pro tempore existentem ecclesie S. Johannis Traj., ac quondam Jo. Nyss, tunc prepositus etc, contra, bone memorie, David, episcopum Traj., super jurisdictione et imperio predictis etc litigando tres conformes diflinit. sententias pro se etc. reportaverit etc; ideraque Johan- nes et alii prepositi dicte ecclesie etc in possessione etc. jurisdictionis etc.; nihilominus etc, intelleximus, quod V's frater noster, modernus episc. Traj,, seu ejus oflicinlis nee non regen- tes patrie Traj. ac nonnulli alii, a quorum oculis Dei timor abcessit etc., dilect. filium, mgstr. Jo. Ingenwinckel, ntm et scriptorem ac familiarem continuam. commensalem nostrum, mo- dernum preposit. dicte cedes., super jurisdictione etc. predict., incolis et habitatoribus diet, villaruni exactiones et contributiones, presertim mergengelt nuncupatas, et alia omnia inde- bita et inconsueta imponendo, et ab eis ilia exigendo et petendo, s. ad hoc consilium, auxilium vel favorem prestando, molestare non verentur, in gravem laesionem prepositure etc Nos igitur etc., motu proprio, non ad ipsius Joannis Ingenwinckel etc, instantiam etc, episcopum, sub suspensionis a divinis et interdict! ingressus ecclesie etc., officiales etc., predictos etc., ac quoscunque alios etc., etiamsi pontificali, ducali etc dignitate prefulgeant etc., sub excommunicationis majoris etc. sententiis etc., requirimus etc., quatenus etc ab impositio- nibus, exactionibus etc. abstineant etc. et que indebite extorserunt, integre restituunt etc, ac pref. Jo. Ingenwinckel, etc. jurisdictione, etc , frui ac gaudere sinant. alioquin , etc., episcopum etc., a divinis et interdicti ingressus, ceteros etc., qui culpabiles fuerint, alias sententias etc. invadisse etc., declaramus; illi vero, qui etc. hujusmodi sententiis innodati erunt, et illas, animo, quod absit, indurato, etc., sustinebunt etc reaggravati etc. esse censeantur; el nihilominus etc. preposito S. apostt. Colon., nee non S.Mart. Embric, Traj. dioc et S. Cuniberti etiam Colon, eccles. decanis etc. mandamus, quatenus, etc. pro parte Jo Ingenwinckel, etc., episcopum suspensum etc publice nuncient etc., donee etc. relaxa- tionem meruerint obtinere etc. Datum Romae, apud S. Petrum, anno incarn. Do. mille- simo quingentesimo duodecimo, V. id. Junii, pontif. nostri anno IX. Erat subscriptum: QuESTENBERG.
XXVI.
In nomine Dni Amen. Anno a nativ. ejusd. xvc.xxill, die vero Lune penult, mens. Junii,
nona decima vel quasi ante meridiem etc constitutus Rdus P. D. Jo. Ingenwinckel, s. sed. apost. prothonot., preposit. etc s. Jo. Traj. etc Dn. temporalis dominiorum, disirictuum etc, Mydrecht etc., in loco ibidem dicto opten Bingtael, presentibus etc Venerab, etc. viris Wilhelmo Heda, decano eccles. pred., ac Stephano de Zuilen de Nyevelt, commendatori pro- |
||||||
143
|
|||||
viuciali balivie Traj. hospit. b. Mariae Hierosolym. old. Theutonic. etc., per os validi viri
Bernardi vd. Haer, balivi patcrnitatis sue, proponi fecit, quod ipse etc., Jo. Ingenwinckel, preposit. etc., hesterna die etc. edictum publicum etc. in ecclesiis de Mydrecht etc. proclamari etc. fecerit, ut incolae etc. bora octava diei pi'esentis ante meridem, in isto loco presentialiter atque compareant, exbibeant R. P. D. prepositum cum omni reverentia et bonore debitis in propria sua persona, ut et tanquam ipsorum verum, unicum, indubitatum etc., dominum tempora- lem recipiant, ipsum tanquam talem recognoscant. Ac deinde juxta antiquam etc. consuetu- dinem, solitum ftdelitatis et obedientiae juramentum atque homagiutn etc., utdecet, et ad quod astricti sunt, praestandumetc., demandavit. Quibus etc. intellectis, formaquejuramenti etc. pre- lecta atque etc. intellect,!, omnes etc., videl. Henr. Jacobi in Mydrecht, etc. tanquam prin- cipaliores pro se ipsis, et similiter omnes etc. subditi etc., tam senes quamjuvenes, hilaribuset pronis affectibus, erectis digitis etc. homagium praestiterunt etc., unde praf. R. P. et D- pre- positus etc. regratiando promisit, se erga eosdem, quemadmodum gratiosum decet dominum erga suos subditos, semper exhibiturum. Quibus etc. peractis, R. P. D. prepositus etc. pos- tulavit etc. precariam sui jacandi introitus atque personalis exhibitionis in dominium suum proprium etc. de presenti. Petiit igitur etc. R. P. et D. etc. juxta debitum et consue- tudinem de eod. precario ad summam ducentorum scutatorum aureorum antiquorum monete Regis Franciae etc. responderi Unde prefati subditi etc. aliquantulum et paulisper se di- vertentes atque consilium etc., inter se habentes etc., discrepantibus altercationibus etc., tandem etc., pacem et concordiam c. pref. R. P. et D. etc., amplecti cupientes etc., de communi omnium seu saltern sanioris et majoris partis etc. consensu concordarunt ac dare decreverunt atque promiserunt per eorum ad hoc deputatos, etc. qui etc. recognoverunt se obnoxios atque etc., eidem R. P. et D. preposito etc., fore obligatos in centum quinqua- ginta scutatis antiquis monete Reg. Francie etc. De et super quibus etc. Acta fuerunt hec successive in villa de Myert etc. presentibus etc. Wilhelmo Heda, decano etc., Stephano de Suylen etc., nee non Gu. Suggerode, S. Salvat., Jo. Drolshagen et Henr. Ben majoris, Theod. Lieverjan, Barthol. Knyff, Ja. de Lichtenberch, Jo. de Wael S. Jo. Traj. ecclesia- rum canonicis etc. testibus etc. Et ego Joh. de Platea, clericus etc. nts.
xxvir.
Anno XVs. xux, die xxrx. mensis Maji, camparuit coram me notario etc. VenIis Jo. de Ame-
rongen, can. ecclesie b. Mariae Traj., aet. sue lxiv aut eo circiter etc. dixitque, et, medio suo juramento rite prestito, deposuit, quod ante certis annis fuisset aliquando notarius ca- pituli ecclesie predicte, et exercendo notariatus hujusmodi officium, sepius fuerit presens cum clavigeris eisdem ecclesie, in sigillandis Uteris vel statuum patrie vel quinque ecclesiarum Traj., in ibidemque admirando frequenter interrogaverit a predictis clavigeris et aliis senioribus dn. canonicis, qua de causa quatuor ecclesie, cathedralis videl., S. Salvatoris, S. Petri et b. Marie Traj., in sigillando hujusmodi vel alias literas viridi, sola vero ecclesia S. Johannis Traj. rubea cera pro sigillis uterentur. Ad que iidem clavigeri et predicti seniores etc. responderunt, solam ecclesiam S. Johannis id ex antiqua consuetudine habere, idque ea de causa, quod prepositus ejusdem ecclesie ab antiquo habeat altam jurisdiclioncm, cognitionem item el correctionem in casibus criminalibus, qualem jurisdictionem altam relique quatuor ecclesie predicte ab antiquo non haberent, etc. Eod. die et anno Magister Jo. Boelen , uts. capituli b. Mariae etc. uts.
Die xxx Maji anno uts. Dns Godefr. Boelen presbyter animarum etc. uts.
|
|||||
144
|
|||||
In Dei nomine Amen. Florentius, Dei gratia episc. Traj., universis etc. In quorum omnium
testimonium, sigillum nostrum duximus presentibus appendendum. Supplicantes nihilominus et exhortantes R. in Christo P. et D. nostrum Fredericum, archiepiscopum metropolitanum nostrum predictum, ac Ven1" -viros, capitula majoris, S. Salvatons, S. Petri, S. Joannis, S. Marie, ecclesiarum etc, ut in testimonium veritatis efficax rei geste per suorum sigillo- rum appensionem dignentur literas munire. Datum anno Dni XIHC. octuagesimo tertio, mensis Febr. die IY. Et nos Fredericus, Dei gratia archiepisc. Colon, etc. Extract, ex certis Uteris patentibus repositis in parvis archivis ecclesie ca-
thedralis Traject., sigillatis semptem sigillis impendentibus, quorum pri- mum erat parvum rotundum ex cera rubea, secundum vero, tertium, quar- tum et quintum ex cera viridi, et sextum existens magnum rotundum sigillum ex cera rubea erat sigillum capituli S. Johannis predicte, cujus cir- cumference impressum erat: secretum capituli ecclesie S. Johannis Traject., ultimum vero omnium erat ex cera viridi etc. Per me, Lamsweerde , ntm. etc.
Wy Jacob v. Poelgeest, byder gratie Godts, abt, prior ende convent des cloosters S. Pau-
wels t'Utrecht etc. Ende t'oirconde, hebben wy etc. ons convents zegele aen dezen brief
doen hangen. Ende om die meerder vesticheyt, soe hebben wy etc. de E. heeren prelaten
ende capitulen der kerke van Oudemunster, S. Peter, S. Jans ende S. Marie t'Utrecht,
ende burgemeesteren, schepenen ende rade der stadl v. Utrecht gebeden, desen brieff over
ons etc. mede te besegelen etc Gegeven etc. XHIIC. drye ende vyftich, opten xv. dach v. Nov.
Geextraheert wt een open brief, rust, inde cleynen archiven vd. cathedr.
kerke t'Utrecht, besegelt met zeven middelbare zegelen, waarvan deeerstein't
root wasch, de tweede, derde ende vierde in groen wasch, ende die vyfde
wederom in root wasch gedruct waren, ende was 'tselfde vyfde segel, 't se-
creet vd. collegiale kerke S. Jans voorsz., als bleeck wter circumferentie van
'tzelve zegel, houdende aldus: Secretum capituli ecclesie S1' Johannis Traj.,
ende de seste was wederom in groen wasch, de sevenste ende lesten in
root wasch gedruckt.
By my, Lamsweerde, nts. etc.
XXVIII.
Op dye requesten, ghepresenteert inden secreten rade des Keysers, onses alregenadichsten
heere, by meester Aelbrecht Pighius, proost van S. Jans kercke t'Uytrecht, canonick ende thesoiier vande cathedrale kerke aldaer, by denwelcken hy hem beclaecht heeft van diversche griefven ende ongelycken, die hy zecht hem aengedaen te zyn geweest, te weten, byden eerste requeste, van zekere appoinctement, gewesen byden grave van Hoechstraten, stathou- der van Hollant ende Utrecht, tot zynen achterdeele ende ten proeffyte van Jan van Swoll, opten xxvn. dach van Julio xvc. zes ende dertich, ende byder tweeste requeste, vandat de procureur generael van Utrecht hadde doen arresteren den penninck, die de ingesetenen vande heerlicheden der voersz. proestdye hem geconsenteert hadden tot zyn blyde incomste, |
|||||
146
ende dat men wilde bedwinghen by rlgoureuse executien de ingesetenen vander voOrsz. heer»
licheden, te cornea graven ende wercken, tot versterckinghe vander voirsz. stede van Utrecht, reggende geappelleert te hebben vanden voirsz. arresten ende executien, ende versoeckende relief! van appell met die clausulen van inhibitien ende verboden, ende committimus inden groten rade geordonneert tot Mechelen, aengesien, dat hy die vanden rade t'Uytrecbt hielt voir suspect in dese materie; ende byder derde requeste, vandal de voirsz. procureur gene- rael van Utrecht hadde doen daghen den voirsz. proest, voir dye voirsz. vanden rade t'Uytrecht, ende teghens hem genomen conclusie van grooten boeten, ter causen, dat hy gelogeert hadde zyn nichte, zonder dat by den capiteynen vande voirsz. stede te kennen te geven, navolgende 'tstatuyt, hyerop gemaekt, ende oick, dat hy mainteneerde, dat die Voirsz. suppleant zoude weerstaen hebben den panders ofte executeurs vanden voirsz. rade van Utrecht, versoeckende, dat den voirsz. vanden rade ende procureur generael geordon- neert zouden wesen, nyet meer jeghens hem te procederen, maer, wilde men hem yet eyschen, dat men dat doen soude voer 't hoff ende die luyden vanden secreten rade of vanden groo- ten rade te Mechelen, voir dewelcken hy praesenteerde te rechte te staen. Op welcke re- questen was geordonneert heeren Gerrit van Assendelft, ridder ende yersten raedt vanden rade in Hollant, dat hy hem transporteren zoude tot Utrecht, ende communiceren dye voirsz. requesten den stadthouder ende dye vanden voirsz. rade tot Utrecht, ende vynden enich goet expedient, om dese voirsz. geschillen te neder leggen, ende appoincteren, want mo- gfaelyk, indien niet, dat hy hem informeren zoude, waerdt noodt, ende daernae 'tselve com- municeren dye vanden rade in Hollant yoirsz., om daerop te hebben haerluyder advys, ende al tesamen wederomme senden den voirsz. vanden secreten rade; totten welcken de voirsz. heere van Assendelft heeft voldaen. 't Voirsz. hoff ende luyden vanden secreten rade, gesien hebbende dye voirsz. requesten, 'tgebesoigneerde vanden voirsz. commissaris, ende all 'tgunt dat voir hem geexhibeert es geweest, mitsgaders 't advys vanden voirsz. vanden rade in Hol- lant , verclaren, dat de voirsz. Pighius niet en es gegraveert by 't voirsz. appoinctement vd. ssvii. dach van July lestleden, ende dat daeromme hy behoert des te vreden te wesen, niet min, wylt hy hebben provisie van justicie in materie van injurie, mits verclarende den per- soon, teghens wyen hy begeert de voirsz. provisie, 't hoff zal daerop appoincteren, als 't behoren zal^ ende dat de processen, geintenteert byden procureur generael van Utrecht, te- ghens den voirsz. Pighius, zullen met alder neersticheyt, ende zoe haest als doenlyck zal zyn, geinstrueert worden voorde voorsz. vd. rade v. Utrecht, ende dye geinstrueert, ende in state van wysen (!) gestelt wesende, sullen gesonden wesen inden voirsz. secreten rade, iimme aldaer getermineert te worden, als't behoren sal. Ende aengaende dat hem de voirsz. Pighius beclaecht by zyn tweede requeste, vanden executien, die die van Utrecht doen doen inder heeriicheyden van synder proostyen, zellen hem geexpedieert worden, opene brieven, om hem te sien ontfanghen als appellant met committimus inden voirsz. secreten rade, omde redenen, begrepen inde voirsz. requeste. Aldus gedaen ende geordineert inden voirsz. secreten rade te Brussel, den vn. dach van
April, svc. zeven ende dertich, nae Paeschen. XXIX.
Kaerle, byder gracien Gods, roemschen Keyser, altyts vermeerder des. rycx, Coninck van
Germanien, van Castilien, van Leon, van Arragon, van Navarre, van Napels, van Sicilien, van Majorche, vanSardaine, vanden eylande van Indien ende Taster eerder vande zeeoceane, eertsherthoghe van Bourgoinge, van Lothr., van Brabant, van Limburch, van Luxemburch m. 19
|
||||
146
|
|||||
etc., grave van Vlaenderen , van Artois, van Borgongien, palsgrave ende van Henegouwen
van Namen etc., prince van Zwaven, marckgrave 'sheylichs rycx, heere van Frieslant, van Salms, van Mechelen, vander stadt, steden ende landen van Utrecht ende van Overyssel, dominateur in Asie ende Afryke, den eersten, onsen deurwaerder of sergeant van wapenen, hyerop versocht, saluyt: Wy liebben ontfaen dye ootmoedige supplicatie van onsen beminden meester Aelbert Pigge ,
proest van S. Janskercke, canoninc ende tresorier vanden Dom in onser stede van Utrecht, inhoudende, hoe dat den voirn. suppl., ter cause van zyner voorsz. proostdye, onder anderen toebehooren zekere dorpen, te weten: Achtienhoven , Mierte, Wilnis ende andere, gelegen inden lande vande voorsz. proostdye, iaden welcken dorpen de voorn. suppl. ende zyn voor- saten, proosten der voorsz. kercke van S. Jan, zyn ende hebben geweest souvereine heeren, nyet alfeenlick hebbende hooghe , middele ende laghe jurisdictie, maer oock diversche an- dere rechten ende preeuiinentien, ende onder andere regalien, als te moghen eyschen huyr- luyder blyde incompste ende oick tot elcken jave bysextil subventie, waeraff de voorsz. suppl. ende syn voorsaten zyn geweest in vredelicke possessie, als opperheeren vande voirsz. dorpen ende alle andere rechten ende preeminencien van dyen, met seclusie vanden bis~ scliopperivan Utrecht ende alien anderen, ende daeroff gebruycken zoe langhen tyt, dat geen memorie en gedunckt ter contrarie, zulcx dat dye bisschoppen van Utrecht, die geweest zyn souvereyne heeren vanden lande der voorsz. proostdye, voir dye translatie vande tempo- rale jurisdictie, maer nyet gehadt en hebben enighe jurisdictie off hoecheyt inde voorsz. dorpen, of den inwoenderen van dyen, maer alleenlyk die suppleant ende zyn voirsaten, proosten der voirsz. kercke. Ende soe wanneer enighe bisschoppen hebben willen attempte- ren te usurperen, enighe jurisdictie of souvereyniteyt inden voirsz. dorpen of subventie, die vcrirsaten vanden suppl. hebben 'tselve geresisteert, met rechte gecreghen hebbende diversche vonnissen, ende bysondere lestwerf teghen wylen heren David van Bourgoengien , bisschop van Utrecht, drye vonnissen conforme gegeven in rota in't hoff van Romen, in welcke vonnissen dye voirsz. proosten zyn wedergestelt ende gerestitueert in heure oude vryheyt ende posses- sien der voirsz. Isouvereyniteyt, jurisdictie ende vryheyt voiren verclaert. Nu es 't, dat dye inwoenderen vander voirsz. dorpen hebben binnen zekeren tyde herwaerts den suppl. als proost geconsenteert zeekere beede ofte subventie, volgende dye oude possessie voirsz., ter cause vande welcke onse procureur generael tot Utrecht heeft teghens den suppl. proces ge- intenteert voir onsen lieven ende getrouwen, den stadthouder, eersten ende anderen luyden van onsen rade aldaer, ende by onsen pander of executeur, doen arresteren dye penningen, den suppl. geaccordeert byden voirsz. inwoonderen, by welcken arreste de suppl. hem be- vindt grotelick beswaert in zyn jurisdictie ende hoocheyt, die hy heeft als proost vanden voirsz. dorpen, in denwelcken geen andere here en rnach executeren enich acte van jurisdictie, al- soe 'tselve oick noyt gesien en es geweest; ende so wel mits desen den suppl. nyet en benoirt gedepossesseert te wesen, maer blyven in syne possessie. vanden rechten ende hoocheyden, hem toebehorende inden voorsz. dorpen, zoe syn voorsaten gehadt hebben, ten minsten ter tyt toe, dat hy bye sententie in 't petitorie verwonnen zy, daer ende alsoe't behoirt, desen nochtans nyet tegenstaende, sonder weten of consent vanden voorn. suppl. is bevolen ge- weest den inwoonderen vanden voorsz. dorpen, te comen graven inde grachten onser voirsz, stadt van Utrecht, ende want zy't zelve niet en volbrachten. zoe zyn oeck daertoe nyet verbonden en zyn, zoe heeft onze schout van Utrecht in heurluyder plaetse gestelt andere personen, tot coste vanden derden penning, ende daerop verwonnen brieven executorialen tegens den inwoenderen vanden voirsz. dorpen, doende Beveel doen by een executeur, op zekere grote penen, den voirn. inwoenderen, dat zy compareren souden in gyselinghe, tot |
|||||
147
|
|||||
sekeren daghe, binnen onse voirsz. stadt van Utrecht, in een huys, ende aldaer blyven,
tot dat zy betaelt zouden hebben die somme van vyftich Carolus gulden, 't welck attemptaet is jegens supplts hoocheyt ende jurisdictie, gemerckt, dat nymant anders, dan hy, als proost, en toebehoert te bevelen; mits welcken de suppl., tot conservatie van zyn rechten ende hoocheyt ende oude possessie, heeft geappelleert, vanden voirsz. ongelycken, hem ende den voirsz. inwoenderen geinfereert, te meer, gemerckt, dat in tyden van oorloghe, zy, noch heure goeden en moghen beschermpt ende gepreserveert zyn in eenigher manieren, van onser voorsz. stadt van Utrecht, dan alleenlyck by die van onser stadt van Amsterdam, mitten welcken dyeselve inwoonderen gehouden zyn te onderhouden die dycken vander zee, tot heuren grooten costen. Ende, al is't, dat dye suppleant tot meer stonden, 'tgundtdes voirsz. es, verthoont heeft, den voorsz. van onsen rade tot Utrecht, versoeckende gehoert te jsyne in justitie jeghens onsen procureur generael, aldaer ende alien anderen roerende die voorsz. executien ende tot dyen eynde hem geexpedieert te zyne, brieven van appel mit clausulen van inhibitien ende surceance, off brieven van maintenue, tot conservatie van zyns voorsz. possessie; Nochtans dieselve van onsen rade en hebben hem 't selve niet willen con- senteren, dan simpel provisie ende mits nantiserende de somme van hondert vyftich Card, gulden, dat meer es, onse voorsz. proc. gen. heeft dairnae so verre geprocedeert, dat die voorsz. inwoonderen, deur vreese van vangenisse ende knechten geleyt te werden inden voorsz. dorpen, als te voren geschiet is, hebben opter xxni. dach van Octobris, tot acht of neghen toe gegyselt geweest, a) tot groten achterdeel vanden voorsz. suppleant ende synre proosdye ende inwoenderen van dyen, alsoe hy seyt, ons versoeckende om provisie; Soe is't, dat wy, die saecke voersz. over gemerckt ende hyer op gehadt 't advys van onsen lieven ende getrouwen, den eersten ende anderen luyden van onsen rade in Hollant, ontbieden ende committeren by desen, dat gy, tot versoecke vanden voorsz. suppl., dachvaert onsen proc. generael ende anderen, is't noot, te compareren tot eenen seeckeren tamelicken daghe, voir onsen lieven ende getrouwen, den hoofden ende luyden van onsen secreten rade, om den- selfden suppl. te sien ontfangen als appellant tegens de voorsz. arresten, geyselinghen, exe- cutien ende acten van jurisdictie, gedaen in syn proostdye ende heerlicheyden voorsz., endfi anderen griefven voiren verclaert, ende breeder te verclaeren, is't noot, t'antwoerden ende voirts te procederen, als behoiren sail, overscryven ten selven daghe den voirn. van onsen secreten rade, wes sy hyr inne gedaen sullen hebben, denwelcken wy bevelen ende commit- teren by desen, dat sy partyen gehoert, doen ende administreren goet, cort recht ende expe- dicie van justicie; ende op sulcken versoeck, als dye suppl. sail willen, voir hemluydendoen, ten dage dienende ten eynde dat hem verleent worden die clausulen van inhibitien, gewoenlick in materie van appel voersien, daerop partyen gehoirt, als't behoiren sail; want ons also gelieft, niet tegenstaende enighe brieven sureptivelyk vercreghen of te vercrygen ter contrarien. Gegeven in onse stede van Brussele, den xxi. dach van April, in 't jaer ons Heeren duy- sent vyffhondert ende seven en dertich, naer Paeschen, van onsen keyserryke xvm, ende van onsen rycke v. Castilie ende andere xxn. XXX.
Aen myn hooch edele, vermoghende heeren, Sladhou-
der, President ende Raden vanden Hove provinciael CUtrecht. Geeft te kermen heer Albert Pigge, proest S. Jans t'Utrecht, hoe hy suppl., te verschon-
19*
|
|||||
148
|
|||||
wen alien twist ende disordre, dye tusschen hen, den officieren der K. Ma., als erfbeer
der landen van Utrecht, ende hem ofte zyne officieren in toecomenden tyden verrysen sou- den moghen, inde executie vande jurisdictie ende souvereyniteyt vande heerlicheyt, landen ende dorpen synder proestye toebehoerende, als onlancx gebuerdt es, doe myn heeren, die stadthouder den inwoonders der voorsz. heerlicheyt heeft willen constringeren, te comen graven aender stadts graft van Utrecht, ende 'tgene dat daeraff gevolcht is, waerteghens de suppl., tot conservatie van syne ende synre proostyen gerechticheyt ende oude possessie geop- posseert heeft, ende van alsulcken griefven, hem geinfereertj, ende noch geinfereert mochten vrorden, heeft die Coninginne belieft diezelve zake te committeren heuren secreten rade, amme aldaer, de procureur van desen hove ende alien anderen, die't van node sal zyn, tot eiien betamelycken daghe verdachvaert zynde, die suppL voorsz. zyne gerechticheyt ende pos- sessie, die hy pretendeert gededuceert ende verclaert te werden, dyselve t'antwoerden ende te procederen', als 't behoren sal, omme dat een yegelyk verclare (!) syne gerechticheyt mitte selve te vreden zy, sonder den anderen in't syne turbel ofte molestie te doene, blyckende byden brieven, hier aen gehecht. Soe dan die voorsz. suppl. die voorsz. commissie ende bevele hier niet te werk mach leggen, sonder uw, myne heeren, consent ende attache, teghen- staende d'ordonnancie van desen hove, soe versoeckt daeromme dieselve believen te consen- teren, omme deselve brieve ende commissie naer haerder formen ende inhoudt te moghen te werck stellen ende executeren etc., ende dit doende etc 'tHof van Utrecht, soe veel in hem is, consenseert dit mandement, byden
deurwaerder ofte pander eerst versocht, ter executien gestelt te word en, relaterende zyn wedervaren den hoofden ende luyden vanden secreten rade Ko. Majest. Alsoe gedaen t'Utrecht, den vm. Juni anno xsxvn. XXXI.
Eerwaerdighe Vader in Gode, edele, vrome, hoochgeleerde, wyse ende voirsichtighe heren,
Naer alle oetmoedighe ende onderdanighe eerbiedinghe, zal gelieven te weten UE. ende L., dat ick Gerrit van Dichteren, pander 's hooffs van Utrecht, uyt machte van sekere mande- mente, daeraen dese myne relatie gehecht is, ende volgende 't consent ende attache desselven hoofs, tot versoecke myns E. heere mr. Albert Pigge, proost S. Jans t'Uytrecht, den XI. Junto anno XXXFII, gegaen aen mr. Cornelis Henricksen, raet ende proc. generael 's hoofs voorn., ende aen Jan van Culenburch, schoudt, Goert Bol, Jan van Wyck, burgemeesters, ende den gerechte der stadt van Utrecht, collegialiter vergadert zynde; ende hebben deselve den ri. Julio nu naestcomende, off tot andeie gecontinueerde rechtdach , daeraen volgende, te com- pareren ofte gemachtichde te sendcn, voer UE. vrome, hoochgeleerde, wyse ende voorsich- tige heren, verdaechvaert, omme den voorn. proost suppl. te sien ontfangen als appellant teghens den voorsz. arresten, geyselinghe, executien ende acten van jurisdictie in syn proostdye ende heerlicheyt voorsz., inden mandemente, hyer aen gehecht, breeder verclaert, ende breeder te verclaren, es't noot, t'antwoorden ende voirts te procederen, als 't behoren sal], daerop den proc. generael voor hem selven, Jan van Culenborch, schout der voorsz. stadt van Utrecht, voir hem selven ende mede voorde burgermeesters ende gerechte der stadt Utrecht voorn. my op voor antwoordt gaven, dat den voorn. rechtsdach of den gecon- tinueerde rechtsdach daeraen volgende, waergenomen zoude werden, behoudelyk haerluyder, exceptien. All zus geschyet te zyne, certiQcere ick UE, ende L., onder myn gewoenlyke hantteyken, gestelt ten daghe ende jare als boven. |
|||||
■
|
|||||||
149
XXXII. In nomine Dni Amen. Anno a nativitate ejasdem millesimo quingentesimo tricesimo oc-
tavo , indictione undecima, mensis Augusti die penultima, pontificatus sanctissimi in Christo patris et domini nostri, dni Pauli, divina providentia Papae tercii anno quarto, Reverendiss. dns magister Albertus Pighius, praepositus ecclesiae sancti Joannis Traj., coram venerabilibus et egregiis viris, dominis decano et capitulo dictae ecclesiae, in domo ipsa capitulari de mane hora consueta capitulariter congregatis, inque notariorum nostrorum et testium infrascripto- rum ad hoc vocatorum et rogatorum praesentia, personaliter constitutus, exposuit et publics ibidem narravit, quod effluxis novem vel decern diebus, eisdem dominis decano et capitulo exposuisset, quod cum varie quaestiones et controversiae inter ipsum exponentem ex una, et procuratorem generalem Cae. Ma. curiae provineialis Trajecten., ratione ditionis et jurium dictae suae praeposuturae, ex altera partibus, exortae fuissent, ipse dominus exponens nullis parcens laboribus aut expensis, nullius dampni aut incommodorum ratione habita, anno integro abscns a domo sua, omni diligentia possibili, jura praepositurae suae tuitus fuisset, ut publi- cum et notorium esse asseruit, dicto capitulo suo non solum nullum sibi afferente auxilium , sed magis impediente, ne ea posset tueri debite, ex eo, quod anno superior!, ipse ea causa tunc proficiscens ad curiam Cae. Ma. istarum partium inferiorum, petensque a suo capi- tulo, ut, adjunctis uno, duobus vel tribus dominis capitularibus coram eisdem omnium jurium et munimentorum praeposituram suara concernentium, quae in archivis dictae ecclesiae reser- vabantur, visionem et lectionem permitterent, quo ex eis posset eligere, quae sibi ad tuenda jura dictae suae praepositurae, viderentur necessaria; sed hoc sibi negatum fore. Nihilominus tamen defensioni eorundem jurium, totis, ut potuit, viribus incumbens, cum quaestio ex com- missione a dominis de magno concilio Mechliensi partim esset decisa et partim indecisa man- sisset, ad evitandum gravamina et dispendia ulteriora, cum antedicto procuratorefiscali, nomine dictate Cae. Maj., concordiam quandam praepositurae suae utilem et necessariam pro se et suis successoribus, sub beneplacito tamen et consensu eorundem dominorum decani et capituli sui iniisset et conclusisset, eandemque concordiam eisdem dnis primum verbo exposuisset et deinde scripto exhibuisset, et, ut eandem suo consensu comprobare vellent, petiisset, ut fac— tam in evidentem utilitatem dictae suae praepositurae, quemadmodum evidentibus rationibus eisdem dominis demonstrasset, nisi viam aliam scirent et haberent praepositurae suae ejusque ditioni utiliorem, quam orasset, ut oravit, ut proponerent, aut, si nullam aliam scirent, eis necessariam utilitatem non impedire, sed praetactas literas concordiae approbare et sigillo ca- pituli confirmare vellent. Super quibus cum seme] et iteratis vicibus eosd. dominos requi- sivisset, sed nullum desuper responsum bactenus obtinuisset, et, cum jam ipse dominus ex- ponens necessario intendat proficisci penes Ulustriss. dominam Reginam, Regentem et Guber- liatricem et de contentu dictae concordiae tractare, propterea petiit et instanter praefatos dominos, decanum et capitulum interpellatus fuit, ut dictam concordiam tanquam rationabi- lem et praepositurae utilem approbare ac sigillo capituli confirmare vellent, quam quidem con- ordiam ad eum effectum ibidem per secretarium dicti capituli legi fecit, cnjus tenor talis est: Wy Albert Pigghe, proost Sint Jans t'Utrecht, alien den geenen, die desen onsen briefven
sullen sien, saluvt, doen te weten, dat alsoe questie ende geschil gevallen is, tusschen den procureur generael vande Keys. Maj. inden lande van Utrecht, inden name van deselve Maj. als erffheer van denselven lande, ter eendere, ende ons ende onsen officiers ter andere syde, wt oirsaeke vande hoichejt, jurisdictie ende gerechticheyt, die de voorsz. Maj. als erfneer vanden voorsz. landen van Utrecht, ende vpy respectivelick pretendeeren, ons toebehooren |
|||||||
150
|
|||||
inde heerlycheyden van Mydrecht, Wilnis, Cudelstert, Thamen, Sevenhoven ende Achtienho-
ven, ons ende onsen proostdyen voorsz, toebehoorende, dat wy, om deselven questien ende geschillen neder te leggen, ende ander ende meerder voir den toecomenden tyt te verhne- den, zyn mit zyn Maj. voorsz., inden naem als boven, geaccordeert ende overcomen, by forme van transactie ende minnelycke vereeninge, inder manieren naervolgende: Inden eer- sten, dat wy ende onsen nacomelingen, proosten van Sint Jans bynnen Utrecht, inder tyt wesende ende onsen officiers, inder beerlycheyden voorsz., ons ende onsen proostyen toebe- hoorende, zullen hebben, behouden ende exerceeren alle jurisdictie, hooge, middele ende lage, in alien zaecken, zoo wel crimineel als civiel, ende genieten ende ontfangen alle ba- ten, vruchten ende proufyten, daertoe staende ende behoorende, wtgenomen in zaecken ende misbruycken hiernae volgende, te weeten: in ketterye of misbruyck tegens 't heylige Kersten gelove, daer van zyne Maj. kennis sal mogen hebben by preventie, in misbruyck geques- der Maj. of tegens denselven, van valsche munte, van commotie, van gebrocken vrede of sauvegarde, ende van gebroecken of gedaen te hebben tegens d'ordonnancien ende placcaten, die deselve Maj., als erfheer vanden lande van Utrecht, bynnen denselven lande generallck zullen doen verkundigen, wtroepen , publiceren ende onderhouden, ende oick behoudelick dat dieselve Maj. ende hare nacomelingen, erfheeren des landts van Utrecht, inde voorsz. onse heerlycheyden zullen hebben ende behouden die overheyt ende souverainite, ende dat dfe ondersaten vanden selven onse heerlycheden, ende alien anderen van ons, onsen nacomelin- gen , bailuwen ende mannen sullen mogen appelleren, ende hore appellatie vervolgen aende voorsz. Maj. ende hare nacomelingen, erfheeren vanden lande van Utrecht, ende hare rechters bynnen denselven landen, ende dat dieselve Maj. ende hare nacomelingen, erfheeren vanden lande van Utrecht, die inwoonders ende ondersaten vande voorsz. onse heerlycheyt sullen bescudden ende beschermen, voor alle buten gewelt ende violentie, gelyck hoeren anderen ondersaten des landts van Utrecht. Des sellen de inwoonders ende ondersaten der voorsz, onse heerlicheden mede gelden, contribueren ende betalen in alle lasten, impositien ends contributien, die byde gemeene staten des landts van Utrecht geconsenteert syn of sullen worden, tot versoeck ende profyt vander Maj. voorsz., als landtheer van Utrecht, gelyck andere ondersaten vanden lande, ende als aengaende van andere lasten vanden lande, om die welcke te vervallen, men eenige sommen omstellen sal, nyet comende tot prouffyt vanden heere van Utrecht, sullen d'ondersaten van onse heerlycheden voorsz. doen, gelycken sy ge- woonlicken zyn van doene. Item, dat wy ende onse nacomelingen, proosten van St. Jans, iiadat die byden capittel van St. Jans kercke voorsz. ontfangen zullen syn, tot possessie 'van die proostdye, bynnen die voorsz. onse heerlycheden , tot onse blyde incompst sullen mogen ontfangen ende nemen den eedt vande inwoonders van denselven onsen heerlycheyden van hem t'ontfangene ende t'houdene van hore heere, hebbende hoghe, lage ende middele ja- stitie ende jurisdictie, ende van hem begeren ende versoecken, ten tyde van onser incompst ende alle scrickel jaeren ons te consenteren een gracelycke somme, nae olde gevvoonte, ende die te mogen ontfangen, sonder wederseggen van ymandts, 'tgene dies ons byden inwoon- ders derselver onser heerlicheden, gewillichlycken geconsenteert sal worden. Item, aengaende alle andere rechten, jurisdictien ende gerechticheyden, die wy sullen mogen ende wilfen pretendeeren inde voorsz. onse heerlycheden, boven 't gene dat ons toegewesen is, ende boven gespecificeert staet, zullen wy by goede specificatie ende declaratie overgeven in't geschrift voir zyne Maj. raet van Utrecht, welcke geschrifte gecommuniceert sal worden den proc gener. synre Maj. voorsz. van Utrecht, omme daerop te antwoorden bynnen een maent daer nae- volgende; ende syn antwoordt gesien, sullen voirts daer inne doen ordineren ende procederen, gerycke nae recht ende redene behoiren sal, alle welcke puncten ende articulen inde maniere |
|||||
151
|
|||||
voorsz. Albrecht Pigghe, proest voorsz., voor ons ende onsen nacomelingen wy prooi-
ten inder tyt voorsz., hebben geaccepteert ende geratificeert, accepteren ende ratiticeren mits desen, belovende die te onderhouden ende achtervolgen. In oirconde van dien, zoo hebben wy onsen zegel bier onder aen doen hangen, ende hebben begeert aen onsen dec- ken ende capittel voorsz., dat sy dese brieven mede willen bezegelen, mit hoeren capittel- zegel: ende want wy decken ende capittel voorsz., aengesien onser proostyen oirbaer totter voorsz. transactie ende minnelick overcomen, in alle haere puncten ende articulen voorsz., onse consent gegeven hebben, zoo bebbeu wy dese brieven mede doen besegelen mit onsen capittelzegel, tot meerder vesticheyt. Gegeven in 't jaer ons Heeren, duysent vyf hondert acht en dertich, opten etc Qnaquidem litera concordiae lecta, antedicti domini, decanus et capitulum, praehabita inter
eos super praepetitis deliberatione, praefato dno praeposito exponente, responderunt et pro- testati fuerunt, prout in cedula, quam per eorum secretarium ibidem publice legi fererunt, cujus cedulae tenor sequitur talis: Op't versoeck ende begheren by UweW., den heren deken ende capittel, op huyden, den
dertichsten dach in Augusto, anno etc. xxxvm voorgegeven, betreffende d'approbatie ende hezeghelinghe van zeker concordie, aengaende de jurisdictie ende hoicheyden, hoer kerke ende hoer kerke prostye toebehorende, myt Keyserl. Maj., als erfheer der landen van Utrecht by UweW., in forme van transactie ofte minlick accoordt, gemaect nae luyt ende breeder inhoudt Uwer W. brieven, daervan ons geexhibeert, antwoorden die heren deken ende ca- pittel voirn.y alzoe Uwe W. die voirsz. concordie overdraghen ende opmaect heeft myt Keys. Maj., sonder enighe weten, advys ofte requisitie van hemluyden, ende die selve concordie in haer forme, soe veel die heren voorn. bemercken ende die perpenderen konnen, zoude tenderen tot groote praejudicie der kerken, der proestyen, Uwer W. persone ende Uwe VV. inder selver proostyen successoren, dat sy daeromme nyet en moeghen, eer ende eedts hal- ven, dieselve approberen ende beseghelen, dan vermeynen UweW. des eedts, onsen heylighe vader den Pauws ende hoer capittel, in tyden van admissie totter selver prostye gedaen ende hezegelt, indachtich te zyn, ende in gevalle Uwe W. ter centrarye hoirs eedt deden ende hoir kerke, hoir kerken proostye ende hoir schay ende letsel daerby geviel ende gebuerde, pro- testeren deken ende capittel, die in tyden ende stonden aen Uwer W. mit recht te willen recupereren ende verhalen. Sic subscriptun^ Jd. DE Nova Porta, notarius capituli praedicti, sbsst.
Ad cpiam quidem responsionem praenominatus dns praepositus replicando dixit, ut domini
decanus et capitulum sibi aperirint causas et rationes, quare anledicta concordia non cederet in evidentem utilitatem suae praepositurae, et, si quid scirent aut haberent medium, per quod commoditati dictae praepositurae magis consuli posset, quam esset comprehensum in praeinserta concepta concordia, sibi publicari et significari petiit, ut suis impensis laboribus jura dictae praepositurae defendere posset et tueri. Antedicti vero dni decanus et capitulum in praetacta eorum responsione perstiterunt, nolentes aliter vel plus desuper respondere, Unde idem dictus praepositus expresse protestatus fuit prose et successoribus suis, quod per praemissa satisfecerit honori, quern tenetur suo capitulo deferre; et casu, quo propter praedictae responsionem et denegationem et non sigillationem antedictae conceptae et con- dnsae concordiae aliquid dampnum sibi aut successoribus suis in futurum illatum fuerit aut emerserit, de dampno et interesse hujusmodi, quod ea occasione passuri sint, quod majo- ris aestimat omni ministratione, ad quam eadem praepositura dicto capitulo tenetur, et quam ea ratione nihil unquam eidem capitulo esset ministraturus, antedictis dnis decano et capitulo suis responsioni et protestation! praeinsertis firmitcr inhaerentibus. |
|||||
152
|
|||||
De et super quibus praetnissis, tam praefatus dns praepositus, quam decanus et capitulum ,
supradicti, sibi a nobis notariis publicis iafrascriptis fieri atque confici petierunt atque eorum quilibet petiit instrumentum et instrumenta. Acta fuerunt haec Trajecti, loco et tempore prae- narratis, praesentibus ibidem discretis viris Goswino de Riebeeck, cive Trajecten., et magistro Joachim Toll, familiari dicti domini praepositi, testibus ad praemissa vocatis et rogatis. Et ego Jacobus Stoop de Roterodamo, clericus Trajectensis dioc, publicus
apost. et imperiali auct. notarius ac venerab. curiae Trajectea. caus. scriba juratus, etc. Et ego Johannes Boelen de Breda, clericus Leodiensis dioc., publicus sacris
apost. et imperiali auct. notarius et insignis curiae Trajectea. causarum scriba juratus, etc. XXXIII.
Alsoe die Coninginne, douaigiere van Hongrien, van Bohemen etc., regente ende gouver-
nante van 's Keysers erflanden, verstaen hebbende, questie ende geschil te wesene tusschen dea proosten van S. Janskercke bynnen Utrecht ter eendre, ende den schout, burgermees- ters ende regierders der stadt van Utrecht ter ander zyden, nyt oirsake van seker octroye, by die van Utrecht verworven, byden welcken zy verbieden willcn den ingesetenen vande heerlicheden, toebehoirende der voirsz. proestie, ende wonende bynen duysent roeden naer djeselver stat, bier ofte toyn te mogen tappen, geordonneert hadde zekere commissarissen, omde voirsz. partyen haerl. geschil te horen, ende die te vereenighen ende te accorderen, indien het doenlyk ware, off anders, van als hare Maj. rapport te doene, om voorts daerinne geordonneert te worden, gelyk na redenen behoiren zal. Ende alsoe de voirsz. commissaryssen dye parthyen nyet en hebben connen vereenigen met hem gedragen aen- gaende 't voirsz. geschil, aen de Coninginne, haer Maj. gehoirt hebbende 'trapport vande selve commissarissen, willende verhueden alle questien ende processen, heeft geordonneert ende ordonneert mits desen, dat, nyet tegenstaende 'tvoirsz. octroy, d'ingesetenen vande voirsz. heerlicheyden der proostyen notorelyk toebehorende, wonende binnen derselver heer- licheyt, sullen moghen tappen ende sliten bier ende tvyn, gelyck zy deeden voir 't ver- crygen vanden selven octroye, behoudelyck, dat die van Utrecht zullen mogen verbieden huere burgers, daer nyet te drincken oft te converseren, onder sulcke kuren, als hem, tot welvaren ende prouffyt vander stadt, oirberlicxst duncken sail, ende dat de Keyser, erf- heer vanden lande ende stadt van Utrecht, daer inne anders sal moeten versien, gelyck nae redenen behoiren sal. Ende mits dezen sullen doot ende te nyeten zyn alle processen, uyt deze oirsake tusschen partien hanghende ongedecideert. Aldus gedaen tot Utrecht, den m. dach van Augusto, in 't jaer XV. xxxix.
Gecoll. teghens 't register vande acten vanden jare als boven, berustende
'' d'Overwepe.
|
|||||
153
|
||||||
ALIA DOCUMENTA ECCLESIAM S. JOAMIS TRAJ. SPECTANTIA.
|
||||||
I.
TEST AMENTUM STEPHANI de RUMELAER,
PRAEPOSITI S. JOANNIS TRAJECT., 1504.
In nomine dni amen. Anno millesimo quingentesimo quarto, indictione septima, dievero
octava mensis Augusti, pontificatus Smi dni nostri dni Julii, divina providentia Papae II. anno ejus primo, in mei notarii publici testiumque infrascriptorum ad haec specialiter vocatorum et rogatorum, praesentia, personaliter constitutus ven. vir, dnsStephanus de Rumelaer, eccle- siae S. Joannis Traj. praepositus ac ecclesiae Traj. canonicus etc., sanus mente, licet cor- pore languens, perpendens mortis tempus incertiss., mortem vero cunctis viventibus certam, cupiens de rebus sibi a domino Deo collatis et conferendis testamentaria ordinatione dispo- nere. Et ne videatur intestatus decessisse, idem testator revocando priora, si reperiantur per eum facta testamenta, suum testamentum sive ultimam voluntatem, ut infra, fecit et ordinavit in modum, qui sequitur, voluitque testamentum hujusmodi valere debere,jure testamenti vel codicillorum, aut cujuscunque ultimae et extremae voluntatis. In primis, commendavit animam suam omnipotenti Deo ac illius immensae misericordiae, beatae
Mariae Virgini et beato Johanni et Andreae apostolis totique curiae celestium civium. Insuper idem testator petiit sepeliri Tr. in eccl. S. Joannis Tr., prout hoc executores ejusd. judicaverini. Item, legavit idem testator primo dno archiep. Coloniensi unum florenum aureum Ren. semel.
Item, legavit idem testator primo dno Traject etiam unum flor. Ren. aureum semel.
Item, legavit ad fabricam ecclesiae Colon, unum flor. similem.
Item, ad fabricam eccles. Traj. similem flor. unum.
Item, ad fabricam eccl. S. Andreae Colon, decern flor. renenses.
Item, ad fabricam ecclesiae S. Jo. Traj. decern flor. aur. Ren.
Item, legavit cuilibet ex familiaribus sibi mortis tempore servientibus, si per duos menses
sibi serviverint, novam vestem lugubrem c. caligis, wambosio, et, sex flor. aur. Item, dominae Catherinae de Bochout, electae in abbatissam de Foresto, quadraginta qua-
tuor florenos similes. Item, voluit idem testator, quod ante omnia satisfiat creditoribus suis, de quibus constaie
poterit. Item, voluit, quod exigantur omnia debita sua, meliori modo', quo fieri poterit.
Item, voluit idem testator, quod omnia et singula bona mobilia et immobilia, in Trajeoto
et extra Trajectum et ubicunque existentia, veudantur et ex Ulis omnibus primo deducantur solvanturque debita et expensae. Et voluit idem testator, quod Arnoldus de Rumelaer, Alius quondam Zwederi de Rume-
laer, primo et ante omnia levabit et accipiet ducentos flor. aureos, et, illis levatis et per eundem Arnoldum perceptis, Idem Arnoldus erit aequalis cum fratribus suis in omnibus bonis inter eos dividendis,
dummodo tamen praedicti succedendi partes illas propter Deum et amorem dni nostri Jhesu Christi accipere velint. III. 20
|
||||||
154
|
|||||
Quartern vero partem cedent aliis viris Christi pauperibus, ita tamen, quod prirao et ante
omnia de omnibus bonis simul nuncupatis capiantur neccssaria pro expensis funeralibus ac aliis necessariis, ut praedictuui est. Residuum vero superexcrescens converteretur in usus praedictos. Item, voluit idem testator, si aliquis ex legatariis praesenti testamento se quovis modo op-
posuerit, ex tunc erit ipso facto hujusmodi legato privatus, et poterunt disponere executores testamenti iufrascripti de ilia parte, ut voluerint. Item, legavit executoribus infrascriptis, cuilibet valorem octo floren. aur. Renens.
Item, legavit idem testator filio Zwederi de Rumelaer naturali 25 florenos Ren. aureos semel.
Legavit quatuor mendicantibus, ut faciant exsequias testatoris , ut decet, cuilibet unuin
fl orenutu aureum Renens. semel. Item, legavit sororibus S. Mariae Magdalenae, vulgariter: die bekeerde susleren, unuin
florenum Renensem aureum semel. Item, legavit dno Henrico Post capellano suo ac familiari 10 florenos Renenses aureos.
Itenij legavit dno Johanni Pauli, vicario in ecclesia sancti Joannis, 10 florenos aureos.
Item, legavit idem testator pro anima ejus et domicellae Christinae de Rumelaer, amitae
suae, inter celebrandum sociis (!) in ecclesia S. Joannis Trajecten., ad emendos perpetuos red- ditus, 25 florenos aureos Renenses semel. Item, legavit idem testator Theodoricae, quondam ancillae amitae suae, 10 flor. Renenses.
Item, legavit conventui sanctae Agnelis, propter amorem, neptis suae Aleydae nomine, 50
florenos aureos Renenses semel. Item, in universitate Parrisiensi, tempore, quo idem testator studuit et ab inde recedens,
mansit debitor dno et magistro Joanni Wallis, qui praesidebat collegio Lexoviensi, in quo erat tunc versatus, coronas aureas quindecim vel circiter, quas petiit exsolvi, meliori modo, quo fieri poterit. Sed verebatur, quod difficile esset disponere, quia fuerjjnt fere 30 anni elapsi etc. Quare petiit idem testator disponi meliori modo, ut supra, quo fieri poterit. Insuper vero idem testator ordinavit et deputavit suos viros certos legitimos et indubitatos
sui testamenti s. ult. voluntatis praescriptae executores, videlicet, venerabiles et egregios viros, dominos et magistros Hermannum de Lochorst s. Salvatoris; Johannem......s. Joannis
Trajectensis ecclesiarum decanos; Theodoricum Lieverjan et Henricum Post, praefatae eccle-
siae s. Joannis canonicum et vicarium, nee non Aleydem, uxorem quondam Zwederi de Rumelaer, et quemlibet eorum in solidum; ita tamen, quod dicti executores praesentes, et dicta Aleyda absente, ultimam voluntatem s. testamentum praefatum exequi possint et valeant, cum clausula, si quis executoruui praedictorum onus praeinseratum suscipere recusavit, ex tunc rogat eos idem testator propter Deum, ut saltern aliis assistant consilio, auxilio et favore et nihil omnino recipiant legatum, uts. Item, rogavit eosd. executoi'es suos, quod de memoria sua et psalterio secundum consue-
tudinem ecclesiarum disponant. Postremo voluit testator antedictus omnia et singula suprascripta ordinari, fieri et execu-
tion! debitae demandari. Item, idem testator, modo quo supra, elegit suum executorem in Golonia venerabilem do-
minum Nicolaum Heester, canonicum majoris ecclesiae Coloniensis, ad vendendum omnia bona sua , mobilia et immobilia , domum , vina, utensilia, existentia et ad eundem testatorem spec- tan tia, ac debita de pecuniis, provenientibus ex praedictis bonis, solvat; et pecunias super- excrescentes executoribus Trajecti respondeat, nee non testamentum praeinsertum meliori modo, ut supra, exequatur. Legavit ergo eidem executori, ut debite praemissa adimplere dignetur, octo florenos Renenses aureos. Super quibus omnibus et singulis praemissis idem |
|||||
155
|
|||||
testator sibi a me notario publico infrascripto unum vel plura publicum seu publica fieri pe-
tiit atque confici instrumentum et instrumenta. Acta fuerunt haec Trajecti in domo ejusdem testatoris, situata infra etaunitatem praedictae
ecclesiae S. Joannis, anno, indictione, die, mense et pontificatu, quibus supra, praesenti- bus ibidem honorabilibus viris, dominis Joanne Pauli, Henrico Post sancti Joannis, et Petro Calslager sancti Petri Trajecten. ecclesiarum vicariis, et Joanne de Platea, clerico Osnabru- gensis dioc. testibus ad praemissa vocatis atque rogatis. Insuper vero anno et pontificatu, quibus supra, die decima octava mensis Septembris, idem
testator ratificando et approbando praeinserata, voluit et ordinavit, ac legavit Arnoldo de Ru- inelaer, filio fratris sui praedicti, ducentos florenos, quos praefatus dominus Hermannus de Lochorst una cum domino decano ecclesiae S. Joannis ac ceteris executoribus ad se recipere debeant, ac pro illis infra annum, vel quam cito poterunt, curare debeant redditus vitales vel perpetuos in usum ipsius Arnoldi. Item, legavit domino Henrico de Compostelle, unum crusibile argenteum cum cooper-
cula argentea ponderis 12 unciarum vel circiter. Item, voluit testator, quod omnia et singula sua bona per eum relinquenda, quae ipse per
industriam suam aut alias acquisivit, demptis illis, quae sibi ex hereditate provenerunt, et demptis bonis feudalibus, postquam omnia debita et legata soluta fuerint, dividantur in quatuor partes aequales, quarum tres partes recipient haeredes dicti testatoris, si, et, in quantum illi haeredes, qui sunt filii et filiae fratris ejusdem testatoris, velint ilia bona recipere propter amorem ac contemplationem dni nostri Jesu Chrisli crucifixi, et non alias ueque alio modo. Quarta vero pars dividatur ac distribuatur inter viros Christi pauperes, secundum quidem
hoc videbitur executoribus praefatis expedire. Item, legavit idem testator domicellae Aleydae, relictae quondam Zwederi de Rumelaer,
25 florenos aureos auri in auro semel tantum. Item, legavit Aleydae, quae moratur cum Ghysberto Brants, quatuor flor. aureos.
Item, legavit domicellae Aleydae, relictae quondam fratris sui praefati, meliorem vestem nigram ex panno nigro, quam nabuit testator, et cum hoc legavit eidem subducturam, vul- gariter, dat fiuynen voeder, quae subducta est vesti violeti colon's. Item, legavit dictam vestem violeti coloris, sub qua nunc est dicta federa, domicellae Eli-
sabet de Rumelaer, filiae fratris ejusd. testatoris. Item, legavit Alberto Scuyrsack medium florenum Renens. aureum. Item, legavit Juttae, famulae quondam Alberti Vogels, florenos Ren. aureos quatuor. Item, legavit Borch, famulae suae mantellum suum. nigrum et flor. Ren. aureum. Item, legavit Corneliae, famulae suae, florenum Renensem aureum unum. Item, legavit cuilibet ex servitoribus suis, videlicet, Henrico, Wilhelmo, Andreae, floren. Ren. aureos sex, ut orent pro annua ejusdem testatoris. Item, legavit in .... in ecclesia sancti in Aernhem, coronam auream unam.
Item, legavit domino Petro de Vollenho annulum parvum, vulgo een koep, ex puro auro fabricatum. Item, legavit domino Petro Calslagher et similiter dno Petro Peek, decani S. Salvatoris
prefati capellano, cuilibet unum flor. Ren. aureum. Item, legavit Joanni de Platea florenos aureos tres. Item, legavit Alberto Wilhelmi, famulo suo, florenos Renenses aureos octo, sex pro veste
lugubri, alios duos pro legato. Item, legavit ecclesiis de Mydrecht, Wilnis, Sevenhoven, Achlienhouen, Eck, Marick, 20*
|
|||||
m
|
|||||
Thamen, cuilibet flor. Renens. aureum, ita tamen, quod quaellbet vigilias et missam cele-
brari procurat pro anima ipsius testatoris. Item, legavit ecclesiae in Elsl florenos Rhenenses auveos decern.
Item, legavit ecclesiae in Monster florenos Ren. aur. decern, ita tamen, quod celebrari fa-
ciat vigilias, missam ac alias rogationes juxta ordinationem vice pastoris. Item, legavit M. Henrico Craft, Goloniae, florenos Renenses aureos decern.
Item, legavit domino Henrico Langenberch, florenos aureos sex.
Item, dno Christiano Cynsburchen flor. aureos sex, et solventur isti 22 flor. ex pecuniis
Coloniae apud dominum Nicolaum Heester, vel apud dominum Christianum existentibus. Item, legavit dno Nicolao Heester eenen gulden roemer met een decsel heel vergull t ut
oret et orari faciat pro anima ejusdem testatoris. Item, legavit domino Wesselo de Merchem, vicario in Zwollis, sex florenos aureos.
Item, legavit dno Andreae, pastori in Yselmuden, similiter sex florenos aureos.
Item, legavit sorori ad sanctam Mariam Magdalenam, vulgariter, de bekeerde susteren t
duos florenos aureos, ut oret pro anima ejusd. testatoris. Item, legavit domino Woltero Gysberti, decano in Bommel, quatuor florenos aureos , ut
oret pro anima ejusJem. Extremo vero, die dominica decima nona, anno, etc. ut supra:
Item, testator confirmando, approbando et ratificando omnia et singula praeinserata, voluit
et ordinavit per pvaesentes suis executoribus testamenti sui praescripti continuari et notiiicari et ad memoriam deduci, Quod egregius Vir, dominus Ludolphus de Veno, utriusque juris doctor, dudum, de anno
millesimo quingentesimo primo, in quadragesima, recepit ex fructibus praepositurae suae S. Jo- annis, videlicet ex decimis in Wageningen a Theodorico de Cruyff et Wilhelmo de Wys 150. ilorenos Ren. auri in auro in levi pondere, quos quidem 150. florenos levis ponderis sibi testatori per praefatum dominum decanum deberi narravit, et dixit: Ua Deus adjuvaret eum et omnes sancti ejus. Item, legavit Margaretae Frederici te Meyert, florenos Renenses monetae Trajectensis octo,
ita tamen, quod ipsa debeat et teneatur sufficienter sub excommunicationis poena ex praedio, quod quondam Zwederus de Rumelaer emit ab ea, juxta consuetudinem patriae effuscare (!) seu renunciare ad domicellam Elisabeth, filiam fratris ejusdem testatoris in illo firmare, et in eventum, quo facere nolit, nihil habebit, attamen per censuras ecclesiasticas, in quibuS jam ligata est, procedetur, et observet ea, quae promisit coram septem probis viris. Item, legavit magistro Nicolao de Zweten, medico suo, 25 florenos aureos.
Item, legavit filiae fratris ejusd. testatoris, florenos Renenses aureos 25.
Item, legavit Domicellae de Oestrum, uxori Johannis, quatuor florenos aureos.
Item, Domicellae de Blochoven, priorissae in Outwyek decern florenos aureos.
Item, legavit magistro Goswino, presbytero ad sanctam Mariam Magdalenam, fluos flore-
nos aureos. Item, Johanni familiari suo, duos florenos aureos.
Item, in ecclesia Elstensi, pro una casula fienda, legavit florenos aureos 25.
Item, voluit et ordinavit ac maudatum generale et speciale dedit suis executoribus praescriptis,
in eventum, quod legata essent nimis excessiva, possint et valeant diminuere et augere, prout cis et cuilibet eorum videbitur pro salute animae ejusdem testatoris expedire. De et super quibus omnibus et singulis praemissis, idem dominus testator sibi a me notario publico in- i'rascripto unum vel plura etc. Acta fuerunt haec, ut supra, praesentibus ibidem, dno Henrico Post, vicaria ecclesiae
|
|||||
.
|
||||||
157
|
||||||
sancti Joannis, Andrea de Holt et Wilhelmo de Lewe, cleric. Traj. dioec., testibus ad prae»
missa vocatis specialiter atque rogatis. Infra erat scriptum: Et ego Petrus Jacobus de Volleuho., etc.
Extractum ex libro, qui inscribiter vel intitulatur: liber testamenlorum,
cujus exemplar registratum reperitur fol. primo ejusd. et sequentibus usque ad fol. sextum exclusive, incept, per me, notariuoi Jo. de Wael, anno mil- lesimo quingentesimo quarto, 22. mensis Septembr., et praecedeute collations facta cum testamento registrato, repertum est consonare, teste me notario infra- scripto, per curiam provincialem Trajecten. juratoet admisso, Ultraj. residents Ant. van Dectbccm, nts. 15S2.
II.
EXTRACTA kx protocollis CAPITULI ECCLESIAE S. JOANNIS
TRAJEGT., saec. xvi. 1503. In profesto S. Willebrordi, syn die vanden gerechte der stadt Utrecbt genootsaekt
geweest een, Jan Gysz., gevangen op S. Jans kerchofF, te relaxeren, endc wederom te brengen ter plaetse van 't zelve kerchoff, daer zy hem eerst hadden geapprehendeert. 1506. Mart. 8. Benedictio campanarum facta.
1508. Juny 2. Fnndatio novi chori facta.
1519. Oct. 24. Assignatur schulteto pensio pro equo.
1529. May 20. Dns Jo. Ingenwinckel, praepositus et archidiaconus hujus ecclesiae protes-
tatur super desolatione domus de Mydrecht. ------- May 31. Deputat Fra. de Nyenrode in Balivum suuia.
15S0. Fbr. 14. Consentiuntur Caesarae Majestati 80,000 flor.
—— July 11. Rdus dns Tho. de Nykerken, decanus et canonicus, admissus est ad pkni-
tndinem prebendae.
------■ Dec. 22. Minor camerarius presentabat mullerculas ad eleemosynas, disbus dominicis, erogandas.
1531. Mart. 23. Consentitur in contributione, per dn. de Hoochstraten facta. ------- Juny 18. Sumitnr a decano de Nykerken mutuo, ad reparationem novi chori, mille fl. Phil.
------- Sept. 28. Declaratur et ampliatur statutum de promotione per rigorosum examen in
artibus etc., quod tianonici emancipati et in studio exeuntes, ac deinceps emancipandi,
possmt studere ac promoveri in facilitate artium, medicinae vel juris, seu qualicunque alia. - Oct. 6. die veneris, obiit mgr. Jo. Taets de Amerongen, canonicus senior omnium
quinque ecclesiarum Trajecti. Fundavit egreginm officium ecclesiasticum va. altari S. Ca- tharinae hujus ecclesiae. 1534. Fbr. 3. Wilhelmo de Alcmaria, procuratori generali, conceditur licentia habitandi
infra immunitatem ecclesiae ad 7 annos. 1535. July 23. obiit dns ac magister Jo. Ingenwinckel, Romae, praepositus et archidiaconus
hujus ecclesiae. —i— Sept. 10. De denariis praediorum in Beusichem et Solmonde applicatis ad reparatio-
nem oppidi de Bueren. ------ ----- 17. Deputantur receptores restantiarum praepositurae vacantis et oeconomus.
1536. Jan. 24. Datur possessio praepositurae dn. Alberto Pi^gio.
|
||||||
•
|
||||||
158
|
||||||
1536. Mart. 13. Conceditur dno decano de Nykerken sarcophagum quoddam.
1540. Dec. 27. ipso die b. Joannis Evangelistae, circa vesperam, facta sunt et contigerunt
magna tonitrua, contra naturam temporis; et subsecuta est aestas calidissima et fer- tilissima, quslem nemo vidit in hisce partibus nee audivit a multis annis citra. Fruges fere erant maturae in medio aestatis, vina fuerunt valde pinguia, quae ob virtutem singularem manebant delicata per triennium. 1541. Apr. 12. Wilhelmus de Schayck acceptatur in organistam, daturque illi salarium in
quolibet mense duo flor.; (cui successit Dec. 18 magister Joannes de Velsen, cui 18 Jul. successit Thomas de Gouda.) 1542. Dec. 17. Die van Beusichem totdiebrantscattinge vd. Geldersche gesubvenieert met 70gl.
------ —- 29. ante prandium, obiit Rdus Jn# Albertus Pigbius, praepositus.
1543. Juny 11. Carolus Perrenot admittitur ad possessionem praepositurae.
1546. In piincipio anni, datum est in civitate Trajecten. aureum vellus, cum magna cele-
britate, conventu multorum principum ac procerum, per invictiss. Principem et dn, Carolum V., Ro. Imp. 1556. Aug. 16. Inungitur dns decanus de Nykerken, et perlata est ejus cista in archivas
capituli, in presentia et de consensu dni Lubberti Richoldi, executoris dni decani. ------ ----- 19. die mercurii, fato functus est Rdus Pater ac nobilis dominus Tho. de Nyker-
ken, ecclesiae S. Joannis decanus, sub horam quintam poroeridianam, qui praeclara nominis sui in ecclesia praedicta reliquit monumenta, eondito testamento in usum ec- clesiae et pauperum longe piissimo. —— Spt. 10. Venlis et eximius vir, dns de Bocbolt, admissus est ad possessionem decana-
natus hujus ecclesiae. (In vita decani de Nykerken fuit Bocbolt provisus eo decanatu et prebenda tanquam coadjutor, tarn per bullam Papae quam per nominalionem et prae- sentationem Ces. Majestatis, sed quia obiit mense capit., tiu'nario cessit prebendam, et Bocholt solum de decanatu provisus fuit.) ------ Spt. 13. Praedictus dns decanus petiit et obtinuit potestatem ad tres menses se absen-
tandi ac interea res suas et negocia componendi.
------- Oct. 22. hora sexta, vita functus est exim. J. U. doctor M. Steph. de Rumelaer, ec-
clesiae S. Jo. can. et RIui dni episcopi Trajecten. ofEcialis. 1557. Mart. 5. Consentitur magistro fabricae in Mydrecht venditio certorum agrorum ad
structuram novae turris.— 1559. Dec. 15. Ita in lhamen. 1558. Spt. 13. Regia Majestas exigit centesim. et quinquagesim. denarium cujuslibet bonorum.
1559. Jan. 22. Dns Wilhelmus de Boecholt, decanus, praesentavit dominis, Danielem Ver-
heyde, curiae provincialis Traj. advocatum, petens, quatenus dni ipsum ad decanatum suum una cum prebenda admittere dignarentur, percunctatusque est doniinos, ut ipsum Verheyde pro grato acceptare vellent. Domini unanimitcr responderunt, personam praedicti Verheyden ipsis esse longe gratissimam. ------- Jan. 25. Insinuatur capitulo et decano inhibitio a curia provinciali Traject., ne quid
super decanatu resignando tractent absque beneplacito regiae Majestatis.
------ Febr. 1. Verheyden admittitnr ad possessionem praebendae vacantis per resignationem
dni decani de Boecholt.
------ Oct. 21. Dns et magister Dan. Verheyden admittitur ad possessionem decanatus va-
cantis per resignationem dni Wilh. de Boecholt, et hoc cum beneplacito regiae Majestatis. ------ Oct. 23. M. Jo. de Renesse assignatur annua pensio causa studii.
—----- Nov. 2 el 3. Pyll obtinuit remissionem a profectioue Parisios facienda, causa quaerendi
liteias testimoniales studii sui biennalis.
|
||||||
159
|
|||||
1561. Nov. 8. In causa electionis archiepiscopi.
------ Deo. 18. Dispensatur super loco studii magistri Joannis de Renesse, propter ejus ad-
versam valetudinem.
1562. Jul. 31. Dns Bucho a Montsima admittitur ad possessionem praepositurae hujus eccle-
siae, vacantis per resignationem dni Caroli Perrenot. — Aug. 4. Disponitur de vinalibus. 1563. May 14. Consentitur mgro Joanui de Renesse posse intermittere tantisner studium,
quousque subdiaconatus ordinem in quatuor temporibus pentecostalibus aeceperit. 1564. Mart. 24. Decanus Verheyden, elapsis annis expectantiae suae, videl. 5 annis et 2
mensibus, petiit admitti ad capitulum et jura capitularia, quod ipsi ob nondura soluta vinalia dni denegarunt. — May 19. admissus est. —— Jul. 28. Subjicitur Assuerus de Rumelaer, vicarius, curatelae capituli.—■ 1566. Fbr. 25.
Item Willi, de Lochorst. 1565. May 28. Obiit dns decanus Verheyden, et eodem die eligitur et praesentatur in de-
canum dns Adrianus de Suylen. 1566. Oct. 2. De nocturnis excubiis per canonicos et vicarios faciendis.
------- Nov. 12 et 19. De XV fl. XII st. annuis per Aleyd. Bevelandt in usum XII pauperum
fundatis.
------- Dec. 1. 3. 5. 7. 1567. Fbr. 4. Duces novae religionis requirunt locum a capitulo, in
quo exerceant suas praedicationes,
1567. Apr. 18. Praesentiae matutinales propter tumultus non distributae.
------- Jul. 31. Joannes de Renes et Arnoldus Esch deputati commissarii ad inquirendum
super haeresi.
—— Oct. 15. Proniittitur vitrum hospitali St. Quirini.
—— ----- 31. De causis statuum.
——— Nov. 27. De negligent bus officia divina.
1568. Fbr. 13. Ministri dotninorum agunt bacchanalia.
1569. Jan. 4. Den bailliu der proostye v. S. Jan geconsenteert een plaetse opde Caets, tot
een gevangenisse. ------- ----- 18. Literae testimonials studii Berck in nniversitate Lovan. leguntur.
1570. —— 3. In causa centesimi denarii.
------- Apr. 26. May 15. De praesentatione Duci Albano facienda.
1571. Oct. 3. Auctoritas curare confratres suas amovere concubinas non videtur pertinere
ad capitulum. — Oct. 29. Procurator fiscalis Rm> monuit omnes et singulos dominos et vicarios, ut amoveant concubinas et suspectas personas, si quas domi habeant, earumque commercium fugiant, alioquin ipse contra delinquentes procedet acerrime, secundum poenas in decretis concilii Tridentini expressas. Etiam 1572. Apr. 25. 1572. Aug. 16. Apostasia Zwederi de Rumelaer; Berck asserens, ad suam noticiam pervenisse
dictum Rumelaer presbyterum abjecisse et transtulisse se ad gueseos, nostrae religionis hostes, ac per hoc commisisse crimen laesac Majestatis divinae et humanae, ac praeterea vicariatum vacare, et jus suum nolens negligere tanquam in suo turno vacantis. 1572. — 82. Vande contributien ende schattinghen, die de capitulen affgevordert werden.'
1573. July 18. Dns Albanus civitat. Ultraj. ingressus.
1574. ----- 13. Die capittels gevangenhuysen, staende bovea het pant, en heeft den proost
geen actie op , en mach geen gevangens daer setten, sonder speciael consent vd. capittele.
pulvinarii simul 28 St. Declararunt dni ulterius, quod eidem competat quarta pars
panni vid<J, 4 uln. panni nigri, quando usurpatur pannusj item pro apertura sepul- |
|||||
160
|
|||||
chri in ambitu ecclesiae competit 14 St.; salvis infantium aut parvulorum sepulcris,
quorum habenda est ratio. 1575. Jan. 26. 'tCapit. neempt van een seker Spangiaert op renten de somme v. 220 gl., om die Minderbroeders alle jaer daerwt te reycken XI gl., voir sekere niissen te doen. ------- Mart. 6. De mortuis et laesis in turaultu per Hispanos orto.
1577. Aug. 30. De tumultibus militutn in fortalitio Vredenborch et ejus demolitione.
1578. Fbr. 14. fuit per capitulum juramentum praestitum senatui civitatis in hac forma:
Wy praelaten, dekenen, canoniken, vicarissen ende gemeen suppoosten der kerke
St. Jans, als inwoonders der stadt v. Utrecht, geloven ende swei*en, dat wy v. dehere scbout, borgermrs etc. vd. stadt Utrecht, noch vande gemeen borgers ende ingesete- nen van dien, geestelyk noch \verelyk|, edel noch onedel, nyet en sullen scheiden noch afvvyken , maer met henluyden eendrachtelyck ende gelykelyk, tot behoeff Co. Maj., onsen alregen. here ende den prince van Oranje, als stadthouder, dese stadt Utrecht sullen bewaeren jegens Don Jan v. Oostenryk, alle Spangaerden ende haer anhanck, ende tegens alle deser anhanck, ende tegen alle deser stadt ende des gemeene vader- lands vyanden, lyff, goet ende bloet by malkanderen opsetten, goede corresponden- ce ende eendracht houden, by den anderen blyven ; soe helpt ons Godt ende alle syne heilighen. Domini et vicarii sequentes praestiterunt juramentum: Decanus Suylen, Hamstede.
Rumelaer, Wteneng, Renesse, Castro, Greve, Rengers, Esch, Bogaert et Crap, canon. Item: Verborch, Vroynesteyn, Boon, Schyff, Dreuweck, Visser, Verschuyr, Lyster, Corn. Joannis, Vic; Rodius secret., Schoolmr, Jacob succentor. Restant: Knoop et Strengh, .... et Zevender vicar., Helias succentor, absentes. ------ ult. Fbr. is geresolveert, dat men een staet sal concipieren, om eenigh silverwerk ende
juweelen vande keik te employeren, tot voldoeningbe vd. schulden der kerke; overmits
te bevresen is. dat deselve die capittelen sullen worden afgehaelt. Cf. Febr. 27. Mart 24. Apr. 12 ende 30 Mey 1578. It. 1580. Febr. 29. Mey 6. Dec. 21. ------ in fine anni et in principio anni 1579. Van de 7 provincien in een verbond te bren-
gen. Item van vereeniginghe inde religie, 1578. 1579.
1580. Mart. 7. Die lunae, sub noctem, saeviente populo, ejectae sunt omnes imagines et
altarium tabulae, in hac S. Joannis, uti in omnibus aliis ecclesiis Trajecten., sic, ut deinceps cessare debuerunt omnia ministeria et ceremoniae juxta institutionem Romanae ecclesiae hactenus observatae. ------ Augusti 25. mortuus est Rm»» et III"0"8 dns Fri. a Tautenborch, archiepisc Traject,,
sepultus 30 Aug. a parte boreali maj oris ecclesiae.
—— Dec. 9. Concessuin Jacobo Verheyden, ad se recipere altaris tabulam, ex parte patris
sui, decani Verheyden, piae mem., factam, et reparari curare, ea tamen conditkme, quod, si quando reparentur ecclesiae, petierintque domini eandem iterum collocare, teneatur restituere, salva sibi restitutione expensarum in reparatione factarum, quod et promisit juxta manum suam in meo manuali sive memoriali inde datam> Actum 9 Dec. 1580. 1581. die penult. Jan. et Fbr. 3. Placuit capitulo dividi ornamenta ecclesiae in xv portiones
pro XV capitularibus. Die veneris 10 Fbr. 1581. capitulo per juramentum specialiter ad infrascripta indicto, concensum et resolutum fuit; posteaquam rectores civitatis voluerunt ordinaruntque capitulis, ornamenta ecclesiarum convertenda in coemptionem frumenti, sic tamen, ut, si capitula suam taxam praeparent, tunc liberum illis esse, ornamenta ejusmodi usurpare pro libera sua voluntate. Et cum capitulum nostrum jam bonam quantitatem |
|||||
161
|
||||||
siliginis praeparaverit et communi eorum pecunia emeiit, ideo nunc ornamenta ecclesiae
nostrae inter XT capitdares dividenda, salvo, quod cuilibet ad ulteriorem siliginis emptio- nem debet numerare, aut camerarius pro eo respondere, 25 flor., antequam portionem sibi sorte obtingentem ad se recipere posset; conimissique dni, decanus, Knoop et Berck ad divisionem hujusmodi concipiendam. Act. in capitulo, praesentibus decano Suylen , Hamstede, Rumelaer, Knoop, Wtenengh, Renesse, Rengers, Esch, Berck et Crap; absente Pyll et reliquis 4, sc. Castro, Greve, Strengh et Bogaert. 1581. Fbr. 24. Facta est divisio ornamentorum per sortes, more divisionis cauponum.
■------ ----- 10. Placuit sollicitare pro nostra ecclesia organ urn, quod nuper collocatum est in
tetnplo niinoritarum, quod (ut apparet) volunt deuioliri, si gratis obtinere queamus,
salva etiatn permissione per civitatem abbati et conventualibus in Oostbroeck (unde at- tulerunt) facta. Et deputati Berck et secret, ad sollicitandum. Cf. Fbr. 17. May 9. —— Mart. 8. Is den tempel vercoft by die vande stadt, die gestaen heeft aen't St. Jans
kercboff, aen'thoeck vd. Minnebroederstraet. Cf. Jun. 19. -------Aug. 21. Videtur, quod scholastria S. Mariae spectat ad collationem Rmi archip. Traj.
------ ----- —■ 17. Spt. 11. 22. Van't abandonneren 'sConincx van Spanje ende het aen-
nemen van een nieuw hooch overheyt.
1584. Fbr. 14. Vande leverantie der boeken aenden magistraet, met het stellen vande bi-
bliotheek in 't choor van S. Jans. 1586. Mart. 8. De raedt ordonneert Jan v. Medcnblick, deurwaerder, om die dekenen vd.
vyff capittulen de weet te doen, dat si a]]e de reliquien, altaren ende beelden, voorts sacramentshuysen ende diergelyke, noch in haer kerken ende portalen vvesende, ruy- men, ende die plaetsen van dien witten nae behoren, binnen 3 dagben, op poene van 25 goude Realen, de eene helfte tot behoeff vd. armen, ende d'ander helfte tot behoeft' vd. officier, die d'executie doen sal aende dekenen vd. capittelen, die in gebreke ge- bleven sullen syn. Onderstont: G. vd. Voort. 1590. Nov. 17.20. Het present aenden Prince van Orangien , gedaen anno 90 den 10. Nov.,
beloopt 500 gulden, was ons capittele te vreden te betalen pro rata, volgende die oude repartitie. als te weten, die vanden Dom cronen v. 40 st., Oudemunster 35 St., S.Marie 30 St., S. Peters 25 St., S. Jans 20 St., oft naer advenant als sy geven tot onderhout vd. predicanten. Het present was vyff silver vergulde bekers, belopende ongeverelyk 468 gl., behalven die costen daer op gevallen. Is 't capittel te vreden geweest, om dat het propyn synen voortganc moest hebben , 68 met die oncosten, ende d'ander 4 ca- pittelen , elk hondert gl. 1593. Jan. Febr. et Mart. Dispuyt van 't orgel, tusschen den rentmr. of administrator ende
't capittel. 1594. Febr. 6. post meridiem, subito obiit dns Bucho a Montsima, praepositus et archidia-
conus ecclesiae S. Joannis, in domo sua claustrali ecclesiae. Requiescat in pace, amen. Ideo, quod prepositura jam vacat, et dicta vacante ad decanum et capitulum pertinet jurisdictio, ut ab antiquo. ------ —— 8. Tako a Montsima versoeckt vd. capittele continuatie van't bailliuschap der
prosdye v. S. Jans. De heren committeren den voorn. Tako by pi'ovisie tot wederseg-
gens, ende geexpedieert sullen worden brieven v. commissie, onder 't segel vd. capittele in forma, Actum, 8 Fbr., 1594. ... —- 12.. Omme te voldoen de costume vande kerke, vertoonen die vrunden vd. proost
Montsima, den voorn. proost executoren genomineert te hebben. Gecommitteert Renesse als een mede executeur vd. testamente wyl. den proost Montsima, om te doen inventa- in. 2i
|
||||||
%
|
||||||
162
|
||||||
riseren allc alsulcke brieven , parupieren, reckcningen ende anders in den voorsz. sterf-
huyse berustende, tot die voorsz. prostye behorende, omme die tot dieselvc bewaert te worden. 1595. Sept. 5. Overrnits de deken Suylen eeniglie jaren herwaerts zeer weinicli in 't capit-
tele heeft gecompareert, ende doordyen veele zaken nyet wel gedirigeert en werden, ende d'een voor d'andere nyet wil aennemen, ende den ondanck daeivan verdienen, om't wooi'dt te voeren in't capittele, soe hebben't capittele geresolveert te kiesen twee vice-dekens, die jier vices sullen bedieneu die plaetse vd. deken, waertoe den deken behoirt toe te leggen een vierde paert van zynre decanye inkomen, boven hetgene, dat Let capittele den vice-dekens heeft laten genieten , dobbele praesentien ende dobbele voorvallende accidentien; ende zyn daertoe gecoren Rumelaer senior ende Renesse. ------------- — hebben die heeren vd. capittele een insinuatie gedaen aen den deken Suylen,
om op't voorgenoemde te antwoorden binnen 14 dagen , peremptoorlyk, alwaer hy wel
wat deurgenomen ofte gescropt vvordt van syne negligentie ende onbeleeftheyt. ------■ ----- 19. Noch geinsinueert, om de vice-dekens met een eerlyck honorarium te ver-
sien jaerlycx, anders te procedereu tot provisie.
------Jan. 24. Hebben die h. vd. capittele geprocedeert tot elect, v. een' nieuwen proost,
(aleerst hebbende diverse capittelsdagen daerop gehouden); overmits het jus was gedevol-
veert aen 't capittele, doordien die h. staten binnen die 6 maenden nyemant aen 't ca- pittel hadden gepresenteert (die het jus vanden paus rechtevoort gebruiken, ende den paus te voren het recht hadde, 't capittele te presenteren een persoon binnen die 6 maanden, ende nae die expiratie v. die 6 maenden, nymant by den paus gepresenteert synde, worde het recht byden capittele genomen, als ordinarisse collateurs, als van outs altyts die coustume is) , hebben per majora vota geeligeert Steven van Rumelaer, den jongen, op alsulke conditien , als in't protocolle breeder te sien is. Ende omme het accoordt te voldoen, 'twelck byde staten gemaect is met den prince van Oraengien, om 3 personen te presenteren, waer den prince als stadhouder een eligeert, hebben die vd. capittele daerbeneffens genomineert Renesse ende Rengers. Dan die staten hebben andere genomineert. -----«- — 31. Is requeste gepresenteert aen die h. staten, om approbatie te hebben vande
voorsz. electie, alwaer 't capittel wyt ende breet vertoont haer goet recht, om eenen
nyeuwen proost te stellen. -—
om die zaken , de decanie incumberende, waer te nemen. 1596. Mey 25. Hebben die heren staten 'slants v. Utrecht geprocedeert tot nominatie van
een' proost, niet tegenstaende diverse remonstrancien ende advysen v. acht rechtsgeleer- den ende vermaerde practisynen, unanimiter sustinerende, dat die lieren staten voor dit mael van haer recht waren vervallen etc.; ende die staten hy meerendeel van stemmen genomineert wt den capittele S. Jans Hamstede ende Moermontj, ende daerenboven noch een, die geen membrum deszelfs capittele en is, noch oick eenich geestelyck goet possi- deert, te weten Jor Jo. v. Renesse vd. Aa junior; soe is't, dat het capittele haer hier- teghen opposeert ende die saken syner Excell. te remonstreren. ------ Jiin. 4. Staen die conditien, den proost voor te houden, alleer hy geadmitteert wordt
totte possessie der prostdye; staen in't lanck hy articulen; dan zyn naderhant verandert.
------■ ■— 11. Syn die voorgen. articulen vd. proost byde gedep. vande staten ende vanden
capittele geconcipieert ende gestelt ende in margine deselve geappostilleert.
------ ■— 15. Is't capittele te vreden, den proost die possessie te vei'leenen, mits aenne-
|
||||||
'
|
||||||
103
|
||||||||
mende, onder form van eedt, alle die conditien, hem voorgehouden ende by hem in-
gewilligt. Hier tegen Rumelaer jun. protesteert. 1596. Jun. 16. passeert Jor Jo. v. Renesse vd. Aa procuratie op mr. Jo, v. Renesse, canon. S. Jans, van wegen Ter Aa, te versoeken vanden capittcle geadmitteert te worden. — Compareren den voorgem. toecomende proost, vergeselschapt met zyn breeder ende meer andere adelyke personen, zoo geestelyke als wereltlyke, als oock vd. raedt der stadt van Utrecbt, ende versoekt geadmitteert te worden. ------ Nov. 20. versoekt de proost geadmitteert te worden totte stricte residentie. De h. vd.
capittele admitteren denselven tot die striate residentie, ad quindenam, more praela-
torum, stalutis, legibus et consuehidinibus ecclesiae semper salvis. ------ Dec. 10. versoekt de proost geabsolveert te worden vd. stricte residentie vd. 15 da-
glien, gedurende geresideert ende nooyt wter stat Utrecht gepernocteert hebbende,
more praelatorum. Wordt geabsolveert, salvis legibus, etc. 1598. Jul. 19. Die van Beusiehem versoeken de clock te vergieten, reparatie des toorns etc.
op des capittels costen. 1599. Nov. 25. Obiit D. Adrianus de Suylen, decanus hujus ecclesiae, qui electus est
28 Mart. 1565. ------ De electie tot eenen nyeuwen deeken is opgehouden 3 maenden, overmits een misver-
stand opgerezen was tusschen den proost ende het capittele, den proost sustineerende
stemme te hebben tot die electie van een deeken, ende dat meerendeel bewysende ex statuiis camerae, of compilatio Vutstwghii , soe die ettelyke noemen, 't capittele susti- neert, by alle voorgaende oude tyden, statuten ende gewoonten, nyet gebruykelyk ge- weest, dat den proost gestempt heeft tot een nywen deken. Die heren vanden capittele hebben alle hare bewys ende stucken gefourneert ende
in handen vande gecommitteerden vande heeren staten gelevert, omdat deselve zouden jugeren 't recht tusschen het capittele ende den proost. Datselve lang aenlopende, ende die 3 maenden bykans omme, soe dat die staten
lichtelyk het jus devolutum aennemen souden, ende 't capittele gefrustreert soude zyn van heurl. electie, zoe vont het capittele geraetsaem, een requeste te presenteren aende staten, dat, solange het different ongedecideert honge voor gedeputeerden, dat daer gheen versuym en soude moghen vallen. De apostille daer over was: De staten verclaren, gheenen tyt lopen en sal, omme van de electie van
eenen deken geexcludeert te worden, also langhe, als by de staten ofte der- selver ordinaris gedeputeerden, nyet gedecideert en sal wesen het different; middelretyt het capittele sal diligenteren de wtsprake, ende alsdau totte electie vande vacerende decanye te procederen, een persoon daertoe gequalificeert, die staten aengenaem, professie doende vande Christelyke gereformeerde re- ligie, mitsgaders des vaderlandts ende der gemeente zaken beminnende, als conform d'ordonnantie ende goede intentie vande staten; ende by gebreke van dien, verstaen die staten, nopens die voorsz. decanye zelfs te voorzien. |
||||||||
Saec. xvii. (— 1650).
1600. Febr. 25. 'tCapittele geraetsaem vindende nyet te myn te procederen tot electie, oni
alle swaricheden voor te komen, ende hebben in besloten brieven haer votum overge- geven, soe presenten als absenten, volgens sekere concept opten 23. Febr. 1600, ende geprocedeert tot publicatie vd. stemmen opten 25. Febr. 1600, alwaer Renesse heeft 21*
|
||||||||
•
|
||||||||
164
|
|||||||
gehadt vier stemmen, wesende de meeste, sonder des proost stemme, die nyet aenge-
nomen worden. Berck ende Rengers versocliten te procederen volgens die apostille vd. staten, maer de publicalie vande electie heeft de vice-deken. Rumelaer gehoort heb- bende, dat die meeste stemmen op den voorgen. Renesse gevallen syn , verclaert, dat by soo voor hem selven, als van wegen 't gbelieel capittele deselve Renesse kiest tot baren deken, seggende latine : Ego tanquam vice-decanus, nomine meo et lotius ca- piluli eligimus te, in nomine pair is et filii et spirilus sancti in deeanum ecclesiae nostrae, al ten aenhoren vande voorgen. capitularen oyck mT. Nicolaes van Beixk, sonder dat iemant daertegens gereclameert ofte gecontradiceert beeft. Hierna beeft den voorn. Renesse alle die beren hoghelyck bedanckt, wenschende,
dat den dienste mochte corresponderen met die goede meeninghc, die sy van hem hadden; dan, dat bet aen syn goeden willen , na alle syn vermogen ende gelegenheyt syns ouderdoms , soo wel voor het capittele in't generael, als elk here in't particulier iiiet en soude ontbreken; ende soo het is een offieium oneris, versoekt hy termyn van een maent, de electie naer rechten toegelaten, vel infra, om middelertyt syn selven te beproeven ende te besien, off by die lasten, dezer officie incumbcrende, wel soude kon- neu supporteren, ende off syn peisoon de hei'en staten zouden agreabel vallen, ende off hy elect oock bequamelyck de onkosten , die syns bedunkens, naer het schynt de- selve begroot te worden, wel excederen souden (als die meeninghe ende eere vd. capit- tele nae behoren voltogben soude worden) de somme van 700 gl., die ten daghe vd. possessie, gemenelyk gedeburseert worden, promptelyk konnen fourneren, waertegen den incomen sober, ende het verbyden, eer men genieteu kan, lange vallen; welken ter- myn hem byden voorgen. heeren vergost is. Act., 25 Febr., 1600. 1600. Mart. 12. heeft Renesse geaccepteert de electie vd. decanye, ende is byden capitule requeste gepresenteert aen de heren staten , om aggreatie. 1602. Jun. 15. Gecommitteert Castro ende Nane, omme met Gysb. v. Suylen, seer. vd.
raet v. staten, in communicatie te treden nopende die mortificatie van memorie, pal- lium ende audersins, daerinne zyn vader, hr Adr. v. Suylen, deken in zyn leven ge- houden was, te doen. 1603. Oct. 26. Marten de Leuw heeft ontfangen vd. fabryckmr., door bevel vd. capittele,
35 gl. 15 s., gecomen van sekeren silveren kelk, die by zyn voorsaet is vercoft, mits dat hy deselve zal restitueren. Daervoor borge geworden Fred. Monier. 1604. Mart. 30. Collonel Loon is begraven in't grafstede van zyn oom, mits mortifice-
rende een half out schilt. Item wort geconsenteert Anlhonio de Loon, raet t'Utrecht, begraven te worden in deselve grafstede, mits gevende 28 gl. Cf. 1606. Mey 7. 1605. Febr. 8. Heer Christiaen Loon, vie. derselve kerke, wordt gegost een sepulluer ende
sarksteen daerop, omtrent 't heylicb cruys altaer voor't choor, mits dat hy deselve simpelyk met syn wapen ende naem sal moghen laten behouwen, ende geven eens tot een memorie 30 gl. ------ Mey 21. 'tCapittele verleent Rumelaer, dat hy zyn ouders zal mogen laten begraven
inde grafstede van zyn sal. oom, den proost, mits conditie, wat tyden Rumelaer heden
off morgben quame tot betere staet, dat by alsdan voor de sepulture van syn ouders ende voor't consent derselver, aen't capittele sal doen alsulke vereeringhe, daerinne hy meent 't capittel een goet genoegen sal bebben. ------ Dec. 2. Is te zien , dat Renesse heeft bekomen d'aggreatie vd. heer staten opten 9.
Nov. 1605, vd. electie totte decanye, in plaetse van Suylen, die gestorven was 25 Nov.
1595. Ende Renesse was byden capittele gepubliceert tot deken 25 Fbr. 1600. Ende |
|||||||
165
|
|||||
" 7 Jan. 1.606 geadmitteert tottie possessie in't bywesen vd. dekens v. S. Peter ende S. Ma-
rien, ende heer v. Renesse can. tot Oudemunster, ende Jo. van Mathenesse, canon, in- den Dom , mitsg. de heren van Oudemunster. Desgelyck oock te zien is, indepossessie vd. proost, alwaer enighe treffelvke personen, soo canon'ken als vrecrnden by geweest zyn. 1606. Jan. 5. 't Capittele beeft collonell Cecil .... zyn dochterken, out # jaren, zal begra- ven worden in 't cruysvverk aende zuydzyde onder een kelder, daer Boschuysen onder leyt, mits betalende eens 30 gl. It. opten 10. Mey 1606 nocb een dochterken van 2 jaren, gevende als boven. ------ Fbr. 14. Geordonneert de fabrykmr. te betalen aen Rumelaer 14 St. 12 s., ende dat
wt sake van't repareren ende renoveren van sekere schilderye, 't capittele toekomende,
synde eenen cruysdrager, van waterverve, ten huyse van myn heer Esch hangende. Dit hankt nu tot Rumelaers huys, 't welck 't capittel hem vergost heeft tot revocatie. ------ Fbr. 7. is er een retjueste gepresenteert aen't capittele, opden naem vande gemeene
dienaers ende maechden van myn here vanden capittele, also sy suppleanten alle vyff ofte
zess jaren een eerlyke vergaderinghe pleechden te houden van een niaeltyt, omtrent des vastelavonts, ende dat wt sekere nutschappen ende profyte als haer suppleanten toege- laten worden deur het nemen vd. possessie vd. praelatuerschappen, prebenden, vica- rien ende officianten deser kerken, als oock vd. vercopinghe der huysinghen, beho- rende onder de immuniteyt dezer kerke, te weten een proost 3 oude schilden, een de- ken 2 oude schilden, canon, in't nemen vd. possessie een oude schilt, vicaryen ende oflicien een half oud schilt; ende soo het nu wel 26 jaren geleden is, dat dieselve byeenkomste deur het verloop van deze geveerlyke tyden lest gedaen, ende voorts ach- tergebleven is, souden nu wel deselve willen renoveren , daertoe versoekende v. E. li- centie ende aggreatie, om sulks te geschieden. Appostille: De here deken ende capitt. licentieren den suppleanten hare versoeke,
in desen gementioneert, ende wordt goedgevonden, dat Nicolaes v. Velpen geauthoriseert wordt, die personen, hierinne plichtich synde, te* manen, ten eynde zyl. respectivelyk in syn handen haer achter- wesen betalen, volgens die cedule, die hem daervan gelevert sal worden; als welke gedaen ende vertogen synde, alsdan byden ca- pittele op sekeren bequamen dach daertoe geordonneert zal worden. Act., 7 Fbr. 1606. ------ Maert 21. wordt belieft, dat die sarcksteen opde grafstede, daer onder zal. heer Jo. Crap
leyt begraven, behouden sal worden met syn wapen, ende die iuscriptie van syneii
naem ende overleyden. ------ Spt. 18. Die weduwe van collonel Edmond heeft in S. Stevens capelle gecoft een graf-
stede voor haer zal. man, kinderen ende kindskinderen , ende verder nyet; ende dat voor de somme van 200 gl. eens, mits dat sy een sarcksteen sal copen vd. capittele, wt die kerke, alles tot hare costen. ------ Dec. 30. Wordt de vr. v. Moncheau verleent een sepulture in St. Antho. capelle, voor
100 gl. eens, mits dat hare erffgenamen sullen mortificeren een out schilt, soe syl.
daerinne begraven willen wesen. 1610. Aug. 9. Het silverwerk, berustende onder Esch, is vercoft ter somme v. 500 gl. 8 s.
wtgenomen het vergulde, geemailleerde lieve-vrouwe beelt, 'twelk Esch heeft gemynt voor den 12. Oct. 1610, voor 82 gl. Act. 9 Mey 1610.— Oct. 19. is het gelt geco- rnen vd. vercofte silverwerk, geemployeert tot behoeff vd. fabryk de anno 1608, in "t inakcn vd. nieuwe woninge vd. Gaels. |
|||||
166
|
|||||
1610. Oct. 12. is Esch vergost de sepulture ende sarcksteeu, daer den ouden Esch leyt be-
graven , tot syn behoeve te gebrujken ende te doen behouden , ende dat ten reguart Tan sekere oncosten, die den ouden Escli gedaen heeft aen 't repareren van't voorsz. silverwerk, mits dat oyck Esch eertsdaghes mortificeren ende vestigen zal, die twee out schilden jaarlyks, by syn oom zal. deser kerke gemaect ende belooft, ingaende Vict. 1610 verleden. 1612. Maert 6. Jr. Philips Godyn is vergost een grafstede sonder kelder ofte steen . op so-
danighe condition als d'Oublyn, mits betalende in promplis 125 gl. 1613. Spt. 22. Die inden capittele compareren droncken , en sullen nyet genieten die pre-
sentien , ende daerenboven wt den capittele geexcludeert worden sekeren tyt, naer arbitrage. —— Oct. 1. Dec, 10. 17. Des capittels van S. Jans croon., hangende inden Dom, die heeft
gecost 845 gl. 9 St. 3 d.; als oyck des capittels van Oudemunster ende S. Peters. 1615. Maert 17. Die ghene, die enighe crakelen, woorden ofte ondachticheyt souden komen
te gebrujken opte maeltyt van Laetare, zullen verbeuren 25 gl. ------ Dec. 15. Hebben 't capittel van S. Jans geconsenteert te eontribueren voor 't maker*
vande wysers aenden Domstoorn, eene somme van 404 gl,, volgens die quotisatie vande
v ccllegien, ende alsdan zouden die v collegien daerin dragen 4040 gl. 1618. Jul. 17. Versocht D. Rynevelt, wt name van Huggens, te mogen geadmitteert worden
ad capitulum, alsoo die twee jaren nae syne gedane ernancipatie, zyn geexpireert. 't Capittele geeft voor antwoordt, dat Huygens is gehouden door goede ccrtificatie te doceren, te hebben geweest twee jaren lanck in dienste van syne princelyke Excell., volgens d'acte, hem tot dien eynde verleent, in plaetse hy hadde moeten wesen in eene fameuse uuiversiteit. Den 18. Spt. 1618 is het capittele vertoont die certificatie, sub- signeert byde eygen hant vanden prince Maurice, dat Huygens is twee jaren lanck als domestieke dienaer geweest van syne Exceil., waerover geadmitteert ad capitutum el jura capitutaria, sonder 't selve te trecken in consequentie. 1619. Aug. 10. Is D. Antonius Hessels geeligeert tot deken vand.en capittele, Coevoorden
seggende latine: Nos omnes, dn. Hessels eligimus, in decanum hujus eeclesiae, in nomine patris, jilii et spiritus saneti, amen. ------ Aug. 17. is de heer Hessels geadmitteert tot die possessie vande decanye,
------ — — is te zien het accoort der 4 collegien met de heren staten ende die Boetse-
laers als erffgen. vd. eertsbisschop Schenck v. Toutenborch. Item te zien Dec. 23. 1619.
1620. Mey 19. 't Capittel heeft Rumelaer een schilderye, hangende in't capittelhuyse, we-
sende een cruysdrager van waterverve, laten volgen, onder recepisse, mits hetselve te restitueren, tot vermaninghe. 1621. Fbr. 9. 16. Is geconsenteert by de v collegien die contributie van 32,000 gl. eens, tot
subvenlie vanden aenstaenden oorloch. Enighe capitt. te voren is te zien, hoe dat die staten versocht vanden capittele, te eontribueren alle jaer 15,000 gl. Dese contributie is geconsenteert voor deze reyse, mits de heren staten acte sullen geven, 't selve in geene consequentie te sal getoghen worden. ------ Aug. 18. Is te zien , dat het cleyn huysken, staende op het kerkhoff, daer den tempel
gestaen heeft, is gedestineert ende geerigeert tot een godscamer vermogens het bescheyt
ende accoort daervan synde. Ziet 14 Dec, waar belooft wordt byde weduwe vanden ouden Canter, dat het huysken sal bewoont worden byden armen, als die kinderen vanden jongen Canter tot hare mondighe jaren sullen gecomen syn. 1623. Jul. 14. Wordt Wouter van Gelder organist, toegeseyt byden capittele organist te
wesen na dode van Willem van Duynkerken, |
|||||
167
|
|||||
1624. Aug. 20. is angenomen voor orgalist Wouter van Gelcler, ende dat door't overlyden
van mi*. Willem van Duynkerken, op't tract, van 50 gl. jaerlyx, ingaende 17 Oct. 1624, volgens de instructie. 1625. Oct. 7. Is den capittele versocht, by attestatie vanden Rector Universitatis van Leyd.,
dat Jo. Heurnius opten 7. Oct. 1625, stilo novo, is ingeschreven als student aldaer. 1626. Mart 3. Is rar. Jan de Cock aenbesteedt de maeltyt van Dominca: Laetare deselvighe
te doen twee daghen Ianck voor 20 personen, op syn eyghen costen, alles te bestellen , vis, botter, broot, bancket, servietten , tafelaken, tinnen etc., vvtgenomen wyn, bier, ende brandt, ende dat voor de sorame van 80 gl. ——- May 5. is geordonneert die fabrykmr. Culenborg te betalen anden antyksnyder de som
van 8 gulden, voor die twee gesneden leuwen op die ... . die zullen staen aen 't becken, tot Velthuysen. ------ Juny 9. is geresolveert byden capittele, sich conform te maken met den anderen ca-
pittelen, van wegen die schenckagie, die de capittelen zulien doen aenden prince van
Oraengien , als stadhouder van Utrecht. ------ July 7. gecommitteert den deeken ende Berck, om te spreeken met Dr. Gall ende
meester Baltus, van wegen die quetsuyre van Rynevelt.
- ----- 28. Is geordonneert den secretaris, te tellen wt die penningen onder hem, aen
D1'. Gall ende Mr. Baltus van Putten, chirurgyn, de somme van 200 gl., in 't beta-
linghe van 't gene syl. hebben verdyent aende quetsuyr, geinfligeert den heere Rynevelt van eenen Jelis Couwenhoven. Item, den apotheker Straten, de medicamenten aen Rynevelt voorsz. gelevert, naer gissinghe 15 gl. ------ Oct. 20. Op 't versoek vd. tresorier v. S. Marien, de Goyer, vergunt een glas op syn huys.
------- Nov. 10. Is gecommitteert den deken Hessels, om beneffens de gedeputeerden vanden
andere capittele te presenteren aenden prince Hendrik van Nassauw, prince van Oraen-
gien, het present byde 5 capittelen gecoft, wesende den prins Maurits, synen broeder, sittende te peert, wegende omtrent aen silver 100 Spaenscne matten; ende 'tselve is wt een stuk gesmeet, sonder eenigh soudeersel. 1627. Mart 2. Den secretaris Bruninek van S. Pieter vergost twee glasen onder en boven te
stellen met't capittels wapenen, in syn huys, staende by St. Hieronymus school. ■------ Aug. 24. De predicant van 't Wael vergost twee glasen te stellen in zyn pastorye huy-
singhe aldaer ende dat tot 18 gl.
------ Dec. 7. Vd. Steen van 't capitt. vergost een glas, boven ende beneden in zyn huys,
staende op S. Jans kerkhoff.
1628. Apr. 25. Is Lodew. van Renesse, can. tot Oudemunster, vergost te inoghen stellen
een glas met de wapens vanden capittele in syn 's ouders huysinghe, staende inde Ham- burgers traet. ------ Jul. 11. Geordonneert 36 gl. voor een glas, 't welt is gestelt in de kerke van Lin-
schoten , met 't capittels wapenen.
------ Oct. 17. Des orgelmakers tractement is verbetert van 2 scut, tot 3 scut aur.
1629. May 1. Is geconsenteert Jan Gerritsz., steenhouwer, tusschen die twee pilaren van
't choor ende de sacristie deser kerke, te synen coste te moghen doen maken een huys- ken, by provisie tot revocatie. 1630. Nov. 26. Den deken Hessels vereert in syn huysinghe, elk een glas vd. respective
capitularen. 1631. Jan". 24. Die kerke van Zeyst vereert met een glas met 't capittels wapene.
------ July 1. Geordonneert den rentmeester Berck, te betalen aen Will., glasemaker voor 't
|
|||||
168
|
|||||
makun van 16 glazen inde huysinghe vanden deken Hessels, met der respective capitu-
laren wapenen vereert, de somme 124 gl., ende deselve te brengen indeu wtgeef van Gelderlant, de anno 1630. 1631. July 1. Is den capittele gebleken, dat den deken Hessels heeft genomineert tot syii
executoor over syn geestel. incomen den here Rynevelt, by acte gepasseert 6 Jan. 1631, dewelke deken is overleden den 8. (!) July 163 1, savonts te thien ure. ------ July 28. is geeligeert tot deken van desen capittele Mr. Nic. Berck.
------------- 29. heeft Mr. Nic. Berck die possessie genomen vanden decanye, mits byden ca-
pittele eerst gezien zynde de approbatie vande heren staten, de dato 28 July 1631. 1632. Jan. 6. Jo. van Eyck wordt aengenomen, om te speelen op des capittels clocken , alle
sondaghen ende vrydaghen een ure voor den noen, te 11 uure, ende alle sondach na den middach een uur. Item, van Mey aen tot Dom's kermis inclusive een uur alle da- ghen, 'savonts nae den eten , ende dat voor een tractement van 80 gl. jaarlycx*, in- gaende 17 Jan. 1632. ------ Fbr. 23. 't Beyerwerk wordt vermaekt.
------ Apr. 6. Jac. Geritsz., steenhouvver, werdt vergost te mogen timmeren een huys aende
kerke, welk huys sal in huren gebruyken hy ende syn erffgenamen, den tyt van 60
jaren, ende dat voor 6 gl. jaerlyx, ende nae expiratie vd. 60 jaren, sal noch 20 jaren huer hebben, ende voor 7 gl. jaerlix vry gelt, ende sal het huys aen niemand mogen verhuren, dan den personen den capittele aengenaem, ende nae expiratie vd. 80 jaren, sul- len 't capittele het huis naer haer moghen nemen, mits betalende twee derde part vd. weerde. 1632. Aug. i0. Is met den clockgieter JVIeurs overcomen te gieten 2 clocken , wesende suy-
ver, sonder enighe bytonen, ende voor 't pont genieten 30 st. ende die oude clocken weder aen te nemen 't pont voor x st. ------ Spt. 7. die van Amerongen vereert 25 gl. om te stellen een glas met des capittels
wapenen in 't raethuys van Amerongen.
1633. Jan. 18. Voor't wtsoucken vande clocken ende deselve t'accorderen, sal Aert v. Meurs
hebben 50 gl. —---- Fbr. 8. Aert v. Meurs toegeleyt, boven die 50 gl., noch 12 gl. voor't accorderen vd. clocken.
------ Apr. 22. De proost Renesse soekt te resigneren, ten behoeve vanden grave van Solms;
't capittel remonstreert aen de heren staten.
------ Apr. 26. Deken Berck doet rapport van 't gepasseerde ter vergad. der heren staten.
Hier eyndigt het protocol van den seer. Tho. Heumius, overled. d Mey J633,
,t navolgende is genoteert by deszelfs clerq Elias Joachimi. 1633. Mey 2. Jo. Aelb. Gr. v. Solms, geassisteert met Adr. Ploos, ridder, hr. v. Tienho-
ven etc., Fred. v. Suylen v. Nyevelt, v. Moersbergen, Aert Foiyt ende Dire v. Velt- huysen, borgermeesters, versoeKt admissie tot de prosdye ende archidiaconye, mits af- standt v. Renesse vd. Aa, hr. v. Schonouwen etc. Gcadmitteert mits praesent. ende provisie by syn Excell., ende na gedane eeden ende conditien, geteekend, tot de ac- tuelle ende reele possessie toegelaten. ------ Mey 24. Geordonneert 24 gl. voor een glas, met des capittels wapen, in de huysinghe
van den heer van Brakel.— Do. vd. adv. vd. Burg.— Jul. 19. Do. Jor. Fri. Ruysch. —
Aug. 30. Voor de glasen ten huyse van Dirck Mode, can. S. Marie 20 gl. — Jan Mo- nier, can. inden Dom, een dubbelt glas in syn huysinghe. 1634. Fbr. 28. is de pred. Bryerius geaccordeert te mogen stellen een glas met het capita
tels wapen in syn huysinghe, |
|||||
169
|
|||||
1634. Mey 2. Versoekt de heer Monier, dat een ieder vanden heren vande capittele hem
soude vereeren met een glas, met hare respective wapenen, in syn huys, staende over die Runnebaen. Wordt geconsenteert.— Oct. 3. Geordonneert te betalen 157 gl. voor die glasen, vereert in de huysinghe vanden heer Monier. ■■■ Nov. 21. Jo. van Eyck is aenbestaedt, op syn costen ende perykel, die grote clock
deser kej'ke te verhangen, opdat den toorn nyt meer ofte weinich zal beven, ende daertoe doen alle yserwerck, daertoe dienende, behalve de metseL en tymering, ende dat voor 70 gl. 1635. Fbr, 27. is byden capittele geresolveert, van nu voortaen nyemant gheen capittels
glasen te vereeren, dan met communicatie metten anderen 4 co'Jegien, ende in gevalle maer een capittele vande vier anderen is, die 't selve weygert te consenteren, soe sul- len die heren van desen capittele oyck weygeren ende afslaen etc. 1636. Fbr. 19. De kerk van Montfoort een glas met des capittels wapenen. — Nov. 4. is die
van Harmelen vanden capittele vergost een glas in hare kerke, met des capittels wapen, daervoor te betalen 50 gl. 1637. Jan. 20. Geordonneert te betalen aenden glasschryver Both 60 gl., voor een glas, ver-
eert met des capittels wapen, in de kerke te Montfoort. — Mey 12. Gysb. vd. YVoerdt versoekt een glas met het capittels wapen in zyn huysinghe, staende op S. Jans kerkhof. Geconsenteert.— Mey 19. Geordonneert te betalen een glas aen den glasmaker Jan Geritz. 50 gl., vereert in de kerke van Hermelen. ------ —— Den predikant van Beverwyk toegeleyt 32 gl. voor zyn gepresenteert boek aenden
capittele, genaempt: Anti-Muchiavelli.
—— Sept. 8. is goetgevonden te planten lindeboomen, streokende vanden huysinghe vaDden
burgermeester Hoick aff tot de brugghe. staende tegens Ledenberchs huysinghe over, etc. •------ Oct. 20. Die predicanten is toegeleyt 80 gl. voor de presentatie vanden nieuwen re-
duseerden bybel.
1639. Dec, 13. Op't versoek vanden domdeken Rede, om enich subsidie te mogen hebben,
tot optimmeren van een kerke tot Renswoude, hebben de heren vanden capittele den- selven toegeleyt 600 gl. eens, in regard van zyn goede diensten, den capittele bewesen. ------- Spt. 6. 20 gl. voor een dobbel glas, vereert in de huysinghe vanden domheer Muy-
laert. — Een glas met des capittels wapen in de kerk te Baren. — Nov. 15. vergost
die predicant Bergeus tot Wyck een glas met des capittels wapen, tot 12 gl. — 1640. Apr. 17. een dobbel t glas tot 20 gl. vereert aen 't dolhuis. — Jul. 10. den heer van Beusichem een glas in zyn huysinghe. Item den domheer Nellesteyn een glas tot 20 gl. 1640. Aug. 7. compareerde schout, predicant etc. van Beusichem etc, in vrientschap te
willen accorderen ende de helfte te gelieven te betalen in de costen van 't vergieten vd. clock aldaer, hebbende die voorsz. gecommitteerden van Beusichem geeyscht voor de helfte vande copen in't vergieten vande clock 350 gl. Daerop niet eindelyk geresolveert. ------ Oct. 23. Die subsidie versocht by die van Breda, raunie op te rechten een gasthuis,
is byden capittele afgeslagen.
1641. Apr. 9. De regierders der stadt versoeken te mogen maken een deure ende inganck
aen de overside van 't choor, omme op de bibliotheek door te konnen, 't welk den ca» pittele heeft geconsenteert etc 1643. Dec. 14. Den drucker Van Doom toegeleyt voor't dediceren vd. boeken van Beda,
Heda ende Hortensius, die by hem zyn herdrukt, de somme van 40 gl. •------ -w— 16. Vereert byden capittele inde kerke vanden Bagynhoff een glas. Item in 't apos-
telgasthuys. Item, in 't huys vanden predicant Breierius. — 1644- Jan. 19. Item in de
III. 22
|
|||||
170
|
|||||
huysinghe vanden burgermeester Nypoort. — Mart 1. Den rentmeesler Ryckewaert 19
glasen, met de vvapens vande heren in syn huysinghe tot Beusichem. 1643. Dec. 6. Gevesolveert het camerken tot de sellout Molman te doen becleden met goude leeren , wordt versocht den heer Welens, dat tot meeste oorbre vanden capittele te copen. 1645. Jan. 24. Den secret. Haeften een glas in syn huysinghe. — Juny 16. Jonck. v. Buyren ver~
eert een glas in hare huysinghe. —• Juny 27. Heer Renoer vereert 19 glasen in syn huysinghe. ------- Spt. 18. Geordonneert den secretaris Heurnius te betalen aen Adam Willaerts 90 gl.,
voor een schilderye, die hy gemaect heeft voor des capittels schorsteen.
------- ----- 19. te betalen aende kerkmeesters van Oostveen 50 gl., voor een glas, vereert in
hare kerke. — Nov. 28. Den heer Van AmeroDgen vereert eeu glas op syn huys tot
Amerongen. — Dec. 5. Voor 19 glasen den heer Reuver geordonneert 178-10 ------- Dec. 5. Geordonneert te betalen aen Jelis van Thiel 100 gl., voort dat hy het capit-
tele heeft geschildert. 1646. Oct. 16. Den lantmeter Diepenheiin heeft aengenomen te meten ende te maecken een
caerte vanden blocke thynder den capittele toebehorende, gelegen onder Buyren ende Culenborch. 1649. Meert 2. te betalen aenden heer Van Loenresloot 20 gl., voor een dobbelt glas in syn
huysinghe van Loenresloot, met des capittels wapenen. —— May 17. Jo. van Eyck gecontinueert, zyn tractement van 80 gl. tot 100 gl. geaugmen-
teert, mits dat hy de wandelende luyden op 't kerkhof somwylen 's avonts met het ge- luyt van syn fluytgen vermake. ------- ----- Insgelyk mr. Wouter van Gelder in zyn officie gecontinueert, mits spelende som-
wylen vvoensdaechs nae de predicatie, in plaetse van sondaechs. ------ Juny 22. Den heer Joannes Wtenbogaert vereert een glas met des capittels wapen, in
zyn huysinghe, aen de aehterweteringe.— Oct. 5. Den domheer Godyn een glas met des
capittels wapen in zyn huysinghe binnen deze stadt.— Het versoek van Vrelant, om te hebben een glas in hare kerke, afgeslaghen. — Het versoek aende v capitteleu, omme te vereren in S. Catryne kerke eene copere crone, afgeslaghen.— Nov. 2. In de v ca- pitt. geresolveert, aen niemant meer te betalen voor eeu dobbelt glas als 12 gl., ende voor een enkel 6 gl. 1650. Fbr. 15. Jr. Dirck Ruys inde vroetschap, een glas mette capittels wapens, in dese
stadt.— Fra. Wtenbogaert 20 gl., voor een glas in syn huysinghe.— Spt, 13. Een glas in de kerke te Beusichem, mette capittels wapenen. III.
BULLA INDOLGENTIARUM LEONIS X.,
1519.
Leo, episcopus servus servorum Dei, universis ChristiGdelibus praesentes literas inspect
turis, salutem et apostolicam benedictionem. Regis eterni, cujus manifestissima pietas tanta nobis divinae gratiae dona profudit, quod ad vitae supernae gloriam vocandis mortalibus, non solum prophetarum oracula ac praecedentium patrum exempla pariter et documenta praebue-r runt, sed et ipsa Veritas ejus, sanctus unigenitus filius, dominus noster, Jhesus Christus, de summis coelorum ad ima pro generis humani salute descendens, mortalitatis nostrae carne assumpta, visibilis et corporalis apparuit, eoque nascente, nutnerum, quos sua justificaverat |
|||||
L71
|
|||||
gratia, ampliare dignatus est, vices (licet inmeriti) gerentes in term, ac pia ipsius officia
et actiones imitantes, ad ilia curis vigilamus assiduis, studiisque indefessis innitimur, per quae, nostrae provisionis ope, universi orbis ecclesiae, praesertim ad ejus, qui de sterilis matris utero natus, a Deo missus fuit, cui nomen .erat Johannes, et quo (juxta verbum Domini) inter natos mulierutn nullus surrexit major, quique ipsum dominum digito mirifice monstra- vit, laudem dedicatae reparentur, et nova ejus in coepta aedificia perficiantur; Universis quo- que curae nostrae creditis, talia favorabiliter concedimus, per quae in praesenti vita, piisintenti operibus, puris mentibus, Altissimo gratum reddere famulatum, et ad eternae claritatis sine fine visionem fideliter valeant pervenire, ac ea, quae propterea sunt concessa, ut firma perpetuo et illibata persistant, libenter cum a nobis petitur, apostolico munimine roboramus. Cum ita- que, sicut accepimus, ecclesia sancti Johannis Traj., cujus dilectus filius Johannes Ingenwinekel, literarum apostolicarum de majore praesidentia abbreviator et familiaris noster, praepositus existit, et quae ante quadringentos quinquaginta annos, per, bonae memoriae, Barnoldum (.'), tunc episcopum Trajectensem, fundata extitit, prae nimia vetustate facta sit penitus ruinosa, et dilecti filii, decanus et capitulum ejusdem ecclesiae, nuper ad illius restaurationem inten- dentes, novum chorum inceperint in ilia aedificare; sed ipsius ecclesiae facilitates, etiamsi omnes ad ejus fabricam converterentur, ad dictae ecclesiae debitam restaurationem, et dicti chori perfectionem, vix et forsan nequaquam suppetant: sintque propterea ChristoGdeliuni subsidia ad praemissa plurimum necessaria, et in inchoatione dicti novi chori, in concavitate summi altans in antiquo choro inventa sit quaedam cistula plumbea, in qua quamplures et diversaeSanctorum reliquiae reconditae erant, et quam, bonae memoriae, Fredericus etiam tunc episcopus Traj., per venerabilem fratrem nostrum, Jacobum, episcopum Ebronensem, suum in pontificalibus vicarium, soleinniter ac decenter aperiii fecit, ac dictas reliquias, more aliarum reliquiarum coli ac venerari, auctoritate ordinaria decrevit, nee non omnibus christifidelibus vere poenitentibus et confessis, qui ad usum fabricae dicti novi chori, seu ad ornamenta dictarum reliqiuarum quoquomodo manus porrigerent adjutrices, quotiescunque et quandocunque hoc facerent, indulgentiam quadraginta dierum concessit; Nos decretum et indulgentiam Frederici episcopi hujusmodi, nee non quascunque alias indulgentias et gracias dictae ecclesiae, tarn apostolica, quam dicta ordinaria autnoritatibus quomodolibet concessas, eadem apostolica authoritate, tenore praesentium conflrmantes et approbantes, ac cupientes, ut dicta ecclesia, ad quam, sicuti etiam accepimus, dictus Johannis, qui etiam no- tarius et scriptor, ac continuus commensalis noster existit, singularem gerat devotionis affec- tum, ad Dei laudem debite restaurari, et dictus chorus ad perfectionem deduci celeriter possit, ipsaque ecclesia et reliquiae congruis frequententur honoribus, et a christifidelibus in debha veneratione habeantur, et fideles ipsi eo libentius devotionis causa ad eandem confluant et ad restaurationem ac perfectionem hujusmodi manus promptius porrigant adjutrices, quo ex hoc ibidem dono caelestis gratiae uberius se conspexerint refectos, de omnipotentis Dei misericordia, ac beatorum Petri et Pauli apostolorum ejus authoritate confisi, omnibus et sin- gulis utriusque sexus Christifidelibus undecumque existentibus, vere poenitentibus et con- fessis , seu confiteudi propositum habentibus, qui in nativitatis et decollationis S. Johannis Baptistae, ac dedicationis dictae ecclesiae festivitatibus, a primis vesperis usque ad secundas vesperas festivitatum earundem inclusive, nee non quadragesimalibus, aliisque cujuslibet anni temporibus et diebus stationum Basilicarum et ecclesiarum almae urbis, ecclesiam S. Jo- hannis praedictam devote visitaverint, et ad praemissa manus adjutrices porrexerint, ut om- nes et similes indulgentias ac peccatorum remissiones, etiamsi plenariae existant, aliasque gratias spirituales, tam pro se ipsis vivis, quam per modum suffragii pro defunctis, pro quibus et quotiens id fecerint, consequantur, quas consequerentur et consequi possent, si 22*
|
|||||
172
|
|||||
singulis stationum diebus et aliis temporibus, singulis etiam septera princ.ipales et b. Mariac
de Populo intra et extra muros facerent, quae ad lucrandum indulgentias hujusmodi requi- runtur, auctoritate apostolica praefata, earundem tenore praesentium indulgemus. Et at Christifideles ipsi divinae Majestati acceptiores et ad indulgentias et remissiones hu-
jusmodi consequendas aptiores fiant, decano pro tempore existente dictae ecclesiae S. Jo- annis et capitulo praefatis, quoscumque presbiteros saeculares, vel quorumvis etiam mendi- cantium ordinum regulares in quorumcunque numero, de quo eis videbitur ad audiendum. confessiones dictorum Christifidefium, ad eandem ecclesiam sancti Joannis pro hujusmodi in- dulgentiis consequendis confluentiutn et confiteri volentium, singulis festivitatibus illarumque vigiliis, ac aliis diebus et temporibus praedictis deputandi, ipsisque presbiteris sic pro tem- pore deputatis eorundem Christifidelium confessiones audiendi, eosque et eorum quemlibet ab omnibus et singulis excommunicationibus, suspensionibus, aliisque sententiis, censuris ac poem's, de jure vel ab homine, quavis occasione vel causa latis, nee non sacrilegiis, inces- tibus, adulteriis, poenitentiarum injunctarum, jejunioram et divinorum officiorum omissio- nibus, aliisque eorum peccatis, criminibus, excessibus et delictis quantumcunque gravibus et enormibus, etiamsi talia forent, propter quae sedes apostolica merito esset consulenda, et eorum absolutio eidem sedi reservata foret (casibus in bulla, quae singulis annis in die cenae Domini solemniler legitur, contentis, duntaxat exceptis) plenarie absolvendi, ac eis pro coni- missis poenitentiam injungendis; Nee non vota quaecunque per eosdem Christifideles pro tempore emissa (ultramar. visitationum liminum apostolorum Petri et Pauli praedictorum, ac sancti Jacobi in ComposteJla, nee non castitatis et religionis votis duntaxat exceptis) in alia pietatis opera ad subventionem fabricae dictae ecclesiae S. Joannis convertendi, commu- tandi, ac juramenta quaecunque, sine juris alieni praejudicio, eis relaxandi, ordinarii loci et cujusvis alterius liceutia desuper minime requisita, plenam et liberam, authoritate apostolica et tenore praesentium, facultatem concedimus ; districtius inhibentes eidem ordinario, nee non quibusvis abbatibus et conventibus et cathedralibus aliarumque ecclesiarum capitulis et per- sonis, nee non parochialium ecclesiarum rectoribus ceterisque personis, tarn ecclesiasticis quam saecularibus, cujuscumque status, gradus, ordinis vel conditionis aut praeminentiae existentibus, et quacumque dignitate fulgentibus, in virtute sanctae obedientiae et sub ex- eommunicationis latae sententiae in eorum singulos poena, a qua nonnisi a nobis et succes- soribus nostris, Romanis pontificibus canonice intrantibus (praeterquam in mortis articulo constituti) et satisfactione praevia absolvi possint; ne Johannem et decanum, capitulum, con- fessores et christifideles praefatos in praemissis aut circa ea quovis modo impedire, seu de illis se intromittere quoquo modo praesumant; et nihilominus universis venerabilibus fra- tribus nostris, archiepiscopis et episcopis, ac dilectis filiis abbatibus, prioribus, praepositis, decanis, archidiaconis et aliis personis in dignitate ecclesiastica constitutis, nee non cathe- dralium ecclesiarum canonicis, et eorundem archidiaconorum et episcoporum, olficialibus per apostolica scripta mandamus, quatenus ipsi aut aliquis eorum, duin et quoties fuerit pro parte Johannis, decani et capituli praedictorum desuper requisiti per se, aut alium seu alios, eisdem Johanni et decano et capitulo in praemissis efficacis defensionis praesidio assistentes non permittant ullos super praemissis quomodolibet molestari seu impeairi; contradictores quoslibet et rebelles authoritate nostra per censuras ecclesiasticas et alia juris oportuna reme- dia, appellatione postposita, compescendo, invocato ad hoc (si opus fuerit) auxilio bracbii saecularis et insuper Jegittimis per eos super his habendis servatis processibus, ut eos, quos censuras hujusmodi per eos pro tempore latas incurrisse constiterit, illas damnabiliter inci- disse declarare, et contra eos censuras hujusmodi, quotiens opus fuerit, etiam iteratis vici— bus, aggravare, eadem authoritate apostolica nostra, procurent. |
|||||
•
|
|||||
173
Ceterum, si per summariam informationem super his, per eos habendam eis constiterit,
quod ad loca, in quibus cotitradictores et rebelles hujusmodi pro tempore niorari contigerit, pro inbibitionibus, monitionibus vel citationibus eis faciendis, tutus non pateat accessus, vel coram copia commode haberi nequeat, archiepiscopis, episcopis et aliis praedictis, quatenus citationes, inhibitiones et monitiones quaslibet, etiam per edicta publica locis affigenda pnblicis et partibus illis vicinis, de quibus sit verisimilis conjectura , quod ad ipsorum ci- tandoram, inhibendorum seu monendorum notitiam pervenire valeant, exequantur et exequi faciant, authoritate apostolica et tenore praesentium indulgemus ac volumus, et praefata autho- ritate apostolica decernimus, quod citationes, inhibitiones et monitiones hujusmodi sic factae, perinde ipsos citatos, inhibitos et monitos existent, ac si eis personaliter insinuatae et intimatae extitissent praesenlibus, quas sub quibusvis similium vel dissimilium indnlgentia- rum et facultatum suspensionibus, revocationibus, limitationibus et modiiicationibus per quas- cunque alias indulgentias, fucultates et gracias, etiam in favorem fabricae Rasilicae principis apostolorum de Urbe, seu expeditiones contra infideles, vel pro quibusvis aliis etiam magis piis usibus, etiam cum quibusvis, etiam derogatoriarum derogatoiiis clausulis irrilantibus- que et aliis decretis ac declarationibus, per nos et sedem praedictam hactenus concessas et in posterum concedendas, aut constitutiones apostolicas et cancellariae apostolicae regulas nunc et pro tempore editas, factis et faciendis nullatenus comprehendi; et illis non obstantibus dictis christitidelibus omnino suffragan debere decernimus perpetuis temporibus valituris; non obstantibus, fe. re., Bonifacii papae VIII. praedecessoiis nostri, qua cavetur, ne aliquis extra suam civitatem et dyocesin, nisi in certis tunc exceptis casibus, et in illis ultra unam dietam a fine saae dyocesis ad judicium evocentur; seu, ne judices et conservatores a sede deputati praedicta, extra civitatem et dyocesin, in quibus deputati fuerint, contra quoscunque proce- dere, aut alii vel aliis vices suas committere praesumant, et de duabus dietis in concilio ge- nerali edita, quodque non nisi archiepiscopi, aut alii superiores in dignitate ecclesiastica con- stituti in conservatores deputari possint, et aliis apostoficis constitulionibus et ordinationibus ac dictae ecclesiae S. Johannis confirmatione apostolica vel quavis firmitate alia roboratis sta- tutis et consuetudinibus contrariis quibuscunque, aut, si aliquibus communiter aut divisim a dicta sit sede indultum, quod interdici, suspendi vel excommunicari non possint per literas apostolicas, non fccientes plenam et expressam ac de verbo ad verbum de indulto hu- jusmodi mentionem. Datum Roniae apud S. Petrum, anno incarnationis dominicae tnillesimo, quingentesimo decimo nono, tertio kalendas Martii, pontificatus nostri anno septimo. Sic subscriptum: Johannes Lervia. Item in plica sic erat subscriptum: J. Qdestenberch. Item in dorso sic erat scriptuin: pro ecclesia S. Johannis TrajecL, anno 1520 prima Maji. IV.
REGISTRUH THEODORICI HEFERJAN, IN FA.BRIGA, SUPER ANNO
XV=. VICESIMO SECUNDO. RECEPTA W (MTICIO STRUCTURAE PER ME THEOD. LlEFERJJN, SCP. AN. 1522, . .
REMKf. UfCHOANT. CSQ. REJ1IC. AK. REV., Z. T. CROMST. PRO IB. COMPDXATIS. Item recepi ex cisla indulgentiarum in ecclesia nostra, inchoan. a festo Remigii ann. prae-
sentb usque Remigii annorevol., de tribus extractionibus juxta cedulam notarii simul91 L. S| sc. |
|||||
monetae Trajecten. current., inde abstracto pro RJo dno Jo. Ingenwinckel, praeposito ec-
clesiae nostrae, sexto denario, qui se extendit ad 15 florenos 4 St. 9 alb. ejusd. monetae cur- rentis et usualis; manet pro fabrica 76 flor. 3 st. 9 alb. Et ista participatio pro eod. domino nostro praeposito durabit duntaxat ad decern annos, et
annus etc. vicesimus fuit primus. Item recepi, die undecima mensis Decembris, de vinalibus dni Gerardi Comans, admissi
\igore praesent. imperialium ad possessionem canonicatus et praeb. vacan. per mortem dni Egidii de Leeuwen, qui decesserat ex humanis, die prima mensis Junii etc., per manus dni Henrici Beyer, canonici ecclesiae beatae Mariae Trajecten., procuratoris dicti dni Ge- rardi Comans , quadraginta scuta Franciae, scuto aestimato pro 43jj st. Holl., fac. 860 L. Item loco specierum et vini malvalici, recepi 30 st. Holl., fac. 15 L. Item recepi ab executoribus testamenti praedicti dni Egidii de Leeuwen, confratris nostri, loco pallii et pro memoria sua simul juxta concordata de consensu capituli nostri summani septuaginta flor. monetae Traj. current., quae pecunia applicata est de beneplacito ejusd. capituli, ut postea patebit in expositis, ad virgarn argenteam, deferendam per scultetum ecclesiae nostrae, more aliarum trium ecclesiarum etc., fac. 560 L. Praeterea recepi ex argenteo confraclo recollecto ex sacristia, mediam marcham, taxatam
per Abell, aurifabrum, ad octo flor., fac. 64 L. Item recepi ab Ernesto de Ameronghen, camerario aggeris Leccae, sexaginta flor. monet.
Holland., quos capit. nostrum alias accommodaverat, quemadmodum alia capitula fecerunt, ad reparationem rupti aggeris praedicti, et hoc de pecunia dni Arnoldi Knoep, confratris nostri pro suppletione reddituum suorum redimibilium, quos habet ab ecclesia nostra, fac. 600 L. Item, recepi de legatis ecclesiae nostrae per Annam filiam Gerhard!, quondam famulam
dni Nicolai ftoenkyns, b. me., centum flor. monet. Traject. current., fac. 800 L. Item , recepi per manus domicellae de Lieuwendael de legatis ad fabricam ecclesiae nostrae
per personam, cujus nomen non expresserat, tres flor. cur. et 6 alb. usuales, fac. 24 L. 4 sc. Item, recepi a dno Anthonio, procure tore sancti Anthonii pro memoria Reverendi dni Theodori de S. Chamundo, abbatis monasterii S. Anthonii, ordinis S. Augustini Viennen. dioec. post obi turn ejusdem abbatis in ecclesia nostra singulis annis celebranda, summam tviginta scutorum Franciae, quae scuta propter venditionem meliorations donius dicti dni abbatis, stands infra emunitatem ecclesiae nostrae etc., solvere anticipavit pro 43| st. Holl., fac. 442 E. 10 sc. Item, pro praedictis triginta scutis Fra. jam receptis, capitulum nostrum respondebit post
mortem praedicti dni abbatis, pro memoria sua anniversaria, ad usum canonicorum atque sociorum in ecclesia nostra unum scutum Fra. aureum, sing, annis ministrandum. Idem, adhuc recepi a praedicto procuratore S. Anthonii, juxta condictum sive concor-
diam, factam per dominos deputatos nostros, decanum nostrum M. Wilhelum Heda, O. Mar- cam de Weess, praepositum Culemburgensem, Knjff, Lichtenberg, Waell, occasione ven- litionis praedictae meliorationis domus nostrae caustralis etc. quindecim flor. Renens. cur., flor. aestimato ad 29 monetae Holl., fac. 217 L. 10 sc. |
||||||
De diversis bonis.
Item, magister Johannes de Goch, olim dns Amelgardus Petri, de domo sua claustrali,
quam de gracia dominorum inhabitat, ad eakeos ooralium, ex. testamento dni Gerardi de K.i!~ lestevn. unum scutum Fra., fac. 11 L. 4 sc. |
||||||
175
Item, M. Balthasar Vroye, olira dns Gerlacus de Ainerongen, de catneris super Caetzam
usque ad revocationem dominorum, sex flor. ren. , fac 48 L. De areis, extractis ex minori camera.
Item, Henr. Gerardi Nobell, olim Theod. Zass, de una area prope de Volrebrug dicta
die Trouive, 2 L. 11 sc. 4 g. Praedictae duae domus commutatae pro domo, dicta 'I kyndekyn cum Gbysb. Thomae,
seer, civitatis. Item, Ghysb. vander Haer, olim NicolausKelelaer, de domo sua in die cleyn Jaeopinen
slraet 2 loot, argent., 't loot hoc anno pro 11 st. 1 d., fac. 11 L. 2 sc. 5 g. Item, Elysab., relicta Adriani vd. A, olim relicta Petri Block et relic ta YVilhelmi Reyneri,
de domo sua dicta Muizenborch by die corenmaret etc., 21 L. De areis in civitate et pane sabn° (!), et primo de areis in Novo Campo juxta
plateam albarum dominarum in die Middelstraet, a parte orientali. Item, dns R»°* Trajecten. de stabulo suo, 3 L. 12 sc.
Item, Fraterculi S. Willebrordi, olim Johannes vander Borch, 39 L. 17 sc. 6 g.
Item, duo Jo. Purtyck, olim dns Gerlacus Brunoiiis, etc., 4 L. 16 sc.
Item, conv. dom. alb., olim Alphardus de Liesvelt, vie. eccl. b. Mar. etc. 11 L. 2 sc. 6 g.
Item, relicta Auto, lloecbstratcn , olim M. Splinter Crabbe, etc., 4 L. 16 sc.
De areis ab occidentali parte praedictae plateae.
Item, dns Johannes Gruter, viearius ecclesiae majoris Trajeoten. de domo quondam
septem sororum etc., 32 sc. Item, dicta domus quondam septem sororum jam reparata et reaedificata propriis sumpti-
bus et expensis dicti domini Jobannis Gruyter; concessa est per literas capituli dicto domino Jo. ad vitam suam, et, post mortem suam, ad vitam Johannis et Mariae, prolium suarum naturalium, et Henrici, filii Rodulphi de Gruyter, et, post mortem istarum quatuor per- sonarum, dicta domus devolvetur ad usus pauperum, secundum dispositionem capituli nostri. De areis, situatis in Novo Campo, retro areas S. Petri, ab Occident, parte prae-
dictae plateae in die Sceidelstraet. Item, Nycol. Engberti, olim Ja. die beeltsnyder, etc 8 sc
De areis, situatis in. die Amboehtstraet, a parte occidentali.
Item, Hospiu S. Barbarae et Christina vander Heyde, olim cubicukrius dni archidiacoui
Traj., 20 s. civ., fac. 32 sc De areis inter plateam officii et novum fossatum.
De areis, situatis in piatea Minorum prope eapellam S. Joannis.
Item, Jacobus Ley, olim Egidius de Kover, de domo, dicta: die Duve, 10 sc.
De areis, situatis intra emunitatem nostram, et portam albarum dominarum.
Item, dns Joannes de JAenesse de Wulven, miles, olim Theod. de Zujlen, miles, de censu
domus suae etc, 1 L. |
||||
17G
De areis super Oudlvicam. De areis super Oudlvicam a parte occidental!.
|
||||||||||
De areis, situatis extra portam albarum dominarum ab aquilone viae lapideae.
. • * . • • • •
De areis in vico S. Johannis, retro dictas areas.
Item, Zanderus Henrici, pistor, et Gher. Ysaacx, molendinarius, olim Theodoricus de
Vyanen et Corn. Wilhelmi, de molendino, metten molenwerff, et cum una portiuncula terrae in agro, in opposito s. Crucis, etc., 22 L. 5 sc De areis, situatis juxta dictam viam ad Singulurn austral., ante portam Alb. dom.
|
||||||||||
De areis, situatis inter terras dominorum S. Petri superius et inferius in striata
via descendendo a via lapidea ad Singulurn. Item, Henricus Mom, apothecarius, olim Johannes Boemhouvver hered., 11 L. 2 sc. 6 g.
Item, Jo. Wilhelmi, in die Aep, apothecat ius, dim Wilhelmus pater ejus hered. 16 L.
13 sc. 9 g. Item, Nic. Wemmer, apotkecarius, olim Anto. Bleeflant etc 13 L. 18 sc. 1 g.
Item, Hear. Wouw, die clockegieter, olim relicta Wilhelmi de clockegieter de duabus
areis, dictis, clockehuys, hered. etc, 36 sc 5 d. De areis, situatis in dicta via a parte orientali.
Item, Phil. Gothofridi olim- Henr. Jacobi de areis dictis Enghelenborch etc, 77 L. 17 s. 6 d.
De areis, situatis in lata via S. Joannis a parte occidentali descendendo a via
lapidea versus Singulurn, Item, Hospitale Sanctorum Stephani et Sebastiani de quinque areis etc. kk L. 10 s.
De diversis bonis in Vena et alibi.
De bonis prope Gillenbrugghe,
|
||||||||||
EXPOSITA DE PRAEMISSIS.
Item, ad vestimenta novem choralium ac M. Jo. Voss, succentoris, simul5l ulnas panni
viridis colons, qualibet ulna computata ad 21 s. Holl., fac 535 L. 10 sc Item, pro rasura panni praedicti de qualibet ulna sex alb. usuales, fac. 10 L, k sc.
Item, pro foderatura btaardi M. Jo. Voss, succentoris nostri. septem ulnae panni lane!
albi, quaelibet ulna empta pro novem stuferis monetae Traj. curren., fac. 25 L. 4 sc. Item, pro foderatura tabardorum novem choralium hoc anno ex gracia dominorum ex
m
|
||||||||||
177
panno albo simul 26 ulnas cum quartario, qualibel ulna computata pro novem St. monetae
suprad., fac. 94 L. 10 sc. Item, Brunoni, sartori, de factura tabardorum ac caputiorutn cum liripendiis novem
choralium ac de factura labardi succentoris praedicti, de quolibet quinque stuf. monetae nostrae Traj., fac. 20 L. Item, solvi D. Jo. Ghjsberti, succentori dextri lateris, et Henrico Nobell, organistae, cui-
libet eorum loco tabardi sex flor. B. curren., fac. 96 L. Item, post electionem camerariorum, loco refectionis, ministravi canonicis praesentibus,
videl. Amerongen, Lieverjan, Knjff, Ni. Medenblick, Lichtenberch, Doernick, Knoep , Gerlaco, Insulis, KunretorfF, Balthazar, Waell, Ja. Medenblick, Haerlem, Hellinck, Boeck et secret, capituli, cuilibet unam quartam vini Ben., quarta pro 4 st. monetae nostrae cur- ren., fac. 17 L. 4 sc. Item, portatoribus et tenentibus saooos una cum cerevisia, 14 L. 8 sc.
Item, chori sociis et officiantibus numerol8, videl.: Jo. Petri, Graeff, Bjlaer, Maern, Frie.
de Waell, Jo. Ghjsberti, Portjck, Lantscroon, Breda, Jacobo Johannis, Zulen, Hejcop, Custodi," Rectori, Voss succentori, organistae, Rycoldo et Kessell, scultetis nostris, pro quo- libet praescriptorum mediam quartam vini Ben., quarta computata, ut supra, fac. 13 L. 8 sc. Item, solvi Brunoni, sartori, pro novo vexillo dedicationis, van root taken ende witte
vesteyn , juxta cedulam etc., 27 St. 9 d., fac. 11 L. 2 sc. Item, solvi Henrico Loeifridi, calcifici, 9 paria calceorum choralium ecclesiae nostrae, de
festo dedicationis, pro quolibet pari 3} St., fac. 12 L. 12 sc. Item, in profesto 1100 Virginum capitulum nostrum invitatum in domo Antonii Beeflant,
solvit vinum ibi polatum in prandio 6 (?) et 15 quartas vini Benen., quarta 4 St., fac. 24L. Item, pro quibusdam ramis quercinis ad festum dedicationis ecclesiae nostrae, per Lamb.
Henrici Loeffridi hac vice dispositis, etc., 20 sc. Item, in eod. festo dedicationis Rdus pater D. Jacobus Bidder, episc. Ebronensis, cantavit
swmmam missam in ecclesia nostra, unde postea propinatae fuerunt P. suae ex parte capituli nostri sex quartae vini Ben. etc., 9 L. 12 sc. Item, solvi den geelgieter de puriflcatione candelabrorum et aliorum vasorum aeneorum
in festo praedicto, etc. 4 L. Item, ultima Octobris, solvi novem choralibus etc., 54 L,
Item, Joanni Ghjsberti, succentori, etc. 20 L.
Item, Joanni Voss , succentori, etc., 15 L. 8 sc.
Item, Henr. Nobell, organistae, 30 st. fac. 12 L.
Item, altera mensis Novembris, in die animarum, solvi pro mingelino vini Maivatici, potato
tempore sacrificii in summa missa, tres stuf. Holl., fac. 30 sc. Item, solvi custodi ecclesiae nostrae pro compulsatione semel facta ex commissione capituli
nostri pro domino Arnoldo Bokelaer, canonico majoris ecclesiae, 15 St., fac. 6 L. Item, ministravi quatuor senioribus choralibus ecclesiae nostrae de psalterio M. Arnoldi
Bockelaer, praedicti, quatuor phillippos, fee. 26 sc. 8 d. Item, solvi Henrico Loeffridi, calceatori, 9 paria calceorum novem choralium nostrorum de
festo sancti Nicotai, pro quolibet pari 4| St., fac. 12 L. 12 sc. Item, episcopo choralium pro legibus suis ex parte praebendarum Kyespenninck et Miletis
de qualibet praebenda 2 St., fac. 32 sc. Item Wesselo, uni ex inferioribus famulis civitatis, de pensione sua pro custodia cimeterti
per totum annum, 6 L. Item, solvi Aleidi Clivis, praesente custode ecclesiae nostrae, de multis cingulis diversi
III. 23
|
||||
178
|
|||||
generis, rnagnis et parvis ad albas oruamentorum, tam dominorum quam etiam aliorum mi-
nistrorum et servientium in sacristia etc., 10 L. 16 sc. Item, solvi clamaloribus vini, die Lunae post festum epiphaniae dni, juxta antiquam
consuetudinem etc., 20 sc. Item, dno Petro de Haerlem, qui in octava epiphaniae cantavit in aquila evangelium •.
Qui fuit, una quarta vini musti Ren., 36 sc. Item, die 12 mensis Februavii, assignavi Henr. Textori, nuncio, qui accepit literas a ca-
pitulo nostro deferendas Rio nostro praeposito, dno Jo. Ingenwinckel in Colonia etc., 3 L. Item, den ptjnres op die Backerbrugge, pro eorum carnisprivio, juxta consuetudinem etc., 20 sc. Item, in festo sancti Matthiae apostoli, solvi cuidam nautae, qui adduxit ex Leiderdorp
centum arbores novellas quercinas, plantandas in cimiterio nostro, 8 L. Item, ex beneplacito capituli solvi postea cuidam fratri laico conventuali regularium in
Leiderdorp pro praediclis centum arboribus quercinis, de qualibet unum stuf. monetae Holl., ad usum praescripti conventus et pro bibali dicti fratris laici effodientis, 6 St., fac. 53 L. Item, solvi Wilbelmo de Resell, sculteto nostro, misso pro praedictis arboribus in Lei-
derdorp , de dietis suis et de aliis requisitis, vulgariler van staken meltie planken aen die bomen geset op ons kerkhof, om te moghen bliven slaen, juxta cedulam suam etc., 30 L. Item, Henr. Loeffridi, qui effodit foveas, atque plantavit dictas arbores ad aliquot dies in cimeterio nostro una cum adjutoribus suis, etc., 11 L. 2 sc. Item, die 14 mensis Martii, misi per Jo. de Platea ad manus M. Theodorici de Malsen ,
nuncii capituli nostri, ad usum M. Anto. Venroidt, qui mittebatur ex parte trium statuum ad ducem Gelriae in factis ruterorum ejusd. ducis, devastantium villagia hujus patriae no- strae inferioris etc., tres flor. Holl., fac. 30 L. Item, exposui ad meyngeldt in venditione unius arboris in cimeterio nostro, prope murum
noviter constructum per Anto. Beeflant in area sua etc., 2 L. 18 sc. Item, solvi duobus laboratoribus, qui laboraverant circa dictam arborere, antequam ex-
poneretur venditioni, ut evellerent earn radicitus e terra etc., 6 L. Item, niartis post judica, missus fuit Henr. Loeffridi, nuncius, cum Uteris capituli nostri
deferendis dno decano in Antverpia existenti, quatenus comparere vellet hie apud nos, ad recipiendum dn. nostrum praepositum ex urbe Roma venientem etc., et dictus nuncius noster fuit absens pluribus diebus, unde solvi eidem pro ista reysa sua, duos flor. \%\ st. Holl., fac. 26 L. 5 sc. Item, M. Anto. Venrodt, can. b. Mariae Traj. denuo missus fuit apud Ducem Gelriae
in facto ruterorum, ut supra, unde pro qualibet ecclesiarum juxta cedulam Wilh. de Trajecto ntr., 39 st. Holl., fac. 19 L. 10 sc. Item, pro 12 quartis vini Renen., potatis sub officio mandati in coena domini; item, se-
niori canonico presbytero in absentia decani, lavanti pedes ; item, canonioo hebdomadario , cappa serica induto diacono legenti sermonetn evangelii hodierni, subdiacono porlanti cru- cem; item, provisori chori, et duobus canonicis ecclesiae nostrae, qui ornati dalmaticis affuerunt hodie in oonsecratione crismatis, pro quolibet una quarta vini Ren., quarta com- putata hoc anno pro 3j St., fac. 26 L. 12 sc. Item, nova virga argenlea, ex mandato capituli nostri perAbell, aurifabrum, fabricata,
deferenda per scultetum nostrum, more aliarum trium ecclesiarum, ponderans in argento, tres tnarcas et unam unciam, marca computata pro sedecim floren. monetae nostrae Traj. curren., habet etiam in auro in locis suis, ubi dicta virga argentea deaurata est, duo no- bilia Anglicana Regis Henrici, facientia undecim flor, et quinque stuv, monetae praedictae. |
|||||
J
|
|||||
179
Item, pro factura istius virgae, ad manus Abell, aurifabri praescripti, M. Ja. de Lichten-
ierch, ad hoc opns deputato, viginti septem flor. et quinque stuf. ejusd. monetae curren. fac. simul 708 L. Item, solvi ad manus custodis, pro figura columbae ex ligno formata, ad festum S. Spiri-
tus in ecclesia nostra, 10 St., fac. 4 L. Item, solvi pro nonaginta sepibus, vulgariter voor 90 tuynen ad novellas arbores quercinas
in cimiteric nostro plantandas, pro qualib. sepe, 1 st. et 9 alb., fac. 63 L. Item, adhuc pro tribus sepibus, vulgariter voor 3 tunen aen die doomboomtjes, de
qualib. sepe, ut supra, 2 L. 2 sc. Item, solvi Egidio Henrici de octo dietis suis, quibus laborando aequavit et mundavit
cimiterium etc. II L. 4 sc. Item, solvi Eg. Henrici, qui mundavit ante festum paschae ecclesiam nostrani superius et
inferius, nee non totum ambitum, domum capitul., sacristiam et librariam, 6 L. Item, solvi den scoorsteenveger, sonder ledderen, qui purgavit caminum in domo, 16 sc.
Item, in coena domini, pro 40 magnispanibus albis, mandates dominorum vocatis etc., 130 L. Item, pro parvis panibus albis, s. cuneis ad usum choralium et scolarium etc., 13 L. 5 sc. 4 d. Item, fratri Francisco, ord. praed., pro sermone facto ad populum in nocte parascheves
de passione, et in die sanctae paschae de resurrectione domini, in ecclesia nostra, ex in- stitutione dni Theoderici de Wassenaer, quondam praepositi nostri, unum scutum antiq. fra., 21 L. 15 sc. Item,, solvi cuidam fratri kico, misso per priorem Carmelitarum in Trajecto ad haben-
dum more antiquo, 3 L. Item, dominica Jubilal. capitulum nostrum dono misit per YVilh. Kessell, cuidam succen-
lori, in ecclesia majori celebranti primitias suas, unum flor. etc., 8 L. Item, dominica Cantate, ipso die inventionis S. crucis, capitulum nostrum misit per Kes-
sell, scultetum, ad primitias in ecclesia praedicatorum, unum flor. etc., 6 L. 10 sc. Item, in S. penthecostes, ultima mensis Maji, capitulum nostrum propinavit in coena Rdo
dno, Jo. Ingenwinckel, praeposito nostro, primo adventanti apud nos et apud ecclesiam suam, quatuor amphoras capitulares vini Ren., contin. duodecim quartas, qualibet quarta computata ad quatuor st. monetae nostrae Traj., fac. 19 L. 4 sc. Item, quarta mensis Junii, in die Venerabilis sacramenti, capitulum nostrum habuit
Rdum dominum nostrum praepositum in prandio invitatum, in domo domini nostri senioris de Amerongen, ubi aderant omnes capitulares nostri, D. Henricus Ben, can. majoris eccle- siae, et omnes, qui fuerunt de familia dni nostri praepositi. Aderat etiam validus et strenuus vir, Henricus de Massereel, vasallus censualis domini praepositi de bonis in Balgoy, una cum conjuge sua et filia, et sic de aliis. Erant paratae quatuor mensae quadratae, tres mensae in aula et una in camera pro invitatis ad quadraginta personas. Mensae quoque replebantur semper usque ad summum multis atque diversis ferculis preciosis, arte et industria magnifice Anto. de Bevelant subordinatis, de consilio dominorum magistrorum coquinae Lichtenberch et Kunretorff. Propinatum etiam fuit in fine convivii vinum, vulgariter dictum, Ypocras mil Tregy ende Suykerkoeken etc. Item, in coena venerunt invitati omnes vioarii atque offi- ciati ecclesiae nostrae; et, coena facta, reliquiae ministratae fuerunt pauperibus etc. Unde solvi, de scitu magistrorum coquinae, ex voluntate dominorum. pro singulis habitisin praedicto solenni convivio omnia juxta tenorem cujusdam cedulae, pro majori parte de manu uxoris Antho. Bevelant conscriptae, una cum centum et novem quart, vini Renem, in prandio et in coena potatis, nee non pro laboribus domicellae Aleydis, filiae praedicti Anto., et pro aliis 23*
|
|||||
180
|
|||||
cuiialitatibus in coquina ac pro Wilhelmo coco, ende voor die stadlrompers, qui triumphando
iuserant ad singula Viminia{T) etc., simul octuaginta septem floren. et novem stuv. monetae nostrae Traj. usuales, fac. 699 L. 12 sc. Item, sub praedicto convivio fuit per dominum nostrum senioretn de Amerongen, astan-
tibus magistris coquinae praescriptis, nomine totius capituli exhibitus quidam cyphus argen- teus, in locis suis deauratus, cum insigniis Ingenvvinckel, habens in pondere argenti quatuor marcas, sex uncias et 12| Engels, qualibet marca, computata pro sedecim florenis monetae Traj. curren., et in auro tenuit tria nobilia Anglicana Regis Henrici cum uno equite comitis Holl. de pondere, facientia decern et novem flor. et decern stuv. monetae curren. supradictae. Item, pro factura praedicti cyphi ad manus Abell, aurifabri, viginti quatuor flor. et quin- decim stuv. ejusd. monetae. Et praedictus cyphus donatus fuit per capitulum nostrum Rdo dno nostro praeposito praescripto pro multiphariis benefactis atque servitiis ecclesiae no- strae impensis etc., quern cypbum plenum vino idem dns praepositus laetus ebibit et singuli invitati post eum. Et similiter factum fuit in coena per vicarios et officiatos. Facit pro toto cypho simul centum vigint. et unum flor. cum 10 St. praedictae monetae Traj. curren., iacien. ulterius 972 L. Item, solvi Wilhelmo, vaginifici pro custodia , sive coopertorio praedicti cyphi ex corio
aptato, 23 st. Holl., fac. 11 L. 10 sc. Item, noch betaelt in die Wittevrouwenstraet 3| L. speks, by meester Willem, ons
cock, aldaer doen halen ende indie maeltyl voorscr. verbesicht ende in die cedule nyel gescreven, en was voor elke pont 1 st., fac. 28 sc. Item, dominica octava trinitatis, septima Junii, capitulum propinavit domicellae de Heu-
kelum in conventu S. Servatii prandenti, quatuor amphoras capitulares, continentes 12 quar- tas vini Renensis, quarta de 4 st., fac. 19 L. 4 sc. Item, die dominica, 14 hujus mensis, de beneplacito dominorum, Wilh. de Kessell,
scultetus noster, deputatus ad primitias unius succentoris in ecclesia S. Salvatoris, obtulit ex parte capituli nostri etc, 6 L. 10 sc. Item, dedi campanario nostro pro compulsatione, semel duntaxat facta, ex beneplacito
dominorum, in die sepulturae et exequiarum honestae domicellae, Nicolaae, filiae Adnani de Gheer, uxoris Anto. de Bevelant etc., 6 L. Item, solvi den gheelgieter pro mundatione candelabrorum et vasorum aeneorum in ec-
clesia nostra circa diem fest. nativit. S. Joannis Baptistae , patroni nostri etc., 3 L. Item, solvi Paulo Latorao, vicino nostro, de reparatione pontis nostri prope domum
Luchtesteyn circa aquas pro se et famulo etc., 4 L. Item, mulieri, dictae kelelmoeder 7 quae extraxit urticas ex cimiterio ende mede die straet
ghewiet heeft, etc. 20 sc. Item, in vigilia nativitatis beati Johannis, patroni nostri, solvi ad manus custodis pro
ramis quercinis etc., 3 L. Item, altera nativitatis beati Joannis, in domo nostra capitular! praesentibus M. Jacobo de
Lichtenberch et Wilh. de Kessell, solvi dno priori conventus in Yselstyn, ord. cisterc, pro uno vitro, in ambitu ecclesiae per capitulum nostrum alias donato, 10 flor., etc., fac. 100 L. Item, capitulum nostrum propinavit dno officiali Coloniensi, coenanti infra emunitatem
ecclesiae b. Mariae Trajecten. apud D. Albertum ducem Passoviae, praepositutn Coloniensem et canon. Traj., sex quartas vini Ren., quarta de tribus stuv., fac. 9 L. Item, octava Julii, solvi deputatis per consulatum Traj. pro mundatione fossati infra emu-
nitatem ecclesiae nostrae, solitas leges etc., 12 L. Item, cuidam laboratori, qui mundavit capellam sanctae crucis iu ecclesia nostra, propter
|
|||||
181
|
|||||
postttonem lapidis super sepulchrum senioris Nicolai de Bazjn, fratris Reverendi Patris do-
inini episcopi Caesariensis etc., 16 sc. Item, ead. die, ministravi quatuor choralibus senioribus de psalterio dni Abrahae de Le-
wenberch, can. maj. ecclesiae Traj. etc., 26 sc. 8 d. Item, in festo stationis nostrae, Rdu8 Pater, dns Jac. Ridder, episc. Ebronensis, canta-
vit summam missam in ecclesia nostra , et, quia Paternitas sua fuit bodie in prandio cum prae- latis ac superioribus trium statuum, in magno numero upud R. D. nostrum praepositum, sic postea alio die propinatum fuit P. suae ex parte capituli nostri vinum dari consuetum, de sex quartis, quarta de 4 stuv., fac. 9 L. 12 sc. Item, septem dormientium, M. Johannes de YVaell, confrater noster, exposuit in mensa
Rdi dni nostri praepositi, de consensu et beneplacito dominorum capitularium ibidem prae- sentium, ad usum cujusdem Juvenis, e familia dni decani nostri, dicti Lantgen, ad mensam cantantis atque ludentis, in ornamentum almuoii sui, unam coronam regis Franciae, fac. 20 L. Item, in festo b. Mariae Magdalenae, conclusum fuit in capitulo generali, quod deputati
trium statuum proficiscerentur in Rkenen, ad dietam conceptam cum Gelrensibus, in facto invasionis patriae nostrae Transysulanae etc., unde exposui ex parte ecclesiae nostrae ad ma- ims dni Anto. de Venrode, duos flor. Philip., flor. computato ad 25 stuv. HolJ., fac. 25 L. Item, altera Magdalenae, solvi, Balthasar, famulo dni nostri, senioris de Ameronghen, de
vino potato per invitatos in domo dni sui, ultra vinum propinatum, propter processionem per consulatum Traj., et cum bibali dicti famuli, simul 13 stuv., fac. 5 L. 4 sc. Item , dns Fre. die Coninck, deputatus cum aliis ex parte et de gremio trium statuum, ad
secundam dietam in opido de Renen cum deputatis ducis Gelriae, ibi conceptam, adhuc in priori negocio invasionis patriae Transysulanae, reeepit a qualibet quinque ecclesiarum , duos flor. Phil, aur., fl. computato ad 27 stuv. Holl., fac. pro ecclesia nostra, 27 L. Item, dominica, die nona mensis Augusti, Willi, de Kessell, scuketus noster, deputatus
per dnos ad primitias unius suocentoris in ecclesia Traj., filii Hermanni Vterwjc, obtulit in altari, nomine capituli nostri, duos flor., etc., fac. 12 L. Itam, die 12. mensis Augusti, donavi, nomine capituli, nuncio Sagittariorum extra por-
tam Albarum dominarum, deferenti caputium etc. 4 st., fac. 2 L. Item, in die S. Barthol., apostoli, quando praedicti sagittarii fuerant cum rege eorum in
prandio etc. Mr. Balthasar Vroye, can. noster deputatus, nomine ecclesiae nostrae, donavit ibidem duos flor. etc. quolib. de 13 st. Holl., fac. 13 L. Item, ad reformationem solarii, s., testudinis, in camera super Caetzam, quae consuevit
esse ad usum notarii capituli nostri, pro requisitis et dietis simul 19 st. 6 wit, fac. 11 L. 16 sc. Item, capitulum nostrum donavit cuidam Jistulatori et joculatori, virgifero ecclesiae
sanctae Victoris Xanctensis , qui dicebatur Joannis Galli, quoddam monile argenteum, jmagine b. Jo. Baptistae ac Uteris impressum, vulgariter, een sulvcren span op %yn borst, juxta exemplar dominorum capituli S. Petri Trajecten., qui eidem fistulatori, simile monile argen- teum per.....ob honorem Rdi Patris Jo. Ingenwinckel, praepositi nostri, donaverant etc., fac. juxta cedulam Abel], aurifabri, 4J loot argenti cum medio quartario ac pro auro et
factura simul 7 gl. 6j stuv. curren., fac. 58 L. 12 sc. Item, solvi ad manus uxoris Wilhelmi de Jutfaes, vitrificis, de tribus vitris per capitulum
nostrum donatis extra portam Albanarum dominarum, quorum duo vitra stant in cameris aedificatis in fundo nostro in opposito S. cruris, et tertium vitrum in domo noviter aedifi- cata super aream nostram, olim vocatam Engellenborch, prope cingulum, quam aream in pactu habere consuevit Philippus Godefridi etc., quolibet trium vitrorum aestimato ad 15 stuv., cur., fac. 18 L. |
|||||
182
|
|||||||
Item, Wilhelmo filio Hermanni inden Anker, de redditibus suis vitalibus, ex parte quin-
que ecclesiarura Traj., pro jucundo ac laeto nuncio electionis dni Adrianide Trajecto, card. Derthus. in summum pontificem, juxta tenorem literarum, sigillis quinque ecclesiarum prae- dictarum sigillatarum etc., solvi pro rata ecclesiae nostrae duos flor. monetae Hoi!., fac. 20 L. Item, die veneris, quarta mensis Septembris, ex beneplacito dni nostri Senioris, instante
confratre nostro Doernick etc., donavi cuidam monacho Indiano, ord. S. Benedicti, petenti eleemosynam, propter Deum etc., 28 L. Item, solvi pro mundatione amphorarum capitularium futuro officiato fabricae assignanda-
rum etc., 20 sc. Item, solvi conventui Albarum dominarum solitas leges annuas etc., 20 sc.
Item, duobus heemradis aggeris Leccae ex parte ecclesiarum Traj. ad annuam pensionem.
pro quota ecclesiae nostrae, duo scuta etc., fac. 43 L. 10 sc. Item, solvi custodi ecclesiae nostrae de pulsu ad primam missam, singulis diebus post ma-
tutinas et de appensione vestium in 40*, et sic de aliis, quae ordinarie ex fabrica annue levare consuevit, juxta cedulam etc., 22 L. 13 sc. 3 d. Eidem custodi de extraordinarie per eum expositis pro restibus et corrigiis campanarum ad
pulsandum et baurizandum, pro lampadibus et sic de aliis, juxta cedulam etc., 16 L. 3 sc. Item, solvi Henrico Loeffridi, calcanti organa, de pensione sua per totum annum tres
florenos, fac. 24 L. Item, pro oblalis per totum annum, juxta cedulam et dicam 6000, quolibet millenario
8 st., fac. 19 L. 4 sc. Item, pro vino celebrantium per totum annum aliato ex domo Anto. Bevelant, simul 91
quartas, juxta dicas diversi pretii etc., quarta taxata ad quatuor stuv., etc., fac. 145 L. 12sc. Item, matronae choralium ecclesiae nostrae de salario suo annuo ac de lotione albarum
mapparum et sic de aliis, juxta cedulam suam decern flor. etc., fac. 74 L. 16 sc. Item, Nicolao Egberti, pro mundatione domus Venerabilis Sacramenti, hoc anno 15 St., fac. 6L.
Item, solvi Theodoro Nicolai, ligatori librorum, de nova ligatura registrorum ecclesiae no-
strae per industriam M. Joannis die Waell, confratris nostri, quondam secretarii capituli, et pro ligatura libri provisionis choralium, juxta cedulam etc., 53 L. 11 sc. Item, postquam feci computationem meam in fabrica de anno elapso vicesimo primo, vene-
runt domini mei invitati ad prandium in domo mea una cum notario et sculteto, et potatae fuerunt in vino musto viginti duae quartae etc., 35 L. 4 sc. Item, pro scriptura hujus registri, 16 L.
ExPOSITA IN FACTIS INDUIGENTIARUM, ANNO XXII. REMIGII INTRANTE.
Item, assignavi Henrico Loeflredi, nuncio nostro, qui affixit viginti cedulas impressas in-
dulgentiarum nostrarum, una cum insigniis Leonis X. valvis ecclesiarum et portis civitatis, pro laboribus suis ac expensis farinae pulmentariae simul quinque st. Holl., fac. 2 L. Item, custodi ecclesiae nostrae, juxta ordinationem capituli pro pulsatione magnae campa-
nae ac baurhatione de mane post matutinas et de sero post completorium in stationibus ur- bis Romae, quae observantur in ecclesia nostra, cum erectione crucis etc. per totam qua- dragesimam, in festo paschali, pentecostes, in adventu dni, in singulis quatuor temporibus, quatuor flor. 10 st. curren., fac. 36 L. Item, die Sabbati post dominicam: Esto mihi, assignavi ad manus Joannis de Platea, cum
cedulis deferendis ad ecclesias parochiales et ad conventus mendicantium nostrae civitatis tres stuv. Holl., fac. 30 sc. |
|||||||
283
|
|||||||
Item, tradidi ad manus dicti Henrici LoefFridi pro quintjue portariis civitatis Tollensteghe
dubbelt, pro quolibet unum stuv. Traj., fac. 2 L. Item, ex commissione capituli propinatae fuerunt 28 quartae vini Ren. in tribus conventi-
bus mendicantium, videl. 10 quartae in conventu fratrum minorum, 9 quartae in conventu fratrum praedicatorum et octo quartae in conventu fratrum Carmelitarum in Trajecto, pro eorum sermonibus per vices in ecclesia nostra, tarn in adventu dni, quam etiam in quadra- gesima proclamatis, qualibet quarta computata pro 4j stuv., fac. 50 L. 8 sc. Item, R'lo Patri Jacobo Ridder de Kalkar, episcopo Ebronensi, suffraganeo Rmi dni epis-
capi Traject., de quinque sermonibus in ecclesia nostra quinque feriis sextis in 40°" post dominicam: Invooavit, de mane, hora septima, pro P. sua ad populum declamatis, etc. tres flor. monetae HolJ., fac. 30 L. Sequentia ministrantur annuatim ex fabrica minori camerario capituli nostri.
Item, pro memoriis dni Amelgardi Petri de Haerlem, can. et Lamberti Theodorici ejus
nepotis, vicarii, c. praesentiis de undecim antiphonis etc., 63 L. Defalcationes.
Item, Lambertus Johannis defalc. de 6 jug., de quolib. de nova slusa vanden Hynder %
dam, etc. 4 L. ExPOSITA DE PRAEMISSIS.
Item, rectori scolarium de provisione chori, de vicaria S. crucis, quinque stuf., fac. 2 L.
Item, assignavi ad manus D. Symonis pro foederatura novae diploidis suae etc., 10 L. |
|||||||
V,
Clemens, episcopus, servorum servus Dei, dilecto filio, Alberto Pighio, Gampensi, rectori
parochialis ecclesiae de Oversckie, Trajecten. dioc,, magistro in artibus , cubiculario secreto et familiari nostro, salutem et apostolicam benedictionem. Grata familiaritatis obsequia, quae nobis hactenus impendisti et adhuc solertibus studiis impendere non desistis, nee non literarum scientia, vitae ac morum honestas aliaque laudabilia probitatis et virtutum meritn, quibus per- sonam tuam etiam fide dignorum testimoniis juvari percepimus, nos inducunt, ut tibi red- damur ad gratiam liberales, dudum siquidem omnia beneficia ecclesiastica, cum cura et sine cura, et turn in May et certis aliis tunc expressis mensibus, donee generalis expeditio gra- tiarum expectativarum per nos couccdcndaruin fieret, aliaq., per resignationem extra Romanatn curiam vacatura, collationi et disposition! nostrae rcservamus, decernentes ex tunc irritum et inane, si secus super hiis a quoquam, quavis auctoritate, scienter vel ignoranter, contingeret attemptari. Cum itaque postmodum parochialis ecclesia de Oversckie et perpetua cap°ia in parochiali ecclesia in Noortwyc, Traj. dioc., quas quondam Martinus Dorpius, ecclesiae de Oversckie rector et in ecclesia de Noortwyc perpetuus capellanus, dum viveret, obtinebat, per obitum dicti Martini, qui de mense Maji ultimo praeteriti, extra Romanam curiam, diem clausit extremum, vacaverint et vacent ad praesens, nullusque de illis praeter nos hac vice dispo- nere potuerit sive possit, reservatione et decreto obsistentibus suprascr.; Nos tibi, qui etiam coatinuus commensalis noster et in theologia baccalaureus formatus existis, et asseiis, dilectum |
|||||||
184
fratrem, Johannem de Campis, qui se gerit pro clerico, ecclesiam de Overschie et capella-
niam praedictas, nullo titulo nullove juris adminiculo sibi desuper suffragante, per certum tempus, citra tamen annum, detinuisse et detinere indebite occupatas, praemissorum obsequiorum et meritorum tuorum intuitu, specialem graciam facere volentes, teque a quibusvis excommu- nicationis, suspensionis et interdicti aliisque ecclesiasticis sententiis, censuriu et poenis, a jure vel ab homine, qua vis occasione vel causa latis, si quibus quomodolibet innodatus existis, ad effectum praesentium duntaxat consequendum harum serie absolventes et absolutum fore cen- sentes, nee non omnia et singula beneficia ecclesiastica, cum cura vel sine cura, quae obtines et expectas, ac in quibus et ad quae jus tibi quomodolibet competit, quaecunque, quotcunque et qualiacunque sint, eorumque fructuum, reddituum et proventuum veros annuos valores, ac hujusmodi dispositionum tenores praesentibus pro expressis habentes, ecclesiam de Over- schie, ac, quae sine cura est, capellaniam praedictas, quorum.....fructus, redditus et proventus, viginti marcharum argenti puri, secundum communem extimationem, valorem an-
nuum, ut etiam asseris, non excedunt, sive praemisso sive alio quovismodo, aut ex alterius cujuscunque persona, seu per liberam resignationem dicti Martini vel cujusvis alterius, de illis in dicta curia vel extra earn, etiam coram notario publico et testibus sponte factam, et dictam ecclesiam de Overschie, per constitutionem, felicis recordationis, JohannisPapaeXXII, praedecessoris nostri, quae incipit: Execrabilis, vel assecutionem alterius beneficii ecclesiastici, quavis auctoritate collati, vacent, etiamsi tanto tempore vacaverint, quod earum collatio, juxta Lateranens. statuta concilii, ad sedem apostolicam legitime devoluta, ipsaeque ecclesia de Overschie et capellania dispositioni apostolicae specialiter vel alias generaliter reservatae exis- tant, et super eis inter aliquos lis, cujus statum praesentibus habere volumus pro expresso, pendeat indecisa, dummodo eorum dispositio ad nos hac vice pertineat, cum omnibus juribus et pertinentiis suis, apostolica tibi auctoritate, conferimus et de illis etiam providemus. Que— circa venerabili fratri episcopo Casertan. et dilectis filiis sanctae Gudulae Bruxellen. et sancti Petri Lovaniensis oppidorum Cameraren. et Leodien. dioc. ecclesiaruru, decanis, per apostolica scripts mandamus, quatenus ipsi, vel duo aut unus eorum, vocatis dicto Johanne et aliis, qui fuerint evocandi, per se vel afium seu alios, te vel procuratorem tuum tuo nomine, in cor- Soralem possessionem ecclesiae de Overschie et capellaniae juris ususque et pertinentiarum prae-
ictorum inducant, auctoritate nostra, et defendant inductum, amotis dicto Johanne et quibuslibet, de illius et ecclesiae de Overschie praedictorum fructibus, redditibus, proventi- bus, juribus et obventionibus universis integre responderi, contradictores, auctoritate nostra, appellatione postposita, compescendo, non obstantibus, piae memoriae, Bonifacii PapaeVIII, etiam praedecessoris nostri, et aliis apostolicis constitutionibus contrariis quibuscunque5 aut si aliqui super provisionibus sibi faciendis de hujusmodi vel aliis beneficiis ecclesiasticis in illis parlibus, speciales vel generales dictae sedis vel legatorum ejus literas impetrarint, etiam si per eas ad inhibitionem, reservationem et decretum vel alias quomodolibet sit processum, quibus omnibus te in assecutione ecclesiae de Overschie et capellaniae praedictarum volumus anteferri, sed nullum per hoc eis, quoad assecutionem beneficiorum aliorum praejudicium generari, seu, si venerabili fratri nostro episcopo Trajectensi, vel quibusvis aliis communitei vel divisim ab eadem sit sede indultum, quod ad receptionem vel provisionem alicujus mi- nime teneantur, et ad id compelli, aut quod interdici, suspendi vel excommunicari non possint; quodque de hujusmodi vel aliis beneficiis ecclesiasticis ad eorum collationem, provi- sionem , praesentationem seu quamvis aliam dispositionem, conjunctim vel separatim spec- tantibus nulli valeat provideri per literas apostolicas, non facientes plenam et expressam et de verbo ad verbum de indulto hujusmodi mentionem et qualibet alia dictae sedis indulgentia. generali vel speciali, cujuscunque tenoris existat, per quam praesentibus non expressam vel |
||||
185
|
|||||||
totaliter non insertam, effectus hujusniodi gratiae impediri valeat quomodolibet vel differri, et
de qua cujusque toto tenore habenda sit in nostris Uteris mentio specialis. Nos enim, prout est, irritum decernimus et inane, si secus super hiis a quoquam, quavis
auctoritate, scienter vel ignoranter attemptatum forsan est hactenus vel in posterum contige- rit attemptari; nulli ergo omnino hominum liceat hanc paginam nostrae absolutions, colla- tionis, provisionis, mandati, voluntatis et decreti infringere, vel ei, ausu temerario contraire. Si quis autem hoc attemptare praesumpserit, indignationem omnipotentis Dei et beatorum Petri et Pauli, apostolorum, ejus se noverit incursurum. Datum, Romae apud sanctum Petrum, anno incarnationis dominicac millesimo quingente-
simo vigesimo quinto, quinto kl. Junii, pontificatus nostri anno secundo. VI.
COMPUTUS, de FRUCTIBUS etc., PRAEPOSITURAE ECCLESIAE
S. JO. TRAJ., super anno, 1527. RECEPTA PER ME TB. LlEVERJAN, PROCCRATOREM Rd> PATRIS DNI Jo. INGEMTINCKEL,
PRAEPOSITI ECCLESIAE S. Jo. TRAJ., DE FRUCTIBUS ETC. EJCSD. PRAEPOSITURAE
SUAE SUPER ANNO ETC. VICESIMO SEPTIMO.
Summa omnium receptorum 736 gl. 2 st. 1 d.
EXPOSITA DE PRAEMISSIS.
|
|||||||
Item, pro cyrothecis niinistratis in vigilia nativitatis Christi, chorisociis et officiantibus etc.,
una cum bibali, 2 gl. Item, episcopo choralium eccl. nostrae in festo S. Nycholai, pro solitis legibus suisetc, 8 st.
Item , Petro de Harlem, qui in festo palmarum cantavit pro dno praeposito in summa
missa passionem dni, duas quart, vini Ren., fac. 6 st. Item, de expositis per me, quando d. Abel arrestatus fuit ac etiam citatus super obliga-
tione per eundem facta pro magistro Kempone, commissario in Frisia, 1 gl. 12 st. Item, quando satellites invaserunt domum D. Commendatoris Theutoni-
eorum in Maersen, comparuit apud me, diversis vicibus, ballivus d. praepositi una cum uxore,
filio et nauta, ad communicandum super conservatione domus in Mydrecht, in praesentia Wilhelmi Kessel, sculteti etc., 1 gl. 12^ st. Item, solvi Jac. Hermanni, rectori scholar um in ecclesia nostra, de quibusdam scripturis, 6st,
EXPOSITA ANNO XXVII, IN GWERRIS.
Item, lunae, 19. mens. Aug., presente Wilhelmo de Kessell, pro duobus sociis ex sub1,
vanden AcAlienhoven, ituris altera die versus Mydrecht apud balivum pro custodia domus ibidem, duos flor. Phil., pro quibus emeret arma defensoria, fac. 2 gl. 10 st. Item, die sabbati, ultima Aug., solvi per Wilhelmum de Kessell, ex concordia facta per
eundem cum quodam Henrico de Doirn stipendiario, acceptato ad custodiam dictae domus in Mydrecht cum balivo nostro, propter incursiones Rutherorum, hinc inde et post paucos dies III. 24
|
|||||||
186
|
|||||||
ipse Henr. de Doirn exclusus fuit a domo per dictum balivum, cum quadam injuria (ut
dicebat) , unde expediebat et consultum videbatur amicis, propter causas cum eodem concor- tlare, unde recepit quatuor flor. Phil., fac. 5 gl. Item, eod. die, solvi Johanni famulo balivi et cuidam Adriano ex JVilnis, venienti ex castro
de Mydrecht, pro quibusd. necessariis, 8 st. Item, solvi pro pluribus vigiliis observatis in curia d. n. Rm> in civitate Trajecten. ex or-
dinatione quinque ecclesiarum, pro personis earundem tam absentibus quam praesentibus, juxta cedulam pendentem in choro, fac. pro d. n. praeposito, 22 st. Item, Anthonio filio Wilhelmi Kessell, qui missus fuit cum Uteris patris sui ad balivum
in Mydrecht pro custodia domus ibid., 6 st. Item, Johanni famulo balivi, venienti ex Mydrecht, dedi pro portatura quorundam instru-
mentorum ferreorum in penu circa puteum et supra portam pro munimine domus sil. et pro expen., 37 st. Item, 19. mensis Sept., Ghysbertus, nunlius civitatis Trajectensis, missus fuit versus ter-
rain Cliven. et ad Coloniam c. literis meis, una cum copiis literarum dni nostri Trajectensis, ad subditos praepositurae S. Johannis directarum cum minuta cujusd. supplicationis conccptae dirigendae per procuratores et amicos dni praepositi in terra Clivensi existentes ad eund. d. n. Rmuin jn praedicto negocio subditorum praepositurae, et rediit sext. Oct. praedict. nuntius ex Colonia, deferens secum litems a d. praeposito sanctorum apostolorum et dno Henrico Ben, unde ego assignavi eidem Ghysb. nuntio etc., 20 st. Item, solvi diversis vicibus, dno Lamberto Jo., presbytero eccl. nostrae, misso tam in Wyck,
apud d. Pim cum supplicationibus pro defensione subditorum, quam in Mydrecht, una cum magistro Hardino, vicecurato ibidem, qui in eod. negotio etiam venit cum literis per capitaneos et castellanos d. Reverendissimi ad scultetos et burones, ibidem missis, unde ex- posui pro singulis, tam expensis quam dietis simul, juxta manuale meum, 4 gl. 6 st. Item, venit M. Hardinus, vicecuratus ia Mydrecht, in vigilia Symonis et Judae in negotio
quorundam subditorum, ibidem captivorum per illos de Apccncde, pro expensis factis in fa- vorem captivorum, 12 st. Item, altera Symonis et Judae, dns Adrianus Doncker, capellanus, dni decani, nomine
missus fuit in Wyck c. informatione apud d. n. Rm in negotio dictorum captivorum, et quia petebatur contributio nomine d. Rmi a subditis praepositurae, unde solvi dicto d. Adriano, 1 gl. 8 s. Item, M. Jo. Voss, curatus in Wilnis, venit, die sexta mensis Novembris, referens condi-
tiones captivorum super Abcauda, et eod. die supervenerunt illi de Achtienhoven, subditi praepositurae, cum novis literis a dno Rm0 missis super nova impositione, et postea in profesto Catheriuae dictus m. Jo. Voss iterum venit ex frilnis, nuntians quaedam sibi commissa a Ghysberto vd. Aa, castellano in Mydrecht, unde nuntio habui solvere ex pens., insimul 1 gl. 5 st. Item, 9. Decemb., misi Everardum nuntium (quia praedictus nuntius Egidius non aude-
bat intrare opidum Wyck) c. literis Rm D. praepositi datis Coloniae ad D. n. Rm, et iste Everardus absens fuit per tres dies expentans responsum, quod tamen literaliter non fuit datum, unde solvi eidem, 12 st. Item, postquam Gelrenses dictam dotnum de Mydrecht offerebant dimittere, sub condi-
tione, quod eadem domus taliter custodiretur, ne ab aemulis eorundem invaderetur, primo missus fuit Quirinus, nuntius civitatis, cum literis capituli ad Rdum dn. praepositum Xanten. tie mense Januarii anno 28, et fuit absens per octo dies, quolibet die quinque stuv. Holl., f;ic. 2 gl. Item, postea, die ultima metrsis Januarii, missus fuit Wilhelm. Kessell, equester, cum Ute-
ris credenlialibus, capituli nostri nomine, apud dn, praepos. tam in Embrica, quam in Xanctis |
|||||||
187
|
||||||||
£ro conservatione dictae domus, et fuit absens quatuordecim diebus, unde etc juxta cedu-
m, quae nondum adhuc est reperta. Item, die ultima Februarii dns Lambertus Jo. missus fuit cum Uteris credentialibus ad
do. decanum nostrum in Amsterodammis ad irapetrandum een slylzaet pro dicta douio in Mydrecht etc., 1 gl. 10 st. Item, in praedicto negotio van die slylzaet, tam pro domo, quam pro subditis praepo-
siturae, missus fuit Ever., nuntius civitatis c. liberis capituli ad do. Georg., altaristam in tVilnis, quod ipse dictas literas praesentaret domino decano nostro in HoD. et fuit absens per duos dies, etc., 10 st. Item, die 26. mens. Martii, anno quo supra 28, d. Jacobus de Medenblick concanoni-
cus noster, deputatus una cum aliis ad custodiendam dictani domum de Mydrecht, postquam Gelrenses eandem dimiserunt, recepit in aere 25 gl. Item, penultima mensis Marcii, duo nautae, qui eorum periculo navigio detulerunt quaedam
victualia, vide!., panes pistos unius inodii et farinam duoruni uiodiorum tritici, duo vasa cerevisiae, unde receperunt dicti nautae pro eorum sallario juxta conventionem cum ipsis lactam, 2 gl. Pro istis tribus modiis tritici et duobus vasis csrevisiae receperunt pistor et braxator siligi-
nem de soil. Wilh. Kessell, quae siligo spectabat ad dominum praepositum. Item, Nycholaus, nuntius civitatis, missus fuit cum literis capituli nostri, ad d. decanum
nostrum in Lejdis in negotio van die slylzaet ende sauvegarde, impetran. a dno de Hoech- straten, unde recepit 25 st. Summa expositorum in Gwenis 72 gl. 17 st.
|
||||||||
VH.
In nomine domini Amen. Anno a nativitate ejusdem dni millesimo quingentesimo tri-
gesimo quinto, indictione nona, die vero dominica, vigesima tertia mensis Januarii, hora primarum vel quasi, pontificatus sanctissimi in Christo patris et domini nostri, domini Pauli, divinaprovidentia, Papae tertii anno secundo, in Reverendi venerabiliumque ac cir- cumspectorum virorum, dominorum, Thomae de Nykerken , decani, Bartholomaei KnyfF, Jacobi de Lichtenberch, Wilhelmi de Doirnick, Stephani de Rumelaer, Arnoldi Knoep, Johannis ex Insulis, Jacobi de Medenblick, Gerardi Comaus, Theodrici Gejen, Adriani Bevelant, Wilhelmi BurchgraefF, Conrardi ten Duynen et Cornelii Palinck, canonicorum ca- pitularium ecclesiae sancti Johannis Traj., capitulum ejusdem ecclesiae faciendum et reprae- sentantium, in eorum domo capitulari, capitulo ad hoc per me notarium infrascriptum specialiter indicto, capitulariter congregatorum meique notarii publici et testium infrascrip- torum ad hoc specialiter vocatorum et rogatorum praesentia, personaliter constitutus, vene- rabilis et circumspectus dns, magister Albertus Pighius, canonicus et thesaurarius majoris ecclesiae Traj., habens ac tenens suis in manibus quasdam literas apostolicas praefati sanctis- simi domini nostri Pauli P. tertii, sanas, integras, non cancellatas nee rasas, neque in aliqua sui parte suspectas, sed omni prorsus vicio ac suspicione carentes, cum cordula canapis, more Romanae curiae dependente, bullatas, provisionem ac gratiam de et super canonicatu et praebenda ac praepositura ecclesiae sancti Joannis supradictae, per mortem Reverendi patris, domini Johannis Ingenwinckel, ultinii possessoris eorundem seu alias quovismodo vacan., pei- praefatum Sanctissimum Dominum nostrum sibi factam et gratiose concessam ac alia in eisdem 24*
|
||||||||
•
|
||||||||
188
|
|||||||
Uteris expressa, conlinentes, quas ibidem produxit et exhibuit, dictisque dominis decano et
capitulo, quaatam melius et efficacius potuit, exhibuit, insinuavit et publicavit, ac in vim earundem literarum se ad realem , actualem et corporalem possessionem dictorum canonicatus et praebendae ac praepositurae juriumque et pertinentiarum omnium eorundem admitti petiit ac instanter requisivit et postulavit. Unde dni praedicti, habita prius inter ipsos super praemissis modica deliberatione, et supradicto domino Alberto Pighio, super certis articulis, praedecessoribus suis praepositis semper in admissione eorum proponi solitis, videl. de depu- tando sculteto praepositi ac officiali ex eorum capitulo, tribus juramentis per ipsum praestandis, ac ministratione, more solito sibi facienda de fructibus praebendae praepositurae incorporatae sufficienter praeavisato, et ipso, non plus vel minus circa praemissos articulos velle facere, quam praedecessores sui fecerunt, respondente, eundem dominum Albertum per organum praefati domini decani Thomae de Njkerken, ad praedictos canonicatum et praebendam ac praeposituram sic (uti praemittitur) vacan,, salvis juribus, statutis et consuetudinibus dictae eorum ecclesiae, nee non juramentis duobus in latina et tertio in vulgari Unguis, per prae- decessores suos praepositos praestari et sigillis eorum communiri solitis, et quarto adhuc juramento , per Sanctm«m Dominum nostrum saepedictum jam noviter ex Urbe transmisso per ipsum praestandis, admiserunt, in nomine patris et filii et spiritus sancti. Et in signum verae, realis, actualis et corporalis possessionis canonicatus et praebendae ac praepositurae prnedictorum , praefatus dominns Thomas de Njkerken, decanus, dictum Reverendum pa- trem , dominum Albertum Pighium, praepositum, religione indu. ad chorum ejusdem ec- clesiae ducens, eundem in sinistra latere dicti chori in supremo loco instituit et installavit, super quibus omnibus et singulis dns Albertus praepositus supradictus petiit sibi a me nota- rio publico et infrascripto unum vel plura publicum vel publica fieri, confici atque tradi instrumentum et instrumenta. Acta sunt haec Trajecti, in locis respective supradictis, sub anno, indictione, die,
mense , hora et pontificatu praescriptis, praesentibus ibidem venerabilibus et discretis viris dominis Adriano de Renesse, majoris, et Arnoldo Buyser, sancti Salvatoris ecclesiarum Traj., canonicis et scolasticis, testibus ad praemissa vocatis specialiter atque rogatis. Et ego Jacobus de Novaporta, clericus Trajectensis dioecesis, sacra apostolica
auctoritate notarius praefatorumque venerabilium dominorum decani et capi-
tuli scriba juratus, etc.
|
|||||||
Y1H.
Paulus, episcopiis, servus servorum Dei, dilecto filio, Carolo Perrenot, praeposito eccle-
siae sancti Johannis Traj., salutem et apostolicam benedictionem. Nobilitas generis nee non laudabilia tuae puerilis aetatis indicia, ex quibus, prout fide
dignorum testimoniis accepimus, verisimiliter coucipitur, quod succedentibus tibi annis te in virum debeat producere virtuosum, nos inducunt, ut tibi reddamur ad gratiam liberales. Cum itaque, sicut accepimus, praepositura ecclesiae sancti Johannis Trajecten., quam quon- dam Alberlus Piggius, ipsius ecclesiae praepositus, dum viveret, obtinebat, per obitum ejus- dem Alberti, qui extra Romanam curiam de mense Decembri proxime praeterito diem clausit extremum, vacaverit et vaeet ad praesens, Nos tibi, qui, ut asseris, in duodecimo vel circa tuae aetatis anno constitutus et dilecti filii, nobilis viri, Nicolai Perrenot, dni in tem- poralibus loci de Granvelle, Bisunt. dioec., el charissimi in Chiisto filii nostri Caroli , Ro- manorum Imperatoris semper Augusti primi consiliarii, natus existis, ac pro quo charissima in |
|||||||
189
|
|||||
bus fs gubei ' hma r ''t HT§ari,ae illu*tris' Pr° e°d<^ Carolo imperatore in pafti,
sMcSm mSS f* T^ h°C humiIiter ^Pplicavit, praemissorum indiciorum intuitu,
eSiTliE^J " T Volentes>..te?ue a l^usvis excominunicationis, suspension!* et in-
Sne veTqcant T IC'- Sentent"S' CenSU1'is et Poenis' a Jure vel ab hom'^. 1"a™ oc-
duntaxat o„Ij ' ,S1 <Tu,bus. <I»oraodolibet innodatus existis, ad effectum p.aesentium
etiSahenT ""I11-™"1 Se"e abs°lveQ*s et absolutum fore censentes, nee non omnia
eLSas neo IT ^CcleS,f^t,ca' s™ ^ura, quae obtines , ac cum cura et sine cura , quae
cunque et quallcuno^inr t ^ ?" ^ <Iuomod.olibet competit, quaecunque., quot-
valores nnpl!X q *' .eorum(Iue f™ctuum, reduuum et proventuum veros annuos
non tamfnZltlbu\P™ exPressis babentes, praeposituram praedictam , quae in majori Traj.
ac cufret^ ]PP ,fiCah maj0^!) et in dl°ta S.JoannisecclesiispriAcipalisdiguitasexistit,
ducentw-um f C,\,d,aconatu? f ali°™<« W forsan annexorum fructus, redditus et proventul
nuum ut eti a '"" *Bn camela» secundum communem existimationem, valorem an-
etiamsi'ex illn8111 aSS.em' no" excedunt, sive, ut praemittitur, sive alias quovis modo, quem
haberi volumus ^ ^ reservati°> etiam in corpore juris clausa, resultet, praesentibus
dini AIKP,.f; iPr°- exPres,S0'.aut ex alterius cujusdam persona seu per liberam resignationem
Bub ico et pJ-1 CUJUSV'S aitenUS de i,la in eadem culia vel extra ea™' etiam «>»"»» nota™
Ldm.!™? . -SP°nte aCtam' aut constitutionem, felicis recordationis, Johannis P. P. XXII. SS'^"^?" mC,pit: Execr-aBilis, vel assecutioneni alterius beneficii ecclesiastici, rinensi, ^af C°.latl'/acet' eliamsi tant° ^pore vacaverit, quod ejus collatio, juxta Late- anosXa?,na-Cn 'adSedem aPost1olicam l^™ devoluta, ipsa praepositura disposition!
reseda el, , ' I H? C°' gU°d d''gnitaS PrinciPal!s "*^. «t praefertur, generaliter etiam Wicrl;!.,- ' i« a<? • consuever't quis per electionem assumi, eique animarum ac
lis cni^ c , Ct f°rM contentloni contention (!) cura immineat, et super ea inter aliquos
norell m Praesentibus haberi volumus pro expresso, pendeat indecisa, dummodo tem-
Fnnexf, ^,;PraeSJ°tmm n0.? °* in ea aIicui specialiter jus quaesitum cum archidiaconatu et ™ ""yMnwd^ac omnibus juribus et pertinentiis suis, apostolica tibi auctoritate confer!- dilecti? filL IT P10^6,111118- Quocirca venerabili fratri nostro, episcopo Varentin. et m ndamT,, ' ai'f ,dlac.on? ec,clefae Atrebatens. ac official! Trajectens., per apostolica scripta SsaT ' rtCrURS 1PS1 YeI,d^° 3Ut UUUS eomln' Per se vel <&W seu alios, rece&o
auam suh h, II Roma.n-.«cIes.ae nomine, fidelitatis debitae solito juramento, juxta formam, ?afem 2flla nostra miu,.mus mtroclusam, vel procuratorem tuum nomine tuo, in corpo-
SuK ?T PraeP0S,tll.rae> archidiaconatus et annexorum juriumque et pertinentiarum deten ^ T- °ant auctontate ««'" et defendant inductum, amoto exinde quolibet illicito moris aLtr^v te IK?™ t6' Procaratorem praedictum, ad eandem praeposituram , ut est m-oventihn •' 'u^ de T* * eorundem arcliidiaconatus ac annexorum fractious, redditibus, L«r „!llJ," S Ct obventl0nil»is universis integre responderi, contradictores auctoritate Ptiam „ PPTa ? Postposita, corapescendo; non obstan., piae memoriae, Bonifacii P. P. VIII., clesLfm CTr'S n°St"' Ct aliU aP°stoli^ const!tutionibus, ac majoris et sancti Joannis ec- Sa ,.;« PfP ar,5m-JLUl'alnent0' confirmatione apostolica vel quavis firmitate alia roboratis, S Wl cofufNimbus nee non quibusvis privilegiis et indultis apostolicis, majori et
I'JhZl A fSl'S Praedlc.tis ac dilectis filiis illarum capitulis super electione seu aha dis- Lm ml ■ • PraeP0S,tura Per eos facienda, sub qnibuscunque tenoribus et formis, ac nprJ?, •■ ■?" -t dei;.°S*}onamm derogatoriis aliisque efficacioribus et insolitis clausulis, serlpm mTa ■ " a decrel'S etiam motu proprio et ex certa scientia etiam per nos et
uem praeuictam, in genere et in specie, etiam iteratis vicibus concessis, approbatis et innovatis. quibus omnibus, eliamsi pro illorum sufficient! derogatione de illis eorumque totis tenoribas, |
|||||
190
|
||||||
specialis, specifica, individua et expressa ac de verbo ad verbum, non an tern per clausulas
generales, idem importantes, mentio seu quaevis alia expressio habenda aut aliqua alia exquisita forma ad hoc servanda foret, tenores hujusmodi, ac si de verbo ad verbum, nihil penitus oruisso, et forma in illis tradita observata, inserti forent praesentibus pro sufficienter expressis hahentes, illis alias in suo robore permansuris, hac vice duntaxat specialiter et expresse dero- gamus , contrariis quibuscunque; aut si aliqui super provisionibus sibi faciendis, de dignita- tibus ipsarum majoris et S. Joannis, ecclesiarum speciales vel aliis beneficiis ecclesiasticis in illis partibus generales dictae sedis vel legatorum ejus Jiteras impetrarint, etiam si ad eas, per inhibitionem, reservationem et decretum vel alias quomodohbet sit processum; quibus omnibus te in assecutione dictae praepositurae volumus anteferri, sed nullum per hoc eis quoad essecutionem dignitatum vel beneficiorum aliorum prsejudicium generari; aut si epis- copo Traject. et capilulis praefatis vel quibusvis aliis communiter vel divisim ab eadem sit sede indultum, quod ad receptionem vel provisionem alicujus minime teneantur, et ad id compelli, aut, quod interdici, suspendi vel excommunicari non possint'; quodque de digni- tatibus majoris et sancti Joannis ecclesiarum, hujusmodi vel aliis beneficiis ecclesiasticis ad eorum collationem , provisionem, praesentationem, electionem seu quamvis aliam dispositio- ncm, conjunctim vel separatim spectantibus, nulli valeat provideri, per literas apostolicas, non facientes plenam et expressam, ac de verbo ad verbum, de indulto hujusmodi mentionem, et qualibet alia dictae sedis indulgentia generali vel speciali, cujuscunque tenoris existat, per quam praesentibus non expressam vel totaliter non insertam efFectus hujusmodi gratiae im~ pedui valeat quomodolibet vel differri, et de qua cujusque toto tenore habenda sit in nostris Uteris mentio specialis, seu, si praesens non fueris ad praestandum de observandis statutis et consuetudinibus majoris et sancti Joannis ecclesiarum praedictarum solita juramenta, dum- modo in absentia tua per procuratorem idoneum, et, cum ad ecclesias ipsas accesseris, cor- poraliter ilia praestes. Nos enim tecum, ut praeposituram praedictam vigore praesentium recipere et retinere libere et licite valeas, defectu aetatis praemissae, quern ad hoc pateris in illius anno praedicto vel circa constitutus, ut praefertur, ac Lateranen. concilii et quibusvis aliis constitutionibus et ordinationibus apostolicis ac statutis et consuetudinibus, ut praefer- tur , roboratis, nee non privilegiis et indultis supradictis caeterisque contrariis nequaquam obstantibus, dicta auctoritate apostolica, tenore praesentium, de specialis dono gratiae, dis- pensamus, proviso, quod praepositura praedicta, debitis propterea non fraudetur obsequiis, et animarum cura in ea, si qua illi immineat, nullatenus negligatur, et insuper ex nunc irritum decernimus et inane, si secus super his a quoquam, quavis auctoritate, scienter vel ignoranter contigerit attentari. Nulli ergo omnino hommum liceat hanc paginam nostrae absolutionis, collationis, provisionis, mandati, derogationis voluntatis, dispensationis et decreti infringere vel ei ausu temerario contraire. Si quis autem hoc attentare praesumserit, indignationem omni- potentis Dei ac beatorum Petri et Pauli, apostolorum, ejus, se noverit incursurum. Datum Romae, apud sanctum Petrum, anno incarnationis dominicae millesimo quingentesimo qua- dragesimo secundo, sexto Februarii, pontificatus nostri anno nono. IX.
In nomine dni, amen. Anno a nativ. ejusd. dni xv*. sexagesimo secundo indict. v\ die
veneris, ultima mensis Julii, pontificatus sanctiss. in Christo patris ac dni nostri, dni Pii. divina providentia, Papae quarti anno tertio, in praesentia venlium et egregiorum virorum, dn. et magistrorum, Danielis Verheiden, decani, Barthol. KnyfF, Adriani Bevelant, Heinr. |
||||||
■
|
||||||
191
|
|||||
Ruysch , Adriani de Suylen, Jasp. ab Haemstede, Joannis de Breda, istephani de Rnmelaer,
WiJh. Pyll, Gerardi Knoop et Bern. Wtenengh, canonicorum capitularium ecclesiae S. Jo. Traj., capitulumque ejusd. ecclesiae facientium etc., in eorum domo capitulari etc. congregatorum ac coram me notario publico et testibus infrascriptis etc., personaliter constitutus, Revus et magnificus dns ac mgr Johannes de Vecht, metropolit. ecclesiae Traj. decanus, tanquani procurator et, eo nomine, eximii atque egregii viri, dni ac mgri Buchonis a Montsima , praepositi et archidiaconi ecclesiae S. Joannis Traj., prout de suae procurationis mandato, per quoddam publicum instrunlentum, manu et signo, uti apparuit, Joannis le Begge, cle- rici cameracen. dioc, etc., notarii signatum, satis constitit, non vi, dolo, metu, fraude aut aliqua alia sinistra machinatione etc. circumventus, sed sponte, libere ac animo bene (uti apparuit) deliberato, tactis per enm scripturis sacrosanctis, ac manu sua dextra, more sa- cerdotum, ad pectus suum posita, duo diversa ac immediate sequentia, in animam sui principalis, praestitit juramenta, unum videlicet fidelitatis ac de observandis statutis et con- suetudinibus ecclesiae, in latina, et alteram in vulgari lingua, de fortalitio et ejus castellano in Mydrecht, quorum juramentorum tenores hie sequuntur et sunt tales: » Ego Joannes de Vecht juro in animam principalis mei, per haec sancta Dei evangelia,
quae manu mea tango, quod idem principalis meus jura ecclesiae S. Joannis et libertatem, ipsius pro posse suo conservabit, honestas consueludines hactenus observatas observabit, ca- pitulo suo praebendas, canonicorum et aliorum ofEciatorum ac alia, quae ipsi capitulo ac canonicis et official's praedictis tenetur, temporibus debitis sine diminutione sive protrac- tione ministrabit, voca'tus ad capitulum a decano seu capitulo, veniet, nisi praepeditus fuerit legitima praepeditione, bona ecclesiae nunc habita et in posterum habenda, non alienabit, alienata pro posse suo recuperabit, in incorporationem praepositurae suae nullum consensum dedit neque dabit, temporales jurisdictiones nemini in pactum concedet neque alienabit, sine consensu et consilio decani et capituli sui, nee ibidem judicem damnosum ecclesiae suae constituet, decanum et capitulum, ac bona capituli in jure suo pro posse suo conservabit, vasallos et ministeriales suos liberos non dimittet, bona praepositurae de novo non infeuda-^ bit, munitiones in bonis praepositurae aut capituli sine consensu capituli non acdificabit, bona ad capitulum spectantia sibi non usurpabit, et omnia praedicta firmiter et fideliter ob- servabit, sic eum Deus adjuvet et omnes sancti ejus." »Ik Johan vande Vecht, als procuratoir vanden weerdighen heeren, heere Bucho v. Mont-
sima , proost ende archi-diaken der kerke S. Johans tot Utrecht, maecke kenlick alle luvden, dat ict in't capittelhuyse van S. Johans etc. gelooft hebbe, love ende seekere by eere, trouwe ende sekerheyt myns principaels voorn., ende hebbe myn hant op myrt borst leggende lyeflicken ten heilignen gesworen, aen handen des w. hr. dekens ende capittels v. S. Jans voorsz., alse dat myn principale tot geenre tyt opten huyse tho Mydrecht den easteleyn al~ daer versetten en zal, voor die tyt, dat die ander, die daerop conien sal, mit zyrie bese- gelde brieve gelooft heeft, dat hy 't huys voorsz. nyet versetten noch versellen en sal, noch geenerhande commer noch schoude daerop maecken, noch tot geenre tyt vande voorsz. ktrke ende capittele ontferren, vervreemden noch veranderen en zal, in geenrewys, ten zy by vville, toedoen ende consent myns principaels, ende des gemeens capittels der kerke voorsz., 't welck ik in alle manieren voorsz. van wegens myns principaels voorn. mede ge- lovet hebbe, volcomelick ende onvei'breekelyck te houden. Ende des tot eene oirconde, heb ick desen brief by mynen principaele doen bezegelen." Ouibus quidem juramentis sic, uti praemittitur, per praefatum dn. decanum etc. pi-ae-
stitis , idem dns decanus domum capitularem una cum snpranominntis dnis capitularibusex-iens, chorum dictae ecclesiae S. Joannis adiit et intravit, atque ibidem in sinistra summi altaris |
|||||
192
|
||||||
parte, qua evangelium. canitur, tactis scripturis sacrosanctis, ac manu etc. ad pectus posita,
sequens in animam principalis sui praestitit juramentum: » Ego Jo. de Vecht, tanquam procurator et eo nomine dni Buchonis a Montsima, prae-
positi etc. juro, etc., quod dictus principalis meus concordiam olim inter venerabiles et egre- gios viros et dn. Jo. Nyss praepositum pro se et in dicta praepositura praepositos successores suos ex una , et decanum et capitulum supradict. eccl. S. Joannis Traj. ex altera partibus, con- ceptatn, initam, amplexatam, apostol. auct. approbatam, in omnibus, per omnia ac omnia et singula in Uteris etc., desuper editis et fulminatis narrata , descripta et contents, quam, quas, quos et quae hie pro expressis habet et baberi ac teneri vult, quamdiu praepositus hujus ecclesiae existit et permanet, integraliter et sine diminutione servabit etc. ac servanda sub sigillo suo proprio confirmabit et ratificabit, ac nullo unquam tempore contravenire jurat et promittit, sic eum Deus etc. De et super quibus etc. Actum Trajecti, anno etc. sup- pradict., praesentibus ibidem honestis viris Everardo de Schayck, ludimagistro, et Helia Hen- rici fil., custode ecclesiae S. Joannis praedictae, testibus etc. Et ego Rodolphds Stkeng etc., notarius etc.
|
||||||
X.
Nos decanus et capitulum ecclesiae S. Joannis Trajecten., provida deliberatione praehabita,
cupientes ecclesiae nostrae saluti prospicere, infrascripta perpetuis temporibus observanda duximus statuenda, decernenda et ordinanda, prout statuimus, decernimus et praesentium per tenorem ordinamus. In primis prohibemus omnibus et singulis canonicis , vicariis, cbori sociis omnibusque aliis
nobis subjectis, ne divinorum tempore, quo sacra peraguntur, in ecclesia nostra ambulent aut vagentur, idque sub poena privationis praesentiarum octo dierum|, toties committenda , quo- ties moniti circa praemissa culpabiles reperti fuerint, salvo tamen, quod contra monitos et non obedientes, rigorosius, tanquam contra rebelles, ultra poenam praescriptam, justitia me- diante, absque strepitu et figura judicii procedi possit. Considerantes insuper, conveniens esse, ut clerici nobis subjecti maxime, qui in sacris or-
dinibus constituti aut beneficiati existunt, nulla personarum habita ratioue, virtutum ac mo- rum splendore ceteris praefulgeant atque in habitu et vestitu gravitatem et morum honestatem, quae ipsos decet, prae se ferant, statuimus, decernimus et ordinamus, quod omnes et sin- guli canonici, vicarii et chori socii, habitum clericalem induant, atque illo induti cum debita atque congrua tonsura, calceis, caligis et thoracibus non scissis, neque gladiis accincti, die vel noctu, vagationis causa, incedent; ita , ut a vestibus et habita laicorum omnino diffe- rant; idem de barbis censentes, nisi legitima excusatione coram nobis se excusent, quo casu non apliorem, quam forcipe adimi possit, gerere poterunt; idque sub poena, post moni- tionem factam, duodecim florenorum Caroli, ad usus fabricae ecclesiae nostrae, irremissibiliter applicandorum; qui, si modo, quo supra, moniti, nostris statutis, decretis et ordinationi* bus non obediant, poenam suspensionis fructuum beneficii sui ad integrum mensem ultra poe- nam praescriptam pro secunda monitione, noverint se incursuros; declarantes ex nunc dictas poenas fore et esse duplicandas, toties, quoties post tertiam monitionem, statutis nostris non obediant, corrigendique preterea arbitrarie ad discretionem nostram, vel secundum sanctiones, canones et statuta ecclesiae tanquam mandatis nostris minime obedientes atque rebelles. Cum quoque, pro dohlor, non sine scandalo plurimorum auribus innotuit, quod non-
nulli forsan ecclesiae nostri subditi, animarum suarum curam minime habentes, carnisque |
||||||
193
|
|||||||
•
|
|||||||
lubricum non vitantes, fornicarias ac concubinas in aedibus suis detinere non verentur, alia-
que committunt, quae divinae offendunt oculos majestatis, sintque aliis propter scandalum perditionis exemplum; statuimus, decernimus et ordinamus, ne quis, sive praelatus, sive ca- nonicus, vicarius, chori socius, nobis subjectus, de cetero concubinam vel focariam in aedi- bus suis publico detineat, mandantes, ut easdem, quas nunc forsan habent, infra unius mensis spacium realiter et cum effectu a sc amoveant, idque sub poena inobedientiae et viginti quinque florenorum pro prima, quinquaginta pro secunda, et suspensionis omnium fructuum benebcioruni suorum pro tertia monitione irremissibiliter dictis poem's ad fabricam in orna- uientorum ecclesiae nostrae usus applicandorum, donee nostris mandatis pareant. Veram, quoniam frustratorium est, jus dicere vel statuere, nisi executioni demandetur,
sitque rediculum quid mandare, nisi paritio subsequatur; Hinc est, quod circa praemissa exequenda , monemus et requirimus ecclesiae nostrae syndicum', ut circa praemissa exequenda, suam adhibeat diligentiam , omnesque et singulos ad observantiam praemissorum, juxta cano- nicas sancliones coerceat atque ad poenas, in dictis nostris statutis expressas, justitia mediante, secundum omnium illorum vim et formam procedat, idque infra unius mensis spacium post publicaiionem praesentium. Actum in domo capitulari ecclesiae nostrae, anno xvc. lxt, die xxit mensis Maji. Ro. Streng, nts subst., 1565.
XI.
TESTAMENTUM BUCHONIS a MONTZIMA.
In Dei nomine amen.
Ego Bucho a Montzima, diaconus et theologiae doctor, praepositus ecclesiae S. Joannis
Trajectensis, salubri meditatione humanae vitae conditionem finemque mecum perpendens, ac, quantum in me est, praecavere cupiens, ne, cum omnipotent! Deo videbitur, me ab hac luce evocare, de bonis mihi per ejus benignitatem in hoc saeculo concessis, discordia ac lis aliqua exoriatur, consulto me facturum sum arbitratus, si juxta facultatem, quam mihi leges et consuetudo permisere, atque alias omni meliore modo et forma, quibus de jure seu con- suetudine aut secundum aequitatem juris facere possum, testamento de ipsis mature delibera- teque disposuero. Ideoque quaecunque alia testamenta vel schedulas voluntatem meam ultimam continentes, quae ante hoc temnus me fecisse aut scripsisse forsitan comperta fuerint, revo- cans, earn, quae hac charta contmetur, supremam ultimamque voluntatem meam esse declaro: In primis, in manus omnipotentis et misericordis Dei spiritum animatnque meam humil-
lime commendo. Corpus vero, si Trajecti moriar, in ecclesia Mydrechtana, in loco, ubi fratres elegerint, nisi vivus ipse aliquem designavero, sepeliatur. Funeris autem mei curam fratribus committo, eosdem rogans, ut omnibus sumptibus su-
perfluis et non nccessariis abstineant. Revdo dno praeposito, successori meo, fideliter reservari ac tradi volo omnes litem*, do-
cumenta, computus et rationes bonorum immobilium. Pastori, sacellano et ministris ecclesiae Mydrechtanae lego reditum octo florenorum et
quinque stuferorum super molendino ejusdem loci. Pauperibus s. mensae S. spiritus Mydrechtanae relinquo reditum sex floren. annuatim ex tern's ,
quas colit Catharina, vidua Stoelmans, quem redimere haeredes poterunt centum florenorum. Progrediendo ultei'ius ad reliquorum bonorum meorum dispositionem et inprimis fratribus
III. , 25
•
|
|||||||
194
jneis Taconi et Folcardo, qui de jure vel consueludine haeredes mei sunt, relinquo legoque
omnia mea bona, quae tempore mortis meae mihi competere comperientur, tam mobilia, quam immobilia ; Ita tamen, ut suppellex omnis linea, lanea , stannea , ferrea aere'aque Taconi cedat, D.
Folcardo vero papyracea et quidquid ad earn pertinet. Argenteam inter se dividant, ita tamen, ut cyphus ille magnus deauratus, quem mihi
dono dedit illustriss. et reverendiss. dns archiepiscopus Fredericus a Toutenberch, una cum optimo annulo et duabus pateris deauratis cum suis pertinentiis, post mortem fratrum, relin- quantur possessori possessionis Montzimanae; poterunt tamen sub iideicommisso liaec nepoti, ordini ecclesiastico adscripto, relinquere, si velint. Et, quia neptis mea Rintzia, Bauciae, sororis meae, (ilia ex Paulo Breckero, Grietmanno
in westersyde des Pasens haereditale, per consuetudinem patriae, excidit et successione privata est, illi ejus loco lego relinquoque mille ducentos florenos, quos fratres vel in pecunia nu- merata vel in redditu, dare poterunt, hac tamen conditione, ut, si illam sine libcris dece- dere contingat, dicta summa s. redditus ad fratres denuo redeat, et, si illi non superfuerint, ad possessorem Montzimanae possessionis devolvatur. Sic subscriptum erat: Ego Bucho a Montzima , manus meae supscriptione declaro, hoc scripto manus
meae propriae contineri testamentum et ultimam voluntatem meam. Actum Traject., a0, a nativitate dni 1591 trigesima die
mensis Martii. Et subsignatum: B. Montzima.
|
||||||
XII.
Den xxix. Martii 1595, heeft myn heere Folcaerdt
van Montzima, deeken t'Oudemunster t'Utrecht, als erfgenaem ende mede - executoer van wylen heer Bucho van Montzima, proost der kerke S. Jans, I'Ulrccht, overgelevert aen myn heren II e n g e r s, Esch ende Uumelaer junior, als gecommitleerden vanden capittele der kerken S. Jans, dese naervol- gende munimenten, boecken ende andere brieven: Inden eersten , een boeck in parkement gebonden, geintituleert: Liber feudorum prae-
posilurae S. Joannis Traj., beginnende: In capite J525. Tabula etc. Noch een ander boeck, in parkement gebonden, beginnende: Tabula Schepenrecht tot
Mydrecht, Wilnes, Uythoorn, Anno J52J. Noch een ander oudt boeck , in franchyn gescr., beginnende -. De pace facta inter Wil-
helmum regent Romanorum illustrem et decanum et capilulum ecclesiae nostrae de de- cimis nosti'is silis apud Overdrecht etc. Noch een oudt boeck, in franchyn gescr., beginnende als voren: De pace facta, etc.
|
||||||
■
|
||||||
196
|
||||||
Noch een boeck, in pampier gescr., beginnende: Dat syn die articulen, die den proosl
ende dat capitlel van S. Johans overgegeven hebben teghens onsen heere den bisschop van Utrecht. Noch een kleynder boecxken, in pampier gescr., beginnende: Copia prothocolli magr.
Joannis die Wael, notarii et scribae jurati coram oficiali praepositi S. Joannis Traj. Noch een lang boexken, in pampier gescr., beginnende: Recepta per me Th. Lieverjan,
de fructibus et emolumentis praepositurae ecclesiae S. Joannis, de anno J5J8. Een cohier, beginnende: Dit is alsulcke Leengoet, als men vande proost van S> Jan
t'Utrecht te leen houdt, etc. Litterae concordiae inter episc. et praepositum super jurisdictione Frisiae de data 1327.
Sententia . . . sive literae comitis Holl. Florentii de decimis in Cudelsteert. Bulla Sixti iv'> oppressionis et hostilitatis factae per incolas et oppidanos Amstelodamenses de Woerden, Oudetvater et Lei/den, anno 1483, 3 id. Juny. Literae juris devoluti ecclesiae parochialis de Rotterdam., pro D. Jo. Ingenvvinckel, de
data 1516, 13 Marty. Conservatoria pro D. Jo. Ingenwinckel, 1505. 12 kl. Spt.
Procuratorium doinicellae Ulde de Curti de Balgoyen etc., de data 1383. Een verleybrieff by juffr. Mabilia, wed. heren Alerts van Bueren, tot behoeve van haren soen Lambert van Bueren, in data 1344, feria 2". post festum Gertrudis. Een ander brieff van verlydingbe van Balgoye, ten behoeve van Lambert heren Alerts,
here van Bueren soene, in data 1344, ipso die Valentini. Noch een ander verlybrieff vande sclve heerlicheyt van Balgoyen, ten behoeve van Alert
ende Otto van Bueren, in data, 1364. die 13. Martii. Noch een ander verleybrieff vande selve heerlicheyt, ten behoeve van Wilhelm van Oy,
in data 1440, feria 6*. post festum S. Pauli. Noch een ander vande selve heerlicheyt, ten behoeve van heer Lambert de Vriese, in
data 1311, sabbati post misericordiae. Noch een ander verlybrieff vande heerlicheyt, ten behoeve van Herbernus van Oy, in
data 1406, ipso die exaltationis S. crucis. Gitatio Theodorici Uyter Weerdt, praepositi Elsten. et vicarii generalis episcopi Traj., con-
tra alienatorem bonorum spectan. ad curtim de Balgoye, in data 1475, 4. Aprilis. Sententie provisioneel vanden secreten rade, nopende die differenten vande hooghe heer-
licheyt vd. proostye S. Jans t'Utrecht, teghen den proc. gen., in data 1564, den 20. Oct, Forma juramenti Caroli Perenot, praepositi etc. Forma juramenti D. Buchonis a Montzima, praepositi etc. Oprechtinghe vande schutterye van Achtthienhoven. Sententie vanden hove provinciael, teghen Ghysb. vander Aa, builliu, data de nil'. Mey
1532, sonder seghel. Copia testamenti praepositi Ingenwinckel, in papyro. Noch een mandement van Keyserl. Maj., in data XT', xxxm, den XXI. Aprilis, met attache
's hoofs van Utrecht, ende relatie vanden deurwacrder daer aen gehecht. Forma juramenti pro D. Piggio, sub bulla plumbea expedita. Instrumentum quoddam in causa precariarum pro D. Jo. Nys, praepositi, 1479. Aliud in eadem. Acte vanden hove van Utrecht, vandat die tot Wilnis gevangen waren, niet en soudeu
gerestitueert worden in handen vanden bailliu: nochtans sonder praejudicie vande proost, in data in. Spt., anno XXX". 25*
|
||||||
■
|
||||||||||
196
|
||||||||||
Eenen besegelden bn'eff van Frederich wten Ham, aengaende deselve zaken, in data 1512,
op S. Lucas dach. Monitorium quoddam pro praeposito S. Joannis.
Bulla Leonis X., pro praepositura S. Joannis, de precariis annorum bisextiliura etc. in
dato 4°. kl. Jan., 1513. Item, bulla Julii II. pro dicta praepos. dat. 1512, 5 id. Jul.
Noch een acte vanden secreten raet tot Brussel, onderteykent L. DE Zoete.
Item, const. Ingenwinckel ad absolvendos incolas dictae praepositurae ab excommunicat.
etc. Subst. a Jacobo Hubertf de Loemel, nto. Instrum. promiss. precar. pro anno bisextili a", videl. 1528, in data 1529.
Aliud instrum. cone. eand. materiam, subscr. per GoESVINCM VEERCKENS, ntm., in data
1474, m Oct., recept. dat. 1476, xxv May. Procuratie met 2 seghelen besegelt vanden bueren in Achtienhoven, dat. 1538, X Nov.
Item, verscheidene andere scrifturen, beroerende de jurisdictie vd. proostdye, soe teghens
den proc. gen., als oock teghens die drie staten van Utrecht, met noch ander chartebellen etc., synde twee bundelen byden anderen gebonden, waer op de groote staet aldus: twee antwoorden vande stadt Utr., ende op d'andere: memorien aengaende de jurisdictie vande Vecht, met diversche stadlbrieven ende contracten. Item, noch een sack, daerop gescrcven staet: II. Bucho van Montsima, proost ende ar-
chidiaken etc., impt., in cas van complaincte nopende alle de excysen, vallende ter plaetsen contentieus tegen de regierders der stadt Utr. gedaechd. Gefurneert den 27. Fbr. 1577. Noch een sack, daerop staet aldus: voor Mr. Albert Pighius, proost van S. Jans t'Utrecht,
impt. teghens die drie staten van Utr. Noch een ander sack, daerop gescreven staet: proost van S. Jans, daerinne verscheyden
stucken tusschen Claes Aelbertsz. opde Vuers ende 't gerecht van Achtienhoven. Alle welcke voorsz. regrn., reekeninghe ende pampieren byden voorsz.
heren Bengers, Esch ende Bumelaer junior, uyt handen van myn E. here Folcaerdt van Montsima, deeken t'Oudemunster voorsz., ontfanghen syn, ten tyde voorn. In keiinisse van my, Jo. Rodius, nts.
|
||||||||||
XIII.
Wy onderscreven, Claes Cornell's*., alias Keesz., ende Gerrit Cornelisz., opgesetenen van
Mydrecht, milsg. Corn. Egbertsz. ende Jo. Aelbertsz., opgesetenen van Wilnis, bekennen by desen gesamender hant, dat de here Mr. Geraert vander S'teen, can. S. Jans t'Utrecht, als executeur vanden testamente van zal. den heer Pompejus a Montzima, in zyn leveh canonik ende thesaurier der kercke van Oudemunster, t'Uti'echt ons gelyckelyck gerestitueert ende ter handen gestelt heeft, eerstelyck, zeeckere hooge silvere remonstrantie met zynen toebehoren ; item, een silvere vergulde kelck met een patena; mitsgaders een root damaste casuvel met een geborduyrt cruys, ende daer toe een silvere lepel met een corte Steele, die volgens seeckere memorie, daerby leggende, die kercke van Mydrecht alleen soude competee- ren, alle welcke andere parcelen ons luyden ofte onse gemeenten in't gemeen, zoo men voor als noch nyet beter en weet, zyn competerende, zonder dat d'een off d'ander door deze nochtans enichsins zall wesen geprejudiceert. Bedancken voorts denselven here Vander Steen van syne getrouwe bewaringh ende goede overleyeringe, ende belooven elck een voor |
||||||||||
197
|
|||||||||
all pnde als principaele voor ons ende onsen erffgenamen onder die renuntiatie der exceptien
van excussie ende divisie 't effect ende de crachte vandieu, wel verstaende ende ons soe veel noodich, beduyt synde, den gemelden here Vander Steen te bevryden van alle namaninge ende hem aftehouden alien ende eenen yegelyken, die hem in ofte buyten rechten, ter saecke voorsz., eenighe onlust, hinder ofte moeyenisse zoude moghen aendoen; daertoe ver- bindende onse respective personen ende goederen, jeghenwoordighe ende toecomende, de- ceive submitterende den E. hove ende gerechte van Utrecht, mitsgaders alien anderen heren, hoven ende gerechten. Ten oirconde hebben wy deze onderteekent. Actum t'Utrecht, deze xxv. October xvic. zeven ende dartich. claes corneitsz.
Gerrit Cornelisz.
Corkelis EGBERTSZ. My present,
Geth. by -\~ Jan Aelbertsz. voorn. Henr. Rcyscji, nts. 1637.
|
|||||||||
Op een ander blad:
Wy onderscr. bekennen by dezen, elcx zoo veel ons zoude mogen aengaen, geconsenteert
te hebben. ende te consenteren by dezen, dat here Ger. vander Steen, executor vanden testamente van zal. heer Pompejus van Montzima, in zyn leven thesaurier ende canonick vanden capittele t'Oudemunster t'Utrecht, aen die van Mydrecht off Wilnesse, off die van henl. daertoe gerechticht, te restitueren een remonstrantie met zyn toebehoren, ende belo- ven, dat wy denselven Vander Steen, ter saecke vandyen, noch oock ter cause van enich verschot, dat by den heere proost Montzima, off yemants anders daer op gedaen soude mo- ghen zyn, nyt en sullen molesteren, in recht noch daerbuyten. 'T oirconde is by ons onderteekent: Pniups van Oprode. B. van Schroeisietn. Op een derde blad:
Ick juffrou Barbara van Montzima , verclare, met overstaen ende gelieve van jonker Chris-
tiaen van Lathem, myns mans, dat ick ben gunnende ende gevende, gelyck ick gunne ende geve mits desen aende kercke van Wilnes, alsulcke deel ende recht, als my mach compete- ren inde penninghen, die myn oem, de heer proost van S- Jan, zaligher, mach gedaen hebben aen de kerkmeesters van't voorsz. dorp Wilnes, opde remonstrantie van deselve kercke, sonder my in dese te benioeyen of aen te dragen het deel, dat het sterfhuys van vvylen myn broeder den thesaurier inder selve mach competeren, als hebbende 't selve sterf- huys-geheelyk geabbandonneert ende gerepudieert, latende daeruiede begaen de heren execu- teurs, of wel diegene, die 't selve sterfhuys willen aenvaerden. In teeken der waerheyt, hebbe ick dit met myn voorsz. man onderteekent dezen x. Oct. 1637, stilo veteri, Barbara van Montzima. C. van Lathem.
|
|||||||||
Op een vierde klein papierIje:
Ick onderscr. consentere, dat myn heer Vander Steen mach overleveren aendie van Mydrecht ende Wilnes een silvere mon- strantie, kelck ende casuyfel et cetera, die tot noch toe ten huyse van men heer Popho van Montsima, canonik ende the- saurier, bewaert zyn geweest. Philips van Oprode. |
|||||||||
198
|
|||||
XIV.
Arnoldus van Escb, geboren op het buys tot Bergeyek, heeft gehadt drie broeders, als:
1. Jan van Esch, scholtus van Kempelandt, en commissarius vande vivres wegens zyn ca-
tholyke Majesteit, is ongetrouwt gestorven, anno 1587, den 13. Juny. 2. Petrus van Escb, pastoor tot Eersel, gestorven 7ber 1688 (!).
3. Direk van Escb, possesseur van 't huys Bergeyek, beelt nagelaten drie kinderen , als:
Theodoras, Lucia en Ida van Esch. 1. Theodoras, gewczene canonik van S. Jan t'Utrecht, is naderhand getrouwt.
2. Lucia van Esch, getrouwd aen Gerard vd. Steen, luyten. drossaert van alien den
landen van Grevenbrouccr, Hamont etc., vader en moeder van Gerard vd. Steen, can. S. Jan t'Utrecht. 3. Ida van Esch, getrouwt Nicol. Streng, rentnir. van het capittel S. Jan en heem-
raat 's lants van Vyanen, vader en moeder van Theod. Streng, gevvezene canonick S. Jans t'Utrecht, en naderhand can. en scholaster in onse Lieve Vrouwe, genaampt 't Munster tot Aken, aldaer gestorven 1 October 1669. Arnoldus van Esch, can. en domheer S. Jans t'Utrecht, by resignatie vanden grave van
Rennenborgh, heeft lange jaren de bestieringe ende adaiinistratie gehadt van alle de goede- ren van :t capittel, zoo van groote als cleyne cameren en fabryck, gelyk te zien is uyt de rekeningen, die noch in bewaringe syn. Is in de eerste troublen gecommitteert geweest met sekeren Schade, can. inden Dom, om onderzoek te doen wegens de vyff capittelen, wie be- smet mocht wezen met ketterye. Eenigen tyt daerna, inde eerste troublen, is hem, benef- fens verscheide anderen, de stadt ontseit om de religie, maer corts daerna weder ingeroepen. Siende, de Gereformeerde nu geheel de overhand hadden, ende de capittels oock begosten te vervallen, en den publyquen Godsdienst was ontseyt, soo resolveerde met syn confraters alle d'ornamenten te deylen, en heeft de portien van verscheiden canoniken (die al gere- formeerd waren) gecoft; ook zyn de portien van eenige catholyken aen hem geschonken, en zyn aen hem in bewaringe gegeven verscheiden reliquien, daeronder den Albe van St. Ber- nulphus en twee napiens van S. Odulphus etc., deweleke altemael na het overlyden van Arnoldus van Esch, op den 28. Fbr. 1610, zyn gekomen in handen van Theodoras van Esch, can. S. Jan, zyn neve, en gestelden eenighen erfgenaem. Denzelven heeft alle die ornamenten en daer beneffens den albe van S. Bernulphus, be-
slooten in twee kisten, gebragt op een landhuis van zyn zuster, genoemt Kasbergen, tot Lexmond, en heeft zyn prebende geresigneert op zyn neve Ger. vanden Steen, op den 6. Nov. 1611, in resolutie zich inden houwelyken staet te begeven. Door perykel vanden tyd, zyn deze kisten aldaer gebleven tot den 29. Oct. 1622, wanneer die heer Ger. vanden Steen, tot zyn verzoek zyn ter handen gesteld en overgegeven, die dezelve ornamenten heeft aen diverse kcrken uytgedeylt, en corts voor zyn overlyden den albe van S. Bernulphus doen behandigen aen den Eerw. here, mynheer Codde, met bevel zyn pampieren (die ten deele vd. voorn. here Arnold van Esch, en die andere van tyd tot tyd curieuselick hadt vergadert, by gelegenheden, als hier zal volgen, ook veele by hem zelfs zyn geannoteerd en geschreven) naar zyn dood, by absentie van zyn Hoogw., ook te behandigen aen myn heer Codde. Ger. vanden Steen, geboren anno 1590 in Jan., en can. en domh. S. Jan, door resignatie
van Theodoras van Esch op den 6. Nov. 1611 is geadmitteert tot den capittele, als capi- tulaer den 12. Nov. 1613. Is gestorven den 7. Oct. 1680, ergo 69 jaer can. geweest ende 67 capitulaer, en sedert 1651 vice-deken. Is groot camelaer, fabryk ende cleyn camelaer |
|||||
199
|
|||||||
gevveest tsedert den jare 1637 tot 1668, dat is tusschen de dertich en vertich jaren. Item,
gecommitteerde vande vyff capittelen ende heemraad vanden Leekendyk, in de dertich jaren patronaat van Goejlant; executoir vd. here N. a Montsima, deeken ende canonik inden Dom ; item, van zyn Excellence den grave van Solms, proost S. Jan en gouverneur van Maes- tricht; vanden deken Berck gecommitteerd inde staten ; van here deken Borre van Ame- rongen, gecommitteerd inde staten generael; vanden hoedel vanden here deken Renesse; item, van verscheide canoniken, als: Jo. Mammnchet, Jo. de Boodt, vander Weerdt, van Muyden, etc. Den here Ger. vanden Steen is mede geemployeert geweest tot middelaer, om d'erfgena-
men vanden heer Ledenberg inder niinne van malcanderen te helpen scheyden inde deylinge der goederen , by welke occasie aen hem zyn gegeven al de pampieren vanden heer Gillis van Ledenberch, secretaris vande staten, etc. Ondert. Maria vander SrEKiv.
|
|||||||
XV.
Dese navolgende specien heb ick ontfangen den 29.
Oct. 1622, besloten in twee verscheide kitten, komende van Casberg, tot Lexmond, van myn raoeje Ida van Esch, alwaer die kisten wel acht of negen jaren badden gestaen, ende die sleutel vande kiste heb ick ontfangen van myn oeme, Mr. Dirck Esch, enighe maenden van te voren. Veertien goutlakene pellen op root fluweele, allegader met wapenen, wtgenomen datter van
dry pellen de wapenen syn afgetornt, rontsomme met swarte fluweele slysten, wesende die halve breedte van het fluweele, dewelcke zyn lanck in goutlakenen gerekent: Inden eersten, een pelle, lanck in 't goutlaken vyff ellen ende een halve.
Een twede, lanck vyff ellen ende een vierendeel.
Een derde , vyff ellen ende een sestiendendeel.
Een vierde, vier ellen en drie talven.
Een vyfde is lanck vier ellen min een half vierendeel.
Een sesde, ut supra,
Een sevende, ut supra, i
Een achste, vier ellen, ? waervan een is gebroken tot een antependium, an. 1637.
Een negenste, vier ellen, I
Een thiende, oyck vier ellen, J
Een elfde, van vier ellen min dry talven of 16 deel. *
Een twaelfde, derdalf ellen ende een half vierendeel.
Een dertiende, een elle ende een halff vierendeel.
Een veertiende, ut supra.
Dry vesper cappen, van een fatsoen , van blacu fluweel, met breede geborduerde rand en
voor ende beneden rontsomme smale geborduerde boorden met blaeuwe zyde franjea; item, met geborduerde blaesbalken op root fluweel. Op d'eene is geborduert S. Jan Bapt. do- |
|||||||
200
|
|||||||||
S
|
inghe, d'ander S. Jan Bapt. onthoofdinge, op de derde die maeltyd van Herodes, alwaer
ie dochter compt met S. Jans hooft inde sehotel. |
||||||||
Een blaeu fluweel carsuffel met goude geborduerde cruycen, achter ende voor j ende
rontsomme smalle geborduerde boorden of lysten. Item, twee stoelen, met goude geborduerde beelden, op blaeu fluweel.
Item, dry manipels, geborduert als boven.
Dry alben, met goude gebovduerde lappen op blaeuw fluweel, achter ende voor, ende syn
wel een half elle in 't vievkant groot, ende beneden rontsomme met blaeuwe fluweelen gebor- duerde boorden, mits dry amicten, oick met geborduerde goude lappen op blaeu fluweel. Nofa: die blauwe corsufel is door syn oudheyt gebroken, ende het geborduerde ciuys op
een nieuw carsufel gestelt, van half root ende gheel damast, anno 1638. Item, van de geborduerde lappen, gesiaen hebbende op de drie alben , is gemaect een antependium, anno 1637. Vande stoelen, seer versleten synde, is verbrant, ende 'tsilver, daer van gecomen, met meer andere dingen, syn imployeert tot die nieuwe vergulde kelk, gemaect anno 1637, ende gecost omtrent 130 gulden. Een smalle geborduerde stole, met enighe wapenen daerop.
De albe v. S. Bernulphus, beneden rontsomme met een goude lakense boort, breet omtrent een
half elle ende een half vierendeel, mits boven ende besyden enighe goudelakense boorden ofte lysten. Daer toe een goutlakense stole, omtrent een half vierendeel breet ende met beelden ge-
wrocht, als oyck een manipel gelyck de stole. Noch een gout- ende silverlakense stole, omtrent een sestiendendeel breet.
Tot die voorgaende albe twe syde platte gevrochte gordels, half wit ende root.
Vier groene fluwelen vespercappen, waeraff twe kleyner. 't Schynt voor die choralen ge-
weest te syn, maer heel versleten. Een oranje vesper cappe, oyck seer oudt ende gescheurt.
Dry rode camelotte dalmatiken voor die choralen , maer gelapt ende heel versleten.
Item, noch dry anderen, heel versleten, van gebeelt stoff, oick voor die choralen.
Twe swarte fluwelen corsufels, heel versleten, met goudelakenen cruycen , oyck seer gescheurt.
Item, noch twe swarte corsufels met rode cruycen, seer slecht.
Een corsufel van root taff, seer slecht.
Een root goutlakense corporaeldoos, mits enighe corporael doeken ende enighe kelkdoecx-
kens ende sacxkens, maer de korporaeldoeken ende kelkdoeken meyne te wesen van myn oeme, heer Aert van Esch kerckgoet. Twe ronde copere instrumenten, met glase nageconterfeyte diamanten ingeset, diemen
boven op die stocken plach te setten, daer men die vanen aen honch inde processie. Een coper overgulde stuck, om voer aen die vespercap op die borst te hanghen.
Witte oude damaste stucken, eertyts geweest aen twe dalmatiken of dienrocken, mits root
linnen onder die dalmatiken gevoedert. Twe rode behangsels.
Vyf witte aermosyne lappen, aen alben geweest.
Twe swarte lappen.
Een sylvere kelk, toebehorende aende vicarye, die heer Adam gepossideert heeft.
Een ander silvere overgulde kelk, toebehorende aen sekere broederschap, waervan die
memorie, die boven op die kelk is gespelt, is half van de muysen opgegeten. In margine: Dese silver vergulde kelk, met die kelk die een koperen voet heeft, is anno
1637 geemployeert tot een nyewe vergulde kelk, doordien dezelve nyet bruykbaer en waren, om te celebreren, als gereeten ende gespleten. |
|||||||||
201
|
|||||||||
Item, een silvere vergulde kelk met een koperen voet, vvesende seer kleyn.
Item, noch een kopere overgulde kelk, vvesende seer gelapt ende ongestelt, dewelke ick
hebbe ontfanghen van myn moeye Ida van Esch, die se heeft laten gebruyken te haren huyse om dyenst te doene. Item, een groene satyne corporaeldoose, boven hebbende een passement, doorluchtfch van
vals gout, met syn toebehoren daer binnen , ontfanghen van myn moeye voorsz. Ses rode satyne croonen, met verscheyde zyde blommen verciert.
Een groet agnus Dei, in een houte tafereele geset.
Vyff alben.
Dry amicten.
Een lanck wit altaercleet van cruysbeelt, aen beyde af hanghende kanten gebeelt en wtgereyffelt.
Item, noch een altaercleet, geheel met die naelt op het doec gewerkt, heel slecht ende oudt.
Noch enighe brede ende sraale dwelen, zeer slecht, mitsgaders enighe autaer di-ochdoecxkens.
Twe cruysbeelden gordynen.
Een cruysbeelden antependium.
Een groen cleyn fluwele cussen , heel versleten ende cleyn.
Een cleyn autaer cussen, om het boec op te leggen, van damast, den grond met oranje
syde overleyt, ende die blom wit gaern. Item, noch een kussen van groff gebloemt stoff, gecomen van Ida, moeye.
Een kistje , hetwelck ik heb doen halen wt het Cecilie kloester, alwaer verscheydene re-
liquien in syn, eertyts wt den brant wtgeraept ende vergadert, hebbende gestaen een goe- den tyt in 't choor van S. Jan. |
|||||||||
In Augusto 1629, heeft den here Joost de Voocht van Rynevelt my ter handt gestelt tot
bewaringhe, dese navolgende ornamenten, S. Jans kerke t'Utrecht competerende, die hy hadde ontfangen van juffrou Mechteld van Hacfort, welcke juffr. voorsz. deselve hadde ge- vonden onder den boedel van zal. heer Johan van Renesse, deken S. Jans t'Utrecht in syn leven , welke ornamenten den deken hadde begeert wederomme gebruikt te werden, in die kerke voorsz., als het geoorloft sal wesen, 'tselve te mogen doen: Een goutlaken carsufel met een schoon gebeelt cruys.
Item, 2 dergel. goutlakense dalmaticae of dyenrocken, een voor den diaken ende d'ander
voor den subdiaken. M. S. Dese sijn teghenwoordiah op onse kerk.
|
|||||||||
XVI.
Dese navolghende specien heb ick ontfangen van
Anto. van Haeften, op den 21.' Mart. 1623, waervan recepisse hem gegeven. Eerst een out swart fluwelen casufel, met een geborduerde cruys van gout ende syde, seer
fray, hetwelck ick heb overgelevert aen confrater Rynevelt, op den 29. Meert 1623, de- welke het sal met root syde damast laten becledenj 'tis een zeer costelyck geborduert cruys, nyt versleten, met opgaende tacken. Op het cruys achter is geborduert een cleyn cruys, III. 26
|
|||||||||
202
|
|||||
waeraen haneht Onsen Salichmaker, aen d'eene syde onse Lieve Vrouwe, aen de andere
Sint Jan Evangelista; onder die wtgestoken armen, zyde ende voeten vligen engelen gebor- duert, hebbende kelken in haer handen, daer zy het heylich bloet ons Heren in versamelen. Beneden het cruys, op de rugge, staet Sint Andries geborduert; besyden het cruys, op het swart fluweel, staen die wapen van den deken Nykerken; voor op die borst staet oyck een geborduert cruys, met opgaende takken; beneden het cruys staet S. Peter; op die rechter zyde der tacken des cruys staet het beelt van S. Jacob major; op die slinker zyde S. Mar- gareta; beneden aen die voeten S. Catharina. Die casufel is met blaeu lyenwaet gevoedert. Een blaeu fluwele lappe met gouden boort, onderom ende besyden geborduerde beelden,'
en op die blaesbalck is Palmsondach geborduert. Item, een groen fluwele cappe, met gouden boord onderomme ende voorop, ende groen
ende roy frangen onderaen. Noch een oude oranje fluwele cap, met een syde boort daeraen, ende voorop, wesende
zeer versleten, met groene sye frangen. Noch een oude roye fluwele cappe, met een boort onder ende voorop, met groen sye
frangen onderaen. Twe blaewe fluwele dalmatiken of dienrocken , met goude boorden onder ende aen die hals,
ende van boven tot beneden . . . dobbele geborduerde beelden, met grauwe franjen aen die besyden stucken. Een goudelakense corporael does.
Een tameyte fluwele corporael does, met gout lint omgecoort.
Dry oude roye cammelotten lappen met een roy camelotte manipel.
Twee groene stoelen, seer slecht.
Een slechte oude swarte manipel.
|
|||||
DE
|
||||||||||
STADS-KAMERAARS-REKENINGEN,
MESSTBAAR GEHAAKT AAN DE
GESCHIUDEKIS,
VOORNAMELIJK DIE DER BESCHAVING IN HARE RUIMSTE
BETEEKENIS. ____
I. urr de XVI. eeptv.
1502. — 1503. — |
||||||||||
MLerste steen. Item, geseynt den over-
sten etc., eenea Hoerns gulden , die zy onder den eersten steen Ieyden, doen men den nyen muer begonst te maken after de Wittevrou- wen, 3 L. 15 s. Luitslager. Item, gegeven etc. den lute-
slager hertoch Philips van Bourgoengen, eenen Badens gulden. Schilder. Item, gegeven Willem Florisz.,
soe hy die scilden gemaeckt heeft ende dat tavereel, dat hanghen sell inden Haghe, daer die wapen van Utrecht in gemaelt was, ende dat voor die herberch v. Colen hengen sail, daer die raet hem voor belieft heeft 6 R. gl. Gogchelaar. Item, gegeven etc., eenen
guygelaer ende coste spuelen optie luyt ende quam vanden hertoghe van Gelre, nae der gewoenten, een Hoorns gulden. Salpeter. Item, die stadt heeft laten brue-
cken by hoeren salpetermayker een huys, gelegen achter Lepelenborch, toebehorende Aernt Gluetinck, te somer verleden, etc. — It., gegeven Ja., die cueper, dat hy gemaict heeft aen tobben ende tonnen tot behoef ons nyen salpetermeyster, etc. |
||||||||||
Oor-afsnijden. Item, gegeven mr. Aelhert,
surgyn, dat hy een wyff verbonden heeft, die haer oer afgesneden was, etc. Veenbrand. Item, de clock te slaen, toen
die veen barnde, etc. Pijpers. Item, gegeven ons stads pypers,
hoere tabbaerden, onder heur vier, 16 ellen paers , een vierendeel roots , een half el kar- men optie mouwe te maken mitter stadt wapen. Scherpregter. Twee ende een half el root
lakens , twee ellen wits, vier ellen voeyerdoeks. 1504. —
Klokgieter. Item, gegeven mr. Wiilem,
die clockgieter, ses gulden, die hem die raet toegesleten heeft voor syn oncost, die hy ge- hadt heeft van syn cloc-oven te verzetten. 1505. —
Uurwerk. Item, gegeven Herman, sloet-
maker, dat hy dat uerwerc te Buerkerk ver- maect heeft, 3 gulden. Silverwerk, Item, gegeven om twe silve-
|
||||||||||
26*
|
||||||||||
204
|
|||||||
ren kannen, die de stadt mynh. den dom-
proest scencte, 200 guld. — It., gegeven om eenen silveren overdect croesen, dat die stadt mynh. van Vyly scencte, 115 guld. — It., om die credency-cop , die de stadt mynheer den bisscop van Trier scencte, 95 Phil.guld. Organist. Meyster Peter , organyst. 1506. —
Uurwerk. Item, Olof Jansz., coster op S.
Meertens toorn, heeft dat oerwerc te Buur- kerk gestelt, daer hy voor hebben soude 't geheel jaer 50 pondt. Sohakel. Item , Dire Scaey, goutsmit, heeft
gemaect voor eenen, geheten Wolfaert, eeu scakel, wt bevel vanden oversten, woech twee oncen ende drie engelen, met sulver ende maken 5 gl. 1\ st. Gebakkengla%en. Item, Jan Wcyman heeft
die stadt van Utrecht vier gebacken glazen ge- maect totten Domdeken, elc glas twee guld. Trompers. It., gegeven tot vier bannieren ,
aen die trompers schalmeyen ende trompen , vier ellen root tafFetafF, elc om een Ph. gl., noch elf ellen wit sloeyers, aen frengien ende fjuasten mitten snoeren, syen lint, etc. 1507. —
Gedicht. Item , soe Wolfert, die scryver ,
een gedicht gemaect heeft, hanghende op 't raethuys, soe is hem gescenct wt beveel vd. oversten drie Phil, gulden. Zeehont. Item , onse overste hebben Herm.
Jacobsz. wtgesent mit eenen levenden zeehont, om dien myn vrouw van Savoyen te schen- cken, by onsen gescicten, die toen te Ant- werpen waren , etc. Gla%en. Item, gescenct den glaesmakers
knecht, die de glasen inden Haech maecte, 5 st. — It., Claes Weyman heeft der stadt gemaect twee glasen, ende staen inden Ha- ghe, cost sess gulden. — It., die stadt van Utrecht heeft gescenct meyster Aryaen Florisz, deken te Loven, vier glasen in zyn capel in zyn ny husinge, coslen acht R. guld. Ende |
die dubbelde houten laey, daer men die gla-
sen mede brocht tot Loven, cost tien stuv. — Item, Heynric noch geseynt inden Haghft mitten glasen, ende heeft eenighe by hem ghehadt, die hem holpen 15 gl. 10 st. — It., noch geweest acht daghen tot Loven etc., mitten glasen, die de stadt scencte den de- ken aldaer. Vroedvrouw. Opten lesten dach Augusti
heeft die raet aengenomen Katryn Moyer, vroeyvrou, ende heeft haer wekelyk toege- voegt 15 st. 1508. —
Schet'pregter. Item , Willem , die greef-
meester, heeft een te raey gebracht, die ge- recht was, alsoe die scerpregter dat nyet selve doen en dorste, drie pont. 1511. —
Bannier. Item, gecoft van Gysb. Henricksz.
seven ellen ende twee ende een half viertel damasch, daer die nye banner of gemaect is, de el om drie gl. — It., gegeven een bode, die dat wit damas van Antwerpen brocht, 6 st. — It., gegev. Peter, die scutterboey, orn die frangien , die totten bannier gegeven syn 2 j R. gl.— It., van die bannier te maken, ende dat linnen laken boven om die stok etc. 36 \ st. ■— It., vanden spies te maken ende vandat yserwerc daeraen 9 st. 5 wit. — It., om twe ellen lynnen laken, daer een sak off ge- maect is, die men om die bannier doet voor stoff ende vulnisse, d'el 3 St. Souttervaenljes. Item , gegev. Gysb. Hen-
ricksz. ende die W... onder die Gaert voor 64 ellen sloeyerdoecs, daer die twe scuttervaent- gen of gemaect syn , van elc el 3 2 st..— It., Henr. v. Linderen vande scuttervaentgens te maken , 2 gl. 15 st. — It., vd. scaften tot de vaentgen 15 st. — It., Dire Henricsz. v. Oud- heusden, die scilder, vanden bannier ende twe scuttervaentgens te scilderen 4 Ph. gl. Vernegelen. Item, noch ter banc gehadt
een ghesel, die de bussen in 't heer verne- gelen wilde. |
||||||
205
|
|||||||
woensd. na S. Lucasdach heeft die raet som-
mige penningen ofgeset, daer die stadt aen verliezen most, want opten selven dach broch- ten die cysmeysters hoer weeckgelt, ende die, stadt heeft verloren aen half blancgen, corte cruysgens, half swaentgens ende knapkoeken, tes. 12 gl. 6 st. 6 wit. Kettery. Item, den 12. dach inden Apr.,
doe heeft ons borgermr. vd. vyfF ende zyn vennoten, den doctoer vande predikers ende die pastoer van S. Geertruyt, gebeden te komen by dat wyff, datter gevangen was , om ondersoek te doen van ons kersten ge- love, ende hadden aen kost twee R. guld. sestien stuv. — Item, noch soe is die ket- termeyster by dat wyff geweest, ende de bor- germr heeft zyn Liefden gescenct 2 tak wyns, fac. 16 st.— It., soe heeft Goeyert v. Voerde, borgermr. vd. viven ende zyn vennoten, met LysbetPetersdochter doen spreken byden doc- toer te predikers, ende pastoer van S. Ger- truyt, ende oick naderhant gewacht na den kettermeyster, gheheyten Olyslagher, die se onschuldich gewesen ende gekent hebben, alse dat den steenweerder Lisbet voersz., die tyt zy daer gelegen heeft, wt beveel vd. borgermeyster vd. viven, gegeven ende ge- daen , soe zy een sieke crancke vrouwe was, hare behoeften van eten ende diinken, on- der ende over, vure ende licht, ende als- daer by hem houden liggen , daer hy armoede ende onlede off gehadt heeft, welke Lysbet voorsz. naderhant, des donred. voor Mey anno xiir. vry afgesleten is, doe zy daer gelegen had 18 weken ende drie dagen, waervan den steenweerder belieft is 14 gl. 14 st. Bussen. Item, des nianend. na Jaersd.
soe hebben die oversten ende een deel scut- ten , vd. rade geweest byde busmeesters van Amsterdam, alsoe sy bussen gelevert hadden opter stadt cost, ende hem meer bussen aen- bestaet synde, soe hebben de busmeysters verteert etc. sestien R. gl. acht stuv. 1514. —
Bertgen. Item, gegev. den dienres , die
scoenden in die Buurkerk ende beuaerden dat |
|||||||
1512. —
I
Munt. Item', Ghysb. Jacobz. heeft geseten
tot Daniel vd. Heyde, ende heeft die pen- ningen helpen stempelen, drie weken min 2 daghen 54 st. — It., soe heeft Ja. Splintersz., die scilder, doe dat gelt ofgezet worde, die braspenningen geconterfeit op beyden syden, die men voor Hasenberg wthing, om te vve- ten, welke men voer braspenningen boeren soude ofte nyet, in twee tafelkens, te weten een dubbeld papier vol ende een enkel, daer- aen verdient 25 st. — It., Henr. v. Ravenswaey heeft gemaect Dan. vd. Heyde twaelf stempelen, dat stuc vier St., om dat gelt mede te teyke- nen, ende hem een aenbeelt verhuert om acht stuv. — It., soe heeft Dan. vd. Heyde geseten 25 weken , om 't gelt te stempelen, doe't ge- set was, om te mogen kennen die braspen- ningen ende die 13^ witgens, van elke weke, nae overdracht 20 st., maect 25 gl. Tortuur. Item , mr. Albert de Rover , die
stadt chirurgyn , heeft gegaen over Claes Mull, die gerecht is, want hy seer gewont was, drie daghen ende nacht, ende elke atmael twewerff verbonden , 3 pont. — It., noch te cost ge- leyt drie mingelen wyns, versoden tot drank, noch 4 stuvvere aen laxatyff ende steeckpil- len , 5 pont. Slad-swaard. Item , Will. Henricksz. vd.
stat wegen te peerde te Montfoort geweest, om der stadt sweert te halen etc., 3 L. Nelteboeven. Item , Henr. v. Arnhem ende
Henr. Willemsz., 2 netteboeven , zyn gevangen. 1513. —
Eersle sleen. Item, donred. na Cantate,
den 28 Apr., heeft Egbert v. Grevenberch, als een scepenborgermr ende eerste kerknir. daertoe versocht wesende, den yersten steen geleyt vd. zielbrueders-capelle te Buerkerk, ende daeronder geleyt eenen Hoorns gulden. Munt. Item, Herm. v. Ravenswaey heeft
gemaect 10 stempelen , daer Will. Bonert dat gelt mede geteykent heeft vd. stadt wegen , daeraen verdient dat stuk 5 stuv. — It., des |
|||||||
206
|
|||||||
graft van Bertghen, suster, mit hore witte
roeden, diugsd. nae S. Jan, ses pont. Geschut. Item, doe men die yseren ca-
meren vd. bussen den meyster weder lever- de, omdat zy daertoe nyet en dienden, etc. Toverye. Item, noch van oncosten, gegev.
v. dat wyff van Groll, dat men meende dat een tovenares was, ende van examineren, ses gl. It., die doctoer Wynant, die dat wyff be- las, die getovert soude hebben, 10 stuv., ende doen men Neel hore ooren afsneet, van de kaec wt te setten, een pont. Ende van hoer op de kaek te setten 3 L., ende van die oren af te snyden, van elc oor, drie pont. Vercrachlen. Ende noch gegev. van on-
costen , doe men twee appelbrekers vervelden, die een vrouw vercracht hadden, drie gl. Oor-afsnyden. Item, verteert, doe men dat
Hueshaens (!) meeghen ooren afsneet, etc. Pestilencie. Item , gegeven mr. Aryaen ,
vandat by die pestilency-lude laet, syn pensy van 21 weken, ter weke 15 st. 1515. —
Sckakel. Item, gescenct myns Gen. heeren
van Utrecht tromper een silveren scakel mitter stads wapen, twee gl. tien stuv. Krankzinnig. Item, des donred. nae Re-
rnigii, enen man , dol of dwaes wesende, al- hier van Amsterdam, is wederom aldaer ge- seynt, scuythuere 20 st. Busgieter. Item, mr. Jan Pietersz., buss-
gieter, vier Ph. gl., om te reysen tot Meche- len aen den busmaker, ende bracht die voorwaerde, daer hy die bussen op aennemen woude ,31 pont 5 st. Tapezerie. Item, gegev. den deken van
S. Peters t'Utrecht, voir dienst, die hy die stadt van Utrecht gedaen, een cleet v. ta- peserie werk, metter stat bannier ende die *tadt wapen, ende coste dertien Ph. gl. Toverye. Item, belieft byden scepenen etc.,
dat men Frerik Verwoerden's weduwe geven sel van Margariet v. Zwertssen, die van tovery beruftichs was, te houden 52 dagen lanck, dartien gl, cnr. —■ It., ter bank gehadt een |
vrouwe, die men seyde, dat een tovernaerster
was, 10 st. AJlaet. Item, ointrent ons lieuwe vrouwe
assumptio, heeft die stadt v. Utrecht gescenct den legaet vd. roemsche aflaet twe aeme acht taken ryns wyns, de sys daeraf belopende 6 fl. 18 st. 1516. —
Tapezerie. Item, alsoe de raet voortyts
belieft heeft te scenken den deken v. S. Peters t'Utrecht, voor sekre trouwen dienst, die hy der stadt dicwyle gedaen, een tapezerie-cleet in zyn zaele, in die stede van sekere glase , dyen de stadt, indien zy daer staen hadden moghen, gescenct sou hebben, ende soe daer noch an reste 27 Ph. gl., is daerinne belieft. Cruilmolen. Item, inde weke voir mid-
vasten, is mr. Herm., busse scieter, vd. stat wegen gescict tot Amsterdam, om een cruyt- molen te besien etc., vvf pont. Buscloten. Item,| WilL v. Deyl met syn
gesellen, die de ses buscloten vonden, ende daerna gevvaert hadden , van elke cloot, een gl. Krankzinnig. Item, Herm. van Huesden ,
borgermr. vd. viven, heeft, wt bevel vand. oversten, eenen besuycten man, die hier by der straten ghinc ende dicwyls besuyct wert, bestelt in een scuyt, ende lyet hem voeren te Leyen , 3 pont 7 s. 6 p. fiootslang. Item , word die nbotslange an-
derniael gescoten twee reysen, gegeven van 2 cloten weder te sueken, 10 L. Beeltsnyder. Item, Henr. Henricxsz., die
beeltsnyder, heeft dat slootwerc ander bussen helpen maken etc., ses pont. Hagehcot. Item, geweest by Stev. Scragen,
om buscloten ende hagelscot van hem te co- pen, etc. Lubeck. Item, omtrent Bamis merct, is se-
keren gedeputeerden v. Lubec gescenct voir Tollesteghe poirt, want sy nyet laugher bli- ven en wouden etc., aen cost ende wyn, vier R. guld. twaelf st. S. Hieronymus. Item, gescenct de fratres,
die den pater te Sinte Hieronymus gecoren |
||||||
207
|
||||||||
Tafereel. Item, Herm. Jansz., gemaect
een tafereel, op Hasenberch, daer 't oordeel in staet, etc. 1519. -
Trompers wt Polen. Item, die oversten ge-
scenct den jongen scutten op hoer stacy dach vier Berchs gulden, den seven trompers wt Polen gescenct enen Berchs gulden, ende vd. goedspenning vd. salpeter 5 St., ts. 3 gl. 15 st. Rethorykers. Item , Mart. Henricxsz., die
bonetmaker, met syn medewerkers, een re- toryckspuele gespuelt, doe die oude scutten gescoten hadden, ende ter eere myns Gen. heren ende der scutten, daeraff belieft 30 L. Cantileen. Item, gescenct op S. Mertyns
avont inden wynter, den scoolkynderen van S. Hieronymus, die hoer cantileen songhen opte plaets, 6 pont. Bussen. Item, alsoe Symon Gelisz., buss-
gieter te Mechelen, van wegen Geryt Sterk, coopman van Antwerpen, vier bussen, sal- peter ende swevel, van onser stads wegen t'Antwerpen gecoft, wesende bynnen onser stadt gelevert, soe heeft hy inden Hulk ver- teert , soe hy een seker tyt na vestenisse der renten wachten moest, 4 gl. 16 st.— It., der stat clerck gescreven ende doen scriven 't overcomen vanden raet, van Gerit Sterk , coopman van vier metalen bussen, salpeter ende swevel, losrenten den pening 19, by consent vande gemeyne gilden, etc. — It., noch gescreven ende gegeven in elke gilde segel ende brief, daerin die raet, die ge- meyne gilden geloeft heeft, die voorsz. bus- sen noch geen andere bussen, cruyt, cloten, noch gheene, datter totter bussen behoort, nyet wech te geven, wt te lenen, noch weer- loos te werden, buyten toedoen, belieftenis- se, wil ofte consent vande gemeyne gilden, fac. milter minuyt 22 brieven, van elc een pont, belieft 22 L. — It., Ysbr.Ysbrantsz., overste ouderman, vander stat wegen gereyst tot Antwerpen, mit mr. Hans, bussescieter, om die bussen, salpeter ende swevel te besien , etc. Glas. Item , Claes Weyman, gemaect een
|
||||||||
hadden, op S. Meertensdach inden wynter,
24 kan. wyns, 18 L. Spotnaam. 't Vyfde kynt. 1517. —
Staffagie. Item, doe myn Gen. hr. v. Utr.,
Phil. v. Bourgoingien inquani, ist op't raet- huis behangen mit laken, ende die stads wa- pen opgescildert, 32 st. Artillery. Item, Lamb. Jansz. vd. Bosch
brocht brieven vd. artilrymeester vd. Keyset' aende stadt van Utrecht, 5 L. 12 sc. 6 p. Bom. Item, soe hebben Herm. Dirckz. ende
zyn vennoten, tromslagers geweest, om myn Gen. hr. v. Utrecht in te halen, vervelt ende vernyet een nye bom, ts. 9 pont. Rector. Item, sonnendaech nae S. Maerten
dach inden wynter, soe hebben ons overste met meer vd. rade geweest te gast tot des secret, huys, byden deurweerder des hoghe hoofs, ende den anderen daghen byden rec- toer v. Alcmaer, die hier binnen was geco- men ende synen dienst gepresentiert, des die overste eens deels vd. wyn gescenct hebben, te weten 20 kan, etc. 't Regael. Item, doe men Herm. Henricxsz.
gerecht hadde, alsoe myn Gen. hr. 't regael noch nyet en hadde, soe hebben die scepen, stadtdienres ende anderen, die daerby waren, verteert in clevn-Lichtenberch 70 L. Tromper. Item, eensdeels vand. oversten
geseten tot Elewaert met enen nywen trom- per ende die gesellen vd. cuynst, ende voort gescenct den prekers aen salm ende snoek, ts. 15 L. 1518. —
Vroetvrouw. Item, die gescicten vd. rade
hebben een vroetwyff, die haren dienst pre- senteerde, laten examineren by mr. Jan, een medicus, hem gegeven 15 st. Mismaect, Item, omtrent paeschen is een
mismaect vroupersoon wtter stadt doen ley- den , daeraf 3 L. 15 sc. Speelluden. Mr. Mathys, de spuelman, 3
Ph. gl., ende noch meer anderespuelluden 1 gl. |
||||||||
•
|
||||||||
208
|
|||||||
comen en mocht, hetwelc gecost heeft etc.,
ses gl. vier stuv. ses wit. Caerle of te figure. Item, omme ons recht
tegens den here v. Brederode, aengaende den stroom vander Lecke te bewysen, is gescict geweest wten rade, out ende nywe, om een caerte ofte figure te doen maken, die welke tot twe reysen daerom vergadert zyn geweest, ende verdroncken hebben negen quart wyns. Copien wt een out boeo. Item, Henr. Ver-
borch verleyt, om vier brieven te copieren wt een boec, leggende te Oudemunster, aen- gaende de saeck vanden heer van Brederode, 1 pont 5 scell. Metalen hoorn. Item, Henr., clocgieter,
heeft een metalen hoorn gegoten, op Tollen- steegh poort met te blazen, twee gulden. Raeybraeeken. Item, soe heeft mr. Rovers
den man verbonden, die geraeybraect worde, drie pont. Krankxinnig. Item, die borgermr. vandie
viven met syn vennoten, hebben geweest op- ten pinxteravont met hore dienres ende die sackedraghers van't overeint, ende hebben een dolle vrouw, wonende in Rosendael, vast ge- leyt, tien pont. Adriaen VI. Inden yersten meyster Axyaen
Florisz., cardinael, op 70 pont, op elc pont 1^ stuv. loZl. —
Onweer. Item, doe den brant, God be-
tevt, door den blixem ende donder, in Seger Geretz berch quam, ende't vandaer voort op 't Baghynhoff barnde, soo syn aenden brande geweest, om water te halen, die sackedra- ghers etc. Krank%innig. It., soe hebben Heinr. Scout,
Herm. Scoll, Cryn Henricxsz. ende anderen, tot seven toe, wt bevel vande viven gehaelt Heyltgen Eelges dr., Ja. van Noerden suster, die nyet wel by haer sinnen en was, ende brochten se op Tollesteegh poort, belieft 6L. Trompers. Item, soe hebben Joost van
Scroeyesteyn ende Goesen van Scawyck, wt bevel vanden oversten doen maken vier brid- sen voir die trompers, met acht ende twin- |
|||||||
glas totten Carthusers buj ten Utrecht, dat
die stadt gescenct heeft, hondert voet, fac. 125 ponden. Toverye. Item, die stadt gescreven aen
den hertoch van Cleve, oin zyn scerpregter, genoemt meyster Symon, oin een viouw, ge- noemt Luyt Blancks, van toverye alhier ge- vangen, te examineren, die welke gebarnt worde op sinte Andries avont; den mr. ge- geven 12 goud. gulden van gewichte.— It., doe Luyt gevangen sat, ende men hoer bar- nen soude, soe heeft Corn. Goesensz. , wt bevel vanden oversten, op S. Katryne poort die priesters , minrebroeders , cellebroeders, stat ende scoutendienres, vier daghen lanck , 's middaechs ende avonts t'eten ende drinken gegeven, soe die scout die cost optie tyt nyet en dede, ende hebben in alles verteert ses gl. tien stuv. — It., doe men die soen van Luyt Blancks socht, hebben die vive verteert, an cost ende bier vier gl. — It., doe die vive in't Veen waren, om die polten vande toverye te halen, ende tuychnisse meer te horen, ende waren wt met hore dienres etc. — It., doer bevel vanden scerpregter is die tovernaerster andere clederen gecoft, daervoer gegeven drie gl. vier- tien stuv. — It., op S. Katrynen dach syn die viven geweest indie Westbroec met hore dien- res , doe die tovernaerster beleden had, dat sy 't heilich sacrament ontfangen, wt horen mond genomen ende daer op een steen geleyt hadde, om dat te sueken etc., vyf gl. negen st. - It., doer bevel vanden rade hebben die vive die soen vande tovernaerster gesocht, gevan- gen op S. Katryne poert, ende voort geexa- mineert, verteert vyf gL sestien stuv. Scakel. Item, die raet heeft gescenct die
lackey myns Gen. heren v. Utrecht een sulvere scakel, die gecost heeft 6 gulden. Gebarnt. It., Lamb. Woutersz. ende Corn.
Goesensz., stadsdienres, hebben op S. Katry- nen poert gewaect by't wyff die gebarnt worde, 4 daghen ende vier nachten, acht pont. Ryndyk. Item, Henr. de Jonge den Ryn-
dyk doen maken, soe de oversten alle daghe grote clachten hoerden, alse dat nyemant met wagen of peerden van 't Gheyn te Utrecht |
|||||||
209
|
|||||||
tich letteren op die monwen, wegende 15 j
inarck , drie ons 1£ engels, elc niarck 12 gl. 8 st. HolJ. | noch aen gout, tot vergulden, 40 engels, den engel IS st., ende van maken 52 goude Phil. guld. 17 st. 6 wit etc. Adrianns VI. Item, alsoe die negen leghe
dienres, alle die tyt, doen men die triumphe van onsen heilighen vader, die paeus, doen soude, wt Level vanden overs ten, die beveel hadden vroech ende laet, nacht ende dach ge- lopen, ende al gedaen, dat men hem hiete, etc., negen pont. Item, gegeven Dire van Suylen etc., gescicten, om die triumphe optie brugghe ende die vueren te besien, wye den prys hadde, opten bruggen , dertich pont. — It., soe hebben die borgermr vd. vive, met syn vennoten, om die triumphe te volgen, of daer eenich twyst off gescheel gevallen had- de , gehuert 54 ghesellen, die met hem om- gingen ende 'snachts mede waecten, ts. aen cost, wyn ende bier 12 gl. 17 st. 6 wit,— It., doe men die Pa us omdroech ende pro- cessie hielt van ons alreheilichsten vader, den Paus van Romen, soe hebben die overste met die vive gewaect, ende hebben met sommi- ghe vanden rade geteert ende gedronken , ende hebben gehadt aen cost etc. 4 gl. 3 st.—• It., gescenct inden triumphe ons heilichslen vaders, des Paus van Romen, meyster Aryaen van Utrecht, 29 kannen wyns. Glazen. Item, des donred. na XIII dach,
liceft die stadt gescenct een glase, tot mevster Christiaen, can. tot Oudemunster t'Utrecht, in syn husinghe, ende coste 8 R. gl. Seitnoenen. It., op S. Anto. av., is ons sce-
penborgermr geweest byde pastoren v. S. Jacobs eten, ende scencte den wyn, omdat die pasto- ren 'tgemeen volk, aengesien den laetsten duren tyt ende anders, in sermoenen ende anders troos- ten souden inden besten, beliep die wyn 3 gl. Hamborch ende Lubeok. It., den 25. Aug.
gescenct die heren van Lubeck ende Ham- borch inden Olifant, ts. 12 stad. kan, wyns. Conink v. Denemarken, Item, op S. Mer-
griet. dach , den bischop van Dronten vier stat. kan. wyns , ende des manendaechs daerna den cancellier vd. koninc v. Denemarken , 3 st. kan. III.
|
|||||||
Spolnaam. 'tKynt van Delft.
Kinderkoper. Item, noch ter banc gehadt
een cremer, die de kinderen gecoft hadde , 10 st. 1522. —
Tabbaert verset. Item, gegeven Jan van
Haeften, pries ter, zyn tabbaert te lossen, die hy verset had, belieft 1 gl. Adrianus VI. Item, gegeven des deken v.
Eindoven dienaer, die hier de tyding brocht, dat de Paeus te Rome gecomen was, 3 Kei- zers gl. — It., doen bakken 3000 broden door beveel vd. oversten , om te deylen die ermen, tot loff God van Hemelryk ende eer ende welvaert mr. Aryaens , van Utrecht geboren , ende Paeus v. Romen gecoren, 75 gl. —■ It., doe men de 3000 broden den ermen deylde, ter eeren Gods ende ons heilichs vaders, des Paus van Romen, zyn die geschicten vanden rade ten huyse heren Melis v. Nyevelt byde geschicten vd. godshuysen gaen eten, ende soe dan der kerken ende gescicten dienaern, die't broot gedeylt hadden, daer nyet en bleven , scicten sy se elx toe 1 L. —■ It., be- lieft Venraes dienaer, alsoe by die eerste ty- ding brocht, dat die Paeus mr. Aryaen te Rome gecroont was, 5 Keys. gl., elx 21 st. — It., onse stad trompers hebben gespuelt in die processie ende alle avont op Hasenberch, ter eeren ende triumphe, dat onse alreheilichste vader, die Paeus Adrianus sextus, te Rome gecroont was geworden, belieft 4 gl. Rhetorykers. Item, die retorykers gesel-
len, die de stomme personage speelden, op S. Mauritius dach, ter eere van onse heili- ghe vader, de Paeus, belieft 15 L. Scherpregter. Den scherprechter, mr. Fre-
derik, een nye palsrok van root laken ende wit, waertoe 3| ellen roots ende 3 ellen wits, ende 7 ellen geels tot voersel., ts. 13 gl. 18 st. It., tegen S. Meerten heeft die raet belieft den scerpiechter, mr. Henrik , enen palsrok te laten maken van root ende wit, onderlinge gedeylt, gecost 't laken, sceren ende maken 14 guld. 6 st. 6 wit. Stad-gek. Item, tegen S. Meerten heeft
27
|
|||||||
210
|
|||||||
•lie raet Lelieft, dat men Pierken , die stad-
gek enen nyen palsrok ende hosen laten maken solde van root ende wit, onderlinghe gedeylt, gecost 't laken, sceren ende maken, ende S. Meerten op te berduren, ts. 12 gl. Pays. Item, is geseynt een deurweerder
inden Hulk, om goet cier te maken , also hy den oversten tyding van Pays bi'ocht, als hy seyde, verteei't 2 gl. 7j St., ende alsoe die- selve doerweerder, eer men 't hem gaf, an sulverwerk na hem genomen heeft, die weenie van 21 gl. 10 St., is Sander 't selve weder belieft, is. 23 gl. 17 £ st. Gebarnl. Item, doe Geertruyt Cuypers
gebarnt worde, hebben die vive, als Goyert die Conine met syn vennoten veel onlede ge- had , tsamen blyvende, verteert 8 gl___It.,
soe heeft mr. Frederik, scerpregter, ter bank
gehadt Geertgen Cuypers driemael, van elke leys 10 st.; verleyt aen touwen , die op die bank gebesicht syn, 10 St., noch van deselve Geertgen te bernen, ende van voorsprake voor't gerecht, elx 12 st. Voor den cruys gaen. Item, Jan Robbertsz.
ende Henr. Scout, statdienres, hebben mettet vlaswyff om't kerkhofF voor den cruis gegaen , 1 L. 1523. —
S. Meerten. Item, RoelofFHeynricxz., schil-
der, heeft verlicht ende gestofTeert S. Meerten voor Hasenberch , hem aenbestaet, om 20 L. It., Gysb. Lap, gelevert tot S. Meerten voer Hasenberch mede te slofferen, aen 7 vieren- deel geslegen gouts ende 1 vierendeel silvers ete., 3 gl. 3 st. 9 wit. Stad-gek. Item, soe heeft Peter Vocking,
snyer, gemayct die cledinge vd. stat-gek Pier- ken , ende de scerpregter met syn hosen, verdient 3 gl. 5 st. 3 wit. — It., gegev. Pie- ter Boll, van 't borduersel te maken v. Pierken die stad-gck, van twe jaren, alse xxii ende xxih, tes. 3 j gl. Tortuur. Item, alsoe die vive andermael
bevolen is te continneren Jan v. Tyen metter nynen , om te doen lyden , daeromme sy groet cost gedaen ende den oversten acngeroepen, |
|||||||
om met hem raets te nemen , alse den over-
ste denselven Jan met mr. Aryaen doen ex- amineren ende mit pinen tot lyden gebrocht hebben, daeromme dat die vive tot dancber- heyt den oversten te gast gehadt hebben, au oncosten 75 L. — It., die vive hebben hem by consent gesterct met 14 mannen, mit bussen ende ander geweer, doe men Jan van Tyen, mr. Aryaen ende Cornells den Bra- bander doet onder 't gerecht brocht, etc. It., Jan v. Tyen, van Campen, is gevangen geweest ende gerecht, 3 L.; soe heeft Tho- mas Jansz., den voorn. Jan t'eten ende te drinken gegeven, 20 weken ende 5 daghen; ende alsoe Jan seer gepinicht ende verleemt was, dat men hem het eten, als een kynt, in syn mont steken, ende havenen most, 6 weken lanck, soe is hem daeromme belieft, 'sdaags 2| st., ts. 93 L. 10 sc. —• It., Jan v. Tyen 2 mael ter bank gehadt by Roeyenborchs tyden, ende noch 10 mael by Heynrick van Amerongen , ter banck , opte leeder ende opte rol gehadt, van elx 10 sc. — It., twemael enen , genoemt Arent, ter banc gehadt ende twemael bereydt ende eens mit gaerden ver- socht, 3 L. Denselven opte caeck geset ende der stat brant in syn wang gegeven. — It., hebben die viven doen examineren Jan van Tyen, op sekere sacrilegie, hy de kerke be- rooft hadde, ende hebben denselven met pynen oudersocht, ende gecontinueert dage- lyx, acht dagen lanck, ende, soo't scheen, dat hy den vyant te baten had, hebben sy gewillicht here Franck v. Heusden, hem van sulx te beprueven, daeromme de vive grote cost gedaen ende geen arbeit gespaert en hebben etc. 8 daghen lanck, 56 L. 10 sc. Cantileen. It., gegeven op S. Meertyns
avont, S. Hieronymus clercken , die de canti- leen songen opde plaets, doe de oversten wt den Doui quamen, 6 L. 1524. —
Rechten metier lynde. Item , doe Geryt v.
Zutphen gerecht soude woiden metter lynde, is hy op Vleyschuys gebrocht, daer des nachts |
|||||||
211
|
|||||||
by bleven 4 stadsdienres, 2 cellebruers, ende
des morgens 2 lninrehruers, met meer anderen, die daerby waren, hebben verteert 6 L. 10 sc. Tortuur. Item, mi'. Aelbert, stad surgyn, heeft enen, genoemt Geryt Willemsz., wt Loosdrecht gemeystert die gaten, die onder syn voet gepinicht waren, 6 L. Trompers-vaenijens. Item , gegev. Goyert
deschilder, vd. trompers vaentjens, S. Meer- ten aen elke zyde iune te zetten, van gout ende zye, ende vande scuttervaentgens van gout te maken , 13 gl. 15 St. — It., gecoft vd. stad wegen tot Gysb. Henricxz., sloeyer- doek tot 2 scuttervaentgens, ende tafftaff tot 4 trompervaentgens, noch lloers tot dwylen over die crusens, die myn Genad. heer ge- scenct warden , ende oic aen frangien v. gout, ende an zye ende zye frangiens totte trom- pers vaentgens, 26 gl. Stad-gek. Item, doe myn Gen. heer in-
quam, heeft Pierken, der stad-gek, ter eeren vande stad v. Utrecht, onsen Gen. heere in't gemoet gereden mit een sotternye, belieft 1 gl. 15 st. — It., tottie bridse van Pierken is toe- gegaen, behalve dat gelt, dat biscop Philips daer toe gegeven had, aen sulver vergult, tfatsoen, ts. 4 gl. 6 st. 3 wit. Sulverwerk. Item, mr. Tyman Goesensz.
heeft gemaect die twee custodye, daer 't sulverwerk in staet, dat myn Gen heer ge- schonken worde, daer voor belieft 4 Ph. gl. 25 st. — It., gegeven Geryt ende Pieter , Hu- bert Pauwen soenen , vd. XII vergulden cruy- sen , die de stadt onsen Gen, heere , den Elect gescenct heeft, 1160 gl. 1525. — .
Slads-glas. Item, alsoe voortyts die sladt
gegeven heeft 't convent vd. Brigitten een goet glas in hoer kerk, daer S. Meerten met die vier oversten ende die stander inne staet, 't welc Claes Weynian wt beveel vd. oversten gemaect heeft, waeraen verdient 55 gl. cur. Rechien metten vier. It., alsoe 's donred.
voor S. Meertensd. inden wynter, een van Ant- werpen metten vier gerecht worde, ende daer |
|||||||
seker vrese inneopstont, ende die scherprech-
ter daerdoor gewont worde, tot eer vande stat ende die justitie voort te gaen, is Jacob, die greefmr., voort gegaen in meere dienst, dan syn dienst vermocht, 3 gl. Stads-gek. Item, gegev. Corn. vd. Goude,
van't borduerwerk te maken voor Pierken, der stadsgek, 2 gl. 15 st. Sulverwerk. Item, heeft G. Hubertsz., die
goudsmit, een coninclyk cop ende prys vd. papegay, van sulver gemaect, wegende 24 on- cen 11 engels, 52 gl. 3 st. 9 wit, 'tfatsoen 3 Phil. gl. — Item, gescenct mr. Herdinck, secret, vd. greeff v. Hoechstraten voor sekere diensten, hy voortyts ende oic nu gedaen heeft ende oic noch meer doen mach, een sulver overdect cruysen, 16 gl. 7 st. Rettery. Item, soe heeft mr. Aelbert,
stadt surgyn, wt beveel vd. viven eenen, ge- noemt Jacob van Antwerpen, die verbarnt worde, verbonden inde gevangenis, alsoe hy gaters in syn hooft gevallen hadde doer syn besuectheydt, daer hy over gegaen heeft 6 daghen, 5 L. ■—■ It., soe hebben die vive menichwerf op S. Katryne poort geweest by- den kuper, mitten kettermrs ende andere ge- leerden, den enen dach byden anderen, ende mit hem gehadt ende mede genomen enen scriver, die alle die articulen ende punten scriven most, dieselve verdient 5 L., ende an cost mitten scriver, 17 L. — It., soe heeft Peter Geritsz. v. Merenborch, borgermr vd. vive, met syn vennoten in't yerste gevangen gehadt enen, ghenaemt Jacob Rutten, ende was van Antwerpen, die overmits onnatuer- lyke dingen hy bedreven, ten brant is gewe- sen , soe hebben sy dicwyls daerom op de poort moeten gaen, eer sy hem tot lyden konden brengen, ende mit veele vd. rade ende ge- leerden beraden , soe hy mit menichvuldighe siekten besuyct was, daer sy omme grote neer- sticheyt gedaen hebben, tot twe reysen, mit- ten geleerden verteert 28 L. RAeiorykers. Item, gegeven den ghemene
ghesellen vander rhetoryken bynen Utrecht, vandat sy ter eeren vd, stadt 't verleden jaer gespeelt hebben 2 of 3 spuelen, 3 Hoernsgl. 27*
|
|||||||
212
|
|||||||
ende eens op de leder gehangen, 2 L. —
It., noch deselve inde wanne geseten, ende dapperlye gegeselt, daeraen verdient nae ou- der gewoonten, 3 L. — It., des nademidd. derselven die banck bereyt ende eens opte leder, 6 L. 10 sc. — It., op onser Lieve Vr. avont assumptio, soe heeft die scerprechter noch driemael ter banc ghehadt Nysgen hide Leech Wey, 2 L. — It., uoch hoer inde wanne geseten, wel gegeselt, 3 L. — It., mr. Heynrik, die scerpr., heeft mitten over- sten opte poort geweest ende die banc bereyt voor die dry tovernaersters, 1 L. 10 sc. Speelluiden. Item, Claes v. Heyndersteyn ,
gegeven omtrent S. Jacob, die drie speel- lnyden van Wessel, die hier quamen spelen mit hoer trompetten ende scalmeyen, etc. Waersegger. Item, Peter Petersz. heeft
verwaert die waersegger anderhalve dach ende twee nachten buien sloets, 2 L.; ende die borgermr vd. viven ende syn vennoten heb- ben in die earner ontbeten aen herinc, broot ende bier, doen sy hem examineerden, 5 St.; ende die waersegger heeft verteert, an cost ende drank, melten dienres, die of ende aen quamen , 11 st. Criiys draghen. Item, die't cruys droech,
doe Joost vd. Bosche gehangen worde, 1 L. Wupens. Item, opten 5. dach Novembr.
heeft Peter van Ingen gelevert 15 wapenen, alse 't sticht, der stadt ende myns Gen. heren wapen , doe syn Genaden die confirmatie toonde opten huyse, om aldaer te hangen, 6 L. Stoffagie van het sladhuys. Doe myn Gen.
here syn eede dede, soe heeft Gysb. Henricsz. het raethu^s gestoffeert, ende met gouden ende damasten lakenen behangen etc., 10 L. Rechlen metter lynde. Item, saterd. nae
S. Meertensd. inden winter, heeft die stadt justicie gedaen ende een gescl vd. Bosch doen rechten mitter lynde, ende doe heeft het gherecht, tot 41 personen toe , geteert etc. 82 L. Suocentoeren ende schoolmeesters vd. Horn.
It., die stadt heeft gescenct, sonnendaechs voor Palmeu , doe men processie hielt, die 4 sue- |
|||||||
1526. —
Silverwerk. Item, noch wt geweest etc.,
met een overdecten cop aen jonker Willem Torek , devvelcke de stadt hem secnele, etc. Balemeni. Item, soe als die clercquen v.
S. Hieronymus een sulverlic batement op S. Marie Magdnlenen dach opte plaets speelden, heeft hem die raet daerto? belieft 6 L. Toverye. Item, soe heeft mr. Aelbert de
Hover, stad chirurgyn , wt beveel vd. viven , 't vroumens, dat opte poort lacb , alle hoer haer overal off gescoren, daeraen verdient 4 L. It., mr. Aelbrecht die Rover, heeft Nysgen wt die Leech Wcy bore haer overal afgesco- ren , doe men se piuighen soude, 4 L. — It., mr. Aelbert elc., heeft, doe die boel vanden Bosch alhier gecomen was, die drie vrouwen, van toverye berulticht, anderwerf gescoren , van boven tot beneden , vvaeraen by wel ver- dient heeft, van elk 4 L. — It., mr. Ael- bert voorn. heeft Nysgen wt die Leech Wey gemeystert, soe als sy deerlyke vanden mr. vd. Bosche, mitten vier gepinicht was, vier grote gaters aen hoer beyde eersbillen ende die'n , waer by over te meysteren gegaen heeft drie weken, 10 L. — It., Jan Aertsz. met twee wagens geweest inde Leech Weyde, ende gehaelt Nysgen met haer dochter, die beruf- ticlil waren van toverye.— It., nochgegev., om brandewyn ende peper, daer die vrouwe, van toverye berufticht, mede gepinicht worde, 28 st. — It., alsoe ten huyse Peters, weerdt in den Sleutele, de borgermr vd. vive etc., geweest hebben, om aldaer zeker te wesen ende te bewaren Goert, den toverman ofte waersegger etc., 2 gl. 6 st. 3 wit; hier is oic mede in gerekent den brandewyn ende gaer- den, die men optie poert besicbde etc., ts. 11 L. 11 SC. 3 d. — It., op S. Sixtusd. is Nysgen wte Leech Wey gevanghen ende die steenwaerder heeft hoer 26 weken op S. Ka- trinenpoerte t'eten ende te drinken gegeven etc., 52 L.— It., mr. Heynric, heeft ver- dient aen Nysgens dochter, van examineren , 1 L. —■ It., soe heeft hy voor Nysgen die banc bereyt. op die leder twemael geleyt, |
|||||||
213
|
|||||||
eentores mitten schoelmeester vanden Dom,
elx I quaert wyns. Scerpregter. Item, die scerpregter vanden
Bosch heeft met die hy by hem had, ver- teer tot Meerten v. Scerpenseel: Inden eersten, aen wyn 12 gl.
Aen Hoemborch 2 gl. 12 st.
Aen koeyt 13 st.
Aen maeltyden , 6 gl. 6 st., behalve syn
ontbyten, des voor- ende nademiddaechs , mit degenen, die by hem waren, noch ongere- kent wesende. Item, aen brandewyn 7 st.
Munt. Item, alsoe inden jare XXVI licht
gelt ginc, alsoe die snaphanen voor 7 stuv. Holl., een zweertgen voor 15 witgens. ende allc ander gelt na advenant, welc gelt des donred. na de heil. paesdag, anno xxvn, of- geset worde, te weten die snaphanen op 6 stuv., ende die sweertgens op 12 witgens etc. 1527. —
Toverye. Item, des woensd. na S. Valent.,
soe heelt mr. Aelbert drie vrouwen, als : Nysgen wter Leech Wey, Beatrix in't Veen ende Lysb. de Roey, elc bysonder alle hoer haer van boven tot beneden afgesneden, voer elx 16 St. — It. , soe heeft die selve mr., nadat die vrouwen gepinicht waren, grote gaten in hoer neersbillen tot de waeyen toe, daghelyx twe uiael verbonden, ende grote oncosten daeraen gedaen, 2 guld. 6 stuv. — Item , soe syn Nysgen, Beatrix ende Lysbet etc., tnettcn brande ter justicie gebracht, etc. — It., mr. Jan van Balen, scerpr. vd. Bosch, drie tovernaersters ter justicie gebracht metten viere, van elk persoon te rechten 3 gl. Loterye. Item, Laurens Pet. Petersz. ge-
screven inde lotei'ye 2850 namen , prosen ende advysen, van elc dusent 14 st. Vierendeelen. Item, soe is Thys gevieren-
deelt; van elk vierendeel verdient 12 stuv. It., mr. Coenraet heeft nog eenen priester opter leder ghehadt, 4 st. Tortuur. Item, alsoe Jan v. Woerden deer-
fyk inde stadsgevangenisse gepinicht was, alsoe |
|||||||
dat mr, Aryaen Lambertz. daerover gegaen
ende geneseu heeft etc., 2 Phil. gl. 1528. —
Tortuur. Item, gegeven wt bevel v. doct.
Affensteyn, als stadhalder, enen arbeider, die de banc v. S. Katrynenpoort overdroech, doe men die gevangen op 't hoff examinereii soude, 4 st. Wapens. Item, Jan Block van een boit
te scilderen mit wapenen, dat men selte, daer men die paspoorten haelde, 17^ St.-— It., gegeven Jan Huberlsz., goutsmit, van een wapen op een yser te zetten , daer met die paspoerten mede teykende, 6 st. — It., gegeven Peter van Ingen van 8 wapenen v. K. Maj. te scilderen, die in de triumphe gebe- sicht worden, 't stuk voor 6 st. Holl. Triumphe. Item, gegeven om 8 scouwen
torfs, die indie triumphe, doe die K. Maj. ghehult worden, opteplaets, opte Noede ende anders waer, tot Z. Maj. eren, verbrant wor- den , elcke scou 28 st. — It., 28 pektonnen, 3 gl. 9 st. Vreeborch. Omtrenl S. Cecilien dach , soe
hebben die drye gesworen vd. stadt ende die lantmeter mettes secretaris zoon geweest ach- ter S. Jacobs op de erven, daerinne die K. Maj. een sterckte ordineren soude, ende heb- ben die erven gemeten etc., belieft 7 gl. 12 st. - It., op S. Katryn. avont, worde byden stad- houder etc., gescict Lubert van Alendorf, Pe- ter Ruysch ende Valentiuus, secret., tot Cu- lenborch, by myn hr. v. Hoochstraten ende meer anderen des K. Majs. gecommitteerden, om treifelyke saken , beruerende die erven , daer men die sterkte achter S. Jacobs maketi soude ende meer anderen, ende hadden aen oncosten 20 Kar. gl. 18 st. 1 blanck. Rhelorykers. It., gegeven de rethoiisynen
naer vermogen barer supplicntie, voor bate- menten ende speelen, die sy tot loff ende eere der K. Maj. ende die stadt van Utrecht gespeelt hebben, belieft 7 gl. 10 st. Kruilmolen. It., byden sellout, burgermrs
etc., doen aenbrengen Dire de Gojer ende |
|||||||
2U
|
|||||||
Groote bus. Item, gegev. Geryt Woutersz.
by S. Katr. poort, van een nywe as in die grote busse opter Nuede met een nywe dis- selboom te maken, 17 st. Ketterye. Item, gegeven Pieter Michelsz.,
bode der Keiserl. Maj., van sekere niande- menten, gebracht wten hooghe hove v. Me- chelen , beruerende die Lutheranen, ende 't bestant tusschen die Keis. Maj. ende Con. van Vrancryk, 12 st. Vreeborch. Item, gecoft daghes na aire
Siel. d., wt beveel vd. stadh. ende borgermrs, thyen nywe bedden, 'tstuc 6 gl., ende ge- presenteert op Vredenborch, 60 L. Geschenk. Item, soe hebben ons oversten
doen copen 4 ossen, voir 162 goud. gl. van gewichte, ende hebben gestaen mesten vande slachtyt tot nae Lichtmis, ende syn gescenct, drie den heere van Hoechttraten, ende een ons here van Bourgnival, stadh. etc. Rhetorykers. Item, die stadt heeft gescenct
ende belieft te geven den retorykers voer hoe- ren dienst van een stomme personage ende batement gedaen tot triumphe vd. peys, be- lieft 10 Karol. gl. Lotery. Item, alsoe Geryt Hubertsz 't
sulverwerk vd. loterye gelevert heeft, hetwelc hy met drie of vier wtslaghen ontfangen, ende den luiden met veel wtslaghen weder aenge- voghen heeft, belieft 15 gl.— It., welke sul- verwerc Gheryt, op synen anxt inder cassen bewaert, ende die kasse 's morgens op- ende 's avonts toegesloten heeft, waerdoor hy twe cruysens gemist heeft, voor welke bewaernisse ende moeyenisse belieft is 10 gl. Ge%elen. Item, soe heeft mr. Heinrick,
scerpr., een jongen vd. Bosch, door bevel vd. stadh. gegeselt, alle die stad door, op alle bruggen , 16 st. Torluur. Item, mr. Henr. heeft te paert
gehadt een, ghenoempt Joost v. Cortryck, 2 st. 1530. —
Comedie. Item, noch gescenct den rector
der kynderen v. Marie op S. Petersd. ad ca- thedram, soe alse speelden aen die plaetse comedie, tot drincgeld 12 st. |
|||||||
Herman v. Doeyenborch, Corn. Jansz. Oly-
slager, van buscruyt te maken mit syne mo- lea, 15 daghen, 's daechs 16 St., na dat ons Gen. heer ende de K. Maj. de stadt weder ingenomen badden, ts. 15 gl. Zweerldansers. It., desdingsd.,an. XXIX,
doe die stadhouder, scout, burgermrs ende meer andere goede vrunden, waren ten eten ten huyse van Valentyn, secretaris, soe syn aldaer ten huyse gecomen die zweertdansers der stede van Amsterdam, spelen ter eren ende recreatie vd. weertscap, waervoer hem doen scenken is 12 st. 1529. —
Wapens. Item, soe hebben Ot v. Gemen
etc., metselaers etc., aen S. Katrynen poert dat Pauws wapen wtgenomen ende weder 's Keysers wapen inne geset, belieft 3 gl. — It , Aernt Pop met enen wagen v. S. Ka- trynevelt gevoert te Minnebroers een putsteen, op de Nuede, ende steygerhoudt aen die poor- ten van 's Keyset's wapenen te setten , 2 gl. 8 st. It., gegeven Jan v. Zwoll, tinnegieter, van't loet tottes Keysers wapens tot die putte inder Nuede, boven op :t raethuys ende op Wit- tevrouwen poort, 35 gl. 18 st. Id. — It., bey tusschenspreken v. Goeyert van Roeyen- borch, als een overman, mr. Rembout van Mechelen ende mr. Claes Meertensz., loedsntr inden Dom, als dedingsluiden , syn vd. stads wegen bestaet aen mrs Claes v. Oestbroec, de Keiserl. wapenen voorder stads poorten, ende oic voor Hasenberch, te weten, dat hy heb- ben sel, van elke vande voorsz. wapenen, tot viven toe, 't stuk 28 Phil. gl. — It., noch mr. Claes gemacct 2 wapenen opte Vaert, 'tstuc 3 Phil. gl. Krankzinnig. Item , soe hebben Peter van
Moers wt die stadt geleyt Reintgen v. Deven- ter, die dol was, 16 st. It., soe is mr. Aelb, de Rover, stad surgyn, gehaelt by eenen, gheheten Reintgen v. Deventer, die dol was, ende beneden in 't gat op 't Vleyshuys lach , om quaet been, dat veivuilt was, te gene- sen, 12 st. |
|||||||
215
|
|||||||
Vredenhorch. Item, des woensd. 20 d. in
July, heeft die greefmr. die caec wt- ende ingeset, doe de man met een hand daerop geset worde, ende noch vande tonne te ha- len op Vredenborch, ende weder te brengen, ende daer denselven man mede wtgiuc, daer- aen verdient 4 st. De minderbroeder Ger. v. Zutphen. Item,
gegeven broeder Geryt v. Zutphen, te min- rebroers, soe hy menich jaren der stadt van Utrecht vroech ende laet gedient heeft, als men hem van doen hadde byden misdadigen, als alien menschen wel kennelyc is, 8 gl. Rhetory hers. Item, gegeven die earner vd.
retorisynen bynen Utrecht, soe als hemlieden gepraesenteert was by enen bode der cameren van rethoryken vande stadt van Leyden, een kaert van derseke camere van Leyden nae vei-mogen der supplicatie, belieft 21 st. It., noch Evert gemaect dat scavot opte plaets, om te spelen die batementen, 8 st. Uitvaert. Item, des donred. na S. Thomas
dach apost., soe hebben die oversten aen Will. Boeniert bestaet te leveren, dat was totter wtvaert van myn Gen. vrouwe van Savoye , zal. me., 20 gl.— It., soe heeft Splinter van Nyenrode, bastert, ende Peter van Yngen aengenomen te maken 86 wapenen van myn vrouwe van Savoyen, om in de wtvaert te besigen, 5 gl. 10 st. —■ It., noch hebben sekere wantsnyers gelevert, om inde wtvaert te besigen, 277 ellen swert laken etc., met heml. gecomponeert, d'elle 1 oirt, ts. 7 gk 9 st. 1 oirt. IVapens. Item, gegeven Heynr. Gysbertsz.,
metselaer, van off te breken aen Wittevrou- wen poort, om des Keiserl. Maj. wapenen te stofferen. It., gegeven Jan Black, om des Keisers wapenen, te weten voor de 4 poorten ende voor Hasenberch te stofferen. Item, noch die putte opte Naede te stofferen, mil twee keisers wapenen opte Vaert. It., noch gestoffeert drieossea, die den heere v. Hoech- straten gesconken waren, ts. 95 Phil, gnld., daer in 't verleden jaer of betaelt syn 60 Ph. gk Processie. Item, soe hebben die hoorn- blasers, tot 14 reysen toe, alsmen processie |
|||||||
omme der stadt hielt, gelevert die stads dien-
res die roeyen , om byden oversten inder pro- cessie te gaen, 't volk daermede op te slaen, voor elke reyse 1 st. Bruiloflgeschenk. Item, noch geschenct
op paeschavont, die president opte bruloft van syner dochter, 2 aem wyns, ende was half frens wyn, die aem 13 gl., 26 gl. Speelluiden. Item, vanden steygher te
maken, opte plaetse, daer de speelluiden op speelden, 8 st. 1531. —
Rhetorykers. Item, gegeven den retory kers
van 6 vaten byers exchysvry by twee supplic belieft 3 Karol. gl. 18 st. Coning v. Denemarken. It. , Jan v. Zvvoll ,
tinnegieter, betaelt 5 st., voor den pont loets, ende een halve stuver, ende daeroff gegoten haeck-bussen loey, doe die Co. van Denemar- ken omtrent Utrecht was etc., 5 st. It., die cameraer heeft betaelt een bode 53 stuv., wt sake, dat by gereist is tot Schoonhoven, omme een tonne buscruyts, welke sy ons seynden, soe als die Go. van Denemarken mit veel knechten inden lande van Utrecht quam, eode dit om syn teeringe etc., 23 st. Subventie. Den pater van S. Hieronymus
ende Jan Berentsz., boecprynter, betaelt te samen die somme van 20 Carol, gl., wt sake een Lat. boeexken, beruerende een goede or- dinance van onderhoudinge vande erme men- schen , te translateren in Duytsche ende daer boekxkens off te prenten, waervan gegeven den pater voorsz. 2j gl. ende J. Berentsz. 7£ gl. Hetdenen. Item, Willem, derstatrydende bode, betaelt die somme van 16 stuv., wt sake dat by gereden is tot Maersen, om die Heidens, die daer lagen, wt het lant v. Utrecht te doen gaen ende rumen, ende insgelyken des anderen daechs gereden in die Loesdrecht, die selve Heydens wt het lant te gebiedeu te trecken etc., 16 stuv. Epilapkium voorde Smeetoorn. It., Goeyert
van Roeyenborch betaelt de soin van 25 gl., wt sake dat by, door bevel van mynh. die stadthouder ende die oversten, laten vei'groo- |
|||||||
216
|
|||||||
ReynierPauwelsz., rethorvkers, betaelt de som
van 18 L., wt sake anno XVC. XXXV, des don- redaechs altera Mathiae, den 25 Febr., be- lieft is byden rade, dat men die rethorykeis geven sal voer hore verleyde ende verscoten penningen, die sy op Hasenberch aende trap ende aende earner te cost geleyt hebben, 12 gelyke ponden, te betalen aen handen, die de penningen verscoten hebben, ende hiertoe nocli ses gelyke ponden voorsz. voor die ge- meen rethorykers voer hoer batementen ende andere diensten, die sy tot hiertoe gedaen hebben gehad, te betalen Jacobi etc., 18 L. 1535. —
Muvyk-instrumenten. Item, belieft, dat
men deser stads speelluyden tot horen instru- menten, diese nu vernyet ende cost om ge- daen hebben, scenken sel eens, 3 pontgroet, mit conditien, off dieselve speelluyden, off enich van hem van hiar vertrekken soude willen, ende d'instrumonten mede nemen wouden, die soude syn aenpaert van 3 pont groet voorsz. deser stadt weder betalen; off sterfft iemant vande speelluyden, die erfna- men sellen dat oick doen , als voorsz. etc Maellyt. Sandryn, waerdinne inden Hulk ,
betaelt 23 L. 11 sc., wt sake anno XXXV, op S. Meertensdach inden wynter, 'savonts Ln— Hulk gelogeert zyn geweest sekere ambassaten , metten grave van Rennenberch , als deputa- ten der Keiserl. Majest. , die gecomen waren vanden Oosterschen steden, ende soe syn ter selver tyt by hem comen teeren, mynheer die president ende andere raden vanden hove, enighe prelaten ende hei'en vande vyff gods- huysen , enighe vande ridderschappe, schout, borgermrs, scepenen, in getale van XX per- sonen toe, aen een groete tafel, ende dan noch XXXIII personen, aen drie verscheiden tafelen , vanden ambassaten , hoere familie, jonkeren, hoeftluyden ende andere gasten, die daer mede geroepen waren; ende die stadt scencte hem dat gelach; ende beKep in't yerst aen cost ende teeringe voor den ambas- saten ende andere heren daer by voer hore |
|||||||
tea ende doen stofferen heeft, dat epitaphiuin
vande Keiserl. Maj., staende voor der Smee- toorn by St. Berthelemeus gasthuys, blykende by belieftenisse 's raets etc., 25 gl. 1532. ~
Gecornt cruyt. Item, Ev. Henricksz. be-
taelt 57 L. 6 sc. 6 p., wt sake dat hy gele- vert heeft totter stat behoeff 2 tonnen bus- cruyt, te vveten een ton haec-buscruyt, ende een ton cleyn geeeornt cruyt, etc. Veltgesohut. Item, Joost vd. Bosch 1 L.
8 sc, voor twee leere zakken, om buscruyt inne te doen tot halfslangen ender ander velt* geschut, etc. 1533. —
Stad-swaard. Item, de wed. van Bernt
van Hoppenem, scerpregter, belieft5L., wt sake van coop van een justicie-sweert ofte regt-sweert, die de weduwe voorn.deser stadt vercoft heeft nae dode van hoer man, sa. ge., die doetgeslegen ende geworpen worde, etc. 1534. —
Schilderwerk. Item, Ja. Nobell, schilder,
betaelt 3 L., wt seke hy anno XVC. xxxv, in Sept., gewrocht heeft aenden toorn, gelegen achter dat Bagyn-hoff, te vveten aenden leuw, buyten inde voorsz. toorne staende, ende heeft die geschildert ende mit gout ende olyverwe beleyt ende oick die epitaphye ende scriftu- ren, daeronder staende, beloopt van 't gout, oly ende verven , ende arbeyt etc., 3 L. Scerpregter. Item, Oloff van Hindersteyn,
4 sc., wt sake hy in May van Leyden mede gebracht heeft der stad-sweert, dat die scerp- regter aldaer gelaten had, ende soe hy 't selve sweert byder weg nyet en dorste di-agen , heeft hy op eenen waghen ghereden, 4 sc. — It., die cledinghe vanden scerpregter, te weten 8 ellen ende 1 vierendeel ruwaens, ende nog 6 ellen ende 3 vierendeele papegaey-gruen voeyerlaken, etc. Rketorykers. Item, Corn. Sandersz. ende
|
|||||||
217
|
|||||||
maeltyt, elc 3 sc., ende die andere jonkeren
ende familie hoer maeltyt, elc 2 sc., maect tsamen 6 L. 6 sc. Ende ter selver tyt heb- ben sy gehad t aen wyn 61 quaerten , die quaert 3 sc. Noch voer die heren doen halen inde apteek, als bancquet, cruyt, suker ende an- ders, tot bet bancket dienende, tsamen belop. 3 L. 10 sc. Ende des morgens, doen die
nmbassaten reysen souden, hebben sy metten grave van Rennenberch ende hoir familie ge- badt, aen cost ende wyn tsamen 4 L. 12 sc, belop. tsamen 23 L. 11 sc. — It., Goeyert v. Gelre betaelt 6 L. 6 sc. van 12 stadkan. vvyns, die hy geschoncken heeft 9 Nov. xxxv, den ambassaten ende den raet mitten beren , die gecomen waren wt Denemarken, daer die hr. van Rennenborch , die president van Utrecht ende meer andere heren oick by waren , ten buyse vanden Hulck. ende maecken 36 quar- ten, elc quaert 3 sc. 6 p. etc. Blydeincomstvd.bisschop. It., 3 aem myn
4 tack wyns, welke die stadt van Utrecht,
anno xxxvi, geschonken heeft mynheer den bischop van Utrecht, nadat hy syn bisdom alhier ontfangen hadde, tot zynder eerweer- dighe, edelen ende waelgeboren blyder ac- ceptatie ende incompste etc., 42 L. 9 sc. Stad-swaard. Item , Henr. van Rawesway,
eerste cameraer, 4 L. 4 sc., wt sake hy door consent vahden oversten van stadswegen, een mesmaker, wonende tot Cuelen, doen maken heeft een rech't- ofte justicie-sweert, daer voor gegeven is 3 goude gulden. It., een nywe casse, die nu op 't raethuys hanckt, daer men der stads justicie-sweert in setten sel etc., 25 sc. S. Hieronymus-huis. Item, syn anno xxxvi,
den 4. Aug., geschonken die visitatoirs vd. buyse van S. Hieronymus, die welke by scout ende burgermrs vergadert waren, byden pater ende gemeen scoelmeesters van S. Hieronymus , in hoer convente, omme aldaer 't scoel ende studenten of leerkynders van S. Hieronymus alhier te visiteren , 12 quaert wyns , elc quaert van 3 sc., etc. Schilderwerk. Item, Ja. Nobell, scilder,
betaelt 7 L. 8 sc.. wt sake hy xxxvi gewrocht, III.
|
gescildert ende driemalen Over gelicht heelt
dit nabescreven : Inden yersten, aende nyewe leuwen-toirn after die lauwers, noch dat yser- werk met die weerhaen , ferniilioen roet, ende noch in die papcamer etc., ende hiertoe ge- levert aen groen vervve, slecht ende schoen, dine ponden , noch aen lynsaetoly I L. 5 sc., noch aen loetwit 15 sc., noch aen lichten aker 6 sc, noch aen meny root 4 sc, noch aen fermilioen roet 6 sc., noch heeft hy die leuwe geholpen, daer aen te cost gehad t 4 sc. Willem van Noert, steenhouwer , 40 L.,
diewelke hem oic door ordonnancye van mynh. die grave van Hoochstraten toegevoecht syn, te hebben , ende dat wt sake, hy diversche diensten gedaen heeft deser stadt van Utrecht, in't visiteren der gebreken vande metselrye, omme die stadt wesende, oick in't meten der borchwallen ende in't opnemen der werken, den huysluyden toegevoecht te graven inde stadt grachten , ende in 't offsteken der borch- wallen , van diversche patronen, dienende tot een nywe poort, te maken aen Tollesteech etc. Beelthoutver. Item, Joosl Trant, twee
stukken steen, daerin gemaect is dat scrift, bynen ende buyten vande Leeuw-toorn , etc. It., van dese twee stukken te bereyden ende 't scrift er in te maken 1 L. 10 sc. It., ge- maect een capiteel, daer die leeuw op staet etc , 12 sc It., gemaect een leeuw van Ben- themer steen, lang 3 voet ende een quartier etc., 30 sc. Sacraments-oapell. Item , Henr. van Ra-
weswaey, van weghen 't heilich sacraments broederscap op 't singhel byde Weert, be- taelt die somme van twe hondert ende vyff pont, wt sake den cameraer tot behoef van deser stadt, daer voor van Hubert die Lau- wer, als procuratoer met enighe vanden brue- ders van 't heilich sacraments bruederscap voorsz. gecoft heeft, met consent vd. oversten , alle die steen , die aende capell ende'tcamert- gens van 't heilich sacrament op 't singel voorn. staende, ende die capell voorsz. toebehoren- de, omme daermede te funderen die mueren vander Lauwerslach etc., 205 L. 28
|
||||||
218
|
||||||||
1536. — 1538. —
|
||||||||
Legaet. Item, 24 stadskan. wyn, gescon-
ken den legaet van Romen , ten huyse van mynhcre dye Domdekeu, Jolian v. Voorst, 3 L. Batement. Item , betaelt Ev. Wyersz., de
somme v. 5 L., wt sake hy daervoor aenge- nomen ende hem aenbestaet is voor Magdalene anno xxxvil te maecken een groote tardeys opte plaets voer de Waelsche scoelmr., omme by svn discipulen ende anderen daerop een ba- tement te spuelen. 1537. —
Toorns. It., Corn. Alertsz. 3 L. 9 sc. 6 p.,
vandat hy anno xxxvm gelevert heeft 2 loeye bloemen, d'een op't waechuis de boide Cree, ende d'ander opte Raven etc. — It., Jan Jaspersz., cuepersleger, 9 L. 9 sc., wt sake hy anno voorsz. gelevert heeft die weerhanen mitten appel opten Boc-toorn , ende die weer- hanen inetten appel op die Vosse-toorn, etc. Comedie. Item, Jan Spruyt, getapt 12
quaert wyns, die de stadt op S. Lamberts- dach, doe die clercken van S. Hieronymus- scoel hoer comedie ende spuel gespuelt hadden, die meysters van S. Hieronymus mitten clercken voorsz. sconcken, elke rpiaert 3 sc. 6 p. Scilderwerk. Item, Gerit Jansz., scilder,
aengenomen ende opgemaect die scilderye in "t raethuys van Lichtenberch 31 L. 12 sc. It., noch heeft Gerit voorsz. twee weerhanen, opter stat nye toornen staende, yerst ge- teyckent ende daer na ofgeset— It., Willem Roelofsz., die scilder, gemaect die scilderye vanden Boc-toorn. te weten die hoc gestof- feert, mit het sc.hrift buyten inden toorn staende etc., 14 L. 10 sc. — It. , die scil- derye vande Vosse - toorn, te weten die vos ende het scrift etc., als voreu.— It. ,*cwaec- huysgen , gheheten die Valck, etc. — Item , noch twe waechuysgcns, alse : die bonle Cree ende die Raven, ende 't scrift buyten aende voorsz. waechuysen gestoffeert etc. — It., noch den beer mettet scrift, geverwet ende gestof- feert.— It., noch der stadt wapen boven't heck vande Plompentoorn gestoffeert. |
||||||||
Hunt. Item, Corn. Aertz., anno xxxviii
geschikt geweest totten muntmeester van Ant- werpen, omme aldaer van hem te ontfangcn ende te halen, die doytgens, die hem van deser stadt wegen bevolen waren te doen mun- ten, soe is't, dat hy van oncosten vande yseren vande munt ende andere vei-leyt ende verscotenheeft, als nabescreven: Inden yersten vande yseren, die de muntmr doen maken hadde, omme die doytgens daermede te mun- ten, 6 L.; noch 56 pont doytgen te munten, 't pont 2 sc.; noch voor een tonnetgen, omme die doytgens inne te beslaghen, 3 sc. 6 p.; noch van se te brengen tot Antwerpen, 1 sc. 6 d.; noch van sciphuer van Antwerpen tot Gorcum, van Gorcum tot Viane ende voort tot Utrecht, ts. 11 sc., ende noch van vaca- tien 2 L. 10 sc. Uitvaert. Item , Corn. Gerbrantsz., ver-
wer, anno xxxix , opte wtfaert van onse alre- genad. vrouwe, die Kevserinne, gelevert 247 ellen swcrt lakens, die gehangen worden inden Dom, elc elle 3 p., ts. 5 L, 1 sc. 9 d. — Item, Gerit Jansz. van Wytfelt, scilder, 10 L. 10 sc, wt sake hy na Pynxteren van stadwegen te- gens die wtfaert van onse alregen. Keyserinne, hoechl. mem., die inden Dom gehouden worde, gescildert ende gemaect heeft, ts. 70 wapenen etc.— Jan Jansz. wte Nypoort aen spelden, om die wapens te bevestigen , 1 sc. Silvere letters der stads dienaers. Item ,
Jan van Meerten, goudsmit, voor pinxteien van stadwegen gemaect voorde 7 stads leghc dienaers , seven silveren woorden van utrecht, hy Italiaansche letteren geordonneert, om op- ter lufter mouwe vande voorsz. dienaers, ter eeren vande stadt, alsoe die stryp daermede offgeordouneert ende geset is, gedragen te worden, ende belopen tcsamen 49 ytaliaensche letteren, in als 14 loot 3 engels, waervan by desen cameraer voorsz. die voorsz. Jan v. Meer- ten gelevert is vander stadt sulver 3| loot scerp, ende noch aen sulver penningen, wesende fyn silver, ts. belopende aen gelt 8 L. 14 sc.; ende Jan v. Meerten heeft verdient van't pa- |
||||||||
219
|
|||||||
troen vande letteren voorsz. te ordonneren
ende 't fatsoen vande voorn. 49 ytal. letteren in silver te werken, ts. 3 L. etc., ts. 11 L. 13 sc.— It., Willem van Hindersteyn, eerste cameraer der stad van Utrecht, mynvennot, ende Jan v. Meerten , betaelt 61 L. 10 sc. 9 p., vvt sake nabescreven: Inden eersten, soe heeft Will, van Hindersteyn voorsz. in presentievd. cam. Herm. van Leeuwen, wtgereykt ende verscoten in handen van Jan van Meerten voorsz., aen penningen van Engelsche stoters, scrickelborgers ende slapei'S, die deser stadt overgelopen waren, door de afsettinge vande payemente, ts. totter somme van 50 L., van welcke voorsz. penningen gemaeckt syn sekere silvere letteren tot behoef vande hooghe ende Jeeghe dienaers deser stadt voorsz., wegende in als aen silver 29 oncen. Ende hier tegen heeft Jan van Meerten voorsz. Herman van Leuwen voorsz. vvedcr gelevert aen sulver 23 namen van 't woord UTRECHT, soe groet als cleyn, elc naem van 7 letteren , wegende in als met een loet lakens tot syne behoeff, 29 oncen 4 engels, etc. Ende Jan voorsz. heeft verdient, vande namen ende letteren voorsz. te maken ende te werken, te weten vande 8 groolste namen , voor de 8 hoochste dienaers ende officianten, van elke naem, alsoe hy daertoe tot syne coste een nye patroen heeft moeten laten maken, 12 sc., ende vande 15 namen voor de andere leghe officianten ende dienres, ts. 6 L. 8 sc. 9 p. Caerte. Item , Jan de Bruyn van wegen na-
bescreven betaelt de somme van 3 L 13 sc., wt sake Henr. vd. Borch , Henr. v. Rawesway, Ev. v. Schayck, schildere, Jan de Bruyn, deur- weerder, na Odulphi, wtgereyst syn, tsamen 3 reysen, ende daer na deselve, sonder alleen Henr. v. Rawesway, noch een reyse, omme die vryheit van Utrecht te doen bescriven ende ontwerpen, omme daer van een chaerte te maken, ende hebben die drie voorsz,, soe se laet inquarnen ende moede waren, inden Hollandschen Tuyn verteert aen cost ende wyn , 1 L. 11 sc. 6 p. Ende omme die wterste ende bepalinge vande vryheyt te weten , soe hebben sy dese nabescreven daertoe gehad, |
|||||||
die se hem wesen. te weten: Jan Jansz. ,
ganscoper opten Noert, Jan Jansz., buyten Wittevrouwen, elx 2 daghen, Will. v. Deyll, Jan Jansz. te Abstede, ende Aerntge Pot, buyten Tollesteech, elx I dach, daervan aen elx betaelt is voor hore vacatien 1 kan wyn van 3 sc. 6 pen. Noch hebben deselve gehadt Pous, aende Kauhorn, met een wagen, alse opten eersten dach, daervan hem betaelt 8 sc. - It., dese cameraer heeft, wt sake nabescre- ven , betaelt 8 L. 6 sc. 6 p., inden yersten, 's woensd, 9 July, soe hebben H. vd. Borch, Willem Goesensz., seep., Ja. vd, Voort, seer., in absentie van Jan de Bruyn, deurw., Anto. Egbertsz., stadsdien., Ev. v. Schayck, scilder, ende Ja. Luytgensz., greefmeester, van stads- wegeu gereden ende gegaen , omme ende byn- nen der vryheyt van Utrecht, aldaer by dese stad op sekere benoemde plaetsen ettelicke per- sonen geboden ende verdaecht waren, omme getuychnisse te doen van't gesceyt ende gele- genheyt deser vryheidt vande stadt v. Utrecht, ende dat nae een bestek ende chaerte, die by Ev. van Scayck, scilder voorsz., gemaect wesende, den getuygen in 't deposeren, elck bysonder getoent werde, waerop de voorsz. scepenen de getuychnisse doen bescryven ende gehoert hebben, ende hebben hierover ge- weest van 's mergens vroech tot vyff uren tot naden middach toe: ende alsoe sy vandien dach nyet gegeten en hadden, hebben sy, wtgenomen Will. Goesensz., ts. geteert gehadt ende, de maeltyt ongerekent, t'oncost gehadt, aen wyn, 6 kannen , de kan 4 sc. Noch heeft II. vd. Borch met Evert voorsz., omme gelyke saken, ende de chaerte te recht te bestellen, wtgeweest, ende hebben doe 's middaechs gebleven ten Dael, daer t'oncost gehadt 3 kannen wyns, de kan 2 sc. Ende opden voorn. 29. July syn gehoort 29 getuygen, ende sa- teidach daerna 4 getuyghen , elx 3 sc. Beelts7iyder. Item , Fra. Jansz., beeltsny-
der, 2 sc. 6 p., wt sake hy nabescreven na- men , vande nywe vvaeckhuysgens, alse: Ca- stylie, die Valk, die Raven ende die bonte Cree, elks in een bordeken, gesteken ende gesneden heeft, etc. 28*
|
|||||||
220
|
|||||||
Scilderwerk. Item, Will. Roelofsz., scil-
der, 12 L., wt sake hy dese nabescr. werken gedaen heeft: Inden eersten, aenden Beren- toorn van bynen 2 vaentgens mitten appelen, die daerboven op staen, gestoffeert. — It., gestoffeert die wolf anden Wolf-toorn ende dat scrift, daeronder met 2 dueren. — It., den hont, met 2 dueren gestoffeert mittet scrift. — It., die waechuysen die door gegroent, met het veynstertgen ende dat schrift, genoemt: die Nachlegael. Slad-segel. Item, Dire Roelofsz., metselaer,
14 sc., wt sake hy anno XXXVIH gearbeyt heeft inden stadhuys van Lichtenberch, ende daer een gat gebroken, om dat stadsegel daerinne te bewaren. Triumph-boog. Item, Jan van Eley, kis-
temaker, betaelt die somme 2 L. 13 sc. 6 p., wt sake hy tegens die incompste van onse Gen. vrouwe Coninginne etc., voorde Lynd- merct aende aentycksche poirle tot triumphe ende eere der stadt, boven hetgene dat die stadt daer aen lyet tymeren. te cost geleyt heeft vande wapens der Keiserl. Maj., de Co- ninginne, deser stadt met noch andere figu- ren ende scrifturen, ende daervoor betaelt 1 L. 16 sc. Noch voor een boec lombertspa- pier, 4 sc. Guide poerl. Item , Ev.Weyersz. etc., aen
de guide poert gelevert 7 kerksperren , etc. 1539. —
Meysler Bullhasaer, ltal. architect. Item ,
Jan vd. Haer etc., 9 Sept. aenden Keis. Maj. tot Brussel synde , ende hebben met hem ge- hadt in 't ginsen reysen etc. meyster Willem van Oirdt, etc., ende noch is hem in 't we- der komen beygescict, wt Keyserl. Maj. bevel, enen , genaemt meyster Balthasaer, wesende een Italiaensche architect, omme die gelegen- heyt, sterkte ende tymeradge alhier tot Utrecht te besien, etc. Tafel van't oordeel. Item, Ev. Wyertsz.
etc., die tafel van't oordeel ofgenomen ende in Lichtenberch weder opgehangen, etc. |
|||||||
1.540. —
Willem v. Noert, als stads-metselrie-mees-
ter aengenomen. Mr. W. v. Noert, deser stad metselrie-meester, betaelt 20 L., voor syn pensie ende loen, die hem Remigii, anno 1541 verschenen was, wt sake hy als daertoe byden rade deser stadt, den 26. Mey 1540 aengenomen wesende, deser stadt desen jaer als metselrie-meester gedient heeft, te weten in 't ordineren deser stads nye poorten ende muren, oick bruggen ende anders j omme te alien tyde dieselve te visiteren, ende die ge- broken daervan, dan die oversten ofte came- raers aen te brengen , ende voort alle daerinne syn levenlanc gedurende te doen , dat een goed getrouwe metselrie-meester schuldich is ende behoort te doen , waervoor hem jaerlicx tot syn pensie toegevoecht is te hebben dese voorsz. somme, ende daertoe noch gecleet te worden ende svn wyn te hebben, soe wanneer ende in manieren , als deser stads deurweerders ge- cleet worden ende hore wynen hebben , alles breder na iuhoud syncr ordonnancy ende an- neminghe , copie hierby getoont ende quitantie daertoe dienende , inhoudende de voorsz. som- me van 20 L. — It., Jan van Meerten , gout- smit, 5 L. 16 sc. 9 p., wt sake hy mr. W. v. Noert, als metselrie-meester, ende mr. Jan Tolhuys, clockegieter, als mr-bus-scut van deser stadt gemaect, ende elex gelevert heeft 'twoort UTRECHT, in silvere letteren , tsamen makende 14 letteren, wegende aen silver in als 3 oncen 2t engels, d'once 1 L. 10 sc. Voor syn arbeyt 1 L. 4 sc. Bus-scut-meester. Mr. Jan Tolhuys, cloc-
kegieter, deser stads meester-bus-scut aen- genomen , etc. Caerte. Ev. van Scayck, scilder, 32 L.,
wt sake naebescreven : Inden eersten , in July 1539 mette gescicten geweest opde wterste bepalinge ende geleghenheyt van alle deser stads vryheden, omme deselve te besichtighen ende op een caerte te stellen, nae ordinancie, opdat die stadt voor toecomende memorie, die bepalingen daervan soude moeghen weten, waerover hy gevaceert heeft tsamen tot ver- |
|||||||
221
|
|||||||
scheyden tyden, 5 daghen, ende heeft noch
tot perfectie vande vi'ybeyt voorsz. een caerte daerofF gemaect, naer't compasse, soe veele moghelyc was, op papier, omme die vryheit voersz., daer mede myn heer van Hoechstra- ten, zal. mem., ende synder Gen. raet te bewysen ende te tonen, soe daer questie omme voer de heren van Utrecht hanghende was , waerop hem, 21 Maert anno 40, byden rade belieft is, op rekeuing van syn arbeyt voorsz., te geven 18 L., ende dat hy noch by goeder ordonnancie een chaerte op een tafel, van oly- verwe, scilderen ende maecken soude, om die op deser stads raethuys, tot een memorie, te hanghen, 't welc hy alsoe gedaen ende vol- bi'acht heeft, waerinne hy groote moeyenisse, omme die opte wynden ende op de steek naer behoren ende gelegenheyt van dien , te stellen , gehadt heeft ; alsoe dat b\' daeraen verdient en hem voorts belieft is, te hebben, boven die 18 L. voorsz., alles vermogens die belieftenisse 's raets, in date des donred., den 15. Sept. XII, ende quitancy daertoe dienen- de, de voorsz. somme van 32 L.— It., Jan Pousz, kistcmaker, 4 L. 5 sc., wt sake van dat houtwerk , daer die kaert op gescildert is vande limiten ende gesceyt van dese stad vryheyt , buyten deser stad poerten gelegen, die daer off', inde raetcamer van Lichtenberch , voor een toeconiende memorie , gehangen is , etc. Register. Item, Sander van Botnmel, no- taris vande domkerke t'Utrecht ende secret, vande staten 's lants van Utrecht', betaelt 34 L. 2 sc. 6 p., wt sake hy van stadswegen ende tot deser stadts behoeff tot toecomende me- morie gecopieert heeft die prothocollen vande staten voorsz., tractaten ende communication, gehouden mette gedeputeerden vanden lande van Gelre etc., nopende de recuperatie vande Geldersche goederen vanden jare xxxini off, tot desen teghenwoordigen jaer xli inclusive, wesende in 2 boeken gebonden, tsamen groot wesende 455 bladeren, verdient van elken blade van 't copieren ende 't bynden , 1 sc. 6 p.. In date des donred. 15 Sept., ende quytancy daertoe dienende, de voorsz. somme van 34 L. 2 sc. 6 p. |
|||||||
Scilderwerk. Item, Will. Roelofsz., scilder,
2 L. 16 sc, wt sake nabescreven: fnden eer- sten, heeft hy in des pensionaris buys die wyeltrap gedrenct twee mael met oly, 6 sc. It., heeft hy gescreven inde tafelen beneden die beelden in Lichtenberch die namen ende afcomste etc., 2 L. 10 sc. Scavot. Item, Goeyert Geritsz., steenh.,
17 sc., wt sake hy gewerct heeft, omme die gaters te maken voor Hasenberch ende den herden steen daer inne geset ende voort dat yservverk ende crammen inne gegoten, omme scavot daerinne te leggen ende te vestigen, dat er nye gemaect wordt, etc. JVaeo-cloo. Item, mr. JanTolhuys, cloc-
gieter, 134 L. 11 sc. 3 p., wt sake hy nae Pynxteren gelevert heeft volgoten den nywen waec-clok, hanghende boven inde Buerkerck- toorn, die hy aengenomen had te volgieten, welke voorsz. clocke wegende is 929 pont, van elc 100 pont te gieten, 2 L. 10 sc. Noch 904 pont klocspise gecoft tot Amsterdam, voor't hond. pont, 11 L. 15 sc. Noch daertoe gelevert 25 pont tinne , elx pont 3 sc. 3 p. etc. 1511. —
Stads-meesler-gieler. Item, mr. Jan Tol-
huys, clock- ende busgieter, deser stat mr- bus-scut, betaelt de som van 20 L., en dat voor syn pensie, wt sake hy daervoor desen geheelen jaer als mr-bus-scut gedient heeft, soe hy daertoe van stads wegen , door 't be- lieftenisse vanden rade, geschiet 18 Oct. anno XLII, by nywe accoert ende conditien aenge- nomen is syn levenlanck sekerlyk gedurende, te we ten •. Dat hy deser stadt dienen sal in tyde van
noode, als hy vanden oversten ende raet van deser stadt daertoe versocht ende vermaent sel werden , omme alle gescut, groot ofte cleyn, off te scieten ende oick te besuecken ende te beproeven. Ende voert sel hy syn levenlanck biunen deser stadt ter woon blyven, ende syn ambacht van bussen ende clocken te gie- ten doen ende hantieren. Dan, sal wel buy- ten deser stadt moghen trecken ende reysen |
|||||||
999.
|
|||||||
mael alle deser stads gescut, datter nu is off
komen sell, op alle toornen ende plaetsen, daer't is oft geordonneert sell worden, visi- teren, ende van alle gebreken houden in be- hoerlyke ordonnancy, dat men daerinne geen gebrek en sel vynden, in lyden ende wylen, als men die behouwen sell, 't sy van maten , stampers, loet, cretsers ende desgelyx, op deser stads cost ende tot last vanden voorsz. bus-scut-mr. Item, noch soe sell hy alle deser stads bus-
cruyt maken , te weten , 't salpeter fineren , 't swevel breeken, 't hout cloven, 't selve hout tot kolen barnen , ende 't selve soe opter stads cost tot buscruyt maken, daer hy voort toe doen sell, syn selfs cruytmolen ende andere reet- scap, daertoe dienende, welke cruytmolen ende reetscap hy daer toe onderhouden sell. Item, soe sel hy hebben voor syn persoon,
als hy te deser stadt dyenst buscruyt maect, ende't gene daertoe dient, voor syn arbeyt, 'sdaechs vier stuvers, ende voor syn knechts, tot tween toe, die hy daertoe huren sel, over- mits hy den arbeyt alleen nyet machtich en is, elx des daechs 3 stuv. Ende voort soe sel dese stadt hem byden anderen cameraer van deser stadt noch doen wtreyken, voor syn verbonden dyenst, in manieren voorsz., tot syn pensie, ter weke 12 stuv., daervan d'yer- ste dach ingaende is geweest in date voorsz. Alles breder blykenue byde wtgesneden (!) ce- dule, die daervan door overcomen ende be- lieftenisse vanden rade gemaect is, daer van synde, met qnitancy vande voorsz. 8 weken, die welke beloopt 4 L. 16 sc. Gek vanden Pr. v. Oraengien. Item, Ber-
telemeus van Wede, die goutsmit, 14 L. 15 sc. 9 p., wt sake hy gemaect heeft een scakel van gout, die gesconken is die sot van myn Gen. heere, den Prince van Oraengien, als stad- houder, etc. Herm. v. Borculo, boecprinler. It., Herm.
van Borculo, boecprinter, wt sake hy omtrent Petri ad Vincula, doe Meerten van Rossem met ruteren ende knechten in Brabant was, ende alhier binnen deser stadt tydinge was, dat Meynert vd. Ham oic groete vergaderinge |
|||||||
alleene, om syne bootscappen ende coopman-
scap te doen, ende oic were aen te nemen , om die bynnen deser stadt te gieten. Ende hier voir is hem van deser stadt jaerlyx geloift ende toe versegelt, te hebben tot syn pensie ende wedde de voorn. somme van 20 L., verscbynende opten lesten dacb Septembris; ende sel oick noch gecleet worden , in ma- nieren , als deser stads deurweerders gecleet worden, ende sell oick met hoer gelyke ra- soenen ende wynen hebben, ende oick waec- vry syn. Ende voirt, waer't sake, dat hem van deser stadt sekere busschen ofte anders te gieten aenbestaet werden, daervan sell hy nyet oruedelyk eyschen ende nemen , ende sell, hetgene hem aenbestaet wordt, getrouwelyk ende spoedelyk hem moghelykste synde , mae- cken. Ende als hy in deser stadt saken by den oversten ofte den rade buyten deser stadt gescict wordt, daer van sel hy tot synen dag- gelde betaelt worden, in manieren als deser stads deurwaerders gedaen wordt, als sy buy- ten deser stadt in stads saken reysen. Ende omme, van't gundt voorsz. is, deser stadt mede versekert te wesen, soe heeft mr. Jan voorsz. daerof in segele ende brieven beloftenisse gedaen. Alles breder na vermogen derselyer accoorde ende seghele ende brieven , in date voorsz. te beyden syden gegeven synde , waer- omme alhier de voorgen. somme van 20 L. Stads-meesler-bus-scut. Item , Willem v.
Snellenberch, als deser stads bus-cut-meyster, betaelt de somme van 4 L. 16 sc., wt sake hy sedert den eersten Augusti, tot S. Remigii dach toe, belopende den tyt van 8 weken, deser stadt als bus-cut-mr gedient heeft, soe hy vd. rade der stadt voorsz. daertoe aengenomen is, gedurende tot deser stads wederseggen, op conditien nabescreven : Inden eersten, sel hy alle tochten helpen
doen, bynnen ende buyten deser stadt, daer hem die oversten gebieden sellen, ende hy sell altyt het gescut regieren , ende doen als een goet bus-scut-mr toestaet te doen, ende nyet wt deser stadt te benachten, 'ten sy by- consent vanden oversten. Item, noch sell hy alle jaer, twe off drie
|
|||||||
223
|
|||||||
heeft noch dieselve caerte gesteh op huer se-
ller mesure van voete tot voete, alsoe dat men perfectelicken daerwt weten mach alle die distancien, ende brengen op huer mate, al- soe dat men daerwt metselen ende werken mach, Ende heeft mede daerby gevoecht in- der selve chaerte die nywe bolwerken ende mesecouwen ende die nywe veranderinge de- ser stads poerten, mette noetlike vernywinge descr stads mueren, met wtgravinge der cin- gelen rontsomme die bolwerken ende met die dicte der wallen , daerby van bynnen aen ge- stelt, gelyk men inder selve chaerte, duer die linien, met roode verwc getooghen, verstaen mach ; 't welc al gemaect is, om een voerserift ende onderwysinghe te geven alle die regier- ders, die na comen sellen, om daerna die timmeragie, wt eendre handt op 't bequaem- ste, profitelycste ende stercste te volbrengen moghen ; ende oeck 't nootlicste eerst metten oncost, fatsoen ende arbeyt overleggen mach, eer dat men die timmeragie beginnen sel; van welke chaerte deser stadt, hy noch een dubbelt maken ende leveren sail. Ende heeft noch een caert gemaect, omme daerna die muelen, opten Peerdevelt-merct te setten. Ende noch 2 verscheyden caerten vande si- tuatie des vaerts, ende daer een derde noch bygevuecht. Ende heeft oec noch daghelyx overgesien gehadt, in 't aenleggen der nywre wallen, mesecouwen hide weert ende andere extraordinaire werken. In alle welke werken voorsz. hy onledich geweest is sedert Pynxte- ren tot Remigii toe , ende soe hy groete hoofd- breken, moeyte ende anders hierinne gehadt heeft, alles breder na vermogen synder sup- plicacy , die hy daervan met goeder ende bre- der specificatie overgelevcrt heeft, soe is hem daervoor belieft 90 L. Geschut. Item , W. v. Noert noch 2 serpen -
tynnen vormen, om cloten in te gieten, etc. — It., Ev. Wyersz, gelevert drye stucken houts, daer van gemaect die micken, daer men die bussen op leyt, etc.— It., J. Antonisz., twee nye bus-stellen mette raeyen, daer men die serpentynen op leyt.>— It., A. Laurensz noch een smal vat, om bus-cruyt inne te doen.— |
|||||||
maecte van ruteren ende knechten, ende omme
de waerheyt daervan te vveten, gereyst is, se- cretelyk , over die Veluwe t'Arnhem , t'Zut- phen , inden gestichte van Monster ende daer- onitrent, om autentyke besceyt mede te bren- ghen. ende heeft hem daeromme by groete personagien gevoecht ende grote oncosten geliadt, 10 L. 15 sc. Willemv. Noert. Item, W. v. Noert, ge-
levert dat achtkant vande Ross-toorn. — It., gemaect 't peert mitten letterstuk, daer 't peert op staet, etc. Glasscryver. Item, Peter wte Weert, glas-
scryver, etc. 1542. —
Triumphe. Item, 39 L. gesconcken den
geburen , die onqosten gedaen hebben gehadt in 't vueren ende den triumphe vande nyvve tydinghe, alse dat die Keyserl. Majesteyt i ons ailer Gen. heere, gesonts lyffs, tot Genue aen- gecomen was, myts oick, die de pryse gewon- nen hadden van 't scoonste ende herelycste vuer,ts. 47 vaten biers, elc van 17 sc, ende noch voor 2 scouvven torfs mitten oncosten daer een vuer ofF gemaect wordt op Nuede, etc. tYaec-huizen. Item, Will. Roelofsz, scil-
der, 5 L. 2 sc., wt sake hy aenden Ros-toorn dat ross mettet scrift buyten aenden toorn gestoffeert; noch twee waec-huysgens, alse: die Coolmees ende die Oyenvayer, die let— terstukgens buiten aen gestoffeert heeft; noch die nyvve wage gedrenct met oly. Caerle. Item, mr. Will, van Noert, be-
taelt 90 L., wt sake nabescreven : Inden yer- sten heeft hy, deur bevel vanden oversten , een chaerte van dese stadt geordonneert, die welke hy opten compasse heeft moeten stellen op hoere wynden , alle die rechten , cromp- tem , hoecken , wt- ende inlopingen derselver stads mueren , ende daerby wederom geme- ten ende mettet compasse ofgesien die wytte vander stadtgraften ende noch daerby geme- ten die distancy tusschen die stads mueren van bynnen ende die particuliere borgers er- ven , gelyk men wt die swerte lynen in de^ selver caerle geteykent. verstaen mach. Ende |
|||||||
224
|
|||||||
It., noch 6 kyntgens, om bus-cruyt inne te
doen, etc. —- It., Jan Jaspersz., 20 cruytma- ten tot haecbussen, etc. — It., desen came- raer heeft ontfanghen gehadt van Meerten Jansz., slootmaker, wonende tot Amsterdam], sedert Sept. tot 23 Febr., in 5 off 6 verschey- den reysen, tsamen 23 serpentynen, groot ende clein , ende tot elke 2 kameren van eenre groote ende wyte, ende tot sommigbe vande grootste drie camcren van eenre groote ende wyte, die hem van deser stadt wegen , ende tot deser stadt ende gilde costen doen maken waren , tot fortificatie van deser stadt, wegende tsamen 12,565 pont ysers, voor't pont 1 sc. — It., Ev. Wyersz gemaect een banc, daer men die yseren bussche op borende is. Noch hou- ten scragen, daer men die serpentynen op sciet. Cloc-huys. Item, mr. Jan Tolhuys, 288 L.
1 sc., overmits die regierders ende raet van dese stadt mit hem overcomen es, dat hy syn clochuys, staende buyten Wittevrouwen poort, ofbreken, ende weder een ander clochuys bynnen deser stadt alhier, after syn huys, op- maeken ende tymeren soude, omme aldaer inne syn busschen ende clocken ende andere in- strumenten te gieten , waertoe dese stadt hem met leeninge van sekere penningen te bate soude komen , ende welke penningen dese stadt hem weder corten soude aende yerste artilry- werken , ofte anders , dat sy hem souden lateu gieten, etc. Munt. Dese kameraer wtgereict 25 L. 4| p.,
wt sake nabescreven: Inden yersten de munt- meester van Dortrecht, voor'tcueper, dat hy vermunt heeft, door begeerte vande regier- ders ende raet van dese stadt, anno xxxvii, pond gr. Vlaems aen wytgens de som v. 22 L. 10 sc, van 40 gr. 'tpont, alsoe de voorsz. muntmr die wytgens of doytgens niet munten en woude, of men moest syn cueper buyten of betalen, etc. 1543. —
Groote bus. Item, Ev. Wyersz. noch een
scael, daer men dat wicht in set, daer die groete busch mede gewogen wordt. |
1544. —
Ixindmeler. Wilhelm Tonisz., lantmeter.
Tortuur. Item, Ev.Wyersz. noch verdient
vande pynbank, die van buiten gekomen was , te zetten ende een scey weder inne te maken, die verloren was. Noch die mier leger gemaect vande pynbanc ende die yser verslagen etc. — It., heer Jo. van Culenborch , ridder, schout deser stadt Utrecht, heeft den 27. Jan. doen maken inden Hage een pynbanc , stoelsgewyse , die welke gecost heeft 13 L. 12 sc. 1545. —
Meester Donaet, artilrie-mr. It., mr. Do-
naet, artilrie-meester, 57 L., wt sake hem in 'tlest vande maent July toegevoecht ende ge- ordineert syn, door ordon. van mynheer v. Praet, stadhouder etc., by manieren van re- compensie ofte gratuiteyt te scenken etc. die somme van 30 goude kroonen , elk croone tot 38 stuv. — It., mr. Will, van Noert 22 L., wt sake hy maend. nae Oculi, gereist is ge- weest tot Bins, aen mr. Donaes, volgende die Maj'. vande Co., die van Bins vertoech, die frontieren langs tot Landersyn, Cameryk , Va- lencyn ende meer andere steden, wachtende nae myn Gen. heer v. Praet, stadhouder , die aldaer toen nyet en quam , ende heeft doen voorts alleen gereyst tot Bergen in Henegou- wen , ende aldaer aenbestaet te maken sess blauwe pylaers, die men aen Hasenberch be- sighen soude, etc. Ende van daer voerts ge- reyst op Brussel ende Loven, om naer Naraen te reysen ende aldaer te bestaden seker blauvv steen , tot behouff van't nye werk ende vveerdt, etc. Stads-werk. Item , mr. Will, van Noert,
of te breken ende weder gelyks Lichtenberch op te maken 't nye werk van Hasenberch, naer bestek daervan bescreven, ende't pa- troon daervan geconcipieert, etc. — Item, Ev. Wyersz, inde losementen vande Keiserl. Maj. ende die Coninginne, alse, aen gangen, omme inde Keiserl. Maj. earner te gaen, als oick inde Dnyschenhuyssteech, met noch een |
||||||
225
|
||||||
groet voetscemel inde stoeff, daer die Keiserl.
Maj. op etende was, etc.— It., Ev. Wyersz, inde losementen, die gemaect ende gestelt worden tot behoefF vande KeiserJ. Maj. ende die Maj. vande Ko., soe hier nae volgt: In 't eerste tot een cleyn cueken etc., noch op de groote sael 1I borden totte voetscemel, daer die Keiserl. Maj. op eten soude etc., noch aen de gangen, orame inde stoeff te comen etc.; noch gelevert inde losementen vande Maj. vd. Co., tottet bescot inde steech , omme inde Duytsche huys kerk te gaen ende oock totte kuecken after Reynesteyn, die daer nye ge- maect is. — It., Jan Philipsz. v. Ooy, kiste- maker, in het losement vande Keiserl. Maj. ten Duytschen huyse, te weten: opte groote stoeff, die kisten op gebroken, ende in beide die kameren die bedsteden, koetsen, velt- bedden etc. opgebroken etc.; opte cleyne ea- rner een scerm op ten heerd etc. Noch 2 scer- men, die men voor 't vuur set, als men aen tafel sit. Noch een pulmeter, daer die sangers op singen, op een voet, die men omdraevt. Noch in 't losement vande Co. een scorsteen becleet voer den rook. Noch inde earner vd. Co. gelevert een scerm, van 6 voet hoech. Noch tottet bemel voorden scoorsteen boven die eettafel vande Co., 3 sperren etc. 1546. —
Muzyk-instrumenten. Item, Will. Jansz.,
deser stads tromper, van wegen Hans, die draeyer ende pypmaker, 17 L. 17 sc. 6 p., wt sake etc. Inden yersten , heeft hy voor Gors- misse vercoft ende gelevert, omme gebruyct te worden by deser stads trompers, tot eere ende triumphe deser stadt, een coppel toe- seynen van vier stucken, tsamen 10 L. Hier toe is laten maken een koecker, die mit laecken bynen gevoeyert is, ende mede buten doen betrekken, etc. Patriarch van Jerusalem. Item, mr. Claes
van Berghem, van wegen Joannicius Guarde, als bode vanden Patriarch van Jerusalem ende bescermer vanden heil. grave, betaelt die som van 5 L. 14 sc., ende dat voor 3 goude croo- nen van 38 stuv. 'tstuck, die de bode voorn. III.
|
||||||
byden rade deser stad is gesconcken tot een
aelmoese, tot behoeff vanden patriarch voorn.» omme daermede hem subventie te doen totte lossinge vande juwelen ende cleinodien, die de patriarch voorsz., den Turc te betalen sess dusent ducaten, verset soude hebben, allet breder nae inhouden synder supplicatie, etc. Caerte. Item, Ryck Spies die somme van
3 L. 18 sc. 10| p., wt sake hy gereyst is geweest den 15. Mey, ende die nacht mede gereyst aen myn Gen. heer den stadhouder met sekere caerte, omme deselve synre Genade te prae- senteren, 't welc hy gedaen heeft tot Turn- hout, — It., Ev. v.Scayc, scilder, de som v. 2 L. 2 sc., wt sake hy deur ordon. van myn Genad. heer van Praet, stadhouder, ende beveel vanden oversten op franchyn ontwor- pen heeft die chaerte vande limiten ende sceyt- sel vande vryheydt van dese stadt, omme de- selve over te leveren mynheren vanden hooghen rade, ende inde griffie gehanghen te worden. De Leek. Will. v. Noert etc., Ev. v. Scayck,
scilder, ende Dire Top, castell. opte Vaert, 19 L. 7 sc , hebbende gemeten den coers vd. stroem der Lecke, beginnende v. Aeslyc totte wip toe, neffens den Hanendyk van Vianen over; ingelyks oock gemeten die weerden met de killcn, gelegen boven ende voorde Vaert, aen beyden syden vande Lecke, mitte kil- len, daer duer lopende, omme daer duer cla- relike te verstaen die gelegenheid des stroems, op dat men weten soude, hoe men best die stroem voor de vaert crygen ende brengen soude mogen, daer toe syl. onledich geweest syn aldaer opte vaert, 5 daghen, ende hebben hiertoe noch by hem behulp genomen vier man- nen met een schuy t, die tefkens die baecken ge- steken ende met de ketenen gemeten hebben. Muni. Item , Ja. van Beusichem , yerste
cameraer, betaelt 28 L., wt sake hy duer be- geerte vanden raet, 28 Juny, gereyst geweest is inden Hage, ende aldaer betaelt heeft die pensie vd. stads tolrechten, verschenen Pae- schen, ende van daer gereyst voorts tot Dort- recht ende aldaer betaelt ende gelost voor 403 gulden nye gemunte doytgens, ende is we- derom gecomen den yersten July etc. Betaelt 29
|
||||||
226
|
|||||||
den muntmeyster van 't cueper vande doyt-
gens, etc. Mr. Donaet, architect. It., Jan Both noch
Letaelt de somme van 1 L. 7 sc., wt sake van 2 stadkan. wyns, die den 27. July anno XLVI getapt ende voorts van stalls wegen geschon- ken syn mr. Donaes, ordonneermeyster ende architect. Tortuur. Item , den 8. Aug, een tau tottet
gewynt, daermen mede pinicht, wegende 12 pont, etc. 1547. —
Kunste v. vliegen. Item, Jeronymo Rytzo
Venetiano, Matheus Holl ende Paulo Salvoto Venetiano, alle dry wesende Italianen vande conste van vliegen ende springen, wtgereyct ende gegeven die somme van 11 L. 8 sc., vvt sake die raedt deser stadt dieselve somme ge- schoncken heeft tot eene gratuityt, vandat syluyden die raet ende oic gemeente deser stadt hoer konste voorsz. getoont hebben , alles bre- der blyckende by belieftenisse des raets, in date des domed, den 16. Aug., annoXLVin.— It., Ev. Wyersz. noch met drie knechten, omtrent Magdalena voorde Italianen, die op de lynde reden ende spuelden, die lynde aen die Plompentoorn gevestich t ende vast gemaect, dat men die wynden mocht, etc. Sulverwerh. It., Pauwel Adriaensz., gout-
smit, betaelt de somme van 24 L. 8 sc., wt sake hy deser stadt gemaect heeft twee sul- ververgulde overdecte coppen, wegende 6 marc 6 oncen 5 engels, bedragende 84 L. 2 sc; ende daerop 't sulver vergult, 23 ducaten belopen- de, 48 L. 6 sc, verdient van't maken ende fatsoen, 21 L.— It., noch verdient van twe deser stads wapenen, die opte coppen geset zyn , 20 sc., welke voorsz. coppen deser stadt gesconken heeft mynheer die president van Utrecht, mr. Adriaen vd. Borch , ende dat voer syn groote diensten, die hy in 't refor- meren ende corrigeren van 't concept vande nywe ordonnancie op dese stadt- ende scepen- rechte, ende voorts veel andere versceyde sae- eken, die hy deser stadt gedaen heeft, etc. Schilderwerk. Item, Goesen Jansz. ende
|
|||||||
Gysb. Roelofsz., scilders, betaelt de somme
van 140 L., ende dat voor haer costen ende arbeytsloon, die syl. gedaen hebben inde ver- cyeringe te doen vanden nywen gevel van Ha- senberch , die sy heel tot driemael toe gedron- ken hebben in loetwit, totte glanse toe, ende die pylers in olyverwe, steensche wys, ende die wapenen , met alle ander cyeraedgen van candebabres, friesen, capitelen, hoofden ende anders, vergult met fynen goude, etc. 1548. —
Scerpregter. Item , Willem Boll, beduer-
werker, 2 L., wt sake hy deser stads wapen met een svveert beduert heeft, op deser stads scerpregter cleedinghe. De ysere Eechde, alias den Moll. It., Jan
Lambertz., betaelt 18 sc., wt sake hy 2 Jan. XLix mit een missive gereyst is geweest byn- nen de stede van Gorcum, beruerende, omme geleent te hebben die ysere eechde, alias den moll, daer mede syl. haren waterganc, co- mende wte Meeruwe, eensdeels gediept hadden. Comedie. Item, Ryck Verhorst, 5 L. 2 sc.,
wt sake van 8 stadkan. wyns, gesconcken den 30. Spt. den rectoer v. S. Hieronymus, mitten meysteren, die spulen gespeelt hadden, 4 kan , ende noch den 11. Oct. die visitatoren vande paters van S. Hieronymus, wesende in't con- vent voorsz., oick 4 stadkannen. Zegelen. Item, Philip Jansz. v. Oey, 6 L.,
vvt sake hy inden sommer XLIX gesneden heeft: inden yersten , op metale, aen beyden syden, optie eene deser stads wapen ende opte an- dere syde een hoefyser, dat men in sulker vuege nyet hebben en woude ; soe heeft hy noch drie verscheyden andere ysers v. metale gesneden, opte een deser stads wapen ende opte andere syde V. T.; dat tweede, op't een twee letteren , alse V. T., ende opte andere syde V.; noch het derde segel gesneden, opte een syde V. ende opte andere syde T. Ende noch gesneden twee pypysers, opte een twe letteren V. T. ende opte andere syde V., welke segelen dagelyx gebruict worden byde weer- dyns totte besegelde lakenen, etc. |
|||||||
227
|
|||||||
Geschut. Item, Christoffel Daller, boven op
Lichtenberch scoen gemaect 5 dubbelde bus- schen ende 6 cameren, die van S. Servaes heck gehaelt waren; noch 13 dubbelde hae- cken, die vanden Plompentoorn gehaelt waren; noch 8 dubbelde haecken, die vande Weer- poort gehaelt waren; noch 16 haecken, die van beyde de Tolsteechpoorten gehaelt waren. It., scoen gemaect 16 serpentynen, die staende syn op raderen in 't Vleyshuys, met 37 came- ren , dieselve buten ende bynnen scoen gemaect, geveecht ende gesmeert, ende voort opte stel- lingen geordonneert, dat men se gebrucken mach. Ende noch soe heeft hy 5 serpentynen met hoeren cameren, oic scoen gemaect ende gesmeert, etc. Teekenen voor tfarme lieden. Item , Jan
Loefsz. 5 L. 2 sc., omme die teykenen voor die arme luyden, diese opte borst souden dragen, alse gaen bidden, te gieten ende de teykenen op te slaen; noch aen wit laken ge- levert, daer die teykenen op gesleghen syn. Stadboeken. Item, mr. Will, van Noert,
een nyewe scorsteenmantel met syn toebeho- ren, ende daertoe twee haecsteenen, daer dat cueper decxel inde scorsteen ingaet, omme daerinne te vueren, opdat deser stads boeken ende secreten daerinne droech blyven moghen. Model vd. Visbrug. Item, mr. Willem van Noert gelev. die model ofte patroon in steen, daer men in toecomende tyden die Visbrug nae maken soude. Noch gemaect drie steene vor- men , daer men die segelen in gegoten heeft vande lakenen. Noch heeft hy inde vorm gegoten 96 loeye segels. Instrumental om te deepen. Item, Aryaen
Willemsz., etc., gearbeyt mit hueren lyven, peerden ende scepinge, omme die grond vd. ouder killen voer de Vaert ende daeromtrent mitten hooghen water, doen wesende, ende den sterken stroem, mitte instrumenten, alse d'ysere ploegen ende yseren lepelrat te ver- diepen, soe hier nae volcht: alse yerst Aryaen voorsz. gevaceert mit syn twee peex-den, die een samorose mitten voorsz. instrumenten voerts duer 't water ende den grond toghen, omme 't sant alsoe te breken ende te verdryven etc. |
|||||||
Noch Peter Vermoelen, omme die samorose in
't water te besturen, ende mit crachte van 't lant inde diepte te houden. Noch Aryaen voorsz. gedient met een scuyte, daer die an- dere ploech ende't derde instrument aen hinc, ende Will. Berensz. met een peert, die de voorsz. scuyt metten instrument duer den gront toge, etc. 1549. —
Diepmeester van Dansick. Item , mr. Ja.
Didericxsz., van Danswyck, betaelt die somme van 400 ponden, wt sake die hem toegeseyt syn voor't verdiepen van deser stads ondiep- ten ende wateringen, ende voor't openbaren van synre conste der verdiepinge, voortaen te doen ende te besigen van synre gereetscap , totter verdiepinge voorsz. dienende, ende noch Van alien aencleven vandien, ende ditselve al breder nae inhouden der voorwaerden, con- tract ende overdrachte, die de regierders de- ser stadt ende mr. Jacob voorsz. den 28. Jan. anno t, tsamen gemaect ende gecontracteert hebben, etc. Watermolen. Item, Corn. Scram, v. Am-
sterdam , 18 L., wt sake hy den 12. Oct. xlix. deser stadt vercoft ende gelevert heeft een watermolen, daer mede men water opmaelt, met hoer ketenen, twee pompen, alle syn yserwerk ende voorts met alien toebehoren, etc. Cleefs schip in de Leekgezonken. It,, Jan de Ryck 7 L., wt sake hy daer voor deser stadt vercoft heeft een Cleefs schip, een beytel genoemt, ende dit den 2. Spt. anno I.., omme boven die Vaert inde Lecke gesonken te wor- den, 'twelc gedaen is voorde Wterweert, aen den inganck van Mytgeshaven. 1550. —
Scerpregter. Item, Willem Boll, 2L., wt
sake hy deser stads scerpregter gemaect heeft een beduersel van leverye, als een scildeken van deser stads wapen ende een sweert. Meyen. Item, Dominicus Aertsz. v. Hont-
horst, 18 sc, van wegen die gemeen buren vande plaets, wt sake de bueren voorsz. die 29*
|
|||||||
228
|
|||||||
ende mr Jan Tolhuys, clocgieter deser stadt,
gelevert in handen van mr Jan Tolhuys voorsz. sedert den 14. Juny anno LII. totten 22. Dec. daernaest volgende, ts. 17,143 pont busse- spys, omme georbert te worden tottet gieten van vier groote busschen, die overslagen wor- den te samen te belopen tot omtrent 17,000 pont in gewichte. Ende die vier bussen syn bevonden tesamen swaer te wesen in gewichte 15,559^ pont, etc. Ende alsoe Aryaen voorsz. vermogens die leveringe voorgen. 1583J pont busse-spys overgelevert heeft, daeromtne hy groote costen ende moeyten gehadt ende ge- daen heeft, omme te kopen ende te leveren, opdat dese stadt by't gieten vande bussea voorsz. nyet te cort comen ende scade lyden en soude, overmits 't voorsz. bus-spys nyet wel te crygen en was ende onder de hand op- sloech, is hem daervoor belieft 15 L. — It., mr. Jan Tolhuys, 505 L. 10 sc, omme deser stadt te gieten 4 stucken groot gescut, etc., inden yersten den 20. Spt. anno til., een stuck, den 8. Fbr. liii. noch de andere drie groote stucken gescuts, ende dat opte Gansmerct in de wage, welke 4 stucken bevonden zyn te weghen 15,559£ pont.— It., mr. Will, van Aller, 32 L., wt sake hy gelevert heeft't bout, daeroff vier bus-laeyen ende die calveren met- ten toebehoren gemaect zyn, omme daerinne te legghen die vier groote stuks gescut. — It., Claes Willemsz., gemaect, omme gebruykt te worden totte 4 groote bussen , 8 raeyen mit 4 assen. Noch tot behoeff ende behulp vd. 4 groote bussen gemaect een voorstellichgen etc.—■ It., mr. Jan Tolhuys, 11 L. 17 sc, omme een driebock, metten toebehoren, te doen maecken , tot behoeff vander stads gescut, etc. — It., Len. Parys , 36 L., van leveringe van 399 ysere buscloten, tot behoef vande 4 groote stucken, etc. Slads-wapen. Item, Gysb. Knyff, messe-
steecker, betaelt 8 sc. 9 p., wt sake hy in Sept. op vyff deser stads beckens in't midden gesteecken deser stads wapens ende daeronder 't woort UTRECHT. Noch heeft hy op vyff spey- ten desgelyx als voren gesteken die stads wa- pens, ende daeronder UTaKCHT. |
|||||||
voorsz. somme toegevoecht zyn, omdat syl.
den tyt van 3 jaren opte Buerkerk kermisse dach mede betaelt hebben voor deser stadt die meyen, die opte plaets Voor deser stads huysinghe gehanghen zyn geweest, etc. maoropaedius. It., broeder Georgius Ma-
cropaedius, rectoer van S. Hieronymus scole bynnen deser stadt, wtgereykt die somme van 2 L., wt sake dese cameraer bevolen was die selve somme te scenken van stadswegen den voorn. rectoer, ende dat voor syn arbeyt, van 't concipieren ende maecken van twe Lat. ver- sen ofte carmen, die geteykent zyn, ondar den morgensler, ende geset in harden steen, voor 't nywe bolwerc inde Weert. Caerte. Item', mr. Willem van Noert 13 L.
6 sc, wt sake hy gereyst is geweest aen myn Gen. beer v. Beveren, stadhoudcr, ende heeft syn Gen. vertoont deser stads cleyne cbaerte mit die patronen , waerna men soude maken die bolwerken, gelegen d'een omtrent de Weer- poort, ende d'ander after St. Servaes, ende noch die ordon. optie groote caerte gestelt. 1551. —
Geschut. Item, mr. Jan Tolhuys, clocgie-
ter , deser stads buscutmr, betaelt 13 L. 4 sc., ■wt sake hy den 22. Apr. mit brieven van credentie endeinstructie, aengaende van seker stucken geschut, die de Maj. vande Co. ge- ordonneert heeft by deser stadt te doen gieten, gereyst geweest is tot Brussel aen myn here van Praet, ende heeft daeroff syn beveel ont- fangen ende oock bescreven antwoordt, die by den oversten gelevert heeft, ende is oick deur beveel v. mynheer v. Praet voort gereyst geweest ter Sluys, omme een stuck geschut te besien , ende 't patroon daerof te nemen. ■— It., Aryaen Hendricxsz., cueperslager, be- taelt 1827 L. 14 sc., wt sake nabescreven . Inden yersten heeft hy, omme t'achtervolgen die overdrachte ende voerwaerden, die hy gemaect hadde den 21. Apr. anno LH. mitte burgermeesters deser stadt, omme deser stadt te leveren 15,000 pont bus-cruyts, goet coop- mansgoet, tot seggen vd. burgermeesters voorsz., |
|||||||
229
|
|||||||
Geschut. It., Aryaen Evertsz., deser stads
meester bus-cut, 2 L. 17 sc., hebbende ge- haelt tot Gerit van Rynevelt 18 pont lynsaet oly, daermede hy gesmeert heeft thien rayen, groot ende cleyn, vande nywe busschen mit- ten laeyen van dien; noch 12 cameren vd. yseren bussen, op 't nye bol-werc achter S. Servaes doen brengen die hy afgescoten heeft, doe myn Gen. heer die stadh. 't selfde werk quam besien , etc. — It., Aryaen Evertz. 5 L., wt sake hy gelevert heeft aende vier nye busschen aen elx een slot after aende laetgaten, verdient van 't stuck 5 sc., noch gemaect vier sloten voor inden mond van elke busse voorn., 't stuck 12 sc.; noch gevaceert, omme bus- cruyt, leggende opte Smede-toorn, tedroghen. 1553. —
Manenborch. Item , Goesen Jansz., scilder,
1 L. 10 sc., wt sake hy inden harvest gestof- feert 't waechuysgen , staende op Manenborch, mit olyverwe van blaeu, groen, roet ende an- ders, soe 't werk eyschte. Die weerhaen daerop vergult, versulvert ende die mane syn verff gegeven naden eysch. Ende noch heeft hy geschildert 't patroen, dat mr. Will. v. Noert gemaect heeft vande ordon. vd. Tollesteech poort, mette bolwerken, omme getoont te worden myn Gen. heere, die stadhouder. 1554. —
JJilvaert. Item, Jan Jansz. van Nypoert,
1 L. 7 sc. 6 p., wt sake hy, omme d'uitvaert vande moeder vande Keyserl. Maj. ons aire- gened. heren , doen gebeden heeft alle die vd. Geestelicheyt, oic mynh. die president, ho- ghen raet, ridderscappen, de wethouderen ende oic die treffelyke borgeren, mitten ryc- dom vande weduwen ende jofferen, waervan die manspersonen vergadert geweest zyn opte plaets , ende die weduwen metten joncfrouwen ten huyse van hr. Jo. v. Goch, can. t'Oude- munster ; ende is die solempnisatie gehouden, yerst des nademiddaechs opte vigilie ende des anderen daghes op't offere ende vd. misse.—> |
|||||||
Eerste steen. Item, Jan Lambertsz., die
stads metselaer, etc., 3 L., vvt sake die raet deser stadt heml. dieselve geschoncken heeft, omme tesamen te verdrincken, ende dat voor een drincpenning, heml. competerende voor 't leggen vd. eersten steen ende 't setten vande meyboom op't nyewe bolwerc after S. Servaes. Morgensterre. Item , Goesen Jansz., scilder,
2 L. 10 sc., wt sake hy in Octobri, anno LI,
die morgensterre, die geset is aen 't nywe bolwerk byde Weertpoort, die morgensterre genoemd, gestoffeert heeft met goud , blauw ende rood, nae den eysch, etc. 1552. —
Ambassadeur v. Polen. It., Laur. v. Bree,
6 L. 6 sc., v. 12 kan wyns, die hy getapt heeft 23Jun. van stadswegen gesconcken den am- bassadeur vanden Co. van Polen, burgermr van Lubeck, wesende ten huyse van mr. Henr. van Essesteyn. Beellsnyder. Item, Colyn de Nole, beelt-
snyder, 2 L., wt sake hy gelevert heeft een patroon, waerna hy presenteerde een schor- steen-mantel te maken inde nye earner van cleyn Lichtenberch. marten- en Sonnenborch. It., Goes. Jansz.,
3 L. 10 sc., wt sake hy aen 't nywe bolwerc
Manenborch genoemt, gestoffeert heeft die maene met syn eygen gout, silver ende verve , ende mede 't letterstuk daer onder ofgeset, etc. — It., mr. Will. v. Noert, gelevert inden fundamente van 't nywe bolwerc byde Tolle- steechpoort, genoemt Manenborch, 156 ble- cken sichgenaer steen. — It., Goes. Jansz., scilder, 6 L., wt sake etc.: Inden yersten heeft hy gestoffeert die twee waeckhuysgens mit ver- scheyden verwen, mitte twe weerhanen ende die vergult. Noch heeft hy gemaect die groote sonne aen Sonnenborch , ende die vergult ende after offgeleyt mit blauw, ende den datum, dat men daeronder gestelt, gestoffeert ende uytgevult. Ende noch aen Sonnenburch byn- nen inde stadt, oick een sonne, die gemaect was voor die poorte, insgelyx gevult ende ge- stoffeert , metten datum, als vooren. |
|||||||
230
|
|||||||
sende 't bevel ende deputatie des machts ende
commissie van subdelegatie, geexpedieert van wegen ons alregen. vader, den Paeus; ende d'andere in't Duytsche, wesende die confirma- tie ende autorisatie v. wegens die Co. Maj. etc., geexpedieert op doctor Sonnius, can. inden Dom , ende mr. Nic. de Castro, can. S. Ma- rien t'Utrecht, groot wesende ts. 18 bladen. Pestilency. Item, Corn. Pyll, bode van
Gorcum, 10 sc., wt sake hy een copy vande contract vd. pesthuyse tot Gorcum alhier over- gebracht hadde. — It., mr. Jan van Dam , berbier, 21 L., wt sake hy seder116 AugLVH. tot 25 Spt. als gesworen later, in tyde voorsz. gelaten heeft 42 personen, besmet wesende vander peste ofte 't roode buycuyvel, die soe arm waren, dat sy die macht nyet en hadden hem te loonen. Muzyk-instrumenten. Item, Floris Lub-
bertsz., sceymaecker, 1 L. 4 sc., wt sake hy voor de stadtstrompers die coecker vd. crom- hoorn geheel verstelt ende op nyws geleert, mitsgaders'tdecsel vande handpypen oeck ver- nywet heeft ende verleert, etc. 1557. —
Pestilency. Item, mr. Jan v. Dam, berbier,
10 L., voor syn pensie, verschenen 1 Aug. LVin, alsoe hy den 16. Aug. I,VII. aengenomen is, syn levenlanck te moeten gaen tot alle bur- geren ende inwoenderen huysen, die suspicie hebben, geinfecteert te zyn vande peste, soe wanneer hy daertoe versocht wordt, om de- selve [ter ader te laten, sonder yemants, hy sy ryk ofte arm, te mogen wygeren, ende daerofF hebben 10 stuver voor syn loon, des sal men hem van stadswegen, op syn aen- brengen ende waerachtighe verclaringe betalen vande arme personen, mits dat hy die naem van dien mitte huysen ende straten, daer sy wonen, in scrift overleveren sell. — It., Peter van Oostrum, die bode van S. Joost gasthuis buy ten by Utrecht, inde Ganssteghe, 6 L., wt sake dese stadt aen haer genomen heeft 't voorsz. gasthuys, omme daerinne te logeren alle sieke personen. besmet mette pestilency |
|||||||
It., Lamb, de Ryck, 10 L. 10 sc, wt sake hy
tegens de wtfaert vande Co. van Spaengien, wesende die moeder vande Keyserl. Maj. etc., die inde Domkerke gehouden is, 800, ende 9 July gemaect heeft 70 vvapenen, die aen 't lyk, die toortsen, ende aen swert laeyken , daer die mede bynnen behangen was, geves- ticht ende gestelt zyn geweest, etc. Willem v. Noert. Item, W. v.Noert gemaect
die antycxsche poert, daer men inde Doelen gaet; noch op 't buys vd. Doelen, daer men in sciet, 6 kantelen ende 12 lysgens v. Sich- gemaer steen; noch twee teyten met 2 kantelen, ende 2 kapetelen vermaect op't huys van Manenborcn, etc. 1555. —
Scakel. Item, Christoffel v. Langerac, gout-
smit, betaelt 3 L. 4 sc., wt sake hy gemaect ende in handen van Balthasar de Cock gele- vert heeft een sulvere scakel, die de overste opte maeltyt van Lichtmisse dach gesconcken hadden. Architect. Item, den 9. July mr. Sebas-
tiaen van Noey, architect, ten huise v. synen vader, twe stad-kan. wyns, etc. 'tBeeldt v. Mars. Item, Will. Roelofsz.,
5 L. 16 sc, wt sake hy aen 't nyewe bol- werc, after die Bylhouwers-toorn, verguldt heeft 't beeldt van Mars, daer aen hy verdient heeft 4 L., etc. Doelen. It., gecoft bynnen Amsterdamme,
inde drie Rosemarynen, lynde-boomen, die gestelt zyn in deser stads Doelen, elc voor 8 sc. 1556. —
Willem v. Noert. Item, mr. Henr. v. Noert,
van wege sal. mr. Willem v. Noert, in syn leven der stads architect ende metselrie-mr, betaelt de somme van 50 ponden, ende dat voor syn vaders pensie. Doctor Sonnius. Item, Ja. van Jaersvelt,
dienaer van mr. Nic. de Castro, betaelt 20 sc., wt sake hy deser stadt gelevert heeft gescreven 2 copien, d'een in't Latyn gescreven, we- |
|||||||
231
|
||||||
ende roode buyckeuvel, waerdoor die bode
van 't selfde gasthuys , die syn huyshuyr daei'- van hadde, heeft moeten ruymen, etc. — It., br. Rutger van Amei'sfoort, pater vande cellebroeders , 3 L. 12 sc., vandat hy met syn brueders sedert 5 July tvni. tot 16 Aug. volg. opgehouden hebben haer ommeganc, weke- lyx voor die gueder luyden dueren te doen , overmits de sterfte, ter weke 12 sc. Fortificatie. Item, mr. Marc. Aelbrechtsz.,
25 L., van dienste deser stadt gedaen, in 't maecken van verscheiden patronen ende con- cepten, getogen op papier, waernae dese stadt tot haer versekerheydt ende sterkte soude mo- ghen doen maken die nye poorte, geoi'dineert, omme te leggen op 't bequaemste tusschen beyde die Tholsteghe poorten , mitsgaders vd. nywe brugge over 't water. — It,, oncosten vande nywe fortificatie, genaemt Sloutenborch, byde Bylhouvvers -toorn, mette nywe husinghe daerop gestelt. In margine: Dat alle dese groote nywe werken, gemaect syn geweest totte fortificatie vande voorsz. stadt, volgende ende conform dat patroon, ende die ordonnancy van Keiserl. Maj., daertoe dat men jaerlyx geordonneert heeft, geemployeert te worden, de somme van 5000 L. van 40 gr. Scutters. Item , Jan van Noert, gesworen
bode, 2 L. 2 sc., wt sake hy geweest is tot Dortrecht, omme d'ordonnancie vande scut- teren, aldaer in gescrifte ende by copie te mogen vercrygen. 1558. —
Henr. v. Noert, by provisie slads-architect.
Item , mr. Henr. van Noert, 20 L., voor een pensie, wt sake hy als aengenomen wesende deser stads metselrye-mr. by provisie, sedert Jacobi XV. tvm. Jan Tolhuys weduwe. Item, Antonia, mr.
Jan Tolhuys wed., 10 L-, voor een half jaer pensie van sal. mr. Jan Tolhuys. Vroedvrouw. Alyt Jansdr. v. Ewyck, vroet-
vrouwe, voor haer selven ende voor Magdalena, Geryt die sakedragers huysfrou, haer mede- hulpster, 60 L., voor een jaer pensie, ver- |
schenen den lest. Sept. Lix, vandat syl. daer-
voor dese stadt als vroetvrouw. gedient hebben , achtervolg. die voorwaerden, byden rade deser stadt, met Alyt Jansdr. voorsz. gemaect, ende hierna geinsereert, annoiVHf, Sept. 26: Die l'aet heeft aengenomen Alyt Jansdr.,
als vroetvrouw te wesen , met nog een, bequaem tot haer hulp , in maniere ende conditien na- bescreven : Item, soe sel Alyt Jansdr voorsz. gehouden
syn , haer leven lanck die stadt van Utrecht te dienen voor vroetwyff", ende daertoe nog een bequaem vroetwyff tot haer nemen ende presenteren voor den raet. Item, soe sel Alyt voorn. ofte haer mede-
hulpster gehouden syn te moeten gaen tot alien borgeren ende inwoenders huysen, staen- de in deser stadt, daer sy oft haer hulpster toe versocht sellen worden, sy zyn ryk ofte arm, nymant uytgesondert, een l-yken te die- nen om redelyk loon, die middelbare perso- nen nae advenant, ende die miserabele om Gods wil. Iu, noch sel Alyt gehouden zyn haer hulpster
te moeten seynden, des versocht zynde, tot alle sieke personen, bevrucht zynde, ende in arbeyt ofte noet van baren gaende, die welke soude moeghen besmet zyn met pestilency, 't rode buykuvel, pocken ofte andere misera- bele ziekten, nyet uytgesondert, endedaervan ontfangen van ryken haer loen, ende den ar- men te dienen om Gods wil. It., voorts soe sel Alyt voorsz. ende hare
hulpster gehouden zyn , eedt te doen voer den raet, nyet uyt deser stadt te reysen omgeen- derley saken, hoe dat die oick moghen zyn, ende dat op 't verbueren van haren dienst, ende nummermeer daer weder naer te staen ende meeneedich te zyn, indien 't soe ge- viel. Ende hiervoor sel Alyt voorsz. hebben,
ingaende den eersten dach Oclobri naestco- mende, tot haer lyeve, voor haer selven 35 gl. ende noch voor beer hulpster 25 gl., die men haer tot tween termynen 'sjaers betalen sell. Ende Alyt voorsz. heeft gepresenteert Mag-
dalena, Geryt die sackedragers huysfrouw, |
|||||
232
|
|||||||
ende hebben hierop horen eedt gedaen, den
10. Oct. Onderteekent: J A. vd.Voert, waeromme
alhier allet vermogens die belieftenisse des raets voorsz., ende quitancy daertoe die- nende, de voorgen. somme van 60 L. Peys. Item, Frans Petersz, bode, 12 L.,
overmits hy die eerste tydinge van peys ende daernae die principael brieve vande publicatie vande peys overgebracht heeft, Seuttery. Item, Jan Struys, 2 L. 7 sc.,
omdat hy in't claer gescreven heeft't concept vande ordonnancie vd. seuttery deser stadt. Wapens. Item, Roelof Willemsz, scilder ,
19 L. 5 sc, vandat hy inde uytvaert vande Keiserl. Maj., die inde Domkerke gehouden is, gelevert 12 groote wapens, ende noch 66 cleyne wapens, omme aende boorten omme het lyk ende die lakenen te hechten. Schenkelwyn by 's Princen v. Oraengien
eerste oomste bynnen Utrecht. Item, Jan v. Roel, 34 L. 17sc. 6p., van 62 kan. wyns, die hy den 11. Sept. getapt heeft, waerof de he- ren ende personen, hierna bescreven, we- sende geassocieerd ende vande familie van myn Gen. heere, den Prince v. Oraengien, in syn yerste incomste, als stadh. generael, van stads wegen geschonken zyn, soe als hierna volcht: Die grave van Nassauwe, 16 kan wyns.
Die grave van Swertsenborch, 4 kan.
Mynheer van Elderen , 4 kan.
Mynheer van WerfFuze, 4 kan.
Mynheer van Boxtel, 4 kan.
Die twee hofmeesters van mynh. den Prince
van Oraengien, ts. 4 kan. Die 3 raetsheren v. myn Gen. heere, ts. 6 kan.
Mynheer van Virrey, 2 kan.
Mynheer van 'T Swaerts, 2 kan.
Mynheer van Trasseles, 2 kan.
Mynheer van Barchon, 2 kan.
Mynbeer die bailliu inden Haghe, 2 kan.
Mynheer van Meere, 2 kan.
Mynheer den drossaert v. Breda, 2 kan.
Mynheer die bailliu van Chalon, 2 kan.
Mynheer die bailliu van Ysselsteyn, 2 kan.
Mr. Pennans, secret, van myn Gen. heere,
2 kan. |
|||||||
Item, een voeder deehvyns , houdende ses
amen ende acht viertel over landts, maect 590 quart., geschonken myn Genadighe heere die Prince v. Oraengien , in syn eerste incompste als stadhouder. 1559. —
Meesler - bus - gieler. Item , mr. Antonis
Henricxz, clock- ende bus-gieter wesende, deser stads mr. bus-cut, 10 L., vooreenjaer pensie, vandat hy aengenomen is geweest in stede van sal. mr. Jan Tolhuys, etc Muzyk-instrumenten. It., mr. Peter Wey-
borch, stadstromper, 119 L. 10 sc, wt sake hy in't eerste van February geweest is tot Antwerpen, omme te copen sekere instrumen- ten van vyolen mit een bombaerde, 't welc hy gedaen ende daervoor mitte oncosten be- taelt heeft, als hier nae volcht: Inden yersten, gecoft van eenen , genoemt
Pietro Lupo, coopman, een kist mit vyff violen, is. 72 L. — It., noch betaelt vande voorn. vyolen te proberen mitte wyncoop, 6 L. —• It., noch gecoft van eenen, GuillaumeElmo, een bombaerde met syn coker, ts. voor 32 ponden. Noch voor vracht 3 L. 10 sc. — It., Corn. Jansz. v. Berck, 2 L., vandat hy 8 Nymweysche dubbelde ducaten, 't stuc voor 4 L. 4 sc.; noch 3 Portugesen, 't stuk voor 4 L. 18 sc.; noch 2 Nymegsche ducaten, 't
stuc voor 2 L. 2 sc. 6 p.; noch een daler, voor 1 L. 10 sc 6 p., die dese cameraer tot Antwerpen gesonden hadde, by mr. Peter v. Weyborch, tot opcopinge van sekere instru- menten , musicalien , gewaert, ende daervoor ander gelt inde stede gegeven heeft. Trompers-batinieren. Item, betaelt 39 L.
19 [sc. 6 p., van doen maken 4 bannieren, om te hangen aen deser stads trompetten, ende daertoe gecoft, soe hiernae volcht: Inden yer- sten gecoft tot Jacob in Abrahams school, 5 ellen root gecarmosyt damast, ende 5 ellen
wit damast, d'elle 2 L. 10 sc.; noch 7 loet ende lj vierendeel root gecarmosyt zyde, 't loet 12 sc ; noch i 1 loet min een vierendeel witte zyde, 't loet 6 sc.; noch an root zyde |
|||||||
233
|
|||||||
maken met die knopen. — It., Ot Sera,
goutsmit, 6 L. 3 sc. 6 p., vandat hy gemaect heaft vd. vyfden tromper, die silvere letter etc. Muzyk-inslrumenten. It., mr. Corn. Jansz.
v. Berck, stads tromper, 56 L. 16 sc, vandat hy in Dec. gecoft heeft van eenen coopman tot Antwerpen twe bassetten met een schal- mye ende een cromme cornet. — It., Jan Gysbertsz., scheymaker, 4 L. 7 sc., vandat hy gemaect heeft ende overtogen met calfsvellen alle deser stads coeckers, daer de stads trom- pers deser stads instrumenten inneleggen. Comedie. It., Corn. Jansz., clercq-schry-
ver, 3 L. 4 sc. 6 p., wt sake nabescr.: Inden eersten, soe heeft hy te Magdalen , doe die clercque van S. Hieronymus , voor deser stads husinghe opte plaets speelden, gedaen ende geleent, zeylen over 't redeys, daervan hem comt 1 L. 8 sc.; noch heeft hy gedaen 14 el- len , die versneden syn aende clederen, daer- voor hem comt 17 sc.; noch verdient vande clederen te verwen 10 sc. 6 p. Ende noch comt hem, van leye ande toorn gelevert, 9 sc — It., brueder Johan van Huls, pater van S. Hieronymus binnen deser stadt, wt- gereykt 10 L., die hem byden rade deser stadt toegevoecht zyn tot een geschenk, wt sake die clercken van S. Hieronymus schole voorsz. inden ommeganc van Magdalen, anno 1X1, voor deser stads huysinghe v. Lichten- berch, tot eere van dese stadt ende recreatie van een yegelijk, gespeelt hebben een tragoe- die met een comoedie. Sluis. Item, Anto. Foeyt etc., 28 L. 11 sc,
wt sake nabescr.: Inden eersten , soe z\n sy den 17. Apr. gereyst tot Amsterdam ende" oock tot Leerdam, omme .oculaer inspectie te ne- meu van sekere sluisen aldaer, ende te on- dervragen vande gelegenheyt der fonderingen van dien , mitsgaders die nutticheyt vanden grauwen ende blauvven steen. — It., mr. Henr. van Noert, architect, Bern. Stevensz, tymer- man, Corn, van Berck, tromper deser stadt, 106 L. 19 sc, wt sake naebescreven: Inden eersten, soe syn sy 23 Dec. LX. geweest tot Antwerpen', omme te besien diespoeye tot Ant- werpen , ende heml. mit sekere meesters aldaer 30
|
|||||||
Jynt voor 12 sc.: noch Marigen Hagen van 17
ellen frangien te slaen , voor d'elle 6 pen.; noch voor 12 coorden met de quasten, "tstuc 2 sc.; noch Dorothea, Corn, van Berks die trompers huisfrou, van 't maken vd. voorsz. 4 bannieren, 1 L. 16 sc. Gecommitleerden v. Dan%ick. Item, op den
18. Spt., de borgermr. ende gecommitteerd. van Danswyck, 8 stads-kannen wyns. JFater-speyten. Item, Alit, Ariaen Hen-
ricsx, die cueperslagers weduwe, 19 sc., wt sake nabescreven : Inden eersten, soe heeft sy van stadsvvege doen vermaecken, twee groote speyten , hanghende boven op Hasenberch by de cipier, daer aen verdient 10 sc., ende noch soe heeft sy vermaect 3 water-speyten, daeraen verdient 9 sc. Tollesteech poort. It., mr. Henr. v. Noert,
37 L. 10 sc, vandat hy gemaect heeft, van der stads Behthemer steen , twe leuwen inetter stads vvapen, 't welc geset is boven den in- ganc vande nywe Tolstege brug boven 't wa- ter , ende 't selve oick vier voet breder ende twee voeten hoogher gemaect, dan hem aen~ bestaet was. — It., Corn. Dircx, 431 L., vandat hy gemaect heeft die ysere baillye, staen- de aen beyde syden van de nywe Tollesteghe brugge , welke baillye tsamen wegende is 6276 pont ysers, 't pont, mit arbeyt, 1 sc. 4 p. 1560. —
Monstrum. Item , 3 L. gegeven eehen Hans
Thaltenbroen , van Overkerch , gelegen onder 't bisdom Strasborch , die welke een monstrum ofte wassinghe van een kynt aen syn buyck hadde, ende mynheeren vd. gerechte nyet hebben en wilden , dat hy't selve bynnen de- ser stadt in 't openbaer thonen soude. Trompers-vaentje. Item, 14 L. 3 sc. 6 p.,
vandat dese cameraer in Oct. LX. gelevert heeft tot een vaen aen de trompet van mr Gelis die nabescr. sydewerk: 1| eJle wit damast, d'el 3 L.; noch lj el root gecarmeseyt damast, d'el 2 L. 15 sc; noch 5 loet witte syde; noch 5 loet root gecarmeseyt syde, tot frangien; noch vd. coerden, frangien ende die vaen te III.
|
|||||||
234
|
|||||||
Petro rustende, gedaen heeft, dan en heeft
tot geen copien vandien alsdoen moghen ge- raken, vermits die president ende die mees- tendeel vande raden buyten waren, ende hem te lang gevallen soude zyn te wachten. —- It., Corn. vd. Maeth, etc., 27 L. 2 sc., vandat sy den 2. Spt. inden Haghe geweest syn, omme aenden hove v. Hollant te solliciteren, copien uyt sekere schriften ende monumen- ten , leggende inde kiste van sal. mr. Petro de Sancto Petro, deser stadt dienende, inder sake teghen die vande geestelicheyt, waeroff mr. Ja. de Jonghe aldaer beveel hadde vande selve kisten , etc. 1561. —
Trompers. It., Corn. Jansz. v. Berck, Fra.
Tonisz. Fitz , Peter Wyborch, Gelis Hotnpe ende Ja. de Conine, alle vyf deser stads trom- pers 180 L., ende dat voor hoer pensie, wt sake syl. sedert 21. Jan. LXU. tot Remigii naestvolgende, deser stadt met spelen, tot eere van deser stadt ende recreatie van eenen yegelyken , voor 't heil. weerdighe sacrament in die processie, voerts nae 't vrouwen loff des heilighen avonts, ende inde Buerkerk des avonts op Buerkerk-toorn, ende inde vrye markten, des middaechs voor deser stads hui- singhe van Lichtenberch gedient hebben. — It., Ot Sem, goutsmit, 112 L. 13 sc., wt sake hy gemaect voor de vyfde deser stads nye aengenomen tromper, een britse, daer toe gegaen is aen sulver 4 marc 1 loet 7 en- gels , 'tmarc 13 L. 12 sc.: noch is totte britse gegaen aen gout, daer dieselve britse mede dubbelt vergult is , 24 L. 10 sc. Voor arbeyt ende 'tfatsoen 31 L. Voor een custodye, daer de voorsz. britse inne gesloten ende bewaert wordt, 1 L. 6 sc. Mwsyk~instrumenten. Item, Corn. Jansz.
van Berck, 8 L., vandat hy inden herfst, anno LXI, te Antwerpen, tot deser stads be- hoeff gecoft heeft van enen Gregorius de Co- nine , eenen dubbelden cornet. — It., Dire Jaspersz., 3 L., vandat hy mit cueper be- slaghen heeft gehadt alle d'instrumenten van |
|||||||
vande gelegenheyt derselver ende andere spey-
en te informeren ende rapport te doen, mitsgaders noch, om aldaer te copen sekere nye instrumenten voor deser stads trompers, 't welc sy gedaen hebben. — It., noch voor een houten model inden rade getoont, we- sende een open spey, met een treckdeur, byde voorn. meesters van Antwerpen overge- sonden, 4 L. 10 sc. — It., mr. H. v. Noert, is op ten II. Dec. lx. geweest ter Goude, omrne aldaer te halen etlyke patroenen van speyen ende sluysen, die hy myn heren alhier ge- thoont heeft gehadt. — It., mr. H. v. Noert, 49 L. 8 sc., wt sake nabescreveu: Inden eer- sten, soe is by den 4. Aug. geweest ten Dam ende ter nyer Sluis in Vlaenderen , ende heeft aldaer gevisiteert ende besichticht die sluy- sen , aldaer gemaect, ende daervan informa- tie genomen; ende is van daer voorts gereist tot Namen, ende heeft aldaer gevisiteert tien off twaelf plaetsen , daer men deser stads ge- cofte blauwe steen, dienende tot die nyvve sluyse opte Vaert, bereiden ende houden soude. Ende oic aen drincgelt ende schenkelpennin- gen, die hy heeft moeten geven, soe die bewaerders vande voorsz. sluysen, omdat sy hem die werken lieten sien, als oic die were- gesellen ende steenhouwers tot Namen, opdat sy te bat ende neerstiger arbeiden souden etc. Stads-schrifturen. Item, Ger. Pot, bur- germeester, 35 L. 4 sc., wt sake nabescr.: Inden eersten, soe is hy duer schicking's raets geweest, den 24. Juny, met sekere brieven v. credentie ende instructie aenden hove van Hollant, omme openingh te mogben crygen vande kisten, daer deser slads schrifturen ende munimenten inne gesloten souden zyn , die in bewaring geweest zyn van sal. mr. Peter de Sancto Petro, ende heeft daervan requeste overgelevert gehadt ende geappoincteert ver- creghen, sonder tot effecte te moghen ko- men , van syn geheel versoek. Ende noch soe is hy andermael, dea 22. August., geweest in den Haghe, ende naden secretaris Ja. de Jongh, die buyten was, gewacht, die daerna hem openinghe vande inventarisse der scrif- turen inde kisten van sal. mr. Petro de Sancto |
|||||||
235
|
|||||||
deser stads trompers, te wetene een bom-
baerde, met 2 basetten ende drieschalmeyen, ts, 7 instrumenten. Slads-glas. It., Anto. Jansz., glas-schry-
ver, 2 L., vandat hy inde vasten vau deser stads wegen, gemaect ende gestelt heeft ten huise van hr. Joachim van Oprode , pastoer vande halve portie te Buerkerken, een glas met deser stads wapen, 't welc de raet den voorn. pastoer geschonken hadde. De minrebroeder Jo. Herentals. Item,
brueder Jo. Herentals, president vande min- rebroeders binnen Utrecht, betaelt 12 L., die hem belieft zyn in recompense van sekere diensten , die hy die gemeine borgeren deser stadt, den tyd van sestien jaren lang gedaen heeft, administrerende deselve 'twoort Gods ende voorts mede voor de diensten, hy der justicy bewesen heeft in tyde voorsz., in 't vertroosten met Gods woort die miserabele pa- tienten, totter doot gecondemneert wesende. Aerlsbisscop. Item, Jo. Boteycking, 21 L.,
vandat hy 28 stad-kan. wyns getapt heeft, waerofF van stadsvvegen geschoncken zyn de 12. Jan. ons eerweerd. heere, de eertsbisscop van Utrecht, doe syn E. gewyt ende gecon- sacreert worden tot eertsbisscop van Utrecht, 16 kan, en den 20. July de heer van Mory- me ten huyse van Schore, can. tot Oude- munster, 12 kan. 1562. —
Spoeye aende Vaert. Item, desen cameraer,
mr. H. v. Noert, meester Bernt etc., 90 L., wt sake nabescreven: Inden eersten , soe syn sy, 29 Nov. LXII, geweest tot Brussel ende Wilvoerden , omme informatie ende oick ocu- lair inspectie te nemen van twe speyen, die gemaect staen opte nye grift van Brussel, al- waer syl. oock mette meesters, die die speyen aldaer geordonneert, gemaect ende toesicht op gehadt hadden, tot twe daghen toe tel- kens mede geweest zyn, ende vande meesters ontfanghen alle aenwysinghe ende geleghen- heyt des werks etc., ende daernae mede mo- dellen inden rade vertoont hebben, ende alsoe |
|||||||
sylieden in 't nemen vd. informatien ende in-
spectien voorgen. gebesicht hebben mr. Jacob, architect Go. Mats, mr. Pauwels, principael mr. vande speyen voorgen., beyde wonende tot Brussel, ende mr. Joost ten Bosch, oick werc-mr. vande speyen, wonende tot Wil- voerden , elx den tyt van 5 daghen, etc. Noch soe is mr. Joost ten Bosch geschonken voor syn moeyte 3 L., ende alsoe mr. Berent gevaceert heeft in'l maken van't houte pa- troon vande nywe speye, soe is hem daervoor toegeleyt 6 L, — It., opten 4. Jan. lxiii, syn dese cameraer, mr. H. van Noert, mr. Bernt, etc., gereyst opte Vaert, ende heb- ben dat bestek vande derde speye geordon- neert, ende met palen afgeteykent, ende doen verteert inden Heilighe Geest 1 L. 10 sc. — It., gecoft omtrent 1100 mas ten , tot fonde- ringh ende heydinghe van 't grond-werc vd. derde speye. Noch te Amsterdam gecoft 700 masten , etc. Noch 106 pont ruessels, gebe- sicht aende moelens, daer men 't water mede nytmaelde, om die daermede te smeren ende rat te maken: 444 pont soolleers, daer lee- ren off gemaect syn, die gesteeken syn aende kettens , daermen 't water tusschen die damme opte Vaert mede uytgemalen ende uytgepompt heeft, elc pont 5 sc. 9 p. — It., voor'tleer te snyden tot ronde leeren, naer den eysch, ende die ronde gaters daerin te boren, etc.— It., Corn. Dircksz., 2 L., vandat hy, als men die molens ende pompen aende vaert gebe- sicht heeft 14 weken, by nacht ende onty- den, hoe quaet weder, dattet oec was, heeft moeten opstaen ende repareren, 'tgunt aende muelen ende pompen gebroken was, opdat die peerden nyet leech staen ende wach- ten souden. — It., mr. H. van Noert, stads architect, 14 L., om te fonderen die nye speye, ende alsoe in 't selve fonderen, die gront soe quaet viel, ende 't were seer ver- dronken worde, door diversche wellen, soe heeft hy etc. oock 's nachs moeten vaceren, om, als die wellen opbraken, daertegens te resisteren, met malen, pompen ende andere maniere, te meer, also die wallen door groot regenwater instorten ende die huysen in perikel 30*
|
|||||||
236
|
|||||||
waren te volgen , etc., 't welc overnacht most
geschieden, omme die perikelen, daervan in- minerende, ende heeft gevaceert acht ende tvvyntich nachten, sonder bequameljke te mo- gen rusten ende hem oncleden. —> It., Corn. Frederiksz. v. Montfoert, 89 L., vandat hy den 13. April aengenomen heeft gehadt de kolk opte Vaert, soe groet als sy aldaer af- gedamt was, drooch te maken ende drooch te houden , aJsoe lange als dat van noode was, ende soe diep drooch te houden ende te ma- ken , als dat eyschen soude, te weten , ten langsten voor S. Marlyns avont, doen naest- comende, incluys, ende dat met sulke in- strumenten, als hy mit syn verstant daertoe le werk stellen soude, waervoor hem dese stadt betalen soude 225 L. Ende nadien Corn, voorsz. syn werk volmaect ende die colck droech uitgemalen hadde, soe is de heer v. Brederode met syn vole gecomen geweest opte Vaert ende heeft dateliken 't were mette instrumenten v. Corn, voorsz. in stucken gesmeten ende inde Lecke geworpen, alsulx, dat Corn, voorsz., deur dien syn werk heeft moeten laten, son- der hetselve weder te durven beginnen ende aengrypen, omme syn schade ende verlies, ende vrese van sulx weder gedaen te worden. Ende alsoe Corn, voorsz. ontfangen hadde 189 L. , soe is den 2. Dec. txiir. veraccor- deert met Dire Covnelisz., van wegen syns vaders voorn. ende als syn burge, dat Corn. Frederixsz. voorn. voer syn gedane werken ende arbeyt, mitsgadets voer syne cunst, vd. 189 L. behouden soude 89 L. 1563. —
Chaldaeen. Item , dese cameraer heeft be-
taelt Andries ende Christoffel, inder gcestel. oirde diakenen ende goede Kersten-men- schen, Chaldeusche, geboren vande stadt van Babylonien, onder den Conine van Persien gelegen , die somme van 2 L., die heml. den 22. Jan. LXiv. geschoncken syn tot hoer noot- drufticheyt ende vracht, om nae hoerl. va- derlant weder te mogheu reysen, soe sy om saken, in hoerl. requeste verhaelt, pelgrimagie |
|||||||
gedaen hadden tot Jerusalem, tot S.Jacob in
compostelle, tot Romen ende tot Colen. Comedie. Item, opten 12. Fbr. annoLXiv.
gelevert 78 Myborchsche deelen , tottet redeys, op deser stads plaetse, daer men op speelde. 1564. —
Prins v. Orange t'Utrecht. Item, dese ca-
meraer 6 L. 1 se., vandat hy opten 12. Spt. gehuert heeft 11 schuyten , die den Vorst v. Cleve ende myn Gen. heere den Prince van Orangien, met anderen graven ende heeren ende hoer huisgesin gevuert hebben vande Vaert alhier t'Utrecht, elke schuyt 10 sc. — It., Jan van Haeften, 47 L., vandat hy be- taelt heeft 14 schippers voor vracht, vandat sy den deurl. Vorst ende Hertoch van Cleve ende den Prince van Oraengien, stadh. etc., ende andere heren ende huer edelluyden, dienres, huysgesin ende bagagie van hier tot Amsterdam gevuert hebben, die 12 scippers elx 3 L., ende die 2 andere scippers , die den Voerst van Cleve ende de Prince van Oraengien mette overdecte schuyten vuerden, ts. 7 L. 10 sc. Noch voor de peerden, die de schuyten toghen, opdat sy binnen Am- sterdam van desen avont comen souden, 2 h. 13 sc. — It., Corn. Petersz. etc., 6 L. 5 sc, soe sy syn gebleven byde schuyten , daer de Voerst van Cleve ende de Prince van Oraen- gien mede voeren na Amsterdam ende voerts na Haerlem, om te sien , dattet laken, daer die schuyten mede becleet waren , nyet ver- mist en soude worden. Noch hebben syl. die twee schuyten met lakenen toegestelt ende genaevt gehadt, daer aen sy verdient hebben 6 sc. —• It., opten 23. May, een toelast wyns, houdende 3 amen 6 viertel, moesel, grootyck, makende Utrechts drie amen gera- den, f. 3 hondert en vyftien quaerten , ge- schonken myn Gen. hr. de Prince v. Oraen- gien , stadh., gelogeert op Vredenborch, etc. Subveniie. It., dese cameraer, 5 L. 5 sc, vandat hy deselve somme, den 22 Maart uytgereikt hadde, enen, Hans Henninck, ge- committeert vande stadt van WefTenstadt (!), |
|||||||
237
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
die duer deli blixem inde laetste somer ge-
heel verbrant was. tot een subventie ende aelmisse vande gemeente aldaer. De Turc voorMaltha. Item, de cameraer,
I L. 15 sc., gesconken een bode, gecomen v. Bruessel, die tyding brocht, dat die armee vanden Turc voor Maltha verslegen was. Model van een craen. Item, Jan Taets van
Amerongen, 7 L. 10 sc., omnie dieselve voorts te seynden tot Breda, voor't maken ende brengen van een houte modelle v. een craen, dewelke by een timmerman van Breda alhier gesonden was. 1565. —
Altaer door de Geusen vernietigd. Item,
Lauvv. v. Wyck, steenh., 10 L., wt sake hy gerepareert, gemaect ende wederom vernywet beeft bet altaer, staende inde raetscapelle te Bueikerk, clatter bedorven ende in stucken gesleghen was bydie vande nywe religie. Comedie. Item, mr. Hubrecht v. Breveer,
tot behoeff vande scoolmeesters van S. Hie- ronymus alhier t'Utrecht, 8 L., wt sake voor- screven scoolmeesters inde vastelavont, anno LXVX, op deser stads plaetse een spuel doen spelen hebben. — It., Henr. v. Criekenbeeck, tot behoeff vande schamele klercken in domo pauperum S. Hieronymus t'Uytrecht, 7 L., ende dat voor een ton goede herincs, omdat sy oic een comedie op deser stadt plaetse ge- spuelt hebben. Sehenckelwyn: Jan. 27. Heinr. v. Bochoff,
ridder, burgermeester van Zutphen, 2 kan. Mart. 22. Mr. Steven vd. Bergh, raet vanden Prince van Oraengien, 4 kan.
------■ 25. Jo'. Karel van Gelre, 4 kan.
—— 27. Jo. Snoek ende Henr. v. Sevenber-
ghen, burgermrs v. Zutphen, 4 kan.
Apr. 29. Mr. Adr. Nurnan, rekenmr Ko. Maj. in Hollant, 2 kan.
Mey 7. Herm. van Noortwyk, burgermr van Deventer, 2 kan. ----- 14. Jo1". Philips vander A, 2 kan.
----- 16. Mr. Nic. Persyn, rentmr. vd. exploict.
inden Haghe, 2 kan.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
Jo<\ Karel v. Lienden, amptm. van
O. en N. Betuwe, burgermeester van
Nymeghen, 4 kan.
Jor. N. van Warenborch, capt. op
Vredenborch, 8 kan.
Varick, drost tot Bueren, 6 quaerten.
Mr. Ch. Boest, abt van Ostbroec op
syn stacy van syn wydinge, 8 kan.
Christo. Boest, abt, geconfirmeert
tot Oostbroece, 8 kan.
Mr. Aryaen de Pro..t, raet vanden
Prince van Oraengien , 2 kan.
Jor. Herm. van Westerholt, 2 kan.
Jan Dircksz. 't Hoen, burgermeester
van Goude, 2 kan.
Jor. Willem van Duetecum, edelman
vd. Grave v. Hoochstraten, 4 kan.
Jo. Colyn , hooghe raet Ko. Majts. te
Mechelen, 4 kan.
Will, van Linden, biscop van Re-
munde, 8 kan.
N. Drusius, biscop van Leeuwaer-
den , 4 kan.
1566. —
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
Mey 19.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
----- 27.
----- 29.
Jun. 9.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
25.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
Caerte. Item , Melchisedech van Hoorn ,
prentsnyder ende scilder, betaelt die somme van 18 L., wt sake vande belieftenisse des raets, hiernae volgende: Anno xvc.ixvx, den 13. Nov., die raet der
stadt Utrecht gesien hebbende, protracture ende contrefeytinghe , die eenen Melchisedech van Hoorn, geboren burger van Antwerpen, prente-snyer ende scilder van syn ambacht, den raet vertoont heeft, geconterfeyt nae't leven, op syn stick ende mate, vande situa- tien van deser stadt, ende die omleggende voorsteden , huisinghen , cloosteren ende lan- den , rontsomme in die vryheden van deser stadt gelegen, soe hy dese stadt merkelick bevonden heeft van schone si tuatie ende voirts mede van triumphante structuren vande col- legien, cloosteren ende conventen, mitsgaders van audere edificien vandien, ende hierby mede verstaen hebbende syn versueck ende presentatie, te wetene, dat Melchised. voorsz. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
238
|
|||||||
presenteert, dese stadt met syn toebehoren,
noch die helfte grooter ende breder in forme te amplieren, opte behoirlyke proporlie, stick ende mate, mits dat die stadt hem soude ge- lieven te recompenseren van syn getrouwen ar- beyt ende dienst, die hy, op hope van re- compense, alrede gedaen heeft, ende noch ■vorder presenteert te doen, omme syn voorsz. inventie ende were vermogens die chaerte voorgen., inde helft breeder ende grooter for- me, in copere ofte hout te snyden, ende dit ;>.] tot kennisse ende arbytrage vandie vanden raet voorsz. Soe is 't, dat die raet die voorsz. caerte doen
visiteren hebbende by meesters van kennisse ende geschicten des raets, ende daerop gehoort huerl. rapport, ende mede aenmerckende, dat die uytdrukselen van deselve voorn. chaerte wesen soude tot een eere van deser stadt ende memorie derselver, heeft belieft, dat de an- derde cameraer inder tyt voor de yerste in- ventie ende vertooninge vande voorsz. chaerte wtreicken sel de somme van 18. gulden. Des soe sal Melchisedech gehouden syn voor de maent van September anno xvc. seven ende sestich, deser stadt gemaect te vertonen die copere ofte houte plate, gesneden nae syn vertonende chaerte, ende dat inde helfte vandien grooter ende breeder, mits daerby voegende de situatie vande conventen vande Carthusers ende Dael, ende die lande daerby, naer de proportie, ende daerby overleveren 40 geprente chaerten totter stads behoeff, omme, onder die wet gedeylt te worden, waer- voor hem alsdan noch van stads wegen wt- gereickt sellen worden 24 Karolus gulden, ende hiervoor sel Melchisedech voorsz. gehou- den syn burge te stellen deser stadt, voor de somme van 18 gulden voorsz., die hem gereet betaelt sellen worden, omme deselve deser stadt te restitueren, by soe verre Melchisedech voorn. syn voorgen. presentatie nyet en voldede als voorn. Burge Dire Pieck, voorde voern. 18 guld., te restitueren, by gebreke als voren. Ende was onderteykent: 3 a. vd. Voort. Jesus-school. Item, dor. Balthasar v. Bly-
enborch, medicus, betaelt de somme v. 20 L., |
|||||||
wt sake de raedt deser stadt belieft ende de-
sen cameraer geordonneert heeft te betalen de voorsz. 20 L., ende dat tot subventie vd. boeckgens, Calechismi genaempt, die nye geprint syn, die men in Jesus-school de arme kynderen sal doen leren om Godswil, etc. Bus-oruyt. Item, Will. Lambertsz , bus-
cruytmaker, 20 L., voor buscruit ende loot, etc.— It., Dire Willemsz, 10 L. 2 sc, wt sake nabescr.: een cruytsak, daer men die Walen bus-cruvt in gaf, 12 sc.— It., Will. Lambertsz heeft ontfanghen 931 pont meel- cruyts , waeroff hy gemalen ende gemaect heeft corncruyt, 't 100 pont te malen 4 L.; noch gelevert 10H pont corncruyts, 't 100 voor 35 L. Maeltyt. Item, Dire Willemsz , 213 L.,
16 sc. 6 p., wt sake hy tegen Oct. 25, lxvi. verleden, bereyt ende becosticht heeft ge- hadt een costelike maeltyt, daer die regier- ders deser stadt myn Gen. heere, die Prince van Oraengien, stadh., met andere heren prelaten ende edelluyden op te gast hadden, waeroni die gecofte spys, van alrehande visch, mit de speceryen ende bancquetten, voorts boter, bier , broot ende de wynen, opte selve maeltyt ende oock daechs daer na by myn heere vanden gerechte gedronken , ts. etc — It., Dire Willemsz, 329 L. 1 sc. 20p., wt sake hy tegen 20 Apr. LXVII. verleden, bereyt heeft een maeltyt van alrehande vleysch ende wilt- braet, daerop die regierders deser stadt myn Gen. heer de Grave van Meghen te gast ge- noeyt hadden, mit andere heren prelaten ende edelluyden, ende overmils myn Gen. here van Meghen voorn. mit alle syn regi- ment wt deser stadt vertooch, om die Gue- sische knechten , die wt Vianen in't lant v. Utrecht gecomen waren, te vervolgen, ende syn wedercompste te lang verliep, soe hebben myn heren vd. gerechte ende rade deser stadt daerop byden anderen geweest, ende die spy- sen verteert; ende de Grave wedercomende tegen den 17. Mey, anno u,ls, soe heeft Dire Willemsz noch een maeltyt bereyt, etc. Schenkelwyn:
Jan. 18. Jor. Kaerel van Weerdenborch ende |
|||||||
239
|
|||||||
printsnider ende scilder, betaelt de somme
van 24 ponden , hem byden rade beloeft ende toegeseyt voor de protracture ende contre- feytinge vande situatie ende gelegenheit van dese stadt ende d'omliggende voorsteden, huysinghe, cloosteren ende landen , ende voor 40 geprinte caerten derselver, onder de wet gedeylt, alles breder vermoghen de beliefte- nisse des raets, van date den 13. Nov., anno lxvi. Wtvaert. Item, Maurits de Leeuw, 4 L.
13 sc. 6 p., wt sake hy opte wtfaert van, hogh; mem., Carolus, sone van ons alregen. heren, den Co. Maj'. van Hispanien, 't laken gehan- ghen heeft rontsomme inde Domkerke, belo- pende tes. 484 ellen, elk el 3 pen. — It., Roel. Willemsz., scilder, 18 L. 18.se, wt sake hy op die wtfaert vanden Prince van Spaen- gien, hoochl. mem., gelevert heeft 69 cleyne ende 12 groote wapens, etc. Alva, etc. Item, Jan Willemsz. van Byn ,
gelevert ten tyde d'Exc. vanden hertoch van Alva, gouv. gen., binnen deser stadt was, 96 ellen seyldoec, voor 4 sacken, voorde soldat., die de wacht hidden in 't losement van syn Exc. — It., Gelis van Hoboken, van tymeren ten behoeve van Don Frederico de Toledo, sone vande Exc. vanden hert. van Alva , omme bequaemlyk van des greffiers huys, door den hof ende erve van Schuring te comen in 't paleys ten Duytschen huyse, 13 L. 12 sc. 6 p.—■ It., Fra. Both, eerste cam., 102 L. 1 sc. 9 p., van alsulke oncosten, als hy inde maent van Aug., ten tyde d'Exc. vanden hert. v. Alva alhier was, ende weder van hier vertooch , verschoten voor't laken, daer de schuit mede becleedt was, daer syn Exc. innesat, schenc- kagie gedaen die hofTmi'. ende archiers ende andere officianten van syn Exc., etc.— It., Goesen vd. Voert, 16 L. 16 sc, wt sake hy inde maent v. Augusto verschoten heeft 12 L., die geschonken worden de foriers van syn Exc.; noch 4 L. 4 sc. den huyssiers de la salette v. syn Exc., ende 12 sc. die huyssiers vd. rade van state. — It., Jo. Back, etc., 4 L. 10 sc., wt sake sv 5 daghen lang gedient hebben , om van 't nye bohverc Sonnenborch te haelen |
|||||||
die gesamenlike jonkeren vande ben-
de vande Prince v. Oranien, 8 kan.
Jan. 19. Den cantselaer wten lande v. Bruyns- wyc, genaemt Jor. Henr. Tan Salt,
4 kan, in den Wildeman,
Fbr. 6. Jor. Steven van Rossem, heer van Poeroyen ende Karel van Lienden,
amptm. van O. Betuwe, ts. 4 kan.
Mart. 12. De gr. van Meghen , stadh. van Gel- derlant, een voeder deel wyns.
------21. Heer commiss. Sygona ende De la Torre, seer, vanden seer, rade Ko.
Maj's. te Brussel, ts. 6 kan.
Apr. 25. Den gr. van Arenborch, stadh. van Vrieslant, 8 kan.
Mey 12. Tho. Gramaye, 2 kan. ---- 13. Mr. Anto, Delaualle, raet tot Leeuw.
2 kan.
----- 24. 3a. v. Dam, rekenmr inden Haghe,
2 kan.
Jun. 1. Mr. Philibert de Bruxellis, raet Ko. Majts. in syn seer, rade te Brussel, een voeder met een vaetken rynsclie deelwyns. ----- 12. Pet. Decama , raetsh. tot Leeuw., 4 k.
----- 28. Lancelot, commiss. vanden tresanr.
gen. vanden oorlog, 2 kan.
Aug.20. Mr. Jan Outruys, commissaris van Mechelen, 4 kan.
Oct. 14. Heer van Ghystele, 4 kan. ----- 17. Coebell, raet inden seer, rade Ko.
Majts. tot Brussel, 4 kan.
----- 19. Jan Claesz. v. Hoppen , burgermeest,,
Piet. Bicker, seep., mr. Jan v. Bloc-
lant v. Amst.,4k., in de drie Cronen. ----- 18. Mynb. mr. Phil. Coebell, raet'sCo.
Maj'. ende commiss. tot Brussel, 4 k.
Nov. 27. Alex. Turck, hopman vande haec- scutters vd. Pr. v. Oraengien, 4kan.
Dec. 11. Mr. Beynier Verduyn , raet vd. hove van Hollant, 2 kan.
-— 16. Mr. Aert Coebell, rentmr generael van Hollant, 2 kan.
1567. —
Caerte. Item , Melchisedech van Hoern , |
|||||||
240
|
|||||||
ende overste van 't regiment knech-
ten , leggende te Amsterdam, 8 kan.
Jul. 16. Pompilius, deurw. vanden seer, rade Co. Majts., 4 kan.
---------Mynh. van Eeck, commiss. vande provand. Co. Maj|s., 4 kan.
----- 23. Jor. Werner van Lennip, 2 kan.
Aug. 8. De Excell. vd. hert. v. Alva 1 voe-
der deelvvyns, ten Duytsch. huyse.
----- .— Den heer v. Bossu, stadh., I toelast
deelwyns, by mevr. v. Wulp.
----- — Den hert. v. Aerschot, 1 toelast.
---------Mynh. van Barlaymont, 1 toelast,
byden domdeken.
-----— Don Frederico de Toledo, oudste zone
vd. hert. v. Alva, 1 toelast, totten
greffier. ----- — Den presid. Viglius, I toelast.
----- — Den here v. Noircarmes, 1 toelast,
by Dire Scarp.
----- — Den grand prior, sone vd. Due D'alve,
1 toelast, in S. Catrine.
—- 11. Den ambass. v. Vrankryk, 6 kan. —--------De heer Dassonville, seer, raet Co. Majts., 6 kan.
---------Doctor Hermes , seer, raet Co. Majts. f 6 kan.
----- — Dr. Micault et Doctr. Bruxelles, seer.
rad. Co. Majt3., elck 6 kan.
----- — Mr. Aelbr. v. Loo, commiss. vd. Fin.
6 kan.
----- — Bapt. vd. Berghe, commiss. v. Mart.
vd. Berghe syn oom, gecom. vande
linanc., 4 kan. ----- 12. Liew. Woutersz., ontf. gen., 6 kan.
----■ —■ Den confesseur vanden hert. v. Alva ,
4 kan.
----------Mynh. Albornoz , seer. Co. Majts.,
4 kan.
----- — Mynh. Berty, seer, vanden rade v.
stat. en seer. Co. Majts., 4 kan.
---------Mynh. Courteville, seer, als voren, 4 kan.
---------De seer. Scharrenberger, 4 kan.
--------- Den griffier Ringoult, 4 kan.
—■— — Mynh. v. Grobbendoncq , tres. gen.,
8 kan. •
|
|||||||
20 bussen ende 38 earners ende van Vreborch
vier metalen stucken, ende deselve tesamen te brengen tot een triumphe tegens d'incomp- ste vande Exc. vanden hert. van Alva. — It., dese cameraer heeft betaelt verscheiden scip- pers ende andere arbeiders, die inde maent van Augusto anno LXVHI, het bof ende train vande Exc. vanden hert. van Alva ende mynh. vanden rade van staten, secreten ende finan- cien, die binnen deser stadt waren gevoert ende gebracbt hebben eensdeels van hier op Dort, eensdeels op Sinte Geertruidenbercn ende eensdeels op 's Hert. Bossche, ts. 84 L. 12 sc.— It., Gerit Claesz. 6 L. 5 sc. 6 p., vvt sake hy den 12. Aug. gelevert heeft aende schuten, daer d'Exc. vanden hert. van Alva mit andere heren ven bier gevaren syn acht delen; noch hebben Bart Luyten, etc., tot 7 toe, gewrocht ande schuten van 's middaechs tot 's nachts omtrent 12 ure, etc. Jesus-school. Item, Agneta betaelt de som
van 8 L., wt sake sy inden jare lxvi. verle- den ende oic tyde deser rekeninghe, mae- ckende tsamen twe jaren, die bancken voor de schoolkynderen in Jesus-school, des hei- lighen daghes voortgeset ende daerna weder opgehemelt ende opgesloten heeft, daertoe die raet deser stadt jaerlicx uyt laet reycken 4 L. Schenkelwyn:
Jan. 14. N. v. Bossu, coadjutor vanden dom- proest, 4 kan.
—— 22. Jo"-. Hieron. Keegel, commiss. Ko. Majls. ende Paul Blancwalt van Ceu-
len , ts. 4 kan.
—— 26. Mr. Euborch v. Oogenbrecht, comm. v. Mechelen ende mr. Jo. Leesen ,
raet vanden hove van Hollant, 4 kan.
Fbr. 7. Claes Vygh, amtpm. v. Thiel, 2 kan. ----- 15. Jor. Gerit van Couwenhoven, bur- germeester van Schoonhoven , 2 kan.
—— 22. Jor. Jan vd. Does, beer van Noort~ wye, 2 kan.
Apr. 8. Snouckaert, rekenmr inden Haghe, 2 kan.
-— 24. Hoofdm. Will. Joostensz, 2 kan. May 16. Amelys v.Mynen, raet v. Gelrel., 2 k. —— 27. Mr. Berent v. Schouwenburch, capt. |
|||||||
241
|
|||||||
tuatie van dese stadt mitle straten ende steghen
in syn coste gehadt heeft 12 daghen lanck, 's daechs 5 sc. — It., Corn. vd. Maeth, eerste burgermr, ende Fra. Both , eerste cameraer, 4 L. 18 sc, 6 p., wt sake sy opten 8. Oct. 68. deur commissie des raets gereyst syn in't Goy, ende hebben aldaer oculare inspectie genomen vande 2 stucken lants, aldaer gelegen, deser stadt toebehorende, ende voorts gesien na de groote ende situatie van 't selve lant ende een caerte daerof gemaect, etc. Herm. van Borculo. Item , H. van Borculo
betaelt 5 L., wt sake hy in Aug. LXIX. ge- drukt voorde stadt sekere ordinancie van ser- vice voor de Spangiaerts ende deser stadt daeraff gelevert 200 stuck ende daeraen ver-, dient 3 ponden. Noch heeft hy gemaect eeu stad-wapentge, in hout gesneden, ende daer- mede gedrukt omtrent 3000 bilgetten ende daeraen verdient 2 L. Stads-registers gecopieert. Item, Ja. vd.
Voort, seer, deser stadt ende Gosen vd, Voort, syn soon , 23 L. 8 sc., wt sake sy in Nov. ende Dec. LXVIII. in 't believen des raets ende duer scryven vande Excellentie vanden hert. van Alva, gouv. gen., by copie wtgescreven, gecollationeert ende geautentiseert hebben, tegen d'originale leggers ofte registers, rus- tende inde secretaire vande stadt van Utrecht, alle deser stads erffrenten, loss-ende lyfren- ten, die dese stadt jaerlicx schuldich is ende betalen moet; ende alt't selve in Jan. lxix. by Peter Schouw, gesworen bode 's hoofs van Utrecht overgesonden ende gelevert in handen vd. raet neffens syn Exc., wesende tot Brussel, belopende dese boecken an langformige blade ren aen beyde syden geschreven, alse yerst de erff-, los- ende lyfrenten, staende by ge- meen Karol. guld., 126 bladeren, ende an- dere van lyf-renten , staende by L. van gr. VI. 't pont, 108 bladeren. Schenkelwyn:
Oct. 24. Myn vrouw van Opmeer, 2 kan. Nov. 22. Jor. Stev. Bentinck , burgermeester van Zutphen, 2 kan.
Jan. 9. Jo"-. Anto. vd. Noot, griffier van Brabant, 2 kan. 31
|
|||||||
Aug. 12. Mr. Joost Damhouder, commiss. vd.
financien, 6 kan. ----- — Den audiencier, 4 kan.
----------Den seer. vd. hert. v. Alva, 4 kan.
----- 13. Den capellaen vd. heren vd. fin., 2 k.
—— 25. Speel, prevoost. gen. vanden hert.
van Alva, 4 kan.
Spt. 19. Mr. Vincent v. Pinsen, prior v. Flo-
rence , commiss. vd. roemschen stoel eiide gen. vd. pred. oerde, wesende in 't convent vande predikers , 4 kan. Oct. 20. Mr. Reyer vd. Does, rekenmeester
inden Haghe, 2 kan. 1568. —
Wtvaert. Item, Jan vd. Berch, wanlsni-
der, 4 L. 13 sc. 6 p., wt sake hy opten 1. Dec. LXViu. opte wtfaert, hoochl. mem., der Co- ninginne van Spaengien , 't laken gelevert ende doen hangen heeft inde Domkerke, dienende totte wtfaert voorsz., ts. 474 e], voor d'el 3 pen. —• It., Anto. van Honthorst ende Roeloff Willemsz, betaelt 19 L. 14 sc., wt sake sy gelevert hebben opte wtfaert, ho. me., der Coninginne van Hispanien, 71cleynewa- pens, alse: het wapen van Spaengien ende Vrankryk by malkanderen , mitter crone daer boven, van't stuc verdient 4 sc. Noch 13 grote wapens,'t stuc 8 sc. Noch deselve wa- pens doen hangen inden Dom, elc op syn oort, 4 sc. Caerte. Item, desen cameraer hemselven
betaelt 8 L., wt sake hy gehantreyckt heeft eenen bode, die overgebrocht heeft die caerte van enen mathematicus van Breslau, deser stadt overgesonden, tot een kenisse ende eere, die somme van sess pouden, tot behoef vanden inventeur, ende noch betaelt inde 3 Heringen voor de teeringe vanden bode, ts. 2 L. — It., Jan Willemsz , lantmeter, gemaect een chaerte van't Scutterlant tot Achthoven, de- ser stadt toebehorende, etc. — It., Aelb. Pe- tersz, cipier op Hasen berch, 3 L, wt sake hy mr. Melchisedech van Hoern, in 't vol- maken vande platen vande caerle vande si- III.
|
|||||||
242
|
|||||||
Jan. 28. Com-. Schetz, 2 kan.
----- 31. Hr. v. Cabauw ende mr. Witte Wit-
tensz. , raet inden Haghe, 4 kan.
Fbr. 20. Jor. Henr. van Bercum, burgermr v. Antwerpen, 2 kan.
Apr.24. Jo'. Meerten van Rossum, heer tot Waeyesteyn, 2 kan.
May 21. Jehan de la Rea , commissaris , 2 kan. ----- 29. Jor. Jan van Rossum, heer van Broec-
huysen, 2 kan.
Jun. Heer N. van Bossu, protonotarius & coadjutor vandea domproesl, 4 kan.
-— 10. Hertoch Frans van Sassen vd. Lau- weuborch ,16 kan.
Aug. 3. Mr. Jan Noort, momber 's vorstend. Gelre ende Robbrecht van Lienden,
capt. tot Culenborcb , ts. 4 kan.
—— 12. Auditeur Scribani, 2 kan. GesvhuL Item, Adr. Evertsz., busmeester
deser stadt, gelevert: Vier stampers metten cratsers, om de hae-
oken mede schoon te maken, 12 sc.; twe haecken die steerten in gemaect, 1 L. 4 sc; vyf haecken nye hantvaten aen gemaect, 15 sc.; een slot gemaect inde mond vande groote busse, 12 sc.; twe kleyn sloetgens aende laetgat, 8 sc; al der gilden haecken schoon gemaect, wtge- brant ende gesmeert, die bassen ende earners schoon gemaect, ts. 10 L., daertoe 18 pont raep-oly, 't pont 7 sc.; inde metalen stucken verbesicht 2 pont boom-oly, 7 sc.; gebrant ende schoon gemaect twe haecken van'tbrou- wergilt ende haer meik daerop gestelt, daer- voor de stadt te betalen quam, soe sy deselve besicht, 20 sc. Segelen. Item, Oth Sem, goutsmit, 12 L.,
wt sake by gesneden ende gemaect heeft voor de weerdyns, 2 nye segelen, alse een, omme de baeyen te segelen ende het andere omme die Utiechtsche rosen (?) mede te besege- len. Guesen. Item, Henr. Pietersz., kistema-
ker, 44 L. 10 sc., wt sake hy de gestoelten ende ander houtwerk, dat in 't koor vd. pre- dikaren ende minre-broers byden guesen ende rebellen gebroken was, gerepareert ende ver- stelt heeft. |
|||||||
1569. —
Geschenk van peerden. Item, Dire Helling,
5 L. 15 sc., wt sake hy in huer gedaen heeft Corn. Claesz. een peert, daer hy mede in 't land gereden heeft, om sekere peerden te kopen 5 daghen, 'sdaechs 8 sc. It., gelevert 2 halters mit strengen, tot die peerden, die gecoft waren, 1 L. It., 2 overgorde, 5 sc. It., twe monstertoomen van root tryp ende witte beendertgens daerop met trenssen ende bussen daerop , naer behoren, 2 L. — It., Corn. Claesz. ende Gosen Valk, paerden-be- reyder, 72 L. 16 sc. 6 p., wt sake syl. inde maent October ende Nov. lxix. geweest syn rontsomme in 't lant van Utrecht ende gesien na twe schoone peerden, die men geschoncken heeft d'Exc. Don Frederico ende deselve peer- den voorts gebrocht van hier op Bruessel. Ossen aende Coninginne en den Hertoch
gesohonken. Item, dese cameraer heeft wt- betaelt 45 L. 3 sc. 9 p., omme eenen grooten osse , die van deser stads wegen geschoncken is de Maj. vande Co., mitsgaders noch 2 andere ossen, d'Exc. vanden hertoch van Alva, te brengen te Nymegen, etc. — It., Claes Ge- ritsz. van Ryn 110 L., van twe schone ossen, geschonken de Exc. vanden hertoch van Alva, etc. — It., dese cameraer, hemselven, wt sake hy den XV. Aug. met verscheyden wilt- braet, by hem gecoft, gereyst is tot Nymegen ende't selve gepresenteert den hofmeester vd. Exc. vanden hertoch van Alva, tot behouft synder Exc., heeft mede waergenomen den groten metten 2 anderen ossen, ende die hel- pen presenteren de Maj. vande Co. ende de Exc. vanden hertoghe , etc. — It., Henr. de Voicht van Rynevelt, eerste burgermeester etc., 44 L., wt sake sy 16 Aug., met hem nemende mr. Floris Thin, advoc., gereyst syn tot Ny- megen , ende hebben aldaer van deser stads wegen de Maj. vd. Coninginne van Hispanien gecongratuleert, dese stadt gerecommandeert ende voorts haer Maj. beschoncken mit enen excessiven, grooten ende vetten osse, hebben voorts d'Exc. vanden hertoch van Alva, oock beschoncken met een paar goedc ossen ende |
|||||||
243
|
|||||||
Will, van Wyckersloot, officier van
Syne Majest., £ aem 1^ tak. Aug. 9. Die grootmr vd. Duytsche orde, 5 aem. Schenkelwyn aende Spaengiaerden:
Oct. 4. Fra. de Valdez, capiteyn ende Ser-
gento major vd. Terze v. Lombar-
die, 1 aem 2 tak.
Nov. 3. Don Hernando de Toledo Maestro de
Campo vd. Terze v. Lomb., 2 aem 41.
Mart. 22. Capt. Don Rodrigo Capata, 1 aem
min 2 tak.
Aug. 9. Capt. Arnaudo Pachieco, 1 aem. ----- 17. Charl. Longin, commiss. vande Co.
Maj., etc.
Spt. 11. Don Francisco de Vargas, 1 aem 3 tak. 1570. —
Herbergen: Montfoort, deWildeman, de
Keysercroon, de Zwaen by't Vleyshuys, de Zwaen inde Coestraet, de Hulok, de Velt- cater, de Struts, de Coelseke Horn, de Halve Maen in Tollesteech, dieWittenWynthont, het Vergulde Verken, de Zwarte Ruyter, het Doornboompje, de Ram. Buscruyt. Item, Will. Lamberlsz., bus-
cruyt-maker, 11 L. 15 sc. 6 p., wt sake hy ontfangen heeft 229 pout cruyt, ende 't selve gemalen ende gemaect tot corncruyt, ende weder overgelevert 193 pont corncruyts, ende de rest is gelaeckt, ende verdient van't hon- dert pont te vermalen 4 L. 15 sc. Biechlvuder van Alva. It., Dire Willemsz.
35 L. 10 sc, wt sake de regierders deser stadt, tegen den 23. Fbr. anno lxxi , in 't convent vande Minrebroeders doen bereyden hebben een eerlyke maeltyt, daer die regierders deser stadt den biechtvader vande Exc. vanden her- toch van Alva , ende mit andere heren by hem wesende te gast op gehadt hebben. Joach. v. Oprode. Item , Geschoncken tot
een vereeringe, den Eervv. in Gode ende hoog- geleerden heer, heer Joachim v. Oprode, doct. inde Godheydt ende bisschop van Ebron, op syn stacy, nadat synE. als biscop voorn. ge- wyt was, 16 kannen wyns. Spaensch hospitael. Item, Joach. Adriaensz.
31*
|
|||||||
voorts syn Excell. deser stads saken gerecom-
mandeert. Monument inde Buerkerk, Item, Henr.
Petersz, 38 L., wt sake hy de Spaensche sol- daten ende bevelhebbei*en tot syne coste gele- vert heeft alle hout, yserwerk, seylen, koorden ende arbeyt, omme te maken ende stellen, tegens die Goeden Vrydach een monument, soe sy dat ordineren souden inde Buerkerc, in't heilich cruys-choor, ende 't selve weder nae Paeschen of te breken ende te ruymen. Caerle. Item, Jo. van Haeften 7 L. 4 sc,
Van een caerte vande contrefeytinghe vande stadt, die hy, ter begeerte vande regierders deser stadt gelevert ende gedaen heeft, die capt. Valdez, in plaetse van vvelke hy een ander gecoft heeft. Schenkelwyn:
Oct. 2. Capt. Mesa , 4 kan. —> 4. Mr. Will. Cryp, raet inden hove van Hollant, 2 kan. ----- 21. N. Till, raet Co. Maj. in Over-
yssel, 6 kan.
Spt. 1. Dr. Georg. Rataller, president vanden hove, 4 kan.
—- 6. Claes Fransz., burgemr van Schon- hoven, 2 kan.
Nov. 14. Den heer van Ville, 4 kan. Fbr. 8. Ger. van Coudenhoven, burgermees- ter van Schoonhoven, 2 kan. -----22. Mr. Aert de Bye, burgermeester van
Bommel, 2 kan.
Fbr. 25. Mr. Aelbr. van Loo , commiss. vande financien, Co. Maj. te Brussel, 4 kan. Mart. 16. Mr. Jan van Merode , heer van Pe- tersum, 6 kan.
Apr. 4. Jo. Rataller, Co. Maj. grietman in Vrieslant, 2 kan. ----- 23. Jo., abt van Moermont, 4 kan.
Mey 7. Mynheer van Hees, soon vd. heer
van Gaesbeec met syn 2 broers, 8 kan. -----11. Boudewyn van Loo, remtmr gener.
Co Maj. in Vrieslant, 2 kan.
—• 22. Heer Christo. Schenck, 4 kan. —- 25. Mr. Bruninck v. Wyngaerden, raet ende rentmr gen. Co. Maj. v. Beos- terschelt in Zeelant, 2 kan. |
|||||||
244
|
|||||||
Maj. gecommitteert tot het gouv. de-
ser stadt, 1 aem 2 tak. Juny 16. Dr. Tho. Zosius, 1 aem. 1572. —
Vendelen. Item, Berent Stevensz , 12 L.,
wt sake hy, ten tyde men de burgeren deser stadt onder de vendelen brocht, deser stadt gelevert heeft twe vendelen , by hem eertyts , als vendrecht in dienste Co. Maj. verovert, voer welke twe vendelen, alsoe die stadt die aen haer gehouden heeft, hem toegevoecht syn 12 L. Victorie van Haerlem. Item, Henr. van
Zyll, Ger. Splinter ende Alph. Hermansz, 6 L., voer hoer materialien, alse: hout, folie papier ende verve, mit horen arbeyt ende anders daertoe verscboten, gegaen ende ver- besicht in't maken van sekere dingen , henl. geordonneert, ende gestelt op de plaetse, den 16. July lxxih, tot een triumphe vande vic- torie ende 't innemen van Haerlem. —■ It., Hans van Mansvelt, 3 L. 1 sc., ende dat voor alsulc papier ende cley, als hy verbesicht, ende arbeytsloon, als hy met syn adherenten gedaen heeft, in't maken ende stellen voer deser stads huysinghe opten 16. July voorsz. sekere lanteerntgens aldaer, wt sake als bo- ven, tot een triumphe gestelt. Caerte. Item, Fra. Both, eerste cameraer,
2 L. 16 sc, wt sake hy op den 27. Juny, ten tyde als myn heer de commissaris Grys- pere was in loco contensioso, omme die li- miten vande stads vryheyt te doen designeren , ende, volgende 't verbael, aldaer gehouden , te verifieren , inde sake vande stadt tegen den proost van S. Jan verschoten heeft hetgene hier nae volcht: schuythuer 15 sc, twe ar- beiders, om een groote plane te dragen, daer men mede over de sloten mocht comen, 12 sc., Corn. Jansz Olyslager etc, voor hoere vacatien, vandat sy als getuygen rontsomme die designatie vande stads vryheid deden, ende 't verbael, aldaer byden commissaris gehouden, verifieerden, elx 6 sc. — It., Jan van Barck, 4 L. 16 sc., wt sake hy den 1. July geweest |
|||||||
16 L , wt sake sy 16 May de sieke Spaen-
sche soldaten mit hore doctoren, chirurgynen , hospitaelmeester, etc, hore bagagien , medi- camenten, mit schuyten gevoert hebben tot Delft, etc. Schenkelwyn:
Nov. 6. Willem van Wyckersloot, officier vd. Co. Maj., 1^ aem 1 tak. ----- 5. Heer van Baertwyc, rekenmr. inden
Haghe, 2 kan.
- 14. Mevr. van Moncheau met noch an-
dere heren , 4 kan.
Jan. 4. Dr. Desid. T Sestich, raet van syn Co. Maj. raet in Brab. met syn ad- junct, 4 kan. ----- 30. Boudewyn Jacobsz., raet Co. Maj. tot
Mecbelen, 2 kan.
Fbr. 22. De biechtvader vande Exc. vd. her- toch van Alva, 2 kan.
July 3. Mr. Jan Roda, raetsb. tot Spiers, 2 k. Spt. 22. Aernt te Boscop, burgermr, te Campen ende Jan vander Hoist, burgermr tot
Zwoll, 4 kan.
1571. —
Spaensch hospitael. Item, Henr. Cornelisz.
13 L. 7 sc. 5 p., van verscheyde coperwerc, by desen cameraer van hem gecoft, 't welc voorts gebrocht is in 't gasthuys van juffr. v. Rutenborch, daer die Spaengiaerden haer hospitael van gemaect hebben. Schenkelwyn:
Oct. 27. Ja. Godyn, auditeur vande rekenk. vande Co. Maj., 2 kan.
Apr. 7. Jor. Ysbrant van Merode, heer tot Zoeterwoude, 2 kan.
—0— 21. De nyvve procureur generael 's hoofs van Utrecht, 2 kan.
----- 25. Mr. N. vd. Borch, raet Co. Maj. te
Mechelen, 2 kan.
----- 30. De jonge gr. vd. Berge, 4 kan.
—— 25. Mr. Ja. de Castanie, cappellaen van
Don Fra. deValdez, capt. ende ser- gento majore, 2 kan. Juny 15. Jor. Alb. Leoninus, 4 kan.
—— 16. De heer van Groesbeeck, vande Co.
|
|||||||
245
|
|||||||
is omtrent Carthusers, ende aldaer genomen
die situatie vande vryheydt van dese stadt, ende dat deur autorisatie van mr. Anto. van Gryspere, raet inden hove van Utrecht ende commissaris inde sake vande stadt contra den proost van S. Jan, ende van 't gunt voersz. is een chaerte gemaect, etc. Maeltyt. Item, den 15. July LXXIH. eerie
heerlyke maeltyt in den Sleutel, met alre- hande visch, gebakken, gebraden ende ge- soden , mit marcepeynen, taerten , vlaeyen ende andere syn toebehoren, toen mynheren te gast hadden heer Jo. Bapt. de Tassis, commissaris vande Co. Maj., hem alsdoen , alhier gedragende als gouverneur van dese stadt nae doode vanden heer van Groesbeeck, ende voerts mynheer den presidenten van Holland ende Utrecht, ende d'andere heeren , etc. coste volg. de specificatie daervan inden x'ade overgelevert 55 L. 5 sc. 6 p., ende syn opte selfde maeltyt gedronken 78 quaert vvyns, 't quaert 6 sc. 'I Leger v. Neerden. Item, N. van Suylen
van Drakenborch, schout, etc., betaelt 27 L. 10 sc., wt sake sy den 1. Dec. txxn. gerejst syn in 't leger voor Neerden, ende aldaer van deser stads wegen de congratulatie gedaen heb- ben ande Excell. van Don Frederico, den grave van Bossu, stadh., den heer Noircarmes ende Don Hernando de Toledo, coronel vd. Terze van Lombardie, ende voorts ande selve de saken van deser stadt gerecommandeert, etc. Schenkelwyn :
Mart. 29. Mr. Jan Havelmans, raet van Brab. ende mr. Michiel Pigius, raet van Breda, 12 quaert. -----------Den grave van Bichebroeck , 4 kan.
Juny 13. Don Francisco de Toledo, cap. vd.
archiers van synder Excell., 4 kan.
----- 19. Mynheer van Loutre, coronel van 5 vendels Walen , 4 kan.
July 20. De Exc. vanden hertoch van Alva, 5 j aem 4 tak min fyn.
----------Don Scipio Vitelli, rnarq. deCetous, 3 aem 9 tak min fyn.
•---------Mynheer de grave van Barlaymont, 3 aem 8 tak min fyn.
|
|||||||
July 20. Den ambassadeur van Vrankryk, 6 k.
----- 25. Ritmeester Schenck, 8 kan.
----------Controlleur vande munitie N. Vue-
sels, 4 kan.
----- 26. De heer van Fronsberch, 8 kan.
----- — De grave van Oversteyn, 8 kan,
----- — Stephano di Barras , seer, van Don
Frederico, 1| aem 5 tak min.
---------Bapt. Barty, seer. Co. Maj., 6 kan.
Aug. 2. Jor. Jan vanden Clooster, 2 kau.
----- 3. Mynheer Gramay, 2 kan.
Spt. 2. Mynheer Dideric van Groesbeeck ,
metten heer van Ghilain, 8 kan. Overdecte Sohuyt. Item, M. de Leeuw, 9 L. 2 sc., wt sake hy deser stadt gelevert
heeft dertien ellen roots taken , daer men mede overdecte de schuyt, daer Don Frederico de Toledo met te Amsterdam gevoert wordt, d'el 3 sc. — It., Ja. Splinter, wt sake hy deser stadt in huere gedaen heeft 78| ellen root lakens, daer die schuyten mede becleet syn, daer de Exc. vanden hertoch van Alva, den heer van Barleymont, ende capt. Vitelli mede van hier op Amsterdam gevoert syn, elke el voor 2 sc., soe 't selve laken noch eens gebesicht was aende schuyten, maer met mede uitgevaren , etc.— It., Goes. vd. Voert, subst. seer., 65 L. 1 sc., wt sake hy deur be- vel vd. regierders deser stadt, den 7. Aug. gelevert heeft 26 cleyne schuyten, die d'Exc. vd. hertoch van Alva, mit andere grote heren ende heuren dienaers, guarden ende hellebar- diers ende diergelyke, dat an 't hoff behoort, den 8. Aug. gevoert hebben van hier op Am- sterdam ; noch gehuert een groote schuyt voor de hellebardiers. Geschut. Item, Adr. Eversz , busmr etc.,
3 L. 14 sc. 9 p., wt sake sy gearbeyt hebben aen de 4 metalen stukken vande stadt, omme die op 't Vreborch te brengen ; noch verleyt an 4| pont seep, om de raderen mede te smeren; noch an 4 lunsen ende een rybaut 10 sc.
Ev. van Scayckgestorven. Item, Ev. van
Scayck's weduwe, etc. Chirurgyn. Item, mr. Jan vd. Burch, chir-
urgyn, 120 L., wt sake hy by veel ende ver- |
|||||||
246
|
|||||||
scheide patienten, wesende lansknechten, die
voor Scoonhoven gescoten ende gequetst ende volgende de begeerte van myn Genad. heer, den stadh., alhier in Leeuwenberchs gasthuis ontvangen worden tot 25 toe in't getal, ge- cureert ende genesen heeft. Heeft noch ge- nesen een soldaet, die gescoten was met een basse, ende noch een, die met een loet deur syn arm gescoten was. 1573. —
Musyk inde Buerkerk. Item, mr. Ger.
Knoep, can. S. Jans, als proc. vande broe- derscap vande Heil. Geest inde Buerkerk, 50 L., die de raet den I. Febr. lxxiii belieft heeft, de voorn. broederschap voor dit jaer, etc., tot vorderinge vanden dienst Gods, die in musyke gedaen wort inde voorsz. ker- ke, etc. Generaei pardon. Item, Glaes Bartsz.,
scutemaker, 12 L. 18 sc., wt sake hy gele- vert heeft 86 pectobben, die verbrant syn op deser stads bruggen, sond. den 27. Juny, nadat men processie gehouden hadde ter cause van 't pardon generaei, gegeven, soe byde hei- licheit vanden Paeus, als de Maj. vd. Co. Veltleykens. Item, Meert. van Sypesteyn,
cremer, 16 L. 8 sc. 6 p., wt sake van ver- scheyden veltteykens, soo van root canifas als casiant ende sloeyer, by hem, in Dec. i.xxh, ruynheren de burgermeesters gelevert, die vd. stadt wegen in't leger soo voor Neerden als voor Haerlem gesonden worden. Charters, It., Peter Scbouw, bode's hoofs
van Utrecht, 1 L. 10 sc., wt sake hy inde maent van Julio, wesende te Brussel, vanden domheer Montsima daer wesende sekere be- sloten missive ontfangen heeft, an mr. Flor. Thin, advocaet, mit sekere andere missiven, address, an mynheer die stadhouder, den gr. van Roche, by syn Exc. an syn Gen. gescre- ven, beroerende de restitutie vande chartres ende privilegien van deser stadt, t'andere ty- den byde capitein Valdez deser stadt offge- haelt, etc. |
Schenkelwyn:
Juny 19. Mynheer van Champagnv, gouv. v. Antvverpen, 6 kan.
Aug. 9. Burgermeester van Antwerpen , Han- paert, 4 kan. 1574. —
Jesus-school. It., Corn. v. Wely, priester,
betaelt die somme van twyntich ponden, ende dat tot onderhoudt van 't cleyn seminarium, anders genoemt Jesus~school, te wetene, om- me geemployeert te worden tot copinge van boucgens voor die arme jonge kynderen, die in't selve schoel om Gods wil geleert wor- den , etc. Maeltyt. Item, Dire Willemsz., bewaerder
vande stads wynkelder, 241 L. 2 sc. 9 pen., wt sake etc. Inden iersten, soe heeft hy tegen den 14. Jan. lxxv. bereyt ende gereet ge- maect een eerlyke ende kostelyke maeltyt, van alrehand visch, gesoden, gebraden ende ge- bncken, met een heerlyk banket van alrehand suyker, marchepeynen , geleyen , sukeryen , etc., daerop de regierders ten voorn. dage te gast hebben gehadt myn Gen. heere, die vryhere van Hyrges, stadh., etc., met myn- vrouw, syn Gen, gesellinne, ende andere, pre- laten ende goede heren ende vrunden, mitsga- ders den here van Floyon ende die princi- paelste vande familie van syn Genade ende myn vrouw voorn., welke maeltyt ende banc- quet tsamen gecost heeft 67 L. 12 sc. 9 p. Noch soe heeft hy ten selve daghe, des mid- daechs ende des avonts, doen de heer van Floyon gecomen was, uyt syn kelre getapt tsamen 185 quaert wyns, by myn heren over tafel, mitsgaders by alle de dienres van syn Genade ende andere heren gedronken, de quaert 6 sc. Ende soe is Dire voorn. voor de moeyte, linne ende tinne, daertoe gele- vert, betaelt 18 L. Schenkelwyn:
Nov. 19. Dor. Rhemer, burgermeester tot De- venter, 2 kan. ----- — Till, burgermr v. Zutph., 12 quaert.
Spaensch hospitael. Item, Jo. Mart. d'A-
|
||||||
247
|
|||||||
storga, administrator, van 't hospitael vande
Spaensche soldaten binnen Utrecht, vvesende etc. 1575. —
Jan Crabbe, prior der Augustynen v, Dort.
Item, broeder Jan Crabbe, prior vande Au- gustynen te Dortrecht, betaelt de somme van IS L., hem byden rade toegevoecht in re- cognitie van verscheiden sermoenen, die hy die gemeente deser stadt, den tyd van an- derhalf jaren lang, gedaen heeft, alles ver- mogens de belieftenisse des raets, in date den 13. Jan. XV. LXXVI. etc. Adr. Herm. vd. Ameyde, priesler. Item,
beer Adriaen Hermansz vd. Ameyde, pries- ter, betaelt de som van 16 L., hem byden rade toegevoecht tot syn rysgelt in anschouw van diensten, die hy de gemeente deser stadt noch soude connen ende mogen doen, soe hy byde Excell. vanden commandeur-major van Gastilie, gouv. gen., verscreven ende ge- roepen was., ommesyn Excell. capellaen te syn. aarnas-slagher. Item, Peter v. Putten , harnas-slegher, betaelt de som van 7 L., hem byden rade toegeleyt, om syn singulier kon- sle, om syn burgerscap mede te betalen, etc. Comedie. Item, de clercken ende studenten van S. Hieronymus school, betaelt de somme van 8 L., hem byden rade geschonken tot hoer oncosten, soe sy Medeam Senecae ende Hecasium Pjiilippi Mori opte plaets geageert hebben.— It. Henr. Petersz, 7 L., voor de liuyr van 't redeys ende seylen, daer die stu- denten op gespeelt hebben ende enighen tyt opte plaets staende gebleven was. Suiventie. Item, Bernt Balser van Monster,
3 L., hem byden rade by manier van leeninge toegevoecht, om mede na buys te moghen trecken , soe hy tusschen Amsterdam ende hier deerlik gespolieert ende ofgeset was. Ja. Jacobsz v. Honthorst. Item , Ja. Jacobsz
van Honthorst heeft drie wapenen, staende voor S. Katryne poort, te weten 's conincx wapen ende twe vande stadswapenen geschiert rait schilderen , daer voor hy bedongen hadde 16 L ; noch heeft hy afgeset het coperwerk |
|||||||
vande dak vande craen, mit den appel daer
boven op staende, al leysgewys ende de bo- gen van S. Katryne poert geblauwt, steens- gewys, 22 L. Een wynt. Item, Corn, van Aelst, bus-
maker, ende Henr. Henricxsz, slootmaker, 20 L., wt sake sy de regierders deser stadt overgedaen hebben een wynt, omme geschut mede op te wynden. Schenkelwyn. Mynheer Christo. Schenk,
vryheer tot Toutenborch, 18 quaert. Bus-cruyt. Item, Will. Foeyt, 282| pont
bus-cruyt, wesende fyn corn-cruyt, 'tpont 5 sc. 9 p. — Item, deselve 308 pont bus-cruyt, 't pont 4 sc. 6 p, — It., Juny 7, Henr. van Nymegen, te Nuys 1322 pont bus-cruyt, 't hond. pont voor 32 L. — It., 3 Sept., Jan Kedsgens , 762 pont bus-cruyt, 't hond. pont voor 26 L. — It., Sept. 12, Will. Lambertsz, bus-cruyt maker, 200 pont, 't hond. pont voor 26 L. — It., Jor. Nic. van Suylen van Dra kenborch, 144 pont bus-cruyt, 't pont 5 sc. 6 p. — It., Hem*, van Nuys, 90 L. 18 sc., van 298 pont bus-cruyts. 1576. —
Subventie. Item, dese cameraer betaelt aen
2 Ungersche edelluyden 9 L., ende dat tot subsidie ende vervallinghe van haer rantsoen, als vanden Turc gevangen geweest hebbende. Comedie. Item, de scholieren van S. Hie-
ronymus schole alhier, betaelt 7 L., heml. toegevoecht tot hore gedane oncosten van het theatrum ende andere appenditien, gebesicht in 't exhiberen v. sekere tragico-comoedia ende een batement-spuel etc. — It., Huych Van Enschede, tot behoufF van ettelyke jonge bor- gers kynderen, betaelt 17 L., heml. byden rade toegevoecht tot haer oncosten, gedaen in't age- ren in Duytsche een tragie-commedie ofte spel van sinnen opte woorden staende Deu- teronomion, in 't xvrn. capittel. Bysonder trompet. Item, Hub. Sprenkel,
trompetter, 4 L. 10 sc., wt sake hy op Mey- avont gereden is met meer andere burgeren, omme te verdryven de rebellige soldaten, buten |
|||||||
248
|
||||||||
Tollesteech , daer toe gebrukende syn trompet,
ende met sulx hemluyden meer ververende; ende voorts denselven nacht met meer andere gereden heeft buy tea Wittevrouwen, opte steenstraet naerde But, Seyst ende Doorn,al- tyts stekende syn trompet, ten eynde de voorsz. rebellige soldaten te meer verveert ende ver- lopen souden. Burger-vendelen. It., Ja. Cornelisz v. Hel-
mont, syden laken coper, 126 L. 17 sc. 6 p., ende dat voor de stoffe, alse 23 ellen ende 2J \ierendeel root armeseyn mit 19 pypen silver- draets ende 18 knopen, verbesichtan 18 velt- teykens, met bet maken vandyen, welke velt- teykens voorts van deser stads wegen geschon- ken syn de 8 burger hopluyden ende vendra- gers van deser stadt ende andere boogbe officianten, alles breder vermogens syne ce- dule. — It., alle de bevelhebbers vande 8 vendelen burgers, wtgesondert de bopluyden ende vendrichs, betaelt 72 L., wt sake elks van hemluyden tot een veltteyken gesebonken is, elx 1 L. 10 sc. — It., de 8 hopluyden vande burger vendelen deser stadt, 91 L. 4 sc., voor 24 vaten biers, alse elc vendel 3 valen, heml. geschonken, wt sake sy de processie 's daechs na S. Mar. Magd. dach vereert heb- ben, gaende tesamen mit baer gewere in goe- der ordonnancy, voor deselve processie. Schenkelwyn:
Dec. 9. Do1. Elb. Leonino, 12 quaert. Jan. 10. Dire Jansz Lone ende Ger. Kegeling, gecommitteerd. vander Goude, 12 quaert. ----- 12. Duyk ende Geniets, gecommitt. van
Delft, 12 quaert.
—— 22. Borchgr. van Eschenu, heer van Ar- genteaux, 12 quaert. ----- 31. Den heer van Noortwyc, 12 quaert.
Mart. 6. De studenten, geageert hebbende tra-
gicomedie, 8 quaert.
----- 10. Nyvelt, burgermeester van Arnhem
met Vincent Syo, gecommitt. vanden
rade van state, 12 quaert. Apr. 20. De Princesse v. Arenberge, 24 quaert.
Mey 1. Arent Dorp ende Pauli, gedepp. van
syn Excell., 12 quaert. |
||||||||
July 25. Brecht, gouv. van Geertrudenberch,
6 quaert. ----- — Den admirael Treslong, den heer van
Tempel ende mr. Marquette, 18 q.
----- 19. Hofmr. Neuman met 4 andere edel-
luyden van syn Exc. den Prince van
Orange , 24 quaert, ---------Hopman Anto. de Bidder met syn
bevelhebbers, 26 quaert.
---------Hopman Jan van Leemput met etc.,
26 quaert,
---------Hopman Corn, van Kessel met syn be*
velhebbers, 28 quaert.
----------Hopman Ysbra. Lang, met syn be-
velhebber, 28 quaert.
—— — Hopman Paul Schorel, met syn be- velhebbers, 26 quaert. ----------De geweld. provoost, 4 quaert.
----------Hopman Bernt Stell ende bevelhebb.
met de gerechts weifFel vande 8 ven-
dels, 28 quaert. ---------Hopman Math. Hensberch en bevel- hebbers, 28 quaert. Sept. 9. Den vice-admirael van Hollant (?). Caerie. Item , Jan van Barck, geometer ,
7 L. 10 sc., wt sake hy 11. Apr. gevaceert heeft omtrent die Carthusers opte wterste li- miten vande stads vrvheidt ende aldaer ge- nomen die situatie van dyen, om daerna een caerte te maken. Noch heeft hy vande voorsz. situatie 2 kaerten gemaect, 6 L. Geschut. Item , mr. Tho. Both , busmr.,
13 L. 16 sc., vandat hy gewerkt heeft met drie knechts, den 22. Maert etc., 't geschut vande plaetse te brengen op de bolwerken, 7 L. 4 sc.; 2 vande stads stukken te brengen op Manenborch, ende aldaer op bedden te zetten; noch 2 halve slangen op Sterkenborch ende 5 bele ende halve slangen in't Vleys- huys te brengen; alle die clooten van't Vre- borch, die totter stads stukken behoorden, gebragt in 't oude Vleyshuys. .— It., Willem Lambertsz, 396 L. 10 sc, voor gelevert bus- cruyt, 't hond. pont voor 31 L.; noch 269 pont. — It., Aert Aertsz, keescoper, 747 pont bus-cruyt aende vendelen gedistri bueert. |
||||||||
•
|
||||||||
249
|
|||||||
1577. —
Geschut. Item, mr, Tho. Both, canonier
ende busgieter, 4 L., ende dat voor een vat biers, syn knechten geschonken in't gieten vande vier stads stucken geschut. Minrebroers. Item, M. Murines, tot be-
hoef vande gardiaen ende gemeen broeders vande Minrebroers, 48 L., heml. byden ge- vech/e toegevoecht tot hoer reysgelt, soe die gemeente hoerl. alhier niet langer lyden en wiide. Adriaen Antonisz van Alcmaer, forliji-
vatiemeester. Item, Pieter van Sypenes , 34 L. 15 sc., ende dat wt sake van alsulke te- ringe , als tot syn huyse gedaen syn by mr. Aryaen Antonisz van Alcmaer, alhier ontbo- den synde, omnie met hem te consuleren, hoe men die drie eerste bolwerken soude aenleg- gen ende afpalen, ende dit inde maenden van Febr. ende Majo 1578, ende was deselve teringe van stads wegen afgesproken. — It., P. van Sipenes noch 26 L. 6 p., wt sake van alsulke teringe, tot syn huyse gedaen by mr. Adr. Antonisz, ende die hem quamen ver- geselschappen in Maertende December lxxvh., doe hy hier ontboden was, omme met hem te mogen communiceren opte fortificatie de- ser stadt. —■ It.. mr. Adr. Antonisz. van Alcmaer, 30 L., hem byden rade toegevoecht voor sekere dienste by hem deser stadt ge- daen in 't maken vande bestekken van enighe bolwerken ende aviseren opte fortificatie deser stadt, ende dat al boven syn teringe. Henr. v. Noert, architect. Item, mr. Hend.
Willemsz van Noert betaelt 100 L., wt sake hy aenden rade gedoleert heeft, hoe dat hy sedert vele jaren herwerts, deur bevel der regierders , in elker tyt vele , diversche , grote ende cleyne caerten, bestekken ende patroe- nen gemaeet heeft gehadt, soe van speyen ende colken opte Vaert, van Tollesteghe poert, vande stadt mit de straten, steghen ende huysen vandien, die men van hem begeert heeft, daervan de principaelste ende swaerste syn gelevert geweest, soe aen de Excell. van mynheer den Prince van Oraengien, als den III.
|
|||||||
heere van Hyrges , oick gebesicht inden pro-
cesse jegens den heere van Brederode, son- der van al 't selve enich loon genoten te hebben, dat hy voorts voor deser stads huyse een wtsteeksel gemaeet heeft, daer de stads trompers op spelen , daeran bevonden worde, dat hy meer verdient hadde, dan hy be - dongen hadde 75 L. etc. Fortificatie. Item, Bernt Stell, 2 Febr.,
18 L. 6 sc., als cameraer met sommighe vd. wethouderen ende burgerhopluyden met de ordineermeesters van Hollant, dese stadt be- sichticht hadden opde fortificatien van dien.— It., Jan Willemsz, 14 L. 9 sc., van verte- ringe gedaen by twe architecten, gecomen wt Hollant, ter presentie van mr. Henr. van Noert ende Alert van Hoboken, stadtmrs. — It., Peter van Sypenes 31 L. 15 sc., van oncosten , reysende in Aug. met mr. Henr. van Noert ende syn sone aende Esc. v. mynh. den Prince van Oraengien , tot Haerlem, om mit syn Excell. te communiceren op de for- tificatie deser stadt, etc. — It., Laur. Hen-» ricsz., 50 L., opgeruymt hebbende den sin- geklam van 't suyteynde ende voort voor de casematten tol ande barm. — It., mr. Henr. van Noert, deser stads architect, ende Willem syn soon 282 L. 4 sc., gevaceert hebbende, om te aviseren opte fortificatierf deser stadt, ende daervan verscheydene patronen ende be- stekken te helpen maken. Duyfhuys. Item , Aert Dircsz v. Leyden ,
eerste burgermeester ende mr. Gysb. Thin, secret., 24 L., wt sake sy opten 30. Junv Lxxvm, ter begeerte vanden rade gereist syn tot Dortrecht ende van daer op Rotterdam, an mr. Hub. Duyfhuys, pastoer van S.Jacob alhier , aldaer zynde, om denselven te indu- ceren , dat hy weder binnen deser stadt wilde comen , etc. — It., mr. Hubert Duyfhuys, Eastoer vande halve portie van S. Jacob al-
ier t'Utrecht, 187 L. 10 sc., wt sake hy sedert den 10. Jan. xvc. Lxxvnr. totten 10. Oct. daerna volgende, volgende 't accoordt byden rade met hem gemaeet, de gemeente deser stadt gedient heeft met goede sermonen, lee- ringen , vermaningen ende troostingen, voor 32
|
|||||||
250
|
|||||||
208 L. 19 sc, den 13. Nov. ixxvii; den 24,
Febr. lxxviii. voor 624 pont buscr., gedistrib. onder de 8 vendelen. — It., B. Barlholo- meusz., raeymaker, 69 L, 10 sc., voor: een as aen een vande slangen, twe assen aen twe halve slangen, twe assen aen twe valckenetten, 4 paer halve slang-raeyen , twe paer raeyen tot valkenetten, etc. — It., Jan Vinck, 336 L. 17 sc. 6 p., voor: beslaghen 6 halve slang- raderen ; 6 valckenet-raderen met hoer ringe ende toebehoren, etc. — It., 376 L. 7 sc. 6 p., voor: aen 't nye geschut twe halfslang-laeyen met twe valckenet-laeyen met 4 ysere sche- nen ; 8 dumen met sloot opde oude metalen stucken ; beslaghen twe valck.-laeyen met twe yseren schenen ; 4 halve slang-layen beslaghen met 4 schenen; daertoe 22 kettentgens mit hoer spien om de bovenplaten mede te slui- ten, met 22 crammen. Tot dese laeyen 106 treckscheren met 52 schyven, om onder te sluten , etc. 1578. —
Ontfunck wt de rcserven vande
munie, so de stat. van Utrecht,
ah deser stat toeeomende , mits-
gaders vande restanten van 't
Jluweclgelt.
Van mr. Henr. Joostensz. van Dompselaer,
muntmr. te Utrecht ontfangen deur ordonnan- tie des raets , 5,500 f j. , om deselve te employe - ren ter fortificatie behoufF deser stadt, ende syn gecomen vande reserven de stat. v. Utrecht toeeomende, van hoer munte binnen Utrecht ende dat op afcortinge van 't gene dese stadt aen denselve staten ten afteren is. Noch wt de reserve vande munte deser stadt toeeo- mende 1075 L. 3 sc. 4 p. t'employeren, als voren. Saroerius ende Sasboitt. Item, dese ca-
meraer, heeft wtgereikt aan mr. Joh. Sarce- rius, alhier gepresenteert hebbende sinen dienst als rectoer van S. Hieronymus schoole, daervan hy bedanct is , tot syn teringe ende rysgelt 10 L. 4 sc.; ende noch wtgereickt aen Mathias Jodocus Sasbout, mede gepresenteert |
|||||||
welken dienst hem toegeleyt was tot syn on-
derhout voor een jaer 250 L. — It., mr. Hub. Duyfhuys voorn. noch 50 L., voor sy- nen dienst, de gemeente deser stadt gedaen mit prediken ende leeren voor date vande voorsz. acte. — It., mr. Hub. Duyfhuys voorn. noch 64 L., voor syn schade ende oncosten by hem geleden ende gedaen in 't opbreken , ende weder herwerts te comen met alle syn huysraet ende huysgesin. Schenkelwyn: Nov. 21. Jan Strik, weert inden Hulk , 50 L.
12 sc., wt sake de gecommitteerden der stadt van Brussel, die alhier twe cartouwen haelden, opten 21. Nov. verteert hebben, ende opten 22. Dec. hebben mynh. de burgermrs vande stadt mitten heere v. S. Aldegondis metenighe heren vande staten ende gecommitteerden van Groeninghen verteert 23 L. 10 sc. Dec. 22. De heer v. S. Aldegondis, 24 quaert. Jan. 2. Mr. Will, van Nyvelt, schout van Dortrecht, 6 quaert. ----- 12. Jor. Adr. vd. Does ende Will. Han-
nenian, rentmr. v. Holl., 12 quaert.
—— 26. Den heer van Persingen, 6 quaert. Fbr. 5. Den overste Bartel Entes, 8 quaert. ----- 24. Jo. Brecht, commiss. van Antwer-
pen, 6 quaert.
Jun. 20. Den* cemerling vanden eertshertoch Mathias, 4 quaert.
July 17. Lutenant v. Lazarus Moire, 2 quaert. ----- 23. Mr. Paul Buys, raet van synre Exc.
ende adv. van Hollant, 6 quaert.
Spt. 19. Jo1. Aert v. Dorp , 2 quaert. ----- 20. Monsr. Muys, 2 quaert.
Caertgens. Item , Jo. van Barck ,8 L.,
voor vacatien tot nemen van pertinente mate
vande geeerfden, gelegen inde twe nywe bol- werken achter S. Marien ende buten de Wit- tevrouwen poert, ende van deselve 3 caertgens te maken, mitgaders noch een caerte van't bolwerc aende Wittevrouwen poert met de situatie vande heilighe cruys. Ammunitie, (nu bysondere rubryk). Item,
Will. Lambertsz , buscr. maker, 35 L. 19 sc., den 1. Oct., voor een tonneken fyn corn- cruyts, gedeylt onder die bui'gerye. — It., |
|||||||
251
|
|||||||
hebbende sinen dienst als rectoer voorsz., 6 L.
It., mr. Matb. Sasbout, de somme van 6 L., liem byden rade toegevoecht tot syn costen, gedaen tot een vocabulariumgallioo-latinum, by hem geconcipieert ende uytgegeven. Munt. Item , dese cameraer hem selven be-
taelt 30 L.. vvt sake den raet deser stadt tot een prouve hebben doen maken twe ysers, om daermede te munten sekere stadsdaelders, ende lieeft dese cameraer, in presentie van myne heren de scout, burgermeesters ende and ere, doen munten sekere dalers, ende daei'van te oncost gehadt, als hier nae volcht: Inden yersten , doen smelten 50 Hollantsche
daelders, waeraf gemaect ende gecomen syn 48 Utrechtsche dalers, ergo, verloren 2 da- lers , bedragende 3 L. 8 sc. Noch de muntgesellen in 't munten geschon-
ken an gelde 2 L. 4 sc., ende aen bier 12 sc. Ende alsoe nyet geraden gevonden worde,
met het munten vanden daeler voort te gaen, soe heeft deselve cameraer, by kennisse van mynheren, vande gemunte stucken verschon- ken vierthien dalers, yeder gerekent tot 1 L. 14 sc., fac. 24 L. 16 sc., ende beloopt 't voorsz. tesamen , blykende by belieftenisse in date den 13. July 1579, de voorsz. somme van 30 L.~— It., de gedeputeerden vande stadt, gevaceert hebbende in't ontvangen vande stuvers, te doen cloppen ende die weder te restitueren, betaelt 26 L. 13 sc. 6 p., by heml. vermist of verloren in 't ontfangen ende uytgeven vd. voorsz. stuvers, etc. — It., dese cameraer an handen vande voorsz. gedepp. 13 L. 4 sc. voor alsulke gebroken, quade ende blecke stuvers, als sy in 't verwisselen ontfangen had- den, ende nyet en dochten ende hem by desen cameraer vergoet syn.— It., dese ca- meraer, stelt alhier hem selven betaelt 39 L. 16 sc., wt sake hy op den 2. July 1579 , ten tyde de Holl. oirtgens by publicatie geseth vvorden de ses op een schelling, op syn con- toir gehadt heeft ende gebrocht syn vande exchyns mrs., den yersten cameraer ende an- dere, de vier oirtgens voor een schelling ge- rekent, ter somme van 119 L., daeraf het verlos, wesende den derden penning, de raet |
|||||||
belieft heeft, dat dese stadt draghen soude,
etc. — It., dese earner, hemselven 7 L 16 sc., vvt sake hy tyde deser rekeninge in der stadts munte, omme de yseren vande munte inne te leggen , gelevert heeft 26 canifas saecken , etc. It., Alert v. Hoboken, inde munte gemaect een huysgen voor de muntgesellen, die stuvers , halve stuvers ende oirtgens van stadswegen munten, raette sitplaetsen, daertoe behorende, boven gedect mit pannen. Henr. v. Noert. Item, Henr. van Noert,
deser stads architect, 50 L., voor een jaer pensie, hem als architect verschenen Lichtmisse 1579, soe hy den 10. Nov. Lxxvm. byden rade deser stadt tot een architect aengenomen es opde voenvaerde ende conditien, t'anderen tyden met syn vader gemaect. Caerte. Item, Jo. van Barck, geometer,
6 L., voor vacatie ende arbeyt, gedaen in't meten vande bolwerken, aende noortside vd. Wittevrouwen poert, ende sekere andere lan- den , mitsgaders voor twee caerten te maken van deselve bolwerken.— It., H. van Noert, architect, 12 L., lxxix. voor't afpalen vande nywe bolwerken, soe te lande als te water. Deve?iter verovert. Item, Peter Foeyt, 21
L. 5 sc, wt sake hy gereyst is nae Deventer, ende vervoordert heeft restitutie van't geschut, kuegels ende andere ammunitie , die v. Overysel opten 3. July lxxviii. geleent. — It., Henr. Spyker, in Nov. lxxviii. gelevert 120pecktob- ben, verbrant opde stadbruggen ende andersins inde triumphe vd.veroveringe v. Deventer, 18 L. Schenkelwyn: ,
Mart. 5. Hans Casimir, palsgr. opten Rhyn ,
etc., 1 toelast.
Apr. 3. Den gr. van Herdech, ritmr., 6 kan. ----- — Henr. van Brunswyck, 4 kan.
----- — Bar. van Coursbacn, 4 kan.
July 12. Den grave van Passauw, 18 <juaert.
Aug.] 15. Myn heren met den artillerymr. van Amsterdam, op de coop vande cloo-
ten , verdronken , 6 L.
—- — Heuvelmans, Dr. Basius, Pighius, raden van syn Exc. den Prince van
Oraengien, 6 kan.
Model van een sluyse. Item, Ja. Celynsz. 32*
|
|||||||
252
|
|||||||
de Nole, steeuhouwer, 50L., voor syn moeyte,
gedaen voer het maken van een model van steene, die doren ende brug van hout, met een bestek daerby, waerna men sou mogben maken een ny we sluyse , naer belieftenisse, de dato 3. Spt., lxxix. Minderbroeders kerk. Item, Corn. Geertsz,
hide kerk vande Minderbroeders gelevert een bancke, voor de gemeente op te sitten, 9 L. . 16sc. 6 p.; noch gemaect 6 banken, 3 bo- Yen den anderen, 15 L.; noch 2 bancken van 4 boven den anderen, 6 L. 10 sc. — It., Allert ende Gelis Hoboken, 29. Dec. Lxxviir. die Minrebroeders kerke met de uytlaten ge- efFent ende verleyt, ende, daer estricken ge- breck vvaren , gevult , mitsgaders die mure, staende in 't pant, duergaens afgebroken , die deele geeffent, de cruysraempten ende deur- raempten toegeleyt, ende noch an beyden si- den van het pant een miiyr opgemetselt tot boven aen de solder toe, voorts den inganc vergroot, de cellen, opte solder staende, deur- gaens afgebroken, 30 L. — It., Alert ende Gelis voornoemt, Apr. lxxix , de poorten ende inganc , responderende v. S. Jans kerkhof, tot inde sale vd. bontgenoten te gaen ende die dure inde sale, mitsgaders allanges de gange , een nye muur gemaect ende opgehaelt, 80 L. ■— It., Alert van Hoboken, de wieltrap te Min- nebroers , in 't pant staende, opgebrokcn ende weder gestelt, ende met steen becleet ende ge- metselt besiden den ingang vande kerk, ora also opte nye segelcamer te comen, etc., 75 L. Corn. Blommert. Item, Corn. Blonimert,
steenhouwer, twe piedestalen onder een schoor- steenmnntel gelevert inde earner vande gede- puteerden, 10 L. Onder/ioud der predikanlen. It., mr. Hub.
Duyfhuys, volg. accoort, 10 Oct. lxxviii. tot 10 Oct. lxxix, de gemeente gedient met goede sermoenen , leeriugen ende andersins , 300 L. It., Kic. Sopingius, predicant, aengenoinen
byden rade, om de gemeente vande Geref. religie te dienen, een jaer gagie, Victoris verschenen , 250 L. It., Wernerus Helmichius, mede aengeno-
men als predicant ende dienaer Yande Geref. |
|||||||
religie, voor een half jaer pensie ofte onder-
houts voer sinen dienst, verschenen Vict.LXXix. etc., 150 L. It., Erasmus Backer , mede aengenomen als
predicant ende dienaer in S. Jacobs kerke", de gemeente vande Geref. religie te dienen, voor een vierendeel jaers , pensie ofte onder- boudts voor sinen dienst, verschenen Jacob!, blyk. by ordon. vanden rade , vanden 26. July ende 2. Nov. lxxix, 62 L. 10 sc. Ammunitie. Item, Joost Joostensz., 14
Mart, lxxix. gelevert aen cloten, elx van 6 pont, 4614 pont cloten, waerjegens hem ge- lyke gewichte aen andere sware cloten gelevert is, etc. —■ It., Will. Lambertsz., buseruit- maker, 6000 pont buscruit, 't hond. pont 39 L. — It., Claes van Glabbeecke, vercoft ende doen beschieten 150 roers, elk roer be- schoten 2 L. 14 sc. — Ger. Tonisz., Dee. Lxxvni. gelevert 8 lepels tot de nywe halve slangen, 't stuk 1 L. 2 sc., 4 lepels totte valckenetten , 't stuc 14 sc. — It., Ger. Knoop, van moeite in 't soeken van een metalen stuc geschut, dat afgeschoten ende gestort was vd. huysinghe van Couwenhoven, ende te brengen in 't artilleriehuys , 12 L. — It., Hans van Groll, gelevert 21 lopen van roers, 'tstuc 12 sc, 21 stempers, 'tstuc 1 sc., yserwerc vande roers in malcander gemaect, 'tstuc 1 sc. 6 p. — It., H. van Groll ende Corn, van Aelst, etc., beschoten 125 lange roers : noch de roers uyt de schuyt op Sterckenborch ende van Sterckenborch tot Hans van Groll ge- brocht, 7 L. 16 sc. — It., mr. Tho. Both, 26 Jun. lxxix. begonnen 't leggen vd. laeyen ende voort deur te sagen der stads stuck, ge- naeml de Wolff mette bellen, daerover geva- ceert 4 daghen met 6 knechts, elx 8 sc. — It., Tho. Both, gelevert te vergieten, 3 cor- touwen, 2 halve coitouwen ende een halve slanghe, waertegens hy gegoten heeft ende in de wage gelevert, 17 July LXXVHI, twe halve slanghen ende twe valckenetten , 23 Dec. cod., twe halve slanghen ende twe valck., 2 Apr. Lxxix. twe halve slanghen. —■ It., Ger. van Pufliet, gelevert 350 ysere cloten tot slanghen ende halve slanghen, etc.— It., Balth, Bar- |
|||||||
253
|
|||||||
tholomeusz., gelevert 5 paer halve slangh-
raderen, 'tpaer 10 L. ; 4 halve slang-assen, 6 L.; 12 proppen, 18 sc., etc. —• It., se- kere arbeyders, genaemt: 't hoff' der lief den, betaelt 10 L., ende dat voer hoer loen by hem verdient in 't bearbeyden ende wegen van se- kere halve slanghen , veltstucken, de Wolff mcite- bellen ende andersins, 10 L. — It., mr. Tho. Both, canonier ende busgieter, wt sake hy 23. ende 24 Fbr. met hem zelf sessen gearbeyt heeft, ora de stucken, gecomen van Deventer op te helpen wynden ende bren- ghen voorde wnghe, mitsgaders enighe stucken vande bolwerken gehaelt, ende in 't artillerie- huys gebrocht. Noch hebben 3 knechts van mr. Thomas gearbeyt, elck 4 daghen , om sekere wapens wt te houden, etc., 10 L. 8 sc.— It., Jan Cornelisz., etc., in 't opwynden vd. 4 cortouwen , gecomen van Deventer. gearbeyt elk twe daghen , 's daechs 10 sc. — It., Jan Claesz. de Leuw , wt sake hy met syn peer- den ende gereetschap voorsz. cortouwen, hal- ve cortouwen ende cleynder stuckgens mit raderen ende andersins van verscheidene plaet- sen gebrocht in 't artilleriehuis ende anders- waer, etc. 39 T . 2sc. — It., Ger. Heinricksz., artilrie mr. van Amsterdam, op rekening van meerdre somme, hem vande stadt toecomende, ter cause van ysere clolen, 17 L. Artillerie-huys. It., Henr. Jansz. v. Co-
then , wt sake hy de kerke van S. Hierony- mus toegestelt ende gemaect heeft tot een bequame plaetse, om van wegen de generali- teit, ammunitie van cruyt, daerinne te mo- ghen leggen, te dien eynde de seven glasen , responderende op 't erfl vande domprocst ende de drie bogen inde kerk staende, toeleggende, breders vermog. 't bestek , daerop hy hetzelve aengenomen heeft, 70 L. — It., Alert van Hoboken, wt sake hy opgehaelt heeft een loedse besiden met pannen , ende van binnen met kantsteen gestraet, 125 L. — It., Dirk Hen- riksz., gelevert tot die loedse besiden het artillerie-huys, lang 85 voet, omtrent 22 voet wyt tusschen muvren, al het hout etc., 100^ L. Fortificalie deser stad. It., de oostside van
|
|||||||
't bolwerc after 't Bagine hof, volgende 't be-
stec, aengenomen voor 2190 L. Item, de westside voor 2700 L.
Item, de noortside van't bolwerk op 'tsin-*
gel voor 27<-0 L. Item , de suytside van dat bolwerc, 2590 L.
Item, te slechten de molenwerf, jegen die
heil. cruys gasth. over, voor 425 L. Item , die anderen molenwerfT aldaer, voor
330 L. Item, die eerste molenwerfF boven dat gast-
huis, voor 350 L. Item, dat ander molenwerfT boven het-
zelve, voor 350 L. Item, gemaect een dreef, beginnende van't
bolwerck van Vredenborch na den Schup- stoel toe, etc. 37 L. Item, de arbeiders aende wal bydeBylhou-
wers toorn, 229 L. 3 sc. Item , Jan Cornelisz. van Boyen , die brugge
van 't bolwerc achter S. Marie gestelt, 42 L. Item, Lauw. de Vries etc., de wal achter
S. Marion verbrocht ende geeffent de wal voorden toorn, ende 't bolwerk gevult, ende de wal aldaer duergaende viercant gemaect, 300 L. Item, Lauw. de Vries , de dam inden borg-
wal achter S. Marie op syn behoorlyke diepte uytgehaelt, 7 L. Item, Herm. ende Henr. Jansz. van Cothen,
gemaect de muur al langes de wal voorde Smee- toorn , ende voorde driften ofte ofgangen , aen beide siden vande wal, 309 L. 10 sc. 9 p. It., Henr. Jansz. v. Cothen, voer'tschoeyen
vande muyr tusschen Cost verloren ende den berm inden borchwal te diepen, 25 L. Item, mr. Lamb. Jansz., beide de bruggen
aen de nye bolwerken, te weten achter den Plompentoorn ende achter 't BagynhofF ge- maect , 116 L. Item, Lauw. de Vries, gegreven beide die
deurgangen vande bolwerken achter den Plom- pentoorn ende't BagynhofF, 30 L. Item , Corn. Jansz., de vleugelen vanden in-
ganck van 't bolwerk achter S. Marien , voorts opgehaelt tot boven gelyk de wal, mitsga- ders de muyre boven den inganc mede opge- |
|||||||
254
|
|||||||
haelt, soo hoech boven de wal, dat men daer
op sitten mach, 15 L. Item, Alert ende Gillis van Hoboken , de
twee vleugelen van bet bolwerc achter Lepe- lenborch, ende den enen vluegel van't bolwerc achter S. Marie, gestort synde, opgenomen ende op 't nye uyt de fondamenten weder op- gehaelt, 225 L. Item, Herm. ende Henr. Jansz. v. Cothen,
aengenomen 't slach inde borchwal, van't bolwerk achter S. Marie tot de nye wal achter 'tWystraet uit te greven ende de wal allangs deselve limiten binnen de stadt daermede te maken op syn behoorlyke hoochte ende breete ende gelyx deselve achter den Duytschen huyse gemaeckt is, de graft uyt te greven opde diepte als de Hoboken's werk, 2450 L. Item, Heyn Dirksz. ende Goert Jaasz., mo-
lenaeis, voor hoer molenwerff, die geslecht is, mitsg. het af breken van hoer molen ende deselve weder inde stadt te stellen achter Wit- tevrouwen convent, 425 L. Item, Ger. ende An to. Willemsz., voor hoer
molenwerff, dat geslecht is , voor 't af breken vande molens ende het stellen inde stadt op't bolwerk van Vreeborch by 't weeshuys, 400 L. Item, Ger. Jansz. ende Roelolf Tonisz.,
molenaers, voor hoer molenwerff, geslecht etc., ende te stellen inde stadt op't Peerdevelt', by S. Gatrine poort, 400 L. 1579. —
Contrefeytinghe der stadt. Item, mr. Will.
Silvius, toegevoecht tot behulp ende onder- stande van syn costen, gehadt ende noch te doen, om in druk uyt te geven, die be- schryvinge der ganser Nederlanden ende voort contrefeytselen der steden ende sonderlinge mede van deser stadt, 30 L. Orgel te minrebroers. It., mr. Piet. Jansz.,
orgelmaker, 8 L., ende dat voor syn moeyte ende arbeyt, gedaen aen 't orgel te minne- broeders, om hetselve heel te doen accorde- ren, soe daer gebreck inne was gecomen. — It., den 8. Sept. syn vergadert geweest beide de burgermeesters, etc., om te accorderen met |
mr. Pieter Wyborch, nopende het bedienen
van het organistschap te minderbroeders, ende doen verteert 9 L. 17 sc. — It., mr. Peter Wyborch, organist, betaelt 30 L., voor een half jaer pensie , omdat hy als organist gedient heeft te minnebroeders. — It., noch voor een half jaer pensie, verschenen July 80. Munt. Item, dese earner, stelt alhier 50 L,,
ende dat voor 't verlies gedurende synder ad- ministrate, gevallen op de nobelen ende an- deren goude ende silvere payementen, die tot verscheyden reysen afgeset geweest ende hy vande exchynsmrs. ende andere ten hoochsten prys heeft moeten ontfangen. — It., Henr. Joostensz., muntmeester, gelevert ses dub- belde Utrechtsche daalders, die doen slaen wa- ren op 2 L. 15 sc. 't stuc, die voorts verschon- cken syn an de familie van syne Exc.; noch 6 enkele daalders, 'tstuc I L. 14 sc, ver- schoncken als boven; noch een stuc den hof- meester van syn Excell., ende maken tsamen 47 L. 14 sc. Schaeckelen. Item, Corn. Ellertsz., gout-
smit, in Febr. Lxxx. gemaect acht schaeke- len van gout, mit der stads wapen daerop gesneden, die geschoncken syn de cocx ende andere offiicianten van syn princelyke Excell., ende woegen ts. 47 engels, 69 L. 2 sc. Geschut. Item, Jan Pyll, gereyst naer
Arnheim ende Venlo, omme aldaer te ver- vorderen de restitutie van 6 cortouwen , die van Gelderlant eertyts geleent. Dan heeft na lange sollicitatien, nyet anders verworven, dan besloten missive, wesende excuse, als dat het alsdoen nyet geraden en was, de cortou- wen van Venlo te doen comen, 27 L. Convoy en. Item, Pet. van Sypenes, raet,
6 L, 9 sc., wt sake hy den 22. Sept., van wegen die stadt gereyst is tot Amsterdam, om van de magistraet aldaer te verstaen hare meninge vande nywe convoyen, die sommige wilden practiseren. Schenkelwyn:
Oct. 21. Gr. Willem van Nassauw, 18 quaert. Nov. 6. Jacq. Taffin ende mr. Paul Buys, 12 q. Jan. 14. Gr. Jan van Nassauw, 18 quaert. Fbr. 8. Marq. van Havrez, 24 quaert. |
||||||
255
|
|||||||
Item , Herm. Modetus, pred., voor een half
jaer pensie, versch. Vict. 80, 150 L. Item, Wern. Helmichio ende Nic. Sopingio,
tot behoef van 2 studenten, by consent vd. magistraet deser stadt gesonden in die uni- versiteyt van Geneve, voer haer onderhoudt, 300 L. Item, Augustyn uyten Bogaert, voor een
jaer loons , versch. 11 Aug. 80, vandat hy als schoolmeester hide gereform. kerke Christi de gemeente gedient heeft, 40 L. Item, Aert Andriesz., voor een jaer loons
verschenen Victory 80, als coster der geref. kerke, 40 L. Ammunitie. Item, Will. Lambertsz., bus-
cruytmaecker, vercoft in "t artillery-huys 6000 pont buscr. — It., Ger. Henricksz. de Voss, artilleriemr. t'Amst., 16,791 pont van cloten , tot halve slangen ende valckenetten. — It., Pet. Foeyt ende Pet. Vosch, toesienders vd. artillerie, voor arbeit, toen men 't geschut uit de rondeelen haelde ende in 't artillerie-huys brocht, 502 L.— It., Balth. Bartholomeusz., raeymaker , 9 paer raderen tot bassen, 't paer 5 L. 10 sc.; een asch aende Wolf metle bel-
len, 2 L.; een asch aende metalen bas, 15 sc ; vermaect 3 voorstellen met de disselbomen. 6 L. —■ It., Will. Lambertsz., tot behoeff
vande 8 burg, vendelen, Dec. 3, '^00 pont, Jan. 4, 200 pont, Jan. 5, vermits syn Exc hier binnen quam, dubbelde portie, 400 p. Noch tot bet geschut, dat afgeschoten worcle, 54 pont; Fbr. 16, de fourier van syn Exc. 25 pont en 25 pont lonten; noch, in'tver- trecken, dien selven fourier 50 p. cruyt ende 50 p. lont.; Apr. 5 ende 5 Mey, de burg. 400 pont, etc. 1580. —
Aert van Eyck. Item, mr. Aert v. Eyck,
tot een recompens van syn moeyten ende tot het vervallen vande kosten van een Gram- malica in 't Griecx, by hem gemaect ende deser stadt toegescreven, in't druck te doen brengen, 30 L. Christo. Planlyn. Item, Christophorus
Plantyn, architypographus regius, tot een |
|||||||
Fbr. 9. Myn Gen. heer den pr. v. Oraengien,
een voeder deelwyns.
May 23. Syn myne heren, de burgermeesters ende enighe vanden gerechte verga- dert met sekere cooplieden, die de stadt gelt leenden tottet ontset van Maestricht, verteert 10 L. 16 sc. Juny 6. Syn de substituyt-schout, anderde burgermr, etc., met heuren secretair geweest te reguliers, om informatie te nemen op sekere woorden, by enen raetsheer gebruykt tot cleyn- achticheyt vd. magistraet, ende doen verteert 9 JL. 12 sc. Aug. 31. Claes Voecht, schep. tot Antvv. ende mr. Claes Bruynincx, raet ende se- cret, van syn Ex cell. , 12 quaert. ----- — Jo. Strick, weert inden Hulck, 56 L.
12 sc., vvt sake van costen ende wyn,
als by nryn heer den ambass. van
Engelant met syn geselscliap den 3.
en 5. Spt. txxx. verteert ende ver-
droncken syn.
Doelen. Item, Will. Cornelisz., 15 L. 18 sc,
wt sake by geweest is tot Dortrecht, om sekere
maten vd. Doelen ende voorts met sekere arbey-
ders te prekers begost een Doelen aen te leggen.
Onderhoudt der predicanten, etc.:
Item, mr. Hub. Duyf huys, predicant, voor
gngie van een vierendeel jaers, uitgaende 10
.Tan. 80, 62 L.— It., mr. H. Duyf huys,
noch vandat hy een jaer lang, uitgaende 10
Jan. 81, de gemeente deser stadt gedientheeft
met goede sermoenen , leeringen ende ander-
sins, 300 L.
Item, Erasmus Backer, een jaer gagie, ver-
schenen 20 July 80, 250 L. Item , noch tot supplement van een vie-
rendeel jaers, versch. 20 July, soehemjaer- iicx mede 300 L. toegeleyt worden, 12 L. lOsc. Item, Wern. Helmichius, pred., een jaer pensie, verschenen Victoria 80, 300 L. Item, Nic. Sopingius, voor syn dienst als
pred., een jaer pensie, uitgaende Vict. 80, waervoor hem betaelt syn tot syn onderhout 't eerste vierendeel jaers 62 L. 10 sc., ende d'andere 3 vierehd. jaers 75 L., 287 L. 10 sc. |
|||||||
266
|
|||||||
vereeringhe ende subventiej vande costen, die
hy doende is tot een hoec, geintitulecrt: De- scription du Pays-Bas par Guychardyn Florenlyn, in dewelke dese stadt Utrecht mede in een chaerte gedelinieert ende de ge- legenheyt vandien gedescribeert is, 30 L. Jo. le Petit. Item , Johan le Petit, latyn
francoysche schoolmeest., tot vordernisse ende verlichtinghe vande costen te doen, oin een colloquium in driederhande spraken gemaect, in druck te doen brengen, tot behulp vd. jonge juecht, 18 L. Schaeckel. Item, Claes Petersz., goutsmit,
gemaect ende gedreven een silvere schakel mit die stads wapen, die gescboncken is den bode vande hoplieden deser stadt, ende woech 7 !oet 2 engels, 't loet 23 sc., 't fatsoen 3 L. Adr. Anlonisz., fortificatiemeester. Item,
Piet. van Sypenes van verteerde costen ende wynen, ten synen huyse, by mr. Adr. An- tonisz. van Alcmaer, fortificatiemr. van Hol- lant, ende syn huysvrouw, inde maent van Apr. ende May, 81, met myn heren vande magistraet, die hem quamen versoucken , ende met hem besoigneerden opte fortificatien deser stadt, 51 L. 10sc. — It., mr. Adr. Antonisz. van Alcmaer, fortmr. ende ingenieur vande staten 'slants van Utrecht, toegevoecht voor syn diensten, besoigne ende vacatien, desen jaer inde stads saken gedaen, 50 L. Stecnwyo. Item, verscheide bakkers, na-
dien de stadt Steenwyc ontset ende de vyant daeraf geweken was, gelevert 7000 broden, die onder de armen vande stadt gedeylt syn, 'tbroot 6 pen.— It., Henr. de Veer, gelev. 52 pecktonnen, 'tstue 5 sc.; noch 8 gecloofde pecktonnen,'t st. 6 sc, ende deselve te ver- gaderen in't vyeren v. bet ontset v. Steenwyc. Deventer. Item, Jan van Ravestyn , gelev.
2'i spiesysers, aen de magistraet van Deventer gesonden, 't stuc 4 sc. 6 p. — It., Jan Claesz. Yserman, gelevert tot behoef van die v. De- venter, 26 ysers tot lange spiesen, 'tstuc6sc Schenkelwyn:
Jun. 22. Dor. Lipsio ende Plantyn, gesworen drukker vande stat. gen., 12 quaert. —- — Die kinderen van Egmont, 24 q. |
|||||||
Stadswerck. Item, Henr. Adriaensz., van
5 sarcken wt de Minrebroers kerk gehaelt, naer de stadsplaetse, daer die put staet, 20 L.— It., Ton. Geritsz. Raepop, de steen, geco- men van 12 pylaren te Minnebroers, ge- brocht, uts., 15 L. — It., Corn. Jansz. , 12 pylaers te Minrebroers afgebroken ende schoongemaect, 40 L. — It., Al. v. Hoboken, voor huyr ende materialen te Minrebroers aende staten earners, 12 L.— It., Jan Cor - nelisz. voor't maken vande* straet vande nye Minrebroederstraet totter hoplieden kamer, 10 L. 10 sc. — It., Gillis van Hoboken, ge- levert in 't opbreken ende vermaken vd. gang vd. Gansemerct onder na 't water of de craen toe, 51 L. I sc. 6 p. — It., A. ende G. v. Ho- boken . volg. 't bestek, ofgebroken ende weder gemaect de brugge voor deser stadts nye graft voor S. Quentyns gasthuys, 275 L. — It., deselve , gemaect in 't hof van Gochgen gods- cameren 2 huysingheu , voor de sakkedragheis ende vulsters inne te sitten , 190 L. — It., G. van Hoboken, een dreef ende muyr aende wal vande onderschouts hoff tot Jan Doenen toirn toe, 150 L. — It., Al. van Hoboken, de sacristie vande Reguliers tot een earner voor de sackedragers etc., 10 L. — It., A. van Hoboken, gemaect seker partyen van hoop- werckgens in het prekers convent, tot accom- modate van Gu. du Jardin, 70 L. —■ It., deselve, gemaect die muyr inde Minderbroe- derstraet, lang 7 roeden, 12 voet hooch bo- ven de straet, onder anderhalf, boven een steen dik, ende alle 10 voet een piler, 31 L. — It., Jan Cornelisz., volg. aenbestedinghe van 8 Apr. 81, gemaect ende gestraet een nye straet vande Gansmerct, streckende tot aen Kyntjeshaven, tot 12 voet breet ende dat v. keselsteen , 93 L. — It, Wout. Meertensz., volg. aenbestadinghe van 21 Aug. 81, dicht gemaect den ouden reventer met hetsiekhuys te prekers, 36 L. — It., Anto. Geritsz., ge- levert ande muyr, die nye gemaect is, inde Minrebroerstraet, inde plaets vd. oude muyr, 10 L. Onderhoudl der predicanten, etc. --
Item, Wern. Helmichius, voor 1 jaer pensie, |
|||||||
257
|
|||||||
300 L. — It., voor | jaer huyshuur, soe ieder
pred. 'sjaers 50 L. toegeleyt syn, 25 L. It., Nic. Sopingius , een jaer pensie, 300 L.
It., Herm. Modetus, 1 jaer pensie, 300 L. —
It., een half jaer huish., 25 L. It., mr. Hub. Duyfhuys, pred., \ jaer
pensie, 150 L. It., Herm. Elconius, pred., \ jaer pensie,
in mr. Huberts voorsz. plaets, soo die in Gode gerust was , 150 L. — It., een half jaer huish., 25 L. It., Erasmus Backer, 1 jaer pensie, 300 L. —
It., een half jaer huish., 25 I'. It., Wern. Helmichius, tot behoef van 2
studenten, uts. , 300 L. It., mr. Pet. Wyborch, organist, ^ jaer
pensie, verschenen Oct. 80, 30 L. — It., Peter voorsz., een jaer pensie, verschenen Oct. 81, 60 L. It., Aug. wten Bogaert, uts., 40 L. It.,
Aert Andriesz., uts., 40 L. It., Elb. Hansz. Hoist, dootgrever te Min-
rebroers, een jaer loons, 18 L. Ammunilie. Item, Jan Vinck , smit, be-
slagen 4 halve slang-raderen met 4 valckenet- raderen ende 8 aeffeyten, ts. 952 pont ysers, 'tponl 3 sc. — It., beslagen 2 valckenet- laeyen met 2 ysere schinckels , weg. 278 pont 5 noch daertoe 12 kettentgens met haer speyen. - It., Corn. Ariaensz., gearbeyt 12 daghen in't artill. buys , om de ysere cloten uyt de biecht- huysen te Minrebroers te werpen, soe die ver- maect worden etc., ende oock de heele ende halve cortouw-ysers met alle de lonten , elcx op syn plaets te brengen, 9 L. — It., Will. Lambertsz., buscr. maker, Jul. 3. 81, voor de 8 vend. 200 pont cruyts. — It., Barth. Bartholomeusz., 2 paer raden aende metalen stuckgens, gecomen van't buys te Suylen , 2 voorstellen tot dat groff geschut, 2 velligcn in een cortouw. Geschut. Item, Corn. Adriaensz., busmr.
ende bewaerder, 45 L., vvt sake hy den raet te kennen gegeven heeft gehadt sine sware lasten, alse van te moeten onderliouden alle het groff' geschut, soe cortouwen , half cor- touwen, slanghen, halve slanghen , valcke- iri.
|
|||||||
netten, bassen ende earners, daertoe dienende,
als 200 dubbelde haecken met laeyen ende 3 svvamsloten , 200 haken met ysere steerten , noch 143 hantroers, ende voorts tot alle ge- reetschap, daertoe dienende, toe te sien, dattet nyet en bederve, etc. 1581. —
Wtgheven tot het nye toorntgen, uyr~
ende slagwerck op 't stadhtds: Item, Ger. Claesz. van Overmeer, voor 3
crommers, een makelaer ende 80 delen tot het toorntgen, 38 L. 10 sc. It., deselve, 14 stuk houts daertoe, 210 L.
It., Jan Vinck, voor anckers, ronde ysere
roeden , mitsg. het yser, daer de weerhaen op staet, 351 L. 3 sc. 9 p. It., Jan Cornelisz. van Boyen, volg. seker
bestek, gemaect al het houtwerk, tot het voorn. toorntgen, ende hetselve voorts na behoren. gestelt op't stadhuys, 414 L. It., Corn. Willemsz. van Hamelenberch,
met loot becleet het toorntgen op 't stadthuys nye gemaect ende verscheyden cieraeden van modern ende compartement daeraen gewrocht, 325 L. It., Ger. Tonisz., coperslager , gelevert an
coper totte 4 wysers met de hant; voirts tot den weerhaen ende den pynappel van 't voorn. toorntgen met het maken, 101 L. 6 sc. It., mr. Peter Jansz., orgelmaker, voor't ver-
gieten van 8014 pond loots, van dickloot tot deckloot, tot het toorntgen bequaetn, 160 L. It., Corn. Willemsz., van 63| pont schot-
teltiti, tot soudeersel aen voorsz. toorntgen , 15 L. 17 sc. 6 p. • It., mr. Peter Jansz., orgelmaker, van't
maken van 't raempt met syn clauwieren ende alle syn toebehoren tot het beyerwerck op "t stadthuys, by belieftenisse, 14 L. It., mr. Herm. Rycksz., prior v. Marienhoft'
tot Amersfoort, van een clock, die 't convent toebehoort heeft ende mede gehanghen is in den toorn op't stadthuys, om'l accoords wille 20 L. 10 sc. It., Ger. Splinter, scilder, rande 4 wisers,
00
|
|||||||
258
|
|||||||
dyn vande munte t'Utrecht, voor den dienst
als weerdyn gedaen, in't vermunten vande nye Utrechtse stuvers, mitsg. voor't uitschie- ten vande stuvers , die nyet behoerl. gedit en waren, 24 L.— It., Ja. Foeck, assayeur vd. munte.— It., Claes Pietersz., ysersnyder vd. munte, voor de ysers te snyden, die men behoefde tottet voorsz. vermunten, 24 L. Aerl v. Eyck. Item, mr. Aert van Eyck ,
30 L., tot een recompens vande exemplaren van Grammaticam Graecam, by hem uit- gegeven. Horologiemaker v. Del/i. Item, Jo.Strick,
v. an alsulke teeringhe, te sinen huse gedaen by mr. Jan Dircksz., van Delft, horologie- maker , alhier ontboden synde met syn gesel- schap , den 18.-23. Jan. incluys, 19 L. 14 sc. HFeyt aenden Prince gedaen. Item, Ger.
Obyn , voor 't overdragen van sekeren brief, hem medegegeven byden burgermr. van Ant- werpen aenden burgermr. deser stadt, ende was toucbercnde 't feyt gedaen aenden persoon van syn Excell., by ordon. 18 Apr., 3 L. Boodenbroolvoorgoede tydi?ige. Item, Fra.
Geritsz., bode vande lantraet, 3 gl., als boo- denbrood van 't innemen van Aelst. — It., Ger. Jansz., 2 L., vande sekere tydinghe, dat de vyant met al syn macht de stede van Lochem verlaten hadde. — It., Ger. Obyn , 3 L., vandat hy de waerachtighe tydinghe brochte, dat Bronchorst aende staten syde weder gecomen was. Sohenkelwyn. Juny 16. Den ambassadeur
vanden Co. van Navarre ende syn familie v. syn Exc. neffens hem wesende, ende hoer dienres, 149 L. 13 sc. Diefstal. Item, Wouter Meertensz., etc.,
arbeytsloon, aende gueten te Prekers, daerby een, daer het loot afgestolen was, ende dit boven 10 L, 5 sc., gecomen vande clederen vanden dief, die byde justicie vercoft syn, etc. Glassohryvers: Claes Pietersz., Claes Flo-
risz.— Item, Dire v. Malborch, glasschryver, voor 6 glasen met deser stadts wapen in 't weeshuys aende Reguliersbrug, 16 L. Onderhoud vande predieanten, etc.:
It., Nic. Sopingius, pred., een jasr pensie,
|
|||||||
om 't toorntgen staende , te stofferen met guide
letteren, met gout ende alle syn toebehoren, mitsgaders de weerhane met de lelien ende yserwerk, met den pynappel; noch 16 blom- men , met 4 andere wisers ende noch 4 han- den te stofferen ende vergulden nae behoren ende diergelyke werken, 115 L, 1 sc. It., Jan Hagen , voor alsulck coperdraet,
buychtangens ende kettentgens , als hy tot het speelwerk ende beyerwerk in 't toorntgen ge- levert heeft, 17 L. 10 sc. It., JanVinck ende Corn, Adriaensz. Slot,
volg. de conditien , gemaect 25 July 82, ge- stelt ende schoongemaect bet uyrwerk vd. Carthusers, ende't selve gebroclit ende gestelt inden nyen toorne op't stadhuys ende aldaer gangbaer gemaect soe het gaende werk, slach- werk als spuelwerk , sonder hetselve werck, overmits de veranderinge vande clocken , te fortseren , lemmen ofte crencken. Voovls ge- levert de raderen met hore toebehoeren , tot die vier wisers. Noch alle de hamers tot 14 speelklocken ende eenen slachclock met de cle- pels, ysere ketten vande slachclock, 't yser- werk aende schyven , ende daer de schyven an hangen ende hoer toebehoren, ende voorts alles, nyet wtgesondert, dat tot het voorn. uyrwerk, slachwerk ende spuelwerk van node eyst, soe vuel het yserwerk aengaet, 160 L. Somma van't toorntgen op't stadhuys, 1886 L. 4 sc. 3 p. Item , Claes Florisz., voor 't maken van een
bestek vd. toorn , die op't stadhuys gemaect is. — It., noch een bestek vande nye straet, die daer gemaect sal vvorden inde plaetse van het choor vande Buyrkerk, 9 L. Instrumenlen. Item, Anto. Wyborch, stads
tromper van sekere instrumenten van saccpie-* bouten , cornetten ende acht boucken musycks by hem gecoft, 95 L. 2 sc. Predikev. aende Vaert. Item, Aryaen Gou-
wen, scipper, tot 19 reysen den predicant met andere burgers, die hem vergeselschap- ten, gevuert van hier ande Vaert, om aldaer te prediken, ende dan wederomme naer huys gevuert, 13 L. 8 sc. Munt. Item, Will, van Drieienborch, weer-
|
|||||||
259
|
|||||||
te weten voor het eerste vierendeeljaers 75 L.,
ende vande andere vierendeelen, soe hoer on- derhout byden raet verbetert is, telkens 100 L., ts. 375 L. It., Wern. Helmichius, een jaer pensie,
375 L. — It., tot behoef van twe studen- ten , uts. 300 L. It., Herm. Elconius, een jaer pensie, 375 L.
It., Soping., Helmich. ende Eicon., elk een jaer huyshuyr, 150 L. It., Erasm. Backer, een jaer pensie, 375 L.—
It., huyshuyr, 25 L. It., Herm. Modet, een jaer pensie, 300 L. —
It., huyshujr, 50 L. It., Sim.Hebelinius, pens, ende huysh. 350h.
It., Tako Sybrandi, pred. inde plaets van Erasm. Backer aengenomen, een vierendeel- jaers pensie , van 400 L. 's jaers, ende een vierendeeljaers huyshuyr , 112 L. 10 sc. It., P. Wyborch, org., 60 L., A. wten
Bogaert, schoolmr., 40 L. It., Aert Andriesz., coster, 40 L. Somma vande onderh. der pred., etc.,
2777 L. 10 sc. St. Claes kerk. Item, Roeloff Jansz. van Royen , etc., gemeen geburen vande parochie van S. Niclaes kerke, betaelt in minderinge van sekere 600 pont, hem toegeseyt tot de tymeringe v. hoerder kerktoorn ende d'aen- cleven vandien , waertoe de raet doen vercopen heeft, sekere huysinghe, genaempt Hmolen- htiys, vanden prior van S. Nicolaes, waerof dese 300 L. gecomen syn ende 't surplus ge- laten tot een lyfpensie voor den voorsz. prior etc., by ordon. 5 Maert 82. Ammunilie. Item , Jan Vinck, 4 raden van
voorstellen beslagen , 15 L. 4 sc. 6 d. — It., Claes Florisz., 795 pont loets gelevert, daer loot tot haecken ende roers of gegoten is, 77 L. 15 sc. — It., Will. Lambertsz. de 8 hopluyden gelev. 200 pont buscr. — It., Math. Ariaensz., voor een wynt, daer men 't geschut raede opwynden mach , in 't artilleriehuys , 12 L. — It., Corn. Ariaensz., stads buschut, in't artill. huys schoongemaect, gesmeert, ge- reynicht ende uyt den roest gehouden alle de cortouwen ende slangen , soo heel als half. |
|||||||
met de valckenetten, bassen ende de earners
daertoe dienende, ende noch 200 dubbeldc; haecken, met laeyen ende swamroers, 200 haecken met slerten ende 143 hantroers , ende voorts toegesien, dat alle het gereetschap niet bedorven en is, 60 L. — It., Corn. Slot, 204 schanscorven , soe uyt de schuyten als vd. wagens gehaelt ende inde Prekers- ende Re- gulierskercken gehrocht, 20 L. 8 sc. 1582. —
Clocken. It., ontvangen van Jo. Capot,
coopman t'Amst., voor 27 clocken, gecomen vande dorpen van 't platte lant, ts. van ge- wichte 29,678 pont, daervan afgetoghen 't yser, daer aen wesende ende ander cracquelen 278 p., blyft 29,400 p. etc., 3013 L. 10 sc. — It., Dire van Haeften, subst. maerschalc van Ab- coude, voor moeyten in't halen ende binnen Utrecht te brengen, sekere clocken vande dorpen onder't voorsz. maerschalc-ambt be- grepen , 242 L. 10 sc. —■ It., Jan Cornelisz.', voor 't halen vande clocken, soe in 't over- als nederquartier, 81 L. 8 sc. Dedicatie. Item, mr. Jan Gradanus van
Vollenbo, voor seker boecksken, deser stadl gedediceert, 6 L. Nouvelles. It., Herm. Acrynsz. vd. Ghoey,
voor de dienste by hem inden voorsz jare ge- daen met alle nywe tydingen ende geschiede nissen, die te hove waren, over te schriven, daerin gerekent de afdrukselen ende printin- gen by hem tot Planlyn gelicht ende de ma- gistral overgesonden , ende andere penningeu by hem verscoten, 31 L. Heda gecopieert. Item, Nicolaes Geritsz.,
voor't copieren ende scryven van een cro- nicque van 't bisdom van Utrecht, gemaeel by een toegenaemt Heda, groot omtrent 250 bladen , 12 L. Geldorpitis. Item, Jo. Splinter, 13 Spt. 83,
een nye mantel van Engels swart deser stadt gelevert, die geschonken is doctor Geldorpius, het laken met het voeyer van dicn, het sche- ren , met het fiuweel totte schoefF, canifas ende side, ts. 33 L. 19 sc. 33*
|
|||||||
260
|
|||||||
voor sekere erff vanden hoff vande Carme^
litcn, 90 L. — It., VVermb. Henricksz. van een erff vande Minrebroers, besiden het artill. buys , 50 L. —■ It., Nic. Gardanoir van 2 getouwen der stad toecomende, 6 L.— It., Claes Florisz., van materialien v. S. Meerlens capelle inden Weerde, 239 L., van materia- lien van Oulwyc, 1610 L.— It., van mat. van BtHgiltenkerk ende S. Anto. capelle, memorie. Henr. v. Noert. Item , voor een jaer pensie,
versch. 84, 50 L. It., Ameltge, mr. Henr. van Noert wed., van een half jaer pensie, 12 L. 10 sc., verschenen Aug. 1584, van 25 L. "sjaers; haer byden rade toegeleyt tot wederseggen , tot behoef van een van hare so- nen, voer de dienst vd. architecture, die Jan van Barck voor hem waerneempt by provisie, 12 L. 10 sc. Subsidieti ende recognitien. It., Lamb.
Simonsz., pater vd. Celliten binnen Utrecht, voor 4 Waelsche familien , een jaer huysves- linghe gedaen, 30 L. — It., Joannes Polido- rus, Deldensis, in recognilie van sekere Car-* mina , die hy de magistraet gedediceert heeft, 1 L. 10 sc. — It., Herm. Edler, in recom- pense van een Calendarium perpeiuum, met onderwysinghe van dien , 3 L. —■ It., Chrisii. de la Queullerie , geb. van Zelle , eerst dienaer des Woords ende nu leser ende school- meester inde Waelsche geref. gemeente, tot vervallinge van syn huishuyr ende nootdruft, 12 L. Caerte. Item, Claes Florisz., voor't ma-
ken van een beslek ende caerte van't Peer- develt ende de grond van dyen met de huy- sen ende steghen , daerop responderende , 7 L. Maellyt. Item, 4 Dec. 1584, hebben die
regierders deser stadt doen bereyden een eer- lyke maeltyt, daerop genoeyt syn ende geco- nien syn geweest: mynh. die gr. van Meurs, stadh. van Gelderlaul; de grave van Solms; de hr. van Villeers, stadh.'slants v. Utrecht; eenighe vande heren l'aden van state, vanden landrade , andere edelluyden. Behalve de wyn , 87 L. 16 sc. 13 p. |
|||||||
Henrik v. Noert, stads architect, geslo?-ven.
Item, Ameltge , weduwe van wylen mr. Henr. van Noort, architect deser stadt, vandat hy inden somer 1583 gevaceert heeft, etc., 80 L. Preeksloel te Reguliers. Item, Ja. Jansz., te Reguliers gemaect een hemel voer een preek- stoel, met een latryntge, 28 L. Geschui ende Ammunitie. J tern , Tho. Ge-
ritsz., van 2 halve cortouwen op't singel te brengen, daer se beschoten worden, om daer na iude wage ende van daer in 't artilerie- huys. — It., Ja. van Bemmel, bewaerder van?t geschut inden weerde, etc. Forlificatie. Item, Jan Vinck, gelevertaende
dryebomen , palen ende haspelen , gestelt om de stegen, s;raten ende wallen vande stadt te besluyten, 325 L. 7 sc.—■ It., JanWil- lemsz., vande kettenlgens, in Schoutesteghe, in Kyntgeshaven , in Vinckenborgersteghe , ende in Pottestraet, 54 L. 2 sc. — It., Jan Willemsz., inde Smeesteghe 2 kettens, 40 L. 6 sc. — It., Adr. Lauwerens, de kettens achter Twystraet, in't Twystraet by 'tHaesgen, noch die dicke kettens,, 97 L. 8 sc. — It., Piet. Ravesteyn , ses kettens opte Neude byde Guide poor I, by Hosendael, by Sc/ionevells, by S. Geerlr. kerkhqf, by de Volderbrug voor 't Twystraet, 86 L. JO sc. — It., Gerbr. de Vries, drie kettens , een byden Duytschenhuys, een by Clarenborch , een achter Jan de scher- meyster. 77 L. 18 sc. Underhoud vande predicanlen, etc.:
It., W. Helmichius, N. Sopingins, Herm.
Moded, Sim. Hebelinius, Herm. Elconius,Tako
Sibrandi, elk voor pensie ende huysh. 450 L.
It., W. Helmichius, voor 2 studenten , uts.,
300 L. 3 sc. 3 p.
It., Pet. Wyborch , 60 L. A. wten Bogaert,
40 L. Aert Andriesz., 40 L. It., Pet. van Berck, dienaer des godel.
Woords opte Vaert, tot cost, by hem gedaen in 't opbreken ende herwaerls comen met syn familie ende huysraet, 25 L. 1583. —
Erven verkoft, enz. Item, Claes Willemsz.,
|
|||||||
261
|
|||||||
Onder/ioudt der predicanten, etc.:
It., Herm. Elconius, W. Helmich., Nic.
Soping., Tako Sibrandi, een jaerpensie, elk 450 L. It., Herman Moded, 350 L. (J).
It., Sim. Hebelinius i jaer pensie ende huur
225 L. — It., tot subsidie van syn reyse, soo hy met oorlove vande magistraet ende ad- vise van syn medebroeders van hier geschei- den is, 25 L, It., Nic. Soping., tract, van een predicant
van Schoonhoven, die drie weken lang te sinen huyse geweest ende de predicanten al- hier geholpen heeft, 21 L. It., Pet. Staurinus , pred. vande geref. re-
ligie , een maent onderhouts , 28 L. It., Pet. Jansen , dienaer des godel. Woords
tot Delft, voor 5 weken onderboudts, omdat by de predicanten geholpen heeft, 35 I.. It., Pet. Berckius, predicant opte Vaert,
\ jaer pensie , 60 L. It., Pet. Wyborch , 60 L., A. Wten Bo-
gaert, 40 L., Aert Andriesz., 40 L., uts. It., Maillart Cuper , van 2 studenten te
Geneve , etc., 200 L. Geschut. Item, Barthol. Pietersz., met syn
schuyte gevuert van Utrecht op Arnhem, 2 halve cortouwen met haer raderen ende laden , met noch 200 kogelen ende anders , om voorts in 't leger voor Zutphen gebrocht, 25 L. — It., Fra. Both verschoten an Henr. van Schu- lenborch , monsterscriver, voor 't logysgelt ende stalhuur vd. ruters, genaemd de blcmwe vaen , binnen deser stadt in garuisoen gelegen heb- bende, 464 L. 6 sc. 1 p. 1584. —
Clock van S. Marie. Item , mr. Fra. Both,
clocgieter, gelevert drie clockpannen tot de clock van S. Marie, weg. 49 pont, 'tp. 6se. Slads bibliothcek. Item, Ger. v. Betnunt,
Flor. van Weede ende Jac. de Pottere, als gecommitteert totte directie van een gemeen bibliothecque, betaelt 100 L., heml, byden raet toegevoecht, tot opcopinge van sekere quantiteyt van boecken, soe in Hebreuwsch, |
|||||||
Chaldeusch , Syrisch als Griecx, Latyn ende
Duytsch , dienende tot vercieringe van deselve bibliothecque , etc. Caerte. Item, Claes Florisz., gemaect twee
verscheiden caerten , d'een vande stadt Wyck, met bet buys Duyrsteden an JanvanBarck, ende d'andere van dese stadt, met de forti- ficatien in 't cleyn gedaen an den burgermr. Drunen, om de heren staten van Hollant te vertoonen , 8 L. Beeltsnyder. Item, Gysb. Gysbertsz,, voor
een schorsteenmantel inde secretarie ende een groote schorsteenmante] met een dubbelde fries, met een frontespies, cortoesen ende andere toebehoren, 31 L. Croning vd. Majt.v. Engelant. It., Anto.
Geritsz. Baepop, den Rode Ront nit het ar- tilleryhuys tot de stads smit, ende van daer aen S. Servaes te brengen, als van de came- ren, daer men mede schoot, als men de memorie hielt vande croniug vande Majt. van Engelant, opde wall, ende daerna weder in't artillery buys te brengen , 5 L. Ammunilie. Item , Will, van Aelten , twe
daghen gearbeyt, oin af te sagen een hooft van een copere stuk, met 5 knechten van mr. Tho. — It., Corn. Slot Tieleman, ge- arbeyt in't brengen van 't geschut, ende om scherp , lepels, aensetters, wissers ende diergel. vande wal in't artill. buys te brengen, 14 L. — It., Jan Jansz. Vinck, verdient om bet yser- werk vande oude vetdorven raderen af teslaen ende die weder aen andere raderen te bren- gen : een halve cortouwe in een lade te leg- gen , een nywe asch aen een halve slang ende aenden Roden Ront te maken, de Roden Ront te bescbieten ende op S. Servaes heck te wyn- den , 25 L. 5 sc. — It., Will. Willemsz., bus- cutmr., vande arlillerymrs. deser stadt ont- fangen 1428 pont meelcruyts, dat lange inden tooin gelegen hadde, 'tselve vermaect tot corn- cruyt oprecht goet, ende 't selve tot gelyke gewicht weder gelevert ande artilleryinrs., daervoor sy bedongen hadden , van't hondert 82, ende alsoe daer bevonden worde 50 p. swaicte, dat nyet anders was dan water, daer hy goet cruyt inde plaets voor gelevert heeft, |
|||||||
262
|
|||||||
126 I-. 5 sc. —■ It., Jan cornelisz., van 8
houten platen vande Vaert te haleu , om laden af te maken tot groff geschut ende voorts in't artilleryhuys te brengen , 5 L. 18 sc.— It., Will. Lambertsz., doe men victorie toonde van Antwerpen, 40 pont cruyts. Onderhoudl vande predicanten, etc.:
It., Nic. Soping., W. Helmich., Herm. El-
conius, Taco Sibrandi, etc., 450 L. It., H. Moded , een half jaer, 175 L. —
It., tot een afscheyt ende vereringe, 150 L. •— It., een half jaer pensie ende huysh., 275 L. It., Jo. Wtenbogaert, pred., van f jaers ,
verschenen 31 Aug. 1585, 225 L. It., Coin. Martini, pred., ^ jaer pensie,
verschenen Vict. 85, 150 L. It., Pet. Barckius, pred. opte Vaert, een
jaer pensie, 80 L. It., Pet. Wyborch, A. Wtenbogaert, Aert
Andriesz., uts. Adelborsten. Item , Jan van Gelder, weert
m't bonte peert, van costen , als de leute- nants, vendrichs ende andere adelborsten van capt. Egmont, den 7. en 8. Maert verteert hadden, 12 L. 10 sc. 1585. —
Clocken. Item, Ger. Schoorer, coopman
van Middelborch, van 17 clocken hem gele- vert, wegende 16,604 pont, 't bond, voor 16 L. Noch voor de klepels, die daerin waren, 8 L. 12 sc., fac. 2665 L. 4 sc. — It., Ja. Petersz., coopman van Amst., van drye grote clocken, wegende 13,722 pont, 't hond. 17 L., voor de clepels 41 L. 8 sc., ts. 2374 L. 2 sc. 3 p. — It., Corn. Aelb. vanCothen , om wt den tooren vande kerke van S. Peters, S. Pauwels ende Oudemunster te lichten , ende ter plaetse hem aengewesen, te brengen alle de klocken , die aldaer waren, 212 L. 't Choor vande Buurkerk. It., D. vd. Meer,
voor 1097 pont coperwerks, gecomen van't hoochchoor te Buurkerk, 'thond. tot 11 L. Noch al ?t houtvverk op 't choor, ts. 183 L. 8 sc. 3 p. Leicester. Item. Corn. Blommert c. socits,
|
|||||||
voor 't maken ende stellen vande stucken.
van triumpbe, vande blyde incomste des gra- ven van Leycester, gouv. gen., 250 L.— It., Ja. Fransz. ende Gerit Splinter, met consor- ten, voor alle buytenwerken, by hem gedaeu boven de geordonneerde stukken , tot de blyde incomste synder Excellency, 126 L. — It., Goesen Ewoutsz., van pektobben, gelevert in de blyde incomste van syn Exc., 5 L. 15 sc. — It., Jan van Noy, tinnegieter, van schotte- len, deckscbottelen, geteykent met het wapen van syn Genaden. — It., Dire Jansz. v. Royen. met meer timmerlieden Apr. 30. ende Mey 1, 1586, in 't halen ende rechlen van meyboo- men voor svn Excell. ende syn Gen. hoff, 21 L. 6 sc. — It., Corn. Blommert, Ja. Fransz. ende Ger. Splinter, van wapenen ende com- pertementen als sy gemaect ende gehangen hebben aende voorsz. meyboomen van syn Exc. ende syn Genaden, 24 L. — It., mr. Aert van Eyck , in respecte van sekere Carmina ende andersins, by ord. vanden 8. Mey 1586, 12 L.— It., Adr. Tonisz. de Ryck's wed., voor 10 quaert wyns, byde borgerhopluyden verteert, 22 Apr. 1586, als sy vergadert wa- ren , om ordre te stellen opde ondaften in den Dom, als syn Excellence 't feest hielc vande huldiginghe van haer Majest., 9 L. — It., Herm. Moded , tot seyn reysgelt ende tee- ringhe, soe by by syn Excell. ontboden was aengaende de kerken saken , 32 L. — It., Jan van Leemput, etc., van cruisbeelden, lake- nen , ser^ptten , bedlakenen } oercussens , sloo pen ende ander tinnewerk, mitsg. Spaensche clekenen ende canifas tot onderbedden voor myn gen. Here den stadhouder, 284 L. 5 sc. 6 p. — It., Ger. Antonisz. v. Puffiet, v. allerh. coperwerk, gelevert in 't hoff, 111 L. 13 sc. 9 p.— It., Claes Rutgersz., beddecoop, van
gemeen bedden ende ander huysraet, 231 L. 10 sc. — It., Ja. van Noy, van tinnewerk,
tot accommod. van syn Gen., den stadhoud., 236 L. 4| sc. ■— It., Floris Jansz. Nypoort, voor een stoof ende kachels met het yserwerk daertoe, op't hoff, etc., 54 L. — It., Gerit Splinter, schilder, van sekereschilderye, by hem gedaen ende gemaect in 't hoff van syn |
|||||||
263
|
|||||||
Excellency, in 't stoofken ende anders, 25 L,
5 sc. Scheut-vry harnas. Item , Hans Swelte-
ring, harnasveger, voor dat hy voor den fou- rier vande Engelschen, genaempt mr. Hychein, gemaect heeft een harnasch, met armen ofte lappen met een kasket daertoe, hetwelk liem van stadswegen geschonken is , waeraen hy ver- dient heeft, soe het harnascli scheut-vry ge- maect is , ts., naer belieftenissc 31 Mey 66 , etc., 36 L. S. Hieronymus school. Item , Jan van Oir-
schot, voor costen ende reparatie, by hern gedaen aen een earner van S. Hieronymus con- vent , die hy moste ruimen tot behoeff vande schoolmrs., 12 L. 18 sc.— It., Jo. Arcerius, rector v. S. Hieronymus schole binnen Utrecht, voor syn oncosten van 't opbreken ende rev- sen met syn familie wt Friesland alhier, na- dat hy met de magistraet geaccordeert was, ende oock eens alleene hier geweest eude ge- comen omme van'tselve tehandelen, 100 L.— It., Ysbrandus Joannis, magister Sextanorum, op afcortinghe van syn leges ofte verdieude gagie, 18 L. Schenkelwyn:
Mart. 29. Den grave Mauritz v. Nassaw, I voe- der wyns, houd, 5| aem 15 taeks.
------ 30. Den gr. van Leycester, 1 voeder , houd. 6 aem 7 taeks.
Apr. 5. Den gr. van Leycester, gouv. gen,, 1 stuk wyns , houd. 5 h aem 6 taeks.
Dec. 11. Den burger mr. Bardesi us, 6 quaert. Bestekken. Item , Claes Florisz., voor 't raaken van 3 bestekken, een van't choor vd. Buerkerk met syn gronden ende straten; noch een vande sacristie te Minderbroeders, gel. 1583 , ende noch een van 't choor vande Buerkerk, gel. 1586; ende voorts voor een melingbe, opte nye gemaecte muyren ende wallen omtrent S. Jerusalems schole, 23 L. 10 sc. — It., Da. vd. Meer, volg. sekere bestek, het choor vande Buyrkerk tot het cruyswerk toe afgebroken ende aldaer deselve met een nye muyr weder dicht gemaect, 250 L. Onderhoud vande predicanten , etc.: It., Herm. Moded, in voile betalinge, van |
|||||||
'tgene by van weghen die kerkedienst tc lut-
tel ontfatigen hadde in voorgaende jaren totten 14. Dec. 85, 100 L. It., Pet. Wyborch , een jaer pensie, 60 L. Alsoe d'andere ordinaris gagien betaelt syn by Jan v. Leemput, eerste cameraer, ende deselve in 't wtgeven brengt, daer- omme is 't selve alhier gestelt tot memorie. Ammunitie. Item , Will. Lambertsz., inden somer 85, vande artillerymrs. ontfanghen 13 tonnen buscr., wesende meelcruyts , dat lange inden cruyttoorn gelegen hadde ende vermaect moste vvesen, an suver cruyt 1435 pont, ver- maect tot corncvuyt, oprecht goet, 126 L. 17sc.— It., dez., Dec. 85, 600 p. buscr., 222 L.— It., Will. Jansz., linnegieter, drye honderd gegoten kogelen , tot musquetten als cleynder loot, daeraf die gecommitteerden v. Gelderland, Henr. van Straten, 155 pont, ende in 't arlilleryhuis gebrocht 145 pont, ts. 30 L. — It., Pet. Vosch , van vracht in't balen tot Amst. het salpeter ende buscruyt, aldaer vd. stadswegen gekoft, 34 L. 3 sc. ■— It., J. Roelantsz., coopm. t'Amst., 5120| p. salp., 2253 L. — It., Jan Coenensz., buscr.- maker, drye tonnen buscr., 1819 p. gebrocht inden ammunitietoorn, 984 L.— It., mr.Tho. Both, busgieter, vande artilleriemrs. der stadt ontf. in Jul. 84, 5 stucken van een gebroken halve cortouwe, weg. 4916 pont, in Majo 1586, een gebroken halve cortouwe, weg. 4484 pont. Daer tegen op nye gegoten ende in 't artilleriehuys gelevert in Martio 87, twe halve slangen, weg. 4319 pont, noch in Nov. 87, twe halve slangen , weg. 4296 pont, tes. 8615 pont, daerof hem comt v. 't vergieten, van 't hond. pont 6 L., belop. 516 L. 15 sc. Ende compt hem voor lackagie van 't hond. 5 L., op 8625 pont, 430 L. ende die af- gelogh. vd. waerderinge des gewichts, compt die stadt noch t'ontfangen 300 pont copers, waerom alhier 516 L. 15 sc.— It., mi-. Tho. Both, ontfangen Nov. 86, vanden control- leur Mesmaker een gebroken cortouwe, ver- goten, ende daervoor deser stadt gelevert in Febr. 88 twe nye stucken, schietende elex 12 pont yser, weg. ts. 6464 p. etc. — It., Ja. |
|||||||
264
|
|||||||
It., de comp. van JehanStraffort, van 163
hoofden, telk. 97 L. 16 sc, ts. 489 L. It., de comp. van George Fermour, van
150 hoofden , 7 daghen, elk 90 L., ts. 630 L. It., de comp. van capt. Richard Farmar,
van 150 hoofd., 7 dagh., elck 90 L., ts. 630 L. It., de comp. van capt. Rich. Warde, van
252 hoofden, 7 leeningh., elk 152 L. 4 sc., ts. 1058 L. 8 sc. It., de comp. van capt. Jeh. Woyd, van 200
hoofden, 7 leeningh., elk 120 L. ts. 840 L. It., de comp. van capt. Edmond Carie,
luytenanl, van 153 hoofden, elc 3 sc., 5 da- ghen leeningh. It., Barth. Morgan, lieut. vd. capt. Samson,
voor 7 daghen leeningh voor hem ende syn dienaers, 14 L. Van verlos op H gelt, overmits d'aff-
settinghe vd. payemenien ende dier- gelyke ende recompensie v. deselvv. Dese cameraer brengt in 't wtgeven :
Inden eersten, in't ontvangen vande groote
extraord. cpiotisatie van leeninghe moeten ont- fangen van verscheiden personen, lot 127 dubbelde Engelsche nobels, 't stuc tot 17 L., die by nochtans niet hoogher heeft Conner* bestaden, dan tot 16 L. 10 sc., dus op een stuc verloren 10 sc, ts. 63 L. 10 sc. It., noch heeft hy moeten laten ontvallen
an't lichte gout, by hem inde selve quoti- satie ontfanghen, in't selve wederom wt te geven, 5 L. 1 sc. It., verlos, gevallen op verscheide pen-
ningen, 24 Spt. 86, ten comptoir van desen cameraer bevonden, gecomen vande quoti- satie, etc., ende dit deur afsettinghe van't payement by generael edict, 119 L. 19 sc. 3 p. It., verloren aen sekere goude ende silvere
penningen, gecommen vande eerste termyn vande vercopinge vanden Daele ende stads impost op't sout, 26 L. 9 sc. 9 p. It., verloren aen verscheyden goude ende
silvere penninghen, die eensdeels gecontre- feyt, nyet oprecht, off niet wt te geven waren , ende daerom op de wissel gebracht moeten syn, 12 L. 19 sc. 6 p. |
|||||||
Pet. Capot, coopman van Amst., 4260 pont
buscruit, 2215 L. Engelsche folk. Item, Ger. van Calckar,
aengenomen, om deser stadt te dienen als tolk, tusschen myn heeren de magistraet ende de Engelsche natie, 195 L. voor drie vieren- deel jaers gagie. Mr. Aelb. Holland en Rob. Camerling,
busgiet. v. synExc. Item, Henr. Suerbeeck, in cost ende behusingbe onderhouden mr. Aelbert Hollant, connestable van syn Excell., voor Doesburgh gescboten synde , by syn Exc., alhier gesonden, om gecureert te worden, 29 L. 14 sc. 9 p. — It., Ger. Wynants , onder- houden ende van notelykheden versien mr. Robert Camerling , busgieter van syn Excell., mede voor Doesburgh geschoten, 32 L. — It., mr. Jac. Jansz., chirurgyn, beyde de voorsz. connest., d'een tot twaelf plaetsen deerlyk gequetst, nae syn vermogen gecureert, ende d'andere van een schot in syn been, soe goet als gecureert heeft, 24 L. Extraord. wlgeven. Item , achtervolgende
de missive v. syn Excell. den grave van Ley- cester, gouv. gen., van date den 13 Jul. 1586 ende ord. des raets dienvolgende op desen cameraer gegeven den 13. Jul. ende den 18. Jul. voorn., daerby geordonneert wordt dese cameraer aende capiteynen vande Engelsche compagnien , alhier leggende, alle vier daghen leeninghe te doen van twaelf stuvers op yeder cop , nae advenant van hoere monstercedulen , 'twelck syn Excell. geloeft heeft te rembour-. seren , sonder nochtans geeffectueert te syn, soe heeft dese cameraer an de capiteynen ver- streckt ende betaelt dese navolgende leenin- ghen , alles blykende byde originale missive des raets ende quitanlie van elck capiteyn daer- toe dienende: It., inden eersten, den lieut. vande comp.
van S1'. Trassy chevailler, opten 13. 18. 21. 25. 30. July 86, t'elk. 127 L. 4 sc., voor 4 daghen onderhoudts van syn sold., tot 200 hoofden sterk, ts. 636 L. It., de comp. van Capt. Gelis Trassy, van
160 hoofden , de voorn. daghen , telk. 96 L., ts. 480 L. |
|||||||
265
Ontfanck vd. penningen, byde vyff 1586. —
collesien. cloosleren. conventen.
|
||||||||||
Extraord. ontfangst. Item, vande mate-
rialien vd. conv. vd. Daell, 1011 L. 14 sc. It., van Vrouwenclooster, 1350 L. 4 sc.
It., vande ledighe erven van Minderbroers
in 8 partyen, 530 L. It., vande materialien vande huysinghe: die
gulden Hardebol, 230 J* It., van negen ledighe erven vande Prekers
kerk ende convent, 412 L. 10 sc. It., van het erff vande Cellebroers kerk,
.205 L. It., van negen erven achter de Buerkerk,
daer 't choor te staen plach , 2420 L. It., vande huysinghe van Adr. van Meer-
lant, etc. Marcelis van Noert. Item, mr. Marcelis
van Noert, architectmr., een jaer pensie, ver- schenen Remigii 87, soe hy 21 Maert 1587 tot een architect aengenomen is, op de voor- waerden, als syn vader, 150 L. 't Innemen van Deventer. Item, Magdalena
Jansdr., wed. van sal. Corn. Henricksz., ge- druckt 50 exemplaren van sekere Erinnetin- ghe, toricherende de overleveringhe van De- venter ; noch 200 exempl. van't Sentbrief, by die vande stadt gedresseert an de nabu- rige steden van Holl. ende Seelant; noch 50 exempl. van't Antwoort deser stadt op de Re~ monstrantie van syn Excell.; noch 74 exempl. vande Publicatie, den 8. Spt. alhier gedaen, mitg. noch 400 francoysche exempl. vd. voorsz. remonstr. van syn Excell., etc., 29 L. 10 sc. Cruitmolen. Item, Joris Willemsz., stads
dienaer, in plaetse vande schade, by hem geleden in't opbreken v. syn cruytmeulen, 6 L. Joannes Polidorus. Item , Joan. Polidoro
Deldensi op seker syn Vertooch aenden ra- de, de somme van 3 L. In S. Jans kerk gepredict. Item, Claes Hen-
ricksz. , coster ende conchiergie van S. Jan, voor't openen ende sluyten der voorsz. kerke, alsmen daer predikt, voor 't bevvaren ende rey- nighen der boucken vd. geref. kerke , 18 L. Herm. Edler. Item, Herm. Edler, ter weke
12 sc., voor dat hv de arme schamele bur- 34
|
||||||||||
edelluyden , jofferen, burgeren,
ende ondersaten deser stadt, by leeninghe opgebrocht, "deur or- donancy des raets, van date 27. Juny 86. |
||||||||||
Inden eersten, van Gerit Fransz. 300 L.,
gerestitueert by Gysb. Tonisz. v. Voorst, eer- ste cameraer, Remigii, 1588. It., het convent vd. Wittevrouwen, 200 L.
It., de heer van Lochorst, 800 L. gerest.
byden cameraer voorsz. 1589. It., Joffr. Canters, 300L. gerest,, uts., 1588.
It., het convent v. Vrouwenclooster, 200 L.
It., het convent v. Bethlehem, 200 L. ge-
rest., uts., 1589. It., Adr. Ram, 200 L., gerest. 1588.
It., het convent van Brandolen, 200 JL.
It., het convent vanden Daell, 200 L.
It., Corn, van Schoordyck, 200 L. gerest.
1588. It., Hr. van Gent, 600 L. gerest. 1588.
It., De Carthusers, 100 L. gerest. 1589.
It., het convent van S. Paul, 500 L.
It, Henr. de Roy, 100 L. gerest. 1588.
It., het convent van Oudtwyc, 500 L.
It., joffr. van Hov, 200 L. gerest 1588.
It., Dirk Verkerk", 300 L. gerest. 1589.
It., mr. Adr. vd. Burch, 200 L.
It., Agnes Gruyters, 100 L.
Jt., de landcommanduer, 400 L,
It., Corn. Claesz. v. Gorcum, 200 L. ge-
rest. 1588. It., 'tcapittel van S. Jan, 1000 L.
It., 'tconvent van Jerusalem, 200 L.
It., joffr. v. Westrenen, 200L. gerest. 1588.
It., joffr. v.Gent, 200 L.
It., 'tcapittel vanden Dom, 3000 L.
It., 't capittel van S. Marie, 3000 L.
It., 'tcapittel van S. Pieters, 200 L.
It., 'tcapittel van Oudemunster , 3000 L.
It., 'tconvent van S. Cecilie, 100 L.
it., 'tBagynhoff, 150 L. gerest. 1588.
It., den balier van S. Catryne, 450 L.
Summa vande leeninghe, 19,290 I.
III.
|
||||||||||
265
|
|||||||
snyder, van verscheyde werk , inde Domkerkc
gemaect, 40 L. — It., Jan Jansz., gemaect inde Domkerke het afsluytsel van't choor, 93 L. 4 sc. Organist te S. Marie. Item, mr. Henr.
Cornelisz,, organist, van een jaer gagie, ver- schenen Vict. 87, vandat hy voor ende na de predicatie in S. Mariekerk op 't orgel gespeelt heeft, 25 L. 1587. —
Buurkerk, Item, Corn. Blommert, ge-
maect seker compartement om de grote tafel, gestelt aende muur te midwegen in 't cruys- werc vande Buerkerk, 36 L. Gu.v Naerssen met syn instrument. Item,
Jan Wynantsz. met missive v. Abra. v. Goorie gerejst naer Beyerlant, om van daer hier te hebben Guillaume van Naerssen met seker in- strument, 8 L. 12 sc. Geschenk van eenpeert. Marige v. Sompe-
ken, etc., van alsulke silverwerk, van aermo- syn, costelyk syde quispelen, root laken, ende anders, als sy ende Corn. Bor gelevert hebben tot een decken op een peert, om te verscen- ken, 51 L. 8 sc. 6 p. Milord Buekenhorst. Item, Corn. Bor, ge-
levert tot toerustingen vande schnyten, daer met milord Buckenhorst naer Amsterdam ge- voert worde, 39^ elle blauw lakens, d'el te huyr 6 sc. Watermolens. Item, Corn. Cornelisz. van
Heusden , gereyst naer Delft, ende aldaer ge- haelt twee watermolens, tot verdiepinge van deser stads graften, daerna weder weggeson- den, 87 L. 17 sc. Ouden-Rhyn. Item, Jan Jansz. gemaect
't bestek vande nye overtocht over de Ouden- Rhyn ofte de Voornsche Dam, 235 L. Ysersnyder. It., Nic. Petersz. vd. Vogelaer,
gemaect ende gesneden drye boven met vier onderysers, die men gebruyckte volgens de nyewe ordonnantie op 't stalen, etc. Engelsche tolk. Item , mr. Gerit van Cal-
kar, aengenomen tot een tolck of taelsman der Engelse sprake, van een half jaer gagie, 130 L. |
|||||||
gers kynderen om niet gelcert heeft, volg. syn
requeste, 16 L. 10 sc. Veehtmeester. Item , mr. Corn. Cornelisz.,
vechtmeester, tot vervallinghe vande costen by hem gesupporteert inde timmeringbe ende anders tot erectie van 't scavot op syn pro- motie. — It., mr. C. Cornelisse, vechtmr., in plaetse van een vereeringhe tot subsidie vande costen by hem gesupporteert, in't doen der maeltyden, daerop by de oversten deser stadt mede geroupen heeft, 50 L. 16 sc. — It., mr. C. Cornelisz. van Heusden, vry- vcclitmr., tot een vereeringhe op syn gedaen maeltyt, naer syn promotie, in plaetse van 2;i quaert wyns, de quaert 20 sc. Carmina. Item , Folgerio ende Petro Leri-
nen., tot vereeringhe vande carmina, by hem gemaect ende den rade gepresenteert, etc. Ingenieurs. Item , mr. Jan vanden Bosch ,
vande montcosten te synen huyse verteert by enighe ingenieurs, hem onderwonden heb- bende eenige verdiepinge inde borchwall deser stark te doen, 16 L. Milort Buchorst. Item, Will. vd. Kemp ,
vei'scheyde speceryen ende anders, gelevert in 't convent van S. Pauwels, opte maeltyt, sklaer gehouden, na de incompste van Milord Ruchorst, ambass. Co. Maj.van Engelant, by die vande stadt, 39 L. 9 sc. Moded. Item, Herm. Moded , minister,
vandat hy als daertoe gecommitteert, twee mael gereist is aende oversten Sonoy, om sa- ken 't gemeyn best betreffende , 48 L. Geschenck aendengr. v. Nieuwenaer. It.,
Fra. Geritsz. Bogaert, van een schoon appel- grauw heynxt, by mynh. deser stadt van hem gecoft ende geschoncken, myn gen. Here, den grave v. Nieuwenaer, als stadh., 450 L. Silverwerk. Item , Claes Pietersz. vd. Voge-
laer, gereyst nae Amst. ende aldaer gecoft een silvere lampet met een waterpot, die welke hy ■vergult hebbende op somtnige plaetsen ende voorts toegestelt, daernae gereyst is inden Ha- ghe, ende 't selve van deser stads wegen ver- schoncken heeft aen Milord North, 343 L. 14 sc. Domsfterk. Item, Corn. Blommert, steen-
|
|||||||
267
|
|||||||
It., Ger. van Calckar, Ioen ontvangen 50 L.,
voor syn gedaene cos ten ende voor syn vaca- tien, in 't vervoJgen in Engelant van diver- sche deser stads penningen, 124 L. 16 sc. Geschut. Item, Will. Lambertsz., door last
der artill. mrs. laten volgen ten behoeve van den heer stadh. 60 pont buspolver, 't pont 11 sc, ende noch daerna den busschietmr. deser stadt, tot beproeving van seker geschut, 25 pont buspolver, 't pont 10 sc Ovdemunster. It., Dire Cornelisz., in 't
afbreken vande Oudemunsters kerk, wtte selve kerk ofte kerkboff ende voort op 't bisschop- hoff gevoert 21 sarcksteenen, 33 L. Jo. v. Everdingen, drucher. It., Jo. van
Everdingen, drucker, gedruckt 100 exempL vande missive by dese stadt aen die van Hol- landt geschreven tot 5 L., van gelyke exem- plaren in franchoys tot 11 L., ende noch 100 ordonnantien opte borgerwachten, 5 L. •— It., Jo. v. Everdinghen, 500 exempl. vande missive deser stadt aen die van HolL, ver- antwoordinghe, replycke ende duplycque, daerop gevolcht, 40 L. Sohenkelwyn. Item, de dochter van myn
heere, den Prince van Oraengien, hoochl. inem., 1 toelast wyns. 1588. —
Prouninok, etc Item , Jan van Angeren,
32 daghen bewaert hebbende op Hasenberch,
Gerard Prouninck, genaempt van Deventer, Charles Trello ende Fra. Geritsz. Bogaert, 33 L.
Gratuiteyt. It., Salomoni ende Conrado,
stndenten, voor seker haer geschrift, den rade geexhibeert, 6 L. D'. Lipsitis. Item, Gerrit Henricsz. van
I>ompselaer, goutsmit, ter cause van een ver- gulden cop, die hy myn heren gelevert heeft ende voorts van stadswegen geschonken is Doct. Lipsio, in recognitie van sekere boucken, deser stadt gedediceert ende andei"e diensten, 98 L. 6 sc. Peter IVyborch, organist hide Domkerke,
een jaer pensie, 60 L. |
|||||||
Ondemunster. Item, ontfangen v. Werm-
bout Henricsz., 6 Nov. 1587, vande mat»- rialen van Oudemunster kerk, 5340 L. 4 sc. 4 p. —> It., Dire Cornelisz., voor de sarck- ende harde steen, wtte kerk gekomen, 335 L. 1589. —
Glasen. Item, Melchior Weyman, op ten
huyse tot Cappel, competerende den wees- huyse alhyer, gemaect vier glasen, die byde magistraei deser stadt aldaer geschonken syn, 14 L. Sohenkelwyn. Item, 17 Sept., den ambas-
sadeur vande Duitsche Cheurforst, 48quaert. 1590. —
James Nelthorpe. Item, mr. James Nel-
torphe , chirurgyn, voor een half jaer gagie, versch. 1 Nov. 91, soe hy den 1. May 1591 als deser stads chirurgyn voor den tyd van 10 jaren es aengenomen op sekere pensie, v. 72 L., ende op voordere conditien als het contract, daervan gemaect, breder medebrengt. Heda, in handschrift geschonken aen
Prins Maurits. Item, Jan van Dreunen we- duwe, van een bouck met de hand geschre- ven ende fray ingebonden, wesende de Chro- nyke van 't Sticht van Utrecht, gemaect by Heda, praepositus Arnemensis, syn Excelf. myn heere, grave Maurits van Nassou, stadh., geschonken, 15 L. Hellebarden. Item, Corn. Jansz. Stam ,
gelevert 6 hellebarden, daermede de dienres, soe wanneer eenige executie gedaen wort, de justicie assisteren , 21 L. Maellyt. Item, Pet. Jansz. van Sypenes,
61 quaert deelwyns op't stadhuys, ten dage als syn Excell. byde magistraet opte maeltyt gebeeden was. — It., Bernt Stell, opte voorsz. maeltyt, als myn heren te gast hadden: syn Excell. grave Maurits van Nassouw, den grave Van Hohenloe, den grave van Valckesteyn , den heer van Brederode ende veel andere hee- ren, die neffens syn Excell. waren ; ende heren vanden rade van staten, mette gedepp. vande 34*
|
|||||||
268
|
|||||||
staten van Utrecht, ende des anderen daglies
de raet deser stadt, burgerhopluyden ende liore suppoosten , gelevert 3 amen 10\ tak nyeuwe wyns , met den exchyns etc., 358 L. 13 sc., 1^ aem 8 taeck Veernwyns, 163 L. 4 sc. Olden Barnevelt. Item, Bernt Stell, den
here vd. Oldenbernevelt, adv. der gravelyck- heyt van Hollant in enighe daghen tot syn huyse verteert van stadswegen, by belieite specificatie, 1591. 26 L. 8 sc. Schenkelwyn:
Apr. 2. Sr. Fra. Veer, veltoverste v. K.Maj. in dese geunieerde provintien, 12 kan. ----- 26. Den agent van syn Mnjest. v. Vranck-
ryck, 12 kan.
---------Rob. Sidney, gouv. van Vlissingen , 13 L. 16 sc.
----------Milord Noritz, gouv. van K. Maj. inden Briele , 12 kan.
----- — Syn Excell. op syn wedercomste bin-
nen dese stadt, naer de inneminge
van Deventer ende Sutphen , 4 aem
1 taek Rynse wyns.
Cruyt. Item , Henr. Both, van 2822 pont
fyn Oisters corncruyt, daertegen hy ontvan-
gen beeft heele cortouw-cloten, in geld be-
dragende 1200 L., waeromme 267 L.
1591. -*
Organist te S. Marie. Item , mr. Henrick,
organist, £ jaers gagie, verscbenen Aireheili- gen 1591, vandat by onder de predicatie in S. Mariekerke op het orgel placb te spelen , waermede hy bedanct ende hem syn gagie opgeseyt is , 6 L. 5 sc. Joh. Polidorus. Item, Johanni Polidoro,
tot een vereeringhe voor de presentatie van sekere versen, inhoudende de veroveringhe van verscheidene sleden ende forteressen, 4 L. Bodenbroodvoorgoede tydinghen, etc. It.,
voor't brenghen der goeder tydinghe van 't eroveren der stadt Nymegen, 12 L. — It., van Steenwyc, 12 L. — It., van Coevoerden , 12 L. — It., Will. Lambertsz., cruytmr., de artillerymrs. gelevert 18 pont corncruyts, |
|||||||
die in't triumpheren over de eroveringhe-van
Nymegben verbesicht syn , 9 L. 1592. —
Geertruydenberch. Item , boodenbrood van
't eroveren der stede Geertruydenberch, 12 L. De Princesse Douariere v. Oraengien. It.,
Fra. van Sneecke , voor't overbrengen aeu hare Excell. de Princesse Douaigiere v. Oraen- gien, van een schoone verdecte cop, haer Exc. van stadswegen geschoncken, 8 L. Jos. Scaliger. Item, Ger. Crouse, voorde
E. ende hoogel. hr. Joseph Scaliger, met syn byhebbende heren getapt 18 quaert wyns, 20 L. 12 sc
1593. —
Jaques de Gheyn. Item , Jaques de Gheyn,
tot een vereeringhe vande gepresenteerde con- trefeytselen der belegeringhe van Geertruy- denberg, 12 L. Silverwerck. Item, Ellert Cornelisz., gout-
smit, voor het fatsoen , oock vergulden van sess nye bussen met der stads wapenen, met hoer kettengens ende andere toebehoren, ge- levert den sess boden deser stadt, met een weinich silvers daer toe gedaen, boven het sil- ver , hem byden secret, deser stadt gelevert ende gecomen vande oude letteren , die de die- naers plagen te dragen , 28 L. 10 sc. 6 p. Bose viant. Item, Reyer Jansz., voor de
costen , verschoten , om sekere vrouwe , d ie vanden bosen viant gequelt worde, te bewae- ren ende bewaecken , tot dat God Almachtich haer benedide ende verloste, voorts alle noot- druften in't huis te bestellen, ook hare schul- den te betalen, daer deur sy inde swaericheyt gevallen was, ende voorts voor de wagenvracht om in Hollant by haer vrunden te trecken, 21 L. 14 sc. 6 p.
Clock in S. Margriete gasthuis. Item , Ja.
Pros, rentmr. van S. Margriete gasthuis, voor de coop ende leveringhe van een clocke, die 't gasthuys toebehoorden, ende nu gehangen is in St. Catrynepoort, 26 L. 8 sc. |
|||||||
269
|
|||||||
Bodeloon. Item, Pet. Henricsz., van twee
iejsen, die by mette missive gedaen heeft aen Jo. Ambrosius, pred. tot Amsterdam, 7L.— It., Nic. van Upen, in't reysen nae den Haghe ende aldaer over te leveren aen Paul Campius, agent vanden cheurfurst van Colen, sekere missive deser stadt, 5 L. 3 sc. — It., van de tydinghe van't ontset van Coevorden, 6 L. — It., Meert. van Zoest, van eengrote, sware ende periculeuse reyse naer Duytsland, alse tot Heidelberch, Franckendael ende Er- lebach , mit missive aen syn cbeurfurstl. Gen., de paltsgrav. ende oock aen Ursinus ende Cou- chardus, albier beroepen tot predicanten, 54 L. 10 se. 3 p-----It., Pet. Herinx , 24 May an
Dor. Junius tot Leyden, 3 L. 8 sc. — It.,
van de eerste tydinghe vande reductie der stadt Groninghen , 6 L. Schenkelwyn:
Juny 9. Mynheer den ambassadeur vd. Maj. van Schotlandt, 24 quaert. ----- 25. Den prince van Anholt, 18 quaert.
Spt. 27. Dor. Scaliger, met syn bywesende
heren, 12 quaert.
Dec. 6. Grave Philip van Nassauw, 18 kan. 1594. —
Fra. Junius. Item, Dire Dircsz., boekdr.,
voor het drucken van 102 exempl. Francisci Junii, 7 L. 13 sc. Nouvelles. Item, Corn. Cools, voor de
moeyten, gehadt in 't overschriven van diverse advisen ende nouvelles, 12 L. Watermolen. Item, Claes Adriaensz., van
Woerden op Utrecht gebracht die watermo- len , die van Leyden toecomende, met syn gereetschap, daerinne mede gerekent die peer- dehuer, 17 L. 1595. —
Stoffagie. Item, Marcelis Splinter, de
balcken tot de valbrug aende Wittevrouwen- poort, gegront ende het gesneden werk ge- stoffeert met coleuren, ende hier en daer wat vergult, 16 L. |
Quade passie. Item, Gosen vd. Voort,
huismr. van het heilige Cruysgasthuis, voor de 2 deelen van een geheel jaer subventie, van stadswegen belooft tot onderhoudt van een vrouwenpersoon, die met een quade passie beladen was , ende daeromme buyten het huys besteedt moste worden. Schenkelwyn ;
Jan. 13. De ministers van Dort ende Amst., 12 quaert.
----- 24. Mons1". du Plessis, 6 quaert.
Aug. 26. Den hr. van S. Aldegonde , 6 q.
Spt. 27. Monsr. Moielle Sr. de Carle Couzyn du Duca de Bouillon, 12 quaert.
Oct. 6. Den prince van Gavre, grave van Egmont, 24 quaert.
1596. —
Orgelspelinden Dom. Item, de drye buy-
tendienres van myn here den schout inden Dom- ende inde Buerkerke goede opsigt ge- hadt hebbende op de ondaften ende inso- lentien, die aldaer onder het spulen opte orga- nen ende andersins gepleecht worden, 9 L. Boor, om sand mede te graven. Item ,
Jac. Dircsz., scipper, sekere ysere boor, om sant mede te greven, in Ter Goude doen maken, 9 L. Jo. Fra. le Petit. Item, Jo. Fra. le Petit,
te goede te komen tot de kosten, die by dragende is in't oversetten ende doen drucken d'oude ende nye Chronycke vande Nederl. geunieerde provincien, mutatis mutandis, odditis addendis et omissis omittendis, 20 L. Stempels. Item, Ger. Geritsz., silversmil,
voor het snyden Van 5 stempels , tot behoeff vande Tarra ende staelmrs. vd. bereyde lake- nen, volgende d'afslaghe hierby getoont, 30 L. Silverwerck. Item, Nic. Pietersz. vd. Vo-
gelaer, goutsmith, heeft gedreven een chierlyck becken met een watervase, van stads wegen geschoncken mynh. den schout, voor ver- scheidene diensten etc., welck becken mette watervase ofte lampet, an sulver vergult, an der stads wapen ende aen fatsoen belopende |
||||||
270
|
|||||||
Horologie oplen Doms-toom. Item, Corn.
de Langhe, weert hide Keyserskroon, v. costen, als gedaen in't handelen met mr. Joris Lievensz., horologie maker, nopende een nye liorologie ende uerwerck, met syn wysefs te maken ende te stellen op den Doms-toorn, 43 L. 12 sc. Anlo. de Roy, ingenieur. Item, Ger. Croes,
weert inden Hulnk, \an costen, als mr. Anto. de Roy, ingenieur van syn Excell., alhier ge- sonden, om dese stadt te besien ende off te trecken te synen huyse, 60 L. 12 sc Bodenbroot voor goede tydingke. Item,
die constables gedient hebbende op de tri- umphe van Groll ende Amiens, tot biergelt 8 L. — It., Bodenbroot, nopende't overbren- ghen vande victorie tot Turnhout, 4 L. — It., Pet. Jansz. gereyst tot Schoonhoven, aen mr. Joris, vuurwerkmaecker, 2 L. 12sc.— It., voor de eerste tydinghe des veltslaghs te Turnbout, 6 L. — It., voor de eerste ty- dinghe , vandat syn Excell. de stadt Barck verovert hadde, 12 L.— It., Bodenbroot, vande veroveringh van Brevoort, 8 L. Schenkelwyn:
Mart. 3. Le Sr. du Quebours, 12 quaert. -----20. Frensz., maerschalck des slifts Colen
ende amptman zu Bon, 12 quaert.
Apr. 14. Jor. Cousyn ter Hell, 12 quaert.
Way 5. Jor. Vred. van Baecxen ende joffr.
Corn. v. Suylen , dochter van mynb.
den schout, bruidegom ende bruit,
tot hoerl. feest, 48 q., 57 L. 12 sc
July 27. Den advocaet der gravelicheyt van
Hollant, 12 quaert.
Sj)t. 30. De Gen. Vr., joffr. Emilia gb. grav. van Nassauw, 24 quaert.
Oct. 19. VVaermont, admirael ter zee, 12 q. Gesloelte. Item, Dire Gysbertsz., voor in't
stadhuys een beerlyck ende chierlyck gestoelte van bout, seer well gesneden, voor mynheer den schout, burgermrs., scepen, met horen secretaris ende procureurs, 610 L. Watermolen. Item, Henr. de Vere, volg.
't bestek gemaect een nye molen , om het wa- ter mede wt den borgwal te halen , .groter dan diegene , die vande stadt van Leyden geleent is geweest, 636 L. |
|||||||
1597. —
"Doctor Putins. Item, doctor Jacobus Pu-
tius. over een half jaer gagie, verschen. den 15. Nov. 1598, wt sake by in tyde deser re- keninghe, consultatie als doctor gegeven heeft dengenen, die mette peste ende contagieuse siekte besmet waren, als daertoe v. deser stads wegen aengenomen, 7 Nov. 97, 125 L. — It., Herm. van Borchoist, weert inde Zwarte Ram, van teeringe als tot verscheyden reysen byde gedepp. vande stadt met 5 doctores soe op 't aennemen van Dr. Putius, als daernae op 't aennemen ende examineren vande pest- meesters, 28 L. 10 sc 6 p. Recompense. Item, Matthaeus Loo, van.
seker certamen novem musarum, by hem ge- componeert ende den rade gepresenteert, 6 E» — It., Everardo Boetio, voor het dedic van se- kere theses, 36 L. — It., Sal. de Roy, voor verscheidene pestboekskens, 12 L. Adam v. Via7ien. Item , Adam v. Vianen ,
goutsmit, voor het snyden in een copere plaat, dese stadt van Utrecht met alle dependentien vandien , 112 L. JJ.nnem.crct. Item, Salom. de Roy, druo
ker, heeft gedruct 300 billetten vande nye merckt alhier van't linnen laken, die alomme gesonden syn, om aengeslaghen te worden, etc. Kranksinnig. It., Ja. Lambertsz. c. sociis,
van hier op Hoorn gebracht eenen Jan Jansz., in syne sinnen geraect synde, die alhier ge- bracht was, 21 L. 4 sc. 6id. Princesse Douagiere. Item, Ger. Croes,
inden Hulck, Octobr. 97, voor verscheiden costen, by myn vrouwe de Princesse Douaigreve van Oraengien, haren sone den jongen Prince, ende anderen gedepp. vanden rade van state, 107 L. 19 sc Scheepsslanghe. Item, Dire Jansz., voor
33 j pont busp., by hem gelevert, tot beproe- vinghe vande scheepsslanghe, by Henr. Both voor dese stadt gemaect, 18 L, 8 sc. 6 d. Boodenbrood. Item, Tho. Feersel, nop.
't overbrenghen vande eroveringhe van En- schede, 3 L. — It., vande eroveringhe van Oldenseel, 6 L. |
|||||||
271
|
|||||||
broeck, van penningen t'oncost gehadt ende
verschoten opte reyse aen syn Excel!., omme te vercrygen tot predicant alhier Ja. Basilium, staende tot Bergen op Zoom, 52 L. 18 sc. Schenkelwyn:
Apr. 17. Den jongen Prince van Oraengien , syn Excell. vrouw, moeder ende den baron van Mongelant, 36 quaert. Juny 9. Den ambassadeur vanden forst ende hertoghe Karel van Zvveden, 24 quaert. ---------' Den rectoer van S. Hieronym. school,
als by hem gedebourseert van sekere
wynnen Magdalene, nae 't ageren der
coinedie gedroncken , 20 L. 2 sc.
Gestoelte. Item, DircGysbertsz. v. Brouck-
huysen, een gestoelte gemaect inde Domkerke,
daer die voorsanger ende anderen inne sit-
ten, 18 L.
Glasen. Item, Reyer van Syll, gemaect 2
nye glasen ten huyse van Jor. Jan van Hucli- tenbroeck, tyde deser rekeninge eerste bur- germeester, hem van stadswegen geschoncken, 24 L. — It., denzelven , gelyke twe glasen , geschonken heer Jor. Max. van Baexen, heer tot Couinxvi'y, Hermelen, etc., 16 L. 1599. —
Henr. Both. Item , Ger. Both, wt sake
syn vader sal., mr. Henr. Both, £ jaer als meester busschut heeft gedient, 10 L. Recompense. Item , Jo. Antonii, dienaer
des Woords, tot Westbroeck, voor de dedi- cate v. een boeksken, geintituleert: der waer- heyt onderwys, 12 L. — It., Mart. Ever- haert, die Chronycke van Switserland, den rade gepresenteert, 25 L. — It., Lodewyc van Haeften, boecdrucker tot Leyden, voor verscheyden almanacken, verciert met de wa- penen icier 17 provintien, den rade gepre- senteert , 8 L. 5 sc. — It., voor de eerste tydinghe van 't eroveren der stede Wachten- donck , 3 L. Schenkelwyn:
Fbr. 4. Graaf Lodewyck van Nassouw, 36 quaert. |
|||||||
Schenkelwyn".
Junyl4. Gr. Jehan van Nassamv, 36 quaert. July 31. Sekere Engelsche comedianten, voor hore speelen opten stadhuyse, 8 q. Fransche wyns. "— 26. Den rectoer met de meesters van S. Hieronymus school, ende de studen- t£n, die geageert hadden de histo- ric van Judith ende Josepho, 17 L. 10 sc. Nov. 21. Jor. Jo. van Suylen ende joffr. Agnes van Reuesse vander Aa, op haer feest vande bruiloft. 48 quaert. ■---- 23. Jacq. vander Wal, 12 quaert.
Dec. 12. Rych. Coopmans, weert in'l Poort-
gen, gescnonken mr. Ja. Basilio,
dien. des Godel. Woords ende ge-
committ. der stadt Bergen op Zoom,
6 quaert.
Nic. de Kemp, ingenieur. Item, Nic. de
Kemp, ingenieur, op t rapport vd. gecommit-
teerden, voor syne vacatie ende moeyten, ge-
hadt ende gedaen in *t maecken vande caerte,
waernae het bolwerck achter S. Marie soude
werden gemaect, cock opsicht te nemen, dat
de fondamenten van dyen wel geleyt, ende
de wallen wel ende nne behoren warden op-
getoghen, 60 L.
Glasen. Item, Reyer van Syll, glasmaec-
ker, gestelt ende nye gemaect 2 nywe glasen opten huyse van Drakenborch, myn heer van Suylen van stadswegen geschoncken, 14 L.— It., Ger. van Diemerbroec, opten huyse van Montfort gemaect 2 glasen, mit stads vvapen, den fryhere van Petersum geschoncken , 18 L. 1598. —
Caerte vd. Armada. Item, Henr. Jansz.
Verstraten, voor een caerte, ofgeseth met silver ende gou.t, etc., vande Spaensche vlote des jaers 1588, hangende inde raetcamer, 10 L. Subsidien ende recognitien. Item, Seger
van Conincxbergen , tot een vereeiinghe voor seker boeck, by hem deser stadt gepi'esen- teert, 25 L. — It., Jor. Jo. van Huchten- |
|||||||
272
Fbr. 4. Bartholo. Kelle, gesant vandeu K.o. Magdal., 1600, geageert hebben ,
van Schotlant, 12 quaert. 50 L.
—— — Den gr. van Norththumberlant ende Spt. 22. Den gouv. van Calais le Sr. de Fi-
Grey, 48 quaert. ques, 1 aem Ryns. wyns.
----------Hans Evnst, furst ende prince van •— ■— Aelb. Foeck, raet van state, neffens Anholt, grave tot Ascanyen, 12 q. syn princ Excell., 6 quaert.
----------Jo. Luntius, rector, die schoolmees- —— — N. de Grayter, hofmeester vanden ters ende studenten geschonken die grave van Hohenlo, 6 quaert.
|
|||||||||
II. HIT DE XV1L EKW,
|
|||||||||
mogelyk te minder te beswaren, tot vyndinge
deser stads quote inde redemptie des huys- gelts ende voorts in't extraord. ten oorloghe, hier 62 L. 10 sc Carol. Clusius. Item, doctor Carolus Clu-
sius, drye rosenobels geschonken voor seker herbarium, die hy den rade hadde gepre- senteert, 25 L. 10 sc, Rynberg verovert. Item, voor het brengen
der brieven vd. raetsheer Foeck, van't ero- veren der stadt Rynberch, 10 L.— It., de trometer van syn Excellence, tot bodenbroot voor het brengen der tydinge van?t eroveren der stadt Rynberch, 12 L. Genealogie vd. huyse v. Nassaw. Item,
Peter v. Dyck c. suis, voor de groote caerte, by heml. deser stadt gepresenteert, inhou- dende de genereuse genealogie ende afcomst vanden huyse van Nassau ende alle victorien by syn Excellencie geobdneert, 25 L. Geschut. Item, Henr. van Aelten, bus-
chutmr. ende gieter, heeft gegoten, volgens acte'sraets, 6. Oct. 1600, 2 halve cortouwen, weg. d'eene 4995 pont, d'andere 5050 pom, van ieder bond, pont te gieten 50 L. 10 sc., belop. 510 h. — It., noch voor de knechten ende de armen, 12 L.— It., ende dat hy voorts gegoten heeft aen een geheele cortou- we, een Dolphyn^ daervoor hy bedongen hadde, het stoff daer inne gerekent, 50 L. Ende alsoe 't cooper vande bussen ende haec- ken, hem onder anderen mede geleyert tqt |
|||||||||
1600. —
Mr. James Nelthorpe. Item, mr. James
Nelthorpe, chirurgyn, voor een half jaer pen- sie, hem verschenen 1 Mey 1601, soe hy den 1 Mey 1591 is aengenomen geweest, als een expres chirurgyn op de voorsz. pensie, die hem van nu voortaen ofgeseyt is, 36 L. Mr. Marcelis van Oort. Item, mr. Marcelis
van Oort, architect, over 7 maenden, etc., van welken dienst hem de raet verdragen heeft, continuerende hem niet te min inde wonin- ghe v. Manenborch, gratis, hier 89 L. 10 sc. 3 d. Mr. Peter Wyborch. Item, mr. Peter Wy-
borch, organist, een jaer gagie, versch. Vict. 1601, etc, wiens acte geordonneert is geweest 21 Apr. voorsz., oock te visiteren, omme te besien, off men dese gagie niet en soude mogen het capittele vd. Dom te laste leggen, hier 60 L. Dr. Putins. Item, doctor Putius, een half
jaer gagie, versch. den 15 Mey 1601, 62 L., aengenomen 7. Nov. 1597, welks dienst hem ook van nu voortaen of is geseyt geweest, 62 L. 10 sc. Bibliotheek. Item, Helias Henricxsz., cos-
ter ende conchierge van S. Jans, voer een jaer gagie, versch. Paeschen 1601, voor den dienst, die, etc., voor het bewaren ende reinigen der boucken vd. librye vd. stadt aldaer gestelt, welke dienst hem, als anderen off is geseyt is geweest om reden, van dat de raet, 27 Apr. 1601, resolveerde, om de gemeente soo veel |
|||||||||
273
|
||||||
het gieten vande voorsz. 2 halve cortouwen,
was gee! cooper, dat hy nyet heeft connen verbesighen, maer root cooper, 'twelk ter server tyt coste 42 L., ende het geel maer 22 L., waeromme hem by accoort daervoor cock is toegeleyt eens 75 L., compt alhier 687 L. — It., Aert van Leeuwen tot vervor- deringhe vande restitutie derselver halve cor- touwen , met de dependentien vandyen, anno 1581 geleent de gedepp. vande Vriesche Ora- melanden, 30 L. Jo. Antonii, predicant. Item, Henr. van
Helsdingen, an costen gehadt inde reyse naer Harderwyck ende omleggende plaetsen aldaer, omme t'inquireren opte fey ten, daer- mede een Henr. Jansz. gediffameert hadde Johannes Antonii , dienaer des Woorts te Westbroec, 43 L. 17 sc. 6 p. Stads-glasen. Item , Ryer van Syll, een
groot glas met het wapen vande stadt, daer- mede die stadt vereert heeft die vanden wees- huyse inde Regulierskerk, 110 L. —• It., denselven, een ander groot schoon glas, daer- inne nyet alleen 't stadts wapen, maer ook alle de particuliere wapenen vande geheele magistraet gestelt syn , ende geschonken in S. Jacobs kerke, 190 L. Schenkehuyn:
Fbr. 23. Den hr. v. Chatillon, gr. v. Colligny, admirael v. Guyenne, gouv. v. Mon- pellier, collonel, 18 quaert. Mey 25. Dor. Helias v. Oldenbarnevelt, pen- sion, van Rotterdam, 6 quaert. July 28. Dr. Paul Merula, profess, tot Leyden, 6 quaert. ---------Wilh., paltsgr. by Rhyn, hertoch
in Beyeren, 48 quaert.
Spt. 11. Furst ende here Ulrich, erven zu Norwegen, hertoch tot Sleyswyck Holsteen, mit ook den welgeb. hr. Phil., gr. tot Hohenloe, 54 q. Nov. 2. Burgermeester Kegeling vd. Goude, 9 quaert.
-— — Phil. Ram, voor 21 q. Frans wyns,
byde scholieren van S. Hieronymus tot syn huys gedronken, Jacobi 1601, 10 L, 10 sc.
|
||||||
1601. —
Pieter Bor. Item, Corn. Quint, silversmit,
heeft gemaeckt een schoone silvere cop, we- gende 110 loet ende 7 engels, omme met de- selve te vereeren mr, Peter Bor, rentmr. van Noort-Hollant, ende dat voor sekere boeken, daermede hy den raet voorsz. vereert heeft^ 185 L. 7 sc. Hertoch van Nevers. Item, Dirck v. Bot-
eycken, van teringe byde regierders deser stadt, mit den burgermeester Kegelingen, enige vande gedeputeerden vande staten ende den secretaris Ledenbei'ch, als oock van een vaetgen wyns, houd. 1 aem ende 21 quaert, daermede dese stadt syne Excell. den her- toghe van Nevers beschoncken heeft. Ambassadeurs van Sumatra. Item, Spt. 1.,
de heren ambassadeurs vanden grootmachtig- sten Koning van Achyen in Sumatra, mitsg. den heeren gecommitteerden der Oost-Indi- dische compagnie van Hollant ende Zeelant, 48 quaert wyns, 52 L. 16 sc. Recompense. Item, Henr. Caesarius, dien.
des godef. Woorts alhier, geschonken voor se- ker boeksken, den radegepresenteert, 18 L.— It., Henr. Mouthaen, van sekere carmina, die hy den rade deser stadt heeft gedediceert gehadt, 10 L.—. It., Mart. Soest, staten- bode, heeft overgebracht vande H. stat. gen. aen de staten ende stadt van Utrecht, missive, inhoudende die eroveringe der stadt Grave, 6L. 1602. —
Sayetwerkers. Item, Ferdinande Gersiere
cum suis, sayetwerkers, ten respecte vande oncosten, gedaen in 't solliciteren ende ver- soucken, om 't voorsz. handwerk alhier opte rechten ende byden rade om redenen ofge- slaghen, 12 L. Conink van Morocco. Item, Mulle Bamet,
sone van Mulei Mahomet, Coninck van Ma- rocques, tot reysgelt, 3 L. Schenkehuyn;
May 8. De ambassadeurs vande Co. Maj. van Engelant, 57 L. 12 sc. 35
|
||||||
274
|
|||||||
Spt. 9. Den hert. v. Nemours, den markgr.
• van Quemire, 48 quaert.
Nov. 3. Heer Simon, grav. vd. Lip, 48 q. Dec. 7. Jo. v. Santhen ende Jul. v. Eisinga vanden raet van state, 24 quaert. Bibliotheek. Item, Augustyn Jansz., in't choor v. S. Jans kerke, gemaeckt eeh casse, daer de boucken van sal. mr. Evert vd. Poll in gestelt syn, 56 L. 1603. —
Silverwerck. Item, Jan Bogaert, goutsmit,
3 silvere schalen , by hem ten behoeve deser stack aen den secretaris Leerdam gelevert, ende by dezelve aen de personen, den rade wel bekent, wtgereikt, 207 L. 10 sc. Caerte. Item, Henr. Jansz. Verstraten,
boeckdrukker, voor de caerten, inhoudende het perfecte contrefeytsel deser stadtUtrecht, 100L. Ambassadcur v. Venetien. Item , den am-
bassadeur van Venetien , met syn byhebbende familie, op Arnhem gevoert, 18 L. Enghelenlurch. Item, Robb. Segerman ,
coperslager, di-y copere vanen of wimpels met 3 cassiodomen , daerop deselve spelen, gele- vert opten gerechte v. Enghelenborch, 10 L. 12 sc. — It., Corn. Henriksz., gerepareert 't gerecht v. Enghelenborch, buy ten Tolle- steech, 60 L. Bibliotheek. Item, Jo. Claesz. v. Leerdam,
secret., verschot. aen God. v. Kesteren, Ceuls schipper, die de boecken van Jor. Edmond v. Bucchel, van Colen hier getransporteertheeft, 88 L. W sc. — It., Joost Elsevier, boek- verkoper, deser stads burger, in betalinge van verscheyden stucken ende opera, die hy in de bibliotheque ande opsichters derselve ge- levert heeft, 128 L. 14 sc. — It., Helias Lambalch, opsichtervd. biblioth., voor moey- ten ende vacatien , by hem inde selve biblioth. gedaen, 11 L. 10 sc. StadlhtA/s. Item, Willem Colyns, steen-
houwer, gemaect een frontespies, ende daer- onder het stadswapen, ende hetselve gestelt opder stads husinge, opte plaets, onder het horologie, 23 L. |
|||||||
Schenkelwyn:
Fbr. 26. De baronesse vr. v. Cruningen , 9 q. Mey 12. Will. Lodewyck, graef tot Nassauw, Gatzenelenb., Vianden , ende graef
Ernst Casimir, gr. zu Nassauw, 48 q.
Jun. 22. Will. vd. Does, 9 quaert. Spt. ,5. Furst Ernst, marcgr. zu Branden- burch in Pruissen, 48 quaert.
Oct. 3. Nicolao Molino, ambass. vande Srie van Venetien ,36 quaert.
Dec. 10. Heer Heerm. Verhell, drossaert tot Wageningen, 12 quaert.
Schavol. Item, mr. Lambert Ysbrantsz., volg. een bestek gemaect een nieuw scavot, 90 L. 1604. —
Gratificatien. Item, Jacob Fransz. van
Coortgeen , alsoe hy den rade sekere chro- nykgens van 't Sticht van Utrecht gepresen- teert ende gedediceert heeft, 36 L. — It., mr. Aernt van Bucchel, ten behoeve vande E. Carolo Clusio, voor'sekere bouck, by den- selven den magistraet deser stadt gedediceert ende gepresenteert, 24 L. 18 sc. Bibliotheek. Item, Joost Elsevier, boec-
vercoper, deser stadt, in betalinge vande opera Senecae byde gecommit. here den scholarchen deser stadt, ten behoeve derselver stadt van hem gecoft, 10 L. 10sc.— It., Helias Lam- balch, voor syn extraord. diensten, benevens inde bibliotheque deser stadt, in'tmakenvd. Catalogum der nagelatene boucken, by wylen Jor. Hubrecht van Bucchel nagelaten, 18 L. Kerksaken. Item, Aernt vande Sande,
neflens Jo. Wtenbogaert, sekere reyse gedaen op Haerlem ende Leiden, om te be\orde- ren enige ministers ten behoeve vande kerke alhier, 64 L. 7 sc. — It., reyse ten fyne voorsz. op Dortrecht, 32 L. 10 sc. 6 d. —• It., gelyke reyse, neffens Caesario, op Rot- terdam, 61 L. 8 sc. — It., Jo. Schade, scho- laster ten Dom alhier, voor de kosten ende moeyten, voor het logeren ende accomoderen te synen huyse vd. heer Adrianus vd. Borre, Jo. Matthisius ende Jo. Dibbetius, bedienaers des H. Evangelii der stede Leyden, Haerlem |
|||||||
ende Dortrecht ende anderen, gedurende
heurl. residentie ten huyse des heren scho- lasters, 400 L. — It., Bernt Wtenenghe, secret, vanden gerechte, vande oncosten ende ffloeyten iu't accepteren, accommoderen ende tracteren vd. personen des Ew. Johans Wten- bogaerts, hofpredicant synder Excellentie, lan- ger als den tyt van twe maenden de kerke Christi ende derselver gemeente alhier gedient hebbende, 236 L. Anto. Wyborch, organist. Item, Anto.
Wyborch in plaetse syns vaders aengenomen tot organist. — It., Mich, van Oort, aenge- nomen als vyfde stadstromper, in plaets van mr. Pieter Wyborch. 'tHuys ter Woude. Item, Voor de eerste
tydinghe vande eroveringhe van 't huys ter Woude, 6 L. Schenkelwyn:
Apr. 11. Gr. Hendr. Frederik van Nassauw, gen. vd. cavallerie der vereenicbde Nederl. provintien , 48 quaert. July 6. Mr. Elbrecht vd. Vere, pensionaris der stadt Amsterdam, 6 quaert.
Aug. 1. Jor. Karel v. Arnhem, hr. v. Kernhem, raet des forstendoms Gelre, 12 q.
Oct. 29. Den hr. Will. Adriaen de Hoirnes,
heer tot Kessel, gen. over de artillery
der vereenichde Nederlanden, bruy-
degom, mitsgaders joffr. Elisabet vd.
Meern, bruyt, 48 quaert rynwyns.
Executie. Item , mr. Lambert Ysbrantsz.,
in 't executeren alhier vande vrouwpersonen ,
vande Vaert hier gebrocht, 't scavot opgerecht
ende vveder ofgebreken, ook den pael opter
Vaert gestelt, ende 't kynt doen snyden, 12 L.
1605. —
Horologie op'tsladhuys. Item, Lamb. Lau-
rensz., horologiemaker, het horologie op de- ser stads raethuys staende, eensdeels vernyewt ende voorts gerepareert, 150 L. Gratificatie ende subventie. Item , Jan Me-
liSz., boecvercoper, de oratie by syn Maj. v. Engelant inden parlement gedaen, naer voor- gaende translatie in duytscher sprake, gepre- |
||||||
senteert, 25 L. — It., Otto van Hellen ende
Lamb. Han, gecommitteerd. der stede Oet- maersen, 36 L., daermede deselve stadt byden rade alhier vereert is geweest, 36 L. Bibliolheek. Item, Gerit Jansz., boekver-
kooper, vande Opera Caesaris Baronii, by den here scholaster van hem gecoft ende in de bibliotheque S. Jans gelevert, 66 L. — It., Joost Elsevier, boecverkoper, vande Opera Rob. Bellarmini, ter plaetse voorsz. gelevert, 5 gl. 6 st. — It., Jor. Lamb. Canter, vaude Inscriptiones Romanas Scaligeri et aliorum, by syn Ed. ten behoeve deser stadts biblio- theque S. Jans voersz. gecoft, 30 L. 10 sc — It., Henr. van Helsdingen , in remboursement V. gelyke penningen , om tot Leyden te copen Eusebium ex edilione Scaligeri, 10 L. 6 sc. Wtenbogaert. Item, Allert van Helsdingen , in sekere reyse gedaen op 's Gravenhage, om te beroupen ende te versoecken den persoon van Joannem Wtenbogaert, 167 L. 15 sc. Schenkelwyn:
Mey 10. Henr. Frederik, gr. tot Nassaw > Cat- zenellenbogen, Vyanden, gen. der calvallerie, 36 quaert. Aug, 23. Speenhovius, met syn mededienaersr 6 quaert. 1606. —
Uurwerk met wekker. Item, Jan Jansz.,'
om een uyrwerc, met een wecker byhem opte Buurkerktoorn aenden trompetsteker ofte cour- wachter gelevert, 17 L. 12 sc. Stoel voor een impotente. Item, Mathys
Lubbrechts, steelmaker, voor sekere stoel voor een impotente man, met naem Henr. Rycksz. van Dalen, 9 L. 9 sc. Architect. Item, Adr. Bom, 5 Mey 1607
gereyst aeu mr. Lieven N. architect te Haer- lem, 5 L. 4 sc. Schenkelwyn: Jan. 17. Gr. Henr. van Nassauw, gener. der cava]]., 36 quaert.
Juny 2. Helias de la Place, heer tot Russy, ambass. van syne Maj. van Vrank- ryk, 48 quaert. 35*
|
||||||
276
|
|||||||
Junyl5. Prince van Geneville, 36 quaert.
Dec. 28. Symon van Veen , adv. fiscael vande graefelykh. v. Hollant, 9 L. 8 sc. 1607. —
Stack-doctor. Item, mr. Henr. Sael Wten-
engh, med. doctor, voor den lyt van acht jaren aengenomen , om dese stadt ende de ge- meente derselve als medicus, in 't gunt men hem van doen sel hebben, te dienen, dat ook by gestadelyken binnen dese stadt sal moeten blyven resideren, onaengesien off hy hierentusschen, syne conditie soude moghen ofte kunnen verbeteren, dat hy ook nyet en sal vermoghen, wtter stadt te reysen voor langer als eene nacht daer uit te blyven, an- ders dan met consent van myn heren de bur- germeesters inder tyt. Ende oft gebeuren mochte, dat hy langer met consent als voren wtbleef ende middehetyden syn presentie bin- nen dese stadt gerequireeit werde, dat hy, daervan verwitticht synde, alles postponeren sal moeten , ende dadelyk overcomen. Eyn- delyk , dat hy lopende de aenneminge voor visiteren, yedermael nyet meer sal moghen ey- schen, als van prelaten ende die van quali- teit, heren ende vrouwen genoemt werdende, twaelff stuver, ende van minderen staet sess stuvers, over een jaer pensie, verschenen Martini 1608, 250 L. Prince v. Molclavie. Item, Jac. Joachimsz.
Roos, passementier, ten behoeve van sekere prince wt Moldavie, vd. Turck wt syne landen verdr-'vcn, als myn Ed. heren vd. rade wtsyn overgegeven bescneyt, mit verscheiden attes- tatien gebleken is, behandicht tot subsidium v. deuselven prince , soe hy hem veitalende was, thien nyv: nobels, bedraghende 88 gl. — It., Guilaume van Cauwenberch, herbergier in Tvvystraet, vande oncosten ende teringe, by den prince voorsz. met syn gevolch, tot syn huyse gedaen, tyde hy binnen dese stadt geweest is, middel welke by den voorn. Koos als in die landen verkeert hebbende, belast is geweest, denselven prince te ondervragen $ 16 L. 14 sc. |
|||||||
Poolsch graaf. Item, Will. vd. Kemp;
ten behoeve van seker Poolsch graaf, by den Turck inde gevangenis geweest synde, syn gesicht verloren hebbende, 17 L. 12 sc. Globen. Item, Henr. Jansz. Verstraten,
boecvercoper, van twe globen ende een caert- boek, by hem door last vande scholarchen in de bibliotheek S. Jans gelevert, 65 L. — It., Henr. Jansz. voorsz., van 2 pavillioenen van Spaens leer, over die twe]globes by hem gemaeckt ende gelevert, 8 L. Stempels. Item, Lodewyck Vuysting, gout-
smit, de stempels, daermede de lakenen , die op de segelcamer gebracht worden, gesegelt worden, gesneden, 18 L. Kunst van springen. Item, Margaretha v.
Gelinchuysen, voor 6 quaert ryns wyns, ge- tapt voor sekere springer, syn kunste v. sprin- gen , volteren ende anders voor myn heren de regierders deser stadt inde stadts raetcamer, den 19. July 1608 gedaen hebbende, 7 L. 16sc. Kerkzaken. Item, Allert van Helsdingen,
voor sekere reyse op Arnhem aenden keiken- raet ende regierders, om te beroepen D. Ja. Bruno, bedienaer des Heil. Evangelii, 107 L. 14 sc. 6 p. — It., Henr. Gerbrantsz., boec- vercoper, van een Bybel ende Sautloper, by hem in 't heil. Cruysgasthuis gelevert, 8 L. 6 sc. Schenkelwyn:
Fbr. 21. Enno,gr. v.Oostvrieslant,57 L. 12sc. Juny 6. Gr. Henr. Frederick, mitsg. syn Gen. gr. Hans Ernst van Nassauw, 54 q. 1608. —
Bibliotheek. Item , Helias Lambalch , als
bewaerder vande bibliotheek in S. Janskerk, 5 L. 8 sc., ende dat voor een stocxken, on- der ende boven met silver beslaghen , in for- me als de deurweerder van 't hoffis hebbende, by hem met consent des raets doen maken ende gebruiken jegens dengenen, die enigh insolen- tie ofte moedwilligheit soude willen gebruyken inde voorsz. bibliotheque, 5 L. 8 sc. Abra. Blommerf. Item, Abra. Blotnmert,
voor een jaer huur vande schure, achter de huysinghe van Henr. de Roy, 60 L. |
|||||||
277
|
|||||||
Gieters. Item, Tho. van Ryssen, van al-
sulke gieters, als hy in den brant aen den Steenwech heeft gelevert, ende achtergebleven syn, etc. Schenkehvyn:
Den heer Noell. Carron, hr. tot Schonewall, . agent der heren stat. generael by den Co.
van Groot-Brittannie, 18 quaert.
De gecommitteerd. vande Engelsch wollen la- kencopers, genaemt de avanturiers, resi-
derende tot Middelburch en alhier gecoraen,
van stadswege geschonken 36 quaert.
Charles de Nielles, ten respecte van sekere diensten, 4 L. 16 sc.
1609. —
Commolie. Item, Jor. Justus van Ryssen-
borch, heer tot Rysenborch, f jaer pensie, als eei'ste burgermeester van Remigii 1609 tot 21 Jan. 1610, tot denselven daghe voor sekere opgeresen beroerte, de gemeente den magistraet afgestelt, andere in derselver plaetse opgewor- pen hebbende vanden 28. April 1610 tot Re- migii daeraen volgende, ten welken daghe die Opgeworpen magistraet by syn Gen. gr. Ernst van Nassouw met de Mo. Heren raden van state der vereenichde provincien , door expres ende speciaal bevel der edele heren staten generael ende syn princelyke Excellencie weder afge- stelt, ende de voorg. heren ofte magistraet in haer oude possessie gestelt syn, 56 E. 5 sc. Craen. Item, Maurits Splinter, die craen
geverft, de appel, daerop staende, vergult, ende voorts gegrauwt heeft, 28 L. Wtenbogaert. Item, Volkert Both, in seke-
re reyse neffens Speenhovio, op 'sGravenhage, omme by leeninghe vd. kerkenraet aldaer te ver- souken den heer Wtenbogaert, 63 L. 11 sc. 1610. —
Kerkzaken. Item, Volk. Both, verschoten
in sekere reyse by syn Ed., de heren Wten- bogaert ende Taurino tot Rotterdam ende Bloos- wyc, omme te versoeken den persoon vanden heer Episcopio, aldaer tot Blooswyck staende, |
192 L. 13 sc. — It., Volk. Both, neffens
Speenhovio op 'sGravenhage, omme voor se- kere tyde aldaer vanden kerkenraet te versoe- ken Wtenbogaert, 37 L. 9 sc. 6 p. — It., Corn, de Goyer, ten behoeve vande wed. van sal. Frans Gerritsz. Wlenbogaert, voor de coslen, die sy gehadt heeft in 't logeren ende acco- moderen den persoon vd. Erw. D. Jo, Wten- bogaert , bediender des Heil. Evang. te 's Gra-» venhage, 288 L. 16 sc. De jonge Canter. Item, Bastiaen de Rid-
der, bewaerder deser stads huysinghe, voor't missen ende derven syner bovencamer, daer de jonge Canter op geseten heeft, 17 L. 18 sc. Schenkelwyn:
Marcelis van Oort, ten behoeve vd. Ew. ende Godsal. D. Adriano vd. Borre, bedienaer
des Heil. Evang. tot Leyden , 6 kan.
De vrouwe Anna van Lydekerke, grav. van Huyst, etc., 4 kan.
Jor. Ja. van Duvenvoorde, heer tot Opdam , admirael van Hollant ende gecommitteerde
vande staten generael, 6 kan.
Jo. van Golstein, rechter tot Arnhem, ende Veluwsoome, 6 kan.
Mr. Dire van Barckel, adv. fiscael et Jo. van Dalen, griffier vd. crygsraet, 5 kan.
1611. —
Bern. Fumerius. Item , Bernardo Fumerio
v. Leeuwaerden, historyschryver, voor de dedi- cate vande chronyequen van Beca ende Heda, mitsgaders voor bet leveren van noch 6 exem- plaren vande selve chronyequen , 50 L. Kerksaken. Item , Domino Ja. Taurino ,
bed. des Heil. Evang. alhier, gedebourseert in sekere reyse op Delf, tot beroepinge ende ont- slagingbe vd. persoon Dni. Isaaci, tot Noor- wyck staende, 98 L. 6 sc 6 p. — It., D. Tau- rino, uts., op 's Gravenhage, om te versoeken prolongatie van tyt voor den heer Wtenbogaert, alhier voor een tyt geconsenteert te moghen blyven, 17 L. Schenkelwyn:
Jo. Goch, raet van stat., Barckel, advocaet fiscael, etc., 12 kan.
|
||||||
278
|
||||||
Overste lieut. Blasius v. Dyckenburch ende Dr.
Franciscus Groesman, syndicus, beyde van Bruynswyc ende Zach. Rolingh, burgermees- ter aldaer, 8 kan. Rochus van Honraet, raet inden hoghe raet v.
Hollant ende Jo. Basius, rekenmr., mitsg. Barn. Faille, dienaer des Heil. Evang., 27 L. D. Leon. Voecht, raet inden hoghen raet van
Hollant, 6 L. Do. Sebastlaen Dammannus, bed. des Heil.
Evang. te Sutpben, mitg. D. Antho. Thy- sius, professor Theologiae tot Harderwyck, 12 La
1612. —
Maeltyt. Opten 12. Spt. 1612, hebben de
heren regierders deser stadt, ten huyse van mynhere van Suylen doen bereyden een eerlyke maeltyt, daerop van stadswegen beroupen, ende te gast genoeyt ende gecomen syn geweest, de heren: van Oldenbarnevelt, hr. vd. Tem- pele, mitsgaders synre E. kynderen ende an- dere Edelluyden, den here Cecylle, den com- mandeur Ogle, ende meer andere heren vd. gerechte, van welke maeltyt die costen belo- pende syn geweest 380 L. 9 sc. — It., mr. Ger. Croesen , in betalinge van alsulke teringe, als by myn Ed. heren die regierders deser stadt ende verscheyde gecommitteerden des raets, tot synen huyse gedaen syn, ooc vande wyn, die hy la ten volgen ende gesonden heeft opten huyse Abcoude, jegens die byeencomste met die regierders van Amsterdam, aldaer, als oock ten huyse van mynh. v. Suylen, opte maeltyt vanden hr. van Oldenbarnevelt ende voorts andersins, ende dit al sedert 11. Juny 1612 tot den laetsten Dec. 1613, 354 L. 5 sc. 1613. —
Caerten. It., Marcelis v. Oort, 33 L. 8 sc.,
wt sake van verscheiden caerten van landen ende erven, mitsg. afmetingen van werken, by hem ten dienste deser stadt gemaect ende gedaen. — It., Henr. Jansz. Verstraten, boec- vercoper, 6 L., wt sake van een caerte der |
stadt Utrecht, daermede de heer Wtenbogaert
van stadswegen is vereert. Wtenbogaert. Item, Dno. Jac. Taurino,
bed. des H. Ev., 36 gl., in plaets van een half aem rynse wyns, ende daervoor de on- . costen by hem gedaen over het tracteren vd. heren Wtenbogaert ende Sim. Episcopio,pro- fessor tot Leyden, etc. '■•J
1614. ~
Caerte. Item, mr. Marcelis van Oort, 15 L.
5 sc, vandat hy verscheyde nye gemaecte stra- ten heeft afgemeten, oock met die heren ge- committeerden vd. stadt geweest is t'Abcoude, denwech, streckende op Diemermeer, geme- ten, ende daeraf een caerte gemaect heeft gehadt. 1615. —
Stempeh. Item, Lodew.Vuysting, seghel-
snyder, 38 L., wt sake hy tot avanchement vande lakenneeringhe ende ververey, deser stadt gesneden heeft thien stempels. Pestmeester. Item, mr. Ernst vd. Waell,
aengenomen tot pestmr., 50 L. vande oncost, in't opbreken ende transporteren van syn fa- milie, van Amersfoort binnen deser stadt, etc. Schenkelwyn r
Jo. Alb. van Schagen, hr. tot Borchoorn ende raet ter admiral, te Amst., 8 kan.
Jor. Rein. v. Brederode, baron v. Westenberch, heer tot Veenhuysen, presid. vanden hoghen
raet van Hollant, 18 quaert.
1616. —
Wapmsnyder. Item , Bastiaen de Ridder,
wapensnyder, 4 L. 16 sc., wt sake hy de bus- sen vande boden deser stadt vermaect ende geelumineert heeft gehadt, etc. 1617. —
Subventie. Item, de gecommitteerden vande
stadt Grabaw, gelegen in't hertochdom van Meckelenborch, door last des raets behandicht |
|||||
279
|
|||||||
een dubbelde ducaet, 8 L. 2 sc., ende dat
tot subventie van het weder opbouwen haer- luyder stadt voorsz., jammerlycken door den brant vernielt. Trompers. Item, Ja. v. Schendel, 30 L.
12 sc, wt sake van alsulke wyn, als hy den samentlicke s tads trompers opten omtoecht vd. schutterye gespuelt hebbende van 1617 tot 1618 laten volgen hebbende. 1618. —
Stads-werk. Item, Pet. Segerman, schil-
der, 111 L. 16 sc. 9 p., van geleverde ma- terialien ende arbeitsloon, in 't witten ende affsetten der stads raethuis, secretarie, wacht- huys opde Nuede ende voorts het nieuw ge- maecte werck inde Wittevrouwenpoort. — It., Dan. Verheyden ende Pet. Segerman, 50 L. 16 sc. 9 p., vandat sy de nieuwe werken vande Wittevrouwen- ende Weertpoort aflgeset ende vergult hebben gehadt. 1619-----et 1620. —
{Leveren voor ons doel niets merkwaar-
digs op). 1621. —
Will. v. Straten. Item, mr. Willem van
Straten, der medicynen doctor, 100 L. voor een jaer tractement, syn Edele als professor inde anatomie in S. Pieters kerke alhier, ver- schenen in Juny 1622, volgens d'instructie daerop gemaect ende in't stads resolutie-boec geregistreert, IJ Juny 1620. 1622. —
{Als dejaren J6J9. — et J620. —),
1623. —
Caerte. Item, Jan Ameh's PaddenburchJ,
hoecvercoper, 10 L. 2 sc. 6 p., wt sake van alsulke boeken, caerte, als andersins, als hy tyde deser rekeninghe gelevert heeft. |
|||||||
Fransche schoolmeester. Item, Jan Block,
in't poortgen, 27 L. 14 sc, voor teringe tot synen huyse, 26 Jun. 1624 tot 29 Jun. daerna gedaen bymr. Dan. v. Waterryck v. Dortrecht, by de vroetschap deser stadt op het rapport van haer gecommitteerden, voor den tyt van 6 jaren aengenomen tot een francoysch school- meester ende geaccomodeert in't convent van Abramdolen, gedefroyeert als voren. 1624. —
Ja. Perreus, organist. Item, in de voi ige
rekeninge, onder het capittel van ordinaris uitgaven, werden gebracht 60 L., die mr. Ja. Perreus als organist inde Domkerke te genieten plach, dan alsoe dese plaets tyde deser reke- ninge vacant is gebleven, hier msmorie. 1625. —
Gerbr. Anthonisz., organist. Item, Mart.
Jansz. v. Antwerpen, ende dat van wegen Ger- brant Anthonisz., gewesen organist inde Dom- kerke, ende als nu wter stadt op een ander metter woon getrokken synde, 60 L., vandat by, Gerbrant, gedurende den tyt van een geheel jaer, voor ende na de predicatie op't selve orgel heeft gespeelt, blykende by re- queste, daerop gestelde ordon. Jor. J acq. v. Eyck, beyermeester. Item,
Jor. Jacques v. Eyck, die byde vroetschappe de- ser stadt, den 3. Jan. 1625 by provisiejaerlix toegevoecht is de somme van 100 L., ende dat voor de diensten, die hy is doende in't spe- len van 't clein werck op de Domkercke, ende oversulcx hem alhier betaelt een jaer, tyde de- ser rekeniDghe, blyck. by extract autentique. Sackeboet. Item, Mich. v. Noert, een van
deser stads trompers, 8 L., wesende "tgunt by hem verschoten was, voor het repareren ende vermaken v. een sackeboet, deser stadt competerende. 1626. —
Alew. de Vois, organist, Item, Alewyn de
|
|||||||
280
|
|||||||
de Vois, organist inden Dom, 200 L., vandat
hy, de Vois, een jaer, voor ende nae de pre- dicate op't selve orgel heeft gespeelt. Cussens. Item, Jan van Bronchorst, glas-
schryver, 42 L. 11 sc., voor verscheyden tey- keningen, daernaer den tapytwerker de kus- senbladen heeft gemaect. — It., Jan Hermansz. van Hoboken, 432 L., voor 36 tapyt-cussen- bladen, yder blad 12 L., deserstadtgelevert.— It., Ger. Ruys, 30 L. 16 sc. 3 p., voor nieuw gemaecte cussens. — It., Ger. Ruys, 276 L. 19 sc, voor het maken v. 36 nieuwe cussens met- ten bellen, veren ende andere materialien daer- toe. — It., Jan Hermansz. v. Hoboken, 54 L., voor 6 tapyten cussenbladen, yder 9 L., der Stadt gelevert ende by de vroetschap vereert den huismrs. ende broeders van S. Jobs gasthuis. Sonnewysers. Item, Ja. Simonsz. Mode,
196 L. 6 sc, voor 5 copere sonnewysers, ts. wegende 194 pont, 't pont 19 sc. — It., Gysb. Henricksz., smith, 38 L. 14sc6p., arbejts- loon, in 't hangen vd. voorsz. sonnewysers. — It., Harm, van Honthorst, 20 L., wt sake hy de 5 sonnewysers op copere platen geschildert heeft, alse, de ronde sirkelen root ende de aanwysende letteren swart, ieder tot 4 L. —• It., Nic. Bar, horologiemaker, 66 L., wtsake van het stellen vande 5 voorsz. sonnewysers. — It., Jan Henriksz., timmerman, 9 L. 8 sc., verdient aen de 5 sonnewysers. Schilderwerk, etc. Item, Willem v. Capel,
120 L., wt sake hy de boogen voor deser stads raethuis vergult heeft, mitsg. oock de hoofden ende schilden boven de ovalen. — It., deselve, 24 L., wt sake hy de crans boven het portael van't stadshuis met de balans ende schalen oock vergult heeft, mitsg. oock een crans van vergult geleyt ter wedersyde vande Smeebrug om het stadswapen. — It., Barthol. Moor, 22 L. 17 sc., in betalinge van een sekere weeg- schael met een spiegel ende slang (?), mits- gaders een sweert, 't welck geweest is voor de- ser stads raethuis. 1627. —
Portael. Item, Lamb. Olofsz., kistemakcr,
|
320 L., in betalinge van 2 swaer portaels i,
staende in't saleth vande huysinghe. die by den secret. Leerdam wordt bewoont, deselve gemaect met de colommen van Corinthia met syne peterstalen gesneden, deselve colommen op het derdendeel ryckelyk gesiert, etc. Rookverdryver. Item, Jan Jansz. Buys,
wonende tot Leyden, 130 L., wt sake hy vd. rook geholpen heeft beide scboorstenen inde secretarie vd. gerechte deser stadt, 2 schorst. inde huysinghe vd. secret Leerdam bewoont, ende noch een schorst. in't camerken vande deurwerders, etc. 1628. —
Jor. Ja. v. Eyoh. It., alsoe Jor. Jacq. v. Eyck,
hiervorens in't wtgeven gebrocht met 100 gl., voor een jaer pensie, deselve syn gagie, 28. Oct. 1628 is geaugmenteert met 50 L., ende dat hem daer en boven noch toegeleyt syn 50 L. voor d'opsicht, die hy gehouden sal wesen te hebben opte horologies ende clocken , soe wel van d'andere kerken , als van 't stadhuis, etc. Tho. du Sart met syn cromhoorn. Item,
Tho. du Sart, deser stads ordinaris rausicien, 60 L., voor een jaer gagie vande stadwegen toegevoecht, voor dat hy op alle sondaghen, feestdaghen ende andere, naer occurrentien v. tyden ende saken, metten cromhoorn ofte cornet, onder den orgel ten Domspeelt, etc. Collegium anatomicum. Item, mr. Bruno
Verdoes, chirurgyn, 20 L. voor een jaer ga- gie, hem toegeleyt voor de diensten, die hy is doende in't collegio anatomico, mettet prepareren vande subjecla, ende assisteren vd. Dor. anatomiae, in't doen vande demonstra- tien, etc. Wekelykschecollecte. Item, Egb. Jacobsz.,
coperslager, 32 L., wt sake van 20 copere bus- sen , by hem gelevert ende gedistribueert aen de schouten vande respective gebuerten, om daer mede de wekelyksche collecte voor de armen te doen. Oorlogs-saken. Item, Gu. Eyckelmans,
bode vd. admiraliteit tot Rotterdam, 15 L., vandat by de eerste missive van advertentie vd. |
||||||
281
|
|||||||
comste vanden generael Pieter Heyn gebroclit
heeft. — It., Harm. Tonisz., courwachter, ende Dire Barry, 88 L. 4 sc., vandat sylieden vanden 20. July 1629 totten 7. Spt., dach e.nde nacht, continuelyk opten Domtoorn wacht gebouden , ende elc ure niette trompette ge- hlasen hebben. — It., Joupbaen Aerts, stads- luyer vd. waeckcloc ende bancloc, 2'i L., wt sake by enigen tyt inde troublen vele extraord. reysen heeft moeten luyden, soe ter cause van veele ende verscheiden publicatien, mitsgaders voor- ende namiddach, als het volk, wer- kende aende fortification of retrenchementen , i\n ende of het werck ginck, ieder reys de waeckcloc heeft moeten luyden. — It., Corn, van Nyenrode, lantmeter, 20 L., wt sake hy tyde vd. troeble sich heeft laten gebruycken in't fortifieren van dese stadt, mitsgaders in't leggen vd. retrenchementen, van 26. Aug. tot 6. Spt. daernavolg. — It., Antonis Metius, ingenieur , 50 L., tot defroyement van syn verteeringe alhier, gedaen ten huyse van Jo. Block, weert in 't poortgen. — It., Aelb. v. Meurs, clocgieter, 56 L., wt sake van repa- ratie van diversche stucken geschut, ged. bj kennisse vande HH. artilleriemeesters. 1629. —
Niscellaen werker. Item , Christo. Jonas,
miscellaen werker, een conste ofte handwerk, nooit voor desen alhier geexerceert, 26. Jan. 1624 aengenomen voor 6 jaren, omme het- selve handwerk binnen dese stadt te exerceren, ende ten minsten jaer wt jaer in 45 personen, deser stads burgers ende inwoenders of der- selver kynderen op't selfde hantwerck te setten, op conditien onder anderen mede, dat hem jaerlix tot verval van syn huyshuur toegevoecht sel worden 150 L., betaelt voor het leste half jaer der voorsz. 6jaren, versch. Paeschen 1630. Subsidie ende recompensie. It., Jo. Christo.
van Berck, gewesen stadthouder in Moravie ende vermits de Keyserl. vervolging aldaer ver- dreven, 75 gl., hem op syn versoek by re- queste gedaen by de vroetschap, tot subsidie toegeleyt. — It., Lucas Symonsz. ,'6 L., voor de dedicatie van eenige rymeryen, geintitu- III.
|
|||||||
leert: JVtrechtscheDanckbaerheit, ende oock
de presentatie van seker cyferboeck, by beta laten wtgaen. — It., drie predicanten , wt Bohemen verdreven, 40 guld., tot reys- ende teercosten, omme naer Polen te trecken. — It., Jo. Erasmius, sone van Erasmus Cornelisz., IS L., voor de dedicatie van sekere Dtspu- tationes, by hem wtgegeven. Musiealia. Item , mr. Andries, componist
ende musicant, 25 L., voor een partye, be- staende in vyff musjkboeken in scriptis by hem geinventeert, ende aen de stadt vereert, die geleit syn in de kist vande stads trompers. — It., Phil. Ram, 13 L. 4 sc, voor 2 tonne- kens wyn, gelevert, het eene in't weeshuys, ten tyde de stads gecommitteerden aldaer de- den backen, ende d'ander in deser stads raet- huis, als mr. Cuyperus solliciteerde, omme stads tromper te wesen. Speelwerck. Item, Hans vd. Bosch, horo-
logiemaker, 340 L., daervoor hem door deser stads gecommitteerden , achtervolg. 't bestek daervan gemaect, aenbestayt geweest het re- pareren , corrigeren ende vermaken v. het uur- ende speelwerc deser stads plaetse. — It., Aelb. van Meurs, voor een nieuw clocksken, by hem gelevert in het accoord opte plaets toorn, bo- ven een ander clocksken, by hem weder aen- genomen , 96 L. 10 sc Krygssaken. Item, Jo. Henriksz., 80 L.,
16 sc, voor 74 pectonnen, daermede gevuert worden voer het veroveren der stadt Fernam- buco in Brasilie. — It., Peter Jacobsz., 24 L., voor twe steenstucken ende 4 earners, by deser stads artilleriemeesters van hem gecoft, die onder recepisse geleent syn Jan Jansz. Eyckel, mercktschipper op ten Bosch, om te veiliger de burgers deser stadt ende haere goederen te kunnen voeren. — It., Joost Dareth, 29 L., voor 38 pont buscruyt, gelevert, als voer het veroveren der stadt Fernambuco in Brasilie, de earners werden ofgebrant. Caerte. It., Henr. Jansz. Verstraten, lant-
meter, 30 L., voor sekere caerte, by hem door last vande Ed. Mo. staten 'slants van Utrecht, Spt. ende Oct. 1629 gecarteert, daervan by copie aen de stadt gelevert heeft. 36
|
|||||||
282
|
|||||||
It., de 6 gesworen tambouryns, 64 L.,
heml. 7. Jan. 1626 toegevoecht. It., Corn, van Burchorst, letterd., 24 L.,
hem 3. Jan. 1625 toegevoecht, voor de dien- sten , die hy de heeren collonels ende respect, hooftmannen gedaen heeft, over het jaer 1630. It., Mart. Jansz. van Glabbeeck, hoofm.
der comp. opgesetenen in Louwenrecht, 12 L., heml. 19. Apr. 1627 toegevoecht tot verval vande oncosten der tambourynen, pypers, etc. It., Gysbr. Deckers, 368 L. 6 sc., voor
alsulke stone van armosye veltteykens, goude kanten ende het maken vandien, als hy tyde deser rekeninghe ten behoeve vande collonels ende respect, bevelhebbers der schutterye ge- levert ende doen maken heeft. It., Corn, van Doeyenborch, raet, 175 L.,
mede voor alsulke armosye stoffe, goude kan- ten , side franien , etc. It., Ja. Wernartsz. van Velthuysen , 406 L.
4 sc., voor 800 pont buscruyt, 't hond. 50 L. It., deselve, 2070 p. buscr., 'thond.50 L.
It., Henr. van Stamhorst, 28 L. 6 sc., voor
geleverde trommen, trommelstocken , etc. It., Anto. van Ravesteyn, 240 L., voor
arbeytsloon, by hem in't stads artilleryhuys, verders in 't schoonmaken van't geweer ende leverancie van lades, stampers, steert- ende slootscbroeven. It., ten tyde als bedreven worde vreugde-
teekenen over het veroveren der stadt 's Hert. Bosch, is de beer cameraer geautoriseert, omme bet geschut uit deser stadt artilleryhuys te laten brengen op de wall, ende daerna weder te laten ofvueren, 66 L. 13 sc. 9 p. Somma vd. oncosten, gevallen op ende
onder de schutterye, 4198 L. 17 sc. 3 p. 1630. —
Recompensien. Item , Do. Dan. Sauterium,
60 L., voor de dedicatie etc. v. seker boeck, vervattende verscheyden triumph, predicatien ov. de victorie, die Godt, de Heer Almachtich, dese vereenichde Nederlanden, in den jare 1629 heeft verleent. — It., Joanni Angel. Wardenhagen, JC., ducts Magdeburgensis |
|||||||
Symon Witfelt, conrector. Item, de erff-
genamen van mr. Symon Witfelt, gewesene conrector inde triviale schoole alhier, geres- titueert 18 L. 14 sc. 6 p., voor houte boek- kassen, ende enigen slaepcoetsgen, alse hy tot syne costen in deser stads huysinghe, die hy bewoonde, hadde doen maken, ende in't selve buys ten behoeve deser stadt gebleven syn. Kussenmet wapens. Item, DircJoriaensz.v.
Vollenhoven, voor het maken van alsulke stads wapenkens, soe van root ende wit fluweel, als van root ende wit baey, als hy genaait beeft in verscheiden groene cussens. — It., Ger. Ruys, 64 L. 9 sc. 6 p., voor 8 groene cussens, mette stads wapens van root ende wit fluweel, daer toe hy gelevert heeft het roode leer, de insteeken van nieuwe tyct, reren , quasten , etc. Majt. van Bohemen. Item , Ger. Stiflels ,
18 L. 2 sc, voor teeringe, tyde heeren, die gecoinmitteert waren, omme syn Majt. van Bohemen, comende van boven, te bewelcomen. Ander wtgeven van oncost op ende
onder de schutterye, mede op de wapen chiering, Magdalene J630 gedaen, als oock van gecoft cruyt, geweer, ammunitie, mellen aen- cleven vandien. (Van nu voortaen bysondere rubryk). It., de acht hooftmannen vande schutten
op de voorsz. wapen chieringe, 1408 schut- terpenningen, yder tot 12 sc., dus 844 L. 16 sc, wt te deylen naer de resolutie, 6. Jul. 1623. It., verhantreykt op Magd. voorsz. den hr.
van Duyckenberch , burgermeester, subschout, secretarissen ende stadstrompers, 46 schutt. penningen , ten pryse als voorsz. It., de 8 respect, hooftmannen, 800 L.,
yder 100 L., heml. 4. Spt. 1626 toegevoecht in plaetse van 72 L., die syl. te genieten pla- ghen tot verval van haerl. ord. loon, de bode, tromslagers, portiers, etc., welcke augmenta- tie geschiet is ten respecte vande menichful- dige vergaderingen der bevelhebberen ende het inhalen vande heeren ende princen meer als voor desen. |
|||||||
283
|
|||||||
quondam consiliario, 25 gl., voor de prae-
sentatie van syn tractaet: de rebus public is Hanseaticis. — It,, Theodosio Symoni Berch- stedae, synde wttet pausdom bekeert totte ge- ref. religie, dc som van 25 gl., voor de de- dicate van seker boeksken, geintituleert: Diss, de principiis falsis et idolalria religionis pontificiae.— It., Anto. vd. Haghen, stud., inde heil. theol., ende burgers soone deser stadt, betaelt 18 L., voordat hij ande vroet- schappe deser stadt gedediceert heeft syn theses de peccato originali. — It. , Janus Erasmius, deser stads burger, 30 L., voor de present, van een Carmen, by hem gemaect vvegens de treffelyke victorie in't veroveren der Spaensche vloot. — It., Ja. Philippi Berchman, deser slad burger sone , voor de dedic. van syn Disp. tot Leyden gedaen, de satisfaclione Ghrisli, 30 L. Subsidien, Item , Do. Rudolpbo Francisci,
stud, inde theol. te Groningen, die sich vd. Eaepsche afgoderye totte ware Chris tek religie
egeven ende vande secreten vd. paepsche gelegenheydt ontdect heeft 30 L. lot subsidie, omme syn studien te vervolgen. — It., de gecommitteerden vande raedt der stadt Wa- rendorff, tot restauratie vande afgebrande huysen aldaer, totte 70 toe, 15 L. — It., Peter Weerts, voor de kerke ende arme ge- meente tot Mullem, in hore noot toegeleyt, 30 L. — It., Gotfr. Steinacker ende Peter Henckel, verdreven burgers wt de gedestru- eerde stadt Magdenburch, 25 L., lieml. op haer ootmoedel. versoek, tot nootlyk onder- hout in haren sobren staet toegevoecht. — It., Carolus Gelliers, schoolmr., om de religie wille wt Biabant hier in't lant gecomen ende school gehouden, hebbende enighen tyt, als nae het overgaen vande stadt Breda, binnen Dortrecht, ende door siekte, al 't gene hy hadde, geconsumeert hebbende, 30 L. in sy- nen sobern staet, tot noodich onderhout ende erectie van een schoole toegevoecht. Jor. Jaq. v. Eyck. Item, dese cameraer
gestelt in handen van Jor. Jacq. van Eyck , beyermeester, de somme van 400 L., daer- mede te becostigen een accoort van 30 cym- |
|||||||
baeltgens metten appendicien vandien, omme
daerop een bequaem persoon off twee te in- strueren, ten eynde syne kunst van beyeren met hem niet en kome te sterven , daerdoor syne inventie vrugteloos soude blyven, doch es gestipuleert, dat de heren vande stadt aen haer behouden de optie, off sy voor 6 jaren hetselve accoort cimbalcn begeren aen haer te houden, off dat Jor. van Eyck haer E. dese 400 L. sail restitueren, ende 't accoort aen hem behouden volgens syne gedane presentatie ende dit volgens resolutie vanden 8. Apr. 1631. Ingenieur. Item, Quiryn van Lobbrecht,
ingenieur, 12 L., voor eenighe vacatien, ten dienste der stadt. Stadsglasen. It, gemaect door Jo. Aertsz.,
Jo. Calff, Ja. Gerritsz. Bronchorst, Jo. v. Syll, glasen met stads wapens, geschonken an raetsh. v. Helsdingen , in de huysinghe vd. armen van Pollio, aen G. Helmichius, pred. in Venen- dael, in't pastoriehuys. Wapens. Item, Jan Geritsz. Bronckhorst,
glasschry ver, 12 L., voor 3 wapens by hem gemaect ende gestelt in't wapenboeck vande heren almoseniers, als stadts wapen ende de wapenen vande heren burgermeesters Nypoort ende Weede. Bodenbroot. Item, Hans Verburch, 25 L.,
voor de eerste tydinge vande veroveringe der stadt Wesel ende vande Spaensche vlote van Antwerpen afgevaren. — It., Henr. Claesz. Schaep, 82 pektonnen verbrant voor de vic- torie van't veroveren der Spaensche vloote om- trent Bergen op Zoom, 87 L. 17 sc. V Gebedt. Item, Aelbr. van VollenhoVen,
ebbewerker,' 4 L. 10 sc., voor de ebbelyst van het gebeth in de raetcamer. — It., Dan. Gions, schoolmr., 10 gl. voor het schryven van het gebeth, hangende inden raetscamer. Silvere letteren. It., Agneta van Velthuy-
sen, 6 L., voor de silvere letteren, die Jan Bartsz., als letterdienaer der stadt, op syn mantel draecht. Gaelderye opte Vischmerckl. Item, de hr.
oud-burgermeester vd. Poll, 9 L. 10 sc., van coste gevallen in 't reysen naer Amsterdam met deser stads timmerman, omme te besichtigen 36*
|
|||||||
284
|
|||||||
die gaelderjc, staende opte vismerct aldaer,
ende een modelle daernae te doen maken. Hieronymus schoole. It., Tryn Willemsz.,
100 L. 12 sc., voor moppen , gebruykt aea Hieronymus schole , mitsg. de nywe earner voor rar. Adr. van Bilsen, lector lertiae classis. — It., Dno. Anto. Emilio, gewesene rector van Hieronymus school, 39 L., voor bouken, kas- gens, tafels, etc.; voor 2 nye coetsen in de maechdencamers, 6 L. Palronen. Item, Symon van Bellecum, voor
3 patronen, by hem gemaect omme daerna gegoten te worden de pnnnen vande sluisdeu- ren, alsmede voor 2 lampetten ande brug. Uilgeven vd. schuttery. Item, Joost Ge-
ritsz., 8 L., verdient aen 't vendel van hooft- man Moreels, voor't scbilderen ende vergulden. 1631. —
Horologie op V stadthuis. Item, Jo. vd.
Bosch, horologiemaker, voor dat hy tot 3 rey- sen de noten op't werk op deser stads raethuys heeft helpen versteeken, ook de ketten aende hamer, de heele uer slaende, vermaect, als inede een veer aen't werk. Recompensie. Item, Mich, de Monferato,
gewesene capellaen major van 't Spaensche re- giment binnen Rynberch, hem herwaerts be- geven, de geref. religie aengenomen ende tot teyken van dyen 2 boekskens, liet eene ge- intituleert: Contra dogmatapapistarum, ende het andere: de papa Anlichrislo, in druk wtgegeven ende onder anderen mede aen de vroetscbappen gepresenteert, 20 gl. — It., Dan. Costerus, pred. te Houten , 40 gl., voor de dedicatie ende presentatie van vier exempl. van seeker boeksken vande bekeringe vande naedicyn des Coninx van Vrankrjk van't pausdom totle ware gereformeerde religie, by hem getranslateert ende in den druk laten wt- gnen. — It., Henr. van Malecodt, stud, in de philosophic tot Leyden , sone v. Absalon Jansz. Malecodt, sieketrooster alhier, 25 gl., voor de dedicatie van theses: de libera voluntate, te Leyden gedefendeert. — It., WenceslaoCle- mens a Lybio Monte, 25 gl., voor de dedi- |
catie aende vroetschap van syn tractaet: Viola
amoeniss. verts inter herbas primula nuncia ad medilationem passionis et resurrectionis dominicae piam invilans mentem carmine adumbrata.elc.— lu, Abra. Hartoch, die- naer des godel. Woorts totSluypwyck, 12gl., voor de presentatie van syne schriituurlyke meditatien over de veroveringe des vyants sloe- pen in't slack. Subsidie. Item, de gecommitteerden wtea
kerkenraet der gereform. gemeente in't fort 's Gravenweerdt, genaemt Schenkenschans , 100 gl., heml. op haer versoek byde vroed- schappen deser stadl toegevoecht, tot vergroo- tinghe v. hoerl. kerke aldaer, also de lidmaten, door Godes sonderlingbe seghen aldaer sulex toenemen ende vermeerderen, dat de kerke daer voor te klein is. Peter Bor. Item , Pet. Bor Christiansz.,
250 gl., hem toegeleyt tot behoorlyke erken- tenisse vande yver ende neersticheit, die hy in syn oude dagen noch aenwendt, tot nut ende dienst vande posteriteit, in aensien, dat hy is een borger deser stadt, mitsg. voor de dedicatie van't tractaet, geintituleert: Croniea Carionis, by hem vervolcht ende in druk laten wtgaen. Victorie. Item, Adr. Wernartsz. Velthuy-
sen, 63 gl., voor 70 pektonnen , gelevert tyde de veroveringe der stadt Maestricht. — It., Anto. van Bavesteyn ende Daretli, 26 gl., voor't halen ende wederbrengen in't artill. huys vande earners, deselve te lossen ende we- der schoon te maken, voer 't veroveien van Maestricht. — It., Anto. Jansz. van Appel- doorn, 10 gl., voor dat hy bodenbroot heeft komen eyschen aende hereu burgermeesters, van 't overgaen der stadt Venlo, Stralen, etc., onder het gebied vande Ho. Mo. heren stateu generael deser geunieerde provincieu. 1632. —
Recompensie. Item, Peter Deylius, predi-
cant t'Abcoude, 20 gl., voor dedicatie van sekere tractaet, by hem wttet Latyn getransla- teert van't laetste goddel. strenge oordeel. — |
||||||
285
|
||||||
It., D. vd. Poell, 24 gl., voor de presentatie
van sekere tractaet, op nieuws wtgegeven door den heere Jacob Cats, genoemt: den Spiegel vd. ouden ende nieuwen tyt. — It., Adr. Both , boecvercoper, 41 gl. II st. 8 p., voor nlsulke couranten, caerten, nouvelles, alse hy in 't geheel jaer inde secretarie gelevert heeft. Subsidie. Item, Anto. vd. Hagen, bedie-
naer des goddel. Woorts, 25 gl., wt singu- Jiere gracie tot reysgelt naer Oostindie. — It. , Mechtelt van Leyenberch, wed. van sal. Abra. Laucelen (?), in syn leven conrector inde Hieronymus schole, 25 gl., wt compassie gratieuselyk tot subsidie. Molen. Item, Ja. Fredericxsz. Vlug, in Lou-
wenrecht, 30 gl., van oncosten ende andere ongelegenheden toegevoecht, ter cause hy door ordon. der stads gecommitteerden in den jare 1629 syn lootmolen geopproprieert heeft tot een rosmolen, om daermede meel te malen, alsoe de burgers, inwoonders ende soldaten , alsdoen hier in garnisoen wesende, ter selver tyt door gebrek van wynt, geen meel kouden gemalen crygen. Caerle. Item, Henr. Jansz. Verstraten, 10
gl., voor dat hy ten behoeve deser stadt heeft geconcipieert een caerte vande liinderdam ende de Vecht tot deur Muyden. Silvere bussen. Item, Henr. van Emerick,
35 gl., voor twe silvere bussen, omme op de borst te dragen voor Dire Gillisz. ende Pet. Jansz., extraord. stads boden. Vondeling. Item, Ger. Jansz., in de Bri-
gittesteech , 50 gl., vandat hy angebracht heeft de vader van 't kint , inde Winsensteghe te vondeling geleyt, volgens de publicatie, dies- aengaende gedaen, by welk degene, die den vader van't kynt soude aenbrenghen, belooft is een vereeringe van 50 guld. School. Item, Dom. Cornelio Dungano,
ministro, gerestitueert de somme van 41 gl., by hem verschoten voor reys- ende teercos- ten , in 't reysen naer verscheidene Hollautsche steden, omme aldaer te informeren opde or- dre der schoole. — It. Dno. Barnardo Busch- hoff, ministro, gerestitueert de somme van 40 gl. 10 sc, ter cause als voorsz. |
||||||
Wlgeven vd. schutteryen. Item , Aert Wil-
lemsz. van Laeckervelt, 3!) gl., voor'tmaken van een nieuw vendel voor de compagnie vd. hooftman Leeuweerden , met vlammen v. oran- ge, blauw ende wit, van de stang aff. —> It., 21 gl. 10 St., voer het repareren ende schilderen vd. respect, vendels der schutterye deser stadt. - It., Lauw, v. Rawesteyn, 6 gl., voor dat hy het nieuw vendel vanden hooftman Leeuwaerden geschildert heeft, een couiperchement mil een graeflyke croon boven 't wapen. 1633. —
lllustre school. Item, Henr. Malecot, 24gl.,
hem grasieuselyk ende sonder consequents toegeleyt voor de dedicatie syner theses in de heil. theol., in de illustre school alhier, by hem gedefendeert. — It., mr. Jo. vd. Nypoort, seer, deser stadt, verhantreikt een dubbelde goude Nederl. ryder, tot 12 guld., by de vroetschap vereert aen M. Schoock, voor dat hy de eerste disputatie in de illustre school gedaen ende syne theses der vroetschap voorsz. gedediceert heeft. — It., Jorian HeregraefF, student ende inwoner deser stadt, 24 gl. , voor de dedicatie van syn oratie, in laudern eloquentiae et republicae Ullrajectinae, in de illustre school alhier gedaen. — It., suster Agnietgen, etc., 48 gl., haerl. toegevoecht voor 't approprieren van 't Agnietgen clooster, tyde aldaer was de maeltyt vande inauguratie der illustre schoole ende *t selve daerna weder schoongemaeckt.— It., JanichgeDircksz.van Erp , 31 gl., voor glasen, etc., ende haer wo- ninge in de illustre school, die sy ten behoeve der stadt heeft geruymt.— It., Dire v. Soest, in 't Claverbladt, van huer van tafelmessen, alsmede van degene, die vermist syn tyde vd. maeltyd vande inauguratie der illustre school, 8 gl. — It., Fra. Eliot, 46 gl., daer voor hy met silver beslaghen heeft de pedelstock vd. illustre school ende't silver daertoe gedaen.•— It., Abra. vanHerwyck, 456 gl, 5 st., voor alsulke theses, series lectionum ende orationes inaugurales , als hy door ordre vande regierders gedrukt, uitg., gelev. heeft, gebouden ende |
||||||
286
|
|||||||
Ongebonden. — It., Ger. Henriksz. Nypoort,
360 gl. 6 p., voer 1126 pont keersen, asch, seep, etc., by hem in de illustre school ge- levert, welke keersen alomme in deser stads secretarye, etc., verbrandtsyn.— It., 162 gl. 8 st. 12 p., voor reis- ende teercosten, mitsg. vacatien gevallen opte reyse vande heren Jo. vd. Nypoort, oud-burgermeester, Gysb. vd. Hoolck, schepen, metten secret, als gecom- mitteerden, oinmc tot Leyden ende elders in Hollant hem te informeren op de personen , die in consideratie quamen, om beroepen te word en tot professoren in de illustre schoole. — It., 106 gl. 1 st., voor gelyke oncosten, etc., naer Harderwyck, omme aldaer te beroupen D. An to. Matthaeum, tot prof, inderechten.— It., 215 gl. 18 st. 8 p., voor gelyke oncosten, omme tot Deventer te beroupen D. M. Henr. Renerum, professorem philosophiae, ende tot Harderwyck, hun te informeren op die qua- liteyt van seker professor juris aldaer.— It., D. Barnard Busschoff, bed. des goddel. Woorts, 13 gl. 10 st., voor oncosten opte reyse naer Delft, in sake vande illustre school. — It., 118 gl. 14 st., voor oncosten vande commissie op Nypoort, vd. Lingen, vd. Hoolck, tot Leyden, Delft ende inden Haghe, te infor- meren , wie men het best tot prof, theologiae inde illustre school alhier soude beroepen. — It., 234 gl. 7 st. 8 p., voor gelyke oncosten, op de reyse naer Heusden , gedaen byde heren Nypoort, vd. Lingen, Foeyt, vd. Hoolck, om D. Voetium te beroepen tot prof, theo- logiae in de illustre school alhier. — It., Dno. Jo. Breyero, 41 gl. 10 St., voor reys- costen nae Groningen inde sake vd. schoole. — It., den hr. secx*. mr. Jan vd. Nypoort, 49 gl. 4 st., voor het doen bestellen ende affigeren inde ommeliggende steden de respective bil- letten vande erectie ende inaugurate vande illustre schoole.— It., mr. Barndt vanWesel, cock, 615 gl., daervoor hy gelevert heeft alle de spys, linnen, tinnen, glasen, als mede het banquet ende opte maeltyt van stads wegen gedaen, als geschiedt was d'inauguratie vande nieuwe, binnen dese stadt opgerechte illustre schoole, alwaer mede genoodicht ende geweest |
|||||||
syn de Ed. Ho. Mo. heren staten deser pro-
vintie, de presiderende ende raden vd. hove provinciael, de predicanten vande Duytsche, Engelsche ende Fransche natien alhier, ende dat volg. het accoord met hem gemaect — It., Herm. Wernaertsz. v. Velthuysen, 86 gl. 10 St., voor wynen , als hy opte voorsz. maeltyt gelevert heeft, etc. — It., Joris Nauwinx, tapezier tot Amsterdam , 45 gl., voor de huur der tapyten, waermede de illustre school ten tyde vande inauguratie verciert is geweest. r— It., Dire Pyll, inden Hulck, 42 gl., verteert te synen huyse by den here Phorbus Besius, Engelsch pred. tot Delft, met syn geselschap, aldaer verteert, tyde geschiede d'inauguratie vande illustre school, wesende by de stadt gedefroyeert. — It., deselve 98 gl. 6 sf., voor costen aldaer verteert byde heren v. Worcuni ende Gorcum, met enighe studenten alhier brengende D. Voetium, prof, theologiae, die byde stads gecomraitteerden syn vergast ende van stadswegen gedefroyeert. — It., Fra. Can- ter, 11 gl. 14 st. 8 p., voor een tonneken wyns, opte wage voorde musiciens gelevert. — It., voor huer van 4 koelvaten, gebruikt opte maeltyt, 10gl.— It., Lamb. Olufsz., 250 gl., ter cause hy gemaect ende in 't clein audito- lium vande illustre schoole gestelt heeft aen de oostside het gestoelte met al syn toebeho- ren. — It., Wyn. Jacobsz., 240 gl., daer voor hy gemaect heeft, gestelt ende gelevert, de professors stoel in't ander auditorium vande illustre school, ende voor 't ebbehout, daeroff de pedelstoc is gedraayt. — It., Henr. An- tonisz., voor een nywe tafel inde earner vd. firofessors vande illustre schoole, 20 gl. —
t., Pieter Dircksz. van Dusseldorp c. suis, 92 gl. 18 st., voor't ofmeten van 't kistewerk in Abramdolen convent, ende 't selve te ont- cloppen , 't welc van daer gebrocht ende inde illustre school is gestelt. — it., Dire de Leech, 28 gl. 3 st. 8 p., verdient in 't maken van een camertgen tot Jor. van Hoff, door't appro- prieren vd. illustre schoole wesende gebroken. Pieter Bor. Item, Pieter Bor Ghristiaensz., vermaerde historieschryver, aen de vroetschap- pe gepresenteert hebbende het sesde stuck v.'t |
|||||||
287
|
|||||||
vervolcli der Nederlantsche oorloghe, begin-
nende sedert de compste vd. cardinael AI- bertus totte slach van Vlaenderen, mettet van- gen vd. admirant, soe heeft de vroetschappe, oin te betoonen, dat haer de presentatie ende dedicatie vandien aengenaem was, oock oninie hem te animeren, in syn oude dagen, daer- inne te continueren, hem vereert de somme van 400 gl. Rivet. Item, Will. Schayc, bode, 7 gl. 8 St.',
ter cause by een missive gebrocht heeft an mr. Rivet, -wesende tot Heusden. Stadsglasen. Item, te Amerongen een glas
mettet stads vvapen, staende op *t raethuis aldaer, 25 gl. — It., die van 't fort v. 'sGra- venweert, anders genaemt Schenckeschans, 25 gl., voor een glas met deser stads wapen, in haerluider kerke. 1634. —
-
Contrefeytsel vd. grave v. Soltns. Item,
Crispinus van Pas, de jonge, 80 gl., voor de presentatie van 40 figuren ofte contre- feytsels vd. welgeb. heere den grave v. Solms. Ysersnyder. Item , Willem Versteech , ter
cause hy gesneden heeft de stempels van stael- loden deser stadt, waermede men de geverfde laekens gewoon is te looden. Caerte. Item , Jan van Diepenbeim, voor
een caerte vande schenkenschans ende rivie- ren de Wael ende Ryn daeromtrent, by hem inde stads secretaire gelevert, 6 gl. Kerksaken. Item, 104 gl., van oncost, opte
reyse naer Leyden ende weer op Utrecht ge- daen byde heren oud-burgermeester Aernt Foeyt, mitsg. Phil. Leventt ende Abra. Ten- tener, ouderlingen inde Franse gemeente. — It., op de commissie naer Leyden, tot be- roepinge van D. de Dieu, omme de Wael- schen alhier te dienen als predicant, in plaetse van Sal. Pet. Agache, 176 gl. 15 st. Academic Item, 45 gl. 2 st., op de com-
missie, ged. by Jor. Fre. Ruysch etc., naer Leyden , om te horen de gaven van Jac. Me- stertius JC., die in consideratie quam, om tot professor juris alhier binnen Utrecht mede |
|||||||
beroepen te worden.— It., 88gl. 16St., voor
reiscosten op de commissie der heren Aernt Foeyt etc., naer Franecker, omme aldaer te versoucken den professor Schotanum, ten eynde hy deselve professiein jure wildeaenne- men ende bedienen inde illustre schcole, nu academie, binnen dese stadt. — It., Jan ter Brugge, weert in 't Casteel van Antwerpen, 61 gl. 14 st., voor vertering te syne huyse ge- daen in't tracteren door stadsgecommitteerden ende defroyeren vanden prof. Schotanum. — It., voor 2 steene pylers, staende inde earner vande heren professoren van de academie. Recompensie. Item, Jo. Dunganus, 20 gl.,
voor de dedicatie syner disputatie van 't va- gevuer, gedefendeert onder prof. Voetium. Stads-glasen. Item, Laur. Modeus, pred.
wt 's G. Hage, vereert een glas metter stads- wapen in syn woningbe, 12 gl. — It,, Jan Geritsen, Corn. Henriksz. booth, glasschry- vers. 1635. —
Draperie. Item, Jan Cuvis, Arnt Arnoutz.
ende Jan Slyck, drapeniers, metter woon ge- comen, om de drapperie te exerceren, volg. het contract dienaengaende met beml. gemaect, daerby hun onder anderen belooft is te beta- len yder de somme van 350 gl., ende dat in 2 termynen , naer contract van 1 Spt. 1635. — It., Henr. ter Hart, wonende te Amersfoort, 32 gl. 10 st., vereert voor vacatien ende ver- suim, als hy hier verschreven ende gecomen is, oock mette gecommitteerden op andere plaetsen is geweest, omme t'adviseren op't maken van een nieuwe vulmolen. tot avance vande draperie alhier. Ysersnyder. Item, Will. Versteech , yser-
snyder , 6 gl., ter cause hy 4 ysere stempels mit stadswapen heeft gesneden, als yder tot dartieh stuvers. Caerte. It., Hem . Jansz. Verstraten, 12 gl.,
voor het copieren v«mde caerte, mede com- Erehenderende die proostye Ams/erlandt, ten
ehoeve der stadt gecopieert ende inde secre- tarye gelevert. |
|||||||
288
|
|||||||
Academie. Item, Corn. Quindt, oud-ca-
meraer, 50 gl. I st., voor 36 ellen fyn opne- mers (!) wit laecken, gratiw papier, brutgaern, alsmede enich buscruyt, als tyde der inlei- dinge vande academie, tsynen huyse gehaelt ende toltet prepareren der solemniteiten ge- bruickt syn. — It., aen diverse personen, 227 gl., tot vereering voer haren dienst,tyde die inleidinge vande academie ende opte mael- tyt in 't convent van Agnieten gedaen, als aen de extraord. musiciens, tafeldienres, an die de deuren verwaerden, sustertgens in't selve convent, etc., volg. de overgeleverde specificatie.— It., 38 gl. 13 St., aen diverse personen, ten tyde voorsz. ten dienste vande stadt, in 't toestellen vande praeparatien ende iolemniteyten der inleydinghe gearbeyt ende dienst gedaen, etc. — It., Theod. Vernoeven, 10 gl., voor syue dedicatie ende presentatie des Carmens, by hem ter] eeren deser stadt academie gecomponeert ende doen drucken- — It., Will. Versteech, 83 gl. 8 st., voor't silver ende snyden van twee segels voor de academie ende vermaken van enighe teykeninghen. — It., Fra. Elioth, silversmit, 45 gl. 11 st., voor't faicon ende silver, dat gemaect is aen den pedelstock. — It., Agnietgen Veltliuysen, 20 gl., voor alsulke silvere kettens ende facon vandien , als sy tyde deser rekeninghe voor den pedel der academie, letterdienaers ende stads trompers heeft gelevert, offgetogen hetgene de oude letters aen silver beliepen. — It., Dire Latbouwer, borduerwercker, 24 gl., voor een geborduerde beuvse totte segels vande aca- demie. — It., mr. Aernout vd. Lingen, ady., GO gl., voor seker mathematycq instrument, by syn Ed. ten dyetist der academie alhier ge- levert aen den rector magnificus. — It., Jo- annes Blaeu, tot Amsterdam, 205 gl., voor 2 groote globen ende 2 spherae metten toe- behoren vandien, by hem ten dienste van deselve academie gelevert. — It., Isaacq Rogge, schrynwerker, 13 gl., voor de kassen, die by totte globen ende ende sphaeren gemaect ende gelevert heeft.— It., 18 gl. 13 St., an de schippers, veerluyden , boden, die alomme inde steden van Gelderlant, Hollant, deser |
|||||||
provincie ende andere plaetsen hebben gc-
brocht ende geaffigeert, de billetten van no- tilicatie vande inauguratie deser stads acade- mie. rm. It., Egidius Roman, 442 gl., wt sake als in t navolgende capittel van't gene by ge- drukt ende gelevert heeft, tsedert 9. Jan. 1636 tot 7. Mey daerna volg. — It., Egidius ende Petrus Roman, druckers vande academie, 270 gl., voor alsulke theses, mitsg. series lectt., etc., als sy gedrukt hebben, als mede voor leverantie van predication , gedaen vd. acade- mie, ordon. tot voorcominge der peste, oratt. inaugurates, etc., sedert 10 Mey 1636 tot 24 Nov. volg. — It., Dno. Mart, bchoock, 25 wyn penningen, yder a 10 St., vereert totte wyn op syn promotie, volg. de handt vd. beer secret. 12 gl. 10 st. — It., mr. Bernt Berentz. Wulp, cock, 950 gl., hem by ac- coort toegeleyt voor alrehant spys ende ban- quet , by hem gelevert opte maeltyt vande inauguratie vande academie, in Martio 1636 gehouden in 't convent van Agnieten. — It., Herm. Wernertz. v. Velthuysen , 225 gl. 11 st. 2 p., voor wyn by hem opte voorsz. maeltyt ende elders ten benoeve der stadt gelevert. ~ It., Jan Splinter, 52 gl. 15 st. 4 p., voor bier als voren. — It., Jan Bom, in Monfoort, voor verteringe in syn huyse gedaen , by de organis- ten, van buy ten ontboden, omme aen de voorg. inauguratie ende maeltyt te spelen, 74 gL — It., Fra. du Sart, herbergier, mede 43 gl. 10 st., voor vertering van mr. Jan v. Oirschot, metten jongman wten Bosch, die extraordi- naris conde singen, oock alhier ontboden , om de musyeque t'assisteren.— It., Ja.Hen- riksz. Graen, v. huur v. tafels, scabellen ende voetbanken, opte voorsz. maeltyt, 9 gl. 18 st. — It., Maertyn Gornelisz., 16 gl., voor huur van tapyten. — It., Dire Willemsz. van Soest, in't Claverbladt, voor huur van messen, 9 gl. 14 st. — It., voor 2 sittingen inde aca- demie, 12 gl. 8 st.— It., Jan CornelisS. van Meerten, 96 gl., voor arbeitsloon ende ma- terialen in't Agniete clooster, tyde die mael- tyt der stads academie, alsmede voor 58 pek- tonnen, ten behoeve vande stadt gelevert. —• It., Henr. Claesz, Schaep, 82 gl. 14 $t., voor |
|||||||
289
|
|||||||
70 pektonnen ende 600 pekworsten, by hem,
tyde men victorie brancle over het recupere- ren vande Schenkenschans, ende noeh 58 pekworsten , tyde die inleydinghe vande aca- demic gelevert.— It., Adr. Eerst Back, 14 gl. 7 st., voor een copere lessenaer op- de predikstoel inde Catrjne kerk; item, schoon- maken vande craen , etc., mit noch enige an- dere instrumenten totte globen in de acade- mic Kercksaken. Item, de heeren ministers ende
ouderlinghen in Maert 1636 alhier gecompa- reert hebbende op de synode der Waelsche kerke, 36 gl., in plaets van een oxboftwyns, baer Eerw. by de stadt vereert. Bodenbroot. Item, Aelb. van Doom, voor
de goede tydinghe van 't recapereren van Sohenokenschans, 15 gl. Vulmolen. Item, 59 gl., voor vacatien,
revs, etc., opte commissie vande heren Eck, vd. Woerd , etc., omme te visiteren het ver- val van 't water der coopermoolens buyten Amersfoort, omme daerna te dienen van ad- vys , op't stellen vd. water-vulmolen alhier, tot avance vd. drape rie. — It., 87 gl. 9 st., over oncosten opte commissie naer der Goude, omme te visiteren de vulmolen aldaer ende op alles dienaengaende te informeren, ommein't doen maken van de nieuwe alhier, met vol- comen kennisse te gaen. — It., Corn. Geritsz. molenmaker tot Amst., 1375 gl., daervoor hy aengenomen ende conform het bestek opgele- vert heeft de Vulmolen, by de stadt doen maecken buyten die Weertpoort aen de Knol- brug, daerinne gerekent 25 gl. by hem bedon- gen voor syne huysvrouvv tot een vereeringe. — It., Ja. Henricksz., 436 gl., voor't maken volg. *t bestek, het houtvverk, aen de stads hnysen, behorende aen de vulmolen buyten de Weert, ende 36 gl. voor't buytenwerk. Stads-werk. Item, voor 8 sittingen , ieder
van 3 banken, in de Kalrynekerk, 160 gl.— It., Ja, Splinter, 37 gl. 13 st. 8 p., verscho- ten in't accommoderen van 't kerkhoff van Bethlehem in de nieuwe Weerde, omme al- daer mede doden , aen de pest gestorven, te begraven. — It., 15 gl. 6 st,. voor arbeits- HI,
|
loon ende materialen, tottet maken vd. werff
ende voor den gulden bodem, etc. Glasen. Item, Adr. Jansz. van Sehayc,
een glas met stads-wapen in de nieuwe kerk tot Montfoort, 180 gl.— It., een glas, uts., in de kerk tot Harmelen, 100 gl. — It., Dirk Both, glasschryver , 4 glasen met stads- wapen in de huysinghe vd. hr. v. Nederhorst. — It., Jan Jansz v. Baern, eeii glas, uts., by den heer van Kersbergen, 12 gl. 1636. —
Draperie. Item, Tho. Schonck, drapier
van 's H. Bosch , alhier metter woon gecomen, omme de draperie te exerceren, voor syn transport ende opbreken 50 gl..— It., Herin. Jansz. van Limborch , uts., 100gl. Getranslaleerde Bybel. Item , de Eerw.
heren Arnoldo Tecmanno ende Ludovico a Renesse, 150 gl., voor de presentatie vanden niewen getranslateerden bybel, volgende last der Ho. Mo. heren stat. gen. ende het besluit vd. nat. synode van Dortrecht, tot revisie van dewelke hare Eerw. respectively^ mede ge- committeert ende geemployeert syn geweest. Recompense. Item, Dno. Rudolpho Petri,
bedienaer des goddel. Woorts te Amsterdam- me, 250 gl., voor de dedicatie ende praesen- tatie van 48 exemplaren van syn Eerw. Evan- gelise Arent, of geeslel. Bedenkingen over het eerste capittel des Evangelium Joltan- nis.— It., Egid. van Breen, bed. des goddel. Woorts tot Beverwyck, 15 gl., voor de pre- sentatie van syn wt Francoysch in Duytsch getranslateerde boek, discours van siaet tegens MachiaVell Florentyn. Caerle. Item , Quiryn v. Lobbrecht, con-
troll, vande fortificatien, ten dienste deser lan- den , 36 gl., voor de presentatie v. een exem- plaer vande perfecte caeite, by hem c. sociis op octroy van haer Ho. Mo. laten wtgaen van't beleg der schanse 'a Gravenweert oft Schen- Gkenschans. Academic Item, Ja. Andriesz., Friesch
schipper, 54 gl., voor vracht vande meube- len ende huisraet v. Do. Meinardus Schotanus, 37
|
||||||
290
|
|||||||
tot professor ende predicant van Franeker al-
hier beroepen. — It., Jan van Noordyk , pedel inde academic alhier, 50 gl., hem bv de vroet- schap toegelejt voor syne geallegeerde extraord. diensten. — It., Bruno Verdoes, 25 gl., voor't opmaken van't acelelon, staende in Iheatro anulomico — It., 485 gl. 14 st. 8 p., voor eosten etc., opte reyse naer Seelant, aengaen- de de beroepinge van Do. Caroli Demalii tot professor theologiae inde acad., ende pred.in de. kerke alhier, elc. — It.. Jac. Hardincx- velt, weert in'/ Flies tot Middelburch, 364 gl. 8 St., voor verteringe te synen huyse voor de gecommitteerden gedurende haer commissie aldacr.— It., 499 gl. 18 st. 4 p., voor cos- ten etc., opte reyse in Vrieslant, om te horen de gaven D. Meynardi Scbotani, profess. S. theologiae inde acad. tot Franecker, etc. —• It., Wilh. Grutero, doen behandigen 25 wyn- penninxkens, ieder 1.8 St., hem van stadswe- gen op syn promotie maehyt vereert.— It., VVynant Jacobsz., kistemaker, 290 gl., waer- voor hem aenbestaet gewecst is het maeken vd. promotiestoel, staende op het choor inde Domkerke, by hem conform het beslek opge- levtert. Horologie. Item , Jan Bosch , horologiema-
ker, 10 gl., ter sake hy het horologie opte plaets heeft onderhoutlen , ende voor reparatien aen de hamers, kettens ende het beyerwerk. Bordekens inde kerk. Item, Joost Corne-
lisz. Droochsloot, 20 gl., ter cause hy op 5 bovdekens, die inde kerke hangen, heeft gestelt met vergulde letters de wooideu PSALM. PAUSE.
Peste. It., Herm. Wernertsz. v. Velthuy-
sen , 203 gl. 13 st. 6 p., voor wyn aen de stadt gelevert, daeronder 3 oxhoften aenden Dr. vd. Gall, Straten ende Bor, in reguarde vd. moey- ten voor't concipieren vd. remedien, tot prae- servatie ende genesinge vd. peste.— It., Dr. Milanen, 50 gl., in plaetse van een oxhoft wyns, in l-eguarde als voren. Prediksloel. Item, Adr. Lobbrecht, kiste-
maker, 10 gl., voor't buytenweik, dat hy ge- mnect heeft aen't offschutsel ende prediksloel iiide Katrynekerk. |
|||||||
Fendel. Item, Will. Jansx. vd. Sloop, 16 gl.,
voor het schilderen van't wapen met een goude croon daer boven ende lauwerecrans rontsom- me, in 't uieuw vendel vd. hooftman Wyker- sloot. Maliebaan. Item, sellout ende gerechte
buiten de Wittevrouwenpoort, 21 gl. 18 St., voor't gene syl. verdient hebben, soe voor't estimeren van sekere bepotinghe, gecom- peteert hebbende Abr. vd. Dussen, als over net passereu enigher transporten vd. landeryen totte Paillemaillebaen. — It., Goesen van Riebeck , weert aende Paillemaillebaen, 12 gl. 10 St., verteert by de landmeters, die de Paillemaillebaen hebben gemeten ende afge- bakent. — It., 43 gl. 12 st. 8 p., opte com- missie der heren Anto. de Goyer, oud-bur- germeester ende Jo. Heurnius, schepen, te Leyden ende te 'sGravenhaghe, omuie door den landmeter Ruys aldaer te doen opmeten de Paillemaillebanen. — It., Adr. Danielsz. Oosterling, 350 gl., daer voor hem is aen- bestaet geweest het houtwerk vd. Pallemail- lebacn. — It., Henr. Petersz., coopman t' Amsterdam , 2375 gl., daer voor hem is aen- beslayt geweest ende hy volg. 't bestek heeft opgelevert het aerdewerk vd. voorsz. baen.— It., Claes Cornelisz. Damast, 16 gl., voor't snyden vd. twe palen, staende inde Paille- maillebaen.— It., 1200 linde boomen gecoft ende gestelt inde Paillemaillebaen , 1000 gl. — It., 600 ype boomen, uts., 300 gl. Subsidie. Item, die vd. geref. religie bin-
nen Rynberch, 150 gl., he ml. toegevoecht, tot wederopbouwinge van haerl. kerke, we- sende doer het springen van 't magasyn aldaei' geheel beschadigt. 1637. —
Caerle. Item, Jan Geritsz. Bronchorst,
225 gl., voor 45 caertgens by hem geinven- teert, vande belegeringe van Breda, ende ande vroetschap gepresenteert ende aengeno- men.— It., Balthasar Floris v. Berckenrode, lantrneter ende caertmaker, 18 gl. IS St., in plaets van 3 halve goude Ncderl. ryders, voor |
|||||||
291
|
|||||||
eerie caerte, hy hem aende vroetschnp ge-
presenteert ende aengenomen, vande belege- ringe der stadt Breda. Academic Item, Fre. Matthysz.Lobbrecht,
32 gl. 10 st., als 12 gl. voor een glas hem ver- eert, 18 gl. voor huyr van Spaensche stoelen tot 2 reysen « als die macltyt fe St. Agniete is geweest, ende 2 gl. 10 st. voor huur v. sya groote lichter, omme puyn mede te vervoeren. Maeliebaen.. Item, Egid. Roman, drukker vande academic, 127 gl. 10 st., voor theses, series ende ordonnantie op't speelen inde Pail— lemailJebaen, etc. — It., Jan Henricksz., 686 gl., daervoor hy aengenomen heeft het hout- iverk vande nieuwe timmeringe aende Maille- baen, achter d'oude huysinghe, daer de uiaillemeester woont. GetranslateerdeBybels. Item, Herm.Rib-
bias, voor 2 nieuwe getranslateerde Bybels in sloten gebonden, die eene met eude die an- dere sonder annotatien, gelevert inde kerke- kamer ten Dom 33 gl. Recognitien. Item, Mart. Schoock, 25 gl.
4 St., alse 2 dubbelde ryders in specie, hem vereert voor de presentatie van syn discours de natura soni et echus. — It., 25 gl., voor de presentatie v. Godescalci AUii Geldri spe- culum verilalis, of antwoort op2vragen.— It., Henr. Bornius, alumnus der Ed. Mo. he- ren staten deser provincie, 'lb gl., vereert voor de dedicatie syner theses, inde stads aca- demic gedisputeert. Stads-glas. Item, Jan Geritsz. Bronck-
horst, glasschryver, een dubbelt doorgaend glas met stadswapen , vereert inde huysingbe vd. here burgermr. Dirck Velihuysen, 26 gl. 1638. —
Recornpensie. Item, Herm. Wernerlsz. v.
Velthuysen, 59 gL 13 St., voor een oxhoft Fra. wyns, vereert den ed., erentf. ende hoog- gel. Jor. Dirck vd. Does, voor de dedicatie syner wtgegeven Lusus imaginis jocosae s. echus a variis poelis variis Unguis et nu- meric etc. exculti, ende de praesentatie van 36 ingebonden exemplaren vandyen. |
|||||||
Subsidieri. Item, de gemeente in "l fort tip
'sGravenweert, genaemt Schenckenschans, 36 gl., heml. geaccordeert tot subsidie vande glasen ende ander binnenwerk in haerluyder kerke. — It., Christ. Berchausen ende Peter Vorstman, aigesonden vande burgermeesteren etc. der stadt Orsy, 75 gl., tot subsidie vd. schade, by de gemeente aldaer geleden door den grooten brant. — It.. Isaiiccr Carpentier, Francoysche schoolmeester, van Cuylenborch alhier metter woon gecomen, 75 gl., vooron- costen van't transport syner mobilia.— It., ■sellout ende gerechte vande bemuyrde Weert, 25 gl., gracieuselyk toegevoecht tot subsidie vande reparatie der Singelpoort aen de oost- side inde Weert, sonder hiermede enichsins in te treden ofte aen te nemen het onderhout van dien. Stempel. Item, Ja. Jacobsz., goutsmit,
18 gl., voor't snyden van eenen nieuwen stempel van't groote staell. Stads-schrifturen. Item, Jan v. Attevelt,
112 gl., voor't copieren v. seeckerboek, ge- schreven in francyn, buyten op geintituleert: » Register vd. tractaten, titulen ende iininuni- teyten vander overgifte ende R., gedaen byd«n bisschop Hendrick v. Beyeren, Kaerle den V. van desen name, Kevser van Rome, syne erven ende nacomelingen, hertogen ende hertogin- nen van Hollant ende vande temporaliteyten vande stadt, steden ende landen v. Utrecht, ende andere titulen ende munimenien, aen- gaende de hoocheyt, etc." Vubnolen. Item, 62 gl., voor reyscosten,
opte commissie naer Rotterdam ende Delft, omme te informeren by oculaer inspectie op de ysbreeckers aldaer, by welke occasie men mede gevisiteert heeft de vulmolens te Schie- dam en ter Goude, omme te dienen voor ad- vys in't stellen vd. molen op't canael aen de Vaert.— It., 103 gl. 12 st., opte commissie van Eck etc., metten molenmaker Brant naer Schiedam, omme de molens aldaer te visite- j'en, ende overleggen hoe men alhier een vulmolen soude stellen op 't canael aende Vaert. '/ Vleyshuis aende Voorslraet. It., Jo. van Dreesden , 200 gl., voor hem aenbestayt de 37*
|
|||||||
*
|
|||||||||
.
|
|||||||||
292
|
|||||||||
hartsieen aende gevel ende tersyden de gevel
van 't Vleeshuys aende Voorstraet, daer die trap staet, om op de solder boven 't Vlees- hu\s te gaen. Stads-glasen. Item, Vine. Bargers, pied,
tot Wyck te Duerstede, betaelt 12 gl., tot een glas met deser stads wapen in syn huyse aldaer.— It., Elisab., Henr. van Malborchs wed., voor een glas by haer man gelevertinde buys, vanden hr. Reynier v. Golstein, 12 gl. —• It., Dirck Booth, glasschryver, 25 gl., voor een glas met stadswapen inde kerke tot Baern. — It., Corn. v. Malborch, glasschryver, 12 gl., voor een glas inde huys. vd. domheer Mou- laert. — It., Herm. Booth , glasschryver, 12 gl., voor een glas inde huys. v. Pet. Bor, secret. vd. gerechte.— It., Will. vd. Stoop, 18 gl., voor een glas, vereert aen Gvsb. van Woert, schepen. — It., Jan Geritsz. van Bronchorst, voor 1 glas, vereert aen Anto. v. Wyck, schep., 16 gl. 1639. —
Academic Item, Dno Meinardo Schotano,
theolog. d*. et prof., 250 gl., voor de dedic. van syn Syslema Conoionum in druck wtgeg., als mede om syn Ew. te animeren.— It., Dno Bernardo Scholano, jur. prof, et p. t. rect, maguif. inde academie alhier, 250 gl., voor de dedic. synes wtgeg. Examenjuridicum, — It., Abra. Bocstadio, conrectori, 50gl., voor defYoyement vd. prof. Berckringer, als voor verschot, by hem gedaen over de maeltyt by burgermeesters ende gecommitteeiden, met denselven Berckringer gehouden.— It., noch de prof. Berckringer 30 gl. 7 st , voor't op- breken tot Leyden ende alhier te comen metter woon.— It., 75 gl. 12 st., voor een oxhoft fransch wyn metten impost, vereert opte pro- motie vd. hr. prof, de Maets. — It., Dor. Henr. de Roy, med. profess., gerembourseert 24 gl., voor diverse saden v. rare cruyden ende plan- ten, van Leyden gecomen. — It., Albert v. Overmeer, apothec., 25 gl., voor't prepare- ren ende dispenseren van veele ende veischei- den simplicia ende drogen, als von radices, vortices, herbas , Jlores , gommala, semina, |
|||||||||
etc., ter oersaecke vd. hr. de Roy, gedaen
inde maenden Nov. ende Dec. 1638 ende Fbr. met Jan. 1639.— It., Aeltje Aertse, 22 gl. 10 St., voor arbeytsloon , 'tjaer, wyens ende begietens vd. cruythoff, als verschot voor een schutting ende waterton , by haer met ken- nisse vd. prof, verdietit. — It., Bruno Verdoes, chirurg., 25 gl., voer't opmaken van twee sceletten, staende in Ihealro anatomico. — It., 41 gl. 12 st., oncosten opte reyse vd. hr. prof. Voetius ende H. van Velthuysen , naer Middelborch, te sonderen D. de Maets, pred. aldaer. — It., 350 gl., teercost ende vacatien , opte reyse van Middelborch in Seelant, over de beroepinge D. Caroli de Maets tot predic. ende professor theolog. alhier, etc. — It,, Jo- ris Hardincxfelt, herbergier tot Middelborch , 906 gl. 3 st., voor verteeringe te synen huyse gedaen , byde gedepp. lyde voorsz. Recotnjoensien. Item, Dno Reyn. Halma,
pred. tot Langerac , 75 gl., voor de dedic. van syn tract, tegens de indulgentien ofte afla- ten.— It., DircMaire, boecvercoper, voor syn gepraesenteert boec , geintitul.: Histoire des princes et principaules d' Orainge, 36 gl. — It., mr. Gysb. Lap v. Waveren , 54 gl. 13 st., alse drie dubbelde goude Nederl. ryders met een silvere ducaton, in plaets van 2 kanneu rvnsche wyns, daervoor van hem gecoft ten dienste vande stadt twe boeken, ende noch 13 gl. 14 st., die Corn. Back verdient hadde voor't copieren van een gedeelte van 't eene boeck , welke copie de voorn. Lap is gelaten, dus 54 gl. 14 st. LMkenmakers. Item , Ger. Pietersz., wolle
lakenmaker, 50 gl., wt sake hy tot A.msterd. opgebroken, ende alhier metter woon is ge- comen , om syn voorn. neeringe te exerce- ren. — It., PeterFlowyn , lakenmaker, mede wonende tot Amsterdam, 70 gl., volg. con- tract met hem gemaect, den 1. Apr. 1640, inhoudende, dat hy voor oncosten van't op- breken ende alhier metter woon te comen, sal hebben de voorn. somme, mits 4 jaren , innegaende May 16^0, continuelick hier wo- nende ende ten minsten een touw met fyne lakenen gaende houdende. |
|||||||||
293
|
|||||||
tot Schoonhoven.— It., 256 gl., voorgelyke
costen , om D. Heycopium alhier te beroepen, ende syn dimissie aldaer wt te werken. — It., 92 gl. 1 St., opte commissie naer Oudewater, omme aen de classis, aldaer vergadert, de voorsz. dimissie wt te werken. — It., Anto. Goyersz. van Wickenburch, 36 gl., voor al- sulck gedraayt houtwerk ende 7 spaense leere stoelen, van root pruisleer, inde kerken ea- rner gelevert. Vendel. Item, Bern, de Visscher, schilder,
voor't schilderen van't vendel vanden hooft- man J. J. Bemmel, mitsg. 't vergulden ende beschilderen der gerepareerde vendels vanden hooftman Doeyenburch ende de Leeuw,52gl. 1610. —
Recompensien ende recognitien. Item, Dno
ArnoldoSenguerdio, prof, philos., 60 gl., voor gepresenteerde exempl. der dispp. onder hem gehouden , etc. — It., Fre. de Barbancon , 20 gl., voor de presentatie van seker syn tractaet, geintituleert: Vodeur des Oranges. — It., Dno Ottoni Zaunschliffer, bedienaer des Heil. Evangelii tot Amersfoort, 125 gl., voor de dedicatie ende praesentatie van het tweede deel der analomie vd. misse, by syn Ed. wtten franc, van P. du Moulyn in onse tale overge- seth. — It., de heren gecommitteerden der stadt van Breda, 150 gl., geaccordeert tottet opbouwen van een hospitael ofte gasthuis bin- nen de voorsz. stadt voor de sieke ende ge- quetste soldaten. — It., Wilh. Christofer, 150 gl., tot subsidie ende onderhoudt van het ministerium der kerke, resorterende onder het graefschap van Hanauvve. — It., de gecom- mitteerden der stede van Ratingen , 12 gl. 10 St., tot soulagement der arnie behoeftige ge- meente Jesu Christi aldaer. — It., de aflge-' sandten vande Hessensche kerken, 125 gl. tot subsidie. Piqueur. Item, ChristofFel Gandeler, pic-
queur vande studenten alhier, 100 gl., hem by de vroetschnp gracieuselick eens toegeleyt met ontsegginghe van syn versoek, omme op stadts credit met 15 voeder hov ende 4 last |
|||||||
Sehoolmecsters, Item, mr. Joh. de Visser
ende Anto. Vyane , schoolmeesters , 30 gl., heml. gracieusel. toegevoecht, wt sake syl., volg. speciale aulhorisatie daerop geleth heb- ben, dat d'ordon. Op't schoolhouden alhier volg. syn inhouden worde geobserveert. Stempel. Item, Ja." Jacobsz., 20 gl., wt
sake by gesneden heeft de stempels vaude dubbelue staelloot. Caerle. Item, Jan van Doom , boeckver-
coper, 18 gl. 7 St., voor 2 groote caerten v. Vlaenderen ende Brabant, mitsg. andere cleyne caertgens ende nouvelles, by hem gelevert. De prince van Orangien. Item, de deckens
vaude rynschuyten buy ten Tollesteech , 26 gl. 4 St., voor de vrachten v. 14 rynschuyten schip- pers, die syn Hoocheyt met desselfs train ende bagagie gevoert hebben v. hier nade Vaert. — It., 110 gl. 14 st., voor reyscosten opde corn- missie van hr. Jor. Fre. Ruysch, burgernir., ende Gysb. vander Hoolck, oud-burgermr., Nov. 1639, naer 's G. Hage, omme syn Hooch, mynh. den prince van Orangien van stads- wege te congratuleren over de geboorte v. een jongen prince. — It., Henr. Claesz. Schaep , 56 pektonnen , 't stuc 14 St., tydens de ge- boorte van een jongen prince van Orangien , aen de stadt gelevert. Sluisen. Item, Jan Henricksz., stadtslim-
merman, 550 gl., daervoor hy aengenomen beeft, conform hel bestek te levereu, de ma- Icrialien van hout ende te niaken ofte bear- beyden alle bet grove werk, mitsg. 4 punt- deuren , met alle syn toehehoren aen de nyewe steene sluys ofte 't verlaet, hide plaetse vd. ouden houten dam inden holl. Ryn , mitsga- ders noch 10 gl. voor buitenwerk, hem toe- gevoecht. Wiltevrouwenpoort. Item, Nic. v. Damast,
beeltsnjder, 172 gl., ter sake hy gesneden heeft bet cronement opte homey vd. Wittevr. poort, te beyden syden, mette croon daer- op.— It., Jo. van Dreesden , steenhouwer, voor hartsteen, gelevert aende Wittevr. poort, 33 gl. 16 st. Kerlisaken. Item, 69 gl. 2st., op de com-
ruissie, om te horen de gaven Dni. Heycopii, |
|||||||
29i
|
|||||||
haver versien te worden, onder eenighe pre-
sentatie. Bibliotheek. Item, Lamb, van Velthuysen,
128 gl. 18 St., voor boeken, door last vanden bibliothekaris Dr. Booth met kennisse der heren gegeven, gecoft tot Leyden inde auctie van D. Gomarus ende gestelt inde stads bibliotheek. — It., 13 gl. 14 St., voor de gecofte Opera Athanasii. — It., Corn. Oircksz. van AJme- loveen, 135 gl., by syn soon Jo. AJmeloveen verschoten, voor de Joodsche Talmud ende andere boeken vande joodsche rabynen by hem voor dese stadt gecoft ende opte biblio- theek gebragt. — It., Jo. Bor, raedt ende cameraer, 17 gl., verschoten voor den En- gelsche Historie by Sprat, wt Engeland ont- boden, door last vande heren, die alhier in- gebonden ende op de biblioth. alhier ge- bragt.— It., Jan Geritsz., steenh., 162 gl., voor hertsteen gelevert ende gear bey t aen den inganck vande stadts bibliotheek op't S.Jans Kerckhoff, achter'tkoor vande kerk. Geomelrischefiguren. Item, Mart. Ditmar,
15 gl., van dat hy eenighe geometrische figu- ren op papier heeft geteekeut, tot dienst vd. academic Hortus. Item, Prof, de Roy, gerestitueert
27 gl., gegeven voor eenighe saden ende plan- ten , gecomen van Leyden ende geplant inden hoff vande academic 1641. —
Boeken v. Rovenius. Item , 1103 gl. 18 St.,
voor oncosten inde sake vanden Ed. heeroffi- cier contra Phil. Rovenium, voor de portie syn Ed. als officier competerende inde gecon- fisqueerde boeken vanden voorn. Rovenius, jiretense bisschop van Utrecht. Recognilie. Item, Dno Prof. Berckringer,
100 gl., voor de dedicatie van syn E. Itistt. oeeon. — It., Dno Francisco Charrierio, ge- wesene Prof tot Parys, 40 gl., tot subsidie als tot vereeringe van syne gedichten tot last vande stadt hem toegeleyt. Subsidie. Item, Dno Arnoldo Tecmanno,
200 gl., tot subsidie vande kerkendienaers, |
tot 84 in't getal, wt Boheme ende Mora vie
exulerende, inde jaren 15 tot 20 in Poleu ende Hongarye. — It., Isaaccf Cai-pentier, franc, schoolmeester, wt Duytschland verdre- ven, 50 gl., noch in plaets van versochte wooninge 50 gl. — It., Jo. Chriseules, ge- boren edelman van Trasia, 25 gl., tot ver- lossinge van syn vrouw ende kinderen, by den Turc gevangen. — It., Dan. Luth, ge- wesen amptman inde Onderpalts, overmits den oorloch verdreven, ende vermits als by was vande religie , alles hebbende moeten ver- laten, 25 gl., — It., mr. Ev. van Weede, proc. gen., 350 gl., v. een steene pylaer met deser stads wapen, vereert inde nieuwe getim- merde kerk tot Renswoude, volg. resol. 26 Apr. 1641. — It., de gecommitteerden van Rave- steyn 100 gl., tot opbouwinge van haerl. keike. — It., uts., die van Breevoort 100gl., tot vergrootinge van haerl. kerke. — It., de gemeente van Blauw Capell, op haer versoek tot subsidie vande oncosten van een nieuwe clock , 50 gl. — It., Ger. Geritsz., wed. van Jan WiJIemsz. vd. Wall, 50 gl., tot vervall. der oncosten haers blinden soons, die inde musycque ende het orgelspel te leeren, ver- eert. Caerten. Item, Jo. Lenting, lantmeter,
10 gl., voor het copieren van 2 caerten ten dienste vande stadt, d'een vertoonende de Rhyn- ende Waelstroom met de cribbingen, ridsingen ende grienten by Schenokenschans, de ander den Rhyn- ende Yselstroom by Malburch ende Tseloort. — It., de voorn. Lenting, 20 gl. 5 St., voor't afmeten vande Oudemunstertrans, alsmede verscheyde caert- gens daervan gemaect, cock voor't afmeten van 't erff buyten Tollesteech, geweest "synde de eerste houtplaets. — It., noch 38 gl. 10 st., voor vacatien ende caerten, in 't olmeten vd. Gortsteech , de grondt voor 't stadhuys , ills mede het erff buyten de Waertpoort opten hoeck van 't cingel. 't Huis; *t Hartshoorn. Item , 22 gl. 1 st.,
voor maekelaerdyloon vande huysinghe op't Oude Kerchoff, genaemt: 't Hartshoorn, by dese stadt gecoft vanden commies Hoboken. |
||||||
295
|
|||||||
Pomp achler de Mariekerk. Item, Stev. v.
Hasselt, op de Marieplaets, 12 gl. 17 St., als het derde paert vande oncosten , gedaen in 't repareren vande pomp achter het koor vande Mariekerk, volgens resolutie. Academie,. Item , 430 gl. lOst. 8 p., voor
boeken ten behoeve der stadt gecoft inde auctie Tanden heer advocaet Rucchel, ende gebragt inde bibliotheek. — It., Bruno Verdoes, 36 gl., voor *t opmaken van een sceleton ende een meercat, staende in theatro anatomico.— It., Jo. Cuyperus, stadstromper, in reguard van syn dieusten inde musycque tot luyster vande stads academie ende contentement vd. studenten , 50 gl. — It., 64 gl. 17 st.,omnie met den stadstimmerman tot Leyden inspectie oculair te nemen van 't toornken totte astio- nomiscbe speculatien. — It., Ja. vd. Meer, coperslager, 29 gl. 10 St., voor reparatie aende croon inde stads raetcamer ende een copere werelt op 't toornken vande astron. specula- tien. — It. , Isaacq Adolphs, 14 gl., voor het vergulden van een ronde bol op't toornken der astron. speculatien ende het schilderen van 2 placcaten (!). Recompensie. Item , Lowys Arsy, 50 gl.,
voor de dedicatie van syn Fransche Logica. Vendels. Item, Corn. Qnindt, 4 gl. 8 St.,
voor 2 trombandeliers met groene franien. — It., 137 gl. 6 St., voor het maken ende schil- deren van 3 nieuwe ende het vermaken van 5 oude vendels, alle met korte stangen. — It., Ja. van Snellenberch, 22 gl. 2 St., voor 8 ysere spitsen boven ande stangen vande vendels, met 8 doppen onder aen de stangen, Kiitsgaders 't maken vande patronen , omme de kopere knopen na te gieten. Wech naer Rhenen, langs de Langbroeker
metering, v. Ulr. naer Amerongen, etc. It., 87 gl. 16 St., vande reyse tottet nemen van inspectie oculair ende net accorderen vande reparatie ende vercortinge vande wagenwegen vande stadt Utrecht naer Rhenen. — It., 17 (d. 3 st. 8 p., omme te besichtigen de wech langs de Langbroeker wetering tot de Ame- rongsche wetering, ende wederom van daer door de Goyer wetering ende van't eynde |
derselver wetering door de Rysenborcher- ende
Oycker (!) weghen tot aen den Seyster wech langs de nieuwe vaert, omme te sien, waer men de wech bequaemst soude mogen ordineren naer Amerongen.— It., 91 gl. 12 st., omme met de regeringe tot Arnhem te spreken aengaende de nieuw te maken wech over den Sonnen- berch naeRencom. -— It., 25 gl. 15 St.,omme te besichtigen den tolacker met den Vuyrschen steech. —- It., 15 gl. 1 St., omme te visite- ren vande gelegenheit tusschen Utrecht ende Amerongen, ende waer men de nieuwe wech op't bequaemst soude mogen maeken.— It., 21 gl., omme oculair inspectie te nemen vd, gelegenheyt der rivieren , cribbingen ende rid- singen omtrent 's Gravenweert ende Salmoort. Coningin v. Engeland. Item , 74 gl. 11 St., voor wthalen van 't geschut opte Gansmerct etc., tyde de Goninginne v. Engelant alhier was. 1642. —
Academie. Item, Prof. Ravensberch, 18
gl., die te betalen stonden aen de glasslyper te Amst., voor drie glasen geteekend X. XX. XXX., het stuk voor 6 gulden. — It., mi-. Arn. vd. Lingen, 37 gl. 15 St., in't doen maken vande modellen vanden tooren totte astron. speculatien, een verrekycker , etc. —- It., Tryntge Marcelis, 7 gl. 8 St., voor bier, gedurende het maken ende stellen van't toorntgen opte Smeetoorn totte astron. spe- culatien , door ordre vd. prof. Ravensberch ende mr. Arent vd. Lingen. — It., Chr. Kande- laar, picqueur, 150 gl., tot subsidie. — It., Anto. Samuelsz., 175 gl., daer voor hy aen- genomen had off te bicken de Smeetoorn ende de voegen te vullen, de raemen te set- ten ende de toorn te repareren nae den eysch van 't bovenste nieuwe werck. Schuytgen. Item, Jasp. v Hoboken, 30 gl.,
van 6 tapyte kussenbladen met stads wapen, Omme in *t schuyten te gebruycken. R/iynschuyten. Item, Jan Adriaensz.,
scheepstimmerman , 52 gl., ter cause hy heeft vermaeckt een ouden rynschuyt, omme te die- nen tot een palroon, waernae voortaen alle |
||||||
296
|
||||||||||||||||||||
de nywe rynschuyten gemaeckt ende de ou-
den vermaeckt souden worden.— It., op't rapport vande heren gecommitteerden, gedaen 1. Fbr. 43, is by de vroetschap verstaen, dat de schippers vande rynschuyten, die nywe schuyten sullen maecken in conformite van't patroen, ter ordonnantie vd. voorsz. heren gecommitteerden van stadswege sullen worden gesubsidieert met 50 gl., ende die haer oude schuyten daer na doen vermaecken, 25 gl., wiensvolg. de.se rendant heeft betaelt door den gecommitt. Will. Goesensz. tot een nywe schuy 150 gl., ende vorder vermaeckle schuy- ten van A1B. Willemsz, ts. 550 gl. Brigittekerk. Item, Jan Henriksz., etc.,
14 gl., voor't afmeten vande Brigittekerk ende de huysinghe, die Dn. Flamman bewoont, oock het erff tot een nyewe steech besyden het fraterhuys ende daervan opteyckeninghe te maecken. Beellsnyder. Item, Nic. van Damast, beelt-
snyder, 230 gl., voor dat hy gesneden heeft twee leeuwen, stadswapen met een croon , twee krommers met trofeen ende twe kerbeels met geweer etc., aende nieuwe gemaecte Homey voor de Weertpoort. Collecte. Item, Henr. van Clecff, tinne-
gieter, 8 gl. 4 St., voor segeloogen, gebruykt aen de lakenen, mitsg. voor 4 nieuwe scna- len , om collecte mede te doen. Stads-glasen. Item , Quiryn v. Lobbrecht,
controlleur vande fortificatie, 18 gl., voor |
syn dedicatie der JVtrechtsche Historic van
Bkca ende IIkda, mitsg. Lamb. Hortensius. It., daerby noch de pryscourant v. 2 ingebon- den exemplaren, die hy ten behoeve deser stadt beeft gelevert. Noch voor de pryscou- rant van 2 ingebonden exempl., 124 gl; — It., Bernart Decker, 200 gl., van deser stads wegen vereert Dno Philippo Paraeo, illustris gymnasii Hanovici rcotori, voor de dedica- tie van syn sal. vaders, des wytvermaerden doctoris Davidis Paraei, opera Iheologwa, Tom. I. in fol., tot Francf. gedruct ende no- minatim de HH. burgermeesters ende vroet- schap deser stadt, mitsg. reotori el profes- soribus acad. Ultraj., gedediceert ende gein- scribeert, mede ter consideratie vd. staet ende gelegenheit des gemeldten D. Phil. Paraei, by de tegenwoordige droevige constitutie ende de- solatie van Duytschland. Subsidie. Item, Ghristo. Mellero, 75 gl.,
tot een subsidie voor syn aengenomen expp. syns Horoscopiae. — It., de heren burger- meesters der stadt ende heerlicheyt Coevoer- den , 200 gl., voor subsidie tot opbouwinge v. een nieuwe kerk.— It., HansBaur, major, 100 gl., tot opbouwinge der kerk in de Schans van Bees. — It., Jo. Bockingius, pred. op Robeen , 100 gl., tot opbouwinge van een nywe kerk aldaer. — It., Dire van Fryincrs- heym, in 't Graefschap Meurs, 50 gl., tot optimmeringe van hare door de Wymaersche atfgebrande kerk. — It., het Barthol. gasthuvs, 72 gl., tot subsidie v. het vergrooten ende ver- nieuwen vd. camer-schoorsteen ende pylaers aldaer.— It., Lucas v. Vorst, 37 gl. 19 St., voor 6 nywe silvere lepels met stadts wapen, vereert van stadswege in Maarten's gasthuys, buy ten de Weert. — It., Arn. van Horick , geweest synde priester binnen de universiteit van Leuwen in Brabant, 30 gl. tot een sub- sidie.— It., Ja. Hesselius, gerecommandeert van Bilderbeeck ende den predicant vd. har- tochinne van Nyborch, 15 gl. — It., Abra. van Kerkenraet c. suts, 19 gl. 10 St., tot ver- eeringe , dat hy voor de stadt heeft gemynt de heerlicheden van Hooch-, West- ende Leech* Raven. |
|||||||||||||||||||
een glas met stadswapen in s
|
ivn i
|
ieuwe buy
|
||||||||||||||||||
singhe in 's Gravenhage.
|
||||||||||||||||||||
ft.,
|
Dire Both ,
|
|||||||||||||||||||
glasmaeker , voor een glas met stadswapen in
de huysinghe Drakesteyn, 15 gl.— It., Jan van Bronchorst, voor een dubbelt glas met deser stads wapen , in de huysinghe van Jor. Fre. Ruysch, 24 gl. — It., Aert v. Culen- borch, gecom. raet ter vergadering vd. Ed. Mo. heren, staten 's lants van Utrecht, 70 gl., voor een dubbelt glas in syn huysinghe by Clarenborch. — It., Dr. Corn. Booth , raet, voor een dubbelt glas in syn buys op't Jans Kerchoff. Recognilie. Item, Gysb. van Zyll, wegen
Jo. van Doom, boekvercooper, 150 gl., voor |
||||||||||||||||||||
207
|
|||||||
Seherpregter doet curen. Item, mr. Ha-
vestad, seherpregter, 36 gl., voor twee curen by hem gedaen . aen twee vrouwenpersonen, tl'eene vercracht op den wech leggende ora- trent Houten, ende noch eene oude vrouw, die beroert synde op crucken ging. Surendonck, rector. Item, Mechtelt vau
Bergensaet, 11 gl., verteert by de stads ge- committeerden met Surendonek, gecomen v. Rotterdam, van stadswegen gedefroyeert. —> It., de gecommitteerden gerestitueert 43 gl. 18 St., voor reys- ende teercosten etc., opte reyse etc. tot Rotterdam, om D. Surendonck te versoeken tot rector alhier. Laeckenmakers, It., Jan Jansz., Wouter
Rista ende Albert Evertz., alle drie laecken- makers , binnen deser stadt metter woon ge- comen , 150 gl., ieder 50 gl. van de oncosten van't opbreken ende transport barer familie, boven 't i-echt van borgerschap ende vrydom van wacht. Spaens werh. It., Mich. Gulich v. Altsen ,
50 gl., wt sake by alhier sail opsetten een touw totte drapperie, om Spaens werck te maken. 1643. —
Organist. Item, Andr. Michielsz., orga-
nist vd. Dom, 60 gl., hem op den 12. Aug. 44. jaerlicx toegeleyt voor't spelen opden or- gel, voor ende na de predicatie, verschenen 1. Oct. 44. Stempelsnyder. Item , Roeloff van Culen-
borch, 244 gl. 6 st., als 150 gl. voor't sny- den vd. muntstempel, milsgaders ander yser- werck, hamer ende block, omme mede te slaen die vereerpenningen voor de studenten, die alhier worden gepromoveert, ende 88 gl. 11 St., voor 500 penningen , wegende tesamen 2 oncen een fierling, met nog 6 gl. 5 st., voor't munten derselver penningen, etc. —■ It., hem noch betaelt 224 gl. 12 st., voor 12 promotiepenningen van ducatengout. wegende 4 one. 15 eng. 12 asen , d'onee tot 44 gulden, ende 15 gl. voor't munten van dyen, alse v. yder 25 st. — It., de voorn. Culenborch, III.
|
125 gl., voor 50 silvere penningen, met't
voorsz. stempel geslaghen , onder de heren schout, burgermeesters, vroetschap etc. ge- distribueert. 't stuc tot 2 gl. 10 st. — It., Vred. van Vloock, 60 gl. voor de moeyten ende arbeyt, by hem aengewent in't maken vande stempel tot de voorsz. penningen. Draeltrecker. Item, Leon. Nulck , gout-
ende silverdraettrecker, 150gl., hem cumsuis 23. May 36 toegeleyt, boven vrydom van borgerwacht, wanneer hy 3 jaren hier gewoont ende bet voorn. handwerk geexerceert soude hebben , welck handwerk hy hier noch ex- ercerende is. Orgelmaher. Item, Goert van Pisa, or-
gelmaker, 47 gl. II st. 8 p., voor 't geen hy verdient ende verschoten heeft met keunisse vd. kameraer ende Jor. Ja. van Eyck, in 't renoveren ende herstellen van het vervallen beyerwerck in't toorntgen op't stadthuys. Caerten. Item, Jan van Diepenheim, lant-
meter, 14 gl. 10 st., voor't af'teeckenen ende meten vande Rietsteghe met de circumstautie vandien , daer over hy met een knecht heeft gevaceert 2 daghen, mitsgaders voor't maken vande teyckeninge opte maet. —« It., hem noch betaelt 12 gl., voor 2 copien vande voorn. kaerte, een voor de heervd. A, ende die an- dcre voor den here van Opdam. — It., het meten vande nieuwe straet achter St. Pieter , omme te weten 't verschil van 't waterpas tus- schen 't voorsz. kerchoff ende de nyewe giafft. — It. , noch het maken vande calcu- late, hoe veel eerst de stadt heeft gehadt vd. hr. deecken Wyck totte nyewe straet aldaer, 12 gl. — It., Jan Henriksz., Adr. Vermeer ende Abr. Dabot, geswoorns, 13 gl. 10 St., voor haer diensten in de Haverstraet, soo in't offmeten vande Godscameren ende den hoff in de Brigittenstraet, mitsg. het estimeren vande huysinghe van Heyman Haecken, opten hoeck vande Haverstraet. Stadsprivilegien geoopieerl. Item, Jan v.
Balen, 38 gl., voor't copieren van sekere oude copieboecken van deser stadts privilegien. Silvere letters. Item , Jan van Brevelt,
silversmith, 8 gl. 16 st. 8 d., voor't silver 38
|
||||||
298
|
|||||||
ende falcon van seven letters vande extraord.
letterdienaer Goort van Brevelt. — It., Ilenr. ran Schoormont, 6 gl. 4 st. 8 p., voor't souderen van 8 oogen aen 42 silvere letteren der stads trompers, als van yeder letter 3 St., ofgetogen I st. 8 p., die de oude oogen aen silver swaerder waren als de nieuwe. Recognition, hem, Dno. Aernold Senguer-
dio, professor alliier, 120 gl., voor de dedi- cate ende gepresenteerde expp. vande Intro- duclio ad physicam. — It., Dno. Anthonio Matthaeo , /. U. D. in academia hujus civil, professori primario, betaelt 600 gl., in re- guard vande dedicatie ende presentatie van 50 expp. van zyn E. in drnck wtgegeven Com- mentarius de Criminibus, ende dat omuie te betonen , hoe aengenaem hetselve de vroetscap is, ende omme zyn E. te meer te animeren tot continuatie tot diergelyke werken ende andere goede diensten , die zyn Ed. aen de academic ende studerende jeugd is doende. Bibliotheek. Item, Christiano Ravio, 100
gl., in recompense van 4 boeken, in de Ara- biscbe , Persische, Tuvksche ende Islantsche talen , by hem de bibliotheek deser stadt ende universiteit vereert. — It., Ja. van Waesber- gen , boecvercoper , 29 gl., voor soodane Pa- ncgyrica secunda, als hy aen de voorsz, Ravi- us, soo genaait als ongenayt, gelevert heeft. — It., den voorn. Ravio 70 gl., voor Biblia Hebraica Bombergiana. EditioVeneta, III. vll. in folio, by hem doer order vande heren regievdevs der stadt gecoft voor de stads bi- bliotheek , blyk. by de hand vauden biblio- thecaris.— It., Gysb. v. Syll, boecvercoper, 95 gl., voor een Turksch Alcoran mette hant geschreven in 't Arabisch, voor de biblioth., ende 5 gl. voor syn provisie.— It., Jo. Petri, 30 gl. 6 St., voor bibliotheca et pandectae Ges- neri, tot Leyden in de auctie van D. Dieu voor de stadt gecoft. — It., Jo. Verhoeven, 302 gl. 14 St., voor soodane boeken als de heer biblioth. Dor. Corn. Booth ten behoeve vande stads biblioth. gecoft beeft in 'sG. Hage, in de auctie der boeken v. mr. Corn. Bosch.— It., Lamb. vd. Waterlaet , 83 gl. 6 st., voor alsulke boeken, als hy door reeommendatie |
vd. Prof. Voetius, door last vande heeren voor
de biblioth. gecoft heeft tot Alcmaer.— It., Jan v. Waesbergen , 266 gl. 18 st., voor het- geen hy aen theses heeft gelevert, alsmede voor 2 groote Placcaetboeken vande sialeu generael. — It., 'Jor. Corn. Booth, deser stads bibliothekaris, 39 gl. 12 St., voor reyscosten ende vacatien op syn commissie naer 'sG. Ha- ghe, omme boeken te copen in de auctie vd. Adct. Bossius. Hortus. Item , Jac. Man, hovenier op Ma~
nenborch, voor 150 voet palm , aldaer ge- plant, yder voet tot 8 p., etc. — It., de hr. Prof, de Roy, gerest. 35 gl. 8 St., voor di- verse planten ende cruyden, v. Amsterdamme gesonden, etc. Kevksaken. Item, 30 gl., gevallen opte reyse
vanden pred. Tecmannus, op de beroepinge Dui. Sprutii. — It., 56 gl., oncosten , ge- vallen op de extraord. classis tot Wyck, ten huyse vanden pred. de Leeuvv, over de di- missie vanden pred. v. Hagesteyn, de Bruyn. —■ It., Dno. Arnoldo Tecmanno, 16 gl., voor de maeltyt te synen huyse gevallen als depu- tatus classis Uttraj. den 26. Junii, als daer quamen depnteerdens classis, vfsiteren de Duytsche ende Engelsche kerke. — It., Jo. van Nellesteyn, 55 gl. 9 St., gevallen opte commissie vande gedeputeerden des kerken- raets naer Schoonhoven, te horen Snellium ende vande Velde, predd. aldaer. — It., Pet. van Leeuvven , 47 gl. 11 st., gevallen opte commissie naer Sohoonhoven , omme Snellium voorn. mede te horen. — It., noch 125 gl. 10st., gevallen opte commissie, omme te Delft te horen de gaven D. Goethalsii, pred. al- daer. — It., noch 34 gl. 14 St., voor de reyse van D. Voetio, prof, ende pred. alhier, naer Delft, omme den voorn. Goethalsium mede te horen. Academie. Item, 12 gl. 10 St., voor ryn-
schen wyn , vereert Bern. Schotano, rectori magnifico in de academie tot Leyden. — It., de oud-burgermeester Nypoort en Bor, 60 gl., gevallen op de commissie vande vroetschap naer Haerlem, omme totte professie in de theologie te versoeken D. Jo. Hoornbeeck. — |
||||||
299
|
|||||||
ren aen't gestoelte in den Dom, het krone-
ment, saterscop ende snakery met festonnen aen de schorsteen ende twe vaesgens met loof- werck in de raetcamer. Ysere kagchel. Item, Adr. Andriesz. van
Lobbrechs, 52 gl., voor een ysere kagchel met de voet, wegende 900 pont, in Hiero- nymus school. — Noch een dito op Sonnen- borch, 36 gl. Stadsglasen. Item, Ewout Born, glasema-
ker, 42 gl. 2 st. 8 p., voor 3 formen met glasen , houdende 49 \ voet. — It., twe ovalen in ieder form, met stadswapen , yder tot een gulden. — It., 24 gl. voor een dubbel glas met wapen in't Dolhuys. — It., 12 gl. voor een glas met wapen , in de huysinghe van Jo. van Ysendoorn, schout tot Wyck. — It., Will. vd. Stoop, glasemaker, voor een dubbelt glas met wapen, in het buys van Jo. Heurnius. — It. , Nic. de Ridder, com- miss. vande monsteringe, 12 gl. voor een glas met wapen in syn nieuwe huysinge aen de Breestraet. — It. , Ja. Henriksz. van Oucoop , 12gl., voor een glas met stads wapen in de huy- singhe van Jo. van Wyubergen , oud-burger- meester van Amersfoort, — It., 12 gl. voor een glas met wapen, in de huysinghe vandeu heer Bilderbeeck, oud-burgermr. van Amers- foort. Sneevins, instrumenlmaker. It., Jo. Snee-
vins, 33 gl., voor eenige mathematische in- strumenten , by hem door last vanden professor Ravensberch gemaect ende gelevert. Pylstockgen, etc. Item, Isaacq Schot, 9 gl.
4 St., verdient aen de oude pylroede ende voor drie nieuwe roeden met 3 pylstockgens voor de biercamer. — It., Gu. de Neve, voor een pylgewicht van 8 pont, 11 gl. 4 st. 1644. —
Recognitie. Item , Ciriacus Lentulus, 72
gl., voor de dedicatie van syn boeck: Ciri~ aci Lentuli Augustus. — It., Dno. Hugoni de Roy, J. C., voor de dedicatie ende pre- sentatie van 50 expp. van syn tractaet: deeo> quodjustum est, 150 gl. — It., meester Arent 38*
|
|||||||
It., Corn. Dircksz. van Almeloveen, 80 gl.,
voor laken ende satyn tot een nyeuwe tab- bar t voor den prof. Hoornbeeck. — It., P. vd. Poll, passementwerker, op de Gansmarct, voor 20 ellen dicke gecloste liscoort van kar- mosyn ende silver mettet knoopwerk daertoe, totte medailles, die men de gepromoveerde studenten ombangt, 11 gl. —. It., Henr. Aertsz. ende Jan Henricksz., 3100 gl., daer- voor sy van de gecommitteerden aengenomen hebben te maken het houtwerk van het nieuwe auditorium boven 't pant vanden Dotn ende de materialen daertoe te leveren conform ende volgens bet bestek , daervan gemaect. — It., Pet. Fransz., steenhouwer, 856 gl. 1 st., voor soodane hartsleen, als by ande stads- werken ende bet nyewe auditorium heeft ge- levert. Rywech over den Sonnenbeich Item , den
oud-burgermr. Nypoort, 54 gl. 19 St., voor syn feyse naer Aernhem, omme te spreken metten ricbter aldaer ende metten heer vanden Dorenweert, aengaende het maken vande ry- wech over den Sonnenberch ende het leggen van een brugge over die beeke tot Heelsom. — It., noch 33 gl. 15 St., op't verbeteren ende vercorten vande wech. Wagenspoor, Item, Corn. Evertsz. van
Vronesteyn, 15 gl., voor 't maken van een wagen na het nieuwe wagenspoor, die hy aen hem behouden heeft. Blyak. Item, Ja. Willemsz., timmerman ,
24 gl. 10 St., voor't opnemen van't schutgen in de blyck achter den Plompetoorn ende hetselve weder te stellen aen't brugken op Cranenhofstede by van Diemenshof, blyc- kende by 't besteck. Sloelen. Item, Anto. van Wickenborch,
stoelmaker, 367 gl. voor 27 Spaeiische stoe- len met vergulde nagels, daeronder drie met armleunen, staende in de raetcamer. — It., 12 pruisleeren stoelen met vergulde nagels, met roosgens op de leunen, van stadswege vereei't aen't Dolhuis, ende noch 2 roode pruisleeren stoelen , in de bibliotheek staende. Beellwerk. Item, Claes van Damast, 36 gl#
10 st., voor't snyden van een vaes met knor_ |
|||||||
300
|
||||||
van Westrenen, can. ten Dom, voor een boec
met liguren van schone copere platen van den seer vermaerden mr. Thybout, wtgegeven vande exercitie der schermkunst, ende andere wapens, helwelk is gestelt in de sladbiblio- theek, 30 gl. — It., Dav. van Hogenhuysen, 20 gl., voor 2 exempli, van seker bouck in folio, geintituleert: Jaarlicx Verhael vd. ver- ric.hiinghe der geoolroyeerde West-Indische Compagnie totlet jaer J636 , vd.heei-Jo.de Laet. — It,, Dno. Dan. Costero, pred. tot Hou- ten , 250 gl. voor de dedic. ende presentatie v. 50 exempli, v. Petri Molinaei: Scliilt des Ge- loofs, by hem wtten francoysch overgeseth. Subsidien. Item, Odoardo Malvesio, Ital. Edelman , totte religie overgecomen , 50 gl. — It., Jo. Marinius, olim pastor M. Johannis Chebdiorsky, Bohemiae exulus, 30 gl. — It., Adr. Swavio , pred. alhier , 200 gl., tot sou- lngement vande bedroefde kerken in't fur- stendom Anholt, omme ,anden kerkenraedt tot Amsterdam overgesonden ende by deselve bestelt te wovden. — It., Don. Jo. iNicasio, pred. vande Fynaert, in 't eylant Willemstadt, Ills gecommitteert vanden keikenraet, aldaer betaelt 100 gl., tot opbouwinge van haerlui- aer nieuwe kerke. — It., de VVE. ende Eerw. Archibaldo Hamelton , gewesen aertsbissehop van Vassel in Irlandt, die om de protest, re- ligie vande papisten vervolcbt ende van syn treil'elyke middelen ende levensincomen is be- rooft ende zich met syne lmysvrou ende kin- deren bier te lande ontboudende is , op de recommendatie vande eerw. kerkenraet alhier toegeleyt de somme van 150 gl., die by den rendant syn getelt aen den pred. D. Tec- manno. — It., de gedepp. der geref. kerke der beerlir.heyt van syne Hoocheyt den Prince van Orangien , gen. Afterhout in de baronye van Breda , 100 gl., tot opbouwinge vande kerke aldaer.—• It., Mar. Lantsaert, 28 gl., voor de materialen van syn huysken aen de tnuur van 't Fralerhuys, in de Groenewech, vermits de nywe straet aldaer. — It., M. de Bruyn van Berendrecht, 78 gl. 10 St., voor 12 silvere lepels, van stadsvvegens in't Treeshiiys vereert. |
Academic Item, RoelofT van Culenborcb,
153 gl. 9 st. 8 p., voor 8 goude promotie- penningen van ducatengout, vvegende 3 onceti 3 engels 8 asen, ende voor't slaen yeder pen- ning I gl. 5 st. — It., Ja. Sweren , smithmr. in de munt, 5 gl., voor syn moeithen in't maken van deselve penningen. — It., Roel. van Culenborch , 32 gl. 10 st. 8 p., voor't gene by anno 1645 als yktnr. heeft verdient. Wapensnyder. Item, Ja. Jacobsz., wapen- snyder, 5 gl. 16 st., voor't suyden van de stempels op 't segelhuys. Bilderbeeck. Item, Jo. Copes, 150 gl. ,
voor 2 jaren tractement den agent Bilderbeek, verschenen in Martio 1645, voor de advysen , die hy twee mael 'sjaers van Ceulen her- waerts sehickt. Caerte. Item, aen sekere vrouw, die in de
vroetschap presenteerde een caertgen , met swarte rollen , van de belegeringe van 't Sas van Gent, 5 gl. Vulmolen. Item, Jan Jansz., timmerman,
13 gl., voor een bestek van een acbtkante vul- molen. — Item, Jan Willemsz. van Schayek, moleumaker opten Hooghen Oort, 12 gl. voor't maken van een besteck van een wynt-vul- molen , opte huysinghe vd. water-vui-niolen opten Oort. — It., Reynier Verhoell', seyl- maker. l20 gl., voor de seylen aen de wint- vul-molen in de Weert aen de Knollebrug. — It., Adr. Cornelisz., in den Weerde, 24 gl. 4 St., voor 2 niewe stampers in de vul-mo- len. — It., Euseb. Brantsz., 1000 gl., in minderinge van 'tgene , daervoor hy aengeno- men heeft te maken ende te leveren de wynt- vul-moien opte huysinghe vd. water-vul-molen in Lauwenrecht, volg. 't bestek. It., noch in minderinge 1000 gl. — It., noch voor't gene hy bedongen heeft voor 't maeken ende stel- len vd. voorsz. molen, 1150 gl. Stadswerk. Item, Herm. Booth, glasschry-
ver, 7 gl., voor 't maken van een teekeninghe vande nieuwe gevel aen den hoeck vande timmeriiige aen't raethuys.— It., Pet. Adri- aensz. 'tHooft, voor 3 teekeningen , gemaect van steene pompen , 7 gl. 4 st. — It. , Jail Henricsz., 21 gi. 10 St., voor't maken van |
|||||
301
|
|||||||
hardsteen getiaimer aen't stadhuys. — ft.,
Adriaen van Hoboken , 5 gl., voor 5 hartsteen stucken gelevert aen 't poortge van 't tucht- huys op 5. Nicolaes kerkhoff, Kerk-sakjes. Item, Aert Stevensz., cleer-
maker, 10 gl. 4 St., voor leverancie van sackens, daer de diaconen het gelt voor den armen onder de predicatien in collecteren. Bibliolheek. Item , D. Corn. v. Deuverden ,
onlancx gepromov. doct. jur., betaelt 25 gl. voor het drucken syner oratie, in dien tyt gedaen: De restauratione ac. renovalione bi~ bliolhecae Vltrajeetinae, hem tot een ver- eeringe gegeven. — It., Christi. Ravio, hoogl., voor sekere boecken ende tractaten, by hem volg. de hant vd. bibliotheek gelevert, 160 gl. Kerksaken. Item, 57 gl. 11 st., opte reyse Arn. Tecmanni, etc., om te horen de gaveii van D. Guilielmo Soestio , pred. tot Rotter- dam , ende mede van Snellio tot Schoonho- ven.— It., D. To. Flaman , opte commissie naer Haerlem , om te sonderen de gelegenheit v. D. Tegularii (?) totte beroepinge alhier. — It., 103 gl. 3 St., opte commissie, om te horen de gaven Tichleri, tot Deventer. — It.. Jac. Dop, copergieter, 15 gl., voor een coperen erm met twee candeJaers opte preck- stoel in de Catrynekerk. Sladsglasen. Item, een glas met wapen ,
aen Anto. de Goyer, 20gl. — It., op't Bagyn- hoff, 12gl. — It., aen Jo. Gotscalck Halmal , maerschaick , gemaect door Geurt Schilthou- wer, 20 gl. — It., in't Jobs gasthuis, door Herm. van Ewyck, 40 gl. — It., an Jo. vd. Meer, achter den Dom, door Anto. de Leeuw, 20 gl. Vendel. Item, Fre. de Visser, cleermaker,
12 gl., voor een groen vendel met vlammen, ende wapenen te hernieuwen. 1645. —
Subsidi.en. Item , Nathanael Conopius Cre-
tensis, vicarius vande gewusene patriarch Ci- rullus, 100 gl., tot subsidie ende verval vd. costen van eenige te coopen boeken. ReGOgnitie. Item, Dj. lsbra. DieraerJjroeck,
|
|||||||
versclieidene bestekken endegrondteykeningen
in de woninge vanden rector in S. Hieronynius school. — It., Paul Ruysc.h, lantmeter, 319 gl. 10 st., voor't gene hy verdient lieeft in't melen v. versclieidene partyen voordestadt.— It., Nic. de Gyselaer ende Henr. Evertsen van Galen, wonende tegen over de Gaert- brugge, 30 gl., totte costen van 't maken vande vleugel ande selve brugge. — Ft., Henr. Jansz. van Heuckelom, voor dat hy in den Haghe is geweest, omtne met Jo', van Weede te spreken vande Godscameren in de Brigit- tensteech, 5 gl. — It., Jan Heuriksz., Ugh, den timmerluyden toegeleyt, in't plaets vd. mey in't nieuw auditorium. — It., 129 gl. 12 st., voor de reys van Jo. vd. Nypoort, etc., metten timmerman , omnie oculaer inspectie te nemen vande wyte ende gelegcuheyC der slut/sen, van Delfshaven, Tcr Goude ende die sluys by Alphen , omme te dienen van advys in regart van 't vverk te maken opte Vaert. — It., Nic. van Damast, antyksny- der, 66 gl. 7 St., voor 't snjden vande sleu- tels onder de balken van 't stathuys ende an- der werk. — It., Ja. van Bentum, timmer- man, c. suis, 810 gl., daervoor sy aenge- nomen hebben te leveren het bout ende ar- beytsloon vande nieuvve roode Brug, volgens 't bestek , alsmede voor 't buytenvverk volg. 't accoort. — It., Agnietge Dareth , 29i9 gl. 3 St., voor geleverde hartsteen aende gevels ende schoorsteen v. het nieuvve getimmer aen't stadhuys. — It., deselve ende de wed. van Hans Croon, steenhouwer, 1938 gl. 18 st. 8 p., voor hartsteen aen het buitemverk van het voorn. getimmer. — It., noeh 800 gl., in volbetalinge vande som van 2450 gl., haer corapeterende vande hardsteen wegens het be- stek ,aen het nieuwe getimmerde werk van het stadhuys. — It., deselve 15 gl., omme daer- inede te betalen Jo. Kerstens, beeldsnyder t'Amersfoort, voor't boelseren van stads- wapen . metle croon, leeutv, feslonnen ende <;leeden, tot een patroon ande nyeuwe tim- meringe aen't stadhuys. — It., Dan. Hil- branlsz., steenh., 90 gl. 10 St., voor vacatie ende teekeninge, dieneude tot modellen van't |
|||||||
302
|
|||||||
med. doct., voor de dedicatie syns boeks: De
Peste, daervan 2 syn aengenomen , 25 gl.— It., Abra. Bocstadio, 25 gl. voor 2 of 3 expp. syner Poemata , aen de stadt gedediceert. Maliebaen. Item, Henr. Wynter, deser
stad borger, 50 gl., voor syn gepreseuteerde caertgen vande Maillcbaeu cade wt andere consideration. Stempels. Item, Ja.'Jacobsz. van Dort,
voor't snyden van 3 stempels, daer mede de wollen dekens worden geteekent, 70 gl. Caertgens. Item, Jan van Diepcnheim,
lantmeter, 15 gl. 10 St., voor salaris over het meten van eenige paertyen van straten ende huvsen, ende caerten daervan voor de stadt te maken. — It., 29 gl. 10 St., voor het of- meten vd. munt met de sack ende circumstan- tie van dien , ende daervan een caert te maken. Bildetbeeck. Item, Ferd. & Fre. van Schu-
lenborcb, 75 gl., ten behoevc vanden agent Bilderbeeck tot Ceulen , over een jaer tracte- ment voor syn weeekclyksche advysen, ver- schenen in Marlio 46. Kerksaken. Item , Joanni Flaman, pred.,
19 gl., voor 't gene ten buyse als Sincdrij p. t. praeses is vertecrt opte conferentic yd tide pre- dicanten, geconvoceert wegens beroepinge v. D. Jo. Hoornbeeck, tot predicant. — It., Andr. Swavio, pred., 18 gl. 17 St., voor't geene de gedeputeerden vd. classis deser pro- vincie te synen buyse hebben verteert, Aug. 46. Weg door't bosc/i. Item, 90 gl. 16 st.,
aen Anto. de Goyer, naer Arnhem in de conferentie over het veicorlen vande wech door 't bosch. Prins Willem. It., D. Boteycken , 72 gl.
4 St., voor verteringe te synen huyse by de heren vande stadt met haer offieianten, die- naers ende ander gevolch, op't verwachteu ende bewelcomen van syn Hoocheyt Prins Willem van Oranje, op den 16. ende 17. Dec. 45. — It., 61 gl. 21 St., uts., als de heeren bewelcomenden syn Hooch.Pr.Wilhelm metten Cheurforst v. Brandenborch, Fbr. 46. Coningin van Polen. Item, Jan Tiele ,
rynschipper, 5 gl. 5 St., op't inhalen vande Coningin van Polen, — It., Corn. Aelbertsz,, |
|||||||
opsigter der rynschuyten buyten Tollesteech,
23 gl. 10 St., voor't gene te synen huyse van stadswege verteert is op 't bewelcomen vand« Coningin van Polen. Nieuwe Campslraet, etc. Item , Henr.
Jnnsz. van Heuekelom, 750 gl., voor't of- breeken opte breete, als de nieuwe te maecken Campstraet, twee goedscameren ende weder twee nieuwe te maken, in conformite van't bestek. — It., 16 gl. 4 St., voor 9 roeden sti'aet by metinge by mr. Abel Wassenaer.— It., Jan Clementsz., 73 gl. 16 St., voor de nieuwe strael van S. Peters kcrkhoff totte straet voor de sack besyden de staten munt, groot 41 roeden. — it., 176 gl. 17 st., voor dp straet voor het nieuw getimmer vande nieuwe Campstraet mitte dwaersstraten, by metinge groot 98 J roeden. Catrynekerk. Item, 12 gl. voor 24 copere
blakers met de nagels, gelevert voor de stadt in de Catrynekerck. Stadsglasen. Item , Phil, van Swinderen ,
87 gl., voor't vernieuwen vande glasen in de Maillcbaens woninge, mitsg. die te repareren ende wapens daerin te leveren. — It., Jan van Barcn, 30 gl., voor't glas met wapen, vereert op de ridderhofstede Amerongen. 1646. —
Wtgeven by den rendant gedaen, tyde
de inleydinghe van syn Hoocheyt, den Prince van Oranien, in't stad- houderampt deser provincie, soo aen vereeringen , costen vd. maeltyt. It., in't lossen van't canon metten ge~ volgen vandien, mitsg. hetgene aen Hoochgemelte syne Hoocheyt's trom- petters, hellebaerdiers ende andere personen, die alsdoen in stadsdienst geweest syn, vereert is. It., eerstelick brengt de rendant alhier de
somme v. 3150 gl., voor 500 enkelde nederl. goude ryders, behandigt an mr. Jo. vd. Ny- Boort, deser stads secretaris, daermede meer
looggemelde syn Hoocheyt als stadthouder, |
|||||||
stuck Vin Franchoys, op stads versock vaa
Amsteidam ontboden, dus 91 gl. 15 st. It, Henr. de Cock, voor gelev. fra. wyns,
62 gl. It., voor impositien opte voorsz. wyn, 148
gl. 3 st. 12 p. It., de heer Ja. Splinter, voor gelev. bier,
33 gl. 4 st. It., de wed. vd. brouwer Ter Steghe, voor
gelev. bier, 17 gl. 8 st. It., Jan van Rynevelt, silversmit, voor huur
van 12 silvere soutvaten et 50 silvere lepelen, mitsg. het schooDmakeu ende bruyneren vande selve, 10 gl. 19 st. It., Luc. van Voorst, goutsmit, voor huer
van 8 paer soutvaten ende 36 silvere lepels als boven, 10 gl. It., Brnyn Claesz. van Werkhoven , silver-
smit, voor huer van 4 silvere soutvaten ende 10 silvere lepelen met het bruyneeren ende sieden, 4 gl. It., Henr. van Voorst, tinncgietcr, voor
huer van tin, by hem opte voorn. maeltyt gelevert, 60 gl. It., Henr. Messier van Cleeff, tinnegieter,
voor huer van tinne vaten ter selver tyt ge- levert , GO gl. It., Ja. Symonsz. Moth, coperslager, voor
huer van coopere koelvnten, ketels, vertinde vleyspotten, by hem gelevert, 15 gl. It., Barth. Moor, coperslager, voor 5 co-
pere cranen, 4 gl. 10 st. It., Eelgen Jansz., voor gebroken glasen,
als mede huer vd. glasen op de voorsz. mael- tyt, 89 gl. 11 st. It., Peter de Cracht, voor huer vande ta-
pyten , die gehangen hebben in't groote stuck van 't nieuwe getimmer aen het stadhuys.'daer syn Hoocheyt wierde getracteert, by belief- tenisse, 260 gl. It., noch betaelt aen diverse personen,' die
aen 't canon bebben helpen arbeyden, omme wt het artill. buys te brengen opte vval ende 'tselve tc bewaerken. It., aen de constapels ende matrosen , die 't selve losgebrant ende ge- regiert hebben, oock hetselve weder op helpen halen ende in't artill. h. brengen, 288 gl. 10st. |
||||||
van wegen deser stadt is beschonken, dus
3150 gl. It., noch betaelt voor een benrsgen , van
root fluweel, geboort met een silvere galon, ende gesnoert met snoeren van silver ende roode syde, daermede de voorn. vereeringe is overgelevert, negen gl. vierstuv., dus 9 gl. 4st. It., Lambert Gooth , cock, de somme van
839 gl., voor't gene hy opte maeltyt heeft verdient, met coocken ende leverantie van taerten , mandeltaerten , pasteyen , hammen , tongen, svvesericken, murchpypen, komkom- mers, cappers, olyven, foly, eyeren , lardeer- speck, saucysen , kaes ; it., huer van linnen ende messen , dus 839 gl. It., Deliana Geritsz., buisfr. van Dirck
Willemsz. van Beest, voor't vleys opte voorsz. maeltyt gelevert, 153 gl. It., Dirck Dircksz. vd. Well ende Mar-
griet Jansz., 682 gl. 1 st., voor soodane ha- sen, patrysen, kalkoenen, capoenen, hoen- ders, duyven, wachtels , leeuwerken , kony- nen ende andere diergclyke, als sy totte voorn. maeltyt bebben gelevert, 682 gl. 1st. It., Gysbr. Adriaensz., voor karpers, snoe-
ken ende brasems, 18 gl. 9 st. It., Ja. vd. Horst, 80 gl. 8 St., voor gelev.
citroenen ende orangeappelen , dus SO gl. 8 st. It., Barbara Antonissen, groenwyfF, voor
lauwriertakken, roosmarynboomen, artisocken, asperges, knollen, vvortelen, doornbessen, poe- len, spinaet, peeterselye, sueriuk, carvel, karsen , 't pont tot 3 gl. 15 st., aertbesien , etc. by haer gelevert, dus 78 gl. It., Isaacq van Rhyn, suyckerbacker, voor
alrehand suyckerbanquet ende couGturen by hem gelevert, 700 gl. It., Jan van Oosterhout, voor gelycke le-
verantie van suyckerbanquet ende contituren als boven, 670 gl. It., Ja. van Ochten , backer, betaelt voor
brood ende weggen als mede doove colen by bem gebaelt, 87 gl. 17 st. Jt., Willem van Berck, voor rynse wynen,
by hem gelevert, 412 gl. 11 st. It., den here Antho. Charles Parmentier,
91gl. 15 st., by syn Ed. verschoten voor een |
||||||
304
|
|||||||
It., Pet. Veraieulen, etc., voor dat syl. met
bore peet'den liet canon hebben gereden wttet srtill. hujs opte Neude ende van daer ople wall ende weder vande wall in't artill. huys, 96 gl. It., An to. van Ravesteyn, voor verdient
arbeitsloon in 't lielpen wthalen vande voorsz. stncken geschut ende weder inne brengen , initsg. diverse materialien van lontstocken , schaepsvellen, boomoly, laetpinnen, fyne Ion- ten ende diergelyke, tottet lossen van't ge- schut nodich, 41 gl. 19 st. 7 p. It., Aernt Hermansz., voor 600 pont bus-
cruvts, tyde voorsz. aen de stadt gelevert, yder hondert tot 33 gl. ende 6 tonnekens, yder tot 16 St., dus 202 gl. 16 St.* It., Corn. Quint, out-schepen, voor bus-
cruyt by hem gelevert tyde voorsz., 79 gl. 16 st. It., de acht respect, hoolttnannen vande
schuttery, voor verschoten oncosten, gevallen op't inhalen van syn Hoocheyt, 90 gl. 16 st. It., Jan van Bentum , voor leepelstelen ende
ander houtwerk, tottet canon als boven, 2 gl. 3 st. It., Will. Olofsz., bode van't smedengilt,
voor 4 tonnen houtskolen, by die van 't gilt gelevert, 10 gl. It., den heer Prof. Moreels, voor de pre-
sentatie eniger expp. vandepaneyyrica oralio, by syn Ed. den 29. Mey 164"' in't choorvd. Dom , naer de iuleidinghe van syne Hoocheyt gedaen ter presentie ende ter eere van Hooch- gemelten syne Hoocheyt, welke somme onder bet capittel van alrehaude saeken in wtgeven wort gebragt, dus meniQiie. It., mr. Jo. Strick, adv., voor de presen-
tatie eeniger expp. van syn Pallas Trajeotina of Lofdichl over de inleidinge van syn Hoo- cheyt in V stadthouderambt, die mede in 't voorsz. capittel syn in wtgeven gebracht, dus memorie. 11., Steven de Leuw , voor syn diensten ge-
daen opte voorsz maeltyt, 150 gl. It., noch 155 gl. 4 st., alse: 100 gl. ver-
eert aende hellewaerdiers ende 55 gl. 4 st. ande trompetters van syue Hoocheyt. It., de hoschbewaerders, welke hadden ge-
|
brocht een geschoten hert tolte voorsz. mael-
tyt, tot vereeriuge, 25 gl. It., an de stadsofficianten ende andere per-
sonen, als mede de coetsiers, die tyde als voren in den dienst vande stadt geweest, 445 gl. Summe vd. maeltyt van syne Hoocheyt,
9331 gl. 3 st. 4 p.
It., Prof. mr. Henr. Moreels, 150 gl. voor
de praesentatie eniger exempli, van panegy- rioa oratio, by syn Ed. den 29. Mey 1647 in't choor vanden Dom , nae de inleidinghe van syn Hoocheyt den hr. Pr. van Orange in't stadthouderschap deser provintie, ter presentie ende ter eere van Hoochgemelte syn Hoocheyt gereciteert. It., mr. Jo. Strick, adv., inden hove prov.
t'Utrecht, 60 gl., voor de praesentatie eeniger expp. van syn Pallas Trajeotina, etc., ofte Lofdichl over de inleidinghe van syn Hoo- cheyt den heer Prince van Orange, etc., in t stadthouderschap 's lants van Utrecht. It., Adriaentge Geurtsz,, 12 gl., voor huer
van tapyten in 't stadthuis ende de academie ofte den Dom, teyde der inleidinge van syn Hoocheyt in 't stadthouderschap. It., Pet. van Wyck, voor een ebbelyst orb
een schilderye vd. heer VVerckhoven, syn Ed. vereert., voordat hy syn schilderye in't stadt- huys heeft gelevert, als syn Hoocheyt, den hr. Prince van Orangieu , als stadthouder de - ser provincie was ingeleyt ende op 't stadthuis getracteert. It., 39 gl. 2 st., wagenvrachten ende teer-
costen, gevallen in 't hervvarls comen vanden heeren vd. Hoolck ende vd. Poll, gecommit- teerden vd. stat. gen. ende de general, reken- eamer specialyck verschreven, omme te comen opte maeltyt van syne Hoochheyt, tyde syn Hoochgem. Hoochheyt inleidinghe in't stadt- houderschap deser provincie. It., Mathys Ketel , buiten de Weerpoort,
29 gl. 10 st., voor'l geen de heeren metten dienaers te synen huyse verteert hebben, als syn Hoochheyt aldaer vvert ingewacht. It., Corn. Keyser, herbergier inden Uyl,
|
||||||
305
|
|||||||
aehter 't stadhuys, betaelt 11 gl. 15 St., aldaer
gehaelt ende verteert met kennisse vd. ren- dant by den timmerman etc., die aen't nieuw getimruer arbeyden , tyde vooi'sz. It., voor't repareren der glasen in de huy-
singhe op't Siugel, daer't Verdoolde Schaep wthangt, door't lossen van het canon, als syn Hoochheyt tot stadh. was gehult, be- schadigt, 6 gl. Reeognitie. Item, Gysb. van Zyll voor de
presentatie van 50 expp. van seker boeksken, genaemt: Trap derJeugd, 25 gl. — It., Henr. de Roy voor de dedicatie van syn Fundamenta medica, 150 gl. — It., Jo. van Noordyk , pe- del, 120 gl. voor de dedicatie ende praesen- tatie van 48 expp. van syn gedruckt tractaet, geintituleert: Enchiridion juris. Subsidie. It., Henr. v. Crowenborcb, drap-
pier, 100 gl., voor bet stellen v. een getouw, nevens borgerscbap ende vrydom vd. wacbt, volg. contract v. 20 Jan. 1645. — It., den pre- dicant tot Gennip 50gl., tot opbouwinge v. een kerke op bet Genniperbuis, betaelt aen prof. Voetius, 50 gl. — It., Corn. Stuart, pred. tot Ossendrecht in "t marquisaet van Bergen o. d. Zoom, 160 gl., tot opbouwinge van een nieuwe kerk. — It., de gecommitteerden der beer- licbeyt van Abbenbroek , 60 gl., tot subsidie van baer geledene scbade door den brandt. — It., de gecommitteerden vande ware geref. gemeente binnen de stadt Santben in't voor- stendom Cleeff, 100 gl., tot subsidie om een nieuwe kerke aldaer te bouwen. —■ It., Odo- ardo Malvesio, ltaliaens Edelman, geworden synde vande religie, 50 gl., tot subsidie als reysgelt. <— It., Margareta van Levingston , wed. van Tho. Levingston, ridder, in syn leven hoffmr. van hare maj. van Bobemen, 50 gl., doer handen van Prof. Voetius. — It., Mi- chael! Monserato Montanes Catalonus , 20 gl. Trucktafel. Item , Jan de Selmont, be-
taelt de soin van 13 gl. 16 st. , voor bout, nagelen, kolven, arbeytsloon ende leere sacken, gelevert ende verdient aen de nieuwe truck- tafel , gemaeckt in de woninge vanden mail- lemeester. BiblioiheeL Item, betaelt 499 gl. 15 St.,
HI.
|
|||||||
voor incoop van seekere opus, genaemt: Ocea-
nusjuris, gestelt in de stads bibliotheek, metie costen daerover gevallen. — It., noch opte commissie naer Amersfoort, omme 'tvoorsz. boek te coopen, 30 gl. 18 st. 2 p. 1647. —
Tho. Busart. Item, Tho. Dusart, een jaer
tractement, hem als preses vande musicians toegeleyt, verschenen Remigii 1648, mitsga- ders 12 gl. voor vier jaren tractements, tot 3 gl. jaers, hem te voren by de musiciens-in- structie geaccordeert, versch. primo Oct. 16'l7. Subsidie. Item, Gerit Pelt, voor dat by 6
jaren heeft onderhouden het kint van Aletta vd. Burch, die naer Coningsbergen was ver- trocken, om schulden, die sy aen studenten ten achteren was, te innen, sonder dat men tot noch toe hadde connen verncmen, waer sy gebleven , ende apparent was, dat sy op see sou syn vergaen, wesende hetselve kint alsnu by de ambachtscamer aengenomen, 150 gl.— It., Moses, soone van Michaelis, presb. tot Garsenica, tot subsidie 150 gl. — It., D. Hierotheus archimandrita Cephaloneus, hebbende hem enighe jaren lot Leyden laten gebruiken tot oversettinge vande Confessie, Calechismus, Liturgica ende Synodale Ca- nones der gereformeerde kerken alhier, den- kende weder te keren nae syn vaderlant, volg. ordon. 150 gl. — It., de afgesandten der stad Camen in't graefschap vande Merck, tot re- para tie van haerl. brantschade, 25 gl.— It., de gecommitteerden der stadt Rhenen, in *t sticht van Munster, tot soulagement vande scbade door den brant geleden , 30 gl. — It., Herm. Deusing, pred. tot Lipperaide, tot op- bouwinge vande verbrande kerk ende 't pas- toor-huys, 25 gl.— It., die vande forteresse Swarte Sluys, tot vergrooting van haere kerk , 60 gl. Afteyckeningh vd. 'stadt. It., Herm. Saft-
leven, schilder, vereert voor de exempp.-vd. afteykeninghe deser sladt, by hem gedaen ende in plaet wtgegeven, 150 gl. Stads bannier. Item, Joost van Attevelt,
39
|
|||||||
306
|
|||||||
rootleeren vellcn ende opmaken van nieuwe
ende reparatie vande oude kussens, tyde de- ser rekeninge, 74 gl. 12 st. — It., om 8 wa pentgens van sayet opte kussens, ieder20st., ende 15 wapentgens van syde, ieder tot 42 st. - It., voor't bewerpen ende opnayen, oock bor- durenv. 15 wapentgens op stadkussens, 17gl.8st. Vendels. Item, Corn. v. Almeloveen , voor
de leverantie van stoff met syn toebehoren , tot een nye vendel voor de compagnie vanden hooftman Wtewaell. — It., van een veltteyken voor den vendrich vanden hooftman Quindt, mitsg. groen laken, rouw linnen ende lint, 134 gl. L3 st. 12 p.—■ It., Bern, de Visser, voor't schilderen en vergulden van twee ven- dels met stadswapen , met een goude leeuvv ende gouden crans, 31 gl. — It., Adam Monincx, voor 't vergulden vande knop ende yser aen een vendel, 3 gl. 5 st. Vredehandel. Item , Sion Lus , wonende
by den beer Gysb. vd. Hoolck, van stadswege gecommitteert ter vergadering vande Ho. Mo. heren stat. gen. betaelt de somme van 60 gl, by de vroetschap toegeleyt, ter sake hy ver- scheiden stukken, rakende den vi'edehandel tot Munster, tot dienste vande stadt heeft gecopieert. — It., voor de reys van P. Bor, vd. Woerd, Zyll, Werkhoven, Ruysch ende v. Wyck, schepenen, gecommitteert omme in de wichtighe deliberate vd. vredeartikulen met raet ende advys te assisteren de heren wttet middel vande stadt extraordinaris ende ordi- naris gecommitteert ter vergadering vande Ho. Mo. heren statcn generael, 1329 gl. 18 st. Recognitie, Item, Do. Cypriano Regneri
ab Osterga, voor de dedicatie van Censura Belgica ofte annott. ad instilt. juris, 250 gl. It., Larnb.Waterlaet, pi-ed. totPanderen , voor de dedicatie van syn Roomsch Ismael ofte Dwaersdryver. Tapyten. Item, Abra. van Resant, ter sake
hy de tapyten in de raetcamer heeft gevoe- dert met 157 ellen canifas, wtbrengende 628 ellen naets, behalve het omsomen ende het inrygen vd. voederinge ende het gaern daertoe gedaen , 31 gl. 8 st. Picqueur. Item, Anto. Hartman, picqueur,
|
|||||||
ter sake Ly geteekent heeft seker out glas ten
Duytschenhuys, waerinne staet de groote ban- nier der stadt Utrecht, ende't selve op fran- cyn geschildert, oock gecopieert. It., noch in francyn heeft geschildert die vier oversten deser stadt met silvere kovelen, daer boven stondt een S. Marten, in forma, blyckende by beliefte 36 gl. Prolliocolium Gisberti a MooeA. It., Hear.
van Heerenveen, clerq vanden gerechte deser stadt, voor 't copieren van seker boeck , ge- intituleert: prothocollum magistri Gisberti a Mooch, Noviomagi S. C. B. V. capellani et Sccrefarii Illuslrissimi et D. R. Dni P/ii- lippi Rovenii ArchiepiscopiP/iilippcnsis, nee non Ilollandiae, Selandiae ceterarumque corifederatarum provinciarum viaarii apos- totiei, 20 gl. Ker/isaken. Item, Jo. Flaman, pied., voor
cost te synen huyse opte eerste ende tweede comparitie der gecommiUeerden des classis met de gedeputeerden des kerkenraets, totte approbate vande beroepinge D. Jacobi Sler- remontii, 48 gl. 10 st. — It., opte commissie vanden kerkenraet, om tot Gorcuin te horen de gaven van D. Ravesteyn. — It., opte com~ raissie, gegeven op D. Flaman, etc., onime tot Deventer te horen de gaven van G. de Smith, 68 gl. 11 st.— It., opte commissie, gegeven op D. Heycop, pred. etc., omme in Noorthollant, te Lultelbroot, te horen de ga- ven van Do. Vindelius, 59 gl. 16 st.— It., opte commissie, gegeven op Arn. Tecman, omme tot Soetermeer te horen de gaven van Do. Lodesteyn , 99 gl. 13 st. —■ It., opte com- missie, gegeven op D. Breyerus, pred. etc., omme te horen de gaven van D. vd. Hengel, pred. tot Amerongen, mitsg. in't presenteren van 't beroep, 174 gl 1 st. — It., opte com- missie, gegeven op Flaman, pred., omme tot Rotterdam te horen de gaven van Ja. Ster- rcmontius, 147 gl. 12 st. — It., in't beroup ende wtvverken der dimissie etc., 362 gl. 14 st. - It., op de derde reys naer Rotterdam als voren, 385 gl. 2 st.— It., op de reys naer Rotter- dam by D. Breyerus, 61 gl. 18 st. Kussens. Item, voor veeren, insteeken,
|
|||||||
307
|
|||||||
voor 36 pakmanden met hooy, omtrent het
geschut, dat men Iosbrande tyde de huldiging van syne Hooclieyt als stadhouder, 30 gl. Anatomisohe inslrumenten. Item, J a. van
Snellenborch, voor't schoonmaken der in- strumenten, die gebruikt worden in de ana- tomie, alsmede 't geen by daei'toe nieuw ge- levert heeft, 8 gl. 8 st. Opmetingen. Item, Balth. Lobe, lantmr.,
bet santpad tusschen de stat ende Vaert te meten ende carteren , 28 gl. 16 st. — It., Jan Van Diepenheim, lantmr., in 't meten , ver- deylen ende carteren vande erven der oude munle, oock vande nieuwe te maken straet aldaer, als mede het opmeten van eenige vacken opte steenstraet naer de Bilt, 72 gl. 1648. —
Theod. Bary. Item, Tbeod. Bary, stads-
tromper, becleedende de plaets van Jo. van Meuwen , die syn dienst, vermits ouderdom ende impotentie , niet langer en conde waer- nemen , is 24 Dec. 47. daervoer jaerlycx toe- geleyt 85 gl. Slempelsnyde?'. Item , Roeloff van Culen-
Lorch, voor't silver ende snyden van een nieuw stads-signet in plaets vande vermiste, 30 gl. 8 st. — It., hem noch voor't snyden van 2 stempels met het vvapen vande acade- mie; daer noch toe een instrument offschroeff, omme den penning net aen te prenten, 173 gl. It., voor 12 promotiepenningen , etc. ,470 gl. Jo. Snevins, instrumenlmaker. Item, Jo. Snevins, horologiemaker, voor dat by ge- maekt heeft op den astronomischen toorn het groot instrument seckxtant ende oock de glo- bens, daer aen hy met knecht ende jongen heeft gearbeyt 4 dagen, 's daechs tot 8 gl., ende noch 6 gulden voor een groote passer, omme te gebiuiken in't demonstreeren der lessen, 44 gl. Recognitie, It., Andr. Essenius, SS. theol.
dr. et pred. in Neerlangbroek, tot vereeringe voor de dedicatie van syn boeck tegen het werk van Jo. Crellius, gewesen Sociniaens pre- dicant tot Racou in Polen , ende wesende dit |
|||||||
gepresenteerde boeck geintituleert: Triumphus
crucis s., catholica de satisfactione Dni nostri Jesu C/irisli(l), 200gl. — It., Jo. v.Noordyk, pedel ende boekdrukker, geaccordeert voor de dedicatie van Imberti institt. forens., 25 gl. Bibliolheek. Item, voor een boeck, ge- naemt: Thalmud Hierosolymilanum, in de auctie van professor L'Empereur tot Leyden, 18 gl. 15 st. — It., voor 2 boecken, het eene, Cuspinianus de Consulibus Romanorum, ende het ander, Monarchu Mauclerii, voor de stadsbiblioth. gecoft, 16 gl. 10 st.— It., Abr. de Goyer, canonik t'Oudemunster, voor di-»- verse boeken, ten behoeve vande stadt gecoft vande wed. v. Dr. Breul, 36 gl. Aoademiesaken. Item, opte commissie naer
Franiker, aldaer te beroepen den hr. Prof, vd. Linden, tot professor medicinae in de academie alhier, 215 gl. 11 st. —• It., opte commissie naer Amsterdam, omme te infor- meren opte gelegenheid vanden voorn. Prof, vd. Linden, 24 gl. 12 st. Willevrouwen poort. Item, Jan ler Brugge,
herbergier in 't Casteel van Anlwerpen, tot syn huyse verteert by CornelisDanckaerts, Jant- meter ende fabryque der stadt Amsterdam , alhier van stadswege beschreven, omme te adviseren over 't werk vande Wittevrouweu poort, 30 gl. — It., Henr. Aertsz. Struys, voor de grondteeckeniughe ende modellen vd. Wittevrouwen poort, 175 gl. — It., voor hartsteen totte nieuwe Wittevrouwen poort, 509 gl. 12 st. aen de steenhouwers Pet. Jansz. van Volleohoven , Henr. Jansz. Droochsloot, Goyert Wyck ende Goris van Vollenhoven, — It., voor het doorgraven vande wall by de Wittevr. poort, daer een bruggeleyt is, omme gedurende het maken vande nieuwe poorte gebi'uykt te worden, 66 gl.—< It., voor'tle- veren vande peerden, die gegaen hebben in den watermolen aen de Wittevr. poort, dach- ende nachtgelden van degenen , die de peer- den hebben gedreven , loon vd. timmerman , die gestadig by de molen moest wesen, ver- schot v. teene matten in't water, om de pomp, diepers, die somtyds 'tsandt by de pomp wt- haelden, voor reusel, keersen ende andere dier- 39*
|
|||||||
SOS
|
|||||||
vermits syn indisposkie, op halff tractement
ende na desselfs Meeuvvens overlyden , tot or- dinaris tromper, etc., 21 gl. 5 st. Recognilie. Item, Jo. Costerus, tot een
vereering voor seker tractaetgen, by hem ge- concipiecrt mit approbatie vanden kerkenraet, aengaende den desolaten staet v. Europa ende aen de stadt gedediceert, 25 gl. — It., Jo. Podensteyner, Palzer, voor de dedicatie ende presentatie van 2 expp. syns boeks , geinti- tuleert: De Evangelise llarmonie, 20 gl. — It., Ja- van Attevelt, voor syn gepresenteerde expp. van syn boek: De oude vry eigen let- terklanck, een dubbelde gouden ryder tot 12 gl. 12 st. — It., AbelWassenaer, mathemati- cus ende lantmeter alhier, voor de dedicatie ende presentatie van 50 expp. van syn Tafel van Interest ende Rabat, 100 gl. —■ D. Ac- kersdyck, boocvercooper, voor de dedicatie ende praesentatie van 50 expp. vande Inley- dinghe vande pr act. instruct ie of te forme van procederen, 175 gl. — It., Dirk Ackersdyk ende Gysb. van Zyll, boecvercoopers, voor de presentatie van 50 expp. vande Hortus academicus TJltrajeclinus, edilus ab Henrico Regio , med. pi'ofess., 50 gl. Organist. Item , Andr. Michielsz., orga-
nist in den Dom, bem, op syn versoek toe- geleyt voor extraord. diensten ende andere redenen , in syn requeste verhaelt, 150 gl. Valsche munt. Item, aen sekere persoon,
tot een vereeringe, volg. resol. 3 Dec. 49 , ter sake by buyten de Catrynepoort een man achterhaelt ende afhandich gemaect heeft vier naergecontreleyte dubbelde stuvers, 20 gl. Stempelsnyder. Item, Ja. Jacobsz., voor het
snyden van het groote Utrechtsche dobbel staelloot, 36 gl. Segelengeteehev.l. Item, Joost v. Attevelt,
voor dat by tot stadsbehoeff geteekent heeft vier deser stads groote segelen , een ende twyn- tich segelen der gilden, negentien van eenen ouden brief, met verscheiden segelen van bis— schoppen, heren van Montfoort, Goy. Bre- derode ende meer anderen , 30 gl. 6 st. Liber Rosarum ende memoriaelboeken. It.,
Jan van Balen, gecopieert een oud register, |
|||||||
gelyke, omme de voorsz. molen continuelyck
te "doen gaen, 1096 gl. 4 st 10 p. Copien. Item, Sioti Lus, ter sake by ver-
scheiden stucken, soo rakende de alliancie mette wthcemsche potentaten, als anders , ten dienste vande stadt gecopieert heeft, ia de stadts secretaire berustende , 90 gl. Kerksaken. Item , voor de kosten, geval-
len tot D. Lib. Spruyt, pred. albier, over de approbatie der beroepinge D. Corn. vd. Lingen ende visitatie vande kerke in Utrecht, 73 gl. 12 st. — It., Dan. vd. Hengel, pred., in remboursement vande costen over't opbre- ken tot Amerongen herwaerts , 92 gl. 6 st. —■ It., op de commissie naer Deventer, om te horen de gaven van D. Ter Smitten , 84 gl. 2 st. — It., om te horen denselven, 249 gl. 7 st. — It., opte commiss. op Gysb. vd. Woerd etc., mitsg. de hr. Prof, de Maets ende Hoorn- beeck, predd. etc., om tot Sluys in Vlaen- deren te versoeken de ontslaginghe vd. pred. vd. Lingen, 756 gl. 18 st. Munt. Item, Jo. Gerobulus, muntmr. deser
provincie, voor steen, gecomen wttet Cecilie- clooster, by de staten voor de oude munte gepermitleert, 57 gl. 12 st. — It., voor't maken van 58^ roeden straets vande Munt- straet, oock in de Nobelstraet. Vereering. Item, voor 12 silvere lepels ,
met bet fatsoen, vereert in 't Anlhonis gast- huis , 83 gl. 9 st. — It., noch voor silvere lepels mettet fa'.soen , in 't Martens gasthuis , 39 gl. 5 st. Glas. Item , Tho. Lambertsz., glasschry-
ver, voor een glas met stadswapen , vereert Arent van Wynbergen , raet der stadt Amers- foort, in syn speelhuis , buiten Amersfoort gelimmert. ■— It., Jan Woutersz., glasmaker, voor een glas met wapen , an Auto. v. Berck geschonken , 15 gl. Kalrynekerk. Item, Jan Dop, coperslager,
voor een nieuwe copere croon, hangende in de Catrynekerk, 340 gl. 7 st. 1649. —
Thcod. Bary. Item, Theod. Bary, be-
cleet hebbende de plaets van Jan v, Meeuvyen, |
|||||||
309
|
|||||||
gelnlituleert: Liber Rosarum, groot 190 bla-
de n , 'tbladt ses stuvers, 57 gl.— It., de clercq vande griffie 's hoofs v. Utrecht, heeft wfgeschreven voor de stadt de registers vande memoriaelboeken vanden st'lven hove, 12 gl. Willevrouwcn jpoort. Item, Will. Goyert SchjfF, voor 2 daghen malens mette water- molen aen de Wittevrouwen poort, loon van 3 personen, die de peerden nacht ende dach hebben gedrcven, 31 gl. 15 st.— It., voor vacatien in't opsien vanden moolen, geap- proprieert, omme met menschen, in plaets van peerden te doen ommegaen, oock voor huur van deselve molen , als gedaen verschot voor reusel omme te smeeren , alsmede hooy ende strooy tot liet vullen der dammen , 37 gl. 7 st. — It., Ja. ter Brugge, wt het Casleel van Anlwerpen, verteert by den fabryq der stadt Leyden , versocht omme hier te komen aengaende het werk vande Wittevr. poort, 40 gl. 6 st. •— It., Henr. Struys, voor vaca- tien , offteyckeninghen , modellen ende oock het werk vande nieuvve Wittevr. poort, 782gl. lOst. — It., N. Gravesandt, fabryque der Stat Leyden, voor vacatien, etc., mitsgaders off- teyckeninghen vande te maken Wittevr. poort, als synde versocht hier te comen, omme syn advys te horen , 277 gl.— It., Nic. Damast, antyksnyder, voor't snyden van twee leuwen , die't stadswapen hielden , polten, kortoesen, capitelen, ende aen't modell vande Wittevr. poort, 12 gl. 8 st. — It., Henr. Spiering , voor Benthemer steen totte Wittevr. poort, 1301 gl. 7 st.— It., van hartsteen, 1(385 gl. 12st.— It., noch ter sakeuts., 385 gl. 17st.— It., Goyert v.Wyck, Henr. Jansz., Pet. Fransz. Ger. v. Vollenhoveu , voor 't maken ende leve- ren v.hartsteen , vant hooft aende buytenpoort, genaemt de Wittevr. poort, 2345 gl. 3 st.— It., deselve, voor't buytenwerck, gemaeckt v. stadtssteen, 400 gl. ■— It., deselve, voor't uiaecken vande Wittevr. poort, volg. het be- stek daervan gemaekt, 1600 gl. — It., Jan Gerilsz. van Leusden ende Henr. Gelisz. van Driel, mr. steenhouwers , te maecken naer het bestek de binnenpoort vande Wittevr. poort, 1066 gl. 13 st. 8 p. |
|||||||
Subsidie. Item, de gecommitteerden van
Dinslaeken, tot opbouwinge der gereformeerde kerk aldaer, 25 gl. ■—• It., de kerkmeesters vd. Geertekerk, in de oncosten van een sackput op 't kerkhoff, ende dit ten reguarde van 't water, comende vande wal, 16 gl. 1650. —
Academiesaken. Item , Cors Anthonisz.,
voor't halen v. een doot ligchaam v. een t'Am- sterdam geexecuteert, omme tot subjeclum te dienen in de anatomie voor de studenten , 19 gl. 11 st. — It., prof. Diemerbroeck, an oncosten , gevallen in 't anatomiseren van 't leste subject, 38 gl. — It,, James Ritterford (!) sergeant onder capt. Greham , voor dat hy naer Schotlant gevaren ende brieven aen syn bree- ders D. Samuel Peterford (!) soude brengen , als prof, inde theologie alhier , 230 gl. — It., de heer James Peterfort (!), voor syn verlos, moeyten ende ongemak geleden ende gehadt op een reyse nae St. Andries in Schottlant, gins ende weder , tot bevordeiing vande over- comste syns broeders, D. Samuelis Retter- fort(!), van daer beroepen tot professor theo- logiae in de academie alhier, 150 gl.— It., Corn, de Swart, voor't geen den voorn. ser- geant Peterfort te synen huyse heeft ver- teert in May 1650 et seq. dies, 19 gl. ■— It., deselve, voor gelvke Retterford, 15 gl. 18 st. Kerksaken. Item, Jan van Walcheren,
voorleser ende voorsanger in den Domkerk, voor diensten gedaen, vermits omtrent drie jaren geleden verstaen is, dat des vrydaechs ende saterdaechs avont predicatie in den Dom een maent, langer souden worden gedaen a.'s bevorens in't jaer 8, ende drie jaren 24 prt- dicatien, 25 gl. — It., Adriana Busschoff, op 't tractement te haer huyse gedaen aen de gecommitteerden vande Utrechtsche classis, omme te approberen het-beroep van D. Val- kius, pred. tot Alcmaer, als mede de appro- bate te doen op de beroepinge van D. Andr. Essenius, staende in Nederlangbroec, 72 gl,— It., op de commissie vanden kerkenraet, omme |
|||||||
310
|
|||||||
gemeente tot Windek in't graefschap Hanau,
tot opbouwinge haerder kerke, 36 gl. — It., de kerkmeesters van Bambrug, voor een glas in haer kerke , 40 gl. — It., de kerkmrs. vande Geertrudenkerk alhier, tot subsidie vd. kosten in 't doen plaveyen van't kerchoff, bet ofbreken vande muur om hetselve kerchoff, ende 'tmaken van een borstweeringe, lot on- dersteunsel vande wall, ende in plaets vande ofdrift, een trap te doen maken, 600 gl. — It., van 't doorgraven vande stadswall neffens de voorn. kerke, 36 gl. — It., Carl. Jansz. van Dismes ende Leon. Virge, beide drap- piers, het hantwerk 14 jaren binnen de stadt geexerceert hebbende ende alsnu 't selve hant- werk tot haer groote oncosten opgeseth heb- bende , omme als meesters 't voorsz. hantwerk t'exerceren , boven 't l'echt van borgerschap , 150 gl. — It., Const. Francot, wttet paus- dom totte religie overgecomen, 25 gl. — It., Ludov. Boucholt, geweest hebbende maisire d'hotel, van syn Cheurforstel. Hooclieyt den aertsbisschop van Trier, tot reysgelt naer de Palts, 25 gl. — It., Ferd. Knighlhy, edel- man vanden Prince Philips van Bohemen , in syn tegenvvoordighe ongelegenheyt, geaccor- deert 20 gl. Stads schrifturen gecopieert, Item, Jan v.
Balen voor't copieren van een resolutieboek der Ed. Mo. heren staten 'slants van Utrecht, 1622 tot 14 Febr. 1623, oock de drieleggers vande renten vande stadt mette nieuwe staet van oorloghe, 86 gl. 15 st. 8 p. — It., noch voor't copieren van een stad-register, 22 Jan 1621-22 Fbr. 1622, 42 gl. 16 st.— It.,Sion Lus, wonende by den oud-burgermeester vd. Hoolck, gecommitteert van stads wege ter ver- gaderinge vande Ho. Mo. heren staten gen., voor't geene hy ten dienste der stadt geschre- ven ende van tyt tot tyt overgesonden heeft, 82 gl. 8 st. Corn. Dankaerts, architect. Item, Corn.
Dankerts de Ry, architect der stadt Am- sterdam , voor vacatien , reys- ende teercos- ten, als versocht wesende, van Amsterdam herwaerts te willen comen ende adviseren op de besoigne v.'t werk aen de Vaert, 31 gl. 17 st. 8 p. |
|||||||
te horen de gaven van D. vd. Velden, pred.
tot Schoonhoven, 79 gl. — It., noch opte commissie naer Alcmaer, om te horen de ga- ven D. Vinckii, pred. aldaer, 172 gl. 19 st. It., omme de beroepinge te presenteren , 179 gl. 2 st.— It., op de commissie, om te horen de gaven D. Essenii, pred. te Neerlangbroec, 20 gl. 9 st. — It., op de commissie vande stads- ende kerkenraets gecomm., omme te Ne- derlangbroec te horen de gaven Essenii, etc., ende dat de classis tot Wyck hadde verteert, 185 gl. 1 st. 8 p. — It., op de commissie tot Swoll ende Campen, om te horen de gaven vande predd. Menso ende Plancius, 130 gl.— It., op de commissie naer VlissiDgen, omme die demissie van Do. Poth, Engelsch pred., te becomen ende 't beroep als pred. alhier te presenteren, 254 gl. J7 st. —■ It., Ansen vd. Meer, stads bode, voor vacatien met de stads gecommitteerden, voor't sonderen vd. En- gelschen predicant Poth's tot Vlissingen, 8 gl. 5 st. Caerten. Item, Henr. Hermansz., voor 't
maecken van een raempt met de lyst van daertich voeten , yder voet tot 4 st., om een stads caert, 7 gl. 2 st. — It., Balthas. Lobe, lantmeter, voor salaris, in't meten van alle de landen onder Hooch-, Leech- ende West- Raven , door order vande heeren burgermees- ters, in een caerte gestelt, daeronder begre- pen alle oncosten ende verteeringe, soo met de heemraden als continuele aenwysers, oock synen assistent, voorts 't meten vande stadt met alle syne straeten ende circumvallatien , op de mate vande selve polders, als in de caerte word vertoont, 275 gl. ■— It, den land- meter Lobe betaelt voor Jan Attevelt, voor't schryven der aenvvysingen in sekere caerte vd. landen onder Hooch-, Leech- ende West- Raven, met de stadt van Utrecht daer annex, in Febr. 1651 gedaen, 5 gl. Subsidie. Item, de gemeente vande kerk
tot Kalkar, tot reparatie vande voorsz. kerk, 25 gl. — It., de offgesandten vande gerefor- meerde kerke tot Vreden, voor een subsidie tot opbouwinge haerder kerke ende predicants woninge, 75 gl. — It., de ofgesandlen vande |
|||||||
311
|
|||||||
Beeldwerk. Item, Nic. van Damast, an-
tyksnyder, voor dat hy gcsneden, oock het Lout gelevert ende diverse modellen gemaect lieeft, van't montstuck aen de pomp opte Breestraet, als mede voor 't snyden van wei-k aen de Wittevrouwen poort, 163 gl. 6 st. Jo. Snevins et J a. Post, instrument makers.
Item, Jo. Snevints (!), 91 gl. 15 St., voor gemaecte ende hermaecte mathematische in- strumenten voor de stadt. — It., Ja. Post, voor gemaecte ende herniaeckte, mitsg. het schoon maken van der stads anatomische in- strumenten , 11 gl. 12 st. Stempels. Item, Ja. Jacobsz., voor't sny-
den v. een stempel voor de staelmeesters, 4gl. Koch 1 gl. voor't dieper snyden v. een stempel. Groote vergadering. Item , Henr. Jansz.,
voor 160 pektonnen opte victorie vande groote vergadering in 's G. Haghe, mitsg. 9 kalktob- ben, 180 gl. 10 st. — It., 50 pektonnen ende 52 pekworsten, 41 gl. 12 st. 8 p.— It., voor buscruyt, gelevert aen de musquettiers, omme salvo te schieten voor het besluyt vd. generale unie, vastgestelt opte groote vergaderinge in den Haghe, mitsg. papier , daer 't voorn. cruyt in gepakt is, als mede een nieuw vergulde trom- band aen den hooftman Almeloveen, 60 gl. Wittevrouwen poort. Item, voor Benthe-
mer steen tot voorder opbouw vande nieuwe Wittevr. poort, 2128 gl. 3 st. 12 p.— It., de vier mr. steenhouwers, aen de poort, voor firbeytsloon ende huyteuwerck , in 't maken van een lyst boven de buytenpoort vd. Wit- tevrouwen, lang 39J voet, 70 gl. Siads-glas. Item , mr. Fra. Wtenbogaert,
een dubbelt gk:s met stads-wapen, in syn nieuw getimmerde huysinge in de Muntstraet. 1651. —
Sayetwerkers. Item, Pet. de Chaster van
Sedan ende Robbert Roviele van Leyden, fra. sayetwerkers op 't fatson v. chalonsche, voor haer opbreken 50 gl. Caerte. Item, Dirck van Groenouwen tot
een vereeringe van seekere kaerte vande stadt Utrecht aen de vroetschap gepresenteert, 50 gl. |
|||||||
Siluei'e letters ende wapen aende pedel-
stokken. Item, Henr. Vloock, voor't maken van eenighe silvere letters voor een vd. stads dienaers , mitsgaders silvere wapentgens aen de pedelstokken, 10 gl. 19 st. Recognitie. Item, Jo. v. Waesberge, boec-
vercoper, voor de dedicatie ende presentatie v. 2 expp. v. Hist. Crono. eccl. Slav., 25 gl. — It., Jo. Hoornbeeck, professor, voor de de- dicatie ende presentatie van 50 expp. van't Examen bullae papalis, 200 gl. Kerksaken. It., opte commiss. naer Schoon-
hoven, om te horen de gaven D. vd. Velde, pred., 87 gl. 3 st. 8 p, — It., opte commissie, om te presenteren de beroepinge D. vd. Velde, ende desselfs dimissie te versoeken etc., 395 gl. - It., voor't transport van syn huysraet, 74 gl. 6 st. — It., opte commissie naer Sluis in Vlaenderen, om te horen D. Lodensteyn, 835 gl. 9 st.— It., voor tractement vande classis extraord., omme t'approberen de beroepinge van D. Lodensteyn, 79 gl. 3 st. — It., D. Andr. Essenio, in't transporteren van Ne- derlangbroec, 50 gl. 12 st. Wittevrouwen poort. Item , opte commissie
van 17 Mey 52, om tot Rotterdam steen te copen totte Wittevr. poort, 56 gl. 16 st. — It., JanterBrugh, voor't defroyeren van een fabryque met syn soon alhier ontboden,etc., 28 gl. 16 st. — It., Nic. vander Mast (!), antyksnyder, voor dat hy gesneden, oock het hout gelevert heeft ende modellen geteekent vande leeuvven aen de Wittevr. poort, 79 gl. — It., de mrs. steenhouwers, werkende aan de Wittevr. poort, van't buitenwerk aen de voorn. poort, 3750 gl. ■— It. , noch voor arbeitsloon ende hertsteen aen 't hooft, daer de homey op staet, 216 gl. 15 st. Vendels. Item, Jan van Solingen, van 2
copere punten ende twe knopen tot de ven- delstokken, ende die te vergulden, 10 gl. — It., Bern. Visser, voor't schilderen van 2 vvitte vendels, 31 gl. 1652. —
Jo. Snevins, ini'lrumentmaker. It,, Joanni
|
|||||||
312
|
|||||||||
hier, 923 gl. 19 st., Just. Bogaert alhier be-
roepen, van syn transport 230 gl. Witlevr. poort. Item , Claes Damast (!) ,
voor't maken van 2 modellen vande Wittevr. poort, ende voor enige andere teekeningen , 7 gl. 10 st. —■ It. , Henr. Jansz., van 't mo- dell vd. cap vande Wittevr. poort, 13 gl. Vrede met Engelani. Item, voor 169 pek-
tonnen, om daermede te vieren voor de vre- dehandelinge tusschen desen staet ende de republicpue van Engelant, 185 gl. 12 st. Sonnewysers. Item, Egb. Jansz,, horolo-
giemaker, voor 2 sonnewysers, 10 gl. — It., Will, van capel, voor 2 sonnewysers, 6 gl. —■ It. . Alb. Cornelisz. van Leeuwen, van een sonnewyser, in't hoff vanden Dros- saert, opte Vaert, 12 gl. Caerten. Item, Herm. Specht, caertema-
ker, voor't opstellen vande caerten, in de secretarie berustende , 38 gl. 15 st. 1654. —
Academiesaken. Item, prof. deBruyn, voor
een tubus optictis, ende eenige glasen, opten toorn te gebruiken , 64 gl.— It., Prof. M. Netheno, voor transport, 52 gl. I st. 8 p. — It., voor't sondercn van D. Wissenbach, tot Franecker, voor het aennemen der professie, vacerende door doode Anthonii Matthaei, sal., 202 gl. list. 8 p. Speelwerck. I tern , Joriaen Bosch , horo-
logiemaker, voor repareren van 't uyr- ende speelwerck opten toorn van 't stadhuys, volg. overcomste hem toegeleyt, 160gl. — It., voor't buitenwerk aen't voorn. horologie, lOgl. 1st.— It., voor't maken v. 96 noten ende 70 scroef- kens, geiirnployeert tottet voorn. werk , 38 gl. 8 st. Uurwerk in den toorn aende Vaert. Item ,
Paul Mobach, van't uurwerk in de Vaertse kerk, 246 gl.— It., voor't buitenwerk aen't voorn. uurwerk, 61 gl. 17 st. — It., voor gelevert coperwerk aen't uurwerk, 116 gl. 16 st. 8 p. — It., voor yserwerk , 9 gl. 7 st. Dolhuys. Item, voor planken tottet maken v.
3 dolhuysgens, 182 gl. 16 st. 15 p. -» It., aen |
|||||||||
Snewith (!), voor't maken van enighe instru-
menta mathematica, 113 gl. Academiesaken. Item, Lamb, van Rhoon,
omdat hy gebruikt is geworden als onder-pedel, 42 gl. — It., in 't overbrengen van een mis- sive aen den beer Altingh, professor tot De- venter , doen synde te Groeningen, 31 gl. 11 st. — It., opte commissie nae Deventer, om D. Altingh te presenteren professionem juris, 204 gl. Kerksaken. Item, de opgesetenen vd. Bilt,
voor een glas in de nieuwe kerk aldaer, 60 gl. — It., opte commissie, om te horen de gaven D. Justi Bogardi, pred. te Rotterdam, 40 gl. 18 st. — It., opte commissie naer Arnem, om te horen ende te informeren v. D. Vreche- mio, pred. aldaer, 54 gl. 7 st. — It., naer Rotterdam, om Just. Bogardum, nu beroepen weder te horen, de beroepinge te presenteren ende dimissie uit te werken, 929 gl. 6 st. 8 p.— 'It., D. Flaman, pred., voor de predd. ten platten lande, comende op't classis, aenge- stelt tot approbatie van't beroep D. Jusli Bogardi, 11 gl. 10 st. Wiltevrouwen poort. Item , de mrs. steen-
houwers , voor arbeitsloon 1814 gl. 5 st. 2 p. — It., Phil. Charp, voor verdiensten ende ver- suim van tyt aen de leeuwen voor de Wittevr. poort, 25 gl. — It., Jan Dop, 6 copere spitsen , die opte Wittevr. poort staen , 30 gl. 1653. —
Academiesaken. Item, D. M. Netheno voor
een vereerde tabbaert, als prof, theologiae in de academie albier, 80 gl. — It., missive aen prof. Hoornbeeck te Leyden , 6 gl. 18 st. — It., opte commissie naer Cleef, om aldaer D. Netheno, professionem theolog. te presente- ren , 249 gl. 15 st. Kerksaken. Item , opte commissie, om te
horen de gaven van Leman ende Gentman, tot Hulst, 195 gl. 7 st. — It., opte reyse naer Vlissingen ende Ter Goes, 329 gl. 17 st. - It., opte reyse naer Vlissingen, om te beroe- pen Teeling ende Gentman, tot predd. al- |
|||||||||
13
25 gl. 12 st. — It., 't beroep te presente-
ren , 58 gl. 13 st. Ander wtgeven, voor't maken van't
gherecht Enghelenborch, buiten Tol- lesteegh. It., van sperren ende ander houtwerk,
144 gl. 5 st. — It., van yke planken, 11 gl. 10 st. — It., voor Benthemer steen , 479 gl. 2 st. 4 p. — It., in't afscbepen vande steen te Amst. , 25 gl. 15 st. — It., van 34stukken Benthemer steen van Amst., 28 gl. — It., voor arbeitsloon daervan , 25 gl. 5 st. —■ It., voor yserwerk, 297 gl. 5 st. — It., voor 3 copere weerhanen op't gerecht, 16 gl. — It., voor't vergulden vande weerhanen ende 'tbe- schilderen , 40 gl. 6 st. — It., voor 10 tonnen cement, voor't voorn. gerecht, 18 gl. 10 st. — It., voor 53 tonnen dito, 98 gl. 1 st. •— It., voor calck , 17 gl. 10 st.—■ It., voor moppen ende klinkerts , 316 gl. 16 st. — It., voor klinkerts ende kalck, 87 gl. 8 st. 8 p.—■ It., voor arbeitsloon, 41 gl. 10 st.— It., Ger. v. Vollenhoven, steenhouwer, boven den bick, verdient dubbel, mits in loco steenhoudende, 563 gl. 14 st. — It., denselv. tot vereering, 25 gl. — It., den metselaer 642 gl. 25 st. — It., noch arbeitsloon , 88 gl. 17 st., uts., 86 gl. 9 st. 8 p. — It., voor vracht ende vertee- ring vande heeren, die 't werk voorn. hebben opgenomen, mitsg. vereeringen aen't arbeyts- volk, 8 gl. 18 st. —■ It., voor extraord. on- costen. Somme vande oncosten van 't gerecht
Enghelenborch, 3109 gl. 17 st. 4 p. 1656. —
Jor. Ja. van Eyck. It., Jacq. van Eyck ,
erfgenamen voor een half jaer tractement voor de diensten gedaen , aen de clocke met spe- len op deselve, versch. 1 Apr. 57, 150 gl. Landkaerte. Item, Tho. Belgard , voor't
maken vande lysten mit syn toebehoren tot de lantkaerte, op't nieuwe werk hangende, 15 gl. 8 st. 40
|
||||||
den metselaer, 195 gl.— It., an yservverk,
68 gl. 4 st. 8 p. Kerksaken. Item, opte commissie, om te
lioren D. Jo. Theodori, 47 gl. 8 st. — It., Let beroep te presenteren etc., 532 gl. 2 st. — It., opte approbatie vd. classis, 182gl. 11 st.— It., opte commissie vanden Engelschen ker- kenraet, om te horen de gaven vanden En- gelschen pred. Ten Bosch, 61 gl. 4 st. 8 p.— It., om den Engelschen pred. tot Dort, D. Pagen, te horen, ende het beroep te presen- teren, 95 gl. 9 st. — It., op't horen ende heroepen vanden D. Bestius totEngelsch pred., 191 gl. 14 st. 8 p. —- It., aen Corn. Gentman, transportkosten, 150 gl.— It., Teeling v.Vlis- singeii, ter cause voorsz., 150 gl.— It., Jo. Theodori, ter cause voorsz., 74 gl. 12 st. Recognilie. Item , de wed. van prof. Antho.
Matthaeo, sal., voor de declicatie van syn E. Orationes, by deszelfs oudsten sone gedaen, 250 gl. — It., Jo. van Harst, voor de dedi- cate van syn Disp. in metaphys., 25 gl. — It., Nic. van Hoboken, voor syn boec: de voluptate el dolore, 25 gl. 1655. —
Subsidie en recognilie. Item, tot opbouw
vande kerk tot Sonsbeek, in't forstendom Cleef, voor de geref. gemeente, 100 gl. — It., de stads doctoren , voor de dedicatie ende presentatie van 40 expp. van pharmacopoea Ultrajectina, 150 gl. — It., prof. Paul Voet, voor de dedicatie van theologia naturalis reformata, 200 gl. — It., D. Jo. Leusden, prof., voor de dedicatie van Jonas illustra- lus, 150 gl. Jo. Snevins Item, Joanni Sneevins (i),
voor twee mael visiteren het horologie opte Vaert, 8 gl. Anto. Matthaeus. Item, Henr. Quint, voor
't bekleeden vande stoel inden Dom, opte lyk-oratie over den dooi D. Antonii Matthaei. It., leverantie van't laken over de tafel in de almosenierscamer, 128 gl. 8 st. 8 p. Kerksaken. Item, opt de commissie naer
Montfoort, om te horen Jo. Heymenberch , III.
|
||||||
314
|
|||||||
Kerksaken. Item, Pet. Dusterlo voor 2 be-
cleetsels tottet lioutvverck in S.Janskerk, I2gl.— It., Anto. Samuelsz., voor't amoveren van 6 pilaren , voor den anderen in S. Janskerk met- tet buytenwerk in 't toemaken vande plaetse van't orgel, 330 gl. — It., Joris Flud, voor arbeytsloon aen 't heren gestoelte in Niclaes- kerk, 41 gl. 4 st. Sayetwerker. Item, A. Wemaer , voor't
transport syner meubelen van Leyden her- waerts, om in't tuchthnys als meester sayet- werker te doen vverken , 100 gl. Recognilie. Item, D. Corn, van Diemer-
broek, pred. tot Rhenen, voor de dedicatie van 't translaet uit bet engelscli de commenta- rien van Arthur Ilildersbam, over den 51. Psalm , 150 g!. — It., Jo. van Attevelt, voor't copieren van verscheyden francyne brieven, 28 gl. 10 st. Will, van Swanenborch. Item, Will, van
Swanenborch , voor't bescbilderen van allerlei placcaten, teghens 't scbenden van boomen ende anders, mette verff 68 gl. 2 st. 8 p. 1657. —
Jo. Dicx, beyermeester. Item, Jo. Dicx,
31. Dec. 1657 gesurrogeert in plaetse van Jor. Ja. van Eyck , in 't spel op 't beyerwerk ende groot geluudt in den Domstoorn, 350 gl. Henr. vanMaerle, org. inden Dom. Item ,
Henr. van Maerle, organist vanden Dom, over 7 maenden tractement vande 60 gl., hem den eersten Maart 58. toegeleyt, voor spelen op't orgel voor ende na de predicate, mits oock by gelegenhcyt van musyk, daer onder spelen de basso conlinuo, 35 gl. Vocael-Musyck. Item, Just. Servaes Cler-
mont , voor 8 maenden tractement van 60 gl., na 15. Fbr. 58. geaccordeert, daer voor hy als stadsmusicien eens ter week onder het or- gel in den Dom ofte andere kerken , gehouden is een vocael-musyck te maken, 37 gl. 10 st. Sckerm-meester. Item, Thibout de Lang,
stads scherm-meester, voor't oefenen v. ver- scheide burgers uit alle quartieren, 18 gl. Sladstvapen, etc. Item, Salom. Bartholo-
|
|||||||
meusz., voor twee mael snyden het stads-
wapen in palmhout, 22 gl. — It., Bernt Bol, voor't vermaken vande stocken voor de 4 deurweerders, 9 L gl. 15 st. — It., Henr. Win- ter , voor 't snyden van 2 stale stampers, 36 gl. Courwackier. Item , Laur. Rosselis, voor
een banderol met aeckels ende al syn toebe- horen aen den silvere trompet vanden cour- wacbter, 42 gl.—• It., voor silver ende fat- soen, 93 gl. 11 st.—■ It., voor franjes, 19 gl. 2 st. 8 p. — It., Will, van Oosterwyk, voor gelevert tot de voorsz. banderol, 28 gl. 6 st. Tesamen: 194 gl. 7 st. 8 p. Gestoelte hide Klaes-kcrk. Item , Nic. van
Damast, voor het snyden curieuselik't heren gestoelte in de Nicolaes-kerk, 33 gl. 10 st. Conreclor Buschhoff. Item, Andr.Sergeant,
voor't vergulden ende vervven binnens huys, by den conrector Buschhoff wordende be- woont, 91 gl. 16 st. Stadsglas. Item, Gelis van Marienhoff, van
leverantie ende reparatie vande glasen mettet schilderye van 't stadsvvapen in de aelmoese- nierscamer, 137 gl. 7 st. 8 p. Almanak. Item , Mein. von Dreunen, voor
verscheiden almanakken op een andere raa- nier, naer den ouden styl gedruct ende cieilyck opgemaeckt, hem vereert 25 gl. (1658 — 1662.)
(De cameraars-rekeningen over dezejare?i
loopende, %ijn, ons welens, niet meer in het slads-archief voorhanden). 1662. —
Dire Nyenhuysen, organist. Item, Dire
Nyenhuysen, organist vanden Dom, voor een jaer gagie voor 't speelen op den orgel, voor ende na de predicatie , oock op de basso con- tinuo, naer gelegenheit in 't musiceren onder 't voorsz. orgel, 60 gl. Recognilie ende subsidie. Item, Jo. van
Leusden, prof. hebr. linguae, voor de de- dicatie van: Philologus hebraico-mixlus, 150 gl. — It., Huybert Honingh , voor syn |
|||||||
315
|
|||||||
soon, nu te Parys siek leggende, dat voor
een schilderye van't stadthuys, by clenselven gedaen, ende op't nieuw werk opgehangen, 40 gl. — It. , mr, Isaacq Abrahamsz., 23. Spt. 61. aengenomen tot schryfmr. voor 6 jaren , om 200 gl., vermits syn bysondere schryf- const, het twede jaer verschenen I.Oct. 63, 200 gl. Academiesakcn. Item, Pascbier Baert, ho-
veniei' yd. /tortus academicus, 150 gl. — It., de wed. Schut, inden Toelast, voor verteering by de gecomrnitteerden , die D. Burmannus, aldaer gelogeert, gingen congra- luleeren, 37 gl. 10 st. Ambassadeur van Muscovie. Item, voor
vracht vande scbietschuit met den jager, die den ambassadeur van Muscovie met syn suite naer Amsterdam bracht, 22 gl. Jagdpad naer Leyden, Item , Jean Care ,
in Place Royale, voor verteering by de ge- committeerden van Leyden ende deser stadt gecommitteerden , sluitende een contract over bet jagdpad tusschen beide steden , 8. ende 9. Spt. 63, 183 gl. •—■ It., verteert3l6gl. 6st.— It., voor dachgeld der stadsgecommitteerden, 469 gl. 16 st. Buurkerk. Item, de fabryk Henr. v. Ilooch-
velt, voor't maken van een model in hout ende verscheiden afteekeningben vande Buur- kerktoorn, 200 gl. — It., dens, voor ver- scbeiden bestekk. ende afteekeningen, 83 gl. —■ It., Christiaenv.Vianen, stadsmetselaer. — It., de kerkmrs. vande Buurkerk , voor een coopere croon, in de voorsz. kerk vereert, 430 gl. 10St. Kerksaken. Item, opte commissie tot be-
roep van Do. Ravesteyn ende van Halen,552 gl. 13 st.— It., opte beroepinge ven D. Pots, tot Viissingen, 548 gl. 5 st. 1663. —
Brandspuilen. Item , Isaack Schot, 112 gl.,
als: 56 gl. voor coopervverk vande 4 brant- spuyten ende't vermaken ende repareren vd. sackeboeten, etc. — It., Jan v. Brevelt, voor't cooperwerc van 10 brantspuyten mettet sou- deren van 2 vandien, 296 gl. — It., Ja^ van |
|||||||
Bylevelt, voor't souderen van 12 brantspuy-
ten mette suickers ende bussen , 75 gl. — It., Abra. van Wickenburcb, voor't yserwerk van 2 vande voorsz. brantspuiten, 20 gl.— It., Anto. van Oudenallen , smith , voor yser- werk v. 12 brantspuyten, die nombres daerop te slaen , 136 gl. — It., Willem Wittensz., voor 3 tonnen totte voirsz. brandspuyten , 7 gl. 10 st. Hand- en Bord-Fiool. Item, voor een hant-
ende bord-fiool, ten dienste van bet collegit vande musiciens, by ordon. 24 gl. Clockgespeel in den Dom. Item, Henr.
Winter, voor't snyden van 5 wapenen der capittelen, ende een van haer Ed. Mo. , tot modelle op't nieuw clockgespel inden Dom, 110 gl. Caerten. Item, Herm. Specht, voor't
maken van een caert vande uitlegginge der stadt, mette lysten, 16 gl. 18 st.— It., Dav. Molbeeck, voor't copieren van een caertje vande boochste ende leechste vande Rheen- sche veenen, 4 gl. Kerksaken. Item , Magdal. Peters, voor 't
vvaernemen vande catechisatie der competente manspersonen, den lyt van een jaer, 10 gl. — It., opte commissie, om tehoren D. Leydecker, pred. tot Naerden, 37 gl. 19 st. It., opte corn- miss, om tebooren D. Grebber, totPurmerende, 152 gl. 4 st. —• It., opte commissie om beroep te presenteren an D. Valdenus , tot Enchuysen, ende de Grebber, tot Purmerent, 240 gl/— It., oncosten op de classis extraord., tot ap- probatie van't beroep van Saldenus ende de Grebber, 219 gl. 7 st. — It., opte com- missie , om te horen DD. de Grebber, Tec Smitte ende van Vliet, 273 gl. 16 st.— It., opte commissie, om te horen , ende na be- vindinge te beroepen Corn. vd. Vliet, pred. tot Maestricht, 818 gl. 7 st., daeronder het defroyeren vande classis.— It., om prepara- toir te horen D. Montanum, 29 gl. 6 st. — It., oncosten vande classicale maehyt, ende reyscosten der predicanten , extraord. beschre- ven tot approbatie vande beroepinge van vd. Vliet ende Montanus, 205 gl. 5. st. — It., transportkosten voor vd. Vliet & Montanus, 300 gl. — It., voor transportkosten voor 40*
|
|||||||
316
|
|||||||
van Halem , van Kleinammers , 52 gl. 10 st. —
It., opte commissie, om te horen van Eynd- hoven ende Plancium, tot Woerden ende Zutphen, 105 gl. 12 st.— It., opte commissie, in't beroep van Plancio. 414 gl. 10 st. —■ It., opte commissie, om te horen vd.Capelle, pred. inden Briel, 86 gl. 7 st. — It., opte commissie, om te horen D. Wallendael, tot Medenblik, 115 gl. 3 st. —■ It., opte com- missie van die vande fransche Kerk, om te lioren D. Wolzogen, pred. tot Middelburg, 375 gl. 7 st. It., voor syn transport 300 gl. Recognitie. Item, prof. Berckringer, voor
de dedicatie van syn boec: Instiluliones, orationes et exercilaliones ethicae. Sladswerk. Item, Ja. vd. Weyde, steen-
houwer, voor hartsteen aen de nieuwe poort voor't kerkje aen 't Duitschenhuis , 71 gl. — It., voor 't beschilderen van drie nieuwe Leyd- sche schuyten mette verff 55 gl. 9 st. — It., voor 4 coopere comfoortjes, 3 gl. 10 st. — It., den fabryk Hoochvelt ende Abr. van Wic- kenborcli, voor't waernemen ende onderhou- den vande groote waterspuyt, 15 gl. Scherm-meesters. Item, Piet. van Bamber-
gen ende Thibout de Lang, scherm-meesters, voor een jaer recognitie, vandat sy de nieuwe schutters tegen den optocht oefeuen, 40 gl. 1664. —
Wtgeven aen V nieuwe clockgespel in
den Doms-toorn, daerover melten capillel naerder sal warden geli- quideerl. It., Henr. van Hoochvelt, stads timmerman,
voor't prepareren ende't'brengen van't stey- gerwerck, tot af halen vande oude ende op- halen vande nieuwe clocken inden Doms-toorn, in de twee weken vanden 3. totten 13 May 1665 , 75 gl. 2 st. — It., hem, ter sake voorsz., 16-20 May, 41 gl. 8 st. — It., hem, ter sake voorsz., etc., 13 gl. 5 st. 8 p. —• It., ter sake voorsz., mitsg. in't verbrengen vande clocken inde waech, 5. Juny 1665, 25 gl. 8 st. — It., ter sake voorsz., 26 Jun.-1 Jul. |
65, 19 gl. 15 st. It., 48 gl, 5 st. — It., denz.,
voor 't opwinden vanden speelstoel, gehaelt uyttet wceshuys, 3 gl. 4 st. — it,, arbeits- loon ter sake voorsz., 12 gl. 2 st. It,, 10 gl. 8 st. It., verdient in't opwinden ende aenvoeren vande nieuwe clocken, 3-12 Nov. 64, 82 gl. 18 st. —■ It., aen Christi. van Vianen, voor 2 mas ten , tot schoren aen 't voorsz. werk , 12 gl. — 11., L. de With, voor 2 lange denne balcken , ter sake voorsz., 36 gl.— It., Piet. Kelfkens, voor arbeitsloon ende gelev. seyl- doek, ter sake voorsz., 44 gl. — It., Joost Vermeer, wyncoper, voor rynsche wyn, ge- levert opten Doms-toorn, voor de gecom- mitteerden naer de besoignes ter sake voorsz., 43 gl. 3 ^st. — It., Henr. Badoox , herbergier in't Poortgen, voor verteeringe te synen huyse vanden beyermeester van Amsterdam, die nu en dan vergast heeft Dicx cum sociis, 54 gl. 10 st. — It., van verleeringen ende dachgelden , opte reyse naer Amsterdam ende Zutphen, etc., 153 gl. 1st.— It., Ja. Mi- chielsz., de smit, voor't yser modelle , om de clocken in te hangen, dan, want die by den tresorier Booth op de rekeninge syn ver- antwoort, hier memorie. Summa vd. oncosten aen't nieuwe clock-
gespeel inden Doms-toorn, 704 gl. 9 st. 8 p. Kerksaken. Item, Egbert Kist, voor dat
hy sondaechs na de predicatie met de cornet speelt onder het orgel vanden Dom , 30 gl. —■ It., Magdal. Peters, voor een jaer bedienen vande catechisatie in de academiecamer, ver- schenen Mart. 65 , lOgl.— It., voor't tract, van D. Wolzogen, fra. pred. alhier, 76 gl. 8 st. — It., oncosten , gelopen op't beroepen van D. Sanderus, vande Bilt, 279 gl.; it., voor't transport, 100 gl. Varia. Item , voor 2 nieuwe weeftouwen
voor de drapperie, 134 gl. — It., D1. Em- menes, praeceptor in Hieron. schoole, voor achtergelaten huisraet voor syn successor Sloot, 30 gl. — It., Fri. Eliot, voor silverwerk aen de pedelstokken , 83 gl. — It., Gysb. van Zyll, voor leverantie v. gedrukte tydingen, 6 gl. 12 st. — It., voor hartsteen , sonderlinge aen de Maillepoort, 1360 gl. — It., voor een klokjc |
||||||
317
|
|||||||
in't bingel opte Leydsche Vaert, aen Adr.
Dop, 24 gl. 6 st. — It., Dire de Ridder, voor een charp, hem als vendrich, onder den hooftman van Heuren vereert, 51 gl. 10 st.— It., Will, van Swanenburch, voor't schilderen vande stadswapens op vier trom- mels, 25 gl. 4 st. 1665. —
Brandspuyten. Item, Jo. van Brevelt ende
Abr. van Wickenborch , voor een waterspuyt, by heml. voor een proef gemaeekt, 315 gl. — It, deselve, voor extraord. diensten ende het gebruik van hare voorsz. waterspuyt, in den brant van Steenbergen's huis, 75 gl. —• It., Jo. van Brevelt, voor reparatie vande groote waterspuit, 25 gl.— It., den fabrycq ende Abr. v. Wickenborch , voor't waernemen ende onderhouden vande groote spuyt, 15 gl. Beyermeester. Item, David van Slichten-
horst ende Carel Valbeek, 7 May 66, aen- genomen, in plaets van Dicx, tot beyer- meester, 100 gl. voor't eerste half jaer. Oudeprivilegien. It., Jo. v. Attevelt, voor't
copieren van oude privilegien, II gl. 10 st. Ammunitie, etc. Item, voor't vermaken
van veele groote oude musquetten, reparatie vande cruyttonnen , maten, bandenliers in't artill. huys, tyde vande bisschoppen oorlogh, 325 gl. — It., Melch. vd. Bosch, voor een houte affuyt tot seven lopen, 26 gl. 8 st. — It. , voor alrehande pieken, 167 gl. 19 st. —• It., Jo. van Breevelt, voor coperwerk totte stads ammunitie, 152 gl. — It., Manasses Bronsfelt, voor arbeyt als constapel, 50 gl. — It., voor stampers, proppen , wissers, tottet canon, 45 gl. 1666. —
Munt. Item, Roeloffs van Cuylenburch ,
voer ysers tottet slaen van nieuwe duyten in de maenden van Meert, 59 gl. Stadverlichling. Item , de wed. van Corn,
van Duynkerken, 1665 verdient in't repare- ren vande stadslanteerns, 15 gl. ~ It., voor |
|||||||
20 lanteerns, a 5 gl. ende een a 6 gl. 10 St.,
om op de hoecken vande stratcn des winters te lichten , tot voorkominge van swaricheden, 103 gl. 10 st. — It., Corn. Verhoeff, voor 43 lanteerns, a 4| gl., gelevert als voren, met het vermaken van 9, 198 gl. — It., Abra. van Oosterhout, voor 22 lanteerns, a 5 gl., ter sake voorsz. — It., Dirck van Wicken- burch, smith, voor't yserwerk tottet stel- len van 4 lanteerns in 't quartier vanden hooft- man Strick, 22 gl. 10 st. — It., Abra. van Wickenburch , voor't yserwerk van 3 lanteerns in't quartier vd. hooftman Zuylen , 15 gl.— It., Leend. Petersz., voor't yserwerk tottet stellen van 7 lanteerns in 't quartier vanden hooftman A. Mansfelt, 76 gl. 15 st. — It., Corn, van Soest, voor't yserwerk tot 12 lan- teerns , in't quartier vanden hooftman vd. Woerd , 76 gl. —■ It., August. Woertman, voor het selve tot 3 lanteerns, in 't quartier vanden hooftman Strick, 35 gl. 10 st.—• It., denselven , etc., tot 6 lanteerns, in 't quartier vanden hooftman Eyckelsberch, 45 gl. — It., denselven, tot 3 lanteerns, in't quartier vd. hooftman de Wyckersloot, 32 gl. 2 sc. —■ It., Barth. Wynsbrou, id. tot 12 lanteerns, in't quartier vanden hooftman Mansfelt, 85 gl.— It., Ja, Olufsz. van Veppel, id. tot 7 lanteerns, in't quartier vanden hooftman Splinter, 56 gl. 8 st.— It., Anto. Haeck, id. tot 7 lanteerns, in't quartier vd. hooftman Mansfelt, 53 gl. — It., Jan vd. Linden, id. tot 14 lanteerns, in't quartier vanden hooftman Ileum , 75 gl. — It., Anto. van Oudenallen , id. tot 3 lanteerns, in't quartier vanden hooftman Strick, 20 gl. — It., denselven, id. tot 7 lanteerns , in 't quart, vanden heer vd. Dussen , 50 gl. —> It., Ja. van Oudenallen, id. tot 2 lanteerns, in't quartier vd. voorn., 24 gl. — It., denselven , id. tot 7 lanteerns , 54 gl. 12 st.— It., Ev. Jansz., id. tot 2 lanteerns, in't quartier vd. hooftman Mansfelt, 26 gl. 19 st. — It., Jan Veppel, id. tot 3 lanteerns, mettet beslaen van ses palen, ter sake voorsz., in't quartier vanden h. Splinter, 48 gl. 12 st. — It., Fra. Reumelaer, voor 2 eycken palen ende 't stellen vandien, tot 2 lant, in 't quart, van Mansfelt, 27 gl. — |
|||||||
318
|
|||||||
It., Corn. Keif kens, voor gelyke 6 palen,ge-
stelt in de quartieren respect., 24 gl. — It., Joan \d. Bosch, voor 1 pael, 9 gl. 10 st. —• It., Adr. van Groll, voor't verven van 72 lanteerns voorsz., 35 gl. — It., Adr. v. Oost- veen, voor 1 pael, 12 gl. — It., Abr. van Oosterhout, voor 't vermaken vande voorsz. lanteerns in de respect, quartieren, 126 gl.—■ Brantspuylen. Item, Jo. van Lynden, voor 7 kleine waterspuiten tot lessing vanden brant, yder 60 gl., by liem geinventeert. — It., Adr. van Wickenborch, voor reparatie aen de groote brantspuyt, 23 gl. 10 st. 1667. —
Henr. v. Buren, drilmeester. Item , Henr.
van Bueren, voor de dedicatie van 40 expp. van syn boekje , geintituleevt: Urilkunst. Pedels. Item, Jan de Gelder, voor satyn
ende fu!p tot de pedelsrokken , 20 gl. 18 st. Schilderyen. Item, Isaaeq Willaert, voor
werk aen de scliilderyen vd. Jerusalems rey- sigers in de groene earner, 1S5 gl. Wtgheven tottet opmaken ende stof-
feren vande nieuwe raetcamer. It., M. van Gucb, voor 380 ellen tapis-
serien ende voor't voederen, mitgaders voor een vereeringe nae 't opbangen van deselve in de nieuwe raetcamer, 3963 gl. It., hem noch betaelt voor 60 wapentgens
totte cussens in de voorsz. earner, 325 gl. It,, Roeloff Tinthoff, voor 166 ellen fyn
groen laken tot de voorsz. stoelcussens ende 19| ellen groen heeren saey, achter de stoe- len, 874 gl. It., D. vd. Heyden, voor alle de Spaen-
sche stoelen in de voorsz. earner, mettet no- tebomen bout, oock totte tafel, 507 gl. 10 st. It., Dav. vd. Waele, voor allerlei syde f ran-
jes, borduersels etc., totte tafelcleet, kussens, etc., in de voorsz. earner, 1000 gl. It., W. Doedyns , voor het stuck schil-
dery , by hem gemaeckt ende gestelt, 600 gl. It., Ger. Bosch, voor arbeitsloon ende hout
|
|||||||
tot den schorsteenmantel ende kistwerk, in
de selve earner, 254 gl. It., Ja. Jacobsz., voor 370 ellen franje en
200 ellen groene sy totte voorsz. cussens, 256 gl. 10 st. It., N. vd. Mast, voor't snyden der schor-
steenmantel (synde 't ander syn werk verant- woordt onder 't capittel van hout), 12 gl. It., Andr. Sergeant, voor't schilderen vd.
festons in de voorsz. earner, 160 gl. It., Chr. vd. Heyden, voor't marbelen
vande schoorsteenmantel, 70 gl. It., Casp. Lemmen, voor't verven ende
vergulden vande lysten vande caerten, 33 gl. It., Andr. Sergeant, voor't schilderen ende
vergulden vande lysten om de caerten, 42 gl. It., de wed. Specht, voor de wereltcaerten
ende het opstellen, 54 gl. Summa van't stofferenvd. nieuwe raet-
camer, VIII™ Ic LI gl. It., Nic. Damast, voor't antyksnyden vd.
poorten van het artilleryhuis, mitsgaders de tafel in de nieuwe raetcamer, 400 gl. It., An to. de Chesne, voor een marmer-
blad, 52 gl. 1668. —
Afteekeninghevd. sladt. Item, Herm. Saft-
leven , constschilder, voor de presentatie ende vereeringhe van 50 expp. vande afteyckenin- ghe van dese stadt, nae 't leven, volg. ap- poinctement vanden 12. Maart 69 , 250 gl. It., noch voor't drueken vande descriptie onder de caerte ende in extinctie van alle syn voordere pretentien, 74 gl. Recognitie. Item , S. de Vries, van 't pa-
pier , gelevert in 't drukken van seker boeks- ken tegens dat van Wolzogen, 20 gl. •— It., Jur. van Poolsum, voor de dedicatie van 't boec: Forme ende maniere van procederen, 63 gl.— It., aen verscheidene personen, die bysonder devoir hadden aengewent, in't lessen vanden brand inden appel vanden Domstoorn, by resolutie 1 July 69 , 72 gl. 17 st. — It., de wed. Specht, van't opmaken yande caerte der stadt van Droochsloot, 5 gl. |
|||||||
319
|
|||||||
Branlspuiten. Item, Abra. van Wicken-
burch, voor't vermaken van 13 brantspuy- ten mettet yserwerk, 132 gl. 10 st. — It.. voor't leer aen deselve, 24 gl. — It., voor coperwerk, 66 gl. Siadsverlichting. Item, Abr. van Ooster-
bout, voor lanteerns, hior en daer opte pu- bliccpie plaetsen, 12 gl. ■— It., uts,, 31 gl. 1669. —
Wapenen. Item, Jo. Ribbius, tot eniger-
mate subsidie van't doen graveren der wape- nen der regenten deser stadt, op twee copere platen, by resol. 17 May 1669, 60 gl. Caerten. Item, Fr. van Diepenheim, voor
5 gemaecte caerten vande rivieren omtrent de Schenckenschans, 15 gl. 15 St.— It., dewed. Specht, voor 't intrecken van sekere plaet, onder haer berustende, van't uitleggen deser stadt, 50 gl. •— It., Heiltje Specht, voor 4 caerten vande vier vierendeelen der werelt, met bet verschot vande raemten , 32 gl. Clockespel op de Jacobi-toorn. Item, Bar-
tbol. Wynbrou, voor yserwerk ende aibeyts- loon in 't verstellen van 't clockespel in S. Ja- cobi-toorn , 382 gl. 16 st. — It., Corn. Kelf- kens, voor materiael ende arbeytsloon, aen Jacobitoorn of kerk , 90 gl. Recognilie. Item, Prof, van Leusden, voor't
eerste gedeelte van Lexicon heptaglotton , tot Londen gedrukt, 10 gl. 10 st. 1670. —
Caerten. Item, Dire van Gronau, lant-
meter, voor't carteren vande stads Leydsche ende andere vaerten, 184 gl.— It., Fldr. v. Diepenhem, voor 2 caertgens vande Rynstroom omtrent Schenckenschans, voor den hr. Strick, 12 gl. 6 st. — It., Heiltje Specht, voor't op- maken mette leysten ,van 2 groote caerten vd. Ysselstroom , 18 gl. Draperie. Item, Jo. Andries, tot avan-
chement vande di'aperie vereert, 150 gl. — It., Nic. Morion, voor transport in't aen- stellen van 4 drappierstouwen, 200 gl. — It., |
W. Coster, drapier, tot een touw, 25 gl.—
It., Jo. Andries , voor een drapierstouw, door hem gekocht, 36 gl. — It., voor 2 touwen, 80 gl. — It., voor een touw, en reparatie , 83 gl. — It., voor 2 touwen , 90 gl. — It., voor alrehand materialien tottet kettenspinnen , 100 gl. — It., voor 3 greyngetouwen, 78 gl. — It., eykenhout totte kuypen , om de sayen in te vullen, 165 gl. — It., Jo. Andriesz., aen 15 spinuewielen ende 5 haspels, 50 gl. 16st. Drilmeester, H. van Bueren. It., Henr.
van Bueren, drilmeester, voor een jaer re- cognilie, voerdat by sonderlyk 5 a 6 weken voor de optocht de borgery heeft gee'xerceert, 60 gl. — It,, Peter van Bambergen ende Tibout, mede drilmeesters, voor gelyke exer- citien, 40 gl. 1671. —
Draperie. Item, Abr. de Clercq-, tot trans-
port van syn meublen, om hier de draperie t'exerceren, 100 gl. •— It., Henr. Haerlon0, voor de saytouwen, by hem gemaect, tottet werk by Abra. Hochepied aengenomen, 90 gl. Loopsmit. Item, Anto. Jorisz., loojjsmit,
150 gl,, voor syn overcompste alhier; noch op syn clacht, 25 gl., des dat hy daervoor 18 loopen , successive soude leveren aen de stadt. Becognilie. Item, Prof. Diemerbroeck, voor
de dedicatie van syn: Anatomia corporis humant, 250 gl. Krygssaken. Item , also in July 72. geen
wapenschieringe der schutters is gedaen, ver- mits den oorlog, geen wyn is gedistribueert, de 8 hooflmannen niet te min betaelt voor extraord. diensten in't opcomen mit haer compp. in de wapenen, waeckende tot stuy- tinghe vd. tumultuerende gemeente , 400 gl. — It., voor cruytwagen aen de stadt gelevert, 840 gl.— It., voor 100 pieken, a 2 gl. 6 st. — It., voor 16 tonnekens cogels, 239 gl. — It., Jan Cnoop , voor 25 lopen, 100 gl. —• It., opte commissie in 't besichtigen vande gele- genheit tottet leggen vande fortificatien aen de Greb, langs de Vecbt, ende de reyse nae |
||||||
320
|
|||||||||
Jen Haghe dien aengaende, 235 gl. 12 st.—
It., den lanlmeter deRoy, voor't maken van kaerten , vande vergrootinge ende fortificatie deser stadt, 36 gl. —■ It., voor vacatien metten land meter Groenau ende Diepenheim, in't trekken vande lynt, ora de stadt, tottet leggen vande fortificatiewerken , 41 gl. 8 st. — It., de aengeslelde constapels mette matrosen tot ieder canon, voor vacatien ende verdien- sten aen't canon, 169 gl. 2 st.— It., Joris Claesz., voor't openen vande inventie, om aerde op te halen totte fortificatie, 9 gl. 9 st. — It., aen de arbeiders, die by de staten van Hollant waren toegesonden ende geemployeert syn tot gravinge van 't begin der fortificatien ten costen der stadt, 283 gl. 2 st. —■ It., voor oncosten opte reyse naer Amsterdam , wegens de fortiff., 51 gl. 5 st. — It., voor de stoffe totte borger-vendels etc., 86 gl. — It., Jo. Willaerts, voor't beschilderen vande voorsz. vendels, 30 gl. Ander wtgheven vande Franssen.
It., voor oncosten vande maeltyt ende trac-
tement by de vroetschap, door de gecommit- teerden gedaen aenden Hertocli v. Lucxenburch ende an den Franschen oversten van't leger ende garnisoen , 327 gl. 12 st. It., voor de wyn , gelevert op deselve mael-
tyt , 62 gl. It., J. van Meeuwen, voor een Japansen
rock, aen seker heer vereert, 285 gl. It., voor een caertboek, vereert, 16 gl.
It., Dav. de Wael, voor't toestellen van
3 gardynen etc., inden huyse vanden beer Gouverneur Stoupa , 77 gl. 13 st. It., voor tapiseryen, by hem door ordre
gecoft, tot behanginge van een earner inde voorsz. huysinghe, 550 gl. It., voor een behangsel tapiserye, voor
een andere earner, 700 gl. It, voor 2 tafelcleeden in't voorsz. huvs,
26 gl. 4 st. It., voor allerlei behoeften tot meubleringe
vande earner in't Duytschenhuys, voor den heer Marquis Schouli, 143 gl. 8 st. It., noch voor't geene gelevert is van al-
|
|||||||||
lerlei stoffen, tot meubleringe vande voorsz.
huyse, 200 gl. It., A.ndr. van Kempen, voor een cabinet,
gemaect, ende vereert ten huyse vanden heer Gouverneur Stoupa, 50 gl. It., voor 2 taf'els voor de cocks etc., in't
huys voorsz., 64 gl. It., Joach. vd. Star , voor vacatien in't otn-
schi'yven tot inquartiering vande soldaten se- dert Sept. 1672, 148 gl. 19 st. It., voor assistentie aen den seer. Quint,
in't opschryven van't borgergeweer, gelast in't stadhuis te brengen, 26 gl. 5 st. It., Poolsum ende vd. Mast, voor 't in-
schryven van 2 tresauriers reckeningen voor den heer intendant, 27 gl. 6 st It., voor 6 wagens turff voor den Hert., 18 gl.
It., gedebourseert aen guiden ende anderen ,
aengenomen ten dienste vd. Fra.ns., 133gl.9st. It., voor 12 stoelen, gelevert in de huyse
vanden heer Gouverneur Stoupa , 18 gl. It., voor 14 wel geconditioneerde Spaen-
sche stoelen, (twee armstoelen voor dubbelt) vereert in't huys vanden gemelden Gouver- neur , 140 gl. It., voor een spiegel in 't Duytschenhuys ,
voor den Marq. Schaudi gelevert, 61 gl. 16 st. It., voor de Fransche taux wegens Son-
nenberoh, 46 gl. — It., ter sake voorsz. wegens Hasenburch , 122 gl. 12 st. It., voor een huysken aen de wall, 7 gl. 14 st.
It., de vier aide-Majoors van't Franse garni-
soen etc., 500 gl. It., Corn. vd. Sluys, voor syn devoiren etc.,
31 gl. 10 st. It., Henr. v. Pothuysen , van steen , gele-
vert aende ovens in des maillemeesters huyse etc., 200 gl. Summa: 4009 gl. 1 st.
1672. —
Wtgheven v. wege de Fransen. It., Dav.
de Wael, van gelev. waer aenden Gouv. Stoupa, 200 gl. — It., 57 gl. — It., voor kistewerk, in't huys vd. Gouv. Stoupa, 28 gl.— It., Lodew. Schouten , wegens coop van tapyten, |
|||||||||
■ ■
|
|||||||||
321
|
|||||||
fade Duytschenhuys, 60 gl. — It., voor
Spaensche sfoelen inden Duytschenhuys, tot dienste vd. Fransen, 96 gl. — It., aen dea Majoox* Stoupa , volgens ordon., tot een ver- eeringe, wegens de diensten der stadt, by syn Ed. in die qualite gedaen, 630 gl. — It., aen desselfs dienaers, 50 gl- 8 st. •— It., aen tnonsr. la Plancher, voor diensten omtrent de billetteringe, 15 gl.— It., aen densely., voor syn diensten soo voor hem als voor die andere ayde-Majors, 115 gl. — It., voor kistewerk inde huysinghe vanden Gouverneur Stoupa , 60 gl. Cloewerk opten Dom. Item, Barthol.Wyn-
brou , van yserwerk , aen 't horologie ende clochwerck inden Dom, daerop betaelt is 40 gl. * • 1673. —
t...
Varia. Item, David Slechtenhorst, vandat
by ter eere der stadt etc. voor't stadhuys heeft gespeelt tot Paeschen 1674, tot welken tyt het heeft gecesseert, 110 gl. — It., Mods*. Paillot, fra. saelmeester, gracieuselyk toege- voecht, 30 gl. — It., betaelt aen seker be- kent persoon, die de missive vande beroe- pinge vd. Prof, de Vries aen syn Hoocheyt heeft overgebracht, 81 gl. 10 st. — It., Jan Smout, voor het maken van 4 bussen mette appenditien van dien, voor de boden deser stadt, 39 gl. 3 St.— It., Dire van Nyewen- huys, in extinctie van syn pretensie nopende het tractement, als organist inden Dom ende volgens overeencomste breder als by de ordon. 7. Dec. 75, 110 gl. ■—■ It., opte reyse naer Leyden, wegens beroepinge van D. de Vries, tot Prof, philosophiae alhier, 21 gl. 4 st. — It., den heer oud-burgermeester vd. Voort, mitten heer Both, etc., geweest hebbende in't leger voor de GraefF, om syn Excell. Raben- haupt te spreken over het different vande stads sleutels, 114 gl. 6 st. 1674. —
Ingenieur. Item, Jo. Dow , ingenieur,
in voldoeninge van syn specificatie, 43 gl. III.
|
|||||||
16 st. — It., BerntdeRoy, ingenieur, voor
syn dienst, nopens sekere vaert tusschen Goi- cum ende Vianen, 40 gl. 4 st. Aoademiesaken. Item, den heer Profess.
Graevius , voor het doen endedediceren syner oratie , tot bysonder luyster vande academie, ende wt andere consideration, 175 gl. 10 st. Picqueur. Item, Adam Root, picqueur
deser stadt, in extinctie van syn pretensie , over 2 jaren huishuer, 125 gl. Clockspel. Item, Bernt Smith, van arbeits-
loon aen het speelwerck opten Dom, 22. Apr. tot een Spt. 75, 45 gl. Krygssaken. Item, voor pektonnen, 4.
Maert 74, voor den vrede met Engelandt in vreugdevuren aengesteeken, 108 gl. — It., G. van Lamsweerde , voor alle syne preten- sien over het luyden van alle de clocken op den Doms toorn, soo des danckdaechs als andere avonden, by ord. 16. Fbr. 75, 41 gl. Lanteems. It., Jo. vd. Heyden, voor le-
verantie van lanteems, etc., 27 gl. 11 st. Cussen voor den Stadlhouder. Item, voor
gelevert groen lluweel, in Fbr. 1674 tot een cussen voor den Stadhouder, 59 gl. 1675. —
Bern, de Roy, ingenieur. Item, Bernhardt
de Roy, ingenieur, voor syne diensten, ge- daen in't stellen van caertgens, wegens de Eeinse vaert, 20 gl. Sehilder-collegie. Item , aen't collegie vd.
schilders in extinctie etc., vande praetensie wegens enighe glasen, 100 gl. G. T. v. Vianen. Item, Gysb. Teunisz. v.
Vianen , jaerlyks tractement, als stadsmetse- laer, volgens resolutie vd. 23. Aug. 75. ge- accordeert, ingaende 1. Oct. 73, dus alhier over 3 jaren , versch. J. Oct. 76, 300 gi. Speelwerk opten Dom. Item , Jo. v. Bre-
velt, voor arbeitsloon aen 't speelwerk op den Dom, 1. Mey 76, 54 gl. 1676. —
Stads-horologien, Item, Will. Sprakel,
41
|
|||||||
322
|
|||||||
tin aerbeilsloon in 't sclioonmaken ende on-
derhouden van liet liorologie opten Dom, 49 gl. 15 st.— It., Willber. Horstman , voor't opwinden vande ton ende 't horologie opten Doms toorn, 9 gl. 3 st. Scherm-meesier. Item, de wed. vanden
scherm-meester Tibout, in extinclie van't leggen van een houte vloer in't sclierm-school in Abram-Doly, 16 gl. Basso-Conlinuo. Item, Dav. van Slech-
tenborst, voor dat by op de Basso-Continuo beeft gespeelt in collegia tnusico, voor 3 ja- ren 50 gl. Academiesaken. Item , Dr. Prof. Vallan ,
voor een Scelelon in de anatomie, 30 gl. Vrede. Item, Ar. Pacbot, voor syn ge-
dicbt opte vrede, 12 gl. 12 st.— It., aen de musikanten, die tendagbe van't vieren vd. vrede hadden gespeelt, 31 gl. 10 st. Hollantsche BJiyn. Item, den Landmeter
Rects, voor arbeitsloon in 't aenwysen vande boefslaghen in den Holl. Rbyn ende VJeuten- scbe weteringe, blyvende verpligt daervan een kaerte te leveren , 31 gl. 10 st. Glasen. Item, Abra. van Marienboff, voor
glasen in't tuehthuys melte annexe woningen, 80 gl. — It., een glas met stadswapen in S. Pieterskerk, 100 gl. 1678. —
Varia. Item, lsancq. Scbot, wegens gele-
verde instrumenten voor gebrekkige kynderen, 54 gl. — It., Will. Hollman, wegens bet maken ende slypen van instrumental anato- mica, 13 gl.— It., Arnold van Lynden , v. geleverde musycboeken aen't collegium mu~ sicum, 65 gl. — It., voor een jaer huysbuer in de Botterstraet, tot een woninge voor den picqueur Root, verscb. Vict. 1679, 112 gl.— It., Jo. van Damast, van beeltwerk aen de Catryne poort, 70 gl. It., aen de Maillebaen, I'l gl. — It., Gysb. van Vianen, aengeno- men de opbouw vanden Domskerk , 600 gb (1679 — 1681).
(A Is boven , de jar en J6J9 — J620). |
|||||||
1681. —
Jo. Valbeek. Item, Jo. Valbeek, tract, als
beyermeester , 200 gl. — It., als organist vd. Dom, 60 gl. It., voor't spelen opte basso- continuo, 50 gl. Caerlen. Item, deningenieurdeRoy,we-
gens geleverde twee caerten vande booge ju- risdictie vande Vaert, ende mede v. Schen- ckenscbans, 27 gl. 12 st. — It., Dire van Malburg, voor lysten voor de caerten vande vryheydt deser stadt, vd. Vaert, 30 gl. 15 st. — It., den ingenieur de Roy, voor dat hy ge- maeckt heeft de caerten vd. limitscheydinghe vande Vaert, 26 gl. 18 st. Musicalia. Item, aen't collegie der musi-
ciens, by resol. 82, 21 Aug. geaccordeert van verwisseling van 't stads clavicembel voor een positief, ten dienste van 't voorsz. collegie, 63 gl. Promotie-stoel. Item , Ger. Rosch , kis-
lemaker, voor dat hy op't choor vanden Dom gemaect heeft jeen promotiestoel, mitsg. de gestoelte voor de heeren ende professoren , 620 gl. 1682. —
*
Caertgens. Item, Galv. Reets, lantmeter,
voor geleverde 3 caertgens vande vryheid deser stadt, 57 gl. 12st. — It., D. van Malburg, wt sake hy gelevert heeft de lysten voor de caertgens vande vryheidt, 20 gl. 17 st. Reeckeningen ende bevnjs v. 31r. Corn.
Verborch, cam. der stadt Utrecht, van't gene hy onlfangen ende uyt~ gegeven heeft wegens he.l stellen vd, lanteerns-palen, door dese stadt, ingevolge vd. vroetschaps resolutien van date 29 May J682, mitsg. het onderhouden van dien over den jare geexpireerl den J. Oct. J683, OSTFANG.
Eerstel., w*gens penningen, genegocieert
tottet stellen vande lanteerns. |
|||||||
323
huer v. syn kelder, gebruykt totte oliebacken,
meten vande olye voor de lanteerns alhier, verschenen 1 Oct. J 683 , 50 gl. la. Somma 2630 gl.
Ander wtgeven van betaelde renten der
opgenomene capitalen. 1I». Summa 260 gl.
Ander wtgeven van salaris der wtmaenders
van het lanteern ende straetgelt. Ilia. Somma 618 gl. 8 st.
Ander wtgeeff wegens het maken vande
lanteerns, stellen van palen ende vor- dere noodicheden, daertoe vereyscht etc. It., Da v. Bloeyvelt, weg. gelev. 400 lanteerns,
't stuck bedongen op 5 gl., mitsg. eenige
verdersbehoefte tot dezelven , 2275 gl. 9 st.
It., Jan van Eede, wegens geleverde 200
lanteerns,'t St., uts. 1000 gl.
It., Jan van Brevelt, voor gelev. 600 co-
pere snuyvers op de lanteerns , 't stuc tot 2 gl. 2 st., ende 12 gl. van die voor degrootelan- teerns voor't stadhuis, 1272 gl. It., Jan van Eede, van geleverde kannen,
busgens , maetgens , tot de lanteerns beho- rende, 98 gl. It., Abra. van Marienhoff, voor't glasen
van 300 lanteerns met die voor't stadhuis, 304 gl. 10 st.
It., Corn, van Vonderen, voor't glasen van
300 lanteerns, 302 gl. 2 st.
It., Corn. Achterberch, van gelev. houte
palen ende armen totte lanteerns, 1492 gl.
It., Arn. & Piet. v. Aken, van wagenschot,
tottet becleden vd. voorsz. palen , 193 gl. It., Christi. Brugman, wegens wagenschot,
uts., 114gl.l6st. It., Abra. v.Wickenburch, v. gelev. yserwerk
aen de voorsz. palen ende armen, 359 gl. It., Aris van Grol, wegens het verven vande
lanteerns, etc., 310gl. 4st. 41*
|
||||||
Den 3 Jul. 82, vd. burgermr. Voet v. Winssen,
tegens 4 pro cento, 1400gl. Denzelfde, vd. secret. Hei'scamp, uts., 1000 -
Denzelfde, vd. secret. deRuever, uts., 1000 - Den rend ant uit syn selfs handen , 600 - Den 16 Oct. 82, vd. burgermr. Voet van Winssen , uts., 1000-
Denz., vd. secret, de Ruever, uts., 1000 -
Den 16 Apr. 83, van juffr. Hendiina van Driel, uts., 500 -
Denz., v.juffr. Adrianav.Leeuwen, uts. 500 -
Summa la. 7,000 gl.
Andere ontfang uit de collecte van 't in-
gewillicbt lanteern- ende straetgelt, volg. resol. 29 May 82, tsed. Paesch. 82, tot Paesch. 83. Summa Ila, 8248 gl. 14 st.
Summa totalis vd. ontfang de-
ser Rekeninge 15,248 gl. 14 st. wtgeef-
Eerstel. wegens verschenen tractementen
vd. opsicbter, vullers ende opsteeckers der lanteerns, etc. Dire van Eede, opsichter der lanteerns ,
een jaer tractement 250 gl. Vullers ende opstekers: Corn. v. Stammen,
Reyn. de Groot, Corn. v. Groeningen, Herm. Welman de Ruyter, Ja. v. Someren, ieder met een jaerl. tractement van 155 gl. Louis de Lack, Anto. Leydecker, Jan Pe-
ters, Ja. vd. Wei, Wyn. v. Hertevelt, Claes van Gelder, Piet. du Pies, Andries Jansz., Will. Willemsz., Jan Arnoldus , N. Ryck , Jelis Boll, Claesz. Hendriksz., Jan Hendriksz., Arie van Eck, Ger. Henricksz., Gosen van Rouwenborst, Stev. Mathysz., Ja. Aris, Beernt Vinck, Greg, van Leeuwaerden , Robb. Tho- masz., Jan vd. Hevden, Jo. vanSoest, Dirck Smetsers, ieder met een tract, van 30 gl. It., Ja. Jansz., straetmaker, voor een jaer
reparatie van alle de straten , etc. 650 gl. It., de fabryecj vd. Bosch, voor een jaer
|
||||||
324
|
|||||||
It., denselven, wegens het nonibreren vd.
lanteerns, 24 gl. It., Jan van Eede , als procuratie hebbende
vande erffg. van Corn. Bauman voor gelev. 2 lanteerns tot een proef, 15 gl. 6 st. It., den Rendant is den 2. Spt. 1682, met
den fabryck gereist naer Amsterdam, omme sich t'informeren op d'ordres, soo van bet prepareren vanden olie, pitten, als manier van vullen ende opsteeken , ende vordeis , wat tot desen ganschen toestel noodig Avas ende de 6 volg. gereverteert, ende heeft betaelt soo an verteeringe als mede die onderrigtinge aen den Rendant gaven, mitsg. reyskost., 42 gl. It., de wed. van Anto. van Vianen, gele-
vert loot totten olieback, 57 gl. It., Ja. Hansz., weg. het repareren vd. strat.,
aen stoppen vande lanteern palen, 110 gl. It., Jan Claesz. Thym, wegens geleverde
34 last keysteen , 145 gl. It., Thys van Goch , voor 31,000 yssel-
steenen, 162 gl. 15 st. It., Henr. Suyck, van gelev. pby ende baey
tot de rocken voor de vullers, 66 gl. It., Dire van Eede, cleermaker, voor't ma-
ken vande voorsz. rocken, 11 gl. 1 st. It., den fabryeq., vd. Bosch , wegens gelev.
leeren tottet vullen ende opsteken vande lan- teerns , 67 gl. 7 st. Somma IVa. 8471gl.l0st.
Ander wtgeeff, tot het jaerl. onderhoudt
vande voorsz. lanteerns. It., Wessel vd. Berch , voor gelev. 8 vaten
1 ynsaet-olye, tot het branden vande lanteerns, 't vat tot 34 gl., 273 gl. 14 st. It., noch 6 vaten , uts , 203 gl. 3 st.
It., Gertr. van Westervelt, voor geleverde
6 vaten raep-olye, 201 gl. 12 st. It., Tho. Appels, 42 aem 19 kan raep-
olie, 1460 gl. 6 st. It., Ger. van Ryn , 6 aem raep-, 2 aem
lynsaet-olye, 301 gl. It., voor gelev. 11 pont katoen 16 gl. 10 st.
It., voor 16 pont katoen, 39 gl. 7 st.
|
|||||||
It., voor 9 \ pont katoen, 18 gl. 15 st.
It., 8 aem lynsaet-olye, 216 gl. 12st.
It., voor't repareren der glasen vande lan-
teerns , 22 gl. It., dito, 20 gl. list.
It., den bleckslager voor't repar. 8 gl. 12 st.
It., voor keersen voor't opsteken deser lan-
teerns , 90 gl. 3 st. It., voor snuy vers op lanteerns , 21 gl.
Va. Somma 2932 gl. 8 st.
Summa summarum vande ge-
heele wtgeef 14,912 gl. 6st.
Vande ontfang 15,248 gl. Fist.
Meer ontfangen als wtgegeven 336 gl. 8 st.
Aldus etc., 1 Nov. 1683. 1683. —
Speelwerk inden Domstoorn. Item, Beernt
Hofsmith , 12 jaren onderbouts van speelwerk inden Domstoorn, volg. accoord 17 Spt. 83, 120 gl. — It., van gedaene reparatie aen't speelwerk, 65 gl. I st. — It., aengenomen ende behoorl. opgelevert, het touwerek mette dependentien op 't stadhuis, omme by gele- genheit het speelwerk op de clocken aldaer te doen gaen, 70 gl. — It., van't berstellen van't horologie op't stadthuis, 110 gl. Blbliotheek. Item , Will, van Waleheren ,
voor syn dienst ende moeyten in 't revideren vande stads bibliotheek, 63 gl. 1684. —
Orgel en clockespel. Item, Bernard. Beer -
ninck , voor't treden van't orgel inden Dom in't spelen der psalmen, voor ende na de predicatie, 30 gl. — It., Jo. Carel Valbeeck, beyermeester, van vacatie ende verschot op 2 reysen naer Amst. ende Purmercnt, door or- dre vande heeren burgemeestcrs gedaen, om een nieuw clockespel in den toorn vande Janskerke te maken , 34 gl. 12 st.— It., Jo. Pieter Valbeek, voor dat by ten tyde dat bet |
|||||||
325
|
|||||||
slang-brandspuyt, aen de Katrynekerk, con-
form het 43. ende 44. artt. vande ordon. opten brant, voor het spoedig aenvoereu vd. voorsz. spuyt, ten tyde van brant in'tTwy- straet, 28 gl. — It., de bedienden vande slang-brandspuyt in de Jacobi- ende Jans- kerken, voor't spoedig aenbrengen vd. voorsz. spuyten , ten tyde van brant aen't Vreeburch , haer volg. het 45. art. opten brant geaccor- deert, 30 gl. Kaerlen. Item, den lantmeter Reets, van
geleverde kaerten vande vrijheyt vande stadt ende vande Vaert, 96 gl. Canons trompen. Item, Reinier Bosman ,
van Amst., voor gelev. twe ysere canons trom- pen, 86 gl. 5 st. Wtgheven van een jaer gagie aen de
bedienden vd. nieuwe slang-brand- spuyten, versch. J Oct. J688. Item, Henr. vd. Bosch, fabrycq , over een
jaer opsicht over allet bluschgereetschap, 30 gl. — It., dens., als brandspuitmeester vande spuyt, staende op't Katrynen kerkhoff, 30 gl. — It., Jo. v. Brevelt, brandspuytmr. vd. spuyl op't JanskerkhofF, 30 gl. — It., Abra. v. Wickenburch , brandspuitmr. vande spuit in de Jacobikerk, 30 gl. — It., Andr. v. Eyp, assistent totte brandspuyt op't Ka- trynen kerkhoff, 10 gl. — It., Will. Lam, als voren, 10 gl. — It., Ja. van't Wei, als voren, 10 gl. — It., Jans Jorisz., ass. vande brandsp. S. Jans, 10 gl. — It., Fra. Hoog- straten, dito , 10 gl. — It., Isaq v. Gelder, dito, 10 gl. — It., Ryck v. Wyck, ass. vd. brandsp. inde Jacobikerk, 10 gl.— It., Claes Vereen, dito, 10 gl. — It., Ja. de Groot, dito, 10 gl. Summa 210 gl. 1688. —
Varia. Item , van 't vieren der croninge
vanden Coninck ende Coninginne van Enge- lant, 2 Apr. 1689 gedaen, gedebourseert aen pektonnen, buscruyt ande compagnien vande burgery, verteering in 't stadhuys, luyden vd. clocken als andere cleinheden, 1035 gl. 12 st.— |
|||||||
horologie vande Domskerk wieide gerepai'eert,
de klock 37 dagen heeft getrocken , 46 gl. 15 st. Caerten. Item, Gabr. Reets, lantmeter,
van geleverde caerten vande vryheidt deser stadt ende heerlicheyt vande Vaert, etc., 118 gl. — It, van 4 geleverde caerten vande stadt Utrecht, 59 gl. Friekeermolen. Item, Alex. Basvangsz., tot
een recognitie voor't opstellen van een fri- cheermohn alhier, 50 gl. 1685. —
Varia. Item, Jo. van Eelden, voor het
defroyeren vanden heer collonel vande guarde van syn Hoocheyt te peert, 140 gl. — It-, Gysb. Bosch , voor gelev. 2 nye carabyns ende repareren van oude etc., 35 gl. — It., Jo. vd. Heyden , voor geleverde 2 copere slang- brantspuyten, 1575 gl. 4 st. — It., Jo. van Steenhuysen, voor't bekleeden van stoelen in de Dotnskamer ende een lessenaer in de secret, vande politie, 39 gl. 6 st. 12 p. — It., den heer rendant heeft an verscheiden oncosten ter occasie van 't defroyement van mevrouwe Stoupa, hier door passerende den 13. ende 14. Aug. 86, betaelt, 102 gl. 16 St.— It., syn Ed. gerestitueert, het verschot opte commis- sie naer Hardervvyck, omme den conrector sldaer te spreken , raeckende het conrectoraet alhier, 47 gl. 7 st. — It., Ja. de Vry, voor gelev. wyn aen de musikanten ende borgers opte wacht, ten tyde van't jubile deser aca- demie, 56 gl. 4 st. — It., Jo. van Damast, voor gelev. gesneden beeltwerk in de acade- mie ende Wittevr. poort, 74 gl. — It., Geurt Smelter, leydecker, voor't repareren van't dack boven de drapierscamer, alsmede voor't afbreecken ende wederom decken van't dack op Thomascapel, etc. (1686. —)
{Als boven , de jar en J6J9 — J620). 1687. —
Brandspuit. Item , aen de bedienden vd. |
|||||||
326
|
|||||||
It., Jan Willaertsz., van het silverwerk om het
spiegel, inde raetscamer hangende, 31 gl. 10 st. — It., P. van Cuylenborch , voor het snyden van een silvere signet voor de mom- bercamer, 16 gl. — It., Will. Holman, voor't slypen ende schoonmaken van stads anatom. instrumenten , 20 gl. 9 st.;— It., Abra. van Ceulen, voor't vernieuwen van d'eene ende repareren vd. andere globus, staende inde stads bibliotheek, 82 gl. 8 st. — It., Jo. v. Schoon- hoven , erf huysmeester, voor het goutleer, hangende op tie bovencamer inde stads kel- der, 172 gl. 1689. —
Varia. Item, Anna van Wisch, van ge-
leverde geborduurde wapenkussens, 125 gl. — It., Will. Oortman , voor transport vande ge- reetschappen van syn draperye vanden Bosch naer Utrecht, 50 gl.— It., Anna v. Wisch, voor geleverd Engelsch tapyt voor l2stoelen, 87 gl. 10 st. —i It., Corn, van Schayck, voor 2 trommen met stocken, 25 gl. — It., Jan Willaertsz., voor 't schilderen ende vergulden vande trommen, 12 gl. 12 st- — It., voor bandelieren daertoe, 12 gl. — It., aen den heer van Sandenburch , voor een Engelsch tin servies, ten dienste vd. stadt, 182gl-12 st.— It., voor vette huyden, gebruikt totte water- spuiten , 28 gl. 16 st. — It., voor een Spiegel met een olyve lyste, 33 gl. — It., Jo. van Damast, voor gesneden houte lysten vande caerten, 35 gl. 1690. —
Positief. Item, aen't musyck-collegie an't
repareren van het positief inde almoseniers- camer, 50 gl. 8 st. Bibliotheek. Item, Will, van Walcheren,
custos der bibliotheek, voor extraord. diensten in't amplieren vande catalogus met de boeken voor desen op deselve niet gebracht, 36 gl. (1691 —1694).
{Ah boven, de jaren J6J9—J620), |
|||||||
1694. —
Clockenhiiden. Item, voor het luiden der
clocken wegens het overlyden van hare Ma*, de Coninginne van Grootbrittannie, 265 gl. 16 st. — It., voor't luyden voor't veroveren van Namen, 29 gl. 8 st. — It., voor't luyden op't doorpasseren van syn Co. Ma*, v. Groot- britt. door dese stadt, 27 Spt. 1695, 29 gl. 8 st. ■— It., van't vieren over de veroveringe vande stadt ende casteel van Namen , door syn Mat. van Grootbrittanje, 877 gl. 14 st. Caerte. Item, Gasp. Specht, voor de nieu-
\ve caerten deser stadt, by denselven aen de heren burgemeesteren ende vroetschap gepre- senteert, 150 gl. Inslrumenta chemwa. Item , Lamb. Juri-
aensz., voor geleverde 2 copere distileerkelels voor den chemicus Berchausen , 23 gl. — It., Pet.Lobe, tinnegieter, in voldoeninge van syn speciticatie van gelevert tinnewerk, distileer- instrumenten voor den chemicus Berchausen, 106 gl. Recognitie. Item, An to. Schouten, van
gedrukte gedichten , wegens het overlyden vd. Coninginne van Engelant, 15 gl. 1695. —
Speelwerk opten Bom. Item , Bernt Hof-
smith, voor gelevert yserwerk an 't nieuwe gemaecte ysergestal tot het clockegespel opten Domstooin, 2264 gl. 14 st. — It., voor ar- beitsloon in 't af hangen der clocken van het voorn. speelwerk, 123 gl. — It., Melch.de Haze, carillion-maker voor geleverde 7 clock - jens aen't speelwerk opten Dom, in Nov. 95, 19 i gl. 18 st. —i It., voor geleverde 14 bladen root coper tot het speelwerk, 283 gl. — It., Jan van Brevelt, arbeitsloon aen't voorn. speelwerk opden Dom, van Juny tot 1 Spt. 96, 150 gl. 1696. —
Speelwerk opten Bom. Item, Jo. Carel
Valbeek, voor moeiten in't off- ende ophan- gen van't speelwerk opten Dom, 125 gl. — |
|||||||
327
|
||||||
It., Jan Brevelt, coperslager, arbeitsloon arrt Picqueur. Item, Jacq. Fusy, picqueur,
beyerwerk opten Domstoorn , Oct. 96 tot Jul. een jaer gagie, 80 gl.— It., de wed. vd. overj. 97, 86 gl. — It.. Herm. Quint, voor verfF picqueur Roodt, 32 gl. etide arbeytsloon an 't speelwerk opten Doms- toorn , Jan. tot 1 Aug. 97, 165 gl. — It., voor (1697 — 1700). extraord. arbeitsloon ende geleverde materialen an't clockespel inden Dom, 972 gl. {Ah boven, de jaren J6J9 — J620). Depenses failes par Tilman, a V occasion de la morl
de son frere Sasboldus, el presens de ses
ornemem. 1614—1632. (*)
1614. July J5. Del i D. L. Henrico Vordeno, imaginem b. Mariae Virginis, cum
omnibus ornamentis suis, valde multis et pretiosis , inter quae fuere tres coronae argenteae novae , quarum duae referebant formam coronae imperialis, gemmis pulcris ornatae. Ven- didi etiam ei calicem argenteum inauratum , ponderantem 29 loot et quadrantem, ieder loot gecstimeert, eodem die, ab aurifabro, ad unum imperialem, s. minimum 3 floi'. Colon. Ipse verb tantum solvit 44| florenos Colon. Dedi praetera ei uummum aureum incognitum, instar rosati Anglicani. Eod. die. Dedi D. Henrico Vordeno pluviale ex holoserico rubro floribus picto, cujus
scutum s. caputium praesentabat historiam resurrection is, cuj usque limbi erant vaJde pretiosi. Tradidi etiam eidem pixidulam argenteam turritam ex parte inauratam, servientem pro re- ceptalulo S. Olei. Praeter calicem, quern vendidi ei, tradidi ipsi, eodem die, calicem argenteum inauratum cum patena et sacco suo. Habebat autem calix iste in pede suo exsculptum imaginem S. Jacobi, dicebatque, haec omnia esse monasterii Cippelo prope Oldensaliam. — 24. Dedi Mariae Drencwaert imaginem b. V. Mariae, in lamina argentea sculptam.
Dedi Corneliae Drencwaert annulum aureum margaritis per circuitum ornatum. Dedi Ilele- nae Woestyne antiquum nummum aureum , cui agnus insculptus erat. ■—— Misi sorori crucem auream et paulo post neptibus ex sorore, Margaretae et Annae
6 coehlearia argentea. Initio mensis Junii. In transmigratione misi ad collegium duas cistulas coreas cum liten's.
Eodem tempore. Alteram cistam oblongam ex communi ligno cum Uteris et libris rationum
monasterii Coninxvelt apud Delphos: item cistam majorem oblongam cum diversis vestibus. Spt. 28. Scripsi abbatissae Delphen. Clarissarum , quod mitterent ei 6 aureos Rhen., unum
Carolin. argent, et 4 blafferdos, fac. 20 flor. His adjunxi 14 coronas franc, pro testa men to R-m< fratris, quae simul Egmundanus recepit sine cambio, transmissurum esse Montes Hanoniae. Oct. J. Dedi N. Geldorp pro effigie fratris P. M. 12 Philipp. aureos.
Nov. JO. Dedi M. Petro Nicolai, professori Laurentiano, quod fecisset et sponte obtu-
lisset honorarium carmen in obitum Rmi fratris, (?). ------ 5. Dedi collegio SS. B. et W. 600 flor. brab. pro test. Rmi fratris P. M. Reliquit
(*) Gecxcerpeerd uit ccn door Tilman Vosmer eigcnhandig gcschreven quarto-Cahier, waarop door eene
latere hand dit boyenstaande fransch opschrift was gesteld. |
||||||
•
|
||||||
328
|
||||||
praeterea Rmus frater eidem collegio, pro servanda annua memoria sua, in die anniversario
obitus sui, usufr. 100 dalerorum, donee eeclesiae S. Hippolyti Delphi exercitium catholi- cae religionis fuerit restitutum, cui ex tunc praedictus census ad eandem finem cedet etc. Dec. 22. Dedi collegio primariam casulam Rm> fratris pro 60J flor. brab., eosdemque
600 fL reliqui collegio in usum constituendae bursae etc. Sept. 26. Dedi collegio SS, W. et B. casulam novam Digram ex panno c. alba lata cruce
ex bisso. It., deposui ibidem, eod. die , 2 albas , duos amictus, depositos apud Rrn fra- irem, P. M., cum cingulo; item, casulam caeruleam holosericam distinctatn et pictam au- reis fioribus, c stola et manipulo. It., pluviale caeruleum holosericum, sine ejusmodi flo- ribus. It., casulam, dalmaticam et tunicellam viridem ex bisso Damascena c. stolis et mani- pulis suis. It., duas bullas triangulares cum rotundis angulis ex aere ex una parte inauratas, quae ad fibulam pluvialis tegendam appendi solent. It., pomum argenteum inauratum, quae ad clipeum pluvialis solet appendi, 1615. Die festo S. Sebasliani. Translata est cista Romana cum SS. reliquiis SS. inestima-
bilibus, una cum brevi apostolico de illis in collegio SS. B. et W. conservandis, ad resli- tutionem faciendam locis illis , unde acceptae, etc. Mart 7. Translatae sunt e donio mea ad colleg. SS. B. et W., duae arculae fastigiatae cum
reliquiis, quarum una, quae non erat tincta colore, continebat caput B. Ba...., altera vero, vulgo colore tincta , continebat diversas capsulas et reliquias ex Holl. et Phrjsia acceptas. Oct. J2. Dedi collegio eid. acerram argenteam, ponderantem 22 loot. It., cochlear ar-
genteum. It., duas ampullas argenteas, pond. 19 loot. Eod. die. Tradidi collegio brachium argenteum, cui in palma manus et medio brachioin-
clusae erant diversae reliquiae, cum inscriptione ad pedem brachii: Brachium S. Adriani, quod quidem brachium est monasterii Franciscanorum Ultrajectensium. It., crucem argen- team per brachia in quadram vitris distinctam, in cujus medio erat lunula pro S. eucharis- tia reponenda. Haec crux est abbatiae S. Pauli apud [Jltrajectinos. Nov. 3. Tradidi D. Folkero Herking, procuratori colleg. SS. B. et W. librum evangelio-
rum in pergameno, quern Theodoricus donavit Alberto, qui hactenus servatus fuit Eg- mundae, ac demum in ecclesia Haerlemensi inter SS. reliquias. 1615. Mart 27. Dedi D. Bovenio, duo altaria portatilia et duas capsulas bracteas pro Sacro oleo.
Spt. J2. Dedi Bovenio, stolam primariam Rm> fratris, qua uti solebat in confirmationibus
ex materia argentea undulata , suffultam bysso rubra. Eod. die. Dedi D. Bollo duo altaria portatilia offerenda D. Vicario vel a se retinenda.
------- Dedi praeterea Adriano Antonii, 12 pulvinaria , aestimata 12 fl., et imaginem S. Mi-
chaelis et b. m. Virginis, quae erant in domo hospitis Beatricis, etc.
Spt. J3. Dedi D. Bollo calicem parvum argenteum inauratum ad formam calicis S. Bonifacii,
ponderantem 6 uncias sive 12 loot, donandum D. Adriano. Dedi item icunculam B. Mariae ex ligno Collis Acuti donandam Beatrici. Habebat longitudinem digiti indicis. 1617. May 23. Dedi collg. SS. B. et W., casulam et dalmaticas ex satyn alba cum cruce
pretiosa, et 24 May dedi eid. pluviale album ex satynium fibula argentea. 1621. Apr. 22. Dedi eid. duas dalmaticas episcopates ex root armosyn, aestimatas 219 fl.
Colon. It., ex ejusd. materia casulam. It., stragulam graduum altaris. It.', fasciam ad ornamen- tum coeli altaris ex Damasceno albo Hollandico. It., duas alias fascias praecinctorias ad similem usum ex panno aureo cum appendentibus bullis ligneis inauratis cum filamentis diversi colon's. It., duos tapetes ad vestiendos et ornandos parietes ex say diversi coloris, caerulei, rubri, blavi, long. 8^, lat. 2| ul. Colon. __ |
||||||
•
|
||||||
BRIEVEN
|
||||||
AAN
|
||||||
FILIPS YAN BOURGONDIE,
BISSCHOP VAN UTRECHT.
J519 —1524.
Hoechweerdige, hoechgeborenne , vermogende Vorst, guede Heer.
Uwer F. G. synt onse gans wyllege dienste alle tjt toe voeren bereyt, gueden Heer. Alsoe uwe F. G. ons in bevell gedaen heben toe besichtigen sulcken gebrecken, die Edelle
Joryen Schencke, vryheer, droeste tot Vullenhoe, uwe F. G. te kennen gegeven heeft, als van eenen molendiep ende vyscherye, die hem Borchart van Westerholte myt drie ofte vier dammen toegedammet ende doergraven solde heben, toe des droesten merckelicken hynder ende schaden, ende hem alsoe in synen rustelicken besyt van anderthalff hondert jaren, myt onreden sonder manyren van rechte turbeerde ende inbreecke syner gerecbticheit, oick dat Westerholt, in tyden da I uwe F. G. hem verboeden heben toe graven, eenen dam geslagen solde heben , ende den droesten dat water op synen kerckwege gedrong, alsoe dat die droeste ende syn huysfrouwe ende gesyn nyet droege toe kercke mochtengaen, woe dan des droesten beclaech wyder geluyt heft, ende nyet alles van noeden es toe wederhalen. Gene- dige Heer, wy heben gegaen ende alle gelegenheit des stroems ende waterganges neerstlick besichtiget, daer ons beide partyen henfgeleyt heben. Want dan uwe F. G. ons eernst- licken bevolen heben uwe F. G. alle gelegenheit ende waerheit te schryven, soe bevynden wy, dat Westerholt vier dammen geslagen heft in dat moelendiep ende waterganck, ende den waterganck duergraven ende toegedammet benetz synen graven, alsoe dat dat water stylle staet ende geenen ganck en heft, alst van oldes gehat hadde. Wy bevynden oick den droesten ende syn huysfrouwe in horen olden besyt, nae lude zegell ende brieve wy gehoert heben, daer wy enen artikell uwe F. G. copie toeschicken, beroerende Batinge myt synen toebehoer ende die visscherye, alsoe dat schynt, die droeste ende syn huysfrouwe vanden water ende visscherye in rustelick besyt heben gewest, ter tyt toe Westerholt nu indeu verleden somer bestaen heft toe graven; oick heft ons die droeste synen leenbrieff, den uw F. G. besegelt heft, getoent, oic copyen wt uwer F. G. leen registeren, daer wy uwe F. G. copye off schicken. Wy heben oick gefunden die stede, daer des droesten watermole gestaen heft, alsoe, dat wy die claerlick den droesten ende syn huysfrouwe, daer't guet van heer- III. 42
|
||||||
330
|
|||||
kompt, in't besyt der watermolen ende hoeren waterganck ende visscherye gevonden heben.
Dyt heben wy Borghert van Westerbolte in den besten voergeholden, die ons ter antwoert gegeven heft, hie meende nyet, dat hie den droesten mysdaen hadde, hie hadde gegraven opten synen, doech , off hie den droesten misdaen hadde, dat wolde hie stellen tot kente- nisse uwer F. G. ende der leenmannen, hie hadde eenen anderen sloet gegraven, daer dat Water hen liep , weer die nyet groet genoech, hie wolde den geerne groeter ende wyder maecken, daerop die droeste antwoerde, des en weere dem nyet doenlike gepant te hoeve te komen, noch net gelegen nae gestaltenisse syner molen ende visscherye eyn ander nye diep te ontfangen , dan wolde blyven by syn olde diep ende watergange, daer hie besyt aff hadde, ende daeromme solde Westerholt synen dam weder opbreecken, vermeent hie wes rechtes toe heben, des wolde die droeste by uwer F. G. ende leenmannen verwachtende wesen. Dyt is dat geene, dat ons vanden molen , waterganck ende visscherye van beyden parthyen we- derfaren is; nls aengaende den kerkwech, den Westerholt toegedammet heft, heben wy hem onderwesen, dat hie den dam weder opbreecken wyll, ende laeten dat water gaen alst Van oldes gedaen heft. Dyt allet geven wy uwe F. G. alsoe in alien gueden deenstlicken te kennen. Onse Heer Got moet uwe F. G. lange in vrouden gesont sparen. Geschreven ende myt onser hant onderteyckent opten 3en dach Novembris, a", etc. twintich. Uwe F. G. guetwillige dieners, Adriaen van Reede, maerschalck, ende Hermen
vanden Busch, scholte toe Swolle. Adruen van Reede , etc. Hermen vanden Bossche.
Hoechweerdighe, etc.
Ick gebede myn dynstlic tot uwe F. Gen. ende geve deselve te kennen, hoe dat uwer F. G. stat Campen desen breff an ons uwer F. G. dynre alhyer, desen morgen togesant hebben ende desgelycx Jan Kruese, Uwer F. G. rentmeyster van Zallant heft my dat by desen breve oick gesant, de ick uwe F. G. hyr by beyde oversenden , ende wy hebben voort beste de van Campen , Deventer ende Hasselt getroestet mit scrifte, dat wy hoepen cors guede tydinghe tot voerstant der van Hasselt van uwe F. G. te hoeren , ende dat se binnen tyde dat beste tot onderholdinge de stadt Hasselt doen wilden. Oick hebben wy uwer F. G. rentmr. van Zallant gescreven, dat he de ic cnechten in Hasselt op de hant soe veele verscheete, ter tyt wy van uwe F. G. antwoert hebben, ende dat he het beste vor- dere ande stadt van Campen, datse de van Hasselt besorgen het gene hem van noode sy, ende offet immer omme ic ofte ilc gl. te doene ware, ende de noet eyschede (achterholdende nochtans soe veele hem moegelyck is) dat he de ter noet wtreycke tot onderholdinghe der van Hasselt. Dit hebben wy, Gen. Heer, omme deser grooter noet willen, over ons genomen, begherende uwe F. G. ons dit niet in ongenade en verkeren. Oock, Gen. Furst ende Heer, sendic uwer F. G. enen breve vanden date altera Margarete, die my hyr voer uwer F. G. rentmr. gesendt hadde, omme alle gelegenheit tot her te moghen weten. Wy hebben oick de steden Deventer, Campen ende Zwolle de guede tydinghe uwe F. G. my geschreven heft, laeten weten, ende dat uwe F. G. deselve vort yrste oock schriftelick over nacht ende dach troestede, des ons wal guet wesen. Over de Velue moegen wy gene breve meer bestellen, want se overal opgeholden worden. Op Hulkensteyn zyn gisteren nacht oock twee roeybersen mit knechten gecomen, gelyck ons uwer F. G. maerschalck vander Eem gesacht heft, ende wy voert beste oick tot synen versoeke geraden hebben de na- bere na olden gewoenten opt huus ter Eem te neemen, uwe F. G. moegen na dese gelegenheit uwe F. G. nu hyr duur verstaen, overleggen, wat best tot beschermenissc |
|||||
331
|
|||||||
uwer F. G. lande endc luyde best dynen sal, ende det geschien sal, woet dat eer,
soe vele moegelick sy, geschiet, woet nutter ende beter, als uwe F. G. dat overleggen kau, de onse Here God wil bewaren salich ende gesont. In uwer F. G. stat Wyck, opten wonsdach nae division, apostolorum, a°. XXI.
U F. G. guetwillige dyenaer,
Hoechweerdighe etc. Furst ende Here Evert van Ensse. Philips van Bourgonien, biscop etc.
Hoechweerdige, Hoechgeboren, vermogende Furst, Gen. Heere.
VVy geven uwe F. G. in alien besten te kennen, woe gister avent de Zwolsclien ende Gelreschen mit ganser macht getoegen sint voer uwer Gen. stadt Hasselt, ende hebben Hasselt mit dreen legeren, schansecorven ende groven geschotte swaerlicken belecht, de twee legeren over dat water ende een leger an dessydt des waters , ende dessen morgen omtrent seven uren is de Furst van Gelre persoenlick tot Coeten met synen reederi ende xxv peer- den overgesceepet, daer hem Jacob van Wytman ende Evert Evertsz., raedsluyden uwer Gen. stadt Zwolle opt veer met groeter reverentie ontfanghcn ende voert bynnen Zwolle mit groeten tryumff, luyden der clocken ende anders ingebi-ocht hebben, etc. Begeeren daerom dienstelicken, soe desse handel dagelicx meer ende meer verlopt, uwe Gen. daer toe geden- cken, de stadt Hasselt ende anderen landen alhier ontset crygen moegen , ende woe wel wy ganselicken verhoepen, uwe Gen. sulcx cortelick (als uwe Gen. nu an ons geschreven heb- ben) doende worden, begeeren nochtans uwe F. Gen. alhier middelertydt ymant beveell wylen doen , het sy dan den eersamen Johan Kruese ofte ymants anders, om van uwer F. Gen. wegen knechten aen te nemen, dieselve hore solde toe te seggen ende bestalbreve te geven ende anders te doene, dat nut ende noet wyll geboren; verlaten ons hiertoe ganselick, ende verdienent onses vermogens altydt geerne tegens uwe F. G., die Godt almechtich lange welferende, salich ende gesont moet behoeden. Gesegelt mit onsen secret desen 27eD dacli July, ae. XXI. Uwe F. G. stadt Campen guetwillige,
Burgemeysteren, Scepen ende Raedt.
Den Hoechweerdigen, Hoechgeboeren ende vermoegenden
Heeren ende Fursten, Heeren Philips van Bourgonien, Bisschop Tutrecht etc., onsen Gen. lieven Heeren ende Fursten. |
|||||||
Hoecbweerdige, Hoechgeboren Furst, vermoghende, Genadige lieve Heer.
Wy geven uwe F. G. inden besten te kennen, wy ontfangen hebben vanden Furst van Gelre scriffte luyde ingelachter copie, ende hebben daerop antwoert gegeven luyde derselver ingesloten copien. Mede worden wy int seecker berichtet het groff geschot des Fursten van Gelre gisteren tot Hattum ende dessen dach tot Swolle mit voele stichledderen ende andere gereetschap gecoemen is, om Hasselt als wy vernemen weder an te vallen, hebben deshalven ylende ter begeerten der van Hasselt noch vyftich mannen vanden onsen, dessen dach daer bynnen geschicket, mit victalie, rogge ende anders, hem van noeden wesende, verhoepende noch omtrent vifftich mannen van Deventer dessen avondt daer bynnen geschickt te wor- den ; brenger van dessen sal uwe F. Gen. alle gelegenheyt der stadt Hasselt wel te kennen geven. Dessen verleeden morgen hefft Michell van Patneren met dien van Zwolle thuys 42*
|
|||||||
332
|
|||||||
toe Bochorst ingenomen, ende Johan van Bochorst bynnen Zwolle gebrocht, het huys
ter Zuyten gespolyrt, dat huis ter eerden nedergeworpen, de gevangen, als: A.driaen van Reede, maerschalck, Alef van Rutenborch , Jan van Bochorst ter Boxbergen ende Volkert Sloet, elcx bysonder in stocken ende blocken geworpen. Voert sint de Zwollschen mitten Gelrescben toe peerde ende te voete in groeter menichte na Genemuyden, in meyninge, als wy verstaen, aldaer een blochuys op te richten, vertoegen. Wy hebben oick dessea nademiddaghe scrifte der van Deventer ontfangen, beroerende sy scrifte des Fursten van Gelre gelyck den onsen luydende ontfangen te hebben, daerop by hem in den selven effect beantwoordt is; worden wy oock berichtet den overvall, als wy nyt en verhopen, in Hasselt geschiet wesende, de van Zwolle in meyninge syn de stadt Oldenzeell over te vallen, ende alsoe voert de lande in te nemen : begeeren hieromme andachtelick uwe F. G. sonder vertreck hier en tegens , verdacht wyllt wesen, om deselven overvallen ende dergelyk wederstant geschien mach. Begeren vorder opt spodelicxte van uwe F. Gen. een weder toeverlatich bescreven antwoerdt, daer wy den landen , sloeten ende steden op vertroesten mogen, wes wy vorder des handels vernemende word en, sullen wy uwe F. G. over dach ende nacht, nyet onvei'wyttichet laten. Godt almachtich wyll uwe F. Gen. in welfarenden regimente lange selich ende gesont be- hoeden. Gegeven onder ons secreet den xmi. dach July a°. XXI, des avonts laete.
Uvver F. Gen. stadt Campen guetwillige, Burgemeysteren , Scepenen ende Raedt.
Den Hoochweerdighen etc., Ileeren Philips van Bourgonien,
Bisschop Tutrccht, etc. |
|||||||
Eerweerdighe Vader in Gode, moegende Vorst, genadighe lieve Heer.
U F. G. willen believen tho weten, hoe dat op eenen woensdach lestleden, een mandaet van justicye bjden deecken van S. Jacob bynnen Loeven gedecerneert teghen uwer F. G. van weghen der Regulieren van Sijon buyten Delft myt hoeren adherenten ende sekere conven- ten vande derder Regell van S. Franciscus oerden in Hollant, in die roede doere uwes F. Gen. kerks then Dotn Tuytrecht geexecnteert is , van weleke mandaet wy die copie hier by senden, soe ist, dat wy myt uwre F. G. vicario ende officiacll hierop gecommuniceert ende versproicken hebben, sluytende also verre, alst uwe F. G. dat goet dunckt, dat uwe F. G. speciael procuracye myt vacuum daerinne, omme die naem vanden procuroer tho Loeven daerinne te schryven, believen will herwaert oever te senden , ende van hier dan voert nae Loeven the schicken, myt een transsurnpt van't leste breve apastolycque van de- claracye , inden welcken by onse heylighe vader die Pauws gedeclareert wordt die visitatie voertganck te hebben , nyettegcnstaende enighe appellatyen , om aldaer voor den regter voersz. den rechtdach te bewaren, ende voert rechtvorderinghe te doen, ende dat selve transsurnpt den rechter om informatie tot uwre F. G. rechte te presenteren , weleke rechtdach dienen sal opden woensdach nae S. Symon ende Judas apostelen dach naestcomende , voerts soe hadden wy uwe F. G. laest gescreven, hoe dat die gemeene joncfrouwen ende susteren vanden convente van Sinte Brigitten bynnen Utrecht begheren besloten the worden, uytgenomen drie off viere, begerende van uwre F. G. ons scriftelye te laten weten tgoetduncken deszelfs uwer F. G., waerop wy van uwre F. G. brieven ontfanghen hebben, uyt weleke brieve wy twyvelachtich syn, dat onsen brieff nyet soe wel verstaen en is, alst wel mochte, begeren daeromme, dat uwe F. G. noch syn goetduncken daer van believen will over te scryven , |
|||||||
333
want alle de joncfrouwen ende susteren dat hertelick begeren, vuytgenOmen drie off viere,
nj'et meer, dan God almachtich will uwe Furstl. Genade langhe sparen salich ende gesont. Gescreven vuyt uwe F. G. stadt Utrecht, den XVIII" in Octobri, anno etc. XXI. Jo. de Meyere, episcopus Fr. Jo. H., ende Rutgheert vander Karck. biblien. manu propria. propria manu. dienaers. Eerweerdighe vader etc., Heer Philips van Bourgoen.,
bysschop Tuylrecht, onse lieve genadighe Heer. |
|||||
Hoechweerdighe, Hoechgeboren, vermoegende Forst, Genedichste Lieve Heer.
Uwer Furstel. Genaden scriften aen my gesant berurende van sekere rechtforderinge, tusschen
den pastoer van Maerssen ende den gemenen bueren van Tienhoven, om vander kercken ge- separeert te wesen, twelck alsoe niet en es, ende sulcxs die van Tienhoven oeck niel en be- geren , dan by last ende noet, ende anders niet te hebben in hoer capelle sacramentum eucharistie ende den heiligban oly, tempore necessitatis, want sy veer vander kerken ghc- seten syn , ende bysunderlinge dess swynters, doer vorst, waternoet, ende andere inconve- nienten, ende oeck bevonden heb by seeckere dicta testium in Jigura judicii, voer den vicario saliger gedachten, als dat behoert, judicialiter geexamineert, vanden welcken ick uwe F. G. copie autentiek sende, datter veel menscben sonder sacramentalia gestorven syn, ende die van Tienhoven den pastoer alle jaer sellen geven enen ouden scylt, behoudelicken, dat sy nochtans op die vier hoechtyden te Maerssen te kercke komen sullen, ende den pastoer syn jura betalen, waerdoer den pastoer niet vercort en wert, ende oeck noeyt mentie van enighe separatie gemaeckt. Aldus, alregenedichste, lieve Heer, uwe F. G. sullen gelieven te weten, dat ick alsulcx by niyn selven niet gedaen en heb, mer communicatie met uwer F. G. offi- ciael ende meyster Rutger vander kerck, uwer F. G. reden , ende oeck met meer andere geleerden op geholden, diewelck seggen, dat alsulcx wel gescieden mach, overmits periculen, die daervan mochten comen , ende myn voervader tselve gedaen hadde, twelck doer doede van hem, tot noch toe gesuspendeert is geweest, ende nou voert aen myn vervolcbt hebben, ende en begeeren den pastoer niet te vercorten, oeck mede moghen uwe F. G., alsulcx, auctoritate ordinaria, van rechtswegen alleen wel doen, om seeckere periculen, die daervan gescyet syn , daer veel lasten'off mochten komen. Waerom ick oetmoedelicken van uwer F. G. begerende ben, dat dieselve uwe F. G. my verwittigen willen, weess uwe F. G., daeroff veer- der gedaen willen hebben; diewelck God lange welvarende, vroem ende gesont gesparen wyl. Gescreven tUtrecht opten xixK" dach in Octobri, Anno etc. xxi'ich. By my Jan van Tyel , canonick, uwer F. G.
onweeidich vicarius onderteyckent. Hoechweerdighe etc., Heren Philips van Bourgoem etc.,
Bisscop tUtrecht etc. Hoochweerdighe in Gode Hoochgeboorene, vermogende Furst, Genad. lieven Heere.
Wy gebieden ons ootmoedelicken dienstelicken ende vruntelicken tot uwer F. G. denzel- ven quetlicken te kennen gevende, hoe dat Anno XVCXX letsleden, van wegen uwer F. G. ende uwer F« G. Staten stadt ende Nedersticht van Utrecht, by schriftelicke re<jte. die K. M. geopent ende te kennen gegeven is geweest die aenspraecke ende moyenisse een Ariaen van Nes, scout tot Noerdeloes gedaen had ende noch doende was, uwer F. G. stadt ende |
|||||
334
|
|||||
borgeren van Utrecht, yerst int Gerecht van Noerdeloes ende nu na voor den hove van
Hollant voor zeekere actie van scaeden hy pretendeert geleden te hebben, Anno XVC x lest- leden, van zekeren knechten doe liggende binnen uwer F. G. stadt Utrecht, ter cause van den oorloghe, doe bcgonnen by heeren Floris van Egmont nu Grave van Bueren etc. op ende tegens uwer F. G. Staten en de stadt van Utrecht, ende dat al boven ende contrarie den tractaet van payse naderhant van tzelve oorloghe gemaict, by de K. M. na vermoegen f;oide zegele ende brief dair afwezende, uten welcken genouch blyct, dat alle actien quere-
en injurien scaiden ende interesten, die welcke die K. M. hadden moegen eysschen dien van Utrecht, ende zy wederom van zyne Genade landen ende ondersaten hadde moegen eysschen, geheel ende al aboleert ende te nvete gedaen zyn geweest, aenmerckende, dan, dat nae dispositie van gemeyne rechten nyemant geoorloft en is, impune te doen contrarie tvoorsz. tractaet van payse ende dat die kennisse van tzelve tractaet van payse soo verve eenige van des K. M. ondersaten eenige actie soude willen intenteeren, die zelve der K. M. alleen competeerde, soe is van uwer F. G. ende uwer Genaden Staten stadt ende Neder- stichts voorsz. wegen, zeer ooitmoedelicken versocht geweest, omme behoorlicke brieven van evocatie in behoorlicke forme, aen de K. M. ende die van zyne Genade Secreten Raede, twelck Gen. L. heer dien achtervolgende zoo geschiet is, ende zoe veel meer, dat ons Ge- ned. Vrouwe, vrou Margarete, Ertzhertoghinne ende Gravinne van Bourgoen, Regente ende Gouvernante etc. van des K. M. wegen bevolen hebben gehadt, by hoeren Gen. besloten brieven van de date den Xen dach in Meye XVCXXI den Stadthouder President ende luyden van den Rade in Hollant, dat zy procedeeren zouden ter instruction ende furnissemente van den voirsz. processe, welcke instructie ende furnissemente zy luyden wel ende tamelic- ken besloten seynden souden an hoeren Genade oft den heeren van Angy, Ridder, hoeft en- de andere luyden van den Secreten Raede des K. M. omme tzelve by hem luyden, gesien geprocedeert te worden ter wysinge ende senten. diffinitive, ten profite van den partien, dient behoeren zoude. Dat welcke Gen. L. heer soe oock al gesciet ende tproces van wegen den President ende
Raden des K. M. in Hollant besloten overgeseynt is, den heere van Angy, Ridder hoeft ende anderen heeren van den Secreeten Raede des K. M. den xxxen dach in Julio Anno xxni lestleden, als ons dit allet van onsen Procur. des hoofs van Hollant geadviseert ende te kennen gegeven is worden, alsoe dan Gen. L. heere deze zaecke nyet alleen ons, mer principalicken oock uwen F. G. ende uwen Gen. Staten ende landen betreft, ende wel ge- scapen ware een quade consequentie te maecken, indien ons den tractaet voorsz. nyet on- derhouden, ende ons deze voorsz. zaecke tegens gewesen soude werden, (dat wy emmers nyet verhoopen) ende want wy (hoewel die minste van uwer F. G. drie Staten) cost noch arbeyt in deesen ende meer saeken gespaert en hebben, noch oock spaeren en willen, heb- ben daeromme wt onsen Oversten, alse Jan Ruysch, Raets Borgermeyster ende Ysbrant Ys- brantsz. van Diemen Overste Ouderman, oick onsen Secrets gesciet, om deze ende oick an- dere saecken, aen den President ende groten Raedt tot Mechelen, tegens den heer van Bre- deroden te solliciteeren ende vervolgen, bidden ende begheren daeromme zeer ootmoedelic- ken dienstelicken ende vruntlicken, dat uwe F. G. ons believen willen te subvenieeren ende adresseeren, mit uwe F. G. brieven van promotien ende credentie, ten yersten aen dheeren van Angy, hooft ende anderen van den Secreten Rade des K. M. beruerende die zaecke te- gens den Scout van Noerdeloes voorsz. ende dair beneven oock aen den President ende groiten Raedt des K. M. tot Mechelen, beruerende die zaecke tegens den heer van Brede- roden. etc., want die oock in staet van wysen is, om te bat tot een eynde ende onsen goe- den rechten te moegen comen, twelck zoe mitten yersten doende, als wy des gantzelicken |
|||||
335
|
|||||
verhopen, willen wy dat alle ons vermoegens tallen tyde gerne wederom verdienen, tegens
uwer F. G. die Godt tot langen hoogen F. State wailfaerende zalich frolich ende gesunt behueden ende bewaeren moet geschreven opten xxen dach in Augusto, A.nno etc. xxm. Uwer F. G. Goetwillige,
Die Stadt van Utrecht.
Hoochweerdighen in Gode Hochgeboren ende vermogende Forsien ende Heeren kren Phils, van Bourgoen., Bis~ cop t' Utrecht onzen Gen. Lieven Heeren. Mons*. Je me recommande humblement a vostre bonne grace.
MonsT. Jay Receu vostre lettre, et oy vostre depute et ceulx des estas dUtrecht ct Ieurs grosses doleances, que nos gens eussent logie au Sticht et y fait plusieurs desroyz, desquels, sachant, quils les vous auoyent declaire, je me deporte. Je leur ay dit, que nos gens eussent eu com- mandement de payer ce, quils prenderoient et de honnestement vivre , et que la raison voulsist, que pour l'honneur de l'empereur, leur souverain Sr, comme le nostre, ils les eus- sent logie en passant pour leur argent, mais, que aucuns paysans du Sticht eussent haban- donne leurs maisons, et ceulx, qui y estoient demeures, n'eussent riens volu furnir a nos gens, ains eussent le tout cachie, disans, quils n'eussent riens, que a nos gens, alans a Utrecht pour acheter vivres, Ton eust denye Pentree de la cite, et par necessite ils eussent este constraincts en querir et prendre; leur diz oultre, que ceulx du Sticht de nuyt se fussent assembler et cryans Gheldres et comme ennemis eussent volu courir sus aux nostres, et que par tant, si nos gens peuvent avoir fait quelque oultrage, que je ne tenoye si grand, quils le baptissoient, combien que Ion leur euist bien donne quelque occasion, que neaumoins il m'en despleust, et que ainsi feust, jauoye fait publyer a Julias, que les interesses apportassent a monsr. de Castres declaration de leurs interests et Ion leur en satisferoit, et leur ay fait payer de nil*1 a cent florins, quils ont baillie par billet. Ja feussent nos gens payes de leurs gaiges et oultre leur ay declaire, quils envoyassent vers led. Sr. de Castres au Vaert aultres, qui seroient interesses et sils y trouvassent aucuns, qui leur eussent fait dommaige, Ion leur en feroit la justice. Lesd. deputes d'Utrecht oultre ce de la part des estas vostre depute present mout fait autre grand doleance, que jenten- disse logier gens aud. Vaert, disans, que ce seroit la destruction du Sticht et de lung et de l'aultre mont dit, que autres princes voisins vouldroient faire le semblable et autres plussieurs choses longues a escripre. Sur quoy je leur ay respondu, que les pietons ordonnes au Vaert eussent monsr. de Castres, qui est homnie de justice, pour capitaine, qui ne leur souffrira faire tort a cui que ce feust, que plus est, addressat et assistat les passans aud. Vaert et a l'environ sans leurs despens ; que dud. Vaert Ion nentendist faire invasions sur nuls , mais seullement garder, que ceulx, qui vouldroient envahir les pays de l'empereur, lesquelles {>arcidevant et mesment nouvellement en partie de leurs derniers emprinses y ont prins
eur chemin ny passent et que, si l'empereur, leur souverain Sr., comme le nostre, pour ung mieulx fait passer gens par le Sticht, ou il loge ses gens a ses despens et pour leur debvoir ils le permettent, que pour ce autres princes voisins et vassaulx de l'empereur ne doibvent par raison et ne peuvent pretendre le semblable; et, sils le pretendissent, ceulx d'Utrecht ne sont tenus et ne le doibvent permettre ne endurer, et plusavant leur dis, que, si en cas semblable, ils eussent affaire de l'empereur, il leur pourroit faire le semblable et oultre, que si, pour complaire et obeyr a l'empereur et faire ce, que tenus estoient quelque ung les voulsist adommaigier, ils se pourroient retirer et refugier vers saMajeste, comme leur souverain et protecteur, et iceluy Sr. en se eulx joindant avec eulx les deffenderoit et garderoit |
|||||
336
|
|||||
bien. Je leur dis, que le logis de gens de guerre au Vaert se feist a l'ordonnance de ma-
dame de la part de l'empereur, que je feusse leur voisin et jusques ores leur eusse tenu bon voisinaige et amis lie et desiroye y continuer, et, si jentendisse, que prejudice leur deuist ave- nir dud. logis, combien que je deusse et vouloye obeyr a l'empereur et madame en tous leurs commandemens, jeusse bien trouve moyen, de me deschargier de ceste commission et de l'a- dresser a autre, dont leur ay requis vous faire rapport et auxd. estas et de la part de l'em- pereur et de madame induire et de la myenne requerir vouloir prendre et entendre les choses de bonne part et faire pourveoir a nos gens de vivres, et ce, que besoing leur seroit, pour leur argent, les asseurant, quils seroient bien payes et traicties, que plus est, ay je prins a ma charge particuliere comme Sr. de Cullenborcb les contenter et payer des dom- lnaiges, que nos gens faire leur pourroient, dont Monsr, je vous aduise et de la part, que dessus vous requiers et de moy conseille et prye ainsi le vouloir faire et bien faire donner a entendre auxd. estas lintention de l'empereur et madame telle, que dessus Je n'ay oublye leur dire et vous prye, bien considerer le tort, que mess. Charles de Gbeldres a fait et tient a vostre eglise, a vous et auxd. estas, ayant surprins grand partie du patrimoine de vostre eglise et le detenir, et, ce que en pourroit plus prendre a perpetuite comme leur deputez nagueres a Wageningen le peuvent avoir entendu avec autres choses toutes desraisonnables et que pour ces causes vous et eulx deussiez pryer et supplyer l'em- pereur de ce, que vous propose, et du contraire de vostre requeste, ils se sont charges de bonne sorte en faire rapport, et a tant retirez, comme si fais je, en priant a nostre Sr. vous donner, Monsr., bonne vie et longue. Escript a Vyane le xxix Doctobre l'an xxur. Monsr. pres ces lettres escriptes est arrive le rentmaistre de Zelande, bien af-
fecte vous servir en la matierc, dont m'avez parle et en toutes autres comme de luj pourrez entendre. Vostre humble .... A Monsr. Monsr. Dutrecht. A- DE Laiaihg.
Reverendissimo in Christo patri ac domino, domino Philippo de Burgundia,
Episcopo Trajectensi sempiternam salutem et obedientiam tanto patri debitam. Nos supprior et fratres conventus regularium extra muros oppidi Reymerswalensis, moti
pietate nee non pia compassione super quodam vincto, Cornelio Petri, dicto Beuter vul- gari nomine, quern coram paternitate vestra, ut veridica relatione didicimus esse accusatum et inculpatum variis et multis criminibus, de quo tamen, cum jam multis annis nostro con- ventui serviverit, nil nisi, quod est honestatis, unquam audivimus, sed nee notam infamie aliquam vidimus, sed in arte apotecaria expertissime se exercens, multis tam divitibus quam pauperibus , sua industria et arte subvenerit. Et cum jam dictus Cornelius sub arcta cus- todia et in vinculis constrictus caractere clericali insignitus sub manu seculari tenetur, quod omnio reprobamus et deploramus, cum scriptum sit in ps.: » Nolile tangere Christos meos et in prophetis meis nolite malignari." Rogamus igitur D. V. obnixe et in visceribus Jhesu Christi, ut eundem dignemini eripere de manu seculari, et vestris eum sistere aspectibus, ut, excusatione digna adhibita, salvus et incolumis a nobis absolutus abcedat, vel saltern cul- pabilis, pie et misericorditer a Paternitatibus vestris correctus se emendet. Paternitates ves- stras tueatur et incolumes conservet Alius Virginis Gloriose. Raptim ex Conventu Regularium prope et extra muros oppidi Reymerswal., in vigil, as-
sumpsionis Virginis Gloriose, die quarta decima mensis Augusti. Supprior et conventus destituti pastore preferentes semper
honorem et obedientiam debitam V. R. P. |
|||||
DE
UTRECHTSCHE CAP1TTELS.
11. SINf 11BI1.
|
||||||||||||
I. ST VTI TA ECCL.ESIE, fllEMlBMOlHI TEMPORE
IXKIMIS S1ECILI XVI. ADIIl'C VIGEB.iA'T. I. TERMINI, IN QUIBUS DNI CANONICI ECCLESIE BEATE MARIE
TRAJEGTEN. FRUCTUS PREBENDARUM PROMERENTUR. |
||||||||||||
a. IN OFFICIO MENSDRNAII.
|
||||||||||||
I.
|
||||||||||||
em, in die beat! Remigii annus in ecclesia nostra inchoatur et finitur.
|
||||||||||||
Item, denarios mensurnales cum eorum excrescentiis promerentur prima die cujuslibet
mensis totius anni, et requiritur pernoctatio in civitate; prodest tamen absentibus benefi- cium quindene. Item, pro singulis capitularibus in hoc officio mensurnali sunt tria scuta aurea pro Lit-
copio, que deserviuntur prima die mensis Maji, qui sequitur festum Remigii in quolibet anno cujuslibet camerarii; et requiritur corporalis presentia et pernoctatio in civitate Tra- jectensi, quia nemini hie prodest beneficium quindene; infirmi tamen et in negotiis consti- tuti hie sicut presentes habentur. Item, majores et minute decime istius officii cum earum rasonibus et jurisdictionum
secularium proventus, prout sunt scultetorum officiationes, proveniunt solis capitularibus his, qui presentes fuerint in civitate Trajecten., prima die mensis Maji, quo, ut prefer - tur, Litcopium promeretur, et non prodest quindena accepta. Item , similiter habent soli capitulares scutum aureum in hoc officio ad computationem,
quod promeretur per presentiam corporalem in domo capitulari in crastino Sancte Ka- therine virginis, quod primum occurrit post annum suum completum; et presupponitur Suidcm is, qui, sicut prescriptum , promereri velit, quod fuerit ad minus de uno mense
lius computationis capitularis; et nulli prodest quindena; infirmi tamen et in negotiis constituti, sicut presentes , participant. Item, omnes proventus, qui veniunt ex quorumcunque bonorum requisitione, sunt pro
hiis capitularibus, qui hujusmodi requisitioni in domo capitulari presentes intersunt. Item, est notandum, quod omnia bona, que habentur notata in libro mensurnali ca-
mere, apud nos dicuntur denarii mensurnales, et quidem justa de causa, nam camerarius hu- jus officii, quod quidem basis est et fundamentum omnium aliorum officiorura ecclesie nostre, HI. 43
|
||||||||||||
338
|
|||||
Item, habet singulis kalendis mensium distribuere de bonis eisdem nonaginta libras eccle-
sie nostre, que dividuntur in triginta equas portiones juxta numerura prebendarum, et proveniunt his, qui in civitate Trajecten. pridie kalendarum et ipsis kalendis sunt pre- senles, aliis non nisi quindenarum privilegio excusentur. Item, habent quoque de premissis semiprebendati episcopales suorum episcoporum singu-
las portiones, sed et fabrica similiter percipit de eisdem, quemadmodum de grossis bonis, sive plenas sive dimidias portiones, juxta dividentium qualitates , aliorum aulciu omnium ab- sentium portiones inter capitulares dividuntur. Item, quidquid vero ultra dictam mensurnalem distributionem anno revoluto superfuerit,
in omnibus et per omnia dividitur, pro singulis mensibus, his, qui prime distributionis fuerunt participes, juxta ejusdem distributionis qualitates. Item, verum etiam babent ex bonis antedictis singuli capitulares tria scuta aurea pro Lil-
copio , ut supra dictum est. Item, preterea adhuc singuli capitulares ad computationem, ut prescriptum est, scutum
aureum, quorum si quispiam eo die personaliter in capitulo comparere neglexerit, illius scutum aureum, ceteri presentes inter se continuo partiuntur, secus tamen, si quis infir- maretur aut in negotiis esset. Item, illud autem precipue animadverti debet, quod, siquis ad caphulum et jura capi-
tulai'ia admittatur, in aliquo dierum hujusmodi, quo Lilcopium provenit, aut cetera capilularia supradicta, is tamen neque Litcopii, neque ceterorum capitularium particeps esse potest, sed requiritur, ilium pridie fuisse capitularem; quod quidem etiam servatum est, si capitularis quisque moriatur aliquo dierum predictorum ante solis ortum, ut etiam careat proventibus hujusmodi capitularibus antedictis; quod etiam in omnibus reliquis officiis ita est solitum observari. Item, bona denariorum mensurnalium dividuntur in triginta portiones.
Item, pro facienda divisione in mensuruali, dividatur summa manens in triginta corpora,
et resultat summa in corpore. Item, dividatur iterum summa manens in XII, et resultat summa in toto pro quolibet mense.
Item, dividatur summa in toto pro quolibet mense in triginta, et resultat mensis in corpore.
Item, vel sic dividatur summa in corpore in xil, et resultat etiam mensis in corpore.
Summa manens.
In corpore.
In toto pro quolibet mense.
Mensis in corpore.
1>. IN WISfOE.1 OFFICIO.
Item, volentes promereri excrescentias memoriarum et totius minoris officii, oportet re-
sidere in ecclesia, et pro majori parte anni intra civitatem Trajecten. pernoctare. Item, denarii tam tritici quam cerevisie deserviuntur in duobus termini's, scilicet pro uua
dimidietate nativit. Ghristi, et pro alia dimidietate in festo pasche, et requiritur peruoctatio in civitate, ut supra, sed prodest quindena accepta. Item, domini capitulares promerentur minutas decimas int W<*el cum rasonibus earundeiu
et rasones grossarum decimarum int Wael similiter, prima die Maji, que precedit festum Re- migii, ut infra latius de majori officio declarabitur. Item, preterea Domini capitulares promerentur altera die post crastinum beale Katharine
scutum aureum ad computationem, ut superius in mensurnali officio ad longum declaratum est. Item, recepta de Ruchweyda promerentur Dni quarta Junii, si tunc memoiia in ecclesia
|
|||||
339
|
|||||
nostra habeatur, secus in memoria prehabita deservita est, et requiritur corporalis pre-
sentia in vigiliis et missa animarum, quia nulli prodest beneficium quindene accepte, sed inflrmi et in negotiis participant. Item, in ecclesia nostra unusquisque canonicorum ter in anno, id est, a prima Octobris
usque ad primam, habet quindenam, id est, quindecim dies ab bora electionis et intima- liouis. De istis inferius latins. Item, est autem sciendum, quod de bonis officii minoris hunt inprimis quotidiane dis-
tributiones presentiaruoi ad singula divina officia, juxta continentiam Jibri memoriarum. Item, illis autem et singulis aliis presentis officii oneribus legitime deductis, quidquid ex
tunc superfuerit, dividitur in triginta tres et dimidiam equas portiones, videlicet in Iriginta prebendales, de quibus etiam semiprebendati episcopales habent suas integras portiones, et in alias tres et dimidiam, que assignantur per quadrantes quatuordecim chorisociis, ut- puta tribus presby ten's animarum, duobus lectoribus cotidianis, campanario, nuncio capituli, rectori scbolarium et aliis sex vicariis ecclesie, qui capaces sunt memoriarum, ita ut harum singulis obveniat quarta pars unius portionis. Item, de premissis autem sic excrescentibus bonis hii tantum participes esse possunt,
qui per majorem anni partem, a festoRemigii inchoantis, personaliter sunt residentes in ecclesia nosti-a, ita, ut, si quem cedere vel decedere contingat, priusquam majorem bujusmodi par- tem anni compleverit, ab bujusmodi participatione sit exclusus. Item, prelati etiam aliarum ecclesiarum Trajecten. in aliqua ipsarum residentes et cano-
nici nostri, licet in grossis bonis et mensurnalibus pro residentibus reputentur et suas ha- bent integras portiones, ab istorum bonorum perceptione, tam in cotidianis quam excres- centiis, sunt penitus exclusi. Item, sed et fabrica de premissis nicbil habet. Nam, si quis nobiscum residens dividat
cum fabrica, ex istis tamen bonis capit integram portionem, sive perceptionis portio cedit bis capitularibus, qui pro majori parte anni (ut prefertur) nobiscum fuerunt residentes capitulares, quibus etiam omnium absentium ac non residentium, ut supra specificatum est, obveniunt portiones. Item, quodsi quemquam ex dictis XHII memoriarum capacibus duplicem memoriam sortiri
contingat, veluti, si quis ex dictis vicariis officium aliquid assequatur, cui annexa sit memo- ria, ut, si quis animarum officium habeat, lect . ., vel hujusmodi, illius tunc secunda me- moria cedit capitularibus, preter VI L. ecclesie nostre, que possessori de eadcm assignantur. Item, ex hoc autem minori officio capitulares non habent Litcopium, quemadmodum in majori et mensurnali, sed duntaxat ad computationem singuli unum scutum aureum, pro quo proponendo indici consuevit capitulum crastino Katherine pro postero die tunc se- quenti; et, si quis in die hujusmodi ex actu capitularibus in domo capitulari hora solita com- })arere neglexerit, illius scutum aureum ceteri presentes capitulares ibidem sine dilatione
aciunt per camerarium distribui inter ipsos; sed infirmi et in negotiis pro presentibus habentur. Item, bona minoris'camere in xxxm| portiones, exceptis denarii's tritici et cerevisie,
que in XXX portiones dividuntur. Item, de distributionibus cotidianis in mensibus XII, ab Octobri incipientibus.
Item, in minori officio memoriarum, scil. de quolibet mense i L. u s. mi d., est sup-
plementum, hoc per facientes computationem debet notari. Item, bona denariorum tritici dividuntur in xxx portiones equales, de quibus semipre-
bendati episcopales nichil habent,.sed decanus noster ratione sui decanatus habet portionem episcopi Trajectensis, et portionem archiepiscopi Trevcrensis habent duo presbyteri animarum. 43*
|
|||||
340
|
|||||
Item, fabrica autem nichil habet de eisdem, nam dividens cum fabrica de his recipit
integrant portionem; ejus vero, qui fabrice totum permittit, portio dividitur inter eos, qui pro singulis terminis existunt capitulares. Item, bona autem denariorum cerevisie dividuntur singuli termini in XXX portiones, de
quibus portio episcopi Trajecten. cerlit decano nostro, ratione sui decanatus, salvo, quod de ilia semiprebendatus episcopalis Trajecten. habet quintam partem, sive stopa, pro qua computatur in singulis terminis X s.; de portione vero archiepiscopi Treverensis semipreb. suus similiter habet quintam partem, sive stopa, et pro ilia, uts., X s. Item, duo presbyteri animarum de eadem portione singuli quintam partem cum stopa,
pro quibus poni solitum est pro quolibet in singulis terminis XII cr. Residuum illius portio- nis cedit capitularibus. Item, fabrica de hiis nichil habet, sed quo ad fabricam dividuntur prout de bonis tritici
superius est predictum. C IN MAJOR.I OFFICIO.
Item , grossa bona, ut sunt majores decime et bona pactionalia, pro una medietate de-
serviuntur seu promerentur in profesto Sancti Martini, et pro alia medietate in profesto Sancti Petri ad cathedram, per corporalem presentiam in civitate Trajecten. ante ortum solis, et requiritur pernoctatio in civitate, absentibus tamen prodest beneficium quindene accepte per suos procuratores. Item, omnes caupones pactionales in singulis officiis proveniunt duntaxat presentibus
in civitate Trajecten. in profesto et festo Sancti Martini hyemalis et non prodest quindena. Item, pro capitularibus sunt omnes minute decime cum earum rasonibus, acjurisdictionum
secularium proventus, puta scultetorum officiationes. Omnia ista deserviuntur prima die men- sis Maji; et intelligitur in hoc officio mensis Majus, qui precedit festum Remigii in quo- libet anno. Similiter si decime sint locate vel in firmam date , istarum rasones cum minu- tis decimis proveniunt etiam prima die Maji, qui precedit festum Remigii, ut supradictum est. Item , rasones majorum seu grossarum decimarum ubilibet consistentium proveniunt, quando
decime venditioni exponuntur, solis capitularibus, et requiritur personalis presentia in civitate Trajecten., ut in loco, ubi venditioni exponuntur; neque absentia per quindenas excusari potest, neque eorum , qui prima die mensis Maji de immediate supradictis gaudere debeant. Item, hoc etiam intelligendum de rasonibus grossarum decimarum omnium officiorum ec-
clesie nostre, scil. majoris, minoris , mensurnalis. Item, bona majoris camere dividuntur in xxxta portiones juxta numerum prebendarum,
et de terminis Martini et Petri supradictis portio archiepiscopi Treverensis cedit capitulari- bus , portionem vero episcopi Trajectensis percipit decanus noster, ratione sui decanatus, de quo est capellanus episcopi nostri. Item , fabrica nostra suas de premissis bonis habet portiones, sive plenas sive dimidias,
juxta dividentium qualitates. Item, et proveniunt bona hujusmodi, ut supradictum est, aliorum autem absentium por-
tiones cedunt capitularibus his, qui in dictis terminis Martini et Petri pro capitularibus im- putantur. Item, singulis capitularibus proveniunt in' scuta aurea pro Litcopio, ipso die Petronelle,
que precedit festum Remigii, ut supradictum est, de rasonibus et minutis decimis, qui presentes fuerunt in civitate Trajecten. et residentes nobiscum permaneant, in tantum, ut de termino Martini tunc sequentis pro capitularibus reputentur. Sed si residentes non per- |
|||||
311
|
|||||
nianserint nobiscum, ut prefertur, et de termino Martini pro capitulari non fuerit reputatus,
de hujusmodi Lilcopio non gaudebit, nisi duntaxat, si morte preventus in residentia ad dic- tum terminum pervenire nequivisset. Item, habeant preterea singuli capitulares ad computationes singulorum terminorum hu-
jusmodi unum scutum aureum, hii, qui de hiis terminis, quorum coniputatio peiagitur, fue- rint capitulares, et in diebus , quibus hujusmodi computationes fieri solent, videlicet de termino Martini, in crastino Petri exinde sequente, et de termino Petri, ipso die Petronelle proximo deinde succedente, quando capitulum est indictum, personaliteret corporaliter com- paruerint in domo capitulari; et requiritur pernoctatio in civitate Trajecten. Nam, si aliquis residentium capitularium illic personaliter comparere neglexerit, illius scutum aureum came- rarius ad statim distribuit inter ceteros comparentes, sed infirmi et in negotiis existentes participant tanquam presentes, et nulli prodest quindena. Item, de theloneo Embricensi sexaginta quinque marchas ar" et pro quoh'bet c°r scutum
aureum et totidem placcas Dordracen. in quatuor terminis: Remigii xx, Palmarum Xin, Phi- lippi et Jacobi XX, nativ. Jo. Baptiste XII marche. Item, bona thelonei hujusmodi supradicta bifariam distribuuntur. Ea namque, que in
in terminis palmarum et nativitatis Sancti Joannis Baptiste proveniunt, in omnibus et per om- nia , eodem modo et dividuntur et distribuuntur , quemadmodum de grossis bonis superius est specificatum, etiam quo ad fabricam. Que vero proveniunt in terminis beati Remigii et Philippi et Jacobi apostolorum, similiter dividuntur in XXX* equas portiones, de quibus por- tionem episcopi Trajecten. percipit decanus noster, ratione decanatus sui, quemadmodum de grossis bonis, sed portio archiepiscopi Treverensis distribuitur duobus presbyteris anima- rutn. Fabrica vero de hiis duobus terminis nichil habet, nam, si quis dividat cum fabri- cs, is non dimidiam, quemadmodum supra, sed integram percipit portionem , prout qui in grossis bonis inter medios est reputatus, de his ipsis terminis ponitur inter plenos. Ejus au- tem pars, pro quo fabrica sumit integram portionem, capitularibus cedit, qui pro terminis hujusmodi habentur capitulares, inter ipsos equaliter dividenda. Et requiritur pernoctatio in civitate in profestis istorum terminorum, ut predictum est, absentibus tamen prodest beneficium quindene accepte. Item, bona de Alblas et Alblasserdam provenientia, de decimis, deserviuntur in festo
Palmarum; et requiritur pernoctatio in civitate, sed prodest quindena accepta. Item, bona de decimis in Papendrechl provenientia, eodem modo deserviuntur in festo
Palmarum, sicuti dictum est de Alblas et Alblasserdam. Item, decime de Alblas, scil. XHII marchas ar", et medietas decimarum in Papendrechi
dividuntur et distribuuntur per omnia, sicut grossa bona, ut supra, etiam quo ad fabricam. Item, bona de Waveren deserviuntur in tribus terminis, primo assumptions b. Marie
Virginis, secundo nativitatis b. Virginis Marie, tertio dedicationis ecclesie nostre , scil. domi- nica post festuin Mathei apostoli; et requiritur pernoctatio in civitate Trajecten., prodest tamen absentibus beneficium quindene accepte. Et dividuntur singuli termini in XXX" por- tiones, de quibus habent semiprebendati episcopales suorum episcoporum portiones. Item, fabrica de iisdem habet portiones suas, prout in grossis bonis est dictum.
Item, denarii caseorum Zelandinorum, scil. VI marchas ar", ex bonis prepositure nostre
promerentur in festo Lamberti; requiritur tamen pernoctatio in civitate; prodest tamen quindena accepta. Item, bona caseorum supradicta, prout alia similiter in xxx* portiones dividuntur, sicut de
grossis bonis prenotatum est. Habent capitulares portionem archiepiscopi Treverensis, et decanus portionem episcopi Trajecten.; hoc solo dempto, quod singuli episcopales semipre- |
|||||
342
|
|||||||
bendati de suorum episcoporum porticmibus unam placcam recipiunl. Sed et fabrica de hiis
bonis suas percipit portiones, sive plenas sive medias, ut supra de grossis bonis est dictum. (1. IN OFFICIO VE1UE.
»
Item, siligo deservitur in festo obitus Sancti Martini pro una et in festo S. Petri ad ca-
thedram pro altera partibus, inodo supradicto de majoribus decitnis et aliis grossis bonis, que etiam tunc deserviuntur, ut dictum est in majori officio. Et dividitur in xxi portiones, sic, quod duo capellani animarum habent unam portionem, semiprebendati prebende episc. Treveren. habet portionem episcopi Treveren. et semiprebendatus prebende episcopi Tra- jecten. habet portionem episcopi Trajecten. Item, fabrica nichil habet de siligine, sed dividentes cum fabrica habent integras portio-
nes, et, quando fabrica alicujus integram recipit, tunc portio illius dividitur inter capitulares. Item, sunt hie etiam certa capitularia de minutis decimis el de rasonibus earundem pro-
venientia, que deserviuntur primo (ut estimo) Maji. Item, rasones in venditione grossaruin decimarum deserviuntur, ut supra in majori of-
ficio dictum est. Item, bona in Oen, de nova terra arabili in Oen, deserviuntur in festo Palmarum et
per omnia eodem modo dividuntur, etiam quo ad fabricam , sicut de decimis in Papen- drecht et Alblas in majori officio. Sed, que de herbis in Oen proveniunt, ilia dividuntur, ut supra de siligine specificatum est, et deserviuntur Martini et Petri, et requiritur per- noctatio in civitate, sed prodest quindena accepta. Item, bona de censu Felue deserviuntur in festo nativitatis Johannis Baptiste, aut, qui
pro majore parte anni resedit, ut in minori officio. Et dividuntur in xxxa portiones, sic quod semiprebendales episcopales habeant portionem episc. Trajecten. et Treveren., et fabrica habet de iis portiones suas integras sive dimidias, sicut predictum est de grossis bonis. Item, omnes proventus, qui veniunt ex quorumcunque bonorum requisitione, sunt pro
hiis capitularibus, qui hujusmodi requisitioni in domo capitulari presentes intersunt. Item, infirmi et in negotiis ecclesie nostre in omnibus sicut presentes participant.
II. DE ASSEQUENTIBUS PREBENDAM PER MORTEM
AUT ALIAS.
Item , imprimis, si quis prebendam in ecclesia nostra assequatur, vacantem per mortem
sive liberam resignationem, aut ex causa permutationis facte cum eo, qui plenus non fuerit tempore permutationis hujusmodi, statim postquam fabrice de statutis sive denarii's vinalibus satisfecerit (nam alias illi tempus currere non potest), debet insinuare decano et capitulo, utrum velit cum mortuo dividere , an non , aut mortuo dimittere integram portionem. Item, mortuo namque proveniunt pro gratia fructus duorum integrorum annorum, vide-
licet tricesima pars omnium bonorum, quorum administrationem habent major et mensur- nalis et Velue camerarii, sed in minori duntaxat de denarii's tritici et cerevisie. Sic preterea proveniunt eidem mortuo ultra duos annos antedictos, adhuc denarii mensurnales duorum mensium, una cum excrescentiis eorundem, qui quidem duo menses dicuntur pro familia. Mortuus autem, cui premissa provenire dicuntur, is intelligitur, qui, priusquam moreretur, annos et menses gratie sui predecessoris ad plenum expectavit, et residentiam suam primam complevit, aut saltern inchoatam morte surreptus complere non potuit. Verutn, si quis mo- |
|||||||
343
|
|||||
riatur, tam recens in prebenda, ut mortuus predecessor adhuc dividens aut percipiens inve-
niatur, is annos grade habere non potest. Item, et in eo casu, nee non, si per liberam resignationem, aut ex causa permutationis,
modo premisso cum non pleno facte, quamvis prebendam assequatur, similem nichilominus intimationem facere debet, utrum dividere velit cum mortuo sive non. Gedunt ex tunc dicti mortui fructus sive proventus dominis capitularibus. Quodsi insinuit, se velle dividere cum mortuo, necesse est, ut mox residentiam suam primam assumat, et perflciat apud no- sti'am ecclesiam, eritque ex tunc deinceps usque ad completos quatuor annos et totidem menses in perceptione medius omnium fructuum et proventuum prebendalium per quoscun- que camerarios ecclesie aut ofEciatos administrandorum, etiam in distributionibus cotidianis: si vero insinuaverit, se nolle cum mortuo dividere, sed illi permittere integram portionem, ex tunc debet expectare a die insinuationis hujusmodi, per duos annos et totidem menses, quibus durantibus, neque quidquam recipere, neque 1'ecidentiam primam poterit acceptare. Item, his annis elapsis et mensibus, denuo debet decano et capitulo signiQcare, utrum
malit fabrice dimittei-e suam portionem aut dividere cum eadem. Habet autem fabrica fruc- tus unius anni integri aut dimidium duoi'um, sed non in omnibus, sicut mortuus ; nam de duobus terminis, videlicet Remigii et Philippi et Jacobi de theloneo in majori officio, etiam de denariis tritici et cerevisie nichil habet, neque de siligine. Si igitur prebendatus velit cum fabrica dividere, id faciet per duos integros annos, ut supra dictum est, levabitque me- dietatem omnium bonorum, preterquam de quibus supra exceptum est, videlicet de theloneo dictorum terminorum, quos integie percipiet: similiter plenus erit in distributionibus coti- dianis et illarum excrescentiis. Item, de siligine. It., de denariis cerevisie et tritici; sed si residentiam primam ante non compleverit illam continuo cum insinuatione hujusmodi debet acceptare. Si vero maluerit non dividere cum fabrica, idque capitulo intimaverit, habebit per annum integrum expectare, priusquam resideat, aut percipiat, quicquam de prebenda. Item, elapsis autem omnibus annis, tam mortuo quam fabrice debitis una cum mensibus
antedictis, si cum neutro diviserit, poterit, quandocunque voluerit, residentiam primam ac- ceptare. Recipietur ad plenam perceptionem omnium fructuum prebendalium , sed capitu- laris fieri non poterit, nisi elapsis post dictos tres annos et duos menses, adhuc tribus aliis annis, sicque in toto a die solutionis statutorum usque ad capitularia necesse est com- pleri sex annos et duos menses. Et reputabitur plenus per tres annos antedictos post divi- siones cum mortuo et fabrica immediate sequen., sed si cum mortuo diviserit, priusquam capitularis fiat, expectare tenetur a die solutionis et intimationis hujusmodi per sex annos et quatuor menses. III. DE PERMUTANTIBUS CUM PLENO,
Item, qui vero permutaverit cum pleno, hoc est cum eo, qui mortuo et fabrice permisit
integram portionem, et cum anni et menses hujusmodi perceptionis sint completi, ita, ut amplius nichil habeat vel mortuus vel fabrica sublevare, debet nichilominus, mortuo suo et fabrice suas dimittere portiones, sed in hoc differunt, quia hie mortuus duntaxat unum integrum annum et duos menses, aut duos dimidios annos et quatuor dimidios menses reci- piet, juxta voluntatem et intimationem possessionis, ut superius latius est specificatum; ita, ut, si et fabrice dimiserit integras portiones, ex tunc post duos annos et totidem menses a die solutionis et intimationis predictarum, plenus efficitur; et post alios duos capitularis; si vero diviserit cum mortuo post quatuor annos et totidem menses, a prima intimatione, ad capitularia admittitur. |
|||||
344
|
|||||||
Item, potest autem omnes predictas intimationes facere per se vel procuratorem suuni;
capitulo super singulis indicto. IV. DE PERMUTANTIBUS CUM CAPITULARI.
Item, permutans autem cum capitulari, duos duntaxat annos et totidem menses, prius-
quam ad capitularia admittatur, habet expectare, quorum duorum annorum et totidem men- sium possessor nobiscum residentiam elegerit. Dividendo ipse unam habebit, et mortuus et fabrica simul, reliquam medietatem. Aut si integrum annum et duos menses voluerit ex- pectare , ejusdem anni et duorum mensium fructus simul capient mortuus et fabrica , et, eis elapsis, si tamen residere Toluerit, plenus erit ad unum annum, et deinde capitularis. Item, capitularem autem, cum quo permutatio hujusmodi fieri debeat, bunc intelligimus,
qui jam receptus est ad jura et vocem et alia capitularia, et, primam residentiam persona- lem nobiscum complevit, dummodo tempore resignationis actu habeatur pro capitulari, et ad minus residens fuisset apud nos per annum ilium integrum hujusmodi resignationem im- meditate precedentem. V. DE RESIDENTIA NON COMPLETA.
Item, quods! quispiam coram decano et capitulo hujusmodi divisionibus durantibus vel
nondum completis residentiam primam acceptaverit, illamque ob quamcunque causam non perfecerit aut continuaverit, ita, ut extra civitatem Trajecten. semel pernoctaverit, ad orunem perceptorum durante hujusmodi sua residentia restitutionem est obligatus, habebitque de novo insinuationem suam de dividendo vel non dividendo, capitulo intimare, et preterea tantum temporis, quanto in hujusmodi residentia inchoata fuerit, amittit, presertim, si cum mortuo fuerit hujusmodi divisio intimata. Nam, si cum fabrica diviserit ad solam restitutionem tene- bitur, et de novo fabrice dimittere integram portionem, sed eo tempore, quo ad capitularia non sentiet detrimentum. Item, decedens vero in anno residentie, ad nullam compellitur perceptorum restitutionem,
quum necessitati nature nemo culpam asscripserit. VI. DE PRIMA RESIDENTIA.
Item, sed et residentia prima ita in ecclesia nostra abservatur, ut nemo illam inchoare aut
facere possit, qui inhabilis est ad prebendam recipiendam, hoc est, quamdiu durat tempus, quo vel mortuus vel fabrica, juxta ipsius intimationem percipit integros suos fructus, ita, ut, qui residentiam hujusmodi velit inchoare vel facere, aut dividere debeat cum mortuo vel cum fabrica, aut expectare, dum utriusque division, anni et menses sint completi. Item, residens quoque in hujusmodi prime sue residentie anno, et, illo durante, milk)
modo potest extra civitatem pernoctare, idque jurare tenelur anno elapso, priusquam per decanum et capitulum residentia habeatur pro completa aut ipse residens sit ab eadem capi- tulariter absolutus. Item, hanc autem residentiam canonici nostre ecclesie, si prelati fuerint, sive in nostra sive
in aliqua Trajecten. ecclesiarum ~, per quindecim duntaxat dies facere tenentur, intra quos extra civitatem pernoctare non possunt, sed ad eandem inchoandam per decanum et ca- pitulum admitti, et, ilia completa, absolvi debent, quemadmodum de aliis superius est dictum. |
|||||||
345
Item, hec vero prima residentia tante est apud nos necessitatis, ut nulli canonico ea
deferatur, neque cuiquam aliquid de prebenda tribuatur, nisi ea durante aut complete. Item, quando aliquis recipitur in canonicum aut admittitur ad residentiam, ac a residentia
completa absolvitur, etiam, quando admittitur ad capitularia, propinat in capitulo duas amphoras malveseti cum pane albo. Item, omnes vicarii nobiscum residentes habent annum gratie.
VII. DE SGHOLARIBUS CA.NONICIS.
Item, ad hanc residentiam non admittuntur aut compelluntur canonici scholares, hoc est,
minores annis uno et viginti; nam talis, si ad prebendam admittitur, non in choro, ut moris aliorum, installatur, sea per scholasticum nostrum aut ejus procuratorem, in signum posses- sionis canonicatus et prebende in scholis inducitur, ibique rectori et scholastice subditur discipline, cotidieque cum scholaribus chorum ingredi et divinis interesse, ac pro tertio ser- viente in festis ministrare tenetur, usque ad annum etatis sue vicesimum primum completum, de quo parentes aut proximi, decano et capitulo fidem facere solid sunt, medio ipsorum ju- ramento. Item, postquam vero ad completum vicesimum primum pervenerit, scholasticus ilium do-
minis decano et capitulo representat emancipandum, quern domini, emancipantes ilium, ad osculum pacis admittunt, recipientes ab eodem juramentum per canonicos prestari solitum, si presens fuerit, alioquin, quamprimum ad residentiam se contulerit, non obstante, quod id per procuratorem suum sive curatorem antea prestitisset, quemadmodum solitum est fieri per omnes canonicos, qui per procuratorem sunt admissi; et in signum hujusmodi eman- cipations decanus aut vicedecanus eundem emancipatum ad chorum inducit et stallum assignat; tuncque ei primum licitum est habitum seu almucium deferre, more aliorum canonicorum. Item, quibus sic factis, idem emancipatus integro biennio tenetur ad aliquam universita-
tem se conferre, ad literis operam dandum in eadem, et non pernoctabit extra eandem intra biennium prescriptum, et quamprimum intitulatus fuerit, incipiunt anni supradicti, id est, patentibus literis universitatis habebit capitulo notificare, alias non curreret sibi tempus, so- luto primo pro litcopio suo decano et omnibus canonicis honesto prandio. Et, completo studio hujusmodi, certificatisque dominis decano et capitulo per literas pa-
tentes universitatis, quod hujusmodi biennio durante fuerit illuc habitus pro continuo stu- dente, et postquam juraverit, se non pernoctasse extra universitatem, admittitur ad primam personalem residentiam, ut supra dictum est, faciendam. Item , interim vero, hoc est, quousque ad residentiam venerit, exclusive percipit duutaxal
pro prebenda sua, prout inferius notatur. Item, inprimis medietatem quatuor terminorum thelonei.
Item, medietatem siliginis.
Item, medietatem denariorum tritici et cerevisie in utrisque terminis.
Item, medietatem de decimo in Alblas.
Item, medietatem de herbis et terra arabili in Oen.
Item, medietatem census Velue.
Item, medietatem de bonis in Waveren,
Item, medietatem de caseis Zelandinis.
Item, medietatem memoriarum cum excrescentiis, si presens fuerit in civitate Trajecten.
et non alias. Item, medietatem memoriarum episcoporum Henrici et Guidonis, ut supra.
III. 44
|
||||||
■
|
|||||
346
Item, medietatem denariorum mensuvnalium.
Item, de excrescentiis earundem in toto duntaxat unum scutum aureum.
Item, de grossis bonis pro singulis terminis Martini et Petri etiam duntaxat scutum aureum.
Item, scholaris sic emancipatus, studio completo, ad i-esidentiam veniens, si per tantum
tempus in prebenda fuisset et fuisse repertus fuerit, ut mortuo et fabrice sic satisfecerit, et alios annos complevisse, quemadniodum superius est specificatum, ex tunc admittitur ad vocem et jura capitularia. VIII. DE HIS, QUI AD CAPITULARIA ADMITTUNTUR.
Item, admittendus ad capitularia, ad vocem et jura capitularia hujusmodi, tenetur Singulis
capitularibus quarumcunque ecclesiarum Trajecten., aut, qui pro prelatis habentur in ma- jor i, et canonici nostri existunt, preter decanum nostrum, duas, decano vero quatuor, et reliquis canonicis, tarn presentibus quam absentibus, unam, ac nuncio et sculteto dimidiam takam vini Renensis melioris , de quibus prepositus noster, si resideat, sive canonicus fuerit sive non , unam takam habet, decanus suas quatuor, et reliqui canonici non capitulares, ac nuncius et scultetus singuli dimidiam takam recipiunt, residuum vero dividitur inter cano- nicos capitulares, cum quibus decanus non participat, quia duplum recipit. IX. DE FRUCTIBUS ABSENTIUM ET NON CAPACIUM.
Item, pro capitularibus sunt omnes fructus absentium aut non capacium canonicorum,
nisi eorum, qui per quindenas excusantur, proveniuntque his capitularibus, qui pro ter- mini's obventionis hujusmodi fructuum sunt capitulares, sive actu sint in civitate presentes, sive ab ea earundem quindenarum pretextu absentes. Sed, si absentes hujusmodi capitulares dictis terminorum diebus fuerint extra provinciam Coloniensem, gaudent quidem, quantum ad corpus, ipsarum quindenarum privilegio tanquam pleni, sed dictorum absentium fructus non capiunt, neque quorumcunque capitularium proventuum sunt participes. Similiter, si quis aliquo terminorum, quo capitularia jura hujusmodi, etiam, qualiacunque fuerint, proveniunt, decesserit, priusquam sol nobis exoriatur, aut etiam eo ipso die aliquis ad capitularia et non pridie admittatur; hi omnes a participatione eorum, que ad capitulares spectant, participes esse non possunt. X. DE QUINDENIS.
Item, hactenus in ecclesia nostra est observatum et cotidie observatur, ut singuli canonici
prebendati, tam residentes quam non residentes, sive etiam prelati fuerint sive medii, dummodo primam suam personalem residentiam, de qua supradictum est, compleverint, et ab ilia fuerint absoluti, singulis annis a festo Remigii usque idem festum gaudere possunt absentia trium quindenarum, quocunque tempore placuerit eisdem, ita videlicet, ut, qui hujusmodi quindenis gaudere desiderant, per se vel procuratores ad hoc specialiter constitutos, coram duobus canonicis capitularibus intimare teneantur et quindenas eligere, quibus gau- dere volunt, ita, ut, verbi gratia, si quis absens vel abfuturus de termino Sancti Martini gaudere velit, id habeat vigilia Sancti Martini ante occasum solis coram duobus capitularibus, ut prefertur, intimare, qui desuper relationem facere habeant camerario mensurnali, et hujusmodi quindenarum electio tante est apud nos prex'ogative, ut, quidquid intra eandem obvenerit, aut, qualescunque termini in ipsis quindenis comprehendi possint, illorum om- nium participes efliciantur, reputeutur tanquam presentes et personaliter residentes aut cor- |
|||||
347
poraliter cxistentes in civitate, cotidianis distributionibus et aliis nonnullis superius expi'esse
duntaxat exceptis; sed, sive residentium sive non residentium, sive capitularium sive non capitularium quindene capiantur, nunquani tamen possunt cotidianarum distributionum fieri participes, ut prefertur. Item, illud etiam animadvertendum est, quod actu non residentes apud nos, se ad alterius
cujuscunque beneficii residentiam eonferentes, licet, dum residerent, fuissent capitulares, non possuut tamen hujusmodi quindenarum pretextu gaudere capitularibus obvenlionibus , nam ex tunc amplius non reputantur capitulares, sed inter plenos numerantur, gaudentque hu- jusmodi quindenis tanquam non capitulares, pleni apud nos residentes. Item, et, ne ambiguitas oriatur, quantum complecti possit aut valeat hujusmodi quindena,
sciendum est, quindecim dies integros ab hora electionis seu intimationis pro prima compu- tata usque ad annum sequentem, xim dies et ultimam inclusive in hujusmodi quindena comprehendi. XI. DE RESIDENTIBUS AUT NON RESIDENTIBUS.
Item, annus apud nos incipit et terminatur in festo Sancti Remigii, nam in eo uovi
camerarii suorum officiorum curam gerere iucipiunt. Item, quicunque igitur per majorem partem anni, qui est ab uno festo usque ad aliud
festum Sancti Remigii, fuerit continuus in residentia apud nos, pro residente reputatur. Item, residentiam autem intclligimus, non, qualis supra descripta est, prima, intra quam
pernoctare extra civitatem Trajecten. non licet, sed qualem facere estimantur, qui illam primam jam compleverunt. Tales namque, si capitulares fuerint, jurium capitularium, si pleni, sue plenitudinis, si medius, sue medietatis, juxta dividentium qualitates, perceptionc plenaria perfruuntur. Item, quod si quis actu capitularis post primam residentiam completam, et majore parte
anni effluxa, qua continuus resedit et fuit in civitate Trajecten., se absentandi duxerit animo et residendi in aliquo alio beneficio, reputabitur quidem residens capitularis pro his terminis, quibus presens fuerit, sed de residua parte anni, qua se ad aliam residentiam contulerit, reputabitur inter 'plenos, poteritque quindenarum privilegio non tanquam capitularis, sed tanquam plenus uti et gaudere. Item, et quum odiosa est ambitio quorundam simul omnia nimis avare cupientium, ita,
ut apud nos residentes, etiam in aliis beneficiis residere se dissimulantes, nichilominus fructus aliorum beneficiorum tanquam residentes in eisdem usurpare non formidant, severissimeque illud semper in ecclesia nostra est observatum, ut, si quis talis compertus fuerit, qui quidquam ex aliis beneficiis percepisset, quod non nisi residentes soliti essent percipere, is ad restitu- tionem perceptorum in ecclesia nostra, ultra ea, que absens per quindenas habere potuisset, compelleretur, atque pro non residente in illo anno, quamquam etiam capitularis esset, et per majorem ejus partem resedisset, haberetur. Item, sed, si quis citra fraudem, cum in aliquo alio beneficio resedisset, cupiat nobiscum
residere, id licitum fieri poterit, quocunque anni tempore venerit, et si ad hoc satis sit qualiflcatus, puta, quod annos debitos divisionum expectaverit, ut vel plenus vel capitu- laris , aut etiam medius fuerit in prebenda, mox ut applicuerit animo residendi, preben- dam suam nobiscum juxta eandem percipit. Et, si ante adventum hujusmodi, in alio beneficio residens, quindenas habuisset, nichilo-
minus tanquam absentis fructus integraliter ministrantur eidem. Quod etiam quidem servari solitum est in eo, qui pro majore parte anni resedit apud nos, et velit se transferre ad re- 44*
|
||||
348
|
|||||
sidentiam in alio beneficio faciendam, poterit ex tunc tanquam absens uti tribus aul pau-
cioribus quindenis antedictis, absque defraudatione eorum, que residens meruisset, sive tanquam plenus vel medius etiam capitularis. Item, et quia curiosi quicunque reperiuntur, et nimis arguti interpretes statutorum,
ea semper pio se interpretantes non defuerunt, qui, cum majorem partem anni apud nos resedissent, se ad alia beneficia transferentes quindenarum privilegio uterentur, et, elapsa alterius anni parte aliqua, cum jam illis beneficiis fecissent satis, et similiter quindenis apud nos usi fuissent denuo et residuum anni nobiscum complerent, revertebantur, arbitrantes, se tali modo posse et apud nos gaudere sue plebende plenitudine, etiam quo ad capitula- ria, si ad boc fuissent qualificati, tanquam statutis et observationibus antedictis satisfecissent. Sed, quatenus illic fraus patuit facta legi, merito suo fraude decepti etiam ambitiosa cupidi- tate fraudati sunt, et id observatum strictissime, ut talibus nicbil ex omnibus permitteretur, nisi quantum (!) tres quindene pro absentibus attribui possent. Et, ne ullus reiinquatur am- plius ambiguitati locus, taliter desuper declaramus, et, in quantum opus est, de novo sta- tuimus et ordinamus, quod quicunque canonicus noster capitularis a nobis recedens ad al- terius cujuscunqne beneficii residentiam, animo illic residendi et beneficia talia deserviendi se transtulerit, possit quidem, cum voluerit, denuo ad nos reverti et nobiscum residere, sed a juribus capitularibus per integrum annum, a die recessus sui computandum et deinceps usque ad festum Remigii post hujusmodi annum immediate venturum, penitus sit exclusus, sed corpore prebende sue interim gaudere poterit tanquam plenus. Item, sed prelatus alicujus Trajecten. ecclesiarum in sua prelatura residens, canonicus no-
ster, majori merito gaudet et utitur libertate, nam et quindenis tribus absens utitur , sicut ceteri, et presens omnium fructuum singulorum officiorum ecclesie nostre, sive plenus fuerit sive medius, particeps reputatur juxta sue prebende qualitatem, exceptis duntaxat distribu- tionibus cotidianis et earundem excrescentiis. Item, nullus autem prelatus in aliqua Trajecten. ecclesiarum, neque etiam prepositus eccle-
sie nostre ullo unquam tempore fieri potest capitularis, aut jurium particeps capitularium, cum nee decanus noster, nisi ratione prebende sue capitularis fuerit, capitularia jura sibi in perceptione possit vindicare. Item, prepositus tamen ecclesie nostre apud ipsam residens, si fuerit apud nos preben-
datus, a cotidianis distributionibus et earundem excrescentiis excludi non potest, imo, in omnibus, que canonicis obveniunt, integram capit juxta sue prebende qualitatem, portionem. XII. STA.TUTUM DE VINALIBUS SOLVENDIS.
Item, quoniam in primo articulo superius posito, mentio facta est de solutione statutorum
sive denariorum vinalium, per admissos canonicos solvenda, ne ignoretur, quantum quis- quam solvere teneatur, est sciendum, quod, quicunque prebendam in ecclesia nostra assequitur, statim in sui admissione ad possessionem solvere debet quinquaginta francos, et pro illis (quia usus eorum jam non est), quinquaginta equites Holl., pro fabrica ecclesie nostre, et tres similes pro nuntio capituli, et alios duos pro notario, qui super receptione et admissione con- ficit instrumentum. Item, prelati vero ecclesie nostre, videlicet prepositus et decanus, post admissionem ad pre-
laturam, singuli tenentur solvere fabrice duplum, videlicet centum equites, nuntio vero sex et notario quatuor. Item, thesaurarius admissus ad possessionem thesaurie tenetur, quantum canonicus ad pre-
bendam , et fabrice et servitoribus. |
|||||
349
|
|||||
Item, scholaslicus nutcm illius dimidium, videlicet XXV equites et pro servitoribus tl\.
Item, sed et duo semiprebendati imperiales singuli fabrice tenentur xx equites et pro ser-
vitoribus, sicut scholasticus. Item, duo vero episcopales fabrice duntaxat singuli XV equites, sed servitoribus, ut supra.
Item, neque omnium premissorum, sive prelatorum sive canonicorum, aut ofBciatorum
vel semiprebendatorum quisquam aliquid percipere vel levare, neque intimationes quasvis supranominatas facere aut tempus exspectantie poterit accelerare, nisi constito dominis de capitulo, de statutis bujusmodi esse satisfactum. XIII. DE DEBITIS POST MORTEM.
Item, singuli canonici in possessione prebende decedentes, et qui bus proveniunt anni gratie,
de quibus superius est specificatum, tenentur fundare perpetuum anniversarium sive memo- riam in ecclesia nostra, quatuor semiunciarum argenti singulis annis, aut pro his emendis et in redditibus collocandis exsolvere XXX flor. aur. R. XX placcas Dordracen. It., preterea sunt obligati ad dandum pallium, qualia in stationibus pendentur in choro,
quod antiquitus pandelinium appellari consuevit, aut pro illo exsolvere XXX similes flor. aur. R. It., prelati vero ecclesie nostre, puta, prepositus et decanus, sive canonici fuerint sive non,
ad hujusmodi tam anniversarium quam pallium dupliciter exsolvendum sunt obligati, etiamsi annos gratie non habuerint. It., ad ista autem nulli semiprebendati adstringuntur.
It., placuit autem capitulo, quatenus, si qui canonici dare vellent pallium tam sumptuosum,
quibus nunc ecclesie Trajecten. plereque exoi'nantur, et quorum singula duplici summa supra specificata, vix possunt comparari, ut duo canonici, aut prelatus pro duobus uno tali satisfaccrc possint. It., pro ista satisfactione premissorum, tam fructus gratie quam domus, si quas infra emu-
nitatem nostram, et preterea quidquid ipsis defunctis quomodolibet debetur, censetur obli- gari, neque aliorum creditorum cuiquam satisfacere debet, nisi ecclesie prius, deinde mem - bris ecclesie, et hinc aliis quoque debita persolvantur, si bona se extendunt. It., ad hanc autem palliorum et anniversariorum solutionem canonici non obligantur , qui
annos gratie non habent, nisi fuerint prelati, ut prefertur. It., annos gratie vero, qui canonici vero habere debeant, superius latius est specificatum,
hoc uno adjuncto, videlicet, quod nemo canonicorum nostrorum ae a civitate Trajecten. ab- sentare possit, sive animo residendi alibi sive ad nos revertendi, nisi licentia petita a de- cano aut duobus canonicis capitularibus, quodsi, hujusmodi licentia minime petita, extra civitatem decesserit, ab annis gratie penitus sit exclusus, illique ex tunc cedunt. It., sed neque prepositus neque decanus ecclesie nostre suarum dignitatum possunt annos
gratie percipere, quia illorum successores statim, solutis post possessionem statutis supra- dictis, fructus suarum dignitatum et illarum administrationem apprehendunt. It., thesaurarius nichilominus et scholasticus de hujusmodi suorum ofEciorum anno gratie
(nam unus duntaxat cedit annus eisdem) possunt suas memorias et alias pias voluntates disponere et ordinare, quodsi non fecerint, ex tunc annus gratie cedit fabrice ecclesie nostre, salvo, quod fabrica non sinit defectum aliquem contingere in his, que officia ccrnunt antedicla. XIV. DE INTRANTIBUS RELIGIONEM.
Item, si quis ex canonicis nostris prebendatis vel etiam ex reliquis bcneficiatis in ecclesia
nostra, vitam amplecti voluerit arctiorem, et religionem quamlibet approbatam ingreditur, a |
|||||
350
|
|||||
e> qua religionem intraverit, anni gratie eidem currunt, in omnibus et per omnia, at si
^'te decidisset, dummodo ad habendum annos gratie hujusmodi fuerit, jut superius est e^Pressum, debite qualificatus, hoc est, quod tantum temporis fuerit in prebenda , ut pro P'e0o vel capitulari habeatur, et residentiam primam compleverit, ut pvefertur. |. 'tern, de fructibus hujusmodi et sua debita persolvantur et anniversarius statuatur ac pal- ^ et alia, que per mortuos debentur, ecclesie nostre rite fiant.
XV. DE DEGEDENTIBUS AB INTESTATO ET TESTAMENTIS.
hem, canonic! nostre ecclesie in condendis testamentis ex ecu tores eligere possunt, quoscun-
^ voluerint, dummodo duo aut unus ad minus ex capitulo nostro inter eos existat, ne '^lice.t ecclesie jura ledantur, aut necesse sit coram non peritis rerum ecclesie computum reliqua fieri, tarn annorum gratie quam aliorum defuncto debitorum. • Item, quodsi in nominando executores omnes extraneos elegerit, et capitulares tanquam
^ognitos preterierit, reputabitur apud nos tanquam decedens ab intestate *tem, decedente autem aliquo sine testamenti descriptione et ordinatione, aut saltern exe-
.."'oi'um (ut prefertui'J nominatione et institutione, ex tunc decanus una cum defuncti cogna- i's> si cognatos in civitate habeat, alioquin assumptis sibi duobus ex capitulo, de annis gratie, 0,*lO et rebus aliis, ad honorem Dei, profectum ecclesie et salutem anime defuncti dispo- rt, quemadmodum juxta illorum conscientias salubrius videbitur expedire. XVL DE SEMIPREBEiNDARUM ANNIS GRATIE.
Item, singuli beneficiati in ecclesia nostra, dummodo apud nos residentes moriantur,
Indent integritate fructuum unius anni post mortem, proviso, quod ipsum beneficium de- ll|s obsequiis non defraudetur. Item, assequens vero aliquam semiprebendarum aut beneficiorum hujusmodi per mortem,
l.^cesse habet, ut prefertur, mortuo dimittere fructus unius anni. Sed , si assequitur per i^eram resignationem aut ex causa permutationis, is, immedietate solutis statutis, si semipre- e1da fuerit, admittitur ad fructuum suorum perceptionem. XVII. DE LITIGANTIBUS SUPER DIGNITATIBUS, PREBENDIS
ET ALIIS BENEFICIIS. • Item, observatum est hactenus in ecclesia nostra, quemadmodum etiam in aliis ecclesiis Tra-
^Iten. observatur, ut, quicunque per decanum aut vicedecanum et capitulum, ad dignitatem, ^.Qonicatum et prebendam aliudve quodcunque beneficium •vel officium est receptus vel ad- ^lssus, in eodem manuteneatur quousque legitime fuerit evictus aut cesserit sua sponte, Proviso, quod idem receptus vel admissus de indemnitate ecclesie caveat sufficienter. Et, J^aindiu possessor dignitatis, prebende, beneficii vel officii hujusmodi extiterit, tamdiu rectus percipit eorundem juxta qualitatem, ut superius latius specificatum. Quod si ob de- ^^sionem cause hujusmodi visum ei fuerit necessarium Romam petere, ad litem commodius .^cendam, postquam capitulum fuerit certificatum, licentia debet eidem liliganti ad cu-
ilaiu petendum impertiri, ac de omnibus et singulis fructus hujusmodi prelature, prebende, e*ieficii vel officii responded eidem in omnibus et per omnia, ac si nobiscum resideret,
C°lidianis distributionibus duntaxat exceptis, salvo tamen, quod coram capitulo jurabit, ob Calsam predictam, alias non iturum, se licentiatn petere, quodque nichil in prejudicium vel |
|||||
351
|
|||||
ecclesie nostre vel alicujus de eadem impetrabit, sed ecclesiam potius ac personas ejusdem
promovebit juxta posse. XVIIL STATUTUM SUPER EO, QUOD PREBEN. VACANTIUM STIPENDIO-
RUM IN PUBLIGAM ECCLESIE UTILITATEM CONVERTI DEBEANT
ET DE ANNIS EXSPECTANTIE CANONICORUM, TAM PRO
FABRICA QUAM ALIAS. (1202).
In nomine Domini Reinboldus prepositus, Henricus decanus et fratres ecclesie Sancte
Marie in Trajecto, tam presentibus quam futuris in perpetuum. Justum est, ut, quecunque ecclesiastice utilitatis causa legitime fuerint ordinata, ne mernoria hominum excidant, scripto- ria astipulatione firmentur. Quia igitur invenimus tam predecessores nostras, quam nos ipsos, in administratione rerum ecclesie nostre et maxime vacantium stipendiorum negligentes exti- tisse j post multam deliberationem, concordi consilio et unanimi consensu, in hoc omnes cOnvemmus, ut de cetera fructus vacantium stipendiorum fideliter ad publicam utilitatem ecclesie consei'ventur, ita, ut nobis eos non liceat alienare, nisi vel ad fabricam ecclesie re- parandam vel ad curtes nostras resarciandas, vel ad predia nova conquirenda et redditus ecclesie augendos; et, generaliter, ut diximus, ea sola ex predictis fructibus licebit attem- tari, que publicam ecclesie, non privatam singulorum utilitatem poterunt promovere, et ut tota nostra ordinatio nobis non in oblivionem vergat, nee successores nostras lateat, hoc etiam annectimus, ut, quicunque adultus fuerit in aliquam vacantem prebendam electus, post annum grade fructus ejusdem prebende, per biennium ad publicam utilitatem eccle- sie, sicut pretaxatum est, cedant, nisi forte idem electus, se statim serviturum choro pro- mittat; tunc enim panibus cotidianis et vino de introitu canonici, et vino elemosinai'io et caseo Zelandino et denariis convivalibus, et candela in purificatione Sancte Marie, similiter ansere et pulb's in dedicatione sit contentus usque ad transactum biennium. Si vera puer aliquis fuerit electus, similiter fructibus prebende per biennium penitus careat. Transacto vero biennio, panes cotidianos recipiat, et singulis annis quatuor libras, et ea, que caritative fratribus solent impendi, que videlicet prenominata sunt. Et hec ordinatio circa pueros facta tam diu observabitur, quousque ipsi a jugo scholarum emancipentur. Ut autem hec tam salubriter ordinata et ecclesiastice utilitati provisa , rata maneant et inconvnlsa, presen- tem paginam conscribi fecimus et earn sigilli ecclesie impressione firmavimus. Data sunt hec anno incarnationis dominice millesimo ducentesimo secundo.
Nomina fratrum, qui huic ordinationi interfuerunt hec sunt: Geldolphus, Hugo, Thi-
baldus, Everwinus , Rodolphus, Albertus, Allinus, Entzo, Arnold us, Reymarus, Thomas, Henricus, Vogelo, Pelegi'inus, Bruno, Walterus. (Istud statutum est in archivis, et copia habetur in
libra piloso). XIX. STATUTUM, QUOD SE ABSENT ARE VOLENTES, LICENTIAM PETERE
DEBEANT ET SIC GAUDERE POSSINT TRIBUS QUINDENIS, CONTU-
MACIUM VERO PREB. CEDERE DEBEANT FABRICE. (1238).
Capitulum ecclesie beate Marie Trajecten. universis presentem paginam inspecturis eter-
nam in Domino salutetn. Noscant presentes, sciant posteri, quod propter urgentem et evidentem ecclesie nostre
|
|||||
352
|
|||||
necessitatem, et, quia decanus noster, Andreas absens est, transferendo se ad studium
Pai'isiense, ad theologiam videlicet, qui vices suas per omnia nobis commisit, et maximc propter absenliam concanonicorum nostrorum, qui nullam vel modicam nobiscum faciunt residentiam, nichilominus fructus prebendarum suarum percipientes, et quia talis absentia ec- clesie nostre parit detrimentum, et chorus noster die noctuque sustinet defectum, de probo rum virorum consilio et unanimi consensu capituli nostri, laudabilem et honestam statuimus ordinationem, que talis est: quod, quicunque concanonicorum nostrorum licentia absen- tandi voluerit congaudere, a decano, si presens fuerit, licentiam debet impetrare; si decanus presens non fuerit, a quinque vel quatuor saltern concanonicis suis licentiam debet impe- trare, qui ipsi testimonium perbibeant de licentia impetrata; et sic gaudebit continuato spatio sex septimanarum vel trium quindenarum, et non amplius infra annum, sicuti hac- tenus est observatum. Item, si cause evidentes emerserunt, videlicet peregrinationis, studii, egritudinis et exberedationis, et si que alie cause evidentes et manifeste, a decano, si presens fuerit, et capitulo, licentia debet impetrari; si vero decanus presens non fuerit, a capitulo debet licentia obtineri. Qui autem contra hoc statutum venerit, sciat, se ab officio et beneiicio suspensum, tanquam inobedientem vel etiam contradicentem, et servabit penam, que ab antiquo contumacibus et inobedientibus est statuta. Statuimus etiam, quod contumaces et inobedientes, fructus prebende sue, quos sub tempore suspensions et inobe- dientie percipere poterant, non recipient, sed fabrice aut usui ecclesie deputabuntur. Ut autem bee ordinatio stabilis et firma et inconvulsa permaneat, presentem paginam conscribi fecimus et ecclesie nostre sigilli munimine roborari. Nomina autem canonicorum, qui huic ordinationi interfuerunt, sunt hec: Wicberus,
Henricus, Christianus, Reinboldus, Johannes, Otto, Volcanus, Theodoricus, Henricus, Hugo et Florentius. Acta sunt hec anno domini millesimo ducentesimo tricesimo octavo, mense Decembri in
die Lucie virginis. (Statutum prescriptum est in arcbivis, et habetur illius
copia in libro piloso). XX. STATUTUM, QUOD IS, QUI SE ABSENTARE VOLUERIT, DIEM
EXITUS ET REDITUS ANNOTARE TENETUR, ALIOQUIN PRO
ABSENTE REPUTABITUR, (1497).
Anno XIVcXCvn crastino Katherine, XXVI'Novembris, decanus et capitulum in domo ca-
citulari capitulariter congregati, unanimiter concluserunl et statuerunt, quod si deinceps ali- quis dominorum aut beneficiatorum in ecclesia nostra contigerit se absentare a civitate Trajecten., talis signare et scribere debet dies recessus et adventus sui, ex ea et in eandem, et hoc medio juramento suo sic confirmare, ne desuper quippiam terminorum dubium de sua ab- sentia capitulo generetur, alioquin talis pro absente in eisdem reputabitur. (Istud habetur in protocollo ecclesie nostre).
XXI. STATUTUM SUPER ANNO GRATIE CANONICI RELIGIONEM
INTRANTIS, (1238).
Universis christifidelibus, episcopis, abbatibus', archidiaconis, prepositis, decanis, capitulis
omnibus presentiuin literarum inspecturis, W. propositus, A. decanus, totumque capitulum |
|||||
353
|
|||||
beate Marie in Trajecto, cum orationum frequentia, salutem in omnium salvatore. Quia di-
versitatem corporis diversitas sepe sequitur animorum, necessarium est, ut, quod pro com- muni bono et utilitate fratrum nostrorum, tarn presentium quam futurorum, preter con- suetudinem hactenus servatam, in consuetudinem bonam et honestam de cetero servandam, pie et caritative est inductum, ita scripti memorie commendetur et sigilli munimine con- signetur, ne quisquam superveniens suo sensu revocare valeat, aut aliorum suggestione et incre- mento temere irritare presumat, inde est, quod nos, universis vobis, tam presentibus quam futu- ris, presente scripto significamus, quod nos hominum qualitates attente attendentes, sensuumque suorum varietates diligenter considerantes, de communi fratrum nostrorum consensu omni- umque voluntate, pio ac fraterno moti affectu ordinavimus, ut, si quemquam de canonicis nostris vitam monasticam assumere vel ad habitum alterius cujuscunque ordinis contigerit se ti'ansferre, a die, qua religionem inti'averit, ad annum, eodem per omnia jure eademque gratia, qua annus gratie ei cedere deberet, si jam mortuus esset, idem annus grade eidem tunc cedat, et sine qualibet difficultate seu diminutione integraliter per totum annum, ut supradictum est, amministretur. Ad hec compromisimus, unanimi consensu et pari voto, in caritate, ut, si quis fratrum morte preventus et intestatus decesserit, decanus et cognati taliter defuncti, si cognatos habuerit, sin autem, ipse decanus, adbibitis quibusdam fratri- bus fidedignis, disponet de anno gratie, de domo et aliis rebus sdis, sicut melius poterit, ad honorem et profectum ecclesie et ad ipsius defuncti salutem. Hanc igitur laudabilem vo- luntatem et ordinationem nostram volumus firmissime teneri, ut nulli de fratribus nostris liceat presentem paginam ecclesie nostre sigillo munitam infringere. Nomina fratrum, qui contractui interfuerunt, hec sunt: Walterus prepositus, Andreas decanus, Bruno, Witerus, Henricus, Christianus, Reinboldus, Johannes, Otto, Godefridus, Gherardus, Salutarius, Theodericus, Henricus, Ditmarus, Arnold us, Wilhelmus, Theodericus, Hugo, Florentius, Martinus, Ghiselbertus, Daniel. Acta sunt hec anno dominice incarnationis millesimo ducentesimo tricesimo octavo, pon-
tificatus dni Gregorii pape anno undecimo, anno gloriosissimi imperatoris nostri Friaerici semper Augusti, sui regni vicesimo primo, imperii autem decimo tertio, anno vero Electi Ottonis quinto, hec autem litera comprobata est. (Statutum istud est in archivis, et copia habetur in
libro piloso). XXII. STATUTUM SUPER DDOBUS ANNIS GRATIE ET DUOBUS
MENSIBUS, TAM PRO DEFUNCTIS, QUAM RELIGIONEM
INTRANTIBUS. (1248).
Wilhelmus, prepositus et Engelbertus decanus, totumque capitulum ecclesie Sancte Marie
Trajecten., universis presentia visuris , eternam in domino salutem. Scire volumus universos et singulos , quia , sicut in pluribus aliis ecclesiis, ita etiam et in nostra, pia et laudabilis jam dudum consuetudo est habita et a predecessoribus nostris privilegiata, nee non et a nobis hactenus observata, videlicet, ut quemcunque fratrum nostrorum viam universe carnis ingredi contin- gent, vel si etiam religionem intraret, tempore a die obitus sui, vel quo religionem intraverit, per annum unum et mensem , fructus unius prebende integraliter percipiat, alii vero duo anni proxime sequentes, ad usum et ad fabricam ecclesie cedant memorate. Verum cum ergo tam ecclesia quam fratres nostri, turn per discordiam in ipsa ecclesia jam longo tempore subortam, turn vero propter exactiones procurationis dni Petri legati, turn ratione crucis, ni. 4&
|
|||||
354
|
|||||
nee non et ..... auctoritate apostolica a nobis extortas, grave et quasi intolerabile, tam spi-
ritualibus quam tetnporalibus, perpessi suums detrimentum, in tantum etiam, ut vix adjicia- mus, quod resurgamus, et ob hoc concanonici nostri nimium. in temporalibus sint attenuati, nee non gravi debitorum onere oppi'essi, quod sibi non sufficiunt ad relevandum tam grave damnum et ineommodum; postremum vero, discordia supradicta sopita et fratribus capi- tuli ad se reversis ad invicem contulerunt, qualiter et qualem fratribus medelam possent ad- hibere, ut sibi sufficerent ad relevandum; Habito igitur tam prelatorum quam aliorum proborum viroium consilio, fratres unanimiter in hoc convenerunt, et previa deliberatione statuerunt, ut quemcunque de fratribus ecclesie Sancte Marie de cetero mori contingat, tempore et a die obitus sui, vel quo religionem intraverit, propter premissa , ad duos annos et ad duos menses, fructus prebende sue , ac si viveret, cum omnium integritate percipiet de gratia, ad debita sua persolvenda, et ad suam necessitatem relevandam, alii vero duo anni proximo sequentes, sicut prius, ad reformationem et ad usum ecclesie cedent supradicte. Nos vero, qui sumus pro tempore, quorum nomina sunt subscripta, volumus et juramento confir- mamus, ut supradicta a nobis pie et laudabiliter statuta, inviolabiliter observentur. Nostri Vero successores idem jurabunt, sicut et nos, se observaturos. Huic ordinationi et statuto interfuerunt: Walterus prepositus, Engelbertus decanus, Henricus de Mewenborch, Chris- tianus, Reinboldus, Johannes de Meerlo, Otto, Theodoricus Camerarius, Godefridus de Kuic, Henricus, Splinterus, Theodoricus de Colonia , Hugo, Ghiselbertus, magister Mar- tinus, Walterus et Bartolomeus, canonici Sancte Marie Trajecten. Ut autem hec rata et in- convulsa permaneant, et tam a nobis quam a nostris successoribus firmiter observentur, presens scriptum venerabilis patris Ononis episcopi Trajecten. ecclesie nostre, necnon W. prepositi et E. decani sigillis fecimus l'oborari. Datum et actum anno dni millesimo ducentesimo quadragesimo octavo, in vigilia annun-
tiationis beate Maiie virginis. (Statutum presens est in archivis, cujus copia habetur
in libro piloso). XXIII. ALIUD SUPER EISDEM ET PREBENDIS ABSENTIUM. (1264).
Capitulum ecclesie beate Marie Virginis in Trajecto, universis presentem literam inspectu-
ris, memoriam sempiternam. Ad notitiam pervenire volumus singulorum, quod nos in capi- tulo nostro communiter constituti, tam nostro quam successorum nostrorum honori et tran- quillitati mentium diligenti sollicitudine intendentes, de fratribus et canonicis nostris ab hoc mundo migrantibus, aut religiosum habitum assumentibus, et de eisdem absentibus, qui foranei nuncupantur, et quantum unicuique de fructibus prebende sue in ecclesia nostra rationabiliter administrari debeat, a nobis et nostris successoribus, statuimus in perpetuum observandum, ut omnis inter nos dubietatis occasio conquiescat, ita videlicet, ut fructus prebende per biennium continue a die obitus sui vel assumptionis habitus, et per duos menses cedent eidem, prout in trigesimas partes inter nos equaliter dividuntur, ad testamenta con- denda et debita persolvenda, ita tamen, quod semper duo festa, obitus beati Martini et cathedre Petri, cum fructibus in his distribuendis, cedent eidem, et nichil amplius, quocunque casu etiam contingente; de duobus vero mensibus proxime subsequentibus, quocunque etiam tempore per revolutionem anni proveniunt, ordinavimus, quod idem per dictos suos menses panem suum cotidianum, tam album quam nigrum recipiet, et tres libras; et cedens vel de- cedens erit contentus fructibus supradictis. De vini etiam receptione taliter ordinamus, quod idem semper vina duorum annorum recipiet, quocunque etiam tempore moriatur vel habitum |
|||||
355
|
|||||
assumpseril regularem, et, si decesserit quisquam vel habitum transformarit, postquam vinum.
divisum fuerit inter fratres, nichilominus vina duorum annorum proxime subsequentium, preter vinuin divisum, cedet eidem. De fratribus vero nostris, etiam de canonicis, qui fo- ranei nuncupantur, in hunc modum duximus ordinandum, ut camerarius et duo alii nostii concanonici, quos ad recipiendum fructus decimarum nostrarum ordinari contigerit, post- quam decime locate fuei'int, in unum conveniant, et, omnibus deinde de decimis locatis in unam summam redactis, discernant, quantum cuilibet fratrum ex ipsis fructibus competere potent quolibet mense per annum, habito respectu competenti ad summam, que quibusdam nostris debitoribus sepius relaxatur. Hoc diligenter excusso, exhibebitur hujusmodi foraneo, quando presens fuerit, quantum ei competere poterit ex eo tempore, quo nobiscum perso- naliter commoratur, cum ceteris mensurnalibus denariis et pane diurno. Et hec inter festa obitus bead Martini, et Philippi et Jacobi, ordinavimus observanda. Si vero post kalendas Maji hujusmodi foraneus veniret, administrabitur ei fraterne, quidquid aliis fratribus exhibetur. Si vero inter festum obitus bead Martini et calendas Maji quisquam presens fuerit, et sufficienter cavere voluerit, quod per annum nobiscum continue commorari...., fraterne fiet ei de omnibus tanquam nobis. Si etiam speramus de adventu alicujus foranei ante kalendas Maji, reserve- tur tantum de fructibus prebende sue temporis preteriti, ut ei possit de fructibus, ei compe- tentibus, per omnia responderi. Et sicut de fructibus decimarum et aliorum bonorum nostrorum, sic etiam de divisione vini inter nos statuimus observandum, ut omnis inter nos et successo- res nostros in posterum disceptationis et dubietatis occasio delitescat. Actum et ordinatutn feliciter anno dominice incarnationis millesimo ducentesimo sexagesimo quarto, in crastino beati Mathei apostoli. In cujus rei testimonium et menioriam sempiternam presentem literam sigillo ecclesie nostre fecimus communiri. (Statutum presens est in archivis, cujus copia habetur
in libro piloso). XXIV. STATUTUM QUOD SGHOLARIS CANONICUS NOSTER NISI
XXI. AN. ETATIS SUE COMPLEVERIT, EMANCIPARI NON DEBEAT. (1264).
Capitulum ecclesie beate Marie Trajecten. universis presentes visuris, memoriam sempi-
ternam. Ad abolendam, que nobis et nostris successoribus in posterum suboriri poterit, questionem, et, ut omnis inter nos dissensionis occasio conquiescat, in communi nostra capitulo constituti, tarn nostre quam successorum nostrorum honestati et mentium tran- quillitati solerti desiderio pro viribus intendentes, diligenti deliberatione prehabita, con- sensu unanimi, super emancipatione scholarium , tam prelatorum quam canonicorum nostro- rum, talker duximus ordinandum et nobis nostrisque successoribus statuimus observandum. ut, quicunque scholaris in nostrum receptus fuerit canonicum et confratrem, nisi prius vi- cesimum primum annum sue etatis cumpleverit, nullatenus emancipationis beneficium asse- quatur, sed studiosus insistat scholasticis disciplinis et jugo subjaceat per omnia magistrali, et maturitate temporis in studii fornace perfecte detectus, chorali nostre consuetudini, nee non literalibus studiis plenius imbuatur, elapsoque anno vicesimo primo etatis sue, si ex tunc scholaris emancipandus, prelatus sive canonicus, morum maturitate, literarum scientia ydo- neus seu competens inventus fuerit et probatus, scholasticus ecclesie nostre scholarem hujus- modi decano et capitulo presentabit tempore succedente et emancipationis ei gratiam ex tunc polerint unanimiter impartire, nee scholasticus sine decano et capitulo, nee capitulum 45*
|
|||||
356
|
|||||
sine scholastico, dummodo copla ejus commode haberi poterit, super emancipatione liujusmodi
quicquam attemtare poterit aut debebit. Ut omnis inter nos discrepationis materia conquiescat, dictus etiam scholaris, durante prefato termino, etiam si presens fuerit, nichil de fructibus prebende sue recipiet, nisi, ut hactenus de scholaribus canonicis noseitur observatum, tem- poribus retroactis, a die vero emancipationis, idem capitulo per biennium carebit omnino, nee tractatibus capituli sue ecclesie intererit, nisi ex gratia ipsum quandocunque ad hoc contigerit invitari. Et hec nobis nostrisque successoribus in perpetuum ordinamus observanda. In cujus rei testimonium et memoriam sempiternam presentem literam sigillo ecclesie nostra, nee non domini Theodorici scholastici ecclesie nostre, qui huic ordinationi nobiscum presens nderat, sigillo fecimus communiri. Actum in capitulo nostro, anno dominice incarnationis miUesimo ducentesimo sexagesimo quarto, in crastino beati Nicolai episcopi. (Istud statutum est in archivis, cujus copia habetur
in libro piloso). XXV. STATUTUM, QUOD ELEGTI IN DISCORDIA, PERCEPTIONE PRE-
BENDARUM CARERE DEREANT AD FINEM LITIS, FRUCTIRUS
INTERIM AD UTILITATEM ECCLESIE SEQUESTRATIS.
(1287).
Nos decanus et capitulum ecclesie beate Marie Trajecten., omnibus presentem literam vi-
suris vel audituris, salutem et cognoscere veritatem. Quum propter varietates hominum et frequentes diseordias in electionibus multa danipna ecclesie nostre evenerunt, et magna pericula nobis imminent, propter negligentiam divinorum, previa deliberation duximus statuendum , ut, si forte, inimico hominum subseminante sesaniam, in electione contigerit discordari, et plures ad dignitatem unam vel prebendam vel aliud beneficium eligi conti- gerit, uterque electus se absentabit a choro, et nichil etiam percipiet de proveutibus beneficii sic adepti, sed omnes fructus medii temporis ad usus ecclesie colligentur, donee alter ab altero per sententiam evincatur, vel ei cesserit in premissis. Si etiam, quod absit, sic electi vellent se ingerere seu de fructibus aliquid contra hujusmodi attentare, nemo nostrum in hoc communicabit eidem, sed omnes resistemus ipsi, nee hoc sibi sustinebimus, communibus laboribus et expensis. Et singula premissa sub fidelitate, qua adstricti sumus ecclesie nostre, et sub juramento in primo introitu nostro prestito, promittimus etiam unanimiter observare. In cujus rei testimonium, presentem literam sigillo nostre ecclesie fecimus roborari. Datum anno dni millesimo ducentesimo octuagesimo septimo in crastino Barnabe apostoli.
(Statutum istud est in archivis et ejusdem copia habetur
in libro piloso). XXVI. STATUTUM, QUOD THESAURARIUS ET SCHOLASTICUS DE
FRUCTIRUS UNIUS ANNI POST MORTEM TESTARI POSSINT , ALIOQUIN CEDANT FABRICE. (1290). ' Johannes, Dei gratia Trajecten. Electus, omnibus presentia visuris , salutem in omnium
salvatore. Gum ex officii nostri debito vigilanti animo inteudere teneamur, ut ecclesiarum nostrarum consulatur utilitati, ut, remota ab eis contentionis et scrupuli materia, ibidem sit quieta conversatio, inspicientibus placita Deo grata, attendentes, quod nuper, yacante the- |
|||||
357
|
|||||
sauria ecclesie beate Marie Trajecten. per mortem bone memorie dni Henrici, quondam
prepositi Xancten,, cum in dubium verteretur de percipiendis fructibus dicte thesaurie post mortem defuncti, inde merito potuisset et posset in posterum questionis materia suboriri, et cum dilectus noster Ghiselbertus, nunc thesaurarius, a tempore institutionis sue per annum et amplius exspectaverit, antequam fructus perciperet ab eadem, ad tollendam omnem questio- nis materiam, et ut ecclesie consulatur, nee non tam presentium quam futurorum provideatur saluti, habito super boc cum capitulo supradicte ecclesie et fratribus diligenti tractatu, pre- via deliberatione, statuimus, ac de consilio et consensu ipsorum ordinavimus, quatenus deinceps, quotiens in ecclesia beate Marie predicte thesauriam sive scholastriam vacare contigerit, ex tunc a tempore mortis sive renuntiationis, fructus ejus Jem, per integrum an- num, cedant ipsi et ad opus ecclesie ac utilitatem, et infra ecclesiam omnimode convertendi, ita tamen, quod decedens sive cedens liberam habeat voluntatem de hiis ordinandi ac dis- ponendi, si voluerit, ut de ipsis anniversarius suus vel alio modo memoria sui flat, et quomodo debeant distribui inter fratres, alias, si non disposuerit, nichilominus pro tempore fructus, ad comparandos redditus, distribuendos presentibus, ipsi ecclesie remanebunt, proviso ctiain , 3uod medio tempore nullum ecclesia sive chorus patiatur in divinis officiis sive ministeriis
etrimentum, sea per ipsum capitulum modo debito suppleatur. Et, ut bee rata et firma permaneant et inviolabiliter sub debito juramenti, quo tenentur ipsi ecclesie canonici, ob- serventur, presentibus sigillum ipsius ecclesie, una cum nostro, ad majorem fecimus securi- tatem apponi. Datum anno dni millesimo ducentesimo nonagesimo, in octavis pentecostes.
(Statutum presens est in archiv.'s).
XXVII. CONFIRMATIO STATUTI PRESCRIPTI PER ORDINARIUM.
(1365).
In nomine dni Amen. Anno a nativitate ejusdem millesimo trecentesimO sexagesimo quinto,
indictione tertia, mensis Decembris die vicesima tertia, hora tertiarum vel quasi, pontifica- tus sanctissimi patris et dni nostri, dni Urbani, divina providentia pape Quinti anno quarto, constitutus coram me, notario publico, ut autentica persona, et testibus subscriptis, specialiter ad hoc vocatis et rogatis, venerabilis vir, dns Johannes Tengenagel, canonicus capitularis ecclesie beate Marie Trajecten., in piesentia etiam venerabilium virorum, dominorum Ro- geri de Echt, Henrici de Brandenborrich, Hugonis Herdeboll, Olbrandi de Alcmaria, Gherardi Vrencken, Nic. de Maerssen, Johannis Tam de Woudrichem et Arnoldi dicti Vos de Driel, canonicorum capitularium prefate ecclesie beate Marie, presentavit et exhibuit ac perlegit publice quasdam literas vero sigillo bone memorie Rdi patris et domini, dni Jo- hannis de Diest, quondam episcopi Trajectensis, cum cera rubea sigillatas, non abolitas, non vitiatas, non cancellatas, non abrasas, nee in aliqua earum parte suspectas, ut prima facie apparebat, quarum tenor inferius describitur, quas per me Johannem, notarium infrascrip- tum, publica mea auctoritate officii et decreti, petiit ad perpetuam rei memoriam conscribi et Jjublicari, Egoque notarius publicus infrascriptus, visis et diligenter inspectis una cum in-
rascriptis testibus, viris utique literatis et honorabilibus, Uteris supradictis, et, reputans pe- titionem dicti dni Johannis Tengenagel justam et consonam equitati, ipsas literas transscripsi et in publicam formam redegi, volens, quantum ex officio mei tabellionatus, publica auctoritate, potui et possum, quod deinceps transscripto hujusmodi plena fides adhibeatur, et in omnibus et per omnia, ac in judicio et extra, sicut et originalibus Uteris sepedictis, et ad et propter hoc meam auctoritatem publicam ex officio publico mei tabellionatus, apostolica et imperiali |
|||||
358
auctoritate interposui pariter et decretum', ad petitionem dni Johannis Tengenagel memorati.
Tenor autein dictarum literarum de verbo ad verbum talis est: »Johannes" Dei gratia episcopus Trajecten., ad universorum notitiam deducimus per pre-
sentes, quod nos litems infrascriptas, non abolitas, non cancellatas, non abrasas, nee in ali- qua earum parte corruptas, veris sigillis eorum, quorum esse dicuntur, sigillatas, prout prima facie apparebat, vidimus et legimus, tenorem de verbo ad verbum, qui sequitur, continentes: Johannes, Dei gratia, Trajecten. Electus, etc., prout supra in precedente litera ad longum etc., quibus per nos visis et lectis , discretus vir, dns Johannes de Iselstein, the- saurarius ecclesie beate Marie Trajecten. predicte, nobis humiliter supplicavit, ut ipsas literas et contenta in eisdem tanquam rite et canonice facta sunt, in Dei nomine, auctoritate nostra ordinaria , ratificare, approbare et confirmare dignaremur. Nos, sue supplicationi tanquam rationabili annuentes, consideralis in talibus cousiderandis, predictas literas et omnia et sin- gula in eis contenta et expressa, prout ea rite et canonice facta sunt, in Dei nomine, auctoritate nostra ordinaria, ratiflcamus, approbamus et hiis presentibus confirmamus, harum nostrarum testimonio literarum. Datum Trajecti, anno dni millesimo trecentesimo......
sabbato post beati Odulphi confessoris.
Acta fuerunt hec Trajecti in ecclesia beate Marie Trajecten. predicta, anno, indictione,
mense, die, hora et pontificatu supradictis, presentibus discretis viris et honestis dnis Hen- rico Trinde semiprebendato, Abraha wter Coernmarckt, Coni-ado de Xanthen, Johanne de Brandenborch, presbjteris, perpetuis vicariis in prefata ecclesia beate Marie Trajecten., testibus ad premissa vocatis specialiter et rogatis. Et ego Johannes Mokaert, clericus Trajectensis dioec., publicus apostolica et imperiali
auctoritate notarius, presentationi et exhibitioni dictarum literarum et aliis premissis omnibus et singulis una cum dictis testibus interfui et ipsas literas transscripsi et in hanc publicam formam redegi, ac exinde ad eas cum presenti transsumpto seu instrumento publico diligenter collationem feci, et contenta in eis concordare inveni, unde ipsam publicavi et eis, ut pre- mittitur, nieam publicam auctoritatem ex officio mei tabellionatus predicto interposui pariter et decretum, ad supradicti dni Johannis Tengenagel petitionem, et hoc publicum instru- mentum signavi, meo solito signo roboravi in testimonium premissorum. (Ista confirmatio habetur in libro piloso).
XXVIII. STATUTUM DE SOLVENDO KARRATAM VINI IN RECEPTIONE
AD CANONICATUM ET PREBENDAM, AUT PRO EA XXX" L. NIGRORUM. (1321).
Ernestus, Dei gratia decanus totumque capitulum ecclesie b. Marie Traject. ad successorum
nostrorum et omnium, quorum interest vel interesse contigerit, notitiam deduci volumus per presentes, quod cum quedam honeste , laudabiles et prescripte consuetudines ex antiquo in ecclesia nostra predicta a predecessoribus nostris et a nobis inviolabiliter hactenus sint observate, videlicet, quod, quandocunque scholaris in canonicum eligatur, sub correctione et regimine magi- stri esse debeat, quousque vigesimum primum annum etatis sue compleverit, ac antequam email- cipetur a scholis, episcopatum suum solemniter celebrare et servire, vel in recompensam, decano et capitulo triginta libras nigrorum Turonensium solvere , et cum hoc unam karratam boni vini, eisdem decano et capitulo teneatur propinare. Similiter et, si adultus eligatur in cano- nicum , ad propinationem unius karrate boni vini electoribus suis et aliis , qui vinum suum solverint, ex debita consuetudine predicta, est adstrictus. Sed quia predicta consuetudo pre- |
||||
359
|
|||||
scripta et laudabilis nunc propter diversa pericula et necessitates, videlicet, turn propter vini
ac omnium aliarum rerum usufructualium cai'istiam , turn etiam propter electorum in ca- nonicos inopiam, pertinaciam et desidiam, ipsa laudabilis constitutio, lapsu temporis quo- dammodo minuta sit, sed non pulsa, juramenti nostri in introitu nostro prestiti merito non immemores, ipsam consuetudinem, non solum erigere sed erectam stabilire nisi sumus, et flrmiter observare, consensu unanimi duximus statuendum, et sub debito juramenti nostri et successorum nostrorum prestiti et prestandi pro statuto perpetuo observando, ita videlicet, quod, sive adultus sive scbolaris in canonicum eligatur, a die receptionis ejus ad osculutninfra mensem immediate sequentem, electoribus suis, ac aliis, qui vinum suum solverunt, kaf- ratam vini propinare, vel pro ipsa triginta libras nigrorum Turonensium solvere teneatur. Quod si non fecerit, medietas fructuum prebende sue per camerarios et ofliciatos ecclesie nosti'e pro tempore existentes, usque ad completam summam prenotatam, sequestretur, col- ligatur et servetur. Et, ne sic electus, de malitia, pertinacia et desidia commodum vel eino- lumentum, sed potius damnum consequi videatur, portio sua, que sibi vi consuetudinis prelibate competere videatur, de ipsis triginta libris, electoribus suis ac aliis, ipso omisso, prout moris est, dividatur. Harum nostrarum testimonio literarum sigillo nostri capituli mu- nitarum. Datum et actum anno domini millesimo trecentesimo vigesimo primo, in ci'astino exaltationis sancte crucis. (Statutum prescriptum est in arcbivis et copia habetur
in libro piloso). XXIX. STATUTUM DE VINO DANDO IN PRIMA RECEPTIONE CANONI-
GORUM, ET DE EMANCIPATION CANONICORUM, QUI EPISCO-
PATUM CELEBRARUNT. (1362).
Universis presentia visuris vel audituris, decanus et capitulum ecclesie beate Marie Tra-
jecten., ad successorum nostrorum et omnium, quorum interest vel interesse contigerit, notitiam deduci volumus per presentes, cum de antiqua et hactenus in ecclesia nostra observata con- suetudine, is, qui in dicta ecclesia nostra noviter in canonicum et in fratrem, aut in prela- tum , quavis auctoritate, recipitur, vel electione, aut alio quovis modo, quacunque auctoritate, assumitur vel admittitur, vinum decano et capitulo liberaliter dare consueverit, fueritque postmodum juxta dictam consuetudinem inter nos altercationis materia sepe exorta, quod diversi dictam consuetudinem et ipsum statutum diversimode plura inferentes dubia, pro sue interpretabantur libito voluntatis; Nos igitur omnem dubitationem circa consuetudinem et statutum hujusmodi exortam ammovere volentes, unanimi consensu duximus statuendum , et sub debito juramenti nostri et successorum nostrorum prestiti et prestandi pro statuto per- petuo observando, ita videlicet, quod, quicunque scholaris in canonicum et in fratrem eligatur, sive adultus, quavis auctoritate, per decanum et capitulum recipitur seu admittitur, a die receptionis ejus ad osculum, antequam fructus prebende aliquos, privilegio, indul- gentia, gracia, vel alio quovismodo percipere poterit pacifice, per se vel alium, vel quod per eum non steterit, quominus percipiat, et de presenti statuto certificatus fuerit, nobis, decano et capitulo, aut electoribus suis ac aliis, qui vinum suum solverunt, ex debito consuetudinis predicte sex amas boni vini Renensis mensure civitatis Trajecten., suis propriis laboribus et expensis ac periculis, solvere teneatur. Nichilominus tamen predictus scholaris, qui sic eligi- tttr, .sub correctione et regimiue magistri esse debeat, quousque vicesimum primum annum etatis sue compleverit, et antequam emancipetur a scholis, episcopatum suum solemniter celebrare |
|||||
360
|
|||||
etservire, vel in recompensam, decano et capitulo etiam, ut dictum est, vinum supradictum
teneatur propinare. Et, qui vero in prelatum dicte ecclesie nostre qualitercunque, quavis auctoritate assumitur vel admittitur, antequam de fructibus dicte sue pielature et administra- tione aliquo modo se intromittat, duodecim amas boni vini Renensis, ut supradictum est, decano et capitulo, ut premittitur, solvere non omittat. Quod si vero scholaris, qui sic eligitur, sive adultus, qui quavis auctoritate, ut predictum est, assumitur seu admittitur, aut qui in prelatum dicte ecclesie nostre, quavis auctoritate recipitur vel admittitur, predicta omnia et singula facere et adimplere contumaciter recusaverit, vel aliquo modo se opposae- rit, ex tunc fructus prebendarum dicti scholaris seu adulti, aut fructus et administrate dicte prelature, que eis ex nostra admissione vel alias quacunque provisione competere vi- deantur, per camerarios et officiatos ecclesie nostre pro tempore existentes, ad usus decani et capituli sequestrentur, colligantur et serventur. Et, ne sic scholaris sive adultus, aut qui in prelatum assumitur, de malitia, pertinacia et desidia, commodum vel emolumentum assequi videalur, et, predictis omnibus omissis et neglectis , fructus prebendarum suarum, sive fruc- tus administrationis prelature ecclesie nostre predicte, ut moris est, inter capitulares divi- dantur. Harum nostrarum testimonio literarum, sigillo nostri capituli munitarum. Datum anno dni millesimo trecentesimo sexagesimo secundo, ipso die beati Remigii. (Statutum istud habetur in libro piloso).
XXX. STATUTUM SUPER REDEMPTIONE PENSIONIS DOMORUM
CLAUSTRALIUM. (1326). Nos Rudolphus, Dei gratia decanus totumque capitulum ecclesie beate Marie Trajecten.
ad universorum notitiam deduci volumus per presentes, quod deliberati concorditer, consen- simus et consentimus, quod, quicunque canonicorum ecclesie nostre predicte, pensionem, quam super area et domo sua , nostro capitulo debitam habuerit, earn pensionem, in alios certos redditus capitulo nostro in recompensam sufficientes, aut etiam super aliis et alterius area et domo, sitis in emunitate nostra, transferendo possit et valeat licite commutare, ita tamen, quod ante translationem hujusmodi permutationis, capitulum nostrum indemnem ha- bitum videatur, et ei tam in redditibus quam in pensione, super aliis areis ita acceptandis, de valoris recompensa certitudinaliter caveatur. In quorum omnium testimonium, sigillum ecclesie nostre presentibus est appensum. Datum anno dni millesimo trecentesimo vicesimo sexto, die dominica, qua cantatur: Reminiscere.
(Statutum presens est in archivis, cujus copia habetur
in libro piloso). XXXI. STATUTUM DE ANNIS, QUIBUS PERMUTANS TENETUR EX-
SPEGTARE JUXTA PERMUTANTIUM QUALITATES. (1333). Universis presentia visuris, nos capitulum ecclesie beate Marie Trajecten., vacante nostro
decanatu, facimus manifestum, quod nos, questionis materiam amputare et indemnitatibus ecclesie nostre predicte, in quantum possumus, occurrere desiderabiliter affectantes, delibe- rate consilio et communi consensu nostro, propter evidentem necessitatem et utilitatem ecclesie nostre antedicte, duximus statuendum, et his presentibus consensu Rd> patris, domini nostri episcopi Trajecten., ad hoc accedente, statuimus et ordinamus in hunc modum, ut, qui- cunque canonicus noster capitularis cum aliquo clerico, cujuscunque ordinis aut status existit, canonicatum et prebendam permutaverit, idem' clericus per biennium continuum et duos |
|||||
?S1
|
|||||
menses, antequam capitularis fiat, aut vocem in capitulo habeat, exspectabit, nee, bienni'o
elapso, vocem in capitulo habebit, nisi residentiam fecerit, secundum consuetudinem ecclesie nostre memorate, presentias vero integras, memoriam integram, servitium integrum aut quod pro servitio datur, percipiet, reliquorum vero bonorum omnium media pars cedet permu- tanti, altera medietas fabrice ecclesie nostre antedicte. Si vero canonicus non capitularis, in plena tamen perceptione existens, permutantem per quadriennium et duos menses expecta- vit, antequam capitularis aut vocem in capitulo babebit, nee tunc, nisi residentiam fecerit, presentias vero memoratas, servitium et medietatem omnium bonorum aliorum recipiet, prout in primo articulo est expressum. Si vero canonicus non capitularis, non in plena perceptione existens, canonicatum et prebendam permutaverit, per sex annos continuos et duos menses, antequam capitularis, aut vocem in capitulo habeat, expectavit, nee tunc, nisi residentiam fecerit, presentias vero memoratas, servitium et medietatem aliorum bonorum per quadrien- nium , post vero quadriennium predictum fructus integros, videlicet, tricesimam partem omnium bonorum, percipiet, cujusque contradictione non obstante. Item statuimus, quod, quicunque canonicatum et prebendam ecclesie nostre predicte per liberam resignationem alicujus canonici nostri adeptus fuerit, per sex annos continuos, antequam capitularis , aut vocem in capitulo habeat, exspectabit, nee tunc, nisi presens residentiam fecerit, presentias vero memoratas, servitium et alios fructus et proventus ecclesie nostre percipiet, prout de canonicis non capitularibus, non in plena perceptione existentibus, permutantibus, superius est statutum. In quorum testimonium omnium sigillum ecclesie nostre duximus apponendum. Datum anno dni millesimo trecentesimo tricesimo tertio, sabbato post Translationem Sancti Martini, (Statutum presens est in archivis, cujus copia habetw-
in libro piloso;. XXXII. CONFIRMATIO EPISCOPI DESUPER. (1334).
Johannes, Dei gratia Episcopus Trajecten., universis presentes literas inspecturis vel audituris,
volumus esse notum, quod nos statuta in literis, quibus nostre presentes litere sunt transfixe, prout ibidem continentur, auctoritate nostra ordinaria ex certa scientia ratificamus, confir- mamus et approbamus , presentium literarum testimonio, appensione nostri sigilli munitarum. Datum Trajecti, anno dni millesimo trecentesimo trigesimo quarto, in crastino Conversionis beati Pauli. (Confirmatio ista est in archivis et copia babetur in
libro piloso). XXXIII. STATUTUM SUPER BASTONIO AD XII ANNOS
INTRODUCTO. (1333). Nos, capitulum ecclesie beate Marie Trajecten., universis presentia visuris et audituris, fa-
cimus manifestum, quod, habito et deliberato consilio de communi consensu nostro, pro ornamentis ecclesie nostre meliorandis, et aliis oneribus et necessitatibus sublevandis, basto- nium in ecclesia nostra ad annos xn datam presentium immediate sequentes, et non 'ultra duximus statuendum, eo tenore videlicet, quod receptores dicti bastonii, qui bastonarii di- cuntur, et erunt sex numero, videlicet quatuor capitulares et duo non capitulares, et qui semel receperunt, secundo recipere non poterunt, dum alii receptores inveniantur, seniores tamen jumoribus in receptione dicti bastonii preferantur; quod quidem bastonarii tanta III. 46
|
|||||
362
Hbertate erunt prediti, quod a die receptionis bastonii per biennium integrum, sumrnam
dictum biennium in annis duodecim prefatis includantur, quocunque tempore dimittere voluerint, sex librarum grossarum Turonen. regalium, si fuerint capitulares, si vero non capi- tulares et in plena perceptione fuerint, quatuor libras ejusdem inonete recepient a receptore per capitulum et bastonarium deputando, de bonis et fmctibus primis et promtionibus et pactionibus, a die receptionis dicti bastonii, prebendarum suarum distributionibus denariorum memoriarum exeeptis, qui pro media parte cedent presentibus et pro alia parte nee non re- sidui quod superest, fabrice ecclesie nostre memorate; salvo saltern ecclesie, ri.od quib'bet eorum in suo gradu officium ebdomadale in absentia sua per alium suppleri procuret, et cum hoc liberi erunt ab omni servitio vel officio diurno vel nocturno, ab actibus capitularibus et ab omni onere dispositionis bonorum ecclesie penitus absoluti, nee ad aliquos actus vel officia ecclesiam nostram tangentia, durante biennio, admittendi, nisi ad electionem episcopi, si episcopatum vacare contigerit infra biennium antedictum, pro bastonario vero capitulari Tel non capitulari boc statuimus, quod, quicunque in anno secundo ad capitulum suum redire voluerit, dummodo ante finem anni capitulo insinuet, et eidem ante ingressum suum octo libras nigrorum Turonen. grosso Turonen. pro sedecim denariis computato, ad unam cappam compa- randam persolvat, vel de eis satisfaciat competenter, ad omnia jura capituli gratanter et gra- tiose admittatur. Preterea volumus , si aliquem de dictis bastonariis infra biennium suum mentale debitum sue anime solvere contingat, ab ipso die obitus sui, anno grade secundum consuetudinem ecclesie nostre gaudeat, ac si bastonium nunquam recepisset. Canonicus vero, qui residentiam suam, ut premittitur, non fecerit, a Hbertate hujusmodi et omnibus supra- scriptis, ipsum penitus volumus esse alienum, presentium testimonio literarum sigillo capituli nostri munitarum. Datum anno dni millesimo trecentesimo tricesimo tertio, feiia sexta post Omnium Sanctorum. (Statuturn presens habetur in libro piloso).
XXXIV. STA.TUTUM DE CONFERENDIS MEMORIIS SOCIORUM,
ET QUOT ERUNT. (1340). Universis presentia visuris seu audituris, Nos, decanus totumque capitulum ecclesie beate
Marie Trajecten. salutem in eo, qui est omnium vera salus. Quum ea, que geruntur in tempore, temporis verriculo elabantur, nisi scriptis perbennantur, de facili in oblivionem re- cidant, hinc est, quod nos presenti scrip to de communi omnium, nostrorum predictorum consensu, ut ex boc in nostra ecclesia concordia nutriatur et pacis tranquillitas melius obser- vetur, duximus statuendutn, quod de quatuordecim memoriis seu presentiis hactenus pro capellanis seu vicariis et officiatis in dicta nostra ecclesia ordinatis, vicarii seu capellani pro missa animarum inibi deputati, qui sunt duo, item, qui inibi evangelium pro tempore legerit, et illud officium, quod vulgariter lese prouene nuncupatur, habuerit, item, qui epistolarius inibi pro tempore fuerit et illud officium habuerit, item, campanarius, nuncius capituli, videlicet, qui capitulum custodit, item, rector scholarium, qui pro tempore fue- rit, habebuntque quilibet ex eis unam, et he septem memorie seu presentie perpetuo ce- dent ad beneficia seu officia supradicta, relique vero septem memorie conferantur et assignentur inter perpetuos vicarios, et actu in eadem ecelesia beneficiotos, juxta modum infrascriptum, videlicet, quod tres ex nobis ebdomadarii capitulares, videlicet presbiter, dia- conus et subdiaconus, pro tempore existentes, hujusmodi memorias seu presentias, cum vaca- verint, unam vel plures in eadem ebdomada, conferrent, juxta eorum libitum voluntatis, uni tamen ex personis suprascriptis, si vero hujusmodi mem. seu presen. aliquot, ex eis |
||||
363
|
|||||
contigerit in aliqua ebdomada, In qua ipse ebdomadarius, presbiter, diaconus vel subdiaco
nus, seu ebdomadarii capitulares vel capitularis non fuerit aut non fuerint, tunc ebdo- madarius vel ebdomadarii de ebdomada proxime sequenti in ordine vel ordinibus existens vel existentes, in quibus hie vel hii non capitularis vel capitulares ebdomade precedentis fuerit vel fuerint, supplebit vel supplebunt vices ipsorum non capitularium, et per hoc tamen eis, que ad memorias vacandas in ebdomada eorum conferendas, per ipsum nullum prejudicium generetur, et collatio modo premisso facta, firma manebit, contradictione tertii non obstante, dummodo super hujusmodi collatione tertius fuerit requisitus; et dicti tres ebdomadarii hu- jusmodi memorias seu presentias a tempore note vacationis earundem in ecclesia, conferent et assignabunt intra octo dies proxime sequentes, alioquin ipsarum collatio libere ilia vice ad capitulum devolvetur. Item, cum in statuto super absentia canonicorum edito, de absentiis causa peregrinationis, egritudinis, exhereditationis et studii teneatur, declaramus hoc in- telligi debere de illo, qui causa studii absens fuerit in loco, in quo habetur generale stu- dium, videlicet, Parisiis, Aurelianis, Avenione, in Monte Pessulano, Bononie, Andega- vis, in Cellesa et hiis, qui ob dictam causam studii abesse voluerit, et in aliquo dictorum locorum ob studium remanere, licentiam a decano et capitulo, et decano absente, a capitulo f»etet, et jurabit ad sancta Dei evangelia, omni dolo et fraude exclusis, quod hujusmodi
icentiam ob causam studii petit et requirit, et ex hujusmodi licentia libere fruetur, contra- dictione decani et capituli aut alicujus ex iis qualibet non obstante, et is sua prebenda, sicut ille, qui in peregrinatione fuerit, et fructus ejusdem libere gaudebit et fruetur; officium tamen ebdomadale per alium idoneum medio tempore faciat suppleri. Hujusmodi tamen studens ultra biennium continuum abesse non poterit, dum, cum aliter fuerit, qui hujus- modi licentia gaudere voluerit, et hoc in capitulo allegaverit, et ad hoc suum juramentum medio tempore fecerit, ut dictum est, et, cum redierit, literas testimoniales magistri sui, coram quo audierit, reportabit, decano et capitulo presentabit easdem. Hujusmodi autem absentia non nisi canonici in plena perceptione existentes, et qui eorum personalem resi- dentiam compleverint et in sacris fuerint, gaudebunt quovis modo, et ultra duos esse non poterunt, et in his, semotis minoribus, qui hujusmodi absentiam non habuerunt, si volue- rint, preferentur. In quorum omnium testimonium, sigillum ecclesie nostre presentibus duximus apponendum. Datum anno dni millesimo trecentesimo quadragesimo, sabbato post festum beatorum Petri
et Pauli apostolorum, (Stalutum prescriptum habetur in libro piloso).
XXXV. DECLARATIO, YMO RENOVATIO STATUTI PRESCRIPTI.
(1512).
Quum in collationibus memoriarum seu presentiarum, que dicuntur, quarte partis ....
quatuordecim inter socios nostros, vicarios et officiatos distribui et per tres ex nobis, presby- terum videlicet, diaconum et subdiaconum capitulares, juxta statutum anno dni xmc XL sab- bato post festum beatorum Petri et Pauli apostolorum desuper editum, conferri solitarum, error surrepere aliquamdiu cepisset, quia videlicet a nonnullis paucis annis citra, nullus inter nos capitularis exsisterit, in diaconatus ordine constitutus, qui tertiam conferentium personam complere posset, et sic nonnulli, tarn ex nobis quum ex vicariis, supradicti statuti ignari ad prepositum nostrum, qui quidem, etiamsi sacerdos sit, tamen ratione archidiaconatus pro diacono semper se gerere et reputari est solitus, tanquam ille posset, non existente inter nos diacono, illius vicem supplere, quod tamen nulla ratio admittit, statuto obstante supradicto, 46*
|
|||||
364
|
|||||
et quia ipse propositus nullam nobiscutn in conferendis bencficiis vel officiis habet commu*
nioncm, sed est in ea parte penitus a nobis separatus, occurrente hujusmodi memorie vaca- tione, pro habenda collatione ejusdem est recursum, et quoniam hucusque per nudam hu- jusmodi trium collationem, ipse, cui ilia conligerat, sine ulla nobis desuper facta pre- sentatione ejusdem memorie, jam tanquam per nos admissus, capax censebatur, ex quo contigit, ut hujusmodi error nobis tardius innotesceret, neque forsan adhuc innotuisset, nisi nuper nobis duo, per ipsos tres in discordia presentati, occasionem ad ipsum statutum decurrendi prestitissent. Ne igitur error hujusmodi latius serpat, et augmentum sumens, litis inter nos et discordiam pariat, Nos, decanus et capitulum, desuper in domo capitulari, capitulo desuper , ut moris est, indicto, capitulariter congregati, volentes, ut ex vi juramenti ad hoc tenemur statuta ecclesie nostre inviolabiliter observari, ac non solum litibus et discordiis, sed etiam illarum omnium principiis occurrere, sic desuper ordinandum ac prefatum anliquum statu- tum in hac parte duximus declarandum, imo potius immutandum et renovandum, ac in perpetuum per nos et nostros successores observandum, quod deinceps, occurrente hujusmodi memoriarum aliqua vacatione, is, qui tempore vacationis hujusmodi fuerit de bencficiis con- ferendis turnarius in tabula in choro nostro pendente insciiptus, et ad quem minora bene- ficia juxta statutum de anno dni M° tricentesimo sexagesimo, vicesima septima Augusti de- super editum conferre spectabit, is solus, ne etiam aliqua dissentio oriatur, memoriam, sic Tacantem, conferre poterit et debebit, in omnibus et per omnia reliqua observans, ac si hu- jusmodi memoria beneCcium esset vel officium, sicut latius in dicto statuto continetur. Et preterea cum in prenominato statuto antiquo ex dictis quatuordecim memoriis septem semper Statuantur suis bencficiis et officiis annexe, inter quos duo duntaxat nominantur presbyteri, pro missa animarum, sicque post dictum antiquum statutum tertius pro eadem missa animarum adjunctus, cui beneficii sui fructus satis exigui minime sufficiunt, nisi etiam et illi sit annexa hujusmodi memoria, statuimus, ut hujusmodi tertius presbyter animarum, quemadmodum et reliqui duo, semper habeant memoriam suo beneficio adjunctam, et sic deinceps octo ex dictis quatuordecim memoriis semper suis adhereant beneiiciis et officiis prenarratis. De reliquis vero sex memoriis per dictum turnarium, ut jam supra specificatum est, in perpetuum dis- ponatur. Per hanc autem nostram declarationem, ordinationem et dispositionem nolumus nee intendimus, dicto antiquo statuto in aliis quoquo modo derogare. Datum anno dni millesimo quingentesimo duodecimo, die vero Veneris, xvf Januarii hora
capitulari consueta. (Habetur in libro piloso).
Hujusmodi ordinationem approbaverunt venerabiles domini B. de Tyela decanus, Haeften , Pe. Amerongen, Vinea, Zoudenbalch, Kroll, Schuersac, Venrode, Dorschen, Bosch et Adam, canonici capitulares, capitulariter congregati, capitulo desuper indicto; Grundick solo dissentiente, sub spe boni consensus magistri Joh. in negociis ecclesie absentis, ceteris Tocatis et non comparentibus. Teste me Henrico Beyer, nto.
Postea XXIII* Febr. Beverweerdt et Dedel approbarunt. Teste me H. Beter, nto.
(Ex protocollo nostro in anno xrf). XXXVI. QUEDAM DEFINITIO CAPITULI SUPER COLLATIONE UNIUS
MEMORIE. (1501).
Orta dudum altcrcatione sea questionis materia inter dominum Jacobum Kroll, canoni-
|
|||||
365
|
|||||||||||
cum capitularem ecclesie nostre, tanquam presbyterum ebdomadarium, qui alias memoriam
tunc vacantem, per mortem quondam magistri Gherardi de Schiedammis, protestando de
spreto et non vocatione sui, contulerat Dominico Wten Weerdt, vicario nostro minori ex
una , necnon magistros Martinum Grundick, tanquam officialem et vicarium generalem venera-
bilis viri, Dni Adolphi deRutenberch , prepositi et archidiaconi nostri, ut diaconi proximioris,
quia dns Jo. Inghenwinckel, prepositus Sancti Johannis Trajecten., canonicus noster, erat
pro tunc tabule in choro nostro pendenti diaconus inscriptus, et Henricum de Montfoirt,
etiam respective canonicos nostros capitulares, tanquam subdiaconum, qui eandem memoriam
conjunctim contulerant dno Gherardo de Langhedyck, presbytero, etiam vicario nostro, de
et super verbis collationis hujusmodi, ut premittitur, in discordia fact, partibus ex altera,
tandem venerabiles dni Pe. de Amerongben, prout vicedecanus, Vinea, Zoudenbalch, Com-
|
|||||||||||
I
|
ostel, Schuersac, Venrode, Dorschen, Buser, Bosch et Adam, canonici capitulares
|
||||||||||
icte ecclesie nostre, ad hoc capitulariter congregati, capituloque desuper specialiter per jura-
mentum indicto, insequendo statutum olim super conferendis memoriis editum, collationem
ipsius domini Jacobi Kroll de persona antedicti Dominici Wten Weerdt, vicarii nostri mino-
rennis, ut prefertur, factam, gratificarunt, ipsurnt-ue Dominicum provisum ad memoriam
eandem, illiusque possessionem et perceptionem aumittendum, duxerunt et admiserunt eundem,
juxta consuetudinem ecclesie nostre antedicte.
Actum in domo capitulari, die veneris, in festo Willebrordi, v«* mensis Novembris,
hora capitulari consueta, presentibus ibidem dominis Arnoldo Wilhelmi et Waltero de Mech- liuia, presbyteris vicariis nostris, testibus, etc. H. Beier, nts sbst.
XXXVII. STATUTUM, DE SOLVENDO PER S1NGULOS CANONICOS
NUNTIO CAPITULI PRO VESTIBUS SUIS QUINQUE LIBRAS
NIGRORUM. (1343).
Unhersis et singulis, tam presentibus quam futuris, Nos, decanus et capitulum ecclesie
beate Marie Trajecten. ad perpetuam rei memoriam volumus esse notum, quod nos, nobis in loco capitulari congregatis, pensata communi utilitate nostri capituli, statuimus et ordi- namus, tam pro presentibus quam pro futuris, quod quilibet recipiendus in nostrum con- canonicum, solvet quinque libras Turonen. nigrorum Goswino, nuntio nunc nostri capituli et suis successoribus pro tempore existentibus, pro vestibus, quas idem Goswinus, juxta consuetudinem nostri capituli, et sui successores esset vel essent, recepturus vel reoepturi ab eodem. In cujus rei testimonium presentes litere appensione sigilli nostri ecclesie sunt communite. Datum anno dni millesimo trecentesimo quadragesimo tcrtio, in die Michaelis.
(Statutum presens est in archivis, cujus copia habetur
in libro piloso). XXXVIII. STATUTUM SUPER COLLATIONE BENEFICIORUM
PER HEBDOMAD AS. (1360). Nos, Hugo, Dei gratia decanus, et capitulum ecclesie beate Marie Trajecten., sedula
meditatione revolventes, qualiter, dum ex inconsulta providentia, nee non carnalitatis af- fectu et magnatum importuna instantia, plerumque ad singularia beneficia et officia, ad collationem, provisionem seu quamvis aliam dispositionem nostram in communi spectantia, |
|||||||||||
366
|
|||||
nluribus in discordia, et quandocunque minus habihbus promotis, inter fratres discc-rdie
oriebantur, ecclesia nostra periculis exponebatur diversis, et crescente hommum mahtia, peiora prioribus in posterum verisimiliter formidentur, discordns itaque hujusmodi et pen- culis occurrere caritatemque fraternam exitare, et nutrire exitatam, favente domino, enten- tes, deliberatione matura prebabita, in communi hoc statute. perpetuo inyiolabihter duraturo, super hoc duximus staluendum , quod quibuscunque beneficus vel offiens, curatis vel non curatis, perpetuis vel temporalibus, etiam si canonicatus vel prebenda extra ecclesiam no- stram predictam existerent, morte, dimissione ordinis vel status clericahs, vel adeptione alterius beneficii vel officii, quodsi cum priori non patitur vel per resignationem liberam in ecclesia nostra predicta, vel extra ubicunque vacantibus, ad collationem, provisionem, nomi- nationem, presentationem seu quamvis aliam dispositionem nostram in communi spectanti- bus, quod hujusmodi beneficia et officia, present* et futura, quocunque nomine censeantur, dignitatibus necnon canonicatibus et prebendis in ecclesia nostra predicta duntaxat exceptis, necnon observantia et consuetudine in conferendis memoms socioram, cum pro tempore vacaverint, circa que non intendimus aliquid innovare, canonici prebend actu capitulares, et iure et voce capitularibus juxta observantiam et consuetudinem ejusdem ecclesie nostre eaudentes, qui in tabula scribuntur tempore hujusmodi vacations, per singulas hebdomadas singulatim, incipiendo a decano et successive descendendo secundum ordinem stalh quern in choro et processionibus ecclesie nostre hujusmodi haben noscuntur, vicissitudmahter, et benefices et officiis hujusmodi infra ebdomadam ex dicta successive yicissitudmana sibi com- petentem, ut premittitur, vacantia vel aliter, collatiom et dispositioni decani et capituh com- petent , personis idoneis etiam aliter beneflciatis conferre , providere, nominare, presentare vel aliter disponere, juxta suam rectam conscientiam habeant et debeant, vice et nomine dicto- rum decani et capituli, prout hec ad ipsos decanum et capitulum hactenus pertinebat, ips.que decanus et capitulum personas hujusmodi, quibus de hujusmodi beneficus et offiens extmt provisum, admittere ad beneficia et officia memorata, et ipsis personis ad requisitionem aorum, fiteras collationis et provisionis eis hoc modo factarum, vice et nomine ipsorum, sub sigillo capituli tradere teneantur , sine contradictione quacunque, salvo ipsi decano, vel, ipso absente vel decanatu vacante, seniori canonico capitulari tunc presenti, institutive corporah, instal- lation, fidelitatis et obedientieet aliorum de jure seu consuetua.ne deb.torum juramentorum receptione, prout hactenus fuit consuetum. Ne autem super hujusmodi vacations tempons initio quocunque et fine, ebdomadariorum successiva vicissitudine, stallo ordme vel alns articuhs su- perius positis, inferius declarandis, dissensionis suscitetur materia, d.ffin.mus et declaramus, tunc, quo af presentem materiam, vacationem censendam, cum in re fuent vacatio, non autem a tempore noticie compntandam, nisi quo ad hoc, quod ad collat.onem provisionem, nom.na- tionem , presentationem seu etiam dispositionem hujusniod. canomcus ebdomadanus pro suo tem- pore inscriptus ante vacationis noticiam non .. . ., nulli etiam ante certain notic.am tempore vacationis hujusmodi disponere liceat de hujusmodi beneficio vel officio, in remote partibus forsan vacaturo, etsi piesentes de hujusmodi vacationis tempore contendunt, capitulum ad tale beneficium nullum admittat, donee de tempore hujusmodi certificatum existat principium etiam septimane cujuslibet incipiat m sabbato in pnmo pulsu vesperarum apud ecclesiam Trajecten., et durabit usque ad alium sabbatum et horam predictam exclusive, stal- lum quoque in hoc casu intelligimus, quern quilibet canomcus obtinebit secundum ordinem et tempus, secundum quod personaliter vel per procuratorem ad hoc legitime constitutuui, et canonicatum et prebendam vacantes in ecclesia nostra predicta, fuerit installatus, canomcus etiam propter metum vel aliam corporis necessitate, decreto et approbation super hoc pre- cedentibus vel in negotio capituli deputatus, vel aham justam ob causam absens sit, sic, quod, |
|||||
367
|
|||||
cessanle hujusmodi ordinatione, in communi electione capituli hujusmodi beneficiorum et
officiorum vocem habuisset et haberet, gaudebit vicissitudine septimanaria hujusmodi, dum, tamen actu capitularis existat, et bastonarius non fuerit, qui absens et presens in hoc casu voce careat capitulari nee in tabula juxta hanc ordinationem scribetur, sed sequens capitularis post ipsum in ordine. Quod si aliquis canonicus, ignorans potestatem hu- jusmodi providendi, conferendi, nominandi seu presentandi sibi cotnpetere, vel aliter negli- gens vel non valens decedat, vel non actu capitularis efficiatur, antequam de beneficio vel officio juxta suam competentiam ordinaverit, canonicus eidem in sequenti septimana succedens illius omittentis jure, necnon jure septimane prepponetur, ita quod successor decedentis beneficium a die in septimana ipsius vacans conferet, et quod canonicus infra hebdomadam suam poterit quibuscunque clei'icis in ecclesia nostra benefi'ciatis, tamen babilibus, de hujus- modi beneficiis providere, et beneficiorum priorum, que tales habuerant, si ad dispositionem capituli pertineant, resignationem recipere et ea conferre alia similia dimissuris usque in infinitum, nullus etiam canonicorum nostrorum in possessione actu capitularis existens, aliqua juris exceptione ad hujusmodi potcstate providendi impediri poterit, quamdiu ab hac potestate per sententiam capituli non fuerit destitutus. Item ad quemcunque collatio, provisio seu dispositio beneficiorum hujusmodi ex vicissitudine septimanaria hujusmodi pertinuerit, ille infra octo septimanas a die note in ecclesia nostra vacationis ipsius de ipso beneficio, per se vel pro- curatorem suum ad hoc legitime constitutum , disponet, et de hujusmodi dispositione infra idem tempus nostrum capitulum certificablt, alioquin successor ipsius proximus de hujus- modi beneficio juxta premissum tenorem disponet, et ipso negligente, successor ipsius. In quorum testimonium sigillum ecclesie nostre presentibus est appensum.
Datum xxvii mensis Augusti, anno nativitatis dni millesimo trecentesimo sexagesimo.
(Habetur statutum presens in libro piloso).
XXXIX. STATUTUM DE CANONICIS LITIGANTIBUS SUPER
PREBENDIS EORUM. (1387). Universis presentem paginam inspecturis, eternam in Domino salutem. Noscant presen-
tes, sciant posteri, quod nos, decanus et capitulum ecclesie beate Marie Trajecten., propter magnam discordiam, quam capitulares canonici inter se habuerunt super generalitate cujus- dam statuti, quod incipit: »Capitulum ecclesie beate Marie Trajecten.," et sic finit: ■» Acta sunt hec anno domini millesimo trecentesimo tricesimo octavo, mensis Decembris, » in die Lucie Virginis." Quod statutum declaramus, etiam eidem propter causas predictas addidimus, capitulo ad hoc indicto, et capitulariter congregato, super absentia litigantium. in Romana curia canonicorum, istiusmodi duntaxat, que sequuntur servanda in dicta nostra ecclesia, prelati, prcbendati et officiati, quicunque patiuntur lites seu controversias in dictis beneficiis suis seu aliquo beneficiorum in ista ecclesia, et quidem fuerint per annum in pacifica possessione beneficii, super quo vertitur lis seu controversia, tunc talis pro tempore vexatus seu citatus, facient indici capitulum in dicta ecclesia, quando sibi placeat, et dicet capitularibus, tunc temporis capitulum facicntibus per suum juramentum, si alias capitulo legitime non constiterit, quod lis pendeat super beneficio suo in ista ecclesia, et quod, in- tendat ire personaliter super defensione dictorum prelature , prebende vel officii, et non. aliter nee alias ad Romanam curiam i turns, et tunc sine contradictione obtinebit licentiam, et fructus prelature, prebende vel officii sui, et a tali tempore, si quis litigans esse!, habebit memoriam ac festa et capitularia, de memoriis et festis duntaxat provenientia, et si iste defrauderet capitulum, sic, quod non penderet lis, vel, quod non iret personaliter, |
|||||
368
|
|||||
prout juravit, tunc perdet omnes fructus beneficii sul, de quo agitur, a tempore, quo
juravit, en non percipiet aliquos fructus in dicta ecclesia de beneficiis seu beneficio, quous- que emendaverit dictis decano et capitulo, et omnes tales fructus cedent fabrice dicte ecclesie. Nomina vero decani et canonicorum, qui huic ordinationi, declarationi et additioni inter- fuerunt, sunt bee, videlicet: Petrus de Leuwenbercb decanus, Gumperdus de Arkeler, Joannes Grobbe, Johannes Tamme, Arnoldus Vos, Erpo de Bramme, Otto de Ommeren, Thyaso tben Orthen, Henricus Beesde, Theodoricus Bovine, Rodolphus Tamme, Rey- naldus Reynaldi de Novimagio, Herbernus vander Done, Hector Vilt, Johannes Symonis. Datum et actum in domo nostra capitulari, sub anno dni millesimo trecentesimo octuage-
simo septimo, ipso die Calixti pape. (Statutum istud habetur in libro piloso).
XL. STATUTUM SUPER MODO PROMERENDI COTIDIANAS
DISTRIBUTIONES. (1417). In nomine domini Amen. Per hoc presens publicum instrumentum cunctis pateat evi-
denter, quod anno nativitatis ejusdem millesimo quadringentesimo decimo septimo, indictione decima, secundum stilum, usum et consuetudinem civitatis et dioecesis Trajecten., mensis Decembris die tertia, hora tertiarum vel quasi, pontificates Sanctissimi in Christo patris ac dni nostri, dni Martini, divina providentia pape Quinti anno primo, in mei notarii publici et testium infrascriptorum, ad hoc vocatorum specialiter et rogatorum presentia, propter hoc personaliter constituti, venerabiles et circumspect! viri, domini et magistri, Johannes Wyt, de Delft, decanus, Reynaldus Reynaldi de Noviomagio, Rodolphus Tam, Hector Vilt, Wouterus de Inghen, Johannes Ryser, Johannes Koc, Arnoldus Herboert, Theodoricus Weerl, Stepha- nus Voet, Ludolphus Schulte, Henricus Zoudenballich, Thomas Blauwert, Petrus Passert, Lambertus Vliegher et Folckerus de Lichtenberch, canonici capitulares ecclesie beate Marie Trajecten., in loco capitulari ejusdem ecclesie capitulariter congregati, domino Gerlaco Flo- rentii, summam missam super chorum celebrante, consentiente, capitulum pro tunc facientes et representantes, et capitulo ad infrascripta, ut asseruerunt, specialiter indicto, sponte, libere et scienter et animis diu deliberatis, ad laudem et honorem omnipotentis Dei, beate Marie Virginis gloriose, ejus genetricis ac omnium sanctorum, nee non salutem animarum atque divini cultus in eorum ecclesie auctamentum, pie statuerunt, ordinantes et mandan- tes, omnibus et singulis canonicis, vicariis et chorisociis ecclesie sue predicte, qui distri- butionum quotidianarum in dicta ecclesia voluerint esse participes, eas tie cetero deservient, prout in quadam cedula papyrea ibidem manualiter .... et prelecta, continetur, compro- tniserunt etiam tunc predicti domini, decanus et canonici capitulares mutuo, bona fide et per eorum juramenta, dicte ecclesie sue ab ipsis corporaliler prestita, et quilibet eorum, simili modo, promisit bona fide et per juramentum suum in manu mea, notarii publici suprascripti legitime stipulantis et recipientis, vice et nomine omnium et singulorum, quorum interest vel interesse poterit quomodolibet in futurura, se ipsos caritative et fra tern a liter confederantes, 3uod si, quod Deus avertat, aliqui se dicte salubri ordinationi de distributionibus quoti-
ianis edito, opponant seu aliquem vel aliquos, conjunctim vel divisim, ex dictis dominis, decano et canonicis capitularibus molestaverint, quod illis resistent expensis capituli, prout etiam in dicta cedula plenarie continetur, cujus quidem cedule tenor sequitur in bee verba ad gloriam, laudem et honorem sancte et individue trinitatis, Patris, et Filii et Spi- ritus Sancti. Nos, Johannes Wit, decanus, Reynaldus Reynaldi de Noviomagio, et ceteri canonici ca-
|
|||||
3G9
|
|||||
{>itulares predicti, ecclesie beate Marie Trajectensis in loco capitulari ejusdem ecclesie capitu-
ariter congregati, capitulum facientes et representantes, omnibus ad dicte ecclesie capitulum vocari solitis et consuetis, vocatis et congregatis, universis et singulis in terra bone voluntatis bo- minibus pacem cum eo, qui princeps est pacis, infrascriptorum noscere veritatem. Quia certas quotidianas disti-ibutiones pro omnipotentis Dei et gloriose virginis, ejus genetricis, diverso- rumque sanctorum apostolorum , Martini confessoris, ac virginum (!) festis, in ecclesia nostra predicta celebrandis, nee non pro cbristifidelium defunctorum mernoriis peragendis, ad divini cultus augmentum ab antic[uo devote et salubriter ordinatas ..... quidam pestifer et
periculosus error et abusus per predecessorum nostrorum circa divinum cultum negligen-
tiam iutroductus, canonicis, vicariis et chorisociis ecclesie nostre predicte occasionem tante
dedit deordinationi et corruptele, ut ab horis canonicis, nocturnis et diurnis, missis et vigiliis
in ipsa ecclesia faciendis, se penitus subtraherent et absentarent, predictas distributiones coti-
dianas indebite recipientes , in obsequiorum ecclesie nostre predicte debitorum defraudatio-
nem, omnipotentis Dei, gloriose ejus genetricis ceterorumque Sanctorum ejus iujuriam, anima-
rumque in locis purgatoriis degentium dispendium non modicum, et scandalum grave pluri-
morum ; ad tarn pestilentis igitur erroris, abusus, deordinationis et corruptele extirpationem
et divini cultus in dicta ecclesia nostra reformationem, divina inspirante gratia, niulto tempore sol-
licitudine debita intendentes, matura deliberalione, pluribusque capitulis et consiliis prehabitis,
tandem capitulo super premissis per decauum nostrum specialiter indicto, omnibus et singulis
canonicis, vicariis et cborisociis ecclesie nostre supradicte, mandamus, intimantes, ut, si
dictarum cotidianarum distributionum vellent esse participes, temporibus debitis , quibus
hujusmddi festa celebranda et defunctoru;ii memorie peragende sunt, ecclesiam nosti-am se-
pedictam frequentarent et divinis officiis interessent, sicque ecclesie nostre sepedicte debita
obsequia, omnipotenti Deo debitus cultus, gloriose ejus genetrici ceterisque Sanctis in suis
festis debita veneratio, animabusque Cbrisdfidelium debita missarum et oratiouum suffragia,
quibus per errorem et abusum spoliati fucrant, esti per nos, non tamen ex nobis, sed
divina sunt gratia perficiente restituta. Ceterum, ne, antiquo boste omnis devotionis et
divini cultus innimico procurante, talis error, abusus, deordinatio et corruptela ullam denuo
in sepedicta ecclesia nostra pullulandi materiam valeat invenire, omnem antiqui hostis artibus,
fraudibus et macbinationibus viam, quantum nobis a patre donatur luminum, precludere
cupientes , sponte, libere et scienter, animis mature deliberatis, nos in vinculo fraterne ca-
ritatis, concordie, unionis et pacis confederando, colligando et per juramenta ecclesie nostre
sepedicte per nos praestita obligando, omnes simul singulariter singuli compromisimus muluo bona
fide, quod si aliquis seu aliqui, cujuscunque status, gradus, conditionis, nobis conjunctim,
aut aliquibus vel alicui nostrum divisim vexationes, injurias sive lites qualescunque inferre pre-
sumeret, vel presumerent aut prebendas, vel prebendam aliquorum vel alicujus ex nobis im-
petraret vel impetrarent premissorum occasione, etiam aliis coloribus, occasionibus, titulis,
juribus, modis, causis vel formis quesitis quibuscunque, illi et illis fraternaliter et unanimi-
ter, sine contradictione, communibus consiliis, auxiliis, adhesionibus et favoribus, capituli
nostri expensis resistemus, causam ipsam vel causas juridice prosequentes et defendentes
ipsas singulares personas vexatas ab omni expensarum damno et onere , expensis capituli re-
levando, nee a persecutione seu defensione bujusmodi desistemus, donee a vexationibus, in-
juriis, molestiis , litibus et damnis illatis, Deo, ecclesie nostre, nobis ac singularibus perso-
nis vexatis fuerit legitime satisfactum, aut cause ipse, juridicc vel amicabiliter fuerint terminate.
Recognoscimus insuper omnes predicti et singulariter singuli, si, quod avertat Deus, aliquem,
nostrum a premissis resilire aut eisdem contravenire facto vel \erbo contingat, publice vel
occulte, quod taliter a perceptione fructuum prebende sue suspensus est, ipso facto, nul-
III. 47
|
|||||
370
|
||||||
latenus ad ipsam perceptionem restituendus , nisi prius de tali perjurii reatu, Deo , ecclesic
nostre et nobis, emendam perfecit congruentem. Super quibus omnibus et singulis prefatus Dominus Johannes Wyt, Decanus, sui et capituli sui nomine, petiit fieri sibi conjunctim vel divisim a me notario publico suprascripto publicum instrumentum, sub ibidem presentium testimonio personarum, sigillo capituli eorum in majoris roboris lirmitatem muniendum. Acta sunt bee Trajecti, anno, indictione, mense, die, bora, loco et pontificatu pre-
dictis, presentibus tunc bonestis et discretis viris Dom. Jobanne Wouteri et Jacobo Ruter presbiteris, perpetuis vicariis in ecclesia beate Marie Trajectensis predicta testibus ad pre- missa vocatis specialiter et rogatis. Et ego Jobannis Gberardi, alias de Enia, clericus Trajecten. dioec. publicus imperiali
auctorilate notarius, premissis omnibus et singulis, dum sic, ut premittitur, fierent et age- rentur, una cum prenominatis testibus presens interfui, eaque sic fieri vidi et audivi, ideo- que boc presens publicum instrumentum, per alium fideliter scriptum, supervidi, confeci, signoque meo solito signavi, una cum appensione sigilli capituli et dictorum doruinorum rogatus et requisitus in testimonium premissorum. (Statutum est in archivis, et copia babetur in libro piloso).
XLI. STATUTUM DE LIBRARIA EGCLESIE NOSTRE.
(1476).
Anno LXXVI, die Veneris, vni Novembris, hora capitulari, domini Johannes de Mekeren,
vicedecanus , Hu. Boecbout, Amerongen , Tjla, Noerd , Minnenprys, Helmont, Hornse et Mouvver, statuerunt et ordinarunt circa librariam ecclesie nostre , quod custos debeat sin- gulis diebus de mane post matutinas aperire exteriorem seram ejusdem , de vesperi, quando rlaudatur, eandem claudere, neque cuiquam illius clavem trad ere, nisi expresso capituli consensu interveniente. Item babebit singulis septimanis semel dictam librariam intrare et singula volumina nu-
merare , et alia, que necesse erit. et si qui defectus fuerit, respicere et referre. Et pro laboribus suis bujusmodi habebit annuatim unum scutum aureum. Quoad eos vero, quibus alterius cotidiane sere dicte librarie claves tradentur, haec infra-
scripta statuerunt: Inprimis, ut neminc-m extraneum aut alium clavem non habentem , in dictam librariam
inducant, nisi apud i]>sum manere et eundem educere vellent. Item, ut nee ipsi quicquam in dicta librai-ia scribant, aut, quos ipsi induxerint, scribi
vel excopiari sinant, sine consensu capituli antedicti. Item, ut nemini clavem suam prestent, aut similem fieri pro alio permittant, nisi de con-
sensu capituli prelibati. Item, nemo cum luminaribus sive candelis in ipsa libraria legat sive studeat. Moderalione
Capituli in premissis semper salva. Actum in domo capitulari, die superius specificata.
Anno XXCIIH, die Veneris, Hi" Oct. domini decanus et capitulum statuerunt custodi deinceps
non esse solvendum scutum aureum de custodia libraria, sed commiserunt illius curam ma- gistro fabrice pro tempore. (Ex protocollo nostro).
|
||||||
{Het vervolg van deze Slalulen in het volgende Dee/).
|
||||||
BRIEVEN
DER
UTRECHTSCHE GECOMMITTEERDEN TER GENERALITE1T
AM HUafSTE I.ASTGEYERS.
UIT DEN JARE 1628.
|
||||||
I.
WEdele Mogende Heeren.
t Vranckryck ende Engelandt en is niet schryvens weerdich aengecomen. De Key- serschen hebben eenige troupen in Oostvrieslandt omtrent Lier gelogert onder't canon van Lieroort, den Commandeur over selvige troupes vermaent zynde , dat sulcx was tegens crychs gebruick ende dat sich wilde retireren, beeft eenich weynich dagen wtstel versocht, tot d'aencompste van den Grave van Anholt, die vervvacht wierde, omme te bethonen , dat het canon van't voorsz. fort hun so verre s'reckende was , lieeft zijne G. Stadthouder eenige volden laten doen. Gemelten Anholt schryft aen den Grave ende stadt van Empden, by aldyen hy eenich volck van oorloge, 't zy in liaeren oft barer Ho. Mog. dienst in eenige plaetsen ten platlen lande hadden , die te willen ruimen, tegens d'aencompste ende lo- geringe vande Keyserschen aldaer, waerop by de stadt geantvvoordt is, dat sy alleenlyck eenich volck hadde gelogeert in eenige dorpen, onder haere jurisdictie behorende, die met het canon vande stadt connen bereyckt women , of men deze a force sal willen doen delo- geren, ende wat daer tegens sail werden gedaen, sail men metter tyt vcrnemen. Het colle- gie ter admiraliteit lot Amsterdam schryft by de haere vanden 7. deser, nieuwen styls, geen middelen in voorraet te hebben, omme de twee ofte drie versochte schepen te equip- peren ende naer de Demse te senden , waerop goet gevonden es , haer te lasten, eenige van haere cleyne convoyers, tegenwoordich in dienste, daertoe te gebruicken, nyettegen- stacnde alle ordre is te beduchten, dat de ingesetenen deser landen nyet als all te groote toevoer en sullen doen, wy laeten staen Empden selfs. Die van Wesel adverteren van den 2. deser, dat zy by schryvens des Hartoghe van
Nienburch, vanden XXI. Decemb. gedreycht werden van gepriveert te werden vande exerci- tie der gereformeerde religie aldaer, ten zy binnen XIIII dagen hleeke , dat den paep ende papisten binnen Ravensteyn weder innegeruimpt wierden de capelle, omme hare ceremonien ende exercitie van religie te plegen, waervan zy zedert 't afsterven vanden laetsten capellaen gepriveert zyn geweest. Hyer op es met advys van zyne F. G. den Prince van Oraigien goetgevonden , den Gouverneur van Ravesteyn aen te schryven, dat hy alles sal hebben te stellen in sulcken state als het was van date van 't overlyden vanden voorsz. cappellaen, ende dat hy in plaetse van inde capelle sail doen predicken op de groote sale. Also die van't landt van Gulick in gebreke bleven haere beloofde contributie te furneren,
ende men vermits het Spaensche crychsvolck in die cjuartieren geen andere executie en conde 47*
|
||||||
372
doen , zyn op't aenschryven van de hccren Raden van State by den Ontfanger Renssen aen-
gehoudeii eude alhyer gebracht twee Gulicksehe Edelluyden , met nainen Simonius Rits endc Dirck van Leeck zu Hillenraet. Den eersten sustineei't neutrael ende een inwoender van Ceulen te zyn. Wy hebben voor eenigen tyt vermaen gedaen , omme te verstaen U E. Mog. intentie,
rakende de presenteu van eenige Engelscbe heeren. Wy werden dickwjls gesommeert, ons daerop te verclaeren, 'twelck wy excuseren by gebreck van last. Alle de provincien consenteren daer inne, vvtgesondert Vrieslandt ende Overyssel, deweleke difficulteren haer te verclaren, sonde? alvorens onse verclaringe gehoort te hebben. Diegenige, die deze vereeriuge presseren, allegcren daertoe voor het principaelstc argument, dat die over eenige jaren by advys van zyne Ex,L'. syn gearresteert ende gerepertieert, ende sonderlinge, dat den beer Ambassadeur Joacihmi, by ordre ende last van bare llo. Mog. sulex de voorn. heeren soude hebben aen- gesejdt, ende daerom van deselve mi en dan werdt aengesprocken, ende aengesien, of die al hadde ontfangen. Haere Ho. Mog. hebben goetgevonden , dat by den Raedt van State alle Capt°cn aengeschreven
sail worden , haere compagnien compleet te racken tegens den 1. Aprilis toecomende. Den heere Raedtpensionavis Duyck ende de heere Bleeswyck syn op gisteren met de heeren Broick- hoven op Leyden verreyst, om redenen , so wy verstaen, dat deselve van Leyden difficul- teren den voortganck van't red res der verpondinge, so lange die van Rotterdam weygerich syn het placcaet tegens de vergaderinge van de remonstrantsgesinde, volgende de resolutie van de heeren Stateu van Holla ml t, in hare stadt by publicatie te renoveren. Wat wy opte versochte consenten totte fortilicalie, item de subsidien voor de respective
admiraliteyten , by ordre van Uwe Ed. Mog. ter generale vergaderinge hebben verciaert ende by gescbrifte overgelevert, wat den heere Ambassadeur van Vranckryck op syne gedanc pro- positie schriftelyck is geantwoordt, wat de heere Agent Brederode van de reyse des heeren van Ooslenryck, Ambassadeur by de republycke van Venetien (van deweleke men tot noch toe niet sekers vernomen en hadde) ende van andere occurrentien adviseert, sullen U E. Mog. nevens desen ontfangen. Den Agent Coy nolificeert wt Algir vanden 27. Octbr. verleden , dat de Algiresen aen de
Thunetanen den oorloge hebben verciaert ende gedenuncieert, ende dat de Engelscbe Con- sul tot Algir gevangen heeft geseten , met boeyen aen de beenen ende den hals , ende ont- slagen onder belofte van aldaer te sullen leveren eenige Turquen, by de Engelschen verovert ende in Spaengien vercocbt. Hyermede sullen wy ons gedienstelyck gebieden in Uwer E. Mog. gocde gratie , ende Godt den Heer Almachticb bidden. Edele Mogende Heeren , voor den welstant ende prosperiteyt van U E. Mog. ende der-
selver regieringe. In 's Gravenbage, den m. January 1628. U E. Mog. dienstwillicliste dienaers ende medebroeders,
A. Ploos, A. van Zuillen van Nyevelt, AiMhomis de Rode. Dezen gereet wesende, om te sluiten , heeft den Ambassadeur van Vranckryck audientie
proponerende door last vanden Coninck, by zyne Ex. op nieus zedert d'antwoorde overgelevert, ontfangen, dat zyne Mat. onaengenaem soude wesen, byaldyen d'Ambassadeurs derwaerts gedestineert, yets soude willen proponeeren , contrarie het tractaet met den heer van Langeraeck geconcludeert ende gearresteert, ende so zy soude comen met last, omme daerinne jets te innoveren , dat zyne Mat. liever sage, dat zyl. de moeyte nyet aen en natnen , also syne hoochstgem. Mat. hunl. nyet en soude connen aendoen alsulcken ac- cueil, als deselve gewoon es de Ministers van hare Ho. Mo. te bewjsen , ende dat de com- |
||||
373
|
|||||
plimenten ende receplie soude wesen different van die men aldaer voor desen heeft bethoont,
versoeckende wel gernelte Ambassadeur hyer op spoedige resolutie , omnie den courrier te- vugge te zenden. Wy verstaen in't particulier, dat gelycke last aen heer van Valencay, Gou- verneur van Cales was toegesonden, omme die so de Ambassadeurs voort overbrengen van zyne Mats, brieven alhier, aldaer mochten aengecomen gevveest zyn, te notificeeren. Op hoyden werdt goetgevonden, de provincien op hare respective landtdagen tebesenden,
omme de defecten te doen suyveren, ende bevorderen, dat de consenten by de petitie van den Raedt versocht, naer vereysch van de jegenvvoordige noot mochte werden gedragen , U E. Mog. sullen alsulcx mede besonden worden , hoewell wy gesustineert hebbeu sulcx on- nodig te wesen. ir.
Edele Mogende Heeren.
T sedert het vertreck van den beer van Thienhoeven , beeft den heer Ambassadeur van
Vranckryck, een voorleden dinsdach, op zeekere fiivole geruc'iten , van dat hy den last Van synen Coninck niet wel nae en compt, hare Ho. Mo. vertoont de origineele brieven van zynen Coninck, van den 23. December, ende by monsieurd'Arbaut, secretaire, gecon- firmeert van den lesten December verleeden. Het schynt, dat eenige franscbe colonels ende officiers dit selvige verspreyt hebben, daer over zyn Excell. gemiscontenteert was, ende is by haere Ho. Mo. verclaert, dat den voorseyden heere Ambassadeur, de meninge ende in- tentie van zynen Coninck, haere Ho. Mo. wel te kennen heeft gegeven. Ende is als doen oock voor de escurie vande Coninckinne moeder, over see ofte te lande, mits stellende cautie , geconsenteert, de uytvoer van vyftich peerden, mits dat by die handt van de Coninghinno de cautie gesuyvert worde, van deselvige ontf'angen te hebben. Den heere Ambassadeur heeft oock van vveghen synen Coninck versocht mainleve van eenighe vvynen tot Amsterdam ge- vlucht, gecomen van Lisledeke, ende by den Coninck van Vranckryck tot behouf van mr. de Thoras geconfisqueert. Hier op is goetgevonden te scryven aen den rnagistraet van Am- stelredam, omme haer Ho. Mo. te berichten ende te dienen van advys. 't Geene den heere Ambassadeur , mit de vertooninge van beyde de voorseyde brieven te kennen wilde geven , was, dat de heeren gedestineerde Ambassadeurs naer Vranckryck gaende, syn Mnjesteyt onaengenaem souden syn, in cas sy niet mede en brochten , de coniirmatie van't tractaet, by den heer van Langerack gemaeckt, contrarie zyn Ed', instructie, last ende beveel, soo men seyt, ende onse staet in eenige poincten nadeelich. Die gedestineerde Ambassadeurs naer Vranckryck ende Engelandt, wachten alhier op weder ende wint. Den heere van Soemers- dyck is door twee gecoppelde windthonden , by den Doelen comende, aen syn Ed. beenen gevallen, ende zich wat seer gedaen aen 't been, dat geswollen is van den val, ende de am- bassade niet verletten en sal. De heeren van Zeelant urgeeren , gelyck oock meest alle de andere provincien , dat men
in't heffen vande convoyen ende licenten eenparicheyt behoort te holden , op Calis ende andere plaetsen , ende dat men deselvige behoort te beneficeeren nae de hoochste lyste, ende wordt 't selvige by die van Hollant voor een dach ofte twee opgehouden. De heeren Staten van Brabant hebben den Marquis, so men seyt, voor syn vertreck
seer importuyn gevallen , ten eynde door syn authoriteyt ende joincta goetgevonden mocht worden, dat de licenten wederomme souden moghen gaen, waer op deselve tot antwoordt soude gegeven hebben, dat men liever een oorloch tegens den Coninck van Vranckryck soude aennemen, als dat hy syn voix soude willen geven, dattet placcaet vanden Coninck |
|||||
374
|
|||||
geinfringeert soude worden. Dese liarde proceduren en behaegen de gemeente niet. Niet-
tegenstaende deze harde proceduren, heeft men tot Brussel vaste hope, dat de voorsz. Mar- quis by den Coninck sal te wege brenghen, dat de voorsz. licenten sullen geopent ende toegelaten worden , ende dat de voorsz. permissie door syne intercessie verci-egen, vooruyt naer Nederlandt gesonden sal worden, om eenen soeten mondt onder de gemeente te maecken. Men wil tot Brussel segghen, dat den Coninck van Spaegnien wel een maent vroeger in
Campaigne sal commen, als voorgaende gesciet is, om de lieeren Staten Generaell ende zyn Princel. Excell. te prevenieren, daer by voucbende, dat men dezelve met twee machtige legers sal bestryden, een leger van wegen den Keyzer, omtrent den Ryn ende Ems, ende van wegen den Coninck van Spaengien een leger in Brabant. Engelandt wordt oock met een machtige armaede, by den Coninck van Spaengien ende
van Vranckryck tsaemen toeterusten, gedreycht bevochten te sullen worden. Men seyt oock, dat seeker bekent persoon, onlancx van Brussel gecommen zynde, geseyt
soude hebben, dat den Marquis Spinola over Paris naer Spaegnien, met Messina getrocken zynde, over 't commandement in zyne absentie grote jalousie ende miscontentement ver- resen is, tusschen den Grave van der Berch ende eender, Colomna geheeten , die 't com- mandement in plaetse van Spinola gedeffereert is, ende op den elfden January in qualiteyt als Lieut. Generael, geduerende de absentie vanden Marquis Spinola, syn entree in de ver- gaderinge vande joincta tot Brussel gedaen, waer over ten leste by de Infante goetgevonden is , dat Graeff Hendrick voorsz. over de Maze ende don Carlo aen deze zyde vande Maze zullen commandeeren. Ende is den Grave vanden Berch vertrocken naer zyn gouvernement, ende is tegenwoordich tot Annendael by Reurmonde. Seyt oock, dat den Graef van Isen- burch mit den Prince van Barbanson disputerende, Barbanson seer exalteerden de Spaen- sche natie, ende zeer verachten de Nederlantsche ende Duytsche natie, waer over den Grave van Isenburch, den Prince van Barbanson een scnifflet gaf, ende vanden anderen geschevden worden. Daer wordt oock verhaelt, dat den Marquis in zyn vertreck laten val- len hadde een cleyn malletjen, daerinne was een kettentjen ende hoedenbant met diaman- ten, weerdich thien duyzent guldens, met eenige brieven. Het maellie met de brieven seydt men alleenlyck te voorschyn gecomen is, synde de reste verloren. Waermede deze besluy- tende, neffens onze dienstvruntliche gebiedenisse sullen wy Edele Mogende Heeren , Godt Almachtich bidden , derselver regieringe voorspoedelick hoe
langer hoe meer te willen zeegenen, blyvende Uwe Ed. Mog- dienstbereide medebroeders ,
G. van Hertevelt, A. van Zutllen van Nievelt, Anth. de Rode. Hens , 's Gravenhage desen 10. Jan.,
olden styl, 1628, op Donderdag. III.
Edele Mogende Heeren.
Uyt dese bygaende stucken sullen U E. Mog. cunnen sien , hoe desolaet ende desperaet het sich alomme in de Christenheyt laet aensien. Den hartoch van Fridtlant,'t welck Wallensteyn is, offereert, tegens het voorjaer in velt te brengen hondert en vyftich duyzent man, daer onder begrepen twyntich duyzent ruyteren cuirassiers, behalven de trouppen, die Tilly heeft, ende de Coninck van Spaengien noch in Brabant heeft leggen. Men heeft hier ver- spieyt, dat de Keyserl. getracht hebben , Lubeeck in te nemen , ende dat tselvige door de gemeente beleth is geweest. Haere Ho. Mo. hebben goetgevonden op de beloofde subsidien |
|||||
375
|
|||||
Tan Denernarcken, den Prins van Denemarcken, tot Franeker zynde, ende zyne pedagogue
alhier te verscieten twee duyzent rycxdaelders. Daer wordt oock sterck geseyt, dat tot Am- sterdam ende elders hier te lande opgecoclit worden, van wegen Vranckryck, eenige sce- pen, daeiover den heere Arnbassadeur Carleton seer claecht, jae dat meer is, seit men, dat ettelicke hondert duyzent gulden tot dien eynde hier te lande overgemaeckt synt, om die in te coopen , daerin men versien sal mit de beste glimp. De gerucbten bebben oock gegaen, dat men tot Embden vier compaegnien inbrengende, de soldaten ende borgers aen dftn anderen synt geweest, ende datter thien ofte twaelfF borgers doot gebleven souden syn. Edocb dese tydingc en continueert niet. Men sal syn Genade Graef Ernst, Stadtbolder van Vriesland etc., aenscriven, eenige uytleggers omtrent Embden te willen zenden, oin alle scepen, die toevoer aen de Keyserse pogen te doen, aen te bolden ofte wederom te zenden, tot naerder ordre. Rederlandt is doorgesteecken, ende leggen daei'op van de Keysersche drie en darticb compaegnien, soo te peerde als te voet. Den lesten brief van den negenden January, by den heere van Langerack uyt Paris gesonden, ende copie daervan by ons uyt- gescreven, sal U E. Mog. deselvige gelieven te mesnageren, dat ze niet gedivulgeert en worden, waermede deze besluytende sullen wy Edele Mogende Heeren , Godt Almachtich bidden, U E. Mog. regieringe geluckich ende
voorspoedelick te willen bywoonen ende zeegenen, blyvende Uwer E. Mog. dienstbereyde medebroeders ,
G. Hertevelt, A. van Zuyllen vax Nyevelt, Anthonis de Rode. liens, 'sGravenhaege desen 13 January, olde
styll 1628, Sonnendaechs nae de predicatie. IV.
Edele Mogende Heeren.
Die twee Edelluyden, die door den Commissaris Rensinck in den Hage zyn gcbracht,
van weegen het afterweezen van't lant van Gulick, Casparus Ritz ende N. Leeck genant, is van daege goetgevonden door den voorschreven Rensinck, deselvige wel bewaert te sen- den naer Emmerick, ende den voorseyden Ritz niet te laelen gaen van daer, voor ende aleer men den afterstal seeker sy. Men sal oock den voorseiden Ritz geven copie van't ac- coordt, 't welck mit den Grave van Swartzenburch, anno 1624, van wegen den Cheur- vorst van Rrandenburch met haer Ho. Mo. diensaengaende gemaeckt is, ende daer by ver- claeren, dat by om die oorzake alleen gevangen is, ten eynde den voorsz. Ritz, als credit hebbende ende in't landt van Gulick op een adelyck buys woonende, syn debvoir mach doen, dat bare Ho. Mo. contentement becommen. Men sal oock den Gouverneur van Em- merick aenscriven, den voorgeseyden Rensinck in de bewaeringe van dien te assisteeren , sonder eenigerderhanden actien ofte pretensien daer onder te mengen ofte andere bevelen als van hare Ho. Mo. commende, na te commen. Den Collonel Varick heeft versocht, dat zyne onderbebbende Officiers gereguleert ende
getracteert moegen worden als andere Collonels. Is daerop geresolveert, dat men deselvige sal tracleeren, in voegen den heer van Brederode ende den Gouverneur van Rees, Pynsens, regiment geschiet. Men heeft voor desen den Coninck van Denemarcken geleent eenige halve canons, die men meent tot Bremen te zyn. Men sal tot dien eynde aen Aisma scri- ven, om deselvige wederomme sien te becommen. Soe onse provintie daertoe mede eenige stucken geleent hebbe, hetselvige weetende, soude met een scrivens cunnen geschieden. De Ho. Mo. heeren Staten Generael hebben, met kennisse van zyn Princel. Excellentie,
|
|||||
376
|
|||||
myn heere den Prince van Oraengien, tot verscheyden malen door gecommitteerdens, deil
heer van Soemersdyck, doen versoeken, dcwyle de wint goet is, neffens d'andere heeren gedestineerde Ambassadeurs sich tot sceep willen begeven, om de ambassade te bevorderen. Syn E. heeft sich gestadich geexcuseert ende geseyt, dat zyn doctoors ende barbiers hem sulcx ontraeden, hoe wel men presumeert, dat de quetsure van't been soo groot niet en is, dat daer door d'ambassade geretardeert wordt, 't welck hare Ho. Mo. dese namiddach finae- lick gemoveert heeft te resolveren, dat de heeren Rantwyck, Pauw ende Vosberghen, desen avont elck sich sal begeven scipsboort, omtrent den Briel, ende verstaen, dat den heer van Soemersdyck binnen drie ofte vier daeghen, den heere Vosberghen sal volgen. Die drie voorseyde heeren hebben haer afgescheyt genomen , om sich te reguleren naer haere Ho. Mo. resolutie. Wat den heer van Soemersdyck sal dsen, sal den tydt leeren, hoe wel syn E. tot verscheyden maelen is doen presenteeren, tot 'slandts costen doctor ende barbiers mede te moegen nemen, hoe wel zyn E. aen't lichaem well is gedisponeert ende aen't been geen openinge en heeft. De heeren Essen ende Noortwyck maecken staet tegens den 27. ofte 28. January, olde
styl, tot Utrecht te commen. De heeren van Gelderlandt sal aengescreven worden , te willen letten op't isen by dezen
vorst. Waermede wy ons zeer gedienstelick sullen recommandeeren , ende U Edele Mogentheyden Godt Almachtich in gesontheyt, vooi'spoet ende geluckzalige regie-
ringe bevelen ende blyven Uwe Ed. Mo. dienstbereyde medebroeders,
G. VAN HerTEVELDT, A. VAN ZlJTLLEN VAN NlEVELT , ANTHONIS DE RODE.
Hens, den Haege, desen 14. January,
olde styll, 1628, des avonts laet. V.
Edele Mogende Heeren.
De heeren Ambassadeurs Rantwyck, Pauw ende Vosbergen, syn gisteren morgen toe
seven urhen met de wagen gereden naer Gravezande, omme van daer sich sceepsboort te begeeven. De heer van Soemersdyck heeft gisteren morgen, door den heer Secretaris Wolff, aen den heer Duyck goede hoope doen geven , binnen een dach drie ofte vier te sullen volgen. Is tot dien eynde ordre gegeven, by de Admiraliteyt van Rotterdam, voor den voorseyden heere, tot Schevelingen een bequaem scip te senden, die gerescribeert hebben, datelick uyt het Goereetsche Gat, een bequaem scip te zullen senden. Den heer Vosbergen zal zich tot Calis een dach ofte twee opholden, ende so hier en tusschen den heer van Soe- mersdyck niet aen en compt, sal alsdan van daer pas a pas syn reysen naer Paris vorderen in cleyne journees, tot dat de heer van Soemersdyck daer aen compt. Haer Ho. Mo. sul- len van den Officier van Schevelingen geadviseert worden, wanneer 'tscip aldaer gecomeu sal syn , om den heer van Soemersdyck datelick daervan kennisse te geven. Uyt deze bygaende beraeminge ende bezettinge van de Neerbetuwe ende Tielreweerdt,
zullen U E. Mo. sien , wat ordre daertoe is gegeven, daertoe wy ons gedraegen , als zynde gearresteert. Het Graefscap van Sutpheen, beclaecht sich tegens die van Twent, Drent ende Groll.
Versoecken, dat de convoyen ende licenten alomme mit haere naebuerige quartieren op een egale voet gestelt mag worden , daer op genomen sal worden het advys van den Raet van State. Casparus Ritz sal alhier blyven , ende Leeck sal gaen naer Gulick, ende hy blyft borge
voor Leeck. |
|||||
377
|
|||||
Den Adrairael Dorp, adviseert uyt Vlissingen , van den 21. January, aen zyn Princelicke
Excel!, met 14 scepen gereet te leggen , om op de wachten te gaen leggen , ende datter al vier aldaer gereet leggen. Den Colonell Frenk, seyt men Commissaris Generael te zyn nae den Grave van Slyck, by't
Keysersche volck onder Wallensteyn. Heeft voor desen aen een heer van qualiteit in't par- ticulier gescreven, dat Wallensteyn genegen is tot de vrede van't ryck, ende dat men de kerck te gelyck behoort aen te tasten. Men wenscht, dat den Colonell Morgan waer binnen de Gelucksladt. Het leste scrivens
uit Stade van Morgan seyt noch raet te weeten mit zyn Engelsche, maer met de reste libera nos, domine. Den Generaell Tylly scryft uyt Bocxtenhuden van den sesthienden Decembris, aen de hee-
ren Staeten Generael, van wegen den Keyzer last te hebben, des Keyzers troepen in't Graef- schap van Oostvrieslandt te leggen, versoeckende, ons crychsvolck uytOostvrieslandt te vvillen nemen, om te beter gelogeert te zyn, ende dat de contribute aldaer afgeschaft machworden. Dezen brief zal gestelt worden in handen van den Raet van State, omme met zyn Princel. Excell. daerop te delibereren ende adviseeren. Waer mede deze besluytende, sullen wy nae onze dienstelycke gebiedenis, Godt Almachtich bidden , Edele Mogende Heeren, uwe regeeringe hoe langer hoe meerder te willen zeegenen, bly-
vende U E. Mo. dienstbereyde medebroeders ,
G. van Hertevelt, A. van Zuyllen van Nyeveit, Anthonis de Rode. Hens, 's Graevenhaege desen
16. January 1628, olde styll. VI.
Edele Mogende Heeren.
Wy senden U E. Mog. hier bygaende copie van seeckere missive uyt ConstantinopoJen, van den dertbienden November, by den Orateur Haga overgezonden, ende meest in ciffer geweest, alsmede seeker advys by den Raedt van State, van daeghe gelezen, nopende de verhinderinge van de toevoer van vivres , die aen de Keyzerschen in Oostvrieslandt gedaen vvordt, ende sal morgen mit zyn Princel. Excell. ende Raedt van State gedelibereert worden op de zaeck van Oostvrieslandt ende Embden. Syn Genade, Graef Ernst, Stadholder van Vrieslandt, adviseert de compaignie van Aysma binnen Embden gezonden te hebben, ende Capiteyn Potter compaignie binnen Dellif te syn, om in drie uhren , als de noodt vereyscht, binnen Embden te cunnen syn. Men sal Aisma scriven ende toezenden een credentie, om hem te vervoegen op den lantdach van de Hanzesteden , ende haer te vermaenen niet voor te nemen , tot nadeel van onzen staet, 't welck oock op morgen naerder mit zyn Excell. ende den Raedt gedelibereert sal worden. Den heere van Langerack scryft, dat den Coninck van Vranckryck deze navolgende woorden voor Rochelle gesproecken soude hebben: » 0 Godt, v:k en begeer niet, dat gy my myne sonden vergeeft, indien ick ummermeer de belegeringe van dese stadt cocme te verlalen", tot de vordere inhouden van denselven brief, sullen wy ons refereren tot het rapport van den heere Hartevelt, alsmede wat deze voorleeden weecke is gepasseert. Het Hof van Gelderlandt slaet voor, dat men Deuticum ende Lochum behoort te demanteleren op de maniere van 's Heerenberch. De heer President Walta heeft van daege verclaert, de consenten van Vrieslandt gecregen te hebben , die men met den eersten sal lesen ende examineeren. De heeren Essen ende van Weminom maecken staet tegens een III. 48
|
|||||
378
|
|||||
toecomende Sonnendach, den eenen in't Poortus ende d'anderen t'Outwyck by syn Ed.
raoeye tot Utrecht te zyn, om hare bevelen ende opgeleyde commissie te voltrecken aen U E. Mog. Daer is by haere Ho. Mo. ordre gegeven, dat op de hoochte van Schevelingen, eenige schepen voor de gedestineerde heeren Ambassadeurs naer Vranckryck ende Engelandt op ancker sullen comen, om de reyse te spocdigen, welcke heeren alle, geen uytgesondert, sich tot het voltrecken van dien gereet houden, te meer men verstaet, dat voer Schevelingen van dage eenige schepen gecomen zyn. Waer mede, neffens onse seer dienstelycke gebiede- nisse, sullen wy Edele Mogende Heeren, Godt Almachtich bidden, U E. Mog. in gesondtheyt, voorspoet
ende geluckzalige regieringe te willen erholden ende zegenen, blyvende Uwe Ed. Mog. dienstbereyde medebroeder,
A. VAN ZUYLLEN VAN NtEVELT.
Post datum. De heeren Gecommitteerden Raeden van Hollandt ende Westviieslandt, hebben tegens den 15. ofte 16. February toecomende, stilo novo, doen uytscryven haren lantdach ofte bescrivinge, soo ons een van de Edelen van daeghe geseyt heeft. Datum den Hage, desen 21. January, olde styl, 1628. I
VII.
Edele Mogende Heeren.
Van daeghe is by haere Ho. Mo. goetgevonden, brenger dezes aftezenden naer Arnhem,
aen den heere Essen, ten eynde syn Ed. , als hebbende kennisse van zaecken, van weeghen haer Ho. Mo. sich wil begeven naer Emmerich, by de Cleefsche Raeden aldaer, ende te insisteeren, dat de voorgenomene reductie des heeren Overstein Genten volck ende de cassatie van de compaignie nryterie des heeren van Soppenbrouck, buyten voorweten ende kennisse van hare Ho. Mo. gedaen, geretracteert ende in zyn geheel herstelt mach worden, aenwyzende volgens het tractaet middelen, waer uyt men deselvige betaelen can, ende is den heere Essen mede aengescreven, dat zyn Ed. tegens een toecommende sonnendach over acht daeghen wil maecken van daer te zyn tot Utrecht, alwaer den heere van Weminom mede maecken sal tegens deselvige tyt te zyn , op de bescrivinge van Utrecht, omme haer Ed. last ende commissie te voltrecken. Haer Ed. instructie is geamplieert mit het afterwe- sen vande fortificatiewercken ende aennemers van dien onbetaelt, neffens de verantwoordinge vande vyf specien , als wyn, bier, sout, seep ende wolle laeckenen. Van daeghe , tegens den avondt, sal Casparus Simonius Ritz mit Leeck gebracht worden
uyt de castelleneye op de voorpoorte in de riddercamer alhier, ter tyt ende wylen hy, Ritz, voor den Gulichschen afterstal, voor hondert duyzent guldens borghe heeft gestelt, ende is hem van daeghe afgeslaegen de versochte 14 dagen ofte drie weecken tyts te blyven in de voorseyde castellenye. Het versoeck van Deuticum ende Lochum te demanteleren, sal naerder daer van mit zyn Princel. Excell. ende heeren Raden van State gedelibereert worden. De scepen, gedestineert voor de heeren Ambassadeurs naer Vranckryck ende Engelandt, syn ge- last te loopen in't Goereesche gat, lalwaer men best can uytloopen over den dorpell, als al- daer hebbende achttien voet water. Die andere scepen, mit den Admirael Dorp voor Sche- velingen gecomen , syn gisteren weder van daer t'zeill gegaen nae de wachten. Het pinckjen by den heer Ambassadeur Carleton, van Schevelingen naer Engelandt gesonden, is van daer weder gecomen, geladen mit oesters. Die van Coevorden hebben een convooy van tachtentich soldaten ende darthien ru\ ters, comende van Gilhuys, gelegen in't graefschap van Bentbein, |
|||||
379
|
|||||||
ende willende mit eem'ge vivres, wynen ende hrandewyn naer Lingen, t'saehien gevangen
gecregen. Men heeft hier advys, dat seker scip, Fredrick Hendriek genaempt, in vyff maenden ende weynich daegen, uyt Batavia is gecomen. Brieven uyt Venetien, vanden 30. Decembris, by Sonnevelt gescreven, vermelden de continuatie vande siekte des heeren ende vrouwe van Oosterwyck, distant zynde van Zurich anderhalf dacb reysens in een vleck on- der't gebiet vande cantons van Soledorn , in een slccltt gehucht, papist zynde, beyde zeer sieck leggende. Dewvle onze gemeene vyanden de geunieerde Nederlanden soo nae naeckende zyn, sal UE. Mog. verdacht gelieft te zyn op voorraet van polver ende ammonitie van oor- loghe. Waermede deze besluytende, sullen wy nae onze dienstelvcke gebiedenisse Edele Mogende Heeren, Godt Almachtich bidden, U E. Mog. regieringe voorspoedelick
ende geluckelick te willen zegenen. Geschreven in den Haghe, den 23. January, olde styll, 1628, op woensdach avont, blyvende. Uwer E. Mog. dienstbereyde medebroeders,
A. VAN ZdTILEN VAN NrEVELT, ANTHONIS DE RODE.
|
|||||||
Edele Mogende Heeren.
Dezen morgen heeft zyn Excel!., den heere Prince van Orangien etc., der generaele verga-
deringe doen aendienen, dat syne F. D. in menonge was, op overmorgen, maendach, naer Amsterdam te vertrecken voor twee ofte drye daegen, op't versoeck vande Magistraet derselve stede, nevens twee wt de Gecomrnitteerden Raeden van Hollant, namentlyck de heeren Brouckhoven ende Bleyswyck. De oorsaecke heeft Hoochstgemelte syne Excell. niet genotificeert. Men meynt tot wechneminge van onlusten over de licentieuse vergaderingen der Arminiaensche factionistcn, by eenige onder der gemeente ontstaen. Voor dezen is ter vergaderinge van haere Ho. Mo. gepresenteert een missive vande heeren Staten van Vries- landt, houdende, dat de gemelte heeren Staten van Vrieslandt, vernomen hebbende, dat eenige factieuse menschen haer E. M. sochten verdacht te maecken by haer Ho. Mog., als oft zy't gearresteerde in't nationael synode tot Dordrecht niet en hadden geaggreiiert, goetgevonden hadden aen haer Ho. Mo. over te senden , extract vande resolutie, by haer den ill. July 1619 daerop genomen , by d'welcke geapprobeert is alle 'tgene by 't voorsz. synode nopende de leere is besloten (synde de kerkel. ordre voor die tyt niet prac- ticabel bevonden), verclaerende voorts tot ontlastinge vande voorsz. calumnien, dat zy ingevolge van dezelve resolutie, hare gedeputeerden ter generaele vergaderinge, ende in't collegie vande Raet van State gelast hadden, by alle occasien daer aen de goede handt te houden, ende daer toe te helpen arbeyden, dat de gereformeerde leere, soo die in't voorsz. synode is verclaert, onverandert worde gemaintineert, de kercken daer by in goede ruste gehouden, ende wat daer tegens voorgenomen, geweerdt mochte worden. Ende zyn de heeren Staten van Vrieslandt bedanckt voor de continuatie van haere E. Mog. goe- den yver ende resolutie tot maintenement vande waere leere ende ruste, soe vande kercke als van't gemeene vaderlant, versouckende daerby te willen blyven, synde goetgevonden, dat de voorsz. missive syn Excell. ende den Raedt van State sal werden gecommuniceert. Hiermede, naer onze gans dienstige recommandatie in de goede gratie van U E. Mog.
bidden den Almogenden, Edele Mogende Heeren , voor den welstandt van U E. Mog. regieringe. In den Hage, dezen 29. Marty 1628. Uwer E. Mog. gans dienstwillige,
G. v. Hertevelt, A. van Zdyllen van Nyevelt, Anthonis de Rode. 48*
|
|||||||
380
|
|||||
IX.
Edele Mogende Heeren.
Tsedert liet vertreck van den heer Hartevelt is gisteren by den Raedl van State, aen
haer Ho. Mo. verthoont U E. Mo. missive, ende verstaen geen servitien vooV de nieuwe gelichte compagnien te laeten volgen, maer deselvige op te houden, tot dat nryn heere den Prince van Oraengien van Amsterdam weder gecomen sal syn ende van de saeck gesprocketi sal syn. Edoch is alsdoen by provisie by haer Ho. Mo. te boeck gestelt, dit navolgende: ge- delibereert synde op't logisgelt vande nieuwe lichtinge vande nieuwe compaignien van thien duyzent man, daer omme by eenige provincien aen den Raedt van State gesrreven is, is goetgevonden, dat de compaignien, soe haest zy twee bondert man ofte daer omtrent sterck sullen wesen, sullen worden gemonstert ende gewapent, ende dat dan van die tyt af de logisgelden sullen ingaen, ende sullen daeromme de waepenen op't spoedichste door den Raedt van State aen de compaegnien gesonden worden. Soo der eenige verauderinge in deze voorseyde resolutie compt, zullen wy U Ed. Mo. lydelick daervan adviseeren. Middelretyt sal ieder provintie sich na deese voorseyde resolutie reguleeren , ende ons versocht U Ed. Mog. op't spoedelickste daervan notitie te willen geven , gelyck Overyssel, die, derthien nieuwe compaegnien in huer provintie gelicht wordende, oock aengenomen bebben , gelyck wy, huer principalen daervan te verwittighen. Middelertyt sullen wy, Edele Mogende Heeren, neffens onse dienstlieke gebiedenisse, Godt Almachlich in ge-
sonde , voorspoedige ende geluckzalige regieringe bevelen , ende syn en blyven Uwe Ed. Mog. dienstbereyde medebroeders,
A. VAN ZCYLLEN VAN NYEVELT, ANTHONIS DE PxODE.
Hens , den Hage, desen eersten April,
olde styl, 1628, op dinsdach des avondts. Post dahim.
Den heere tresorier du Bye is gisteren avondt nae neghen uhren in den Heere gerust.
Men seyde, dat den heere Goch, commis Verbaer ende secretaris Volberghen , hun tot de voorseyde vaceerende plaetze sullen openbaeren, 't welck by iedereen gelooflick wordt ge- holden. U E. Mog. sullen eerstdaechs door den commis Leivis ofte Chate gesommeert worden tot
de betaelinge van di beloofde bondert duyzent guldens. 'T geene Haga van den 5. February ende den 22. January, alsmede van seker extract nyt
Paris gescreven , hierby gaende, vanden 26. Maert, sal ick my tot den inbouden van dien refereeren. Waermede ick my seer gedienstich sal bevelen in U E. Mog. goede gracie, ende blyve, U E. Mog. dienstwillige medebroeder, A. VAN ZUVIXEN VAN NYEVELT.
In 'sGravenhage, desen tweeden April, olde
styl, 1628, op woensdacb des naemiddaecbs. X.
Edele Mogende Heeren.
De tydinge van boven melden , dat de Keyzerschen eenige versamelinge maecken omtrent Duren, ende gaet de roep, dat sy haer sullen begeven opte heyde te Ruei'monde, ende vougen met eenige troupen van den vynridt. Heere Ho. Mo. hebben goetgevonden de scheepsbrugge nacr boven te doen voeren. 1
|
|||||
381
|
||||||
Den lleere tresorier du Bie is in deu Heere gerust. Tot zyn successeur, wert by meest alle
de provincien , nae wy bemercken connen, gedestineert den heere greffier Goch. Syne Furstel. D*. den heere Prince van Oraignen, is met de gecommilteerdeu van Holland t
op vrydach verleden van Amsterdam weder gekeert. 'sDaechs daer aen is van't gepasseercle aldaer rapport gedaen, bestaende in't navolgende: dat zyne Hooch. Excell. ontboden ende in presentie vande gemelte gecommilteerden, de heeren Burgermeesleren aengeseyt heeft, dat deselve goetvondejj, dat de struyckelsteen vande apparente beL'oerte geheel ewechgenomen wierden, seggende die te wezen d'impressie vande gemeente, d'weleke suspiceerde, dat de Magistraet sochte te maecken eenige veranderinge in de gereformeerde religie , by't nationael synode te Dordrecht geconGrmeert ende publiGque authoriteyt van 't lant aengenomen, haer E. afvraegende, of zy niet van meeninge en waeren die te mainteneren, geen veranderinge d.ierinne te doen oft gcdogen gedaen te werden , de placcaten van hare Ho. Mo. tegens de aparte vergaderinge der remonstrantsgesinde te observeereu ende executeeren, waer op geant- woort zynde affirmative, heeft zyne Princ. Exell. de scholtus insgelycx 't voorsz. voorgehou- den ende becomen antwoordt als voren, met excuse, van-dat hy door de presse Van't volck de verstoringe vande gehoudene vergaderinge nyet en hadde connen doen. Hyer naer de derthien schepenen gecompareert wesende, hebben gelycke verclaeringe gedaen , ende dat zy op de aanclachte vanden officier recht souden doen , tegens de contraventeurs vande voor- zeyde placcaten; daer nae de heeren vroetscappe in twee gedeelten, als ooek nae't schey- den van dezelve, de crychsraedt,, bestaende in veertich persoonen , ten versoecke van syne Excell. mede gecompareert wesende, hebben alle verclaert, gelyck by d'heeren Burgermees- teren was verclaert. T welck gepasseert zynde, is by zyne F. D.alle de predicanten, 't geene voorsz. is, voorgehouden, by dewelcke geantwoort is, dat zyl. ende de gemeente nyet anders en sochten dan mainctenu vande gereformeerde ende by publicque authoriteyt aengenomene religie, ende dat de voorsz. beloften effect hebbende, de doleantie vande gemeente cesseer- den, haar presenteerende voor zyne Hoochf. Princel. Excell. te purgeeren vande calumnien , die men haer nae gaf van in hare predicatien te exorbiteeren van haer debvoir. Hyer nae waeren een goet getal vande notabelste burgers by meergedachte zyne Excell. gecomen, ver- haelende ende deduceerende de redenen van der gemeente doleantie, die't gene voorsz. verstaende, naemen contentement. Ende ten laetsten hebben omtrent dertich well gequalifi- ceerde Brabanders zyne Excell. mondeling geremonstreert, dat hare ouders ende eenige van hunl. om de gereformeerde religie genootdruckt waeren geweest te vluchten, doende daer by, soe syluyden by d'selve religie niet en costen werden gemainctineert, dat zy hare residentie elders souden gaen nemen, desen insgelycx het voorsz. verstaende, hebben haer geconten- teert. Als de predicanten de voorsz. burgers ende Brabanders eenich twyffel schenen te scheppen over 't voltrecken der voorn. beloften, by de heeren Burgermeesteren , Schoudt, Schepenen, Vroetschappen etc. gedaen , heeft zyne Excell. henl. mettet naevolgeude ant- woordt volcommen satisfactie ende contentement gegeven , van dat zyluyden by manquement van dien zyn persoon souden aenspreecken , hy zoude haer 't volbrengen vande gedane be- loften presteeren ende doen hebben. Hyer nae werdt goetgevonden, de getevckende req'e inne te trecken ende te vernietigen, sonder dat zyne ExcelJ. daer van lecture heeft begeeren te hebben, gelyck mede niet aengeuomen heeft gehadt, d'offre by de voorsz. burgers ge- daen , van te willen ende connen sisteeren 't getal van sestich duyzent gequalificeerde jper- soonen, die by onderteyckeninge souden gereet wesen te versoecken mainctenue vande aen- genomene leere ende religie. Dit is 'tgeue gerapporteert is, eiide wy goetgevonden hebben voor de waerheyt dus particulierlicken over te schryven. . In Wanckryck presseert men de gesanten van dezen staet te wil-en ouverture doen van.le |
||||||
i
|
||||||
382
|
||||||
consideration, die men van deze syde is hebbende over het tractaat van aliiantie, by den heer
Ambassadeur Langerack op't behagen van hare Ho. Mo. geconcludeert, met verclaringe, dat den Coninck hare E. anders op egeene poinct eenich gehoor of audientie zal geven, waer op naerder last van alhyer versocht werdt. De seecken van Rochelle staen noch in vorige ter- men, zynde zyne Mat. geresolveert de stadt te lande a force aen te tasten. Hyer mede ons gebiedende, sullen den Almogenden bidden, Edele Mogende Heeren, voor Uwe E. Mo. voorspoedige regieringe. In 's Gravenhage,'
den 8. Aprilis 1628. U E. Mog. dienstwillichste dienaers en medebroeders,
A. Ploos, A. van Zuixlen van Nyevelt, Anthonis de Rode. XL
Edele Mogende Heeren.
De laeste tydingen wt Elseneur, wt Constantinopolen, wt Calais ende seekere particuliere
advertentie wt Zurich sullen U E. Mo. wt de bygevouchde stucken connen sien, waer toe wy ons gedragen. Van't voornemen van Engelandt ende van hare conduite en verneempt men nyet. Wt Vranckryck wordt geadverteert, dat vande twe barcquen naer Rochelle lopende, eene soude by de Franchoisen becomen syn met de Engelsche brieven, die geseydt werden aen de Rochelloisen secours te verseeckeren in:t begin van Mey. De gesauten in Vranckryck, willende syne Majest. haer in egene andere saken gehoor geven, zyn genoot- saeckt geweest, het tractaet van aliiantie by den heere van Langerack op't behagen van haer Ho. Mo. gesloten, inne te treden, sonder t'welcke de besoignes aldaer stonden op't poinct van rupture, d'welck all in deliberatie geleyt was, ende daerby van aen haer Ho. Mo. te notificeren, dat zyne Ma', de extraordinaris Ambassadeurs voor suspect hielde, als wesende tot Vranckryck qualick geintentioneert ende partisans van Engelandt, ende dat men andere personen niet suspect hadde behoren te senden. Desen dus verre geschreven hebbende, compareert de heer Colsteren, raet ter admiraliteyt tot Rotterdam, versoeckende geindem- neert ende gedeschargeert te wesen vande borchtochte ende belofte, by hem voor de huyre van enighe schepen voor't landt gehuyrt, waer van de betalinghe all over anderhalf jaer hadde behoren te geschieden. By welcke occasie zyne E. verhaelden , tydinge gecomen te wesen, dat twe van 's lants oorlogschepen leggende ende wtgevaren tot defensie vande Hoec- kers of Cabeliauvaerders tegen 7 Djiynkerkers slachs geweest zynde, in de grondt souden wesen geschoten. De capiteyns zyn genaempt Pieter Cornelisz. ende Buckin vd. Briel. De visschers syn't ontvlucht ende velen ingecomen. Alle handelinghe tusschen Sweeden ende Polen is onverrichter saken gebroken. De ge-
sandten van desen staet keeren terugge. Die van Dithmarsen hebben 6 compagnien vande Keyserschen, die niet verre vande Stoer
haer geopposeert hadden, geslagen, over de hondert gevangens in de Geluckstadt ende Kxempen gesonden. De Keysersche hebben de rivier vande Stoer gequitteert, houden noch Brunsbuttel, hetwelk men meent, dat haest gedwongen sullen worden te verlaten. In de quartieren van Venlo versamelen, behalven 't voetvolck, vele compagnien cavallerie,
by haer hebbende vele wagens ende kerren met ammunitie ende vivres, oock geschut. In't landt van Gulick syn aengecomen omtrent 34 cornetten vande Keysersche. Oft sy haer met het Spaensch volck sullen conjungeren , leert den tyt. Tot renforcement van't garnisoen syn binnen Gennep eenige compagnien gesonden. Hetgene den Raedt van State gelieft heeft te schryven aen de respective provincien, sul-
|
||||||
»
|
||||||
383
|
|||||
len U E. Mo. vernomen hebben. 'Tselvige heeft tea aensien vande apparente ondienstige
operatie een alarm alhier gemaeckt, ende sal daerop nader schryvens volgen. Middeler tyt dient 't vorige schryvens gemenageert ende in geenre hande manieren truchtbaer gemaeckt. Den Doinheer Renesse hadde versocht sauvegarde ten platten lande. Haere Ho. Mo. en
maecken geen difficulteyt daerinne, dan syn gewoon daerop alvorens te verstaen, of de Staten vande provincie, waerinne de persone dusdanige versoecken doende, woonachtich syn, daer iets tegens hebben , opdat d'selve provincien, vermits het vertreck van geheele familien, vande contributien niet en souden worden vermindert, welcke considerate in desen cesseert. Hierop sullen wy U E. Mo. intentie veiwachten. Hyer mede, bidden wy den Almogenden God, U E. Mo. etc. I In 'sG. Hage, den 10. Apr. 1623.
U E. Mog. dienstwillichste ende getrouste dienaers,
A. Ploos , G. v. Hertevelt , A. van Zuyllen van Nyeyelt , Anihonis de Rode. xir.
Edele Mogende Heeren.
By onse voorgaende brieven hebben wy U E. Mo. geadverteert, dat mits de verzamelinge
vanden vyant goetgevonden was, de scheepsbrugge naer boven te laeten gaen. Zedert heeft zyne F. D'. noch dienstich geicht derwaerts mede te doen voeren het geschuth enda mu- nitie van ooi'loge, soo haest de nieuwe levees twee hondert man ende daer omtrent sterck xullen wezen , ofte dat zy sullen syn gewapent ende dienst doen , ;van dien tyt af sullen haere logisgelden inncgaen. Den vyant is den 18/„ Marty omtrent Berck den Rhyn gepas- seert, sterck 35 vaneo peerden , ende vier duyzent te voet, gecommandeert volck, by haer hebbende twee halve cortouwen, vier veltstucxkens ende 400 wagens , geladen met vivres ende ammunitie van ooiioge. Twee en twyntich compagnien te peerde, ende drie regimenten te voet van 's Keyzers volck, houden haer in't landt van Gulich, verwachten noch eenige meerdere troupen, hebben last bun op de frontieren van deselvige landen te houden. Den heere Stakenbroeck is met eenige troupen wtgeweestV)heeft op de nieuwe Vaert eenige schans- kens geraseert, eenich volck dootgeslagen, eenige gevangen genomen, ende eenige karren cordewagens ende andere instrumenten genomen. Het wtlopen vande 7 Duynkerckers, in onsen laetsten geroert, gaet seker, ende dat dselve
onder de Hoeckers ende Cabelliauvangers haer begeven ende geattaqueert hebben de twee con- veyers , waer van den eenen genaempt Capt. Pteter Cornelisz. nae eenich gevecht in de gront geschoten ende mit matroos, geschuth ende alles gesoncken is, den anderen genaempt capt. Buckin, heeft met hunluyden slaechs geweest van smorgens ten negen ueren tot der sonnen. onderganck toe, met weynich apparentie van*- te connen ontcomen, sonder dat men noch seeckerlyck weet!, hoe het afgelopen is. De visschei-s hebben haer nae't landt begeven, ende zyn in groten getale innegecomen. Die van Maeslandtsluis voor ende de Gecommitteerden vanden Briel naer, hebben audientie gehadt, de sobere ende lamentabile gelegentheyt vande visscherye voorgedragen ende versocht, dat die met behoirlycke convoy mochte weiden versien, met vercla- ringe, dat vele vande visschers la ten verluiden ende apparent is te sullen geschieden, soo sy naer behooren nyet en worden geprotegeert, haer te willeu begeven aen 's vyandts syde, Offlme onder de defensie vande Duynckerckers laaece neeringe in seurte te doen. De aen- wesende Gecommitteerden ter admiraliteyt hyer op gehoort, hebben voor advys verclaert de voorsz. vischerye met geen drie schepen te connen assisteeren. Haer Ho. Mo. hebben by advis van zyne Princel. Excell. geresolveert, dat vande xxxv schepen, gedestineert totte be- |
|||||
384
|
|||||
waringe vande zeet negenthien sullen gaen naer de custe van Vlaenderen, met drie jach-
ten ende vyff fregatten, omme aldaer onder de vlagge te zyn vanden Lieut. Admirael Dorp, ten langsten tegens den X. des toecomende maents Mey, sonder van daer te gaen anders als rait deszelfs acte ende ordre, ten waere haer Ho. Mo. ofte zyne Excell., eenige andere ordre mochten geven, sullende syl. absolutelyck staen onder desselfs Lieut. Admiraels commandement, ende heeft zyne hoochf. Excell. aengenomen de muscjuettiers daer op te senden, soo haest de schepen daer sullen syn. Ende aengaende de resteerende XVI schepen ende daer toe beho- rende jachten, is verstaen, dat d'selve recht toe recht aen gesonden sullen werden, op haere gedestineerde plaetsen, oin by esquadres te cruissen, blyvende nochtans mede onder liet gesach vanden Lieut. Admirael, soo ende sulcx het by ordre op't cruissen gestelt, goet- gevonden ende gearresteert is. Aen de respective cameren vande Westindische Compagnie wert geschreven, dewyle de
Duynkerckers tegens het recht van voetspoelinghe, by retorsie gaen over de arme visschers ende coopvaerders, ende deselve over boord werpen, dat zy de Spaegnaerts oft andere dezer landen vyanden , die zy zullen mogen becomen, willen herwaerts senden, om tegens dezer landen visschers ofte andere mede over boort geworpen of geransonneert te worden. De heeren Raden van State hebben ter vergaderinge van haere Ho. Mo. overgelevert
gehadt seeker concept van missive, die haere EE. van meeninge waeren tot eludicatie van haer voorgaende vanden 18. Marty lestleden, aen de provincien te zenden, ende naer ge- nomene rype deliberatie is wel goetgevonden, dat die by haere EE. ande provincien mochte gesonden werden, doch eenpaerlick verstaen , dat daermede de lesie ende offensie door de voorgaende gegeven, niet gerepareert off den ondienst van't landt nyet ewech genomen fog ende dat daeromme opte saecke noch naerder sal worden gedelibereert. Saterdach verleden nam den heere Baron Carleton (van zynen Coninck gerappelleert we-
sende) afgescheydt, met meninge, omnte van deze weke te vertrecken , ende is in zyne plaetse, omme alhier in qualite van Agent te resideeren, by zyne Mat. gecommitteert hr. Dudley Carleton , des voorsz. barons neve, waer op aen zyne Excell. verclaert is, denzelven Agent haere Ho. Mo. aengenaem te wezen, ende voorts op deszelfs versoeck geaccordeert eenige schepen van oorloge, tot transport van zyn persoon ende suite, ende sal op huiden ofte morgen , vermits zyn haestich vertreck, op syn afgescheydt, soo aengaende de gewoonlicke vereeringe voor extraordinaris Ambassadeurs als eenige zyne propositien, werden gere- solveert. g In der saecke van't vacante thesorierschap e*n is noch niet gedaen, diensaengaende mochte
deze weke yets by der handt genomen werden. De heeren van Hollant sullen (nae men on- der de handt verneempt) insisteeren, dat die van haere provincie voor anderen mochte wer- den geprefereert, sonder daer inne toe te geven , ende in alien gevallen te dilayeeren. Den Coninck van Vranckryck is voor eenige dagen van Paris naer 't leger voor Rochelle
vertrocken, daertoe door verscheyden brieven vanden Cardinael instantelyk versocht wesende, mit verseeckeringe, dat zyne Mat., so haest d'selve iu't leger soude wezen gecomen, by die van Rochelle soude binnen gelaten werden, waer over den Coninck soo grote blyschap geschept heeft, dat die aen de wtheemsche Ambassadeurs afgescheyt nemende, niet en heeft gedissimuleert, ende evenwel oordeelen de verre siense aldaer, dat den Cardinael op de compste vanden Coninck so seer geinsisteert heeft, opdat zyne Mat', presentie ordre mochte geven onder de officieren van't leger, die den andere niet al te wel en verstaen , ende veel- tyts nalatich zyn , de commandements te executeeren , ofte oock , dat deselvige Cardinael het secours van Engelant vresende, ende genootsaeckt wesende op te breecken, d'afironte pyet alleen en soude ontiapgen. Naer het innecomen van d'eene barque, die geweest is van |
|||||
385
|
|||||
ses lasten, ende waervan wy voor desen geschreven hebben, is vermits de vercoopinge ende
distributie vande vivres, cen tumulte onder het populace geweest, doch datelyck door den maire nedergelecbt, hebbende doen openen alle de magazynen vande stadt, ende aen't peupel verthoont ende verseeckert, datter noch wel voor ses maenden vivres waeren, ende by goede mesnage voor twaelf, tot groot contentement vande gemeente. Op de voorzeyde tumulte hadde de Caidinael groote staet ende fundament gemaeckt, ende meent men mede die oir- sacke te wezen, vande groote asseurance aen zyne Mat. gegeven. De laetste temp'eesten hebben alleenlyck twee ofte drie vande gesonkene scbepen ewech genomen, ende van eenige het bovenste, tol de ballast toe. In aller diligentie doet men andere in de plaetze van dien sincken. Desen alien niet tegenstaende, soo eenich secours voor haer wt Engelandt compt, schryft men dat niet eonnen werden belet. De schippers dezer landen, wiens schepen onder een papier van een naecte belofte afgenomen zyn, ende om betalinge nae lopen, en crygen geen satisfactie , ende de belegeringe consumeert alle de middelen van't ryck. Den Hertoge van Guise heeft mit groote difficulteyt ontfangen , tot armeringe vande vlote tot Marseille , vyftich duzent cronen. Syne Mat. heeft de commissie vande Coninginne moeder geampli- eert, ende haer tot Raden bygelaeten mess" de Bullion, Lomenie, Villauclair, Champigny, Chebry, Caidinael Beuile (!) ende Bouthelleir, d'welcke last hebben , omme met de Ambassa- deurs van Denemarken ende van deze republicque te negotieeren, dan is weynich apparen- tie , dat in desen yets sal werden verricht, soo lange de fortune van Rochelle onseker is. De Gedeputeerden generael vande gereformeerde kercken zyn gelast zyne Mat. te volgen. In plaetze vanden Ridder de Montaigu te relaxeren, volgende de capitulalien mit den
Prince van Phalsbourg gemaeckt, werde deselve nauwer bewaert, wt oorsaecke dat hy wey- gerich is te doen den eedt van te verblyven drie maenden in Lorraine, seggende aen de Commissarissen, tot dien eynde by hem gesonden, dat hy liever in de Bastille wilde sterven, dan hem te bynden aen een eedt, soo onredelyck ende voor syn meester prejudiciabel. Men vreest aldaer, dat denselven Montaigu, in Engelant comende, het affront hem aengedaen, soude soecken te repareren ende den Hertoge van Buckingam, by denwelcken d'selve veel vermach , tot meerder vigueur disponeeren ende 't voernemen van Eugelant doen verylen. Beaufort, gewesene Gouverneur van Pamiers ende vyf ofte zes andere Edellieden vande religie, zyn tot Tholouse gedecapiteert. Men wil seggen, dat wt Engelant een gedeelte vande vlote wtgelopen zyn. Het parlement
aldaer is aengevangen den 27/7 Marty, als wanneer de Coninck derwaerts gedaen heeft zyne solemneele entree, geaccompaigneert met de Groten ende Officiers vande crone, alle welcke nae haere qualiteyten ende rang ende in gewoonlycke rootscharlaken habyten, ende de Bis- choppen in swarte, alle mit bont gevoeyert ende nae yeders digniteyt gedistingueert, in goede ordre voor zyne Mat. zyn gemarcheert, ende is dezelve gevolcht vanden Hartoge van Buc- kingam, ende van den Grave van Hollandt, nae welcke des Gonincx guarde is gecomen. Syne Mat. heeft gedaen de propositie, bestaende in generalibus, ende hem gerefereert no- pende de particularia tot 't gene de bewaerder van't groote zegel soude proponeeren. Het parlement heeft vyff subsidien gcaccordeert. Hyer mede bidden wy den Almogenden , Edele Mogende Heeren, voor Uwe E. Mog. voorspoet ende gelucksalige regieringe.
Hagen, den 15. Aprilis 1628.
U E. Mog. dienstwillige dienaers,
A. Ptoos, G. v. Hautevelt, A. van Zcyllen van Ntevelt, Anth. de Rode. Post datum.
Doordien den schipper, die wy meenden , eerst op dyncxdach, vermits het hoochgety , HI. 49
|
|||||
386
|
|||||||
soude vertrecken , vertogen was, en is deze niet gesonden. Zedert verstaet men, dat een
gedeelte vande vloot van Engelant, sondach verleden acht dagen te seyll is gegaen. Jor. Lo- dewyck van Renesse is zyn versoeck geaccordeert, gelyck mede op eene tyt, Jor. David Go- dyn, 't selffde niede versocht hebbende. Haere Ho. Mo. noch zyne Excell. hebben egene advisen, waer henen de vyant by Rynberck de rivier gepasseert zynde, haer oge geworpen ende gemarcheert zyn. De Hartoge van Mantua offNevers, doet instantelyck by den Coiiinck van Vranckryck aenhouden om secours, sonder d'welcke hy niet bestant zal wesen, de forces van Spaengien ende Savoyen te resisteren. De constitutie ende schaersheyt vande comp- toiren van zyne Mat., die vermits de belegeringe van Rochelles wtgeput werden, doen 't selfde difficulteren. Hoochstgedachte zyne Mat. heeft door zynen Ambassadeur aen den Senaet van Venetien doen aenhouden, ten eynde d'selve d'voorsz. Hartoge geliefden te assisteeren, ter tyt en wylen toe, deselve syne Mat. zyne rebellen soude hebben gestraft, ende d'Engelsche getoont de folie van een onnodicli by haer aengenomene oorloge. De Am- bassadeurs extraordinaris vande gemelde Hartoge hebben, tot den voorn. eynde, hy den Senaet verscheyden audientien gehadt, ende zyn hierinne by den Noncius vanden Paus ernslelick gesecondeert. Hyer op is geantwoort, devvyle zyne Mat. mit de Engelschen ende die vande religie voerden een oorloge d'election-, ende dat den oorloge vande Goninck van Spaengien ende Savoyen, den Hartoge van Mantua constringeerden tot een oorloge de ne~ cesstie, dat zyne Mat. loffelicker soude doen, de voorsz. oorloge ('twelck zy zeyden in syn vermogen te wezen) , te accommodeeren, ende zyn macht emploieerden tegens deze sieckte, die welcke so niet en wierden geprevenieert, lethael soude werden, doende den Senaet daer by, dat zy in desen niet en souden doen , voor ende aleer zyne Mat. hem hyer inne verclaerde niet met woorden, maer met een royale armee, in welcken gevalle zyl. niet en souden mancrueeren in 't gene men van vrieuden ende geintresseerde nabueren, tot consevvatie van publiqne ende gemeene liberteyt soude mogen vereysschen. Hyer by gaen brieven vande Gesanten in Polen, vande Agenten Aerssens ende Cracou,
waertoe wy ons refereren. , XIII.
Edele Mogende Heeren.
Den Vice-admirael Dorp, heeft ter vergaderinge van haere Ho. Mo. zynen naderen last becomen ende affghescheydt genomen, omme zich op de custe van Vlaenderen te begeven. De Agent Mibaise adviseert by den zynen vanden XXt. dezer, nieuwen styls, dat den Gou- verneur tot Duynckercken niet en wil toestaen, dat dezer landen gevangens aldaer werden geransonneert, wt dien d'infante was bericht, dat men aen deze zyde last gegeven hadde, (so hy seyde), dat men tegens de Duynkerekers, die men soude becomen, het recht van voetspoelinge soude gebruycken. Adviseert mede, dat men tot Ostende in aller diligentie thien ofte twaelf schepen, ende veele te Duynkercken, die genouchsaem gereet zyn, equipeert. De gecommitteerde van Zeelandt, heeft de sobere gesteltenisse vande admiraliteit aldaer voorgedragen, waerop goetgevonden is, dat zy haer contingent tot de cm guldens die Uwe E. Mo. hadden belooft te furneeren, sullen ontfangen, waervan wel te pas een goet gedeelte is aengecomen. De defectueuse provincien sullen besonden werden, in vougenUEd. Mo. besonden zyn geweest. Den Coninck van Spaengien beefl van Genua op Antwerpen over doen maken eenige wissels, ter somme van vier millioenen ducaten, sulcx sync Princel. Excell. ter vergaderinge heeft gerelateert, ende zyn al eenige le Antwerpen geaccepteert. |
|||||||
\
|
|||||||
/
|
|||||||
387
|
|||||
Tot het vacante tresorierschap is gecommitteert den heere grefSer Goch, ende in zyne
plaetse tot greffier N. Mus, secretaris tot Rotterdam. De gecommitteerden totte visitatie vanden Iselstroom hebben ter presentie van zyne Exell.
ende Raedt van State rapport gedaen , ende is 't concept van fortificatie van d'selve strooni by Hoochf. zyne Excell. ende heeren voorsz. geprojecteert, geamplecteert ende goet gevon- den datel. te doen effectueeren. De costen werden begroot op een hondert ende vyftich duzent gulden, ende voorgeslagen, dat die by de provincie van Gelderlant, Hollandt, Uti'ecbt ende Overyssel souden werden gefurneert, ende op haer credit genegotieert, tot laste van de Generaliteyt. Wy zullen U E. Mog. goetvynden mitten aldereersten hyer op verwachten, ende zoo de sake gepresseert wordt, (sulcx de noot wel vereyscht) daer inne op't behagen van Uwe Ho. Mo. consenteeren, te meer om dat wy weten eenige andere pro- vincien in dusdanige fortificatien omtrent baere quartieren, met't verstrecken van't credit ende h'chtinge voor de generaliteyt gecbargeert zyn, In Vranckryck staen de zaken in vorige termen ende is weinich te wacbten, soo lange de
wtcompste der belegeringe van Rocbelle onzeker is. In alien gevalle zullen de besoignes traecb voortgaen, omdat de Coninginne moeder ende den Raedt haer by gevoecbt, op geen saecken sonder voorgaende kennisse ende communicatie metten heere Cardinael van Richelieu definitive en disponeeren. De geestelycheyt heeft genouchsaem d'absolute directie van't ryck, die meest Spaensgezint, ende de religie, mitsgaders de vrede met Engelandt, geheel tegeu zyn, hebbende oock den Coninck geworpen in een vaste alliantie metten ConinGk van Spaignen tot een gemeene defensie, ende wert geadviseert, datter redenen zyn te geloven, dat die gefundeert zy meest, om te vorderen de Catholicque religie, sulcx datter in de vredehandelinge mit Engelant nyet en zal zyn te doen, voor dat Rochelle sal syn verovert offte gesecoureert, 't welck hangt aen 't succes van 't gene d'Engelsche vlote voor heeft. Daer zyn noch thien duzent man tot renfort ende recreute van zyne Ma'3 leger gelicht, ende de Hartoghe van Guise is naer Marseille verreyst, om zyn equipagie te haesten, ende dan in de riviere van Lisbone de Spaensche schepen mit te nemen, maer segt voor St.'Jan niet te cunnen gereet wesen, en sal dan oock eerst syne ordre ende instructie ontfangen. In Spaegnien werdt sterck ter zee toegerust. Eenige meenen datter een dessein op lerlandt is, maer andere sprecken, dat Spinola in Spaignen de saecke tegens Engelant beleyt, op den Voorslach, die by aen den Coninck voor Rochelle dede. Montaigu heeft alle zyne brieven, papieren ende handelingen, buyten ende binnen 't
ryck bekent, ende onderteeckent mit expressie vande persoonen, aen d'welcke hy syns Coninx credentien heeft gelevert. De heeren Ambassadeurs van Denemarcken in't hofF van Vranckryck, hebben door't fa-
veur vande Coninginne moeder assignatie becomen, waer mede sy meenen twee hondert dusent gl. te ontfangen. Nieuwe instantien en zullen zy niet derven doen, doordien de zaecken vande finantie door't beleg van Rochelle te seer verlopen. De Coninginne heeft se geli- centieert, ende haer present gesonden, elck een diamant van vyff dusent fl., sonder dat zy dimissie versocht hebben. Nochtans en sullen se nyet vertrecken, voor dat ze haer gelt zul- len hebben ontfangen. De gelegentheyt van haeren Coninck en werdt aldaer sulcx niet ge- apprehendeert als de noot ende importance wel meriteert, ende alle sinnen ende middelen zyn alle gespannen om Rochelle te vermeesteren. Onse gesanten hadden vryheyt vercregen voor een jongman van Vriesl., die voor slaef op de galeyen tot Marseille was gestelt, maer op conditie, gelyck des Conincx brief mede brengt, dat hy de ketterye moet afsweren, 't welck is te seggen, gelyck men aldaer expliceert, dat hy catholyck moet worden, ende wor- den alle andere acten van gratien op gelycken voet geextendeert. Hyer mede bidden wy, 49*
|
|||||
388
|
|||||
Edele Mogende Heeren, voor Uwe Edele Mogende voorspoedige regieringe. Hage, den 18.
Aprilis, 1628. U E. Mog dienstwillige dienaers ende medebroeders,
A. Ploos, G. v. Hertevelt, A. van Zdvllen van Nyevelt, Anthoms de Rode. XIV.
Myn Edele Mogende Heeren.
Wt Engelant verstaet men, dat de Coninck aldaer nyet vrempt en is vanden vrede, al$ die gevonden conde worden, sonder quetsinge van zyn eere ende de zeeckerheyt van zyne geallieerden, namentlyck daer inne beprypende Rochelle mette gereforrneerde kercken van Vranckryck, oock mits dat den Coninck van Vranckryck verlate zyn alliantie met Spaignen, ende zyn maclitich toerusten ter zee, ende daer by, dat de deputatie mochte vallen, om op neutrale plaetzen vande reconciliatie te tracteeren , welcke beginselen voor den Staet van Vranckryck hart wesende, de hoope van goet succes sullen om S to ten., ende en zal het Cha- pellet, 't welck alles gouverneert, een eenich point van dien niet toestaen. In Languedock wackert den oorloge van d'een ende d'andere zyde, beginnende die van de religie vreetheyt met vreetheyt en cruaule te compenseeren , hebbende 't guarnisoen van Revel geattrapeert de Grave van Clermont ende de Marquis van Ambres mit vyff Edelluyden ende met coelen moede ende de sa?ig froid gemassacreert tot revange vande barbarische vreetheyt by de Prince van Conde , tegens die van Pamiers gepleecht, d'welcke by alle de werelt selfs by des Princen Collonels selfs gedetesteert woi'dt, waer doer oock eenige van hen gescheyden zyn. Deselve Prince heeft belegert Realmont en Foix, alwaer hy meerder lesistentie zal vyn- den als tot Pamiens. Den Hertoghe van Rohan heeft twee plaetzen op de Rhosne innege- nomen, die hy fortificeert om de passage van Dauphine open te houden. De heere van Montaigu is ten laetsten ontslagen, onder deselve conditien, die hy voor weynich dagen gerefuseert hadde, 't welck is van hem te verbynden , drie maenden in Lottringen te ver- blyven. De Hertoghinne van Chevreuse heeft zyne Mat. weder toegelaten in Vrancryck te mogen keeren, onder conditien van haer voor eenige tyt ten platten lande te houden. Daer schvnt geen hope overich te wesen totte accommodatie tusschen den Hartoghe van
Savoyen ende Mantua. Gonzale de Cordua is voor Casal met veerlich stucken geschut ge- campeert, ende de Hertoghe van Savoyen met de Prince van Piemont is wt Thurin mit hun leger gemarcheert naer Alba, soo dat nae alle apparentie de Hertoghe van Mantua eerst het Montferrat sal quyt gaen , ende daer nae ten regard van Mantua nyet versekert syn, om dat hy zonder assistentie blyft. Den xviil. April arriveerden te Paris een Ambassadeur van deselve Hartoghe, op wiens naem aldaer thien duyzeht man te voet, ende dusent peerden met 'sConincx consent gelicht worden, willende den Hertoch van Longueville zich oock personeel daer onder lalen employeeren, ... syne Mat. in deze zyne gelegenheyt voor Rochelle yet anders doen, als omnie de accommodatie van 't different by den Pairs ende den Keyzer te doen recommandeeren , ende daer en tusschen alle zyne ondersaten wt den dienst van den Hertoch van Savoyen te rappelleeren, 't welck alreets geschiet is. Daer wordt geseydt, dat Graef Johan van Nassau met noch twee anderen gecommitteert is vanden Keyser, om als sequester de veroverde plaetsen in 't Montferrat te occupeeren, tot dat den Keyzer door sententie daer van sal hebben gedisponeert ende gedecideert. De gesoncken schepen in 't canael van Rochelle en connen het innecomen vande schepen
niet beletten, als wezende meestal door den hoogen vloet ontstucken geslagen , waerommo den Cardinael doet maecken een estercade van flotterende schepen aen den auderen met grate |
|||||
389
|
|||||
ketens gehecht ende vast gemaeckt, soo dat geoordeelt wert het Engelsch secours comende,
hoe cleyn oock 't selfde soude mogen wezen, de stadt te zullen werden ontset. Hyer mede, yermits de poste op zyn vertreck staet, 't welck mede oorzaeck is , dat dese beyde anderen heeren niet en is geteyckent, bidde ick den almogenden, Edele Mogende Heeren , de regieringe van Uwe E. Mog. meer ende meer te seegenen.
In 's Gravenhage, den 18. April 1628. Uwe Ed. Mog. dienstwillige dienaer,
A. Ploos. XV.
Edele Mogende Heeren.
De lieere Baron Carleton es vereert met een goude ketingh, bedraghende in alles ter
weerde van drie hondert dubbelde rydei's, waer over by syn Ex. weynich contentement is , ende zynen Secretaris met een medaille van hondert gulden , die deselve weder terugge gesonden heeft. Tot transport ende convoy van syn persoon ende suite zyn enighe oor- lochschepen geaccordeert. Men is hier genouch continuelyck doende , omme in train te brengen ende doen effec-
tueren de gearresteerde ordre tot defensie vande zee, ende af breuk vande Duynkerckers, waervan haer twe op eergisteien voor Schevelingen verthoonden, by haer hebbende drie vis- schers scheepkens, onder Catwyk genomen, ende die van Schevelingen naejagende. Die vanden haringvang, mitsgaders vande groote ende cleyne visscherye versoeken behoorlyk te worden geconvoyeert, waerop die vande Admiraliteyt tot Rotterdam zyn beschreven tegen desen morgen. Ende omme de voorsz. generale ordre te beter in train te brengen, ende 'tgene vande saecken ter admiraliteyt dependeert te beter te besorgen ende doen effectueren es aen alle Collegien ter Admiraliteyt geschreven, ten eynde zyl. elx twee vande ervarent- ste wt haer respective Collegien willen herwaerts committeren, omme hier twee ofte drie maenden ten fine voorsz. te resideren, Hoe den Grave van Oost-Vrieslandt ommegebracht es, hoe den heere Ambassadeur Joa-
chimi van zynen dienst sueckt ontslagen te wesen , ende wat de Residenten Brederode ende Aitsma adviseren, diensaengaende sullen wy ons refereren totte bygevoechde copyen, als oock toltet extract wt haer Ho. Mo. resolutie, wat goet gevonden is aengaende de fortificatie werken by zyne Excell. ende Raedt van State, naer gedane rapport vande gecommitteerden locael inspectie genomen hebbende, geprojecteert, tottet voltrecken van alsulcke werken, ende omme die op't spoedichste te doen aenbesteden ende effectueren nevens den Raet voorsz. gecommitteert zyn by hare Ho. Mo. de heeren Overlander ende Hartevelt, voormaels tot dese saecke gecommitteert. Hyermede bidden God den Heere Almachtich, Edele Mogende etc. Hage den 24. April 1628.
U E. Mog. dienstwillige dienaers ,
A. Ploos, G. v. Hertevelt, A. van Zuyllen van Nyevelt, Antho.ms de Rode. XVI.
Edele Mogende Heeren.
Belangende 't gene alhyer zedert onsen laetsten es voorgevallen, sullen wy ons gedragen tottet gene den heere Hertevelt sail hebben gerapporteert. Vande XL™ gulden, by Uwe E. Mo. betaelt, op afkortinge vande beloefde c^ guld., es |
|||||
390
|
|||||
de Admiraliteyt in Zelandt gegeven xxm ende de resterende aenden ontfanger vande con-
voyen ende licenten tot Amsterdam, denwelcken noch twintich toegestaen is wt LXm gl., die noch gesonden sullen werden. De vordere XL™ moeten nootsakelyck alhier gesonden werden, om redenen, dat die datelyck gee'mployeert sullen worden aen een saecke, ten al- derhoochsten den dienst van't landt importeerende, doch sullen voor de Admiraliteyten weder remplaceert werden wt seeckere negociatie van meerdere somme, waertoe den Ont- fanger Generael all gelast is. De necessiteyt vande admiraliteyt in Zeelant is groot ende niet min van die van Rotterdam. Het bootsvolck van twe schepen in Zelandt mutineert, nyet willende in zee gaen, zonder van haer achterstal ten volsten betaelt te wesen, sulcx U E. Mo. wt de opgesondene copye sullen hebben verstaen. De Capiteynen tot Rotterdam en connen geen volck crygen. Men kan alsnoch qualick geraken tottet effect vande ordre tot defensie vande zee gestelt, daermede men continuelyck geoccupeert ende becommert es. Vele Duyn- kerkers zyn in zee, zy begonden den Grave van Carlisle te attaqueren, dan ziende dat het een Conincx ende groot schip was, hebben een ander cours geset. De gemelte Grave is gisteren alhyer aengecomen, by zyne Excell. opten wech van Delft gerencontreert, ende in't logement vande extraordinaris Ambassadeurs by een wt yder provincie van wegen hare Ho. Mo. gecongratuleert, sal op huyden audientie hebben. Wy verstaen, dat sal bestaen nevens complimenten in't versoeck van Gecommitteerden, omme met deselve noch op huy- den ofte morgen, goet tyts in conferentie te comen. Zyne G. maeckt staet op Vrouwendach te vertrecken door Brabant, sonder Brussel te raecken, naer Lotteringen. Nyet tegenstaende den oorloghe tusschen Engelandt ende Spanje, wordt de trafique tusschen Dnynkerken ende London geweten ende toegelaten. Het parlement van Engelant versoekt. alvorens de ge- consenteerde subsidien te betalen, ratificatie van enighe hare privilegien. Van Rochelle en weten wy niet sekers te schryven, vermits de contrarierende advertentien, die van verschei- den quartieren dien aengaende comen; als oock niet vande vlote van Engellant, die den ge- melten Ambassadeur Carlisle wil doen geloven, dat wt is; hoewel men te Parys voorgeeft, dat men in Engelant de sake van Rochelle niet ter harten en neemt. De eerste tydinge vande Elve sullen apparentelik melden, dat Stade is opgegeven. De vergaderinge wt Lubecq is gescheyden re tnfecta, ende is mede een ander tegens Sept. aenbestempt. De Keyserl. Commissarissen syn vertrocken ende vereert. Aen de Porta vanden Grooten Heere begint men den Prince Gabor te suspecteren , als of na de fortuine vanden duytschen Keyser in- clineerde. Hier mede, bidden wy God, etc. In 'sG. Hage, den 1. May 16^8. Uwer E. Mog. dienstwillichste dienaers en medebroeders,
A. Ploos, A. van Zutixen van Nyevelt, Anthonis de Rode. xvir.
Edele Mogende Heeren.
Tot antwoordt op U E. Mog. schryvens vanden lesten Aprilis, by brenger deses overge- bracht, dient, dat de Gecommitteerden vande provincien van Gelderlandt ende Overyssel meest alle vertrocken ende de aenwezende genegen zyn te dilayeeren, omme met de heeren van Hollant te spreecken, ende beramen de proportie vande quote in de penningen totte fortificatie vande Ysselstroom te negocieeren, tot dat eenige van haere confraters sullen weder gekeert syn: met de Gecommitteerden vande voorsz. twee provincien, sullen wy, ons vougen, omme Hollandt tot een billycke proportie in dezen te brengen , ende ons reguleeren naer Uwer E. Mog. schryvens, voor ofte naer de receptie, van dewelcke wy egeen verclaeringe |
|||||
391
|
|||||
aengaende de voorn. negotiatie en hebben doen teyckenen, maer alleenlyck verclaert dat wy
meenden, dat Uwe E. Mog. daerinne egeen swaencheyt en souden maecken. De heeren Staten van Gelderlandt hebben geconsenteert in alle de versochte consenten ,
tot redres vande Admiraliteyten, ende daervan by schryvens haere Ho. Mo. notitie gegeven, waeromme de besendinge derwaerts (waei'toe de provincien van Hollant ende Utrecht ver- socht waeren) geen voortganck en sal hebben. De saecken ter zee blyven noch in vorige confusie, nyet werdende by de respective Col-
legien ter Admiraliteyt geeffectueert de ordre tot defensie vande zee gearresteert, ende dat by manquement van gelt. De Gecommitteerdens van dezelve Collegien, die tegens den 12. deser maent, nieuwen styls, beschreven waeren , omme een tyt lange alhyer te resideeren ende tot voltreckinge vande gearresteerde ordre te helpen adviseeren ende delibereren, be- ginnen aen te comen. De Admirael Dorp schryft by de synen vanden X. dezer wt Vlissingen aen zyne Princel.
Exccll., dat, hoewel aldaer weynich ordre gevonden heeft, de Zeeusche matroosen mutine- ren ende om betalinge roepen, ende de Hollantsche niet in zee willen, om dat geen volck genouch en hadden, dat hy nochtans sulcke ordre gestelt hadde, dat eenige noch onver- zien haer volck hebben sullen, omme tegens de voile maen met ses Amsterdamsche, vier Zeeusche ende drie wt het Noorderquartier in zee te loopen. Het eene vande Duynckercksche schepen, waer mede den Capt". Quast slaechs is geweest,
is onder Jullandt gestrangt ende by't bootsvolck is brandt gesteken. D'eene vande West- Indische schepen heeft tusschen Duynkercken ende Oostende mit vyff van 's vyandts sche- pen geslagen ende alle afgekeert, mit vei'lies van veel volck, waeromme genootsaeckt is in Texel weder inne te comen. De Gezanten in Polen houdt men nu sekerlyck op haer wedercompste te wesen, sonder
yets in de vredehandelinge tusschen Sweeden en Polen verricht te hebben. De Coninck van Polen heeft verboth gedaen, van op Riga, Elbinge ende andere, by den Coninck van Swe- den geoccupeerde ende gepossideerde plaetzen te trafiqueren. Den Coninck van Denemar- cken heeft gelyck verboth gedaen, sulcx wt de laetste copye blyckt ten aensien van Danzick, ende dat geduerende den tyt van zyne confederatie mit zyne Mat. van Sweeden. By onze laetsten hebben wy U E. Mog. veradverteert, dat de vergaderinge vande Hanze-
steeden tot Lubeck gescheyden was, ende de Keyzerl. Commissarissen vertogen. Voor haer vertreck is aen haer als mede aen de Commissarissen van Spaignen, by de geseyde vergade- ringe versocht, onder veele andere poincten, 't navolgende: 1. Vryheyt vande commercien jure gentium.
2. Confirmatie vande immuniteyten in Portugael.
3. Afschaffinge vande beswaringe tegen de vryheyt.
4. Het extendeeren vande immuniteyten tot in alle syn rycken.
5. Confirmatie vande privilegien Philippi 2 et 3.
6. Tot Lissebon als borgers gekent ende forensium vryheyt te genieten.
7. Mit haere schepen in alle havenen vry te wezen sonder arrest, hetzy die in Neder-
lant ofte elders gebout syn. 8. In den toll betalinge voor anderen geexpedieert te mogen worden.
9. Alle verhoginge van lasten afgeschaft.
10. Als van outs geen toll te betaelen van silver, gout, coren, schiphout, mastenj wa-
penen, munitien, linnewaet, canefas, hennep, scbips nootdruften, cleederen. 11. Van't coper, quicksilver, peck, teer, pelteryen , maer thien van't hondert te betalen.
12. Vry overal te mogen passeeren, copen ende vercopen.
|
|||||
392
|
|||||
13. Sonder maekelaers te mogen vercopen.
14. lleur eygen wichten ende ma ten in haer huysen te hebben.
J5. Dat de goederen nyet en sullen wesen redhibibel ob vitium naer drie dagen.
16. Goudt ende zilver te mogeu doen vermunten.
17. Haer eygen conservator ende rechter te hebben in 't civyl ende crimineel.
18. Dat haer eygen rechter kennisse mach nemen tot op 6 mylen buyten Lisbon in alle saecken.
19. Daer van niet te appelleeren totte somme van 100 A.
20. Goederen onvercocht ende waer van eens toll betaelt, vry te mogen wtvoeren.
21. Van ingecochte goederen in't ryck, geen toll te betalen.
22. Vry wt te mogen voeren gout, silver, crychsmunitien ,
23. Ofte by wissel vry wt te mogen senden.
24. Dat zy geen represalien souden wesen onderworpen aen persoon, schip of goet.
25. By oorloge een jaer tot vertreck met heur goet. Ende daer benevens noeh veele
andere poincten meer. Grave Ulrich, van Oostvrieslandt, vermydt de stadt van Empden, om dat vermits de
correspondence van deselve mit desen staet, suspect is, ende wert het faict aen zyn bree- der geperpetreert by den zynen geextenueert, meer politicqueliken als naer waerheyt, be- ducht wesende, dat de investiture by den Keyzer mochten werden geweygert. Den Ambassadeur ordinaris van Vranckryck vertreckt deze aenstaende weeke. Werdt ver-
eert met eene ketting , ter weerde van drie hondert dubbelde ryders. Den Grave van Carlile heeft by syne audientie versocht gecommitteerdens, dewelcke met
hem in conferentie zyn geweest, ende en wert by hem niet sonderlings anders geproponeert, als 'tgene by den Baron Carleton van tyt tot tyt geduerende zyn aenwezen alhyer geproponeert is geweest. Hy is drie dagen gedefroyeert, verreyst op dincxdach, gelyck mede den heer Carleton alle uere vertreckt. Welgemelte Grave gaet over Brabant naer Lottringen, Savoyen, Venetien, heeft een suite van sestich persoonen. Den Paus licht 4000 man, tot defensie van Mantua. Syne Noncen sustineeren, dat men
de Catholique ligue behoort te breecken, dewyle men die tegens de Catholique zelfs gebruyckt. De Coninginne moeder heeft naer't leger voor Rochelle gesonden acht ingenieurs, om dat
den Coninck geresolveert is , de stadt aen de lantsyde met gewelt aen te tasten. Hyer ne- ven gaen copyen van 't schryvens vanden Agent Brederode ende Orator Haga. Hyer mede ons gebiedende in de goede gratie van Uwe E. Mog. , sullen wy, Edele Mogende Heeren, Godt de Heere Almachtich bidden , voor derselver geluckige ende
voorspoedige regieringe. In 's Gravenhage, dezen 4. Mey 1628. U E. Mo. dienstwillichste dienaers ende medebroeders,
A. Ploos, A. van Zutllen van Nyevelt, Anxhonis de Rode. XVIII.
Edele Mogende Heeren.
In den avont, de vergaderinge scheydende, is ons de bygaende by de poste, seggende syne reyse wtgestelt te zyn , wedergelevert. In deselve vergaderinge, ter presentie van syne F. D. ende des Raets van State, gehoort het rapport vande heeren, aengaende de verseke- ringe vande betalinge der ■ soldye ende servicie voor het garnisoen van Luckstadt, met de heren extraordinaris Ambassadeurs in communicatie geweest hebbende, dewyle haer Excell. verclaren daertoe ordre te sullen stellen ende versekeringe te sullen doen, werdt goedt ge- vonden, de heeren Bruyniucx ende Jentsma met enige Monstercommissarissen de voorn. |
|||||
393
|
|||||
troupes te gemoet te senden met generale patenten van syne F. D., sonder expressie van
plaetse ende getall, omme die door deselve gecommitteerden in de steden hjer ende daer verdejlt ende verspreyt te werden. Het es apparent, so dese troupes omtrent UweEd.Mo. provincie, in Gelderlant oft oock Overysel bevonden worden, datter enige in de steden van dien sullen werden gelogeert, Selvige gecommitteerden hebben last, om te verclaren aen de steden, dat haer Ho. Mo. voor het vorder of toecomende onderhout sullen innestaen. Wel- gemelte heeren Ambassadeurs bebben mede verclaert dezen avont, omme op alles ordre te geven , Sr. Galandrini te Verwachten, door dewelke, ofte yemant anders so hare Excell. (hetwelck hunlieden oock aengeseyt sal werden) voor 't gene voorsz., geen verseekeringe en doen, es men geresolveert dese troupes over vyf ofte ses daghen te licentieren, 'twelck in alien gevalle qualick te doen is, sonder haerl. verdeylinge in verscheyden plaetsen. Op den avont is mede aengecomen schryvens vaude Gesanten in Engelant, als oock
vanden Agent Aitsma, brengende d'eerste nyet sonderlings anders mede, dan dat men al- daer nu voor seecker hielde, dat de Engelsche schepen, sonder de quantiteyt t'exprimeren, den 7. tseyl waren gegaen. Den anderen contineert, dat die van Hamborch een groote im- pressie hadde genomen door seker gerucht, vandat den Commissaris Hogenhoeck aldaer ge- arriveert was, omme wt den name ende door last van hare Ho. Mo. het Cruyssant, wesende een insule over Luckstadt gelegen, te fortificeren, waerover sy geheele daghen gedelibereert ende door de gemeente genootsaeckt syn, derwaerts vier compagnien te senden, ende doet den Agent Aitsma alle debvoiren, omme dese impressie ewech te nemen, ende an de andere syde de imperialisten hyer mede hare profyt. Aldaer was aengecomen een Commissaris vanden Keyser, Walmerode genaempt, dewelcke een edict heeft aengeplackt, waer by de Holsteyn- sche Edelen byden Keyser geciteert werden tot Rensburc'h te compareren, omme aen te horen alsulken eysch, als zyne Keyserl. Maj'. sal goet vynden te doen nemen. In cas van MOM-comparitie sal tegens deselve geprocedeert worden als tegens contumaoes. Hyerbv gaen particuliere advertentien wt Hamburch, vanden 27. Aprilis. Hiermede, sullen wy den Al- moghenden bidden , U E. Mo., etc. In 'sG. Hage, desen 7. Mey, laet in den avondt, 1628.
U E. Mo. dienstwillichste dienaers,
A. PlOOS, A. VAN ZVYLLES VAN NyEVELT , ANTHONIS I}E RonE. XJX.
Edele Mogende Heeren.
Op huiden compt zeeckere advertentie by zyne G. Grave Ernst overgezonden, van't overgaen vande stadt Staden, ende dat het garnisoen, daer binnen gelegen hebbende, by de Keyzersche geconduiseert wert tot op de frontieren der vereenichde Nederlanden, die welcke den XII. dezer tot Meppen soude wesen aengecomen, sterck twee duyzent coppen, d'welcke alsoe doer Groeningerlant, Overyssel ende Gelderlandt in corte wel soude mogen comen te sacken op Uwe E. Mog. provincie, soo hebben wy goetgevonden, by occasie vande poste, brenger dezes (waertoe wy anders een expresse zoude hebben afgeveerdicht) U E. Mog. daer van te verwittigen, omme op alles in tyts te connen letten ende sodanige ordre te stellen, in gevalle voorsz., als dezelve dienstich zullen oordeeleu; dezen aengaende is ter pre- sentie van zyne F. D. ende de Raedt van State op huiden serieuselick gedelibereert, ende dewyle het zyn troepen vande Coninck van Groot Brittagnien ende dat de heeren Ambassa- deurs , den Grave van Carlile ende Baron Carleton verclaeren te zullen moeten verstaen, de wille van zyne Mat., wat deselve gelieven zal, dat men met deze troupen zaj doen, soo is III. 50
|
|||||
394
|
||||||
gefesolveert te committeeren, omme met de gemelte HH. extraord'. Ambassadeurs in naeder
communicatie te comen, off haere Exic. alhier by eenige coopl. soude connen doen caveeren voor de soldye ende logisgelden , byaldyen mea die in eenige steaen garnisoen soude doen hebben , omme haerer verclaeringe daer op verstaen, naerder daer op te resolveeren, tot welckeneynde de vergaderinge tegens op den avont is gelegt, om dat selvige Ambassadeurs van avondt van Leyden (werwaerts sy op huiden met den Goninck van Bohemen een keer syn doende) comende, niet eerder en connen werden gespi-ocken. In de discoursen meent men, dat on- redelyck soude wezen desen staete sonder de voorsz. cautie te vergen, omme te logeeren volck van oorloge, vele maenden ten acbteren wezende, ende die men niet en weet, noch in lange niet weten en sal, of zyne Mat. gelieven zal te betaelen ende employeeren, waertoe wy van wegen Uwe E. Mog. geallegeert hebben het joncxt gepasseerde in't logeeren van eenige Engelsche troupen , waervan men noch by de dertich duyzent gl. wt sake van servitie ten achteren ende wtstaende is. Wat naer gedaene rapport wyders sal werden geresolveert, sullen wy niet naelaeten U E. Mog. te verwittigen. Vande conditien van't overgaen van Stade en verneempt men nyet, ende sullen de Keyzersche door deze victorie moediger ende de Hanze- steden flauwhertiger werden, staende te beduchten, dat ten laetsten aldaer de geweygerde ecrufpagie van schepen den Keyzer wel mochte toegestaen werden. Tot Hamburch zyn nieuwe Keyzerl. Ambassadeurs aengecomen, voorgevende dat het tegens den teneur vande Guide Bulle strydich is, dat in't ryck vremde Ambassadeurs toegelaten ende ontfangen werden. Die Gecommitteerden vande stadt Gioeningen ende Ommelanden vynden sich in compe-
tente getale alhyer, omme op haere veelvoudige onderlinge differenten te vorderen decisie van haer Ho. Mo. Den oversten Gendt is geauthoriseert, omme van wegen den Churfurst van Brandenburch
te executeeren de contributien van't landt van Bergen, Marcq ende Ravensberch , omme daer wt zyne comp'c. ende die vanden heere van Soppenbroeck betaelt te worden, wesende de voorsz. contributien als die vande andere Cleefsche landen, volgens seeker tractaet geaf- fecteert tot onderhout van seecker regiment, 't welck zyne Chuff. Doorluch'. conform 't ge- roerde tractaet gehouden is te onderhouden, waervan wy voor desen in't lange ende brede U E. Mog. hebben geinstrueert ende geschreven. Den heere Brouwer, Borgerm\ tot Middelburch, extraord9. gecomm. van wegen de pro-
vincie van Zeelandt, heeft ter vergaderinge van haere Ho. Mo. gerelateert, schryvens te heb- ben , dat eenige West-Indische schepen , de duynkerckers in't Schuytgen hebben innegejaecht ende deselve grotelicx beschadigt; item dat binnen Rochelle thien schepen met vivres soude innegecomen syn, ende alie 's Conincx wercken in't canael verdestrueert, dat de En- gelsche vlote op de custe van Engelandt blyft leggen, geeft in alle quartieren vande werelt oirsaecke tot verscheide bedenckelicke discoursen. Alvorens te committercn nae de vergaderinge van Zeelandt, werdt afgezonden een wel
geraisonneerden brief, op hope van dat die gelycke operatie sal doen als in Gelderlandt ende transporteert sich den heere Brouwer derwaerts, omme die persoonel. te secondeeren ende alle goede oiEcien te doen. Wt Venetien vanden 29. Aprilis wert geschreven, ende van elders geconfirmeert, dat
jeecker aenslach op Genua ontdeckt is, waervan de particulariteyten verwacht werden. Men seyt, doch onseekerlyck, dat den Hertoch van Savoyen die beleyt soude hebben. Den Key- zer heeft aen den Hartoge van Mantua laten weten, verwondert te wezen, dat den Co. van Spaignen onder zynen naeme hem d'oorloge aen dede. Het Keyzers volck heeft op de frontieren van Switserlandt, Lindau op het Lac van Con-
stans, ende Rotwyler, synde een stadt vande Switsersche confederatie ofte onder haere be- |
||||||
f
|
||||||
395
|
|||||
scheriuinge innegenomen. Tot Lindau wert gualick mit de inwoenders gehandelt, zynde mit
gebot op lyfstraffe genootsaeckt all haer silverwerck op't stadhuys te brengen, daer de Grave van Mansfelt gelt van doetslaen tot betaelinge van zyn crychsvolck, ende men dvvingt die vande religie te veranderen van godsdienst. Hyer mede zullen wy Godt de Heere Almachticb bidden U E. Mog. Edele Mogende Heeren, lange te conserveeren in een prospere ende vreedsamige regieringe.
Geschreven in haest, vermits de post gereet staet. In 's Gravenhage den 7. Mey 1628. U E. Mog. dienstwillichste dienaers,
A. PiOOS, A. VAN Zt'TLLEN VAN NrEVELT , AnTHONIS DE R.ODE. XX.
Edele Mogende Heeren.
Wy hebben't schryvens van Uwe E. Mog., addresseerende aen de heeren Staten van Hol-
landt, overgelevert ende serieuselicken gerecommandeert. Hetgene ons dienaengaende sal bejegenen, sullen wy nyet naerlaeten over te schryven, zynde ons by de heeren van Hol- landt nyet anders bejegent, dan dat op gel. brief voor desen gerescribeert soude wezen , dat Uwe E. Mog. soude bedencken een middel, omme den turff, die by de thichelaers ende pannebackers geconsumeert wordt, van anderen turff te separeren, ende die alleen vande gedifficulteerde impositie ende verhoginge van dyen te eximeeren. De Gecommitteerden van Zeel. verclaeren gelast te wezen haer dezen aengaende mit UweE. Mog. te voegen, ende dat eenige van Hollandt haer geantwoort hadden, dat de heeren Staten van Hollandt haere Gecommitteerde Raeden geauthoriseert hadden, omme mit haere EE. ende ons daer over in communicatie te comen, ende 't selfde gedaen zynde, de Staten daer op onder anderen be- scryven, off dit selfde U E. Mog. geantwoort, off ons aengeseydt sail werden, sullen wy mitten naesten connen verwittigen, ende in sulcken gevalle dienen wy geinstvueert van'tgene van tyt tot tyt daer inne gedaen is. Wt een vande bylagen sullen U E. Mog. vernemen, wat by die vande Oostindische Comp.
versocht werdt. Wy sullen daer op vervrachten mitten allereersten Uwe E. Mog. resolutie, te meer om dat by de heeren \'an Hollandt, die haere ingesetenen hyer by meest houden ge- intresseei-t, daer op hart werd gedrongen, niet sonder protesten van onschuldich te willen wesen aen de onheylen, die by afslach de Comp. ende 't lant souden mogen overcomen. De guarnisoenen van Staden, meent men als nu omtrent Zwolle te wesen. Sr. Calandrini
heeft zich voor derzelver onderhoudt ende servitiegelden, volgende de bygaende copye van obligatie verbonden. Men secht, die by de drie dusent starck te wezen, waer onder vyff hondert Duytschen. Hetgene in Denemarcken ende omtrent de quartieren vande Elve passeert, sullen Uwe E.
Mog. connen vernemen wt de vier bygevouchde copyen. Wt Zeelant wordt geschreven, dat een scheepken, van Cales gecomen mede brengt, datter
acht schepen met vivres binnen Rochelle soude syn gecomen, ende en verneempt men niet anders als dat de Engelsche vlote den 7. t'seyl soude syn gegaen. Den Coninck blyft obsti- naet by syn dessein van meester te willen wesen vande stadt, gevende de Coninginne moeder hope van die te vermeesteren voor half Junius toecomende, gelyck mede veel ampelder doet de Cardinael, die daer by doet, dat geen twyntich duzent man ende twee hondert schepen die sullen ontselten. Sed homo proponit y Deus disponit. Interim blyven in't ryck alle affairen staen ende onverricht, tot dat de voorsz. stadt verovert of ontzet zal wesen, ende wenscht de Coninginne moeder, dattet veroveren oft secoureren van dien ten eene ofte anderen 50*
|
|||||
396
|
|||||
gedaen waerc, omtne eens wt de twyffelachticheyt getrocken zynde, naedere resolutie te nemeu
op de loop vande aflairen. Den Coninck hadde den 2i. Apr. op zyn aencompste in't leger mit een nerault, die vande stadt tot gehoorsaeniheyt doen sommeren, die sonder bescheyt wederom gesonden is, niet hebbende connen geadmitteert worden. Men verneempt, dnt in meest alle de havens van Spaengien eea grote vlote bynae gereet
is, becomende zyne meeste behouften wt deese landen. Den Paus persevereert noch by syn vorige opinie, van dat men de desseinen van Spaignen
in Italien behoort te resisteeren , als U E. Mog. ten dele sullen connen sien wt de bygaende copye, wt het Italiaens getranslateert. Synen Nuntius mette Ambassadeurs van Venetien ende Mantua zyn van Paris desent halven naer het leger vertrocken, dan de Spaensche Ambas- sadeur is haer gevolcht, om tegens hun by den Coninck te wercken. Maer soe lange de be- legeringe van Rochelle blyft duyren, is't ouuiogelyck, dat zyne Mat. syne geallieerde buyten 't ryck met vigueur ende reputatie can maintineren, want alle de macht werdt daer afleen gespilt, ende de geexperimenteerste bekennen't met beclach, sonder dat se dezen cours connen brecken. Den Hartoghe van Rohan sich te swack bevyndende oin in Dauphine syn desseynen te voltrecken, heeft zyn voornemen verlaeten, ende is tot Nisnies gekeert, mit zynen tocht oorsake gegeven hebbende, dat generalick aen die vande religie in Dauphine de wapenen ontnomen zyn, orudat ze gezeydt worden geresolveert geweest te zyn, hun met hem te conjungeeren, 'twelck haer belet soude syn door de prompte versieninge vande Ma- rechal de Crequi. Hyer mede bidden wy Godt de Heere Almachtich, Edele Mogende Heeren, U E. Mog. te verleenen een geluckige ende voorspoedige regieringe.
Geschreven in 's Gravenhage desen 10. May 1628. XJ E. Mog. dienstwillichste dienaers,
A. PtOOS, A. VAN ZUYLLEN VAN NyEVEU, GlSB. V. BoETHZELAER.
Op den avondt noch vergaderinge geleyt zynde, is met advys ende ter presentie van zyn
Excell. resolutie genomen, op't versouck van die vande Oostindische Comp. hier boven ge- mentioneert, daer op wy eyntelick geperst zynde onze verclaeringe te doen, hebben belooft ende doen aenteeckenen binnen drie dagen van U E. Mog. resolutie verclaeringe te doen, ofte ons te vougen met d'andere provintien op U E. Mog behaegen. Is mede goetgevonden, dat men de Duytschen onder de troupen vanden Colonel Morgan
synde, neffens d'Engelschen mede sal in de steden brengen, maer als dan aenseggen, dat men hun noch servitie noch ondeihoudt can geven , omme deselve te doen scheyden. Anihonis de Rode.
XXI.
Edele Mogende Heeren.
Het bygaende extract wt de Resolutien vande heeren Staten van Hollandt es ons ter han-
den gestelt, ende dient voor Resolutie op't schryvens van U E. Mo. aen de heren gecommit- teerden Raden gedaen. Den heere Brouwer, Burgermeester van Middelburch (die een keer doet in Zeelant) wedergekeert wesende , sullen met syne Edelen voor de gecommitteerden Raden voornoemt, de gedane clachten sien te justificeren, waer toe wy nadere instructie als oock bericht, wat in desen gepasseert is, sullen verwachten. De gecommitteerden vande respective admiraliteyten syn aengecomen , mit dewelcke met den
aldereersten in besoigne sal werden getreden. Capt. Eugelbrecht Pietersz. vander See was op acte vanden Raet ter admiraliteit tot Rotterdam voor eenige maenden in zee gegaen, ende *
|
|||||
397
|
|||||
omdat aen de Engelsche niet en coude verthonen commissie van zyn F. D'. als Admirael
Generael, is by deselve aengehouden geweest, ende den verleden weeke ontslagen , heeft ge- rencontreert een fluyte, comende van Duynkerken omme naer Engeland te gaen, geladen met stuckgoederen, weerdich tot lc 1 a ncm gl., die hy verovert ende in de Mase ingebracht heeft. De geruchten quamen eerst, dat daerinne waren ses Jesuiten, waeraen als nu getwy- feld wordt, ende en syn desen aengaende noch egeen publycque advertentien gecomen. Den Ambassadeur Carleton leyt noch in den Briel, wacht op goeden wyndt. Voor zyn
vertreck heeft hy boven een protest, rakende de sessie vande Engelsche Ambassadeurs in den Rade van State, mede overgelevert een Acte van protest, waerby gedesavoueert werdt, alle 'tgene op de zake vande exccutie in Ambona by Hare Ho. Mo. ende de gedelegeerden rech- ters gedaen werdt, ontkennende ooyt in deselve rechters geconsenteert te hebben , waerop hern een well geraisoneert contra protest ter handen gestelt is, die hy terugge gesonden heeft, ende werdt zyn E. die by missive toegesonden, met verclaringe, in cas van non-acceptalie, dat men zyn protest houdt voor nyet ontfangen, De Grave van Carlisle is op gisteren vertrocken, heeft op syn vertreck ernstelyk gerecom-
mandeert de vereeninge vande Oostindische Comp""° deser landen ende in Engelandt, op dat den Conine, soe hy seyde, nyet genootsaekt en werde, yet anders by der handt te nemen. Hierby gaen de capitulatien van't overgaen van Stade, wten Hoogduytschen getranslateert.
Den Oversten Morgan heeft aen syne Excell. gescreven , wt Bremen, den 3. May, ende versocht garnisoen voor zyne byhebbende troupes, waeronder zyn vier Daytsche conpag"'"1, die seer begosten te debanderen. Hiertnede bidden wy , Edele etc, ■'s Gravenhage, desen 15. May 1628.
Uvver E. Mog. dienstwillichste dienaers etc.
A. Ploos, A. van Zutllen van Nyevelt, Gtsb. v. Boetzhelakr , Anih. de Rode. XXII.
Edele Mogende Heeren.
Op't scheyden vande vergaderinge arriveerden schryvens vande Gesanten in Engelant, van den 21. deser, meldende, dat bet alsdoen den XV. dach was, dat de Engelsche vlote naer Rochelle t'seyll was gegaen, sonder dat men aldaer eenige seeckere tydinge haddc van't suc- ces. Weinich tyts naer bet scheyden, verstaen wy in't particulier, dat de Marquis de la Force by den zynen vanden 25. aen zyn soon wt Parys adviseert, dat de voorsz. vlote den 19. om- trent Rochelle was gecomen geweest, ende by deselve twee brantschepen naer'sConincx werck voor wt gesonden , die sonder eenich effect verbrant waeren; waer na vyff ofte ses scheepen der selver vlote by de Franchoisen in de gront geschoten wesende, hebben d'Engelschen haer geretireert, waer op de Coninck vanden 21. aen de Coningiune moeder adviseert, dat hy de victorie behouden ende d'Engelsche vlote haer geretireert hadde, waerop aldaer de clocken geluyt ende gebuyrt is geweest, ende heeft dit alomme de geruchten vande neder- lage der Engelschen veroorsaeckt gehad. Den 23. zyn d'Engelschen weder op de wercken des Conincxs aengecomen ende doorgebrocken, soo datter als doen achtien binnen de stad Suamen, ende daer nae noch thien, synde alle des Conincxs werken verdestrueert Om dat
f E. Mog. nu langen tyt mit verlangen nae d'wtcompste van desen hebben verlangt, heeft het ons goet grtlacht hyer van deselve over Leyden advvs te geven , verhopende eerstdaechs hyer van by publicque confirmatie te ontfangen. Wt Vranckryck wordt in't particulier geadviseert, dat de marquis den 25. deser wt
|
|||||
398
|
|||||
Spaengien door Italien ende Duitschland weder soude keeren. Hyer mede bidden wy Godt
den Heere Almachtich, Edele Mogende Heeren, voor Uwe E. Mog. voorspoedige en geluckige regeeringe.
In 'sGravenh. den 20. May 1628. U E. Mog. dienstwillige dienaers ,
A. Ploos, A. tan Zuyllen van Nyevelt, Anthonis de Rode. Edele Mogende Heeren. Voor't sluyten my naerder geinformeert hebbende op't continue
van't schryven vanden Marquis de la Force, verneme so breet niet te gaen ende niet te ver- manen van I'incomen vande Engelsche, maer wel, datse haer geretireert hadden. Mitten naesten, verhope dat met meerder seekerbeyt geschreven sal connen werden. xxur.
Edele Mogende Heeren.
Wy hebben van tydt tot tyt verwacbt, omme U E. Mog. eenige seeckerbeyt te mogen ad-
viseeren vande saecken ende gelegentheit der belegerde stadt Rochelle, ende 't ontzet van dien, by de Engelscben voorgenomen, 'twelck wy als noch door de continuatie vande con- trarieerende tydingen nyet en connen doen, verschillende de particuliere advertentien bet ontset meldende vande publicque, nyet anders mede brengende, als dat de Engelsche vlote haer vertboont ende twee brantscepeu sonder effect op 's Gonincx wercke in't canael voorwt gesonden hebbende, haer geretireert hadde. Wy hebben in't particulier, dat den Conine aen de Coninginne zyne Mat8, moeder geschreven heeft, dat hy dieselve gezien ende getelt hadde tot vier en vyftich seylen aen Chef du Bois, 't welck zeer naeby de stadt is, waer over men tot Paris twee daghen aen den anderen doen bidden heeft in alle de kercken. In't leger is zoo grooten occasie ende yver, dat men niet eenen edelman en heeft connen bewegen, om als courier (gelyck men gewoon is) 'tvoorsz. schryvens aen de Coninghinne te brengen, elck willende by deze occasie syn valeur bethonen, sulex dat den eenen courier is geweest een dienaer van monsr. Botrui ende d'ander een medicyn. Den Coninck selfs schreef, dat hy den geheelen dach geoccupeert was geweest, om ordre op alles te stellen, ende doen een weynich ginck rusten, om daer nae den geheelen nacht op:t werck te zyn. Alle die vande religie aldaer zyn in groote pine, soo de stadt ontset werdt ofte eenige principale personen daer voor blyven, vresen gelyck ende meerder oproer ende rage tegens haer dan als een vande heeren (namentlyck den Hartoge van Maienne) voorsz. Montauban bleeff, soo de stadt gewonnen werdt, vresende ruine van alle de kercken in Vranckryck; ontfangt den Coninck daer voor een affront, vresende mede grotelycx. Realmont in onzen voorgaende gemelt, is by capitulatie wel overgegaen , maer zynde in de stadt gevonden een Edelman , die by de defaicte van des Grave van Clermonts volck mede geweest was, is dezelve nyet gehouden, dan syn met coelen moede ('t garnisoen al vertrocken wesende) over de drie hondert vande burgeren vermoert, de stadt ende kynderen selfs qualyck getracteert, veele met de vlucht ontcomen, waerdoor geseyt wordt, dat die vande x-eligie in dit quartier soo geirriteert sou- den syn, dat de stadt van Castres (die haer neutrael gehouden heeft), als nu mede haer verclaert soude hebben. Den Hertoge van Loreinen is wt het hof van Vranckryck vertrocken mit voile contentement
op alle zyne petitien. Spinola soude wt Spaengien vertrocken wesen met wissels van drie millioenen ducaten, zynen weg nemende door Italien ende Duytslandt. In Engelant is noch groot misnoegen, niet willende den Coninck z^ne beloften opte peti-
|
|||||
399
|
||||||
tien van't parlement geregistreert hebben, Verstaende dat zy met zyn Mat', woordt to vreden
behoren te wezen. Hare Ho. Mo. hebben goetgevonden voor de relaxatie vande 'Generael Rcael aen den
Keyzer te schryven. Den selven Generael schryft aen zyn broeder, dat hy tot Prage is, zonder apparencie van relaxatie, doch dat by voor als noch redelyck wierde getracteert. Men houdt het daer voor, dat als nu alle de scepen, soo tottet cruyssen als de defensie
vande custen gedestineert, in zee zyn, ende dat de thien by de Oostindische Comp. te equiperen , by nae gereet zyn. Vyf Oostindische ende drie Guineesche scepen syn innegecomen. Op gisteren, nae de predicatie, vergaderinge geleyt wesende, compareerden vyff gecom-
mitteerden der stadt van Amsterdam, nevens den pensionaris, ende naer vertooch vande periculen ter zee, door de veele wel gemonteerde ende gemande Duynckerckse scepen, ende naer gedaene verhael vande inconvenienten, die daer wt metter tyt stonden te verwachten, presenteerden wt den name van hare principalen, twaelf scepen le equipeeren, binnen een niaent gereet te hebben, ende vier maenden t'onderhouden, mits de costen cortende aen de soo ordinaris als extraordinaris consenten, alrede gedragen ende noch te dragen, ende by haer blyvende de directie, waerop haer verclaert is, dat haere Ho. Mo. haren yver tot 'slandts dienste aengenaem hadden, dat deselve hare Ho. Mo. nu langhen tyt gebesoigneert hadden, ende daer inne noch continueerden, omme tegens de Duynckerkers goede ordre te stellen, gelyck met ad vis van Hollant ende de gecommitteerden vande voorsz. stadt selfs albe- reyts gedaen was, ende dewylle haer ver ... was van veele consideration, wierden versocht, dat by geschrifte te stellen, met zodanige presentatien correspondeerende mitte ordre van't landt, die zy zouden vermeenen haer versoeck te sullen facifiteeren. Soe U E. Mog. eenige consideration op dese materie hebben (gelyck daer vele syn) sullen d'selve gelieven ons toe te laten comen. Hyer mede, vermits presseerende besoigne, desen eyndigende, bidden Godt den Heere Almachtich, Edele Mogende Heeren, voor Uwer E. Mog. voorspoedige regieringe. Hage, den 26. May 1628 Uw dienaers,
A. Ploos, A. v. ZcrixESf v. Nxevelt, Akthokis de Rode.
XXIV.
Edele Mogende Heeren.
In't begin van dese weke wierden de vergaderinge gecommuniceert seekere advertentien in't leger voor Rochelle geschreven ende van Paris herwaerts aen particulieren gesonden, waer van wy de copye oversenden, ende voor desen U E. Mog. notitie gegeven souden hebben, ten waere van dach tot dach publicque brieven vande heeren Gesanten gewacht hadden, waeromme mede de bode, brenger deses tot nu toe opgehouden hebben, tot dat het schry- vens der voorsz. Gesanten copvelyck hyer by gaende, aengecomen is geweest; waerby ons goetdunckt te vougen 'tgene wy in't particulier ende, God betert, nyet dan al te seecker vernomen hebben, door advysen van 28. deser, namentlyck dat de Engelsche vlote gantsch ter werelt nyet tot dienst van Rochelle gedaen en heeft, dat de Rochelloisen in deselve vlote wesende, ten hoochsten hebben gelammenteert ende haer beclaecht, dat de Engelsche nyet en wilden hazardeeren, 't welck soo sy gedaen hadden met apparencie de Fransche vlote, vermits haere quade ordre ende conduicte, gebracht soude hebben in deroute, ende de stad gevictualieert. Over de retraicle der Engelschen wert in Vranckryck verscheidentlyck gedis- coureert, gelyck wt de bygaende copye gesieu can werden. De geadviseertsten syn beducht voor eenighe secrete menees tusschen eenige groeten van't een en 't ander ryck door de Jcsuiten gefabriceert. De huisen vande gereformeerden syn voll van carmen ende laoientatira, |
||||||
•
|
||||||
400
|
|||||
Toepende om Gods vindicte Over d'Engelschen , sonder deese staet te verschoonen , die s,v
sustineei'en te wesen causam primam tanli mail, haer nyet ontsiende sulcx opentlyck aan de Gesanten ende a la barbe van deselve met vehementie ende tranen wt te roepen. Binnen Rochelle is het sedert de voorseide retraicte stille, ende wert daer wt nyet geschoten. Die vande religie vreesen alomme een massacre, werdende de gemeente jegens haer door de ge- stadige seditieuse predicatien der Priesters ende Monniken opgehitst, gelyk albereets vele in- solentien tegens deselve syn gepleecht. Godt de Heer Almachtich will de l'eligie ende reli- gionsgenoten aldaer voor alle onheil bewaeren. Wat in't Mantouan passeert, sullen U E. Mog. wt het bygaende vernemen. De Grave van Carlile is den 2. Juny tot Brussel aengeeomen, 't welck by veelen veroor-
saekt groot achteidenken, te meer om dat denselven albyer wesende by den h. Atnb. Car- leton verclaert wierde , dat hy Brussel nyet en soude raken. Den Generael Coen schryft by den synen vanden 30. Octob. aen zyne Excell., dat hy in ses maenden ende acht dagen tot Batavia was gearriveert, wesende den 19. Marty wt Texel mit 6 schepen ende een jacht gevaeren, dat hy op de reyse weynich volck verloren hadde. Syn E, ontfing den 30. Sept. door den Generael Carpentier het gouveniement generael van wegen de vereenichde Neder- landen in Indien. De Mattaram (welcke genouchsaem een heere over Java is, ende vvel hon- dert duyzent man te velde brengen can), heeft Batavia vanden beginne met syn macht ge- dreycht, maer noch nyet geattenteert, ende laet ondertusschen den synen aldaer handelen. Te water en heeft den Spaegnaert aldaer geen sonderlinge macht dan omtrent Goa, Suratten ende Persia. Mousabeeccr, laetste Persische Ambassadeur alhyer, is van Batavia nae Coro- mandel gevaeren, omme van daer over landt nae Suratten of Persia te reysen. In deMo- lucques is de Coninck overleden, ende weder in syn plaetse gecoren ende voor Coninck verclaert eenen Hantsia, die achtien jaeren by de Spaignaerts in de Manilta (!) gevangen is geweest, ende in Ternate gesonden was, omme vande verlossinge vanden ouden Coninck te handelen. In de quartieren van Ambona syn de gemoederen vande inwoonderen naer ouder gewoonte, gantsch onrustich. De heere Brouwer is wt Zeelant wedergekeert, als wy d'instructie en d'audere stucken
in eenige onse voorgaende geroert, ontfangen sullen hebben, sal de conference mit de heren van Hollandt begonnen worden. Op't stuck van't onderhoudt vande Stadische troupen, schryven wy in't breet aen de
heeren borgermeesteren ende vroetschappen der stadt Utrecht, tot rescriptie vanden haeren aen ons op't selve subject gesonden , tot het welcke wy ons sullen refereren. Op't andere poinct van Uwe E. Mog. schryvens sullen wy ter eerster gelegenheyt metten ontfanger gene- rael sprecken ende tenteren, waer toe zyne E. sullen connen disponeeren. Hyer mede bidden wy, Edele Mogende Heeren, voor Uwer E. Mog. geluckige ende voorspoedige regieringe.
In 's Graveahage, desen 30. May 1628.
U E. Mogentheeden dienstwillige dienaers,
A. PlOOS, A. VAN ZUIXLEN VAN NyEYELT, AsiHONIS DE RODE. |
|||||
ALPHABETISCH REGISTER.
|
||||||||||||
Aelmoseniers, wapenbocc vd. Hrn,,
283.
Aelrehorst, Ja. de, Can. S. Jo. Traj., (1382), 14.
Aelst, Corn. v., busmr., 252. — stat, 258.
Aclten, Henr. v., busscutmr., 272. — Will. v., busscutmr., 261.
Aemilius , Anto., rector, 284. Aenbeelt, om munt op te stempclen, 203.
Aer, Theod. vd. , 115. Aernt v. Hoorn, bissch. v. Ludic, 62. Aerschot, hertog van, 240. Aerssen, agent, 386. Aertsz, Jo., glasschryver, 283. Affensteyn, doctor, stadh., 213. Afflaten , 48, 20, 206. Zie ook: In- dulgentiae.
Afteyckcninghe. Zie: Caerten. Agathae, S., conv. Traj., 32. Aggeres. Zie Dyken. Agnes, mater Reg. Henr. , 106. Agnetis, S., conv. Traj., 40, 154, 285, 288, 291.
Agnus Dei, in een houte Tafereel, 201. Aisma , agent, 375 sqq. Aken, Keiz. Karel voor, 4. '— 'tmunster tot-, 198.
Alba , 383. Albauarum Dom., conv. Traj., 181, 182. — Platea, 175. Zie ook:
Wittevrouwen.
Albanus Dux, 159, 239 sqq., passim. Alben (albae mappae), 178, 182, 200, 207. — Yan S. Bernulphus, 198,
200.
Albertus, dux Passoviae, 180. — can.S.Mar.Traj.(1202),351.
Albipanes,s.,cunei, s. maudati, 179. Alblas, 4, 178, 341 sqq. passim. Albornoz., seer. Co. Ma., 240. Albus, Jo., Can. S. Jo.Traj. (1382),111. Alcmar, Will, v., Proc. Gen., 157. — rector to-, (1508), 207.
Alcmaria , Olbr. de, 357. Alcoran, arab., hs., 298. Aldegonde, M. de S., 250, 269. Alendorf, Lubb. v., 213. Alendorp, Marc., subst. vd. proc. gen., 139.
|
Allcr, mr. Will., busc. mr., 228.
Allinus, Can. S.Jo. Traj., (1202), 331. Almanakken, 271, 314. Almeloveen, Corn. Dirksz. v., 294, 299, 306.
Almere, 92, 105, 107. Alphen, sluis by, 301. Altare S. Pctr. eccl. S. Mart.Traj., 40.- S. Andreae ct Pancratii, 41. — S. Christo eccl. S. Salv. Traj.,
40. — S. Crucis, 40. — S. Jo. Traj., 160. - S. Cath. ib.,
157. — S. Phil, et Jac. eccl. b. Mar.
Traj., 40. . — S. Spirit, eccl. Haerl., 41.
— b. Virg. in Hoornaer (1537), 9. -
Summum altare ib., 9. Altaria portatilia , 15, 328.
Altarium ornamenta. Zie de benamin- gcn. — extractio, reparatio, conse- cratio, 23. Altena, dooibraeck by, (1530), 7,12. Alting, prof. teDeventer, 312. Altius, Godesc., 291. Aluynhandel, 69 sqq. Ambassadeur v. Denemarken, (1522), 209. — (1536). 217. — van Polen, (1553), 229.
— van Vrankryk, (1568),
240. — (1573), 245. — van Engelaut, (1580),
235.— (1582), 266. — v. Navarre, (1582), 238.
— vd. Cheurforst, (1390),
267. — v. Sumatra, (1602), 273.
— v. Vcnetie, (1604), 274.
— v.Moscovie, (1663), 315.
— v. Vrankr., Engel., etc.,
(1628), 372 sqq. — v. Denemarken, (1628),
385sqq. — v. Venetie, (1628), 396.
Ambachtstraet t'Utr., 175. Ambitus eccl. S. Jo. Traj., 179, 180. Ambona, 397 sqq. Ambres, marq. v., 388.
Ambrosius, Jo.,pred. t'Amst., (1894), 269. |
|||||||||||
A.
Aa , zie Ae.
— tcr, 163.
— Adr. vd., 173.
— Gisb. vd., 186, 198.
— Jo. vd., 10.
— Jor. Phil. vd., 237.
— Hr. vd., 297.
— vd., Zie : Rcnesse.
Abbenbroeck , hcerlvkh. van, 305. Abcoude, 62, 186, 278. — Will., hr. tot, 62.
— dni de , 115.
Abecenwalde, palus., 106. Abel, D., 185. Abell, aurifaber (1522), 175, 178,
.179, 180.
Abrahams sehoot, in-, huis t'Utr., 232. Abrahamsz., Isa., schryfconstenaer, 315.
Ahramdoly, conv. t'Utr., 265,279,286, 322.
Absentia canonic, 337—370, passim. Absolutio, et quod hue spectat, 14-38, passim.
Abstractio litt. citt., 28. Abusus office., 14, sqq. AcadcmiaUltraj., 287 sqq., passim. Accoort,'t, (clockespcl,) 281. Achtienhovcn, 91 sqq., passim, 185 sqq., uls.
Ackersdyck, D., boeckverc. t'Utr., 308. Adalgus, nts, (936), 103. Adam, Can.S.Mar.Traj.{1501), 364 sq. — hr., 200.
Adelhard, praepos S. Salv. Traj., 106. Adolphus Cliv. Dux , 120. Adriaensz. Claes, 269. — Corn., busmr., 237, 259.
— Corn., 102, 140.
— v.Muylwyck, Dire, 12.
— Paul, goutsmit (1548), 226.
Adrianus VI. P. P. 5., 182, 204, 208, 209.
Adulf, zoon v. Arcnt v. Gcldre, 1. Adulterio (de), 21 sqq., passim. Aelbert (Rover), mr., (stat-chirurg.,) 203,205,211,214.
Aelbrechtsz., mr. Marc., lantmeter, (1557), 231.
Aelmoesenierscamer, 326. |
||||||||||||
III.
|
||||||||||||
51
|
||||||||||||
402
Anlepcndium, 199 sqq.
Anthonisz., Jo., bissch. v. Alex., 98, 118, 122, 129. — Adr., fortificatie - mr.,
249, 256. Antouii, (S.), Leyd., 30.
— — capclla eccl. S. Jo.Tr.,
165.
— — monast. Yien., 174.
— — capcllaTraj.(1583)260.
— Jo., predic. te Wcstbrocc ,
271, 273. — Adr., 328.
Antonis Gasth. t'Utr., 308. Antonisz., Gerbr. .organist (1626), 279. Antonius, proc. S. Anto. S.Jo.Traj., 174.
Antyksnyder , 167, 308. Zie ook: Beeltsnyder.
Antyke poorte , 220, 230. Autwerpen , Victoric v., (1585), 262. — Casteelv.,herberg t'Utr.,
287, 307, 309. Apostel gasth. t'Utr., 169.
Apotheca (1520), 336.— (1536), 217. Apotheearii, (1522), 176. Appcllatio, 21, 23, 99, 106, 133. Aquisgranum, 107. Arbaut, mr., seer., 373. Arcerius , Jo., rect. S. Hiero. Tr., 263. Archicapcllanus, 4. Archiep. Colon., 21, 61, 153. Architecten , 220—275, passim. Arcnberg , Gr. v., stadh. v.Vricsl., 239. — Princesse v., 248.
Argeutea. Zie: Silverwcrk. Argcnteau , Hr. v., 248. Arkel, Hr. v., 1. — lant v., 1 sqq.
— Jan v., Bissch. v. Utr., 61.
Ariensz., Jac. et Huib., 6. Arlcm, 3 sqq. Armada , caert vd., 271.
Armen , teekens voor den , 227. Armuiden , 79. Aruhem, Magr. Jo. de, Can. S.Petri
Traj., (1382), 111, 113. — Jor. Karcl v., 275.
Arnoldi, Mgr. Corn., 28. Amoldus, Can. b. Mar. Traj., 351,353. — Trev. mctropol., 107.
Arsy, Lodcw., 295. Artilleric , A.-mr.; A.-huis etc., 207
sqq., passim.
Aryaen, mr., 206. Assendelft, Ger. v., ract, 145. Assonvillc, d', raet Co. Ma., 240. Astorga , J. A. d', administr. v. de Spaensche hospit. (1374), 247.
Asperen, 2 sqq., 25 sqq., passim. Astrou. toorn. Zie: Smeetoorn. |
||||||||
Atrebat. archidiac., 189.
Attevelt, Jo., 291, 308, 310,314,317.
— Joost v., 303, 308.
Atto. Zie: Otto. Auriculae abscissio, 116. Zie ook:
Oer.
Augustynen te Dort, 247. Avanturiers, 277. Avcnion. acad., 363. B.
Bachanalia , 159.
Back , A. E., 289. — Corn., 292.
— Jan, 239.
Backer, Erasm., pred., 255 sqq.
passim.
Baecxen , Fre. v., 270. — Max. v., 271.
Baden, Fre. v., episc. Traj., 28,55,
101.
Baern , 67, 292, 169. — Jan Jansz. v., glasschr., 289,
302.
Baert, Pasch., hortul. t'Utr., 315. Bacrtwyc , Hr. v., 244. Bagynhof t'Utr., 169, 208, 216, 253, 265.
Baldericus , episc. Traj., 91 sqq., passim.
Balcn, Jo. v., 297, 308, 310. Balgoy, 179, 195. Balser, Bcrnt, 247. Balthasaer, ital. archit. in't gevolg v. Karel V, 220.
Balthazar, Can. S. Jo. Traj., 177. Baltus v. Putten , mr., chirurg., 167. Bambergen, Pieter v., schcrnimecster t'Utr., 316, 319.
Bambrugge gesubsidiccrd, 310. Bamet, Mulle, 273. Banc (ter), hebben, 210. — de-, bereiden, 212.
Banderol met aekcls, 314. Bandeliercn, 326. Bannieren, stads-, stad-trompers-,
204, 206, 232, 305. Zie ook : Trom- pers, Vacndels, etc. Banquet, 217. Zie ook: Maeltyt.
Bar, Nic., horolog.mr., 280.
Barbanson, Prins v., 374.
— Fre., 293. Barbarae, S., hosp. Traj., 175.
Barchou, Hr., 232.
Barck, Jo. v., lantmr., 248, 250, 251,
260, 261. Bardesius, burgemr., 263.
Bargers, Vine, pred., 292.
Barkel, Dire v., Use, 277.
Barlaymont, Hr. gr. v., 240, 245.
|
||||||||
Amerongcn, huis en dorp, 1G8, 170,
287, 302. — wcg naer, (1642), 295.
— Borre v., dekenS. Jo.Tr.,
199 — Era! ab, 31,174.
— Gerl. de , 175.
— Gov., (1537), 129.
— Jan v., 42.
— Jo. de, Can. b. Mar. Tr.,
(1549), 143. — Jo. v., schout v. Utr., 54.
— Jo. Tacts v., Can. S. Jo.
Traj., 157,179,180,181. — Pet. v., 364, 363.
— Can. b.Mar.Traj., (1476),
370. Amcrsfoort, (1543), 11. — 40, 41,
passim. — 62—67,124.
— Rutg. v., pater Yd. Cel-
litcn, 231.
Amcstel, Otto Egb., (1171), 107. Amey, ter, 0. Ameyde , Adr. Ilerm. fd., piiester, (1576) , 247.
Amicten , 200, 201. Ammers Graeflant, 5. Ammunitie , 231 sqq., passim. Amphorae cccl. S. Jo. Traj., 182. Ampullae , 328. Amsterdam, Arminiacnsche onlustcn tc-, 379 sqq.
Amstelandiac decanatus , 14 sqq., passim.
Amsterlandt, caertc vande proostd. v., (1636), 287.
Amuda, villa, 92 sqq., passim. Anatomia, 279—322, passim. Andegav. acad., 363. Andreas, past, in Isclmundcn, 156. — S. altureeccl.Mart.Traj.,41.
— S., geborduert, 202.
— S., eccl. Colon., 153.
— mr., componist (1630), 281.
— J., drappier, 319.
— dec. b. Mar. Traj. (1233),
352 sq. Andriesz., Aert, coster, 255 sqq.,
passim.
Angariarum praestatio, 100. Angy, Hr. v., 334. Anholt, Prins v.. 269, 272. — Gr. v. A., 371.
Animarnm presb., 339. Anker, in den- , huis t'Utr., 281. Auuendael by Ruermonde , 374. Annivcrsaria , 349 sqq., passim. Annus gratiae, 343 sqq., passim. — bisextilis, 21, 101, 140, 196.
Anselmus, proost S. Jo. Traj., 92, 93, 106.
|
||||||||
403
|
|||||||||
Bevenveert, can. b. Mar. Traj., 364.
Bcverwyck, pred. v., 169. Beyer, Henr,, Can. eccl. b. Mar. Traj., 174, 364, 365. — Jo., nts., 49.
Beyeren, Henr. v., episc. Traj., 291.
— , beyermcester , beyerwerk ,
168, 279, 283, 290, 297, 314, 316, 317,322,324. Zie ook: Clockenspel. Biblia hebr. Bombcrg., 298.
Bibliothcek, stads-, 161,169,261— 326, passim.
Bicker, Pet., 239. Biechtvader vd. hert. v. Alba, 243, 244.
Biennium continuum, 360. Bieselingcn, villa de, 33 sq. Bildeibcck, agent, 296, 300, 302. — Oud-burgermeester van
Amersf., 299. Bilsen, Adr. v., lector, 284.
Bihvyc, G. de , 116.
Birckt, 67.
Bisextilis annus. Zie: Annus.
Bisschoppcn v. Utr. Zie de namen.
— oorlog, 317.
Bisschopshoff, 267.
Blaesbalkcn, 199, 207. Blaeu , Jo., t'Amst., 288. Blakers , copere, 302. Blancwalt, P., v. Ceulen , 240. Blankcuheim, Fre. v., episc. Traj., 108.
Blaser, 139. Blauwe vaen, 261. Blauwe Capel gesubsidiccrd , 294. Blauwert, Tho., can.b. Mar.Tr.,368. Bleiswyck, Hr. v., 372, 379. Bleskensgravc, 4. Bleyenborch, Balth. v., doctor, 238.
Blickenborch. Zie: Zuylen. Blinde ondcrsteund , 294. Blixem, 10,12,237. Blochovcn, domicella de, pr. v. Out- wyc, 156.
Blochuis tcr Mcy, 3. — te Rawcsway, 3.
Block, Jan, schild., 213,215. — Peter, 175.
Blocklant, 2 sqq., passim. — . leghe-, 3.
— Ja. v., 239.
Blommert, Com., steenh., 252,262, 266.
— Abra., 276.
Blvde incompst v. bissch. G. v. Eg-
mont, (1536), 217.
Bochoff, Henr. v., burgermr. v. Zut- phen, 237.
Bochorst, huis ter, dec. S. Jo.Tr., 332. — Jo. v., 332. |
|||||||||
Bennecum , 67.
Benschotcn, 67. Bcnthemcrstcen, 217, 233. Bentinck, Jor. Stcv., burgcrmr. van Zutphcn, 241.
Beprueven, 210. Bcrch, Gr.Heur. vd., 374. Zie: Berge. — Jan vd., 241.
Berchauscn, chemicus, 291, 326. Bcrchout, 14 sqq., passim. Berchsteda, Th. Sym., 283. Berck, Anto. v., 308. — mr. Nic, dec. v. S. Jan, 168.
— deken, 299.
— mr. Corn. Jansz. v., Tromper,
233 234 — Pict v., pred., 260, 261, 262.
— stad, 270, 387.
— Can. S. Jo. Traj., 159 sqq.,
passim. — Jo. Chr. v., 281.
Berckenrode , Balth. Florisz. v., laut- meter , 290.
Berckringcr, Prof. t'Utr., 292, 294, 316.
Bercum, Henr. v., burgermr. v.Antv., 242.
Bcrendrecht, mr. deBruynv., 300. Bercutoorn t'Utr., 218, 220. Berentz., Jan, boccprient. t'Utr., 215. Berge, Gr. vd., 2i4. Bergen op Zoom , 305. — Corn, v., 12.
Bcrgerus, pred. tc Wyck, 169. Bergh, Stcv. vd., raetv.S.Exc, 237. Berghe, B. en Mart, vd., 240. Berghem, mr. C. v., 225. Bernt, mr., 235.
Bernulphus, alb. v. S., 200. Bertgen, snst., 203 sq. Bcrty, Fra., 76, 80, 240, 243. Beschieten, bussen-, 260. Bcstekken , 218, 235, 249, 260, 263, 300, 301. Zie ook: Caertcn.
Bestius, Ph., cng. pred. te Delft, 286, 313.
Besuecte lieden, 206, 211. Zie ook: Kranksinnig.
Bethlehem, conv. Traj., 41,265, 289. Bcusighem, huis te , 170. — dorp, 157,158,163,169,
170. — Ja. v., 225.
— Hr. v., 169.
Beuter, Corn. Petri, diet., 336. Bevelant, Adr., Can. S. Jo. Traj., 187, 190.
— Aleyd.de, 159.
— Magr. Flor., 141. Zie ook I
Bceflant. Beveren, Hr. v., Stadh., 6b, 228.
|
|||||||||
Barnevelt, 67.
— Jo. v. Olden-, 268,277,278.
Barras, Stcv. de, 245. Bartholomaeus, mgr., capit. Hag., 27. — S., hosp. Traj., 296, 354.
Bartholomacusz., Sal., 314. Bary, Th., Stads-tromp., 281,307,308. Basilius, Ja., pred., 271. Basius , Dr., 231. — Jo., 278.
Bassen, 205 sqq., passim. Zie ook:
Geschut.
Bassettcn, (muz. instr.l, 233, 235. Basso continuo, 314, 322. Bastaidi sacerdotes , 28. Bastonium, 361, 367. Batcment, 212, 214, 215, 218, 247. Zie ook: Comedie.
Batinge, 329. Baurc, Thim. dc, 53. Baurisatio , 182. Bavonis, S., Gandav., 46. Bazyn, Nic. de, 181. — Tho. de, 181.
Beatricis, S., hosp., 328. Boca's Chron., 169, 277, 296. Beckens, stads-, 228. Beden, 146. Bedcvaert, 54. Becflant, Anto., 176—182, passim.
Beckers, silv., 161. Bceld v. Mars op Bylh. toorn, 230. — v. Onse lieve Vr., 165. Zie ook: Schilderjen.
Becldcn, gcborduurde-, 200. — in Lichtenberch , 221.
Bceltsnyders en Bcclthonwcrs , Beelt- werk, 175,206, 208, 217, 219, 229,
201, 293, 299, 301, 311, 322.
Beerninck , Bernt, 324. Becsde, Henr. v., 368. Begge, Jean le, 191. Beguttae, 33. Bckccrde Susters , conv. t'Utr., 154, 156. Zie ook: Maria Magdal.
Belgaid, Tho., 313. Bellccum , S. v., 284. Belopen, 130. Bemmel, Is., hoefm., 293. Ben, Henr., Can. eccl. S.Mart.Traj., 31, 143,179,186.
Bencficie in den Dom t'Utr., 40. — te S. Ja. t'Utr., 40.
— te Oude Munst. t'Utr., 40.
— te S. Marie, 40.
— te S. Cathr., 40.
— te Vreelant, 41.
— tc Hacrl. in de gr. kerk , 41.
— ter capelle , in Zeelant, 42.
— (in't alg.), 27 sqq., passim.
|
|||||||||
404
|
|||||||||
Bovinia , Jo. de, 34.
Boxtehudc, 377.
Boxtel, Hr. v., 232.
Brabant, 7 sqq., passim.
Braehium seculare, 19, 98.
Brachium S. Adriani, 328.
Brakel, Hr. v. , 168.
Bramme, Erpo, de, can. b. Mar. Tr.,
368.
Brand, 8,208, 318. Brandenborch, cheurf.v., 274,302,394. — Jo. de, can. S. Jo.Tr.,
358. — Henr. de, can. S. Jo.
Traj., 357. Brandole, 265. Zie ook: Abramdole.
Brandspuiten, 315 sqq. Brant in do wange, 210. Brant, molcnmakcr, 291,300. Brants, Gisb., 155. Brantstii'hten, 95. Braspenningcn, geconterfeite-, 205.
Brccht, Jo., 250. — Gouv. v. 'sH.Bosch, 248.
Breckers, Paul., 194. Breda, 169, 283, 290, 293.
— drossaert v., 232.
— Jo. de, can. S. Jo.Traj., 191.
Brederode, Hr. v., 29, 38, 208, 236. 249, 267, 375.
— Agent, Pet. v., 372 sqq.,
passim. — ' Rein. v., 278.
— Gov. v., 308.
— Gisb. v., 51, 52.
Breen, Egb. v., pred. ,• 289. Breestraet t'Utr. Zie: Pomp. Breslau , math, v., 241. Breveer, mr. Hub., 237. Brevelt, Jo. v., silversmit, 297, 317,
321, 326, 327. — Gort. v., 298. Brevoert, gcsubsid.294, verovert270. Breyerius,Jo.,pred.,168,169,286,306. Bridsen, 208, 211, 234. Briel, den, 38. Brieven, 208, 314. Brigittae, S., carv. Traj., 63, 211, 260, 296, 332.
Brigittesteegh t'Utr., 285, 301. Brodyk, 116. Broekclen, villagium , 26. Broichusen , Gisb. v., 57. Bronchorst, overgaen v., 258. — Ja. v., 57.
— Ger., 111.
— Ja.Ger.v., glasschr., 280,
283, 291, 292, 296. Brouchoven, Hr. v., 379.
Brouwer, burgermr. te Middelburg, 394 sqq. |
|||||||||
Boodt, J. de, 199.
Boon , can. S. Jo.Traj., 160.
Boor, 269.
Boots, 78.
Bor, Jo., raet, 294.
— Peter, seer., 292.
— Peter, Christiaensz., geschied-
schr., 273, 284, 286, 298. Borch., Adr. vd., 168, 226, 265.
— Jo. vd., 175.
— N. vd., raet'sCo., 244.
— H. vd., schilder, 219.
Borchoorn, Hr tot, 278. Borculo, Herm. v., boekprint. t'Utr., 222, 241.
Bordckens in de kcrk, 290. Bordfiool, 315. Borduerscls, 196, 199, 200, 201, 226, 227.
Borcn, bussen-, 224. Borghorst, Herm. v., 270. Borgondie , Karcl v., 4. Born, Ew., glasschr., 299. Bornius , Heur., alumnus, 291. Borre, Adr. vd., pred., 274, 277. Bos, ten, 6,10. Boscelmus, camcraerius , 107. Bosch, can. b. Mar. Traj., 364, 365. — H. vd., 325.
— Jor., horolog. mr., 312.
— Melch vd., 317
— Jan of Haus vd., horol. mr.,
281, 284, 290. — Joost ten , 235.
— drappcrie vd., 326.
Boschuysen, 165. Boscop , Arent te, burgermr. van
Campen, 244.
Bose viant, 268. Bosman, Rein., 325. Bossius, Adv., 298. Bossu, stadh., 240, 245. — N. v., coadj., 240, 242.
Both, Henr., 268, 270,271. — Hr., 321.
— Corn., 294, 296, 298, 316.
— Adr., boecvercoper, 285.
— Dire, glasschr., 169,289, 292,
296. — Herm., glasschr., 292, 300.
— Fra., 239, 241, 244, 261.
— Ger., 271.
— Tho., busmr., 248, 249, 252,
253, 263. Botrui, mr., 398.
Boucholt, Lud., 310. Bouillon , due de, 269. Bourgnival, Hr. v., 47, 214. Bourgondie, Fil. v., biss. Zie: Filips. Bovine, Theod., can. b. Mar. Traj., 368. |
|||||||||
Bochout, Cath de, abbat. de Fore-
sto, 153.
Booking , Jo., pred., 296. Bocstadius, Abra., conrcct., 302,392. Boctoorn t'Utr., 218. Bodem, gulden-, 289. Zie : Ecrste steen.
Boden, 268. Bodenbroot, 289 sqq., passim.
Boecholt, Will, de , 158. Boechout, Hub., can.b.Mar.Tr.,370. Boechoven , Mynhr. v., 10. Boeck t'Oude Munster, 308. Boeckdruckers, Boeckvercopers, 215, 222, 241, 267, 269, 270, 271, 274,
275, 276, 278, 279, 285, 296, 298,
307, 308, 311.
Boecken, 101, 169, 194, 196, 208, 227, 261, 265, 268,271, 273, 274,
283, 284, 289, 291, 292, 305, 322.
Boel, Aru., baill. Hag., 9, 27. Boelen,Godcfr.,presb.animarum,143. — Jo., de Breda, 152.
— mr. Jan, 143.
Boemel , 2 sqq., passim. Boemhauer, Jo., 176. Boesighem , Jo. de, 111. Zie: Beu- sighem.
Boetius, Ev., 270. Boetsclaer, de, 166. — Gisb., 396 sq.
Bogaert, F. G., 267. — can. S. Jo.Traj., 160,161.
— Jan , goutsm., 274.
— Fra. Geritz., 267.
Bogardi, Just., pred., 312. Boghe spannen , 131. — schote , 130.
Bohemen, Co. v., 282, 305, 394.
— Fil., Frins v., 310.
Bokelacr, Arn., Can. cccl. S. Mart. Traj., 177.
Bol, Goert, Burgermeester , 146. Boll, Will., borduurwerker, 226 sq. Bolle , Lubb., dec., 111. Bolwerken van Utr., 229, 249, 250, 251, 253, 259, 271.
Bom, Jan, 288. — nvc, 207.
Bombaerd , 232, 235. Bommel, S. v., nts. vd. Dom, 221.
Bona censualia, 315. — pactionalia , 17 sqq., 340.
— cleric, 17 sqq., passim.
— curmedalia, 100.
Bonavente, Sr. de, 74. Bonert, Will., teeckent gelt, 205. Bonifacii calk S. , 328. Bonifacius VIII, 189. Bononiens., acad., 363. Bontepeert, 't, huis t'Utr., 262. |
|||||||||
405
|
|||||||||
Bussen, grote, 214, 224, 228, 2*2.
Zie ook: Ammunitie, Ge-
schut.
— silvere , 268, 288. Buys, P., 234, 280. — Jan Jansz.. 280.
Buyser , Arn., 188. Buysscn, haring-, 78 sqq. Buytewege, Pet., confess. S. Agath. Traj., 32.
Bybcl, 276, 289, 291. Bye, tresoricr de, 380 sqq. — Aert de, 243.
Bycnvisch, Gcr., 111. Byl, Ger., 140. Bvlaer, can. S. Jo. Traj., 177.
Bylhouwers toorn, 230, 253. C.
Cabauw, hr. v., 241.
Cabeliauvangers, 383 sqq. Caec (opte) staen, 310 sqq., passim. Caeciliae, S., conv. Traj., 40, 41, 201, 263, 308.
Caerte vd. stroom vd. Lecke, (1821), 208. — vd. vryheit v. Utrecht, (1839),
219, 220, 221. — vd. stadt, (1343), 223.
— van't Pcerdevelt, (1543), 223.
— vd. limiten vd. vryh. der stadt,
(1847). 225. — (cleyne) vd. stadt mette Bol-
werken, (1531), 228. — vd. stadt en situatie v. deselve,
(1567), 237, 239, 241,243. — door een mathematicus v. Brcs-
lau, (1869), 241. — v. h. Scutterlant tot Achthoven,
(1569), 241. — vd. vryheid d. stadt, (1373),244.
— vd.limileu, (1377,, 248.
— v. speyen en kolkcn aen de
Vaert, (1378 sq.), 249. — vd. bolwcrken, (1878), 230,231..
— vd. stadt, (1880), 234. — (1581),
256. — v.h. Pcerdevelt, (1884), 260.
— v. Wvck en Ducrstedc , en v. d.
stad,* (1388), 261. — v. h. Bolwcrk achtcr S. Marie,
(1898), 271. — vd. Spaansche Armade, (1899),
271. — vd. stadt, (1598), 270.— (1604),
274. — v. straten en weghen, (1614
sq.), 278. —. op last vande Stateu gemaect,
(1630), 281. |
Caerte vd. Hinderdam en de Vecht,
(1633), 285. — vd. Schcnkenschans, dc Wael
en Rhyn , (1635), 287. — vd. proosty v. Amsterl., (1636),
287. — v. Schenkcnschans, (1637), 289.
— vd. Malic-baen, (1637), 290.
— vd. beleg. v. Breda, (1638),
290. — v. Rhyn en Wael by Schencken-
schans etc., (1652), 294. — v. straten en plaetscn binnen
en buiten Utr., (1642), 294. — v. parthven binnen de stad,
(1644), 297. . — vd. beleg. v.Sas v.Gent, (1645),
300. — van parthven binnen de stad,
(1646), 302. — vd. stadt, (1648), 305.
— Sandp. naar dc Vaert, vd. Ou-
de Munt en de Steenstraet naar de Bi!t, (1648), 307. — v. Hooch-, Lecgh- en Westraven,
(1651), 310. — vd. stadt, (1652), 311.
— Iant-, op 't nieuwe werk han-
ghende, (1652), 313. — vd. uitleggingevd. stadt, (1664),
313, 319. — vd. stadt, (1669), 318.
— vd. rivier omtrent Schencken-
schans, (1670), 319. — vd. Leidsche vaert, etc. (1671),
319. -— vd. vergrootinge, en de fortif.
der stadt, (1672), 320.
-r vd. Eemsc vaert, (1676), 321. — vd. Holl. Rhyn, (1678), 322.
— vd. hoghe jurisd. vd. Vaert,
(1681), 322. ~- vd. vryheid der stad , (1683),
322, (1683), 323. — der stadt, (1693), 326.
Cacsarii ofliciarii jurisd. etc., 27 sqq. Caesarius, Henr., pred., 273, 274. Caets , de , 159,168. Calandnni, 398. Calais, 372 sqq.
Calcei choralium , 174. Calckar, kerk tot, 310. — Ger. v., engelsche tolk, 264,
266, 267. Zie: Ridder. Calendarium perpetuum, 260. Calf, Jo., 283. Calices argent., 327 sq. Calslagcr, Pet., vie. S. Petri Traj., 155. Calvcren, 228. Camcn, stadt in 't Marksche , 303.
Camera Uagensis, 26. 52
|
||||||||
Brouwcrshaven, 19.
Bruggen, geselen opte-, 214.
Bruiloft , 112, 215.
Bruninck, seer. v. S. Pict. t'[]tr.,167.
Bruno , can. b. Mar. Traj., 381, 383.
— Ja., pred., 276.
— Gerl., 178.
Brunsbuttel, 382. Brunswyck, Henr. v., 281. — cantz. v., 239.
Brussel, 83, 238, 230. Bruxellis, Philib. dc, 239,240. Bruyn , de, pred., 298. — prof, de, 312.
Bruyniuck , Claes, raet v. S. Exc, 285. Bruynincx, Hr., 392. Buc'hell, mr.Arent v., adv., 274, 298.
— Jor. Edm. v., 274.
— Jor. Hubr. v., 274.
Buckin vd. Briel, capt., 382 sq. Buckcnhorst, Milord, 266. Buckingham , hert. v., 388. Bueren, Hcnr. v., drilmecster, 318, 319.
Buerk'erck t'Utr., 64, 203, 204, 203,
218, 221, 228, 234—237,243, 2*6, 258, 262, 263, 263, 266, 269, 313. Buerman, Gcr., 83.
Buic-euvel, (1837), 230.
Bulla Julii II, 196.
— Lconis, 16 sqq., passim. 196.
— Pianae , 43, 46.
— tirangulares, 328. ■
— gulden-, 394.
Bunschoten , 67. Burch, Jo, vd., chirurg., 245. Zie
ook: Borch.
Burchgraeff, Will., 187. Buren , Jor. v., 170. — Comes de, 29.
— Mab. Alerts v.-, wed., 193.
— Otto v., 193.
— Lamb. v., 198.
— Floris, gr. v., 9, 334.
— stat en casteel, 9, 187.
Burger-Vendelen. Zie: Vendelen. Burggraven. Zie: Montfoort. Burgondie, Dav. et Phil. v. Zie: David, Philips.
Burmannus , D., 315. Bursa, 328. Buschhoff, Bern., pred., 285, 286. — Adriana, 309.
— conrector , 314.
Buscruit, Buscruitmaker, 214 sqq., passim.
Buscutmcester, 207 sqq., passim. Buser, Will., alias Byndop,111, 113. Busgictcr, 206 sqq., passim. Bussche, Herra. vd., scholte tot Zwol- le, 330.
ILL
|
|||||||||
406
|
|||||||||||
Chyrothccac, 185.
Cimeterium eccl. S. Jo. Traj,, 18, 26,
177 sqq., passim.
Cippi, 115. Cista indulgeatiarum, 173.
Cistercienses in Yselsteyn, 180. Claeskerk t'Utr., 259, 314. Claesz., Corn., 265. — Dire, 136.
— Ger., 136.
Clamatores vini, 178. Clandestinae, 17 sqq., passim. Clarenborch, 260, 296. Claustralis domus, 174. Glavcrbladt, in't, huis t'Utr., 283, 288.
Clavicyrabel, 322. Clavigeri, 143. Cleef, 378 sqq., passim. — hert. v., 10sqq. 57sq., 208,236.
Clect, tapiserie-, 206. Clemens, Wencesl., 284.
Glerckcn v. S. Hicro. t'Utr.. Zie: Hie- ronymus. Clericalis habitus , 192 sq. Clermont, gr. v., 388 sqq., passim. — Scrv. v., stadstromp.,314.
Clivis. Zic: Aleydis, Cleef. Clochuis, 't, huis t'Utr., 176. Clock (groote), te S. Jan t'Utr., 169. — waec-, 221.
— v. S. Marie , (15S5), 261.
— v. S. Margrictc gasthuis t'Utr.,
(1594), 268. — teBeusighem, vergietcn,(1398!,
163. Clockespel S. Jo. t'Utr., (1632), 168.
— S. Jacobs t'Utr., (1670),
319. — op't stadhuis, (1582), 237
sq. — (1630), 281. — opten Dom t'Utr., (1664),
315.— (1673), 321.— (1675), 321.— (1676), 321.— (1«78), 322.— (1684) 324.— (1696), 326. — (1697), 326. Clockgieter, (Mr. Willcm, 1503), 203.
(Mr. Henrick, 1821), 208. — (\Vil- hclmi, 1822;, 176. — (Hcnr. Wouw, 1522), 176. — (Jan Tolhuis, 1541), 221 sq., 224, 228, 231. — (Anto. Hcnricksz., 1560), 232.— (Fr. Both, 14*85), 261. — (Mcurs, 1630), 281. (1632), 168. Zie: Busgieter. Clocken ten platten lande, (1382sqq.),
239, 262. Cloostcr, Jan vd., 2i5.
Clootsohieteo , 137.
Cloten, cf. Ammunitic, Geschut.
Clusius , Carol., 272, 274.
Cluyvers , 25; 34, 47.
Co i;k, 286, 288.
|
|||||||||||
Camerac liber, s. statuta eccl. maj.
Traj., 163, 337.
Camcrarii cedes,, 337 sqq., passim. Canierling , Rob. , busg., 264. Gamers. Zic: Geschut. Camp, nye, straet t'Utr., 175, 302. Campanac, 187, 180, 182. Campcn, stad, 330 sqq. — Arn. de , 111.
Campes, Jo. dc, 131. Campius, Paul., agent vd. Cheurf.,
269.
Candelae, caudelabri etc., 9,23,177. 180, 337 sqq., passim.
Candcler, Christo., picqucur, 293,295. Canneu, silv., 204. Canones Synod,, 303. Canonici hebdomadarii. Zie: Ebdo- madarii. — capitt. etc., 157, 337 sqq.,
passim. Canonista, 20.
Gauonstromper, 323. Canter, dc jonghe-,, 277. — deu otiden , 277.
— Fra., 286.
— Lamb., 278.
— juffr., 265.
Cantilccn. Zie: Hieronymus Traj.
Gapata , Rodr. de, 243." Capel in de Weert, 260, — in Zeelant, 42.
— Will, v., schilder, 280, 312.
Gapellae , 21, 217. Capelte , vd., pred., 316.
Capitula Traj. Zie de bijzondere
Benamingen.
Cappac, 199 sqq. Cappclla, eccl, de, 33. Gappcll, huis te, 267. Captio s. incarceratio, 19. Caputia, 181. Carabyns, 325. Care, Jean, 315. Can'e, Edm., 264. Garionis chronvk, 284. Carlcton, ambass., 378 sqq., passim. Carlilsle, gr. v., 392 sqq., passim. Carmclitae Traj., 179, 183, 260. Carmina, 228, 260, 262, 266, 273, 283, 288, 327.
Carnisprivium, 178. Carolina constitutio, 35, Carolus, pr. v. Spanje , 239. — V., 45, 65, 145 sqq., 223,
239.
Carpcntier, Ls., fra. schtjolmr., 291, 294.
Carron, Noell-, 277. Carthusienses prope Traj., 41, 208, 2 i8, 258, 203.
|
Casal, 388.
Casbergh, landhuis , 199.
Casei Zelandini, 341 sqq.
Casimir. Zie: Nassau.
Castanie, Ja. de , biechtv. v, Valdc* ,
244.
Castecl v. Antwcrpcn, herb. t'Utr., 287, 307, 308.
Castres, stad, 398. — Sr. de, 333.
Castro, can. S. Jo. Traj., 160, 161, 164. — Nic. de, 230.
Casulae, 156, 196 sqq., 328. Casus episcopales, 22. Catalogs, 327. Catechismus , 237, 305, 315. Cathariuac, S. Traj., 40, 170, 263, 268, 289, 301, 302, 308, 323.
Catryne poort t'Utr., 247, 268, 322. Cats, Ja., 285. Causae ucccssariac , 20. — matrimoniales , 22 sqq,
— fiscales, 24.
Cecyl, engelsch coloncll, 165, 278.
Cedulae indulgg., 182.
Cellebroers t'Utr., 211, 231, 260, 263.
Ccnsurae, 17 sqq.
Cera rubca et viridis, 143.
Ccretanrs, Jo. dc, episc. Nucer., 122.
Cerevisia, 338 sqq.
Cetous, marq. dc, 245.
Clialdacen, 336.
Chalon , baillu v., 232.
Champagny, Hr. v., 246.
— 385. Charierius, Fra., 294.
Charles <Ie Gelder, 336.
Charp, Phil., 312.
Charters , 246.
Chaster , Pet. de , 311.
Chatilloa, Hr. v., 273.
Chcbry, 383.
Ghesne , Anto. de , 318.
Chcurforst, 267, 269, 302.
Chevreuse, hert. v., 388.
Chirurgynen, 27, 203 sqq., passim.
Chorales, 174 sqq., et 337 sqq. pas-
sim. Choralium cpiscepus, 177, 186.
Chorisoeii, 337 sqq., passim.
Chorus novus S. Jo. Traj., 157, 201.
Chriseulis , Jo., 294.
Ghristiacn, «ir., can. t'OudcMunst.,
209. Christiani, Gcr., 114.
Christiantis Mogunt., 107.
Ghristianus, can. b. Mar. Traj., 352,
353. 354. ChristoflVIs, out. t'OudcMunst. t'Utr.,
40. |
||||||||||
-'.■:■■:■■ . :
|
|||||||||||
407
|
|||||||||
Cock, Balth. de, goutsm,, (1337)230.
— Mr. Jan de, 167.
Corns , Wilh., 18Q. Codde, 198. Coehcl, Phil., raet's Co., 289.
— Aert, rentmr. gen., 239.
Codsehcn Dom, in den-, herberg t'Utr., 243.
Cocn, generael, 400. Cocnensz., Jan, buscruitmr., 263, Coctken , 330. Cocvoerden , 268, 269, 296. Cogsdurit, 92, 104. Colen. Zie: Colonia. — herb, v., (1503) , 203.
Collatio benefice, 337 sqq., passim. Collecte, wckdyksche- , 280, 296. Collegium anatomicum. Zie: Anato- *nia.
— musicura , 315, 326.
— Lexoviensc, 134.
Colonia, 21, 31, 61, 153, 180, 269, 270, 346.
Colomna, Carel, 374. Colyn, Jo., presb., 30. — Jan , raet 's Co., 237.
— Peter, mgr., 37.
Comans , Gu., can. S. Jo. Traj., 1-87.1
Comediantcn, engclscbe-, 271. Comedie, 214, 218, 226, 233, 236, 237, 247, 248, 271, 272, 273. Zie
ook: Batementen.
Conimandcur van Caslilie , 247, Commendator , 155. Componist, 281. Compostcl, can. b. Mar. Traj., 365.
Compostclla, Henr. de , 155. — Jo. dc, 111.
Compurgators, 113. Conchardus, Barm., pied., 269. Concilium Trident., 159. Coucordata ,15—29 passim. 43 sqq. Concubinac, 158, 192. Confcssie , 305. Confugium ad ccclesiam (asylum),
17, 25.
Conine, Greg., 234. — Fred, dc, 181.
— Ja. de , tromper, (1362) 2S4.
Conincxbcrgcn , Seg. v., 271. Conincxvelt, monast., 327. Oouopius, Nathanael, 301. Conradus, Imp., 106. — episc. Traj., 92 sqq , pas-
sim. Consccratio altarium, cf. Altarium.
— crismalis, 178.
Consistorium Amsterod., 27. Constantinopolen , 382. Consto van vlicgen , 220. Cttulrefcjl geld, 205. |
|||||||||
Crcqui , marcq. dc., 396.
Crimina , 15 sqq., passim.
Crimpen, 12.
Crines pendentes, 24.
Crisma sacrum , 15 sqq., 178.
Crock , Will., 114, 115.
Croesen, silv.-, 204, 211, 214.
Cromboern, 280 sqq.
Cronyk, 269, 271, 274, 277. Zie
ook : Beca, Bor , Petit.
Croon , Hans , steenh., 301. — in de Catrynelserk t'Utr,, 170.
— v. S. Jan, bang, in den Dom ,
166. Croonen, in de dric-, huis t'Utr.,
239.
Crovcnborch , H. v., drapprer , 303. Cruces, 73, 178. Crucis, vicaria S., 180. S.Jo. Traj.,
183, — erectio S., 48, 148, 182.
Cruis (II.) alt. voor't choor v. S. Jan t'Utr., 164.
— draghen, 212.
— voor 't- , gaeu , 210.
— Zie: Ammunitie.
Cruisant, hct, 393. Cruisgasthuis t'Utr., 253, 269, 27«. Cruithof, 292 Sflq., passim. Cruitmolen, 206"(1517), 213(1529), 222 (1642), 265.
Crux argentea, 328, aurea, 327. Cruyff, Th. de , 236. — Will., 129.
Cruys, gebonduusd-, 196 sqq.
Crjp, Will., 243. Culenborch, Sr. de, 336. — stad, 170.
— Jo. v., 137, 148, 221.
— Rod. v., stempelsnyder,
297, 300, 307, 317. — Aert, 296.
— Pet., stempelsnyd., 328.
— fabrikmr., 167.
Cuperus, Jo., stadstromp., 295. — Macr., 261.
Curia episc. Traj., 15 sqq. passim.
— Romana, 322 , 367.
Curialitatcs , 179. Curmedalia bona, 100. Cultus ilivinus , 15 sqq., passim.
Cusscns, 28. 201, 280, 282, 326. Custos cccl. S. Jo., 177, 182. Xie: Bibliolheek.
Cuvis, Jan, dr*pp., 287. Cuypers, mr., 281, Zie: Cuptnsf. — Geertr., 210.
Cyfferboeck , 281. Cymbaeltgcus, 283. Cyphi argentci., 180, 194. |
|||||||||
Contrcfeytsel, 268.
Convivium. Zie: Maeltyt.
Convoyen, 254.
Cools , Corn., 269.
CoopermoleDS, 289.
Coopmans, Bych., 271.
Coorn , rocy in't-, 9.
Coorndyk, 28.
Cooth, Lamb., cock, 308.
Oopere werclt opteii astron. toorn,
293.
Copes, S., 308. Copicn, 208, 230,297, 308,314,317.
Coppcn, silvere-, 155, 204, 212,226, 267, 268, 273, 276.
Coreumarckt, die-, t'Utr., 175, Corncruit, 238 sqq., passim. Zie: Ammunitie.
Cornelisz., Mart., 288. — Henr., org. S. Mar. t'-Utr.,
266. — Mr. Vine, 31, 61.
— Ger., 196.
— Clacs , capt., 296.
— Erasm., 281.
— Ellert, goulsmit, (1394),
268. — Piet., 382.
— Corn., vechtmr., 26fi.
— Isbr., 266.
Coructlen (muz. instr.), 233, 234,
238, 316.
Coronae argentoae , 327. Corporaeldoos, 200 sqq. Cortgeen, 28, 29. — Ja. Fransz. v., 274.
Cortouwen, 250 sqq. passim. Zie ook: Gcscliut.
Cost vcriorcn, bolvvero, 253. Coster, 259. — op S. Mert. toorn , 264.
Costerus, Jo., 308, 368. — fian., pred., 284,300.
Cotman , Jo., 29. Goucnhov-en, Ger. v., 240, 243. — Jclis, 167.
— hois v.-t 252.
Couranfen , 285. Coursbach, Bar. v., 254. Courteville , seer., 240. Courwachter, 275, 281, 314. Couwenbcrch, G. v., 276. Covcleu der Overstcn, 306. Crabbc, Jan , Prior vd. Aug.*.Dort, 247.
— Splint,, 176.
Cracou , 386. Cracn, 237, 256, 277, 289.
Crancnhofstede, 299. Crap , can. S. Jo., 160 sqq. Crellius, Jo., 307. |
|||||||||
408
|
|||||||||
IDompsclaer, H. Joostsz., muntmr.,
250 sq.,23.4, 347. Domus pauperum Traj., 237. — capitularis, 129.
— pro venerab. Sacr., 23,182.
Donact, mr., architect, 224, 226. Done, den, 4. — Ilerbern. vd., 368.
Doncker, Adr., cap. M. S. Jo. Traj., 186.
Donkelacr, 67. Doom , Alb. v., 289. — Jan v., boecdr., 169,293,296.
Doornboompje, 't, huis t'Utr., 243. Doornwert, Hr. v., 299. Dootschuld , 24. Dop, Ja., 301. Dorp, A. v., 248,250. — Admirael v., 377 sqq., passim.
Dorpius, Mart., 183. Dorschen , 364, 365.
Dorschcr , Petr. den , 116. Dort (Dortrecht), 2 sqq., passim , 231, 255. — muntmr. v., 224.
— Synode v., 379.
— Ja. Jacobsz. v., goutsm., 291,
293, 300, 302, 308, 311. D'Ovcrlope, 68, 78, 132.
Dow, Jo., ingenieur, 321.
Dracttrecker, 297.
Drakenborch, huis t'Utr., 271.
Drakenstcyn , 't, huis v., 296.
Drappier, 287sqq., passim.— Drap-
pcriecamer, 325.— Drap de soye, 71. — De laine , 71. — Drappene vd. Bosch, 326. Draybomen, 5, 260.
Dreesden, Ja. v., steenh., 293.
Drcncwaert, Mar. en Cornelia, 327.
Dreunen , Mein. v., 314.
Driebock , 228.
Driel, Henr. Gillisz. v., 309.
— Hcndrina v., 323. Zie: Vos.
Drielenborch , Will, v., weerdyn , 258. Drilkunst, drilmccstcr, 318, 319. Drolshagen , Jo., 143. Dronkcnschap , 166. Dronten , bisschop v., 209.
Droochsloot, caerte v., 318. — Henr. Jansz. v,, 307.
Druckers. Zie: Boekdruckers.
Drunen, burgermr. v., 261. Drusius, Nic, bissch. v. Leeuw., 237. Dubbeld glas. Zie: Glazen. Dubois, 398. Dudley Carlton, 384 sqq. Ducrstcde, 60, 62, 92, 104, 261. Duitcn , nieuwe-, 317. Duitschehuis t'Utr., 224, 239, 320. Dunganus , Corn., pred., 285. |
|||||||||
Dicderich, mr. Jan , 2T7.
Dicfdyk, 2,12. Diemen, Ysbra. v., 334. Diemenshoff, 299. Diemerbroeck, prof., 309, 319. — Corn, v., pred., 314.
— Ysbra. v., 301.
— Ger. v., 271.
Diemermeer, 278. Dienaers , stad- , 218. Diepenheim, Jan v., lantMr., 287,297, 302, 307.
— Flor. v., 319.
— Fra. v., 319.
Dicpmeester v. Danzick , 227. Diest, Jo. de, episc. Traj., 337* Dicn, Dan. de, 287. Dingtalen, 134 sqq. Dircksz., Adr., 53.
— A., 249.
— Aert, van Blocklant, 5.
— Jan, van Delft, horol.mr.,
238. — Jan, 237.
— Piet., van Dusseldorp, 286.
— Will., 13.
Dismes, C. Jansz. v., drappier, 310.
Distilleer-instrument, 326.
Dispensatio, 23 sqq.
Dithmarsen, die v., 382.
Ditmar, Mart., 294.
Ditmarus, can. b. Mar, Traj., 353.
Divinus cultus, 27 sqq. 369.
Dobbelde glazen. Zie: Glazen.
Doctor, stads-, 276.
Doedyns , W., 318.
Doelen, 230, 255.
Doer, rode-, (valvae) 332.
Doernick, can. S. Jo. Traj., 177,
182.
Does, A. vd., 250. — Jor. Dire vd., 291.
— Jan vd., 240.
— Bcin. vd., 241.
— Will, vd., 274.
Doesburgh, 264. Doclechem , Rud. de, 111. Doeyenborch, Corn, v., 282. Doirn , Henr. de, 185, 186. Dolhuis, 169, 299, 312. Dolle vrouw, 208, 214. Zie: Krauk-
zinnig. Dolphyn,de-, (stuk geschut), 272.
Dom , 94, 212, 241, 269, 279, 322. —
Domdeken , 47. — Domcapittel, 265,266,271.— Domskamer, 325.— Domprocst, 47 sq. — Domstoorn, 166, 270, 281,318, 324, 325. Domburg, 79.
Domi. Zie: Huizcn.
Dompselacr, G. H., goutsm., 267.
|
|||||||||
D.
Dar.l , Ten, conv. prope Traj.,
93., 116, 219, 264, 265.
Ii,-i 11 'in , Jan v., 277. Dalemdjk , 11. Balers. Zie: Munt. Dalmaticae, 200, 201, 202, 328. Dam , Ja. v., 239. — ten „ 234.
— mr. Jan v., barb., 230.
Damast, Nic. Cornelisz. v., beelt- of antyksnvder, 290, 293, 296,
299, 301, 309, 311, 312, 314. 318 — Jo. v., beeltsnyder, 322,323.
pamhouder, Joost , 241. Dammanus, Seb., pred., 278. Damnatio ad rotam , 113. Panckaerts de Ry, Corn., architect van Amsterdam, 307, 310.
Daniel, can. b. Mar. Traj., 333. Danzick, 233, 277, 391. Durcth, Joost, 281, 284. — Agnietje, 301.
David, episc, Traj., 36—ISO passim.
Decama, Petr., 239. Decani, 17 sqq. Dccanus Amslerl., 23, 27. — Frisiae, 23, 24.
— Kenuemariae, 22.
— Rhynlandiac , 32.
— Schielaudiae, 36.
— Voorn., 30.
— Walachriae, 28.
— Westfrisiae , 17 sqq.
Decimac, 337 sqq., passim. Dedel, can. b. Mar. Traj., 364. Dcdicationes, 239 sqq., passim. Dcekcn, Sr., 73. Dckers , F., 48.
Delavalle, Ante, 239.
Delft, 8,8,17,327,328.
Dclicta, 21 sqq.
Dellif, 377.
Dematius, Cam., prof., 290,292,308.
Denarii tritici ct cerevisiae, 339. —
Viuales , 346. — Convivales, 331.
Denemarken, 73, 74, 209, 213, 217, 374 sqq. passim.
Deusing, Herm., pred., 303. Deuticom, 377, 378. — Anto. v., 157.
— Will, v., 237.
Deuverden, Corn, v., 301. Deventer, 1, 253, 256, 237, 265, 286, 330, 332.
Deylius, Petr., pred., 284. Diamanten, 200. Dibbetius, Jo., pred., 274. Diet, Jo., beyermr., 314, 316, 317. |
|||||||||
409
|
|||||||||
Essenius, Andr., 307 sqq., passim.
Essesteyu, St. v., 229.
Evangelia in Pergam., quae com.
Theod. Egmundac donav., 32S.
Everardus nuncius, 186. Everdingen, Jo. v., drucker, 267. Evereskestorpe, 92, 106, 117. Everhaert's Mart., kronyk , 271. Evertz., Adr., busc. mr., 229 sqq. — Ev., raetsm. v. Zwolle, 331.
Everwinus, can. b. Mar. Traj., 351. Exactiones, 14 sqq. Excommnnicatio, 20 sqq. Excquiae, 27. Exbumatio corporum, 26.
Extinctio candelarum ante Ven. Sacr.,
23.
Extractio delinqq., 16 sqq., passim. Eyck, Aert v., 255, 258, 262. — Jor. Jac. v., beyermeester, 168,
169, 170, 279, 280, 283, 297, 313,
314.
Eyckcl, Jan Jansz,, 281. F.
Fabrica eccless. Vide nomina eccless.
Faille, Bern., pred., 278.
Farmar, Rich., 264.
Fecht. Zie: Vecht.
Feriae, 20 sqq.
Fermour, G., 264.
Fernake, kerk te-, 92. Zie: Frona-
ker.
Fernambuco verov., 281. Ferrera, Petr., audit, vd. Paus, 97,98, 118—120.
Festa, 23 sqq. Feudorum liber S. Jo. Traj., 194.
Ficques, le Sr. de , 272. Figura columbae, 179. Figuren, geometr.-, 294. — Zie: Caerte.
Fiscalis, 23 sqq. Fistulator, 181. Flamman, Jo., pred., 296 — 312, passim.
Florentius, Gerl., 368. — can.b.Mar.Traj., 352,353.
Floris, bissch. v. Utr., 62,94,96,111, 144, 195.
Florisz.,Claes,lantmr.,258,260,261. — Aryaen, Zie: Adriaen.
— Willem, schilder, 203.
Floyon, Hr. v., 246. Flud, Joris, 314.
Flumina. Vide eorum nomina.
Foeck, Alb., raet v. state, 272.
— Bruno, 129.
— Ev., can. S. Jo. Traj., 111.
— Ja., essayeur, 258, 263.
53
|
|||||||||
Eki, 105, 106.
Elconius, Ilerm., pred., 237 sqq.,
passim.
Elderen, mynh. v., 232. Eleemosynae, 24 sqq., 157. Eliot, Fra., silversm., 285,288. — Fri., silversm., 316.
Elisabethnacht, St., 1. Ellertsz., Corn., goutsm., 254. Elmo, Gu., 232. Elst, eccl. in-, 156.
Elten, abbatina in-, 31.
Elzevier, Joost, boecverc, 274, 275.
Emancipatio scholl., 355 sqq.
Embrica, 117, 186. Zie: Emmerich.
Emden, 377 sqq.
Emiclaer, 67.
Emmenes, preceptor t'Utr., 316.
Emmerich , 375. Zie: Embrica.
— Henr. v., silversm., 285.
Empereur , prof. L', 307. Emunitas cedes., 25 sqq., 337 sqq. Enchuysen, 23, 33, 36. Engelant, 1, 73, 261, 295. Zic: Am- bassadeur.
Engelbert, praep., 106. Engelbertus, dec. b. Mar.Traj., 353, 354.
Engelsche kcrke te Utr., 286,298,313. — tapyt, 326.
— tin servies, 326.
— tolk, 264, 266.
~ sweet, 7. — comedianten, 271.
Enghc, Gilis opten, 6. Enghelenborch, 6. — 176,181,274,313.
Enno, gr., v. Oostvriesl., 276.
Enschede verov., 270. — Huyg v., 247.
Ensse, Ev. van, 331. Entes, Bart., 250. Entzo, can. b. Mar. Traj., 351. Episcopalcs casus, 22. Episcopatum celebrare, 358. Episcopatuum novorum erectio, 43 sqq.
Episcopi. Vide eorum nomina. Episcopus choralium. 177, 184. Erasmius, Jo., 281. Erectio nov. episcopatt., 43 sqq. Erkenrade , Walt., 114. Ernestus, dec. b. Mar. Traj., 358. Ernst v. Brandenburch, 274. Ernst. Zie: Nassau. Erp, J., 285. Erpesfoort, 104, 105. Esch, geslacht v. die v., 198 sqq. — Arnold v., 159—194 passim.
Essayeur, 258. Essen, Hr. v., 376 sq.
|
|||||||||
Dunganus, Jo., 287.
Dureu, 11, 380. Duren tyd, 13. Dusart, Tho., stads-musieien, 280,
305. — Fra., 288.
Dusterlo , Pet., 314. Duve, die, huis t'Utr., 175. Duvenvoerde , Jor. Ja. v., adm., 277. Duyck, 248. — raetspcns., 372, 376.
Duyckenburch , burgermr., 282. Duyfhuis, Hub., 249, 252, 255, 257. Duynen, Corn., 187. Duynkerken , Will, v., organist S. Jo. Traj., (1522) 166 sq.
Duynkerkers, 384 sqq. Duyst, 67. Dyck, P. v., 272. Dyckenburch, Blasius v., 278. Dykcn, 6 sqq. — Dief-, 2, 11, 12.
— Dalem-, 11.
— Ouden-, 4.
— Zuwen-, 2.
E.
Ebdomadarii, 327 sqq.
Ebronensis episc, 177,181,183. Zic:
Oprode, Ridder.
Ecclcsiae. Zie dc plaatselijke Bena- mingen.
Ecclcsiarum consecratio, 23 sqq. Ecclesiastica oflicia, 17 sqq., 337sqq. — jurisd., 17 sqq.
Ecgebert, decan. S. Jo. Traj., 106. Echt, Rog. de, can. b. Mar.Traj., 357. Eck 155. Edler, Herm., 260, 265.
Edmond, eng. collonel, 165. Eechde, ysere-, 226, Eeck , mynh. v., 240. Eera , huis tcr, 330. Eembrugge, 67. Eemenesse, 67. Eemlant, marsch. v., 68. Eemse, 371. Eerste steen. Zic: Stcen.
Effusio sanguinis, 16. Egberti, Egb., 114. — Gcr., 114.
— Mein., 115.
— Nic, 114, 176, 182.
— Will., 114.
Egmont, 252, 269. — Flor.v., 57,334. Zie: Buercn.
— Georg. ab, episc.Traj.. 49.
— Jan v., 2, 3.
— kyndercn v., 256.
Eisiuga, Jul. v., raet v. state, 274. III.
|
|||||||||
•410
|
|||||||||
Gcstoelte inden Dom, 271, 281.
— voor de Professoren aldaar,
322. — in dc Clacskerk, 314.
— voor de Schout, enz., 270.
Gevangenissen, capittels-, 159. Gcwynt mede te pmigen, 226. Geyen, Thcod., 187. Gheer, Adr. dc, 180.
Ghelincx, Petr., 116. Ghelkenesse, 6. Ghcrardi, Theobald, 22. — Jo., 370.
Gheselcn, 212 sqq. Gheyliuc, Nic., 116. Gheyn, Ja. de, plaatsnyder, 268.
Ghisclbertus, can, b. Mar. Traj., 353 sqq.
Ghiselbrecht, Domproost, 53. Ghoey, H. Acrynsz. vd., 239. Ghybelant, 3, 4. Ghysberti, Will., 136,142. — Jo., succentor, 177.
— — 140.
Ghysen, leech-, 4, 5. Ghysendam, 4. Ghystclc, Hr. v., 239. Gielis opten Enge , 6. Gieter, mr.-, 221 sqq. Zic: Busgic-
ter, Clockgieter. Gicters, 277.
Gildcn haccken , 242.
Gilhuis in't Benthemschc, 378.
Gillcnbrugh, 176.
Ginkcl, 67.
Gions, Dan., schoolmr., 283.
Gisberti, 186. Zie: Ghysberti.
Glascn, vereerde-, 167, 168, 170,
204, 206, 208, 209, 211, 233, 258, 267, 271, 273, 280, 283, 283, 287, 292, 296, 299, 302, 306, 308, 312, 314, 322. Glasen in den Haagh, 204.
— diamanten, 200.
Glasscliryver, glasschilder, Jan Wey- man, (1507) 304.
-------Claes Weyman, (1308) 304. (1520) 207. (1526) 211.
-------Pet. wtcnWeert, (1542)223.
-------Ante. Jansz., (1562) 233.
— — Claes Pietersz,, Claes Flo-
risz., Dire van Malhorch,
(1582) 238. -------Melch.Weyman, (1390) 267
sq.
— — Reyer v. Syll, Ger, v. Die-
merbroec, (1591 sq.) 271.—■
R. v. S., (1601) 273. — — Jan van Bronchorst, (1627)
280, 292, 296.
-------Willem, (1631) 167. |
|||||||||
Gasthuizen. Zie derz. Benamingcn.
Gavre, Prins v., 269. Gebakken glazen, 204. Zic: Glazcn. Gebedt't, in de raetscamer, 283. Gedicht, 204, 294. Zie: Carmina. Gcelgieter, 177. Geertrudcnbcrch vcrov., 26S. Gcertruyd, S., t'Utr., 205, 309, 310. Gek, stads-, 209, 210,211. — vd. Prins v. Oranje, 222.
Gelder, J. v.. 202. — Wouter v., organist S. Jan
t'Utr., 166, 167. Gcldolph, can. b. Mar. Traj., 331. Geldorp, doct., 259. — N., 327.
Gclliers, Car., schoolmr., 283.
Gelre, 221. — Hert. v., 1, 9, 57,60sqq., 178,
181, 203. Gelrescheu , 1 sqq., 329 sqq.
— tractaet, 35.
Gcndt, Fre. v., 40.
Genealogie v. Nassau , 272. Generael pardon, 246. Generale studium, 363. Geneve, 255, 261. Gencville, Prins v., 276. Geniets, 248. Gcnnip, 305. Gent, Hr. v., 263. — Oversteyn-, 378 sqq.
— Juffr. v., 265.
Gcntman, Corn., prcd., 312, 313. Geometer , 248. Gcometrische figuren , 294. Gerardi, Henr., 140. — Will., 140.
Gerardsz., Bein., 31. Gerardus, can. b. Mar. Traj., 333.
Gerbrantsz, H., boecverc, 276, Geritsz., Ger., silversm., 269. — Gov., steenh., 271.
— Jan., steenh., 294.
— — 53. 99.
— — 13.
— Jan, glasschryv., 287.
— — steenh., 167, 168,169,
309. — Joost, 63,
— Nic , copist, 239.
— Ysbra., 136.
Gerlacus , can. S. Jo. Traj., 177. Germaniae concordata. Zic: Coucor- data.
Gero, archiep., 104. Gcrobulus, Jo., muntmr., 308. Geroentz, 68. Gersiere, Fred., sayetw., 273.
Gescbenck, 204 sqq. passim. I Geschut, 221 sqq. passim. |
|||||||||
Foeck, Corn., 54.
Foeriers, 239. Foeyt, Aert, 1(58, 28(5, 287.
Folcraarus, cancell., 104, 103. Folger, L., 268. Fora , 17 sqq. Force, Marq. do la, 397 sq.
Forest, 106. Zic: Fuers. Fortificatio , 23,193, 224 sqq. passim. Fossatum novum Traj., 175. Franciscani Ultraj., 328. Francisci, Rud., 283. Franciscus , ord. praed., 179. Francot, Const., 310. Franekcr, 287, 312, 37S. Frankryk. Zie: Vrankryk. Frans, Jo'., 2. Franschc kerk, 316. Frautz., Claesz., hurgcrmr. v, Schoon- hovcn, 243. — Ger., 263.
— Ja., 26S.
Fraterculi S. Wilcbr., 173. Fraterhuis in de grocnc wech , 300. Frederick Henr. Zic: Nassau. Fredericksz. vd. Goude, Corn., 12. Frederici, Marg., ISO. — Ghisb., 140.
Fredericus II., 61. — I., Imp., 93, 107, 119.
— dc Blankcnhcim, episc.
Traj., 93, 108. — de Baden, cpisc. Traj.,
28, 53, 110. — a Toutenb., archicp.Traj.
43, 144, 166. Frenck , Coll., 377.
Frentz, Marsch., 270.
Friedland, Hert. v., 374.
FrischccT moleu , 325.
Frisia, 34, 193.
Fronakre, eccl. dc, 106, 117. Zie-.
Fcrnake.
Fronsberch, Hr. v., 243. Frymersheyn, Dire v., 296. Fuers , 153. Zic: Forest. Funcralia, 17 sqq. Furca (Suspensio in-), 26. FHrmerius, Bern., 277. Furtum , 116. Tusy, Ja., picqueur, 327. «.
Gabor, 390.
Gaerdcn, versoeken met- , 210,
Gaesbeec, Ja. v., 62.
Gall, doctor, 167.
Gallus, Jo., 181.
Gansmerct, gang acn de-, 256.
Gardanoir, Nic, 2C0.
|
|||||||||
ill
|
|||||||||||
Goutsmit: Henr. v. Ravesway, (1513)
203. — Abell, (1822) 174.
— Tym.Goesensz. (1325) 211.
— G. Hubertz. (1526) 211.
— Berol.v.Wecde, (1342) 222.
— Paul. Adriaensz. (1548)226.
— Christo.v.Langerac,(1556)
230. — Ot Sem, (1561 sqq.) 233, I
234, 242. — Corn. Ellertsz. (1580) 234.
— Claesz. Pietersz. vd. Voge-
lacr, (1581) 256sqq. — Ger. Henriksz. v. Dompse-
lacr, (1389) 267. — EllertCornelisz. (1594) 267.
— Ger. Geritsz., (1597) 269.
— Corn. Quint, (1602) 273.
— Jan Bogaert, (1604) 274.
— Lodewyc Vuysting, (1608)
276, 278. — Jan Hubertsz., (1629)213.
— Henr. v. Emmerick, (1633)
385. — Willem Yersteech, (1634)
287 sqq. — Fra. Elliot, (1636) 288.
— Ja. Jacobsz. v. Dort, (1638j
291 sqq. — Jan v. Brevclt, (1644) 297.
— Vred. Vloock, (1644) 297.
— R. v. Culenborch, (1644)
279 sqq. — Bruiu Claesz. v. W-erkho-
ven, Jac. v. Rynevelt, Luc. v. Voorst, (1647) 303. — Henr. Vloock, (1632) 311.
— Fri. Elliot, (1663j 316.
— P. v. Cuyleuborch , (1689)
326. Zie ook : Aurifaber, Silversmit.
Goy.'t, 241. — Gisbr., hr. v., ©4, 111.
— Wenmar ten, 111.
Goyer, 167. — Anto.-de,burgermr.,29a, 302.
— Abra. de, can., 307.
Goylant, 26, 31, 199. Goudriacu , 1 sqq. Govcrt, die schilder, 21L Grabau gesubsid., 278. Graeff, cau. S. Jo., 177. Graeflaiut, Aminers-, 5. Graevius, prof., 321. Graft, Henr., 156. Gramaye, The, 239, 2*3. Grammatica, 255, 238. Grand prior, 240. Gratuiteit, 224 sqq., passim. Gravamina, 22 sqq. |
Grave , stad, verov., 273.
— heilige-, 225.
Gravenweert, 's, 284, 287, 291, 293. Gravesande, 33, 54, 376. — Nic. 's, 308.
Grehber, pred., 315.
Greefmeestcr, 204, 211, 215, 219. Greve, can. S. Jo. 160, 161. Greya getouweu, 319. Grift v. Brussel, 233. Grobbc, Jo., 368. Grobbendonck, mynh.v.,(Schets), 240.
Greene earner, 318. — was, 144.
Groenen, Henr. den, 114. Groeningen, 61, 286. Groenouwen, Dire, lantmr., 311,319, 320.
Groesbeeck, Hr. v., 244, 243- Groesman, Fra., 278. Groll, 270, 376. — Henr. v., 253.
Groote vergadering, 311. Grove geschotte, 331. Gruite, 62. Grundick, Mart., can.4). Mar. Traj.,
364 sq.
Gruyter, N. de , 272. — Jo., vie. eccl. maj.Traj.,175.
— Rud, de , 175.
Gruyters, Agn., 265. Gryspere, Anto. v., 244, 245. Guarde, Jo., 223. Gudulae, S., Brui., 184. Guesen, 159, 237, 242. G.uichiardini, 256. Guido, cpisc.Traj.,92sqq. pass.,345
Guigelaer, 203.
Guise, hert. v., 385 sqq.
Guide hardebol, huis t'Utr., 265.
— Poort t'Utr., 220, 260.
Gulden. Zie: Munt. Gulich, Iant v., 11, 371 sqq. — Michel, 297.
Gysbcrti, Wouter, 156. Zie: Ghysh.
Gysbertsz., Gysb., beeltsu., 261. Gyskens, Leo, 68. Gysz., Jac., 157. |
||||||||||
Glasschryvcr, glasschilder, Jo. Aertz.,
Jo. Calff, Ja. Gcritsz. v. Bronchorst, Jo.v.SyU,(1631) 283, (1638j 291. -------Jan Geritz., (1035) 169,287.
Cornells Henriksz. Booth,
(1635) 169, 287.
-------Adr.Jansz.v.Schayc,(1636)
289.- Dirck Both, (1636)
289.- Jan Jansz. v.Bscra, (1636) 289, 382.
-------Henr. v. Malborch, (1639)
292. - Dire Booth, (1639)
292, 296. - Corn. v. Mal- borch, (1639) 292. - Herm. Booth, (1639) 292.- Will, vd. Stoop, (1639) 292, 299. -------Ewert Born, (1644) 299.
-------Herm. v.Ewyck, (1645)301.
-------Phil. v. Swinderen, (1646)
302.
-------Tho.LamhcrU., (1649)308.
Jan Woutersz., (1649) 308.
-------Gillis v. Marienhoff, (1638)
314.
— — Abra. v. Marienhoff, (1678)
322. Glasslyper, 295.
Glimmers, Ariacn, -4. Globen, 276, 288, 289. Gluckstadt, -377 sqq. Goch, 34. — Hr. v., 380 sqq.
— Jo. v., 174,229,
—-------raet, 277. Godcfridus, prosul, 107.
— -can.b. Mar.Traj.,353sq.
Godscamercn, 297, 300,301, 302. Godrn, domheer, 170. — Ja., 244.
— Jot. FiL, 166.
— — Dav., 383.
<ioedsgen , (wapen) 138. -Goerecscbe gat, 't-, 376, 378. '(iocs , 17. Goesensz., mr. Tym., 211.
Goethals, D., pred., 298. Golsteyn , J. van, reenter 4'Arnhcm , 277. — Rein, v., 292. Gonzalez de Cordo-va, 388. Gorcum, 1 sqq. passim, 230. Gordels, 199. Gordyncn, 201. Gortsteech t'Utr., 294. Gosuinus , mgr., presti., 136. Gothefridi, Phil., 176, 181. Gouda, 5,12, 26,100, 234. — Tho. dc , 158.
Goudlccr, 170, 326. Goutsmit: Dire Scaey, (1507) 204. |
|||||||||||
Hacfort, Mecht. v., 201.
Haeckeu, Haecbussen , 213 sqq. pass.
Haeftcn, Anto. v., 201.
— Claes v., dross, v. Leer-
dam, 1. — Jan v., 236.
— — , priester, 209.
— Lodew. v., boecdr. tcLeyd.,
271. — v., can. b. Mar. Traj., 364.
|
|||||||||||
412
|
|||||||||
Heereutals, Jo., 233.
Heelsum , beekc tot- , 299.
Heemraden, 182, 192.
Hcerstraten, 100.
Hees, Myuh. v., 243.
Heestcr, Nic., 134, 136.
Heidenen, 218.
Heilighe Geest in de Buerkerc, 246.
— — de, herb. t'Utr., 233.
Hell, C. ter, 270. Hellebaerden, 267. Hellcwaerdiers , 47. Hellinc, Fctr. de, can. S. Jo., 177.
Helmichius, W., pred., 232 sqq., pass. — G., pred., 283,
Helmont, Corn, v., 248. — can. b. Mar. Traj., 370.
Helsdingen, raetshr., 283. — H. ct A. v., 273.
Hengcl, D. v., pred., 306, 308. Henrici, Rot., 113. — Corn., 31.
Hcnrick, mr., clockgietcr, (1521) 208.
— — organistteS. Mar., 268.
— scherpregter, 212, 214. — Fred. Zie: Nassau.
Ilcnricksz., A. 228. — Corn., boecdr., 285, 287.
— Hel., cost. S. Jan en cust.
dcr bibl., 272. — Henr.,beeltsnyder, (1313)
206. — Jan , lantmr., 296.
— Rul.,schildcr, (1524)210.
— Claes, cost. S. Jan, (1586)
263. — Ja., 289.
Heuricus II. Imp., 92. — Rex, 103, 105, 106.
— episc. Traj., 345.
— v. Bcyeren, episc. Traj., 14.
— cancell., 107.
— can. b. Mar. Traj., 351 sqq.
passim. — Praeposit. Xanth., 357.
Hcnpo, Gunp., 111. Hensbcrgh, M. v., 248. Henxt, 266. Zic: Paerden. Herbarium, 272. Herbergen. Zie de Bcuamingen. Hercking , Folk., 328. Herdcbol, Hugo , 357. Herdech, gr. v., 231. Herdinck, Leon, 48, 186, 211. Hercgraeff, Jor., 283. Herenberch, 's, 372. Heresie, 29 sqq., passim. Heringhen, de 3-, herberg, 241. Herman, busgicter, (1517j 206. Uermanni, Ja.,schol. rat. S.Jo.Traj., 185.
|
Hcrmansz., Henr., 310.
— Hub. Jan, 9.
Hermes, Dr., seer. 'sCo., 240. Herscamp, secret., 323. Herleveldt, G. v., 374 sqq. Herwyck, Abra. v., 285. Hesselius, Ja., 296. Hessels, dek. S. Jo., 166, 167. Hessensche kerken gesubsid., 293. Heuckelom, Domicella de, 180. Heurnius, Jo., 167, 290, 299. — Tho., 168, 170.
Heusden, Corn. Cornelisz. v., 266. — Herm. v., 236.
Heuvelmans, 251. Heycop, can. S. Jo. Traj., 177.
Heycopius, pred., 293, 306. Heyde , Dan. vd., stempclt munt, 205. — Christina vd., 175.
Hcyden, Jo. vd., 325 sqq. — Chr. vd., 318.
— D. vd., 318.
Heymannus, 37. Heymenberch, Jo., 313. Heyn, Piet, (1629) 381. Heyudersteyn, Claes v., 212. Hcyne , Ja. Magher, 115. Heynsbcrgen, Tho. v., 37. Hierges, 246, 249. Hieronymus, S., conv. et schol.Traj., 206, 207, 210, 212, 215, 217, 218,
226, 233, 237, 247, 250, 253, 263, 271, 273, 284, 299, 301, 384. Hierotheus archimaudrita Ccphal. 305.
Hildebrantsz, Dan., steenh., 301.
Hildershum, Arth., 314.
Hillcnsz., Math., 114.
Hinderdam, 183.
Hindersteyn, Will., 219.
Hoboken, A. v., 219 sqq.
— Gill, v., 256.
— Nic. v., 313.
Hochepicd , Abr., 319. Hoeckelum , 3, 11. Hoeckcrs, 382 sqq. Hocn jaer, 't, 21. Uoep, een, 155. Uoern, opid., 15. — Melchised. v., scbilder, 239,
241, 257. Hoevclaken, 67.
Hoevelick, Jor. v., 57. Hocven, de xl- , 92. Hoeyer, Gisb., 111. Hof, 't, v. Gochgcn-, 236. — — derliefden(stukgieters),233
Hohenloc, 267, 272. Hoirncs, W. A. de, 275. Uollaut, 11 sqq., 31, 39,267. — Aclbr. v., busg., 261.
|
||||||||
Haer, 67.
— Jan vd., 220.
— B. vd., 133, 136,140, 143.
— Gisb. v., 173.
— afscheren alvorens tc pinigcn,
212. Ilaerlem, 22 sqq., 177.
— victorie v., 244, 246.
— Picter v., cantor, 183.
Haerloff, Henr., 319. Haesgen , 't, buurt t'Utr., 260. Haestrccht, 140. Haga, Corn., agent te Const., 377 sqq.
Hagelschot, 206. Hagcsteyn, 2. Jlaghe, 'sG., 6 sqq. passim, 23 sqq.
Haghen, Anto. vd., pred., 283, 283. Halem, v., prcd.. 316. Halfslanghen. Zic: Geschut. Halma, Rein., prcd., 292. Halve macn, herb. t'Utr., 243. Ham, Meyn. vd., 222. Hamborch, 209, 393. Hamersfelt, 67. Hamilton, Archib., 300. Hamstede, can. S. Jo. Traj., 160 sqq. Hanau gesubsidieerd, 293. Handpypen, 230. Hanendyk, 223. Hanghen, (straf) , 212. Hans. Zie: Nassau. — mr., buscut, 207 sqq. passim.
Hansestcden, 377 sqq. Hantroers. Zie: Geschut. Hantsia, Co. in de Molucq., 400. Hardenus, vicecureit. inMydrecht,186. Harderwyck, 7, 286. Hardichvelt, 3, 333. Haringsteelt, 68. Harmelen, die v., 169.
Hamas , scheutvry, 263. Hamasslagher, 247. Harst, Jo. v., 313. Hart, Henr. ter, 287. Hartman, Anto., picqueur, 306. Hartoch, Abra., pred., 284. Hartshoorn, 't, huis t'Utr., 294. Hasenberch , 216, 224,233, 320,370. Haspels, 260, 319. Hasselt, 291, 330 sqq. Hattem , 7. Hatto. Zie: Otto. Havelmans, Jan, raetv.Brab., 243.
Havcrstadt, scerpr., 297. Haverstraet t'Utr., 297. Havrcz , Marq. v., 234. Haze, Melch. de, carilloen mak6r, 326. Hazen, Henr., 114. Hebelinius, Sim., pred., 239 sqq. Heda, Will., 142,143,174, 267. Zie ook: Beca. |
|||||||||
413
|
|||||||||
— 't Hartshoorn, (1642)294.
— den Uyl, (1647) 304.
— 'tVcrdoolde Schaep, (1647) 305.
— de Toelast, (1663) 315.
— Place Royale, (1663) 315.
Huisstotinghe, 130 sq. Hulck, de, herb. t'Utr., (1520) 207,
210,216, 217, 243, 250, 255, 270. Hulckesteyn, 330.
Huis , Jo. v., pater S. Hieron. t'Utr.,
233. Huslata, 104.
Huygens, 166.
Huysiers v. Alva, 239.
I.
Jacob, succentor S.Jo., (1522) 160.
— mr., architect, 235.
— St., 209, 213, 215, 273.
— St., binn. Loven, 29, 332.
Jacobi, S., Imago, 327. — , Coman , 113.
Jacobsz., Will., 136.
— Henr., 99, 136, 176.
— Boud., raet 's Co., 241.
— A. G., 9.
— W., 286, 290.
— Ja., Zie: v. Dort.
Jacopine straet t'Utr., 175. Jagdpad naar Leyden, 315. Jan, in de kerk v. S., gepred., 263.
— de schermmr., 260.
— v. Arkel, bissch. v. Utr., 61.
— episc. Nucerin., 98,119,122.
Jansdach, 132. Janskerchof t'Utr., 102,161,180,294.
Zie: Cimeterium S. Jo.
Jansz., Anto., glasschr., (1562) 233. — Aug., 274.
— Claesz., 136.
— Dire, 270.
— Egb., horologiemr., 312.
— Fra., beeltsn., (1839) 219.
— Ger., boecverc, 275.
— Ger., schild., (1538) 218.
— Goes., schild., 226, 229.
— Henr., Zie: Verstraten,
— Herm., v. Limburch, 289.
— Ja., 13.
— Ja., chirurg., 264.
— Jan, lantmr., (1388) 266.
— Jan, horolog. mr., 275.
— Meert., 224.
— 01., koster op S. Meert. toorn,
204. — Pet 136
— Pet.[ pred- le Delft, 261.
— Phil., van Oey, stempelsu.,
(1548) 226. 54
|
|||||||||
Horst, Jan vd., burgmr. teZwolI, 244.
— E. H., 257.
Hortus , 294 sqq. passim. Hospitael, Spaensch, 243,244, 246 sq. Hospitia. Zie de Namcn. Houtplacts, de eerste- , 294. Houve, Vine, vd., 68. Hoven, de xl- , 106,118,117.
Hoy, juffr. v., 265.
Huberts/., G., goutsm., 211, 214.
— Jan, goutsm., 213.
— A., v. Bloclandt, 5.
Huchtenbroeck , Jor. Jan v., 271. Huesden, Herm. v., 206. Hughe, Card., 93. Hugo , S. Seb. presb., 189.
— can. b. Mar. Traj., 351 sqq.
— dec.b. Mar. Traj., 365.
Huizen en Herbergen t'Utrecht: — den Ancker, (1522) 182.
— 't Kyndeken, (1522) 175.
— Mutzenborch, (1522) 175.
— Eughelenborch, (1522) 176, 181.
— 't Huis op de Cacts, (1522) 163,
175,181. — die Trouwe, (1522) 175.
— die Duve, (1322) 175.
— die Aep, (1522) 176.
— 't Clockenhuis, (1522) 176.
— de Hulck, (1320) 207 sqq.
— Hasenberch, (1524) 210 sqq.
— de Sleutel, 212, (1527) 245.
— de Hollandsche Tuin, (1539) 219.
— Abrahams Schoot, (1560) 232.
— Lichtenberch, (1562) 234 sqq.
— «e Heil. Gheest, (1863) 235.
— de Wildeman, (1567) 239.
— de 3 Croonen, (1567) 239.
— de 3 Haringen, (1569) 241.
— Montfoort, 243, (1573) 288.
— de Keysercroon, 243, (1571) 270.
— de Zwaen, (1571) 243.
— de Veltcater, (1571) 243.
— de Struis, (1571) 243.
— de Coelschen Dom, (1571) 243.
— de Halve Maen, (1571) 243.
— de Witte Wynthont, (1571) 243.
— het Verguldc Verken, (1571) 243.
— de Zwarte Ruyter, (1571) 243.
— het Doornboompje, (1571) 243.
— de Ram, (1571) 243.
— Rutenborch, (1572) 244 sq.
— 'tMolenhuis, (1582) 259.
— 'tHaesgen, (1583) 260.
— de Guide Poort, (1839) 220, 260.
— 'tBonte Peert, (1886) 262.
— die Gulden Hardebol, (1882) 263.
— de Zwarte Ram, (1398) 270.
— 't Poortgen, (1398) 271 sqq.
— 'tClaverbladt, (1634) 283.
— 'tCasteel v.Antwerp.,(1635)287sqq.
|
|||||||||
Hollantsehe Rhyn, 322,
— tuyn, herb., 219.
Holman, Wilh., instrumentmr., 322, 326.
Holt, Andr. de, cleric, 157. Hompe, Gilis, tromper, 234. Hongersnood, 7. Honingh , Huyb., 314. Honraet, R. v., ract, 278. Hcmt, den roden-, (stuk geschut) , (1385) 200.
Honthorst, Anto. v., 240. — Dom. Aertv., 227.
— Ja. Jacobsz., schild., 247.
— Herra. v., 280.
Hooehlant, 67. Hoochraven. Zie: Raven. Hoochstratcn, mynh.v., 35,60,61,62, 157,175,187,213,214,
217,221,336. — Ja. de , 30.
— Fra. de, 23.
Hoochvelt, Henr. v., fabrycq, 315,316. Hoogen oort, 300. Hooghe jurisdictie. Zie: Jurisdictie.
Hoogheden, gen. Placita, 97. Hooghen kerspel, 25. Hooghen huvscn, Dav. v., 300. — 't,2.
Hooghenhock, commiss., 393. Hooi, 7 sq. Hoolck, Gysb. vd., 169,286,293,304,
310.
Hoorn, mctalen-, 208. — Aernt v., bissch. v. Utr., 62.
Hoornbeeck, Jo., 298,299,302,312. Hoornblaser, 215. Hoomsgulden, 203, 205. Hoppe, Ja. Claesz. v., 239. Horick , Aernt v., 296. Hornaer, 2 sqq. Hornse, can. b. Mar., 370. Horologie op't stadhuis, 257,275,281, 284, 290, 312. — vd. Dom, 270, 275,281,321,
322 326 — te Buerke'rc, 203, (1505) 204.
Horologie mr., Jan Dirksz., (1882) 258. — Jor. Lievensz., (1597)
270. — Lamb. Laurensz. (1606)
225 — Nic' Bar, (1627) 280.
— Hans vd. Bosch, (1630)
281. — Jor. vd. Bosch, (1655)
312 — Paul. Mobach, (1655)
312 — W.Sprakcl, (1677) 322.
Horst, college op ter, 61. III.
|
|||||||||
414
|
|||||||||||
Jansz., Piet.,orgelmr., (1580) 254,257.
— \V., trompcr, 275.
— Will, 142.
Zie ook Joannis. Jardin, G. du, 256.
Jason, can. S. Jo., 111.
Jaspar, can., 34, 38.
Java, 400.
Icuncula b. Mar. ex ligno collis acuti,
328.
Jcntsma, 392. Jerusalem , patriarch v., 275. — 'tconv. v., 40, 265.
Jerusalemschc reysigers in de groene earner, 318.
Jesuiten, 397. Jesus school t'Utr., 238, 240,246.
Illcgitimi, 28. Illustre school t'Utr., 285 sqq.
Imago S. Jacobi, 327. — S. Michaelis, 328.
Inbreuken der dykeu, 2 sqqJ Incarceratio, 19. Incestus, 27. Incompste vd. regentesse, 220.
— v. bissch. G. Y.Egmont,217.
Indianus monachus, 182. Indulgentiae, 182. Zie: Aflaet. Ingeu, Petr. v., schilder, (1529) 213, 215.
Ingenieurs, (1583J 266. — Adr. Autonisz., (1378) 249.
— Jo. Barck, (1585) 261.
— Anto. de Roy, (1597) 270.
— Nic. Kemp , (1598) 271.
— Anto. Metius, (1629) 281.
— Quir.Lobbrechts, (1631) 283.
— Jan Dow, (1675)321.
— Roy, Bern, de, (1676) 321.
Ingcnwinkcl, praep. S. Jo.Traj., 101, 136, 142, 143, 157, 171, 174, 178,
179,181,185,195,305. Ingersmitten, Henr., 139. Inquisitio de salute anirnarum, 22. Institutio offic, 24 sqq. Iustrumenta musiea, 204, 208, 216, 225,230,232—234,258, 322. Zie de namen der Instrumenten. — anatomica, 322, 326.
— chemica, 326.
— om te diepen, 217.
— v.Will. v. Naerssen , 266.
— math, et astro. 307, 311,
312. Iosulis, Jo. de, can. S.Jo., 177,187.
Interdicta eccl., 17. Intrare religionem , 349 sqq. Joachimi, ambass., 372 sqq. Joannes P. P. xxii , 184. — de Strigouio, praep., 109.
|
|||||||||||
Kerkje vd. Duitschenhuise t'Utr., 316.
Kerksakjes, 301, 302. Kerkzaken, 274 sqq., passim. Kermis, 168, 228. Kerstensz., Ja., beeltsnyder, 301. Kessel, Corn, v., 248. — Will, de, 140,178, 179,181,
186,187. Ketelaer, Nic, 175.
Ketclmocder, 180. Kettens, om de strat. te sluiten , 260, Kcttenspinucn, 319. Kettermeester, 205, 211. Ketterye, 4,10,159,198,205,211,214. Kcyserl. wapeu. Zie: Wapen. Keyser, Corn., 305. Killesteyn, Ger. de, 54, 174. Kindereoper, 209. Kiselbertus, dux Lothar., 103. Kist, Egb., beycrmr., 316. Kisten v. schrifturen, 234. Klock. Zie: Clock. Knapkoeken, (munt) 205. Knighthy, Fred., 310. Kuoop, Am., dec. S. Jo., 161, 17*, 177, 187. — Ger., can. S.Jo., 191
— Ger., can. S. Jo., 246.
Knyff, can. S. Jo., 174,177. — Barth., can. S. Jo., 143, 187,
— 190.
— Ger., 63.
— Gisb., messesteeker, 228.
Koos, Ja. Jansz., passemeutw., 276. Krachten, 95. Kranksinnig, 206,208, 214, 270. Zie
ook Doll.
Kroll, can. b. Mar., 364. Kruse, Ja., rcntmr. v., Zall., 330. Kunera, S., 5. Kunretorff, can. S.Jo., 177,179.
Kunste van vliegen, 226. Kussens met stadwapens, 280, 282, 295, 306, 31S, 321.
Kyndekeu, 't, huis t'Utr., 175. Kyut v. Delft, (spotuaam), 209. — 'tvyi'de-, (spotuaam), 207.
— aen de buyc, (moustrum), 233.
Kyntjes haven, (buurt t'Utr.J, 250, 260, 227.
Kysspenniuc, 172. |
|||||||||||
Joannes Hierosolymit., 120,
— episc. Traj., 358, 361.
— can. b.Mar., 352 sqq.
Joannis, capella S., 175. — Ysbra., praecept., 263.
— Ja., can. b. Jo., 177.
— cap. S„ 31, 91—200.
— Corn., vie., 160.
— Jo., 140.
— Ger., 28.
— Lambert., 183,186.
— Zie: Jansz., Johannis.
Job, S., gasth. by Utr., 280. Joculator, 181. Johan. Zie: Nassau.
Johannes d'Arnhem, 113. Johannis, Will., 114. Jonas, Chr., 283. Jong, Ja. de, seer., 234. Joost, S., gasthuis t'Utr., 230. Joostensz., Dire, 99. — Will., hopm., 240.
— Dire, 136.
— Henr., muntmr., 254.
Joris, Anto., loopsmit, 319. — mr., vuerwerker, 270.
— S., cap. S. Mar. t'Utr., 40.
Isaaci, Jo., pred., 277. Isenburch, gr. v., 374. Jubile der academie, 325.
Judex, jurisd.. 17 sqq., 97 sq., 322. Julia bulla , 196. Julius P. P., 101. Junius, Fra., 269. Justitie-Sweert. Zie: Swaert. Juwelen, 160, 225. Zie voorts Y. K. Zie ook C.
Kannen (met) werpeu, 130, 131.
— silv.-, 205.
Karel, Keizer, 10, 11, 48, 138, 291.
— v. Bourgondie, 4.
Katten, Jan Woutersz,, 8. Keegel, Jor. Hiero,, 240. Kegeling, Ger., 248, 273. Keken, 5 sqq. Keizerscroon, herb. (1570) 243, 270.
Kelken, 10, 164,196, 197, 200, 201. Kelle, Barthol., gesandt. v. Schotl., 272.
Kemp , Nic. de, ingenieur, 271. — Will, vd., 266,276.
Kempen, Andr., 320.
Kempo, magr., 185.
Kennemaria, 25, 49.
Keppell, Herm. v., 56.
Kerken. Zie derzelver Namen.
Kerkhof. Zie: Cimeterium S. Joan-
nis , Janskerkhof. |
|||||||||||
Laen, Will, de, 114.
— Nic. vd., 115.
Laetgat, 242. Laghejurisd. Zie: Jurisdictie.
Lakenen,239, 287,292, 297. Zie ook; Drapperie.
|
|||||||||||
415
|
|||||||||
Liber evangeliorum. Zie: Evangelia.
— rosarum, 308.
Libertus, praepositus, 106. Libraria capit. S. Jo. Traj., 179. — — b. Mar. Traj., 370.
Lichtenberch, can. S. Jo., 174. — beelden in-, 221.
— huisinghe v., 233,234.
— clein-, 229.
— Folk, v., c.b. Mar. 368.
— Ja.v., can. S. Jo., 143,
177, 179, 180. Liedekerkeu, vr. Anna v., 277.
Lienden, Karel v., amptm., 237, 239. — Robb. v., capt., 242.
Liesvelt, Alph. de, 175. Lieven N., mr., 275. Lieventz., Jor., horol. mr., 270. Lieverjan, Theo., 143, 154, 174,177, 184, 195.
Limiten. 93, 244 sq., 322. Lindau , 394. Lindeboomen, 169. Linden, W.vd., bisc. v. Remunde, 237. — vd., prof., 307.
Linge , rivier, 2, 5. Lingen, Aert vd., 286 sqq. passim.
— Corn, vd., prcd., 308.
Linnemerct, 270. Linschoten, kerk v., 167. Lip, Sim. gr. vd., 273. Lipsius, Just., 256,267. Lisledcke, 373. Lisse, Wilh. de, 114.
Litcopium, 337 sqq. Litterac monit. ctcitat., ^8. Lobe, Balth., lantmr., 307,310. — Piet., tinnegieter, 326.
Lobede, 61. Lobbrecht, Quiryn, ingen., 296 sqq.
Lochem, 258, 378. Lochorst, Bern, de, 154. — Wilh. de, 159.
— Herm., 155.
— Hr. v., 265.
Lodesteyn, Do., 306, 311. Locf, Arn., praepos., 95,114,116.
Loeffridus calcans organa , 182,183.
Locnersloot, Hr. v., 170.
Loesen, Jo., 240.
Lomenie, 385.
Lona, comes in-, 105,107.
Loncq, D. J., 248.
Longin, Chad., 243.
Longius, Mor. 73.
Loo, Aelbr. v., 240, 243.
— Boud. v., rentmr. 'sCo., 243.
— Math, v., 270.
Loon, collonel, 164. — Anto. de, raet, 164.
Loopsmidt, 319. |
|||||||||
Lalaing, A. dc, Zie: Hoochstraten.
Lambalch , Hel., cust. vd. bibL, 274, 270.
Lambcrti, Jord., 116. Lanibertsz., Tho., glasschr., 308. — mr. Aryaen, chirurg. 213.
— mr.Will.,buscr.mr.,238.
243, 248, 235, 263, 267. — J., 209.
Lambertus , can., 106. Lampades, 182. Lampet, silv., 266. Lamswcerde, nts., 103 sqq. Lancelot, 239. Landcommandcur, 263. Lang, Ysbr., hopm., 248. Langbroeker wetering, 293. Langc roers, 232. Langenberch , Henr., 136. Langcrac , 5sq. — Hr. v., ambass., 372 sqq.
— Christo., goutsm., (1536)
230. Lanoy, Jo. v., 62.
Lanteerns, 317 sqq. Zie: Verlichting.
Lautmeter: W. Tonisz., (1545) 224. —■ Jac.Willemsz., (1569)241. — Jo. Barck, (1377) 248.
— Nic. v. Nyenrode, (1629)
28. — Henr. Jansz. Verstraten,
(1604) 274. — Jo. v. Diepenhcim, (1635)
287. — Ruys , (1637) 290.
— Balth. Florisz. v.Berken-
rode, (1638) 290. Jo. Lenting, (1642) 294.
— Rects , (1648) 322.
— Balth. Lobe, (1648)307.
— Corn. Danckerts dc Ry,
(1648) 307. Abel Wassenaer, (1650)
308. — D. v.Groenouwcn , (1652)
311 — F. v. Diepenheim, (1660)
319. — Bern, de Roy, (1672) 320.
Zie: Balthasar, Caerte, Donaet, van Noort, Schilders.
Lantrecht v. S. Jan , 129 sqq. Lantsaert, M., 300. Lantscharinghe, 136. Lantscroen, can. S.Jo., 177. Lanzo, major domus, 106. Lap v. Waveren, Gisb., 292. — Gysb., (1524) 210. Lapidea via, 176. Lara, eccl. de, 31, 38. Lastmannus, 23. |
Lata via, in Traj., 176.
Lathem, Chr. v., 197.
Lathouwer, Dire, borduer, 288,
Latomus, Paul., 180.
Latrocinium , 115.
Laxatyf, 205.
Layen van't geschut, 250.
Leek , Leckendyk, Leckerlaut, 7,62,
208, 217,225,236.
Ledenberch, G. v., 169, 199, 273. Leder, opte-, (tortuur), 210, 212. Leeck , Dire v., 372, 375, 376, 378. Leegh Raven. Zie: Raven. Leeghe Ghysen, 4. Leemput, J. v., 248, 263. Leemten, 129 sqq. Leer, goud-, 170. Leerbroec, 4 sqq. Leerdam, 1 sqq. — seer., 280.
Leeuw, Mart, de, 164. — de, pred., 298.
Leeuwen, Alb. Com. v., 312. — juffr. Adr. v., 323.
— in't wapen v. Utr., 233,
296,301,308. Leeuwcnberch , Abr. de, 181.
Leeuwenborchs gasth. t'Utr., 246. Lceirwentoorn , 216, 217. Legaet v. Rome, 206, 218. Leghe banc, 99. Lennep, Jor. W. v., 240. Lenting, Jo., Iantmr., 294. Lentulus, Ciriac, 299. Leo, P.P., 16,17,26,38,170,196. Leoninus, Elbr., 244, 248. Lepelenburch, 203, 254. Lepels, silv., 290,300,308. — voor't geschut, 252, 261.
Leprosi, 26, 27. Leria, Jo., 173.
Leser, 260.
Letteren, silv., 218, 219, 283, 290,
297, 311.
Letterstuc, 't, aen Mauenburch, 229. Leusdeu, 67. — Jo. v., 313, 314.
Leuwenberch, Petr., dec. b. Mar.Traj., 368.
Leventt, Phil., 287. Leverey vd. scerpregter, 227. Levingston, Tho., ridd., 305. Lewe, Wilh.de, 157. Lexmond, eccl. de, 31. Leycester, 262 sqq. Leyden, 30, 100,195, 215, 286, 287, 294 sqq. — A. D. v., burgermr., 249.
Leyderdorp, 178. Leydsche schuyten, 316.
Lcywis, commis, 380, |
||||||||
416
|
|||||||||
Malipoort, 316.
Malsen, Th., de, 178. Maltha , Turc voor , 237. Malvaticum vinum, 177. Malvesius, Odoard., 300,305. Mammuchet, Jo., 199. Man, Ja., hortul., 298. Manenborch, 229, 248, 298. Manipels, 200 sqq. Mansfeld, gr. v., 395. Mantua, Hert. v., 386 sqq. Marcharius, nuncius capit., 111. Mare, eccl. de, 30, 38. Maren, 67, 177,271. Margaretha, Ertsh., 14, 334, — S., 202
— gasth. t'Utr., 268.
Maria Magdal.Traj.,, 154,156. — — t'Amersf., 124.
Mariae, imago b., 327, 328.
Marick, 155.
Marie, capit., kerk, etc. v., t'Utr.,
42, 50, 51, 94, 161, 214, 250,253, 254.261,265,260,268,295,337 sqq. Marienhoff, Abr. v., glasschr., 322.
— Gelis v., glasschr., 314.
Mariepoort, sout v.-, 79. Marinius, Jo., 300. Marocco, 273.
Mars, beelt van-, aen de bylh. toorn,
230.
Marten, S., Yoor Hasenberch, 210. — metten 4 Oversten ende die stander,
211. — in forma met de 4 Overst.,
306.
Martens gastbuis, S., in de Weert, 296, 308.
Martini, Corn., pred., 262. — S. capit. Traj., 22, 43, 105,
111. Zie ook Dom.
Martinus, can. b. Mar., 353 sq. Massereel, Henr. de, 179. Mast. Zie: Damast. Matenes , Jo., can., 165. Mathiae, 16, 114. Mathematisch instrument, 288. Mathys, mr., spuelman, 207. Matrimonialia, 23 sqq., 105, 111. Mattensz., Jo., 114. Matthaeus, Anto., prof., 286, 298, 312,313. — Wynt, 1.
Matthias v. Oostenr., camerl. v., 250.
Matthisius, Jo., 274.
Matthysz., Will., 10.
Maurits, Prins-, 166,167,263,267.
Zie: Nassau.
Maximiliaen , Keyser, 2 sqq. Mayx, Ulr., nts., 128. Mechelen, mr. Remb. v., 214. — raet te, 145. |
|||||||||
Mechlinia, Walth. de, 365.
Medenblick, Jac, can., 187. — Jo. v., 161.
— Nic, can. S. Jo., 14, 15,
177. Medicinalia, 27, 207.
Meekcren, Jo. v., 370. Meelcruit, 238,261,263. Meer, Da. vd., 263. Meere, Mynh. v., 232. Meerlandt, Adr. v., 265. Meerlo , Jo. de, can. b. Mar., 354. Meern, Elis. vd., 275. Meerten, S. Zie: Dom, S. Marten, S. Martini. — Jan Cornelisz. v., 288.
— Jan v., goudsmit, 218.
Meertens capcl, S., in de Weert, 260. Meertenstoorn, 204. Meertensz., Claes, 214.
Meester gieter. Zie. Busgieter.
Meeuweu, Jo. v., tromp., 307, 308.
Meghen, gr. v., 238, 239.
Melisz., J., boecverc, 275.
Mellerus, Chr., 296.
Memoriae, 345 sqq.
Memoriaelbocken, 308.
Meudicanten, 182.
Mensae S. spirit., 27.
Mensen, Jo., 111.
Menso, pred., 310.
Mensura mala, 114.
Mensuruales distribb., 338 sqq,
Meppen, 393.
Merchem, Wess. de , 156.
Merenborch, Pict.Geritsz.v., 211,214.
Mergengelt, 142.
Merkerke, 5.
Meru, Ev. vd., 275.
Merodc, Jan v., 243.
— Ysbr. v., 244.
Mertensz., mr. Claes, 214. Merula, P., prof., 272. Merve, rivier, 4. Mesa, capt., 243.
Messis tempus, 20. Mestertius, Ja., 287. Metalcu hoorn, 208. — stukken, 207,240, 252.
Melius, Anto., ingenieur, 281. Meurs, gr. v., 260. — Aelbr. v., clockgiettr, 281.
— Aert v., clockgieter, 168.
Mewenborch, Hr., 354. Mey, 'tblockhuis ter-, 3.
Meydach, 132. Meye, Alph. vd., 52. - Jo. vd., 62.
Meyen, Meybomen, 227, 262. Meyere, Jo. de , episc. Bibh; 333. Meyert, 136,143,156. |
|||||||||
Lopen ran't geschut, 252.
Loreinen, Hert. v., 398.
Lotterye, 213,214.
Loutre , Hr. v., 245.
Lovanium, 184.
Loy, Ja., 175.
Lubbertsz., Flor., 230.
Lubeck, 206,209,229,374,390.
Luberti, Ricold. , 140, 158.
Lucke, Corn., 31.
Luckstadt, 392,393. Zie ook : Gluck-
stadt.
Ludimagister, 192. Ludolphus, Leod. episc, 107. Lunteren, 67. Luntius , Jo., rector, 272. Lupo, Pietro, 232. Lus, Sion , 306 sqq. Luteslager, 203. Luth, Dan., 294. Lutherye, 4, 30, 214. Zie: Ketterye.
Luxemburcb, Hert. v., 370. Luytgensz., W., greefmr., 219. Lynde, straffen mettcr-, 210. Zie: Hanghen.
Lynden, Arn. v., 322. Lysbetten gasth. t'Utr., 42. Zie: Elis. Lyster, can. S. Jo., 160. ffl.
Macchiavelli, 169, 289.
Machielsz. Zie: Michielsz.
Macropaedius, G., red., 228.
Maeltyt, 106,167,238, 245,246,260,
216, 217, 230. 266, 267, 278, 286, 290, 292, 298, 303, 304, 315. Maeltyt v. Herodes, geborducrt, 200.
Maalstadt, 94, 110.
Maerle, Henr., organ. indenDom, 314.
Maern, Fr. de, can. S. Jo., 111.
Maerssen, 333.
— Nic. dc, 357.
Maerten. Zie: S. Marten. Maeseyck, Corn., 31. Maestriclit, 255, 284. Maeth, Corn, vd., 234, 241. Maets. Zie: Dematius. Magdenburch, 283. Mairc, Dire, boecverc, 292. Majennc, hcrtoch v,, 398. Major eccl.Traj. Zie: S. Martini eccl.
Malborch, 294. — Corn, v., glasschr., 292.
— Dire v., 322.
— Henr. v., 292.
Male, can., 34. Malecodt, Absal. Jansz., sieketr., 284.
— Henr. v., 284, 285.
Maleficia, 116. Malibaen, 290 sqq., passim.
|
|||||||||
417
|
|||||||||
Mulert, Ger., 54,140.
Mulicres ad clecmosyuas, 157. Muuster, 8. — 't, tot Aken, 198.
Munt, 213, 218, 22i. 225, 250, 251, 254, 258, 308, 317. Zie:
Stempel. — valschc-, 308.
— oude-, (gebouw) 307, 308.
Muntincestcr, 250,254. Muntstraet t'Utr., 308. Mus, N., 387.
Musch, Will., can. S. Jo., 113.
Musicalia, 216, 225, 230, 232, 233,
23*, 246, 258, 281, 288, 293, 294,
303, 314, 322, 325. Zie ook: Can-
tileen, Orgel, Trompers.
Musquclten, 263. Zie: Geschut. Muydcu , 283, 299. Zie : Muda. Muylert, domh., 169. Muylwvek, Dion. Adr. v., 12. Muys, msr., 230. Mydrccht, 91 sqq. — cast, v., 114.
Mynen, Amclis v,, raet v. Gederl., 210.
X.
Nacht, Elisabeth-, (1421) 1.
Naerdcn, 31, 38, 2i5.
Naerssen, Wilh. v., 266.
Namcn , 234, 326.
Nausy, 1.
Nane , can. S. Jo., 164.
Nassau , Emilia, gr. v., 270.
— Ernst Casimir v., 274, 277.
— Fr. Henr.y.,167,270,271,273,
300. — Hans, gr. v., 272.
— Hans Ernst v., 276.
— gr. Jan v., 254, 270,271.
— gr. Lodew. v., 271.
— Maria, gr. v., 267.
— pr. Maurits v., 161.162,166,
263, 267. — Phil. gr. v., 269.
— pr.Wili. I., 234,236,238,249,
233, 258, 267, 268, 270. — gr. Will, v., 254.
— Will. Lodew. v., 274.
Nauwincx, Jor., tapiss. v. Amst., 280. Navarre, Co. v., 258. Nederbetuwe, 376. Nederhorst, Hr. v., 289.
Nederseldert, 67.
Nederslag , 99 sqq.
Negligentia parcntum circa proles, 28.
Nellesteyn, domh., 169.
Nclthorp, James, 267, 272.
Nes, Adr. v.. 333.
b5
|
|||||||||
Molucques, de , 400.
Mom, Henr., apteker, 176. — Fr., 57.
Monacha sponsa, 23. Monachus [ndianus, 182. Monasteria. Zie derzelv. bcnamingen. Monchean, vr. de, 165, 244. Moncta, 103, 105. Zie: Munt. Mongelant, bar. v., 271. Moniales, 181. Monicr, Jo., can. inden Dom, 166 sqq.
Monile, 181.
Monincx, Adam, vergulder, 306.
Monitiones, 20 sqq.
Monjouwen, Henr. de, 111, 113.
Monster, eccl. in, 156, 213.
Monstertoomcn, 242.
Monstrantien , 10., 196 sqq.
Monstrum, 233.
Montanus, D., 315.
Montaryn , de, 385 sqq.
Montauban, 398.
Montferrat, 3S3 sqq.
Montferrato, Mich, de, 28i, 303.
Montfort, Hr. v., 308, 313.
— huis te, 271.
— herberg , 243, 288.
— kerk te, 169, 289.
— Corn. Fr. v., 236.
— burggr. v., 62,68.
— Henr. burggr.v.,62,03.363.
— Zwcder, burggr. v., 62.
Montgclant, Bar, v., 271. Montsima, 159, 246. — Buchov.,91, pass. 196.
— Barbara v., 197.
— Taco v., 161, 194.
— Pomp, v., 196 sq.
— Folk, v., 19$ sqq.
Monument in de Bucrkerk, 243. Moock, Gisb. a., 306. Moor, Barth., 280.
Morecls, hooftm., 284.
Moreelse , prof., 304.
Morgan, colonel, 264, 377,396,397.
Morgcnster, 228,229.
Morion, Nic., 319.
Moms , Phil., 247.
Moses, Michaelis zoon , 305.
Moulaert, domh., 292.
Moulin, P. du, 263, 300.
Mouthaen, H., 273.
Mouwcr, 370.
Moye, Jo., can. S. Jo., 114.
— Walt., 114.
Moyelle, Monsr. 269. Moyer, Catr., vroedvr., 204. Muda, villa , 107 sqq. Muers, Petr. de, 140. Mulei, Mahomet, 273. Mullein, 283. |
|||||||||
Meye, Alph. vd., S2.
- Jo. yd., 52.
Meyert, rivier, 100. Meynertsz., Folp., 136. Meyngelt, 178. Mibaise, agent, 386. Micault, do*., 240. Michael de Montserato, 234, 305.
Michaelis, Adr., 28. — imago S., 328.
Michielsz., Andr,, org. inden Dom, 297, 308.
Micken, 223.
Middclburg, 28, 42, 79, 290, 292.
Middclcoop, 11.
Middclstract t'Utr., 175.
Midrecht, 91 sqq., passim.
Mierlo, Adr. v., 129.
Milanen, doctor, 290.
Milant, 4 sqq.
Militis, Nicas., 123.
Mincken, 95.
Minncbroers t'Utr., 160,161,175,211,
214, 215, 235, 242, 213, 249, 232, 254, 256, 257, 260, 203, 265. Minneprys , can.b.Mai., 370.
Miscellaenwerker, 281.
Mismaect, 207.
Missae, 182, 340 sqq.
Mixtum forum , 27 sqq.
Mobach, Paul., 312.
Modaeus, Laur., pred., 287.
Mode, J. S., 280.
— Dire, can. b. Mar., 168.
Modellen yd. pomp opte Breestr,, 311. — vd. vischbrug, 227.
— v. een rhynschuyt, 295,
— vd. Wittcvr. poort, 309,312.
— vd. leeuwen opte Wittevr.
poort, 311. — v. ecu craen, 237.
— v. ecu sluyse, 251.
— yd. buurkerktoorn, 315.
— om clocken in te hangen 316.
Modetus, Herm., 255, 257, 259, 260, 261,262, 263, 266.
Moens , 114, 115. Moermont, can. S.Jo., 162. — Jo., abtv.,, 243.
Mocrsbergen, 67. Molbeeck, Day., 315. Moldavie, Pr. v., 276. Molen , 4 sqq., 235, 227, 270. Zie: Coopermolen, Kruitmolen, Yulmo-
len, Watermolen.
Molenaersgrave, 4. Molenhuis, *t, 259, Moliaert, Mich., can. S.Jo., 111. Molino, N., amb. v. Venet., 274. Moire, Laz., 250. Molman, scbout, 170. ra.
|
|||||||||
418
|
|||||||||||
Nov, J. v., 262.
Nuede, put inder, 214,219.
Nuctz , ter-, 6.
Nulck, Leon., draettreckcr, 297.
Numan, mr. Adr., 237.
Nuncius vd. Paus, 386, 396. Zic:
Lcgaet.
Nuptiae , 8. Nyborch, hert. v. d., 296.
Nyeuhuysca, D., org. inden Dom, 314, 321.
Nyenrode, Corn, v., lantmr., 281. — Fra. de, 157.
— Splinter v., 215.
Nycrsluys , 234. Nyevclt, Will, v., schout v. Dort, 250.
— burgemr. v. Arnhem, 248.
Zic: Zuylen. Nykerken, Tho.v., dec. S. Jo, 157,
158, J 87 sqq. — 't wap. vd. v., 202.
Nymcgen. Zic: Nimweghen. Nypoort, 4, 6. — mr. Jo. vd., 170, 283 sqq.
Zie: Nova Porta. Nyss, Jan., praep. S. Jo. Traj., 97
sqq., passim. |
|||||||||||
Nemours, hert. v., 274.
Nethenus, prof., 312. Nctteboevcn , 203. Ncuman, hofmr., 248. Neve, Gu. de, 299. Nevers, hert. v., 273. Nieasius, Jo., prcd., 300. Nicolai, Theod., 182. — Petr., prof., 327.
— S., fest., 177, 185.
— — corn. t'Utr., 259.
Nielles, Charles de, pred., 277, Nienburch , Nic. v., 371. Nieuwcnaer, gr, v., 266. — Jo. v., 62.
Nikerk, 4 sq. Nimvveghcn , 1, 2, 5, 7, 60,107, 268.
— Jan v., 5.
Nobcll, Gcr., 175. — org. S. Jo. Traj., (1522) 177.
— Ja., schilder, (1535)216,217.
Nobelstraet t'ttr., 308. Noel Garou. Zic: Caron.
Noenkvns, Nic. Petri, 141, 174. Nocy/seb. v., arch it., 230. Noircarmes, Hr. v., 240, 245. Nole, Coleyn de, beeltsn., (1553)229. — Ja. Cclyns de , steenh., 251.
Noordeloes, 1 sqq., 323. Noordyek , Jan v., pcdcl, 290 sqq. Noort, Will, v., steenh., stadsarchit., (1536) 217, 220, 223, 224, 225,
227, 228, 229, 230, 2i9. — Hcnr. v., (1552) 230, — stads
architect, (1559) 231,233,234, 235, 249,251, 260. — Ameltje, wed. v. Hear., 260.
— Willem , zooo v. Hear., 249.
— Mareelisv.,zoonv.Henr.,stads-
arch , 265 (1587), 272,275,277, 278, 279. — Jan. v., bode, (1559) 231.
— Jan v., momb. v. Gelre, 242.
— can. b. Mar., 370.
— Mich, v., tromp., 275, 279.
Noortwve, 54, 84, 183. — Herm. v., 237.
— Hr. v., 248,
Noot, Jor. Auto, vd., 241. Nootslangen, 200. Noritz, Mil., 268. North, Mil., 266. Northumbcrlant, gr. v., 272. Norweghen , 73. Notarii, 19 sqq.
Nouvelles, 259, 269.
Nova Porta , Ja. dc , 99, 151,188. Zie:
Nypoort.
Noviomaginm. Zie: Nimweghen. Novum opus, 23. Nowclanl, 11. |
Olufsz., Lamb., 286.
Olyslagcr, Corn. Jansz., 244. — kettcrmr., 205.
Ommercn , Otto v., 368. Oncruyt, 9. Onpays, Petr., 114. Onwedcr, 7,9, 208. Oo. Zie: Oe. Oortman, Will., 326. Oost-Ind. comp., 395 sqq. Opdam , Hr. v., 297. Opmeer, Vr. y., 241. — 18.
Opmetingen. Zie: Caerte, Lantmeter.
Oprode, Joa. v., past, te Buerk., bis-
schop v. Ebron., 235, 243.
— Phil, v., 197.
Oproer binn. Utr., 63. Orange, pr.v., (1543)12. Zie: Nassau.
— princesscdouariere. Zie:Nas-
sau , Willem I. Oratio, 275, 285, 301, 313.
Orcn afsnyden, 203, 206. Organist, mr. Peter, (1506) 204. — te Minrebroers: Peter Wcy-
borch, (1580) 254sqq. — te S. Marie: Hcnr. Corne-
lisz., (1587) 266. — te S. Jan: Henr. Nobell,
(1522) 177. — Wilh. Scbayck, (1541) 158.
— Jo. de Velsen , 158.
— Tho. de Gouda, 158.
— Wout.v.Geldcr, (1623)166-
170. — Will. v. Duvnkcrken. (1623)
166. — in den Dom: P. Weyborch,
(1589) 267, 272. — Auto. Wevborch, (1605)275.
- — Ja. Perreus, (1625) 279. — Gcrbr.Antonisz., (1626)279.
— Alew. dcVois, (1627)279.
— Adr. Michielsz., (1644) 297,
— Hcnr v.Maerle , (1658) 314.
— Dire Nyenhuyscn , (1666)
314. — Jo.Valbeeck, (1682) 322.
Orgel te Hoernaer, (1496) 2. — S.Jo. Traj.,158,161,177,314.
— te Minrebroers, (1580) 254 sqq.
— te S. Marie , (1587) 266 sqq.
— inden Dom, (1589) 267 sqq.
Orsrelmaker, Peter Jansz., (1580)254. — Goertv. Pisa, (1644)297.
Ornamenten, 5,10, 181, 327 sqq. ^ie
ook: Bordursels, Silverwerk.
Orsy, gesubs., 291. Orthen , Thyaso ten , 368. Osculum pacis , 345, 359. Osscn geschonkco, 214,215,242, |
||||||||||
Oblata , 182.
Oblationes, 106.
Obyn, Gcr., 258.
Occanus juris , 305,
Odolphus napjeus, 198.
Ocn, bona in-, 342 sqq.
Ocrdecl, 't, ccn taferccl, 207, 220.
Oerschot, Jan v., 288.
Oert, v., 275, 279. Zie: N'oert.
Ocstbroec, 40,41, 161.
— mr. Ciaes , 214.
Oestenryck , Jan v,, 160. Oestcrbeke , 61. Ocsters rruyt, 268.
Oestersche steden, 216. Oestcnvyck , 5, 11. Oestlande, 7 sqq. Oestrum , domiccila de, 156. — Petr. v., 230.
OestYcen, 179. Oetmaersen, gesubs., 275. Oey, JanJansz.v.,segclsn., (1549)226,
Oflicialis curiae Traj. episc., 21 sqq. — S. Salv. Traj., 26.
Officiarii Caesaris, 27 sqq. Officii platea in Traj., 175. Ogenbrecht, Eub. v., 240. Ogle, commaudant, 278. OldenbarneYelt. Zie: Barncvelt. Oldenseel, 56,57,270,332. Oleum sacrum, 2, 328 sqq. Olifant, inden-, herb., 209. |
|||||||||||
419
|
|||||||||
Personalis residentia, 346 sqq.
Persyn, Nic, 237. Pest, pestilentie, 206, 230, 270, 288,
290, 300, 302. — boeken, 270.
— meester,278. Zie: Putius.
— huis te Gorckum , 230.
Peter, mr., organist, (1506) 204. — deken v. St., 206,
Petit, Jean le, fra. schoolmr., 256.
— Jean Fra. le, hislorieschr., 269.
Peterfordt. Zie: Rittcrfordt. Petersum , hr. v., 271. Petri, S., Tiaj., 39, 42, 94, 20G, 262,
265, 279, 322. — Jo., 177.
— , dictus Beuter, Corn., 336.
— Rud., pred., 289.
— S„ Lov., 184.
Pctro, Petr. a S., 234. Pctrus v. Leeuwenberch, 388. Phalsbourg, Pr. v., 385. Philips, 40, 107. — Hert., 1 sqq,
— v. Bourgondie , 15,203,207.
— Bisschop, 211.
— Ertsbissch. v. Ceulen, 36.
— v. Bohemen, 310.
Phiiippus Vallesius, 69. Pianac bullae. Zie: Bullae. Picqueur, Caudeier, 293, 295. — Root, 321, 322.
— A. Hartman, 306.
— J. Fussy, 327.
Piek , Ghisb., 2. Pieke sencken, 130, 131.
Piemont, Prins v., 388. Picrken, stadgek, 209, 210, 211. Pieterskerk. Zie : S. Petri. Picterstraet, 297. Pietersz., Engelbr., capt., 396. — Jan., misg., (1516) 206.
— Claes, 238, 236, 258. Zie:
Voghclaer. Pighius, Alb., praep. S. Jo. Traj.,
98—196 passim
Pigius, Mich., 245,251. Pinigeu. Zie: Tortuur. Pinscn, Vine, v., prior, 241. Pinxteren, 332. Pisa, Goert v., orgelmaker, 297.
Piscatio, 103,107. Place, Hel. de la, 275. Place Rovale, herberg, 315.] Placita, 97. Plancher , mr. la., 321.
PIancius,.pred., 310,316. Planten. Zie: Hortus. Plantyn, Christo., druk., 235,256,259. PJatea , Jo. de, 135,178, 182. Plateae. Vide earum nomina. |
|||||||||
Paraeus, Dav., 296.
Pardon, gen-, 246. Parisiens. Universit., 154, 158. — Studium, 351.
Parma, Nic, de, 123. — ducissa de, 43, 177.
Parrick, 4. Pas, Crisp, de, 287. Paspoorten , 213. Passau, Gr. v., 180, 251. Passementicr, 276. Passert, Petr., 368. Patena, 196 sqq. Patibulum , 116. Patriarch v. Jerusalem, 225, 301.
Patrimonialia bona , 17 sqq. Patronen, 228. 231, 234, 235, 249. Zie ook Modellen.
Paul HI. P.P., 149, 187. Pauli, 248. — Sancti Traj.5 40, 41, 42, 262,
265, 206. — Jo., vie. eccl. S. Jo. Traj.,154.
153. Paus, 6, 21, 43, 97, 230.
— wapeu. Zie: AVapen.
Pavia, slach voor, 6. Pauw, Hr., 376. Pauwcls, mr., 235. Pauwelsz., Rein., rhetoryker, (1535)
216.
Pauwcndr., Ema Gysbr., 57. Payementen, 2, 219, 254. Zie ook Munt.
Pays, (1543) 11, 209, 210, 232. Pavse , tract, v., 334. Pectobben en, - tonnen , 246,251, 25G, 262, 281, 283, 284, 288, 293.
Pedcl, 283 sqq. Pedclrockeu, 278. Pedelstockcn, 285,286,288,311, 316.
Peelt, mr. Ger., 29, 30. — Petr., dec. Salv. cccl.Traj., 155.
Peerden geschonken, 242, 266. Peerdevelt, buurt te Utr., 223, 260. Pelegrinus, can. b. Mar., 351. Pellcn , 199. Pels , can., 34.
Pennans, seer., 232. Peuninck , den xe, 11. Perck, Jo. Chr. v., 281. Peregrinatio ecelesiast., 363. Perjurium, 27 sqq. Permutationcs beneff., 343 sqq. Pernoctatio stricta, 337 sqq. Perrcnot, Karel, praep. S. Jo,, 98. — Nic, de Granvelle, 188.
Perrcus, Ja., organist, (1623) 279. Persia, 400. Persingen, Hr. v., 250.
Personage, stomme-, 209. |
|||||||||
Osseudrccht, 305.
Osterga, Cypr. Regneri ab , 306.
Ottelant, 3, 4.
Otto, Ko. v. Romcn, 91 sqq.
— Imp. II., 93 sqq.
— Comes in Lona, 104, 105, 107.
Oubhn, d', 166. Oude dyk, 4.
Oude kcrkhof, buert in Utr., 294.
Oudelle, buurt binn. Utr., 63. Oude muntc, (gebouw) 307, 308. Oude Munster, conv. t'Ctr., 39,40,41, 50, 167, 208, 225), 235, 262, 265,
267,294. Zie ook : S. Salvatoris. Oude Munster trans , 294.
Oude Rliyn, 266. Oudewater , 32, 195, 293. Oudheusden, Dire Hcnriksz. v., schil- der, (1512) 204.
Oukerk, 3. Outaer. Zie: Altarc. Outruys , Jo., 238. Outwvc, Abdy by Utr., 40, 41, 42, 51, 156,176, 260, 265.
Overdrccht, 93 sqq. passim. Overlander, de Hr., 389. Ovcrlope. Zie: D'Overlope. Overmeer, Alb. v., opsteker, 292, Overschie , eccl.de, 184. Ovcrseldert, 67. Overslen, de vier-, 211.
Overstcyn, gr. v., 243. Overvsscl, 7, 53. Oy, Will, v., 193. — Herb., 193. P.
Pachieco , Arn., capt., 243.
Paddenburch , Am. v., 279.
Paedse, nir. Will., 54.
Pacrt (to) hebben , (tortuur) 214.
Paert. Zie: Peert.
Paeschen, G, de, 116.
Paeus. Zie Paus.
Palinck , Corn., can. S. Jo., 187.
Paillot, fra. saelmr., 321.
Pallium, 174, 349.
Pameren, Mich, v., 331.
Pamiers, 385 sqq.
Pandelinium, 349.
Panes, 179.
Pannehiden, 72, 80.
Pant, 't, 159.
Panyscr, 19 sq.
papcamer, Jo. Mart., 64.
Pape, Ghiselb., 111.
Papegay schieten , 12 sqq. pass. 211.
Papendrecht, 3 sqq., 34 sqq.
Papieren, 162, 198.
Papistery, 283.
|
|||||||||
420
|
|||||||||
Privilegien, 10, 43, 246, 297.
Proeessiones, 200, 212.
Proclamationes, 24, 28, 29.
Procurators, 19 sqq. 48.
Proest (?), Aryaen de, 237.
Professores, 286 sqq.
Proles {negligentia parentum circa) 28.
Promotion , 286 sqq.
Promotiepenningcn , 290 sqq.
Promotiestoel, 290, 322.
Propinae , 183, 360 sqq.
Prosen yoor de lotcryc, 213.
Prouninck, gcn.v. Deventer, Ger.,267.
Provcnc, lese-, 362.
Provisiones, 20 sqq.
Provisor chori, 178.
Pruimhoom , 9.
Psalterium, 154, 181.
Pulmctcr, voor de kciserl. zangers,
225.
Pulsatio campanae, 482. Pulvinaria, 328. Zie: Kussens. Purgatio , 21 sqq. Purmereinde , - lant, 18, 27. Purtyck, Jo., 175, 177. Put opter stadplaetse , 256. — in de Neude, 214,215.
Putius, Ja., dor., 270, 272. Putten , Bait, y., 167. Pylaer met stads wapeu, 294. — stene-, in de profl". kamer, 287
P311, Dire, 286. — Corn., 230.1
— Wilh., can. S. Jo., 191.
— can. S. Jo., 158 sqq.
Pyistokjens, 299. Pynappel, 258. Pynbanc , stoelsgcwys, 224.
Pyncrs, 178.
Pynsen , Vine, prior v. Florence, 241.
— Gouv. v. Recs , 375.
Pypers, stads-, 203. a.
Quade passie, 269.
Quadraginta hoeven, 93 sqq. passim.
Quebours , Sr. de, 270.
Queillerie, Chr. de la, 260.
Questcuberch , J., 173.
Quideliugeburg, 104. ,
Quindenae, 163, 337 sqq.
Quindt, Corn., 273,288,295,304,306.
Quintynsgasth. t'Utr., 256.
Quirini, hosp. S.-, 169.
R.
IRaetcamer , nieuwe, 306, 318.
Raethuis v. Lichteub., 218, 280, 300. Raetscapelle, 237. |
|||||||||
Raeybraken, 208.
Raeyeu voor't geschut, 223, 228,229.
Ram, de,herb., 243.
— Ad., baillu, 137.
— Adr., 263.
— Phil., 273.
Rambach, A., 137. Randenbroec, 62. Rataller , Ge., pres, vd. hove, 243.
— Jo., grietm., 243.
Ratingen gesubs., 293. Raven , op-, 218, 296, 310. RavenGberch, prof., 295, 299. — 394.
Ravesteyn, D., 294, 306, 315.
— Auto., 281, 284, 304.
Ravcsway, Herm., stempelsn., (1514) 203.
— Henr.,schild., (1539)205,
219. — blochuis te-, 3.
Ravius, Christi., 298, 301. Rea, Jeh. de la , 242. Reael, gencrael, 398. Realmont, 388, 389. Recognitien , 200 sqq. passim. Recompcnsien, 255 sqq. passim. Rectoer, Zie: Hieronvmi, (S.) — scholarum, 183,183,339,345.
— v.S.Mar., 214.
— v. Alcmaer, 207.
Rederlandt, 375. Recdc, Adr. v., (1520) 330. — domdek., 169.
Reels, G., lantmr., 322, 325. Regael, 't, 267. Regalia, 93. Regelinck , Jo., 63. Registers, 221, 241, 291. Rcgulicren t'Utr., 40, 41, 42, 256, 260, 273. — t'Amersfoort, 40, 41.
— v. Syon , 332.
Reinboldus, can. b.Mar., 332 sqq, Rcineri, Will., 175. Reingout, griflier, 240.
Religionem intrare 354 sqq. Reliquien teS, Cecilie, 201. Remunt, G. v., 261. Rencom , weg naer-, 295. Rendsburg , 393. Rencri, Henr., prof., 286. Renesse, domh., 383. — Jor. Lodew. de, 386.
— Lodew. a, 289,
— Adr. de, can.S. Mart., 188.
— Jo. de, 158 sqq. pass. 201.
— vd. Aa, Agnes v., 270.
—--------j0l) 163, 167, 168.
— — — jo*. Jo. >an, Juu.,
162 sqq. |
|||||||||
Platte schepen, 4.
Plaustrorum praestationes, 100.
Plompctoorn , 218, 253.
PIoos, Adr., Hr.v.Tienh.,168,372 sqq,
Pluviale ex holoserico , 327, 328.
Podensteyner, J , 308.
Poelgeest, Ja. v., abt v. S. Paul. Traj.,
144.
Poemata, 302. Zie: Carmina. Poetiae eccles., 18 sqq. Poenitentia, 21, 74. Poeyeroicn, 3. Polen, Ambass. v., 229. — trompers wt-, 207.
Polidorus, Jo., Deld., 200, 265, 2G8. Poll, P. vd., passementwerker, 299. — mr. Ev, yd., 274.
Pollio, armen y.-, 383. Pollutio ccclcsiae, 16. Pompcn , stcene-, 300. — op de Breestraet, 311.
Pompilius, deurw., 240. Poolsche graef, 276. Poolsum , Ja., boecdr., 318. Poort, Wiltevr.-, 176, 181, 215, 250, 251, 269, 309,311,312.
— Tollestcegh-, 217, 233.
— v. hclDuitsch.huiskerkje, 316.
— v. Iiet At till, huis, 318.
— Katryne-, 247.
— guide-, (geboivw), 220,260.
— antyksche-, 230.
Poortgeu, *t, herb., 271, 279, 281. Porta. Zie: Poort. Portael, con-, 280.
Portatilia. Zie: Altaria.
Portus, 't, 378.
Positief, 322, 326.
Post, Henr., capell., 154 sqq.
Pot, Gcr., burgermr., 234.
— engelsch pred., 310, 315.
Potter, Ja. de, 261. — capt., 377.
Pottestraet te Utrecht, 260. Praet, Hr. v., Stadh., 224, 225, 228. Prandium, 179, 182. Prebenden , 342 sqq.
Precarien, 107 sqq. passim. Predicanten, 252 sqq. passim. Predikaren I'Utrecht, 205, 242, 235, 256,258,259, 265.
Predikstoel te S. Katryne, 289, 90. — te Regulicrs, 260.
Prelaten, 48 sqq. Presbyteri hebd., 385. — animarum, 339.
Pretium medicinalium, 27. Primaria casula, 328. Printers. Zie: Boecdruckers, Printingen , 259. Printsnider, 239. |
|||||||||
421
|
||||||||||||
Ruler, Ja., 370.
Rutgcr v. Amersf., pat.vd. cellebr.237.
Rutgers, 34.
Ruwenhoven, Bertold. de, 111 sqq.
Ruysch, Henr., 191.
— Fr., 168.
— Jor. Dire, 170.
— Paul, lantmr., 290, 301,
— Jor. Fr., 287,293,296.
— Jan, 334.
— Pet., (1329) 213.
Ruychweyda, 338. Ryckewaert, rentmr., 170. Rycx, Herm., 287. Ryke, Joh.de, 115. Rymeryeu, 281. Ryuevelt, Jan v., silversra., 303,
— 166, 167, 168.
— Zie: Voocht.
Rynswoude, 67. Rysenborch, Just., 277. Ryser, Ger. de, 114. |
||||||||||||
Rodius, 160.
Rodulphus, dec. b. Mar., 360.
— cau.b.Mar.,351.Zie:Rud.
Roelofsz.,WilL, schild., fl538) 218, 220,221,223.
— Gisb., schild., 226.
Roers, 252 spp. Zie: Geschut. Roest, Chr., abt v. Oestbr., 237. Roetardi, Will., 113. Roevbersen, 330. Hoeyenboreh, 210, 213. Rogge, Isaac, 288. Rogghe, 5, 12.
Rohan, hert. v., 396. Rol, opte-, (tortuur) 210. Roling, Zach., 278. Roman, Petr., drukk., 288. — Egid., drukk., 288, 291.
Rondeelen, 253. Roockverdryver, 280. Root, Adam, picqucur, 313.
Roscndael,'t, buurt t'Utr., 260. Rosmoleu, 9. Rosmarynen, de 3-, t'Amst., 230.
Rosscm, Jor. Jo. v., 242. — Stev. v., 239.
— Mart, v., 222.
— Mcrt.v., Hr.v.Waeyest.,242.
Rosseweyt, 9. Rostoorn, 223.
Rota, 34, 115.
Rotterdam, 17,32,195,372.
Rotweiler, 394.
Rovenius, Phil., 294, 306, 328.
Rover, Eg. dc , 175.
— Aelbr. dc, chirurg., 203,205,
221,212,213,214.
Roviele, Robb., 311. Roy, Anto. de, 270. — Bern.de, ingenieur, 321, 322.
— Henr. de, 265.
— Henr. dc, Prof., 292, 294, 305.
— Hugo de , 299.
— Sal. de, boekverc, 270.
Rubea cera, 143. Rudolphus , praep. S.Petri, 106. — ep. Traj., 21,25,26,27.
Zie: Rod. Ruermonde , 380.
Ruevcr, de, seer., 323. Rumelaer, Sw. v., 154, 155. — Jun., 163,164,195.
— Stev. v., 101,141,153 sqq.
138, 187,191. — Acl. v., 155.
— Christina, 154.
— Am. de, 153.
Rutenborch, Alef v., 332. — Adolph v., praep.b.Mar.,
365, 367. — Gasth. v., t'Utr., 244.
|
||||||||||||
Rcnesse, v. Wulven, Jo., 175.
— Lod., can.t'OudeMunst.167.
Rengers, can. S. Jo., 160 sqq. Reuneuberch, gr. v., 216, 217. Rcnoer, den Ur., 170. Reno, Henr. de, praep. S. Jo,, 114sqq.
Rcnsen, ontf., 372. Rensinck, commiss., 373. Renswoude gesubs., 109 294. Residcntia, 339 sqq. Resignatio , 343 sqq. Resolutieboeck der Stat. v. Utr., 310. Ressaut, 73. Rethorykers, 207, 209,211,213,214, 213, 216. Zie: Batement, Coinedic.
Reuvcr, den Hr., 170. Revel, 388. Reymarus, can. b. Mar., 331,
Reymerswal., conv.-, 336. Reinaldi, Reyn., can. b. Mar,, 368. Rhemer, dor., burgermr. te Dcventer, 246.
Rhencn, 61. 181. — tol tot- , 62.
— weg naer, 293.
— in't Muustersche, 305.
Rhyn, 103, 294, 319, 374. Zie:Oudc Rhyo.
— Hollantsche-, 322.
Rhynberck, 386. Rhvndyck, 208. Rhynsberch, 272, 290. Rhynschuyten, 293, 293. Ribbius, Herm., boekverc, 291. — Jo., 319.
Ribeck, Gosw. de, 152. Richebroecq, gr. v., 243. Richelieu, 387. Ricoldi, Lubb., 158. Ridder, Ja.de, deCalkar,episc.Ebron.
177, 181, 183. — Anto. de, bopm., 258.
— Nic. de, 299.
— Bast, de, wapensn., 27S.
— Dire de, 317.
Rietstcegh, 297. Rtpatica, 99. Ritterfordt, Sam., 309. — James, 309.
Ritz, Casp,, 373 sqq,
— Sim., 372.
Rivet, mr.-, 287. Roche, gr. v., 246. Rochelle, 377 sqq. Rock, Japaensche-, 320. Roda, J., 244. Rode, Anto. de, 372 sqq,
— brug, 301.
— hont, (stuk geschut) 261.
— buic-euvel, 230.
— was, 102, 144.
III.
|
||||||||||||
Sackput op't kerkhoff, 309.
Sacquebout, (muz. instr.) 258,279,309. Sacramentalia , 23 sqq., 333. Sacraments brocdersh. on 't singel, 217. — capel, 217.
— huis,7,9,23,182.
Sacrilegie, 30, 210. Sacristia, 167,174, 179. Saftleven, Herm., schild., 303, 318. Sagitarii. Zie: Schutters. Salaria med., 27.
Salm , 69, 207.
Salmoort, 295.
Salpeter, 69 sqq., 203.
Salt, Jor. Henr. v., 239.
Salutarius, can. b. Mar., 353.
Salvatoris, conv. S., Traj.-, 29,180.
Zie voorts Oude-Munster.
Samson, capt., 264. Sande, Jo. de, can. S. Jo., 113. Sandersz., Corn., rhetor., 216. Sanderus, pred., 316. Sangers, kcyserl.-, 225. Sanguinis effusio, 16. Santbrinck, 67. Santen, Jo. v., 274. — stad, 303.
Santlopers, 276. Sarcerius, Jo. mr., 250, Sart. Zie: Dusart. Sas, Ger., 57. — Theod., 175.
Sasboldus, 327. Sasbout, M. J., 230. Sasseu, Fra. v., 242. — hertoch v., 2,
|
||||||||||||
56
|
||||||||||||
422
Schilder, G. jansz., (1538) 218.
— W. Roetofsz., (1538)218.
— J.G.v.Wytfelt, (1539)219.
— E.v. Schayc, (1539) 219.
— — — (1540(220.
— Melchis.v. Hoorn,(15GK)239.
— Ger. Splinter, (1582) 257.
— P. Scgcrman, (1319) 279.
— A. J. Schayc , (1636) 289.
— B. de Visscjier, 293.
— W. v. Swanenborch, 314.
— H. Saftleven , 318.
— A. Sergeant, 318.
Sehilder-collegie, 321. Schilderye van het stadh,, 315. — vd. Jerusal. reysigers, 318.
— vd. Hr. Werkhoven, 304.
— in't raethuis, 318.
— — — (1538) 218.
— in't hof v. Alba, 262 sq,
— v. een cruysdragher, 165,
166. Schildcrwerck, 216 sqq. passim.
Sehilthouwer, G., 301. Schocrenwerdt, 11. Seholares , 179 sqq. 339 sqq. Scholasticus , 345 sqq. Sehonck, Tho., 289. Schonevelt, 260. Schoock, Mart., 285, 2S8, 291. School, Jesus-, 250,246,247. Zie: Hicronymi (S.).
Schoolkyaderen, 207, 307. Schootmeester,Franse-,279,29i, 295. — vd. Dom,212.
— v. S. Hiero., 217.
— mr. Gion , 283.
— A. Vyane, 293.
Schoonhoven, 5 sqq.261. — crfh. mccster, 326.
Schoonrebccke, Gill, v., 67. Sehoordyk, Corn, v., 265. Schoormondc , Ilcur. v., 298. Schorc, 255. — Lud., 43.
— huis v., 235.
Schorel, Paul., hopm., 218. Schorstcen mantel, 261, 318. — vegher, 179.
Schot, Isa.j 315 sqq. Schotanus, Bern., 287, 292. — Meiu., 289, 290, 292.
Schottland, 272. Sehoutcn, An to. v., 326.
Schoulesteegh t'Utr., 260. Schouw, Petr., 251. — lyk-, 95, 176.
Schouwcn, 42. Schouwenburch, B. v., 250. Schrifturen, 210, 220, 234, 291. Schrikkelburghcrs, (munt) , 219. |
||||||||
Schroeyesteyn, B. v., 197.
Schryfconst, 315.
Schryfmeester, 315.
Schuersack, Alb., can. b. Mar., 135,
364, 365.
Schuiten, ovcrdectc-, 239,245. — voor Buchorst, 266.
— schiet-, 315.
Schuitgcn, 't, 295, 394. Schuleuborch, Hear, v., 261. — F., 302.
Schulte, Ludolph., can. b. Mar., 368.
Schupstoel, buurt binu. t'tr., 253. Sehuring,239. Schuttcrye, 231, 232, 241, 279, 281, 285.
Schutters vaentjes, 204 sqq. Schyf, can. S.Jo., 160. Scribani , audit., 252. Scry vers, 329. Sebastiaensz., Hans, 99, 137, 138.
Seeghermans, P., 279. Segliel, stads-, 220, 221, 252, 303. Zie voorts: Stempel.
Seghelinghe, 102. Selbach, Jo. v., 57. Seldcrt, 67. Selcr, Casp., 76 sqq. Sem, Ot, goutsm., (1562) 233, 234, 242.
Semiprebcndati, 338 sqq. Scnecac Medea , 247. Scnguerdius , Arm, prof., 293, 298. Septem sororum domus, 175. Scpullurac , 23 sqq. 154. Sergeant, Andr., schilder, 318. Sermones , 183, 209, 252. Serpenlyncn, 223, 224, 227. Zie voorts: Gcschut.
Servatii, abb., S. Traj., 40,180, 229. Scvenhcrghen , Henr. y., 237. Sevenhoven, 153, Scyll. Zie: Syll. Scypestcyn , M. v., 246. * Scystcrwech, 295. Sibrandi. Zie: Sybrandi. Sidney, Rob., 268. Sieghcnaer sleen, 229, 230. Sickte, 270. — uieuwe-, Y, 8,10. Zie voorts:
Pest.
Sigismund , R. R., 107. Silverdraet, 258, 297. Sitvere letters. Zie: Letters, Silvcrsmit. Zie: Goutsmit. Silverwerk, 6,160,165,181,106,203, 205, 206, 208, 207, 211, 212, 214,
218, 226, 266, 268, 269, 273, 274,
283, 285, 288, 314, 326,393. Zie:
Schakels, Schalen etc.
Silvius, Will., drukk., 254. |
||||||||
Sautcrius, D., 232, 282.
Sauvcgarde, 187.
Savoye, vr. v., 204, 215.
Sayet, Sayouwen, etc., 373 sqq. pass.
Scaliger, Jos., 268, 269.
Scandalisatic laieorum, 36.
Scatter, Nic., 111.
Scavot, 215, 221, 266, 274, 275.
Sceleton, 290 sqq. passim.
Scepperus, mre, 73.
Schadc, 198.
— Jo., 274.
Schacp, Hear. Claesz., 288. Schageu, J. A. v., 278. Schakels, 204, 206, 208, 230, 255, 256.
Schalmevcn, (muz. instr.), 204,212, 213, 223, 235.
Schalen, siiv.-, 274. Schanscorven, 259, 331, Seharrenberger, seer,, 240. Schattinghe, 159. Schayc, Adr. Jansz. v., glassch., 289. — Dire v., goutsm., (1507) 205.
— Ev., schilder, 215, 219, 220,
225, 255. — Will, dc, org., (15MJ 158.
Scheepsbrugghe, 380, 3S3. — slanghe, 270.
Scheidelstraet t'Utr., 175. Schclven, 4 sqq. Schenck , Fre., v. Toutenb., artsb. v.
Utr., 160,166,195. — Christo.,253,255,257.
— Joris, drost v. Vollenhoc,
7, 329. Scbenckelpenninck , 234.
Schenekelwyn , 232 sqq. Schenekenschans, 284, 287,289,295, 3 J 9.
Schepen, platte-, 4. Schcpenrceht, 194 sqq. Seherm in de earner vd. Coning., 223. Scbermmccstcr, Corn. Cornelisz, van Hetisdcn, 260. — Thib. de Lang, 300.
— P.v. Bambergen, 316.
Sehcrpensccl, 67. Seherpregter, 203, 204, 208, 209,211,
212, 213, 214, 216, 226, 227, 297.
Schets, C, 241, 242. Schilder, Will.Florisz., (1503) 203. — J. H. v. Oudheusdcu, (1512)
204. — Ja. Splintersz., (1513) 205.
— Roel.IIenriksz., (1524) 210.
— Govcrt, (1525) 211.
— P. v. Ingen, (1529) 213.
— W. v. Oestbroek, (1530) 214.
— Jan Block, (1531)45.
— Ja. Nobell, (1535)216.
|
||||||||
423
|
|||||||||
Staurinus, P., pred., 261.
Steegh besyd. het fraterhuis, 296. — duytschh.-, 226.
Steekpillen , 205. Steen , eerste-, 5, 203, 203, 229.
— vd., 167.
— Gcrh. vd., 193 sqq.
Stecnhouwers , 234, 237. — vd. Heyde, 316.
— G. Geritsz., (1542) 221.
— J.C. deNole, (1579) 251.
— C. Blommert, 252.
— J. v. Dreesden , (1639)291.
— J. Geritsz., 294.
— P. Fransz., 299.
— H. Croon , 301.
— D. Hildebrantsz., 301.
— P. J. Volienhoven , 307.
— H.J.DroochsIoot, 307.
— G. WyckG. v., 361.
— Yollenhoven, 307
— H. Gelisz. v.DrieI,309.
Zie voorts: van Koort. Steeustract naar de Bilt, 307.
Steenstukken, 281. Steenwaerdcr, 212. Steemverpen, 130. Stceuwyck, stad, 236,268. Steerten aen't geschut, 240, 237. Steghe, R. vd., 115. Stell, B., hopm., 218,249. Stempcls, 203, 269, 276, 287, 291, 293, 300, 302, 311.
Stentpelsnyder: Phil. Jansz, v. Oey , (1549) 223.
— Gysb. Knyff, (1552) 228.
— Ot Sem, (1570) 242.
— Claes .Pietersz. vd, Vogelacr, (1582)
258. — Ger. Gerritsz., (1592) 209.
— Lodew. Yuysting , (1609) 276.
— B. de Ridder, (1617) 278.
— W. Yersteech, (1633) 287.
— J. J. v. Dort, (1639) 291.
— R. v.Cuvleuborch, (1644) 297.
— P. v. Cuylenboreh , (1683) 326.
Zie voorts de namen. Stephaui et S. Scbast. hosp., 176.
Sterkenburch , 248, 252. Sterremoutius, Ja., pred., 306. Stevensz , Bern., 233. Stilzaet, (sauvegarde), 187. Stoclen, 275, 291, 293, 299, 318, 320, 321,325,326.
Stoelmans , Cath., 193. Stoffagic v. h. stadhuis, 207,212,215. Stok voor den deurw., 314. — . voor den custos der bibliothcek,
207. Zie ook: Pedelstockeu, Stola primaria , 328.
Sioiae VII, ijurament.) 113. |
|||||||||
Simon, gr. vd. Lip, 274.
Simonis, Jo., can.'b. Mar., 3('8. Simonsz., Lamb., pat. vd. cell., 2G0. Siugelpoort, 2(J1. Sixtus IV. P.P., 128. Slacpcoetscn, 282. Slagwerk. Zie: Horologie , Uurwerk.
Slangken, 248 sqq. Zie voorts: Ge- schut. — brandspuit, 324 sqq. Slapcrs , (munt), 219. Sleydrecht, 3. Slichtenhorst, Dav., 317, 321,322.
Slingellandt, 9, 10. Sloct, Yolk., 332. Slotel, iuden-, herb., 212, 245. Sloten, 13G, 252. — aen't geschut, 242, 250.
Sluis,ter-, 228, 23v8. — by Alphcn, 301.
— by Dclishaven, 301.
— vd. Ilynderdam , 183.
— t'Amst. en Leerd., 233.
— nye-, in Ylacndercn , 234.
— nye-, 251.
— inden Holl, Rhiju, 293.
Slyck, gr. v., 372. — Jan 287.
Smeebnigli binn. Utr., 280. Smcestecgh , 2(i0. Smcetoom , 212, 215, 229, 233, 293.
Smit, Ja., 6.
Smith , G. de , 30G.
Smithuysen, telon. de, 106, 117.
Smout, Jan, 321.
Snaphancn, (muntj, 213.
Sneeuw, 5.
Snecvins, Jo., instrumentmr., 299,
311, 313, 317.
Sncllenberch, Ja. v., 307. — Will, v., inr. bussch.,
222.
Snellius, pred., 298,301. Snocck, Jo., 237. Snocy, Lamb., 57, 58. Snorrenhocf, 07. Snouckacrt, rekkenmr., 240. Soest, Dire v., 285, 288. — G. v., pred., 301.
Solcdorn, 379. Solingcu, Jan v., 311. Solms, gr.v., 108, 199, 204, 287.
Sommelsdvk, Hr. v., 37G sqq. Sonnenberch, wee ov.d., 295.290,310. Sonucnborch, bolw. t'lJlr., 229,239. Sonncvelt, 379. Sonnewysers, 280, 312. Sonnius, dor. Fra., 230. Sonoy, overste, 266. Sousbceek, kerk te-, 313. Sopiug, Nic, pred., 252-262 passim. |
|||||||||
Soppenbronck, 378, 394.
Sorores. Zie: Septera. Sotterneyc vd. stadgek, 211. Sondcnbalch, Ew., 54. Spaansche vlote, 283. — hospitael, 243, 244, 246.
— werk, 297.
Spannc, silv.-, 181. Spanje, pr. v., 12. Spanjaarden , 243 sqq. passim. Species, 174. Specht, Casp., 326.
— Herm., 312, 315.
— Heiltje, wed. y. H., 31S, 319.
Speel, provoost, 241. Speelelocken-werk, 258 sqq. Zieook: Clockespel.
Spclen, sinne-, 247. Specllieden, 207, 212, 213, 216, 241. Spccnhovius, wed. v.-, 275, 277. Spelen der Psalmen, 324. Spengen, Th. Jo. de , 114. Speyeu, 226,237,249. Zie : Spoeycn. Speytcn, water-, 232. Spherac, 288. Zie oock: Globen. Spiegel, 280, 320, 326. Spicn acn 't geschut, 230. Spicseu , 256. Spinncwielen, 319. Spinoia , 374 sqq. Splinter, Marc, 269. — Jan, 288, 2S9.
Splintersz., Ja., seliild., 205. — G.S.,sehild., 237,262.
Splinterus, can. b. Mar., 354. Spoey, 233, 234, 235. Zie: Speyen. Spotnamen, 207, 209. Sporlulae, 23, Sprakel, Will., 321. Sprcnkel, 247. Springer, 226, 276. Sprntius, Do., 298, 308. Spuiten. Zie: Brandspuiten, Speyten. Stade, 393 sqq. Stads dienaers, 218. — werk, 226 sqq. passim.
— huis, 237,258,273,274,273,280,
284,294,312. Zie voorts: Hasen- berch , Lichtenberch, Raelhuis. — doctor, 313,363.
Stadt. Zie: Bibliothcek, Busgieter,
Gek , Glaseu, Pyper, Schrifturen, Swaert, Trompers, Yerlichting, Wapcn etc. Stalcn , 266.
Stallum, 345 sqq.
Stanmorst, Henr. v., 282.
Stampers, 242, 252, 314.
Slander, die , (banicr) 211.
Statenprotocollen , 221.
Statuta b. Mar. Traj., 337 sqq.
|
|||||||||
42'i
|
|||||||||||
T.
Tabbaert, 177, 209, 299 312.
Taberna, 24. Tabulae. Zie : Altaria. Tafel, in de Buerkerk, 266. — caerte op een-, 221.
— in de proff. earner, 286.
Zie: Oerdeel. Tafelmessen, 285.
Tafereel op Hascnbcrch, 207.
— in den Haghe, 203.
Taffin, Ja., 234. Talmud, 294, 307. Tamburyns , 282. Tamme, Jo., can. b. Mar., 337, 368. — Rod., can. b. Mar., 368.
Tapiserie, 200, 208, 318, 320. Tapyten , 288, 306, 320, 326, 328. Tardcys, 218. Tassis, Jo. Bapt. de, 245.
Taurinus , pred., 277, 278. Tecman, Arn., 128, 289, 294, 298, 301, 306.
Teekenen Yoor den armea, 227. Teekcninghen , 288. Teeling , pred., 312 sq. Tempel, 166. — Hr. vd., 248.
Temporaliteyt, 291. Tengnagcl, Jo., can.b.Mar.,357 sqq.
Tentener, Abra., 287. Ternate, 400. Tersmitten, 308, 315. Terven , 12. Testimonium Studii, 159.
Textor, Henr., 178. Thameu, 91 sqq. Thcatrum anatom., 289 sqq. Thelonia, 104, 103,106,341. Theobaldi, Nic, 30. Theodori, Jo,, pred., 313. Theodorici, 314. — Lamb., 183.
Tbeodoricus , can. b. Mar., 332 sqq.
Theodorus, com. Hull., 100. Thesauraria b. Mar,, 348 sqq. Thiel, Jan v., can., 333. Thienhoven, 333. Zie ook: Ploos. Thin, Flor., 2^2, 246. — G., 249.
Thomac, Gisb., 175. Thomas (S.) capcl., 323. — can. b. Mar., 351.
Thonisz., Herm., 281. Thoras, mr. de , 373. Three, locus-, 105. Thybout de Lang, mr., scucrmmr.,
300, 314, 319.
Thysius, Anto., prof., 278, Tichler, pred,, 301. |
Tie!, 3 sqq.
Tieleman, 267.
Till, Ja., 243, 246, 247.
Tilly, 374, 377.
Tilman, 326.
Tirasius, P., 121.
Toclast, inden-, herberg , 315.
Toledo, Fr. de, 239, 240, 242, 245.
— Ferd. dc, 243 sqq. Zie: Alva.
Tolck, 264, 266. Tolhuis, Jan, clocgieter, (1340) 220,
221, 22i, 228,231, 232.
Toll, Jo., 152. Tollesteechpoort, 217, 231, 232, 242, 294.
Tonisz., Will., 336. — — lautmeter, 224.
Toorus, 218, 236. — bvlhouwers-, 230.
— v." S. Mart., 204,321,324,327.
— leeuw-, 217.
— boc-, 218.
— vosse-, 218.
— bcren-, 220.
— wolf-, 220.
— ros-, 223.
— Jacobi-, 319.
— op'tstadhuis, 237,238,312.
Top, Dire, cast. vd. Vaert, 22a. Torek, Will., 6,26, 38, 212. Torre , de la, 239. Tortuur, 210,211,213,214,224.226,
236.
Toutenburch. Zie: Schenrk. Toverye , 206, 208, 212, 213. Tractaten, 221, 285, 291,334. Tragoedie. Zie: Comedio. Traut, Joost, beelth.. 217. Trasseles, mynh. v., 232. Trassy, Sr. Gelis, 264. Trecktafel, 305. Tregy, 179. Trello, Charl.,267. Trcnschcrcn, 250. Trenschoten, 206. Trcslong, adm., 248. Trier, aertsbissch. v., 204, 304 sqq, Triumphe, 213, 220, 223,282, Trommels, stads-, 295, 317. Trompers, 204, 207, 208, 211 212 225, 230, 232, 233, 234, 235, 238.
279,281,288,307.
Trompettcn, 232, 275, 314. Trouwe, die-, huis , 175. Tsestich, Dcsid., 244. Tuchthuis t'Utr., 301, 314. Turck, 225, 237, 239, 247. 37ifi. — Alex., 239.
Turnarius, b. Mar., 364. Turnhout, 270. Tuyl, 113. |
||||||||||
Storame personage, 209, 214.
Stoop, Ja., 152. — Will. vd„ 292.
Stoupa, Gouv., 320 sq. — mevr., 323.
Stoutenborch, 67,231. Strafford, Jeh., 204. Stralen, stad, 284. Straten, achter S. Pieter, 297. — hof in dc Brigitte-, 297.
Zie voorts de namen. — Will, v., prof., 279 sqq.
— H. v., 203.
Stragula graduum altaris, 328. Stratiouari, 115, 110. Streeflant, 4. Strang, Ro., 192, 193, 198. ,
Strick, Jan, 250, 235. — Jo., adv., 304.
Strays, Hcnr., 308. Stryen, 7. Strep vd. leghc dienaers, 218.
Stndentcn, 247, 200, 261, 267. Studium generale, 363. — Paris., 352.
Stuprum, 23 sqq. Subsidien , 260 sqq. passim. Subvention , 146, 215 sqq. passim. Succentorcn, 176,177,180,181, 312. Suffragacn , 23. Suggerode, Ger., 143.
Sumatra, 273.
Surcndonck , rect., 297.
Suve, Jan, 99.
Suylen. zie: Zuylen.
Swaentgens, {munt) 205.
Swamroers, 259.
Swanenburch, Will, v., schildcr, 314,
317.
Swarte Ruitcr, herberg, 243. — Ram , herberg , 270.
— sluis, fortresse, 303.
Swaerts , 232. Swavius, Adr., pred., 300,302.
Sweden, 33, 382.
Swcert, stad-, 203, 216, 217, 226,
227.
Sweertgcns, (munt) 213. Swertsenborch, gr. v., 212, 232. Sweytering, Hans, harnasmr. in, 263. Swoll. Zie: Zwoll. — Jac. v., 144, 244, 344.
Sybrandi, Taco, pred., 259 sqq. Syll, Gisb. v., 296,298,305,310. — Jo. v., giassch., 283.
— R. v., glasschr., 271,273,
Symou, presb., 29, 30. — mr., scherpregter, 208.
Symoniae crimen, 20. Symonsz., Ghisbr., 90. |
|||||||||||
425
|
|||||||||
Tuynen, 179.
Twystract, 260. s
Tyd, voorspocdighe-, 7, 12.
Tydingen , 232 sqq.
Tyela, Bern., dec. b. Mar, 364.
— can. b. Mar,, 370.
Tylly, gen., 372. IT.
tferwerc te Hoeruaer, 9.
— op de buerkerk, 203 (1506)
204, 275. — op't stadh., 257 sqq. — aan de Vacrt, 312. Zic: Horologie. Citvaert. Zie: Wlvaert.
V.
Vaendels vf h. cruyce vd. aflaten, 48.
— Blaauwe-,261.
— Burger-, (1573) 244 sqq.
— Scatter-, (1512] 204,211,2S5
sqq. — Trompers-, 211, 232, 233,
203. Vaert, de, 47, 214,225,227,235,236,
249, 258, 295, 301, 307, 312, 322, 325, 335, 336. — Leydsche-, 316, 319.
— Eemse-, 321. *
Vaesgens , 299. Valbcek, Carcl, {Jo. Carel), beyermr.,
317, 322, 324, 326.
Valck , Gos., picq., 242. Valckenettcn , 250, 259. Zic: Geschut. Valckestcyn, gr. v., 267. Valckius,vpred., 309. Valdenus, D., pied., 315. Valdez, Fr„ 243,245, 246. Valcm-ay , gouv. v. Cale*, 373. Vaicntyu , sccr., 213, 214. Vallan, prof., 322. Vargas, Fr. de, 243. Varkk, coilouel, 375. Varken, 'tvergulde-, herberg, 243. Vasa aenca, 177, 180. Yastelavont, 237. Vecht, 92, 110 sqq. passim 285,319. — Jo.vd., 43,191,192.
Vechtmeestcr, 260. Zie: Schermmr. Veecken, Gosew., 141,196. Veen, Sim. v., 275. - Veenbarnen, 203. Vecnendael, 283. Veenhuisen, 17.
Veer, Fra., 268. Velde, vd., pred.,298, 309,310,311. — Pet. vd., praep. S.Jo., 94sqq.
passim , 115. Velpen, Nic. v., 165.
Veltcater, de-, herb. (1571) 243.
in.
|
Veltgeschut, 210.
Vclthuysen, Agniete v., 283,288.
— A. Wernacrtsz. v., 284,
— J. Wernacrtsz. v., 282.
— Herm. Wernacrtsz. v.,
280, 288, 290, 291,292. — Dire v., borgermr., 167,
168, 291. — Lamb, v., 294.
Veltman, Fre., can. S. Jo., Ill, 113. Yeltteyckens, 168,240,282,300. Zie: Vaendels.
Veliiae census, 342 sqq. Vcnen, llhecn-, 315. Ycnetien, 372 sqq. pass. 274. Venlo, 11, 254,284, 382. Veno, Ludolph. a, praep. S. Jo., 156. Venrode , Anto. de, 178,181,304,365. Ycrborch, Corn., 322. Vercrachlen, 200, 292. Vcrdocs , Bruno, chirurg., 280 sqq. Vcrciooldc Schaap, 't, herb., 305. Verduvn, Rein., 239. Vere, 28. — Klbr. vd., 275.
— ter-, 28, 79, 84.
— marq. de la, 74,84.
Vcreeringeu, 294 sqq. Vcreerpcnningen, 297. Vcrgulde Yerken, 't, herb., (1571)
243.
Verhacr, commis, 380. — Bern., 99,140,143.
Verhel, Herm., 274. Verhcyden, Dau., 158,159,190,279. — Ja., 100.
Vcrhoeven, Theod., 288. Vcrkerk, D., 265. Vcriichting, stads-, 317 sqq. Vernegclen , 't geschut-, (1512) 204. Verrckvker, 295. Verreycken, sccr., 102.
Versehuur, cau. S. Jo., 160, Versen , 228. Versoeckcn, (tortuur) 210.
Vcrsteech , W., ysersn., 287,288. Vcrstraten, llenr. Jansz., boecdr.,271, 271, 270, 278,281, 285, 287.
Vestes, 365. Vexillum dedicationis , 177.
Vianeu, 4, 5, 0,12, 225, 238, 336. — Anto. v., 293.
— Adam v., goutsm., 270.
— Chr. v., 315.
— Gisb. T., 321, 322.
— Theod. de, 176.
Viant, bose-, 208. Vicarii, 308 sqq. Vierendeelen, 213. Viglius , 48, 240. Yiliauclair, 385. |
Ville , Hr. v., 243.
Villegisus, archiiapcli., 104 sq. Vilt, Hect., 308. Vinalia, 348 sqq. Vinekeburger stecgh, 200. Vinckius, pred., 30:*, 310. Vindelius, pred., 306. Vinea, can, b. Mar., 364 sq. Vinkeveen, B. v., Hi. Virey, Mynhr. v., 212. Virga argentea, 17'*, 178. Yirginitatis reparatio , 23. Visbrug, 227,283. Visrhery, 78 sqq, 383 sqq.
Visitatio, 23.
Visser, Bern., scbild., 293 sqq. pass.
— Jo., 293. Vita monastica , 353.
Vitelli, Scip., 245.
Vitra. Zie: Glasen.
Ylacnderen, 7.
Vleuten, huis te-, 53.
Vleyschhuis, 248, 291, 297.
Vlicgen, const v., 220.
Vlicgher, Lamb., can. b. Mar., 368.
Vliciden, 139.
Vlies, 'tguide-, te Middelb., 290.
Vliet, Corn, vd., pred., 315.
Vlissingen, 78, 79, 377.
Vloock , H., silvers:n., 311.
— Vr. v., 297.
Ylootc, groote-, 13. — Fra., 385, 396, 399.
— Spaansche, 283.
— Kugclsche, 398.
Vlug , J. Fri., 283. Vocabularium, 251. Yoecht v. Rynevelt, Joost de, 201.
_ _ — Henr. de, 242. — Ja. de, 24 sqq.
— Claes, 255.
— Leon., 278.
Voert, Ja. vd., G6, 232, 241.
— Goes, vd., 239, 241, 245, 269.
— Henriksz., Goert vd., 03, 205.
— Gisb. vd., 65, 161.
Voet,-Steph., can. b. Mar., 368. Voetboogh, 100. Voctius, Gisb., 286, 292, 298, 305.
— Paul., prof., 313.
Voetscemel voor deii Keyser, 225. Voetspoelingh, 384. Voeyer, 7 sq. 8 Vogels, Albr., 155. Vogelo, can. b. Mar., 351. Voghelaer, Claes Pictersz. vd., ysersn, en goutsm, (1587j 206 sqq.
Vois , Alew. de, org. in den Dom, 279, Volberghen, seer., 380. Volcanus, can. b. Mar., 352. Yolkersz., Corn,, 68. 57
|
|||||||
426
|
||||||||||
Vollenbove, P. de, 155,157.
— Albr. v., 283.
— D. J. v., 282.
— Goris v., 307.
— J. G. v., 259, 282.
— P. J. v., 307.
Volrebrug t't'lr., 175. Voltigeren, 270. Vondeling , 285. Yoornsebe dam, 266. Voorsanger in den Dom, 271. Yoorspraken, 210. Voorst, Luc. v., goutsm., (1647J 269,
303. — G. T.v., 265.
Voorstellcn v. h. gcschut, 259. Voort, vd., bnrgermr., 321, 371. Zie ook . Yoert.
Voorlhuyscn , 67. Vordemis, llcnr., 327. Yorst, sterke-, 13. Vos, G. 11. dc, altill. mr. v. Amst., 255. — Arn., can. S.Jo., Ill, 368.
— v. DricI, A., 357, 368.
— Jo., succ, 176,177,186186.
Vosberghen, de Hr., 376. Vosmecr, Tilm., 327. Vossetoorn , 218. Vrankryk, 9 sq. 382 sqq.
Vrechcmius, prcd., 312. Vrcde met En gel., 312. Vredehandcl tot Munst., 306. Vredemaken, 130,131. Vredeu, kerk te-, 310, Vredeuborch, 139,160, 213, 214,215, 236, 237, 240, 245, 248, 253.
Vreelant, kerk v.-, 170. Vrencke , Gcr.,can., 113, 357. Vriese, Lamb, dc, 195. — de , prof., 321.
Vrieslandt, 5, 327 sqq. Vroetvroiiw, 204,207,231. Vronestevu, can. S. Jo., 160. — " Ev. v., 299.
Yrouwenbcclt, Onse L,-, 165. Vrouwencloostcr, 265. Vroyc, Balth., 181. Try, Ja.de, 325.
Vuecht, Ja. de, 25 sqq.
Vuer, rechtcn metten-, 208, 210,211.
Vuersche stecgh, 295.
Vuerse, 67.
Vuerwerker, 270.
Yuerysers , (munt) 2.
Vuestslagh, 130, 131.
Vulmolen, 287,289,291,300.
Vulneratio, 114.
Vuyl, in den-, herb., 304.
Yuylpoort, ecclesia de, 26.
Yuystingh, Lod., goutsm., 276,278,
|
||||||||||
Vuystingbii compilation 163.
Vygh, Claes, amptni., 240. Vyolen, 232. W.
Wachtendonck verov., 271.
W ae-hthuis: de Valck , 218, 219. — de
Bontc Krce, 218, 219. — Castilien, 219. — de Raven, 218, 219. — de Nagtegael, 220. — dc Coolmees, 223. — de Oycvaer, 223. Waeccloc, 221.
Wael/t, 167,338.
— dc, riv., 237.
— Era, vd., pestmr., 270.
— Fr. vd., can. S. Jo., 177.
— J. de ,can. S.Jo-, 143 sqq. pass.
Waelsche kerk, t'Utrccht, 260,287. — gemeente, 289.
— schoolmr., (1537) 218.
Waermont, admr., 270. Wacrscgghcr, 212. Wacsbcrge, J. dc ,boekverc, 298,311.
Waghcnspoor, 5, 299. Wagheninghen , 61,156, 336. Wal, Ja. vd„ 270. Walchcrcn, 28. — Jan v., voorles., 309.
— Wilh. v., 324, 326.
Wall, J.W.vd,, 294. Wallendael, pred., 316. Wallcnsteyn, bert. v. Friedl.,374 sqq. Wallis, Jo., praes. colleg. Lexov., 154.
Walta, pracsid., 353, 377. Waltcrus, can. b. War., 351 sqq, — praep., 353.
Waltgcrus, 105. Wambekc, 92,106,207. Wang, brant in de-, 210. Wannc, in de-, (tortuur), 312. AVapens, keiserl., 215, 220. — 'sbiscops-, (1527)212.
— v. hetSticbt, (1527) 212.
— vd. Paus, 224.
— v. hot cap. v. S. Jan, 167sqq.
— v. Mcvr. v. Savoycn , 215.
— vd. Aelmos., 283.
— v. Spanje, 239, 241.
— op't geschut, 253.
— dcr rcgentcn v. d. stad, 319.
~ stads-, 207, 212, 218, 222, 226, 227, 228, 230, 232, 235, 241,
256, 258, 268, 269, 271, 280, 282, 290, 294, 296, 301, 314, 317,318. Wapenschicring, 319.
Wapensnvdcr. Zie: Stcmpclsnydcr.
Warde, Rich., 264.
Warenborcb , Nic. v., 237.
Warcudorff, stad, gesubs., 283.
|
||||||||||
Wasscnaer, Abel, lantmr., 302,308.
— Tbeod., praep. S.Jo.,179. Water, 7 sqq.
Waterlaet, Lamb, vd., 298,306.
Watermolen, 3, 4,227,266,269,270, 307, 330.
Waterhonden, 100. Watcrpot, silv.-, 266. Watcrspuiten, (1560) 233, 316 sqq. Waterryck, D. v., 279. Watervase, silv.-, 269. Waveren, 341,345. — G. Lap v., 292.
Wech, Seyster, 295. — groene-, 300.
Wcdc, Barth. v., goutsm., (1542) 222.
— Flor.v., 261.
— Ev. v., proc. gen., 294.
Wccckcl. advysen, 302. — collecte, 280.
Wecftouwen , 316. Wcclens , den Hr., 170. Weerde, burch. v.-, 95. > Weerdt, vd., can., 149. — Th., can., 368.
Weerhanen, 229, 258. Wecrtpoort, 279, 294,296. Weeshuis, 258, 267,300. Weffcnstad gesubs., 236, Wcly, Corn., v., 246. Wemaer, A., 314. Weminon, Hr., 379 sq. Wemmer, Nic, apoth., 176. WenzeJinus, dec. S. Jo., 106. Wcrchoven, B. Claes van, silversm., 330.
— den Hr.,304.
Werdenborch , Jor. Car. v., 238. Wcrdenhagen, J. A„ 282. Wereltcaerten , 318. Wercyns, hert. toe Saxcn, 55. Wcrfuze, Hr. v., 232. Weasel, 177. Westcapelle, 28. Wcstcrholt, Borch. v., 330. — Jor. Herm. v., 237.
Wcstfrisia , 14 sqq. Westind. Comp., 300, 384 sqq. Westphaling, Jo., 25, 26. Wcstraven. Zie: Raven. Westrenen, juffr. v., 265. — G.de,can.S.Jo., 111,113.
— Ja. v., 98.
— mr. Acrnt v., 299.
Wcstveen, 93, 109. Wevelinchoven. Zie: Floris. Weyborch, Auto., organ., 298,275. — Pet,, tromper en daarna
organ., 232 (i960), 234, 254,257, 259,260, 261, 202, 203,267,272. Weyde, Ja. vd., 316.
|
||||||||||
*
|
||||||||||
427
|
||||||||||
Witfeld, Sim., conrect., 282.
Witte Wynthont, in de-, herb., 243. Wittensz,, Witte, 142, 242. Wittevr. poort, 215, 251, 269, 279, 290, 307, 309,311, 312,325.
Zie 00k: Poort.
— convent, 40, 265, 279. Woerden , 29, 195. Woerdt, Gisb., 169, 292. Wocstyne, Helena vd., 327. Wolferen, 7 sq. Wolfert, die schryvers gedicht, (1508) 204.
Wolff, seer., 376. — met de bcllcn, (stuk geschut),
253, 255. Wolftoorn, 220.
Wolzogen, prcd., 316, 318.
Worchem, 3, 286.
Woude, 'thuis ter-, 275.
Woudenberch , 67.
Woudrichem, J. Tarn de, can. b.Mar.,
357.
Wouter Inghen, 368. Wouteri, Jo., 370. Woutersz., Jan., glassch., 308. — Jan Jansz., 297.
— Jan , 5.
— Liew., 240.
Wouw, Henr., 177. Woyd, J., 264. Wteubogaert, Fra., 170, 311. — Fr. G., 277.
'— Jo., 262. sqq. pa sim. — A., schoolmr., 255 sqq.
Wtenengh, 161,191. — B., seer., 274.
— H. S„ 276.
Wienham , Fri., 50 sqq. 196. — Jo., 54.
Wtenleen, Erenb., lit. — Jo., can. S. Jo., 111.
Wtenloe, Albr., 31. — Sw., 62.
Wtenwerdt, Petr., glasschr., (1542) 223, 227, — Domic, vie, 365,
— Th., 54, 195.
Wtercornmarct, Abra., can. b. Mar., 358.
Wtenvyc, Herm., 181. Wtewall, hopm., 306. Wtvaert, 218, 229, 232, 239, 241. Wulven, Dire v., 136, 139. Wyck, 62,92, 104, 186,261. — Anto. v., 292.
— Wilh. de, can. S.Jo., 111.
— Laur. v., steenh., 237.
— Goyertv., 307.
— deken, 297.
Wyckersloot ( will, v., 241 sqq. |
||||||||||
Wyckcrsloot, Roel. v., 68.
— hooftm., 290.
Wyeltrap, 221. Wynant, Dr, 206. Wynantsz., J., 137. Wynbcrgcn, Jo. v., burgcrmr. van
Amersf., 299. — Aernt v., 308.
Wynbrou, Barth., 319,321. Wyn-gaerden, Brun. v., 243. Wynkelder, 2*6. Wynt, een-, 247.
Wynter, Henr., 302. Wys, Wilh. de , 156. Wyse, Hub., can. S. Jo., 111. Wyt, Jo., dec. b. Mar., 368, 370. Wytman, Ja. v., 331. ¥•
Yde, Ger., 114.
Yemansz., Anto., 48. Ypocras, 179. Ysa'exsz, G., 176. Ysbrantsz, Lamb., 274,275. — Ysbra., 207.
Ysendoorn, Jo. v., schout tot Wyck, 299.
Yscndyck, Will, de, 116. Ysers, 256, 257. - G., 114.
Yscrsnyder, 258 sqq, Zie: Stempel- snyder.
Yssel, 67. Ysselstcyn , 1 sqq. 67, 232. — Aernt v., 52.
— conv. in-, 180.
— Florys v., gr. v. Burcn ,
3 sqq. 51, 57. Zie: Buren. — Frc.v., 3.
Ysselstroom, 294, 390. Z.
Zallant, 330.
Zande, Jo. de, can. S.Jo., 111.
Zass, Theod.. 175.
Zaunschliffer, Otto, pred. t'Amersf,,
240, 293.
Zeeborchgelt, 136. Zeehont, levende-, (1508)204. Zeelandcr, Will., 116. Zeelarfdini casei, 341 sqq. Zcelant, 7,21, 29,39,42. Zeerick , 5. Zegel, 167,226,2S8,332. Zie: Seghel.
Zevenhoven , 91 sqq. Zeyl, Fevo de, 18, 30,32, 38. Zeyst, kerk v.. 162. Zielbroers te buurkerc, 205. Zierickzee, 31, 42 79, |
||||||||||
Weymaersche kerk, 296.
Weymau, Claes, glasschilder, (1508) 204,207,211. — Jan, glasschild., (1307) 204.
— Melch., glasschr., 267.
Weyt, 5, 12. Weyt. Zie: Wyt.
Wezc, Marc, de, praep. Culenb., 174.
— et Wale, 36.
Wczel, speelluden v., 212. — stad, verov., 283.
Wezelinus, dec, 106. Wichcrus, can. b. Mar., 325. Wicht, Cour., 128. Wickenborch, Abr. v., 316 sqq. — Anto. v., 299.
— Alb., 155.
— Corn., 176.
— clockeg., 176.
— Jo., apoth., 176.
— Rein., 115.
— Ro.,115. ZieookWillemsz.
"Wilhelmus, praep., 353. — can. b. Mar., 353.
— abbas Trudon., 93, 109.
— episc. Traj., 92,105.
— com. Hoil., 93.
— Rex Ro.,93,109.
— Juliac. dux., 120.
Willacrt, Jan, schild., 320, 326. — Adam, can. S. Jo., 13,170.
— Isaacq, schild., 318.
Willem, mr. clockgieter, (1505)203. — die greefmr,, 204.
Willcmstad, eiland, 300. Willemsz., Will., busc. mr., 261. — Melch., 91,103.
— Rul., schild., 232,239,241.
— Jor., 265.
— Jan, lantmr., (1569) 241.
— Mem., 136. *
— Claes en Huych, 99.
— Dire, 288.
— Dire, 246,
Zie 00k: Wilhelmi. Wiluis, 91 sqq.
Wilvoerden, 235.
Windeck, gemeente v.-, 310.
Winsen , Voet v.-, 323.
Winsensteghe, 285.
Wint, S. Matth.-, 1.
Winter, Henr., 314.
Wisch, Anna v., 326.
Wissenbach, D., 312.
Wissers, 261.
Witerus, can. b. Mar., 353.
Witfeld, Ger. Jansz. v., schild., 218.
|
||||||||||
s
|
||||||||||
428
|
|||||||||||
Zoflst, 67.
Zoete, E. de, 196.
Zosius, Tho., 244.
Zoudenbalch, can. b. Mar., 364, 365.
— Heur. de, 368.
7out, 69 sqq.
Zoutelande, 79. Zoutnering, 69 sqq. Zuerbier, 53. Zuermont, Will, v., can. 8. Jo., Ill sqq.
Zuiderzee, 66. Zurich, 382. Zwtpbeu, leghor voor, 261.
— Ger. y., 215. |
|||||||||||
Zuvendyck, 2.
Zuyleu, dec, 160 |
|||||||||||
Zuylen, G. v., seer., 164.
— Jo'. Jo. v., 270, 271.
— Th. de, miles, 175.
Zuyten, 'thuister, 332. Zwaen, de , by't vleysh., herb., 243.
— in de Cocstraet, herb., 243. Zwanen, 100. Zweden, Karel v., 271. Zwcert. Zie: Sweert. Zweertdansers v. Amst., (1528) 214. Zweten, Nic. de, 256. Zwitsers, 394. Zwoll, 330 sq. Zyll. Zie: Syll. |
|||||||||||
can., 177 sqq. pass.
Adr. v., dec. S.Jo., 139,164. Adr. de, can. S.Jo., 191. v. Nyevelt, A. v., 374 sqq. — — Steph.v.142,143.
— — Fre. v., 168.
v. Drakcnborch, N. v., 245
sqq.
v. Blickcnborcb, Ger.v., 54.
mynhr. v., 278.
Cornelia v., 270.
Dire T., 52, 05.
|
|||||||||||