-ocr page 1-

s. /V ,

TIJDSCHRIFT

VOOR

DIERGENEESKUNDE

UITGEGEVEN DOOR DE

KONINKLIJKE NEDERLANDSE
MAATSCHAPPIJ VOOR DIERGENEESKUNDE

ONDER REDAK EIE VAN

Dr. J. M. VAN LEEUWEN, Voorzitter
Drs. M. .1. G. SCHOENMAKERS, Penningmeester
Dr.
J. S. VAN DER KAMP. Drs. C. L. VAN LIMBORGH.
Drs. M. A. MOONS. Dr. D. TAI.SMA. Leden.

REDAKTEUR
.1. C. DE GEUS

HONDERD EN VLIEDE DEEL

G. VAN DEIK RA\'. - BREt^KEl EN - 1980

(EHE VEIERINARY QlJAREERl.Y: zie SUPPEEMENI)
Bibliotheek der
Rijksuniversiteit te Utrecht
Afd. Diergeneeskunde

-ocr page 2- -ocr page 3-

INHOl D

INDEX VAN NAMEN

Auteurs

Akkermans, ,E P, W, M,. 826
Amerongen, ,1, .E van, 22. 40.3

Bakhuizen, Th„ .327

Barteling. S, .E. 695

Beersma. P, E. M„ 204

Bekkum. J, G, van, 52, 292, 299, 705

Beukelen, P, van. 347. 529

Binkhorst. G, .E, 87

Blok, G,, 529

Boer, G, de, 912

Boer, G, E, de, 665

Boer, M, J, de, 232, 299

Bokhout, B, A,, 187. 706

Bool. P, H„ 583

Boom, J„ 484

Boon, .1, H,, 1077

Boonman, D, C. M,, 16

Borgsteede, E, H, M,, 758

Borm, P, J,, 526

Bos, H„ 792

Bosman, B, T,, 192

Brand, A,, 22

Braunius, W, W„ 835

Breukink, H, ,1,, 242, 347, 999

Broersma, K, S„ 912

Bronswijk. .1. E, M, H. van, 192

Brus, D, H. ,1,, 826

Buitelaar, M, N,, 535

Bijker, P. (i. 11,, 433, 475

Dieten, J, S, M. M, van, 242
Dik, K. ,)., 90, 863
Dorrestein, G, M,, 535
Dijk, J, E, van, 227

Eek, J, 11, H, van, 409
Eikelenboom, Ci,, 797
Eikelenboom, ,1, E,, 71
Ellens, D. ,1,, 644
E,xsel, A, C, A, van, 826

Elipse, 1„ P,, 493
Eranken, P,, 156, 529, 1060
Fransen, T,, 433, 475

Ciaag, F van der, 227
Garben, A. F. M., 192
Cioedegebuure, S, A,, 1049
Gooi, F, ,1, P, .1, E, van, 76
Cioossens, H, .A,, 71
Goren, E,, 290, 408. 724
Goudswaard, ,F, 332
Groot, A, D, dc, 587
Cirootenhuis, G,, 715
Gunnik, .1, W,, 730

Haagsma, .F. 705
Hartog, ,1, M, P, den, 967
Hazelkamp, G, P. F, van den, 900

Heeger, F, R., 147
Hende, C, van, 1054
Hendriks, J,, 764
Houben, ,1, H,, 900, 959
Hout, F, in
\'1, 912
Houwers, 1), ,1,, 661

Ingh, T, S, G, A, M, van den, 227

,lansen, J,, 158
.lansen. H, M„ 347
,long, M. F, de, 519, 71 1
,long. W, A, de, 724

Kersjes, A, W„ 207
Kimman, T, Ci,, 240
Koolmees, P. A,, 433
Koopman. .1, .1,. 797
Krol, B„ 285, 900
Kroneman. .F. 1019, 1049
Kuiper, R,, 156, 999, 1060
Küsters, H, ,1, M„ 183

Faak, E, A, ter, 719
Fabots, H„ 892
Fceuw, P, W, de, 644, 689
Fieshout, C. G. van, 347, 782
Fimborg, C, F, van, 96
Logtestijn, .1, Ci, van, 797
Fumeij, .1, L,. 729

Mastenbroek, N,, 657
Meloen, R, H,, 699
Merkens, H. W,, 818
Messel, M, A, van, 58
Meulstege, F, ,1,, 484
Mey, G, W, ,1. van der, 792
Meijer, P,, 240

Meijs, C. C. ,1. M, van der, 887
Miert, A, S, ,1, P, A, M. van, 207
Mirck, M, H,, .<i64
Misdorp, W,, 395
Moraal, L, G,, 327
Muylle, E,, 1054

Németh, F,. 242
NiehoL .1,. 912
Nieuwstadl, A, van, 636
Nooder, 11, ,F, 139
Oei, H, L„ 493
Okkens, A, C,, 7.30
Oosterom, ,1,, 49
Oosterwoud, R, A,. 519
Os. .1, L, van, 37
Ordelman, G, ,L, 295
Over, H, .1,. 158, 757, 771
Overhaus, H, B, M,, 74
Oyaert, W,, 1054

Pekelder, .1, .F, 232
Pereboom, W. D,, 561
Poll, P, H, A,, 76

-ocr page 4-

Pool. .1. A. van der, 2
Postma. H, .1.. 544
Postma, K. P.. 74
Poulos, P. W., .\'i.W,
}62

Quak, .J., 657

Rep, B. H., 282
Ressang, A. A., 657
Roepke, W. J., 248
Romme, A. M. C. S., 796
Rondhuis, P. R., 826
Roon, P. S. van, 951
Ruitenberg, E. .E, 160
Rij, R. van de, 32
Rijnberg-de Waal, I.., 526

.Scholten, J. E M.. 433, 475
Smil, M. P,, 139
Smit, Eh., 327, 787
Smulders, E. J. .M.. 797
Sol, J., 154
Stallinga, P.. 157
Stam, .1. W. E., 729
Stekelcnburg, E. K., 892
Steijaert, C. E. E. M., 526
Stöber, M., 1006
Stok, W., 187
Storm. H. P. K., I 12

Taimon, E. Ph., 232
Ecrpstra, C., 52, 292,
299. 650
Tielen, M. .1. M., 22, 826
Tiessink, .1. W. A., 689

Valk, P. C. van der, 60h
VerhoelT, .1., 728
Vermeulen. C. ,1.. 45
Verwer, M. A. .1., 251
Vlaminck, K,, 1054
Vliet, G. \\an, 764
Vogel, E., 7.30
Voortman, O., 87
Vroman, E., 601

Wagenaar, G., 275
Wal, P. G. van der, 42
Walvoort, H. C., 87
Wecda, .1. T., 519
Wegen. P. .1. M. van, 106, 488
Wehl, D. A. P.. 204
Wensing, Eh., 1069
Wetzlar, Y. I. E. A., 771
Wolvekamp, W. I b. C., 729
Wijsmuller, .1. M., 108

De infornunie is in onderwerpen opgespliisi.
\\aslag van de inde.x geschiedt hoofdzakelijk
langs twee hoofdingangen:
/. de naam van de auteur(s) in een apart

auteursregister:
2. de onderwerpen, omvattende de titels van
de publikaties en referaten, zoveel mogelijk
per hoifdonderwerp gegroepeerd en waar
nodig ter bevordering van vlot opzoeken
van trefwoorden voorzien.
Een speciale codering geeft aan of het artikelen,
referaten dan wel andere rubrieken betrefi.

-ocr page 5-

INDEX VAN ONDERWERPEN

Toelichting,

De volgende codering (letters) achter de pagmanunimers bij verwij/ing is van toepassing:

a verwijst naar een OORSPRONKELIJK AR EIKEL en andere artikelen
kl \\erwijst naar een KLINISCHE. l.ES
Slim \\erwijst naar de rubriek SLMVLARY

verwiist naar de rubriek SHOR I COMMUNICA I IONS
pr verwijst naar de rubriek l IT EN VOOR DE PRAK I LIK
kk verwijst naar de rubriek KLINISCH KLEIN
br verwijst naar de rubriek BRIEVEN AAN DE REDAK I IE

verwijst naar de rubriek VETERINAIR .lOLRNAAL
VS verwijst naar de rubriek VE I ERINAIRE SNAPSHOI S
r verwijst naar de rubriek REEERAI EN
\\a verwijst naar de rubriek \\ RAA(1 EN AN I WOORD
in Ncrwijst naar de rubriek INCiEZONDEN
bv \\erwijst naar de rubriek BERICHTEN EN \\ ERSl.A(iEN
vv verwijst naar de rubriek M E DEDE1 I Nd EN VHI VD
mij verwijst naar de rubriek K.N.M.v.D.

Voor de inde.x van The \\ ctcriiiiirv Qiwricriv (naslaan van artikelen overgenomen uit \'The l\'eleriiwn
Qiutncrtv.
die integraal /ijn weergegeven in de alleveringen van 15 januari (2). 15 april (8). 15 juli (14)
en 15 oktober (20) 1980 van het
Tiidschrifi voor Diergenceskunüc), wordt verwe/en naar het hierbij
aansluitende supplement.

AAP

Symptomatologie bij een met Hepatitis B virus (HBV) besmette chimpansee, 547 r
Regressie van atherosclerosis bij Rhesusapen, 614 r
ACV-Controle - Wat is en doet de ACV-Controle\',\', 10.17 bv

.Agribusiness - Minister Braks over perspectieven voor on/e agribusiness. 1094 bv
Alligator - Perforatie van Neussinus bij een alligator, 798 r
AN I HELMIN
I ICA

Het gebruik van trichloorfon als anthelmintieum voor paarden, 564 pr
AN I IBIOTICA

(lentarnycine voor de behandeling van moeilijk tc gene/en urinevveginfecties bij de hond, I 1,1 r
Diarrhee - Voor/ichtigheid geboden, 156 in

Opnieuw ontstaan van pseudo-membraneu/e colitis na therapie met vancornycine, 161 r
Post-antibiotiscbe pseudo-membraneu/e colitis en verwante vormen van diarrhee na gebruik van
antibiotica, II Microbiologische aspecten, yi\'S r
Cientamycine, 500 r

Het gebruik van oxytetracycline-HCL neusspray bij biggen ter bestrijding en preventie van Atrofische
rhinitis, I 79 a

Penicilline - Vroeg embryonale sterfte na een penicilline-injectie, 674 r

Kalfsvlees - Minister Braks: Nederlands kalfsvlees is vrij van hormonale groeistoffen, 1025 bv
A l ROEISCHE RHINI EIS -
zie VARKEN
ALMESZKY

De /iekte van ,Aujes/ky: Entproblematick en ent-advies, 108 in
Virus van ,Aujes/ky gepaard met abortus bij varkens, I 16, 254 r

Lymlocvtentransformatie iu vitro na infectie en vaccinatie met het v irus van de/iekte v an Aujes/ky, .101 r
Entingen tegen de /iekte van Aujes/ky, ,10,1 r

Recent onder/oek betreffende de ziekte van ,Aujes/ky in varkens en runderen, 689 a
Vaccinatie van mestbiggen tegen de /iekte van Aujes/ky, 826 a
Het vaccineren van ,,niet-varkens"" tegen de /lekte van ,Aujes/kv. 1084 vj
Vaccinatie tegen de /lekte van .Aujes/ky. 1090 r

sc

-ocr page 6-

B

BOEKBESPREK.1NG

Patterns of Growth and Development in Cattle, 58

Grundriss der speziellen pathologischem Anatomie der Haustiere. I 12

Vlaams Diergeneeskundig Tijdschrift. 145. 215. 424. 545. 1036

Verminose - Diagnose van verminose door koprologisch onderzoek. 215

Genetics and Hereditary Diseases of the Przewalski Horse. 225

Kat in de stad. 250

Respiratory Disease in Cattle. 300

florseshoeing theory and Hoofcare. 333

Calcium regulation in Sub-Mammalian Vertebrates. 378

Nutztierethologie. 423

Artificial breeding of non-domestic animals. 459
Mycotoxins. 504

Lehrbuch der Schafkrankheiten. 545
Veterinary Helminthology. 563

Ehe husbandry and medicine of the parrot family. 600
Atlas der topografischen Anatomie der Haustiere. 649
Wörterbuch der Veterinärmedizin. 656
Clinical examination of Cattle. 660
Abnormalities of companion animals, 678

fhe future of Beef Production in the European Community. 734

Grundwerte der Tiergesundheit und Tierhaltung. 770

Kleurvererving bij paarden. 802

1000 Tips voor de Hondenvriend. 803

Dierenwelzijn en Recht. 848

\'fhe Veterinary Annual, 849. 1093 r

Kompendium der veterinärmedizinischen Mikrobiologie. Ein Leitfaden für Studierende, feil IL Spe-
zielle Bakteriologie und Mykologie. 849
Buiatrik. 855
Kleine Kynologie. 899

An Atlas of Surgical Approaches to the Bones of the Horse. 918

An Atlas of Surgical Approaches to Bones of the Dog and Cat. 978

Physiology and control of parturation in domestic animals. 978

Outlines of ,Anitnal Immunobiology. 1033

Maul- und Klauenseuche, 1034

Farm animal behaviour. 1034

Digestion in the pig. 1076

Complete Handbook of Approved New Animal Drugs in the United Slates. I 109
Der Wellensitlich - Heimticr und Patient. 1033
Beurzen voor de Verenigde Staten (Eulbright beurzen). 816 bv

CAMPVI.OBACIER - :ic HAMSI ER. KAT. MENS. VARKEN

CANINE PARNO VIRLS-r/c HOND

CAVIA

Anaeslheseren \\an cavia\'s en hamsters met Ketaset Plus-!. 1031 r
Ovariectomie bij de cavia. 256 r
Overgevoeligheid \\an caviae \\ oor pctiicillinc. 1089 r
CDI - 75-.1ARIG BESLAAN CDI

75 Jaar Centraal Diergeneeskundig Instituut door P. H. BooL 583 a
Onderzoek als leerproces door A. D. de Groot. 587 a
Het nut van nieuwsgierigheid door L. Vroman. 601 a

Inleidingen gehouden ler gelgenheid van het 75-jarig bestaan van het CDI door:

H. J. Over. 757

.1. G. van Bekkum. 631

.1. Haagsma, 705

J. M, van Leeuwen, 776

Milieu-effectrapportering door J, lesink, 778 a
Een mond vol gif door C, G, van Lieshout, 782 a

N,B, De wetenschappelijke inleidingen zijn in de per hoofdonderwerp gegroepeerde titels in de
betreffende ,seciies (per diersoort) elders in de index terug le vinden,
CIVO-TNO - Nieuwe structuur CIVO-1 NO, 122 bv
COLIBACIl.LOSE -
zie KIP

-ocr page 7-

COMPl TER

Dieren, data en diagnostiek. 2 a
Informatie in drievoud, 22 a

Het gebruik van de computer in de veterinaire bedrijfsbegeleiding, 22 a

Organisatorische aspecten en gebruiksmogelijkheden van computertoepassingen voorde particuliere
dierenarts, .12 a

Dierenartsen en computers, 11 a
fONClRESSEN CURSUSSEN

Medisch Informatica Congres I9H(), 59. 170

XWIIl Annual Colloquium - Protides of the Biological Eluids, 60
Cursus Sensorische analyse CIVO-TNO, 86, 1096

Voorjaarsdagen 1980 - The Netherlands Small Animal Veterinary Association, 1 18, .108
Symposium Nederlandse Vereniging voor Proefdierkunde, 119

9th International Congress on .Animal Reproduction and .Artificial Insemination in Madrid, 119, 22.1

Committee on Eood Microbiology and Hygiene XE International Symposium,Denmark, 120

Weltkongress l.ebensmittelinfektionen und -Intoxikationen in Berlin, 121

2nd International Symposium of Veterinary Laboratory Diagnosticians in Lucerne, 121

Werkgroep Dierpatiiologen, 122 bv, ,T14 bv, 869 bv

lagung: Krankheiten der Vögel, 166 bv

Symposium over de Residuen, de Loxicologie en het Gebruik van Anabolica, Dublin 170
IPVS 1980 Congress International Pig Veterinary Society, Copenhagen. 170
XVlIl Wissenschaftliche lagung der Gesellschaft für Versuchstierkunde, 186
16, Internationales Symposium über Geschichte der Veterinärmedizin, 186

Kaderdag CAR - Centrale Asiel Raad \\ ande Nederlandse Vereniging tot Bescherming van Dieren, 222
"i\'-i

Verslag symposium Tïiergeneeskunde en Specialisatie\', 257 bv
Vortragslolge \'Krankheiten des Pferdes\', 260

Versuchstierkunde Gastseminare des Zentralen Tierlaboratoriums der Universität Essen, 260
Eortbildungskurs Homöopathie für Tierärzte, 260
I he Ruininant Immune System, 261

8th International Symposium of World Assocation of Veterinary Eood-Hygienists, 26.1
III. Internationaler Kongress für Eierhygiene, 26.1
VL Europäische Geflügelkonferenz der WSPA, 26.1

VH. World Congress of World Small Animal Veterinary .Association, 264
BVA Congress 1980 - University of York, 264
AO-kursus.sen, Waldenburg, .107 bv
Regionale Arbeitstagung Süd in Kempten, 110

DANS 1980 - Tweede nascbolingsdag voor dierenarlsassistenten, .110
Summer Meeting 1980 of the Society for Veterinary Ethology, 11 1
Stichting afnemers controle op veevoeder. Landelijke Studiedag, .11 I
29. Internationale Fachtagung für künstliche Besamung der Haustiere, 11 1
Syndicat Nationale des Vétérinaires Praticiens Fiançais, .112

Deutscher 1 ierärztetag 1980 und Kongress der Akademie für tierärztliche Eortblldung (.A LF), 114
Jahresversammlung 80 der Schwciz. Vereinigung für Kleintiermedizin, 115
Summer Meeting 1980 of the Society for Veterinary l-tbology, 1,16
Seminar Milieukunde 1980 1981, 1.16

World Congress Foodborne Infections and Intoxications, 179

1 urkey Congress - Comité Européen de la Dinde - Premier Congrès, .179

Coursc for Fracture Ireatment and Reconstructive Surgery in the Equine, 419

\'Diagnose und Bekämpfung der Aujeszkyschen Krankheit Pseudorabies\', 46.1

European Veterinary Pathological Society, 464

All - Fortbildungsscminar: \'Parasitosen beim Schwein", 464

WSAVA - 7th World Congress, 492

Flämatologenkongress, 492

Cursus eenvoudig laboratoriumonderzoek, 511 mij
Afscheidssymposium prof. dr. H. van Genderen, 552

Next AO-VE l course in Davos (Switserland) 1980 ( 1 heorctical basis and practical principles of stable
internal fixation in animals), 620

Congrès Européen des Vétérinaires, Avignon 1980, 621, 811
XXII World Veterinary Congress (WVA), 627

Verslag van deelname aan de 29. I agung der europäischer Cicsellschaft für Vcterinärpathologic en de

64. Fagung der deutschen Gesellschaft für Pathologie te Bremen op 27 en 28 mei 1980, 675

Spelderholt Symposia on quality of poultry meat and eggs, 677

Symposium 40jaar Voedingsorganisatie FNO Uitkomst en Uitzicht, 717

Svmposium - Respiratoire aandoeningen van bet Rund, diagnose, preventie therapie, 718

International Svmposium \'Dietary Fibre in Human and Animal Nutrition\', New Zealand, 718

CBS cursussen Medische Mycologie, 7.18

-ocr page 8-

4e Nationaal congres over onderzoek van het w.o. \'Kwaliteitsverbetering van het Onderwijs\', 7.19
.\'\\0 ASIF courses for small animal practitioners, 854
Benelux-Symposium, 869

World Congress of Buiatrics, Tel Aviv. Israël 20-2.1 oct. 1980, 877 mij
1 fAL-cursus. 920
Benelux-symposium, 920

World Association of Veterinary Food ffygienists Eighth Symposium. 949

1er Congrès Eatin-.Méditerranéen de Médecine Vétérinaires pour Petits Animaux .\\X Congrès
National Italien des Vétérinaires des Petits Animaux. 958
Elanco Varkenssymposium. 989

Jahrestag der Fachgruppe\'Kleintierkrankheiten\'-titel: Oestrus Verhütung und Mamma Tumoren, 10.16
17th Annual Meeting ofthe European Association for the Study of Diabetes. 1096
17th International Symposium on the ffistory of Veterinary Medicine. 1096

Darmflora - De gastheer en zijn microllora: Een ecologische eenheid. 975
DERMAZELEON -
:ie PAARD

\'Diergeneeskunde en Samenleving\' (Werkgroep) lezingencyclus. 122 bv. 146. 147 a. 15,1 bv. 551 bv
Diploma\'s - Belgische diploma\'s in Nederland en Nederlandse diploma\'s in België. 866
DMSO - Dimethyl sulfoxide (DMSO): farmacologische toxicologische eigenschappen en klinische toepas-
singsmogelijkheden. 205 va

DNA - Industriële toepassingen van Recombinant DNA. 844 bv
DOORLOPENDE AGENDA

6.1. 80. 127. 175. 219. 268. ,115. .154. .185. 426. 468. 507. 55.1. 62.1. 681. 744. 857. 872. 923. 980. 1040. 1099

Ecto-parasieten - Verkregen chemo-resistentie bij ecto-parasieten, I 13 r
EEG - Raad \\an Ministers (Landbouw) veterinaire maatregelen. 1095 bv
EEND

Levamisole bij eenden en ganzen. 547 r
ELISA - E\\aluatie \\an de leukassay® F test. 547 r
El fflEK

Normen en goede redenen. 147 a

Minister Braks wil controleerbare maatregelen tegen couperen van hondeoren. 439 bv
.Aantasting van dierlijk welzijn is meetbaar. 498 b\\

Ethische, sociologische en psychologische aspecten \\ an de verhouding mens-dier. hun betekenis voorde

publieke discussie over dierproeven. 732 r

Batterijen: Een bedrijfssysteem tnet spanningseicmenten, 1026 vj

EACULTEI 1

Enquéte-fortnulier aan leden Groep Praktici Grote Huisdieren, 31 bv
Klinische Avond, 153 h\\. 368 bv. 869 b\\
Paticntcnaanbod. 307 bv

Lectoren worden hoogleraar - \'Richtlijnen 1980 inzake de salariëring van hoogleraren\', 368 bv

Verslag van een bezoek aan zes veterinaire opleidingen in Noord-,Amerika, 412 b\\

Patiënten-aanbod - tegemoetkoming vervoerskosten runderpatiënten, 551 b\\

.Afscheid van de E\'aculteit - afscheid van prof, dr, S, R, Numans, 578 mij

t)ictaat Vogelziekten. 694 b\\

Benoeming dr, A, H, Willemse, 694 b\\

Dictaat Virusziekten. 869 bv

Afscheid als hoogleraar - Afscheid van proL dr, G, Wagenaar, 995
Veterinair Pathologische Anatomie. 1085 bv

Opening Hoofdgebouw Diergeneeskunde van de Rijksuniversiteit tc Ltrecht. 1 106
Earmacologie, Loxicologie en Therapeutica - First International Congress. Cambridge (Verslag), 834 b\\
Eulbright beurzen (LSA), 816 bv

GANS

Levamisole bij eencfcn en ganzen, 547 r

-ocr page 9-

GEIT

Contagieuze ecthyma bij geiten, 1 1.3 r

Ecthyma, een bekende ziekte waar te weinig van bekend is. 232 pr
GENEESMIDDEL

Patiënt op maat bedienen met geneesmiddelen. 825 bv
Dr. Saai van Zwanenberg Stichting. 1083 bv

H

HAAS

Neonatale diarrhee bij hazen. 252 r
HAMSTER

Campylohacier felus subspecies /V/h/i;; epidemiologie met vraagtekens (Infectie bij de kat en de
hamster). 332 vj

De mogelijke rol van de Syrische hamsteren andere kleine huisdieren als reservoir van het lymfocytaire
choriomeningitis virus. 501 r

Anaestheseren van cavia\'s en hamsters met Ketaset Plus®, 1013 r
HERPESVIRUS -
zie VOGEL
HERT

Diagnostiek van de ziekte van .lohne in een kudde herten. 500 r
Euberculose bij herten. 798 r

Homoeopathie - August Bier en de Homoeopathie. 373 r
HOND

Arthritis - Immunologische aspecten van reumatoide arthritis. 1087 r

Chemotherapeutica - Bijwerkingen van chemotherapeutica bij hond en kat. 214 r

Couperen - Minister Braks wil controleerbare maatregelen tegen couperen van hondeoren. 439 bv

Diagnose - Wat is uw diagnose?. 183 kl

Enteritis - Morfologische kenmerken van de haemorrhagische enteritis bij de hond veroorzaakt door
een parvoachtig virus, 227 a
Epilepsie bij hond en kat, 458 r

/;\', rhiisiopaihiae als oorzaak van endocarditis bij een hond, 614 r
Fractuur - Normale fractuurgenezing, 484 kk
(iianla canis. 549 r

Huidschimmelinfectie - Meervoudige huidschimmelinfectie bij de hond. 304 r. 377 r
Incontinentia urinae van de hond veroorzaakt door een vagina-ureter fistel tengevolge van een hyster-
ectomie, 1087 r

Kanker bij kleine huisdieren, I, Biologisch gedrag, 395 a
Kraakbeenretentie in de distale ulna bij de hond, 330 kk
Myositis - Eosinophilica -
zie Hond Wat is uw diagnose?, 183 kk
Neuro-dermatitis van de staartstomp na het couperen?, 256 r
Oestrus Verhütung und Mamma Fumoren, 1036 bv
Osteochondritis dissecans van de talus bij honden, 674 r
Parvovirus - Canine Parvovirus Infection (CPl), 369 bv

Pyometra - Behandeling van een pyometra bij honden met Prostaglandines, 165 r
Pannus bij de Duitse herder, 304 r

Prolapsus recti - Cryochirurgische behandeling van een pup met prolapsus recti, .305 r
Rabies. 929 mij

Radius curvis syndroom - Het radius curvis syndroom bij de hond. 362 kk

fihipicephaltis sanguineus - De hondeteek - Rhipicephalus sanguineus Latreille 1806 in Nederland, een
analyse van de tot nu toe bekende \'importgevallcn\' en het veterinaire en medische belang. 192 a
Sjogren\'s syndroom - Een met Sjogren\'s syndroom overeenkomende aandoening bij de hond. 161 r
Verlies van de suppressor celfunctie als oorzaak van Systematische Lupus Erythematosus (SLE). 615 r
Spoelworminfecties bij Nederlandse honden. 282 a
Sterilisatie. 76. 251 in

Torsio testiculi - Intrascotale torsio testiculi van een norinale testis. 165 r
Forsio uteri - Torsio uteri bij een herder. 208 vs

Tumor - Met tumoren geassocieerde ziekteverschijnselen bij de hond. 548 r

Tussenwervelschijf - Ziektebeeld te wijten aan afwijkingen van de tussenwervelschijf bij de mens en de
hond. 503 r

Urineweginfecties - Gentamycine voorde behandeling van moeilijk te genezen urineweginfecties bij de
hond. 113 r

Vaginitis bij de leeL 730 in

Wisselwerking van Phenytoine met chlooramphenicol of pentobarbital bij de hond, 422 r

Huid - Synthetisch huidvervangingsmateriaal-Tijdelijke bedekking van geïnfecteerde wonddefecten en

verbrandingen door middel van synthetisch huidvervangingsmateriaal, 210 r

-ocr page 10-

I L I - zie K IP
IMMUNH El 1

Hypogammaglobulinaemische veulens: diagnostiek en therapie, 54 r
Ectoparasieten - Verkregen ehemo-resistentie bij eeto-parasieten, I 1,1 r

Transplantatie van foetaal weefsel als therapie van gecombineerde immuundeficientie bij veulens, I 14 r
Sjogren\'s syndroom - Een met Sjogren\'s syndroom overeenkomende aandoening bij de hond, 161 r
Maternale anti4ichamen - Heeft een oraal toegediend preparaat invloed op de overdracht van mater-
nale antilichamen bij de big\',\', 187 a

Anti-th\\ reoide antilichamen in de synovia van patiënten met auto-immune vormen van arthritis, 252 r
Lymphosarcoom en crytococcosis bij een kat, 252 r

l.ymfocytentransformatie na mfectie en vaccinatie met het virus van de /iekte van .Aujes/kv 101 r
Stabiliteit van runderimmunoglobulinen in de darmtractus van baby\'s. .174 r

Een lymfoproliferatieve aandoening van T-cel oorsprong met de verschijnselen van chronische, lymfati-
sche leukaemie, 420 r

Dysgammaglobulinaemie en auto-imuunfenomenen bij kippen, 455 r

Isolatie van een immunosuppressieve substantie uit de milt van met Trvp. geïnfecteerde mui/en

500 r

De waarde van het onder/oek naar antistoffen tegen kattenleukemie\\ irus, 502 r
Oogafwijkingen ten gevolge van het Chediak-Higashi syndroom bij runderen, katten, nertsen en
muizen, 547 r

Veterinaire immunologie - Enige recente ontwikkelingen, 706 a
Vaccinatie van mestbiggen tegen de ziekte van Aujeszky, 826 a
ITAE-cursus, 920 bv

-lOHNE - zie HER E, RUND

KAT

Abces - Subcutane abces,sen bij de kat, 165 r

Cainpylohueier Jeiii.s subspecies jejuni: epidemiologie met vraagtekens. Infectie bij de kat en de
hamster, 112 vj

Chemotherapeutica - Bijwerkingen van chemotherapeutica bij hond en kat. 214 r
Epilepsie bij hond en kat, 458 r

Eibrosarcomen - Prognose van chirurgische verwijdering van fibrosarcomen bij de kat, 799 r
Icterus - Een kat met icterus, 240 kk

Incontinentia urinae - Twee gevallen van incontinentia urinae bij de kat tenge\\olge van een verworven
vagina-ureter fistel, 1087 r

Kanker bij kleine huisdieren, I, Biologisch gedrag, 195 a
Katten-leukemievirus diagnose, 966 bv

Katten-leukemievirus - Infectie met kattenleukemie\\irus, 672 r

Kattenleukemievirus - Onderzoek naar veiligheid en werkzaamheid van levend en dood vaccin tegen bet
kattenleukemievirus, 615 r

Kattenleukemievirus - De waarde \\ an het onderzoek naar antistoffen tegen kattenleukemievirus, 502 r
Kittensterfte Complex (neonatale infectieuze peritonitis), 177 r
l,eukassay® E test (evaluatie), 547 r
l ymphosarcoom en crytococcosis bij een kat, 252 r
Neuro-derniatitis van de staartstomp na hel couperen, 256 r

Oogalwijkingen t,g,\\, het Chediak-Higashi svndroom bij runderen, katten, nertsen en muizen, 547 r
KIP

Ammoniak-vergiftiging bij pluimxee, 248 vj

Batterijen: Een bedrijlssysteem met spanningselementen, 1026 vj

Botulisme - Twee bijzondere gevallen i,\\,m, botulisme bij pluimvee, 107 \\j

Broedproees en de kwaliteit van eendagskuikens (I), 1088 r

Ca/npylohaeier jeiu.s subspecies jejuni bij pluimvee. 724 pr

Coccidiose bij slachtkuikens, 215 a

Colibacillose bij pluimvee. 290 a

Dyschondroplasie - De mogelijke invloed van allatoxine en rantsoenering bij het ontstaan van I ibiale
Dyschondroplasie bij slachtkuikens. 915 r

Dysgammaglobulinaemie en auto-immuunfenomenen bij kippen, 455 r

EDS \'76 - Veldproeven met geïnactiveerd Egg Drop Syndrome 1976 (EDS \'76) vaccin, 799 r

Gedrag en antilichaamvorming, 845 r

Gumboro - Immuniteit en de ziekte van Gumboro, 845 r

-ocr page 11-

(lumboro - Werk/aamheidsbepaling van een Gumboro-vaccin in veldproeven. 915 r
Infeetieu/e bronchitis - Geïnactiveerd vaccin tegen inrcctieu/e bronchitis, 10,10 r
11 1 (Infectieuze l.aryngo-Traeheïtis), 505 vj, 748 mij

Kalkoen-ziekte en eiproduktiedaling bij kalkoenen door gebruik van bacterieel verontreinigde sperma-
verdunner, 408 pr

l.ymfoïde leukose - Fen metbode voor bestrijding van lymfoide leukose bij pluimvee, 665 a
Rentabiliteit slacbtkuikenbedrijven, 1088 r
Stalluchtsamenstelling, 54 r

Marek - 1 iterdaling in Marek-entstof tijdens de behandeling, 975 r
Kleiduiven-schieten voor Dierenartsen, 499 bv

Kliniek - Door het land rijdende kliniek uit het Verenigd Koninkrijk, 61,1 vs
K.N.M.v.D. - .Vctualiteiten

Afscheid Prof. dr. H. van Genderen, 1101
K N.M.V.D. - Afdelingen

Afdeling Zuid-Holland, .laarverslag 1979, 429
K.N.M.v.D - Algemeen
Wintervoedering, 112

Brief Commissie Paarden-K.l. van het Landbouwschap aan de Paardenstamboeken, 472
Lijst van dierenartsen, die aangewezen zijn om K.L bij paarden toe te passen, 472
Uitspraak Ambtenarengerecht - Over de positie van \'t plaatsvervangend hoofd, 509
Werkgroep \'Veiligheidseisen bij de bouw van een praktijkruimte\', 625
Publikatie betreffende B. L.W., 625

Besluit \\an 8 april 1980, houdende uitvoering \\an de wet dierenvervoer (Besluit dierenvervoer), 681

Stichting Pensioenfonds voor dierenartsen, 749

Seminar markeringen management voor dierenartsen, 812

Entomologische Varia, 928

Röntgenapparatuur, 1102

Instelling van de Commissie Gezondheid en Welzijn (jezelschapsdieren, 926
Rabies, 929

Enting \\an sierpluimvee tegen 11.1 per I december 1980 voorwaatde voor toelating tot tentoonstellin-
gen, 990

\'Grazen langs de weg\' van Rmus, 11 10
K.N.M.v.D. - Algemeen Bestuur

Nota Veterinaire Verzorging in Nederland, 270
V leeskeuring, 270
Voorzitterschap K.N.M.v.D., 270
Begeleiding Rundvecbedrijven, 271
Plaatsvervangend voorzitter Ereraad, 271

Verlening Erelidmaatschap K.N.M.v.D. aan prof. dr, S. R. Numans, 577
K N.M v D, - Bureau

Platte-veer (doe het zelf) verzamelbanden Lijdscbrift voor Diergeneeskunde 221, 194, 471. 51 1, 552,
626, 815

Contributie 1980, 271, 81 I

Eerste vergadering van de Dienstcommissie V,D, en V,L, 271

Diergeneeskundig Jaarboek, 50e jaargang 1980, 117, 120, 142

Oude Veterinaire boeken te koop, 192, 626

E,xamen dierenartsassistente, 411

Vacatures voor dierenartsen in Zweden, 470

Summer employment. Who can help\',\', 471

Oude ,laargangen 1 ijdsehrilt, 555

Opsporing verzocht, 555

Leesgezelschap - Deelname aan bet leesgezelschap door kandidaatleden, 625
Van de Commissie Symposium Mestkalveren, 626
Leesgezelschap, 750

Congrès Europeen des Vétérinaires - ,Avignon \'80, 81 I
Doorvcrwijsformulier, 81 1
Contributie 1981, 1102
K,N,M,v,D - Mond- en klauwzeer, 926, 987
K,N,M,v D, - Commissies

Commissie ter Bevordering van Diergeneeskundigen Vergelijkend Ziektekundig Onderzoek, Stand
bijdragen, 81, 179, 1044

Begeleidingscommissie Mestkalverenbedrijven. Wijziging Codclijst van geneesmiddelen voor mestkal-
veren, 191, 579, 811, 750, 1048
K.N.M.v D, - Ereraad
Publikatie, 111, 859

-ocr page 12-

K.N.M.V.D - Groepen

Groep Geneeskunde van hel Kleine Huisdier - W.S.A.V.A.. 222
Groep Geneeskunde van het Kleine Huisdier - Voorjaarsdagen 1980, .308

Groep Zootechniek en Groep Geneeskunde van het Kleine Huisdier - Organisatie van het Kynologisch
oogonderzoek in Nederland, 1042
Groep Pluimvecwetenschappen - .laarverslag 1979, 389
Groep Pluimveewetenschappen - Bijeenkomsten. 431, 877
Groep K.l. en Zootechniek - Vruchtbaarheid en spermakenmerken, 431
Groep K.l. en Zootechniek - De vruchtbaarheid van het vrouwelijke varken, 510
Groep K.l. en Zootechniek - Groep Geneeskunde van bet Rund, Begeleiding van rund veebedrijven, 877
Groep Geneeskunde van het Rund - Jaarvergadering. 178
Groep Geneeskunde van het Rund - Wetenschappelijke Vergadering. 342
Groep Geneeskunde van het Rund. prijs van Proceedings van de I2th Annual Conference. 749
Groep Dierenartsen werkzaam in het bedrijfsleven - Verslag Dl B-vergadering 9 mei 1980, 470
Groep Veterinaire Homoeopathie, Cursus homoeopathie A voor Artsen, 749
K.N.M.v.D. - Hoofdbestuur

Verlenging geldigheidsduur Bindend Besluit no. 3. 82

Taakomschrijving van een dierenarts verbonden aan een dierenasiel en de hierbij overeengekomen
tarieven. 82

Commissie Begeleiding Rundveebedrijven. 320

Ziektekostenverzekering kleine huisdieren. 342

Pers en publiciteit. 389

Enquête arbeidsvoorwaarden, 556

Studentenassistentie Mond- en Klauwzeer, 556

Norminkomen praktijkonderzoek dierenartsen, 557

Aanstelling drs. M. Bosman tot adjunct-secretaris K.N.M.v.D., 556

Honden- en Kattenbesluit, 557

Instelling Commissie van voorbereiding voor het diergeneeskundig Post Academisch Onderwijs, 747
Bindende Besluiten - Verlenging geldigheidsduur Bindende Besluiten no. I, 2 en 5, I 102
K N.M.v.D. - In Memoriam
Burg, W. B. van der, 387
Dobbenburgh, O. A. van. 981
Dogterom. A. W. M.. I 101
Feddema. J. J.. 176
Hage, J. A., 1.30
Heukelom, W. H. J. van. 129
.lanssen. J. G. M.. 874
Karimoen, Ch., 427
Kraan, W. J.. 809
Rempt, D.. 746
Winsser. Prof. dr. J.. 65

K.N.M.v.D. - Jaarcongres cn Algemene Vergadering

Jaarcongres 1979 - Dieren, data en diagnostiek. 2 a
Jaarcongres 1979 - Informatie in drievoud. 16 a

Jaarcongres 1979 - Het gebruik van de computer in de veterinaire bedrijfsbegeleiding. 22 a

Jaarcongres 1979 - Organisatorische aspecten en gebruiksmogelijkheden van computer-toepassingen

voor de particuliere dierenarts. 32 a

Jaarcongres 1979 - Dierenartsen en computers. 37 a

Jaarcongres 1979 - Paneldiscussie. 45

Jaarcongres 1980 - Vacatures in besturen en commissies verband houdende met de 127e Algemene
Vergadering van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde. 321
Jaarcongres 1980 - Mededelingen Congrescommissie. 462. 517, 558. 571, 581
.laarcongres 1980 - Welkomstwoord. 933

Jaarcongres 1980 - Openingstoespraak van de Commissaris der Koningin in de prov. Gelderland. 935
Jaarcongres 1980 - Jaarrede 1980. 925. 937
Jaarcongres 1980 - Uitreiking Jaarprijs 1979. 946

Jaarcongres 1980 - Dankwoord prijswinnaars, dr. E. Gruys en mej. drs. Carolien Rutgers. 948
Jaarcongres 1980 - Verslag. 982
Jaarcongres 1980 - Verslag Damesprogramma. I 104
Algemene Vergadering 1980 - Verslag. 858
K.N.M.v.D. - Kringen

Diergeneeskundige Kring \'Zwolle en omstreken\'. 394
K.N.M.v.D. - Personalia 67. 84. 135. 179. 224. 273. 323. 344, 392,431,473,516, 559. 580. 628. 752. 814. 861.
879. 930. 992. 1045, 1 I I I

Lijst van dierenartsen die in 1980 hun jubileum hopen te vieren, 69
Aanvullingen op de H.D.-lijst. 346

XH

-ocr page 13-

K..N.M.V.D. - Post Academisch Onderwijs

Groep Praktici Grote Huisdieren - Post Academiaal Onderwijs 1980, 512

Commissie Post Academisch Onderwijs Veterinaire Volksgezondheid, mededelingen. 1.34. 223, 325,
750, 751, 812. 1109
K.N.M.v.D. -
.Spieghel Veterinair 817,860,876,927,991. 1044. 1112
K.N.M.v.D. -
Tarieven

Tarieven Begeleiding Kalvermestbedrijven 1980. 221
K.N.M.v.D. -
Vereniging Vrouwen van Dierenart.sen

Jaarcongres 1980 - Verslag van de jaarvergadering van de Vereniging van Vrouwen van Dierenartsen.
1 104

Veterientje. 83, 272
K.N.M.v.D. -
Vergaderingen

82, 178, .343. 471. 875
K.N.M.v.D. -
Veterinair Advies Centrum Ontwikkelingssamenwerking (V.A.C.0.)

Vacature in ontwikkelingsland. 322
K.N.M.v.D. -
World Veterinary Association

XXII World Veterinary Congress. 627
K.N.M.v.D. -
Zo moet het niet 687. 752. 862. 875. 989. 1108
KONINGIN WII.HELMINA FONDS
Fellowships 1981. 384 bv

Stichting en Vereniging KWF naar gezamenlijke huisvesting. 259 bv
Subsidieaanvragen. 86
Koorts - Temperatuur en verdediging van de gastheer. 614 r
Koorts. 1029 r
KONIJN

Voeding - Beknopt overzicht over konijnevoeding. 96 a
NH,-gehalte in konijnestallen, 374 r

Proefdieren - Encephalitoz.oon cuniculi antilichamen konijnensera. 732 r
Konijnenhouderij in de DDR. 916 r

Effect van Xylazine (Rompun®) en Ketamine op bloeddruk, hartfrequentie en ademfrequentie bij
konijnen, 1089 r

Longoedeem - Behandeling van acuut longoedeem. 454 r
Leukassay® F test. 547 r

M

MAATSCHAPPIJ - :ic K,N,M,v,D,
MASTITIS

Over enkele Aspergillus-mastitiden bij het rund, 253 r
Genetische aspecten van mastitis, 715 a

Toename van mycoplasma-mastitis bij het rund in Californië. 916 r

Medicijnen - Invloed van de weersgesteldheid en het jaargetijde op de maximum en minimum tempe-
ratuur in de bedrijfsauto met betrekking tot het bewaren van medicijnen. 295 vj
MENS

Arthritis - Immunologische aspecten van reumatoide arthritis. 1987 r

Bacterie-infectie - Een haemotrope bacterie als veroorzaker van een infectie bij de mens. 546 r
Cainpylohacler jejuni - Sepsis tengevolge van Canipylohaeier jejuni na bloedtransfusie. 420 r
Duivenmelkersziekte \'zonder duiven\'. 256 r

E. rhusiopaihiae - Endocarditis veroorzaakt door Erysipeloihrix rhusiopaihiae. 672 r
Ethiek - Ethische, sociologische en psychologische aspecten van de verhouding mens-dier, hun beteke-
nis voor de publieke discussie over dierproeven. 732 r
Geneesmiddelen - Patiënt op maat bedienen met geneesmiddelen. 825 bv
Herpes virus-infectie bij mens en dier. problematiek en bestrijding. 1086 r
Kanker en dierenartsen, 673 r
Neonatale infecties. 731
Oncologie. 976

Profylactisch gebruik van anti-microbiële middelen bij operaties. 915 r
Q-fever - Een patiënte met Q-fever pneumonie in Nederland. 373 r
Salmonella - Het falen van het Swann rapport. 798 r

Stabiliteit van runderimmunoglobulinen in de darmtractus van babies. 374 r
Sir. agalaeliae - Sir. agalaeiiae als ziekteverwekker bij de mens. 210 r
Sir. agaiaeliae Infecties een zoönose? 454 r

XHl

-ocr page 14-

lumor - (ievoeligshcidsbepaling van humane tumorcellen: niet ver van de werkelijkheid af. .101 r
Tussenwcr\\elschiif - Ziektebeeld te w ijten aan afwijkingen van de tussenwervelschijf bij de mens en de
bond, 50.1 r \'

Milieuhygiëne - Groen licht voor uitvoering onder/oek milieuhygiëne. 851 bv
MUIS

Tryp. hruci\'i - Isolatie van een immuno-suppressieve substantie uit de milt van met l\'vp. hnitei
geïnfecteerde mui/en, 500 r

Oogafwijkingen t,g,v, het Chcdiak Higashi syndroom bij runderen, katten, nertsenen mui/en, 547 r
Muntendamprijs - Aanmelding kandidaten Muntendamprijs, 1094 bv

N

NERTS

Oogafwijkingen ten gevolge van het Chediak-Higashi syndroom bij runderen, katten, nertsen en
mui/en, 547 r

NREO-onder/oek - Minister Van der Stee geeft aanwijzingen voor onder/oek in de komende jaren, 460 b\\

Onderwijs moet voorbereiden op informatie-maatschappij. 914 bv

Ontsmettingsmiddelen - Toegelaten ontsmettingsmiddelen voor veterinair gebruik. 491 b\\
Organon-prijs voor endocrinologie. 736 bv

PAARD

Agammaglobulinaemie - Een paard met agammaglobulinaemic. 21 I r

Bermhooi - tfet voeren van bermhooi aan paarden. 1095 r

Coryiiehacieriiii» />.\\eiiili>iiiheiciili)sis-inkclkii bij het paard, 975 r

CEM - Wering van besmettelijke baarmoederontsteking bij paarden, 123 vv

Cl. Perfringens - Een nekabces bij een paard veroor/aakt door CL perfringens. 161 r

Colitis X - r/c PAARD DIS

Derma/ellon® - Ervaringen met de toepassing van Derma/ellon® bij de behandeling van wonden bij bet
paard, 818 a

Diarrhee - Voor/ichtigheid geboden, 156 in

DIS - Diffuse Intravasale Stolling (DIS) bij Colitis X, Eoevalsbevinding of onderdeel van bet syn-
droom?, 1060 a

Doping - Rapport Wetenschappelijke Advies-Commissie Doping Paarden uitgebracht, 1097 vv
Electrocardiogram - De diagnostische betekenis van het electrocardiogram bij het paard, 1019 a
Hernia scrotalis incarcerata bij een ruin, 242 a
Hoefkreupelheden, 90 pr, 863 pr

Hyperlipoproteinemie - De therapie van hyperlipoproteinemie bij pony\'s, 448 a
Hypogammaglobulinaemische veulens: diagnostiek en therapie. 54 r
Identificatie en behandeling van colostrum-deficicnte veulens, 301 r

Immuundeficientie - Transplantatie van foetaal weelsel als therapie van gecombineerde immuundcfi-
ciëntie bij veulens, I 14 r

Isolatie van Aehaleplusnta laii/liiwii en Mveoplasnui equigeniwUum uit sperma van hengsten, 546 r
Trichloorfon - Het gebruik van trichloorfon als anthelmintieum voor paarden, 564 pr
Tying up - Een aantal klinisch biochemische aspecten van \'tying up\' bij het paard, 1069 a
Uien: geen paarde\\oer, 529 pr

Wormaneurysma - Een ongewone complicatie bij een wormaneurysma, 87 pr
Zinkvergiftiging - Een geval van /inkvergiftiging bij een veulen, 1049 a
Paraveterinairc beroepen - Rapport van de ad\\iescommissie paraveterinaire beroepen, 216 w
Pathologie - Verslag van deelname aan 29, Tagung der Europäischen Gesellschaft für Veterinärpathologie

en de 64, lagung der Deutschen Gesellschaft für Pathologie, Bremen, 675 BV
Philips-Duphar - Wij/iging handelsnaam Philips-Duphar B.V, en Philips-Duphar Nederland B,V,,
1094 bv

Platte-veer (doe het /elf) ver/amelbanden, 221, 394, 471, 51 I mij

POST ACADEMISCH ONDERWEIS /ie K.N,M,v,D, - Post Academisch Onderwijs

PROEFDIEREN

Anaesthesie - Het anaestheseren van cavia\'s en hamsters met Ketaset Plus®, 1031 r
Atherosclerosis - Het sociale klimaat als factor bij het optreden van atherosclerosis, 846 r
CO, narcose kleine huisdieren, 162 r
Dierproeven in discussie, 169 b\\

Konijn - Encephalito/oon cuniculi antilichamen konijnensera, 732 r

-ocr page 15-

Muis - Verbloeden door bartpunctic bij de muis, 845 r

Pasteurella - Vaccinatie van konijnen tegen Paswiirella nniliocida. lO.IO r

Registratie dierproeven en proefdieren 1980, 171 vv

,SPF - Bacteriologisch onderzoek van SPP" proefdieren, 800 r

Stress respons bij ratten, 976 r

Verslag enquête proefdieren 1978 uitgebracht, .182 vv

Verslag van de Vllltb Scientific Meeting of SOLAS, Lausanne, 850 bv

QUARTERLY

Overgenomen uit The l\'eierinary Quanerly
deel 2, afl, 1, januari 1980, pag. .1-62 zie supplement
deel 2. afl. 2, april 1980, pag. 65-124 zie supplement
deel 2. afl. 1. juli 1980, pag. 125-180 zie supplement
deel 2, afl. 4. oktober 1980, pag. 181-216 zie supplement

Ned. Samenvattingen van Engelse artikelen uit The l\'eierinary Quarterly, 77, 117, 567, 867

RAI5IUS CURVIS SYNDROOM - zie HOND
RAT

Stress respons bij ratten, 976 r
Recombinant DNA (Industriële toepassingen), 844 bv
Rectificaties, .177, 869, 911
REDAKTIE
Voorwoord, 1
Een Geleide, 581, 881. 995
Spiegbel Veterinair, 817
RESIDUEN

Symposium over de residuen, de toxicologie cn het gebruik van anabolica, Dublin, 170
RUND

Abortus - Betekenis en diagnostiek van de schimmel-abortus van de koe, 455 r
Arsenicum-intoxicatie - \'Met arsenicum onder dak\' - Een geval van arsenicumintoxicatie bij runderen,
.147 pr

Aujeszky - Recent onderzoek betreffende de ziekte van Aujeszky in varkens en runderen, 689 a
Chi. pyogenes - Een nieuwe serologische test voor het bepalen van antilichamen tegen Chi. pyogenes,
672 r

Colostrum - Spontane colostrumopname bij kalveren, 162 r

Corynehaeieriuni equi uit een op tuberculose lijkende laesie in een bovine lymf-klier, 420 r

Diarrhee - Het kalverseizoen nadert weer ...... I 12 va

Diarrhee - Neonatale kalvcrdiarrhee door virus.sen, 55 r
Diarrhee - Neonatale diarrhee bij kalveren, 644 a

/;\'. eoU - Kruisagglutinatie van Hr. ahonus door serum van experimenteel met E. coli geïnfecteerde
runderen, 1029 r

Enting van runderen tegen luchtweginfccties veroorzaakt door virussen, 6.16 a

Eenolrood - Eenolroodtest als eenvoudig hulpmiddel bij de diagnose van oviduct obturatic, 670 vj

\'Groene Worm\', een onbekende ziekte in Zweden, 157 in

Hoesten - Een onderzoek naar mogelijke oorzaken van het hoesten van kalveren in de wei, 1077 a
IBR - Herzien IBR-advies uitgebracht, 125 vv

IBR - Slepende IBR-infccties: Een kritische benadering 1 respectievelijk 11, 52 in, 299 in
Immuniteit - Veterinaire immunologie: Enige recente ontwikkelingen, 706 a
Indigestie bij het rund tengevolge van een gestoorde voedsclpassage, 999 a

,lohne - Diagnose van dc ziekte van .lohne bij koeien door mesenteriale lymphklierbiopsic; nauwkeurig-
heid bij klinisch verdachte dieren, I 15 r

Kalfsvlees - Minister Braks: Nederlands kalfsvlees is vrij van hormonale groeistoffen, 1025 bv
Klauw - Een onderzoek naar de bruikbaarheid vaneen rubber klauw blokje ter ontlasting van runderen,
40.1 a

Kreupelheid - Stijve cn kreupele stieren, 154 vj

Lebmaagdislocatie - Een eenvoudige behandelingsmethode van de lebmaagdislocatie naar links bij hct
rund, 912 pr

Leverbot - Voorspelbaarheid van levcrbotinfecties en leverbotziekte, 771 a
Leukose - Transmissie en immunologische respons bij enzoötische bovine leukose, 657 a
Leukose - Die Klinische Diagnostik der leukosen des Rindes, 1006 a
l.ongwormvaccinaties - De waarde van longwormvaccinaties bij kalveren, 764 a

-ocr page 16-

Luchtweginfecties - Enting van runderen tegen iuchtweginfecties veroorzaakt door virussen, 6.16 a
Mastitis - Genetische aspecten van mastitis, 715 a

Mastitis - Toename van mycoplasma-mastitis bij het rund in Cahfornië, 916 r
Mastitiden - Over enkele Aspergillus-mastitiden bij het rund, 253 r

Melkgift - Een syndroom met stoornis in de uierontwikkeling bij hoge melkgift van Jerscy\'s, 800 r

Miltvuur - Technieken bij het onderzoek op miltvuur, 56 r

MKZ - Ontwikkelingen bij de Mond- en Klauwzeer vaccin-produktie, 695 a

MKZ - Nieuwe ontwikkelingen bij de vaccin-bereiding, 699 a

Oogafwijkingen t.g.v. het Chediak-Higashi syndroom bij runderen, katten, nertsen en muizen. 547 r
Ostertagia - Het natuurlijke verloop van Ostertagia-infecties bij het rund. 758 a
Oviduct obturatie
- zie RUND fenolroodtest
Parafilariasis van het rund. 158 in

Parasieten - De aanwezigheid van parasieten in zg. zomerspenen, 846 r

Paratuberculose - De diagnostische waarde van microscopisch onderzoek van faeces en darmmucose
van koeien die na klinisch onderzoek verdacht worden van paratuberculose, 846 r
Pleuropneumonic - Fibrino-purulente Pleuropneumonie bij mestkalveren, 544 vj
Rachitis -
zie RUND kreupelheid
Schuimtympanie, 106 vj

Thermometer - Het meten van dc lichaamstemperatuur van mestkalveren met een electronische
thermometer, 71 pr

Vergiftiging - Een mogelijke vergiftiging door planten aan de slootkant, 797 vj
Waterintoxicatie bij kalveren. 727 vj

Zuigen - De periode tussen geboorte en eerste zuigen van kalveren, 212 r

SALMONELLA

Salmonella-typering via chromatografie, 57 r
Salmonella in hakblokafkrabsels uit slagerijen, 139 a
Verband tussen rauwe melk consumptie en .9.
duhiin infecties. 210 r
SCHAAP

Abortus - Een verband tussen diarrhee bij een schapenhouder en abortus bij schapen. 254 r
Border disease - Een persisterende virusinfectie bij schapen. 650 a
Ecthyma. een bekende ziekte waar te weinig van bekend is. 232 pr
Leverbot - Voorspelbaarheid van leverbotinfecties en leverbotziekte. 771 a

Listeria-bacteriën - Uitscheiden van Listeria-bacteriën via faeces en melk door schapen met klinische
listeriose. 616 r

Listeria-bacteriën - Uitscheiden van Listeria-bacteriën via faeces en melk doorgezonde .schapen, 673 r
Listeria tnonoeytogenes - Het voorkomen van Listeria inonoeytogenes in grassilage, 673 r
Microphthalmus - De genetica en de verborgen gebreken bij dieren. Microphthalmus bij het schaap,
275 kl

Microphthalmus bij het schaap - De genetica en de verborgen gebreken bij dieren 11. 729 kl
Pa.steurella haemalvtiea - Bepaling van antilichamen tegen P. haemoh tiea in schape-sera met behulp
van de ELISA. 252 r

Petechiale haemorrhagien in vet van het karkas van geslachte lammeren. 976
Verslag - lagung Schafkrankheiten. 618 bv
Zwoegerzickte en Zwoegerzicktebcstrijding. 661 a
SCHILDPAD

Salmonella infecties door typische \'schildpad serotypen\' in de Verenigde Staten, 731 r
STUDENTENVERENIGINGEN

CS Veritas - Veterinair Dispuut Veritas, 133 mij

DSK - Symposium \'Diergenees-kundig\' Onderwijs Nu en Straks, 178 mij

DSK - Verslag symposium \'Diergeneeskunde en Specialisatie\', 257 bv

DSK - Almanakcommissie DSK, 343

DSK - Peerdepieten 1980, 390 mij

VSZ de \'Gouden Erachea\', 391 mij

Absyrtus - Voorstel toekomstige bijeenkomsten. 51 I

DSK - Buitendag \'Opkikker\', 514 mij

DSK - Fotoboek \'herinneringen aan de Biltstraat\', 514 mij

DSK - Contact Student-praktijk. 515 mij

-ocr page 17-

TNO krijgt per I januari 19X1 nieuwe structuur. 99 bv
TUMOR

Subcutane abcessen bij de kat. 165 r
l.ymfosarcoom en cryptococcosis bij een kat. 252 r

Gevoeligheidsbepaling van humane tumorcellen; niet ver van de werkelijkheid af. .301 r

Kanker bij kleine huisdieren. 1. Biologisch gedrag. 395 a

Met tumoren geassocieerde ziekteverschijnselen bij de hond. 548 r

Fibrosarcomen - Prognose van chirurgische verwijdering van fibrosarcomen bij de kat, 799 r
Maagzweren en de invloed hiervan op de groeisnelheid van biggen, 801 r
Tijilsihrift voor Geneeskiiinie - Jubileumprijsvraag, 1036 bv

u

Universiteit - Voor universiteiten moeilijke tijden op komst, 372 bv
VACCIN

De ziekte van Aujeszky; Entproblematiek en entadvies, 108 in
CDI-onderzoek naar vaccin Afrikaanse varkenspest, 172 vv
Ecthyma, een bekende ziekte waar te weinig van bekend is, 232 pr

Lymfocytentransformatiem viiro na infectie en vaccinatie met het virus van de ziekte van Aujeszky, 301 r
Entingen tegen de ziekte van Aujeszky, 303 r
Advies "Pre-expositie vaccinatie tegen rabies, 381 vv

Onderzoek naar veiligheid en werkzaamheid van levend en dood vaccin tegen het kattenleukemie-virus.
615 r

Enting van runderen legen luchtweginfecties veroorzaakt door virussen, 636 a
MKZ - Nieuwe ontwikkelingen bij de vaccin-bereiding. 695 a, 699 a
De waarde van longwormvaccinaties bij kalveren. 746 a

Vaccinatie van mestbiggen tegen de ziekte van Aujeszky \'Een onderzoek naar de weerstand van
mestvarkens na enting met verschillende entstoffen op een leeftijd van 4-9 weken. 826 a
Het vaccineren van \'niet-varkens\' tegen de ziekte van Aujeszky, 1084 vj
Vaccinatie tegen de ziekte van Aujeszky, 1090 r
VARKEN

Abortus - Virus van Aujeszky gepaard met abortus bij varkens, 116 r, 254 r
Anoestrus - Behandeling van anoestrus; een overzichtsartikel, 57 r

Ataxie en tremor - Aangeboren ataxie en tremor met cerebellaire hypoplasie bij biggen afkomstig uit
zeugen welke met Neguvon® vet. tijdens de dracht behandeld waren, .302 r
Atrofische rhinitis - Conchae atrofie en genetische aspecten van atrofische rhinitis, 115 r
Atrofische rhinitis - Klinische, bacteriologische en epidemiologische bevindingen t.a.v. AR in Zuid-
Engeland. 456 r

Atrofische rhinitis - Het gebruik van oxytetracycline-HCl neusspray bij biggen ter bestrijding en
preventie van atroliscbe rhinitis. 519 a

Atrofische rhinitis - Adenovirus, oorzaak van atrofische rhinitis. 616 r

Atrofische rhinitis - Enkele aspecten van het onderzoek betreffende atrofische rhinitis bij het varken.
711a

Aujeszky - De ziekte van Aujeszky; Entproblematiek en entadvies, 108 in
Aujeszky - Virus van Aujeszky gepaard met abortus bij varkens, I 16 r, 254 r

Aujeszky - Lymfocytentransformatie in viiro na infectie en vaccinatie met het virus van de ziekte van
Aujeszky, 301 r

Aujeszky - Entingen tegen de ziekte van Aujeszky, 303 r

Aujeszky - Een onderzoek betreffende de ziekte van Aujeszky in varkens en runderen. 689 a
Aujeszky - Vaccinatie van mestbiggen tegen de ziekte van Aujeszky. Een onderzoek naar de weerstand
van mestvarkens na enting met verschillende entstoffen op een leeftijd van 4-9 weken. 826 a
Aujeszky - Hel vaccineren van \'niet varkens\' tegen de ziekte van Aujeszky. 1084 vj
Aujeszky - Vaccinatie tegen de ziekte van Aujeszky. 1090 r

B. hronehisepiiea - De pathogene betekenis van B. hronehisepliea bij biggen. 548 r
Begeleiding van varkensbedrijven. 213 r

Campylobacter - Het voorkomen van Canipylohaeierfeiiis subspeckyejiini bij normale slachtvarkens.
49 br

CO; bedwelming ten onrechte niet meer toegestaan?. 1090 r
Coccidiose bij biggen. 420 r

Coronavirus - Experimentele infectie van biggen met een nieuw varkens enterovirus van het corona-
type. C.V. 777. 847 r

Diarrhee - Fe oorzaak van diarrhee bij biggen, die op de leeftijd van twee dagen worden gespeend. 674 r

-ocr page 18-

F. coli - Hel effeei van een geeombineerde orale en intramusculaire /;\'. coli vaccinatie van de zeug, 977
Enteritis - Intestinale adenomatöse, regionale enteritis, proliferatieve haemorrbagischeenteropatbieen
necrotisebe enteritis bij bet varken, 255 r

Haemoglobine gehalte - Het haemoglobine gehalte in bet bloed van de /eug in relatie tot haar leeftijd en
produktie, 16.1 r

Helminthen - Nieuwe inzichten over de invloed van varkenshelminthen op de slachtkwaliteit en
mestresultaten, 847 r

HEV - Pathogenese van Vomiting and Wasting Disease, 7,1.1 r

Hyperthermie - Halothaan geïnduceerde maligne hyperthermic (MH) bij bet Belgisch landvarken:

Enkele gegevens in verband met de rol van subcellulaire fracties. 1054 a

Immuniteit - Veterinaire immunologie: Enige recente ontwikkelingen, 706 a

Intra uterine en neonatale infecties met het varkens influenza virus (HSWINI) in varkens, 10.11 r

Invoer - Varkensvlees Italië: Alle streven gericht op onbelemmerde invoer, 763 bv

Kaak - Scheve kaak bij varkens, 732 r

Koolmonoxyde: oorzaak voor doodgeboren biggen, 116 r

Maagzweren en de invloed hiervan op de groeisnelbeid bij mestbiggen, 801 r

Maternale antilichamen - Heeft een oraal toegediend preparaat invloed opde overdracht van maternale
antilichamen bij de big?, 187 a

Oestrus-activiteit - Seizoensinvloed op de oestrus-activiteit bij zeugen en gelten, 548 r
Ovarium - Pathologie van het ovarium en ovariële stoornissen bij de zeug, 1031 r
Penicilline - Vroeg embryonale sterfte na een penicilline injectie, 674 r
Rugspiernecrose bij varkens, 56 r

Slaehtvarkens - Transportschade slaehtvarkens in Nederland, 796 vj

Slingerziekte - Preventie van slingerziekte met gemedicineerd voer onder praktijkomstandigheden,
163 r

Slokdarm - Hygiënische aspecten van slokdarmen afkomstig van slaehtvarkens, 475 a
SMEDI-syndroom - De rol van infecties in het SMEDI- en abortussyndroom bij de zeug, 617 r
SPE-programma in Zwit,serland, 977

Spirocbaet - Dysentrie-achtig ziektebeeld veroorzaakt dooreen IET negatieve spirochaet, 800 r
Stalluchtsamenstelling, 54 r

Steatorrhoea - Een onderzoek naar de invloed van lipiden in de voeding van biggen op het ontstaan van
steatorrhoea, 608 a

Stressgevoeligheid bij het varken, genetische overdracht van de halothaangevoeligheid. 917 r
TGE - Proeven om tot de immuunprofilaxe tegen TGE bij varkens te komen. I 15 r
Urine - Routine onderzoek van urine bij zeugen. 376. 420 r
Varkensgricp - Serologische diagnose van varkensgriep. 455 r
Varkensgriepvirus - Isolatie varkensgriepvirus. 456 r

Vesiculaire varkensziekte - De pathogenese van vesiculaire varkensziekte, 375 r
Vleessanienstelling - Verschil in voedering heeft weinig invloed op de vleessamenstelling van varkens
550 bv

Vlekziekte - Een vlekziekte uitbraak bij jonge mestbiggen, 51 vj

Vlekziekte - Nogmaals: Acute sterfte door vlekziekte bij opgelegde mestbiggen, 204 vj
Voederniveau - Het juiste voederniveau voor fokzeugen, 917 r

Vruchtbaarheid - (iroep Kl en Zootechniek - De vruchtbaarheid van het vrouwelijke varken, 510 mij
Zuigen - Onderzoek van enkele factoren die invloed uitoefenen bij de volgorde van biggen tijdens het
zuigen, 1089 r
VERGIETIGINGEN

I wee bijzondere gevallen van botulisme bij pluimvee, 107 vj
Koolmonoxyde: oorzaak voor doodgeboren biggen. I 16 r
Nicotinesulfaat: intoxicatie bij twee roofvogels. I 17 r
Loodvergiftiging bij roofvogels, 21 I r
Ammoniak-vergiftiging bij pluimvee, 248 vj

Arsenicum-intoxicatie - "Met arsenicum onder dak\' - Een geval van arsenicum-intoxicatie bij runderen,
347 pr

Waterintoxicatie bij kalkoenen. 727 vj

Een mogelijke vergiftiging door planten aan de slootkant, 797 vj
Zinkvergiftiging - Een geval van zinkvergiftiging bij een veulen, 1049 a
VHl VD -
Afrikaanse varkenspest

172, 174, ,140, 384, 425, 467, 468, 506, 553. 569, 679, 680, 743, 805, 857
VHl VD -
Afrikaanse en klassieke varkenspest, 384
VHl VD -
Algemeen

Voorlichtings- en instructicdag pluimvee, 61

Wering van besmettelijke baarmoederontsteking bij paarden, 123

IBR - Herzien IBR-advies uitgebracht, 125

Registratie dierproeven en proefdieren 1980, 171

Rapport adviescommissie paraveterinaire beroepen, 216

Drs, H, Verburg nieuwe inspecteur Veterinaire Dienst Centraal Veterinaire Hoofdinspectie, 266
XVllI

-ocr page 19-

Dr. R. Hoenderken nieuwe adjunct-direcleur Veterinaire Dienst Centraal Veterinaire Hoofdinspectie,
266

Prijzen in binnen- en buitenland voor dr. R. Hoenderken, 922

Advies \'Pre-expositie vaccinatie tegen rabies\', 38!

Verslag enquête dierproeven 1978 uitgebracht, 382

Stoffen met hormonale werking. 466

ILf - Infectieuze laryngotracheitis vogelziektewet. 505

OlE - Achtenveertigste Congres van het OIE te Parijs. 740

Roemeense delegatie bezoekt CDI-Rotterdam. 742

Herzien Rapport Rotkreupelbestrijding. 804 r

Politionele bestrijding atrofische rhinitis (AR) per I augustus beëindigd, 805
Nieuwe adjunct-inspecteurs, 856

Rapport opleidingen voor dierverzorgende en veterinair-ondersteunende beroepen, 870
Dr. M. .1. Dobbelaar erelid van de Nederlandse Vereniging voor Proefdierkunde. 921
Ontwerp-Gezondheidswet voor Dieren ingediend. 1038

Rapport Wetenschappelijke Advies-commissie Doping Paarden uitgebracht. 1097
VHl VD -
Besmettelijke dierziekten in Nederland

62. 79. 1 25. 218. 267. 313. 339. 383. 425. 467. 506. 553. 569. 622. 679. 742. 807. 857. 871, 923. 10.39. 1099
VHl VD -
Besmettelijke dierziekten in Europa 313. 806. 1040
VHl VD -
Bluetongue, 125
VHl VD -
Mond- en klauwzeer

62, 79. 125. 174. 218. 267, 313, 340, 383, 425. 468. 506. 553. 569, 679, 743, 805, 856. 923. 979
VHl VD -
Myxomatose, 267
VHl VD -
Rabies, .340
VHl VD -
Teschener ziekte, 313, 507

VHl VD - Vesiculaire varkensziekte 125, 218, 313, .340, 425, 506, 553, 1099
VIS

Parasieten en vis, 213 r
VIRUS

Virus van Aujeszky, gepaard met abortus bij varkens, 116 r, 254 r

l.ymfocytentransformatie in vilro na infectie en vaccinatie met het virus van de ziekte van Aujeszky,
-3()1 r

Antivirale therapie, 456 r

Dc waarde van het onderzoek naar antistoffen tegen kattenleukemievirus, 502 r

Onderzoek naar veiligheid en werkzaamheid van levend en dood vaccin tegen het kattenleukemievirus.

615 r

Enting van runderen tegen luchtweginfecties veroorzaakt door virussen. 636 a
Infectie met kattenleukemievirus. 672 r

Experimentele infectie van biggen meteen nieuw varkens enterovi rus van het coronatype C.V. 777, 847 r
Kattenleukemievirus diagnose, 966 bv
VI.EES

Body-building, 74 vj

Actine. doeleiwit voor het vaststellen van het spiervleesgehalte van vleeswaren. 967 a
Gehakt - Bacterioscopisch - histologische controle van gehakt in slagersbedrijvcn. 526 a
\'Ciroene worm\', een onbekende veeziekte in Zweden. 157 in
Hygiëne in de vleeslijn (V. V.D.O.-dag). 306 b.v.

Keuring - \'Dc Pluimveekcuring in dejaren \'80\' - Pluimveecontactdag. 325 mij
Keuring - Stoffen met hormonale werking. 466 vv
Keuring - Art. 13 van het kcuringsregulatief. 735 va

Kwaliteit - Taak van dc dierenarts bij de kwaliteitsbewaking van voedingsmiddelen van dierlijke

oorsprong. 885 a. 1091 in

Nitriet. gewenst in vleeswaren\'.\'. 951 a

Ontbeend vlees - Hygiënische aspecten bij de winning van mechanisch ontbeend varkensvlees. 433 a
Ontbeend vlees - Microbiologische kwaliteit en chemische samenstelling van mechanisch ontbeend
varkensvlees. 440 a

Opslagstabilitcit van (ielderse rookworst waarin 20\'/c varkensvlees is verwerkt. 900 a

Parafilariasis van het rund. 158 in

Saltnonella in hakblokafkrabsels uit slagerijen. 139 a

Slokdarm - Hygiënische aspecten van slokdarm afkomstig van slachtvarkens. 475 a
,S\'.
lyphimurium - Hittebestendigheid van V lyphimurium in vlees. 256 r

Streptococcus - Een onderzoek naar de groeikansen van Sireplococcus faccium na een verhittmg in
vleessuspensies. 959 a

fechnologie - Uitgangspunten en doelstellingen van de technologie van produkten van dierlijke
oorsprong. 885 a
Varkensvlees Italië. 763 bv

-ocr page 20-

Verschil in voedering heelt weinig invloed op vleessamenstelling van varkens. 550 bv
V.V.D.O. - 60 Jaren V.V.D.O. - 10 jaren afdeling Technologie. 88.1

Wateractiviteitsmetingen en de betekenis van de wateractiviteit als houdbaarheidsparameter van
vleesprodukten. 892 a
VLIEG

Yersinia emeroeoHiiea - De vlieg als verspreider van Yersinia enierocoliliea. 422 r
VOEDINGSMIDDELENHYGIËNE

Actine. doeleiwit voor het vaststellen van het spiervleesgehalte van vleeswaren, 967 a
ATP als verklikker van de oppervlaktebesmetting, 457 r
Baird - Parkers medium still going strong, 164 r
Bedwelming - Is CO, behandeling \'humaan\', 457 r

Bedwelming - CO, bedwelming ten onrechte niet meer toegestaan\'.\', 1090 r

Bio-assay van Roquefortin, 50.1 r

Cold shortening in \'witte\' en \'rode\' spieren, 376 r

Cysiieereus hovis. 57 r

Determinatie systeem - Bonte rij op platen, 54 r
E. coli - Pathogene E. coli in Camembert, 117 r

Ervsipeloihrix rhiisopaihiae - Een acute en sub-acute endoÄrditis ten gevolge van Erysipeloihrix
rhusopaihiae.
502 r

Gaschromatografie - Bepaling van de vetsoort door gaschromatografie, 255 r
Gehakt - Bacterioscopisch - histologische controle van gehakt in slagersbedrijven, 526 a
Hygiëne in de vleeslijn (V,V.D.O.-dag), 306 bv

Kalfsvlees - Minister Braks: Nederlands kalfsvlees is vrij van hormonale groeistoffen, 1025 bv
Nitriet, gewenst in vleeswaren\'.\', 951 a

Ochratoxine A besmetting van voedingsmiddelen in een gebied met endemische Balkan nephropatie,
731 r

Ontbeend vlees - Hygiënische aspecten bij de winning van mechanisch ontbeend varkensvlees, 433 a
Ontbeend vlees - Microbiologische kwaliteit en chemische samenstelling van mechanisch ontbeend
varkensvlees, 440 a

Opslagstabiliteit van Gelderse rookworst waarin 20% varkensseparatorvlees is verwerkt, 900 a
Parasieten en vis, 213 r

Remstoffen - Niet toegevoegde remstoffen in organen, 117 r

Resistentie - percentages van bepaalde uit voedingsmiddelen geïsoleerde bacteriën, 421 r
Salmonella - typering via gas; vloeistof chromatograEie, 57 r
Salmonella in hakblokafkrabsels uit slagerijen, 139 a

S. Ouhiin infectie - Verband tussen rauwe melk consumptie en 5. Diihlin infecties, 210 r
Slokdarm - Hygiënische aspecten van slokdarmen, afkomstig van slachtvarkens, 475 a
Sterigmatocystine in kaas, 801 r

S. lyphinnirium - Hittebestendigheid van 5. lyphimurium in vlees, 256 r
Staphylotoxinen - Het aantonen van staphylotoxinen, 164 r
Staphylococcen - Toxinenproducerende staphylococcen, 164 r

Streptococcus - Een onderzoek naar de groeikansen van Sirepiococcus faecium na een verhitting in
vleessuspensies, 959 a

\'Laak van de dierenarts bij de kwaliteitsbewaking van voedingsmiddelen van dierlijke oorsprong, 887 a,
1091 in

Thermoresistente psychrotrofe bacteriën, 255 r

Technologie - Uitgang spunten en doelstellingen van de technologie van produkten van dierli|kc
oorsprong, 885 a

Transportschadc slachtvarkens in Nederland, 796 vj
Yersinia enierocoliliea in de melk, 213 r

Yersinia enierocoliliea - Dc vlieg als verspreider van Yersinia enieroeoliiica. 422 r
Wateractiviteitsmetingen en de betekenis van dc wateractiviteit als houdbaarheidsparameter van
vleesprodukten, 892 a
VOGEL

Aviaire malaria bij roofvogels, 55 r

Anaesthesie - Inhalatie anaesthesie bij duif met beademing, 1032 r

Botulismus bij watervogels, 719 a

Duivenmelkersziekte \'zonder duiven\', 256 r

Gieren als dragers van Anthrax, 501 r

Havik - Tuberculose bij een havik, 729 in

Herpesvirus bij roofvogels (uilenziekte), 253 r

Herpesvirus - Een op Pacheo ziekte gelijkend beeld veroorzaakt door herpesvirus bij amazonepape-
gaaien, .103 r

Herpesvirus - Een op Pacheco-ziekte gelijkend beeld veroorzaakt door herpesvirus bij amazonepape-
Herpesvirus - Een vergelijking van drie Herpesvirusstammen geïsoleerd uil papegaaiachtigen met het
duiven herpesvirus. 1032 r
Loodvergiftiging bij roofvogels. 211 r

-ocr page 21-

Nicotinesulfaat: intoxicalie bij twee roofvogels, 117 r
Pasieurella mulloeitia infecties bij vogels na een kattebeet, .127 pr

Plasma - urinezuurgebalte - Een micromethode voorde bepaling van het plasma - urine/uurgehalte bij

gezelschapsvogels. .176 r

\'Star-gazing disease\' bij roofvogels. .102 r

\'I\'hiamine-deficiëntie - Zogenaamde thiamine-deficiëntie bij roofvogels, .102 r

Euberculose bij een havik. 561 pr. 729 in

Verslag - Tagung: Krankheiten der Vögel. München. 166 bv

Vogelsterfte en milieubewaking. 787 a

Ziekteproblemen in de fok en opfokperiode van kanaries en andere volièrevogels. 535 a
VOS

Presence of Trichinella spiralis in free-living red foxes (Vulpes vulpes) in Sweden related to Trichinella
infection in swine and man. 617 r
V.V.D.O. (60jaren V.V.D.O.)

Inleiding gehouden ler gelegenheid van het 60-jarig bestaan van de vakgroep V.V.D.O. door: J. G. van
Logtestijn. 883

N.B. De wetenschappelijke inleidingen \'60 jaar vleestechnologie\' zijn in de per hoofdgroep gegroe-
peerde titels in de betreffende secties (\'vlees\' en \'voedingsmiddelenhygiëne") elders in de index terug te
vinden.

w

Wagenaar, prof. dr. G. - Afscheid

N.B. De wetenschappelijke inleidingen \'Afscheid prof dr. G. Wagenaar\' zijn in de per hoofdgroep
gegroepeerde titels in de betreffende secties (per diersoort) elders in de index terug te vinden.
Waterplantje meldt vervuiling, 258 bv
WEl.ZEIN

Aantasting van dierlijk welzijn is meetbaar - inaugurele rede prof dr. P. R. Wiepkema. 498 bv
Batterijen: Een bedrijfssysteem met spanningselementen, 1026 vj
WETGEVING

Ontwerp van wet twee-fasen structuur ingediend, 852 bv
ZEEHOND

Zeehonden in Waddenzee in acuut uitstervingsgevaar - Aantal geboorten veel te laag door gifstoffen in
water. 461 bv
Zwanenberg. Dr. Saai van - Stichting. 1083 bv

-ocr page 22- -ocr page 23-

Bij het begin van de nieuwe jaargang

Aan het hegin van het nieuwe jaar past een korte terugblik over het wel en wee
van het \'TijclschrifT voor Diergeneeskunde\' en de jongste loot aan haar stam
\'The Veterinary Quarterly\', die in 1979 voor het eerst als zelfstandige geheel
Engelstalige uitgave haar debuut maakte.

Om met de laatstgenoemde te beginnen, mag worden gesteld, dat \'The Veterinary
Quarterly\' zich in een toenemende belangstelling mag verheugen.
De hoeveelheid kopij die voor de Quarterly wordt aangeboden is redelijk, terwijl
ook verschillende buitenlandse artikelen hun weg naar de Quarterly hebben ge-
vonden. Het aantal buitenlandse abonné\'s is gestegen en het aantal verzoeken om
nadere kennismaking met \'The Veterinary Quarterly\' wettigt de verwachting,
dat deze stijgende trend zich in de naaste toekomst zal voortzetten.

De kopijpositie van Nederlandse artikelen is door de bank genomen over de laatste
jaren teruggelopen. Een bepaalde hoo.sdoener is hiervoor moeilijk aan te wijzen.
Vit een interne analyse en evaluatie van de kopijpositie blijkt, dat in het verleden
ook sprake is geweest van variabiliteit in het kopij-aanbod. Het huidige lage
niveau wordt waarschijnlijk veroorzaakt dooreen combinatie van factoren. Zo
oefent bijv. de grote vlucht van nieuwe (in zekere zin concurrerende)periodieken
een niet te onder.schatten zuigkracht uit op het kopij-aanbod in het algemeen,
terwijl ook de toename van puhiikaties van Nederlandse auteurs in buitenlandse
vakbladen een factor van betekenis kan zijn.

Dit vormde voor de Redaktie aanleiding om met betrekking tot nieuwsgaring,
ook kopijbronnen als verzoekartikelen. lezingen, symposia, eindverslagen van
onderzoekprojecten, dis.seriaties. studentenreferaten, etc.. meer dan voorheen het
geval was. hierbij te betrekken.

De Redaktie streeft naar de behandeling van onderwerpen, die de praktische
uitvoering van het beroep in de verschillende disciplines en vakgebieden raken.
Naast oorspronkelijke artikelen, waarin onderzoek resultaten aan de orde zijn en
naast praktijkartikelen waarin korte mededelingen, signalen en ontwikkelingen
van belang voor de praktijk besproken worden, valt er een groeiende hehoejie aan
doelgerichte overzichtsartikelen, ten dienste van de algemette en praktische dier-
geneeskunde te constateren. In dit verband verheugt het de Redaktie reeds een
tweetal artikelenseries te kunnen aankottdigett: één met als ottderwerp de ovario-
hysterectomie bij de teef en één serie praktisch gerichte artikelen op het gebied
van de klinische biochemie en hematologie, die in 1980 zullen verschijnen.

Spontaan ingediende artikelen blijven de voornaamste bron waarop het Tijdschrift
drijft en vaart!

Alle goede voornemens en activiteiten ten spijt, zal een Tijdschriji zonder spontane
bijdragen gedoemd zijn te verbleken.

Aan het begin van het nieuwe jaar wenst de Redaktie de lezers en medewerkers van
het Tijdschrift een gelukkig 1980 toe en spreekt hierbij gaarne de hoop uit, dat
het Tijdschrift ook het komende jaar op de ondersteuning van lezers en auteurs
mag rekenen.

Ri:n.AKTii:.

Tijdschr. Dicrgcnccsty.. dcc! 105. aft. I. IVHO

-ocr page 24-

(Il

Dieren, data en diagnostiek\'

Animals. Data and Diagnosis
.1. A. van der Pool-

SUMMARY

Door de ontw ikkeling van de \'chip\' kunnen apparaten voor het verwerken van
gegevens steeds kleiner, betrouwbaarder en goedkoper worden. De vraag is hoe
en op welke gebieden ze de veierinair praktisch van dienst zullen kunnen zijn.
In deze voordracht worden na een korte technische introductie de functionele
mogelijkheden en beperkingen van computers geschetst.

Aan de hand van voorbeelden wordt hel gebruik voor administratie en registratie
en voor interactie tijdens een beslissingsproces besproken.

De principes die van belang zijn bij Information Retrieval en diagnostiek komen
aan de orde.

Tot slot wordt een conceptuele schets gegeven van een informatiesysteem voor een
praktizerende diergeneeskundige.

SUMMARY

The development of the \'chip\' tends to make data-processing apparatus in-
creasingly smaller, reliable and cheaper. The question is in which fields they will
be of practical use to the veterinarian.

In the present paper, a brief technical introduction is followed by a description
of lhe functional potentialities and limitations of computers.
The use for administrative purposes and recording as well as for interaction in
processes of decision is discussed and illustrated by e.xaniples.
The principles which are of importance in Information Retrieval and diagnosis are
discussed.

Finally, a data-processing system designed for veterinary practitioners is described
in broad outline.

Voordracht, op oktober 1979 gehouden, ter gelegenheid \\an het .laarcongres 1979. tevens 126e
Algemene Vergadering van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde te Den
Haag. (C\'ongresthema: \'Dieren, data en diagnostiek\').

l\'rol. dr. .1. .A. \\an der Pool. buitengewoon hoogleraar aan de I .H. Pwente. medewerker van IBM
Nederland N.V.

n

-ocr page 25-

Dames en Heren.

Als thema voor deze dag is gekozen \'Die-
ren. data en diagnostiek\'.
Met deze alliterende woorden is bedoeld,
dat er vandaag over computers in de dier-
geneeskunde gesproken zal worden. Het
is mijn taak het thema algemeen bij u in te
leiden. In de middag maakt u met meer
gespecialiseerde toepassingen op uw vak-
gebied kennis.

Laat ik beginnen met een korte beschou-
wing omtrent de termen in de titel.
Dieren en data horen bij elkaar. Volgens
het Institute voor Middle East Studies
\\ ande Universiteit van Houston, zijn die-
ren dc oorzaak van het ontstaan \\an
data. Als /o omstreeks 8.000 jaar \\c)or
Christus een kudde vee \\erhandeld was
en naar de nieuwe eigenaar werd gedre-
ven. dan ging reeds een soort vrachtbrief
mee. Die bestond uit ccn bol \\crharde
klei, waarin \\ ()or elk dier uit de kudde een
steentje aanwe/ig was. Om onderscheid
te maken tussen een kameel, een schaap
of een geit, werd elk dier door zijn eigen
typische vorm van steentje voorgesteld.
De ontvanger kon dc kielhal kapot slaan
cn nagaan of alles in orde was.
Op deze wij/e waren tussentijdse contro-
les van de kudde niet goed mogelijk. Men
deed toen een fundamentele uitvinding.
Voordat de klei verhardde werd op de
buitenzijde van het stuk klei \\an elk te
verpakken steentje een afdruk gemaakt.
Na verharding kon men dus aan de bui-
tenzijde zien. welke dieren er in dc kudde
aanwezig moesten zijn, zonder de boel
kapot te slaan.

U begrijpt, dat het vanaf dit punt naar
kleitafels met beeldschrift een betrekke-
lijk kleine stap was.

En /O waren dieren de oorzaak van de
eerste \\astlegging van data. Thans is het
zover, dat \\ olgens een krantenbericht, de
computer de koe in het oog houdt.

Het is ook zeer aannemelijk, dat tellen
vooral door het beheervankuddendieren
is ontstaan. Later kwamen hiervoor han-
dige hulpmiddelen, zoals de abacus, die
nog heden ten dage door de eigenaar van
ons Chinese buurtrestaurant wordt ge-
hanteerd.

In eerste instantie is nu een computer niet
veel anders: een handig apparaat voor het
vastleggen van data. waarmee we als dat
nodig is ook nog kunnen tellen en reke-
nen.

Nu die derde D. die van diagnostiek. Dat
ligt minder eenvoudig. Volgens onze on-
volprezen Van Dale verstaat men eron-
der; \'Het onderkennen van de aard en de
zetel van een ziekte of kwetsuren uit de
verschijnselen\'.

Websters New World Dictionary geeft
nog een tweede wat ruimere betekenis:
\'Een zorgvuldig onder/oek van de feiten
om dc aard van een ding vast te stellen\'.
We willen ook trachten te begrijpen, hoe
het moderne hulpmiddel computer ons
kan helpen met diagnostiek. Om dat te
benaderen wil ik eerst een principieel on-
derscheid maken tussen :data oftewel ge-
gevens enerzijds; en informatie ander-
zijds.

Met dit plaatje verstrek ik u een gegeven.
U kunt zeggen dat het een cirkel is. maar
verder heeft het voor u geen betekenis;

-ocr page 26-

het kan nog een symbool voor van alles
zijn; u kunt geen diagnose stellen. Hct
geeft u nog geen informatie.

Als ik de sluier wat verder weg trek, zegt
u: \'Nu herken ik het. het is een boven de
zee ondergaande zon!" Begrijpelijk voor
een bewoner van koele Westerstranden.
Maar een Japanner zal eerder denken
aan de \'Rijzende Zon".
Een gegeven krijgt dus pas betekenis, het
wordt pas informatie, als het in een con-
text wordt geplaatst. En voorts hangt de
toegekende betekenis af van kennis en
dispositie van de waarnemer.

De clou van deze beelden naar ecn car-
toon van .Stephan Verwcy is nu. dat de
man aan hct strand niet kijkt naar wat u
denkt waar hij naar kijkt. Die passer hoort
helemaal niet in het beeld thuis. Of toch
wel? Het is immers een apparaat waar-
mee cirkels getekend kunnen worden.
Zo moet u ongeveer de rol v an de compu-
ter zien in de diagnostiek. Met een passer
kunnen we cirkels tekenen, maar de bete-
kenis hangt van vele andere zaken af. Met
ccn computer kunnen wc ook prachtig
gegevens produceren; maar of die helpen
bij het stellen van diagnoses hangt vooral
van de vakbekwaamheid cn kennis van
zaken van dc gebruiker af. Later in mijn
voordracht zal ik hierop terugkomen.

We doen nu eerst een stapje terug en
schenken enige aandacht aan het ver-
schijnsel computer.

Ik las laatst: \'Na 25 jaar van buitenge-
wone vooruitgang is de computer gereed
om aan zijn kleutertijd te beginnen".
Inderdaad verwachten velen, dat de
brede maatschappelijke verspreiding van
de computer in de tachtiger jaren zal
plaats vinden.

Ruim een jaar geleden is een enorme pu-
bliciteit ontstaan met betrekking tot de
\'chip". Ik kan er niet omheen er straks wat
meer van te zeggen. In eerste instanties
slechts het volgende.

De chip is een deel van een technische
ontwikkeling, die het mogelijk maakt,
dat grote computers in de eerste plaats
steeds sneller worden, tot vele miljoenen
bewerkingen per seconde. In de tweede
plaats kunnen zc steeds grotere verzame-
lingen gegevens beheren. In gecomputeri-
seerde systemen voor technische en we-
tenschappelijke documentatie zijn
miljarden feiten direct bereikbaar.
Nog belangrijker voor hct thema van
vandaag is. dat kleinere computers, die
toch heel wat presteren, gemaakt kunnen
worden.

Nu bedoel ik uitdrukkelijk niet de poc-
ketcalculator. Daar kun je alleen maar
mee rekenen cn als zodanig staat het ding
zelfs verre ten achter bij kleitafels. Reke-
nen is voor u maar af cn toe van belangen
sinus.sen en cosinussen zult u wel hele-
maal niet nodig hebben. Beschouwt u een
computer vooral niet als een rekentuig.
maar veel meer als ecn opslagtuig.

-ocr page 27-

Ik heb het oog op kleine computers met
een redelijke opslagcapaciteit voor gege-
vens; met aangepaste faciliteiten voor het
\\erwerken \\an gegevens; en uitgerust met
een goed aan het gebruik aangepast stel
programma\'s. We spreken wel van mini-
computers.

De kwaliteit en mogelijkheden van deze
machines, die thans in de orde van enige
tienduizenden guldens kosten, zijn reeds
nu van dien aard. dat \\ele kleine bedrij-
ven en beoefenaren van vrije beroepen er
\\oordeel in zien zo\'n apparaat aan te
schaffen. Vandaar ook wel de naam
\'small business computer\'. Ik zal straks
als voorbeeld de toepassing in een apo-
theek behandelen.

De eerdergenoemde brede maatschappe-
lijke doorbraak wordt wellicht mogelijk
door de z.g. \'hotne computer\'. Er zijn al
microcomputers van enkele duizenden
guldens op de markt, maar daar is veelal
het spelelement de sterkste kant. Voor
wat meer vergende serieuze toepassingen
zijn de programmeringsmogelijkheden
nogal beperkt.

Dc ontwikkeling gaat evenwel zeer snel;
het is heel goed mogelijk dat binnen \\rij
weinig jaren een huis bcdrijfscomputer
aanwezig zal zijn in veel \\\'an dc land-
bouwbedrijven en veehouderijen waar u
mee tc maken heeft. Wc gaan meer en
meer naar het tijdperk van de persoon-
lijke computer.

Ik beschouw het als een zeer gelukkig
initiatief van uw Maatschappij nu reeds
de computer onder uw aandacht te bren-
gen.

Het kernprobleen is, dat een gesprek op
gang gebracht moet worden tussen twee
categorieën \\an vakmensen.

Aan de ene kant u als diergeneeskundi-
gen die het verschijnsel computer meteen
zekere schroom en niet geheel ten on-
rechte enig wantrouwen zien gebeu-
ren.

Aan de andere kant staan de computer-
deskundigen. die de neiging hebben de
specifieke problemen van een toepas-
singsgebied te onderschatten. Als u deze
heren met hun snelle oplossingen niet erg
goed in de hand houdt, vallen er brokken.
Ik ben een lid van dat eigenwijze laatste
gilde en wil u nu gaan uitleggen wat een
computer is.

Daarbij zullen mijn voorbeelden in nogal
ver verwijderd verband staan met uw
vak; en voor zoverre ze het benaderen
vermoedelijk uw lachlust opwekken.
Ik hoop toch een eerste aanzet tot weder-
zijds begrip te kunnen geven.
Alle maxi, mini. micro en wat dies meer
zij computers berusten op dezelfde con-
ceptie.

Die is tijdens de ontwikkeling van de
computer nauwelijks gewijzigd. Nog ster-
ker de conceptie van een automaat die
gegevens kan verwerken, bestond reeds
zo\'n 150 jaar geleden. De uitvinder was
Charles Babbage; de eerste programma\'s
werden geschreven door de hem zeer toe-
gewijde Ada Augusta, the countess of
Lovelace, dochter van Lord Byron.
Het zijn vooral de technische realisaties
van dit aloude principe geweest, die de
ontwikkeling bepaalden en nog steeds be-
palen.

Om u dat uit te leggen moet ik u eerst
even wat bit-wijs maken, waarbij dit
geschrcveti wordt met de letter t. Het
heeft ook niets te maken tnet de stuurin-
richting van het paard. Bit is een eenheid
van gegevensvastlegging en het woord is
de samentrekking van binary digit. Het
begrip is eenvoudiger dan de naam.
Het duidt op iets dat twee toestanden kan
hebben; een plek waar al dan niet een
steentje van een primitieve herder aanwe-
zig kan zijn; het schuifje in een instituut,
waarmee het al dan niet aanwezig zijn
van een medewerker wordt aangegeven;
een gat of juist geen gat op een bepaalde
plaats in een ponskaart; een lamp die aan
of uit kan zijn; en zo meer.
Als we die eenheid \\an gegevens vastleg-

-ocr page 28-

ging willen noteren dan gebruiken wc het
symbool O om de ene cn het symbool 1
om dc andere toestand weer te ge\\en.
Met rijen \\an zulke bits kunnen we ge-
weldig \\eel duidelijk maken.
Een voorbeeld: Als we iemand de weg
willen wijzen in een stad met louter drie-
sprongen dan geven we hem ecn bitrij en
maken de volgende afspraak. Hij moet
bij het volgende kruispunt linksaf slaan,
als het v olgende bit in zijn bitrij een O is.
Hij moet rechtsaf als hij een 1 tegenkomt.
Deze methode brengt u zonder meer van
A naar B, in de geprojecteerde figuur.

Nu zult u een stad met louter driespron-
gen terstond en zeer terecht een illusie
noemen. Wat tc doen bij de ArcdeTriom-
phe in Parijs?

Maar ook daarvoor kunnen afspraken
gemaakt worden. Een meersprong is al-
tijd terug te voeren tot een stel driespron-
gen; met de aangegeven bitrij komt u feil-
loos van de Champs Elysccs op dc
Avenue Poch.

Leibniz merkt reeds in de 1 7-dc eeuw op,
dat tnet alleen maar ecn O en een 1 ook
uitstekend gerekend kan worden; als wc
maar weer goede afspraken voor hel op-
tellen en dc tafels van vermenigvuldigen
maken.

Deze binaire rekenkunde is moeiteloos
op de middelbare school of eerder te on-
derwijzen.

Onze menselijke constitutie is niet zo ge-
schikt om met zulke bitrijen te werken;
maar de spulletjes waarvan een compu-
ter gemaakt wordt zijn er juist volmaakt
op berekend. Aan de hand van twee voor-
beelden zullen we nagaan wat een com-
puter ermee kan doen.

De verwerkingseenheid van een compu-
ter heeft zekere dingen gemeen met een
draaiorgel. Ze werken beide onder bestu-
ring van een programma. Bij een draaior-
gel kunt u dat goed zien. Het draaiorgel-
boek wordt mechanisch langs de
aanblaasrichting gehaald.
Bij een computer is het programma in het
werkgeheugen van de verwerkingseen-
hcid verstopt en het wordt electronisch
afgetast.

Bij een draaiorgel bepaalt het pro-
gramma hoe de pijpen aangeblazen wor-
den cn daardoor het wijsje dat gespeeld
wordt. Bij een computer wordt de reeks
van bewerkingen, die met de toegevoegde
gegevens moet plaatsvinden, door het
programma bepaald.
Het draaiorgel trekt lucht aan om de pij-
pen aan tc blazen. Een computer moet
gevoed worden met bitrijen. Dat kan bij-
voorbeeld in de vorm van ponskaarten.
In ons voorbeeld staan laten we zeggen
op elke ponskaart de gegevens omtrent
dc melkproduktie van ecn koe.
Dus ccn registratienummer en het geme-
ten aantal liters dat v andaag gemolken is.
Voor het vervaardigen van dic ponskaar-
ten is een schrijftnachine-achtig toetsen-
bord gebruikt. Het vertalen naar voor de
comptuer begrijpelijke bitrijen gebeurt
automatisch bij het ponsen en vervolgens
door de inrichting v oor het lezen van de
ponskaa rten.

-ocr page 29-

Bij het afwikkelen van zijn programma
betrekt de verwerkingseenheid zijn bit-
rijen nog uit een tweede bron. Dat is een
opslag geheugen waarin \\an elke koe een
z.g. record staat. Dat bevat bepaalde
stamgege\\ens en historische gegevens;
kortom al datgene dat u vaneen veestapel
geregistreerd wilt houden.
Aan de hand \\an het uit de ponskaart
ingelezen registratienummer kunnen de
bijbehorende gegevens uit het opslagge-
heugen worden verkregen. Het opslagge-
heugen is te beschouwen als een geauto-
matiseerd kaartsvsteem. met capaciteit
voor vele tiendui/.enden kaarten.
Wat de computer in deze eenv oudige toe-
passing doet is het bijwerken van het
kaartsvsteem met de gegevens van
vandaag. Als de uit de ponskaart gelezen
gegevens van een koe /ijn verwerkt,
vvordt het bijgewerkte record weer terug-
geschreven in het opslaggeheugen.

Dit is een intellectueel weinig inspire-
rende toepassing \\an een computer.
Maar wel een die in allerlei \\ariantcn in
landbouw, \\eeteelt. handel en industrie
kan worden toegepast. Het gaat hier niet
erg om het rekenen \\ an dc computer. Het
gaat om het bewerken \\an dc beschiij-
\\ing \\an de toestand, waarin een huis-
houding /ich bc\\indt. Hn het gaat snel;
met honderden \\erwerkte posten per mi-
n u ut.

Bovendien kunnen tegelijkertijd over-
zichten worden vervaardigd. Het zal in
dit voorbeeld vermoedelijk om een sy-
steem gaan. dat voor een collectiviteit van
veehouderijen functioneert. Per koe kan
desgewenst een regel worden afgedrukt.

Waarden die sterk van het gemiddelde
van voorgaande dagen, of van bepaalde
standaards, afwijken kunnen op de lijst
worden aangemerkt. Per bedrijf kunnen
totaal tellingen worden gemaakt. En zo
meer. Zo\'n overzicht begint dan diagnos-
tische waarde te krijgen. Hierop komen
twee sprekers vanmiddag nog terug.
Dit is dus ccn v oorbeeld van registratieve
verwerking achteraf. In het computer-
jargon spreken we van batchverwerking.
Bedrijfsgcbeurtenissen worden geno-
teerd. dan later geponst en tenslotte bij
honderden of duizenden achter elkaar
verwerkt.

De Deense nertsfokker Agne Petersen
gebruikt /o een computer voor het beheer
van zijn ruim 40.000 nertsen. Door aan
dc voor administratie vastgelegde gege-
vens enige uitbreiding te geven, kan hij nu
ook fokschema\'s voor het in stand hou-
den en verbeteren van het diercnbestand
opstellen.

In vele gevallen is het mogelijk het note-
ren en ponsen te vermijden, door auto-
matische methoden van gegevensvastleg-
ging. Het CIcncsec Ziekenhuis in
Rochcster New ^\'ork heeft apparatuur
waarmee luider computcrbcsturing auto-
matische analv\'scs van bloed- en urine-
monsters plaatsvinden. De waargeno-
men gegevens worden aan ccn andere
computer toegevoerd, die op /ijn beurt
lijsten produceert, waarop artsen in ccn
opslag kutuien /ien bij welke patiënten,
welke afwijkingen in bloed en urine /ijn
geconstatccitl. 1\'cn vi)t)rbeeld \\an batch-
verwerking. dat /cci\' diicct ten dienste
van de diagnostiek staal.
Een heel andere vorm van computerge-
bruik is hel /.g. interactieve gebriuk.

-ocr page 30-

Daarbij gaat het niet om registratie ach-
teraf. maar om een mens machinedi-
aloog tijdens een bedrijfsproces, met de
bedoehng dat dc computer bijdraagt in
de besturing \\an dat proces.
Als voorbeeld hiervoor wil ik een thans
bij apothekers in gebruik komende toe-
passing nemen.

Als invoerapparaat doet nu een met een
toetsenbord uitgeruste beeldbuis dienst.
Op het toetsenbord aangeslagen gege-
vens gaan direct naar de verwerkingseen-
heid en worden tegelijk zichtbaar op het
beeldscherm.

Als een cliënt een recept presenteert zal
de apothekersassistente enige karakteris-
tieke gegevens aanslaan, zoals de eerste
drie letters van de naam en de eerste vijf
van het voorgeschreven geneesmiddel.
Het programma kan nu uit het opslagge-
heugen gegevens opzoeken, die met de
ingetypte letters corresponderen. Wel-
licht zijn er verschillende personen, vaak
uit één gezin, wier naam met die eerste
drie letters correspondeert.
De bevindingen worden \\ia het beeld-
scherm aan de assistente meegedeeld.
Deze doet daaruit, eventueel na rugge-
spraak met de cliënt, de juiste keuze.
Als persoon, voorgeschreven geneesmid-
delen cn dosering vaststaan kan hct pro-
gramma controleren of dc verstrekking
doorgang kan vinden. In hel opslagge-
heugen kunnen van de betrokken per-
soon indicaties vastliggen die erop wijzen
dat het geneesmiddel ofde voorgeschre-
ven dosering ongewenst of zelfs gevaar-
lijk is. Bijvoorbeeld door een specialist
reeds eerder voorgeschreven geneesmid-
delen. zouden tot interacties kunnen lei-
den. Dc apotheek kan in zo\'n geval con-
tact opnemen met de voorschrijvende
arts.

Hier is. zou ik zeggen, toch ook wel weer
sprake van een stukje diagnostiek, zeker
in de meer uitgebreide zin van Webster:
\'De zorgvuldige vaststelling van dc aard
van een ding\'.

Als het geneesmiddel kan worden ver-
strekt. zal dan verder zoiets profaans als
het automatisch uittypen van een etiket
kunnen gebeuren. Daarvoor kan de com-
puter uitgerust zijn met een eenvoudig
afdrukapparaat.

Verder wordt het record van de client in
het opslaggeheugen bijgewerkt. Niet al-
leen om nare dingen bij volgende recepten
te vermijden, maar ook in verband met
afrekening met ziekenfondsen en eventu-
eel andere te verrichten administratieve
zaken. Te denken valt nog aan dc voor-
raad administratie van enige duizenden
geneesmiddelen.

Ik vind dit een goed voorbeeld van een
nuttige mens; machine samenwerking.
Het farmaceutische gebeuren is zo com-
ple.x geworden, dat hulp v an dc computer
onontbeerlijk wordt.
Van geen assistente kan verwacht wor-
den. dat ze de gewenste kennis omtrent
patiënten cn geneesmiddelen paraat
heeft. De computer met zijn ijzeren ge-
heugen cn snelle raad pleegmogelijkheden
helpt ecn handje.

Voordat ik op computer en diagnostiek
terugkom, wil ik eerst de draad van het
technische verhaal nog wat vervolgen. U
heeft opgemerkt, dat bij hct bespreken
van dc voorbeelden, de bitrijen nauwe-
lijks aan bod zijn gekomen. Daar hoeft u
als gebruiker van de comptiter ook echt
niets van tc weten. Dat is gans en al een
interne aangelegenheid van het maschien.
Maar die kennis is wel nodig om de snelle
en voortdurende prijsdaling van compu-
ters tc kunnen begrijpen.
Die berust namelijk op de technische ont-

-ocr page 31-

wikkeling om bits lysiek te representeren
en met bitrijen te manipuleren. Primi-
tieve herders deden het met steentjes. FiiJ
de abacus /ijn het de kralen van een tel-
raam. In de ouderwetse rekentnachincs
de tanden \\an mechanische telwielen.
De eerder genoemde Babbage probeerde
/ijn automatische "Analytic Engine\' ook
met mechanische telwielen te maken.
Maar dat bleek onmogelijk te /ijn; de
machine werd te omvangrijk en te duur.
De eerste realisaties werden vooral moge-
lijk toen men tijdens de Tweede Wereld-
oorlog radiobui/en voor het represente-
ren van bits ging gebruiken. [)ie bleken
toch beter te voldoen dan relais, waarmee
tuen ook werkende apparaten heeft ge-
creccrd.

Cioed 25 jaar geleden kwamen in de Vere-
nigde Staten de/e met bui/en uitgevoerde
machines aan de markt. Voor weten-
schappelijk onder/oek werden er twee
opgesteld; één in een finiversteit aan de
Oostkust en één in een flniversiteit aan de
Westkust. Men meende, dat daarmee de
behoefte aan wetenschappelijke gegevens
verwerking voor vele Jaren gedekt /ou
/ijn.

I hans /ijn er minicomputers die nog niet
een procent kosten van wat /o\'n gigant
toen kostte. Maar die mini\'s van nu kun-
nen meer en er worden dui/enden van
verkocht.

Een natuurlijke opvolger van de radio-
buis was de transistor; daarna kwam het
integrated circuit, ofwel afgekort IC\'. Dat
is een meer officiële naam voorde reeds
eerder genoemde chip. [:)aarmee is iets
fundamenteel verschillends aan de hand.
Radiobuis cn transistor werden uit mate-
rialen opgebouwd om een functie te ver-
richten. Bij een IC worden door een soort
tuicrosopisch fabricageproces de functies
m een stukje materiaal ingebracht.

Het materiaal is silicium, /o algemeen
voorhanden als het /.and. waaruit het
komt.
fJ /iet hier een chip ingestnolten in
het plastic van een sleutelhanger, als re-
clamemateriaal van een computerleve-
rancier.

U kunt ook de verhouding zien met de
radiobuis.

Wat u niet kan /ien is dat dit stukje mate-
riaal op I/, cm2 de functie van 64.000 van
die bui/en kan overnemen. Het is een z.g.
64K geheugenchip, zoals die thans prak-
tisch in computers wordt toegepast.

In andere maar eender uitziende chips,
zijn geen geheugenfuncties maar schakel-
functies ingebracht. In de transistor tijd
hadden wc daar tientallen van de even-
eens afgebeelde kaarten voor nodig. Met
enkele van zulke chips kunnen de functies
van een gehele computer verwezenlijkt
worden. Of zelfs kan men de functies
voor ccn eenvoudige computer op één
chip onderbrengen. De naatn microcom-
puter zal u nu wat duidelijker zijn.

-ocr page 32-

Nu moet u wel bedenken dat het hierom
basis technologieën gaat. Chips kunnen
niet naakt, zoals ik ze u getoond heb. in
computers gebruikt worden. Ze worden
ingebouwd in zulke huisjes, waaraan de
nodige contacten voor electrische ver-
bindingen zitten. Die moeten weer
samengebouwd worden tot gehelen van
geheugen en schakelfuncties. Dan moeten
v oorzieningen voor verbindingen met in-
voer en uitvoer mechanismen en met de
opslaggeheugens getroffen worden, en-
zovoorts, enzovoorts.
Niettemin hoop ik aannemelijk gemaakt
te hebben, dat computerapparatuur van
hoge kwaliteit en met veel potentiële mo-
gelijkheden zeker in de tachtiger jaren
voor een ieder tegen zeer redelijke prijzen
te verkrijgen zal zijn.
Een heel andere kant van de medaille is
dat programma\'s nodig zijn om de poten-
tiële mogelijkheden ook werkelijk te re-
aliseren. Programmatuur is een hoofstuk
apart waarop nog teruggekomen wordt.
Voor ik terugkeer naar dc diagnostiek
moet ik nog één technologische ontwik-
keling noemen. Ik heb het tot nu vooral

De grafieken in de andere categorie
eveneens met logaritmische schaal
hebben een sterk dalend karakter. Dan
gaal het over de prijs per bit of de prijs per
schakelfunctie. Prijsdalingen met een
lactor 10 in vijfjaar zijn vcior verschil-
lende computer technologiccn geen uit-
zondering.

\' De/c figuren /ijn onllccnd aan een rapport van: fhe Diebold Research Program Europe getiteld: \'Ehe
.Annual Diebold\'Eechnology Scan 1979 (Document no. 1:177).

Ondertussen zijn we in de laboratoria al
weer veel verder. Ik zou u allerlei grafie-
ken\' met toekomstverwachtingen kunnen
gaan tonen. Oe grafieken in één categorie
hebben allemaal een sterk stijgend karak-
ter, zoals deze. Het gaat dan om capaci-
teiten per chip. Deze slaat op een nieuwe
geheugentechnologie waar men \\an
denkt binnen 10 jaar te komen tot chips
met 10 miljoen bits.

l\' merkt op dat de schaal in verticale
richting logaritmisch is. Zulke steile stij-
gingen komen ook te voorschijn als het
om het aantal schakelfuncties per chip
gaat.

-ocr page 33-

gehad o\\er chips \\oor de geheugen- en
schakelfuncties van de \\ervverkingsecn-
heid. Ik /al maar niet praten o\\erde kos-
ten van opslaggeheugens. Dan /ou er
weer /o\'n steil dalende lijn te voorschijn
komen.

In het voorbijgaan /ou ik wel willen vvij-
/en op een gemakkelijke v orm van hulp-
geheugens. de /.g. floppv disk; daarmee
kunnen /o\'n miljoen bits handig van de
ene naar de andere computer worden ge-
bracht.

Een geheugen dus. dat u in uw /ak kunt
steken.

Wat ik nog wel noemen wil is de mogelijk-
heid om computers op het telefoonnet
aan te sluiten. Dat biedt faciliteiten om
gegevens tussen geografisch verspreide
machines snel en automatisch uit te wis-
selen. Bij het gebruik van computers in
handel en industrie is die telefonische sa-
menwerking reeds volop aan de gang.
De computers van Universiteiten in Ne-
derland en elders /ijn vaak in enigerlei
vorm in een netwerk opgenomen.
Laten we een voorbeeld noemen door
naar de apotheken terug te keren. Hoe
kan de dienstdoende apotheek in nachte-
lijke uren en gedurende het weekend aan
/ijn bewakende functie voldoen? De ge-
gevens van dc cliënt v an een collega staan
immers in de computer van die slapende
of vissende collega? Een oplossing /ou
kunnen /ijn dat de computers in een regio
telefonisch met elkaar verbonden /ijn.
Als A /ijn apotheek sluit wordt de com-
puter aan het net aangesloten. Zo krijgt
dienstdoende apotheek B toegang tot
een gedeelte - en ik herhaal een gedeelte
vande gegevens in de opslaggeheugens
van A. En op de/.eltde wij/e tot alle apo-
theken van de regio, waarvoor B dienst
doet.

Nu /O mogelijk weer terug naarde dierge-
neeskunde en de diagnostiek. Wat /ou u
eigenlijk willen?

Via een toetsenbord beschrijft u aan de
computer svmptomen en prompt ver-
schijnt op het beeldscherm de diagno.se
en de behandeling. Als dierenarts /uit u
dan alleen uitvoerend werk gaan doen.
We /uilen het maar niet hebben over ro-
bots. die voor u koeien onthoornen. lies-
breuken opereren, poten /etten en /o
meer. Maar wat kunnen we nu op het
gebied van de diagnose verwachten.
Er is een tak van de computerkunde. die
/ich meer algemeen met dit soort vraag-
stukken be/ighoudt.
Dat heet in het Engels .Artificial Intelli-
gence meestal afgekort .Al. Vertalen we
dat in het Nederlands dan krijgen we Kl.
maar daaronder verstaat u wat anders.
Dat administreert u trouwens ook reeds
per computer.

Als belangrijk studieobject heeft de
kunstmatige intelligentie o.a. het schaak-
spel. U weet nu dat door goede afspraken
een stand op het schaakbord best in een
bitrij kan worden omge/et. Cieef die aan
de computer en laat de machine de beste
voort/etting bepalen. Op die manier kunt
u computers partijen schaak tegen elkaar
of tegen menselijke tegenstanders laten
spelen.

Overal ter wereld werken aan Universi-
teiten cn aan research-instituten groepen
aan de best mogelijke programma\'s voor
computerschaak. Daarbij /ijn vaak scha-
kers van wereldformaat. In de Sovjet
Ihiie houdt Bottwinnik /ich intensief met
dit probleem be/ig. Een goede schaker,
die tevens een e.Kccllente programmeur is,
heeft twee jaar studie nodig om op het
huidige peil van de wetenschap \'compu-
terschaken\' te komen. Reeds meer dan
twintig jaar wordt eraan gewerkt.
Hoe goed /ijn de diagnoses, die de com-
puter bij elke /et stelt? Nogal goed!
De beste programma\'s op /eer grote com-
puters winnen het wel van de meeste club-
schakers in Nederland. Het niveau is /o
ongeveer meesterklasse. Maar v raag niet
wat ecn partij schaak kost. De schaak-
computers dic in warenhui/en te koop
/ijn spelen veel slechter ofte lang/aam.
Met dit voorbeeld wil ik ener/ijds aange-
ven, dat bij voldoende mspanning en be-
schikbare middelen programma\'s ge-
maakt kunnen worden, waardoor een
computer veel kan. Maar ander/ijds dat
er menselijke perceptie en denkfacultei-
ten /ijn. dic we echt niet door een compu-
terbrein kunnen vervangen. Het niveau
Timman wint het nog met gemak vande
computer.

-ocr page 34-

Eén \\ an de beperkingen van de computer
ligt in het 1\'eit. dat het een sequentiële
machine is.

Wat ik daarmee bedoel wordt misschien
door het volgende voorbeeld duidelijk.
Stel dat ik zou willen weten of er een
notaris in deze zaal aanwezig is; niet
waarschijnlijk maar je weet nooit. Vol-
gens de logica \\an de computer moet ik
dan aan elk van u vragen: \'Bent u notaris\';
op het rijtje af tot ik u allemaal gehad
heb. De huidige computers laten niet een
werkwijze toe, waarbij ik vraag: \'Laten al
degenen die notaris zijn opstaan\'. Dat
zou zogenaamde associatieve mogelijk-
heden vragen. Daar wordt overigens
wel reeds jaren lang naar gezocht en niet
geheel zonder succes.
Computers kunnen heel snel handig in
het„ hulpgeheugen opgeslagen tabellen
raadplegen. Maar een tabel heeft maar
één ingang. Als u naam en adres weet van
iemand kunt u snel in het telefoonboek
zijn telefoonnummer vinden. Maar stel
dat u in Amsterdam de abonnee wilt
weten met nummer 799032. I^aar is de
tabel \'telefoonboek\' niet op ingericht.
Diagnostiek heeft aspecten \\\'an wat men
noemt Information Retrieval in zich; dat
is het terugvinden van in computer ge-
heugens opgeslagen gegevens.
\'Een behoeve van litcratuur-
documentatie in wetenschap en techniek
zijn vele \\an zulke IR systemen in ge-
bruik.

In het geheugen staan gegevens over do-
cumenten, zoals auteurs, tijdschrift en
datum van de publikatie. abstract, cn wat
verder relevant is. Dc tabclvolgorde zal
die van ccn toegekend document /ijn.
Dus als u de gegevens van document
34692 wil weten gaat dat heel fraai en
snel.

Maar we hebben juist met hct omge-
keerde probleem te maken, l\' weet hct
documeninr. niet. maar wilt document-
nummers weten van artikelen die gaan
over een onderwerp waarin u geïnteres-
seerd bent. liet komt erop neer. dat u de
inhoud moet aanduiden, die u eigenlijk
nog niet kent.

Bij IR systemen doet men dat met stelsel
van trefwoorden en de onderlinge relaties
daartussen.

De grote moeilijkheid is dat degene die dc
trefwoorden toekent soms de auteur
maar ook vaak dc documentalist be-
paalde woorden gebruikt, lerwijl u als
opvrager van documentatie misschien
hetzelfde bedoelt, maar heel andere
woorden gebruikt. Of de woorden in een
andere volgorde plaatst. Stel dat u geïnte-
resseerd bent in zonwering en de tref-
woorden \'Venetian\' en \'blind\' op geeft.
Misschien verschaft het systeen u daarna
allerlei gegevens over \'blind Venetians\'.
Bij IR systemen heeft men veel van deze
moeilijkheden kunnen overwinnen. In
Europa worden thans allerlei computers,
die databanken met wetenschappelijke
gegevens beheren, met elkaar via een spe-
ciaal communicatienetwerk verbonden.

De PI F\'s van de EECi-landen hebben
daarvoor een speciaal communicatie net-
werk in hct leven geroepen, het z.g. Euro-
net. In de loop van dit jaar nog wordt het
operationeel. Men kan dan via een
invocr-uitvoerstation en een telefoonlijn
naar Amsterdam in hct netwerk komen.
In Amsterdam staat dc communicatie
computer, die voor Nederland de toe-
gangspoort tot het Euronet is.
Bij diagnostiek willen we in plaats van
trefwoorden symptomen geven. De com-
puter moet verder, als dat al kan, een
tabel van ziekten in zijn geheugen opge-
slagen hebben. Als antwoord wilt u dc
ziekten hebben, waarbij de svmptomcn
voorkomen.

Sommige symptomen zullen vrij hard cn
goed omschrijfbaar zijn. zoals tempera-
tuur. resultaten van chemische analyses,
e.d. Net zo hard als positie en waarde van
stukken bij het schaakspel. Maar andere
symptomen zullen veel zachter en vager
zijn. Van een dier wellicht algemene hou-
ding. glans van ogen. gedrag t.o.v . voed-

-ocr page 35-

sel. habitus, om maar eens een paar le-
kenopmerkingen te maken. Bij het
schaakspel open lijnen, gepinde stukken,
be/etting van centrum en randvelden.
etc.

Nu kan de mens op de een ot\' andere
onbegrepen manier redelijk werken met
\\aagheden. onvolledige gegevens, inter-
pretatie van nuances. We zijn er nog
maar in beperkte mate in geslaagd dit
aan onze computers te leren. Er kunnen
apparaten gemaakt worden voor lezen en
herkennen \\an letters en cijfers in stan-
daardformaten. Maar er bestaat nog

li

pm

geen apparaat, dat mijn handschrift kan
herkennen, hoewel mijn echtgenote en
mijn secretaresse er weinig moeilijkheden
mee hebben.

Opmerkelijk is overigens, dat er e.xperi-
mentele computersystemen voor het her-
kennen van handtekeningen zijn, die dat
beter kunnen dan mensen.

het erom uit deze voorbewerkte gegevens
informatie te halen, f^at blijft vanzelf-
sprekend een taak van de deskundige.
Maar steeds meer zal die interpretatie
ook gesteund worden door een mens;
machine dialoog; daarbij maakt de
mens veronderstellingen en verifieert de
machine of de harde feiten met die v eron-
derstelling overeenstemmen.
Laat ik tot slot nog wat materiaal voor de
discussie aandragen, door in de kristallen
bol te gaan staren.

Wat gaat de individuele praktizerende
dierenarts met een computer doen? Ge-
heel onbevooroordeeld door kennis \\an
uw vak wil ik daar wat over fantaseren.
Wat u er in eerste instantie niet of nauwe-
lijks mee gaat doen is rekenen. U gaat de
computer meer als een moderne kleitafel
gebruiken voor het vastleggen van gege-
vens.

Centraal staan in het opslaggeheugen
verzamelingen gegevens over cliënten en
dieren en de onderlinge relaties daartus-
sen.

True

Naar mijn mening zijn er in het diagnose-
proces twee gedeelten te onderscheiden.
In het eerste deel gaat het om goed tc
objectiveren verwerking van waargeno-
men en gemeten gegevens, zoals verzame-
len. groeperen. statisti.sch bewerken, sig-
naal analyse. In de humane geneeskunde
bijvoorbeeld de analyse van een electro-
cardiogram. Bij deze voorbewerkingen
kunnen computers uitnemende diensten
bewijzen.

In het tweede gedeelte van het proces gaat

Als aan cliënten voorschriften met be-
trekking tot dieren zijn gegeven, dan wor-
den die eveneens in het opslaggeheugen
genoteerd. Alsmede dc relatie tot de die-
ren en de cliënten, die ermee te maken
hebben.

-ocr page 36-

Nu is bij het opvolgen \\an voorschriften
het tijdselement enorm belangrijk. Een
zeer essentieel onderdeel van de compu-
ter voor een dierenarts is het bijhouden
van een agenda. Elke dag zal de computer
aan zijn baas een lijstje van verrichtingen
van die dag of de volgende dag gaan
geven.

In het diergeneeskundige gebeuren zullen
ongetwijfeld allerlei relaties met derden
een rol spelen. Ik kan me daar niet zoveel
bij voorstellen, maar ik moest met de poes
wel eens naar Utrecht vooreen behande-
ling.

U ziet, er begint een door de agenda ge-
coördineerd netwerk van gegevensverza-
melingen te ontstaan.
Tot dusverre staan in het plaatje vooral
gegevens die uw dienstverlenende taak
ondersteunen. Maar het verdienen mag
natuurlijk niet vergeten worden.

Van de via banken en giro ontvangen
betalingen worden ook aantekeningen in
de computer gemaakt. Misschien gaan
banken u in de toekomst helpen door

•s

Periodiek worden gegevens van nota\'s en
ontvangen betalingen met elkaar vergele-
ken en de agenda op uiterste beta-
lingsdata gecontroleerd.
Rappelleringen vindt u zodoende auto-
matisch gereed voor verzending op uw
bureau.

I^IK\' I L J^jjB

Ten behoeve van diagnostiek en voor-
schriften zult u toegang willen hebben en
relaties willen weten met ziektebeelden en
medicamenten.

-ocr page 37-

Nu is het waarschijniijic niet eens nodig,
dat die gegevens in uweigen huiscompu-
ter staan. Wellicht worden die via tele-
foonlijnen van een centrale computer
\\oor diergeneeskundigen betrokken.

Misschien is er ten aanzien van de dieren
ook nog wel telefonische uitwisseling van
gegevens met de veehouderijen, dieinmid-
dels een eigen computer hebben. Of via
het speciale datanet DN-I. dat de Neder-
landse P I T tegen die tijd voor het uitwis-
selen \\ an gegevens tussen computers ope-
rationeel zal hebben.

Dames en heren, het is hoog tijd dat ik nu
met mijn fantasieën stop. En dat niet al-
leen met het oog op de klok. Denkt u niet,
dat ik van mening ben, dat dit toekomst-
beeld morgen of overmorgen werkelijk-
heid zal worden. Het is meer een scena-
rio voor de komende tien jaren of meer.
Om één en ander ook maar te benaderen
zijn tenminste twee dingen nodig die ik in
mijn voordracht onbesproken heb gela-
ten. Alles wat ik geschetst heb is qua
apparatuur mogelijk. Maar hoe komen
we aan de programma\'s om uw compu-
ters te laten draaien. En in de tweede
plaats hoe bereiken we de infrastructuur
om het te laten gebeuren. Als u tenminste
wilt. dat het gebeurt. Dit zijn twee aspec-
ten. die in de voordracht van de heer Van
Rij aan de orde komen.
Ik wil besluiten met U van harte succes te
wensen met het computeravontuur, dat
zich ook aan diergeneeskundigen in de
iaren tachtig zal voltrekken.

-ocr page 38-

IT

Informatie in drievoud\'

Data in Triplicate
D. C. M. Boonman-

SAMENVATTING

De verwerking en verstrekking van informatie met behulp van electronische hulp-
middelen :al verder toenemen. Ten ieder wordt hiermee geconfronteerd, l \'eel
veehouders maken hiervan reeds gebruik. Kort beschreven zijn hier de melkcon-
tróle. het koppelingsproject nwlkcontróle-veevoeding. het gewas- en grondonder-
zoek en de volgboekhouditigen. Hr blijkt gezien uit het aantal bedrijven dat
melkvee houdt veel informatie aanwezig te zijn waarvan ook dierenart.sen en
(overheids)voorlichters gebruik kunnen maken. Een goede samenwerking tussen
deze dienstverleners kan het nut van de informatie verhogen.

SUMMARY

Processing and supplying data using electronic aids will increase to a further e.xtent.
Everyone is con fronted with this fact. It is being made use of by many livestock
farmers already.

Milk-recording, coupling (f milk-recording data, and concentrate feeding, crop
and soil analysis and continuous economical book-keeping, are briefly discussed.
In view ofthe number of dairy farms, there must be much Information which can
also he used bv veterinarians and local agricultural advisory officers.
Effective co-operation between the groups rendering these services may enhance
the value of information.

We kunnen als vaststaand aannemen dat
de moderne verwerking en verstrekking
van informatie ook aan dc veehouderij
niet ongemerkt voorbij zal gaan. f)e ver-
strekte informatie komt in handen van de
\\eehouder. Maar ook diegenen die de
veehouder helpen een beslissing te nemen
voor een doelgerichte bedrijfsvoering
moeten voldoende op de hoogte zijn van
relevante bedrijfsinformatie, in de per-
soonlijke benadering moet men deze in-
formatie kunnen interpreteren voor de
bedrijfsvoering. Vooral de praktizerende
dierenartsen en de (overheids)voor-
lichters komen hiermee in aanraking.

16

I \\oordracht. op 5 oktober 1979 gebonden, ter gelegenheid \\an het .laareongres 1979 te\\ens 126e
Algemene Vergadering \\an de Koninklijke Nederlandse Maatschappij \\oor Diergeneeskunde te Den
Haag (Congrestbcma: \'Dieren, data en diagnostiek\').
- Dr. ir. D. C. M. Boonman. Proefstation voor de Rundveehouderij. I.elystad.

Tijtlschr. Picrgc/iccst:.. dcc! KIS. aft. I. I9H0

-ocr page 39-

Sil I ns \\U FR COM RON FA I IF

Zonder uitputtend te /ijn. kan men een
aantal factoren noemen die /owel \\an dc
technische als van dc humane kant ver-
oor/akcn dat men steeds meer met de
moderne ini\'ormatievervverking in con-
tact komt.

Er is door de schaalvergroting een
groeiende behoefte aan informatie.
Er komen meer computerprogratn-
ma"s beschikbaar, terwijl dc compu-
terkosten minder snel stijgen dan an-
dere kosten.

Men ontmoet steeds meer (jonge) vee-
houders die tijdens hun opleiding
kennis gemaakt hebben met moderne
reken- en verwerkingstechnieken.
Vooral bij de (overhcids)voorlichting
is er de tendens naar veel tijd vra-
gende werk/aamheden /odat werk-
onderdelen die volgens standaard-
routines kunnen worden verricht aan
machines zullen worden overgelaten.
Men komt steeds meer in contact met
veehouders die deelnemen aan één of
ander bedrijfsbegeleidingssysteem.

Bi:i)RFIFSBFClFI FIDINC,

In het voorgaande is het begrip bedrijfs-
begeleidingssysteem genoemd. Hieron-
der wordt verstaan
een Inilpnüdüel hij het
heclrijjsheheer c/cil beoogt via verwerking
van gegevens van het individiiek\' bet/rij/,
de bedrij/s/eiding inf ormatie te geven ten
behoeve van de bedrijfsvoering.
In prin-
cipe heeft iedere vorm van voorlichting
inv loed op de beslissingen van een onder-
nemer. Daarbij /uilen ook gegevens wor-
den bewerkt en getoetst aan normen. Hij
een bedrijfsbegeleidingssysteem /oals
hier genoemd, wordt sleeds uitgegaan
van verdere bewerking van gegevens mcl
moderne verwerkingstechnieken.
Het is duidelijk dat bij dc inlcrprelalie of
locpassing van de verkregen informatie
/owel de landbouvv kundige als dc veteri-
nair /ijn eigen beperkingen moet bcscf-
Icn.

FR IS \\i zov i l I

Er wordt met behulp van de computer
reeds veel informatie aan de praktische

veehouder verstrekt. We noemen hier de
informatie via de tnelkcinilrole het
grond- cn gewasonder/oek. het koppe-
lingsproject mclkcontrolc-vecvoeding en
de volgboekhouding. Wc zullen nu in-
gaan op de betekenis van die informatie.

DF Ml l KC\'ON I ROFI

In 1978 was tweederde van het aantal
koeien, v oorkotuende op ruim .36.000 be-
drijven (41 koeien per bedrijf) in de melk-
controle. Ciezien deze omvang cn het re-
gelmatige karakter is het voor de hand
liggend dat de melkcontrolc niet alleen
een infoi inatiedrager is maar ook moge-
lijkheden biedt tot koppeling met andere
informatiestromen.

BehaKe de informatie op dc procfmelk-
dag. de voortschrijdende totalen van dc
lopende lactatie e.d. treffen we onderaan
het uitslagformulicr het begrip bedrijfs-
standaardkoe (bsk) aan. Dit is ccn inte-
rcssaiU gegeven voor de veehouder, dc
dierenarts cn dc bedrijfsvoorlichters. De
getniddelde dagproduktie van ccn veesta-
pel is namelijk van procfmelking tot
proefniclking verschillend.
Dit wordt veroorzaakt door:

Uitwendige factoren zoals voedingen
gezondheid van het vee.
.Andere factoren zoals leeftijd, maand
van afkalven, lactatiedagen e.d.

-ocr page 40-

/

«

Prov,

Ver.

Lid

JM

VOEDERINFORMATIE VAN;

Pro«fm«lk-
datum

(N«»m. «drs». woonplaat»)

I wat u vanaf de volgende

STALPERIODE

Q

Qewa»-

code

VOEDERMIDDEL

WEIOEPERIODE

proelmelking, du» over 3 of 4 weken, aan u
koelen gaat voeren.

hele kg per
dier
per dag

D«ze g»g«vens aIImh

Invullsfi als u owr
analys«cl}fen bMchIkl.

""7ö53ëfT>5rm

ruw «Iwlt

per kg produkt

Drog« atol
In gramman

dag «n nacht weiden
onbeperkt welden

4 zomeretalvoederlng

w« W tO*p*MlAg It)

\'9 nacht* opttallen
beperM welden

Qraahooi

6yo

310

6
9

go

±0

200
110
111
112

113

114
17«
158
150
234
230

tfOO

Qraskull onderzocht
(analy—cijfera bekend)
\' Natte qraakull
2 , (± 25% da)

Voordrooggrtekull
normaal (± 40% da)

Voordrooggraakuil
droog (± 55% da)

VoordrooggrMkull
zeer droog (± 70% d»)

Snljmalakull

Ingekuilde

suikerbieten kop blad

Z

7

Gedroogde pulp

De tweede groep factoren kan men door
correcties uitschakelen zodat de uitwen-
dige factoren zichtbaar worden in cijfers
per b.s.k. Op ieder proefmelkformulier
wordt de b.s.k. van de laatste ze\\en
proefmelkingen gegeven zodat men het
\\erloop kan zien. .Afwijkingen \\an 1-2 kg
zijn vrij normaal. Bij grotere afwijkingen
is het gewenst dat men de oorzaak na-
gaat.

Over de vruchtbaarheidstoestand (tus-
senkalftijd) kan men een inzicht krijgen
door de na iedere lactatieperiode afgeslo-
ten melklijsten te bekijken. Hierop treft
men namelijk de achtereenvolgende af-
kalfdata aan.

Nieuw zijn de produktie-en koe index die
resp. hulpmiddelen zijn bij de beslissing
of een koe opgeruimd moet worden
(produktie-index) of dat men van een
dier een kalf wil aanhouden (koe-index).

Een \\eehouder zal op grond van de koc-
index kunnen besluiten tegen het advies
\\an de dierenarts in het dier aan te hou-
den gezien de genetische aanleg. Dit is
geen eigenwijsheid maar een zakelijk ver-
trouwen in verstrekte informatie.

KOPPhi iN(i vtr i KCON TROM:
-vpi:v()i;ni\\ci

L9e afgelopen 4 jaar hebben in de winter-
periode gemiddeld 5000 melkveehouders
met ca. .100.000 koeien deelgenomen aan
ccn project waarin bij dc veevoedings-
voorlichting met behulp van de computer
de informatie over krachtvoerverstrek-
king is gekoppeld aan informatie van dc
melkcontrole. De veehouder vult hierbij
op de monsterdag een v oerinformatiefor-
mulier in betrekking hebbende op het
rantsoen (excl. krachtvoer) wat hij over
drie weken denkt te voeren (zie afb. I).

-ocr page 41-

INOEI.ING WN 0= Kn^I^N IN GRHFPEN NA\'VR TE VERSTREK<FN KRACHTVOER

14 KG HE.MNI6 4

12 KG LIES-IEIH 31

11 KG JEICHIEN 4

9 KG (VNTJE 20

a KG JOHANN» 19

7 KG HENNIE 9

5 KG 1MN4 60

HENNIE 7
JOHANNA 29
3ERTH4 39

HENNIE 15
HENNIE. 19 .

JOHANNA 22

WILLY 22...............HENNIE IR

Aft. 3.

UtTSLAGFORNULIER «KOPPELING MfLKC0NT«OLE-VEEVOEDING•

D.Q. 10 NOVEMBER 1977

PR VER LtD
01 052

NttM V4N OF KOE LEEFTIJD OGN.1NS.HELKG I FT IN <G

KRtCHTVOE^

JR.

«NO.

GESCHAT WERKEL.

1940 /120 1

01 BONTJE 2

4

11

70 1

30,7

14

KG •

03 N»NNIE 11

2

185

10, 5

0

KG

4 JOHtNN» S

2

1

?82

10,2

2

KG IN

05 GEFSJE 1

1 1

62 I

1 22.3

8

KG

snous 0»Y 3

2

1

221

10.4

2

KG

7HILLe»KE 20

2

1

21ft

13,5

3

KG

HNNIE 20

2

1

22ii

B .5

1

KG

09 flONtJE 3

4

0

51 1

34.0

12

KG ♦

IN DnooG<;r«Nn

Aan de hand \\\'an de melkcontrole gege-
\\ens wordt per individuele koe o.a. de te
verstrekken hoeveelheid krachtvoer ge-
geven. Voor bedrijven dic dc koeien in
produktiegroepen indelen wordt een sa-
menvatting van \'krachtvoergroepcn" ver-
strekt (zie afl). 2).

Voor de gezondheidstoestand van het
dier is het van belang dal \'/, deel van de
totale hoeveelheid dr oge stol uit \'lang
ruwvocr bestaat. Bij hoog produktieve
koeien kan dit gezien de nodige kracht-
voergitten problemen geven.
Komt men beneden genoemde grens dan
wordt achter de vermelde krachtvoergil\'t
een kruisje geplaatst hetgeen betekent:
\'bij deze krachtvocrgift kunnen in
verband met de structuur voedingsstoor-
nissen optreden\' (zie afb. 3).

III 1 (iEWASONDERZOl K

ln Nederland w orden per jaar ca. 50.()()()
ruwvoedermonsters genomen op naar
schatting 15-18.000 bedrijven. Bij het ge-
wasonderzoek wordt informatiegegeven
over de kwaliteit terwijl op aanvraag ook
de gehalten aan mineralen en sporenele-
menten worden verstrekt (zie afb. 4). Het
laatste zal pas gewenst zijn als men een
duidelijk probleembedrijf aantreft. Het
NO, gehalte is van belang in verband met
de NO, vergiftiging die o.a. kan optreden
bij het voederen van o.a. jong gras,
stoppelknollen en bladkoel. Ook het Mg
en het K gehaltezijn interessante gegevens
uit het oogpunt van diergezondheid.
Een te lage produktie kan worden ver-
oorzaakt door een te laag ruwe celstofge-
haltc (re"";) hetgeen verband houdt met
de cis dat minimaal \'/, deel van de totale
droge stof als \'lang\' (structuiirgevend)
materiaal moet worden verstrekt. .Als de
dieren dun op de mest zijn. te weinig
produceren (de melk een te laag vetge-
halte heeft), en te weinig trek in vreten
vertonen dan kan een laag RE gehalte (<

-ocr page 42-

BEDRIJFSLABORATORIUM VOOR GROND- EN GEWASONDERZOEK

ho
O

Aft. 4.

OOSTERBEEK, 21-10-1977

Manöndaal Tel 005-3340-11
Posirokoning 890996
Sank- RABOBANK Eindhoven
Rek. nr 10.10.54,777

I9-09-\'77

FM 03

DROGE ■ EENMEOEN
STOt I VE\'.K

VOEDERNCfM
R
l/a Eiw
80

[x;r

4 kg

2360

2000

1 320

[ier

6 kg

3540

, 3000

480

per

8 kg

4720

4000

640

per

10 kg

5900

5000

800

per

12 kg

7080

6000

960

!Xir

16 kg

9440

8000

i

1280 1

D"di

P62371

5

PARTIJ-AANDUIDING:

CIJFERS VOOR RANTSOENBEREKENING

.,,, fo oo jw

GPAV

VOEDER 1

GRAM

DROGE

Et\'J\'.EOEN \'

■\'./OfDER\'.GflM

S\'OE

\'.-ELK !

RLW EiW

1 VCIDER.-.AARDE

370

290

55 ■

[)er

4 kg

1480

1160 \'

220

per

f kg

2960

2320 i

440

per

12 kg

4440

3480

660

per

16 kg

5920

4640 \'

880

[)or

20 kg

7400 i

5800

1100 j

|)er

20 kg

9620 1

7540

1430

KUIL 3
gemaaid 15-08

VOORDROOG HAND

Dit produkt bevat praktisch geen grond

Gezien de nauwe VEM/VRE verhouding raden wij u aan
deze kuil te combineren met een eiwitarm produkt

Deze partij bevat 403 kub,mtr,= 97880 kg kuil,
58430 kg ds, 48940 k,vemen 7830 kg vre

VOORDROOG HAND

Dit produkt bevat praktisch geen grond

Gezien de nauwe VEM/VRE verhouding raden wij u aan
deze kuil le combineren met een eiwitarm produkt

Deze partij bevat 264 kub, mtr.= 104760 kg kuil,
39600 kg ds, 30380 k. vem en 5760 kg vre

PC23712

PARU-AANDUIDING KUIL 1 PRODUKT: GRASKUIL

gemaaid 26-05 Veldperiode 3 dagen

vergeleken met de gemiddelde voederwaarde

in de droge stof van voorgaande jaren is
voedereenheden melk hoger,
voedernorm ruw eiwit hoger

Ammon. fraktie is 5, dit is goed.

CIJFERS VOOR RANTSOENBEREKENIMG

CRAV ; VO€DER GRAM

590 I 500

PRODUKT: GRASKUIL
Veldperiode 4 dagen

vergeleken met de gemiddelde voederwaarde
in de droge stof van voorgaande jaren is
voedereenhedeh melk ongeveer gelijk,
voedernorm ruw eiwit hoger

Ammon, fraktie is 14, dit is aan de hoge kant.

INOEDROGESTOFVANHET PRODUKT

Mangaan j
in\'ng\'Vg\'

ZwBvtl
S

pnV

KOM\'

Oj j

Kobaii
Co

Vsrt ^
pees

[Voedem V£W

e\'-s i "

R„«

510
290

, 864
776

PR23712
Pfi23715

1S8 233
208 25G

852
782

137
il46

6, 2
5,4

125
1135

Belaiingsnummer

-«"Wj/en «V| U a« Ol a»vO»flt3e «oU

bsnhfl.ro \'oTTiut gr. (.11 reeoï ü njeyu\'d «r c»$n3oci LNm betaimg cefn^kk^iijk

1 vo öiê-, «e- • ^■\'^»r. »\'5B3e««n. vtrfioocc ir
1) B>1 monster^ ku>lvo«r ii|n d* opg«{«v«n voor W e>«Ml «n vO«demorm rvw eiMl arnrryiniak vnj.

c-\'«r .oc\'re\'•O-Se-\'

Ce onde\'zoek ngsVosier- bedragen

soo\' ei\' soa-c • e .a-i de o^a^Toek \'«•gs^os\'f

fT>»l van jni)fT«ij. m«! »en ö\'O®« »lotB«f«ll« t>Ov»o 25,OS. Hu lo«liCM<nfl)

Verzoeke betatmg bmnen 14 dagen.

AOvioten «vO\'den sI\'Mn uilgebr«cM 00 vtxi\'wse\'d« dal da aanvrtgar 2

aii.ng V/

\'sta-0 doet va-^ <aae\' r»cf>i oo aanspr^kai\'jk

-ocr page 43-

25%) in het produkt een aanwijzing geven
waar de oorzaak zit.
Bij een te hoge (> 8) NH, fractie is het
\\oer minder aantrekkehjk en kan de op-
name slecht zijn. Ook de VEM VRE
(voedereenheden melk verteerbaar ru-
weiwit) verhouding speelt een rol. Men
dient te streven naar een verhouding van
ca 8 in het totale rantsoen. Bij de uitslag
\\an het gewasonderzoek kan men zich bij
de beoordeling niet op een enkel getal
verlaten.

II F I (IRON DONDF.RZOEK

Het grondonderzoek is de basis vooreen
evenwichtig bemestingsbeleid. F^er jaar
worden op ca. 20.000 veehouderijbedrij-
ven ca. 50.000 monsters genomen. Het
verstrekken van advies met behulp van
een computer is 20 jaar geleden al begon-
nen. De analyses kunnen een grote hoe-
veelheid informatie geven omtrent di-
verse elementen in de grond, die (vaak)
indirect verband kunnen houden met de
gezondheidstoestand van het vee. Zo kan
informatie gegeven worden omtrent de
toestand van K en Mg (kopziekte) Cu
(varkensmest. sterke gevoeligheid bij
schapen). Mn, Co en indien dit gewenst
wordt over nog meer elementen.
Op de desbetreffende uitslagformulieren
wordt met de computer de waardering
\\an de toestand ten aanzien van de di-
verse elementen gegeven alsmede een be-
mestingsadv ies.

VOFdHOFRHOUDINdF.N

Volgboekhoudingcn hebben tot doel
voor de ondernemers op melkveehoude-
rijbedrijven de gegevens van hun bedrij-
ven zodanig te bewerken dat ze regelma-
tig hiervan een doelmatig gebruik
kunnen maken voor de bewaking van
hun bedrijfsvoering.

Fiij dit systeem wordt vooraf een begro-
ting opgesteld van het bedrijfsplan dat de
boer denkt uit te voeren. De daarbij ont-
stane kengetallen worden zo gerang-
schikt dat ze later eenvoudig kunnen wor-
den vergeleken met de gerealiseerde
resultaten. Deze boekhouding wordt per
drie maanden afgesloten en verwerkt
zodat de veehouder nog kan reageren of
corrigeren in zijn bedrijfsvoering.

De basis voor deze boekhouding is de zg.
veelijst waarop alle op een bepaald mo-
ment aanwezige runderen voorkomen
met de individuele gegevens hiervan. Er is
ruimte gelaten voor aantekeningen van
geboorten, sterfte, inseminatie, ver-
wachte afkalfdata enz. Per drie-
maandelijkse periode wordt deze lijst bij-
gewerkt. gelijktijdig met de andere
technische en economische kengetallen.
Voor het opzetten van de veelijst worden
gegevens verstrekt door de Stichting Ge-
meenschappelijke Informatie verwerking
voor de Rundveehouderij.
Met dit door het LEI (Landbouw Econ-
omisch Instituut) ontwikkelde systeem is
nu enkele jaren op een 80-tal bedrijven
ervaring opgedaan. Per 1 mei 1980 zal het
op grotere schaal operationeel zijn en
verzorgd worden door de Landbouw-
boekhoudbureaus. Hoe groot de deel-
name zal zijn moet worden afgewacht.

■INFORVl.A riFDICTI I IIFID\'

Wanneer we zien op hoeveel bedrijven de
hiervoor in het kort beschreven informa-
tie beschikbaar is. dan komen we globaal
tot het hiernavolgende overzicht waarbij
is uitgegaan van ca. 71.000 bedrijven
waar melkvee wordt gehouden.

,\'\\lle bedrijven (7I .00Ü)
I op 2

Informatie

Melkeontrole
Koppeling melkconlrole-
veevoeding
Ciewasonder/oek
Ci rondonder/oek

I op 14
1 op 4
1 op 4

De conclusie is gerechtvaardigd dat men
beslist niet met een lamp naar eventuele
informatie behoeft te zoeken.

fOT SI O f

Veel informatie ligt op de veehouderijbe-
drijven beschikbaar, ook voor dierenarts
en voorlichter. Beiden kunnen er gebruik
van maken voor het meehelpen aan een
gezonde bed r ij f s voering.
Wanneer beide hun kennis en goede wil
inzetten en daarbij tevens hun beperkin-
gen willen zien dan kan hieruit een stevi-
gere samenwerking groeien. De informa-
tie in drie-voud levert dan voor alle
betrokkenen zijn nut dubbel op.

-ocr page 44-

Het gebruik van de computer in de
veterinaire bedrijfsbegeleiding\'

Use of the Computer in Herd Health Programmes
A. Brandt .). .1. \\an Amcroimen- en M. .1. M. \'I ielen\'

SAMFWAI ll\\(i

I \'oor een efficiente hedrijfsvoering dient de veehouder over een continue stroont
van hedrijfsinforniatie te heschikkett. Pit kan door middel van externe of intente
systemen voor informatieverwerking. Bij de externe systemen worden de bedrijfs-
gegevens centraal en vrijwel geheel automatisch verwerkt: bij de interne systemen
moet dit nog manueelgebctirctt. Het intente systeem junctioneert hierdoor mhulcr
goed. l^e verwerking van gegevens hintten het bedrijf kan worden gcaiuontat iseerd
wanneer de computer naar het bedrijf wordt gehaald.

Deze ontwikkeling wordt momenteel nog geremd door het ontbreken van compu-
terprogratnma\'s die in tie praktijk uitgetest zijn ett die voorde veehottder zichtbaar
economisch voordeel opleveren. De ontwikkeling vatt deze programma\'s dient op
korte termijn plaats te vinden. Daarbij moet er naar worden gestreeld dat de
injormatie die enerzijds door de centrale- en anderzijds door de bedrijfscompttter
wordt verstrekt complemctuair ett uitwisselbaar is. Dit waarborgt de compleetheid
van de landelijke databank.

Onafhattkelijk van de toekotiistige atitomatiscritig van ile atlniiitistratieve werk-
zaamhedett hinnen het betlrijf dient de veterittaire bedrijjshegcleidcr dc adnu\'nistra-
tieve zelfwerkzaamheid van dc veehouder nog meer ilan itt het verleden tc
stiniulercn.
Sl\'MMARY

\'Po ensure efficient management, a continuous flow of ittformation should be
available to the farmer. This can be achieved by external or ittternal data-
processing systems.

In extental systems, farm data is automatically processed hy a cetttral contputer
in the majority of cases. The practical drawback to internal data-processing
systems is that analysis has to be done manually. This disadvantage can be over-
cotne when the contputer is brought to the farm. However, this development is
currently hampered by a lack of tested programmes. It is es.sential that effec-
tive programtnes should be developed cpiickly. In addition, it would he advanta-
geous if external and internal information could be complenientary and inter-
changeable. This would warrant the establishment of a nation-wide data bank.

\' \\oi)|-dracht. op 5 oktober 1974 uelioiideii. ter itelegenheid van liet .laareongres 1979. tevens I2(ie
.■Mgeniene \\ ergadering van de Koninklijke Nederlandse Maatsebappij voor niergeneeskunde te Den
llaag. (C\'ongrestbema: \'Dieren, data en diagnostiek\').

I\'rol. dr A. Brand en drs. .1. .1. van .Anierongen. \\ akgroep Bedriilsdiergeneeskiinde en liiiitenpraktiik.
Yalelaan 2(1. De I ithol-rtreeht.
\' Dr. ir. M. .1. M. 1 ielen. (ie/ondheidsdienst voor Dieren in Noord-Brabant. Molendiiksev^eg 4X. Bo.\\tel

22 \'njitschr. /)«7-,ir<7icc.vA.. </<■(■/ t(t5. aft. I. I9fill

-ocr page 45-

Regardless of ihese fiHure developments, the farmer should he encouraged to keep
up-to-date records of his internal data. This is an essential part ofa veterinary
herd health programme.

I INI I IDlNCi

Het streven \\ an de moderne \\eehouder is
ei" op gericht de produktie \\ an /ijn \\ ecsta-
pel door middel \\an een efficiente be-
drijts\\Oering steeds te \\ erbctcren.
r-cn clïiciënte bcdrijisN oering \\ereist een
contiinic stroom \\an linanciële cn techni-
sche Informatie waarmee hij het hedrijfs-
gehcurcn kan \\olgcn. bijstellen en plan-
nen. Hij /al de/e informatie dienen tc
gebruiken om \\ rocgtijdig afw ijkingen en
knelpunten in /ijn bedrijfsvoering op tc
sporen cn om dagelijks \\ erantw oorde be-
slissingen tc netnen. lichaKe de veehou-
der heeft ook de \\etcrinaire bedrijfsbege-
Icidcr behoefte aan ccn continue stroom
\\an bedrijfsinformatie w 11 een bedrijfsbe-
gclcidingssN steem effect sorteren.
Om over die informatie te kiiimen be-
schikken dient de veehouder dagelijks re-
levante gegevens op /ijn bedrijf tc ver/a-
melcn en te analvseren. Bedrijfsgegevens
kunnen ook door derden op het bedrijf
(melkcontrolc) of op centrale puiUen
(slachtlijn) worden vcr/ameld cn c.xtern
door bcdrijfsbcgcleidcndc organisaties
tot relevante bedrijfsinformatie worden
verwerkt.

Dc intei nc bedrijlsadmimstratie blijkt op
vele bedrijven niet goed te functioneren.
In het kader van de veterinaire en dc
landbouwkundige bedrijfsbegeleiding
dient daarom veel aandacht te worden
besteed aan adnunistraiicvc svstemcn of
apparatuur waarmee de veehouder op
eenvtuidigc wij/e bedrijfsgegevens kan
vcr/amclen en verwerken. In dit artikel
/al hierop nader worden ingegaan. Daar-
naast /al aandacht worden besteed aan
toekomstige ontwikkelingen op dil
terrein.

: S"! SIIMl \\ VOOR VI RWI RKI\\(,
V \\N IM ()R\\1,\\ I li l\\ 1)1
RI NDV I I HOI 1)1 Ri l

2.1. l.xterne systemen Noor
informatieverwerking

Door diverse bedrijfsbegeleidende orga-
nisaties w ordt de veehouder geholpen bij
dc vcr/ameling en dc bewerking van be-

drijfsgegevens. \'fot de/c organisaties
kunnen worden gerekend:

de Stichting Centrale Melkcontrolc
Dienst (C.M.D.);

de Regionale Melkcontrolcstations
cn melkfabrieken (kwaliteit);
liet Bcdrijfslaboratorium voor
Cirond- cn Ciewasonder/oek te Oos-
terbcck;

Het Landbouw Fconomisch
Instituut;

De Federatie van Organisaties voor
K.I. bij Rundvee in Nederland;
dc Stamboek organisaties;
de Provinciale (jc/ondhcidsdiensten
voor Dieren;

de Provinciale Stichtingen voor
RLindveeverbetering. en/.
\\\'oor de/e organisaties geldt dat /ij de
bedrijfsgegevens extern verwerken door
middel van een centraal opgestelde com-
puter /oals die van:

de Stichting Cicmeenschappelijke In-
formatieverwerking voor de Rund-
veehouderij ((j.I.R.) tc Arnhem;
het 1 aboratorium voor (irond- cn
(icwasondcr/oek te Oosterbeck;
het .Academisch Computer Centrum
l\'trecht (ACCU).
De verschillende bedrijfsbegeleidende
systemen hebben tot doel om de veehou-
der. de rundveeverbetcringsorganisaties

-ocr page 46-

en andere belanghebbenden, periodiek
van techni.sehe en van financiële bedrijfs-
informatie te voorzien op het gebied van
de melkproduktie. de melkkwaliteit. de
voederwinning, de voederverstrekking,
het financiële beheer, de fokkerij (selectie
en K.l.) enz.

Centraal in deze informatieverstrekking
staat de 3 of 4 wekelijkse melkcontrole.
[)e Centrale Melkcontrole Dienst vormt
de kapstok waaraan andere informatie-
pakketten zijn of worden opgehangen.
De verzameling en de verwerking van be-
drijfsgegevens en de daarop volgende
verstrekking van informatie door boven-
genoemde organisaties functioneert
goed.

Waarschijnlijk kan dit worden toege-
schreven aan het feit dat deze bedrijfsge-
gevens niet door de veehouder zelf behoe-
ven te worden verzameld en verwerkt,
maar dat dit momenteel door daartoe
opgeleide krachten (melkcontroleur,
computerdeskundige, enz.) wordt ge-
daan. De veehouders krijgen de informa-
tie per post thuis gestuurd. Dit alles waar-
borgt de regelmaat, de volledigheid en de
continuïteit inde informatieverstrekking.
Bij de externe intormatieverwerking
door de bedrijfsbegeleidende organisa-
ties dient men te bedenken dat:
- De veehouder niel direct bij de ver-
werking betrokken is. Hierdoor be-
staat het gevaar dat hij de informatie
als een los feit en niet als resultante
van talrijke met elkaar verweven acti-
viteiten binnen zijn bedrijfsvoering
ziet.

De begeleider, in dit geval de begelei-
dende organisatie, niet direct, maar
via een tussenpersoon (melkcontro-
leur) met het bedrijf in contact staat.
Hierdoor kan minder gemakkelijk re-
kening worden gehouden met de spe-
cifieke geaardheid van de veestapel,
van indiv iduele koeien en van het be-
drijf als geheel. De veehouder dient de
verstrekte informatie daarom met
zijn achtergrondinformatie te inter-
preteren.

De informatie niet direct voor de vee-
houder beschikbaar is en gericht is op
het volgen en plannen van het be-
drijfsgebeuren in de tijd.

Tot nu toe wordt de informatie die v oort-
komt uit centraal verwerkte gegevens uit-
sluitend aan de deelnemende veehouders
verstrekt. Het verdient overweging om
met toestemming van de betrokkenen
deze informatie, geheel of gedeeltelijk,
ook aan praktizerende dierenartsen,
gezondheidsdiensten en aan consulent-
schappen te verstrekken. Dit biedt de
mogelijkheid problemen op bedrijven
tijdig te onderkennen en te bestrijden.
Ook zal het het praktijonderzoek bevor-
deren.

2.2. Interne systemen voor
informatieverwerking

Men dient te bedenken dat de bedrijfsbe-
geleidende organisaties slechts een klein
deel van de bedrijfsgegevens verwerken.
Het overgrote deel aan gegevens dient
namelijk binnen het bedrijf verzameld
en verwerkt te worden via een intern
systeem. Het betreft hier vooral repro-
duktie-, ziekte- en managementsgege-
vens, zowel met betrekking tot de indivi-
duele koe als tot de gehele veestapel.
Een intern systeem voor informatiever-
werking heeft tot doel:

informatie te verstrekken op concrete
vragen vanuit de dagelijkse bedrijfs-
voering. Het interne systeem is daar-
door gericht op dagelijks te nemen
beslissingen en op de dagelijkse con-
trole van het bcdrijfsgebeuren (in-
terne databank);

dagelijks te attenderen op te verrich-
ten waarnemingen en ol werk/aam-
heden;

afwijkingen met betrekking tot indi-
viduele dieren, groepen van dieren of
het management, vroegtijdig te
signaleren;

informatie over de gehele levensperi-
ode van individuele koeien te
verstrekken.
Uiteraard kan men ook periodieke over-
zichten en kengetallen produceren.
Het interne systeem voor informatiever-
werking onderscheidt zich van het ex-
terne doordat:

de verzameling en de verwerking van
de gegevens op het bedrijf door de
veehouder zelf of onder zijn toezicht

-ocr page 47-

plaatsvinden;

de informatie up to date en direct le-
verbaar is;

het bijhouden van hct systeem veel
in/et van de veehouder vereist en bij
automatisering relatief kostbaar is;
de veterinaire begeleider daadwerke-
lijk bij de ver/ameling en de verwer-
king van de gegevens betrokken kan
/ijn.

Voor het goed functioneren van een in-
tern systeem is nodig dat de veehouder
regelmatig en /o compleet mogelijk gege-
vens vastlegt en verwerkt. De veterinaire
bedrijfsbegeleider dient ook hierin de
veehouder te begeleiden.

2.2.1. Manuele injonnaiieverwerking

door de veelnnider
Voor de manuele registratie van bedrijfs-
gegevens staan de veehouder op finan-
cieel en technisch gebied verschillende
systemen ter beschikking.
Op technisch gebied vormen de

V ruchtbaarheids-/iektekaart. de kalvcr-
opfokkaarl cn de graslandgebruikskalcn-
der goede voorbeelden. Op dc vrucht-
baarheids/iektekaart of stalkaart dienen

V oort plant ings gegevens, uieraandocnin-
gcn. klauwaandoeningcn. overige /lek-
ten. redenen van afvoer alsmede het cel-
en kiemgetal van de melk te worden
geregistreerd. Voor dc opslag van gege-
vens en voor het terugv inden van infor-
matie met betrekking tot individuele
koeien over de gehele levensperiode dient
dit svsieem aangcv uid te w orden met in-
dividuele koc-kaartcn of-mapjes. Hierin
kunnen ook produktie- cn fokkcrijgcge-
vens worden opgenomen. De regelmaat,
dc continuïteit en de compleetheid in de
bedrijfsadministratie is volledig afhanke-
lijk van dc in/et en dc accuratesse van dc
veehouder. In dc praktijk blijkt dat hij dc
manuele verwerking van
bcdrijlsgegevens:

alleen de registratie van voortplan-
lingsgegevcns bevredigend verloopt;
de individuele koekaartcn slechts
door een enkele veehouder worden
bijgehouden;

dc geregistreerde gegevens viiorna-
melijk gebruikt worden met betrek-
king tot hct indiv iduele dier;

de verwerking van de geregistreerde
gegevens tot periodieke overzichten
en kengetallen niet of in onv oldoende
mate plaatsvindt.

Deze tekortkomingen kunnen geweten
worden aan het feit dat de veehouder er
het nut (nog) niet van inziet, er niet aan
gewend is. erde tijd niet voor kan vinden
of er in onvoldoende mate voor is opge-
leid. f)c veterinaire begeleider kan wor-
den verweten dat zijn inbreng in de ver-
werking van de gegevens vaak nog te
gering is. Door middel van zijn onder-
zoek verv uit hij daarentegen wel een be-
langrijke rol bij de verzameling van
gegevens.

Inmiddels zijn bedrijfsbegeleidende orga-
nisaties de veehouder te hulp gekomen bij
de verwerking van voortplantingsgege-
vens. Op een 500-tal bedrijven worden
door medewerkers van K
.l. organisaties
de voortplantingsgegcvens overgenomen
van dc stalkaart. waarna verwerking
plaatsvindt door het Academisch Com-
puter Centrum te fltrecht. Hiervoor is
door De Kruif en Claus een pro-
gramma ontwikkeld. Daarmee komen
we echtcr weer op het gebied van de e.x-
ternc informatieverwerking terecht met
als bezwaar de nodige vertraging in de
verstrekking van de informatie en het niet
bij de verwerking betrokken zijn van dc
veehouder. Niettemin biedt deze service-
verlening ccn welkome aanv ulling op het
informatiepakket dat door bedrijfsbege-
leidende organisaties wordt aangeboden.

2.2.2. \\ \'er\\verking van injornunie mei
een Hedrijfs- oJ niini-compuier
Om dc veehouder ertoe tc brengen ccn
up-to-date svsteem voor de verwerking
v an gegevens te voeren dienen de daaraan
verbonden manuele werkzaamheden tot
een minimum gereduceerd tc worden. Dit
is mogelijk wanneer dc computer naar
hct bedrijf wordt gehaald. Met name zal
dan herhaald veel tijd bij de verwerking
van bedrijfsgegevens kunnen worden
bespaard.

Dc automatische verwerking zal tevens
tot gev olg hebben dat de ingev oerde ge-
gevens tot meer kengetallen kunnen wor-
den verwerkt hetgeen hct informatieveld

-ocr page 48-

\\i)t)r dc \\cclu)udci- \\ crgrooi. Dc v eehou-
der wordt hierdoor in staal gesteld om
/ijn bcdrijlssDcring heler onder controle
ic houden en om vroegtijdig (uidersicu-
nendc beheersmaatregelen te nemen
wanneer dil vereist /.ou /ijn. levens /al
hij beter in staal /ijn om indiv iduclc die-
ren of groepen v an dieren met betrekking
lot bepaalde kenmerken in hel oog te
houden. Het gebruik van dc bedrijlscom-
pulcr kan gericht /ijn op:

1. hel ver/amclcn en ol\' het bewerken
van lechnische en financiclc bedrijfs-
gegevens alsmede allendering op tc
V errichten wcrk/aamhcdcn;

2. dc bcstuiing van bcdrijfsinstallaiics
cn de gelijktijdige signalering van af-
wijkingen bij dieren /oals b.v. ccn v er-
minderde krachtv ocropname:

3. een combinatie van dc puiucn I cn 2.
De eisen waaraan dc bcdrijlscomputcr
moet voldoen /ijn:

dc invcsiciing moet rendabel /ijn:
dc bediening moet eenvoudig /ijn:
dc invoer van gegevens dient /oveel
mogelijk atilomatisch plaats te vin-
den (elcctronische koeherkenning);
de manuele inv oer dient door middel
van een eenvoudig toetsenbord ol in
dialoogvorm mogelijk le /ijn;
de apparatiun- dient betrouwbaar te
/ijn;

dc apparatutu\' moet als terminal ktm-
nen fungeren, d.w./. met een centrale
computer gekoppeld kuimcn worden.
Ook bij het gcbiuik van dc bcdrijlscom-
putcr dient veel aandacht tc worden be-
steed aan het vastleggen van gegevens.
Vele gegevens kunnen automatisch wor-
den geregistreerd wanneer gebruik wordt
gemaakt van het systeem van elcctroni-
sche kochcikcnning in combinatie met
ccn pioccsbcsturing /oals bij dc automa-
tische kiachtvocrdoscring.
Dc elcctronische kochcikcnning werkt
mcl een /cndcr die dc koe aan dc hals-
band. gc\'lnplantccrd onder dc htnd of in
dc maag mcl /ich meedraagt.
In dosccrbo.xcn voor kiachuoci bevin-
den /ich ontv angcrs die dc aan dc koeien
gegev en codenummers ane/cn. Dc/c/en-
den dc code door naar de( proces)compu-
Icr waarna, v ia het geprogrammeerde ge-
heugen. al dan niet een bcsturingsproccs
volgt, in dc vorm van het ter beschikking
stellen van ccn bepaalde hoeveelheid
krachlvocr. Door koppeling van dc( pro-
ces )compulcr mcl een printer wordt het
mogelijk dc hoeveelheid krachtvoer niet
alleen tc doseren cn verdeeld over dc dag
tc laten consumeren maar ook om de/c
hoeveelheid automatisch tc registreren
(4). Hel svslecm kan momenteel opc.xpc-
rlmeiuclc schaal worden uitgebreid mcl
dc geautomatiseerde niciing cn registra-
tie van:

dc melkproduktie van de indiv iduele
koe per melktijd;

dc temperatuur van de melk cn van
het lichaam als graadmeter voor in-
fectic/ieklcn cn voor lochtighcid;
het clcclrisch gcleidingsvcrmogcn v an
de melk als indicator voor mastitis;
het lichaamsgewicht.
Het gebruik v an dc computer in dc/e pro-
cessen biedt ook dc mogelijkheid om dc
vruchtbaarheids- cn /icktercgistralic in
het compulerprogranuiia in te bouw en cn
te laten verwerken. Dc invoer van dc/c
gegevens dient echter door de veehouder
/elf le geschieden. Naast de/c gegevens
kunnen ook talrijke andere gegevens
worden ingevoerd inclusief gegevens die
nu nog met behulp van c.Mcrne sv stemcn
worden ver/ameld cn verwerkt. In prin-
cipe hoeven dan ook geen stalkaartcn cn
individuele koekaartcn meer tc worden
bijgehouden.

2.2.2.1. Signalering van afwijkingen ol
management bv e.\\ccplion.

1 )c gebruikmaking van ccn installatie om
krachtvoer automatisch tc doseren, biedt
dc vcchoLidcr dc mogelijkheid om koeien
die hun krachtvoer niet of met geheel
hebben opgenomen, v ia ccn printer auto-
matisch te registreren. Zodra dc appara-
tuur voor het meten van dc melkproduk-
tie per melktijd, dc meting van dc
tcmpciaiLiur van dc melk of van het li-
chaam. en dc bepaling van het clcctrisch
gcleidingsvcrmogcn van de melk in dc
praktijk wordt ingevoerd biedt dit tic vce-
lunidcr dc extra mogelijkheid om ook
afwijkingen op dit terrein automatisch tc
registreren. De automatische rcgistratic-
apparatuur krijgt /o vt>or de vcchoudci"
een siunalerende functie waarv an ucbruik

-ocr page 49-

kan worden gemaakt bij de dagelijkse
bewaking \\an de gezondheid \\an de
\\ecstapcl.

Men spreekt in dit \\erband \\ati manage-

metit b\\ exceptioti.

2.2.2.2. .Attenderitig op te \\errichten

werk/aamhedeti of waarnemiti-
gen

Naast de dagelijkse informaties over
de gang van zaken op zijn bedrijf
heeft de veehouder ook behoefte aan
dagelijkse informatie o\\er de te \\errich-
teti werkzaamheden in de \\ orm \\ an zoge-
tiaamde actielijsten of lijsten \\ oor mana-
gements doeleinden. De bedrijfscompu-
ter kan hiervoor worden ingeschakeld.
De/e is zodanig te programmcrcti dat de
\\cchoudcr \\ia de printer dagelijks een
uitdraai krijgt \\an koeien die in oestrus
kunnen komen. Op de/elfde w ijze kan dit
geschieden met betrekking tot koeien die
langer dan 50 dagen geleden normaal
hebben afgekalfd en die daarom bij de
ecrstx olgende oestrus kunnen worden gc-
ïnsetiiincerd. W\'aiuiecr de koe drachtig is
be\\\'otiden kan 210 dagen na de inscmiiut-
tic de waarschuwing \\olgen dat de koe
drooggezet moet worden. Deze informa-
tie kan wordeti gecombineerd met dc ui-
crge/oiulheidsstatus \\ati de betrelfende
koeien in dc afgelopen lactatieperiode.
Dit iti \\erband met dc beslissing het
droog/etten al of niet met ccn behande-
ling met antibiotica gepaard tc kiten
gaan. r.én tol twee weken \\oor dc bere-
kende kalfdalum \\olgl dan aultunaiisch
dc altcndcring op dc le verwachten
kalfdalum.

De bedrijfscomptUcr kan ook gebruikt
gaan w (u den om ccn li|sl op le stellen \\an
koeien die bij het eerstvolgende bcdrijfs-
bcgclcidingsbe/ock aan de
dicrciUiiTs icr
onderzoek moeten worden aangeboden.
Uiteraard kan tie/c opsomming luiar an-
dere gebieden worden uitgebreid /oals
ailendcring op naziug v an /ieke dieren of
melkonlhouding van met antibiotica be-
handelde koeien en/. Verwacht mag wor-
den dat door middel van een dergelijk
ondersteunend. geïiUcgrecrd managc-
mcntssystcem mitklels
de bcdrijfscompii-
icr. de veehouder beter ui staal is dc
produklie- cn gc/otuihcidssiaitts \\an tic
veestapel onder conlrolc le houden.

.V SVSllMl N \\()()K VI KWl KKINd

V AN INIOKMAIII IN Dl

V \\ KKINSIIOIDI Rl.l

Misschien nog meer dan de rundveehou-
der heefl de varkenshouder en met name
de vermeerderaar behoefte aan techni-
sche cn financiclc informatie voor zijn
bedrijfsvoering. Evenals in de rundvee-
houderij kan onderscheid worden ge-
maakt in externe en interne systemen
voor verwerking van informatie.

3.1. Interne systemen \\()or verwerking
van informatie

Op het fok verineerderingsbedrijf v ormt
het bijhouden van een zetigcnkalender
het uitgangspunt voor een goed intern
svsteem v oor verwerking van bedrijfsge-
gevens. Het kalendersvstecm met daar-
aan gekoppeld een kaartsysteem geeft
inzicht in de bedrijfsvoering met
betrekking tot produktie-technischc be-
drijfsaspecten en een aantal ma-
nagements-aspecten. Het vormt, aan-
gevuld met financieel-economische be-
drijfsgegevens. de basis voor ccn
technisch-bedrijfseconomisch informa-
tiesysteem.

Ook in de mesterij worden bedrijfs-
gegevens intern verwerkt. [3it wordt ge-
daan door het bijhouden van hokkaarten
waarop de datum van tnleg. gewicht bij
inleg, voerverbruik. uitval, behandelin-
gen en/, vermeld worden. Daarnaast
worden per stal of per stalafdcling bij
toepassing van het all in all out svsteem
ook wel afdelingskaartcn gebruikt
waarop dc/clfdc gegevens worden
V ermcltl.

3.1.1. Ilci viinosvsleciu
l;r bestaan verschillende goed functione-
rende interne systemen voor verwerking
van bedrijfsgegevens. Als voorbeelden
kunnen onder andere worden genoetnd
het systeetii van dc deel boek houd ing en
het Internationaal Planning en Admini-
stratie (H\'A) systeem. Dit laatste systeem
voor lok- en vermeerdcringsbedrijven
wiudt door de firma \\\'inco uit België op
de markt gebracht. Hel voor/iet in dc
nuigclijkhcid tot hel vcr/amclcn en hel
verwerken van produktie- en managc-

-ocr page 50-

mentsgege\\ens. Het systeem \\ereist het
dagehjks noteren van het dekken, het
werpen, het spenen en het opruimen van
zeugen door sterfte of verkoop. Het IPA-
systeem biedt de varkenshouder de mo-
gelijkheid om:

de fokprestaties van individuele zeu-
gen en \\an beren (dagelijks) te \\ olgen;

periodiek (per maand, halfjaarlijks en
jaarlijks) relevante bedrijfsgemiddel-
den op eenvoudige wijze te
berekenen;

beter in staat te zijn een efficiënt ge-
bruik te maken \\an de bezettingsmo-
gelijkheid \\\'an de verschillende
bedrijfsruimten;

reproduktie-management- en ziekte-
problemen naar om\\ang. aard. ernst
en tijd \\an optreden te inventariseren
en vroegtijdig te onderkennen respec-
tievelijk te behandelen;

routine handelingen (ijzerinjecties en
vaccinaties) te plannen en te noteren.

Wil men van indiv iduele zeugen de pres-
taties over een geheel zeugenleven over-
zien dan dienen ook individuele zeugen-
kaarten te worden bijgehouden waarop
ook andere gegevens (fokkerij) kunnen
worden vermeld.

?i.2. Kxternc systemen voor
informatieverwerking

In tegenstelling tot de melkveehouderij
ontbreekt in de v arkenshouderij de melk-
controle en daardoor ook de centrale
kapstok waaraan andere informatiever-
strekking kan worden opgehangen. Voor
de vastlegging van bedrijfsgegevens is
daarom de varkenshouder nog meer dan
de melkveehouder op zichzelf aangewe-
zen. Hier staat tegenover dat enkele var-
kenshouders via andere produktiekana-
Icn namelijk integratiesystemen en
slachthuizen, met het vastleggen van en-
kele gegevens, periodiek belangrijke in-
formatie voor hun bedrijfsvoering door
derden ter beschikking gesteld kunnen
krijgen. Dit wordt vergemakkelijkt door
de identificatie- en registratie-regeling.

3.2.1. Tcc/ini.sch-economi.svhe
produklieconirolc

Voor de geautomatiseerde verwerking
van technische en of van financiële gege-
vens tot voortschrijdende kengetallen,
kan van centrale computer capaciteit ge-
bruik worden gemaakt welke de v arkens-
houder geboden wordt door onder
andere:

de varkensconsulentschappen;

de slachthuizen;

de veevoederfabrieken.
De intern geregistreerde technische pro-
duktiegegevens van het bovengenoemde
IPA-systeem of van andere registratie-
systemen dienen dan periodiek overgeno-
men te worden op computerformulieren.
Voor een technisch-economische pro-
duktiecontrole op varkensfokkerij- en
mesterij-bedrijven zijn ook financiële ge-
gevens noodzakelijk. Een goed v oorbeeld
hiervan vormt het systeem van de deel-
boekhoudingen. Het resultaat van de ex-
terne informatieverwerking is volledig af-
hankelijk van de regelmaat en de
compleetheid waarmee de varkenshou-
der de verstrekking van gegevens aan de
centrale organisaties laat plaatsvinden.
Dc betrokken instanties dienen er van
hun kant naar te streven dat er meer uni-
formiteit komt in de berekening van de
diverse kengetallen.

3.2.2. Hd i\'pick\'ntii)logisvh gebruik
van vlees keu ring.sgegevens

Vleeskeuringsgegevcns worden in veel
landen gebruikt om toezicht te houden
op het vócSrkomen van ziekten bij land-
bouwhuisdieren en om besmette bedrij-
ven op te sporen m het kader van de
georganiseerde bestrijding van dierziek-
ten. \'fevens worden deze gegevens ge-
bruikt voor epidemiologisch onderzoek
zoals geografische verspreiding, sei-
zoensgebondenheid etc. (1. 5).
in Noord-Brabant worden in de varkens-
houderij en in de slachtkuikensector
sinds een aantal jaren de slachtbevindin-
gen van mestvarkens en van slachtkui-
kens teruggekoppeld naar de mest bed rij-
ven en zelfs naar de vermeerderings--
bedrijven, waarvan de varkens respec-
tievelijk de kuikens afkomstig zijn (I. 7).

-ocr page 51-

I\'raktische \\oorbeelden van terugkoppe-
ling \\ an slachtbe\\ indingen /ijn:

geslacht gewicht cn slachtkwaliteit

naar varkcnsintcgraties;

long- cn le\\eraandoeningen naar

probleembedrijven.

Fielangrijk is dat \\ rijwel alle vereiste gege-
vens \\ ia de routinematige beoordelingen
aan de slachtlijn kunnen worden verkre-
gen en via een terminal of een centrale
computer op het slachthuis kunnen wor-
den verwerkt. Zo worden in het kader
\\an de long- en leveraandoening-
bestrijding de afwijkingen \\ an de/e orga-
nen bij de slachting door de keurmeester
in codecijfers op de rug van het varken
aangegeven. Bij de weging van het varken
wordt het slachtnummer van het varken
ingetoetst voor opname in de computer
ev enals de classificatiegegevens en het ge-
wicht \\an het varken. Na elk kwartaal
worden door de computerde percentages
long-levcrafwijkingcn per mestbedrijf be-
rekend en aan de (ie/ondhcidsdienst en
de varkenshouder verstrekt. Op de afre-
keningsnota van het slachthuis wordt bo-
vendien bij ieder varken de code van de
long- en of leveraandoeningen vermeld.
Op bovenbeschreven wijze worden defre-
quenties van long- en leveraandoenin-
gen bij slachtvarkens per mestbedrijf
bekend waarna deze kunnen worden ge-
bruikt voor zowel een snelle opsporing
van probleembedrijven als voor de be-
geleiding van deze bedrijven. In ge-
integreerde systemen zal, wanneer daar
aanleiding toe is, ook het fok- en\'of
vermeerderingsbedrijf bezocht gaan wor-
den. Het beschreven systeem kan dus
aanleiding zijn om een bedrijfsgericht
ziekte-bestrijdingsprogramma te starten.
In dit systeem wordt dus regelmatig
aan de varkenshouder informatie over
zijn bedrijf verstrekt zonder dat hij daar-
voor extra gegevens behoeft vast te leg-
gen. Het moet mogelijk zijn dit systeem
voor daarvoor in aanmerking komende
bedrijven landelijk uit te voeren.

.■^.2.3. Hl\'! iiUi\'gralie-aüininislraiic-
svsiecni

Dit systeem wordt toegepast in de inte-
graties v an de v ee- en v leesccntrale van de
NCB tc Boxtel (1). In dit systeem wordt
gebruik gemaakt van een toomkaart
waarop een aantal gegevens over her-
komst en afstamming van biggen, ge-
boortedatum en oornummer zijn vastge-
legd. Bij het verplaatsen van de biggen
van het vermeerderings- naar het mestbe-
drijf wordt ook het lichaamsgewicht op
de kaart vermeld. De gegevens van de
toomkaarten worden I keer per kwartaal
door dc computer van dc slachterij ver-
werkt tot enkele kengetallen zoals het
aantal grootgebrachte biggen per toom
en de groei per big per dag.

Bij slachting worden vervolgens ook de
slachtgegevens in de computer gebracht.
De computer berekent nu per mestbe-
drijf. per vermeerderingsbedrijf en per
beer de mesterij resultaten. De belang-
rijkste kengetallen zijn hier de groei per
dag tijdens de mcstperiode en de slacht-
kwaliteit. Drie weken na het afsluiten van
het kwartaal zijn de kengetallen bekend.
Elk bedrijf krij;;t een computeroverzicht
toegestuurd wa irop de resultaten van het
bedrijf in het afgelopen kwartaal worden
vergeleken met die van de gehele integra-
tie en met het voortschrijdend jaargemid-
delde van het betreffende bedrijf.

Door de bedrijfsbegeleidende instanties
(Consulentschap. (iezondheidsdienst)
wordt naar aanleiding van de kwartaal-
cijfers ecn gerichte bedrijfsbegeleiding
uitgevoerd. Hierbij wordt vooral aan-
dacht besteed aan de bedrijven met
slechte resultaten of met achteruitgaande
resultaten ten opzichte van voorgaande
perioden. Voor de varkenshouders, die
bereid zijn een aantal extra gegevens van
hun bedrijf vast tc leggen, kan per kwar-
taal ook nog een aantal aanvullende
technisch-economische bedrijfsgegevens
als voortschrijdend jaargemiddelde wor-
den berekend, zoals dc voerkosten per kg
groei, de voederconversie en het uitvals-
percentage. In dit geval is er dus sprake
van een koppeling tussen het integratie-
administratie- en het deelboekhoudings-
systeem. Met het integratie-administra-
tiesysteem en de daaraan gekoppelde
begeleiding van de bedrijven worden in
Brabant goede resultaten geboekt (6).

-ocr page 52-

4. lOl KOMSIKii OMWIKKM INCH \\

Het laat zich aan/ien dat de introductie
\\an een bedrijfscomputer op veehoude-
rijbedrijven voor interne verwerking van
bedrijl\'sgegevens op korte termijn /al
plaatsvinden. I)e/e ontwikkeling /al op
melkveebedrijven waarschijnlijk verlo-
pen V ia de aanschaf van een automatische
krachtvoer-doscerinstallatie die via een
micro-computer geprogrammeerd is. Een
dergelijke installatie is reeds door 1500
melkveehouders aangeschaft. De instal-
laties kunnen in de toekomst ongetwij-
feld aan een computer met een grotere
programma- cn geheugencapaciteit wor-
den gekoppeld /odat v ele of alle relev ante
bedrijfsgegevens automatisch kunnen
worden verwerkt en opgeslagen. De kop-
peling van een bedrijfscomputer aan een
te besturen proces binnen het bedrijf be-
tekent dat de kosten niet meer alleen op
de administratieve sector komen te druk-
ken. Dc inschakeling v an een geprogram-
meerde krachtvoer-doseerinstallatic re-
sulteert bij ecn juist gebruik ook in een
toename van 0.7 kg melk per dag gedu-
rende de lactatiepcriode en in een bespa-
ring van arbeid (2). Uiteraard kan dc be-
drijfscomptiter ook los van de besturing
van dc bedrijfsinstallatie in de bedrijfs-
voering worden ingepast.
Dit lijkt vooral gewenst wanneer het aan-
tal beschikbare man-uren per koe klein
en of het aantal koeien per bcdi ijf groot
is.

Het gebruik va.n een bedrijfscomputer
(minicomputcr) voor dc verwerking van
gegevens binnen het bedrijf is afhankelijk
van:

het ler beschikking komen van in dc

praktijk geleste programma\'s.
Momenteel /ijn geen programma\'s be-
schikbaar. Dit veroor/aakt de wijde
kloof tussen het potentiële eti het werke-
lijke gebruik v an dc computer op v eehou-
derijbedrijveti. De ontwikkeling van pro-
gramma\'s dient op korte termijn plaals tc
v inden waarv oor de inbreng van kennis
van /owel veterinairen. landbouwkundi-
gen, economen, technici als program-
meurs vereist is. De gezamenlijke inbreng
dient tot de ontwikkeling van uniforme
programtna\'s te leiden die in de praktijk
getest zijn en die ook uitwisselbaar zijn
met grote (centrale) computers. Geza-
menlijk dient te worden voorkomen dat
diverse organisaties allerlei systemen ont-
wikkelen.

De attitude van de veehouder.
Hel bijhouden v an de bedrijfsadtninistra-
tie door de veehouder laat momenteel
nog v eel te wensen over. Reeds is gesteld
dat deze in veel gevallen hel nut van het
vastleggen van gegevens niet inziet. De
V raag kan worden gesteld wat dan het mit
van een bedrijfscomputer is. De intro-
ductie van de bedrijfscomputer zal dan
pas op grotere schaal kunnen plaatsvin-
den wanneer hel de veehouder duidelijk
zal zijn dat zijn informatieveld op velerlei
gebied vergroot kan worden en dat de
toepassing v an de computer economisch-
en arbeidslechnisch voordeel oplevert.

De mogelijkheid van ondersteunende
of begeleidende serviceverlening aan
de veehouder door de bedrijfsbegelei-
dende organisaties of bedrijfsbege-
leiders.

I^it vereist de nodige bijscholing op het
gebied van automatische informatiever-
werking van alle betrokkenen. Het
verdient daarom aanbeveling dat de f a-
culteit voor Diergeneeskunde het vak
automatische informalievervverking in
haar onderwijs programma opneemt.
.Men kan zich afv ragen of degeautomati-
seerde c.xterne- en interne systemen v oor
intoriiKitieverwerking elkaar in de toe-
komst /uilen aanvullen of
beconcurreren.

De c.xlcine inlormatieverwcrking is van
hoge kwaliteit met een gewaarborgde
continuïteit. Men dient te bedenken
dat het beheer van diverse bedrijfs-
gegevens (melkcontrole, fokkerij) in de
toekomst van de bedrijfsbegeleidende
organisaties naar de veehouder kan
verschuiven wanneer ook voor de
bedrijfscomputer de in gebruik zijnde
externe computerprogramma\'s gebruikt
gaan worden. Verschillende bedrijfs-
gegevens kunnen bij deze ontwikke-
ling de otficiële bekrachtiging van
externe organisaties gaan missen, tcn/ij
hiervoor regelingen worden getroffen. In
de toekomst dienen de interne en e.xterne
svstcmcn daarom op elkaar le worden

-ocr page 53-

algestemd um tc kunnen worden
uitgew isseld.

5. C ()N( I I Sil s

Het gebruik \\an de minicomputer \\ t)or
interne \\ervverking \\an informatie op
\\ cchouderij bedrijs cn /al binnenkort op
experimentele schaal worden toegepast.
Het gevaar bestaat dat de commercieel
technische ontwikkeling de inhoudelijke
ontw ikkeling \\an computerprogramma\'s
\\cr \\ ooruil is. Dc bedrijfsbcgeleidende
organisaties en de \\eterinaire bedrijfsbe-
gcleidcrs dienen de/e ontwikkeling
daarom ge/amenlijk te begeleiden o.a.
door (uniforme) computerprogramma\'s
tc ontwikkelen. De veterinaire bcdrijfs-
bcgeleider dient zich behalve op techni-
sche aspecten vooral op administratieve
aspecten van de bedrijfsvoering te rich-
ten. Vooralsnog ligt er voor de veteri-
naire bedrijfsbegeleider een opvoedkun-
dige taak om de veehouder dc
V ruchtbaarheid-ziektckaart en of de zeu-
genkalender adequaat tc leren gebruiken.
Dit zal aan de introductie van dc be-
drijlscomputer v ooraf dienen te gaan.
Dc e.xtcrne informatiesystemen zullen
ook in dc toekomst een belangrijke en
naar v erwacht mag w orden een in belang
toenemende plaats innemen in het ver-
strekken van bedrijfsinformatie. Veel be-
drijfsgegevens zullen v oorlopig pas v oor
de bcdrijfscomputer converteerbaar zijn
na verwerking middels de e.xtcrne syste-
men. De koppeling van de bcdrijfscom-
puter met de centrale computer is in dit
opzicht erg belangrijk.

RA 111 R

Bl us. n. H. .1.. I l uiicii. VV . r. cn I icicn. M . .1. M .; C\'ljlcimatige benadering \\an de gezond hcidMocstand
op \\arkcn.sbcdrij\\cn.
Tiji/sihr. Diergcnccskiiiule. 97. I4S3. (1972).

I robi.sh. R. Ilarslibargcr. K. 1:. and ()l\\ci. 1 . I .: .Automatic lndi\\idiial leeding olConccntrates to
Dairv C\'attle.
.!. Diiirv .SV/.. 61. /7,W. (I97H)

De Kriiil. A. en Claus. b. .1. A.; llel gebruik \\an dc computer ter \\crucrking \\an \\oortplantingsgegc-
\\ens \\an mclkbcdri|\\cn.
Tijdsilir. /Hcrgciimk.. 102. 1024.(1977).

Post ma. (1.: Onlu ikkclingen in de automatisering en in de begeleiding ten behoe\\e \\an de melkxeehou-
derii.
Ilcc/iiihoniwikkcliiii;. S. 7,S7. (1977).

1 IC len. M. .1. M.. Iriiijcn. VV . I. en Remmen. .1. W . ,A.: I )e Irequentie \\ an long- en les ei aandoeningen bij
slachl\\aikens als graadmeter \\oor hel ojisporen \\an pioblccmbcdnjscn. l\'!/t/\\clir. Picrgciu\'c.sk.. 101.
962. (1976).

I ielcn. M. .1. .\\1,: Ontwikkelingen in dc automatisering en in dc begeleiding ten behoe\\e \\an de
\\arkenshouderij.
Hn/iii/soiiluikkeliiii;. X. 7,V.i. (1977).

V octcn. A. t . cn Brus. D. II. .1.: Het produktiegetal als graadmeter \\oor oplokresultaten \\an slacht-
kuikens. y//<A<7». l\'icrgciHvsk.. 91.
I2.I.I. (1966).

1

Van de Faculteit

Oproep aan de leden van de (iroep
Praktici Grote Huisdieren

Haherwege november is u een enquête-rormulier
toegezonden omtrent ongewenste reacties na injec-
ties. Hierop is tol nu loc van slechts ± lO\'r van u
een reactie ont\\angen.

Ciaarne doen wij nogmaals een beroep op de res-
terende 90\'; van de leden van de (iroep om het
enquête-lormulier inge\\uld terug tc zenden.

I\'ritj. dr. (j. H iigciHiiir.

-ocr page 54-

Organisatorische aspecten en
gebruiksmogelijkheden van computer-
toepassingen voor de particuliere dierenarts\'

Organizaüonal Features and Uses of Computers for Private
Veterinarians

R. van Rij-

SAMFWAiriNd

I \'anuit ervaringen in de humane gezondheidszorg worden een aantal organisatori-
sche aspecten en gehruiksmogeUjkheden helicht. Hoewel de apparatuur steeds
goedkoper wordt, vragen de comple.xiteit en kosten van programmatuur om een
hundeling van kennis en ervaring.

Om computer-toepassingen succesvol te reali.seren. dient vroegtijdig een aanvang
gemaakt te worden met standaardisatie en uniformering van procedures en
gegevens-vastk\'ggingen. Slechts hierdoor kunnen hreed toepasbare oplossingen
worden gerealiseerd ett kan doelmatig informatie-uitwisseling in de toekomst
/daatsvinden. Uitgaande van een aansluitende dienstverlening, is een wisselwer-
king te onderkennen tus.sen de werkorganisatie en het realiseren van computer-
toepassingen. Het is vroegtijdig van helang om gezaitienlijke afspraken in de
huidige wijze van werken over te nemen. Dit hewerkstelllgt een vroegtijdige
acceptatie van computergehruik door toekomstige gebruikers. I \'oor de ottdersteu-
ning van de praktijk-adntinist rat ie van een particuliere dierenarts worden concrete
voorbeelden gegeven. Over de mogelijk heden bij de ondersteuning van de medische
registratie is veel minder concreet bekettd.

SliMMARV

A number of organizat ional features and uses are considered in t/w light of e.\\-
perience in human health care.

Although the apparatus is becoming increasingly cheaper, the coniple.xity and

cost of software require condnning knowledge and e.xperience.

For the use of computers to be successful, an early start should be nuide with the

standardization and unification of procedures and recording of data.

This is the only means ofensuring over-all solutions and an effective interchange of

data in the future.

Proceeding from a subsequent rendering of services, interaction is perceptible
between the organization of labour and practical uses of computers. It is essential
that nnitual arrangements should be incorporated in the current procedures at an
early state. This will ensure early acceptance of the use of computers by future
users.

Voordracht, op 5 oktohcr 1979 gehouden, ter gelegenheid \\an het ,laaicongre> 1979, te\\ens 126c
Algemene \\ ergadering \\an de Koninklijke Nederlandse Maatschappij \\oor Diergeneeskunde tc Den
Haag. (Congresthema: "Dieren, data en diagnostiek\'),

Ir. R. van Rij, directeur Ziekenhuis Computercentruin Stedendriehoek te Apeldoorn.
32 TiiJsclir. Dicrgcnccsl,.. itcct 105. aft. 1. I9fi0

-ocr page 55-

Concreie Instances are died, in which the adminisiraiion of privaie veterinarv
practices are supported. Much less concrete fads regarding the possible support
of medical recording are known.

WtiNSFl.l.lKHI II) COORDINAHF-

Hoewel de apparatuur steeds goedkoper
wordt, blijft het programmeren van com-
puters een comple.xe en kostbare zaak.
De kosten \\oor het realiseren \\an de pro-
grammatuur worden relatief duurder ten
opzichte \\\'an de apparatuur,
ff ierdoor is
het gewenst voor het tot stand brengen
\\an computer-toepassingen, om tot bun-
deling van specifieke kennis en ervaring
te komen.
f)e benodigde kennis en erva-
ring is ook niet of zeer moeilijk te combi-
neren
iTiet bestaande activ iteiten binnen
organisaties.

Wanneer niet tot bundeling van kennis en
ervaring wordt gekomen, dan zal veel
versnippering van inspanning plaatsvin-
den. waarbij met veel vallen en opstaan
wellicht iets tot stand wordt gebracht,
maar waarvan de kwaliteit en de kosten
vaak teleurstellend zullen zijn. De nade-
len van een gecoördineerde werkwijze,
zoals het vertraagd tot stand komen van
de eerste resultaten, weegt stellig op tegen
de voordelen in de zin v an kosten en kwa-
liteit.

De coördinatie van de specifieke activi-
teiten om tot computer-toepassingen te
komen, dient op zo groot mogelijke
schaal nagestreefd te worden.
Du zal mede afhangen van de bestaande
structuren. Zo kan bundeling van activi-
teiten mogelijk op lokaal niveau, provin-
ciaal niveau of binnen een landelijk kader
plaatsvinden. Hier ligt wellicht een taak
voor de beroepsorganisatie.
In gecoördineerd verband dient allereerst
vastgesteld te worden welke algemene
concrete behoeften er bestaan cn welke
eisen aan de computer-toepassingen ge-
steld dienen te worden. Daarbij dient de
dienstverlening door een informatie-
verwerkend systeem steeds zo veel moge-
lijk aan te sluiten bij de huidige gang van
zaken.

Niet de techniek dient voorop tc staan,
maar de gebruikers-vriendelijkheid.
Daartoe is tijdig actieve medewerking
noodzakelijk van de betrokken discipli-
nes.

Bij de opzet van computer-toepassingen
worden v ragen aan de orde gesteld over
hoe informatie in feite wordt gebruikt.
Nagegaan dient te worden welke syste-
iriatiek in de werkmethoden wordt ge-
hanteerd of mogelijk aangebracht kan
worden. Daaruit moet vervolgens duide-
lijk worden gesteld wat de gebruikers wil-
len cn ook wat ze niet willen. Daarbij zal
het informatieverwerkend systeem
slechts een onderdeel zijn van het totaal
van de werkzaamheden. Bij de opzet zal
cr ook rekening gehouden luoeten wor-
den met dc aansluiting op andere (be-
staande) activiteiten. De nadruk bij de
opzet van toepassingen ligt dan ook niet
bij dc techniek, maar meer op het oplos-
sen van administratieve en bedrijfskun-
dige problemen.

Bij dc bchocftebepaling dient, naast de
aspecten voor dc directe gebruiker, ook
rekening gehouden te worden met de ge-
gevensverwerking voor beleidsbepaling
en wetenschappelijk onderzoek (statisti-
sche verwerking).

Na het formuleren van de behoeften cn
eisen dient de wijze van realisatie uitge-
werkt tc worden. Hierbij zijn globaal drie
mogelijkheden te onderkennen:
a. Gecoördineerd zelf realiseren binnen
de eigen discipline: hierbij kan wor-
den gedacht aan een gezamenlijk or-
gaan welk op zo groot mogelijke
schaal bundeling nastreeft.

-ocr page 56-

b. Ciecoördineerde realisatie door een
ser\\ice-bureau: hierbij dienen goede
contractuele afspraken gemaakt te
worden over de wij/e van realisatie,
de kosten en de na/org. Ook de on-
dersteuning bij invoering dient gere-
geld te worden.

c. Gecoördineerde realisatie door
apparatuur-leveranciers; hierbij geldt
het/elfde als bij de relatie met service-
bureaux.

Onderkend moet worden dat in de geval-
len b. en c. een belangen-tegenstelling een
rol speelt tussen de gebruikers en de com-
merciële organisaties. Dit vraagt om
zorgvuldige voorbereiding en afspraken.
Om computer-toepassingen doelmatig en
succesvol te realiseren, dient vroegtijdig
een aanvang gemaakt te worden met
standaardisering en uniformering van
procedures en gegevens-vastleggingen.
CJegevens en procedures zullen v oor com-
puterverwerking geobjectiveerd en exact
gemaakt dienen te worden. Wanneer
hieraan niet tijdig aandacht wordt be-
steed. zullen mislukkingen en teleurstel-
lingen ontstaan. Dit is in andere sectoren
van de maatschappij in het verleden veel-
vuldig gebeurd.

De computer lost \'vage afspraken\'
nooit op. De standaardisatie en unifor-
mering dient niet te wachten of gekop-
peld te worden aan computerinvoering;
reeds nu kan daarmee gestart worden.
Enkele voorbeelden in het vakgebied van
de diergeneeskunde kunnen zijn:

a. een eenduidige identificatie van dier-
soorten. dieren, bedrijven, artsen,
diagnoses;

b. de wijze v an declareren;

c. de privacv-bescherming: wat zal wel
en niet worden verstrekt, al of niet
gekoppeld aan patiënt eigenaar-
gcgevcns.

INV IOl-n OP 1)1 VVl RKOR(,ANIS \\ 1 1 P

Bij de realisatie van computer-
toepassingen is er sprake van een con-
frontatie tussen verschillende disciplines.
Enerzijds de diergeneeskunde mei een
alpha-karakter en anderzijds de exacte
informatica met een bèta-karakter. Het
overleg tussen deze twee disciplines,
noodzakelijk om tot goede oplossingen te
komen, v raagt aanpassing en gewenning
en zal dus ook tijd kosten in het begin.
Uitgaande van een aansluitende dienst-
verlening is een wisselwerking te onder-
kennen tussen de werkorganisatie en het
realiseren van computer-toepassingen.
Enige belangrijke aspecten van deze wis-
selwerking zijn o.a.:

a. Noodzakelijk zijn duidelijke afspra-
ken en procedures voor gegevens-
vastlegging en voor het volgen van
beslis-regels.

b. Alleen eenduidige en objectieve infor-
matie is te verwerken.

Wel kan ook v rije tekst worden opge-
slagen en weergegeven, maar hierop
zijn geen bewerkingen mogelijk door
een computer.

c. Noodzakelijk is een zeer goede accu-
ratesse voor het handhaven van af-
spraken. procedures en de vastlegging
van gegevens. Hierbij kan de compu-
ter de kwaliteit ondersteunen door
het uitvoeren van vooraf vastgestelde
controles, bijv. naar bestaanbaarheid
van gegevens, strijdigheden tussen in-
formatie e.d.

Om bij de realisatie van computer-
toepassingen een vroegtijdige acceptatie
door de toekomstige gebruikers te be-
werkstelligen en de overgangsmaatrege-
len zo veel mogelijk te beperken, is het
van belang om vroegtijdig gezamenlijke
afspraken reeds in het conventionele
werken over te nemen. Het gewennings-
en inlecrproces bij overgang van de con-
ventionele werkwijze naai\' computerge-
bruik is dan snel te realiseren.
Bij de start van het gebruik van ecn com-
puter dient ook een keuze gemaakt te
worden tussen de twee alternatieven:
wordt geheel opnieuw begonnen met
het vastleggen van informatie, of
dient t)ok oude informatie benut te
kunnen worden.
Dit laatste zal in vele gevallen praktisch
zeer moeilijk zijn. Hierbij speelt een be-
langrijke rol het vaststellen van bewaar-
termijnen. Ook hierover zijn v aak tot nog
toe geen duidelijke afspraken gemaakt.
f.Ht ervaring kan gesteld worden dat bij
een goede voorbereiding van de invoe-
ring van computer-toepassingen, doorde
gebruikers een positieve invloed wordt

-ocr page 57-

ervaren op de eigen v\\erksituatie. Dit be-
treft tnet name de vermindering van een-
tonige en routinematige administratieve
handelingen.

MOCil I I.IKHP.ni N VOOR DP
PRAKII.IKADMIMSIRAIII

Bij het overwegen van cotnputer-
toepassingen voor de praktijk-
administratie kunnen de volgende crite-
ria een rol spelen:

a. De kosten bij toenemende admini-
stratieve belasting ten gevolge van
toename van het aantal (be)handelin-
gen en de groeiende behoefte aan
informatie-uitwisseling tussen artsen
en met andere disciplines.

b. t)e relatieve toename van personeels-
kosten voor administratieve taken.

c. De wenselijkheid om eentonig en rou-
tinematig werk te verminderen.

d. (iewenst in/icht in de eigen activ itei-
ten en de toename van de verantwoor-
dingsplichten (enquêtes, statistieken
e.d.).

Voor de ondersteuning van dc praktijk-
administratie kan concreet aan o.a. het
volgende gedacht worden:

a. Vcr/orging van declaraties;
hierbij /ijn vooral van belang:

een eenduidige dier-identificatie
voor opbouw van het cliënten-
bestand.

eenduidige identificatie van tarie-
ven en beslis-regels.
gecodeerde invoer van verrichtin-
gen en verstrekkingen,
het regelmatig aanmaken van
complete nota\'s.

b. Verzorgen van de debiteuren-
administratie. incl. het aanmaken van
betalingsherinneringen.

liet komt steeds vaker voor dat men
wacht met betalen tot een herinnering
is nage/onden.

c. Het v erstrekken v an gegevens voor de
boekhouding cn accountants-
controle.

d. Het bijhouden van de voorraad van
medicamenten;

hiervoor is nood/akelijk een eendui-
dige codering van artikelen.

Ook kan controle plaatsvinden op be-
waartermijnen en minimum-voor-
raad.

e. Het bijhouden van afspraken voor
cliënten;

dit kan omvatten het vastleggen en
wij/igen van afspraken, het snel op-
/ocken van de tneest gewenste
afspraak-mogelijkheid.

f. Het maken van statistische overzich-
ten;

hiermede kan meer inzicht worden
verkregen over de eigen activiteiten,
zoals herkomst van cliënten, her-
ha li ngs-frequent ies, ontwikkelingen
in ziektebeelden, e.d.

ONDPRS rPlMNCI (iP.NPPSKl\'NDlCl
IIANDI I FN

Over de mogelijkheden van computerge-
bruik in het medisch-registratieve gebied
is veel minder concreet bekend, ook in de
sector van de hutuane gezondheidszorg.
1lierbij kan gedacht worden aan de op-
bouw van een ziektegeschiedenis, waarin
o.a. zijn opgenotnen:

a. overzicht van contacten tussen cliënt
en arts.

b. overzicht van recente verrichtingen,
verstrekkingen en onderzoekresulta-
ten,

c. essentiële gegevens, zoals gegevens
van bloed, gevoeligheden voor medi-
cijnen, chronische ziekten, analysere-
sultaten van ECCi\'s. e.d..

Andere mogelijkheden zijn bijv.:

a. statistieken voor gefortnaliseerde
aspekten t.b.v. wetenschappelijk on-
derzoek casuïstiek en medical audit.

b. bijhouden van ent-administratie, incl.
het produceren van herinneringen
voor herinenting.

Bij deze groep van toepassingen is thans
v ooral het probleem wat de gebruiker wil
en wat hij niet wil en hoe gegevens ob-
jectief en exact getnaakt kunnen worden
voor vastlegging, verwerking en aan-
brengen van mutaties.
F.cn uiteindelijke oplossing kan zijn een
geïntegreerd infortnatievervverkend sys-
teem. d.w.z. dat informatie éénmalig
wordt vastgelegd en dat volgens vooraf
v astgestelde regels daarna toepassing kan
plaatsvinden naar diverse gezichtspun-

-ocr page 58-

ten. De moderne technologie maakt het
steeds meer mogelijk om meer inter-
actief gebruik te maken van een compu-
ter, d.w.z. een directe mens machine-
communicatie. Wanneer in een
geïntegreerde oplossing bijv. verrichtin-
gen worden vastgelegd, kan hiermede de
ziektegeschiedenis compleet worden ge-
maakt of gehouden, maar kan ook finan-
ciële verwerking plaatsvinden en kan de
informatie worden gebruikt voor het pro-
duceren van statistische overzichten.
Bij niet geïntegreerde oplossingen zal
vaak meerdere malen vastlegging van ge-
gevens op verschillende wijzen dienen
plaats te vinden, hetgeen tijdrovend isen
de kans op foutieve verwerking vergroot.

-ocr page 59-

Dierenartsen en computers\'

Veterinarians and Computers
.]. 1.. van Os-

SAMKW\'ATriNCl

Omdat het gehruiix van computers afhangt van zowel de gehruifser als van de
apparatuur, wordt ingegaan op enige eigenschappen van dierenartsen ett van
computers.

Hoewel dierenartsen gezien hun beroepskeuze en opleiding wellicht niet bij uitstek
\'computerminded\' zijn, zullen zij in toenemende mate worden geconj\'ronteerd ttiet
disciplines die qua opleiding en interesse eerder geneigd zijn tot het gebruik van
injortiiatica.

Voor computers hangt de mate van toepassing o.a. samen met hun toegankelijk-
heid, bedrijfszekerheid, accuratesse, flexibiliteit en kostprijs. Deze aspecten wor-
den besproken waarbij blijkt dat de angst voor computers in het algenieett groter is
dan de reeds aanwezige technologische mogelijkheden rechtvaardigett.
Toepassing begint steeds daar waar grote hoeveelheden gegevens toch verwerkt
moeten worden en autontatiscring ecoitoniisch of organisatorisch voordelen ople-
vert (administratie- en betalingssystemen).

Daarnaast wordett reeds langer beschikbare gegevens door automatische verwer-
king voor het eerst toegattkelijk (vleeskeuring). Tenslotte zal men door aattbod van
gegevens vraag gaan crei\'ren (data banketij.

I \'oor de verschillende veterinaire disciplines wordett etiige toepassittgsgebieden
besproken. .Als praktisch voorbeeld wordt tettslotte een deel van een gecomputeri-
.seeril leerprogramma van een veterinaire jacuheit weergegeven.

SUMMARY

Because of the fact that the use of computers depends both on the user and on the
apparatus, some characteristics of veterittarians and computers are discussed.
A hhough veterinariatts probably are not pre-eminently computer-minded in view
of their choice of profession and training, they will be increasingly confronted with
disciplines tending to employ data-processing systetns as an item of training and
field of interest.

The extent to which computers can be used, will depend on their accessibility,
reliability in operation, accuracy, flexibility and cost price. A discussion of these

\' Voordracht, op 5 oktober 1979 gchinidcn. tcr gelegenheid \\an het .laarcongres 1979. tevens 126c
.■Mgemene Vergadering \\an dc Koninkhjke Nederlandse Maatschappij \\oor Diergeneeskunde te Den
Haag (C\'ongresthema: \'Dieren, data en diagnostiek\').
- Drs. .1. I.. \\an Os. uetenschappeliik niede\\verker \\an (iist-Rrocades N.V .

hldsihr. Dicrgeneesti.. cicct 105. uil I. I9H0 37

-ocr page 60-

features shows that the fear of computers usually is greater than that warranted
hy the technology currently availahle.

Their use conntiences at the point at which large numbers of data have to be pro-
cessed and automation offers advantages from the point of view of economy or
organization (systems of administration and payment).

Moreover, data which has already been available for a certain period, is rendered
accessible for the first time by autotnatic processing (meat inspection). Finally, a
demand will be created hy the supply of data.

.4 number of uses in the various veterinary disciplines are discussed. Part ofa
computer teaching programme of a faculty of veterinary medicine is described as
a practical instance.

IM rn)i\\(,

Hct ligt \\ oor dc hand dat dc rol die com-
puters \\()or dierenartsen gaan spelen /al
afhangen \\an /owel de dierenartsen als
\\an dc computers. Alvorens in te gaan op
mogelijke ontwikkelingen lijkt het dan
ook nuttig ccn aantal eigenschappen van
beide nader te analyseren.

A. DF 1)11 Kl \\AR IS

De dierenarts cn dan vooral de prakticus
is /owel door /ijn berocpskcu/e als door
/ijn opleiding nog al individueel inge-
steld. Daarbij is hij meer praktisch inge-
steld en minder technisch georiënteerd of
geïnteresseerd. Hij zal van nature wat
moeite hebben met informatica-svstemen
en als hij er toch bij betrokken raakt,
liefst zo veel mogelijk specifieke wensen
ingebouwd willen zien. De prakticus zal
nu reeds en dan het allereerst in de agrari-
sche sector worden geconfronteerd met
andere disciplines, die qua opleiding en
interesse eerder geneigd zijn dit soort sy-
stemen toe te passen,
ln voorgaande inleidingen is besproken
over welke gegevens de veehouder nu
reeds kan beschikken.
Ongetwijfeld zal de bedrijfsstandaard-
koe, vooral die met een goede inde.x nog
terrein gaan veroveren op de indiv iduele
/ieke koe.

Door alle analyses /al de mythe van ons
beroep nog verder afnemen dan al is ge-
beurd vandr, Vlirnmen en .lames Herriot
tot de hthdigc bedrijfsbegeleiding. Mis-
schien
/OU men de computer voor dieren-
artsen /elfs het beste kunnen definiëren
als het apparaat dat /al gaan proberen
/oveel mogelijk de nog overgebleven
diergencesA///;.v/ om te /etten in
ktnide.

Wel lijkt hct dat hierop al is vottruitgclo-
pcn, waiu naast ccn Maatschappij tot Be-
vordering van dc CieneesAhebben
wij geko/cn vooreen Maatschappij voor
DiergeneesA (//;</<\'.

Dc kleine huisdierenpraktici zullen nu
wellicht gerustgesteld onderuit/akken,
omdat de eigenlijke medische diagnos-
tiek en /oicts als de klinische blik immers
toch niet in prograrntna\'s /ijn te vangen.
Men kan bijvoorbeeld als dc eigenaar
vragen stelt, /ijn antwoorden nog wel in
een programma opnemen, maar toch niet
dat hij daarbij van kleur verschiet?
Natuurlijk is hct gebruik van computers
bij de eigenlijke diagnostiek nog ver ver-
wijderd. maar hoe ver dan wel\'.\'

-ocr page 61-

Het \\olgende moge hierbij als \\oorbeeld
dienen.

In .Amerika is een befaamd internist
tegen de pensioengerechtigde leeftijd al
enige jaren be/ig /ijn er\\aringen met be-
htdp \\an programmeurs in een
informatic-s\\steem \\\'ast te leggen, ineen
aantal gevallen kunnen /ijn asistenten nu
al tot een feillo/e diagnose komen, door
heen en ueer te lopen van de patiënt naar
de computer en stap voor stap die dia-
gnostische informatie te verzamelen die
het programma hen \\oorschrijft. Dit is
/oiets als het determineren \\an een ziekte
aan de hand van een medische flora of
wellicht moet men /eggen fauna.
Uiteraard kan men /ich af\\ ragen of dit
een \\ ooruitgang \\ an de geneeskunst bete-
kent. Het valt echter niet te ontkennen
dat de ontwikkeling op gang komt.

B in COM I\'l l [ R

Bij d" beoordeling \\an de computer moet
men een duidelijk onderscheid maken
tussen de \\erdere en de wal meer nabije
toekomst. Voor dc \\erdere toekomst
moet men zich \\ooral niet te \\eel alleen
op de huidige computers baseren.
Vaak vvorden computers en hun ontw ik-
keling \\ergeleken met auto\'s. In een sym-
posium o\\\'er \',Arls en gege\\ens\\\'erwer-
king\' heeft l\'rofessor Niele de huidige
computer gekarakteriseerd door de/e te
vergelijken met het automobiel uit de
jaren twintig.

Rijden deed dit voertuig wel. maar daar
was dan ook \\rijwel alles mee ge/egd;
bedieningscomfort. \\eiligheid en bijbe-
horende infrastructuur /oals wegen, ont-
braken nog \\rijwel \\olledig.
Als de computertechnologie nu /egt een
\\cel beter geheugen te hebben ontwik-
keld. bedoelt men /oveel als. \'het geheu-
gen was nog \\er beneden peil. maar het
wordt al beter\'.

Ongetwijfeld /al nog \\eel verbeterd wor-
den. Maar v\\aar /al dat toe leiden\'.\' Het is
niet ondenkbaar dat men tenslotte in een
soort mformatica-file terecht /al komen.
I.aten we ons beperken tot de huidige
computers.

De technologische mogelijkheden /ijn
\\ oor de meeste toepassingen al meer dan
\\ oldoende. Waaraan het nog ontbreekt is
\\ooral de nodige programmering en de
bijbehorende organisatie-structuur.
Om dierenartsen bij informatie-s\\stemen
te kunnen betrekken /uilen /e een /eker
begrip \\oor computers moeten krijgen,
(iebleken is dat het in \\\'cel gevallen /over
nog niet is. In gesprekken hierover hoort
men onder meer:

\'Conipiucrs. daar kan Ik loch niel
mee omgaan\'
of \'Ik hen niel van plan
mijn hele hehhen en honden aan zo\'n
ding toe le veriroiiu en\'
of \'Hal die
dingen uiikramen is loeh niel le ver-
iroinven\'
of \'V.e kunnen loch niet wal
ik wil\'
en ook \'Ze zijn veel le duur\'.

1. Toegankelijkheid

\'Ik kan er niel mee omgaan\'. De toegan-
kelijkheid van computers is tot dusver
hoofd/akelijk bepaald door geoefende
professionals met hun mysterieu/.e pro-
grammeertalen en hoogstens een enkele
enthousiaste hobbyist heeft /ich daaraan
willen aanpassen. Men dient /ich te reali-
seren dat de computer-industrie, bij de
snel dalende prij/en \\an de hardware,
/ijn om/et /al trachten te handhaven
door het aantal gebruikers drastisch te
\\ergroten.

Alleen al daarom /al men nog \\eel moe-
ten \\erbeteren aan v\\at wel genoemd
wordt: \'de dialoog mens - computer\',
rechnologisch zijn hier\\ i)or zeker moge-
lijkheden. /oals de al genoemde electro-
nische koeherkenning en het invoeren
\\an de menselijke stem. Maar daarbij /ou
men kunnen \\ergeten welke mogelijkhe-
den er nu reeds /ijn \\dor dc minclcr geoe-
fende gebruiker.

Zo is er bijvoorbeeld een sssteem \\ oorde
boekhouding beschikbaar waarbij men
instructies krijgt via een beeldscherm.
Het systeem \\ raagt stap soor stap wat
men wil. Men beweegt een pijUje naar het
onderwerp \\an zijn keus en krijgt een
volgende instructie.

Een /eer eenvoudig te bedienen svsteem.
En mocht men toch nog twijfelen dan is
er altijd nog een regeltje \'flEl.P\' voor
nadere instructies.

Verder zal het gebruik niet alleen toe-
nemen door het toegankelijker worden
v an de apparatuur, maar krijgen we ook
te maken met een nieuwe ueneratie. waar-

-ocr page 62-

onder ook dierenartsen, die \\eel meer
vertrouwd raakt met informatica. Nu al
wordt op een aantal middelbare scholen
les in Computerkunde gegeven.

2. Bedrijfszekerheid

\'Ik hen niei van plan alles er aan loe le
vertrouwen\',
of wel hoe groot is de be-
drijfszekerheid cn dan niet die \\an de
hardware, maar vooral die van het sy-
steem. De hardware is doorgaans al wel
\\oldoende betrouwbaar \\oor de toepas-
singen waar we over praten, zolang al-
thans de stroom niet uitvalt. De angst
komt meer \\oort uit het zich compleet
overleveren aan een systeem, ontwikkeld
door een andere denkwereld. Bekend is
dat zich op het gebied van de financiële
administratie van dierenartsen de eerste
drama\'s al hebben \\oorgedaan.
De fout heeft hierbij echter niet zo zeer
gelegen in technologische onvolkomen-
heden, maar meer in onvoldoende com-
municatie tussen twee denkwerelden.
Natuurlijk is er in de aanloopperiode \\an
ieder systeem sprake \\an kinderziekten.
Toch hebben reeds voldoende voorbeel-
den aangetoond dat deze vrees uiteinde-
lijk meestal ongegrond is.

3. .Accuratesse

\'Wat die dingen uitkramen\' ccn begrijpe-
lijke reactie.

De waarde van het antwoord is uiteraard
nooit groter dan die \\an de gebruikte
gegevens. Een afronding tot cijfers ach-
ter de komma staat betrouwbaar, maar
heeft natuurlijk geen zin als de oorspron-
kelijke gegcNcns \\eel minder nauv\\ keurig
waren.

Ook kunnen schijnbaar c.xacte uitkom-
sten afkomstig zijn van In wezen niet
c.xacte gegevens, zoals graduele ver.schil-
Icn. die door codering exact zijn ge-
maakt.

Men zal dus bij iedere interpretatie goed
tiioeten weten hoede informatie tot stand
is gekomen. Ook zal men over tenminste
enig statistisch inzicht nuieten beschik-
ken om te weten wat ge\\ t\'aagd tnag wor-
den en \\\'ooral wat met het antwoord ge-
daan mag worden. Ook hiervoor een.
enigszins extreem, \\oorbeeld.

Stel: u vraagt aan een systeem ge\\ oed met
de juiste informatie,
welke groep niensen
heeft het meest hoofdpijn\'.\' Mensen die
vaak. of mensen die nooit aspirine slik-
ken.\'
U krijgt ongetwijfeld het juiste ant-
woord. namelijk dat de eerste groep sig-
nificant meer hoofdpijn heeft. Dc
computer kan het echter niet helpen als u
daaraan de conclusie verbindt dat aspi-
rine dus hoofdpijn veroorzaakt.

4. Flexibiliteit

\'Die dingen kunnen toch niet wat ik wil\'.
Natuurlijk is men het tneest gewend aan
starre administratieve systemen. Die
kwamen immers het eerst op gang. juist
omdat hiervoor een minimum aan pro-
gratnmering nodig is. Waarschijnlijk
heeft hierdoor de mening post gevat dat
informatiesystemen nauwelijks flexibel
kunnen zijn.

Als men voor een aangeboden systeem
zou vragen naar extra mogelijkheden,
zijn die meestal wel In te bouwen, alleen
tegen zeer hoge programineerkosten, ter-
wijl men daarbij zelf nog intensief zou
moeten meedenken. f)e flexibiliteit van
een systeem hangt dan ook vooral af van
de communicatie tussen twee denkwerel-
den. die van de producent en die van de
gebruiker. Als tnen bovendien weet. hoe
groot de technologische mogelijkheden
nu reeds zijn. van de toch altijd nog voor
veel geld aangeschafte hardware, dan kan
men bedenken hoe weinig waarde men
relatief voor zijn geld krijgt, indien on-
voldoende zorg aan dc programmermg Is
besteed. Hiermede is tevens het aspect
van de prijs aan de orde gekomen.

5. Prijs

Op zich zijn individuele boekhoudsystc-
tnen al betaalbaar, zeker voor groeps-
praktijken. wat alleen al uit het over-
vloedige aanbod \\alt op tc tnaken. Echter
op het moment dat
zoveel leden met zo
weinig
verstand van zaken staan vooreen
zo grote investering, ligt creen taak voor
de KNMvD. al was het maar om te hel-
pen uit dit aanbod hel kaf tc scheiden v an
hel koren en te komen tot minimale eisen
en afspraken. Bovendien kunnen geza-
menlijk gedragen programmeerkosten.

-ocr page 63-

ot\' zelfs alleen maar het meedenken van
het collectief, de waarde voor de indivi-
duele gebruiker sterk doen toenemen.

C\'. lOFl\'ASSINdFN

In het algemeen zijn hierbij drie groten-
deel parallelle ontwikkelingen te onder-
scheiden.

De toepassing begint steeds daar. waar
grote aantallen gegevens toch reeds ver-
werkt moeten worden, zoals bijvoorbeeld
bij uitbetalingssystemen en routine-
laboratoriumuitslagen.
Meestal is het eerste doel daarbij arbeids-
en dus kostenbesparing. Toch kan hierbij
ook het vermijden van vervelend werk een
grote rol spelen. Maar al te \\aak reali-
seert men zich daarbij pas in tweede in-
stantie dat deze éénmaal beschikbare ge-
gevens ook zeer nuttig voor andere
doeleinden gebruikt kunnen worden,
vooral als daarbij de gegevens van ver-
schillende bestanden aan elkaar kunnen
worden gekoppeld. Helaas blijkt het dan
door onvoldoende uniforme codering
vaak moeilijk om met elkaar te commu-
niceren.

Een tweede ontwikkeling is de verwer-
king van grote aantallen reeds lang be-
schikbare gegevens, waarvan men juist
door automatisering voor het eerst een
nuttig gebruik kan maken.
Een duidelijk voorbeeld daarvan is de
v leeskeuring. Hierop zal later worden te-
ruggekomen.

Een ander voorbeeld is een patiëntenad-
ministratie, bijvoorbeeld van een facul-
teit. Nu blijven vele zeer interessante ge-
gevens onbenut, omdat ze alleen maar
toegankelijk zijn voor mensen met een
onvoorstelbaar uithoudingsvermogen.
Éénmaal automatisch verwerkt, worden
bijzonder interessante onderzoekingen
mogelijk, bijvoorbeeld naar correlaties
tussen bepaalde behandelingen en daar-
bij voorkomende afwijkingen.
Hiernaast gaat men door aanbod vraag
creëcrcn. Dc behoefte van de verbruiker
wordt tenslotte v oor een groot deel mede
bepaald door datgene wat de technologie
te bicden heeft.

Naarmate een antwoord opeen moeilijke
vraag sneller beschikbaar is. zal de be-
hoefte aan het stellen van zo\'n vraag toe-
nemen. Het is duidelijk dat de factor tijd
voor de bezitter van een terminal geen rol
meer hoeft te spelen. Zo verschijnen de
eerste databanken in de medische diag-
nostiek dan ook vooral daar. waar zowel
de ernst v an de problematiek als de nood-
zaak tot snelle beantwoording het grootst
is. zoals bijvoorbeeld een databank voor
intoxicaties.

Omdat het hierbij gaat om v raag en aan-
bod. zal de diergeneeskunde niet het aller-
eerst aan de beurt komen. Toch zullen,
geholpen door de schaalvergroting van
een internationale aanpak, de eerste ter-
minals op Provinciale Gezondheidsdien-
sten niet al te lang meer op zich laten
wachten.

I). DE COMPUTER VOOR DE VERSCHIL-
LENDE DISCIPI.INES BINNEN DE DIER-
GENEESKUNDE

f)e praktici in het algemeen, zullen onge-
twijfeld op korte termijn hun financiële
praktijkadministratie automatisch gaan
verwerken. Een voorbeeld van deze ver-
werking is Denemarken, waar reeds een
grote meerderheid van alle praktici is
aangesloten bij één centraal systeem.
Hoeveel interessante aspecten dit sys-
teem ook biedt, in Nederland zal men
gezien de instelling, waarschijnlijk meer
de kant uit gaan van de indiv iduele svstc-
men. nu deze eenmaal ter beschikking
komen.

Wel dient men op te passen voor onno-
dige versnippering. In dit verband is
reeds gewezen op de taak van de
K.N.M.v.D. Dit geldt zeker wanneer
men op den duur onderling gegevens zou
willen gaan uitwisselen. Indien men niet
komt tot minimum afspraken en uni-
forme codering, zal zich in de meeste ge-
vallen een hoogst persoonlijk jargon ont-
wikkelen waardoor niet met anderen kan
worden gecommuniceerd.
Velen zullen niet geloven in dit soort ge-
bruik cn er bovendien groot bezwaar
tegen hebben, omdat ze de privacy be-
dreigd ziciL

Er zijn echter v oldoende analoge ontw ik-
kelingen om aan te nemen dat men er
V roeg of laat toch toe ov er zal gaan. Het is

-ocr page 64-

namelijk /eer wel mogelijk een deel \\an
de gegevens te anonv miseren. waarna /e
centraal kunnen worden verwerkt.
Hiermee kan een vorm van medische sta-
tistiek worden bedreven, die in hoge mate
kan bijdragen tot hel diergeneeskundig
in/icht.

Daarnaast kan Tecd back" dat w il /eggen,
het terugspelen van gegevens van ande-
ren. de /ogcnaamde \'medical audit". het
inzicht in eigen handelen duidelijk doen
toenemen, bijvoorbeeld door toetsing
aan het regionale of landelijke gemid-
delde.

Eerdergenoemde aarzelingen dienen ech-
ter niet te worden gebagatelliseerd, in te-
gendeel. Het is bijzonder belangrijk de
voor- en nadelen van dit soort sv\'stemen
zeer goed tegen elkaar af te wegen. Een
voordeel is dat w ij v oor dit soort ontw ik-
kelingen in Nederland beschikken over
een optimale organisatiestructuur, met
één Maatschappij voor Diergeneeskunde
onderverdeeld in groepen naar diersoort
en discipline. Het is dus meer de v raag in
hoeverre men daar gebruik van gaat
maken.

In de groU\' liuisilicrenprakiiik. /al men in
snel toenemende mate worden geconfron-
teerd met door anderen verzamelde en
automatisch verwerkte gegevens.
Verdieping in de vormgeving en achter-
grond van dit soort gegevens zal noodza-
kelijk worden, ondermeer als taak op
korte termijn voor hct post-univcrsitaire
onderwijs.

Ook gegev ens verkregen v ia automatisch
verwerkte bctalingssvstemen cn cntcam-
pagncs zullen de praktijkvocring gaan
beïnvloeden, evenals inv oering van infor-
matica bij overheid en vleeskeuring.
Mede hierom lijkt ccn kritisch in/icht in
eigen handelen de voorkeur te verdienen
boven hct afwachten van kritiek van der-
den.

Bij de f\'rovincialc Ciczoinlhciilsdicnsicn
zullen verwerking en doorspelen van ge-
gevens worden geautomatiseerd. Boven-
dien zullen juist deze diensten betrokken
raken bij ccn onderlinge uitwisseling van
gegevens met andere organisaties. Helaas
zal hieraan veelal nog een moeizame dis-
cussie over uniforme codering vooraf
moeten gaan.

Voor dc kleine huisdierenpraktiik is ccn
verdergaande automatisering van dc
praktijkvocring denkbaar, meteen beeld-
scherm als vervanger van de kaartenbak
bij dc anamnese.

Naast de kostenfactor zullen dc eerderge-
noemde weerstanden dit soort ontwikke-
lingen nog wel wat vertragen.
Toch is denkbaar dat de bekende eerste
schapen over de dam dit proces /uilen
versnellen, waarbij in het midden wordl
gelaten of het bij deze schapen gaat om
hobbyisme, een vooruitziende blik. of
mogelijk zelfs een poging de status v an dc
eigen praktijk op te voeren. Een duidelijk
positief aspect bij deze ontwikkeling
vormt de mogelijkheid voor de betrok-
ken praktijken met dit systeem deel te
nemen aan wetenschappelijke projecten,
in samenwerking met faculteit, instituten
of industrie. Hiervan zijn internationaal
reeds goede voorbeelden bekend.
f)e
vleeskeuring beschikt zoals reeds vc-
meld. bij uitstek over een groot aantal
zeer waardev olle gegevens, die juist door
automatische icrwcrking voor hel eerst
toegankelijk worden. Men is dan ook
reeds aan hct bestuderen hoe afw ijkingen
bij dc keuring kunnen worden terugge-
speeld naar de producent, flitcraard zal
de aandacht hierbij in eerste instantie ge-
richt zijn op /oönosen cn to.xicologischc
aspecten van de volksgezondheid /oals
residuen.

Bij dc overheid /uilen informatiesvste-
rnen dc beleidsbepaling gaan ondersteu-
nen. /owel bij dc bewaking van dc volks-
ge/ondheid als bij dc bestrijding van
dicr/iektcn. Internationaal, onder andere
in Europees verband, komen gesprekken
over uitwisseling van inlormatie opgang.
Hierbij moet men niet aan een erg korte
termijn denken omdat hct op/ctten van
dit soort systemen nu eenmaal veel man-
kracht V raagt. Het is echter niel ondenk-
baar dat bepaalde ontwikkelingen ons
op den duur kunnen worden opgedron-
gen. door landen die onze produkten im-
porteren en ons in dit soort bewakings-
systemen vooruit zouden zijn.
De Dierenartsen
werkzaam hij htsiiiuien
ot in he! Bedri/Jsleven
worden meestal in
hun werk nu al wel met één of meer vor-
men van automatiserina ijeconfrontccrd.

-ocr page 65-

/odal hierbij niet lang boeit te worden
stilgestaan.

Voor de larmaceutische industrie moge
worden \\ olstaan met de veronderstelling
dat automatische verwerking van klini-
sche gegevens van grotere projecten, nu
nog, vanwege de hoge kosten een uitzon-
dering, op den duur wel eens noodzaak
kunnen worden, om aan registratie-eisen
in bepaalde landen te kunnen voldoen.
Op de
Faculicii, \'last hut not least\', rust
de taak de toekomstige generatie dieren-
artsen de nodige kennis over informatica
bij te brengen. Hierbij zal de bedrijfs-
diergeneeskunde ongetwijfeld een be-
langrijke rol spelen.

Zodra om financieel-administratieve re-
denen de patiëntenadministratie automa-
tisch wordt verwerkt, zal met deze gege-
vens ook medische statistiek kunnen
worden bedreven.

Daarnaast /al de computer een rol gaan
spelen bij het onderwijs zelf.
Het zal hiermee wel duidelijk zijn. dat
vrijwel iedere dierenarts op den duur de
inv loed van informatica op zijn werk zal
ondergaan. Daarmee dient niet de indruk
te w orden gewekt dat alles alleen maar als
positief moet worden ervaren. Het is on-
doenlijk in dit bestek ook nog in te gaan
op de vele maatschappelijke gevolgen
van invoeren van informatica. Hieraan
alleen al wt)rden hele congressen gewijd,
legen ongewenste ontwikkelingen zal
men zich dan ook tijdig moeten uitspre-
ken.

Voor één aspect moet een uit/ondering
worden gemaakt, namelijk het misbriu-
ken van informatie. Vaak leent /ich al-
leen de vortngeving van informatie bij uit-
stek voor gebruik waartoe het niet
bestemd is. Nog gevaarlijker wordt het.
wanneer men ongewenste koppelingen
tot stand gaat bretigen. vooral wanneer
dit gepaard gaat met een inbreuk op dc
privacv. leder kan /ich daarbij wel be-
paalde voorbeelden v oor de geest halen.
Overigens wordt daarbij ten onrechte
vaak het eerst aan dc fiscus gedacht.
Voor een belangrijk deel kan men dit
verkeerde gebruik tegen gaan door tech-
nisch ingebouwde bewaking cn door
goede afspraken en regels. Daarnaast is
dit echter een mentaliteitskvvestie. waar-
bij men tot een nieuw soort ethiek en
gedragscode zal moeten komen. Ook al
hierom lijkt het van belang, dat een dis-
cussie over informatica binnen ons be-
roep op gang komt.

Omdat veel van deze materie nog weinig
tastbaar is, lijkt het goed te eindi-
gen met een wat meer aanschouwelijk
voorbeeld uit de praktijk. Het gaat daar-
bij om flarden van een discussie van een
student met een gecomputeriseerd leer-
programma van de Ohio State L\'niver-
sity.

Om de tekst geen geweld aan te doen is
de/e niet vertaald.

Na het starten van de cotnputer ver-
schijnt op het beeldscherm;

l\'KOdRVMMV IIAVI M)l rsl I) I 111S C OM IT I I R l\'RO-
(IRAM AND II RMINAI IVI\'I. HI IORt;\'
IVI>t VES OR NO AND DIT\'RESS IME
■Rl I l RN^ KI V

Uiteraard zouden er bij het antwoord
\'no\' nadere instructies volgen. Deze
student heeft die niet nodig.

sn\'DINl MS

l\'ROOR (IM : l.OOD A I IS I Ol VVMI Mlll CASI S IS
l\'OS I I I) lO VOI

I Vl\'1 I lli: C ASI Nl MUI R Ol VOI R
C HOU I

I\'IIIRD
HIS C ASE.\'

I\'. C ASI 5: A MAN HKINOS IN A(.l KM VN SH

IlOW won D VOI Bfc(,lN lO 11 VNDl 1
S SKINAIMINI
I\' SKiNM MI N I

SPl ( 11 S
HRIT 11
COl OI R
SI \\
V(H

IMMI NI/AIIONS

( ANINI

CI RM VN SHI l-Hl RD
Bl V( k I AN
I I VlAI I
I 11 VR

ONI V Dill VI i:
VV I I KN. NO R Mill S
IS K(.

HOW DO vol W IS 11 lO I\'RIK I I I)\' I N I I R HIS I OR V,
Pin SIC VI I \\AMINA I ION OR < OMPI VlNl

S (OMPIAINI

P pkimvrvk;

R 1 III R SPl ( II

MPI AIN I SI l/I Rl J

^IORV OR PHVSK VI

vol MAV NOW Rl yl ISI
IA VVIINA I ION
HISIORV

vol VIW NOW 1 •
Rl 01 ISIS

H(IV\\ M VNV SIT/I RIS\'
I DON I KNOW Wll VI H
ANOI HER W W

Ml VN WOl I D vor VSK

Kennelijk is de computer nog niet op
elke wij/e van v ragen stellen geprogam-
meerd.

De student heeft dit begrepen en formu-
leert nu nauwkeuriger.

-ocr page 66-

S HOW OHI N DO IMF SUZl\'RES OCCUR\'\'
I\' MRST OCCl\'RRENCE WAS SIX MONT HS AC.O, EHFN
AC.AIN K)l R MOMHS AGO. HAD IHRFE SFI/l RES
IN A ROW. I ASI WFFK FWO SEIZllRFS

Na verschillende andere vragen en ant-
woorden op dit gebied kiest de student
voor het volgende onderzoek;

S, PHYSICAL FXAMINAFION

I\' HERE ARE THE RESULTS OF IMF PIIVSK\'AF
EXAMINA I ION

AMMAI THIN. IIAIRCOAl NORMAI . RFSPIRATORV
SYSTEM. HEART NORMAl. FTC

IS LHFRF ANY INDICATION FOR A MORE EXTENSIVE
PHYSICAL FXAMINAFION\'
S, YES.

P NAME I HE SPEC lAl PHVSiCAl FXAMINAIION
S. NEliROI.OtHC Al EXAMINATION

P HERE ARE IHE RESULTS OF THE NFl ROI.OtHCAI.
EXAMINAITON: WAI.K. TURN. HFMIWAI.K BOTH
SIDES. NORMAI. FTC...

Hierna is volgens het programma vol-
doende informatie beschikbaar voor:

YOU SHOULD BF READY TO ENTER FEN i A UVF
DIAGNOSES,

fnfer .1. based 1 pon information fhus far
acql ired.

POSE FNC EPHAI.I lie EPILEPSY
lUMOR

congfniiai fpiffpsy

YOl have en i fred .1 differeniiai diagnosfs.
of iiifm
W AS I accfpiabi f WHIl f 2 werf NOl.
vol may now use diagnosik aids TO arrive
Al fhe prfffrrfd diagnosis
pi ease
MAKl onf rfquesi a i a I fvu by i vpincj
i hi: name of ihe ifsi

s. EI FCI ROENCFPHAI (KIRAM

P Fl FC y ROENCFPHAI OCR AM SI OW WAVE AC 11VI I Y
SLGCiFSTIVE OF RFSIDUAF DAMAOF DUF lOSOMF

PREVIOIIS CFRFBKAI INSITF COS 1S 10(I1FNI
$

Opvallend is dat aan het eind van het
programma in een nadere toelichting de
student nog wordt medegedeeld dat de
diagnose gesteld had kunnen worden
zonder dure diagnostische hulpmidde-
len. Vervolgens vraagt het programma:

P W IIIC H IS VOUR PRFFFRRFD DIAGNOSIS\'
S POsr ENCEPHAI I FK FPII FPSV
P GOOD. HOW WOUI D VOI\' IIANDFE IHIS CASE \'
MFDICATION. Sl\'R(,FRV. DIFT MODI F KA I ION.
FUIHANASIA-\'

S, MEDICAriON,...

Hierop volgt een discussie over het te
gebruiken medicijn en de reden van deze
keuze. Aan het eind van het programma
volgt nog:

1 HE t FIENT ASKS THF FOFFOWING QUESIIONS.
( AN IHF CONDI I ION BE Cl\'RFir

P IHF CFINICIAN\'S RESPONSE WOUl D BE:
NO. BUT WFFH PA HENCE II MAY BE
SAIISFACTOKll.Y CON I ROl FED

Tot slot wordt de computer nog een
vraag gesteld:

Inleider: How do we handle computers?

r3e student doet ineens een forse keus:

P PIlASF STARl V Dist LSSION

-ocr page 67-

irïi

Paneldiscussie\'

C. J. Vermeulen^

4\'

Ik zou thans willen overgaan tot het
beantwoorden van de door het audito-
rium gestelde vragen.

I raag:

Waar koml de naam computer eigenlijk vandaan
en is die naam wel juist?

Paneldiscussie op 5 oktober 1979 gehouden naar aanleiding van de inleidingen, gegeven ter gelegenheid
van het .laarcongres 1979. tevens 126e Algemene Vergadering, van de Koninklijke Nederlandse Maat-
schappij voor Uiergenceskunde te Den Haag (Congresthema; \'Dieren, data en diagnostiek\').
Het panel was gevormd uit de inleiders prof. dr. .1. A. van der Pool. dr. ir. D. C. M. Boonman, prof dr.
A. Brand. ir. R. van Rij. drs. .1. L. van Os. aangevuld met dr. W. L. Brom. dr. .1. E. Ciajentaan en
dr. ir. M. .1. M. 1 ielen en stond onder leiding van drs. C. .1. Vermeulen.
Drs. C. J. Vermeulen. Veterinair Inspecteur van de Volksgezondheid.

Amwoord prof. dr. J. ,-1. van der Pool:
Waar de naam precies vandaan komt, weet ik niet.
Het woord wat er aan ten grondslag ligt. is natuur-
lijk \'to compute". berekenen en de naam wordt
gebruikt zolang ik in het computervak zit en dat is
meer dan 22 jaar. Oe naam was oorspronkelijk
wel goed. want in de tijd dat die naam ontstond,
kon een automaat ook alleen maar rekenen, van

-ocr page 68-

het opslaan van gege\\ens was toen noggeen sprake.
De ontwikkeling \\an de grote hulpgeheugens die
nu eigenlijk in mijn ogen \\aak veel belangrijker
/ijn dan het rekenen, dateert pas \\an ongeveer
1957. In die begintijd is een Nederlands woord
voorgesteld namelijk ■rekentuig\'. maar ik \\ind dat
niet
/O geslaagd. .Ie /ou \\ eel beter van een\'opslag-
tuig" kunnen spreken als jc toch een Nederlands
woord /ou gebruiken.

I racK:

Zal de computer bij de grote huisdierenpraktijk
ingang vinden, dit \\ooral gezien in het licht \\an de
bedrijlsbegeleiding cn de preventieve gezondheids-
zorg\'

Annvoord dr. ir. \\t. ./. M. Tielen:

Dat zal op den duur wel het geval zijn.
Bij het opslaan van gegevens, het steeds weer
oproepen \\an inlormatie en het adequaat maken
\\an inlormatie \\oorde bedrijfsbegeleiding. kan de
computer een belangrijke rol spelen.
Een tweede mogelijkheid van de computer voor de
bedrijfsbegeleiding en de preventieve gezondheids-
zorg is de methodiek waarbij de prakticus regel-
matig informatie zal krijgen vanuit hel bedrijf.
Die informatie zal hij dan mee naar huis kunnen
nemen, in zijn computer opbergen en daar regel-
matig over korte periodes een aantal kengetallen
uit kunnen laten berekenen. Hicr\\i)or zullen dan
programma\'s ontwikkeld moeten worden. De prak-
ticus is dan wel afhankelijk van de bereidheid cn
geschiktheid van de veehouder om de informatie
te verstrekken,

I rmig:

Wat is de achtergrond van hct bezwaar van prof.
Brand tegen het ontwikkelen \\an programma\'s
door commereii;le-. lees-computerondernemingen,

Amwoord prof. dr. .1, llrand

Zeer zeker dc eerste jaren hebben wij behoefte
aan umfomc programma\'s en ik ben bang dat
wanneer die computer op het bedrijf gaal komen
bij gekoppeld gaat worden aan mechanisch te be-
sturen processen op dat bedrijl in casu dc kracht-
voederautoniaat. Ik denk dat de firma\'s onderling
wel eens concurrentie kunnen gaan bedrij\\en door
weer ccn ander programma te brengen tiat nog weer
beter is. i:ike computer die op ecn bed rijf geplaatst
wordt, moet ccn opening naar buiten hebben, cn
in verbinding staan met een centrale computer,
F.r moet een landelijke databank komen en niet
allerlei systemen naast elkaar, Hct is wenselijk
dat landbouwkundigen en \\eterinaircn, computer-
deskundigen. economen cn technici een commissie
gaan vormen, een zo uniform mogelijk programma
ontwikkelen cn dal aanbieden aan de industrieën
aan die veehouder.

I raag:

Wordt het werken met computerapparatuur door
administratief personeel als prettig en niveau-
verhogend er\\aren,\'

Aniwoord ir. R. van Rij:

Ik zou daar uit mijn eigen ervaring duidelijk ja
op kunnen zeggen, maar het is wel zo dat daarvoor
een goede \\oorbereiding nodig is. Dat wil zeggen
dat tijdig een gewenning plaats vindt, dat men moet
werken met duidelijke afspraken en procedures.
Wanneer dal gewenningsproces daar niet aan voor-
af gaat, ervaart men dat als vervelend en lastig.
Wanneer die voorbereiding goed plaats vindt cn
aan de acceptatie, de motivatie en het werken
met duidelijke afspraken en procedures voldoende
aandacht wordt besteed, dan zijn zeer positieve
ervaringen te registreren, met name door bet ver-
minderen van eentonig werk, ,Ms werk ver\\elend
is dan daalt bij de mens de kwaliteit heel snel en
dat is nu de kracht van de computer. Die wordt
nooit moe, heelt nooit een slecht humeur cn
werkt altijd snel en betrouwbaar.

Aanvullend unnvoord drs. ./, /., van Os:

ln het eerder genoemde symposium over arts cn
gegevcns-vcrwerking, werd deze vraag ook bespro-
ken en daar kwam ecn ervaring naar voren van
iemand die van veel personeel was overgegaan op
automatisering en noemde daarbij twee karakte-
ristieken, Ilij zei: \'ln de eerste plaats zag ik mijn
personeel geleidelijk verschuiven van mensen die
daar weinig voor voelden naar mensen die daar
veel voor voelden, dus dat gaf wel degelijk wat
aanpassing in de zin van dat mensen verdwenen
cn anderen terugkwamen\'. Daaraan gekoppeld was
het hem opgevallen, ik citeer \'Dat daarbij het
aantal mannen naar verhouding was toegenomen
en het aantal vrouwen afgenomen\'.

Vraag:

Bestaat hct risico dat dc boer, in hct bijzonder
dc veehouder, als het ware wordt opgejaagd in zijn
eigen bedrijf, met als gevolg dat de motivering cn
dc liefde voor zijn vak bieronder kunnen lijden ook
ten aanzien van potentiële opvolgers en daardoor
dc prominente economische positie van het agra-
risch bedrijf wordt ondermijnd,

Aniivoorddr. ir. I). C . M lioonman:
Het is zo dal je hier cn daar op de grotere be-
drijven misschien wel van een vrijwillig gekozen
overbelasting zou kunnen spreken.
Die boer heeft twee vormen van werkzaamheden.
Door de schaalvergroting vult zijn uitvoerend
werk. melken, voederen enz, bijna meer dan z\'n
hele dag, zeker in bepaalde tijden van hct jaar.
Voor dc voortgang van zijn werkzaamheden, voor
zijn beoordeling zonder een goede beoordeling
is het moeilijk mogelijk om met die opgedane
ervaringen weer verder te gaan ontbreekt hem
eigenlijk ilc tijd. Met andere woorden zijn be-
herend werk komt steeds meer in de knel. Dat be-
tekent dat we naar een ontlasting \\an zijn taak
moeten zoeken. De automatisering, denkt u maar
aan die koeherkenning, van het management cn
begeleidingssysteem, zou er wal aan kunnen doen.
Dat betekent ook dat wc die apparatuur zo simpel
mogelijk moeten maken. Ook de praktizerende
dierenarts beeft daarbij een taak, bijvoorbeeld in

-ocr page 69-

ccn hcgelcidingssyslccni. fliculoor wordl dc licldc
\\oiir hel \\ak niel weggenomen.

I ra.ig:

Hoe moeien wij ons hel gebniik \\ooislellen \\an
de appaialiiur ihiiis. \\ia leleloon gekoppeld aan
de cenlrale compulers\'

Anin oor,/ dr. ./. E. (iuicmaan:
F.r is vandaag al meerdere keren op gewezen dal
het van belang is dat we allemaal gelijke ol althans
soortgelijke apparatuur gaan gebruiken, opdat lan-
delijk resultaten vergeleken kunnen worden. Dal
kan in een aantal gevallen \\rij gemakkelijk via
de leleloon.

De typische kleine huisdierenpraktijk is voor wat
belrell de medische registratie al rijp v oor de com-
puter. ,Ms je eenmaal de administratie in de com-
puter thuis hebt is hel bijzonder eenvoudig re-
minders voor entingen le sturen en we welen
allemaal hoe belangrijk die voor de zakelijke as-
pecten \\an ons vak zijn.

Ook voor de boekhouding van de praktijk is de
computer zeer geschikt. Hel zou best kunnen zijn
dal je boekhoudt op de computer, dal op een tape
ol een handje overbrengt en één keer in de week
opstuurt naar een cenlrale grote computer, waar
hel dan uilgelikl wordl.

.Slelling:

De diergeneeskundige bedrijlsbegeleiding moet
cijlermalige mlormaiie omtrent hel bedrijfsgebeu-
ren als basis hebben, eventueel moet het dier-
geneeskundig behandelen de oplossing geven tol
eorreclies. Hiervoor is diagnostiek nodig en de
diagnostiek zal altijd moeten beginnen bij hel
individuele dier.

\\,un ,H,rd prot. dr. .1. Hraud:
Om met hel laatste te beginnen, ik denk dal
bdrijtsbegeleiding juist dal betekent dat we hel
indiv idut\'le dier weer onder controle krijgen.
Het wordt zo vaak opgemerkt dal dal individuele
dier helemaal met meer belangrijk is en wij eigen-
li|k alleen maar naar de groep hoeven le kijken.
De waarheid ligt ergens in het midden nl. dat door
ilie uitbreiding hel individuele dier met meer her-
kenil gaal worden en in de massa ilreigl le ver-
drinken.

Met on/e bedrijlshcgeleiding moeten wij die vee-
houder weer op het juiste spooi /ellen, beginnende
met een bedrijlsailminislralie. een eventuele koe-
herkenning en een eenvoudig oornummer. Hier-
door kunnen wij weer beginnen met on/e ouder-
wetse manier van diergeneeskiiiulig handelen,
waarbii tegeliikeriijd ook die groep in de galen
wordl gehouden, ook weer via de/ellde admini-
stratie,\'"Bedriilsbegelciding beickcnl allereersl be-
geleiden van de adminislralie om lol beiere resul-
taten le komen. Dan verschijnen cr een aanlal
eiilermalige berekeningen waarmee wal gedaan
moet uorden hetgeen helaas le weinig plaats v indt.
Hel hlijll nog le veel hij hel ver/anielcn van
individuele gegevens en de uitwerking naar ken-
getallen. Voor het verwerken van die gegevens
hebben we nu de computer.

Aanvullend (inIxuHird <lr. ir. .\\l. ./. \\l. Iwlcn:
,1e kunt dus een duidelijke voorkeur uitspreken
voor bepaalde kengetallen, die meer rechtstreeks
verbonden /ijn met de ge/ondheidstoeslanden.
Op het moment dal die kengetallen gaan afwijken,
constateert men afwijkingen op hel bedrijf F.en
bedrijlsbegeleiding zal pas dan goed kunnen wor-
den uitgevoerd op hel moment dal die veehouder
uitgebreide genuanceerde informatie van de dieren
kan geven; in hoeverre dat van ieder individueel
dier moet zijn. zal mede afhankelijk zijn van de
economische betekenis van het individuelendier en
de bijdrage van het individuele dier tol de proble-
matiek van de totale groep, waarbij het in de
pluimveehouderij toch heel anders gciuianceerd
ligt dan bijv, op een rundveebedrijf Bij de uit-
voering van een goede begeleiding en hel stellen
van een goede diagnose zal men dus sterk aOian-
kelijk zijn van de indiv iduele gegevens per dier die
door de veehouders zelf moeten worden vastgelegd.

,/, i \'crnu\'iilcn:

Dudic.s en Heren,

Ge/ieii dc tijd moet ik mi een einde aan
het vvctcnschappclijke gedecUe van deze
vergadering maken. F.r is slechts ccn bij-
zonder klein tipje van de sluier opgetild.
Fn ik moet u zeggen dat ik geweldig
enthousiast hen over datgene wat dat
tipje heelt laten zien. .Aan het einde van
dit wetenschappelijk gedeelte past na-
tuurlijk ccn woord van dank en ik wil
mij daarvoor in de eerste plaats wenden
t(n de organiserende afdeling die dc sti-
mulans gegeven heeft tot de behandeling
van dit onderwerp. In dc tweede plaats
onze sprekers cn panelleden.
Vond u het ook niet een verfrissend ge-
heel. hoe prof. Van der Pool in drie kwar-
tier van de Batavieren met wat steentjes
komt tot fantasieën over het veterinair
handelen. .Als ik dan de heren Boonman
en Brand in één adem tuiem. dan is het
daarom omdat zij ons kennis hebben
doen nemen van wat cr in dc agra-
rische sector gaande is. /.ij brachten
hun onderwerp in dc trend van: \'waar
wacht u nog op. gooi los dc tros!\'.

-ocr page 70-

Daarentegen ir. Van Rij die duidelijk
de rem weer wat aantrekt, een voor-
zichtige landing inzet om ons tenslotte
veilig met beide benen op de grond neer
te zetten. Dan tenslotte collega Van Os.
De speelsheid van zijn voordracht en
daar tegenover het relativeren van een
aantal gegevens die door andere sprekers
zijn gebracht, hebben naar mijn mening
ons een groot genoegen bereid. En daar-
naast heeft hij zich dan in gepaste vorm
in de futurologie begeven.
Tot slot is wel èèn ding heel duidelijk
geworden dat samenwerking dringend
geboden is, niet alleen en in eerste instan-
tie op nationaal niveau maar zeker ook
op internationaal niveau en dan leg ik
onmiddellijk een zware taak op
de
K.N.M.v.D. die daarbij een zeer belang-
rijl< bindend element zal moeten zijn.
Dank u wel!

Dr. P. Teenstra:

Nog even kort. Het afgelopen jaar bent u
regelmatig lastiggevallen middels het
Tijdschrift voor Diergetieeskunde in een
samenspraak tussen twee computerman-
netjes Adriaan en Bertus. Ik kan me
voorstellen dat Adriaan zich op dit mo-
ment zal afvragen met een wat blikkerig
stemgeluid: \'Zijn al die dierenartsen nu
voor ons gekomen\' en Bertus, die altijd
dommer is, zou daarop antwoorden:
\'zo ziek voel ik mij toch ook niet\'.
Het is mij duidelijk geworden vandaag
dat de computer hoewel piepjong, kern-
gezond is. Dit heb ik kunnen vernemen
na deze werkelijke verkwikkende lezin-
gen die wij vandaag gehoord hebben en
deze opgewekte discussie.
Dit alles onder de bezielende leiding
van collega Vermeulen. Ik wou daar nog
even dank voor uitbrengen.

-ocr page 71-

ül^v

Het voorkomen van Campylobacter fetus
subspecies jejuni bij normale slaehtvarkens

The Presence of Camp\\\'lobacter 1\'etus subspecies jejuni in
Norma! Slaughtered Pigs

SUMMARY

As part of epidemiological studies the intestinal contents of 300 normal slaugh-
tered pigs were examined for the presence of C.
fetus jejuni. Satnples were
collected from six different slaughter houses. Front 182 of these samples (60.7 per
cent)
C. fetus spp. jejuni was isolated using the tnethod as described by Lauwers
(8). Isolates were conprmed by the results of the following tests: oxidase, catalase.
niotilitr. growth at 25° C. production of I FS. reduction of nitrate, growth in
3.5 per cent NaCl and utilisation of glucose and urea.

(ieachte Redaktie.

Campylobacter fetus subspecies /e/f//?/ is
een enteropathogene i<iem. welke pas
sincis enkele jaren op eenvoudige wijze is
te isoleren. De constatering, dat dit orga-
nisme verantwoordelijk is voor een groot
aantal gevallen van acute enteritis bij de
mens (II). en daarbij soms vaker vvordt
aangetroffen dan salmonellae (2. 10).
heeft allerwegen tot toenemende aan-
dacht geleid.

Van de epidemiologie van Campylobac-
ter zijn slecht enkele facetten bekend.
Aangenomen wordt, dat pluimvee
(slachtkuikens), schapen en honden be-
smet kunnen zijn en tot infectie bij de
mens kunnen leiden (2, 6. 7). Daarnaast
komen voornamelijk uit Engeland be-
richten dat (ongepasteurisccrde) melk
verschillende explosies heeft veroor-
zaakt. zodat moet worden aangenomen
dat deze bacterie ook bij runderen voor-
komt.

t eneinde iets over de epidemiologische
situatie in Nederland te kunnen zeggen,
heeft een oriënterend onderzoek in en-
kele slachthuizen plaatsgevonden.

l^e onderzoekresultaten van mengmon-
sters faeces van runderen, varkens en
pluimvee hebben onsdoen besluiten aller-
eerst een aantal slaehtvarkens individu-
eel te bemonsteren. In de literatuur wordt
slechts tweemaal melding gemaakt van
Campylobacter bij varkens en wel beide
malen in dit \'fijdschrift (3. 12).
Bij het onderzoek zijn 300 darmconvolu-
ten op zes verschillende slachthuizen be-
monsterd. Isolatie geschiedde op selectie-
platen. bevattende Oxoid Blood Agar
base no. 2, 7% gelyseerd schapebloed,
bacitracine (25 IIJ ml), novobiocine (5
Mg ml), colistine (10 IJ ml), cephalotine
(15 Mg ml) bij ccn incubatietcmpcratuur
van 42°C (8). Teneinde verwarring te
voorkomen met bacteriesoortcn bij het
varken, die veel op
C. fetus ssp. jejuni
lijken, doch niet tot dit subspecies gere-
kend kunnen worden (4. 5), zijn de geïso-
leerde stammen niet alleen beoordeeld op
een positieve oxidase- en katalase-
reactie, een typische beweeglijkheid en
het ontbreken van groei bij 25°C. maar
ook op reductie van nitraat, het ontbre-
ken van H ,S in I Sl-agaren het onvermo-

-ocr page 72-

gen om glucose en ureum om te /etten. schouwd. In hoc\\crre er \\erband kan
In totaal konden uij uit 182 \\ an dc .■?()() worden gelegd lussen besmette \\arkens

onder/ochte monsters (6().7\' () C \'. /ciii.s en het \\ (iorkomen \\ an camp\\ lobacleri-
ssp.
je/iini isoleren, hetgeen als een op- ose bij de mens. dient nader tc worden
merkelijke bc\\ inding mag worden be- bestudeerd. ,/.
OostcroDi\'.

I 11 IR.A Ml R

1. .Anon: F.xplosivc outbreak ot Campylobacter enteritis. CDR 79 LI. 1979.

2. Hruee. 1).. Wenih /.oehowski and 1 criiuson. R. L: Camp\\lobaeter enteritis. lii. mcil. ./.. 2. 1219.
11977).

.V l)e\\riesc. I en l)e\\os. A.: l \'ihrin spp. bij pluinncc: isolatie, idcntdicatie cn experimentele inlectie.
lijilschr. nwrgcih-fsk.. 96. .?. I9<. I/9\'I j.

4. l)o\\le. I . I\'.: .\\ \\ihrio associated «ith switie d\\senter\\. Ii/i. ./. I c;. .5. 14. 11944).
Dinlc. I . I\',: I hc etiology ol swme d\\senter\\. I;». ,/. I er «cv. 9. M). (1948).

6. Dullell. S. .1. and Skirrow. M. IL: Shepherd\'s scours anil o\\ine camp\\lobaclcr abortion .\\ \'ncu\'
zoonosis. 1(7.
Rei.. 10.1. 144. (1978).

7. Hastings. 1). IL: Campylobacter enteritis in pels. Lamel. 2. 1249. (1978).

5. Lauuers. S.. de Hocek. \\L and But/lcr. .1. P.: Camp\\lobaeter enteritis in Brussels. Laiieei. 1. 6114.
(19^8).

9. Robinson. 1). ei al.: Campylobacter enteritis associated uith consumption ot unpasteurised milk.

Br. med. ./., 1. 1171. (1979).
10. ScNcrin. W . P. .1.: Camp\\ lobaeter en enteritis. \\ed. 7\'. (leiunk.. 122, 1.5. 499. (1978).
1 1. Skirrou. \\L B.: Campylobacter enteritis: a \'new\' disease, lir. meiL ./.. 2. 9. (1977).
12. W\'ejjman. .1: Camp> lobacter-inrecties. ecn zoiinose\'.\' lijdsehr. Diergeneesk.. 10.1.2/, 1186. (1978).

Drs. .1. Oosterom. I ahoratorium \\oor /oouoscn en Lc\\cnsmiddelcnmicrobiologie. Rijksnistituut \\oor
de \\Olksgezondheid. Postbus 1. Bilthoven.

-ocr page 73-

Een vlekziekte uitbraak bij jonge mestbiggen

w

Ü

□ □
IDSl^]^

Begin ol<tober werd een onzer in consult
geroepen door een varkenshouder, die
een week eerder 200 mestbiggen. aflcom-
stig van éèn bedrijf, opgelegd had.
Enkele biggen waren gestorven en de
klacht was: \'slingerziekte\'-achtige ver-
schijnselen.

De 200 biggen waren verdeeld over 10
opvanghokken \\an 20 stuks. 5 hokken
aan weerszijden van een gangpad. De
droogvoederbakken waren gevuld en alle
drinknippels werkten normaal.
In het 4e en 5e hok links en in het 4e
hok rechts waren enkele biggen dun.
slap en sloom. Ze liepen met atactische
bewegingen, na opjagen.
Er werden opvallend veel huidbloedin-
gen geconstateerd, evenals blauwe oren
en blauwe buiken (terwijl een aantal big-
gen ogenschijnlijk niets mankeerde).
Hersenverschijnselen waren zeer zeker
niet aanwezig.

E)e consistentie van dc mest was wat
slap. diarrhee noch keiharde faeces wer-
den waargenomen.

Enkele frisse dode biggen werden aan de
P.Ci.D. ter sectie aangeboden.
De droogvoederbakken werden afgeslo-
ten en water met medicijnen (Euralta-
done HCL.) ad lib. verstrekt.

De zieke biggen werden ingespoten met
Chloramphenicol en Vetibenzaminen)
(Ertylen CO).

Sectie uitslag en therapie waren niet
bevredigend.

Bij een tweede bezoek vielen de typische
vierkante vlekken op tussen de huid-
bloedingen. zoals op onderstaande toto
(zie pijl) te zien is.

Intussen bleek, dat ogenschijnlijk ge-
zonde biggen plots doodlagen. Zieke
biggen hadden temperaturen tussen 40°
en 41°.

De diagnose vlekziekte werd gesteld en
bevestigd door de vervolg sectie-uitslag
waarbij na kweek vlekziekte bacteriën
werden aangetoond.
Op het bedrijf van herkomst van de big-
gen wordt een vlekziekte vaccinatie-
schema zeer consequent uitgevoerd.
Eerder opgelegde groepen mestbiggen
van dit bedrijf afkomstig hebben geen
problemen gegeven.

De mortaliteit was groot (12%). echter
alleen in de voornoemde 3 kooien.
f)c resterende biggen in de afdeling zijn
behandeld met Penicilline.

Dierenanscn/\'rakiijk ic Geinen.

-ocr page 74-

Geac/ue Rcc/akiic.

Er is wat verwarring in den lande ten aanzien
van IBR. wat dit virus kanen waartoe het niét
in staat is. Publikaties als die van collega C. H.
J. Kalis in de
Boerderij (Veehouderij). (64
(1979)-5-IO november) dragen er niet toe bij
de situatie te verhelderen.

IBR-virus. tegenwoordig veelal bovine her-
pesvirus type I (BHVI) genoemd, kan een
aantal uiteenlopende acute ziektebeelden ver-
oorzaken. Ze duren één a twee weken. Naast
infecties van de voorste luchtwegen Cl BR\') en
subklinische besmettingen zijn de volgende
ziektebeelden beschreven:

— infectieuze pustuleuze vaginitis of balano-
posthitis (IPV)

een op zichzelf staande Conjunctivitis
meningo-encephalitis (vooral bij kalve-
ren)

een gegeneraliseerde infectie, met name bij
kalveren, met o.a. veranderingen in de
darrncn gelijkend op die \\an bovine virus-
diarrhee. en in andere organen.

Bij infecties tijdens de partus kan het komen
tot ccn acute ernstige metriti».. terwijl ook een
acute mastitis tengevolge van ccn IBR-
Virusinfectie is geconstateerd.
Wanneer koeien tijdens de dracht voor de
eerste keer met het v irus in aanraking komen
kan dit leiden tot een infectie van de foetus,
die in de regel tot de dood van de v rucht v oert
en gevolgd wordt door een abortus twee
weken tot twee maanden na de infectie vande
moeder.

.Abortus kan voorkomen bij koeien die zelf
ten tijde van hun infectie geen klinische ver-
schijnselen hebben vertoond cn na enting met
sommige levende vaccins. Dat een herinfectie
v an een drachtige koe tot abortus zou kunnen
leiden is uiterst onwaarschijnlijk.
Hoewel ziekteverschijnselen, als ze na de be-
smetting optreden, slechts van korte duur
ziin. kan het v irus in een deel van de eenmaal
besmette runderen latent aanwezig blijven.
Stress, bijv . door toediening v an corticostero-
iden. kan dergelijke infecties activeren. Het
komt dan weer tot v irusuitscheiding. waarbij
dc dieren opnieuw ziekteverschijnselen kun-
nen vertonen.

Door dit mechanisme kan het virus in be-
smette rundveebeslagen persisteren en is uit-
roeien. bijv. door massale vaccinaties, voor-
alsnog een onmogelijkheid.
De meeste runderen ontwikkelen na het door-
maken van een IBR-infectie een behoorlijke
immuniteit.

Herinfecties zijn mogelijk maar verlopen veel
milder dan de primaire besmetting.
In eenmaal besmette bedrijven ziet men dan
ook vrijwel geen klachten meer bij oudere
dieren. Wel komen infecties voor bij kalveren,
die in de regel licht verlopen. De dieren ont-
wikkelen daarna antistoffen.

Een \'slepende\' infectie bij individuele dieren
hoort er dus niet bij en de "slepende v orm\' van
IBR waar collega Kalis over schrijft in boven-
vermeld artikeltje is nimmer aangetoond. Het
is onjuist een abortus le betitelen als slepende
IBR. Ze is namelijk alleen een vertraagd ge-
volg van een acute infectie. Dc koe zelf heeft
ten tijde van het verwerpen geen actieve infec-
tie. c(uiiplicaties achteral zijn toe te schrijven
aan de voortijdige beëindiging van de dracht
Dat dc IBR-aborUis gev olgd zou kunnen wor-
den door bijzondere, specifiek aan die inlectie
toe te schrijven ziekteverschijnselen van het
genitaal apparaat, die langer dan een jaai zou-
den kunnen duren, is op geen enkele wijze
aannemelijk gemaakt.

In utero besmette kalveren sterven nagenoeg
altijd vóór de geboorte.
Bij besmetting laat in dc graviditeit kan een
enkel dier levend en besmet geboren worden,
maar ook deze overleven niet.
Dat dc kalversterftc op besmette bedrijven
sterk verhoogd zou zijn tengevolge van in-
trauterine besmetting mei IBR-virus is niet
bewezen en uiterst onwaarschijnlijk.
Hetzelfde geldt ten aanzien van IBR-virus als
oorzaak van onregelmatig opbreken, retentio
secundinarum. en van een invloed op het
drachlighcids-percenlage na inseminatie. Een
dergelijke invloed is mogelijk wel aanwezig
wanneer virushoudend sperma zou worden
gebruikt.

(Buiten verantwoordelijkheid van de redaktie)

\'Slepende\' IBR-infecties: Een kritische benadering

-ocr page 75-

Het gccitcercie \'ondcr/oek\' is alleen \\erschc-
nen in de \\ orni \\an een relcraal.
[)e conclusies /ijn niel gebaseerd op \\irusiso-
latie. de detectie \\an \\irus-antigeen. ol op
titerstijgingen \\an gepaarde sera afkomstig
\\an één/elfde dier, maar op het onder/ock
\\an \'losse\' sera. soms \\cr/amcld lange tijd
nadat /jekle\\erschijnselen waren geconsta-
teerd.

.Aanwe/igheid \\an antilichamen betekent
hoogstens dat hel Indixidu ooit in /ijn leven
met het \\irus in aanraking is geweest, maar
/egt in het algemeen niets omtrent het tijdstip
waarop dc infectie heelt plaatsgevonden.
Dit is de achilleshiel \\an het hele betoog: Men
\\eronderstelt een rol \\ oor IBR-virus /onder
een \\crband tussen dit agens en de eraan toe-
geschreven /iektcverschijnselen aan te lonen.
Het is inacceptabel te stellen dat een bedrijf,
waar één koe antistoffen tegen IBR-\\lrus
heeft, besmet is. en vervolgens alle daar ge-
constateerde problemen aan deze infectie loe
te schrijven. De in het referaat gegeven cijfers
/ijn ook voor een heel andere uitleg vatbaar,
dan die welke de schrijver cn /ijn begeleider,
collega Kalis, eraan geven.

Wij geven collega Kalis in overweging de pos-
tulaten van Koch nog eens grondig te bestude-
ren. /e zijn nog steeds in hoofd/aak geldig en
worden In verschillende handboeken vermeld.
Tot slot een adv ies aan alle geïnteresseerden.
Oe diagnose IBR-infectie kan momenteel ge-
steld worden door:

1. Virusisolatie.

2. .Aantonen van virusantigeen met behulp
van de IFf (vraagt ervaring, in geval van
twijfel terug naar I).

I en 2 bij voorkeur toe te passen op
meerdere dieren.
.3. Onderzoek van
gepaarde serummonsters
met
Il"f of neutralisatielest. Ook hier ma-
teriaal van meerdere dieren. .MIeen een.
minimaal viervoudige, titerstijging is be-
wijzend.

Zonder IBR-virus geen IBR-probleem.

l\'rol, dr. .1. (i. van Bekkum en ilr. C. I crpslra. (\'eniraal Diergeneeskundig Insiiuiiil. Afdeling Virologie,
lloiilrihweg .W. K22I R A I elyslad.

./. O\', van Bekkum\'
C. Terpsira\'

-ocr page 76-

Algemeen
Stalluchtsamenstelling

Hilliger. H. Ci. und Härtung, .1.; Zur Chemie der
Stalluft.
Hïeii. Tierärzil. Msehr.. 65. //. (1978).

Schrijvers deden een onderzoek naar de lucht-
samenstelling in relatie tot de beoordeling van de
hygiëne van de lucht (stankhinder;
Ref.).
Zij bepaalden hiertoe twee groepen verbindingen;
de groep van de zwavelhoudende verbindingen;
de groep van de fenolen (fenol- en fenoldemi-
vaten).

Metingen werden uitgevoerd op 7 legkippen-en 10
mestvarkensbed rijven.

In de legkippenstal werden gemiddeld 0,34 mg
zwavelhoudende verbindingen per m\' lucht ge-
vonden en in de mestvarkensstal 0,51 mg m\\ In
de legkippenstal was hiervan 66,5% Dimethylsulfid
en in de varkensmeststal slechts 13.6%. Er was een
duidelijk verschillend frequentiepatroon van de
zwavelhoudende verbindingen tussen de twee dier-
soorten.

Er werd in de legkippenstal geen H ,S aangetroffen.
In de varkensstal was dil 2.4% = 0.124 mg m\'.
Ook bij de fenolen werden duidelijke verschillen
tussen de diersoorten gevonden. Bij de mestvarkens
(0.03 mg fenolen per m\') is de hoeveelheid bijna
2x zo groot als bij de legkippen.
In de mestvarkensstal werden Fenol. O-Kresol.
m
I p Kresol. Indol en Skatol aangetroffen.
In de legkippenstal alleen m
-E p Kresol. Indol en
Skatol.

Bij de mestvarkens bestonden de fenolen voor 699f
uit m -h p Kresol. bij dc legkippen bestonden deze
voor 66% uit Skatol.

Er werden binnen de diersoort geen duidelijke
verschillen gevonden tussen de huisvestingstypen
en de Ircquentie van enerzijds cn de luchtsamen-
stelling anderzijds.

(Het is derhalve zeer de vraag of men met deze
2 groepen verbindingen juiste graadmeters heeft ge-
vonden om een indruk le krijgen van slankbcstrij-
ding van lucht in stallen. Andere onderzoekers
hanteren het O,-gehalte van de lucht als maatstaf
voor de hygiënische toestand. f)at lijkt meer per-
spectief tc bicden;
Ref.).

M. J. M. Tieleii.

Bacteriologie
Bonte rij op platen

Burman. E. G. and Öslensson. R.; Time- and
Media-Saving testing and Identification of Micro-
organisms bv Multipoint Inoculation on Undivided
Agar Plates\'. /
Clinical Mierohioi. 8. 219-227.
(1978).

Door de snelle toename van hel aanbod van spe-
cimen voor microbiologisch onderzoek op de labo-
ratoria. is er vraag naar efficiëntere onderzoek-
methoden.

Dit heeft geleid tot de ontwikkeling van diverse
determinatie-systemen zoals API. Minilek en En-
terotubc. die kant en klaar kunnen worden be-
trokken. Al deze systemen hebben hun beperkin-
gen als het gaat om de determinatie van grote
aantallen stammen.

De auteurs hebben een systeem ontwikkeld waarbij
beweegbaarheid en de diverse biochemische reacties
worden afgelesl op agarplaten waarbij gebruik
gemaakt wordt van een eenvoudige handbediende
mulli entnaald zoals die gebruikt wordt bij E\'aag-
typering en gevoeligheidstestsyslemen.
Dit apparaat is geschikt om 25 isolaten te enten
op de normale 9 cm petrischaal. Zij ontwikkelden
platen om de fermentatie van 17 suikers en 13
andere chemische reacties, die veelvuldig worden
gebruikt bij de identificatie van bacteriën, uit te
voeren. Fen vergelijking van 350 isolaten geeft ccn
zeer goede overeenkomst te zien met een conven-
tionele bonlerij. De besparing aan media en arbeid
is zeer groot. f)e auteurs vergeleken de kosten van
diverse systemen. De prijs per determinatie van dit
mulli enlnaald systeem zou slechts 39{. van .APi-E-
20 14\'>( cn van Enlcrotubc 26% van die \\an een
conventionele bonlerij bedragen.
Daarnaast zouden er nog enkele andere voordelen
beslaan, indien zij worden vergeleken met tie con-
ventionele bonlerij of met commerciële testsyste-
men. Het artikel beval duidelijke illustraties van hel
testsysteem.

II. Mol.

Immunologie

Hypogammaglobulinaemische veulens:
diagnostiek en therapie

Rumbaugh. Ci. E.. Ardans. A. ,A.. Ginno. 1). and
I rommershausen-Smith. A.; Identification and
treatment of colostrum-deficient foals.
J. .Am. I \'ei.
Med.
.4.v.s7>r..

Evenals veel andere landbouwhuisdieren wordt het
veulen met zeer weinig circulerend gammaglobu-
line geboren. In hel colostrum van de merrie

-ocr page 77-

komen alle immunoglobulinen voor. hoewel IgM
en IgA er in kleinere hoeveelheden worden aange-
IrolTen dan het lgC)(T) en de IgG subklassen. Al
de/c Ig\'s worden door middel van pinocytose door
darmepitheelcellen in de circulatie van het veulen
opgenomen.

\'Lekkage\' van colostrum gedurende de laatste da-
gen van de dracht is volgens de auteurs de voor-
naamste reden voor onvoldoende gammaglobuline
opname door het veulen. Andere oorzaken kunnen
/ijn: tweelinggeboorte, veulens, die te Iaat tot de
merrie worden toegelaten, vroeggeboorte, mal-
absorptie in de darm van het veulen, etc.
In het algemeen kan men aannemen, dat veulens
met serum IgG-waarden < 400 mg dl. als hypo-
gammaglobulinaemisch dienen te worden be-
schouwd (normaal: ± 800 mg dl.).
De auteurs geven een overzicht van het aantal
technieken, dat voor de diagnostiek van hypo-
gammaglobulinaemie ten dienste staat: zinksultaat
en natriumsuUiet praecipitatietest. radiale im-
munodiflusie. electroforese (hoewel bij het paard
juist het IgCi(T) vooral in de /j-fractie wordt
gevonden;
Krfjclc. Voor toepassing in de praktijk
zou de zinksultaat praecipitatietest te verkiezen
zijn.

Wat de behandeling van hypogammaglobulinae-
mische veulens betreft: zijn de dieren nog jonger
dan 24 uur. dan kan worden volstaan met een
colostrumgift (250 ml). Bij oudere veulens dient
men 20 ml. paardeplasma kg lichaamsgewicht
intraveneus toe te dienen. Dit plasma kan men
(bijvoorbeeld voor toekomstige behandelingen)
ook heel goed in bevroren toestand bewaren.
Uiteraard dient het plasma .serologisch le worden
onderzocht op antilichamen tegen de veulen ery-
throcyten.

De auteurs hebben in hun praktijk vrijwel nooit
reacties met uitzondering van een wat toegeno-
men ademhaling op de transfusie bij de be-
handelde veulens waargenomen.

,/. Uoiulswacmi

moglobine-arme jeugdvormen met vergrote ker-
nen. Het /uurstoftransporterend vermogen was
derhalve ongeveer een derde te laag. De parasiet
bleek
Plasmodium n\'licium te zijn. een virulente
malaria-verwekker bij Passeriformes. overgebracht
door muggen.

Quinicrine per os gaf braken en depressie. Toen
werd gegeven: 10 mg kg chloroquine fosfaat in
waterige suspensie. 6 uur later 5 mg kg en 18 uur
daarna weer 5 mg kg. Tenslotte eenzelfde dosis
24 uur na de derde behandeling. Een etmaal later
verbeterde de geervalk klinisch duidelijk. Het aan-
tal geïnfecteerde rode bloedcellen was gedaald tot
0.008C; en een week later zelfs tot 0.03%.
Toen verschenen wel ringvormige jeugdstadia (tro-
phozoieten). mogelijk intussen uit de extra-ery-
throcytaire weefselstadia, die niet door chloro-
quin aangetast worden. Primaquin tast deze stadia
wel aan maar is niet gebruikt daar het effect op
roofvogels onderzocht. Eén slechtvalk, in dat sei-
na een maand negatief bleek.

Dit zou op een zich ontwikkelende immuniteit
kunnen wijzen. Naar aanleiding van dit ziektegeval
werden alle aanwezige in gevangenschap gefokte
roofvogels onderzocht. Eén slechtvalk, in dat sei-
zoen geboren. (
Faico peregrinus anaium) en één.
geboren in het voorafgaande jaar
(Falls peregri-
nus lundrius)
waren zeer licht positief (0.01% aan-
getaste rode bloedcellen per valk). Een week later
bleek dit aantal bij de toendravalk tot 0.04% te
zijn gestegen, bij de (bijna uitgestorven) \'anatum\'.
de \'American duck hawk\' bleef de infeetiegraad
stabiel. Beide vogels waren een maand later nega-
tief.

Uit het klinisch ziek worden van de geervalk
concluderen schrijvers dat het hier een recente
infectie betrof (nog geen immuniteit). Ze pleiten
voor ehloroquin in plaats van quinacrin bij roof-
vogels.

a. y. vai: M

Rund

Roofvogel

Aviaire malaria bij roofvogels

Remple. J. D,. Kingston. N.. Burnham. W; Avian
malaria in a captive-bred E, Gvrfalcon and in two
E, peregrine falcons.
Hawk Chalk. 15. .5.;. (1976).

Een door Cornell-University in gevangenschap
gefokt gecrvalkwijf vertoonde lusteloosheid en
een afnemend uithoudingsvermogen.
B.O. keeluitstrijkje: overheersend staphyloeoeeen
en verder een niet-haemolytische Streptococcus.
Faeces: slechts coliforrnen en een normale gist
/onder hyphen of pseudohyphen; geen parasieten
eieren. Bloed (uit de V. brachialis) had een cel-
volume van 37\'7. In het met (iiemsa gekleurde
blocduitstrijkje waren gepigmenteerde parasieten
met endo-erythrocytaire schizogonie te vinden.
Ongeveer I6\'\'i van de rode bloedcellen was ge-
ïnfecteerd. I3\'7 bestond uit donkergekleurde, hae-

Neonatale kalverdiarree door virussen

Mebus. C. A.: Infectious enteric viruses of neo-
natal anuiials.
.Am. ./. C hn. \\uir.. 30. 18.^1-1856.
(1978).

Mebus. de vader van het rotavirus en het corona-
virus geeft in dit artikel een overzicht van de
klinische verschijnselen, de pathologie en de immu-
nologie van de/e bij het jonge kalt diarree ver-
oorzakende virussen.

De incubatietijd is iets korter bij het rotavirus
(13 uur) dan bij het coronavirus (20 uur). Bij
beide ziekten wordt het kalf depressicL een toe-
stand die zich vooral bij het rotavirus snel kan
ontwikkelen.

De faeces worden omschreven als respectievelijk
vloeibaar geel en vloeibaar geelachtig. Belangrijk
onderscheid is de duur van de diarreeperioden.
Bij een rotakalf zijn de faeces na 24 uur al weer
pasteus. klinisch lijke het kalf dan weer normaal.

-ocr page 78-

Bij een coronakalf duurt de diarree langer (5 a 6
dagen) en men vindt dan ook brokken gestremde
melk en slijm in de laeces. Bij een coronavirus-
infectie treedt nog al een sterfte op 2 ä 2\'/, dag na het
begin van de diarree ten gevolge van uitdroging.
De beschreven verschijnselen zijn waargenomen
bij gnotobionte kalvren. Dc aanwezigheid van bae-
teriiïn kan het klinische beeld uiteraard compli-
ceren.

Bij de rotavirus-infectie doorloopt het virus vrij snel
de darmtractus. waarbij het normale cylindrische
epitheel wordt afgestoten en zeer snel vervangen
door cubisch epitheel. De functiestoornis van de
darm is dientengevolge slechts van korte duur.
Bij het coronavirus duurt de doorlooptijd langer.
Bovendien treedt atrophie van de villi in de dunne
darm en verwijding van de crypten in de dikke
darm op. Deze histologische veranderingen resul-
teren in een langere ziekteduur.
De auteur passeerde de virussen in foetale runder-
niercellen waardoor geattenueerde stammen ont-
stonden. die in zijn (!) vaccinatie-e.xperirnenten
goede resultaten ople\\\'crden. Ten aanzien van de
protectie tegen het coronavirus zou dit in het
beginstadium berusten op interferentie en later op
de aanwezigheid van antistoffen in de darmtractus.
Kalveren met een hoge antistoftiter tegen corona-
virus in bet serum hadden geen bescherming tegen
een infectie met dit virus. Dat neemt niet weg dat
de tijdige opname van colostrum van groot belang
is. De mortaliteit van kalveren is geringer naarmate
de hoeveelheid circulerende antistoffen groter is.
Mebus veronderstelt dat dit komt doordat deze
antistoffen de groei van bacteriën, die de darmwand
binnendringen, afremt.

moeilijk toegankelijk wordt. Daar het bloed niet
stolt, treedt bij het afsnijden contaminatie van
karkas en bodem op (en blijft er een grote wond-
\\lakte over;
Ref.). .Aanbevolen wordt met behulp
van een wcgwerpspuit een bloedmonster te nemen
uit de V. jugularis, het plastic kapje weer over de
naald te plaatsen, het geheel met tape af te plak-
ken en het monster in deze toestand te vervoeren.
(De vraag is echtcr in hoeverre in niet-anthra.x
gevallen de stolling van het bloed, zowel in hct
karkas als in de spuit, monstername en onderzoek
bemoeilijkt;
Ref)

Voorts wordt gewezen op een vereenvoudigde
methode voor het uitvoeren van de parelsnoertest.
Men gebruikt hiervoor papierschijfjes, welke ineen
penicilline-oplossing zijn gedrenkt. Na uitstrijken
van verdacht materiaal op .Muellcr-Hinton agar
wordt een pcnicilline-schijfje op de plaat gebracht
en wordt direct hiernaast ecn dekglaasje gelegd.
Na 2\'/,-,1 uur incubcren bij wordl gekeken

naar parelsnoeren.

Uitgebreid onderzoek kan worden uitgevoerd door
verdacht materiaal, tezamen met een bekende stam,
te testen op gevoeligheid voor penicilline en voor
bacteriofagen, terwijl ook beënte platen aëroob en
anaëroob bij 31° C kunnen worden bebroed, ter
controle op andere kiemen dan
B. iinilmicix. Ten-
slotte kan verdacht materiaal worden gepasteuri-
seerd (10 min. bij 8Ü°C) voordat door het enten
van platen of het inspuiten van muizen of cavia\'s
de aanwezigheid van miltvuurbacillen wordt na-
gegaan.

J. Oosie

Varken

//. Ro

nu,mi.

Rugspiernecrose bij varkens

Rund

Technieken bij het onderzoek op
miltvuur

Whitford. II. W.: Factors affccting the laboratory
diagnosis of anthra.x. ,/.
. imer. \\ \'el. .MeJ. t.y\\iie..
17.1. (H). N67-l-t69. (1978).

Dc schrijver van dit artikel zet allereerst uiteen,
dat in Fexas sinds 1974 meer dan 10(1 bevestigde
gevallen van miltvuur zijn voorgekomen, waarbij
een derde gedeelte is opgetreden in de zomer van
1974 in cén bepaald gebied. Verondersteld wordt,
dat de opname van stof en aarde gedurende de
droge zomer van 1974 van belang is geweest bij
hel ontslaan van deze explosie.
Wat betreft hel (mderzoek op miltvuur dienen in
verdachte gevallen bloedtnonslcrs te worden ge-
nomen van pas gestorven dieren. Bloed van mori-
bunde dieren is niet geschikt, omdat de bacte-
riacmie pas vlak voor de dood tol stand komt.
Fr wordt een aantal bezwaren aangevoerd tegen
het gebruik van een oor voor het stellen van de
diagnose. Vermeld wordt dal veelal contaminatie
van het oor optreedt, dal hel oor slecht is ge-
vasculariseerd cn dat het snel uitdroogt, zodat het

H., (,ray. I,. ,1.: Back
Ree.. 104, /8.i-l87.

Beschreven worden de klinische en pathomorfolo-
gischc bevindingen bij 4 varkens met deze, in
Fngeland nog niet eerder gepubliceerde, aandoe-
ning.

Naast koorts cn ecn moeizame locomotie, vertoon-
den dc varkens ecn eenzijdige of beiderzijdse warme
zwelling van de rug, waarbij de overliggende huid
ongevoelig was.

Bij eenzijdige aantasting was er ecn kromming van
de rug met de convexe kant naar de zwelling gericht.
Bij bloedonderzoek viel een hoge CM\', K.-waarde
op.

Eén van de varkens stierfin de acute fase, de andere
werden afgemaakt. De gezwollen rugspieren ver-
toonden op snecvlakte multipele omschreven bleke
gebieden met een droog aspect en ccn verlaagde
consistentie, omgeven door hacmorrhagisebe zo-
nes. Het intermusculaire bindweefsel vertoonde
oedeem en bloedingen. Soms werden spierrupturen
gevonden, waardoor met haemorrhagisch v ocht ge-
vulde holtes ontstonden.

Bij één van de varkens viel een snelle rigor mortis
van de hart- cn skeletspieren op.

Bradley, R.,
muscle neen
(1979).

Wells, Ci. A
sis of pigs. I
ei

-ocr page 79-

Histologisch vertoonden de aangetaste spieren een
ernstige myodegeneratie met soms ccn al uitge-
breide opruimreactie. verkalking en fibrosering.
De en/ymhistochemiscbc bevindingen wezen er
volgens de schrijvers op dat de aangetaste spieren
een geringe capaciteit tot aëroob metabolisme
hadden.

De opvatting dat deze vorm van spierdegeneratie
een bepaalde uitingsvorm van bet stress-syndroom
IS. wordt aannemelijk geacht.

H: H\'oucla.

Varken

Behandeling van Anoestrus:
een overzichtsartikel

Meredith. M. .1.: The treatment of Anoestrus in
the pig: A review.
l el. Rcc.. 104, 25-27. (1979).

.Anoestrus is het resultaat van één of meer fouten
in huisvesting, voeding, management of genetische
selectie. Deze fouten veroorzaken te veel stress,
tc weinig prikkels, te weinig eiwit- of energie-
opname etc.

Verbetering van deze uitwendige omstandigheden
verdient uiteraard de volle aandacht,
lijdelijk kan het echter wenselijk zijn om een
symptomatische behandeling met hormonen in te
stellen. Dit mag er echter nooit toe leiden, dat geen
onderzoek meer plaatsvindt naar de juiste oor-
za(a)k(en) van het probleem anoestrus, (Fen
routine-matig gebruik van hormonen direct na het
spenen dient daarom afgeraden te worden;
Keil.)
Met betrekking tot de hormonale therapie komt de
auteur tot de conclusie dat:

a) Oestradiol en stilboestrol in vergelijkende stu-
dies een lager drachtigheidspercentage en klei-
nere toomgrootte geven dan de gonadotro-
pinen,

b) P,M,S.Ci, 4 H,C,G, (P.G, 600) de beste resul-
taten geeft, P.M.S.Ci. alléén kan negatieve
effecten ge\\en. zoals superovulatie en cystcuze
lollikels, speciaal wanneer toegediend in de
folliculaire fa,se,

c) Fen combinatie van ll,C\',G, met oestradiol-ben-
zoaat slechtere resultaten geeft met betrekkmg
tot drachtighcidspercentagc en toomgrootte
dan P,C1, 600,

d) P,M,S,(i, t 11,C,G, i- I ml, Oestradiolhen-
zoaat geeft een betere oestrusinductie, doch een
lager drachtigheidspercentage en toomgrootte,
dan P.M,S,G, H,C,G, alleen.

Met betrekking tot de vitamine-therapie komt dc
auteur tot de volgende conclusies:

1. Vit. 1: alléén of in combinatie met hormonen
geeft geen verbetering van de resultaten.

2. Fr zijn geen aanwijzingen, dat andere vita-
minen-toedieningeffect sorteert met betrekking
tot oestrusinductie. of dat vitamine-deficiéntie
anoestrus veroorzaakt.

Multivitamine-toediening is van geen waarde
in de behandeling van inactieve ovaria.

Met betrekking tot buisvesting en management
de volgende conclusies.

1. Verplaatsing, speciaal van gelten. heeft een
positief effect.

2. (iroepshuisvesting kan een positieve invloed
hebben, tenzij er teveel gevochten wordt.

.1. Beercontact, verandering van voer-hoeveelheid
kunnen eveneens gunstig werken,

.VI. Voeis.

Voedingsmiddelenhygiëne

Salmonella-typering via chromatografie

Fmsw iler, B, S, en Kotula, A, W ,: Differentiation of
Salmonella Serot\\pcs b\\ P\\rolysis-Gas-l,iquid
C\'hromatographv of Cell l iagmcnts,
.ippL and
Ijiv. .Micmhicil.\'. .VS. 97-1(14. (I97K).

De auteurs onderzochten gel\\ophiliseerdc hele cel-
len en celfragmentcn (celwanden. flagellae en
D\\.-\\) \\an 10 salmonellae serotypen met behulp
\\an pyroK\'sis, -gas \\ioeistof chromatografie.
Het bleek dat l()0\'7 correcte classificatie der 10
scrotvpes mogelijk was bii gebruik van de flagellae
of DNA. Gebruik van de gehele cel gaf ccn 90^7
c
O r rec t c c I a s s i fi c a t i e.

//. Mol.

Voedingsmiddelenhygiëne
Cysticercus bovis

Mc. Cool, C, ,1,: Distribution of CvstUercus hovis
in lightly infected young cattle, .Ausir. I\'l\'i. J.. 55,
214-216. (1979)

In de vleeskeuring worden bij het routine-onder-
zoek op
Cvsticenus hovis meestal slechts I a 2
cysticerci per geslacht dier aangetroffen. Hierbij
beperkt zich het onderzoek tot de zogenaamde
predilectieplaatsen. Om een beter inzicht te krijgen
in de waarde van dit onderzoek werden 67 jonge
slachtrundcren, 5-16 maanden oud, aan een uit-
gebreid onderzoek onderworpen. Naast de pre-
dilectieplaatsen werden dc organen, lymfklieren en
de musculatuur van het karkas door middel van
vele insnijdingen (slicenj intensief gecontroleerd.
Bij 47 runderen
(70\'"f) werden cysticerci aange-
troffen, waarbij in 24 gevallen geen cysten voor-
kwamen in de predilectieplaatsen, In totaal werden
484 cysten (28\'
t levende) gevonden, waarvan 19,8%
in de predilectieplaatsen. De overige kwamen voor
in de diepe delen van de mu,sculatuur zonder dat
er sprake was van voorkeur voor een bepaalde
spiergroep. Geen relatie werd vastgesteld tussen de
leeftijd van het rund en bet aanlal afgestorven
cysticerci. Deze bevindingen geven volgens de
schrijver duidelijk aan dat een
Cvslicerd hovis-
infectic alleen kan worden vastgesteld aan dc hand
van een uitgebreid onderzoek. Hiervoor was bij
dit onderzoek ± 10 uur per dag nodig.
Dc runderen waren afkomstig van een bedrijf waar
het grasland bevloeid werd met rioolwater.

a Bruins Jzn.

-ocr page 80-

Patterns of Growth and Development
in Cattle

(Proceedings van het seminar gehouden te (lent op
11-13 oktober 1977 in het kader van het E.E.Cl.
Coördinatieprogramma \\oor Rundvleesproductie
Onderzoek)

Editors ir. H. de Boer en prof dr. J. Martin.
(l iigtive Maninus Mihoff. I97H)
Ooor het Coördinatieprogramma voor Rundvlees-
produktie Onderzoek van de Europese Gemeen-
schap worden een aantal onderzoekingen met be-
trekking tot de rundvleesproduktie medegefinan-
cierd. Ook zijn door deze commissie tot nu toe
elf seminars georganiseerd die elk een bepaald
facet van de rundvleesproduktie tot onderwerp
hadden.

Aanvankelijk werden de proceedings in een iets
eenvoudiger uitvoering door de E.E.G. zelf uit-
gegeven. f)e proceedings zijn nu op commerciële
basis door Nijhoff uitgegeven. De uitvoering is
goed verzorgd. Hoewel het hier besproken boek-
werk fors van omvang is met 767 pagina\'s, moet
worden gezegd, dat dit ook geldt voor de prijs van
ca. / I6Ü. . Door Nijhoff is de publikatie met
enkele andere opgenomen in de serie \'Current
topics in Veterinary Medicine\' wat zeker voor de
huidige publikatie niet zo\'n geslaagde keuze was
omdat deze proceedings een meer algemene vee-
teeltkundige strekking hebben en niet direct een
specifiek veterinaire problematiek betreffen.

Het seminar had betrekking op de problematiek
van groei en ontw ikkeling bij runderen. Zeker waar
het specifiek voor de vleesproduktie gehouden
runderen betreft zijn de veranderingen die een
groeiend dier ondergaat van grote invloed op de
efficiëntie van de produktie terwijl zij in sterke
mate bepalend zijn voor de aard van het cind-
produkt. Genetische invloeden en voeditig zijn
hierbij dc belangrijkste variaticbroiineii. Het semi-
nar was onderverdeeld in een viertal secties.
In dc eerste sectic werd vooral aandacht besteed
aan de groei van de voor de vleesproduktie be-
langrijke weefsels, spieren, vetwcefsel en botten,
zowel in hun onderlinge samenhang als ten aanzien
van de groei van dc componenten binnen deze
weefsels cn hun .samenstelling. Dc tweede sectie
had betrekking op de algehele groei cn dc voer-
efficiëntie en de invloed van factoren als geno-
typen. sexe en hormonen daarop en hun inter-
acties. Bij de derde sectie stond de wens van de
consument centraal en weiden verbeteringen voor-
al tegen deze achtergrond bezien. De vierde sectie
betrof het bij onderzoek zo belangrijke kwanti-
ficeren van de groei en ontwikkeling.
De proceedings geven over de genoemde onder-
werpen veel informatie die bovendien door de
verschillen in benaderingswijze door degenen die
aan het seminar bijdroegen op gevarieërde wijze
wordt gebracht.

r

Zoals steeds bij seminars komen ook hier enkele
bijdragen voor die zich wat verder van het hoofd-
thema begeven, doch de kern van het geheel geeft
aan geïnteresseerden in dit complexe en vrij moei-
lijk te benaderen onderwerp, een goede indruk
van de recente onderzoekresultaten. Deze kunnen
mede bepalend zijn voor dc praktijk van dc rund-
vleesproduktie en de richting waarin lacunes in de
kennis over dit onderwerp kunnen worden op-
gevuld. hetgeen ook de bedoeling vau het seminar
is geweest.

P. /.. Ik\'rgsiiiiDi.

1

-ocr page 81-

MIC 1980

VMBI-MIM

Medisch Informatica C ongres - 26 maart
1980 Rotterdam

! O jaar VMBl

Onder auspieiën van de Vereniging voor Medische
en Biologische Inlormatieverwcrking (VMBl). een
sectie \\an het Nederlandse Oenootschap voor In-
formatica. met medewerking van haar Belgische
zustervereniging voor Medische Informatica
(MIM-Sociétc Beige d\'Informatique Médicale)
wordt een .1e Nederlands - Belgisch congres voor
Medische Informatica georganiseerd, met als doel
te komen tot een /o breed mogelijke uitwisseling
van kennis en ervaring op het gebied van computer-
toepassingen in de gezondheidszorg.
Nederlandse en Belgi,sche sprekers, afkomstig uit de
gezondheidszorg, de industrie, de universiteiten,
enz. worden uitgenodigd hun werk te presenteren.
Het accent kan daarbij zowel liggen op de toepas-
sing als op de gehanteerde tnethode, techniek of
organisatie.

De \\oertaal is Nederlands.

De voordrachten zullen worden gehouden in een
aantal parallelle sessies. Tevens zal gelegenheid be-
staan om activiteiten te presenteren via een poster-
presentatie.

De programma-comtnissie heeft de volgende voor-
lopige indeling van onderwerpen gemaakt;

1. Registratie en administratie;

paticntenregistratic
financieel-cconotnische administratie
medische verslaglegging
medisch dossier
regionale registratie
landelijke registratie

2. Ondersteuning medische
activiteiten:

laboratoria

geneesmiddelen verstrek king

radiologie

radiotherapie

computerdiagin)sliek

therapiemodellen

intensieve bewaking

.1. Signaalanalyse,
patroonherkenning:

ecg. ecg. etc.
longfunctie-onderzoek
tiucleaire geneeskunde
ehromosomen-imderzoek
tomografie
4. Eerstelijns gezondheidszorg
bevolkingsonderzoeken
computerondersteuning van de huisarts

5. Management:

management inlormatie

operatiekamer-planning

optimalisering van wachttijden

afspraaksystemen

dieetplanning

dienstroosters

6. Computertechniek:

ha rd wa re soft ware-stra tegieën
bestanden, databases
down-time procedures
microprocessors

7. Organisatie van de automatisering:

projectstructuren
planning
standaardisering
samenwerkingsprobletncn

8. Diversen:

privacy-aspecten

opleiding van computergebruikers
overdraagbaarheid vati geautomatiseerde syste-
men

integratie van subsystemen

eventueel niet genoemde onderwerpen in het

kader van medische computertoepassingen

Indien wordt overwogen een voordracht of een
poster-presentatie te houden, dient dit te worden
kenbaar gemaakt.

Samenvattingen dienen uiterlijk I december 1979 in
het bezit te zijn van de programmacommissie.
De kosten voor deelname aan het congres bedragen
voor Nederland en Belgic resp. /
100. en Bfrs.
1500. bij overmaking\\óór 5 maart 1980. Daarna
bedragen de kosten resp. / 140. en Bfrs. 2000.
en dient contante betaling plaats tc \\indcn op dc
congresdag.

Dc kosten \\oor de lunch cn verfrissing zijn in het
congresgeld inbegrepen, hen reductie van resp.
/ 10. en Bfrs. 150. wordt toegestaan aan de
leden van VMBl en MIM.

Het congres wordt gehouden in de collegezalen van
dc Medische
l acultcit \\andc 1\'rasmus l\'nivcrsiteit
te Rotterdam op 26 maart 1980. Fr wordt op dit
congres ook aandacht besteed aan het 10-jarig be-
staan van de VMBl.

Het maximum aantal deelnemers bedraagt 400. Al-
leen zij die zich tijdig als deelnemer aanmelden
kunnen worden toegelaten.

Voor inlichtingen gelieve u zich uitsluitend schrifte-
lijk te richten tot:
Secretariaat MIC 1980
.lan looropstraat 1.18
1061 AD Amsterdam.

-ocr page 82-

XXVIII Annual Colloquium

Protides of the Biological Fluids
Brussels - Belgium, 5 May-8 May 1980

SCIENTIFIC PROGRAM

Topic A: ihe rvoi.uiioN of proteins

1. Computer Analysis of Sequences

2. The Protein Families

Differences and relationships

3. The Mutation Process

3.1 Mutability of individual amino-acids
DNS prediction of sequences
location of susceptible regions
deletion, insertion, repetition of
sequences

4. The .Meaning of Mutation

4.1 Relationship to spatial structure

4.2 Physiological significance

5. Evolution inside Protein Families

5.1 Plasma Proteins

Complement
Fibrinogens
Immunoglobulins
Esterases - general

- coagulation factors

5.2 Proteinase inhibitors

5.3 Phospholipases

5.4 l.actalbumins and Eysozymes

5.5 Ovalbumins

5.6 Metal binding Proteins - Copper

- Calcium

5.7 Haem Proteins

5.8 Other Proteins

6. Genetic variations within Ihe species

Fopic B: Moi eht..vr moi.odv oi ni ood
co.ac.ui ,mion .and mhrinol ysis

1. Present state of the Clotting System (review)

2. C ontact activation

2.4 Kallikrein system

2.2 Contact factors

2.3 Factor IX activation

3. Extrinsic system

3.1 Tissue thromboplastin
32 Factor VII activation

4. .Structure and Biosynthesis of Prothrombin
and related factors

4.1 Structure of prothrombin

4.2 Structure of related factors, including
protein C

4.3 Biosynthesis and the role of vitamin K

4.4 Nucleic acids in prothrombin synthesis

5. Structure of cofactors of FX and prothrombin
conversion

5.1 Factor V

5.2 Factor VIII - von Willebrand complex

6. The activation of factors X and prothrombin

6.1 Fipid-protein interactions including
platelets

6.2 The activated state of clotting factors

6.3 Prothrombin conversion

7. Fibrinogen and factor XllI

7.1 Structure of fibrinogen

7.2 Fibrinopeptides

7.3 Fibrin stabili/ation-factor .XIII

8. Inhibitors of the clotting system

8.1 Antithrompin 111

8.2 Of, macroglobulin

8.3 Others

9. Fibrinolytic system

9.1 Structure of plasminogen and plasmin

9.2 Activators of fibrinolysis

9.3 Mechanisms of inhibition of the
fibrinolytic system

Topic C: in HRll)O.M..\\s

1. Fusion Methodology

FI Fusion

Fumor cell lines
Target cells

Fusing agents and adjuvants

1.2 Selection of fused cells

1.3 Charaeteri/ation of hybrid cell lines

1.4 Productivity, stability and immortality of
hybrids

2. The products of hybrid cell lines (lymphocytes
and plasma cells)

2.1 Monoclonal antibodies (M AB)

2.1.1. to viral antigens

2.1.2. to soluble antigens (extra-intracel-
lular)

2.1.3. to cell surface antigens

histocompatibility
tumor
leukaemia
others

2.1.4. to new or unknown antigens

2.2 Reactions mechanisms of MAB

2.3 Clinical application of MAB

2.3.1. in diagnosis

2.3.2. in therapy

3. Potential and future applications

3.1 Fusion of I lymphocytes or other cells

3.2 Application to hutnan genetics

Summaries of posters are to be submitted for re\\ iew
before .lanuary 15. 1980 and should comply with
the following requirements:

A. Be strictly related to one of the topics.

B, Contain new and published information.

.A free surface 135 em, Fligh by 100 cm.
wide will be made available for the duration
of two days and special time solely devoted to the
visit of the Poster Session is provided in the
programme,

Al.l, CORRFSPONin Sc r

Colloquium "Protides of the Biological Fluids\'
Secretariat

c o Lipid and Protein [X-partment
Institute for Medical Biology

Alsembergsesteenweg 196. B-II80 Brussels
Tel. (02).144 19 50
Tel. (int.) 32-2-.344 19 50
Telex CDHBRU 26501

-ocr page 83-

Interessante onderwerpen
op voorlichtings- en
instructiedag

De jaarlijkse en inmiddels traditionele
voorlichtings- en instructiedag voor op-
zichters. controleurs en pluimveekeur-
meesters heeft een op de praktijk gerichte
na- cn bijscholing tot doel. Dit jaar vond
dc gebeurtenis op 27 oktober plaats en
\\an de ± 240 betrokkenen woonden on-
geveer 175 personen de dag bij.
Het gevarieerde programma luidde:
Ochtendvergadering; voorzitter: dr. P.
l.eeflang.

" Openingstoespraak; drs. L. Zegers.
■Hygiëne, epidemiologie en voedsel-
vergiftigingen"; dr. W. Fidcl.
\'Separatorvlees\'; drs. .1. Vv\'. Bussink.
Middagvergadering Opzichters en C\'on-
troleurs; Discussieleider: dr. P. l.eef-
lang.

■Rabiës\'; recent geval van rabiës in
Apeldoorn; drs. S. l.evy.
— \'Rabies\': situattie in Nederland; dr. P.
Lecflang.

- \'Invoer van vee in Nederland\'; hr. ,1.
van Bladeren.

Middagvergadering Pluimveekeurmees-
ter: Discussieleider; drs. W. v. d. Eijk.

- \'Mechanisatie in de pluimveeslachte-
rijen\'; dr. ir. B. Erdtsieck.

-- \'Uitvoering binnenlandse pluimvee-
keuring\'; drs. R. J. Terbijhe.
Op enkele van de onderwerpen wordt
hierna, in v erband met recente ontw ikkc-
lingen. nader ingegaan.

Separatorvlees

De problematiek v an het \'Separatorvlees\'
werd behandeld door drs. .1. W. Bussink.
Inspecteur van de Veterinaire Hoofdin-
spectie. Bij de voorbereiding van zijn
voordracht kreeg hij assistentie van drs.
P. (ï. H. Bijkcr van de Faculteit en van
drs. R. .1. Terbijhe. adjunct-Inspecteur
van de Veterinaire Dienst.
Voorheen was het verwijderen van rest-
v lecs van botten, zo dit al gebeurde, een
kwestie van handwerk. De laatste jaren
hebben er echter enige belangrijke ont-
wikkelingen plaatsgevonden, zoals het
streven naar benutting van \'alle\' op de
beenderen aanwezige vleesrestcn en het
invoeren van \'separatoren\' om dit moge-
lijk te maken. Aldus ontstond het zgn.
\'separatorvlees\', waaruit het botgedeelte
dan natuurlijk wel geweerd dient te wor-
den. Verwerking ervan vindt voorname-
lijk plaats in produkten als boterham-
worst en luncheonmeat.
Voor het binnenland bestaan nog géén
speciale eisen voor separatorvlees. Het
ligt evenwel- m de lijn der verwachting,
dat een binnenlandse regeling wordt op-
gesteld. die congrueert met de verorde-
ningen ten aan/ien van separatorvlees in
dc Beschikking l\'itvoer Vleesprodukten
1977.

l itvoering binnenlandse
pluimveekeuring

De heer R. .1. Terbijhe gaf een schemati-
sche uiteenzetting over de \'Uitvoering
binnenlandse pluimvcekeuring\'. Hij

Van de Veterinaire Hoofdinspectie van de
Volksgezondheid tevens Directie van de
Veterinaire Dienst

-ocr page 84-

maakte daarbij melding \\an de relevante
wettelijke regelingen alsmede het be-
schikbare cn het gevsenste aantal pluim-
veekeurmeesters en -keuringsdieren-
artsen. Ook ging hij in op kwantiteit
en kwaliteit van dc pluimvee(vlees)keu-
ring, de rayonindeling van de huidige
keurmeesters en de opleiding van nieuwe
keurmeesters. Verder gaf hij nog een
overzicht van de aantallen der verschil-
lende soorten bedrijven.
Naast de ca. 60 huidige \'erkende" bedrij-
ven. vallen ongexeer 50 slachterijen en ±
120 uitsnijderijen nu ook onder de keu-
ring.

Niet onder de keuring vallen uitsnijde-
rijen die uitsnijden voor verkoop ter
plaatse aan de consument en pluinnee-
houders die in afzonderlijke gevallen
pluinnec slachten voor alfevering ter
plaatse direct aan de consument.
Op de keurmeesters werd een bijzonder
beroep gedaan zich in deze overgangstijd
nog eens e.xtra te willen inzetten.

62

BKSMHri ri.l.lKE^ DIKRZIFK I E \\

Dicrzieklenbiilk\'tiii nr. 22 \\an dc X\'ctcrinairc Dienst
o\\cr liet tijdvak van 16 tot .10 november 1979 ver-
meldt dc volgende aantallen gevallen van aangilte-
plichtige besmettelijke dierziekten in Nederland.

Atrofische rhinitis

lotaal 9 gevallen in X gemeenten
I riesland .1 gevallen m 2 gemeenten

Overijssel I geval

I trceht 2 gevallen

\\oord-Hrabant .1 tevallen

ücmcenicn

Ov erijssel
(lelderhind
Noord-llolla nd
Zuid-Holland
\\ Ogelcholcra

l otaal I ueval in Noord-Brabant

KOMNKI I.IKF MT)I Kl ANDsr MAA fSClI Al\'l\'l.l VOOR 1)1 F RCIFMT SK l \' N DF

Milt\\uur

Totaal -1 gevallen In .1 geineenten
Friesland I geval

I trecht 2 gevallen

MOND- FN Kl AIAS\'ZFI R
lurkije

(iedurende de maand oktober werden in .Anatolië
52 uitbraken van mond- en klauwzeer gemeld. Hier-
van waren er 6 van het tv pe .A-, en de overige van hct
tv pe Op

Zuid-Afrika

Volgens een telegram van de Veterinaire Dienst tc
Pretoria, gedateerd .1 december, is op .10° .IX\' zui-
derbreedte een geval van mond- cn klauwzeer tv pe
S A I 1 gesignaleerd.

De uitbraak heelt plaatsgevonden in een gebied dat
reeds onder controle slaat en waar normaal al een
embargo is op hct verplaatsen van dieren met ge-
spleten hoeven.

De noodzakelijke sanitaire maatregelen, inclusiel
vaccinatie, zijn genomen. Fr bestaat géén gevaar
Voor de export.

BotsHana

De V eterinaire Dienst te (iaboronc deelde op .10
november mee. dat mond- en klauwzeer van hel
tvpc S A I 2 is vastgesteld ic I sau in Nganiiland op
22° 50\' oosterlengte, 20° 10\' zuiderbreedte. Het
gehele gebied wordl geënt met S A I 2-vaccm.

Rotkreupel

Totaal Ib gevallen in 15 gemeenten
(ironingcn
Friesland
Drenthe

1 geval
I geval
X gevallen in

1 geval

2 gevallen

1 geval

2 gevallen

-ocr page 85-

Januari:

S Aid. \\oord-Hrabanl K.N.\\1.\\.1). Werk-
vergadering
runderen.

9 Mierononiies, Symposium\'eurrent concepts in
internal medicine. San Diego. California,
C.S..A. (inl. bij redaktie-secretariaat).

10 Kring Noord-Holland boxen \'t l.l. Vergade-
ring. Hotel de Prins. West/aan.

I.\'i Seminar o\\er de \\rije beroeps b.v.. Hilton
Hotel. Rotterdam (voor nadere informatie en
aanmelding: Euroforum. Pia/za 401, ,S6I I ACI
Hindhoven, tel, ()4()-4497X-S of 449895),

17 (iroep Veterinaire Homoeopathie

K,N,V1,\\,D. Vergadering. Beatrix-gebouw,
,laarbeursplein, l trecht, .Aanvang 20.00 uur.

21 Kring Dierenartsen Cieldersc Vallei. Ver-
gadering.

2.1 25 Medische Inlormatiedagen 1980, Gent
(pag, 927)

,\'i I Vereniging \\an Directeuren \\ an Gemeentelijke
Slachthui/en en Vleeskeuringsdiensten in Ne-
derland, Vergadering, ,laarbeurscongresccn-
truni, l trccht, aan\\ang 10,00 uur,

lebruari:

5 Afd, Noord-Brabant K.N.M,\\,D. Werk-
\\ergadering
kleine huisdieren.

12 Afd. Noord-Brabant K.N.M.\\.D. Werk-
\\ ergadering
varkens.

1.1 Groep Geneeskunde \\an het Kleine Huisdier
K.N.V1.\\.I). .laarvcrgadering. Rest. \'Hoog-
Brabant\'. aanxang 20.00 uur.

14 Kring Noord-Holland boxen \'t 1,1, Vergade-
ring, Hotel de Prins, West/aan,

15 X, Seminar l imxelthvgiene, Hannover (pag,
9,V1),

21 2,1 I agung über \'Phxsiologie und PathoUigie
der i-ortpflan/ung\', llannoxer (pag, 758).

26 I agung der DV(i 1 achgr.: \'Schafkrankbcitcn\'
(A)

2" 28 Cl O-Studicilagen. .laarbeurs-congres-
ccntrum, l trecht,

27 29 BG.A-Symposium: Problematik xon Kan-
zerogen itiitsstud ien. Berlin.

■fiiihrin IM,

<•/- ,lr„>l IDS. rill I IVHI)

Vlaart:

Ver-

4 Kring Dierenartsen (ielderse V;
gadcnng.

4 Aid. Nooid-Biabant K.N.M.x.l). Werk-
Xergadering
mestkalveren.

6 Groep Veterinaire lliunoeopathie

K.N.M.x I). Vergadering. Beatrix-gebouxx.
.laarbeursplein, l trecht. .Aanxang 20.00 uur.
1.1 Kring Noord-Holland boxen \'t l.l. Vergade-
ring. Hotel de Prins. W est/aan.
20 Aid. Noord-Brabant K.N.M.v.D. VVerk-

xergadering pluimvee,
26 28 9, ,lahrstagung der Deutschen (icsell-
schaft lür Parasitologie (,A). Giesen.

26 -VIIC I98()\' - Medisch Informatie Congres,
Rotterdam (pag, 59),

27 V ereniging van Directeuren xan Gemeentelijke
Slachthuizen en Vleeskeuringsdiensten. Ver-
gadering. .laarbeurscongrescentrum. Utrecht,
aanvang 10.00 uur.

April:

10 Kring Noord-Holland boven \'t l.l. Vergade-
ring. Hotel de Prins, Westzaan.

11 1.1 BSAVA Congres 180 (British Small
Animal Association), London (pag, 9,18).

14 Kring Dierenartsen Gelderse Vallei. Ver-
gadering.

Mei:

2 4 Groep Geneeskunde van het Kleine Huis-
dier;\'Voorjaarsdagen 1980\'. .Amsterdam.

5 8 .X.XVIli Animal Colloquium Protides of
the Biological Fluids. Brussels (pag. 60).

X Kring Noord-Holland boven \'t LI. Vergade-
ring. Hotel de Prins. Westzaan.
16. Internationales Symposium über Ge-
schichte der Veterinärmedizin (pag. 572).

8 Vereniging van I )irecteuren van Gemeentelijke
Slachthuizen en Vleeskeuringsdiensten. Ver-
gadering, ,laarbeurscongrescentrum. Utrecht,
aanxang 10,00 uur,

22 Groep Veterinaire Homoeopathie
K.N.M.x.l). Vergadering, Beatrix-gebouxx,
,laarbeursplein. Utrecht, Aanxang 20.00 uur.

26 27 29. tagung der Furopäischen Gesellschaft
für Veterinarpalhologie und 2,1. lagung der
Fachgruppe .Allgemeine Pathologie und Pa-
thologische Anatomie der DVG (A). Bremen.

61

5 7 .Xlll. Kongres der Luropäischen (icsell-
schall der Vctcnnarchiriirgie (FSVS). Buda-
pest (pag. 7,16).

6 7 .lahresxcrsainmiung der Schxxeiz. Vereni-
gung für Kleintiennedi/in. Bern (pag. 9.1.1).

7 8 .lahrcstagung der Schxxeizcr Vereinigung
für Klcintiermedizin (.A).

12 Kring Noord-Holland boxen \'t l.l. Vergade-
ring. Hold dc Prins. Westzaan.

14 15 Baden-VVürttenbergischer 1 icrarztetag
19X0 mil Fortbildungsxeranstaltung(A), Kais-
ruhe.

16 20 9th International Congress on .Animal
Reproduction and Artificial Insemination.
Madrid (pag. 952).

24 26 2nd International Symposium of Veteri-
narx
I aboratorx Diagnosticians, l.uzern.
Suitserland (pag. .197).

29 2 juli Weltkongress ■Febensmittelinfectionen
und Intoxikationen\' ( A).

,10 .ljuli VI Internat. Kongressdcrl.P.V S.. Ko-
penhagen.

-ocr page 86-

Juli:

I 3 Intcinalional Simposium on Diseases ol
Birds of Pre\\ (Raptor Disease Symposium
1980) (pag. 804).

9 12 Symposium über neue Ergebnisse der En-
dokrinologie beim Vogel. Budapest.

28 2 aug. Wll th Conference on .Vrumal Blood
(iroups and Biochemical l\'ol\\niorphisms. Int.
.Xgric. Centre (l AC). Wageningen.

.Augustus:

I 6 .11. .lahrestagung der Europäischen Ver-
einigung für rier/ucht - EV F (.A). Vlünchen.

September:

I 6 .11. .lahrestagung der Europäischen Ver-
einigung lur l ier/ucht - liV I (,A).

4 (iroep Veterinaire Homoeopathie
K.N.M.v.D. X\'ergadering. Beatri.\\-gebouw.
.laarbeursplein, l\'trecht. Aanvang 20,00 uur.

8 12 \\\'l. Europäischen Kongress der WI\'S,A
(A),

24 27 W,S,A,V,A, Congres. Barcelona,

9 12 21, Arbeitstagung des ,Arbeitsgebieters
\'lebensmiltclhygiene\' der DV(i (,A).
(iarmisch-Partenkirchen.

16 19 5, herbsttagung der Europiiischen (ic-
sellschalt lür \\ eterinarpathologie ( A), (icnt
(Belgien),

Oktober:

2 4-Daagse Conferentie te Warschau over:
\'Resistance Eactors and (lenctic Aspects ol
Mastitis Control\',

10 II ,laareongres K,N,M,v,l), en 127c Alge-
mene Vergadering. Apeldoorn,

20 2.1 ,\\l, Kongress der Weltgcsellschaft für
Buiatrik (,A), lel ,Avi\\. IsraLM (pag. 846),

.10 (iroep \\eterinaire Homoeopathie
K.N,M,v,D, \\ ergadering. Bcatri,\\-gebouvv.
.laarbcursplein. l\'trecht. Aanvang 20,00 uur.

November:

1.1 Vereniging van Directeuren van (remcentcli|kc
Slachthui/en en Vlecsketuingsdienstcn, \\\'er-
gadcring. .laarbeurscongrescentrum. I trecht.
aanvant 10.00 uur.

December:

II (iroep X\'etcrinaire Homoeopathic
K,N,M,v,D, Vergadering. Beatri,\\-gcbouvv.
.laarbeursplein, l trecht. Aanvang 20,00 uur.

-ocr page 87-

In memoriam

Prof. Dr. J. WINSSER

/11 a.v horn. / snutied. and
! am still sludvmg.

Charles Darwin.

Op 16 september 1979 overleed te Port Riehev.
riorida. i ..S.-l. op hijna 69-jarige leeftijd prof,
dr. -.John\' iMnsser. Hoewel ongeveer 30 jaar
buiten huropa verblijvend en in hoofdzaak
werkzaam in de humaan medische sector, was hij
blijkens zijn brieven nog steeds een met
belangstelling medelevend lid van onze
Maalschappij voor jliergeneeskundc.
.johan \\\\ jns.scr werd op I oktober 1910 tn Pen
Haag geboren.
I rijwel zijn gehele jeugd .speelde
zich echicr afin het voormalige .\\ed. Oost Indië.
waar zijn vader administrateur was van een
suikerjabriek en zijn lamilie zowel van vader.s-
als moederszijde reeds enkele generaties gewoond
had.

Reeds aan hei begin van zijn veterinaire studie in
1929 trad Hans\' als noviel van ( nitas
Studiosorum toe tot ile stiHlentenrijvereniging
\' Pegasus\' waarvan hij jarenlang een zeer
enthousiast lid was. het ab-actiaai voerde, deel
uitmaakte van het vaandelcomitë en na zijn
ajstuderen tot erelid benoemd werd. Hij
spaarzame bezoeken aan \\ederland probeerde
hij ook in de laatste jaren nog siectls een
ontmoeting met de werkende leden van zijn oude
rijdub in te lassen, /.ijn belangrijkste junctie in
bel studentenleven was echter die van .Ab-aclis
.Senalus van l ..SR.. jammer genoeg dooreen
bestuur.scrisis voonijdig algehroken.
In 1935 behaalde hij na een vlotte studie het
dierenarisdiploma en werd als opvolger van nu
wijlen collega .\\eitie
I \'oei assistent hij tic Kliniek
voor Kleine Huisdieren. Hij werkte daar mede
aan hd feptospiren onderzoek van prof
Klarenbeek. maar promoveerde in I93H. mei
dezelfde hoogleraar als promolor. op een
Rönigenologisch onderwerp, betreffende de
urographie van hond en kat. Doordat hij Kleine
Huisdieren behalve de hoogleraar maar twee
wetensi happelijkc werkers waren, was tle
assistent niet alleen vrijwel zelfstandig belast met
een deel van de polikliniek, maar gaf tevens de
colleges in propaedeuiische klinische diagnostiek.
Dat \\i\'insser daar dus naar .Amerikaans begrip
\'leciurcr\' geweest was. kwam hem merkwaardig
.genoeg bij latere sollicitaties zeer tc stade.

Sa zijn promotie vestigde hij zich als kleine
hui.sdierenspecialisi te Leiden, waar hij o.a. door
zijn geslaagde operalies bij hd publiek een zeer
goede repuiatie opbouwde. Deze prakiijk is later
door collega .Stol voortgezet. Tevens ving hij aan
de I.eid.se L\'niversiteii de medische snuUe aan.
die. onderbroken door de oorlogsjaren, in 1946
tot het artsdiplonia leidde. Sog lijdens deze
studie volgde hij in 1945 een speciale cursus voor
3 maanden aan hd Leidse Instiluui voor
\'Tropische /lekten, en deed enig praktisch
onderzoek aan het Instiluut voor Preventieve
Geneeskunde aldaar. In 1946 werd hij als
medewerker aan deze inslelling verhonden, waar
hij o.a. over to.xoplasmose werkte,
/ijn Leidse periode beëindigde hij in 1949. toen
hij als reserve officier-arts naar het inmiddels
bevrijde Sed. Indië vertrok, waar hij in de rang
van kapitein werkzaam was bij het Instituut
Pasteur te Handung en hd Lijckman Insiituut te
Jakarta. Hij deed er klinische ervaring op o.a.
met lepra, pest (één post morium). framboesia.
pokken (naar het heet nu een uitgestorven
ziekte), en granuloma inguinale.

In 1950 verwisselde hij hel Nederlandse mililaire
unijorm \\-oor de post van Research .Associate bij
de bekende .Anierikaan.se poliomyelitis .specialist
dr. .Sabin te Cincinnati Ohio. Dat htj zowel arts
als dierenarts was maakte hem voor deze
vacature bijzonder ge.schikt. aangezien .Sabin in
verband met voorgenomen polio-proeven met
grote huisdieren, in het bijzonder kalveren,
eigenlijk een dicrcnarls zucht, maar alleen een
arts mocht aantrekken.
\\ an 1953 tol I95S was IVins.ser .Senior
Hacieriohigist aan het Sew York State
Deparlment of Health, deed bacteriologisch en
virologisch onderzoek en was daarnaast Hoofd
van een proejdierenbedrijf buiten .Albany .V)\'.
met grote verscheidenheid van diersoorten, zoals
hij schreef. variërend van paarden tot
muizen.

Daarop was htj van I95K tol 1971 verbonden aan
de laboraloria van hel Sa.s.saii Couniv Health
Pcpartment. aanvankelijk als .As.sociate Pireclor.
laterals Hoofd van de l\'iru.sal\'deling. lan 1963
af was hij tévens \'adjunct fuU projéssor\' aan dc
fong Island l \'nivcrsit v en doceerde daar
meili.sche bacieriologie. virologie en
immunileilsleer. In 1971 werd zijn werk alleen
aan de Long Island I \'niversily een volledi.i^e
dagtaak met de rang van .Associate Professor.
Om tijd vrij te maken voor voortgezette klinische
studies gaf hij laatsigenoemde positie in 1974 op.
maar werd in 1975 aangesteld als medisch
direc teur van het Salional Cancer Cytology
Centre. MerviUc S Yen .sedert 1976 tevens full
professor in pathologv public health en virology
aan de llofstra l \'mvcr.sity Hempstead SY. Hij
had daarvoor een diploma moeten verwerven als

\'Lildschr. Diergeneesk.. deel 105. ajl. I. I9H0

KOMNKLIJKF. NKDF.RI,ANDSF M A A ISCtLAFPIJ VOOR niFRClIAfFSKliNDE

-ocr page 88-

Ixiharainrv Dircdor cn ccn siaalsliccniic voor
Private Sc hooi Oircctor.
/.ijn voongczcuc klinische snuHes hatlc/en
eveneens een speciaal doei /ijn enieriiaal in hei
versehiei ziende, vaue hij hei plan op om in een
volgeink levensjase zich als prakliserend
geneesheer le vesiigen. waarvoor hij mei zijn
huiienlandse arisdiploma alleen in aanmerking
kwam. als hij zijn \'inlernships\'
(co-assisienischappenj overdeed en zich opnieuw
siaalsgewijs liei examineren, /owel voor de
siaien Ai\'u )\'c>rk als Florida deed hij mei goed
gevolg zijn arisexamen over en hegon daarna,
naasi zijn andere werk. een kleine
huisarisprakiijk in H\'esihury. Long Island.
In dil arbeidzame heslaan meende
ii insser eer si
een jaar oj lil geleden plaals le zien voor een
reis. .Aanvankelijk zou hel een reis om de wereld
worden, waarhij ook Indonesië zou worden
hezochl. /over kwam hel echler niel. maar wel
verscheen hij omsireeks 1970 vrij onverwac hl in
ondergeiekendes werkkamer aan de Hilisiraai en
heeji loen de nieuwbouw in de i iihoj hezichiigd.
over de grooischaligheid waarvan hij verbaasd en
verrasi was. ook in verhouding mei wal hij in
Amerika gewoon was.

Op een van zijn volgende korie llolland.se irips
onimoeiie hij bij jamilie zijn nieuwe levensgezellin.
In april 1979 bereikle ons de kennisgeving van hel
voorgenomen huwelijk, dal in Sew York zou
worden volirokken. en hei plan zich in Florida als
prakliserend ans le vesiigen. waar hei klimaai
zowel hemzelf als zijn aanslaande vnmw. heiden
mei jeugdjaren in hel oude Indië. bijzonder
aanirok. Helaas niel lang daarna moest hij
worden opgenomen voor een niel verwachie
chirurgische ingreep aan de maag-darmiracius.
In hel ziekenhuis werd op
5 mei hei huwelijk
gesloien. Op 16 sepiemher daaraan volgend is hij
in Pon Richey Florida overleden.
Hoewel onze geclachien in de eersie plaals
uilgaan naar zijn w eduwe, mevrouw Johanna
ii insser-Bakker en zijn beide zoons in de l ..V. -l.
uil een eerder huw elijk, willen wij hier volsiaan
mei onze dankbaarheid uil le spreken voor een
bijna 50-jarige vriendschap, w aarin w ij Hans
ii insser niel alleen hebben leren kennen als een
scherpzinnige harde w erker, maar bovenal als
een zeer rechischapen en bijzonder bescheiden
mens. Hij riisie in vrede.

c. .A. r.-i V noRSSFS.

KONINKI I.IKI N[:1)E;RI.ANDS[; MAA rsc MAI\'I\'IJ voor DIERCit-NFhSKUNUE

66

-ocr page 89-

[LÖll-LloWofl

Personalia

Als lid van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde meldden zich de
\\olgende collegae:

Hage. J. J.; 1979; .15X1 .11. Utrecht. Oudwijkerveldstraat 2 bis.
Krooshol. Mej. Y.; 1979; .15X1 KD Utrecht, Van Hogendorpstraat 10.
l.amberti, Ci. J. Th. M.; 1979; 1572 XW Utrecht, M. H. Tromp.straat 44 bis.
Peeters, S. C. .1. M.; 1979; .1582 XP Utrecht. l.B.B.-laan 117 IV, Kamer XOO.
Potjer, A.; 1979; .15X.1 CSV Utrecht, Koningslaan 111.

Als lid van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde heeft het Hoofd-
bestuur aangenomen:

Bernadina, W. E.; 1979; .14.14 CE Nieuwegein. Hondsdraf 16.
Hoekstra, A.; 1979; 9697 NE Blyham, Hoofdweg 56.
Quartel, P. C. ,E; 1979; .127.1 EG Westmaas, Munnikenweg 10.
Sietsma, C.; 1979; .15X1 TG Uitrecht, Oudwijk 19.
Vor, Mej. G. de; 1979; .1992 EM Houten, Utrecht,seweg 21.
Vrieselaar, H.; 1979; .1572 CR Utrecht, Frederikastraat 29.
Westerveld, H.; 1979; .1222 EK Hcllevoetsluis, Kleiweg 10.

.Als buitengewoon lid van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde
heeft het Hoofdbestuur aangenomen;

Glas, Ir. C.; 9255 KE Fietjcrk. Woelwijk .1.

.Als Kaïididaatlid van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde heeft
het Hoofdbestuur aangenomen:

M. P. \\an Eieshout, Regentesselaan 55, .1571 CB Utrecht.
F. Masclé, VV. \\an Noortstraat 11. .1514 CiA lUrcchl.

196

Akkerman. /), .V; 1974; 5271 SW St. Mi- 21)4

chielsgestel. Hoogstraat KI,

Haai/cn. .\\l. Tl,.: 1977; 4112 VC Vianen,

Achterstraat 67; lel. (0.147.1) 4692; wnd, d, 29H

Hcru. II van den: 1979; 9101 XW Dokkum,

De Stern 11; tel, (05190) .1X14 (privé), 2526

(prakt,).

Berg. Dr. R. (/, M len: 1969; U-1979 (Ge-
neesk,); Utrecht,
 206
Bernadina.
I) , /,,; 1979; .14.14 Cl, Nieuwegein,
Hondsdraf 16; tel, (0.1402) .164X0 (privé),
(0.10) 5,12459 (bur,); wet, medew, R.U,
209
(F,d,F^,. \\kgr. Immunologie), (toevoegen als
lid),
211
Bonn. Dr. ./, //,; 1970; U-1979; Veenendaal,
Crijns. M. I. /.,; 1976; 6401 \\ A Heerlen.
Postbus XO.10; tel, (04446) 2970 (privé), (0.10) 21.\'^
5-11.12.1 (bur ); wet, medew, R l , (F,d,D,.
vkgr, Alg, Heelkunde).

Ihiiiihoi: A. B / ,. 1975; Den Burg ( Fe.xel); 221
tel, (02220) 401 I (privé), 2527 (prakt.).

AdresHijzigiiiKcn, enz,:

l-ft

I^H

ISO

IHI

IHI

IH4

/y:

195

KOMNKI

* Doorn. A. van: 1950; Eissc; tel. (02521)
14292,

Gesiel. Mej. M. A. van: Gent-l97X; .14.16 BP
Nieuwegein. Robijndrift 22; tel, (0.1402)
4,1667,

Giay Ir. C,; 9255 KE Fictjcrk. Woelwijk .1;
tel. (051IX) I450(privé), (05100)92.11 1 (bur,);
hfd, research en ontwikkclings afdeling C V,
■Sloten\'; \\oorz, Beg, Cie. Mestkalvcrbedrij-
ven, (toevoegen als buitengewoon lid).
Gooi F. ./, /\', ,/, /., van: 1971; Katwijk
aan Zee; tel, (017IX) 747X1: p. (assoc, met
V, Krol en .1, H, A, M, Vestjcns beëindigd),
Hage. .1. F.: 1954; Bet gen (N,-ll,): tel, (0220X)
4.18X (privé), (072) I 14642 (bur,),
*Haverkau\\ H. ./,. 1979: Utrecht: p,, ass, bij
41, M, .1, Spoorenberg en .1, 1\', M, Spoorcn-
berg.

Iloeksira. A.: 1979; 9697 NE Blyham. Hoofd-
weg 56; tel, (0.5976) 2.199: p,. ass, bij P, R, de
\\\'ries. (toevoegen als lid),
.lansingh. .!.: 197.1; Stadskanaal; tel, (05990)
1 2095,

67

NlnlRl ANDSF MAAISCHAI\'IMI VOOR I )l F K(i F NFFSk T M )1:

-ocr page 90-

222 Jong. H. .i. dc: 1979; Utrecht: p.. ass. bij 260
Eshel en H. H. .1. Wijlens.

229 Koopmuns. Dr. S.: 19.12; U-1937; Rijns-

weerd-zuid (Utr.), L. Saalbornlaan 27; tel. 264
(Ü.tO) 51691 1; r.d.

2M Krol. LI.: 1956; Oegstgeest; p., geass. met J. 266
H. A. M. Vestjens. (assoc. met F. ,1. P. .1. E.
van Gooi beëindigd).

2M *Krooshof. .\\lcj. >•..■ 1979: Utrecht; tel. (030) 269
511653; wet. medew. R.U. (F.d.D.. vkgr.
Geneesk. van het kl. Huisd ).
 272

2.U »iMniherli. G. ./. Th. M.: 1979; Utrecht;
tel. (030) 715537; wnd. d.

2i6 Ix\'n.sing. //. H.: 1965; Ermelo: tel. (03417) 27H
52542 (privé). (OIO) 15391 1 (bur.).

236 U\'vv. S.: 1954; 6662 XX Eist. Griend 58;
tel. (08819) 1458 (privé). (085) 431021 t. 445
(bur.).
 280

239 .\\1aillie. H. tl. ./. ("..■ 1952; Stadskanaal; tel.
(05990) 1.1463 (privé), 13273 (bur.).

246 Scngcrman, II.: 1974; Losser, Mo/artstraat 2HI
1: tel, (05423) 2808 (privé), 1261 (prakt,);
p,, H-D,, geass, met ,), R, van der Lee,

24fi * .Mcnhui.s. II. 11: 1979: 1703 SC Heerhugo- 282
waard, Middenwaard 43: wnd, d,

253 *Peciers. S. C. J. .\\t.: 1979; Utrecht; tel, 282
(030) 512653; d,

256 Quand. I\'. C. ,/„ 1979; 3273 EG Westmaas.
Munnikenweg 10; tel, (01864) 1412; wnd, d,
(toevoegen als lid),
 286

257 Reijndcrs. Mej. IL, .4. II. ,4. ./..- 1978:8935
NP Leeuwarden. Bereklauw 22; tel. (05100)
81108 (privé). 23891 (prakt.); p.. ass. bij
E. Cesar en .1. K. de .long.

F\'romoties:

Roukci. Mej. II. M. J.: Gent-1978: 3958 CE
Arnerongen. Burg. van de Boschstraat 60;
tel. (0.14.14) 4024 (privé), (030) 531 1 13 (bur,),
Schreuder. B. T. C.: 1971:8212 DE Felystad,
Rozengaard 13-10; d,

Sietsma. C.: 1979:3581 TG Utrecht. Oudwijk
19; tel. (0.10) 517228; wnd. d. (toevoegen als
lid).

Socpnd. S. J. R.: 1978: Eindhoven, Franse-
baan 80; tel, (040) 416194; p,
Stroonwr. P. J. M.: 1974; 7044 AC Fengel
Cs-Heerenberg), Fage Distelweg 4; tel.
(08.346) 2696 (privé). (08345) 1741 (prakt.).
l \'eldcn-icn lloorue. Mevr. H\'. van der: 1919:
Utrecht; tel. (030) 719792 (privé). (020)
182884 (prakt.); p., ass, bi) Mej, G, H, A,
M, Oude Hengel,

W\'sijens. ./, //, .4. M.: 1977; Felden; p.. geass.
met 1,1. Krol, (assoc, met F, ,1, P, ,1, E, van
Gooi beëindigd),

lor. Mej. G. de: 1979; 3992 LM Houten,
Utrecht,seweg 21; tel, (03403) 2285; d, (toe-
voegen als lid),

l\'ries. ./, />, de: 1927; Stadskanaal; tel,
(05990) 12153.

I \'rieselaar. H.: 1979; 3572 CR Utrecht, Frede-
rikastraat 29; tel, (030) 732002; wet. medew.
R.U. (E.d.D., vkgr, Verlosk,, Gyn,, K,F),
(toevoegen als lid),

H\'e.uerveld. II.: 1979; 3222 EK Hellevoet-
sluis. Kleiweg 10: tel. (01883) 2556; p., ass.
bij D, B, Streefkerk en C, Vroege, (toevoegen
als lid).

,1. H. Boon te Veenendaal op 22 november 1979

R. G. M. ten Berg te Lltrecht op 27 november 1979 (Geneesk.)

Eervol ontslag als rijkskcurmeesler In bijzonder dienst:

L. C. Baas te Dinxperio per I januari 1980

Eervol ontslag als plaatsvervangend inspecteur bij de V.D,

C, van den Berg te Oude Wetering per I mei 1978

.lubilea:

Dr, .1, ,1, Aukerna te Arnhem

H, Eggink te Oostcrwolde (Fr )

Dr, W, ,1, 1, van der Gulden te Nijmegen

G, H, H, Hendriks te Nedcrweert

H, Poortman te Dalen (Dr,)
R, D, Reinders te Dokkum
A, D, Leemans te Wychen

Prof, dr, .1, 11, ,1, van Gils te Hilversum

G, ,1, .M, Kortman te Eindhoven

,1, .1, de ,iong tc Heeren\\een

ProL dr, F, C, van der Kaav te De Bilt
(afwezig) 25 jaar op
(afwezig) 25 jaar op
(afwezig) 25 jaar op
25 jaar op
(afwezig) 25 jaar op
(aanwezig) 25 jaar op
(afwezig) 25 jaar op
(afwezig) 45 jaar op
(aanwezig) 45 jaar op
(afwezig) 60 jaar op
(afwezig) 60 jaar op

4 januari 1980

4 januari 1980

4 januari 1980
4 januari 1980

4 januari 1980

4 januari 1980

7 januari 1980

-10 januari 1980

30 januari 1980

31 januari 1980
31 januari 1980

-ocr page 91-

" fo

Liüa Ua LÜJa

l.ijst van dierenartsen die in 1980 hun jubileum hopen te vieren

25 jaar(1955)

69

4 januari

Dr. .1. .1. .Aukema

.Arnhem

(afwe/ig)

4 januari

H. Eggink

Oosterwolde (Fr.)

(afwezig)

4 januari

Dr. W. J. 1. van der Gulden

Nijmgen

(afwezig)

4 januari

G. G. H. Hendriks

Nederweert

4 januari

H. Poortman

Dalen (Dr)

(afwezig)

4 januari

R. D. Reinders

Dokkum

(aanwezig)

7 januari

A. D. Leemans

Wychen

(afwezig)

4 februari

11. Perre

■Aerdenhout

(afwezig)

7 februari

G. M. Smits

Amsterdam

(afwezig)

1 april

Mej. E. F. Kleyn

Emmen

(afwezig)

18 april

A, W. M. Golstein Brouwers

Haelen

(afwezig)

1 1 mei

P. B. Luitjens

Lemmer

(afwezig)

15 mei

.1. H. Colenbrander

Lochcm

(afwezig)

26 mei

.A. 1\'. Wijgergangs

Den Haag

(afwezig)

26 mei

C. M. T. Willems

Helvoirt

(afwezig)

1 luli

.1. H. Cloudt

Wychen

(afwezig)

1 juli

H. .1. Nysen

Weerselo

(aanwezig)

1 juli

Dr. Ci. Uilenberg

Driebergen

(afwezig)

.1 juli

P. den Hartog

Borculo

(afwezig)

7 juli

A. .1. Veenemans

Hedel

(afwezig)

7 juli

(1. M. Vogely

Ciroenekan

(afwezig)

19 september

R. Heemstra

Havelte

(afwezig)

2} september

Mevr. E. l.indenhov ius-Zijderveld

.Assen

(aanwezig)

7 oktober

W. .lonkers

Menaldum

(aanwezig)

7 oktober

M. E. W. C. Lotb

Bunnik

(afwezig)

7 oktober

.A Moerman

Dromen

(afwezig)

14 november

A. P. C. Bartels

Roosendaal (N.-Br.)

(afwezig)

14 november

.1. Berg

Castricum

(afwezig)

14 november

11. .1. L. Maas

Hoogland

(afwezig)

14 tunember

.Ir. D. Rijpkcma

Drachten

(afwezig)

9 december

Ci. .A. .1. .latisen

Borculo

(afwezig)

9 december

.1. Kooke

Rolde

(afwezig)

9 december

11. van Rhee

Hoogeveen

(aanwezig)

9 december

.1. H. C. Verhagen

Tuk

(aanwezig)

2.1 december

Ci. Costcrmans

Berlicum

(aanwezig)

2.1 december

Dr. P. A. M. Guinee

Bu n nik

(aanwezig)

2.1 dccember

Dr. .1. Hofman

Haren (Cir.)

(alwezig)

2.1 december

C. .1. H. Schcuerman

Rotterdam

(afwezig)

.10 jaar (1950)

24 juni

Dr. C. .1. van Nie

Leiderdorp

(afwezig)

21 ilecembcr

.1. G. M. Biggelaar

Ommen

(aanwezig)

.15 jaar (1945)

.1 november

L. Brill

Gieten

(afwezig)

10 november

R. Eeddes

Vriczevecn

(afwezig)

19 november

H. .1. Braam

Veendam

(afwezig)

19 november

D. A. Scholma

Opeinde (Fr.)

(alwezig)

26 november

E. .1. Eisenga

Winschoten

(afwezig)

40 jaar(1940)

26 februari

Dr. R. E. de Maar

Den Haag

(afwezig)

KOMNKI 1.1KF NEDERl.ANDSE MA,ATSCH.A1>1\'I,1 VOOR DIERGENEESKUNDE

-ocr page 92-

nn

IJa

1 juni
20 decern her

45 jaar (1935)

M) januari
.10 januari
2.1 juni

26 juni

9 oktober

18 december

5() jaar (19.10)

.1 mei

27 november

19 december
19 december

19 december

55 Jaar (1925)

24 juni
24 juni

60 jaar(1920)

.11 januari
.1! januari

20 juni

P. Koopmans
.1. Blokhuis

Prol. dr. .1. 11. ,1. van Clils

(i. .1. M. Kortman

■A. L. .A. van Rees

.A. M. Nadorn

,1. B. Buursma

F. W. .1. Swart

Sittard
Oosterbeek
Rolde
Bilthoven

(afwezig)
(afwezig)
(afwezig)
(afwezig)
(afwezig)

H. A. M. II. Stoot
F. H. Koning
P. van 1.00

ProF ,A. van der Schaal

Prof. dr. dr. h.c. G. H. B. leunissen De Bilt

Patcrswolde
Feeuuardcn

(afwezig)
(afwezig)

Heercnvccn
De Bilt
Maasland

(afwezig)
(afwezig)
(aanwezig)

N. Diddens
Dr. ,1. M. Dijkstra

.1, .1. de .long

*Pror dr. F. G. van der Kaav
P. H. Kleinjan

langweer
Biltho\\ en

(alwe/ig)
(afwe/ig)

llibersum

Findho\\en

L\'trecht

Velp (Gld.)

Appelscha

Hoogland

(afwezig)

(aanwezig)

(afwezig)

(afwezig)

(afwezig)

(afwezig)

65jaar(1915)

2 februari
* erelid

O. .A. van Dobbenburgh

Houten

(aanwezig)

KOMNKI I.IKI NEDFRI ANDSi: ,M A A ISC 11 A l\'I\'I.I VOOR I )I F R(11N FFSK I N I )l

70

-ocr page 93-

jii y.

Het meten van de lichaamstemperatuur
van mestkalveren met een
electronische thermometer

Measuring the Body Temperature of Veal Cah\'es hy an
Electronic Thermometer

.1. 1.. Eikelenboom\' en H. A. Cioossens-

SAMENVATTING

Beschreven wordt een vergelijkend onderzoek van een electronische thermometer
met een kwikthermometer hij het opnenien van de lichaamstemperatuur van
mestkalveren.

SUMMARY

Report on a comparative study of the use of an electronic thermometer and a
mercurial thermometer in recording the body temperature in veal calves.

IM.EIDlNCi

Bij een ziekteuitbraak \\an een koppel
mestkalveren is, voor het stellen van de
diagnose en om de ernst van de ziekte te
bepalen, de lichaamstemperatuur van
groot belang. Bij de groter wordende
koppels is het opnemen van de tempera-
tuur van 5-10% van de dieren een tijdro-
vende bezigheid. Hierdoor wordt het op-
nemen \\an de temperatuur van een
representatie! aantal kalveren vaak nage-
laten. wat echter niet juist is.
Om minder tijd nodig te hebben voor het
opnemen van de temperatuur, werd door
ons een electronische digitaalthermome-
ter gekocht van het merk Thermomatic
model \'Veterinarian\'.
In de gebruiksaanwijzing staat dat bij een
gevuld rectum de temperatuur in 15 tot
.^0 seconden aangegeven wordt. Bij ge-
bruik ervan ontstond de indruk dat met
deze thermometer de temperatuur niet
juist werd aangegeven.
Door ons werd een praktijkvergelijking
uitgevoerd, met de electronische thermo-
meter en een kwikthermometer merk \'Ve-
terinär Ortnè\', zoals die in de dagelijkse
praktijk wordt gebruikt.

ONDERZOEKMETHODE
Er werd gekozen voor een kalverstal met
8 evengrote afdelingen.
De buitentemperatuur bedroeg 1 ° C en
de staltemperatuur 12° C.
De kalveren waren 3 weken op het bedrijf
en waren klinisch gezond.
Op de dag van het opnemen van de rec-
tale lichaamstemperatuur, werden de
kalveren gevoerd tussen 06.00 en 07.30
uur. Van de 8 afdelingen werden er twee
blind gekozen voor het opnemen van de
temperatuur met de kwikthermometer,
en twee voor het opnemen van de tempe-
ratuur met de electronische thermome-
ter.

Om te zien of de kwikthermometer onder
een standaard omstandigheid vergelijk-
baar was met de electronische thermo-
meter werd de temperatuur gemeten van
een bad water. Beide thermometers
gaven binnen 15 seconden dezelfde tem-
peratuur aan, n.1. 38.5° C.

t)rs. .E l.. Eikelenboom. praktiserend dierenarts, \'t Erans Brugske6. Gemert. Geass. met P. J. M. M. v.
Gulick. M. ,E A. Nüvens. F. F. M. Konings. N. .E (i. .1. van der Wielen en C. H. E. Sijsens.
Drs. tF A. Cioossens. Breewaterweg II. Ciemert eo. assistent.

-ocr page 94-

Bij het onderzoek werd bepaald dat de
kwikthermometer I minuut in het rectum
gehouden zou worden en de electronische
thermometer 20 seconden. Dit werd op-
gemeten met een chronometer.
De tijd van 1 minuut
voor de kwikther-
mometer werd gekozen, omdat dit alge-
meen gebruikelijk is. De tijd voor de elec-
tronische thermometer werd op 20
seconden gesteld omdat men toch niet
weet of het rectum gevuld is, en omdat 20
seconden ten opzichte van 60 seconden
een aanvaardbare tijdsbesparing is.

De resultaten zijn in het nevenstaande
overzicht samengevat.

Het bovenstaande is samengevat in
diagram 1.

Diagram I

39

.14

35

36

37

38

35 .

I

elcctr, kwik

-ocr page 95-

ov yt/irhl

Nummer van de afdeling

5

7

2

4

Soort thermometer

kwik

elektr.

kwik

elektr.

Aantal kalveren

49

48

48

51

Tijd van temp. opnemen

lO.-IO-ll.-lü

13.45-15.00

15.00-16.45

16.45-18.15

Gemiddelde lich.

temp.

-■!8,7

37,2

38.8

37.5

Spreiding in lich.

temp.

37,2-39,5

34,5-39.7

37.3-40.9

34.4-39.7

1

5

Aantal kalveren

.15-.WC

--

7

7

per atdeling met

9

-

6

een temperatuur

6

9

5

11

tu.s.sen:

32

20

27

17

.■)9-4ü\'\'C

11

5

15

2

40-4 rC

-

1

--

DISCUSSIE

De lichaamstemperatuur getneten met de
elcctronische thermometer geeft een gro-
tere spreding te zien dan met de kwik-
thermometer.

Ook met de kwikthermometer blijkt dat
de individuele lichaamstemperatuur vrij
sterk uiteen loopt, en dat deze bij de
boven omschreven kalveren 38.5° ± 1° C
bedraagt.

f)e tijd verlopen tussen voertijd en het
opnemen van de temperatuur lijkt nau-
welijks van belang.

VOORLOPIGE INDRUK

Ook al bespaart men tijd. dan nog is het
gebruik van de boven omschreven elcc-
tronische thermometer toch af te raden,
aangezien de gemiddelde temperatuur te
laag ligt en de spreiding te groot is.
Misschien is het goed de temperatuur-
voeler van de electronische thermometer
te verbeteren. De geleverde temperatuur-
voeler heeft een diameter van 4 mm. en
een lengte van 10 cm.. Als de tempera-
tuurvoeler een diameter van 1 cm. zou
hebben, speelt de gevuldheid van het rec-
tum misschien geen rol waardoor een be-
trouwbaarder resultaat verkregen zou
kunnen worden.

Een ijk-curve van de electronische ther-
mometer en het vasthouden van zijn
hoogste meting zijn bovendien gegevens
die nog ontbreken om tot een meer ge-
fundeerde uitspraak te komen.

-ocr page 96-

\'Body-building\'

Zoals in vele slachthuizen in ons land
worden ook op het Openbaar slachthuis
Haarlem wekelijks een aantal runderen
geslacht, afkomstig uit het buitenland.
Daaronder bevinden zich vaak dieren,
die te vergelijken zijn met body-builders.
door e.xtreem zwaar ontwikkelde spier-
groepen.

Vele slagers kopen graag vlees van deze
dieren. Zij vinden het prettig ver-
werkbaar en zijn vol lof over de kwaliteit
en de malsheid ervan.
Af en toe echter, en de indruk bestaat, dat
dit in toenemende mate het geval is. be-
reiken ons klachten van de kant van de
slagers over de houdbaarheid en het
vochtgehalte van dit vlees, soms zelfs is
het drijfnat. Ook krijgen wij klachten
over het voorkomen van diffuse bloe-
dinkjes in diverse spieren. Zelfs meer uit-
gebreide diffuse spierbloedingen zijn
waargenomen. Voorts zien wij nogal eens
V rij sterke contrasten van zeer bleke naast
tamelijk donkere spiergroepen.
Deze klachten vormden aanleiding om
bij de keuring na het slachten speciale
aandacht te besteden aan deze mestrun-
deren en daarbij viel het op. dat er regel-
matig dieren onder waren, waarvan de
schildklier groter was dan van de nor-
male slachtdieren.

Mogelijk zou dit het gevolg kunnen zijn
van het gebruik van thyreostatica. foen
dan ook bij een van deze geïmporteerde
dieren een e.xorbitant grote schildklier
werd waargenomen, die het aspect had
van een pneumonisch stuk long. werden
hiervan enige vriescoupes gemaakt. f\')eze
gaven een gelijkmatig beeld te zien van
grote lollikels. gevuld met wat colloïd
zonder dat er sprake was van celwoeke-
ring.

In overleg met de regionale veterinaire
inspecteur werd materiaal opgezonden
naar het R.I.V. te Bilthoven van deze
schildklier en v an een ogenschijnlijk nor-
male schildklier v an een rund uit dezelfde
zending geïmporteerde slachtrundcren.
In het kort komen de bev indingen v an het
onderzoek hierop neer:

Morfologisch:

Sterk vergroot en duidelijk autolytisch.
Histologisch:

(irote. normale en regelmatige follikels.
gevuld met colloïd, en bekleed met ku-
bisch epitheel. De schildklier leek erg
inactief.

Cheitiisch:

Zowel in de vergrote als in de con-
troleklier werd Methyl-Thyo-lJracil
(M. f.U.). een thyreostaticum aangetrof-
fen.

Maar aangezien de klieren tesamen
waren verpakt en verzonden werd een
wederzijdse besmetting niet uitgesloten
geacht en moest de voorzichtige conclu-
sie luiden, dat minstens één van de beide
monsters M.f.l). bevatte.

fJit het morfologisch onderzoek kan wor-
den geconcludeerd, dat de sterk toegeno-
men grootte van de schildklier een duide-
lijke aanwijzing is voor het gebruik van
een thvreostaticimi hoewel bij histolo-
gisch onderzoek de klier inactief bleek.
Dit laatste komt niet overeen met e.xperi-
meiueel onderzoek van M. 1.1\'. bij dc rat.
waarbij een sterke activiteit in de schild-
klier wordt gevonden, een struma-achtig
beeld.

Echter e.xperimentele onderzoekingen
met M.
f.U. bij het rund v\\ijzenerop.dat
vroege post-mortale veranderingen m
de schildklier de histologische beoorde-
ling sterk bemoeilijken. Snelle fixatie is
daarom gewenst.

Volgens artikel 2 sub 2 van het "Keurings-
regulatief vindt afkeuring plaats indien
in het vlees stoffen met hormonale wer-
king aanwezig zijn. welke aan het slacht-
dier zijn toegediend.

-ocr page 97-

Langzamerhand lijkt de tijd rijp, dat ge-
zocht wordt naar snelle laboratoriumme-
thoden. die uit\\oerbaar zijn inde perifere
\\ leeskeuringslaboratoria. voor het aan-
tonen van "stoffen met hormonale wer-
king\'.

Ook wordt behoefte gev oeld aan bepalin-
gen daaromtrent in het \'Onderzoekings-
regulatief.

Dit is temeer belangrijk, daar de indruk
bestaat, dat \'groeibevorderende\' stoffen
in toenemende mate ^ ook in ons land
worden gebruikt.

Bonafide mesters klagen erover, dat zij
niet langer mee kunnen met de concur-
rentie.

Overigens schijnt het groeibevorderende
effect van Vl.T.U, zich niet te manifeste-
ren in een toename van het spierweefsel
maar in een verhoogde vochtretentie.
Het ware te wensen, dat het mogelijk is
\'vlees\' te onderzoeken op de aanwezig-
heid van M.T.U. bij de importkeuring.

want wanneer mestrunderen in het bui-
tenland op grote schaal daarmee behan-
deld worden is ook het vlees ervan ver-
dacht.

Tot slot zij opgemerkt, dat onze indruk
is. dat bij deze dieren ook de bijnier soms
wat groter en bleker is dan bij normale
slachtdieren en dat er ook menigmaal ou-
dere bloedingen werden aangetroffen in
de caudale bekkenstreek, voornamelijk
gelocaliseerd bij en in het slotvet rondom
het rectum bij de anus. zodat wij ons
afvragen of dit niet iets te maken heeft
met de wijze van toediening.

(K. P. Postma en
H. B. M. Overhaus, Openhaar
Slachthuis. Keuringsdienst van
Slachtdieren. Heesen Vleeswa-
ren. Haarlem).

-ocr page 98-

Sterilisatie hond

Geachte Redactie.

Recent hebben vele collegae, neem ik aan, het
eerste nummer van een nieuw blad genaamd
\'kat en hond\' (december 1979, no. 1) ontvan-
gen. Goede voorlichting over diergenees-
kunde is iets wat ons allen zal aanspreken. En
als dan op de voorpagina staat \'sterilisatie
hond\' is de nieuwsgierigheid gewekt.

Slaat men echter het artikel op, dan verandert
de nieuwsgierigheid als snel in twijfels, zo niet
ergernis.

De fotoreportage trekt sterk de aandacht
door fototechnisch mooi materiaal, maar
chirurgisch-technische opvattingen die niet
aanvaardbaar zijn. Geen operatiejas, blote
onderarmen, korte operatiehandschoenen,
minieme afdekking (zie pagina 2X bovenaan),
kortom aan basisvoorwaarden voor een ste-
riele ingreep wordt niet voldaan.
En dan de tekst. Sterilisatie is weliswaar een
diergeneeskundig taalgebruik voor het verwij-
deren van baarmoeder en eierstokken, maar
formeel is dit onjuist, flet verwijderen van de
gonaden dient met castratie te worden om-
schreven, zowel in het geval van ovaria als van
testikels (1\'inkhof Geneeskundig woorden-
boek 7e ed.). Maar dat kan men nog opvatten
als geschreven voor leken.
Wat moeten wij echter met een zin als \'de
zenuwen raken verdoofd, de spier in de op-
hangband verslapt".\' Het mesovarium bevat
geen spier! /\\an het eind van de operatic volgt
\'een prikje antibioticum\'. Is men zich bewust
v an het gebrek aan steriliteit, en probeert men
dat via de noodrem op tc vangen\'\' Of sugge-
reert men dat dit altijd bij deze ingreep hoort\'.\'
lict antibioticabcleid rond chirurgie wordt
heden ten dage bepaald doorde opvatting, dat
als antibiotica gegeven wordt, dit óf preopera-
tief óf op indicatie dient te geschieden.
Bij de prikpil wordt vermeld dat \'uit rappor-
ten van wetenschappelijke onderzoekers zou
zijn gebleken dat de kans op baarmoederkan-
ker sterk toeneemt". Nu is baarmoederkanker
bij de hond uiterst zeldzaam (\'1 umors in do-
mestic animals 2nd ed) en de genoemde rap-
porten zijn mij onbekend. Bij de morning-
after prik wordt weer gesteld, dat de kans op
kanker groter zou worden. Kan die medede-
ling gestaafd worden\'\'

Bij \'wikken en wegen" v inden wij de volgende
zin: \'Fabrikanten en wetenschappelijke on-
derzoekers komen natnelijk dikwijls tot ver-
schillende uitkomsten". Wat suggereert die
opmerking\'.\' Zijn de onderzoekers bij de far-
maceutische industrie geen wetenschappelijke
onderzoekers? Of twijfelt men aan de be-
trouwbaarheid van gegevens uit de farmaceu-
tische industrie? Dat zou een zware aantij-
ging zijn.

Onder het hoofd \'Dikker worden" wordt ge-
zegd: \'Omdat de stofwisseling wordt verbe-
terd is er de kans op dikker worden". Maar het
verwijderen van de ovaria kan toch de stofwis-
seling niet verbeteren?

t)at het taalgebruik bij \'Castratie" aan de-
zelfde problemen lijdt als de titel van het arti-
kel \'Sterilisatie\' zal duidelijk zijn.
Dat nergens gesproken wordt over de compli-
caties bij deze chirurgische ingreep (en deze
zijn in de literatuur goed gedocumenteerd) is
een omissie.

Cioede voorlichting over ons beroep is zeer
gewenst, maar deze dient wel correcte tech-
niek en informatie naar het publiek te bren-
gen.

l.aren 29 november 1979

P. //. , (. PoU.

Naschrift

Drs. F. van Gooi werd door de Redaktie in de
gelegenheid gesteld een wederwoord te
geven. Hij deelde mede zeer verheugd te
zijn. dat ook dierenartsen het blad \'kat en
hond" lezen, maar betreurt, dat sommigen
daarbij geen onderscheid maken tussen vak-
literatuur en een maandblad voor honden- en
kattenliefhebbers.

(Hullen veranluoordelijkheid van de Redaktie)

-ocr page 99-

Blood parasites of sheep in the Nether-
lands

i>a, Babesiidae)

l ilcnberg. (i.. Rombach. M. C.. IVrié. N. M..and
Zwart. D.:
Ihc li-wriiuiry Quarierlv. 2.3.(1980).

Saincinatling

Bij het schaap op Ameland en lexel. komt een
grote
Hahesia soort \\oor. die wordt overgebracht
door de teek
llaeniapinsalis puiu iala.
De pathogeniteit lijkt laag te/ijn. De/e tti/ic.v/V/lijkt
morlologisch op een l urke stam. beschouwd als D.
niDia.si. die ev eneens door llaeiiiapin salis teken
wordt overgebracht. Met de lurkse parasiet he-
eroio

staan echter serologische en immunologische ver-
schillen terwijl de Nederlandse soort niet inlectieus
IS voor de geit. i.t.t. de lurkse.
Mogelijk bestaal er een groep van morlologisch
gelijke parasieten die onderling serologische ver-
schillen vertonen en ook verschillen in vermogen
om schapen en geiten te infecteren. Het is niet mo-
gelijk om één bepaalde stam aan te wij/en als de
oorspronkelijke
II nioia.si. en wij bestempelen de
Nederlandse parasiet als
H. nioiasi (Nederland).
Anaplasma mesaeieriim. voor het eerst op .Ame-
land gevonden, komt tevens op l\'exel voor.

Kgg production in relation to the results
of a long term serological survey of 73
flocks of fowl

I ek. l. H. H. van. Kol. N. van. and Kouwenhoven.
B :
Ihe \\ eiermarv Quarierlv. 2. I.\\ 1198111

Samenvatting

II. Kabesla m<

i (Sp.

Drie en /eventig koppels kippen werden regelmatig
onder/ocht op aanwe/igheid v an precipitinen tegen
kippe-adenov irus ( AV) en inlectieu/c bronchitis
vnus (IBV). hacmagglutinatie remmende anti-
lichamen ten op/ich te van BC 14 v irus en op aggluti-
nmen ten op/ichte van
SUeoplasma galllsepiieiim
(M g.) en .Mveoplasma svnoviae (M.s.).
Bij alle K koppels met ÜDS \'76 waren de eiproduk-
tieproblemen geassocieerd met een stijging van het
aantal BCT4 virus-en AV reagenten.
In koppels met produktieproblemen anders dan

I DS \'76

oor geen oor/aak kon worden ge

V onden. nam het gemiddelde percentage A V reagen-
ten na de opfokperiode significant toe; dit gold niet
voor de IBV reagenten. BCI4 reacties werden niet
waargenomen of slechts eenmalig, in geringe aan-
tallen met lage titers.

Het gemiddelde percentage ,AV reagenten steeg na
de opfokperiode noch in normaal producerende
koppels, noch in koppels met produktieprobleinen.
waarv oor andere /lekten of v oedingsfouten als oor-
zaak voor deze problemen konden worden aange-
merkt.

Dit alles wijst erop dat AV v an betekenis kan zijn bij
ei produktieproblemen.

(iezien het grote percentage IBV reagenten in alle
groepen koppels, komen subklinische IBV infecties
zeer regelmatig voor.

Het percentage IBV reagenten bij EDS \'76 koppels
in de legperiode was zeer significant groter dan bij
koppels met normale produktie. Dit zou erop kun-
nen wijzen dat een subklinische IBV infectie een van
de stressfactoren kan zijn. welke als \'trigger\' voor
EDS \'76 fungeett.

In alle M g. geïnlecteerdc koppels traden produk-
tieproblemen op; een relatie tussen M.s. infecties cn
eiproduktiestoringen kon niet worden aangetoond.

Corynehacterium equi in cattle and pigs

Mutmier. VI. D. and W oolcock. .1. B,; 1 he \\ ete-
rinarv Quarlerlw 2. I.\\ 11980).

Samenvatting

De halslymfklier van varkens evenals de retro-
pharv ngeale en submandibulaire Ivmfklieren van
runderen en faeeesmonsters van beide diersoorten
werden op hel voorkomen van
Corynehaeierium
Vt/ui onder/ochl. Cii 19 (.VS\', | van de 54 halslvml-
klleren bij varkens en uit O van de 54 retropharyn-
geale en submandibulaire Ivmfklieren bij runderen
kon de bacterie worden gekweekt. In 15 (50\',) van
de .1(1 laecesmonstcrs van runderen en in II
(.15\',) faeeesmiuisters van varkens werd C.
ei/ui
aangetrolfen.

Osteochondrosis in six breeds of slaugh-
ter pigs

I. A morphological investigation of the status ol
osteochondrosis in relation lo breed and level of
feeding.

(ioedegebuure. S. A.. Hani. IE .1., Valk. P. C. van
der. and VVal. P. (1. van der:
the I elerinarr Quar-
ierlv.
2. 28. (1980).

ren gerieve van de Nederlandse lezers volgen onderstaand de samenvat-
tingen vertaald in het Nederlands van de artikelen uit
The Veierinarv
QiianeHr.
Vol. 2, nr. I. 1980;

-ocr page 100-

Samenvatting

De ernst en de uitbreiding van de veranderingen in
osteochondrosis werden macroscopisch, radiolo-
gisch cn histopathologisch onder/ocht bij /es ver-
schillende varkensrassen (Belgisch land\\arken (B),
Duroc ([:>), Nederlands land\\arken (N), Neder-
lands Yorkshire (Ci), Hampshire (H) en Piétrain
(P)). De \\arkens waren in drie groepen \\erdeeld,
elke groep had een ander vocrni\\eau.
In de \\ oorbencn hadden Duroc varkens significant
ernstiger lesies dan Nederlandse land\\arkens (N),
Nederlands Yorkshire (Ci), Hampshire (H) en Pie-
train (P) varkens, terwijl Belgische land\\arkens sig-
nificant ernstiger lesies hadden dan Yorkshire var-
kens (G). De rasverschillen werden meer ver-
oorzaak door verschil in ernst van de osteo-
chondrotische lesies in de gewrichtsvlakten van de
distale humerus en proximale radius-ulna en in de
groeischijf van dc distale ulna dan door de aanwe-
zigheid van de lesies alleen.

In de achterbenen hadden Belgische landvarkens
(B) significant ernstiger osteochondrotische lesies
dan alle andere rassen, terwijl de Nederlandse land-
varkens (N) significant ernstiger lesies dan Duroc
(D), Hampshire (H), Nederlands Yorkshire (G) en
Piétrain (P) \\arkens vertoonden.
V arkens met de hoogste groeisnclheid \\ertoonden
in de groeischijf \\an de distale ulna en inde mediale
femur condyl significant ernstiger osteochondroti-
sche lesies dan \\arkens met een meer beperkte
groeisnclheid.

Osteochondrosis in six breeds of slaugh-
ter pigs

II, Data coMccrning carcass characteristics in rela-

Investigations on live vaccines against in-
fectious bursal disease of chicks

Yadm, 11., Hoekstra, .1. f.. Oei. II. 1 .. and
Roozclaar, D. .1., \\an: //ic I
cwrinurv Qtiarifilv. 2,
(I9H0).

Samenvatting

Vier levende entstoffen tegen aviaire infectieuze
bursitis (AIB) werden bestudeerd ten aanzien van
hun onschadelijkheid, immunogeniteit en toepas-
baarheid. Geen enkele entstof veroorzaakte klini-
sche verschijnselen of had een negatie\\e in\\ loed op
de groei.

Tussen de vaccins werden verschillen geconstateerd
inet betrekking tot hun effect op de zgn. bursa bo-
dyweight ratio en de ernst van de \\eroorzaakte
microscopische aantasting van de bursa Fabricii.
Hel immunosuppressie\\e effect \\an een enting
ermee bij eendagskuikens op de immuniteitsinduc-
tie na vaccinatie tegen pseudovogelpest was gering.
Drie \\an de vier entstoffen induceerden antistoffen
welke verband hielden met een bescherming tegen
een besmetting.

Enting van SPF vermeerderingskuikens \\an 15
weken oud door het drinkwater had een antistofin-
ductie (agar gel precipitatic test) tot gevolg, terwijl
een dergelijke enting op een leeftijd van 2.\'\',
}2 en 60
weken leeltijd dat niet had.

Kuikens van dezelfde leeftijdsgroepen \\crtoonden
na een intramusculaire \\accinatic een serologische
response.

Er werd een verband ge\\ onden tussen de immuno-
logische response en hct effect van dc vaccins op de
bursa Fabricii.

tion to osteochondrosis

Wal, D. G. \\an der. Valk,
buure, S. A., and Essen,
Quiirier/v. 2, 42. (I9HI)).

. C. \\an dt
. \\an: llu

r, Goedege-
Icwrinarv

Sanien\\alling

Correlatie-coefficiénten zijn berekend \\oorde mate
\\an Osteochondrose, gebaseerd op een morfologi-
sche beoordeling \\an afwijkingen in dc beenderen
\\an de Mior- cn achterbenen \\an varkens en enkele
karkaseigenschappen. Er v\\erd gevonden dat de
karkaslengte, zowel als de relatieve gewichten van
de hammen, significant gecorreleerd waren met de
afuijkingen die werden gezien in het proximale ge-
deelte van dc femur cn dc mediale femur cond\\l.
Ondanks deze significante correlaties waren de
correlatie-coéfficienten te gering om van nut te kun-
nen ziin \\()or seicctiedoelcinden. Dit betreft de ge-
hele populatie, bestaande uit 6 varkensrasscn. Aan-
gege\\en werd dat de correlaties tussen de
morfologische afwijkingen in dc femur cn dc rela-
tieve gewichten \\an de hammen bij enkele van de
rassen hoger waren, wat een mogelijkheid in kan
houden tot het \\oorspcllen van Osteochondrose op
grond van karkaseigenschappen.

Congenital bicuspid stenosis with left
ventricular hypoplasia in a kitten

Nie, C. ,1. van, Messel, M. A. van, and Straalman,
T. J. D.:
The Veleri/mn- Quanerlv. 2. SH. (I9K0).

Samenvatting

Ecn geval van ecn aangeboren stenose \\an hct os-
tium atrioventriculare sinistrum gecombineerd met
ecn hvpoplasic van dc \\enlriculus sinister werd in
ecn jonge kal waargenomen.

Dc klinische verschijnselen cache.xie, dyspnoe cn
een duidelijke
Cardiomegalie (Rö-foto\'s) worden
in
samenhang met de patholoog-anatomische waar-
nemingen besproken.

De Cardiomegalie is le w ijlen aan de vergroting van
hel atrium sinistrum. Verondersteld wordt dat de
Cardiomegalie ontstaan
is na de sluiting \\an het
foramen
ovale.

-ocr page 101-

BESMETTELIJKE DIERZIEKTEN

DierziektenbuIIetin Nr. 23 van de Veterinaire
Dienst over bet tijdvak van I tot 15 december 1979
vermeldt de volgende aantallen gevallen van aan-
gifteplichtige besmettelijke dierziekten in Neder-
land.

.\\trofische rhinitis

l otaal 5 gevallen in 5 gemeenten

Drenthe I geval

Utrecht 2 gevallen

Noord-Brabant 2 gevallen

Het aantal besmette dieren bedroeg 74. terwijl
er nog eens 406 met hen in contact zijn geweest.
Het virus was van bet type C. Controlemaatrege-
len zijn genomen.

Argentini\'é

Over november 1979 bedroeg het aantal uitbraken
van mond- en klauwzeer in Argentinië 74. waarvan
26 in Buenos Aires, 7 in La Pampa, 12 in Santa
Fé, 11 in Cordoba. 5 in Entre Rios. 7 in Corrientes.
3 in Salta. 2 in Rio Negro en I in Neuquen,

lu

Van de Veterinaire Hoofdinspectie van de
Volksgezondheid tevens Directie van de
Veterinaire Dienst

Rotkreupel

Totaal 23 gevallen in 20 gemeenten

2 gevallen

2 gevallen in 1 gemeente

I I gevallen in 9 getneenten

1 geval

2 gevallen
2 gevallen
2 gevallen
I geval

Cironingen

Friesland

Drenthe

Overijssel

Gelderland

Utrecht

Noord-Holland
Zuid-Holland

Schurft

Lotaal 7 gevallen in 6 gemeenten

Groningen
Friesland
Gelderland
Noord-Holland

1 geval

2 gevallen in I gemeente
2 gevallen

2 gevallen

MOND- EN KLAUWZEER
Spanje

Op 5 december 1979 meldde het Directoraat Gene-
raal van Agrarische Produktie van het Ministerie
van Landbouw te Madrid gevallen van mond- en
klauwzeer bij varkens te Abeida, Binaced en La
Fueva, Provincie Huesca,

-ocr page 102-

LiU

Januari:

17 Ciroep Veterinaue Homoeopathie
K.N.M.v.D. Vergadering. Beatri.x-gebouw.
Jaarbeursplein, l\'trecht. .\'\\anvang 20.00 uur.

21 Kring Dierenartsen Cieldersc Vallei. Ver-
gadering.

2."! 25 Medische Inlormatiedagen 1980. Cient
(pag. 927)

2-3-24 25e 1.0.S.-Conlerentie. Internationaal
.Agrarisch Centrum Wageningen. (Inlichtin-
gen: bij redaictiesecretariaat I.v.D ).

31 Vereniging van Directeuren \\an Ciemeentelijke
Slachthui/en en Vleeskeuringsdiensten in Ne-
derland. Vergadering, .laarbeurscongrescen-
trum. L\'trecht. aan\\ang 10.00 uur.

Februari:

5 .Afd. Noord-Brabant K.N.M.v.D. Werk-
vergadering
kleine huisdieren.

12 Afd. Noord-Brabant K.N.M.v.D. Werk-
vergadering
varkens.

12 .Afd. Limburg K.N.M.v.D. Ledenvergadering.

12 Afd. Zuid-Holland K.N.M.v.D. l.eden-
\\ergadering. Hotel-Rest. Belvedere. Schoon-
hoven.

13 Ciroep Cieneeskunde van het Kleine Huisdier
K.N.M.v.D. Jaarvergadering. Rest. \'Hoog-
Brabant\', aanvang 20.00 uur.

13 Afd. Noord-Holland, l.edenvergadering.

14 Kring Noord-Holland boven \'t l.l. Vergade-
ring. Hotel de Prins, VVest/aan.

15 8, Seminar Lmwelthvgiene, Hannover (pag.
933).

21 23 lagung über\'Physiologie und Pathologie
der Fortpflan/ung\'. Hannover (pag. 758).

26 lagung der DV (i F\'achgr.:\'Schafkrankheiten\'
(A).

27 28 CFO-Studiedagen, ,laarbeurs-congres-
centrum. Utrecht,

27 29 BCA-Symposium: Problematik von Kan-
/erogcnitätsstudien, Berlin.

Maart:

4 Kring Dierenartsen Cieldersc Vallei. Ver-
gadering.

4 Afd. Noord-Brabant K.N.M.v.D. Werk-
vergadering
mestkalveren.

6 (iroep Veterinaire Homoeopathie
K,N,M,v,D. Vergadering, Beatrix-gebouw,
,laarbeursplein, Ltrecht, ,Aanvang 20,00 uur,

13 Kring Noord-Holland boven \'t IJ, Vergade-
ring, Hotel de Prins, West/aan,

20 Afd, Noord-Brabant K,N.M.v.D. Werk-
vergadering
pluimvee.

26 28 9. Jahrstagung der Deutschen (icsell-
schaft für Parasitologie (A). (iiesen.

26 \'MIC 1980\' - Medisch Informatie Congres,
Rotterdam (pag, 59),

27 V ereniging van Directeuren van Clemeentcli|ke
Slachthui/en en Vleeskeuringsdiensten, Ver-
gadering, ,laarbeurscongrescentrum. Utrecht,
aanvang 10,00 uur.

April:

10 Kring Noord-Holland boven \'t 1,1, Vergade-
ring, Hotel de Prins, West/aan.

11 13 BSAVA Congres 180 (British Small
Animal .Association), London (pag, 938),

14 Kring Dierenartsen Cieldersc Vallei, Ver-
gadering,

Mei:

2 4 (iroep (ieneeskunde van het Kleine Huis-
dier; \'Voorjaarsdagen 1980\', Amsterdam.

5 8 XXVIII Animal Colloquium Protides ol
the Biological Fluids. Brussels (pag. 60).

8 Kring Noord-Holland boven \'t l.l. Vergade-
ring. Hotel de Prins. West/aan.

21 24 16. Internationales Symposium über Cie-
schichtc der Veterinarmedi/in (pag. 572).

8 Vereniging van Directeuren van Ciemeentelijke
Slachthui/en en Vleeskeuringsdiensten. Ver-
gadering, ,laarbeurscongrescentrum. Utrecht,
aanvang 10,00 uur,

13 Afd, Limburg K.N.M.v.D. Ledenvergadering.

20 Afd. Noord-Holland K.N.M.v.D. Leden-
vergadering.

22 Ciroep Veterinaire Homoeopathie
K.N.M.v.D. Vergadering. Beatrix-gebouw.
.laarbeursplein. Utrecht. Aanvang 20.00 uur.

26 - 27 29. tagung der Luropiiischen Ciesellschalt
für Veteriniirpathologie und 23. Tagung der
Fachgruppe Allgemeine Pathologie und Pa-
thologische Anatomie der DVCl (A). Hremen.

28 30 .Will. Wissen.schaltlichc lagungderClc-
scllschaft für Versuchstierkunde. Fausanne.

.luni:

5 7 Xlll. Kongres der I uropaischen (iescll-
schalt der Veterinärchirurgie (FSVS). Buda-
pest (pag. 736).

6 7 .lahresvcrsammlung der Schwei/. Vereni-
gung für Kleinticrmedi/in. Bern (pag. 933).

7 8 .lahrcstagung der Schwei/er Vereinigung
für Kleintiermedi/in ( A).

12 Kring Noord-Holland boven \'t LI. Vergade-
ring. Hotel de Prins, West/aan,

14 15 Baden-VVürttcnbergischer 1 ierar/tetag
1980 mit Fortbildungsvcranstaltung(.A). Kals-
ruhc.

16 20 9th International Congress on Animal
Reproduction and Artificial Insemination.
Madrid (pag. 952).

24 26 2nd International Symposium of Veteri-
nary laboratory Diagnosticians. Fu/ern.
Switserland (pag. 397).

29 - 2 juli Weltkongress\'Lebensmittelinfcctionen

und Intoxikationen\' ( A).

30 - 3 juli VI Internat. Kongress der I. P. V S.. Ko-

penhagen.

-ocr page 103-

Commissie Bevordering
Diergeneeskundig en
Vergelijkend Ziektekundig
Onderzoek

De Commissie Bevordering Diergenees-
kundig en Vergelijkend Ziektekundig
Onderzoek deelt hierbij mede dat de renten
uit de kapitalen \\ an het Jubileumfonds van de
Faculteit der Diergeneeskunde, het D. F. van
Esveldfonds en de prof. dr. D. A. de Jong
Stichting, in totaal ± /\'6000. . beschikbaar
gesteld kunnen w orden ter ondersteuning van
onder/oek dat dient te liggen op het gebied
v an de Diergeneeskunde of van Vergelijkende
Ziektekunde.

Zij. die hiervoor in aanmerking wensen te
komen, worden uitgenodigd zich vóór 29
februari 1980 schriftelijk aan te melden bij de
secretaris. Hierbij dient opgave te worden
gedaan van het te verrichten onderzoek en
tevens een beknopt werkschema en een
globale begroting der kosten te worden
overgelegd.

Namens de Cie. B.D.V.Z.O.
de Voorzitter
Prof. lir. D. Zwart:

De Secretaris
Dr. P. Zwart

Burg. V. d. Weverstraat 16
.3981 EK Bunnik.

Bijdrage aan de Commissie
ter bevordering van
Diergeneeskundig en
Vergelijkend Ziektekundig
Onderzoek

De verantwoording tot en met het Tijdschrift
voor Diergftwcslyiindc \\\'un
15 december 1979
had alleen maar betrekking op bijdragen van
dierenartsen.

Het bedrag hieronder vermeld bestaat naast
bijdragen van dierenartsen ook uit bijdragen
van industrieën.

In het vorige nummer was de stand:

t m 28 november 1979 / 6.502.50

ontvangen van 29 november

tot en met 20 december 1979 f 5.455.

/ I 1.957.50

Htl
13000
12000
I lOÜO
10000
9000
8000
7000
6000
5000
4000
3000
2000
1000

20-12-1979

2X-I1-1979
30-10-1979

Itjdschr. Dicrgcttccsj,.. ticci lll.\\ ujl. J. I9SII

KOMNKrl.lKt-: Nt-;i)|-KI ..WDSK M.A.AISCll.M\'PI.I VOOR 1)1 F RC.F N t-1 Sk I: N t)i;

-ocr page 104-

icy-i v.n
dUa-Uu

(3Jo

llllr-

Welke vergaderingen en
besprekingen waren er?

December:

4 Dierenbescherming C.A.R. inzal<e tarieven
7 Beleidscommissie Volksgezondheid
Werkgroep Praktijkonderzoek

11 Ledenraad N.C.H.P.

12 Commissie Begeleiding Rundveebedrijven
Dierenbescherming inzake vogels in de winter

13 Bestuur Stichting Gezondheidszorg voor
Dieren

Pensioenfonds
Jaarcongrescommissie 1980

14 Tariefoverleg Begeleiding
Kalvermestbedrijven

18 Bespreking inzake het ontwerpen van een
hondepaspoort (honden- en kattenbesluit)
Stichting Gezondheidsdienst voor Pluimvee
Themacommissie Jaarcongres

19 Hoofdbestuur

Commissie Post Academisch Onderwijs
Veterinaire Volksgezondheid
Commissie Apotheekbegeleiding en
Diergeneesmiddelencontrole

20 Commissie Post Academisch Onderwijs
Groep Praktici Grote Huisdieren

21 Stichting Gezondheidszorg voor Dieren.
.Afdeling Pluimvee

Taakomschrijving van een
dierenarts verbonden aan een
dierenasiel en de hierbij
overeengekomen tarieven

Elk jaar weer worden aan de Nederlandse
asiels grote aantallen huisdieren
aangeboden. De Nederlandse Vereniging
tot Bescherming van i:)ieren heeft als taak
op zich genomen deze dieren onderdak in
asiels te verlenen, indien mogelijk nieuwe
eigenaars voor deze dieren te zoeken en de
eigenaars en hun pas verworven huisdier zo
goed mogelijk te begeleiden.
Tijdens het verblijf in het asiel dient
voortdurend aandacht aan de huisvesting,
voeding en verzorging van deze dieren
besteed te worden. [:)e verantwoordelijkheid
hiervoor ligt bij de asielbeheerder maar de
asiels zullen voor dit gedeelte van hun taak
ook vaak een dierenarts inschakelen.

In vrijwel alle asiels komt dan ook op
regelmatige of onregelmatige tijden een
dierenarts. Soms in het kader van een
asielbegeleiding.

In vele gevallen bestaat echter nog geen
echte samenwerking tussen het asiel en de
dierenarts en worden er slechts incidenteel
werkzaamheden verricht. In de loop van de
tijd zijn er zo afspraken over verrichtingen
en tarieven ontstaan die van asiel tot asiel
kunnen verschillen. De Nederlandse
Vereniging tot Bescherming van Dieren en
de Koninklijke Nederlandse Maatschappij
voor Diergeneeskunde hebben gemeend in
gezamenlijk overleg te moeten proberen te
komen tot een eenheid in de verrichtingen
en de tarieven door een samenwerkings-
model te ontwerpen voor de asiels en de
dierenartsen. Gedurende meer dan een jaar
heeft daarover overleg plaatsgevonden.
Vooral de laatste paar maanden heeft dit
contact zich geïntensiveerd en het resultaat
is in de vorm van een publicatie eind
december toegestuurd aan alle dierenartsen
en asiels. Zowel de Nederlandse Vereniging
tot Bescherming van Dieren als de
Koninklijke Nederlandse Maatschappij
Diergeneeskunde verwacht dat alle
betrokkenen zich het belang van dit
resultaat

terdege realiseren.

Alleen met ieders samenwerking bestaat de
mogelijkheid tot een uniform asielbeleid te
komen.

Verlenging geldigheidsduur
Bindend Besluit no. 3

ln de Algemene Vergadering van 6 oktober
1979 is het voorstel tot verlenging van de
geldigheidsduur van Bindend Besluit no. .3
betreffende ziekenfondsen besproken, in
stemtiiing gebracht en aangenomen. Volgens
artikel 41 van de Statuten is er vervolgens een
referendum gehouden. De uitslag hiervan
luidt als volgt:

voor 710

tegen 30

blanco 57

I^it betekent dat de geldigheidsduur van
Bindend Besluit no. 3 betreffende
ziekenfondsen verlengd is tot I januari 1985.

-ocr page 105-

Rond het tijdstip waarop u dit stui<je leest
hebben alle leden van onze vereniging het
derde nummer van Veterientje ontvangen.
Daarin de gebruikelijke informatie over
activiteiten en besturen van de afdelingen,
het verslag over het congres in Moskou van
.lannie Schuiling. Verder hebben de leden
van onze cominissie op verzoek van de
redaktie iets o\\cr zichzelf \\erteld.
[3e verslagen van de jaarvergadring en de
daaromheen gehouden excursies ontbreken
uiteraard niet.

Voor ons als CCC en ongetwijfeld ook
\\oor allen die aanwezig waren is deze
jaarvergadering weinig bevredigend
verlopen.

Belangrijkste oorzaak daarvan is naar mijn
mening de beperkte tijd die ons voor deze
bijeenkomst ter beschikking stond, in het
halve uur immers, dat ons voor de
eigenlijke vergadering restte, was het
nauwelijks mogelijk de agendapunten af te
handelen.

Van een gedachtenwisscling met leden en
niet-leden was al helemaal geen sprake,
.lammer, want zoals ik al eens eerder
schreef is in mijn ogen juist dat de zin van
zo\'n jaarlijkse bijeenkomst.
Wij willen dan ook, in overleg met dc
congrescommissie van de afdeling
Gelderland, trachten daarvoor het komend
jaar een oplossing tc vinden.
Omdat het echter niet om een incidenteel
geval gaat immers ook bij voorgaande
gelegenheden kwam onze vergadering wel
eens in de knel willen wc vorm, inhoud
en tijdstip van onze jaarvergadering ter
discussie stellen op ccn bijeenkomst met
vertegenwoordigers van de
afdelingsbesture n.

Deze bijeenkomst zal worden gehouden op
26 maart om 10.00 uur in Utrecht. Alle
besturen ontvangen hiervoor tijdig een
uitnodiging met een uitvoerig toegelichte
agenda. Op deze vergadering zal namelijk
ook nog worden gesproken over een aantal
andere zaken.

Zo is er de berichtgeving aan de leden, al
dan niet door middel van
V eteriemje en of
een eigen rubriek in het
Tijdschrift voor
Diergeitei\'sl<unde.
Daarmee onlosmakelijk
verbonden zijn de financiën. En met die
financiën hangt dan weer samen de
juridische vorm waarin we onze vereniging
willen laten voortbestaan. Waarbij de
vraag speelt of we geheel zelfstandig dan
wel wat nauwer verbonden met de
Maatschappij willen opereren.
Al met al een hele waslijst waarover wij als
Centrale Contact Commissie niet kunnen
en willen beslissen zonder dat de leden zich
daarover hebben uitgesproken,
t enslotte nog een bericht van de afdeling
Gelderland: Deze afdeling had op 7
november een vergadering bijeengeroepen
waarop beslist zou moeten worden of de
afdeling zou blijven voortbestaan dan wel
zou worden opgeheven.
Het bestuur was tot deze \'wanhoopsdaad"
gekomen doordat hun kosten en moeite om
een aantrekkelijk programma te bieden
vrijwel niinmer beloond werden met ecn
behoorlijke opkomst (zie ook de
\'noodkreet" van Nettie Holzmüller in
I cicrieiirjc\' 2).

Gelukkig is het zover niet gekomen.
Bestuur en leden hebben in overleg met
Corrie Rozemond en l ory Németh, die
namens de CCC deze vergadering
bijwoonden, besloten het nog eens te
proberen met ccn wat andere opzet. In
plaats van de gebruikelijke
avondbijccnkomsten is gekozen voor één
excursie per jaar en één ochtend- of
middagbijccnkornst bij een van de leden
thuis.

Vlet het bestuur van de afdeling (ielderland
hopen wij dat ccn goede opkomst op deze
eerste bijeenkomst duidelijk zal maken dat
onze vereniging ook in dc prov incie
Gelderland nog in een behoefte voorziet.
Uiteraard zijn op deze bijeenkomst, die zal
worden gehouden op 1.3 maart ten huize
van Marictje Moerman. Parkelerweg 9 in
I vvello. ook eventuele toekomstige leden
van harte welkom.

Mariattnc\' Syhesnta-Drijver
secretaresse Centrale Contact Commissie

-ocr page 106-

io

Personalia

Als lid van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde meldden zich de
collegae:

Gocsten. W. J. J.; 1979; 5062 EP Oisterwijk. Burg. Suyslaan 25.
Haverkate. H. J.; 1979; 3533 AR Utrecht. I.essinglaan 47 III.
Holzapfel. H.; 1979; 3972 .IS Driebergen. Hogesteeg 27.
Wolters. H. B. M. M.; 1979; 5988 EM Helden, Molenstraat II.

Als Kandidaatlid van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde heeft
het Hoofdbestuur aangenomen;

E, T. M. Nederveen, Grasstraat 19, 3572 TV Utrecht,
P, C, Neils, Azielaan 34, 3526 SB Utrecht,
Mej, K, E, I, H, Oev, Horst 10. 5707 GX Helmond,
R, H, .1, M, Sanders, Parkstraat 23, 3581 PC Utrecht,

Adreswijzigingen,enz,:

177 ß, W,,\' 1979; 3732 GN De Bilt, Wl
Prinsenlaan 2; d,

178 Baars. P. C. R.: 1972; Boekelo; p,. geass, met

.A. Eangevoort, B, B, A, EIchtenbelt. J, Ste- /9_ï
vense, H, W, Wessels, H, E, Wieringa, dr, A.
Zikken en dr. A. E. van Zuylen.

178 Raas. !.. C.: 1941; Dinxperlo; tel. (08355) 196
1929; r.d.; oud-wnd. dir. slachth.

179 Ra.x. .4. G. IC.. 1977; 7772 .IV Hardenberg, 199
Baalderesch 10; tel, (05232) 3797 (privé),

1598 (prakt,),

292 Beek Sr.. F ,/, 1er: 1943; .lavea (Alicante). 2114
(Spanje). Montgo M,G, 225; r,d,

181 Berg, dr. R. G. M. len: 1969; U-1979; Utrecht;
tel, (0.30) 514763 (privé), (010) 6.34336 (bur,);
wet, medew, EUR (Med, Fac,, lab, voor
204
Chirurgie),

181 Rers. ,/, van: 1966; Maasbree; p,, H-D,, 206
geass. met H. .1. L. Boonen, M, H, C, C,
Meens, W. Oldenburger en Ci. A. M. Wie-
land.
 206

184 Boonen. II. ./. /,.; 1951; Helden; p., geass,

met J, van Bers, M, H, C, C. Meens, W. 20^
Oldenburger en (i. A. M. Wieland.

18.^ Boiiwkainp. F. l.: 1975; 8032 NP Zwolle,

Anrijperdiep 14; tel, (05200) 40305 (privé), 211
30777 t. 125 (bur ); d. Ci.v.D.. prov. Over-
ijssel.

186:292 Brandsma. S.: 1952; Altea (prov. Ali- 2/2
cante), (Spanje), Camino de l.os Pinos nr, 17
(El Planet); adres van juni t m sept,: 9405
216
NA Assen, Schieland 17; tel, (05920) 50815; d.

187 Bron. F. ,/, .S,.- 1946; Sneek; tel, (05150)

12383, (05157) 3326 (bur,). b.g.g. (05147) 217
509 (privé).

187 Bruggen. J. G.: 1973; 7596 EG Rossum. 2/7
Father Raatgerstraat 22; tel. (0541 I) 686; p..
geass. met H. G. A. Koek. P. C. Kroft en
222
H. ,1. Nijsen.

189 Rriiins. .I:n.. R.: 1968; 9801 (iS Zuidhorn

(Gr,), ,lan van Galenstraat I; tel, (05940) 22.?
3006 (privé).

Ce.sar. F.: 1959; 8919 AD Leeuwarden, Mr,
P, .1, Troelstraweg 178; tel, (05100) 62387
(privé). 23891 (prakt,),
\'Dalen. Mej. F. P. M. van: 1979; 3572 PC
Utrecht. W, Barentszstraat 49; tel, (030)
i
717818; d, \'

Diijour. F. .VI.: 1956; Fluitenberg; h. vl.k. \'
dnst.; plv. i.; r.k.; r.k.v.
Flsl. H. .4. M. va/i;l975; Wageningen; tel.
(08370) 13710 (privé). 12432 (prakt,); p.,
geass. met A. H. Westerhuis en L. H. Wouda.
Gajeniaan. dr J. F.: 1957; A-1978; 1075 HK
Amsterdam. De Lairessestraat 163; tel. (020)
799032; d.; pres. W.S.A.V.A. (assoc. met
R. Jansen beëindigd),

*Galili. ./.,■ 1979; 3571 AH Utrecht, Van Lief-
landlaan 130; d,

Godsehalk. G.: 1975; 3512 LT Utrecht,
Nieuwe Gracht 48; tel, (030) 319562; p,, a.ss,
bij Ci. H. Veenhuis.

"Goesien. H\'. J. J.: 1979; Oisterwijk; tel.
(04242) 5121 (privé). 2078 (prakt ),
Graveland-Holierheek. .Mevr. F. G.: 1969;
Alphen a d Rijn; p,, H-D,, geass, met C, N,
M, Mul, J, H, Rootert en F, Fh, C, de Wil,
Haverkort. ,/,, 1977; Franeker, Binnenhof I I;
tel, (05170) 4122 (privé), 2965 (bur,); h,
vl,k,kr,

"Heide. ,-1, //,, 1939; Ten Boer (Cir); r,d,
(assoc, met P, W, Pastoor beëindigd),
"Holzapfel. II.: 1979; Driebergen; tel, (0.3438)
3094 (privé), (015) 566319 (prakt,); p,, ass,
bij J, H, Kers cn 11. J. Uilenreef
Hoorweg. 11. R.: 1978; 2033 HK Haarlem.
Slachthuisstraat 76; tel. (023) 333363; p.
Houwer. G.: 1977; Damwoude; p.. geass. met
J. K. Schuil.

.lansen. R.: 1971; Amstelveen; p.. 11.D.. kl.
huisd. (assoc. met dr. J. E. Ciajentaan be-
eindigd).

"Jürgens. ./. C. P.: 1974; Deventer; tel.
(05700) 50448 (privé). 23433 (prakt.).

-ocr page 107-

227 Kock. H. G. .-i.: 1967; Oldcnzaal; p.. H-D..
gcas.s. mct .1. Ci. Brüggen. P. C. Kroft en
H. ,1. Nijsen.

.\'77 Kolk. G. van der: 1942; Nieuwe Niedorp;
tel. (02261) 12.12.

229 Koopmans. .!. .V.; 1979; 7576 WP Oldenzaal.
Het Nardusboer 121; p.. ass. bij .1. Ci. Brug-
gert. H. Ci. .A. Kock. P. C. Krolt en H. .1.
Nijscn.

2i/ Kroft. P. ( .; 1970; Olden/aal; p.. geass. met
.1. Ci. Bruggert, H. Ci. A. Kock en H. J.
N.jsen.

2il Kruijf dr. ./. \\f dc: 1971; U-1979; 5492 HA
St. Oedenrode. Corridor 5; tel. (041.18) .1613
(privé).

2.?.? *Kuiper. Mej. F. ./. (.: 1979; 3512 CN
Utrecht. Ridderschapstraat 27; d.

2.U Langevoori. .4., 1953; Enschede; p., H-D..
geass. met P. C. R. Baars, B. B. A. Lichten-
belt. ,1, Sleven,sc, H, W, Wessels, H, F,
Wieringa, dr, A, Zikken en dr, A, L, van
ZuvIen,

236 fichlenheh. li. li. ,4,; 1975; Boekelo; p,,
geass, met P, C, R, Baars, A, Eangevoort,
,1, Stevense, H. W. Wessels, H, F, Wieringa,
dr, A, Zikken cn dr, A, F, van ZuvIen,

241 Mecns. M. II. ( . C.: 1951; Mevel; p,, geass,
mct ,1, van Beis, H. ,1. F, Boonen, W, Olden-
burger en Ci. A. M. Wieland.

24.f Minne. F. ,-(, van der: 1976; 3583,11, Utrecht,
Stadhoudcrslaan 60; tel, (030) 514255; wnd,
d,

244 Mui C. A, .il.: i960; Alphen a d Rijn;
p,, H-D,, geass, met Mevr, E, O, Graveland-
Wolterbeek, ,1, H, Rootert en F, Th, C, de
Wit,

246 *.\\ap. R. C.: 1979; Bilthoven; wet. medew.
R.U. (E.d.D., vkgr. Bedrijlsdiergeneesk. en
Buitenprakt.).

24,S .Mjsen. II. ./.; 1955; Weerselo; p.. geass. met
.1. (1. Bruggert, 11. (i. A. Koek en P. C.
Krolt.

249 Offeringa. .V. F: 1947; Assen; tel. (05920)
55127 (privé). 1I7II t. 214 (bur.); wnd. h.
vl.k.dnst.; r.k.; k.d.: plv. i.; Ir. opl. van keur-
meesters.

249 Oldenhurgcr. H .: 1970: Helden: p.. geass. met
.1. van Bets, H. .1. F. Boonen. M. H. C . C.
Meens en Ci. A. M. Wieland.
Oorschol. ./. .4. van: 1978; Zallbimimcl; d.
in m. dnst.

25/ *(>skam. /).. 1949: Viancn: p.. H-D.. geass.
met W, Pons en A. Zuring.

2.SJ Pastoor. P. IC,; 1971: len Boer (Cir ); p..
geass. met A. M. Weitenbcrg. (assoc. mct
A. H. Heide beëindigd).

254 *Pieler.se. Mej. P. O.; 1979: 3583 .11 Utrecht,
,1, W, Frisostraat 20; d,

2.\'i5 Pons. H\',; 1967; Viancn: p,, geass, met 1),
Oskam en A. Zuring.

259 Rijpkema Sr.. 1).: 1917; 9203 KE Drachten,

Burg, Wuiteweg 199, Scrvicellat; tel, (05120)
12335,

26(1 Rooien. J. II.: 1975; Alphen a d Rijn: p,,
H-D„ geass, met Mevr, E, G, Graveland-
Wolterbeek. C, N, M, Mul en F, Th, C, de
Wit,

264 Schrooven. ,/, .A. M.: 1964; Fiempde; tel,
(041 13) 1595 (privé), (04116) 75915 (bur,),

264 *Schuil. ,/, K.: 1979; Damwoude; p,, geass,
met Ci, Houwer,

270 Sieenhergen-van der Hill. .Mevr. A. J.: 1977;
Boekelo; p,, ass, bij P, C, R, Baars, A, Fange-
voort, B, B, A, Fichtenbelt, J. Stevense,
H, W. Wessels, dr, A, Zikken en dr, A. L,
van Zuylen.

271 Sieven.u\'. J.: 1965; Enschede; p.. H-D.. geass.
met P. C. R. Baars, A, Eangevoort, B, B, A,
Fichtenbelt, H, W\\ Wessels, H, F, Wieringa.
dr. A. Zikken en dr. A. F. van Zuylen,

271 Stoei ./.: 1975; 8711 GL Workum," ,lonker,s-
finne 5; tel, (05151) 1229; p„ ass, bij D, v, d.
Zee en L, v, d. Zee,

276 *Top. P. D. ,/,; 1979; 3522 AG Utrecht,
Croesestraat 52; tel, (030) 881093; wnd, d,

277 \'l een. D. H\'. van ,1c: 1979; 35I4TE Utrecht,
Lijsterstraat 86; d,

27fi l erhochi. J. .M.: 1975; 4707 RN Nispen,
OudeTurlVaartsestraat 52; tel, (01650)42750,

281 l oorihuvsen-Dijkhuis. .Mevr. II. M. van:
1979; 2202 AD Noordwijk. Ligusterweg I;
tel, (01719) 13972; p,, kl, huisd.

282 \\ \'osmer. A. A. M.: 1974; 2959CE Streefkerk,
Zwanenvliet 46; tel, (01848) 2448,

284 Weilenherg. A. M.: 1974; Middelbert; tel,
(050) 416070; p,, geass, met P. W, Pastoor,

28.^^ Wessels. II. IL.. 1968; Enschede; p., H-D.,
geass, mct P. C, R, Baars, A, Eangevoort,
B. B. A. Lichtenbell, ,1, Stevense, 11, E,
Wieringa, dr, .A. Zikken en dr. A. L. van
ZuvIen,

286 IVesierhiiis. A. II.: 1973: Wageningen; p,,
11-1),, geass. met 11. A. M. van Eist en F. H.
Wou da.

286 H\'ieland. G. .1. .M: 1964; Helden; p., geass,
met ,1, van Bei s, 11. ,1. L. Boonen. M. H .C.C.
Meens cn W. Oldenburger.

286 Wieringa. II. f.: 1977: Enschede; p.. H-D..
geass. met P. C. R. Baars. A. Eangevoort.
B. B. A. Lichtenbell, ,1, Stevense. 11. W.
Wessels, dr. A. Zikken en dr. A. L. van
Zuylen.

286 Wiersma. P. ./. M: 1977; lUrecht; wet.
medew. R.U. (E.d.D., vkgr, Geneesk, van het
kl, Huisd ),

296 287 WHderhcck. A. fh. M.: 1976; 5855 EA
Well (F.). Bosscrheide 23; tel. (04783) 1892;
d. Intervet Int.

288 Wil. F. Th. C. de: 1979: Alphen a d Rijn;
p., geass, met Mevr. E. G. Graveland-Wolter-
beek. C. N. M. Mul en ,1, H, Rootert,

-ocr page 108-

JHH *))■()//(TV, //. B. M. M.: 1979; Helden; tel.
(04760) .■(292 (privé). 2.149 (prakt.); p.. ass.
bij ,1. van Bers, H. .1. 1.. Boonen, M. H. C. C.
Meens, W. Oldenburger en (i. A. M. Wie-
land.

288 »\'oud. ,/. 1978; 69.11 TW Westervoort,

V. de Waelstraat 10; tel. (08.10,1) 8521; p.
288 Wouda. /.. //.. 1952; Wageningen; p., geass.

met H. A. M. van Eist en A. H. Westerbuis.
290 Zikken. dr. .4., 1970; U-1978; Ensehede; p.,
geass. met P. C. R. Baars, .A. Eangevoort,
B. B. A. Eicbtenbelt, .1. Stevense. H. W.

Wessels. H. E. Wieringa en dr, A. E. van
Zuyien.

290 Zuidhof. Si.: 1952; Bakkeveen; tel. (05169)
475 (privé), 260 (prakt.); p.. geass. met E. K.
Dolfijn en Th. Eamberts; plv. i.

290 Zuring. .4.: 1977; Nieuwegein; p., geass. mei
D. Oskam en W. Pons.

290 Zur len. dr. .4. L. van: 196.1; M-1965; En-
schede; p., H-D., geass. met P. C. R. Baars,
A. Eangevoort, B. B. A. Eichtenbell, J. Ste-
vense, H. W. Wessels, H. E. Wieringa en
dr. A. Zikken.

Jubilea:

ProE dr. .1. H. .1. \\an Gils te Hilversum

G. .1. M. Kortman te Eindhoven
J. ,1. de Jong te Heerenveen

ProE dr. F. C. van der Kaay te De Bilt
O. A. van Dobbenburgh le Houten

H. Perre le Aerdenhout

G. M. Smits tc Amsterdam

\\ oor het Dierenartsexamen slaagden:
d.d, 7 december 1979

Geslaagd \'met genoegen\':

Mej. E. J. C. Kuiper

(alwe/.ig) 45 jaar op 30 januari 1980
(aanwezig) 45 jaar op 30 januari 1980
(afwezig) bojaar op 31 januari 1980
(afwezig) 60 jaar op 31 januari 1980
(aanwezig) 65 jaar op 2 februari 1980
(afwezig) 25 jaar op 4 februari 1980
(afwezig) 25 jaar op 7 februari 1980

P. D. J. Eop

1). W. van de Veen

Mej. E. P. M. van Dalen

Geslaagd:

B. W. Augustinus
J. Galili

Mej. P. G. Pieterse

Cursus

Sensorische analyse

C entraal Instituut voor Voedings-
onderzoek TNO

Gezien de grote belangstelling \\oor de in totaal zes
m sensorische analyse gegeven cursussen, zal ook
in 1980 een cursus worden georganiseerd door de
Hoofdgroep Voeding en N\'ocdingsmiddelen I NO
(oude naam; Centraal Instiluut \\oor Voedings-
onderzoek (Cl\\O) 1 NOl te Zeist cn het Psycholo-
gisch laboratorium der Rijksuniversiteit te
Utrecht.

De cursus wordt gege\\cn in hct CTVO-I NO gedu-
ende tien wekelijkse bijeenkomsten op dinsdagen
\\an ca. 9.45 uur tot ca. 16.15 uur. beginnende 4
maart en eindigende 13 mei 1980. Op dinsdag 18
april is er geen cursus.

Hel minimum aantal deelnemers bedraagt 20,
het maximum aantal is .10.

Het programma om\\at de volgende onderdelen;
E sensorische meetmethoden; 2. selectie, training
en motivatie; 3. statistiek; 4. werking \\an de
zintuigen; 5. organisatie \\an hel sensorische onder-
zoek.

I iidcns de cursus zal er ruime gelegenheid bestaan
■ oefening, discussie en \\erduidelij-
■tiscbc inzichten. De kosten bedra-

ijdcns de cur
)or praktiscl
ng \\an thcoi
Ml
/ 1080,
M-blijfkosten.
adere infor

(exclusief BEW| met inbegrip van
natie cn aanmeldingsformulieren
zijn te \\erkrijgen bij de heer 1.. J. \\an Gemert
(CIVO-INO, lUrcchtseweg 48, Postbus 360,
.1700 AJ Zeist, tel. 0.1404-52244, toestel 254).

Subsidie-aanvragen
Koningin Wilhelmina Fonds

Het Koningin \\\\ ilhelmma Fonds Nederlandse
Organisatie
\\oov Kankerbestrijding (KWE-NOK),
maakt bekend dal subsidie-aanvragen voor 1981
ten behoeve van

wetenschappelijke projecten van kankeronderzoek
kunnen worden ingediend \\óór .11 maart 1980.
In \\ erband mcl aangegane financiële verplichtingen

ten opzichte \\an de \\elc reeds lopende projecten
zullen de middelen voor nieuw tc entameren kan-
keronderzoek beperkt zijn.

Voor subsidie-aam ragen gelden de \\ olgcndc voor-
waarden:

1. aanvragen indienen \\ia het bestuur \\an een
(universitair) kankercentrum of-instituut;

2. voor nieuwe aanvragen van elders wende men
zich voor inlichtingen tot Dr. K. W. v. d. Pollof
Drs. 11. W. Waaijcrs, telefoon: 020-735575:

.1. projectbeschrijving in dupio indienen bij de
afdeling research-coördinalie van het bureau
KWF, uitsluitend op daartoe bestemde formu-
lieten die op aanvrage bij de research-
coördinalie verkrijgbaar zijn.
.Afdeling research-coördinalie van hct bureau
KWF. de Uiresseslraat 33, 1071 NS Amsterdam.

-ocr page 109-

öüdQ mm (S® \\j}mM\\lk

Een ongewone complicatie
bij een wormaneurysma

All Ljiusual CoDiplicaiion in a Case of Verminous Aneurysm
O. Voortman\'. G. J. Binkhorst^, H. C. Walvoort\'

s wilW A 111\\(,

i\'.r worcll een geval beschreven van plotselinge sierjie hij een koliekpony door een
verbloeding vanuil ccn wormaneurvsma in het darmkanaal.

SIMMA R-l

.4 ca.se of sudden death ofa pony with a history of colic, due to afatal haemorrhage
from a verminous aneurysm into the digestive tract is reported.

IM I IDINCl

Op ccn zondagmiddag v\\crd bij dc Kli-
niek \\ oor Veterinaire Inwendige Ziekten
een ca. jarige Welshpons\' aangeboden
met de volgende anamnc.se:
De pony had de zaterdag ervoor meege-
daan aan een springvvedstrijd. werd
daarna in de wei gelaten en werd zondag-
morgen om half 8 gevonden met hevige
koliek: rollen, zweten. polstVeqiientie 100
slagen min.; de slijmv liezen waren echter
normaal rose \\an kleur. Dc borborvgnu
waren aanwezig maar er zouden geen tae-
ccs zijn algekomen. Bij rectale explora-
tie werd een dikte in de buik gev oeld. De
pony werd tweemaal behandeld met een
spasmolyticum-^. echter zonder resultaat.
Bij nadere informatie bleek dat dc pony
iedere dag een half uurtje werd bereden
en elke drie maanden werd ontwormd.

Koliekverschijnselen waren nooit eerder
opgemerkt, maar de ponv was pas een
halfjaar in het bezit van dc eigenaar.

KI.IMSC II ONDI RZC)I:K

De in een normale voedingstoestand ver-
kerende en goed verzorgde ponv was bij
aankomst wat suf en sloom, maar zweette
niet meer.

De polsfi cqucntie was nog steeds tc
hoog: 96 slagen min., de slijmvliezen
blcekrosc. de sciera wit van kleur.
Bij auscultatie van de buik werden links
en rechts normale borborygmi gehoord.
Bij rectale exploratie werd ecn harde
dikte ter grootte van ecn voetbal aange-
troffen ter hoogte van de voorste scheils-
wortel. De darmen waren leeg op wat
scibula in het colon tenue na.

Drs. O. Voort man. ticstijds werk/aam bij de Vakgroep Inwendige Ziekten der grole huisdieren. Faculteit
der Diergeneeskunde. Yalelaan 16. Utrecht. I hans dierenarts in militaire dienst.
Dr. (i. .F Binkhorst. Vakgroep Inwendige Ziekten der grote huisdieren. Faculteit der Diergeneeskunde.
Yalelaan 16, Utrecht.

Drs. H. C". Walvoort. Vakgroep l\'athologic. ald. Bijzondere Ziektekunde der Huisdieren. Faculteit der
Diergeneeskunde. Biltstraat 166. Utrecht.
Buscopan®. Boehringer Ingelheim.

-ocr page 110-

Bij het inbrengen van de neussonde ver-
zette de pony zich heftig en \\ iel neer. Na
het terugtrekken van de sonde werd in het
uiteinde wat gras vermengd met bloed-
stolsels ge\\ onden.

De slijmv liezen waren inmiddels papier-
wit gew orden en dc pony overleed binnen
enkele tninuten.

Voor de combinatie koliek en acuut tot
subacuut verlies van veel bloed komen
een aantal oorzaken in aanmerking.
Acute verbloeding in de buik vanuit een
dunwandig aneurvsma is zeer goed mo-
gelijk (I), Vaak wordt de koliek niet eens
opgemerkt; de patiënt wordt dood ge-
vonden (2, 4),

Een snel ontstaand, uitgebreid hetna-
toom. bijvoorbeeld rctropcritoncaal om
de scheilsvvortel en de nieren, in de lig,
lata of in de milt kan de oorzaak zijn van
de dan vaak optredende contradictie;
heftige koliek - bleke slijmvliezen.
Een afsluiting van een groot deel van de
darmtractus (volvulus. torsio mesenteri-
alis) kan verlies van grote hoeveelheden
bloed in de darmwand en in het lutnen tot
gevolg hebben.

Een andere mogelijkheid is een uitge-
breide haemorrhagische infarcering.
zowel van de dunne darm als van het
coccum en colon. vanuit ccn wormaneu-
rysma in de A. mesenterialis craniais (.1.
5),

Acute verbloeding is in de laatsti drie
gevallen echter niet de oorzaak v.n de
snel intredende dood. zoals bij de/e lonv,
Hoewel ernstige slijmvliesbeschaiigin-
gendoor
Gasierophylus-\\iir\\cn. ulc^racn
carcinomen in de maag bij het paarl wel
voorkomen, is een acute verblociing.
zoals in de lebmaag bij het rund niet
beschreven.

Bij een ruptuur tengevolge v an een naag-
overlading treedt opvallend veinig
bloedverlies op.

Klinisch was dit probleem; acuut m.ssaal
bloedverlies dan ook niet zonder nrcr te
verklaren.

Op verdenking van een inwendigi ver-
bloeding werd de pony ter sectie lij de
afdeling Pathologie aangeboden,

POSTMOR l A.Al. 0NT)[-.R/.()1:K
f)e slijmvliezen en de organen vai het
verse cadaver waren opvallend ble k.
Ter hoogte van de voorste scheilsvortel
bevond zich een dikwandige holti met
een diameter van circa 20 ccntimctu-. ge-
vuld met bloed en gelaagde afzettngen
van fibrine, In deze holte kwam eei arte-
rieel v at uit. dat rechtstreeks van dciorta
aftakte (1\'ig. 1), Nader macroscopis h en

-ocr page 111-

microscopisch onder/ock wees uit. dat
hier sprake was van een aneurysma, met
waarschijnlijk parasitaire etiologie. Op
één plaats stond dit verwijde vaatlumen
\\ia een opening met een diameter \\an
circa 3 centimeter in verbinding met het
lumen \\an het duodenum, dat op onge-
veer 75 centimeter afstand van de pylorus
met de dikte was vergroeid.

He craniale helft van de maag was gevuld
met een droge, vaste massa, bestaande uit
groene plantendelen, het caudale ge-
deelte bevatte overwegend gestold bloed.
Vanaf de pylorus tot vlak voorde flexura
pelvina van het colon crassum. was het
darmkanaal gevuld met vrij veel waterige
inhoud en darmafgietsels bestaande uit
gestold bloed.

Op grond van de/e bevindingen werd de
diagnose \'verbloedingvanuit een worm-
aneurysma in het darmkanaal\' gesteld.

EPICRISL

De ontsteking van de vaatwand bij een
wormaneurysma kan /ich uitbreiden in
de omgeving, waarbij vergroeiingen met
naburige organen kunnen optreden (1).
Het is mogelijk dat het duodenum, dat
caudaal om dc voorste scheilswortel
heenligt, op deze wijze met een worm-
aneurysma vergroeit.
Verbloeding vanuit het wormaneurysma
in het darmlumen is voorzover ons be-
kend in de literatuur tot op heden niet
beschreven en moet als een zeer zeldzame
complicatie van een wormaneurysma
worden beschouwd.

i.n ERAnitiR

1. Dahme. E.: Blutgefässe, in: .loest. E.: Handbuch der speziellen pathologischen Anatomie der Haus-
tiere. Bd 11. -V Aufl. Paul Parey. Berlin u. Hamburg {1970).

2. Dctwciict. D. K. and Patterson. D. F. M.: Equine Medicine and Surgerv 1 ed. Am. Vet. Publ. Inc.
Illinois California (1969).

.V Pauli. B.. (ierber. H. und Chuit, P.: Dünndarminfarkte beim Pferd. Schweiz. .Arch. TierheHk.. I 1.1.
MS. (1971).

4. Sybesma. .A. M.: .Aneurysmavorming op erfelijke basis als oorzaak van intra-abdominale verbloeding

bij runderen. Ehesis Utrecht (1960).
.S. Sutoh. M., Saheki. Y.. Ishitani. R.. Ituii, S.. Narita. M., Hamazaki. H. and Yokota.T.: Occurrence and
Pathology of a disease of foals caused by larval migration
of Slrt)Hf;\\ lu.s viilgiiris. E.xp. Rep. Equine
Hlih. l.ah..
1.1. 60. (1976).

-ocr page 112-

Hoefkreupelheden

Lameness in ihe Horse

K. .1. Dik\'

SAMENVATTINCl

Rönigenologisehe opnameiechniek en inlerpreiaiie heireffentle aandoeningen van
hei hoefheen worden beschreven aan de hand van enkele voorheelden.

SUMMARY

Radiographic technique as well as imerpretaiion of diseases ofthe third phalanx in
the horse are described and illustrated.

IMJiniNG

Hoefkreupelheid is een ver/amelnaam
van velerlei aandoeningen. Veeal zijn
deze gelocaliseerd in het podotrochleage-
bied. echter ook andere oorzaken kunnen
eraan ten grondslag liggen, waarbij hct
röntgenologisch onderzoek een belang-
rijke bijdrage kan leveren aan de defini-
tieve diagnose.

In hct navolgende zal aandacht worden
besteed aan opnametechniek en interpre-
tatie betreffende enkele regelmatig v oor-
komende aandoeningen van het hoef-
been.

OI\'NAMI I I tTiMI K

Evenals bij het maken van een \'podo-
opnamc\' dient v oor aanvang van het on-
derzoek het ijzer te worden afgenomen en
de hoef te worden gereinigd,
l.ossc hoorndclcn moeten worden verw ij-
derd cn de straalgroeven dienen enigszins
V-vormig te worden uitgesneden, opdat
ze zich beter laten opvullen met groene
zeep.

Ten behoeve van de zijdelingse opname
in medio-laterale ( ML) of latero-mediale
(LM) richting wordt de ongezeepte voet
op het Podoblok geplaatst.
De opname wordt gemaakt met horizon-
tale stralengang gecentreerd juist onder
het midden van de kroonrand ineen rich-
ting evenwijdig aan ccn denkbeeldige lijn
die langs de achtcr/ijde van beide hoef-
ballen strijkt.

Ciebruik van ccn rooster is daarbij niet
nood/akelijk.

De anterio-postcrior (AP)opname kan
op twee manieren worden vervaardigd.
In beide gevallen dienen /ooivlakte cn
straalgroeven te worden opgevuld met
groene /eep, om te v oorkomen dat zich in
de straalgroeven of tussen zool en cas-
sette lucht ophoopt.

Dergelijke luchtophopingen tekenen zich
op de röntgenfoto af als zwarte v lekken
welke de interpretatie van de opname
aanzienlijk kunnen bemoeilijken.
De eerste methode is analoog aan die
welke richting wordt toegepast bij het

Drs. K. .1. Dik, namcnsde Vakgroep Radiologie, l aculteit der Diergeneeskunde, Yalelaan 10, De tlilhol.
Utrecht.

-ocr page 113-

\\cr\\aardigen van een \'l\'odo\'-opname in
Al\'-richting, de in testellen mAs(miliam-
père X opnametijd)-waarde dient echter
in vergelijking daarmee minstens gehal-
veerd te worden.

Bij de tweede methode wordt gebruik ge-
maakt van een cassette (formaat 18 x 24)
welke in een stevige cassettebeschermer
v an plastic of hard weefsel wordt gescho-
ven en vervolgens op de grond gelegd.
Dc ge/.eepte voet wordt erop geplaatst.
De opname wordt gemaakt in dorso-
ventrale (DV)richting onder een hoek
van ± 60° gecentreerd juist onder het
midden van de kroonrand. In tegenstel-
ling tot de eerste methode is gebruik van
een rooster hierbij niet noodzakelijk. Di-
agnostisch gezien zijn beide methoden
gelijkwaardig.

K) i()-iM FRi\'Rt\'i .v rn:
I Hoefheciifraciuur

De AP-opname levert bij dit soort afwij-
kingen verreweg de meeste informatie op.
Dc voet dient daarbij zeer zorgvuldig te
worden gezeept, daar in de straalgroeven
achtergebleven lucht tot verkeerde inter-
pretaties kan leiden.

Verreweg de meeste hoefbeenfracturen
verlopen van de margo solaris naar de
facies articularis, hetzij in het sagittale
V lak. hetzij in andere delen van het hocf-
been.

I.igt het fractuurvlak geheel in het ver-
lengde van dc stralenrichting, dan tekent
het zich af als één lijn (fig. la), is dit niet
het geval dan manifesteert de fractuur
zich als twee vanaf de margo solaris in de
richting van het hoefgevvricht V-vormig
uiteenlopende fractuurlijnen. (fig. Ib)
In de peracute fase kan de fractuur der-
mate smal zijn dat deze binnen de van
nature toch al uitgesproken radiaire
hocfbeenstructuur gemakkelijk over het
hoofd wordt gezien, (fig. 2a) Elke don-
kere lijn waarvan het verloop niet past
binnen het normale structuurpatroon is
echter verdacht.

In een wat latere fase zal de spleet zich
vrijwel altijd verwijden en is gemakkelij-
ker zichtbaar, (fig. 2b) Dientengevolge
dient het röntgenonderzoek, indien het
aanvankelijk negatief verloopt ondanks
een reële verdenking, na circa 14 dagen
herhaald te worden, (iedurende het
verdere, overigens zeer traag verlopende,
genezingsproces zal de fractuurspleet ge-
leidelijk steeds minder duidelijk zicht-
baar worden als gevolg van callusvor-
ming. (fig. 2c)

Fracturen kunnen ook gelocaliseerd zijn
ter hoogte van de processus extensorius.
hetgeen het best zichtbaar is op een zijde-
lingse opname. Dit leidt vrijwel altijd tot
uitgebreide botnieuwvorming aan het
hoefbeen en in mindere mate aan het
kroonbeen (fig. 3). Een \'lage overhoef is
het gevolg. Desondanks behoeft een der-
gelijke aandoening niet altijd aanleiding
te geven tot kreupelheid.
Uit de bevindingen van het röntgenonder-
zoek kan dan ook niet zonder meer de
klinische betekening worden afgeleid.
Vooral bij Friese paarden wordt dit beeld
nogal eens als toevalsbev inding aange-
troffen. veelal aan beide voorbenen. Mo-
gelijk is in dergelijke gevallen geen sprake
van een echte fractuur, maar is de proces-
sus extensorius niet met de rest van het
hoefbeen vergroeid.

Vrij regelmatig wordt op zijdelingse op-
namen een klein botfragment waargeno-
men gelocaliseerd ter hoogte v an de dor-
sale zijde van het hoefgevvricht. (fig. 4)
De belijning van kroonbeen. processus
c.xtensorius en hoefgevvricht is daarbij
gaaf. Hoewel omtrent de oorzaak daar-
van nog geen zekerheid bestaat, staat wel
vast dat het vrijwel nooit aanleiding geeft
tot kreupelheid.

11 \\ageil rei/

Nageltred of soortgelijke verwondingen
kunnen aanleiding geven tot beschadi-
ging van het hoefbeen. sequestratic is
vaak het gevolg.

Hoefbeensequesters zijn op röntgenfoto\'s
echter vaak zeer slecht waarneembaar,
deels doordat ze meestal erg dun zijn.
deels ook door de weinig compacte - en
onregelmatige hocfbeenstructuur.
Nauwkeurige voorbereiding van de hoef,
zoals bij de opnametechniek aangegeven,
is dan ook een eerste vereiste. De instel-
ling van het apparaat dient zo gekozen te
worden, dat de opname in feite sterk on-
derbelicht is.

-ocr page 114-

Fig. ia. A.P.-opname van de recliter voorvoet
van een 1-jarig paard direct na ontstaan van de
kreupelheid genomen.

De scherp belijnde fractuur bevindt zich vrijviel
in het sagittale vlak en tekent /.ich als één lijn
af.

Fig. 1 b. A. P.-opname van de linker voorvoet van
een 6-jarig paard circa twee weken na ontstaan van
de kreupelheid.

De fractuurspleet tekent /ich V-\\ ormig af ( ~ ) is
vrij wijd. en de begrenzing ervan vervaagt enigszins.

Fig. 2a. A.P.-opname van de linker voorvoet van
een 4-jarig paard, één dag na ontstaan van de
kreupelheid.

Fractuurspleet { ^ ) nauwelijks zichtbaar.

Fig. 2b. Zelfde dier ruim twee weken later, de
verwijde fractuurspleet ( ) valt duidelijk op.

-ocr page 115-

Fig. 2c. Zelfde dier, ruim twee maanden later,
fractuurspleet ( ^ ) nog duidelijk zichtbaar, maar
enigszins vervaagd door beginnende callusvorming.

Fig. 4. Zijdelingse opname van de linker voorvoet
van een 10-jarig paard. Dorsaal in het hoefgewricht
tekent zich een klein botfragment af. ( — ) de
belijning van hoefgewricht. processus extensorius
en kroonbeen is gaaf.

Fig. .1. Zijdelingse opname van de rechter voor-
voet van een 7-jarig paard. Processus c.xtcnsorius
volledig gedeformeerd, l ussen processus c.xten-
sorius en dc rest van het hoeftecn nog een vage
scheidingslijn zichtbaar. ( ■. )
nistaai van dc processus extensorius is het hoef-
becn uitgebouwd. ( / )

Ook het dorsale deel \\an het kroonbeen toont
enkele botwoekeringen en de begrenzing van het
hoefgewricht is otiregelmatig.

-ocr page 116-

Fig. 5c. Uitprojectie in /ijdelingse richting; M.l..-
opname waarbij de stralenbundel niet horizontaal
maar onder een hoek van circa 5° naar beneden
is gericht. Dc onderrand van de mediale hoeFbeens-
hcHt tekent zich daardoor lager af dan die van de
laterale helft. Het scquester is nu duidelijk zicht-
baar.

Fig. 5b, MF,-opname van hct zelfde been: een
vage structuuronregelnuitigheid in de zooivlakte
van het hoefbeen, ( ■■. )

Fig, 6a. ,A,I\',-opname v an de linker v oorvoet v an
een I4-jarig paard: botcystc in processus c,\\tcn-
sorius, t I )

-ocr page 117-

Vaak bevindt het sequester zich in het
gebied \\an de margo solaris, aanvulHng
van beide standaardopnamen met een
uitprojectie in zijdeUngse richting kan
dan essenticMe inlormatie opleveren. (1\'ig.
.\'ia. b. c)

lil BoicysU\'

Deze aandoening komt v rij zelden voor
cn wordt bovendien nogal gemakkelijk
over hel hoofd gezien.
Meestal is deze op een AP-opname wel,
maar op een zijdelingse opname niel
zichtbaar, tenzij de zijdelingse opname
sterk wordt overbelicht.

Een cyste manifesteert zich als een vrij
ronde omschreven opheldering, meestal
gelocaliseerd in de processus extensorius
(fig. 6a), soms echter ter hoogte van de
gewrichtsvlakte van hel hoefbeen. (fig.
6b) Zij kan otrigeven zijn door een sclero-
tisch verdichte zone. (fig. 6c) Soms is een
directe verbinding lussen cyste en hoefge-
wricht aanwijsbaar. De oorzaak van deze
aandoening valt niel zonder meer aan te
geven.

Meestal geeft het aanleiding lot een inter-
mitterende kreupelheid. De cyste kan
echter in het verloop van enkele maanden
tot enkele jaren spontaan verdwijnen.

-ocr page 118-

Beknopt overzicht over konijnevoeding

Brief Review of Nutrition in Rabbits
C. L. van Limborgh\'

SAMENVATTING

Voor een prakticus is het van belang enige hoofdzaken betreffende voeding en
drinkwatervoorziening te kennen die bij de beoordeling van problemen bij com-
merciële mesterijen of sportfokkers een rol kunnen spelen.

Een beknopt overzicht over de houw en functie van het spijsverteringskanaal gaat
vooraf aan de bespreking van de meest voorkomende oorzaken van voedingsstoor-
nissen die nogal eens letaal verlopen. De nadruk is gelegd op het specifieke
recirculatie-mechanisme wal een verhoogde kwetsbaarheid oplevert indien het
voedsel te weinig structuur bezit.

Een ernstige verstoring van de maagdarmfunctie kan gemakkelijk veroorzaakt
worden door bedorven voedsel en!qf drinkwater, zaken die misschien nog teveel
worden onderschat t.o.v. .specifieke aandoeningen. Gegevens inzake voeder- en
drinkwaterhehoefte worden, voor zover relevant voor dit overzicht, eveneens
verstrekt.

SUMMARY

A pr act it ioner should be aware oft he most important items regarding feed and water
supply that may by a factor in as.sessing problems on large commercial units or in
fancy breeding.

A brief introduction on the function of the digestive tract precedes a discussion of
the main causes of nutritional disorders which are frequently lethal. The specific
tnechanism of recirculation (caecotrophy) causing increased vulnerability to vari-
ations in the te.xture of feeds is stressed.

Severe intestinal ttialfunction is readily induced by contaminated and spoiled feed
and jor drinking water. These effects are probably underestimated in comparison
with specific di.seases. Data on nutritional requirements are also presented to the
e.xtent to which they are relevant in this conte.xt.

\' Drs. C\'. E. van Eimborgli. dierenarts en wetenschappelijk adviseur van Erouw & Co N V Postbus 40
3881 AA Putten.

-ocr page 119-

INLEIDING

In de loop van de laatste 25 jaar is er meer
inzicht gekomen in de functie van het
maagdarmkanaal in relatie tot de voed-
selvertering, die zowel door het konijn
zelf als door darmbewonende micro-
organismen wordt beïnvloed. In de 2e
editie van de Commonwealth Agricultu-
ral Bureaux (CAB) Techn. Comm. Nr. 12
in 1962 kan men voor \'t eerst een over-
zicht van de bestaande kennis vinden (1).
De vestiging van grotere commerciële
eenheden was toen op gang gekomen.
Men stelde echter vast dat er weinig we-
tenschappelijke gegevens bestonden
aangaande de voedingsbehoeften van ko-
nijnen. Grote sterfte trad evengoed in de
grotere eenheden op, zodat de ver-
vanging van voedsters soms 100% per
jaar bedroeg. Van de jonge mestkonijnen
viel er 20-25% gedurende de eerste 2
maanden uit. De constatering dat dit
dubbeltandige dier herbivoor is, een ver-
teringsapparaat vergelijkbaar met dat
van paarden heeft en één van de diersoor-
ten is welke een gedeeltelijke recirculatie
\\an de darminhoud vertoont, wijst op
een interessante omstandigheid die latere
onderzoekers bezig heeft gehouden (7,
11, 15). In 1963 en 1964 verschenen twee
publikaties van het Instituut voor de
Pluimveeteelt (l.V.P.) te Beekbergen,
waarin enkele rassen en kruisingen voor
de slachtkonijnenproduktie werden ge-
toetst. Van bepaalde korrelsamenstellin-
gen werden niet de rendementen verkre-
gen die men in de V.S. als norm stelde.
Zowel de normen voor de reproduktie
(minimaal 28 jongen per voedster per jaar
afgeleverd), de groei (minimaal 1800 gin
8 weken) als de conversie (maximaal 3 kg
korrel per kg groei) bleken toen te hoog
gegrepen (6).

De conversie lag tussen 3,12 en 4 kg kor-
rel inclusief 0,59-0,81 kg hooi bij een ge-
wicht van 1381-2053 g op 8 weken.
In 1965 werden in Engeland door com-
merciële bedrijven de volgende streefge-
tallen voor de mestkonijnenproduktie
verstrekt; 30
X 1,81 kg konijn per jaar per
voedster = 54,3 kg met een voedercon-
versie van 3,1 en een vleesbot verhouding
van 5 1. Het voedstergewicht was ca. 4,3
kg en de ram woog ca. 7,7 kg. Betref-
fende de voeding werd opgemerkt dat
voedsel, dat voor wilde konijnen geschikt
wordt geacht, niet voldoende is om de
behoefte van snel groeiende slachtkonij-
nen te dekken (4, 16).
Ook zouden op een grotere reproduktie
gefokte gebruikskruisingen niet met de
prestaties van de sportfokkerij mogen
worden vergeleken. Duidelijk wordt in
het Engelse voorlichtingsboekje gesteld
dat een volledige korrel naast ad libitum
drinkwater bij jonge mestkonijnen tussen
spenen en slachten te prefereren is (16).
Hooi wordt hier alleen van belang geacht
indien het voederkosten bespaart (vers
groenvoer wordt afgeraden!) en beslist
niet beschouwd als nutritioneel essen-
tieel, noch voor groeiende dieren, noch
voor hoogdrachtige of melkgevende
voedsters. Daarbij wordt het zelfs afgera-
den om de hoge produktienormen te kun-
nen halen. Over dit punt kan men
uiteraard, rekening houdend met de fysio-
logische fase en het doel van de opfok,
van mening verschillen. Ook een litera-
tuuroverzicht in die tijd door Bräunlich
opgesteld (2) vermeldt dat de behoefte
aan verteerbare energie of total digest-
able nutrients (TDN) dan wel netto ener-
gie (NE) niet nauwkeurig bekend waren.
Oudere gegevens van de National Re-
search Council(NRC) lagen op minimaal
55 TDN voor luchtdroog voer bij nor-
male groei met 16% re, onderhoud met
12% re en dracht met 14% re.
Slechts voor lacterende voedsters met 7
jongen werd 72 TDN en 20% re verlangd.
Voorts worden aangaande de overige nu-
triënten enkele aanduidingen gegeven
over gewenst vetgehalte, asgehalte, ruw-
vezelgehalte met een enkele opmerking
aangaande de aminozuursamenstelling
van het eiwit.

Het was al bekend dat de energiebehoefte
per gram groei voor verschillende diëten
nauwelijks verschilde. Door verschillen
in concentratie, smaak en korrelhardheid
bestonden er per konijnenras echter wel
grote verschillen in energie-opname per
tijdseenheid die een invloed op groeisnel-
heid, weefselcompositie (vetaanzet) en
voederconversie hadden. Betreffende
voedersamenstelling en gezondheid de
volgende opmerkingen: Een tekort aan

-ocr page 120-

ruw\\ezel zou pelsbijten kunnen ge\\en.
Minimum zou 15% rc nodig zijn \\oor een
volledige korrel. Dit cijfer is inmiddels
achterhaald (5). Aangaande mineralen
worden geen afwijkingen gegeven die ten
opzichte van kuikens, varkens, of her-
kauwers wezenlijk zijn.
Vitaminen die genoemd worden voor
toevoeging betreffen A, D, E, K, nicoti-
nezuur en choline. Vitamine C blijkt al-
leen voorwaardelijk deficiënt te kunnen
zijn, terwijl de overige B vitaminen, zoals
B|, B,, pantotheenzuur, B,„ foliumzuur
en biotine. voldoende in de darm zouden
worden gesynthetiseerd. Ciehalten in de
zachte nachtmest (voor coprophagie)
zouden enige maken hoger liggen dan in
de harde dagmest.

Het vetgehalte in het voer mag nogal va-
riëren. zonder bezwaren op te leveren.
Zelfs 25% in de vorm van plantenolie op
de droge stof leverde geen problemen op.
Het lijkt er dus op dat althans een 10-15
jaar geleden, bij de meest gehouden ko-
nijnenrassen. geen grote nutritionele pro-
blemen te verwachten waren indien via
fabrieksvoeders een vitaminering werd
verstrekt overeenkomend met die van
pluimvee aangaande A. D, E. K. nicoti-
nezuur (niacine) en choline en een mine-
ralenvoorziening overeenkomend met
die voor kippekuikens. De concentratie
van standaardkorrels voor normale
opfok was laag. terwijl alleen voor snelle
groei van mestkonijnen cn voor lacte-
rende voedsters een voerconcentratie
werd gegeven gelijkend op fokkuikensa-
menstellingcn. Wel werd een hoger ruw-
vezelgehalte aangeraden indien geen
ruwvocr wordt gegeven. Over de struc-
tuur wordt nog weinig vermeld,
f^e eerste gecorrigeerde editie in 1966 van
de N.R.C. (National Research Council)
uit de V.S. over behoeften en voeding van
konijnen vertnelddc dat voor bont- en
wolproduktie nog geen speciale aanbeve-
lingen zijn te geven (14). Deze publikatie
behandelde vooral de rassen en variëtei-
ten die voor \\ leesproduktie, wolproduk-
tie en laboratoriumdoeleinden worden
gehouden en gefokt. De toenemende ten-
dens. ook van sportfokkers. om indus-
trieel geproduceerde korrelvoeders als
basisvoedsel te gebruiken wordt geme-
moreerd. Ook wordt vermeld dat sterk
gezuiverde voeders voor experimentele
doeleinden slechts beperkte fysiologische
prestaties toelieten. Beperkte voeding
werd aangeraden voor voedsters in on-
derhoud, rammen en jonge fokdiercn om
vervetting tegen te gaan. Ad libitum voe-
dering werd bij mestkonijnen en hoog-
drachtige of lacterende voedsters nodig
geacht. Eysiologische waarden werden
opgegeven als TDN berekend op basis
van een inmiddels redelijk aantal verte-
ringsproeven met konijnen. De voeder-
normen op luchtdroge basis (ca. 10-15%
vocht) zijn voor voedsters en rammen
55 TDN en 9% vre (Q ± 6) en voor snel-
groeiende mestkonijnen en lacterende
v oedsters 65-70 TDN bij een vre van 12-
13% (Q ± 5,4). Voor normaal groeiende
fokdiercn en drachtige voedsters liggen
de normen daartussen.
Aangaande de vitaminen en mineralen
worden geen verdere bijzonderheden ver-
meld. behalve dat cobalt nodig is voorde
B|2 produktie in de darm.

DE SPI.ISVI-R rURiSd

Bl.1 HET KONEIN

Zoals bij een aantal andere planteneters
wordt de spijsvertering van het konijn ge-
kenmerkt door de passage van grote hoe-
veelheden ruwvocr. Vooral het wilde
konijn moet in droge en winterperioden
gebruik maken van ingrediënten die een
hoog gehalte aan vezelbestanddelen be-
zitten.

Bouw van Iwi darmkanaal
Om de genoemde voeding te kunnen ver-
werken en de fysiologisch nuttige be-
standdelen eruit tc kunnen halen dient,
behalve de mechanische verkleining en
het aantasten doordarmsappen. dc verte-
ring van cel- en vaatwanden vooral door
enzymen te gebeuren die door de darm-
bewonende microben worden afgeschei-
den. Zoogdieren produceren zelf nauwe-
lijks of geen cellulase, zodat een
samenwerking met bacteriën, protozoën
en schimmels (gisten) noodzakelijk is. De
gastheer, hier het konijn, biedt de ruimte
cn de aanvoer-, meng- en afvoerappara-
tuur voor een zo goed mogelijke aantas-
ting en omzetting van de spijsbrij vooral
in de grote blinde en dikke darm.

-ocr page 121-

In het hieronderstaande schema van een
uitgelegde darm kan men de gang van de
spijsvertering vervolgen. We gaan nu niet
in op de functie van het darmkanaal gele-
gen vóór de blinde darm, die grotendeels
verloopt als die bij andere éénmagige
zoogdieren, maar beperken ons tot het
bijzondere deel.

f)e inhoud van maag, caecum en colon
verhouden zich volgens Lebas als
90:100:28 voor een bijna uitgegroeid dier
(9, 10).

Onderstaand zijn de verhoudingen van
het lege darmkanaal en enkele organen
voor een mestkonijn van ca. 2,4 kg op-

gegeven:

Orgaan

(ïewieht

Fengti

(gedeelte)

in g.

in m.

Maag

20

Dunne darm

60

.3..10

Blinde darm

22

0.40

Dikke darm

.lO

F.IO

Appendi.x

10

0,1.1

Fever

95

2 Nieren

17

Enige hoofdzaken van
hei veneringsinechanlsnie

f)e zuurgraad, volgens alweer Franse on-
derzoekers, verloopt ongeveer als volgt:
pH maag ca. 2,15 met grote schommelin-
gen; dunne darm ca. 7,2 vrij stabiel door
de lever- en pancreassecreten; caecum ca.
6 en colon ca. 6,5 beide ook vrij stabiel
door de fermentatieprocessen met vor-
ming van lagere vetzuren zoals azijn-,
propion- en boterzuur (8, 9).
Na het spenen volgt de ontwikkeling van
de caecum de toename van het gehalte
aan ruwvoeder in het totale rantsoen.
Vóór het spenen valt de grote maag op
die het totale dagrantsoen aan melk in
éénmaal moet herbergen.
Een typische eigenschap bij het konijn is
het eten van de zachte nachtkeutels, co-
profagie of beter caecotrofie geheten. Het
wilde konijn produceert deze caecotrofen
tijdens het verblijf in het hol. Tijdens de
domesticatie is deze gewoonte gebleven
maar meestal verschoven naar de nacht.
Tijdens de schemering en ook overdag
wordt gegeten en worden normale droge
keutels geproduceerd. De zachte keutels
onderscheiden zich volgens de Italiaan
Proto (15) van de harde voornamelijk
door 3 X zoveel re (32,3%) met maar de
helft ruwvezel (28,5%) in de droge stof.
Het is blinde darminhoud die aan de re-
sorbtie \\an de dikke darm ontsnapt door
het tijdelijk stoppen van de colonfunctie.

Fig. I

-ocr page 122-

10

9

8

c

0)
£

7

Ë

TO

ê

CT

C

3

.c

O

S
0)

O

3

2

2 4 6

Uur van de dag

22

^0

24

10

K

18

Fig. 2. Gemiddelde hoeveelheid uitwerpselen, op opeenvolgende 2 uurlijl<se intervallen gemeten, volgens
Proto (15),

H et drogestofgehalte van de pas geprodu-
ceerde zachte mest is ongeveer de helft
van de harde, nl. 30-40% ten opzichte van
60-70%. De caecotrofen bestaan voor on-
geveer de helft uit darmmicroben, zijn 2 a
3 maal zo lang als de harde keutels en
bestaan uit pakketjes van 5 tot 10 met
slijm bedekte balletjes.
Het konijn slikt ze als zodanig door
waarna ze in de maag pas na enige tijd
met het overige voedsel worden ver-
mengd. Onderzoekingen in Frankrijk en
Italië (II, 15) tonen aan dat de vorming
en scheiding \\an de twee soorten mest
volgens een bepaald mechanisme van cae-
cum en colon gaat en onder controle van
het centrale zenuwstelsel staat en tevens
geregeld wordt door bijnierhormonen.
Door stress kan het proces worden ver-
stoord. De produktie van caecotrofen
vindt vooral plaats gedurende een perio-
de van 5 a 7 uren die ca. 5 uur na de
maximale voeding begint. Bij ad libituiu
voedering kan deze periode dus vroeg in
de ochtend vallen.

Wat betreft de invloed op de nutriënten-
behoeften en de darmfunctie kunnen de
volgende gegevens een inzicht geven:
Een mestkonijn dat 130-140 g korrels per
dag opneemt produceert en eet ca. 25-50
g caecotrofen (II). Door het hoge gehalte
aan wateroplosbare vitaminen van de B-
groep benevens een goede eiwitkwaliteit,
kan de opname in perioden van schaar
^\'c
(vooral bij wilde konijnen) een noodza-
kelijke aanvulling van het rantsoen zijn.
Het is dus een natuurlijke vorm van parti-
ële recirculatie. Oudere gegevens spreken
(bij minder geconcentreerde voeding)
over een produktie van meer dan 50%
van de totale mest in de vorm van zachte
faeces (I),

Pogingen om niet-eiwit-stikstof (NPN),
bijv. ureum, via eiwitsynthese te laten re-
circuleren kunnen als mislukt worden be-
schouwd, f)e gesynthetiseerde hoeveel-
heid eiwit uit NPN door de caecale
microllora schijnt in tegenstelling tot die
van de pensflora bij herkauwers te ver-
waarlozen te zijn (7, 13).
Hierop wijst trouwens ook de geringere
hoeveelheid gerecirculeerd eiwit ten op-
zichte van de totale hoeveelheid uit het
voer. Bij het rund kan het eiwit afkomstig
van de pensllora tot % van het totale
aanbod in de darm bedragen, terwijl dit
bij het konijn hoogstens 15% is. Slechts
een deel daarvan zou dan op rekening
van resynthese uit eenvoudige stikstof-
verbindingen kunnen komen.
Aangezien volgens Hörnicke (7) reeds
enig bacterieel eiwit uit bloed-ureum, wat
naar het caecum diffundeert, wordt ge-
vormd zal extra ureum in het voedsel

-ocr page 123-

wellicht alleen het bestaande evenwicht
iets verschuiveti. Dit zal fysiologisch
noch economisch van enig belang zijn,
ook al vindt geen verstoring van andere
fermentatieprocessen plaats.

Verteerhaarheid van voedselnutriënten

Zodra men over voedersamenstelling en
voedermethode spreekt, dient men een
houvast te hebben over een aantal hoofd-
kenmerken om hetzij bij ad libitum voe-
dering, hetzij bij afgemeten porties de
juiste hoeveelheden en verhoudingen van
de onmisbare nutriënten te bepalen.
Evenals bij vele andere landbouwhuisdie-
ren het geval is, kan men de behoeften
aan energie in kcal of kilo (mega) Joules
aangeven in relatie tot de specifieke nutri-
ënten zoals onmisbare aminozuren, mi-
neralen, vitaminen enz. Bovendien zullen
het vetgehalte en de hoeveelheden van
snel of traag beschikbare koolhydraten
(zetmeel, cellulose) naast vorm, struc-
tuur, hardheid, smaak en de afwezigheid
van schadelijke bestanddelen of organis-
men een belangrijke rol spelen. Voe-
dingsnormen zoals in het laatste hoofd-
stuk ter discussie worden gesteld staan
dus in direct verband met de kennis van
analysewaarden en overige kenmerken
van de grondstoffen in het rantsoen en de

VE kcal/kg = gvre x 5.25 gvrv x

OE kcal kg = gvre x 4. gvrv x

NE kcal; kg = gvre x 2,31 -E gvrv x
mate waarmee deze nutriënten moeten
worden toegevoerd om aan de behoeften
te voldoen.

Mengvoeders, zijnde meer of anders dan
de som van de samenstellende oorspron-
kelijke bestanddelen, zullen hetzij als
complete voeders hetzij als complemen-
taire voeders bij ruwvoer zoals hooi, gras,
stro, wortels, bieten worden samenge-
steld.

Vanuit het konijn bezien valt op dat wat
betreft de schijnbare verteerbaarheid van
de Weende analysewaarden die voor re
en ok (zetmelen en suikers), matig, die
voor rv goed en voor rc slecht is. Dit
laatste mag tegenstrijdig lijken maar
blijkt uit herhaald onderzoek (3, 14, 17).
Verteringscoëfficiënten voor re en ok lig-
gen tussen 60 en 90, voor rv tussen^O en
100 en voor re tussen IO en 50%. De schijn-
bare verteerbaarheid wordt uitsluitend
bepaald op basis normale harde mest. De
variabiliteit van de vc (verteringscoëffic-
iënt) is erg groot tussen dieren van een-
zelfde ras, leeftijd en geslacht en hangt af
van de individuele caecotrofie en de
caecum-colonfunctie.
Tussen rassen, leeftijden en geslachten
zijn de variaties gering, hetgeen het han-
teren van dezelfde tabellen met
voedingswaarden- en nutriëntengehalten
voor de meeste konijnenrassen mogelijk
maakt. Individuele variaties betreffen
vooral de vc voor vet en ruwvezel in af-
hankelijkheid van het type en de hoeveel-
heid opgenomen voedsel. Vc kunnen van
vele zaken afhangen zoals maalfijnheid,
gehalte aan lignine, gommen en harsen,
gehalte van het nutriënt zelf, methode
van bepaling, invloed van andere nutriën-
ten, structuur van het voer (meel of kor-
rels bijv.), toestand van het dier, omge-
vingsinvloeden enz. In de praktijk blijft
er echter niets anders over dan met ge-
middelden te werken en daarbij een eco-
nomisch of fysiologisch verantwoorde
veiligheidsmarge in te bouwen.

Door Nehring en Jentsch uit Rostock zijn de
volgende calorische waarden voor de verteerbare,
omzetbare en netto energie aangegeven (9. 17):

9,48 gvre x 4,12 -h gvok x 4,16

9,37 gvre X 4,45 4- gvok x 4,18

7,94 -1- gvre x 3,16 -(- gvok x 2,62

ln plaats van de bovenstaande berekende OE in
kcal kan als energie-eenheid ook gebruik gemaakt
worden van de in de V.S. gebruikte total digestable
nutrients (TDN) = vre % -E vre % -f- 2,25 vrv % =
een getal kleiner dan 100 dat onbenoemd is maar
uitgaat van een procentuele vermenigvuldiging, of
van de \'Gesammtnährstofr (GN) per kg = gvre -(-
gvre gvok -f 2,3 gvrv = een getal dat kleiner is
dan 1000 en dus promille is verkregen.
De basis voor voedernormen is hierbij voor alle
voedermiddelen te berekenen uit de analysewaar-
den en is in tabellen specifiek voor het konijn te
vinden (14. 17).

Indien de behoeften aan vre als zoda-
nig met de daarbij behorende onmisbare
aminozuren en de overige nutriënten ten
opzichte van de energie in dierproeven
worden vastgesteld kan de voederfabri-

-ocr page 124-

kant, qua voedingswaarde vrij constante,
mengsels samenbrengen. Het doel van de
mengvoederindustrie om een bepaalde
voederwaarde zo economisch mogelijk
samen te stellen is nu mogelijk geworden,
terwijl voor bijzondere doeleinden (labo-
ratoriumdieren) een gelijkblijvende sa-
menstelling nodig is bij schommelende
maar meestal stijgende prijzen.

DIGESTIE-STOORNISSEN EN
DIARREE

Een groot deel van de problemen bij de
konijnenopfok in grote aantallen, speci-
aal bij de industriële mesterij, vindt zijn
oorsprong in de verstoring van het typi-
sche spijsverteringsmechanisme. In
hoofdzaak treden deze problemen bij
snel groeiende (40g\'dag) jonge dieren na
het spenen op. Plotselinge sterfte na 1 of 2
dagen diarree, dus na verstoring van de
normale caecum-colonfunctie met be-
trekking tot de vorming van het droge
keuteltype, wordt vaak als mucoide ente-
ritis betiteld. Verband houdend met de
voeder- en drinkwatervoorziening zou
men 3 typen van indigestie kunnen on-
derscheiden, waarbij onder andere het
symptoom diarree kan optreden.

1. Primaire infectieuze enteritis ten ge-
volge van pathogene virussen, bacte-
riën of protozoën. Ziekteverwek-
kende micro-organismen verstoren
uiteraard secundair de specifieke bij
het konijn aanwezige normale Hora.
Bij deze darmaandoening ontstaat
dus een darmontsteking door b.v.
rota virus,
Closiriciium perfringens of
Escherichia coli
of door coccidiose
met een van de Eimeria soorten (8).
Op deze zaken wordt hier niet verder
ingegaan.

2. Micro-organismen of hun toxinen
vanuit het drinkwater kunnen oor-
zaak zijn van darmstoornissen of sep-
sis. waardoor diarree met sterfte kan
optreden. Een verbeterde drinkwater-
voorziening of chlorering van het
water kan de ontwikkeling van bijv.
Pseudomonas bacteriën in met stof.
voer of grond verontreinigde syste-
men ondervangen (12).

Stoornissen door \'bedorven drinkwa-
ter\' komen ook bij andere diersoorten
voor en bij het konijn vermoedelijk
vaker dan algemeen wordt aangeno-
men (3. 9, 12, 14).

Gegevens over onderzoek naar ver-
ontreinigde drinkwaterinstallaties
zijn echter schaars. Vooral indien ge-
voederd wordt met geconcentreerde
samenstellingen voor maximale pres-
taties en daarbij de wateropname
praktisch geheel uit een aparte toe-
voer moet komen, dient de
drinkwater-hygiëne onberispelijk te
zijn.

3. Door het voedsel kunnen verstorin-
gen van de darmfunctie en daardoor
van het fysiologisch evenwicht (ho-
meostase) ontstaan. De bacterieflora
is volgens Gouet en Fonty (8) na het
spenen in de maag schaars met 10^
kiemen per g, in de dunne darm even-
eens met ca. 10\'\' per g, maar groot in
caecum en colon met 10\'^ tot 10\'" kie-
men per g inhoud.

Enterobacteriaceae komen een enkele
maal in het voorste deel van de darm
maar horen daar slechts in geringe hoe-
veelheid te worden gevonden. Strepto-
coccen en Clostridiën komen alleen in de
blinde en dikke darm voor. Bacterioides
soorten komen in de maag steeds in grote
hoeveelheden voor terwijl in tegenstelling
tot andere huisdieren
E. coh cn Eactoba-
cillen bij gezonde konijnen praktisch af-
wezig zijn. Een typisch verschijnsel is het
voorkomen van een gistsoort in het
colon. Protozoaire kiemen komen in cae-
cum en colon volgens Hörnicke (7) niet
voor.

Dysbacteriose kan optreden doordat de
fermentaties gestoord raken ten gevolge
van een onderdrukking van noodzake-
lijke commensalen door snelle vermenig-
vuldiging van pathogenen of door pro-
duktie of opname van toxinen. Daardoor
kan zelfs darmontsteking of sepsis optre-
den.

Vanuit het voedsel kunnen de volgende
oorzaken worden aangegeven zonder er
uitgebreid op in te gaan:
Te laag ruwvez.elgehalte (5), n.1. lager dan
6%, verhoogt de kans op diarree (te

-ocr page 125-

zachte of dunne \'harde\'mest). Minstens
69r maar vooral voldoende structuur in
de droge stof zijn te adviseren. Zonder
bijvoeding met ruwvocr (stro, hooi
o.i.d.). dus bij uitsluitende opname van
korrels heeft men meer kans op darm-
stoornissen. De onverteerbare massa,
voor een deel van grovere structuur, be-
vordert het afscheiden van maag- en
darmsappen, een intensieve menging in
de maag en wellicht een betere scheiding
tussen resorbeerbare en niet resorbeer-
bare stoffen in de dunne, blinde en dikke
darm.

Indien door sterk besmette plantaardige
grondstoffen ten gevolge van te hoge
temperaturen en vochtigheid schimmel-
vorming in hoofd en of bijvoer optreedt,
hebben we nog een veel voorkomende
oorzaak van stoornissen in de darm- en
overige lichaamsfuncties. Hoe langer hoe
meer gevallen van mycotoxicosen, ook al
lijkt het voer niet aangetast en ruikt het
niet muf, worden bij landbouwhuisdieren
gevonden.

Allatoxine is een erg bekend en zeer ge-
vaarlijk schimmelvergif, geproduceerd
door één van de tientallen Aspergillus-
soorten. M eer dan de helft van gestorven
konijnen bleek bij sectie volgens Franse
onderzoekingen geleden te hebben aan
nieraandoeningen met begeleidendeurae-
mie. Dit zou volgens de onderzoekers
wijzen op een veelvuldig optreden van
sterfte ten gevolge van een uraemie-
syndroom vooral bij jonge dieren. De
volgende factoren waren predispone-
rend: Slechte hygiënische omstandighe-
den in de hokken, onvoldoende of slecht
drinkwater vooral bij droogvoer, te
dichte bezetting of opname van bacteriële
en schimmelvergiften met of zonder
darmontsteking (8).

VOEDERNORMFN

Voor gedetailleerde gegevens zij verwe-
zen naar de laatste publicatie van de
N.R.C. (14). Het is de bedoeling om hier
slechts enkele praktische zaken te be-
lichten waarop men moet letten.
In de N.R.C. publicatie vindt men alle
bekende gegevens ten aanzien van de
juiste verhoudingen van nutriënten ten
opzichte van de energie per kg voeder-
drogestof en daarbij een aanduiding van
de gewenste concentratie aan energie.
Een en ander voorde diverse levensstadia
zoals groei, onderhoud, dracht en lacta-
tie. In de praktijk kan men vaak met één
krachtvoersamenstelling volstaan die als
korrel wordt verstrekt (ca 88% ds) waar-
bij bijna geen (bij snelmesterij) of een
bepaalde hoeveelheid ruwvocr wordt ge-
geven.

Goed grashooi heeft ongeveer de juiste
verhouding tussen energie en eiwit en is
daarom geschikt voor groei, hoogdrach-
tigheid en lactatie terwijl grofstengelig
graszaadhooi of haverstro bijgevoerd
kan worden voor onderhoud van bijna of
geheel uitgegroeide dieren. De verhou-
ding krachtvoerkorrel ten opzichte van
droog ruwvocr of zelfs gras -h wortels of
bieten moet tijdens het onderhoud voor
rammen en niet hoogdrachtige voedsters
vooral worden bepaald door de conditie:
vervetting dient te worden vermeden.
De energieconcentratie van pellets ligt
1,5 a 2 maal zo hoog als die van droog
ruwvocr. Men kan dus met ruwvocr min-
stens 4 zaken bijregelen:

a. De concentratie van het totale dieet
aan nutriënten.

b. De structuur van de voedselmassa in
de darm.

c. Het gehalte aan ruwvezel in het totale
dieet.

d. De kostprijs van het totale dieet.

Indien korrels voldoende verrijkt zijn
met essentiële (sleutel) nutriënten voor de
groei- en zoogperiode is een verdunning
daarvan tijdens de onderhoudsfase ge-
rechtvaardigd.

Voorts dient men er rekening mee te hou-
den dat het ruwvezelgehalte alléén geen
voldoende waarborg is tegen het optre-
den van darmfunctie-stoornissen.
Lebas (10) geeft aan dat korrels niet al-
leen te prefereren zijn boven meelvoede-
ring om een betere groei en gezondheid te
bevorderen, maar dat de partikelgrootte
en de onverteerbaarheid van de ruwvezel
in het mengvoer van doorslaggevend be-
lang is voor een normale darmfunctie.
Lignine (houtstof) en suberine (kurkstof
uit bast) verteert bijna niet. cellulose van
celwanden maar voor 10-20%, echter he-
micellulose wel voor een groot deel. Re-

-ocr page 126-

delijk goed verteerbare fijngemalen ruwe
celstof (gemalen bietenpulp bijv.), geeft
géén bescherming tegen indigestie. Onge-
malen kaf en gehakseld hooi is al zeer
effectief indien slechts enkele procenten
ruwe celstof daarmee worden aangedra-
gen. In dit opzicht reageren konijnen dus
net als herkauwers die bij te weinig struc-
tuurstoffen een pensindigestie en rumini-
tis krijgen.

Wat betreft preferentie of beter voedsel-
acceptatie zijn voorkeuren voor vorm en
hardheid, zoete en iets bittere smaak,
minder stoffig en hoger vetgehalte vast-
gesteld (1. 2, 3, 14). Middelharde en mid-
delgrote 5 mm pellets (9, 10) worden ver-
kozen en geven betere groei, toevoeging
van suiker en plantenolie geven duide-
lijke preferentie te zien terwijl dierlijke
grondstoffen als vis en vleesmeel afkeer
opwekken ten opzichte van eiwitrijke
plantaardige produkten als soya.
zonnepit- of lijnzaadschroot (3, 9).
Evenzo prefereren konijnen vaak klaver
of luzernehooi boven grashooi en bij gra-
nen b.v. haver en gerst boven tarwe, milo
of mais (3, 14).

Een ruwvezelgehalte van meer dan 12%
kan echter bij slachtkonijnen een lager
uitslachtingspercentage veroorzaken (9).
De voederopname wordt duidelijk be-
ïnvloed door het levensstadium en de fy-
siologische activiteit zoals uit fig. 3 en 4 is
te zien.

O
>

Daarbij kan als praktische maatstaf de
dagelijkse droogvoeropname in procen-
ten van het lichaamsgewicht (Ig) worden
uitgedrukt. Groeiende en lacterende
mestkonijnen nemen meer dan 6% van
hun Ig per dag op terwijl volwassen die-
ren in onderhoud gemiddeld tninder dan
3% opnemen.

Deze hoeveelheden zijn hoger voor kleine
rassen en lager voor Vlaamse reuzen. Bo-
vendien hangt de opname vanzelfspre-
kend af van de concentratie van het totale
voer (korrel hooi bijv.) aan energie,
eiwit etc.

De wateropname bij voedering met
luchtdroogvoer (ca 12% vocht) bedraagt
ca 2 maal zoveel als de voeropname. Dit
betekent dat steeds, schoon en vers. drink-
water bij snelgroeiende konijnen aan-
wezig moet zijn, liefst door middel van
een hygiënisch verantwoorde automa-
tiek. Individuele voedsters in volle lacta-
tie hebben bij droog voer (korrels èn hooi

-ocr page 127-

Spenen op 30 dagen

Partus

Spenen op 42 dagen

ra ÎOO

200

Drachtigtieidsperiode

Lactatieperiode

a
O

! io 20 30 10 ao 30

Bevruchting

Lig. 4. .-Xd hbitum opname van \\olledig pellet\\oer per witte Calitormer voedster gedurende de repro-
ductie cyclus volgens Lebas (II).

40

Daqen

sameti) \\aak meer dan 1 liter water per
dag nodig.

Watergebrek geelt stoornissen (bijv.
doodbijten van jongen), die /owel de
sportfokker als de beroepsfokker parten
kimnen spelen. Bedorven water echter is
vaak rampzalig 9. 12. 14).
Indien een groeiend konijn ca van zijn
lichaam.sgewicht aan droogvoer (bijv.
korrels) opneemt dan is de wateropname
minstens 10%. Snelgroeiende slachtko-
nijnen nemen soms nog meer op.
Witte Californiër voedsters jongen
namen in een hete periode volgens Priid-
\'hon echter nooit meer dan ma.ximaal 2.5
liter water per dag op (9).

I 11 LR.AHUJR

1. Aitken. F. C. and King Wilson. W.: Rabbit feeding for meat and fur. Techn. Comm. No. 12
C.A.B. Central Sales. Farnham Royal, Bucks. England (1962).

2. Bräunlich, K.: Feeding rabbits, F, Hoffman-Fa Roche & Co, l td, Basle, Switzerland (1965),

3. Checke, P, R,: .Advances in rabbit nutrition research, l-\'cedsiufls. April IK. p. 20. (1977).

4. Consulentsch, Alg, Dienst Pluimvech,, Zeist: Bedrijfsmatige Konijnenhouderij, ( 1965),

5. Davidson. .1. and Sprcadburv, D.: Nutrition of Ihe New Zealand white rabbit, I\'rix: .\\iiir. .S\'ui:.
34, 75. (1976).

6. Helder, ,1, F.: Moderne produktie van slacbtkonijnen I en 2, Mededeling No, 105 cn 117: (1963 en
1964) I.V.P. \'Het Spelderholt\', Beekbergen, Nederland,

7. Hörnicke, H,: Some characteristics of the digestive phvsiologv of the rabbit, I.C.I..A. htillciin
So. 4\\. 11. (1977).

S. I.N.R.A.. 1.1 .A.V.l. W.P.S.A.: .lournées de recherches avicoles et cunicoles. Puhl. Ita\\i. 2X Rue du

Rocher. 75()0X Paris (1973).
9. I. I .A.V.I: Le lapin de chair. Ses besoins nutritionncis et son alimentation pratique. Puhl. Itavi.

28 Rue du Rocher. 75008 Paris (1971).
1(1. Lebas. F. et Faplace, .1. P.: Le transit digestif chez le lapin. VI - Inlluence de la granulation des

aliments. Anir /.ooU\'chn.. 26. K.l (1977).
I L Lebas, F,: Fes caecotrophes du lapin. Origine - Formation - Devenir, Cunivulliin\'. 4, 174. (1977)

12, McE)onald, R, A, and Pinheiro, A, F,: Water chlorination controls Pseuiknnonas ueruginosu in a
rabbitry,
J. Am. \\ et Med. .4,v,v()<,, 151, M.i. (1967).

13, N.N.: Nitrogenous nutrition of the rabbit. A.L.C. I^ept. Alimentation Animale. 03 - Commentrv,
France (1974),

14, N.R.C.: Nutrient requirements of rabbits. 2nd revised edition 1977. N.A.S. Print. Publish. Office.
2101 Const. Ave, N,W, Washington, D,C, 20418,

15, Proto, V,: Esperience di eoprophagia nel coniglio, Pri>d. Aitim.. 4, /, (1965).

16, Ehe British Oil & Cake Mills l td,: Rabbit production, I he poultry advisory dept., England ( 1965),

17, Vanschoubroek. F. and Cloet, Ci.: Ehe feeding value of concentrates in the rabbit. World Review of
Anim. Prod..
4, 70. (I96K).

-ocr page 128-

Schuimtympanie

Op 14 november \'s avonds om 11 uur
werd mijn diergeneeskundige hulp inge-
roepen door een \\eehouder uit de prak-
tijk alhier. Tijdens de laatste controle \\an
/ijn veestapel had hij betuerkt dat een
aantal \\an zijn 14 koeien aan de wind
waren. Bij aankomst op het bedrijf bleek
dat 6 koeien erg tympanisch waren; éèn
van deze 6 was zelfs extreem tympanisch.
had het zeer benauwd en vertoonde ko-
liekverschijnselen. Palpatie in de linker-
flank wees op een sterk uitgezette, zeer
strak gespannen cn nauwelijks indruk-
bare pens. Zowel het inbrengen van een
spiraalsonde als een marekse sonde
bracht gèèn verlichting; er was geen
sprake van enige gasafvoer. terwiji bo-
vendien de marekse sonde verstopt
raakte door een lichtgroene, visceuze
schuimende massa die talloze fijne gas-
bcllctjes bevatte. Het direct oraal toedie-
nen van 25 cc centralene (polyoxypropy-
leen. Centrafarn B.V.. Rotterdam-
Holland). dit is een oppervlaktespanning
verlagend middel, bracht eveneens geen
verlichting; de situatie verergerde en dc
toestand van de patiënte werd zeer
kritiek.

Daarotu werd nogmaals besloten 25 cc
centralene toe te dienen (oraal, per fles),
ditmaal opgelost in .^00 cc lauwwarm
water en 200 cc spiritus (alcoholpercen-
tage 85\'7). In enkele minuten tijds werd
dc koe aanzienlijk dunner, terwijl oraal
een grote hoeveelheid gas ontsnapte. Ook
de 5 andere tympanische koeien reageer-
den op deze therapie op dezelfde wijze:
binnen 15 minuten was de tympanie bij
alle betreffende dieren sterk afgenomen
of zelfs geheel verdwenen. Hierna werd
de veehouder geadviseerd de koeien
goed. structuurhoudcnd hooi te voeren,
een advies dat hij direct opvolgde. I)e
koelen namen het hooi met graagte op.
een herhalmg van de tympanie heeft zich
niet voorgedaan.

De vermoedelijke oorzaak van dc
schuimtympanie was hier waarschijnlijk
een tekort aan ruwe celstof in het rant-
soen. afgezien van andere schuimvor-
mende en -stabiliserende factoren die het
rantsoen bevatte.

f^oor het tekort aan ruwe cefstof neemt
tengevolge van het verminderde herkau-
wen de speekselproduktie af. Speeksel
heefi door de aanwezigheid v an speek-
selmucinen — een sterk schuimvorming-
remmend en schuituafbrekend vermo-
gen. ffet rantsoen van de hier beschreven
koeien bestond uit afhankelijk van de
melkproduktie 2 tot 8 kg A-brok. 25
tot 30 kg stoppelknollen, produkten die
geen tot weinig ruwe celstof bev atten en 2
kg stro. dat een structuurwaarde heeft
van 1.1 tot 1.2. F.en rantsoen Is goed in-
dien het onder andere genoeg structuur-
houdend materiaal bevat om een vol-
doende grote speekselproduktie te
garanderen. Het hier toegediende rant-
soen was duidelijk te structuurarm: mini-
maal \'/, van het droge stof gehalte moet
bestaan uit structuurhoudend materiaal.
De schuimtv mpanie werd hier behandeld
met een combinatie van polyoxy-
propyleen (oppervlaktespanning verla-
gend) en alcohol (fermentaticremmer).

(iezien de zeer snelle werking van deze
combinatie, zelfs bij zeer ernstige geval-
len. lijkt het aannemelijk dat de toege-
voegde alcohol bovendien zorg draagt
voor ccn directe verspreiding v an de op-
pervlaktespanning verlagende stof door
dc gehele pensinhoud. Het fermentatie-
remmend effect van alcohol heefi name-
lijk alleen goed resultaat in het beginsta-
dium van een schuinUv inpanic. Als
nabehandeling werd hier goed hooi toe-
gediend.

(P. ./. M. van Wegen:
praktizerend clierenans le Balkbrug).

-ocr page 129-

In 1979 werd op de (ie/ondheidsdienst
\\oor dieren in (ielderland meerdere
malen de diagnose botulisme gesteld bij
pluimvee afkomstig\\an leg- en slachtkui-
ken bed rijven.

I\'en bij/ondere waarneming was het
\\oorkomen \\an de/e /iekte in een hok
met kippen, welke gehouden werden op
een volledig rooster. Op het/elfde bedrijf
was tevens een batterij-stal aanwe/ig.
waarin geen problemen met botulisme
\\ oo rkwamen.

flet hok met rooster\\ioer vserd op na-
tmnlijke wij/e geventileerd. Door een
middengang was het hok in twee afdelin-
gen \\ erdeeld. De legnesten waren aan de
kant \\an de middengang.
De automatische \\ oeder\\oor/icning ge-
beurde met een voederkettingen dedrink-
watervoorziening bestond uit een lange
goot met \\ lottcrbak. Hct drinkwater was
afkomstig \\an dc waterleidingmaat-
schappij.

Onder het rooster was een te kleine
ruimte voor dc mestopslag, zodat eigen-
lijk regelmatig mest \\erwijdcrd moest
worden. Er v\\arcn grote moeilijkheden
met het af/uigen \\an de mest. De pluim-
veehouder had hiervoor ecn oplossing
gevonden door aan hct einde \\ an het hok
ecn soort overloop-put tegi aven, om \\an
dtiaruit dc mest te verwijderen.
Dc ovcrloop-ptu was gegraven op dc
plaats, waar hij voorheen steeds de kip-
pcncadavers in dc grond stopte. De
grond met cadaverrcstcn werd in de
buint in dc weide gestrooid.
Het bedrijf had steeds v eel last v an ratten,
die bij voorkeur in het roosterhok
huisden.

Hct koppel hennen, 4000 stuks, 1.5 maan-
den oud. had m enkele dagen ti|cl ceti
uitv al van lO"",, Zieke dieren vertoonden
verlammingsverschijnselen o.a. Eimber-
neck.

Dc dode dieren werden dagelijks uit het
hok verwijderd. Mogelijk is dat, vóór het
begin van de uitbraak, wegens vakantie,
dit wel eens vergeten is. Er werden door
ons geen oude cadavers aangetroffen.
De primaire bron moet naar onze mening
gezocht worden in de delen van de oude
cadavers, welke in de weide verspreid
waren en waarvan de ratten het een en
ander versleept hebben.
De ratten /elf hebben de/e infectie ook
niet overleefd, want na dc/e ziekte was er
geen rat meer te bekennen opdit bedrijf.
Door het Centraal Diergeneeskundig In-
stituut is dit geval van botulisme gety-
peerd als tv pe C.

Het tweede geval van botulisme bij
pluimvee met een bijzondere bevinding
was een uitbraak bij mestkuikens.
Meestal is de oorzaak van botulisme bij
mestkuikens te vinden in cadavers welke
met
Closiridium hoiulinum besmet zijn
en platgedrukt in hct strooi.sel bij de
dagelijkse controle van het hok niet ge-
vonden worden. Deze kunnen zeer veel
to.xinen bevatten en de bron zijn van
botulisme-into.xicatie.
Deze slachtkuikenmestcr had in ecn van
zijn hokken plotseling verhoogde uitval
onder de kuikens op de leeftijd van .VA
week. Hij verzamelde de dode dieren in
een plastic zak en plaatste deze naast het
hok.

De katten hebben de dode dieren gevon-
den, dc plastic zak kapot gescheurd en
wat van dc cadavers gegeten. Het vocht,
dat uil de zak lekte, heeft dc hond opuc-
likt.

Dit alles had tot gevolg, dat dc katten cn
de hond volledig verlamd raakten. De
hond is kort daarna gestorven, Dc katten
knapten geleidelijk aan weer op.
In hel algemeen wordt aangenomen, dat
hond en kat weinig gevoelig zijn voor
botulisme.

Uit dit geval blijkt echter dat honden cn
katten, welke waarschijnlijk eerder nooit
met hct bolulisme-loxinc in aanraking
/ijn geweest, toch duidelijk gevoelig hier-
voor kunnen /ijn.

Dr. ,1. Haagsma van het Centraal Dierge-
neeskundig Instituut heeft ook bij de/e
uitbraak hel tv pc C van botulisme vastge-
steld. In ecn ouder cadavcr werd
1.000.000 muis l..[).,,, per gram aange-
troffen.

((li\'zondlu\'idsdiensl voor
nieren in (lehlerland.)

Twee bijzondere gevallen i.v.m. botulisme bij pluimvee

-ocr page 130-

Oe /iekte van Aujcs/kv (AD), veroor/aakt
door het Herpesvirus suis, tvpe I. (ADV),
hlijlt problemen oproepen, ondanks ol dank-
zij veelv uldig, al ol niet goed toegepaste v acci-
naties en vaccinatieprogramma\'s.
\\ ia het pciluaarschuvvingssvsteem vandcCle-
zondhcidsdienst voor Dieren in Noord-
Brabant. dat aan dc praktizerende dieren-
artsen in Noord-Brabant onder andere
inlormatie verschalt over het aantal ziektege-
vallen betrelTende .AD. I ransmissiblc (iastro
{:nteritis cn Haemophilus pleuropncumoniac
hii het varken, zowel op basis van secties als
van wekelijkse opgave van ccn 13-tal pcil-
praktijkcn. is gebleken, dat het aantal geval-
len van ,AD zeker niet isal\'genomen. Mogelijk
is dc opgave gebaseerd op de sccticgcgcvcns
betrouw baarder dan dic gebaseerd op de kli-
nische diagnostiek. Het is namelijk zeker niet
uitgesloten, dat een aantal inicctieuze adcm-
halingsstoornissen als ,AD bestempeld wordt,
terwijl dic vcrschij nselcn dooreen ander agens
verwekt werden!

In een. tussen de jaren 1977. 197X cn 1979
vergelijkbare periode van 8 weken (week M
t m 44) werden dc volgende aantallen geval-
len van AD door dc (ic/ondhcidsdicnst voor
Dieren in Noord-Brabant geregistreerd:

1977

1978

1979

V la

sec 1 IC

.S9

.17

62

Via

peiling

4.S

26

57

\\\'olgcns beide opgaven dus ccn alnamc van
het aantal gevallen in 1978 cn ccn toename in
1979.

(itinstigc ervaringen met ilc toepassing van
het Duphar Aujcs/kv vaccin, produktie l\'hy-
Ui.xia. Boedapest cn het Duvaxvn Auics/kv
vaccin, produktie Philips Duphar. .Amster-
dam. zowel in eigen praktijk, als bij dc R.l.
Midden Brabant, als bij dc grocpspraktijk
Diesscn (X). twijfels over de haalbaarheid van
het hv pcrimmuniseringsprogramma met (Ics-
kwac" en zorg over de bestrijding van deze
besmettelijke varkensziekte, hebben mi j cr toe
gebracht, idcecn over de/c ziekte en dc te
V olgen hcstrijdingswcg naar v oren tc brengen.

[ NIPROHI IMAIII K

I. Wisselend vermogen tot humorale immuniteit

Fr is een enkele maal v astgesteld dat sommige
varkens het vermogen missen om antilicha-
men tc vormen. Ook nakomelingen van der-
gelijke zeugen bleken het vermogen tot vor-
ming van antilichamen tc missen (.3). Bij elke
enting zijn dus hij voorbaat incidentele tegen-
vallers mogelijk. Verschillen in e.xperimentelc
uitkomsten zijn ook uit dien hoofde mogelijk.

initeit

III. Onderscheid i
niteit

II. Kol cellula

De cellulaire immuniteit blijkt ook bij dit Her-
pesvirus ccn rol tc spelen (9. 11 en 12). Zie ook
onder VI. Bij dc beoordeling van ccn vaccin
dient dit aspect mcc tc tellen.

I klinische en biologische immii-

Klinische immuniteit houdt in. dat het dier
beschermd is tegen de ziekteverschijnselen,
maar dat v irusvcrmccrdcring. met name iii
tonsillen. neus en keel. mogelijk blijft (.3).
Biologische immuniteit betekent volledige be-
scherming tegen dc ziekte, terwijl ook virus-
vcrmccrdcring niet kan plaats vinden.
Na lege artis uitgevoerde vaccinatie met tic
huiiligc bekende vaccins zou tijdelijke klini-
sche immuniteit (6-12 maanden) optreden,
doch geen biologische immumtcit.
Na acticvc besmetting zou levenslange klini-
sche immuniteit kunnen optreden, maar be-
perkte biologische immuniteit (hoogstens .1
maanden). Voortgezette bcdrijlsvaccinatic
zou dc V irulcntc smctstol evenwel tot vcrdw ij-
ncn kunnen brengen (.5. 6).

I\\ . Met fakkeldrager-fenomeen

Continue v irusuitschcidcrs /uilen v ermoede-
lijk geen grtHe rol spelen (I, cn 6); het virus
circuiccrt opeen bedrijf. Vandaar tic toename
van dc AD problematiek door dc bcdrijlsvcr-
groting cn wellicht tuik door de varkenscon-
ccntratic in ccn regit). De kansen.dat het v irus
zich ergens tip het bedrijf c.t|, in dc regio kan
schuilhouden, zijn enorm toegenomen.

(Builen VC

voordclijkhcid \\an de redaktie)

De /iekte van Aujeszky: Eint-problematiek en
ent-advies

-ocr page 131-

\\ . Onderschfid |)iissievt\'-actic>c iiiiiminileil

A) Bij dc nuitcriKik\'. dus passieve immuniteit,
is het lichaatn niet geprikkeld tot vortningvan
arucerstolieii. integendeel. Zo /al men dus bij
gelijke titerhmigte bij een aetiel geïmmuni-
seerd dier een we/enliik betere weerstand
kunnen \\erwachteii (metnorv cells) dan bij
ecu passie! geïtnmuiiiscerd dier.

B) Actieve immunisatie kan /ovsel hutnoralc
als cellulaire itntmmiteit verwekken; na pas-
sieve imniuniset itig kan tnen slechts humorale
imtiuiniteit verwachten. I:r isgebleken (4). dat
virulent \\irus na bestnetting vati tiiaternaal-
geïnunumseerde biggen uit de longen ge-
kweekt kon worden en dal biggen op die
manier nog 20 dagen virus konden uitschei-
den (12). Dit bleek bij actief-geïmmuniseerdc
biggen (/owel na vaccinatie met (ieskwac"
als met Duphar .Aiijes/kv vaccin) niet het
geval te /ijn (4).

(\') De entbaarheid van dieren met maternale
immuniteit, met name de leeïtijd waarop die-
ren geënt kunnen worden, vormt een pro-
bleem op /ich. i;r is gebleken (1.1. 14. 1.5 en
16). dat dieren, afkomstig van meer of/elfs
minder gehv perimmuniseerde /eugen op een
bepaalde leeltijd slecht, of ogenschijnlijk niel
op een vaccinatie reageren.
Men spreekt iti dit verband van aangeklede
nullen, d.w./. dieren met een neg. serum neu-
tralisatie (s.n.) liter en toch ecn klaarblijke-
lijke rest-inuiuiniteit. Men verwacht dat. met
de huidige toegepaste techniek niet aan te
tonen, doch wel aanwe/ige alweerlichamen,
een rol spelen.

\\ I. Ir

Dfien van

Bij ondcr/oek naar de entbaarheid van biggen
met de levende v accins Aescovac-.\\ujes/kv en
.Xujes/kv vaccin-MK 25. en met hel geïnacti-
veerde vaccin (leskvvaC (2, 14, 15) isgeble-
ken dat biggen met maternale immuniteit an-
ders reageren op dc levende vaccins dan op hel
geïnactiveerde vaccin. De/e levende entstof-
fen bleken belet door ccn resl-immunileit
heen te breken dan hel gcïnacliveerde vaccin.
Ook bleek er bi; de/e levende cntstolfen een
na-ijlings-elfect (14 en 15) te kunnen optre-
den, d.w ./. dat de s.n. titer na verloop van tijd
stijgt; dit verschijnsel deed /ich na enting met
het (ieskvvac\' vaccin niet voor; integendeel.
1 )c titer hoogte allen kan niel v oldoende maat-
staf /ijn voor meting van dc werk/aamheid
van een ciustof; dit is ook gebleken uit het
onder/oek van .Andrics e.a. (4). /ij stelden
o.a. bij met Bartha-vaccin geënte mestbiggen
vast, dat dictcn mei lage, cn /ells dieren /on-
der aantoonbare tilers, virulent virus in ccn
besmetlingsproef weerstonden, terwijl con-

Iroledieren voor lOO\'V stierven na analoge in-
tranasale challenge (virusstam 75\\ I9|. Bo-
venbedoelde gevaccineerde dieren bleken wel
op dc besmetting le reageren (lichte anore.xie
bij alle dieren 2 tot 4 dagen na besmetting)
maar bij géén der gebruikte 18 dieren was
.\'\\D\\\' in de longen aantoonbaar bij het af-
slachten 2 weken na de challenge.

\\ II, \\ trmijdin); Al)\\ bij slachtdieren

[:en bestrijdingsschema dient er niet alleen op
gericht te /ijn om individuele bedrijven legen
/iekteuitbraak le beschermen, maar ook om
de kans op de aanwe/igheid van .ADV bij de te
slachten dieren te vermijden. Dit /owel in
verband met de e.xport als om de versprei-
dingskansen van virus in te dammen,
f.en be-
scherming die de eindfase bij voorbaat niet
haalt, lijkt dus ongewenst. Bovendien/al men
bij het opstellen van een bestrijdingscam-
pagne niet alleen van /.g. ideale bedrijven (all
in all out, I fokker I mester combinatie, allc-
veringshokken etc. etc.) uit mogen gaan maar
van de totale praktijkomstandigheden /oals
dieer nu in allerlei streken van Nederland /ijn.

\\ III. .Mgtliele bedrijfsentinj;

In verband met hct fakkeldrager-fenomeen
lijkt een enting op de fokbedrijven, waarbij
gelijktijdig alle dieren worden geënt, gewenst.
Daartoe is een vaccin nodig, dat géén ol /o
weinig mogelijk ncvcnreaclies veroor/aakt.
Met name rond het dekken en tiidens de
dracht dienen geen storende factoren op te
treden. De Bartha-stam Ijikt aan de/e cis te
voldoen. Dit is mei name ook gewenst in
verband met een voorde praktijk nood/ake-
lijk eenvoudig entscbema.
Men dient echter wel le bedenken, dal tijdige
aanvullende vaccinatie van het fokmateriaal
nood/akelijk blijft; een tvvcemalige vaccinatie
met ccn Uisscnlijd van tot 4 weken is de
eerste keer nood/akelijk.

I\\, RcMicciiialic

Om een voldoende imniiiniteits-stalus van een
bedrijl te waarborgen, /al een herhaliiigsen-
ting op ccn fokbedrijf tijdig dienen te gebeu-
ren; twee maal per jaar een bcdrijlsciuing lijkt
een minimum onder dc huidige omstandighe-
den. Bovendien dient men jaren ecn goed
vaccinatie-programma uil le voeren wil men
het virus op grotere bedrijven elimineicn.

\\. Onderscheid diverse vaccins

De geïsoleerde .\\D\\ /ijn aiitigenctisch iden-
tiek (}). Om divcrscandcrc rcdenendient men
bij een uiteindelijke kcu/c van ecn vaccin, elk

-ocr page 132-

\\accin op /ijn eigen specifieke waarde te
toetsen.

Bij MK 25 is bij\\. de hoe\\eelhcid \\ irus niet
altijd constant gebleken (/ie ook 7). De hoe-
veelheid vaccin virus per dosering kan van
inv loed /ijn op de werk/aamheid (II). Zo is er
bijv. ook ccn verschil tussen het Duphar Au-
jcs/kv vaccin, produktie Phylaxia en het Du-
vaxvn .Aujes/ky \\accin. produktie Philips
Duphar.

De Bartha-stam is door clonlng verkregen,
hetgeen biologische stabiliteit waarborgt.
Door specifieke biologische eigenschappen is
de Bartha-stam v rij eenv oudig te onderschei-
den van het veldvirus. Bovendien blijkt tel-
kens weer dat het Bartha-vaccin géén aanlei-
ding tot v irusspreiding geeft (1. 4. 5 en I I).

\\l. De verpakking

Met name ten aan/len van levende vaccins,
waarbij de entstof v lak v oor de enting moet
worden opgelost en daarna een /eer beperkte
levensduur heeft, dient de verpakking aan
speciale eisen te voldoen. Vermorsing van
hooggeconcentrcerd vaccin dient /ovccl mo-
gelijk uitgesloten te worden. Daaitoe dient
het aniigeen in vaccum verpakt le /ijn in een
flacon welke de totale hoeveelheid oplosmid-
del in één keer kan bevatten.

XII. (ieorganiseerde vaccinatie

Daar men In verband met de grote concentra-
tie van varkens in bepaalde regio\'s de/e regio\'s
als één bedrijf kan opvallen, dient een vacci-
natieprogramma georganiseerd te gebeuren.
Het is hoog tijd dat dit bijv. \\ia de gezond-
heidsdiensten voor dieren gebeurt. Hen
vaccinatie-registratie per bedrljl is hiervoor
gewenst (/ie Hg. I). Dc/e registratie /ou bijv.
in drievoud kunnen gebeuren: één exemplaar
\\ oor hel bedi ijl. één \\ oor de dierenarts en één
voor de ge/ondheidsdienst.

CONfl t Sll-S

1. Bij dc bestrijding van .AD /al /o mogelijk
eliminatie van het \\ irus maar tenminste
minimalisering van infectiedruk voorop
dienen te staan.

2. fotalc bedrijfsenting (fakkeldrager-
fenomeen) verdient de v oorkeur boven in-
cidentele enting van groepen dieren (bijv.
in dc kraamstal). Bov endien dient een ent-
schema
/O eenvoudig mogelijk te /ijn.

,3. De problematiek van de entbaarheid van
de oplokdieren Is we/enlijk in het kader
van de bestrijding en mag niet op de
tweede plaats komen.

4. Ook het cellulaire afv\\eermechanlsme
dient bij de beoordeling van vaccins be-
trokken te worden cn niet alleen de s.n.
titerhoogte.

5. I\'e v eel gebruikmaking v an maternale. dus
passieve immuniteit kan het gevaar van
virusdragers verhogen en lijkt ook om die
reden niet aanbevelenswaardig.

6. Het bijvoorbaai de voorkeur geven aan
een dode entstof lijkt niel gerechtvaar-
digd. nike entstof dient op /ijn eigen
waarde beoordeeld te worden.

7. Zolang het virus inheems Is /al enting
van dc mestbiggen nood/akelijk /Ijn; dit
is praktisch uitvoerbaar. Een éénmalige
enting met een levend vaccin lijkt vol-
doende te /ijn; nader onder/oek is ge-
wenst.

X. Mijn voorlopig advies luidt nog sleeds:
Zwakke levende entstof (Bartha-stam)
voor lok- en vermeerderingsbedrijven;
I cv ende entstof, wellicht een w at sterkere,
mits safe ( M K. 25\'.\') bij de mestv arkens.
Daar ik \\an dit laatste nog niet overtuigd
ben gebruik ik momenteel ook de Bartha-
stam voor de mestbedrijven.

./. .)/. Wiisniiillvr\'

1480.

Rosmalen, j

\' Drs. .f \\I. W ijsmuller. Dierenartsenpiaklijk \'Hintham\', t\'hr. Kannemansslraat 2. .S246 ,\\M Rosmalen.

-ocr page 133-

Bijlage. Registratie bedrijfsenting.

Op heden .................... werden bij .........................

adres.......................... tegen de ziekte van Aujeszky geënt:

.......... zeugen

.......... beren

.......... opfokgelten

met vaccin ...................... entpartij ................... door

.......................... dierenarts, te ..................

Dit betrof: Totale bedrijfsenting
Her-enting

Aanvullende enting opfok.

Handtekening dierenarts .................

Ij^ I Handtekening eigenaar,

houder of hoeder .................

1.1 IT RAI UUR

1. .Aarle. P. .X. M. \\an. Iruijen. W. 1. en Pielen. M. .1. M.: De /iekle van .Aujes/ky: een onder/oek naar de
mogelijkheid een besmet \\arkensfok- of vermeerderingsbedrijf te onderscheiden van een met het
Barth;i-\\accin geënt bedrijf,
Tijilsclir. Ilieigeiiccsk.. 10,1, .■>/.?, (1978).

2. .\'\\kkermans. ,1, P, W, M., Rondhuis, P. R, en Wirahadiredia, R, M, .S,: Samenxatting I, P, V,S, Congres
P)7H,

.1. .Akkermans. .1. P. M.: Verslag van de gesprekken met Dr. Anderie en Dr. Zuffa o\\er de /iekte van
Aujes/ky. C.D.I.. nr. (1976),

4, Andries, K., Pensaert, M., van Lierde, II., ,leunen,,l,, Castryck, P. cn Roosc, P, de: Vaccinatieproexen
met ccn levende en een geinaktixeerde entstof tegen de /iekte \\an .Aujes/k\\. I
laain.s nicrg. Tijihchr..
45. .UO. (!976).

5. Hartha, .A.: l.e vaccin llongrois contre la maladie d"Aujes/k\\. Calh Mi\'il. I\'i\'i.. 4.1, .H8. (197-1).

6, Dictaat Instituut \\oor virologie: De belangrijkste virus/iektcn bij /oogdieren en pluimvee, 50, (1976).

7. (iolstein Brouwers, Ci, W, VI, van: Fen behandeling \\an de /iekte \\ an Aujes/ky op een biggenbedrijf,
liidsehr. Diergeneesk.. 104, (1979).

X. Ciroepspraktijk Dierenartsen. Diessen: Ziekte \\an Au jes/k\\ in de praktijk en de enting tegen de /iekte.

Tndschr. Diergeneesk.. \\{)\\. 9!:. (1976)
9. .lakubik. ,1, und Wittmann, Ci,: Zur Impfung \\on Schweinen mit inakti\\ierter ,Aujes/kyvak/ine:
Redu/ierung der Irnpldosis, kutaner ,Allergietest und Finfluss der Vak/ination aufdie Viriimie,
Diselr
liercirzil.
IC.«/)/-.. 86. 4.i8. (1979).

McFerran. V\\ . VV. and Dow. C.: Fhe effect of colostrum dcriseil antibody on mortalit\\ and virus
e.xcrction follow mg evpcrimcntal inicction of piglets with Aujcs/ky\'s disease \\ irus.
Kes. I \'el. .St i.. 15.
:(I8. (1973)

McFerran, ,1. B. and Dou, C,: Studies of immunisation of pigs with the Bartha strain ol .Aujes/k\\\'s
disease virus,
Res. lei. .Sei.. 19. 17. (1975).

VVittmann. (1.. Bartenhach. (i. et .lakubik, ,1,: F\'immunité conferee a la cellule dans I\'mfection par le
\\ irus d\'Aujes/ky chc/ le pore.
Hull. Off. ml. ffi:.. S4. (I97.S)

Rapport \\ an de Cle/ondheidsdienst \\ oor Dieren in Noord-Brabant en het Centraal Diergeneeskundig
Instituut te Rotterdam: Fen onder/oek naar de weerstand \\an mest\\arkens tegen de /iekte van
Aujes/ky na enting met verschillende entstoffen op een leeftijd van 4-9 weken (1977),
Rapport van de Cic/ondhcidsdienst voor Dieren in Noord-Brabant onder auspiciën van: De Fechni-
sche Overleggroep V accins: Fen onder/oek naar de maternale immuniteit en de entbaarheid van
biggen, geboren uit met verschillende entstoffen tegen dc /iekte van Aujes/ky geënte /eugen (I97X),
Rapport van de Clc/ondheidsdienst voor Dieren in Noord-Brabant: Fen onder/oek naarde maternale
immuniteit en de entbaarheid van biggen, geboren uit met het Duvaxvn-.Aujes/kv (Bartha-stam)
geënte /eugen (I97X).

Voets. 1 h. VF: Fe/ing werkvergadering groep Varkens van de ,Afd, Noord-Brabant der K N M.v.D.
(I97X).

Voorlopig entadvies van de Fechnische Overleggroep Vaccins in/ake de /iekte van Aujes/ky bij
varkens (I97X).

-ocr page 134-

Het kalverseizoen
nadert weer (II)

Door dis. I\'. Meijer ux\'i\'d in boxengenoeindc
rubriek ecn aantal \\ ragen gesteld naar aanlei-
ding \\an ecn bricl \\an dr. H. .1. Brctikink (in
liiJschr. nicrgi\'iiccskuiu/e. 104. .^J^A (/979)J
bctrclïcndc sciccticvc toepassing \\an orale
glucosc-clcctrol\\ toplossing.
Vraag b. luidde: "Waarom heeft een druppel-
infuus bij deze (rota-en corona-) virusinfecties
geen succes, terwijl dit hij dc coli-infcctic
meestal tot \\crbliilfcndc resultaten leidt\'.\'"

In het antwoord gaan dr. Breukink cndrs. Dc

I.eeuw in op dc wezenlijke \\crschillen tussen
een coli-infcctic cti ccn rota- of corona-
\\ irusinfcctic. Met het gcgc\\cn antwoord kan
ik het eens /ijn \\i)or /o\\cr het dc grote lijn
betreft. I och wil ik dc auteurs wijzen op ccn
onjuistheid in de omschrijv ing \\an dc werking
\\an het coli-to\\inc. liet g;iat hier immers om
E. co/z-infccties bij kalveren cn het to.xine dat
hier dc problemen veroor/aakt is het SI
(hittc-stabici to.xine) cn met het I I (hittc-
lahicl toxine).

.Alleen \\oor het 1.1 geldt dat het stimulerend
werkt op dc vorming \\an cvclisch AMI\'. Het
S I daarentegen zet ccn ander en/v m. nl. gu-
anvlatc cyclase aan tot de vorming van cv-
clisch (iMP. l:cn tweetal artikelen waarin dit
uitvoerig beschreven is beveel ik graag ter
lezing aan.

M. 1 leld. I . II, (,ral.
.1, M, llui;hes. 1 , \\1ui

r.. \\\\ ...l. I.aird.
ld. B. Chang, a

ind P. I.. Smith: l\'i

d R, 1 , (luerrant: \\uiiin\'. 271.

Boxmeer, janu;

Suil. Ik;,/, Sa. l .V I. ( h).

I9K() F. K. Storm,

(Jruiulriss der speziellen
pathologischem .Anatomie der
Haustiere

:ige: 1X4 Abbildungen.

I rwin Dahme. I ugcn Weiss
i/a.tin,jiHl tjil.,- I atav Siuiigan. t^rs)

Dit 476 bladzijden lellende boek is een leidraad in
de veterinaire pathologische anatomie voor stude-
renden in de diergeneeskunde cn verschall de klas-
sieke besehti|ving van anatomisch alvvijkeiulc pre-
paraten. Dc schrijvers, oog hebbend vocu de
beperkte kring, waarbinnen deze inlormatie zal
worden aangesproken, namelijk de veterinaire siu-
dcnlcti. hebben getracht korte cn overzichtelijke
weergaven le geven van dc belangrijkste monologi-
sche veranderingen ilie bij dc huisdieren kunnen op-
ireilen. Het is als zodanig een belangrijke steun bij
hel verwerven van kennis van de klinische dierge-
neeskunde. ;\\\\ lezende kan men zich echter met aan
de indruk onttrekken dat dc auteurs de vele onder-
werpen met verder besprekcndatulescctictalel lang
IS en dc student alleen laat bij hel zoeken van wegen
om deze iiiorlologische gegevens binnen dc klini-
sche diergeneeskunde te doen integreren. Hoewel
de schrijvers aanvoelen datde kennis van patholoog
anatomische bevindingen slechts van betekenis
worilt wanneer zc ingepast is in een lunctionelc
pathologie ol patholysiologie. slagen zij er slechts
bij een te beperkt aaiilal onderwerpen in deze bar-
rière te nemen en de student op te vangen in zijn
poging een integrale kennis op te bouwen. Dat dit
nicl lukt is ongetwijlcld een gevolg van het leit dat
over de patho-histologische achiergronden slechts
dc tekst wordt versirekl en de beeldende weergave
met werd gerealiseerd. Hierdoor wordt deze kennis
toch moeilijker toegankelijk en zeker niet goed
voorbereid voor hel doel waarvoor het werd be-
schievcn, I en overdaad die eveneens stotend is. is
de neiging ecn volledigheid te bereiken in de weer-
gave van patholoog-anatomische kennis. Hierdoor
vallen vele minder voorkomendc alw ijkingen tussen
wal en schipen resulteert de weergave in een opsom-
ming waarvoor alleen trelwoordcn worilen ingezet
en enig verband met het klinische gebeuren ver te
zoeken is. Dit valt vooral op wanneer preparaten
worden besproken die niet al\'komstig zijn van de
van oudsher erkende huisdieren. Hel tc hooi en te
gras vermelden van anatomische afwijkingen bij
hoenderachtigen of andere species accentueert nog
eens dat dit nicl dc vorm is waarin inlormatie over
dc pathologische analoniic het beste tot haar recht
koml.

neubearbeitete

/); , /\', ts. .V;,

a hu,■rn,Iii,mal H.I .

t\'. Wcnsvoon.

-ocr page 135-

chemo-resistentie bij ecto-

Algemeen

Verkregen
parasieten

lG©u

Bromiiiers. I.. en Lennep. \\L \\an: Resistentie \\an
cie hooldluis voor gamniexaan (lindaan) betreft ook
de niet-alcoholische preparaten.
\\ecl. 7. (icnces-
kiiiitlc. 12.3. 490-49:. (1979)

In 197X werd door Bloniinersen medewerkers reeds
aangetoond dat alcoholische oplossingen van
gamniexaan in Nederland niet meer bruikbaar/ijn
\\ oor de bestrijding \\an hooldluis.
Pi-iliculus ( iipiii.s.
doordat dit lastige insect praktisch bij alle besmette
personen resistent bleek le /ijn geworden tegen in
alcohol opgeloste cyclohexaanverbindingen. Daar
in den lande tw ijfel bleek te /ijn of de/e resistentie
ook gold voor de/e insecticiden indien een andere
drag
onde
Hier
nette

r \\oor het linda
voekers dit ook
oor werden een ()..V, .laccutinemulsie en La-
.vascrënie met 1\' i lindaan bereid. \\ an de neten
Jen met een \\an beide
r te worden afgedood
ragers \\an de lindaan,
met neten \\an elders
boekt. Ook juveniele
nereen komst ige resis-
.■n. Dit was niet het geval met kleer-
luiiiHinii.s I.). N\'olgns de onder/oe-
nke en Bünger /ouden klecriui/en
lacutin-gel alleen worden gedood,
n waren volgens genoemde onder-
V oelig V oor gamniexaan. De schrij-
de behandeling van pediculosis ca-

uin was gebruikt hebben de
agegaan.

moeten geseh
loslaatverbinding di

pms
thi(
thic
(Vc

de
of he:
epassi
vaak!
ideete^

ehoude

teki
vele
nlie
ipin

:ig bij hui:
bij de g,
:
Kd.)

heelt

I riehi

op haren, die behandeld wei
preparaten, bleken niet mes
dan bij behandeling met de i
Bij herhaling van de proef
werd het /elfde resultaat g,
lui/en (nymlen I) blekeneen
tent
IC te verton
luis
tl\'cclinilus
kingen van Fr;
reeds door de
De/e kleerlui/c
zoekers goed gt
vers menen dat

eden met nialathion (een
■ minder giftig is dan para-

s het van grote ht
clohexaan na /o
dieren geen resisli
slachten Haemati

, 1, MUI der Si haal.

Bacteriologie

Gentamycine voor de behandeling van
moeilijk te genezen urineweginfecties bij
de hond

Fing. (i. V. and Ruby. .X. F.: (ienlamycin for treat-
ment of resistent urinary tract infections in dogs,./.
.4iu. I •(\'/. Mcd. .-L«., 175. 480-4X1. (1979).

De auteurs beginnen hun artikel met de bewering,
dat humaan gentamycine gebruikt wordt voorde
behandeling van urineweginfecties, als de geïso-
leerde bacteriën niet meer gev oelig /ijn voor andere
antibiotica. In dit artikel beschrijven /e de resulta-
ten van behandeling van urineweginfecties bij de
hond met gentamycine (6.6 mg kg ged. 6 dgn.).
Lev oren waren de/e dieren met infecties met o.a. A,
coli. Proteus. Klehsiella. Pseudoiiiotias. Enterohac-
ter
en Str. faecahs tevergeefs behandeld met penicil-
line. ampicilline en chlooramphenicol. 8X\'7 Vande
behandelde dieren genas.

(Zo op het oog een goed resultaat. Referent is echter
van mening, dat men evenals in de humane ge-
neeskunde - dit amino-glycoside pas in uiterste
nood/aak dient te gebruiken, teneinde het aantal
■ntamvcine-resistem wordend

I gering mogelijk
atieve resultaten met d
rechtvaardigen nog lang niet
I OIO- en nefrotoxische gentamyi
hadden eerst nog kunnen prob.
;)1. luradantine. nalidixine/uur. d(
Midien gaan /e heel in het k
;in hel feit. dat men genlamyci
;il daags dient te geven, hij vo
: Ref.]

./. (

r.v

idc herkomst en

iigelast.

Deze ziekte uerd geconstateeul op een bedrijl met
melkgeiten. dat gehouden uerd vooreen onder/oek
op embrvo-transplantalie.
De geiten waren van verse
waren 6 maanden en ouder.
Len w jjlje van 6 maanden ut
Het uerd huilen de koppel gelalen. maar een ucek
daarna verschenen laesies bij andere geilen.
\\ an de 44 geiten uerden 26(:illen v rouwijes) aange-
tast. Laesies kuamen voor;uinde liphoeken. oogle-
den. neusgaten en de perineaalstieek.

Hls

Geit

C ontagieuze ecthyma bij geiten

(ill. R, S.. Neleon R.: ./, l/ii, I ct. Med. I v
81-82. (1978).

sta mn
te laten zijn.
e drie genoemde
het ge

voor ge
het mi lil
De nega
biolic
van het
•Auteurs
moxa/i:
etc. Bov
voorbij ;
drieiiK
infuus

: anli-
bruik

otn

eren:

eyelini
vrijwi
icine injeclit
;)rkeur als i.\'

-ocr page 136-

Van dc 25 geiten, die i jaar waren, werden 17
aangetast.

Bij schapen komt de/e /iekte meestal voor bij die-
ren, die jonger /ijn dan één jaar,
Fnkele ernstig aangetaste geiten vertoonden tijde-
lijk verminderde eetlust en verlies van conditie. Zes
weken na het eersie geval waren alle laesies hersteld
/onder behandeld te /ijn,

,/, /, Terpslra.

Immunologie

Transplantatie van foetaal weefsel als
therapie van gecombineerde immuunde-
ficientie bij veulens

I\'crryman, L, E,, Buening, G, M,, McCiuire, 1, C,,
l orbeck, R, 1,,, Poppie, M, J,, and Sale, G, E,:
Fetal tissue transplantation for immunotherapy of
combined immunodeficiency in horses,
C/iii. Im-
munol. immunopalh.. 12, 238-251. (1979).

Bij babies is een vorm van immunodeficientie be-
kend (\'Gecombineerde immuundeficientie\' (CID)
of\'Swiss type agammaglobulinaemie\';
Ref.). waar-
bij nóch het humorale noch het celgebonden im-
muunsysteem \'werkt\'. Vroeger waren de/e kinderen
absoluut ten dode opgeschreven, doch de laatste
jaren probeert men hun immuunsysteem \'op gang\'
te brengen door middel van beenmerg- en thymus-
epitheel transplantaties.

Enige jaren geleden werd dooréén der auteurs (\'Fra-
V is McGuirc) een vergelijkbaar /iektebeeld bij ara-
bische veulens ontdekt, In dit artikel beschrijven
de auteurs nog eens duidelijk aan welke \'eisen\' een
veulen moet \'voldoen\' alvorens dc diagnose \'ge-
combineerde immuundeficientie\' gesteld kan wor-
den: Ivmphopenic, geen Immunoglobuline produk-
tie, geen respons op vaccinaties, geen B
lymphocyten met membraangebonden Immuno-
globuline, geen verhoogd type overgevoeligheidsre-
acties, etc,

Oc auteurs hebben inmiddels een \'kudde\' ver/a-
meld, waarin regelmatig Cl I) v eulens worden gebo-
ren, Zes van de/e dieren nu werden op een met bij de
baby met CID vergelijkbare wij/e behandeld; in dit
geval met foetaal leveren foetale thymus. Naast een
beschrijving van de transplantatie, etc, delen de
auteurs in dit artikel uitvoerig de respons op de
transplantaties van de veulens mee. Het aantal im-
munologische gegevens (veterinair immunologisch
onder/oek van /eer hoog niveau en beslist niet on-
derdoend voor de humane klinische immunologie:
is te uitgebreid om in het kader van dit referaat
te behandelen.

Vermeld /ij slechts, dat goede resultaten behaald
werden met foetaal weefsel van ongeveer 80 dagen
oud. Ouder foetaal weefsel bleek /oals ook bij dc
mens bekend is aanleiding te geven tot de ge-
vreesde \'Graft versus Host\' reacties.

./. (loudswaard.

Immunologie

Neurologische complicaties van lg.\\ mo-
noclonale gammopathie met cryoglobu-
linaemie bij een hond

Braund. K. (i.. Everett, R. M.. Bartels.,!. F.. De
Buysscher, F,: Neurologie complications ol Ig.A
multiple mveloma associated with crvoglobuline-
mia in a dog.
J. .Am. \\ei. .Med. .A.s.s\'.. 174, 1321-
1325. (1979).

Monoclonale gammopathie (een woekering van
plasmacellen met o,a, als gevolg, dat in het alge-
meen in het serum een bepaalde immunoglobuline-
klasse of onderdeel daarv an in extreem hoge
waarde wordt aangetroffen. Hel produkt van de/e
plasmacellen is bovendien monoclonaal. hetgeen
betekent, dat in de vrije electroforese in het Ii2 of y
gebied een band wordt aangetroffen; «c/J w ordt bij
mens en hond regelmatig gediagnosticeerd. Bij de
mens treft men bij ongeveer 40\'V van de patiënten
met de/e /iekte (ook wel /iekte van Kahler ol multi-
pele myeloom genoemd) tevens neurologische com-
plicaties aan. Bij de hond /ijn publikaties hierover
schaars. I^e auteurs, allen werk/aam aan de veteri-
naire faculteit van .-Vuburn (Alabama), beschrijven
in dit artikel /eer nauwkeurig welke neurologische
complicaties /ij waarnamen bij een zesjarige Dober-
man met een IgA gammopathie, (De ten bewij/c
van de/e gammopathie illustratie van de
Mancini test is duidelijk, die vande immunoelectro-
forese echter allerminst;
Ref.)
Het artikel beschrijft /owel de klinische, de rönt-
genologische als de patholoog-anatomische afwij-
kingen, die bij de/e hond werden gevonden. In de
discussie geven de auteurs nog o.a. een vergelijkend
over/icht van de neurologische complicaties van
multipele myeloom /oals die bij de mens en dc hond
worden waargenomen. (l:veneens in de discussie
beweren de auteurs, dal het hier het eerst beschre-
ven geval is van monoclonale cryoglobulinaemie bij
de hond. Ze gaan hier echter v oorbij aan een artikel
van Slappendel en referent in
Ini. Arehs. .Allergv
appL Immunof.
55, 537-5-11. die een soortgelijk
geval reeds in 1977 publiceerden!;
Ref)

./, („luds\'

d.

-ocr page 137-

Rund

Diagnose van de ziekte van Johne bij
koeien door mesenteriale lymphklier-
biopsie; nauwkeurigheid bij klinisch ver-
dachte dieren

l\'cmhcium. 1), H : Duignosis ol .lolinc\'s discase in
catllc using mesenteric lymph node biopsy: accu-
rac\\ in clinical suspects.
Siisir. I er ,//. .S.S.

:r-:iv. 11979).

Histo-pathologisch onder/ock \\an ecn mesenteri-
ale Kmphklier uit hct gebied \\an hct terminale
ileum, bleck een /eer nauwkeurige methode, de di-
agnose bij het levende dier te stellen.
De/c conclusie werd bereikt na onder/oek \\an .11
koeien van bepaalde bedrijven. De/elldcer\\aringen
werden \\erkregen bij 67 klinisch \\erdaehte dieren,
die aan abattoirs werden aangevoerd na onder/oek
\\an mesenteriale Kmphklieren alleen en na ecn
meer uitgebreid onder/ock \\an ileum. coecum,
colon en ileo-coecale 1\\ niphklieren. Een methode
\\()or hct verkrijgen \\an biopsicmateriaal \\an me-
senteriale lymphklicren wordt bcschrc\\cn en aan-
bevolen als de dclinitieve diagnose in ecn \\roeg
stadium \\an de /lekte \\ereist is.
\\ ergelcken bij oudere bekende diagnostische me-
thoden (.lohnine-test: complementbinding) is de
chirurgische ingreep ecn bc/waar van de Miorgc-
stelde methode. Maar het voordeel is dat de diag-
nose in het begin \\an het klinisch /lek /ijn kan
worden gesteld. Hierdoor is het mogelijk /ieke die-
ren vroegtijdig van het bedrijl te verwijderen en dc
besmetting van
M. paraiiihcrctiln.sts te vcrminde-

I ot nu toe wordt de biopsie-mcthode alleen aanbe-
volen bij koeien, die klinisch verdacht /ijn. De pro-
blematiek van dc subkliiiischc dragers wordt in dit
op/icht nog nader onder/ocht.

J. I. I\'crpstni.

Het doel \\an dit onder/oek was na te gaan:

a. In hoeverre de diagnostiek via rö-onder/oek bij
de levende big overeenstemt met de sectiebe-
vindingen bij slachting op lüü kg.

b. Wat dc invloed is van sc.\\e cn groeisnelheid op
e.a.

c. In hoeverre er genetische predisposities bestaan
bij het ontstaan van e.a.

De bevindingen bij rö-onder/oek, uitgedrukt in de
scores ü t m 5 en die bij sectie (score O t m4) blijken
goed gecorreleerd te /ijn: 0„17.
Het percentage aangetaste dieren bij rö-onder/oek
(2ü kg) bedraagt .17\',; dat bij sectie (100 kg) be-
draagt 40\';.

Toch blijken .5,6\'; van de biggen die röntgenolo-
gisch negatief waren, bij slachting op 100 kg toch
duidelijk aangetast te zijn (score .1 en 4).
Van alle gecontroleerde slachtingen behoort 15,9\' ;
tot deze categorie.

De spreiding in de waarden gevonden bij rö-
onderzoek blijkt veel groter tc zijn dan die bij sectie
(waarschijnlijk veroorzaakt door onvoldoende re-
produceerbaarheid van de rö-uitslagen;
Ref.)
Beren bleken bij slachting significant meer e.a. te
vertonen dan borgen en zeugen (gem. score resp.
1,.19 1,29 1.11). De snelle groeiers blijken bij
slachting zelfs zeer significant ernstiger aangetast te
zijn. Dat beren bij slachting duidelijker e.a. verto-
nen is waarschijnlijk een gevolg van snellere groei.
De verschillen in aantasting tussen de sexen bij 20
kg zijn bij rö-onderzoek niet significant.
De genetische inv loed op het ontstaan van e.a. blijkt
in dit onderzoek minder duidelijk dan de bevindin-
gen van andere onderzoekers (I\'. .lonsson. H. Sei-
fert) suggereren. (Er is echter .selectie toegepast bij
de ouders!)

Er wordt geconcludeerd dat e.a. bij mestvarkens
voor een deel genetisch is bepaald en dat deze in-
vloed met name tot uiting komt via de genetisch
bepaalde groeisnclheid.
ir. .1. ./, Cniniwijk.

Varken

Varken

COnchae atrofie en genetische aspecten
van Atrofische rhinitis

l\'lanchcnault. D.. Scllier. I\'., Olliviei. E.: I cdévc-
loppement des cornets nasaux chez le l\'orc. son ap-
préciation, aspeets génétiques.
.iiin. Hiol. aiiini.
HiihIi. Hiophvs.. 18, ://-:/,S. II97H).

Op 2 proclEiedrijvcn werd tussen 1972 en 1975 hij
42.16 varkens, met een lichaamsgewicht van 2()-.1()
kg. röntgenologisch onder/oek v erricht v an de neu-
zen. 2028 Van deze varkens werden tevens oniler-
zocht bij slachting op 100 kg en wel door dc mate
van conchae atrofie (e.a. Ite beoordelen nadedwa rs-
doorsnede van de neus.

Proeven om tot de immiiunprofilaxe
tegen KÏK bij varkens te komen

Hess. R, (i,, Bachmann. I\'. .A,. Ilamchen. 1.: Ver-
suehc zur 1 ntwicklung einer Immunprophv laxc
gegen die libertragbarc (lastrocntcritis ("E(iE) der
Schvveine. leil l,2,.1.
/.hl. I a. Mal. B24, 7.5.(-Y,.?.
(1977): B25, >2-61. (I97K): B25. il),S-JI,S. (197,S).

Daar dc hoogste mortaliteit gedurende de eerste
levensweek van de big optreedt, waardoor actieve
immunisatie tegen l (iE nog niet mogelijk is. werd
onderzoek gedaan om lot passieve immunisatie te
komen, (11 v perimmuiinserum in eerste levensdagen
onbevredigend.)

De noodzakelijke antistolfeii (Ig.A) worden volgens
Bohl slechts, na darminfectie van de zeug met viru-
lent virus, voldoende gevormd.

-ocr page 138-

\\ clc procNcn cchtL-r toonden aan dat na patcntcralc
initiiunisalic mcl gcinactl\\cerd ol aangepast \\irus
geen ol onvoldoende stimulatie \\an IgA inde melk-
klier \\an de zeug ucrd bereikt.
W el is er sterke lgC\'-s\\ nthese.
De I Cilirusstam Bl (eigen instittuitl uerd .1.50 .\\
gepasseerd in secundaire \\arkensschildklicr-
celcultii ur.

I -2 Dagen oude biggen \\an 1 Ci l>antistol\\ rije moe-
derdieren werden gebruikt. Deze werden met de fles
(Bioli.x K) gcNoed cn op de 2e dag oraal geinlee-
tcerd.

Bl-.15() gal geen sunptomen; controle: stinkende
waterige diarrhee.

Bij lactogene immuniteit spelen antistolïen \\an de
groep Ig.A. \\ oor 90\' , in mclkkliergeproduceerd.de
hoofdrol. Deze zijn resistent tegen proteohtische
splitsing, hebben hogere neutraliserende acti\\iteit
dan IgCi en langere uitscheiding.
Het virus \\an de .KlOste passage stimuleerde na
orale applicatie in capsules in colostrum en 7 dagen
melk een hogere Ig.A- dan IgCi-antistol cn gal de
biggen bescherming tegen \\irulent tcsl\\irus, stam
MiHer.

De .150ste passage gaf overwegend IgCi en gaf XO\' ,
mortaliteit.

In Hongarije gal dc C\'Kp-stam goede resultaten
maar deze is nog niet \\oldoende getest. Met de -KXIe
passage werden ook 14 drachtige zeugen geïmmuni-
seerd.

I\'r was een goede antislol-\\ orming in scrum, colos-
trum en melk: 90\', \\an dc biggen was beschut
tegen lest\\irus. X\'ecl literatuur cn technische gege-
vens (■«<\'//

/:. ./. \\ oüU\'.

brandden met een blauwe \\ lam. hetgeen w iist op dc
produktie \\an koolmono.wde. De met behulp \\ an
een Drager gas detector gemeten koolmono\\\\ de
gehalten lagen tussen de IKO cn 200 ppm.
Ten aanpassing \\an de \\entilatie en hel schoonma-
ken \\an dc gaskappen deden het percentage dood-
gehoren biggen dalen naar 5\',. een normaal gem id-
dekl pcrccntagc.

/\'. (vau der I a \'k.

Varken

V irus van Aujes/k> gepaard met abortus
bij varkens

Varken

Koolmonox) de:
boren biggen

Wood. 1 . N,: Increased incidence ol still birth in
piglets associated with high luels ol atmospheric
carbon monovidc. 1 <7, We,..
\\04. 2SI-2,SJ. 11

Dc auteur bcschriilt twee gcxallcn \\an een sierke
toename in het aantal doodgeboren biggen tussen
luncmbcr 1976 en lebruari 1977,
Op ccn bedrijl was hel percentage doodgeboren
biggen in 110 koppels gemiddeld 28\',, Op een
tweede bedrijl werd in 6 koppels 5.1\' i \\an dc biggen
ilootlgeboren. Bii onderzoek \\an de i.loodgeboren
biggen werd geen bacteriologische, \\irologischc of
andere oorzaak voor de sterfte ge\\ onden. Onder-
ztiek \\an het zeugcvoei op mveotoxinen verliep
e\\cncctis negatief

Bij bezoek aan de bcdrij\\en bleek in beide gc\\allen
111 dc kraamsiallen de \\cntilatic tot een minimum tc
zi|n teruggebracht oni v\\armte le sparen. De gas-
kappen. welke als warmtebron \\oor de biggen ge-
bruikt \\\\erdcn. bleken ernstig \\er\\uild tc zijn. Ze
, P, I .. Reed. D. I ..Sniidl.
sociated with abortion in

oorzaak >oor doodge-

■h*,. 172. IIT.S).

den \\an ene
Bo\\endien werd dc
stiseerd bij 2-.1 dagen
•iniaei hadden met

\\ an 210 zeugen op .1 bedrij\\cn binnen een straal \\ an
10 mijl in .lowa. aborteerden 4X binnen .1 weken. I )e
inecsie aborterende zcugeii vertoonden tinlclijk
anorexie en koorts.
Drie zeugen mei xerschijns
sliciAcn direct na abortus,
ziekte \\an Aujcszkv gediagne
oude biggen en bi| koeien, die

enkele \\an deze zeugen. Zes loetus waren gemum-
milicecrd; 18 \\erkeerdcn in ontbinding,
Pathogene bactericn werden nicl gekweekt. Bij his-
tologisch onderzoek \\an hersenen en nieren werden
geen ontslekingsreacties en significante ilegenera-
tics ge\\onden, In lc\\ercellen rondom \\erschillcndc
necrotische haardjes werden intranucleaire insluil-
lichaampjcs geconstateerd.

,Aujcszky-\\ irus werd geïsoleerd uit weefseldelen \\an
1 1 biggen. Met deze ziektegeschiedenis wordt dus
bewezen, dat Amerikaanse \\eldstamnien \\an het
\\irus \\an ,Aiijeszk\\ de placenta kunnen passeren cn
ziekte bij loetus kunnen \\croorzakcn,

./. /. 1\'crpsira.

W ohlgemuth. K.. Hesl
1). K.: Pseudorabies
SW ine. ,/ I/),, I i7,
\\le

-ocr page 139-

Voedingsmiddelenhygiëne

Niet toegevoegde remstoffen in organen

Smither. R.: Baeterial Inhihitors Formed Duriiif;
the .Ad\\entitioiis (innMh ol Miero-organisms in
C\'hicken Fi\\erand l\'ig Kidney../.
Appt^Havicri,,!..

\\ als positie\\e reacties \\ ormen een probleem bi| het
onder/oek naar dc aanue/igheid van amibiotica-
residuen met microbiologische technieken.
Dc gcNoeligheid \\oor \\als positieve reacties kan nog
toenemen bij e.xtractie. De rol \\ an lyso/\\ m en aan-
\\erwante stolïen als \'natuurlijke rcmstof is reeds
\\rij uitgebreid in de literatuur besproken.
De auteur heelt de remmende acti\\ iteit. /oals de/e
uordt uaargcnonien bij het gebruik \\an
H. ccreus
var. nivioiitcs
als teststam. onder/ocht in gehomo-
geniseerde kippcIcNcr en \\arkensnier.
/ij proNoceerden het ontstaan van /ones door de
honiogenater bij M) C\' te bebroeden en /agen kans
actieve componenten te isoleren. Met behulp \\an
diinnchiagchromatogralie bio-autogralie «erd het
aandeel in de totale acti\\ iteit der .1 componenten in
extracten bepaald. De structuur der componenten
«erd niet opgehelderd. Wel isoleerden/ij stammen
\\an
.\\ir. laa ali.s en een Factobacil die
de produktie der
ond niet plaats in

e rant woo r-
rcmstolïen.
\\nthetische

delijk waren \\
De/c produkti
\\ loei ba re media.

(Dc resultaten \\ an dil ondcr/ock wij/en er nog-
maals op dat het \\oorkomen \\ an microbicle \\eront-
reiniging en een /o snel mogelijk in\\rie/en \\an tc
onder/oeken materiaal bij het microbiologisch resi-
du-ondcr/ock \\an groot belang is;
Kef.).

//. .\\lnl.

Voed ingsmiddelen hygiëne

l\'atliogene E. coli in ( amembert

1 rank..I. F.. Marth. I 11. en Olson. N. F.: Survival
ol I nleropathogenic and \\on-l\'athogenic
Escheri-
chia
Cdh during the Manufacture of Camembert
Cheese. ./.
I J. I\'rdicciinn. 40. C/V^\'l

Dc aanwe/ighcid van /.. ((<//in /uivclprodukten is
indicaticl voor nabcsmctting post-pastcurisatie.
Ook kaaslabrikanicn /ijn met gceharmccrd van /:\'.
ciih in verband met ongewenste gasvorming.
/,. Cdh kan echter ook als pathogeen van belang/ijn
cn /owel invasievc als loxicogene/iekteverschijnse-
len verwekken. \\\\ anneer voedsel is nabcsmct met /..
((»// dan kan de/c entcro pathogeen /ijn. /o kan een
uitbraak xan gastroenteritis ten gevolge\\an /..
toli
(0124; H I 7) worden toegeschreven aaïi het eten \\an
Camembert.

Dc auteurs stelden een onder/oek in naar de overle-
vingskansen van /.. (()/; bij de labrikage van C a-
membert. /.ij contamineerden de kaasmelk met pa-
thogene en a-pathogene stammen (1(10 cellen ml).
Dc toename in het /.. <«// kiemgetal tijdens het
kaasmaken bedroeg circa 2 log lactoren gedurende
dc eerste 6 uur.

l ijdens de rijping nam dit weer al. Sommige stam-
men waren verdwenen na dc eerste 2 weken van de
rijping, anderen overleerden 4 lot 6 weken.
De snelheid van inactivering van 7.. <«// nam al met
de toename van dcplF

I:. <■()/; groeide niet in rijpe ka/en maar wel w

werd op
11. \\l<il.

gr

rgenomen

dc oppcrv lakte

Vogel

Nicotinesulfaat: intoxicatie bij twee roof-
vogels

llalliwcll. Wm. IF: Two cases ol nicotine sulphate
poisoning m raptorial birds. Hanl, C/x;«.
I.s. .\\v

l:cn havik en ccn roodstaai tbui/crd vierden legen
ectoparasieten behandeld met nicoimcsullaatpoe-
der ( Hlackleal-4()" )-

Na 1-4 uur vertoonden dc vogels c\\cit;itic cn ta-
clivpnoe. I én eigenaar meldde mondirntatie (hv-
per;icniie. speekselen). Na 6-12 uur ging het CNCita-
tiestadium over in een toestand van depressie met
incoördinatie. snelle polsen lang/ame ademhaling.
Heide vogels werden coniatciis cn higcn opde borst.
Schrjivci haali dc sv mptomcn bij mens cn /oogdie-
ren aan cn adv isecrl met een mild sopje het nicolinc-
poeder uil dc veren tc wassen (naspoelen met
schoon water) en dc krop te irrigeren met thee (met
injectiespuit cn slang leriig/iiigen) waarna actieve
kool wordt toegediend.
Dl-vogels moeten S-16 uur
in een ruimte met verhoogd /uurstolgehaltc verblii-
vcn en bij eventuele conv ulsies
I mg kg phénobar-
bital locgcilicnd krijgen. Herstel /al 2-^ dagen
duren. I cloparasictcn bij irooflvogcls mogen nicl
mct nicolincsiillaat behandeld uorticn. (\\ alkcniers
spuugden V rocgcr uitgekauwde tab;ik op hun v ogels
met veermi|tcn. Schriiver vermeldt niet ol de behan-
deling succes had:
Hel.)

(,. ./. van \\ic.

-ocr page 140-

I he Netherhiiids Small Animal \\\'eierinar\\ Association
VOORJAARSDAGEN 19 80

Amsterdam, May 2-4

Preliminary Programme.

General Programme
Simultaneous Translation

English

(Thursday night

1

Friday morning
Friday afternoon

1
1

Free communications

Ceremonial Welcome 15 min.
Harpster : Introduction to the

cough. 90
Yoxall : Pharmacology 45 "

Isaturday morning

j

Kersten : Congestive heart

failure in the dog 45 min.
Tilley : Feline cardiology 45 "
de Vries : Case presentation 15 "
Harvey : Surgery of the upper

airway 4 5 "

Saturday afternoon

Harpster : Case presentations 45 min.
Osterhaus: Viral and bacterial

respiratory infections25
Discussion 20 "
Lord : Basic radiology of

the thorax 60

Surgery of the Stifle
Seminar

Lab.session
i
Limited audience

Current Research and
New Developments
NUTRITION

Current Research and
New Developments
HIP DYSPLASIA

Get-together and
_ Opening
of Trade Exhibition.

Extra fee.

®

D.A.N.S.

Animal
Health
Technicians
Programme

Anaesthesia
Radiology

a

Sunday morning
Sunday afternoon

Lord

Radiology of the
thorax

Harpster
Respiratory problems

For information write to: Dr.J.E.Gajentaan

Joh.Verhulststraat 115
1071 MZ AMSTERDAM,
Netherlands.

Harvey

Surgery of ear
and nose

Lewis
Cervical syndrome

Tilley

Practical canine
cardiology_

Arnoczky
External coaptation

Stokhof
E.C.G.

Baumberger/Lakatos
Thoracotomie(German)

Congressfee Dfl.

165,-

Seminars "

30,-

Stifle Sem. Lab

appr."

100,-

-ocr page 141-

Symposium Nederlandse
Vereniging voor
Proefdierkunde

I er gelegenheid \\an het 25-jarig bestaan \\an het
C entraal Dierenlaboratorium te Nijmegen organi-
seert de Nederlandse \\ereniging \\oor Proefdier-
kunde (NA\'.P.) een s\\mposium getiteld:
\'(. cninilization of /aciliiie.s fnr animalcxperiiiicnis\'.
liet Symposium/al op 9en 10 mei 1980 te Nijmegen
worden gehouden.

Op 9 mei /uilen \\ anaf I 1.00 uur de volgende \\ oor-
draehten worden gehouden:

1. I he tasks ofa laborators animal seientist within
a central laboratorvanimal house in an institute
with deccntrali/ed "laboratories;dr. B. C\'. Kruijt,
Rijksinstituut \\oor dc Volksge/ondheid.
rtrccht.

2. I he role of the central laboratory animal house
and of the laboratory animal seientist w ithin a
pharmaceutical industr\\; dr. H. Bruhin. Ciba-
(ieigy. Basel.

.V I ducation of laboratory animal science to me-
dical, \\elerinar\\ and biology students; dr. (i. .1.
R. Ihnell. rni\\crsit\\ l.aboratorv of Ph\\si-
olog\\. O.xford.

4. 1 he laboratory animal scientist\'s oun research
and his contact with thc in\\estigations of other
scientists: dr. W . II. Wcihc, Biological Central
1 ;iborator\\. I niversit\\ of Zurich.

5. Desirabilit\\ of centrali/ation in connection
with the enforcement ofthe Dutch law on ani-
mal e.xperiments; dr. \\1. .1. Dobbelaar, \\\'etcri-
nairc Hoofdinspectie \\an de X olksge/ondheid,
■s-(lra\\enhage.

6. Ccntrali/ed monitoring of qualit\\ of separated
animal colonies; dr. .1. Bleb\\. l.aborator\\ ,\'\\ni-
mals Centre, Carlshalton.

7. Possibilities for research on laboratory animal
scicncc in a central animal laboratorv; dr. P.
I aton. Charing Cross Hospital, Medical
School, l.ondon.

8- .Arguments against centrali/ation of facillities
for animal experiments: prof. dr. D. de W icd en
dr. M. Wicgant. \\ukgrocp Karmacologie,
Rilksuniversiteit I trecht.
Op 1(1 mei /al ecn ronde tafel discussie worden
georganiseerd met als onderwerp
Managcnwm of C cniralizcl I ahoraiorv Annual
I ai ill lies\'.

lc\\ens /al er gelegenheid /ijn het Centraal Dieren-
laboratorium te Nijmegen te be/ichtigcn.
Hct programma richt /ich \\<iornamelijk op proef-
dierkiindigen, bedrijfsleiders cn hoofden van instel-
lingen waaraan een dierenlaboratorium \\erbonden
is. De congrestaai is engels.

Inschrijvingskosten: / 40. . Hierbij /ijn inbegre-
pen deelname, koffie, lunch, hct boekje met samen-
\\attingcn en t./.t. de proceedings.
InschrijMng is mogelijk tot I april 198(1.
Inschrijfformulieren cn overige inlormatie kan \\er-
kregen worden via het Symposium secretariaat: dr.
.1. P. Koopman. Centraal Dierenlaboratorium Kat-
holieke l\'niversiteit, (leert (irootcplein Noord 29.
Postbus 9101, 6500 HB Nijmegen, tel. 080-51.1567.

9th International Congress
on Animal Reproduction
and Artificial Insemination

Madrid - 16th-20th June 1980

fhe Congress will be held in the Palacio Nacional
de Congresos y Exposicioncs of Madrid.
Scientific Organization
PEENARY SESSIONS

There will be three Plenary Sessions, each presided
by an invited Coordinator-Chairman with the
cooperation of four-five invited Cieneral Reporters:
1. Physiology of reproduction.
11. Artificial insemination.
111. Pathology of reproduction.

ROUND TABLES

A number of special problems have been selected
for discussion. They will be presided by each
Moderator-Chairman with the cooperation of
several invited Guests.
I he following will be discussed:

A. Ovarian and uterine endocrinology.

B. Folliculogenesis and ova production.

C. Progesterone monitoring of postpartum
changes and pregnancy.

D. Inhibin, and testicular functions control.

E. Eertili/ation and implantation.

E, Up-to-date on embryo presersation.

G. International standards for semen exchange.

H. Artificial insemination and reproduction in
aquatic species.

1. Cloning and its possible application in animal
industry.

J. Evaluation on fertility in farm animals.
K. Pathological infections and fertility.

I.. .Antibiotic therapy on genital infections.
VI. Artificial insemination and reproduction in

avian species.
N. Artificial insemination and reproduction in
Zoo\'s species.

0, Ehe appraisal of reproductive behaviour.

SYMPOSIA EOR SHORE PAPERS
The following could be submitted spontaneous
contributed papers, I hey will be presided by an
invited Moderator-Chairman:

1, Oestrus detection,

2, Ovarian activity and sexual cycles control,

.1, Principles and application of prostaglandins.

4, Artificial insemination in tropical areas.

5, Genital pathology,

6, In viiro evaluation ol sperms quality,

7, Nutrition and reproduction,

8, Ereezing of sperm cells.

POSTER SESSIONS

The presentation of scientific works by \'Poster\'
means an equivalent alternative to the usual pre-
sentation of short papers with slides. The works
included in this session will be selected by the
Spanish Committee and will be published in thc
abstract-book of the Congress,

-ocr page 142-

(ieneral Secretarial

I\'rol. dr. Tomas I\'crc/ (iarc\'ia.
IM.A, CRll).A-0(i,

Dcpartamcnlo dc Rcproduccion Animal.
.Avda. de I\'uerta de Meirra. s n.
Madrid-.l, Spain,

Administration and general services

I ll.F.. S. A,
l ondres. 41.
Madrid-28. Spain.
Phones 2.5,\'; 10 05 - 255 10 06.

Official languages

As decided hu the Standing Committee of these
Congresses the olTicial languages uill he Fnglish
and Spanish. All proceedings and simultaneous
translation will he made only in these two lan-
guages.

Registration

Registration lees are the following:

After
.lanuary
1st. 1980

Active members 20.000 ptas.

Family members 10.000 ptas.

(or its equivalence in I S. dollars at the time of
registration).

Programme for ladies and family members

1 here will be a special programme lor social
events, lady guests and family members. Fhis
programme will be opportiniely made known.

Inlichtingen

Naderc inlichtingen en het \\olledige programma
/ijn eveneens \\erkriigbaar bij het Secretariaat
K.N.M.v.l), tel. 0.^0-5101 II. (,epka van Hilten-
siepel.

Committee on Food
Microbiology and Hygiene
XI. International
Symposium

6.-11..luly 1980 Aalborg, Denmark

Psvchrotrophic \\licro-ori;anisms in Spoilage und

Palhogenieilv

Subiecls

1. I undamentals of Microbial Vclicitv at low
lemperatures.

2. Faxonomv and I cologv of Psvchrotrophic \\li-
cr<i-orKanisms.

y. I.OH Femperature Spoilage pattern of Food:
Milk. Meat. Fish.

a) Psvchrotrophic Bacillus sp.-spoilage ol milk

b) Ihe importance of Broehothri.v CMicrobacte-
rium\') thermosphactum as spoilage agent in dille-
rent meat products,

c) Isolation technique lor Brochothriv CMicrobae-
leriiim\') thermosphactum from various lootlpro-
duets,

d) Pseudomonas sp. as spoilage agents in milk,
meat and (ish.

e) 1 actobacillus as spoilage agents in chilled loi>d.
lavonomv. ecology and metabolic activitv.

4. Fcologv of Psvchrotrophic Pathogens.

a) I he ecologv ol Cl. bolulinum type F.

b) I he taxonomv ol > ersinia enlercoliliea.

c) 1 he correlation between ta.vonomv. serologv aiul
biochemistry of Y ersinia enieroeolilica,

d) I he zoonotic aspects of > ersinia enterocolitica,

e) Isolation technique lor Y ersinia enterocolitica
Irom various environments.

f) Ihe ecologv and zoonotic aspects ol Fisteria in
lood and the env ironment.

Ihe influence of Ihe Microclimate on Psvchro-
trophic microbial Activitv in Food.

a) Impact of dilTerent gasscs.

b) Impact ol different preservatives, avv. heat
treatment etc.

Practial Information:

Application lor participation and submission ol
provisional titles of papers at your earliest conve-
nience. but not later than 1st .lanuarv 19X0. Sub-
mission ol summaries not later than 1st April 19X0.
Submission of papers at the beginning of ihe mee-
ting.

Registration lees:

.Members of National Societies 60 ( S S. Non-
members 100 FS S.

Meeting Place:
Aal borg I niversitelseenter
Sohngaardsholmsvei 57. 9000 Aalborg.
C ongress language Fnglish.

F.vcursions during the svmposium: Food
lactones, a ivpical Danish larm and medieval
Danish castles.

President: Professor D \\, \\, ,\\lossel. ( Irecht.
Netherlands,

V ice-president: Dr. Hctlv ( . Ilohbs. I onilon.
1 ngland.

Councillor: Dr. \\ . Bartl, Prague. C.S.S R.
Seerelarv: Professor N. Skovuaard, Copenhagen.
Denmark.

Ireasurer: Dr. IF I Haumann. Minneapolis,
I SA,

\\1 International Svmposium
6lh-llth ,lul.v 19X0 Aalborg. Denmark

Presidenl: Professor N Skovgaard. Copenhagen
\\ iee-presidenl; Dr,
K, (iaarslev, I)anish Socielv of
Mierobiologv,

Secreiarv: Sven (p, Chnsiensen, Copenhagen,
Scciclarial:

lAMS \\1 lnlernalion.il Svmposium Institute ol
llvgiene and Mierobiologv\' Roval V eterinary and
Agricultural I niversiiv, Biilovvsvej I.V 1
)K-IX"0.
Copenhagen V . Denmark.

-ocr page 143-

2nd International Symposium
of Veterinary Laboratory
Diagnosticians

June 24-26, 1980, Lucerne, Switzerland

Participants Irorn over 20 countries will be prcsen-
titig o\\er 150 papers dealing with current topics in
\\etcrinary laboratory diagnosis. During the three
days of the Symposium, parallel sessions will be
held in three auditoria; simultaneous translation
into Pnglish, I rcnch and (ierman will be made in
one of the auditoria. and papers presented in En-
glish in the other two. The central theme will be
methods for the laboratory diagnosis of disease in
farm animals (i.e. ruminants, pigs, horses and poul-
try). More than half of the papers will deal with
bacterial and \\iral diseases, the rest being concer-
ned with clinical chemistry. to.\\icology. clinical im-
munology. endocrinology, pathology and parasito-
logy. Special sessions followed by round-table
discussions will be dev oted to calf diarrhoea and to
current immunoassays in the diagnosis of animal
disease .■s (ELISA, staphylococcal protein A. etc.).
I he registration fee wili be SEr. 1.10. if paid be-
fore March .11. 1980. and SEr. 180. if paid later,
this fee includes the price both of the congress
proceedings and ofa boat-trip with evening meal on
Lake Lucerne.

1 he prcliminarv programme and registration forms
can be obtained from: Reisebüro KLOM Ad.
Kongressabteilung. Postfach (TI-80.17 Zürich
(Schwei/).

Weltkongreß
Lebensmittelinfektionen
und -intoxikationen

Berlin (West), 29. .luni bis .1. .luli 1980

Präsident: 1). Ciroliklaus

(leneralsekretare: M. Abdussalam. K. (ierigk. IL
l.em mc.

I.cbcnsmittelinfcktionen und -into.xikatiimcn sind
in der ganzen Welt im Steigen begriffen. Die
V\\eltgesundhcilsorganisation hat im .lahre 1978
erneut die Notwendigkeit einer intensiveren Be-
kämpfung dieser Erkrankungen unterstrichen.
Die globale Problematik kann nur durch enge
Zusammenarbeit aller Verantwortlichen gelöst
w erden. Daher wird der erste Weltkongreß, der sich
mit fragen der Lebensmittelinfektionen und
-intoxikationen befaßt nach Berlin (West) ein-
berufen. Einladungen zu der Veranstaltung sind
gemeinsam von der Bundesrepublik Deutschland
und dem Senat ausgesprochen worden. Sie
liegen dem (ieneralsekretarial des Weltkongresses
\\ or.

Sponsoren

Imernaiional .Association of Microbiological
Societies (LAMS)

International l^pidemiological Association
(IL:A)

World .Association of Veterinarv Eood Hvgienists
(WAX EH).

Teilnehmer

Wissenschaftler verschiedener Disziplinen.
Vertreter des öffentlichen Gesundheits- und Ve-
terinärwesens sowie anderer fürdie Lebensmittel-
überwachung zuständiger Behörden.
Vertreter der Wirtschaft, der Lebensmittelindus-
trie und -technologie.

Vertreter internationaler Organisationen und Ver-
bände.

Vertreter der Verbraucherschaft.
Kongreßsprachen: Deutsch. Englisch. Franzö-
sisch. Spanisch. Russisch.
Wissenschaftliches Programm
Es wird von namhaften Wissenschaftlern aus aller
Welt gestaltet. Schwerpunkte der Thematik, in-
besondere auch regionaler Art. werden in speziellen
Arbeitsgruppen diskutiert.

Lebensmittelhygiene und öffentliches Gesund-
heitswesen

Sozio-ökonomischc Bedeutung der Lebens-
mittelinfektionen und -intoxikationen
Ernährungs- und Verzehrgewohnheiten
Herstellungs- und Zubereitungspraktiken
Historische Aspekte
Infektionserreger und toxische Substanzen
Biologische und ökologische Aspekte
Chemische und biochemische Verhaltens-
weisen
Toxikologie
Nachweisverfahren
Epidemiologie und Überwachung

Epidemisches Auftreten und klinische Fr-
sc hcinungsformen
Surveillance-.Aktivitäten
Vorbeugungs- und BekämpfungsmalJnahmen
Prophylaxe

Therapeutische und andere Maßnahmen
Febensmitteltechnologic

Management. Organisations- und Verwal-
tungsfragen

(leselzgeberische Maßnahmen
Aufklärung und Öffentlichkeitsarbeit
Internationale Zusammenarbeit
Besondere Regionalprobleme

Epidemiologische Situationen und Bekämp-
fungsmaßnahinen in den serschiedenen \\\\ HO-
Regionen

Informationen zum wissenschaftlichen Programm

Generalsekrelariiit \\\\ eltkoiigreß
c o Institut lür \\ ctermärniedizin
Theilallee 88-92
Postfach .1.1001.1
D-IOOO Berlin .1.1

elelon (0.101 8.108-1. lelex 0184016
Anmeldung und Kongrellorganisation

German Convention Service
.loachimstalcr Straße 19
D-IOOO Berlin 15
I elelon (0.10) 8818051
1 clex 0184124 ges d

Für Ihre vorläufige Anmeldung benutzen Sie bitte
die bcigeUigte Karte.
\\ eranstaltungsort

Internationales Congress Centrum Berlin (ICC
Berlin), das neu errichtet und eines der modernsten
Kongreßzentren in Europa ist.

-ocr page 144-

Diergeneeskunde
en samenleving

Lezingencyclus \'Waardering van waar-
den\'

georganiseerd door de w erkgroep Diergeneeskunde
en Samenleving.

7 februari 19X0 Muchi en onmaehi van tIe wet-
geving.
inleiders mevr. mr. H. W\'. .1. Clelinck (toe-
komstig Officier van .lustitiel en dr. .1. C. \'Ferlouw
(lid Tweede Kamer).

15 februari 19X0 l\'rioriiering van wuanien. inleider
prof. dr. F. R. Heeger (theoloog, ethicus)
22 februari 19X0
Maiusehappetiike snuemren en
Ihiniering van waarden,
inleider prof. dr. D. Brüll
(econoom, socioloog).

Plaats: college/aal Kliniek voor Kleine Huisdieren
aanvang: 12,.30 uur.

Belangstellenden /ijn van harte welkom.

Bijeenkomst Werkgroep
Dierpathologen

Dinsdag 5 februari 1980

De bijeenkomst zal dinsdagmiddag worden ge-
houden (aanvang 14,00 uur) in vergaderzaal I van
het Rijksinstituut voor de Volksgezondheid, An-
thonic van Feeuwenhoeklaan 9, Bilthoven,
Programma

14,00 V, ,1, Feron en B, ,1, Spit: \' I umoren bij de
rat na inhalatoire e.xpositie aan vinylchlo-
ride\'.

14.25 C. .A. van der Heijden: Tnductie van pre-

neoplastische leververanderingen\'.
14.45 W. 11. de .long: \'Natural Killer Cell activi-
teit in de thvmusloze rat\'.
15.05 Pauze.

15.,10 ,1, NF Berkvens en .1. H. .1. van Nesselrooij:

\'Spontane hypofyse tumoren bij de rat\'.
15.50 W. Misdorp: \'Nieuwe thcrapiemogelijk-
heden tegen tumoren bij huisdieren\'.

Nieuwe structuur CIVO-TNO

Bij het CIVO (Centraal Instituut voor Voedingson-
derzoek TNO) aan de Ftrecbtsewcg te Zeist, wordt
evenals elders binnen I NO. druk gestructureerd.
Per I januari 19X0 wordt namelijk dc Hoofdgroep
\\ oedingen Voedingsmiddelen TNO gevormd. Van
deze Hoofdgroep zullen behalve het CIVO-TNO
ook de twee zusterinstituten. het Instituut voor
(Iraan. Meel en Brood en het Instituut voor Vissc-
rijproduktcn. respectievelijk gevestigd m W agenin-
gen en l.lmuiden. deel gaan uitmaken. Het Zeister
iiistituul en de twee /usterinstituten \\eirichten hier-
mee een pioniersfunctie in de herstructurering \\an
de Organisatie I NO als geheel.

iizigiiig:

In het kabinet Den Uyl werd op 2,1 september 1977
de \'Nota Hoofdlijnen INO\' aangenomen. Deze
nota geeft een herverdeling aan van de 1 NO-
organisaties in zogenaamde hoofdgroepen. Hier-
aan lag ten grondslag de wens van de overheid het
onderzoekpotentieel van heel 1 NO (ca 5000 man)
af te stemmen op de maatschappelijke ontwikkelin-
gen en behoeften.

De herstructurering in hoofdgroepen betekent dat
de huidige Bijzondere Organisaties, waarvan er
thans vijf zijn. zullen worden opgeheven.
Fen andere wijziging is dat in de toekomst een Raad
van Bestuur leiding zal geven aan heel I NO. In de
hoofdgroepen worden de overeenkomstige taken
van de verschillende insstituten gebundeld.
Iedere hoofdgroep staal onder leiding van een
hoofddirecteur, die een staf tot zijn beschikking
heeft, In het geval van de hier genoemde Hoofd-
groep Voeding en Voedingsmiddelen is dat prof. ir.
B. Krol. tot dan directeur van het CIVO-1 NO. De
naam CIVO. de\'hcrkenningstnelodie\' van het insti-
tuut blijft overigens gehandhaafd. Drie van de v ier
instituten van de nieuw gevormde Hoofdgroep zul-
len die naam blijven dragen en wel als volgt: C IVO-
Analyse. directeur drs. \\V. .1. Klopper, CIVO-
lechnologie, directeur ir, ,1, ,1, Doesburg, CIVO-
Toxicologie en Voeding, directeur dr, R, Kroes,
Mocht u dus het instituut opbellen dan zult u het
vertrouwde \'met het CIVO\' horen.
Het is duidelijk dat de Hoofdgroep zich zal blijven
bezig houden met het onderzoek van voeding en
voedingsmiddelen in de ruimste zin van het woord.
Niet alleen wordt aandacht geschonken aan het
bereiden van voedsel maar ook aan het vera-
antwoord omgaan met grondstoffen en energie.
Daarnaast wordt veel onderzoek verricht op hel
gebied van de kwaliteit en de samenstelling van
voedingsmiddelen. Hiermee wordt beoogd een bij-
drage te leveren aan hel opzetten van een gezond
voedingsmiddelenpakket, waarmee jong en oud ge-
baal zijn.

lenslotte vvordt het voorkomen van schadelijke
stoffen in ons voedsel be/ien en de evenluele risico\'s
daarvan voor dc ge/ondheid van de mens.
Fen en ander wordt uitgcv oerd m overeenstemming
met het wensenpakket van de /ijde van overheid,
bedrijfsleven en consumentenorganisaties en in
nauwe samenwerking met andere onder/oekinsicl-
lingen.

Fen aardige bijkomstigheid is dat in het jaar van de
structuur- en naamswij/iging. 19X0. het 4()-|arigju-
bileum van de bovengenoemde instituten van dc
Hoofdgroep wordt gevierd. In mei 19X0 /al de start
van de evenementen ter gelegenheid hiervan plaats-
V inden.

ile.

n,

dUi

j

gjmf^

-ocr page 145-

Wering van besmettelijke
baarmoederontsteking
bij paarden

Sinds enkele jaren komt contagieuze
equine metritis (C.E.M.) in een aantal
ons omringende landen \\ oor. Tot dusver
is de ziekte in Nederland niet vastgesteld.
Met het oog op deze bedreiging van bui-
tenaf en het intensieve grensoverschrij-
dende verkeer van paarden, is het risico
van insleep van deze zeer besmettelijke
dekinfectie in ons land echter groot.
Ter wering van C.E.M. is daarom on-
langs in samenwerking tussen de Eacul-
teit der Diergeneeskunde, het Centraal
Diergeneeskundig Instituut, de Stichting
(iezondheidszorg voor Dieren en de Ve-
terinaire Dienst een aantal maatregelen
lutgewerkt ter vermindering van het ri-
sico van overbrenging van de besmetting
via de invoer van paarden in ons land.
Uiteraard kan alleen met de volledige me-
dewerking van de gehele Nederlandse
paardenhouderij via een stipte naleving
van deze maatregelen ons land worden
vrijgehouden van deze schadelijke infec-
tie.

f:>e N.H.S.. deN.D.R.. het W.P.N. ende
Afdeling Paardenhouderij van het Land-
bouwschap staan geheel achter de voor-
gestelde maatregelen, welke behelzen:

Bij definitieve invoer

Behalve certificering dient een aanvul-
lend bacteriologisch onderzoek van het
geslachtsapparaat plaats te vinden bij
paarden ingevoerd vanuit landen waar
C.E.M. voorkomt.

Sinds I november 1979 wordt bij invoer
van paarden een verklaring verlangd, dat
het dier de laatste 3 maanden niet heeft
verbleven op met C.E.M.-besmette be-
drijven.

Van de ca. 13Ü0 jaarlijks ingevoerde
paarden (incl. slachtpaarden) wordt aan-
genomen dat ook een aantal ter dekking
zal worden aangeboden.
Daar het ondoenlijk is een dergelijk groot
aantal bacteriologisch te onderzoeken op
C.E.M.. worden alleen paarden onder-
zocht die afkomstig zijn uit landen waar
de ziekte voorkomt (voor zover bekend
Australië. fi.S.A., Verenigd Koninkrijk.
Ierland. F-rankrijk, West-Duitsland en
België).

Dit onderzoek waarvan de organisatie in
handen van de Provinciale Gezond-
heidsdiensten voor Dieren is, dient on-
middellijk na invoer in Nederland te ge-
schieden.

Aangezien de ziekte in geen der ge-
noemde landen aangifteplichtig is — wèl
stellen enkele landen invoerbeperkende
bepalingen ten aanzien van C.E.M. en
de aandoening vaak moeilijk klinisch
waarneembaar is, mag een negatieve cer-
tificering niet altijd worden gezien als een
absolute waarborg dat het betreffende
paard niet besmet is.

Dl

Van de Veterinaire Hoofdinspectie van de
Volksgezondheid tevens Directie van de
Veterinaire Dienst

-ocr page 146-

Bij tijdelijke invoer en weder-invoer na
tijdelijke uitvoer door dekking

Via dit grensoverschrijdend verkeer van
paarden wordt het risico van insleep van
C.E.M. in ons land zeer groot geacht.
Teneinde dit risico zoveel mogelijk te ver-
kleinen. dienen alle Nederlandse heng-
sten en merries die voor dekking naar het
buitenland zijn geweest en buitenlandse
hengsten en merries die voor dekking
naar Nederland komen direct bij aan-
komst in ons land aan een bacteriolo-
gisch onderzoek op C.E.M. te worden
onderworpen.

Vanzelfsprekend kan eerst na negatieve
uitslag van dit onderzoek het betreffende
paard voor dekking worden gebruikt.
De Provinciale Gezondheidsdiensten
voor Dieren worden belast met de orga-
nisatie van dit onderzoek.
Hiertoe dient:

de hengstenhouder -eigenaar onmid-
dellijk de aankomst van deze paarden
op het dekstation -bedrijf te melden
aan de betreffende Provinciale Ge-
zondheidsdienst voor Dieren;
vanuit de stamboeken nauwlettend te
worden toegezien op de naleving van
deze meldingen.
Voor tijdelijk verblijf van buitenlandse
paarden in Nederland van ten hoogste 90
dagen kan de Centrale Veterinaire Dienst
op aanvraag een ontheffing van het in-
voerverbod verlenen.
In die ontheffing zal tevens worden be-
paald. dat het betreffende paard niet ter
dekking mag worden gebruikt alvorens
de uitslag van het bacteriologisch onder-
zoek bekend is.

In de aan\\ raag voor ontheffing dient te-
vens het doel van het verblijf in ons land
(bijv. dekking, draverij, concours hippi-
que. etc.) te worden verineld.
Een kopie van de verleende V.D.-
ontheffing wordt ter informatie aan de
betreffende Provinciale Gezondheids-
dienst voor Dieren toegezonden.
Nadat de Centrale Veterinaire Dienst van
de douane bericht heeft ontvangen dat de
dieren zijn ingevoerd, zal dit zo spoedig
mogelijk worden doorgegeven aan de be-
treffende Provinciale Gezondheidsdienst
voor Dieren en aan de betreffende dis-
trictsinspectie van de Veterinaire f^ienst.

Bacteriologisch onderzoek direct bij in-
voer in ons land is dus \\ereist \\oor:
Nederlandse merries die ter dekking
naar het buitenland zijn geweest;
Nederlandse hengsten die ter dekking
naar het buitenland zijn geweest, al-
vorens zij voor dekking worden aan-
geboden;

- Buitenlandse hengsten die ter dek-
king naar Nederland komen alvorens
zij voor dekking worden aangeboden;
Buitenlandse merries bestemd voor
dekking in Nederland.
Met het oog op de tijdsduur van het
onderzoek (tot ma.x. 3 weken), wordt
K.1. geadviseerd. Indien hiertoe niet
wordt overgegaan, dient de negatieve
uitslag van het onderzoek te worden
afgewacht alvorens dekking kan
plaatsvinden.

Organisatie van het onderzoek

Na de melding wordt vanuit de betref-
fende Provinciale Gezondheidsdienst
voor Dieren de -- hiervoor speciaal op-
geleide praktizerende dierenarts ver-
zocht tot monstername bij het betref-
fende paard.

ffet laboratorium van de Gezond-
heidsdienst voor fileren verricht de voor-
screening. Bij een verdachte voor-
screening wordt het monster verder
onderzocht bij het Centraal Diergenees-
kundig Instituut, dat de definiieve diag-
nose stelt. t)e uitslag van het bacteriolo-
gisch onderzoek is na uiterlijk 3 weken
bekend. De kosten van dit onderzoek be-
dragen ca. ƒ 350. ; deze komen voor re-
kening van de hengstenhouder. resp. -
eigenaar.

L^c Provinciale Gezondheidsdienst voor
Dieren zal de onderzoekkosten met de
praktizerende dierenarts verrekenen.
Deze berekent de kosten door aan de
hengstenhouder resp. -eigenaar.

Opleiding t.b.v. monstername

Aangezien de monstername nauwkeurig
en op diverse plaatsen van het geslachts-
apparaat moet worden uitgevoerd, is
hiervoor een korte opleiding (ca. 1 dag)
noodzakelijk.

Deze opleiding zal door de Vakgroep
Verloskunde van de Faculteit der Dierge-
neeskunde worden gegeven. In principe

-ocr page 147-

komt uiteraard elke geïnteresseerde die-
renarts in aanmerking.
Echter, met het oog op de krappe tijd tot
het aanstaande dekseizoen kan er nu v an-
zelfsprekend slechts een beperkte groep
in aanmerking komen. Hierbij wordt in
eerste instantie gedacht aan de
dierenartsen-paardenspecialisten die
nauw betrokken zijn bij het begeleiden
van dekstations.

Herzien I.B.R.-advies
uitgebracht

November vorig jaar heeft de Werkgroep
I.B.R.. die is samengesteld uit vertegen-
woordigers van de Veterinaire Dienst,
het Centraal Diergeneeskundig instituut
en de Stichting Gezondheidszorg voor
Dieren, een herzien advies uitgebracht na
toetsing van het vorige (uit februari 1978)
aan de huidige situatie.

Bi:SMETTEl.l.lKE DIERZIEK EEN

Dier/iektenbulletin Nr. 24 van de Veterinaire
Dienst over het tijdvak van 16 tot .11 deeember 1979
vermeldt de volgende aantallen gevallen van aan-
gifteplichtige besmettelijke dier/iekten in Neder-
land.

Atrofische rhinitis

lotaal 5 gevallen in .") gemeenten
Drenthe I geval

Overijssel 1 geval

(ielderland 2 gevallen

Utrecht 1 geval

Schurft

l otaal 7 gevallen in 6 gemeenten
(ironingen 2 gevallen in I gemeente

Eriesland I geval

(ielderland I geval

Utrecht 1 geval

Noord-Holland 2 gevallen

Rotkreupel

Totaal 12 gevallen in II gemeenten

Drenthe 7 gevallen in 6 gemeenten

Overijssel .1 gevallen

(ielderland 2 gevallen

AFRIKAANSE VARKENSPESI
.Spanje

(iedurende november 1979 werden m 15 Spaanse
provincies 56 bedrijven besmet tnet Afrikaanse
varkenspest. Hier waren 7.4X8 varkens aanwe/ig.
waarvan er 495 aan dc /iekte stierven cn 6.99.1
/ijn afgemaakt.

MOND- EN KLAUWZEER
V.S.S.R.

De Veterinaire Dienst te Moskou gaf recentelijk
enige bulletins uil. die o.m. de evolutie weergeven
van mond- en klauwzeer gedurende de maanden
juli. augustus en september van 1979 in de ver-
schillende republieken en streken van het land.

Republieken en streken gevallen type

O,
O,
O,

Azerbaidjan

Tadjikistan

Armenië

Turkije

Gedurende de maand november werden in Anatolië
35 uitbraken van mond- en klauwzeer gemeld.
Hiervan waren er 4 van het type A,, en de overige
van het type O,.

Mozambique

De Veierinaire t)ienst te Maputo liet op 26 de-
cember weten, dat gevallen van mond- en klauw-
zeer (type SAT 2) gemeld waren op 32° 10\'ooster-
lengte. 25° 09\' zuiderbreedte en 32° 20\' ooster-
lengte. 24° 20\' zuiderbreedte. De noodzakelijke
sanitaire maatregelen zijn genomen.

Argentiniié

Over december 1979 bedroeg het aantal uitbraken
van mond- en klauwzeer in Argentinië 57. waarvan
19 in Buenos Aires. 2 in La Pampa. 5 in Santa Fé.
6 in Cordoba, 9 in Entre Rios. 1 in San Luis,
5 in Corricnlies, I in La Rioja, 3 in Salla en 6
in Rio Negro.

BLUETONGUE
(iriekenland

Volgens een telegram van de Veterinaire Dienst
te Athene is op het eiland Mytilini bluetongue
gemeld. De klinische diagnose is door het Onder-
stepoorl-instituul bevestigd.

Sanitaire maatregelen zijn direct na hel uitbreken
van de ziekte genomen en een onderzoek is inge-
steld naar de oorsprong en verspreiding van de
ziekte.

VESICULAIRE VARKENSZIEKTE
(.root-Brittannii;

Eind december werden in het Engelse graafschap
l.ancashire 2 gevallen bevestigd van vesiculaire
varkensziekte. Op 21 december één bij varkens tc
Fyldc, het andere op 24 december tc Omskirk.
Alle besmette varkens alsmede degene die met
hen in contact zijn geweest, worden afgemaakt cn
strenge sanitaire maatregelen zijn genomen. Via
vrachtwagenverkeer tussen dc twee betrokken be-
drijven bestaat er verband tussen de uitbraken.
Ook op 5 januari is in Engeland weereen uitbraak
van vesiculaire varkensziekte gemeld, ditmaal
echter te Beoly in het graafschap Hereford en
Worcester. Alle varkens die met de betrokken
dieren in comact zijn geweest, zijn algemaakt
cn strenge sanitaire maatregelen zijn genomen.

Itali\'é

ln de periode van 16 tot 30 november 1979 zijn
in Milaan 4 gevallen van vesiculaire varkensziekte
gemeld.

-ocr page 148-

Verspreiding van Afrikaanse varkenspest en klassieke varkenspest in Brazilië van mei 1978 tot 31 oktober 1979.

aantal

Monsters

Laboratoriuir

i diagnose

gesaneerde

aantal

compensatie-

aantal af-

STATEN

meldingen

verzameld

ongeschikt
voor gebr.

A.V.

P.

K.V.P.

negatief

boer-
derijen

uitgeroeide
[ui tbr aken

1

bedragen in
cruzeiros

gemaakte
varkens

Rio Grande do Sul

48

48

17

05

03

23

09

05

3.628.759

1.773

1

Santa Catarina

70

100

18

28

08

30

166

28

11.002.514

! 8.865

Parana

113

149

04

38

21

47

43

38 i

8.027.064

8.181

Sao Paulo

110

140

14

50

04

44

296

50

5.901.269

7 .103

Minas Gérais

35

54

02

15

06

20

21

14

2.366.911

2. 122

Rio de Janeiro

34

45

-

22

02

12

122

21

5.618.070

8.722

Espirito Santo

09

1 1

Ol

05

Ol

03

25

05

269.129

529

Goias

41

41

08

13

02

t 18

06

13

334.449

704

I^ato Grosso

04

04

Ol

02

Ol

-

Ol

02

7.556

17

Bahia

07

07

-

02

07

-

-

02

-

Sergipe

Ol

Ol

-

-

-

Ol

-

-

-

Alagoas

03

04

-

Ol

Ol

Ol

Ol

01

1
i

06

Pernarabuco

39

47

-

13

19

07

165

13

1.904.761

4.361

Paraiba

04

04

-

-

04

-

-

-

-

-

Rio Grande do Norte

Ol

Ol

-

Ol

-

-

Ol

01

58.686

29

Gear a

12

12

04

02

03

03

94

02

156.141

1.076

Piaui

05

05

-

03

02

-

692

03

1.511.323

1

7.464

Maranhào

06

07

02

03

Ol

150

02

213 .717

1.411

Para

33

34

03

20

07

06

141

3.244.096

13.585

Amapa

04

04

-

Ol

Ol

\\

\\ Ol

-

-

-

-

Distrito Federal

Ol

Ol

-

-

-

i Ol

-

01

69.500

38

\\

Totaal :

; 587

719

72

i

223

95

217

2.544

203

44.313.945

1

! 66.986

K)

-ocr page 149-

lebriiari:

5 Aid. Noord-Brabant K.N.M.v.D. Werk-
vergadering
kleine huisdieren.

5 Bijeenkomst Werkgroep Dierpathologen.
R.l.V.. aanvang I4.Ü0 uur (pag. 122).

7 l.ezingencyelus \'waardering van waarden\' I
(Diergeneeskunde en Samenleving) (pag. 122).

12 Afd. Noord-Brabant K.N.M.v.D. Werk-
vergadering
varkens.

12 .\'Md. Limburg K.N.M.v.D. Ledenvergadering.

12 Afd. Zuid-Holland K.N.M.v.D. Leden-
vergadering. Hotel-Rest. Belvedere. Schoon-
hoven.

1.3 (iroep Geneeskunde van het Kleine Huisdier
K.N.M.v.D. .laarvergadering. Rest. \'Hoog-
Brabant\'. aanvang 20.00 uur.

1.1 .Md. Noord-Holland. Ledenvergadering.
Café-Rest. Kaan. Prov incialeweg I. Oosthui-
zen.

14 Kring Noord-Holland boven \'t LL Vergade-
ring. Hotel de Prins. West/aan.

15 Lezingencyclus \'Waardering van Waarden\' 11.
(Diergeneeskunde en Samenleving) (pag. 122).

15 X. Seminar Limwelthvgiene. Hannover (pag.

y.vt).

20 Afd. Friesland K.N.M.v.D. Ledenvergade-
ring. Oranje Hotel 1.eeuwarden, aanvang20.00
uur.

21- 2.3 Fagung über\'Physiologie und Pathologie
der Fortpflanzung\'. Hannover (pag. 758).

22 Fezingencyclus\'Waarderingvan W aarden\' HF
(Diergeneeskunde en Samenlev ing) (pag. 122).

26 1 agung der D\\ C1 Faehgr.: \'Sehanvrankheiten\'
(A).

27 28 CFO-Studiedagen. .laarbeurs-congres-
centrum. L\'treeht.

27 24 BG.\'X-Symposium: Problematik von Kan-
zerogenitätsstudien. Berlin.

Vlaarl:

3 6 20. Münchener Fisehereibiologisehes Se-
minar (A).

4 Kring Dierenartsen Gelderse Vallei. Ver-
gadering.

4 Afd. Noord-Brabant K.N.M.v.D. Werk-
vergadering
mestkalveren.

4 Aid. Utrecht K.N.M.v.D. l edenvergadering.

6 Groep X\'eterinaire Homoeopathie
K.N.M.v.D. Vergadering. Beatri.vi-gehouu.
.laarbeurspicin. Ftrecht. .Aanvang 20.00 uur.

13 Kring Noord-Holland boven \'t 1.1. Vergade-
ring. Hotel de Prins. West/aan.

20 Afd. Noord-Brabant K.N.M.v.D. Werk-
vergadering
pluimvee.

26 28 9. .lahrstagung der Deutschen Gesell-
sehaft für Parasitologie ( A), Giesen.

26 \'MIC 1980\' - Medisch Informatie Congres.
Rotterdam (pag. 59).

27 Vereniging van Directeuren van Gemeentelijke
Slachthuizen en Vleeskeuringsdiensten. Ver-
gadering. .laarbeurscongrescentrum. Utrecht,
aanvang 10.00 uur.

April:

10 Kring Noord-Holland hoven \'t IJ. Vergade-
ring. Hotel de Prins. Westzaan.

11 13 BSAVA Congres 1980 (British Small
.Animal Association). London (pag. 938).

14 Kring Dierenartsen Gelderse Vallei. Ver-
gadering.

Mei:

2 4 Groep Geneeskunde van het Kleine Huis-
dier: \'Voorjaarsdagen 1980\'. Amsterdam
(pag. 118).

5 8 XXVHl Animal Colloquium Protides of
the Biological Fluids. Brussels (pag. 60).

8 Kring Noord-Holland boven \'t IJ. Vergade-
ring. Hotel de Prins. Westzaan.

8 Vereniging van Directeuren van Gemeentelijke
Slachthuizen en Vleeskeuringsdiensten. Ver-
gadering. Jaarbeurscongrescentrum. Utrecht,
aanvang 10.00 uur.

9 10 Symposium Nederlandse Vereniging voor
Proefdierkunde. .Nijmegen (pag. I 19).

13 Afd. l.imburg K.N.M.v.D, Fcdenvergadering.

20 Afd. Noord-Holland K.N.M.v.D. Leden-
vergadering.

21 24 16. Internationales Symposium über (je-
schichte der Veterinärmedizin (pag. 572).

21 Afd. Friesland K.N.M.v.D. Fcdenvergade-
ring. Motel te Heerenveen. aanvang 14.00 uur.

22 Groep \\eterinaire Homoeopathie
K.N.M.v.D. Vergadering. Beatri.x-gebouw.
Jaarbeursplein. Lotrecht. .Aanvang 20.00 uur.

26 27 29. tagung der Furopäischen (iesellschaft
tür Veterinärpathologie und 23. \'Lagung der
Fachgruppe .Allgemeine Pathologie und Pa-
thologische .Anatomie der DVG (.A). Bremen.

28 .30 XVIIF WissenschaftlichelagungderGe-
sellschaft für Versuchstierkunde. Lausanne.

Juni:

5 7 XHL Kongres der Furopäischen (iesell-
schaft der Veterinärchirurgie (FSVS). Buda-
pest (pag. 736).

6 7 Jahresversammlung der Sehwelz. Vereni-
gung für Kleintiermedizin. Bern (pag. 933).

7 8 Jahrestagung der Schweizer Vereinigung
für Kleintiermedizin (A).

12 Kring Noord-Holland boven \'t FL Vergade-
ring. Hotel de Prins. Westzaan.

14 15 Baden-Württembergischer Flerarztctag
1980 mit Fortbildungsveranstaltung (A).
Karlsruhe.

16 20 9th International Ccmgress on Animal
Reproduction and Artificial Insemination.
Madrid (pag. 952 1979 en I 19).

24 26 2nd International Symposium of Veteri-
nary laboratory Diagnosticians, luzern.
Switserland (pag. 121).

29 2 juli Weltkongress\'1 ebensmittelinfectionen
und into.xikationen" (.A) (pag. 121).

30 3juli VI Internat. KongressderFP.V.S.. Ko-
penhagen.

-ocr page 150-

Juli:

1 3 International Symposium on Diseases of
Birds of Prey (Raptor Disease Symposium
1980) (pag. 8Ó4).

6 11 XI. International Symposium on Food,
Microbiology and Hygiene, Aalborg, Den-
mark (pag. 120).

7 10 The Ruminant Immune System-
International Symposium, Plymouth. New
Hampshire, U.S.A. (Inlichtingen op redaktie-
secretariaat T.v.D. verkrijgbaar).

9 12 Symposium über neue Ergebnisse der En-
dokrinologie beim Vogel, Budapest.

28 -2 aug. XVII th Conference on Animal Blood
Groups and Biochemical Polymorphisms. Int.
Agric. Centre (lAC). Wageningen. (Inlichtin-
gen op redaktiesecretariaat T.v.fi. verkrijg-
baar).

Augustus:

1-6 31. Jahrestagung der Europäischen Ver-
einigung für Tierzucht - EVT (A). München.

September:

1 5 Fifth International Conference on Trichi-
nellosis. \'De Baak\'. Noordwijk aan Zee. (In-
lichtingen op Redaktiesecretariaat T.v.D. Ver-
krijgbaar).

1 6 31. Jahrestagung der Europäischen Ver-
einigung für Tierzucht - EVT (A).

4 Groep Veterinaire Homoeopathie
K.N.M.v.D. Vergadering. Beatrix-gebouw.
Jaarbeursplein. Utrecht. Aanvang 20.00 uur.

8—12 VF Europäischen Kongress der WPSA
(A).

9 12 21. .Arbeitstagung des Arbeitsgebieters
\'l.ebensmittelhygiene\' der DVG (A).
Garmisch-Partenkirchen.

12 III. Internationaler Kongress für Tierhy-
giene. Wien (Inlichtingen op redaktiesecretari-
aat T.v.D. verkrijgbaar).
19 5. herbsttagung der Europäischen Gesell-
schaft für Veterinärpathologie (A). Gent (Bel-
gien).

Afd. Limburg K.N.M.v.D. l.edenvergadering.
27 W.S.A.V.A. Congres. Barcelona.
Afd. Noord Holland K.N.M.v.D. Leden-
vergadering.

23

24

25

Oktober:

2 5 4-Daagse Conferentie te Warschau over:
\'Resistance Factors and Genetic Aspects of
Mastitis Control\'.

10 II Jaarcongres K.N.M.v.D. en 127e Alge-
mene Vergadering, Apeldoorn.

20—23 XI. Kongress der Weltgesellschaft für
Buiatrik (A). Tel Aviv, Israël (pag. 846).

30 Groep Veterinaire Homoeopathie
K.N.M.v.D. Vergadering, Beatrix-gebouw,
Jaarbeursplein, Utrecht. Aanvang 20.00 uur.

November:

13 Vereniging van Directeuren van Gemeentelijke
Slachthuizen en Vleeskeuringsdiensten. Ver-
gadering, Jaarbeurscongrescentrum, Utrecht,
aanvang 10.00 uur.

December:

9 Afd. Limburg K.N.M.v.D. Ledenvergadering.
10 Afd. Noord Holland. Ledenvergadering.
I I (iroep Veterinaire Homoeopathie
K.N.M.v.D. Vergadering. Beatrix-gebouw.
Jaarbeursplein. Utrecht. Aanvang 20.00 uur.

10

16

-ocr page 151-

In memoriam

W. H. J. VAN HEUKELOM

Op 15 mei overleed in Hmze Hoslusi le
I alkenbuig ploiseling en imverwachi collega
W ilhelmus Henricus Johannes van Heukeiom
geboien ie
I lissingen op 24 mei 1899 en
begraven 19 mei le Gulpen.

Hij begon ziin siudie voor veearis in 1918 aan de
\\ eeansenijkundige Hoogeschool le i irechi en
behaalde hei diploma op 3 juni 192.1

I ooral loen. ziin de oudsie drie dochiers ziin
steun en vreugde geweest.
Zii hailden geaarzeld om te vertrekken naar
y.uid-.-Mrika voor een vakaniiereis. maar Wim
zelf had aangedrongen dal ze moesten gaan. De
plotselinge dood door een hartverlamming had
niemand kunnen verwachten, .lammer dat ze niel
bijtijds terug konden zijn voor de begrafenis.
Hii tU\' begrafenis te Gulpen op 19 mei waren vele
collegae, vrienden en bekenden om afscheid te
nemen.

Het is goed na zijn levensloop en einde
beschreven te hehben. stil te staan bij enige
iluideliik naar voren springende eigenschappen
van Wim.

ht de eerste plaats was il im een zeer gelovig
mens. /eer veel \\\'an wal hij deed was een gevolg
van zijn geloofsovertuiging. Hii was een zeer
sociaal voelend mens. niet alleen voor zijn naaste
omgeving, maar ook voor ziin omgeving
waar hii woonde, en toen hij nog
prakitik deed ook voor zijn cliëntèle. /eer
duideliik kwam dit naar voren in ziin boek ie dal
hii over zi/n praktiiktiid geschreven heeji. In dit
boek ie kwam nauweliiks behandehng van
patiënten voor. neen. de mens stond centraal. Als
er bedacht wordt dat hii zich in 1926 te Helden
vestigile was er in de ontginningen nog heel wat
sociaal werk te doen.

In die tii<l waren er nog vele plaggenhutten waar
gezin en koe en varken in éèn ruimte huisde.
Sociale voorzieningen waren er niet. waren er
dan moeiliikheden dan heelt W im zi/n hele
persoon er achter gezet om de moeiliik heden le
verlichten.

Hoe geliefd hii in ziin praktiik was heeft één
onzer ervaren toen Wim na de oorlog langdurig
ziek was en hij gedurende lange liid ook de
praktiik van ll ini waarnam.
Wai hebben
u c ook veel aan ziin trouwe
vriendschap le danken. Hii siond ahiid voor ie
klaar, leefde met ons en onze gezinnen intens
mee.

/)(• ciTsie jaren was hij spoorsiudeni uil
\'s-Henogenhosch. reden waarom hij geen lid was
van Ahsvriiis. maar de iaaisie siiidiejaren
woonde hij op l<amers in l irechl in verhand mei
hei volgen van de eo-assisienisehappen.
Ilil was een harde werker, misie hoogsi zelden
een college en heschikic over goede volledige
duidelijk geschreven diciaien. waarvan een onzer
een nul lig gebruik heeji gemaaki. l anaj die lijd
daieeri de vriendschap van ons.
\\a zijn ajsiuderen werkle hij als assisienl bij
collega Flankeel in s-Uenogenbosch loidal hij
mei ingang van / januari 1926 benoemd werd lol
lloold van de
I leeskeiiringsdiensi Helden. Ilij
was prakiicus mei een vleeskeuring, meer kon je
in die lijd als veearis niel wensen. Mei veel
ambiiie hee/i hij daar gewerki. ook door hei
geven van cursussen aan jonge boeren over
paarilenkennis. verloskunde, voedingsleer en
zevenmaal een 2-jarige cursus voiir hel
rijksdiploma Hoefsmid. Hiervoor had hij een lijsi
geniaaki mei meer dan 21)11 vragen waardoor de
cursislen vasi overiuigd waren als je die maar
kende, moesl je slagen.

Op I mei 19.56 werd hij benoemd lol Hoofd van de
I leeskeuringsdiensi (iulpen in volambielijke
diensi en van 1966 loi 1971 werkie hij als
keuringsdierenaris aan hei abalioir le
Maasirichi.

In I9J9 werd hij gemobiliseerd als reserve
paardenans je klasse (kapiiem) ingedeeld bij de
(iele Kijilers Ie .Arnhem, en laier overgeplaaisi
naar Ween. In mei 19-11) werd hij krijg.sgevangen
gemaaki en is hij mei zijn sirijdmakkers le voel
afgevoerd naar Diiilsland. een loclil die hij zijn
hele leven niel vergelen heeji.
In mei 1941 is zijn vnniw .Mies Sienfen na een
langdurig smarieliik liiden overleden, hii bleef
achier mei ziin drie dochters waarvan de oudsie
II iaar was.

/.cil had hii een maagoperaiie ondergaan
waarvan hii na lange liid herslelde.
faler is hii herirouwd mei meiuf/rouw
I an den
Felaari die hem drie dochiers en een zoon
veschonken heefi en achi kleinkinderen, /i/n
iweede vrouw is in oklober 1975 overleden. I),
laalsie Iwee jaar kon hii niel meer lopen en
moesl hij in een invalidenwagen gereden worden.

Misschien is hij voor anderen wel et
idealistisch overgekomen maar voor
goed mens en een goede vriend veri,
Wim. daarvoor onze dank.

■ns als al te
ons is een
>ren ge.gaan.

H. H. H S( HRI IM.MAKFRS

I. RLTGFRS

Tijdschr. Diergeneesk.. deel 105. afl. J. 1980
KONINKLIJKE NEDERLANDSE MAATSCHAPPIJ VOOR DIERGENEESKUNDE

-ocr page 152-

boDDoM

In memoriam
J. A. HAGE

Op 17 oktober hehhett wij Co Hage op zijtt
laatste gang hegeleiil. Aan een langjarig lijden
was tettslotte eeti eind gekottten.
Jaeohus Anthonie Hage. gehören op I angusttts
IH96 was een tid van de langzamerhand tot
geschiedenis geworden generatie dierenartsen, die
hun opleiding hegottnen aan \'s Rijks
l eeartsenijschool. en ze vohooidett aan de in
I9IH tot stand gekomen l eeartsettijkundige
Hogeschool.

I \'óór hij zijn studie ter hand kon nemen, diende
hij het vaderland ettige jaren als ntiliiair
gedurende de tnohitisatie 1914 19IH. ht feite startte
hij in 1917.

Co hield niet vatt een turbulente leefwijze, zoats
die in de \'roaring twettties\' ook voor vrij veel
studenten gotd. Hij was gesteld it/> gezelligheid,
en ging rustig zijn gattg. zonder bijzonder op te
vatten. Zijn studie verliep dan ook vlot. zonder
veel schokkende gebeurtenissen ett werd op 9
septentber 19JJ bekroond tnet het begeerde
brevet tot uitoefening tier diergeneeskuttde.
I rijwet direct hierita \\ estigde hij zich itt
Oldenzaal. waar hij de praktijk vtm zijn latere
zwager. l\\ \'. van Capelle, had overgenomen.
Jongeren kunnen zich ttatovelijks realiserett
onder welke otnstattdighedett en tnet welke
titiddelen toentertijd moest wortlen gewerkt,
(jeen auto. maar een motorfiets (voor Co een
Hartev l)a\\idson) - geen geasfalteerde wegctt.
tttaar ttterettdeels karresporen ett fietspailen. geett
tnogelijkheiil tot het verrichten van sectio
caesarea, maar sotns zes oj zeven totale
etitbrvotomieën tn 24 uttr.
Ats tnan die het dienen van anderen itt zijn
vaandel bat! geschrcvcit heelt Co op ilezelhie
rttsttge ett betrouwbare wijze als waarttp hij zijn
studie volbracht, het werk verricht, dat van hem
werd verwacht. Hij was een gelo\\ ig. ernsiig. en
uitermate betrouwbaar mens. die zich nooit ten
koste van collega\'s op de voorgrond drong.
In 1925 huwde hij mej. H. /). Ihtigeldein. die
hetn drie zoons en één dochter schonk. De
oudste zoolt volgde vaders voetsporen. De Hages
vormden een harmonisch en gelukkig gezin.
C iillega Hage was van I92.i tot en met september
1946 behalve met tie zorg voor zijn uitgestrekte
praktijk, belast met het ambt vatt getnecttte-
veearts ett plaatsvervattgettd liirectettr vatt het
slachthuis te Olilettzaal. .\\a 1946 is hij tiitsluitettd
werkzaatn geweest in tie vleeskeuring. \\ att
oktober 1946 tot januari 1949 aait het slachthuis
te .-imsterdatti. van februari 1949 tot februari
1954 aan dat te Haarletn en daarita tot zijtt
af treilen op i september 1961 als directeur vatt
de vleeskeuringsdienst kring Horcuto. ht de loop
der jarett werdett de aait deze dienst verbonden
werkzaantheden sterk uitgebreid en te veel voor
één tnan. \\ \'anaf 195H werd hij itt zijn taak
bijgesiaan door zijtt latere opvolger, collega I\'..
iMttsink.

De Horculose periode is voor collega Hage geett
onverdeeld gelukkige geweest. Meerdere tnalen
moest hij voor ernstige aatiiloeningen gedurende
lattge perioden in het ziekenhtiis verblijven ett de
laatste jaren was hij. totaal hulpbehoevettd. in
het Dr. .-imlriessenhtas itt Horcuto gekluisterd
aatt zijn kanters en zijtt ittvalidewagentje. Zijtt
spraakvermogen liet hetn geheel in de steek ett
het was erg ntoeilijk otn contact met hent te
krijgen.

Co is rot het eind otnrittgd geweest ntei grote
lieftle ett toewijding vatt allen die hem ttastonilcn.
in het bijzotiiler zijn \\\'r(ntw. die ttiet bijna
bovettttteitselijkc krat ht haar taak als ct htgcttoie
heeft vervuld.

feit goeti mens - een betrouwbaar
veriegeitwoonliger van zijn beroep is heengegaan.
.Mogen Manna en haar kintleren itt deze
wetenschap troost vinden.

H. MAJOfW SKIJ
/.; /,. I \\Sl\\K

-ocr page 153-

Van de Ereraad

Publikatie

l\'itspraak \\an de [-reraad op een tegen een
dierenarts gericlite klacht

/. /)(\' klachl

Door een aantal dierenartsen werd tegen
ecn buurtcollega hi| dc F.reraad ecn klacht
ingediend, die /ich, voor /over hier relevant
richtte tegen dc volgende gedragingen van
dc/e collega;

a. het aanbieden aan boeren van driejarige

bchandclings- cn leveringscontracten,
h. het door huis aan huis hc/oeken rcclanic
maken.

c. het hanteren van lagere dan dc
mmimimi advicstaricvcn van dc
Koninklijke Nederlandse Maatschappij
V (10 r 1) ie ige n c e s k tl n d e

d. het plaatsen van misleidende
advertenties met betrekking tot
weekenddiensten.

2. Dc hi-luiiulclini;

Dc betrelTende collega werd bij brief van dc
secretaris van de Frcraad, telefonisch rappel
/ijncr/ijds ruim ccn maand later, als ook bij
bricl van dc voorzitter dc daarop volgende
maand, Itit het voeren van verweer in dc
gelegenheid gesteld doch maakte daarvan
geen gebruik cn gaf vervolgens evenmin
gevolg aan ecn daarna aan hem gc/ondcn
schriftelijke optocping om ter zitting van dc
f rciaad tc vcrschijncn teneinde met
bctickking tot de klacht tc worden
gehooid. Fx\'n cn ander ondanks het Icit.
dat hij er meermalen op werd gcwc/cn. dat
dc fjcraad bij gebreke van verweer dan wel
bericht dat hij verweer wenste tc voeren op
dc voorhanden stukken uitspraak /ou doen
cti dat alsdan dc kans bestond, dat dc
klachl als onweersproken /onder meer
gegrond /ou wotden gcacht. \\ crwccr werd
cchtcr niet gcvoctd.

-n f^i

T, iRi T, \' p

_Ud uJüd Ja ^JiJ

.?. Pc heslissing

De onder a cn b van de klacht beschreven
handelingen verdroegen /ich naar het
oordeel van de Freraad ge/ien dc daaraan
verbonden aspecten van reclame en
oneerliike concurrentie niet tnet artikel 10
van de Code v oor de Dierenarts en de
klacht werd op de/e punten gegrond
geacht.

Ook de andere twee onderdelen van de
klacht vverden gegrond geoordeeld. Het
hanteren van tarieven die gelegen zijn
beneden de geadviseerde tarieven van de
Koninklijke Nederlandse Vlaatschappij
voor Diergeneeskunde is in strijd met het
bepaalde in artikel 34 van dc Code voor de
Dierenarts, (ook gelet op de toelichting op
dit artikel) en moet bovendien, zonder dat
van het tegendeel was gebleken zoals in
casu het geval was. als een activiteit die de
strekking heeft een andere dierenarts of
andere dierenartsen oneerlijke concurrentie
aan te doen in de zin van artikel 10. lid 4
van dc Code worden aangemerkt.
Het in de klacht gewraakte misleidende
karakter van dc vermeldingen in dc
vveckcnddicnstkolom van lokale- en
strcekpcrs werd door de Freraad
ondcrschrcvcti cn wel in dit opzicht, dat
daardoor ten onrechte dc indruk kon
worden gewekt dat ook voor andere
dicrenartscnpraktijkcii werd waargenomen,
hetgeen tot gevolg kon hebben dat
buurtcollcgac oneerlijke concurrentie werd
aangedaan. Ook dat was in strijd met
artikel 10. lid 4 van dc C ode.
Dc Freraad wees erop tegen ccn wekelijkse
vermelding
in dc wcckcnddienstkolom van
lokale- cn
stn. x-kpcrs op /ichzcll geen
bezwaar tc hebben mits daarin duidelijk tot
uitdrukking werd gebracht dat het in Icitc
waarneming voor cigcii praktijk bctrol.
Dc hiervoor vcrnicklc door dc Freraad in
strijd met tic Cotic gcoortlccltlc gedragingen
leverden ccn handelen op
in strijd met de
cci cn dc waardigheid van dc
dicrgcnccskuiKligc stanil cn met de
belangen van dc Koninklijke Nederlandse
Maatschappij voor Diergeneeskunde, dic
naleving van dc Code nastreeft, cn van dc
leden van de Maatschappii als in casu
klagers.

-ocr page 154-

4. De nu hinwaireffelen
Dc F.reraad merkte de gedragingen van
de/e dierenarts, die aan goede collegiale
\\erhoudingen en vertrouwensrelatie tussen
dierenartsen en publiek in de betrelTende
regio afbreuk deden als ernstig aan en legde
hem. mede in aanmerking nemende dat hij
tijdens de behandeling van de klacht in
geen enkel opzicht bereidheid had getoond
om zijn gedrag te herzien en tot
normalisering \\ an zijn verhoudingen met
buurtcollegae te komen, de volgende
tuchtmaatregelen op:

a. een waarschuwing en wel dat hij
voortaan bij de praktijkuitoefening
de regels \\an de Code in acht dient
te nemen:

b. een geldboete van / 5.000. te voldoen
aan de Koninklijke Nederlandse
Maatschappij voor Diergeneeskunde;

c. een voorwaardelijke geldboete van
/ 10.000. in dier voege dat deze
boete niet zal worden geëffectueerd
indien hij zich gedurende een tijdvak
van driejaren na de uitspraak
onthoudt van handelingen in strijd
met de eer en de waardigheid van de
diergeneeskundige stand en of de
belangen van de KoninkHjke
Nederlandse Maatschappij voor
Diergeneeskunde en of van een of
meer leden van de Maatschappij;

d. bekendmaking van de uitspraak (in
verkorte vorm) in het
lijilschrifi voor
Diergeneeskunde
zonder vermelding
van initialen.

J .jD _ La L _ JD

dikwijls te weinig of helemaal niet
gecoördineerd geschiedde. Fr werden erg
veel resultaten geboekt, maar door een
intensievere samenwerking kunnen deze
resultaten nog worden verbeterd.
Men stelde dan ook voor plaatselijk te
komen tot coördinatieteams, waarin zo
mogelijk alle bij de wintervoedering
betrokken organisaties cn instanties zijn
vertegenwoordigd. Ook dierenartsen /ouden
in de/e coördinatie-teams een rol kunnen
spelen.

De algehele coördinerende taak ligt bij het
Nationaal Comité Wintervoedering. omdat
deze deskundig Is op het gebied van vogels
en weet welke vogels wat voor voedsel
nodig hebben en in welk gebied welke
vogels aanwezig zullen zijn. Voor het
contactadres van de plaatselijke
coördinatieteams en voor verdere
\'technische\' informatie inzake
wintervoedering (bijvoorbeeld ten aan/ien
van het verkrijgen van voedsel,
voedseladvlezen, gebiedsalhakening en/.)
kunt u dan ook terecht bij het Nationaal
Comité Wintervoedering. tel. OTO-ó-^SO."!«.

Wintervoedering

Op 12 december 1979 werd op basis van de
gegevens inzake de wintervoedering
1978 1979 een bespreking gevoerd met een
aantal bij de wintervoedering betrokken
organisaties en instanties.
Algemeen werd onderkend dat de diverse
organisaties vaak onvoldoende waren
\\ oorbereid op een dergelijke strenge winter
en dat daardoor de hulp wel met veel inzet
en de nodige improvisatie, maar onderling

-ocr page 155-

n \'TP

Dispuut waren toegetreden, vermeld U dan
a.u.b. ook hun namen en eventuele
adressen.

Als dan ons geregistreerd oud-leden-
bestand danig gegroeid is, kunnen wij er
zeker van zijn dat een te organiseren reünie
voor U allen een plezierige herlev ing van
Uw studententijd zal zijn.

Veterinair Dispuut van het
C.S. Veritas

Al.I.E OUD VDVers OPGELET !!!

Nu het 6e lustrum \\an het Vetermair
Dispuut van het C.S. Veritas achter ons ligt,
kunnen we zeggen dat het een zeer geslaagd
lustrum was. Ook vele oud-leden hebben
door hun aanwezigheid op de receptie, het
diner en enkele volhouders zelfs op het
grootse galafeest, laten blijken, dat ons
Veterinair Dispuut hen nog zeer na aan het
hart ligt. Met ons hebben zij kunnen
genieten van een Veritijns binnenbrandje
tijdens het diner, waardoor wij
genoodzaakt waren het tot op dat moment
geserveerde (voldoende voor ± 40 man)
met 1.30 V\'DV\'ers tc delen. Dit werd door
allen zeer sportief opgevangen en ondanks

misschien wel dankzij - one lege magen
hebben we een heerlijke avond gehad met
veel wijn cn gezang.

.Aangezien de clubgeest binnen het VDV\' en
zeker ook onder de oud-leden van het VDV
tiog zo geweldig goed blijkt te zijn, denken
wij erover om in de nabije toekomst een
grootse VDV-reünie te gaan organiseren.
Maar voor het welslagen van zo\'n reünie
hebben we veel oud-leden nodig. Aangezien
dc kaartenbak der oud-leden zeker niet
ct)mplcet te noemen is, wil ik U, oud-leden
\\an het Veterinair Dispuut Veritas, bij deze
allen oproepen om de pen even ter hand te
netnen en zo mede te helpen onze
kaartenbak weer bomvol te maken.
Dit kunt U doen door ons een briefje of
kaartje te sturen inet Uw naam en adres en
de periode waarin U Vf3V-lid of auditor
bent geweest. Weet U zich nog studie-
genoten te herinneren die ook tot het

Namens Bacchus, onze patroonheilige en
namens het VDV-bcstuur 1979-1980
groet ik U,

R. ./. C. dc Thi\'iic
h.t. Ab actis van het
Veterinair Dispuut Veritas
Ina Boudier Bakkerlaan 101
.3582 XH Utrecht
Tel. 030-51 161.1

1949-1979
4-5-6 OKTOBER

-ocr page 156-

Commissie Post Academisch
Onderwijs Veterinaire
Volksgezondheid

Cursus kringlopen in het milieu

Op drie achtereenvolgende dinsdagen, tc
weten 15. 22 en 29 april 1980 /al genoemde
cursus in vergaderzaal V 1 van het R.l.V..
Antonie van
L.eeuwenhoeklaan 9. Bilthoven.
(Tel.: 0-30 - 74 91 II) worden gehouden.
Programma:
ia april 1980
10.00-12.30 uur:

■Agrarische kringlopen\'; dr. ir. Ch. H. Hen-
kens. Consulent bodemaangelegenheden in
de landbouw.

\'Stankbestrijding. stankbronncn cn meten
van stank"; ir. .1. H. Voorburg. Rijks Agra-
rische .M\'\\alwater Dienst (R.-X.M)).
Lunch

14.00-16.00 uur:

\'Luchtverontreiniging\'; ir. N. D. van Eg-
mond. R.l.V.
-V april imi
10.00-12.30 uur:

\'Milieuproblematiek t.a.v. bacteriële besmet-
tingen\'; drs. .1. Oosterom. R.l.V.
\'Virussen in het milieu\'; dr. .1. W. P. M.
Akkermans.
l\'ro\\. Oe/ondheidsdienst (iou-
da.

I uncb

14.00-16.00 uur:

\'Parasitaire kriniilopen"; drs. f\'. \\an Knapen.
R.l.V.

\'Verspreiding van to.xische stolïen door alval
en afvoer van laboratorium proefdieren\';
drs. P. W. .1. Peters. R.l.\\\'.

29 april 1980
10.00-1 1.30 uur:

\'Mestbehandcling. opslag, transport, anaë-
robe vergisting en /uivering\'; ir. .A. .A. .longe-
breur. Instituut Mechanisatie. Arbeid. Cie-
bouwen (IMA(i).
I.unch

13.00-16.00 uur:
E.xcursie.

Mestbeluchting en deep-pit stal praktijk-
school Barnevcld.

Anaerobe verglsting van mest in (larderen.
Eventueel beluchtings- en /uiverlngsinstal-
latie Elspect.

Ma.ximum aantal deelnemers; 28.

Bij een minimum aantal deelnemers van 20
/uilen de kosten v oor leden / 75. en \\ oor
niet-leden /■ 85. per deelnemer bedragen.
•Aanmelding bij het bureau van de Maat-
schappij (Ellen Bonnes, tel. 030 - 51 01 II).

Hfl bestuur \\an ( erberus\'. onder de zinspreuk ( ave C aneni\', is als volgt samengesteld:

I). Imkamp Praesident

R. 11. ,1. M. Sanders Ab-actis

(i. .1. C. VVennink Liseus

P. L. F. Hours Viee-Praesident

I . F. P. C. Donders Commissaris

De heren R. VV. F, lieeking. 11, P. Meyer en J. F. Alberdingk Fliijm zijn onder driekoppig gehuil in de
\'Hel der Honorairen\' opgenomen,

liet bestuur van het Veterinair Dispuut l nitas is als volgt samengesteld:

Bulle Koster Praeses

Bernadette .Austie Ab-aelis

Allons Hooijnians F\'iseus

Hans Mensinga Viee Praeses

Cees Heuff Viee Ab-aelis

Het bestuur van de \\ .S.R. De Solleysel\' is als volgt samengesteld:

Peter Rook Praeses

Caroline van der Ploeg Ab-aetis

lom Duinhof I iseus

Ivari Oey Commissaresse paarden

Annemiek Huizing Commissaresse materiaal

Pieter de .long Viee-praeses

-ocr page 157-

Personalia

Als lid van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde meldden zich de
collegae:

Bergefurt. .1. P. F.: 1979; 3582 ED Utrecht. Gansstraat 105.

Corten-van Berghem. Mevr. A. C.; 1980; 3571 AH Utrecht. Van Fienandlaan 134.
Gorten. .1. .1. F. M.; 1980; 3571 AH Utrecht. Van Fieflandlaan 134.
Eikelboom. R. E.; 1979; 9801 AA Zuidhorn. lOe Gast 15.
Galili, .l.;.1979; Afula (Israël). Oranim F

Huisinga-Blasé, Mevr. O.; 1977; .Wil WB Rhenen. Dahliastraat 1.
I.ouw. .E .1. van der; 1979; 3999 NT Tuil en \'t Waal, Waalseweg 48.
Mol. E, P, C, ,1,; 1979; 3523 VK Utrecht. Noordeindestraat 24,
Pieterse, Mej, P, G,; 1979; 35X3 JT Utrecht, ,F W, Frisostraat 20,
Top, P, D, .].. 1979; 3522 AG Utrecht, Croesestraat 52,
Veen, D, W, van de: 1979; 8166 ,1D Emst, Oranjeweg 110,

Als K,andidaatlid van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde heeft
het Hoofdbestuur aangenomen;

Mej, E, C, Brakman, Biltstraat 46 bis, 3572 BC Utrecht,

J, Hooimeijer, Kerkstraat 49, 3185 RB Utrecht,

F B, Poorthuis, FB,B.-laan 41 IV. kamer 398, 3582 VG Utrecht,

iiiuKm

.VdrcswiJ/igingen. enz.:

177 Anncma. A.: 1959; Winschoten; tel. (05970)
15974 (privé). 12864 (bur.); b. vl.k.dnst.; dir.
slachtb.; r.k.; plv. i.

177 Arië/i.s. J. S.: 1962; Dongen; tel, (01623)
1691 I (privé), 12346 (prakt,): p,, geass, met
,1, Th, M. Kraanen. F. F. M. Otten en G. M.
Sucters.

im "Hergefuri. ,/, /\', 1979; Utrecht; tel, (030)
512973; d,

IKI *lk\'rghem. Mej. .4, C, van: 1980: zie: Corten-
van Berghem, Mevr. A. C.

IKI H,■indes. Mej. C. If.: 1979; 7411 RZ Deven-
ter. Boedekerstraat 2; tel. (05700) 13919; wnd.
d.

/A\'2 ßi7. A. P. .!.: 1975; Middelburg; tel. (01 1X0)
15666 (privé). 131 18 (prakt ); p., geass, met
F. A. van Dijk. A. ,1, G, M, Ruys en
F, .1. J. Schofaerts.

IXJ Bogaens. H. M.: 1947: Hcesch; p.. geass. met
.A. Emmerzaal, Ph. G. M. Kraanen. H. .1.
Nip en F. de Ruijter. (assoc. met 11. Moser
beëindigd).

"Bongfi-s. ./. H.: 1980; 3511 PK Utrecht.
Oude Gracht 310 bis; tel. (0.30) 317673; wnd,
d,

Broovmans. IC P. ,/. ,4.. 1968; 6269 AB
Margraten. Rijksweg 57 B; tel, (04458) 2000
(privé), (04450) 1877 (prakt,),

IH9 Bn/ninwlinan. B.: 1969; 8394 TA De Hoeve
(Fr,), Eikenweg 17; tel, (05613) 1713 (privé),
(05610) 2282 (prakt ); p.. ass. bij K. H.
Bouwman,,!, Kramer en M, 11, Pelleboer.

192 *C,,ru-n. ./. ./. /. \\l.: 1980; 3571 AH Utrecht.
3571 AH Utrecht, Van Eiellandlaan 134; tel,
(030) 719478; d,

192 *Concn. ,/, ,/, /; M.: 1980; 3571 AH Utrecht.
Van Fieflandlaan 134; tel. (030) 719478; d.

IH7

194 Dijk. /.. A. van: 1975; Middelburg; p.. geass.
met A. P. ,1, Bil, A, 1, G, M. Ruys en F, ,1,1,
Schofaerts,

194 Diikhuizen, C. A.: 1974; 5248 BM Rosmalen.
Dennenlaan 8; tel. (04192) 6144 (privé). (073)
416666 (prakt,); p,, geass, met J, ,\'V, Roelofs,
1, Ph, Venteen 1, M, Wijsmuller,
/96 Draaisma. M , J. ./.: 1951; Oss; p,; Ir, M,A,S,;
vet, adv, van Fanschot .Ass, (assoc, met G, P.
C. M. Jenniskens beëindigd).
196 nuivdshof. J. A. .\\1.: 1974; Reusel; p,, geass,

met F. H. Sander.
I9K *Eikelhooni. R. E: 1979; Zuidhorn; tel.

(05940) 5051 (privé), 2005 (prakt,),
199 Eminerzaal. A.: 1979; 5345 VZ Oss, Hei-
scbeutstraat 225; tel. (04120) 35470 (privé).
22225 (prakt.); p., geass, met B, M, Bogaerts,
Ph, G, M, Kraanen, IF 1, Nip en E. de
Ruijter,

29.? Ei\'Mfina. Jr. R. ,/,, 1959; U-1967: Kigali
(Rwanda), B.P. 1231; alg. adv. Vet. veld en
lab. dienst.

20.< Eoriiiin. P. I . E.: 1979; 9154 BC Foudgum.
De lerp 2; tel. (05190) 5522 (privé), (051 II)
1520 (prakt ); p.. ass. bij F. Broersma. K.
Dijkstra. M. P. Kwakernaak. 1. G. F. Pape
en R. D. Reinders.

203 Eridiiig. I).: 1939; Kampen; tel. (05202)
136.10; r.d.; oud-dir. slachth.; pK. i.: R.O.N.

204 29.^ *(,a/i/i. ./.: 1979; Afula (Israël). Oranim

I: d.

204 (ieii:enJi>rfter-\\elJimin.Mcvr. M.: 1976;
9651 Cl- Meeden, Beneden Vecnsloot 65; tel,
(05987) 22191; wnd, d,
206 *C,oru\'r. .4.,- 1980; Molenpolder, Westbroek,

Westbrockse Binnenweg 80 B; d,
209 *Haar. 7\', ,/, R. ter: 1971; 7481 EJ Haaks-
bergen, Buurserstraat 183,

-ocr page 158-

211 \'Haverkate. H. ./.: 1979: 5627 (il) Eind-
hoven. Valeneehof 5; tel. (040) 418497: p..
ass. bij J. F. M. Spoorenberg.

212 Hendriks. D.: 197.1: 1077 GE .Amsterdam.
Schuberlstraat 36; tel. (020) 738030; wnd. d.

216 *Hofi: H. H\'. van \'i: 1977; 5966 PB Amenca
(E.). Caeciliahof 19; tel. (04764) 388; p,

2!7 Hooiier. ü. .4.: 1979; 8495 HM Oldeboorn.
Swettebuorren 49; tel. (05663) 741 (privé).
(05665) 1302 (prakt ).

217 Hoopen. J. H. ten: 1979; Neede; P.. ass. bij
P. .A. .Akkermans en J. J. A. M. Sas.

2IH *Hovius. K. E: 1980; 6013 RA Hunsel.
Weverstraat 7; tel. (04955) 392; wnd. d.

221 Jansen. W. ,4. //.; 1970; Volkel; tel. (041.12)
72367 (privé). 72025 en 72026 (prakt.); p.,
geass. met J. .1. G. Rosegaar, G. .1. Veldhorst
en W. J. H. Verstraaten; plv. i.

222 Jenniskens. G. P. C. M.: 1975; Oss: tel.
(04120) 34407; p. )assoc. met W. .1. J. Draais-
ma beëindigd).

223 *Jonker. Mej. /.. M.: 1976; 5248 BM Ros-
inalen. Dennenlaan 8; tel. (04192) 6144; d.

224 *Ka/i.shoek. L.: 1978; 3525 AJ Utrecht.
Duurstedelaan I 16; tel. (030) 891279; p.. ass.
bij .Mej. G. H. A. M. Oude Hengel.

225 Keers. IE. /... 1974; 4631 BE Hoogerheide.
Dennenlaan 29 A.

227 Koenwn. J. P: 1970; .1571 VS Utrecht. Burg.
V. d. Voort van Zijplaan 29; tel. (030) 715544
(bur.).

230 Kraanen. ./. Ih. M.: 1961; Raamsdonkveer;
p.. geass. [liet .1. S. Aricns, E. I . M. Otten
en G. M. Sueters.

230 Kraanen. Ph. (,. .\\l.: 1952; Oss. p.. geass.
met B. M. Bogaerts. .A. Emmer/aal. H. .1.
Nip en T. de Ruijter. (assoc. met IE Moser
beëindigd).

23/ Kremer. II . ./. //. !).: 1974: 6.181 CV Ubach
over Worms. Grensstraat 128; tel. (045)
,11.1829 (privé), 721666 (prakt.).

2<7H Kro/. pro/, ir. /<.: Zeist; hlr. (E.d.D ); hfd.
dir.
V. d. hfd. groep Voeding cn Voedings-
middelen TNO.

234 /.amhers. J. //.: 1978; 9.16.1 AM Marum,
Wendsteinweg 55; tel. (05944) .1023 (privé).

234 /Mmhers-l\'akens. .Mevr. .4. M.: 1978; 9363
AM Marum, Wendstcinweg 55; tel. (05944)
.102.1.

236 /.iherg. I). /!.: 1975; 8748 BE, Witmarsum,
De Mounts 8 A; tel. (05175) 1769 (privé),
1274 (prakt.).

23H */.onw. J. J. van der: 1979; lull en \'t Waal;
tel. (0.1402) .19425; d.

239 Manders. C. ,/. \\/.: 1975; Orvelte; p.. geass.
met M. Mulder cn W. Schuurmans.

239 .Marlin. P.: 1974; ,1851 PE Ermclo. Horster-
weg 66; tel. (0,1417) 53.125; p.

iLioMâ

244 Moser. //.. 1971; Oss; tel. (04120 26348;
adj. i. V.D. en adj. i. V.G. (assoc. beënn-
digd).

244 Muider. M.: 1969; Westerbork; p. geass.
met C. .1. M. Manders en W. Schuirmans.

24H Mp. H ,/.; 1961: Nistelrode; tel. (04124) I I 35
(privé), (04120) 22225 (prakt ); p., gtass. met
B. M. Bogaerts, A. Emtrier/.aal, PI. G. M.
Kraanen en T. dc Ruijter.

249 *Oir.se/,Ol. dr. J. T. van: 1973; U-19i0; l.elv-
stad.

250 Oosiveen. J. J.: 1976; 7373 AD Gietelo,
Oude Deventerweg 8; tel. (05758 1978
(privé), 1266 (prakt.); p., ass. bij G. \\. d.
Horst en Bruins E. H.
7n.

25/ *0,,en. E. T. M.: 1975; 4931 .\\V Ceertrui-
denberg, Gouveneurslaan 5; p., gciss. met
J. S. .Ariëns, .1. Th. M. Kraanen et G. M.
Sueters.

254 *P,e,erse. Mej. P. O.: 1979; Utre:ht; tel.
(0.10) 513331; wnd. d.

255 Pons. 11., 1967; 4132 .X E Vianen. E Chri.s-
tinestraat 6; tel. (03473) 1666 (privé.

.M.-; Poppens. K. H.: 1979; 7707 BN Bilkbrug,
Beukenlaan 36; tel. (05230) 7156; p. ass. bij
•A. G. M, E.xtercatte,

257 \'Reiningh. », J. C: 1940; Voorchotcn;
tel, (01717) 4696; r,d,; oud-I, V,G. ei oud-I,
V,D,; O O N.

25S *Riemersma. I). J.: 1980; 3582 XZ \'trecht,
l,B,B,-laan 151; d,

259 »Romijn. II : (,.: 1979; 8141 RC Hcino,
Berkendijk 3 A; wnd, d,

259 * Rongen. ./, E.: 1979; 5447 NE Rijicvoort.
Walsen .1; tel, (08857) 246; d,

295 Rooij. R. C de: 1972; Addis Ababa( Ethio-
pië), c
0 UNDP (E l H 75 021), PO, Box
5580; d, E.A.O,; Animal Health Olfiœr, Dis-
ease Investigation.

260 Rosegaar. ,/, ,/, G.: 1971; Zeeland (N,-Br,);
tel, (08865) 1901 (privé), (04112) 72025 cn
72026 (praktijk); p., geass, met W, A H, .lan-
sen, (i, .1, Veldhorst en W, ,1, H, Verrtraaten,

260 Rui/ier. T. de: 1971; Oss; p,, geass, mü B, M.
Bogaerts, ,A, Ennncr/aal. Ph, G, M, I raancn
en 11, ,1, Nip. (assoc, met 11. Miser be-
ëindigd),

26/ Ruvs. .4. ,/, G. M.: 1975: Oost-Snibuig;
p,, H-D,, geass, met A, P, .1, Bil, E A, van
Dijk en E, .1, .1, Schofaerts,

26/ Saaiho/. S. /\'.: 1952; Nijeveen: p,, geiss, met
,1, B, Timmer,

26/ Sam/er. / // : 1970; lloogeloon; p, geass,
met .1, ,A, M, Duivelshof,

26/ Sehaa/. .4. van der: 1978: 916.1 GB Nes
(Ameland), Ballumcrweg 16; tel, (05191)
2004; p,. ass, bij 1. Feenstra,

26/ *Se/wns. ./,; 1980: .1583 VN Utrech . Fred,
Hendrikstraat 46; d.

-ocr page 159-

26: Schippfis. R.: 1969; 1,\'trechl; lel. (0.10)
615754 (privé), (02.1) 248081 (bur.); vel. adv.
Boehringer Ingelheim B.V.
Schdfaens. /.. J. .!.: 1970; Koudekerlte; p..
geass. met A. I\'. ,1. Bil. !.. A. van Dijk en
280
A. .). G. M. Ruys.

Schuurmans. H\'., 1965; Westerbork; p.. ge- 28!
ass. met C. .1. M. Manders en M. Mulder.
*Speehiiaii-» illem.u-n. Mevr. B.: 1980; 6665
CP Driel, Casimirstraat 12; tel. (08306) 1408;
282
d.

295:270 Sieenhm.sci,. II .; 1977; 2215 EV Voor-
hout. Boerhaavestraat 57; d.
 285
272 *Sucicrs. G. M.:
1976; Dongen; lel. (01623)

14659 (privé). 12346 (prakt.); p.. geass. met 287
.1. S. Ariëns. .1. 1 h. M. Kraanen en F. T. M.
Otten.
 287

Tinuncr. ./. B.: 1978; Nijeveen; p.. geass. met
N. P. SaathoE

Tulner. //. R.: 1958; 9831 PA Aduard. Heere- 287
weg 1.

277 *I V<vi, /). )C. 1Y«) ^/c; 1979; 8166 .ID Emst. 288
Oranjeweg 110; tel. (05787) 291 (privé).
(05788) 1243 (prakt.); p.. ass. bij H. Jonker.
288
277j295 Veen. .Mej. >\'. M. viin der:
1974; Ho-
deidah, Jemen (.Arab. Republie), British Vet.
Project. P.O. Bo.x 3197; d.
 288

\\ eldhors!. G. J.: 1978; Bockel; tel. (04922)
2204 (pi ivé), (04132) 72025 en 72026 (prakt );
p.. geass. tnet \\V. .A. H. Jansen. J. J. G.
289
Rosegaar en W. J. H. Versiraaten.
Vermeulen. P. //. .V/.; 1976; Oudenbosch;
p.. geass. met P. A. M. Vugts.
 290

Vernn/ni. ./. ./. F.: 1976; 2821 XG Stolwijk.
Plevierslraat 3; tel. (01824) 2098 (privé).
1282 (prakt.); p.

26:

:69

274

276

278

279

279

\\ ersiraaten. H". ./. //.; 1965; Bockel; tel.
(04922) 1510 (privé). (04132) 72025 en 72026
(prakt.); p.. geass. met \\V. ,A. H. Jansen.
J. J. G. Rosegaar en G. J. Veldhorst; plv. i.
X erwiei Th. .A. \\F: 1975; Waalwijk; p.. geass.
met M. Eh. Zijlmans.

\\oorsi. ./. J. \'van: 1977; 3515 XB Utrecht.
J. van de Borghstraal 53 bis; lel. (030)
731562; prod. man. Bayer Ned. B.V.
Vo.smeer-Kloo.su-rhiier. .Mevr. H\'. H.: 1977;
Utrecht; p.. ass. bij B. de l.eeuw en H.
I.empke.

Vugts. P. ,4. .V/.; 1975; Oud-Gastel; p.. geass.
met P. H. M. Vermeulen.
\'H\'ieihojf. .Mei. F.: 1979; 3581 HS Utrecht.
Etnmalaan 10 B; d.

H\'iingaard. ./. C. van den: 1976; Hoofddorp;
tel. (02503) 10575 (privé). (01820) 14588
(bur.); d. Ci.v.D. prov. Zuid-Holland.
* Wijngaard-de H in. Mevr. J. van den: 1976;
Hoofddorp; tel. (02503) 10575.
»Willemsen. Mej. B: 1980; zie: Speelman-
Willemsen. Mevr. B.

Winkel. G. Ph. le: 1972; 5831 TC Boxmeer.
Eloralaan 47; tel. (08855) 3582) (privé). 2051
t. 34 (bur.); d. Euribrid B.V.
H inkel-Poldervaari. .Mevr. F. S. ie: 1974;
5831 EC Boxmeer, Eloralaan 47; lel. (08855)
3582; d.

Zeeuw. .4. C. de: 1975; 2861 ET Berg-
ambacht, Lekdijk West 75; lel. (01825) .3029
(privé). 1695 (prakt.).

\'/ijlmans. M. Th.: 1953; Sprang-Capelle;
p.. geass. met Th. .A. M. Verwiel.

Overleden:

F. Bodet te Bemmel op 30 november 1979
Benoemingen:

Benoemd als plaatsvervangend inspecteur bij de V.D.
H. Ouwerkerk tc Oud-,Alblas per 1 januari 1980

Promotie:

.1. 1. van Oirschot tc Lelystad op I I januari 1980

Voor het Dierenartsexamen slaagden:

d.d. 4 januari 1980

(Jeslaagd \'met genoegen":

Mevr. ,A. C. Corten-van Berghetn
Me\\ r. B. Speelman-Willemscn

(Jeslaagd:

J. 11. Bongers
J. J.
I-. M. Corten
K. E. Hovius
D. .1. Riemersma
J. Schans
A. Gorter

d.d. 15 november 1979
W. (i. Romijn

d.d. 18 december 1979
.1. F. Rongen

Jubilea:

O. .A. van Dobbenburgh te Houten

H. Perre te Aerdenhout

(L M. Smits te Amslerdatii

f)r. R. E. de Maar tc \'s-Ciravenhage

(afwezig) 65 jaar op 2 februari 1980
(afwezig) 25 jaar op 4 februari 1980
(afwezig) 25 jaar op 7 februari 1980
(afwezig) 40 jaar op 26 februari 1980

KONINKI I.IKF N\'rtiFRi Avn\'ir MAATSCHAPPl.l VOOR DIEROENEESKDNDE

137

-ocr page 160-

NUVAN TOP

Toelatingsnummer 6485 N
® Geregistreerd handelsmerk Ciba-Geigy, Zwitserland

Het TOP produkt voor
de hygiëne van de hond!

Bestrijding van:

Vlooien, luizen en
andere ecto-parasieten.

NUVAN TOP SPRAY:

— Combinatie van een snel- en een langwerkend insecticide

— doodt alle vlooien niet alleen vlug, maar verhindert ook
gedurende tw/ee weken iedere herbesmetting.

— wordt gemakkelijk toegepast.

— wordt zeer goed verdragen.

— economisch in het gebruik.

Honden zonder vlooien dank zij NUVAN TOP

Uitsluitend verkrijgbaar bij Dierenartsen.
Nadere informatie op aanvraag.

aesculaap

^ ^ ^ hoxtel

-ocr page 161-

Salmonella in hakblokafkrabsels
uit slagerijen

Salmonella\'s in Butcher\'s Block Scrapings from
Butcher\'s shops

M. P. Smit en H. J. Nooder\'

SAMENVAITING

Gedurende een aaneengesloten periode van 12 jaren (1967 t/m 1978) werden
wekelijks afkrahsels van hakblokken uit slagerijen onderzocht op het voorkomen
van
Salmonella. Gelijktijdig werd met behulp van de agarafdrukmethode van
iedere bemonsterde slagerij een z.g. hygiënogram .samengesteld.
Van de in totaal 68 74 onderzochte monsters waren er 279 (4,06%)
Salmonella-
positief Van 1967 tot 1971 nam het percentage besmette monsters geleidelijk af
van 2.14 tot 0.90. Vanaf 1971 nam dit percentage weer toe tol 8.50 in 1976. waarna
echter weer een sterke daling optrad tot 2.96 in 1978. Deze golfbeweging werd
eveneens waargenomen bij het overeenkomstige onderzoek van vleestransport-
auto\'s in dezelfde periode. Er werd slechls een beperkte .seizoensinvloed op de
S-d\\mone\\\\\'d-bestnetting van de afkrabmonsters gevonden.

Evenals bif het onderzoek van de vleestransportauto\'s waren de drie meest
frequent geïsoleerde serotypen
S. typhi murium, S. panama en S. brandenburg.
Deze serotypen worden ook regelmatig in o.a. gehakimonsters aangetoond.
Geconcludeerd wordl. dal er een duidelijke besmettingsroute van de slachthuizen
via vleestransportauto\'s naar de slagerijen in stand wordt gehouden. Daarom zijn
streng doorgevoerde hygiënische maatregelen noodzakelijk. In dil verband wordl
gewezen op de begeleidende en controlerende taak van de vleeskeuringsdiensten.

SUMMARY

Samples of scrapings from butcher\'s blocks in butcher\'s shops were examined
weekly for the presence
«/"Salmonella throughout a period of twelve years (from
1967 up to and including 1978). At the same time, a so-called hygienogram was
made of each sampled butcher\'s shop using the agar-impression method.
Of the total number of 6.874 samples studied. 279 (4.06 per cent) were positive
for
Salmonella. From 1967 to 1971. the proportion of contaminated samples
gradually decreased from 2.14 to 0.90 per cent. This proportion increased again
from 1971 to 8.50 per cent in 1976, to be followed, however, by a marked
reduction to 2.96 per cent in 1978. This undulation was also observed when
meat-vans were studied by a similar method during the same period.

Drs. M. P. Smit en drs. H. J. Nooder; Vleeskeuringsdienst \'Kring Groningen\'. Zaagmuldersweg I 2.
Groningen.

-ocr page 162-

There were only liniiieJ seasonal effeeis on the conianiinaiion of samples of
scrapings with
Salmonella.

As was also lhe case with the siiiciv of meat-vans, the three sero-types most
frequently isolated were?),
typhimurium, S. panama. anilS. brandenburg. \'These
serotypes were also isolated several times from santples such as those of nuttced
meat.

It is concluded that an unmistakahle route ofcontaminatiott is maintained hv meat-
vans from the slaughter-houses to butcher\'s shops. Therefore, strict enforcement
of hygienic procedures is indicated, hi view of this fact, the supervisory and
controlling duties of meat inspection services are stressed.

IM i;il)IN(,

Ciedurende de laatste jaren /ijn diverse
publicaties verschenen over de aanwezig-
heid van Salmonella in allerlei materi-
alen. zoals slaehtvarkens. afkrabsels uit
slachthuizen, v leesauto\'s en v leeswinkcls.

V lees en v leesprodukten. faeces van men-
sen en huisdieren, alsmede het rioolstelsel
en de effluenten van rioolwaterzuive-
ringsinstallaties.

Omdat bepaalde serotypen frequent uit
deze materialen worden geïsoleerd,
oordelen Edel
et al. (4) dat bepaalde
soms zeer comple.xe kringlopen \\an
Salmonella-k\\emen bestaan.
L it de resultaten van het onderzoek van

V leesauto\'s (6, 8) werd geconcludeerd, dat
deze transportmiddelen een rol kunnen
spelen bij het in stand houden van conta-
minatie kringlopen van
Salmonella-
kiemen
in een vrij groot gebied.

In deze publikatie zijn de gegevens van
een onderzoek van hakblokafkrabsels uit
slagerijen over de periode 1967 t m 1978
samengevat en v ergeleken met de resulta-
ten van het overeenkomstige onderzoek
van V Iccstransportauto\'s in dezelfde peri-
ode. De verzamelde resultaten zouden
een antwoord moeten geven op de vraag
in hoeverre een besmettingsroute van
slachthuizen via vleestransportauto\'s
naar slagerijen in stand vvordt gehouden.

\\f.\\ I ERl.A.\'M I N Ml I llODI-N

In het kader van hygiénisehe controles van slage-
rijen werd de oppervlakte van de aanwezige hak-
blokken afgeschraapt met behulp van in de slage-
rijen aanwezige messen. De schraapsels werden ge-
bracht in tetrathionaatbouillon volgens Müller-
Kauffmann. Na IX-24 uur bebroeden bij 4.1 (\'werd
\\anuit dit medium op briljant-groen-lenolrood-
agarplaten uitgestreken. De platen werden IX-24
uur bebroed bij .17 C en vervolgens beoordeeld.

chte kolonies werd ter
;igglutinatiercactic met
\'um uitgcNoerd. Indien
liep. werden de groeps-

Hij aanwezigheid \\an \\erd;
serologische bevcsliging de
polyvalent
.Siilnioncllti O-se
deze agglutinatie positief ve

dez
zoek niet
I ildens d(
lijkertiid i
len en gen
trole op re
gebruikte ag,
1971 ver\\anj
Rodac-plate:
De allezing \\
tic en rapporterini
den plaats \\olger
aangege\\en nieth
monsterde slagen
steld.

Na iedere monsiernam
\\an het h\\g
luiderzoek
xoorzien \\ii
slagerijen n

teit

agglutinaties A-B-(\'-D-F. uitgevoerd. Tevens wer-
den een schuine agarbuis. een K ligicr-ironagar en
een schuine ureum-bouillon-agarbuis geënt.
.\\lle .S\'«//i(()/i<\'//u-stammen werden ter typering naar
het Streeklaboratorium \\oor de Volksgezondheid
te (ironingen gebracht. Ier wille \\an de unilormi-
methode tijdens de periode \\an onder-
ssentieel gewijzigd.

bovengenoemde controles werden tegc-
in de belangrijkste \\oorwerpen. toestel-
•dschappen afdrukken genomen tereon-
ciniging en dcsinfectic. De hier\\oor
rworstcn \\olgens l en Catc weiden in
r mei platc-coiint-agar gc\\uide

en dl

1 dc \\oedingsbodems

stra-

e (9)
he-
\'nge-

vande\\
dc in c
Jc. Hiei
een z.g.

.■rk
L-n vc
bil w
h\\gu

rd dc

gen
iirigi
.erd
ënoi

lering
in het
nodig
an de

.■n de re
esultale
public;
.an iedi
ram sar

lotale

nogram tesamen mei dc m
in het hakblokafkrabsel
ad\\lezen en aanmerkingt
iiezonden (7).

Rl Si l I

Een overzicht van dc resultaten van het
.S\'«//Mr)/;£\'//(/-ondcrzock van hakblokaf-
krabsels per jaar v an onderzoek is weer-
gegeven in tabel I. waarbij levens het
aantal positieve afkrabmonsters per
maand en per kwartaal is opgenomen.
Van dc in totaal 6874 onderzochte mon-
sters waren 279 (4.06\'\'f)
Salmonella-
positief, 1 ussen de verschillende jaren v a-
rieerde hel percentage positieve monsters
van 0.90 tot 8..50, Van 1967 tot 1971 nam
het percentage besrnette monsters gelei-
delijk af v an 2.14 tot 0.90, Dit percentage
nam vanaf 1971 echter weer toe tot 8.50

-ocr page 163-

l abel I. Over/ieht [esultaten Salmonella-onder/oek alkrabsels van hakblokken in de periode 1967 l m
197X. met een verdeling van de positieve monsters per jaar. per maand en per kwartaal.

aantal
positieve
rr.onste rs

aantal pos it:

Leve

monsters per maand

.1 aar

aantal
monsters

r;
0
u

t.

co

CO

b

Jl}
Ë
CD
JJ

(D
C

OJ
E

t,
CD

E

totaal

%

c

O-

E

t,
c.

CS

0,
E

c

3
■n)

rH

M
3
cO

a
0,

in

^
O

>

c
c

CU

1967

515

11

2

14

-

-

_

1

-

3

2

1

_

_

1

3

1968

525

6

1

14

-

1

1

-

1

_

3

_

_

1969

548

5

0

91

2

-

-

-

_

1

_

_

1

_

1

1970

554

5

0

90

-

-

-

-

_

1

_

1

2

_

_

1

1971

632

19

3

01

-

-

1

3

1

2

1

3

p

4

1

1

1972

576

17

2,

,95

1

l

2

3

-

1

1

3

2

_

2

1

1973

63 9

30

4 ,

. 85

-

5

1

2

2

4

2

5

3

3

1

2

1974

5 97

39

6,

53

1

1

1

-

8

4

5

1

5

4

5

4

1975

602

48

7 ,

97

1

3

1

1

7

3

5

6

7

6

4

4

1976

600

51

8 ,

50

]

2

2

4

6

1 1

1

2

6

11

4

1

1977

566

32

5,

65

3

6

4

2

1

6

2

2

]

_

2

3

1978

540

16

2,

96

2

-

-

2

-

1

3

3

3

1

1

-

totaal

6874

?79

4 ,

06

1 1

19

1 3

18

26

37

25

27

3?

29

21

21

aantal

onderzochte .mon.sters r

If.\' r

maand

over 12 Jaren

525

539

631

012

007

54 9

515

607

611

626

605

44 7

a <-.in t .-j 1
maand

po.s i t: i t^vï- morir rs ner
(%) over IP jaren

,"6

2 ,94

1 ,■ ■ 8

IJ ,7 4

4 ,8\')

1 ,4 5

5 ,2 4

4 ,6 .1

.1 ,4 7

4 ,•/(\'

aantal

po.sü ieve nonster.s per

kv.art.-i

al

over l? .jaren

43 (=2,54%)

81 ( =

= 4,5

8«)

84 {

=4,85%)

71 (

:=4,3i%)

-ocr page 164-

in 1976. maar daalde \\ervolgen.s weer
aanzienlijk tot 2.96 in 1978.

Dit tabel 1 blijkt tevens, dat er slechts
sprake is \\an ecn beperkte in\\locd \\an
het seizoen. Zo neemt het percentage be-
smette monsters gedurende de eerste
maanden \\an het jaar toe en blijft gedu-
rende de periode mei t m december op
een \\rij hoog niveau schommelen. Het
hoogste percentage besmette monsters
werd geregistreerd in dc maand juni. Een
geleidelijke daling gedurende de laatste
maanden \\an het jaar werd niet waarge-
nomen.

Een samenvatting van de totale waarde-
ring der hvgiënogrammen \\an slagerijen
met
.Vi7//»(J/)c//ö-positievc hakblokaf-
krabsels is gegeven in tabel 2. In totaal
werd 27\'"7 van deze hvgiënogrammen be-
oordeeld als onv oldoende. Ov ereenkom-
stige resultaten werden echter verkregen
indien alle hvgiënogrammen uit dezelfde
onderzoekperiode werden sameneevat.
Van alle hvgiënogrammen werd 22\'7 be-
oordeeld als onvoldoende,
L\'it het overzicht in tabel 2 blijkt, dat
positieve hakblokafkrabsels
zowel in slagerijen met een v oldoende. als
in slagerijen met een onvoldoende hy-
giënische bedrijfsvoering werden aange-
troffen.

De bij hct onderzoek geïsoleerde
Salmofu\'lUhserolypen staan vermeld in
tabel Geïsoleerd werden 23 verschil-
lende scrotvpcn, het meest frequent cn
wel .V. /r/)/?/»!;//•»//?;(inclusiel \\ï//-.

copeuhagcn). S. panama (9.y^), ,S\'. hran-
i/enhiirg {7.5\' ",). S. givc (6.5<j ). .V, dcrhi
(5,4\'7), ,S". infami.s (2.9\'"(). .S. living.siime
(2,9\'7) en eimshm\'in\'l(2.2\'(). Opval-
lend is, dat bepaalde serotypen slechts in
een beperkt gedeelte van de onderzoek-
periode werden aangetroffen. Zo werd
S.
dcrhy
pas sinds 1971 v rij frequent geïso-
leerd, terwijl .V. voornamelijk in 1975
en 1976 werd aangetoond.

De uit hakblokafkrabsels meest frequent
geïsoleerde
Salmonella-^traiypcn wer-
den volgens literatuurgegevens ook vrij
regelmatig aangetroffen in andere be-
smettingsbronnen. zoals in afkrabmon-
sters uit vleestransportauto\'s (8). af-
krabmonsters uit slachthuizen en
vleesvvinkels (5). gehakt (2) en effluenten
In tabel 4 wordt een overzicht gege-
ven van de uit de/e bronnen meest fre-
quent geïsoleerde typen.

DISCl\'SSIl

Naast de regelmatige controle op de uit-
voeringen de effectiv iteit van de reiniging
cn de desinfectie van al die objecten die
met vlees in aanraking komen, werd er
gedurende dc periode v an ondcr/oek spe-
ciaal op toegezien, dat met
.Salmonella
besmette hakblokken e.xtra intensief wer-
den gereinigd en ontsmet.
De grotere aandacht van dc slagers voor
dc desinfcctie van opperv lakken die met
vlees in aanraking komen kan mede be-
palend zijn geweest voor dc aanvanke-
lijke daling van hct percentage besmette
afkrabnn)nstcrs sinds 1967. Dcsotulanks

label 2. Over/ichl resultaten agarafdrukniethode ni slagerijen met .SV/Z/doiic/fa-positieve hakblokken in
\\ergelijking tot alle bemonsterde slagerijen in de periode 1969 t m 1978.

pu rcf\'n t

age hygi ënogr^.ammei

, beonr-df

-eld al:

Indellrij!
hygi önoHrarnmen

aan \'„al
mon.\'; ter.\'-;

V(

\'Idoende

onvo1 doende

/.er r
goed

goed

rcde-
11 jk

nat i g

.-,1e,- hr

zeer
.slecht

r..-imeriva 11 i ng hygiëno-
grammeri l 1 ^\'.iImone 11 a-
posit:ipve hakblokken

\'■tv

T r,

.3 4

4

If\'.

1 n

I

samenvatting alle
hyg iënogratr.men

ly

32

27

14

f,

-ocr page 165-

label Overzicht der geïsoleerde SiilniniH-llu-scrol\\pcn uit 6X74 alkrabsels van hakblokken in de
periode l%7 t ni 197X,

18

; 3

s.lyi.hi "

idi\':-. v:ir.
ha)n-!l

■ ■i.

.

i ve

df rhy

6 .

i n !\\-in t i

7 .

i\'.

1 1 V in^\',stone

H .

s.

4 .

.

riKona

111.

ï .

dublir,

1 1 .

.

üh i O

1 .

s.

schv.-iPi-\'t\'ngrwrid

1 3 .

s.

a n a t u rr,

1 4 .

c

ht\'id-.\'lbcrg

Ib.

s.

oranienburg

1 b .

s.

s enl\'ttTiber^^

1 7 .

s.

tcnnes.\'-\'.ee

1 H .

fa]kensee

19.

ü.

] 0 n d O n

.

s.

rnuenchen

1 .

s,

nev.-pert:

? .

s.

takorri<i i

.

thompson

groep B
(ontypeerhaar)

11 tl 5

Totaal

■ 18

16

nam het percentage positieve alkrab-
monsters vanal 1971 weer geleidelijk toe
tot 1977, echter weer gevolgd door een
duidelijke daling.

Opvallend is. dat de/cHdc golfbeweging
eveneens werd waargenomen bij het
overeenkomstige onder/oek van vlees-
transportauto\'s in de/elfde periode cn in
het/elfde gebied (8). Voort/etting van dit
ondcr/oek is gewenst, teneinde een ant-
woord te kunnen geven op dc vraag in
hoeverre de bestnetting van vleestrans-
portauto\'s en hakblokken
mcl Salmonel-
la
zich verder golfsgewijze voortplant.
De in tabel I gesignaleerde beperkte in-
V loed van het seizoen op de
Salmonella-
besmetting van hakblokafkrabsels werd
eveneens waargenomen bij het onder-
zoek v an alkrabsels uit v Iccstransport-
atito\'s (8). Hoewel de hoogste besmet-
tingspcrcentagcs kunnen worden
verwacht in de periode mei t rn oktober
(warme cn viichtigc jaargetijde), worden
ook buiten deze periode geregeld
met Sal-
monella
besmette afkrabmonsters aange-
troffen. Dit betekent, dat de aandacht
voor de verspreiding van
Salmonella niet
beperkt mag blijven tot de maanden met
hoge b tl i t e n t c m p e ra t u re n.
Dc drie meest frequent geïsoleerde tv pcn
uit hakblokafkrabsels bij dit onderzoek
waren
S. typhi murium. S. paiuinui cn S.
hranih\'nhurg.
Hetzelfde geldt voor ver-
schillende andere besmettingsbronnen
(zie tabel 4). Beschouwt men de resulta-
ten gedurende dc gehele periode van on-

-ocr page 166-

l abel 4. Overzicht van de vijl meest gevonden .Vü//n(»ï<\'//o-serotypen in verschillende bronnen van isolatie
(per bron uitgedrukt als percentage van bet aantal).

Serotype

hakblok-
af krabse Is

vlees-
transport- -
auto\'s

af-
krab-
sels

jTehakt

efflu-
enten

diver-
sen

1)

2)

3)

4)

5)

6)

s.

typhi murium

51,3

45, 1

44,7

50,2

35, 2

27 , 5

s

panama

9,3

8,0

9 , 5

10,0

1 4 , 8

0 7>

s.

brandenburg

7 , 5

10,8

7 , 1

5 , 7

s.

give

6,5

s.

de rby

5,4

6 , 6

4 , 8

s.

ana turn
dublin

6,1

5 , 1

s.

infantis

4 , 8

3,6

14,1

s.

e imsbue ttel

5 , 2

4 , .1

Q

heidelberg
bredeney

7 ,:\'

3 , 5

1). Afkrabmonsters van hakblokken uit slagersbedri jvcn (zie t.ibel 3)

2). Afkrabmonsters uit vleestransportauto\'s (8).

3). Afkrabmonsters uit slachthuizen, vleesv;Inke 1 s en vleesaut

4). Geh iktniuns ti\'-rs van 10 vleeskeur ingsc i ons Len U\') .

b) £:ffluenten van rioo 1 v.\'aterzu 1 verlngs i ns t a 1 la t les !\'.t) .

6). Vleesprodukten, hakblokafkrabsels, rloolafvoi-ren van sl.-ij\'.i
insecten, meeuv.enf aeces, effluenten eri menst\'n (patiënten)

j\' s ( 5 )

rl ,)eii,
() .

derzoek in hetzelfde gebied, dan blijkt
dat het verloop van het besmettingsper-
centage van hakblokafkrabsels een grote
overeenkomst vertoont met het verloop
van het besmettingspercentage van af-
krabsels uit vleestransportauto\'s.

Een enkele keer werden uit hetzelfde af-
krabmonster twee verschillende seroty-
pen geïsoleerd. Verder was opvallend,
dat soms in verschillende opeenv olgende
weken van hetzelfde kwartaal alle onder-
zochte afkrabmonsters van hakblokken
negatief waren, plotseling gevolgd door
een week met verschillende
SahnoncHa-
positieve afkrabmonsters. Het was in
deze gevallen achteraf niet tneer tnogelijk
te controleren of de slagerijen met
,S«//;;()/;<^//«-positieve hakblokken waren
bevoorraad door dezelfde vleestrans-
portauto vanuit hetzelfde slachtbedrijf.
De verzamelde gegevens met betrekking
tot de besmetting van vleestransport-
auto\'s en hakblokken ondersteunen de
opv atting van Edel
et al. (4) dat contatni-
natiekringlopen van
Salnionella-kiemtn
bestaan. In ieder geval lijkt er een duide-
lijke besmettingsweg van de slachthuizen
(slachtdieren, vlees) via vleestransport-
auto\'s naar de slagerijen (hakblokken,
werktafels) in stand te w orden gehouden.
Vervolgens splitst de besmettingsroutc
zich in de slagerij, en wel enerzijds naar
de rioolafvoeren en anderzijds met vlees
en vleeswaren naar de consument (4).

Deze waarnemingen betekenen, dat
voortdurend rekening dient te worden
gehouden met een geregelde toevoer van
salmonellae naar de slagerijen. In
verband hiermede zijn stringente hygië-
nische maatregelen noodzakelijk, in casu
handhaving van een ononderbroken
koelketcn (opslag, transport cn bewer-
king van vlees onder koeling), alsmede
onderbreking van de aangegev en bcstnet-
tingsroute (intensieve reiniging en ont-
smetting van alle oppervlakken die met
vlees in aanraking komen).
Aangezien de kringlopen v an
.Salmonella
zeercomplex kunnenzijn, blijft een voort-
durende waakzaamheid geboden. De

-ocr page 167-

vleeskeuringsdiensten hebben hierbij niet
alleen een controlerende, doch vooral
ook in de ruimste zin een begeleidende
taak.

DANRBFriilClINd

Dank zij de voortdurende hulp van dr. R. K. Koop-
man.s. directeur, en medewerkers \\an het Streekla-
boratorium \\ oor de Volksgezondheid te (ironingen
bij het onderzoek van de \\elc ingezonden culturen,
alsmede de medewerking \\an dc keurmeesters en
laboranten van de Vleeskeuringsdienst te (ironin-
gen bij de wekelijkse monstername. was het moge-
lijk alle in dit artikel vermelde gegevens te verzame-
len en te rangschikken.

lUERAlUUR

Edel. W. en Kampelmaeher. E. H.: Epidemiologisch Saliiiom\'lla-ondcr/.ock in een bepaald gebied
{\'Project Walcheren\'). 11.
Salnio/wlla in mesenteriale lymfklieren en rectutninhoud van normale slacht-
varkens geslacht op W alcheren.
Tijdschr. Diergenccsls.. 101. (1976).

Edel. W.. l.eusden. E. M. van en Kampelmaeher. E. H.: Sahnonella in gehakt al\'komstig van 10 vlees-
keuringsdiensten in Nederland.
Tijdschr. Diergeneesk.. 10.1. 221). (I97H).

Edel. W.. Schothorst. M. van en Kampelmaeher. E. fl.: Epidemiologisch .S(dnti)nellu-onder/oek in
een bepaald gebied (\'Project Walcheren\'). 1. Het voorkomen van
Salmonella bij mens. varkens, insecten,
meeuwen en voorts in levensmiddelen en effluenten.
Tijdschr. Diergeneesk.. 100. IJI)4. (1975).
Edel. W.. Schothorst. M. van. Eeusden. E. M. van en Kampelmaeher. E. H.: Epidemiologisch
Salmonella-onA^t/oeV. ineen bepaald gebied (\'Project Walcheren\'). III. Het voorkomen van Salmonella
bij mens. insecten, meeuwen en in levenstniddelen. hakblokafkrabsels. einuenten van rioolwater-
zuiveringsinstallaties cn rioolafvoeren van slagerijen.
\'Tijdschr. Diergeneesk.. 102. (1977).
Guinee. P. A. M. en Valkenburg. ,1.: .Salmonella isolaties in Nederland 1966-197.1. Tijdschr. Dier-
geneeskunde.
99. 996. (1974).

Haks. E. J. en Nooder. El. .1.: Het routineonderzoek op salmonellosis met een beschouwing over het
grote besmettingsgevaar \\ia vleesvervoerauto\'s.
Tijdschr. Diergeneesk.. 9,1. 29S. (1968).
.laarverslagcn van het openbaar slachthuis cn dc \\leeskeuringsdienst \'Kring Groningen\' (1967 t m
197X).

Smit. M. P. cn Nooder. 11. .1.: Sahnonella in afkrabsels uit vlccstransportauto\'s. Tijdschr. Dier-
geneesk..
10.1. 1174. (I97H).

Smit, M. P.. Nooder. H. .1. cn Scholtens. W.: Ervaringen met z.g. agarworsten als hulpmiddel bij de
beoordeling van de bedrijfshygicne in slagerijen en voorverpakkingsinrichtingen.
i leesdislr. en
l ïeeslechnol.. jfi. (1971).

V laams Diergeneeskundig Tijdschrift

Onderstaand \\olgl de inhoud van aflevering
(september oktober) \\an het
l laams Du-rgenees-
kundig rijdschrift.
4X. O\';. (1979):

Oorspronkelijke bijdragen

Castryek. F.. Martineau. G.. Dcwaele. Bestrij-
ding \\an atrofische rhinitis bij het varken door
SV stematische voorbehoedende behandcling.
Pecters. .1. E.. Halen. P.: Effekt van enkele cocci-
diostatika op darmcoccidiose bij het konijn. 2.
Panco.xin-plus en statyl.

Overzichten

Moens. V.. De M oor. A.: Operatiezaal pol hu ie door
inhalatie-anesthetica: ccn problectn.\'

11 ouvenaghel. A.: Ey si o logic van het spijsvertcrings-
stclsel bij het varken.

De Cueninek. B. .1.: Perspective for a role of
vaccination in the cotUti)l of bovine mastitis
caused by streptococcus agalactiae ( Perspcktief
voor vaccinatie tegen streptococcus agalactiae
mastitis).

1 it en voor dc praktijk

\\\'an Nic. (\'. .1.: lien zeldzatne afwijking in ecn
ru ndcrhart.

-ocr page 168-

Diergeneeskunde en Samenleving

In de door de Faculteit der Diergeneeskunde voorgestelde studie-
inrichting hij een (eventuele) herprogranunering. is tijd opgenomen
voor onderwijs op het gebied van de relatie Wetenschap - Samenleving.
Dit sluit aan bij interfacultaire en interuniversitaire activiteiten op
op dit gebied.

Het geplande programma onivat naast enkele inleidende colleges, een aantal uren
zelfwerkzaantheid in discussie- of werkgroepen. Er wordt hiermee een aanvulling
gegeven op hetgeen reeds hij het vakgerichte onderwijs aan de orde komt.
Het
doel dat beoogd wordt is het stimuleren van de vorming van weloverwogen
standpunten ten aanzien van een zorgvuldig handelen in de heroepsbeoefening.
Aangezien de behoefte aan een dergelijk programma onderkend werd is voorts
besloten, om vooruitlopend op de invoering van de herprogrammering jaarlijks een
drietal inleidingen op dit gebied te organiseren. Daartoe is een kleine werkgroep in het
leven geroepen, waarin van de zijde van de faculteit zowel de wetenschappelijke staf
als studenten vertegenwoordigd zijn. terwijl één van de leden zitting heeft namens de
Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde.

Tegen de achtergrond van de primaire vraag welke verantwoordelijkheden\' de dieren-
arts\' heeft is in 1978 de eerste lezingen cyclus gehouden onder de titel: \'Diergenees-
kundige ethiek en realiteit\'.

De inleiders en de titels van de voordrachten waren:

\'Collectieve verantwoordelijkheid\': drs. H. A. van Riessen. dierenarts, oud-voorzitter
K.N.M.v.D.

\'Verantwoordelijkheid en afhankelijkheid\': prof dr. J. de Graaf theoloog, emeritus-
hoogleraar wijsgerige ethiek.

\'Ethische conflictsituaties in het beroep\': drs. C. D. W. König, dierenarts, oud-
voorzitter van een provinciale vestigingscommissie.

In de cyclus van 1979 is voortgebouwd op die van 1978. Hel accepteren van een
bijzondere verantwoordelijkheid ten aanzien van de relatie tiien.s-dier, roept vragen
op aangaande hanteerbare normen. Onder de titeTOmgaan met normen\' zijn in 1979
de volgende inleidingen gehouden:

\'Sormen en goede redenen\': prof dr. F. R. Heeger. theoloog, filosoof hoogleraar
ethiek.

\'(Omgaan met diergeiweskundig-ethische normen in de kynologie\': drs. ,/. //. C.
Brooymans-Schallenberg. praktizerend dierenarts, hd Raad van Beheer op Kvno-
logisch gebied in .\\ederland.

■ (\'eranderen de normen voor de dierenarts\'.\'\': drs. M../. A. Nabuurs. wetenschappelijk
medewerker Centraal Diergeneeskundig Instituut, daarvoor praktizerend dierenarts.

Zoals int de aankondigingen in dit tijdschrift hekend is. zijn de gebundelde teksten
van de inleidingen op aanvraag gratis verkrijgbaar bij het bureau van de faculteit.
De werkgroep heeft echter gemeend dal speciaal voor de voordrachten van inleiders
uil andere vakgebieden een meer algemene verspreiding onder afgestudeerden
gewenst is. Zij is dan ook verheugd dat de redaktie van het \'Tijdschrift voor Dier-
geneeskunde\' positief gereageerd heeft op haar voorstel om de tekst van de inleiding
van prof Heeger over te nemen.

/)/; W i:RK(iR()i:i\' t->ti:RGESh:h:SKl St^L es S.AMESt.EltSi,

146 Pintschi: tyiergciu\'c.sk.. tteci l(l.\\ af. 4. I9HII

-ocr page 169-

Normen en goede redenen\'

Norms and Good Reasons
F. R. Heeger-

SAMENVAiriNC,

H al heeft een heshssing over lo.xicologische diere.xperimenien met morele normen
le maken\'.\'

Hoe kunnen wij zelf heslissen, welke normen in aanmerking behoren le komen om

ons voor le schrijven wal wij moeten doen.\'

Deze vragen worden met een utilitaristisch principe beredeneerd.

SUMMARY

Are moral standards relevant to (h\'cisions concerning to.xicological e.xperiments
on animals\'.\'

How are we to decide which norms are relevant in determining which course of
action is to be taken\'

These questions are dealt with in the light ofan utilitarian principle.

Het spreekt soms niet van/elt wat wij
moeten doen. Stel dat wij gev raagd wor-
den om deel te nemen aan e.xpcrimenten
met dieren die \\ ecl lijden teweeg brengen.
Moeten wij dan deelnemen"\'
Wij overwegen de redenen \\ oor en tegen.
Wij /ijn op /oek naar goede redenen.
Hebben wij die gev onden, dan hebben w ij
beslist.

Wij /ijn in staat tc handelen.

Bij de redenen voor cn tegen horen ook

on/e ethische normen. Ik wil twee v ragen

over de/c normen stellen:

Wanneer /ijn normen goede redenen en

wanneer hebben w ij goede redenen v oor

normen\'.\'

\' Siimenvatling \\ an een inleiding, geluuiden aan de Eaculteit dei Diet geneeskunde te t treclu. in hct kader
\\an de Ic/ingcncyclus 1979 over Diergeneeskunde en Sanienle\\ing.

Prol. dr. E. R, Heeger. theoloog, lilosool. hoogleraar ethiek aan de Unixersiteit te litrecht.

-ocr page 170-

I. WANNEER ZEIN NORMEN
(.OEDE REDENEN\'\'

Onze ethische normen zijn slechts dan
goede redenen voor onze handelingen als
zij aan
drie voorwaarden voldoen:

A. zij moeten in praktische redenerin-
gen de conclusie opleveren wat wij
behoren te doen;

B. zij moeten de kracht hebben, con-
currerende redenen uit te sluiten;

C. zij moeten gerechtvaardigd zijn.
Wat betekenen deze voorwaarden?

ad A. Praktische redenering en conclusie

Ethische normen zijn slechts dan goede
redenen voor onze handelingen als wij uit
de normen kunnen concluderen wat wij
behoren te doen.
Dit is de eerste voorwaarde.
Een voorbeeld: Stel wij staan voor de
vraag: Moet ik deelnemen aan een reeks
experimenten, waardoor de schadelijk-
heid van een schoonmaakmiddel A met
de l.D 50 methode op dieren getoetst zal
worden?

Wij kunnen dan prakiisch redeneren,
o.m. op de volgende manier:

1. Wij behoren naar middelen te zoe-
ken die het arbeidsleven vereenvou-
digen.

2. Als A voor gewone huishoudingen
beschikbaar is. dan vereenv oudigt A
het huishoudelijk werk.

A behoort voor gewone huishoudin-
gen beschikbaar te zijn (uit l.en2.).

4. Wij behoren de gezondheid van
mensen nu en in de toekomst te be-
vorderen.

5. A houdt giftige stoffen in die mensen
ernstig zouden kunnen schaden.

6. A behoort slechts dan voor gewone
huishoudingen beschikbaar te zijn
als A mensen niet ernstig schaadt
(uit 3. tot 5.).

7. Wij kunnen de schadelijkheid van A
voor mensen op dieren toetsen.

8. Wij behoren A toxicologisch op die-
ren te toetsen (uit 6. en 7.).

9. Ik ben gevraagd om deel te nemen
aan de toetsing \\an A.

10.\'. Ik behoor deel te nemen enz. (uit 8.
en 9.).

\'Ik behoor deel te nemen\' is de conclusie
van onze praktische redenering. Wij heb-
ben deze conclusie gewonnen uit nor-
menpremissen cn uit premissen over fei-
ten. Wij hebben in de conclusie een
antwoord op onze v raag. Dit is nodig als
onze normen goede redenen zullen zijn.
Twee commentaren bij onze praktische
redenering:

a. \'Normen\' zijn die uitspraken in de re-
denering waarin \'behoren\' voorkomt.
De meest grondleggende normen zijn
1. en 4. De andere normen zijn uit
deze twee afgeleid. Deze alleiding kan
gebeuren met behulp van premissen
over feiten. Premissen over feiten zijn
2.. 5.. 7. en 9.

b. Alleen uit de premissen over feiten
volgt niet wat w ij behoren te doen. 2..
5.. 7. en 9. leveren niet op: Ik behoor
deel te nemen. Een conclusie met \'be-
horen\' veronderstelt minstens één
normatieve premisse. Dit volgens de
logica voor praktische redeneringen.

Terug tot de vraag: Wat betekent de eer-
ste voorwaarde?

Zij betekent dat normen slechts dan
goede redenen voor onze handelingen
zijn als zij ons zeggen wat wij in onze
beslissingssituatie concreet behoren te
doen. Normen moeten toegepast kunnen
worden, .le kunt het uitvoeriger ook zo
stellen: Normen die in aanmerking zullen
komen voor goede redenen moeten dui-
delijke gegevens behelzen over:

(i) dc dcontische operator (het \'beho-
ren\').

(ii) dc geadresseerde (degene van wie
een bepaald gedrag wordt geëist).

(iii) dc norm handcling(de handelingdie
van hem vvordt geëist) en

(iv ) de voorwaarden van toepassing (de
omstandigheden waarin de norm
handeling wordt geëist).

Een dicrethisch voorbeeld uit het Oude
testament dat hier expliciet is: (iv)\'Als gij
den ezel of het rund van uw broeder op
den wegziet neervallen, (i) zult (ii) gij (iii)
u aan de zorg daarv oor niet onttrekken;
gij zult ze voorzeker met hem weer ophel-
pen\' (Deutcronomium 22. 4).

-ocr page 171-

Als onze normen niet zo expliciet zijn ten
aanzien \\an de geadresseerde, de norm
handeling en de voorwaarden van toe-
passing. dan moet onze praktische rede-
nering deze duidelijkheid teweeg bren-
gen. Uit 1. en 4. moet 10. geconcludeerd
kunnen worden. Anders zijn 1. en 4. geen
goede redenen voor onze handeling om
deel te nemen aan die toxicologische ex-
perimenten.

aü B. Kracht van uitsluiting

Toepasbaarheid v an normen is een nood-
zakelijke voorwaarde voor goede rede-
nen voor handelingen. Als een norm niet
toepasbaar is. dan is zij geen goede reden.
Toepasbaarheid is echter nog geen vol-
doende voorwaarde. Er is namelijk nog
een verdere noodzakelijke voorwaarde:
Onze ethische normen zijn slechts dan
goede redenen v oor onze handelingen als
zij de kracht hebben, concurrerende rede-
nen uit te sluiten.

Weer een v oorbeeld: Stel wij aanvaarden
een andere grondleggende norm: Wij be-
horen dieren zoveel mogelijk van lijden te
bevrijden. Dan kunnen wij o.m. op de
volgende manier praktisch redeneren:
Moet ik deelnemen aan ccn reeks experi-
menten. waardoor de schadelijkheid van
een schoonmaakmiddel A met de ED .50
methode op dieren getoetst zal worden\'.\'

1 1. Dieren kunnen lijden.
12. Dc LD 50 methode houdt in. te toet-
sen hoeveel vergif dieren onder
dwang moet worden ingegeven
zodat de helft van hen sterft.
l.T De toepassing van de LD 50 me-
thode houdt in dat dieren lijden (uit
1 I. cn 12.).

14. Wij behoren dieren zoveel mogelijk
van lijden tc bev rijden.

15. Wij behoren dc LD 50 methode niet
toe tc passen (uit 1.1 en 14.).

16.\'. Ik behoor niet deel te nemen en/,
(uit 15.).

Dc grondleggende normatieve premisse
is hier 14. Wij concluderen uit haaren uit
premissen over feiten het tegendeel van
de v roegere conclusie 10.
Stel nti wij aanvaarden zowel de norm 14.
als ook dc vroegere normen 1. en 4. Dan
komen wij in
plichteiuonflici xcvcchx.

On/e plicht volgens 14. concurreert met
onze plicht volgens de vroegere normen
1. en 4.

Moeten wij dan deelnemen of moeten wij
niet deelnemen? Dat hangt ervan af hoe
wij het plichtcnconflict kunnen oplossen.
Wij hebben hier twee mogelijkheden:

a. Wij zijn misschien alleen door een be-
paalde toepassing van onze normen
in het conflict terecht gekomen. Wij
kunnen nagaan of wij onze normen
wel goed toegepast hebben. Hoe ziet
onze situatie eruit\'.\' Is het voor ons
werkelijk uitgesloten om niet deel te
nemen als wij zovvel de norm 4. als
ook de norm 1. aanvaarden\'? Is het
voor ons werkelijk uitgesloten om
deel te nemen als wij de norm 14.
aanv aarden\'.\' Is dit niet het geval, dan
zijn andere toepassingen van onze
normen misschien redelijker. Door
verbeterde toepassingen valt het con-
flict misschien te vermijden.

b. Maar stel dat wij deze vragen naar een
goede toepassing van onze normen
bevestigend kunnen beantwoorden.
Dan is er ecn conflict tussen onze nor-
men. Dan kunnen alle drie de grond-
leggende normen in onze toepassin-
gen niet tegelijkertijd geldig zijn. want
(i) wij kunnen eenvoudig niet tegelij-
kertijd deelnemen en niet deelnemen
en (ii) het kan niet onze plicht zijn te
doen wat wij niet kunnen doen. Dan
moeten wij onze
normen prioriicren.

Wegen 1. en 4.:

Wij behoren naar middelen tc zoeken
die hct arbeidsleven vereenvoudigen
cn

Wij behoren de gezondheid van men-
sen nu en in de toekomst te bevorde-
ren

zwaarder dan 14.:

wij behoren dieren zoveel mogelijk
van lijden te bevrijden, of weegt 14.
/waarder dan 1. of 4.\'.\' Het antwoord
dat wij op de/c v ragen geven is on/c
prioritcring van normen.

Stel dat I. cn 4. v oor ons zwaarder wegen
dan 14. Dan hebben deze normen
dc
kracht, concurrcrcndc redenen uit te slui-
ten.
Wij zetten on/e overwegingen stop.

-ocr page 172-

Wij hebben beslist. Wij weten: Er is reden
om deel te nemen. Wij /ijn in staat te
handelen.

Dat normen de/e kracht \\an uitsluiting
hebben is de tv\\eede nood/akelijke \\ oor-
waarde voor goede redenen.
Een coninwmaar bij de prioritering \\an
normen: Normen te prioriteren is iets an-
ders dan willekeurig met normen om te
gaan. Dat wij 14. uitsluiten ten aan/ien
van on/e vraag: moet ik deelnemen?
hoeft niet te betekenen dat wij deze norm
afwij/en. Zij /ou namelijk voor ons gel-
dig kunnen /ijn voor/over wij niet een
sterkere morele plicht hebben. Zij zou
met andere woorden een prima facie gel-
dige norm kunnen /ijn. Een prima facie
geldige norm is een norm die voorschrijft
welke actuele plicht wij in onze situatie
hebben voorzover deze plicht niet door
andere morele overwegingen onmogelijk
gemaakt wordt. Als deze andere morele
overwegingen zwaarder wegen, dan leidt
de prima facie geldige norm niet tot onze
actuele plicht.

ad C. Rechtvaardiging

Er is nog een derde noodzakelijke voor-
waarde v oor goede redenen: Een norm is
slechts dan een goede reden voor on/e
handelingen als zij gerechtvaardigd is.
Ik heb tot nu toe hypothetisch veronder-
steld dat on/e normen I.. 4. en 14. aan
de/e voorwaarde voldoen. Ik heb ten
aan/ien van on/e v raag: moet ik deelne-
men? met de normen 1 ..4. en 14. rekening
gehouden en ik heb gesteld dat 1. en 4. de
kracht hebben, de concurrerende reden
14. uit te sluiten. Maar behoren wij /o tc
redeneren? 1 i ier is de
rechivaardiging van
on/e normen in het geding: Behoren wij
ten aan/ien van on/c beslissing juist met
dc normen 1.. 4. en 14. rekening te hou-
den en behoren I. en 4. zwaarder te wegen
dan 14? Wij moeten deze vragen bevesti-
gend kunnen beantwoorden als de nor-
men 1. cn 4. onze goede redenen zullen
zijn om deel te nemen aan de to.xicologi-
schc experimenten.

De derde voorwaarde behelst dus het vol-
gende: Dat een norm tot een duidelijke
conclusie leidt en dat deze norm de
kracht van uitsluiting heeft is voldoende
om te beweren dat zij onze reden voor
onze handeling is. Maar het is nog niet
voldoende otn te zeggen dat zij onze
goede reden voor onze handeling is.
Daarvoor is ook nog nodig, (i) dat zij in
aanmerking
he/ioori te komen om ons
voor te schrijven wat wij moeten doen en
(ii) dat zij dc kracht van uitsluiting
he-
lioori
te hebben.

Hoe kunnen wij nagaan of onze normen
aan deze voorwaarde voldoen? Daarmee
ben ik bij mijn v raag naar goede redenen
voor normen.

II. w..\\nm-:f.r hi:bb[;n wi.i
(iOl DF RFDFM N VOOR NOR.MFN\'

Wij hebben goede redenen v oor normen,
als wij voor hen een beroep kunnen doen
op normatief-ethische
principes. Deze
principes zijn maatstaven waarmee wij
onze normen kunnen toetsen. Zij maken
het voor ons mogelijk om zelf te beslis-
sen. (i) welke normen in aanmerking be-
horen te komen om ons voor te schrijven
wat wij moeten doen en (ii) welke normen
de kracht behoren te hebben, concurre-
rende redenen uit te sluiten. Normatief-
ethische principes stellen namelijk heel
kort. wat handelingen en normen uitein-
delijk moreel juist maakt.

Twee soorten principes

Uit de geschiedenis van de ethiek kennen
wij twee soorten normatieve principes.
Eén soort is
deoniologiscli (xan Grieks to
deon = datgene wat gedaan behoort te
worden). Sommige deontologischc prin-
cipes stellen, (i) dat er grondleggende
ethische
normen zijn die een direkt ver-
pHchtettde kracht
hebben en (ii) dat dc
rest van dejuiste ethische normen uit de
direkt verplichtende normen geconclu-
deerd behoort te worden. Onze handelin-
gen zijn dan moreel juist, als zij de ken-
merken hebben die door de normen
V O O r ge s c h r e V e n vv O rd e n.
Welke normen behoren in aanmerking te
komen om ons voor te schrijven wat wij
moeten doen? Welke normen behoren de
kracht van uitsluiting te hebben? Volgens
sommige deontologischc principes is dit
afhankelijk van de grondleggende direkt
verplichtende normen.
Maar hoe kunnen wij nagaan, welke nor-
men dat zijn? \'Wij behoren rechtvaardig

-ocr page 173-

te \\erdelen" is misschien een dergelijke
norm. Maar welke waarden behoren w ij
te be\\orderen om iets tc kunnen verde-
len? Hoe behoren wij op alle andere ter-
reinen te handelen\'.\' Hier schieten sotn-
mige dcontologische principes te kort.
Hen ander soort normatiel-ethische prin-
cipes is
teleologisch (\\an (iricks telos =
doel). Deze principes stellen dat het uitci-
delijke criterium \\oor datgene wat mo-
reel juist is. in de waarde bestaat die wij
met on/c handelingen teweeg brengen.
I eleologische principes maken de morele
juistheid dus atliankelijk \\an de
waanie
die de gevolgen van onze handelingen
hebben.

Ken utilitarisme

Eén teleologisch principe is \\olgens mij
\\an bij/onder belang, wanneer wij /elf
vs illen nagaan of wij goede redenen \\ oor
on/c nortnen hebben. Dit is een univ ersa-
listisch of een
utilitaristisch principe.
Het luidt: Het morele doel dat wij in ons
gehele handelen behoren na te streven is
het grootst mogelijke o\\ erv\\ icht van goed
cn kwaad in de wereld als geheel.
Volgens dit principe is een handeling dan
cn slechts dan moreel juist, als er geen
alternatieve handeling is die tot betere
gevolgen leidt. Een nortn behoort dan en
slechts dan voor ons in aanmerking te
kometi en de kracht van uitsluiting te
hebben, als er geen alternatieve tuirm is.
die een groter overwicht van goed over
kwaad in dc wereld bevordert.
Hoe kunnen wij on/e normen aan dit
principe toetsen.\'

Door vier vragen te beantwoorden:

a. Welke handelingen worden ons door
dc normen voorgeschreven\'\'

b. Welke feitelijke gevolgen /uilen de/c
handelingen waarschijnlijk hebben\'.\'

c. Welke waarde hebben dc/c gevolgen\'\'

d. Welke waarden /ijn dc hoogste\'\'
Hebben wij de/e v ragen beantwoord, dan
weten w ij voor welke normen w ij goede
rcdctien hebben en welke normen
daarom de voorkcui\' verdienen.

De eerste vragen /ijn in ons normencon-
llict vrij eenvoudig tc beantwoorden:
ad a. Welke handelingen worden ons
door de nortnen voorgeschreven\'\' De

normen 1. en 4. samen schrijven ons
voor. deel te nemen aan de to.xicologische
e.xperimenten. De norm 14. schrijft ons
voor. niet deel te nemen aan de/e experi-
menten.

ad h. Welke feitelijke gevolgen /uilen
de/e handelingen waarschijnlijk hebben\'.\'
.Als wij deelnemen, dan dragen wij ertoe
bij dat de schadelijkheid van het schoon-
maakmiddel A getoetst wordt. Deze toet-
sing heeft tot gevolg dat de gezondheid
van mensen niet door A in gevaar ge-
bracht wordt. Zij resulteert misschien
ook erin dat het huishoudelijke werk van
vele mensen vereenvoudigd wordt cn dat
deze mensen tijd en energie over houden.
Maar onze deelname heeft ook tot gevolg
dat dieren onder dwang vergif ingegeven
wordt en dit heeft tot gevolg dat deze
dieren lijden en dat de helft van hen sterft.
Als wij niet deelnemen en als wij velen
zijn. dan blijven de proefdieren deze keer
misschien gespaard. Dan wordt echter
ook niet bekend of A mensen een gevaar-
lijke schade kan berokkenen. Dan komt
dit schoonmaakmiddel misschien ook
niet op de tnarkt. enz.
De laatste twee vragen (c en d) te beant-
woorden is echter niet zo ecnv oudig. ffet
veronderstelt namelijk dat wij de waarde
van de gevolgen van on/e handelingen
kunnen vaststellen en kunnen vergelij-
ken. Daarvoor hebben wij ccn waarden-
schaal nodig.

V\\ aardenschaal

Wij kunnen een onderscheid maken tus-
sen (i)
instriinientele waarden en (li) in-
trinsieke waarden.
Instrumentele waar-
den zijn middelen voor andere waarden.
Instrumentele waarden zijn bijv. dc eer-
der genoemde middelen die het arbeidsle-
ven vereenvoudigen. Intrinsieke waarden
zijn bijv. dc gezondheid van mensen of de
omstandigheid dat dieren vrij zijn van
lijden.

Verder kunnen w ij deze intrinsieke waar-
den
rangschikken: Er zijn hogere en la-
gere intrinsieke waarden, (iezondhcid
van mensen is bijv. een hogere intrinsieke
waarde dan vrijheid van lijden van die-
ren. De ondergeschikte plaatsing van de
instrumentele waarden en de rangschik-
king van de intrinsieke waarden vormen

-ocr page 174-

on/e waarilcnschaal: Wat \\\'an hogere in-
trinsieke waarde is overtreft datgene wat
van lagere intrinsieke waarde is. floe
hoog een instrumentele waarde geplaatst
behoort te worden, hangt af van de in-
trinsieke waarde die door de instrumen-
tele waarde teweeggebracht wordt en \\ an
de praktische nood/aak de/e intrinsieke
waarde juist door de/.e instrumentele
waarde teweeg te brengen.
Hoe /ou onze waardenschaal eruit kun-
nen zien ten aanzien van ons normen-
conflict?

Een gedurfd \\ oorstel: Wij gaan ersan uit
dat dieren kunnen lijden en dat zij uitge-
roeid kunnen worden. De o\\erige le-
vende natuur kan misschien lijden, de
dode natuur kan niet lijden, maarzij kan
— zoals de levende - - verwoest worden
door de mens. De mens heeft een bijzon-
dere plaats en hij is het enige wezen waar-
van morele verantwoordelijkheid geëist
kan worden. Maar dieren en de overige
natuur mogen niet alleen als middelen
\\oor de mens beschouwd worden. Ook
zij hebben intrinsieke waarde.
Dit is een utilitaristisch principe, dat ook
dierethische vragen behartigt. Het zou
het volgende kunnen behelzen: Beleve-
nissen van mensen en sociale relaties tus-
sen mensen zoals leven, liefde, vriend-
schap en vreugde zijn de hoogste
intrinsieke waarden, maar niet de enige
intrinsieke waarden. Er wordt wel door
sommigen gesteld dat dieren in een schaal
\\an comple.xiteit geordend kunnen wor-
den: apen. dolfijnen, vogels, wormen.
Van intrinsieke waarde is ook. dat zij
leven, dat zij bewegingsv rijheid hebben,
dat zij V rij zijn van lijden en dat zij v oed-
sel. stal- of hokruimte. een geschikte tem-
peratuur. enz. hebben. Van intrinsieke
waarde is tenslotte ook de overige na-
tuur.

De waarde van de handelingsgevolgen

Stel wij aanvaarden een dergelijke waar-
denschaal. Hoe kunnen wij dan vaststel-
len. c. welke waarde de gevolgen van onze
handelingen hebben en d. welke waarden
dc hoogste zijn\'.\' Wij kunnen nagaan
welke intrinsieke waarden wij bevorde-
ren. als w ij de normen 1. en 4. v olgen en
deelnemen aan de to.xicologische e.xperi-
menten. Wij kunnen nagaan
welke imrin-
sieke waarc/en wij hevorc/eren.
als wij de
norm 14. volgen en niet deelnemen aan
deze experimenten. En w ij kunnen de res-
pectievelijke intrinsieke waarden met el-
kaar vergelijken.

Als wij deelnemen dragen wij ertoe bij te
verhinderen dat de gezondheid van men-
sen door het schoonmaakmiddel .A in ge-
vaar gebracht wordt.
Deze gezondheid is een hoge intrinsieke
waarde. Maar waarom is deze waarde in
het geding?

Omdat de norm I. ons voorschrijft dat
wij een instrumentele waarde behoren te
bevorderen: middelen die het arbeidsle-
ven vereenvoudigen.
Hoe hoog deze instrumentele waarde ge-
plaatst moet worden in onze waarden-
schaal hangt vande intrinsieke waarde af
die wij door de instrumentele waarde te-
weegbrengen. Deze intrinsieke waarde
zou in de vreugde kunnen bestaan, die
vele mensen beleven wanneer zij tijd en
energie voor belangrijkere bezigheden
over houden. Studie of politieke activiteit
zijn voor hen misschien belangrijker dan
huishoudelijk werk.

Maar moet deze intrinsieke waarde de
belevenis van vreugde juist door tijds-
en energiebesparing met nóg een schoon-
maakmiddel teweeg gebracht worden?
Als wij niet deelnemen en als wij velen
zijn. dan bevorderen wij een andere in-
trinsieke waarde: dat dieren vrij zijn van
lijden. Deze waarde is v olgens de voorge-
stelde waardenschaal weliswaar lager
dan de intrinsieke waarde van menselijke
gezondheid. Maar zij zou de intrumen-
tclc waarde degelijk kunnen overtreffen
die bepaalde middelen ter vereenvoudi-
ging van het arbeidsleven hebben.

\\ an principe tot besluitvorming

Hebben wij onze vier vragen op een der-
gelijke wijze kunnen beantwoorden, dan
hebben wij ook beslist, (i) welke normen
in aanmerking behoren te komen om ons
voor te schrijven wat wij moeten doen en
(ii) welke normen de kracht behoren te
hebben, concurrerende redenen uit te
sluiten: Onze antwoorden op de vragen a.
tot d. behelzen, dat de norm 4. en de
norm 14. degelijk in aanmerking behoren

-ocr page 175-

tc komen en dat ook de norm l.in aan-
merking behoort te komen. Redenen
daarvoor zijn de intrinsieke waarden die
bij 4. en 14. heel duidelijk in het geding
zijn en die bij 1. misschien \\ an belang is.
4. Speelt in onze beslissingsvraag deel-
nemen of\' niet deelnemen echter alleen
terwille van 1. een rol. De instrumentele
waarde, waar het in 1. om gaat. overtreft
\\ olgens mijn \\ oorstel \\an vvaardenschaal
niet dc intrinsieke waarde die wij \\ olgens
14. behoren te bevorderen.
Daarom behoren de normen 1. en 4. niet
de kracht te hebben, de concurrerende
norm 14. uit te sluiten. 14. Behoort de
kracht van uitsluiting te hebben. Wij be-
horen niet deel te nemen.

Nog een voetnoot: Een dierethische
\\raag als die \\an ons \\oorbeeld. die ik
hier in grote bescheidenheid heb trachten
te behandelen, mag niet alleen individu-
eel beantwoord worden. Wij lossen het
probleem \\an o.m. dierproeven die veel
lijden teweeg brengen pas dan goed op.
als wij ook trachten tc bereiken, dat niet
iemand anders doet. wat wij zelf nalaten
omdat wij het moreel verkeerd vinden. Of
deze dierproeven plaats vinden of niet.
hangt van de beslissingen van velen af.
Wij moeten daarom ook nog strategisch
redeneren: Hoe kunnen wij door organi-
satie en beïnvloeding teweegbrengen, dat
niet gedaan wordt wat volgens onze se-
rieuze ethische overtuiging verkeerd is.
Een utilitarisme vergt ook deze strategi-
sche activiteit.

l.l ri R.xn i R

1. I rancis. I.. P.. Norman. R.: Some .Animals Are More Equal I han Others, f\'/iilosopliv. (i97H).

2. I tankena. VV. K..: Ethics. Engleuood CTiffs. N. .E, t2-l7. (I97J).
.V Ra/. .1.: Practical Reason and Norms, l.ondon. -tV-H-i. (1975).

Diergeneeskunde en
samenleving

Eczingencyclus \'Waardering van waar-
den\' - Wijziging

(ieorganiseerd door de werkgroep I )iergcnceskunde
en Samenleving.

In tegenstelling tot hetgeen reeds is vermeld in de
vorige allevering van hct I ijdschrift van I februari
19X0 is in dc volgorde van dc spreekbeurten in
bovengenoemde le/ingencyclus een wij/iging ge-
komen.

De op 7 februari I9S0 gehouden le/ing \\l<u In cn
nnmciiln van ilc wcigcving
heelt volgens de ooi-
spronkelijkc op/et plaatsgevonden.

Dc volgorde van dc 2 komende le/ingen is echter
als
V olgt gew ij/igd:

1 .S lebruari I9S0 Maaist happcliikc sninmrcn cn
liante,ing van waaiilc,,.
inleider prol, tir, D, Brtlll
(econoom, socioloog)

22 lebruari I9S0 Piinii,cii,,g van waanlcn. mieidei
prol, dr, I , R, Heeger (theoloog, ethicus).
Plaats; college/aal Kliniek voor Kleine Huistlieren;
a;invang; 12,.10 luir.

Belangstellenden /ijn van harte welkoniï

Van de Faculteit

Klinische .\\vond

Donderdag 1.1 maart 19S0 /al door de V akgroep
(ieneeskunde van het Klcnie Hiusdiereen klimschc
avond worden georganiseerd.
Aanvang: 20,00 uiu.

Plaats: college/aal van de Kliniek voor Kleine

Huisdieren,

Iedereen is Welkom,

-ocr page 176-

Stijve en
kreupele stieren

ln februari 1978 werd de hulp van de
Gezondheidsdienst gevraagd op een stie-
renmestbedrijf met ruim 250 stieren, va-
riërend in leeftijd van 3 tot 16 maanden.
Sedert begin januari werden steeds meer
stieren kreupel die op geen enkele inge-
stelde behandeling gunstig reageerden.
De klinische verschijnselen werden zelfs
geleidelijk aan erger en uiteindelijk kon
een aantal stieren niet meer opkomen. De
eetlust van de dieren bleef — gezien de
omstandigheden redelijk goed.
Ten tijde van het bedrijfsbezoek konden
11 stieren, die afgezonderd waren en in
leeftijd varieerden van 5 tot 11 maanden,
niet meer opstaan.

De dieren hadden geen temperatuursver-
hoging, hadden o\\ervulde gewrichten en
een zeer duidelijke verdikking boven de
hakken. Bij enkele was de staart verlamd
en was er nauwelijks gevoel in de achter-
benen. Aan de klauwen waren geen afwij-
kingen waar te nemen.
Bij inspectie van de oudere stieren, die in
groepen van acht in 2 grote stallen met
roostervloeren waren gehuisvest, bleek
dat tenminste nog 50 andere stieren stijf
liepen en over\\ ulde. verdikte gewrichten
en een opgetrokken buik hadden. Daar-
naast waren veel dieren in gewicht achter-
gebleven. Niet alle dieren vertoonden de-
zelfde verschijnselen. De meeste hadden
een verdikking boven de hak, stonden
sabelbenig en waren steil in de koten. De
onderv oet was bij veel dieren naar buiten
gedraaid en ook waren er vaak verdikkin-
gen aan de mediale zijde van de hak te
zien. De meest ernstige verschijnselen
werden waargenomen in de leeftijd-
sgroep van 5 tot 12 maanden terwijl de
stieren v an 12 tot 16 maanden aanzienlijk
minder afwijkingen vertoonden.

De eigenaar vertelde dat hij ongeveer hal-
verwege oktober 1977 was begonnen om
de stieren naast maïs, in plaats van de
relatief nogal dure brok. pulp gemengd
met sojameel te verstrekken. Tevens was
toen besloten om de benodigde hoeveel-
heid vitaminen en mineralen, die
voordien altijd in de brok werden ge-
mengd, nu los over het voer te verstrek-
ken. Op advies van de voederleverancier
werd een mineralen-vitaminenmengsel
gemaakt waarvan 50 gram per dier per
dag verstrekt moest worden. Dit kwam

-ocr page 177-

overeen met 18.000 l.E. vit. A en 6.000
l.E. \\it. D Deze hoeveelheid

mineralen-\\ itaminenmengsel werd zo
nauwkeurig mogelijk iedere dag ver-
strekt.

In december zag de veehouder dat som-
mige. maar \\ ooral de jongere stieren wat
stijf werden. Omdat dc in consult geroe-
pen prakticus dacht dat er te weinig \\ ita-
minen en trtineralen werden \\erstrekt.
werd er bij de leverancier geïnformeerd of
het \\ itaminen-mineralenmengsel wel \\an
de juiste samenstelling was. Hierover be-
hoel\'de \\ olgens de lev erancier geen tvv ijfel
te bestaan. Een AD 3-behandeling werd
individueel ingesteld.
Gezien het klinisch beeld werd bij het
bezoek in februari ook aan een \\ it. D 3 of
een verkeerde calcium-fosforverhouding
gedacht. Een analyse van de maïs. het
sojameel, de pulp en het tuineralen-
mengsel vertoonde geen afwijkende hoe-
veelheden calcium of fosfor en ook de
onderlinge verhouding was goed. De
calcium- en magnesiutnwaarden van het
bloed bleken normaal te zijn. De fosfor-
waardcn waren echter te laag.
Er werd besloten om dc aangetaste dieren
c.Ktra mineralen te verstrekken cn een
groot aantal klinisch afwijkende dieren
met een v it AD 3-preparaat te behande-
len. hoewel een dergelijke injectie in de
voorgaande weken geen enkel residtaat
had gehad.

Het mineralenmcngsel werd verder voor
onderzoek op vit. AD 3 opgestuurd naar
het C.I.V.O. te Zeist. Dit onderzoek le-
verde een bevestiging op van dc waar-
schijnlijkheidsdiagnosc. In plaals van
18.000
l.E. v it. Acn 6.000 l.E. vit. D 3 per
.\'iO gram nnncralcnmengsel was slechts
210
l.E. v it. A en 42 l.E. v it D 3 aanwezig.
Als er alleen maïs gevoerd w ordt dan is dc
dagelijkse behoefte van een mcststier van
150-350 kg 14.000 l.E. vit. A en2.000 l.E,
vit. D 3 en voor een stier van 350-500 kg
20,000 l,E, vit. A en 2.500 l.E. vit. D 3
(C.L.O,-norm. juli 1978), Er zat dus
slechts ongeveer I 50 deel van de v ereiste
hoeveelheid vit. D3 in het mineralen-
vitaminenmengsel.

Van de tneest ernstig aangetaste dieren
zijn er 4 gestorven. Vervolgens zijn er
enkele maanden later 42 geslacht omdat
ze niet voldoende wilden groeien.
Bij slachting bleek dat de karakteristieke
afwijkingen van het skelet bij vitamine
D-deficiëntie aanwezig waren.
De diagnose rachitis kon patholoog-
anatomisch zowel macroscopisch als mi-
croscopisch gesteld worden wat bij het
rundvee niet vaak voorkomt.
De lange pijpbeenderen vertoonden ka-
rakteristieke groeistoringen in de
epifysair-schijven die microscopisch met
het beeld van rachitis overeenstemden,
f^e gewrichtskraakbeenv lakken v ertoon-
den ernstige aantasting ten gevolge van
de ontstane afwijkende belasting bij deze
meststieren.

De ribwanden lieten fraaie verdikkingen
zien op de overgangen ribben-kraakbeen.
De resterende stieren hebben uiteindelijk
bijna alle het gewenste slachtgevvicht ge-
haald, zij het in veel gevallen met een
ernstige groeivertraging.
De uiteindelijke schade door sterfte en
verminderde groei is berekend op
/ 84,000, . wat inmiddels doorde verze-
kering van de v oederievcrancier voor
85\'\'( is vergoed.

(.!. Sol. (licn\'iuins hij dc
(icztindhcid.sdieiisi voiir Dieren
in Overijssel.)

-ocr page 178-

Voorzichtigheid geboden

Geuchu\' Reciakiie,

In de afgelopen tijd is aan de Kliniek voor
Inwendige Ziekten der Grote Huisdieren een
aantal paarden aangeboden wegens plotseling
opgetreden zeer ernstige diarree. De dieren
waren veelal niet langer dan 24 uur ziek en
hadden reeds ernstige uitdrogingsverschijnse-
len, blauwe slijmvliezen en een verstoring
van de electrolytenbalans.
Dit symptomencomplex past in het beeld van
Colitis X. een aandoening die in veel ge-
vallen shock en een snelle dood tot gevolg
heeft. H oewel omtrent de etiologie van Colitis
X, zoals de naam al aangeeft, nog veel \\ ragen
bestaan is in een aantal publikaties (1,2.3,4)
gewezen op de mogelijke rol van Oxytetra-
cycline hierbij. Vermoedelijk spelen ook an-
dere factoren een rol, omdat er zeker geval-
len zijn waarin Oxytetracycline niet was ge-
bruikt,

In de anamnese van de in de Kliniek behan-
delde dieren werd kort voor het ontstaan
van bovengenoemde verschijnselen het ge-
bruik gemeld van een combinatiepreparaati.
dal Oxytetracycline bevat, Dc toediening
hiervan hield verband met een virusinfectie
van de voorste luchtwegen.
Op dit moment zijn ons acht gevallen bekend
waarin na toediening van dit preparaat in
verschillende mate diarree is opgetreden.

Hiervan zijn twee dieren gestorven ten ge-
volge van de diarree, terwijl een derde dier
later is opgeruimd in verband met een ern-
stige hoefbevangenheid. die als complicatie
van het ziektebeeld was opgetreden,
Oxytetracycline is vroeger in de Kliniek voor
Inwendige Ziekten regelmatig gebruikt voor
de behandeling van diarree, soms met rede-
lijk resultaat. Er is echter nog onvoldoende
bekend over de etiologische betekenis van
Oxytetracycline voor de Colitis X en nog
minder over de etiologische betekenis van
het betreffende preparaat, In verband met het
bovenstaande zouden wij het op prijs stellen
als collega\'s die ook dergelijke ervaringen
hebben, ons daarvan op de hoogte zouden
willen stellen.

Daarnaast verdient het misschien aanbeve-
ling met het gebruik van Oxytetracycline, al
dan niet in de genoemde vorm, bij het paard
de nodige voorzichtigheid tc betrachten. In-
dien een breedspectrumantibioticum geïndi-
ceerd is. kan wellicht beter voor een ander
antibioticum worden gekozen. Wanneer bij
het gebruik van
Oxytetracycline diarree ont-
staat dan dient de medicatie onmiddellijk tc
worden gestaakt en zonodig een symptoma-
tische behandeling te worden ingesteld. Het
ligt in onze bedoeling in de nabije toekomst
in een artikel nader in tc gaan op deze
ziektegevallen,

R. Kuipcr-
I\'. f-rankcih

(Builen verantwoordelijkheid van de Redaktie)

lIITZRArtiUR

1. .Andersson. Ci.. Ekman. 1... Mansonn. Z.. Personn. S.. Ruharth. S.. and l ufvesson. CI.: l ethal com-
plications lollowing administration of o.xytetracycline in the horse.
.Wirt/. \\ et.-Met/.. 2,^, V. (1972).

2. Cook, W. R,: Diarrhoea in the horse associated with stress and tetracycline therapy. I et. Ree.. 9.3.
/.\\ (/973).

.3. Baker. .1. R. and l.evland. .A.: Diarrhoea in the horse associated with stress and tetracycline therapy.
l et. Ree.. (/97J).

4, Wierup, .M,: Equine intestinal Clostridiosis: An acute disease in the horse associated with high
intestinal counts ol
C/nstrit/ium per/ringens type A, .Acta I et. Setntit.. 62, /, (/977).

Bisolvomycin sulfa®, dit bevat per gram: I mg Broomhexine. 20 mg oxytetracycline-h> drochloride,
.10 mg sulfadiazine.

Kliniek voor Inwendige Ziekten der Cirote Huisdieren, \'De Uithof, Yalelaan 16, Utrecht,

-ocr page 179-

\'Groene worm\',

een onbekende veeziekte

in Zweden\'

Gccu/ue Reilaklic.

Het viel in 1978 een keuringsveearts in Vim-
merby, gelegen tussen .lönköping en de Oost-
zeekust. op dat er veel \\aker een onappe-
tijtelijke groene verkleuring in het rundvlees
voorkwam dan tot heden het geval was. Bijna
elke dag vonden afkeuringen plaats, op som-
mige dagen bleek van de dieren aange-
tast. De hoeveelheid vlees die daardoor ver-
loren ging varieerde van 1 tot 80 kg per
dier. Een kalf en een jonge stier moesten
geheel worden afgekeurd. Tot nu toe was die
groene verkleuring steeds het gevolg geweest
van stoten enz. De toename was evenwel
zo markant, dat een onderzoek werd inge-
steld. Uiteindelijk kwam men tot de conclusie,
dat parasitaire beschadiging in het spel was.
v eroorzaakt door de
ParafiUiria hovicola. een
soort draadworm die in tropische gebieden
thuishoort. Eén van de vele veehouders, die
grote schade ondervond was Türe Andcrsson.
dic het vorig jaar zijn stal had verbouwd,
zodat hij 40 stieren kon mesten. In maart
bracht hij 25 daarvan naar het slachthuis.
Maar op één na bleek het vlees van alle
bschadigd te zijn door "de parasiet\', zodat
hem ca. / 5.800. werd gekort. Zijn con-
clusie: \'als er geen effectieve bestrijding wordt
gevonden en geen schade wordt vergoed, is
hierin geen brood meer tc verdienen\'.

Sedert 1978 heeft de ziekte, die m West-
Europa buiten Zweden niet of nauwelijks
bekend schijnt te zijn. zich sterk uitgebreid.
De ledenvergadering van de\'Hercfordvereni-
ging". die op 9 juni 1979 in l.inkiiping werd
gehouden, stond geheel in het teken van de
dreiging van de
Parafiluiiii hovicola. kort-
heidshalve \'PB\' of \'groene worm\' genoemd.
De ziekte blijkt meer voor te komen bii
vleesrassen dan bij melkkoeien. Het heeft
lang geduurd voor men de ziekte ontdekte.
Eigenlijk gebeurde dit eerst in het vorigjaar.
maar het staat vast. dat zc al menig jaar
actief was in Zweden.

Welke zijn dc sytiiptonicn\'? Hoe leeft cn
verspreidt zich de parasiet.\'

(ienocrndc parasiet heeft voor zijn levens-
cyclus de vlieg als onmisbare tussengast-
hcer nodig. Het is niet bekend welke vlieg dat
is.

Als zich een volwassen wijfje van de draad-
woriTi (de parasiet) bij het rund bevindt
tussen onderhuid en spierweefsel, beweegt
zij zich naar buiten. Er ontstaat een kleine
opening waardoor wat bloed naar buiten
komt. f^aarin zitten de eitjes. De vliegen
kotnen op het bloed af De eitjes ondergaan
in de vliegen een rijpinsproces en worden
na 14 dagen \'besmettelijke" larven (micro-
filariën). Een vlieg met zulke larven brengt
deze dan over naar een nieuwe gastheer. Over
de manier waarop dit gebeurt bestaan twee
theorieën: of de vlieg gaat zitten in een
ooghoek van het rund en de larven ver-
plaatsen zich
V ia het traankanaal. óf als het
een steekvlieg is via de \'steek\'. In de
nieuwe gastheer ondergaat de larve een nieuw
rijpingsproces, er komt een volgende draad-
worm. In de omgeving van eitjes of draad-
worm wordt het vlees groen en slap van
hoedanigheid. t)at vlees wordt afgekeurd
voor consumptie.

Deze ingezonden mededeling werd in 1979 voor publikatie ingediend.

Over de herkomst van de parasiet bestaan twee
theorieën. De eerste is dat een vlieg in biiv.
een vliegtuig of voertuig naar Zweden ge-
komen zou zijn. Een andere mogelijkheid is.
dat vlees uit Zuid-Frankrijk waar de ziekte
ook wel is voorgekomen werd uitgevoerd
naar Zweden en daar de besmetting heeft
veroorzaakt.

\\\\ elke bcslrijdingsniogclijkhcden zijn er?

Men weet nog tc weinig van dc ziekte om de
bestrijding effectief tc kunnen organiseren.
Wel u(irdt geprobeerd het besmette gebied te
isoleren, maar dc ziekte heeh zich eigenlijk
al te ver verbreid.

Vrij algemeen komt zij thans voor in Öster-
götland. Södcrmanland en Noord-.lönkö-
pings liin en Noord Kalmar lan. Afzonder-
lijke gevallen werden waargenomen in Örc-
bros-. Varmlands-. Vastmanlands-. Krono-
bcrgs-. (iavleborgs-. .lamtlands- en Viister-
bottens lan. alsmede een geval op Clotland.
Momenteel probeert men in Zweden zoveel
mogelijk de verplaatsing van vee van v rij naar
besmet gebied tc voorkomen. Finland heeft
de grenzen voor dc invoer van rundvee uit
Zweden verboden.

-ocr page 180-

Verder is men \\oorzichtig met het houden
van l<;euringen e.d. Ool< spreekt men wel
over de bestrijding van vliegen met behulp
van electrische apparaten, nu er geen DD I
meer is.

De bestrijding

Het DDI-verbod schijnt er trouwens wel
mee te maken te hebben. Zo kreeg Zuid-
Afrika, in bet begin der zeventiger jaren,
toen het \\erbod om DDT te gebruiken \\an
kracht werd, grote problemen met \'de groene
worm\'. Onlangs heeft een kleine.Zuid-.Afri-
kaanse delegatie Zweden bezocht om ervarin-
gen uit te wisselen. Men heeft in dat land
inmiddels enige positieve ervaringen (van een
proeO met bestrijding door geneesmiddelen.
Het probleem \\an de bestrijding is trouwens
niet alleen van veterinaire aard, ook de finan-
ciën spelen een rol. Voor twee weken kon
men via de regering (Directie van Land-
bouw) geen geld op tafel krijgen voor proe-
ven. Nu begint men de urgentie in te zien en
komt er activiteit. Het Zweedse landbouw-
weekblad \'Land\', waaruit wij de gegevens
voor dit artikel voor het merendeel putten,
schrijft hierover bet volgende:
\'De strijd tegen de zich steeds tneer ver-
spreidende parasiet
Parajilaria hovicola kan
nu intensiever worden gevoerd. De Rijks-
veeartsenijkundige Dienst ontvangt thans de
volle medewerking van landbouworganisatie
en coöperatieve slachterijen. Men wil aller-
eerst methoden zoeken om de besmette dieren
op te sporen. Dan kan men beter de grootste
schade beperken. .Anders bestaat het risico
dat verscheidene vleesproducenten een an-
dere bezigheid zoeken, wat o.m. ook na-
delig
/OU zijn voor slachthuizen en consu-
menten. Het geld, dat de Veeartsenijkundige
Dienst hiervoor nodig heeft, ligt nu op tafel.
Het is nog niet veel, maar als cr meer nodig
bbjkt te zijn zal dat er ook wel komen.
Dat hangt vooral van de bevindingeti van de
onderzoekers aL

De hoop, dat de parasiet zich in het Scan-
dinavische klimaat niet thuis /ou voelen is
niet in vervulling gegaan. De bestrijding
v\\ordt sterk bemoeilijkt doordat de tussen-
gastheer (de vlieg) zich zo gemakkelijk ver-
plaatst. Dc geïmporteerde parasiet verspreidt
/ich \'beangstigend snel" over de vecbeslagen
van het land. Het is de grote vraag hoe
de toestand het volgend jaar zal zijn. Wat cr
nu via de Veeartsenijkundige Dienst gebeurt,
is nog tnaar een begin (ook wat de kosten
betreft) van de strijd tegen de l\'B. Er zullen
fondsen moeten komen om de getroffen vee-
houders bij te staan. Vele producenten vragen
zich af of niet het Rijk of de bedrijfstak
wegen kan vinden om de getroffen veehouders
schadeloos te stellen. De nood zal in ieder
geval gelenigd moeten worden. Hct is niet
gemakkelijk om te /eggen boe dit moet, maar
de problemen /ijn er om te worden opgelost.
Ook wordt gedacht aan de mogelijkheid on
door de keu/e van het tijdstip van slachten
de kvsaliteit zo goed mogelijk te doen zijn,
opdat een zo klein mogelijke hoeveelheid
vlees voor afkeuring in aanmerking komt".

Ir, P, Stallini;

Voor zover bekend komt \'de groene worm"
in Nederland nog niet voor.
Gelet op de Zweedse erv aringen lijkt ook hier
de tijd aangebroken om waakzaam en tijdig
voorbereid te zijn. Achteraf blijkt in genoemd
land de ziekte reeds enkele jaren aanwezig te
zijn. Het is daarom zaak dat de groene
worm ook in Nederland nauwlettend in de
gaten wordt gehouden, want deze tropische
parasiet kan zich snel vermeerderen.

P. Si al/inga\'

Koninklijke Nederlandse Znivelbond FNZ. Van de Spiegelstraat 16, Den Haag.

Naschrift

Parafilariasis van
het rund

hileidin;;

Het lijkl ons nuttig, naar aanleiding van de
hiervoor afgedrukte brief v an ir. P, Stallinga
over \'groene worm\' in Zweden, aan de hand
van dc belangriikste literatuur, enige e,\\tra
informatie te geven.

Parafiluria hovicola fubangui. 19,14

P. /lovkn/a is een in het volwassen stadium in
het subcutane bindweefsel van rund en buffel
levende nematode. De wormen zijn wit; hun
lengte is ongeveer .^-."i cm bij de $$ cn 2-.^ cm
bij de (5(5 (2, 7, 14),

Klinische verschijnselen

De infectie kenmerkt zich door hel, bij afwe-
zigheid van overige symptomen, in de huid
ontstaan van nootgrote knobbeltjes met een
doorsnede van 2-3 cm, die als gevolg van
doorboring door de vrouwelijke wormen
korte tijd bloeden. Ilierdoiu- ontstaan rode
strepen van enkele centimeters tot enkele deci-
meters gecoaguleerd bloed op en in de vacht.

-ocr page 181-

Na het bloeden verdwijnen de knobbeltjes
meestal weer binnen twee dagen terwijl er el-
ders weer nieuwe komen. Ruim de helft \\an de
knobbeltjes bloedt slechts één keer. De knob-
beltjes worden \\oor het merendeel in het ge-
bied \\ an de schouders aangetroffen. De infec-
tie komt vooral tot uiting in het wartne. natte
jaargetijde en dan in het bij/onder bij dieren
die blootgesteld /ijn aan seel /onlicht.
Opvallend is dat vooral dieren van 2-5 jaar
oud besmet /ijn (1. 2. 7. 8. 9. I 1. 12, 15). De
ontsteking in de huid kenmerkt zich histolo-
gisch door oedeem, haemorrhagie en infiltra-
tie van ontstekingscellen. Bij genezing treedt
bindweefselnieuvv v orming op. .Ms gevolg van
secundaire infecties kunnen abcessen met ne-
crose ontstaan (7. 12).

De diagnose berust op het klinisch beeld en
het microscopisch onderzoek van de knob-
beltjesinhoud. Soms lukt het met een fijne
pincet de worm door het. tot 1 mmdoorsnede.
kleine gaatje in de huid te voorschijn te bren-
gen. In uitstrijkjes van de haemorrhagische
knobbeltjesinhoud kunnen de eieren en de
snel na het leggen uit de eieren gekomen ml-
crolïlarlcn. 215-2.30 fim lang. gevonden wor-
den (7. II. 12).

Pathologie

\\a de slachting vindt men onder de huid. In
het bindweefsel en op de spieren laesies die
zeer sterk doen denken aan kneuzingen, an-
dere mechanische beschadigingen, insecten-
beten enz. Door deze gelijkenis zijn gevallen
van paralilariasis nogal eens over het hoofd
gezien.

De laesies kenmerken zich door een vtnl-
slljmlge. geleiachtige verandering van het
weefsel. In het acute stadium is de kleur licht-
geel en in het subacute geelbruin tot groen-
geel. In chronische gevallen is de laesie niet
meer zo opv allend, er Is bindweelselnieuw v or-
niing. maar er is nog week. shimig weefsel.
Niel altijd meer vvorden de wormen in de la-
esies aangetroffen, maar tvperend Isde intll-
trutie met grote aantallen eosinofiele leucocv-
ten (4. 9, ïl).

C yclus

Na inlectie met infectleuze larven duiut het
ongeveer 7-10 maanden voordat de tvpische
knobbeltjes ontstaan en het bloeden optreedt.
Het ziet er naar uit dut Muxc a soorten tussen-
gastheren zijn (.3. 8. 9. 14. 15. 16). Runderen
konden geïnfecteerd worden door geïnfec-
teerde vliegen zich te laten voeden op verse
huidlnclsles (te vergelijken met beten van ste-
kende vliegen), door het brengen van infec-
tieuze larven op zulke incisies, door de larven
subcutaan of intraveneus te injecteren of door
deze In het oog te instllleren (9). Voorlopig
lijken de infectiewegen vla toevallige huid-
wondjes en insectenbeten en vla de conjunc-
tlvaalzakken (vele
Mu.sca\'s zoeken bij runde-
ren het gebied rond de ogen op) de meest voor
de hand liggende.

Kcononiische schade

Deze schade bestaat alleen na het slachten.
Aangetaste plekken worden weggesneden.
Hierdoor is er per dier een verlies vaneen paar
kg vlees en daalt het hele karkas in waarde.
Een enkele keer wordt het hele dier afgekeurd
(I. 4. 5. 7. 8. 9).

Therapie en preventie

Van de moderne anthelmintica hebben leva-
misole. fenbendazole en nitro.xv nil een rede-
lijke werking tegen
Parafiluriii. De meeste
knobbeltjes verdwijnen; negen weken na de
behandeling zijn bij de slacht geen laesies
tneer te zien (15. 16).

Ier voorkoming van te grote schade aan
slachtdieren zou men de/e dus minstens negen
weken voor het slachten tnoeten behandelen.
Daar waar dat in verband met de gewichten
der dieren economisch mogelijk is zou men
kunnen overwegen het slachten uit te stellen
tt)t de koude periode van het jaar; dan zijn
Immers de meeste laesies spontaan
verdwenen.

\\ olksgezondheid

Er zijn geen aanwij/ingen dat P. hovk olü een
gevaar voor de volksge/ondheid door con-
sumptie van geïnfecteerd v lees /ou betekenen.

P. hovicola in Nederland?

Voor /over bekend kotnt I\'. havicula niet in
Nederland voor. Cie/ien het voorkomen van
de/e parasiet in Roemenië (7). m uit f rankrijk
geïmporteerd vee in Canada (10) en in Zwe-
den. eveneens vermoedelijk via import uit
Erankriik (5. I 1). bestaat de mogelijkheid dat
P. hovicola ooit eens In ons land terecht kan
komen en /Ich daar zou kunnen handhaven.
On/e situatie Is. als tennunste .
I/hvc« soorten
/ekerc tussengastheren blijken te /ijn. iden-
tiek aan die in Zweden, waar de cvclus van /\'.
hovicola voltooid kan worden; bü ons komen
namelijk de/elfde
Musea soorten voor als
daar (6). waarbij
uuiunmuUs die /eer veel
op runderen v oorkomt ons in/lens de meeste
kans maakt tussengastheer te /ijn.

-ocr page 182-

Overigens mag verondersteld worden, dal transport van \\ee. en eventueel bij transport
door hel nti sindsenkelejaren v oorkomen van van v liegen, vanuil Zuid Europa, Signalering
P. hovico/ii in Zweden de kansen op import in van afwijkingen die mogeliik het gevolg /ijn
Nederland niet wezenlijk vergroot /.ijn. Meer v an R/\'
im iVo/w door practici, keuringsdieren-
risico\'s lopen wij bij het vaker voorkomende artsen en inspecteurs is gewenst,

111 i:r,mui)r

1, Carmichael, 1, H, and Koster, S,: Bovine parafilariasis in Southern ,\'\\l\'rica: a preliminary report,
Oiuh\'rsli\'podrl ./. rcs.. 45. JIJ. (IV7K).

2. Fain, .A, et Herin, PurtiDluria hovicolu \'1 uhangui (19,14) au Ruanda-L\'rundi. Deseription du
male. .1/;/).
Piira.siiol.. 25. 167. (1950).

.1. Fain. .A. et Herin, \\\'.: Filarioses des hovides au Ruanda-ll rundi. 111. Ivtude paras ito logique, .l/i/i. Soc.
Heli;. Med. nop.. .y?.^". (1955).

4, Heever, F, VV, van den, Nev ill, F,, and Horton, B. (1. VV.: Bees-paralilariase.,/, South , l/r I ei. Med.
..l.v.v., 44. .i.ï.f, c/y\'ij,

5, Holtenius, F,: Persoonlijke mededeling ( 1979),

6, Feeuwen, 1 h. .1. van: Persoonlijke mededeling (1979).

7, Metianu. F.: Considerations sur la paralilariose hémorragique des bovins. Puralilurici hovicolu en
Roumanie,
.iiin. Parusiioi. 24. 54. (1949).

8, Nevill, F, M,; Preliminary report on the transmission of Purufiiariu hovicula in South Africa,
Ondersiepoori,/, l el. res.. 42, 41. (1975).

9, Nevill, E, \\F: The c.xperimental transmission of ParafHuria hovicolu to cattle in South .Africa
using
.Musea species (subgenus Punuisca) as intermediate hosts. Onilersiepoori ,/. I et. res.. 46,
51. (1979)

10, Niilo, F,: Bovine haemorrhagic filariasis in cattle imported into Canada, Cunud. I\'er J.. 9. I.!J.
(I96H)

IF Nilsson, N.-(i.: Purufiluriu hovicolu - report Iran en arbetsgrupp. Svcnsk veicriniiriid.. M). 7X5.
(I97K)

12. Patnaik. NF M. and Pande, B. P.: A note on parafilariasis in buffalo. Bos (Buhalus) huhules.

,/. Ilelminthol.. 7.1. .U.l (I96.f)
1,7, Pienaar, ,1, (1. and Heever. F. W. van den: Purufiluriu hovicolu ( l ubangui 19.14) in cattle in the

republic of South .Africa. ,/. Soulh .Mr. .Med. ,4.v.\\.. .15, I,SI. (1964).
14 Sahai. B. N. and Singh. S. P.: .A preliminary note on the development of Purufiluriu hovicolu in
the
.Miiscu viiripeiuiis. hnlian ./. .iiuni. Ueuhh. 10. J4.1 (1971).

15. Viljoen, ,1, IF: Studies on Purufiluriu luivicolu {\'Wi&Awgui 19,14), I, Clinical observations and chemo-
therapy,
./. Soulh .\\fr. Ier. Med. .Ass.. 47. 161. (1976).

16. vilioen. .1. 11. and Boomker. .1. 1). 1.: Studies on Purufiluriu hovicolu I ubangui. 19.14. 2. Chemo-
therapy and p:ithologv .
Oiiderslcpoori ./. I el. Ris.. 44. 107. (1977).

./. .hiiiscii\'

//, ./. Over-

!.. ./. Ruiieiiherg\'

Or. .1. .lansen. Instituut voor Veterinaire Parasitologie en Parasitaire Ziekten, l trecht.
Dr. 11. .1. Over. Centr;ial l)icrgeneeskundig Instituut. Afd. Parasitologie. Felystad.
Dr. F. .1. Ruitenberg. Rijksinstituut voorde V olksgc/ondhcid, Bilthoven,

-ocr page 183-

Bacteriologie

Ken nekabces bij een paard veroorzaakt
door
Cl. perfringens

Mac Kay. R. .1.. Carlson, (i. I\'.. llirsch. 1). C.:
( losirii/iiint /H\'i/rini^cii.s associated with a local ahs-
ccss in a horse. ,/.
.■\\iii. I a. Med. .A.ss.. 175. 71-72.
II97VI.

De auteurs wij/en er op. dat Closiridium per/riii-
i:i-iis
bij mens en dier voornamelijk bekend is als
veroor/aker van enteroto.\\aemie-n ener/ijds en van
vvondinlecties ander/ijds. Zc halen ook nog een
Scandinavisch artikel aan over de rol van C. />cr-
Iriiigciis tv pe .A als verwekker van acute, necrotise-
rende colitis en cnteroto.vaemie bij het paard.
In dit artikel wordt echler een geval behandeld van
abcesvorming ten gevolge van enige diepe intra-
niusculaire v itamine li 12 injecties bij een paard. De
hierdoor ontstane /welling aan de nek was warm.
pijnlijk en ongeveer 15 cm. groot. Onder aseptische
condities werd crèmekleurige, niet stinkende pus uit
het abces opge/ogen. w aaruit bij bacteriologisch
onder/ock geen aerobe kiemen werden ge-
kweekt. Anaëroob werd
Closiridium perfringens
geïsoleerd. Het tvpe werd helaas met bepaald.
Ondanks drainage werd svstemisch met Na-
penicillinc (i behandeld. Intramusculaire injecties
bleken onvoldoende resultaat (stibeulaan oedeem
en gasvorming aan de hals) te hebben, doch na
intraveneu/e toediening van penicilline (i (15 milli-
oen l.l\'. iedere 6 uur) genas het dier voorspoedig.
De auteurs menen, dat bij de v itamine li 12 injectie
tis, welke /iekte veroor/aakt wordt door een e.xoto-
.xine van
Closiridium diffieile. Vrijwel altijd moet
de /iekte in verband worden gebracht met antibioti-
sche therapie: vooral clindamycine Quist humaan
gebruikt voor behandeling van infecties met anae-
roben;
Ref) heeft zich wat dit betreft een \'naam\'
verworven.

Door de antibiotische therapie ontstaat in de men-
selijke darm onder bepaalde omstandigheden een
dysbacterie, waarbij
Cl. diffieile een te groot deel
van de Hora gaat vormen.

Oraal vancomvcine nu wordt aangeraden als thera-
pie bij de/e /iekte.

De auteurs van het hier gerefereerde artikel beschrij-
ven echter gevallen, waarbij colitis, ondanks
behandeling met dit antibioticum, na enige tijd weer
de kop op stak. Wanneer dit geschiedt, dient men
over te gaan op een ander antibioticum als bijvoor-
beeld metronidazole {\'Flagyl":
Ref). De hoeveelhe-
den
Cl. diffieile. die na de behandeling met vanco-
mvcine nog vverden waargenomen tijdens de
\'relapse\' waren nog erg hoog: lO-\'-IO\' gr faeces!
(Het zou interessant zijn om ook bij veterinair be-
langrijke diersoorten eens na te gaan, wat dc in-
vloed van antibiotica is op het eventueel voorko-
men van
Ci diffieile. Bij hamsters heeft men
dodelijk verlopende enterocolitis ten gevolge van
Ci. difficile kunnen opwekken met /owel clindamy-
cine als vancomycine:
Ref.)

./. CoudsKcmrd.

naald met alleen Closiritlium
k andere bactericn moet heb-
lagc redov potentiaal

de gecontamineerde
pertrmgens. doch oc
ben bevat, die eerst
moeten hebben gc/t

rgd.

Iminunologie

Bacteriologie

Opnieuw ontstaan van pseudomembra-
neuze colitis na therapie niet vancomy-
cine

(icorgc. W. I .. Volpicelli. M. A.. Stiner. 1), B..
Richman, D. 1).. Fiechty. F. .1.. Vlok. 11. V.. Rolfc.
R. D..
I incgold. S. M.: Relapse ol pseudomembra-
nous colitis after vancomvcine therapv. Ven i.ngi.
./. Med.. .101. -414-416. (1979).

De laatste tijd vindt men regelmatig artikelen inde
medische literatuur over pseudomembrancu/c coli-

Ken met .Sjögren s syndroom overeenko-
mende aandoening bij de hond

Quimby, F. W,. Schwar/. R. S.. I\'oskitt. I h..
Fewis. R. M .: A disorder of dogs resembling Sjo-
gren\'s Sv ndrome.
Clin. Immun. Immunopi/ili.. 12.
471-476. (1979).

Sjogren\'s sv ndroom bij de mens wordt gekarakteri-
seerd door symptomen als o.m. keratoconjunctivi-
tis sicca (kCS). waarbij /ich vaak tevens svmpto-
men van rheumatoide arthritis, systemische lupus
ervthemalosus cn polytnvositis voordoen. De au-
teurs beschrijven in dil artikel 2 \'case-histories\',
waarbij, naast de klinische verschijnselen, ook het
klinisch immunologi.sch laboratoriumonder/ock
sterk wijst op ecn overeenkomstige aandoening bij
honden. ( Door Staman werd tijdens de Voorjaars-
dagen ook ecn dergelijke patiënt behandeld;
Ref)

-ocr page 184-

Het eerste ge\' lal betrof een 7-jarige poedelteef met
beiderzijdse conjunctivitis, vaginitis, diarrbee en
anorexic, ffet dier was, evenals de tweede patient,
allcomstig van een speciale SI.E kolonie, welke
door de laatste auteur uitvoerig onder studie was
geweest. Schrijvers w ijzen op het zeer droge mond-
en vaginaslijmvlies van deze hond. I)e I.F. ccltest
was positief, terwijl ook antilichamen tegen DNA
werden aangetoond. In het serum werden tevens
antistoffen aangetroffen tegen de epitheelcellen van
de membrana nictitans (niet tegen cellen van de
speekselklier!). Histologisch onderzoek van de
speekselklier gaf sterke mononucleaire cel-
infiltraties te zien. Ook het tw eede geval betrof een
poedelteef met overeenkomstige klinische en labo-
ratoriumbevindingen. Voor een uitgebreid verslag
van hel laboratoriumonderzoek zij naar het artikel
verwezen; opgemerkt kan nog worden, dat beide
dieren hypothyreoid waren, terwijl bij één der die-
ren antithyreoglobuline antilichamen werden aan-
getoond. De schrijvers wijzen er op, dat bij \'/,van
humane Sjögrenpatienten ook dergelijke antilicha-
men kunnen worden gevonden, hoewel hypothyre-
oidisme meestal niet wordt gezien.
Bij de mens lijkt SLE, evenals Sjögren, rheumatoide
arthritis, juveniele diabetes en auto-iminuunthyre-
oiditis gerelateerd te zijn aan het bezit van het
weefsel-of histocompatibiliteitsantigeen HE.A- B8.
De auteurs merken in de discussie op, dat zij mo-
menteel bestuderen of deze overeenkomstige ziekte-
beelden bij de hond mogelijk ook geassocieerd kun-
nen worden aan een bepaalde DEA antigeen.
(Hoewel de immuunfluorescentie foto\'s van de
membrana nictitans overtuigend zijn, zijn de crite-
ria, die de auteurs hebben \\oor het aanwezig zijn
van anti-DN.A antilichamen naar de mening \\an
referent onvoldoende;
Rij.)

./. („nnl.m aiml.

Weliswaar is ether een goed middel voor een kort-
durende narcose bij kleine dieren, maar bij gebruik
is explosiegevaar niet denkbeeldig. De beide onder-
zoekers hebben de omstandigheden nagegaan
waaronder CO, bruikbaar is en met welke risico\'s
dc toepassing gepaard gaat. In het door ben ge-
bruikte proefkastje (van plexiglas) met een inhoud
van 7 liter bleek een toevoer \\an 2 liter per minuut
een CO, concentratie van 25-.15 volumenprocent te
bewerkstelligen. Als gasbron werd een drukgasfles
met reductieventiel en rotameter gebruikt.
De narcosetijd is afhankelijk van de expositieduur
aan het gas. De veilige expositieduur die voor mui-
zen wordt opgegeven is 120 sec. De narcosetijd is
dan 40 sec. Voor ratten zijn deze tijden resp. 240 en
290; voor cavia\'s resp. 1X0 en 120 sec.
De dieren ondervonden van deze behandelingen
geen merkbare nadelen: noch de lichaamsgewich-
ten, het bloedbceld en klinische chemische parame-
ters noch patholoog-anatomisch onderzoek leverde
afw ijkingen op, ook niet bij dieren die gedurende 14
dagen een maal per dag waren behandeld.
De auteurs concluderen dat C(),-narcose bij kleine
proefdieren voor korte ingrepen zoals bloedaf-
name, injecties e.d. zonder risico v oor dier cn expe-
riment mogelijk is.

//. Ro

mom/.

Rund

Spontane colostrumopname bij kalveren

Edwards, S. A. and Broom. D. NE: I he period
between birth and first suckling dairv calves, /h\'.s.
I fi. St I.. 26, J.i.ï-J.fó. f/979).

F\'roefdierkunde

C O, narcose kleine dieren

Abel. 11. IE. Bartling, IE: Narkose mit Kohlendi-
oxyd für kurz dauernde Eingriffe bei kleinen Ver-
suchstieren. /.
I fisuclt.slifik.. 20, I.I2-/J6. (/97H).

Referaten over proefdierkundige onderwerpen
worden aan hct
lijdsihri/t voor /iirgfiu-c.sl^tmi/t\'
aangeboden om ook aan niet direct betrokkenen
informatie te geven over het betrokken vakgebied
of om te wijzen op onderzoekresultaten die ook
elders bijv. in de kleine huisdierenpraktijk toepas-
baar zijn. \\\'an dat laatste is het artikel van Abel en
Bartling een voorbeeld.

Kalveren worden geboren met weinigofgeer
immu unglobulinen.
Het is viior dc/e dieren van
tijdig een voldoende hocvccll
men en daardoor bun Ig-titer^
goede veehouder zal er op tc
gebeurt.

Dc V raag doet zich v oor of kalveren
drinken als het moment van t
overgelaten aan het initiatief
bereidwilligheid van de moeder.
De auteurs registreerden het drinkgedrag van X2
kalveren die na de geboorte bij hun moeders werden
gelaten. Het bleek dat II\'; van de kalveren van
vaarzen en 46\' , van dc kalveren van oudere koeien
binnen 6 uur na de geboorte nog niet spontaan
hadden gedronken. Hct verschil dal werd vastge-
steld tussen de groep vaarzen en de oudere koeien
wordt V ooral toegeschreven aan de grotere uiers cn
spenen bij de laatste groep.

rum

taal belang dat zij
beid colostrum opne-
s op peil brengen. Ecn
zien dat dit inderdaad

k tijdig biest
■ste opname wordt
an hct kalf cn de

-ocr page 185-

De kakeren die binnen 6 uur niet spontaan hadden
gedronken werden daarna geholpen /odat /e wel
dronken. .Alle kalveren hadden op de leeftijd van 4X
uur adequate Ig-serumtiters, Het is gewenst er op
toe te /ien dat kalveren die bij de moeder gelaten
worden binnen 6 uur na de geboorte inderdaad biest
gedronken hebben. (IJij het CDl werd destijds de
ervaring opgedaan, dat lage Ig-serumtiters o.a.
voorkwamen bij kalveren die bij hun moeders gela-
ten werden én bij kalveren wier moeders reeds voor
de partus werden gemolken; RcJ.)

//. Rozcmuiul.

Varken

Hef haemoglobine gehalte in het bloed
van de zeug in relatie tot haar leeftijd
en produktie.

E. Steen Petersen. Henning Eaue. Henning E.
Nielsen; Sow Haemogloburvalues. Inlluenee of
Sow Age and Reproduelive Perlormanee Effeel.
Ada Agric. Scan.. 29. 45-48. (19^9).

Op twee bedrijven werd bij 2,16 zeugen hel haemo-
globine-gehalte bepaald gedurende de dracht en de
Taclatie. De gemiddelde haemoglobine-gehaltes op
de bedrijven waren 11.6 g»V en 12.8 g»,. ï)e hoogste
haemoglobine-gehaltes werden 4X dagen na de
dekking gevonden. Daarna daalden /c langzaam
gedurende de rest van de dracht en de lactatie.
Het gemiddelde haemoglobine-gehalte bij een zeug
daalde naarmate de zeug ouder werd. (De mate
waarin dit gebeurt, wordt door de auteurs echter
niet vermeld;
Ref.).

Bij de zeugen werd een negatieve correlatie aan-
getoond tussen het haemoglobine-gehalte op 98
dagen dracht en de worpgrootte en het gwicht
van de biggen. .Aangezien slechts twee zeugen
een haemoglobine-gehalte v an minder dan 9 g<,
hadden, kon geen uitspraak gedaan worden over
een relatie anaemie bij de zeug en het percentage
doodgeboren biggen.

I 01 slot geven de auteurs nog aan dal als de
gemiddelde haemoglobine-gehaltes in een groep
zeugen dalen, het vooral de oudere zeugen zullen
zijii die het risico lopen de kritische grens van
9 gf , le passeren waardoor het aanlal doodgeboren
biggen zal stijgen,

/\'. ( . van der \\ alk.

Varken

Preventie >an slingerziekte met gemedi-
cineerd voer onder praktijkomstandig-
heden

Bilkei. (1.: Bericht über die Prophyla.xe der Odem-
krankheil mit Medizinalfuttcr unter Pra.xisbedin-
gungen.
H len. licrürzi. Msehr.. 256-259.(1979).

Er wordt een methode beschreven om met een
geneesmiddel door het v oer. slingerziekte te voor-
komen.

In een kliniek in Zwitserland, waar de schrijver
werkzaam is. werd op 51 grote varkensfokbedrij-
ven (5ü-5()() zeugen) een bedrijfsbegeleiding op-
gezet. omdat slingerziekte een ernstig probleem
vormde, nl. 5-20\' j uitv al door deze ziekte,
(ieregeld werden secties gedaan op de gestorven
en ernstige zieke biggen cn werd uil de inhoud
van het laatste deel van de dunne darm gekweekt
op bloedagar en Mc. Conkeyplaten.
Steeds werden haemolytische E. ( (j/Z-slammen ge-
ïsoleerd. die als pathogeen werden beschouwd.
I
V pering v an de stammen vond niel plaats.
Gev oeligheidstesten werden uitgev oerd op een 14-
tal geneesmiddelen (meest antibiotica) door mid-
del van discs. Bij een remmingszone van 16 mm
werd het betreffende geneesmiddel als werkzaam
beschouwd.

De gekozen chemo-therapeutica (antibiotica) wer-
den door een biggenvoer met een vrij laag eiwit-
gehalte gemengd (17-18\', ruw eiw it), hetwelk ad lib
werd gevoerd.

Hel gemedicineerde voer werd vanaf,1 dagen voor
het spenen tol weken daarna gegeven. Per dag
kregen de biggen 40-50 mg. per kg. lichaams-
gewicht. (.Ampicilline 25 mg kg,).
Ook daarna werden steeds gestorven biggen en
sterk achterblijvende dieren geseceerd en onder-
zocht op resistentie van de gekweekte
E. colfs.
Op deze wijze kon steeds gewerkt worden met een
geneesmiddel waar op dat moment geen resistentie
legen bestond.

De resultaten op ileze 5 I begeleide bedrijven waren
als volgt:

Op 45 bedrijven met 41.800 biggen werd geen
slingerziekte meer gezien gedurende 4 jaar.
Op 6 bedrijven met 1700 biggen werd toch nog
sterfte door slingerziekte waargenomen.
Op deze 6 bedrijven werden de slechte resultaten
toegeschreven aan een snelle resislentie-verande-
ring tegen de gekozen anlibiotica.
De auteur is van mening dat een voldoende hoog
gedoseerde en lang genoeg doorgezette kuur met
gemedicineerd voer een goede prolylaxe geeft tegen
slingerziekte, indien daarnaast goed management
in de stal aanwezig is. Voorop staal dal er een
gevoeligheidstest van de gekweekte stal specifieke
/.. (ï)//-stammen plaatsvindt, ilie geregeld wordt
bijgesteld.

11. SnrgJrager.

-ocr page 186-

Voedingsmiddelenhygiëne

Baird - Parkers medium still going strong

Niskanen. A. and Aalto. M .: Comparison of Selec-
tive Media lor Coagulase-I\'ositive linterotoxigenic
SuiphyUHoaus aureus. .1. .Appl. Luv. .Mierohiol..
35. I2jj-I2.i6. II97H).

De auteurs vergeleken 6 populaire media bestemd
voor de selectieve isolatie van enterotoxigene
Sia-
phyhteoecus aureu.s.
nl. kalverbloedagar (stan-
daard). Baird - Parkers agar. Carters agar. Vogel -
.lohnson agar. Mannitol /outagar en S.m. 110.
De stammen waren allcomstig uit Pepton Ivsiologi-
sche /outopl. en uit kunstmatig besmet gehakt.
Wanneer men de \'recovery\', telpunten en allees-
baarheid der reacties beschouwd, blijkt Baird - Par-
kers medium het beste resultaat op te leveren ten
aan/ien van de standaard isolatie op kalverbloed-
agar.

//. Mol.

Van de stammen afkomstig van v oedselvergiftigin-
gen was meer dan .Wi resistent tegen penicilline en
ampicilline. l\'it voedsel werd in meerderheid faag-
patroon III en uit mastitis met faagpatroon M cn III
geisoleerd.

(l.\'it de/e publikatie blijkt dat enteropathogeniteit
moeilijk te correleren is met de gebruikelijke bio-
chemische reacties. Slechts het vaststellen van toxi-
neproduktie is bew ij/end. Eveneens blijkt duidelijk
dat via het voedsel de consument regelmatig wordt
blootgesteld aan het binnendringen van (muiti) re-
sistente stammen in /ijn milieu.
Het ver/amelen van voor ons land relevante gege-
vens is om volksge/ondheidsredenen gewenst;
Ref.)

//. Mol.

Voedingsmiddelenhygiëne
Toxinenproducerende staphylococcen

Niskanen. .V. en Koiranen. I..: Correlation of Ente-
rotoxin and Thermonuclease Production with
Some Physiological and Biochemical Properties of
Staphylococcal Strains Isolated from Different
Sources. ,/.
I d. f\'rou-ehoii. 40. (197\'\').

De auteurs onder/ochten 276 stammen Staph, au-
reus
allomstig van routine monsters, gevallen van
voedselvergiftiging en mastitis melk op bun poten-
tie enterotoxine .X. B. C. 1) en E tc produceren.
Daarnaast werd kwantitatief him potentie om
thermonuclease te produceren bepaald. Ook werd
gelet op dc produklie van dc coagulase. losla-
lase, pigment en hacmotoxine hel antibiogram en
het faagpatroon bepaald. 51\' , Derstammen produ-
ceerden enterotoxine. waarvan ,A(53\';). B( 14\', ).C
(38\';) en D(20\';). Enterotoxine E prod uktie werd
niet gevonden.

loxicogene stammen produceerden iets minder
thermonuclease dan de niet loxicogene stammen.
I()0\'( loxicogene stammen produceerden coagu-
lase. 98\'-; losfatase. 92\', hacmotoxine en 79\' , geel
of oranje pigment.

Van de niet loxicogene stammen waren de/e per-
centages respectievelijk 87\';. 79\';. 82", en 98\';.
Van dc loxicogene stammen waren 23\'
tegen ben/ylpenicillinc. 18\', legenampic
tegen neomvcine. streptomycnu
allen waren gevoelig voor ervth
cilline.

Van de niet loxicogene stammen waren ile/c per-
centages veel lager, maar
2<", was resistent tegen
methicillinc.

stem

1 tetracvclines en
nvcine en mcthi-

receplor. Na een eenvoudige en
extractie kunnen hiermede entei
Den I worden opgespoord indi

Voedingsmiddelenhygiëne

Het aantonen van staphylotoxinen

Miller, B, A,, Reiser, R. E . and Bergdoll. M. S.:
Detection of Staphv lococcal Enierotoxins A, B, C,
D and E in Eoods bv Radioimmunoassay, l\'sing
Staphylococcal Cells Cinitaining Protein .A as Im-
munoadsorbent,
.\\ppl. Euv. Mierohiol.. 36. 42/-
426. (I97H).

De isolatie en detectie van staphylococcen enteroto-
xinen uil levensmiddelen is nog steeds een pro-
bleem. De tot nu toe bekende methoden /ijn be-
werkelijk cn V ragen veel tijd. De auteurs beschrijven
.■n gevoelige Rl,\\-methode waarbij gebruik ge-

maakt wordt van Staph.

cellen (Cowan I

NCEC 8530) die proteïne A bevatten als

nelle chlorolorn
itoxinen A. B. C.
erse levensmidde-

irst, deeg, hardgekookt i

k I ng gr voedsel
len niogeijjk was
\'n afkomstig van
ccn hoeveelheid

ider dan 100 pg g kwalitatief aan te tonen.

// Moi

len. /oals melk. ham
smeltkaas, krecltcn koekj
Met de/c methode was het mogeli
op le sporen, terwijl het in 2 geva
om in monsters van levensmiddel
gevallen van voedselvergiftiging
veel

-ocr page 187-

Ziekten van het Kleine Huisdier

Behandeling van een pyometra bij
honden
met Prostaglandines

Kjcll Kongscngcn: Bchandliiig av pyometra hos
hund med prostaglandincr.
\\or.sk l el. llilsskiïfi.
91. y. 11979).

Een korte inleiding over aethiologie. symptomato-
logie. prognose en gebruikeHjke therapie wordt
gevolgd door een casuïstiek van vijf honden lijden-
de aan een open pyometra (leeftijd .1. 6, 7 jaar).
De honden hadden nooit puppies gehad en de
laatste oestrus had minder dan 6 weken \\óór de
behandeling plaatsgevonden.
De honden(St. Bernhard. Golden Retriever. Chow
Chow . Welsh Corgi en Noorse Elandhond) werden
geïnjiceerd trict ()..1 - ü.5 ml (resp. 75-I2.S micro-
gram) Estrumate^\' en antibiotica. Het resultaat
van dc behandeling is goed geweest. Alle honden
waren symptoomvrij tussen 6 cn 14 dagen na in-
jectie.

Bijwerkingen van de/e behandelmg worden be-
schrcNcn: braken (soms al vrij snel na de injectie),
krampen, diarree en enkele dagen wat apatisch,
soms ata.xisch.

In het nawoord wordt medegedeeld dat de dosis
te hoog is geweest en daardoor mogelijk de bij-
werking
/OU verklaren. Aangegeven wordt de vol-
n bond van ca. -lü kg.
Estrumate-\'. Dit wordt
ising. Aan de hond wordt

gende dosering: voor C\'
wordt gebruikt 0.1 ml

verdund tot een6 ml oplo
toegediend .\\ daags I
gedurende 2 dagen.
Inmiddels hebben drie hi
heid gehad.

m Ft

Intrascotale torsio testiculi van
normale testis

ml van de/e oplossing
nden een normale loops-

.4. IE.

Ziekten van het Kleine Huisdier

een

of intrascotal torsion
till .liiini. PrtH!.. 20,

Voung, A. C. B.: 1 wo case
of a normal testicle. ,/.
St
(4). j:9-2.il. (1979).

I wee gevallen worden beschreven en er wordt
opgemerkt dat torsie van een ingedaaldc normale
testis bij de hond /ciden wordt \\ermeld: meestal
betreft het een tengevolge van een neoplasma ver-
grote testis. Torsio testiculi veroor/aakt gewoon-
lijk acute verschijnselen, gekenmerkt door anorrhe-
•xie en \\ omitus, voorts onbehagen, apathie, diarree,
stijfheid van de achterband en mictieklachtcn.
In beide beschreven gevallen was dc getordeerde
testis niet pijnlijk bij palpatie.

In bet eerste geval was dc testis 720 graden ge-
draaid, iets vergroot en hard aanvoelend; in het
andere geval (draaiing 180 graden) kon slechts
worden opgemerkt dat de cauda epididymis /ich
craniaal \\an de testis bevond.
M icticklachten ontbraken in beide gevallen.
1 orsio van ecn testis is mogelijk tengevolge van
een gehele of gedeeltelijke ruptuur \\an het liga-
mentum (caudac) epididymus (lig. testis pro-
prium), waarschijnlijk tengevolge van een trauma.

II H. Thallu\'imer.

Ziekten van het Kleine Huisdier
■Subcutane abcessen bij de kat

Eove, D. N.,.lones, R. E., Bailey, \\E, and ,1 ohnson.
R. S.: Isolation and characterisation of bacteria
from abscesses in the subcutis of cats.
J. .Med.
Miaohioi.
12, 207-21:. (1979).

In dc kleine buisdierenpraktijk kan men worden
geconfronteerd met subcutane abcessen bij katten,
welke veeal bet gevolg /ijn van bijtwonden.
Eove en medewerkers stellen, dat de meeste infor-
matie met betrekking tot dc bacteriologie \\an de/c
abcessen dateert \\an meer dan ES jaar geleden,
loen methoden van anaerobe kweek en identifi-
catie nog weinig werden toegepast.
Ondcr/oek \\an materiaal uit .16 gesloten abcessen
had de \\olgende resultaten:

alleen facultatief anaerobe flora in 4(11\';)
alleen anaerobe floia in 6 (17\';) en tenslotte
een mengllora in 26 gevallen (72\'()
Van de 47 facultatief anaerobe isolaten was P
iinilincidti in de meerderheid, gevolgd door .Ai ti-
iiDiiiirr.y Cicen enkel abces bevatte uitsluitend
/\'. „ndtocida.

van dc 121 strikt anaerobe isolatie
lot de genera
Bai tcri)ide.s en Ft
Gerangschikt n,
staat H

behoorde 66\';

•htKIrrhini.
L\'ntage \\an alle isolaten
) op de eerste plaals ge-
/)! (19\', ) en
P. iiniliw idu
/onder twijfel te rekenen
hij dc kat. In hoeverre

per

1,■rolde.\', (28,6\'
or
Fusohaetcru
P. llllllKH ldu
i\'
irmale orale flor

volgd dl
(1.1,1\';).
tol de n

dit VOOI

( nog) nil

Hticlcniide.s en Fusohacicriun, geldt is
I bekend.

lierder uitgevoerd ondcr/oek van materiaal van
geopende abcessen door de/e auteurs heeft geen
anaerobe isolaties opgeleverd.

R. Boot.

-ocr page 188-

Tagung: Krankheiten der Vögel

(ieorganiseerd door de Fachgruppe (ieflügel
der D.V.G. in samnwerking met het Institut
für Krankheiten des Haus- und Wiidgeflügels
der Zier- und Zoovögel, der Universität Mün-
chen op 7 en 8 maart 1979.
Het geheel stond onder leiding \\an prof. dr. I.
Ciyistorff. München.

Het symposium werd bijgewoond door onge-
veer 60 dierenartsen hoofdzakelijk uit Duits-
land. maar ook door collegae uit Engeland.
Amerika. Zwitserland. België en Nederland.
T)e deelnemers en presentatoren waren werk-
zaam in de praktijk, privé en universitaire
\\ ogelkliniek. dierentuinen en overheidsinstel-
ling, belast met de controle opde naleving van
de quarantainebepalingen voor vogels.
Cietracht zal worden een samenvatting te
geven van de feiten die vooral v oor de praktijk
van belang kunnen zijn. Overdrukken van
volledige lezingen zijn op verzoek als foto-
kopie verkrijgbaar via de Afdeling Ziekte-
kunde Bijzondere Dieren.

Kummerfeld, N. (Hannover). Een huidaf-
wijking met onbekende etiologie bij gras-
parkieten en agaporniden.
Vooral in de okselholte is een opvallend ver-
dikte huid te zien, die door bijten vaak ver-
anderd is in een grote wondvlakte, die een
lengte van 2 cm kan bereiken. De huid is
hyperkeratotisch met een sterke uitbreiding
v an de epidermis. Naast oedeem en verval van
epitheel treedt in het corium een ty pische der-
matitis op. Pathologisch histologisch is er
sprake van een
cczcvm.

Hoewel verschillende bacteriesoorten (vooral
B hemolytische coagulase positieve Staphylo-
coccen) en soms schimmels geïsoleerd kunnen
worden, is dc primaire oorzaak van de huid-
verzwakking niet bekend.
L^e aandoening is niet direct besmettelijk en
huisvesting, voeding, geslacht of erfelijke fac-
toren lijken geen rol te spelen.
Wel lijken z.g.
sircssinvloedcn van belang. De
resultaten van een therapie zijn meestal teleur-
stellend, vaak treden recidievcn op. Mogelijk
is de prognose gunstiger als in een vroeg sta-
dium de veranderde huid
chirurgisch verwij-
dred wordt.

Keymer. 1. F. (London). Ziektekundige
veranderingen aan het vrouwelijk ge-
slachtsapparaat bij vogels.
.Aan de hand van zeer uitgebreide tabellen
samengesteld uit de gegevens van secties van

166

1666 vogels werden de afwijkingen van het
geslachtsapparaat (±
9<i) nader toegelicht.
De voornaamste afw ijkingen waren afsluiting
van de eileider en het voorkomen van cicon-
crementen in de eileider al dan niet gepaard
gaande met salpingitis of peritonitis (28.6\'-,().
■Als oorzaken worden genoemd: achterblijven
van eimateriaal, £.
coii infectie, Mycoplas-
mata, andere bacteriën, etc.
Van de 4.,V( gevonden neoplasmata van het
geslachtsapparaat kwamen allen voor bij psit-
taciden, waarvan ruim 80\'7 uit grasparkieten
bestond.

In tegenstelling tot de meeste vogelsoorten is
het optreden v an een persisterend rechter ov a-
rium bij falconiformen als normaal te
beschouwen.

Spira, A. (Los .Angeles). Diabetes mellitus
bij de grasparkiet.
Deze bij grasparkieten sporadisch voorko-
mende ziekte is op grond van het klinisch
beeld en enkele eenvoudige laboratorium-
technieken gemakkelijk te diagnostiseren.
In de anamnese is cr sprake van dorst, veel
vocht bij dc mest, verhoogde eetlust en een
rustiger tot lusteloos gedrag.
Bij onderzoek blijken de v ogels vaak te mager.
Het suikergehalte van de urine (het vocht dat
rijkelijk voorhanden is rond dc overigens nor-
maal uitziende faeces) is sterk verhoogd cn de
klinitest-tablettcn geven een waarde van .V

Een bevestiging van dc diagnose kan verkre-
gen worden met twee microhematocrietbuis-
jes bloed. Het normale bloedsuikergehalte is
210-520 mg 100 ml. serum. Deze patiënten
hebben ccn bloedsiukergchaltc van 750-2120
rng <"(. Fen behandeling met dagelijkse injec-
ties insuline geeft ccn herstel van dc blocdsui-
kerspiegcl, maar er is zowel voor vogel als
eigenaar ecn zeer zware belasting.

Door een drietal sprekers werd dc bruikbaar-
heid van doNvcycline (Vibramycine® Pfizer)
aangegeven voor dc behandeling van
psittacosis.

Gerbcrmann, H. (Obcrschleissheim) heeft
de gevoeligheid voor doxvcyclinc getest
van Chlamidia psittaci bij dc muis.
De belangrijkste reden van het zoeken naar
andere methoden voorde bestrijding van psit-
tacosis was het achterwege blijven van een
afname van het aantal uitbraken ondanks de
in Duitsland bestaande wettelijke bepalingen.

Ti/c/sr/ir niergeiwesk.. cleei 105. afl. 4. 1980

-ocr page 189-

(iedceltelijk is mogelijk het optreden van
CTC-resistentiestammen hiervoor verant-
woordelijk. Latente infecties komen veel
\\ oor en ook
klinisch gezonde dieren kunnen
uiischeider /ijn. Veie factoren kunnen het re-
sultaat van een behandeling ongunstig
beïnvloeden.

Het gebruik van do.xycycline gaf bij muizen de
volgende voordelen ten opzichte van CT C.
Na sc. Injectie (75 mg kg lichaamsgewicht)
geeft do.xycycline een 10 maal hogere bloed-
spiegel; CTC komt niet boven de I ^xg ml,
terwijl na 24 uur van doxycycline nog een
bloedspiegel\\an I. I Mg ml bloed aanwezig is.
Bij infectieproe\\en bleek dat een behandeling
met doxycycline \\anaf de 2e t m de 7e dag p.i.
(75 mg kg) afdoende was in tegenstelling tot
een gelijke dosering met CTC. Bij een behan-
deling van 2-14 dagen p.i. of langer bleken
beide tetracyclines effectief.

.lakoby. ,1. R. (Oberschleissheim). Do.xy-
cycline voor de behandeling en profyla.xe
\\an psittacosls.
Bij vele v ogelsoorten kan met de In f)ultsland
te koop zijnde gemedicineerde voeders de wet-
telijk bepaalde I /ig ml CTC-bloedspiegel
niet bereikt worden. Dit kotnt mede, omdat
het voer niet voldoende gegeten wordt.
.Met injecties \\an doxycycline wordt dit pro-
bleem overwonnen en een dosis \\an 75-100
mg kg lichaamsgewicht lm. geeft een bloed-
spiegel die gedurende 7
dagen boven de 1
fjg ml uitkomt.

Do.xycycline werd door alle ondcr/ochte vo-
gelsoorten goed verdragen cn er trad geen
uitval op door het vangen en de injectie.
Hoewel tijdens praktijkproeven bleek dat op
de 5e en de lOe dag de meeste van aan psitta-
cosc lijdende vogels behandeld met CTC of
doxycycline negatief waren opchlatnidia was
de conditie v an de C\'fC behandelde groep veel
minder.

I.ilthgen. vv.. ,L Bretschneider, (1. \\Va-
chendörfer (Frankfurt am Main). I\'sitta-
cosethcrapic en -prolylaxe bij agarporni-
den. valkparkieten en andere
probleemv ogcls.
Bij agaporniden en valkparkieten traden
lijdens een 45 dagen durende kuur met geme-
dicineerd voerdat 5000 ppm (" FC bevat, grote
v erlic/en op. Dit v\\ as grotendeels te wijten aan
het niet opnemen \\an het voer.
Ook wordt bij verschillende soorten vogels
het C\'fC" in dc darm meer of minder geresor-
beerd. Het bleek dat een dosering \\an 1500-
2()()() ppm C\'fC voor agapormdcn voldoende
v\\as om een bloedspiegel \\ an I /ig ml te berei-
ken. vooral omdat het voer. dat tevens op de/e

soort qua samenstelling aangepast was. goed
gegeten werd.

Voor valkparkieten en australische parkieten
w as naast een /aad mengsel tevens een gemedi-
cineerd
eivoer nood/akelijk (totaal ± 2400
ppm C\'fC") om de vogels in goede conditie te
houden cn toch een bloedspiegel van 1 ßg ml
te bereiken.

Gerlach, H. en R. Sailstorfer (Ober-
schleissheim). De normale neusflora bij
verschillende papegaaiachtigen en de be-
tekenis voor de klinische diagnostiek.
De neusllora van het neusslijmvlies van de
onderzochte papegaaiachtigen (grasparkiet,
agapornis, grij/e roodstaart, kakatoe en
kongo-papegaai) beslaat vooral uil gramposi-
tieve bacteriën. Vooral staphyloeoeeen en mi-
crococcen werden geïsoleerd. Zelden werd de
pathogene
Siaphylococciis aureus gevonden.
Bacillussoorten die mogelijk facultatief pa-
thogeen zijn voor papegaaiachtigen werden
eveneens regelmatig aangetroffen.
f,aclobacillen werden alleen bij de grij/e rood-
staart en de kongopapegaaien regelmatig ge-
vonden. Enterobacteriaceae blijken niel tolde
normale neusllora te behoren.
Bij de grij/e roodstaarlpapegaai en de kaka-
loes werden gisten en
Aspergillus spp. zeer
regelmatig geïsoleerd. Mogelijk is er bIj de/e
vogels sprake van een prcdeliclieplaats voor
de/e schimmels. Een diagnostische beoorde-
ling hiervan is moeilijk, daar /c bij volkomen
ge/onde dieren zo vaak voorkomen.
Worden andere bacteriesoorten in monocul-
tuur geïsoleerd, dan lijkt een behandeling
gerechtvaardigd.

Busche. R. en .F Kosters (dessen).
Respiratoire aandoeningen als hoofd-
symptooni bij vogels.
Na een opsomming van waarneembare afwij-
kingen vati de respiratie komen de auteurstot
de conclusie dat er /onder verdere hulpmidde-
len cn laboratoriumonder/oek slechts geringe
aanwij/ingen over de localisatie. laat staan
over dc etiologie van de aandoening, conclu-
sies gevormd kunnen worden.
F.en nauvvge/ct onder/oek blijft echter waar-
devol. al ware het om uit het stadium van
uitproberen en \'postklinische betweterigheid"
te komen.

Ciliinder. (1. en K. II. Hin/ (Hannover).
Het voorkomen en de betekenis van Ente-
robacteriaceae bij /aadeters.
Op grond van het regelmatig v inden van ente-
robacteriaceae werd van ge/onde vogels de
verse faeces bacteriologisch onderzocht.
1.37 psittaciden slechts 9 maal /:.
coli:
22
kanaries. 7 vogels met Enterobacteriaceae;

-ocr page 190-

14 astrilden. geen Enterobacteriaceae.
De gevonden Enterobacteriaceae vvaren
slechts in een /eer gering aantal aanwe/ig.
hij een l\'otitieve huisvesting cn ver/orging
nccnit het aantal uitscheiders van E. co/; ech-
ter /eer snel toe.

Uit secties bleek, dat in 66\'; van dc gevallen
met ccn diagnose enteritis enterobacteriaceae
geïsoleerd konden worden. Verder worden
dc/e bactei\'ien ook vaak geïsoleerd in samen-
hang met parasitosen en luchtwegaandoe-
ningen.

(ierlach, II. (Obcrschleissheim). Pseudo-
tuberculose diagnostiek bij levende
vogels.

Oe diagnostiek berust op het principe om uit-
scheiders V ia ophopingsmedia van de faeces te
ontdekken. Dc cultuurmethode volgens Stoll
(1966) werd gevolgd. Met de/e methode lukte
het wel om )\',
pseucloluherculosis terug te
isoleren uit faecesmonsters waaraan de/e
kiem was toegevoegd en ook uit darminhoud
van vogels die aan pseudotuberculosis waren
dood gegaan, maar isolering uit /ieke of ge-
/ondc vogels is nog niet gelukt.

Cooper, .1. E. (Eondon). Klinische erva-
ringen bij roofvogels in gevangenschap,
(icïllustrccrd met vele dia\'s werd ingegaan op
ecn aantal problemen dic v oorkomcn bij roof-
vogels in gevangenschap. De klinische dia-
gnostiek en behandeling werden benadrukt.
Dc volgende onderwerpen werden aan de
orde gesteld:

N\'ervvondingen: voordat men tot chirurgische
behandelmethoden overgaat, is ecn conditic-
verbetcring door algemeen ondersteunende
maatregelen vaak gewenst.
Infectie/icktcn:

zddlzwcrcn: antibioticumbchandcling altijd
na gevoeligheidstest. In vele gevallen is ecn
chirurgische ingreep dc beste mcthdc.
coniuiiclivilis: bij cornca ulccra kunnen dc
oogleden
2-} weken dichtgenaaid worden.
respiraiielracu/.s: t.g.v. bacteriën, mycoplas-
mata en
Aspergillus spp.
diversen: E. co/Z-scpticacmic. tuberculose.

Parasitaire aandoeningen met name hu/en.

mijten cn nematodcn.

\\\'ocdingsfoulen: ostcodvstrofic.

( cntraal nervcu/e storingen.

hitoxicaties met name gechloreerde

koolvvatcrstolfen.

Kalcta. 1\'. F. en \\F Heidenreieh (Hanno-
ver). Het aantonen van een Herpesvirus
bij de /warte ooievaar.
Fit twee ooievaars
(Cieonia nigerj werd ecn
herpesvirus geïsoleerd. Bij een scctiebccid

waren vooral de dilïcroïdc beslagen in keel en
slokdarm opvallend. l:en dier had bovendien
haarden in lever cn milt.
Het v irus bleek niet verwant mcl dc tot nu toe
bekende aviaire hcrpcsvirusscn.

Wintcroll. (i.. S. Mousa cn M. Akrae
(München). Ecn nadere karakterisering
van pokkenisolatcn uit papegaaiachtigen
cn valken.

De pokkenuitbraken die vrij regelmatig ge-
zien worden bij deze vogels zijn prognostisch
als gunstig te beoordelen, voor zover secun-
daire bacteriële infecties of schimmels het pro-
ces niet verergeren. De huidpokken kunnen
met een jodium-glvcerinc oplossing bestreken
worden.

Bij papegaaiachtigen treden, door ecn vaak
verminderde conditie, veel meer secundaire
problemen op en ligt dc mortaliteit v rij hoog.
Dc zgn. valkcnpokken vertoonden enige
overeenkomst met kippen-, kalkoenen- en
duivenpokken.

De \'psittaciden-pokkcn\' vertoonden cchtcr
geen enkele overeenkomst met de bekende
aviaire pokken.

Bij uitbraken is het raadzaam isoleringsmaat-
regelen te nemen en insecten te bestrijden.
Naast dc behandeling van secundaire bacte-
riën is het gewenst \\\'it. .A en C tc verstrekken.

Dorrestein. G. M. (Utrecht). .Atoxoplas-
mose bij de kanarie.
In Nederland komt met name bij kanaries zeer
frequent ato.xoplasmosc voor. In ruim M)\'\'i
van de volières kan dc/c vorm van coccidiose
vastgesteld worden.

Fr werd een beschrijving gegeven van /owel
het klinisch beeld, dc pathologie, als ccn
therapie.

Erg belangrijk is. dat naast ccn medicamcn-
tcu/c therapie veel aandacht besteed wordt
aan het verbeteren van dc hvgiënc.dc voeding
en het Vocdcrsvstccm.

Grimm. F. H. (Obcrschleissheim). Dc in-
directe haemagglutinatictest voor de dia-
gnostiek van aspergillose.
.Antilichamen /jjn melde bcschrcvcn mcthodc
aantoonbaar. maar /akkcn verhoudingsge-
wijs erg snel al tijdens het begin van dc inlcctie
weer.

Mogelijk dat het lgV1 gedeelte vrij snel
afneemt.

(^p een later tijdstip kon dc lg(i fractie met dc
agargelprecipitatic cn dc immuunclectrofo-
resc test aangetoond worden.

Hin/. K. 11. cn R. Bcchir ( Hannover). On-
der/ockingen naar dc vaccinatie van dui-
ven tegen
Salmonellose.

-ocr page 191-

Onder proefonistandighedcn werden twee
groepen duiven ( n = 10) gevaccineerd met
respectievelijk een door hitte gedood vaccin
cn formalinc-vaccin.

Beide tvpen vaccins gaven een duidelijke be-
scherming na proefinfecties; het hitte gedood
v accin gaf echter betere resultaten te /ien, met
name de uitscheiding van
Salmonella na proef-
infectie duurde korter en ook kon op 26
dagen na de infectie slechts bij een dier nog
Salmonella geïsoleerd worden.

Bij het formol-vaccin was dit uit 4 van de 9
dieren. Beide groepen toonden ten op/ichte
van controlegroep weinig tot geen conditie-
verlies.

Hoewel het progratntna erg vol was, was er
toch v oldoende tijd v oor discussies. Ook bui-
ten de voordrachten om was er een levendige
uitwisseling van ervaringen en gegevens.
Besloten is om over twee jaar bij voldoende
animo weer een symposion over vogelziekten
te houden.

(;. M. Dorre.siein\'.

Kleiduiven-schieten
voor Dierenartsen

(Voor jagers en niet-jagers)

Op 8 mei 198(1 oganiseert \'lioehringer Ingelheim"
een wedstrijd Kleiduiven-schieten voor alle Neder-
landse dierenartsen.

lir wordt gestreden in twee categorieën:

1. Oeoelende schutters (jagers etc.)

2. Ongeoefende schutters

De wedstrijdhanen liggen prachtig centraal, vlakbij
Harderwijk,

Na afloop is er een koud buffet.

Dierproeven ter
discussie

Dierproeven /ijn voor de geneeskunde on-
rnisbaar, in het bij/onder bij geneesmiddelen-
(mder/oek, In veel gevallen waarin tijdens
toepassing van nieuwe farmaca bij de mens
onv erwachte effecten worden gev onden bleek
dat er, achteraf gezien, onvoldoende dierproe-
ven waren verricht,
(Prof, dr. F., Noach - Leiden)

Typisch menselijke eigenschappen zoals den-
ken en waardebepaling kunnen per definitie
niet in proefdiermodellen worden gerecon-
strueerd. In de moderne geneeskunde bestaat
een groeiende belangstelling voor nieuwe ont-
wikkelingen, die de betekenis van "het hu-
manum", zoals het geheel van typisch mense-
lijke eigenschappen wordt genoemd, voor
ziekte en gezondheid naar voren brengen en
waarmaken. Deze ontwikkelingen maken het
gebruik van proefdieren zinloos en dus over-
bodig,

(Dr, H, Verbrugh - Rotterdam)

Dit zijn twee van de vele meningen die tijdens
het najaarssymposium- van de Nederlandse
Vereniging voor Proefdierkunde (N\'PV) en de
Anti-Vivisectie-Stichting (AVS) ter sprake
kwamen.

Het dierexperimenteel onderzoek staat de
laatste jaren in steeds toenernende mate ter
discussie. Hierbij worden vaak polariserende
stellingen ingenomen. De onderzoeker krijgt
nogal eens het itnago opgedrongen van een op
resultaten beluste wetenschapper die daarbij
de belangen van het dier sterk naar de achter-
grond dringt, terwijl de tegenstander van dier-
proeven wordt afgedaan als een idealist die
zich niet realiseert waarover het precies gaat.
Bij een dergelijke discussie is het proefdier niet
gebaat; evenmin komt dit het beeld van de
onderzoeker ten goede,
I eneinde te trachten deze polarisatie te door-
breken had de Nederlandse Vereniging voor
Proefdierkunde (NVP) haar Najaarssympo-
sium in 1979 georganiseerd in samenwerking
met de .Anti-Vivisectie-Stichting (AVS). Een
uniek initiatief. Als thema voor dit gezamen-
lijk symposium werd gekozen; \'f)enken over
grenzen der toelaat baarheid van dierproeven\'.
De NVP stelt zich ten doel ccn verantwoord
gebruik van proefdieren te bevorderen; dc
leden van de NVP zijn voornamelijk dierexpe-
rimentele onderzoekers en proefdierkundi-
ge n.

De AVS stelt zich ten doel het proefdierge-
bruik tot een minimum te beperken en zoekt
naar wegen om deze doelstelling op termijn te
realiseren. Beide verenigingen zijn van me-
ning dat zowel het proefdier als de onderzoe-
ker een dienst wordt bewezen wanneer in alle
openheid gezocht wordt naar cn gediscussie-
erd wordt over grenzen der toelaatbaarheid.

(Pershericht Rijksimiversileil i trecht)

Drs. (i. NL Dorrestcin. Vakgroep Pathologie, afd. Bijzondere Dieren, Biltstraat 175, ,L5.. BP Ltrecht.

Dit symposium werd gehouden op vrijdag 9 november 1979 in de Blauwe Zaal van transitorium 1,
Hcidelberglaan (De Uithof) te Utrecht,

-ocr page 192-

Medisch Informatica
congres 1980

Onder auspiciën \\an de V ereniging voor Medische
cn Biologische lnrormatie\\eruerking (VMBl), een
sectie \\an het Nederlandse Genootschap voor In-
formatica, met medewerking van haar Belgische
/ustervereniging \\oor Medische Informatika
(MlM-Société Beige d\'lnformatique Médicale)
\\ indt een .le Nederlands-Belgisch congres v oor Me-
dische Informatica plaats, met als doel te komen tot
een /o breed mogelijke uitwisseling van kennis en
ervaring op het gebied van computertoepassingen
in de ge/ondheids/org.

Het congres wordt gehouden in de college/alen van
de Medische Faculteit \\an de Erasmus l\'niversiteit
te Rotterdam op 26 maart 1980.
Er wordt op dit congres ook aandacht besteed aan
het 10-jarig bestaan van de VMBE Door dr. E.
Ginjaar, Minister van Volksge/ondheid en Milieu-
hygiëne, /al een openings- en lustrumtoespraak
worden gehouden en prof. dr. ir. ,1. H. van Bemmel
/al een inleiding ver/orgen over de toekomst v an de
medische informatica. In 4 parallelle sessies /uilen
inleiders uit diverse sectoren van het vakgebied hun
werk presenteren.

Het V olledige progratnma kan worden aangcv raagd
bij:

Ziekenhuis-Computercentrum Stedendriehoek,
Sutton l.v 7.127 .AB .Apeldoorn ( lel. 0.55-2.107.1.1).

Symposium

Over de Residuen, de To.Kicologie en hel
Gebruik van Anabohca.
Dubliti woensdag 9 april 1980.

Registratie en inlichtingen /ijn verkrijgbaar bij:
1 he Secretary. Conference on Growth Promoters.
Agricultural Institute, 19 Sandvmount Avenue.
Dublm 4, lieland.

Inschrijfformulieren dienen voor I9niaart 198(1 aan
bovenstaand adres te worden gestuurd.

IPVS 1980 Congress
International Fig Veterinary
Society

June 30 - July 3 — C openhagen

Ihe Danish Veterinary Association and the Or-
gani/ing Committee cordially invite interested pat-
ties to participate in the 6th International Pig
Veterinarv Society Congress to be held in Copen-
hagen, Denmark,\'.Iune .10 to ,luly ,1, 1980.
The congress, to be held on the campus of Natural
Sciences, linivcrsity of Copenhagen during Den-
mark\'s fairest season w ill be a chance for c.xchange
of experiences w ithin research and control of sw ine
health.

C ongress site

IE C. 0rsted Institute
5, IJ nivcrsitctsparken
DK-2.100 Copenhagen 0

The Opening Ceremony, ,luly I, 1980 will take
place at:

Falkoner Centre
9, Falkoner Allé
DK-2000 Copenhagen F

Congress secretarial

Before and after the Congress:
IPVS Congress
c o Dis Congress Service
48, Einde Allé

DK-2720 Copenhagen Vanloese
Telephone: 01-712244
Telex: 15476 discon dk
Cables: discongress cph

Registration

Registration Forms must be returned to the Con-
gress Secretariat together with the Registration
Fee and other pavements no later than March 15,
1980.

Please note that it is imperative for all parti-
cipants to register for thc Congress, regardless ol
their possible status as office bearers or speakers.

Registration fee

Before
March 15
1980

After
March 15,
1980

Per person Dkr. Dkr.

Active participant 800,- 900,-

Accompanying

familv member 650,- 700,-

Please remember that only registration before
March 15, 1980 ensures participation in all con-
gress arrangements.
Languages

I he official languages of thc Congress will be
Fnglish, German and Frcnch, Simultaneous inter-
pretation will be provided during the plenarv ses-
sions and in two parellel scientific sessions.
Scicntific programme

The scientific programme consists of .1 plenum
lectures and some 400 scientific communications
and reports from colleagues all over the world.
Seven sessions will be conducted concurrently
with simultaneous interpretation(English, German
and French) in two sessions.
Please see the provisional survey of items.
The programme also includes two
round lahle
discussions,
one on swine dysentery and one on
virulence in enteroto.xic A\'.
coH. and a svmposium
on regional ileitis.

Inlichtingen betreffende het voorlopige weten-
schappelijke programma en andere bijzonderheden
/ijn op het redaktie-secretariaat verkrijgbaar.

-ocr page 193-

Registratie dierproeven
en proefdieren 1980

Enige tijd geleden is in het Tijdschrifi
voor Diergeneesjcunde
reeds melding ge-
maakt van het instellen van de Enquete
dierproeven 1978. Via de enquete wilde
men /o recent en /o volledig mogelijke
gegevens ter beschikking krijgen over de
aard en de omvang van het proefdierge-
bruik in Nederland. Van het begin af is
dit echter niet het enige doel geweest. Dc
enquete moest tevens model staan voor
dc aanvrage en registratie van de vergun-
ningen. Op basis hiervan zijn nu dan
ook registratieformulieren ontworpen
zodat dit jaar kan worden begonnen met
de registratie van de proeven met levende
gewervelde dieren. Deze omvat de vol-
gende punten;

1. algemene gegevens

2. onderzoek, behandeling cn verzor-
ging

huisvesting

4. registratie dierproeven

5. registratie proefdieren en

6. alternatieve methoden.

In dc bijgevoegde toelichting is nog eens
precies gedefinieerd v\\at men onder een
dierproef verstaat: \'het geheel v an hande-
lingen dat ten aanzien van een levend
gewerveld dier wordt uitgevoerd vooreen
bepaald doel (als omschreven in artikel I.
sub a t m e. van de Wet op de dierproe-
ven). voor zover moet worden aangeno-
men dat daardoor de gezondheid van het
dier kan worden benadeeld dan wel noe-
menswaardige pijn. letsel of ander ernstig
ongemak aan het dier kan worden berok-
kend.\' Tevens is er de aandacht op gev es-
tigd, dat één proef kan bestaan uit
meerdere op hetzelfde doel gerichte in-
grepen of handelingen bij eendier. Klini-
sche proeven (clinical trials) ten behoeve
van de diergeneeskunde en eenvoudige
gedragsobservaties worden slechts als
dierproeven beschouwd wanneer zij on-
gerief met zich meebrengen.

Deelname

Deelname wordt verwacht van alle na-
tuurlijke personen en onderzoekinstellin-
gen die in de toekomst een vergunning
voor het verrichten van dierproeven
nodig zullen hebben. Ifij de kleinere in-
stellingen moet men dan denken aan de
directeur of de voorzitter van het bestuur:
bij de grotere kan deze taak w orden gede-
legeerd aan met name genoemde perso-
nen (de zgn. coördinatoren).
Het verdient aanbeveling in alle gevallen,
althans v oorlopig. één of enkele personen
te belasten met het coördineren van de
registratie. Binnen die instellingen waar
naar dc geest v an artikel 14 van de Wet op
de dierproeven reeds iemand belast is met
het toezicht op het welzijn der dieren,
lijkt deze de aangewezen persoon daar-
toe.

Bij iedere instelling moet de registratie
van het proefdierenbestand zo ingericht
worden, dat daaruit op elk moment gcge-

JU0

Van de Veterinaire Hoofdinspectie van de
Volksgezondheid tevens Directie van de
Veterinaire Dienst

-ocr page 194-

vens getrokken kunnen worden over het
aantal en het soort van de dieren, de data
van hun aan- ol\' afvoer, hun herkomst,
het doel van de proef en hun bestemming.
Om dit mogelijk te maken, is bij de for-
mulieren een zgn. \'Logboek aan- en af-
voer proefdieren\' gevoegd. Indien men
dit regelmatig bijhoudt, zal bovendien
het invullen van de \'Jaarstaat aan- en
afvoer proefdieren\' aan het einde van het
jaar minder problemen opleveren.

Herkomst informatie niet achterhaal-
baar door derden

De ingevulde formulieren worden voor
de 15e februari volgende op het registra-
tiejaar terugverwacht bij de Veterinaire
Hoofdinspectie, waarna zij computerma-
tig verwerkt zullen worden.
Na verwerking zal publikatie van de ver-
kregen gegevens in principe zodanig ge-
schieden. dat de herkomst van de infor-
matie niet door derden achterhaalbaar is.
Bij bezwaar tegen het aan derden ter in-
zage geven van de eigen gegevens, dient
men het registratieformulier zelf te voor-
zien van het woord \'Vertrouwelijk\'.
Wanneer de registratieprocedure een-
maal goed op gang is, zal de overheid
voor het eerst constant en landelijk de
beschikking kunnen hebben over alle re-
levante gegevens op het terrein van de
dierproeven en proefdieren. In een tijd als
deze, waarin deze proeven nogal sterk
aan kritiek onderhe\\ igzijn. kan dit alléén
maar verhelderend werken.

C.D.I.-onderzoek naar vaccin
Afrikaanse varkenspest

Afrikaanse varkenspest( AVP)geldt reeds
jaar en dag als een ziekte waartegen, be-
halve via een totaal afslachtsysteem en
destructie alsmede via vervoerverboden,
weinig of niets te doen valt. Pogingen om
een betrouwbaar vaccin te ontwikkelen
hebben tot dusver gefaald. Recentelijk
heeft de Animal Production and Health
Division van de F.A.O. door de wereld-
wijde bedreiging van AVP. besloten het
onderzoek naar de bestrijding ervan te in-
tensiveren. Ruime fondsen staan ter be-
schikkingen de nadruk zal gelegd worden
op de ontwikkeling van een effectief vac-
cin tegen de ziekte. 1 n dit kader is ook de
Afdeling Virologie van het C.D.I. te Le-
lystad verzocht bij te dragen aan het on-
derzoek. Op dit verzoek is in positieve zin
beslist.

De overwegingen, dat het aantal institu-
ten dat een dergelijk onderzoek kan uit-
voeren beperkt is en dat ook Nederland
direct belang heeft bij de ontwikkeling
van een entstof, hebben hierbij een rol
gespeeld.

Het C.D.I. zal binnenkort een daad-
werkelijke aanvang maken met het on-
derzoek naar een werkzaam AVP-vaccin.
Aangezien met levend virus gewerkt zal
worden, zijn de hieraan verbonden risi-
co\'s nauwkeurig afgewogen. Met inacht-
neming van de nodige voorzorgen is kans
op ontsnapping uit de zwaar beveiligde
eenheid echter nihil te achten.
Hopelijk kan Nederland op deze als ver-
antwoord te achten wijze een bijdrage le-
veren aan de ontwikkeling van een AVP-
vaccin.

2 gevallen

7 gevallen in 5 gemeenten
.1 gevallen
2 gevallen
I geval

BFSMErrEI.I,IKE DIERZIEK! EN

Dier/iektenbiillolin nr. I van de Veterinaire Diensl
over het tijdvak van I tot LS januari 1980 vermeldt
de \\olgende aantallen gevallen \\an aangilteplieh-
tige besmettelijke dierziekten in Nederland.

.Atrofische rhinitis

Totaal 14 gevallen in 14 gemeenten

Eriesland I geval

Overijssel I ge\\al

(ielderland 4 gevallen

Utrecht 2 gevallen

N\'oord-Biabant 2 gevallen

Limburg 2 gevallen

Rotkreupel

l otaal 15 gevallen in 1.1 geniccnten

Eriesland
I.)renthe
Gelderland
Litreeht

Noord-Holland

Schurft

I otaal 9 gevallen in 6 gemeenten

Eriesland .1 gevallen in 2 gemeenten

Drenthe I geval

Gelderland .1 gevallen in I gemeente

L\'trecht 2 gevallen

-ocr page 195-

Receptuurcommissie
lijst toegelaten
gemedicineerde voeders

In 1978 is het I.andbouwkwaliteitsbesluit
Gemedicineerd Voeder van kracht ge-
worden en aan het einde van dat jaar is
aan de nieuwe regels en voorschriften
terzake in deze rubriek reeds aandacht
besteed.

Op grond van dat besluit bestaat nu de
mogelijkheid voor de meng\\ oederindus-
trie om bepaalde gemedicineerde voeders
op voorraad te produceren.

f)e doelstelling van de nieuwe regeling
is een goedkoper en kwalitatief beter
gemedicineerd voeder sneller, dan tot
\\oorheen gebruikelijk, af te kunnen le-
veren aan de veehouder.

Standaardisering van gemedicineerde
voeders geschiedt door de Minister van
Landbouw en Visserij in overeenstem-
ming met zijn collega van Volksgezond-
heid en Milieuhygiëne. Zij stellen een
zgn. receptuurlijst vast, waarin de samen-
stellingen van een aantal gemedicineerde
\\oeders (aard en dosering van de werk-
zame stoffen) worden omschreven.

Bij het formuleren van recepturen voor
de standaard\\\'oeders treedt de zgn. Re-
ceptuurcommissie op als adviserende in-
stantie van de Minister van Landbouw
en Visserij.

Hieronder volgt een per 1 februari 1980
up-to-date lijst \\an alle gemedicineerde
voeders, die door de Receptuurcommis-
sie zijn toegelaten.

Res-
nr.

Firma

Prodaktnaam

Werkzame stof(fen)

Ingezonden

Besluit Toelatings-
nummer

1.

Upjohn Nederland

Lincomix

lincomycine

13.11.78

toelating
tot mei\'82

001

2.

Upjohn Nederland

Biosol

neomycine

13.11.78

toelating
tot mei\'82

002

3.

Pf L?.er

Terramycin

oxytetracycline

6. 12.78

toelating
tot mei\'82

003

■1.

Morck, Sharp
s Dohme

Duodegran

ronadizol

29.11.78

toelating
tot mei\'82

004

[).

Rhodia Nederl.

Emtrymi x

dimetridazole

2b. 1.79

toelating
tot mei\'82

006

6.

Wiodia Nederl.

Dimetridazole

<limetridazole

16. 1.79

toëlating

tot mei\'82

005

7.

A.U.V.

Sulfa 200

sulfadimidine natrium

12.12.78

toelating
via nr. 12

8.

A.U.V.

Sulfa 400

sulfadimidine natrium

12.12.78

toelating
via nr. 12

9.

1

A.U.V.

Fura 400

1

furtizolidon

12. 12.78

zie VD/487\'
(voetnoot)

1

10.

Orphahell

furazolidone

furazolidone

1. 2.79

toelating
tot mei\'82

007

11.

Cyanamid

Sulmet

sulfadimidine natrium

15. 2.79

1 toelating
tot mei\'82

1

008

12.

Chem.Ind.Katwijk

Sulfadimidine
natrium

sulfadimidine natrium

16. 2.79

\' toelating
tot mei\'82

009

13.

Upjohn Nederland

Linco-Spectin
Premix

linomycine
spectinomycine

4. 4.79

toelating
tot mei\'82

012

-ocr page 196-

Produktnaan Werkzame stof(fen) Ingezonden Besluit Toelatincs-

nummer

Res- Firma
nr.

sulfadimidine natrium 9, 4.79 , toelating

via nr. 12

sulfadimidine natrium 9. -^.79 toelating

Aesculaap
Aesculaap
Pfizer

via nr.12

16.

oxytetracycline

Terramycin QS

12. 4.79 i toelating
I tot mei\'82

Diraetridazol Ibed | dimethyl-nitroidimezol 14. 5.79 i toelating

tot mei\'82

Dimetridazol feed\' dimethyl-nitroidimezol 14. 5.79 toelating

011
013

, tot mei\'82

VD/4874: bericht aan AUV, dat via "Katwiik" tot 5/82 mag worden geleverd.

A F R1K A N S E \\ A R K E \\ S F\' E S 1
Portugal

In 7 districten van Portugal werden in november
69 bedrijven besmet met Afrikaanse varkenspest.
Op de/e bedrijven waren .127 varkens aanwe/ig.
waarvan er 262 aan dc /iekte stierv en en 6,\'i werden
afgemaakt.

Italfé

De Veterinaire Dienst tc Rome liet weten dat in
de eerste helft van december weer een geval van
.Afrikaanse varkenspest is vastgesteld in de Sar-
dijnse provincie Nuoro.

MOND- EN KI AEWZEEK
/.uid-.Afrika

Bij een telegram van 15 januari j.1. liet de Vete-
rinaire Dienst te Pretoria weten, dat een uitbraak
van mond-en klauw/eer (tv pe S .A f .1) gemeld was
op .10 55\' oosterlengte. 2.1° 22\' /uiderbreedte.
De uitbraak heeft plaatsgevonden in ecn gebied,
dat reeds onder controle staat en waar normaal al
een embargo is op het verplaatsen van dieren met
gespleten hoeven.

De nood/akelijke maatregelen, inclusief vaccinatie,
/ijn genomen. Fr bestaat géén gevaar vcior dc
e.vport.

Kv»artaalrapporl Pirbright

Hel kwartaalrapport van het World Relerence
l.aboratorv te Pirbright, Engeland, over de periode
I oktober tot en met .11 december 1979 vermeldt
het onder/ock van 65 monsters uit X landen. In 54
monsters (K.l\'i) werd v irus aangetoond:

Ba ngladcsh
Mo/ambii.|ue

N igcnë
Oman

Zimbabwe-Rhodesié

Zuid-.Afrika

Soedan

Arabische Republiek .lemen

.14

monsters

9 tvpe O en

20 IV pc A. 5 negatief

.1

monsters

1 typeSAI

1 en 1 type SAT 2.

1 negatief

.1

monsters

-1 negatief

9

monsters

9 type O

•)

monsters

2 tvpe SA f

1

5

monsters

1 tvpe S A f

1 en 4 type S A 1 .1

1

monsters

2 type O

7

monsters

2 type O en

.1 type .Asia 1. 2 negalicl

-ocr page 197-

I ebruari:

15 l.e/ingcncyciiis\'W aardering \\an Waarden" II.
(Diergeneeskunde en Samenleving) (pag. 122
en 15.^).

15 8. Seminar l mwelthvgiene. Hannover (pag.
9.V1).

19 .Aid. (ironingen Drenthe. Aldelingsvergade-
rmg.

20 Aid. Friesland K.N.VFv.D. ledenvergade-
ring. Oranje Hotel Feeuuarden. aanvang 20.00
uur.

21 2.3 Fagung über\'t\'hv siologie und Pathologie
der f ortpflan/ung\'. Hannover (pag. 758).

22 Fe/mgeneyelus\'W aardering van W aarden\' Hl.
(Diergeneeskunde en Samenleving) (pag. 122
en 15.1).

26 Tagung der D\\\'Ci t aehgr.:\'Sehafkrankheiten\'
(A).

27 28 CFO-Studiedagen. .laarbeurs-eongres-
centrum. Ftreeht.

27 29 B(lA-Symposium: Problematik von Kan-
/erogenitätsstudien. Berlin.

28 (iroep (ieneeskunde van het Rund.
K.N.M.v.D. .laarvergadering (pag. I7X).

Maart:

6 20. Münehener isehereibiologisehes Se-
muiar (A).

4 Kring Dierenartsen (ielderse Vallei. Ver-
gadering.

4 Aid. Noord-Brabant K.N.VFv.D. Werk-
V ergadering meslkalv eren.

4 Aid. Ftreeht K.N.M.v.D. Fedenvergadering.

6 (iroep Veterinaire Homoeopathie
K.N.M.v.D. Vergadering. Bealri.v-gebouw.
laai beursplein. Flreehl. .Aanv ang 20.00 uur.

1.1 Kring Noord-Holland boven "l 1.1. Vergade-
ring. Hotel de Prins. West/aan.

1.1 Klinisehe Avond. V akgroep (ieneesk. van het
Kleine Huisdier (pag. 15.*).

20 Aid. Noord-Brabant K.N.M.v.D. Werk-
vergadering
pluimvee.

26 2X^9, .lahrstagung der Deutschen (iesell-
schalt (ür Parasitologie (A). diesen.

26 \'MIC 19X0\' - Medisch Inlormatie Congres.
Rotterdam (pag. 59 en 170).

27 Vereniging van Directeuren van (iemeentelijke
Slachthui/en en Vleeskeuringsdiensten. Ver-
gadering. .laarbeurseongiescentrum. 1 trecht.
aanvang 10.00 uur.

April:

9 Sv inposium over de Residuen.de l o.vieologic
en het Ciebruik van Anabolica. Dublin (pag.
170).

10 Kring Noord-Holland boven "t 1.1. Vergade-
ring. Hotel de Prins, West/aan.

II 1.1 BSAVA Congres 19X0 (British Small
Animal Association). Fondon (pag. 9,1X1.

14 Kring Dierenartsen (ielderse V\'allei Ver-
gadering.

Mei:

2 4 (iroep Cieneeskunde van het Kleine Huis-
dier; \'Voorjaarsdagen 19X0\'. .Amsterdam
pag. I IX). \'

5 X .X.WHI Animal Colloquium Protides of
the Biological Fluids. Brussels (pag. 60).

7 Studiedag A.C V.-controle. Cultureel Cen-
trum Stichting \'De Reehorst\', lïde.

8 Kleiduivenschieten voor Dierenartsen. Inl.
Boehringer. Ingelheim, tel. 02.1-248081 (pag.
169).

8 Kring Noord-Holland boven \'t 1,1. Vergade-
ring. Hotel de Prins, West/aan.

8 Vereniging van Directeuren van (iemeentelijke
Slachthui/en en Vleeskeuringsdiensten. Ver-
gadering, ,laarbeurscongrescentrum, Ftrecht.
aanvang 10,00 uur,

9 10 Symposium Nederlandse Vereniging v oor
Proeldierkunde, Nijmegen (pag. 119).

1.1 Aid. l.imburg K.N.M.v^D. l edenvergadering.

20 Afd. NoorcFHolland K.N.M.v.D. leden-
vergadering.

21 24 16. Internationales Symposium über (ie-
schichte der Veterinärmedizin (pag. 572).

21 Aid. Friesland K.N.M.v.D. ledenvergade-
ring, Motel te Heerenveen. aanvang 14.00 uur.

22 (iroep Veterinaire Homoeopathie
K.N.M.v.D, Vergadering. Beatri.x-gebouw.
.laarbcursplein. Ftrecht. Aanvang 20.00 uur.

26 27 29, tagung der Furopiiisehen (iesellsehalt
lür V eterinarpathologie und 21. Fagung der
Fachgruppe Allgemeine Pathologie und Pa-
thologische Anatomie der D\\ (l (A). Bremen.

2X .10 .\\\\ HF Wissenschaltliche lagungderCle-
sellschalï lür Versuehstierkunde. Fausanne.

.luni:

5 7 XIIF Kongres der Furopäischen (Iesell-
sehalt der \\ eterinarchirurgie (FSVS). Buda-
pest (pag. 7.16).

6 7 .lahresversamrnlung der Schwei/. Vercni-
gung für Kleintiermedi/in. Bern (pag. 9,1.1).

7 X .lahrestagung der Schwei/er Vereinigung
lür Kleintiermedi/in ( A).

12 Kring Noord-Holland boven \'l 1.1, Vergade-
ring. Hotel de Prins. West/aan.

14 15 Baden-Württembergischer fierar/lelag
19X0 mil Fortbildungsveranstaltung (A).
Karlsruhe.

16 20 9ih International Congress on .Animal
Reproduction and Artificial Insemination.
Madrid (pag. 952 1979 en 119).

24 26 2nd International Sv mposium of Veteri-
narv Faboratory Diagnosticians. Fu/ern.
SwiiserUuKl (pag. 121).

29 2 juli W eltkongress ■Febensmillelinfectionen
und Intoxikationen\'( A) (pag, 121).

.10 .1_|uli \\ I Internal. KongressderFP.V S.. Ko-
penhagen. (pag, I 70)

-ocr page 198-

In memoriam
J. J. FEDDEMA

Op /.i novemht
collega Johaiiih
Schiern,onnikoog o\\
Johannes h\'ediiema \\
herwerd gehoien. al-
prakiiserendi
\\a de lagere

1979 is op 7H-ia,-ige leefiijd
Jan l-eddenu, ,e
■leden.

■rd op J apiil 1901 ,e
:oon van de alilaar
lierenaris Rienk f\'eddenia.
chool volgde hij he, middelbaar

onderwijs op enki
slaagde hij in 192.

•le .

n en

,a.

■holen ,e feeiiwaidc
or hel fl.llS.-diploi

Gezien zijn \'afkomst\' was het logisch tlat
Johannes de studie aan de \\ \'eeartsenijkundige
Hogeschool te L \'trecht ging volgen.
Hij s,udeerde daar nie, alleen, maar wis, ook van
he, s,udentenleven me, volle teugen te genieten. Iti\'t \'

Hij werd vanzelfsprekend lid van .■ih.svrtus. 1\'rieslar

maakte zich vele blijvende vrienden en werd al ln de p.

spoedig bij diverse commissies van .■ibsyr,us Hoofdb

betrokken. Hij is één van de weinige ö\'/ >\'""\'

.Absvnusleden die. toen dit veterinaire collega\',

studentencorps in 1925 werd opgeheven, lid werd beroep
van het L\'.S.C. Hij meende da, tic vcerinaire genoemd
u

student zich daar moest laten zien en hij was een veearbitrag
goed vertegenwoordiger van deze student, /.ijn
deelname aan he, s,uden,enleven beice ht
om zijn studie in juni 1927 vlot te voltooie.
Op I juli 1927 nam Johannes de praknjk <,
van zijn vader. d,e de uitoefening van de p
te zwaar werd en op 1 Jehruari 19.U volgd,
zijn vader ook op als hoofd van de
vleeskeuringsdienst FerwerderadeeL
Op 15 oktober 1927 triniwde hij me, Jehje
Mieden,a: ui, dit huwelijk zijn een doch,er
een zoon geboren.

■ lang heef, Johannes de praktijk
uitgeoefend. In 1952 kreeg hij

oUega K. van de Kooi. die
I/I werd. Met ingang van 195S
•s uit de praktijk en werd Itooftl
arbij

Hij is dan ook jaren besluursHd
Friesland van de K.N.M.v.D. gei
van 1941 tot en met 1962 als voo

n de afdeling
•esl. waarvan
liter. Hij was
an de afdeling

\'IS

D. geweest,
n niel alleen
•ergeefs een
■band kan ook
hap van de

de

inlijkii.

var
d.

\'node 1960-1963 is hij te
\'.\'stuurslid van de K. M
ilijkheden of ge.schillen hebl
. maar ook antieren nooil /i
}p hem gedaan. In dit
•rden zijn voor
ronimissie.

erp,

zilte

Ook in het dorpsleven liet Johannes F,
zich niel onbeiuigd: zo is hij vele jaren
organisator van de tocht votn- \'oudt
en de grote gangmaker voor de ruller.\'
geweest. Op middelbare leejiijil met hel
paardrijden begonnen kreeg de ruiierspi
geheel in de ban. Hij wist z\'n enthousia.
op anderen over te brengen en als voor.
onvermoeid leider de liurmaniaruiiers h
activiteit te siiniuh
paarden Kol en U
(met Kol werd hij in 1949 te f
dre.ssuurkampioen). Ook zijn dochtt
enthousiast paardrijilster.
Daarnaast ging hij in het jachiseizoi
veltl in op jacht.

De beide lie/hebberijen. jagen en paardrijden
hebben er loc bijgedragen dat na de pensiot
Johannes en Jel op Schiermonnikoog zijn ,g
wonen. Daar werd hij als jagermeester aang
en heeft hij zo lang als hij kim paardgerden.
Schiermonnikoog voelde hij zich geheel ihu
maak ie zich als veterinair niet alleen nuttig

Idema
le

\'t van dagen\'
rsport

>rt hem
tne ook
it ter en
,t flinke
•n. /.elf heeft hij met zijn
lan landelijk naam gemaak,
ker
■ werd ccn

\'1 graag he.

I niet

raktijk
■ hij

■n

25 Jaa
alleen
assiste
zijn scin
stapte ,/i
van
Fer
.uh.

Ite van i
onz
ban

le \\ leeskeuringsdiensi te Dokkum (v
■erderadeel ook was ingetleeld). /ijn
■>nzoon nam de prakiijk over en deze kreeg
het volgend jaar hulp van zoon Rienk Feddema.
toen llie als dierenaris was afgesiudeerd.
Toen Johannes in 1966 gepensioneenl werd
verhuisden hij en Jel naar Schiermtmnikoog.
Johannes Feddema was een bekwaam prakticus.
die bovendien bergen werk kon verzetten.
Daarbij kwamen nog z\'n vrolijk karakter, z\'n
behulpzaamheid en gemakkelijke omgang met
iedereen, welke maaklen da, hij door zijn boeren
hijzonder gewaardeeid werd. Zijn persoon en zijn
collegialiieil maakten ook dat de collega\'s groot
vertrouwen in hem stelden.

•ns

\\an
■s,eld
Op

V. hij

•oor

,schap, maar was ook
\'rtrouwensntan.
nnikoog He, Johannes z
t geheel los. Op de
uog vaak aanwezig, hij
vrtusreiinie en hij

de kleine boerengemee
voor vele anderen de i
.Maar ook op Schier nu
veterinaire vrienden ni,
jaarcongressen was hij
miste nooit op de -ih

eiinie van de

irganiseerde jaarlijks nog

Tijdschr. Diergeneesk.. deel 105. afl. 4. 19H0
KONINKLIJKE NEDERLANDSE MAATSCHAPPIJ VOOR DIERGENEESKUNDE

-ocr page 199-

\\(>i)n/cliiki\' duh vim inule D.IAj.-vriciutcii (mi\'l
liâmes).

I \'oor hd vi\'li\' onhiiiilziH hiigi\' ivcrk iliii Johuniii\'s
l\'eihldiiii voor ilc k..\\. \\l.v.D. cn ilaiirhuilcn
heel! gciliiiiii kreeg hij waanleriiig iloor de
henoemiiig lol Ridder in de Orde vuii Orimle
\\iissiiii hij de viering van hei 75-iiirig hesiuiin
vim de afdeling friesland van de K.S.M.v.D. in
1961. Deze afdeling henoemde hem na zijn
afireilen als voorziuer uil erelid,
f.en loophaan welke bewondering afdwingi cn
hem cn z\'n naasien veel voldoening moei hebben
gegeven.

Maar leed is ./ohannes cn .lel niei gespaard
gebleven, fen diepe slag was hel overlijilen van
hun ilochler in augusius 1964. Haar man. collega
K. van de Kooi. die alleen overbleef verhel laier de
praktijk in Ferwerd.

/.ooii Rienk. die in 1967 pnnnoveerde. verliei in
1971 mei zijn gezin eveneens Ferwerd om zich in
le zeilen als veierinair voor de tanden van de
derde wereld. Deze gebeurienissen hebben de
laaisie jaren hd leven van Johamies en .lel wel
vereenzaaniil. ondanks de grote genegenheid en
waardering die zij op Schiermonnikoog
ondervonden.

In 1971 moest .lohannes een zware maagoperalie
ondergaan, waarvan hij legen de verwachting in
wonderwel herslelde. In de zomer van I9\'\'9
maak len ernstige verschijnselen van de
ilarmiracius een nieuwe chirurgische ingreep
noodzakelijk. Diimaal kwam hei nicl lol een
goed hersiel. Ook met de gezondheid van .lel
ging hd de laatste jarett achteruit. De hoop die
zij in de hetjst koesterden om Kerstmis 1979 nog
te beleven want dan kwam hun zoon met vrouw
en de twee kinderen over is helaas niet in
ver\\ tilling gegaan.

Op IJ november 1979 is .lohannes en op 19
december 1979 .lel overleden.
De crematie van beide overledenen heeft in
besloten familiekring plaatsgevonden.
I oor de velen die .lohannes Feddenia gekend
hebben zat hij een blijvende en dankbare
herinnering zijn.

177

KOMNKI.I.IKi; Nf:nHRL.ANDSF: MAA I SC H API\'l.l \\()()R I )1 ! RCi FN E FSK F N DI-:

1-ecuwarden,

F. S.IOffl.MA.

-ocr page 200-

De jaarvergadering \\an de groep /al op
donderdag 2X februari a.s. worden
gehouden in de college/aal \\an de Kliniek
voor Inwendige Ziekten. Yalelaan 16 tc
Utrecht. Na het huishoudelijke gedeelte /al
de wetenschappelijke vergadering als thema
hebben;
Eliologie. diagnoslick en
behandeling van aandoeningen van hei
eenIraai zenuw siel.sei: Looilinloxiculie.
IJsleriosis en CCS.
Dit thema /al worden
ingeleid door mej. dr. Ci. .1. Binkhorst met
een Ic/ing getiteld:
l \'oorkoiiien. diagno.siiek
en differenueei diagno.siiek van
aandoeningen van hei eeniraal zenuwstelsel
hij hel rund.

Daarna zullen de drie belangrijkste
aandoeningen nader worden besproken nl.
dr. ,1. Rijndcrs behandelt 1 isteriainfccties.
dr. H. C. Kalsbeck.
I oodinto.xicaties en dr.
ft. .1. Breukink. Corticocerebrale necrose.

Welke vergaderingen en
besprekingen waren er?

./anuaii:

8 (Icsprck lussen de l\'luinivccadxiesconiniissie
en l\'luiiineeniedewcrkcrs \\an de
ge/ondheidsdiensicn

9 Periodiek (Hcrleg K.N.M.v.D. \\ .D. V.H.l,

10 Stichling (ie/ondheids/org \\oor Dieren:

.■Mdcling Pliiimxec

1 I 1 atouagecomniissic

16 1 arietso\\erleg Hegcleiding
mest k a h e rc n bed rij \\ e n
Hooldbestuur

17 Bespreking in/ake het ontwerpen \\an
een hondepaspoort

18 Commissie Studiedagen Iceskeuring

21 Periodiek overleg K.N.M.v.D. l-aculteit
der Diergeneeskunde

22 Werkgroep Opbouw Bedrijfsbegeleiding
P1 u i m \\ ee h o ud er i j- bed r ij\\ e n

2.1 Beleidscommissie Volksge/ondheid
Hoofdredaktic fijdschrift voor
Diergeneeskunde

24 .laareongrescommissie 19X0

25 Commissie Dierenartsen in Dienstverband
(D.l.D.)

Groep Geneeskunde
van het Rund

L OIJd [ÜOD^I dJa

29 Overleg ftoofdbestuur met de 11 ooldalde ling

\\\'cchouderij \\an het l.andbouwschap
.10 Begeleidingscommissie
M est kalv erenbed rijven
.11 College \\an Direcleuren

l.edenvergadering van de \\crcniging \\an
Directeuren \\an (iemeentelijke Slachthui/en
en N\'lceskeuringsdiensten in Nederland

Diergeneeskundige
Studenten Kring

De s\\ tnposioncommissie der D.S.K.
organiseert op 1.1 maart I98Ü in de Blauwe
/aal \\an I ransitorium 1 een svmposion met
als titel:
\'Diergenees-\'kundig\' Onderwijs \\u
en Straks\'.

Op dit symposion /uilen o.a. aan de orde
komen:

a. De consequenties van het doorvoeren
van de Tweefasenstructuur voor dc studie
Diergeneeskunde.

b. Problemen aangaande tentamen-
regelingen. studieinhoud. jaarsystccm en
discrepanties tussen opleiding cn praktijk
hetgeen van diverse zijden belicht zal
worden.

ft iertoe zijn dc volgende sprekers uitgenodigd,
waarvan de eerstgenoemde spreker ten tijde
van het schrijven van dit stukje nog geen
bevestigende reactie had gegeven.
Zijne H.xccllcntie dr. .A. Pais
De beer S. van Harten, voorzitter der
K.N.M.v.D.

Prof. dr. S. (i. van den Bcrgh.
De heer R. ,1. van der Flier. dierenarts.
I\'rof. dr. P. .1. Thung. hoogleraar tc
l.eiden.

Dr. f:. C. Kalsbeek.

Mej. G. ,1. M. Fentcncr-van Vlissingen.
studente.

I\'rof. dr. C. .1. (j. Wensing. discussie-
leider.

Uit het bovenstaande bliikt wel dat het
van het grootste belang is op dit sym-
posion te komen om uw algemene kennis
van de onderwijsproblematiek te verrijken.
Bovendien hebt u nu dc kans om uw
instemming met of alweer van dc huidige
stand van zaken kenbaar te maken cn
eventueel constructieve ideeen tc leveren voor
veranderingen in de toekomst. Symposion
1980 is ook in uw Belang!!!

-ocr page 201-

jD JLD JD .\'-U

Bijdrage aan de C ommissie
ter bevordering van
Diergeneeskundig en
\\ ergeiijkend Ziektekundig
Onderzoek

In hel \\ orige nummer was de stand:

t m 20-12-1979 / II .957.50

ontvangen van 21-12-1979

tot cn met.10-1-1980 / 160.

_ 3()-I-l9KÜ

20-12-1979

28-1 1-1979
t .H)-10-19:\'9

/ 12.1 17.50

S-10-1979

100(1

nOi: HEI /.KEI BANDEN 1979\'

Bedrag./ 20. .

Hebt l\' dc banden al besteld\'.\'
Postrekeningnummer 51 1606.

Personalia

,Ms lid \\an dc Koninklijke Nederlandse Maatschappij \\ oor Diergeneeskutide meldden /Ich de
collegae:

Lrp. .1. A, A. M. van; 197.5; 1521 DK Wormerveer. Zaanweg 126.
(lorter, A.; I9K0; 9247 D.l Ureterp. Stüken 25.
Rongen. .1. E.; 1979; .5447 NE Rijkevoort. Walsert .1.

Als lid van de Koninklijke Nederlandse Maalschappij voor Diergeneeskunde heelt het
H o
O fd b e s l u u r a a n ge n O m e n:

Bouwer-Hert/herger. Mevr. S. A.; 1977; 2011 ZB Haarlem. I.ange I akenstraat 15.

Derksema. .A. E.; I97X; 2566 SB \'s-Ciravenhage. Euutlaan II,

Deutekom. E, .1, M, van; 1979; 4706 .IV Roosendaal. Elintdijk 80.

(ielders. G. M, E, M.; 1979:6216 SH Maastrieht. p a Bontwerkersdreef 16 E.

Hage. .1, .1.; 1979; 3581 .11, Utrecht. Oudwiikerveldslraat 2 bis.

179

KONINKI I.IKE NtDf RfANDSl M AA I SCH AI\'PI.I VOOR IMERCit NEESKINDE

-ocr page 202-

_[(oDUD

Krooshof, Mej, Y,; 1979; ,1581 K[) Uirecht, Van Hogendorpstraat 10,

Lamberti, G, ,L I h, M,; 1979; ,1572 XW Utrecht, M. H. Trompstraat 44 bis,

Lumev, ,L T,; 1979; ,1992 l,S Houten, Heemsteedseweg 22,

Nap, R, C.; 1979; ,1721 fH Bilthoven, Hallevlaan II,

Peeters, S, C, ,L M,; 1979; 8,125 BV Vollenhove, Aan Zee 8,

Potjer, A,; 1979; ,158.1 GV Utrecht, Koningslaan III,

Schröder, Mej, N,; 1979; ,1512 NB Utrecht, Zuilenstraat 15,

Unen, A, A, van; 1979; ,1581 GG Utrecht, Van Lidt de ,leudcstraat LI,

Als Kandidaatlid van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor [)iergeneeskundeheeft

het Hoofdbestuur aangenomen;

H, G, A, M, ten Doeschate, Van l-ieflandlaan 44. ,1571 AC Utrecht,

W, Koster. Van Lieflandlaan 1.10, ,1571 AH fitrecht,

,1, D, Kuiper, Nieuwe Koekoekstraat 11.1, ,1514 ED Utrecht,

G, P, E, van Osch, Molengraafplantsoen 51, ,1571 ZX Utrecht,

Mej, R, S, C, Wagenaar, Erits Coerslaan 10, .1571 ,AN Utrecht,

,Vdreswijzigjngen, enz,:

*Aiiieron!;en. J. ./, van: 197,1:1,1961 .^,1 Wijk
bij Duurstede, Muntstraat 7; tel, (0,14,15)
.12.11,

I7H Haaien. W, ,/, van: 1966; 1.198 Ai:) Muiden.
Herengracht 88; tel, (02942) .1968 (privé).
(0250.1) 164.19 en (02977) 24688 (bur,); Ir,
R,M,I,,S,

IKI) llcrg. R. van den: 1979; Dokkum; p,, geass,
met E, Broersma, K, Dijkstra, R, C, van (!les-
sen, M, P, Kwakernaak, .1, G, L, Pape,
R, D, Reinders cn M, A, van Wijck,
IHI *liergejiin. ,7, P. !.: 1979; 4,156 CA Oost-
kapelle, Oude Domburgseweg 9 A; lel,
(01188) 144,1; p., ass, bij L, ,lobse,
IH5/J97 Houwer-Henzherger. Mevr. S. A.:
1977: 2011 ZB Haarlem, Lange Lakenstraat
15; tel, (02,1) ,11,5461 (privé), .1191,12 t, 28
(bur,); vet. microb, K,\\,W, (toevoegen als
lid),

IH7 Hroersma. /\'.: 1951; Metslawier; p.. geass.
mei R. \\. d. Berg, K, Dijkstra, R, C, van
Giesscn, ,M. P. Kwakernaak. .1. G. I . Pape.
R. D. Reinders cn M. A. van Wijck.
I9.i Herksema. A. / .; 1978; 2566 SB \'s-Graven-
hage, Euutlaan 1 I; lel. (070) 685226; d. (toe-
Miegen als lid).
I9.i Deuu-koni. F../. .\\l. van: 1979: 4706 ,IV Roo-
sendaal, Elintdijk 80; lel, (01650) 51422
(privé), 42750 (prakt,); p,, ass, bij A, P. C.
Bartels. B.
,1, A. M. Boscbker.\'.l. P. M.
Meesters en .1. M. N\'erbocht. (toevoegen als
lid).

194 Diepeveen. A. H.: 197.1; Deurningen; tel.
(05400) 71444 (privé). (074) 661269 en 665577
(prakt.).

195 Pi/ksira. K.: 1971: Metslawier; p.. geass. met
R.
V. d. Berg, E, Broersma, R, C, xanGiessen,
M, P, Kwakernaak, ,1, G. L. Pape. R. D.
Reinders en M. A. \\an Wijck.

199 Elenhaas. I.: 1977; 1098 AN Amsterdam.
Middenweg 205; tel. (020) 947578;
p.. kl.
huisd.

180

202 Flier. R. .1. van der: 1974; Zoetermecr; p.,
H.D.. geass. met A. A. P. Groenevcgen,
,1. .1. dc Groot en .1. G. I. Krijnen.

20} Foriuin. P. L. F.: 1979; Eoudgum; r.. ass,
bij R,
V, d. Berg, F, Broersma, K, Dikstra,
R. C. van Giesscn. M. P. Kwakernaal, ,1, G.
L. Pape, R, D, Reinders en M, ,A, van vVijck,

204 Helders. (,. M. F. M.: 1979; 6216 SH Maas-
tricht, p a Bontwerkersdreef 16 E; te, (04,1)
72854; d, (toevoegen als lid),

206 Ciie.s.sen. R. C. van: 1975; Metslawer; p,,
geass, met R, \\, d. Berg, E. Broersna, K,
Dijkstra, M, P, Kwakernaak, ,1, G, 1, Pape,
R, D, Reinders en M, van Wijck,

206 Godschalk. G.: 1975; L194 BS Nederhirst den
Berg, Esdoornlaan 25; tel, (02945) 4;84; p,
ass, bij G. H. Veenhuis.

206 "Gorwr. .L.\' 1980; 9247 DJ Urcterp, Stuken
25; lel, (05125) 2602 ( privé), 1444 ( praa,); p,,
ass. bij dr. O. L. Beiboer.

207 Groenewegen. .1. .1. P.: 1965; Zocltrmecr;
p.. ll.D.. geass. met R. J. v. d. Elier, .. .1. de
Grool en ,1, G. I . Krijnen.

20H Groot-Hrouwer. Mevr. G. ( . de: 197!; 1741
geass. met R. J. \\ . d. Elier. .A. A. P. C roene-
wcgcn en .1. (i. I. Krijnen.

20H *(i^root. R IF de: 1978; 1741 VDSihagen,
Haaghcukslraat 56; tel, (02240) 8,1,14 privé),
,1200 of ,1748 (prakt,); p., ass. bij E Bijle-
veld en J. W\\ Hakkesteegt.

2av Groot-Hrotiwer. .Mevr. (,. C.: I97E. 1741
VD Schagen. llaagbeukstraat 56; tel. 02240)
8.1.14; d.

20K Grootett. Jl. Jl. G.: 1951; Borne; te. (074)
661481 (privé), 661269 (prakt,),

209 //o;^c.i,./.;1979;.158l JI.Utrecht.OudA\'ijker-
veldstraal 2 bis; tel. (0.10) 51492,1; vnd. d,
(toevoegen als lid).

212 Heide. ./. van der: 1975; Akkrum; p. geass.
met P. A. Humaida en M. Sevinga. assoc.
met .1. H. Zerb beëindigd).

2J2 Jleinntink. J. C,,-1978;71,11 CL Lichtmvoor-
de. Raadhuisstraat 21; lel, (0544,1) 1260

KONINKI.IJkE Nl DIRI ANDSE M AA I S(. II APPIJ VOOR Dl E ROEN EES t U N DE

-ocr page 203-

(privc). 1600 (prakt.); p., ass. bij \\V. .1. M. J.W
Bekkers. W. Sehiiuurman en .A. .1. \\V. Cl. Vos.
lliiiiHildu. P. A.: Oldeboorn (1-r ); p..

geass. met .). \\. d. Heide en M. Se\\inga.
(assoc. met l.H. Zcrb beëindigd).
JJI .UmsinKh. ./.; 197.1; Stadskanaal; tel. (0.5990)
1X784.

222 Jona. //. dc: 197X; Utrecht; tel. (0.10)

XX()().19. 26!

22S Keg. P. R.: 1976; .1704 \\V.) Zeist. Briigakker

644)7; tel. (0.1404) 21421. 262

Kekem-Pauw. Mevr. T. van: 196.1; 6454
BruchkbbeKW. Duitsland); tel.(()61X.1)2972.
264
2M Kriinen.
,/. (.. 1.: 1977; Zoctermecr; tel. (079)
21X065 (privé). 510100 (prakt.); p.. geass.
met R. ,1. \\ . d. Flier. .A. .A. P. Oroenewegen
264
en .1. .1. de Ciroot.
23! Krooshof. Mej. >..■ 1979; .15X1 KDFUrecht.

Van Hogendorpstraat 10; tel. (0.10) 51 165.1; 266
wet. medew. R.U. (F.d.l).. vkgr. Cieneesk.
van het Kl. Huisd.). (toevoegen als lid).
 268

2.<.f Knakernaak. M. P.: 1966; Dokkum; tel.
(05190) .1011 (privé). 4247 of 2526 (prakt.);
p.. H-D.. geass. met R. v. d. Berg.
F. Broers- 27!
ma. K. Dijkstra, R. C. \\an (iiessen. .1. (i. F.
Pape. R, D. Reinders en M. A. van Wijck.
27!
2.U l.aniherii. O. J. Th. M.:
1979; .1572 X\\V
Utrecht. M. H. 1 rompstraat 44 bis; tel.(O.IO)
7155.17; wnd. d. (toevoegen als hd).
 274:

2J7 l.ogienherg. H /.. (.. 1966; Saasveld; lel.

(074) 661049 (privé). 661269 (prakt ).
2i8 Lumev../. /\'.; 1979; .1992 I.S Houten. Heem- 276
steedscweg 22; tel. (0.140.1) 2520 (privé). (0.10)
5.145X0 (bur.); wel. medew. R.U. (F.d.D..
vkgr. (ieneesk. van het Kl. Huisd.). (toe-
voegen als lid).
2.<V *Mach. dr. F.: 19.17; Brno.-l9.17; 97.1.1 CK 284

(ironingen. Kajuit 169; tel. (0.50) 412714; d.
246 \\ap. R. C.: 1979; .1721 1 H Bilthoven. Halley- 287
laan 11; tel. (0.10) 76.1246; wet. medew. R.U. 287
(F.d.D,, vkgr. Bedrijlsdiergencesk.en Buiten-
prakt.). (toevoegen als lid),
-\'.f.i
Pape. J. (/. L.: 1957; Damwoude; p.. geass.
met R.
V. d. Berg. F. Broersma. K. Dijkstra.
R. C. van (iiessen. M. P. K wakernaak. R. D.
287
Reinders en M. A. van Wijck.
2.^.1 Peeters. S. C. ./. M.: 1979; X.125 BV Vollen- 287
hove. Aan Zee X; tel. (05274) 1550; p.. ass.
bij Mevr. W van Ree- Boersma. (toevoegen
als lid).
 296

254 Plasschaert. P. M C. IF; 1976; Baarie Nas-
sau; p.. geass. met W. .1. Schooricmmer.
Potjer. A.: 1979; .15X.1 (iV Utrecht. Konings- 288
laan lil; tel. (0.10) 5II7XX; wnd. d. (toe-
voegen als lid).

290

Overleden:

R. Schuring te Oldeberkoop ( Fr.) op 21 januari 1980
•lubilea:

Dr. R. F. de Maar te Den Haag

ÜD

Reinders. R /).: 1955; Dokkum; p.. geass.
met R.
V. d. Berg. F. Broersma. K. Dijkstra.
R. C. van (iiessen. M. P. Kwakernaak. .1, (i,
F, Pape en M. A. van Wijck.
Rijk. /.. A.: 1972; 595.1 ZH Reuver. Past.
Rtinderslaan 4.

*Rongen. ./. F.: 1979; Rijkevoort; p.. ass. bij
.1. W. A. Klink.

\'Schans. J.: 19X0; 7101 BK Winterswijk.
Morgen/onweg 18; tel. (054.10) 2477; wnd. d.
Schneider. A. S.: 1955; Kockengen; p.. geass.
met (i. C. .1. Wegman.

Schoorlemmer. H\'. J.: 1962; Baarie Nassau;
tel. (04257) 99.14 (privé), 9587 (prakt.); p..
geass. met P. M. C. W. Plasschaert; plv. i.
Schröder. .Mej. A.,- 1979; .1512 NB Utrecht.
Zuilenstraat 15; tel. (0.10) .119275; wnd. d.
(toevoegen als lid).

Sevinga. M.: 1978; Akkrum; p.. geass. met
.1. V. d. Heide en P. A. Humalda.
Smolders. C. F. M.: 1975; Westerhoven; tel.
(04902) 12970 (privé). (01619) 17.54 (prakt.);
p.. ass. bij .1. A. M. Kolen en A. P. Wouters.
Steutner. ./. .4.. 1971; Borne; tel.(074)66.1252
(privé). 661269 (prakt ).
Streumer-Jattsen. Mevr. .1. H.: 197.1; Borne;
tel. (074) 66.1252 (privé). 661269 cn 665577
( prakt.).

295 Tiemerstna. J. S.: 1979; Hikurangi(New
Zealand), P.O. Bo.x 2.1; wnd. d.(tot 1: 15 april
1980).

L\'nen. .4. .4. van: 1979; .1581 (i(i Utrecht.
Van Fidt de .leudestraat 1.1; tel. (0.10) .11 1298
(prive). 5.11.124 (bur.); wet. medew. R.U.
(F.d.D.. vkgr. Alg. Heelkunde), (toevoegen
als hd).

H egman. (/. C. ./., 1976; Kamerik; p., geass.
met .A. S. Schneider.

*H ietho/l .Mej. F.: 1979; Utrecht; wnd. d.
li\'ijck. M. A. van: 1978; Damwoude; tel.
(05192) .1292 (privé), (051 I I ) 1520 (prakt );
p.. geass. met R. v. d. Berg. F. Broersma.
K. Dijkstra. R. C. van (iiessen. M. P. Kwa-
kernaak. .1. (j. F. Pape en R. 1). Reinders.
H ijs. H\'. J. IF. de: 1976; 4261 KD Wijk cn
Aalburg. Pcr/ikstraat .14.
H\'i/derheek. .4. Th. M.: 1976; Well; tel.
(0478-1) 1892 (privé). (08855) 2025 t. .157
( bur ); d. Intervet Int.

H ilten. ./.. 1975; Fa Chc/.c 22210 (Côtes du
Nord). (Frankrijk); tel. 96-26700.1; p.. ass. bij
(iroupement Veterinaire La Ché/e.
H intila. F. JL: 1952; Wageningen; p.. geass.
met 11. A. M. van Fisten A. H. Westerhuis;
vet. adv. VVAA schadcverz. N.V.
Zerh. J. IL: 1949; Akkrum; tel. (05665)
19-16; r.d. (assoc. beëindigd).

( al we/ig)40 jaar op 26 lebruari 1980

KONINKI.I.lki: NFDHRI.ANDSF MAA ISCll API\'l.l VOOR Dl F RGHN EESK DN DE

181

-ocr page 204-

ALLEEN AAN DE HORIZONTALE AS
VAN ONZE VERKOOPSTATISTIEKEN
KUNNEN WIJ ZIEN
DAT METRUET AL LANG OP DE MARKT IS

Want de verkoop blijft
stijgen. Alsof Metrijet
voor velen nog
volkomen nieuw is.
Intussen bewijst die
voortdurende stijging
van de verkoop wel,
dat Metrijet
ongeëvenaard is als
hulp bij het herstellen
van de fertiliteit van het
rund. Alle pogingen tot
imitatie ten spijt.

Past u Infervet\'s
Metrijet toe, dan kunt u
de volgende resultaten
verwachten: snel
verdwijnen van
vaginale uitvloeiing •
snel herstel van
de
normale cyclus •
terugkeer van
de
fertiliteit • dus in de
meeste gevallen een
suksesvolle
inseminatie tijdens de
volgende oestrus.

Intervet

Een voor éénmalig
gebruik bestemde
injektor, pipet en
handschoen zorgen er
voor dat Metrijet snel
en hygiënisch kan
worden toegediend.
VOOR EEN KORTERE
TUSSENKALFTIJD,
METRIJET ... VAN
INTERVET

INTERVET NEDERLAND BV

PO Bt.x50 S830 AH Hn^\'neef Hnu.^<■

-ocr page 205-

Wat is L w diagnose?

Wha! is Your Diagnosis.\'

Op 22-9-1978 werd een Rottweiler teef
aangeboden, 19 maanden oud. met de
anamnese:

Sinds gisteren bestaat een \\erdikking \\an
de linker kaaktak en kan de bek niet
geopend worden. De hond maakt geen
zieke indruk en slobbert wateren \\ oedsel
in voldoende hoeveelheid.
Dc eigenaar suggereerde een kaakfrac-
tuur door trauma.

Het klinisch onderzoek leverde een
bevestiging op \\an het in dc anamnese
gestelde cn werd \\erdcr bemoeilijkt door
het onstuimige karakter van de patiënt.
Na premedicatic met Rompun® cn
Symoron® gevolgd door barbituraat-
na rcose bleek, dat de bek inderdaad niet
verder te openen was dan ± I cm.
Zijdelingse en dorso-ventrale Röntgen-
opnamen \\an dc schedel werden gemaakt
cn voor beoordeling opgestiund naar dc

Afdeling Radiologie \\ an de l aculteit der
Diergeneeskunde (fig. I en 2. pag. 184
en 185). Cielijktijdig werd een therapie
ingesteld door tniddel \\an antibiotica\'.
Drie dagen later was de patiënt geheel
genezen cn werden nogmaals antibiotica
toegediend.

Op 2-10-1978 kwam de eigenaar terug
met reeidief \\an de klachten: \\crdiktc
kaaktak links, bek niet te openen, begin-
nende atrofie \\an dc M. femporalis.
Een bloedonderzoek werd ingesteld.
Resultaat: totaal aantal lcucoc\\ten per
mm\': 13400.
Differentiatie:

monocyten 0%

lymfocytcn 43%

staafkernige I. 0%

segmentkernige I. 50%

eosinofiele gr. 7%

basofiele gr. 0%

V\\ at is l w diagnose?

\' .Antlbiotica-thcrapic: clcpomwriiie® in comtiinatlc niet cliiplocilline"
Tijiischr. nicrgem-csk.. deet 105. afl. 5. 19H0

-ocr page 206-

Fig. I. Zijdelingse opname schedel.

-ocr page 207- -ocr page 208-

Op 4-10-1978 werd in overleg met de eige-
naar besloten tot euthanasie.
Inmiddels was bericht ontsangen dat bii
het Röntgen-onder/ock geen afwijkingen
waren gevonden.

De kop van het dier werd voor nader
onderzoek naar het Centraal Diergenees-
kundig Instituut afd. Rotterdam gezon-
den.

Dit leverde de volgende uitslag op:
"Beeld van een sub-chronische myositis.
Hoewel niet duidelijk in het histologisch
preparaat, lijkt ons de diagnose Myositis
F.osinophilica gerechtvaardigd. Hierv oor
pleiten de atrofie van de M. Temporalis
aan één zijde en de 7 eosinofielen in
het bloeduitstrijkje\'.

DlSC t SSII

Hoewel men uit de literatuur dc indruk
krijgt.dat Myositis Eosinophilica ccn sle-
pend verlopende aandoening is. blijkt uit
het bovenbeschreven geval, dat het bij
jonge dieren ook zeer acuut kan optre-
den. zonder duidelijke afwijkingen in het
bloed beeld.

H. .1. M. Kusters\'

ItiINCi

D.VNKHI

Mei dank aan drs. W. Th. C. Wolvekamp voor het
beoordelen van de Röntgen-roto"s.

SUMMARY

Vie cause of the disease, examination and diagnosis in a 19-month-old Rottweiler
dog affected with the acute form of eosinophilic myositis are reported.

nlPTir

16. Internationales
Symposion über
Geschichte der
Veterinärmedizin

Der Präsident der VVelt-CieselKel
Prol. I)i. I . II. I
Ochmann
Der l.eiler der I achgruppc
Prol. Dr. Dr. h. c. VV. Rieck

Die VV ell-dcscllschalt lilr llcschichtc der V cteri-
narmcdi/in und die I achgruppc \'(icschichte der
V eierinarmctli/in" tici Deutschen V elerinarmcdi-
/mischcn (IcscIKchall e. V. \\cranstaltengemeinsam
unter dem I eitthema \' I icrkrankhcitcn tuid Hrauch-
tiuii\' \\ om 21. bis 24. Mai I9K(I in Harau bei Langnau
1. I . (Schuei/) ihr 16. Internationales S\\mposion.

Verhandlungssprachen sind Deutschen. Hnglisch.
Pran/ösisch und Spanisch. Das vollständige Pro-
gramm mit .\'Vnmeldelormular wird 1980 ausge-
sandt.

Die Veranstaltung wird den \\1 itglidernder\'Akade-
mic lür I icrär/tlichc Portbildiing All\' als
priiclulorbildiings/eit anerkannt.

Anschrilt:

VV cli-(icscllseh.ilt lür (icschichie tier V ctcrmar-
mcili/in. Bischolsholer Damm I.s. .10(10 11anno\\er
I. Iciclon (O.SI I) Sl I.V\'iO.V

XVlll. Wissenschaftliche
Tagung der Gesellschaft
für Versuchstierkunde

\\om 2S. bis .10. Mai 19X0 in I ausanne

Nähere Inlormationen
Kongrel.lsekretariat:
Dr, I . Kinnen.

Instilut lür Hiologisch-Mcdi/inische Lorschung
A(,.

(11-4414 I lillinsdorl
otici

Sekretariat der (iV -SOI AS:
Dr. (, Meister.

Ha\\er A(i. /.cntr;ilstcllc lür V ersuchsticrlragen.
Postlach 101709.
,S600 Wuppertal I

Drs, H, ,1, M, Küsters, dierenarts, llertogsingcl 82, Maastricht,

Tüiischr. Diergcmi\'sli.. Jeel tOS. aft. I9H0

186

-ocr page 209-

Heeft een oraal toegediend preparaat invloed
op de overdracht van maternale antilichamen
bij de big?

Does a Drug Administered by Oral Route Affect the Transfer
of Maternal Antibodies in Piglets?

B, A. Bokhout en W. Stok\'

SAMFNVAiriNG

l^e bestanddelen van biest, die korte tijd na de geboorte van biggen de absorptie
van maternale antilichamen blokkeren, zijn slecht gedefinieerd. Derhalve is niet
op voorhand te zeggen of de absorptieblokkade (mede) kan worden geïnduceerd,
door het kort na de geboorte oraal toedienen van geneesmiddelen.
Ten einde deze ntogelijkheid te onderzoeken, werden drachtige zeugen geïmmuni-
seerd met runder IgG ^ en werd aan de helft van elke toom biggen (Fe-groep) een
oraal ijzerpreparaat (in gebruik voor anaemieprophyla.xe) toegediend. Vervolgerts
werd de opname van antilichamen tegen runder IgG^ in deze biggen vergeleken
met die in een controlegroep. Bij 6 van de 16 bestudeerde tomen bleek de hoeveel-
heid opgenonu^n antilichamen significant lager bij de Te-groep. Deze negatieve
invloed op de opname van antilichamen, tengevolge van het toegediende prepa-
raat. lijkt nader onderzoek naar de invloed van dit en andere, kort na de geboorte
oraal toe te dienen preparaten te rechtvaardigen.

SUMMARY

The constituents of colostrum, which block the absorption of maternal anti-
bodies shortly after the birth of piglets, are poorly defined. Therefore it cannot
be stated off-hand whether the blocking of absorption may (also) be induced by
oral administration of drugs shortly after parturition.

To study this possibility, pregnant sows were immunized with bovine IgG, and a
preparation of iron (used to prevent anaemia) was administered orally. The uptake
of antibodies to bovine IgG in these piglets then was compared with that in a
group of controls. In six out of sixteen litters studied, the uptake of antibodies was
foutul to be significantly lower than that in the Fe-treated group.
This adverse effect on the uptake of antibodies, resulting from the drug admi-
nistered, would appear to warrant a closer study of this and other drugs to he
administered shortly after parturition.

\' l-)rs. B. A. Bokhout en mej. W. Stok, Aldehng Immunologie, Centiaal Diergeneeskundig Instituut,
l\'ostbus 6007, .1002 AA Rotterdam.

-ocr page 210-

I. 1NL[I1)I\\(1

In de lichaamsN loeistofien \\an \\arkcns
en van andere
Ungulaia zijn bij de ge-
boorte nog weinig of geen antilichamen
aanwe/ig en hun immunologische afweer
is nog onderontwikkeld, fenzij het pas-
geboren dier \\ oldoende antilichamen op-
neemt. zal het in de eerste weken na de
geboorte zeer gevoelig zijn \\ oor infecties
\\ an \\ elerlei aard. De overdracht \\ an anti-
lichamen \\an het moederdier naar het
jong \\ indt bij de
L \'ngulciici plaats via het
colostrum waaruit de antilichamen on-
verteerd en immunologisch intact \\ia de
neonatale darmwand in de circulatie
kunnen worden opgenomen. Bij de pas-
sage door de darmwand speelt het pino-
cytoseproces een belangrijke rol. Dit pro-
ces is in het algemeen niet selectief, de
intestinale absorptie \\an macromolecu-
len is echter gelimiteerd. Het aselectie\\e
karakter \\an de pinocytose bij de big
komt onder meer tot uiting in de bev in-
ding. dat bijv. ook immunoglobulinen
\\an een andere diersoort en ook eialbu-
mine gedurende een zekere periode \\ia
de darmwand in circulatie kunnen wor-
den opgenomen i.\'^. 4).
De lengte \\an deze periode wordt be-
ïnvloed door het moment van voedingen
door de kwantiteit en de samenstelling
hiervan.

■Aan het eind van de periode treedt ab-
sorptieblokkadc op. In het algemeen
ktmnen biggen die normaal met biest
worden gevoerd, na 24-.36 uur niet langer
antilichamen in de bloedbaan opnemen.
Wanneer men biggen laat vasten, kan
sotus na 100 uur nog absorptie plaats
v inden (5). Dc stoffen, die de absorptie-
blokkadc induceren, zijn nog slecht gede-
finieerd (6). I.ecce en Morgan (.1) toon-
den aan. dat biggen, waaraan binnen 20
utu- na de geboorte minder dan .\'^OO ml
colostrum werd gevoerd, nog steeds ma-
cromoleculen konden absorberen. Big-
gen waaraan in dezelfde periode 400 ml
colostrum was gevoerd, waren hiertoe
niet in staat.

I.ecce (2) concludeerde, dat een volledige
absorpticblokkade ook tot stand komt.
w anneer biggen 18-24 uur na de geboorte
ca. 50 g glucose consumeren. Andere sui-
kers. zoals lactose, .wlose. galactose en
sacharose bleken in dit opzicht eveneens
effectief, proteïnen en vetten echter niet.
Suikers kunnen echter niel (alleen) voor
de blokkade verantwoordelijk /ijn. aan-
ge/ien hun kwantiteit in biest onvol-
doende is om de blokkade na biestop-
name te kunnen verklaren.
Het is derhalve denkbaar, dat een ab-
sorpticblokkade onder praktijkomstan-
digheden (mede) veroor/aakt wordt door
een vroege orale applicatie van genees-
middelen. Indien de applicatie resulteert
in de totstandkoming v an een verv roegde
absorpticblokkade. kunnen maternale
antilichamen niet langer vanuit het colos-
trum worden opgenomen.
Teneinde dit denkbeeld te bestuderen,
werd tijdens de graviditeit een aantal /en-
gen geïmmuniseerd met een soortv reemd
eiwit.

Vervolgens werd aan ongeveer de helft
v an hun nakomelingen een oraal ijzerpre-
paraat toegediend op basis van ijzermole-
culen gekoppeld aan hoog-moleculaire
suikers (dextranen) en dc overdracht van
maternale antilichamen bestudeerd.
Hiertoe werden de concentraties speci-
fieke antilichamen tegen het soort-
vreemde eiw it bepaald in de sera van alle
biggen en de gegevens afkomstig van big-
gen van een zelfde toom met elkaar verge-
leken.

2, M A I [ RlAAl. l \\ Mi: ril()[)l.:\\
2.1
Proefdieren

De bij dil onder/oel< gebruilcte zeugen en hun na-
komelingen behoorden lot het Europese landvar-
kensras. Zij «aten gehuisvest bij het Centraal Dier-
geneeskundig Instituut te Rotterdam.
V an II zeugen vverden 16 tomen biggen bestudeerd,
met in totaal 1X2 biggen.

2.2 Immunisalieprocedure

De zeugen werden elk op ca. 8.5 en2 weken praepar-
tum geïmmuniseerd met runder IgCi,. \\ an \\ijl \\an
deze zeugen uerden 2 opeenvolgende tomen bestu-
deerd. Het runder Igti, werd geïsoleerd v olgens een
eeider beschreven methodiek (I).
Bij immunisatie werd in dc linkeren rechter bilspier
2 ml geïnjiceerd waarin steeds 2.5 mg runder IgCi,
was opgenomen.

Bij de eerste immunisatie was het IgCi, opgenomen
in een water-olie-emulsie met compleet Ereundsad-
juvant. Voor de tweede immunisatie werd het IgCl,
gekoppeld aan Alhydrogel® (Superfos E.xport
Company Copenhagen. Denemarken). Bij dederde

-ocr page 211-

imiminisalic was hel lg(i: opgcnonu-ii in con O.XV ,
\\aC\'l-iipl(issing /(inclei loc\\oegingcn. Hi| /cugon
uaaiAan
2 lonu-n werden hesUideerd. werd de ge-
hele i
111 imin isa lie proeed lire 1 ijdens de \\ olgende gra-
\\idileil herhaald.

2 Oraal ij/er|)reparaal

l er hesiiidering \\an de iin loed \\an een oraal loege-
ilieiid preparaal op de o\\erdrachl \\an nialernale
anliliehamen bij de big werd gebruik gemaaki \\an
een oraal ij/erpreparaal . dal gebruikt wordt \\oor
ile propinlaelisehe behandeling \\an anaemie. l\'it
de gegevens, die door de labrikant ter besehikking
werden gesteld, blijkt dat het preparaat ea. lü\' j ij/er
en 1.1 tot 19\', de.Mianen be\\al. die in moleculair
gewicht variëren van ca. 2.000^.500.
\\an de hcllt \\an elke toom biggen (l e-groep) w crd.
gemiddeld 2.5 uur na dc geboorte, oraal 2 ml \\an
hel ij/erpreparaal toegediend. \\ er\\olgens werden
alle biggen \\an de toom tegelijkertijd \\oordc eerste
maal bij de /eug tocgelalen. teneinde een mogelijke
iinlocd \\an die toediening /o duidelijk mogelijk te
doen uilkomen. Dit in tegenstelling tol het ge-
hruiksN oorschriH. dat suggereert het ij/erpieparaat
loc te dienen nadat dc biggen bij de /eug /ijn toege-
laten (tussen hel 2e cn 12e uur na de geboorte).
I ijdens het \\erderc proclxcrloop ble\\en\'de biggen
bij de /cui;.

24 Uloedafniime

l il dc I luii/ aiiicnor werd 4.S-72 uur post
panuiii bloed argenomen cn wel \\an alle biggen \\an
de/cllde toom ilirect na elkaar. Het scrum dat hier-
uit werd bereid, werd bewaard bij 20 C\' tol het
tijdstip \\an onder/ock.

.1. I<1S(I.I.\\1I\\

ln tabel 1 isvanelk \\ ande 16 bestudeerde
tomen de hoc\\eelheid specifieke antili-
chamen tegen rundcr IgCi, in de sera \\ an
biggen in de be-groep \\ermeld. De/c hoe-
veelheid is weergegeven als percentage
V an dc gemiddelde vv aarde v an de contro-
legroep, gesteld op 100, van de/elfde
toom.

l evens is in tabel 1 vermeld of de geab-
sorbeerde hoeveelheid specifieke antili-
chamen in de sera van de biggen van de
Fe-groep, significant alvvijkt van die van
dc controlegroep ( Wilco.xontoets). F\'it de
tabel blijkt, dat bij 6 v an de 16 tomen de
gemiddelde hoeveelheden geabsorbeerde
antilichamen bij dc biggen in de Fe-groep
significant lager /ijn dan bij dc biggen in
dc controlegroep. Bij toom 184-1 blijkt
door de Fe-groep ca. 75% minder speci-
fieke antilichamen te worden opgeno-
men. bij toom 184-2 is het verschil tussen
beide giocpen niet significant. In geen
enkel geval was de hoeveelheid specifieke
antilichamen in de f-e-groep significant
hoger dan in de controlegroep, (icmid-
dcld bleek de opname v an specifieke aiui-
lichamcn door biggen in dc Fc-groep 18\' (\'
minder dan door biggen in dc controle-
groep.

De hoc\\eelheid spc
legen rundcr Igti,.
bccrd uit het cojoslr
4S-72 iiui oude bigg\'
keerde ladiale imiiiunodillusic( k I D). De KlD.iga-
losc platen werden gegoten /oalscciilci beschrc\\en
I I ). met c^-é-n niodilicalic. in plaats \\an anlilich.inicn
«crd aan 20 ml gel 0.05 mg rundcr lg(. Mocgev oegd.
H|| de/e uii\\ocring\\an de RID ontstaan rondom dc
gaatjes, waarin biggensera mcl aniilich.imcn legen
iuiulcr Igd, woidcn geïnjecteerd, kringen. lIct op-
pervlak van dc7c kringen is een maat voor de hoe-
\\eelheid spccilicke antilichamen in ile betrelicndc

KHantificerin}; specifieke antilichamei

.•kc antihcha
leiiomcii mcl en gi
en aanwe/ig in de sc
lerd bepaald met dc

.■richt
bsor-
a \\an
Ige

■n.

1111

vis

standaarde

•n werden 4 \\ei

■diinningeii g

ebriiikt

\\ an

een scrum

alkomstig \\an

ecn konim\'c

lat met

der IgCi, wi

IS ücïmmunisce

rd.

Alk

; biggenseri

1 werden m diip

lo gelest en d

e picci-

pita

neringen g.

:metcn (\\ergrot

mg 2()\\). \\k

•1 de /o

linden waai

rden werden de

kringoppcrv

lakken

bep

aald en met

behulp \\an dc

standaarden

de rela-

tie\\

c hoe\\eclhi

■ld cncrgediag.

.Ml maternale

anlih-

cha

men bereke

nd.

DISC I SSII

Fit dit ondcr/ock blijkt, dat door het
direct na de geboorte en enkele minuten
V oor dc eerste colostrtim-opname toedie-
nen van het orale preparaat, de over-
dracht v an maternale antilichamen tegen
rundci IgCi, negatie! beïnvloed worill bij
}7\'i van de bestudeerde tomen. .Aange-
/icn niet verwacht wordt, dat antilicha-
men legen rundcr IgCi, cn dc overige in
colostrum aanwe/ige antilichamen
kwantitatief verschillend /uilen worden
geabsorbeerd, ligt de conclusie voor de
hand dal dc toediening van het preparaat
bij dc/e tomen dc absorptie van alle anti-
lichamen heelt belemmerd.
Welke component(en) in hel geappli-
cccrde preparaat tol een verminderde op-
name van antilichamen heeft (hebben)
geleid, is nicl bekend. De toegediende

an het produkt kan bij dc auteurs worden opgevraagd.

-ocr page 212-

gewichtshocvcelheid dextranen noch het
aantal toegediende dextraanmoleculen
benadert de waarden die door I-ecce(2)
worden aangegeven als blokkade induce-
rend. Derhalve is het onwaarschijnlijk,
dat (uitsluitend) dextranen. als suiker
en ol moleculen, in het toegediende ge-
neesmiddel voorde verminderde opname
VC ra n t w oordel i j k / ij n.
De invloed van de toediening van hct
preparaat komt niet in alle tomen tot
uitdrukking. De gevonden verschillen lij-
ken niet afhankelijk van het moederdier:
Bij ?i van de /eugen. welke tweemaal in

Tabel I. De gemiddelde boeveelheid overgedragen antilichamen tegen runder IgCi, aangetoond in sera
van biggen die voor colostrumopname een oraal ijzerpreparaat kregen toegediend (Fe-groep). weer-
gegeven als van de hoeveelheid soortgelijke antilichamen in controlebiggen van dezell\'de toom, die
geen oraal ijzerpreparaat kregen toegediend.

Nr. zeug

Aantal biggen
/toom

Fe-groep in %

t.o.v. de
controlegroep

Significantie

958

8

56

> 97,5^

1322

7

89

n.s.*

1 19

12

57

> 99%

167

10

90

n.s.

98

12

76

> 97,5^

516

13

10^

n.s.

955-1\'\'

1 1

91

n.s.

955-2\'\'

1 1

82

n.s .

18U-1

1 1

< 27

> og^

1814-2

13

q8

n.s.

518-1

10

83

n.s.

518-2

12

81

> 9^%

519-1

10

66

> 97,5^

519-2

1 1

106

n.s.

521-1

12

101

n.s.

521-2

9

108

n.s.

X nr. zeug gevolgd door I ol 2 — resultaten verkregen met 2 opeenvolgende tomen biggen van dezelfde zeug.
• n.s. = niet significant (significant = > 95%).

Dc hoeveelheid overgedragen antilichamcn tegen runder IgCi, in dc controlegroep (derde kolom) werd
arbitrair gesteld op 100. In de laatste kolom is weergegeven of en zo ja in welke mate het verschil in
overgedragen antilichamcn tussen Fe- en controlegroep significant is.

-ocr page 213-

het Diideivoek werden betrokken blijken
de hoe\\eclheden overgedragen maternale
antilichamen \\an de Fe-groep bij de ene
toom wel en bij de andere toom niet signi-
ficant te verschillen \\an die \\an de con-
trolegroep. Bij dc o\\erigc tvseemaal \\ oor
dit ondcr/oek gebruikte/eugen bleken dc
\\ erschillen tussen de/e hoeveelheden niet
significant.

Tijdens de uitvoering van het hier be-
schreven onderzoek publiceerdeThoren-
I oiling (7) resultaten \\an een soortgelijk,
onder/ock naar de in\\ loed \\an de appli-
catie \\an een ander oraal geneesmiddel.
De/e auteur meent te mogen conclude-
ren. dat het door haar bestudeerde ijzer-
preparaat geen in\\ loed had op dc o\\er-
dracht \\an de maternale antilichamen
naar dc big. Zij bepaalde echter dc totale
hoe\\eelheid o\\ergcdragcn lg(i.
\\\'olgcns onze op\\attingen (I). sluit het
ontbreken \\an geschikte specifieke anti-
sera tegen immunoglobuline klassen dan
\\\\cl subklassen ccn betrouw bare bepaling
\\an lg(i in \\ arkcnssera echter uit. Bo\\en-
dien werd aan de biggen slechts ml
varkenscolostrum toegediend, terwijl
l.ecce en Morgan aaiUoonden. dal
biggen na opname \\an .\'^OO ml colostrum
iu)g steeds in staat waren macromolecu-
len te absorberen. DcrhaKc zou ook. in-
dien een correcte bepaling \\an de hoe-
\\eclhcid oNcrgcdragen lg(l mogelijk was.
de nnlocd \\an een oraal geneesmiddel
moeilijk aan tc tonen zijn.

Immers, wanneer slechts ca. 10% van de
hocNcelheid antilichamen wordt aange-
boden. die onder normale omstandighe-
den kan worden opgenomen, zal deze
hoe\\eelheid in het bloed terecht kunnen
komen, ongeacht een mogelijke te-
ruggang in opnamecapaciteit \\an b.\\.
18\', (dit onderzoek).

Zoals \\crmeld. werd het orale preparaat,
in afwijking \\an het \\oorschrift \\an dc
labrikant. aangeboden aKorens de big-
gen bij de zeug te laten. De keuze van het
gebruikte preparaat was minder belang-
rijk en een uitspraak o\\er enige positieve
of negatiev e in\\ loed \\ an de applicatie \\ an
het preparaat \\olgcns gebruiks\\ oor-
schrift. \\alt dan ook buiten het kader \\an
dit onderzoek.

foch blijkt dit willekeurig gekozen pro-
dukt. bij applicatie kort na de geboorte
door nog onopgehelderde oorzaken dc
overdracht \\an maternale antilichamen
soms negatief tc beïnv loeden. DerhaKe
lijkt de conclusie gerechtvaardigd, dat
voorzichtigheid is geboden, ook bij de
applicatie v an andere orale geneesmidde-
len aan v arkens direct na de geboorte. Dc
V raag of men deze terughoudendheid ook
/al moeten betrachten bij applicatie na
opname door biggen v an een ticel van het
colostrum, zal eerst dooi" onderzoek per
produkt bcanlwoord kunnen worden.

1 ITF.RATUUR

Bokhoiit. B. .A.: nivergent results in radial imnuinodiHusion with
properties with respect to individual immunoglobulin subclasses I.
Mdh.. 7. IH7. (1975).

I.ccce, .1. (i.: Glucose milliequivalents eaten by the neonatal pig and
ot large molecules (closure). ./.
Smrihun. 90. 240. (1966).
l.ecce, .1.0. and Morgan. D.O.: Elïect of dietary regimen on cessation ol intestinal absorption ol large
molecules (closure) in the neonatal pig and lamb. ./.
Siiiriiion. 7H. .\'6.^, (1962).
l.ecce. .1. G.. Morgan. 1). ().. and Matrone, G.: EITect ol leeding colostral and milk components on the
cessation of intestinal absorption of large molecules (closure) in neonatal pigs, ,/,
Sidrinon. X4.
4.1 (1964).

Payne. E, C, and Marsh, C, 1,,: .Absorption of gamma globulin bv the small intestine. /Vc /\'rac.. 21,
909. (1962).

Patt ,lr,, ,1, A,: Factors effecting the duration ol intestinal permeabilitv to macromolccules in newborn
animals.
Biol. Rev.. 52, 411. (1977).

Fhoren-I oiling, K.: Ehe influence of oral administered iron compounds on the intestinal absorption
of imrnunoglobulin-G in newborn piglets.
.Xord I c/. .Met/.. 21.544. (1975)

misera dillerrmg in precipitation
l he antigen lactors. ./.
Imnuinal.

cessation ol intestinal absorptitin

-ocr page 214-

De hondeteek Rhipicephalus sanguineus
Latreille 1806 in Nederland, een analyse van
de tot nu toe bekende \'importgevallen\' en
het veterinaire en medische belang

The Brow n Dog Tick Rhipicephalus sanguineus iMtreille 1806in
ihe Netherlands, an Analysis of Imported Cases, Including
their Veterinary and Medical Significance

A. F. M. Garben\'*. B. T. Bosman- en .1. E. M. H. van Bronswijk\'

SAMENVAT! ING

De laatste 5 jaar zijn 18 gevallen van het optreden van Rhipicephalus sanguineus
in Nederland gesignaleerd, waarvan 6 gevallen in de eerste 7 maanden van 1979.
In 4 gevallen hleek de hron zich in ons land te hevinden. .Meerdere iniportgevallen
van babesiosis hij de hond werden gerapporteerd. Sonunige gevallen zouden met
R. sanguineus gecorreleerd kunnen zijn geweest. Deze teek handhaaft zich in
Nederlandse woningen en met de vorming van re.servoirs voorfi\'evre boutonneuse
en honden babesiosis moet rekening worden gelu)uden. In het artikel wordt
ingegaan op bestrijding (in huis) en therapie.

SUMMARY

Eighteen cases of infestation with Rhipicephalus sanguineus were reported during
the past five years. (Jfthe cases, si.x were observed during the first seven months of
1979. Of all infestations, four originated from sources within the territory (f the
Netherlands. Several cases of infestation\'with canine babesiosis were reported.
There could have been a relationship between some of these cases and infestation
with
R. sanguineus. Populations of this tick can survive and develop in Dutch
homes. Forming reservoirs of boutonneuse fever and canine babesiosis would
appear to be possible.

\' Eaboratoriiim voor Minibiologic. Insliliuii voor Dermatologie, .Academiscb Ziekenbiiis. Catharijne-
singel 101. l\'trecht.

- .Mdeling Bestrijding van Ongedierte. Ministerie van X olksge/.ondheid en Milieuhygiëne, l\'ostbus .150.

6700 A,I Wageningen.
* Met subsidie (nr. 2K-.198) van het Praeventiefonds, E rankenstraat .1. "s-Gravenhage.

-ocr page 215-

INI ! Il)l\\(,

Rhipiccphulus sanguineus is oorspronke-
lijk een \'oude wereld teek\'.
I^e introductie in de \'nieuvve wereld\' was
het gevolg van verplaatsingen van de ge-
dotnesticeerde hond. Voor
R. sanguineus
kunnen \\ele soorten dieren fungeren als
gastheer, maar de meest geliefde gastheer
voor alle stadia is de huishond, fcgen-
woordig kan men de/e teek buitenshuis
overal aantreffen tussen 50° N.B. en .^5°
Z.B.. dus in .Australië. Azië. Afrika. Zuid
Europa. Midden .Amerika en delen van
Noord en Zuid Amerika (.3. 15). Het lijkt
waarschijnlijk dat wij te doen hebben met
een soortengroep (.38).

De laatste jaren wordt deze teek in onze
gematigde streken binnenshuis waarge-
nomen (1. 5. 19. 21. 22. 50. 57) en zijn ook
de veterinaire en medische consequenties
van deze fauna-uitbreiding duidelijker
geworden (2. 4. 16. 20. 21. 27. 32. 36. 59).
Een aantal Nederlandse importgevallcn
zijn eerder gepubliceerd (7. 9. 30, 31. 32,
33. 43).

In tropen en subtropen is R. sanguineus
zéér algemeen. In Ivoorkust bijv. is 80-
lOO^f van de honden vergezeld van deze
tekesoort (1). .Alle stadia kunnen op de-
zelfde gastheer worden aangetroficn bijv.
op vee of kleine huisdieren (vooral dc
hond), v ogels of knaagdieren (1. 13). De
duur van de Icvcnscvclus is afhankelijk
van de tcmpcratuiu" cn relatieve lucht-
vochtigheid. Onder optimale omstandig-
heden (28° C cn 90\', relatieve luchtvoch-
tigheid) ontwikkelen zich per jaar4 gene-
raties (39, 45).

In de tropen cn subtropen is deze teek een
vector van vele pathogene micro-organis-
men van dier en mens (tabel 1). De ziek-
tebeelden die bij dc gevoelige gastheren
ontstaan variëren van acuut met hoge
mortaliteit (bijv. babesiosis en ehrlichi-
osis bij volwassen niet eerder besmette
honden en Rockv Mountain spotted
fever bij dc mens) tot chronisch met
slechts een lichte verslechtering van de
algehele toestand (bijv. hepatozoonosis
bij de hond en Q-koorts bij mens en vee).

Het doel van dit artikel is:

het vóórkomen van deze teek in Ne-
derland uitgebreid te documenteren,
de vraag te beantwoorden of er ge-
vaar beslaat v oor regelmatige import
van voor dier en mens infectieuze
micro-organismen,
na te gaan of deze teek zich in Neder-
land blijvend kan vestigen en er een
reservoir gevormd kan worden van
bepaalde pathogene micro-organis-
men.

VONDSrr.N l\\ NFDl RI.AM)

De vondsten zijn verspreid over geheel
Nederland en zijn blijkbaar onafhanke-
lijk v an de verschillen in macroklimaat in
ons land (tabel 2). De duur van de aanwe-
zigheid in de woning varieerde v an enkele
maanden tot meer dan 3 jaar. In de
meeste gevallen kon met v rij grote zeker-
heid de bron v an de teken worden achter-
haald.

In 13 van dc 23 gevallen was de hond
meegenomen met vakantie naar. of af-
komstig uit het buitenland (in 8 gevallen
uit Zuid Europa).

1 n 4 gev allen waren dc teken in eigen land
opgelopen, zoals in een hondenpension
in het zuiden des lands. In bijna alle zelf
onderzochte gevallen werden alle stadia
van de teek gevonden, onder meer hoog
tegen dc muren en dc plafonds; in al deze
huizen was centrale verwarming aanwe-
zig. Er waren zowel nieuwbouw als ou-
dere woningen onder.
Vijf importgevallcn van babesiosis bij de
hond in Nederland zijn eerder gepubli-
ceerd (36. 42. 53). \'I egcnwoordig komen
er ieder jaar blijkbaar vele gevallen van
deze ziekte v oor. De Vakgroep
\'f ropische
Diergeneeskunde en I\'rotozoólogic (Fa-
culteit der Diergeneeskunde, ftrecht)
ontvangt regelmatig positieve blocduit-
strijkjes. veelal van honden die met va-
kantiegangers in Zuid-Frankrijk zijn ge-
weest (speciaal dc Dordognc) (51. 59).
Sonunige van deze gevallen zouden met
een infestatic v an
R. sanguineus gccorrc-
leerd kunnen zijn geweest.

-ocr page 216-

Tabel 1. Pathogene micro-organismen die kunnen worden overgebracht op kleine huisdieren, vee en de
mens door teken van de
Rhipicephatus sanguineus groep.

micro-

gevoelige

naam

geografische distributie

referentie

organisme

gastheren

van de /.iekte

Nematoda

Dipetalonema reeondiiuni

hond

filariasis

Noord-en Zuid Amerika. Zuid Europa.
Oost Afrika. Australië en Nieuw Zeeland

1.1. 15

n. grassi

hond

fila riasis

Zuid Europa. Oost Afrika

1.1. 15

Proto/oa

llai\'esia canis 1

honden babesiosis 1

B. gihsuni /
B. vogeU \'

hond

of bcsmelleliike /

Iropen en

15. IK. 25. -16

geel/ucht

Subtropen

40. 59

B. caha/l,

paard

paarden babesiosis

Oriekenland en Europese deel
van de U.S.S.R.

.1. 1.1. 40. 41

B. equi

paard

paarden babesiosis

Centraal A/ié. Noord Afrika

3. 1.1. 40. 41

B. irauinianni

varken

varkens babesiosis

Italic. U.S.S.R.. Eanzania

.1. 40, 41

Anaplasnia spp.

vee

anaplasmosis

Duitsland. Zuid Europa. Afrika
Australië. V.S.

.1, 1-1,40

flepalozoon canis

hond. kat

hepatozoonosis

Zuid Europa. Afrika. Azië

15

Rickettsia

Rickeusia conuri

hond. mens

fièvre boutonneuse
Indian tick typhus

l.anden rond de Middellandse Zee. Afrika.
Zuid-Oost A/.ic, India

-1. 10. 15. 25.
48

R. riekensi

mens

Rocky MounUiin
spotted fever

Noord-. M idden-en Zuid-Amerika

15. 25. 48

R. rhi/>icephali

hond

V.S.

2-1

R. siherica

mens

Siberian tick typhus

Aziatische deel van de U.S.S.R.

15, 48

Ihrlichia canis

hond

ehrlichiosis

Zuid Frankrijk. Noord- en M idden
Amerika. Afrika. India. Syrië

-1, 15, 25. 40

Coxiella hurneii

mens, geil,
rund. schaap

Q-koorts

Europa. Midden Oosten. Afrika.
Noord Amerika, Australië

-1. 25. 40

Bacteria

Borrelia theilen

geil. rund.
schaap, paard

spirochaetosis

Afrika, Zuid Amerika

1-1. 40

/ rancisella tularensis

mens. schaap

tularemic

Eurazié, Noord Amerika

2. -1. 15

Sahnonella enteriditis

hond

\'paratyphus\'

Afrika

1.1. 15

Haemohartonella canis

hond

haemobartonellosis

Furopa, India, Noord-cn Zuid Amerika,
■Australië

46

Virussen

CCHF-virus

mens. vee. kleine
huisdieren

Crimean-Congo
Haemorrhagic fever

Oekraïne, Bulgarije, \'Eurkmenic

.1. 25

Myxomatose virus

konijn

myxomatose

Noord Afrika

6

Wad Medani virus

? geit

7

Soedan

17. 25

vD

-ocr page 217-

LEEFWIJZE VAN RHIPICEPHALUS
SANGUINEUS IN HUIS

De enige gastheer in Nederland waarop
de teek
R. sanguineus parasiterend is
aangetroffen, is de hond. De gehele le-
\\enscyclus (ei-larf-nimf-adult) kan zich
blijkbaar afspelen met de hond als enige
gastheer (tabel 2). Toch moeten wij niet
bij voorbaat andere dieren uitsluiten. Zo
zijn kat. konijn en kip bekend als gast-
heer. \\ooral voor de onvolwassen stadia
(1). Volgens Hoogstraal (15) kan
R. san-
guineus
binnenshuis van \\rijwel ieder
warmbloedig organisme een bloedmaal-
tijd nemen.

Elk stadium \\an R. sanguineus zoekt
\\ oor zijn bloed maaltijd opnieuw de gast-
heer en vervelt vrij in de woning (fig. 1).
Dat de \\ervellingen hier te lande binnens-
huis goed \\erlopen blijkt uit de vondsten
\\an alle stadia en de lege vervellingshuid-
jes op de muren en plafonds van de \\an
teken \\oorziene woningen.
De gemiddelde temperatuur kan boven
in de kamer ongeveer 5 graden hoger zijn
dan op de vloer (54). Het microklimaat is
aldaar gunstiger voor de ontwikkeling
van de teek.
In vivo wordt R. sanguineus
beschreven als een \'grottenteek\'. Volge-
zogen stadia zijn geonegatief en worden
in spleten cn gaten gevonden tot 5 meter
boven de grond

Enkele \\olgczogen vrouwelijke teken
\\erzamcld in dc gemeente Son en Hreugel
legden na twee weken enkele duizenden
eieren die na ± dagen uitkwamen (24°
C\' en M)\'"( relatieve luchtvochtigheid).
I ot mipositie kv\\amen ook twee volge-
zogen vrouwtjes bij 27° C cn een onbe-
kende lucht\\ochtigheid. \\erzameld in
Dordrecht in 1961 (30).
f en aantal \\ olgezogen lar\\en en nimfen
verzameld in een huis te Ochten (gemeen-
te Echteld), ontwikkelden zich tot het
\\ olgende stadium in resp. 20 en 25 dagen
bij 23° C en een relatieve lucht\\ochtig-
heid van 60% (fig. 2).
Vele onderzoekers (20. 39. 45) hebben
in
vitro
de temperatuurs- en vochtigheids-
zin van deze teek onderzocht. Hct tempc-
ratuurbereik van een geslaagde levenscy-
clus loopt \\ an 20° C tot 30° C. Hogere en
lagere temperaturen ( 5° C tot 40° C)
worden wel enige tijd overleefd, maar de
teek is niet in staat zich te voeden, te
\\ervellen of eieren te leggen. Verschillen
in relatieve vochtigheid (van I59( tot
90%) beïnvloeden de ontwikkeling slechts
in geringe mate.

Het Nederlandse klimaat geeft (net als
het Duitse (20)) weinig perspectief aan de
teek
R. sanguitwus om zich buitenshuis
blijvend te handhaven. Echter in ons bin-
nenhuisklimaat is een temperatuur van
18-23° C op 1.5 tot 2,0 m. hoogte het
gehele jaar door normaal (54). Het lijkt
dan ook terdege geschikt voor de ontwik-
keling van
R. sanguineus en biedt goede
mogelijkheden \\\'oor het zich permanent
\\estigen van deze teek.

BABESIOSIS BIJ DE HOND

Vijf importgevallen van babesiosis bij de
hond in Nederland zijn mm ot meer gede-
tailleerd beschreven. Ecn hond uit Indo-
nesië met een chronische infectie werd in
1952 gezien (42). In 1963 en 1964 kwamen
twee acute gevallen voor (waarvan één
met dodelijke alloop). Het betroffen hon-
den die meegenomen waren met vakantie
naar de Dordogne in Frankrijk (53). In
mei en juni 1970 werden twee honden
gezien die de infectie in Zuid Erankrijk
op vakantie hadden opgelopen (36). In
het Indonesische ge\\al zijn geen teken
gevonden, ln een \\ an de Dordogne geval-
len zijn vele teken op de hond aangetrof-
fen maar niet gedetermineerd. Bij dc twee
Zuidfranse gevallen staat niets o\\ er teken
\\crmeld.

De klinische symptomen \\an babesiosis
bij dc hond zijn laatstelijk beschreven
door Zwart (59) en bestaan uit koorts,
vermagering, anemie, hemoglobinemie,
hemoglobinurie en icterus. De diagnose
kan gesteld worden door het aantonen
van de protozoa in de erytrocyten van de
gastheer (16. 36. 53. 59). Wat de therapie
betreft zijneen aantal chemotherapeutica
in de handel (tabel 3). Echter alleen Bere-
nil® (Hoechst) en Acaprin® (Bayer) zijn
op de Nederlandse markt verkrijgbaar
(59). De dosering is belangrijk in verband
met het in stand houden \\\'an de parasiet
bij het herstelde dier.

-ocr page 218-

Lagere doseringen (bijv. Beretiil" 2.5-3.5
mg i<g) geven ccn therapeutische gene-
zing, maar tevens een ontwikkeling van
een premuniteit (de hotid blijft drager).
Hogeredoseringen(10-12. mg kgjdoden
alle proto/oa in het lichaatn van dc gast-
heer, maar geven geen ontw ikkeling van
premuniteit (.16).

Import van met Bahesia besmette hon-
deti of teken is mogelijk uit dc gehele
tropen en subtropen (tabel I). Detiatuur-
lijke vectoren van
Bahesia bij de hond
zijn tekensoorten behorende tot de ge-
nera
Rhipicephaliis. Dennacenior. Hya-
lomma
en Haemaphysaiis (40. 41).

Tabel 2. Over/icht van de vondsten van Rhipiccphakus sanguineus in Nederland in chronologische
volgorde van het rapporteren van de tekenoverlast.

datii ni

gemeente

aard \\an

duur \\an dc

aantal en soort

de \\ondst

teken-beu oning

\\an ilc stiidia

01 -09-

-1961

Dordrecht

in luiis

92, SS ninilen

1964

•Xmcrsloort

in huis

1970

Rotterdam

op hond

1 9

•)

Het Bildt

op hond

1 2

lO-OS-

-1972

Weert

op hond. schapen-

naiaar 1971 tot

wollen tapijt

aug. 1972

22-10-

■1975

Rcnkum

in huis. op honden

/omer 1975 tot

.1 29 cn 2 SS

okt. 1976

I97.S

Dordrecht

op di\\ersc hiniden uit

40 $2- SS c-n 4 nimlcr

dierenartsenpraktijk

O.VO.S-

1976

op bond

OX-IO-

1976

.\\nisterdam

in huis. op hond en

enkele maanden

tientallen nimlen en

mens

enkele \\oKvasscnen

1 ()-()!-

1977

Ichteld

in huis, op hond

meer dan .1 laar

tientallen teken \\an

alle stadia

28-06-1977

Rotterdam

in huis, op hond

cnigc maanden

enkele \\ol\\vasscnen

18-11-

-1977

/.eist

in huis, op honden

meer dan 1 jaar

tientallen teken \\an

alle stadia

1977

Soest

in huis, op hond

.1 4 jaar

tientallen teken \\an

alle stadia

21-04-

■1978

Rotterdam

in huis, op hond

meer dan 2 jaar

enkele \\oh\\asscncn

17-07-

-1978

.■\\rn hem

in huis, op hond

1 2 jaar

tientallen teken \\an

alle stadia

07-08-

-1978

s- Cira\\enhage

in huis

6 \\olwasscncn

0 1 -09-

1978

Velsen

in huis, op hond

i)ngc\\ccr 1 maand

enkele nimicn cn \\ olu.

.10-0.1-

1979

Son cn lireugcl

in huis, op hond

2 .1 jaar

tientallen teken \\an

alle slatlia

1(M).1-

1979

St. Michielsgestel

in hondcnpcnsit>n

1 2, 1 nimlehuidje

.10-0.1-

1979

Helden

in huis, op hond

2 .Ijaar

tientallen 22- SS- nimlen

25-06-

1979

"s-(lra\\cnhagc

in huis, t>p hond

meer tian 2 iaai

tientallen leken \\an

alle stadia

01-0"-

1979

V tiorschoicn

in huis, op hond

onge\\ecr .1 jaar

enkele volwassenen cn

nimlc-huidje

20-0^-

-1979

Rottcrilam

op hond

ongc\\ccr 2 laar

1 9

De belangrijkste vectoren zijn echter
Rhipiceplialiis cn Dennacenior (41).
soorten die in Zuid Europa inhectris zijn.
In Zuid Europa lijkt echter alleen
D. rcii-
ciilaiiis
een rol te spelen bij de transmissie
van
Bahesia bij de hond. terwijl in de
tropen
R. sangnineus een belangrijke
vector is (59). N\'erder onderzoek lijkt
noodzakelijk vooral in verband met het
opdelen van de
R. sanguineus groep in
verschillende taxa (zie boven).
D. reiicii-
laius
is in Nederland buiten nooit aange-
troffen. maar wel m België (9). Op hon-
den van vakantiegangers wordt zij ook in
Nederland wel eens uezien (51).

-ocr page 219-

Iicrkdiiisl \\an dc
ickcnpopuhilic

\\ ,S.

Iialic
Marokkt)

Caucasus 1\'olcn

Irankriik
/uid 1 rankrijk

Curasao
I rankrijk

Ochtcn l/ic bo\\cn)
Italic

uaarschijnlijk \\ia dc

Middellandse /ee gebied
liiindenpension in St.
Michielsgestel (/le onder)

C iirasao. ang. |y7S
irapporta.il \\an de Dat

/uid I rankrijk

l\'ortuüal
\\cidcli;int; \\an dc teken

Honden en luns door be\\\\<Miers
hehantlekl niet propo.xur
antiparasitaire behandeling \\an
de honden

huis behandeld met dia/inon door

ongediertcbestrijdingsdienst

huis behandeld met propo.xur door

ongediertebestrijditigstlienst

huis behandeld met dia/inon door

ongediertebestrijdingsdienst

huis behandeld met propo.xur door

ongetliertcbestri jtlingsdienst

huis behandeld met dia/inon door

ongediertcbestrijdingsdienst

huis behandeld met chloorpyrifos door

ongediertebestrjjdingsdienst

huis behandeld met dia/inon door

t)ngediertebestrijdingstiienst

hondemand door eigenaar behandeld

huis behandeld met ehloorp\\rilos door

ongediertebesl ri jtl ingstlicnst

pension door eigenaar /ell behandeld

bewoners /agen geen heil in behandeling

huis behandeld met dia/inon door

ongediertehesirjidinusdienst

geen
relerentie

9, M)
9. .11
9. .12
9. .12
9. 41

eigen onder/oek. 9

eigen onder/oek. 9

Jansen, pers. meded.. (.14)
eigen tinder/tiek. 9

eigen oiuler/oek. 9

eigen onder/oek. 9

eigen onder/oek. 9

eigen ondcr/oek. 9

eigen onder/oek. 9

eigen onder/oek. 9

eigen onder/oek, 9

eigen onder/oek
eigen onder/oek

eigen ondcr/oek
eigen onder/ock
eigen t)iKler/oek

eigen ondcr/oek

C\'remers, pers, meded.. (11)

Wanneer /ich in gebouwen populaties
\\an dc teek
R. sanguineus hebben ont-
v\\ikkeld. \\ormt dc import \\an premunc
gastheren (/ie bo\\cn) met
Ba/wsia ccn
nieuw gc\\aar. Dc/e klinisch ge/ondedie-
rcn /ijn dragers \\an de blocdparasict ge-
bleven na ccn infectie in hun jeugd. Zou
ccn dergelijke hond in ccn door
R. san-
guineus
bewoond hondenpension be-
landen. dan is ccn c.xplosie \\ an babesiosis
geen onmogelijkheid.
Humane babesiosis staat de laatste tijd
ook in de belangstelling. Van dc in tabel I
\\crmeldc
Babesia soorten /ou alleen B.
equi
een rol hebben kunnen spelen bij een
humane infectie (18).

\\ I KDI R \\ I I I RIN \\ IK I \\
Ml niS( II BI I ANC.

Uit eigen onder/ock is niet gebleken dat
de mens gestoken werd door
R. sangui-
neus.
Wel /ijn door bewoners \\an ge-
infesteerde hui/en regelmatig teken op
kleding cn huid waargenomen cn nu)cten
wc aannemen dat in het .Amsterdamse
geval \\an 1976 (tabel 2) waarschijnlijk
mensen gestoken /ijn, f!it dc V,S,. .Afrika
cn i:uropa(o,a, Duitsland)/ijn wel geval-
len \\ an humaan parasitisme bekend (I,
1.^. 19), [xMi
R. sanguineus steek bij de
hond kan resulteren in \'tick paraKsis\'
(40), Dit is in Nederland voor /o\\er be-
kend nog nooit waargenomen.

-ocr page 220-

VD
OC

volgezogen teken
zijn geonegatief
en vervellen
vrij in huis

Hg. I. Alle stadia \\an Rhipiccphcilus sunguincus parasiteren in huis op de hond. Volgezogen \\ rouwelijke
teken leggen enkele duizenden eieren (tekening H. Vos).

-ocr page 221-

l ig. 2. De vervciliiig van niml lot mannetje hij Rhipneplniliis saiigiiiiwiis onder laboraloriiim-
omslandigheden (loto A. II. \\an Veenl. (vervolg lig. 2 /ie pag. 200)

-ocr page 222-

Van de in tabel 1 genoemde ziekten is
onlangs anaplasmosis in Nederland bij
schapen gediagnosticeerd (52). De vector
was echter niet
Rhipicephalus.
In de aan Noord-Brabant grenzende Bel-
gische provincie .Antwerpen is uit fijnge-
malen teken
Rickettsia conori gtisoX&e^rd.
De teken werden gedetermineerd als
zijnde de gewone inlandse soort
/.xoc/cs
riciiuis
(29), Camicas (10) veronderstelt,
dat het huisreservoir \\an
Rickettsia ci>-
iiori
in Europa in stand wordt gehouden
door
R. sanguineus doch dat bet regelma-
tig gevoed wordt vanuit het natuurlijke
rescrviiir binnen de knaagdicreiipopula-
tie door /)(77;/rt<(7;/()/\'-tcken.
I.xodes-
soorten zouden voor de reservoir-vor-
ming \\an gering belang zijn. Daar in
Nederland en Noord-Bclgië
Dermacentor
niet tot de inlandse teken behoort (9) is
het gevaar \\ an reserv oir-\\ orming binnen
onze inlandse fauna vermoedelijk niet
aanwezig.

Honden zijn vaak latent geïnfecteerd met
de pathogene rickcttsie
Rickettsia conori
en kimncn dan wel een reservoir vormen
van dit micro-organisme(56). Besmetting
geschiedt meestal door dc beet van een
geïnfecteerde teek, echter hct bloed van
ecn besmette teek of hond is ook infec-
tieus
(?i). R. conori kan in ccn teek (bijv.
R. sanguincus) overlev en zolang de tcm-
peratiuir niet beneden dc 15° C daalt
(28), zodat on/e verwarmde huizen over
hct algemeen voor dc rickcttsie geschikt
zijn. In hct .Amsterdamse
R. sanguincus
geval in 1976 (tabel 2) was de aanwezig-

label .V CK-nccsniiiUlcien ic.ul-h babesiosis bij de hond (.16, .SI.

geneesmiddel

dosering

Fhenamidinc diisethionaat 1,5 mg kg

(Pirvédine van Special

Pentamidine (l.omidine \\an Special 4 mg kg
l)imina/cnc aceturaat (Berenil*) 2..S-,1..S mg kg
Qiiinuroninm siillaal (Acaprin") 0.05 ml, kg (van 0.5% opl.)

.V.1\'-bis-(2-imida/olin-2-yl) - 2.4 mg kg

uij/c \\an locdicning
subcutaan

intramusculair
intramusculair
subcutaan
siibciilaa n*

carbanilide dipropionate (Imi/ol")

ccn eenmalige subcutane injectie /ou de hond \\oor ongeveer ccn maand besclicrmcn.

-ocr page 223-

heid van de hondeteek geassocieerd met
een infectie met
R. cnnori van naar ver-
kiid minstens 2 mensen en I hond. De
mensen /ouden pas in htm eigen huis be-
smet /ijn. Hiijkbaar was het micro-
organisme in teken en hond levensvat-
baar gebleven.

Ook F.hrlivhia canis is eens in Nederland
aangetroffen. Leeflang en Perié (37) ge-
bruikten v oor hun e.xperimenten een ras
van deze rickettsie welke was geïsoleerd
uit een Nederlandse hond die in Nigeria
was geweest. Infecties met /:\'.
canis verlo-
pen vaak mild. maar kunnen ook ernstige
gevolgen hebben. Een recent overzichts-
artikel is dat van
ff uxsoll (27).
Q-koorts (infectie met
CoxicHa humeri)
wordt bij humane patiënten sporadisch
doch regelmatig aangetoond sinds 1958
(12, 35. 49. 55. 58). Alle gevallen werden
als import beschouwd. Naar een eventu-
ele relatie met
R. sanguineus in huis werd
nooit gekeken.

Het enige ons bekende geval van tulare-
mic (24) werd niet veroorzaakt door
R.
sanguineus
doch door een besmette haas
die vermoedelijk met het Maaswater uit
België was komen aandrijven.
Het lijkt allerminst uitgesloten dat in de
toekomst meer en vaker pathogene
micro-organismen samen met
R. sangui-
neus
ons land zullen bereiken. Dat zou te
wijten kunnen zijn aan de toegenomen
reislust, de betere en snellere retsverbm-
dingen met tropische en sub-tropische
landen en doordat steeds meer Neder-
landers hun honden met vakantie mccne-
trten. Hierbij is vooral te denken aan
pathogenen uit landen rond de
Middellandse
\'Lcc (Dipetaloncnui. Babe-
sia. Heparozoon. Ric ketrsia conori. lihr-
hchia. Coxie/la. Ilaeniobarumella)
en
pathogenen uit de V.S.. Suriname cn de
Nederlandse .Antillen
( llipetaloncnia.
Babesia. Rickerisia rickensi. Ehrlichia.
Coxiella. Francisella. Haeinobartonel-
la).

Hl S I RI.IDINt,

Het bestrijden van dc teken v alt uiteen in:
de wering (het verhinderen van het bin-
nenshuisbrengen) en de verdelging (het
bestrijden met behulp van chetnische
middelen van ccn tekenpopulatie).

Sluitende quarantaine-maatregelen ont-
breken tot op heden. Het is dan ook zin-
vol vakantiegangers te wijzen op het ge-
vaar van \'tekenimport\' en import van de
met teken geassocieerde micro-
organismen indien de hond meegaat op
vakantie. Het zelf inspecteren van de
hond na terugkeer op de aanwezigheid
van teken Is ondoenlijk, daar de onvol-
wassen stadia voor leken nauwelijks te
ontdekken zijn. Voordat men het weet
heeft een volgezogen teek zich losgelaten
en een veilig heenkotiien gezocht in huis.
De hond tijdens het vakantieverblijf een
\'tekenhalsband\' om doen en voor de te-
rugreis nog eens antiparasitair te behan-
delen is raadzaam (voor de werkzame
middelen zie onder). Zo\'n \'teken-
halsband\' beschermt de hond niet tegen
babesiosis. fièvre boutonneuse etc., daar
de teken pas zullen sterven na of tijdens
het nuttigen van een bloedmaaltijd.
Is eentnaal de aanwezigheid van de/c te-
kesoort in huis vastgesteld dan is een
verdelgingsactie in huis onvermijdelijk.
In de/e gevallen moet de bestrijding wor-
den overgelaten aan de gemeentelijke
Dienst v oor de Ongediertebestrijding. of
kan bemiddeld worden door dc Afdeling
Bestrijding van Ongedierte van het Mi-
nisterie van Volksge/ondheid en Milieu-
hvgiëne te Wageningen (tel. 08370-
19061).

Diverse middelen worden genoemd ter
bestrijding van
R. sanguineus in huis of
op dc hond. Voor een aantal bekende
pesticiden, nl. rotcnon. chloordaan. lin-
daan. nialathion en DD f is een gehele of
gedeeltelijke resistentie bij populaties van
R. sanginncus opgetreden (8. 14. 15. 26.
47. 57).

Rekening houdend met de Nederlandse
best rijd ingsmiddelen wetgeving kunnen
voor een succesvolle verdelgingsactie in
de woning de volgende actieve stoffen
worden aanbevolen: propoxur, diazinon
en chloorpyrifos. De behandeling van het
huis dient bij voorkeur te worden uitge-
voerd door ter zake kundigen (zie boven),
aangezien deze middelen zijn toegelaten
voor beroepsmatig gebruik. Het is vaak
moeilijk de bezitter cn de huisgenoten te
overtuigen van de noodzaak van een zo
ingrijpende behandeling.

-ocr page 224-

Wanneer het huis afdoende behandeld is, Vlooienvrij Vlooienband voor bon-
is een antiparasitaire behandeling van de den, Vet-K.em-N \\ oor honden),
hond veelal onnodig. Voor \'vakantie-
honden\' (/ie boven) en andere die men
 Behcuulcling van alleen c/e hond is in hel
toch wil behandelen /ijn in Nederland de algemeen niet voldoende om een teken-
volgende werk/ame formuleringen in de populatie in de woning op te ruimen.
handel.

— een poeder met 5% carbaryl (Puro- DANKBETUIGING
dex® Vet-Kem),-

_ , , , ■ ■ • Onze dank gaat Uit naar drs. H. .1. W. M. Cremers,

- een emulgeerbare oplossing van diazi- dr. J. JanseLn dr B. vande Lustgraaf voor het ter

non (Demodm® 7); beschikking stellen van materiaal en gegevens van

halsbanden met lO\'r propo.xur infestatie-gevallen en naar dr. J. H. M. Lourensen
^ j I ■ , ■ dr. G. Uilenberg voor het doornemen van het ma-

( Hollo® band \\ 00r honden, bnskies nuscript en het geven van waardevolle suggesties.

1.11 ER.ATUUR

1. Aeschlimann, A.: Biologie et ecologie des tiques (Ixodoidea) de Côte d\'Ivoire. Acta Tropica. 24,
:HI. (1967).

2. Aeschlimann, A.. Büttiker, W. et Eichenberger, G.: Les tiques (Ixodoidea) sont-elles des vecteurs
de maladie en Suisse?
Min. .Schwei:. Tniomol. Gesettsch.. 42, 317. (1969).

.T .Arthur. D. R.: l icks and Diseases. 1\'ergamon. Oxford. 445, (1962).

4. Baumgartner. R.. Bühler. U. und Savarv. .A.: Eine kleine Epidemie von Fièvre boutonneuse in
Basel.
.Schweiz. Med. Wochen.whr.. 96, 39K. (1966).

5. Best, J. M. .1., Butt, K.M., and Rohrbach. .1. A.: Occurrence of Rhipieephatiis .sanguineus inLondon.
1er Ree..
85. 633. (1969).

6. Blanc. G. et Ascione. L.: Quelques expériences sur le role possible de transmetteuse et réservoir de
virus de la tique
Rhipicephatus sanguineus l.atrcille dans la mvxomalosc. HuU. Soc. Palhol. T.sol..
54. 933. (1961 ).

1. Bosman. B. F.: Bijzondere insecten uit 1977 \'gelezen\'. Rat en Muis. 26. SO, (t97S).

8. Bradley. R. E. and Eidelberg. .A. ,1.: Evaluation of the efficacy ol fospirate-lrealcd collars against
the brown dog tick.
Amer. ./. lei. Res.. 57. 1219. (1976).

9. Bronswijk. .1. F. M. H. van. Rijntjes. R. IL. Garben. A. F. M en Vos. IF; Dc teken (Ixodida) van de
Benelux-landen.
\\leien.sch. Meded. Kon. Sed. .\\aiuurhisi. 1er.. 1.11. /. (1979).

10. Camicas. J. L.; Conceptions actuelles sur l\'èpidémiologie de la fièvre boutonneuse dans la région
Ethiopienne et la sous-région Européenne Méditerranéenne.
Cahiers (). R.S. T.O. M. Sér. Emomot.
Mi\'d. Parasiiol..
2.1. 229. (1975).

11. Crerners. II. .1. W. M.; Persoonlijke mededeling. 1979.

12. Dekking. F. en Zaanen. IF C.: Q-koorts in Nederland. Sed. Tijdschr. (,eneesk.. 102. 65. (I95S).
1.1. Eibl. .A.and .Anastos. G.. Ixodid I icks ( .Acarina. Ixodidae) of Central Africa.\\ol. 111. Ann. .Mus. Roy.

.-Ur. Cenir. (Tervuren Belgique) Sc. /.ooi.. 147. 124. (1966).

14. Fisch, lt.. Angerholer. R. .A.. and Nelson. .1. 11.: Evaluation ofa carba mate-impregnated flea and tick
Collar for Dogs. ./. .4»/.
\\ci. .Med. .4.vs., 171. 269. (1977).

15. Flvnn, R. .1. ed.: Parasites ol laboratory animals. Iowa State University. .Ames. (197.1).

16. (ieyer. S. und Rathelbeck. IL G.: Beitrag zur Babesiose des Hundes - 2 beobachtete Fälle einer
\'Urlaubscrkrankung\'.
Kleiniier-Pra.Ms. 21. (1976).

17. tiibbs. A. .1. ed.: Viruses and Invertebrates. North.Holland. Amsteidam. ( 197.1).

18. Gorenflot. A.. Piette, M. et Marchand. A.; Babésiosis animales et santé humaine. Premier cas de
babesiose humaine observé en France.
Ree. Med. l él. Alton. 152. 2H9. (1976).

19. Gothc, R. und Hamel. H. D.: Epizooticn von Rhipieephalus sanguineus (LalrcMc. 1806) in Deutsch-
land.
/eniralhl. \\ei. Med. «.. 20. 245. (1973).

20. Gothc. R. und Hamel. H. D.: Zur Ökologie eines Deutsches Stammes \\ cm Rhipicephaius sanguineus
(l.atreille, 1806). /eii.schr. Parasiienk.. 41. 157. (1973).

21. Haark)\\. N.: Another case of introduction into f)cnmark from .Africa of the Kennel Tick
( Rhipicephaius .sanguineus(l.an. 1806). Sord. Vet. .Med.. 2\\.445. (1969).

22. Hackmann. W.: Fastingen Rhipicephaius sanguineus funnen i Finland (Acarina. Ixodidae). Memor.
Soc. Eauna Ehra Eennica.
5.1. 116. (1977).

2.1. Hayes, S. F. and Burgdorfer, W.: Ultrastructure of Rickeiisia rhipicephali. a new member of the
spotted lexer group rickctlsiae in tissues of the host \\ector
Rhipicephatus sanguineus. ./. liacieriol..
\\ 51. 605. (1979).

24. Hemmes, (i. 1).: lularaemic tc Horn. Sed. Tijdschr. (ieneesk.. 97. 990. (1955).

25. Hoogslraal. IF: fhe epidemiology of tick-borne Crimean-Congo hemorrhagic fever in Asia. Europe
and Africa. ./.
.Med. Eniomol.. \\5. 507. (1979).

-ocr page 225-

26. Ilorak. 1. (}.: I he control ol tick.s lleas and lice on dogs hv means ol a Sendran impregnated collar.
./. .V. .-(//•.
l e,. .-l.v.v.. 47. 17. (1976).

27. Huxsoll. D. 1..: Canine ehrlichiosis (tropical canine pancytopenia), a review. Vet. Parasit.. 2. 49.

fl976).

2X. Injeyan. H. S.. Swcatmann. Ci. K.. and Matossian. R. M.; Survival of Ricken.sia eiiiuiri in nvmphal

Hhipieephulii.s .\\iiiif;iii„eii.\\ ticks at different temperatures. ./. .\\le<l. Eniomol.. 8. .Î72, (1971)\'
29.
ladin. .1.. Cliroud. P. et l.e Ray. D.: Presence de rickettsies chez l.vode.s rieinus en Belgique. Proc.

2nd Intern. Congr. .Acarol. England, p. 61.\') (Akadémiai Kiadó, Budapest, 1969).
M). ,lansen .Ir,, ,1,: Rlupieeplmlus sanguineus .sanguineus. Entomoi. Her.. 22, 2/.(, (1962).
,11. lansen Jr.. .1.: Nogmaals Rhipieephatus .sanguineus sanguineus. Eniomiil. Her.. 25, 6. (1965).
,12, Jansen ,lr,, J.: Rhipieephaius sanguineus ( l .atreille. 1806) ( Acarina. I.xodidae) in Nederland. Eniomol.
Her..
,15, /, (1975).

1,1, Jansen Jr,, J, en Brock, E, \\an de: Parasieten van Nederlandse huis-en proefdieren Supplement,

Tiiclsehr. Diergeneesk.. 91, 747. (1966).
,14, Jansen Jr,, J,: Persoonlijke mededeling, 1979,

,15, Jordans, Ci, H, W,: Een geval van Q-koorts, .\\\'etl. Tijilsehr. Geneesk.. 102, I54S. (I95H).
,16, Lecflang, P,: De introductie van babesiosis bij de hond in Nederland, Tijdsehr. Diergeneesk.. 96,
679. (1971).

,17, Lecflang, P, and Perié, N, M,: comparative studv of the pathogenicities of old and new world strains

of Ehrlichia canis. Trop. .Anim. Heahh Prod.. 4.j(l7. (1972)
.18, Morel. P, C, et Vassiliades, G,: Les Rhipieephaius du groupe sanguineus: espèces africaines,

(Acariens: Ixodoidea), Rev. Elev. .Med. t él.. Pa\\s trop.. I5,,?4.f, (1962).
,19, Nassar, M, S,, Hammad, S. M., and El-Koudary, S,: The biologv of the brown dog tick

Rhipieephaius s. sanguineus. Hull. Soc. Entontol. Egypte. 55, 409. (1971).
40, Ncitz, W, C^,: ,A consolidation of our know ledge of the transmission of tick-borne diseases. Onderste-
poort ,/, ici. Res..
27. 115. (1956).
4L Ncitz. W. O.: C\'lassification. transmission, and biology of piroplasms of domestic animals, in Morse.
K. I.. Some protozoan diseases of man and animals: anaplasrnosis. babesiosis and toxoplasmosis.
Ann. \\e\\v York Academy Sc.. 64. .^\'ó, (1956).
42. Nie. C. J. van en Sutnuiller. P.: Een geïmporteerd geval \\an babesiosis canis. Tijdschr. Diergeneesk..
514. (I95.f).

4,1, Rossum, G, van en Bund, C, E, van de: Schadelijke insecten in 1972, Entontol. Her.. ,14,,V. (1974)

44, Roth, IL: Eumigants for quarantine control of the adult brow n dog tick: Laboratorv studies../. Econ.
T.ittomoi.
66, /Iw, Il97.i).

45, Sardey. M, R, and Rao, S, R,: Observations on the life-history and bionomics of Rhipieephaius
sattgttitteus
(Latreille, 1806) under different temperatures and humidities, Indian ,/, Anint. Sc.. 41,

M7, (I97.U.

46, Scneviratna, P., Weerasinghe, N.. and .Arivadasa. S.: Transmission of Ihietnohartonella cattis bv the
dog tick
Rhipicephahts sattgttinetts. Rev. let. Sc.. 14, 112. (1975)

47, Shaw. R. f). and Baker, J. A. E.: Ehe itt vitro activitv of Supona against ticks. I ct. Rec.. 78, H64.
(1966).

48, Sheals. J. Ci.: Aracbnida (Scorpions, Spiders, Jicks, etc,), p, 417, in Smith, Ci. V. ed.. Insects and
other arthropods of medical importance, London I rustees of the British Museum ( Natural History),
197,1,

49, Jcrwindt, V. A. .M. en Holten. .1. \\V. van: Q-koorts. .\\ed. Tijdschr. Gettecsk.. IIL 1951. (1967)
50 lharaldsen. .1.: Parasite findings in dogs and cats at the Norwetian quarantine station. \\iir\\vei;tan

.1 /.o,d.. 21. ,(27. (I97.i)

Lilenbcrg. C..: Persoonlijke mededeling. 1979.
52. Uilenberg, G,, Vorstenbosch, C, J, A, H, V, van, and Perlé. N, M .: Blood parasites of sheep in the
Netherlands. I.
Anaplasma ntesaeterunt sp. n. ( Rickettsiales. .Anaplasmataceae). l et. Qttarterlv. I
14. (1979).

5.1. Vcrvoorn-Malinoskv Blom. A. C. \\V.: Len geval van piroplasmosis cams. Tijds, hr. Dtetgctteesk.. 90.
65.1 (1965).

54. V isser. .1. E. K. 7,,: Binnenklimaat en energieverbruik, Nederlandse Gasunie, Groningen, 161, 1973,
55 W cstra, S, A., Lopes Cardozo, 1:, cn Berg, ,1, .A. G. ten: De eerste gevallen van C^-koortsin Nederland.
\\ed. Itjtlsihr. Geneesk.. \\l)l. fi9. (I95K).

56. Wilson. G. S. and Miles. A.: Principles of bacteriologv, virologv and immunitv. vol. 11. chapter 82
p. 2350, London, 1975.

57. Winding. O. and Haarlov. N.: Accidental introduction into Denmark from Sudan of the kennel tick
(Rhipite/ihaltts sattgttittetts {l.iilr. 1806)). Xord. let. Med.. 20. 2H4. (I96K).

58. WolfL .1. W. cn Riniwenaar. W.: Een onderzoek naar het vóórkomen van (^-koorts m Nederland.
\\cd. lijdschr. Geneesk.. 102. 154,S. (I95S)

59. Zwart. D.: Babesiosis bij de hond in Nederland. Tijdschr. Diergeneesk.. ltM.,M5. (1979).

-ocr page 226-

jj j.djGjL

Nogmaals: Acute sterfte door vlekziekte
bij opgelegde mestbiggen\'

Maandag 25 juni 1979 werden we voor
het eerst in consult geroepen bij mest-
varkens wegens acutc sterfte. Het betrof
21 mestbiggen van 12 weken die uit een
groep van ongeveer 80 verwijderd waren
nadat hierin begin juni slingerziekte was
opgetreden.

in enkele uren waren 8 dieren gestorven.
Er was geen sprake van wijziging in het
rantsoen, respectievelijk inde voersamen-
stelling.

De varkens lagen verspreid door het hok
en waren soporeus. De meeste dieren
hadden blauwpaarse oren en onderbuik,
een snelle ademhaling en een hoge tempe-
ratuur (40-41° C.).

f^c meest opvallende symptomen waren
de hoge morbiditeit en mortaliteit, cya-
nose en de zeer acutc sterfte.
De differentiaaldiagnose op dat moment
was als volgt:

- hartedood met onbekende oorzaak;

- moerbeihartziekte;

- mogelijk een intoxicatie.

Besloten werd sectiemateriaal in te zen-
den en in afwachting van de uitslag ccn
therapie in te stellen.
Bij de drie kadavers werd naast long-
oedeem en leverstuwing ccn beeld van
hart skcictspierdcgcncratie aangetroffen
met l.\\ tevens ccn chronische pericardi-
tis cn pleuritis. Ook was cr een dier met
een miltzvvclling, Hct maagdarmkanaal
was bij geen enkel dier afwijkend.
Onze voorlopige diagnose luidde: harte-
dood ten gevolge van hart skeletspicr-
degencratic. Hct van de milt ingestelde
bacteriologische onderzoek leverde ech-
ter tot onze verbazing vlekziekte op.
Dc 26e juni zijn dc nog levende dieren
behandeld met ecn hoge dosis penicil-
line. Op 27 juni zijn nog 2 biggen gcsc-
cccrd. Inmiddels waren cr 16 dieren
dood.

Deze kadavers waren weer in goede con-
ditie, vertoonden huidcyanose. hartspier-
degeneratie, longoedeem en een licht
gezwollen lever en milt. Bij één van de
dieren was nu een gastritis aanwezig en
werden epicardiale bloedingen gevon-
den.

Uit alle organen cn de hersenen werden

vlekziekte bacteriën gekweekt.

Bij dc 5 dieren die in leven bleven werd

op 6 juli een big gezien met "Backstein-

blattern\'.

Doordat wij de acute vlekziekte sepsis
tot nu toe alleen kenden bij biggen die
nog bij de zeug liggen, stelden wij aan-
vankelijk een verkeerde diagnose. Ook
het ontbreken van duidelijke orgaan-
zwelling met daarbij het optreden van
spicrdegeneratie. droeg hiertoe bij.
Na dit geval zijn er in de loop van dit
jaar nog ccn tweetal uitbraken van dit
soort bij zwaardere (mest-)varkcns ge-
zien.

/). A. F. H W;/en P. F M. liecrsnw.

Siic/iiing Gezondheidsdiensl votn\'

Dieren in Gelderianil.

\' Zie Tijdschr. Diergeneesk.. U)5, (Ij. SI. (1980).

-ocr page 227-

Dimethyl sulfoxyde (DMSO): farmacologische-
toxicologische eigenschappen en klinische
toepassingsmogelijkheden

Naar aanleiding van onderstaande bij de redactie ontvangen vraagstelling, vond zij dr. A. S.
J. P. A. M. van iVIiert (Vakgroep Farmacologie en Toxicologie) en dr. A. W. Kersjes
(Vakgroep .Algemene Heelkunde en Heelkunde der Grote Huisdieren) bereid om voor de
lezers van het Tijdschrift een nader antwoord te formuleren.

Vraag

In hoeverre is hei in- of uitwendig gehniik vun D M SO (dinieihvl sulfoxyde) al of niet samen
niel andere farmaca in de diergeneeskunde verantwoord\'\'

Antwoord

Alhoewel Ale.xander Saylzeff reeds in 1867 de
synthese van dimethylsull\'oxyde uit dimethvl-
sulfide beschreef, is pas in de veertiger jaren
ontdekt dat het een uniek oplosmiddel is.
Vooral in de zestiger jaren heeft de industriële
toepassing \\an DVISO een sterke uitbreiding
gevonden. In dezelfde periode is door de on-
derzoekingen van dr. Stanley .lacon en mr.
Robert llerschlerde aandacht gevestigd op de
biologische effecten die het kan veroorzaken.
Sedertdien zijn er enkele duizenden publika-
ties verschenen over de effecten, de lotgeval-
len en de klinische toepassingsmogelijkheden
van de/e interessante stof.
DVISO is een heldere vloeistof met een kook-
punt van 189° C". Bij 2.5° C bedraagt het soor-
telijk gewicht: 1.0958. Het be/it sterke hy-
groscopische eigenschappen waardoor het
water tot 70\' i van /ijn gewicht kan binden.
Voor klinische doeleinden wordl meestal een
70 tot 90\'"; oplossing gebruikt: het isduidelijk
dat de/e oplossingen steeds luchtdicht be-
waard moeten worden.
Het DMSO molecuul heeft een pyramidale
\\orm met het S-atoom in het centrum.
De sterke polariteit van de S-O binding is
verantwoordelijk \\oor dc hoge dielectrische
constante van DMSO. De/e eigenschap
maakt dat het een goed oplosmiddel is voor
vele aromatische en onverzadigde koolwater-
stoffen als ook nitro-verbindingen en anorga-
nische zouten. ,\'\\mino/uren zijn echter minder
oplosbaar in DMSO dan in water.
In farmacologische opstellingen met geïso-
leerde organen blijkt DMSO vele effecten te
kunnen induceren, die /eker v oor een belang-
rijk deel niet op een specifieke wijze tot stand
komen. Ook bij het intacte dier kan DMSO
een invloed uitoefenen op vele organen en
orgaansystemen zoals het centrale zenuwstel-
sel. de dwarsgestreepte- en gladde spieren, de
nieren, het cardiovasculaire systeem en het
respiratie apparaat. In verband met de klini-
sche toepassing zijn bij locale applicatie
vooral interessant de plaatselijke vasodilata-
tie. de ontstekingsremmende-en pijnstillende
werking alsmede de versnelde afbraak van
collageen. De pijnstillende werking berust
waarschijnlijk op een vertraging van de prik-
kelgeleiding in sensibele zenuwstelsels.
Bekend is dat DMSO /eer snel biologische
membranen kan penetreren zonder deze irre-
versibel te beschadigen. Bovendien heeft
DMSO hel vermogen de opname van vele
andere stollen door biologische membranen
te versnellen. Dit geldt niet alleen voorde huid
en slijmvliezen maar bijvoorbeeld ook voorde
bloedhcrsenen barrière. Deze penetratie be-
vorderende werking wordt echter niet gezien
bij verhoornd weefsel (nagels).
[Zen invloed van DMSO op de resorptie van
farmaca vanuit het maagdarmkanaal is nog
onvoldoende bestudeerd. Bij ratten kon geen
betere resorptie van salicyl/iuir en sulfanila-
rnie worden vastgesteld wanneer de/c ver-
bindingen. opgelost in DMSO. oraal werden
toegediend. Bovendien werden geen signifi-
cante veranderingen gevonden in zowel de
orale als intraveneuze l.D,,, waarden v an mor-
fine. chloorproma/inc. rcserpine. insuline, d-
tubocurarine en acetylsalicvI/uur. vvanneer
deze farmaca werden opgelost in DMSO. Pe-
nicilline O (6 miljoen [■) in DMSO op de
uierhuid aangebracht, deed na .10 minuten

-ocr page 228-

tnelkconcentraties ontstaan van 0.3-0.6 E. per
ml (gedurende 8 uur). Voor enkele andere
antibiotica kon een soortgelijk effect echter
niet worden vastgesteld. DVISÜ in combina-
tie met antibiotica in de uier gebracht, zou
volgens enkele onderzoekers bij mastitiden
een beter therapeutisch effect resulteren dan
soortgelijke preparaten zonder ÜMSO. An-
dere onderzoekers hebben deze gunstige in-
vloed echter niet kunnen bevestigen.
De resorptie potenticrende werking van
DMSO door de huid - vooral duidelijk wan-
neer hoge concentraties DMSO worden ge-
bruikt kan variëren van niet aanwezig tot
een 100-voudige toename; zij is sterk afhanke-
lijk van de aard van de in DMSO opgeloste
stof. Enkele voorbeelden van stoffen waarvan
de penetratie door de huid onder invloed van
DMSO wordt bevorderd zijn: ijzerchloride,
tertiaire- en quaternaire ammoniumverbin-
dingen. glucocorticosteroiden, locaal anaes-
thetica. antimycotica. antimicrobiële midde-
len en ook anthelmintica zoals tetramisole.
De opname van chemotherapeutica door pa-
rasieten (bacteriën, schimmels) kan eveneens
onder invloed van DMSO toenemen, waar-
door de werking van deze middelen indirect
wordt versterkt (zodanig zelfs dat resistentie
kan worden doorbroken).
Men bedenke echter wel dat ook de resorptie
door de huid van toxische stoffen zoals
choline-esteraseremmers door DMSO kan
worden gestimuleerd. Verder bleek in een on-
derzoek naar een mogelijk koortswerende
werking van DMSO, dat na intraveneuze
toediening van de/.e stof, de werking \\an py-
rogene stoffen zoals endotoxinen en natrium-
nucleinaat juist werden gepotentieerd.
Na dermale, orale of intraperitoneale toedie-
nmg wordt DIVISO snel geresorbeerd en ge-
distribueerd over de diverse organen en weef-
sels. Ten gevolge van de biotransformatic-
processen ontstaan onder meer dimcthylsul-
fone en dimethylsulfide.
f)e/e laatste verbinding wordt via de longen
uitgescheiden cn veroorzaakt dan een knof-
lookachtige geur. DMSO en dimethylsulfone
wordt voornamelijk met de urine uitgeschei-
den. Vooral runderen kunnen DMSO betrek-
kelijk snel elimineren, waarbij in vergelijking
met andere species betrekkelijk veel dime-
thylsulfide wordt gevormd.

De excretie via de melk (inclusief dimethylsul-
fone en dimethylsulfide) is gering zelfs na in-
tramammaire loedienini; (van 15 ml DMSO

Bij 2 X daags melken werd slechts ± 2\'7 van de
toegediende dosis (radioactief gemerkt) in de
daarop volgende 6 dagen teruggevonden.

In verband met mogelijke residuen in voe-
dingsmiddelen van dierlijke oorsprong is in de
U.S.A. het klinisch gebruik van [)MSO alleen
toegestaan bij paarden en kleine huisdieren.
De acute toxiciteit van DMSO is betrekkelijk-
gering: de LD,,, bij i.v. toediening ligt bij de
meeste laboratorium species tussen de 2 en 5
gram per kg lich.gewicht, terwijl bij dermale
applicatie de l.D,,, waarden > 10 gram per kg
lich. gew. bedragen (hond. aap).
Bij dieren onder narcose is het echter veel
toxischer (LD.,,, t.v. kat 0.4 gram per kg; bij de
nie! genarcotiseerde kat: 4 gram per kg).
Intoxicatie verschijnselen welke kunnen wor-
den waargenomen na lethale doses bestaan
uit; sedatie gevolgd door convulsies. opistho-
tonus en dyspneu (long oedeem). Parenterale
toediening van relatief hoge doch niet lethale
doses bij drachtige dieren kunnen teratogene
effecten tot gevolg hebben.
Dermale applicatie van 1 gram per kg lich.
gew. per dag, 5 dagen per week gedurende 18
maanden werd doorde hond verdragen. Paar-
den vertoonden geen afwijkingen na dage-
lijkse dermale toediening van 100-300 ml
DMSO gedurende 90 dagen. Ratten verdroe-
gen een dagelijkse orale belasting van 2 gram
per kg lich. gew. gedurende 45 dagen.
Bij langdurige dagelijkse belasting kan
DMSO echter ooglens afwijkingen induceren.
Daarom wordt bij klinisch gebruik aanbevo-
len de behandeling niet langer dan 14 dagen
voort te zetten.

Op grond van de eerder genoetnde eigen-
schappen van f)MSO en de effecten die het
teweeg kan brengen heeft het product in de
/estiger jaren veel toepassing gevonden voor
/eer uiteenlopende aandoeningen.
Zoals wel vaker voorkomt bij de introductie
van nieuwe geneesmiddelen is het aanvanke-
lijke enthousiasme ten aanzien van dit \'won-
dermiddel" danig bekoeld. In de beschrijving
van de verkregen resultaten ontbreekt ook
dikwijls een goede proefopzet waardoor de
waarde tnoeilijk te beoordelen valt.
Het penetratiebev orderend vermogen van
DMSO heeft er toe geleid dat hct veelvuldig
wordt gecotnbineerd tuet andere therapeutica
om als vehiculutn te dienen (\'injectie /onder
spuit").

In het algemeen kan gesteld worden dat de
beste resultaten verkregen worden bij acute
tot subacute traumalische aandoeningen van
het spier- en beenderstelsel, vooral wanneer
het gecombineerd wordt met een corticoste-
roid.

Daarbij dient opgemerkt te worden dat in dit
soort gevallen het gebruik van andere thera-
peutica ook succes kan opleveren.

-ocr page 229-

Vaak worden de effecten ook nog in gunstige
zin beïnvloed door aanvullende maatregelen
zoals verbanden, rust. dan wel methodische
beweging.

Bij chronische aandoeningen zijn de resulta-
ten doorgaans veel minder ofwel van tijdelijke
aard (pijnstillende werking).
Het indicatiegebied komt dan ook sterk
overeen met dat van bet scala \\an beschikbare
analgetica met antipyretische en antiflogisti-
sche werking. Deze farmaca geven zoals be-
kend eveneens de beste resultaten bij acute
processen, hoewel ook toepassing als langdu-
rige pijnstiller mogelijk is.
Bij de applicatie van DMSO moet er op gelet
worden dat het te behandelen huidgedeelte
goed gereinigd wordt en vervolgens wordt ge-
droogd.

Van belang is dat de huid gaaf en niet
geïnfecteerd is omdat anders zich een dieper
gelegen bacteriële infectie (flegmoon, absces)
kan ontwikkelen.

Het aanbrengen zelf kan het beste geschieden
met de gehandschoende hand, waarbij het
produkt licht wordt ingewreven om niet alleen
de haren maar ook de huid te bevochtigen.
Het appliceren met wattenprop of kwast be-
werkstelligt dit laatste onvoldoende.
Dosering; 2 ä 3 per dag het betreffende
gebied behandelen met 2 a 5 ml (kleine
huisdieren) of 10 ä 15 ml (paard).
Maximale dagelijkse hoeveelheid tot 14
dagen: 100 ml voor het paard en 20 ml voorde
hond.

Voor een goed resultaat is een dagelijkse en
regelmatige toepassing gewenst, hetgeen een
arbeidsintensieve behandeling impliceert.
Tenslotte; met inachtneming van de nodige
voorzorgen is het gebruik van DMSO niet
onverantwoord te noemen.

Dr. A. S. .1. P. A. M. van Miert. Vakgroep Farmacologie en l o.xicologie. Faculteit der Diergeneeskunde.
Biltstraat 172. Utrecht.

Dr. A. W. Kersjes. Instituut voor Veterinaire Heelkunde. Yalelaan 12. \'Dc Uithof. Utrecht.

.4. S. J. P. .4. M. vau Mierp
.4. H\'. Kersjes-

-ocr page 230-

Een 9 jaar oude Duitse Herder (teef) werd op
liet spreekuur aangeboden, met als klacht van
de eigenaar, dat de hond soms wat incontinent
was.

Dc eigenaar had verder geen klachten overde
hond. Het dier at goed. dronk normaal en
braakte niet.

Bij het klinisch onder/oek was er een grote

dikte in de buik te palperen.

De hond kreeg al jaren de "pilprik\'. /odat

graviditeit uitgesloten kon worden.

Een pvometra leek ook niet waarschijnlijk.

Een tumor van een van de buikorganen leek

het iTieest voor de hand liggend.

Een Röntgenfoto van de buik toonde een

grote dikte.

Torsio uteri bij een herder

Wc besloten in overleg met dc eigenaresse tot
laparotomie.

Bij het openen van de buik bleek de dikte
veroor/aakt te worden door een torsio van
een gedeelte van de linker utcrushoorn.
Het getordeerde deel bleek alleen gev uld met
gestold bloed, wat al voor een groot deel geor-
ganiseerd was.

De uterus en ovariën /ijn operatief verwijderd
en de hond is voorspoedig gene/en.

/\'. ./. </(\' Dreu

.1. //. I. Finkensicper

(i. ./. van lisM\'n

Dierenartsen.

Den Helder - .1 uiianadorp.

w m

/J^ ^ .4 # \' li

Fig. I. Cieëxtraheerde uterus en ovariën.

-ocr page 231-

I-ïg. 2. Röntgenopnamc buik.

-ocr page 232-

.OvSlj

nj.\'

Algemeen

Tijdelijke bedekking van geïnfecteerde
wonddefecten en verbrandingen door
middel van synthetisch huid-
vervangingsmateriaal

Mutschler. W., Meyer. H. en Plank, E.: Syntheti-
sche Hautersatztnaterialen als temporäre Wund-
abdeckung bei infizierten IJefektwunden und Ver-
brennungen.
Zhi \\ \'eieriiiünnedizin A. 26. 247-25!.
(1979).

In de humaangeneeskunde worden hiervoor de vol-
gende poreuze kunststoffen gebruikt:
Polyvenyl-alcohol schuim
Polymethylmetacrylaat schuim
Nylonvelour

Polyurethaanschuim met Teflonfolie.
De auteurs vergelijken de resultaten verkregen met
wondbedekking tnet behulp van Polyvenylalcohol-
formaldehyd schuim (P.V.A.) bij 12 varkens met
kunstmatig geïnfecteerde wonden
(P.si\'udomonas
acrogino.su.s)
en 12 varkens met derdegraads ver-
brandingen (uitgesneden na 4 dagen) versus wond-
bedekking met katoenen compressen.
Gedurende een observatietijd van IX dagen werd de
wondbedekking om de 2 ä 4 dagen verwisseld,
waarbij zowel het wondbedekkingstnateriaal als het
wondoppcrvlak kwantitatief en kwalitatief bacte-
riologisch werden onderzocht, dc wonden werden
gemeten en een biopt uit het wondoppervlak histo-
logisch werd onderzocht.

Na IX dagen bedroeg de re-epithelisatie onder

P.\\ .A. 70-90\';, onder katoen 50-60\';.

Als voordelen van P.V.A. worden genoemd:

1. Door de poreuze structuur kan het wonde.xsu-
daat coaguleren, waardoor eiwit-, electrolyt-en
vochtverlies wordt voorkomen;

2. De afsluiting waarborgt een bescherming tegen
een secundaire bacteriële besmetting en door
behoud van ventilatie wordt een anaerobe be-
smetting voorkomen;

.V Goede aanpassing aan de wondvorm en hech-
ting aan het wondoppervlak voorktmien wond-
zakken en bevorderen een dicht netwerk \\an
fibrine, waarin neutrophiele granulocyten voor
de bacteriebestrijding kunnen penetreren;

4. Bij de wisseling van het verband wordt het inde
kunsthuid gepenetreerde e.xsudaat verwijderd,
waardoor een intensieve wondreiniging wordt
verkregen, terwijl de herhaalde vcrbandwissel
een goede granulatie stimuleert en een goed
gevasculariseerde transplantaatonderlaag be-
vordert;

5. De kunstmatige huidvervangingsmaterialen
zijn immunologisch aanvaardbaar, goed te ste-
riliseren. gemakkelijk verkrijgbaar cn zijn gedu-
rende langere tijd te bewaren. Bovendien zijn ze
snel en eenvoudig aan te wenden.

//. //. riml/wimer.

Bacteriologie

Verband tussen rauwe melk consumptie
en 5.
dublin infecties

Werner, S. B.. Humphrey, G. 1,., and Kamei, 1.:
Association between raw milk and human
Salmo-
nella duhün
infection. Brii. Med. J.. 2. 2JS-24I.
(1979).

De auteurs wijzen er op, dat de laatste jaren in
Californië het aantal 5.
duhiin infecties zeer sterk
(vijfvoudig ineen periode van 4jaar) is toegenomen.
tJe
S. duhiin infecties, waarover gerapporteerd
werd. waren over het algemeen ernstige infecties:
659c dër isolaties geschiedde niet uit faeces. doch
meestal uit bloed; XO\'V van de patiënten belandde in
het ziekenhuis en 22 mensen
(219c) overleden. Toe-
gegeven zij. dat het in het geval van de zeer ernstige
infecties vaak patiënten betrof met nog andere
klachten (kanker), waarvoor zij immunosuppres-
sief werden behandeld.

Van de in totaal I 1.1 patiënten kon bij 44 mensen via
een enquête worden vastgesteld, dat zij rauwe melk
hadden geconsumeerd.

Een vrij groot percentage had melk gebruikt van
één bepaalde kudde, waarbij én uit de faeces èn uit
de afgeleverde melk .S.
duhiin kon worden geïso-
leerd.

In de discussie wijzen de auteurs op het gevaar van
het gebruik van rauwe melk. vooral omdat in de
tegenwoordige tijd de \'roep\' naar gezond (en dus
vaak rechtstreeks van de veehouder èn ongekookt)
voedsel groter is dan ooit.

./. (ioudswaard.

Bacteriologie

Str. agalactiae als ziekteverwekker bij de
mens

Koppe. Th.. Sturm. A. W.. Treffers. P. E. en Kct, J.
E.:
Sireploeoeeu.s agalactiae een bedreiging voorde
pasgeborene.
Sed. T. (ienee.sk.. 12.1. I817-IHI9.
(1979).

Mulders. I.. S. S. en Zonen. H. C.: Neonatale me-
ningitis in Nederland (1976. 1977).
Sed. T. Cie-
neesk..
12.1. I852-I85(). (1979).
Muskiet. F. D.: (icgeneraliseerde Osteo myelitis
door B-haemolytische
Streptococcen van groep B
bij een pasgeborene.
Sed. T. Cienee.sk.. 12.1. IS56-
i857 en IH56-I857. (i979).

-ocr page 233-

Engel. IE W. B.: Neonatale aandoeningen door
groep B-streptoeoccen; overzicht \\an de meest rele-
vante literatuur.
Scd. T. Geneesk.. 12.1, IH39-IH42.
(1979).

Zonen. H. E.: Neonatale meningitis. .\\eil. T. Ge-
neesk..
12.1. IH42-IH43. (1979).

Groep B- Streptococcen komen de laatste tijd steeds
meer in de belangstelling te staan als verwekker van
neonatale infecties bij de mens. I^e indruk bestaat
dat het aantal gevallen toeneemt. Vast staat dat
.Sir.
agalaeliae
op de tweede plaats staat als verwekker
van neonatale infecties.

In grote trekken zijn hierbij twee ziektebeelden te
onderscheiden nl. een acute sepsis binnen 48 uur na
de geboorte \\aak gepaard met longaandoeningen
en een hoge mortaliteit ondanks antibiotische the-
rapie; en een minder acuut verlopende sepsis na
enkele dagen die beter te cureren is. Uiteraard zijn
overgangsvormen mogelijk. Het tijdstip van infec-
tie zou van in\\ loed zijn op het uiteindelijke beeld. In
het algemeen wordt de vagina van de vrouw als
belangrijkste reservoir bij de mens beschouwd. 4-
29\'; der onderzochte zwangeren zou drager zijn.
Bij niet zwangeren ligt dit cijfer hoger!
In het nummer \\an dit
Tijdschrifi voor Genees-
kunde
wordt in een klinische les, twee oorspronke-
lijke stukken, een samenvattend overzicht en een
commentaar aandacht besteed aan dit svndroom.
waarbij aan de hand \\an drie ziektegeschiedenissen
een epidemiologisch onderzoek en een literatuur-
overzicht een duidelijk beeld wordt geschetst \\an
groep B-streptococcen als ziekteverwekkers bij dc
mens.

(Opvalt dat in de epidemiologische beschouwingen
aandacht geschonken wordt aan de overdracht \\an
moeder op kind; kind op kind \\ ia de handenen het
mannelijk dragerschap maar dat geen der auteurs
gegevens vermeld \\an hel hoge aantal isolaties van
.Sir. agalaeliae uit de bovine uier; Ref.)

//. Mof

Immunologie

Een paard met agammaglobulinaemie

Deem, O. A.. Traver, I). S.. I hacker, IE E , and
Perrvman, E. E.: .Agammaglobulinemia in a horse.
./. .-ùn. lei. Med. ,4.s.v(;<.. 17.5, 469-472. (1979).

De auteurs geven een goed overzicht \\an bij hct
paard voorkomende primaire cn secundaire im-
muundeficiënties. alle leidend tot ernstige
bacteriële- en \\ irusinfecties. Zo werden reeds bij het
paard vastgesteld: gecombineerde immuundeficien-
tie. hypogammaglobulinaemie tengevolge van ina-
dequate colostrumopname. voorbijgaande pri-
maire hypogammaglobulinaemie en selectieve IgM
deficientie.

In het huidige artikel werden de klinische-en labo-
ratoriumgcgevens vermeld van een 18 mnd oud
paard met herhaalde zeer ernstige bacteriële infec-
ties
(Salmonella. II hronchisepiica).

Immunochemisch onderzoek leidde tot de conclu-
sie, dat IgM en IgA in het geheel niet aangetoond
konden worden, terwijl IgCi en lg( I) sterk verlaagd
waren (de subklassen van IgCi werden niet onder-
zocht, terwijl IgB in het geheel niet in het stuk
voorkomt:
Ref)

Het dier vertoonde een zeer slechte respons op anti-
geen (schape-erythrocyten) injectie, terwijl de cel-
gebonden immuniteitsreacties onaangetast leken.
Bij postmortaal histologi.sch onderzoek van de
lymfklieren viel het volledig ontbreken van kiem-
centra op.

De auteurs brengen in de discussie de interessante
hypothese naar voren, dat de door hen aangetoonde
IgG en IgT toch nog maternaal zouden zijn, omdat
bij zo\'n volstrekt agammaglobulinaemisch dier de
halfwaardetijd van de Ig-afbraak e.xtra lang zou
zijn.

,/. Goudswaard.

Roofvogel

Loodvergiftiging bij roofvogels

1.: l ead poiï
29-.1(l. (1979).

Redig,
Chalk.

oning in raptors, l/awk

De auteur zag de laatste 2 jaar klinische loodvergif-
tiging bij 2 prairievalkcn en I havik en stelde de
diagnose postmortaal bij 2 roodstaartbuizerds, I
prairievalk en 1 ."Xtnerikaanse zee-arend.
Hagelkorrels kunnen in aangeschoten of gestorven
prooidieren aanwezig zijn en worden meestal met
de braakbal uit de krop van roofvogels verwijderd.
Röntgenfoto\'s van braakballen, verzameld onder
een arendslaapplaats in een intensief bejaagd wa-
terwildtcrrcin in West Minnesota vertoonden tien-
tallen schaduwen van loden en stalen hagelkorrels.
Het is niet duidelijk waarom de hagel niet altijd met
de braakbal de krop verlaat. Blijven de korrels een-
maal achter dan wordt dc kans groter dat dit vaker
gebeurt, ook wanneer veel braakbalv ormend mate-
riaal bijgevoegd wordt. (Gestoorde maagmotili-
teit\'.\' Verergerd door irriterende korrels?)
Watervogels hebben een sterk gespierde maag met
maagkiezel. Eoodintoxicatie verloopt acuut en is na
7-10 dagen fataal. (Vergroot resorberend oppervlak
door afschuren van de korrels\'.\')
Roofvogels hebben geen maagkiezel en een minder
sterk gespierde maagwand. I.oodintoxicatiesymp-
tomen zijn vaag en duren soms meer dan een
maand. (Bij waterwild is de hoeveelheid opgeno-
men hagel in de regel ook groter;
Ref)
De roofvogels waren haast onmerkbaar suf cn slap.
De faeces waren dun en ook na een volle krop
groen, (groen smeltsel is na vasten bij roofvogels
normaal:
Re/.) Braken werd alleen in een laat sta-
dium gezien. Het witte bloedcelgetal was te laag, er
was polvchromasic van de rode bloedcellen. Totaal
eiwit en celvolume waren normaal. Röntgen-foto:
hagelkorrels in maag.

-ocr page 234-

Eén vogel werd onder narcose en Röntgencontrole
(radiocinegraphie-apparaat) voorzien van een
maagsonde. De hagelkorrels konden door de sonde
worden opgezogen Cwith a lot of luck and swcat\')
wat vergemakkelijkt werd door het vullen van de
maag met v loeistof.

Ook werden hagelkorrels operatief verwijderd. Na-
behandeling: goede verzorging, daags M mg kg
CaEDÏA i.m., 2 daags 50 mg kg amo.xicilline tot
dat de bloedwaarden normaal werden (wat 2-.\'!
weken duurde!).

Sectie: hagelkorrels; iets slijmvliesirritatie van de
maag.

Cieen intracellulaire insluitlichaampjes van nlertu-
bull als bij waterwild. (Doodsoorzaak no. I bij
waterwild in U.S.A. niet botulisme maar Pb-
intoxieatle door hagel, bij het grondden van de
bodem opgenomen;
Ref.j

Pb-gehalte levers: 40-58 ppm, nieren; 65-77 ppm.
Advies; geen magen waterwild of geschoten prooi
voeren, bij twijfel voldoende onverteerbaar mate-
riaal geven.

G. ./. van Mc.

Rund

De periode tussen geboorte en eerste zui-
gen van kalveren

Edwards. S. A.. Broom. D. M.; The period be-
tween birth and first suckling in dairv calves,
Rc.s.
I \'ci. .sci..
26, 2.^5-2.^6. (1979).

Er werd al lang aanbevolen, dat elk kalf zo gauw
mogelijk na geboorte colostrum krijgt en zeker bm-
nen de eerste 6 uren van zijn leven. In deze studie
blijkt, dat dit in het algemeen wel opgaat voor
vaarskalveren als deze aan zich zelf uorden overge-
laten, maar niet voor vele mestkalveren van oudere
koeien, Bjj observatie van 82 kalveren bleek ll\'V
van dc vaarskalveren en 46\', van de koekalveren
niet gezogen te hebben binnen de eerste 6 uren na
geboorte.

De grote uiers cn spenen van de oudere dieren
zouden hier schuld aan kunnen hebben. De resulta-
ten van deze studie beklemtonen het gevaar dat
voetstoots wordt aangenomen, dat kalveren altijd
op tijd zullen zuigen, I oezicht hierop vooral van
kalveren van oudere dieren, mag daarom niet nage-
laten worden.

Als dit gauw na geboorte gebeurt, dan zal een vol-
gende hvpogamma-globulinaemic erg onwaar-
schijnlijk zijn.

./. /. Icr/nini.

VaEken

Vaccinatie tegen Ziekte van Aujeszky

Wittman, (i, and .lakubik. ,1.: Colostrol Immunity
in Piglets from Sows vaccinated with inactivated
.Aujeszkv Disease \\ irus vaccine.
.Arch. Virol.. 60.
(1979).

Tien eerste- en tweede-worpszeugen werden twee-
maal getïnt met een tussentijd van 2 weken met
2
X 5 ml. geïnactiveerd Aujeszky-vaccin op Dex-
tran-basis (.lakubik).

De laatste vaccinatie werd tussen 1 en 25 dagen
voor het werpen uitgevoerd.
Het verloop van de maternale Immuniteit en het
resultaat na tweemalige enting van biggen van 2-4
weken met 2x2 ml. met een tussentijd van 2 weken
werd nagegaan.

SN-titers van het bloed lagen tussen 1:42 en 1:512
en van het colostrum tussen 1:22.1 en 1:1200 op de
dag van werpen.

SN-titers van de biggen waren op de eerste dag na
de geboorte gemiddeld gelijk aan de SN-titers van
het colostrum.

Bij I toom werd het verloop van de maternale
immuniteit bestudeerd. De halveringstijd was 7.4
dagen. Tot 9 weken werden titers aangetoond.
Vier tomen uerden gevaccineerd. \'Fwee weken na de
eerste vaccinatie waren de titers steeds lager dan
op het moment van de eerste vaccinatie. De titer-
daling was echter minder dan bij de ongeënte toom.
Na de tweede vaccinatie trad een titerstijging op.
De titers daalden slechts weinig gedurende de mest-
periode. Op een leeftijd van 20 weken waren bij
alle 2x geënte biggen nog titers aanwezig (1:45 tot
1:84).

Vijf tomen met maternale titers werden bloot-
gesteld aan een i.n. challenge-infectie met 10"
rCID^i, Ziekte van .Aujeszky-virus. Van de jongste
toom (1 week) stierven de 2 i.n. gechallengede
biggen, de overige biggen die via contact werden ge-
infecteerd bleven gezond. De tomen die op 2 en .1
weken gechallcnged werden vertoonden geen afwij-
kingen. Van de toom die op 4 weken werd ge-
challcnged uerd 50\'; van de biggen (4 8) ziek.
(Deze toom had echter op 4 weken leeftijd al zeer
lage SN-titers (1:2 - 1:4). dit ondanks dc hoge
colostrumtiter van de zeug. Het is waarschijnlijk
dat hier de colostrum opname niet optimaal was;
Ref.).

Met behulp van een lymphocyten-stimulatietest
in vhro werd nagegaan of bij biggen uit gevacci-
neerde zeugen ook sprake Is van cel-gebonden
immuniteit. De resultaten geven aan. dat overdracht
van cel-gebonden immuniteit van zeug naar biggen
niet uitgesloten moet worden geacht.

(Onclusie van de auteurs

Door een tweemalige enting van de zeugen .1-5
weken voor het werpen kunnen de biggen tot een
leeftijd van ± 5 weken worden beschermd.
Succesvolle enting van deze biggen bij aanwezig-
heid van maternale antistoffen is mogelijk. Een
tweemalige enting van de biggenstroom is dan
echter noodzakelijk!

\\f ./. M. Tielen.

-ocr page 235-

Varken

Begeleiding van varl<ensbedrijven

Nowottin. H.: [-rlahrungcn eines praktischen Tier-
arztes bei der Betreuung von Schweinebeständen,
Der praknsche Tierarzt. 6, 4H:-4HH. (1979).

in dit artikel wordt het tot stand körnen van be-
geleidingsal\'spraken tussen varkenshouders, prakti-
zerende dierenarts en varkensgezondheidsdienst
besproken,

[)e noodzaak tot het creeëren van een begeleidings-
systeein dringt zich op in verband met de sterke
uitbreiding van de bedrijven. Het belang \\an goede
veterinaire maatregelen, zowel prolylactisch als
therapeutisch. bedrijfstechni.sche aspecten (hy-
giëne. voeding, huisxesting) wordt daarmee sterker
benadrukt.

F>n eerste vereiste \\oor een goede begeleiding is
een goede administratie van het bedrijfsgebeuren
(hetgeen de nodige problemen beeft opgeleverd
om de veehouders zover te krijgen).
Dc schrijver gaat in op een aantal veterinaire as-
pecten. zoals anemieprofyla.xe, ontwormen \\an de
zeugen, hygiënische maatregelen, schurft-behande-
ling, een juist gebruik en goede opslag \\an de
medicijnen e,d.

Op de meeste bedrijven wordt tegen vlekziekte
geënt. Omtrent het al of niet afgexen \\an vlek-
ziekte-entstof is men het niet eens.
Het bleek dat veel veehouders een heleboel medi-
cijnen willen hebben; het verschaft hen genoegen
om voor dierenarts te spelen. Maar. zo stelt de
schrijver, men dient dit in te tomen en men dient
er op te wijzen, dat met medicijnen voedings- en
managements-fouten niet zijn te verbeteren.
Het contact tnet dc fokkerijdeskundigen laat zeer
te wensen over.

Uit het artikel blijkt duidelijk dat men bij het op-
zetten en uitvoeren van een begeleidingssysteem
te maken krijgt met problemen, die identiek zijn
aan de problemen, die wij in Nederland hebben
ondervonden en nog ondervinden bij de bedrijfs-
begeleiding
(Ref.).

Voedingsmiddelenhygiëne
Ver sin ia enterocolitica in melk

Schiemann. D. .A.: .Association of Yeisiitia eitterii-
eiilitiea
with the Manufacture of Cheeseand Occu-
rence in Pasteurized Milk.
Ap/>l. fitv. Mternluol..
.16. 274-277. (197,S)

Yersiniosis van de mens wordt beschouwd een
VDcdselinfectie te zijn.

Het aantal gevallen dat het serotvpe in het voedsel
overeenkomt met dat geïsoleerd uit de patiënt is
echter niet zo groot.

De eerste bewezen uitbraak veroor/aakt door(cho-
colade)nielk werd in 1977 beschreven, hoewel ineen
aantal gevallen het drinken van rauwe melk als
oorzaak werd opgegeven.

De auteur heeft het voorkomen van >\', eitterocoli-
tiea
serotypen in melk en melkproduktcn nagegaan,
7,ij vondendit micro-organisme in 18\'V van .\'>.\') mon-
sters, De serotvpen waren 16,.14; 16 en 6„1(),
Bovendien hebben zij de mogelijkheid van over-
dracht op kaas en gepasteuriseerde melk nagegaan.
Uit 9,2\' i van 76 wrongclmonsters werden de seroty-
pen 16; en 16,4 geïsoleerd, 4.1\'V Van deze monsters
waren gemaakt van fosfatase negatieve melk! In I a
4 weken oude cheddar kaas werd ) ,
entertiei>/itica
gevonden; na X weken was de/e kaas negatief, In
geen van de monsters kaas met een positieve fosfa-
tase test werd ),
eittertieo/itit a geïsoleerd, maar wel
uit 0,4\'; van 26,5 monsters gepasteuriseerde melk-
produktcn.

If Moi.

V oed i ngs m id de le n hygië ne

Parasieten en vis

.lackson, 0, ,1., Bier. ,1. W.. Payne. W. 1... Cierding,
T, A, and Knollenberg, \\V, Ci,: Nematodes in Fresh
Market Fish of the W ashington, D,C\'. Area. AV/.
Proteelioti. 41, 6IJ-62(>. /I97S)

Sinds in de vijftiger jaren ontdekt werd, dat nemato-
den van vis en met name
.Atii.sakis tiiariita proble-
men oplevert voorde volksge/ondheid.zijnde rond-
wormen die viiorkomen in eetbare vissoorten
onderwerp van studie geworden in de US.A. De
auteurs onderzochten 1010 verse vis.sen die behoor-
den tot 14 families, 20 genera cn 2,1 species aftom-
stig uit de Chesapeake Bay en omgev ing,
In deze vissen werden 6547 meestal nog levende
nematoden gevonden. Van de species bleek Heek
(L ropltveis regiti.s) het meest besmet en w itte baars
(Mttrtme atnerieatta) het minste. Slechts 2 nemato-
den larven
(.Attasakis sp.) werd in het visvlees ge-
vonden. Van de ingewanden werden 9
.Attisaki.s sp.
larven, 41
P,)rr,)eaeetitii sp,, ,1221 Tltyittiasearis
spp. larven en volwassen wormen, 21 (iiiezia sp,
larven en 1220
Raphitlasearis actts larven geïso-
leerd.

In totaal werden 10 genera der anisakidac gedeter-
mineerd. Al deze nematoden worden tot de anisaki-
dae gerekend.

\\ erder werden nog gevonden volwassen wormen en
larven van 71
Spittitectus spp.. 114 Btilli,it/aetiiii.s
sp.. lOX Metahriiitetita sp.. 662 Piti/iititetra sp.. I I I
larven van
Spirttrittae. I Capillaria en 447 kleine
onontwikkelde niet determincerbare larven.
255
Attisakitlae en 294 andere nematoden waren
zodanig beschadigd dat verdere determinatie niet
mogelijk was.

\\ an deze spp. worden alleen de Attisaki.s sp. larven
als pathogeen v oorde mens beschouwd, indien deze
rauwe of onvoldoende toebereide vis eten. De lage
incidentie van pathogene larven in de vis (tussen-
gasthecr) vvordt toegeschreven aan de afwezigheid
van marine /oogdieren (eindgastheren) in de be-
trokken viswateren.

//. .\\lt)l.

-ocr page 236-

Kleine huisdieren

Bijwerkingen van chemotherapeutica bij
hond en kat

Schütt I.: Nebenwirkungen von Chemotherapeu-
tika bei Hund und Kat/e.
Kleiniier Praxis. 24. (2).
69-72. (1979).

Penicilline: bij orale en parenterale toediening is de
acute toxiciteit uitermate gering. Intrathecale aan-
wending veroorzaakt neurotoxische verschijnselen
in de vorm van conv ulsiesen epilepti\\orme kram-
pen indien de dosis bij de hond het maximum van
10.000 I.E. en bij de kat 1.000 I.E. overschrijdt
(ongeacht het lichaamsgewicht?:
Ref.). .Antidota:
barbituraten i.v.

Allergieën zoals urticaria en pharyngitis kotnen
minder vaak voor dan bij de mens.
Penicilline-oogz.alf veroorzaakt bij bestaande sensi-
bilisatie zwelling van de oogleden en conjunctivitis.
Daar de kans op sensibilisatie en het ontstaan van
penicilline-resistentie toeneemt in de toedienings-
\\olgorde oraal - parenteraal - lokaal, moet de indi-
catie voor plaatselijke penicilline-applicatie zorg-
vuldig worden overwogen.

Bij langdurig gebruik moet rekening worden gehou-
den tnet een toename \\an niet-penicilline-gevoelige
kiemen (bijv. schimmels).

Tetracycline: pijnlijk bij i.m.-anplicatie. Ie snelle
i
.V.-toediening veroorzaakt tachypnoe, tachyeardie
en wankelen.

In therapeutische dosis geringe toxiciteit. Voor-
naamste bijwerkingen: gastro-intestinale storingen
(veroorzaakt door prikkeling van het slijmvlies
en of dysbacterie. met als gevolg superinfectie van
tetracycline-resistente stammen).

.Aminoglycosiden: ter vermijding van locale pijnre-
actie dient streptomycine niet s.c. maar i.m. te wor-
den toegepast.

In verband met een zekere nephrotoxiciteit dient de
nierfunctie ongestoord te zijn.
Hoge dosering gedurende langere tijd veroorzaakt
beschadiging van de 8ste hersenzenuw.
De kat is gevoeliger dan de hond: vestibulaire symp-
tomen ontstaan reeds na 20 dagen bij 50-150
mgr kg daags.

De bijwerkingen van kanamycine. gentamycine en
neomycine zijn identiek ol overtrelïen die \\an
streptomycine.

Neomycine parenteraal veroorzaakt bijv. irreversi-
bele nier- en cochlearisbeschadiging en wordt
daarom hoofdzakelijk lokaal gebruikt. Cirote kans
op allergische reacties rnet neomycine. zelden met
gentamycine.

De aminoglycosiden hebben een curare-achtige
werking (contra-indicatie: curare-achtige spierrcla-
xantia en aminoglycosiden).
Streptomvcmc veroorzaakt bij dc hond vanaf een
dosis van M) mgr kg ccn storing van dc neuro-
muscL\'laire geleiding (blokkering van deacetylcho-
linereceptor).

Verder kan tetracycline zich ophopen tn tanden en
botten (cave: jonge dieren en gravidae!).
f otosensibilisatie van slecht behaarde huid is even-
eens mogelijk (urticaria ofabnormale pigmentatie).
l^verbeschadiging is mogelijk na i.v.-behandeling.
.Allergische reacties komen zelden voor.

Chlooramphcnicol: therapeutische dosering ver-
oorzaakt bij de hond geen schade van het beenmerg,
maar wordt niet altijd door het maag-darmkanaal
verdragen. De afbraak van verschillende medica-
menten en narcotica wordt vertraagd.
Zo wordt Pentobarbitalnarcose bij de hond met
120\'c en bij de kat met
260\'", verlengd. Pasgeboren
pups zijn niet in staat chlooramphcnicol (door kop-
peling aan glucuronzuur) te ontgiften. waardoor
een dodelijke vergiftiging tengevolge van cumulatie
mogelijk is.

Allergische reacties komen zelden voor.

Sulfenamiden; veroorzaken zelden acute toxiciteit
en hebben weinig bijwerkingen. Kristallisatie in de
nieren kan v oorkomen worden dooralkalisatie van
de urine met behulp van natriumbicarbonaat of
-lactaat. Dit is bij de moderne sulfenamiden niet
meer nodig; een goede vochtopname dient echter
verzekerd te zijn.

Veranderingen van het bloedbeeld kunnen optre-
den bij langdurige sulfa-behandeling (anaemie, leu-
caemie. agranulocytose of thrombocytopenic).
I berapcutische dosering gedurende 8 weken van
Erimethoprim veroorzaakt geen bijwerkingen;
slechts bij drievoudige dosering ontstaan reversi-
bele haemathopathieën.

II. //. Thalheimer.

-ocr page 237-

Diagnose van verminose door
koprologisch onderzoek

I). ThicnpoiU. F. Rochette. O. F. J. Vanparijs.
(Uigegeven door Janssen Research Fonndaiion.
lieerse. België)

Het diagnostiseren van worminfecties is in veel
gevallen niet mogelijk door uitsluitend af te gaan
op anamnese en klinisch onderzoek. Het labo-
ratoriumonderzoek van faeces op eieren en larven
speelt bij het diagnostiseren van worminfecties dan
ook een belangrijke rol.

Een eerste vereiste voor dit onderzoek is dat de
onderzoeker de eieren weet te herkennen en ze zo
mogelijk tot op de soort kan determineren.
Bij het onderwijs in het faecesonderzoek aan
de Faculteit der Diergeneeskunde in Utrecht wordt
door de studenten dankbaar gebruik gemaakt van
foto\'s van wormeieren uit het zogenaamde \'Ver-
minosediktaat\' van Janssen Pharmaceutica. Dit
dictaat was echter de laatste jaren niet meer vol-
ledig. Door de enorme vraag besloot Janssen Re-
search Foundation te Beerse in België lot her-
uitgave van de foto\'s in boekvorm.
Het resultaat is uniek. Meer dan honderd kleuren-
foto\'s van eieren en larven van bij huisdieren en de
mens voorkomende parasitaire wormen. Dc ty-
pische kenmerken van de eieren of larven zijn dui-
delijk herkenbaar en zijn bovendien in de tekst
bij de foto\'s beschreven.

De naamgeving bij dc eieren is volgens de nomen-
clatuur van Yamaguti. Deze nomenclatuur is zo
strikt gevolgd dat bet genus
Haemonchus. zoals
tegenwoordig meestal wordt geschreven, als
Hae-
nionciis
wordt gespeld. Welke schrijfw ijze de juiste
is moeten ta.xonomen maar bepalen.
Onjuist is de naamgeving
Cyaihosioina (blz. 8.1)
als synoniem voor
Trichonenia. Dit dient Cva-
ihosioniiini
te zijn. Wel juist is de genusnaam
C yaihosionia op bladzijde 1.17.
Op twee uitzonderingen na,
Echinoparyphium van
dc duif cn
Seniaiodiriis hallus van het schaap,
ontbreekt er geen ci van de bij huisdieren in
Nederland voorkomende wormen. Ook zijn de
eieren van een aantal weinig voorkomende wormen
opgenomen.

Naast het fotomateriaal zijn er 26 pagina\'s besteed
aan een aantal onderzoekmethoden.
De beschreven directe methoden zijn zoals dc
auteurs zelf aangeven nogal ongevoelig. Beter is
hct steeds een verzamelmethode toe te passen.
Bij deze methoden is het de bedoeling zoveel
mogelijk faecesbestanddclen te scheiden van de
eieren of larven. Hierbij kan gebruik worden ge-
maakt van de grootte van de eieren door de faeces
te zeven over zeven met bekende doorlaat. Aan
deze methode wordt in bet boek geen aandacht
besteed.

Ook kan gebruik worden gemaakt van een schei-
ding van faeces cn eieren door een verschil in
soortelijk gewicht.

In het boek worden een aantal van deze me-
thoden beschreven. Weinig aandacht krijgt de een-
voudig uitvoerbare directe centrifugenottatieme-
thode. die ook zeer goed bruikbaar is voor kwan-
titatieve bepalingen. Bij de beschreven Telemann-
methode bestaat het gevaar dat. door de toe-
passing van ether, de explosieve waarde de kwali-
tatieve waarde zal overtreffen.
Op dc waarde van de eitelling wordt uitgebreid
ingegaan. Duidelijk blijkt hieruit de betrekkelijk-
heid van de uitslag van een faecesonderzoek uit-
gedrukt in plusjes of een getal.
Het enige boek wat enigszins vergelijkbaar is, is
\'Veterinary Clinical Parasitology\'van M. W. Sloss
ei al. Voordeel van dit boek is dat hierin ook de
ectoparasieten en protozoën worden behandeld.
Het boek is echter minder volledig en de zwart-
wit foto\'s zijn van slechte kwaliteit.
•Diagnose van verminose door koprologisch onder-
zoek\' is een onmisbaar naslagwerk voor allen die
regelmatig met faecesonderzoek te maken krijgen.
t)e prijs (± ƒ 16, ) kan geen belemmering zijn
voor de aanschaf van dit unieke boek.

,/. //. Boersema.

Vlaams Diergeneeskundig Tijdschrift

Onderstaand volgt de inhoud van aflevering 6
(november december) van het
l laanis Diergenees-
kundig Tiidschriji.
48, (6). (1979):

Oorspronkelijke bijdragen

Vandeplassche, M., Vandermeersch, R., Hoorens,
J., Spanoghe, E.: Myeoplasma-mastitis; een bc-
drijfsprobleem bij melkkoeien.
Biront, P., De Roose, P.. Eeunen, J.: Anaphylaxie

bij biggen na varkenspcstvaccinatie.
Pollet, E.: Entropion bij de hond: een klinische
studie.

Wyffels, R, F., Dhcedene, J, O.: Pseudovogelpest
in Marokko. Invloed van de gebruikte vacci-
naticrncthode op dc circulerende antistoffen cn
kontrole van de klinische weerstand tegen infec-
tie bij braadkuikens.
Van Opdenbosch, E., Wellemans, (i., Dekegel,
D., Strobbe, R.: Neonatal calf diarrhoea: a com-
plex viral etiology (neonatale kalverdiarree).

Overzichten

De Schepper, J., Van der Stock, J., De Rick, A.:

Abnormale urine bij de hond.
Vandeplassche, M.: Werking, resultaten en indi-
caties van bet gebruik van gonadotroop releasing
hormoon (Cin-RH: RH-EH) in de diergenees-
kunde.

Uit cn voor de praktijk

Castryck, F.. Debruyckere, M.: Koolstofmono-
xidevergiftigingen als oorzaak van doodgeboren
biggen.

Janssens, E.: Een geval van chondrosternale de-
pressie bij een kat.

ffi®

-ocr page 238-

Rapport adviescommissie
paraveterinaire beroepen

Eind 1975 zond de Minister van Land-
bouw & Visserij de Voorzitter van de
Tweede Kamer der Staten-Generaal een
brief over de bevoegdheden \\an veever-
loskundigen en kastreurs. Eén en ander
was het gevolg van het feit dat in het
begin der zeventigerjaren meer en meer
de behoefte naar voren gekomen was
deze bevoegdheden opnieuw in beschou-
wing te nemen.

In de brief gaf de Minister o.m. de ver-
wachting te kennen, dat er sleeds meer
behoefte zou komen aan personen die
naast de praktizerend dierenarts als
■para-veterinairen\' diverse werkzaam-
heden andere dan verlossingen kastra-
tie - op hel gebied van de behandeling
van vee kunnen uitoefenen.

C ommissie ingesteld

Om op de verwachte ontw ikkelingen in te
spelen, heeft de Minister van Landbouw
& Visserij op 2 november 1977 de \'.Ad-
viescommissie Paraveterinaire Beroepen\'
ingesteld. Deze kreeg tot taak zich een
oordeel te vormen over de inhoud die aan
de zgn. paraveterinaire beroepen gegeven
kan worden en over de v oor die beroepen
passende opleidingen. De Minister stond
een verkenning v oor van de beroepen die
naast de dierenarts binnen het gehele
werkterrein van de diergeneeskunde wor-
den uitgeoefend.

In het kader van de voorgenomen herzie-
ning van de Wet op de Uitoefening van de
f^iergeneeskunde, heeft de commissie
haar taak echter beperkt tot het vormen
van een oordeel over de verrichting van
diergeneeskundige handelingen door an-
deren dan dierenartsen.
Hierbij zijn de centrale plaatsdiede prak-
tizerend dierenarts inneemt bij de ge-
zondheidszorg van de veestapel en zijn
aaaruit voortkomende verantwoordelijk-
heden belangrijke aspecten geweest.
Onlangs heeft de commissie verslag uit-
gebracht aan de Ministers van Land-
bouw & Visserij en van Volksgezondheid
& Milieuhygiëne. Dit heeft geleid tot de
publikatie van het \'Rapport van de Ad-
viescommissie Paraveterinaire Beroe-
pen\' dat door alle leden onderschreven
wordt.

In het rapport wordt gesteld, dat hel wen-
selijk is de begrippen \'paraveterinair\' en
\'paraveterinair beroep\' voortaan alléén te
gebruiken in relatie tot de Wet op de
Uitoefening vande Diergeneeskunst. Be-
roepen die stoelen op andere wetten zou-
den dan ook niet als \'paravetermair\'
aangeduid mogen worden (bijv. in-
seminatoren van runderen en of var-
kens. keurmeesters van slachtdieren en
van v lees, alsmede biotechnici). De com-
missie stelt voor deze beroepen tezamen
als veterinair-ondersteunende beroepen
te benoemen.

OllffldDÜ

Van de Veterinaire Hoofdinspectie van de
Volksgezondheid tevens Directie van de
Veterinaire Dienst

-ocr page 239-

}1uidige situatie

In de Wet opde Uitoefening vande Dier-
geneeskunst worden een aantal dierge-
neeskundige handelingen genoemd die
door anderen dan dierenartsen mogen
worden verricht.

In de eerste plaats zijn daar dan de \\ ee-
\\erloskundigen en kastreurs. die op
grond van een daartoe strek kende vergun-
ning zelfstandig, buiten de dierenartsen
om. hun beroep uitoefenen.
Verder kunnen, wanneer dat noodzake-
lijk is. diergeneeskundige studenten inge-
schakeld worden bij de bestrijding \\an
\\erschillende infectieuze ziekten en
mogen pluimveeselecteurs de vaccinatie
tegen pokken en difterie bij hoenders en
kalkoenen \\olgens bepaalde methoden
verrichten.

Fenslotte mag ook de veehouder zelf op
het eigen bedrijf een aantal diergenees-
kundige handelingen voor zijn rekening
nemen. Hoewel entingen hem in principe
\\erboden zijn, kan hij voor sommige
daarvan niettemin ontheffing krijgen. De
plaatselijk praktizerend dierenarts be-
houdt echter in alle gevallen het toezicht
op en de eindverantwoordelijkheid \\ oor
de diergeneeskundige activiteiten van de

laatste groeperingen.
Voor het verrichten van eventuele andere
handelingen dan de reeds genoemde door
personen die bij de behandeling \\an vee
cn pluimvee zijn betrokken, heeft de
commissie algemene criteria opgesteld.
Dergelijke handelingen zouden h.i. een-
voudig \\an aard moeten zijn. al dan niet
in combinatie met een routinematig of
arbeidsintensief karakter of de noodzaak
om massaal uitgevoerd te worden. Na-
tuurlijk mag het verrichten van deze han-
delingen door anderen dan de dierenarts
geen gevaar opleveren voor de gezond-
heidstoestand van de Nederlandse vee-
stapel en ook niet voor de volksgezond-
heid.

In de eerste plaats de veehouder zelf

Blijkens het rapport is de commissie \\an
mening dat in de eerste plaats de veehou-
der zelf ingezet moet worden bij het uit-
voeren van diergeneeskundige handelin-
gen bij zijn eigen dieren. Hiermee wordt
ingehaakt op een tendens die zich de laat-
ste jaren toch al ontwikkeld heeft. Bij de
herziening \\an de Uitoefeningswet zou
meer ruimte geschapen moeten worden
voor een grotere verantwoordelijkheid
van de veehouder ten aanzien van de ge-
zondheidszorg voor zijn eigen dieren.
Men denkt met name aan activiteiten
als de afronding c.q. voortzetting van de
behandeling van individuele zieke dieren
na diagnose door de dierenarts en aan
routinematige werkzaamheden (preven-
tieve mastitis-bestrijding. het geven ijzer-
injecties bij biggen, het ontwormen van
dieren en het verrichten van bepaalde
vaccinaties). Hoe ter zake de relatie tus-
sewn dierenarts en veehouder tot stand
kan worden gebracht, dient evenwel nog
onderzocht te worden.
Naast de veehouders zouden onder be-
paalde voorwaarden echter ook groepe-
ringen die reeds in de Landbouw werk-
zaam zijn. ingeschakeld kunnen worden.
Dit geldt dan uitsluitend voor diergenees-
kundige handelingen die slechts inciden-
teel moeten worden verricht, maar niet
passen in de bedrijfsvoering van bepaalde
veehouders. Tevens moeten daarop de
eerdergenoemde criteria van toepassing
zijn. Bij de handelingen wordt o.a. ge-
dacht aan rotkreupelbehandeling bij
schapen, runderhorzelbestrijding bij run-
deren en bepaalde vaccinaties van vee
en of pluimvee.

Géén aparte paraveterinaire beroepen
meer

t)e commissie adviseert het gehele beleid
af te stemmen op de daartoe aangewezen
diergeneeskundige handelingen die door
anderen dan de dierenarts mogen worden
verricht. Zij is van mening dat er géén
plaats meer is voor een apart paraveteri-
nair beroep. Haars inziens horen derge-
lijke verrichtingen eerder thuis bij be-
staande groeperingen die reeds beroeps-
halve actief zijn in de agrarische wereld en
die één of meer diergeneeskundige hande-
lingen zouden kunnen verrichten in
samenhang met hun normale werkzaam-
heden.

Als voorbeelden haalt zij aan mede-
werkers van de bedrijfsverzorgingsdien-
sten en pluimveeselecteurs. Deze cate-
gorieën moeten voor de uitvoering van
diergeneeskundige handelingen als para-

-ocr page 240-

veterinairen worden beschouwd. Volgens
de commissie zal een landbouwkundige
beroepsopleiding voor hen noodzakelijk
zijn, eventueel aangevuld met speciaal op
hun diergeneeskundige activiteiten afge-
stemde cursussen.

BESMErTEI.l.lKE DIERZIEKTEN

Dierziektenbulletin nr. 2 van de Veterinaire Dienst
over het tijdvak van 16 tot 31 januari 1980vermeldt
de volgende aantallen gevallen van aangifteplich-
tige besmettelijke dierziekten in Nederland.

Atrofische rhinitis

Totaal 22 gevallen in 22 gemeenten
Groningen
Friesland
Drenthe
Overijssel
Gelderland
Utrecht
Zuid-Holland
Noord-Brabant
l.imburg

I geval

1 geval

2 gevallen
5 gevallen

3 gevallen

1 geval

2 gevallen

4 gevallen

3 gevallen

Rotkreupel

\'Fotaal 13 gevallen in II gemeenten

G roningen

Friesland

Drenthe

Gelderland

Utrecht

Noord-Holland
Zuid-Holland

2 gevallen
2 gevallen

5 gevallen in 3 gemeenten
1 geval
I geval
1 geval
1 geval

MOND- EN KFAFWZFER
Spanje

Op 30 januari gaven de Spaanse autoriteiten kennis
van mond- en klauwzeer-uitbraken tc Cuadros.
provincie Feon. Villabragima. provincie Vallado-
lid en Castroverde de Campos. provincie Saniora.
waarbij 39 dieren besmet zijn. Met hen zijn er
nog eens 1475 in contact geweest. Het virus is van
het type C, Maatregelen zijn genomen om verdere
verspreiding van de ziekte tegen te gaan.

t.S.S.R.

De Veterinaire Dienst te Moskou gaf recentelijk
een bulletin uit. dat de evolutie weergeeft van
mond- en klauwzeer in de U.S.S.R. gedurende
oktober 1979. Er viel die maand slechts één uit-
braak te melden en wel in de republiek fadjikistan.
Het virus was van het tvpe O,.

Argentinië

Over januari 1980 bedroeg het aantal uitbraken
van mond- en klauwzeer in Argentinië 25. waarvan
5 in Buenos Aires. I in Fa Pampa. 4 in Santa Fé.
3 in Cordoba. 8 in Entre Rios en 4 in Corrientes.

RABIES
Niger

Eind januari lieten de autoriteiten te Niamey weten,
dat er op verscheidene plaatsen in het land gevallen
van rabies bij honden zijn geconstateerd. De nood-
zakelijke sanitaire maatregelen zijn genomen.

.Schurft

lotaal 8 gevallen in 7 gemeenten

Friesland 1 geval

Noord-Holland 6 gevallen In 5 gemeenten

Zuid-Holland I geval

■Vliltvuur

Totaal 2 gevallen in 2 gemeenten
(ielderland 2 gevallen

VESICULAIRE VARKENSZIEK FE
Groot-Brittannië

Bij een telegram d.d. 31 januari 1980. liet de Britse
Veterinaire Dienst weten, dat er die dag opnieuw
een geval van vesiculaire varkensziekte is vastge-
steld. ditmaal te l\'cterstone Wcntlooge in het
graafschap Gwent.

Alle besmette dieren alsmede die inet hen in contact
geweest zijn. zijn afgemaakt. Strenge sanitaire
maatregelen zijn genomen.

Italië

De Veterinaire Dienst te Rome deelde inee. dat
er in de tweede helft van december (1979) in
Brescia één geval van vesiculaire varkensziekte is
gemeld.

-ocr page 241-

Maart:

3 6 20. Münchener Fischereibiologisches Se-
minar (A).

4 Kring Dierenartsen Cielderse Vallei. Ver-
gadering.

4 Afd. Noord-Brabant K.N.M.v.D. Werk-
vergadering
mestkalveren.

4 Afd. Utrecht K.N.M.v.D. l.edenvergadering.

6 Ciroep Veterinaire Homoeopathie
K.N.M.v.D. Vergadering. Beatrix-gebouw.
.laarbeursplein. Utrecht. .Aanvang 20.00 uur.

6 Afd. Ciclderland K.N.M.v.D. Bespreking Be-
drijfsbegeleiding.

1.1 Kring Noord-flolland boven "t 1.1. Vergade-
ring. Hotel de Prins. Westzaan.

13 Klinische Avond. N\'akgroep Cieneesk. van het
Kleine Huisdier (pag. 153).

20 Afd. Noord-Brabant K.N.M.v.D. Werk-
vergadering
pluimvee.

26 28 9. .lahrstagung der Deutschen Ciesell-
schalt für Parasitologie (.A). Cüesen.

26 \'MIC 1980\' - Medisch Informatie Congres.
Rotterdam (pag. 59 en 170).

27 Afd. Gelderland K.N.M.v.D. ledenver-
gadering.

27 Vereniging van Directeuren \\an Gemeentelijke
Slachthuizen en Vleeskeuringsdiensten. Ver-
gadering. .laarbeurscongresccntrum. Utrecht,
aanvang 10.00 uur.

April:

9 Svmposium over de Residuen, de Toxicologie
en het Gebruik van .Anabolica. Dublin (pag.
170).

9 Contactdag (P.A.O.) Pluimveehygiënc: \'De
pluimveekeuring in de jaren \'80\'. R.l.V. Biltho-
ven (pag. 223).

10 Kring Noord-Holland boven \'t l.l. Vergade-
ring. Hotel de Prins. West/aan.

11 -13 BSAVA Congres 1980 (British Small

Animal Association). London (pag. 938).

14 Kring Dierenartsen Gelderse Vallei. Ver-
gadering.

15 Cursus \'Kringlopen in het milieu\' ( P.A.C). Vet.
Volksgezondheid) R.l.V.. Bilthoven (pag. 22.1)

15 Kaderdag. belegd door de Centrale Asiel Raad
van dc Nederlandse Vereniging tot Bescher-
ming van Dieren, flotel Rest. \'Hermitage\',
Zeist, aanvang 10.00 uur (pag. 222).

22 Cursus \'Kringlopen in het milieu\' (P.,A.O. Vet.
Volksge/ondheid). R.l.V., Bilthoven (pag.
223).

29 Cursus\'Kringlopen in het milieu\'(P.A.C). Vet.
Volksgezondheid), R.l.V., Bilthoven (pag.
221).

Mei:

4 (iroep Cieneeskunde van het Kleine Huis
dier; \'Voorjaar.sdagen 1980\'. .Amsterdam
pag, 118).

5 8 X.XVIIl Animal Colloquium Protides of
the Biological Fluids. Brussels (pag. 60).

7 Studiedag A.C.V.-controle. Cultureel Cen-
trum Stichting \'De Reehorst\'. Ede.

8 Kleiduivenschieten voor Dierenartsen. Inl.
Boehringer. Ingelheim, tel. 023-248081 (pag.
169).

8 Kring Noord-Holland boven \'t LL Vergade-
ring. Hotel de Prins. Westzaan.

8 Vereniging van Directeuren van Cicmeentelijkc
Slachthuizen en Vleeskeuringsdiensten. Ver-
gadering. .laarbeurscongresccntrum. L\'trecht.
aanvang 10.00 uur.

9 10 Symposium Nederlandse Vereniging voor
Proefdierkunde. Nijmegen (pag. 1 19).

13 Afd. Limburg K.N.M.v.D. Ledenvergadering.

20 Afd. Noord-Holland K.N.M.v.D. Leden-
vergadering.

21 24 16. Internationales Symposium über Cie-
schichte der Veterinärmedizin (pag. 572 1979
en 186).

21 Afd. Friesland K.N.M.v.D. Ledenvergade-
ring. Motel te Heerenveen. aanvang 14.00 uur.

22 Ciroep Veterinaire Homoeopathie
K.N.M.v.D. Vergadering. Beatrix-gebouw.
Jaarbeursplein. Utrecht. Aanvang 20,00 uur.

26 - 27 29. tagung der Furopäischen Ciesellschalt
für Veterinärpathologie und 23. Tagung der
Fachgruppe .Allgemeine Pathologie und Pa-
thologische Anatomie der DVG (,A). Bremen.

28 - 30 .Will. Wissenschaftliche\'lagung der Ge-

sellschaft für Versuchstierkunde. Lausanne
(pag. 186).

•Juni:

5- 7 .\\HL Kongres der Europäischen Ciesell-
schalt der Veterinarchirurgie (ESVS). Buda-
pest (pag. 736).

6 7 .lahresversammlung der Schweiz. Vereni-
gung für Kleiniiermedizin. Bern (pag. 933).

7 8 .lahrcstagung der Schweizer Vereinigung
für Kleintiermedizin ( A).

12 Kring Noord-Holland boven \'1 LL Vergade-
ring. Hotel de Prins. Westzaan.

14- 15 Uadcn-Württembcrgischer Fierarztetag
1980 mit Fortbildungsveranstaltung (.A).
Karlsruhe.

16 20 9th International Congress on Animal
Reproduction and Artificial Insemination.
Madrid (pag. 952 1979. I 19 en 223).

24 26 2nd International Symposium of V eteri-
nary Faboratory Diagnosticians. Fuzern.
Switserland (pag. 121).

29 -2 juli Weltkongress\'l.cbcnsmittelinfectioncn

und Intoxikationen\'( A) (pag. 121).

30-3 juli VI Internat. Kongressdcrl.P.V.S., Ko-
penhagen. (pag. 170)

,luli:

1- 3 International Symposium on Diseases of
Birds of Piev (Raptor Disease Symposium
1980) (pag. 8(j4).

-ocr page 242-

6 II XI, International Symposium on Food.
MicrobioIog\\ and Hygiëne. Aalborg. Den-
mark (pag. 120).

7 10 Ihe Ruminant Immune System-
International Symposium. Phmouth. Neu
Hampshire. L\'.S..A. (Inlichtingen op redaktie-
sccrctariaat
r.\\.D. verkrijgbaar).

9 12 S\\mposium über neue Ergebnisse der F.n-
dokrinologie beim \\\'ogcl. Budapest,

28 2 aug, .W II th Conlerenee on ,\\nimal Blood
(iroups and Biochemical Polymorphisms. Int.
.•\\gric. Centre (l,\\C), Wageningen. (Inlichtin-
gen op redaktiesecretariaat
r,\\,D, verkrijg-
baar),

.Augustus:

I 6 .^I, .lahrestagung der Furopaischen Ver-
einigung für Tierzucht - FV F (.A). München.

September:

1 5 Fifth International Conference on I richi-
ncllosis. T)c Baak\'. Noordwijk aan Zee. (In-
lichtingen op Redaktiesecretariaat r,\\, D, Ver-
krijgbaar).

I 6 31, .lahrestagung der Furopaischen Ver-
einigung für Tierzucht - FV 1 (,A).

4 Ciroep N\'eterinaire Homoeopathie

K,N.M,v,D, Vergadering. Beatri,\\-gebouw.
.laarbeursplein. L\'trecht. ,\\an\\ang 20,00 uur.

8 12 \\\'1, Europäischen Kongress der WPS.A
(A).

9 12 21. Arbeitstagung des ,Arbeitsgebicters
\'1 .ebcnsmittelhygienc\' der DV(i (A),
(iarmisch-Partenkirchen.

10 12 III, Internationaler Kongress für l icrh\\-
gicne. Wien (Inlichtingen op redaktiesecretari-
aat E.v.D. \\erkrijgbaar),

16 19 .5, herbsttagung der EuropäLschen Cicsell-
schaft für \\ eterinarpathologie ( A). (lent (Bel-
gien).

2.^ Afd, Limburg K,N,M,\\ .D, Ledenvergadering,

24 27 W.S A.V.A, Congres. Barcelona,

25 Afd. Noord Holland K,N,M.v.D. Leden-
vergadering,

Oktober:

2 5 4-Daagse Conferentie te Warschau o\\er:
\'Resistance Eactors and (icnetic Aspects of
Mastitis Control\',

10 11 .laarcongres K.N.M v D, en I27e Alge-
mene Vergadering, ,Apeldoorn,

20 2.1 .XI. Kongress der Weltgesellschaft für
Buiatrik (.A), Tel A\\i\\. Israël (pag. 846).

-■fO (iroep Veterinaire Homoeopathie

K.N.M,\\,D. Vergadering, Beatri.x-gebouw,
.laarbeursplein, L\'trecht, ,Aanvang 20.00 uur.

November:

13 Vereniging van Directeuren \\ an (iemcentelijke
Slachthuizen en Vleeskeuringsdiensten, Ver-
gadering, ,laarbeurscongrcscentrum, l\'trecht,
aanvang 10.00 uur.

December:

9 ,Afd, Limburg K,N,M,\\,D, Ledenvergadering.

10 Afd, Noord Holland, Ledenvergadering,

I I (iroep Veterinaire Homoeopathie

K,N,M.\\,I), Vergadering, Beatrix-gebouw,
.laarbcursplein. Ltrecht. .Aanvang 20,00 uur.

-ocr page 243-

Loi]-m [S,

Tarieven Begeleiding
Kalvermestbedrijven 1980

Op 16 januari 1980 is het tariefoverleg tussen
dc K.N.M.v.D. en de deelnemende indus-
trieën afgerond.

Het resultaat van dit overleg is als volgt:
Visite

fijdens het spreekuur aangem.eld:
^ 15 minuten f 30. -

> 15 minuten en ïg 30 minuten / 55.

> 30 minuten en ^ 45 minuten f 80.

> 45 minuten f 105.

■DOE HET ZELF BANDEN 1979\'

Bedrag/\'20. .

Hebt l) de banden al besteld?
Postrekeningnummer 51 1606.

Buiten hel spreekuur aangemeld:

15 minuten f 34.

> 15 minuten en ^ 30 minuten ƒ 59.

> 30 minuten en 45 minuten f 84. -

> 45 minuten f 109.-

Marges op gebruikte en afgeleverde genees-
middelen gedurende één maand opéén bedrijf
en
zoveel mogelijk uitgaande van de inkoop-
prijs uit de prijscourant per 12 stuks.
bij levering beneden ƒ 50. 50%

bij levering tussen/■ 50. en/\'250. - 40%
bij levering boven ƒ 250. 20%

.Afleveringskosten en geneesmiddelen

Bij elke geneesmiddelenleverantie \'van huis
uit\' wordt in rekening gebracht
(aiieen indien
niet gecombineerd met visite)/
2.50.

Injecties

Per injectie (exclusief injectievloeislof)
/■ 2. .

In het jaar 1980 is het wederom de
bedoeling een inzicht tc krijgen in de duur
\\an de visites. Daartoe dient u op het
declaratieformulier achter de plaats waar u
dc visite aankruist de duur van de visite te
vermelden afgerond op 5 minuten, dus. 5.
10. 25. 45 minuten etc.
Als u op het formulier de visite aankruist
en daarachter bijvoorbeeld aangeeft dat de
visite 10 minuten heeft geduurd, ontvangt u
voor deze visite /\' 30. heeft de visite
bijvoorbeeld 25 minuten geduurd, dan
ontvangt u voor deze visite ƒ 55. .
Dc fabrikant eigenaar van de kalveren zal
het ontvangen declaratieformulier op
zodanige wijze verwerken dat uit de
computer-gegevens meer inzicht verkregen
wordt in de duur van de visites.
De Begeleidingscommissie Mestkalveren-
bedrijven wil u er nogmaals op wijzen dat

lijdschr. Diergeneestc.. deel 105. aft. 5. 1980

KONINKI.I.IKt NEDERl.ANDSE MAATSCHAPPIJ VOOR DIERGENEESKUNDE

het derde exemplaar van uw declaratie-
formulier
volledig ingevuld dient te worden
en onmiddellijk na visite, aflevering
medicijnen etc. opgestuurd dient te worden
naar de fabrikant jeigenaar.
Voor een goed
functioneren van de begeleiding op
mestkalverenbedrijven is inzending van het
declaratieformulier onmiddellijk na de visite
noodzakelijk. De fabrikant behoudt zich
het recht voor le laat (d.w.z. twee maanden
na behandelingsdatum) ontvangen
declaratieformulieren
niet uit te betalen.

Codelijst geneesmiddelen

Zeer binnenkort zal ook weer een nieuwe
codelijst geneesmiddelen verschijnen. Tot
nu toe werden in de codelijst de
inkoopprijzen exclusief B.T.W. vermeld
uitgaande van de volgende hoeveelheden:
injeclievloeistoffen per eenheid van 100 ml.
poeders, dragees en flacons per stuk.
poeders die per kg of liter worden gebruikt,
per kg of liter.

In 1979 werden de prijzen die voor deze
hoeveelheden in de prijscourant vermeld
staan verminderd met 7.5%. In de
nieuwe
codelijst (1980) zal zoveel mogelijk
uitgegaan worden van de prijs per 12 stuks
zonder aftrek van 7,5%.

■fussenlijdse wijzigingen in de prijzen
worden door ons doorgegeven aan de
computeren zullen in het
Tijdschriji voor
Diergeneeskunde
worden gepubliceerd.
t)e afrekening vindt plaats overeenkomstig
de op dat moment geldende prijs, voor
zover ons bekend.

Belangrijk is dat u op het declaratie-
formulier het juiste codenummer invult.

-ocr page 244-

Nederlandse Vereniging tot
Bescherming van Dieren

De Centrale Asiel Raad van de
Nederlandse Vereniging tot Bescherming
van Dieren belegt op 15 maart a.s. om
10.00 uur In Hotel Restaurant Hermitage,
Het Rond 7 te Zeist een kaderdag.

De/e kaderdag is bedoeld voor asiel-
beheerders, asielbestuurders en dierenartsen
die aan asiels /Ijn \\erbonden.
Ook dierenartsen die niet direct aan een
asiel verbonden /ijn. /ijn hierbij van harte
welkom.

De Agenda luidt als volgt:

1. Opening

2. Ingekomen stukken en mededelingen

3. Bouwkundige voorwaarden asiel

4. Ultwlsselingsplan asleldieren

5. Verhouding dierenarts-asiel

6. Rondvraag

7. Sluiting

Dierenarts VV. I\'. Cnossen houdt een
Inleiding over de taak \\an de dierenarts in
het asiel.

222

Groep Geneeskunde van
het Kleine Huisdier
World Small Animal
Veterinary Association

Uit een rondschrijven van de President van
de \\V.S.,A.V.A., dr. .1. t. Gajcntaan, aan de
nationale vertegenwoordigers van de
W.S.A.V.A. wil ik graag de volgende
punten onder uw aandacht brengen:

- Dc Venezolaanse Association, die
onlangs tot de W.S.A.V.A. is toegetreden,
wordt hartelijk welkom geheten.

Vanal\'januari 1980 /uilen alle
dierenartsen leden van de American

Animal Association lid zijn van de
W.S.A.V..A. Dit /al het ledenbestand \\an
de W.S.A.V.A. uit 16 lidstaten op ruim
15.000 brengen.

De betrekkingen met het tijdschrift
Journal of Small Animal Practice zijn
gedurende de afgelopen twee jaar tijdens de
bijeenkomsten een bron van lange en soms
bewogen discussies geweest.
Aange/ien de/e bijdrage aan de .lournal
geen enkel positief eITcct \\ oor de Associatie
lijkt te sorteren, wordt voorgesteld de/e
bijdrage met ingang \\an ,31 december 1979
te staken.

De jaarlijkse contributie voor de
W.S.A.V.A. zal als volgt worden gewijzigd:

1. Hik land betaalt een jaarlijkse bijdrage
van £ 50; voornamelijk om In de
administratieve onkosten tegemoet tc
komen.

2. Boven dat bedrag betalen alle landen
die lid zijn t 0.05 per hoofd voor iedere
afgestudeerde dierenarts binnen hun eigen
lidmaatschap om de overige activiteiten van
dc Associatie te dekken.

De voorgestelde contributicbijdragen zullen
een beter evenwicht vormen tussen de
jaarlijkse contributie van de lidstaten.

De banden met de W.H.O. zijn
gedurende het afgelopen jaar nauwer
aangehaald. Via de/e contacten kan
misschien wat tegengas gegeven worden
legen de "anti honden lobbv" In bepaalde
landen.

Dc Spaanse Congres Commissie is
druk doende met de voorbereidingen van
het 7e Wereld Congres, dat van 24-27
september 1980 in Barcelona gehouden /al
worden. Alle mogelijke sprekers in de
onderscheidene landen worden opgeroepen
een bijdrage aan dit congres tc leveren.
Het aantal deelnemers, zowel als het succes
en de financiële resultaten van dit congres
hangen af van de kwaliteit van het geboden
programma!

De mogelijkheid om het 8e W.S.A.V.A.
congres In 1982 in Las Vegas. USA. te
houden, /ijn onlangs besproken. Meer
inlormatie hierover /al waarschijnlijk In hel
voorjaar 1980 gegeven kunnen worden.

P. J. Goedhart,

national representative Nederland.

KÜMNKLI.IKE NEDF-IRl.ANDSH MAA7 SCH.AI\'I\'I.I VOOR DIERdENEFSKl NDE

-ocr page 245-

9th International Congress
on Animal Reproduction
and Artificial Insemination,
Madrid, 16-20 juni 1980

Voor bovengenoemd congres /.al door
Wagon-lits Reizen een groepsreis worden
georganiseerd, gebaseerd op een minimum
aantal van 6 deelnemers. Bij minder dan 6
deelnemers wordt ecn toeslag per persoon
berekend.

Dc heenreis vanaf Schiphol .Amsterdam
\\indt plaats op zondag 15 juni 19X0 om
16.00 uin\'. de terugreis vanaf Barajas
Madrid vindt plaats op zaterdag 21 iuni
1980 om 19.25 uur.

Keuze uit 2 hotels (klasse: luxe en eerste)
op basis van logies en ontbijt.
Voor nadere informatie kunt u bellen met
Wagons-lits Reizen, tel. 020-262917.

Commissie Post
Academisch Onderwijs
Veterinaire
Volksgezondheid

\'De pluimveekeuring in de jaren SÜ"

l\'..\\.O.-contactdag Plulniveehygi(;ne 9 april 1980
in het R.I.V. le Bilthoven.

IX\' jaarlijkse contacldagen l\'luinncehygiëne.
georganiseerd onder auspiciën van de P..\\.().-
commissic Veterinaire Volksgezondheid van dc
K.N.M.v.D.. bicden aan bij de pluinueekcuring
betrokken dierenartseti de mogelijkheid zich van
de recente ontwikkelingen op dc hoogte stellen
en onderling ervaringen uit te wisselen.
De eerstvolgende contactdag wordt gehouden op
woensdag 9 april a.s. in het Rijksinstituut voor
dc Volksgezondheid tc Bilthoven en heeft als
thema \'Dc pluimveekcuring in de jaren \'80\'.
liet programma is als volgt:
9..10 Ontvangst met koffie:
10.00 Opening door prof. dr. .1. Cl. van
I .ogtestijn:

10.10 C\'. A. Delwig: Pluimvccv/cesproihiklit\'

nu cn in tic lockoitisi:
10.50 Drs. .1. van VValsum: Pluinivcczickwn in

rciinic 1(11 ujkeitringsrcdcncn:
II ..10 Drs. .1. Driessen: Pluinivcckeuring voor dc

hinncnliindsc markt.
12.00 lunch.

14.00 Dis. R. .1. Ierbijhc: organi.salic van dc
plitimvcckeuring:

;? ^ n^ fni

ü.jD !!!.□ uLja un liüo

Rond\\ raag en forumdiscussie:
Sluiting.

.Alle belangstellende dierenartsen zijn welkom.
Opgave, indien enigszins mogelijk, v óór 4 april
1980 via de Koninklijke Nederlandse
Maatschappij voor Diergeneeskunde (Ellen
Bonnes, tel. 0.10-5101 I 1) of bij de aanvang van
de Contactdag.

De kosten voor leden (inclusief lunch) / 25. cn
niet-leden (inclusief lunch) / .15. . kunnen aan
de /aal worden v oldaan.

Cursus Kringlopen in het Milieu

Op drie achtereenvolgende dinsdagen, tc weten
15. 22 en 29 april 1980 zal genoemde cursus in
vergaderzaal V I van het R.l.N\'.. .Antonie van
l.ecuwenhoeklaan 9. Bilthoven (tel. 0.10-7491 I 1)
worden gehouden.

Programma:

15 april 1980

10.00 Dr. ir. Ch. H. Henkens. Consulent bodem-
aangelegenheden in de landbouw:
.-igra-
rische kringlopen:

Ir. .1. fl. Voorburg. Rijks .Agrarische .Afval-
waterdienst (R.A.AD):
Stankhcstrijding.
stankhronncn en meten van stank.
lunch.

14.00 Ir. N. 1). van Egmond. R.l.V.: Luchtver-
ontreiniging.

:: april 1980

10.00 Drs. .1. Oosterom. R.l.V.: Milieuprohlema-
tiek t.a.v. hacteriële hesmettingen:
Dr. .1. \\V. P. M. Akkermans, Ptov. (ie/ond-
heidsdienst Gouda:
Virussen in het milieu.
I unch.

14.00 Drs. E. van Knapen. R.l.V\'.: Parasitaire
kringlopen:

Drs. P. \\V. .1. Peters. R.l.N\'.: Verspreiding
van to.xist he sto/Jett door afval en afvoer
van laboratorium proefdieren.

29 april 1980

10.00 Ir. .A. A. .longebreur. Instituut Mechani-
satie. .Arbeid. Gebouwen (IM.AG): .l/c.v;-
behandeling. opslag, transport, anaërobe
vergisting en zuivering.
I .unch.
1.1.00 Excursie;

Vlestbeluchting cn decp-pit stal praktijk-
school Barneveld;

.Anaërobe vergisting van mest in Garderen;
Event, beluchtings- en /uivcringsinstallatie
Elspeet.

Maximum aantal deelnemers: 28.
Bij een minimum aantal deelnemers van 20
zullen de kosten voor leden / 75.— en v oor met-
leden /\'85. per deelnemer bedragen.
Aanmelding bij het bureau van de Maatschappii
(Ellen Bonnes, tel. 0.10-5101 11).

14.40
1.5..SO

KOMNKI,l.lkE NEDI Rl ANDSf M AA I SCH API\'IJ VOOR Dl i; RCi EN E ESK ll N DE

223

-ocr page 246-

{^o Klom 10

Personalia

Als lid van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde meldden zich de
collegae:

Groot, Mej. M. A. M. H. de; 1979; 3981 HD Bunnik, Koningslaan 7.
Nistelrooij, A. J. M. van; 1979; 5386 AB Geilen, Molenstraat 28.
Romijn, W. G.; 1979; 8141 RC Heino, Berkendijk 3 A.
Schep, .!.; 1979; .3981 ZP Bunnik, Vletwcide 152.

Als lid van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde heeft het
Hoofdbestuur aangenomen:

Goesten. W. J. J.; 1979; 5062 EP Oisterwijk, Burg. Suyslaan 25.
Haverkate. H. J.; 1979; 5627 GD Eindhoven, Valeneehof 5.
Holzapfel, H.; 1979; 3972 JS Driebergen, Hogesteeg 27.
Wolters, H. B. M. M.; 1979; 5988 EM Helden, Molenstraat 11.

Als Kandidaatlid van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde heeft
het Hoofdbestuur aangenomen:

B. M. Koldeweij, Oude Kerkstraat 20, 3572 TJ Utrecht.

Adreswijzigingen, enz,:

Sakker. M. J.: 1975; Harderwijk; tel. (03410)
15765; p.

*Blom. Mei. B. F.: 1976; Eindhoven; p.
*Blom. M. M.: 1972; Hoevelaken; tel. (0.3495)
34608.

Broekhuizen. K. J.: 1976; 4141 MB Ixerdam,
Horndijk 63; tel. (0.3451) 2131 (privé), 2270
(prakt.).

Bruggink. J. IV. H.: 1974; Geesteren (Ov.);
p., geass. met R. J. Hessels.
Diekerhof. C.,- 1951; 7214 DR Epse, Kletter-
straat 6; tel. (05759) 3280 (privé), (05700)
5-3000 (prakt ).

Fhhens. 1).; 1975; 8409 JE Hemrik, Binnen-
wei 7; tel. (05166) .508; wnd. d.
Goesten. W. J. J.: 1979; 5062 EP Oisterwijk,
Burg. Suyslaan 25; tel. (04242) 5121 (privé),
2078
(praj<t.);p.,ass. bij E. P. C. M. van Riel.
(toevoegen als lid).
207 Greup. /). F: 1947; \'s-Gravenhagc; p.,
geass. met J. M. Iliijsse.
Haverkate. H. ./.. 1979; 5627 C,D Eindhoven,
Valeneehof 5; tel. (040) 418497; p., ass. bij
J. F. M. Spoorenberg. (toevoegen als lid).
Hesseis. R. J.: 1977; Geesteren (Ov ); p.,geass.
met J. W. H. Bruggink.
Holzapfel. H.: 1979; 3972 JS Driebergen,
Hogesteeg 27; tel. (0.3438) .3094 (privé), (015)
566319 (prakt ); p., ass. bij J. H. Kers en
H. J. Uilenreef. (toevoegen als lid).
Kroon. P. .V.. 1976; 6641 KS Bcuningen
(Gld.), Koningstraat 4; tel. (08897) .3980; p.,
ass. bij !.. Belonje en J. H. H. Cloudt.
Ner.se.ssian. B. N.: 1977; Ljïiden; tel. (071)
210497 (privé), (08855) 2025 t. 357 (bur );
d. Intervet International B.V.
24H \'Nistelrooij. .4. J. M. van: 1979; Geffen;
tel. (04102) 2666 (privé), (04120) .14407
(prakt.); p.. ass. bij G. P. C. M. Jenniskens.

I7H

1X3
1X3

1X7

1X7

194

I9X

296

211

213

216

231

246

251 \'Ch\'erduin. Mei. W. W. K.: 1979; Utrecht;
tel. (0.30) 7.30413 (privé), (033) 21827 (prakt.);
p., ass. bij \'Hl. M. Bosman, E. H. den Breeje
en E. W. M. Eeld.

254 Plassehaert. P. M. C H\'.: 1976; Baarle
Nassau; tel. (04257) 9997 (privé), 9587
(prakt ); p., geass. met W. J. Schoorlemmer.

259 "Romijn. W. G.: 1979; Heino; tel. (05729)
2816; wnd.d.

262 * Schep. J.: 1979; Bunnik; tel. (034(5) 3307
(privé), (01810) 2004 (prakt.); p., ass. bij
A. Mcnkveld.

262 Schipper. K.: 1964: Hoevelaken; tel. (03495)
71526 (privé).

266 Sietsnta. C.: 1979; 5711 AM Someren, Bca-
trixlaan 15; tel. (04937) 4193 (prive), 1770
(prakt.); p., ass. bij E. P. M. v. d Brand,
dr. A. de Kruif, M. M. E. H. van kuijk en
J. A. Westerbeck.

274 Ihij.s.u\'. ./. M.: 1978; Ulrecht:teE (030 311 107
(privé), (070) 460040 (prakt.); p., geass. met
D. M. E. Greup.

276 Tondeur. H\'. ./.: 1975; 3828 BM Hcogland,
Beukenlaan 6.

277 l aandrager. .4. B: 1978; 9202 VH D-acbten,
fX\' Posten 9.

27X Iclenta. J. B: 1979; 8401 PK Gtrredijk,
Weverij 57; tel. (05133) 2782; p., ass. bij S. J.
Henstra, J. (iutteling, .1. R. de Nioij, G.
Siebinga en P. R. Tulncr.

2X1 l\'oorst. J. ,/. van: 1977; 6731 AH Ottcrlo,
Hocnderloseweg 6; tel. (02979) 4151 t. 140
(bur.); prod. man. Baver Ned. B.V.

2XX Wohers. H. B M.\'M.: 1979; 5\'-88 EM
Helden, Molenstraat 11; tel. (047(0) 3292
(privé), 2349 (prakt.); p., ass. bij J. %in Bers,
H. J. E. Boonen, M. H. C. C. Meens, W.
Oldenburger en G. A. M. Wielard. (toe-
voegen als lid).

-ocr page 247-

((.iHjoMJo

Overleden:

Dr. W. B. v. d. Burg te Velp op I februari 1980

Eervol ontslag als rijkskeurmecster in bijzondere diensl:

S. de Haan te Dalfsen per 1 februari 1980

Genetics and Hereditary Diseases of the
Przewalslti Horse

Proceedings of the Arnhem Study-Conference 1978
organized by the Foundation for the Preservation
and Protection of the Przewalski Horse.

E.d. F. E. M. de Boer, J. and 1. Bouman (1979)

Nog in het begin van de/e eeuw bevolkten grote
aantallen Przewalski paarden de steppen van Mon-
golië, maar sedertdien is hun aantal sterk teruggelo-
pen en men neemt aan dat er nu geen e.xemplaren
meer in het wild aanwezig zijn. Alleen in dierentui-
nen zijn deze wilde paarden nog te zien: er waren er
m 1978 ongeveer .100 geregistreerd.
In deze dierenparken wordt gefokt om het Przew-
alski paard van de ondergang te redden. Echter,
door het geringe aantal dieren en het zeer summiere
uitwisselingsprogramma tussen de diverse dieren-
tuinen is er een zeer sterke mate van inteelt opgetre-
den, zodat het Przewalski paard nog steeds met
uitsterven wordt bedreigd.

Om te komen tot een inventarisatie van beschikbare
gegevens aangaande genetische aspecten van deze
fokkerij en om te komen tot terugdringing van in-
teelt is in 1978 in Arnhem een conferentie belegd.
De 18 voordrachten omvatten velerlei aspecten; al
het onderzoek met betrekking tot de genetica van
het Przewalski paard komt ter sprake. Het boekje is
zodoende een verzameling van allerlei onderwer-
pen: chromosomen onderzoek, biochemische
aspecten, research van bloedgroepenen de mogelijk-
heid het Przewalski paard in wildreservaten uit te
zetten. Ook wordt de fokkerij van het Friese paard,
waarin de inteeltgraad hoog is, als voorbeeld naar
voren gebracht. Een volledige bespreking van al
deze onderwerpen zou te ver voeren.
Het boekje geeft echter wel een indruk hoe ver men
gevorderd is op de verschillende deelgebieden. Er
moet geconstateerd worden dat met name de kennis
van de pathologie van erfelijke(?) ziekten van het
Przewalski paard er slecht voor staat: de ver/a-
melde casuistieken zijn zeer verschillend beschreven
en alle onvolledig, In het slotcommuniqué van de
conferentie wordt dan ook de wens geuit het onder-
zoek te continueren en door geprogammeerde fok-
kerij en uitwisselingsprogramma\'s het Przewalski
paard in aantal te doen toenemen.
Het boekje is eigenlijk alleen bestemd (geschikt)
voor echt geïnteresseerde wetenschappers die op de
hoogte willen zijn van de stand van zaken van de
research mct betrekking tot de instandhouding van
het Przewalski paard,

\'lot slot wil de commissie een oproep doen: een
ieder die geïnteresseerd is in de fokkerij van het
Przewalski paard of interesse heeft voor uitgestor-
ven egriodae wordt verzocht contact op te nemen
met dr, M, T, Frankenhuis van Diergaarde Blijdorp
te Rotterdam,

G. //. He,Hink.

-ocr page 248-

Gevraagd

DIERENARTS

in een grote kleine huisdieren-
praktijk in het centrum van het
land. Ervaring strekt tot aanbeve-
ling. Mogelijkheid tot associatie.
Gaarne uw schriftelijke reacties
met curriculum vitae onder nr.
3/80 aan de redaktie van het Tijd-
schrift voor Diergeneeskunde,
Postbus 14031, 3508SB Utrecht.

Binnen en buiten
de auto bereikbaar zijn?

Geen probleem met Pye mobilofoons, portofoons
en oproepontvanger.
Fn goedkoper dan u denkt.

Hier willen u/ij graag meer van weten
Firmanaam

Adres

Aangeboden;

COMPLETE
RÖNTGENUNIT

(merk: Philips medio DLX met
hondentafel en buggy).
Telefonische informatie tus-
sen 18.00 - 19.00 uur:
tel. (070) 68 52 26

Plaats enpostkode

Verzenden meen open enveloppe aan Vanandel bv
afd Mobilofoon/poiofoonsystemen.
Machtigingsno. 1362, Rotterdam
Geen postzegel plakken

Telefoon 010-260963

uanandel

Pandbrieven van
de Rabohypotheekba^

hoge rente

\' korte looptijd

provisievrije afgifte

verhandelbaar
op de effectenbeurs.

]a]hqpotheektis[]QË

St. Jacobsstraat 30, 351 1 BT Utrecht. Telefoon (030)36 22 47.

Verkrijgbaai bij dlle banken
en commissionairs in
effecten. rHatuurlijk
ook bij de
Rabobank
(3100vesti
gingen).

Vraag eens naar de
informatieve brochure
bij de Rabobank.

-ocr page 249-

I a^a

Morfologische kenmerken van de
haemorrhagische enteritis bij de hond
veroorzaakt door een parvo-achtig virus

Morphological Characteristics of Haemorrhagic Enteritis
in Dogs Caused by Parvo-Eike Viruses

I. \\. d. Gaag. F. S. G. A. M. van den Ingh en .). E. \\an Dijk\'

SAMEWA I TING

I erschillende uitbraken van eett infectie met een parvo-achtig virus worden be-
schreven. Hierbij wordt eett haemorrhagische enteritis gezien die microscopisch
gekenmerkt is door een hyporegeneratieve vlokatrofie. Dit beeld vertoont een
sterke overeenkomst met de karakteristieke verattderingen die in de dunne darm
bij katten met panleucopenie (= katteziekte) gevonden kunnen worden. Dit
pathomorfologische aspect kan be.schouwd worden als kenmerkend voor de
haetnorrhagische enteritis veroorzaakt door parvo-achtig virus bij de hond.

SUMMARY

Various outbreaks of parvo-like virus infection in dogs are reported. A form of
haemorrhagic enteritis was ob.served, which was microscopically characterized
hy a hypo-regenerative villous atrophy of the small intestine, which hears a close
re.semblance to the typical lesion of feline panleucopenia. This pathomorpholo-
gical feature niay be regarded as typical of canine enteritis due to a parvo-like virus.

foiMr°i

INLllDINCi

Haemorrhagische diarrhee bij de hond
heeft de afgelopen jaren op verschillende
plaatsen in de wereld aanleiding gegeven
tot publikaties. Vooral omdat deze aan-
doening regelmatig sterfte bij pups en
\\ olwassen honden veroorzaakt is er naar-
stig gezocht naar de oorzaak.
Hoewel veel micro-organismen een rol
kunnen spelen bij deze aandoening lijken
toch vooral ook de virussen hierbij be-
langrijke verwekkers tc zijn. Naast de be-
kende virusaandoeningen bij de hond
zoals Carré en HCC. die behalve diarrhee
vooral ook meer typische symptomen
veroorzaken, zijn momenteel een drietal
virussoorten bekend die waarschijnlijk
een rol spelen bij het ontstaan van door
diarrhee gekenmerkte ziekten bij de
hond: coronavirus, rotavirus en parvovi-
rus.

F)e coronavirusenteritis is voor het eerst

Wicrinuir Pathologisch Instituut. Biltstraat 166. .1,S72 BP t trccht.
Itjiischr. Diergeneestc.. deet 105. aft. 6. !9«0

-ocr page 250-

beschreven in Duitsland bij militaire
honden (4), daarnaast is ze ook bij andere
honden gezien in Engeland (9). in Duits-
land (1) en recentelijk in de U.S.A. (2. .3.
7. 8. 24).

Het virus dat in Engeland en Duitsland
werd gevonden vertoonde grote overeen-
komst met het \'Transmissible Gastroen-
teritis\' virus van het varken (1.9). Experi-
menteel werd eveneens diarrhee
opgewekt met het coronavirus 1-71. Deze
infectie verliep niet fataal (20, 21).
Rotavirussen zijn bij verschillende dier-
soorten geïsoleerd (14, 16), maar tot op
heden slechts éénmaal bij de hond vastge-
steld (15). Een experimentele infectie met
humaan rotavirus bij de hond veroor-
zaakte geen diarrhee (26). Pollock en
Carmichael (24) beschrijven een rota-
achtig virus bij heel jonge pups met een
fataal verlopende enteritis waarbij noch
corona- noch parvovirus kon worden geï-
soleerd.

Enteritiden ten gevolge van een parvovi-
rus zijn voor het eerst beschreven in 1977
in de U.S.A. (2, 5, 11. 12. 1.1) en later
ook in Canada (25). Australië (19. 22),
Engeland (18) en België (6, 10).
Dit artikel beschrijft de pathomorfologie
van spontane acute haemorrhagische en-
teritis bij de hond veroorzaakt door een
parvo-achtig virus dat een nauwe ver-
wantschap met het katteziekte parvovi-
rus blijkt te hebben (23).

CASi:iS l IFK

Gedurende een periode \\an ongeveer éèn
jaar werden van verschillende plaatsen in
Nederland uitbraken \\an acute haemorr-
hagische diarrhee gemeld. Een 17-tal
honden die waren gestorven tijdens der-
gelijke uitbraken werden bij ons instituut
ter sectie aangeboden. Deze honden
waren afkomstig \\an een kennel (7 x) van
een hondepension (4 x) en van een proef-
dierfokkerij (4 x), daarnaast kwamen er
nog twee uit particuliere praktijken.
Hoewel er geen ras-, geslachts- of leef-
tijdsvoorkeur bestond leek de infectie bij
jonge honden en kleine rassen sneller fa-
taal te verlopen (17).
f)e klinische verschijnselen bij deze die-
ren waren anorexie. lusteloosheid en
meestal braken. Ongeveer gelijktijdig
trad er een haemorrhagische diarrhee op.
Een behandeling met antibiotica had
geen effect.

Bij het patholoog-anatomisch onderzoek
waren de veranderingen meestal beperkt
tot de digestietractus. t)e dunne darm
was weliswaar gedilateerd, maar bezat
toch een zekere stevigheid. De serosa ver-
toonde vaak een onregelmatig gerimpeld
aspect, soms met duidelijke hyperaemie.
soms met kleine petechiën die door de
serosa van het gedilateerde darmsegment
zichtbaar waren. De mucosa was in het
algemeen rood en in een aantal gevallen
was een geringe pseudomembraneuze
ontsteking aanwezig. Het lumen bevatte
een vloeistof die varieerde vangeringhae-
morrhagisch tot bijna puur bloed met
veel stolsels.

De mesenteriale lymfklieren waren vaak
gezwollen en haemorrhagisch, soms was
eveneens de milt vergroot. Verder werden
geen typische afwijkingen bij de sectie
gevonden.

StereoiTiicroscopisch en histologisch
werd vlokatrofie gevonden met een ver-
korting, verdikking en soms versmelting
van de vlokken. Locaal waren de vlokken
soms geheel verdwenen (fig. 1).
Histologisch werden verschillende veran-
deringen in wisselende mate in de dunne
darm waargenomen. De mucosadikte
was meestal afgenomen. Het epitheel van
de vlokken vertoonde soms vacuolisatie,
soms afplatting en was vaak geheel ver-
dwenen: locaal waren de toppen van de
vlokken necrotisch (fig. 2). De crypten
van Lieberkühn waren somscysteus ver-
wijd. met in het lumen slijm en of gede-
genereerde en gedesquameerde epitheel-
cellen en een enkele maal syncytiale
reuscellen; op andere plaatsen waren er
nog slechts resten van crypten of solitaire
epitheelcellen in de mucosa zichtbaar
(fig. 2 en 3). f^it is het beeld van de hypo-
regeneratieve vlokatrofie. De mucosa
vertoonde een geringe cellulaire infiltra-
tie. voornamelijk bestaande uit lymfoey-
ten en plasmacellen, die speciaal in het
basale en oppervlakkige gedeelte van de
mucosa gelegen waren (fig. 2).
Hyperaemie. en kleine bloedingen wer-

-ocr page 251-

l ig. 2. Hond. Dunne darmmucosa met opper-
vlakkige necrose, hyperaemie, hyporegencratieve
Ookatrofie, verlies van crypten en oppervlakkig en
basaal een cellulair infillraat (HF 130.x).

l ig. 1. Hond. Dunne darm met livporegeneratie\\e vlokatrolie. enierilis en duidelijk \\erlies van crypten
san I icberkuhn (HF .12.\\).

Fig. 3. Hond. Dtmne dartnmucosa mcl restanten
\\an crypten gev uld met gedegenereerde cn gedes-
quatneerde epitheelcellcn en enkele svncvtiale
reuscellen (HF 32.5x1.

-ocr page 252-

den in de mucosa, de submucosa, de
spierlagen en de subserosa waargeno-
men. De andere organen vertoonden
geen microscopische afwijkingen.
Bij routinematig bacteriologisch onder-
zoek werden geen pathogene micro-
organismen gevonden.
Met behulp van electronenmicrosco-
pisch- en immuunelectronenmicrosco-
pisch onderzoek van faeces, virusisolatie
van faeces en serologisch onderzoek van
een aantal van de ter sectie aangeboden
honden werd door Osterhaus c.s. (23)
vastgesteld dat voor een dergelijk kli-
nisch en histologisch beeld een parvo-
achtig virus verantwoordelijk is.

DISCUSSIE

Hoewel veel micro-organismen verant-
woordelijk kunnen zijn voor een acute
haemorrhagische diarrhee bij de hond
vertoont de dunne darm bij de parvo-
achtige virus infectie het karakteristieke
beeld van de hyporegeneratieve vlokatro-
fie, zoals dat ook bekend is van de enteri-
tis bij parvovirus infectie van de kat. be-
kend als katteziekte. Deze bevinding
bevestigt eerdere literatuurgegevens (3,5,
18. 22).

Evenals het katteziektevirus lijkt ook dit
parvo-virus van de hond speciaal de snel
groeiende epitheelcellen van de dunne
darm cr\\ pten aan te tasten met degenera-
tie. desquamatie en syncytiumvorming
van de epitheelcellen. Als gevolg hiervan
ontstaat de hvporegeneratieve vlokatro-
fie.

Hoewel de alteratie en denudatie \\an het
vlokepitheel te verklaren is uit een pri-
maire aantasting van het crypte-epitheel.

spelen daarbij mogelijk secundair ook
bacteriën en toxinen vanuit het darmlu-
men een rol. De necrose van het stroma
wordt waarschijnlijk vooral door de
laatstgenoemde factoren veroorzaakt.
Het soms waargenomen effect van anti-
biotica in een
\\Toege fase van de ziekte
kan wellicht worden toegeschreven aan
het beïnvloeden van de darmflora.
De beschreven aandoening is evenals kat-
teziekte zeer besmettelijk. De mortaliteit
is vooral hoog bij jonge dieren en kleine
rassen, waarbij vocht-, bloed-en electro-
lytenverlies snel tot een hypovolaemische
shock zal leiden. Ook toxinaemie kan tot
de snelle dood van deze dieren bijdragen.
Bij andere virusenteritiden van de hond
wordt het histologische beeld van de hy-
poregeneratieve vlokatrofie niet waarge-
nomen, alhoewel macroscopisch even-
eens een haemorrhagische enteritis
aanwezig kan zijn. Zo worden bij HCC
en Carré meestal weinig histologische
veranderingen gezien aan de darmmu-
cosa.

De coronavirus enteritis bij de hond gaat
gepaard met een hyperregenerative vlok-
atrofie. Een bij jonge honden beschreven
fatale rotavirus enteritis is nog niet mor-
fologisch beschreven, doch gezien de ge-
gevens bij andere dieren is het beeld van
de hyperregeneratieve vlokatrofie het
meest waarschijnlijk.

Hoewel serologisch en virologisch onder-
zoek noodzakelijk zijn voor een defini-
tieve diagnose, kunnende pathomorfolo-
gische veranderingen als karakteristiek
beschouwd worden voor deze parvo-
achtige virusinfectie bij de hond.

I I I E R.ATE I R

Albrecht. C). und Eüpcke. W.: Zum spontanen klinischen Aultretendertransmissiblen Gastroenteritis
bei Hunden.
M/i. I V/. Mci/.. 22. 865. (1976).

Appel. M. ,1. G.. Cooper, H. .E. Greisen, IE and Carmichael, E. E.: Status report: Canine Enteritis. J.
Aiu. W\'t. Med.
.Evv., 17.1, 1516. (1978).

Appel, M. ,1. (i., Cooper, li. .1., Cireisen, IE, Scott, E. and Carmichael, E. E.: Canine Viral Enteritis 1
Status Report on Corona-and Parvo-like Viral EntC\':;;d\'\'s.
Cornell lei.. 69, 125. (1979).
Binn, E. N., Eazar, E. C.. Keenan. K. P., Hu.xsall, D. E., Marchiwicki and R. H. Strano: A Recovery
and characterization ol\'a Coronavirus from military dogs with diarrhoea. In: Prooceedings of the 78th
■Annual Meeting of the U.S. .Anitnal Health Association Roanahe. Va October 1974 pp .159-366.
Richtnond U.S. Animal Health .Association 1975.

-ocr page 253-

5. Black, .1. \\V.. Holscher. M. A.. Powell. H. S. and Byerly, C. S.: Parvovlral Enteritis and Panleucopenia
in Dogs. I Vr.
Med!Small Anim. Clin.. 14.47. (1979).

6. Burtonbov. G.. Coignoul. F. et Pastoret. P.-P.: I.\'entérite ä parvovirus du chien. Ann. Med. Vél.. 123.
123. (1979)

7. Carmichael. L. E.: Infectious canine enteritis cau.sed by a coronalike virus. Canine Praciice. 5, 2,^.
(1978).

8. Carmichael. E. E.: Infectious canine enteritis caused by a corona-like virus: Current status and request
for information.
Cornell Re.s. Lab. Repl.. 2. (9). l-j\'ó. (1978).

9. Cartwright. S. and Lucas. M.: Vomiting and Diarrhoea in Dogs. Vei. Ree. 91. 571. (1972).

lü. Coignoul. E. and Dewaele. .A.: Canine Haemorrhagic Enteritis pathologv of a syndrome. Ann. Med.
\\ et..
123. 47. (1979).

11. Cooper. B. .1., Carmichael. L. E.. Appel. M. J. G. and Greisen. H.: Canine Viral Enteritis 11
Morphologic lesions in naturally occurring parvovirusinfection.
Cornell Vel.. 69, 134. (1979).

12. Eugster. A. K. and Nairn. C.: Diarrhea in Puppies: Parvo-Like Particles Demonstrated in Their Feces.
Souih\\ye.siern \\ \'ei.. 30. (1977).

13. Eugster, .A. K.. Bendele. R. A. and .lones. L. P.: Parvovirus Infection in Dogs. J. Am. Vet. .Med.
.4.v.v(;r., 173, 1340. (1978).

14, Eugster, K,. Stroher. ,1, and Hartfiel. D, A,: Rotavirus (Reovirus-like) Infection af Neonatal
Ruminants in a Zoo Nursery,
J. WHdHJe Dis.. 14, 351. (1978)

15, Eugster, ,A, K,and Sidwa,T,: Rotavirus in diarrheic feces of a dog, let. Med.! Small Anim. Clinic.14.
817. (1979).

16, Flewett, T, H, and Woode, G, N,: The Rotavirusses, Arch, of I irol. 57. /. (1978)

17. Hazew inkel. H. A. VV.. Happé. R. P., van der Sluys. F. .1. en Dijkshoorn. N. A.: Personal Communica-
tion (1979).

18. .lefferies. A, R. and Blakemore, W, F,: Myocarditis and enteritis in puppies accosiated with parvovi-
rus,
I\'ei. Rec.. 104, 221. (1979).

19, ,lohnson, R, fLand Spradbrow, P, B,: Isolation from dogs with severeenteritis of a parvovirus related
to feline panleucopenia virus,
.Austr. Le/, ./,. 55, 15!. (1979)

20, Keenan, IC, P,, ,lerris. H, R,, Marchwickie, R, FLand Binn. 1„ N,: Intestinal Infection of neonatal dogs
with canine coronavirus 1-71: Studies by virologic. histologic, histochemical and immunofluorescent
techniques.
Am. J. I\'ei. Res.. 37, 247. (1976).

21. Keenan. K. P.. Binn, L, N, and lakeuchi, A Animal Model: Acute Enteriris in [)ogs infected with
Coronavirus 1-71,
Am. .1. Path.. 94, 439. (1979).

22, Kelly. W, R,: An enteric disease in dogs resembling feline panleucopenia,/li/,«r Vet. J.. 54.593. (1978).

23. Osterhaus, A, D, E, M,, van Steenis, G, and de Kreek, P,: Isolation of a virus closely related to feline
panleucopenia virus from dogs with diarrhea.
Zemr. bl. \\\'ei. Med. Rheine ft., (in press), (1979)

24. Pollock. R. V. H. and Carmichael, L, E,: Canine Viral Enteritis, Recent developments. Mod. I\'ei.
Pracl..
60. 375. (1979).

25, Fhomset. G, W,, and Gagnon, A, N\',: Canine (iastroenteritis Associated with a Parvoviruslike Agent,
Canad. Vel. ,/,, 19, 346. (1978).

26, Tzipori, S,, and Makin, E,: Propagation of human rotavirus in young dogs. Vet. Microbiol.. 3, 5.^,
(1978)

-ocr page 254-

ODi ®Di]

Ecthyma, een bekende ziekte
waar te weinig van bekend is

Een kort ziekte-overzicht en vaccinatiestudie

Ecthyma, a Known Disease, of Which Little is Known
J. J. Pekelder\', F. Ph. Talrnon^, M. .1. de Boer^

SAMENVATTING

De symptomen van ecthyma worden beschreven.

Een behandeling gericht tegen .secundaire bacteriële infecties kan bestaan uit het
parenteraal of lokaal toedienen van antibiotica.

Uit proefentingen met twee handelsvaccins bleek, dat herenting 2-3 en 5 maanden
na een primovaccinatie aanslaat.

Beide vaccins gaven een serologische respons, ook na herent ing.

Het aantonen van humorale antilichamen is geen indicatie voor de mate van

immuniteit.

Door enting door middel van scarifcaties wordt pathogeen virus in een koppel
geïntroduceerd zonder dat een in hoogte en duur bekende immuniteit wordt
verkregen.

Het ent virus spreidt in de koppel.

SUMMARY

Tite symptoms of ecthyma are described.

Treatment directed against .secondary bacterial infection may consist in parenteral
or local administration of antibiotics,

E.xperimental inoculation of two commercial vaccines showed that reinoculation
will take within 2-3 a rut five months after the first vaccination.
Ihe two vaccines produced a serological response, even after reinoculation.
The fact that humoral antibodies are found to be present, is not indicative of
the degree of immunity.

Inocidation hy scarifications will introduce pathogenic virus in a herd withoui
producing a form of immunity, the degree and length of which are known.
The virus u.sed on vaccination will spread among the herd.

\' Drs. .1. .E Pekelder. Gezondheidsdienst voor Dieren in Zeeland. Evertsenstraat LS, Goes, ;

- Drs, F, Ph, Talmon, Centraal Diergeneeskundig Instituut. Klinischeafdeling. Edelhertweg 17. Lelystad,
\' Drs, M, J, de Boer, Ciezondheidsdienst voor Dieren in Utrecht, Montalbaendreef 2. Utrecht,

-ocr page 255-

INI.EIDING

Ecthyma is een ziekte, die vooral bij scha-
pen wordt gezien.

De ziekte komt in Nederland eveneens
voor bij de geit. terwijl ook de mens be-
smet kan worden.

De oorzaak is een virus uit de familie der
pokkenvirussen, dat op basis van de mor-
fologie en biologische eigenschappen ge-
rekend wordt tot het genus Parapo.xvi-
rus, waartoe ook het pseudocowpox- en
het stomatitis papulosa-virus behoren (1,
4. 7).

Ecthyma werd in Nederland voor de eer-
ste maal beschreven in 1924 (2). Uit het
jaarboek van de E.A.O. W.H.O. 1977
blijkt, dat de ziekte over de gehele wereld
voorkomt, zowel bij schapen als geiten.
De gegevens over de ecthyma situatie in
Nederland zijn onvolledig voor wat be-
treft de mate van voorkomen (6) en het
tijdstip van optreden. Ditzelfde geldt
voor de wijze waarop de smetstof wordt
verspreid, de pathogenese en de duur en
het niveau van de immuniteit na spon-
tane infectie en vaccinatie alsmede voor
de aard van de immuniteit.

VOORKOMEN VAN DE ZIEKEE
Volgens een schatting van enkele Ge-
zondheidsdiensten waar een afdeling
schapengezondheidszorg aanwezig is,
komt ecthyma jaarlijks voor op ongeveer
5% van de aangesloten bedrijven.
Dit zou betekenen als dit percentage ook
landelijk genomen wordt, dat ecthyma
v oorkomt in ruim 1.000 koppels met, af-
hankelijk van de tijd van het jaar. tussen
de 20.000 en 40.000 dieren (meitelling
1977).

.Alhoewel de meeste gevallen gezien wor-
den in de periode herfst t m voorjaar
worden ook uitbraken in de zomer waar-
genotnen.

Insleep van smetstof kan plaatsvinden
door toevoegen aan een koppel van die-
ren, die al of niet klinisch aangetast, het
virus bij zich dragen.
f)aar onder laboratoriumomstandighe-
den het virus in korstenmateriaal lange
tijd kan overleven (11) mag verwacht
worden dat ook in de praktijk weiland.

gebouwen en materialen langere tijd ge-
contamineerd kunnen blijven.

SYMPTOMEN

De laesies manifesteren zich bij het
schaap op de onbewolde huidgedeelten,
het slijmvlies van de lippen en het tand-
vlees.

Na kunstmatige infectie door middel van
scarificatie van de huid. gevolgd door in-
smeren met virusbevattend materiaal
treedt op de\'entplaats\' roodheid en zwel-
ling op; na 5 ä 6 dagen vormen zich Pustu-
lae. welke openbreken en aanleiding
geven tot de bekende korstvorming.
lOeze symptomen worden ook gezien bij
natuurlijke infectie.

Hoe onder natuurlijke omstandigheden
de infectie tot stand komt en wat de incu-
batietijd dan is. is onbekend.
Naar de plaats waar de laesies optreden
wordt exthyma onderscheiden in drie
vormen, te weten de labiale vorm. waar-
bij de lippen en omgev ing aangetast zijn
(foto 1); de podale vorm met aantasting
van de tussenklauwspleet. kroonrand en
kootholte (foto
2\' en foto 3\') en de geni-
tale vorm waarbij de vulva en omgeving
aangetast zijn (foto 4\').
De aantasting van uier en spenen kan in
deze zin als mammaire vorm worden be-
schouwd.

De verschillende \'vormen\' kunnen bin-
nen éèn koppel voorkomen.
De gelaedecrde huidgedeelten vormen
een gemakkelijke portc d\'entrée voor se-
cundaire bactericle infecties, waardoor
het ziektebeeld verergerd kan worden (5).
Bij aantasting van uier cn spenen van
lacterende ooien kunnen de gevolgen in
dc vorm van mastitis ernstig zijn (6). In
alle andere gevallen moet eerder van een
hinderlijke dan van een ernstig probleem
gesproken worden (5).
Na het toevoegen van klinisch vrije die-
ren aan een besmette koppel of omge-
keerd kan het soms lange tijd duren
voordat de ziekteverschijnselen worden
gezien.

In deze laatste gevallen is een subklini-
sche infectie niet uit te sluiten.

Het ecthyma virus werd elei<tronen microscopisch aangetoond door hel C.D.1. afd. Virologie.

-ocr page 256-

Het is niet duidelijk waarom in bepaalde is aangetoond.

koppels de uitbraken heftig verlopen en l ussen ecthytna virusstammen van ver-
in andere mild. Mogelijk bestaat hier een schillende herkomst blijken geen belang-
dosis-effect relatie, welke echter nog niet rijke antigene verschillen te bestaan (9).

-ocr page 257-

uit een suspensie van fijngemaakt
korslenmatcriaal in fysiologische
/outoplossing vermengd met glyce-
rine (.1. 10). al of niet met toev oeging
van een antibioticum.
Fen handclsvaccin kan bestaan uit
ccn glycerine suspensie van korsten-
malcriaal. vcr/ameld v an schapen be-
smet met ecthv\'ma-v irus (Contagious
Pustular Dermatitis Vaccin. Well-
come) of uit virulent gevriesdroogd
V irusmatcriaal (v accin a v irus v iv ant
lyophilisé Ecthyma, I.E.F.A. Mèri-
eux).

Behalve bij gebruik van een door hitte
geïnactiveerd ecthyma vaccin is de hier-
boven aangegeven enting niet meer dan
een kunstmatige infectie op een plaats,
die v oor het dier niet te veel last oplevert.
Het in de praktijk waargenomen effect
van dc enting /ou het gevolg kunnen /ijn
van ccn opgewekte immuniteit. Dc im-
muniteit na enting met een door hitte
geïnactiveerd vaccin is niet in staat om
ccn k)kalc reactie te verhinderen na chal-
lenge één maand later met ccn v irulent

lil IIAM)ri,l\\(i

I cn spccilickc theiapie is er niet.
Praktijkerv aringen v\\ ij/en uit. dal
door hel parenteraal toedienen van
aiuibit)tica secuntiaire baeteriLMe in-
lecties beperkt worden, waardoor het
verloop in gunstige /in beïnv loed kan
worden.

Dit geldt speciaal voor /ogende lam-
meren cn lacterende ooien.
Ook na herhaalde lokale behandeling
mcl antibiotica ol antiseptica hccli
men een gunstig
cUccI gc/icn.
I\'nting in besmet milieu.
Het enten van alle dieren in ccn aan-
getaste koppel beïnvloedt hel /icktc-
bccld in gunstige /in. d.w./. dc duur
van dc uitbraak w ordt verkort, terw ijl
gccnlc dieren geen laesies krijgen op
dc eerder genoemde praedilcctie-
plaatscn.

Dc cnling bestaat uit het maken van
scarit\'icalics op ccn onbcwdld huidgc-
dccltc cn het in dc krasjes aanbrengen
van virulent virus.

Dc entstof\' kan een commcrcieel vac-
cin /ijn ot een aulovaccm. bestaande
l\'RI V I

fxMi kunstmatige cutane inlectie slaat bij
schaap cn geit gemakkelijk aan. Volgens
literatuur gegevens /tuiden schapen na
het doormaken v an een natuurlijke infec-
tie negen tot twaalf maanden immuun
/ijn (4. 8. 10).

Dil gegeven is hel uitgangspunt geweest
voor het idcc.dat ook na v accinatie (door
middel van scarificatic) immuniteit opge-
wekt /ou kunnen worden.
Dc meningen omtrent dc duur van de
immuniteit na vaccinatie lopen echter
sterk uiteen (9. 10).

Het binnen dc 9 maanden 2 maal v oorko-
men v an ecthvma bij dc/clldc schapen en
doorbraken na preveiuicvc ctuing ruim
binnen dc/c periode, vormden dc aanlei-
ding om in twee koppels schapen in
nauwe samenwerking mcl hel C.D.I..
afdeling Virologie vaccinalicprocvcn uit
tc voeren.

-ocr page 258-

PROEM \\ I IN(11-N

In 1976 werden in 2 koppels schapen \\ac-
cinaties uitgevoerd; hierbij werd gebruik
gemaakt \\an twee handels\\accins (fabri-
kaat X en \\). Koppel 1. een koppel met
bekende ecthyma historie, werd in 4 groe-
pen \\an 8 ooien \\olgens onderstaand
schetna ge\\accineerd en gehervaccineerd
(\'besmetting") met vaccin X. De op de-
zelfde datum geënte groepen werden
geënt met dezelfde charge entstof. I\'er
entdatum werd een andere charge entstof
gebruikt.

label I.

Ciroep 1) functioneerde als ongeënte con-
trolegroep.

De entingen werden uitgev oerd op de rib-
wand achter de elleboog, de eerste enting
rechts, de tweede enting links.
Op de 7e, 14c en 2()e dag na iedere enting
werden per dier de reacties op de ent-
plaats beoordeeld op de aanwezigheid
\\an roodheid, zwelling, pustulaeen kor-
sten.

De resultaten zijn weergegeven in onder-
staande staafdiagrammen (label 2).

Ciroep ooien

A
B
C
D

vaccina tie resp.
hervaccinatie

t .1 mnd. 5 mnd.

label 2. Reacties na vaccinatie en hervaccinalic.

Primo-vaccinatie

hervaccinatie

G roep

J3
■O
O
O

a

O.

JZL

Xi

I\' I I \'j\' I\' I \'I\'ll—\' I\' r I "I\'ll I I i I I, I I .,

7 14 20 \'7 lit 20 7 14 20 7 14 20 7 l\'t 20 7 l"» 20 7 14 20 7 l*» 20

d.g

Weergegeven is het aantal dieren tnct ecn reactie op dag 7. 14 en 20 na vaccinatie (links) cn na her- ;
vaccinatie (rechts).

-ocr page 259-

Hcrcnting bleek bij alle dieren aan te
slaan, wat erop wijst, dat 2 maanden na
de eerste enting geen absolute bescher-
ming aanwe/ig was (groep C).
Herenting na 2. 3 en 5 maanden had tot
gevolg, dat bij een geringer aantal dieren
ol gedurende ccn kortere periode op de
entplaats reacties werden ge/ien in de
\\ orm \\an roodheid, /vvelling. pustulaeen
korsten (groepen C. A en B).
Bij dc controlegroep werden gedurende
de proefperiode geen \\erschijnselcn \\an
e c t
li \\m a w a a r g e n O m e n.
In koppel 2. waarin voordien nimmer ec-
thyma was waargenomen, werden 4groe-
pen \\ an 10 gespeende lammeren \\ olgens
onderstaand schema gevaccineerd met
\\accin Y.

l ahcl 3.

F.r werd geen enkel \\erband ge/ien tussen
al of niet korst\\orming en de wij/e
waarop de dieren op een \\ orige vaccina-
tie hadden gereageerd. Het bestaan \\an
lokale immuniteit 10 weken post\\accina-
tionem kon. de \\accinatieplaats in aan-
merking genomen, dan ook niet aange-
toond worden.

sr.ROi.()(iii:

Het serologisch ondcr/oek werd \\erricht
door het C.D.I.. .Afdeling Virologie met
behulp \\an een indirecte Immuno Flu-
orescentie 1 est.

In tabel 4 en 5 is het titer\\erloop weerge-
ge\\en van de schapen \\an de beide kop-
pels.

(iroep ooien A
B
f
I)

vaccLnaue
hervaecinatie

} mnd. 5 mnd.

(iiocp F. bestaande uit oudere ooien
werd als ongecntc controlegroep klinisch
en serologisch \\ er\\ olgd. De groepen wer-
den als een koppel geweid.
•Alle entingen werden uitgevoerd op de
linkcrribwand achterde elleboog. Deent-
reacties werden 10 dagen na vaccinatie
beoordeeld. De koppel werd geïsoleerd
gehouden /odat een natuurlijke infectie
in de proclperiodc niet waarschijnlijk is.
Na de eerste \\ accintoedicning (groepen .A
cn B) werd bij I 7 \\ an de 20 dieren duide-
lijke korst\\ orming waargenomen. Na dc
tweede vaccintoedicning (groepen B en
C) werd in groep B bij drie dieren en in
groep C bij /es dieren korstvorming ge-
zien.

Deze korstvorming was in alle gevallen
mmder uitgesproken dan die welke na de
eerste \\accinatie werd waargenomen,
zodat vermoed wordt dal een \\accin-
charge \\an mindere kwaliteit werd ge-
bruikt.

Na de derde \\accintoediening (groepen
B. C en I,)) vormden zich korsten bij 29
\\an de 30 dieren.

Dc pre\\ accinatie sera \\ an de schapen met
ccth\\\'ma historie waren positief. Op de
\\accinaties werd een duidelijke serologi-
sche respons gezien (tabel 4).
De sera \\an de koppel waarin geënt werd
met \\accin waren \\oor de eerste enting
negatief.

Vier weken na dc enting waren bij de
dieren antilichamen aantoonbaai-. terw ijl
ook hier na iedere cntmg serologische
respons \\olgdc.

De bij de aanxang van de proel scrolo-
gischnegatieveenlaternietgevaccineerde
schapen in de/e koppel (controicgiocp F)
bleken bij onderzoek na maanden sero-
logisch positief, met serumtiters vergelijk-
baar met die van de gevaccineerde die-
ren (tabel 5).

CONCI rsii

I. Beide vaccins gaven na twee maanden
opnieuw een entreactie, welke maar
weinig afweek van die na de primo
vaccinatie.

-ocr page 260-

2. Beide vaccins gaven ccn serologische

reactie, ook na hcrcnting.
.3. Het V vaccin spreidde.
4. Antilichamcn aangctooiui met dc in-
dircclc l.l\'. r. waren in dit geval geen
maat voor immuniteit.

nisci ssii

j jiting met een voorspelbaar resultaat is
op dit moment nog niet mogelijk,
[fntingen. /oals die nu worden uitge-
voerd. /ijn besmettingen met ccn onbe-
kende hoeveelheid virus. Dit impliceert
voor de praktijk, dat in een ecthyma vrije
koppel door enting met ecn handclsvac-
cin door middel van scrarificatie v irulcnt
virus wordt geïntroduceerd /onder dat
een in hoogte en duur bekende imnnini-
teit wordt verkregen.
Niet /elden wordt een enting gevolgd
door ccn ccthvma uitbraak in dc koppel.
Verder ondcr/ock /al /ich moeten rich-
ten op dc ontw ikkcling v an ccn gcschiktc
methode van cnling cn hel ontwikkelen
van ccn standaard vaccin, waarmee ccn
hechte immunileit verkregen wordt van
bekendeduur. in het buitenland wordtde
ecthyma enting s.c. cn i.m. toegepast (12),
Zolang door enting met volv irulenl v irus
geen goede immuniteit verkregen wordl
/al dit met ccn geïnactiveerd vaccin ver-
moedelijk evenmin hct geval /ijn.

^\\datuin

21-7-76
preserum

18-8-76

20-10-76

10-11-76

27-12-76

19-1-77

A

21

P

587

^ ^987

.> 1660

987

B

49

m

>1396

^ 905

640

P

761

C

2h

^ 57

^ 1810

m

538

905

D

16

151

^ 37

vaccinatie
hervaccinatie

label 5. Koppel 2 - gemiddelde (meetkundig) titers.

^X^atum

prele?um

9-8-76

12-10-76

5-11-76

22-12-76

14-1-77

A

0

m

126

135

168

B

0

m

63

1

316

129

597

C

0

0

50

w

389

178

Ê

1096

D

0

0

-

-

16

i

206

E

0

367

y/y/.\'A vaccinatie
y////\\ hervaccinatie

l.os van dc eerder genoemde be/vvaren
houdt hel /cil maken van ccthvnia ent-
stol (auto-vaccin) hct gevatir in van hct
overbrengen van bactericle inlecties
(ClosiiiiliiiDi sp.p.). terwijl het gebruiken
van korstenmateriaal uit vreemde kop-
pels tevens het gevaar in kan houden van
\'insleep\' van andere infecties.

-ocr page 261-

MtFRATLilR

1. Andrewcs. C.. Pareira. H. (i., and Wilder. P.: Viruses of Vertehrates. Fourth ed. 1978. Fondon.
Bailliere I indall.

2. Büchli. K.: Peristomatitis Pustulosa Contagiosa bij het schaap. Tijdschr. Diergeneesk.. 51. J64cn J2H.
(1924).

.1. Dijkstra. R. (i.: Therapie en prolyla.xe van Ecthyma contagiosum bij schapen door middel van een
vaccinatie met een auto-vaccin.
I\'ijdschr. Diergeneesk.. 92. 45. (1967).

4. (ierstl. F.: Bericht über ein Auftreten der Dermatitis purtulosa bei Schafen - Schnell diagnose mit
Hilfe des Elektronen-Mikroskopen.
H ien. heränzi. Mschr.. 60. 17(1. (1975).

5. .lansen sr.. .lac.: De symptotnen van Ecthyma der schapen. Tijdsehr. Diergeneesk.. 95.692. (1968).

6. .lansen sr.. .lac.: Ecthyma in Nederland. I\'ijdschr. Diergeneesk.. 95. 696. (1968).

7. Nagington. .1.. Fee, (i. H.. and Smith. .1. S.: Milkey\'s Nodule Virus infections in Dorset and their
simUarity to Orf.
lei. Ree.. 78, 505. (1966).

8. Hiepe. Eh.: Schafkrankhciten. V.E.B. Ciustav l ischer Verlag, .lena. (1975).

9. Precausta. P. et Stellman. C.: Ecthvma contagicu.x du Mouton. Comparison in vilro de cinq souches.
Revue .Med. \\ i\'i.. 125. 697. (1974).

10. Richter. .1. en .lansen sr.. Jac.: Over de actieve immunisatie van schapen tegen Ecthyma (een praktijk-
proef met ecn onverwarmd en ecn verwarmd autovaccin).
Tijdschr. Diergeneesk.. 95. 757. (1968).

I 1. Richter. .1.: Ecn onder/oek naar het al dan niet infectieus - /ijn voor schapen van een door hitte ge-

inactiveerd Ecthvtna-vaccin voor schapen. Tijdschr. Diergeneesk.. 94.819. (1969).
12. Roosi. (1. .A.. Faglini. A.. Silvagni, F., Quercetti. D.. Pccciccioni. .A.: Espcricn/e di vaccina/ione
controle l\'ectima contagioso degli ovini. .4//;
delta .Socieia Ilaliana dette .Scienze veierinarie. 688.
(1976).

-ocr page 262-

Een kat met icterus

An Icteric Cat

P. Meijer en T. G. Kimman\'

SAMENVATTINCi

Beschreven wordt een geval van icterus hij een kat. De icterus werd veroorzaakt
door een spoehvonn die de ductus choledochus afsloot.

SIMMARY

Report of a case of jaundice in a cat. The jaundice was caused hy a roundworm
which obstructed the ductus choledochus.

ANAMNliSt:

Op 13 november 1979 verscheen op het
spreekuur een 6 maanden oude kat. En-
kele maanden eerder was deze patiënt
voor de katteziekte-enting en een worm-
kuur geweest. Sinds een dag was dc kat
nu plotseling ziek. De eigenares vond dat
het diertje wat waggelend liep en dacht
aan een aanrijding. De patiënt at en
dronk niets meer. Van braken bleek geen
sprake te zijn. Dc afgelopen dagen was
geen ontlasting meer gezien. Wèl werd
door de eigenares opgemerkt, dat de
urine erg donker \\an kleur was.

ai.c.emi;m: indrink

De achterhand van de patiënt bleek in-
derdaad slap te zijn.
f)e voedings-en \\er-
zorgingstoestand waren goed.

Al (IFAiri N ONDFRZOUK
Het meest op\\allende symptoom was de
zeer duidelijke geelverkleuring van het
oog- cn mondslijmx lies en \\an de binnen-
kant \\an de oorschelpen.

Het onderzoek van ademhaling, pols,
temperatuur en lymfeklieren leverde
niets bijzonders op. Bij buikpalpatie ver-
toonde de patiënt pijn in het gehele epi-
gastrium.

llRlNF-ONDFR/OiK

Spontaan geloosde urine was groengeel
en bevatte veel bilirubine ( Bili-labstix®).

nilTT RFNni-Pl -DIACINOS I IFK

Uitgaande van het belangrijkste symp-
toom. de icterus, trachtten wij een
differentieel-diagnose tc maken.
Zoals bekend worden drie vormen onder-
scheiden. nl.:

1. hemolytische icterus

2. retentie icterus

3. regurgitatie icterus.

Bij 1 en 2 is het bilirubine de lever nog niet
gepasseerd. Het is dus nog niet geconju-
geerd en is dientengevolge slecht water-
oplosbaar.

i

\' Drs. 1\'. Meijer en drs. 1. Ci. Kimman, praktizerende dierenartsen. Uniawei 4-"!. 9051 BC Stiens.
240 Tiidschr. Diergeneesl<.. deet I0.\\ ajl. 6. 1980

-ocr page 263-

Dit ongeconjugeerde bilirubine ver-
schijnt daarom nauwelijks in de urine.
Otndat cr in de urine van onze patiënt
duidelijk wèl galkleurstotïen aanwezig
waren, concludeerden wij. dat het hier
(voornatnelijk) om geconjugeerd biliru-
bine ging. Een regurgitatie icterus was
derhalve het meest waarschijnlijk.
Uiteraard kon een combinatie met de
beide andere vormen \\an icterus niet ge-
heel uitgesloten worden.
De oorzaak van een regurgitatie icterus
kan een geheel of gedeeltelijke afsluiting
van de galgangen zijn of een ruptuur van
de galblaas of galgangen. Dit laatste leek
ons gezien het mogelijke trauma het
meest waarschijnlijk. Op grond hiervan
besloten wij tot laparotomie.

niaclnosh t;n i herapie

Nadat wij de buik geopend hadden, v iel
ons de oratije-gele kleur van de lever op.
De galblaas was sterk gevuld en voelde
gespannen aan.

Een poging tot leegdrukken mislukte. In-
middels zagen wij in het duodenum een
spoelworm doorschemeren. Deze bleek
v ia de Vaterse Papil de ductus choledo-
chus in te zijn gekropen.

Het duodenum werd aan de antimesente-
riale zijde geopend en de spoelworm werd
vervolgens verwijderd. Nu kon de gal-
blaas wèl en zonder moeite leeggedrukt
worden.

De darm werd vervolgens gesloten met
twee doorlopende hechtingen met catgut
2-0 volgens Schmieden en Lembert,
Het post-operatieve verloop was voor-
spoedig, Na 10 dagen was de patiënt vol-
ledig hersteld en was de icterus verdwe-
nen, De behandeling werd met een
piperazine-kuur besloten.

conclusie

Wij zijn ons ervan bewust geen nieuw
ziektebeeld te hebben beschreven.
Dat jonge katten vaak last hebben van
spoelwormen is bekend, dat hierdoor ob-
structie van de ductus choledochus kan
ontstaan eveneens.

Achteraf is het echter altijd gemakkelijk
om tot een diagnose te komen.
De anamnese leek meer in de richting van
een galblaasruptuur te wijzen.
Hoewel de prognose van icterische pa-
tiënten meestal slecht is. toont boven-
staande ziektegeschiedenis aan. dat het
soms ook verrassend goed kan alfopen.

-ocr page 264-

Is J IJ tó (diLvüif-

Hernia scrotalis incarcerata
bij een ruin

/lu arccrau\'d Scrauil Hernia in a (ie/ding

H. .1. lircukink\'. \\ . Némcth- cn .1. S. M. M. \\an Dictcn\'

s \\\\ir,N\\A I I l\\(,

Beschreven wordl hel klinisch oiulerzoek. hel verloop van ch\' operaüe en dc
anaesihesie van ccn ruin mei een hernia scroialis incarcerala.
Pc resulialen van regelnialig hiocdonderzoek zijn in een tahel weergegeven. Dc
operaTte werd inigevoerd zonder tiarnireseciic.

Ilel posi-operalieve verloop was ginisiig. hel paard hersieh/e snel. (leconclndeerd
wordl, dal ook hij een ruin nici koliek aan de mogelijkheid vtni een hernia scrcnalis
moei worden gedachi. Hel gcïni arcereerde tieci hlijki daarhij meesial de overgang
jejunum-ileum le zijn. In dc iliscussie wordl ingegaan op dc anaesihesiologische en
chirurgische aspccicn van ite hernia scroialis operaiie hij ecn paarti

SUMMARY

ihe clinical e.xaminaiion, anaesthesia and surgery in a gelding wiih an incarcerated
scrotal jwrnia are described. The results oj c.xamination ofthe blood at regular
intervals are shown in a table. Surgery was performed without enterectomy. The
postoperation course was uneventful, h is concluded that the possibility of scrotal
hernia should be borne in im\'nd. even in geldings with colic. The imarcerated
portion of the small intestitw is usually found to be the jejuno-ileal Jinu tion. The
anaeslhesiological and surgical features of equine scrotal hernia are discussed.

Dl . H. .1. Hiciikink. Kliniek \\(ioi Inucndijic /ickicn. I uculteil dci I )ici.ucnccsk iinde. Yalelaan 16.
Itreeht,

Dr. I , \\enieih. Kliniek mhii \\ eterinaire Heelkunde. 1 aeulteit der Diergeneeskunde, > alekian 12.
r treclu.

Drs. .1 S. M. \\1. \\an Dictcn. W\'crkgiDcp Vctcrinaiie .\\nacsihesii>logic. I acultcit der Dicrgeneeskimde.
V alelaan 14. I trecht.

-ocr page 265-

I\\l I ll)l\\(.

Dc hernia scrDtaiis. dic in principe kan
voorkiimcn bij alle mannelijke /inigdie-
icn. lieedl bij hel paard \\rij frequent op.
De aandoening kan \\oorkomcn als een
erfelijk gebrek en uoidt dan ook bij \\eu-
Icns \\an bepaalde rassen en uil bepaalde
foklijnen legelmatig gc/icn.
Onder in\\locd \\an erfelijke factoren kan
dc ruimte in het lieskanaal sterk \\;iricren
cn kunnen v ooral bij veulens herniae van
grote omvang ontstaan, dic echtci
meestal gemakkelijk te rcponcren /ijn en
geen acute problemen opleveren.
.Anders is dat bij de verkregen hernia
scrotalis die bij dc oudere hengsten op-
treedt en vv aarbij meestal een acute stran-
gulatie ontstaat.

Dc/c aandoening is reeds eeuwenlang be-
kend en Cl" vvDidt in dc literatuur weinig
aandacht meer aan besteed. De oor/aak
van dc/e hernia is soms trauma, soms
verhoogde druk in het abdomen bijv. in
cn of uitladen via ccn (tc) steile klep.
.Meestal echter bcsiatit voor de oor/aak
geen duidelijke aanwij/ing.
De aandoening betreft merendeels dek-
hengsten cn treedt vooral op tijdens het
dcksci/ocn. Men mag bij hengsten met
koliek dan ook ii()oii vcr/uimen het dier
op ecn hernia scrotalis te ondcr/oeken.
,\\ls oor/aak van het incarccrcien van dc
hernia scrotalis wordt genoemd de aan-
w c/ighcid V an ccn /andlopcrv ormige v er-
nauw ing (collum vaginale) in dc canalis
vaginalis dic dc verbiiuling vdrnit Itisscn
(.Ic buikholte cn dc bal/ak (cavum vagi-
nale). Dc opening naar dc buikholte kan
V ooral bij otitlcrc hengsten tamchjk groot
wimlen. /odat bij een sterke drtikvcrho-
ging in dc buikholte dc kans bestaat dat
ccn ilunnc ilarmltis in dc canalis v agmalis
wordt geperst.

\\ailat dc druk wegvalt vernauwt hel ka-
naal /ich cn wordt dc darm in tic canalis
vaginalis vastgehouden en door het col-
lum vaginale algcsnocrd Is dit het
geval dan treedt vrij snel koliek ivp die
6-10 uur aanhoudt cn lang/aam erger
wordt naarmate de /welling van dc tlarm
en ook v an dc /aadstrciig cn testikel in dc
hernia toe neemt.

De dieren /ijn onrustig, gaan voortdu-
rend liggen, staan dan korte tijd later
weer op en zweten nogal eens.
Wanneer hel afgesnoerde gedeelte ano-
.\\acmisch is gcw orden neemt dc koliek af
maar gaat de algemene toestand snel ach-
tcriiil. De dieren worden erg rustig en suf
w aarbij /e v aak nog wel profuus /w eten.
Dc polsfrequeiUic loopt sterk op en de
slijmvlic/en worden rood of cvanotisch.
De patiënten kunnen binnen 24 uur ster-
ven. Opv allcnd is dal de onder/oekers het
erov er eens /ijn dal de hernia in de meeste
gevallen het linker lieskanaal betreft.
Dc hernia is uitwendig tc palperen. Het
betreffende deel van het scrotum is gc-
/wollen. stevig, oedemateus en voelt
koud en bc/weet aan. Bij druk is een
duidelijke pijnreactie op te wekken. De
testikel is niel meer als /odanig palpccr-
batir door dc /welling van dc scrotum-
helft.

Bij de ruin /ijn het lieskanaal cn de in-
wendige licsopening meestal vernauwd ol
soms v olledig geblokkeerd (2). waardoor
men genoemde aandoening bij de/e die-
ren niet
/OU verwachten,
foch /ijn uil dc liieraluur gevallen van
hernia inguinalis (scrotalis) bij de ruin
bekend. Reeds in 18^6 werd ecn dergelijk
geval beschreven en ook Wester (5) ver-
meldt dal ccn hernia scrotalis bij dc ruin
kan oplrcilcn.

Het IC laat onderkennen van een hernia
scrotalis betekent vaak een ongunstige
prognose. Dc/c mededeling is daarom
bedoeld om op de mogelijkheid van een
hernia scrotalis ook bij dc ruin Ic attende-
ren.

\\o\\.

chsU

( vsi

ln het voorjaai\' van 197S wcril aan dc
Kliniek voor Inwciuligc /iektcn ecn .V ,
jarige ruin aangeboden dic ilc voi igc mid-
dag koliek hatI gekregen.
Dc koliekvcrschijnsclcn hadden bestaan
uil wat krabben en hel /ich enkele malen
naar één kant laten vallen. Dc anamnese
vermeldt helaas niet naar welke kant.
,\\an het eind van dc middag was hel
paard behandeld met Novalgin"\'. dc

-ocr page 266-

polsi\'rcL|iiCiitie was toen 60 min. cn dc
siijm\\iic/cn ici<cn normaal, (icdurcndc
dc a\\ ond was dc koliek ai\'genomcn maar
het dier hlcel sul. at niet en cr kwam geen
mest.

l egen middernacht was dc pols weer ge-
stegen en waren ook de slijm\\ lie/cn wat
roder geworden. Toen in dc loop \\an de
nacht de locstand niet \\erbctcrde werd de
ruin naar de kliniek verwe/en. Vóór hel
\\ertrek was mcl behulp \\ an dc neussonde
getracht maaginhoud afte hc\\clen doch
dit was niet mogelijk gebleken. Bij aan-
komst in de kliniek was hel dier \\ rij sul.
er werd wat /welen opgemerkt cn de ruin
\\ertoondc weer koliek\\erschijnsclen.
Dc polsi\'requentie bedroeg 64 min., dc
temperatuur was niet erg afwijkend.
.18.2° C cn dc ademhalingsfrequentie was
20 min. De slijm\\lie/en waren wat te
rood en de \\ulling \\an dc capillairen na
compressie was \\eitraagd.
De buikom\\ang was normaal en bij aus-
cultatie werden alleen aan dc linkerkant
nog enkele borborv gmi gehoord. Het was
ook nu niel mogelijk om maaginhoud af
te hcNclen. Bij rectale e.xploratic was het
rectum leeg. In de buikholte vvcrdcn o\\cr-
\\ ulde dunne darmen gc\\t)cld.
Daarbij bleek het mogelijk ccn o\\cr\\ uldc
darmlus tc \\olgcn tol in hel linker licska-
na;il. Palpatie \\an dil lieskanaal was dui-
delijk pijnlijk en ook bij traclic aan dal
deel van het darmkanaal dat in het lieska-
naal \\crdwccn reageerde het paard. Het
w;is niet mogelijk het dunne darmdeel
door \\ oor/ichtig manipuleren uil het lies-
kanaal te trekken. 1 oen na dc/c rectale
bevindingen het scrotum en de uitwen-
dige licsopcning werden gepalpeerd bleek
daar aan dc linkerkant een harde dikte ler
grootte \\an een sinaasappel tc /illen
welke overigens weinig pijnlijk was.
Daar de algemene toestand \\an het dier
nog redelijk was en ook de \\eranderingcn
in het bloed niet al tc ernstig w.iren (/ie
label I. kolom 1) werd in overleg met dc
Kliniek voor Heelkunde besloten hel dier
te opereren.

Ier correctie van dc acidose heelt hel
paard een infuus met .11. natriumbicarbo-
naat oplossing 4.2\'\'( gekregen.

K Al\'ll

l abel 1. Resiillaten van hel bloedonder/ock voor. lijdens en na de operatie van een ruin mei een hernia
serotalis incarcerata.

Kolom

1

.1

4

5

6

7

8

ainame dag

IX)

IX)

IX)

IX)

DO

DI

1)2

D6

tijd

8.00

9.50

10.40

15..to

22.00

8.00

8.00

8.00

arterieel veneus

ven.

art.

a 11.

ve n.

ven.

ven.

ven.

ven.

lib g\'(

14.2

17

14.S

l.VO

1 1.6

12.2

1 1.4

16.4

Ml \'-i

40

45

40

.t5

3.1

,12

46

l.euc. X 1(1- mm\'

70

77

77

152

pH

7.200

7.282

7.-17 1

7.4.t4

7.4.18

7.442

7.404

Base Excess meq 1 hi.

9

5.7

2.0

4.5

1 4.7

4 5.8

2,4

St. Bicarb, meq 1 pi.

16.1

19.8

26.2

27.9

28.1

29,0

25.7

Act PC()2 mmllg

40.1

45.8

49.2

44.5

44.1

45,6

44.6

ureum mg 100 ml

74

66

.11

17

Na meq 1

1.19

1.15

1,12

K meq 1

.V4

.1.0

,1.4

Cl mcq 1

9.1

94

96

VN.M SI iirsii 1 N IM 1 1

Het paard is voor dc operatic niet geprc-
mcdiceerd. Op dc Kliniek voor Inwen-
dige Ziekten was reeds een voorlopige
correctie v an de acidose uitgcvuerd. Vóór
hel neerleggen is opnieuw dc neussonde
ingebracht.

Direct na het neerleggen mcl behulp van
500 ml. chloraihvdraat lO\' ,\' i.v . sgcïnlu-

-ocr page 267-

bcei\'d en gecontroleerd beademd met een
mengsel van 50\'7 C), en SiV\'i \\ ,() met als
anaestheticum 11alothane<s\'.
Uit een direct na het aansluiten aan de
beademingsmachine genomen arterieel
bloedmonster bleek dat nog ccn \\erdere
correctie \\an dc pll nodig was (tabel 1.
kolom 2), tevens was er inmiddels een
\\crdeie \\erhoging \\an dc hacmatocriet-
waarde opgetreden. De acidose is gecor-
rigeerd door middel \\ an 1800 cc natrium-
bi-carbonaat (4.2%) en het circulerend
volume is aangevuld met I I. Haemac-
cel®- en 5 I. Ringer U.S.P. (zonder glu-
cose!). Verdere correctie bleek hierna niet
meer nodig tc zijn (tabel I. kolom .\'1).

oi\'l RA III\'

De ruin werd in een rechter rug-zijligging
geopereerd. Het bo\\eniiggende linker
achterbeen was op dezelfde wijze uitge-
houden als bij de klophengstoperatie ge-
bruikelijk is.

\\\'oor de operatie werd niet alleen de lies-
streek \\oorbercid (scheren, desinfectie),
maar ook het gebied rondom de na\\el.
aangc/ien rekening moest w orden gehou-
den met de mogelijkheid dat een laparo-
tomie noodzakelijk konzijn om te kunnen
reponeren en of een darmanastomosc te
kunnen verrichten.

llel scrotum werd opengelegd \\ ia ccn
snede \\an ongexccr 15 cm \\anaf de uit-
wendige liesopening tot de punt \\an het
scrotum.

Stomp preparerend kon het restant \\an
dc timica \\aginalis vrij gemakkelijk be-
reikt worden. Deze was nu ge\\uld met
ccn sinaasappel-grote, pastcus cn ktuid
aaintielendc massa. \\a het soorzichtig
insnijden \\an dc tunica \\aginalis werd
ccn gestuwde, gezwollen, gespannen,
bleekblauw \\crklcurdc diuinc darmlus
zichtbaar. De darmlus /at klem in het
lieskanaal tcr plaatse \\an de zandloper-
\\ (Minigc vernauw mg.
Pas nadat de zandlopervormigc \\ernau-
wing met behulp \\an een geknopte scal-
pel in dc richting \\an de nasel ingesneden
werd was het. mct de nodige \\oorzichtig-
heid. mogelijk de darmlus naar buiten te
trekken.

Aan de hand van het ligamentum ileocae-
cale werd nu duidelijk dat de inge-
klemde lus (ongeveer 10 cm) zich bij de
overgang jejunum-ileum be\\ ond.
Na massage veranderde de kleur van het
gedeelte van de darm dat ingeklemd ge-
weest w as v an liv ide in rose. De zwelling
werd iets minder en de peristaltische be-
wegingen passeerden het daarstraks afge-
klemde deel. De capillaire circulatie was
weer aanwezig.

Op dat moment moet de chirurg beslissen
of hij al dan niet een darmresectic doet.
liet niet wegnemen van het gealtereerde
stuk darm is aantrekkelijk omdat de ope-
ratie snel beëindigd kan worden en het
gevaar voor infectie veel minder is. Daar
staat tegenover dat. als er na de operatie
toch ter plaatse v an dc alteratie een ste-
nose optreedt, een tweede operatie nood-
zakelijk wordt waardoor de prognose
aanzienlijk verslechtert. In dit geval werd
besloten geen darmresectic te doen. Na
respositic is het liesknaal afgesloten met
behulp v an het nog aanwezige deel v an de
tunica vaginalis. dat dicht tegen de uit-
wendige liesopening gekneusd en geli-
geerd werd (Dexon®No. 2-\'\'). De wond
werd gedraineerd op het laagste punt mct
hydrofiel gaas.

I )c subcutis en de huid werden mct enkel-
voudige kiuiophechtingcn gesloten
(Dc.von No. 1 ").

De medicatie tijdens dc operatie heeft
verder nog beslaan uit: 200 mg Solu
Delta Cortef®-» i.v., 250 mg Vetnisolon®\'
i.m.. 6 miljoen E. penicilline G natrium
en 6 miljoen E. procaine penicilline i.m.^
De recov ery was snel en i iistig. Hij bloed-
onderzoek enkele uren later wertlen geen
afwijkingen gevt)ndcn (label I. kolom 4).
Dc maag was niet ovcrv uld.

POSIOI\'I R

1 V I Rl OOI\'

In de middag, na de rccovcry. was de
polsfrequentic 68 min. Pij auscultatie
van de buik waren rechts v oldoendc maar
links weinig borborvumi le horen.

lUilolhanc" lllocchstl
Ihiciiiaccol ° (llocclist I
Oexon® (I.ederie Ned. B.V.)

Solu delta Cortcf® (Up .lohn)
Velnisolon® (Intervet)
i:)epoeilline® (Myeofarm)

-ocr page 268-

Hct paard dronk \\ an de toegestane 1 liter
water per uur slechts weinig.
De maag was niel o\\ er\\ uld en is gespoeld
met koud water. Hct dier v ertoonde geen
koliek, maar er kwam geen mest cn geen
urine, "s Avonds was de pols gedaald tot
52. Ook nu waren links nog weinig hor-
borygmi tc horen.

De turgor was goed. De slijmv lie/,cn ble-
ven normaal en er ontstond geen maag-
overlading. Ook bij bloedonderzoek wer-
den geen afwijkingen gevonden (tabel 1.
kolom 5).

De volgende ochtend was de pols 48.
Links waren nog steeds te weinig borbo-
rygmi te horen. Er was nog geen mest
geproduceerd, de slijmv liezen waren nor-
maal en het dier dronk wel. Ook nu le-
verde het bloedonderzoek geen afwijkin-
gen op (tabel 1. kolom 6).
Iegen hct einde van de middag was de
pols .36 en de algemene toestand goed.
Er waren v olop borborygmi tc horen. Bij
rectaal onderzoek bleken in het rectum in
slijm gehulde mestballcn te zitten. Er
waren geen uitgezette darmen te voelen,
"s Nachts werd een handje hooi verstrekt
en opgegeten.

Het dier kreeg ad libitum te drinken cn
produceerde mest en urine.
Op de derde dag was de algemene toe-
stand uitstekend. Ook hct bloedonder-
zoek bleek geen afw ijkingen op te leveren
(tabel 1. kolom 7).

Hct paard heeft gedurende 10 dagen anti-
biotica gehad. Op dc zev ende dag werden
bij bloedonderzoek behalve ccn ver-
hoogd aantal Icucocvtcn geen andere af-
wijkingen gevonden (tabel I. kolom 8).
Dc huidwond werd op de vijlde cn de
negende dag geopend om het opgehoopte
vocht af tc laten lopen.
Op de veertiende dag na dc operatic w crd
de patiënt ontslagen.

Disc rssii

Over hct algemeen worden koliekpaar-
dcn niet geprcmcdiccerd. Hct vaat verwij-
dend effect van tranquillizers dient bij die-
ren. waarbij hct gevaar van shock bestaat
te worden vermeden (1). Atropine is ge-
contraïndiceerd omdat het een paralyse-
rend effect op de darmen heeft. Daar de
postoperatieve paralytische ileus toch al
ccn zeer gevreesde complicatie is. speci-
aal bij aandoeningen waarbij dc dunne
darmen zijn betrokken, dient dc kans op
een dergelijke paralvsc dus niet vergroeit
tc worden (1).

In principe heeft hct de voorkeur om
v óór hct neerleggen hct verlies van circu-
lerend v olume aan te v ullen en de ev entu-
ele mctabole acidosc tc corrigeren (4).
Vaak is dit door voortdurende pijnuitin-
gcn niet mogelijk, terwijl het bovendien
geboden is tc overwegen of uitstel van
operatic de toestand niet zal verslechte-
ren. In dat geval dient correctie direct na
het neerleggen van het dier tc beginnen.
Indien mogelijk verdient het gebruik van
uit meerdere electrolvten samengestelde
oplossingen dc voorkeur boven \'fysiolo-
gisch" zout (4). De samenstelling v an der-
gelijke oplossingen benadert de concen-
traties van de betreffende electrolvten in
hel plasma.

\'I ocdiening van glucose dient achterwege
te blijven omdat

a. dc glucose conccntratie meestal al
verhoogd is:

b. het kan leiden tot osmotische diuresc
en toenemend watcrverlies (4).

Corticosteroiden tijdens en na dc opera-
tic zijn gewenst in verband met het voor-
komen van adhcsics in het abdomen. Het
is nog niet geheel duidelijk ofde hoeveel-
heden die hier zijn gebruikt enige rol kun-
nen spelen in het vóórkomen en bestrij-
den van ecn eventuele (naderende) shock.
Dc locdicning van corticoslcroïdcn ge-
beurt nooit langer dan dc eerste drie
dagen om dc wondgcnc/ing niet nadelig
tc beïnv loeden.

Hct gebruik van dcpotcorticoslcroïdcn is
V anzcl Is prekend gecontraïndicecrd.
Van het grootste belang is de controle op
dc aanwezigheid van ccn maagoverlading
zowel vóór de operatie in verband met
kans op een ruptuur bij hct neerleggen (1),
als na dc operatie, in verband met dc
preventie c.q. behandeling van dc post-
operatieve ilcus.

Vandaar dat dit ook na de operatie fre-
quent gecontroleerd moet w orden, totdat
mcl zekerheid is vastgesteld dat vochl dc
maag passeert.

Dc hernia scrotalis kan bij een ruin ont-
staan na ccn onbedekte castratie of na

-ocr page 269-

L\'cn bedekte ot halfbedekte castratie
waarbij de ligatuur tiiet dicht getioeg
tegen dc uitwendige liesopening is ge-
plaatst.

In dc meeste gexallen blijkt dat het ge-
incarcereerde deel van de darm de
osergang jcjunum-ileum is. Hiervoor/ijn
twee verklaringen denkbaar:

a. Het is mogelijk een gevolg van de ana-
tomische verhoudingen; dit wordt onder-
steund door het leit dat tneestal herniae
links voorkotnen.

b. De tweede theorie is dat er initieel een
willekeurig deel van het jejunum in het
lieskanaal en scrotum terecht komt.
w aarin de darm /ich door middel v an de
peristaltiek verplaatst /onder los te
kunnen raken tot het niet verder kan.
\\\'oor de/e theorie pleit dat het in vele
gevallen inderdaad niet tnogelijk is de
ingeklemde dartnlus voldoende in de lies
tc e.xposercn v oor een side to side darm-
resectie. doordat het ileum onvoldoende
rtiniue biedt.

Het is ook nog de vraag of het ver-
antwoord is om de darmresectie via de
liesvvond te verrichten. Om de anasto-
mose /onder risico in de buikholte terug
te brengen moet tnen het lieskanaal ver-
groten. Hechten van het lieskanaal is las-
tig en brengt risico\'s met /ich mee. Naast
het gevaar voor afsnoeren van een darm
door middel van de hechtingen bestaat
ook nog het gevaar v oor het uitscheuren
van de hechtingen tijdens of na recoverv.
Vanwege de/e be/waren is het raad/aam
om daarna terwille van een eventuele
darmresectie, een laparotomie te v errich-
ten. In dat geval wordt het weg te nemen
dartndeel buiten de lieswond geampu-
teerd en de v rije einden worden lege artis
gesloten.

De repositie is nu gemakkelijk, zonder
dat het lieskanaal v erruimd hoeft te wor-
den. Bij een hengst is het lieskanaal wij-
der dan bij een ruin. Bovendien kan men
bij een hengst ruimte in het lieskanaal
w innen terw ille van een gemakkelijke re-
positie v an de ingeklemde darmlus, door
het wegnemen van de desbetreffende tes-
tikel en het in de buik duwen van dezaad-
strengstomp.

I ITER.ATllt.iR

1. I-agerwcij, E. and Dieten,,). S. VI. M.: .Anaesthesia and eare during operation. Tiidsehr. Diergeneesk..
9K, 97.";. r/y/.f;.

2. Nieberle-Cohrs; Lehrbuch der spe/icllen pathologischen Anatoiniedcr Hausliere; bewerkt doorCohrs,
5e druk. Fischer Verlag, Jena, (I97Ü).

.V Silbersiepc-Berge: Lehrbuch der Speziellen Chirurgie, bewerkt door Berge. E. en Muller. IL. 14e druk.
Lerdinand Enke Verlag. Stuttgart. (1965|.

4. Waterman. .A. E.: .A resiew ot the diagnosis and treatment of Huid and electrolvte disorders iti the horse.
hqiiine \\ el. ./.. 9. (1977).

5. Wester. J.: Orgaanziekten bij de grote huisdieren. Van Boekhoven. Utrecht. Amsterdam. (I9.t5).

-ocr page 270-

Ammoniak-vergiftiging
bij pluimvee

Ammoniak is een schadelijk gas, dat al in
betrekkelijk lage concentraties aanlei-
ding kan geven tot \\ergiftigingsverschijn-
selen, vooral bij langdurig contact. Naast
de directe schade door de nadelige in-
vloed op de groei, de voederbenutting. de
produktie en het algemeen welzijn van
het dier. is er ook nog een indirecte
schade, doordat het optreden van andere
ziekten erdoor worden bevorderd, zoals
mycoplasmose,
E. co/Z-infecties, aspergil-
lose en andere aandoeningen van de
ademhalingsorganen.
Ammoniak ontstaat in pluimveehokken
door afbraak van organische stikstof-
verbindingen in de mest, welk proces
sterk wordt bevorderd door een hoge
temperatuur en een hoog vochtgehalte.
Hoe meer mest in het strooisel of in de
mestbak aanwezig is en hoe hoger de tem-
peratuur en de vochtigheid, des te sterker
is de ammoniakvorming en des te meer
zal er geventileerd moeten worden om de
atmosfeer goed te houden.

De hoge bezettingsgraad bij mestkuikens
op strooisel, het gebruik van een zo dun
mogelijke strooisellaag(uit bezuinigings-
ovcrweging). het niet uitmesten van de
mestbak na de vorige opfok, het gebruik
van oud strooisel, het beperken van ven-
tilatie en het morsen met water (zowel in
het strooisel als in de mestbak) zijn de
hoofdoorzaken van een te sterke am-
moniakontwikkeling in pluimveehokken.
De schadelijke inv loed van ammoniak op
kuikens en kippen is in tal van publikaties
beschreven en door e.xperimenteel onder-
zoek bevestigd. Amerikaanse onderzoe-
kers geven aan. dat geringe hoeveelheden
zoals 20 ppm de gev oeligheid voor ziek-
ten der ademhalingsorganen verhoogt en
50 ppm al oogontstekingen en vermin-
derde gezondheidstoestand geeft.

Mestkuikens van 4 tot 8 weken leeftijd
blootgesteld aan 25 en 50 ppm am-
moniakgas vertoonden minder gewichts-
toenatne. verhoging van de voerconver-
sie. verhoging v an het aantal afkeuringen
en het percentage luchtzakontstekingen
en een hoger percentage tweede soort kui-
kens (mindere kwaliteit). Ook was het
aantal bacteriën in de lucht verhoogd bij
de groepen met een hoger ammoniakge-
halte.

Bij een ammoniakgehalte van 0.29? in de
lucht werden na enkele weken dezelfde
ziekteverschijnselen opgewekt bij jonge
hennetjes van 4-8 weken, als ook in prak-
tijkgevallen zijn waargenomen.
In eigen e.xperimenten van de Gezond-
heidsdienst voor Pluimvee (zie .laarver-
slag Gezondheidsdienst voor Pluimvee,
1971). waarbij gedurende 3 weken achter-
een dagelijks 12 ml 25% ammonia op de
mestbak onder een kooi met 6 kippen of
10 slachtrashaantjes werden geschonken,
traden na 2.5 week de typische ziektever-
schijnselen op. Ook in de praktijk zijn de
laatste 10 jaar meerdere gevallen bekend
geworden, welke op ammoniakvcrgifti-
ging wezen.

De verschijnselen zijn; de aangetaste die-
ren zijn lusteloos en blijven het grootste
deel van de dag ineengedoken met geslo-
ten ogen. of met de kop in de veren staan.
De voeropname is verminderd, aange-
taste dieren blijven duidelijk in groei ach-
ter en nemen snel afin conditie. De oogle-
den zijn vochtig, iets gezwollen en
ontstoken met aan de randen vaak korst-
jes van ingedroogd e.xsudaat. De cornea
is niet glashelder en glad meer. maar
grauwtroebel en dof (als matglas), soms
met onregelmatige defecten of een ruw
opperv lak.

De dieren maken de indruk zeer veel pijn
te lijden en schuren regelmatig met de
oogleden langs hun schouders, waardoor
de hals- en schouderveren bevuild door
vocht en e.xsudaat raken. Een en ander
belemmert het herstel natuurlijk ernstig.

-ocr page 271-

toto 1. Ammoniak-Ncrgiltiging bij een kuiken: ogen gesloten vanwege een kerato-eonjunetivltis. met
exsudaat afgeveegd aan de schouderveren.

-ocr page 272-

Het percentage aangetaste dieren kan va-
riëren van O tot 35% afhankelijk van de
ernst en de duur van de ammoniak inwer-
king. fJit praktijkwaarnemingen zou men
de indruk kunnen krijgen, dat erfelijke
factoren een rol spelen: de meeste geval-
len zijn bekend geworden bij hennen \\an
het ras RIR. of kruisingen daarvan.
Daarnaast enkele gevallen bij dieren van
slachtras. maar vrijwel geen bij Witte
Leghorns.

De prognose is voor de aangetaste dieren
niet erg gunstig: alleen bij lichte aantas-
ting en na overplaatsing in een zeer goed
geventileerd en ammoniakvrij milieu is
na enkele weken herstel mogelijk geble-
ken. Het voortdurend schuren \\an de
oogleden langs de schouderveren, werkt
hier uiteraard niet gunstig op. terwijl bij
ernstige aantasting een blijvende cornea-
beschadiging ontstaat of het hele oog

door ontsteking verloren gaat. Een even-
tuele behandeling komt neer op individu-
ele toepassing van pijnstillende en ont-
smettende oogdruppels of zalf. hetgeen
praktisch onuitvoerbaar is.
Differentiaal-diagnostisch moeten an-
dere oorzaken worden uitgesloten zoals:
Aspergillose en vitamine A-gebrek (dit
laatste komt zelden voor).
Difterie en andere virale infecties zoals
inL bronchitis. 1L"L. NCD.
Bacteriële infecties zoals
coU. Pasieu-
rella niultociila, Haemophilus gallina-
rum. Salmonella\'s
enz.
Rickettsia\'s (\\oor zover bekend).
Gezien de steeds stijgende kosten van ver-
warming. electriciteit en strooisel lijkt het
te verwachten, dat men in de naaste toe-
komst meer met ammoniak-vergiftiging
bij pluitnvee te maken zal krijgen.

ir. ./. Roepke\'

Prof. W. .1. Roepke. Stichting (le/ondhcidsdienst voor Pluimvee. Postbus 4.1. .1940 .A.A Doorn.

Kat in dc stad

Koto\'s: .lack .lacobs
Ickst: lan Soer

(l ilgi\'vcrii Hf! S/H-klrtiDi l ircchl Aiil»crpen.
1979)

Dit keer eens geen lectuur over raskatten, voeding
van- ol ziekten bij katten. Neen. 48 hele en halve
bladzijden tekst zijn de aardige mijmeringen van
.lan Soer over de door .lack Jacobs gemaakte LSO
toto\'s, die evenzovele bladzijden vullen.
De kattenfuga van Scarlatti in (i mineur vult v ier
pagina\'s van dit boekwerkje zodat ook de musico-
logen onder ons aan hun \'kattentrekken\' komen.
Een naamregister bevattende meer dan 100 roep-
namen. die zich ongetwijteld niet zullen lenen voor
de w are stamboom-catophiel. maar die ruime keuze
biedt aan de meer nederige onder ons (wat denkt
II van bijvoorbeeld Koosie Blauwoog. Slofje of
Slagroom\'.\'), completeert het geheel.
Het is boeiend om te zien hoe deze stadskatten in
hun ■onnatuurlijke\' omgeving zich weten le hanil-
haven en hoe hun aangeboren onafhankelijkheid
zich weet te manifesteren.

foch. die grote naar vrijheid hunkerende ogen
gezien hebbende, vraagt de auteur zich af ol de
mens er wel zo goed aan heeft gedaan deze\'jungle-
dieren\' zo gedomesticeerd le hebben.
Wanneer wij echter onze eigen katten met tuin en
hos ter beschikking de zo fel begeerde vrijheid
insturen en na twee minuten blijkt dal wij dezelfde
hunkerende ogen. die zojuist aan de binnenkant
van ons keukenraam verlangend naar buiten staar-
den nu aan de buitenkant van dalzelfde raam
mogen begroeten; ja. dan v ragen wij ons al of deze
\'sehnsuehl\'-uitdrukking niet de kat eigen is om
tins

op deze manier tot zijn gew illige slaaf te maken.....

Kat in de stad. wel aanbevolen.

Een plaats in de huiskamer v an de kattenliefhebber

of in t\'w wachtkamer waardig.

.1. ir. CU //. (/. vun Porcc.sl.

-ocr page 273-

Sterilisatie hond (II)

(n\'achw Rcdadic.

Aan de bijdrage \\oor de rubriek "ingezonden"
van ons Tijdschrift deel 105. afl. 2. 1980. van
collega P. H. .A. F\'oll. w il ik gaarne de mijne
toevoegen.

Collega l^oll bekritiseert in /ijn artikel een
publikatie \\an collega F. van Ciool in het nog
jonge populaire blad
Kat en Hond, een pe-
riodiek dat bestemd is vóór en afgestemd óp
\'een breed publiek\'.

Ik meen voor collega Van Gooi een lans te
moeten breken.

Collega Poll schrijft over \'chirurgisch-
technische opvattingen die niet aanvaardbaar
/ijn\'. Hij wijst op: het ontbreken van een ope-
ratie jas. op blote onderarmen, korte operatie
handschoenen en minieme afdekking.
1 heoretisch /ijn de/e aanmerkingen niet aan-
vechtbaar. De Nederlandse dierenartsen van
.\'\\.D. 1980 weten krachtens hun opleiding dat
/ij steriel moeten opereren. Hoewel de meeste
particuliere dierenartsen-praktijken niet kun-
nen beschikken over de faciliteiten die ver-
bonden /ijn aan klinieken van instituten als
die van bijvoorbeeld de faculteit v oor dierge-
neeskunde, /uilen de dierenartsen /ich altijd
verplicht weten, /ich aan het bovenstaande te
houden.

Het artikel van collega \\\'an (iool, geeft de
le/ers een indruk hoe /o\'n operatie verricht
wordt. Voorlichtingsartikelen voor de leek
mogen de realiteit weergeven van werksi-
tuaties in dc gemiddelde dierenartsenpraktijk
in ons land. dc resultaten van die gemiddelde
dierenartsenpraktijken /ijn heel redelijk te
noemen.

Hct lijkt mij toe dat v oor artikelen als dat van
collega Van Ciool andere maatstaven mogen
worden aangelegd, dan die welke gelden voor
wetenschappelijke publikaties in de specialis-
tische vakpers.

Wat betreft het gebruik van de term \'sterilisa-
tie\' verkeert collega Van Ciool overigens in
goed gc/elschap, namelijk in dat van collega
P. H. A. Poll. Hij toch gebruikt het /elfde
woord in de recent door hem vertaalde boe-
ken van Terrv Mc Ciinnis; f^e Hondendokter
(p.p. I.38en I8.3)ende Kattendokterlp.p. 1.35,
18.3. 184. 185. 187 en 197).

Dat nu. nóg meer recentelijk, in vakkringen
gepleit wordt v oor een gewij/igde terminolo-
gie. hoeft nog niet in alle haast met het kwel-
water van ons vakjargon door de steeds lager
wordende /omerdijken van ons officium no-
bile heen te sijpelen. Hct mocht nog eens wéér
veranderen !

De discussies over het al of niet toedienen van
antibiotica pré- of post operatief of op indica-
tie kunnen voorlopig ook nog best intramu-
raal blijven, al /ijn /e nog zo spannend. Dat-
zelfde mag gelden v oor het \'sleutelen\' aan de
cyclus van de gedomesticeerde hond via prik-,
morning after- of andere pil. Moge baarmoe-
derkanker bij de hond al /eld/aam /ijn, mam-
matumoren zijn dat zeker niet.
Collega Poll heeft hier naar de letter alweer
gelijk, maar een waarschuw ing tegen al te roy-
aal omspringen met hormonale behandelin-
gen is heel erg nuttig.

Wat betreft dc eventuele complicaties die niet
vermeld zouden zijn, wel, die kwamen nu nog
niet aan dc orde. Ook de veterinaire mede-
vverker van een tijdschrift is aan ruimte ge-
bonden.

(Buiten voranlwoordeliikhcid van de Redaktie)

Het woord \'aantijging\' weegt erg zwaar.
Publikaties in de lekenpcrs als die van collega
Van Ciool, verdienen te worden aangemoe-
digd. Soms zijn /e voor verbetering vatbaar;
maar welke van on/c werken zijn dat niet\'.\' Die
aanmoediging cn verbetering /ijn het beste
gediend met een milde kritiek. Die milde on-
dertoon mis ik helaas een beetje in de bijdrage
van collega Poll.

.V/. ,1. ./. ) (7-U(\'/-.

Doorwerth, lebruari 1980

-ocr page 274-

Bacteriologie

Bepaling van antilichamen tegen P. hae-
molytica
in schapesera met behulp van
de ELISA

Burrells. C., Wells. P. W.. and Dawson. A. Mc L.:
The quantitative estimation of antibody to
P. hae-
molylica
in sheep sera using a micro - enzyme -
linked immunosorbent assav (ELISA). I f/.
Micr..

:9I-J0/. (1978! 197V).

De auteurs, allen werkzaam bij het bekende scha-
penonderzoekingsinstituut \'Moredun Institute\' te
Edinburgh. Schotland, beschrijven een ELISA
voor de kwantificering van antilichamen tegen
Pa.s-
teureHa haenwivika
bij schapen. Uit onderzoek,
uitgevoerd door Gilmour en medewerkers aan het-
zelfde instituut, bleek, dat er een bijzonder slechte
correlatie was tussen met de indirecte haemaggluti-
natie (I HA) bepaalde antilichaamtiters en bescher-
ming tegen kunstmatige infectie met deze bacterie.
De auteurs hoopten tnet de door hen ontwikkelde
micro-ELlSA (een ELISA in microtiterplaten) be-
tere resultaten te bereiken. De uitvoering van de
ELISA wordt zeer nauwkeurig beschreven evenals
de bereiding van het gebruikte conjugaal (er werden
alleen IgG antilichamen bepaald). Als antigeen
werd
P. luieinolyiica biotypc A serotype I gebruikt.
In het met de IHA vergelijkend onderzoek
komt de ELISA als verreweg de gevoeligste èn
meest reproduceerbare test te voorschijn. Zo bleken
enige gevaccineerde dieren met de li-lA negatief,
doch met de EI.IS.A positief tc zijn. (In de discussie
zeggen de auteurs weliswaar, dat de EI.IS.A \'van
belang zou kunnen zijn\' voor het bepalen van circu-
lerende antilichamen na infectie of vaccinatie, doch
ze laten zich verder niet uit of er met de LI IS.A wèl
correlatie gevonden werd tussen antilichaamtiters
en protectie, met andere woorden: ondanks de door
hen beschreven voordelen van de test komt niet uit
de verf of zij aan het door de onderzoekers in de
inleiding gestelde doel beantwoordt;
Rcf.)

./. (ioiulswaanl.

Haas

Neonatale diarrhee bij hazen

f)ubard. ,1. d al.: li.xperimental reproduction of
neonatal diarrhea in young gnotobiotic hares si-
multaneously associated w ith
ClosirUliuiu difficile
and other Clostridium strains, htf /mtn.. 24. 7-11.
(1979).

ß

Bij conventionele hazen die in gevangenschap wor-
den grootgebracht treedt een hoge mortaliteit op
met een piek na een week. Neonatale diarrhee wordt
hiervoor verantwoordelijk gesteld.
Closiridiumdif
ftcHe. C. perfringens
en C. leriium zijn dikwijls
simultaan aantoonbaar in de faeces bij deze dieren.
Bij gezonde jonge hazen is dit niet het geval.
Monoassociatie van gnotobiotische haasjes met elk
van de drie
Clostridium species gaf alleen met C.
diffieile aanleiding tot diarrhee opde leeftijd van 2a
.1 weken 10« gram faeces). C.
dijficHetarnen tnct
beide of een van beide andere
Closiridium species
doet de problemen eerder ontstaan. Geconcludeerd
wordt dal C.
diffieile het causale agens is van neona-
tale diarrhee bij jonge haasjes en dat andere
Clostri-
dium
species het pathogene effect kunnen verster-
ken. Het darmkanaal vertoonde over de hele lengte
congestie en hacmorrhagiecn en necrose van het
epitheel.

Vergelijkbare associatie-e.xperimenten bij gnoto-
biotische muizen, ratten en konijnen leverden geen
pathologische veranderingen op. volgens Dubard
C.S. eerder verklaarbaar uit fysiologische karakte-
ristieken van de gastheer dan uit de samenstelling
van het dieet.

R. Boot.

immunologie

Lymphosarcoom en cryptococcosis bij
een kat

Madewell. B. R.. Holmberg. C. .A..and Ackerman.
N.: Lymphosarcoma and crvptococcosis in a cat.,/.
.4/;i.
l et. Med. .4.v.v.. 175. 65-67. (1979).

Cryptococco.se wordt als de meest frequent v oorko-
mende systemische gist schimmelinfectic bij de kat
beschouwd.

Crvptococcus neoformans kan weliswaar primair
pathogeen zijn. maar zal toch v ooral infectie geven,
wanneer de weerstand van het lichaam, door wat
voor oorzaak dan ook. verminderd is.
In dit artikel beschrijven de auteurs de klinische-en
laboiatoriumbevindingen bij een driejarige kat met
lymphosarcoom. De IET voor katteleucaemievirus
was positief Immunologisch werd nogal wat onder-
zoek van deze kat gedaan. Zo werden de imniuno-
globulinen bepaald (te laag), lymphocytentransfor-
matietests met PH.A. pokeweed mitogeen en con-,A
gedaan (te laag) en de T-B lymphocyten verhouding
onderzocht (minder \'I en B cellen dan normaal).
De auteurs concluderen terecht, dat immuunsup-
pressie mogelijk door het leucaemievirus ge-
leid heeft tot de infectie met
Crypiococciis neofor-
mans.

,/. (ioudswaard.

-ocr page 275-

Immunologie

Anti-thyreoide antilichamen in de syn-
ovia van patiënten met auto-immune
vormen van arthritis

Blake, D, R„ Stansfiekl, E,, McC.regor, A, M,,
Rees Smith, B,; .Antithyreoid antibody activity in
the svnovial Hiiid of patients with various arthriti-
des,
\'Luncei. August 4, ::4-2:6. 11979).

Bij \\an 50 humane patiënten met versehillende
vormen van arthritis als rheumatoide arthritis,
Os-
teoarthrose, ankyloscrende spondylitis, etc, werden
antistoffen tegen schildkherantigeen in de synovia
aangetroffen. Bij slechts 4 mensen vonden de au-
teurs ook antistoffen in het serum. De bepalingen
geschieden met behulp van haemagglutinatietech-
nieken.

Ook andere \'auto-immune antistoffen\' werden be-
paald, doch dit is niet van belang voor de uiteinde-
lijke resultaten en conclusies, Er werden in 32 geval-
len anti-thyreoglobuline antistoffen gevonden en in
8 gevallen anti-microsomale antistoffen. Hoewel
vrij vaak lage titers (1:160) werden ge/ien. werden
toch ook in een aantal gevallen titers v an > 1:10,000
bepaald. De discussie van bet artikel is bij/onder
le/enswaard: de resultaten wij/en er eigenlijk op,
dat men bij RA niet aan specifieke oorzakelijke
(weliswaar indirect werkende) agentia moeten den-
ken. maar dat er waarschijnlijk voor alle auto-
immuunziekten iets als een algemeen pathogeen
mechanisme moet worden aangenomen, (Ook bij
honden worden veel R,\'\\-achtige aandoeningen ge-
viinden; het zou dc moeite lonen een vergelijkbaar
onder/oek bij honden uit tc voeren;
Ruf.)

,/, („Hid.muanl.

Bij sectie /ijn /eer kleine geel tot geelbruine haardjes
te vinden in lever, milt, beenmerg en digestietractus
(\'hepatosplenitis\') en bij microscopisch onder/oek
typische insluitlichaampjes (\'inclusion body
disease"). Een zekere diagnose is alleen te stellen
door isolatie cn identificatie van het virus /.elf. Er
zijn een aantal verwante stammen, genoemd naar
de vogel waaruit ze aanvankelijk geïsoleerd werden.
Een van de \'uilen\'stammen is niet te onderscheiden
van een \'valken\'stam, maar verschilt in pathogeni-
teit voor parkieten duidelijk van een andere \'uilen\'-
stam.

Duiveherpesvirus veroorzaakte bij experimentele
besmetting de dood bij twee torenvalken. (Bedoeld
is waarschijnlijk de American kestrel
(FaUo .spar-
veriuyjeen
veel gebruikte valkensoort in dierexperi-
menten;
Re/.). Ziekteverloop en sectiebeeld waren
hetzelfde als bij mfectie met een \'valken\'stam. Dui-
ven kunnen symptoomloze dragers zijn. .Anamne-
ses van typische gevallen bij roofvogels vermelden
bijna altijd het voeren van duiven van 4 tot 14 dagen
vóór het begin der ziekteverschijnselen.
De ziekte lijkt niet \\an de ene roofvogel op de
andere over te gaan, wel van prooivogel op preda-
tor, Er is (nog) geen vaccin ontwikkeld.
De ringnecked Dove, een tortelsoort
(Sin\'pio/u-lia
Sp,) is gevoelig voor alle tot nu toe geïsoleerde
roofv ogelherpes virussen en kan als vatbaar proef-
dier bij vaccinatieproeven dienen, Graham\'s artikel
is geschreven voor valkeniers (vraag en antwoord-
vorm) en voorzien van een foto van levercellen met
insluitlichaampjes en van vier literatuurverwijzin-
gen,

(,. ./. vi/n .Me.

Rund

■Vspergillus-mastitiden bij

Over enl<ele
het rund

Roofvogel

Herpesvirus bij roofvogels (l iien/.ielite)

herpesvirus infections
.4vv/i. 15,
(1976)

Graham. D. I. Rapte
.lourn. .V. .Am. Itileimei

In het begin van de dertiger jaren werd wat we nu als
herpesvirusinlectie onderkennen voor het eerst
beschreven bij een .Amerikaanse oehoe
(lii/ho virgi-
iiiumi.sicn
in 1963 werd een infectie bij een geervalk
(l\'a/eo ni.sliei>lii.\\) door ór. Morgan Bcrthrong aan
dit v irus toegeschreven. Schrijver noemt een aantal
roofvogels cn uilen waaruit het sindsdien geïsoleerd
is. De symptomen van een infectie zijn zeer v aag. de
vogels zijn binnen enkele dagen dood. soms pera-
cuut.

Dit feit doet vermoeden dat het virus eigenlijk bij
andere v ogelsoorten thuishoort, die er min of meer
immuun tegen worden of waarin het v irus geadap-
teerd en minder pathogeen (geworden) is.
Bloedondcr/oek geeft een tv pische leucocytopacnie
te zien. tcrwiil en/vmbcpalingcn in het serum op
leverbcschadiging w ij/en.

Walser, K. und Kleinschroth, E.: C\'ber ein/ige l alle
von Aspergillus-Mastitidcn beim Rind,
Herl. \'/,
.\\fimeh. li u lir..92.(7) 129-1.M. (1979).

.Aan de hand van enkele ervaringen opdit gebied en
enige literatuur, komen schrijvers tot de volgende
conclusies: .Aspergillus-infecties vande uier kunnen
/owel latent als peracuut verlopen. Klinisch verloop
is niet karakteristiek.

De aandacht kan er op worden gevestigd als de
antibioticatherapie volledig faalt. De diagnose
vvordt alleen met /ekerheid gesteld door mycolo-
gisch onder/oek van het uicrsecretum.
Als infccliebronnen worden massieve vermeerde-
ringen van schimmels in de omgeving ge/ien.
Voorgaande antibiotica behandelingen kunnen bij
het tot stand komen van schimmel-en gistmastiti-
den een rol spelen. De acutc Asperigillus-mastitis
kan ook door
in viirn goed gevoelige anti-mycotica
niet gunstig beïnvloed worden.
Bij chronische, resp. suhklinisch verlopende geval-
len kan spontaan herstel optreden.

./. /. lerpsira.

-ocr page 276-

Schaap

Een verband tussen diarrhee bij een scha-
penhouder en abortus bij schapen

Dulell, S. .1. and Skirrow. M. B.: Shepherd\'s scours
and ovine campvlobacter abortion-A \'new\' zoon-
osis\'?
Vet. Rec.. 103. (7). 144. (!97H).

Reeds lang zijn Campylobacters (vroeger I\'ihria
ferns: Ref.)
bekend als verwekkers van abortus bij
schapen.

Soms worden lammeren dood, soms ä terme zwak
geboren.

Recent is bekend dat bepaalde typen bij mensen een
acute enteritis kunnen veroorzaken.
Twee dagen na een mond op mondbeademing bij
een lam uit een koppel schapen waarin abortus
heerste, leed een schapenhouder aan een acute ente-
ritis. L\'it de faeces van de boer zowel als uit de
geaborteerde lammeren werd
C aiiip. feiiis spp. ie-
juni
geïsoleerd.

Voorzover bekend is dit het eerste vermelde
verband tussen een humane enteritis en abortus bij
schapen.

Wel was de relatie bekend tussen diarrhee bij de
mens en contacten met vogels en honden (de laatste
altijd met diarrhee!).

(Bij een klinisch gezonde jonge hond is door tnij
echter
Camp. felus spp. Jeiuni geïsoleerd. Bij een
andere jonge hond werd een
Campylohacier
species gevonden die zowel cultureel als morfolo-
gisch hiervan verschilde:
Ref)

,/. Wcijman.

Varken

\\ irus van .Aujeszky gepaard met abortus
bij varkens

W ohigemuth. K.. Heslic. I\', I .. Reed. O, l ..Smidt.
1). K.: Pseuilorabies associated vvith abortion in
swine, ,/. -l;);. Ie;,
\\le,l. \\ss.. \\ll.l4l.

\\ an 21(1 zeugen op 3 bedrijv en binnen een straal v an
10 mijl in Iowa, aborteerden 48 binnen 3 weken.
De meeste aborterende zeugen vertoonden tijdelijk
anorexie en koorts.

Drie zeugen met verschijnselen van encephalitis
stierven direct na abortus. Bovendien werd de
ziekte van .Aujeszkv gediagnostiseerd bij 2-3 dagen
oude biggen en bij koeien, die contact hadden met
enkele van ileze zeugen, /es foetus waren gemum-
mificeerd: 18 verkeerden in ontbinding.
Pathogene bacteriën werden niet gekweekt. Bij his-
tologisch onder/oek v an hersenen en nieren werden
geen ontstekingsreacties en significante degenera-
ties gevonden. In levereellen rondom verschillende
necrotizake haardjes werden intranucleaire insluit-
lichaampjes geconstateerd.

•\\ujes/ky-v irus werd geïsoleerd uit weefseldelen v an
1 I biggen. Met deze ziektegeschiedenis wordt dus
veldstammen van het

bewezen, dat .Amerikaan
virus van .Aujes/kv de plac
ziekte bij foetus kunnen v

,/, /, \'ferpsira

Varken

Varkensdysenterie (Doyle)
III. Sanering van fokbedrijven

Matzke, P,, Hollwich, W,, Mechow. A,: Schweine-
dysenterie (Doyle): HL Zur Sanierung von Zucht-
bestanden,
Tierärzii. Cmschaii. 34, 622. (1979).

F.en fokbedrijf met 108 zeugen. 3 beren. 200 kleine
biggen. 325 gespeende biggen en 300 mestvarkens
leed aan een heftige besmetting van dvsenterie
(Doyle),

lussen 20-9-77 en 19-I0-7X waren alle mest-
monsters positief op
Treponema hyodysenicriac.
De behandeling en sanering bestond uit 3 onder-
delen,

F Behandeling met Duodegran F Ikg ton (120
ppm ronidazole) gedurende 14 dagen.
N.B

er moeten speeifieke geneesmiddelen ge-
bruikt worden.

juiste dosering per kg lichaamsgewicht, dus

smiddelen per kg

zware varkens meer ge
voer,

de behandelingsduur is alliankelijk van de
ov erlev ingsduur van de Freponcmata. Deze
is: bij 20-22° C ± 8 dagen, bi] 0= C ± 28
dagen.

t)e biggen kregen 2.x met 24 uur tussen-
ruimte een arsenylpreparaat per os toege-
diend.

2. Aan het einde van de behandeling vond een
volledige staldesinfectie plaats, phenolhouden-
de middelen zijn het beste,

3, ,\'\\lle aangekochte dieren (voornamelijk beren)
kregen een \'praeventieve\' behandeling in de
quarantaine stal.

Volgens de eigenaar waren er gedurende een jaar
geen problemen. Het geneesmiddelengebruik daal-
de met 70\',. Hiermede werd het onderzoek afge-
sloten.

.7. \'T. van Berge Henegomven.

-■nta kunnen pa
-■roorzaken.

-ocr page 277-

Varken

Intestinale adenomatöse, Regionale en-
teritis, Proliferatieve haemorrhagische
enteropathie en Necrotische enteritis bij
het varken

Derijcke. .1.. Berghc, .1. van den, Hoorens. ,1.:
Maams Dierg. Tijilschr.. 46. (6j. 452-465. (1977).

De schrijvers definieren dc hij het varken voor-
komende Porciene intestinale adenomatöse
(P.kA ). Regionale enteritis (R.E.), Proliferatieve
haemorrhagische enteropathie (P.H.E.) cn dc Ne-
crotiserende enteritis (.N E.).
Daarnaast werden de verschillende in de literatuur
vermelde hypothesen van de
Pathogenese en oor-
zaken van hct intestinale adenomatöse comple.x ge-
noemd.

De overeenkomst tussen de vier ziektebeelden zou
bestaan uit het feit dat steeds
Campylohacter
spectorum
subspecies mucosalis kon worden ge-
isoleerd.

(Veel van dc vernoemde literatuur dateert uit tijden
dat de isolatie van Campylobacters geschiedde
door middel van \'milliporc\' filters, waardoor het
een tijdrovende bezigheid was. Aan positieve be-
vindingen ten opzichte van dit micro-organisme is
mogelijk te veel gewicht toegekend,
(iezien het feit dat met moderner technieken door
mij in hoge frec|uentie
Campylobacter species kon
worden geïsoleerd uit faeces van klinisch gezonde
varkens, lijkt het erop dat op z\'n minst meerdere
species als commensaal voor het varken moeten
worden beschouwd;
Ref.).

,/. Weijman.

Vt:)cdingsmiddelenhygiëne

Bepaling van de vetsoort door
gaschromatografie

Dc Btabander. 11. E. en Verbeke, R.: Bepalen van
de oorsprong \\an vetten door ga.schrcmiatogtafic.
\\ laams Dierü. Tijihchr.. 4X. 4-14. (1979).

De analysemogelijkheden van vetten zijn door dc
ontwikkeling van de gaschromatografie ctu)riri
toegenomen. Hierdoor is het mogelijk om dierlijke
vetten te onderscheiden \\an plantaardige \\ctten
door kwantitatieve analyses van de sterolfractie.
Daarnaast kan de dierlijke vetsoort bepaald wor-
den door lie analyse van hct vetzuur-spectrum. De
triglyeeridc-samenstelling cn dc verestering \\an de
vetzuren binnen hct glycerol is typisch Noor dc
diersoort. Hierdoor kan dc identiteit van de ver-
werkte \\ lecssoortcn in verhitte vleesproduktie (ana-
lyse \\an dc spierciwitten is veelal niet mogelijk
wegens denaturatie) w orden vastgesteld. (
Ref : niet
\\ermcld wordt hoeveel vet hct verwerkte vlees moet
bevatten). De analyse-methoden worden in hct ar-
tikel besproken,

II. Hruins .Izn.

Voedingsmiddelenhygiëne

Thermoresistente psychrotrophe bacte-
riën

Washam, C, .E, Olson. H. V.cn Vedamuthu, E. R,:
Heat-Resistant Psychrotrophic Bacteria Isolated
from Pasteurized Milk. ./,
f\'ll. Proieciion. 40, jOl-
108. (1977).

Meer dan 10 jaar geleden meende men dat psychro-
trophe micro-organismen in melk een goede pasteu-
risatie niet overleefden.

Enkele organismen konden laboratorium-
pasteurisatie overleven, maar groeiden niet bij 7,2°
C, wel bij 10° C.

i:)oor verandering in de produktiemethoden en dus
in het ecosysteem is de microflora van rauwe en
gepasteuriseerde melk veranderd. Dit heeft tot ge-
volg gehad dat een Hora is geselecteerd die beschre-
ven wordt als thermotolerant psychrotroof.
De auteurs hebben een studie beschreven van de
identificatie, pasteurisatie resistentie, groei-
eigenschappen en het mogelijk economisch belang
van verschillende der isolaten van een groot aantal
monsters van gepasteuriseerde melk. Zij onder-
zochten 227 monsters gepasteuriseerde melk met
een \'shelf-life\' van meer dan 20 dagen bij 7,2° C, die
psychrotrophe groei vertoonden. Van de 700 isola-
ten waren 135 hitte resistent bij 72° C voor 16
seconden en konden zich vermeerderen bij 7,2° C.
35 Isolaten van 15 verschillende typen (gram reac-
tie, cel- en kolonievorm en lakmoes melk reactie)
werden nader onderzocht op hun invloed op ge-
koelde melk, groei temperaturen, thermoresistentie
bij verschillende temperaturen en hun identiteit.
Bacillus spp. was het meest frequent vertegenwoor-
digd. Verder werden de niet sporevormende genera
.Arthrobacier, Microbacierium. Sirepiococcus en
Corynehaeieriuni aangetroffen.
De sporevormers veroorzaakten bij vrij zware be-
enting verschillende vormen van bederf \\an melk
bij 7,2° C na 2-12 dagen, groeiden bij 7,2 en 37° C cn
enkele stammen ook bij 45° C. De meeste types
vormden telbare kolonies op agar bij 7,2° C in 13
dagen, sommige reeds bij 10 en 5 dagen,
,Allen overleefden 50 seconden bij 71,7° C cn 16
seconden bij 80° C. Zij overleven dus H ES I pasteu-
risatie.

De niet sporevormende isolaten veroorzaakten
eveneens bij vrij zware besmetting verschillende
vormen van bederf bij 7,2° C na 6-24 dagen.
Alle types groeiden bij 7,2 en 37° C en 2 types bij 45°
C. 7 Van de 8 types gaven telbare kolonies bij 7,2° C
na 13 dagen, 4 echter al na 5 dagen, I na 7 dagen.
Veel van deze micro-organismen zullen door de
maal der kolonie niet worden geteld. Alle types
overleefden 71,7° C voor 50 seconden en de meeslen
ook 80° C voor 16 seconden en 61,7° C voor 30
minuten,

(Het probleem van psychrotroof bederf wordt in
ons land ook steeds tielangrijkcr. Nabesmetling
maar ook overleving van de pasteurisatie kunnen
hiervan dc oorzaak zijn.

Met het toenemen van de periode tussen pasteurisa-
tie en l! ,V,D, wordt onderzoek op dit gebied ook in
ons land belangrijk;
Ref) H. Mof

-ocr page 278-

Hittebestendigheid
in vlees

Blankenship, L. C.: Survival ofa Salmonella lyphi-
murium Experimental Contaminant during Cook-
ing of Beel Roasts.
Appl. linv. .Mkriihiiil.. .16, 11611-
1165. (1978).

In de literatuur worden verschillende gevallen ver-
meld van Salmonellosis ten gevolge van het nutti-
gen van voorgebraden roastbecf.
De auteurs iniecteerden 21 bouten experimenteel
met 2
X 10\'. allen van een nalidixine resistente stam
van .V.
ivphinniriiiDh De bouten vverden daarna
toebereid in een gasoven waarbij een tetnperatuur
werd bereikt v an .58.,1 tot 64.1° C in het centrutii van
de bout.

fit 2 monsters genomen uit het hart werden levende
kiemen weergevonden. Zij hadden een centrum-
temperatuur van en 60.8° C.
Daarnaast vvaren alle 17 monsters genomen op in-
jecticplaatsen. 7 van de 9 tnonsters genomen van de
kant tegenover de injectieplaatsen cn alle 11 mon-
sters genomen van dc onder/ijde van de roasts
vvaren positief.

De auteurs /ijn van tncning dat de
gebraden roastbecf onvoldoende
van Salmonellae en dus onvold

toebcreidingvan
afdoding geeft
oende zekerheid
d bij het gebruik van
besmetting minimaal

ll. \\l,il.

geeft voor de volksge/ondht
besmet vlees, /elfs indien dit

Vogel

Duivenmelkersziekte \'zonder duiven\'

Kreukniet .1.: Duivenmelkersziekte\'/onder duiven\'.
Sed. T. Geneesk.. 12.1. (17). 689-692. (1979).

Duivenmelkcrs/iekte. vogelhouderslong. /ijn de
vormen van extrmste allergie alveolitis, die in ons
land het meest voorkomen. Contact met duiven is
de meestal gemakkelijk aantoonbare oorzaak van
duivenmelkersziekte. t)at /ich desondanks proble-
men kunnen voordoen leren twee /iektegeschiede-
nissen die uitvoerig worden besproken.
In beide gevallen is het contact met duiven aanvan-
kelijk ontkend. In het ene geval, doordat de patiënte
erg gehecht was aan de dieren en beangst was de/.e te
moeten missen, als ze dit bestaan had toegegeven.
In het tweede geval, was het contact van de patiënt
(.18 jr.) met duiven aanvankelijk vergeten, omdat dit
op 12-jarige leeftijd gedurende een halfjaar had
bestaan.

Het contact werd in beide gevallen vastgesteld door
een positief verlopende serologische reactie meteen
bepaalde fractie van duivenmestantigenen. Het
complementvcrbruik is bij een positieve reactie, bij-
zonder hoog en blijft lang na het contact met de
duiven bestaan.

,/. /. Terpsin,.

Voedingsmiddelenhygiëne

Schuberth. B. en Schuberth G.:
des Meerschweinchens.
Kleinii
46-48. (1979).

Omdat caecum en colon bij de marmot zeer volumi-
neus zijn en bovendien de plica urogenitalis ter
hoogte van het mesovarium zeer kort is, prefereren
de auteurs operatie via de flank boven die via de
linea alba.

Zij geven een narcose meteen mengsel van Rompun
(0,2 mg kglgwjen Ketamin (20.0 mg kglgw)i m.
Na het verdwijnen van afweerreacties (± 5 min. p.
inj.) inhalatienarcose met Penthrane (methoxyflu-
ran) met behulp van een Connel narcose-apparaat.
De geschoren huid wordt afgedekt met incisie-folie
en doeken.

Een snede van ± I cm verloopt halverwege de laat-
ste rib en het tuber coxae, evenw ijdig aan de laatste
rib. De fixatiehechtingen van spierlagen en perito-
neum met Catgut 0-5 aan weerskanten van de wond
worden gebruikt voor het openhouden en nader-
hand sluiten van de wond. Het ovarium wordt met
een anatomi.sch pincet in dorso-mediale richting
opgezocht, in de operatiewond gebracht en afgeb-
onden. Sluiting van de huid met 5-0 Ethilon.
In verband met het korte mesovarium van de cavia
moet het andere ovarium op dezelfde wijze aan de
andere kant worden geopereerd.
Na de operatie Iaat men het dier gedurende 15
minuten opde buik liggen. Ontwaken uit de narcose
na 4-5 uren. De hechtingen worden na 10 dagen
verwijderd.

H. II. Thalheimer.

Kleine Hui.sdieren Chirurgie

Neuro-dermatitis van dc staartstomp na
het couperen

Carr.
Docki

I.: Caudal .Adhesion Subsequent to h
lg.
Canine I\'raeliee. 6. (J). 6.^-64. (1979).

Deze aandoening kan na het couperen ontstaan
door een adhaesie van dc huid aan de laatste staart-
wervel.

De symptomen zijn pijn. hevige jeuk en lik-ecz.cem
van staart en omgeving (diff diagnose: verstopte
anaalklieren). Na een lichteC.\')
(Ref.). anaesthesie
wordt door middel van een scalpel nr. I I een dwars-
snede aan de ventrale kant van de staart gemaaki en
de adhaesie doorsneden.

De huid moet daarna soepel over de onderlaag
kunnen worden bewogen. (Verdere details betref-
fende eventuele hechting van de wond en nabehan-
deling worden niet vermeld:
Ref)

ll. //. Thalheimer.

van .S". lyphimirium Ovariectomie bij de cavia

Zur Ovariektomie
er Pra.xis. 24. (l).

Kleine Huisdieren/Chirurgie

-ocr page 279-

Verslag symposion
„Diergeneeskunde en
Specialisatie"

Op initialief van de Symposioncommissie van
de Diergeneeskundige Studenten Kring - en
mede geïnstigeerd door de activiteiten \\an de
Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor
Diergeneeskunde op het gebied van de spe-
cialisatie -werd in maart 1979 een Symposion
gehouden met de titel \'Diergeneeskunde en
Specialisatie\'. Plaats van handeling was het
Iransitorium indeUithof. De opkomst onder
de studenten was uitstekend, hetgeen bewees,
dat ook de toekomstige dierenartsen belang-
stellen in de ontwikkelingen betreffende de
Specialisatie in de Diergeneeskunde.
Als sprekers waren de v olgende collegae uit-
genodigd: H. A. van Riessen. oud voorzitter
K.N.M.v.D.. .1. M. van Leeuwen. Centraal
Diergeneeskundig Instituut, v oorzitter van de
Commissie Voorbereiding. Erkenningen Re-
gistratie van Veterinaire Specialisten. P..L M.
M. van (iulick. prakticus te (iemert (zesmans-
praktijk) en specialist op het gebied van de
varkensgezondheidszorg. P. .1. Cioedhart.
voorzitter van dc Groep Geneeskunde van het
Kleine Huisdier der K.N.M.v.D.. .1. W. A.
Remmen. Gezondheidsdienst voor Dieren in
Noord-Brabant en belast met werkzaamhe-
den verbonden aan dc georganiseerde rund-
veeziektenbcstrijding. Rijnberk. Vakgroep
Geneeskunde van het kleme huisdier en lid
van de profielcommissie v oor het specialisme
in dc Geneeskunde van het kleine huisdier en.
als laatste, ondergetekende als laboratorium-
specialist.

Collega van Riessen als voorzitter van het
Symposion gaf in een kort overzicht weer
welke ontwikkelingen er de afgelopen 10 jaar
waren geweest met betrekking tot de Speciali-
satie in de Diergeneeskunde (nationaal en in-
ternationaal) en noemde enige van de voor-
naamste voetangels: -- specialisatie naar
diersoort of vakgroep\'? wettelijke bescher-
ming van de registratie\'.\' — waar moet (kan) de
opleiding plaats vinden\'.\' etc.

Dr. van Leeuwen hield zich in zijn betoog ook
voornamelijk bezig met een aantal, zeer be-
langrijke. vragen waarvoor dc Commissie
\'Specialisatie\' zich gesteld had gezien. Hij stel-
de terecht, dat de facto er al lang veterinaire
specialisten op verschillende gebieden werk-
ziiam zijn: ze zijn óf in het buitenland opgeleid
óf hebben zich in Nederland met behulp van
collegae-specialisten de noodzakelijke kennis
en kunde eigen gemaakt. Het is thans echter,
in de huidige constellatie, niet zo. dat er gere-
gistreerde minimumgaranties qua kennis of
gedrag aan de functionerende specialisten
kunnen worden gesteld. Uit het oogpunt van
kwaliteitsbevordering én kwaliteitsbewaking
is Specialisatie in de Diergeneeskunde drin-
gend gewenst. Registratie zonder officieel er-
kende opleiding is half werk: er zijn daarom
door 4 profielcommissies opleidingseisen
vastgesteld en wel voor: laboratorium-
dierenartsen. kleine huisdierspecialisten,
pluimveespecialisten en veterinaire proefdier-
kundigen. Registratie dient te geschieden
onder verantwoordelijkheid van de Raad
voor Specialisatie (R.v.S.) met paritaire verte-
genwoordiging van de zijde van het beroep
(K.N.M.v.D.) en de opleiders. Terwijl de
R.v.S. zich meer met het algetnene beleid zal
bezighouden, zullen de Registratiecommissie
cn de Specialisatiecommissie meer betrokken
zijn bij de directe opleiding, registratie, etc.
Drs. van Gulick hield een bijzonder enthou-
siasmerende toespraak over de werkzaam-
heden van de prakticus-dierenarls, die zich
èn door zijn specifieke interesse én door de
opbouw van een grote zesmanspraktijk heeft
ontwikkeld tol een specialist op het gebied
van de varkensgezondheidszorg. Wanneer
men als klinisch specialist werkzaam is ook
vooral bij de begeleiding van bedrijven dan
kan men niet tevreden zijn met slechts de kli-
nische kant van de zaak; er is veel\'paperwork\'
aan verbonden, statistiek, bezoek van con-
gressen cn bijhouden van literatuur én voor-
lichting.

Tijdschr. Dwrgcnecsk.. dcc/ /05. af/. 6. /980

Drs. Goedhart gaf nog eens duidelijk aan. dat
inde Kleine Huisdicrenpraktijk dedeelspecia-
lismen (orlhopaedie, röntgenologie, etc.) —
tweede lijns diergeneeskunde - naar voren
komen; hoe een en ander in dc praktijk gere-
geld zou moeten worden, werd later o,a, ook
door prof. Rijnberk belicht. Goedhart ziet
voor dc toekomst een klein aantal specialis-
men ontslaan met daarnaast een aanlal
tweede lijns klinieken, die wal betreft hun
naamgeving en inrichting beschermd zijn en
aan bepaalde eisen zullen moeten voldoen.

Prof, Rijnberk gaf, namensde profielcommis-
sie. al een zeer gedetailleerd overzicht over hel

257

-ocr page 280-

opleidingsprogramma voor het Speeialisme
in de Cieneeskunde van het Kleine Huisdier.
Het hele model /ou min of meer aangepast
dienen te zijn aan de Amerikaanse eisen
(\'internships\', waarna \'residency" voor een
klein aantal \\ oor de opleiding in een deelspe-
cialisme). Ook werd een zeer goed o\\er/icht
gegeven over de situatie met betrekking tot
het specialistne in de Cieneeskunde \\an het
Kleine Huisdier in o.a. de Bondsrepubliek.
Frankrijk, de l\\K. en Zwitserland. De oplei-
ding in Nederland zal belangrijke consequen-
ties hebben \\ oor de Vakgroep van prof. Rijn-
berk. die hiermee immers voornamelijk belast
zal worden.

Dr. Remmen gaf een overzicht van de georga-
niseerde rundveeziektenhestrijding. de ver-
worvenheden én de problemen, waarde rund-
veespecialist thans nog mee wordt
geconfronteerd, juist bij de begeleiding van
grote melkveebedrijven.
De schrijver van dit verslag, tenslotte, besprak
de verschillende \'deskundigheden\' binnen het
specialisme van laboratorium-dierenarts: Im-
munologie. Klinische Bacteriologie en Voe-
dingsmiddelen tnicrobi ologie.
Voorts passeerden de verschillende, thans
reeds erkende, opleidingen tot veterinair labo-
ratoriumspecialist in het buitenland de revue.
De profielcommissie voor het specialistne
\'Laboratorium-dierenarts\' is overigens van
mening, dat de eisen, le stellen aan de specia-
list. aanmerkelijk hoger cn meer gedilferen-
tieerd (niet alleen de opleiding \'sec\', ook vol-
doende publikaties in internationale
vaktijdschriften, etc.) dienen te /(jn dan bij-
voorbeeld voor de \'Fachtierärzte\' in Duits-
land. Ook dient de opleiding zo\'breed\'te zijn.
dat erkende laboratoriumspecialisten niet uit-
sluitend op veterinaire laboratoria zijn aange-
wezen.

In de discussie, bondig en met groot vakman-
schap door drs. van Riessen geleid, kwamen
bijzonder veel vragen van het auditorium los:
een bewijs voor het feit. dat Specialisatie cn
Registratie van veterinaire specialisten niet
alleen binnen de K.N.M.v.D. doch ook bij de
aanslaande dierenartsen leeft.

,/. (loudswaard\'

Waterplantje meldt
vervuiling

Volgend jaar /al waarschijnlijk worden begon-
nen met een onder/oek naar veranderingen
inde waterkwaliteit van de Loosd rechtse plas-
sen met behulp van een waterplantje.
Het gaat daarbij met name om de gevolgen
van het binnenlaten van water uit hel
.Amsterdam-Rijnkanaal, dat op ver/oek van
de Drinkwaterleiding .Amsterdam wordt uit-
gevoerd. .Amsterdam heeft de Loosdrechtse
l\'lassen nodig om de drinkwaterproduktie
veilig te stellen.

Basis voor dit onder/oek is een promotie-
onder/oek. waarop dc
f\'trechtse biologe P.
H. Best op 12 september 1979 promoveerde^
Mevrouw Best is medewerkster van het l.im-
nologisch Instituut te Nieuwersluis.
In het kader van haar promotie-onder/oek
heeft /e nagegaan welke factoren de groei van
Cerulophylluiu deniersum. Hoornblad, bepa-
len en daarbij is o.a. aan het licht gekomen dat
giberellincn de winterrust atbrcken. indola-
/ijn/uur de groei kan bevorderen en stikstof
die groei kun remmen. Dat laatste is het geval
in het meertje Vechten, waar het onder/oek is
uitgevoerd.

Om de inv loed van de stikstof tc onder/oeken.
/ijn enkele bemestingsproeven uitgevoerd en
dat resulteerde o.a. in de ontdekking dal hoge
concentraties ammoniak dodelijk zijn voor
dit waterplantje, maar dal veel nitraat goed
wordt verdragen. Dat maakt hel mogelijk om
Hoornblad te gebruiken als graadmeter voor
de sljkslolcoiicenlraljes in hel oppervlakle-
waler. Die stijgt op veel plaatsen aan/ienlijk
len gevolge van de stikstolbemesting in de
landbouw.

Ook hel fosfaalgehalte van het water blijkt de
groei van walerplanleii /oals Hoornblad cn
Waterpest te kunnen beïnvloeden en dat
maakt /e bruikbaar voor hel bovengenoemd
onder/ock in dc Loosdrechtse plassen.
Hel promolic-onder/oek van mevrouw Best
maakt hel ook mogelijk om Hoornblad beier
le bestrijden. In sommige sloten en meertjes
groeit de/c waterplant /o ov erdadig dat /eeen
plaag v ormt en dan blijkt de locpassing v an de
juiste plantenhormonen op het juiste tijdstip
een effectiever manier om die planten kw ijl tc
raken.

si wil L inrhi)

(I\'ershcrichi Ri/ksuiii

Dr. .L (ioudswaard. Stichting Streeklaboratorium \'Zeeland\'. Postbus .16. 4460 (locs.
Viev rouw P. H. Best promoveerde aan de Rijks t\'nivcrsileil te Utrecht op 12 september 1979 lot doctor
in de wiskunde en natuurwetenschappen op het proef.schritï getiteld: Lcophysiological studies on
growth and development of the aquatic macrophyle
Ct\'iuiophyllimi lieiiicrsuiu /..

-ocr page 281-

Stichting en Vereniging
KWF naar gezamenlijke
huisvesting

De besturen van dc Stichting Koningin Wilhehiiina
l-onds en \\an dc Verctuging tot steun aan het Ko-
ningin Wilhehiiina Fonds hebben besloten een ge-
zamenlijk kantoor te betrekken aan de Sophialaan
8-10 in Amsterdam.

Beide instanties, die zich inzetten op het terrein van
de kankerbestrijding in Nederland, hebben enige
jaren gezocht naar de mogelijkheid \\an éèn kan-
toor.

De V ereniging die zich bezighoudt met de fond-
senwerving is gevestigd aan de Koninginneweg
28 in .Amsterdam. In dit gebouw. dat al lang te klein
is. werken 27 personeelsleden. Ze zijn onder meer
belast met de administratie van de ruim 600.000
leden tellende Vereniging, met het onderhouden
van contacten met de meer dan
LSOO KW\'F-
afdelingen in het land en met het entameren \\an
landelijke actixiteiten en binnen de afdelingen.

Fen groot deel \\an de huidige kantoorruimte wordt
in beslag genomen door materiaal dat bij de jaar-
lijkse collecte nodig is.

De opbrengst \\an collecte, contributie van de leden
en inkomsten uit legaten en erfenissen in totaal
ongeveer 24 miljoen gulden per jaar wordl door
de Vereniging afgedragen aan de Stichting Konin-
gin Wilhelmina Fonds, die haar kantoor heeft aan
De l.airessestraat ,1.1 in .Amsterdam. Daar zijn 7
medewerkers onder meer belast met hct voorberei-
den cn \\erlcnen \\an subsidies aan de verschillende
kankercentra in Nederland en aan diverse weten-
schappelijke instituten. t)nge\\eer .lO\' t van het we-
tenschappelijk kankeronderzoek wordt door het
KWF gefinancierd.

I en gezamenlijke kantoorlocatie werd gezocht op
grond \\an een in juli 1976 uitgebracht advies van
hct Organisatiebureau Bakkenist, Spits en Co te
Amsterdam. Dit adv iseerde Stichting en Vereniging
om vanuit één KWF-huis.te opereren, waardoor
werkwijze en communicatie beter op elkaar afge-
stemd zouden zijn.

In de nieuwe behuizing, die 2,7.\') miljoen gulden
kost. zullen dc .14 K WI -medewerkers in Amster-
dam een beter inzicht in eikaars activiteiten krijgen,
waarbij bovendien doublures in de verschillende
bureaukosten en werkzaamheden voorkomen wor-
den.

De opbrengst van de tc verlaten panden wordt op 2
miljoen gulden geraamd.

liet kantoor Sophialaan 8-10 zal rond september
1980 worden betrokken.

Informatiecentrum voor het publiek

De nieuwe huisvesting is geschikt voor een aantal
doeleinden zoals die in het beleidsplan van het
KWE staan omschreven. Een van de doelstellingen
is het geven van voorlichting over kanker. Inmid-
dels hebben beide instellingen een gezamenlijke
Voorlicbtings- en publiciteitsafdeling opgezet.

In het najaar zal aan de Sophialaan 8-10 een infor-
matiecentrum voor het publiek worden geopend.
Daar kan iedereen terecht \\ ()or inlichtingen, er zul-
len folders verkrijgbaar zijn met onder meer infor-
matie over kanker en patiëntenverenigingen. Er
komt een voor iedereen toegankelijke bibliotheek
met boeken, tijdschriften en actuele informatie en er
zullen diapresentaties te zien zijn. Ook aanvragen
om foldermateriaal zullen dan vanuit één centraal
punt afgehandeld kunnen worden.
Het initiëren en coördineren van voorlichting over
kanker is een taak van het Koningin Wilhelmina
Fonds, waar de Staatssecretaris van N\'olksgezond-
hcid vorig jaar nog eens de nadruk op heeft gelegd.
In dat kader is onlangs een landelijke werkgroep
kankervoorlichting ingesteld door het KWF. Dit
V oorjaar zal de werkgroep aanbevelingen doen over
de wijze waarop medische en sociale kankervoor-
lichting het best kan worden opgezet en uitgevoerd.

(Pershfrichi Stichting Konittgin
II ilhelininci Honds)

-ocr page 282-

Fortbildungskurs
Homöopathie für Tierärzte

Op 21 en 22 maart 1980 wordt in 1-reudenstadt.
West-Duitsland. \\oor de vierde maal gehouden:
\'Fortbildungskurs \'Homöopathie für Fierär/te\'
der Akademie für tierärztliehe Fortbildung\'.
Feilung: Dr. Hans Wolter. Ottersberg.
Thema: Aufzueht- und Waebtstumsstörungen.
Freilag. 2/. Mar: 1980
15.00 - 18.-to Uhr

1. Einführung in die Oedankengänge der Ho-

möopathie II: Dr. Wolter. Ottersberg

2. Konstitutionelle Prophylaxe während der
1 rächtigkeit:T)r. GreilT. Memmingen

?i. Arzneimittellehre (Auswahl); Mehrere Refe-
renten.
.3.1. Belladonna

3.2. Borax

3.3. China

3.4. Ferrum

3.5. Cilonoinum

3.6. .lodum

3.7. Fauroeerasus

3.8. Mercurius

3.9. Magnesium u.a.

4. Diskussionsabend im Hotel \'Bavriseher Hof
ab 20 Uhr.

Saiiisiag. 22. Mär: 1980
9.0(F1 1.00 Uhr

5. Klinisehe Homöopathie: Aufzucht- und
Waebtstumsstörungen 1.

5.1. (irosstiere:

5.1.1. Wiederkäuer: Kälberkrankheiten; r)r. Mi-
chael Rackow. Zeil

5.1.2. Pferde: Spätschäden; Dr. Wolter. Ottersberg
11.30 Uhr

6. Ciemeinsame Veranstatung der .Arzte. 1 ier-
ärzte und Zahnärzte im Stadthaus - Grosser
Saal

6.1. Bilanz der Misserlolge; Dr. Wolter. Otters-
berg
15.00-18.30 Uhr

7. Klinische Homöopathie; .Aulzucht- und
Wachstumsstörungcn II

7.1. Genügel:

7.1.1. I nfektiöse Synovitis der Broiler(s)-( parents);
Dr. .Atjo Westerhuis. Wageningen (Hol-
land)

7.2. Ferkel:

7.2.1. Infektiöse Serositis; Dr. Michael Rackow.
Zeil

7.3. Hunde und Katzen:

7.3.1. Welpcncrkrankungcn; Dr. Barbara Rakow.
Zeil

7.3.2. Rhino-Tracheitis der Katzen: 1.5r. H. Burg-
hardt. St. Ingbert

7.3.3. Spätschädcn!\'Dr. B. Schell. Rastatt

8. Veterinär-Homöopathie in Holland; Dr.
Atjo Westerhuis. Wageningen (Holland),
Präsident der \'Groep Veterinaire Homoc-
pathie K.N.M.v.D.\'.

Vortragsfolge
\'Krankheiten des Pferdes\'

18. April 1980 in der Chirurgischen 1 ierklinik der
Universität München. Königinstrasse 14. 8000
München 22.

Programm
9.15 Uhr

Dämmrich. Berlin: \'Biologie und Pathologie der
Gelenkerkrankungen\'.

Fredricson, Stockholm: \'Zu den Erkrankungen im
Bereich de Zehe beim I raber l^rsachcn und
vorbeugende Massnahmen\'.

Olsson. Stockholm; \'Zu den Erkrankungen im Be-
reich der Zehe beim 1 raber Veränderungen und
Diagnose\'.

Wintzer. Berlin: \'Gleichbeinfraktur Spätergeb-
nis nach Operation\'.

Strömberg, Stockholm: \'Zurs (ionotrochlose\'.
Paatsania. Helsinki: \'Der diagnostische Wert der
Myelographie bei der spinalen Ataxie\',
Gerber, Bern: \'Butazolidin und die Folgen\',

14,15 l hr

Eikmeier, Glessen: \'Zur Dillerentialdiagnose und
I herapie der Ödeme",

Schulze, Hannover: \'Der 1 ierarzt und die Para-
graphen\',

Vandeplassche, Gent: \'Die sehr verlängerte I räch-
tigkeit bei Stuten\',

l:i sen menger, Wien: \' Hornhauterkrankungen",
Demoore, Gent: \'Vor- und Nachteile des Fach-
gases bei der Narkose\',

Fritsch, Glessen: \'Apparative Narkoseüber-
wachung\',

Schebitz, München: \'Zur Hemiplegia laryngis si-
nistra Operation und Behandlungsergebnis\',

I agungsgebühren 75 DNF
Studenten ,10 DM,

.Anmeldungen erbeten bis zum 10. .April 1980 an die
Chirurgische Unixersitäts-1 ierklinik München.
Veterinärstr. 13. 8000 München 22, Fei. (089)
21 80 26 29.

Zimmerbestellung über das Fremdenverkehrsamt
München. Bahnhofplatz 2. 8000 München 2.

Versuchstierkund liehe
Gastseminare des Zentralen
Tierlaboratoriums der
Universität Essen

5. Mai 1980

Narkose grosser Faboratoriumstierc unter beson-
derer Berücksichtigung physiologischer Parameter
(VV. Küpper)

-ocr page 283-

Iti. .luni 1980

Schwerpunkte der Versuchstierernährung (K. I.ör-
cher).

17. .scpwmlH\'r 1980

Die Kat/e als Versuchstier (W. Rossbach).
12. Sovemhcr 1980

Soziologie der Masscnticrhaltung unter besonderer
Berücksichtigung der I.abortiere (II. Sambraus).
Ort: Zentrales Tierlaboratoriutn für E.xperimen-
telle Medi/in der Universität Essen. 4.100 Essen 1.
Virchowstr. 171. Auskunft:
l\'riv.Do/. Dr. K. Bo-
nath. (0201) 7 2.1 26 55 6 und Dr. K. Militzer.
(0201)7 2.1 26 57.

The Ruminant
Immune System

International Symposium - July 7-10.
1980, Plymouth, New Hampshire,
U.S.A.

Purpose

Major advances m our understanding of the
immune system of mammals in the last decade
coupled with the almost exponential information
explosion in immunology and worldwide distribu-
tion of scientists working with ruminant immu-
nology during this period, make it essential that
these investigators be provided an opportunity to
share their knowledge and to meet their follow
scientists.

I he formal of the meeting, the topic areas selected
and the speakers invited represent the colleclivc
efforts of the organi/ers to provide the best infor-
mation currently available on this topic.
Eurthcrmore. the organi/ers have esiablishcd pos-
ter session "workshops\', so that new as well
as established investigators will have additional
opportunities to preseni and discuss their latest
work.

lhe formal program sessions are grouped into
three major topic headings.

I. Special topics: Individual talks and a session
on staiidardi/ation. designed to provide reviews
and more importantlv. a conceptional framework
lor understanding the uniqueness, importance, and
problems associated with ruminant immunology.

II. Basic immunology: Ibis topic is composed
of three sessions covering humoral faetcns in im-
munily, cellular interactions, and iinmuiiogenetics.
Ill
Immune response to infectious agents: Four
sessions covering diflerent organ-systems come
under this heading.

fhe five poster sessions will be open lo all parti-
cipants. Individuals wishing to present posters are
encouraged lo submit a title lo Drs. .1. Robert
Duncan or K. Nielsen by February 15. 1980
(Animal Diseases Rcscatch Institute. 801 Fallow-
field Road, I\'.O. Box 11.100. Station II, Nepean.
Ontario. K21I 8I>9).

Participants will subsequently be informed of other
details including the submission of a formal ab-
stract (not to exceed .100 words) not later than
Maich 15, 1980.

Participation in the symposium will be limited
to three hundred people. Fhis is done in the in-
terest of meeting-room si/e and with concern for
the maximum number of participants which will
still allow for an atmosphere conducive to in-
formal interchange of information.
.Applications for participation should be sent di-
rectly to Dr. .1. E. Butler, c o International Sym-
posium on the Ruminant Immune System. Depart-
ment of Microbiologv. The University of Iowa.
College of Medicine\'. Iowa City. Iowa 52242.
Registration cost lor the meeting will be S .(00
per person, this fee covers the cost of food,
lodging, and a copy of the Proceedings.

Program

Momluv. .lulv 7

I-A SPFCFAF TOPIC SESSION
Welcome: Plymouth Stale College.

\',A Concept of Humoral Immunity among Rumi-
nants and an .Approach to Its Investigation\': .1. E.
Butler, Ehe Universitv of Iowa College of Medi-
cine. U.S.A.

\'Cell-Mediated Immunitv: Its Relationship to
Diseases of Ruminants\': R. D. Schult/. School of
Veterinary Medicine. .Auburn. .Alabama. U.S. A.
\'Ihe Ontogeny of the Ruminant Immune System
and Its Significance in the Understanding of Ma-
ternal-Fetal-Nconatal Relationships\': B. I.Osburn.
Universitv of California School of Veterinary Me-
dicine. U\'S.A.

\'fhe Significance of Epidemiological Measure-
ments for linmunodiagnosis and Protective Immu-
nity\': O. .Aalund. Royal Veterinary and Agricul-
tural Univcrsily. Copenhagen.

(il,Ni;RAF DISC USSION

II-A BASIC IMMUNOFOC.\'l

C ellular interactions and Mechanisms of Immune
Function

C hairman: C . C . Muscoplat, University of Minne-
sota, U.S.A.

\'Regulation of Immune Responses with Prosta-
glandins\': C. C. Muscoplat.

\'Mechanisms of .Antiviral Immunity Inviilving
Neutrophils\': B. 1. Rouse. Univcrsily of lennessee,
Knoxvillc, F^S.A.

\'Mechanisms of Antibodv - Dependent Cytotoxi-
city Involving Subclasses of IgCi\': IF Mossman.
Max-Planck Institut für Immunbiologie. Frei-Zäh-
ringcn. V\\est-Ciermany.

\'Modulation ofthe Immune Response with Bovine
ftansfer factor\': P. II. Klesius. USDA-SFA-AR.
Regicmal Parasite l aboratorv, .Auburn. Alabama.
U.S.A.

\'Suppressor Cells in Cattle\': Cl. Splitter. University
of Wisconsin. Madison. U.S.A.
Evening Social.

-ocr page 284-

Tuesday. July <S

ll-B BASK IMMI NOI (Ki\'»

Humoral Factors in Ruminant Immunity

Chairman: I). K. Hamme, Max-Planck Institut
für Immunhiologic, Frciburg-Zahringcn, West-
Germany.

Frocse, Cnivcrsitv of Manitoba. Wmnipcg,
Manitoba, Canada.

K. Nielsen, .Animal Diseases Research Institute,
Nepean, Ontario, Canada.
Coffee Break.

F, .1. Bourne, University of Bristol, Bristol. UK.
W. D. I.inscott, L\'niversity of San Francisco Me-
dical Center, California, U.S..A.
Poster Session 11.
Poster Session 111.

ii-c BASIC immi;noi.ogy

Iminunogenctics

Chairman: W. Stone, Univcrsitv of Wisconsin,
U.S.A.

The Bovine l.vmphocvte Antigen (Bol..A) Svstcm\':
W. Stone.

■Genetic Inllucnce on the Humoral Response
and the Serum Immunoglobulin Levels in Cattle";
P. T. .lensen. State Veterinary Serum Laboratory,
Copenhagen, Denmark.

•\'Ihe Role of Histo-compatibility and Immune
Response (iencs in Disease Resistance of Rumi-
nants\': B. Morris, .Australian National Uni\\ersit\\,
Canberra, Australia.

I-B SPECIAL lOPICS SESSION
International Standardization in \\eterinar> Mc-
dicine,

Chairman: IE Fey. Lnnersity of Bern. Bern. Swit-
zerland.

\'Automated E^nzvme Immunoassav for Rapid
Scrodianosis of Bovine f)iseascs\': ()\'. 1. Seawright.
Los Alamos Scicntic Laboratorv.
New Mexico,
L.S.A.

Z. I rainin, Kiniron Veterinär). Institute, Beit
Dagon, Israel.

\'On the Importance ol Bemg Earnest With Your
Antigen\': D. lierman, Eniversitv of Wisconsin,
Madison. Wisconsin, U.S.A.
Evening Social.

n ed,icsda\\. .lulv 9

Hl-A IHE IMMUNE RliSPONSE lO INFEC-

I lOLS A(iENTS

Immunity in the .Mammary (iland

Chairman; A. l.ascelles, CSIRO. Division of Ani-
mal Health. Parkville, Australia.
\'Origin of Antibodv in the Mammarv secretion\':
A. K. Lasccllcs.

•Nonspecific Anlibacteruil Eactors in Milk\': Max
Paapc, USDA. Beltsvillc, md.. I .S.A.
\'InimiinologicalK Specific Resistance to Inlection
with Particular Reference to Staphvlococcal Mas-
titis\': D. L. Watson. Daii> Research Foundation.
Camden, Australia.
(Speaker and topic to be nairied)
Poster Session IV.

Hl-B rilE IMMUNE RESPONSE K) INEEC-
I IOUS AGENTS

Immunity in thc (iastrointestinal Iracl,

Chairman: P. Porter, L\'nilever Laboratories, Bed-
ford. U.K.

•Immunophysiology ofthe (il 1 ract\'; .1, Hall, Ches-
ter Beatty Institute, U.K.

\'Ontogeny ofthe Gut-.Associatcd Immune Svstem\';

A. Husband. CSIRO. Australia.

•Passive Immunity in thc Gl I ract\'; R. A. Wilson,

COMS, Des Moines, Iowa. L.S.A.

\'Active Immunity in the Gl fract\': P. Porter.

Poster Session V.

Beef Barbecue.

I E:A I I RE ADDRESS

Approaches to \\ accines against Protozoan

Infections in ( attle

A. C. Allison. International Laboratorv for Rc
search on Animal Diseases. Nairobi. Kenya.
EAcnini; Social.

Thursday. .Juh II)

Hl-C IHE IMMUNE RESPONSE K) INFEC-

I lOLS AGENI S

Imnuinity in tch Respiratory I ract

Chairman: Bror Morcin. State Institute for \\cte-
rinar\\ Mcdicine, Stockholm. Sweden.
■\\ iral and Bacterial Immunitx in the Ovine Res-
piratorv I ract\': P. W ells, Moredun Institute, Edin-
burgh. U.K.

\'Ihe Local and Ssstcmic Immune Response of
Calves following Experimental Inlection with IBR\':
,1. Asso. INRA Station dc Rcchcrchcs de \\ iro-
logic et d\'Imniunologic, I hi\\cr\\al(irignon, I ranee.
\'Studies on Bo\\ine Pulmonary .Allergic Hvpcr-
scnsili\\ity and Rcaginic Antibody\'; B. N. Wilkic.
\\ eterinar\\ College. Lni\\crsitv ol Guelph. Ontario.
Canada. \'

■|mmunit\\ to Mycoplasma Infections of thc Calf
Respirato\'r> Iract\': C .1, Howard. Agricultural
Research Council, Compton, L.K.

Ill-D IHl IMMl Nl RESPONSE lO INEIC-
1 lOLS AGENI S

Immunity in the Reproductive Tract

Chairman: A. W inter. New York State Veterinary
College. Cornell I niversitx. Ithaca, New York.
IS,A.

\'Immunit\\ in the Female Bo\\ine Reproductive
Iract Based on thc Response to \'Campylobacter
Ictus": 1 . B. Corbcil, Kansas State l\'ni\\crsit\\.
Manhattan, I S.A.

•Nature of lmmunit.\\ m the Male Bo\\inc Rcpro-
ductnc 1 ract Based on Responses to \'Campylo-
bacter fetus\' and \' I ritricbonionas Ictus"; B. 1.
Clark. CSIRO, Park\\illc. Australia.
.Adi ournment.

-ocr page 285-

8th International
Symposium of World
Association of Veterinary
Food-Hygienists

(ieneral Inforrnalion

N\'enuc and Date

The Xlh \\\\A\\\'FH-Symposium will be held in
Dublin Irom Sunday August 3()th to Friday . Sep-
tember 4th 19X1.

Dublin, the capital city of Ireland, is a eit\\ steeped
m history, tragic and glorious, with haunting
memories ol great patriots, statemen. scientists and
scholars. It is a city of spacious streets, line buil-
dings. and llcndly people; a city which combines
the beauty of more leisured centuries w ith modern
progressiveness. Few capitals are so beautifully
situated. Dublin Bay forms a sweeping crescent
from the Hill of Howth to Dalke>. a salt wind
blows into the hart of the cit\\. and the slopes of the
VVicklow Hills seem to rise at the end of e\\ery
street in the southern suburbs.

languages

fhe official languages of the Symposium will
be Fnglish, French and German and simultaneous
mterpretation will be prov ided in these languages.

Social Programme

.An interesting social programme is planned lor
participants and accompanying persons which
will include e,\\cursions to places of cultural and
general inteiest.

Travel and Acconinuidalion

Participants and aceompanving persons will be
offered air travel and accommodation arrange-
ments, the cost of w hich w ill represent a substantial
saving over normal lares. I hese inclusive tour
packages will be available Irom the airport chosen
b\\ the participant.

Pre- and post-S\\niposium lours in Ireland will also
be arrangetl.

Further Information

Prospective participants are iinited to complete
the Preliminarv Application Form and forward
same of the Congress Seerelariat.

( ongress .Secretarial

Xlh W,A\\FH Symposium. 44 Northumberland
Road, Ballbridge, Dublin 4, Ireland,
Organised B\\

Fhe Irish Veterinary Association
in cooperation with

the World Association ol \\\'eterinar> Food
Hygienists.

VI. Europäische
Geflügelkonferenz der
WPSA

Die l\\ . Furopaische Gellügelkonleren/ der W l\'S.A
(World\'s Poultrv Science Association) findet \\om
X. bis 12. September 19X0 im Congress-Centrum m
Hamburg unter der Schirmherrschaft \\on Bundes-
minister .losef FrtI statt. Sie wird organisiert
durch die Deut.sche Gruppe der \\\\ PS.\\ und den
ZentraKerband der Deutschen GeHugelwirt.
schalt.

Die internatioanel Faehwissenschafl wird neueste
Erkenntnisse auf den Gebieten Züchtung. Fütte-
rung. Haltung, \\ erhaltcn. Physiologie. Produkt-
qualität und Hygiene bei Hühnern. Puten. Fnten.
Gänsen und anderen Gellügelarten diskutieren.
Symposien mit eingeladenen Rednern sind über
folgende I hemenbereiche \\ orgeschen:

Die Rolle der Genetik bei der Steigerung der
ökonomischen und biologischen Fffi/ien/ von
Gellügel in den XOer .lahren.
FmäluHumslaktorcn für Feislung und Gesund-
heit

Salmonellosis ein unlösbares Problem\'.\'
MelJbarc yualilätsdifferen/en bei Gellügel-
produkten

Freie Marktw ii Isehal und Planwirtschaft
bei der Vermarktung von Cieflügelprodukten.
Olfi/ielle Sprachen der Konleren/ sind Deutsch.
I nglisch und Fran/iisich.

Auskünfte über alle .Angelegenheiten, die das
wissensehallliche Programm belreflen. sind zu
erhallen beim \\\\ iss. Sekretarial Prof. Dr, Rosie-
Maric W egner. Institut fürleiiuier/uchl, Dörnberg-
slr, 2.5-27 (Postlach 2X0). ,110 Celle,

ill. internationaler
Kongreß für
Tierhygiene

Wien, 10.-12. September 1980

.Ird International Congres for Animal Hygiene
Orgaiii/er

International Soeiel> of Animal Hygiene
Fopic of Ihe ( ongress

Recent H\\gienic Problems in Animal Husbandry
Dale of Ihe (Dngress
September lOlh 12th, 19X0
( ongress \\ enue

Hotel Hilton. Am Sladtpark. \\ ienna
Scientific Program

1. Environment induced disturbances ol animal
health and production

2. Animal husbandry and environment

2. Disinlectants and methods of disinlection
4. Free short communications

-ocr page 286-

Deadline for Kegislration of Free ( ommiinications

December 31 sl. 1979
Deadline for Summaries

may be senl not later than t ebruar\\ 29th. 19X0
C ongress l anguages
(ierman. I\'.nglish, Russian
Scientific Organisation

Dr. (i. Ihiemann. I.inke Bahngasse II. .A-IOJO
Vienna, lei. 0222 7.16521 261.
C ongress Fees

after before 15. 6. 19X0
Participants .AS 1500. 1X00.

Accompanying person .AS 750. 750.

1 he participatiini fee includes full participation in
the congress, welcoming cocktail and Heurigene\\e-
ning.

The fee lot accompanying persons includes wel-
coming cocktail and Heurigenevening,
Registration

by means of sending registration forms to:
Secretariat

.trd Internalional Congress of Animal llvgiene

c o IM FRCONVFN FION

P,0, Bo.\\ ,15, A-1095 Vienna

Tel, 0222 42 1.1 52

Payments

All pa\\ ments should be made to the congress ac-
count no. 602.16428,1 at the Zentralsparkasse der
(iemeinde Wien,

BVA Congress 1980 -
University of York -
llth-14th September 1980

Prt)gramms will include:
hriduv Seplcinhcr 12
7 he Place of deer in estate economy
Fhe venison industry
Diarrhoea in the neonatal calf
Welfare - I be role of the animal
RFFRESHFRS COl RStS:

Radiology and radiography of soft tissues of small

animals, particularly the abdomen
Canine behaviour
SFMINARS:

Pigs - application of preventive medicine
Equine foot lameness
Salunlay Sepicmhcr 13
Fhe uses of Milk Progesterone
Various aspects of the bovine li\\er
1 he Wooldridge Memorial Fecturc
Perinatal problems in foals
Equine - common skin disorders
The Joint Measurement Scheme
Goats - Common surgical procedures: manage-
ment and diseases
Practice lips

REFRESHERS COURSES:
Ears of small animals
SEMINARS:

Respiratory diseases of cattle - differential diagno-
sis and control
Non-virus respiratory disease in small animals
Sunduv Scpwiuher 14
Weather and disease

Ectoparasites in sheep and small animals
REFRESHER COURSE:
Fhe Canine spine
A,G,M, of the Association

VII World Congress of
World Small Animal
Veterinary Association

Barcelona (Spain) from 24th to 27th
September 1980

Programme:

GENERAF SUBJFC I S:

Ophthalmology: Diseases of the eyelid, cornea,
lens, retina Ocular manifestations of systcmic
diseases Glaucoma Eye Prostesis Diagnos-
tic techniques Ocular therapeutics l:,\\pcri-
menlal surgery,

Drs, Aguirrc, G, D. (USA), Barnett, K, C, (G,B,),
Bedford, P. (G.B.). Bistner. S (USA). Blogg, R,
(Austl ), Brightman, A, IF (USA), Clerc, B, (F),
Curtsi, R, (G B,), Grimes, 1. (G.B.), Jackson, \\\\ .
(US.A), kawmski. 1 . C. (Brazil), koch. S. A.
(USA), krahenmann, F, (CH), Magrane, W. G,
(USA), Pciffer, R, jr, (USA), Peruccio, C, (1),
Pollet (Belg,), Price, J, E, (kenva), Rubin, F, F,
(USA), Slalter, D, (Austl,), Sladcs, F, G. (HF),
I rucksa. R. C. (USA).

Heredilary diseases: Progressive central atrophy
of the retina Congenital cataract Persistence
of ductus arteriosus Problems of eugenics in
domestic animals (and the Merle syndrome in
dogs) Hereditary malformations and congenital
metabolic errors Dysplasia of the hip Conge-
nital nialformations of the urogenital system.

Drs. Bedford. P. G. (G.B.). Cotard, J, (F), Mey-
nard, J, (F), Murillo, N. F, (SP), Patterson, D, l .
(US.A), Wegner, W, (Ger ),

Hepatic diseases: Pathology l aboratory diagno-
sis Inlo.xications in hepatic diseases Porta-
caval surgerv.

-ocr page 287-

Drs. Burrow. C. K. (l\'S.A). (luclfi. .1. (F), Hapke,
IF .1. (Cler.). Hardy, R. VF (I S.A). Kralt, W.
(der.), .Marillon. R.
(F). Oshorne. C\'. .A. (FS.A).
Rothuizen ()H.).

Neurology: Neuroembryology Fatholog\\ and
diagnostics Radiology Scintigraphy of cere-
bral tumours surgery Rc-education.

Drs. Da\\id. I. (.Austl.), Fescure. F. (F). Mo-
raillon. R. (F). Murillo. N. F. (SP). Parker. .A. .1.
(i:S.A). Poulos. .Ir. VV. (US.A).
Microsurgery: Dr. 1. M. Ciourley (CS.A)
(iastroenterology: Dr. C\'. F. Burrows (I S A)
SFMINARS: (.1 hours!

Fndocrinologv: Professor Dr. A. Rijnberk (HF)
Kmergencv surgery: Dr. R F.. Iloffer (f S.A)
Dermatologv: .Academv of Veterinarv .Allergy
(I\'SA)

( onvulsive syndrome: Dr. A. .1 Parker (f S.A)
Nephrology: Professor Dr. Carl ,A. Osborned S.A)
{ardiology. electrocardiology and shock: Dr.

Robert R.\' Pensinger (I SA)

Orthopaedics and transplants: Dr F. C. V aughan
((iB).

Nutrition: Drs. R. S. Anderson and A. I. B. Fdney
(tiB)

Free communications; Deadline for submitting a
communication, with its title is 15th March 1.1980.
l he summary 15th May. - .And the full te.\\t .10th
.lune.

l anguages and simultaneous translation: (ierman,
French. Fnglish and Spanish, Seminars included.

Payment: Congress Participants

"Registration till 15th March: 10..500 Pesetas
Registration till 1st .lune: 12.500 Pesetas
Registration till 24th September: 14.500 Pesetas
Family Members

Two visits to the city, e.xcursion to Montserrat
and Typical Verbena are included: 4.500 Pesetas
Seminars

Each seminar: I.,100 Pesetas
Place of the congress: Palace of Congresses. A\\. Ma
Cristina. Barcelona.

Registration: VII World Congress of Veterinaries
(WSAVA)

01 .AC, S. .A. Organizocion de Congresos
Sepiilveda 45-t7

Barcelona-15 (Spain) lei. 22.1.94.08
.All information about the Congress, hotel, hotel
class, prices, optional excursions, etc. should be
sent to this address.

-ocr page 288-

Drs. H. Verburg
nieuwe inspecteur
Veterinaire Dienst
Centraal/ Veterinaire
Hoofdinspectie

Per I lebruari 1980 is drs. H. Verburg
benoemd tol Inspecteur in algemene
dienst \\an de Veterinaire Dienst Vete-
rinaire Hoofdinspectie van de Volksge-
zondheid. Hij zal belast worden met de
sectie Vleeswarenproduktie, repressieve
keuring, voorverpakkingsinrichtingen en
produktie van diervoeder van vlees, waar
hij in eerste instantie naast de huidige
inspecteur drs. .1. W. Bussink werkzaam
zal zijn. Later zal hij de heer Bussink, die
reeds lange tijd ziek is, opvolgen. Mo-
menteel doorloopt de heer Verburg een
intensief stageprogramma, doch na af-
ronding daarvan zal hij vanaf 1 juli a.s.
daadwerkelijk beschikbaar zijn op de
centrale dienst te Den Haag.
Drs. Verburg werd in 1942 te Mijdrecht
geboren en begon, na voltooiing van zijn
HBS B-opleiding, zijn studie inde dierge-
neeskunde aan de Rijksuniversiteit te
Utrecht, waar hij in 1967 het dierenartse-
xamen aflegde. Hij startte zijn carrière als
keuringsdierenarts te Deventer, het eer-
ste halfjaar in dienst van de Veeartsenij-
kundige f^ienst en later (van 1 december
1968 tot I maart 1973) bij de gemeente
Deventer. Daarna volgde een periode als
adj. directeur van de Gemeentelijke keu-
ringsdienst van slachtdieren en van vlees
en het Gemeentelijk Slachthuis te Deven-
ter, dit heeft geduurd tot zijn definitieve
in diensttreding bij de Veterinaire Dienst-
Veterinaire Hoofdinspectie. Vanaf 1 ja-
nuari 1969 tot heden is de heer Verburg
naast zijn normale werkzaamheden bo-
vendien reeds actief geweest als ph . In-
specteur \\an de V.D.

Dr. R. Hoenderken
nieuwe adjunct-Inspecteur
Veterinaire Dienst
Centraal/Veterinaire
Hoofdinspectie

Dr. R. Hoenderkerken. sinds I juni 1978
werkzaam als adjunct-Inspecteur in het
district Zuidelijk Zuid-Holland, is per 1
februari 1980 aangesteld als adjunct-
Inspecteur in algemene dienst \\an de Ve-
terinaire Dienst Veterinaire Hoofdin-
spectie te Den Haag. Hij zal daar
werkzaam zijn in de combinatie gevormd
uit de \\ roegere secties Vleeskeuring, de-
structie, opleiding keurmeesters vee en
vlees en Organisatie Vleeskeuring, die se-
dert laatstgenoemde datum (met de pen-
sionering van drs. W. J. C. Reiningh) zijn
samengevoegd onder leiding van Inspec-
teur P. M. A. \\an den Berg.
De heer Hoenderken werd in 1944 te Gie-
ten geboren en begon na de middelbare

Bl

Van de Veterinaire Hoofdinspectie van de
Volksgezondheid tevens Directie van de
Veterinaire Dienst

-ocr page 289-

school in 1963 zijn studie in de dierge-
neeskunde aan de Rijksuniversiteit te
Utrecht, waar hij in 1974 het dierenarts-
examen aflegde. Nadien is hij als we-
tenschappelijk medewerker verbonden
geweest aan het Instituut voor Veeteelt-
kundig Onderzoek Schoonoord te Zeist.
In de afgelopen jaren heeft hij zich bezig-
gehouden met een onderzoek naar de ef-
fectiviteit van electrische bedwelmings-
methoden bij slaehtvarkens, welk
onderzoek is afgesloten met een
proefschrift. Hierop is de heer Hoender-
ken op 25 mei 1978 aan de Rijksuniversi-
teit te Utrecht gepromoveerd tot doctor
in de diergeneeskunde.

BESMETTEL1,IK.E DIERZIEK EE.N

Dier/iektenbullelin Nr. van de Veterinaire Dienst
over het tijdvak van I tot 15 februari 1980 vermeldt
de volgende aantallen gevallen van aangifteplieh-
tige besmettelijke dierziekten in Nederland.

Atrofische rhinitis

Totaal 14 gevallen in 14 gemeenten

2 gevallen
2 gevallen
4 gevallen
I geval
I geval
4 gevallen

Eriesland

Overijssel

(ielderland

l\'trecht

Zuid-Holland

Noord-Brabant

Rotkreupel

Totaal 2.1 gevallen in 19 gemeenten

(ironingen I geval

Friesland 4 gevallen in 2 gemeenten

Drenthe 1.1 gevallen in II gemeenten

Noord-Holland .1 gevallen

Zuid-Holland 2 gevallen

Vogelcholera

Fotaal I geval in Gelderland
.Schurft

Totaal 4 gevallen in 4 gemeenten

Drenthe I geval

Noord-Holland 2 gevallen

Zuid-Holland I geval

AFRIKAANSE VARKENSPESF

Spanje

Gedurende december 1979 werden in 19 Spaanse
provincies 68 bedrijven besmet met .Afrikaanse var-
kenspest. Hier waren 16.470 varkens aanwezig,
waarvan er 1.404 aan de ziekte stierven en 15.066
zijn afgemaakt.

C uba

Bij een telegram van 11 februari heeft Cuba laten
weten, dat gevallen van Afrikaanse varkenspest zijn
ontdekt in de provincie Guantanamo. De noodza-
kelijke maatregelen zijn genomen om verdere ver-
spreiding van de ziekte te voorkomen.

Portugal

In I I districten van Portugal werden in december
van het afgelopen jaar 70 bedrijven besmet met
Afrikaanse varkenspest.

Op deze bedrijven waren 1245 varkens aanwezig,
waarvan er 8.14 aan de ziekte stierven en 411 werden
afgemaakt.

MOND- EN KFAl\'WZEER
E urkije

Gedurende de maand december werden in .Anatolië
27 uitbraken van mond-en klauwzeergemeld. Hier-
van waren er .1 van het type .A,, en de overige van het
type ()|.

Sedert oktober 1978 is er in de Thracische buffer-
zone (het Europese gedeelte van het Furkse vaste-
land) géén geval van MKZ meer gemeld.

Spanje

Volgens een telegram d.d. 20 februari \\an het
Directoraat-Generaal \\an .Agrarische Produktie te
Madrid is er in Arcediano. provincie Salamanca.
een uitbraak geweest van mond- en klauwzeer bij
\\arkens. Besmet werden 4dieren. terwijl er nog eens
6 met hen in contact zijn geweest. Het virus is van
het t\\ pe C. Bestrijdingsmaatregelen zijn genomen.

MYXOMAFOSE
Mexico

De ditectcur-generaal \\oor Dierlijke Gezondheid
van het Mexicaanse ministerie van l.andbouw en
Waterbronnen liet eind januari per brief weten, dat
er 2 maanden tevoren in de staat I abasco bij konij-
nen een geval \\an myxoniatose was vóórgekomen.
Alle 1.18 dieren in de betrokken produktie-eenheid
zijn gestorven.

De ziekte is experimenteel gereproduceerd in het
onder "high security\' staande centrale laboratorium
van het directoraat voor Dierlijke (iezondheid.
Myxoniatose werd zowel klinisch gediagnostiseerd
alsook via onderzoekingen van weefselculturen. De
aanwezigheid van de ziekte in de staat tabasco
werd reeds enkele jaren vermoed.
De betrokken boerderij is gereinigd en gedesinfec-
teerd en herpopulatie heeft pas eind januari plaats-
gevonden.

De staat \'I abasco is geen belangrijke konijnenpro-
ducent en nieuvve gevallen van de ziekte zijn niet
gemeld.

-ocr page 290-

Maart;

20 Afd. Noord-Brabant K.N.M.v.D. Werk-
vergadering
pluimvee.

21-22 Fortbildungskurs für Homöopathie für
Tierärzte (pag. 260).

26 28 9. .lahrstagung der Deutschen Gesell-
schaft für Parasitologie (A). Giesen.

26 \'MIC 1980\' - Medisch Informatie Congres.
Rotterdam (pag. 59 en 170).

27 Afd. Gelderland K.N.M.v.D. Ledenver-
gadering.

27 Vereniging van Directeuren van Gemeentelijke
Slachthuizen en Vleeskeuringsdiensten. Ver-
gadering. Jaarbeurscongrescentrum. Utrecht,
aanvang 10.00 uur.

April:

1 Werkgroep Pluimvee .Noord-üost vergade-
ring. Gezondheidsdienst voor Dieren. Zvv\'oIIe.
aanvang 14.00 uur.

9 Symposium over de Residuen, de To.xicologie
en het Gebruik van Anabolica. Dublin (pag.
170).

9 Contactdag (P..A.O.) Pluimveehygiéne: \'De
pluimveekeuring in dejaren \'80\', R.I.V. Biltho-
ven (pag. 22.1).

10 Kring Noord-flolland boven \'t LL Vergade-
ring, Hotel de Prins, Westzaan.

11 13 BSAVA Congres 1980 (British Small
.Animal .Association), London (pag. 938).

14 Kring Dierenartsen Cielderse Vallei. Ver-
gadering.

15 Cursus\'Kringlopen in het milieu\'(P.,A.O. Vet.
Volksgezondheid) R.I.V.. Bilthoven (pag. 223)

15 Kaderdag, belegd door de Centrale Asiel Raad
van de Nederlandse Vereniging tot Bescher
ming \\an Dieren. Hotel Rest. \'Hermitage
Zeist, aanvang 10.00 uur (pag. 222).

18 Vortragsfolge \'krankhciten des Pferdes\' (pag
260).

22 Cursus\'Kringlopen in het milieu\'(P.,A.O. Vet
Volksgezondheid). R.l.V.. Bilthoven (pag
223).

29 Cursus \'Kringlopen in het milieu\' (P..A.O. Vet
Volksgezondheid). R.l.V., Bilthoven (pag
223).

Mei:

2 4 Ciroep Cieneeskunde van het Kleine Huis-
dier; \'Voorjaarsdagen 1980\', Amsterdam
pag. I 18). \'

5 Versuchstierkundliche Ciastseminare des Zen-
tralen 1 ierlaboratoriumsder Universität Essen
(pag. 260).

5 8 .XXVIII .Animal Colloquium Protides of
the Biological Fluids. Brussels (pag. 60).

7 Studiedag .A.C.V.-controle. Cultureel Cen-
trum Stichting \'De Reehorst\'. Ede.

8 Kleiduivenschieten voor Dierenartsen. Inl.
Boehringer. Ingelheim, tel. 023-248081 (pag.
169).

8 Kring Noord-Holland boven \'t IJ. Vergade-
ring. Hotel de Prins. Westzaan.

8 Vereniging van Directeuren van Ciemeentelijke
Slachthuizen en Vleeskeuringsdiensten. Ver-
gadering. Jaarbeurscongrescentrum. Utrecht,
aanvang 10.00 uur.

9 - 10 Symposium Nederlandse Vereniging voor

Proefdierkunde. Nijmegen (pag. 119).

13 Afd. Limburg K.N.M.v.D. Ledenvergadering.

20 Afd. Noord-Holland K.N.M.v.D. Leden-
vergadering.

21 24 16. Internationales Symposium über Ge-
.schichte der Veterinärmedizin (pag. 572 1979
en 186).

21 Afd. Friesland K.N.M.v.D. Ledenvergade-
ring. Motel te Heerenveen. aanvang 14.00 uur.

22 Ciroep Veterinaire Homoeopathie
K.N.M.v.D. Vergadering. Beatrix-gebouw.
Jaarbeursplein. Utrecht. Aanvang 20.00 uur.

26- 27 29. tagung der Europäischen Gesellschaft
für Veterinärpathologie und 23. Tagung der
Fachgruppe Allgemeine Pathologie und Pa-
thologische Anatomie der DVCi (A). Bremen.

27 Afd. Zuid-Holland K.N.M.v.D. Vergadering.
Hotel Restaurant Belvédère. Schoonhoven.

28 30 XVH F Wissenschaftliche Tagung der Ge-
sellschaft für Versuchstierkunde, Fausanne
(pag. 186).

Juni:

5 7 XIIF Kongres der Europäischen Gesell-
schaft der Veterinärchirurgie (ESVS), Buda-
pest (pag. 736).

6 7 .lahresversammlung der Schweiz. Vereni-
gung für Kleintiermedizin, Bern (pag. 933).

7 8 Jahrestagung der Schweizer Vereinigung
für Kleintiermedizin (A).

12 Kring Noord-Holland boven \'t FL Vergade-
ring. Hotel de Prins, Westzaan.

14 15 Baden-W\'ürttembergischer Fierarztetag
1980 mit Fortbildungsvcranstaltung (,A).
Karlsruhe.

16 20 9th International Congress on .Animal
Reproduction and .Artificial Insemination.
Madrid (pag. 952 1979. 119 en 223).

24 26 2nd International Symposium of Veteri-
nary Faboratory Diagnosticians. I.uzern.
Switserland (pag. 121).

29 2 juli Weltkongress\'Lebensmittelinfectionen
und Intoxikationen\'(A) (pag. 121).

30 .1 iuli VI Internat. Kongressder LP.V S.. Ko-
penhagen. (pag. 170)

.luli:

I 3 International Symposium on Diseases of
Birds of Prev (Raptor Disease Symposium
1980) (pag. 8Ó4).

-ocr page 291-

11 XI. International Symposium on Food.
Microbiology and Hygiene. Aalborg. Den-
mark (pag. 120).

10 \'Fhe Ruminant Immune System-
International Symposium. Plymouth. Neu
Hampshire. U.
s\'a. (pag. 261).

12 Symposium über neue Ergebnisse der En-
dokrinologie beim Vogel. Budapest.

2 aug. X\\ ll th Conference on .Animal Blood
Groups and Biochemical Polymorphisms. Int.
Agric. Centre (lAC). Wageningen. (Inlichtin-
gen op redaktiesecretariaat T.v.D. verkrijg-
baar).

Augustus:

1

6 .31. .lahrestagung der Europäischen Ver-
einigung für Fierzucht - EVT (A). München.

30 4 sept. 8th. International Symposium of World
Association of Veterinary Food-Hygienists
(pag. 263).

September:

I 5 Fifth International Conference on Trichi-
nellosis. \'De Baak\'. Noordwijk aan Zee. (In-
lichtmgen op Redaktiesecretariaat T.v.D. Ver-
krijgbaar).

1 6 31. .lahrestagung der Europäischen Ver-
einigung für Fierzucht - EVT (A).

4 Groep Veterinaire Homoeopathie

K.N\'.M.v.D. Vergadering. Beatrix-gebouw.
.laarbeursplein. Utrecht, Aanvang 20.00 uur,

8 12 VI. Furopäischen Kongress der WPSA
(A) (pag. 263).

9 12 21. Arbeitstagung des Arbeitsgebieters
\'Febensmittelhygiene\' der DVCi (A).
Garmisch-Partenkirchen.

10 12 III. Internationaler Kongress für Tierhy-
giene. Wien (pag. 263).

II 14 BVA Congres 1980 University of York
(pag. 264).

16 19 5. herbsttagung der Europäischen Gesell-
schaft für Veterinärpathologie (A). Cient (Bel-
gien).

23 Afd. Fimburg K.N.M.v .D. l.edenvergadering.

24 27 W.S.A.V.A. Congres. Barcelona (pag.
264).

25 Afd. Noord Holland K.N.M.v.D. Leden-
vergadering.

Oktober:

2 5 4-Daagse Conferentie te Warschau over:
\'Resistance Factors and Genetic Aspects of
Mastitis Control\'.

10 II .laarcongres K.N.M.v.D. en 127e Alge-
mene Vergadering. Apeldoorn.

20 - 23 XF Kongress der Weltgesellschaft für
Buiatrik (A). Tel Aviv. Israel (pag. 846).

30 Groep Veterinaire Homoeopathie
K.N.M.v.D. Vergadering. Beatrix-gebouw.
.laarbeursplein. Utrecht. Aanvang 20.00 uur.

November:

13 Vereniging van Directeuren van Ciemeentelijke
Slachthuizen en Vleeskeuringsdiensten. Ver-
gadering. .laarbeurscongrescentrum. Utrecht,
aanvang 10.00 uur.

December:

9 Afd. Fimburg K.N.M.v.D. Ledenvergadering.

10 .Afd. Noord Holland. Ledenvergadering.

11 Groep Veterinaire Homoeopathie
K.N.M.v.D. Vergadering. Beatrix-gebouw.
.laarbeursplein. L^trecht. .Aanvang 20.00 uur.

-ocr page 292-

]LüCoOi]i]o\\yL[olo

Van het Algemeen Bestuur

Eind september 1979 is een uitvoerige nota over het standpunt
\\an de Maatschappij inzake de vleeskeuring op ruime schaal
binnen en builen de Maatschappij verspreid. Naar aanleiding
van het verzoek van de Maatschappij heeft op 1 november 1979
een hoorzitting met de vaste commissies voor Volksgezondheid
en Landbouw plaatsgevonden, waarin dit standpunt nader is
toegelicht.

Nijhof spreekt namens de Groep Volksgezondheid zijn
waardering uit voor de inzet die de secretaris en de voorzitter van
de Maatschappij hebben betoond ten aanzien van de begeleiding
van deze problematiek, niet alleen in de Beleidscommissie, doch
ook ten aanzien van de door de secretaris opgestelde nota en de
voortreffelijke verwoording hiervan door de voorzitter tijdens de
gehouden hoorzitting.

Tot op dit moment is niet geheel duidelijk wat de consequenties
zijn van het mondeling overleg, dat op 12 december 1979 tussen
de betrokken ministers en de vaste Kamercommissies in besloten
zitting heeft plaatsgevonden.

De Beleidscommissie Volksgezondheid is voornemens meer
concreet uitgewerkte voorstellen voor integratie van
vleeskeuringsdiensten en keuringsdiensten van waren uit te
werken.

Nota N\'eterinaire Deze nota van de Stichting Gezondheidszorg voor Dieren is aan

Verzorging in de Maatschappij toegezonden met het verzoek om commentaar.

Nederland In deze nota is een toekomstvisie op de gezondheidszorg ten

aanzien van de veestapel in Nederland vermeld.
Dit rapport is bedoeld als discussiestuk en is binnen de
Maatschappij besproken met een aantal groepen, waarbij men
tot de conclusie is gekomen dat de nota onvolledig is.
Deze conclusie wordt door het Algemeen Bestuur gedeeld.
Besloten wordt dat dit aan de Stichting (iezondheidszorg voor
Dieren geantwoord zal worden. Opgemerkt wordt dat een
samenwerking in deze tussen de Stichting Gezondheidszorg voor
Dieren, dc Veterinaire Dienst en de Maatschappij bijzonder
nuttig zou zijn. Ook kan men zich afvragen hoe een link gelegd
zou kunnen worden met het rapport van de Commissie
begeleiding Rund veebedrijven.

N\'oorzitterschap
K,N,M.v,D,

Het Algemeen Bestuur is tot de conclusie gekomen, dat het
probleem dat ontstaat door het aftreden van collega van Harten,
kan worden opgelost door de zittingstertnijn van de huidige
voorzitter nogmaals met driejaar te verlengen, en geeft het
Hoofdbestuur opdracht, indien noodzakelijk, hiervoor een
Statutenwijziging toe te passen.

De voorzitter zegt gaarne bereid te zijn het voorzitterschap voor
een nieuwe periode te aanvaarden en bedankt het Algetneen
Bestuur voor het in hem gestelde vertrouwen.

\\ leeskeuring

-ocr page 293-

Het Algemeen Bestuur bekraehtigt de benoeming van Mr. C. F.
van Delft tot plaatsvervangend voorzitter van de Ereraad voor
een periode van drie jaar.

Er wordt hard gewerkt aan de definitieve afronding van het
Honden- en Kattenbesluit en de uitvoeringsbesluiten, met name
de identificatieregeling en de opleiding voor vergunninghouders.

Het rapport van de Commissie Begeleiding Rundveebedrijven is
aan alle dierenartsen toegezonden.

De bespreking van het rapport in de Stichting Gezondheidszorg
voor Dieren moet nog plaatsvinden. Daaruit zal onder meer
moeten blijken, In hoeverre de Gezondheidsdiensten betrokken
zullen zijn, hetgeen \\an Invloed zal zijn op de administratieve
begeleiding en de aard en de omvang van de tweedelijns functie
van de Gezondheidsdiensten bij deze begeleiding.

Plaatsvervangend

voorzitter

Kreraad

Honden- en
Kattenbesluit

Begeleiding
Rundveebedrijven

Van het bureau

Contributie 1980

Zoals op de contributienota\'s vermeld staat,
dient betaling van de contributie vóór 1 maart
1980 te geschieden, of, als in twee gelijke
tertnijnen betaald wordt, dient de eerste ter-
tnljn vóór I maart voldaan te zün.
Indien u hieraan nog niet voldaan heeft, ver-
zoeke wij u dat zo snel mogelijk te doen. Het
verzenden van herinneringsnota\'s kost de
K.N.M.v.D. veel tijd en geld. U kunt de
Maatschappij en dus u zelfgeld besparen door
uw contributie op tijd te voldoen.

Eerste vergadering van de
Dienstcommissie V.D. en
V.I.

Nadat door de Minister van Landbouw en
Visserij en Volksgezondheid en Milieuhygi-
giëne t5ienstcommissies zijn ingesteld voor
atnbtenaren werkzaam bij de Veterinaire
Dienst respectievelijk Veterinaire Inspectie
van de Volksgezondheid, zijn enkele van de
atnbtenarencentrales overgegaan tot aanwij-
zing van leden en plaatsvervangende leden.
Onder voorzitterschap van dr. M. .). Dobbe-
laar heeft op 31 januari de eerste kennisma-
kingsvergadering van de Dienstcommissies in
\'s-Gravenhage plaatsgevonden.
In deze Dienstcommissie zitten namens de
C.M. IL.A. op voordracht van de K.N. M.v.D.:

Dienstcommissie VM).
lid:

Drs. D. V. d. Akker.

district-inspecteur

Overijssel

plaatsvervangend lid:

Drs. P. van Houwelingen.
adj. Inspecteur i.a.d.

Dienstcommissie
lid:

Drs. P. M. A. v. d. Berg.
Inspecteur i.a.d.
plaatsvervangend lid:

Drs. R. Hoenderken.
adj. inspecteur district
Zuid-Holland.

271

KONlNKt.kJKE NEDERI .VNDSF M.A.V I SC H At\'l\'l.l VOOR DIERCiENEESKt\'NOF

-ocr page 294-

In mijn vorig artikeltje in dit blad (het
nummer van 15 januari) onder ditzelfde
fraaie vignet meldde ik u dat de Centrale
Contact Commissie de besturen van de
afdelingen bijeen wilde roepen om in wat
bredere kring het wel en wee van on/e
vereniging te bespreken.
Welnu, aan dit voorneinen is een begin van
uitvoering gegeven. Althans wal ons betreft.
Een vergadering van onze cotnmissie ten
huize van Wientje Beiboer in het sedert
kort welbekende Ureterp heeft onder meer
het volgende opgeleverd:

Er is een lijst tnet vragen opgesteld met
betrekking tol het functioneren van de
afdelingen en van de vereniging als
geheel.

Deze lijst is met de uitnodiging voor het
bestuur otn op 26 maart de hierboven
vermelde vergadering bij te wonen aan
de afdelingen verzonden tnet het
verzoek hun leden die vragen voor tc
leggen.

Wijzelf zullen voor de 26c maart nog
een bespreking hebben met dc secretaris
van de maatschappij, de heer Moons.
Op deze manier hopen wij voldoende
inzicht te krijgen in hetgeen er leeft ol
niet leeft in de vereniging otn aan de
hand daarv an op de jaarvergadering in
Apeldoorn met u te beslissen over dc
toekomst van onze vereniging.

Echter

Wij realiseren ons dat \'hel polsen van de
achterban\' gemakkelijker gezegd is dan
gedaan. Vooral voor die afdelingen die
voor onze vergaderdatum niet meer bijeen
komen.

Neemt it daarotn zelf het initiatief

(LipiloWj

Laat uw afdelingsbestuur of eventueel
mijzelf weten wat u aantrekt in onze
vereniging, wat uw bezwaren zijn en wat u
graag zoudt willen veranderen en hoè.
Ook de meningen van niet leden horen wij
graag.

Tenslotte nog een mededeling van geheel
andere aard.

Twee leden van onze commissie treden dil
jaar af en zijn niet herkiesbaar.
Coby Gajentaan. onze penningmeesteresse
emigreert met haar gezin naar de Verenigde
Staten. Ikzelf zie geen kans om naast gezin
en baan mijn functie in de CCC behoorlijk
te vervullen.

Namen van kandidaten voor een functie in
de CCC kunt u opgeven via uw
afdelingsbestuur. Graag vóór 26 maart.

.Vƒ. Syhe.siiia- Drijver.
Laan van Beek en Roven 4.3.

3701 AK Zeist.

13

14

21

26
27

2X
29

Welke vergaderingen en
besprekingen waren er?

fcitnuiri:

(lesprek inzake codeliist mestkaUerbedrijven

Ledenraad N.C.H.1\'.

Hoofdbesuuir

Vergadering afdeling Noord-llolland inzake
de reorganisatie pluinivcegezondhcidszorg
Bespreking inzake micro-electronica
Bespreking inzake de Varuva(beurs Intensieve
Veehouderij)

Commissie Post .Academiaal Onderwijs (iroep
Praktici Grote Huisdieren
Themacommissic .laarcongres 19X0
Notuleneommissie inzake verslag .Mgemene
Vergadering 1979

Bestuur Stichting Gezondheidszorg voor
Dieren

Beleidscommissie Volksgezondheid
Werkgroep Opleiding Vergunninghouders
inzake bet Honden- en Kattenbesiuit
C.V.B.

Hoofdbestuur
.Algemeen Bestuur
College van Directeuren
H. L. Posthumafonds

KONINKI.I.IKL NEDLRI.ANDSr MAATSCHAPPI.I VOOR niER()LNl l-SKl NUl

272

-ocr page 295-

(l

fTT\' W

Personalia

Als lid van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde meldden zich de
collegae:

Frank. H. .F M.: 1979; 6418 CC Heerlen. Heerlerbaan 129.
.lanssen. ,1. H. E.; 1980; 3572 EW Utrecht. Gildstraat 190.
Rossem. Mej. F. van; 1980; 5021 EB Tilburg. Ringbaan Zuid 143.
Swierstra. S.; 1979; 3522 RK Utrecht; Nieuw Ravenstraat 13 bis A.

Als Kandidaatlid van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde heeft
het Hoofdbestuur aangenomen:

e:. R. O. M. Hanenberg. Schoolstraat 7, 3581 PM Utrecht.
Mej. K. Koeman, Prins Hendriklaan 49. 3583 ED Utrecht.
.1. P. Nieuwenhuizen, Otterstraat 49 bis, 3515 CJ Utrecht.
G. J. C. Wennink, l.B.B.-laan 191, 3582 ZK Utrecht.
J. T. van der Werf. Kerkstraat 69, 3581 RC Utrecht.

.Adreswijzigingen, enz,:

177 Arink. H H. F.: 1961; Eintclo(Gem. Aalten):
p., geass. met .A. Henniphof en P. C. Witjens.

.UO Bereken. Prof. ./. \\l. M. van den: Maarn;
hlr. R.U. (F.d.D., Inst. v. Vet. Farm. en
I o.xic.).

IHI *Berg. II. ,S\'. van der: 1980; 3572 E\\\' Utrecht,
Corn. Houtmanstraat 6; tel. (030) 715698;
wnd. d.

IHJ *Blom. .Mei. « F.: 1976; 7514 B.X Enschede,
Easondersingcl 186; tel. (053) 336232; p.,
kl. huisd.

IH6 * Bosch. J. C.: 1980; 3571 ZJ Utrecht, Prof.
Naberlaan 28; d.

:iH) *Fshuis. /.. //.. 1980; 3732 CE De Bilt. H eren-
weg 21; d.

\'Frank. H. ,/. .M.: 1979; 6418 CC Heerlen,
Heerlerbaan 129; tel. (045) 452631; p., ass.
bij E. C. P. M. Bollen.

205 Geerting. U\'. B. .M.: 1977; Ambt Delden;
p., geass. met D. Zaaijer en Mevr. J. E.
Zaaiier-Smit.

205 (leheni. F.: 1976; 5721 WH Asten (N.Br.),
Kleine Bergdijk 7.

208 \'Griescn. If H ..- 1980; 8242 XM Eclystad,
Karveel 54-26; d.

209 Grooi-Broiover. .Mevr. G. C. de: 1978; 1741
VD Schagen, Haagbeukstraat 56; tel. (02240)
8334; d.

209 Grool. ,/. ,/. de: 1961; Zoetermeer; p., H-D..
geass. met R. .1, v. d. Flicr, A. A, P. Groene-
wegen en J. G. T. Krijnen.

211 Hage. .1. ,/.. 1979: .3985 RR Werkhoven.
Herenstraat 67; tel. (03437) 806; wnd, d,

211 *llage-.\\oordani. .Mevr. A. H ,.\' 1979; 3985
RR Werkhoven, Herenstraat 67; tel, (03437)
806; d.

214 \'lleiiden. G. F. ler: 1980; 7009 MH Doctin-
chem. Geen Grootcstraat 41; p,, ass. bij
P, N. Beenen, J. de Jong, A. J. M, Metz,
P, J, M. Stroomer, H, W, E, Swart en F. M.
V. d. Eol,

215 llendrik.se. Prof dr. ./,, 1946; U-1960;
hlr, R,U. (E.d,D.),

215 Henniphof .-l./ 1970; Aalten; p,, geass. met
H, B. F. Arink en P, C, Witjens,

216 \'Hessehnk. J. H\\: 1980; 3512 VJ Utrecht,

l ange Eauwerstraat 8; tel. (O.W) 314013; wnd,
d,

2/6 Heninga. J. C.: 1973; Tzummarum; p. (assoc.
met J, H, Santema beeindigd),

2/6 Hilhink. F. H.: 1974; 1411 GN Naarden,
Huizerstraatweg 6; tel. (02159) 48167 (privé),
(03430) 3641 t. 142 (bur,).

2/9 Ho/zap/\'ei. //.: 1979; 2636 CiE Schipluiden,
Keenenburgweg 39; tel, (01738) 9386 (privé),
(015) 566319 (prakt.); p., ass, bij J, IE Kers
en H, J, UilenrecE

220 lloogerlniigge. Prof dr. A.: 1955; U-1971;
Bilthoven; hlr, R,U. (F,d.D., vkgr. Zootech-
niek),

225 \'./ans.scn. ./. // F.: 1980: 3572 FW I trecht,
Gildstraat 190; tel, (030) 7114^6; wnd. d.

228 \'Kers/es. Prof dr. A. IE.. 1956; U-1963;
Zeist; hlr, R,|i, (F.d,D.. vkgr, Alg. Heelkun-
de).

2J2 *Kolk. F. /{. van der: 1980; 3818 Bl. Amers-
foort, Kapelweg 161 B: tel. (033) 18560;
wnd, d.

236 \'Kroneman. Prof dr. J.: 1955; U-1965; hlr,
R,U, (F.d.D,. vkgr, Inw. Z, der Gr. Huisd,),

238 */.ahes. .Mej. H /., P.: 1980; 3581 J E Utrecht,
Prinsenstraat 56 bis; lel, (030) 515613; wnd, d.

238 \'fagcrweii. Prof dr. F: 1959; U-1973; hlr.
R U, (E,d.D,, vkgr, Alg, Heelkunde).

239 \'l.ansaai. P.: 1980; 3762 AE Soest, Dalweg
74; tel, (02155) 12507: wnd, d.

-ocr page 296-

»Marlens. M. R Th. M.: 1980; 3572 JN
Utrecht, Bievenburgstraat 8; tel. (0.10)
715266; wnd.\'d.

Mev. Prof. dr. G. J. W. van der: 1957;
U-1973; Woerden; hlr. R.U. (F.d.D., vkgr.
Zootechniek).

Mien. Prof dr. A. S. J. P. .-4. M. van: 1962;
U-1970; De Bilt; hlr. R.U. (F.d.D., vkgr.
Farmacologie).

»Soordam. Mej. A. W.: 1979; ?,ie: Hage-
Noordam, Mevr. A. W.
Peieroff R.: 1976; 6714 KE Ede, Glindhorst
21; tei. (08380) 35454 (privé). 16912 t. 20
(bur.); vet. adv. Upjohn Nederland.
Renkema. Prof. dr. ir. J. .4.: Maarn; hlr.
R.U. (F.d.D., Zoöt. Inst.).
»Renling. R.: 1980; 3581 TW Utrecht, Hof-
straat 20; d.

Roepke. Prof W. J.: 1942; Driebergen; dir.
G
.V.Fl.; hlr. R.U. (F.d.D.); O.O.N.
266/309 *Ros.sem. .Mej. F. van: 1980; 5021 EB
Tilburg, Ringbaan Zuid 143; tel. (Ol3) 433913
(privé), (030) 440785 t. 17 (bur.); d. vf k.dnst.;
Ir. opl.
V. keurmeesters S.V.O.
Saniema. J. H.: 1954; Tzummarum; tel.
(05188) 521; k.d. (assoc. met .1. C. Hettinga
beëindigd).

.Scholman. Prof dr. .4. J. H.: Zeist; hlr.
R.U. (F.d.D.. klin. Biochemie).
*slingenhergh. ,/. //. H\'./ 1980; 3582 KS
Utrecht, Boomstraat 30 bis; d.
*Soesl. ./. F. M. van: 1980; 3572 K P Utrecht,

248

248

254

259

310
264

266

268

510
275

276

A. Numankade 19; tel. (030) 715968; wnd. d.

279 Siraalman. T. J. D.: 1973; 9721 XJ Gronm-
gen; tel. (050) 263694(privé), 181418(prakt.).

280 *S\\viersira. S.: 1979; Utrecht; tel.. (030)
884378 (privé), 531040 (bur.); wet. medew,
R.U. (F.d.D., vkgr. Verlosk., Gyn., K.F).

282 Thien. A. T. F. G.: 1974; Veenendaal, Bezaan
3; tel. (08385) 18264 (privé), 10804 (bur );
k.d.; r.k.

282 Thije. Prof J. H. len: 1918; 3722 CB Bilt-
hoven, Koperwieklaan 3, kamer 19; tel. (030)
783024.

288 l\'ervoorn. Prof I). J.: 1954; "s.Gravenhage;
secr. St. Gezondbeidsz. v. Dieren; buitengew.
hl. R.U. (F.d.D.).

290 Vogeh-. Prof G. M.: 1955; Groenekan;
buitengew. hlr. R.U. (F.d.D.); h. vl.k.dnst.;
dir. slachth.; r.k.; plv. i.

298 H\'ii/ens. P. C.: 1977; Aalten; p.. geass. met
H. B. F. Arink en A. Henniphof.

300 Zaaifer. l).: 1974; Delden; p., geass. tnet W.
B. M. Geerling en Mevr. J. E. Zaaijer-Smit.

300 Zaaijer-Smil. .Mevr. J. F.: 1973; Delden; p..
geass. met W. B. M. Geerling en D. Zaaijer.

.m) ZijderveUl. F. G. van: 1972; Hoogland; tel.
(033) 803059 (privé), (OIO) 153911 t. 23(bur.);
wet. medew. C.t).F

30! *Zuidhof .Sj.: 1980; 3512 CN Utrecht, Rid-
derschapstraat 27 bis; d.

301 Zwari. Prof dr. P.: 1955; U-1963; Bunnik;
hlr. R.U. (F.d.f)., vkgr. Pathologie).

Overleden:

Ch. Karimoen te Uden op 24 februari 1980

Eervol ontslag als rijkskeurmeester in bijzondere dienst:

11. II. H. Schreinemakers tc Roermond op I december 1979

,luhilea:

Mej. E. F. Kleyn te Emmen

(afwezig) 25 jaar op I april 1980

Voor het f>ierenartse\\anien slaagden:

d.d. 21 februari 1980

M. R. Th. M. Martens
J. H. W. Slingenbergh
J. F. M. van Soest
Sj. Zuid hof

d.d. 15 januari 1980
.1. H. E. Janssen

Doktoraal \'Vrije Studierichting\'
(ieslaagd:

Geslaagd \'met genoegen\';

.1. C. Bosch
F. H. Eshuis
H. W. Griesen
(i. \'f. ter Heijden
R. Renting

Geslaagd:

11. S. van der Berg
.1. W. Hesselink
F. R. van der Kolk
P. Lansaat
Mej. H. F. P. Labes

d.d. 28 januari 1980
Mej. F. van Rossem

274

KOMNKI.I.IKE NLDFRl.ANDSF MAAISt HAPPLl VOOR 1)1 F RC EN El SK t.! N DE

-ocr page 297-

De genetica en

de verborgen gebreken bij dieren
Microphthalmus bij het schaap

Genetics and Lm tent Defects in Animals

Microphthalmia in Sheep

G. Wagenaar\'

SAMF.NVAITING

Een schapenhouder kocht 10 jonge Texelse ooien van een schapenf>kker. Vaneen
andere schapenfokker kocht hij een ram.

De ooien brachten 20 lammeren ler wereld: 7 lammeren afkomstig van 6 ooien
vertoonden hel beeld van microphthalmus. Het gaat hierbij om een enkelvoudig
recessief verervend gebrek.

De koper vorderde ontbinding van de koop op grond van artikel 1540 van het
Burgerlijk Wetboek.

De Rechtbank te Middelburg irt\'f\'.v de vordering toe ten aanzien van de 6 ooien die
de afwijkende lammeren hebben gebracht.

In Hoger Beroep stelde het Gerechtshif \'te \'s-Gravenhage echter de verkoper in het
gelijk, nadat deskundigen een uitspraak over het begrip \'fokooi\' hadden gedaan en
een aantal andere vragen hadden beantwoord.

SUMMARY

A sheep farmer purchased ten Te.xel ewes from a sheep breeder. He bought a ram
from another sheep breeder.

The (nir.v gave birth to twenty lambs. Seven lambs born of six ewes showed the
features of microphthalmia. This is a simple recessive heritable defect.
The buyer demanded annulment of the purchase by virtue of Section 1540 ofthe
Civil Code. Ihe court in Middelburg gave Judgement for the plaintiff regarding
the six ewes which had given birth to the lambs showing the defect. On appeal,
however, the court of Justice in The Hague decided the case in favour of the
vendor, experts having defined the term \'breeding ewe\' and a number of others
having answered questions.

\' Prof. dr. G. Wagenaar. Kliniek voor Inwendige Ziekten en Gerechtelijke Diergeneeskunde. \'De UithoP,
Yalelaan 16. Utrecht.

-ocr page 298-

De regelingen in ons B.W. inzake de ver-
borgen gebreken spreken over het ver-
kochte goed en niet over het verkochte
dier. Het is echter reeds lang aanvaard,
dat onder goed ook een verkocht dier
moet worden verstaan. Bij levende dieren
dient men zich te realiseren dat deze
voortdurend veranderen en dat een dier
nooit in dezelfde staat kan blijven. Ver-
borgen gebreken bij dieren blijven dan
ook zelden constant. Ze kunnen verbete-
ren of verergeren.

Het wordt nog moeilijker als men gaat
spreken over erfelijke gebreken. In 1838
wist men van dierziekten wel het één en
ander af en ook wel wat over erfelijke
gebreken, maar G. Mendel was toen pas
16 jaar oud en hij zal stellig geen invloed
hebben gehad op de samenstelling van
het B.W.

Op welke wijze zouden erfelijke gebreken
aanleiding kunnen zijn tot een actie
wegens een verborgen gebrek?
Het is duidelijk dat de koop van een dier,
lijdende aan een verborgen erfelijk ge-
brek, op grond van het B.W. kan worden
ontbonden. De voorbeelden zijn in dit
verband niet ruim voorhanden, maar een
pink lijdende aan \'white heifer disease\' of
aan een \'gladde tong\' kan onder bepaalde
omstandigheden worden beschouwd als
lijdende aan een \'verborgen gebrek\'.
Voor dergelijke gebreken worden verkla-
ringen afgegeven en deze worden ook in
het algemeen geaccepteerd.

fleel anders wordt de situatie als een dier
niet lijdende is aan een erfelijk gebrek,
maar slechts drager is van een erfelijke
ongunstige factor. F.en eenvoudig voor-
beeld hiervan is het enkelvoudige reces-
sieve gebrek. Voorbeelden hierv an zijn de
factor rood bij de zwart-bonte koeien,
otterkalveren, gladde tong enz.
Veel afwijkingen kunnen een genetische
achtergrond hebben. Wanneer men de
wijze waarop een gebrek overerft niet
goed kent, kan men meestal ook niet veel
bewijzen over het dragen van vermeende
erfelijke factoren bij de ouderdieren.
Het \'drager zijn\' van een erfelijk gebrek is
wel een mooi voorbeeld van verborgen-
heid. De drager van bijv. een recessief
gebrek vertoont zelf geen afwijking, maar
er is wel een afwijking aanwezig in de
chromosomen-structuur van het indi-
vidu.

f)e vraag of het drager zijn van een erfe-
lijk gebrek ook zou kunnen gelden als een
koopvernietigend gebrek is m.i. tot voor
kort niet eerder door een rechtscollege in
ons land behandeld. In de laatste jaren is
er echter een zaak behandeld die onze
belangstelling verdient.

HET (iEVAI.

Eind augustus 1975 koopt v. d. P. uit
Zeeuws-Vlaanderen 10 stamboek fok-
ooien (Texelaars) van v. d. V. op
Schouwen-Duiveland tegen een koop-
som van ƒ 500,- perstuk. Bij de koop
worden geen bijzondere afspraken ge-
maakt. Alle ooien hebben dezelfde ram
tot vader. De koper is een arts-internist
die graag dieren houdt en een kleine,
maar kwalitatief goede, kudde schapen
wenst.

De koper koopt bij een andere schapen-
houder een ram.

Tot zover verliep de gehele fokkerij vlot.
De ram deed datgene wat van een goede
ram kan worden verwacht en alle ooien
werden drachtig.

Toen de ooien in het voorjaar van 1976
hun lammeren brachten, kwam voor de
koper de ontgoocheling. Er werden in
totaal 20 lammeren geboren, maar 7 van
de 20 lammeren hadden geen of veel te
kleine oogbollen. Ze waren alle 7 blind.
Deze microphthalmus is bij het Texelse
schaap geen onbekende afwijking.
Aangenomen moet worden dat de grote
schapenfokkers het gebrek kennen, resp.
er over gelezen hebben. Hier staat tegen-
over dat men er niet op mag rekenen dat
alk\' schapenhouders het gebrek wel zul-
len kennen.

f)e microphthalmus is een enkelvoudig
recessief verervend gebrek. De koper en
mogelijk ook de verkoper hebben dus wel
pech gehad, want ook de ram moest dra-
ger zijn van het erfelijk gebrek, anders
waren er alleen gezonde lammeren gebo-
ren

f)e 7 blinde lammeren waren afkomstig
van 6 ooien. De ooien hadden zoals ver-
meld dezelfde ram tot vader. Deze ram

-ocr page 299-

zal dus de eigenschap hebben doorgege-
ven aan de helft van zijn nakomelingen.
Bij de koper bleken minstens 6 van de 10
ooien de eigenschap te dragen.
Als de ram en de ooi beide drager zijn van
het erfelijk gebrek moet men rekenen dat
25% van de lammeren zichtbaar aan het
gebrek lijdt. Dit betekent dat er in dit
geval een verhoudingsgewijs groot aantal
afwijkende lammeren is geboren, aange-
zien niet alle ooien de erfelijke factor zul-
len hebben gedragen.

WAT NU TE DOEN

Het is niet teveel gezegd, wanneer men
veronderstelt dat een deel van de Neder-
landse veehouders zich in dezelfde situ-
atie bij de feiten zou hebben neergelegd.
Velen zouden wel gegromd hebben, maar
de meeste veehouders zijn te veel betrok-
ken bij de ups en downs van de fokkerij
om niet te weten dat de fokkerij ook tegen
kan vallen.

De koper was echter uit ander hout ge-
sneden. Hij wist uiteraard genoeg \\an
erfelijkheid af om direct te beseffen
waarom het in feite ging. Zijn advocaat
was met de paardenfokkerij bekend en
beiden waren er snel van overtuigd dat de
ooien aan een verborgen gebrek leden.
Nu begonnen de problemen. Zowel de
verkoper van de ram, als van de ooien
werden aangeschreven en gemaand tot
het terugnemen \\\'an het \\erkochte goed.
[)e verkoper van de ram \\ond het beter
de zaak geruisloos af te wikkelen, maar
de verkoper van dc ooien wenste zich zo
maar niet gewonnen te ge\\en.

De verkoper stelde, dat de gehele handel
m schapen en ander vee in grote moeilijk-
heden zou komen als men dergelijke er-
felijke eigenschappen als verborgen en
koopvernietigend ging aanmerken. De
Gezondheidsdienst voor Dieren in Zee-
land en de Zuidelijke l.andbouw Maat-
schappij steunden de scbapenhouder in
zijn opvatting met het gevolg dat deze
niet op de eis van de koper inging en de
ooien dus niet terug nam. De koper
spande daarop een procedure aan tegen
de verkoper voor de arrondissements-
rechtbank te Middelburg.
Het is goed op te merken dat nimmer de
goede trouw van de verkoper in het ge-
ding is geweest. De verkoper heeft altijd
gesteld dat hij niet wist, dat het gebrek in
zijn ooien zat, de koper heeft dit ook niet
gesteld.

DE PROCEDURE

Voor de rechtbank in Middelburg heb-
ben de beide advocaten in de verschil-
lende conclusies hun uiterste best gedaan.
(Voor de koper trad op jhr. mr. O. .). L.
van Nispen tot Sevenaer te Dordrecht en
voor de verkoper mr. W. Dommering te
Rotterdam.)

De koper stelde dat de ooien een duide-
lijk verborgen gebrek hadden hetgeen
bleek uit het feit dat ze abnormale lam-
meren brachten. De koper vond dat van
fokooien gekocht voor de prijs van
ƒ 500, — per stuk verwacht mocht wor-
den dat zij geen ernstige erfelijke afwij-
kingen op hun lammeren zouden over-
brengen. De koper haalde hierbij het
woordenboek van Koenen - Endepols
aan dat zegt: fok, fokken, fokbedrijf: be-
drijf dat door selectie en kruising bijv.
kippen van bijzonder goede kwaliteit
teelt.

De verkoper stelde daar nogal wat tegen-
over. Hij stelde dat de koper fokooien
gekocht had en dat met de ooien, zoals
gebleken was. goed was te fokken (20
lammeren). Dat de fok tegenviel was nu
eenmaal iets wat in de fokkerij veel meer
voorkwam.

De verkoper stelde dat het geen gebruik
was dat de verkopers instonden voor de
vrucht, dat de lammeren nog bruikbaar
waren voor de slacht en dat niet alle 10
ooien maar slechts 6 de ongelukkige ei-
genschap hadden.

Tenslotte wees de verkoper er op dat de
oogloosheid van de lammeren niet alleen
gevolg was van de eigenschappen van de
ooien, maar dat de combinatie ram-ooi
hierbij van betekenis was.
De rechtbank te Middelburg deed op 1
december 1976 uitspraak. Het vonnis was
met grote zorg geformuleerd en het was
een genoegen het te lezen.
Teneinde de overwegingen van de recht-
bank niet te verminken geef ik hieron-

-ocr page 300-

der een aantal van de belangrijkste passa-
ges.

— De Rechtbank verwerpt het verweer,
dat de verkoper niet instaat voor de
vrucht, aangezien dit verweer (wat er
verder ook van zij) de vordering als
door eiser ingesteld niet raakt.

Niet de blindheid van de lammeren
immers maakt deel uit van de grond-
slag van de vordering, doch de be-
weerdelijk gebrekkige erfelijke aanleg
van de ooien.

Eiser vordert ook geen vergoeding
voor schade, die door de blindheid
van de lammeren is ontstaan.
Dit neemt uiteraard niet weg, dat de
blindheid van de lammeren van be-
lang is voor de beantwoording van de
vraag of de erfelijke aanleg daarvoor
bij de ooien al dan niet een verborgen
gebrek in de zin van de wet is.

— Uit de in rechtsoverweging 3 ver-
melde feiten en omstandigheden volgt
dat als vaststaand moet worden aan-
genomen, dat bedoelde erfelijke fac-
tor aanwezig is in de 6 ooien die oog-
loze lammeren hebben geworpen,
juist op grond van het feit dat uit deze
ooien dergelijke lammeren zijn gebo-
ren.

Deze conclusie kan niet op dezelfde
gronden getrokken worden ten aan-
zien van de andere 4 ooien, aangezien
deze tot dusver geen blinde lammeren
hebben gekregen.

\'fot staving van zijn stelling, dat ook
deze laatste ooien aan hetzelfde euvel
lijden, heeft eiser betoogd dat de 10
ooien alle dezelfde ram tot vader had-
den.

— Dienaangaande overweegt de Recht-
bank dat het een feit is van alge-
mene bekendheid dat bij een dier.
waarvan beide ouders eenzelfde re-
cessieve factor bezitten (zoals in casu
de aanleg voor oogloosheid), die-
zelfde factor kan ontbreken.

Dit geldt a fortiori wanneer bedoelde
factor alleen in de vaderlijke lijn voor-
komt.

Met betrekking tot de onderhavige
ooien is niet gesteld of gebleken, dat
deze factor ook in de moederlijke lijn
voorkomt.

Uit een en ander \\ olgt dat de ten pro-
cesse vaststaande feiten en omstan-
digheden niet een voldoende grond
opleveren voor de conclusie, dat
meerbedoelde recessieve factor ook
aanwezig is in de 4 ooien, die lamme-
ren met ogen hebben geworpen.
Eiser heeft niet aangeboden te bewij-
zen. dat bij deze ooien de bewuste
factor wèl aanwezig is.
Aan eiser dient derhalve zijn vorde-
ring, voor zover betrekking hebbende
op vorenbedoelde 4 ooien, als onge-
grond althans onbewezen te worden
ontzegd.

Met het oog op de vordering, voor
zover betrekking hebbende op de ove-
rige 6 ooien, dient thans onderzocht
te worden of de erfelijke aanleg van
deze dieren oplevert een verborgen
gebrek in de zin van de wet. Partijen
zijn het erover eens dat, zo hier van
een gebrek gesproken kan worden, dit
gebrek in ieder geval tot aan de ge-
boorte van de lammeren voor de
koper verborgen is gebleven.
Om als gebrek in de zin der wet te
worden aangemerkt moet de betref-
fende eigenschap van het dier tenge-
volge hebben, dat het dier minder ge-
schikt is voor het feitelijk gebruik, dat
partijen bij de koop voor ogen hebben
gehad.

Voor welk gebruik nu zijn de ooien
aan eiser verkocht? Vaststaat dat eiser
de ooien gekocht heeft als fokooien.
Volgens het algemeen spraakgebruik
heeft het woord \'Fokken\'de betekenis
van: doen voorttelen in meerdere ge-
neraties.

Eiser mocht er derhalve redelijker-
wijze op vertrouwen, dat de door hem
gekochte ooien geschikt waren om er
meerdere geslachten van schapen
mede te kweken.

Dit laatste moet dan ook worden aan-
gemerkt als het gebruik waartoe de
ooien bij de koop waren bestemd.

De Rechtbank neemt hierbij in aan-
merking dat geen feiten zijn gesteld of
gebleken waaruit zou zijn af te leiden,
dat eiser de ooien heeft gekocht om er
schapen mee te kweken die uitslui-

-ocr page 301-

tend voor de slacht bestemd zouden
zijn.

Uit de stellingen van partijen blijkt
dat de ooien zijn verkocht als fok-
ooien van uitstekende kwaliteit,
hetgeen ook in de relatief hoge prijs
tot uiting is gekomen. Gelet op deze
omstandigheden behoort naar het
oordeel va n de Rechtbank de ge-
bruikswaardigheid van de ooien in
vorenbedoelde zin aan strenge maat-
staven te voldoen.

Van de ooien moet dan ook in begin-
sel verlangd kunnen worden, dat zij
geen ernstige erfelijke gebreken of de
aanleg daartoe op hun nageslacht
overdragen.

Een uitzondering moet wellicht ge-
maakt worden voor eventuele erfe-
lijke gebreken, waarmede het ras
waartoe de onderhavige ooien beho-
ren in bijzondere mate behept zou
kunnen zijn.

Ten processe is echter niet gesteld of
gebleken, dat zulks het geval is met
het onderhavige gebrek van oogloos-
heid.

Thans komt aan de orde de vraag of
de erfelijke aanleg voor oogloosheid
de ooien minder geschikt maakt voor
het feitelijk gebruik in vorenomschre-
ven zin.

Dienaangaande overweegt de Recht-
bank dat uit de desbetreffende me-
dedelingen van eiser blijkt dat, zoals
te verwachten viel. de oogloze lamme-
ren door hun gebrek voortdurend in
hun bestaansmogelijkheid worden
bedreigd, en niet dan met veel extra
zorg en moeite in leven kunnen wor-
den gehouden.

De oogloosheid als zodanig moet
naar het oordeel van de Rechtbank
op grond hiervan reeds als een ernstig
gebrek worden beschouwd.

Dit alles overwogen hebbende con-
cludeert de Rechtbank, dat de geneti-
sche aanleg van de 6 onderhavige
ooien het beoogde feitelijke gebruik
daarvan dermate beperkt, dat deze
aanleg moet worden beschouwd als
een verborgen gebrek in de zin van
art. 1540 Boek 4 B.W..

— Ten overvloede wil de Rechtbank nog
ingaan op de opmerking van gedaag-
de\'s raadsman, dat de fokkerij nu een-
maal risico\'s meebrengt, en dat men
een risico als het onderhavige behoort
te aanvaarden.

Dienaangaande overweegt de Recht-
bank dat dit uiteraard evenzeer geldt
voor gedaagde als voor eiser, waarbij
bedacht moet worden dat de onder-
havige ooien het produkt zijn van ge-
daagde\'s fokkersactiviteiten en niet
van die van eiser.

Het onderhavige geschil heeft echter
geen betrekking op de risico\'s van het
fokken, maar op de risico\'s bij de han-
del in dieren, en deze risico\'s dienen
veelal, zoals in casu, te worden afge-
wenteld op de verkoper.
Uit deze overwegingen is wel af te leiden
in welke richting het vonnis zal gaan n.1.
\'Veroordeelt gedaagde om, tegen te-
ruggave van de ten processe bedoelde 6
ooien, die blinde lammeren hebben ge-
worpen en tegen kwijting, aan eiser te
betalen de som van ƒ 1000,—\' enz., enz.

COM .ME NT,AAR

De Rechtbank heeft dus het drager zijn
van een recessief erfelijke ongunstige ei-
eigenschap als een verborgen gebrek aan-
gemerkt. Het verborgen zijn van het ge-
brek was uiteraard geen punt. Het gaat er
om of de dieren voor het doel waarvoor
ze besternd waren ongeschikt of minder
geschikt waren. Nu is er bij de koop niet
veel over het doel gesproken, het was
alleen duidelijk dat er mee gefokt zou
worden. Nu weet iedere fokker dat de
fokkerij mee of tegen kan vallen. In heel
veel gevallen valt de nakomelingschap
bitter tegen, zonder dat daarvoor een be-
kende eigenschap verantwoordelijk kan
worden gesteld. Het is duidelijk dat er
vrijwel geen fokkers gevonden zullen
worden die zullen garanderen dat de
nafok van hun produkten ook weer
prima zal zijn, zeker niet als men geen in-
vloed heeft op het kiezen van het vader-
dier.

De Rechtbank ging echter in dit geval
toch verder. De Rechtbank noemt \'fok-
ken\' het doen voorttelen in meerdere ge-
neraties. De Rechtbank stelt dat de ooien

-ocr page 302-

verkocht /ijn als fokooien van een uitste-
kende kwaliteit tegen een relatief hoge
prijs. DeRechtbank meent dat daarom de
gebruikswaardigheid aan strenge maat-
staven moet voldoen, terwijl verlangd
mag worden dat /ij geen ernstige gebre-
ken of de aan leg daartoe op hun nakome-
lingen overbrengen. Er is wel ach en wee
geroepen over de/e uitspraak, er /ouden
allerlei problemen komen bij de handel in
vee en/. t)e toestand zou voor de verko-
pers erg moeilijk worden.

In feite is dat helemaal niet waar. [)e
Rechtbank heeft zich helemaal niet uitge-
sproken over alle handel en alle erfelijke
gebreken. De Rechtbank heeft alleen ge-
steld dat in dit geval waarbij dieren van
hoge kwaliteit waren verkocht, de koper
moet kunnen rekenen op goede fokpres-
taties. Met een dergelijke uitspraak kan
de handel best uit de weg. Het komt er op
neer dat de verkoper zich realiseert, dat
hij bij de handel in erg dure fokdieren kan
worden aangesproken inzake erfelijke ge-
breken tenzij hij bij de verkoop stelt dat
hij niet in wil staan voorde resultaten van
de fokkerij.

De verkoper kon zich echter met de uit-
spraak van de Rechtbank niet verenigen
en ging in hoger beroep bij het Ge-
rechtshof te \'s-(iravenhage.

llOCil K IU KOl P

\'Saiva omni revcrentia (met alle verschul-
digde eerbied) is appellant van oordcel
dat de door de Rechtbank gegeven beslis-
sing onjuist
is". Waar vindt men tegen-
woordig nog zo\'n fraaie volzin om mee te
delen dat men het niet eens is mct de
uitspraak van de Rechtbank en daarom
in Hoger Beroep gaat.
In een 12-tal grieven stelt dc appellant (in
dit geval de verkoper), dat hiJ het niet
eens is met de uitspraak van de Recht-
bank. Stuk voor stuk worden dc stellin-
gen goed geargumenteerd. De tegenpartij
geeft echter goed partij en heeft op alle
punten verweer.

In één van de griev en wijst dc verkoper er
op. dat aan het begrip \'fokooi\' door dc
Rechtbank tc veel waarde is gehecht.
Wanneer een schaap niet voor de slacht
wordt bestemd, wordt het voor de fokke-
rij gebruikt. I^at houdt nog geen hoge
klassering in.

In de pleitnota\'s van beide advocaten
wordt nog eens uitvoerig op de zaak in-
gegaan, waarbij duchtig op de genetica
wordt gewezen.

Ili:i .AKRI SI V.AN liri (il Kl-CTI rSHOt

Op 22 maart 1978 kwam de voorlopige
uitspraak van het Gerechtshof. \'Het Hof
overweegt één of meer deskundigen te
benoemen teneinde zich te doen voor-
lichten omtrent enige punten, waarover
partijen van mening verschillen\'.
Het staat er zo onschuldig, maar het ffof
komt hiermee meteen tot de kern van de
zaak als we de eerste vraag lezen.

\'Wat wordt in de kringen van de schapen-
handel onder fokooi verstaan\'.\' Wordt
daarmee aangegeven dat het dier bijzon-
der geschikt is om er mee te doen voortte-
len in meerdere generaties teneinde een
kudde van hoge kwaliteit op te bouwen of
slechts dat de ooi bij dc ram kan en lam-
meren werpt\'.\'\'

Wanneer men naar de rundveehouderij
kijkt, dan kent men wel de termen melk-
veehouder cn veefokker, maar beide heb-
ben melkkoeien en beiden fokken er mee.
Het feit dat men over een melkkoe
spreekt, wil nog niet zeggen dat cr niet
mee gelokt zou worden.
Hoe dan ook, het Hofvroegomdeskundi-
gcn en benoemde de volgende deskundi-
gen:

Drs. C\'. H. Hcrwcijcr, dierenarts scha-
penspecialist bij de Gezondheidsdienst
voor Dieren in Noord-Holland;
W. Pijper, secretaris van het Centraal Bu-
reau voor de Schapenfokkerij, verbon-
den aan het Consulentschap voor dc
Rundveehouderij te .Alkmaar;
C. Roeper, oud-secretaris van het scha-
pcnstambock tc Noord-Holland.

Op .M) augustus deden de deskundigen
uitspraak. \'I er wille van de duidelijkheid
neem ik de gehele v ragen en antwooiden
over.

-ocr page 303-

(vcrkorlc) viaag

Wat wtirdt verstaan omier een lokooi"\'

1. Is het bij aankoop van een lokooi gebruikelijk
dal de koper navraag doet naar de erlelijke ge-
breken in het voorgeslaeht?

2. Op welke wij/e kan hij /ieh hieromtrent /eker-
heid versehalten \'

\\ragen en antwoord

.V Is hel gebruikelijk dat de lokker nagaat ol de
ram vrij is van bedoelde erlelijke faetor \'

/ieh hieromtrent /.eker-

4. Op elke wij/e kan
heid verseharien?

5. Was in 1975 een prijs \\an / 500. voor een
lokooi een garantie dal het dier vtij was van
bedoelde erlelijke laetor\'

antwoord

F.en ooi die wordt gehouden met het doel lammeren
voort te brengen.

Neen.

Op geen enkele wij/e.
Neen.

Door een tam te paren met een aantal ooien, die
/iehtbaar rnet de laetor /ijn behept (proetparing).

Neen.

Met liet rapport in de hand wa.s het Hol
gauw klaar en wees op 29 november 1978
arrest. Het Hol stelde hierbij de verko-
per. die in hoger beroep v\\as gegaan, in
het gelijk, i^e verkoper behoefde dc scha-
pen dus nicl terug tc nemen.

Disc rssii

De uitspraak \\\'an het Hof is belangrijk,
maar men mag de wtiardc \\an de uit-
spraak niet overwaarderen. In feite heeft
het Hof beslist, dat het drttger /ijn \\an
een ongunstige eigenschap door de ooien,
ecn eigenschap die onder bepaalde om-
standigheden aan het nageslacht kan
worden doorgegeven, geen verborgen ge-
brek oplevert in de /in van dc huidige
wet.

In /ekere /in is dit ook wel reccl. Van veel
erfelijke eigenschappen is de wij/e van
overbrengen niet precies bekend en daar-
van kan men nooit een gekocht dier de
schuld geven.

ledereen die ecn dier koopt weet dat het
gekochte dier een uitgebreid gencnpa-
troon bij /ich heeft en dat daaronder ge-
wenste en minder gewenste eigenschap-
pen /itten.

Wie dieren wil kopen /onder het risico te
lopen dat /ij drager /ijn van ongimstigc
erfelijke eigenschappen, /al daar bij dc
koop garanties over moeten viagcn.
Het /al daarbij nodig /ijn. dat men de
afwijkingen dic men niet wcnsl. met
name noemt. Het lijkt mij niet mogelijk
\'vrij van erfelijke gebreken" te eisen, daar
is in feite niet aan tc vtildocn.

-ocr page 304-

.Ü L

Spoelworminfecties bij Nederlandse honden

Roundworm Infection (To.xocara and To.xascaris) in Dogs in
the Netherlands

B. H. Rep\'

SAMENVATTlNCi

In de periode 1972-1977 werd hij in totaal544 volwassen Nederlandse honden door
middel van faecesonderzoek het percentage spoelworminfecties bepaald.
Dat infectiepercentage fluctueerde in die periode van 13-34% (gemiddeld: 22,9%)
voor spoelworminfecties: van 2-31%) (gemiddeld l4.5%o) voor
Toxocora canis-
infecties: van 8-l5%c (gemiddeld: Il,2%c) Toxascaris leonina-/>?/é(7/e\'.v en van
0-11%:. (gemiddeld: 2,8%t) voor gecombineerde
T. canis/T. Itonm\'d-infecties.

SUMMARY

The incidence of roundworm infections was determined by examination of the
faeces in a total number of 544 adult dogs in the Netherlands during the period
from 1972 to 1977.

The incidence of roundworm infections varied from 13 to 34 per cent (average
22.9 per cent) during this period, front 2 to 31 per cent (average 14.5 per cent) for
Toxocara canis infections, from 8 to 15 per cent (average 11.2 per cent) for
Toxascaris leonina infections and from 0 to 11 per cent (average 2.8 per cent)for
combitted 1.
canis andJ. leonina infections.

INLEIDINCl

Sinds Beaver (2) in 1952 de aandacht v es-
tigde op de larven van
Toxocara canis,
een spoelwormsoort van de hond. als ver-
oorzakers van de zg. \'toxocariasis\' bij de
mens, is de belangstelling voor deze para-
siet verruimd tot buiten de grenzen van
het veterinaire vakgebied. Dit heeft er
mede toe geleid, dat er in de laatste jaren
veel informatie beschikbaar is gekomen
over de frequentie van
Toxocara-
infecties bij honden.

Uit het overzicht in Tabel I blijkt, dat
deze frequentie in Europese landen uit de
gematigde klimaatzone in het algemeen
waarden tussen 10 en 20% heeft. De in de
literatuur vermelde percentages voor de
(sub)-tropen lijken (getniddeld) hoger te
zijn: Israël 18% (15); India 56% (II); Ni-
geria 38% (29); Uganda 13% (29); Kenva
6-12% (29); Tanzania 28% (29); Egypte
25-82% (12). Doch een zeker voorbehoud
lijkt wel wenselijk bij deze opgaven,
omdat vaak niet duidelijk is hoeveel pup-
pies zich onder de onderzochte honden
bevonden.

Dr. B. H. Rep. l.aboratorium voor Parasitologie. Mauritskade 57. Amsterdam (O).

-ocr page 305-

l abel 1. ro-xorura-infecties bij honden in diverse Europese landen.

land

België

Frankrijk

Engeland

W. Duitsland
Polen

Tsjecho Slowakije
gegevens ontleend aan:

percentage
Toxocara-
infecties

18.1%
13.5%
11.6%
13.2%
12.8-13.7%

17 %

18 %

Vanparijs en Thienpont. 1973 (26)

Solomon. 1933 (23)

Weston. 1975 (27)

Pegg, 1978 (16)

Huismans. 1977 (8)

Lamina. 1970 (14)

Lamina. 1970 (14)

Zo toonden Ghadirian c.s. (6) aan, dat in
Canada het percentage
Toxocara-
infecties bij puppies, jonger dan 3 maan-
den 50% was en bij volwassen honden
(ouder dan 1 jaar) gedaald was tot 10,5%;
zie figuur 1. Pegg (16) noteerde soortge-
lijke bevindingen in Engeland, zij het met
hogere frequenties voor puppies (70% in
plaats van 50%). De hogere infectieper-
centages bij puppies worden toegeschre-
ven aan gunstiger passagemogelijkheden
voor de infecterende larven en aan extra
(nl. perinatale) infectiemogelijkheden:
worden
Toxocara-t\'\\cvtn, waarin zich een
infectieve larve heeft ontwikkeld (2-7
weken na defaecatie (1)). oraal opgeno-
men door de hond.dan kan in de darm de
larve het ei verlaten en de bloedvaten
binnendringen.

Volgens Policy (17) migreert de larve
naar de long. Daar vindt een tot nu toe
onverklaarde route\'keuze\' plaats: in hon-
den, jonger dan 3 maanden, vervolgt het
merendeel der larven zijn weg via tra-
chea, mondholte, oesophagus en maag
naar de dunne darm, waar de larve uit-
groeit tot volwassen worm. Bij honden,
ouder dan 3 maanden, laat een steeds
groter percentage larven zich via de
bloedvaten terugvoeren van de longen
naar het hart om via arteriële bloedvaten
in de lichaamsorganen, waaronder
vooral lever en long, en eventueel via de
placenta, in de foetus terecht te komen:

l ig. F Toxocara-infecties bij honden van verschillende leeftijdsgroepen (naar gegevens van Ohadirian
c.s. (6)).

5 0 7.

TOXOCARA
infecties

A0 7o-

-ocr page 306-

Larva migrans visceraiis. Bij iionden.
ouder dan 6 maanden, blijkt het meren-
deel der
To.\\ocara-\\2iv\\tn laatstge-
noemde route te volgen (17).
Een merkwaardig fenomeen is. dat bij
geïnfecteerde drachtige honden in het
laatste trimester van de dracht de larven
\'gemobiliseerd\' worden en in grotere aan-
tallen de organen incl. de foetus binnen-
dringen (17).

Door dezelfde activiteit zouden zich meer
larven in de melkklieren manifesteren.
Via het colostrum kunnen de zogende
puppies met
Toxocara-Vdxxtn geïnfec-
teerd worden (24). Deze postnatale
colostrum-infecties zijn qua prepatente
periode niet te onderscheiden van prena-
tale infecties.

Voor prenataal, via de placenta geïnfec-
teerde honden geldt, dat tijdens het foe-
tale stadium van de hond de larve in rust-
stadium verblijft in long en lever om
direct na de geboorte naar de darm te
migreren. Bij dergelijke prenatale infec-
ties worden 23-40 dagen na de geboorte
wormeieren in de faeces van de pup aan-
getroffen (17), zodat het \\erschil met de
prepatente periode van postnatale infec-
ties (ca. 4 weken (17)) nauwelijks waar-
neembaar is.

Worden 7"«.v«röra-cieren met daarin in-
fectieve larven doorde mens opgenomen
(oraal), dan kunnende larven het ei verla-
ten en de migratieroute (van de niet-
aangepaste gastheer) volgen. Dat wil zeg-
gen: de lar\\en worden met het bloed naar
diverse organen \\\'an het lichaam ge\\ oerd.
De klinische Nerschijnselen en sympto-
men. die aan een 7().vocö/-ü-infectic van
de mens worden toegeschreven, zijn
nogal talrijk, gelet op de opgaven van
Woodruff "(29). Ghadirian c.s. (6), Polley
(17). Cypess (4) en Schlaegel (22). Be-
perkt men zich echter tot die verschijnse-
len, waarover bij alle auteurs een grote
mate van overeenstemming bestaat, dan
zijn de meest voorkomende verschijnse-
len aldus samen te vatten: de reactie \\an
het lichaam opde larvenmigratie uit zich
in een le\\er\\ergroting, luchtwegklachten,
koorts, leucocytosis, hyperglobuiin-
aemie, en vooral in een persistente eosi-
nophilie. Opvallend is, dat zelfs in zware
besmettingen de klinische verschijnselen
veelal onopgemerkt blijven en volledig
herstel vrijwel altijd plaats vindt (4, 17).
Het zijn vooral kinderen onder de 5 jaar
(gemiddeld 2 jaar) en zelden volwassenen
bij wie voornoemde verschijnselen wor-
den waargenomen (4, 6, 17. 22).

De localisatievan een Toxocara-\\a.r\\t in
een orgaan kan de oorzaak worden van
het ontstaan van een eosinophiel granu-
loom, hetgeen het eerst door Beaver in
1952 (2) is aangetoond. De localisatie in
de hartspier en in de hersenen wordt wel
verondersteld (29). maar m.i. niet over-
tuigend geadstrueerd.
De klinisch belangrijkste localisatie van
Toxocara ra/;/.s-larven bij de mens is in
(vrijwel steeds één van de beide) ogen. De
door de larven veroorzaakte ooglaesies
ontstaan ca. 5 weken na infectie (17) en
worden vooral waargenomen bij oudere
kinderen (gemiddeld 7,5 jaar (22)).
Door Schlaegel (22) zijn deze ooglaesies
systematisch ingedeeld in 3 groepen:
a. diffuse chronische endophtalmitis
(vooral bij kinderen tussen 2 en 9 jaar); b.
granuloomvorming in het retinaweefsel
(vooral bij kinderen tussen 6 en 14 jaar)
en c. perifeer granuloom in het glasachtig
lichaam (bij patiënten tussen 6 en 30
jaar).

De visusstoornissen, die door deze laesies
veroorzaakt zijn. kunnen meestal door
een goede behandeling verholpen wor-
den, hoewel uit de literatuur (8) ook ge-
vallen bekend zijn van irreversibele vi-
susstoornissen.

Het grootste risico van een Toxocara-
infectie in het oog blijkt echter een fou-
tieve diagnose te zijn. zoals Wilder (28) in
1950 aantoonde: van 46 geënucleëerde
ogen, wegens vermoeden van de aanwe-
zigheid van een retinoblastoom, bleken
bij nader histologisch onderzoek 24
\'slechts\' een granuloom te bevatten, ken-
nelijk veroorzaakt door een nematode-
larve.

Soortgelijke ervaringen zijn ook door an-
dere onderzoekers beschreven, in Neder-
land door de Haan (7).
Aan de geringe diameter van
Toxocara
r«/;/.>-larven (20 ,u) wordt toegeschreven,
dat deze larven tot in het retinaweefsel
van het oog kunnen doordringen, terwijl
de (dikkere)
Toxocara ra//-larven (een

-ocr page 307-

frequente spoelwormsoort van de kat)
voornamelijk in het spierweefsel de
bloedbaan verlaten (22. 29).
Over
To.xascaris leonina. een andere
spoelwormsoort van de hond. bestaat een
opmerkelijke eensgezindheid bij de
meeste onderzoekers:
T. leoninaAarxen
hebben geen bewezen pathogeniteit;
doch worden daartoe wel in staat geacht,
zij het dat deze in het niet valt bij die van
Toxocara (ï7/;M-larven aan wie boven-
dien een merkwaardige en onverklaarde
voorkeur voor zenuwweefsel wordt toe-
geschreven (4).

Gerekend naar de risico\'s kan een infectie
met \'larva migrans visceralis\' bij de mens
derhalve synoniem gesteld worden met
een ro.vocöra-infectie.
Uit onderzoekingen - en daartoe wordt
tegenwoordig de ELlSA-test op
ro.vorwra-antilichamen als de meest be-
trouwbare serodiagnostische methode
erkend - is gebleken, dat slechts een
klein percentage van de bevolking aan
7"f).voröra-infecties is blootgesteld: 2% bij
volwassenen in Engeland (29) en 2% bij
6-12 jarige kinderen in Egypte (12).
In Nederland is Ruitenberg c.s. (21) tot
een gelijkluidende bevinding (nl.
2%) ge-
komen bij zijn onderzoek naar de aanwe-
zigheid van antistoffen tegen
Toxoca-
ra/A.scaris
bij 5-6 jarige kinderen uit
Bilthoven en de Bilt.

Andere Nederlandse publikaties over
\'larva migrans visceralis\'(van Thiel, 1960
(25)) of\'toxocariasis\'(de Haan. 1964(7);
Blok en Houtman. 1970 (.3)) verwijzen
voor hun motivatie naar voorafgegane
bcsmettingsgevallen bij de mens en
nie!
naar de frequentie van de parasiet in zijn
belangrijkste gastheerreservoir; de hond.
Een uitzondering hierop vormt de publi-
catie van .lansen. 196.1 (13) in dit tijd-
schrift. waarin gerefereerd wordt naarde
resultaten van klinisch-diagnostisch on-
derzoek bij honden. Van hen bleek ca.
35% besmet te zijn met
T. canis en ca. 7%
met
T. leonina.

Uit voornoemd overzicht moge blijken,
dat in Nederland in tegenstelling tot de
Angelsaksische landen weinig syste-
matisch onderzoek verricht is naar het
vóórkomen v an spoelwormmfecties bi|
honden. Hopenlijk kan dit artikel hiertoe
een positieve bijdrage leveren.

M.ATERI.AAI. EN METHODE

In de periode 1972-1977 werden faecesmonsters van
in totaal 544 honden onderzocht op de aanwezig-
heid van wormeieren. De honden waren voordier-
experimentele doeleinden betrokken uit de dieren-
handel en afkomstig uit diverse streken in
Nederland. Het bleken alle volwassen dieren te zijn.
Voor uitgebreide informatie betreffende het ras.
type en het geslacht zij verwezen naar een vorige
publicatie (20). waarin ook de resultaten zijn ver-
meld over de hij deze honden aangetroffen
\'mijnworm\'-infecties. Opgemerkt dient te worden,
dat de kleinere hondenrassen in deze groep onder-
vertegenwoordigd zijn. en dat ook een nadere speci-
ficatie \\an de leeftijd der (volwassen) honden orga-
nisatorisch niet te realiseren was.
Van iedere hond werd. onmiddellijk na binnen-
komst. een faecesmonster verzameld. Na homoge-
nisatie met water werden hieruit door middel \\ ande
zout(NaCI)flottatiemethode de wormeieren geïso-
leerd en gedetermineerd op hun identiteit i.e.
To.xo-
cara
of Tv.xascaris:

In ei-afmeting (75-90 m) ontlopen de beide groepen
elkaar niet \\eel. maar in \\orin wel.
7i<.v()rura-eieren zijn in het algemeen ronder en
hebben een dikke met \'putjes\' bezette eimembraan,
die vrij strak de meestal donkere (bruine) ei-inhoud
omsluit.

In tegenstelling hiermee zijn de eieren van Toxasca-
n.v veelal iets ovaal \\an vorm, de eimembraan is aan
de buitenzijde glad, terwijl de binnenzijde een los-
vliezige structuur toont; dc ei-inhoud vult de ruimte
binnen het eimembraan slechts ten dele: zie fig, 2,
In dit artikel worden 7\'r),V()i ora-infecties bij de hond
steeds aan 7\',
cm,is cn 7\'(;,v(;,vr«m-infeclies aan To-
.xascuris leonina
toegeschreven. De mogelijkheid
\\an
To.xocarii (u/i-infecties is daarmee niet uitge-
sloten. maar omdat de frequentie \\an 7\'.
ca,i-
infecties inde literatuur als zeer gering wordt aange-
duid (\\ lgs. Ebrenlord (5): 0.,V,!), is de \\eel
ervaring \\ergendc differentiatie tussen ge-
noemde soorten niet uitge\\oerd.

RESIIE I AI EN

In tabel 2 zijn de resultaten weergegeven
van het onderzoek naar het voorkomen
van
Toxocara- cn 7\'r;ca,v(ï/*\'/,s-infecties bij
reuen en teven in de periode 1972-1977,
Uit dat overzicht blijkt, dat de percenta-
ges voor 7"«,voc«/\'a-infecties van jaar tot
jaar soms duidelijk verschilden en dat
reuen vaker een hoger infectiepercentage
toonden dan teven.

-ocr page 308-

Toxa scaris

Toxoc ara

hig. 2. Morfologische verschillen lussen het ei van l\'o.xocara canis (a = uitwendig. b= in doorsnee) en
To.xascaris leonina (in doorsnee), in schema.

Voor 7\'o.\\ï7.vrö/-/.v-infecties waren die ver-
schillen minder uitgesproken, terwijl
teven iets frequenter geïnfecteerd bleken
te zijn dan reuen.

Om ondanks de verschillende infectieper-
centages bij reuen en teven, toch tot een
aanvaardbare schatting voor het gemid-
delde infectiepercentage voor honden te
komen, is uitgegaan van de veronderstel-
ling, dat in het Nederlandse hondenbe-
stand de beide sexen gelijkelijk vertegen-
woordigd zijn. De aldus afgeleide
infectiepercentages zijn weergegeven in
tabel 3.

Uit de gegevens van deze tabel blijkt, dat
de spoelworminfecties in (volwassen)
Nederlandse honden tamelijk frequent
voorkomen: 13-.34% (gemiddeld 22,9%),
en dat het percentage \\oor
Tu.xascaris-
infccties (8-15%) minder fluctueert dan
het percentage voor /"(».voc^ra-infecties
(2-31%).

(ierekend over de gehele waarnemings-
periode ontlopen de gemiddelde infectie-
percentages voor
To.xocara (14,5%) en
Toxascaris (11,2%) elkaar niet veel.

label 2. Spoclworm-infccties (in pcicentages) bij Nederlandse honden (reuen cn teven)
in de jaren 1972-1977.

jaar:

1972

197.1

1974

1975

1976

1977

1 otaal

onder/ocht aantal reuen

12

99

29

89

47

6,1

.1.19

mfectiepercentage

1 ti.xocara

42

24

21

.1

11

1.1

I9„1

\'To.xascaris

8

11

7

20

1 1

6

9.2

\'T. canis T. leonina

8

4

,1

1

0

0

2,1

onder/ocht aantal teven

15

52

21

46

24

47

205

infecticpcrcentage

\'To.xocara

20

11

5

0

0

17

9,2

\'To.xascaris

20

19

10

4

8

9

1 1,7

T. canis , \'T. leonina

1.1

10

0

0

0

0

.1,4

Discijssir.

Voor de evaluatie der resultaten dienen
de voor 1972 berekende percentages met
terughoudendheid geïnterpreteerd te
worden, gezien het geringe aantal (27)
onderzochte dieren.

Opgemerkt zij, dat gemengde infecties
met èn
\'To.xocara èn Toxascaris, hoewel
apart vermeld, tevens verwerkt zijn in de
afzonderlijke percentages voor
Toxocara- en 7"«.vö.vctf/\'/.v-infecties.
Waar in dit artikel gerefereerd wordt
naar \'spoelworm
Toxocara/ Toxasca-
/•/.V\'-infecties, wordt steeds gedoeld op
honden, die wormeieren uitscheiden.
Volgens de ervaringen van Vanparijs en
Thienpont (26) bleken deze percentages
lager te zijn dan die zoals gevonden
tijdens autopsie-onderzoek: 18.KV resp.
23,2\'/( voor 7\'.
canis en 7.2\'"f resp. 12.8\'";
voor 7\'.
iconina.

-ocr page 309-

\' Spoelworminfectie = Toxocara- en of Toxascaris

Eigenlijk zou men hieraan nog het per-
centage dieren moeten toevoegen, die
zonder intestinale spoelwormen in hun
weefsels spoelwormlarven herbergen.
Zonder in te gaan opde grote moeilijkhe-
den, die zo\'n onderzoek met zich zou
brengen, kan gesteld worden, dat voor
vergelijking met buitenlandse onderzoe-
kers een beperking tot de resultaten \\an
het faecesonderzoek voldoende gemoti-
veerd is.

Verschillen in Zb.vocara-infectiepercen-
tages voor reuen en te\\en worden door
o.a. Arambulo(l), Ehrenford (5) en .Ja-
cobs c.s. (9) gemeld, variërend van 2% (I)
tot 26% (5). Een bevredigende verklaring

Tabel 3. Spoelworm-inrcclies\' (in algeleide percentages) bij 544 onderzochte Nederlandse honden in de
jaren 1972-1977.

jaar

aantal
onderzochte

infectiepercentage

honden

spoelworm\'

Toxocara

Toxascaris

Toxocara
Toxascaris

1972

27

34

31

14

11

1973

151

27

19

15

7

1974

50

20

13

9

2

1975

135

13

2

12

1

1976

71

17

7

10

0

1977

1 10

23

15

K

0

Totaal

544

22.9

14.5

11.2

2.8

-infectie.

voor dit verschijnsel kan (nog) niet gege-
ven worden.

Het in tabel 3 opgegeven gemiddelde
ro.vocw/\'fl-infectiepercentage (14,5%)
toont eenzelfde grootte-orde als de in
tabel 1 vermelde percentages in andere
Europese landen. In fig. 3 is het percenta-
geverloop voor ro.v«(ï//-a-infecties in de
periode 1972-1977 (tabel 3) weergegeven.
Volgens een overzicht \\an Jacobs c.s. (9)
hebben Sloan, Woodruff, Weston en
Pegg achtereenvolgens zo\'n fluctuerend
verloop voor
rr;.voc«/Y/-infecties bij hon-
den waargenomen. Een verklaring voor
dit verschijnsel kunnen deze onderzoe-
kers niet geven. Tijdens een onderzoek

TOXOCARA
infecties

30 70-

ll. ■ I

20 7=-

10 7o-

1972 1973 197A 1975 1976 1977

t ig. 3. .laarlijkse fluctuaties (1972-1977) in het percentage loxocara cu/i/v-infecties bij Nederlandse
honden.

-ocr page 310-

naar intestinale worminfecties bij honden
op de Ned. Antillen bleek mij. dat zich in
de periode 1970-1974 op Curagao een
percentage\\erloop voor spoelworminfec-
ties heeft voorgedaan (19).
Een poging om dit verschijnsel te correle-
ren met klimatologische omstandigheden
aldaar in genoemde periode, resulteerde
in een verrassende coïncidentie tussen de
jaarlijkse regenval en het ^o/ö/e infectie-
percentage (voor alle worminfecties teza-
men), doch de spoelworminfecties vorm-
den hierop een uitzondering.

ADDENDUM

Risico\'s van roxocara-besmettingen

Naar analogie van andere onderzoekers
(4, 6, 9, 10, 17, 21, 29) en ook, omdat
tijdens het onderzoek mij daarom ge-
vraagd is, lijkt het mij zinvol om naast de
presentatie der onderzoekresultaten
enige, aan de literatuur ontleende, be-
schouwingen aan de risico\'s van
To.vwcüra-besmettingen voor de mens te
wijden.

1. Een 7"o.v«r«/a-besmetting kan pas
tot stand komen na
orale opname van een
wormei. waarin zich een
infeciieve larve
heeft ontwikkeld. Voor die ontwikkeling
is vocht (relatieve vochtigheid: 85-95%),
zuurstof, warmte (boven 12°
C)en vooral
tijd
nodig: bij 16,5° C ontwikkelt de in-
fectieve larve zich in 35 dagen, bij 24° C
in 9-1 1 dagen (I); kortweg in 2-7 weken
onder zomerse omstandigheden. In hu-
mushoudende grond ontwikkelen zich
daarom relatief meer larven (71%) dan in
zanderige grond (57%) (6).

2. Diverse onderzoekers (6. 16. 18, 29)
hebben 7\'().v(;(arö-eieren veelvuldig aan-
getroffen in grondmonsters, afkomstig
van openbare terreinen zoals parken,
zandbakken, speelplaatsen, speelweiden,
stoepen en pleinen. De percentages be-
smette grondmonsters liepen uiteen van 7
tot 33^f. De hoogste opgaven kwamen
\\an plaatsen, waar honden \'uitgelaten\'
werden zoals parken en speelweiden (6.
18).

Opvallend is, dat soms in de toplaag in
tegenstelling tot de diepere lagen van
zandlocaties weinig of geen spoelwormei-
eren voorkomen. Dit wordt geweten aan
de uitspoeling der eieren (door regen)
naar de onderliggende lagen (6). Daarbij
moet wel overwogen worden, dat zand-
bakken meer gefrequenteerd worden
door katten
(Toxocara call) dan door
honden
(Toxocara canis), terwijl dit voor
grasvelden waarschijnlijk juist andersom
is,

3. Ontsmetting van besmette locaties
wordt bemoeilijkt door resistentie der
ro.vocara-eieren: volgens Arambulo (1)
overleven de eieren onderdompeling in al
of niet verdunde desinfectantia, zoals for-
maline (40%), lysol (4%), ammonia, chlo-
ramine, NaOH (10%), natriumhypochlo-
riet, chloroxylenol, benzalkoniumchlo-
ride, zoutzuur (38%) en verzadigd NaCl.
Ook overleven de eieren lage temperatu-
ren tot —25° C, maar bij hoge tempera-
turen (boven 37° C) sterven ze spoedig.
Van Knapen c.s. (13) rapporteren goede
resultaten bij ontsmettingen van zand-
bakken met behulp van stoom (160° C)
onder hoge druk (10 atm.). Voor grotere
zandbakken (tenminste 15 kubieke
meter) beschouwen zij deze methode als
economisch renderend. Voor kleinere,
veelal particuliere, zandbakken zal een
eenvoudiger -- echter nog te ontwikkelen

- methode aanbeveling verdienen. Voor
grasvelden, speelweiden etc. is helaas
geen ontsmettingsmethode beschikbaar.
Omdat 7V;.vo(ï//ï/-eieren onder gunstige
omstandigheden langere periodes kun-
nen overleven (volgens .Jacobs c.s. (9) tot
ma.ximaal twee jaren) kunnen zich door
cumulatie besmettingshaarden vormen,
die door mechanische verspreiding(gras-
maaien) een grotere oppervlakte-omvang
kunnen verkrijgen.

4. Satnenvattend kan tn.i. daarom ge-
steld worden, dat grasvelden en in
mindere mate zandbakken de besmet-
tingshaarden vormen, waarop de preven-
tie zich dient te richten.

De leuze \'hond in de goot\' schijnt onder
voornoemde overwegingen nog de beste
verwijzing te zijn voor hen. die in de
keuze van een \'hondentoilet\' de milieube-
stnetting en daarmee de kans op
7().V()< f//«-infecties voor mens en dier mi-
nimaal willen houden.

-ocr page 311-

I I I ERAI UUR

1. Aram hu lo. I\'. V. and Steele. I\'. H.: Urban dogs in Houston. Texas: parasitic infection and environmen-
tal health impact,
hn. J. /.Dunoscs. 114. (1976).

2. Beaver. P. C".. Snyder.C. H .Carrera. G. M.. Dent.,I. H .and l.afferty,.). W.: Chroniceosinophiliadue
to visceral larva migrans,
I\'ciliairics. 9. 7. (1952).

.1. Blok, C. en Houtman, A.: T oxocariasis, Svä. T. Gciwe.sk.. I 14, 276. (1970).

4. Cypess, R, H,: Visceral larva migrans, Cor/u-ll l ei.. 68, 28.1 (197/1)

5. |-!hrenford, P, ,A,: Canine Ascariasis as a potential source of visceral larva migrans, .Am.,/, ln>p. Met!.
Hvg..
6, 166. (1957)

6, Ghadirian, E,, Viens, P, Strykowski, H,, and Dubreuil, F,: Epidemiology of toxocariasis in the
Montreal area. Prevalence of
To.xocara and other helminth ova in dogs and soil, Canail. ,/, Puhl.
Hcithh.
67, 495. (1976).

7, Haan, A, B. de: foxocariasis. Vci/, 7", (ieneesk.. IÜ8,.;W. (1964).

8, Huismans, H.: Leber das Solitärgranulom bei okularer Z\'o.vocara ra;in-lnfektion. ()plilhalmi>h>gieu
(Hasel).
174. 10. (1977)

9. .laeobs, D, E,, Pegg, E, ,L, and Stevenson, P,: Helminths of British dogs: To.yoeara eanls. a veterinarv
perspective, ,/,
small .Anim. Praei.. 18, 79. (1977)

10, ,lansen, ,lr,, ,L: Over het gevaar van de a,scariden van hond en kat voor de ge/ondheid van de mens,
Tliilsehr. Plergeneesk.. 88, (I96J).

IL .loshi. B. N. and Sabne. S. S.: Incidence of To .v<;<üra ro/i;.v infection in stray dogs in Mi raj area. Indian
J. Palhoi Mierohioi. 20.239. (1977).

12. Khalil. H. M.: foxoeariasis in Egypt. ./. hgypi. Puhl. Heallh .Assoc.. 52. 330. (1977).

1.3, Knapen, E, van, Eranchimont, ,1, H,, and Otter. G. M.: Steam sterilisation of sandpits infected with
toxocara eggs.
Hrii. med. J.. 1.120, (1979).

14. l.amina, ,E: Das biologische Verhalten von To.xocara-Ancn bei spezifischen und nicht spezifischen
Wirten im Hinblick auf Infektionen des Menschen.
Kleinlier-Pra.x.. 14, 107. (1970).

15 Lengy, ,L. Steiman. !,, and Steiman, Y,: Ehe current Helminthofauna of stray dogs and cats in Israel,
,/. Parasii.. 55, 1239. (1969)

16. Pegg, 1Ï, ,L: Gaslro-intestinal nematodes of British police dogs, ,/, llelminihoi. 52, 6/<. (I97H).

17. Policy, L.: V isceral larva migrans and alveolar hydatid disease, l ei. C lin. Sonh. .Am.. H. 353. (I97fi).

18. Read, M. A. and I hompson. R. C. ,A.: Prevalence of Toxoc ara canis and Toxascaris leonina ova in
dog faeees deposited on the street of Leeds. ./.
llelminihoi. 51), 95. (1976)

19. Rep, B, IL: Intestinal Helminths in Dogs and Cats on the Antillian islands Aruba, Curasao and
Bonaire,
Trop. gcoar. .Med.. 27, 317. (1975)

20. Rep, B. IL: i ncinaria sienocephaki infecties in Nederlandse honden, lijdsehr. Diergeneesk.. 104, ■/7,^,
(1979)

21. Ruitenberg, E, ,L, Panggabean, S, O,, Cieleynse, M, E, M,, Visser, A, en Sluiters..!, E\',: Onderzoek van
kleuters op het vócSrkornen van hondenspoelworminfecties,
\\ed. T. Geneesk.. 120, 645. (1976).

22. Schaegel, 1, L. Ir,: Uveitis and miscellaneous paiasites, Inl. Ophihahnoi Clin.. 17, 177. (1977)

2,1. Solomon. S, G.: ./, llelminihoi. II, 157. (1933).

24, Stone, W. and Smith, E, W,: Infection of Mammalian hosts by milk-borne Nematode larvae, i\'.xper.
Parasii..
.14, 306. (1973)

25, fhiel. P. IL van; Larva migrans visceralis. \\cd. T. Geneesk.. 104, 1104. (I960)

26, Vanparijs. O. E, .1. and I hienpont. D. (\'.: Canine and feline helminth and protozoan infections in
Belgium. ./.
Parasii.. 59. 32^. (1973)

27, Weston, R,: I ndoparasites in dogs supplied lor laboratorv use, ,/, Insi. .Anim. Technicians. 26.69.
(19^5).

28, Wilder, IL C,: Nematode endophthalmitis, Irans. Am. .Acad. Ophlhalm. Oiolar. 55, 99. (1950).

29, WoodrulL A, W,; foxoeariasis. Hrii. med. ./,, .1, 663. (1970).

-ocr page 312-

Colibacillose bij pluimvee\'

Colihacillosis in Poultry
E. Goren-

SAMENVATTING

Er word! een overzich! gegeven van de huidige kennis he!reffende coHhaciliose
bij pluimvee.

Diver.se aspeaen zoals aeiiologie, paihogenese, preventie en hestrijding worden
besproken.

SUMMARY

The present state of knowledge of eolibaeillosis in poultry is reviewed.
Various features such as the aetiology, pathogenesis, prevention and treatment are
discus.sed.

INUEiniNd

Verschillende aandoeningen hij pluinnec
worden toegeschreven aan een
Escheri-
chia coli (E. coli)
infectie.
1.
Omphalitis (dooierrestontsteking).
Een aandoening welke tot stand komt
door eischaalhesmctting waarna een pe-
netratie tot in de dooierzak volgt en
welke als eerste bacteriële aandoening
\\an kuikens beschouwd kan worden. L^e
aandoening is niet specifiek voor
E. coli
en kan ook door andere darmbacteriën
veroorzaakt worden.

2. Colibacillose. Hieronder wordt ver-
staan een septicaemische aandoening met
een subacuut verlopende fibrinopuru-
lente serositis. waarbij in alle gevallen
sprake is van een ernstige luchtzakontste-
king meestal gepaard gaande met peri-
carditis en regelmatig tevens met
perihepatitis.

Kort (I a dagen) na de besmetting is het
exsudatieve karakter van deze aandoe-
ning het meest opvallend dooreen hydro-
peri\'-:irdium en hydrops ascites. Pas
later, door resorptie van vocht en omzet-

\' I.czing gehouden voor de (iroep 1\'luinneev.etenschappen d.d. 27 november 1979.
- t)r. E. Goren. (iezondheidsdienst voor Pluimvee, postbus 4.1, .1940 .A.A Doorn.

-ocr page 313-

ting van fibrinogeen in fibrine, ontstaat
het bekende typische beeld van fibrine-
neerslagen in luchtzakken, hartzakje en
op het leveroppervlak. Colibacillose
komt zowel bij kippe- als kalkoenkuikens
voor. hoofdzakelijk op een leeftijd van 4
tot 6 weken en manifesteert zich klinisch
als een respiratoire aandoening. De aan-
getaste kuikens vertonen tevens ver-
schijnselen van algemeen ziek zijn: traag-
heid. sloomheid, bol in de veren staan
enz.

Een traag optredend spontaan herstel
kan soms waargenomen worden en werd
ook na een kunstmatige infectie
vastgesteld.

3. Enteritis. De etiologische betekenis
van
E. coli is hierbij nooit bewezen.

4. .Arthritis. Incidenteel wordt bij
jonge, opgroeiende kuikens een
E. coli-
sepsis waargenomen waarvan (poly-) ar-
thritis (synovitis) het meest opvallende
symptoom is.

5. Salpingitis en 6. peritonitis zijn be-
kende aandoeningen bij leggende hennen
en hebben meestal een chronisch verloop,
\'foch zijn er ook peracute uitbraken van
peritonitis bekend welke aanleiding
geven tot aanzienlijke sterfte door
E. coli
sepsis.

Zeer sporadisch komt zgn. 7. coligranu-
lomatose
en 8. panophthalmie voor.
Zonder twijfel is colibacillose. econo-
misch gezien, verreweg de belangrijkste
bacteriële infectie in de intensieve pluim-
veehouderij en vooral in de kuiken-
mesterij.

De verliezen worden niet zozeer teweeg
gebracht door sterfte als door groeiver-
traging, slechte voerconversie. hoge af-
keuringspercentages en kosten verbon-
den aan medicamenteuze behandelingen.

E I IOI OGlE

E. coli wordt uit de ziekteprocessen in
reincultuur geïsoleerd. De isolatie uit de
ontstoken luchtzakken is vaak massaler
dan uit inwendige organen. Zeer veel
E.
ro/Z-serotypen kunnen geïsoleerd wor-
den: bij onderzoek van 119 ziekte-
uitbraken werden maar liefst 42 verschil-
lende serotypen geïsoleerd uit de
ontstoken hartzakjes. Infecties met meer
dan één serotype komen veelvuldig voor.

De heterogeniteit wordt des te meer ge-
ïllustreerd door het feit dat 5 serotypen
\'verantwoordelijk\' waren voor maar 50%
van de ziektegevallen.
Daartegenover staat dat niet alle seroty-
pen even pathogeen zijn. Als uitgespro-
ken pathogene serotvpen worden o.a. be-
schouwd: 078K80. dl K 1 en 02K 1.
Belangrijk is de bevinding dat 10 ä 15%
van de intestinale
E. coli bacteriën be-
hoort tot de groep van de pathogene
serotypen.

Dat E. coli bacteriën door eischaalbe-
smetting al of niet gevolgd door penetra-
tie tot in de dooierzak (sporadisch komt
ook een echte verticale transmissie voor)
de nakomelingen kunnen bereiken is een
normaal verschijnsel. Echter in een on-
derzoek naar de betekenis van de. vaak in
hoge aantallen, in de lucht van uitkomst-
kasten aanwezige
E. coli bacteriën voor
het optreden van colibacillose (op een
leeftijd van 4 ä 7 weken), kon geen corre-
latie gevonden worden tussen de seroty-
pen uit de lucht en die uit de ziekte-
processen.

I\'.-M IKKiENESE

Met betrekking tot de infcctiemodus be-
stond de vraag: \'Komt de ziekte tot stand
door orale besmetting en invasie vanuit
het maagdarmkanaal of door inhalatie
van E. co//-bactcriën gevolgd door inv a-
sie vanuit dc respiratie tractus?\'
Systematisch uitgevoerde orale en intra-
tracheale inoculaties bij kuikens op ver-
schillende leeftijden toonden aan dat de
infectie aerogeen lot stand komt. Oraal is
de ziekte alleen op te wekken gedurende
de eerste levensdagen en met e.xtreem
hoge doses kiemen. Daartegenover is het
mogelijk door één enkele intratracheale
(i.t.) inoculatie de ziekte t mde3e levens-
week volledig te reproduceren. Er bestaat
een duidelijke, leeftijdsgebonden resis-
tentie tegen infectie, welke met de intra-
tracheale. maar niet met de orale inocula-
tie doorbroken kan worden door aan de
E. (\'«//-infectie een alteratie van het respi-
ratoir epitheel vooraf te laten gaan. Met
andere woorden: om op een leeftijd van4
weken of ouder colibacillose te krijgen,
moet een kuiken een gealtereerd respira-
toir epitheel hebben en vervolgens vol-

-ocr page 314-

doende /:\'. voU bacteriën inhaleren. Epi-
theel aantastend zijn virusinfecties (met
name IB). entingen met levende virale
entstoffen cn Mycoplasma-infecties (\'.V/r-
coplasnui gallisepticum. Mveoplasma
synoviae
en Mycoplasma
Bovendien ook niet infectieuze oorzaken
zoals een hoog ammoniak- en of stofge-
halte in de lucht, kunnen de natuurlijke
weerstand tegen het aanslaan van aero-
gene E. («//-infecties ondermijnen.
Naarmate het respiratoir epitheel door
een of meerdere van deze factoren ernsti-
ger wordt aangetast, kunnen ook minder
pathogene E. ro//stammen een patholo-
gische betekenis in deze complex-
aandoening krijgen.

Het is nog niet bekend wat pathogene van
niet-pathogene aviaire serotypen onder-
scheidt. Het ziekteverwekkende vermo-
gen van bepaalde serotypen kan niet ge-
heel verklaard worden als een gevolg van
de werking van endotoxinen en haemoly-
sinen. Vogels zijn aanzienlijk minder ge-
voelig voor een inoculatie met endotoxi-
nen (lipopolysacchariden) dan
zoogdieren.

Bovendien geven antilichamen tegen
deze antigenen geen bescherming tegen
infectie. Intraveneuze inspuiting van en-
dotoxinen (O antigenen van diverse sero-
typen. ook van serotypen waarmee de
ziekte kunstmatig niet was op te wekken)
gaf weliswaar aanleiding tot meerdere
biochemische veranderingen in het bloed
welke ook bij colibacillose voorkomen,
echter de zo typerende exsudatieve pro-
cessen konden niet opgewekt worden.
Toch zijn er duidelijke aanwijzingen v oor
een mogelijke rol van toxinen in de pa-
thogenese van colibacillose. gezien het feit
dat reïsolatie van
E. coli uit aangetaste
organen na een kunstmatig opgewekte
colibacillose. behalve uit dc luchtzakken,
zelden of niet lukt.

Het is een Canadese groep gelukt uit het
cytoplasma van pathogene serotypen een
thermolabici toxine. \'chick lethal toxin\'
genoemd, te extraheren, waarmee na i.v.
inspuiting, ziekteverschijnselen en sterfte
bij kuikens kon worden opgewekt, het-
geen nimmeris gelukt metthermostabiele
endotoxinen. Met pathogene aviaire
stammen is het echter niet gelukt dit werk
te reproduceren.

Adhaesiefactoren. zoals bij de enteropa-
thogene E. co//stammen van het kalf en
de big (resp. K99 en K88 antigenen) aan-
getoond zijn. werden bij de aviaire stam-
men. waarmee colibacillose kan worden
opgewekt, niet gevonden.
Zoals gezegd gaan de ontstekingsproces-
sen gepaard met een reeks biochemische
veranderingen, zoals verlaging van ijzer,
zink. kalium, fosfaat, glucose, serum al-
bumine en haemoglobine in het bloed en
een verhoging van het toaal serumpro-
teïne (met name de globulinen). Er is
sprake v an (normochrome) anaemie. Het
is niet uitgesloten dat deze veranderingen
tot stand komen door toxinen (endo- of
exotoxinen) welke gevormd worden in
een primair proces in de respiratie tractus
(luchtzakken bijv.) of na het optreden
van de bacteriaemie: bijv. door autolyse
van bacteriën waarna toxinen vrijkomen
of door exotoxinen welke
in vitro tot nu
toe niet zijn aangetoond.

Sm AUF IN DF PRAK FFIK

In de praktijk is een duidelijk verband te
leggen tussen het optreden van colibacil-
lose en:

a. het jaargetijde (vooral in najaar en
winter).

b. voorkomen van respiratoire virus-en
mycoplasma-infecties.

c. hoge hok bezetting.

d. onvoldoende ventilatie.

Naarmate de mestperiode vordert
komen, ook onder normale omstandig-
heden. steeds meer bacteriën in de lucht
voor tot waarden van meer dan 10" kie-
men per m\'. Dit zijn vooral Cïram posi-
tieve bacteriën zoals coccen en sporen-
vormers.
E. coli bacteriën komen,
ondanks hun rijkelijke aanwezigheid in
de faeces. in aanzienlijk kleinere aantal-
len voor. Dat heeft waarschijnlijk twee
oorzaken:

I. de bacteriën in de lucht worden ge-
dragen door microscopisch kleine
partikels of door waterdruppeltjes.
Het hoofdbestanddeel van de stof in
kippenhokken bestaat uit deeltjes mct
een cellulaire structuur (5-450 nm) af-

-ocr page 315-

komstig uit de opperhuid en in min-
dere mate uit sHjtageprodukten van
dons en veren. Op de huid van pluim-
vee domineert de Gram flora.
2. het is ons gebleken dat vooral in rela-
tief droge atmosfeer de
E. coli bacte-
riën in de faeces aanzienlijk sneller
afsterven dan de Gram bacteriën;
een en ander in tegenstelling tot die E.
coli bacteriën welke zich in het stof in
het hok bevinden.

Doordat een optimale ventilatie bij lage
buitentemperatuur gepaard gaat met
hoge verwarmingskosten, kan in het
koude jaargetijde een situatie ontstaan
waarbij de meeste colibaciUose bevorde-
rende factoren gecombineerd gaan optre-
den nl.;

hoge aerogene kiemgetallen en E. coli
kiemgetallen;
hoog gehalte aan stof;
- hoog gehalte aan schadelijke gassen
zoals ammoniak.

IHE-RAPIE

De therapie stuit vooral op twee proble-
men;

1. Resistentievorming
kan een zeer snelle verspreiding van resis-
tente stammen door het koppel optreden.
In het algemeen kan gesteld worden dat
een therapie tegen colibaciUose die niet
berust op een goed uitgevoerde gevoelig-
heidstest zuiver een gok is.
Zeer problematisch zijn bedrijven waar
multiresistente stammen regelmatig
voorkomen. Gelukkig komen deze be-
drijven niet frequent voor.

2. Farmaco-kinetiek

Het tweede probleem is te vinden in de
farmaco-kinetiek van de meest aange-
wende geneesmiddelen nl. slechte resorp-
tie en of te korte halfwaardetijd. Bij de
gebruikelijke medicatie via het voer of
het drinkwater worden vaak onvol-
doende en of kortstondige bloedspiegels
bereikt.

Extra toevoeging van opneembaar ijzer
aan het voer (360 mg kg) zou mogelijker-
wijs de antibacteriële therapie kunnen
aanvullen. Geen eigen ervaring.

Resultaten van gevoeligheidstesten van aviaire K. coli stammen.

"^^^genees-
^xmiddel

tetracy-
cline

chlooram-
phenicol

furazo-
lidone

Sulfona-
miden

sulfa tri-
methoprim

neomyc i-
ne

ample 11-
line

1978*
1979**

74-, 21
72-, 21

22-, 3
21-, 2

27-, 22
20-, 22

7 7-, 5
79-, 2

2-, 11
5-, i

6-, 10
10-, /

15-, 19
15-, 10

= Resistent

= intermediair
= 629 testen
= t m 20-1 1. 502 testen

volgens Roseo-interpretatienormen
in percentages uitgedrukt

De omvang en de ernst van de resistentie-
problematiek worden door deze gegevens
duidelijk geïllustreerd.
Bij
E. coli komt naast resistentievorming
door selectie, veelvuldig ook een over-
draagbare vorm van bacteriële resistentie
voor (ook extra-chromosomale resisten-
tie genoemd). Beide vormen van resisten-
tie kunnen gelijktijdig optreden, bijvoor-
beeld bij een preventieve of curatieve
behandeling (vooral indien te lage doses
worden gebruikt), ln dergelijke gevallen

PREVENTIE

Theoretisch bestaan de volgende moge-
lijkheden;

1. Vaccinatie, Een itnmuniteit tegen E.
coli infectie is niet gecorreleerd met O en
K-agglutininentiter en is waarschijnlijk
vooral cellulair van aard. Een passieve
itnmunisatie door maternale antilicha-
men bleek op een leeftijd van 3 weken
ontoereikend te zijn.
Een actieve immunisatie met een mono-

-ocr page 316-

valent. geïnactiveerd vaccin gaf een inoge
mate van bescherming tegen een i.t. of

1.m. challenge echter uitsluitend met een
homoloog serotvpe. Bovendien moest
het vaccin i.m. of i.t. toegediend worden
wat een massale applicatie zeer kostbaar
maakt.

Hoofdzakelijk door drie oorzaken is nog
geen vaccinatie tegen colibaccilose
gebruikelijk:

a. E. coli infectie wordt als secundair
gezien,

b. de grote verscheidenheid aan sero-
typen welke van belang kunnen zijn,

c. de hoop op een succesvolle medica-
menteuze behandeling.

2. Preventieve behandeling met anti-
biotica of chemotherapeutica. Deze
wordt in de praktijk vooral op grote be-
drijven nogal veel toegepast maar is zeer
riskant in verband met optredende bacte-
riële resistentie en toxische bijverschijn-
selen als groeiremming.

3. Preventie van mycoplasmoses en
(IB) virus-infecties.

Zonder twijfel is dit een belangrijke weg.
De verbetering in de entresultaten tegen
IB door de le dag-enting in de kuiken-
broederij kan waarschijnlijk een bijdrage
leveren tot preventie van colibacillose.

4. Hok hygiëne in de ruimste zin van
het woord; vooral verbetering van stalkli-
maat en reductie van aerogene kiemgetal-
len met name in de 2e helft van de mcstpe-
riode. De uitvoering ervan is helaas zeer
kostbaar.

-ocr page 317-

INLEIDING

Het is algemeen bekend dat de bewa-
ringstemperatuur grote invloed heeft op
de houdbaarheid en hiermee op de werk-
zaamheid van medicijnen.
De wijze \\an bewaren \\an medicijnen in
de bedrijfsauto op weg naar de cliënt is
daarom van groot belang.
Vooral gedurende de zomermaanden kan
de temperatuur in de auto hoog oplopen.
Om dit te kwantificeren heb ik tijdens
mijn periode als dierenartsbezoeker bij
Leo Pharmaceutische Producten B.V.
van 1 april tot 15 juli 1977 de dagelijkse
weersgesteldheid en de temperatuur in de
auto nauwkeurig genoteerd. Ik heb noti-
tie gemaakt van de ma.ximum en mini-
mum temperatuur in dat deel van de auto
waar contact met direct zonlicht (stra-
ling) mogelijk was en in de afgesloten
kofferruimte.

UITVOERING

Er is gebruik gemaakt van 2 maximum-
minimum thermometers die voor de
proefneming op hun nauwkeurigheid zijn
geijkt.

Telkens is \'s morgens ± 8.00 uur de mini-
mum temperatuur van de afgelopen
nacht en de maximum temperatuur van
de vorige dag afgelezen en met de bij de
vorige dag behorende weersgesteldheid
genoteerd.

In dat deel van dcauto waar directe zon-
lichtstraling mogelijk was (achterste zit-
bank en hoedenplank), is de temperatuur
telkens gemeten op de hoedenplank.
Daarna werden de thermometers weer
voor de volgende waarneming in orde
gebracht. Ook is vermeld of de auto
overdag door de motor nog extra is ver-
warmd.

Invloed van de weersgesteldheid en het jaargetijde op de
maximum en minimum temperatuur in de bedrijfsauto met
betrekking tot het bewaren van medicijnen

Ovci\'zl ch t

Datum

temp. in de auto
op de hoedenplank

temp. In de
kofferruimte

extra verwarming
overdag door de motor

weersgesteldheid

minimum
\'s nachts

maximum
overdag

minimum
\'s nachts

maxi mum
overdag

1 -4-77

3

23

4

8

vochtig en bewolkt

2 -4-77

4

26

4

15

-

bewolkt, af en toe

zon

3 -4-77

-1

10

-1

5

t

regen

-ocr page 318-

Datum

temp, in de auto
op de hoedenplank

temp. in de
kofferruimte

extra verwarming
overdag door de motor

weersgesteldheid

minimum
\'s nachts

1 maximum
1 overdag

minimum
\'s nachts

1

maximum
overdag

1

4 -4-77

-2

24

-2

12

bewolkt, af en toe

zon

5 -4-77

-2

23

-1

9

bewolkt met regen

6 -4-77

4

22

2

10

bewolkt

7 -1-77

-1

33

-1

12

buien, af en toe

zon

8 -4-77

-3

31

-3

7

buien, af en toe

zon

9 -4-77

-3

34

-3

10

buien, af en toe

zon

10-4-77

-3

43

-3

14

zonnig

11-4-77

-2

22

-2

16

bewolkt met regen

12-4-77

1

25

1

9

re gen

13-4-77

7

31

6

14

regen, later zon

14-4-77

0

32

0

12

buien, af en toe

zon

15-4-77

1

32

1

12

buien, af en toe

zon

16-4-77

0

33

0

15

bewolkt, af en toe

zon

17-4-77

0

34

0

14

-

bewolkt, af en toe

zon

18-4-77

-2

40

-2

15

bewolkt, af en toe

zon

19-4-77

-1

40

-1

14

bewolkt, af en toe

zon

20-4-77

-1

49

-1

21

zonnig

21-4-77

8

22

8

15

bewolkt, af en toe

regen

22-4-77

10

18

10

14

-

bewolkt

23-4-77

7

23

7

15

bewolk t

24-4-77

5

34

5

17

-

buien, af en toe

zon

25-4-77

2

27

2

15

buien, af en toe

zon

26-4-77

10

29

10

20

buien, af en toe

zon

27-4-77

8

33

8

16

buien, af en toe

zon

28-4-77

-1

35

-1

19

bewolk t, af en toe

zon

29-4-77

8

38

8

18

zonnig, af en toe

bewolk t

30-.1-77

-1

34

0

17

-

overwegend zonnig

1 -5-77

7

21

8

15

regen

2 -5-77

5

34

5

21

-

overwegend zonnig

3 -5-77

10

39

10

24

-

zonnig

4 -5-77

9

32

10

22

-

eerst bewolkt,

later zonnig

5 -5-77

10

25

10

19

regen

6 -5-77

6

35

6

19

af en toe zonnig

7 -5-77

1

34

2

19

af en toe zonn: g

8 -5-77

8

35

8

20

overwegend zonnig

9 -5-77

0

25

2

19

bewolkt

10-5-77

9

29

10

18

bewolkt

11-5-77

4

26

5

19

bewolkt

12-5-77

8

26

8

19

bewolk t

13-5-77

8

25

8

18

bewolk t

14-5-77

2

46

2

19

af en toe zon

15-5-77

7

52

7

23

-

zon

16-5-77

7

36

7

17

-

af en toe zon

17-5-77

9

40

10

21

-

zon

18-5-77

8

41

8

24

-

zon

19-5-77

7

33

7

25

-

overwegend zon

20-5-77

6

22

6

18

-

bewolkt

-ocr page 319-

Datum

temp. in

de auto

temp, in de

extra verwarming

weersgesteldheid

op de hoedenplank

kof ferruimte

overdag door de motor

minimum

maximum

minimum

maximum

\'s nachts

overdag

\'s nachts

overdag

21-5-77

7

30

7

17

-

bewolkt

22-5-77

0

55

1

28

-

zon

23-5-77

2

44

3

26

-

zon

24-5-77

5

48

6

28

-

zon

25-5-77

5

48

5

25

-

zon

26-5-77

5

47

5

23

-

zon

27-5-77

5

49

5

27

-

zon

28-5-77

5

55

5

30

-

zon

29-5-77

3

60

3

27

-

zon

30-5-77

0

60

1

27

-

zon

31-5-77

5

48

23

-

af en toe zon

1 -6-77

10

45

10

22

-

bewolkt

2 -6-77

10

35

10

20

-

bewolkt

3 -6-77

8

33

7

20

-

bewolkt, soms regen

4 -6-77

7

31

7

20

-

bewolkt

5 -6-77

8

31

8

24

-

bewolkt, later

regen

6 -6-77

8

31

8

24

-

bewolkt

7 -6-77

11

29

11

26

-

bewolkt, soms regen

8 -6-77

8

4 7

8

22

-

bewolkt, af en toe

zon

9 -6-77

10

32

10

20

-

bewolkt, af en toe

regen

10-6-77

10

38

10

26

-

bewolkt

11-6-77

12

55

12

30

-

zon

12-6-77

10

50

10

33

-

zon

13-6-77

14

50

14

35

-

zon

14-6-77

17

50

17

35

-

zon

15-6-77

15

45

15

26

-

bewolkt, af en toe

zon

lG-6-77

14

27

14

22

-

bewolkt, af en toe

regen

17-6-77

12

24

13

19

-

bewolkt

18-6-77

15

28

15

21

-

bewoIk t

19-6-77

11

26

12

19

-

bewolkt

20-6-77

10

25

10

18

-

bewolkt

21-6-77

15

40

15

26

-

bewolk t, 1ater

enige zon

22-6-77

15

30

15

26

-

bewolk t

23-6-77

15

33

14

28

-

bewolkt

24-6-77

12

50

11

34

-

zon

25-6-77

12

38

12

27

-

bewolkt

26-6-77

9

36

10

24

-

bewolkt

27-6-77

14

42

13

26

-

af cn toe zon

28-6-77

15

33

15

27

-

bewolkt

29-6-77

1 1

29

11

27

-

eerst regen,

later bewolkt

30-6-77

12

38

12

28

-

af en toe zon

1 -7-77

15

26

15

21

-

bewolkt, af en toe

regen

2 -7-77

13

46

13

34

-

zon

3 -7-77

13

46

13

34

-

zon

•1 -7-77

13

4 4

13

32

-

zon

5 -7-77

13

40

13

32

-

zon

6 -7-77

14

4 5

14

29

-

zon

7 -7-77

16

46

16

28

-

zon

8 -7-77

13

50

13

31

-

af en toe zon

9 -7-77

13

50

13

31

-

zon

10-7-77

14

42

14

33

-

zon

11-7-77

17

60

16

34

-

zon

12-7-77

17

60

17

34

-

zon

13-7-77

17

60

17

34

-

zon

14-7-77

9

50

9

23

-

af en toe zon

15-7-77

6

45

5

26

-

af en toe zon

16-7-77

11

44

12

26

-

af en toe zon

-ocr page 320-

CONCLUSIE

1. \'s Nachts komt de minimum tempera-
tuur in de auto vrijwel overeen met de
minimum temperatuur in de koffer-
ruimte.

2. a. Bij zonnig weer kunnen in de kof-

ferruinue de volgende maxima
worden bereikt; april 21° C. mei
30° C, juni 35° C, juli 35° C.
b. Bij bewolkt weer of regen overdag
komt de temperatuur
in de koffer-
ruimie
ongeveer met de buiten-
temperatuur overeen.
Hiertoe tevens regelmatig bij dit
weertype een maximum-
minimum thermometer hangend
in de buitenlucht afgelezen (geen
documentatie voorhanden).

3. Bij bewolkt weer of regen overdag
wordt de temperatuur
in de amo
vooral bepaald door extra bijverwar-
ming,

4. Bij zonnig en warm weer kan de tem-
peratuur
in de auio tot hoge waarden
oplopen. Hoe langer de zon schijnt,
vooral tussen 12.00-15.00 uur, des te
hoger de temperatuur in de auto.

a. In april kunnen door directe zon-
nestraling op de hoedenplank tem-
peratuurwaarden bereikt worden
tussen 40-49° C.

De temperatuur op de achterbank
kan door directe zonnestraling in
april oplopen tussen 35-45° C.

b. In tTiei kunnen door directe zon-
nestraling op de hoedenplank
reeds temperatuurwaarden be-
reikt worden tussen 55-60° C.
De temperatuur op de achterbank
kan door directe zonnestraling in
mei oplopen tot 50° C.

c. In juni zijn door directe zonne-
straling op de hoedenplank tem-
peraturen bereikt tussen 50-55° C.
Op warme, zonnige dagen kan de
temperatuur op de hoedenplank
oplopen tot 60° C.

De temperatuur op de achterbank
kan door directe zonnestraling
oplopen tot 50° C.

d. In juli loopt bij warm en zonnig
weer door directe zonnestraling
de temperatuur op de hoeden-
plank regelmatig op tot 60 C.
De temperatuur op de achterbank
kan door directe zonnestraling
oplopen tot 55° C.

Ci. .1. Ordelman. Leo Pharmaceuti.sche Produkten B.V.. .lules Verne weg 1. 7X21 Al) Ein men.

AANBEVELINGEN

Daar uit nadere sondering de indruk is
verkregen, dat bij warm en zonnig weer in
augustus en september dezelfde hoge
temperatuurwaarden bereikt worden als
in respectievelijk juli en mei, is het in het
algemeen beter dat men gedurende de
maanden april t m september niet meer
medicijnen in de auto heeft dan men voor
die dag nodig denkt te hebben. Vooral
medicijnen die bewaard dienen te worden
beneden kamertemperatuur dienen zo
kort mogelijk in de auto aanwezig te zijn.
Geneesmiddelen kan men het beste ver-
voeren in de kofferruimte, terwijl bij zon-
nig weer na het uithalen van dc medicij-
nen de kofferruimte weer zo snel
mogelijk gesloten dient te worden.
Transporteert men medicijnen op de ach-
terbank van de auto dan moet men bij
zonnig weer van april t m september
deze medicijnen beschermen tegen di-
recte zonnestraling.

(/. ./. Ordelman\'

-ocr page 321-

Slepende I.B.R.-infecties:
Een kritische benadering (II)

Geachte redaktie.

In het ingezonden schrijven \'Slepende I.B.R.
infecties. Een kritische benadering\' in het
Tijdschrift voor Diergeneeskunde. 105. (1).
52-53 (1980).
vande hand van de collega\'s Van
Bekkum en Terpstra. wordt commentaar ge-
geven op een artikel van collega C. fl. .1. Kalis
in
\'De Boerderij\', supplement Veehouderij 5-
10 november 1979 - no. 2.
Naar aanleiding hiervan de volgende opmer-
kingen:

1. Daar het ingezonden commentaar op het
artikel van collega Kalis in een ander tijd-
schrift werd gepubliceerd dan waar het ver-
scheen. en niet alle lezers verondersteld kun-
nen worden kennis genomen te hebben van
het in
\'De Boerderij\' gepubliceerde, zou het
eleganter zijn geweest, om de wille van een
juiste ondersteuning van de lezers, tevens het
becommentarieerde artikel gelijktijdig te
plaatsen.

2. Om de laatste reden is het ook te betreu-
ren dat collega Kalis, tegen het gebruik, klaar-
blijkelijk niet in de gelegenheid is gesteld zieh
in hetzelfde nummer van het \'lïjdschrift te
verweren tegen het geleverde commentaar.

.3. Het laatste deel van het betoog (pagina
52) van de collega\'s Van Bekkum en \'I erpstra
heeft weinig meer te maken met "Een kritische
benadering\', integendeel.
Het getuigt mijns inziens van weinig stijl om
over een onderzoek van een collega te stellen:
\'Het geciteerde \'onderzoek\' is slechts versche-
nen in de vorm van een referaat\'. Een indruk
die zij nog versterken door aanhalingstekens
te plaatsen bij het woord \'onderzoek\',
\'l evens geven zij niet de naam van de onder-
zoeker en de titel van het onderzoek, zodat de
lezer niet in staat wordt gesteld dit waarde
oordeel te toetsen en de onderzoeker de moge-
lijkheid tot reageren wordt onthouden.

4. De wijze waarop de collega\'s Van Bek-
kum en Terpstra aan het slot van hun schrij-
ven collega Kalis menen te moeten verwijzen
naar de postulaten van Koch, is mijns inziens
een publieke discussie tussen collega\'s on-
waardig en geniet niet mijn sympathie.

Aannemende dat de stijl van het ingezondene
de intentie van de collega\'s Van Bekkum en
Terpstra is voorbij geschoten, hoop ik dat
becommentarieerde de beheerstheid op kan
brengen alleen inhoudelijk te reageren,
M. ./, de BoerK

\' Drs, M, ,1, de Boer, (iezondheidsdienst voor Dieren in Utrecht,

- Prof, dr, J, G, van Bekkum en dr, C, Terpstra, Centraal Diergeneeskundig Instituut, Afdeling Virologie.
Houtrihweg .19. 8221 RA l.elystad.

Naschrift (I)

Collega de Boer citeert onze brief niet geheel
juist. Wij stelden; het geciteerde onderzoek is
alleen verschenen in de vorm vaneen referaat,
omdat de in het referaat genoemde informatie
uitsluitend daar te vinden is, \'Alleen\' in deze
zin gebruikt heeft geen negatieve betekenis,
\'slechts\' misschien wel.

De aanhalingstekens om \'onderzoek\' staan er
naar onze mening terecht. Het gebodene kan
de toets der kritiek niet doorstaan.

Voor het overige; wij achten het onjuist dat
onvoldoende gefundeerde conclusies van een
onderzoek van een co-assistent als Vu>Kt-
staande feiten w orden verspreid via de leken-
pers, zelfs zonder dat er discussies over in
vakkringen mogelijk zijn geweest.
Hel leidt tot verkeerde voorlichting aan de
veehouderij, die er in dit geval ook nog ern-
stige financiële schade van ondervindt.
Vermelding van de titel van het referaat en de
naam van de auteur bleven doelbewust ach-
terwege, Deze collega was niet degene die de
verkeerde conclusies van het onderzoek heeft
uitgedragen en heeft daardoor de diergenees-
kunde geen \'afbreuk\' gedaan,

J. G. van Bekkum-
C. Terpstra\'-

(Builen verantwoordelijkheid van de Redaktie)

-ocr page 322-

Naschrift (II)

Uezien de inhoud van het bedoelde ingezon-
denstuk vandecollegae Van BekkumenTerp-
stra ligt een algemene discussie binnen de
beroepsgroep van dierenartsen meer voor de
hand, dan een persoonlijke \'casuistische\' dis-
cussie over het artikel van collega Kalis.
Dit is de reden, dat de redaktie collega Kalis

Respiratory Disease in Cattle
C urrent 1 opics in Veterinary Medicine, Volume .t

W. B.\'Martin, editor

(Marlinm Mjhoff Publishers. The Hiigue. Boston.
Lcvtdon. 1978)

Dit boek bundelt de voordrachten gehouden op
het Seminar in het kader van het F.E.Ci. pro-
gramma voor de coördinatie van onder/oek op het
gebied van de rundvleesproduktie dat plaats vond
in Edinburgh, november 1977.
Op dit Seminar werden door vertegenwoordigers
van onder/oekinsinstituten en universiteiten uit de
diverse E.E.Ci. lidstaten le/ingen gehouden. Daar
naast waren enkele bekende onderzoekers van
buiten Europa uitgenodigd.

De eerste zitting was gewijd aan het voorkomen
en de frequentie van ademhalingsziekten en is
dan ook niet het interessantste deel.

niet in eerste instantie om een reactie heeft
verzocht. Het overnemen van het betreffende
artikel van collega Kalis uit
De Boerderij
de redaktie om meerdere redenen niet nodig.
Een duidelijke verwijzing naar nummer,
datum en pagina vond trouwens plaats In het
ingezonden stuk.

HOOFDREDAKTIE.

Daarna volgden verschillende onderwerpen zoals
parasitaire longaandoeningen, virale infecties van
de voorste luchtwegen, mycoplasma\'s. bacteriele
infecties, pathologie, omgevingsfactoren, behande-
ling. immuniteit en vaccinaties.
In totaal werden 45 lezingen gehouden die in dit
boek zijn gebundeld.

Het geheel geeft een goed overzicht van de stand
van zaken van het ogenblik, al waren doublures
uiteraard onvennijdelijk. Toch zijn verschillende
artikelen zeer lezenswaardig vooral wanneer de
onderzoeker zijn visie geeft op de toekomstige
ontwikkelingen op het gebied van de etiologie. de
diagnostiek en de bestrijding van ademhalings-
infeeties bij jongvee.

11. ./. Breukink.

-ocr page 323-

Immunologie

Lymfocytentransformatie in vitro na
infectie en vaccinatie met het virus van de
ziekte van Aujeszky

Oirschot. .1. I". van: hi vitro stimulation of pig
lymphocytes after infection and vaccination with
Aujeszkv^s Disease Virus.
W\'t. Mtirh.. }•. 255-:6H.
(I97K 197\')J.

Dc auteur, werk/aatn als immunoloogaan het Cen-
traal Diergeneeskundig Instituut te l-elystad. wijst
er in de inleiding van zijn artikel op. dat de celge-
bonden immuunreactieseen belangrijke rol spelen in
het verloop van Herpesvirusinfecties. In deze publi-
katie worden de resultaten vermeld van door hem
uitgevoerde lytnfocyten transformatietests (een
tnaat voor celgebonden immuniteit) met bekende
mitogenen (phytohaemagglutinine. pokeweed mi-
togeen en concanavaline A) en met virus-antigeen
van de ziekte van Aujeszky.

Het onderzoek vond plaats met perifere lymfocyten
\\an besmette varkens en van dieren, die tnet Du-
phar Aujeszky vaccin waren gevaccineerd. Materi-
aal en methoden worden uitvoerig en zeer nauw-
keurig door de auteur beschreven, fit het
onderzoek blijkt, dat door de vaccinatie infectie
geen verhoogde aspecifieke cellulaire \'imtnuniteif
in het algemeen ontstaat, wèl. dat er een duidelijke
én specifieke lymfocyten stimulatie
in vitro te ver-
krijgen is door het v irus van de ziekte van Aujeszky.
Deze voor dit antigeen specifieke lymfocyten be-
ginnen reeds 7-14 dagen na infectie vaccinatie in
het perifere bloed te verschijnen en konden gedu-
rende nog geruime tijd worden aangetoond. Neu-
traliserende antilichamen ontstonden na infectie
aanzienlijk eerder dan na vaccinatie.

./. („ttiduvmircl.

Oncologie

(Jevoeligheidsbepaling van humane tu-
morcellen: niet ver meer van de werke-
lijkheid af

fiditorial: \'.Almo:
fects on human
(1979)

,t a realitv\': prediction of drug ef-
canccrs. \'./.
Am. Med. .4.v.v.. 242.

De redaktie bespreekt in dit overzichtsartikel een
aantal recent gepubliceerde artikelen, waarin veel-
belovende resultaten worden gemeld met betrek-
king tot het uitvoeren van een gevoeligheidstest van
humane en dierlijke tumorcellen voor verschillende
cytostatica. De tijd is niet meer ver af dat -evenals
in de bacteriologie eerst gevoeligheidstests met
verschillende cytostatica worden uitgevoerd, alvo-
rens tot behandeling van een maligne tumor wordt
overgegaan. Het probleem van het verkrijgen van
een goede tumor-celkweek is vrijwel opgelost en de
eerste vergelijkende resultaten tussen
in vitro en in
vivo
gevoeligheid van een tumor voor een bepaald
cytostaticum zijn redelijk tot zeer goed. d.w.z. als de
in v/rro-test \'ongevoelig\' als uitslag geeft, dan geldt
dat haast altijd ook voor de
\'in vivo\' behandeling:
andersom is de correlatie (nog) minder.
.Al met al een verbazingwekkende ontwikkeling!

J. Goudswaard.

Paard

Identificatie en behandeling van
colostrum-deficiente veulens

Rumbaugh. G. E.. Ardans. A. .A.. Ginno. D.,
frommershausen-Smith: Identification and Treat-
ment of Colostrum-Deficient Foals. ./.
.Am. Ier.
.Med. A.s.we..
174. (J). 273-277. (1979).

Het pasgeboren veulen kan vermoedelijk antilicha-
men vormen tegen bijna alle micro-organismen,
maar heeft nog vrijwel geen itnmunoglobulinen
(IG). Het is dus nog niet beschertnd tegen binnen-
dringende micro-organistiien. De IG worden na de
geboorte v ia het colostrum opgenomen. De uier van
het paard synthetiseert geen IG, uitgezonderd mis-
schien IGA. De uier concentreert cchtcr de IG van
het bloed in het colostrutn voordat het v eulcn gebo-
ren wordt.

Dc Iti van het colostrum van het paard bevat in
hoofdzaak IgG.

Voortijdige melkgift is vermoedelijk de belang-
rijkste reden, dat soms te weinig IgCi door het veu-
len wordt opgenomen, waardoor dit de eerste le-
vensweken vatbaarder voor bactericle infecties
wordt.

Verondersteld wordt, dat colostrum-deficiente veu-
lens serum-lgCi waarden hebben kleiner dan 400
tng dl. De bepaling \\an de IgG concentratie in het
scrutn van het jonge veulen is daarotn van klinisch
belang om het colostrum-deficiente veulen op te
sporen, ter voorkoming van neonatale ziekten.
Onder praktijkomstandigheden voldoet de z.g.
zinksulfaat-troebelingstcst hiervoor zeer goed.
Schrijvers vergeleken serummonsters van het veu-
len cn de merrie met deze tnethode. Omdat een
veulen van lS-24 uur ongeveer een even grote con-
centratie Ig behoort te hebben dan de moeder, heeft

-ocr page 324-

men zodoende een uitstekend referentiepunt voor
visuele schatting van de zink-sulfaat test.
Immuunlichaam-deficiente veulens jonger dan 18-
24 uur wordt bij voorkeur 200-250 ml. colostrum
(pas ontdooid en verwarmd) per os verstrekt.
Intraveneuze injecties langzaam toegediend van 20
ml paardeplasma Kg. lich. gew. (ontdooid en ver-
warmd) bij het oudere veulen gaf goede resultaten.
Plasma en colostrum werd bevroren bewaard voor
toekomstig gebruik. Ter voorkoming van mogelijk
haemolytische reacties zou hel plasma of colostrum
onderzocht moeten worden op anti-RBC-iso-
antilichamen. Als dit niet mogelijk is. is een "plas-
mapool\' van 3-4 plaatselijk aanwezige manlijke
paarden, die nooit een transfusie hebben gehad een
acceptabele bron voor immuunglobulinen.

./. /. Terpsira.

Kreienmuth had dezelfde symptomen waargeno-
men in het broedprogramma van de North Aineri-
can Peregrine foundation bijjongevogelsdienict in
aanraking kwamen met direct zonlicht. Hij zag ge-
nezing na toedienen \\an levertraan en plaatsen in de
zon. De slechtvalk \\an schrijver kwam bijna niet in
aanraking met direct zonlicht.
(Identieke ziektebeelden blijken ook hier weer niet
altijd dezelfde etiologie te hebben;
Kef.)

(;. ,/. van .Me.

Roofvogel

\'Star-gazing disease\' bij roofvogels

More on stargazing disease. //uu
\'<6. (1976).

Remple. .1.
c/ia/k vr.

Roofvogel

Zogenaamde thiamine-deficiéntie bij
roofvogels

Shor. \\V.: \'Star gazing disease\' in large falcons.
Hawk Chalk. 15. 57. (1976).

Schrijver zag drie maal \'star-gazing disease\' bij zijn
wildvang slechtvalk tarsel. De ziekte wordt ge-
noemd naar de houding van de aangetaste vogel die
in sterke opisthotonus naarde sterren lijkt te staren.
Ook treden convulsies op.

De beschrijving van dezeaandoenmgdoor Prescott
Ward (zie referaat
Tijdsehr. Diergeneesk.. 91. 490.
(1972))
heeft betrekking op deze slechtvalk, die de
eerste keer genas na vitamine B|-injecties.
Het ziektebeeld werd dan ook aan een thiainine
(aneurinc-)deficiëntie toegeschreven, mogelijk ver-
oorzaakt door eenzijdige voeding met eendagskui-
kens. die evenals eieren thiaminase bevatten. De
valk bleef gedurende 4 jaar op ccn ander dieet vrij
van symptomen, die na een complete rui in een te
lange ruiperiode opnieuw optraden en nu niet ver-
dwenen na \\it. B,-injecties. Ook B-complex-
injecties en zeer hoge doseringen B-complex per os
gaven geen verbetering, die echter wel optrad na het
voeren van muizen. Gedacht werd aan een Ca-
deficicntic omdat de muizen met bot en al ingeslikt
werden. De valk was voorafgaand aan de sympto-
men met duiven gevoerd, waarvan de grote beende-
ren afgekloven maar niet opgenomen werden.
Het jaar daarop begonnen de verschijnselen weer na
een te langdurige rui-periode. Vit. B,. 25 mg per
dag, noch een dieet van muizen, hadden enig effect.
Hct snel voortschrijden van de toestand leek ver-
traagd te worden door een dieet van complete "gop-
hers\' (klein soort rat), aangevuld met
multiv itamine-tabletten. Volledige genezing echter
trad pas op na het geven van levertraan.

Collega Remple becommentarieert in een\'brief aan
de redaktie\' het artikel van Williston Shor. Waarom
hielpen de multivitaminetabletten niet en de lever-
traan wel\'.\' De tabletten bevatten Vit D, en vogels
benutten alleen het 7-dehydrocholesterol (D,). 1),
komt voor in planten, D, in dieren. Als D, bron
voor roofvogels noemt hij beendermeel en lever-
traan.

De redaktie kondigt een lijst aan van andere moge-
lijke Vit D,-bronnen. (Een leuke discussie naaraan-
leiding van een ziektebeeld dat aanvankelijk werd
toegeschreven aan een B,-deficientie;
Ref)

(1. ./.

m Si

Varken

Aangeboren ataxie en tremor met cere-
bellaire Hypoplasie bij biggen afkomstig
uit zeugen welke met Neguvon® vet.
tijdens de dracht behandeld waren.

Knox, Betty, Askaa, ,1.. Basse, A., Bitsch, V.,
Eskildsen, M., Mandrup, M., Ottosen, H. E., Over-
by, E., Pedeisen, K. B., and Rasmussen, Folkc:
Congenital Ataxia and Tremor with cerebellar
Hypoplasia in Piglets born by sows, treated with
Neguvon R vet. (mctrifonate, trichlorfon) during
pregnancy.
Sord. Vet. .Med.. M). 5.18-545. (1978).

Negen bedrijfsuitbrakcn van aangeboren ataxic cn
tremor bij biggen, geboortig uit tijdens de dracht
met Neguvon® behandelde zeugen, worden be-
schreven. Het eerste geval (eind 1976) betrof ecn
bedrijf met 103 zeugen; bij 20 tomen vertoonden
alle biggen ernstige ataxie en tremor. De zeugci.
bleken tussen de 45e en 6-3e dag der graviditeit
met 10 gram Neguvon® oraal behandeld te zijn.
Bij geen der andere zeugen van dat bedrijf welke
op een ander tijdstip der dracht behandeld waren
traden deze verschijnselen op. Noch abortus, noch

-ocr page 325-

doodgeboorte, mummificatie of opbreken werd
waargenomen. Bij de aangetaste biggen trad binnen
enkele dagen vrijwel 100\'"; sterfte op.
Ook in 1977 werden nog X dergelijke gevallen
waargenomen, waarbij meestal oraal, maar ook
door wassing de zeugen in dat dracbtighcids-
stadium met Neguvon® waren behandeld. In een
tweetal experimenten werden dezelfde verschijn-
selen met Neguvon® opgewekt. Veel zorg werd
besteed aan de uitsluiting van virale infecties. Bij de
experimenteel opgewekte afwijkingen traden exact
dezelfde verschijnselen op als bij de natuurlijke
uitbraken: tremor, ataxie en cerebellaire hypo-
plasie.

(Dat de onschadelijkheid van eem medicament in
elk stadium der dracht getest moet worden blijkt
ook hier;
Ref.)

./. .U. Wij.smuller.

Varken

Entingen tegen de Ziekte van Aujeszky

Jakubik. J. und Wittmann. Ci.: Die Impfung von
Saugferkeln verschiedenen .Alters mit inaktivierter
.Aujeszkyvakzine.
Berl Münch. Tierärzll. M\'.schr..
92. .U3-345. (1979).

Onderzocht werd of 2-4 weken oude biggen, ge-
boren uit ongeënte Z.v.A-sero negatieve zeugen,
doelmatig met een geïnactiveerd vaccin tegen
de Ziekte van Ausjeszky
(Z.w.A.) kunnen worden
geïmmuniseerd.

De vaccinaties werden uitgevoerd met een vaccin,
bestaande uit geïnactiveerd Ziekte van Aujeszk\\-
virus in een DEAF.-Dextran adjuvans (.lakubik-
1 ubingen).

Er werden biggen van 2 weken (I). van weken
(II) en van 4 weken (111) gevaccineerd. Elke groep
bestond uit 8-9 biggen. Na 2 weken werden per
groep 5-6 biggen gevaccineerd.
De gern. SN-titers waren 2 weken na de eerste
enting in de groepen 1. II en III resp. 1:5.1.
1:80 en 1:74.

Twee weken na de revaccinatie waren de SN-titers
sterk gestegen tot resp. I:-146 (I). I:.1.12(ll) en
1:420(111). ^

Zowel de eenmaal als de tweemaal geënte biggen
waren allen beschermd tegen een intranasale chal-
lenge met Z
.V..A.-virus.

Van de 9 controlebiggen stierven er 4 en de overige
5 werden ziek na challenge.

De conclusie is. dat enting van biggen uit on-
geënte. seroi.egatieve zeugen, met het geteste vaccin
vanaf een leeftijd van 2 weken zeer wel mogelijk is.
(Onder Nederlandse omstandigheden is in de prak-
tijk grotendeels sprake van biggen geboren uit
seropositieve zeugen. In hoeverre deze biggen ook
succesvol kunnen worden geënt met bovengenoem-
de entstof, wordt door de onderzoekers ook onder-
zocht;
Ref)

M. Tielen.

Vogel

Een op Paciieco ziekte gelijkend beeld
veroorzaakt door iierpesvirus bij amazo-
nepapegaaien

Randall. C. .1.. Dagless, M. D.. .lones. II. Cl. R..
MacDonald. .1. W.. and Smith. W.: Herpesvirus
Infection resembling Pacheo\'s Disease in .Amazon
Parrots.
.Avian Palh.. 8. 229-2.«. (1979).

Beschresen wordt een herpesinfectie die op Pa-
checo ziekte lijkt bij twee amazonepapegaaien, af-
komstig uit een dierenwinkel. Beide vogels waren
gehuisvest in een kooi en een week voor de proble-
men uit quarantaine \\rijgegeven.
De leeftijd was ongeveer een jaar. Beide vogels gin-
gen binnen 24 uur na elkaar dood. De enigste ziek-
teverschijnselen die waargenomen werden bij een
van de vogels was een geringe depressie en een
sereuze uitvloeiing uit een oog.
De andere vogel vertoonde klinisch geen afwijkin-
gen. Bij sectie bleken beide vogels in goede conditie
en de enigste duidelijke afwijking was een sterke
roodxerkleuring \\an het slijm\\lies van de dunne
darm. De eenzijdige conjunctivitis bleek veroor-
zaakt te zijn door een klein stukje \\ uil in de haarzak
van de mediale ooghoek.

Cieen protozoën of Chlamidia konden worden aan-
getoond. Bacteriologisch onderzoek was negatief
\\oor
Caiiipvlohacler en .Salmonella: er werd een
gering aantal a-hacmolytische Streptococcen ge-
isoleerd uit diverse organen en uit de longen van
beide vogels kwamen
Tmerohacier spp. Virusisola-
tie werd uitgevoerd doordooierzak-.allantoïsbolte-
en CAM-enting \\ an bebroede kippeneieren met ge-
homogeniseerd orgaan materiaal.
Op kippcnembryo-niercel-monolayers trad epe op
na 48 uur en konden eosine intranucleaire insluit-
lichaampjes van het type C\'owdry .A aangetoond
worden. Deze zijn typisch \\oor een herpesinfectie.
Het \\irus was ge\\ oelig voor chloroform.
Histokw\'.isch werden in de le\\cr zowel smusoidale
als peri\\asculaire lymfocyten en granulocytenop-
hopingcn gevonden. Een matig aantal internucle-
aire insluitsels werden in de Icvercelkerncn ge-
vonden. Deze waren meestal basophyl: somseehter
zwak eosinophyl.

N\'ersprcidc gebieden met locale necrose werden
aangetroffen in de milt met tussen dc loei sterk
eosinophyl kleurend exudaat.
Door autolyse waren de darnneranderingen niet
meer tc interpreteren.

Het herpesvirus kon eicctronenmicroscopisch wor-
den aangetoond in de kippenembr\\ o-nicrcellen.
(Pacheco /iekte is tot nu toe met zekerheid gemeld
in Duitsland. Zwitserland. België. I ngeland. Nieuw
Zeeland. Kenia. Zuid Amerika en l\'.S..A. In Neder-
land is een herpesvirus reeds enige malen op het
C.D.I. geïsoleerd;
Ref)

(,. M. Porre.uein.

-ocr page 326-

Meervoudige
een hond

Wilkinson G.T.: M ulliple dermatophvte in a dog../.
Small Anim. Pracl.. 20, C), 111-115. (1979).

109f Van alle bij hond en kat voorkomende derma-
tomycosen wordt veroorzaakt door ,V/,
canis: hier
wordt echter een tweejarige hond beschreven met
liefst 3 verschillende schimmelinfecties, nl,
M. gyp-
seum{etn
bodemorganisme, verantwoordelijk voor
20% van de dermatomycosen).
T. meniagn :>plnies
(vaak voorkomend, zeer besmettelijk, bij hond en
kat in ± 10% van de gevallen) en
Candida albicans
(zelden bij hond en kat; geërodeerde rode vochtige
laesies veroorzakend).

Nadat de hond op de leeftijd van 6 maanden was
begonnen met rode jeukende
(Ref.) plekken ven-
traal, was de toestand bij opname als volgt: ventrale
deel van romp kaal en huid verdikt, gepigmenteerd,
erythemateus en geschubd (vnl, liezen, oksels en
voor het praeputium). Hoofdhuid slecht behaard;
snuit, wangen en voorhoofd vrijwel kaal. gezwol-
len. gepigmenteerd. geschubd en vele grote vastzit-
tende korsten voornamelijk op het voorhoofd.
Onder de korsten vele ulcera waaruit een crème-
kleurig exsudaat kon worden gedrukt, Submandi-
bulaire en inguinale Inn. vergroot. Apathie -f
anaemle.

Bloedbeeld; matige hypochrome, microcytische
anaemie (vermoedelijk veroorzaakt door
voorafgaand dieet van uitsluitend gekookt schape-
vlees en rijst); lichte leucopenie met lymfopenie
(immunodepressie gevolg of oorzaak van de multi-
pele infectie?); serumproteïne, lever-en nierfunctie
normaal.

Onderzoek met Woodlamp en huidafkrabsels (van
de liesstreek) negatief
(Ref.)
De aanwezigheid van bovengenoemde schimmels
kon pas worden aangetoond na onderzoek van het
purulente exsudaat van de laesies op het voor-
hoofd!

(ienezing na opname van 3 weken en een behande-
lingsduur van 5 maanden;

1, Ciriseovulinc: 50 mg kg per dag (direct na een
plantaardige olie bevattende maaltijd om de
resorptie te bevorderen);

2, Inwrijven van de aangetaste plekken met Ecti-
mar® (Bayer) om de andere dag. Na 5 behande-
lingen afgewassen met water en zeep;

3, 50 mgr Testoteron (Durateston®; Intervet i,m,
en 0,5 mgr Fthylestrenol (Nandora®; Intervet)
eenmaal daags oraal;

4, Vitamine-ijzerpreparaat oraal (Visorbits®;
Smith, Kline & French);

5, Levamisol-hydrochloride (Fevasol®; Fthnor);
2,5 mg kg dagelijks gedurende 3 opeenvol-
gende dagen alle 2 weken.

//. //. Tlmlheimer.

Bedford. P. G. C. and Longstaffe. .1. A.: Corneal
pannus (chronic superficial keratitis) in the German
Shepherd Dog.,/,
small Anim. Praei.. 20, (!) 41-56.
(1979).

Na melding te hebben gemaakt van de diverse bena-
mingen voor de in de oogheelkunde gebruikte term
\'Pannus" (hun voorkeur: \'chronic superficial kerati-
tis\') wordt een samenvatting gegeven van vier jaar
klinische bevindingen, histopathologic en therapie
van 84 herdershonden (55 teven. 29 reuen, leeftijd
4-9 jaar). Het bleek niet mogelijk naar aanleiding
hiervan een uitspraak te doen betreffende de aethi-
ologie,

L^e pannus w as in 93% van de gevallen bilateraal en
bevond zich altijd in het temporale deel van de
cornea, nooit uitsluitend in het nasale deel en bij
95% in het ventrolateral kwadrant. Bij 83% van de
patiënten bestond een duidelijke pigmentatie van de
aangrenzende conjunctiva bulbi,
iVlet behulp van de spleetlamp zijn de vier achter-
eenvolgens optredende stadia duidelijk te onder-
kennen.

De door auteurs toegepaste behandeling is uitslui-
tend gebaseerd op de doeltreffendheid waarmede de
aandoening kan worden genezen en een reeidief kan
worden voorkomen.

Bij pannus tenlus en vasculosus en 60^; van de
patiënten met pannus en epaulette kon binnen 7
dagen bij de eerste twee vormen en 10-14 dagen bij
de laatstgenoemde vorm een heldere cornea worden
verkregen met;

F \'Friamcinolon (Adcortyl, Squibb) per os (I
mg 20 Ib) gedurende 5 dagen en daarna de
halve dosis gedurende 2 dagen;

2, Betamethason (Betnesol, Glaxo): 4 maal daags
2 druppels gedurende 2 weken.

Bij de overige 40% van de patiënten met pannus en
epaulette werd behalve de bovenstaande behande-
ling tevens 2,0 tng IVIethylprednisonacetaat (Depo-
medrone®, Upjohn) subconjunctivaal onder de la-
terale conjunctiva bulbi toegediend. Opheldering
van de cornea resulteerde bij het merendeel van de
patiënten na 10-14 dagen, bij sommigen na maxi-
maal 25 dagen.

Bij pannus siccus kon bij sommige patiënten slechts
een lichte verbetering worden bereikt en een remis-
sie volgde steeds na een interval van 1 tot 5 maan-
den, Slechts door chirurgische verwijdering van de
laesie kon een heldere cornea en een betere visus
worden verkregen. Totale keratectomie leverde
geen goede resultaten op, oppervlakkige wel. Gro-
tere laesies werden in 2 of 3 gedeelten verwijderd,
Perotomie gevolgd door cauterisatie werd niet toe-
gepast, Farsorafie of membrana-llap post operatief
bleek niet noodzakelijk.

huidschimmelinfectie bij Pannus bij de Duitse herder

Kleine Huisdieren Dermatologie Kleine Huisdieren Oogheelkunde

-ocr page 327-

Wèl achten auteurs het belangrijk dat de cornea
door re-epithelisatie en niet door revascularisatie
herstelt en derhalve wordt de therapie met cortico-
steroiden zoals boven beschreven gedurende 25
dagen toegepast; hier nog aangevuld met een anti-
bioticum (Chloromycetine-oog/alO.
Recidiven traden 1\' ,-5 maanden na de operatie op,
tnaar konden - mits tijdig ontdekt gemakkelijk
medicamenteel worden behandeld.

//. //. Thalheimer.

Kleine huisdieren Chirurgie

Cryochirurgische behandeling van een
pup met prolapsus recti

Rickards, D. A.: Prolapsed Rectum in a Puppy; a
Cryosurgical Approach.
Canine Practice. 6. (4). 37.
(1979).

Beschreven wordt de behandeling van een } maan-
den oude Yorkshire terrier met diarrhee en een
reeds 10 dagen lang bestaatide prolapsus recti van 5
cm.

Narcose met Surital® (Parke-Davis) en Halothane-
stikstof mengsel. De cylinder van een 1 cc plastic
spuit werd ingevet en tot craniaal \\an de sphincter
ani in het darmlumen geschoven. Met behulp van
een direct caudaal van de sphincter ani aange-
brachte plastic tourniquet-band werd de prolapsus
licht tegen de cylinder van de spuit gedrukt, waarbij
/ich tevens de bek van een geopende nagelschaar
bev ond (teneinde de tourniquet naderhand zo snel
mogelijk te kunnen verwijderen). De plastic band
diende tevens tot vermindering van het koude-effect
aan de craniale /.ijde.

Om de bevriezingsgraad te bepalen werd een pyro-
metersonde in het lumen van de prolaps geplaatst
en de andere dichtbij de sphincter ani. Gebruikt
werd een cryocauter met vloeibare stikstof. Na on-
geveer 30 seconden werd een temperatuur van —
60° C bereikt, waarna ontdooiing volgde. Zodra de
temperatuur wederom boven 0° C was werd een
tweede maal ingevroren en na afloop daarvan werd
de tourniquet met de ingesloten schaar doorge-
knipt. Er ontstond slechts een heel dichte bloeding.
Vervolgens werd de wond met Furazolidon ge-
sprayd en werden gedurende 2 dagen penicilline-
streptomycine en prednisolon toegediend.
Na 36 uren was de gehele prolaps necrotisch en 3
dagen p.o. werd de prolaps afgestoten. Er ontston-
den geen complicaties en 2 maanden later was
slechts een lichte verkleuring van een gedeelte van
de anaalstreek zichtbaar (veroorzaakt door morsen
van vloeibare stikstof).

H. //. Thalheitiier.

-ocr page 328-

Hygiëne in de vleeslijn

I^oor de Vakgroep Voedingsmiddelen van
Dierlijke Oorsprong (V.V.DrO.) werd op 18
oktober 1979 de traditionele V.V.D.O.-dag
georganiseerd. Voor de tweede keer geschied-
de dat in samenwerking met de Vereniging
\\an Directeuren van Gemeentelijke Slacht-
huizen en Vleeskeuringsdiensten in Neder-
land en de Groep Volksgezondheid van de
Kon. Ned. Maatschappij voor Diergenees-
kunde. De dag werd geplaatst in ket kader
\\an de Slasakto, de iedere drie jaar terug-
kerende slagersvaktentoonstelling.
De voordrachten werden door een groot
aantal belangstellenden uit veterinaire en an-
dere kringen bijgewoond.

Pro/: dr. ./. 6\'. van I.ogie.siijn gaf als eerste
spreker een algemeen overzicht. Hij plaatste
de h>\'giéne in de vleeslijn in het kader van de
overheidszorg voor voedingsmiddelen van
dierlijke oorsprong, waarbij het tevens gaat
om optimale samenstelling, kwaliteit en deug-
delijkheid en de eerlijkheid in de handel.
Dc consument dient te zorgen voor hct hand-
haven van dc koelketen tot het moment \\an
(zo spoedig mogelijke) consuiuptie.

De hygiénische gesteldheid van het vlees en
de vleesprodukten. die in de vleeswinkel ver-
kocht worden, is ongetwijfeld in de loop der
tijd sterk verbeterd, maar kan nog verder
verbeterd worden.

Zoals in alle verdere schakels in de vleeslijn
zijn ook in de vleeswinkels voor de hygiëne
bepalende factoren:

de ruimten, de equipmenl en de techno-
logie.

dc factor mens: management, organisatie;
de grondstoffen en de hulpstoffen.
Alle drie factoren kunnen verbeterd worden.
Maar ook de slager kan een "zwarte Piet\'
doorspelen: de niet optimale bactericle en
chemische hygiéne van de grondstof vlees.
Ten aanzien van de chemische hygiëne zijn
allerlei preventieve èn effectieve maatregelen
getroffen. Met het vlees koiricn echter steeds
aanzienlijke aantallen bacterien. waaronder
sotiis ook pathogene. de vleeswinkcl binnen.
Het wordt dan ook van groot belang gacht
de contaminatie van dat vlees verder terug te
dringen. Een belangrijk deel van het
V.V.D.O.-onderzoekprogramma is daar dan
ook op gericht.

Verdere ontwikkeling van Good Manu-
facturing Practices en een doorlopende ge-
integreerde bewaking van de gehele vleeslijn
zijn nodig.

Een geïntegreerde levensmiddelendienst zou
daarbij goede diensten kunnen bewijzen aan
de consument maar ook aan de producent en
de tussenschakels.

^rv
ÏJ

Een dergelike dienst zou met redelijkheid,
respect en iedere schakel in haar eigen ver-
antwoordelijkheid latend, vooral voorlich-
tend en alleen waar nodig politioneel, bij
voorkeur preventief en alleen aanvullend re-
pressief haar taken moeten uitoefenen: "tot
heil van mens en dier".

Dr. ./. \\1. .4. Siujik\'r.s behandelde vervolgens
de problematiek rond contaminatie en de-
contaminatie van karkassen in deslachtlijnen.
Contaminatie van vleesoppervlakken tijdens
het slachtproces, hoe goed en hoe hygiënisch
dat ook geschiedt, is onvermijdelijk. Maar
er zijn goed bruikbare methoden om die
contatninatie vergaand te reduceren.
Daartoe kunnen voorwaarden worden ge-
schapen door een goede, ruime, overzichte-
lijke opstelling van de equipment. t)e ruimte
in slachterijen mag niet te klein zijn. soms
is de slachtlijn zelf erg gecomprimeerd, is er
te weinig aandacht geschonken aan de moge-
lijkheid voor reiniging en desinfectie van
tnachines en ruimten. Meer overleg tussen
overheid en machinefabrieken is daarom no-
dig. Cioede arbeidsomstandigheden bevorde-
ren de motivatie van de werkers tot hvgie-
nisch handelen. Veel aandacht tnoet worden
geschonken aan de organisatie van het werk,
inclusief de reiniging en de desinfcctie.
Veel onderzoek is door de V.V.D.O. gevviid
aan het ontwerpen van technieken om de
hygiënische gesteldheid van slachtlijnen en
van dc karkassen vast te stellen. Met behulp
van deze tnethodcn werd vastgesteld dat in
de varkensslachtlijn na een aanvankelijk
sterke reductie van de oppervlaktellora door
het broeien en schroeien een (soms zeer
sterke) nabesmetting optreedt door de z
.g.
poets- en polijstapparatuur. Deze lijn moet
zo kort mogelijk zijn en moet goed gereinigd
en gedesinfecteerd kunnen worden.
De uiteindelijk, ondanks alle maatregelen,
optredende contaminatie kan aan het einde
van de slachtlijn aanzienlijk worden terug-

-ocr page 329-

gedrongen door een decontaminatie van de
karkassen. Toepassing van een inirarood-
bestraling en sproeien met een melkzuur-
oplossing bieden daartoe perspectieven.

Drs. P. G. //. Bijker tenslotte gaf een ver-
handeling over dc bewaking van de micro-
biologische kwaliteit van eetbare slachtafval-
Icn. Hij stelde dat slachtafvallen vaak onder-
gewaardeerd worden: door de consument
worden zc inderdaad vaak onterecht als af-
vallen gezien; door de bedrijven wordt niet
altijd optimale zorg aan deze produkten be-
steed omdat het toch maar \'afvallen" zijn.
Er dient méér aandacht aan deze slacht-
afvallen te worden besteed ter bescherming
v an dc consument, ter v oorkoming van verlie-
zen van eiwitrijke grondstoffen, ter bevorde-
ring van de eerlijkheid in de handel, ter
wering van besmettelijke veeziekten en niet
in het minst vanwege de ethische aspecten.
Bijker schetst de problematiek rond Good
Manufacturing Practices en met name ook
de bacteriologische kwaliteit van deze pro-
dukten. Die bacteriologische kwaliteit kan
mede bev orderd w orden door repressief toe-
zicht maar vooral ook door preventief toe-
zicht. In het tweede deel van dc voordracht
werd gerapporteerd over eigen onderzoek.
Daarbij werd vooral gezocht naar mogelijk-
heden om door ecn betere methode van
winning en bcw aring te komen tot in bacterio-
logisch opzicht beter grondstoffen voor ver-
werking.

Méér zorg besteed aan de keuring en win-
ning van slachtafvalicn. zorgvuldige bewa-
ring. vermijden van kruis- cn nabesmetting
zijn in dc praktijk, zonder grote extra kosten,
mogelijk en kunnen leiden tot ecn produkt.
dat beter houdbaar cn veiliger is.

(Vakgroep l\'oeding.smiddeien van
Dieriijke Oorsprong)

Van de Faculteit

Pati\'éntenaanbod

Het is gebleken dat speciaal de vervoerskosten van
runderpatiënten naar onze Faculteit steeds hoger
worden.

Teneinde hieraan enigszins tegemoet te komen
heeft de Faculteit besloten ten aanzien van
runde-
ren
bestemd voor de Kiiniek voor Inwendige Ziek-
ten
een tegemoetkoming te geven van ƒ 50. per
patiënt.

Deze regeling geldt onder de volgende voorwaar-
den:

a. zij is voorlopig van 1 juni tot 31 december 1980;

b. van tevoren dient door de praktizerend dieren-
arts contact te zijn opgenomen met de kliniek
over de eventuele opname van de patiënt.

Indien een rundveehouder derhalve een patiënt
voor onderzoek wenst te zenden, dient hij dus aan
zijn dierenarts te vragen contact op te nemen met de
kliniek voor Inwendige Ziekten (tel. 030-531110).

AO-kursussen,
Waldenburg (Zwitserland)

AO-Vet. organiseert op 19meiecn\',\\0-Vet \\ orkurs
für Tierärzte, mit-arbeitende Tierarzthelferinnen\'.

Deze cursus is bedoeld om bov engcnocmdcn, en de
dierenartsen bekend le maken met inzichten en
technieken t.a.v. instrumentleer, asepsis en paticn-
tcnvoorbcreiding.

Daaraansluitcnd is ecn \'.A()-\\\'et Basiskurs für Tie-
ärzte\'
georganiseerd van 20-22 mci 1980.
In deze basiscursus worden de grondslagen van de
fractuurbehandeling en de
Osteosynthese bij dieren
behandeld. De speciale problemen van conserva-
tieve en operatieve fractuurbehandeling worden be-
sproken. Tijdens de praktische oefeningen worden
dc deelnemers vertrouwd gemaakt met het gebruik
van het .AO-instrumcntarium en de basisbeginselen
der osteosynthesetechniekcn.

Inlichtingen en aanmeldingen v ia: West Instrumen-
ten B.V., Postbus 150, Bilthoven, Tel. 030-784050.

-ocr page 330-

VOORJAARSDAGEN
MAY 2-3-4, 1980

Internationaal Congrescentrum RAI -
Amsterdam

Van 1-4 mei worden de Voorjaarsdagen in
Amsterdam gehouden. Het programma is
weer sterk gericht op de praktizerende dieren-
arts.

Donderdagavond begint het Congres met een
informele bijeenkomst in de RAI, waarbij de
expositie van medicamenten, instrumenten en
boeken geopend wordt; in één overzicht kunt
u een indruk krijgen wat de Nederlandse en
internationale markt op dit terrein te bieden
heeft. Het Congres-comité hoopt u te mogen
begroeten en een glas met u te drinken op de
goede afloop.

Vrijdagochiend begint het hoofdprogramma
met de vrije mededelingen, de\'nieuwsrubriek"
van ons beroep. Daar is \'s middags het \'Leit-
motiv\' van het hoofdprogramma de klacht
\'hoest\'; verschillende sprekers zullen uw ken-
nis over oorzaken, diagnostiek en behande-
ling vermeerderen.

Ook zaterdag staat het hoofdprogramma in
het teken van de hoest.
Daarnaast is er op zaterdagochtend een serie
voordrachten in het Engels over heupdyspla-
sie (van genetica tot chirurgische behande-
ling), terwijl u zich zaterdagmiddag kunt laten
voorlichten over de nieuwste inzichten in voe-
ding. Ook op zaterdag is er de voortzetting
van een geslaagd experiment van vorig jaar;
de dierenarts-assistenten nascholing. Dc on-
derwerpen zijn anaesthesie en röntgenologie,
waarbij aan het eind van de middag aanslui-
ting ontstaat bij het hoofdprogramma en allen
welkom zijn bij de voordracht van collega
Lord over röntgendiagnostiek van de thorax.
Dit mag u uw medewerkers niet onthouden!

Zondag isereen overvloed aan keuzemogelijk-
heden. Een voorbeeld; het Seminar E.C.G. zal
vooral een toegepast karakter hebben. Naast
eenvoudige theorie krijgt iedere deelnemer
een mapje \'gevallen\'; u stelt zelfdiagnoses en
bespreekt deze met elkaar en de deskundigen.

Dit alles, gecombineerd met een gezellige gele-
genheid collegae te ontmoeten, Amsterdam te
\'doen\', een heerlijk feest te maken, is reden te
over u deze kans niet te laten ontgaan.
Vul nu uw aanmeldingsformulier(en) in en
stuur dit (deze) aan;

\'Voorjaarsdagen 1980\'
de Lairessestraat 163
1075 HK Amsterdam,

Indien u geen aanmeldingsformulieren in uw
bezit heeft, dan kunt u deze aanvragen op
hetzelfde adres,

Programtne

May 2

Friday morning

GENERAL PROGRAM (simultaneous transla-
tion)

9,00-10,30 Free communications
F, ,), Meutstege, L\'trecht (NF): Contractuur van de
M. Semiiendinosus en de M. Gracilis bij de hond,
O, Mattheeuws. Gent(B): De invloed van anaesthe-
sie op de IVGTT bij normale honden,
J, E, Eigenmann, Utrecht (NF): Acromegaly in the
dog,

A, de Rick, Gent (B): De biologische beschikbaar-
heid van digoxine, toegediend in tabletvorm bij de
hond,

J, de Schepper, Gent (B): Urolithiasis bij honden in
Belgie,

J, Rothuizen, Utrecht(NL): Urolithiasis tengevolge
van een falende leverfunctie bij de hond.

Seminar Lab session (English)
9,30-appr, 18,00

F, J, Meutstege (chairman), S. P. .Arnoezky, H, A,
W. Hazewinkel, R, .A. A. van Oosterom: Canine
cruciate and meniscal problems: .Anatomy, func-
tion. trauma and repair.

Friday morning

GENERAL PROGRAM (smiultaneous transla-
tion)

11.00-12.30 Free communications
P. G. Bedford. Hatfield (CiB): Glaucoma in the dog.
M. Flach, Hannover(BRD): Ophthalmologicalfin-
dings in the Merle Syndrome in the dog,
C, Peruccio, Torino
(I): Clinical, pathological and
ultrastructural aspects in a case of systemic ma-
lignant lymphoma in the dog, particularly referred
to the eye,

H, van Bree, Gent (B): Osteosarcoom in een frac-
tuur, behandeld met een Küntscher pen,
J, ,1, van Nes, Utrecht (NL): Haemorrhagische ne-
crotiserende myelomalacie bij de hond.

-ocr page 331-

FritJav aficrnooii

\\ K. Harpster, Boson (USA): Introduction to thie
eough, I,

A. Yo,xall, Cambridge (OB): Clinical pharmaco-
logy of drugs acting on the respiratory tract,
N, K, Harpster, Boston (L\'S.A): Introduction to the
cough. 11.

MAY .1

Sali\'idav nioniiiif;

ClENERAl. PROCiRAM (simultaneous transla-
tion)

U. kersten. Hannover (BRD): Cough, a hallmark
of caninc cardiopathies.

1.. P. Tilley. New York (USA): Feline cardiology.
N. K. Harpster. Boston (US.A): .Allergic lung
disease in the cat.

A. n. M. E. Osterhaus. Bunnik (NE): Virale en

bacteriele luchtweginfecties.

Discussion.

Saninlav morniiis;

CURRENT RESEARCH AND NEW DEVE-
FOPMENTS IN NUl RFFION (English),
9,00-1,"!,00

.1. H. C. Brooymans-Schallenberg. Den Haag(NF):
Diagnosis and selection in respect of hip dysplasia
in dogs.

.1, Bouw. Wageningen (NF): Hip dysplasia and dog-
breeding.

F. C. Vaughan. Hatfield (OB): Diagnosis and

management of hip dysplasia.

W. D. Prieur. Waldenburg (CH): Biomechanical

measurements of the canine hip joint.

S. P. .Arnoczky. New York (USA): Forces acting on

the canine hip.

W. I). Prieur. Waldenburg (CH): X\'arisation oste-
otomy.

P. H.A. Poll. Faren (NF): Surgical technique ofthe
total hip.

R. .lanssen. .Amsterdam (NF): Evaluation and com-
plications of the total hip.

Saicrilay afwrnoon

CIENFRAF PROGRAM (simultaneous transla-
tion)

14.00-14.4.5

C. F. Harvey. Philadelphia (USA): Surgery ofthe
upper airwav .

(iebruik en misbruik van de /luirstofkooi.
IF W. de Vries. Fitreeht (NF): Indicaties voor en
mogelijkheden met de \'Utrechtse\' zuurstofkooi.
F. .1. van Sluijs. Utrecht (NF): Fong-. nier- en func-
tiestoornissen en leverbeschadiging ten gevolge van
Paraquat intoxicatie bij twee honden.
,F f. Fumeij. U\'trecht (NF): De gevolgen van rook-
inhalatie bij twee honden,

P, F, Ford, New Haven (USA): Radiography ol the
thorax: principles and practice.

CURRFNf RESEARCH AND NEW DEAE-
FOPMENTS IN HIP DVSPI ASIA (Fnglish).
.A. Fh, van\'t Klooster, Utrecht (NF): Introduction.
C. Fennell, Wilmslow (OB): Nutritional therapeu-
tics and the small animal practitioner,
Ci, M. Dorrestein, Utrecht (NF): Practical aspects

of v itamin .A-deficiency in parrots and cockatoos.
L. C. Vaughan. Hatfield (GB): Clinical and radio-
graphical features of nutritional bone disease.
A. Kamphuis. Putten (NF): Dogfood testing proto-
col: results and discussion.

.1. P. W. Rivers. London (CiB): Polyunsaturated
fatty acids in the nutrition of the cat.
F. C. Stades. Utrecht (NL): Faurin deficiency in
nine cats.

J. G. Morris, f^avis (USA): The aminoacid require-
ments of the growing kitten.

MAY 4
SEMINARS

A. A. Stokhof. Utrecht (NL). U. Kersten. Hanno-
ver (BRD): Electrocardiography.
D. G. Lewis. Liverpool (GB). G. C. Skerrlt. Liver-
pool (GB). T. .1. W\'hitbread. Liverpool (GB). Cervi-
cal syndromes in the dog.

J. M. Morris. Davis (USA): Nutrition of the cat.
C. E. Harvey. Philadelphia (USA): Surgical mana-
gement of ear and nasal disease.
A. Baumberger. Zürich (CH). L. Lakatos, Zürich
(CH): Klinik und operative Behandlung chirurgi-
scher Erkrankungen der Brustorgane.

Sunday afiernuon

N. K. Harpster, Boston (US.A): Diffuse pulmonary
disease in the dog.

P. F. Ford. New Haven (USA): Fhoracic radiology:
Radiographic signs and differential diagnosis.
S. P. Arnoc/ky, New York (USA): External coap-
tation,

F, P, Tilley, New York (USA): Practical canine
cardiology.

Congress-fee, incl, proceedings Dfl, 165, -
Students, incl, proceedings Dfl, 50,
Seminars each

(in addition to congress-fee) Dfl, .10.
Stine Seminar Lab
Dn. 125.
Proceedings onlv 1)11 25. .

Belangrijke inlichtingen

Het hoofdprogramma wordt simultaan in het Ne-
derlands vertaald, Fijdens de } uur durende \'Semi-
nars\' /uilen onderwerpen van praktische betekenis
diepgaand behandeld worden: /ij worden in het
Engels gehouden, /onder simultaanvertaling. voor
een beperkt aantal toehoorders. Foegangsbew ij/en
worden in volgorde van aanmelding uitgegeven.
•Alle aanmeldingen dienen verge/eld te gaan van
betaling per Eurocheque, bankoverschrijving of gi-
rokaart.

Annulering is mogelijk tot .10 april, terugbetaling
minus ƒ50, (Administratiekosten en proceed-
ings),

N,B. f)e leden van dc (iroep Kleine Huisdieren, die
niet op de Voorjaarsdagen komen, ontvangen tóch
na afloop van het congres de proceedings. Het is
voor de leden van de groep dus niet nodig apart
proceedings te bestellen.

All Information: .1. E. Gajcntaan, de Fairessestraat
16,1. 1075 HK Amsterdam, tel, 020-79,90 .12.

-ocr page 332-

D.A.N.S. 1980

Tweede nascholingsdag voor dieren-
artsassistenten

De overweldigende belangstelling en de grote
interesse voor de Dierenarts Assistenten \\a
Scholing in 1979 hebben de Voorjaarsdagen-
commissie geen keus gelaten: Dit moet herhaald
worden!

Naar aanleiding \\an de opmerkingen uit de aan het
einde \\an de dag gehouden enquête is de op/et wat
veranderd. Op veler \\er/oek is het niveau wat ver-
hoogd en U zult dit jaar geen dierenarlsen. maar
mensen uit eigen kring hel woord horen \\oeren.
In een klein boekje zullen samenvattingen van de te
houden lezingen gepubliceerd worden.
De FIDIN. die deze dag steunt en de Commissie
Voorjaarsdagen hopen op } mei nóg meer belang-
stellenden in .Amsterdam le kunnen begroeten.
Programma:
10.00 .Anaesthesiologie

Wim den Hertog
Dirk Oppelaar
Hanneke \'t Hart
•lan Mensinga
Cierrit Haalboom
14.00 Röntgenologie

Rick V. d. Kamp
16.00 (samen met de dierenartsen, met verta-
ling in het Nederlands)
Radiography of the thora.x

Dr. P. F. Ford, New Haven (l.\'.S.A.)

Programma\'s en aanmeldingsforinuliercn kunt U
aanvragen bij: D .A.N.S. - Voorjaarsdagen, de l.ai-
ressestraat 16.1, 1075 HK Amsterdam, lel. 020 -
79 90 .12

Regionale Arbeitstagung
Süd am 12. und 13.4.1980
in Kempten

Deutsche V eterinärmedizinischer Gesell-
schaft

Fachgruppe Kleintierkrankheiten

Stimsuif;. 12. .April 19X0

X.25
8.10

X.55
9.00

9.25
9.15

10.05
10.15

10.45
1 1.00

Bcgrüssung

Dr Jonas, Koblenz: Parasitologische Diag-
nostiek in der Kleintierpraxis
Diskussion

Prof, W. Kraft, München: Hämatologischc

Befunde bei Parasitosen

Diskussion

Prof, Sloye, Hannover: Spul- und Haken-
wurminfektion des Hundes: a) Bedeutung
für l\'ier und Mensch
Pause

Prof. Stove, Hannover: Spul- und Haken-
wurminfektion des Hundes; b) Fpizootolo-
gie und Bekämpfung
Pause

Prof. Eckert. Zürich: Echinokokkose

II..10 Prof. Eckert, Zürich: Differentialdiagnose

der Zestoden von Hund und Katze
11.50 Diskussion

12.00 Prof. Boch, München; Die Kokzidien (Cys-
toisospora, Toxoplasma,Sarcocystis bei
Hund und Katze
I2..10 Diskussion
12.45 Mittagspause

14.00 Prof. Krähenmann. Zürich: Problemati-
sche Keratitiden bei Hund und Katze
14.10 Diskussion

14.45 Prof, Kräbenmann, Zürich: Eatrogene

.Augcnschädcn beim KIcintier
15.15 Diskussion

15.25 Dr. Stades, Utrecht: Krankheiten der trä-
nenableitenden Wege bei Hund und Katze
16.10 Dr. Stades. Utrecht: Film
I6..10 I3r Stades. Utrecht:Persistierende byper-
plastische Tunica; Vasculosa Eentis; Persis-
tierendes hyperplastisches primäres Vi-
trcum beim Dobermann Pinscher (Dober-
mann Pinscher .Anomalie)
16.45 Diskussion
16.50 Pause

17.15 Prof, Schcbitz. dr, Eulerm München: Zum
Katarakt

17.-10 Dr. Walde. Wien: Physiologische Varian-
ten des Augenhintergrundes und deren Ab-
grenzung gegenüber pathologischen Fun-
dusveränderungen beim Hund
18.05 Diskussion

18.15 Dr, Walde, Wien; Zur Diagnose und The-
rapie hereditärer und erworbener Erkran-
kungen des Augenhintergrundes und der
Sehbahn
18.45 Schlussdiskussion
20,00 Allgäuer Abend

Gemütliches Zusammensein, .Allgäuer
Folklore etc.
Sonnnig. IJ. April 198(1
8.10 Dr. Schmidtke, Karkruhe: Raumplanmig

für Kleintierklinik und Kleintierpraxis
9.00 Diskussion

9.10 Dr, Vick, Oldenburg: Pcrsonalwsen und

allgemeine Praxisorganisation
9.15 Diskussion

9.45 Dr. Sasum, Iserlohn: Praxismanagement
10.15 Pause

10.10 Eich, Kempten: .Aktuelle steuerliche Fragen

in der tierärztlichen Praxis
11.00 Diskussion

11,20 Tschache, München: Betriebswirtschaft-
liche Auswertung für Tierarztpraxen
11,50 Diskussion

12,00 Meter, .Augsburg: Ist die tierärztliche Al-
te rsverzorgung ausreichend?
Was kann man noch tun \'
12.10 Schlussdiskussion

Tagungsort:

Kornhaus, Kempten, lelefon-Nummer während
der Tagung: (0811) 252.112.

.Anmeldung;

Dr. F. .Albrecht, Erülungsstrasse 26, 8960 Kemp-
ten, Telefon (0811) 26686.

-ocr page 333-

Tagungsgebuhr:

Mitghedcr der DVG b/w. ATF DM 80.

Nichtmitgheder DM 90.

Helferinnenseminar DM 60.

Die Einzahlung der (iebühren erfolgt auf das
Sonderkonto Kleintiertagung Dr. .Albrecht, Baye-
risehe Vereinbank Kempten. Konto-nr. 7,S2.\'!670.
ATF:

Die Veranstaltung wird von der Akademie für
tierärztliehe Fortbildung mit 6 [Doppelstunden an-
erkannt.

Wahrend die tagung sind Sie under der Eelefon-
Nummer (08.11) 252.1.12 zu erreichen.

Stichting afnemers
controle op veevoeder

Programma van de Landelijke Studiedag
op woensdag 7 mei 1980 in „De Ree-
horst", Bennekomseweg 24 te Ede

10..10 Welkomstwoord door de Voorzitter van

de A.C.N\'.-Controle.
10.45 Inleiding door Drs. H. Schelhaas. Voorzit-
ter \\an het 1\'roduktschap voor Zuivel, ge-
titeld:

Hal :al Je loekontsf de melkveehouderij
brengen.\'
11.10 Koffiepauze
12.00 Discussie
12.15 lunchpauze

1.1.45 Inleiding door Ir. Y. Kroes. Rijksconsulent
i.a.d. voor de \\\'arkenshouderij. getiteld:
I
urken.shouderij, waarheen.\'
14..10 Discussie
14.45 1 heepauze

15.15 Inleiding door Ir. L. 11. Huisman. Direk-
teur van het Proefstation voor dc Rund-
veehouderij. getiteld:
li ëlzijn en .Milieu
16.00 Discussie

16.15 Sluiting door dc Voorzitter van de .A.C.V.-
Controle.

De toegang tot deze Studiedag is geheel vrij.

Inlichtingen: ACV-Controle tel.: 070-98 96 59

(b.g.g. 070-90 87 71).

Summer Meeting 1980
of the Society for Veterinary
Ethology (Hotel Figi) in Zeist

Programma

H \'eilne.u/ay ./une imi:
Day of .\'\\rrival
Registration

Social EAening in the Institute \'Schoonoord\'.

/\'hursdav 26 ./une /mi:
Papers on main theme:
\'/iasie Hehaviourai .Xeeds\'.

/■riday 27 .lune 1980:
Papers on other themes
E.xcursion in late aftcroon

Santrdav 28 ./une /980:
Day of Departure

■Annual General Meeting followed by further
papers

,A programme for l.adies will be arranged.

29. Internationale
Fachtagung für künstliche
Besamung der Haustiere

Bundesanstalt für künstliche Besamung
der Haustiere, Wels/Thalheim

Die nächste (29.) internationale Fachtagung für
Fortpllanzung und Besamung der Bundesanstalt
für künstliehe Besamung der Haustiere findet in
der Zeit vom 2. his4. Oktober 1980 im Kinosaaldes
Hotel \'Greif. Wels statt.

f olgende Hauptthemen bzw. Referate sind bisher
vorgesehen:

1. Seue Erkenmnis.se in der .Andrologie und
.Spernuiu>logie

Dr. Hamori. Budapest, f ngarn: Erbliche Defekte
von Spcrmatozoen.

Doz. Dr. Knaus. Wien. Osterreich: .Andrologisch-
spermatologische Befunde beim Rüden und deren
Bezug auf die Fruchtbarkeit.
Prof Dr. feidl. München. BRD: Neue Aspekte in
der Spermatologie.

Dr. Mayr. Wien. Österreich: f unktionelle Studie
am Erbmaterial von Besamungsstieren und Besa-
mungsebern.

Dr. Sinowatz. Regensburg. BRD: Neuere Ergeb-
nisse zur Vlorphologie und 1 unktion des Neben-
hodens.

//. \\euere /.\'rkennniisse zur i erbesserung der
/\'ruc/uharkeil

Dr. Dreier. Wien. Osterreich: Brunslkontrolle bei
der Puerperalsau.

Prof Dr. Grauvdgel. Wertiiigen. BRD: Unge-
wöhnliche Verhallensweisen beim Hausschwein
unter besonderer Berücksichtigung der Fort-
pfla nzung.

Mgr. inz. Maksay-Sokolowska. Olsztyii, Polen:
Der l\'influss übermässiger Düngung der Weiden
und Wiesen mit .lauche aul die Fruchtbarkeit von
Kühen.

Prof Dr. Miljkovic. Beograd. lugoslawicn:
Eruchtbarkcitsresultate nach gynäkologischer
und spcrmatologischcr f ntersuchung bei Pferden
in Serbien.

Doz. Dr. Podanv. Brno. CSSR: Intravaginale
Impedanz während des Brunst/yklus beim Rind.

III. /.mhrvonaier /ruehnod bei Rind. .Si/iwein
und r/erd

Dr. .Ayalon. Beit-Dagan. Israel: Embryonaler
Eruchttod beim Rind.

-ocr page 334-

Prof. Dr. Bec/c, Herceghalom. Ungarn: Em-
bryonaler Eruchttod beim Schwein.
ProE Dr. Merkt. Hannover, BRD: Embrvonaler
Eruchttod beim Pferd.

Prof. Dr. Wohanka. Eeip/ig, DDR: Ergebnisse
von klinischen und histologischen U\'ntersuchungen
zur embryonalen Mortalität beim Schwein.

IV. MögUchkciwn und Grenzen der Komrolle
des Frueluharkeiissiaius hei Hausiieren (Trüeh-
ligkeilsdiagnose)

Prof. Dr. Arbeiter. Wien. Osterreich: Erächtig-
keitsdiagnose bei Hund und Kät/.e.
Dr. Claus. Ereising-Weihenstephen, BRD: Die
Bedeutung der Progesteron bestimmung in der
Milch für die .Analyse von Eertilitätsproblemen
beim Rind.

Prof. Dr. Enbergs. Bonn, BRD: Erfahrungen zur
Kontrolle des Eruchtbarkeitsstatus von Stuten
mittels Progesteronbestimmung,
Dr. Hoffmann, (jrub, BRD: Trächtigkeitsunter-
suchungen beim Schwein,

Dr, von Eepel, Köln, BRD: Erächtigkeitsdiagnose
beim Pferd,

Dr, Schneider, Zürich, Schweiz: Möglichkeiten
und Grenzen der Erächtigkeitsdiagnose beim
Rind.

Anfragen und Anmeldungen sind zu richten an:
Bundesanstalt für künstliche Besamung der
Haustiere, Postfach 121, Austrasse lü, A-46()l
Wels Thalheim Tel,Nr, 07242 7012,

Syndicat Nationale des
Vétérinaires Praticiens
Français

Avignon 9-11

European Convention
Olitober 1980

French Veterinarians are devoting all of their time
and energy to this European Convention, and hope
to welcome a great number of their European Colle-
agues in Avignon on the 9th, lOth and Nth ol
October 19X0,

On the eve of the application of the Directives lo the
nine member nations of the F,,F.C. (December 20,
1980). and just a few years prior to the entry of
Spain, Portugal and Greece into the Common Mar-
ket. the theme of our Convention is a very timely
one: \' Fhe European Veterinarian\', Fhis theme shall
certainly be of interest to all members of our profes-
sion, whether they be employed b\\ the government,
by private concerns, or have their ow n private prac-
tices.

Simultaneous interpretation into 4 languages will
be provided on Friday,

An industrial and trade exhibit will be organized
during the Convention,

Working sessions and the gala on Friday, October
I I, will be held in the prestigious Palais des Papes,
and excursions and other night activities will allow
participating veterinarians and theirgueststo redis-
cover the magnificent region of Provence and
Haute Provence in its beautiful autumn colors.

Programm
Thursday, October 9

Morning

National French Veterinarians\' Union Conference
Afternoon

National French Veterinarian Practitioners\' L.\'nion
Conference

Fadies program

All day trip to Orange and the Pont du Gard
Evening at Gigondas,

E\'rlday, October 10

European Day, Simultaneous interpretation into 4
languages: English, French, (ierman, Italian,
Morning:

The application of the E,E,C, Directives: free move-
ment of veterinarians in the E,E,C,
Afternoon:

Roundtable discussion on the theme: \'European
Veterinarians: for what purpose\',\'\'
Debate with the participation of Veterinarian re-
presentatives from the nine Common Market coun-
tries, of \'users\' (farmers, consumers, pet owners,
etc,) and of Convention members.
Ladies program:
Morning visit of Avignon
(iaia evening in the Palais des Papes

Saturday, October 11

Fadies program:

All day excursion to (iordes (Vasarely Museum),
the village of Roussillon, the Abbey of Senanquc
and the Fontaine de N\'aucluse,
Evening al Baux de Provence.

Sunday, October 12

Rest day in the Camargue for all participants.

Besides the Convention, there will be many other
meetings:

Internalional Association of Aviary Veterinarians.
Board meetings of the European Veterinarian Fe-
deration. and of the European Union of Veterinary
Practitioners.

French and International Association of Veterinari-
ans\' Wives.
Etc.

Inlichtmgen: General Secretary G. Pezieres.
10, Place I con Blum - 7.501 I Pans
Eel,: ,179,1 1-52,

-ocr page 335-

BESMF.TTEMJKE DIERZIEKTEN

Dierziektenbulletin Nr. 4 van de Veterinaire Dienst
over het tijdvak van 16 tot 29 februari 1980
vern..-ldt de volgende aantallen gevallen van aan-
gifteplichtige besmettelijke dierziekten in Neder-
land.

Atrofische rhinitis

lotaal 18 gevallen in 15 gemeenten

Drenthe

Overijssel

Gelderland

Zuid-Holland

Noord-Brabant

l.imburg

2 gevallen
I geval
4 gevallen

1 geval

8 gevallen in 5 gemeenten

2 gevallen

Kolkreupel

Eotaal 25 gevallen in 18 gemeenten

Groningen

Eriesland

Drenthe

Overijssel

(ielderland

Noord-Holland

Zuid-Holland

I geval

5 gevallen m 4 gemeenten

4 gevallen in 2 gemeenten
1 geval

gevallen in 1 gemeente

5 gevallen in gemeenten

6 gevallen

Schurft

lotaal 6 gevallen in 6 gemeenten

Gelderland I geval

Noord-Holland 4 gevallen

Noord-Brabant I geval

Miltvuur

Eotaal 2 gevallen in Limburg

VESICULAIRE VARKENSZIEK I E
Italië

De Veterinaire Dienst te Rome liet op 1 februari
weten dat er in de tweede helft van januari in
Italië 2 gevallen van vesiculaire varkensziekte
waren gemeld, I in Milaan en I in Brescia.

MOND- EN KLAUWZEER
Botswana

Een telegram d,d, 26 februari van dc Veterinaire
Dienst te Gaborone, maakte melding van een uit-
braak van mond-en klauwzeer type SA12te Serule.
Oost Botswana, 26° 10\' oosterlengte, 2.1° 50\' zui-
derbreedte, Vaccinatie vanalle rundvee indatgebied
is op 24 tebruari begonnen,

lESCHENER ZIEK I E
Oostenrijk

Op 22 februari deelde de Oostenrijkse Veterinaire
Dienst mee, dat 2 dagen tevoren lesehener ziekte
was uitgebroken op een boerderij in de gemeente
Schoich, district Kufstein, lïrol.
Van dc 4 in de betrokken kudde aanwezige varkens
waren er ,1 besmet. De diagnose is histologisch
en virologisch bevestigd. Strenge isolatiemaatrege-
len zijn genomen, de varkens zijn afgemaakt en men
is tot uitgebreide ringentingen overgegaan,

BESMETTELLIKE DIERZIEKTEN
IN EUROF\'A

Over hel tweede halfjaar van 1979 deden zich
in Europese landen de volgende aantallen gevallen
van aangifteplichtige besmettelijke dierziekten
voor:

2

361
9

13
I
I

5

Mond- en klauwzeer

Spanje

(type C)
I urkije

(40 type A,; en .121 type (),)
Rusland
(I type C cn 8 type O,)

Varkenspest

Frankrijk
Italië

Oost-Duitsland
Portugal (opgave over juli)

Van de Veterinaire Hoofdinspectie van de
Volksgezondheid tevens Directie van de
Veterinaire Dienst

-ocr page 336-

Spanje (opgave over juli t m november) 7

Tsjecho-Slowakije I

West-Duitsland 40

Afrikaanse varkenspest

Italië 5

Portugal 189

Spanje 561

Vesicuiaire varkensziekte

Griekenland I

Groot-Brittannië 6

Italië 9

Pseudo-vogelpest

Albanië (opgave over juli t m november) 2

België I

Griekenland 23

Italië 12

Joegoslavië 61

Oostenrijk 3

Roemenië 10

Spanje (opgave juli t m november) 8

Tsjecho-Slowakije 2

Turkije 150

Rusland 56

Tuberculose bij runderen

Griekenland 155
Groot-Brittannië (opgave over juli t m sept.) 91

Joegoslavië 97

Nederland 3
Oostenrijk (opgave over juli t m september) 17

Roemenië 3

1 urkije (opgave over juli t m september) 2

Rusland (opgave over juli t m september) 37

West-Duitsland 20

Zwitserland 6

Brucellose bij runderen

Krankrijk 3556

Griekenland (opgave over juli t m septeiribcr) 20
(jroot-Brittannië (opgave over juli t m sept.) 30

Hongarije 8

Nederland 13

Oostenrijk 3

Spanje (opgave over juli t m november) 281

Turkije 4

Rusland 17

West-Duitsland 41

Zwitserland 2

Miltvuur

■Albanië (opgave over juli t m november) 16

Bulgarije (opgave over juli t m oktober) 12

Denemarken 1

Frankrijk 1

Griekenland 145

Groot-Brittannië 13

Hongarije 2

Italië 36

Joegoslavië 14

Nederland 15

Polen 3

Roemenië 8

Spanje (opgave over juli t m november) 14
Isjecho-Slowakije (opgave over juli t mokt.) 2

Turkije 189

Rusland 123

West-Duitsland 4

Infectieuze anaemie bij paarden

Frankrijk 2

Spanje (opgave over juli t m november) 2

Pokken bij schapen en geiten

Turkije 631

Brucellose bij schapen en geiten

Cyprus (opgave over juli t m november) 32

Frankrijk 120

Griekenland 105

Spanje (opgave over juli t m november) 33

Rusland (opgave over juli t m september) 2

Schurft bij schapen en geiten

Cyprus (opgave over juli t in november) 32

Frankrijk 3

Griekenland 27

Groot-Brittannië 16

Hongarije 20

Ierland (opgave over juli t m september) 1

Nederland .30

Oostenrijk 13

Polen 74

Turkije 2

West-Duitsland 28

Zwitserland 4

Kabies

België 12

Denemarken 89

Frankrijk 751

Griekenland I

Hongarije 577

Italië 23

Joegoslavië 172

Luxemburg 18

Oost-Duitsland 808

Oostenrijk 692

Polen 603

Roemenië 47

Spanje (opgave over juli t m november) I

Tsjecho-Slowakije 442

Turkije (géén opgave over augustus) 501

Rusland (géén opgave over november) 53\'

West-Duitsland 2400

Zwitserland 737

Blue longue

Griekenland I

Turkije 24

-ocr page 337-

April:

I Werkgroep Pluimvee Noord-Oost vergade-
ring. Gezondheidsdienst voor Dieren. Zwolle,
aanvang 14,00 uur,

9 Symposium over de Residuen, de To,\\icologie
en het Gebruik van ,Anabolica, Dublin (pag,
170),

9 Contactdag (P,,\'\\,0,) Pluimveehygiëne: "De
pluimveekeuring in de jaren \'80\', R,l,\\\'. Biltho-
ven (pag, 22.1),

10 Kring Noord-Holland boven \'t 1,1, Vergade-
ring, Hotel de Prins, Westzaan,

11 -LI BSAVA Congres 1980 (British Small

Animal Association), London (pag, 9.18),

12 - LI Regionale Arbeitstagung Süd, Kempten

(Deutsche Veterinärmed, Gesellschalt Fach-
gruppe Kleintierkrankheiten) (pag, ,110),

14 Kring Dierenartsen Gelderse Vallei, Ver-
gadering,

15 Cursus \'Kringlopen in het milieu\'(P..A,O, Vet,
Volksgezondheid) R,FV,, Bilthoven (pag, 22,1
en ,125),

15 Kaderdag, belegd door de Centrale Asiel Raad
van de Nederlandse Vereniging tot Bescher-
ming van Dieren, Hotel Rest, \'Hermitage\',
Zeist, aanvang 10,00 uur (pag. 222),

18 Vortiagslolge \'krankheiten des Pferdes\' (pag.
260).

22 Cursus \'Kringlopen in het milieu\'( P..A.O. Vet.
Volksgezondheid). R.I.V.. Bilthoven (pag.
22.1).

24 (iroep Volksgezondheid K.N.M.v.D. Verga-
dering, ,laarbeurscongrcscentrum, Ltrecht,

29 Cursus \'Kringlopen in het milieu\' ( P.,A.O. Vet.
Volksgezondheid). R.I.V.. Bilthoven (pag.
22.1).

Mei;

2-4 Groep (ieneeskunde van het Kleine
Huisdier: \'Voorjaarsdagen 1980\', ,Amsterdam
(pag. 118 en ,108).

1 D.A.N.S. 1980, 2e nascholingsdag voor die-
renartsassisten (pag, ,110),

5 Vcrsuchstierkundliche Gastseminare des Zen-
tralen I ierlaboratoriumsder Lniversität Fssen
(pag, 260).

5 8 WVIII .Animal Colloquium Protide
the Biological Fluids. Brussels (pag. 60).

7 Studiedag .A.C.V.-controle. Cultureel Cen-
trum Stichting \'De Reehorst\'. Fde (pag. .111).

8 Kleiduivcnschieten voor Dierenartsen. Inl.
Boehringer. Ingelheim. tel. 02.1-248081 (pag.
169).

8 Kring Noord-Holland boven "t l.l. Vergade-
ring. Hotel de Prins. Westzaan.

8 Vereniging van Directeuren van Gemeentelijke
Slachthuizen en Vleeskeuringsdiensten. Ver-
gadering, ,laarbeurscongrescentrum, Ltrecht,
aanvang 10,00 uur.

^^ (fl

9 -10 Symposium Nederlandse Vereniging voor
Proefdierkunde, Nijmegen (pag, 119),

1-1 Afd, Limburg K.N,M,v.D. Ledenvergadering.

19 22 .AO-Vet. cursussen, Waldenburg (Zwit-
serland) (pag, -107),

20 Afd, Noord-Holland K,N,M,v,D, Leden-
vergadering,

21 24 16, Internationales Symposium über Ge-
schichte der Veterinärmedizin (pag, 572 1979
en 186),

21 ,Ard, Friesland K,N,M.v.D. l.edenvergade-
ring. Motel te Heerenveen, aanvang 14.00 uur.

22 Groep Veterinaire Homoeopathie
K.N.M.v.D. Vergadering. Beatri.x-gebouw.
.laarbeursplein. L\'trecht. .Aanvang 20.00 uur.

26 27 29. tagung der Furopäischen Gesellschaft
für Veterinärpathologie und 2,1, Tagung der
Fachgruppe .Allgemeine Pathologie und Pa-
thologische Anatomie der DVG (A). Bremen.

27 Afd. Zuid-Holland K.N.M.v.D. Vergadering.
Hotel Restaurant Belvédère, Schoonhoven,

27 Afd, Groningen-Drenthe K,N,M,v.D,
Vergadering, Fam.-Hotel Paterswolde.

28 .10 Will, Wissenschaftliche Fagungder Ge-
sellschaft für Versuchstierkunde. Fausanne
(pag, 186),

Juni:

5 7 ,\\IIF Kongres der Furopäischen (icsell-
schaft der Veterinärchirurgie (FSVS), Buda-
pest (pag, 7,16),

6 7 Jahresversammlung der Schweiz, Vereni-
gung für Kleintiermedizin, Bern (pag, 9,1,1),

7 8 ,lahrestagung der Schweizer Vereinigung
für Kleintiermedizin (.A).

7 — 14 Jeux Mondiaux de Fa Medecine, Cannes,
Sv inposium I nternational de Medecine Sporti-
ves, Cannes,

2 Kring Nooid-Holland boven \'t Fl, Vergade-
ring, Hotel de Prins, Westzaan.

4 15 Baden-VVürttembergisehcr I icrarztetag
1980 mit Fortbildungsveranstaltung (A),
Karlsruhe.

6 20 9th International Congress on .Animal
Reproduction and .Artificial Insemination.
Madrid (pag. 952 1979. 119 en 22.1).

4 26 2nd International Symposium of Veteri-
nary Faboratory Diagnosticians, l.uzern,
Switserland (pag, 121),

5 28 Society for Veterinary Fthology - Sum-
mer Meeting 1980, Zeist (pag. ,111),

9 2 juli Weltkongress\'Febensmittelinfectionen
und Intoxikationen\'(.A) (pag. 121).

0 .ljuli VI Internat. Kongressder I.P.V.S.. Ko-
penhagen. (pag. I 70)

lull:

1 -.1 International Symposmm on Diseases of

Birds of Prev (Raptor Disease Symposium
1980) (pag. 8(14).

-ocr page 338-

I! XI. International Symposium on Food.
Microbiology and Hygiene. Aalborg. Den-
mark (pag. 120).

10 Fhe Ruminant Immune System-
International Symposium. Plymouth. New
Hampshire, U.S.A. (pag. 261).
12 Symposium über neue Ergebnisse der En-
dokrinologie beim Vogel. Budapest.

-2 aug. XVII th Conference on Animal Blood
Groups and Biochemical Polymorphisms. Int.
.Agric. Centre (lAC). Wageningen. (Inlichtin-
gen op redaktle.secretariaat T.v.D. verkrijg-
baar).

Augustus:

1 6 -IF .lahrestagung der Europäischen \\\'er-
einlgung für Tierzucht - EVT (A). München.

30 4 sept. 8th International Symposium of World
.Association of Veterinarv Food-Hvgienlsts
(pag. 263).

September:

I 5 Fifth International Conference on Triehi-
nellosis. \'De Baak\'. Noordwijk aan Zee. (In-
lichtingen op Redaktiesecretariaat T.v.D. Ver-
krijgbaar).

I 6 31. Jahrestagung der Europäischen Ver-
einigung für Fierzucht - EVT (A).

4 Groep Veterinaire Homoeopathie
K.N.M.v.D. Vergadering. Beatri.x-gebouw.
Jaarbeurspleln. Utrecht. Aanvang 20.00 uur.

8 12 VI. Europäischen Kongress der WPSA
(A) (pag. 263).

9 12 21. Arbeitstagung des Arbeitsgebieters
\'Lebensmittelhygiene\' der DVG (A).
Ciarmlsch-Partenkirchen.

10 12 III. Internationaler Kongress für fierhv-
giene. Wien (pag. 263).

11 14 BVA Congres 1980 Universitv of York
(pag. 264).

16 19 5. herbsttagung der Europäischen (iesell-
schaft für Veterinärpathologie ( A). Gent (Bel-
gien).

Groep Volksgezondheid K.N.M.v.D.
Vergadering. Jaarbeurscongrescentrum.
Utrecht.

■Afd. Limburg K.N.M.v .D. Ledenvergadering.
27 W.S..A.\\\'.,A. Congres. Barcelona (pag.
264).

Afd. Noord Holland K.N.M.v.D. Leden-
vergadering.

Oktober:

2 5 4-Daagse Conferentie te Warschau over:
\'Resistance Factors and Genetic .Aspects of
Mastitis Control\'.

9 1 I European Convention. Avignon (Syndi-
cat National des Vétérinaires Practiciens Fran-
çais) (pag. 312).

10 11 Jaarcongres K.N.M.v.D. en 127e Alge-
mene Vergadering. .Apeldoorn.

18 Nationale Diergeneeskundige t)ag. Fuik (Bel-
gië).

20 23 XF Kongress der Weltgesellschaft für
Buiatrik (A). Tel Aviv. Israel (pag. 846).

30 Groep Veterinaire Homoeopathie
K.N.M.v.D. Vergadering. Beatrix-gebouw.
.laarbeursplein. Utreeht. Aanvang 20.00 uur.

November:

13 Vereniging van Directeuren v an Gemeentelijke
Slachthuizen en Vleeskeuringsdiensten. Ver-
gadering. Jaarbeurscongrescentrum. Utrecht,
aanvang 10.00 uur.

December:

9 .Afd. Limburg K.N.M.v D. Ledenvergadering.

10 .Afd. Noord Holland. Ledenvergadering.

11 Groep Volksgezondheid K.N.M.v.D.
Vergadering. .laarbeurscongrescentrum.
Utreeht.

I I Groep Veterinaire Homoeopathie

K.N..VLv.D. Vergadering. Beatrix-gebouw.
Jaarbeursplein. Utrecht. .Aanvang 20.00 uur.

18

23

24

25

-ocr page 339-

ln 1925 fuseerde de Veeartsenijkundige
Hoogeschool met de Rijks Universiteit
Utrecht. Een gevolg hiervan was, dat het
Veterinaire Studentencorps \'Absyrtus\'
opgeheven werd. De \'Veterinaire Studenten
Almanak\', die uitgegeven werd door dit
Corps, verdween eveneens.
Deze almanak nam in de diergeneeskundige
wereld een bijzondere plaats in. Hij
vervulde een rol in het studentenleven en
was als uiting daarvan te beschouwen.
Daarnaast bevatte hij tal van zakelijke
gegevens omtrent dierenartsen, dier-
geneeskundige verenigingen enz., \'welke
voor velen bij dc dagelijkse correspondentie
haast onmisbaar zijn geworden\', zo
vermeldde het Voorbericht van de eerste
jaargang.

Verder staat in dit Voorbericht, dat naar
aanleiding van een initiatiefvoorstel van dr.
H. A. Vermeulen door het Hoofdbestuur
een adviescommissie benoemd werd,
bestaande uit de heren dr. H. A. Vermeulen
en prof. C. F. van Ooijen, die tot taak had,
in overleg met dc Redaktie van het
Tijdschrifl vi)t>r Diergeneesliundc, na te
gaan op welke wijze men ter vervanging
van deze almanak zou kunnen komen tot
het uitgeven van ecn Diergeneeskundig
.laarboekje.

.Aangezien zowel het Hoofdbestuur als de
afdelingen cn dc Algemene Vergadering
volledig instemden met de voorstellen van
deze commissie, benoemde het Hoofd-
bestuur tot commissie van Redaktie van het
Jaarboek: prof. dr. H. M. Kroon. dr. A.
Vrijburg en prof. C. F. van Ooijen. (alle
drie lid van de Redaktie van het
Tijdschrifl
voor Diergeneesixuiulc).
dr. H. A. Ver-
meulen (secretaris van de Maatschappij) en
H. A. Kroes.

Door welwillende medewerking van tal van
collegae, autoriteiten en andere personen
kon de redaktie tot uitgave van het
.laarboekje voor 1926 overgaan.
Het voorbericht eindigde als volgt:
\'Tenslotte moge hier een woord van hulde
worden gebracht aan de voortvarende en
aangename wijze waarop door dc
uitgeefster, de firtna J. van Boekhoven, is
meegewerkt aan het vervaardigen van dit
boekje. Bij het afzenden aan de leden
menen wij te mogen verklaren, dat elk
onzer gaarne bereid is aanwijzingen en
opmerkingen te mogen ontvangen, waar-
door bij een volgende uitgave de bruik-
baarheid en volledigheid van dit werkje
kunnen worden verbeterd\'.
De huidige Redaktie kan deze verklaring
volledig onderschrijven.
Wat in 1926 gold. geldt nog steeds.

Onderstaand volgen een aantal gegevens,
zoals vermeld in verschillende jaargangen
van het Diergeneeskundig Jaarboek:
De eerste jaargang besloeg 127 pagina\'s,
waarvan de inhoud bladzijgewijs
gerangschikt was. Na de kalender volgden
de Posttarieven.

Een brief tot en met 20 gram kostte 10
cent. In 1927 kwamen de tarieven
buitenland er bij evenals de kosten van
telefoongesprekken.

In 1928 kostte een brief 7.5 cent. in 19.30 6
cent, in 1940 5 cent cn in 1941 7,5 cent.
De rubriek Maten, Gewichten en Munten
omvatte 5,5 pagina. Vermeld werden oude
maten, koloniale maten, medicinale maten
en gewichten, oude Nederlandse en Engelse
medicinale gewichten en Engelse
apothekersmaten. Daarnaast werd de
waarde van 27 buitenlandse munten
opgegeven, met de opmerking dat \'de
vermelde Nederlandse waarden, waarden
zijn van voor den oorlog; voor de
tegenwoordige raadplege men de
couranten\'.

Het Hoofdstuk Maatschappij voor
fJiergeneeskunde, (opgericht 27 augustus
1862, gewijzigde Statuten goedgekeurd bij
Koninklijk Besluit van 22 februari 1916,
No. 45) begon met de vermelding van het
Erelid, dr. H. .1. Lovink. burgemeester van
Alphen aan den Rijn. Deze dr. H. .1.
Fovink heeft in het begin van de twintigste
eeuw veel gedaan voor het diergenees-
kundig onderwijs in zijn functie als
Directcur-Gencraal van de Afdeling
l.andbouw van het Ministerie van
Binnenlandse Zaken. Meer over deze voor
het onderwijs zo belangrijke figuur is te
vinden in het boek \'Van Gildcstein tot

Diergeneeskundig Jaarboek, 50e jaargang, 1980

Tijdsein, nicrgeiu\'csi,.. dcei I05.iiji. 7, IVSO

KONINKI.I.IKE NEDERLANDSE M AA tSCM Al\'I\'l.l VOOR DlEROENEESKt NDI

-ocr page 340-

Uithof op pagina 248 en volgende van deel
1 van de uitgave van 1971.
De Maatschappij had behalve dit erelid 639
leden. 2 buitengewone leden, een Algemene
Afdeling en negen Afdelingen.
In 1940 waren er 754 leden, 1 buiten-
gewoon lid, een Algemene Afdeling en 1 1
Bijzondere Afdelingen, waarvan een
afdeling Militaire Paardenartsen.
In 1946 waren er 758 leden. 2 buitengewone
leden, een Algemene Afdeling en 1 1
Bijzondere Afdelingen, De toestand van de
Algemene Afdeling was niet bekend.
Nu, in 1980, zijn er 2381 leden, 7 ereleden,
24 buitengewone leden en 515 kandidaat-
leden.

In 1926 telde het Hoofdbestuur 3 leden, in
1941 voor het eerst 5 en momenteel 7,
Het
Tijdschrifi voor Diergeneeskunde,
opgericht in 1873, verscheen in 1926 twee
maal per maand. De abonnementsprijs
bedroeg in 1926 ƒ 16,—, in 1933 f24~, in
1940 ƒ24.—. in 1946/30.— en nu ƒ210.—
voor niet-dierenartsen in het binnenland en
f235,— in het buitenland.

\'Dc vijfenvijftigste Algemeene Vergadering",
zo stond in de eerste jaargang, \'heeft, op
grond van het rapport der Commissie
inzake het Veeverzekeringswezen in
Nederland, in overleg met de directies van
de zeven voornaamste Veeverzekerings-
maatschappijen in ons land, uniforme
formulieren vastgesteld. Hiervan bestaan
drie soorten: keuringsformulieren, ziekte-
schade-attesten en sectieverslagen. Alle
soorten zijn in pakjes van 10 stuks
verkrijgbaar uitsluitend bij den Secretaris
van het Hoofdbestuur, dr. H. A.
Vermeulen, Nieuwe Gracht 165 te Utrecht.
De kosten zijn 20 cent per pakje franco.
Teneinde overbodige correspondentie en
administratie te voorkomen, wordt
dringend verzocht de bestelling te plaatsen
op den postwissel of het girobiljet (giro
46998)".

In 1940 kostte een pakje franco 25 cent en
een auto-embleem kreeg men voor de prijs
van 50 cent. zo vermeldt de vijftiende
jaargang.

De Maatschappij had in 1926 een Bureau
voor Plaatsvervanging en twee fondsen, het
D. F, van Esveldfonds en het Onder-
steuningsfonds.

In de eerste jaargang werden onder het
Hoofdstuk Veterinaire Verenigingen 6
organisaties vermeld. Vanaf de tweede
jaargang werd dit Hoofdstuk Diergenees-
kundige Verenigingen genoemd. Een van
deze organisaties, de Vereniging van
Directeuren van Openbare Slachtplaatsen
in Nederland, had 23 leden en een
buitengewoon lid. De Veterinair-
Hygiënische Vereeniging had 107 leden, de
Vereeniging van Rijkskeurmeesters in
algemeenen dienst had er 9, de Vereeniging
van Hoofden van Keuringsdiensten van Vee
en Vlees 13, de Diergeneeskundige Kring 49
en de Militaire-Veterinaire Vereeniging 24
gewone leden (actief-dienende en oud-
paardenartsen) en 4 buitengewone leden
(reserve-paardenartsen).
In de vierdejaargang van 1929 werden twee
kringen vermeld, te weten Amsterdam en
omstreken en Venlo, In 1930 was dit aantal
gestegen tot 7, waarvan 3 in Eriesland.
In de achtste jaargang van 1933 kwamen
voor het eerst groepen voor, genoemd
Groepscommissies, en wel de Groep \'Kennis
van menschelijke voedingsmiddelen van
dierlijke oorsprong", met de afdeling
Vleeshygiëne en de Afdeling Melkhygiëne.
In 1940 werd er een Hoofdstuk Groepen,
ingesteld krachtens artikel 26 a-d der
Statuten, opgenomen; in 1941 werd dit
Hoofdstuk Groepen, ingesteld krachtens
artikel 32 van het Huishoudelijk
Reglement, genoemd.

De Permanente Commissie van de Inter-
nationale Veeartsnijkundige Congressen
was in 1926 nog niet volledig, deels
tengevolge van de oorlog en deels door hct
overlijden van verschillende leden. Het
laatste congres had plaatsgevonden in 1914
in Londen. In 1929 was de Permanente
Commissie weer voltallig.
Het Internationale bureau voor besmette-
lijke veeziekten werd genoemd op pagina 26
van de tweede jaargang. In
Staatsblad no.
226 van 28 juni 1926 was de wet tot
goedkeuring van de op 25 januari 1924
gesloten internationale overeenkomst
betreffende de oprichting van een inter-
nationaal bureau voor besmettelijke vee-
ziekten te Parijs gepubliceerd. Onze acte
van bekrachtiging van deze overeenkomst
werd op 26 augustus 1926 in Parijs
neergelegd. Niet minder dan 28 staten in en

-ocr page 341-

buiten Europa tekenden deze
overeenkomst.

Het Hoofdstuk Volkenbond. Hygienische
Afdeling, werd voor het eerst opgenomen in
de vierdejaargang op pagina 25: \'Er is
gesticht eene veterinaire sectie, ten doel
hebbende om in samenwerking met de
medische, te komen tot internationale
bestudering van het vraagstuk tuberculose-
bestrijding bij mens en dier door entingen
B.C.G.\'.

In de naamlijst der Dierenartsen in
Nederland. Nederlands Oost- en West-Indië
en der Nederlandsche Dierenartsen in het
Buitenland kwamen 780 namen voor.
waarvan er 6.39 lid van de Maatschappij
waren. Van deze 780 in 1926 kwamen er in
de naamlijst van 1979 nog 67 voor.
In de eerste jaargang werd al een
Alphabetische lijst van plaatsen in
Nederland met aldaar gevestigde dieren-
artsen opgenomen, en daarnaast een lijst
Dierenartsen in Nederlandsch-Indië, een
lijst van Dierenartsen in Gouvernements-
dienst. van het Veeartsenijkundig
Laboratorium te Buitenzorg, van de
Nederlandseh-Indische Veeartsenschool te
Buitenzorg en een ranglijst der Paarden-
artsen van het Indische Leger en van de
Veterinaire Ambten in Nederlandsch-lndië.
In de vijftiende jaargang kwamen twee
soorten Bindende Besluiten voor en wel
Bindende besluiten van kracht voor alle
leden van de Maatschappij over zieken-
fondsen. sera en entstoffen, en Bindende
Besluiten van kracht voor die leden van de
Maatschappij, die hun werkkring
uitoefenen in het bij het besluit genoemde
werkgebied, wat bij het Bindend Besluit
inzake tubereulose-bestrijding afdelings-
gewijs geregeld werd.
In de eerste jaargang werd in het
Hoofdstuk Veeartsenijkundige Rijks-
diensten in Nederland infortnatie verschaft
omtrent de \'Veewet" en haar uitvoering.
Deze wet ressorteerde onder het Ministerie
van Binnenlandse Zaken en Landbouw. Het
veeartsenijkundig Staatstoezicht werd
uitgeoefend door de Veeartsenijkundige
Dienst en ressorteerde onder de Directie
van Landbouw van het Ministerie van
Binnenlandse Zaken. Ambtenaren bii deze
Veeartsenijkundige f^ienst waren de
Directeur, de Inspecteur in algemene dienst
en 10 Inspecteurs-districtshoofden.
In een voetnoot werd vermeld; \'De
Directeur van de V.D. is tevens Veterinair
Hoofdinspecteur en de waarnemend
Directeur tevens veterinair Inspecteur van
de Volksgezondheid bij het toezicht op de
naleving van de Vleeskeuringswet. De
Inspecteur-districtshoofd van de V.D. is
tevens veterinair Inspecteur bij bedoeld
toezicht".

fcoio

Bij de \'Vleeskeuringswet" en haar uitvoering
op pagina 78 van de eerste jaargang werden
meer dan 400 keuringsdiensten vermeld.
Uit de eerste jaargang is nog vermeldens-
waard het Hoofdstuk Rijks-Universiteit te
Utrecht. Het College van Curatoren
bestond uit mr. dr. A. F. baron van
Lynden, dr. A. E. J. baron van Voorst tot
Voorst, mr. dr. T. A. C. Graaf van Lynden
van Sandeburg, dr. J. P. Fockema Andreae
en jhr. dr. L. van Bronkhorst Sandberg.
t)e Faculteit der Veeartsenijkunde had als
bestuur; dr. L. de Blieck, voorzitter en dr.
H. Schornagel, secretaris.
Er waren 10 hoogleraren, 1 buitengewoon
hoogleraar, 4 lectoren, 1 privaat-docent en
2 conservatoren, belast met een onderwijs-
opdracht.

In een voetnoot werd vermeld; \'Er is nog
geen definitieve beslissing genomen in de
bezetting der leerstoel voor Physiologie,
Etnbryologie en Histologie en voor
Plantkunde, Dierkunde en Parasitologie".
Er waren 12 afdelingen, terwijl er 149
studenten ingeschreven stonden.

Tenslotte een hoofdstuk uit de vijftiende
jaargang van 1940 betreffende \'tJe aangifte
voor de inkomstenbelasting in de
diergeneeskundige beroepen", dat als volgt
begon; \'Naarmate de druk der belastingen
hier ten lande toeneetnt. wordt van meer
belang zich rekenschap te geven van de
juistheid der opgelegde aanslagen en waar
het een bekend feit is dat de dierenartsen in
het algetneen slechte boekhouders zijn.
omdat zij hun tijd dikwijls volledig bezet
weten met hun omvangrijke praktijk-
werkzaatnheden buitenshuis, lijkt het niet
ondienstig enkele punten te bespreken,
waarmede bij de invulling van de aangifte
voor dc inkomstenbelasting rekening moet
en mag worden gehouden\'.
Op een van de volgende acht pagina\'s met
adviezen werd vermeld; \'Voor een auto met

-ocr page 342-

een aanschalprijs van /\'3000. een residu-
waarde van /\'500. cn een levensduur van
vier jaren, bedraagt de jaarlijkse
afschrij\\ ing f 3000. \' f 500. - : 4 =
ƒ625. " .

De kosten van loon en rente/egels van
dienstboden zijn vrij gemakkelijk te
bepalen, de kosten van inwonend personeel
dienen te worden geschat. In het algemeen
accepteert de belastingadininistratie dc
kosten van inwoning op de volgende
bedragen per jaar: voor een dienstbode
(buiten) ƒ 300. - - ƒ350.- . vooreen
dienstbode (stad) ƒ 350. -ƒ400. en
voor een knecht ƒ 350. - / 400. .
Het hoofdstuk eindigde als volgt: \'Mocht
men bij de invulling van het belastingbiljet
nog voor moeilijkheden komen tc staan,
dan is het secretariaat van de Maatschappij
voor Diergeneeskunde desgewenscht wel
bereid zoo mogelijk van verder voorlichting
te dienen\'.

Het .jaarboek 1926 otnvalte 127 pagina\'s,
dat van de vijftigste jaargang van 19S() 337.
Er is in die vijftig jaargangen heel wat
opgetekend, aangevuld, verbeterd en
veranderd, leder jaar opnieuw is er een
Redaktie geweest die zieh over de uitgave
van het volgend jaar gebogen heeft en zich
tot taak gesteld heeft deze ten dienste van
de gebruiker zo goed mogelijk samen te
stellen. In al die jaren is een grote
hoeveelheid gegevens bijeengebracht,
interessant voor degenen, die daar
belangstelling voor hebben.

Namens de Redaktie

van hel .laarhoek.

,/. //. dc liocr.

JiL

Van het Bureau

Commissie
Begeleiding
Rundveebedrijven

Eind januari 1980 is het Rapport van de
Commissie Begeleiding Rundveebedrijven
verschenen en is o.a. verzonden aan alle
leden van de K.N.M.v.D. in Nederland.
Mochten echter buitenlandse leden van de
K.N.M.v.D. eveneens belangstelling hebben
voor dit Rapport, dan kunnen zij dit
bestellen bij hel secretariaat van de
K.N.M.v.D.

Diergeneeskundig Jaarboek
1980

Begin maart is het Diergetiecskundig
Jaarboek 1980 verschenen en aan alle
leden gezonden. Inmiddels is gebleken, dat
sotnnuge .laarhoeken verkeerd ingebonden
zijn. waardoor een aantal pagina\'s
onlbrekcn.

Indien ti een onvolledig .laarhoek
ontvangen heefl. verzoeken wij u dil terug
te sturen naar het bureau van de
K.N.M.v.D.. Postbus 14031. 3508 SB te
Utrecht. U ontvangt dan zo spoedig
mogelijk een correct e.xemplaar.

Goede Vrijdag

In verband met Goede Vrijdag, is
het Bureau op vrijdag 4 april 1980
gesloten

320

KOMNKI.IJki; NEDF.Rl.ANDSE MAA 1 SCH APPIJ VOOR Dl ERGEN EHSK LI N DE

-ocr page 343-

lailliu Ii il In .\'/li I

Vacatures in besturen en commissies verband houdende
met de 127e Algemene Vergadering van de Koninklijke
Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde

Hoofdbcstuur

S. van Harten\'
I.. van der Zee
G. H. P. .1. Gouda Quint

1980 aftredend en hertciesbaar
1980 aftredend en niet herkiesbaar
1980 altredend en herkiesbaar

Overeenkomstig artikel 26 en 28 van de Statuten worden de groepen en betrokken
afdelingen ver/ocht eventuele kandidaten voor te dragen en de namen daarvan tijdig
vóór de Algemene Vergadering aan het Hoofdbestuur mede te delen.

\' lijdcnsde Algemene Vergadering 1979en in liet Algemeen bestuur is de situatie aan de orde geweest
die /al ontstaan aange/ien collega S. van Harten aftredend en niet herkiesbaar is.
Met Algemeen Bestuur heeft collega van Harten, na bespreking in dc afdelingsvcrgaderingen,
ver/ocht /ich voor een nieuwe periode beschikbaar te stellen. Collega van Harten heelt hierop
positici gereageerd.

Dit opnieuw herkiesbaar stellen heeft tot gevolg dat een wij/iging van de Statuten nood/akelijk is.
In overleg met on/e juridisch adviseur /al daartoe in de agenda \\ <)or de Algemene Vergadering het
\\olgendc voorstel opgenomen worden in/ake aanvulling van artikel 26: \'Indien /ich naar het
oordeel van het Algemeen Bestuur bij/ondere omstandigheden voordoen, kan dc \\oor/itter voor
de tweede maal voor de/elfde tijd worden herko/en\'.

Als de Algemene Vergadering met dit voorstel instemt, kan collega van Harten vervolgens hcrko/en
worden als voor/itter van het Hoofdbestuur.

.Mgcmeen Bestuur
P. Dijkstra
.1. Stevense
H. G. Schoonman
A. A. Abrahamse
f \'fh. .1. A. Hertels
I . Hiving

afdeling l-riesland
afdeling Overijssel
afdeling (ielderland
afdeling Utrecht
a fd e 1 i ng N oo rd - B ra ba n t
Groep K.l. en Zootechniek
1980 aftredend en herkiesbaar
1980 aftredend en herkiesbaar
1980 altredend cn herkiesbaar
1980 aftredend en niet herkiesbaar
1980 aftredend cn niet herkiesbaar
1980 aftredend en niet herkiesbaar

Overeenkomstig artikel .30 \\\'an de Statuten worden de betrokken afdelingen cn groep ver/ocht
in de vacatures te voor/ien en de uitslag daarvan tijdig vóór dc Algemene Vergadering aan hct
Hoofdbestuur mede tc delen.

1980 altredend en herbenoembaar
1980 aftredend en niet

herbenoembaar
1980 aftredend cn herbenoembaar

a I tl e 1 i ng N o o rd - B ra bant

Overeenkomstig artikel 78 van het Huishoudelijk Reglement worden de betrokken afdelingen
ver/ocht eventuele kandidaten voor te dragen cn de namen daarvan tijdig vóór de Algemene
Vergadering aan het Hoofdbestuur mede te delen.

1\'aritairc afvaardiging Taricvcneommissit m.b.l. de georganiseerde pluimveeziektcnbcstrijding

I h. l.ambers 1980 aftredend en herkiesbaar

Overeenkomstig artikel 77 \\\'an hct Huishoudelijk Reglement worden de afdelingen cn groepen
\\er/ocht eventuele kandidaten \\oor te dragen en de namen daarvan tijdig vóór de Algemene
Vergadering aan het Hoofdbestuur mede te delen.

larievcncomniissic

D. van der Zee
C. W. Moons

A. .1. A. M. Mouwen

afdeling f riesland
afdeling Zuid-Holland

-ocr page 344-

{(□ipDlEÄic

Redaktie Tijdschrift voor Diergeneeskunde

J. S. van der Kamp 1980 aftredend en niet herbenoembaar

C. L. van Limborg 1980 aftredend en niet herbenoembaar

Overeenkomstig artikel 70 van het Huishoudelijk Reglement worden de afdelingen en groepen
verzocht eventuele kandidaten voor te dragen en de namen daarvan tijdig vóór de Algemene
Vergadering aan het Hoofdbestuur mede te delen.

Ereraad

J. E. Hage
Dr. W. .1. Kraan

regio West
regio West

1980 aftredend en niet herkiesbaar
1980 aftredend en niet herkiesbaar

Conform het besluit van de Algemene Vergadering 1978 dient in deze vacatures voorzien te
worden door de regio West en de regio Oost.

Overeenkomstig artikel 42 van het Huishoudelijk Reglement worden de betrokken afdelingen
verzocht eventuele kandidaten voor te dragen en de namen daarvan tijdig vóór de Algemene
Vergadering aan het Hoofdbestuur mede te delen.

Financiële commissie

M. J. M. Driessen regio Zuid 1980 aftredend en niet herkiesbaar

ln de vacature die ontstaat door het aftreden van M. J. M. Driessen dient te worden voorzien
door de regio West.

VA|CO

Veterinair Advies
Centrum

Ontwikkelingssamenwerking

Vacature in een ontwikkelingsland

Het Veterinair Advies Centrum
Ontwikkelingssatnenwerking zoekt op korte
termijn
een dierenarts.

De aanvraag

Ten behoeve van de opleiding van kader voor de
veeteelt zijn momenteel in Niger twee instituten:
a. lager kader wordt opgeleid aan de ESEM in
Maradi

h. het middenkader wordt getraind aan de
FAAI\'E.N\' in de hoofdstad Niamey.
Het gaat in de aanvraag om de/e laatstgenoemde
school, die in 1971 met financiele hulp van het
FEf) werd opgericht t.b.v. de landen, die lid zijn
van dc zgn. Conseil de l\'Entente. Er zijn twee
opleidingen: voor agent-technique (2 jaar) en
voor assistent d\'clevage (3 jaar). Momenteel zijn
een drietal veeartsen aan de school verbonden,
maar de directie vindt dat er 5 nodig zijn om dc
cursus goed te laten draaien. I)e directeur van de
EAATEN richtte tot SNV het verzoek een leraar
dierpathologie in te willen zetten.

Taak van de gevraagde vrijwilliger

a. Fesgeven. In eerste instantie pathologie, maar
afhankelijk van de verdeling van het
vakkenpakket

ook andere vakken.

b. Praktische ondersteuning van de lessen
in de veterinaire kliniek van Niamey.

Inlichtingen over deze functie en over uitzending
naar ontwikkelingslanden in het algemeen
kunnen worden verkregen bij het VACO
Secretariaat, tel. 070-793137.

-ocr page 345-

(LOO-Mfl

Personalia

Als lid van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde meldden zich de
collegae:

Lansaat. P.; 1980; 3762 AL Soest. Dalweg 74.

Als lid van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde heeft het
Hoofdbestuur aangenomen:

Bergefurt. J. P. F.; 1979; 4356 CA Oostkapelle. Oude Domburgseweg 9A.
Corten-van Berghem, Mevr. A. C.; 1980; 3571 AH Utrecht. Van Fieflandlaan 134
Corten. J, ,1, F, M,; 1980; 3571 AH Utrecht, Van Lieflandlaan 1.34,
Eikelboom, R, E,; 1979; 9801 AA Zuidhorn, De Gast 15,
Galili. J,; 1979; Afula (Israël), Oranim 1,

Huisinga-Blasé, Mevr, O,; 1977; 3911 WB Rhenen, Dahliastraat L
Louw, J, J, van der; 1979; 3999 NT Tuil en i Waal, Waalseweg 48
Mol, E, P, C, J,: 1979; 3523 VK Utrecht. Noordeindestraat 24,
Pieterse, Mej, P, G,; 1979; 3583 JT Utrecht. J, W, Frisostraat 20,
Top, P, D, J,; 1979; 3522 AG Utrecht. Croesestraat 52,
Veen, D, W, van de; 1979; 8166 JD Emst. Oranjeweg 110,

Als Kandidaatlid van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde heeft
het Hoofdbestuur aangenomen;

J, J, M, Baas, W, Heukelslaan 65 bis A, 3281 SV Utrecht,
A, J, M, Meesters, LB,B,-laan 133. 3582 XR Utrecht,
Mej, A, J, Sikkenga, Postmalaan 35. 3527 XX Utrecht,
L, G, H, M, Smeets, M, G, de Bruinlaan I b, 3571 VD Utrecht,

Adreswijzigingen, enz.:

176

Akkermans. P. A.: 1957; Veldhoven; p.,
geass, met J, Floor en J, J, A, M, Sas,
779
Beekiim. Mej. A. C. van: 1974; zie: Dwars-

huis-van Beckum, Mevr, A, C,
Ifil Bergefun. J. P. F.: 1979; 4356 CA Oost-
kapelle, Oude Domburgseweg 9a; tel, (01188)
1443; p,, ass, bij L, Jobse, (toevoegen als
lid).

Boer. G. de: 1956; Giekerk; p,, geass, met K
S, Broersma. F, in \'t Hout en J, NieboL
1X6 Bosman. Fh. \\1.: 1965; Hoogland; tel (033)

801595 (privé), 721818 (prakt,),
1X7 Breeje. F. H. den: 1952; Amersfoort; tel
(033) 723205 (privé). 721818 (prakt,),

187 Brink. G. van den: 1973; Dordrecht; tel.
(078) 146706 (privé), 138793 en 170708
(prakt.).

188 Broersma. K. .S.: 1978; Veenwouden; p..
geass. met G. de Boer, F. in "t Hout en J.
NiehoL

190 Buninger-Harmsen. Mevr. F. G. C.: 1977;

Groningen; d,
192 Corlen-van Berghem. Mevr. A. C.: 1980;
3571 AH Utrecht, Van Lieflandlaan 1,34; tel,
(0.30) 719478; d, (toevoegen als lid),
192 Conen. .7, ./, F. .M.: 1980; 3571 AH Utrecht,
Van Lieflandlaan 1,34; tel, (0,30) 719478; d,
(toevoegen als lid),
/y.5 Dijksira. .M.: 1971; 8091 AC Wezep, Sta-
tionsweg 113,
197 Dwarshms. A. C.: 1970; 3032 ES Zwolle,
Helderlichtsteeg 148; tel, (05200) 42781

(privé), 14442 (prakt,); p,. geass, met J,
Schoenmaker, J, L, Starrenburg en P, J,
Weekhout,

197 Dwarshui.s-van Bi-ekum. Mevr. A. C.: 1974;
.3032 ES Zwolle, Helderlichtsteeg 148; tel,
(05200) 42781 (privé), .39150 (prakt,); p,, ass,
bij A, C, Dwarshuis, J, Schoenmaker, J, L,
Starrenburg en P, J. Weekhout.

199 Fikelhoorn. R. E.: 1979; 9801 AA Zuidhorn.
De Gast 15; tel. (05940) 5051 (privé), 2005
(prakt,); p,, ass, bij G, J, Bosma en G,
Roorda, (toevoegen als lid),

200 *Fshuis. /„ //,,■ 7776 BW Slagharen, Koe-
vorderweg N 38; tel, (05231) 2626; p,, ass,
bij dr, S, J,
V, d. Anker. Mevr, J, S, v, d.
Anker- Hoogbiemstra en J, Bos,

200 F.xlereaiie. A. G. M.: 1974; Balkbrug; p,
(assoc, met D, J, W, len Hoopen beëindigd),

202 Feld. F M.: 1976; Achterveld; tel. (03425)
2128 (privé). (033) 721818 (prakt.).

202 Floor. J.: 1977; Veldhoven; p.. geass. met P.
A. Akkernians en J. J. A. M. Sas.

20} Florsehiuz. Mej. M. .!.: 1978; 3461 AZ Lin-
schoten, Hecswijk 100 A; wnd. d.

205 Galeslooi. E. A.: 1922: Amersfoort; tel. (033)
728737.

}04 Galili. ./.; 1979; Afula (Israël), Oranim 1; d,
(toevoegen als lid),

205 Geerling. P. A.: 1977; 1057 JV Amsterdam,
Adm, de Ruvterweg 37,

207 Gessel-van Seherpenzeel. .Mevr. II. van: 1972;
1398 BA Muiden, Zeestraat 18; tel, (02942)
1232; p.

-ocr page 346-

209 Groenewold. J.: 1965; Hoorn; p. (assoc. met
D. de Vries beëindigd).

214 Haverkort. J.: 1977; 88Ü2 MD Franeker,
Bmnenhof 11; tel, (05170) 4l22(privé), 2965
(bur,), h, vl,k,dnst,

218 Hoff. F. H\', van: 1964; Alphen (N,Br,); p.,
geass. met J. C. Schetters.

219 Holtkamp. J.: 1978; .1461 AZ Linschoten,
Heeswijk 100 A; wnd, d,

220 Hoopen. D. J. W. ten: 1946; Balkbrug; d,
(assoc. met A. G. M. Extercatte beëindigd).

220 Hout. F. in V, 1964; Hardegarijp; tel, (05510)
.1296 (privé). 2064 (prakt,); p,, geass, met
G, de Boer, K, S, Broersma en J, NiehoF

221 Huisinga-Biasé. Merv. O.: 1977; .1911 WB
Rhenen. Dahliastraat 1; tel, (08.176) 2562
(privé), (08389) 6500 (prakt,); p„ ass, bij P, J,
Kool, (toevoegen als lid),

225 Jedema. F. J.: 1967; Wijhe; tel, (05702)
1923 (privé), 1263 (prakt,),

227 Kadijk. K. K.: 1969; St. Anthonis; tel. (08858)
2068 (privé), 1711 (prakt.).

227 Kamp. A. van de: 1953; Assen; p,, geass.
met J. H. .). Meursing en A. H. Nijhuis.

242 U>UK. .1. J. van der: 1979; 3999 NT Tuil
en \'t Waal, Waalseweg 48; tel, (0.3402) 39425;
d, (toevoegen als lid),

244 Mangnus. P. J.: 1961; Steenbergen (N,Br,);
tel, (01670) 63270,

24H Meursing. J. H. .1.: 1974; Boven Smilde;
p,, geass, met A, v, d. Kamp en A, H,
Nijhuis,

24H *Mol. C. J.: 1974; Amersfoort; tel, (033)
724259 (privé). 11202 (prakt ).

24H .Mol. F P. C. ./.; 1979; 3523 VK Utrecht.
Noordeindestraat 24; tel. (0,10) 882556; wnd.
d. (toevoegen als lid).

253 .\\ielwf. J.: 1971; Giekerk; p.. geass. met
G. de Boer. K. S. Broersma en F. in "t Hout.

2.\'>.( .MJliuis. ,4, 11.: 1977; .Assen; p., geass, met A.
V. d. Kamp en .F H, .1. Meursing.

257 Ottevanger. A.: 1978; 5503 BP Veldhoven.
Burg. van Hoofflaan 48; tel. (040) 53699H
(privé). 532540 (prakt.); p.. ass. bij P. A.
.Akkermans. .1. F\'loor en J. .1. .A. M. Sas.

257 Ouderkerk. H. F.: 1975; 8471 .IN Wolvega.
Hoofdstraat Oost 74; tel. (05610) 4284.

257 Ouwerkerk-Bos. .Mevr. A.: 1975; 8471 JN
Wovega. Hoofdstraat Oost 74; tcl. (05610)
4284.

259 Pieter.se. .Mej. P (i.: 1979; 3583 .IT Utrecht.
.1. W. Frisostraat 20; tel. (0.10) 513331; wnd.
d. (toevoegen als lid).

260 Poll. P. H. A.: 1959; Faren (N.H.); tel.
(02153) 89218 (privé). (020) 5252864 of
5252855 (bur.).

262 Quar tel. P. C. ./.. 1979; 8281 AM Genemui-
den. Fangestraat 66; tel. (05208) 3508; p.. ass.
bij J. Haagsma.

r;n r/j

V\'

iJja uIJd j Li Lin

263 Ramhags. P. G. M.: 1971; Venray; tel.
(04780) 81664 (privé). (04116) 75915 t. 26
(bur.).

264 * Renting. R.: 1980; 7448 RR Haarle. Sta-
tionsweg 10; tel. (05484) 474; d.

266 Roe.s.sel. F. .M. J. van: 1978; 7245 ND Faren
(Gld.). Brenschutte 4; tel. (05738) 1654
(privé). 1243 (prakt.); p.. ass. bij H. Felix.
P. van Harten. R. van Oyen. H. G. Pelgrum
en F. Starkenburg.

266 Ro.sehoom. M.: 1978; 6731 AP Otterio, Ede-
seweg 4; tel. (08382) 414 (privé), (08383)
6275 (prakt.).

268 Santema. J. H.: 1954; Tzummarum; tel,
(05188) 521 (privé), (05170) 2965 (bur ); k.d.;
r.k.

268 Sas. ,/, ,/, A. M.: 1972; Vessem; p., geass.
met P. A. Akkermans en ,), Floor,

269 Schetters. .1. C.: 1978; Riel; tel, (04248) 1788
(privé), (04258) 1444 (prakt,); p,, geass, met
F, W, van Hoff,

269 Schoenmaker. J.: 1960; Zwolle; p„ H-D,,
geass, met A, C, Dwarshuis, J, F, Starren-
burg en P. J, Weekhout: k,d,

272 Schure. A. F. R. ter: 1957; Riel; tel. (04248)
1546 (privé).

277 Starrenhurg. J. L: 1968; Zwolle; p., H-D,,
geass, met A, C, Dwarshuis, J, Schoenmaker
en P, .1, Weekhout,

278 Steenhui.sen. IT ; 1977; Voorhout; tel, (02522)
10045; wnd, d.

278 Sleenkamer. 1957; Ermelo; tel. (03417)
52882 (privé).

278 "Steur. K. C.: 1977; 6005 AC Weert, Maas-
eikerweg 125; d,

283 Togtema. .!.: 1976; Ermelo; tel, (03417)
52769 (privé). 53332 (prakt,),

283 Top. P. n.J.: 1979; 3522 AG Utrecht, Croese-
straat 52; tel, (030) 881093; wnd. d. (toe-
voegen als lid).

285 l een. P. IF. van de: 1979; 8166 ,11) Ernst.
Oranjeweg 110; tel. (05787) 291 (privé).
(05788) 1243 (prakt.); p.. ass. bij II. .lonker.
(toevoegen als lid).

290 l or. .Mej. G. de: 1979; 4247 EM Kedichem.
Kon. Wilhelminalaan 49; tel. (0183 1) 2400; d.

291 l os. Dr. .1. G.: 1967; U-1972; Maarn; h. lab.
R.l.V.

291 l ries. 1). de: 1959; Westwoud; p. (assoc. met
. ,1, Groeneveld beëindigd),

294 Hëekhout. P .1.: 1972; Zwolle; p, H-D.,
geass, met .A, C, Dwarshuis. .1, Schoenmaker
en .1, L, Starrenhurg,

294 Hellensiek. A. M.: 1922; Amersfoort; tel,
(033) 13182 (privé), 721818 (prakt ).

294 * Hende. T. van der: 1979; 2914 LE Nleuwer-
kerk a d Flssel, le Fochtweg 12; wnd, d,

300 Zeeh. 11. .1.: 1970; Ermelo; tel, (0.1417) 53332.

301 Zonderland-de Graaff. .Mevr. M. A. .)/.; 1975;
6961 EE Eerbeek. Coldenhovensewcg 46; tel.

(08338) 2762; p.

-ocr page 347-

Overleden:

W. Wagenvoort te Rhenen op 6 maart 1980

Eervol ontslag als rijkskeurmeester in bijzondere dienst:

B. N. Nersessian te Leiden per I februari 1980
H. Verburg te Schalkhaar per I februari 1980

Jubilea:

Mej. E. F. Kleyn te Emmen

G. W. M. van GolsteinBrouwers te Elaelen

(afwezig) 25 jaar op I april 1980
(afwezig) 25 jaar op 18 april 1980

\'De pluimveekeuring in de jaren\'80"

P..A.O.-contactdag Pluimveehygiëne 9 april 1980
in het R.I.V. te Bilthoven.

[)c jaarlijkse contactdagen Pluimveehygiëne.
georganiseerd onder auspiciën \\an de P..A.O.-
commissie Veterinaire V olksgezondheid van dc
K.N.M.v.D.. bieden aan bij de pluimveekeuring
betrokken dierenartsen de mogelijkheid zich van
de recente ontwikkelingen op de hoogte stellen
en onderling ervaringen uil tc wisselen.
De eerstvolgende contactdag wordt gehouden op
woensdag 9 april a.s. in hel Rijksinstituut voor
de Volksgezondheid te Bilthoven en heeft als
thema \'f)e pluimveekeuring in de jaren \'80\'.
Het programma is als volgt:
9..10 Ontvangst met koffie;
10.00 Opening door prof. dr. .1. G. van
l.oglestijn;

10.10 C. A. Delwig: /\'liiinivecvlccsprodtiklic

nu cn in de iDckoni.si:
10.50 Drs. .1. van VValsum: Pluinivccziekwn in

relalic lol a/kcuringsrcdencn:
11..10 Drs. .1. Driessen: Pluinivt\'ckcuring voorde

hinncnlundsi\' nwrki.
12.00 Lunch.

14.00 Drs. R. .1. Tcrbijhe: Dc orgunisinic van dc

pluinivcckcurinn:
14.40 Rondvraag en forumdiscussie;
15.50 Sluiting.

Alle belangstellende dierenartsen zijn welkom.
Opgave, indien enigszins mogelijk, vóór 4 april
1980 via de Kcminklijke Nederlandse
Maatschappij voor Diergeneeskunde (Ellen
Bonnes, tel. 0.10-5101 I 1) of bij de aanvang van
de Contactdag.

De kosten voor leden (inclusief lunch) / 25. en
niet-leden (inclusief lunch) / .15. . kunnen aan
de zaal worden v oldaan.

Cursus Kringlopen in het Milieu

Op drie achtereenvolgende dinsdagen, te weten
15. 22 en 29 april 1980 zal genoemde cursus in
vergaderzaal V I van het R.l.V.. Antonie van
Lceuwenhoeklaan 9. Bilthoven (tel. 0.10-7491 11)
worden gehouden.

Programma:

/.ï aprd I9S0
10.00

Dr. ir. Ch. H. Henkens. Consulent bodem-
aangelegenheden in de landbouw:
Agra-
rische kringlopen:

Ir. .1. H. Voorburg. Rijks Agrarische Afval-
waterdienst (RAAD):
Siankhesirijding.
siankhronnen en meien van slank.
Lunch.

Ir. N. D. van Egmond. R.l.V.: l.uchlver-
onireiniging.

14.00

14.00

:: april IVHO

10.00

Drs. ,1. Oosterom. R.l.V.: Milieuprohlema-
liek i.a.v. bacieriële besmeiiingen:
Dr. ,1. W. P. M. Akkermans. Prov. Gezond-
heidsdienst Gouda:
\\ïrussen in hei milieu.
Lunch.

Drs. F. van Knapen, R.l.V.: Parasiiaire
kringlopen:

Drs.\' P. W. .1. Peters. R.l.V.: l er.spreiding
van lo.vische sloffen door afval en afvoer
van laboralorium proefdieren.

29 aprd 1980

10.00 Ir. A. .A. .longebreur. Instituut Mechani-
satie. Arbeid. Gebouwen (IM.AG):
.Mesl-
behandeling. opslag, iranspori. anaerobe
vergisling en zuivering.
I unch.
1.1.00 E.xcursie;

Mcstbcluchting en decp-pit stal praktijk-
school Barneveld;

Anaerobe vergisting van mest in (iardcren;
Event, beluchtings- en zuiveringsinstallatie
Elspeet.

Maximum aantal deelnemers: 28.
Bij een minimum aantal deelnemers van 20
zullen de kosten voor leden / 75. en voor niet-
leden /\' 85. per deelnemer bedragen.

Aanmelding bij het bureau van de Maatschappij
(Ellen Bonnes, tel. 0.10-5101 11).

-ocr page 348-

Bij de Vleeskeuringsdienst kring Roermond en het
Openbaar Slachthuis te Roermond is de functie
vacant van

PLAATSVERVANGEND
HOOFD /

KEURINGSDIERENARTS

Deze functie omvat een uitgebreid en gevarieerd
werkterrein in een regio waarin zowel abattoir als
uitsnijderijen, voorverpakkingsinrichtingen en ex-
porterende vleeswarenindustrie gevestigd zijn.
Ervaring op bacteriologisch en vieestechnologisch
gebied is gewenst.

Een aanstelling tot rijkskeurmeester in bijzondere
dienst zal worden bevorderd.

Het salaris varieert, afhankelijk van leeftijd, opleiding
en ervaring, tussen/ 5078,—en/ 6141,—per maand.

De gebruikelijke rechtspositieregelingen bij de ge-
meenten zijn van toepassing.

Nadere inlichtingen omtrent de functie e.d. worden
gaarne verstrekt door het hoofd van genoemde
dienst, drs. T. C. van Esbroeck, telefoon 04750-16845

gemeente roermonc

Sollicitaties gaarne binnen 14 dagen na het verschij-
nen van dit blad in te zenden aan Burgemeester en
Wethouders van Roermond, Postbus 900, 6040 AX
Roermond, met vermelding van de letters O. SI./PI.H.
in de linker bovenhoek van de sollicitatiebrief.

-ocr page 349-

\'^UJ

Pasteurella multocida infecties bij vogels
na een kattebeet

l\'aslcuiclla multocida Inlcclions in Hnds l\'olliiw iiig Cal Hiies
I h. Smit. 1.. (i. Moraal en T h. Bakhui/en\'

SAMIW AI riNCi

Een he.snieiiing tnei Pasteurella multocida injecties via bijtw onden is reeds tiental-
len jaren bekend. Katten spelen een belangrijke rol bij de injectie met
Pasteurella
multocida.
Aanzienlijke aantallen prooien uit de kattebek w orden \'gered\' en ter
verpleging aangeboden aan vogelopvangcentra. Een aantal vogelasielszonden ons
dergelijke vogels toe voor een nailer onderzoek.

Het merendeel van ite vogels, welke gegrepen werden door een kat. sterji. Het
opgegeven sterjiepercentage in asiels bedroeg 30\'(. 90\'\';. 99\'\'( en 100\'j. l \'an de
vogels, w elke levend werden bevrijd uit de bek van een kat. stierl\'±
40\'/? aan het
directe gevolg \\an dc beet. terwijl ± 60\' ; van de vogels stierf ten gevolge van een
Pasteurella multocida
infectie.

STMM

Infec tion witli Pastcurclla multocida caused bv bitcs lias bcen know n jor several
déc ades. C ats arc\' an important lactor in
Pastcurclla multocida injection. Considé-
rable numbers oj victims arc \'rescuccf jroni tlie moutlis oJ cat s and submittcd
tc) bird reccption centres jor treatmcm. A nuniber of bird slieltcrs sent birds in
tliis condition to t lie présent autliors Jor doser c.vaminatioii.
Elle majoritv oj hirds caught bv cats die. l\'he mortalitv rates in shelters were
re/\'oried to be 30. 90. 99 and onc hundrcd per cent.

Oj thc birds rescued alive froni the mcniths oj Cats. approximatclv 40 per cent died
jrom thc direct ejjccts oj the bitcs. and appro.vimatelv 60 per cent died jrom
Pastcurclla multocida inicction.

Hen besmetting met Pasteurella multo-
cida
\\ia bijtwonden is reeds tientallen
jaren bekend. Allot (I) berichtte in 1944
o\\er het oplrcden \\an Pastcurclla infec-
ties na honde- en kattebeten.
Owen vermeldt dat bij 70,2\'; \\an dc
huiskatten,
Pasteurella multocida \\an de
slijmvlic/cn uit de bek kon worden geïso-
leerd. Bij dc hond werd dc bacterie ook
geïsoleerd (12.5\'f). In latere publikaties
werd speciaal aandacht besteed aan in-
fecties \\an de mens na beten door dieren.

\' Centraal Diergeneeskundig Instituut. Aid. I\'iuinixee/iekten. Posthus 4,1, Doorn.

-ocr page 350-

Katten, panters, leeuwen en beren bleken
in staat locale infecties met Pasteurella tc
veroorzaken. Hubert en Rosen (2) publi-
ceerde een overzicht over 176 infecties bij
de mens door huisdierbeten.
Katten spelen een belangrijke rol bij de
infectie met
Fciswurella niuhocicla. De
overdracht van deze bacteriën beperkt
zich echter geenzins tot de mens. .Andere
bijt- en krab slachtoffers worden even-
eens geïnfecteerd zover zij niet direct de
dood vinden.

Door de grotere betrokkenheid van dc
hedendaagse mens met het dier in zijn
omgeving, worden aanzienlijke aantallen
prooien uit de kattebek \'gered\' en ter ver-
pleging aangeboden aan vogelopvang-
centra.

Volgens de verzorgers sterft een groot
deel van deze vogels na een aanvankelijk
herstel binnen enkele dagen. Een aantal
vogelasiels zonden ons dergelijke vogels
toe voor een nader onderzoek.
Tevens diende vastgesteld tc worden of
deze vogels geschikt zouden zijn geweest
voor de consumptie door rooivogels.
Bij alle ingezonden dieren werd een post
mortaal onderzoek uitgevoerd, teneinde
vast te stellen of de v ogels inderdaad ge-
beten waren.

In aansluiting op de sectie werd een bac-
teriologisch onderzoek ingesteld van het
hart en de lever. Dit onderzoek werd in
sommige gevallen aangevuld met een
bacteriologisch onderzoek van dc ver-
wo Udingen,
lahcl I.

De uitkomsten van het bacteriologisch
onderzoek ten opzichte van
Pasieurella
nuiliüciüa
worden weergegeven in tabel
I.

Uit .\'^2 van de onderzochte vogels
(60\'r) werd
Pasieurella muhociila (P.m.)
geïsoleerd. In de meeste gevallen leed het
dier aan een bactericmic.
Slechts in enkele gevallen werd l\'.m. uit-
sluitend uit de wond geïsoleerd.
Uit de 21 niet aan Pasteurella gestorven
vogels werd éénmaal een staphv lococ en
éénmaal een /:\'.
coli geïsoleerd,
fjt informatie bij de beheerders van vo-
gelopvangcentra bleek dat het merendeel
van de vogels, welke gegrepen werden
door ccn kat. sterft.

Het opgegeven sterftepercentage bedroeg
.^0\';. W,. Wc en l()0\'7. Bij de le asiel-
houder werd penicilline p.i. direct na aan-
komst verstrekt.

Op grond van deze gegevens kunnen wc
de door ons ontvangen v ogels representa-
tief achten v oor de gehele groep gebeten
\'geredde\' v ogels.

POS I MOR I AAI ONDl R/OI K

Bij post mortaal onderzoek weid nage-
gaan (40 volledige secties) hoe groot dc
inv loed v an de toegebrachte beet was op
het ziekteverloop, levens werd vastge-
steld of de dieren \'gezond\' waren biJ dc
aanval (tabel 2).

Pasieurella
niuhoi iila

IngczDiKicii

lurJus Uiacus
lurilii.s iiicrula
lürdiis pliilonielos
Sltiriiis vulgaris
Passer cliiiiieslicus
Parus sfiecies
Mtnacllla alha
Ciiluiiiha paliiiiihus
Sircpiiipelia liccaucio
Anas pUuvriivncluis
Ailiene nociua
Scoliipa v ruslicola
Meliipsiiiacus iiiululaius

kopcfw lek

merels

lijslcrs

sprecu«

h ulsm us

mees

witte kvvikstaart

houtduil

turkse tortel

wilde eend

steenuil

houtsnip

parkiet

14

5

51

I otaal

-ocr page 351-

l ahcl 2.

P.m. ncgatiel

P.m. posilicf

dood door beet
reeds ziek (parasieten e.d.)
zichtbare verwondingen (niet dodelijk)
geen zichtbare verwondingen

10
4

I

4
17
1

lotaal

25

15

Uit de tabel blijkt dat de meerderheid der
dieren in de [\'asteurella negatieve groep
gestorven zijn door een beet. tnogelijk
gecompliceerd door een reeds bestaande
kwaal. De vogels uit de Pasleurella posi-
tieve groep daarentegen vertoonden over
het algemeen minder ernstige verw ondin-
gen en stierv en door een gegeneraliseerde
wondinl\'ectie.

±6()\'7 v an de vogels stierf ten gev olge v an
een
Pasleurella nniliocida infectie.
Goed beschouwd is het dus zinloos een
gevangen vogel uit de greep van een kat te
verlossen, tenzij direct na het voorval een
geschikt antibioticum per injectionum
kan worden toegepast, (iezien het snelle
verloop van de infectie zal de behande-
ling echter meestal te laat plaats vinden.
Het voeren van gebeten v ogels aan roof-
vogels welke ter revalidatie worden ver-
pleegd in opvangcentra dient met het oog
op besmettingsgevaar achterwege te wor-
den gelaten.

C\'ONCI.l\'SIF.

Van de v ogels. welke levend vverden be
v rijd uit de bek van een kat. stierf ± 40\' ,
aan het directe gev olg v an de beet. terw ij

I I ri R A i i i R

1. Allot. P. N.. Crinkshaiik. R.. fydars-VV illiams, R.. (ilass. V .. Mcijcn. 1. II.. Shaker. 1.. and Ice. (1.:
Inlcctions ol cat-bite and dog-bite wounds with
I\'asicurctia scpiim. ./. I\'uih. Hin t.. 5(i. 411. (1944).

2. Iluhcri. 11 . /. (i/nl A\'o.mvi. .\\I. I\'lisii-iirclla iiiiilioi iila inlcctions due lo animal bite. . ini. .hmni.
I\'uhhv. Heahh..
(lO. 1103. (1970).

.i. (hvcn, C. R.. Hiiki\'i. /.. (>.. Hell../. !\'.. ./iUison. 11. /... /\'«.wck/c/Zi//);((//()</i/« in animal mouths, /ioekv
Minuuains \\/ei/ii iil ./oiinial. (l9hS).

-ocr page 352-

IJ// [?iiJUij\'\'Liyj[i[j

Kraakbeenretentie in de distale ulna
bij de hond

Rc\'iainc\'J Cani/agc oJ i/n Distal Ulna in the Dog

P. W. Poulos\'

SAMI-NVATI IN(1

Het röntgenologische heelcl van üepersisterende kraakheenzuH. uitgaande van de
groeischijf van de distale ulna en de hier hij optredende secundaire veranderingen in
de ondervoet, worden beschreven en geïllustreerd.

SUMMARY

The radiographic appearance of retained cartilage of the distal ulnar growthplate
and secundarv changes relating to the distal fore leg are described and illustrated

INLEIDING

Kraakbeenretentie binnen de groeischijf
van de distale ulna wordt voornamelijk
gezien bij snel groeiende honden, beho-
rende tot de grote rassen. Het beeld
wordt gekenmerkt dooreen radiolucente
zuil, welke zich uitstrekt vanuit de groei-
schijf tot in de metaphyse. F.en dergelijke
uit kraakbeen opgebouwde zuil (retained
cartilage cone) kan in lengte variëren van
enige millimeters tot zelfs vier centimeter,
dankt zijn ontstaan aan een abnormale
enchondralc ossificatie en wordt der-
halve door een aantal onderzoekers be-
schouwd als een vorm van osteochondro-
sis.

Verstoring van de enchondralc ossificatie
kan resulteren in een ongelijkmatige
groei \\ an radius en ulna. alfiankelijk \\an
de ernst van het defect en de groeisnel-
heid van de hond. Verschil in groeisnel-
heid tussen de paarsgewijze beenderen
kan dan aanleiding zijn tot kromming
van de radius, rotatie \\an de carpus, ab-
ductie van de ondervoet en secundaire
arthrotische veranderingen aan elleboog
en carpus (zie Röntgenjournaal,
Tijd-
schr. Diergeneesk..
104, (20). 793.
(1979)).

Overigens is een persisterende kraakb-
eenzuil in de distale ulna slechts één \\an
de oorzaken, welke kunnen leiden tot het
radius cur\\is syndroom, hetgeen uitge-
breider zal worden behandeld in een \\ ol-
gcndc aflevering %an het Röntgenjou-
rnaal.

HEI R(:)N IGENOLOCilSCIll HEI LD

De röntgenologische bevindingen wor-
den aanvankelijk gekenmerkt door de
aanwezigheid van ccn kegcKormig of
driehoekig radioluccnt gebied ter hoogte
van de distale metaphvse \\an dc ulna.
Meestal zijn beide ulnae in het proces
betrokken, echter niet in gelijke mate.

Prol. dr. P. W. Poulos jr. namens de Vakgroep Radiologie. Eaeulteit der Diergeneeskunde. >\'alelaan 10.
de IMthoL L^treeht.

-ocr page 353-

(iedurende het verdere verloop van de
aandoening wordt de kraakbeenkegel
langer en kan /ich een streepvormige
v erdichting gaan aftekenen langs de gren-
zen van het defect (fig. ,A en B). dankzij
ecn versterkte calcificatie in het grensge-
bied rond de kraakbecnzuil. De groei-
schijven van radius en ulna kunnen ver-
vormd zijn en de ulna is dikwijls, in
tegenstelling tot normaal, breder dan de
radius (fig. A en B). Kromming van de
radius (fig. A).verschuiving van dc pro-
cessus styloideus ulnae in pro.ximale rich-
ting (fig, A cn B). rotatie van dc carpus en
abductie van dc ondervoet (lig. B) kan
het gevolg /ijn.

Fig. A. MF-opname \\an de rechter distale radius cn ulna van een 5\', maanden oude I). Dog. Dc
persisterende kraakbeen/uil is /ichthaar (/warte pijlen). De pijlpunten geven de gecalcificeerde gren/en van
hel detect aan. De radius is verkromd (kleine w itte pijltjes) cn de processus styloideus ulnae (grote gebogen
witte pijl) is naar pro.ximaal \\crscho\\en. Dc ulna is ter hoogte \\an de grocischijl iets breder dan de radius.

1 ig. li. .AP-opname \\an het/eUdc been. De persisterende kraakbeen/uil is zichtbaar (/warte pijlen). De
\\erschui\\ ing \\ an de processus styloideus ulnae (open gebogen pijl) is op de/e opname niel goed waarneem-
baar. De ondervoet abducecrl, de carpus is geroteerd (w itte pijlen) hetgeen mag wotden afgeleid uit hct feit.
dat de radius en ulna elkaar supcrponeren, terwijl carpus cn metacarpus enigs/ins scheef/ijn getroffen.

-ocr page 354-

Campylobacter fetus subspe-
cies
jejuni: epidemiologie met
vraagtekens

Infectie bij de kat en de hamster

Infectie met Campylobacter fetus sub-
species
jejuni is een betrekicelijk veel
voorkomende oorzaak van enteritis bij
de mens. Op het Streeklaboratorium
voor de Volksgezondheid in Zeeland
wordt deze bacterie gemiddeld driemaal
per week geïsoleerd uit de faeces van pa-
tiënten met enteritis. Antibiotische thera-
pie is in het algemeen niet nodig; mochten
de symptomen zo ernstig en langdurig
zijn, dat toch dient te worden ingegrepen,
dan is erythromycine de \'drug of choice\'.
Inmiddels is uit verschillende artikelen in
de
Lancet (The Lancet. 91L (1979):
8125, 1091-1092, ^7979; duidelijk gewor-
den, dat
Campylobacter-\'inïecüt niet uit-
sluitend met enteritis in verband moet
worden gebracht: ook hogere urineweg-
infecties en cholecystitis kunnen door
Campylobacter worden veroorzaakt, ter-
wijl voorts sepsis na infusie met bloed
besmet met
Catnpylobacter. werd ge-
meld.

Aanvankelijk werd aangenomen, dat \'de\'
infectie bij de mens veroorzaakt werd
door behandeling van besmet pluimvee-
kippevlees, doch later (recent gerefe-
reerd door J. Oosterom in
Tijdschr. Dier-
geneesk..
105, 49-50. (1979)) bleek, dat
besmetting ook kan worden veroorzaakt
door consumptie van ongepasteuriseerde
melk. Ook geïnfecteerde schapen, var-
kens en honden zouden in de epidemiolo-
gie een rol spelen.

Sinds enige tijd worden op het Streekla-
boratorium. wanneer één der gezinsleden
een
Campylobacter enteritis bleek te heb-
ben, ook de faeces van eventueel aanwe-
zige huisdieren op het voorkomen van

Cantpylobactcr jctus subspecies jejuni
onderzocht. Zo bleken inmiddels in 2 ge-
ïnfecteerde gezinnen ook de huiskatten
besmet te zijn. Eén dezer dieren had dui-
delijk diarrhee. Het is aannemelijk in
deze gevallen aan een gemeenschappe-
lijke bron te denken, eerder dan aan be-
smetting van de mensen door de katten.
In januari van dit jaar werd uit de faeces
van een huisvrouw van een gezin uit Tho-
len
Catnpylobacter gekweekt. Het gezin
bleek in het bezit van een hamster, die
weliswaar wel eens werd \'aangehaald\',
doch nooit ander voedsel kreeg dan de
bekende korrels. Uit de faeces van dit dier
werd ten tijde van de besmetting ook
Campylobacter fetus subspecies jejuni
geïsoleerd. Bij heronderzoek, 14 dagen
later, was het dier negatief.
De hamster had geen ziekteverschijnse-
len vertoond noch diarrhee gehad. In dit
geval is een gemeenschappelijke voedsel-
bron onaannemelijk: eerder moet toch
aan een vorm van contactbesmetting
worden gedacht.

J. Goudswaarcb.

.^iLidUUiJdHii

Dr. J. Goudswaard. Streeklaboratorium voor de Volksgezondheid. Goes.

-ocr page 355-

Horsehoeing Ihcory and Hooltare

I . 1 mcry. .1. Millcr. N. \\an Hooscn DWI
ll.ca aiul I chigcr - 1977 . Phil,n/cl/>hiciI

In tk\' laatste diic jaicn /ijn cr drie I ngclstaligc
hoeken over lloclkiinde en Hoelheslag iiitgekotiien.
tuce uit Amerika (l S. A.) en één uit I tigcland. Het
bock \\an Hmcr\\. Milleren Van Hooscn is één \\an
tie Amerikaanse hoeken.

Hij een eerste kennismaking met hel bock vallen
enkele dingen dadelijk op. Het bock maakt een
o\\er/ichtelijke indruk, cr /ijn \\ eel illustraties, /owel
tekeningen als toto\'s. De vele. prachtige anatomi-
sche tekeningen \\an Marjoric I nier\\ /ijn \\an supe-
rieure kwaliteit. De toto\'s /ijn meestal ook van
goede kwaliteit en /eer instrueticl. Soms /ijn er
oinerwachls een aantal foto\'s tussen, /oals dc serie
over hel gebruik \\an de \\isitccrtatig.
lekst en illustraties /ijn heel goed op clktiar afge-
stemd, /odat het een prettig leesbaar hoek is gewor-
den.

Hel boek is gcschre\\en met hel podotrochleitis-
probleeni als hooldihema.

Dil thema loopt als een rode draad door de hele
tekst heen. \\ andaar dat het bock /ich erg richt op
dc \\oorhocl. Dc aclualiteit win hel podoprohleem
heelt misschien ccn grote aantrekkingskracht \\oor
le/ers uil alle categorieën (v ctérinairen. hoelsmcdcn
en paardenliefhebbers), maar hel geelt toch een
duidelijk cén/ijdige benadering en dat is hier en
daar ecn nadeel, dat kan men in de tekst iluidelijkc
bespeuren.

I en hoofdstuk o\\ei dc diagnostiek \\aii piidotroch-
leiiis hoort in ilil boek niet thuis. Sommige \\ooi-
keursondcrwerpen \\an dc schrij\\ers worden tc \\eel
uitgcplo/en. Dat geldt \\oor hel ho\\engenoemdc
hooldllicnia (podoli oelileitis) ni.i.ir ook \\0(ii an-
ilere /aken. /oals dc \'lrog-prcssurc-ihcor\\". waarte-
gen de schrii\\ers te \\eldc gaan. Daardoor is hel
hoek soms \\eel le lang \\an stol. Met een korte,
bondige bespreking /ouden de/c onderwerpen
beter al /iiti. cn het standpunt \\an dcschri|\\cr meer
incrtuigen.

De tekst wekt de indruk, dal kieupelheden in het
algemeen uitsluitend ecn liiiictic /ijn \\an goed ol
slecht bekappen, resp. beslag. Detcksi isopditpunt
\\aak ongcnuancccnl en soms bijna arrogant.
Daartegeiuncr wordt het gehele hoek door met \\cel
tnertuigiiig gewc/en op het bc\\orderen en handha-
\\cn \\an tic normale, naluut lijkc hoct\\orm. De hele
hocKc/orging en hel hoefbeslag worden vanuit dit
puilt ontwikkeld. Het doet weldadig aan uit de
wetcid \\an boelbcslag-speciahslen een dergelijk ge-
luid tc \\ernenien. waarin /o duidelijk wordt bena-
drukt dal gewoon, heel erg goed bekappen en heel
erg goed beslaan hel beste effeet heelt, ook en Mior-
al. als hel gaat om ecn orlhopaedischc aanpak \\an
hoelproblemen.

In enkele hooldstukken over corrigerend beslag
gaan de schrijvers weer wat \\er in ecn \'cure-all\'
ellect van alle mogelijke problemen door middel
van bekappen en beslag. Daarnaast worden ook
medicamenteu/c beliandclingswij/en (/oals intra-
articulairc corticosteroid injecties) genoemd. De/e
/aken horen (nel als diagnostiek) in dit boek niet
thuis.

De twee eerstgenoemde schrijvers f-mcrycn Miller
/ijn hoelsmcdcn met ccn grote ervaring cn daar-
naast ttamers (niet van course-paarden. maar van
paarden voor andere sportdoclcinden. In de \\\'ere-
nigdc Staten worden de meeste paarden en ponics
voor alle vormen van sport etc. getraind door be-
roepslrainers. /ells voor het keuren aan de hand).
De derde. \\\'an Hooscn is een praktiserend dieren-
arts. met veel ervaring op het gebied van paarden.
De Engelse taal maakt hel bock voor een groot
gedeelte van de Nederlandse le/ers een minder
toegankelijk boek. maar overigens is het een goed.
helder en /eer praktisch boek. Vooral ook een /eer
boeiend boek, waaruit voorldurend de langdurige
praktische ervaring van de schrijvers spreekt.

II . I. Hcrnuuis.

-ocr page 356-

Bijeenkomst Werkgroep
Dierpathologen

Dinsdag 29 april 1980

De bijeenkomst /al dinsdagmiddag worden ge-
houden (aanvang 14.00 uur) in vergader/aal T van
het Rijksinstituut \\oor de Volksge/ondheid. .An-
thonie van l.eeuwenhoeklaan 9. Biltho\\en.

Programma

14.00 V. .1. Keron en B. J. Spit: \' Tumoren bij de
rat na inhalatoire expositie aan \\inylcblo-
ride\';

P. W. ,J. I\'eters: \'inductie en morfologische
ontw ikkcling van neurale buisdefecten: me-
thoden en interpretatie\';

C. J. \\an Mc cn \\V. Venneman: \'Ectopia
cordis bij bet rund en het varken\';
Pau/e.

D. Tibboel. C. .E van Nie, .A. W. M.
\\an de Kamp en .1. C. Molenaar: \'Experi-
menteel onder/oek naar de etiologie cn pa-
thogenese \\an de atresieen van île dunne
darm en het colon\'.

W. Venneman, C. .1. \\an Me, S. fl. Speel-
man en S. van der Sommen: \'Holopros-
encephalie\'.

15.50

Deutscher Tierärztetag 1980
und Kongress der Akademie
für tierärztliche
Fortbildung (ATF)

vom 6. bis 9. Mai 198« in .Aachen

.Alle Veranstaltungen finden nn Internationalem
Kongress/entriim \'Eurogress\' statt.
Motto:
.■l/\\iuc//c l cicrincinnci/izin. Berufspolitik-
Praxis - W issenschaft,

Program m

Diensttag, 6. Mai 19X0

20.00 Ehr: Begrüssungsabend

Mittwoch. 7. Mai 19X0

9.00 LMir: Eröflnunüder Industrieausstellung

9.15 Ehr: bis 12,.10 Uhr:

\\cuc /\'rop \\ lu\\ci}ici/ioi/cii /\'ür i/ic licriirzlliclic
/\'raxis

Moderator: Prol, dr, dr, h,c. ,A. niayr. München
(i Baljer. München: \'l.okale Schut/implungcn\'
B, Ma\\ r-Bibrack. München: \'Paramunisieriing bei
Neuiieborencn\'

14.25

14.45

15.05
15..10

1\'. Baehmann. München: \'Kombinierte Prophylaxe
beim Neugeborenen Kalb gegen Darmkrankheiten
durch
/:\'. co/i und Rotav iren\'

Ci. W\'acbcndörfer, Erankfurt am Main: \'Erfahrun-
gen mit der Prophslaxe gegen Ecthyma beim
Schaf

Eollc, Kiel: "Neues Uber Mastitisprophylaxe
beim Rind\'

El. Bostedt, München: \'Eortschritte bei der Pro-
phylaxe gegen Eruchtbarkeitsstörungen\'
(i. Eämmler, (iiessen: \'Eortschrilte bei der Pro-
phslaxe gegen parasitare Krankheiten\'

14..10 Ebt:

öffentliche Delegiertenversammlung und llaupt-
\\ersammlung der deutschen I ierärvten - Eragen
der Berufspolitik

s (N\'ersichcrungsdirek-

/icr\\ crsiiclicn (Prof. dr.

Zur /^rtii\'iicnuink von
Scharmann. Berlin)
/>ic //a/ip/iic/n i/cs Ticriir:!
tor Riese)
liinsc/i/icssinigcn
\\\'erschiedenes

Donnerstag. S, .Mai I9K0

Ecstxortrag von Prof, dr, Wittke. Berlin: Akmci/c

I cicriniirnicc/izin

14..10 Uhr bis 17.45 Uhr:

L nkonvcniionc//c Mct/iktnion

Moderator: ProE dr. Kurt Kaemmerer. Ilaniuner

R. Kroker. Berlin: \'Biologische Verfügbarkeit \\()n

-Ar/ncimitteln und konventionelle und utikonven-

tioneile .Applikations\\erfahren\'

D. llegncr. München: \'Pharmakokinetik\'

II. Sichel. Erankfurt: \'Applikation mit dem lloch-
ilruckinjektor\'

II, \\S icsner, Müncben:\'Ecrnapplikation mit Injek-
tionswaffen\'

B, llollniann, Berlin: \'1\'nkoinentionelle Applika-
tion \\oii Hormonen\'

P, Dorn, grub: \'Unkoincntionellc Applikation
in der (icllügclpraxis\'

fl, Baljer. München: \'Immunisierung gegen I e-
tanus über die \\V unde\'

Ereitag, 9, Mai 1980
9,15 bis 12,10 Uhr:

I cicriniirnic<lizini.sc/ic /\'roldcnic Iwi /.clwn.s- und
/ liiicrniincln

Moderator: Prof, dr, Dieter (irossklaus. Berlin

E, II. Kampelmacher, Biliho\\en (Niederlande):
\'Der der/eitige Stand der Salmonclloseforscbung\'
IE .1. Sinell, Berlin: \'I cbensmittelinfektionen und
-Intoxikationen in der Bundesrepublik Deutsch-
land\' - Situationsbericht

S, Wen/cl. Haniiincr: \'Die Durchführung der
Schlachtticr- und Eleischuntersuchung unter Be-
rücksichtigung neuer wissenschaftlicher Erkennt-
nisse\'

I - Eorschncr, Hannover: \'Moderne Verfahren /um

-ocr page 357-

Rilckstandsnaclnveis - zugleich cine Uhersichl\'
A. Soniog\\ i. Berlin: i.ebensmmelhygienische Aus-
w irkungen moderner Arzneirnilteltherapie"
A. Bulling. Berlin: \'IVobleme der mikrobiellen
Resisien/ im Bereich der Lebensmittel- und Lulter-
niittelhygiene\'

11. .1. Lntel. Bonn: ■Fortschreibung des Futter-
mittelrechtes in den letzten .lahren\'
F. Siewert. Berlin; \'Prüfung \\on Futterzusatzstof-
fen im Rahmen des Zulassungsverlahrens\'

14..1(1 bis 17.4.5 Fhr;
SKiningcn der /■\'nichiharkeii
Moderator: Prot. dr. Fberhard (Irunert. Han-
nover

H. Merkt. Hannover: \'Aktuelles Uber Fruchtbar-
keitsprobleme beim Pferd - Frlahrungen mit der
C\'FM\'

\\V, Bollwahn. München: \'Puerperale Fndometri-
tiden und ihr Fjnlluss auf die Fruchtbarkeit der
Sau\'

M. Russe. München; \'Die Fndometriiis der Hün-
din - Ätiologie. Diagnose. Fherapie\'
M. Vandeplassche. (lent (Belgien): \'debarmuliei-
enl/ündung Im Frühpiierperium bei Kühen\'

(irunert. Hannover; \'Untersuchungen zurOelb-
körperzyste des Rindes\'

•Auskünfte gibt wahrend des fierärzletages das
tagungsburo im Foverdes Furogress. 1 ernsprech-
verbindune; (0241) L5 10 1 1.

I eilnehmergebühren

Für alle w isscnsehaltlichen \\ eranstaltungen
120 DM

lür Mitglieder der A I F 50 DM

für Begleitpersonen und Studenten .10 DM

lageskarten

für Nichtmitglieder der A I 1 50 DM
lür Mitglieder der A I F 25 DM
für Begleitpersonen und Studenten 15 DM
liei Anmeldungen nach dem. I. April 1980 er-
höhen sieh die Beitrage wie im Anmcidelormular
angegeben.

Die kosten liir die 1 eilnahmc am (lesellsehalts-
.ibend sowie am Rahmenprogramm insgesamt sind
dem .Anmeldeformular
zu entnehmen.
Die
Fagungsausweis werden wie alle übrigen Kon-
gressunterlagen am lagungsbüro ausgegeben.
Im Kongresslührer sind ausführlich Hinweise aul
die sieiierliche Abzugslahigkeit der Kosten für den
Besuch von Fortbildungsveranstaltungen enthal-
ten.

Forlbildungsnachvieise für ATF-Mitglieder kön-
nen auf V\\unsch nach Abschluss der jeweiligen
\\ eranstaltung gemäss ^ 12 der A I F-Statuten aus-
gehandigt werden, Fs ist dabei der I agungsaus-
weis vorzulegen, Fs werden für alle wisseiisehafl-
liehen Veranslalliingen 12 Doppelstunden, bei der
Vorlage von lageskarten 4 Doppelstunden aner-
kannt

Jahresversammling 80 der
Schweiz. Vereinigung für
Kleintiermedizin

Fagungsort: Alfa-Zentrum. Bern

Fagungsthema: Perinaiolagie

Programm

Freitag. 6. .luni 1980

I FIF 1: SP.ÄI F: FR.ÄCH FKJKFIT

9.00 LI. Küpfer. Bern; \'Physiologie der späten
f rächtigkeit\';

9.10 V. Sehärer. Bern; \'Pathologie der späten
frächtigkeit;

9.20 B Ruckstuhl. Zürich: "Trächtigkeitsdiag-
nose\';

9..15 Diskussion und Pause.

10.00 B. Ruckstuhl. Zürich: \'.Abort; Diagnose.
Verhinderung und Indikation zum

10.10 Diskussion.

10.15 P. Wolvekamp. U\'trecht; \'Perinatale Rönt-
genologie\';

10.45 Diskussion und Pause.

11.05 B. Mayr-Bibrack. München; \'Intrauterine
und deren prophv la.\\e\';

11.25 Diskussion.

II..10 Mittagspause.

I FIF 2; (iFBUR f

14.00 U. Küpfer. Bern: \'Physiologie des (ieburts-
a blau fes\';

14.10 B. Ruckstuhl. Zürich: \'deburtsuntei-

suehung; Zeitpunkt und Komplikationen\';

14..10 Diskussion und Pause.

14.40 K. Arbeiter. Wien; \'Probleme derdeburts-
hilfe\';

15,00 Diskussion.

15.05 K. Arbeiter. Wien: •Naehgeburtsperiode\';

15.25 Diskussion und Pause.

15.45 R. Fellenberg. Zürich: \'Physiologie und
Pathologie der \'Frsten Stunde";

16.05 Diskussion.

16.10 A. Fdney. Waltham: \'Mutterlose Aul-
zueht\';

I6..10 Diskussion.

16.45 (ieneralversammlung der SVK.

Ab 19.00 (iesellschaftsabend im Hotel Bellevue.

Samstag. 7. .luni I9S0
fF;iF .1: NFONAFOFOdlF
8,00 H, I uginbühl, Bern: \'Kardiovaskuläre
,Anomalien (a). Hereditäres l.yniphoedem
beim Hund (b); Ci. Bestetti und H. 1.ugin-
bühl. Bern: \'Anomalien und Fehlentwick-
lungen im ZNS und in den übrigen Oi-
ganen\';
9.00 Diskussion.

9.10 B. Mayr-Bibrack. München: \'Intekte des

neonaten Foeten\';
9.40 (i. Beslettiund H. I uginbühl. Bcrn;\'Parvo-

V irus-Fnteritis und Mvokarditis\';
9.50 Diskussion und Pause.
10.20 K. Bohn. München; \'Klinische Diagnostiek
und 1 herapie kongenitaler Ilerzerkrankun-
gen\';

-ocr page 358-

K. Bohn, Miinchcn: \'Die Her/- und Krcis-
lauluntcrsuchung bei Welpen naeh der Ge-
burt unter Beriieksiehtigung der 2 I vpen
des Ductus art. persistens";
Diskussion luid Pause.
P. Wolvekamp. Utrecht; \'Röntgcnbelundc
bei sehr jungen Kleintieren\';
Diskussion.
M ittagspause.

M. Suter. Zürich; \'Sektion eines neugebo-
renen Welpen: Demontration einer praxis-
nahen, ge/ieltcn Sektion, Organentnahme
und Interpretation der Befunde":
Diskussit)n.

M, Suter. Zürich: \'Pathologie des Welpen\';

Diskussion und Pause.

H. Ranei. Kirchberg: \'Gedanken zur Wurf-

grössenbeschränkung\';

Diskussion.

U. Kihm. Basel: \'Infektionsprophvlaxe\';
Diskussion und Pause.

10.40

10.55
11.10

I I..10
I 1..15
14.00

14.25
14.30
14.55
15.15

15.30
15.35
15.45

stig \\an universiteiten en researchinstituten, uit
het beleid en uit de industrie.
Het aantal deelnemers is beperkt tot 25. Deel-
nemers /uilen w orden ingeschrev en in volgorde v an
bin nenkomst.

Het cursusgeld bedraagt / l.SOO.- {verbli|fkosten
inbegrepen) indien aanmelding plaatsvindt vóór
20 juni 1980. Voor aanmeldingen na genoemde
datum bedraagt bet cursusgeld / 2.000.-.
\\oor nadere inlichtingen wende men zich tot het
Nederlands Instituut voor Pracventicvc Gezond-
heidszorg INO. \\\\asscnaarsevveg 56. 2333 .M
l eiden, "telefoon: 071-150940. Mevr. dr. C\'. M.
Kuiper.

riilU4: F.-\\l.l.SrUDIEN AVS DUR PR.A\\IS

16.15 B. Kammermann. B. Ruckstuhl und M.
Suter. Zürich: \'Konsequente Verfolgung
klinischer, im Sinne derTauung begrenzter
Fälle\'.

17.30 Fnde der l agimg.

Detaillierte Programma mit .Anmeldeformularsind
erhältlich bei dr. M. Ferrari. Via Moncucco 19.
C H-6903 Fuuanod el. 091 25235).

Seminar Milieukunde
1980 1981

Nederlands Instituut voor Praeventieve
(Je/ondheids/org/TNO -
Afdeling Onderwijs

Het Nederlands Instituut voor Pracventicvc Ge-
zondheidszorg I NO organiseert in samenwerking
mct dc Stichting Postakademiale Vorming Ge-
zondhcidstcchniek hel negende Seniinaar Milieu-
kunde in het academisch jaar 1980 1981.
Het Seminaar vvordt gehouden in conlerentic-
oorden in drie perioden van vier dagen cn ccn
periode van vijl dagen; elke periode is gcuiid aan
één thema.

20 tot en met 23 oktober 1980 ..Het I eclmilieu";
15 tot cn mct 18 dcccmbcr 1980 \'Milieugebruik\';
2 tot en met 5 lebruari 1981 \'Milicuverontrcini-
niging\';

6 tot cn met 10 april 19X1 \'Milicubclcitl\'.

Het Seniinaar biedt een oriëntatie in de milieu-
problemen door middel van inleidingen gehouden
door een 5()-tal docenten. Dc inleiders zijn alkom-

KFC TM IC ATIF.

Summer Meeting 1980
of the Society for Veterinary
Ethology

De publikatie, op pag. 31 I in de vorige aflevering
van het
1 ijilschrsfi vtnn\' Piergt\'fh\'cskuiulc, aan-
gaande de \'Summer Meeting 1980\' van de S.V.F.
is niet geheel juist, dan wel onvolledig:
De bijeenkomst is nl, In principe slechts toegan-
kelijk voor leden van de S,\\ ,K,
I Dc deelnemers logeren in Hotel Fïgi, maar de
bijeenkomsten zijn in het FV,0, \'Scoonoord\' tc
Zeist),

-ocr page 359-

Indirect fluorescence antibody studies of
porcine cytomegalo virus infections in
the Netherlands

Rondhiiis. P. R .dc.long. M. P..and Schep.The
\\ cicriniirv Qiiarn-rlv. 2. 6.\\ II9HII).

Samenvatting

Sera \\an 68."! varkens afkomstig \\an 41 bedrijven
vvaar bij de varkens Atrofische rhinitis (,AR| voor-
kwam. 477 sera van varkens van .17 bedrijven /on-
der .AR-geschicdenis. 267 sera van lok/eiigen en
fokberen die ter slachting aangeboden vverden. 22
sera van beren van een K.l.-station cn lü.1 sera van
SPI -biggen vverden onder/ocht op de aanvve/ig-
heid van antilichamen tegen het porcine cytotnega-
lovirus (PCMN ). De onder/ochte sera kwamen van
bedrijven die over geheel Nederland lagen ver-
spreid. De indirecte immunofluorcscentictest werd
gebruikt om antilichamen tegen PC\'MV aan te
lonen. Het virus was gekweekt in varkcnslongma-
crophagen die daarna op votuwerpglaasjes waren
gcbiacht.

Dc sera van alle 10.1 SPI -biggen waren ncgatiel
(titer < 1:20). terwijl geen van dc andere onder-
/oehte bedrijven vrij bleek te /ijn van de infectie.
9.1\' , Van de sera bleek positief (titer I:20)tc/iin.
I r werden geen aanwij/ingen verkregen dat er ver-
schillen waren in het aantal positieve sera en de
hoogte v an dc titers tussen bedrijven met en /onder
ccn AR-geschiedenis.

l eline mammary tumours and dyspla-
sias.

( (inclusions based on personal studies and some
suggestions for future research

. 69. (I9filll.

Weijcr. K.; The l eierinarv Quarierlv

Samenvatting

I umoren en dvsplasicn in de niammae van dc kat
werden op verschillende manieren onder/ocht:
morfologisch, electronen-microscopisch. immuno-
logisch en V irologisch.

l en belangrijke conclusie was dal de kat met mam-
matumoren (goedaardige-, kwaadaardige tumoren
en afwijkingen waarvan de betekenis nog niet be-
kend is) een geschikt procfdiermodcl kan /ijn voor
dc bestudering van bepaalde aspeclen van mamma-
tumoren bij de vrouw; bijvoorbeeld bij de bestude-
ring van de relatie lussen bepaalde histologische en
biologische kenmerken van het mamma carcinoom
en de prognose: bij de bestudering van de vraag of
een virus (of virussen) wel of niet (mede) ecn rol
speelt (spelen) bij de etiologie of de ontwikkeling
van mammatumoren: bij de bestudering van de
\'sign at risk\' problematiek; bij de bestudering van
een eventueel aanwe/ige cellulaire en of tumorale
immuniteit specifiek gericht legen de mammatumor
en bij de bestudering van mogelijke invloeden van
progcstativa op de mamma.

Omdat het onder/oek niet alseen afgerond geheel
kan worden beschcniwd. moet dit onder/oek een
vervolg krijgen; dit geldt vooral voor die delen van
hel onder/oek die het meest perspectief bieden voor
vergelijkende studie.

Skin test as herd diagnosis for .Aujeszky s
disease (Pseudorabies) in swine

rt. \\l. R.: The i eie

\\ andeputte .1. and Pcnsa
Quarierlv. 2. 7.\\ (19X11).

Samenvatting

Het gebruik van een intraderniaal ol skin test voor
het stellen van de diagnose van de /iekte van Au-
jcs/kv bij varkens weid tnidcr/ocht. Half ge/ui-
verde en geconcentreerde antigenen van het Aujes/-
kyvirus, dat met ether cn Iwcen 8(1 geïnactiveerd
was. werden intradermaal geïnoculeerd bij sero-
negative. e.xperimcnteel geïnfcctecide en gevacci-
neerde varkens en bij biggen met maternale anti-
stoffen. Bij dieren met actieve immuniteit werd
binnen de 24 uren een spccilicke reactie vvaargeno-
nien die gekenmerkt was door een /ichlbarc cn
verharde /vvclhiig. Biggen met maternale antistof-
fen of seronegalieve dieren die nicl gcïnlecteerd of
niet gevaccineerd waren, reageerden niet. Van dc
seropositieve dieren die gcïnlecteerd of gevacci-
neerd waren teagcerdcn er respectievelijk 89\', en
58\'; op de huid test. Positieve reacties werden waar-
genomen vanaf 8 dagen na de infectie. .Alle sci-
oncgaticvc dieren, behalve één. bleven scroncgatief
na twee opeenvolgende intradermaal testen en de
afname van maternale antistoffcntiters werd niet
beïnvloed, len vroegere huid test vcroor/aakte
geen overgevoeligheid tegenover een latere toedie-
ning.

De huidige resultaten en de praktijkervaringen op 8
bedrijven tonen aan dat de skin test kan beschouwd
worden als een betrouwbare methode voor dc diag-
nose van dc /icktc van Aujcs/kv bij varkens.

1 en gerieve \\ an de Nederlandse lezers \\ olgen onderstaand de samenvattingen ver-
taald in het Nederlands \\an de artikelen tut
The l\'eierinarv Quanerly. deel 2,
2. 1980;

no

-ocr page 360-

Kffect of zine and molybdenum supple-
mentation of the feed concentrate on the
storage of copper in the liver of lambs

Van der Sehee. W.. (larretsen. .1. W.. and van der
Berg. R.:
The l eieriiKin Qiianeilv. 2. ,S2. f/98lll

Sanienvalling

I ijdens een 9K dagen durende voederproef /ijn X
groepen \\an X mannelijke lammeren ( l e.xelaar .\\
tries melksehaap) gevoederd met een rantsoen,
waarvan alleen in het kraehtvoergedeelte de gehal-
ten aan Cu. Zn en Mo per groep versehillend waren.
Bij een hoog (± .10 ppm) en een lager (± 15 ppm)
Cu-niveau in het krachtv oer werd de inv loed op de
Cu-accumulatie in de lever van toevoegingen van
Zn (0. 150 en .140 ppm) en Mo 10 cn 16 ppm)
nagegaan. Bij het hoge koperniveau resulteerde de
toevoeging van 150 of .140 ppm Zn in een signifi-
cante verlaging van het lever Cu-gehaltc. terwijl bij
het lagere Cu-niveau de/e Zn-toevoegingen slechts
een gering effect sorteren.

De beide Zn-doseringcn leken even cllectief te /ijn.
Zn in gemelde doseringen had geen invloed op het
Zn-gchaltc in lever en nieren. De toevoeging van
.Mo verhoogde b^-t Mo-gehaltc in lever en nieren.
De toevoeging van 16 ppm Mo gal een grotere
verlaging van het lever Cu-gehalte dan de toevoe-
ging van 150 of .140 ppm Zn.
De toevoeging van Zn en Mo hadden geen /icht-
bare invloed op de gc/ondheid van de lammeren.

II iermee is in overeenstemming dat v oor de waarge-
nomen bloedparameters en de groei steeds normale
waarden gevonden werden.

,\\ange/ien Mo meer to.visch is dan Zn doen de
uitkomsten van dit e.xperiment veronderstellen dal
Zn als bruikbare vervanging voor Mo als additief
aan krachtvoeders toegepast kan worden in de pre-
ventie van dreigende kopervergiftiging.

Studies on bovine demodecosis in nort-
hern Nigeria. Specification and host
parasite relationships

Slingenbergh. .1.. Mohammed. N.. and Bida. S.
The \\eleriiiar\\ Quarlerly. 2. 9(1 1198(1).

.Samenvatting

Het klinischen histologisch beeld van bovincdcmo-
decosis en de morfologie van
Denunley mijlen /oals
aangetroffen bij vierkoeien lijdende aan gegenerali-
seerde demodecosis worden hier besproken.
I r waren geen klinische symptomen van andere
hiiid/ickten.

Zowel veranderingen in het aantal als in het uiterlijk
van zichtbare huidhicsies werden wa.irgcnomen cn
111 verband gebracht met dc voedingstoestand van
de koeien cn het blootgesteld /ijn aan direct /on-
licht. In histologische coupes van enkele nodulae
werden miitenkolonies aangetroffen inde haarfolli-
kel. In de talgklicrtjcs werden alleen volwassen mij-
ten gevonden. Microscopisch onder/oek naar de
morfologie van de mijten onthulde dc aanw e/ighcid
van tweetvpen
DeiiniJex mijten inde huidlacsiesen
drie typen in geëpilecrdc wimpers. Morfologische
criteria worden verstrekt om bij te dragen in het
identificeren van
/)eniot/e\\ spp en cvcluss stadia.

Squamous cell carcinoma of the equine
stomach

Wester. P. W.. Franken. P., and lUini. 11. .1.: The
leierinarv Quarlerly.
2. V.y (198(1).

Samenvatting

Fen klinisch en patholoog-anatomisch ovcr/icht
wordt gegeven van /even gevallen van een plaveicel-
carcinoom van de maag van hcl paard. Het blijken
paarden le /ijn van zes jaar en ouder, met als voor-
naamste klachten achteruitgang in conditie en ge-
wicht. Meestal is metaslasering van de tumor opge-
treden. Er wordt gewezen op de diagnostische moei-
lijkheden en mogelijkheden bij deze aandoening.

( yanides and their toxicity: .A literature
review

Egekeze. .1. O. and Ochmc. F. W.: The i ewrinary
Quarierh .
2, 1(14. (198(1).

Samenvatting

Cyanide is een krachtige en snel werkende, verstik-
king veroorzakende stof. die het zuurstofverbruik
van het weefsel verhindert door remming van het
cellulaire ademhalingsenzv ni. cvtochroomoxvdase.
Het inademen of opnemen van cvanide leidi na
enkele seconden tol reacties en in enkele minuten
tot de dood. l il het voer afkomsiige cvaiiiilc heelt
een rol gespeeld bij de acule dood
Can dieren en als
belangrijke etiologische factor bii tosischc alaxi-
sche nciiropathieën van dc mens. terw ijl hel de oor-
zaak kan zijn van v isusstoornisscn bij mensen, dic
aan amblyopic door nicotincvergiltiging lijden of
aan dc oplicusatrofic van Fcbcr. De diagnose
cvanidc-mtoxicatie kan doordiverse laboratoriuiii-
nielhoden worden bevestigd, maar een nauwkeu-
rige gchaltcbepaling is ononlbcerliik voor het trek-
ken van dc iuiste conclusies uit dc analvse vaii
dierlijk weelsel vcrschcidcnc uren na de dood. ol uit
hel onder/oek v an bij de mens genomen monsters in
gevallen van chronische belasting via de voeding.
I en biologische cvanidc-oiilgilliging kan op ver-
sehillendc wij/e tot stand worden gebracht; de toe-
passing van natriumnitriel mct natriumthiosulfaal
en de toediening van niethvleenblauw vormen
wcik/ame behandelingsmethoden. Dc omstandig-
heid. dat cvanide in diverse vormen in het milieu
voorkomt, maakt een in/icht in de pathofvsiologie
en verantwoorde maatregelen in riskante situaties
nood/akclijk.

-ocr page 361-

On some factors influencing the output
of the larvae of Propostrong) hds of sheep
in natural infections

C abaret. .1.. Dakkak, A., and Bahaida. B.: The
i cwriiiarr Qiianerlv.
2. 115. (IVSO).

Samenvatting

Naar de uitscheiding \\an protostrongylidenlarvcn
\\an hct eerste stadium bij schapen werd ecn onder-
zoek ingesteld. Van oktober 1977 tot december
197S werden in gebieden 3 reeksen waarnemingen
gedaan. De fauna werd gekenmerkt door het /eer
Irequent \\oorkomen van
.Miicl/criiis cn \\eosiriiii-
gvliis.

Dc uitscheiding \\an larven \\arieerde afhankelijk
\\an de door de schapen geherbergde soort en dc
dichtheid van de wormpopulaties. Wormbehande-
lingcn waren \\an ins loed op de \\ ruchtbaarheid van
tic wormen.

De leeftijd \\an de dieren was ecn belangrijke factor
bij schommelingen in de om\\ang \\an de larvenuit-
scheiding; ccn verhoogde uitscheiding werd bij
drachtige ooien in de laniincrlijd waargenomen.
Sei/oenschommchngcn van dc uitscheiding werden
CNcneens gesignaleerd.

Milk cell count in machine milked dairy
goats

Cirootenhuis. Ci.: Ihe I elerinarv Quarterly. 2. 121.
(1980).

Samenvatting

Vlclkmonsters afkomstig van bedrijven met 18.5

melkgciten /ijn onder/ocht op mastitis.

Van een gering aantal monsters is bet bacteciolo-

gisch onder/ock positief, maar de celtellingen /ijn

hoog.

De/c uitslagen /ijn in tegenstrijd tot die van melk-
monsters \\an koeien.

Van de Veterinaire Hoofdinspectie van de
Volksgezondheid tevens Directie van de
Veterinaire Dienst

BI\'SMhlTHI.i.IKH DIF.RZItK I FN

Dier/iektenbulictin Nr. 5 van dc Veterinaire Dienst
over het tijd\\ak van 1 lot 15 maart 1980 vermeldt
de volgende aantallen gevallen \\an aangilïeplich-
tige besmettelijke dier/lekten in Nederland,

,\\tri>fische rhinitis

I otaal 20 gevallen in 18 gemeenten

F riesland
Drenthe
Overijssel
Cielderland
Utrecht
Zuid-Holland
Noord-Brabant

Cironingen

Friesland

Drenthe

Cielderland

Noord-Holland

Ziud-llolland

2 gevallen
1 ge\\al

1 geval

I 1 gevallen in 9 gemeenten

2 gevallen

1 geval

2 gevallen

1 geval

8 gevallen in 5 gemeenten
gevallen

2 gevallen in I gemeente

2 gevallen

3 Kcvallen

Rotkreupel

Totaal 19 gevallen in 15 gemeenten

Miltvuur

l otaal 1 geval in Limburg
Schurft

l otaal 8 gevallen in 8 gemeenten

-ocr page 362-

Kriesland

Gelderland

IJlreeht

Noord-Holland
Noord-Brabant

MOND- EN KLAUWZEER
Argentinië

Over februari 19X0 bedroeg het aantal uitbraken
van mond- en klauw/eer in Argentinië 90. waarvan
,11 in Buenos ,\\ires. 14 in La Pampa, 20 in Santa
Et\'. 9 in Cordoba. X in Entre Rios. 2 in San Luis. ,1 in
Corrientes. 2 in Chaco en I in Eormosa.

I urkije

In .Anatolië werden in de maand januari LS uit-
braken van mond- en klauw/eer gemeld. Hiervan
waren er .1 van het type .X-, en de overige van het
type 0|.

ge\\al
geval
geval
ge\\ allen
geval

VESICULAIRE N\'ARKENSZlEK LE
Italië

(iedurendc de eerste helft van februari hebben zich
in Italië weer
5 gevallen van vesiculaire varkens-
ziekte viHirgedaan. waarvan 2 le Piacenza. I te
Manlova. I te Eerrara en I te Pisa.
Ook in de tweede helft van februari hebben zich
nog 4 gevallen van vesiculaire varkensziekte voor-
gedaan in Italië, waarvan I in Bologna. 1 in Reggio
Emilia. I in Verona en I in Piacenza,

(iroot-Brittaimië

Volgens een telegram van de Britse Veterinaire
Dienst, gedateerd 6 maart 19X0. zijn de dag tev oren
gevallen van vesiculaire varkensziekte bevestigd
te Eorest of Dean in het graalsehap (iloucester-
shire. .Alle besmette varkens alsmede die met hen
in coruaet zijn geweest, worden afgemaakt. Strenge
sanitaire maatregelen worden toegepast.

RABIES
Noorwegen

Op het Noors Nationaal Veterinair Instituut is via
een f luorescent Antibody I est een gev al v an rabies
bevestigd bij een poolvos afkomstig van het eiland
Svalbard.

Alle vervoer van dieren en dierlijke produkten
tussen het betrokken eiland en de rest van Noor-
wegen is tot staan gebracht. Vaccinatie van alle
honden en katten op Svalbard wordt overwogen.
Het vasteland is niel getroffen.

ALRIKAANSE VARKENSPES I
Portugal

In 2 districten van Portugal werden in januari
6 bedrijven besmet met .Afrikaanse varkenspest.
Op deze bedrijven waren 40 varkens aanwe/ig.
waarvan er 21 aan de ziekte stierven en 19 werden
a Igemaakt.

Italië

Ie Nuoro (Sardinië) is in de eerste hellt van
februari opnieuw één geval van .Afrikaanse var-
kenspest gesignaleerd.

(iJïJj ^lüi/

\\pril:

1.5 Cursus \'Kringlopen in het milieu\' ( P, A.O, \\ el,
\\ olksgezondhcidl R 1.\\ ,. Hilthoven (pag. 22.1
cn .12.5).

1.5 Kaderdag. belegd door de ( entr.ile Asiel R.iad
van de Nedeilandse Ncreiiiging tot Bescher-
ming van Dieren. Hotel Rest, \'Hermitage\',
/eist. aanvang 10.00 uur (pag, 222),
IX Vorlragslolge \'Krankheilen iles Plerdes\' (pag.
2601.

Cursus \'Kringlopen in het milieu\' ( P. A.O. \\ et.
\\ olksue/ondheul). R.L\\ ,. Bilthoven (pai;,
22,1),

24 (iroep \\ olksgezondheid K N,\\l v,l). \\ ei-
gadering, .l.Kirheiirscongresceiilrum. 1 1 recht.
29 Cursus \'Kringlopen in het milieu\' ( P. A.O, \\ et.
\\ olkscezondheidl, R.l.\\\'.. Hilthoven (pae.
22.1).

29 Hijeenkonisi Werkgroep Dierpathologen.
R.l.\\ .. 14.00 uur (ixm. .1.141.

Mei:

4 (iroep (pcneeskuiule van
Huisdier: ■N ooijaaisilageii 19X0\'.
(pag. I IX en .10X1.
D. A.N S, 19X0, 2c nascholmusdag
renarlsassislcn (pag, .110),
\\ ersuchsiierkundliche (iasiseniinarc des /cii-
Iralen I lerlaboratoriumsder Lniversiuil I ssen
(pag, 260),

X \\,\\\\ lil Animal Colloquium Protides ol
the Biological fluids, Brussels (pag, 601,
9 Deutscher 1 leiiirzlct.ig 19X0 und Kongress
der Akademie für tierärztliche Eortbildung
( A I 1 I (pag, ,1.14),

Studiedag A,C,\\ -controle, ( iiltiireel ( en-
irum Slichling \'De Reehorst\', Ede Ipag, ,11 1),
(iroep (ieneeskunde van het \\ arken, \\ ergade-
ring, l\'hilips Dupliar, Weesp, aanvang 9.45
uur.

Kleidiiivensehicten voor Dierenartsen. Inl.
Hoehnnger. Ingelheim, tel. 02,1-24X0X1 (pai;,
169).

hel Kleine
Amsierdam

dic-

-ocr page 363-

S Kiini; Noord-liolland bmcri \'t l.l. \\ cigadc-
ring. lloicl dc l\'nns. W cM/aan.

S \\ Cl einging \\an Dii cctciircn \\an (Icniccnlclijkc
Slacluliiil/cn cn \\ lccskcuringsdicnstcn. \\ci-
gadcring. .laaibciirsciingrcsccnti\'uni. 1 \'trcchl.
aanvang 10.(10 uur.

4 S\\nipiisium Organisatie cn manipulatie \\an
bet genetrscb materiaal, rtrccht). (Into: dr, .1.
Simons, secr. Ned. (.cnetisch \\ er.. W assenaar-
scueg
72. l eiden).

9 10 Svmposium Nederlandse \\ ereniging voor
l\'roekiicrkunde. Nijmegen (pag. 1191.

1.1 Aid. 1 imburg K.N.M.v.D. Ledenvergadering.

19 22 A()-\\cl. cursussen. Waldenburg (/.vvit-
scrland) (paü, .107).

20 Aid. Noord-llolland K.N.M.v.D. Leden-
vergadering.

21 24 16. Internationales Svmposium über (ie-
schichte der \\ ctcrinarmedi/in (pag. .572 1979
en IS6).

21 Aid. Lrieshind K.N.M.v.D. Ledenvergade-
ring. Motel te lleercnvcen. aanvang 14.0(1 uur,

22 (iroep Veterinaire llomoeopatliic
K.N ALv.l), Vergadering. Bcatri.N-gebouu.
.laarbcursplein. Ltrccbt, Aanvang 20.00 uur.

26 27 29, lagungdcr l uropaischen (iesellschalt
Itir Vcterinarpathologic und 21, lagung der
I achgriippc Allgeme\'ïne Pathologic und Pa-
thologische Anatomie der DV Ci (A), Bremen,

2" Aid, Zuid-Ilolland K,N,M,v,D, V ergadering,
Hotel Restaurant Belvédère. Schoonhoven,

2" Aid, (ironingen-Drenthe K,N,M,v,D,
V ergadering. I am.-Hotel Patcrswolde.

2S .10 W 111. VV issenschaltliche l agune der (rc-
sellschali lüi V crsiiclistierkiinde. 1 .iiisannc
(liae, 1S6),

.liini:

5 (iroep (ieneeskunde van hct Kleine Huisdier.
K,N,M,v.D, Vergadering, Rest, \'Hoog Bra-
bant\'. Ltrecht. aanvang 15.00 uur.

.S \' NNI, Kon.ures der Tiiropaischcn (Icsell-
schali der V cterinarchirurgie (I SV S). Buda-
pest tpag, 7.16).

6 7 .labresvcrsammlung der Schwei/. V ereni-
gtiiig tiir Kleintiermeili/in, Bern (pag, 1151,

7 S ,lahresuigung der Schwei/cr Vercinigiing
Ilil Kleinticrmcdi/in (,V),

" 14 ,lcii\\ Moniliaux de I a Medecinc.C anncs,
Svmposium InternationaIde Mcdccine Sporti-
vcs. Cannes,

ide

ind boven \'t

Krine Noord-

ring. Hotel de Prins. VV esi/aan,
14 15 ILidcn-VV urltcmbcrgischer I icrar/tclag
19S0
11111 l-ortbiklungsveransialtiing (A).
Karlsruhe,

16 20 9th International Congress on Vmmal
Kcprodiiction and Artilicial Insemination.
Madrid (pag 952 1979. 1 19 cn 22.1),

24 26 2iul International Svmposium Ol Veteri-
narv Laboratorv Diagnosticians. I u/ern.
Swiiscrland (pag. 121 ).

25 2X Societv lor Vclcrinaiv rtliolouv - Sum-
mer Meeting I9S(). /eist (pag, .11 1),

29 2 lull W eltkongress\'1 ebcnsmittelinlectioncn

und into,\\ikationcn\' (,\\) (pag. 121 ),
,10 1 lull V I Internat, Kongress der I.P,V S.. Ko-
penhagen. (pag. ro)

.lull:

1 1 International Svmposium on Diseases ol
Birds ol Prev (Raptor Disease Svmposium
19X0) (pag. X04),
6 II XL Inlernational Svmposium on 1 ood.
Microbiolog.v and Hvgienc, Aalborg. Den-
mark (pag. 120),
\' 10 Ihc Ruminant Immune Svstem-
International Svmposium. Plymouth. New
Hampshire, L.S.A. (pag. 261 ).
9 12 Sv mposium über neue I rgcbnisse der Ln-
dokrinologie helm Vogel. Budapest.

28 2 aug, NVII th Conlerenee on Animal Blood
(iroups and Biochemical Polv morphisms. Int.
Agric, Centre (LAC). Wageningen. (Inlicbtin-
gen op rcdakticsecrctariaat l,v,l), verkrijg-
baarl.

Augustus:

I 6 11, .lahrestagung der 1 uropiiischen Ver-
einigung lür rier/ucht - I V I (A). München,
IS 22 Practical course on I he Molecular and

Cell Biologv ol Trvpanosmcs, Brussels,
20 22 \'Biochcmisirv ol Parasites\', a satellite
meeting ol the i.lth I I BS Meet., covering
DNA regulaiion intermediarv metabolism,
membranes and Siillace coats, .lerusaleiii,
.10 4 sept, Xth International Svmposium ol World
Association ol V etcrinar.v 1 ood-Hvuicnists
(pag, 261),

ScplenibiT:

1 5 1 ilth International C(nilercnce on I richi-
ncllosis. \'De Baak\'. Noordwijk aan Zee, (In-
lichtingen op Rcdakticsecretari.iat I ,v ,D. V er-
krijghaar).

1 6 11. .lahrcstagung der I uropaischen V er-
einigiing lur I icr/ucht - 1 V I (A).

4 Ciroep Veterinaire Homoeopathie

K N \\1 V D, Vcrgaderin.i:. Beatris-gebouw,
.laarbcursplein. Ltrecht, Aanvang 2(),()() iiiii,

X 12 V 1, I uropaischen Kongress der W PSA
(Al (pag, 26.1),

9 12 21. Arbcitstagung des Arbeitsucbieters
■I ebcnsmitteihvgicnc\' der DV(, (A).
(parmisch-Parlenkirchcn,

10 12 III Internationaler Kongress lür I ierhv-
giene. W icn (pag, 261),

11 14 UVA Congres 19X0 Lnivcrsitv of Vork
(pag, 264),

16 19 5, hcrbsllagiing der T uropaischen (iesell-
schalt lür V eicrinarpathologic 1 A). (ient ( Bel-
uien I,

IX (iroep Volksge/ondheid K,N.M.v.D.
V ergadering. .laarbeiirscongrcsecntriim.

1 trècbt.

21 Aid. I imbiirg K.N.M.v 1). I edcnvergadering

24 2" W.S A V\'.A. Congres. Barcclona (pag,
264),

25 Md. Noord Holland KN.M.v.D. I.edcn-
vcmadcnni;.

-ocr page 364-

Ziektekostenverzekering
kleine huisdieren

De afgelopen weken zijn in de dagbladen
berichten verschenen over de mogelijkheden
om te komen tot een ziekenfonds of een
ziektekostenverzekering voor honden. Dit is
gebeurd naar aanleiding van een interview
dat de secretaris van de Maatschappij aan
verschillende journalisten heeft gegeven.
De commissie die dit onderwerp bestudeert,
is tot de conclusie gekomen dat er in den
lande voldoende belangstelling te
verwachten is voor een dergelijke
verzekering. Ook heeft de commissie een
voorlopig beeld van de vorm die deze
verzekering zou kunnen hebben.
De voorbereidingen hebben inmiddels het
stadium bereikt dat door middel van
statistisch onderzoek de ziektefrequentie en
de daaruit af te leiden jaarpremie moet
worden onderzocht. Uit dit onderzoek zal
onder meer moeten blijken welke ver-
richtingen en aandoeningen wèl en welke
niet verzekerbaar kunnen cn of moeten
zijn.

Hen en ander houdt zowel verband met het
vinden van een optimale premiehoogte als
met een zo eenvoudig mogelijke
systematiek van declaratie en controle.
Voor dit onderzoek zal uiteraard een
beroep op een aantal praktijken moeten
worden gedaan, waarvoor uw medewerking
zal worden gevraagd.

Voor dit onderzoek zal door de commissie
worden samengewerkt met een
verzekeringsmaatschappij.
De contacten met dc dierenarts zullen
vanuit het secretariaat van de Maatschappij
worden gelegd.

Groep Geneeskunde
van het Rund

Op donderdag 22 mci a.s. wordt in dc
collegezaal van de Kliniek voor Inwendige
Ziekten een wetenschappelijke vergadering
gehouden van de Cirocp (icnceskunde van
het Rund.

I ijdens deze vergadering zullen door dc
collegae dr. A. dc kruil en drs. .1.
Noordhuizen enkele voordrachten worden
gehouden met als onderwerp:
Diagnostiek cn therapie van:

dc koe die niet tochtig wordt gezien:
dc koe, dic onregelmatig tochtig is;

dc koe, dic herhaald opbreekt (rcpcat
brceder);

de koe met afwijkende uitvloeiing.
Dc vergadering begint om 14.00 uur.

Diergeneeskundig Jaarboek
1980

Begin maart is het Diergeneeskun-
dig.laarboek 1980 verschenen eti aan
alle leden toegezondeti.
Voor kandidaatleden is het .laar-
boek verkrijgbaar op het bureau van
dc K.N.M
.V.D., .lulianalaan 10 te
r trecht.

lijdschr. Dicrgciiccsli.. dcc! 105. ujl. H. I9S0
KONINKI.I.IKE NEtJERLANDSE MAATSCHAPPI.1 VOOR tJIERGENEESKlJNOE

-ocr page 365-

Welke vergaderingen en
besprekingen waren er

14

19

20

25

26
27

12

28

if? n? p w/ ff

U-jD ^Ljd L LLD Ua Ly_

Milan:
4

Commissie M iero-electronica in de
rnnd\\ eehouderij
Commissie Inspectie \\an de
I )ici"cnhescherminü
Commissie Ziektekosten\\eivekcring
Commissie tcr he\\ ordering \\an diergenees-
kundig en xergclijkcnd /icktekimdig
ondcr/oek

C ommissic Apotheekbegeleiding en
diergcnccsmiddcicnco ntrole
Be/inningsdag \\ leeskeuring
Mooldbestu ur

Hooldredaktie l ijdschrilt \\oor Diergenees-
kunde in/ake het rereratensysleem
Begeleidingscommissie
M est k a K e re n bed rij \\ e n
Commissie Inspectie Dierenbescherming
I hcmaconimissie .laarcongres
Werkgroep Opleiding X\'ergunninghouders
Hooldredaktie rijdschrilt \\oor
Dicrgeneesku nde

I\' .A.O. Ciroep Praktici (irote Huisdieren

ALMANAK

DIERGENEESKUNDIGE
STUDENTEN KRING

Wij. .Almanakciimiiiissic der DSR 1979 1980 hebben dc ccr 1\' tc melden, dat
dc 2c Diergeneeskundige Studenten Almanak is geboren op 20 maart j,!,
l\'n wij /ijn cr trots op!

In tegenstelling tot het historische karakter \\an dc \\oiige, dc eerste, Alnuinak
der DSk, is dit jaar het centrale thema geworden:
\'Dc Diergeneeskunde SnidciU he/iclu door......\'

Om dc/e puntjes in tc \\ullcn hebben wij \\erschillcndc mensen aan het woord
gelaten, om hun \\isic op \'dc Diergeneeskunde Student\', /o die bestaat, op
papier weer tc gc\\cn.

Hier \\indcn wc dan ook dc meningen \\an ps\\chologcn. studenten, docenten,
medewerkers, ccn moeder, ccn boer, ccn koe cn \\an \'good old\' I niiis \\an
Aspcrcn, (Dus tóch weer ccn \\ lcugic nostalgie), /o /ien wij al heel wat goede
cn kwade kanten \\an ons/cli cn on/c medestudenten belicht,
BchaUc het thcma-ondcrwcrp bc\\at dc/c ,Almanak \\crdcr: ccn kalender mct
v eterinair rele\\ ante data; een vcr/amcling \\ an alle \\eterinaire commissies,
verenigingen cn disputen (/oals bij\\, dc /o pas heropgerichte \\ SZ dc (lotidcn
I rachca); /eer \\ccl grappig mengelwerk cn nog leukere Varia o\\cr cn \\an \\clc
ligtircn binnen dc V eterinaire lacultcit; cn als sluitstuk een bijna complete
lotolijst \\an sltidcntcn cn doccntcn in dc diergeneeskunde, .Al mct al is het
dus een /eer bont cn gcxariccrd geheel geworden.

Indien 1\' interesse mocht hebben in dc/c Almanak 1980, dan kunt 1\' hem
bestellen door o\\crmaking \\an / 25, op bankrck. no. 699210127 \\an dc
Crcdiet- cn l:lïcclcnbank "S\'.V. l trecht, giro Ccbu 75651 t,a,v, liscus
.Almanakcommissie DSK, onder \\crmclding \\ an \'.Almanak 1980\'.
Mct dc hartelijke groeten \\aii

Dori. Ynie-Hcm. liinui. /Iannel\\c. .lan. Hcné
Almanakkommissic der DSK 1979 I9K0

-ocr page 366-

Personalia

Als lid \\an dc Koninklijke Nederlandse Maatschappij \\oor Diergeneeskunde meldden /ich dc
collegae:

(iriesen. H. 9411 AE Bcilen. l-sweg 111.

Heijden, (i. I . ter: I9S(); 7009 Ml! Doctinchcni. (ieert (irootestraat 41.

Kolk. F. R. van der: 1980; .1818 Bl. Amersloort. Kapelweg 161 B.

Als lid \\an dc Koninklijke Nederlandse Maatschappij \\oor Diergeneeskunde heelt het
H oofd best u u r aa nge no men:

i;rp. .1. A. A. \\F \\an; 1975; 1521 DK Wormerveer. Zaanucg 126.
(iorter, A.; 1980; 9247 D.l Freterp. Stuken 25.

(iroot. Mei. M. A. M. 11. dc; 1979; .1981 111) Bunnik. Koningslaan 7.
Nistclrooij. A. .1. M. \\an; 1979; 5.186 AB (ielTcn. Molenstraat 28.
Romijn. W. Ci.; 1979; 8141 RC Heino. Berkendijk .1 A.
Rongen. .1. F.; 1979; 5447 NF Riikevoort. Walsen .1.
Schep .1.; 1979; .1981 ZP Bunnik, Vletu eidc 152.

Als Kandidaatlid \\an dc Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde heelt
het Hoofdbestuur aangenomen:

11. Hogen Esch. Poortstraat 40, 3572 11 K Utrecht.

M. .1. B. Krols. Prol. P. Eredericqstraal 61. 9000 (ienl (België).

M. Smit. Poortstraat 40. 3572 HK l trecht.

M. M. V oluerk. .1. V crmcerstraal 39, 3601 I I. Maarssen.

Adres«ij/i);ini;i\'n, en/.:

176 Arhicn. C. /. M. M: 1967; Haaien (N.Br.);

p.. geass. met (i. M. .1. M. Boink. .1. (i. M. -W
Clacssens, N. l.eermakers. .1, 11. M. Maas
en .1. P, I. \\an Wens\\cen.

IH3 Hl,ikhuts. ./.; 1940; Billhoscn; tel. (0301
791590.

IH4 lioiiik. (,. M. ./. .)/.. 1977; ( denhoul; p..
geass. met C. I. M. M. Achten. .1. (i. M.
Clacssens. A. N. l.eermakers. .1. 11, M Maas
cn .1. 1\'. I. \\an Wensvccn.

iflj llri>,>\\nians. dr. A 11. M.: 1954; 1 -1957;

B-142() Hraine TAllcud (Belgic); tel. (02) 2119
1581897 (privc). 216817.1 (bur.).

191 Cuspcrs. ,/. II .: 1967; Amsterdam; tel. (0201

^90619 (pri\\c). (071) 143345 ( bur.);« nd. dir. 2/2
slachth.

19/ ( I\'.sar. /:.: 1959; I eciiwarden; p.. 11-1). (assoc.

met .1, K. dc .long beëindigd). 212

19/ Clac.yseny ./, (/. \\l.: 1954; 1 denhout; p..

geass. met C. I. M. M. Achten, (i. M. .1. M. 2/4

Boink, .A. N. I eermakers. .1. 11. \\1. Maasen

.1. P. I. \\an Wensveen. 218

/9> /lijksna. /\'.: 1973; Surhui/um; tel. (05123)
2146 (pri\\é). 1761 (prakt.).

/98 M)4 /ui/wr. /:.: 1979; Lusaka (Zambia). 218
U.N.D.P.. P.O. Bo.v 1966; ass. e.\\p. I .A.O.

2(1(1 /;>/>. ./. .4. .1. .\\/. van: 1975; 1521 DK VV or-
mer\\ecr. Zaanweg 126; lel. (075) 28819.1; p..
geass. met .1. Borsje. .1. Krijger. 11. \\an Loc-
M)4
nen en .A. \\an Lohui/cn. (toe\\oegcti als lid).

/\'a/kcnu. /i.: 1961: Bcetsler/uaag; p.. geass.
met .1. K. dc .long.

/\'lanwliiig, ./. ./.: 1974; Slcenbcrgen; lel.
(0167(1) 64822(pri\\ c). 63011 (prakt.); p. geass
met 11. .1. d. Hammen; :irts.
doner. A.: 1980; 9247 D.l 1 retcrp. Siiïken
25; tel. (05125) 2602 (pri\\é). 1444 (prakt.);
p.. ass. bij dr. O. I . Heiboer. (toc\\oegen
als lid).

*(,ricscn. //. 11.: 198(1; 9411 Al Beilen.

Lsweg 111; tel. (05910) 4897 (pri\\c). 2371

(prakt ); p.. ass. bij (1. dc VVecrd.

(,nio/. .)/<-/. ,U. ,1, 1/. //. d,\\ 1979; 3981

111) Bunnik. Koningslaan 7; tel. (03405) 1.123;

vMid. d. (loe\\oegeii als lid).

//uninicn. H. ./. van der: 1948; Steenbergen;

tel. (01670) 6301.1; p.. geass, mei .1. .1. 1 lame-

ling; h. \\ I.k.dnst.; pl\\. i.

Ilanslede. Mej. //. l/.. 1979; I erncu/cn; tel.

(01 150) 18088; und, d,

\'//ei/den. /. 1er: 198(1; Doetinchem; tel.
(08140) 40224 (pri\\é). (0X145) 1742 (prakt.).
//oekstru. A.: 1979; 9.156 V A I olbert ((ir ).
Dc Holm I A; tel. (05945) 9654; p.. ass. bij
.1. Atsma. S. Begctiian en 11. .1. Ncijenhuis.
Uoevers. ./.: 1973; ( irecht. Paul HuHaan 23;
tel. (030) 517517;
p.. H-D,. kl, huisd.; uct.
nietlcw. R.L. (I ,d.D,. \\kgr. Luuetioneic
Morlologic).
2/9 //oogeiu/i/k. ./. /.; 1975; 8051 P(i llat-
tcni. Beatri.x laan 6; d.

-ocr page 367-

ÖDoPol^o

ll,ni\\M-rs. /). ./.; 1976; x:i2 AI) I clyMad.
Buiicnplaais 109: tel. (0.1200) 422.1(>: wci.
nictlcw. C .I).l

\'licvius. K. /:.. 19S0; Niicncn. I )c Hui-
ken X: tel. (040) X.Kvl.l.l (prne). (04920)
.visos (prakt.l: p.. ass. bij H, .1, \\I 11.
Duijsens. S. H. Ouvverkerk en .1. I . \\1.
Kegouin.

Jong. J. A ./<•; 1972; 9244 AE Beetster/uaag.
Boniniegaerde I .s; tel. (0.S126) 2(i9() ( pri\\é).
1271 (prakt.); p.. 11-1),. geass. met K. Eal-
kena. (assoc. niet I . t esar beeindiiid),
Koopmuns. ./. S., 1974; BM Olden/aal.

Doornappel .17; tel. (().S4 10) IS59(); p.. ass. hij
.1. (,. Bruggen. 11. Cr A, Koek. I\'. C , Krolt
en H , .1. N ijsen.

kool. ./. ,/.; 1972; 1 iel; lel. (0.1440) 17402
(privé). 16297 (prakt ),

I fcrnuiki-r.\\. ,1 \\,; 1949; Hehoirt; p,. geass.
met C. I. M. M, Achten, (i, M. ,1. M,
Boink. .1, (i, \\1, t kiessens. ,1, H, M, Maas
en .1. I\'. I. van Wcnsveen; plv. i.
\\lcHn. J. H \\l.: I9"\'2; \\ ught; p.. geass, met
(• I, M. M, Achten, (i \'
m. .1, M, Hoink.
.1. (i. M. C laessens, .A. N. l eermakers en
.1. I\'. I. van Wensvcen.
Mn,,meer. !.: UrS; ^^07 DX\' Balkbrug. De
Bonkekiar 6; lel.
[i)>2M)) "(l.K) (privé). 6202
(prakt ); p,. ass, bij ,A. (1, M, 1 vtercatte,
\\,igel. 11.: I97.S; 1191 C \\ Ouderkerk a d
Amstel. Hogerlustkian 26.
\\ell. /.; 1976; Kigali (Rwanda), c o ONU,
Project RW\'A 77 1)06, B,l\'. 44.5; ass. desk,
I A.O.

XiMelrooii. I ./, \\l. v,in: 19-9: 5,1X6 AH
(lellen. Molenstraat 2X; tel. (04102) 2666
(pnve). (04120) .14407 (prakt ): p,. ass, bij
(i, P, ( . M, .lenniskens, (toevoegen ;ils lid),
\\,„>r,llniizen. ./. /\'. /. \\/.: 197.5; .1^.11 IK
Dc Bilt. \\\\ alervvc.i; 25 d; lel, 10,10) "62116
(privé). 511 1.10 (bur.).

JM
J66
:fi9

3117

277
279

:49
/

294

296

*\\o,,r,lhiiizen-Sias.\\en. Mevr /:\', A.; 19^7;
.17.11 IIC\' De Bilt. Waterweg 25 d; lel. (0.10)
7621.16 (pnvél. 715544 (bur.l.
Komijn. H, (/.; 1979; SI41 RC lleino. Her-
kendijk .1 A; tel. (05729) 2X16; wnd. d.
(toevoegen als lid).

K,ingen. ,/, /.; 1979; 5447 NE Rijkevoort.
W alsert .1; tel, ((1XX57) 246; p,.ass. bij.l. W, A,
Klink, (loevoegen als lid).
.SV/ic/), ,/.; 1979; .19X1 /P Hunnik. \\ lelweide
152; tel. |().1405) .1.1()7 (privé). (01X10) 2004
(prakt ); p , ass. bij ,A. Menkv eld. (toevoegen
als lid).

Seving,!. \\l.: 197X; X491 AW Akkruni.
Hoarnslerdijk 40.

Sl,ijl,,r,l-v,m ,ler leen. Mevr. ). M.: I9\'?4;
Hodeitlah. .lemen l Arab. Rcpublie). Brilish
Vel. Project. P.O. Ho\\ .1197; d.
.Sieen. I. van ,ler: 1977; 5751 /K Deurnc.
Beerse 1.1.

Sinrm. ./. M. ./.; 1970; Overloon; tel. (047XS)
709 (privé). (04120) 206X2 (hur.); d. \\ AK()
\\ IMO B.\\ . (l niicvcr \\ leesgr. Ned ).
lankink. ,1. //;. I.: 19^S; XI62 ER I.pe.
Wildlorstlaan 12; lel. (057X0) 151 II (privé).
1227.1 en 12249 (prakt ); p., ass. bij P. C.
Knijll, P, (i. de I int en A. .1, Plaisir,
i een. Mej. ) . \\l. i «/(</(•/ ; 1 9^4;/le: Slallord-
van der \\ een. Mevr. > . M
I
erheii,/en. ,lr. ./. //, M.: I9-,1; 1-1979; /eist;
tel, (0.1404) 51496 (privé), (O.K)) 5.1.1^"".
5.111.10. 5.111.11 (bur.l; wet. medew. R.l .
lE.d.l). vkgr. Bcdrijlsdiergencesk, en Huilen-
prakt.).

llen.sveen. ,/, I\'. I. van: 1969; Oisterwijk:
p.. H-d . geass. met C\'. 1, M, \\1, Achten.
(,. \\1, ,1, M Hoink. .1, (i M, ( laessens.
A. N. I eermakers en .111 M Maas,
Iteugir.M. /\'. M, M.: I97X; 1191 C l Ouder-
kerk a d Amstel, 11 ogeilusilaan 61; lel,
(1)296,1) 4X5X iprivc), 4646 (prakt,).

Overleden:

0, A, van Dobbenburiih te Houten op 14 maart 19X0
Ben()erninj;en:

Benoenul als rijkskeurmeester in hij/ondere dienst:

,1, H, de Boer te Ciiesscnburg per 1 januari 19X0

R, van der Molen tc Wijk bij Duurstede per 15 december 1979

Eervol ontslag als riikskcurmeester in bij/ondere dienst;

1, S, ,A, van den Bosch te W illeskop per I december 19-9

,lubilea:

(i, W , M, van (lolstein Brouwers te Haelen
H, A, M, H, Stoot te Sittard
P, B,
1 uitjens te i emmer
,1, H, C\'olenbrander te l.ochem
(alwe/ig) 25 jaar op IX april 19X0

(alwe/ig) 50 laar op .1 mei 19X0

(alwe/ig) 25 jaar op 11 mei 19X0

(alwe/ig) 25 jaar op 15 mei 19X0

-ocr page 368-

Aanvullingen op de ll-I) lijsl:

R, 11. (i. Aalls ic Rolicrdain
R. Hack tc I ochcrn
A. E. van Bekkum te Leerdam
R. \\an den Berg te Dokkum
R. E, Bcrgsma tc Dicpcnseen
K. .1. Broekhui/en tc Leerdam

A. E. Bunte te \\\'oorthui/cn
N. .1. (i. C\'romhach te Stein

C\'. P. R. \\L Darncn te Capelle a d Eissel

Me\\r. .1. A. \\an Dcllt-Schuurs tc Raaltc

.1. Dijker tc Rijswijk

S, Dooper tc Lochern

A \\an Dorsser tc Best

P. 11. 11. E. Ei/aan tc \\ enio

Ci. Eloor tc IliKersum

.1. CiiUteling te Ciorrcdijk

11. I h. ILilkamp tc \\ijkerk

,A. .1. A. hartman tc Bcrgeyk

I h. .1. Hendriks tc Den Haag

S. R. Hcslinga tc \\ eenendaal

.1. Hingstman te Pci/e(Dr.)

.1. .1. Kaper te Schiedam

Mej. E. A. P. M. Kramer tc Dcll/ijl

K. 11. Kremer le Monilort (L.)

\\V. .1. 11. I). Kremer te I bach o\\cr Worms

E. .A. Kuiper te l{de

Mej. .1. P. I.ecndertsc tc l.ochcm

(i. .1. Lette te .Alphen a d Rijn

K. J. 1 cwin te Ltrecht

\\. 11. Liehen tc Ltrecht

B. C. Markenstein te Woerden
11. .1. Nip te Nistclrodc

B. W\'. Pcnnekamp tc (ironingen

B. .1. Pieper te Mijdrecht

R. I. H. Rictcr te Roermond

(1. .A. M. \\an der Rijt tc (icidrop

S. IL \\an Rockel te Meerkerk

(i. Roest Ie I eiderdorp

.1. C. \\an der Sar te Borculo

H. Cr. Schoonman te W intel s«iik
Ci. .1. Schoulen tc Den Haag

1). Stcllingucrl tc \\ laardingen
R. .1. Sterk te C apcllc a d Eissel

I. .1. I). Straalman tc (ironingen
Mc\\r. .A. 11. Streumer-.lansen te Borne
S. C. M. I a,\\ te Krimpen a d Eissel

11. H. .1. M. limmcrmanste 1 ilburg

11. .1. I immers te Zwolle

.1, I ogtema tc I j iiiclo

D. .1. Lbbcis te Winterswijk

R. \\an der Veen te Meerkerk

K. Vellinga tc Hccrcnveen

O. M. Verhorst te llerpt

Mevr. .1. M. Vooren-\\an dc Mcercndonk tc Harderwijk

.1. P. de Vos le I crncu/cn

W. I h. (i. \\ ullinghs te V eenendcaal

Mej. I.. \\an Wedden te I ilburg

H. Wessels tc Valkenswaard

11. .1. Zech tc i:rmclo

e;. e. M. van der Zijl tc Bergen (N.H.)

-ocr page 369-

o

\'Met arsenicum onder dak\'

Een geval van arsenicumintoxicatie bij runderen

Ar.scnic Poisoning Thrcmgh ihc Roof

I C \'ii.sc 1)/ ,1 ;•«■/;/( l\'oisnniiig in (\'unh\'

H. .1. Breukink\'. C. (i. \\an l ieshout-, P. \\an Beukclcn\' en H, M,
,lansen\'

s \\ MI W \\ ri IN(i

/.\'/■ woi\'di een geval van een arsenieinninloxieaiie beschreven bij j? riinileren.
waarvan de afloop bij 6 dieren dodelijk was.

. l/.v bron van deze intoxicalic werd op de zolder boven de hooivoorraad een
(waarschijnlijk ) reeds jaren oude suhsianiie opgespoord, vermoedelijk beslaande
uil resianicn van een besirijdingsmidilel. Deze was als gevolg van claklekkage mei
regenwawr gaan vervloeien en in hel hooi lercchi gekomen.
I Oor hel arscnicumgehalle werden in ile subsiamic waarden vasigesield van 17 lol
.W\'( en in hei hooi nn 0.3\' i. Organen, bloed, jaeces en urine van de dieren
verioonden diagnosiisch indicaiieve arsenicumgehahen. De voornaamsie klini-
sche bevindingen waren: ernsiige diarree, geen eeilusi. s/ncrslapie cn ecn alaclische
gang. l.aicr onisiomlcn deh vilraiieverschijnselen en werden de dieren zeer sopo-
reus. Dc svmpiomaiische ihcrapic was vooral gerichl op dc bcsiri/ding van de
dehvdraiie. de h\\ pogivcaemie en ile hvpocalcaemie.

Bij de meesie dieren irad geleidelijk hersiel op. Bij sectie werd een sterke hvper-
aemie vim het slijmvlies van de lebmaag en in wat mindere mate van ihmne en dikke
darm gevonden.

SIMM AIO

.1 case oj arsenic poisonim; in caille is reported, in which six out ojfijiecn aninuds
died.

The source of poisoning was 1 raced to a substance in thc loft of the hav-barn.
which probably consisted of the remains ofa pesticide which had been there for
several years. Ihis had become liquefied as the result of a leak in the roof and had
found its way into the hav. The arsenic content of the substance ranged from
17 to 37 per cent, that of the hav being up to 0.3 per cent. Ihc concentration of
arsenic in the organs, biood. faeces and urine of the animals were inilicative of
poisoning. The main clinical findings consisted in profuse diarrhoea, loss of
appetite, muscular weakness and an ataxic gait. Dehydration sel in later am! the
animals hecame deeply soporous. Symptomatic ireatment was mainly directed
against dehydration, hypoglycaemia and hypocaicacmia. Phe greater part of t fie

Dr, II, .1, Hrcukiiik cn drs, I\'. \\an Hcukclcn. Kliniek voor Inucndigc /icklcn. \'I alchuin 16. I trccht.
I acultcit \\0(ir Dicrtzcnccskundc,

Ir, C\', (1, \\an 1 ieshout. Centraal Diergeneeskundig Instituut. Aid, ,Anai>tischc Chemie en I o.xicologie,
Kiuterdam,

\' Drs, II, M, .lansen, Prakticus tc W\'aardenburg,

li/d.yyltr. nicrKcinr.sk.. tied Ills, ajl V. l9Hil .M7

-ocr page 370-

animals gradually recovered. Marked hyperaemia of the ahonuisal nntcosa and.
!o a less e.xieni. hyperaeniia of ihe small and large imesiines was observed on
posi-moriem e.xamination.

I. IM,I IDINCi

Arsenicumverbindingen komen in mine-
rale v orm van nature wijd v erspreid v oor.
voornamelijk als sull\'oarseniden van
zware metalen in ertsen zoals arseenpv-
riet (FeAsS) en als sulfiden en o.xiden in
bijvoorbeeld realgar (AsS). arsenoliet en
claudetiet (As.O,). IDoor erosie w ordt ar-
senicum hieruit langs natuurlijke weg in
het aardse milieu verspreid. .Aldus
komen, afhankelijk van geologische en
geografische factoren, min of meer fluc-
tuerende gehalten aan arsenicum v oor in
bodem (1-70 mg kg) (5). rivier-en zeewa-
ter (0.002-0.015 mg 1) (4). Hiernaast
wordt arsenicum in belangrijke mate ook
langs niet natuurlijke weg in het milieu
verspreid als gevolg van industriële ver-
werking cn toepassing door de mens. Zo
bedroeg in 1972 de totale aanvoer van
arsenicum via de Rijn in Nederland op
jaarbasis 1000 ton. waarvan 140 ton uit
natuurlijke bron (2).
Industriële verwerking van arsenicum
vindt onder meer plaats in metallurgische
produkten. transistors, lasers, verfstof-
fen. farmaceutische preparaten en hout-
conserveringsmiddelen, Ook agrarische
toepassingen van bestrijdingsmiddelen
op basis van arsenicum vormen een be-
langrijke verspreidingsbron. Hoewel van
oudsher vooral bij de fruitteelt toege-
paste insecticiden als "Parijs (irocn".
calcium- en loodarscnaat sedert dc ont-
wikkeling van de huidige organisch-
chemische bestrijdingsmiddelen minder
gangbaar /ijn geworden, blijken met
name loofdoodmiddclen op basis v an na-
triumarseniet nog veelvuldig te worden
toegepast.

1

^ III

1

WOONHUIS

I ig. i. i\'laltcgroncl. gecli schematisch de liggitig \\an dc drie stallen, «aar de dicieii waren gestald.

Het gebruik van arsenicumverbindingen
voor agrarische doeleinden brengt voor
landbouwhuisdieren niet onbelangrijke
into.Kicaticrisico\'s met zich mee. Hoorde
persistentie van arsenicum kunnen de/e
risico\'s ook over langdurige perioden na
de toepassing blijven bestaan. In het na-
volgende wordt ecn wegens bron en toe-
dracht opmerkelijk praktijkgeval van een
dergelijke into.xicatie bij runderen be-
schreven.

-ocr page 371-

(IFStTllll)l MS

Op een \\ rii klein runderbedrijl werden in
de Uiop \\ an enkele weken bij ongeveerde
helft \\an de volwassen koeien /iekte\\er-
sehijnselen geconstateerd. De eerste koe
(patiënt I) die ziek werd. had bij toe\\al
één nacht en één dag in stal I gestaan (zie
fig. I). en was de \\ oorgaande a\\ ond \\er-
plaatst naar stal III. De ziekte\\erschijn-
selcn bestonden uit een wat traag zijn en
zo nu en dan steunen. \'legen de a\\ond
t)ntstond ernstige diarree. Met dier werd
daarna snel soporeus en stierf de \\ ol-
gende morgen. Die dag is het dier ge-
slacht en bij slachting is pensinhoud ver-
zameld. Deze pensinhoud was erg droog,
een monster hier\\an is later in het onder-
zoek opgenomen. F.en a anderhalf uur
nadat de eerste koe gestorv en v\\ as w erden
ziekte\\erschijnselen opgemerkt bij ccn
tweede koe (patiënt 2). Dit dier stond op
stal I en wel reeds geruime tijd. De koe
kon al spoedig niet meer ov ereind, er ont-
stond diarree en het dier steunde voort-
durend. Een orale behandeling met
azijnzLuir werd ingesteld op verdenking
\\an pensalkalosc cn i.\\. werd 2 g. thi-
amine toegediend. De tweede koe stierf 2
dagen na het optreden \\an de eerste ziek-
teverschijnselen. In de loop \\ an die dag
ontstonden ook ziekteverschijnselen bij
verschillende dieren, dic gestald waren op
stal II. Ook deze dieren werden oraal
behandeld met azijnzuur cn daarnaast
met Ca Mg-infusen. \'s .Avonds waren
drie koeien ernstig ziek. één ervan kon
niet meer overeind, dc beide anderen
stonden te wankelen. .Alle drie hadden
min of meer ernstige diarree. Omdat bij
dc slachting van de eerste twee koeien
geen duidelijke diagnc,.,e was gesteld,
werden dc drie nieuwe patiënten naar de
Kliniek voor I nwcndige Ziekten gebracht
(patiënten .1. 4 cn .5).
Inmiddels was dc eigenaar gestopt mct
het V oeren van een niet al te best lijkende
maïskuil en een sinds een paar dagen ge-
opende voordroogkuil. Het rantsoen be-
stond daariui uit hooi. pulp. v ocdcrbietcn
cn A-brok. Het hooi was op dat moment
niet verdacht omdat abusievelijk werd
aangenomen dat dc ziekte op alic stal-

\' " 1 inet. \\eratri M)

.•\\eitl. H\\drochloric. dilut. ad 200

len was ontstaan, terwijl op stal Hl niet
hetzelfde hooi werd gev oerd als op stal I
en 11. Pas later herinnerde de eigenaar
zich de in het begin beschreven verplaat-
sing van het eerste ziektegeval vlak
voordat de eerste ziekteverschijnselen
ontstonden.

Nadat ?i koeien naar f.\'trecht waren afge-
voerd leken de moeilijkheden te zijn ver-
dwenen. er kwamen geen nieuwe pa-
tiënten bij. Een aantal dieren,
achtergebleven op stal 11. vertoonde wat
chronische indigestieklachten en wat te
dunne mest. Een behandeling met een
drankje dat HCl en tinct. veratri\' bevatte
werd nog enkele dagen voortgezet.
Op de zevende dag van de ziekteuitbraak
werd één koe plotseling benauwd na het
ingeven van het HCI-drankje. De eige-
naar raakte wat in paniek en bracht de
koe nog dezelfde avond naar de Kliniek.
Waarschijnlijk heeft dit dier (patiënt 6)
zich verslikt (zie tabel I).

Bij een bezoek aan het bedrijf, de vol-
gende (8c) dag, werden op dat moment
geen zieke koeien meer aangetroffen.
Twee dieren waren nog wat traag. Rou-
tine bloedonderzoek van deze dieren
bleek echter niets op tc leveren. Ciezien de
anamnese werd de aandacht vooral ge-
richt op de voedermiddclen dic op alle }
stallen werden gebruikt. Monsters van de
voordroogkuil cn de maïskuil werden
meegenomen voor analvse. Vooral de
maïskuil was verdacht omdat daarin zeer
veel schimmelgroei was opgetreden. Het
betrof hier een oveijarige kuil. die nage-
luieg op was. De eigeiuiar v ertelde boven-
dien dat er eigenlijk al wat diarree be-
stond sinds 2 maanden geleden met deze
kuil was begonnen.

Op de lOc dag werd opnieuw een dier
ernstig ziek. de vorige avond had de koe
was gekreund. Nu was het dier koud. wat
tv inpanisch en rilde v eel. Dc faeces waren
nog normaal. De patiënt reageerde niet
op een behandeling met Ca Mg-infusen
cn is "s avonds naar dc Kliiuck gebracht
(patiënt 7).

De 12e dag w aren de resterende 7 dieren,
die nog op stal II stonden, ernstig ziek.

-ocr page 372-

1 abel I. Over/ieht van de belangrijkste be\\ indingen bij klinisch onderzoek, direct na aankomst, van deeerste 11 patiënten
die aan de Kliniek werden behandeld.

\'JJ

c

Patiöntniimr,er

3

4

5

6

7

9

10

11

12

13

14

Ademfrequentie

30

48

60

52

60

48

56

48

24

88

80

Pols

72

100

80

80

96

92

64

\'78

52

52

y-

Temperatuur

38,5

38,5

39,2

39,0

40,2

39,3

38,8

38,7

38,3

37,9

39,0

Sllinvl ie zen

bleek

"bleek;

bleek
roze

roze

te rood

Iroze

roze

te rood

roze

roze

roze

Turjror

goed

goed

goed

goed

slecht

goed

goed

matig

goed

matig

rocc-

Hespiratie-
apparaat

e.a.

verccherp-
vesiculai:
ademen

t

g.a.

hoesten
chie.-aen
piepen

e.a.

g.a.

verccherp
vesiculai
ademen

r g.a.

g.a.

".a.

a ♦

Pensinhoud bii
palpatie

slap

slap

slap

stevig

stevig

stevig

stevig

stevig

te

v;i;;t

c t • V i ~

Pensvloeistof

geen

levende

protozoër.

geen

levende

protozoën

geen

levende

protozoër.

normaal

geen

levende

protozoër

-

-

-

-

grcn

Icvrr.iic

j.rctozcrr.

-

Pensbewegiriiien/
5 min.

7

geen

2

9

geen

4

4

4

gctn

r

2

Faeces

norc^aal

dun en
bloederig

dun en
bloederig

normaal

waterdun

dun met
onverteer-
de dolen

watcr-
-dun
1

dun

-..-atcr-
dur.

dun n^r t
cnvrrtr
t

- rl An

norrr.:;al

3i.-zor.derbeden

lichte

koliek

anmoniakalt
foetor
ex
ore

kreunen

atactiGch(
gang

L

amn.onia-
ki\'.lc

fcf.tcr e;
oro

.kreunen
ataoti.\'^c;

licht
eataotir.-ch

knar.-r _

-ocr page 373-

De eetlust was volledig verdwenen en alle
dieren hadden waterdunne diarree.
De consistentie van de pensinhoud was
slap en de dieren stonden te wankelen op
stal. Van alle dieren werd die avond mest
algcnomen dat bacteriologisch en later
chemisch werd onder/ocht (/ie tabel 5).
De dieren werden behandeld met
Ca Mg-infusen. terwijl tevens vocht en
glucose i
.V. werden toegediend. De vol-
gende morgen is één van deze dieren ge-
storven (patiënt 8). De andere /es zijn op
transport gesteld naarde Kliniek (patiënt
9. 10. 11. 12. 13 en 14).
Na de 1 3e dag van de/iekteuitbraak kwa-
men er op het bedrijf geen nieuwe pa-
tiënten meer bij. Op stal III bleefalles nor-
maal en ook het jongvee vertoonde geen
afwijkingen. Op de Kliniek werd een
voerproef uitgevoerd met de maïskuil.
Ondanks grote giften aan één koe ont-
stonden geen ziekteverschijnselen. In dit
stadium werd het eerste orgaanmateriaal
opgezonden naar de afdeling Analyti-
sche Chemie en To.xicologie van het CDI
te Rotterdam voor to.xicologisch-
chemisch onderzoek. Daarbij werden in
organen van een der gestorven dieren dc
eerste aanwijzingen verkregen voor een
arsenicumintoxicatie.
Vier weken na het uitbreken van de ziekte
werd het grootste deel van de patiënten
(3. 4. 5. 6. 9 en 14) weer naar huis gcztin-
den. F.én week later zijn opnieuw twee
koeien, die in stal II vvaren gezel, ziek
geworden.

De verschijnselen waren dezelfde als bij
de andere dieren, nl. geen eetlust en diar-
ree. Heide dieren zijn weer naar de Kli-
niek gebracht (4-rctoiu\' en 15).
l erzelfdertijd kon op grond van de resul-
taten van het voortgezet to.xicologisch-
chemisch onderzoek als definitieve diag-
nose een arsenicumintoxicatie worden
vastgesteld. De bron hiervan werd gelo-
kaliseerd op de zolder cn in een gedeelte
van dc hooivoorraad boven stal I. In to-
taal hebben 15 dieren aan de intoxicatie
geleden, waarvan 6 met dodelijke afloop.

.V ONDIRZOIK
VI Klinisch ondcr/ock tn mtIooj)
De belangrijkste bev indingen bij klinisch
onderzoek zijn weergegeven in tabel I.

De meeste afwijkingen werden gevonden
bij het onderzoek van het maagdarmka-
naal. De patiënten 3. 4. 5. 9 en 14 vverden
vrij intensief behandeld (zie 3.3.) en
waren na ongeveer één week op een nor-
maal rantsoen, terwijl klinisch geen af-
wijkingen meer werden gevonden. De pa-
tiënten 10 en 12 zijn eveneens intensief
behandeld. Het duurde bij deze dieren
echter 16 dagen voordat algeheel herstel
bereikt was. De patiënten 6. 15 en 4-
retour vertoonden geen duidelijke afwij-
kingen en zijn daarom niet behandeld.
De patiënten 7 en 1 1 zijn ondanks de
ingestelde therapie na I respectievelijk 2
dagen gestorven onder verschijnselen
van hvpoglycaemische shock (trillen,
atactische gang, liggen met de kop in de
flank) (zie 3.4.). Bij patiënt 13 leek na een
behandelingskuur van 10 dagen herstel
op te treden.
l.ater ontstond echter een
beiderzijds thrombophlebitis van de
venae jugularis met uitzaaiingen in de
longen, veroorzaakt door langdurige
aanwezigheid van een katheter. Deze koe
is geslachf (zie 3.4.)

.V: Bloedonderzoek

Van alle dieren is direct bij of kort na
aankomst op dc Kliniek een uitgebreid
bloedonderzoek verricht. De belang-
rijkste uitslagen hiervan zijn te vinden in
tabel 2. Buiten beschouwing zijn in deze
tabel gelaten dc patiënten 6. 15 en 4-
retour. omdat er bij deze dieren geen aan-
wijzigingen waren voor een intoxicatie.
Opvallend was bij de meeste dieren ecn
ernstige bloedindikking in de tabel te zien
aan het Hb-gehalte. Bij de koeien 10. 12
cn 13 bleef het Hb-gehalte dagenlang te
hoog. ondanks NaCI-infusen. hetgeen
wat betreft de koeien 10 en 12 te zien is in
tabel 3.

In eerste instantie leek het zuur-base-
evenwiclit nog niet erg afwijkend, be-
halve bij patiënt 7. Merkwaardig was dat
na één weck behandelende koeien 10. 12
en 13 ecn metabole acidose kregen, ter-
wijl dc dieren klini.sch aan de beterende
hand waren; pH tot 7.280 en ecn B.H. v an

1 1.0 meq 1.
Bij een aantal dieren werd nog regelmatig
een hv pocalcaemie en een hv poglvcaemie
iicvonden. ondanks het herhaaldelijk i.v.

-ocr page 374-

l abel 2. Resultaten van het eer ste bloedonderzoek bij 10 vrij ernstig tot ernstig/ieke dieren,
ïorniaal

waarden 3 4 5 7 9 10 11 12 13 14

tfo S ■

10-12

12,8

12,8

13,5

18,4

12,2

13,8

18,2

15,0

15,6

11,8

Leucocyten
x lO-\'/mir

70-1OC

61

67

70

147

72

106

79

84

86

pK

7,35-7,45

7,389

7,360

7,426

7,237

7,378

7,423

7,370

7,298

7,315

7,415

pOO^ mrr. üg

33-53

33,4

32,3

28,7

36,5

43,2

35,3

39,5

52,5

49,5

39,5

3,r, iTieq^/l bl.

, 3- -3

-4,2

-6,7

-5,1

-11,4

0,2

-0,8

-2,3

0,0

1,0

0,8

St,3ic. mg/1 pl 22-28

20,7

18,7

19,8

15,5

24,5

23,6

22,4

24,0

23,5

25,0

Glucose
ne/lOC nl

40-60

~

25

56

44

59

69

Ureum
ng/lOC ml

40

50

108

98

133

47

51

125

22

Ca neq/l

4,5-6,3

—-

3,8

4,6

4,2

4,4

3,1

3,6

3,9

Kg meq/1

1,6-2,6

2.9

2,6

2,7

2,4

2,2

2,8

2,2

NJ

-ocr page 375-

toedienen \\an Ca-boroglueonaat- en
glucose-oplossingen. F:en paar \\ oorbeel-
den hiervan /ijn weergegeven in tabel 3.
Bij 8 dieren is een bepaling v an het serum-
pepsinogeengehalie verricht teneinde een
mogelijke indicatie te krijgen v an de mate
waarin de Icbmaagmucosa beschadigd
was. He uitslagen hiervan staan vermeld
in tabel 4. Slechts bij één dier werd-
een geringe stijging van het
scrumpepsinogeen-gehalte gev onden. Bij
dc eerste groep dieren, die in de Kliniek
werden behandeld, /ijn tc\\ens een aantal
en/\\\'mbcpalingen verricht. De resultaten
hiervan /ijn weergegeven in tabel 5. Bij
een tweetal dieren bestond een duidelijke
stijging \\an de l.DH-acti\\iteit in het
serum, waarschijnlijk ge\\ olg v an bescha-
digingen in het maagdarmkanaal of van
dc le\\er.

Bij patiënt 7 werd tevens een hoge
gamma-(j f-activ iteit gevonden, een dui-
delijke aanw ij/ing v oor een leverbescha-
diging. f3e/c bevindingen zijn in overeen-
stemming met het klinisch beeld en het
/iektevcrloop bij de/e patiënt.

v.v riuTiipk\'

Aange/ien ci" geen diagnose tc stellen was
bij aankomst van de dieren, kon slechts
een s\\ niptomatische therapie ingesteld
worden.

Bij alle dieren werd de dode pensinhoud
/ovccl mogelijk verwijderd, door middel
van hevelen met de sonde van Marek. Na
het afhcvclcn van dc dode pensinhoud
werd gcdiucndc 2 tot 3 dagen een trans-
laimatie met 3 1. normale pensvloeistof
per dag toegepast. 1 egelijk w ei d dc eerste
dagen via dc sonde ongeveer 10 1 lijn-
/aadslijm dag ingegeven.
Bij alle dieren (behalve bij patiënt (i. I.\'ien
4-rct(nn) was het nodig de aanwe/ige
blocdindikking te bcstrijdcti met ().9\'V
NaC\'l-infuscn (6-1.SI dag).
I\'atiënt 7 had bij aankomst op dc Kliniek
een acidose. die met behulp van 4.2\'7
NallC\'0, i.\\. werd behandeld. De aci-
dose die bij dc koeien 10. 12 cn 13 na
ongeveer een weck behandeling optrad,
werd op de/elfde wij/e bestreden.

De h\\ pogls cacmic cn de hypocalcaemie.
die regelmatig bij de patiënten 9 t m 14
werd gcNonden. werd bestreden met Ca-
borogluconaat i.v. en een 7-l()\'^( glucose-
oplossing i.v.. Tegelijk tnet de pens-
vloeistof werd bij deze dieren een
Ca-carbonaatpoeder (235 g CaCO,) per
os ingegeven.

Bij dc patiënten 10. 12. 13 en 14 kwam het
digestie-apparaat ondanks de transfau-
natie zeer traag op gang. ,Dezc dieren
kregen een aantal dagen natriumbicarbo-
naat plus een aantal liters geweekte
grasbiks per os ingegeven, fïénmalig
werd bij de no. 9 t m 14 een "multi \\ itami-
nepreparaat\' i.m. ingespoten, terwijl een
aantal dagen 2 .x daags 1 g. anaurine i.v .
werd gegeven.

.1.4. Pathologische .Anatomie\'

Bij patholoog-anatomisch onderzoek
van patiënt 7 werd alleen hv peraemie van
de lebmaag (met erosies), van de hele
dunne darm en delen van het colon ge-
vonden. Microscopisch werd geen ontste-
kingsreactie gevonden. l.c\\cr. hart en
longen \\ crtoonden eveneens geen ontste-
k ings reactie.

Bij patiënt 8 werden in de lebmaag sub-
muceuzc gasblazen gevonden. De voor-
magen en de dunne darm vertoonden
geen afwijkingen. In het coecum cn colon
zat erg dunne inhoud. In de longen was
wat emfyseem en oedeem aanwezig.
f)e
lever vertoonde geringe chronische disto-
matosc. Verder was er hvperaemie aan-
wezig in de Intl. mammarii en de lim.
ileofemoralis.

i\'atiënt I I leverde bij sectie de volgende
resultaten op. De pens en dc netmaag
waren niet afwijketul. terwijl de boek-
maag ccn lichte hvperaemie vertoonde.
I.;)e Icbnutagwand was h\\ peraemisch met
oedeem tussen dc plooien.
Dc Ichmaag bevatte ccn bloederige in-
htnid. In de dunne cn in dc dikke darm
was de mucosa wisselend hvperacrnisch
en de darminhoud was dun cn bloederig.
In de longen werd emiyseem gevonden en
in het hart grote subcndocardialc bloe-
dingen. N\'crdcr waren cr nccroscpickkcn

Patholoog-anatomisch ondcr/ock werd verricht door drs. P. Koeman. \\ akgroep Pathologie. I aculteit
der niergeneeskunde.

-ocr page 376-

I abel }. De veranderingen in de gehaltes aan hemoglobine, glucose, calcium en magnesium bij 2 patiënten, die gedurende
S dagen intensiel /ijn behandeld.

patiënt

10

normaal
waarden

22/1

23/1

V.B.

23/1
n.m.

24/1
v.in.

24/1

n.m.

25/1

27/1

28/1

29/1

30/1

lib

6/"-

10-12

13,8

15,7

14,3

14,0

14,8

13,0

11,5

13,3

11,9

11,3

aiuccoe

r.p/l OC

r.l

40-60

-

44

51

56

57

44

31

43

32

Ca

riea/l

4,5-6,3

-

4,2

4,4

4,3

4,8

4,6

4,4

4,7

4,6

4,4

■ \'s

neq/l

1,6-2,6

-

2,7

2,2

2,2

2,0

1,8

1,7

1,7

1,9

1,7

patiënt

12

ifo

10-12

15,0

14,8

14,2

14,1

14,0

13,6

11,7

11,6

11,6

11,7

Glucose

us/WO

rr.1

40-60

59

65

148"

80

73

68

54

51

51

52

Ca

mea/l

4,5-6,3

5,1

3,6

4,3

3,9

5,4

4,4

3,9

4,1

4,1

4,1

-g

meq/1

1,6-2,6

2,2

3,0

2,5

2,9

2,7

2,3

1,2

1,1

1,1

1,0

a ve ;-.ie

r ("evonden

waicrden z: n

beïnvloed

door de

behandeling met

glucose-

■infusen.

-ocr page 377-

l abel 4. Resultaten \\an de bepaling van bet serumpepsinogeengebalte bij acht patiënten.

normaalwaarde -
patiënt

10-30 gram pepsine equivalenten/lOC ml serum

3

- 38,0

4

- 14,0

5

- 22,8

7

- 23,7

10

- 18,0

12

- 13,6

13

- 20,3

14

- 5,5

label 5. Resultaten \\an dc bepaling \\an enkele en/ymactiviteiten in het serum van de eerste groep
patiënten.

normaalwaarden

3

4

5

7

Alkalische

fosfatase mKol E

1

0,7

0,8

0,7

3,1

LDH

mE/ml

800-1500

1260

2539

1126

2673

SEH

m2/ml

4,0

2,1

3,8

8,8

0,2

gam.na-OT

mS/ml

20

11

21

24

137

aan de tong en pseiidomeinbranen in dc
lar\\ ti.x aanwe/ig. De lever was gedegene-
reerd. Bii dt sectie v an patiënt 1 3 werden
er geen afwijkingen aan het digestie-
apparaat gevonden. He beide jugula-
res waren gethromboseerd en de longen
/aten vol met abcessen, uit/aaiingen
vanuit de thrombose.

3 .S rovicolügisch-chenilsch onder/oek

De onder/oekresultaten /ijn vermeld in
tabel 6. Omdat de anamnese aanvanke-
lijk geen specifieke indicaties vermelde
voor een gericht to.xicologisch-chcmisch
ondcr/ock werd het eerst ontvangen on-
der/oekmateriaal (organen cn bloed pati-
ënt 8) aselectief onder/ocht op een reeks
metalen, die mogelijk enig licht op het
geval konden werpen. In de loop van dit
onder/oek werden letale arsenicumgc-
halten in dit materiaal vastgesteld,
waarna het verdere ondcr/oek /ich opdit
e I c m e n t c O n c c n t r c c r d e.
Voor de analyses werd een gemodifi-
ceerde uitvoering van de methode vol-
gens F.vans en Bandemcr(.\\ 7) toegepast.
Hierbij wordt na destructie van orga-
nisch materiaal arsenicum v ia het gasv or-
mige hydride geïsoleerd en uiteindelijk
omge/et tot een blauw gekleurd complc.x
met mol_v bdeen.dat kwantitatief spectro-
fotometrisch wordt bepaald.
In het verdere verloop van het onder/oek
werd de diagnose arscnicumintoxicatie
definitief bevestigd. In de diverse voor
ondcr/oek tintvangen organen, faece-
smonsters. bloed en urine werden even-
eens arsenicumgehalten vastgesteld, die
indicatief w aren v oor een acute into.xica-
tie.

Het opsporen vande bron had aanvanke-
lijk geen succes. Monsters voedermidde-
len (hooi. kuilvocr en krachtvoer), die
voor cn na het optreden v an de /iektev er-
schijnselen waren verstrekt, bevatten
evenmin als het drinkwater aantoonbare
hoeveelheden arsenicum. Dc sleutel tot
dil probleem kwam eerst aan hcl licht v ia
een opvallend groen verkleurd paktouw.
dat in een bepaald gedeelte v an de hooi-
voorraad was aangetroffen en een grijs-
achtige substantie, afkomstig van de
daarboven gelegen balk cn v liering. De/c
materialen bleken /eer hoge arsenicum-
gehalten te hebben, evenals daar ter
plaatse genomen hooimonstcrs. Dc into-
.\\icaliebron was hiermee vastgesteld. De
feitelijke toedracht werd bij nadere in-
spectie van dc /oldcrruimtc achterhaald
cn wordt onder .5. beschreven.

-ocr page 378-

nier

bloed

faeces

faeces

faeces

faeces

faeces

faeces

lever

urine

faeces

urine

facces

pensinhoud

stukje paktouw

hooi, voorste
deel opslag

hooi, idem

substantie balk,
vliering

idem

ideic
niet aantoonba
iden
idem

Tabel 6.

Patient

Resullalen \\an hel loxieologiseh-ehemiseh onder/oek van diverse materialen.

Aaj-d van bet
Dateriaal

\'lï^^otip
afnar.c

E 5

hooi, achtrrnte

deel opslar
Rooijiflcm

hooi, ideiTi
hooi, idem
v\'oorcroogkruil
overjarige naïSKuil
krachtvoer
drinkwater
lever

pensinhoud
lever

D 12
ll 13

7

8
6
8
6
9

10
11
12

13

14
11

4
4

15
15

1

D 12

D 15
D 36

D 1
D 32
D 35

E 35

D 40

idei::

laem
idem
idera
idci::
14,9
15,2
11,8
14,4

2,0 (mg/1)

3,5

4.3

5.4
9,4

26,8
19,6
13,2

niet aantoonbaar
idem
idem
idem

592 (d.s.)
100,000 (I0;b)
3.000 (0,3-/f)

85

370,000 (37/=)
190.000 (19^0

170.000 (l7;o)

ATsenicuir.£;ehal te
nc/kg ongc droogd
ir.aterir.al, of indien
verrield, i:ig/l of rag/kg
drog
e stof (d.s. )_

3:j Z O r. a C. r h C d e n

^\'uvum\'il VUU1\' db üifc\'k lu-
aitbraak

Ldec tijdens ziekteuitbraali
;evocrd aar. het jongvee.

koper
124
2,4

lood cadini\'^

0,6 0,6
0,5 2,3

op dit tijdstip onderzocht

oentrun van de sybstantie

4. I)1S( l ssii:

De to.xiciteit \\an arsenicum is mede at-
hani<clijk \\an de aard \\an de \\erbinding.
Dc acuut letale orale dosis voor runderen
bedraagt bijvoorbeeld voor arseentri-
oxide (,As,(),) cn natriumarsenict
(Na,AsO,) respectievelijk 15-45 cn 1-4
gram.

in de drievvaardige vorm. /oals in de/e
beide verbindingen, is de toxiciteit aan-
merkelijk hoger dan in de vijfwaardige
vorm (1). C,)mdat het in dit geval ging om
een arsenicumbcvattende substantie, die
sterk verontreinigd was met stof\'e.d. en
die bovendien /eer ongelijkmatig was
verspreid, /ijn de arsenicumgehalten van
de hooimonsters echter in kwantitatief
op/icht niet /onder meer exact interpre-
teerbaar op basis van toxiciteitsvvaarden.
Niettemin is het /eker. naar ook blijkt uit
het arsenicumgehalte van de onder/ochte
organen, dat dergelijke gehalten tot letale

-ocr page 379-

intoxicaties /nlien leiden cn dat dc bclrcl-
icndc substantie in dit gc\\al dc bron hicr-
san \\ormdc.

Hct tclinische beeld \\ an de bier beschre\\ en
/iekteuitbraak paste in dc bcschrijx ingcn
\\an het /icktcbccid \\an ccn arsenicum-
\\crgituging (1. 8).

Bij een acute arscnicunncrgil\'tiging \\an
hct rund treedt dc profusc diarree met
donker gcklciudc faeces op dc \\ oorgrond
cn \\ olgt al snel spicr/wakte met ccn sle-
pende gang cn moeilijk opstaan. Hct bij
actitc arsenicum\\crgifiiging bcschrcxcn
\\erschijnscl speekselen werd door ons
niet waargenomen terwijl koliek slechts
bij ccn dier werd ge/icn cn dan nog in
lichte mate.

Hoewel er soms \\ aag een \\ rccmde geur
was waar tc nemen in dc stal. kon dc/c
niet als dc soms bij ccn acutc arsenicum-
vergiftiging waargenomen karakteiis-
tickc kntiflookgcur worden herkend.
Mede daardotu\' blc\\cn cr naast arscni-
cum\\ ergiftiging differentieel diagnos-
tisch nogal wat mogelijkheden bestaan.
\\ tnnal toen bij hct cci stc ondcr/ock der
\\iicdermiddclcn geen arsenicum werd
aantictoond (tabel 6).

In een actuU stadium (binnen 12 uiu) is
behahc ccn symptomatische behande-
ling ook ccn behandeling met het anti-
doot Na-thiosulfaat mogelijk.
Dc dosering bedraagt hierbij .30-40
mg kg lichaamsgewicht in een 20\'(-ige
oplossing i.\\. of 60-80 mg kg lichaams-
gewicht in een 2()\'f-igc oplossing per os
2-3 X daags gedurende 4 dagen (9). Ook
dimercaprol (BAI.) kan worden toege-
past bij arscnicum\\crgiftiging in ccn do-
sering \\an 2-4 mg kg lichaamsgew icht in
een 5-10\' j-igc oplossing i.m. 2-4 daags.
Recentelijk bleek echter uit onder/oek
waarbij hct arsenicum met de sonde werd
ingegeven dat Na-thiosulfaat en BAL
geen effect sorteerden, maar dat thiocti-
ne/uur alleen of in combinatie met BAI.
wel een gunstig effect kan hebben (6). De
dosering thioctine/uur bedroeg 50
mg kg lichaamsgewicht i.m. \\erdccld
o\\er
2-3 injcctieplaatscn \\ daags. Hen
symptomatische behandeling ter bestrij-
ding \\an dc dehydratie. dc acidosc. de
hypoglycacmic en de h\\ pocalcaemic
blijft echter \\an belang. Uit dit ge\\al
blijkt dat daarmee goede resultaten be-
reikt kunnen worden.

-ocr page 380-

I ig. .1. l)c/c foto gcclf ccn blik in hel open \\ak \\ an de loods. De deur\' op de achtergrond geelf toegang tol
stal I. de ladder ilic rechts nog juist te /ien is werd gebruikt oni op het /oldertje te komen. Het hooi was lot
aan de balk opgestapeld. 1 wee witte \\ lekken \\an arsenieumneerslagcn /ijn nog op de halken te /ien ( 1.

-ocr page 381-
-ocr page 382-
-ocr page 383-

5. RIXONS I KLC I 11
DR AC H 1

Dc giftige substantie werd. 44 dagen na
de ziekteuitbraak. aangetroffen op de
vliering boven dc stallen 1 en II. f)eze
stallen waren gesitueerd in een met golf-
platen bedekte loods (zie situatieschets).
Stal II bevond zich aan het einde van de
loods, het andere einde werd gebruikt
voor hooiopslag.

l ussen stal 11 en de hooiopslag was een
loodsvak opengelaten als verbinding met
stal 1. die aan het blinde eind van het
loodsvak lag en plaats bood aan twee
koeien (patiënten I en 2. en later patiën-
ten 15 en 4-retour). Met een ladder kon
men via de v liering. die het achterste ge-
deelte van het open loodsvak over-
spande. de hoog opgestapelde hooivoor-
raad bereiken (fig. 2 en ?>. pag. 357
resp. 358).

Hiervan werd eerst het meest achteraan
liggende gedeelte genomen, zodat de
hooivoorraad dagelijks via de voorste
planken van de vliering betreden werd.
De op de vliering liggende arsenictim-
houdende substantie was zich door een
hoogst toevallige en fatale samenloop
van omstandigheden gaan verspreiden,
.luist boven die plaats was in het golfpla-
tendak een scheurtje ontstaan (fig. 4,
pag. 359).

Hoewel dit maar klein was. was cr mede
door de zware regenval van hct
voorafgaande najaar, veel water op dc
substantie terecht gekomen. De poedcr-
vormige. met stol vermengde massa kon
hierdoor langzaam gaan vervloeien cn
kleefde tenslotte over ccn oppervlakte
van ongeveer een halve m- in een enkele
mm. dikke laag aan de planken (fig. 5,
pag. 360).

I I 1 I RA Il L R

1. Clarke, i:. C,. C. and Clarke. M. 1 .: Velerinarv loxicologv. liaillliere. lindal

2. C opiiis 1\'eerebooni. .1. W ,: Chemie, mens en mileii. \\an (iorkiim. (1976).
.V r^ans, R. .1. and Handemer. S. I .: determination ol arsenie in biological mate

(1954).

4. Handbook ol Chemistrv and l\'hysics. .S2nd ed.. I he Chemical Rubber Companv. 1 16.\\ (1971).
llapke. II.; I o.vicologic liir Veterinär medi/iner. 1 crdinand I nke V erlag, Stuttgart. (197.S).

6. Hatch. R. C.. Clark..f. D.and .lain, A. V.: I se ol thiols and thiosullate lor treatment ole-xpcnmcntally
induced acute aisemite toxicosis in cattlc.
\\i,l ./, I <•;. «es.. .19. 1411. (I97fi).

7. Kingslc\\, (I. R. and Schalïcrt, R. R.: Micro-determination ol arsenicand lts application to biological
material,
tnal. Chem.. 2.1. 914. II9>I).

5. Rosenberger. Ci.: Krankheiten der Rindes. Verlag l\'aul Parcv, Hcrlin und Hamburg. (1970).

9. S/abunciuic/. M., Bailev. 1 . M., and Wier/ig, I). C).: Ireatment ol some common poisonings in
animals. I <■;.
Med. .V. l.C ., 66. 1197.(1971).

Mede door het iets schuin aflopen \\an de
\\ hering was de/e massa via een baii< oois
naar heneden gelopen en terecht geko-
men in de eerste rij hooibalen (foto 2). Op
de/e v\\ ij
/C raakte in dc loop \\ an dc herfst
en het begin van de winter een betrekke-
lijk klein aantal balen hooi met arseni-
cum \\erontreinigd.

Een tvN\'cedc toevalligheid wilde dat enige
dagen \\ oor het optreden van de intoxica-
tie een baal hiervan was gevoerd in stal I.
terwijl normaliter nog steeds het achter-
ste hooi werd gebruikt. Dit laatste was
afkomstig van de uiterwaarden, \'focn de
intoxicatie /ich openbaarde rees er
wegens de/e herkomst onder meer ook
\\erdenking tegen dit hooi. zodat werd
overgegaan op het hooi dat v ooraan lag.
Een en ander met de achteraf gebleken
fatale gevolgen.

Hoewel op het bedrijf ook fruitteelt
plaatsv ond, bleef de herkomst van de be-
wuste substantie onopgehelderd. Vol-
gens de eigenaar moet deze substantie er
al jaren lang gelegen hebben.

l)i;

loi:

\\ AN

DANKHI I UICilNC.
Ciaarne spreken wij d

k uil aan de betrokken me-
an dc aldcling .AiiaK tischc Chemie en
\\an hct C
dTic Rotterdam: dehcerCl.
doellrelicnde regeling cn siiper-
scprogramma en de verwerking
.le heer 11. van Heek en me|. M.
oor dc \\ lotte cn accurate uit\\ ocring
icns /ijn wij dank verschuldigd aan
n hel I aboratoriuni \\an de Kliniek
Ziekten, hoold dr. A. .1. II. Schot-
lecr 1\'. Haring voor/ijn voortrclle-
iie bijdrage.

larnc
dewerker
I oxicologic \\a
.1. deCiraal \\oo
\\isic \\ an hct ai
\\an dc rcsiiltat
VV. Snaathorst
der analyses. 1.
medewerkers \\
voor Inwendig!
man en aan dc
lijke lotogralis

■de

n;

I ondon (197.S|.
Ulis. . \\iHd. Chem.. 26,

-ocr page 384-

\'JÜJo^\'VÖUJ

Het radius curvis syndroom bij de hond

Radius Curvis Syndrome in the Dog

P. W, F\'oulos\'

SAMENVATTING

De verschillende oorzaken en de mogelijke gevolgen van het radius curvis syndroom
hij de hond worden besproken en geïllustreerd.

SLM.\\t.\'\\l<y

The various cau.ses and effects oj radius curvis in the dog are discussed and illustrated.

INEEIDINCi

Het radius curvis syndroom bij de hond
wordt veroorzaakt door een storing in
de lengtegroei van de ulna, is deze sto-
ring gering, of bestaatde aandoening nog
slechts kort. dan beperkt het beeld zich
tot een verkromming van de radius (Fig.
3); is de verstoring van de lengtegroei
daarentegen ernstiger dan zijn in latere
instantie ook de aanleunende gewrichten
cn de ondervoet in het proces betrokken.
IJez.e zogenaamde secundaire verande-
ringen worden dan gekenmerkt door
subluxatie en deformatie \\an het elle-
booggewricht (fig. 1. 2 en 4). verplaat-
sing van de processus styloïdeus ulnae

2 en 4). ver-

362

naar pro.ximaal (fig.

groeiing tussen radius en ulna (fig. 4).
arthrotische veranderingen in elleboog-
en carpaalgewricht (fig. 2 en 4). rotatie
van de voorpoot vanuit de carpus cn
abductie van de ondervoet (fig. 1).
In sommige gevallen wordt ook een losse
processus anconeus aangetroffen (lig.
4).

De mate waarin deze secundaire veran-
deringen zich voordoen is afhankelijk
van een aantal factoren zoals ras, groei-
snelheid. de mate waarin de lengtegroei
van de ulna gestoord is cn de vraag of
er al dan niet een vergroeiing tussen ra-
dius en ulna optreedt.
Onder normale omstandigheden behoort
de lengtegroei van radius en ulna als
paarsgewijze botten synchroon te ver-
lopen.

Fik insult wat dc lengtegroei van de ulna
verstoort kan dc aanleiding vormen tot
dit syndroom. Zo kan trauma de lengte-
groei van de ulna vertragen en een ver-
vroegde sluiting van de ulna groeischijf
veroorzaken (fig. 3 en 4); ook een per-
sisterende kraakbeenzuil (fig. 1 en 2) in
de ulna is een veel voorkomende oor-
zaak die tot een vertraging in de lengte-
groei van de ulna leidt.
Bij de Sky Terrier wordt een congenitale
vervroegde sluiting van de ulnagroei-
schiif •^pschrcvjn.

l\'rol. dr. P. W . Poulos .Ir.; namens de Vakgroep Radiolosiie. Eaeulteil der Diergeneeskunde. Y alelaan
10. De L\'ithol. l\'lrecht.

Tiidsehr. Dicr.gi\'necsls.. dtri 105. a/i. 9. 19X0

-ocr page 385-

Fig. la. M.F.-opname van radius en ulna vaneen
Duitse Dog van 5\' , maatul.

De radius is gekromd naar dorsaal, een persisteren-
de kraakbeen/uil (rechte pijltjes) binnen de ulna
is zichtbaar.

(ieringe \\crschuiving vati de processus styloïdeiis
ulnae naar pro.ximaal (gebogen pijl) is opgetreden.
Binnen het ellebooggcu richt is de geurichtssplect
ter hoogte van de incisura trochlearis met name ter
plaatse van de processus anconeus iets vernauwd
een uiterst geringe subluxatie.

Fig. Ih. A.1\'.-opname van hetzellde dier.
De persisterende kraakbeenzuil is zichtbaar on-
danks superpositie van de radius. De carpus is ge-
roteerd en dc ondervoet abduceert. hetgeen mag
worden afgeleid uil het feil dal carpus en onder-
voet op deze .A.1\'.-opname oblique worden getrof-
fen.

-ocr page 386-

In een aantal gevallen echter kan de oor-
zaak niet worden achterhaald en moet
men zich tevreden stellen met het predi-
kaat \'idiopatisch".

De verklaring voor de veranderingen
welke zich bij dit syndroom manifesteren
dient te worden gezocht in de relatie tus-
sen ulna, radius en aanleunende gewrich-
ten. Proximaal is de ulna door middel
van de processus anconeus als het ware
verankerd in het foramen supratroch-
leare van de humerus, terwijl tussen ra-
dius en ulna een ligamentaire verbinding
bestaat.

Distaal treft men ligamenten aan tussen
processus styloideus ulnae enerzijds en os
carpi ulnarc en os carpi accessorium
anderzijds.

Wanneer de lengtegroei van de ulna
achterblijft ten opzichte van die van de
radius dan oefent deze laatste een op-
waartse druk uit op de condylen van de
humerus. wat tot gevolg heeft, dat de
humerus zich naar proximaal verplaatst
ten opzichte van de processus anconeus
van de ulna.

-ocr page 387-

l\'ig. .Ia. M.I..-opname van de linker radius en
ulna van een .Vmaanden oude boxerteef.
Naast een verkromming \\an de radius is een ver-
hoogde dichtheid waarneembaar binnen de bot-
structuur in het distale deel van dc radius, met name
aan de palrnairc /ijde (witte pijl).

Fig. 3b. A.1\'.-opname van het/elfde dier.
Het tnedio-distale deel van de radius cortex is
verdikt, tevens is daar ter plaatse een fissuur-
lijntje /-iehtbaar (dikke witte pijl).
Op de rand van dc opnatne tekenen /ich nog
juist Iracturen af in het 2e en 4c metacarpaal-
beentje (stnalle vtittc pijlen).

Bij de/e patiënt moet het radius curvis syndroinn
kennelijk aan trautna worden toegeschreven.

-ocr page 388-

|-ig. 4a. M.L.-opname van een Wetterhound reu. maanden oud.

De radius toom een duidelijke kromming naar dorsaal. De processus styloïdeus is naar proximaal
gedisloceerd (open kromme pijl).

Radius en ulna zijn distaal met elkaar vergroeid (smalle zwarte pijlen). Het ellebooggewricht is ernstig
afwijkend; een losse processus anconeus is waarneembaar (dikke zwarte pijl), er bestaat een ernstige
sublu.xatie (open zwarte pijlen) gezien de onregelmatig wijde gewrichtsspleet ter hoogte van de incisura
trochlearis. Voorts ligt de processus coronoideus medialis op een lager niveau dan de tuberositas radiï.

-ocr page 389-

Fig. 4b. M.I..-opname van betzelfde dier op de leelujd van 7 maanden.

De processus anconeus is nu met de rest van het olecranon vergroeid, het sluit echter te dicht aan tegen
de humerus (grote open pijl).

Fr bestaat nog steeds een sublu.\\atic (kleine open pijlen). Dorso-pro.ximaal aan het tuberositas radiï/ijn nu
secundaire arthrotische veranderingen waarneembaar (dikke zwarte gebogen pijl).
De vergroeiing tussen radius cn ulna is in omvang toegenomen (smalle zwarte pijlen).
De processus styloideus ulnae is nog steeds gedisloceerd.

-ocr page 390-

Distaal wordt de processus styloïdeus
ulnae door genoemde ligamenten op zijn
plaats gehouden. Wanneer echter de op-
waartse druk van de humerus op de ulna
te sterk wordt, dan zal de processus
styloïdeus zich naar proximaal verplaat-
sen.

Bij een ongelijkmatige groei van radius
en ulna zullen ook de groeischijven bin-
nen de radius aan abnormale spanningen
onderhevig zijn waardoor ook de radius
enigermate in zijn groei wordt vertraagd.
Desondanks groeit de radius door, wat
tot gevolg heeft dat dit bot naar dor-
saal gaat doorbuigen. Als gevolg van
deze voorwaartse kromming van de ra-
dius wijzigen zich de binnen dit bot
heersende krachtlijnen en als gevolg
daarvan wordt de dorsale cortex in het
algemeen dunner en de palmaire cortex
dikker.

Treedt de groeivertraging van de ulna
op bij een hond jonger dan zeventig
dagen of bij een dier met abnormaal
kraakbeen ter hoogte van de processus
anconeus dan kan de versterkte druk die
op deze processus wordt uitgeoefend een
normale vergroeiing daarvan met het
olecranon in de weg staan. Vandaar dat
soms een losse processus anconeus kan
worden waargenomen (fig. 4).
De subluxatie welke zich in het elleboog-
gewricht voordoet kan eveneens worden
verklaard uit de te sterke opwaartse druk
die door de radius op de humerus-con-
dyle n wordt uitgeoefend.

DANKBETUIGING

E>e auteur spreekt zijn dank uit jegens de leden van
de orthopaediegroep van de Kliniek voor Kleine
Huisdieren, in het bijzonder drs. F. J. Meutstege.
voor het beschikbaar stellen van het patiënten-
materiaal.

□ r

nrro:

.IbJ

odJ

[jD ^

lU

IQ

Van de Faculteit

Klinische avond

Donderdag 5 juni I9H() /al door de Vakgroep
(ieneeskunde \\an de Kleine Huisdier een kli-
nische a\\(ind worden georganiseerd.
.Aanvang: 2().()() uin.

1\'laats: collegezaal van de Kliniek voor Kleine

Huisdieren.

iedereen is welkom.

Lectoren worden hoogleraar

Met ingang van 1 januari 198Ü mogen alle
lectoren dic dat willen de titel van professor
voeren. Dit is het gevolg van dc zogeheten
■Richtlijnen 1980 m/ake dc salariëring van
hoogleraren" en ccn Koninklijk besluit,
waarin alle lectoren die daartegen geen be-
zwaar hebben aangetekend, worden benoemd
tot hoogleraar.

In de nieuwe salariëringsrichtlijnen wordt een
tweede lagere salarisschaal ingevoerd
voor hoogleraren, lot nu toe hadden alle
hoogleraren de uitloopmogelijkhcid tot het
maximum van schaal 154 van het Bezoldi-
gingsbesluit Rijksambtenaren (HHR.A). Vol-
gens de nieuwe richtlijnen krijgen nieuw te
benoemen hoogleraren in principe de uitloop-
mogelijkheid tot het maximum van schaal 152
BBR.A (het oude Icctorssalaris). Hiermee
kwam dc zin van het handhaven van het ver-
schil tussen lectoren cn hoogleraren te verval-
len.

Ixn bi jkomend v oordeel is dat de lectoren, dic
in het verleden nogal eens miskend vverden in
het buitenland, omdat zij zich niet\'professor"
mochten noemen, nu de erkenning krijgen
waar zc recht op hebben. In het buitenland
kent men zoiets als de Nederlandse lector na-
melijk niet. In Nederland was altijd al weinig
verschil in bevoegdheden tussen een lectoren
een h.:;-ylcraar. Dc verschillen zijn nu hele-
maal opgeheven.

(Pcrsbcricht Minisicrie van
Onderwijs en Weiensclnipin-n.)

-ocr page 391-

ü mïfi

1.4. DENMARK.

Not \\\'et recorded on 15.01.80 (inlormation
provided by Pr. S. Paatsama).

Canine
(C.P.I.)

Parvovirus Infection

Epizootic parvovirus gastroenteritis
and myocarditis in dogs

Uit een rondschrijven van de secretaris van de
World Small Animal Association aan de nati-
onale vertegenwoordigers van de W.S.A.V.A.
wordt het volgende aangehaald:

hollowing the circular letter n° 2.31 19 about
"epi/ootic parv ovirus gastro-enteritis in dogs
(P. V.G. E. [).)\'describing the salient featuresof
this new disease and requesting cotnpletnen-
tarv inrormation we had the pleasure of recei-
ving many letters nearlv frotn all National
Representatives and thc Officers about this
up-to-date issue.

Thanks to this International cooperation
which evidences the usefulness of the
\\V.S.,A. V..A. as a link between National Asso-
ciations wc can briefly sum up the main
data which are arising frotn this international
survey.

1. Kpizootiological ilata

1.1. ALIS\'l RALlA(Dr. S. Robinson)
Indentification of C.IM. in 1978 (Kelly). Nu-
tnerous research work and articles: Walker,
.lohnson. Smith. Spradbrow - Inactivated
\\ accine
n iili cuninc \\ inis in development with
an itiitnunity to last at least 6 months (IJniver-
sitv of Tovv ns\\ ille. North Queens-land - Pr. R.
.lohnson).

Introduction of the virus in a contaminated
biological product: as yet unprov en. Itnporta-
tion of vaccines into Australia not permitted.
Only the itiiportation of a number of virus
seed materials has been permitted.

1.2. BEI.C.IUM (Dr. R. Hens).

Many cases but no severe outbreaks since
1978. Concern in public provoked bv tnedia
and press reports. Scientific articles bv: Rurt-
onboy, Coigtioul. Dewaele. Pastoret. Scher-
wcrs - Vaccination recommended with killed
panleukopocnia vaccines ( K.V.P.)(Pastoret).

1..3. CANADA.

Many cases since 1978. Acute form (mvocar-
ditis with sudden death in puppies) and gas-
troenteritis. Scientific articles by: Babiuk,
Hayes. Russell - Vaccination with K.P.V.

1.5. FEDERAL REPl HI.IC OF C.ER-
MANY.

Not yet recorded in the North (Dr. Rosenha-
gcn).

Many suspected cases with Haemorrhagicen-
teritis (Dr. Schmidtke).
Mvocarditis with sudden death in puppies
(Pr. von Sandersleben).

1.6. FINLAND.

Dr. K. Sittnikow: no epi/ootic course of
C.P.l. Vaccination with mink enteritis vac-
cine.

Pr. S. Paatsama: 120 dogs infected in a kennel
in Lapland of v\\ hom 28 died. From the begin-
ning of 1980 about 15 cases reported.

1.7. FRANCE(Dr. Guerre).
Epi/ootic course (e.g. circular letter n"
2.31 19). Mainly gastro-entcritis cases in adult
dogs and fatal myocarditis cases in puppies.
Inllucnce of media (press. f.V.. radio) forthe
concern of public. Research and clinical work
conducted by several authors: R. & A. Mo-
raillon. Chappuis. Cottard. Pouchelon -
Vaccination mainlv with modified live pan-
leukopocnia vaccines (M.L.P.V.). Disease
still in development in some areas.

1.8. IfALY.

Dr. L. faglia: suspected cases in Central Italv
(December 1979).

Dr. D. Peruccio: C.IM. reported in .lanuarv
1980. Virus isolated bv Dr. Misciatelli in Bres-
cia (Northern Italy).
.Articles by L. faglia. G. Balarini.
Antiviral isoprcnosine has some value as a
curative means.

"We need more time to appreciate the v alue of
M.L.P.V.\' (Dr. Peruccio).

1.9. IHE NEIHERI.ANDS (Dr. P. .1
Goedhart).

C.IM. is en/ootic but not epi/ootic. Research
work is being carried out. Scientific articles:
Vanden Ingh. Osterhaus. Van Steenis. Wester.

-ocr page 392-

Table I. Common canine viruses: role in puppy disease.1

Principal
of f^isease

Disease
Frequency\'

Virus

Canine distemper
Infectious hepatitis (C.AV-I)
Canine adenovirus type-2
Canine herpesvirus
Canine papillomavirus
Pieornav irus

Canine parvovirus-1 (MVC. CP\\-I)-
Canine parvovirus-2 (CPV-2)\'
Canine parainfluenza virus
Reoviruses (types 1. 2. 3)

Canine coronavirus

Systemic, nervous.
Systemic

Respiratory, enteric (?)
Systemic (neonatal pups)
Oral warts
Not defined

Not defined (mild enteritis?)
Severe enteritis heart damage
Respiratory

Not defined: respiratory enteric

(type 2)

Enteritis

Common

Intrequent

Variable

Infrequent

Variable

Not reported

Unknow n

Common (> \'78)

Common

Unknown

Variable

\' Frequency refers to clinical disease in non-immuni/.ed dogs, not antibody prevalence. In mosl

instances, true prevalence rates are unknown,
- \'Minute virus of canine\' (MVC).
Canine parvovirus-2 (CPV-2) is a recently discovered v irus antigenically similar to feline panleukopenia
virus, but distinct in dog and cat pathogenicity, fhe use of ■CPV-2\' is solely for purposes of
clarification,

fable 2, Clinical features (field cases) of corona- and parvoviral disease,*

Clinical Features

Coronavirus

Parvovirus (CPV-2)

Vomiting

Variable

Common, repeated episodes

.Appetite loss

Common

Common

fJepression

Mild to moderate

Severe, especially puppies

Diarrhea

Common

Common, all ages

Stool character

Mushy, fetid. ± blood

Loose, grey-bloodv diarrhea

Fever

Rare

Common (104 to 106 F)

Onset

Sudden

Sudden

Duration of illness

3 days to 3 weeks

(ienerally short (2 to .S days)

White blood cells

No change or slight decrease

Severe to moderate decrease

Incubation period

1 to 5 days

3 to 10 days

Mortality

l.\'nknown (low)

Unknown (10-100\';); higher in puppies

Recovery period

Variable. 1 lo 3 weeks

Fess than 1 week

Heart damage

Not reported

Common, especially puppies

Contagiousness

High

High

Fransmission

Feces, nasal discharge (\'.\')

Feces, vomilus. foniites

Reproduced from: ■Viral diseases of puppies\' (I. E., Carmichael and R, V. II. Pollack, fall 1979).

1.10. NORW.AY (Den Norske Veterinaer-
I oren ing).

C.IM, diagnosed in l-ebruarv 1980 in areas of
Oslo and Frondheini (Dr. F. lloltet). Serolo-
gical data suggested that the disease exists
since October 1979. For the time being high
morbidllv and low mortalitv. Some colic-
agues use the K.I\'.V.

1.11. SOL I 11 ,.\\l RIC.A (Dr. B. Pappin).

l he Veterinarv Research 1 nstitute, Onderste-
poort (Dr, Theodoridis),

The disease was first reported in F ebruarv
1979,

S|-»oradic outbreaks mainlv in fransvaal and
I in Cape Prov ince,

Mainly voung puppies (1-2 weeks old) affec-
ted vvith a mortality rate greater than 50 per
cent; onset is sudden; puppies develop dysp-
noea and die within some minutes,
Cliiiici.lly Dr, McCrindle reported .3 features
of the C,P,L; acute gastroenteritis ((i,F.) in
puppies 5 to 14 weeks old. Cl,f;, in adult dogs;
fatal mvocarditis.

-ocr page 393-

lable .1. Canine parvovirus

»

Main characteristics
of Parvoviruses

Consequences lor
the research work

Results obtained

Minute size (20 a: nm)

Dilliculty to evidence
parvovirus particles by
electron microscopy

4-

Dev elopment of intra-
nuclear inclusion
bodies\'

Inclusion bodies to be
evidenced:
in vitro
in vivo

Propagation in cell
cultures of rapid
div ision rates
(e.g. embryo cells)

Inoculation to cell
cultures of affected
tissues from dead
puppies

Most of virus strains
haemagglutinate red
blood cells of several
animal species

Haemagglutinating power
of the virus to be evi-
denced (Haemagglutina-
tion inhibition test)

-i-

(porcine red blood
cells)

Cross serological pro-
perties with FPV (Fe-
line Panleukopenia virus)

Neutralisation of the
feline virus with conva-
lescent (or post disease)

\' According to S. T. Walker i>i uL (Sydney. Septeniber 1979) the inclusion bodies have been found in cells
up to fourteen days post inoculation (Feline parvov irus in the same line of kitten embryo cells gave rise
to inclusion bodies which disappeared by 72 hours post inoculation).

1.12. SI\'AIN (Dr. M. Rut/).

Suspected cases w ith Ci.H. in Madrid and Bar-

celotui (Dr. Seculi).

1.1.1. SWEDEN (Information by Pr. 1\'aat-
sama).

CMM. w ould be in development since the end
of November 1979.

Numerous cases mainly around Stockholm
atid Uppsala. Vaccination mainh in working
dogs: for guides, polocc. blinds.

1.14. IHAIFAND.

I he e.xistence of t\'.IM. has been reported in
the summer of 1979 (mentioned by Carmi-
chael & Pollock. 1979).

\\.\\5. IINFFHD KINCIDOM (Mr. D. .1.
1 hotnpson).

Onlv sporadic cases in kennels. No epizootic
course.

Inliumation also provided by Mssrs Ednev
and Singleton.

Research work mainly carried out at the (ilas-
gOw Veterinarv School. Numerous articles,
news, letters to the Editor ( Fc/c/\'//;«/ ! Rc-
coril). Main authors: McCandlish. H.
fhompson. Cornwell. Wright.

Vaccination: K.P.V. can be trsed according to
the recomtiiendalions of the Royal College of
Veterinary Surgeons
(Ici. Rec.. 105. 560.
.A great concern in the public alter divulgence
of the disease by the media (Radio. "I .V. press
reports).

1.16. F.S..A. (I\'r. C. A. Osborne in liaison
with f^r. .1. (iajentaan).

Many documents and information provi-
ded:

\\ irus observed in 1977 ( 1 cxas). fhen the
di.sease spread throughout the U.S. Liirge
amount of research work (laboratorv and cli-
nical). Main authors: .Appcl. Carmichael.

Pollock. Hemis. Cooper. Ftmstcr. Hitui.
Eddy.

Vaccination with K.P.X". Possibilitv ol the use
ofaM.F.P.V.

Dr. M. .Appel at Cornell University indicated
that the duration of immunity with K.P.V.
rnay only persist for .1 months, fhe M.L.P.V.
are apparently superior to the K.P.V.
Inoculated dogs do not shed virus in their
urine according to Dr. ,Appel. To be most
effective however, the titer of the live
virus vaccine nuist be ten-fold higher than
that cotnmonlv used for cats, since the dogs

-ocr page 394-

are much less susceptible to the \\ irus than cals
(from a letter of Pr. Osborne).
Influence of the media for disseminating
alarming news (e.g.
"Tlu\' Sews Magazine of
Veterinary Medicine\'.
February. 1980).

1.17. VENEZUELA (Dr. M. Villegas Del-
gad o).

C.P.I. was not \\et reported at theend of.lanu-
ary 1980 (information arising Irom the Veteri-
nary I nstitutes and Facultiesin Maracav. Bar-
quisimeto. Maracaibo).

2. Reporting service.

It appeared from the survey that there is no
reporting service even for emerging disea-
ses in small animals not transmissible to man
- in the countries concerned. Several Nati-
onal Representatives are ofthe opinion that
W.S.A.V.A. could play a role in reporting
such an information.

.1. Appendices.

On pages .170 and 371 you will find 3 tables
summarising the main features of C.P.I.
(e.g. articles from Carmichael. Pollock. Mo-
raillon. Walker).

4. Round table on C .P.I.

If possible a round table will be held on C.IM.
during the Barcelona Congress (24-27 Sep-
temher. /WO;(Nev\\ developments: Diagnosis.
Epi/ootiology; Control measures).

Yours sincercly
Dr. /.. Tintralier
\\V\'.S..A.\\\'..A. Honorary Secretarv.

Voor universiteiten moeilijke
tijden op komst

De universiteiten en hogescholen in ons land
gaan dc komende tien jaar ecn moeilijke tijd
tegemoet. Fen comple.x van oor/aken is hier
debet aan.

Dr. E. van Spiegel, directcur-gcncraal voor
het wetenschapsbeleid, schetste maandag-
avond
25 lebruari 1980 in ccn voordracht in
het kader van het studium generale van de
Rijksuniversiteit in (ironingen dc/c proble-
matiek.

Allereerst is er dc demografische ontwikke-
ling. gekoppeld aan de situatie v an de arbeids-
markt. \'In het begin van de jaren /eventig is
het geboortecijfer scherp gedaald. De univer-
siteiten en hogescholen /uilen met de gevolgen
hiervan binnen 10 jaar worden geconfron-
teerd. Na de snelle groei tot ongeveer 1975
en de daarop volgende stagnatie tot 1985 ;i
1990. /uilen wellicht jaren van sterke inkrim-
ping volgen\', aldus dr. Van Spiegel. Hij /iet
weinig mogelijkheden die ontwikkeling tc
keren. \'Op dit moment lijkt een aanmerkelijke
stijging van het deelnemingspercentage in het
wetenschappelijk onderwijs niet op te treden,
ondanks het nog steeds kleine aandeel mensen
afkomstig uit lagere inkomensklassen in de
studentenpopulatie\'. Dr. Van Spiegel veron-
derstelde hier een verband met de ontwikke-
lingen op de arbeidsmarkt. De werkloosheid
onder academici, hoewel landelijk be/ien nog
niet hoog. stijgt v rij sterk en prognoses wij/en
op een dramatisch, ongunstig verschil tussen
vraag en aanbod rond 1990. De universiteiten
en hogescholen /uilen /ich tijdig op de/e situ-
atie moeten beraden, aldus de directeur gene-
raal.

Een tweede probleem voor de universiteiten
en hogescholen is van financiële aard.
,Aan het universitair onder/oek besteedt dc
overheid thans rond / I ..3 miljard per jaar.
\'Dal is op /ich al reden voldoende voor een
grondige afweging tegen andere door de sa-
menleving v ia dc overheid tc bekostigen acti-
viteiten. Maar ook een gc/ond wetenschaps-
beleid vergt afwegingen; universitair
onder/oek tegen nict-universitair onder/ock
cn in de keu/e van prioriteitsgebieden". Hier-
door. aldus dr. Van Spiegel, staat het univ ersi-
taire ondcr/ock onder ecn druk. die dc ko-
mensc jaren alleen maar /al toenemen.
\'Ik acht het van /eer groot belang dat het
wctcnschappclijk ondcr/ock in het algemeen
cn het universitair ondcr/ock in het bij/ondcr
uit dc/c afwegingen sterk naarviircn komt. Ik
ben /ells geneigd te /eggen dat het universi-
taire ondcr/ock bcschcrming verdient. lIct
dwingt cchtcr wel tot ccn belangrijke verho-
ging van de effectiviteit en de doelmatigheid
van het universitaire ondcr/ock. Immers,
alleen dan staat dat onder/oek sterk."
Dr. Van S|-«cgcl noemde hel daarom van
groot belang dat de in de Beleidsnota Uni-
versitair Onderzoek ontvouwde plannen, ge-
combineerd met een slagvaardig beleid gericht
op verhoging van de mobiliteit van onderzoe-
kers cn v an onder/ock. succes heeft. De instel-
lingen zullen bij de totstandkoming van dat
beleid mee moeten denken en mee moeten
werken, aldus dr. Van Spiegel.

(Persbericht .Afdeling
l \'oorlichiing ll eienschapshcleid)

-ocr page 395-

Bacteriologie

Post-antibiotische pseudomembraneuze
colitis en verwante vormen van diarrhee
na gebruik van antibiotica. II Microbio-
logische aspecten

Rietra. P. .1. G. M.. Meuwissen. S. G. M.enZanen.
H. C.:
Xecl. T. (ieneesk.. 12.1. :2I2-:2I7. (1979).

Nog niet zo lang is bekend, dat na behandeling met
bepaalde antibiotica (behandeling met clindamy-
cine ter bestrijding van anaerobe infecties bij de
mens is een bekend voorbeeld:
ref.) een bepaalde
Clostridium \'de kop opsteekt\'
Closniilium diffi-
cile
met \'post-antibiotische\' diarrhee en koorts als
gevolg. De oor/aak van de diarrhee blijkt een
pseudomembraneuze colitis te zijn. waarschijnlijk
veroorzaakt door het thermolabiele to.xine van ge-
noemde Clostridium.

De auteurs beschrijven hoe ze de toxiciteit van dit
toxine op kweken van embryonale longfibroblasten
hebben getest.

Er werden faeeesmonsters getest van 9 personen
met postantibiotische diarrhee en van een retro-
spectieve controlegroep (1216 faeeesmonsters).
.Alle 9 faeeesmonsters van de patiënten bleken het
toxine te bevatten, terwijl in de controlegroep
slechts 27 positieve monsters (= 2.2<"() werden ge-
vonden. De geïsoleerde
Cl. difficile iVAmmcn bac-
teriologisch onderzoek werd namelijk eveneens uit-
gevoerd bleken gevoelig voor metronidazole en
vancomycine. (Ook in de diergeneeskunde zou het
de moeite lonen een onderzoek te doen naar het
voorkomen van
Cl. difficile in de faeees na een
antibiotische therapie waarbij diarrhee optreedt;
Kef).

./. („Huhwaard.

BacteEiologie

Ken patiënte met Q fever pneumonie in
Nederland

Maeson. E.. de Munck. D.. Lamers. .1. en Snijders.
P. .1.:
Sed. r (ieneesk.. 124. 74-77. (I9H0).

Sinds er in Nederland meldingsplicht v oor Q koorts
(1976) zijn slechts 5 patiënten bekend. Steeds betrof
het personen, die buitenslands hadden venoeld. De
auteurs beschrijven echter een geval van ecti 29-
jarige vrouw met voor Q lever typische longalwij-
kingen. die de ziekte in Nederland moet hebben
gekregen. Serologisch werd de infectie met
Co.siella
hurnetii
bevestigd. Eerst omdat de vrouw een
\'verkouden\' papegaai bezat, die door de dierenarts
met tetracycline was behandeld dachten de au-
teurs aan hetzij pslttacose. hetzij vogelhouderslong.
hoewel de röntgenologisch gevonden afwijkingen
hiervoor niet typisch waren. Verder onderzoek
leidde tot de diagnose \'Q lever\', een endemisch
voorkomende ziekte In o.a. .Australië. .Amerika.
Noord-Afrika en de Balkanlanden. De schrijvers
vernamen, dat in het huis van de patiënte een Ma-
rokkaanse gastarbeider had gewoond, die indekel-
der(!) regelmatig nIet-Nederlandse schapen had ge-
slacht.

Zoals bekend neemt men aan dat schapen een be-
langrijk reservoir zijn van
Cd.xiella hurneiii. In
landen, waar de ziekte endemisch voorkomt kun-
nen ook runderen, hulsmussen, ganzen, duiven en
knaagdieren de inlectie overbrengen. Men zou via
bloed, melk en bezoedelde stofgeïnfeeteerd kunnen
raken. Daarnaast kunnen, zoals bekend, teken en
luizen de ziekte op de mens overdragen.

./. (ioudswaurd.

Homoeopathie

August Bier en de Homoeopathie

,A. van \'t Riet. .Academisch proefschrih. V.L. .Am-
sterdam. 1978,

Op 21 september 1978 promoveerde A. van \'t Riet.
arts te Mierlo. aan de Vrije L\'niversiteit te .Amster-
dam tot doctor in de geneeskunde op het proel-
schrift getiteld: \' August Bier en de Homoeopathie\'.
Dr. A. van \'t Riet verv uit een privaatdocentsehap in
de Homoeopathie aan genoemde universiteit.
Onderwerp van dit proefschrift is de beschrijving
van een stukje geneeskundige historie, waarin de
vermaarde Berlijnse chirurg August Bier (1861-
1949) het opneemt voor de ook in die tijd door de
zittende geneeskunde verguisde Homoeopathie.
Centraal staat Bier\'s artikel in het
Münehener Me-
dizinische W ochenschrift
van I mei 1925 (72. .lahr-
gang. nr. 18) getiteld: \'Wie sollen wir uns zu der
Homöopathie stellen\'.\'\'.

Bier wordt gezien als één der ontdekkers van de
prikkeltherapie en in zijn geruchtmakende artikel
van 1925 benadrukt hij de verwantschap tussen de
prikkeltherapie en de homoeopathie.
\'Bier achtte de prikkeltherapie en a fortiori de ho-
moeopathie van zodanig fundamenteel belang, dat
de felle reactie op zijn iiUerventie van 1925 als kata-
lysator gewerkt heelf bij het tot stand komen van
een reeks beschouwingen over de grondslagen der

-ocr page 396-

geneeskunde...... ten deel hiervan is gewijd aan de

homoeopathie. welke naar Bier\'s overtuiging geen
op /ieh/ell staand probleem voorstelt maar on-
derdeel is van een meer algemeen \\ rageneomplex\'.
Ofschoon Bier de bereidheid getoond heeft het
goede in de Homoeopathie te willen waarderen,
schroomde hij niet de /wakke punten in dc leer van
de overigens als pientere geleerde geschetste Samuel
Hahnemann (1755-1X431, de grondlegger der Ho-
moeopathie, scherp te bekritiseren.
Van \'t Riet beschrijft uitvoerig, degelijk gedocu-
menteerde commentaren \\an een groot aantal, in
Bier\'s dagen vooraanstaande wetenschapsmensen.
De discussie, die volgde op het artikel van 1925 en
de daarna van Bier\'s hand verschenen artikelen met
betrekking tot de homoeopathie, kan stellig bijdra-
gen tot een betere onderbouwing van de tnenings-
\\orming aangaande de Homoeopathie in on/e
dagen.

Ofschoon Bier\'s publikaties aanvankelijk de be-
langstelling \\an de wetenschapswereld deed toene-
men, bleek hct lange-termijn-effect gering.
Deze dissertatie geeft weliswaar geen duidelijkheid
over essenticMe /aken, /oals: Wat gebeurt er bij het
potentieren\'.\', en: Hoe is de werking van gepotenti-
eerde stoffen in ecn /lek lichaam".\', en/., en/., maar
kan pertinent niet slechts beschouwd worden als
een curieus stukje historie. Veeleer slaat het een
brug naar de universitaire geneeskunde, en, gelet op
de nog gebrekkige wetenschappelijke verificatie der
hoinoeotherapeutische praktijk-resultaten, terecht
een bescheiden schakel in de ontwikkeling \\an de
homoeopathie naar een integratie ervan in de uni-
versitaire geneeskunde.

Zoals van \'t Riet het eens /elf/o treffend uitsprak:
\'We kunnen als een kat om de bete brei heenlopen,
maar ook ahast aan de randjes beginnen\'.
I ot dit laatste kan de/e dissertatie de aan/et /ijn.

1. //. Wcstcrhuis.

Immunologie

Stabiliteit van runderimmunoglobulinen
in de darmtractus van babies

Leresche. l;.. Paunicr, I.. et .Andrejcxic. (i.: Stabi-
lité dans le tractus digestifdu nourissonet tolcrancc
clinic|ue d\'immunoglobulines bo\\ ines a teneur anti-
corps elevce contre les /.. coH pathogènes adtnini-
strees par ovie orale.
Conip. Ininiiin. Microh. hi-
leci. D
is.. I, (1979).

De onder/oekers hebben /ich afgevraagd of via
rundermclk xcrkregen anti-A.\'. ( o//immunoglubi-
linen ook nog antilichaamacti\\iteit /ouden behou-
den in de darmtractus van een aantal kinderen met
een leeltiid variërende \\an I weck - 5 maanden. Het
runder-lg preparaat be\\atte, naast IgCi, ook IgM,
Ig.A en Ivso/yme. Het be\\atte hoge titers antilicha-
mcn tegen een groot aantal pathogene /;\'. coH stam-
men. Alleen het IgCi werd kwantitatief vóór het
ingeven èn in de facccs bepaald door middel van
de radiale iinmunodiffusie inethodc volgens
Mancini. .Antilichaamtiters werden bepaald met
een immunolluorcscentietcst. De uit het faeceson-
der/oek verkregen resultaten kotnen in principe
overeen met die, verkregen uit overeenkomstig on-
der/oek bij o.a. biggen: heterologe antilichamen
/ijn inderdaad tot in de faeces aantoonbaar.
(Ofde aangetoonde Igl antilichamen nu inderdaad
actief in dc digestietractus van hct kind kunnen
wérken, blijkt met uit het artikel. De Mancinitcsts
waarvan de auteurs helaas afteeldingen hebben
opgenomen /ijn erg slecht: veel dubbele en drie-
dubbele ringen, hetgeen referent sterk aan de speci-
ficiteit van het onder/oek doet twijfelen:
ref.).

./. (ioudswaurd.

Konijn

NH,-gehalte in konijnenstallen

Morisse, ,1. P.: 1 nfection pulmonaire expérimentale
a
l\'dsieiirellti muhoeidu. Inllucnce d\'un facteur irri-
tant (NH,,) sur la réceptivité du lapin.
Ree. .Med.
lel..
154, (10). H59-H6J. (I97H).

.3X Konijnen met een gemiddeld gewicht van 1,5 kg.
werden verdeeld in twee groepen van IX dieren: 9
mannelijk en 9 vrouwelijk.

Een \\ an de tw ee groepen werd onder normale venti-
latie gehuisvest, waardoor het NH,-gehalte lager
dan 5 ppm blecE (NH , groep). De tweede groep
(NH, groep) werd gedurende 15 dagen blootge-
steld aan een NIE-gehalte van .30 ppm (27-36). Dit
NH ,-gehalte werd bereikt door niet tc ventileren cn
continu amoniak te \\erdampen. De temperatuur in
de ruimte was 25° C ± 2° C en de relatieve lucht-
vochtigheid 75\'; (73-80).

Na 15 dagen w erden 9 konipicn \\an de N11, ^ groep
en 9 konijnen \\ ande NH, groep gedood cn onder-
/ocht.

De overige 9 konijnen van de NH , • groep werden
tesamen met dc 9 overgebleven konijnen van dc
NH, groep vanaf dag 16 tot dag 42 gehuisvest
onder normale omstandigheden (NH, < 5 ppm.
temperatuur 20° C, RV: 75\';).
Op dag 16, dag 23 en dag 36 werden dc dieren nasaal
besmet met ecn pathogene
l\'usleiirellu midioeida-
type A-cultuur van 10^ bactcrién per 0,5 ml.
Op dag 42 werden alle dieren geslacht en onder-
zocht.

E\'it de resultaten van dc IX op dag 15 geslachte
konijnen bleek, dat in de groep die werd blootge-
steld aan een hoog NH ,-gehalte slechts weinig meer
aantastingen aan dc ademhalingswegen werden
geconstateerd dan bij de NH, groep. Na 4 x
blootstellen van dc dieren veranderde dit beeld ech-
ter duidelijk.

Betreffende de aantastingen van de ademhalingswe-
gen werd toen het volgende geconstateerd:

-ocr page 397-

Khinilis:

Alle dieren van de \\H, groep vertoonden een
ernstige purulente rhinitis. Bij de \\H , groep was
dit slechts bij 3 van de 9 het ge\\ al. terw ijl daarnaast
nog bij 2 dieren een lichte rhinitis werd aangetrof-
fen.

Otitis:

In beide groepen kwam bij ruim de helft van de
dieren otitis voor.

Iracheïtis:

Geen verschil tussen de NH , en de N H ; groep.
Pneumonia:

Veel meer en veel ernstigere pneumonie bij de die-
ren in de NH. groep.

Bacteriologisch onder/oek:

Isolatie van Pasteurella multocida uit de longen
vond bij 3 van de 9 dieren in de N H groep en bij 6
van de 9 dieren uit de NH, groep plaats. In de
NH, ^ groep waren veel meer Pasteurella multoci-
dabacteriën per long aanwe/ig,

(Uit het bovenstaande blijkt, dat de weerstand van
de konijnen als gevolg \\an het blootstellen gedu-
rende 15 dagen aan verhoogde concentratie NH,
vermindert. Een NH,-gehalte van 30 ppm blijkt
reeds duidelijk te hoog.

De momenteel gehanteerde norm \\an ma.ximaal 10
ppm NH, lijkt derhalve gerechtsaardigd:
ref.)

\\t. ./. .U. Tidcn.

Varken

De pathogenese van vesiculaire varicens-
/iel<te

I).. .Vloore. 1). M..
of Swmc \\esicular
. 40.
46J-46H. (1979).

Shiow. S. lai. Mekerchcr. P
C.illespie. .1. .1.: Pathogenesi-
Disease in Pigs. .1. ./. I

Vesiculaire \\arkens/iekte is een /eer besmettelijke
virus/iekte die \\oorkomt bij \\arkens \\an alle leef-
tijden. De /iekte werd \\()or het eerst in 1966 in Italië
waargenomen, (icinfectccrdc \\arkens \\ertonen
blaasjes op epitheelwcefsel. o.a. op de coronaire
randen, in de tussenklauwspicet en op tong. neus cn
lippen: de verschijnselen /ijn klinisch identiek aan
die \\an mond- en klauw/cer.
Het doel \\an dit onder/oek was om de \\irologische
en pathologische aspecten in het kader van dc pa-
thogenese vande /iekte te bestuderen. Voor dit on-
der/oek werden 17 biggen \\ an 30-40 kgxerdccid in
3 groepen: 5 intraveneus geïnleeteerde dieren. 10
contact-dieren en 2 controle-dieren.
De geïnfecteerde dieren en de contact-dieren wer-
den bij elkaar gehuisvest. De 2 controle-dieren wer-
den in ccn aparte ruimte ondergebracht, een dier
werd in het begin en het ander aan het eind \\an de
proef geslacht.

Iedere dag werd van de dieren de temperatuur opge-
nomen en werden /e klinisch beoordeeld. Dagelijks
werden monsters serum, slijm \\an neus, keel en
slokdarm cn een faecesmonster onder/ocht op de
aanwe/ighcid van \\irus.

Om de twee dagen werden I geïnfecteerd dier en 2
contact-dieren geslacht en nader onder/ocht (\\ irus-
isolatic, immuno nuorescentie-onder/oek (l,E,T,)
en pathologie).

Van de \\erkregen resultaten kunnen de volgende
bij/onderheden worden vermeld:
Bij het klinisch onder/oek vertoonden de geïnfec-
teerde varkens en de contact-varkens voornamelijk
laesies aan de ledematen: hij twee van de tien
contact-varkens ontstonden echter ook duidelijke
laesies op long, neus en lippen.
Dal dit alleen bij contact-varkens optrad, /ou ver-
klaard kunnen worden door het feit dat de/.e plaat-
sen een porie d\'entréc vormen bij contact-
besmettingen, De laesies op tong, neus en lippen
gena/en sneller dan de laesies op de ledematen.
Bij het virologisch onder/oek werd /owel bij de
geïinfecteerde dieren als de contact-dieren een dui-
delijke viraemie geconstateerd; bij de contact-
dieren ontstond de/c naar verhouding later, doch
de virusliter was over hel algemeen hoger en de
viraemie hield langer aan.

\\\'irus werd ook aangetoond in slijm van neus. keel
en slokdarm en in faeces. Het feil dat relatief grote
hoeveelheden virus in het neusslijm (ook van
contact
-V arkens) werden aangetoond, kan een aan-
duiding /ijn dal infectie via de respiratietractus
plaatsvindt.

Na scetie werden grote hoeveelheden virus aange-
toond in het epitheelwcefsel van huid en tonsillen,
m de ov erige organen werden v eel lagere concentra-
ties gevonden; de contact-dieren, hadden grotere
concenlralies v irus in de overeenkomstige weefsels
dan de geïnfecteerde dieren.

Bij het l.l 1 -onder/oek werden /owel hij de ge-
ïnfecteerde dieren als de contact-dieren de eerste
positieve l.l 1 -reacties ge/ien in hel epitheelwcef-
sel van de neus. tong en de lusscnklauwspicel. Van
het centrale /enuwstelscl waren vooral de bulbiis
olfaclorius en het ruggcmcrg het eerst positiel.
Bij het patholoog-anatomische onder/oek werd een
niet etterige mcningo-cnccphalomvclilis waargeno-
men bij geïnleeteerde cn contact-dieren. Dc meest
ernstige hcrscnalw ijkingen werden 3-4 dagen na het
begin van de viraemie waargenomen; conlact-
dicrcn vertoonden vaak ernstiger hersenafwijkin-
gen dan geïnleeteerde dieren.

Bij hel serologisch onder/ock konden bij dc geïnlee-
teerde dieren 4 dagen na dc infectie antilichamen
worden aangetoond; bij decontact-dicicn v arieerde
dil Merk. Op dc tiende dag v an dc infectie hadden de
contact-dieren echter een hogere liter dan dc ge-
infcclccrdc dieren.

I. /\'. W ijgcrgangv

-ocr page 398-

Varken

Routine onderzoek van urine bij zeugen

Petersen B.: Die Harniintersuclning bei der San -
eine einfache Melhcidc Zur P.rl<ennung \\on
i\'ro-
blernticrcn.
Her Priikiisclie Ticiurizi. 1092. (1979).

MMA wordt gcrelccnd tot de factorcn/icl-tcn. \\\'an
deze complexe /iekte in het puerperium is de pri-
maire oor/aak niet bekend, een antibioticutnthcra-
pie is dan ook niel altijd in slaat de bcdrijfsproble-
men le laten verdwijnen.

Schrijver suggereert dat urineweginfecties in de Pat-
hogenese van MMA een belangrijke rol spelen.
Met behulp van enkele eenvoudige technieken
wordt het mogelijk vele urinemonsters door hulp-
krachten le laten onderzoeken resp. voorbewerken.
De volgende methoden van onder/oek worden
beschreve n:

A. de \'dip-slide\' test, ecn slaafje met voedingsbo-
dem wordt tijdens het urineren in de straal gehou-
den en vervolgens in een buisje opgesloten, gereed
voor verzending. Met deze techniek is eenvoudig
kwantitatief en kwalitatief B.O. mogelijk.

B. de combinalie-test-slrip maakt het mogelijk na
indompeling in urine, kwalitatief (cn kwantitatieO
chemisch onder/oek tc verrichten op nitriet. PH.
eiwit, glucose en bloed.

Dc uitslag \\ an dit onderzoek geeft aan de prakticus.
resp. de gezondheidsdienst de tnogelijkheid de die-
ren met een verhoogd risico reeds vóór de partus te
onderkennen. Ook dieren die een gevaar vormen
doordat ze veel bacteriën met de urine verspreiden,
kunnen met deze techniek worden onderkend.
Voorstellen worden uitgewerkt om bedrijven te sa-
neren op basis van dit onderzoek.

11\'. .1. ./. ( rofiiw ijk.

Vogel

Een micromethode voor de bepaling van
het plasma-urine/uurgehalte bij gezel-
schapsvogels

McFarland. D. C.. Ken/y. S. Ci., and Coon. C. N.:
A micromethod lor plasma uric acid determination
in companionbirds. .-Iv. D/.s.. 2.1,
772-774. (1979).

Hoewel er nog geen algemeen acceptabele behande-
ling bekend is voorjicht bij gezelschapsvogels, is het
in verdachte gevallen prognostisch van belang om te
weten of het urinezuur gehalte van het plasma ver-
hoogd is. (N.B. Naast dieetwijziging lijkt bcnclha-

Plasma urinezuur gehalte (mg 100 ml)

vogelsoort aantal

spreiding

gemiddelde ± s

grasparkiet (J

21

1.50-13.86

5.71 ± 0.743

grasparkiet 9

12

2.65- 9.41

5.39 ± 0.628

leghorn (5

15

4.94- 9.69

7.19 0..104

leghorn 9

15

1.38- 4.41

3.05 ± 0.198

mine® als diurelieum een effect te hebben op het
verlagen van de uraatblocdspiegel;
Ref.)
Beschreven wordt een modificatie van de uricase
methode volgens Feichtmeir en Wrenn (1955).
Voor deze spectrofotometrische methode is slechts
50 mcl plasma nodig voor een duplo bepaling.
Voor de uitvoering van de bepaling zijn naast de
reagentia wel een centrifuge en een spectrofotome-
ter nodig.

Met deze methode werd van 33 grasparkieten (21
(5(5 en 12 99) en 30 witte leghorns (15 (5(5 en 15 99)
het urinezuur gehalte in het plasma bepaald (zie
tabel).

Tijdens het onderzoek werd eveneens één vrl. gras-
parkiet met jicht onderzocht; deze had een urine-
zuurgehalte van 37.17 mg 100 ml.
Ofschoon er bij de leghorn een significant verschil
in urinezuurgehalte van het plasma bestond tussen
hennen en hanen was dit niet het geval bij de gras-
parkiet.

G. M. Dorre.slein.

Voedingsmiddelenhygiëne

Cold shortening in \'witte\' en \'rode\' spie-
ren

Fischer. C\'hr.. Honnikel. K. O. und llamm. R.:
Ueber das Auftreten der Kalteverkürzung (\'Cold
shortening\') in dunkier und heller Musktilaliir bei
Rind und Schw ein.
Ueisehw iriselnifi. M). 26J-26.S.
(I9H0).

Door een snelle afkoeling in het pre-rigor stadium
kan Cold shortening optieden. De/c koudc-
contraclie gaal volgens de literatuur gepaard mcl
ccn versnelde aftraak van o.a. .Adenosine - fri -
Phosphaat en een versnelde vorming v an melkzuur.
De koude-contractie is het gevolg van het slecht
funclioneren van de\'Ca \' \' -pomp\' bij lage tempe-
raturen. Dc hierdoor optredende spierverkorling
blijft ook na de rigor mortis bestaan.
Rode spieren met meer myoglobine cn mitochon-
drién dan wille spieren, hebben meer kan op een
hoge Ca \' -conccnlralic en dus op het optreden
van Cold shortening. Bovendien zou de terugtc-
sorptie van Ca \'" door het Sarcoplasmatisch Re-
ticulum in de witte spieren beter verlopen dan in de
rode.

Om vast te stellen in welke male Cold shortening
optreedt in rode en witte spieren van runderen en
varkens werden proeven uitgevoerd met de M.
stcrnomandibularis en dc M. psoas major van hel

-ocr page 399-

riuul cn het dialragnia cn dc \\1. longissinuis doisi
\\an het\\arkcn. Binnen I niirna het slachten werden
de/e spieren gediirende 24 tuir hij \\ erschillende tem-
peraturen tussen 2° en 24 C opgeslagen, fold
shortening trad op in alle spieren, hetgeen vastge-
steld werd door het meten \\an dc sarcomeerlengte.
In de witte spieren trad C old shortening alleen op
bij lage temperaturen (< 3° C). terwijl in de rode
spieren ook bij hogere temperaturen (< 8° C) Cold
shortening optrad. Beneden de/e temperaturen
werd een \\ersnelde .A I P-albraak en een \\erhoogde
melk/uur\\orming \\astgesteld.

./. M. i/c Krui ij:

Kleine Huisdieren

Kittensterfte C omplex (neonatale infec-
tieuze peritonitis?)

Scott. F. \\V.. Weiss. R. C.. I\'ost. .1. E., Clilmartin. .1.
F.. Hoshino kitten MortalityC\'omple.x (Neona-
tal FIP\'.\').
I\'cliiic Pradicc. 9, C). 44-56. (1979).

Beschreven wordt een naar alle waarschijnlijkheid
nieuw /icktecornplex (door auteurs als Kitten Mor-
tality Complex ol\' KMC betiteld), als ge\\olg waar-
van in catteries in kort tijds\\erloop een ongebruike-
lijk grote reproduktievermindering en ongewoon
hoge mortaliteit \\an kittens optreedt. In de \\\'.S. is
hier\\an melding gemaakt door 35 catteries cn drie
lokkers.

De reproduktiestoring wordt \\croor/aakt door en-
dometritis. p\\ ometra, niet opnemen, foetale resorp-
tie, abortus, doodgeboren of misvormde kittens.
De sterfte bij kittens wordt \\eroor/aakt door te
/wak geboren kittens (te klein, te /wak en niet in
staat te /uigen). kittens die na een paar weken weg-
kwijnen en door plotselinge dood tenge\\olge \\an
een acuut optredende congesticve cardiomyopa-
thie. gekenmerkt door plotseling optredende dys-
pnoe (de kittens snakken naar ademen worden vaak
cyanotisch).

Vaak dood binnen enkele uren ol /ells tengc\\olge
\\an stress bij het transport naar de dierenarts,
Röntgenonder/ock: hart \\ergroot en h>drothorax.
Sectie: op\\allcndc hart\\eigroting, hartwanden
dun. thorax en longen meestal gcMild mct voclft.
,\\fen toe kwamen gevallen van inlectieu/e peritoni-
tis in KMC-catteries \\<ior (meestal dc granuloma-
teu/e droge vorm. /elden de natte vorm).

Bij volwassen katten werden in KMC -catteries de
\\ olgende symptomen \\ ermeld:
F Chronische lichte aandoeningen van het adem-
halingsapparaat met nie/en als \\oornaamstc
symptoom. Conjuncti\\itis serosa en rhinitis se-
rosa komen ook vaak \\ oor.
2. F.ndometritis of pvometra bij meerdere poe/en;
\\aak 4 of 6 weken na de coïtus abortus en in
aansluiting hierop \\aak endometritis (in een
fokkerij bij 41.4\', \\an de poe/en. in een andere
bij 12 poe/en).

3. Periodiek optredende geringe koorts /onder
klinische verschijnselen.

4. Acute congesticve cardiom\\opathie of cardio-
\\asculaire storingen: \\aak plotselinge dood
/onder \\oorafgaande s\\niptomen, soms endo-
carditis en trombose.

De aethiologie van KMC is onbekend. De oor/aak
kon nog niet worden vastgesteld, vermoed wordt
een virusinfectie.

Alle tot nu toe bekende vira, behalve infectieuze
peritonitis en endogeen virus van het C-type kon-
den echter als oor/aak worden uitgesloten.
Opvallend is dat in alle KMC-catteries het/ij katten
waren gestorven aan infectieu/e peritonitis of dat de
meeste katten cr antilichamen tegen hadden, In
hoeverre KMC uitsluitend door of mede door het
FP,-virus wordt veroor/aakt is derhalve nog on/e-
ker, temeer daar FP. ook bij pasgeboren en /eer
jonge kittens kan voorkomen.
Cie/ien de schade aan embryo of foetus staat wel
vast dat het KMC-agens ook in utero werkzaam is.
Het feit dat poezen die moeilijkheden met een nest
hadden ook met v olgende nesten moeilijkheden ble-
ven houden wijst erop dat poezen het KMC-agens
gedurende maanden of jaren kunnen herbergen.
Over de invloed van dc kater betreffende KMC is
nog niets bekend.

H II. Ttniihcinwr.

KK(

K A UK

Meervoudige huidscliimmelitifectie bij
een liond

In het referaat \'Meervoudige liiiidschininic-
linlcctic bij een hond"(
liic/si hr. I )i(\'ri;ciH\'csl\\..
10.5. (7) Ml4 (I9H(I)) is ccn fout in dc eerste
alinea geslopen:

l:r staat: \' 10\', van alle bij hond cn kat v iiorko-
nicntle dcrniatonivcoscn wordt veroorzaakt
door
.M. canis\'

Dit moet wiudcn: \'HV7( van alle hij dc hond
voorkomende dermutoiiivcosen wordt \\cr-
oor/aiikt door 1/.
canis (hij de kat is dit per-
centage hoger;
Ref.)\\

-ocr page 400-

Calcium regulation in Sub-Mammalian
Vertebrates

r:)acke. C. G.

(Academic Press Inc. London. 1979. £ LS.JO)

Calcium is het meest voorkomende kation bij
gewervelde dieren. Voor een in/.icht in het leven
op aarde is dit boek een belangrijke aanwinst,
die een fundamentele bijdrage levert tot kennis
van de betekenis van kalk in velerlei processen.
Calciumionen spelen een belangrijke rol in bio-
logische processen bijv. als co en/.ymen (mcl AT8
en Al)8) en bij het handhaven van dc structuur
van biologische membranen. Spierfuncties zijn
voor een groot deel aan calciumionen te danken.
Calciumionen spelen voorts een rol bij het hand-
haven van het zuur-base evenwicht in lichaams-
vloeistoffen. Calciumionen vormen het belangrijk-
ste element in botten, tanden en eischalen en
hebben dus een fundamentele functie bij vtflirt-
beweging. vluchten, aanvallen, verdedigen, eten
en voortplanting.

.luist Calcium heeft, in vergelijking met Magne-
sium. Silicium en Strontium die fysico-ehemische
eigenschappen die het geschikt maken voorlevende
weefsels. Het is goed oplosbaar; in biologische
systemen kan het echter ook buiten de cellen
kristalliseren, waardoor het geschikt is voorde vor-
ming van een skelet. Bij de vorming van been-
weefsel is de combinatie van Ca en de maero-
inoleculen van collagee een fundamentele evolu-
tionaire verworvenheid die de Vertebraten vanalle
andere dieren onderscheid.

Beenweefsel heeft naast zijn steunfunctie nog ver-
scheidene andere functies. Het maakt bewegingen
mogelijk, beschermt hersenen en organen in de
borstholte. Veel aandacht besteedt de auteur aan
de rol van beenweefsel als Ca-reserve bij voort-
planting. vooral bij de productie van eischalen.
Het direct mobiliseerbarc Ca is voorts van belang
bij het handhaven van de Ca horneostase.
De verschillende regulerende mechanismen die
voor de resorbtie. depositie en biologische activi-
teit van Ca van belang zijn worden behandeld
met een open oog voor hun evolutionaire beteke-
nis en heldere aanduidingen van fundamentele re-
search die nodig is om verdere inzichten te ver-
werven.

In dit kader wordt veel aandacht besteed aan parat-
hormoon. calcitonine. Vitamine 1) en zijn hor-
moonachtige metabolieten. hypocalcine uit de li-
chaampjes van Stannius. hormonen uit de hypo-
physe. oestrogenen en wordt de rol van Vitamine
A aangestipt.

De auteur gaat voorbij aan piézo-electrische ef-
fecten die een eminente rol spelen bij het (re)-
modelleren van beenwcefscl. IX- verschillende
plaat.sen in het lichaam waar de producten hun
werking uitoefenen worden behandeld, vooral
wordt aandacht besteed aan de darm. de plaats
waar de opname (en secretie) van Ca ten behoeve
van het lichaam geregeld wordt.
Moderne inzichten in de rol van de niertubulus-
epithelicn in het metabolisme van Vitamine Den
dus van Ca-opname door de darm en Ca-afzetting
in beenweefsel worden vrij beknopt maar helder
weergegeven.

r

Het tweede deel van het boek is gebaseerd op de
classificatie van gewervelde dieren met uitzonde-
ring van zoogdieren. Achtereenvolgens worden
primitieve, kaakloz.e vissen, kraakbeenvissen. been-
vissen. amphibiën. reptielen en vogels behandeld.
Primitieve (kraakbeen) vissen hebben een zg. open
Ca-systeeni. zonder inwendig Ca-reservoir. Deze
vissen leven in de zee. die rijk is aan Ca-ionen.
en hebben systemen om het Ca van het zeewater
buiten hun lichaam te houden. Alle hogere vissen
en de 4-potige Vertebraten hebben een zgn. ge-
sloten Ca-systeem met een Ca (en P) reserve in
het bot en andere kalkhoudende weefsels.
De auteur besteedt uitvoerig aandacht aan de Ca-
regulatiesystemen van vissen, waaruit blijkt dat
in principe alle mechanismen reeds aanwezig zijn.
Vooral dit hoofdstuk geeft een indruk van de ken-
nis die de laatste jaren verzameld is en er o.a.
toe geleid heeft dat voor de behandeling van de
ziekte van Paget het Calcitonine uit zalmen ter
beschikking is gekomen.

Onderzoek aan kippen en .lapanse kwartels heeft
vooral hijgedragen tot de kennis van het Vita-
mine D metabolisme.

De auteur presenteert een knappe multidiscipli-
naire studie waarin de fundamentele rol van het
Calcium in de evolutie wordt duidelijk gemaakt.
Voor het leven op het land zijn speciale aan-
passingen ontstaan. Reptielen en vogels hebben
snel mobiliseerbare Ca-reserves ontwikkeld, waar-
door het embryo uit eigeel, eiwit en eischaal
zijn eigen Ca-behoeften kan dekken, ( Het embryo
van zoogdieren moet terugvallen op de dia placen-
taire Ca-voorziening cn na de geboorte op voor-
ziening via de melk.)

Het boek is van bijzondere interesse voor allen
die geïnteresseerd zijn in het onderzoekgebied
van het Ca-rnetabolisme. dat zo\'n doorslaggevende
rol speelt in het leven, in gezondheid en bij ziekte.

P. /.wan.

-ocr page 401-

Turkey Congress —
Comité Européen de la
Dinde - Premier Congrès

Novotel Paris, 26-27juin 1980

l\'rogram:

Thiirsduv 261 h June I9S0
I heme I: Turkev htiilueium.
Chairman; Profcssuer Dr. Scholtyssck, Université
de Hohenheim.

\'Day old Poult behaviour\'; Prol. Dr. l.uigi Guido-
bone Cavalchini. Cniversité de Milan.
\'Hygiene at the farm level\'; Prof. Dr. Dorn
Dr. Weber. Tiergesundheitsdienst Bayern.
Turkey Nutrition\'; Mr. Cliff Ni.xey. British United
l urkey. Dr. K. Korthas. Kartzfehn.
Turkev pathology - General survey; Dr Florent.
Betina.\'

\'Researches on the Bordctcllose\'; Dr. Fueders.
Université de Hanovre.
I héme 2:
Sliiuglnering and Processing.
Chairman: M. I im Denham Smith. Forge Farms.
\'Processing technologv\'; M. Verhoef, Stork I\'M I
B V.

•Rapid chilling\'; M. Romichc. Société Matal.
Potential for cooked turkey meat\'; Mr. 1. Philips,
Ballyfree Farms, Irlande.

\'Packaging technology\'; Mr. Hendrik Weiser,
W.R. Grace Copenhague.

Bacteriology in processing operations\'; Dr. C.
l .ahcllcc. Station Expérimentale d\'.Av iculturc de
Ploufraga n.
Friday 27ili June /9f<(l

1 heme .1: Marketing.

Chairman: M. ,1. Hervieu, .Xbattoirs dc Bellevue,
\'General principles of marketing and generic ad-
vertising\'; M. .lohn I\'ctry. B. EE, publicity and
marketing committee .1, P, Wood and Son l td,.
M, .lohn ..\\rmittage. Ogilvv Benson and Mather
Eld,

\'Marketing .Aspects of Presentation\': .M, Graham
.lohnson, W.R, (irace Lausanne,
\'lurkev: Distributor\'s point of vicu\': M. Grcuc/.
Euromarché,

I héme 4: Turkey and Ctnisumers.

Chairman: M. Calella. Unione Na/ionalc dell\'-

,\\\\icollura. Rome.

\'Organolcclic Characteristics of turkey meat\': Dr,
Massi, Centre des viandes cl des Services vété-
rinaires dc Rome,

■Consumer attitudes\'; M, Peel II, Hotoyd. Marks
and Spencer Ltd.

\'Consumers point of \\ lew\'; .M, Chambolle. Labora-
toire Coopératif,

•F,E,C, regulation\': avec la participation de rcpré-
esnlants des Communautés Economique Euro-
péennes.

With the interview of M, Wilmink. president of

.AVEC by representative of European Economic

Community.

Thème 5: Turkey fuiure.

Conclusion by Président .1, Risse.

Information

Registration fees will be EE. 420 per head this
includes thc following:

.Admission to the Congress
l unch on 26-06-80
Eunch on 27-06-80
Banquet on 27-06-80
members are asked to register with their national
organisation not later than 1st .lune 1980.
Room reservations should be made direct to Novo-
tel not later than 1st ,lune 1980.
(Single room: 275 EE per night: double room:
290 EE per night).

.Admission to the conference room will not be
permitted unless a special badge is worn.
Partners wishing to attend the banquet only may
register on the first day of the Congress at a
special price.

Uinguagcs; French. English and (ierman will be the
official languages at the Congress and simulta-
neous translation facilities will be available,
Secretarv : Congress secretary will be provided by
thc European l urkcv Committee, 19, rue Pasteur.
.15.110 Mordclles, lei. (99) 64.11.26.

World Congress
Foodborne Infections and
Intoxications Berlin (West)

29.6.- 3.7. 1980

Scicniific programme

I he Scicntific Programme consists of Plenary,
Sectional and Regional Sessions.
During Plenary Sessions and as introduction to
Sectional Sessions papers on the following sub-
jects will be presented by invited speakers.
Social and économie importance of foodborne
infections and intoxications
Special problems of foodborne diseases in devel-
oping countries

Food habits and their influence on foodborne in-
fections and intoxications
Foodborne diseases in relation to migrations
Technological advances in the prevention of food-
borne infections and intoxications
Carcinogenic and toxic potential of foodborne
agents

Organization of food control services
Education and training in food hygiene
During the Sectional Sessions registered papers
will be presented and discussed. Sectional sessions
on topics 1 4 will be held simultaneously. Suf-

LjL,

-ocr page 402-

ficient time for intensive exchange of opinions will
be available. Recommendations from the Sec-
tional Sessions will be submitted to the Plenary
Session.

During the Regional Sessions problems related to
the various WffO regions will bediscussed. Recom-
mendations formulated during Regional Sessions
will also be submitted to the Plenary Session.
Section I

Foodborne Infections and intoxications - Cieneral
Aspects

1.1. Clinical manifestations and pathobiology

1.2. Economic effects

1.3. Travel and tourism

1.4. Mass catering

1.5. Food habits

1.6. Free communications

Section 2

Epidemiology and Surveillance

2.1. Salmonellosis in man and animal

2.2. Other bacterial and viral infections

2.3. Parasitic diseases

2.4. Intoxications

2.5. Methods of surveillance

2.6. Free communications
Section 3

Ethiological agents

3.1. Biology of bacterial and viral agents

3.2. Biology of parasitic agents

3.3. Biology of natural toxins

3.4. Chemical re\'sidues and contaminants

3.5. Diagnostic, analytical and laboratory
methods

3.6. Free communications
Section 4

Prevention and Control

4.1. General and specific prophylactic and
control measures

4.2. Food technology

4.3. Management, organization and
administration, including legislative
measures

4.4. Health education

4.5. International cooperation

4.6. Free communications
Regional Sessions

Five sessions will be held simultaneously:

Europe and North America

Central and South America

South East Asia and Western Pacific

Africa

Eastern Mediterranean

liislruciiiiiis Itir ainhors
Presentation of Papers

Congress participants intending to present papers
are requested to submit abstracts. Kindly indicate
your choice of sectional or regional session on
the Registration Form for Scientific Contributions.
Final placement, however, will be dccided bv the
Scientific Programme Committee.
Maximum time for presentation of papers will be
10 minutes.

Poster Sessions

Scientific contributions may also be presented
during the Poster Sessions on Tuesday afternoon
(I .luly 1980). Poster legends may be in any ofthe
five Congress languages, but must, however, also
be in English.

Abstract Format

.Abstracts are to be typed (preferably on electric
typewriter with black carbon ribbon) on the en-
closed Abstract Reproduction Form. The abstract
has to fit neatly within the box outlined, lext and
illustrations must not be corrected or erased, since
the abstract will be reproduced by photopr;nt.
Do not fold the form.

Fength of Abstract

One page of abstract form,
l.anguages

Papers may be presented in any of the following
languages: German. English. French. Spanish, or
Russian.

.Abstracts must, however, be submitted in English,
regardless of the language chosen for presentation
of the paper.
Deadline

■Abstracts and outline of posters must reach the
General Secratariat by 31 March 1980.

Publication

It is intended to publish all abstracts received in
time in a volume which will be distributed at the
beginning of the Congress.

Information

For further information please contact:
Generalsekretariat Weltkongrejß
c o Institut für Veterinärmedizin
I hielallee 88 92
Postfach .33 00 13
tMOOO Berlin 33
Phone: (0 30) 83 08-7 63
Telex: 0184 016

Congress Venue

International Congress Center Berlin (ICC)

Messcdamm 22

t)-IOOO Berlin 19

Phone: (0 30) 30 38 - 1

Telex: 0182 890 amkcd

C ongress Languages

Official Congress languages are German. English.

French. Spanish and Russian.

Congress Organisation and Kegistration

German Convention Service

.loachimstaler StrajSe 19

D-IOOO Berlin 15

Phone: (0 30) 8 8180 51

Telex: 0I84I24gcsd

Congress Fees

prior to after

31-3-80 31-3-80

Congress participant DM 200. DM 250.
.Accompanying person DM 80. DM 100.
Student DM 30. DM 50.

Inlichtingen: op Redaktie Secretariaat verkrijg-
baar.

-ocr page 403-

Advies \'Pre-expositie
vaccinatie tegen rabies\'

Op 1 juni 1979 heeft een commissie van
de Cie/ondheidsraad een advies uitge-
bracht o\\er de pre-expositie \\accinatie
tegen rabies.

Sedert l.ouis Pasteur /ijn baanbrekende
onderzoekingen op het gebied \\an de
\\accinatie tegen hondsdolheid (= rabies)
\\an aan deze ziekte blootgestelde perso-
nen publiceerde, is bijna een eeuw ver-
streken. \'fot \\ oor kort werden \\ rijvvel alle
vaccins tegen rabies nog vervaardigd met
\\irus dat werd gewotmen in zenuwweef-
sel. Deze entstoffen v\\arcn berucht \\ oor
de cotnplicaties \\an het centrale zenuw-
stelsel die zij veroorzaakten. Aangezien
rabies echter een praktisch in honderd
procent der gevallen dodelijk verlopende
ziekte is. werden deze complicaties bij
vaccinatie na blootstelling (post-
e.xpositie vaccinatie) aan de beet van het
rabide dier. als «Tnvermijdclijk be-
schouwd.

Dit oudc\\ accin wordt in Nederland sinds
1 juni 1978 niet meer gebruikt, omdal nu
vaccins tegen rabies ter beschikking zijn
gekomen waaraan deze bezwaren niet
kleven. Ov er de mogelijke toepassing \\ an
deze vaccins handelt het betrokken ad-
vies. fhans is — aldus de Ciezondheids-
raad - ook dc prc-cxpositic vaccinatie
tegen rabies op grote schaal mogelijk ge-
worden. Onder pre-expositie vaccinatie
wordt verstaan inenting vooraf tegen ra-
bies. \\ an personen die uit hoofde van hun
werk met rabicsvirus in contact kunnen
komen doch dit vermoedelijk nog niet
zijn geweest. Aangezien rabies in Neder-
land incidenteel voorkomt, betreft dit
slechts een beperkte groep personen,
zoals laboratoritmipersoneel dat met ra-
bicsvirus omgaat of personen die dieren
hanteren die mogelijk met deze ziekte
kunnen zijn besmet (bijv. dierenstcwards
of dierenartsen die praktijk uitoefenenen
preparateurs). Mocht rabies onverhoopt
vaste \\oet krijgen in Nederland, dan zal.
aldus de gezondheidsraad, het aantal per-
sonen dat voor pre-expositie vaccinatie
in aanmerking kotnt. moeten w orden uit-
gebreid.

Een aparte categorie vormen mensen die
onder primitieve omstandigheden gedu-
rende langere tijd verblijven in landen
waar rabies veel \\oorkonU. bijvoorbeeld
ontw ikkelingswerkcrs en personen werk-
zaam in missie en zending; ook voor hen
wordl in het advies prc-c.xpositie vaccina-
tie aangeraden.

Het adv ies bevat de aanbev eling dat pre-
e.xpositic vaccinatie tegen rabies in ccn
beperkt aanlal centra in Nederland zal
worden toegepast: gesteld w ordt dat v rije
toelating van dc vaccins tol het maat-
schappelijk verkeer ongewenst moet wor-
den geacht. Ook vaccinatie van personen
die reeds aan de beet \\an een rabide dier
zijn blootgesteld (bijvoorbeeld in het bui-
tenland) zal volgens het advies centraal
dienen plaats tc vinden.

Dl

Van de Veterinaire Hoofdinspectie van de
Volksgezondheid tevens Directie van de
Veterinaire Dienst

-ocr page 404-

Vooralsnog kan menzich voordezevacci-
natie wenden tot het Rijks Instituut voor
de Volksgezondheid te Bilthoven (Dr. E.
.1. Ruitenberg. 030-742340).
Het ligt echter in de bedoeling in de
naaste toekomst de vaccinaties zoals
bov en reeds vermeld - gedecentraliseerd
te doen plaatsvinden, waarover nadere
berichten zullen volgen.

Verslag enquête
dierproeven 1978
uitgebracht

Op 29 mei 1979 heeft de \'Commissie van
advies voor de dierproeven\' van de Mi-
nister van Volksgezondheid en Milieuhy-
giëne het verzoek ontvangen, een onder-
zoek in te stellen naar de aard en de
omvang van de dierproeven in Neder-
land. Dit is gebeurd door een enquête,
waarvoor als afstemperiode is gekozen
het toen laatstverstreken kalenderjaar
1978. De op dit gebied ter beschikking
staande landelijke gegevens waren in de
meeste gevallen onvolledig of sterk ver-
ouderd. Het ter beschikking krijgen van
zo volledig en zo recent mogelijke gege-
vens is echter niet het enige doel van de
enquête geweest. Deze moest tevens
model staan voor de toekomstige regi-
stratie (zie
TijiLschrifi vc)or Diergcnees-
kunde\\-d\\\\
15 februari 1980).
Op basis hiervan zijn nu dan ook registra-
tieformulieren ontworpen, zodat dit jaar
kan worden begonnen. Het gaat hier om
het registreren van de proeven met le-
vende gewervelde dieren.
Het Verslag enquête dierproeven 1978 is
onlangs uitgebracht.

.\'\\ard, omvang en bevindingen

In totaal zijn 441 adressen aangeschre-
ven. waarmee naar de mening van de
commissie - alle haar bekend zijnde in-
stellingen resp. individuele personen die
daarvoor in aanmerking konden komen,
zijn benaderd. Van de 441 lieten er 356
weten in 1978 géén dierproeven verricht
te hebben. t)e overige 85 deelden mee.
dat dit wel het geval was geweest. De
door de enquête ter beschii<king geko-
men gegevens hebben informatie opgele-
verd die van belang is voor het beleid,
voor de wetenschap en voorde voorlich-
ting aan belangstellenden.
In het totaal zijn gegevens verzameld
over 1.619.604 proefdieren, waarvan er
over 1.572.534 volledig gedetailleerd ma-
teriaal (niet alléén aantallen en soorten) is
vrijgekomen. Het merendeel der proef-
dieren bestond uit kleine knaagdieren
(91.819^)- De aantallen van de diersoor-
ten die krachtens de\'Wet opde Dierproe-
ven\' in het bijzonder ontzien dienen te
worden (aap. hond. kat en paard) maak-
ten samen niet meer dan 0.67\'\'7 van het
totaal uit.

Gemiddeld bedroeg het gebruik van
proefdieren één per bijna negen inwo-
ners. welk cijfer vergelijkbaar is met dat
van Groot-Brittannië. waar ter zake een
sterk reglementerende wetgeving bestaat.
Nederland en Groot-Brittannië beschik-
ken thans als enige landen over nauwkeu-
rige cijfers op dit terrein.
Vraag I van de enquête had betrekking
op het doel van de proef. Daarbij werd in
hoofdzaak de indeling gevolgd, zoals is
aangegeven in artikel I van de Wet. f:)e
verdeling over deze categoriëen was als
volgt:

a. produceren en controleren

sera. vaccins e.d. 24.2%

b. to.xicologisch en
farmacologisch onderzoek 35,3\'\'(

c. vaststellen lichamelijke
toestanden 7.8%

d. onderwijs en training l.59(

e. wetenschappelijk onderzoek
(naar antwoorden op weten-
schappelijke vragen die niet in
relatie staan tot de punten

a t m d) 29,2\' f

Duidelijk is ook geworden dat de over-
grote meerderheid der proefdieren vvordt
gebruikt voor onderzoek dat verband
houdt met de gezondheid en of v oeding
van mens of dier (91.9\'7 )■ Tevens is geblc*^
ken dat overheidsv oorschriften een grote
invloed hebben op de omvang van het
diere.xperimenteel onderzoek. Een posi-
tief verband werd aangetoond bij 36.6\' j
van de proefdieren. Bij de produktie van
sera. entstoffen en geneesmiddelen wor-
den bijv. door de overheid uit veiligheids-
overwegingen (t.a.v. dc gezondheid van

-ocr page 405-

mens en dier) eisen gesteld waaraan /.ij
moeten voldoen.

Op proefdieren wordt uitgetest of dit in-
derdaad het ge\\al is. Daarnaast moeten
stoffen die het milieu beïnvloeden, op
grcnd van de voorschriften, toxicolo-
gisch onderzocht worden. Ook de/e tests
vinden plaats op proefdieren.
Er is in de enquête ook gevraagd naar de
mate \\an ongerief die aan proefdieren
berokkend wordt. Ten gevolge \\an de
individuele (verschillende) interpretaties
op dit gebied is dit niet goed objectief te
meten. Met inachtneming \\an dit voor-
behoud. heeft de enquête tot de volgende
conclusie geleid;

a, vrijwel geen ongerief en ver-
zamelen organen e,d.

b, ingrepen onder narcose
zonder ongerief

c, ingrepen met mogelijk

ongerief 29.7%

d, diversen 16.6%
Van alle proefdieren werd 20.5\'f ge-
bruikt voor onderzoek naar geneesmid-
delen. waarvan weer bij 99.8\'7 werd op-
gegeven dat dit plaatsvond ten bate van
de gezondheid en of voeding van mens of
dier. Voor hct door de publieke opinie
zeer kritisch benaderde onderzoek van
toiletartikelen en cosmetica (lippestift,
ogenschaduw. tandpasta\'s, zepen en was-
middelen) werd een relatief klein aantal
(1428) dieren gebruikt (grotendeels rat-
ten cn in mindere mate konijnen cn ca-
via\'s).

Streven naar alternatieven en verminde-
ring aantallen

Uitgaande van hct besef, dat voor een
groot aantal doelstellingen dierproeven
V ooralsnog onmisbaar zijn. isde commis-
sie v an oordeel dat hct onderzoek zo goed
mogelijk moet worden verricht en dat
waar mogelijk gestreefd moet worden
naar wat wel wordt aangeduid met dc
drie V\'s van vervanging, verminderingen
verfijning: vervanging van dierproeven
door andere onderzoekmethoden; ver-
minderingvan het aantalgebruiktedieren
bijv, door het inzetten vanspeciaalgecon-
ditioneerde dieren; verfijning van me-
thoden en technieken, waardoor nauw-
keuriger resultaten worden bereikt.

41

%
12,6%

BESMETTEl.I.IKE DIERZIEKTEN

Dicr/iektenbulictlii Nr. 6 van dc Veterinaire Dienst
over het tijdvak van 16 tot .11 maart 19X0 vermeldt
de volgende aantallen gevallen van aangifteplieh-
tige besmettelijke dier/icktcn in Nederland.

.\\lrofische rhinitis

Totaal 20 gevallen in 19 gemeenten

1 geval

2 gevallen
2 gevallen
4 gevallen

.1 gevallen in
2 gevallen

1 geval

,1 gevallen

2 gevallen

gemeenten

Cironingen

Friesland

Drenthe

Overijssel

Gelderland

Utrecht

Zuid-Holland

Noord-Brabant

Limburg

Rotkreupel

Totaal 19 gev allen in IX gemeenten

Groningen 1 geval

Friesland 9 gevallen in X gemeenten

Drenthe 4 gevallen

Utrecht .1 gevallen

Zeeland I geval

Eimburg I geval

Schurft

\'Eotaal .1 gevallen in .1 gemeenten

Gelderland 1 geval

Noord-Holland I geval

Zuid-Holland 1 geval

Miltvuur

lotaal I geval in Ltrecht

MOND- EN KE.AUVVZl 1 R
Duitse Democratische Republiek

Volgens een telegram d.d. 2X maart van de Oost-
duitse Veterinaire Dienst is de dagervoor mond- cn
klauwzeer vastgesteld bij runderen in dc gemeente
DettmannsdorL district Rihnit/damgarten. Hct
virus is van het tvpe O en 22 dieren zijn besmet,
I er voorkoming van ecn epi/oötie is men overgeg-
aan tot maatregelen zoals het instellen van ccn hc-
schcrnul gebied en hct sanitair alsluitcn daarvan,
V crdcr zijn in de streek rondom de uitbraak .120,000
dieren met gespleten hoeven geënt met vaccin type
O, \'

Duitse Bondsrepubliek

De VVcslduitsc Veterinaire Dienst liet op 11 maart
weten, dat één geval van mond- cn klauwzeer vwis
vastgesteld opeen boerderij in de gemeente Gicbel-
stadt, district VV ürzbiirg.

De populatie, die bestond uit .SX runderen en 70
varkens, is afgemaakt. De betrokken runderen
waren eerder op 6 maart geënt tegen mond- cn
klauwzeer. Nadien is de ziekte via transport van
biggen verspreid naar een andere kudde in dc ge-
meente 14singcn, die uit 11 varkens was samenge-
steld. Ook deze kudde is afgemaakt.
Dc noodzakelijke strenge sanitaire maatregelen zijn
genomen.

-ocr page 406-

Spanje

De Spaanse Veterinaire Dienst liet op 1 april u eten,
dat te Valearlos. pro\\ ineic Na\\arra. onder \\ arkens
een uitbraak \\an mond-en klauu/eer «as geconsta-
teerd. die het leven had gekost aan 7 biggen.
Naar het type \\an hel \\irus was nog onder/oek
gaande en pre\\enlie\\e maatregelen /ijn genomen.

l .S.S.R.

De \\\'eterinaire Dienst te Moskou gal recentelijk een
bulletin uit. dat de evolutie wcergeelt \\an mond- en
klauw/eer in de l\'.S.S.R. gedurende de maanden
november cn december 1979. Er vielen die maanden
uitbraken te melden (type \\ irus O,), waarvan 2 in
Tadjikistan en I in Ou/bckistan.

A F R1K . V N S E \\ A R K E N S P E. S 1
Portugal

(iedurende lebruari werden in 4 districten van Por-
tugal 49 bedrijven besmet met .Mrikaanse varken-
spest. Op de/e bedrijven vvaren 576 varkens aanwe-
/ig. waarvan cr 220 aan de /iekte stierven en 356
werden algemaakt.

IN KLASSIEKE VARKIN-

Al RIK \\ANSE
SPESI

Bra/ilië

Via de ambassade te Parijs gal het Hra/iliaanse
Ministerie van Landbouw op 20 maart 19K() een
document uit over het vóórkomen \\an Afrikaanse
cn klassieke varkenspest in het land gedurende de
maand januari.

Staten

Aantal Lah. diagnoses
meldin- nega-

gen A.V.P. K.V.P. tief

Para

.16

.16

Santa Catarina

■)

Parana

1

1

Minas Cicrais

1

1

1 otaal

40

40

KWF-Fellowships 1981

Dc Stichting Koningin VVilhclniina Fonds -
Nederlandse Organisatie voor de Kanker-
bestrijding (KVVF) verstrekt fellowships die
bestemd /ijn voor academici, die in aan-
sluiting op hun opleiding /ich willen be-
kwamen in het kankerondcr/oek. dc kanker-
bcstrijding of dc behandeling aan kanker.
De kandidaat wordt geacht /ich in Neder-
land. na de opleidingspcriode. bezig tc hou-
den met dc/e problemen. Een uitvoerig curri-
culum vitae wordt van de kandidaat ver-
wacht. terwijl hij tevens een voorkeur te
kennen kan geven waar en bij wie hij de op-
leiding
/OU willen ontvangen. Ecn fellowship
is niet bedoeld voor medewerking aan een
wetenschappelijk project van beperkte om-
vang.

De Wetcnschappcliikc Raad voorde Kanker-
bestrijding bepaalt welke kandidaten in aan-
merking komen vooreen KVVF-Fellowship.
Dc fellow komt in dienst van het KVVF cn
ontvangt ccn salaris in grote lijnen overeen-
komstig de normen van het instituut waarin
hij werk/aam /al ziin.

De aanstelling tot KVVF-Fellow is voor één
jaarcn kan ma.\\imaal tweemaal met één jaar
worden verlengd.

Aanvragen vóór I juli 1980 tc richten aan dc
Wetenschappelijke Raad voor de Kanker-
bestrijding. p a dc tX\' Fairessestraat
1071 NS .Amsterdam.

Inlichtingen te vcrkriigcn bij dr. K. W. van
dc Poll "of drs. H. VV. VVaaijcis. tel. 020-
7.15575.

-ocr page 407-

Mei:

2 4 Ciroep (leneesl<unde \\an het kleine
Huisdier: Aoorjaarsdagen I98()\'. Amsterdam
(pag. 1 18 en .W8).

,1 1).,A.N.S. 1980. 2e naseholingsdag \\oor die-
renartsassisten (pag. .110).

5 Peerdepieten 1980 (pag. .190)

.5 \\ ersuehstierlcundliche (iastseminare des Zen-
tralen rierlaboratoriumsder l ni\\ersitat Pssen
(pag. 260).

5 8 WVIIl Animal Colloquium Protides ol
the Biological Fluids. Brussels (pag, 60).

6 Werkgroep Pluim\\ee Noord-Oost. Vergade-
ring. (ie/, dienst voor Dieren. Zwolle. .Aan-
vang 14.00 uur.

6 9 l)eutseher Fierär/telag 1980 und Kongress
der Akademie lür lierar/tliche |-orlbildung
(AFI ) (pag. .1.14).

7 Studiedag A.C.\\\'.-controle. Cultureel Cen-
trum Sticïiling \'De Reehorst\'. Fde (pag. .111).

7 (iroep (ieneeskunde \\an hel Varken. Vergade-
ring. Philips Duphar. Weesp. aanvang 9.4.5

8 tulriduivenschielen \\oor Dierenartsen. Inl.
Boehringer. Ingelheim, lel. 02.1-248081 (pag,
169),

K Kring Noord-1lolland boven \'l 1.1. \\ ergade-
ring. Hotel de Prins. \\\\ est/aan.

8 \\ ereniging \\ an Directeuren \\an (iemeentelijke
Shiehlluii/en en \\\'leeskeuringsdienslen. Ver-
gadering. .laarbeurseongreseentriim. ( trecht.
aanvang 10.00 uur.

9 Svmposium Organisatie en manipulatie van
hel genetisch materiaal, ( trecht). (Inlo: dr. .1.
Simons, seer. Ned. (ienclisch Ver.. W assenaar-
sevvcg 72. l eiden).

9 10 Sv inposium Nederlandse Vereniging v oor
Proeldierkunde. Nijmegen (pag. 119).

1.1 Alil. l .imburg K .N .M v D, I edenv ergadering.

19 22 A()-\\et." cursussen. Waldenburg (Zwit-
serland) (pag, 107),

20 Aid. Noord-llolland K.N.M.v.l). leden-
vergadering.

20 2.1 Federation ol \\ elcnnarians ol the 11(1.
Stockholm.

21 24 16. Inlernalionales Svniposiiim über Cie-
schiehle der \\\'eterinarmedi/in (pag. 572 1979
en 186).

21 Aid. Friesland K.N.M.v.D. ledenvergade-
ring. Motel le Heerenveen. aanvang 14.00 uur.

22 (iroep \\elerinaire Homoeopathic
K.N.M.v.D. \\ergadering. Beatri.v-geboiiw.
.laarbcursplein. Ftrecht. Aanvang 20.00 uur.

26 27 29. Fagungder Furopiiisehen (iesellsehalt
lür \\ cierinarpalhologie und 2.1. lagung der
Fachgruppe .Allgemeine Pathologie und Pa-
thologische Anatomie der D\\ (i (A). Bremen.

27 Aid. Ziiid-Holland K N.M.v.l). \\ ergadering.
Hotel Restaurant BelvcdL-re. Schoonhoven.

27 Aid, (ironingen-Drenlhe K,N,M.v.D,
Xcrgadering. Fam.-Hotel Palerswolde,

28 .10 Will. Wissensehaltliche l agung der (ie-
sellsehalt rUr N\'ersuchslierkunde. Fausanne
(pag. 186).

.luni:

5 (iroep (ieneeskunde van het Kleine Huisdier
(K.N.M.v.D). Vergadering, rest. Hoog-
Brabant. aanvang 15.00 uur.

5 Klinische Avond \\ akgroep (ieneeskunde van
het Kleine Huisdier (pag. .168).

5 7 XlIF Kongres der Furopäischen (iesell-
sehalt der Velerinärchirurgie (FSVS). Buda-
pest (pag. 7.16).

6 7 .lahresversammlung der Schwei/, \\ ereni-
gung lür Kleintiermedi/in. Bern (pag. .1.15).

7 8 .lahrestagung der Schwei/er Vereinigung
lür Kleintiermedi/in (,A).

7 14 .leu.x Mondiau.x de Fa Medeeine. Cannes.
Svmposium International de Medeeine Sporli-
ves. Cannes.

12 Kring Noord-Holland hoven \'l 1.1. Vergade-
ring. Hotel de Prins. West/aan.

14 15\' Baden-Würltemhergischer I ierar/letag
1980 mil Fortbildungsvcranslaltung (A).
Karlsruhe.

16 20 9th International Congress on Animal
Reproduction and Artilicial Insemination,
Madrid (pag, 952 1979. 119 en 22.1).

24 26 2nd International Svmposium of \\ eteri-
narv laboratorv Diagnosticians. Fu/ern.
Suiiserland (pag. 121).

25 28 Socielv lor X\'elerinary Flhologv - Sum-
mer Meeting 19X0. Zeist (pag. .111).

26 27 Turkey Congres (dé. Furopéen de la
Dindc-premier Congres. Novotel Paris (pag.
.179).

29 .1 juli World Congres Foodbornc Inlections
and Intoxications Berlin (West) (pag. 179).

.10 1 juh VI Internal, Kongressder I.P.\\.S.. Ko-
penhagen. (pag. 170)

.luli:

1 ,1 International Symposium on Diseases of
Birds of Prev (Raptor Disease Svmposium
19X0) (pag, 804),

6 11 \\1, International Svmposium on Food,
Mierobiologv and llvgiene, Aalborg, Den-
mark (pag, 120),

7 10 fhe Riiminaiu Immune Svslem-
Inlernalional Svmposium, Plvmouth, New
Hampshire, ( ,s\',A, (pag, 261 ).\'

9 12 Svmposium über ncue Frgebnisse der Fn-
dokrinologie bcim \\ ogel. Budapest.

28 2 aug. \\\\ II th Conlerence on Animal Blood
(iroiips and Biochemical Polvmorphisms. Int.
Agric. Centre (lAC). Wageningen. (Inlichtin-
gen op redakliesecrclanaai l.v.D, verkrijg-
baar).

-ocr page 408-

Augustus:

1 6 31. .lahrcstagung der Inuopäischen Ver-
einigung lür I ier/uchl - I:\\ 1 (.A). München.

IX 22 Practical course on Ihe Molecular and
Cell Biology of Prypanosnics. Brussels.

2(1 22 \'Biochemistr\\ of Parasites\', a satellite
meeting of the l.lth FF.BS Meet., coxering
DN.A regulation intermediary metaholism.
membranes and Sufface coats, .lerusalem.

.■?() 4 sept. Xth International Symposium of World
.Association of Veterinar\\ Food-IIvgienists
(pag. 263).

10

16

IX

23

24

25

September:

I

5 Fifth International Conference on I richi-
nellosis. \'De Baak\'. Noordwijk aan Zee. (In-
lichtingen op Redaktiesecretariaat T.\\. D. \\ er-
krijgbaar).

6 31. .lahrcstagung der Furopäischen Ver-
einigung für Fier/ucht - FV I ( A).

Groep \\\'eterinaire Homoeopathie
K.N.M.v.D. Vergadering, Beatrix-gebouw.
.laarbeursplein. Ftreeht, Aan\\ang 20,00 uur,
12 \\ l, Furopäischen Kongress der WPS.A
(A) (pag. 263).

12 21, .Arbeitstagung des .Arbeitsgebieters

\'Febensmittelhygiene\' der D\\\'G (A),

Garmisch-Partenkirchen,

12 IH. Internationaler Kongress für I ierh\\-

giene, Wien (pag, 263),

14 BVA Congres 19X0 Fni\\ersity of Vork

(pag, 264),

19 5, herbsttagiuig der Furopäischen Gesell-
schaft für Veterinärpathologie ( A). Gent (Bel-
gien).

Groep Volksgezondheid K.N.M.v.D.
Vergadering, ,laarbeurscongrcsccntrum,
Ftreeht,

,Afd, Fimburg K.N.\\F\\.D. Feden\\ergadering.
27 W S.A.V..A. Congres, Barcelona (pag,
264),

Afd, Noord Holland K.N.M.\\.D. Feden-
vcraaderinu.

\\o\\ ember:

13 N\'ereniging \\an Directeuren van Gemeenteliikc
Slachthuizen en V leeskeuringsdiensten. Ver-
gadering. .laarbeurscongrescentrum. Ftreeht.
aanvang 10.00 uur.

Decern ber:

7 12 Course for Fracture Treatment and Re-
constructive Surgery in the Equine. Davos
(Switzerland).

9 ,Afd. Fimburg K.N.M.v .D. I edenvergadering.

10 Aid. Noord Holland. I edenvergadering.

11 Groep Volksgezondheid K.N.M.v.D.
Vergadering, ,laarbeurscongrcscentrum,
Ftreeht.

I I Groep Veterinaiic Homoeopathie
K.N.M.v.D. V\'ergadcring. Beatrix-gebouw.
.laarbeursplein. Ftreeht. Aanvang 20.00 uur.

1981

Februari:

24 25 CFO-daiicn.

Oktober:

2 4-Daagse Conferentie te W arschau over:
\'Resistance Factors and Cicnetic .Aspects ol
Mastuis Control\'.

9 II Furopcan Convention. Avignon (Syndi-
cat National des Vétc-rinaires Practiciens Fran-
çais) (pag. 312).

10 II .laarcongrcs K.N.M.v.D. cn 127e Alge-
mene Vergadering. Apeldoorn.

IX Nationale Diergeneeskundige Dag. Fuik (Bel-
gië).

2X Najaarsvergadering Ned. Ver. Endocrinologie.
Ftreeht.

20 XE Kongress der Wcltgcsellschaft für Buiatrik
(A). Eel Aviv. Israël (pag. X46).

30 Groep Veterinaire Homoeopathie
K.N.M.v.D. Vergadering. Beatrix-gebouw.
.laarbeursplein. Ftreeht. Aanvang 20.00 uur.

-ocr page 409-

In memoriam

W. B. VAN DEN BURG

Op dinsilug i februari tu-bben zijn familwleden
en een heperl<ie groep genodigden voor aiiijd
afxeheid genonwn van dr. Willem Boke van den
Burg. Wie
;.v Willem van den Burg \'
Geboren in Hengelo (G). IH april 1904. doorliep
bij in .Apeldoorn de lagere en middelbare sehooL
om tiaarna in l freehi diergeneeskunde ie gaan
snuleren.

Begaafd mei een helder verstand volbracht hij
zijn studie in de kortst mogelijke tijd. Op 33-
jarige leefiijd behaalde hij zijn dierenartsdiplonta.
Zoals gebruikelijk trad hij toe tot het
studentencorps \'.Absyrtus\'. waarvan hij de laatste
rector is geweest.

.\\a zi/n studie werd hij assistent hij prof
Ba vmans in de kliniek voor verloskunde en
buitenpraktijk. Hier kreeg hij de gelegenheid om
kennis te nemen van de problemen bij de
huisdierenfokkerij, waaronder de steriliteit een
voorname plaats innam.
In I92H werd hij assistent bij de nog altijd
legendarische collega .\\iehurg in
I arsscveid
Geen hetere gelegenheid om de knepen van het
vak \'veearts\' tc leren: hier ktm l an tien Burg
zich ttii leven.

.Met inzet van enorme werkkracht heeji hij IH
/aar lang de belangen van deze grote praktijk, in
een vooruitstrevende streek, kttntten behartigen,
/.i/n zakeliike instelling werkle ertoe nuule. dat
hij als dierenarts een belangrijke schakel kon en
moest zijtt om de veehouder aan goede
bedrijjsresultaten te helpen.
I andaar zijn vroeg
actief ziin op het gebied van tbc-, abortus- en
steriHteitshestrijding van het rumlvec: waardoor
I iirsseveld voorop liep. Omdat de bcstiumdc
lok verenigingen veel moeilijk he,len hadden me,
s,erili,ei, bij riintlercn. ging
I an den Burg deze
dieren behandelen en daarna zelf Kl toepa.ssen.
en met succes,
ht l9.hS promove
ntergeneeskunde
monas Hiedmulle
liid naast de praktijk ee
ku
pr.
-ht
dc

de hij tol doctor in de
\'P het proef sehr ifi \'Tricho-
in .\\eilerlatid\'. Om in tlie
lergelijke sludic te
men vol,ooien dient toch als een bijzondere
\'s,a,ie aangemerk, ,e worden.
IV.19 weid hij in mili,ai/ e dienst geroepen, ht
oorlogstaren toonde hii zich een .goed

ijze. hen die in cn
lig hadden, hielp.

S\'etlerlander. die op velerlei
buiten hel verzet zijn hulp t

/.owel m als builen I ars.seveld kon hij de
veehouders opwekken om in hun eigen belang de
besiriiding van veezieklen ler bami le nemen.
In zijn proefschrifi wees hij op de noodzaak
ervan en gaj daarvoor de richting aan.

Sa de tweede wereldoorlog werilen de
bestrijdingsmogelijkheden op financieel gebied
uigebreid door de .Marshalfhulp.
Toen de oprichting van de Provinciale
Gezondheidsdiensten een feil was. werd Willem
van den Burg in f947 tot de eerste directeur van
de Provinciale Gezondheidsdienst voor Dieren in
Gelderland bemiemd

Dat deze benoeming van I an den Burg door het
bestuur een juiste was. is later gebleken, f\'.n door
zijn opgedane ervaring op vrijwillige basis, én
tloor ziin organisatietalenten, kon hij in deze
nieuwe fimciie de georganiseerde bestrijding
leiding geven.

l cel besprekingen met landbouworganisatie en
de Maatschappij voor Diergeneeskunde waren
nodig om. zowel voor veehouders als voor
dierenar,sen. passende et, uitvoerbare regelingen
te treffen.

Begonnen werd me, een kleine s,af van
meile» erkers, was he, voor hem nog mogelijk
zelf alles ,o, in dcails le overzien. Geleidelijk, zij
het me, moeite, moest hij tenslotte het
wetenschappelijke werk voor een groot deel
overgeven aan zijn aai, de diens, verbonden
dierenarts-specialisicn.

ht 1962 w\'is er een catastrofale uitbraak van
mond- en klauwzeer bij varkens in Gelderland.
Het was
I an den Burg. als direceur van de
Provinciale Geztmdheid.sdiensl voor dieren in
Gelderland, samen me, ,1e Inspectie
I ec-
artsenijkundige Dienst in Gelderland, die de
bestrijding mei twee-malige inenIing door de
dierenartsen liet uitvoeren. Omda, deze
beslrijdingswijze succesvol hleek. moest tic
officiéle erkenning wel volgen,
/.ijn verdiens,en werden gehtmmeerd mc, de
benoeming ,oi Officier in de Orde van Oranje
.\\assau in 1964.

I .Maart 1970 nam hij afscheid van ile (,ezond-
heidsdiens, in Gelderland.

Onder zijn bezielende leiding hielden de nog in
leven zijnde oud-.Absvr,usleden ,elken jare een
reünie in Figi ,e /eist. Hij w as een trouw lid van
de vriendenkring \'/u,phen\' van in rus,e zijnde
dierenartsen.

-ocr page 410-

hl 1929 irtij hij in hci luiw eliiknici hd nn-i.sjc uil
zijn HBS lijd in Apeldoorn. SeUv f-\'veliiH\'
Hugdneijcr. < h dii goede huw eh/k werden drie
kinderen gehoren.

Helaas is hel gezin niel gespaari! gehleven voor
huiselijke zorgen en verdriei. Zi/n vrouw .\\el was
een enorme sieun voor haar man. en mede door
haar heeji Willem van den Burg de gelegenheid
gekregen om zijn weiensehappeli/ke verlangens
uil le kunnen voeren.

Sa een moeilijk ziekhed. van enkele maanden,
mei \\\'oor hem vele vragen, is nu hel
onverbiddelijke einde gekomen.

1 \'Jlja L U Jo -JD OJD

M V// verhezen wij. diereiiarisen. door hel
heengaan van dr. Willem van den Burg* Hij
heeji de vlag zowel hintten als huiten onze
veterinaire wereld hoog gehouden.
Tot slot de opmerking dat Willem van den Burg
vooral i/e medici ten plaitelanile heeji kunnen
overtuigen, dat de taak ter instandhouding van
i/e gezoni/heid van mens en dier niet is een laak
van arts en dierenarts afzonderlijk, maar in vele
gevallen kan en moet samengaan.
Hij ruste in vrede.

I.aag-Keppcl,
\\arsse\\eld.

C. //, SCHHA \'KS:
A. ZEGWAARD.

-ocr page 411-

Van het hoofdbestuur

Onlangs werd de \\eterinaire wereld weer
eens opgeschrikt door eetT aantal artikelen
in enkele dag- en weekbladen, waarin
enkele \\an on/e collegae hun tnening ga\\en
over de veterinaire opleiding, de
praktijkuitoefening, de collegae in het
algemeen en de buurtcollegae in het
bij/onder en de Koninklijke Nederlandse
Maatschappij voor f)iergeneeskunde. Ook
het comtnentaar van de kant van de
Faculteit en de K.N.M.v.D. werd hierin
vermeld.

Zoals, ge/ien de stijl waarin de artikelen
geschreven waren, te verwachten was.
hebben vele collegae zich aan de wij/e van
het uiten van kritiek geergerd en dit
schriftelijk of telefonisch bij het bureau van
de K.N.M.v.D. kenbaar getnaakt met hel
vcr/ock in de/e handelend op le treden.
Overwegende dat het een bekend feil is. dat
vele interviews die worden gegeven eenmaal
op schrift gesteld heel atiders overkotnen
dan dc gever heeft bedoeld, ook hier bleek
al spoedig dal de tnening van etikele
collegae volstrekt verkeerd was weergegeven
(rectificatie in dc/ellde bladen heeft reeds
plaats gev onden), en overwegende dal het
reacties uitlokt waarmee niemand is
gediend, heelt hel lloofdbcstuur gemeend
van ccn andere dan de/e reactie in het
liji/scliriji voor Diergeneeskuiule te moeten
al\'/ien. In dil verband is het goed nog eens
tc verwij/.en naar het artikel \'Collegae aan
de schandpaal" in het
\'l\'ijdsvhrifi voor
Dicrgcnccskuiulc
van 1 mei 1979.
l evens willen wij nog eens benadrukken
dat voor/ichtigheid met het geven van
interviews gewetist is en in/age van hel
geschrevene vóór publikatie een eis is. die
een geïnterviewde kan stellen.

teoDlloilo^tO

Groep

Pluimveewetenschappen van
de K.N.M.v.D.

Jaarverslag 1979

Voorwaar voor een Bestuur een jaar om op
terug te /ien: } /eer geslaagde
wetenschappelijke bijeenkomsten met een
gemiddelde ..attendance"" van 5.3 en 12
collegae die zich als lid aanmeldden! Dit
laatste betekent op een leden bestand van ±
70 leden een groei met maar liefst \\T "(\'.
Helaas tneenden .3 gerenommeerde leden,
door verandering van werkkring of
pensionering voor het lidtnaatschap van de
Ciroep tc moeten bedanken, zodat het leden
totaal per 1-1-1980 uitkomt op 79 gewone
leden en 2 buitengewone leden.
Dc .laarvergadering van de Ciroep werd op
iv maart 1979 gehouden in het Philips
Ontspanningscentrum te Eindhoven. Het
huishoudelijke gedeelte had inderdaad een
ontspannen verloop; naast het voltallige
Bestuur waren aanvankelijk 4 leden
aanwe/ig.

In de samenstelling van hel Hesluur kwam
geen verandering;
L\'. Haije - voor/ittcr
./. IF. /(«)///;,!,\'(;-secretaris
./. van W\'aisunt - penningmeester
//. ( \'. C .
M. Meens - v ice-v oor/itler
7/i. ./. ./. van der Rijt - 2e secretaris
In 19X1 /uilen echter, volgens het rooster
van aftreden. 3 bestuursleden d.w. de
collegae Haije. Meens en van Walsum)
vervangen tnoeten worden, fijdens de/e
jaarvergadering werden dc diverse
jaarverslagen goedgekeurd cn de ccuilributie
bleef, dank/ij een kundig financieel beheer,
op het oude niveau van / 25. . Met dil
beheer kon de kascommissie (collegae
Stigter en Van dc Venne) het geheel eens
zijn. Collega Van de Venne werd
herbenoemd voor het jaar 1979 80 en kreeg
versterking van collega lleuff. C\'tïllega
Stigter werd onder dankzegging voor de
gewichtige arbeid, gedechargeerd.
In de middagbijeenkomst werden de
problemen in de broederij. rond het
broedproees en in de eersie levensweek van
het kuiken uitvoerig en uitermate

lijdschr. Diergeneesk.. deel 1(I5. all 9. 19X11

KONINKI.IJKE NEDERLANDSE M AA I SCHAPIM.1 VOOR DIERGENEESKUNDE

-ocr page 412-

praktijkgericht besproken door resp. drs.
Roepke, dr. kaltolen en drs. Van den
Bosch. Veel \\an het besprokene leek \\oor
de hand liggend en simpel, maar ontsnapt
misschien daardoor in de parktijk maar al
te vaak aan de aandacht. De \\oordracht
van collega Van den Bosch werd in zijn
geheel afgedrukt in het "Informatieblad
voor Dierenartsen\'.

De tweede bijeenkomst werd gehouden op
20 september in Zwolle. Hier toonde de
F\'rovinciale (ie/ondheidsdienst /ich een
uitstekend gastheer. Het regionaal spreiden
van de bijeenkomsten had duidelijk tot
gevolg dat er zich veel \'pluimvee-verse-
Noordelingen" bevonden onder het gehoor
van de collegae Bonn, [^a\\elaar en
(ioudswaard. Deze inleiders belichtten dc
\'Immunologie van de kip\' vanuit
wetenschappelijk, diagnostisch en praktisch
oogpunt.

Op 27 november was Eindhoven wederom
de locatie en wel voor de laatste
bijeenkomst van de (iroep in 1979. Voor
een zeer aandachtig gehoor werden op
P.A.O.-niveau
Pasleurella en li. coli
infecties bij pluimvee behandeld door de
collegae Litjens en (ioren. In de
geaniineerde discussie bleek dat hier
duidelijk praktijk problemen waren
aangeroerd die helder cn boeiend werden
besproken.

Naast het voorbereiden van deze
bijeenkomsten werd door het Bestuur
aandacht besteed aan contacten met de
K.N.M.v.D (.Algemeen Bestuur; Commissie
Wetgeving) en met dc W.V.P.,A. (via
collega Krasselt). Op de W.V.P.A.
bijeenkomst in Vloskou werd de I^r. Bart
Rispens Mcmorial Award tntgcreikt aan
dr. McFerran voor zijn publikaties over het
E.D.S. "76 probleem.

Voorts werd, op initiatief van de Redaktie
van het
Tijdschrifl voor Diergeneeskunde.
gesproken over de verzorging van de
referaten en verslagen voor dat Tijdschrift.
Hierbij zouden de (irocpen als belangrijke
schakel voor de rcferatenvoorzicning
moeten gaan functioneren. Binnen de
Groep Pluimvee werd collega dr.
Kouwenhoven bereid gevonden als
coördinator hiervoor op te treden. Helaas is
echter de bereidheid van de leden tol het
leveren van een beperkt aantal referaten
bijzonder gering tc noemen.

Op de komende vergadering zal getracht
uorden hier verandering in te brengen!
•Aan het einde van dit verslag-jaar werd in
beperkte kring een begin gemaakt met de
discussie over het opzetten van een goed
functionerend veterinair
begeleidingssysteem in de Pluimveehouderij,
hierbij inbegrepen de zgn. coaching van dc
pluimveedierenarts. Naar de mening van
het Bestuur werd tot nu toe de Groep
Pluimveevvetenschappen te weinig in dil
overleg betrokken. Mogelijk kan, mede
door de bespreking van hedenmiddag,
hierin in het komende verslagiaar
verbetering worden aangebracht.
Dit verslag kan niet besloten worden
/onder melding te maken van de vervolg-
verhalen die ons regelmatig bereiken over
de lotgevallen van de \'Clarinet PF 5147\'
met als kapitein onze collega Hans van
Swaav. Hij en zijn vrouw Margreet hebben
inmiddels, na vele belevenissen, veilig
Nieuw Zeeland bereikt. Als wij hen ooit
nog eens in Nederland terugzien is dc
spreker voor één bijeenkomst nu reeds
gecontracteerd!

Dr. ,/. IF. /aniinga
secretaris

Peerdepieten 1980

In verband met dc festiviteiten rond dc
troonsopvolging op }0 april zal
Peerdepieten I9S0 op maandag 5 mci.
bevrijdingsdag, plaatsvinden. Ondanks dat
één en ander IJ wel bekend zal zijn wil ik
graag ecn overzicht van dc/c bijzondere dag
vooor diergeneeskunde studenten cn
liefhebbers van de drafsport geven.
Na een rcccptic voor genodigden van dc
Diergeneeskundige Studenten Kring op het
Poortgebouw (de laatste officiële activiteit
van dc D.S.K. in de oude nostalgische sfeer
van de oude terreinen aan de Biltstraat
voor de verhuizing naar nieuwbouw in het
universiteitscomplc.x aan de l.lithof) gaat
het gezelschap naar het oude
Maliebaanstation waar om 12.00 uur de
Peerdepietcnc.xprcss gereed staat om de
studenten naar Hilversum te vervoeren.

-ocr page 413-

Dc studenten gaan \\(uif dc/e gelegenheid
gekleed in Aseot-st\\ Ie; de heten in jaquet
en de dames in de lleiuigc gewaden tnet
I ruitige hoolddeksels,

Cjeëscortcetd door majorettes, fanfarekorps
en rtuters \\an de V eterinair Studenten
Rij\\ercniging ..Dc Solle\\sel" /uilen bestuur
en genodigden per koets de drafbaan \\an
llihersum. waar \\ele diergeneeskunde
studenten en studentes /ich reeds \\an een
plaats aan de baan \\er/ekerd hcbbeti.
betredeti om na een rondrit plaats tc nemen
in dc feestelijke kiosk.
Dc cotnsen \\ an llihersum op de/e dag
hebben alle een \\etcrmalr karakter dat tol
uitdrukking woidt gebtachl door de naam
cn ereprijs \\an de course. Om er enkele tc
noemen; De .Abs\\misprijs, de D.S.K. prijs,
de Professorenprijs. de Facullellspriis en de
Solievselprljs. Het ware hoogtepunt san
de/e dag. /owel wal spanning als wal sfeer
belrell Is ongelijleld dc Peerdepietencourse.
waarin twaalf suidenlen en studentes in de
diergeneeskunde elkaar in een sportieve
strijd /uilen bekampen om de titel
Peerdepiet 1980. De/e studenten hebben
om aan de/e course. gereden met
gerenomecrde dravers, ileel mogen nemen
een intensieve training van maanden bij
ons lands beste trainei-pikeurs Piel Smit en
Maiuis Bouwhuis gevolgd.
De/c l\'eeidepieiencoiirse. voor de 2.3e maal
dit jaar. heefi ieder jaar weer als resultaat
sportieve spanning, uitgedrukt in een
pakkende course. en een ge/ellige sfeer,
opgebouwd door al die liaditioneel geklede
toeschouwers. De/e dag die door de D.S.K.
m samenwerking met de l\'.S.Il. en N.D.R.
wordl georganiseerd /al algeslolen worden
mei een galabal in Boenlerli Mereveld le
rirechl.

Soll

W\'l

De leesleommissie van tle D.S.K. /al dit
traditionele galabal ver/orgen. Hopende op
Peerdepietendag 1980 naast studenten ook
vele dierenartsen te mogen begroeten
verblijf ik met vriendelijke groeten.

namens het bestuur.
\'loon Mi-esiers. D.S.K. h.t. viee praeses.

V.S.Z. de \'Couden Trachea\'

Lnige tijd geleden werd de \\\'.S.Z. de
\'Gouden frachea" nieuw leven ingebla/en.
De \'(jouden frachea\' stelt /ich ten doel;
\'Het in stand houden van het studentenlied,
in het bij/onder het veterinaire lied".
\\\'ele liederen die ticnlallen jaren geleden
gc/ongcn werden kennen wij helaas niet.
Nu wilden wij graag enige inlormatie over
de \'(lotidcn frachea\' /oals de/e jaren
geleden bestond. .Alle inlormatie is welkom;
oprichtingsdatum, oude liedjes, oude
plaatopname\'s. bandopname\'s. etc.
(jraag /oiiilen wij ook in contact willen
komen met enkele oud (bestuiirs)leden.
Indien u ons aan één of meerdere van
bovenstaande /aken /ou kunnen helpen
bewijst tl ons een grote dienst door contact
op te nemen met éé-n van onderstaande
personen.
Bij voorbaat bedankt.

.A. Bosch, Dekenheinenstraat 1.3. Bunnik,
,1. de Boer. v. I.iellandlaan 32. Utrecht. 030-

732727.

M. \\endrig. Biirmanslraat LSbis. rtieeht.
030-732748\\

Wijziging Codelijst van geneesmiddelen voor mestkalveren

028 C\'ombimycin ,\\pharmo dient tc worden gevvij/igd m;
028 Penimycln-P .Apharmo

391

Code;

Naam;

[Irma;

Priis;

197

f 61

Hoechst

/ 24.78 (van / 20.32 naar / 24.78)

309

1 Iguvcin 20\'f

Bayer

/ 48.93 (van / 9.79 naar / 48.93)

(flacon 500 ml)

410

Pericol

Hoechst

/ 3.90 (vervalt)

Bovenstaande is op 1.5 april 1980 doorgegeven aan de computer.

KOMNKl l.lKf \\l Dl KI VNDSf \\1 A A I SCII APPI.I \\()()l< Dlf RdIM FSk ISDf

-ocr page 414-

Van het bureau

Mevrouw C. M. A. Mu\\derman-Stoltelaar
te Hedel heeft een aantal oude veterinaire boeken
te koop. waarvan onderstaand een lijst \\olgt.

1. Operationslehre und geburtshilfe
van dr. .los Bayer (I9IÜ).

2. Die geburtshilfe beim Rind van
M. Ci. de Bruin;

Weil l\'rofi für geburtshilfe an der
Staatstierar/teneisehule in lUreeht;
Dritte neubearbeitete .Auflage van .Anton
Tapken (1910).

3. Die Praxis des I ierär/tes Veterinärrat
van Anton lapken. .Amtstierar/t in
Varel (Oldenburg) 2 delig (1919).

4. l.ehrbueh der Allgemeine Pathologie für
rierär/te und studierende der Tiermediein.
Dritte verbesserte Aullage \\on Profi \\an
dr. I b. Kitt (1912).

5. Orgaanziekten bij de grote huisdieren van
prol. Wester (19.15).

6. Ilytera und .Vlarek. Spezielle Pathologie
und I herapie, delen (191,3),

Ook 3-delige uitgave in de Engelse taal.

Krankheiten des Hundes \\an Heinrich
,lacob (1913),

loxikologic \\an Eugen Frohner (1919),
Phvsiologie van Zwaardeniakcr, 2-delig
(1910 1911),

■Arztenei Mitteln van Eugen Erohncr (1914).
.Allgemeine Chirurgie \\an Moller en
dr. H. Eriek (1920).

Organkrankheiten van Eugen Erohncr en
Wilhelm Zwick (1914).
Speziellen Chirurgie für Eierär/te van
dr. Moller en Eriek ( I90S).
1,ehrbuch de speziellen Pathologie und
I herapie der Haustiere herausgegeben \\on
Eugen Erohncr en Wilhelm Zwick, Achte
neubearbeitete aullaue Oraankrankheiten
(1915),

Studentenalmanak 1917 en
Studentenalmanak 19 IS,

Belangstellenden kunnen zich voor nadere
informatie wenden tot Mevrouw C. M. .A.
Muyderman-Stottelaar. Blankenstein 23.
5321 GN Hedel. tel. 04199) 1236 (tot 15 mei a.s..
nà 15 mei is het adres: De Horst 241. 4461 WZ
Cioes).

S.\\.p. bellen nà 18.00 uur.

10.

13.

14.

15.

Personalia

.Als liti van de Koninklijke Ncdcrlatidse Maatschappij voor Diergeneeskunde meldden zich de
collegae;

Diik. .1. \\E \\E Ci. van: I9S(); 5721 .11 Asten. A. \\an Cuvckstraat 25.
Eahcs. Mei. H, I.. P.; 1980: 3581 .11 l trecht. Prinsenstraat 56 bis.
Marlens. M. R. I h. NE: 1981); 3572 .IN I treeht. Blevcnbuigstraat 8.
Renting. R.: 1980; 7448 RR HaarIe, Stationsweg 10.
Vriezc. .1. D.; 1980: 3572 Z I l trecht. Bu\\s Ballotstraal 45.

.Als Kandidaatlid van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde heelt
het lloofdbcstuur aangenomen;

.1. M. Eourens, Nieuwe Gracht 199. 3512 EN L trecht.

A. ,1. Schut. lUrechtscweg 422 A. 3731 Gl: De Bilt.

\\\\ . I . G. de Vos. W atermolenstraat 16. 2900 1.onder/cel (België).

Adres»ijziglngen. enz,:

f? Aisiiiu. .!.: 1967: lolbert (Gr.); p.. geass. met

H. .1. Nijenhuis.
/77 ,?(),?
"Aiigiiuiniis. Il IE.: 1979; 6760 Rocken-
hausen (Duitsland). Im Gothental 44; tel.
(6361) 1414; p.
MIJ "Augusunus-Ihuijiuiig. Mevr. /:, /,: 1979;
6760 Rockcnhausen (Duitsland), lm Golhen-
tal 44; tel, (6361) 1414; p.

/,W /iegeiiia,,. .S.: 1952; 7091 ZI Dinxperio. B.
I.lzcrdraatstraai 20: tel. (08355) I242(pri\\é).
1725 (bur ); k.d. (assoc. beëindigd).
im "Bergs. <;. //. //.: 19X0; 4133 AN Viancn.
Dominicushof 34; d.

*B(ier. ,7. </<■; 19X0; 35X1 HD Etrecht. Ram-
straat 29; tel. (030) 516919; wnd. d.
Boer. U . de: 1977: 3772 El. Barneveld, Mole-
caten I 1 I; tel, (03420) 501 I,

-ocr page 415-

186 303 *lio.sch. ./. 19X0; Zwitserland; p a
Niers 16. 57.51 TS Deurne; p.. ass. bij drs.
Meier.

303 187 Hraak. .1. /:. van ch\': 1977; .1905 RW
Veenendaal. Muurzwaluw 2.1; tel. (0.10)
5.1201.1 (bur.); wet. medew. R.U. (F.d.D..
vkgr. Zootechniek).
303 *Bniiiniiig. Mej. E. !.: 1979;/ie; .Augustinus-

Bruijning. Mevr. E. I.
189 Hucsink. C.: 1972; Barendrecht; tel. (01806)

2115 (privé). (010) 191491 (prakt ).
189 Bucsink-Hclclcr. Mevr. ./. .4..- 197.1; Baren-
drecht; tel. (01806) 21 15 (privé). (OIO) 191491
(prakt.).

192 Crania. K.: 1974; Rotterdatii-Ommoord.
Rupsklaver 25; tel. (OIO) 212858 (privé).
206427 (prakt.).
194 *E>ijk. ./. M M. (,. van: 1980; 5721 .IL .Asten.
A. van Cuyekstraat 25; tel. (049.16) 1677;
wnd. d.

197 Duijsen.s. //. ./. M. II.: 1977; Helmond; tel.
(04920) .16877 (privé). .1.1808 (prakt.); p..
geass. met S. IL Ouwerkerk cn .1. L. M. Re-
gouin.

197 \'Puikcrcn. .\\lcj. M. C. van: 1980; .1572 V R
Utrecht. Bollenholsestraat 88; tel. (0.10)
7 17252; wnd. d.

198 * Eggfn.s. II.: 1978; Stcenderen; p.. geass. met
W. E. Felix. (1. .1. van Nie en S. Lichcltiian.

202 Ec\'lix. )) . /\'.; 1956; Stcenderen; p., geass. met

11. Lggens. (1. .1. \\an Nie en S. Eichelman.
214 lli\'ick\\ .!. van der: 1975; Akkrum; tel. (05665)
2255.

219 *lli)nian. Mej. .1/.. 1980; /ic; Marel-llomati.
Mc\\i. M. \\an tier.

220 Ho,Hier. (,. .1.. 1979; Oldcboorn; tel. (0566.1)
741 (privé). (05665) 2255 (prakt.).

227 »Eani/ien. ,lr. M. van: 1969; .17.11 1 .1 De Bilt.

Kerklaan 4; tel. (0.10) 761849 (pri\\é).
232 *K,min.K. .Mej. I\'. de: 1980; 9.1.14 11. I\'cest.

Z.uid\\cldigcrwcg 1; d.
234 ./. ./. /.. 1/.. 1980; 4751 CIS Oud dastel.

Stcenstrtiat 40; wnd. d.
240 *l.enin,env A\'. ./. .)/.. 1980; .1584 ER Utrecht.
I\'ritis Hendriklaan 66; tel. (0.10) 514964; d.

243 30.S l.vcklania ,j Mjehidl. P.: 196.1; 1060

Brussel. 114. Ruc .Vtnoine Breart; tel. (2)
5.179679 (privé). (08850) 15017 (bur.); dir.
LMC-Hollatid B.V.

244 "Manni. //. /\'.. 1980; .158.1 SVV Utrecht.
A. Neuhuysstraat 2; tel. (0.10) 516949; wnd. d.

244 *.\\l,irel. (1. M van der: 1980; .1522 AW

Utrecht, .Amaliastraat 78; d.
244 *M,irel-ll,nnan. Mevr. M. van der: 1980;

.1522 AW Uttccht. Amaliastraat 78; d.
246 *M,-er. C. van ,ler: 1975; .17.14 (i I Den Dol-
dcr; wet. medew. R.U. (E.d.D.. vkgr. Bacte-
riologie).

2.^3 Me. (i. ./. van: 1960; Baak. p.. geass. met
11. Lggens. VV. E. I clix en S. 1 ichelman.

253
257

259
263

263

264

265
272

275

276

276

278
282
287

287

288

290
292
292

300

300

J^D\'^ iIjd

Mjenhms. H. .!.: 1974; Leek ((ir.); p.. geass.
met .1. .Atsma.

Ouwerkerk. S. 11.: 1971; Nuenen; p.. geass.
met H. .1. M. H. Duijsens en .1. L. M.
Regouin.

Planting. E.: 1977; Herpen (N.-Br.); tel.
(08866) 1.1.10 (privé). 2760 (prakt.).
Rakhttrst. (j.: 1974; Apeldoorn; tel. (055)
410882 (privé). .1.16900 (prakt.).
Regouin. ./. /.. .\\/.,T97L Helmond; p.. H-D..
geass. met H. .1. M. IL Duijsens en S. 11.
Ouwerkerk.

*Rettting. R.: Haarie (Ov.); tel. (05485) 474;
p., ass. bij 11. I\'. Kingtna cn 1. .1. de Vries.
Roekei. .V //. van: 1977; 42.11 DE Meerkerk,
Fikenhof 4.

*.Sehuiner. /). /...T980; .1572 .IF Utrecht. C.
livcrtsenstraat 9; d.

.Sevinga. .1/.; 1978; Akkrum; tel. (05665) 2008
(privé). 2255 (prakt.).

.Sn,>eck. ./hr. M. ,4.; 1954; Zaltbommel; tel.
(04180) 4.176 (privé). (078) 18.1.188 (bur.);
adj. dir. Dopharma.

*Spee. ./. ,/. /.. ,1/.;I980; .1571 AB U\'trecht.
V;in Licllandlaan 10; tel. (0.10) 7.12602; wnd.
d.

St,>lwijk. )l . R. M.: 1969; Haaksbergen; tel.
(0.5427) 2269; plv. i.

\'lichelinati. .S.: 197.1; Stcenderen; p.. geass.
tnet 11. Ivggens. W. L. Felix eti Ci. .1. van Nie.
l erhurg. //.: 1967; Schalkhaar; lel. (05700)
21211 (privé). (070) 791911 (bur ); i. V.(i.
en i. V.D.

*l ertneer. ./. .4. .\\/.: 1980; .1581 KN Utrecht.
Buys Ballotstraal 65 bis; tel. (0.10) 515297;
wnd. d.

l ernieulen. /\'. //. \\/.: 1976; 4751 AR Oud
(iastcL Rijpersweg 51; tel. (01651) 265.1
(privé). (01652) 2466 (prakt.).
L,,.v, .4. ./. )l . 1972; 71.11 SZ Lichtenvoor-
de. Klaasbos 18.

* \\ rteze. ./. /).: 1980; .1572 Z l Utrecht. Buys
Ballotstraal 45; tel, (0.10) 714162; wnd. d.
I i,,i,\'/.v. /\', ,1. )/.. 1975; 4751 S.1 Oud dastel.
Drie Weikes .1; tel. (01652) 4711 (privé).
2466 (prakt.).

/.aaijer. /).; 1974; 7491 LA\' Delden. I orcn-
dijk 22; tel. (0.5407) 2514 (privé). 1102
(p raki.).

/.aaijer-Stnit. .\\/evr. ./. E.: 197.1; 7491 I V
Delden. lorendijk 22; tel. (0.5407) 2514
(privé). 1.102 (prakt ).

-ocr page 416-

iD JD ,\',Ü ^iÜD

Jubilea;

H. A. M. II. Stoot te Sittard
P. B. I.uitjens te Lemmer
J. IL Colenbrander te Loebem
A. P. Wijgergangs te Den Haag

C. M. T. Willem.s te llelvoirt

Voor hct Dierenartsexamen slaagden:
d.d. I I april 1980
(ieslaagd \'met genoegen\':

G. H. II. Bergs
.1. .1. L. M. Kop

Geslaagd:

.1. de Boer

Mej. M. C. van Diiikcren
Mej. P. de Koning
R. .1. M. I.eminens

H. P. Manni

G. M. \\an der Marei

Mevr. M. van der Marel-Homan

D. L. Schumer
.1. ,1. L. M. Spee
.1. A. M. Vermeer
.1. 1). Vrie/e

.1. M. M. Ci. van Dijk

(alwc/ig) 50 jaar op mei 1980
(alwc/ig) 25 iaar op II mei 1980
(alwc/ig) 25 jaar op 15 mei 1980
(alwc/ig) 25 iaar op 26 mei 1980
(alwc/ig) 25 iaar op 26 mei 198(1

Diergeneeskundige Kring
\'Zwolle en omstreken\'

De Diergeneeskundige Kring \'Zwolle en otii-
streken\' is heropgericht op 5 februari 1980.
Hct bestuur is als \\ olgt samengesteld:
F. liï\'rkhor.si - voorzitter
P. ./. W\'eckhoiii - penningmeester
./. R. Fck/io/ - \\ ice-\\ oorzitter
./. ./. Snoi\'/y - secretaris

De maandelijkse samenkomst is in principe
ieder le dinsdag \\an de maand
(behaUe juni. juli. augustus)
in café-restaurant Lrbana te Zwolle.

Doe-het-zelf-handen

Dc doe-hci-zclf-hiimicn voor hci inhiitdcii van hel lijdschrifi voor Dier-
geneeskunde 1981) zijn vanaf I mei 1980 ic In-siellen door overmaking van
fJ2.50 op giro 51 16 06 icn name van de K. \\..\\f.v.D.. Julianalaan 10.
J58I .XTic l \'irechl. onder vermelding van \'handen 1980\'.
Banden voor hel inhinden van de li/dschrifien 1979 en voorgaande jaren zijn
nog verkrijgbaar door overmaking van f 20, voor haiulen 1979 en f 12.50 voor
handen van de voorgaande jaren (in heperkle male).

.194

KOMNKI l.lkl MDIRI.ANDSl M NA I SCH APPI.I \\()OR D11 R< ,1 N1 1 S k IM )l,

-ocr page 417-

O

Kanker bij kleine huisdieren

I Biologisch gedrag

Cancer in Small Animals

I. Biological Behaviour

W. Misdorpi

SAMiAVA I I I\\(l

Kankers hij de hond en de kal komen in veel opzichien (meiasiasering. recidi-
vering) overeen mei die hij de mens.

Hr wordl een liieraiunroverzichi gegeven van onderzoekingen naar hel hiologisch
gedrag van verschillende inmorziekien.

Van de siaiisiische geiesie variabelen bleken grootte en groeiwijze bij de meeste
tinnortvpen van prognostische betekenis.

SUMMARY

Cancers in dogs and cats are similar to those in man in several respects (metas-
tasis. rectwrence).

The literaiure on studies of the biological behaviour of various forms of malignant
disease is reviewed.

Of the statislicallv tested variables, the size and type of growth were fotmd to be
of importance from the point of view of prognosis in the majority of tumours.

1M.HI1)IN(,

Kanker is een verzamelnaam \\oor
kwaadaardige gezwelzieklen die. wan-
neer ze niet of niet adequaat worden be-
handeld. tot de dood leiden.
De kwaadaardigheid \\an kanker wordt
\\eroorzaakt door de ongeremde prolife-
ratie \\an tutnorcellen. waarbij deze
destructief-infiltrerend in omge\\ende
weefsels groeien. Bij onvoldoende chirur-
gische verwijdering treedt gemakkelijk
reeidief op. Verder leidt de infiltratie in
lymf- en bloedvaten tot \\ersleping van
tumorcellen en uitgroei van metastasen
in andere organen: in de eerste plaats in
de regionaire lymfklieren en longen (bij
dieren).

Het verloop \\an kanker is per patiënt
verschillend. Dit komt dooreen ingewik-
keld samenspel van tumor- en gastheer-
factoren.

In dit artikel wordt weergegeven hoe het
biologisch gedrag van verschillende
tvpen kanker bij kleine huisdieren is cn
hoe de verschillende eigenschappen of
karakteristieken zich tot elkaar cn vooral
tot de prognose verhouden. Dit soort on-
derzoek. dat in de afgelopen jaren onder
meer in ons Institmit is verricht, lijkt,
hoewel misschien minder spectaculair
dan aetiologische en therapeutische on-
derzoekingen. in minstens twee opzich-
ten van belang.

Ur. w. Misdorp. Afd. Falliologie. Sectie Klinisciic Oncologie. Antoni van l.eeuwenhoekhuis. Hel
Nederlands Kankerinstituut. Plesmanlaan 121. 1066 CX Amsterdam.

-ocr page 418-

a. Om meer te leren begrijpen van de
\\erschillende kankerziekten met hun
uiteenlopend gedrag. Hoe zijn de
overeenkomsten en verschillen met
schijnbaar overeenkomende tumor-
ziekten bij de mens.\'

b. Om als \'achtergrond\' te dienen bij het
ontwikkelen van nieuwe therapieën.
Er zal bijvoorbeeld voor gezorgd
moeten worden, dat factoren van
prognostisch belang bij een nieuwe
klinische proef, evenredig over proef-
en controlegroep \\erdeeld zijn.

Dit overzichtsartikel, dat aansluit op een
\\roeger artikel in dit tijdschrift (11) is
voornamelijk bedoeld om de prakticus,
vooral die in de kleine huisdier-sector,
enig inzicht te verschaffen in een groep
van ziekten waarmee hij vaak wordt ge-
confronteerd.

Wij beperken ons hierbij tot enkele chi-
rurgisch behandelde kwaadaardige tu-
morziekten voor zover deze statistisch ge-
analyseerd waren en verder het niet
behandeld osteosarcoom van de hond.
(ioi\'daarüige tumoren, welke minder
vaak dan kwaadaardige tumoren recidi-
veren en in het geheel niet metastaseren
zullen hier niet besproken worden.

I Kl.lNISCHi: ASl\'IX I HN
a .Symplonicn

Meestal is een knobbel het eerste symp-
toom van een tumor. Echter, elke knob-
bel is nog geen tumor.
Histologisch onderzoek is in het alge-
meen noodzakelijk om de ware aard van
de knobbel vast te stellen. Tevens kan
dan nagekeken worden, of de knobbel
radicaal verwijderd is. Dit is ook weer
van belang voor verdere therapie. Dit ons
recente onderzoek is gebleken, dat onge-
veer
5()\'/( van de mammakankers bij de
hond onvoldoende verwijderd waren,
hetgeen bij 70% van deze honden mct
onvolledig verwijderde tumoren resul-
teerde in een recidief (1 ).
In een later stadium van de ziekte treedt
vaak benauwdheid op door metastasen
naar dc longen en of pleura. Echter, in
onze serie van geopereerde honden met
mammakanker, bleek bij postmortaal
onderzoek de benauwdheid soms (in
20%) niet door longmetastasen. maar
door chronische bronchitis te zijn veroor-
zaakt (l.\'^) een ziekte die overigens niet
altijd tot dyspnoe leidt.

h. Klinisch sladium

Het zal duidelijk zijn. dat de prognose
van een klein goed begrensd nog niet ge-
metastaseerd tumortje beter is dan van
een grote, infiltrerende tumor met bij-
voorbeeld longmetastasen. Patiënten,
zowel mensen als dieren, komen in ver-
schillende stadia van kanker ter behande-
ling.

Om orde te scheppen in de veelvormige
symptomatologie van humane kankerpa-
tiënten. niet in het minst ten bate van een
goed beoordeelbaar behandelings-
schema. heeft de International Union
Against Canccr een zogenaamde r(tu-
mour) N(node) M(metastasis) stagc-
ringssysteem voor kankers bij de mens
ingesteld (zie ook 8),
Kort geleden is door samenwerking tus-
sen de Veterinary Cancer Society (USA)
en de WHO-groep v oor vergelijkende on-
cologie. een stageringssysteem voor alle
tumorziekten bij hond en kat vervaar-
digd (wordt gepubliceerd in WHO-
Bulletin). welke zoveel mogelijk in
overeenstemming is gebracht met het sys-
teem voor de mens.

Het systeem berust op een klinische clas-
sificering van de primaire tumor, waarbij
grootte en mate van infiltratie v an belang
zijn. Verder wordt nagegaan of metasta-
sen in regionaire lymfklier of op afstand,
bijvoorbeeld in de longen, aanwezig zijn.
Röntgenonderzoek van de thora.x
is. mits
op dc juiste w ijze toegepast, een belang-
rijk hulpmiddel voor het opsporen van
long- cn of
Pleurametastasen,

C, l()ll()»-up

Follow-up betekent hier periodieke con-
trole van geopereerde patiënten waarbij
speciaal gelet vvordt op het optreden van
recidief, verschijnselen van metastase-
ring. nieuwe tumoren of andere interciir-
rente ziekten, l.ongfoto\'s kunnen aanv lil-
lende informatie geven.
Follow-up heeft in de Veterinaire Onco-
logie het volgende nut gehad;

-ocr page 419-

1. De relatie tussen het microscopische
beeld van een aantal tumoren en hun bio-
logisch gedrag kon worden nagegaan.
Cilobaal vveten we nu dat in Nederland
30C( van de mammatumoren bij de hond.
80% van die bij dc kat. 40\'V\' van de huid-
tumoren bij de hond en 90\'V van de been-
tumoren bij de hond kwaadaardig zijn.
Kwaadaardig betekent dat deze tumoren
als ze niet behandeld worden tot de dood
\\oeren. De dood kan veroorzaakt wor-
den door metastasen of door de locale
tumor (inoperabiliteit. euthanasie).

Het is ook ten dele mogelijk gebleken om
bij de hond uit tc v inden welke catego-
rieën mammatumoren (9) en melanomen
(7) maligne zijn. F.r blijven echter in beide
groepen tumoren over welke histologisch
benigne lijken maar toch aanleiding
geven tot de dood. Dit was bijv, het geval
bij 10-16% van dc huid melanomen (4. 7).
fevens werd het mogelijk de mate van
tnaligniteit. dus dc prognose v an verschil-
lende subtv\'pen van mammakankers van
hond (3. 6. 9) en kat (16. 17). na te gaan.

2. De kwaliteit van het werk van de
prakticus wordt door de follow-up ver-
hoogd al vormt dit wel ccn zekere belas-
ting.

Ook de cliënt moet zich inzetten voor
deze vorm van in het algemeen toch ge-
waardeerde nazorg.

Door ccn regelmatige controle is hct mo-
gelijk om eventueel optredende recidie-
ven vroegtijdig op te sporen cn tc behan-
delen.

3. Medewerking voor postmortaal on-
derzoek. zo belangrijk v oor dc verificatie
van het klinisch onder/oek lijkt erdoor
vergemakkelijkt tc worden.

d. Groeisnelheid

Een belangrijk tutnorkenmerk is dc
groeisnelheid welke op verscheidene
manieren bepaald kan worden. Dc meest
logische nl, het meten van de primaire
tumor, met gelijke tussenpozen is in de
praktijk nauwelijks te verwezenlijken,
wel in experimentele omstandigheden.
Bij verscheidene honden met longmctas-
tasen bleken deze meetbaar, waardoor de
verdubbelingstijden gemeten konden
worden (1), Deze varieerden van 7-150
dagen, gemiddeld iets korter dan bij men-
selijke tumoren (14. 15).
Autoradiografie na labelling van cellen
van de primaire tumor en soms ook van
metastasen gaf informatie over groeisnel-
heid en celverval van verscheidene typen
hondetumoren (14).

II MORI OI.OGISCTIE ASI\'ECTEN
a. Tuiiiortypo

Tumoren kunnen op verschillende
manieren getypeerd worden (8).
L^e meest conventionele nl, de histolo-
gisch beschrijvende is gebruikt door de
WffO-groep van vergelijkende patholo-
gen. die een classificatiesysteem van dier-
tumoren verv aardigd heeft, welke zoveel
mogelijk in overeenstemming is met de
bestaande WHO-classificatie voor men-
selijke tumoren (18. 19).
flet is van belang dat deze classificatie
internationaal steeds meer gebruikt gaat
w orden zowel uit een oogpunt v an educa-
tie als bijv, bij het organiseren van inter-
nationale therapietrials,
In de toekomst zal bij de classificatie
meer aandacht besteed moeten worden
aan het biologisch gedrag dus met andere
woorden welke tumoren gedragen zich
maligne en hoe maligne\',\'
Zo bleek ons bij een prospectieve studie
van geopereerde mammakankers bij de
hond dat de sarcomen hct kwaadaardigst
zijn. de \'simple carcinomas\' (bestaande
uit ccn celtype) iets minder kwaadaardig
en de \'comple.xc carcinomas\' (twee celty-
pen) dc meest gunstige tumoren zijn (9,
12),

h Histologische maligniteitsgraad

ln dc humane oncologie maar sinds kort
ook in dc veterinaire oncologie worden
aspecten van hct histologische beeld on-
derscheiden welke soms van prognosti-
sche betekenis zijn nl.
dcpolynior/h\'{\\er-
scbil in grootte en vorm) van
tumorcellen, het aantal
kenn/clingen cn
de
differentiatie {maic van overeenkomst
met het weefsel waaruit ze stammen).
13e 3 kenmerken samen vormen dc
histo-
logische maligniteitsgraad.

-ocr page 420-

dc liinior

De grootte wordt uitgedrukt in de maxi-
male diatneter cn het \\()lume(tneestal het
produkt \\\'an de drie maximale dimen-
sies).

De meting door de patholoog na de ope-
ratie is in het algemeen exacter dan die
door de clinicus.

d. Wij/f cn mate van groei

De grociwij/e van een tutnor kan vari-
eren van goed, matig tot slecht begrensd.
Bovendien kan, vooral bij mammacarci-
nomen van hond en kat, ingroei in lytnf-
en bloed\\aten waargenomen worden.
De uitbreiding van de tumor kan ook van
belang zijn. Zo werden bij honden met
osteosarcoom van het skelet alleen me-
tastasen gevonden als de tutnor zich uit-
gebreid had buiten de cortex (10).
Interessant en in overeensteinming met
bevindingen bij andere tumoren (schild-
kliercarcinoom van de mens en paragan-
glioom van de hond) was de constatering
dat een tnicroscopisch waargenotnen in-
vasie van tumorcellen in bloed\\aten niet
altijd geleid had tot de aanwezigheid van
longmetastasen (10).

e. Regionaire lymfklieren

Bij sommige operaties worden tevens de
regionaire lymfklieren mee verwijderd.
Histologisch onderzoek geeft een idee
over de uitzaaiing naar de lyrnfklier cn
over het immunologische reactiepatroon.
Bij honden met mammakanker bleken
ten tijde van dc operatie in
50\'i v an de
gevallen metastasen in dc regionaire
lymfklicr (oppervlakkige liesklicr) aan-
wezig te zijn (9. 12).

f. I\'erilumoreuse lymfocielen infiltralen

De meestal om vaatjes gegroepeerde lym-
focieten kunnen als een immunologische
reactie op tumorantigcnen worden opge-
vat.

Ill PROClNOSf

a. Meestal wordt de prognose uitge-
drukt in het percentage van de patiënten
met een bepaald tumortype dat na behan-
deling een zekere periode overleeft: de
overlevingsiijil.

Bij de mens worden afhankelijk van het
tumortype 2. 5, 10 soms zelfs 15 jaars
overlevingen aangehouden.
Bij de hond met mammakanker (25\'V 2
jaar overleving: referenties 9) en tna-
ligne melanoom (29\' ,\' 2 jaar overiev ing:
referenties 4. 7) bleek de 2 jaars overlc-
vingstijd een redelijke termijn, bij de kat
met mammacarcinoom daarentegen
bleek een jaar (25\'\'7 overleving: referen-
ties 16. 17) beter te voldoen.
Men moet vanuit vergelijkend oogpunt
(ten opzichte van de mens) rekening hou-
den met het feit dat de meeste dieren met
kanker uit humane overwegingen afge-
maakt worden, zodat de overiev ingstijd
bij dieren een wat andere betekenis heeft
dan bij de mens. Overigens zijn de dieren
dan vaak in een gevorderd stadium van
de ziekte (4). Bovendien bleek bij sectie
80^7 van de afgemaakte honden met
mammakanker al metastasen tc hebben
(12).

(iroolto

Van groot belang is het om de doodsoor-
zaak te weten. Goed klinisch en postmor-
taal onderzoek is hierbij onontbeerlijk.
Dieren gestorven of afgemaakt wegens
metastasen en of reeidief worden
tloilcn genoemd, daarnaast sterven die-
ren
iniervurrent.

I\'er serie met dezelfde tumorlocalisatie
bijv. mammakanker blijkt er verschil in
het percentage tumordodcn bij dc hond:
bijv. in Amsterdam (bVi-. refer. 1.^).
Newmarket (60\'"(■: refer. 6) en Cambridge
(4.V/c: refer. ?>).

b. Een ander prognostisch criterium is
de zg.
zicklevrije of iiiniorviijf interval.
Hantering hiervan vereist een goede kli-
nische waarneming met goede thorax-
foto\'s.

c. Aan dc aanwezigheid v an ftieiasiascii
hij posinionaal oiu/crzock
kan ccn ze-
kere prognostische betekenis toegekend
worden.

Zo is ons onderzoek naar de prognose
van osteosarcoom bij onbehandelde hon-
den welke direct na dc diagnose afge-
maakt werden, gebaseerd op de aanwe-
zigheid van longmetastasen (bij .35^7 van
onze 144 honden).

Deze longmetastasen zijn bij de hond en
de mens met osteosarcoom de belang-
rijkste doodsoorzaak (zie ook refer. 10.
tabel 1).

-ocr page 421-

d. De prognostische factoren \\oor
/.over statistisch onder/ocht /ijn in tabel
1 samengebracht.

IV Discussii:

Zoals ook het geval is in de humane onco-
logie /ijn de resultaten \\an de verschil-
lende onder/oekingen vaak moeilijk te
vergelijken door bijv. verschillen in dia-
gnostische criteria, samenstelling van pa-
tiënten groepen en statistische criteria.

Het is al een winst dat de meeste veteri-
naire auteurs bij hun recente prognosti-
sche studies de histologische classificatie
van de Wereldgezondheidsorganisatie
gebruikt hebben, hoewel ook dan nog
verschillen in andere criteria kunnen be-
slaan. Een recent v oorbeeld hiervan is het
follow-up onderzoek naar het biologisch
gedrag van melanomen in huid en mond-
holte bij honden in Engeland (4) en
Duitsland (7). Deze onderzoekingen ge-
baseerd op dezelfde WHO-classificatie.
bleken bij nadere beschouwing toch op
bepaalde punten te verschillen (bijv. in
Engeland werden honden met onv olledig
verwijderde tumoren van de studie uitge-
sloten. terwijl in Duitsland bij te weinig
honden postmortaal onderzoek werd
gedaan).

De meeste statistische onderzoekingen
berusten op een analyse van de relatie
tussen enkele tumor- en gastheereigen-
schappen enerzijds en prognose ander-
zijds. De prognose was in alle gerefe-
reerde artikelen behalve één (10)
uitgedrukt in het percentage overleven-
den na 2 jaar (hond) of I jaar (kat).
Ons multifactorale onderzoek naar de
prognose van mammakanker (9) of oste-
osarcoom (10) bij de hond was bovendien
nog gericht op de relatie tussen de ver-
schillende variabelen onderling welke de
associatie tussen aparte variabelen en de
prognose kunnen beïnv loeden. De waar-
de van een dergelijke aanpak kan het
best geïllustreerd worden aan het voor-
beeld van de prognostische waarde van
de groei van tumorcellen in Ivmfvaten bij
honden met mammacarcinoom. f)eze va-
riabele. welke bij eerdere beschouwing
(8) van prognostische betekenis leek,
bleek bij later onderzoek sterk onder de
inv loed tc staan van het type tumorinfil-
tratie dat zeer sterk mct de prognose gere-
lateerd bleek (fig. I).

1.

Overlevings curven \\oor e.vpansie (•---

{ • • ) mammakankers bij de hond.

De getallen betreffen de aantallen van patiënten v\\elke bij het begin van het interval nog in leven waren.

80 %_

\\

3 -v

\\

\\

\\

1 X

T

"T

X

li

i 1 li 2
•). matig infiltrerende (

-ocr page 422-

Na correctie voor de wijze van infiltratie
groei bleek de groei in lymfvaten niet
meer van significante prognostische bete-
kenis (9). Het zal duidelijk zijn dat onze
recente analyses (9, 10) alleen mogelijk
waren door het gebruik van een compu-
ter.

Uit tabel 1 kunnen enkele conclusies ge-
trokken worden, welke ten dele van ver-
gelijkend belang zijn.
De localisatie bleek bij de meeste tumor-
typen geen prognostische betekenis te
hebben met uitzondering van de maligne
melanomen. Melanomen in de mond-
holte bleken kwaadaardiger dan die in de
huid (4. 7).

Het klinische stadium, bij vele humane
tumorziekten van grote prognostische
betekenis, dient, nu binnenkort een vete-
rinair stageringssysteem be.schikbaar
komt, mede betrokken te worden in
prognostische studies.
De grootte blijkt bij vele menselijke en
dierlijke tumoren een belangrijke prog-
nostische factor. Dit is niet verwonderlijk
omdat verwacht kan worden dat grotere
tumoren moeilijk radicaal te verwijderen
zijn en dus een grotere kans op een reci-
dief hebben. Bovendien lijkt er bij grotere
tumoren een grotere kans op infiltratie
\\an tumorcellen in vaten en op onder-
drukking van het immunologische ai-
weerapparaat.

Ook de mate \\ an infiltratiev e groei is \\an
belang in verband met recidief en metas-
tasering.

Bij de hond bleken histologische subty-
pen van mammakanker en osteosarcoom
wel en \\an melanoom geen prognostische
betekenis te hebben.
Merkwaardig is het feit. dat de histologi-
sche maligniteitsgraad, de mate van
\'wildheid\' \\an het microscopisch beeld,
bij sommige tumoren zoals het mamma-
carcinoom van de kat (16, 17) wel maar
bij bij\\. het osteosarcoom \\ an de hond
niet van prognostisch belang is (10).
l.ymfocieten infiltraties om de tumor
(voornamelijk orn de bloedvaten)gelegen
komen in mindere of meerdere mate bij
tumoren \\oor.

Opvallend is dat dit verschijnsel bij de kat
meer uitgesproken is dan bij de hond. Bij
een subtype bij de hond. het comple.xe
mammacarcinoom (8). bleek dat de aan-
wezigheid van veel lymfocieten om de
tumor samenhing met een betere prog-
nose. Bij het mammacarcinoom \\an de
kat (16. 17) en het osteosarcoom \\an de
hond (10) was er geen relatie met de prog-
nose.

Voor ons onverwacht was de bevinding
dat bij de hond bij kanker van de achter-
ste mamma\'s de wijze van opereren (\'ra-
dical mastectomy\' = \'block dissection\'
waarbij mamma\'s met de locale lymfklier
worden verwijderd of \'simple mastec-
tomy\' waarbij alleen de aangetaste
mamma wordt verwijderd) niet gerela-
teerd was met de prognose.
Ook aantasting van de lymfklier door
tumor bleek geen (ongunstige) inv loed te
hebben op de prognose.

De in het algemeen slechte prognose van
de hier besproken chirurgisch behan-
delde tumortypen bij hond en kat lijkt
evenals bij de mens voor een belangrijk
deel te wijten aan de vroege metastase-
ring welke in het algemeen plaats ge-
vonden heeft voor de eerste behandeling
van de primairetumor. Ook bij dieren met
ogenschijnlijk schone
negatieve thorax-
foto\'s kunnen longmetastasen (< 0.5 cm
0) aanwezig zijn. Het hoge recidief per-
centage van vele tumoren bijv. mamma-
carcinoom van de hond en maligne mela-
noom van de slijmvliezen berust o.a. op
de sterk infiltratieve groeiwijze waardoor
radicale therapie zeker wanneer te lang
door eigenaar of dierenarts gewacht
wordt, moeilijk wordt.
Dit betekent dat in de toekomst eerderen
uitgebreider behandeld moet worden
waarbij de locale tumor zo ruitn mogelijk
verwijderd moet worden en de (micro)-
metastasen direct bestreden dienen te
worden door chemotherapie cn of im-
munotherapie.

Uit de gegevens welke ons nu ten dienste
staan (tabel 1) kan geconcludeerd wor-
den dat het gedrag van verscheidene
soorten kankers bij huisdieren veel
overeenkomst vertoont met die bij de
mens. althans veel meer dan het gedrag
van ingeteelde laboratoriumdieren.
Tenslotte, zal het uit het voorgaande dui-
delijk zijn dat histologisch tumoronder-

-ocr page 423-

l abel I. Relatie tussen karakteristieken en prognose bij vcrscbillende tumorziekten.

HOND

MAHMAKANKER
KAT

MENS

MASTOCYTOOM
HOND

MELANOOM
HOND

MENS

OSTEOSARCOOM
HOND HENS

Literatuurreferenties
Ras

(3)

(6)

(9)

(16)

(9)

(2)

(4)

(8)

(8)

(5)

(10)

(10)

Geslacht

-

-

-

Leeftijd

-

-

-

Lokalisatie

-

-

-

-

-

Klin. stadium
prim, tumor

Grootte, volume

-

-

Hi stol. type

-

Groeiwijze

-

Mi tosen

-

-

-

Polymorfie

-

-

-

Di fferentiatie

-

-

-

-

-

Hist, iraligniteits-
graad

-

-

Peritumoreus
lymph, infiltraat

1

-

xx)

-

Type chirug.
behandeling

-

Aantasting region,
lymfklier

1

-

x) alleen bij complex carcinoma
xx) alleen bij medulair carcinoom met lymfatische infiltratie

C

-ocr page 424-

zoek in verband met therapie en prog- DANKBl 11 i(ii\\(i

nose van groot behing is. ■ , i , , ,

,, .... , , . Mi|n ilank gaal ml naar do vele dierenartsen in en

Hopelijk wordt hel in de naaste toekomst om Amsterdam die meegeuerkt hehben aan het
voor praktici mogelijk om histologisch lollou-up onder/oek

onderzoek te laten verrichten, dit Helst in f-^^lien (iroesbeek was de laatste tijd mede ver-
een aantal regionale centra welke met ons ""
Instituut als consultatie!\' centrum een
Ir.\'vA.M. Hart heeU voor/ijn statistische werk de
werkgemeenschap gaan vormen\'. betrouwbaarheid \\an de onder/oekingen in Am-
sterdam verhoogd.

Ons werk is indertijd geïnitieerd cn begeleid door
professor dr. .1. F. Hampc. emeritus-hoogleraar aan
dc Medische Faculteit te Amsterdam en vroeger
hoold van de Afd. Pathologie van ons Instituut.die
ecn belangrijk aandeel heeft gehad in de ontwikke-
ling \\ an ons werk. Aan hem is de/c publikatie opge-
dragen.

I 1I1:RAII I RI.I.ISI

1. Bech-Nielsen. S., Reif. .1. S. en Brodev R. S.: Ihe use of tumor doubling time in veterinarv clinical
oncologv. 1 (■/.
Riktiiil.. 17. CJ;. //_?. (1976).

2. Bostock. I). 1-;.: 1 he prognosis following surgical removal of mastocvtomas in dots../. SnuiH Animal
Pracl..
14, .V, fl97J).

.1. Bostock, n. F.: 1 he prognosis follow ing thc surgical e.xcision of canine mammarv neoplasms Pur ./
(\'ander.
1 1, i.S\'y. (1975).

4. Bostock I). F,.: Prognosis after surgical excision of canine melanomas. I c/. Palhol.. lb. (1979).

5. Brodev. R. S. en Abt I). .A.: Results of surgical treatment in 65 doi;s with osteosarcoma ,/ Am I ci
Med.
.4.V.S., 168, 10.12. (1976).

6. FIse R. VV . en llannant 1).: Sonic epidemiological aspects of mammarv neoplasia in the bitch. I \'d.
Ree.. \\04. 296. (I9\'\'9).

7. Frese k.; Vcrlaulsuntersuchungen bei Melanomen der Haut und der Schleimhaut des Hundes, lei.
Palhol.. 15, (4). 461. (I97H).

8. Misdorp VV.: Histologie classilication and lurther characteri/ation ol tumors in domestic animals.

l(/\\\'. 1(7. .SV. an,I Comp. Med. Acatl. Pres.\\. 20. 191. (1976).

9. Misdorp, VV.en Hart, A. A. M.: Prognostic factors in canine mammarv cancer. .\\ail. Cancer In.si.56
779. (1976).

10. Misdorp VV . cn Hart A. .A, M .: Some prognostic and epidemiologic factors in canine osteosarcoma,./,
V ar/.
Can, er hm.. 62, (1979).

11. Misdorp VV.: Diagnostiek en verdere karakterisering van tumoren bij huisdieren. Tijd.schr. I)ien;e-
nee.sk..
10.1, 49. (j97fi).

12. M isdorp VV . en Hart A. A. M.: Canine mammarv cancer I Prognosis../. Small .Animal Pracr. 20, i.VS.
(1979).

1.1. Misdorp VV . en Hart A. A. \\1.: Canine mammarv cancer 11 Ihcrapv and causes of death. ./. Small
\\ninial Pracl..
20, .JV.V (1979).

14, Owen I,. \\. cn Steel (1, ().: I he growth and cell population kinetics of spontaneous tumours in
domestic animaK,
lirii. ,/, ( an, er. 21. 49.1. (1969).

15, Pcpcr/ccl II, van: 1 fleets ol single doses of radiation on lung metastases in man and expcriment:il
animals, /,;//■, ,/,
Can, er. 8, ftrt.?. 11972).

16, VVciier K,: Feline mammarv tumours and dvsplasia, ProcKchrilt Amsterdam, 19-2.1. (1979).

17, VV eijer, K,. Head. K, VV ,. Misdotp. VV , en Hampc .1. I ,: I clinc malignant mammarv tumors 1
Morphologv and biologv: Some comparisons with human and canine mammarv carcinomas../,
\\ail.
( am er hi.sl..
49, 1697. (1972).

18, V\\\'tlC)-lnlernational Histological Classification of tumoursofdomesticanimals. Part 1, li IIO-Ridleiin.
-50. 1-142. (19^4).

19, WHO-lnternational Histological Classification of tumours ol domestic animals Part 2, l\\ IIO
liidlelin. 5-1, IJ7. (1976).

Om praktische redenen zien we ons genoodzaakt de toenemende stroom van tumoren welke alleen voor
diagnostiek ingezonden worden, sterk te beperken.

-ocr page 425-

Een onderzoek naar de bruikbaarheid van
een rubber kiauwblokje ter ontlasting van
runderklauwen

An Investigation into the Use of Ruhher Shoe Blocks to Avoid
Undue Pressure on the Feet of Cattle

,1. .1. \\an Ainerongen\'

SAMFW An iNCi

Na een kort overzicht over de in de literatuur aangegevett voor- en ttadelen van de
verschillettde methoden ter ontlasthtg vatt de zieke runderklauw. wordt een onder-
zoek beschreven naar de bruikbaarheid van een nieuw type rubber kiauwblokje.
Dit op de Buitenpraktijk van de Faculteit voor Diergeneeskunde otttwikkelde
blokje werd ondergenageld bij 30 niet-kreupele koeien welke gehuisvest warett op
een betottnen roostervloer. Ondattks de ongunstige huisvestingsomstandigheden
was na 3 \\veken bij 76.7\'r en na 49 dagett bij 50\'"( van de dieren nog een hechte
verbinding tussen klauw ett blokje aanwezig. De slijtage van het loopvlak was na
deze tijd te verwaarlozett. Ongunstige ttevenefjecten werden niet waargenomen,
l \'oor langdtirige ontlasting van nntderklauwett lijkt dit type blokje eett geschikt
htdpmiddel.

SUMMARY

,4 brief review of the advatitages and disadvantages of the various ntethods of
avoiding undue presstire on the affected feet of cattle is followed by a report on
a .study
of the use of a new .shoe block itt dealing with this problem.
This new shoe was developed in the ambulatory Clinic
of the Faculty of I eterinary
Medicine in Utrecht. It was nailed tmder the feet
of thirty cows which were not
lattie and were housed on a concrete slatted floor. Despite adverse housing con-
ditions. the feet and shoes were still firmly connected three weeks later in 76.7 per
cent and forty-niiw days later itt 50 per cent
of the animals.
The wear on the rubber shoe block was so slight as to be negligible attd uittoward
side-effects were not observed. This type of shoe block would therefore appear
to be a u.seful aid in avoiding undue pressure on the feet over a prolonged period.

Drs. J. J. van Arnerongen. Wetenschappelijk Medewerker Vakgroep Bedrijlsdiergeneeskiinde en Buiten-
praktijk. Yalelaan 20. De Uithof. .3508 TD Utrecht.

-ocr page 426-

1.1 IM.FlDlNd

Bij de behandeling van klauwkreupelhe-
den is het geven van rust aan de aange-
taste klauw (ontstekingsprocessen, frac-
turen. fissuren) \\an essentieel belang (I.
2, 7. 10). t)oor middel \\an functioneel
bekappen is het niet mogelijk het hoogte-
verschil tussen laterale en mediale klauw
7.0 groot te maken, dat de ontlasting \\an
de aangetaste klauw volledig is. In derge-
lijke gevallen zal men zijn toe\\ lucht moe-
ten zoeken in het gebruiken van hulpmid-
delen. f)eze hulpmiddelen bestaan uit
verschillende soorten klauwschoentjes,
c.q. -blokjes die onder de gezonde klauw
aangebracht kunnen worden. Een ander
argument \\oor het gebruik van deze
hulpmiddelen is het bestrijden van de
pijn, zowel uit humanitaire als economi-
sche overwegingen. Een niet pijnlijk lo-
pend dier zal meer lopen, meer voer op-
nemen en meer produceren (5).

2.1. SOORIFN KI .\'XIIWBI.OK.IFS

Bij het gebruik van klauwblokjcs dient
rekening te worden gehouden met de \\ ol-
gende factoren:

a. De toepasbaarheid - hel bevestigen
dient snel te geschieden en moet
onder alle omstandigheden mogelijk
zijn.

b. f)e slijtvastheid - met name op beton-
nen vloeren dient hier grote aandacht
aan besteed te worden.

c. De prijs - indien het blokje als routine
gebruikt wordt bij dc behandeling
van de klauwkreupele koe. dan dient
het blokje goedkoop le zijn.

d. De duurzaamheid van de fixatie - de
fixatie tussen klauw en blokje dient,
voldoende lang aanwezig tc zijn.

In Nederland worden de volgende blok-
jes gebruikt:

1. Het klauwschoentje volgens Bron

2. Het klauwblokje volgens Wiesner en
Wiesner(ll)

3. Het houten blokje bevestigd met
■ Technovit® (7)

4. Het houten blokje bevestigd door
middel van schroeven

5. Het rubber blokje volgens de Buiten-
praktijk

L;)e voor- en nadelen van de verschillende
in Nederland toegepaste blokjes zijn de
\\ olgende:

1 2.1. Het klauwschoentje volgens Bron

Dit houten blokje kan op eenv oudige cn
snelle wijze door middel van banden en
riemen aan de klauw bevestigd worden.
De fixatie aan de klauw is echter niet erg
hecht.

Het blokje leent zich daarom minder
goed voor langdurige toepassing. Als di-
agnostisch hulpmiddel kan het echter
goede diensten bewijzen.

1.2.2. Hel klauwblokje volgens VMesner en W ie-
sner (II)

Dit blokje bestaat uil een klauwijzer dal
onder de klauw genageld wordl. waarop
een houten blokje \\astgeschroefd wordl.
Het is een snelle methode en leent zich
v oor langdurig gebruik. Helaas is dit type
niet in de handel te verkrijgen, waar-
schijnlijk in verband met de hoge pro-
duktiekosten.

Een ander nadeel dat genoemd moet wor-
den, welk nadeel eveneens geldt voor an-
dere houten klauwblokjcs, is, dat bij ccn
wat langduriger gebruik, met naiue op
betonvloeren, vaak een scheve afslijting
plaatsvindt. Een abnormale gang en
stand kan daar het gevolg van zijn.

I.2..T Hel rechnovif!! blokje

Door middel \\ an de zelf polymerisercndc
kunsthars \'I cchno\\ it«" is het goed moge-
lijk een houten klauwblokje tc bevestigen
(7). Nadelen verbonden aan deze me-
lhode zijn:

a. De omgevingstemperatuur: bij te lage
omgevingstemperatuur (18°) ver-
loopt de uitharding langzaam.

b. De fixatie van het blokje tijdens dc
hardingsfase: onvoldoende of geen
hechting indien tijdens de uithar-
dingsfase beweging is opgetreden lus-
sen klauw en blokje.

c. De reiniging van de klauw: de klauw,
zowel de zool als de wand dienen goed
gereinigd te worden om een goede
hechting te verkrijgen.

Technovi!^-. Kulzer & Co. Bad Homburg. West-Duitsland.

-ocr page 427-

d. Het materiaal van het blokje: hier-
voor geldt hetzelfde als onder 1.2.2.
genoemd.

e. Uit literatuurgegevens uit de humane
geneeskunde is gebleken dat het
werken met Technovit® niet geheel
zonder gevaar is. Cardiale depressie,
contactdermatitis en hepatotoxisch
effect worden beschreven (3. 6, 9).
Voorzichtigheid bij het werken met
Technovit® (stofmaskers) lijkt
daarom geboden. De warmte welke
als gevolg van de exotherme reactie
tijdens het uitharden vrijkomt zou be-
schadiging van het onderliggende
weefsel kunnen veroorzaken (4).

1.2.4 Het geschroefde blokje

Een vierde mogelijkheid voorde bevesti-
ging van een blokje is het vastschroeven
onder de klauw. Na 4 a 5 gaten voorge-
boord te hebben in of iets buiten de witte
lijn kan een houten blokje vastgeschroefd
worden. Een redelijk duurzame bevesti-
ging kan op deze manier verkregen wor-
den. \'Schroefdrukking\' en uitscheuren
van de wand komen echter regelmatig
voor. Verder is ook deze methode nogal
arbeidsintensief en derhalve minder ge-
schikt voor routine behandeling.

1.2.5. Rubber klauwblokje volgens Buitenprak-
tijk

De bezwaren die kleefden aan bovenge-
noemde blokjes (slechte hechting, te
snelle onregelmatige afslijting, te ar-
beidsintensief. te duur voor routine be-
handelingj, hebben geleid tot de ontwik-
keling van een nieuw type klauwblokje.
Hierbij is gestreefd naar een blokje dat
geschikt was voor langdurige behande-
ling, met een hoge slijtvastheid, een lage
prijs en een snelle eenvoudige bevesti-
ging-

Ten aanzien van het materiaal werd ge-
kozen V oor een harde rubbersoort welke
in drie lagen gelijmd werd. De bevesti-
ging geschiedt door het aanbrengen van 5
hoefnagels MUST AD no. 3 (afb. 1). De
blokjes zijn universeel d.w.z. ze kunnen
zowel links als rechts gebruikt worden.

-ocr page 428-

2 1 EKlt \\ ONDI RZOCK

Aangezien het rubher bloi<;je het meest
aantrekkeiijis leek \\oor routinebehande-
Hng \\an dc kreupele koe. werd een nader
oriënterend onder/oek ingesteld ten aan-
zien van de duurzaamheid van de verbin-
ding tussen klauw en blokje, de slijtvast-
heid en e\\entuele afwijkingen in gangen
stand.

2.1.1. M.MF.RI.A.M. HN VtEIHODE-

Op een nielkxeebedrijl van XI) dieren werd hij .10
runderen, in leeftijd \\aricrend van .1 tot 9 jaar. met
ge/onde klauuen een rubber blokje onder één bin-
nenklauvv bevestigd. De dieren werden \'s nachts
binnengehouden en werden gehuisvest op een be-
tonnen roostervloer met ligbo.xen. \'s Ochtends en
\'s avonds moest een afstand van 150 tneter afgelegd
worden over een betonpad naar en van de wei.
Controle \\ati de dieren werd uitgevoerd op dag X.
dag 15. dag 22. dag .16 en dag 47 na aanvang \\ an de
proef. Op dag 47 werden de nog aanwe/ige blokjes
verw ijderd.

Bij iedere controle werd gekeken naar slijtage, fi.xa-
tie cn verlies \\an het blokje en naar afwijkingen in
gang en stand.

Bij het ondernagelen \\an dc blokjes werd de vol-
gende techniek gevolgd:

De /ooi van de klauw wordt \\lak bekapt ten einde
een /o groot mogelijk steun\\lak voor het blokje tc
verkrijgen. Daarna wordt de achterste nagel aange-
bracht. De /wik. het schuine onderste deel \\an de
nagel aan de gemerkte /ijde. dient altijd naar medi-
aal tc /ijn gericht. De punt \\an de nagel wordt
inge/ct in of iets buiten de v\\ittc lijn. waarna /oda-
nig geslagen wordt dat de nagel ongeveer 2 cm
bo\\cn de draagrand naar builen komt. Vervolgens
w ordt de nagclpunt afgeknipt, omgenict en aange-
slagen. Daarna vvordt de voorste nagel aange-
bracht. De overige nagels kunnen nu /onder pro-
bleem in tIe nog open nagelgalen geslagen worden.

In verband met het verschil in stand vandetoon-cn
ver/cnwand worden de achterste nagels bij het aan-
brengen iets naar buiten en dc voorste nagels iets
naar binnen gericht.

2.1.2. RI SIT. 1 A fl-N

De resultaten wat betreft het aantal blok-
jes dat verloren werd en het tijdstip
waarop dit gebeurde, zijn weergegeven in
de onderstaande tabel.

De slijtage van de blokjes welke na 47
dagen verwijderd werden bedroeg 3 mm,
echter alleen aan de voor-buitenrand. De
slijtage van de rest van het steunvlak was
minder dan 1 mm.

Afwijkingen in gang en stand werden bij
twee dieren gezien.

Eén hiervan ging na 2 weken vrij ernstig
kreupel lopen. Zowel bij het gaande als
staande dier werd abductie van het been
waargenomen. Na het verwijderen van
het blokje werden geen afwijkingen ge-
vonden, Stand en gang verbeterden hier-
na snel. Het andere dier vertoonde na 3
weken een /eer voorzichtige gang en
stand.

Het blokje werd niet verwijderd. Na4\'A
week trad weer een volledig herstel in
gang en stand op. Andere neveneffecten
werden niet waargenomen.

.1. DISCUSSII

Cie/ien het kleine aantal dieren dat voor
het onderzoek gebruikt is, is het niet mo-
gelijk definitieve conclusies te trekken.

fabel I. Aantal cn percentage verloren gcgane en nog gefixeerde blokjes op verschillende dagen na het
begin van dc proef

d.

verloren

goede

fixatie

n

7.

n

Z

8

2

6,7

28

93,3

15

4

13,3

26

87,7

22

7

23,3

23

76,7

36

12

40

18

60

47

15

50

15

50

d - a.intal dagen n,i begin van de proef
n - aan!..!! blokjes verloren respectievelijk aanv/ezig

-ocr page 429-

Op grond van de \\erkregen resultaten,
welke tot stand kwamen onder zeer on-
gunstige proel\'omstandigheden (rooster-
vloer. betonpad, ge/onde dieren waar-
door maximale belasting van het blokje),
mag echter wel de verwachting worden
uitgesproken dat dit rubber kiauwblokje
/al voldoen bij de routinebehandeling
van de kreupele koe. De meest gev reesde
complicatie bij het nagelen, de vernage-
ling ol\' de nageldrukking behoort tot de
/eer grote uit/onderingen mits men /ich
houdt aan de juiste nageltechniek. Bij
/eer dunne wanden ol\'zolen is enige v oor-
/ichtigheid geboden.
Ongunstige neveneffecten werden tijdens
de proef slechts bij 2 dieren ge/ien (zie
2.1.2.).

Door het kunstmatig verhogen van een
klauw treden er drukveranderingen op
zowel in de belaste als onbelaste klauw.
Over problemen welke hieruit v oort zou-
den kunnen komen werden geen litera-
tuurgegevens aangetroffen.
In vele publikaties vvordt gewezen op de
gunstige invloed van een blokje op de
genezing van dc (gecompliceerde) podo-
dermatitis (1. 2. 8. 10). Nader onderzoek
hieromtrent lijkt gewenst.
Het voorkomen of bestrijden van pijn.
melkgiftedaling. vermageren en het com-
pliceren van zooilaesies moeten m.i. de
hoofdmotieven vormen voor het toepas-
sen van klauw blokjes als belangrijkste
onderdeel van de behandeling van de
kreupele koe.

D.WKBI 1 l\'KilNd

Voor dc totstandkoming \\an het rubber kiauw-
blokje w il ik gaartie de t irma I .ode harteliik danken
voor haar medewerking.

Veehouder.1. L\'iterwaal ben ik /eereikenteliik \\
/ijn bijdrage in de proef ten aan/ien van het uittes-
ten \\an de blokjes.

in ER A n i R

Amstut/. II. f . Prolapse of the Sole. Von/. I e;. Med.. 16. .siipid. I. .fJII-.tJ.\'^. 11964).
Amstut/. II. \\ . Cattle l ameness. ./. .Am. \\ ei. Meil. .-I.vv. 147. .U.f. (196.^).

I)c>crlc. VV. \\1.. Crossland. S.. Sulli\\an. II. (j. Methyl methacrylate: usesand complications. AORS
.hnirnal.
29. /ii>. 4 Manh (1979).

(ireenspan. A. and Norman. A. A. Complication of Intrapebic Cement Intrusion in total Hip
Replacement.
. Ini. ./. Riinigenology. 1,10. .i27, hehruarv (I97H).

Hilsma. S. .1. Het bepalen \\an melkprodukticdaling tengc\\olgc \\an klauwaandocningcn met behulp
\\an melkcontrolegege\\ens. Referaat Instituut \\oor Zootechniek (1979).

Kessler. M. .1.. Kuppcr. .1. 1... Hrown. R. .1. Accidental mcth>l methacr\\latc inhalation lo.\\icit\\ in a
Rhesus Monke\\ (Macaca Mulatta).
I.ah. Anim. Seienee. 27. (I). (1977).

Moor. A. dc cn Houckaert. .1. 11.. I cchnox it: I en ti.vaticmiddcl \\oor klauw blokjes bij het nmd cn
orthopedische ij/crs bij het kalf.
\\ laiim.s Diergeneesk. I\'ijdselir.. ."tl. 2.S\'.<. (I9(>2).
Numans. S. R.. dc (iroot. .1. .1. cn Németh. I . He operatie\\e behandeling \\an dc gecompliceerde
/ooi/weer bij het rund.
Tiidschr. Diergeneesk.. 91. O"7, 279. (1966).

Rscrolt. R. .1. I.; Contact dermatitis from acrs lic compounds, liriiisli .Jmirnal o/ Dernialtdogx. 96.
:6/977).

VVicrsma..l. M. Behandeling\\an kreupelheden bij het rund met behidp \\ anetoplast\'cn hcnHprothc-
sen.
mdschr. Diergeneesk.. 91). 576. (1965).

VV icsner. P. und VV iesner VV . I in orthopädischer Klauenbcschlag beim Rind. Il /iv/. lieriirizl. Msctir..
.W. 25!. (1951).

1 I.

-ocr page 430-

QoSfi ®Di] m®\\! [S© wïïM

Ziekte en eiproduktiedaling bij kalkoenen door
gebruik van bacterieel verontreinigde
spermaverdunner

Disease and Depressed Egg Production in Turkeys Resulting
from the Use of a Semen Diluent Contaminated by Bacteria

J. H. H. van Eek\' en E. Goren^

SAMENVATTING

Melding wordt gemaakt van acute ziekte en irreversibele eiproduktiedaling bij
kalkoenen gepaard met grote economische verliezen, welke zeer waarschijnlijk te
wijten zijn aan bacteriële verontreiniging van de spermaverdunner,
E.xperimenteel kon de ziekte vrijwel volledig worden gereproduceerd met restanten
van deze sperma verdunner en met een suspensie van de uit de verdunner geïso-
leerde bacteriën.

Bij de sectie werden aangetroffen: actieve ovaria, chronische peritonitis, dooierres-
ten in de buikholte en ontsteking van het infundihulum.

Een functionele stoornis van het infundihulum, gezien de aanwezigheid van
patholoog-anatomische afwijkingens in dit eileidergedeelte lijkt de oorzaak van de
eiproduktieproblemen.

SUMMARY

A report on acute disease and irreversible depression of egg production in turkeys
associated with considerable economic losses, probably due to bacterial conta-
mination of the semen diluent.

The disea.se was almost completely reproducede.xperimentally using remainders of

this .semen diluent and a suspension of bacteria isolated from the diluent.

On post-mortem e.xamination, active ovaries, chronic peritonitis, residues of yolk

in the abdomen and inflammation ofthe infundihulum were observed.

in view of the pre.sence of pathological changes in this portion ofthe oviduct, the

depressed egg production was probably due to impairment of function of the

infundihulum.

I Drs. J. H. H. van Eck. Afdeling Bedrijfspluimveeziekten. vakgroep Bedrijfsdiergeneeskunde Rijksuniver-
siteit Utreciit. Postbus43..3940 AA Doorn.
- Dr. E. Goren. Gezondheidsdienst voor Pluimvee. Postbus 43, 3940 AA Doorn.

-ocr page 431-

IM.I IDINC\'.

In de commerciële kalkoenenhouderij is
het verschil in lichaamsgewicht tussen
haan en hen dermate groot dat natuur-
lijke paring vrijwel onmogelijk is.
Kunstmatige inseminatie (K.l.) wordt
dan ook algemeen toegepast. Veelv uldig
wordt hierbij gebruik gemaakt van een
spermaverdunningsvloeistof /oals aan-
gegeven door l.itjens (1). Gebruik van
deze verdunner levert het voordeel op dat
het aantal benodigde hanen kan worden
gereduceerd en de houdbaarheid van het
sperma wordt verlengd. Dit laatste
schept de mogelijkheid de hanen ten be-
hoeve van de inseminatie van meerdere
koppels kalkoenhennen op één bedrijf te
houden.

Ondanks het feit dat hct sperma niet ste-
riel wordt verzameld ende verdunner wel-
iswaar aseptisch. maar niet steriel wordt
bereid, zijn acute, alarmerende proble-
men ten gevolge van de inseminatie ons
niet bekend.

In dit artikel wordt melding gemaakt
van acute ziekte en irreversibele eipro-
duktiedaling bij kalkoenen gepaard met
grote economische verlie/en (in de orde
van grootte van ƒ 350.000, ) welke zeer
waarschijnlijk te wijten zijn aan bacte-
riële verontreiniging van de spermaver-
dun ner,

.■\\N.\'\\MM:SI I N KI IMSCH ONDERZOI K HI.I
Hri)RI.II SBI ZOI K Hl (ilN NOV IMHI R 1979

Het betrof 6,200 vcrmccrderingskalkoe-
nen geboren eind iu)vember 1978. Dc die-
ren werden zonder noemenswaardige
problemen op 2 bedrijven opgefokt cn op
de gebruikelijke tijdstippen cn wijzen ge-
vaccineerd tegen pseudovogelpest, vlck-
/iektc cn pasteurellose. Na de opfokperi-
ode werden de dieren overgeplaatst naar
4 vermeerderings bed rij ven.
De hennen kwamen begin juli 1979 in
produktie. welke tot ongeveer halfaugus-
tus 1979 geen aanleiding tot klachten gaf.
Daarna werden op éèn bedrijl acute, al-
gemene ziekteverschijnselen bij de hen-
nen geconstateerd: binnen 2 a 3 weken
eveneens op nog 2 andere bedrijven. Het
vierde bedrijf bleef ziekte v rij.
De eiproduktie daalde bij de aangetaste
koppels tot 10 a liY( in één week; de
bevruchting en uitkomst van de eieren
bleef goed. De uitval onder de dieren was
gering.

In aansluiting op een behandeling met au-
reomycine en chlooramphenicol trad een
duidelijke verbetering op in de algemene
gezondheidstoestand van de dieren.
Het feit echter dat de eiproduktie van de 3
aangetaste koppels veel te laag bleef was
aanleiding tot vervroegde opruiming.
De vermelding dat op al deze bedrijven
de hanen nimmer ziekteverschijnselen
hadden v ertoond w as zeer opvallend. Dit
deed de verdenking ontstaan dat de ziek-
teverschijnselen van de hennen te maken
zouden kunnen hebben met de insemina-
tie en met name met de spermaverdun-
ner, welke werd gebruikt, ondanks het
feit dat op elk der bedrijven voldoende
hanen aanwe/ig waren. Deze verdunner
werd door de plaatselijke apotheker be-
reid en afgeleverd in 100 ml flesjes. Voor
iedere inseminatie werd een nieuwe partij
verdunner gebruikt.

Restanten van 8 partijen verdunner be-
reid in de periode van 9 t m 30 juli 1979
en van 3 t m 24 september 1979 werden
door de eigenaar nog steeds in de koel-
kast bewaard. Het betrof 4 volle en 4 niet
v olle flesjes welke allemaal troebel bleken
te zijn.

Mij inspectie van hct koppel op één bedrijf
(± l\'A maand na het begin van dc acute
ziekteverschijnselen) werden behoudens
enkele trage hennen geen bij/ondcrc af-
wijkingen geconstateerd.

I AHORAIORUM-ONDI RZOI K
Scclic

10 hennen: ovaria actief, dooierresten
in de buikholte cn chronische peritonitis,
fevens vertoonden de infundibida om-
stek ingsv crschijnselcn.

BaclerloloRisch (inder/ock

Hennen (hart. lever. milt. ovarium cn ei-
leider): negatief.

Spermaverdunner (8 partijen): 6 partijen
waren sterk bactcrieël verontreinigd:
aantal kiemen variërend van 10^ tot 8.3
10\'\' per ml. Steeds werden mcngcultucren
geïsoleerd: Klebsiella. Proteus. Coliach-
tigen en daarnaast diverse niet nader ge-
typeerde gram positieve en gram nega-
tieve bacteriën.

-ocr page 432-

De overige 2. meest recent bereide ver-
dunners, bleken uitsluitend verontreinigd
te zijn met gisten (Candida soort; 10\' per
ml).

EXPURiMHN rtEl, ONDERZOEK
Half\' november 1979 werden 5 kalkoen-
hennen. afkomstig uit het gezond geble-
ven koppel, in een geïsoleerd hok ge-
plaatst bij de Gezondheidsdienst voor
Pluimvee, en van v leugelnummers voor-
zien.

Na eenacclimatisatie-en observatieperio-
de van èèn week werd met een insemi-
natiepipet 1 ml van ondervermeld in-
oculum in de uterus gebracht:
Hen I:

verdunner bereid 23 juli 1979 (sterk bac-
terieel verontreinigd).
Hen 2:

verdunner bereid 30 juli 1979 (sterk bac-
terieel verontreinigd).
Hen J:

verdunner bereid 24 september 1979 (al-
leen gisten).
//e/i 4:

bacteriesuspensie in PBS. bestaande uit
een mengcultuur van de isolaten (plaat-
afstrijk; geen kiemgetal bepaald).
Eèn week na deeerste inoculatie werd een
identieke tweede uitgevoerd.
Hen 5 fungeerde als blanco controle.
f)e dieren werden gedurende drie weken
na de eerste inoculatie dagelijks geobser-
veerd en werden na die periode afge-
maakt cn geseceerd.

Klinische verschijnselen

Hen 4 staakte v anaf de 3e dag na de eerste
inoculatie dc eiproduktie en was vanaf
dat moment gedurende de gehele obser-
vatieperiode duidelijk tc traag.
Bij dc andere hennen werden geen klini-
schc ziekteverschijnselen waargenomen,
wel produceerden deze dieren tot hel
einde van het experiment regelmatig
windeieren, waardoor de produktie van
normaal schalige eieren daalde.

.Sectie

Hennen J en 5:

actief ovarium, ei in dc eileider, geen af-
wijkingen.

Hennen I en 2:

actief ovarium, chronische peritonitis,
dooierresten in de buikhoite.
Hen 4:

actief ovarium, chronische peritonitis
met sterk ontstoken infundihulum.
meerdere dooierresten en 4 schaalloze ei-
eren in de buikholte.

Bacteriologisch onder/oek

Het bacteriologisch onderzoek van de in-
wendige organen (hart. lever. milt. lon-
gen. ovarium en eileider) verliep bij alle
hennen negatief.

Histologisch onderzoek van de eileider

De uterus, de isthmus en het magnum
vertoonden bij geen der dieren afwijkin-
gen.

In de infundibulummucosa van de hen-
nen I. 2 en 4 werden naast een gering
aantal eosinophiele granuloc_\\ten matige
tot sterke, diffuse Infiltraten van lymfo-
eyten en plasmacellen waargenomen.
Het infundihulum \\an dc hennen 3 en 5
vertoonde geen afwijkingen.

DISC\'i:SSlE EN CONC LUSIES

Het ziektebeeld zoals het onder praktijk-
omstandigheden voorkwam kon vrijwel
v olledig worden gereproduceerd met res-
tanten van de sterk bacteriecM verontrei-
nigde sperma verdunner en met een sus-
pensie van de uit de verdunner geïso-
leerde bacteriën.

De klinischc ziekteverschijnselen op dc
bed rijven traden opronddetopproduktie.
terw ijl het experimenteel onderzoek werd
uitgevoerd met hennen in een latere pro-
dukticfase. Mogelijk zijn hoog produk-
tieve dieren ge\\ oeligcr cn dit zou een ver-
klaring kunnen zijn voor het feit dat
klinische ziekteverschijnselen bij het ex-
perimenteel onderzoek slechts bij ccn hen
werd c n w a a rge n o m c n.
Bacteriële verontreiniging van de ver-
dunner bij aflevering kan niet worden
uitgesloten. Hoewel het veel waarschijn-
lijker is. dat het zeer hoge kiemgetal van
re^"-\'i\'en va;; cnkclc partijen verdunner
een gevolg is van een langdurige bloot-
stelling aan vrij hoge temperaturen
(zomermaanden juli en augustus!). Om

-ocr page 433-

problemen, zoals in het onderhavige ar-
tikel beschreven, te voorkomen, is het
zeer gewenst de verdunner steriel (fil-
tratie) af te leveren in zodanige kleine
porties dat deze in èèn keer met het
sperma kunnen worden vermengd.
De bij de sectie geconstateerde dooierres-
ten in de buikholte, zijn zeer waarschijn-
lijk het gevolg \\an een dysfunctie \\an het
infundibulum, gezien de patholoog-
anatomische afwijkingen in dit eileider-
gedeelte. In de meer distale delen \\ an het
oviduct werden geen afwijkingen ge-
vonden. De produktie van windeieren is
mogelijk een gevolg van verhoogde peri-
staltiek van de eileider.

I ITFRA7l\'l!R

I. l.itjens. .1. B.: Een onderzoek naar het voorkomen van koolhydraten en aminozuren in oviduct en
sperma \\an de kalkoen en naar ccn \\oor de praktijk geschikte \\erdunner van sperma. Proefschrift.
Et recht. 1971.

4i:

-ocr page 434-

Verslag van een
bezoek aan zes veterinaire
opleidingen in
Noord Amerika

oktober/november 1979

Doel van de reis

Algemeen: het onderhouden c.q. verstevigen
van contacten met een aantal zusterinstellin-
gen in de USA en Canada met welke de Facul-
teit der Diergeneeskunde door de AVMA
(American Veterinarv Medical Associa-
tion) - erkenning op één lijn geplaatst is.
Specifiek: het verkrijgen van informatie over
de organisatiestructuur vande instellingen; de
huidige opleiding, zowel betreffende de pro-
fessionele scholing als ook over de z.g. pre-
veterinary years; de wijze waarop de stof
wordt overgebracht en hoe de personele be-
zetting er uit ziet.
Reisschema

De volgende instellmgen werden bezocht:
Ontario Veterinarv College. Universitv of
Guelph. Ciuelph Canada
College of Veterinär) Medicine. Ohio State
Universitv, Columbus (Ohio)
College of Veterinary medicine and Biomedi-
cal Sciences, Colorado State University.
Fort Collins (Col.)

School of Veterinary Medicine. Universitv of

California. Davis (Cal.)

School of Veterinary Medicine. Auburn

University. Auburn (.Alabama)

College of Veterinary Medicine. Universityof

Florida. Gainesville (FTa.)

Delegatie

Dr. Ci. .1. W. van der Meij, dekaan.
prof. dr. S. (i. van den Bergh. voorzitter On-
derwijscommissie,
dr. A. W. Kersjes, bestuurslid.

I. ORCiAMSATIF

Dean\'s Office

Markant in dc organisatie van de Veterinary
Schools of Colleges in de Verenigde Staten is
de sterke positie van de Dean. Fr is in het
algemeen wel veel inspraak in allerlei commit-
tee\'s. soms zelfs ecn \'e.xecutive committee",
maar dat neemt niet weg dat uiteindelijk de
Dean beslist. Hij wordt in zijn taak veelal bij-
gestaan door een of meer associate en of as-
sistant Deans, soms ter algemene ondersteu-
ning, soms belast inet min of meergedelegeer-
de verantwoordelijkheden bijv. ten aanzien
van research, graduate education, undergra-
duate curriculum, student affairs, personnel
& budget enz.

De directe inspraak van studenten is beperkt:
in enkele commissies hebben een paar studen-
ten zitting. Belangrijke invloed wordt doorde
studenten daarentegen uitgeoefend door re-
gelmatige evaluatie van onderwijs en docen-
ten. F)e Deans en trouwens ook andere func-
tionarissen, bijv. de voorzitters van de
\'departments\' worden in de regel voor een
beperkte tijd benoemd (4 a 5 jaar). .Na eva-
luatie volgt doorgaans herbenoeming voor 1
of meer perioden (uitgezonderd Auburn; 4
Deans in 70 jaar!).

Departments

Als we onze vakgroepen vergelijken met de
Amerikaanse departments dan valt op dat er
een duidelijk verschil is in aantal: van 4 (Ciu-
elph) tot 10 (Davis), tegenover 17 in Utrecht.
Dit is enerzijds het gevolg van het feit dat er
basisvakken worden gegeven in de\'Prcvctcri-
nary years", dat wil zeggen het onderwijs
daarin wordt gevolgd bij andere colleges van
de universiteit, anderzijds zijn er ook vakge-
bieden gecombineerd welke bij ons geschei-
den zijn.

De huidige indeling is deels historisch ge-
groeid en berust voor ecn ander deel op toe-
vallige omstandigheden (bijv . persoonlijke in-
zichten van (nieuwe) hoofden van
departments). Fr bestaat in het algemeen wei-
nig neiging tot opsplitsing van departments,
hoewel er binnen veel departments (discipli-
naire) werkeenheden (div isions, sections) ac-
tief zijn, en soms ook v rij autonoorn. In som-
mige universiteiten zijn dc departments dan
ook louter administratieve eenheden.
Zowel in Fort Collins als in Dav is hebben dc
departments nauwe contacten (personele
unies) met aparte research instituten.

C linies and Hospitals

Er bestaat in het algemeen een nauwe samen-
hang tussen de diverse klinische activiteiten
omdat deze ondergebracht zijn in I of 2 hospi-
talen. (ln Ciainesville zijn klinieken, maar in
2 gebouwen, dal wil zeggen paarden en kleine
huisdieren maken gebruik van dezelfde "sup-
port services", daarnaast een aparte kliniek
voor foodanimals.)

-ocr page 435-

De hospitalen functioneren als min ol meer
/elfstandige eenheden onder een enkel- of
meerhoofdige directie.

Dit heeft een bundeling en uniformering \\an
alle benodigde ondersteunende activiteiten
tot gevolg (administratie, medische registra-
tie. laboratoria, sterilisatie en/.,).
De in het hospitaal werkzame stalleden heb-
ben tneestal \'dubbele\' benoetningen: /owel bij
het department als bij het hospitaal voor de
overeengekomen tijdsbesteding. Dit geldt ook
vaak voor de /ogenaatnde basic sciences,

2, DF PF.RSONEFl SBEZr iTING

rijdsbesteding van de stafleden

Met betrekking tot de tijdsbesteding van de
staf is een sterk wisselende situatie aangetrof-
fen, Dit wordt mede veroor/aakt door de
\'grants\'.

Een \'grant\' is een subsidie voor een bepaald
onder/oek, Cioede onderzoekers, vooral als
zij in een veld werkzaatn /ijn dat gemakkelijk
gesubsidieerd wordt, trekken veel \'grants\'
aan. Uit de \'grant" kunnen zij e.xtra personeel
betalen (wetenschappelijk en niet-vveten-
schappelijk)en dus veel meer onder/oek doen.
"Departments\' mct een goede onderzoekrepu-
tatie ontvangen gemakkelijker \'grants\' dan
andere. Ook kan er veel afliangen van de
Dean. Indien deze door informele contacten
weel dat er binnenkort geld vrijkomt voor
onderzoek op een bepaald gebied (bijv. Blue
l ongue), kan hij een aantal tnedewerkers in
die richting souffleren.
Voor basis-wetenschappen kan men gemak-
kelijker subsidie krijgen (bijv, tnodelsludies
voor hutnane geneeskunde) dan voor de kli-
nieken, Deze laatsten zouden door het Minis-
terie van Eandbouw gestimuleerd moeten
worden, maar dit geld gaat gemakkelijker
naar landbouw faculteiten.
De rescarchtijd wordt algemeen aangegeven
als variërend tussen O en 8()\'7; in een enkel
geval l()()\'7, f^e researchtijd van academici die
nog voor een graad (Masters of Ph,D,)
werken wordt hierbij niet meegerekend.
Onder deze restrictie blijkt dat de bezochte fa-
culteiten komen tot een percentage van gemid-
deld
\\5-259( van de tijd beschikbaar voor re-
search per academicus. Men streeft er duide-
lijk naar om dit percentage le verhogen en
tracht dit doel (o,a, in Oainesville) als volgt te
bereiken:

1, Trek academici aan die als het ware
\'grants\' meebrengen; dit zal bovendien het
onderzoekklimaat verbeteren.

2, Zet niet te veel keuze-cursussen op. want

dit gaat ten koste van de researchtijd.
Een dilemma voor de klinieken is dat meer
onderzoek vaak betekent een mindere serv ice
per patient of minder patiënten aantrekken.

Ratio\'s

In verband inet de ratio\'s wordt in de VS en
Canada het begrip \'Full Time Equivalent\'
(FTE) gebruikt. Het is vergelijkbaar met ons
begrip \'manjaar\',

Student/staf-ratio

Dean Phemister (Eort Collins) gaf hierover de
duidelijkste informatie,
Flij berekende voor alle opleidingen in de VS
een ratio; 5,1; I

Bij de opleidingsinstituten die wij bezocht
hebben bleek dit gemiddeld 4..3:1 (met als
uitersten; Gainesville .V, 1, Dav is ,3,1:1 en Fort
Collins 7.2:1),

Slaf/n»p-ratio

De ondersteuning door technisch-admini-
stratief personeel is gemiddeld minder dan
ten onzent. De ratio is mede afhankelijk
van de wijze waarop men de subsidiegelden
(\'grants\') besteedt. Aangezien veel nwp wordt
betaald uit \'grants\'. is er veel ondersteunend
personeel in tijdelijke dienst. Bij drie opleidin-
gen had men betrouwbare gegevens ter be-
schikking: Guelph 1:1,4; Gainesville l;().9en
Davis 1:2.9, In Davis werd gesteld dat aldaar
de beste ratio is. v ergeleken met andere veteri-
naire opleidingen in de VS,
Ciezien het voorgaande is er o,a, in verband
met het aantal \'grants\' per\'department\', ook
vaak een verschillende ratio bij verschillende
\'departments\' binnen één opleidingsinstituut.
De inv loed van de "grants" ontlokte een \'asso-
ciate dean-research" dan ook de opmerking;
"Alles wat we doen in het veld van onderzoek
is de subsidieverstrekkers gehoorzamen\',

DF DUUR VAN DE OPI FIDING
Zowel in Canada als in de Verenigde Staten
duurt de beroepsopleiding aan alle universi-
teiten vier jaar. Dit is niet alleen de officiële
duur van het curriculum, het is ook in de
praktijk de tijd. waarin hel overgrote deel van
de studenten de opleiding voltooit. Het herha-
len van grote stukken onderwijs is er onbe-
kend, Wel worden de studenten zeer geregeld
getoetst. Onvoldoende resultaten moeten
worden hersteld. Dit moet naast de verdere
studie of in de vakantie gebeuren. Bij accumu-
latie van onvoldoenden kan de student van de
universiteit worden verwijderd. Dit gebeurt

Bron; Association of American Veterinarv Medical Colleges comparative data; summarv for the
1978-1979 Academic year, Dr, Max Decker,\'A VMA, 1522\'K" Street, suite 828. \'Washington, DC 20005,

-ocr page 436-

Ciemiddelde duur

2 jaar
4,0 jaar
4,2 - 4,6 jaar
5,0 jaar
4,46 jaar
4,2 jaar

Unisersiteil

Minimum vereiste

Guelph

Ohio

Colorado

I)a\\ is

Auburn

Florida

2 jaar
21/, - 3 jaar
3 jaar
3 jaar
2^/, jaar
2% jaar

echter slechts bij hoge uitzondering. Van de
aankomende studenten studeert 95-100% in
\\ ier jaar af.

Om tot de beroepsopleiding te worden toege-
laten moet echter \\ oldaan zijn aan een aantal
\\ereistcn. Deze betrelfen voor een groot deel
de z.g. preveterinary education. Men moet na
de middelbare school een grool aantal cursus-
sen aan de universiteit met goed gevolg heb-
ben doorlopen. Zoals uit de label blijkt, kan in
de Verenigde Staten de preveterinary educa-
tion niet binnen de driejaar worden afgerond
terwijl verreweg de meeste studenten er (veel)
langer overdoen (tabel 1).
Dit verschil tussen de mininuim en de werke-
lijke duur wordt veroorzaakt dooreen aantal
factoren:

a. de studenten weten dat ze maar een kleine
kans hebben om tot de veterinaire be-
roepsopleiding te worden toegelaten en
proberen dus tevens tc voldoen aan dc
vereisten van andere universitaire oplei-
dingen.

b. veel studciuen, die niet wotden toegelaten,
studeren een jaar verder cn proberen dan
nog eens te worden toegelaten.

c. veel studenten doen meer dan hct tnini-
mum vereiste teneinde een graad te beha-
len (bijv. de master-degree in science).

d. vaak winden in dc universiteit waar men
studeert alleen langere cursusscti aange-
boden dan wat overeenkonu met het mini-
nuun vereiste.

In Canada is de situatie anders. Daar volgen
de aankomende studenten eerst het General
Scicncc jaar. Dit is een gcrnccnschappelijk
eerste jaarvoorvelc opleidingen. .Aan heleind
daarvan volgt dc selectie voor hel N\'etcrinarv
College.

Wie daarv oor wordt toegelaten v olgt dan nog
één preveterinary jaar.
Samenvattend kunnen we dus zeggen dat in
Canada de totale opleiding /es jaar duurt; in
de Verenigde Staten duurt zij minstens zeven
jaar, maar gemiddeld acht a negen jaar.

4. DF FRFVF I FRINARV YF:ARS
De inhoud van dc preveterinary opleiding

Alhoewel in de Verenigde Staten elke veteri-
naire opleiding zijn eigen preveterinary ver-
eisten vaststelt, is er toch een grote luate van
overeenkomst. De vereisten worden vastge-
steld in quarter of semester units. Hen quarter
unit omvat één college of één prakticumiuid-
dag per weck gedurende één quarter (tien
weken). I-.cn semester unit is hetzelfde voor
één semestcr(vijftien weken), fen academisch
jaar wordt namelijk verdeeld in twee semes-
ters ol in drie quarters.
Een student kan per jaar ongeveer 45 quarter
units of 30 semester units vergaren. Dc totale
preveterinary vereisten omvatten verplichte
vakken en keuzevakken (tabel 2).
Onder de verplichte vakken vindt men altijd
1-ngels, chemie, biochemie, biologie, fysica,
genetica, wiskunde en microbiologie, maar
daarnaast ook bijna altijd "humanities" en "so-
cial sciences". Veel voorkomende andere ver-
plichte vakken zijn statistiek, cmbrv ologie en
histologie.

Vaak wordt een ovcrvnlle beroepsopleiding
ontlast door bepaalde vakken ov er te brengen
naar de preveterinary opleiding. Een vak wal
eerst in de opleiding zal, wordt daaruit verw ij-
derd en als ingangs-eis gesteld.
Fen tvpisch voorbeeld van een preveterinarv
progranuna is dat van .Auburn:

fabel 2, Omvang van de preveterinary opleiding.

1 otaal vereist

rniversiteit

Verplicht

Keuzevakken

94-98 quarters
96 semesters
135 quarters
128 quarters
128 quarters

Ohio

Colorado

Davis

.Auburn

tlorida

84-88 qu.
7 I sem.
70 qu.
1 13 qu.
100 qu.

10 quarters
25 semesters
65 quarters
15 quarters
20 quarters

-ocr page 437-

quarter units

English 9

Medical Vocabulary 3

(ot Moderne Taal 10)

World History 9

American (iovernment 5

Animal Biology (with I.ab.) 15

Animal & Dairy Science 5

.Animal Biochemistry & Nutrition 5

Feeds & Feeding 4

Microbiology (with Lab.) 5

Genetics (with Lab.) 5

Mathematics 10

(ieneral Chemistry 15

Organic Chemistry 10

Physics \' 10

Physical Education 3

Keu/.evakken 15
(De/e moeten geko/en worden in Humani-
ties, f ine Arts of Social Sciences.)

5. DE BEROEPSOl\'LEIDINC.
Keu/eiiiogelijkheden

De keu/emogelijkheden verschilden enorm
van universiteit tot universiteit.
De uitersten werden gevormd door Auburn
(geen enkele keu/emogelijkheid) en Davis
(een dilïercntiatie van een jaar een quarter).
Ixn korte samenvatting:
(ludph:

In het laatste jaar een klinisch keu/e-coschap

van H weken.

Ohio:

Officieel moeten de studenten na het eerste
jaar tenminste 25\'; keu/evakken doen. Ze
doen vaak veel meer. Ze /ijn volkomen vrij in
de keu/e, hoewel meestal cursussen uit de
■graduate school" worden geko/en.
Colorado:

In het laatste jaar een klinisch keu/e-coschap

van 4 weken.

Davis:

Zeven differentiatie-richtingen \\an 4 quar-
ters:

1. Mi.xed animal practice (50\'f groot, 50\';
klein)

2. L\'rban practice (geheel klein)

3. Large animal practice (paard, rund,
schaap, varken)

4. Equine practice

5. Food animal practice

6. Zoological practicc (dierentuin-en proef-
dieren)

7. Food animal preventive veterinarv me-
dicine

Daarnaast mogen de studenten /eil een ditïe-
rentiatiepakket samenstellen. Per jaar maken
hier 3 a 4 studenten gebruik van, 50% der
studenten kiest dc eerste differentiaticrich-
ting.

Auburn:

(ieen keu/emogelijkheid.
l-\'lorida:

Zes differentiaties gedurende één quarter in
het faatstejaar.

1. Mixed rural praticc

2. Urban practice

3. Equine practice

4. Food animal practice

5. Aquatic and wildlife

6. Public Health

Ook hier mogen de studenten /elf een diffe-
rentiatierichting samenstellen of een stage
lopen bij een prakticus. Voor de differentia-
ties worden geen colleges meer gegeven, maar
uitsluitend coschappen (zowel klinisch als
niet-klinisch).

Differentiatie

In Amerika kent men. net als in Nederland,
slechts een algemeen dierenartsdiploma met
algemene bevoegdheid. Van de afgestudeer-
den gaat 80Cr in de veterinaire praktijk (400^,
kleine huisdieren, 10\'; nutsdieren, 30% ge-
mengd), Om /ich te kunnen vestigen moet
eerst een "National Board Examination" wor-
den gedaan, (Daarnaast is voor vestiging in
bepaalde staten nog een State Board Exami-
nation vereist). Dit nation-wide examen staat
onder controle van de AVMA, De vragen die
gesteld worden hebben betrekking op de to-
tale, dus gemengde praxis. Dit dwingt de op-
leidingsinstituten hun curriculum daar ook op
af te stemmen. Experimenten met vergaande
differentiatie vvorden hierdoor bemoeilijkt,
maar blijkbaar niet onmogelijk gemaakt.
Zoals boven al aangegeven, werd de studen-
ten, vooral in Davis en Ohio, een uitgebreide
mogelijkheid geboden om zich tijdens de stu-
die op een deelgebied van de diergeneeskunde
tc \'concentreren" ("specialiseren" is ook daar
een woord, dat gereserveerd is voor post-
graduate studies),

Dc AVMA verdedigt haar keu/e voor de alge-
mene opleiding door te stellen dat 48\'; der
afgestudeerden twee jaar na de voltooiing van
de studie iets anders doet dan hij van plan was
op het moment van afstuderen,
In I^avis en Ohio, waar de studie het sterkst
gedifferentieerd was. maar ook in dc overige
universiteiten, werd toch geen enkele bclioeltc
gevoeld aan ccn diploma met gedeeltelijke be-
voegdheden, Men realiseert /ich daar veel
duidelijker dan hier. dat het toch onmogelijk
is een dierenarts op tc leiden, die de dierge-
neeskunde In /ijn volle omvang beheerst.
Wanneer er nu maar openlijk wordt erkend
dat een algemeen bekwaam dierenarts niet
bestaat, dan is cr ook veel minder be/waar

-ocr page 438-

tegen om na een gedifferentieerde opleiding
toch een diploma met algemene bevoegdheid
uit te reiken.

Daar komt nog bij, dat aan die algemene be-
voegdheid ook door de autoriteiten niet al te
zwaar wordt getild. Wanneer een dierenarts
die de laatste \\ijf jaar uitsluitend kleine
huisdieren heeft behandeld, een ernstige fout
maakt bij de behandeling van een nutsdier,
wordt hij tot hoge boetes en schadevergoeding
veroordeeld, ongeacht zijn algemene be-
voegdheid.

Wetenschappelijke vorming

Alleen in Florida kwamen we iets tegen wat
op wetenschappelijke v orming wees. Elke stu-
dent moet daar in de laatste fase een project
bewerken. Dit omvat tenminste literatuurstu-
die, maar vaak ook een klinische studie over
een beperkt aantal patiënten. Er mag ook wat
laboratoriumwerk voor worden verricht (tot
hoogstens 4 weken v an de differentiatie). Over
het project moet een manuscript gereed ge-
maakt worden voor publikatie en een voor-
dracht worden gehouden voor de medestu-
denten.

Klinische oriëntatie

In alle bezochte universiteiten (behalve in Au-
burn) werd er wel iets aan gedaan om de stu-
denten reeds in een vroeg stadium van de
beroepsopleiding met patiënten te confronte-
ren. (Men dient er echter wel op te letten dat
deze eerstejaars slecht vergelijkbaar zijn met
hun Nederlandse collega\'s.)
In Davis ging men hiermee het verst. Daar
werden zowel in het eerste als in het tweede
jaar twaalf echte klinische demonstraties ge-
geven. In andere universiteiten heette het "In-
troduction to clinical Sciences\' (Florida),
"Hospital orientation" (Ohio), of\'Perspectives
in comparative medicine" (Colorado), tnaar
stelde het vaak niet veel meer voor dan drug
administration, blood sampling, animal
handling and animal behaviour.
In Auburn hadden bijna alle medewerkers
van de basisvakken tevens een part-time aan-
stelling bij de kliniek. Zodoende kwam er vol-
gens hen toch een hoop kliniek in het jongere-
jaars onderwijs.

Het vak \'Clinical orientation" in het tweede
semester van het eerste jaar in Guelph leek
nog het meest op wat wij ons voorstellen te
doen in het nieuwe vak \'Diergeneeskundige
Oriëntatie" van de geherprogrammeerde pro-
pedeuse. Merkwaardig genoeg had men ook
te Guelph hiervoor het onderwerp \'de huid\'
gekozen. Als voordeel noemde men daar de
geweldige leergierigheid en bet enthousiasme
van de studenten;een nadeel wasduidelijk dat
veel details moesten worden overgeslagen of
de mist in gingen.

Zootechniek en hvgiëne

Zowel de zootechniek als de VDO komen er
bekaaid af in de Amerikaanse opleidingen.
Wat de zootechniek betreft heeft men de con-
currentie met afgestudeerden van .Agricultu-
ral Colleges eigenlijk opgegeven. Wie in de
vleeskeuring wil gaan. zal aanvullende post-
doctorale cursussen moeten volgen.
\'Onze opleidingen zijn gericht op de veteri-
naire praktijk en daarvoor is maar weinig
zoötechnische en hygiënische kennis nodig",
was een vrij algemeen verkondigde mening.
Men heeft er zich in de Verenigde Staten ken-
nelijk bij neergelegd dat een aantal gebieden
van de beroepsuitoefening v oor de veterinai-
ren verloren is gegaan (en nog steeds gaat). Zo
vertelde men dat de hele bedrijfspluimvee-
ziekten reeds niet meer door diergeneeskun-
digen wordt bedreven en dat men ook de var-
kensbedrijven aan het verliezen is. Men
realiseert zich op sommige plaatsen wel dat de
toerusting van de dierenarts op het gebied van
de zootechniek en de bedrijfsbegeleiding te-
kort schiet, vooral omdat er in principe nog
veel vestigingsmogelijkheden lijken te zijn op
het gebied van de Food Animals (bijv. feed-
lots) en omdat de groei wat uit de (lucra-
tieve) kleine huisdierenpraktijk blijkt te
zijn.

De V Iceskeuring is in Amerika nog een e.xclu-
sieve zaak voor de veterinairen, met dien ver-
stande dat er relatief weinig diergeneeskundi-
gen in werkzaam zijn. In het .Amerikaanse
slachthuis zit één veterinair als verantwoorde-
lijke man ergens op het kantoor. Aan de
slachtlijn treft men uitsluitend middelbaar
personeel.

In Guelph had men tot 1970 een postacade-
mische opleiding van één jaar in Veterinary
Public Health. Deze moest door gebrek aan
belangstelling worden opgeheven. Algemeen
gaf men de schuld daarvan aan het enorme
verschil tussen de overheidssalarissen en de
inkomsten in de praktijk, waar voor alle afge-
studeerden nog steeds plaats te vinden is.

6. ONDERWIJSSYSTEEM
(ieïntegreerd onderwijs

In alle bezochte universiteiten (alweer met uit-
zondering van Auburn) wordt het grootste
deel van het onderwijs in geïntegreerde vorm
gegeven, dat wil zeggen dat het niet per disci-
pline wordt gedoceerd, maar door teams van

-ocr page 439-

docenten uit verschillende departments onder
leiding van een teamleader ol\'coördinator, die
door de dean vvordt aangewezen. Het meest
voorkomende systeem is dat de leamleader
een kleine commissie (4-5 man) om zich heen
verzamelt, die de cursus opzet en die een groep
v an docenten (10-15 man) uitzoekt om de col-
leges te geven. De beschikbare college-uren
worden overde verschillende docenten en hun
onderwerpen verdeeld, zodat er nooit meer
dan één docent tegelijk aanwezig hoeft te zijn.
Het geïntegreerde curriculum start meestal
met geïntegreerde basisvakken die dan bijv.
"Common Medical Principles" (Ohio).\'Intro-
duction to Disease" (Colorado) of\'Introduc-
tion to Medical Sciences" (Florida) heten.
Daarna volgen dan de geïntegreerde cursus-
sen in de ziektekunde van "organen en syste-
men" (zie volgende paragraall en in de infec-
tieziekten (\'Agents of disease"). die dan
uitlopen in het klinisch onderwijs.
Als grote voordelen van het geïntegreerde on-
derwijs werden steeds genoemd de onderlinge
afstetnming van de disciplines, hel grotere
contact tussen de docenten, het vermijden van
ov erlap, het feil dat veel rnakkelijker wijzigin-
gen kunnen worden aangebracht, de betere
tiiolivalie van de studenten, hel efffieienter
gebruik van de lijd van de studenten en het
kunnen weren van hobbv isme van indiv iduele
docenten.

Men zag ook wel de nadelen van het systeem,
maar was toch algemeen van mening dal de
voordelen overheersten. In sommige universi-
teiten. waar men ineens is overgegaan op
100\'; geïntegreerd onderw ijs (Guelph in 1974.
Ohio in 1968. Colorado in 1971). meent men
dal dal een le grote stap was en komt men cr
langzaam weer iets van terug, dat wil zeggen
dat sommige cursussen nu weer disciplinair
worden verzorgd. Overal is tnen echter vast
overtuigd dal men nooit meer geheel naar het
oude svsleetn zal terugkeren.
De volgende nadelen konden worden verno-
men:

1. moeizame organisatie v an rooster en exa-
mens;

2. moeilijker herkenning v an de basisv akken
door de studenten, zodat deze nicl tneer in
de basisvakken promoveren;

.3. teatnleader heeft geen eigen budget;

4. ontevredenheid bij beoordeling van exa-
tnens (hoog cijfer van één docent doel on-
voldoende van andere docent teniet);

5. le weinig contacturen per docent (docent
en student leren elkaar onvoldoende ken-
nen);

6. geen optimale v oldoening voor de docent,
die altijd rekening moet houden met wen-
sen van andere docenten;

7. sommige docenten voelen zich onvol-
doende verantwoordelijk.

Organen en svsletnen

Het geïntegreerde onderwijs is voor een groot
deel gegroepeerd rond de ziektekunde van or-
ganen en systemen. In sotnniige universiteiten
(bijv. Ohio en Colorado) worden die systemen
in één ronde volledig behandeld, dat wil zeg-
gen dat alle kennis vanaf anatomie, fysiologie,
biochemie tol en met pathologie, de diagnos-
tiek en de therapie in één geïntegreerde cursus
wordt afgehandeld, in andere universiteiten
(bijv . (iuelphen Florida)gebeurt de behande-
ling in twee ronden; Eerst worden alle syste-
men van hel normale dier behandeld, waarna
in een tweede ronde de ziekten van de syste-
men worden behandeld. In Davis worden de
meeste svstemen in twee ronden behandeld,
maar somtnige (encodrine system, reproduc-
tion. eye. skin) in één ronde.
Cieheel afhankelijk van de plaatselijke om-
standigheden (en de lokale docenten), hadden
sommige vakken zich soms aan de samenwer-
king onttrokken. Zo zijn bijv. in Guelph de
anatoniie en de heelkunde weer als aparte
vakken hersteld. In Ohio heeft farmacologie
zich uil de organen en systemen teruggetrok-
ken. In Davis zijn bacteriologie en parasitolo-
gie uil de systemen gehaald en verenigd ineen
algemene cursus inleclieziekten. In Florida
hadden de pathologie en de cpidetniologie van
de geïntegreerde systemen afgehaakt.
In Florida heelt tnen overigctis een interes-
sante variant ontwikkeld. Daar worden de
organeti en systemen in twee ronden gedo-
ceerd. beide malen voorafgegaan door één
quarter, waarin de afzonderlijke disciplines dc
gelegenheid krijgen de fundtimcnlcn daarv oor
le leggen. Dc organen en svstemen worden
door één docent (de teatnleader) gedoceerd;
voor de normale svstemen is dal steeds een
lysioloog. voor dc ziekten der systemen een
klinicus.

De namen en tie indeling van de organen cn
svstemen ziui met overal gelijk, maar meestal
V itidt men daarin toch wel dc v olgende syste-
men terug; (indeling van Guelph)
Nervous systetn
Endocrine svstem
1n t egu mc n t a rV s V sle m
Cardiovascular svstem
Reticuloendothelial system
Digestive system
Respiratorv system
f\'rinarv svstem
Reproductive svstem
Musculoskeletal svstem

-ocr page 440-

Audio-visucle middelen

In het algemeen worden In Amerika meer
audio-visuele middelen bij het onderwijs inge-
schakeld dan hier. Misschien geldt dat nog
niet eens zo zeer bij de colleges en praktica (al
waren we wel zeer onder de indruk van de
audiovisuele ondersteuning van de praktica in
Auburn) alswel bij de zelfstudie van de stu-
denten. Overal staan de studenten enorme
collecties video-banden en dia-band-series ter
beschikking, die ze meestal op ieder uur van
de dag (en vaak ook van de nacht) kunnen
gaan bekijken.

f)aarvoor zijn uitgebreide ruimten vol indivi-
duele afspeelapparatuur aanwezig, die de stu-
denten zelf kunnen bedienen.
Deze video-banden dienen soms als repetitie
van eerder behandelde stof soms als ver-
plichte voorbereiding op praktica (vooral chi-
rurgie), soms als illustratie van op college be-
handelde principes.

Alle universiteiten beschikken ook over uitge-
breide audio-visuele dienstverlenende organi-
saties, die behulpzaam zijn bij het vervaardi-
gen van programma\'s, foto\'s, tekeningen,
films, dia\'s, dictaten, video-tapes enz. Vaak
hebben deze diensten (education resources
services of learning resources centers) ook een
ondersteunende taak bij de ontw ikkeling van
de didactiek van de docenten. In Ohio kan
bijv. iedere docent zijn college op video laten
vastleggen en die dan voor didactisch advies
voorleggen aan de Educational Service.
Een speciale service van Colorado verdient
vermelding. Daar zijn acht studeervertrekken
ingericht voor 18 eerstejaars studenten elk.
Elke student heeft daar een eigen bureau met
boekenkast en elk vertrek beschikt over een
aantal exemplaren van de verplichte studie-
boeken, alsook van de dia-band-series cn
V ideo-tapcs met bijbehorende afspeelappara-
tuur. Dit \'home away from home\' bestaat
voorlopig echter alleen voor dc cersteiaars.

7. STACFS BI.I niERF.NARTSFN

Alleen in Auburn is ecn verplichte stage bij
een dierenarts in het curriculum opgenomen.
Hiervoor is een extra (dertiende) quarter aan
de opleiding toegevoegd. De studenten gaan
dus drie maanden vlak voor hun afstuderen in
de praktijk werken. De studenten ontvangen
hiervoor een vergoeding van de dierenarts. Zij
zijn geheel vrij in de keuze waar ze willen gaan
werken, maar de dean heeft een veto-recht.
Zowel de dierenarts als de student moeten na
afloop een rapport schrijven (eigenlijk: een
formulier invullen).

In veel andere universiteiten, die oorspronke-
lijk wel verplichte stages kenden, zijn deze uit
het curriculum geschrapt, omdat men er
slechte ervaringen mee had opgedaan (Colo-
rado), omdat de kwaliteit van de dierenartsen
te veel verschilde (Ciuelph), of omdat men niet
de verantwoordelijkheid v oor de dierenartsen
wilde dragen (Ohio).

Wel komen in een aantal universiteiten (bijv.
Ohio en [)avis) dierenartsen uit de praktijk op
de klinische colleges patiiinten bespreken.

8. SPECIALISATIE

Zoals boven reeds opgemerkt, was de omvang
van het onderwijs in de vleeshygiëne op elk
der opleidingsinstituten minimaal (enkele
uren).

In het normale curriculum is er dan ook niet
meer dan een kennismaking met dit vak. Wil
men deze richting daadwerkelijk op dan dient
na het afstuderen een cursus gevolgd te wor-
den. Deze speciale cursussen (op één of enkele
plaatsen in de VS) van één of twee jaar gaan
uit van de ministeries van Landbouw, Volks-
gezondheid of Defensie.
De meest opvallende cursus was het \'Ciradu-
ate Program in Preventive Veterinarv Medi-
cine\' in Davis. Deze cursus voldoet zozeer dat
deze niet alleen in de VS navolging gevonden
heeft, maar ook in landen als Canada, Austra-
lië en Denemarken. De voornaamste onder-
werpen van de cursus zijn: statistiek, epide-
miologie, preventieve diergeneeskunde, voe-
ding en vogelziekten.

In het algemeen hecht men eraan nascho-
lingscursussen te geven die tot een graad lei-
den. Ook vanuit de ontwikkelingslanden
wordt hierop aangedrongen.
Voorts kent men in de voortgezette klinische
opleiding:

\'Internships\', een algemene training gdurende
1 jaar. deze leidt niet tot een graad.
■Residents\', ecn specialistische training gedu-
rende enkele (2 of .1) jaren, deze leidt op tot
een speciali.satie door de ,A\\\'MA erkend
(Board-certification).

De opleidingen kiezen uit dc \'interns\' de lieden
die zij als \'residents\' willen hebben.
\'Residents\' kunnen (soms) opgaan voor hct
examen \'Master of Scicncc\', ook niet-klinici
kunnen de \'Master of Science\'-graad behalen.
In Davis wordt gedacht over een \'Masters
Program in Clinical Medicine\' voor praktici
die voor één of twee jaar terug komen om bij
te leren.

Ook collegae uit de ontwikkelingslanden zou-
den hiervan kunnen profiteren.
Nog niet is beslist of dit leidt tot een examen of
dat de periode met één of meer artikelen kan
worden afgesloten.

-ocr page 441-

l enslotte is er uiteraard de Ph. D.; dit is niet-
khtniseh. In (Jainesville komen er wellicht mo-
gelijkheden om le participeren in het l\'h. I).-
progratnma \\an de\'Medical School\'(richting
\'Vet. Med. Sciences") naast de mogelijkheid de
1\'h. D. te behalen in Animal Science (\'Agri-
culture School").

(iuelph heeft plannen om een programma te
beginnen waarbij minstens } jaar klinische
training leidt tot het \'Doctorate in Veterinary
Science".

De indruk bestaat dat alle deelnemers aan de
in deze paragraaf genoemde opleidingen veel
meer als student beschouwd worden dan bij
ons.
 (L^ii een recent verslag van

Faculteit der Diergeneeskunde).

mi^mmL

Course for Fracture Treatment
and Reconstructive Surgery in
the Equine

Davos. Switzerland
English language

\\l„nilav H. i:

Opening ol the Course: M. .Mlgiiuer cl til.
.\\0 llistorv: II. Willenegger.

Strueture and f unction ol Hone: II. I leiseh. R.
Schcnk.

Response ot Hone to lnjin\\ and I hcrap\\: B. Rahn.
N\'aseular SuppK ol Bone,
l ag Sere« Principle; I). M. Nunamaker.
Implants and Instruments; (i. k. l aekelman.
Surgical .Approaches. Carpus and Metacarpus: A,
S. I urner.

1 racture of the Carpus and Metacarpus; (i. f. I :ic-
kelnian.

Practical \\\\Ork on Bones Lab. 1;
Lag Screw fixation .trd C:irpal I ractiue:
Lag Screw fixation \'Siiess\' Lraetiue MC III:
I ati Screw I ixiuion Condvlar fracture \\U. III.

TiicsJav. 9.12

Soil I issue Handling; M. \\llgower.

Surgical Approaches. P, and Proximal Sesamoids;

AS 1 urner.

I raclures ol the I irsi Phalanx; (i. I . I aekelmaii.
11. Pctlersson.

I raclures ol the Proximal Sesamoids: (i. 1 . I ackel-
man.

I raclures ol the Ihird Phalanx: (i. I . I ackelnian.

Practical W ork on Bones Lab. 2;

Lag Screw 1 ixation P I hraclure;

Lag Screw I ixation. Sesamoid fraclure;

Lag Screw Fixation. P 111 Lraclure.

I he DCP S\\stem; S. Perren.

Ihe Neiilrali/ation Plate: 1). M. Nunamaker.

The Buttress Plate; (I. I . Faekelman.

Fhe Pension Band Principle; A. S. I urner.

I )iseussion.

December 7-12 in

\\Vcdne.silav 10. 12

Principles and feehniques of Plate Fixation and
the Fffeet of those Feehniques on the Healing Pat-
tern of Bone; 0. M. Nunamaker.
Bone (irafting. feehniques and Immunologic Con-
siderations; Cl. F. Faekelman. B. \\on Rechenberg.
S. Stevenson.

Surgical Approaches to Fong Bones (t.\'lna. Radius.
I ihia); A. S. Furner.
Olecranon Fractures; .1. A. Auer.
Fractures ol the Shaft ofthe Metacarpus and Meta-
tarsus; A. S. turner.

Arthrodesis of the Proximal Interphalangeal and
Fetlock .loints; B. \\on Sails, (i. F. Faekelman.
Histology of the (Irowth Plate; R. Schenk.
(irowth Plate Injuries and Angular Fimbs Defor-
mities; .A. S. I urner.
Practical Work on Bones Fab. .t;
Arthrodesis of Proximal Interphalangeal .loint;
Fixation ofa three Fragment MC III Fracture.
IhursJav. II. 12

Fractures of the Radius; .1. A. Aucncr.
I raetures ol the I ibia; A. S. I urner.
Fractures of the Shoulder; (j. F. Faekelman.
Fractures t)l the Hip; .A. S. furner.
Practical Work on Bones 1 ah. 4;
(irowth Plate Retardation:

Double Plating Fong Oblique Fracture ol Radius.
Radiographic I valuation ol Ndrmaland Disturbed
Fracture Healing: IF Rosen. (1. 1 . Faekelman.
Implant Removal, liming and leehnique; A. S.
I urner.

.law I laclLires; .1. A, .Auer. B. von Sails.
I )iseussion.

I\'ri,l,n. 12. 12

Pre-and Postoperative ( are; (i, L. Faekelman.
Iieatmcn! ol Inlection Folloume Internal Fixa-
tion: A. S. 1 urner.
leehnical Failures: (
Perl or ma nee Record
Internal Fixation: (I.
I eonomies ol Intern:
F:iekelman.

Metalliirgv ol the Implant: O. Pohler

I , Faekelman. .1. A. Auer,
ol Racehorses Following.
F. F:ickelman.
Fixation in lhe Horse: (1. F.

Inlichtingen: Dr. W . 1) Prieur. AO VF f Center.
Institut Straumann .A(l. CH-44.t7 Waldenburg.
Zwitserland. Fel, (061)978080.

-ocr page 442-

Bacteriologie

Sepsis ten gevolge van Campylobacter
jejuni
na bloedtransfusie

F\'epersack. K., Prigogyne. t.. But/ler. ,1. P.. Your-
rassowsky.
E.: Cai)ip\\li)hacH\'r jejuni post-
transtusional septicaemia.
The l.uneei. So. 8148.
vol 11. 911. (1979).

Zoals bekend staal Canipvlohiiewr jejuni momcn-
teel in het middelpunt \\an de belangstelling. (Op
ecn Strccklaboratorium wordt de bacterie vrijwel
dagelijks geïsoleerd als oorzaak van heftige diar-
rhee. Besmetting zou via kippevlees geschieden;
Ref.)

In de /.aneel is nu bet eerste geval beschreven van
een bactcriaemie na bloedtransfusie. Patiënte werd
immuunsuppressief behandeld. Vrijwel ontniddel-
lijk na de transfusie dewaarschijnlijkedonorhad
een hoge titer antistoffen tegen Camp\\ lobaeter
kreeg de patiënte koude rillingenen pijn op de borst.
LMt het bloed werd
t\'anipvlohiu ier jejuni geïso-
leerd. Ondanks behandeling met erylhromycine
werd de bacterie later weer uil het bloed gekweekt.
Patiënte overleed na I I dagen.
Dc auteurs wijzen er op. dat a. bij enteritis ten
gevolge \\an
Ca/n/>ylohueU\'r jejuni hnclcnüemk kan
optreden cn dat b. deze bacterie goed kan overleven
in hij 4° C bewaard bloed.

./. (,ouch»,unc/.

Immunologie

Een lymfoproliferatieve aandoening van
T-cel oorsprong met de verschijnselen
van chronische, lymfatische leukaemie

I hodcn van Velzen. .V. 11.. Botn-van Noordeloos.
.A. H.. Eeltkamp-\\\'room. 1 h. VI.. von dem Borne.
.A. E. (i. Kr.. Melief. C. .1. M. en Silbcrbusch. .1.
Se,j. T. (leneesl... \\2}. 2172-2177. (1979).

Bij chronische lytnfatische leukaetnie is meestal
sprake van proliferatie van B Iv tnlocylen (B lymfo-
cyten zijn de \'voorlopers\' van dc itnmunoglobulinc
producerende plasmacallen; \'E lymlocyten zijn ver-
antwoordelijk voor celgebonden imtnunileitsreac-
ties als bijvoorbeeld bij de luberculinercactie;
Re/.).
De auteurs beschrijven één van die zcldzatne geval-
len. waarbij bij Cl.1. juist sprake bleek van een
proliferatie van f cellen. Zeer interessant is ecn
tabel waarin verschillen worden aangegeven tussen
1-Cl.l. en B-Cl.1. (zouden overeenkomstige ver-
schillen ook bij de hond kunnen worden waargeno-
men.\';
Rej).

T-Cl.l. koiTit meer op jongere leeftijd voor. zou
meer huidafwijkingen (Icukaemische infiltraties)
geven, lymfadenopalhic treedt slechts in ± .lO\'V der
gevallen op en bij ongeveer de helft der patiënten
met n -Cl.l. wordt een absolute granulocytopenie
aangetroffen, terwijl dit fenotneen bij B-Cl.1. onl-
btcekl.

./. (joudswaan/.

Rund

Corynebacterium equi uit een op tuber-
culose lijkende laesie in een bovine
lymf-klier

Lloyd .Len Pelt.l. R.: Corvnehuewrium equi Uomn
lesion resembling lubereulosis in a bovine lymph-
node.
.Ausu-. vei. ./.. 55. /98. (/979).

Laesies, dic leken op actieve tuberculose werden
opgemerkt in één van de retropharv ngealc lytnf-
klieren tijdens de vleeskeuring, liet bacteriologisch
en cultureel onderzoek op tuberculose verliep nega-
tief. Ecn aerobe cultuur op runderbloedagar weid
geïndentificecrd als C.
equi.

Deze bacterie is zeer bekend als pathogeen voor
paarden en kan minstens één jaar in de bodem
ov erleven. Omdat op hetzelfde bedrijf paarden w er-
den gehouden, lijkt het mogelijk, dat dit organisme
uil het equine reservoir afkomstig is. In de literatuur
worden slechts twee gevallen genoemd, waarbij C.
equi werd gekweekt uit op tuberculose gelijkende
laesies van dc mesenteriale lymf-klicren van een
rund.

./. /. /ërpsna.

Varken

( occidiose bij biggen

itis in Piglets. I el. I\'uihol..

Stuarl. B. P.. I.indsav. D. S.. Ernst..1. V. cn (losser
U.S.; /sospowsuis
17. H4-9.1 (/98I))

Beschreven wordt een e.xperimentelc besmetting
met coccidiën van het soort
/so.spom suis. .Aanlei-
ding voor dit onderzoek waren 47 gevallen van
klinische coccidiose (bevestigd door sectie). Hierbij
werd 2.1 maal
/sospom suis geïdentilicecrd.

-ocr page 443-

Er werden 45 biggen van 10 dagen oud besmet met
een wisselend aantal gesporuleerde oocysten
ho-
spam suis.
[liarrbee trad op 3 dagen na de besrnet-
ting(alleen indien 150.000 of meer oocysten werden
ingegeven). De diarrhee hield tot 5 dagen aan. Met
een gilt van 400.000 oocysten trad sterfte opdrie tot
vier dagen na de besmetting. Bij sectie vond men,
afhankelijk van de dosis, van atrofie van de darm-
villi (vooral in het jejunum) tot een necrotiserende
enteritis.

Decoccidién werden in diverse ontwikkelingsstadia
teruggevonden in aantallen die opliepen tot 64.000
oocysten per gram faeces. De/.e getallen waren het
hoogst op de achtste dag na de besmetting.
Andere /iektekiemen /oals pathogene £
coli, rota-,
corona- en E.G.E.-virus werden niet aangetoond.
In de discussie werd gesteld dat de prepatent perio-
de vijf dagen is, een experimentele besmetting met
200,000 oocysten komt overeen met het klinische
beeld (geen sterfte, profuse diarrhee, beginnende
necrotiserende enteritis).

Uiteindelijk treedt herstel op \\an het darmepitheel
vanuit de darmcrypten,

./, Bakker.

De uitslag van dit onderzoek geeft aan de prakticus,
respectievelijk de gezondheidsdienst de mogelijk-
heid de dieren met een verhoogd risico reeds vóór
de partus te onderkennen. Ook dieren die een
gevaar vormen doordat ze veel bacteriën met de
urine verspreiden, kunnen met deze techniek wor-
den onderkend.

Voorstellen worden uitgewerkt om bedrijven te
saneren op basis van dit onderzoek.

W. A. J. Cromwijk.

Voecdingsmiddelenhygiëne

Resistentie-percentages van bepaalde uit
voedingsmiddelen geïsoleerde bacteriën

Vidon, D., Jacob, S., and Ganzenmuller, M.: Eco-
logy of transmissible R-factors in food isolated bac-
teria in eastern Erance. Tenth Int. Symp., organized
bv Committee of Eood Microbiology and Hygiene
J.AMS, sept. 5-10-1977, Ed, K, Sobolewska - Cer-
onik
ei ai in: Eood as an ecological environment
for pathogenic and index micro-organisms, vol, 2,
216-227.

Varken

Routine onderzoek van urine bij zeugen

Petersen, B.: Die Harnuntersuchung bei der Sau -
eine einfache Methode zur Erkennung von Pro-
blemtieren.
Der Praktische Tierarzt. 1092. (1979).

MMA wordt gerekend tot de factorenziekten.
Van deze complexe ziekte in het puerperium is de
primaire oorzaak niet bekend, een antibioticum-
therapie is dan ook niet altijd in staat de bedrijfs-
problemen te laten verdwijnen.
Schrijver suggereert dat urineweginfecties in de
Pathogenese van MMA een belangrijke rol spelen.
Met behulp van enkele eenvoudige technickcn
wordt het mogelijk vele urinemonsters door hulp-
krachten te laten onderzoeken, respectievelijk
voorbewerken.

De volgende methoden van onderzoek worden
beschreven:

A. de \'dip-slide\' test, een staafje met voedings-
bodem wordt tijdens het urineren in de straal ge-
houden en vervolgens in een buisje opgesloten,
gereed voor verzending. Met deze techniek is een-
voudig kwantitatief en kwalitatief B.O. mogelijk.

B. de combinatie-test-strip maakt het mogelijk
na indompeling in urine, kwalitatief (en kwantita-
tief) chemisch onderzoek te verrichten op nitriet,
PH, eiwit, glucose en bloed.

itie van bacterien tegen an-
.ormt ecn probleem in de

De toename van resist
timicrobicle middelen
cu ra t ic \\ c ge necs k u nde,

De opname van (multi-)resistente bacteriën via le-
vensmiddelen zou hierbij een rol kunnen spelen.
Daarom is in oost-Erankrijk gedurende 36 maan-
den het percentage resistente
Escherichia coli. Sta-
ph rlococcus aureus
en .Sahiiouella stammen, geïso-
leerd uit levensmiddelen, bepaald,
levens werd de overdraagbaarheid van deze resis-
tentie via R-factoren onderzocht,
In het totaal bleek van de 1,565 geïsoleerde stam-
men 26,3\'; (multi-)resistent te zijn. De verdeling lag

als volgt:

stammen (voor-

15,5% van de geïsoleerde E
namelijk tegen tetracyclines):
34.6\'; van dc geïsoleerde .Sü//)(()/)(\'//ü-stammen
(voornamelijk tegen streptoniycine,
Sulfonami-
den en nitrofurantoin) (Euradantin):
56\'\'; van de geïsoleerde ,V,
aureus stammen
(voornamelijk tegen Sulfonamiden),
De resistentie-percentages varieerden met de oor-
sprong van de produkten waaruit de bacteriën ge-
ïsoleerd werden.

E\'it hel onderzoek van de overdraagbaarheid
ictracycline-resistenlie van
E. coU en Sahtti
bleek 26\'; van de E. coli stammen deze
R-faclor over tc kunnen dragen,
(Uit eigen ervaring blijken vooralsnog in Ned

van de
mella.
via de

erland

resistentie percentages voor le

J. H. Kruyswijk.

iets minder hoge
komen;
Ref.)

-ocr page 444-

Voedingsmiddelenhygiëne

De vlieg als verspreider van Yersinia en-
terocolitica

t-ukushinia. H., Ilo, V., Saito. K.. I subiikura. M.,
and Otsuki. K.: Role ol the Fl\\ in the I ranspoit ol
Yersinia cnlcrin i>lincu. Appt. & tjiviriinni. Miero-
hiiil.. 38. (5). 111(19-11)10. (1979).

De auteurs uïj/en op een sterke toename van het
aantal Yersinia isolaties in .lapan. Hoewel over-
dracht van dier ol mens op mens mogelijk is. wordt
in de meerderheid der gev allen indirecte transmissie
vooral via het voedsel verondersteld.
De auteurs isoleerden ).
enieri>eiilinea van hiotv pc
4 cn serotype vliegen alkomstig van een varkens-
stal en een boerderijkeuken. Zij veronderstellen dat
de vlieg een belangrijke rol kan spelen bij dc conta-
minatie van voedsel met dit micro-organisme.

//. .\\l„l.

Vogel

Een respiratoire aandoening veroor/aalct
door herpesvirus bij amazonepapegaaien

Winteroll. (i. und (lylstorlï, I.: Schweredurch Her-
pesvirus verursachte Erkrankung des Respirations-
apparates bei .Nma/oncn.
Herl. Müneh. Tierärzll.
W sehr..
92, 277-2H0. (1979).

In 1978 waren beide auteurs geconlronteerd met
/ieke cn dode ama/onepapegaaien uit verschillende
quarantainestations. Dc meeste vogels waren af-
komstig van Paraguay.

Alle vogels vertoonden /eer ernstige respiratoire
verschijnselen. De /iektcverschijnsclen begonnen ."i-
6 dagen na aankimist. De morbiditeit was 100\' (, de
mortaliteit liep op tol M\') in verloop van 2 maan-
den,

.Alle dieren waren in een matige tot slechte voe-
dingstoestand. Heide ogen waren mct een sereus tot
helder miiccus secreet\'verkleefd.
Eit de neus kwam eveneens een sercu/c afscheiding,
l ater waren de ncusopeningen verstopt mct een
vuil. geelbruin muceus materiaal.
De snavclholte was gevuld met een taai slijmig ma-
teriaal. De dieren hadden een rochelende ademha-
ling en stierven meestal door verstikking.
Het karakteristieke scctiebeeld vertoonde ernstige
veranderingen van de bovenste luchtwegen en de
longen; rhinitis. mueeu/c tot diftcroide pharv ngitis.
larvngitis en Iracheïtis. haardvormige fibrineu/e
bronchopneumonie. longbloedingen cn longoe-
deem. Daarnaast werden ook regelmatig afwiikin-
gen aan andere organen gevonden).
Eit een aantal gevallen konden bacteriën geïsoleerd
worden waaronder
SalnioiielUi. Ook s\'chimmcis
werden soms gekweekt en aangetoond.

Eit V rijwel alle gevallen werd echter mct de eik week
via C\'.AM enting een virus geïsoleerd.
Op grond van EM werd aangetoond dat het hiei
ging om een herpesv irus. Pacheco /iekte en pokken
konden worden uitgesloten.

Het virusisolaat reageerde in de agargelprecipitatie-
test met antiserum tegen het infectieu/e larvngotra-
cheïtis V irus (I E I )en was bij experimentele infecties
matig pathogeen voor kuikens en jonge hennen.
Het vcroor/aakte een partiële immuniteit tegen een
pathogene H.\'l stam. Bij /ieke papegaaien kon het
virus meestal geïsoleerd worden uit trachea-
uitstrijkjes. maar soms ook uit de ontlasting.
Serologisch konden geen antilichamen tegen het
herpesv irus aangetoond worden bij de/e dieren.

(,. U. Dorresiein.

Ziekten van Kleine Huisdieren

Wisselwerliing van phenytoine met
chlooramphenicol of pentobarbital bij de
hond

Sanders. ,1. E.. Ycary. R. A.. Eenner. W . R.. Po-
wers, J, D,: Interaction or Phenytoin with Chlor-
amphenicol or Pentobarbital in the dog.
Journal of
Amer. \\ ei. Meii
.4,v.v.. 175. (2). 177-180. (1979)\'

Bij twee honden dic gedurende I jaar mct phenyto-
ine en phenobarbital tcr voorkoming van toevallen
waren behandeld, ontstond hvpcrmetrie cn ataxie
12 uur nadat hen tevens nog chlooramfenicol
werd toegediend. Na het staken van de ehloor-
amfenicoltoediening verdwenen de verschijnselen
binnen 24 uur. Naar aanleiding hiervan werden
de volgende proefnemingen met laboratorium-
honden verricht:

1, Gedurende 5 dagen werd aan4beagles Phenytoi-
ne (15 mg kg) i,v, gegeven cn vervolgens gedu-
rende 5 dagen chlooramfenicol (50 mg kg),

2, 6 \\\'olwassen honden kregen een narcose mct
pentobarbital (25 mg kg) i.v, en gedurende dc/c
narcose werd phenvtoine gedurende 90 minuten
gcïnluseerd (18()-.V.10 -g kg minuut olwcl in
totaal I2.5-.16.,3 mg kg).

I it de eerste proef bleek dat de halfwaardetiid van
phenytoine toenam van .3 tot I5uuren uit de tweede
proef bleek dat de hoeveelheid phenvtoine in hel
serum 2 uur na het beëindigen van het infuus nog
onveraiulcid was. Dus ook hier een vertraagde :il-
bi.iak van het phenvtoidine.

Indien honden met toevallen worden behandeld
met een combinatie van phenv toine cn phenobarbi-
tal /al de hoeveelheid phenvtoine moeten worden
verminderd indien men tevens chlooramfenicol aan
dc behandeling wil toevoegen. Beter is het echter
om de combinatie chlooramlcnicol en phenvtoine
tc vermijden.

Bij de laboratoriumhonden ontstonden geen vergif-
tigingsverschijnselen, daar de hoeveelheid pheny-
toine hiervoor blijkbaar tc laag was. Dcdoscring bij
dc twee patiënten was:

Spaniel: .1 x daags 100 mg phenvtoine - 16.7 mg
pentobarbital I x daags per os.
Ierse setter: x daags 400 mg phenvtoine < ,1 s
daags 66,^ mg pentobarbital.

II. //. Thalheimer.

-ocr page 445-

Nutztierethologie

Das \\ erhalten landHirtschaftllcher Nut/tiere
Kine angewandte \\ erhallungskunde für die Praxis

fl, II- Samhraus (red.), Miine)ien; II. Brinnrner,
(iiessen: G. \\an Putten, Zeist; M. Schäfer. Fran/-
heini; Ci, W\'ennrieh, Celle,

IPuiiI Parev. Herlin. ISHS 3.4S9.6I).2.^6.6 /),!/ 7H.
.<16 /HIK. H9 afh.j

Inleiding voor leken in de landbouwethologie

Fr /ijn de laatste jaren over hel gedrag \\an land-
bouwhuisdieren nogal wat sanienv attende litera-
tuurover/.iehten verschenen in boekvorm,
llafe/ ( Fhe behaviour of domeslic animals) is het
oudst, maar is in de derde druk geheel bijgewerkt.
Dit boek betreft voornamelijk Fngelstalige litera-
tuur, Het is echter onleesbaar door de opsomming
van feiten en conclusies uit de literatuur /onder
enige svnthese. Het is ook niet goed bruikbaar als
handboek, daar het bij lange na niet compleet is.
zelfs niet voor wat betreft de belangrijkste versche-
nen literatuur.

Porzig (Das Verhalten landwirtsehaftlicher Nutz-
tiere) is een goed boek. goed leesbaar, ten dele nogal
ouderwets, maar helaas uitverkocht.
Frascr (Farm animal behavioiu) en W\'ood.Gush
(Fhe behaviour of domestie lowl) vullen elkaar
goed aan. daar het ene boek de kippen niet be-
spreekt en het andere alleen kippen. De boeken zijn
echter niet geschikt om het gedrag van een bepaalde
diersoort te leren kennen. Daar is Fraser te opper-
vlakkig voor cn W\'ood-Gush vóóronderstelt vrij
veel kennis v an kippen. Maar ook als handboek dat
de bestaande literatuur toegankelijk maakt en sa-
menvat is Wood-Gush ongeschikt daar het daar-
voor te onvolledig is en te zeer betrokken op de
Engelstalige publikaties.

Reiner (.Nngewandte N\'erhaltungsforsehung bei
landwirtschaftlichen Nutztieren) probeert de be-
staande literatuur toegankelijk te maken door mid-
del van registers met onderscheiden ingangen. De
eigenlijke tekst is erger dan gortdroog. Maar het
boek kan zijn nut hebben voorde lielTiebbers vooral
naast Hafez.

Sambraus is het laatst verschenen en van alle ge-
noemde boeken het meest plezierig om te lezen,
onder meer doordat het zich richt lot het minst
belezen publiek. Maar ook doordat een bepaald
verhaal niet voortdurend wordt onderbroken door
de vermelding welk detail ervan er door welke on-
derzoeker is gevonden, en de toevoeging van allerlei
bijzonderheden die voor het eigenlijke verhaal niet
van belang zijn maar alleen voor degene die een
bepaalde publicatie wil zien samengevat. Dit stre-
ven naar een combinatie v an leerboek en handboek,
waar Hafez zo onder lijdt is door Sambraus geluk-
kig niet nagestreefd. Sambraus is diudelijk een leer-
boek. met een gering aantal literatuurverw ijzingen,
maar deze zijn wel zeer uitgekiend. .Als inleiding tot
de landbouwethologie is Sambraus dan ook zeei
geëigend. Om een detail op te zoeken zijn echtei
Hafez en Reiner geschikter (bij gebrek aan beter).
Het kan zijn nut hebben een aantal gegevens vande
genoemde boeken naast elkaar te zetten;

Wood-

Redakteur ol aineur:

Hafez

Porzig

Fraser

Gush

Reiner

Sa nibr

Herkomst:

isa

ddr"

(.h

(,h

d

d

laar van uitgave

1%:
(le dr )
197.5
(,1e dr,l

1969

197.1

1971

1974

197X

1 ot, aanl. paguia\'s:

,5,10

4,10

196

155

,122

.115

,Aant, pag. v. h. bijz.

gedeelte

dat betrekking heelt

op bep.

diersoorten (- 100\',

217

29X

.17

155

1 12

22X

hond en kat;

21 \'7

0\',

0\',

0\',

0\',

()\'■,

paard;

1,1\'-,

0\',

24\',

0\',

1.1\',

15\';

rund:

14\'-,

,19\',

.15\',

O\'-,

.1.1\'-,

.15\'-;

geit en sehattp:

15\',

9\',

19\'V

()\'■,

14\'-,

ix\'-,

varken:

1 1\',

2,1\'-,

">2\',

0\',

21\'-,

20\',

pliunnee;

26\',

.10\',

0\',

100\',

19\',

12\',

-ocr page 446-

Voor en aleer men een goed in/iehl kan verkrijgen
in de landbouvvetliologic dient men enigermate op
de hoogte te zijn van de algemene ethologie. Hier-
voor zijn genoeg boeken en boekjes in de handel.
Dat is geen probleem.

De boeken over landbouvvethologie echter zijn hier-
voor geen van alle te gebruiken. Zo omvat zelfs het
algemene gedeelte van Sambraus grotendeels on-
derwerpen die zeer sterk de landbouw betreffen,
zoals behandeling van dieren, transport, gedrags-
storingen, aanpassing. Wel is het zo dat een echt
algemeen onderwerp als Prägung (een leerproces
waarbij de kenmerken van vitale onderdelen van
het milieu zeer snel en onuitwisbaar in het geheugen
worden vastgelegd), op een voortreffelijke manier
wordt behandeld door Sambraus, maar dan toege-
spitst op situaties in de landbouw.
Naast deze positieve opmerkingen toch ook nega-
tieve kritiek op Sambraus. Het is niet duidelijk op
grond waarvan de beschikbare ruimte van het boek
over de verschillende diersoorten is \\erdeeld. In
ieder geval niet overeenkomstig de bestaande litera-
tuur (de kippen hebben dan te weinig), of het econ-
omisch belang (geiten en .schapen dan le veel), of de
emotionele relatie van de mens met het dier (paar-
den dan te weinig). Waarschijnlijk heeft de persoon-
lijke voorkeur van de redakteur (een runderman)
een te grote invloed gehad.

Het is verder jammer dat het begrip welzijn (defi-
niëring en operationalisering) niet behoorlijk is be-
handeld. Het wordt in precies 150 woorden afge-
daan in het algemene gedeelte en dat is wel erg
armzalig. In het bijzondere diersoortgedeelte komt
het hier en daar alleen maar even ter sprake, zodat
men zich met Sambraus\' boek bepaald niet op de
hoogte kan stellen van de stand van zaken van de
kennis van het welzijn. Men zou toch in 1978 wel
wat anders verwachten! Dit te meer, daar vier van
de vijf auteurs in het verleden nogal eens van zich
hebben doen spreken door duidelijke uitspraken
over het welzijn van de landbouwhuisdieren in de
tegenwoordige veehouderij.

Biront. P.. Meulemans, G., Charlier. G., Castryek.
F.: Isolatie bij mestvarkens van een Inlluenza A
virus verwant met de New Jersey-stam (H s«i).

Biront. P.. Dekeyscr. P.: De rol van infecties in
het smedi- cn abortussyndroom bij de zeug.

Peeters. J. E.. Halen. P.; Efficacy of some cocci-
diostats against intestinal coccidiosis in rabbits:
.1. Metichlorpindol Methylbenzoquate. (Effect
van enkele cocidiostatica op darmcoccidiose bij
het konijn).

Overzicht

Janssens, F.. De Moor. A.: Algemene acupunctuur
met nadruk op therapeutische en analgetische
aspecten bij de huisdieren (deel 3).

Verslag

Devos, A., Viaene, N.. Spanoghe. 1... Devriese, F.,
Okerman, f.., Bijnens, B.: De gezondheidssitua-
tie bij pluimvee en konijnen in 1978.

Degene die het register van trefwoorden heeft ge-
maakt heeft kennelijk moeite gehad met het alfa-
bet, want binnen de letter S wordt een heel bijzon-
der systeem gevolgd.

Hoe het zij, Sambraus is een goed boek, nuttig en
informatief, niet al te moeilijk van inhoud, met
duidelijke indelingen, met niet veel maar wel goede
illustraties, duur maar zijn geld waard.

C. C. Branlas.

Vlaams Diergeneeskundig Tijdschrift

Onderstaand volgt de inhoud van aflevering 1
(januari\'februari) van het
Vlaams Diergeneeskun-
dig Tijdschrifl.
49, (l), (1980j

Oorspronkelijke bijdragen

Vandeputte, J., Pensaert, M., Castryek, F.: Sero-
logische diagnose en onderzoek naar versprei-
ding van het varkens-influenz.avirus in België.

-ocr page 447-

D

Van de Veterinaire Hoofdinspectie van de
Volksgezondheid tevens Directie van de
Veterinaire Dienst

BESMET! ELIJKE DIERZIEKTEN

!)icr/iektenbul!etin Nr. 7 van de Veterinaire Dienst
over liet tijdvak van 1 tot 15 april 1980 vermeldt de
volgende aantallen gevallen van aangiftepliehtige
besmettelijke dierziekten in Nederland.

■AFRIKAANSE VARKENSPEST
Itairé

Gedurende de tweede helft van maart is in de
Sardijnse provincie Nuoro opnieuw 1 geval van
Afrikaanse varkenspest gemeld.

I ge\\al

1 geval

9 gevallen in 8 gemeenten
5 gevallen

2 gevallen
I geval

1 geval

2 gevallen

Atrofische rhinitis

\'Eotaal 22 gevallen in 21 gemeenten

Groningen

Friesland

Overijssel

Gelderland

Utrecht

Zuid-Holland

Noord-Holland

I iniburg

VESICUI.AIRE VARKENSZIEKTE
Itali\'é

De Veterinaire Dienst te Rome gaf op 1 april
kennis van gevallen van vesicuiaire varkens-
ziekte die in de tweede helft van maart in het
land waren gemeld. I in Ravenna en 2 in Modena.

Rotkreupel

Eotaal 45 gevallen in }} gemeenten

Groningen

Friesland

Drenthe

Overijssel

Noord-Holland

Zuid-Holland

1 geval

If) gevallen in 9 gemeenten
17 gevallen in E\'? gemeenten
1 geval

6 gevallen in 5 gemeenten
4 gevallen

Schurft

Eotaal 1 geval in Friesland

Vogelcholera

lotaal I geval in Noord-Brabant

MOND- EN KEAUWZEER
l .S.S.R.

Per telegram van 18 april liet dc Veterinaire Dienst
te Moskou weten, dat op een boerderij te Mik-
hailovskoe. Cbiniiskliiski-district, Republiek Mol-
davië, bij 500 varkens tnond- cn klauwzeer van hel
type C was bevestigd.

Men is tot maatregelen overgegaan om de ziekte
te elimineren. In hct bedreigde gebied zijn vatbare
dieren ingeënt mcl monovaicnt vaccin type C\'.
Strenge sanitaire maalregelen zijn genomen.

Equador

Op 9 april liet de overheid le Quito weten, dat
er in februari 2 mond- en klauwzeeruilbraken
(type A) waren vastgesteld in het land,l in de
provincie Esmeraldas en 1 in de provincie l.os
Rios.

Van de op de 2 betrokken boerderijen aanwezige
2270 dieren zijn er 68 besmet.

-ocr page 448-

Mei:

19 22 AO-Vet. eursussen, Waldenburg (Zwit-
serland) (pag. 307).

20 Afd. Noord-Holland K.N.M.v.D. Leden-
vergadering.

20 2.1 Federation of Veterinarians of the EF(1.
Stockholm.

21 -24 16. Internationales Symposium über (ic-

schichte der \\\'eterin;irmedi/in (pag. 572 1979
en 186).

21 Afd. Friesland K.N.M.v.D. Fedenvergade-
ring. Motel te Heerenveen. aanvang 14.00 uur.

22 Ciroep Veterinaire Homoeopathic
K.N.M.wD. Vergadering. Beatri.x-gebouw.
.laarbeursplein. L\'trecht. Aanvang 20.00 uur.

26 27 29. Fagungder Furopäischen Ciesellschaft
für Veterinärpathologie und 23. Fagung der
Fachgruppe Allgemeine Pathologie und Pa-
thologische Anatomie der DVCi (A). Bremen.

27 Afd. Zuid-Holland K.N.M.v.D. Vergadering. ■
Hotel Restaurant Belvédère. Schoonhoven.

27 Afd. (Ironingen-Drenthe K.N.M.v.D.
Vergadering. Fam.-Hotel Paterswolde.

28-.30 .Will. Wissenschaftliche Fagung der (le-
sellschaft für Versuchstierkunde. Fausanne
(pag. 186).

Juni:

3 (iroep Pluimseewetenschappen K.N.M.v.D.
Bijeenkomst. I.VC-Wageningen. aanvang
13..30 uur (pag. 431).

3 4 5. Münchener Symposium des WHO Col-
laborating Centre über \'Mikrobiologie" (,\\).

5 (iroep (ieneeskunde van het Kleine Huisdier
(K.N.M.v.D). Vergadering, rest. Hoog-
Brabant. aanvang 15.00 uur.

5 Klinisehe .Avond \\ akgroep (Ieneeskunde van
het Kleine Huisdier (pag. 368).

5 7 .Xlll. Kongres der Furopäischen (lesell-
schaft der Veterinärchirurgie (FSVS). Buda-
pest (pag. 736).

6 7 .lahresversamnilung der Schwei/. Vereni-
gung lür Kleintiermedi/in. Bern (pag. 335).

7 8 .lahrcstagung der Schwei/er Vereinigung
für Kleintiermedi/in (,A).

7 14 .leux Mondiaux de 1 a Medecine. C annes.
Symposium Internatiimal de Medecine Sporti-
ves. Cannes.

12 Kring Noord-Holland boven \'i Fl. Vergade-
ring. Hotel de Prins. West/aan.

14 15 Baden-VVürttembeigischer 7 ierar/tetag
1980 mit Fortbildungsveranslaltung (A).
Karlsruhe.

16 -20 9th International Congress on Animal
Reproduction and Artificial Insemination.
Madrid (pag. 952 1979, I 19 en 223).

19 20 Fortbildungstagung von Fachgruppen
der DVG und .ATF\'Diagnose u, Bekämpfung
der Auies/ky\'schen Krankheit\'(A). Hannover.

24 26 2nd International Symposium of Veteri-
narv Laboratory Diagnosticians. Lu/ern.
Switserland (pag. 121).

25 28 Society for Veterinary Fthologv - Sum-
mer Meeting 1980. Zeist (pag. 311).\'

26 27 Furkev Congres (Cté. Furopéen de la
Dinde-premier Congres,
N\'ovotel Paris (pag,
379),

29 3 juli W orld Congres Foodborne Infections
and Intoxications Berlin (West) (pag, 379).

30 3 iuli VI Internat. Kongressder FP.\\\'.S.. Ko-
penhagen. (pag. 170)

.lull:

I -3 International Symposium on Diseases of
Birds of Prev (Raptor Disease Svmposium
1980) (pag. 804).

6 II .XF International Svmposium on Food.
Microbiologv and llvgiene. Aalborg, Den-
mark (pag, 120),

7-10 l he Ruminant Immune System-
International Symposium, Plymouth, New
Hampshire, L,S,.A, (pag, 261),

9 12 Symposium über neue Ergebnisse der l:n-
dokrinologie beim Vogel. Budapest.

13 19 28. Intern. Kongress über Physiologie.
Budapest.

14 15 International Workshop on the Rat Flcc-
trocardiograinm in acute and chronic Pharma-
cology and Foxicology. Hannover.

28 2 aug. X\\ ll th Conference on Animal Blood
Groups and Biochemical Polvmorphisms. Int.
■Agrie, Centre (FAC), Wageningen, (Inlichtin-
gen op redaktiesecretariaat l,v.D. verkriji!-
baar).

AuRustus:

I 6 31. .lahrcstagung der Furopäischen Ver-
einigung für I icr/iicht - FA I (A). Miinchcn.

18 22 Practical course on l he Molecular and
Cell Biologv of I rv panosmes. Brussels.

20 22 \'Biochemistry of Parasites\', a satellite
meeting of the i3th FFBS Meet., covering
DNA regulation intermcdiarv metabolism,
membranes and Sufface coats, ,lerusalem,

3(1 4 sept. 8th International Sv mposium of World
Association of Veterinarv Food-Ilygicnists
(pag. 263).

September:

I 5 Fifth International Conference on I richi-
nellosis, \'De Baak\', Noordwijk aan Zee, (In-
lichtingen op Rcdakticsccrctariaal I v .l). V er-
krijgbaar).

I 6 31. .lahrcstagung der Furopäischen Ver-
einigung für Fier/ucht - I V\' 1 (,A).

3 12 I. Europäischen Gcflügelkonleren/ der
VVPSA (A), Hamburg.

4 Groep Veterinaire lliunoeopathie
K,N.M.v.D. Vergadering. Beatrix-gebouw.
.laarbeursplein, Ftreeht, Aanvang 20,00 uur.

6 7 I ortbildungsseminar \'Cardiologie, Oph-
thalmologie, Akupunktur\'(.A), München,

8 12 V I. Furopäischen Kongress der VVPSA
(A) (pag. 263).

-ocr page 449-

--r- rTi

In memoriam
Ch. KARIMOEN

Op -V fchruuri 19X0 overleed Ie i\'deii op ruim
HH-jarige leefiijd Charles Karimoen. Hii »erd
geboren in Sumberjo. de hoo/dplaals van hel
geliiknamige hesiuursdisiriei van hel Regeni-
sehap Boionegoro in Oosi-Java. Hii was \'de
laalsi-levende van de Indonesische collega\'s die
voor de oorlog hel L\'lrechlse dierenarls-diploma
behaalden na eersi de opleiding in Buiienzorg
(Bogor) le hebben gevolgd aan de loenmalige
Sederlands-lmlische
1 \'eearisenschool. .4 Is \'Indisch\'
veearis was Karimoen o.a. werkzaam in Biliar waar
hii in hei huwelijk Irad mei mei. Käihe Kenijyc.

De wens kwam op lol posiiie-verbeiering
waarvoor hei nodig was om hei .\\ederlandse
dierenaris-di/\'lonia le behalen. In de Iwiniiger-
en hei begin van de deriiger laren werd aan
enk cie \'Indi.u h\' veeansen de gelegenheid geboden
om in .\\ederland verder le sluderen op koslen van
hel .\\etlerlands-liulische gouvernemem. .4 an
Karimoen werd echier geen beurs ler beschikking
gesu id. Md grole volharding en uilersie
zuinigheid geliikie hel aan hel echipaar
Karimoen om zoveel le sparen dal de reis en een
meeriarig verhhif in l\'.uropa loch mogeliik w erd.
In 19.11 kwam Karimoen als sludenl aan in
l \'irechl om of) biina 40-iarige leefUfd mei de
Sludic IC beginnen. Hier had ik hel voorrei hl om
hel gezin Karimoen man. vrouw en een
dochierifc. spoedig gevolgd door een zoon le
leren kennen. De siiidie viel hem niel
gemakkeliik maar mei grole energie en kracliiig
gcsieunil door zijn echigenoie. geluk le hel aan
Karimoen om in een normale liidsduur de beide
delen van hel doeloraal e.vamen cn hel dieren-
aris-e vamen de arbiiuriënlen van Bogor
genoicn vrijsiclling van hel candidaaise.vanien
al IC leggen.

.\\a lerugkomsl in Indonesië werd hii benoemd
als aldelmgsveearis op Madura. een belangriike
posi. Ha deed me veel genoegen om in 19.19. ler
gelegenheid van een conjereniie van de
\\edcrlands-lndische vereniging van dierenan.sen
ma e.xcursie naar Madura. dc lamilie Karimoen
in hun jraaie woning le Pamekasan in welsiand
le mogen begroeien. Op .Ma,Iura heefi Karimoen
baanbrekend werk vcrrichi voor bevordering van
de veaeell o.a. door iniegralie van de volkss/>orl
hel slierairennen ma de veefokkerij. Hij w isi
IC bereiken dal alleen voor de fokkerii
goedgekeurde slieren aan de rennen mochien
deelnemen. De jaren op Madura doorgehrachi
zijn wel de gelukkigsie gew eesi in zijn amhieliike
loopbaan, /.nn werkzaamheden hier werden
gehonoreerd mei ha ioekennen van ha

Tiidschr. Diergeneesk.. deel 105. afl fO. f9H0

Ridderschap in de Orde van Oranje-Sassau.
Dc .lapanse bezeiiing van Indonesië waarbij alle
\\ederlandse dierenarlsen werden geïnierneerd oj\'
krijgsgevangen gemaaki. leidde er loe dal
Karimoen Madura moesl verlaien en hem
Surabava als siandplaais werd aangewezen. Hij
heeji de desiniegraiie van de veierinaire diensl en
de leruggang van de veesiapel gedurende de
Japanse bezeiiing en de daarop volgende
periode van poliliek geweld niel kunnen
verhinderen.

/odra dii echier enigszins mogelijk was. is
Karimoen in zijn loenmalige junciie van
ln.s/>eaeur van de l \'.D. in Oosl-Java begonnen
aan de rehabiliiaiie van de diensl en heefi hij
maalregelen genomen len diensle van de
veehouderii. allerecrsi door hel ler beschikking
doen siellen van jdoegvee aan de landbouw ers in
de zw aarsi getroffen gebieden, ha H\'esien van
Madura en hel Regemschap Sidoarjo len /uiden
van Surabava.

Sa lerugkomsl van recuperalievcriof werd ik in
april I94S in Surabava geplaalsl. Dil leidde lol
enkele laren van iniensieve en vriichlhare
samenw erking ma mllega Karimoen w aaraan ik
ma dankbaarheid ierugdenk. Hei aannekken en
de opleiding van nieuw personeel de iniegralie
van de Provinciale \\ eeansenijkundige Diensl
ma de \\ aerinair-Hvgiënischc Diensl van de
Siadsgenieenie Surabava. maalregelen ler
bevordering van de fokkerii versirckking van
fokvee . hel hersield ainlaci ma ha
\\ ecanseniikundig Insiiiuul le Bogor waardoor
dc ziekiebesiriiding weer ler hand kon worden
genomen, droegen er loe hii dal \\ D. weer een
vooraansiaamle plaals kon innemen in de ni van
de welvaarisdiensien. Dal de grole uilgaven
vragende maalregelen op veeieeligebied konden
w orden ingevoenl was in hoge maic le danken
aan de grole achiing en ha verinniwen dal
Karimoen genooi bij Sedcrland.se en
Indonesische besiuur.sambienaren.

-ocr page 450-

Op grole prijs heb ik hel sieeds gesleld dal in
onze samenwerking collega Karimoen sieeds de
minsi aanirekkelijke werkzaamheden hei
jinanciële beheer op zich nam. mij daardoor de
gelegenheid biedende om ook onderzoek le
verrichlen.

.\\a hel lol siand komen van de Indonesische
republiek werd Karimoen hoofd-Ieclor aan tle
diergeneeskundige faculleil van de Gajah .Mada
Universiieil in Jokya. In deze lijd slaagde hij er
ook in om aan le lonen dal sieriel geworden
gronden door bemesling mei siraaivuil weer
goede oogsien konden leveren.
Sa zijn pensionering venoefden collega en mevr.
Karimoen enige jaren op een inmiddels
verworven koffieland mei woning gelegen in
Bermi in hel Regenischap ProboHnggo.
Om persoonlijke redenen werd hel evenwel
wenselijk geachl om naar Sederland le
verhuizen, waar de zoon Deljis ingenieur een
werkkring had. Hei Sederlandse siaaishurger-
schap kon worden verkregen en collega en mevr.

ioîjomË

Karimoen genoien nog een aanial jaren samen
van hun pensioen en van de nabijheid van hei
gezin van hun zoon. Ook bezochien ze
verscheidene malen hun dochier in San
Franeiseo die was gehuwd mei een hoge
consulaire ambienaar van Indonesië.
Tol op zeer hoge leefiijd bleef Karimoen begaan
mei zijn landgenolen en Irachlle hij nog in
geschrifie zijn denkbeelden ler verbeiering van de
volksvoeding ingang le doen vinden. Hel bijna
algehele verlies van zijn gezichisvermogen en hel
daardoor onisiane gebrek aan conlaci mei de
buiienwereld is hem zeer zwaar gevallen en heeji
zijn overlijden uileindelijk bespoedigd. De
cremaiie in Heeze (S.B.) was een sobere
plechligheid. Karimoen zal in veler herinnering
blijven voorileven als een arisiocraai in geesl en
gedrag en bij zijn vrouw en jamilie als een goede
echigenooi. vader en grooi vader.

H. tIL\'ITT.M.A.

-ocr page 451-

Afdeling Zuid Holland

Jaarverslag 1979

Op 31 december 1979 bedroeg het aantal
leden van de Afdeling 149, tegen 154 een
jaar daarvoor.

Door de dood ontvielen ons in het
verslagjaar de collegae J. C. L. Logger te
Rijswijk en A. J. A. Remmerswaal te
Wassenaar.

Wegens vestiging buiten de provincie
zegden de collegae R. Jaarsma, P. J. C. M.
van de Kar, P. A. A. Omloo en R.
Schippers hun lidmaatschap op; het
lidmaatschap van de collegae P. A. de Geus
te Sassenheim, dr. R. E. de Maar te
"s Gravenhage. dr. H. H. Thalheimer te
Voorschoten en H. Vis te Leiden werd op
eigen verzoek beëindigd.
Tot de Afdeling traden als lid toe de
collegae S.
ff. van Roekei te Meerkerk, R.
H. Ruppert te Gorinchem, P. R. J. M.
Schilder te Oude Tonge, P. W. L. Verweij
te Arkel en F. Th. C. de Wit te Alphen aan
de Rijn.

In de samenstelling van het bestuur vond
een wijziging plaats: de secretaris, collega
P. A. A. Omloo zag zich door verandering
van functie en verhuizing naar Noord-
Brabant genoodzaakt af te treden en werd
opgevolgd door P. Leeflang. Het bestuur
had op 31 december de volgende
samenstelling:

voorzitter
vice-voorzitter
secretaris
penningmeester
tweede secretaris

./. Minderhoui!
Dj. P. Tccn.slra
P. Ireflang
C. H\'. Mtxiiis

A. M. ü. Planuind

Collega Flamand is na een bestuursfunctie
gedurende 7 jaar op 1 januari 1980 afgetreden
als tweede secretaris; collega E. P.
Oldekamp werd bereid gevonden en tijdens
de afdelingsvergadering van 18 december
1979 met algemene stemmen verkozen lot
opvolger van de heer Flamand.
De Afdelingsraad kwam tijdens de
verslagperiode niet bijeen.
Daarentegen was het aantal bijeenkomsten
van de Provinciale Vestigingscommissie
talrijk. Het werk van de commissie wordt
ook steeds ingewikkelder. Er bestaal een
duidelijke behoefte naar meer uniformiteit
in de werkwijze en besluitvorming van de
provinciale commissies onderling. Leden
van onze vestigingscommissie zijn de
collegae Dj. P. Teenstra, J. H. van Wijhe,
S. R. Klarenbeek, C. J. H. Scheuerman en
K. Schuiling.

De Contactcommissie bestaande uit het
bestuur van de Afdeling, de directeur en
administrateur van de Stichting
Gezondheidsdienst voor EMeren in Zuid-
Holland en de collegae C. M. J. Blok, F.
Muurling en J. A. Smak kwam in 1979 een
aantal malen bijeen. Op 15 november werd
door de Gezondheidsdienst een
contaclavond voor de praktici in Zuid-
Holland georganiseerd. In het bestuur van
de Gezondheidsdienst wordt de Afdeling
vertegenwoordigd door haar voorzitter J.
Minderhoud. De Algemene Vergadering
van de Gezondheidsdienst op 21 december
werd bijgewoond door de bestuursleden J.
Minderhoud en P. Leelfang.
De vertegenwoordiging van de Afdeling in
het Algemeen Bestuur van de K.N.M.v.D.
wordl thans vervuld door collega Leeflang.
Ook collega Minderhoud heeft in zijn
functie van voorzitter van de Groep
Practici Grote Huisdieren zitting in het
Algemeen Bestuur.

Namens de Afdeling heeft collega l.eeflang
zitting in de Redaktie Advies Raad van het
Tijdschrifi voor Diergeneeskunde.
Collega K. Schuiling werd lijdens de laalsie
Algemene Vergadering van de K.N.M.v.D.
herkozen lol secretaris van de Ereraad.
In de larievencommissie heeft collega C. W.
Moons namens de Afdeling zitting; collega
C. N. M. Mul treedt daarbij op als
plaatsvervanger.

Tijdens de Algemene Vergadering van de
K.N.M.v.D. werd de Afdeling
vertegenwoordigd door collega C. P. van
Oostrom; plaatsvervanger was collega C. G.
Vervoorn.

Op verzoek van hel Hoofdbestuur heeft de
Afdeling Zuid-Holland in 1979 het
Jaarcongres en de Algemene Vergadering
van de K.N.M.v.D. georganiseerd. Leden
van de Congrescommissie waren het
voltallige bestuur, de collegae C. J. H.
Scheuerman, V. H. Boysen, J. L. van Os,
de heer ing. T. W. te Giffel namens het
Algemeen Secretariaat en mevrouw A.
Terlouw als vertegenwoordigster van de
Provinciale Vereniging van Vrouwen van
Dierenartsen. Ook collega Omloo bleef na

-ocr page 452-

zijn aftreden uit het bestuur actief
betrokken bij de werkzaamheden van de
commissie.

In de verslagperiode vierden de volgende
collegae hun 25-jarig jubileum als
dierenarts: K. Schuiling, 1. P. Risseeuw, A.
Wagner en W. P. Terlouw. Door de
Afdeling werd aan de jubilarissen een
bloemstuk aangeboden.
De kascommissie van de Afdeling bestond
het afgelopen jaar uit de collegae .1. C.
Oldenbandringh en P. M. A. van den Berg.
Met vreugde heeft de Afdeling kennis
genomen van de wedergeboorte van de
Kring \'Dierenartsen van de Zuid-Hollandse
Eilanden". Collega J. K. Prins werd
gekozen tot voorzitter terwijl collega mw.
A. H. M. Koert de functie van secretaris-
penningmeester vervult.
In 1979 werden 4 bestuursvergaderingen en
4 afdelingsvergaderingen gehouden. De
afdelingsvergaderingen vonden alle plaats in
Hotel-Restaurant Belvédère te
Schoonhoven.

Op 13 maart woonden 22 leden de
vergadering bij; spreker was collega E. F.
Oldenkamp die een uiteenzetting gaf over
\'huidschimmelziekten bij dieren\'.
Op de vergadering van 15 mei die door 24
leden werd bezocht, behandelde collega F.
Németh het onderwerp: \'kreupelheden bij
het jonge paard".

Acht en twintig leden waren aanwezig op
de vergadering van 18 september; collega
mw. A. A. M. E. Lubberink sprak over
\'enkele endocriene aandoeningen hij dc
hond\'.

Op 19 december werd een gezamenlijke
vergadering met onze dames gehouden; 31
leden konden genieten van de prachtige
dia\'s en de interessante verhalen van collega
en mevrouw K. Schuiling over hun reis
naar Rusland in juli 1979.
De stijgende lijn in het aantal aanwezige
leden tijdens de afdelingsvergaderingen zal
hopelijk ook in het komende jaar worden
voortgezet, f^aartoe draagt zeer zeker de
huiselijke en gastvrije sfeer van Hotel-
Restaurant Belvédère bij. Ook prijst het
bestuur zich gelukkig in de keuze van de
sprekers op de vergaderingen van het
afgelopen jaar; allen wisten op de hun haar
eigen wijze de aanwezigen intens te boeien
er een levendige discussie uit te lokken.

I I

^^ Jn . .

Een speciaal woord van dank wil de
Afdeling richten tot de administratie van de
Stichting Gezondheidsdienst voor Dieren in
Zuid-Holland onder leiding van de heer G.
Lokum, die er ook in dit verslagjaar weer
voor zorgde dat alle convocaties etc. keurig
verzorgd en op tijd bij de leden arriveerden.

Last but not least het Jaarcongres en de
Algemene Vergadering van de K.N.M.v.D.
op 5 en 6 oktober 1979 in het Nederlands
Congres Centrum te \'s Gravenhage. Het
was voor de Afdeling een grote eer en
vreugde deze jaarlijkse hoogtepunten in het
bestaan van de K.N.M.v.D, te mogen
organiseren; de vele blijken van waardering
mogen een aanwijzing zijn dat wij een
waardig gastheer zijn geweest. Het thema
van bet jaarcongres \'Dieren, Data en
Diagnostiek\' bleek een zeer gelukkige keuze
en de voordrachten werden met veel
aandacht en interesse ontvangen.
Voorbereid door de talrijke dialogen tussen
Adriaan en Bertus Teenstra bleek toch pas
goed tijdens het congres welke vele
mogelijkheden de computer aan
diergeneeskundig Nederland kan bieden.
Twee van onze leden waren zeer actief bij
het congres betrokken: collega ,1. L. van Os
hield een boeiende inleiding over het
onderwerp: \'dierenartsen en computers\',
terwijl collega C. .1. Vermeulen optrad als
discussieleider. Daarnaast bestonden de
activiteiten uit een tentoonstelling van
mevrouw Cécile Dreesman, de jaarrede van
de voorzitter van de K.N.M.v.D., de
uitreiking van de .laarprijs van het
Tijdschrifl voor Diergeneeskunde 1978. een
aantrekkelijk damesprogramma, ecn
rijsttafel in Indonesische sfeer en een vrolijk
dansfeest met twee orkesten waarbij met
name de bijdrage van de collegae N. G.
Simoncelli en (hoe kan het ook anders) J.
I.. van Os moet worden genoemd
Het bijwonen van de Algemene
Vergadering bleek, zoals gebruikelijk is
onder de bezielende leiding van collega S.
van Harten, eerder een genot dan een straL
Terugblikkend op 1979. mocht de Afdeling
zich verheugen in een zeer actief jaar. Laat
ook in 1980 de Afdeling van haar
levenskracht getuigen.

P. Leefiang,
secretaris.

-ocr page 453-

Van het bureau

Op 17 april 1980 werd in dc Kliniek \\oor

Kleine Huisdieren het examen \'Dierenarts-

assistente K.N.Ma.D.\'al\'genotnen. Namens

de examencommissie kunnen wij u

mededelen dat 6 van de 7 kandidates het

diploma behaaald hebben, namelijk:

Mej. M. Kingtiia - Leeuwarden

Mej. M. Moerenhout - Bunnik

Mevr. E. Dijkhoff - Amsterdatn

Mej. A. de Buyzer - Soest

Mej. Y. Welner - Atnersfoort

Mej. A. van der Groot - .Amersfoort

Groep

Pluimveewetenschappen

Bijeenkomst op dinsdag 3 juni I9H0 in het
International Agrarisch Centrum. Lawïckse
Allee 11. Wageningen.
Aanvang I.V.IO uur.
Onderwerp:

In- en uitwendige ei-kwaliteit en de
invloed daarop van
de voeding - door ir. H. Stappers
de huisvesting - door ing. M. P. .1.
Steeghs

ziekten - door drs .L H. G. van Eck
Ook geïnteresseerde collegae die (nog) geen
lid zijn \\an de (iroep. /ijn van harte
welkom, evenals onze Belgische collegae
W.V.P.A.-leden.

Groep K.I. en Zootechniek

\\ ruchtbaarheid en spermakenmerl<en

Op initiatief van de coördinatiecommissie
voortplantingsonderzoek T.N.O. heeft een
groep mensen, werkzaam op het gebied van
de vruchtbaarheid van het tnannelijke dier.
een literatuuroverzicht opgesteld over het in
de titel genoemde onderwerp. Hel betreft in
hoofdzaak literatuur van 1974 tot en met
1977.

De behandelde diersoorten zijn paarden,
pluimvee, runderen en varkens.
f)e onderwerpen, die aan de orde komen,
hebben betrekking op de morfologie en de
fysiologie van de zaadcel, de chetnische
samenstelling van zaadcellen en sperma-
plasma. en bepaalde kwaliteitscriteria, zoals
houdbaarheid en vrieselïecten.
Als inleiding wordt een beknopt overzicht
gegeven van de biologie van zaadcel en
bevruchting. Hel slot omvat beschrijvingen
van het huidige sperma-onderzoek en
aanbevelingen voor wijzigingen daarin en
voor verder fundamenteel onderzoek.
Hel rapport is te verkrijgen bij het Instiiuul
voor veeteeltkundig onderzoek Schoonoord
le Zeist als rapport B-1.S5.

Personalia

,Ms lid van dc Koninklijke Nederlandse Maalschappij voor Diergeneeskunde meldden zich de
collegae:

Hoog-Fluit. Mevr. 1 .; 197(i; (iX4.1 FL Arnhem. VVoeidenpad X.
Zuidhof. Sj.: 1980; .1512 CN Utrecht. Ridderschapstraat 27 hls.

Als lid van dc Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergctieeskunde heeft het Hoofd-
bestuur aangenomen:

1 lank. H. .1. VI.: 1979:6418 CC Heerlen. Heerlerbaan 129.
.lanssen. .1. H. l:.: 19X0: .U572 F.VV Utrecht, (lildstraat 190.
Rossem. Mej. F. van: 19X0: 5021 FH I ilburg. Ringbaan Zuid I4.U
Swierstra. S.: 1979: .1522 RK Ftreeht. Nieuw Ravenstraat Fl his A.

Als Kandidaallid van de Koninklijke Nederlandse Maalschappij voor Diergeneeskunde heeft
het Hoofdbestuur aangenomen:

.1. L. M. Vaarten. Sweclinckstraat 4. .15X1 RV Utrecht.

-ocr page 454-

\'7 "Tl r^"^ ^r

\'üc J uD U J Un . -b

Adreswijzigingen, enz.:

176 Adank. A. M. ./.,■ 1957; Oosterhout (N.Br.);

tel. (01620) 5.35.17.
I8J Boer. A.: 1978; 8.116 DS Marknesse. Uiter-
dijkenweg 48; tel. (05272) .118; p.. ass. bij

G. J. van Hevkop. G. Rijpkema en K. v. d.
Werf.

186 Boven-Toehes. Mevr. E. G. van: 1958:2597
PJ "s-Gravenhage. Van der Woertstraat 37;.
tel. (070) 246539; d.
188 Bron-Dieiz. Mevr. G. M.: 1978; Bunnik;
tel. (0.1405) 1564 (privé). (030) 532006 (bur.);
wet. medew.. R.U. (F.d.D.. vkgr. Geneesk.
v. h. kl. Huisd.).
194 Dijk. P. van: 1977; 3953 ME Maarsbergen.
Woudenbergseweg 15; tel. (0.1433) 354
(privé). (0.10) 531268 en (05270) 3500 (bur.);
wet. medew. R.U. (E.d.D.. vkgr. Alg. Heelk.);
p..\'St. Dierenkliniek Emmeloord".
196 Dolfijn. E. K.: 1972; Marum; p.. geass. met
.1. H. I.amtiers. Th. Eambers en Sj. Zuidhof;
plv. i.

304 Doormalen. P. J. M. van: 1977; Apia (Wes-
tern Samoa), c o U
.N.D.P.. P.O. Box 1174;
assoc. exp. F.A.O.
200 EsheL A.: 1971; 1421 BE Uithoorn. Pr.

Christinalaan 51; tel. (02975) 60627.
203 Frank. 11. J. M.: 1979; 6418 CC Heerlen.
Heerlerbaan 129; tel. (045) 452631; p.. ass.
bij E. C. P. M. Bollen (toevoegen als lid).
220 "Hoon-FInii. .Mevr. T.: 1976; Arnhem; tel.

(085) 812180; p.
222 Hullen. P. J. M.: 1978; Heeswijk-Dinthcr;
p.. geass. met A. H. C. Kuypers en A. H.

H. M. Winters.

225 Janssen. ./. H E.: 1980; 3572 EW Utrecht.
Gildstraat 190; tel. (030) 711466; wnd. d.
(toevoegen als lid).

226 Jonkergouw. H. J. M. F.: 1974; 5731 CV
Mierlo. .lutland 2; tel. (04927) 1X94 (privé).
(04920) 40953 (prakt ); p., kl. huisd.

237 Kuvpers. A. H. C.;I975; Heeswijk-Dinther;
p.. geass. met P. .). M. van Hulten en
A, H. H. M. Wmters.

Lamhers. J. IE: 1978; Marum; p.. geass. met
E. K. Dolfijn.
1 h. Eambers en Sj. Zuidhof.
Eumhers. Th.: 1952; Marum; p.. geass. met
E. K. Dolfijn. J. H. Eambers en Sj. Zuid-
hof; plv. i.

Omloo. P. A. A.: 1960; Rosmalen; tel.
(04192)6387 (privé). (073) 125321 t. I I (bur ).

Ooswrlee. Prof. dr. C. C.: 1953; U-1958;
Wageningen; tel. (08370) 13317 (privé).83018
(bur).

Pieper. B. J.: 1973; 3641 AT Mijdrecht.
Proostdijstraat 33 b; tel. (02979) 2946(privé).
Polier. A.: 1979; 3511 GK Utrecht. Catha-
rijnesingel 67; tel. (0.30) 3 12128; wnd. d.
2661309 Ro.s.u-m. .Mei. T. van: 1980; 5021 EB
Tilburg. RingbaanZuid 143; tel. (013)43.1913
(privé). (030) 440785 t. 17 (bur.); d. vl.k.dnst.;
Ir. opl.
v. keurmeesters S.V.O. (toevoegen als
lid).

Sehep. J.: 1979; 3235 NS Rockanje. Toren-
weg 3; tel. (01884) 2360 (privé). (01810) 2004
en (01819) 14045 (prakt.); p.. a.ss. bij A.
Menkveld.

Siviersira. S.: 1979; 3522 RK Utrecht. Nieuw
Ravenstraat 13 bis A; tel. (0.30) 884378
(privé). 531040 (bur.); wet. medew. R.U.
(F.d.D.. vkgr. Verlosk.. Gyn.. K.I.) (toevoe-
gen als lid).

"H\'aiering. (\'. C. van de: 1956; Zeist; tel.
(03404) 11088 (privé). (0.10) 335722 (bur );
lid College van Bestuur R.U.U.
Himers. A. H. II. .M.: 1973; Veghel; p..
geass. met P. .1. M. van Hulten en .A. 11. C,
Kuypers.

Zuidhof. Si.: 1952; Bakkeveen; p.. geass.
met E. K. Dolfijn. .1. H, Eambers en Fh.
Eambers; plv. i.

*Zuidhof S/.: 1980; Utreeht; tcl. (030)
31.5042; wet. medew. R.U. (F.d.D.. vkgr.
Inw. Z. der Gr. Huisd ).

238

238

255

256

259

261

269

280

293

298

.iOI

301

Overleden:

.1. Berg te Castricum op 19 april 1980

Kervol ontslag als plaatsvervangend inspecteur bij de V.D.:

J. E. G. .1. Hangers te Den Ham (Ov.) per I oktober 1979

Jubilea:

.1. H. Colenbrander te l.ochem
A. P. Wijgergangs te Den Haag
C. M. T. Willems te Helvoirt
P. Koopmans te Langweer

(afwezig) 25 jaar op 15 mei 1980
(afwezig) 25 jaar op 26 mei 1980
(afwezig) 25 jaar op 26 mei 1980
(afwezig) 40 jaar op 7 juni 1980

-ocr page 455-

Hygiënische aspecten bij de winning van
mechanisch ontbeend varkensvlees\'

Hygienic Aspects iit the Production of Mechanically Dehoned
Pork

I\'. G. H. Bijkerk .1. I. M. Scholten\'. 1. Fransen^
1\'. A. Koolmees-

SAMI WAFIINCi

/:\'(\'/; otnlerzoek wenl ingesteld naar de hygiëne hij de produktie vatt mechanisch
ontheend varkensvlees (\'separatorvlees\') in Sederland.

Om een indruk van deze hygiëne tc verkrijgen werden H bedrijven die separator-
vlees produceren in het onderzoek betrokken. Pelevante bedrijjsgegevens werden
verzanteld. temperaturett van ruimten en produkten werden gemeten en de hygiëne
werd visueel beoordeeld aan de hand van vaste criteria.

/)(\' hygiëne bij de />roduktie werd als matig tot goecigekwahjiceerd. Op bepaalde
punten zoals werkruimte en inrichting en opvangen en koelen van het pas
gewonnen proilukt wordett verbeteringen aanbevolen.

SUMMARY

\'jjie stattdards of hygiene during the />roduction of itiechanically dehoned pork
(.M.i). P.) in the Netherlands were investigated. Eight represetttative producers
of .M. E). P. took part in the.se studies. Relevant data on production was collected,
the temperature of rooms and that of the pork were measured, and hygiene was
visually assessed on the basis oj standardized criteria.

During production, varied hygiene from mediocre to satisfactory. Improvemems
are rectnnmended regarding particular features such as workrooms attd collecting
and cooling fresh products.

F INFFIDINC;

In de laatste jaren is de produktie \\an
mechanisch ontbeend \\arkcns\\lces in
Nederland slerk toegenomen. I)c/e
wordt in 1979 op 5 miljoen kg geschat.
Dit /g. separatorvlees wordt \\ oornamc-
lijk \\erwerkt in \\ lecsproduktcn /oals bo-
ter h a m w o rs t. 1 u nc hcO n mea t. rookworst
en snijw orst ol het w ordt ge/outcn cn als
hall produkt geë.xportecrd.

\' Het ondcr/ock werd linanciccl gcMciind doorde Veterinaire Hooldinspcctie \\an dc Volksge/ondheid.
Oc beschikking liit\\ocr X\'lecsprtidukten 1977 is ingetrokken en gcwij/igtl in Beschikking l\'itvoct
Vleesprodukten 1979. De in dit artikel vermelde wetsartikelen /ijn echter ongcuij/igd gebleven.
- Medewerkers Vakgroep X\'ocditigsmiddcleti \\an Dierlijke Ootsprong. Faculteit der Diergcnecskutule.
Utrecht.

\' C ontroleur Volksge/ondheid i.a.d.. Veterinaire Hooldinspeetic N\'olksgc/ondhcid. \'s-(ira\\enhage.

Ook bij de produktie \\ an separatorx lees
is dc h\\giënc uiteraard \\an groot belang
in \\ erband met kwaliteit en \\ ciligheid \\ an
het produkt. Mede gelet hierop /ijn in de
Beschikking lütsocr \\\'leesprodtikten
1977 (\\ ecwct) (.3) speciale bcptilingen op-
genomen o\\erwinning, opslagen verwer-
king \\ an separators lees. De \\\'lecskcu-
ringswet (4) bevat hieromtrent (nog) geen
bepalingen.

-ocr page 456-

Doel \\\'an het onder/oek was een indruk
te \\erkrijgen \\an de situatie in Nederland
met betrekking tot: de h\\giëne bij de pro-
duktie \\an separatorv lees.
Daarnaast werd nagegaan ol\' de \\oor-
sehriften /oals gesteld in de Beschikking
liit\\ oer Vleesprodukten 1977. in dc prak-
tijk haalbaar /ijn en \\oldoende waarbor-
gen ge\\en \\oor de gewenste hygiënische
kwaliteit van de produkten.

2. vi.\\n RiA.Ai. I N Ml I iionr s

In i97X ucixl in X bcdrii\\cn dc h\\gicnc hij lic pro-
duklie \\an separatorvlees nagegaan. Oaartoc ucr-
den de \\olgende methoden gcbrinkt:
enq uctering;

meting \\an temperaturen;

organoleptische beoordeling \\an beenderen en

separator\\ lees;

\\ isuele beoordeling \\an de bedrijlsh\\ gicne en de
persoonlijke h>giene.

2.1. Kriquêtering

\\\'ia de bedrijxen en dc vleeskeuringsdiensten uerd
tijdens be/oeken aan de hand \\an een \\ragenlijst
inlormatie verkregen omtrent de herkomst, «ij/c
\\an opslagen transport xan beenderen cn de opslag
cn \\eruerking xan scparatorxlees.
Hiernaast xxerden de \\erschillende aldclingcn xan
de bedrijxen be/ocht (uitsnijderij. koelhuis, dicp-
xriesbuis en c.xpcditic).

2.2. Meting van tcniperalurcn

lemperaturcn xxerden gemeten xan:

bccndcicn direct xoor het separeren (ingangs-
temperauiurl:

separatorx lees direct na het separeren (uit-
gangstemperatuur);
produkiicruimten.
(iebruik xxerd gemaakt xan ccn cicctrische thermo-
meter merk Hiaun l lectronic. lype lastotherm 1\' I.

2..V Organoleptische beoordeling xan beenderen
en separators lees

In dc scpareerruimlc xvcid door 2 oniler/oekers
onalhankehjk xan elkaar ccn beoordeling uitgc-
xoerd xan dc organoleptische kxxalitcit (geur cn
kleur) xan de tc xcrxxcrken beenderen cn hcl gexxon-
nen separatorx lees.

2.4. \\ isuele beoordeling x an de bedrljfshx giëne en
de persoonlijke hxglt\'ne

.Van dc hand xan ccn chcck-list xxcrd door 2 ontler-
/oekers tmalhankclijk xan elkaar in de scparcei-
ruimtc een beoordeling uitgexoerd xan:
/)(■ pcrsiHinlijkc Ingïcih\' xan de xxcrkerls). Clclct
xverd op xer/orging xan de handen (gebruik xan
handschoenen), kleding, schoeisel, handen xxas-
sen (I).

hec/ril/\\Jivi;iciu\'. Cieict xxcrd op tic xxi|/e xan
opslag xan dc beenderen (containers, bakken, zak-
ken); de reinheid xan dc tiansportmitldclen en tic
separeermachinc: de xx ijze xan opxang xan het sepa-
ratorx lees; de X loeren, xxantlen cn kolken.
I cn eintixxaartlcring xan tic tirgatu>lcptischc kx\\;ili-
tcit xan de beenderen cn hcl separatorx lees cn de
persoonlijke hxgiënc cn bcdriilshxgicne xond per
bedriil plaats in zg. xxaartlcringsklassen mct dc xol-
gende code:= goed. = matig. "slecht.

.V RlSn IA

\\ I N l)IS( l SSII

3.1.

Knquête

3.1.1. /Icrkomsi, wijze van opslagen
iranspon van beenderen

Uit de enq uctering komt naar voren dat
de herkomst van de beenderen bestemd
v oor dc produklie van separatorv lees per
bedrijf kan verschillen.
In onderstaand schema wordt dc weg van
slachtdier tol aan de verwerking van sc-
parat(H\'v lees in produkticlascn wccrgcgc-
V cn.

Schema

Slachten afsnijden -^Transport onderdelen —> uitbenen -^

verzamelen beenderen -> opslag beenderentr.insport beenderen ->

—) opslag separatorvlees —) transport-separatorvlees—)

separeren

-ocr page 457-

Te onderscheiden /ijn 5 hoofdfasen:
slac/iU\'ii cn a/snl/i/cn f. l J. niihcncn (B).
separeren (C j. invriezen (D)
cn ver-
werken (i-).

De/.e hoofdfasen waren als volgt overdc
bedrijven verdeeld:

Op eigen

Fldei

lied rijl IK).

bed rijt

imgc\'

1

H. C . 1).

1

A

II

A. H. ( .

1). i:

A

III

C\'. 1)

A, B.

IV

A. H. t ,

1). i;

A. B

V

C. 1)

A. B

V 1

A. B. C\'.

1). i:

A

VII

B, C\'

A. 1)

VIII

A. B. f.

1). r

Dc bedrijven 11. IV. VI cn VIII gebruik-
ten. naast onderdelen afkomstig van
eigen slacht, ook onderdelen (hammen.
schoLidcis. ruggen, ribben) van cldeis.
Dc/c waren meestal afkomstig van
slachtdieren geslacht op /usicrbcdi ijvcn.
Bedrijf 111 betrok beenderen lutsluitcnd
van elders gelegen uitsnijderijen.
Artikel 6 lid 2 van dc Beschikking L\'it-
voci- N\'Iccsproduktcn 1977 vermeldt o.a.
dat:

hct scparalt)rv lees moet /ijn verkre-
gen van beenderen van dieren die bin-
nen 72 uur na hct slachten /ijn ont-
beend;

dc beenderen, indien /ij onmiddellijk
na hel uitbenen op ccn temperatuur
van ten hoogste C /ijn gebracht cn
voortdurend bij dc/c temperatuur
/ijn bcwaarti binnen
4H uur verwerkt
moeten /i|n.
l\' itsnijdcrijen die opde slacht bed rij vengc-
vcstigd /ijn. hebben ccn regelmatige aan-
voer van dc slachtondcrdclcn. Hct tiilbc-
ncn van dc/c onderdelen gcschicdl /o
snel mogelijk, l-.l dagen na dc slacht,
ritsnijdcrijcn tlic slachtondcrdclcn van
elders betrekken ontvangen dc/c via hy-
giënisch én goed gekoeld transport.
Dc/c onderdelen met doorgaans ccn v cr-
schilicndc datum van stempeling worden
in afwachling van uitbenen gc/amclijk
onder koeling opgeslagen. Ook hier /al
men vrij spoedig Uit uitbenen overgaan.
Dc voorgeschreven 72 uur wordt niet al-
tijd gehaald, vooral wanncci crccn week-
end tussen /it. In hygiënisch op/icht is dil
echter niet bc/vva;niijk.

liet ver/amelcn van dc beenderen vond
plaats in dc uitsnijdcrij(cn). meestal in
bakken of metalen manden. Dc hierbij
betrachte hygicnc was niet optimaal.
\\ aak waren dc bakken en of manden
niet rein cn of ovcrvtild. Beenderen die
op de grond v ielen of lagen werden weer
in dc bakken gedaan, \'fc weinig werd
ingezien dat beenderen ook vlees is. Ge-
constateerd werd dat de verblijfstijd van
dc beenderen in dc uitsnijdcrij wisselde
van 2-6 uur.

Bij separeren op hetzelfde bedrijf w erden
de beenderen meestal na v cr/amelcn naar
dc separccrruimtc gebracht. Hct separe-
ren geschiedde dan in aansluiting op hct
uitbenen. Aan de eis met betrekking tot
de v erwerking van dc beenderen binnen
48 uur /oals gesteld in de Beschikking
werd op dc/e bedrijven (met uitzondering
van IV opslag in hct weckend) voldaan,
(ieschicdde hct separeren elders dan
vond cr ccn opslag plaats gevolgd door
transport, waarna de beenderen we-
derom opgeslagen moesten worden,
omdat dc machine niet in staat was in ccn
gang ecn ■wagcniading vol\' tc verwerken.
Op de/c bedrijven was niet na tc gaan of
de beenderen binnen 48 uur na hel uitbe-
nen verwerkt werden.
Hct transport van dc beenderen werd in
hygiënisch op/icht als onvi)ldocndc ge-
kwalificeerd. Soms vond ongekocid
transport plaats.

Hct spreekt van/elf dat het uitbenen cn
separeren op vcrschilicndc bedrijven
(hetgeen inhoudt dat cr ccn c.xtcrn tran-
sport van beenderen plaatsvindt) uil hy-
giënisch oogpunt (verlenging van dc tran-
sporttijd cn mogelijke (uitlcrbrcking van
dc koclkctcn) cn uit migpunt van veteri-
naire controle als onwenselijk moet wtu-
dcn bcschouv\\d.

.1.1.2. Opslag en verwerking van sepa-
rator vlees

Hct mccsic separatorvlees vscrd dicgc-
vrorcn. cn vervolgens in dicpv riesccllcn
bij 20 tot .10° C opgeslagen.
Indien separatorvlees niet diepgevroren
werd. vcHid verwerking dc/clfdc dag
plaats. In ccn geval (bedrijf VII) werd hct
separatorv lees gekoeld v erv oerd naar ccn
/usterbcdrijf, waar hct verwerkt ol diep-
gevroren werd.

-ocr page 458-

Bedrijf V betroiv varkensivoppen van el-
ders, sloeg deze op, kookte ze vervol-
gens (I uur 105° C bij 1.5 Atm), separeer-
de de koppen in aansluiting op de
verhitting of na koeling, en verwerkte
het gesepareerde vlees direct.
Bedrijf 111 voegde 4\' f NaC\'l aan het sepa-
ratorvlees toe om het na diepvriezen als
vleeswaar te verhandelen.
Dc duur van de opslag voor verwerking
van het diepgevroren produkt varieerde
van minimaal I weck ten ma.ximaal
maa nden.

Het separatorvlees werd gebruikt bij dc
bereiding van boterhamvvorst. luncheon-
meat. rookworst en snijvvorst.
Volgens de Beschikking Uitvoer Vlees-
produkten 1977 art. 6 lid 2 onder a. b. c
dient separatorv lees, indien geen koeling
plaatsvindt, dezelfde dag verwerkt te
worden, terwijl gekoeld separatorvlees
binnen 48 uur cn diepgev roren separator-
vlees binnen 3 maanden verwerkt dient tc
worden. .Aan deze voorschriften werd
dus voldaan.

}.2. De temperaturen van dc beende-
ren, het separatorvlees cn de winnings-
ruimte

Deze staan vermeld in tabel I.
Dc Beschikking Uitvoer Vleesprodukten
1977 art. 6 onder d en g vermeldt o.a. dat;

l abel I. remperaluren van winningsruimtcn, beenderen en separatorvlees.

Bed nil

lern p.

winningsruimte

■Aantal
mo Ilsters

lenip.
beenderen

I emp.

separatorvlees

1

8°C

10

4-5° C

14 f

11

1 l°C

5

6-12° C

1.1-15 C

1 l°C

.S

8-IO°C

I5-I6°C

111

1°C

10

l°C

9-11 (■

IV

8°C

5-8= C

15-16 C

8°C

5

TC

15-16 C\'

V

I5°C

5

8-12° C

18° C

I5°C

5

= 50= C\'

.18 C

\\ 1

1Ü"C

5

7-10°C

I5-I6°C\'

TC

5

7-IO°C

I5-I6°f

\\ II

TC

5

4-6° C

9-11 f

A°C

5

6-8° C

1 1-1.1° (■

\\ III

10° C

5

4°C

9-1 1°C\'

10 C

5

5°C

9-1 l°C

\' warm gesepareerd

de temperatuur v an dc beenderen ten
hoogste 5° C mag bedragen;
de temperatuur in de verwerkings-
ruimte ma.ximaal 10° C mag zijn;
het verkregen inatcriaal tijdens dc
verwerking (v an beenderen) niet meer
dan 5° C mag stijgen, tenzij de tetnpc-
ratuur van het verkregen separator-
vlees ten hoogste 7° C\' bedraagt.

De eis gesteld aan dc temperatuur van
beenderen nl. maximaal 5° C werd vaak
oversch reden.

Beenderen bestemd voor separeren
komen vrij in dc uitbeenruimtc (10° C\')
bij het uitbenen van bijv. hammen,
schouders cn ruggen en hebben dc/elfdc
temperatuur als het spicrvlecs van dc/c
onderdelen. Volgens dc Beschikking Uit-
voer Vers Vlees 1974 mag dc temperatuur
van deze onderdelen maximaal 7° C" be-
dragen. Het is in hygiënisch opzicht van
belang dat de beenderen direct gesepa-
reerd worden, zodat opslag vermeden
kan worden. Hen harmonisatie v an dccis
gesteld aan de maximum temperatuur
van beenderen met die van vlees is dus
gewenst.

De maximale toegestane temperatuur-
stijging van het materiaal tijdens dc ver-
werking werd CNcnecns in de praktijk
mees t a I o ve rsc h red c n.

-ocr page 459-

ln de machines vond globaal een tcmpe-
ralULirstijging van 5 tot 10° C van het
materiaal plaats, afhankelijk van de tem-
peratuur cn de aard van het materiaal,
het machinetypc en de afstelling v an dc/e
machine. De/e temperatuurstijging was
echter lager dan de door f ield (2) ver-
melde stijging van 7 tot 15° C\'. Voor de
microbiologische kwaliteit van het sepa-
ratorv lees is de/e stijging van weinig be-
lang indien het separatorv lees na vv inning
direct teruggckoeld wordt naar ccn aan-
V aa r d ba re 1 c m pe ra t u ti r.
De separeermachincs /elf /ijn voor/ien
vati een koelsysteem die dc momentalc

label .V Persoonlijke en bedrijtshygiëne in !<
bedriiven die separator\\lees producereti.

Bedrijf

Persoonlijke

Bed rijts-

1

h ygiëne

hygiëne

1

II

1

III

-1-

4

IV

4

t

V

VI

)

-1-

VH

4-

V III

"" goed
- matig
- slecht

toename in temperatuur in dc perskamer
ongedaan maakt. Wanneer de machine in
een ruimte opgesteld staat van ma.ximaal
10° C. is de gemiddelde temperatuur in
de machine zodanig, dat de meeste pa-
thogene bacteriën ( met uit/ondering van
)\'erslnia eiiicrocalinca en Lisicria) die
ev entueel aanwc/ig kunnen /ijn in v lecs-
rcstantcn. die /ich bev inden in naden en
oneffenheden van dc vul- en dc perska-
mer, niet tot ontwikkeling kunnen
kt) men.

lien goede dagelijkse reiniging en desin-
fectie van alle met v lees in aam\'aking ko-
mende delen van de machine is natuurlijk
ccn nood/aak.

De aan de icmperattiur van de w imiings-
ruimte gestelde cis v an ten hoogste 10° C\'
is reëel, temeer daar het de mt)gclijkheid
biedt om de separeermachine in- ofdireci
aansluitend aan de uitbeenruimte tc
plaatsen.

Beoordeling van de organolepti-
sche kwaliteit, en de hygiëne

De resultaten van de beoordeling van de
organoleptische kwaliteit van de beende-
ren en het separatorv lees en de persoon-
lijke cn dc bedrijfshygicne /ijn samenge-
vat in de tabellen 2 en ?i.
Zowel de beenderen als het separator-
vlees hadden over het algemeen een
goede organoleptische kwaliteit.

label 2.

Organoleptische kwaliteit \\an de beenderen en het

separatorvlees.

Uedrijl

1 ype bce tule ren

Waardering

Waardering

Opmerkingen

beende re tl

separator^l.

1

Ribben • tuggcn

1

II

A- ugc n bce nd e re ti

(iemengd (\\arkens)

-

111

(iemengd (\\\'arkcns)

.\'Van separatorv lees

4\'V /out toegcNoegd

IV

Ham

Beenderen

kleur/out bestrooid

Schouder

*

-

V

Varkenskoppen

(gekookt)

warm gesepareerd

Va rkenskoppen

(gekookt)

koud gesepareerd

VI

Ham ^ sch()uder

-t-

Ribben ■ ruggen

-

--

VII

Sch ouder

4-

-1-

1 la m

V 111

llatn • schouder

-1-

4-

Ribben t ruggen

slecht

i - goed 1 matig

-ocr page 460-

De slechte organoleptische kwaliteit \\an
de bruinxcrklcurdc hanibeenderen (ge-
briukt dt)or bedrijf \\ ll) was niet meer
aan het hicr\\an afkomstige separator-
\\ lees tc cotTstateren. Dit was waarschijn-
lijk tc w ijtcn aan de dominerende in\\ loed
in het separatorv lees. \\an het in organo-
leptische /in betere rode beetimerg \\ an dc
beenderen.

Het bestrooien \\ati beenderen met kletir-
/out (ma.x.
0.6\'\'( N\'itriet in keuken/otn)
dient afgekeurd te worden, omdat alleen
oppervlakkig een bacteriostatische wer-
king \\ erwacht kan worden, teru ijl dieper
bederf gemaskeerd w ordt.
Dc persoonlijke hygiëne was \\ oor \\erbc-
tering \\atbaar. Mct name was het wassen
\\ an de handcti in dc meeste gev allen niet
mogelijk door het ontbreken \\ati han-
den wasgelegenheden.
Bij dc beoordeling \\ an de bcdrijfshygiëne
kwamen de \\olgende belangrijke /aketi
naar \\orcn:

De ruimten waar de separcermachincs
stondeti. waren \\aak (te) klein om opti-
maal hygiëtiisch te kunneti werken.
De w ij/e \\an opv angen. af\\ oeren en koe-
len \\ an het separatorx lees w as tneestal
niet goed.

Vaak werd het separatorx lees \\ an de ma-
chine opge\\angen in stapelbakkcn (.30
kg) (Bedrijven\\ III. IV. V en \\ ll) of
plastic /akken (Bedrijsen II en \\T).
.Alleen op bedrijf \\ lll werd het separa-
torvlees opgc\\angen in platte bakken tol
eeti hoogte \\an .5-10 cm.
Op alle bedrijxen (uitge/ondcrd V) ston-
den dc bakken of /akketi erg latig
(1-6
uurj in dc w itinitigsruimlc aKorens /c
afgevoerd werden naar de koeling of
dicp\\ riesruimte. In dit tijdsbestek werd
geen of tiauwelijks daling \\an dc tctnpe-
ratuur \\an het separatorx lees geconsta-
teerd. I)c /akken werden bo\\endicn nog
tc/atnen in conlaiticrs geplaatst.
De Beschikking 1\'itxocr \\ leesprodukten
1977 \\ crmcldt bij art. 6 lid 2 ondera. ben

liet separatorvlees dient

a. het/ij op de dag \\an \\crkrijging in
\\ leesprodukten te worden verwerkt.

b. het/ij binnen 6 uur na het verkrijgen
op een temperatuur van ten hoogste

.1° C in de kern te /ijn gebracht en
voortdurend bij de/c temperatuur tc
/ijn bewaard binnen 48 utu\' v erwerkt,
c. het/ij binnen 6 uur na het verkrijgen
op ceti temperatuur van teti hoogste
18° C\' in de kern binncti .3 maanden
tc worden verwerkt.

Bij punt a is de wetgever er wellicht vati
uitgegaan dat het separatorv lees na w in-
ning een temperatuur van ma.ximaal 10°
C
/OU hebben ([\'n heeft verder geen cis
aati de temperatuur van het separator-
vlees gesteld.).

In de praktijk bleek dit niet het geval le
/ijn (/ie label I). Het af/ien v an terugkoc-
ling. ook al w ordt hel separatorv lees de-
zelfde dag verw erkt, is in verband mct een
mogelijke snelle vermeerdering van pa-
thogene kiemen
niet veraniwoorcL
De punten b en c zijn van belang indien
geen verwerking op dezelfde dag plaats

V indt. Binnen 6 uur dient de kern v an het
separatorv lees ccn temperatuur van ma.x.
.3° C of max. 18° C le hebben bereikt,
rit de vastgestelde situatie kwam naar

V oren dat het separatorv lees. omdat men
daartoe ook geen maatregelen nam:

na vxinning meestal een temperatuur
had van 9-16° C\';

gedurende 1-6 uur in de wiiinings-
ruimle verbleef;

v aak in grote bakken of zakken w erd
opgevangen, waarbij de vicesmassa
mininuial een doorsnede had van 20-
50 cm.

(In een proefopstelling bleek dal "7-8 cm
doorsnede v an dc v Iccsmassa opgeslagen
bij 40° C" 45 minuten nodig had om in
dc kern 10° C\' in teiuperaliuir tc dalen".)
l\'it voorgenoemde punten valt af tc lei-
den dal veel separatorvlees niet binnen 6
uur de v oorgeschreven temperatuur \\an
.1° C resp. 18° C kon bereiken.
Deze voorgeschreven temperaturen zijn
technisch haalbaar indien aan dc vol-
gende voorwaarden wordt voldaan:
het separatorvlees dient opgevangen
tc worden in platte bakken met een
hoogte van ma.x. ± 10 cm:
direct na winning\'moet aangevangen
worden met terugkoelen of inv riezen.
Het bovenstaande illustreert de nood-
zaak tot het opstellen van (iood Manu-
facturing Practices.

-ocr page 461-

4. CONC I I Sil S

De \\isueel beoordeelde hygienische
condities waaronder separatorvlees
gewonnen wordt, /ijn o\\cr het alge-
meen als matig tot goed tc kwalifice-
ren. doch moeten bepaald op enkele
onderdelen verbeterd worden.
Dc vvinningsruimte dient wat grootte
betreft aangepast te worden aan de
uitgebreide werk/aamheden cn mcKn
voor/icn worden van handenw asgele-
genheden.

Dc wij/C van opvangen (in grote bak-
ken cn /akkcn) bij de w inning en het
onv oldoende snel tcrugkoclcn v an sc-
paratorvlccs na dc winning dienen
verbeterd te worden.

Het uitbenen en separeren op ver-
schillende bedrijven is in hygiënisch
op/icht ongewenst indien niet aan
stringente eisen met betrekking tot
koeling cn hygiëne bij opslagen tran-
sport voldaan wordt.

Dc Beschikking Uitvoer Vleespro-
ducten 1977 dient op enkele punten
aangepast te worden. (De gestelde
temperatuureisen dienen geharmoni-
seerd te worden met die vermeld
in de Beschikking Uitvoer Vers Vlees
1974. Ongekoelde bewaring van sepa-
ratorvlees mag niet toegestaan wor-
den ook al vindt verwerking de/elfdc
dag plaats).

i l l ER.M t.\'lJR

n hol

dagcrsbedrijf. ritga\\e Moderne Vak-

(/ lechnol.. 9, 38. (1976).
fieenk Willink, Zwolle. 1978.
I en .lordcns. 17e druk. l\'itg.

Tieenk Willink.

Sl

•;JU

Bijker. I\'. (i. II. cn Corstiaensen, G. I\'.: Hvgicn.
hcocicning. S. V.O., lUrccht, I97(i.
l-lcld. R. .v.: Mechanically Dcboncd Red Meat. Ar,,
Veewet. F.d. Schuurman en .lordcns, Mc druk. rütg
Vleeskeuringswet en IX-structiewet. Ixi. Schuurma
Zwolle. I\')7X.

ïirat^Èl©® @iju wgifs

Minister Braks wil controleer-
bare maatregelen tegen coupe-
ren van hondenoren

Met couperen v an hondenoren geschiedt oni te
\\ oldoen aan de standaarden v andekv nologen-
organisatic voor hct betrelïendc ras. ,Ms een
rcgclitig wordt gctrolfcn. die hc/itters weer-
houdt tiict hun honden tnet gecoupeerde oren
deel tc nemen aan tentoonstellingen in ons
latid. v erv alt in belangrijke mate de aanleiding
voor hct couperen van de oreti. Dan is cr ook
ilc mogelijkheid, op de nalev ing vati de v oor-
schriften effectief toc/icht uit tc oefettcn.
Minister ir. Braks (landbouw cn visserij) is
V oornemcns. de mogelijkheden van ecn tlergc-
lijkc regeling te ondcr/oekcti. /.o\'n regeling
/OU kiinttcn w orden gctrolfcn in hct kader van
hct binnenkort bij dc Statcn-Cicncraal iti tc
dienen ontwerp (ie/ondheidswet voor dieren.
Dit o.m. deelt dc bewindsman, mede namens
/ijn ambtgenoot van justitie, mede in ant-
woord op schrilfclijkc v iagcn van hct 1 wecdc
Kamerlid ferlouw.

Minister Braks is verder vati plan samen met
/ijti atnbtgenoot van cultuur, recreatie en
maatschappelijk werk tic tnogelijkheid tc on-
der/ockcti hct Monden-en Kattenbesluit tnet
ecn tatoiicervoorsclirift aan te vullen. Reeds
/OU hct couperen in belangrijke mate worden
tegengegaan, als cle Raad van Beheer op Kv-
tiologiscli gebied in Nederland dc talottccr-
dcrs die ncstcontroIcs liottdcn, /ou instrueren
om, indien dit mogelijk is, de honden uitslui-
tend in dc randen van de oorschelpen van
kctitcketien tc voor/ieti. Dc overheid beschikt
ev enwel niet ov er de middelen om dc Raad op
dit gebied voorscliriftcn tc geven, liet coupe-
ren van hondcnoren /ou cvetieetis in belang-
rijke mate kunneti worden tegengegaan indien
de door dc Raad erkende vcrctiigitigcii op
kv tiologiscli gebied iti hun slalulcti bepalin-
gen /ouden opnctiien die gericht /ijn tegen hct
couperen van dc oren van in ons land geboren
honden. Icnslotte /al minister Braks in het
kader van dc Raad van 1 uropa initiatieven
nemen om op itilcrtialionaal niveau tot bev re-
digende afspraken te komen.

(Pershcrichl Minislcrie van
I.ainlhoiiw cn
I \'is.\\crij).

-ocr page 462-

Microbiologische kwaliteit en chemische
samenstelling van mechanisch ontbeend
varkensvlees

Microbiological Qualiiy and Chemical Composition of
Mechanically Deboned Pork

P. G. H. [3ijkei-i. .1. I. M. Scholten-. 1. Fransen i. \\\\ A. Kool-
mees I

SAMI \\\\A i i IXCl

Pen onderzoek werd ingesteld naar de niicrobi(dogische kwaliteit en de chemische
samenstelling van mechanisch ontbeend varkensvlees (\'separatorvlees\') in \\eder-
land.

H Bedrijven die dit produkt maken werden bezocht. Per bedrijf werden ld monsters
afkomstig van verschillende persingen genomen. Deze werden naar het laborato-
rium vervoerd en aldaar microbiologisch, chemisch, ett histologisch onderzocht.
De microbiologische kwaliteit werd ongunstig beïnvloed iloor een sterke contami-
natie van het uitgangsmateriaal. I \'rappant was het voorkonwn van hoge aantallen
Staphylococcus aureus (1(P) in monsters afkomstig van 2 bedrijven en Entero-
bacteriaceae
(l(P-IO^) in monsters afkomstig van 7 bedrijven.

De chemisdu\' samenstelling van separatorvlees bleek vrij sterk te variëren en
verschilde van die van manttcel ontbeend vlees door een hoger vet-, a.s- en Ca-
gchahe.

De hoeveelheden bot in separatorvlees werden over het algemeen als acceptabel
besclu>uwil. Slechts twee bedrijven produceerden separatorvlees met een harde
botrest groter dan (t.4\'\'(. H el bleek 0.6\'van de botdeehjes groter te zijn dan de
door ons als acceptabel geachte grens: 90\' ( kleiner dan l nun cn geett deeltje groter
dan J nun.

SUMMARY

The niicrobiological quality and chemical composition of mechanically dehoned
pork (M.D. P.) in the Setherlands was investigated.

Tight producers of M.D. P. were visited, am! ten samples of different M.D. P.
lots were taken on each visit. After transportation to the laboratory, they were
stiulied microbiologically. chemically and histologically.

The microbiological quality was adversely affected by considerable contamination
of the raw material. .A striking feature consisted in the fact that two producers
showed large numbers (appro.ximately UP)
o/\'Staphylococcus aureus and seven
showed severe contamination (appro.xiniately 10^-10^) by
Enterobacteriaceae. The
chemical composition of M.D. P. varied rather widely and had a higher fat.
mineral and calcium content than manually deboned meat.

\' Mcdcucrkcis N akuidcp \\ ocilingsniKldcion \\an Dierlijke Ociisprong. 1 aculteil der Diergeneeskunde.
Hiltslraal 172. t ireehl.

t\'ontroieiir Volksge/ondheid i.a.il.. \\elerinaire llooldinspeclie \\ olksge/ondheid \'s-(lra\\eiihage.
440 Tijdschr. t)icr.iiciu\'csls.. dcct tO.S. aji. II. l9Ktl

-ocr page 463-

The hone conieni oj M. /). P. w as assessed as heing acce/nahle hy and large.
Only i\\yo producers showed a hard hone residue in e.xcess of 0.4 per cent.
However. 0.6 per cent of the hone panicles overstepped the limits defined as
acceptahle. these heing 90 per cent than / nuti. and no particle larger than J mm.

L l\\llll)l\\c,

Als \\er\\olg op het onder/oek naar de
h\\\'gienische aspecten bij de w inning \\an
separatorvlees (6) was het nood/akclijk
de microbiologische kwaliteit en de che-
mische samenstelling \\ an separatorv lees
na te gaan.

Uit de literatLiLir blijkt dat dc chemische
samenstelling \\an separatorvlees afhan-
kelijk is vande aard van het uitgangsma-
teriaal. de gebruikte apparatutu\' en de
afstelling ervan (11. 12. 17. IS. 21.22.
25. 42).

Het verschil met manueel ontbeend v lees
is vooral gelegen in ecn bijdrage van het
beenmerg (1). e.xtra bindweefsel
(kapsels en pe/en) en een botrest (I 1. 1.3).
Over de microbiologische kwaliteit van
separatorvlees in Nederland /ijn geen
prakt i/kgege vens bekend.
Wel is v astgesteld dat de bacteriologische
gesteldheid van separatorvlees in prin-
cipe afhankelijk is v;in het tiitgangsmatc-
riaal. nl. de beenderen (.34. .38).
Ook blijkt separatorv lees niet nood/ake-
lijkerwijs hogere kiemgetallen tc hebben
dan met de hand ontbeend v lees (25. 28.
.U. .38).

Doel van het onder/oek was ecn indruk
tc verkrijgen van lie situatie in Nederland
met betrekking tot:

dc microbiéle gcstcldheiil van septira-
torvlees. met als bijkomend doel het
opstellen van referentiewaarden:
dc chemische samenstelling v an sepa-
ratorv lees:

dc grtxnte van dc in het separator-
vlees aanwe/ige botdccltjes.

2. M V I I Rl V VI I \\ VII I IIODI \\
2 1 Mdiistcriiiinie

S Hccli i|\\eii c,Ik\' scpar.itiMa Icl-s prcidiiccrcn wcrilcn
hc/ochl (6). Op icilcr lu-drijr «orden in totaal 1(1
monsters separators lees \\ an ongeveer S()() gram a.in
de al \\ oei pijp van de maeliine genomen, leder mon-
ster vvas alkomstig van materiaal van een al/onder-
lijke persing. De monsters vverden v erv olgens in een
diepv rieseel gedurende 3()-(i() minuten algekoeld tot
ongeveer 4 C. Vervolgens uerden de monsters
onder koeling (0-4 C ) naar het laboralorium ver-
voerd. Daar werd de temperatuur van de monsters
gecontroleerd vvaarna direct met het ondcr/ock
begonnen werd.

2 2 Onder/oek van de monsters

2.2.1. \\licr,ilnol,,gLsd,

Hcwei king van dc monsters
Direci na meting van dc temperatuur werd 20 gram
van ieder monster genomen en vervolgens met ISO
ml peptoti Ivsiologische /outoplossing in Stomac-
her /akjes ovcrgchrachl cii gedurende 2 miiuiten in
dc Stoniachcr gehomogeniseerd. Na een rcsuscita-
lic van 90 minuien in de 10 verdunning bij kamer-
tcnipciaiuiii werden verdere decimale verdiiniiin-
uen aanl;ele^d (S. 3()|.

cicasc

lid op
ppml

V. stnikpl.iat Stl 20 C )

Hepaling van de kiemgetallen
Mcl \'totaal aëroob\' kiemgetal werd bepaald volgens
de gietpla.ilmcthoilc (l\'.C ..V. 3d 30 C") (26)
Het aamal
t.nlcniluh icriatviie g wertl bepaald vol-
gens de I S.O Standard .S.S.S2 (1979)
He( aantal
.Siii/\'ln idt ut iin (iiiieiis g weid bepaald
op hel medium volgens Baird-I\'arker (2d 37 C\')( I).
Hevcstiging op identiteit vonil plaals aan dc hand
van de v olgende eriteria: groei in bram h
sioii broth bij 43 (\'. coagulase en ihcrniom
pi>siiiel (2. 3. 23. 31).

Het aantal gisten cn schimmels g weid bcp.i
Ovvletiacvchne (.S() ppm) (Icnl.iniicinc (2.S
(lisicstracl- Vgar (O ti.(i
(1(1).

2.2.2. (\'Iwiiiist li iiiulcrzock

Met behulp van ccn loerntoior. vooi/ien v.iii ccn
roerder met ecn piopcllciv oi niige vleugel werden
dc monsters al/onderlijk gehomogeniseerd.

Bcpahngeii

I iw itgchalte. op basis van hel stikstolgehallc (27)
W alergehalle. volgens hel V lees cn V leesw arenbe-
sluit van de Warenwet (401

Vetgehalte, volgens het V lees cn V leesw ai ciibcsliiit
van tic Warenwet (40)

-ocr page 464-

Asgchalte, Nolgcns het X\'lecs cn V lccswarcnhcskiit
\\an dc Warenwet (40)

Ca Iciiini gehalte, speet rol otometrisch (.Atomaire
.Absorhtie). l itgcNoertl doordc Kciiringstlicnst\\an
Waren te l trccht \\olgens intern \\oorschrilt\'.
Magncsiu mgc halte, idem

Kopergehaltc. idem (in \\erband mct het mogelijk
\\erhoogd \\oorkomen in beenmerg. do<ir het ge-
bruik van koper als \\ocderadditiel\')
Harde botrest, volgens Hijkerc/
ai (5). In aanslui-
ting hierop werd de grootte \\an dc botdeeltjes be-
paald volgens Bijkcr
t\'i al. (7) (Methode A).

2.2.y. Ilisltiliigisih iiihicrzock

Naast de onder 2.2.2. genoemde methode tcr bepa-
ling \\an de grootte van de botdeeltjes. werd ccn
microscopische methode gebruikt (Methode B).
Per monster werd met behulp v an een korlje S \\ een
hocv ccihctd scpai atorv lees ter grootte v an ongcv ccr
2.5 X 1.5 \\ 0.5 cm gedurende 24 uur bij kamertempe-
ratuur gelixeerd in een 4\'( formaline oplossing.
\\\'ia een vveelseldoorvocrapparaat vond insliuting in
paraffine plaats (.12) tot /g. paralfinc blokjes.
Vervolgens werden coupes gesneden van 8-10 ß
dikte. Van ieder blokje werd een coupe gekleurd
met behulp van pikrine/uur-ali/arinred S indigo
karmijn, waardoor de botdeeltjes rood worden ge-
klemd (29). Met behulp van een cvtoskoop t/ciss)
voor/ien van ccn raster mct ccn maatverdeling van
100 vverden van in de coupes aanwe/ige botdeel-
tjes (> 100 fj) de grootste diameter opgemeten. Per
monster werden /o 8 coupes beoordeeld.

.1. Rl Sl I I A I I N I N DISCl SSII
3.1. .Microbiologisch onder/oek

De resuliaten van het microbiologisch
onder/oek staan vermeld in tabel I.
De gev onden kiemgetallen in "Log N\'/iJn
aan/ienlijk hoger (I tol 2 eenheden) dan
dic vermeld door Van Schothorst
ei al.
(34). Wat betreft het aëroob kiemgetal
komen /e. uitge/onderd de slechte iiitsla-
gcn bij bedrijven I en 111. globaal ov ereen
met die vermeld door Bem und l.cistner
(4). Field and Riley (16). Field
et
al
(17). Finke e! al. (25), Neuhauser
(28) en Wallavs en van Hoof (38).
Schothorst
ei al. (34) toonden aan dat de
bacteriologische gesteldheid van separa-
torvlees in principe afhankelijk is van het
uitgangsinateriaal "de beenderen\'. De

label I. Kiemgetallen van separatorvlees in l og,,, N g-\' van separatorvlees (weergegeven in gemiddelden
met standaardafwijkingen).

Bedrijf

Type beenderen

Acroob kiemgeLal

Entcrobac-
terLaceae/g

St apliyiococcus
aureus,\'y

Oisten
schimmels

Ribben rutjgttn
Zeuyentjeenderen
(;en]t;n(jd (varkens)
(lemeiujd (varkens)

b.3  0.9

■1.\'-) i_ 0.7

1.9  11.3

b.8  0.3

4.1  0.1

4.6  0.2

b.b ^ 11.-1
G.2 O.b
7.3 n."!
\'..(, 0.1

50% < 2.8

.1\' O . J

< .i.M
HU\' 3.5^0.5

101) ■ <2.8 .1.1 0.4

4.1 0.5 I 1.4 0.1

O.

4I1\'.. < .\'.8

60\' i

I 60-i 3.2 ^0.4
40% < 2.8

80 < .\'.8
20: 3.0

40» < 2.8
60t 3.3 0.4

1001 <2.8

100\'S< 2.8

Varkenskoppen
(gekookt)

40» <2.8
60% 3.2 0.4

.\'O: 2.8
80» <2.8

Varkenskoppen
(gekookt)

5.8 0.6

4.3 0.6

Ham schouder
Ribbon t ruggen
Scliouder
Ham

Ham se)iouder
Ribben ruggen

6.2 0.2
6.0 0.2

6.1  0.3
6.4 0.3
7.0 ü.4

6.2  0.3

4.6  0.2

3.7  0.3

4.1  0.2

5.2  0.5
5.0 0.5
4.5 0.3

60% <2.8
4C:. 3.2

100% < 2.8

80% < 2.8
20% 3.0

60".. <2.8
40% 2.9

4.3 0.2
3.9 0.2
4.8 0.5
4.5 0.5
4.2 0.6
4.0 0.1

40% < 2.8
60-r. 3.3 0.1

4.6 0.2

\' Dank is verschuldigd aan de Keuringsdienst van Waren te Utrecht voor het uitvoeren van de bepalingen.

-ocr page 465-

door lien onder/Dchte monsters separa-
torvlees waren afkomstig \\an grote be-
drij\\en waar het separeren direct in aan-
sluiting op het uitbenen gebeurde (Hun
doel was ecn ondcr/oek tc doen naar dc
hygiënische aspecten \\an ontbeningsma-
chincs.). Ecn v erklaring \\ oor de door ons
gevonden hogere kiemgetallen ligt in hct
gebruik van hygiënisch slechter uitgangs-
materiaal.

Beenderen in vlees zijn in principe steriel,
t-en contaminatie \\indt plaats bij het uit-
benen \\ an de karkasondcrdelen cn dc op-
slag en het transport \\an beenderen (6).
Op deze onderdelen zal de hygiëne dus
\\crbcterd kunnen cn moeten worden.
Beenderen die organoleptisch als slecht
of matig beoordeeld w aren (6) lev erden in
microbiologisch op/icht ook slccht sepa-
ratorxlccs op (Bedrijf I. 11. 111. Vil).
Bedrijl III dat bccndcicn betrekt \\ an el-
ders gesitueerde uitsnijderijen (6). produ-
ceerde. ondanks dc goede temperatuur-
beheersing tijdens hct proces, in
microbiologisch op/icht slccht separa-
tor\\ lees.

Bedrijf V \\erwcrktc gekookte varkens-
koppen. Na hct separeren van dc nog
warme koppen (± .50° C). werden niette-
min
Enieiohavwriaccac aangetroffen in
het separators lees. Dit moet aan ccn na-
besmetting dot)r dc machine tc wijten
/ij n.

liet soms \\oorkomen \\ an relatief hoge
aantallen
Siapylococciis aureus g (10^)
in het separatorvlees (Bedrijf III en
\\ ll) benadrukt de nood/aak tot snel tc-
rugkoclcn om de mt)gclijkc vorming \\an
thermostabielc cntcroto.xinen te voorko-
men.

}.2. C hcmiscb onderzoek

De resultaten van het chemisch onder-
zoek staan vermeld in tabel 2.

1 abel 2. C\'hemiscbe samenstelling van separator\\lees in \'V {Cu en Mg in p.p.m.l
(weergegeven in gemiddelden met staiidaardalwijkingen).

Droge stof

Be-
■ irijf

H.iixie
botresL

H.hot
ri\'St-.:

Mg

2.0
7.6
1.5
31.6 3.9
2b.2 0.9
2 3.1 0.R
0.13 0.02
0.19 0.07
0.12 0.03
0.28 0.06
0.11 0.01
0.13 0.06
0.28 0.06
0.44 0.15
0.29 0.03
0.62 0.14
0.28 0.07
0.31 0.05

3B.2
■12.5
<12.1 ^

0.6
2.7
0.7
1 .2
0.7
0.3

21 .3
27.2
2().4

1.24
1 .27

1.25

^ 0.05
0.24
0.03

1 .4

3.Ü
0.6
ü.\'j

1.41 0.10

0.09
0.05

1.48
1.36

2.1

2.3

2.4

2 . 5
2.4

1.4 0.5
1.0 0.1
1.0 0.1
0.9 0.1
1.3 O.y
1 .2 (1.1

193 7
174 34
179 10
182 11
166 3
t 3 9

0.72 0.03
1.11 0.07

\'14.1 1.1

19.2 0.(

25.0
26.3

1 .6
1.0
0.9
1 .3
2.0
4.8
1 . 1

17.8 1.0

46. 1

36.3
36.6
34.9
3B.6
40.9
38.3

0.8
0.8
1 .4
1 .4
0.6
0.5

20.8
19.4
21 .2
23.2
27.2
20.7

1 .8
1.4
1.7
2.0
5.5
1 .0

1 .04
1.23
1 .00
0.99
0.99
1 .29

15.6
12.6

14.7
12.5
17. 3

0.04
0.08
0.04
0.02
^ 0.Ü4
0.06
0.04 0.01
0.16 0.02

ü.05 0.02
0.40 0.08

1.5 0.1

1.8 0.2

145 1.\'

0.12 U.02
0.24 0.06
0. li 1^0.03
0.14 0.01
0. 17 n.,i4
0.30 Ü.08

2.0
2.0

0.9  0.0
0.8 t 0.0
1.3 0.2

1. i 0.1
1.2 11.1

16 5 11
197 1.!

0.06 0.01
0.12 0.02
0.07 0.03
0.07 0.01
0.09 0.03
0.14 0.01

-ocr page 466-

Dc pcrcciitagcs eiwit. \\ ct cn droge stol in
tabel 2 komen globaal o\\crcen met ilc
door l icld
el al. (1.\'^) en W\'allaxs cn \\an
Hoof (.^9) aangcgcxcn waarden.
De pcrcentagcs \\ct /ijn globaal 2 tot
maal /o hoog als die bepaald door bov en-
genoemde autcLus in maiuiccl ontbeend
rest\\lees.

\\\'oor as cn Ca geven Held d «/(l.^) in
separatorvlees hogere waarden aan. ter-
wijl Wallavs cn van Hoof (.\'^9) lagere
waarden aangeven, bijv. as 4.07\'j \\s
1..37\' , cn Ca0^8.V7 vsO.O.V , in separator-
vlees afkomstig van hambccndcicn.
Djujic
el ai (9) vonden ongeveer de-
zelfde waarden als vermeld in tabel 2,
Deze verschillen zijn tc verklaren uit het
gebruik van verschillende tvpcn separa-
toren met v erschillende pers-en filtersys-
temen: l icld
el al. (Ik\'chiv c. continu sv s-
tcem met V oorv erkicining). W allav s cn
van Hoof ( I lydrau. discontinu systeem).
Djujic
el al. (Protecon. discontinu sys-
teem). Dat bij gebruik \\an verschillende
machinctvpcn de gehalten aan eiwit, vet
cn droge stof niet veel uiteenlopen is in
overeenstemming met eerdere bevindin-
gen van f-icld (II). In manueel ontbeend
restv lees van hambccndercn werden door
Djujic
el al. (9|. l icld el al. (1.^) cn Wal-
lavs en van Hoof (.39) dc volgende gc-
w ichtspcrccntagcs aan as cn Ca bepaald:
0.96. 0..\'ï4. I.oi resp. 0.0.3. 0.0.3. ().(),3.
De/c waaiden zijn belangrijk lager dan
dc door ons bepaalde waarden in mecha-
nisch ontbeend vlees.
f)jujic(\'/rt/.(9) vonden in mechanisch ont-
beend V lees globaal dezelfde waarden aan
Cu cn Mg als in manueel ontbeend rcst-
vlccs.

Dc door ons gevonden waarden aan Cu
cn Mg komen overeen met die zoals be-
paald door de bovengenoemde auteurs.
Deze bevindingen bevestigen niet dc ver-
onderstelling dat bccnmc-gcen verhoogd
kopcrgchaltc bevat tengevolge van het
kopcrgcbruik als vocdcradditici.

Dc harde botrest. het Calciumgchaltc.
het as- en magncsiumgchalte in separa-
torvlees afkomstig v an
warme gekookte
varkenskoppen wa.s significant lager(p<
0.01) dan de waarden bepaald in se-
paratorvlees afkomstig van
koude ge-
kookte varkenskoppen. Field
el al. (17)
vonden dienovereenkomstig na warm
ontbencn van schapcnkarkasscn. direct
gevolgd door separeren, ccn significant
lager as- cn Ca-gchaltc in het separator-
vlees dan na separeren van gekoelde kar-
kassen. Waarschijnlijk zal dit verklaard
kunnen worden door een verschillende
hardheid van beenderen bij verschillende
temperaturen, hetgeen van invloed is op
dc hoogte van dc botfractie in het separa-
tors lees.

De Beschikking f\'itv oer X\'lcesproduktcn
1977 art. 6 onder h vermeld ondei\' meer
dat het Calciumgchaltc van separator-
vlees ten hoogste 0.25\'7 cn het bcngchaltc
ten hoogste l\'r mag zijn.
Indien dc cis aan het bt)tgehaltc van 1\'7
wordt vervangen dooreen rccclcrc cis dal
de harde botrest niel hoger mag zijn dan
0.4\'f (Bijker
ei al. (5. 7)). voldeden dc
meeste monsters van hel geproduceerde
separatorv lees aan dc normen gesteld in
Voornocmdc beschikking.
Fen bedrijf (111) produceerde separator-
vlees mcl ccn te hoog calciumgchaltc cn
een tc hoge harde botrest.
De verhouding harde botrest: Ca varie-
erde globaal van 2.5:1 lol 1.9:1.
Hieruit volgt dal. indien aan dc cis. ge-
steld met betrekking tot dc harde botrest.
voldaan woidl (ma.x. 0.4\',). tevens aan
dc cis gesteld aan hel Ca-gchaltc (max.
0.25\',) wordt voldaan.

.T.3. Hcpaliiig van de grootte \\aii !)()(-
deeltjes

I )c resultaten van dc bepaling van dc
grootte van dc in hel separatorvlees aan-
wezige boldccltjcs. in aansluiting op dc
K.()H-:ncthodc (Methode ,A) cn volgens
ccn microscopische mclhotic (Methode
B). slaan vermeld in label .3.
1 )c grootte van dc boldccltjcs wordl be-
paald door dc grootte van dc filtcropc-
ningcn. hel tvpe cn dc alsiclling van dc
machine.

Berekend over alle monsters waren vol-
gens Methode A 90.6\',\' van de deeltjes
kleiner dan 1 mm; 98.2% kleiner dan 2
mm en 99.4\';\'p kleiner dan mm. I^cze
perccnlages zijn bij Methode B hoger.
Dit kan verklaard worden uil het feil dal
bij snijden van dc coupes cr slechls een
bepaalde trefkans beslaat dal dc deeltjes

-ocr page 467-

in hun grootste diameter aangesneden
worden, /odat aan Methode .A de \\oor-
keiir moet worden gegesen. Tussen de
resultaten \\an beide methoden bestaat
desondanks een srij goede correlatie
(de/e varieert van 0.88 tot 0.97).
De in ons onder/oek gevonden almetin-
gen vttn de botdceltjcs /ijn tianmcrkelijk
gnner dan dic in de literatuur vermeld.
Meld
d al. (1.5) vonden in mechanisch
ontbeend rundvlees botdceltjcs met ecn
gemiddelde grootte van 76.6tot I I l.7;u
cn ccn maximale grootte van 450 lu. (Se-
paraiorvlees alkomstig van een Heehive
mechanical deboner met 0.46 mm filter-
openingen in de cylinder). l.inkec/r//. (25)
vonden in de v loeistof fractie van mecha-
nisch onlbectid varkensvlees botdceltjcs
met ccn maximale grootte van 582 fi en
een gemiddelde grootte van 87 fi. (Scpa-
ralotvlccs afkomstig van ecn Centrifu-
gaal ontbener.) In overeenkomstig rest-
vlccs dat met dc hand ontbeend werd
vonden l.inke
ci al. (25) echter botdecl-
tjes met een gemiddelde grootte van 401
en ccn maximale grootte van 2037 yu.
Volgens dc Beschikking Uitvoer Vlees-
produkten 1977 mag geen van de bot-
dceltjcs groter/ijn dan 1 tnm. In de prak-
tijk bleek dit niet haalbaar met dc m
Nederland gebruikte separatoren.
Reëel is om aan de grotntc van dc bot-
dceltjcs in separatorv lees slechts eisen le
stellen in v erhtniding tot dc feitelijke situ-
atie met betrekking lol manueel ont-
beend V lees.

Voorgesteld wordt: 90\'< van de botdcelt-
jcs kleiner dan 1 mm cn geen botdceltjes
groter tlan 3 mm.

Volgens l ield cl al. (I 5) en l.inke(24) vor-
men botdceltjcs van dit formaat in pro-
dukten geen risico voor dc ge/ondheid
van de consument. Field
cl al. (15) toon-
den aan dat botdccltjes in 0.037 M HCl
oplossing \'dic wat /out/uurconcentratie
overeenkomt met de maaginhoud van de
mens\'volledig oplossen.

Fen verhoogd botgehaltc in produkten
kan /ells een bijdrage leveren aan de ge-
/ondhcid van de mens. Het Ca-gchaltc
v an v lees is laag (0.01\',) en constant (41).
De behoefte van de mens is 500-800 mg
per dag (20). bij andere mensen /elfs
hoger (in verband met preventie van oste-
oporose) (33). Naast de hoeveelheid Ca is
de vorm waarin het aangeboden wordt
erg belangrijk in verbancl met dc opna-

I abi\'l .V \\ crdcling in proccnicn \\an dc groollc \\an boldceltjcs in separatorsices.

-si \'par.it .jr
roiiri j f

•AantciJ
Monsters

Grootte klasse

: \'.\'-looo;»

in •

1000-
in

2000\'!

2000-
in

3000,>.
l

3000 "
in %

100-1000

a\'

B -

A B

A

B

A B

A:B

Protecon

I

K\'

\',•1.2

98.4

6.7

1 .2

0.4

0.4

1 .6

0.0

0.93

Protecon

II

5

\'11.6

97.4

7.0

2.6

1 .0

0.0

0.4

0.0

0.94

5

98.2

6.0

1 .8

1 .2

0.0

0.2

0.0

0.94

Prot i.\'00n

III

io

90.7

96.8

7.7

2.7

I .0

0.3

0.5

0.0

0.94

Protecon

IV

5 1

91 .0

98.0

8.0

1 .7

0.7

0.3

0.3

0.0

0.93

5 ;

89.9

97.6

8. 1

2.3

1.3

0.1

0.7

0.0

0.92

H\'v\'iii du

V

5

86.0

97.2

10.4

2.8

2.6

0.0

1 .0

0.0

C.8B

5 :

98.6

94.8

7.4

5.0

1.6

0.2

1 .4

0.0

0.94

Prot ..\'con

VI

\')5.6

97.8

4.0

2.2

0.4

0.0

0.0

0.0

0.97

5 ,

93.4

97.6

5.8

2.4

0.6

0.0

0.2

0.0

0.95

Protecon

VII

5

92.0

98.4

7.0

1.6

0.8

0.0

0.2

0.0

0.93

c,

89.8

99.0

9.0

1 .0

0.8

0.0

0.4

0.0

0.91

Soert-ji

VIII

90.0

97.6

8.4

2.2

1 .0

0.2

0.6

0.0

0.92

5

85.6

96.2

11.2

3.4

2.0

0.4

1 .4

0.0

0.89

90.6

97.5

7.6

2.4

1.1 0.1

0.6

0.0

0.93

Bepaald in aanslinting op dc KOH-nictliodc (methode A).
Microscopisch bepaald (tnethode B).

Protecon machines (M RS 20 cn M RS 40) waren \\ oor/icn van liltcrs met openingen van 1 mm.

-ocr page 468-

meniogeli|khcid in de daim. Hol is(naast
melk) \\oedingsty.siologiscii ge/ien een
uilstekende bron om in de dagelijkse C"a-
behoelte le v oldoen, door /ijn goede op-
name in de darm en juisle Calciumfos-
laalverhouding (19. 20.
?>5. .16).
l\'ileraard pasi het niet bol \\ oor \\ lees te
\\erkopen.

4. fONCirsiis

Cie/ien de relatief hoge kiemgetallen
\\an separatorvlees direct na dc win-
ning. die \\oornamelijk bepaald woi-
den door dc mate \\an eontaminatie
\\an het uitgangsmatei iaal (de been-
deren). moet de h\\gicne bij het uitbe-
nen \\an de karkasondeidclen en bij
de opslag cn het transport \\an de
beenderen, \\erbelcrd worden.
Het vóórkomen \\an hoge aantallen
\\ an
Staph} locovcus aureus (lO\'*) en
Hnierahaciericeae {10\'\'-10\'\') in separa-
torv lees kan een gc\\aar \\oor de gc-
/ondheid \\an dc consument \\ormen
(mogelijke \\orming \\an thermosta-
biele cntcroto.xinen cn gc\\aar \\t)oi-
kruiscontaminatic). Op grond hier-
van moet bij de produktie\\an separa-
torxlees aan strenge \\oorwaarden
met betrekking tot koeling, opslagen
\\erhitting bij \\erwerking \\oldaan
worden.

Dc chemische samenstelling \\ an sepa-
ratorxlecs varieert vrij sterk en ver-
schilt van die van manueel ontbeend
V lees door een hoger v et-, as- en C"a-
gchalte.

De gev onden hoev eelheden bol in se-
paratorvlees kunnen over het alge-
meen als acceptabel worden be-
schouwd. Dc grootte van de
botdeeltjes vormt nog een probleem
(0.6\'\'7 > 3 mm).

K.A U TR

1. Baird- Parker. A. C\'.: An improved diagnostic and selective medii:
staphvlococci. ./.
A/>i>l. Ikicirriol.. 25. 12. 11962).

2. Baird-Parker. A. C\'.: ,A classilication ol micrococci and staphvli;
biochemical tests. ./.
(n-n. Mien,hi,,I.. .10. 4119. (I96.i).

liirrv. A. I.. Uichia. R. V. I., and Atchinson. I. VV.: Idcntilication ol .Suiiihvl,„,„inin,iru.sbv
Simultaneous use ol lube Coagulase and I hcrmonuclcasc Icsts. A/,/,I. Mi,n,hi,,/.. 25.496. 11972).
Bcin. /.. und l.cisiner. I..: I leischseparatoien aus mikrobiologischer Sicht, \\hncihingshl. HA!. 46.
2244. 11974).

Bilker. P. (j. II.. C.ciats. (i. 1 . en Pranscn. I.: BiUgchallc in Mechanisch Ontbeend Varkensvlees.

lil,ts,hr. r>icivnn;\'d.. I \\. (I97,S).

Bijker. P. (i. II.. Scholten. .1. I. M.. l iansen. I. en Koolmees. P. A.: Ilygicnischc aspecten bij de

winning van mechanisch onlbcciul varkensvlees, lijilschr. IHfixcmcsk.. i(15............ (19,KO).

Bijkcr. P. (i. II.. (leiats, (i. I .. Van l.oglestijn. .1. (i.. Koolmees. P. A..:iikI I lansen. I .: Methods to
determine the hone conlenl and lhe si/c ol lhe bone particles in medianicallv deboned pork ( M.I). P.).
.WVili Meeting
I iimp. Meat Res. Workers. Budapest. 19^4,
S. Hoornc. II. van: Inicraetions between Microorganisms and some Components ol Pharmaceutical

I\'rcparaiions. Dissertatie, leiden. I977_
9. Diujic. I . D
|0rd|cvic. V.. Mihailovic. B.. Kadovic. N.: Mineral Composition ol meat being hand
separated or mcclianicallv separated Irom bones. XXVth Meeting I urop. Meat Res. Workers.
Budapest. 1979.

10. Dijkniann. K. I .. Koopmans. \\1.. and Mossel. I). A. A.: I he recoverv and idcntilication of psychro-
tmphic vcasis Irom chilled and Iro/cn comminuted Iresh meats. ./. -l/vi/.
Iii,wnoi.. 47. .?. ( \'19-9).

11. Field. R. A.: Mcchanicallv Deboned Red Meat. /\',«-</ Icihiuil.. 9. (1976).

i:. Fiekl. R. A.: Recovery ol prolcin Irom bones bv mechanical deboners. XXIth Meeting l ump.
Meal Res. Workers. Bern. I97.S.

1.1. Field. R. A.. Krugcl. W . (,.. and Riley. M. F.: Characteristics ol nicchanicallv deboned meat, hand
separated meat and bone residue Irom bones destined lor rendering.
.!. Anim. Sci.. 4.1. 75.v. (1976).

14. Field. R. A.. Kunsman. .1. F.. and Sanchez. I .: Method lor estimating marrow content ol mcchani-
callv separated meat. XXVth Meeting Furop. Res. Workers. Budapest. 1979.

I.\'i. Field. R A.. Olson Womack. S. F.. and Krugcl. W. (1.: Characterization ol Bone particles Irom
Mcchanicallv IX-boncd Meal,
.hinnuil „I I,mil St iciicc. 42. 1406. (1977).

16. Field. R. A. and Rilcv. M. F.: Characteristics ol meat from mcchanicallv deboned lamb breasts. ,/.
h„nl S, i.. .19. ,S\'.\'i/. (1974).

17. Fickl. R. A.. Rilev. M. F.. and Corbridgc. M. IF: Characterization of mechanically deboned hot
and cold mutton carcasses. ./.
I,,,,,I .SV/.. .19, 2S2. I 1974).

1.

lor isolaliiig coagulasc positive
icci based on physiological and

-ocr page 469-

15. l icld. R. Riley, M. 1... and Corhridge, M. 1!.: Inlluencc olMeld on ealcium eiintcnt of meeha-
niealK deboned lamb and mullon. ./.
I\'ood Sci.. .19. f 197-1).

19. liierst. I,. M.: I be biological availability of the calcium in bone. ,/. .\\iiir.. .17. .169. (19-19).

20. Kühne, 1).: /.ur Hcdeutung einiger Mincralstoffc im Fleisch. Hcischw.. 1421. (1975).

21. Kunsman. .1. Ii. and Field, R. .X.: I hc lipid content of mechanica 11\\ deboned red meats. ./. ! innl Sci..
41. 1439. (1976).

22. Kruggel. . (i. and Field. R. A.: Fluoride cotucnt ol mechanicalK deboned beef and pork from
commercial sources in different geographical areas. ./.
Fooil .Sci.. 42. 1911. (19"").

21. Lichica. R. F.. (ienigeorgis. C\'..and llocprich, I\'. I).: Metachromatic agar diffusion methods for
ilctecting Staphvlococcal nuclease activity. .1/)/\'/.
.^Hcrii^iol.. 21..\'\'.V,\'\'. (1971).

24. Linke, IF: Fleischseparatoren aus lebensmittelrechtlicher Sicht. Mincilimgsl^lutl H. .\\. I.. Ati. 225.1.
(1974).

25. Linke. IL. Doneth, W. und Rem. .X.: Fin neues \\erlahrcn zur mechanisierten Restfleischgeuinnung
unter bvgicnischcn anaivtischcn und lebensmitlclrcchtlicben Ciesichtspunktcn.
I\'lci.sdiw.. 10. 165.1.

(1974).

26. yiossel. I). .A. en lamminga, S. K.: Methoden voor microbiologisch onder/oek van levens-
middelen. B.\\ , Litgeverij P. C\'. Noordervliet. Zeist. 1971.

27. NFN: \\\'lccs en vleesprodukten. Bepaling van hct stikstofgehalte. Rijsvviik. Nederlands Normalisatie
Instituut, p. ,1442. ( I96X).

2S. Ncuhaiiscr. S.: Verfahren /ur Maschinellen F\'leischgcvvinnung. //c/.m/iu .. 10. I\'\'54. (19\'^)

29. Pfeiffer, P.. Wellhauser. R. und Clchra, IF: Fine 1 richromfiirbung /ur narstclliing von Muskcl-
eivveiss. Bindegevvebscivvciss und mineralisch bchafieiem Knochcnirevvebc.
Ia/;. lx\'lu\'n.Miiiiic//i\\v..
5. 191. (I975)i

10, Rav. B.: Methods to IXncct Stres.sed Wictoroaant^ms. ./ournai o/ l\'natl Prnlci nnii. 42. .146. (I9~9).

11, Ravman, M. K., Park, C\'. F.. Philpott. .1.. and lodd. F. C\'. I),: Reassessment of thc coagulase a nd
thermostable nuclease tests as means of identifving
Siai\'livincocciis aureus. .4ppl. Micralutil.. 29.
45!. (1975).

12, Romcis. B,: Mikroskopische Iccbnik, Oldenbourg Verlag, München. (I96X).

11, Schaelsma. (i.: Verband tussen de hoeveelheid calcium cn fosfaat in dc voeding en boiontkalking,
/.uivcliiclii. 10-11, 7(11), (1978). 12-11, 7.14. (I97S).

14, Scliotborst. M, van. Lensden, F, M, van en Narucka, L,: Ilygicniscbc aspecten van ontbenings-
machincs,
liicd. iiiiih/. icciinoi.. 7, II. II97H).

Vs, landler. k,: L,S,I),,A, Specifikationen für Scparatorenficisch von Rinder und Schueineknochen,
l\'lci.Hhw.. 55. I6SS. (1975).

16. Iisdall. F, F, anil Drake, F. Ci, 11.: I he utili/ation ol calcium. ./. \\uir.. 16, 61.1. (I9.1K).

17. V ccvvet, l d. Schuurman en .lordcns. I.le druk. Litg. 1 jecnk VV illink, Zwolle, I97X.

IX. Wal lays. B. en llool, .1. van: Bacteriologische contaminatie van separatorvlees afkomstig van varkcns-
schouderbeenderen,
t laams Dicrt;. Hidschr.. \\. 27. (1979).

19. VVallavs. B, cn Hoof. .1, van: Chemische karakteristieken van separatorvlees alkomstig van ham en
schouderhccndcren,
Ldci/, mithl. icclinol.. 27 2S, 12. (I97H).

40, Warenwet, lal. Schuurman en .lordcns, 19e druk. iiitg, Ijcenk Willuik. Zwolle, 1977,

4L Watt. B, K, and Mcrvil. I ,: Composition of lood. raw, processed, prepared, L S.ILA, Agri-
culture Handbook X, U.S, (iovt. Print, Office Washington, l),C,

42, Wittmann. VV,: Zur maschinellen I rennung von Fleisch und Knochen, l-\'lciscliw.. 7, 1261. (1977).

-ocr page 470-

n nr

Clilf^oLLf

De therapie van hyperlipoproteinemie
bij pony\'s\'

\'Dcainieni of llyperlipopioieincnuü in Ponics
P. J. M. \\an Wegen\'

SAMi:\\\\ A I I I\\(i

li\'sclirewn wordl hicr Iwi onderzoek naar een nieiove /H\'luindeling van livper-
li/)oproieineniie fiij ponv\'s.

SIMMA KY

Ihis paper describes die research inlo a new wav of ncainieni of h\\peri\\/>o-
proieineniia in ponies.

Ondei/oekingen oin tol een goede be-
handeling van hyperlipopi-oteinemie bij
pony\'s le komen, hebben tol 1976 geleid
lot twee therapieën.

Vanaf 196.5 tol en met 1970 werden
hvperlipemische pon\\\'s behandeld met
glucose en héparine, een therapie die
\\oornamclijk gericht was op verwijde-
ring van de circulerende lipitlen. \\\'an
1972 un cn met 1975 wcrtlcn dc/c dieren
behandeld met insuline, glucose cn even-
tueel nog galactose, om /odocndc ccn
ovennatigc mobilisering van vcl/urcn
uil het dcpolvcl af tc remmen. IV resul-
taten van tlc/e therapieën vielen in dc
prakiijk echter tegen.
l)c behandeling van hvpcrlipoprolcinc-
mic bij ponv\'s moet gericht /ijn op het
onderdrukken vaneen overmatige mobi-
lisering van het dcpolvcl. het stimuleren
van dc opname van vcl/urcn door het
vclwccfscl cn dc aanmaak van iriglvcc-
ridcn daaruit cn hel bevorderen van de
albraak van dc \\ciy low density lipo-
protéine n ( 1 .1 ). 1 ,.\'s) cn dc chv lomicro-
ncn. He mobiliscring van dcpolvcl is tc
onderdrukken via een laag gehalte van
cyclisch-adenosinc monofosfaat (cy-
clisch-AMP) in dc vctccl.
IX\' overmatige mobiliscring is waar-
schijnlijk hel gevolg van ccn ophoping
van cyclisch-.\'\\ M P in tic vctccl. Hicrdooi
wordt namelijk het hormoon-gc\\ocligc
lipasc gcactivccid. mcl als gevolg ccn
toename van de lipolvsc van triglycc-
l idcn in dc vctccl. (\'vclisch-.A M P ont-
staat uil adcnosincirilosfaat ondci in-
vloed van aclcnv Icyclasc en het worilt
afgebroken oiuler invloctl van foslotlics-
Icrasc. .Adcnv Icyclasc w ordt gcaclivccrd
door adicnalinc en aanvei vvantc stoffen,
fosfodicslcrasc is minder actief naai male
dc conccnlralic van insuline in hel bloed
lager is.

Door het doorbreken van ilc negatieve
energiebalans waarin hypcrlipcmischc
ponv\'s vcrkci\'cn. doiir het toedienen van
voedsel, /al het bloedsuikergehalte cn
daarna het insulincgchallc in het bloed
toenemen.

Uil hel proelschrill : llvpL-rlipoproteincmie hij ponv\'s; enkele klinisehe en hioeheniisehe .ispeeleii.
Ulreeht. 1979.

Dr. I\'. .1. M. \\an VVeuen. Aeacialaan 9. 7707 B(1 Halkhrnt;.

-ocr page 471-

Dl\' afbraak \\aii c\\\'clisch-A M P wordt dan
gestimuleerd, waardoor de o\\ermatige
mobilisering \\an depotvet afneemt. Het-
zelfde is mogelijk sneller op te wekken,
indien naast hel \\ersliekken \\an \\oed-
sel glucose inlra\\cneus w iirdt toegediend.
De pancreas geeft dan eerder cn meer
insuline af aan het bloed. .Als bincntlicn
e.xtia insuline wordt toegediend, is het
ellect op het onderdrukken \\an de lipo-
l\\sc in het depot\\et nog grotei". [:.\\tr;i
insuline kan noodzakelijk zijn omdat be-
paalde lipopiotreincn de werking \\an in-
suline kunnen onderdrukken. Dal dit
bij poin\'s ook het ge\\al is, blijkt uit
de waarneming dal het toedienen \\an
een grole dtisis insuline aan zeer h\\per-
lipcmischc pon\\"s geen of bijna geen
h\\pogl_\\cemisch hecfl. Insuline en blocd-
suikcr hebben lc\\cns ccn gunstige in-
\\locd op dc opname \\an \\etzuren door
de \\ctcel en op de \\orming \\an tri-
glyceriden uit deze \\cizuren. Bovendien
kan de \\etccl onder invloed \\an insuline
glucose opnemen en dan daaiint alfa-
glyccrolloslaat xoiiiicn, een stof die es-
sentieel is \\oor dc lrigl\\ccridens\\nthcsc
uil \\rijc \\elzuren. Deze \\rijc \\cizurcn
worden door de \\ctccl passief opge-
nomen uil hel bloed, \\ooral als de con-
centratie hoog is. Dc zeer hoge concen-
traties aan V
.I..D.I..\\ en ch\\Itimicroncn
in hel bloed \\;in hypcrlipcmische pon\\"s
zijn hel
gCNolg \\an ccn toegenomen pro-
duktie cn een onvoldoende afbraak \\an
deze lipoprolcincn.

Fen afgenomen lipolxse \\an dc lipopro-
lcincn is bet gCNolg \\an een slcchlc
capillaire circulatie, wttariloor hel con-
Utcl tussen dc lipoprolcincn cn hel opde
cndotheciccllcn gefi.xccrdc li po prolei nc-
lipasc \\ermimlcrd is. Ook is hel moge-
lijk dal dc structuur cn dc samenstel-
ling \\an tic
V.I .D.I .\'s en de chylomi-
croncn zodanig tinders is. dat ecn gticdc
intcraclic tussen lipoprolcincn cn lipo-
protcinc-lipasc nicl mcci\'oplrccdl. Hel is
dan zin\\ol om heparinc loc te dienen,
omdat heparinc hel lipopiotcinc-lipasc
losmaakt \\an dc oppervlakte \\an dc cn-
dotheciccllcn mcl als gcNolg ecn ver-
hoogde lipolytischc acli\\iteil in hel
bloed. Hel conlaci lussen dc lipoprolci-
ncn cn hel lipoprolcine-lipase wordt dan
intcnsie\\cr. Heparinc cn het door hel
heparinc \\rijgemaaklc lipoprolcine-lipa-
se hebben ecn zeer ktirtc halfwaardetijd.
Voor h\\pcriipcmische pony\'s is het nodig
dal dc verhoogde lipol\\tische acti\\itcil
in hel bloed langdurig wordt gehand-
haafd. Om dat le bereiken is hel \\creist
heparinc percontinu infuus loc tc dienen,
boxendicn moet ei\' in die periode vol-
doende glucose en insuline beschikbaar
zijn. om de door dc liptilxsc \\ rijgemaakie
\\etzuren dooi\' het \\eiwecfscl te laicn op-
nemen en om te zetten tot iriglvceridcn.
Insuline onderdrukt levens de mobilisc-
ring \\an hel depouei; een remming \\an
de lipoprolcinc-lipa.sc activiteit dooreen
overmaat \\an \\rije \\ctzurcn in het bloed
wordt zo \\oorkomcn (produkt inhibiiie).
evenals een tc grote belasting \\an de
le\\cr dooreen tc groot aanbod \\an vrije
\\ c i z u rc n.

Onderzocht is hci cITeci \\an voedering
en hel toedienen van glucose, heparinc
en insuline in verschillende combinaties
op het verloop van ecn door vasten op-
gewekte hv perlipoprolcincmic bij proef-
ponv\'s. De zo gevonden beste behandel-
wijze IS getoetst tip een groot aantal
patiënten.

IX.\' op tic proclpony\'s (gewicht rond de
200 kg) toegepaste therapieën bcsltindcn
uil:

N\'ocrcn (ht)oi cn krachtvoer ad libi-
tum).

B. Voeren als bij .A 4 240 g glucose,
opgelost in S liter \\a(\'l O.^\' j locgc-
tlieiid ais conlinu infuus in 4 uur

C. \\tK\'i-en als bij A • 20.000 l.l-..
heparinc intarvcnctis. gevolgd tloor
240 g glucose cn 100.000 hepa-
rinc. tipgeltisi in S liter NaC\'l 0.9\',
locgcdientl als continu infuus in
4 tmr.

1). Vticren alsbij A i 2().0()0 l.l-.. hepa-
rinc intraveneus. 120 I.F:. prota-
minc-zinc-insuliii-tirganon intra-
musculair. gevolgd door 240 g glu-
cose. 100.()()() l.i;. heparinc cn 640
l.H. instilinum organon necrlandi-
cum. opgelost in X liter NaC\'l ().9\'f
Iticgcdicnd als coniinti infuus in 4
uur.

H. Voeren als bij A ! 2().0()() l.F.
heparinc inlrttvcnctis. gevolgd dtnu"
100.000 F. heparinc. tipgcltisl in S

-ocr page 472-

liter NaCl 0.9 \'7 toegediend als
continu infuus ui 4 uur.

F. Voeren als bij .A 120 l.F. prota-
ni i nc -/i nc -i nsid i n -o rga n o n int la -
musculair, gevolgd door 240 g glu-
cose en 640 l.F. insulinum organon
neerlandicum. opgelost in 8 liter
NaCl 0.9\'i toegediend als continu
infuus in 4 uur.

f\'it de gevonden resultaten blijkt dat bij
proefpony\'s tengevolge van vasten een
daling van het bloedsuikergehalte op-
treedt en een stijging van het totaal
lipidengehalte van het bloed. De hyper-
lipoproteinemie die ontstaat kenmerkt
/.ich door het voorkomen van meer
V.L.D.F.\'s in het bloed. Een verhoogde
V.F.D.F.-produktie door de lever als
reactie op een door de mobilisatie ver-
hoogd aanbod van vet/uren en een ver-
traagd V.F.D.F.-catabolisme /ijn hier-
voor verantwoordelijk. Een goed ver-
lopend V.F.D.F.-catabolisme kenmerkt
/ich door een stapsgewij/e aftiraak van
de V.F.D.F.-deeltjes in de capillaire cir-
culatie van het vetweefsel. Het geacti-
veerde lipoproteine-lipase splitst daar
voortdurend triglyceriden in glycerol en
vrije vet/uren. E.xperiment A (voeren)
leert dat bij door vasten hyperlipemisch
gemaakte pony\'s dc hvperlipoproteine-
mie door het opnemen van voedsel bin-
nen enkele dagen verdwijnt. Binnen 4 uiu\'
treedt een toename van het bloedsuiker-
gehalte op. Dc pancreas wordt dan gesti-
muleerd om insuline af te geven aan het
bloed, waardoor dc overmatige mobili-
scring van het depotvct wordt geremd.
IX\' produktie van V.F.D.F.\'s in de lever
/al dan afneiuen en vervolgens het totaal
lipidengehalte van het bloed, voorname-
lijk door een sterke afname van de hoe-
veelheid trigiv\'ccridcn in de \\M..D.F.-
fractic. Dit suggereert dat onder invloed
van een verminderde aanbod van vct-
/uren aan dc lever de triglvccridensyn-
these in dit orgaan afneemt. Daarnaast
worden de triglyceriden inde V.F.D.I -
fractie afgebroken. De resultaten van
experiment B (voeren glucose intra-
veneus) geven in feite hct/clfdc beeld
te /ien als dc resultaten van experiment
.A (voeren). Uit de wat snellere daling
van het totaal lipidengehalte bij therapie
B kan afgeleid w orden dat door het intra-
veneus toedienen van glucose de mohili-
sering van depotvct eerder en sterker
onderdrukt wordt. De pancreas geeft nu
meer en eerder insuline af aan het bloed,
door de plotselinge optredende grote
stijging van het bloedsuikergehalte. Insu-
line onderdrukt de mobiliscring van het
depotvct en maakt een snelle opname
van glucose door de vetcel mogelijk,
waar het gebruikt wordt voorde svnthese
van triglyceriden. E.xtra toegediende in-
suline lijkt geen duidelijke verbetering
te brengen, ge/ien de resultaten \\an
therapie F. Bij /eer hyperlipemische po-
ny\'s zal de invloed van insuline, doordc
nadelige werking van de circulerende
lipoproteinen. minder effectief /ijn. Bij
de/e dieren verdient het toedienen van
extra insuline wel aanbeveling. Bij expe-
riment C (voeren glucose en hcparine
intraveneus) treedt een /.eer snelle cn ster-
ke daling van het totaal lipidengehalte
op. vooral door een extreme daling \\an
dc hoeveelheid triglyceriden in dc
V.F.D.I..-fractie. Het voortdurend toe-
dienen van hcparine geeft kennelijk een
grote versnelling van het V. F. I^. I ..-cata-
bolismc. hetgeen wordt bevestigd door
dc sterke toename van het glycerolgc-
haltc in het bloed. Blijkbaar is het slechte
contact tussen het lipoprotcinc-lipase en
de V.F. 1).F.-deeltjes een van de belang-
rijkste ocu/akcn van het stagneren van
het V.I .D.F.-catabolisme bij hvpcrlipe-
mischc pony\'s. Hcparine maakt immers
het lipoproteine-lipase vrij van dc en-
dot heclcellen. Opvallend is het uit-
blijven van ccn toename van dc con-
centratie van vrije vet/uren in het
bloed tijdens dc versnelde lipolyse van
de V.F.D.F.\'s. Waarschijnlijk wor-
den de/c vet/uren in het dcpcitvet (uider
invloed van glucose en insuline direct
hcrveresterd tot triglyceriden. Niet uitge-
sloten kan worden dat er ook nog vct-
/uren naar de lever gaan. maar aange-
/icn het totaal lipidengehalte in het bloed
daalt en er geen stijging optreedt van de
activiteiten der leverspecificke en/ymen
in het serum moet aangenomen worden
dat dit. /o het al gebeurt, slechts in ge-
ringe mate plaatsvindt. Blijkbaar treedt

-ocr page 473-

cr geen ernstige \\ettige le\\crdegencratic
op cn \\ indt er geen hernicuwedc s\\ nthesc
\\an dc V.I..D.l..\'s in dc lever plaats
door ccn overmatige aanbod \\an vet-
zuren aan de le\\cr. Doorde snelle daling
\\an het gehalte aan V.L.D.l .\'s wordt dc
negatieve invloed van de V.L.D.L.\'s op
de activiteit van insuline opgeheven; in-
suline kan dan zeer elTcctier werken.
Het toedienen van e.xtra insuline kan on-
der deze omstandigheden een hypogly-
cemic tot gevolg hebben, hetgeen is ge-
bleken uit de resultaten van experiment
D (voeren glucose, hcparine en insu-
line intraveneus, insuline intramuscu-
lair). Het tocdinen van extra insuline
is wel nodig indien het totaal lipiden-
gchalte van het bloed zeer hoog is. Uit
de resultaten van experiment F (voeren
hcparine intraveneus) blijkt dat het
alleen toedienen van hcparine gevaarlijk
Ls. Om de bij de door hcparine versnelde
lipolysc van V.l..D.F.\'s vrijgekomen vet-
zuren te kunnen bciuitten. nuiet het vet-
weclscl beschikken over voldoende glu-
cose en insuline, anders neemt de con-
centratie aan vrije vetzuren in het bloed
aanzienlijk toe. Hierdoor wordt niet al-
leen de activiteit van het lipoprotcinc-
lipasc onderdrukt, maar wordt boven-
dien dc lever overmatig belast.

Uit de icsultatcn van dc therapieën A tot
en met F blijkt dat ccn bij pony\'s ge-
induceerde hyperlipoproteinemie goed tc
behandelen is dooi. naast het verstrek-
ken van voedsel, insuline iiUramusculair
en intraveneus loc tc dienen cn door
langdurig hcparine cn glucose intrave-
neus U)c te dienen. Het is dc vraag ol
ccn dergelijke behandelwijze ook resul-
taat heelt bij hvperlipcmischc patiënten.
IX\' hicr gebruikte proelpony\'s waren ge-
zond. hadden ccn normaal Iunctionercn-
dc digestietractus cn dc door vasten g(."-
induceerdc hvperlipoprotciiicmic was
van een milde vorm. Bij patiënten is dc
toestand vaak lotaal anders. IXvc pony\'s
zijn ziek. meestal tengevolge van ccn
ernstige aandoening van dc digestietrac-
tus. gepaard gaande met fcrmcnlalie-
cn rcsorbiicstoornisscn en diarree. IX\'
eetlust is veelal slecht ol\' afwezig, vaak
zijn deze ponv\'s behept met een ernstige
metabole acidose cn een erge dehvdralie.

f^oor het vochtverlies is de circulatie
bij hvperlipcmischc pony\'s slecht, het-
geen nog verergerd wordt doorde toege-
nomen viscositeit van het bloed en dc af-
zetting van lipiden op cn in dc vaaiwand.
Het V.l..D.F.-catabolisme komt bij ern-
stig hypcrlipcmischc pony\'s vaak vol-
ledig un stilstand, door de slechte capil-
laire circulatie, dc mogelijk afwijkende,
zeer iriglyceridenrijke V.F.f).F.-deeltjes
en de kans op een uitputting van dc hoe-
veelheid lipoprotcinc-lipasc. Om deze
reden is het effect nagegaan van een ex-
perimentele behandelwijze, toegepast bij
een klein aantal hvperlipcmische patiën-
ten. die naast gedwongen voedering in-
hield het langdurig toedienen van glu-
cose. hcparine en insuline, fût de resul-
taten van deze behandelwijze blijkt dal
de hyperlipoproteinemie bij pony\'s goed
kan worden behandeld door hel stimu-
leren en voldoende lang laten v oortduren
van een snelle lipolysc in hel bloed,
waarbij de in het bloed voorkomende
V.F.D.F.\'s worden omgezet, fcgelijker-
tijd dient de opname van vetzuren door
de vctccl en de iriglyccridensynlhcsc in
de vciccl gestimuleerd te worden.evenals
het onderdrukken van de niobilisering
van hel dcpolvel.

Aan dc hand van dc lol nu loc ver-
kregen rcsullaien zijn drie bchandcl-
schema\'s opgesteld, die zijn uitgevoerd
bij een grool aantal patiënten. Hierbij
is uitgegaan van dc veronderstelling dal
door het toedienen van voedsel cn insu-
line ccn overmatige mobilisering van
dcpolvcl is te onder-drukken, dal door
hei continu toedienen van hcparine lang-
durig dc lipolysc in het bloctl wordt
versneld en dat met behulp van insuline
cn glucose de opname van vetzuren uit
hel bloed alsmede dc Iriglvccridcnsv n-
these in dc velcel hieruit kan worden
bev orderd.

Dl \\11 I MODI \\ V .AX Hl li VM)I I I N

Voor zover mogelijk werd voor dc pri-
maire aand(-icning een behandeling inge-
steld. Fen aanwezige metabole acidose.
een gestoorde vocht- en clcctrolvlcn-
balans werden gecorrigeerd.
IX behandeling die voor de hyperlipo-
proteinemie werd ingesteld wasafhankc-

-ocr page 474-

lijk \\an de klinisch-chemische toestand
\\an dc paticnt. LX\' \\crmcldc dtiscringcn
gelden \\ (Hir ccn pon\\- \\an ongc\\ccr 200
kg lichaamsgewicht. Pony\'s die in ccn
toestand \\an een irreversibele mctabiilc
acidosc \\crkccrden (pH-blocd < 7.15)
werden niet behandeld.

Ml illOI)!^ I:

Hierbij werd alleen dc primaire aandoe-
ning behandeld cn werd cr \\ oordc hypcr-
lipoprotcincmic geen speciale behande-
ling ingstcld. IXv.c methode is toegepast
bij ccn aantal patiënten die nog ccn rede-
lijke eetlust \\crtooiiden cn lijdende wa-
ren aan ccn milde \\orm \\an Inperlipo-
proteincmie (totaal lipidengehalte <
2000 mg 100 ml).

Ml I IIODI 2:

a. I maal daags 2().()()0 tot 25.000 I.E.
heparine intra\\cncus. opgelost in I
liter Ringcrse oplossing met 5\'7 glu-
cose.

b. 1 maal daags 60 I.E. protaminc-/inc-
i n s 111 i n -O rga n O n inl ra m u sc u 1 a i r.

c. 2 maal daags tot 4 liter slobber
(ecn mengsel \\an lijn/aadslijm cn
grasbiks). toegediend \\ia dc ncus-
sondc. ( I kg lijn/aad. 500 g grasbrok
cn I kg maismccl. opgelost in 10
liter watci) (l.ijn/aad \\crwckcn in
warm water).

Methode 2 is toegepast bij ccn aantal
patiënten die geen of ccn slcchlc eetlust
\\crloondcn cn lijdende waren aan ccn
milde xorrn \\an h\\pcrlipoprotcincmic.

Ml I MODI .y

a. Op tic dag waaiop tic behandeling
werd bcgtuincn:

1. 80 l.l\'. protaminc-/inc-insuhn-orga-
non intramusculair.

80 I.E. insiilinum organon nccrlandi-
cum intra\\cncus.

20.000 heparine intraveneus.\\cr-
\\ olgcns:

2. 50.000 tot 60.0()() I.E:. heparine cn
250 g glucosc. itiegcMK-gd aan ccn
inluusoplossing. Dit inltius werd in
ongcNccr 4 uur toegediend.

.1. tot 4 liter slobber oraal.

b. Op dc \\()lgcndc dagen:

1. 1 maal daags 80 I.E. protaminc-/inc-
i n s u 1 i n -O rga n t> n int ra m ti sc ti la i r.

2. 2 maal daags tot 4 liter slobber.
Indien ondanks hct continu infuus
hct lotaal lipidengehalte na I dag
niet Noldocndc was gedaakl. werden
dc paticntcn bovendien nog ccn aan-
tal dagen behandeld volgens methode
2a. Bij ccn opnieuw optredende stij-
ging \\an hct totaal lipidengehalte
in hct bloed werd hct heparine in-
fuus. bcschrcNcn onder .la2. vooraf-
gegaan door 20.000 l.E,. heparine
i n t ra \\ c n c u s. h c r h a a 1 d.
Methode ?> is toegepast bij ccn aantal
paticntcn met geen of ccn slechte eetlust
cn ccn ernstige vorm \\an h\\pcrlipopro-
tcincmic (totaal lipidengehalte > 2000
mg 100 ml).

Door /ccr hypcriipcmische paticntcn na
ccn eerste toediening \\an insuline cn
heparine langdurig tc behandelen met
een druppelinfuus met heparine cn glu-
cosc cn na tc behandelen met insuline
cn gedwongen socdcring (methode }) is
hct mogelijk een groot aantal \\an dc/.c
paticntcn tc genc/cn.Zelfs bij paticntcn
met ccn e.xtreem hoog totaal lipiden-
gehalte in hct bloed (bincn dc 5000 mg
100 ml ) treedt, onafhankelijk \\an dc
\\crdcrc klinische cn klinisch-chcniischc
toestand \\an dc patiënt cn hct uiteinde-
lijke /icktCNCrloop. al lijtlcns en direct na
hct toedienen \\an hct continu infuus een
snelle cn sterke daling op \\an het totaal
lipidengehalte in hct bloed. Dc hoogte
\\an hct totaal lipidengehalte in het bloed
blijkt niet dc beperkende lactor tc /ijn.
/ells ccn pony mcl ccn ituaal lipitlcn-
gchaltc boven dc 11.000 mg 100 ml is
hersteld. Dc ernst \\an ilc primaire aan-
doening. dc veranderingen \\an dc circu-
latie. de clcctroUtcnbalans cn dc /uur-
graad beïnvloeden dc gcnc/ingskanscn
veel sterker. fX factorcn die nodig /ijn
voorliet goed verlopen van hel V.I.D.L.-
caiabolismc /ijn blijkbaar allemaal aan-
wc/ig cn dc bij dit catabolismc v rijgcko-
mcn vct/urcn kunnen snel als triglyccri-
dcn worden opgeslagen in hct depotvet.
Bij ccn vergelijking van dc resultaten van
de hier bcschrcvcti behandelingsmetho-
den met eerder toegepaste behandelingen
is hct duidelijk dat bij het gebruik van
ccn van dc hier beschreven methoden
(methode 3) dc ucnc/itmskanscn van

-ocr page 475-

\\ ooral de ernstige gevallen \\an h\\ perlipo-
proteinemie aanzienlijk verbeterd zijn.
Indien de hvperlipoprotcinemie tijdig
wordt onderkend, is een zeer goed resul-
taat te behalen mct een eenvoudiger cn
tuinder arbeidsintetisieve methode (tnc-
thode 2 of tnethodc 1).
Het herwinnen vati de eetlust verbetert
de prognose duidelijk. Vlet natne weide-
gang werkt in dit opzicht erg gunstig.

CONfl.l SIH

IX\' hvperlipoproteinctnie bij ponv\'s is
goed te behatidelen. de behandelwijze is
afhankelijk van het stadium waariti de
hyperlipoproteinetnie zich bevitidt. Naar-
mate het totaal lipidengehalte in het
bloed hoger is. vvordt dc behandclitig
arbeidsintensiever en is het nodig lang-
durig glucose en hcparine bevattende in-
fusen toe te dienen (methode
3). Wel
is het nodig dat de patiënt zich nt)g
niet in een zeer slechte lichamelijke con-
ditie bevindt cn dat er geen sprake is
van een irreversibele mctabole acidose.
rX- progno.se is infaust bij eeti bloed-
pH beneden de 7.1.5 cn als de primaire
aandoening niet te behandelen is. IX
prognose is vrij gimstig bij een vroeg-
tijdige onderkenning van de hyperlipo-
proteinetnie (genezingspercentage dan
ruim 80\';). tevens is de behandeling
dan tuinder arbeidsintensief (methode
2). Otn V rt)cgtijdig de hyperlipoproteine-
mie te onderkentien is het vereist bloed
af te nemen voor onderzoek.
Zelfs bij pony\'s die enkele dagen niet of
slecht eten is het bloedaftiemen al zinvol.
fX prevctilie van de hyperlipopoteinemie
verdient echter alle aandacht. Shetland-
pony\'s dienen goed. echter niet over-
matig gevoerd te worden. fXze dieren
kunnen zich "s zomers en \'s winters buiten
handhaven, in de winter is bijvoeren
vaak wel nodig. Het bestrijden van tnaag-
darmwormen cn het voorkomen van
stress is zeer belangrijk. Bij het weigeren
van voedsel, bijvoorbeeld na opstallen,
dient de pony zeer goed gecontroleerd
te worden, om zo nodig v roeg te kunnen
ingrijpen. Het stimuleren van de eetlust
is tevens zeer belangrijk. Het is in feite
niet nodig dat een pony overlijdt aan
hyperlipoproteinemie. de primaire oor-
ziuik van de hvperlipoproteincmie dient
een goede prognose te hebben.

Voor nadere details en literatuuropgave
wordt vervvezen naar het betreffende
proefschrift.

-ocr page 476-

Algemeen

Behandeling \\an acuut longoedeem

l)a\\is I,, r,: Managi-nicnt ol acute l\'tilmonai\\
Vdcma. .Iininidl nl ii,u-i. I c;. Mcl. \\ 17.5.//a
97-98. (1979).

De ernst \\ an de/c acute. Ic\\ensbedreigende aandoe-
ning \\ercist snelle behandeling teneinde dc circula-
tie \\an lucht te \\erbelereii. de capillaire druk. de
pernicabihteit en de hoe\\cclheid gc\\ ornid schuim te
\\crmuideren. (Hehandcling \\an de lespiratoire eii
metabole acidose uordt met \\ermeld:
Rel.)
Zuurstof moet uorden toegediend door middel \\aii
een masker, ncuscatheter ol /uuistolkooi. Indiende
hoexeelheid \\oeht in de longen groot is /al inuibalie
en geforcccrdc \\enlilatie met een posilic\\e druk \\an
5-20 cm II,() nood/akelijk /ijn. ,\\minoph\\ Ihne i.\\.
(lang/aam) dilaiecrl de hronchioli en \\erbetcrt de
hartlunctic.

Dc diuretica furoseniide ol ethacr\\ tie/uiir mobilise-
ren het \\ochl en verminderen de druk in de longca-
pillaircn. Morfine moet in geringe hoe\\eclhcden
(0.005-0.1 mg kg) om dc 2 al minuien i.\\. uorden
toegediend loldat dxspnoe tn onrust /ijn \\crdue-
nen.

De stelling uordt geponeerd dal morfine ecn beslis-
sende rol hij de behandeling speelt cn slechts onder-
geschikt is aan dc /uursioltoedieiiing. Morlinc ver-
mindert de onrust (\'
Rel), kalinccri het
ademhalingscentrum (ademhaling \\erandcri \\aii
snel naar lang/aam cn diep) cn \\ cru ijdt dc \\ isccrale
\\aten (meer bloed naar dc ingcuanden. minder
druk opde longcapillairen). Longoedeem alsge\\olg
\\an een storing \\an het linker hart\\ciitrikel uordt
behandeld mct\'digitahsatie en sneluerkende diure-
tica. Hij paticnten meteen h> poalbuniinaemie moe-
ten niet-colloidalc oplossingen \\oor/ichiig uorden
locgcdictul (helst plasma ol uuaal-blocdI.
Oedeem tcngc\\olgc \\an een verhoogde permeabili-
teit kan cmpinsch uorden behandeld mcl ccn tame-
lijk hoge corlicostcreoid-dosis (5-10 mg kg
Predni-
solon). Len snelle diiircsc moet uorden opgeuckl
icneinde een lichte h>pinolemic tc \\crkrijgcn.
Hij longoedeem \\eroor/aakt door ccn gedissi-
nieerde iiiiravasculaire coagiilatic in combinatie
met ccn scplicaeniie ol tcnge\\olgc \\an hilic. uordt
tociliening \\an heparinc ol laag-molcciilaii destran
aanhc\\olcn,

Dc schuinnorniing in dc bronchicn kan uorden
\\erminderd door \\ ernc\\cliiig \\ an een 20\', aelhanol-
oplossing in de luchtucgen\' Prol\\ laclisch gebruik
\\an antibiotica is mcl geïndiceerd, ucl dienl ccn
bacteriële pneumonie rigoureus met chenioihera-
pcutica ic uorden behandeld,

//. //. Ilwlheimer.

Bacteriologie

Str. agalactiae infecties een Zoönose?

Ko\\als. .1.. Sinkó. A.. kiss. 1). en \\ oö. 1 .: A B-
csoponba tarlc/t) streptokokkus/ok oko/ia
human I ertö/ésck. 1. Irodalmi öss/eloglalas. 11.
\\ i/galatok a
Sirepiocoeviis agalueliae human fer-
tö/ést oko/ó s/erepéröl.
.M(i.i;\\ai allalorvosok
l.ü/\'iti.
.14. (9). .^97-60.1 f1979).

In dc/c tuce artikelen ge\\en de auteurs ccn litera-
Uiuro\\er/icht o\\er
.Sn. uguUu iiae als /iekte\\cruek-
kcr bij dier en mens.

Bij hel rund uordt de/e B strcpiococ nicl alleen
geïsoleerd uil dc ontstoken melkklier. maar ook uit
de tonsillen. uit sperma en uit hel \\oeht \\an dc
\\oorhuid. Ook bij hel paard cn kleine laboralorium
dieren uordt bij mastitis en na het uitdrij\\cn der
\\rucht isolatie \\an
Sn-, agahieiiae beschrexcn.
Bij dc mens uordt /ij geïsoleerd uit dc schede en keel
/onder acute /iekte\\erschijnsclcn tc \\eroor/akcn.
WOrdt men /ick dan echler treden ernstige oiusie-
kingen op \\an keelholte, urineleider en schede. Neo-
naten kuiinen bij de uitdrijving uorilen besmet cn
een \\aak dodelijke (10-50\',) meningitis oplopen.
In de literatuur /ijn tuce siromingcii beschreven.
Dc eerste huldigt dc mening dut bij rund en mens
tuce verschillende B
Streptococcen voorkonien. dc
tuccde neemt aan dat er slechts één veruckker be-
staat bij rund cn mens. Litgangspiiiil van de huma-
ne infectie in de laatste theorie is dc onlstokcii
melkklier van het rund. maai dit is nog gccns/ins
beuc/cn. Overgang van mens op mens via sexueel
contaci cn het inademen van geïnlecieerdc drup-
peltjes
IS /eker. evenals overgang van genitaliéii cn
urincuegen der vrouu bij de gebiuute op de ne-
onaat.

Diverse ondcr/oekcn beschrijven tol .1.1\', drager-
schap bij vrouucii.
Hij de mens uordt vcrdci nog
meningitis en endocarditis ten gevolge van inicciie
met H.
Streptococcen beschreven.
Mensen die kunstmatig uerden besmet met bovine
stammen van
Sn. agiilui liiie uerden niet /ick. Ook
uerden geen nadelige ellccten uaargenomen len
gevolge vau hel drinken van hesnieltc melk. Ilicruil
blijki dal dc keten koe - melk - mens noggecns/ms
/eker is. koemelk speelt uaarschijnlijk sicchls ccn
ondergeschikte rol. maar uel blijkt dal daai uaar
ueinig verse melk gedronken uordl en dc/c micclic
(bij hc( rund) ueinig voorkomt, het inlcctic gev aai
voor de mens vrijuel nihil is.

Isolatie van B. strcplococcen /otiden i \' .\', dei
klinische routine isolaties uitmaken. \\ aak uorden
de B- haemoKlische B.
Streptococcen niel verdci
gedetermineerd /odat beoordeling van cijlcrs mcl
enige reserve moet gebeuren.

Om de rol van Sir. iigdUieliue als palhogeen bi| dc
mens tc kunnen vaslslcllcn onder/ochlen de aiitcuis
579 vagina iiitslrijken van gynaecologische cn ob-
stelrische paliëiiten in één /ickenhuis.

-ocr page 477-

Bij X.l\'; der patiënten werden H. v/cc/i/ix <« <; gede-
terniineerd. De auteurs menen dat meer studie ge-
wenst IS naar de inleetieweg \\an koe (\\ia melk\'.\') en
mens naar mens. Ook de rol \\an
Sn . uguhit ikw Ms
\\ei\'wckker \\an neonatale septieaemie en meningitis
is gewenst.

(In tegenstelling tol de auteurs \\an eerder dit jaar
door mij gerelereerde artikelen o\\er het/ellde on-
derwerp
"rriiihihr. Dicrgciice.\'.ki/iiJc. KI.S. Jlll.
IIWIl)) besteden de auteurs wel aandacht aan het
\\t)orkomcn \\;in
Sn\', iigalcuiiai\' bij andere species
dan dc mens. I n ige argumenten \\ oor een mogeli jke
inicclicwcg koe - melk - mens \\\\oidt wel \\crmetd
maar mct erg aannemelijk gemaakt: K,i./

F<und

Betekenis en diagnostiek
seliimniel-abortus van de koe

\\an de

Stukcr. (r.. I hrenspcrgcr. 1 .. I oklen/. l.. I roll. C\'.:
/.ur Bedeutung und Diagnostiek des l\'il/abortcs
des Rindes,
/hh. I cl. Med.. B./6. HV^V).

De nncolischc placcntitis is tegenwoordig in het
oostelijk deel \\an Zwitserland de meest voorko-
mende oor/aak \\an abortus bij het rund. A. Iiiniiga-
lus is de meest \\oorkomcndc \\erwekker. \\ oor het
stellen \\an dc diagnose is het loog-preparaat en het
cultureel ondcr/oek het meest geschikt. Indubicu/e
gc\\allcn is het histologisch ondcr/ock \\an de na-
geboorte nood/akelijk.

Omdat de placcntitis meestal haard\\ormig is. moet
het ondcr/oekmateriaal met /org gcko/cn worden.

./. /. \'Icr/>.\\ini.

1 mmunologic

Dysgammaglobulinaemie en auto-
immuunfenomenen bij kippen

Moiiicro. .1.. Cicrshwin. M. I ,. I kliind. .1.. ,\\bla-
nalp. II.. I rickson. K.. lam. I .. Bcncdiel. \\.
and lkcd:i, R. \\1,: Auloimnuinc maniIcsUitions ol
sclcctivc 7S imniunoglobulin dclieiencs ol chic-
kcns.
( hn. hiiniuii. hninuiinputh.. 14.

I en der iiiilcurs (Benedict) heelt rccd^ mccrdcic
artikelen geschreven o\\ci ccn bi| kippen (! (.\'D lijn)
\\oorkomciulc. ertclijkc imnuuindelicicntic verge-
lijkbaar met scicciicve Ig delicicntic bij de mens. In
tlit artikel tonen dc schi ii\\crs aan. dat dc/c d\\ sgam-
niaglohulinaemic bij de kip samengaat met t\\-
pische :iutoi 111 nuiunlenomenen (cr \\ oprccipitatcn.
I hcumalactorcn cn auto-immuun hacmoK tische
:inacmic). Ze suggereren, dal dc/c dieren een uitste-
kend model \\ormcn \\oor de bestudering \\an
o\\erccnkonisligc /lektcn hij ilc mens. Merkwaardig
IS. dal gcnocnulc renoincncn iiicci \\oorkwaiiien bij
hanen ihin bii hennen. Bii i^lc mens komen auto-
immiiun/ickicn meer \\ooi bii \\rouwcn d:in bij
mannen. Bij mens cn /oitgdicrcn is het ilc \\iouw.
rcspectie\\elijk het \\rmiwclijke dier. dal 2 sc\\ chro-
mosomen hccll (W). hij \\ogcls IS dit omgekeerd
(ZZ).

Het se.v chromosoom speelt mogelijk een rol bij
veranderingen in dc iniimmnrcgulalic.

./. iKnidswaanl.

Varken

Serologische diagnose van varkensgriep

Vandeputte. .1.. Pensaert. M. en C\'astrijck. 1 .:
Serologische diagnose en onder/oek naar de \\er-
spreiding \\an het \\arkcns-inllucn/aNirus in België.
\\ liianis^niciK. riiduhr.. 59. 1-7. (19,Sil).

Door middel \\an gepaarde sera werd de diagnose
van \\arkensgriep gesteld op een \\arkensbcdrijl
waar in een tijdsbestek \\an weken (januari-
Icbruari 1979). dieren van elke Iccltijd adcm-
halingsstoornisscn. koorts (41 C) en anore.vic ver-
toonden.

De /iekte \\erspieiddc /ich hcl eerst over de hele
meststal, daarna werden dc/ellde symptomen bij dc
/eugen. /ogende en gespeende biggen gc/ien.
Op 7 van de 16 andere bedrijven waar /ich adem-
halingsstoorniscn hij \\arkens \\oordeden. werd
door serologisch onder/ock. uitge\\ocrd tussen
februari en september 1979 na de /iekle\\erschiin-
selen. een \\oorbijc inlectic mct het \\arkens-
influen/a\\irus aangetoond.

.\'Mie positiexe sera besaiten haemagglutinatie in-
hibcrcndc (H.l.) antistoffen tcgcnosci het xarkcns-
griepvirus S.W. Cambridge\'.19. Het \'W.H.O.
Centrc\' tc Miinchcn bevestigde de aanwe/ighcid
van 11.1 antistoffen, tcgenos er 2 klassieke xarkens-
influen/a \\ irusstammen (.V llsw, N,).
l en serologisch ondcr/oek \\an 217 afgeslachte
fokdieren afkomstig uit dc pnnincics ()ost-\\\'laan-
deren. W csi-Vlaanderen en .Antwerpen toonde aan
dat respcclieselijk I 1.7 I\',. 26.2-S\'\', en 14.04\' , 11.1.
aiuistoflcn be\\:iltcn tcgenoscr het varkensgricp-

In \\eibaiul hiermee wij/cn de aulcurs op dc nood-
/aak \\an hcl onder/ock san gepaarde sera s oor het
stellen san ccn /ekcrc diagnose.
(Ook in sera afkomstig san Noord-Brabantse lok-
en mestbedrijven /ijn antistoflen ten op/icbtc san
het Belgische isolaat aangetoond;
Kef.).

11. .1. Iliinncnian.

-ocr page 478-

Varken

Isolatie varkensgriepvirus

(iiioiu. 1\',. Mculonians. (.,. C harlici. (i, cn fast-
rljck, [-.: Kiilalic bij nicsi\\aikcns \\an ccn inllucn/a
A-\\hiis verwant met dc New >\'erseystam ( Hsw ,),
\\ laanis Dicrt;. 71/,Is,In:. 49. 8-11. (\'l98(l).

Bij sectie van varkens van ccn groeit mcstbedrijl
in \\Vest-\\\'laanderen met lioestproblemen bij pas
aangevoerde biggen, werden uitgebreide hepati-
satiehaarden vastgesteld in de apicale. eardiale en
voorste deel van de dialragmatische longkwabben.
Met bacteriologisch onder/oek was aspeciliek
(/-.\'. (■()//en Streptocoecen).

Bij virologisch onder/oek werd /owel het ,Aiijes/kv
virus als een haemagglutinerend virus geïsoleerd.
Dit virus werd met behulp van een immuno-
dilTusietest getypeerd als een inlluen/a .A-virus.
Door middel van de hacmagglutinatie-inhibitie-
test werd dit virus uiteindelijk geïdentiliceerd als
Inlluen/a A. verwant met het Yersey tv pc ( Hsw,).
Het is de eerste isolatie van dit virus in België.
(Ook in Nederland /ijn inmiddels inlluen/a-virus-
sen geïsoleerd; A\'e/J.\'

11, .1. Hunnen,,i„.

Varken

Klinische, bacteriologische en epidemio-
logische bevindingen t.a.v. /\\R in Zuid-
Kngeland

Olies, t\', .1.. .Smith. I. M.. Baskerville. A. .1. and
Brolhwell. I^: Clinical bacteriological and epide-
miological observations on inleetious atrophic rhi-
nitis
Ol pigs in southern Ijigland. I c;. R,;,ir,l. 12.
2.S-28.

Op 1.1 verineerderingsbedrijven (in grooile va-
riërend van .S()-2.S() /eugen) uerden van 12-24
biggen regelmatig neusswabs genomen voor bacle-
rioiogisch onder/oek.

Hel klinisch beeld en de groei werden vervolgd.
Bij slachten werd de male van conchae alrolie
bepaald en opnieuw bacteriologisch onder/oek
verricht.

De meest opvallende klinische verschijnselen wa-
ren: nie/en. purulente neusuitvloeiing. iraanstre-
pen. brachvgnalia superior en neiisderormiteiten.
Met bel rek king tol de bacteriologische bevindingen
wordl alleen ingegaan op de rol van
H,)r,l,\'i,jl,i
hr,,n,hiu-pii,,i (HH).

Op I bedrijl werd nooii BB aangetoond. Hier/ijn
ook nooit klinische verschijnselen van AK gecon-
stateerd en slechts lichte eoneliae-alrorie bij mest-
varkens.

Op .S bedrijven waren de biggen /waar geïnlec-
teerd met BB vóór het spenen. Op 4 hiervan
waren ook klinische verschijnselen van AK en werd
bij het slaehten een gemiddelde eonehae-alrolie
gevonden van 2.X (ernst van de alroCie wordl
aangegeven van O-.S).

Op .1 bedrijven werden BB geïsoleerd vrij snel na
het spenen. Op I van de/e .1 bedrijven werden
klinisehe versehiinselen van AK vastgesteld. De
gemiddcKle eonehae-alrolie van mestvarkens van
de/e .1 bedrijven bedroeg 2.1.
Op 4 bedrijven werden pas BB geïsoleerd aan hel
begin van de mestperiode. Op geen van de/e be-
drijven werden klinische v erschijnsclen v an AR ge-
constalecrd en de gemiddelde eonehae-alrolie be-
droeg 1
.6,

Iw was geen directe relatie tussen de groei en de
ernst van de eonehae-alrolie. Op de mestbedrijven
met klinische AR was de groei wel vertraagd.
Schrijvers concluderen uit dit onder/oek. dal het
tijdstip waarop de inlectie plaatsvindt, /eer bclanii-

rijk IS.

Cie/ien hel teil. dal de meeste van de/e bedrijven
een medieamenleii/e behandeling instelden in ver-
band met AR en ondanks dal. toch /eer vaak de
BB geïsoleerd werd. v ervv achten sehrijv ers meer v an
een vaccinatieprogramma dan van een mediea-
menlatic. |

Virologie
AntiNirale therapie

Schaap C,. .1. 1\'.: Aniiviiale therapie, \\,;l. I. (,,■-
ni\'csk.. 12.1. 19(16-19119. (19^9).

Dr. Schaap is hookl van hel virologisch laboraio-
num van dc Ci.(,.D. le Rotterdam en m Nederland
een erkend expert op hel gebied v an de v irolouische
diagnostiek, Dil algemene artikel over dc
hiiitlige stand van /aken met heirckking lol de the-
rapie van virus/ieklen beval /ckei niel alleen voor
artsen maar ook voor tlierenarlsen een schal aan
inlormatie.

.Aiitihacteiiële middelen kunnen o.a, aangrijpen op
één ol andere plaats in de lev ensl unci ie v:in ile
hacterie dic beheerst worden door DNA replicatie.
DN \\-RN \\ transcriptie en translatie van Messen-
ger RNA tol euviiien.

i)ergelijke processen spelen/ich ook al in cellen van
de patiënten met een bacteriële inleelie.
Hel kenmerk van de locgepasle aiUihacleriële mid-
delen IS d.ii lie dosis voor hun werking op de haele-
nc altijd veel lager is dan dc dosis, die schadelijk /ou
/i|n voor lie paliëni. \\nlivirale niu::lelen «erken
meestal op hel levensniveau van de geïnleclecrdc-.
maar ook op de ongelnleeieerde cellen: /e /ijn dan
ook vaak loxisch voor de patiënt.
De research richl /leh dan ook voornamelijk op
middelen niel een ruime marge lussen therapeuti-
sche en toxische dosis.

In het artikel wordt m hel kort in labelvorm
aangegeven, welke aiiiiviralc middelen thans be-
kend /ijn en hoe hun werking dient te worden ver-
klaard. Anli-viraal /ijii bijvoorbeeld: speeilieke
.inlilieluinien. aniantadme. pvrimidine analogen
lidoxiiridiiie en cvuirabine). een purine-an.iloog
(V idarabine). rilampicine. inlerlcron en indirect
interleron-indiiccrs en metisa/on. Naast de tabel
vindt men een meer iiilgebrcide discussie in hel
artikel over de wcrk/aamlieden en hel toepassings-
gebied van de genoemde anti-virale middelen.

./. („n„lsw„„r,l.

-ocr page 479-

Voedingsmiddelenhygiëne i^\'i ^^^loctnsdic baiwcimmy is er Mucdai bcuustc-

liuishcitl optrL\'ccIt sprake \\aii een kraniptoestand.

Aii\' als verklikker van de oppervlakte-

besnicttins? bloednren"nl\'de \'orL^uiere.i\' de\' iriu\'séui\'aulnr op

Kaumear,. .1,, I r,eke. K und Ihu C hr.: Schnell- ^^l"",dcrln.c.uren. On, de p„n

nachuc,sdcs()bcrllachenke,m.ehaltcsvonl r,sch- --\'"■y dru,oen uorden s.cals hogere spanningen

■ , . , (Miliares) ^oeüepa^l. tcrui|l door i;ebruikn,aknm

llciscl, durch Hcsiii„n,unt: \\on Vdcnosiniriphos- , ^ ■ ^ i T

, , ,, \' ,, , \\an rcslramers aulonialiscbe bcduelninu; nroüclnk

phaal (All\') luii einen, Hiolumiiic s/en/ - " i \'

Vcriahren. /Iciu l,uirlu l,a/i. (>(). JM-ril. (I\'MII). n,cnseli.|Kc louun uoiüen mh.i konicn.

maar ook dan is de pijn niel geheel uit te schakelen.

/oals bekend duurt het ondcr/ock \\an dc opper- Mgc/icn van de pijn gaat door de bloedingen cn

vhiktcbcsmeiiini; door hel bepalen van hct aantal Iracturen ongeveer 1.50 gram v lees per dier v crioren.

kolonicvormcndc eenheden ik.v.c.l 24-7: uur. I cn l\'aarom kwam in Denemarken in dc v nlti.eer laren

methode, met name voor dc controle

dc CO. bcdwelminü In /wam;, daar het electrisch

instanties is gewenst. Door het bepalen van dc nu- hedwclmeii tot grote economische verlic/en leidde,

crobiëlc stolwissclingmoct het v oluens dc schri|vers K^-\'s-ente /wiisersecn Hollandse publikaties betwij-
niogelijk /im om inVeer korte ti|d de opperv hikte- l^\'\'-\'" \'■■^■\'i\'.\'-\'\' "I bedwclniing wel ecn humane

bcMiicttiiii; vast tc siclIcn. mcthoilc is.

De schriiCers van hct artikel poouden met behulp \' ondcr/ockingcn van bekende anacsthesistcn en
van \\ l I\' ( Xdenosine-1 ri-l\'l,ospbaai 1 een methode "" \'-\'\'y\'-\'" "ndcr/oekmgcn n,oet geconcludeerd wor-
tc ontwikkelen voor dit doel. Bij 12 rcmculturcn il" "P\\^le interpretatie van hun

(bacteriën cn schimmels) werd dc/e parameter be- eigen waarnemingen berust. Hiervoor pleit het vol-

Cchlckcn IS dat VIP alleen bruikbaar is als de Allereerst schiint cr geen signilicant verschil te/ijn
besmettini; voldoende hoos; ,s( 10-k.v.e. üolcm-l, •i\'-\'l ^ crioop v an v erdov mg door CO. ol een ander
Bil laeeiv aantallen is dc\' hoeveelheid A I P met y-\'\'"- ^ aannemen dat ecn verdov mg

voldoende voor een betrouwbare melini;. ^u varkens op gelijke wij/c verloopi als bij mensen.

Men kan de volgendc drie stadia in hct vcrdoviiigs-

Voor hct bepalen van de bactcriclc biomassa op P\'"\'"-\'\'-"\' vaststellen:
voedingsmiddelen stoort dc met bactcriclc VIP betanalgetiscbestadium:

Scheldliiü van het bacteriële cn nici-bactcriclc VIP ^"vi-ilatie stadium:

werd gepoogd iiiideK adsorptie in ecn loncnwissc- het anaest lietischcstadium.

laar onnlat mcmbraanl ilti at ie en spccil ieke \\ I P- In het analgctischc statliun, wordt eerst dc pijn
afbraak (A 1 1\'van vicescellen) met voldoen volgens uitgeschakerd. Hiervan wordl gebruik gemaakt in
de schril vers. detandhcelkundcen indcgv iiaccologie.

Hct gebruik van dc lonenw iNsehiai biedt volgens de Het e.scitalie stadium begint met geheugenverlies,
oiulei/ockrcsiiltatcn ilc beste vooriiit/ichtcn voor hct hei iiincringsv crmogeii is volledig iiitgcsclia-
lict bepalen vaiidc biomassa, maar v oor een goeile kcld.

en betnuiwbarc techniek dicni nog verder onder- in het anacstlietiscb stadium is de bewusteloosheid
/oek plaats tc vinden. /o diep dat geen reacties op prikkels nicci optreden.

/ 1/ ilc Kmiil "\'■■Ii\'.\';\'^\'-\'\'-\'\' bewust/ijn geschieilt in omge-

keerde volgorde.

Met blijkt dat paticntcn die de/c verdoving hebben
ondcr.üaan /icb mets meerval, bet excitatie vtadium
kunnen herinneren. 1 )c meeste lierinncren /ich na
ccn verdov mg door niidilcl van gas slechts hct begin
van dc analgetische periode,

rit cvpenmenten is gebleken ilat /iilks ook voor
CO, verdoving gckli, Hct is ,ianncnieli|k ilal var-
kens bil CO. bcdwelmingde/clldcyevoelcnsoiidcr-
V inden als mensen cn dal de/e met onpic/ierig /ui-
len /ijn, CO, bedwelming moet dan ook als een
minstens /o humane bedwclniinirsmethode worden

Voedingsmiddelenhygiëne S^dwëim^g^\'n^i-^e^kï^^

hct produkt onuiinstii; beïnvloeden ol tot vcilie/en
ls( (). behandeling\'humaan luiilciding geven

Die humane Bcaubiin. von Schvveincn vor der

Slachtung, //c,v, /,„ , v,/,„ 59. „:>. ISO,-ISO?. i\':::nncer aiuul^ch;\'bestcecl ni.ieten woidciKuin

dc behandeling van dc dieren tijdens hct transport

lnde,i,eestconiwikkcldclandcnishcdwelmmi;van "P -luchtplaats daar de evcitatic toestand

slachtdieren verplicht, V andaae de daiz kunnen de behandeling geraken

grote varkcns-slachthui/cn kic/V-n tussen electrisch ^crmoedeliik bij dc bedwelming lot uiting komt.

en CO, bcdwehning. I. /. R. ici Sdiiirr.

-ocr page 480-

Kleine Huisdieren
Kpiicpsit\' bij liond en l<al

. W .: I pilcpMC hci lluiul und K;n/e. kicinii.
i.y 24. TA i:7-.iu. iPrV).

Daar bij dc hond (bo.Ncrs. pocdcK cn bepaalde lok-
lijnen) en sommige lahoraloriumdieren primaire
epilepsie \\oorkonil kan de/eUde indeling cn leniii-
nologie als bij de mens «orden gcliandhaald.
Bij de hond koml voornamelijk de .lackson-
cpilepsie cn hel grand mal voor (0.1\', vamlclotalc
hondenpopulalie en dan mcesial bij de reu), daaren-
tegen wordt het petil mal vaker bij de kat dan bij de
hond waargenomen.

Diagnose primaire ol scciindairc epilepsie is vaak
moeilijk te stellen, omdal in beide gev allen tussen 2
aanvallen geen klinische vei schijnselen /ijn waar le
nemen en dc causale factor van de secundaire epi-
lepsie (trauma, ontstekingen, inicctics. narcosc-
ongelukken mcl livpoxic. cn/.) vaak reedsweken of
maanden Icvorcii heeft ingewerkt. I erste aanval op
lecltijd van 2-.1jaar /onder voorafgaande /icktc. of
korte aanval van minder dan 5 min. en normaal
gedrag binnen 10 min. /ouden op primaire epilepsie
kunnen duiden, evenals voorkomen in bepaalde
loklijiicn (soms tot 27\',). Naast anamnese is gron-
dig klinisch ondcr/ock nodig, waarbij oogspiegel.
I .1 .(i.. Iiquor- cn rönigcnoiideivock nutlig /ijn.
Ihcrapie: mdicn mogelijk causaal in combinalic
met anii-epilcplica. Bij aanwe/igheid ol verdacht
van ontstekingsprocessen van hel c./.s. corticosle-
roidcn in hoge dosis cn gedurende langere lijd.
Osmodioretica en eveiilucel suboccipetale punctie
bij oedeem ol ilrukvcrhoging.
Reaclie op mcdicamentcu/e behandeling is /eer in-
div iducel. weshalv c kcu/c moet worden gemaakt uit
verschillende picparatcn ol coinbinatic daarvan
(helaas mcl aangegeven: RcU cn herhaalde con-
trole van doseriiig\'nood/akchjk is.
I timiiial is bruikb.iar voor hond en kal (.\'-4
mg kg d). veroor/aakt vaak alaxic en sufheid, /el-
den hvpeiacliviicit.

I ciiobaibilal en l\'ciitobai hiial kunnen bij paiciitc-
rale applicatie aanval couperen (lO-.K) mg kg).
1\'rimidon (Mvsoliiiel is hi| dc hond goed hruikbaai
(2.5-50 mg kg d per os verdeeld over meerdere
doscsl. Uli hogere dosis ala\\ie. siilhcid. polvdipsic.
polv phagic en soms onrust.

Dilcnv Ihvdanloïiic nalriiim (1 )iphanloinc. I p<inu-
tin) heelt geen scderend ellect. vcioor/aakl soms
ataxie. Dosering: hond \\ daags (>-1
(I mg kg: kal 1
\\ daags 5-10 mg kg.

Betere werking scliiinl Meicnvloinc le hebben,
maar bijwcrkinucn kunnen /ccrernslig /i|ii,
C.ubama/cpine\' (Icgrelol): dosering 10-20
mg kg d kan bcenmergbcsehadiging vcroor/aken.
In verband niel de snelle uiischciding/ouden iheia-
peiitischc iloses niet worden bcrcikl,
I nnicllKiilion (hoiul: (>() mg kg) cn dc succinimiden
I cnsusinimidc en I thosiisimidc (bcgindosis 40
mg kg; d:iarna \\ daags 15-25 mg kg) worden bij
dc mens uitsluitend voor behandcling van petil mal
gebruikt, maar /ijn in verband mei losische bijwer-
kingen problematisch.

Hr;:

Hen/odia/epinen \\ alium cn 1 ibriuni /ijn per os
onbetrouwbaar, daarentegen kan aanval worden
gecoupeerd bij i.v .-applicatie (2 mg kg en meer).
Kool/uuranhvdrasercmmcrs Diamox cn Ospoloi
(• 10 mg kg d) worden nauwelijks nicei gcbruiki
( mclabolc acidose en derhalve snel loxiscli) evenals
dc bromiden.

Behandeling van epilepsie met dc gestagcncii
ChloornKurinon cn Delniadinon (1-2 mg kg\'per 4
weken) kan volgens auteur (cn I icus) in v cle gev al-
len op de (lange; Kclj dur gunstig /ijn. Nadelen:
verhoogde eellusi cn bcïnv locding van de Icrlilileit
(bleel hel hier maar bij; A\'c/./
(iclukkig vei nieldl auteur dal ook /onder mcdicatic
de Ircquentie van de aanvallen kan verminderen,
resp. kunnen de/c verdwijnen.

II. II. rinillwinuT.

Kleine Huisdieren
Rabies hij isatten na vaccinatie

V accin-iiuluced Rabies in ( als. ./. .1/;,. I ,■/. )/<-</.
Iw.. 175. fl\'rV).

I r worden twee gevallen beschreven van rabies hij
katten, vermoedelijk ontstaan na hervaccinalic mcl
een ver/wakt levend virus; hel vaccin was bestemd
voor gebruik bij honden, katten, rundvee, paarden,
schapen cn geilen.

Ongeveer veertien dagen na vaccinatie veitoondcn
dc dieren een liclue kreupelheid van één van de
achterpoten, hetgeen in dc loop van een week verer-
gerde tot een volledige paralyse van alle extremitei-
ten.

Na euthaiia-
van hcrscnw

111 de kallen werd bij onder/oek
I rabiesvirus aangclooiul,

/. II/< •;/!,■//.

-ocr page 481-

Artificial breeding of non-domestic
animals

l>. I . \\S :if.(>n (editor )

! \\c,Hlcn,ic Press. Loiuloii. IT.S)

Kunstmatig \\ci«L-kkL-n \\an mci-gctlonicsticccrdc
/oogdieren en \\ ogeK was het thema \\an een m 1977
gehouden s\\mposiuni. \\ rijuel a lie aanu e/ige ken-
nis o\\er tie technieken cn ingrepen is in dc/c
22
teksten neergelegd; persoonlijke er\\aringcn \\an
mensen in het \\cld /ijn genoteerd cn de meesic
auteurs brengen daarenbmcn hun nieuwe resulta-
ten \\an ondcr/oek.

\\ clc diersoorten in dc natuur staan op iiiister\\cn.
I en \\an ilc manieren om tc proberen /c tceonser\\e-
rcn is het inrichten \\an kleine lokgroepjes in dier-
gaarden ol parkcn. Dit levert echter risieo\'sdoorecn
beperking \\an tic genelischc crimassa cn door in-
teelt. 1 en oplossing \\oor beide problemen /ou /ijn
sperma op tc slaan tim het in dc toekomst tc kunnen
distribueren. De problemen bij het kunstmatig \\er-
wckkcn \\an /oogdieren cn \\ogels /ijn t)m\\angii|k.
N.ircosc IS \\oor het \\er/amclcn \\an sperma, /owel
als \\oor dc inseminatie \\njwel steeds vereist. Ter
diersoort dient daarmee ervaring tc worden opge-
daan. Hij apcnisgeblekendat verschillende narcotica
vcrschillcn opleverden in dc opbrengst en de kwali-
teit van het sperma. Om sperma tc produceren moe-
ten dc tcehnickcn nog grotendeels timwikkcld wor-
den.

In veel gevallen wordt bii wilde /oogdieren gebruik
gemaakt van clcctro-cjaculatic. \\Dor dc verschil-
lende tliersooricn /ijn telkens andere stroomsterk-
tcn en aiulerc intervallen tussen cn vormen van
stroomstoten notlig. /owel stimulatie via het rec-
liim als op tic penis kan in aanmerking ktuncn.
I!i| vogels kan soms gebruik gemaakt wortlen van
tic relatie die tussen vogel en /i|n ver/orger bestaat.
I )c /gn. \'imprinr roolv ogels /uilen soms op tic haiul
van tic valkenier cjaculcrcn. \\ celal wtvrdt bij vogels
massage van rug. buik cn cKiaca toegepast, waar-
voor een /ckcrc training nood/akclijk is.
Wat bctrcU het vroLiwcli|k tlicr is het van essentieel
belang tc weten ol ccn bepaalde tlicrsoorl een rcgcl-
nuitige cyclus heelt ol dat de ov ulatic dtnir enigerlei
stimulatie ( biiv. dc coïtus bij het konijn ol lottipcrio-
diciteit bij vtigelscndceav ia)tot statui komt.
Hil vrouweliike wilde /tiogtlicrcn is het oiulcr/ock
nog slechts in ccn beginlasc. I r /ijn cnigc gegevens
bekend over het bcekl en dc interpretatie van vagi-
naaluitstri|kics van knaagilicrcn. Hii buidcltlicrcn
bliikt echter dal dc vcrschillcn gedurende dc cvclus
gering /ijn cn dat geen karakteristiek pro-ocstriis
beeld in hcl iiilstrijkje gevoiulcn kan worden. Dc
meeste /ekerhcitl dat ccn dier ov iilcerl geelt dc lapa-
roscopic. die echter herhaaldelijk (wel \\ pci weck)
narcotiseren cn inspecteren
iUHHl/;ikcliik maakt.

/Il

lijdschr. Dicrgc

\'sk.. dcci IIIS. iijl. II. imi

l en bijkomeiul voordeel van Uiparoscopic is. dat
tevens een conlrolc op ontstekingen cn misvormin-
gen mogeliik is. \\adclcn /ijn dat het moeilijk door
tc voeren is bii dieren uit een show-bestand /oals in
een diergaarde en dat veel personeel cn oiilillagc
nood/akclijk /ijn.

Hij vogels is hel moeilijk om ic bepalen op welk
moment vtïtir dc leg gcïnscmincerd moet worden
om lerticlc eieren le verkrijgen. Helaas /al de kal-
koen waarschijnlijk een van dc weinige vogelsoor-
ten blijven waarbij sperma in de hen lang (tot 45
dagen) vitaal blijlt.

\\ eel ondcr/oek is v oorts nog nodig over de ana-
tomie van het v rouwelijk en mannelijk geslachtsap-
paraat. voordat überhaupt sprake kan /ijn van
kunstmatige inseminalie.

t!cn van demogelijkheden die kunst mal ige insemina-
tie bictll. is tic produktie van diersoorten ol -rasscn
die aan bepaalde wensen van dc mens legcmocl
komen, /o /ijii cr artikelen over het maken van
hvbridcn van rooivogels die voor de valkerij ge-
schikt /ijn cn over diersoorten die voor hun pels
(vossen) ol vlees (herten) gehouden kunnen wor-
den.

Op dil gebied dienen dc doeleinden echter nauw-
keurig algcgrcnsd tc wortlen. I egen vcrvanging van
wilde soorten door ■huisdicrsooiten\' dient te wor-
den gcwaakl.

Onvermijdelijk tcnslolle is dat cr iniernalionale af-
spraken gemaakt worden over de ver/cnding van
sperma van aiulcre gcshichtsprodiiklcn.
Dc aanwe/ighcid van Herpes v irusscn in apespcrma
/OU dc/e tot ccn w einig geapprecieerd produkt kun-
nen maken.

De lekstcn van tlil svmposium geven een /ecrgoctl
ovcr/ichi van wal bereikt werd. /ij geven uit/ichtcn
op vertiere terreinen van onder/ock /owel len be-
hoeve van natuurbehoud als met betrekking tol dc
biologie van wiltic /oogdieren en vtigcls. llel bock
vormt ccn cmincnie biitlragc tot het in stand hou-
den
V an tlicrsooi ten. doortlal hcl ccn altcrnaticraan
tic ortle Siclt dal dc lok-ccnlra (in tic natuiir ol in
gevangenschap) oiulcrsicunl en ontlast.
(Iraag sluit ik niii aan bij tic constatering dal voor
hcl ongcwij/igd in stand houden van wilde dier-
soorten in gevangenschap, betrekkelijk grote aantal-
len notlig /iin. Daarom vertlicnl hel werk in de/e
lokcentra algemene ontlcrslciining. waarin dc lantl-
bouw en tic diergeneeskunde len volle mgc/et die-
nen le worden.

P. /M un.

459

-ocr page 482-

Minister Van der Stee geeft
aanwij/ingen voor onder-
zoek in de komende jaren

Minister \\ an der Stee (landbouw en visserij)
heelt /Ijn (uerweglngen en de daannt \\oorl-
vloeiende beleidsindieaties aan dc Nationale
Raad \\oor het 1 andboiiw kundig Onder/oek
(N KI.O) kenbaar gemaakt. Op basis daarvan
/al de NRl.O adviseren over dc meerjarcnvi-
sie landbottvv ktmdie en \\ isserijontler/oek
19X2-1986.

i)c bewindsman heelt de NRl.O ver/ocht dit
adv ies
V oor eind I9SI int te brengen, Demeei-
jarenvisic 1982-1986. die van toepassing /al
/ijn op alle in de N KI.O deelnemende organi-
saties. /al aangeven waarop hel landboiiw-
kinidigc en v isserijonder/oek /Ich in die pe-
riode moet richten.

In hel lantlboiiw beleid ktmnen de komenile
jaren een aantal taakvelden vvonlen oiuler-
seheiilen die vooral voortkomen uil een stecils
meer onivaltende veiantvvoorclelijkheid voor
de landbouw /ell. Zo /uilen verhoging van de
kwaliteit, meer variatie van produkten. al/et-
bev ordering en kostenbewaking de conetir-
rentieposilie dienen te verbeteren, liet accent
in de produktie /al vooral moeten liggen op
kvvalileitsv erhetei ing en niet op produktiever-
hoging. 11el wel/ijn van dieren /al hierbij een
sleetls belangi ijkeie rol spelen. X\'oorls /al ook
hel gebruik van hel land en tle groene ruimte
meer omv alleiul vv orden.
Op hel te voeren laiulboiiw beleiil /uilen ook
van invloetl /ijn: de hesirijding van de ar-
moede op hel platteland van de Derde \\\\ e-
relil. ile economisehe samenwerking en hel
I 1 (1-landhoiivv - en v issei ij beleid. \\ enler / ui-
len nog een aanlal andere onlvv ik kelingeii hel
landbouw beleiil in sterke male bepalen.
De bewindsman denkt hierbij vooral aan:

de schaarste aan energie cn groiulslollen
en de daarmee samenluingende prijssiij-
gmg:

automalisei ing als gevolg van ontwikke-
lingen op hel gebied van de micro-
elcctronica;

een steeds groter wordende stroom van
nieuwe kennis en nieuwe mogehjkheden
V an inlornialie-ov ei ll rachl;
problemen met beirekking lol milieu- en
prodii klv erom reiniging.

460

De bewindsman ver/oekt de NRIO bij hel
opstellen van hel advies eveneens rekening te
houden met /ijn streven de huidige omvang
van het ondcr/oekapparaat te handhaven,
waardoor naast de vorengenoemde priorilei-
ten ook aehlcrstellingen in dc onder/ockpro-
gramma\'s dienen tc worden aangegeven.
De beleidsindieaties v loeien voort uil de hier-
voor genoeimie overwegingen en /ijn geba-
seerd op hel gevoerde en le voeren landbouw-
beleid. \\ oorts hebben de ervaringen met de
meeriarenv isic 1977-1981 een rol gespeeld.

l en aan/ien van de landboiivv produktie slcll
minisler \\\'an der Slee dal hel ontler/oek dc
volgende algemene doelstellingen voldoende
dient le oiKicrsleunen;

de voedsel- cn giondslolïenvoor/iening;

het handhaven dan wel verbeteren van de
concurrentiepositie door middel van pro-
dukt v ernieuvv ing. kvvalileilsvcrbelei ing.
kostenbeheersing, al/etbevordering;

hel inslandliouden van iiauiiiiiijke hulp-
bronnen. waarbij o.a. nieuwe initiatieven
genomen moeien worden voor hel behoud
van waardevol genetisch materiaal;

hel V O ork ómen V an inv oer cn v ersp reid ing
van lol dusver niel voorkomende /lekten
en plagen;

hernieiiwile aanilachl voor diei/ieklen.

De omstaiuligheden waaronder mensen in de
laiulboiivv en in aanvei vvaiile lakken van be-
drijv igheid moeten werken, / lin v oor v erbete-
ring valbaar. Hel onder/oek /al moeten aan-
geven waaruit v ei belering kan heslaan. en hoe
/ij dc lichamelijke en geestelijke belasting van
de mens kunnen verminderen.
\\ ooral in de intensieve veehouderij vraagt de
positie van hel dier veel aandachl. Dil /al
leiden lot hel stellen van voorvvaarticn. Hier-
binnen moet overigens de produktie wel /o
lendabel mogelijk kunnen plaatsvinden,
omdal /e anders slechls naar andere landen
/al worden verplaatst. \\ oor dc v aslslelling
van de male van dierlijk wel/ijn in diverse
svslemen is een verdieping van in/icht nood-
/akelijk. F;en duidelijk samengaan van be-
leidsmaatregelen en ondcr/oek dient hel dier-
lijk wel/ijn te bevorderen.

(rcrshcrichl Minislcric
vun l.anillHHiw cn I i.sscrlj)

Tiidsehr. nierKL-necsk.. dcc! 105. ajl. II. WHO

-ocr page 483-

Zeehonden in Wadden/ee
in acuut uitstervingsgevaar

Aantal geboorten \\eel te laag door gif-
stoffen in water

llcl aanlai gcbciirlcn bij /ccbondcn in hct
Nctlci latidsc Waddengebied is tc laag iiiii hiin
\\ OOI ibcstaati /ckei testellcti. \\ eigeleken met
/ijn sooitgenotcn in hct Duitse cn Deense
\\\\ adilengebicd blijkt dc Nederlandse /ecluind
meer gilstoHcn in hct lichaam tc hebben. Dit
\\olgt uit de resiiltalcii \\an het iindcr/ock.
waarop u. I\'. .1. II. Rcijndcrs op .s maart 198(1
prominccrde aan dc I andboiiw hogeschool tc
W aycninccn.

\\ aii dc 2700 Nederlandse /cchonden /ijn cr
nti nog maar ongeveer 400 o\\ci.
Om de iinlocd \\an de waterverontreiniging
op dc voortplanting vast tc stellen wcrtlcn
organen cn wcelscl van dood gevonden /cc-
hoiidcn alkomstig uit Duitsland. Denemar-
ken cn Nederland onder/ocht op hun gehalte
aan divcisc giftige stoffen.
Naast tie elementen kwik. seleen cn broom
werden ecn aantal /ogcnaamde chloorkt)ol-
watcrstoflcn ondct dc Iticp gentimen. met
name Dl) I (landbtutw gil) en dc /eer gevaar-
lijke l\'CH\'s. die toegepast wtirtleii in plastics
en electrische apparaten,
l it de gegevens, die ii. Rcijndcrs vet/anicld
heeft, blijkt dat de Ncdcrlantlsc /eehtinden
aan/icnli|k hogcic 1\'CB-gchaltcs hebben dan
hun Deense cn Duitse st)ortgcnoten - gemitl-
dcltl wel tien maal hoger. Dc/e giftige stollen
wortlen voornamelijk tltioi de Rijn aange-
vocrtf \\ ia de stromint: langs tic Ncdcrlantlsc
ktist bereiken /c hct Wadtlciigebictl. Hel is
bekend dat rCB\'s in tic baarmoeder van tie
/cchontl vergroeiingen vcroor/akcn waar-
door tic bev riichtc cicci /ich niet kan inkapse-
len cn /wangcrschappcn voorlijtlic wtirtlcn
alücbrokcn. Ir. Rciintlcrs: \'/ells als ci nu een
vollctlig vctbtitl komt op hct gcbmik en tic
aanmaak van l\'CB\'s. dan /tillen de ellecten
van de l\'CB\'s tlie al in hct milieu aanwc/ig
/ijn, nog jarenlang merkbaar /ijn\'.

\\ iinuit tic luchl

Peter Rciintlcrs voctdc /ijn ondci/ock uit op
het Riiksinstiuiut voor Nat utii beheer tc
lc\\cl. N andaaruil hicltl hij tellingen per v lieu-
ttiig om tic grtrollc van dc /cchontlcnbcv til-
king cn hun verplaatsingen vast tc stellen.
Otik vcr/amclde hij pet btiol gegevens tn cr de
Icefliitlsopbouw. Dc breedte v an tic sporen
wcrti daarbij als maat gehanteerd
voim" de mi-
dcrdom. \\\'ia ccn rekenmodel werd /o tic po-
pulatie in kaart gebracht. Duidelijk isgeble-
ken dat hct gcboortc-percenlagc le laag is om
hct vtuirlbeslaan van de Ncdcrlantlsc popula-
tie tc garandeten.

Rcijndcrs: \'Hct aantal gcbtnutcn is ongeveer
de helft van het aaiual dal nodig is om een
stabiele populatie te hebben /oals in
Sleeswijk-Holslein cn het Deense Waddenge-
bied.

Dal cr nog steeds /cchonden in dc Neder-
landse W\'adden/ec te vinden /ijn is groten-
deels te danken aan dc migratie vanuit het
Duitse gebied\'.

SiKnaal

Hct uitsterven van dc zeehond houdt een
waarschuwing in voor iedere Nederlander,
aldus de promov endus. Dc sloffen, die de /cc-
honden naar het leven staan, /ijn immers ook
gevaarlijk voor de mens. Babv\'s, die in dc
omgev ing v an de \\\\ adden geboren wortlen,
krijgen in hun eerste levensjaar ccn vijfmaal
hogere dosis l\'CB\'s v ia dc moedermelk binnen
dan door de Wereld (le/ondheidsorganisatie
(WHO) aanvaardbaar geacht wtirdl.

Miialrtnelin

Naast de handhav ing van het jachtverbod op
/cchtindcn dat sinds 1962 van kiachl is, /ijn
andere maatregelen nodig, ft mticlcn v olgcns
Rcijndcrs iiistgcbiedcn ingesteld worden,
/odat dc iongc tlicrcn een ma.ximalc overle-
vingskans geboden wordt. Hel Wadtlenloc-
rismc vtirml naast tic waterverontreiniging
een tweede bedreiging. Dit effect /ou echter
van verwaarloosbare grtiolle /ijn, als de /cc-
hondciipopulatic op viildoendc sterkte /ou
kunnen komen.

Daarom /ijii ook tipvangstations nooil/akc-
lijk voor jonge /cchonden. W amicci de jon-
gen namelijk wcgvhichlen voor dc aanwe/ig-
heid van mensen lopen /c vaak verwondingen
op. Dic kunnen fataal /ijn, omdat dc weer-
stand van dc dicrcti door hct hoge l\'CB-
gchallc in hun vetweefsel sterk vet niindcrd is.
liK\'h /uilen dc/c maatregelen onvoldoende
/ijn,
als niel Icgclijkci tijd dc/cchondcnstcritc
bij dc wortel wordt aangepakt. Om verdere
waterverontreiniging tegen tc gaan is ccn be-
roep nodig tip dc intluslrie, dc boeren, dc
drinkwaterbedrijven cn dc politici. Bescher-
ming van /cchonden /al inici nationaal aangc-
val moeten worden, aldus ir. Rciindcrs. fen
\'Ititcrnalionalc Werkgroep /cchonden\' is
rcctls in het leven geroepen, maar ofde nati-
onale tncrhcdcn voldoende gelden ter bc-
schikkini; /uilen stellen is /ccr dc vraag.

-ocr page 484-

In t kort

F\'roiiKncndus: ir. P. .1. II. Reijndcrs (.Vi). me-
dewerker Rijksinstitiuit \\oor Natuurbeheer.
Te.xcl; adrcs: W\'armocsstraat 54. Den Buri;.
Proclsehrilt: On the causes ot the decrease in
the harbour seal
(Phocu viiiiii/iaj population
in the Dutch Wadden Sea.

Promotor: prol. dr. M. P. Mör/cr I5ru\\ ns.
emeritus hoogleraar natuurbeheer.
C\'o-rclcrcnt: prol. dr. .1. II. Koeman, hoogle-
raar toxicologie.

(Pcrshcin lu I.anilhiniw hiigcscluHil
II agL\'ningcn.)

GEVRAAGD:

DIERENARTSEN,
DEELNEMERS

aan het K.N.M.v.D.
jaarcongres 1980
in Orpheus
te Apeldoorn,
op 10 en 11 oktober

THEMA

VOEDING VAN MENS EN DIER

Geboden wordt een verscheidenheid aan inleidingen
over moderne inzichten met betrekking tot de voeding
van de mens en grote en kleine huisdieren.

Jaarcongrescommissie 1980.

-ocr page 485-

\'Diagnose und Bekämpfung
der Aujeszkyschen Krank-
heit [Pseudorabies\'

19. und 20. Juni 198« in Hannover

lagune der I aehgruppe \' licrseiichenreclu\' der
1)\\ (I in \\ erbindung niet der laehgruppeAirologie
uml X\'iruskrankheiten\' der A
l l

l\'rdKraiiim

Donnerstag. 19. .Iiini I9H()
HegrüBung

9..1(1-9.4.5 I rölïniing und l inlühnuig: Rojalin

1. I hemenkreis: Die f;ei;cii\\i ciriit;c
ScKvItcnsiiiiaiinn

Leitung: Prol. Dr. Hispnig. Dr. Rojahn
9.45 1.1 A orkoninien und Bedeutung der Au-
jes/kvsehen Krankheit in der Bundesrepu-
blik i)eutsehland\' (Pillier)
10.00 1.2. \'.Auies/k\\sehe Krankheil inner- und

außerhalb 1 uropas\' (Bendi.xen)
10.15 1..1 Diskussion

2. I heiiienkreis: A///i;A im,/ l\'iiilioloKic
Leitung: Prof. Dr. Bisping. Dr. Rojahn

10.25 2.1. -Aujes/kssehe Krankheit beim

Sehuein\' (Bollwahn)
10.40 2.2. \'Aujes/kvsehe Krankheit beim Rind"
(Stöber) "

10.50 2.,1. -Aujes/kssehe Krankheil hei Hund

und Kat/e\' (Brass)
11.00 2.4. -Pathologie und 11islopathologie\'

(Sehul/)
11.15 2.5. Diskussion
IL.10 Pause

.1, I hemenkreis: Ii,/cvrA n

I eiliim;: Prol. Dr. Bispnm. Dr. Roiahn.

11.50 .VI. ■Cheniiseh-physikalisehe. hiologiselie

und antigene I igensehalteir (I iidwig)
12.10 .1.2. \'lena/ilat und Konuigiositat\'(I iess)
12.20 Mitlagspau/e

4, Ihemenkreis: />i,if;ii,isi\'

Leiliini;: Prol. Dr. B. I less. Prol, Dr. (,. W illniann

I irus- un,/ \\ irus,imiK,\'mw, /,w,\'is

14,00 4.1. •|mmiinlluores/en/ an Organsehnil-

ten\' (Neumann)
14.10 4.2. \'Xersuehstier und Zellkultur\'(Hireh-
ert)

14.20 4..1. \'Auswahl und I insendung \\on Lnter-

sueluingsmalerial\' (I rey)
14.10 4.4. Diskussion

■\\niil<,\'irp,\'rn,i,/n\\,\'is

14.4(1 4.5. \'Neutralisationslesl\'(Röder)

14.50 4.6. \'Ininuinodiirusion und Koniplemenl-

bindung\' (.lakubik)
15.00 4,7. \'Radioimmunlesl\'(Doller)

Ti/,/M /u-. I)i,\'ri;cn,;:s/,.. ,/,;■//Ox iifl. //. /WO

15.10 4,X \'FLIS.\'\\\'(Mdnnig)
15.20 Diskussion
15..10 Pause

5. 1 hemenkreis: /\',ii/i,ii;,\'ne.\\c un,/ /mmuniuil
Leitung: Prol. Dr. B. l.iess. Prol, Dr. (1. Wittmann
15.45 5.1. \'Ansteekung. Virus\\erbreilung im Or-
ganismus. \\ irusausseheidung und Immuno-
logie" (Wittmann und .lakubik)

16.25 5.2. \'\\ orkomnien und Nachweis von \\ iru-

slrägern (Laien/)\' (Rhi/a und .lakibik)
16.45 5..1. Diskussion

Lreilag. 20. .luni 19X0

6. I hemenkreis: /mp/unff

Leitung: Prol. Dr. (1. Wittmann. Prol. Dr. B. l.iess
9.00 6.1 \'Aktive Immunisierung - Lebendimpl-

stolïe\' (ZuHa)
9,20 6.2. \'Inaktivierte ImplstolTe\'(Wittmann)
9.40 6.-1. \'Passi\\e Immunisierung\' (.Akermans)
9.50 6.4. Diskussion

7. I hemenkreis: Epiz,niii,>/,>xic un,/ /!c/,iimplui,ii
Leitung: Dr. Rojahn. ProL Dr. W. Bisping
10.05 \'7.1. \'X irusreservoire. N\'crbreitung (inner-
halb eines Bestandes. Bestand /u Bestand.
Schwein aul andere I ierarten usw.)\'(Skoda)

10.10 7.2. Diskussion
10.40 Pause

/ rii/u-rc /:r/a/u unK,-n un,l ,i;c,i;r/m «rf/ee /ii-/s,im-
p/uni; in:

11.00 7..1 Lngarn (S/enl-hanvi)
11.15 7.4. 1 schechoslowakei (ZiilTa)
IL.10 7.5. Holland (Akkermans)
11.45 7.6. Diskussion

12.00 7.7. \'(legenwarlige Bekamplung in der

Bundesrepublik Deutschland\' (Rojahn)
12.20 7.x. Diskussion
12.50 SehlulSwort (Rojahn)

Aanmeldung: ( in Anmeldung wird bis spätestens
/um .11. Mai 19X0 gebeten an: Minislerialral Dr.
Rojahn. Bundesminislcriiim Kir I rnährung. Land-
w irlschall und Lorslen. Posllach. 5.100 Bonn Lggl.
auch Anmeldung über I elelon Bonn (02221) Appa-
rat 75.1625 (Heckmann).

leilnehmcrgebühr

Die I eilnehniergebiihr beträgt lür Mitgleider der
DXd.A l l 55. DM. NichtmilgleiderX5. DM.
Studenten oder Begleitpersonen Irci.
I s wird gebeten, die I eilnehmergebühren bisspiitc-
stens 5,\'.luni 19X0 aul das Konto der \'Deutschen
Vclerinarniedi/inisehen (icsellsehan e.V.. 6.100
Ciießen (I ahn)\'. Postscheckkonto Lranklurl: 1265
6(Ui()9. unter dem Stichwort \' lagung Aujes/k.\\\'
sow ie der Angabe des Namens des I eilnehmers /u
überweisen.

Die I eilnahmc an der I agung wird als PHichtrorl-
bildung im Sinne der Slaliileii der .Akademie lür
lierärl/liche Lorlhildung mit 5 Doppelstunden ge-
werlet.

46-3

-ocr page 486-

ATF-Fortbildungsseminar:
\'Parasitosen beim Schwein\'

Freitag. 4 .Itili I9S(1, urn 9.15 I hr. am Institut für
V\'crgl. I ropcnmcdi/in und Parasitologie der 1 ier-
ar/tliehen Fakultät der i:ni\\ersilät Miinehen.
Kursraum Kaulbaehstraße ."i?

Programm

9.15 Begrüliung

9 .10 \'Ctmeria-Inlektionen\'( Hoeh. Heme)
9.50 ■ I o.Noplasmose\' (Hoeh)
10.10 \'Sarkosporidiose\'(Hoeh. I rber)
10.40 "I\'ltrastruktur \\on Sarkosporidieti uii

Zuisehen- und f\'ndwirt\' ((iöbel)
11.00 Kaffeepause

11.15 \'Desinfektionsmögliehkeiten\' (I rber)
I 1.10 \'l:per\\lhro/oon-lnlektionen\' (l)ennig)
12.00 \'Mögliehkeiten des serologiseheti Naehwei-
ses der l o.voplasmose und Sarkosporidiose\'
(Weiland)
12..10 Mittagspause

14.00 \'Strongyloidose. I riehurose und Ihostron-

gxlose\' (Forstner. Nergler)
14..10 "Oesophagostotiiose und .Askaridose\'( H as-

slinger. Bergler)
15.00 "Naehweistiiögliehkeiten der I riehitiellose"

(Frber. Weiland)
15..10 \'Systematisehe Bekämpfung \\on Helmitu-
hosen in Zueln- und Mastbetrieben\'(Boeh.
I orstner. Ilasshnger)
16.00
\'1-ktoparasiten und ihre Bekämpfung\'(Cen-
tn rier)
16.45 Abschluß

.Anmeldung bis 15. juni 19X0 ati: Itistitut für \\ ei-
gleichcnde I ropentnedi/in und Parasitologic. I.co-
poldstrasse 5. XOOO München 40. fei. (0X9) 21X0-
.1622

I agungsbeitrag 40 DM (Be/ahlung /u Hegmn des
Seminars).

Die 1 eilnahme am Seminar uinl als Pflichtloribil-
dung im Sinne der Statuten der .Akademie Iii: I ic-
r;ir/tliche 1 ortbildiing mit .1 Doppelstunden geuer-
tct.

European Veterinary
Pathological Society

\\ th Autumn Meeling (;hent - Belgium
16-19 Sepiemher I9S0

l he main purpose of this meeting is the dissemina-
tion of infoiination aiul ideas on the pathologx of
disacses in animals.

1 his meeting w ill ser\\c as a forum for the e.xchange
of specialised information and should slimulalc in-
ternational contacts among scientists working in
the same field.

Scientific program

Ii (■(/ncsdav. I7ili Svpwiultcr imi

9.00 Opening of the .Meeting b\\ .1. Iloorens

9.15 Ciiiiiiininiiaiions on (iusno-liiicsiinal
Falhologv:
Chairman: Dr. Rowland A. C.. I diiig-
butgh

1. Rowland A. C. - I dmburgh: \'1 he adenomato-
sis comple.x\'.

2. \\ andenberghe, .1.. Iloorens. .1. - Becrse. (Ihent:
\' I crniinal ileitis and intestinal adenomatosis in
pigs and lambs\'.

.1. Rahko. I.. Kalima. I. \\ ., Saloniemi. II. -
Helsinki: \'()bser\\ations on ileal patholog\\ pro-
duced b\\ experimental lymphatic obstruction
in the pig\'.

4. Kiiufer. I.. Sobiraj. A. - (iiessen: \'Fpithel-
asso/iicrte Bakterien in den Blinddärmen des
Huh nes\'.

Break

I()..1()-I0.45

5. \\ an der (iaag I. - I trecht: \'Il\\pertrophic gas-
tritis in dogs\'.

6. Pospischil. .A.. Hess. R. (1.. Bachmann. P. A.-
München; \'l icht- und elcctronenoptischc Be-
funde hei natürlicher und cxpcrinicnteller in-
fektion \\on lerkeln mit lindemischem
Diarrhoe \\ irus (1:D\\ )\'.

7. Coussement. V\\\'.. Hoorens. .1. - (ihent: \'llisto-
pathology and P.M. of Corona-likc virus en-
teritis in SPl pigs\'.

X. I rese. K.. Remâcher. M.. Arcus. M. -Ciicsscn:
■Par\\o\\ ii usnachueis bei akuten Magen-
Darmerkrankungen des iliiiules\'.

9. Hiinichcnt. I .. Schal rcr. 1 . - München:\' Auto-
radiographische I ntersuchungen zur Regene-
ration des DarmepithcIs bei Viruscnlcritidcn\'.

10. \\ andcnberghc..l.. Ducatelle. R . Debouck. P..
Hoorens. .1. - Beerse. (ihent: \'Canine gastric
spirochetosis\'.

11. .Arru. f.. (iiiarda. f.. Leoni. A.. Pau. S.Oal-
loni. M .. Sa Ii
110. S. - Sassari. I luiiio: \'Patholo-
gische Anatomie der Magenparasitosen bei
1 re liebe nden Sard inischen Wildschweinen".

12. (iill. B . De\\ricsc. L.. Hoorens. .1. - C.hcnt:
\'1 tiopathology ol chronic l\\ mphademtis ol the
submandibular and intestinal 1\\niphnotlcs in
slaiigliteicd pigs\'.

12.45-14..10 Lunch

1.1.45-14..1(1 Demonstration ol microscope sli-
des on \'file Adenomatosis Complex\'

1.1..10-14..1(1 (iuided short visit to the V eterinary

I acult\\

14 .10 C omini/iiictiiions on Oncologv: Chair-
man: ProL Dr. Parodi A.. Maisons-Alfort

1. Parodi, A.. Mialot. M. - Maisons-Allort:
\'I sstii tic classilication c\\ to-ininiunologit|Uc
des Kmphomes niiilins (lymphosarctimcs) dc
bo\\ ills\'.

2. Misdorp. W.. Wcijer. K.. llarl. A. A. M. -
Amsterdam: \'Characterisation of feline aiitl ca-
nine mammarv cancer\'.

.1. Schonbauer M. - W len: \'Zum Vorkommen mui
MammaUimoren bei der Hündin\'.

4. Schäffer. I .. Lu/. .A., (iössner. W. - Neuher-
berg: \'Pninuuitin ol 227 I Innium-indiicctl os-
teosarcoma b\\ latlnric diel\'.

-ocr page 487-

5. N\'ontschai ncr. C\\. Moulton. .L. Schncider. R. -
Bern. l)a\\is: T nterseliiede in N\'orkomnien
iind 1 .okalisatiiin \\on Nasenlnnioren bei llund
und Kal/e\'.

b. Schniahl \\\\ . - Neuherberg: \'1 eptomcningeale
gliiineurale Heleropien indu/ieren cine b> per-
plastische Knoehenbildung der Scbädelkap-
ser.

16.00-16,1.5 Break

16.1.5 C Diiiiiiuiiii aiioiis on /Hirhii/ogr oJ ihc

hciiiD/ioiclic- aiitl circiilaiiirv .wMciii: Chairman:

I\'riil. Dr. Weiss I .. (iiessen.

I. Weisse, I.. Herbst. M.. 1 rölke, W.. (iiienard.
.1.. (lan/. 11. - Ingelheim (Rh): Mime depen-
dency nl thc nnocardial changes in the beagle
lollouing administration ol the
ß-
s\\ mpathicominietic .Aludrin. I. Correlation of
thc light-microscopical, laboratorv and elcc-
t roca rd iogra p h ica 1 find i ngs\'.
Herbst. M.. Weisse, I.. I rolke, W., (iuenard,
.1.. (lan/, H, - Ingelheim (Rh): \'lime dcpcn-
denc> ol thc nnocardial changes in the beagle
following administration of the
ß-
sympathicomimctic .Miidrin. II. IMectron-
microscopical appearances correlated to thc
light-microscopical, laboratorv and electro-
cardiograph leal findini;s\'.

.1. Lott-slol/. (i. - Ziiriclr \'Vl>okardveranderun-
gen bei Kät/en\'.

4. VhicI W. - Detmold: \'M.vocarditis mil f-insch-
lulikorpcrchcn bei Hiindcwelpcn\'.

5. Van den Ingh. I ,. Zwart. I\'., llcldstab. A.:
•Veno-occliisi\\e disease (\\ .().D.) in cheetahs\'.

6. Brann-Mun/inger. S.. Streich. S.. Reinacber,
M. - (iiessen: \'Imnuin/\\tologischc rntcrsii-
cluingcn /ur Doppclmarkicrnng \\on i hrom-
bo/\\ tcn und I > mpho/Mcndcs Huhnes im Blu-
tausstrich\'.

17..10 I nd of the scientific session

19.00 Reception bs the I ow n Authorities at thc

I own Hall

/hi

mIiii . I.Si/i Scpicnihcr 19811

( omiiiiiiiicaiions on nciiro/niihologi : Chairman:
I\'rol, Dr. I ankhauser R.. Bern

1 Vandc\\cldc. M,. Oettli. P,. I at/cr. R,. Rohr.
M, - Bern: \'Polyradiculoneuritis beim Hund\',

2, Häuser, B,. Oettli, P,. Stiln/i. II, - Zürich:
\'Spontane Mvelopathicn beim Hund\',

,1, Pohlen/, .1,. i ckert. .1,, Minder. 11 - Zürich:
\'Micronemadcletri,\\-infektion als Ursache lür
/entrai ncrsösc Störungen beim Pferd\',

4, Parodi. A,, Mialot. M,-M a isons-Allort:\'Des-
cription histologiquc des lésions d\'ata.xie en-
/ootiquc du Charolais\',

5, 1 at/cr R, - Hern: \'(Iranulomatöse I nccphalo-
Myelitis beim /icklein in der Schwei/\',

6, Krinkc (1, - Basel: \'Puidosinc Neuropatln\',

7, I skens. I ,. I rcsc, K,. Knccht-Wickc. I -(.les-
sen: \'Aujes/kysche Krankheit bei südameri-
kanische Nasenbaren
C\\tisua nasuu\').

10,.10-10.45 Break

10,45 ( oininiinicdiions on vnrious lopics:
Chairman: Prof, Dr, (luarda 1 ,, I orino

1, (locdegcbuure, S,, Hanl, II,, Poulos, P, -
l\'trecht. Bern: \'Congenital osteopetrosis in
two caKes and a lamb\',

2, Dessv-Doi/e. (\',, Hanset, R,. Ansav. M, -
Brussels: \'Bullous Epidermolysis in a calf
(case-report)\'.

.1. Hanset. R,. l eroy, 1\',. Dessy-Doi/c, C, - Brus-
sels: \'Nude-atvmic ssndromc in a calf,

4, Zwart. P,. Moraal, W, - I trccht: \'liiscnpig-
ment Zirrhose bei Paradies\\ögeln\',

5, Kaufman A, - Berlin:\'l\'Itrastrukturellc Allera-
tionen und l unktionsslörungen der l ebercel-
Icn bei Cushing-Svndrom des Hundes\'.

6, Badiola Die/, .1.,\'Camon l\'rgel. ,1,, Hidalgo
Chapado. .1, - Zarago/a: \'Z\\slenbildungcn in
der Niere bei i:seln\'^

7, Naumann. S,. Mcssow.C, - Ilaniuner:\'Histo-
logische Veränderungen an der Hardcrschcn
Drüse nach retrobülbarcr Blutentnahme beim
Ratten\'.

12.45-14,10 lunch

I.1.45-14,10 Demonstration of microscope sli-
des on \'1 he .Adenomatosis Complex\'

II,10-14.10 (iuided short \\isit to the N et. Ea-
culty

14.10 Coniiniiniculion on vuriini.s lo/tics:
Chairman: ProE Dr, Mouwen .1,. l trecht
E Martincau-Doi/e. B.. Martincau. (i,, De W a-
elle. A, - Brussels: \'Histo-morphometric
aspects of atropic rhinitis, prelimenar> report\'.
2. Eoppnow 11. - Berlin: \'Zur Pathologic der

ThcHcria Uin rcncci infection des Rindes\'
1. Ippen R. - Berlin: \' I oxoplasmosc bei Saiga-
antilopcn\',

4, Koeman .1. P, - I trecht: \'Histopalhological
and immunological aspects ol feline inlections
peritonitis\'.

5, Korn, (1,. Matthaciis. W , - I ubingen: \'Der
Einlluli \\on organspe/ifischcn Protease-inhi-
bitoren aiil die Vermehrung des Schweinc-
pcstMrus in PK 15 Zeilen\'.

6, Ducatelle, R,. Hoorens, .1, - (Ihent: \'Canine
distemper antigen detection in paraffin sec-
tions usimi thc unlabcllcd antibodx en/\\me
method (l\',A,P,)\',

7, (iill. B,. Coiisscment, W,. Ducatclle, R.
(ihent: \'Malacoplakia like lesion in the lymph
node of a pig\',

(ieneral information

t ongress site: Chemistr\\ Building. Agricultural I a-
cultv. (. oupure 511 - (ihent. Phone (191 21,69.61 -
ext.; 517,

Scientific secretariat: All correspondence concer-
ning Ihe scientific programme should be addressed
to: ProE Dr. K. I resc, Institut für \\ etcriniirpathol-
ogie, 96 ErankfiirtcrsiraBc, 6.100 (iiessen ( B.R. 1),),

Congress secretariat: Before the congress: ProE Dr.
,1, Hoorens. l ab, \\ct, Patholog>. Casinoplein 24.
9000 (ihent (Belgium), Phone: 091 21.81,94, lelex:
12.754 Rugent EVPS, During the congress: a) Che-
mistrv building. Agricultural Eaculty, Coupure 511
-(ihent. Phone: 091 21,69.61 -ext.: 517: b)"t Pand\'
(University Club), Onderbergen 1-11 - (ihent.
Phone: 091 25.6X.44,

-ocr page 488-

Stoffen met hormonale
werking

Bij de i<euring vóór en na het slachten
rijst bij de keuringsambtenaar al\' cn toe
de verdenking, dat hormonale stollen
werden toegediend. Zo\'n verdenking
treedt op bij dieren met erg /waar ont-
wikkelde spiergroepen.
Het hoofd en het wnd. hoofd van de
Vleeskeu.ringsdienst Haarlem hadden
regelmatig dergelijke ervaringen en ver-
zonden na contact hierover met de
Veterinaire Hoofdinspectie en het
R.I.V. monsters naar het R.I.V.
Deze bleken methylthiouracil (M.T
.LI.)
te bevatten. Het vermoeden bestaat dat
deze stof ook in Nederland in tt)enemen-
de mate wordt gebruikt.
Desgevraagd verklaarde dr. .1. (i. Vos
van het 1 .aboratoiium voor Pathologie
(R.I.V.) na overleg met dr. R. \\V. Ste-
phany van het Laboratorium voor Fndo-
crinologie (R.I.V.) dat methylthioiuacil
een uitgesproken anti-hormonale wer-
king bezit.

Hierdoor behoort het tot dc stoffen met
hormonale werking zoals bedoeld in het
Keuringsregulatief artikel 2. 2e lid. Dc
vetcrinaire Hoofdinspectie heeft een cir-
culaire rondgestuurd aan dc hoofden
van dc Keuringsdiensten van Slachtdie-
ren en van Vlees alsmede aan de Rijks-
keuringsdicrenartsen. waarin hun aan-
dacht wordt gevraagd voor de zaak en
aanwijzingen gegeven worden hoe tc
handelen in geval van verdenking.

466

Snelle laboratoriunimethode vereist

Evengenoemde uitspraak betekent, dat
dieren dan op grond van artikel 2. 2e
lid van het Keuringsregulatief afgekeurd
en gedestrueerd moeten worden.
\'I\'hans wordt in de Vleeskeuring ver-
scherpt gekeken naar de aanwezigheid
van M.T.U. en bij gebruik daarvan loopt
de eigenaar van een daarmee behandeld
dier dus een groot risico. Om dc strek-
king van het betrokken artikel effectief
in de praktijk te bicngen zal echter een
\'snelle\' laboratoriummethode beschik-
baar moeten zijn ter aantoning van de
stof. Het R.I.V. heeft zich bereid ver-
klaard door de Vleeskeuringsdiensten
toegezonden monsters, vvanneer daarom
speciaal vvordt verzocht, op M.
f.U. te
onderzoeken en dc uitslag van dat onder-
zoek binnen 48 uiu" bekend te maken.

Ingevoerde karkassen

Ook bij ingevoerde karkassen kan de
verdenking ontstaan van toediening van
M.T.U.. Wanneer buitenlands v lees voor
rijksinvoerkeuring wordt aangeboden,
zullen schildklieren en diafragmastukjes
hoogstwaarschijnlijk niet als monsters
gebruikt kunnen worden. \'1\'er vervanging
daarvan kan men 100 gram \'gelijkwaar-
dig\' spiervlees nemen cn dat opsturen.
Een positieve uitslag van het R.I.V.-
onderzoek houdt uiteraard afkeuringen
destructie in van het gehele dier en in
geval van rijksinvoerkeuring is terug-
zending naar het buitenland niet mogc-
lijk.

aïïLi@(il®[|]®DD[sai®[ii

Van de Veterinaire Hoofdinspectie van de
Volksgezondheid tevens Directie van de
Veterinaire Dienst

Tijdsihr. Dicrgcncfsk.. i/cci 105. afl. 11. WHO

-ocr page 489-

IXtarbij dient echter t.a.\\. herkeuring of
beroep de normale procedure gevolgd
worden.

Herkenbaarheid

Volgens deskundigen valt een dier en
(vooral) vlees dat met M.T.l\'. behan-
deld
/OU /ijn. moeilijk te herkennen.
IX- duidelijkste aanwij/ing is nog het
oedemateu/e karakter van het vlees.
Wanneer men op zulk vlees drukt, blijft
daarin een indruk achter. Het oedeem
kan echter zeer verspreid, d.w.z. slechts
zeer locaal, vóórkomen. Een tweede
praktische indicatie is het vochtig blijken
van het mes na aansnijding van de be-
treffende spierdelen.

het bedrag, ter grootte van 5 miljoen
E.R.E.. vormt een bijdrage aan een Por-
tugees plan ter volledige uitroeiing van
de ziekte in dat land en zal over een
periode van vijfjaar worden uitgekeerd.
Aldus hoopt de E.Ci. de dreiging die
de betrokken ziekte waartegen nog
steeds geen effectief vaccin bestaat aan
de grenzen van de gemeenschap vormt,
te elimineren.

Afrikaanse varkenspest:
de laatste ontwikkelingen

Begin dit jaar is in de Cubaanse pro-
vincie Ciuantanamo een grote uitbraak
van Afrikaanse varkenspest geconsta-
teerd. f^it heeft geleid tot een massaal
uitroeiingsprogramma dat nu is afge-
sloten.

Eenzelfde procedure werd met succes
gevolgd in 1971 toen het land eveneens
door een grote uitbraak van .A.V.P. was
getroffen. Aan Amerikaanse zijde be-
staat het vermoeden, dat de ziekte inge-
slecpt kan zijn via van varkens afkom-
stige produkten uit Haïti of de Domini-
caanse Republiek, waar .A.V.P. reeds
enige tijd heerst.

In de Dominicaanse republiek loopt nog
een uitrociingsprogramma cn de var-
kenspopulatie is inmiddels teruggelopen
van P\': miljoen tot 200.()()().
het buurland Haïti, waar de varkens-
populatie 1
\'A tot 2 miljoen stuks telt.
is tot op heden nog niet met een dergelijk
p r
O g ra m m a b c g O n n e n.

Nu ook subsidie voor Portugal

Werden dc afgelopen jaren reeds aan
Spanje (10 miljoen Europese rckeneen-
heden) en aan Malta (5 miljoen reken-
eenheden) subsidies toegekend ter be-
strijding van .Afrikaanse varkenspest in
dic landen, ditmaal heeft de EG-Com-
missie voorgesteld Portugal voor dat
doel eveneens een subsidie te verlenen.

BFSMHl lTil I.IKF. 1 )1 FRZli;K I FN

nieivicklcnbiillctin Nr. S \\andc Veterinaire Dienst
over het tijdvak \\an 16 tot .10 april I9S0 vermeldt
het volgende aantal gevallen van aangifteplichtige
hesmettcliikc ilicr/icktcn in Nederland.

Atrofische rhinitis

l otaal 24 gevallen in 22 gemeenten
Overijssel 4 gevallen

(ielderland

Ftreeht

Ziiid-llolland

Zeeland

Noord-Brabant

Fimburg

10 gevallen in X gemeenten
2 gevallen
2 gevallen

1 geval

.1 gevallen

2 gevallen

Rotkreupel

I otaal 40 gevallen in .14 gemeenten

(ironingen 4 gevallen

Friesland I.S gevallen in II gemeenten

Drenthe 1.1 gevallen in I 1 gemeenten
Overiissel I geval
Ftreeht I geval
Not)rd-llollaiKl .1 gevallen
Zuid-llolland 2 gevallen
Zeeland I geval

Schurft

lotaal 2 gcviillcn in 2 gemcciucn in Friesland
Miltvuur

lotaal 2 gevallen in 2 gemeenten
(ielderland 1 geval

Noord-Biabant I geval

\\ (igelcholera

lotaal 2 gevallen in 2 gemeenten

Drenthe I geval

Noord-Biabant 1 teval

-ocr page 490-

Al RIKAANSF VARKFNSPLS 1
Portugal

(iedurendc dc maand maart werden in 5 districten
\\an Portugal hcdrij\\en besmet met Afrikaanse
\\arkenspesl. Op tie/e bedrijven waren 370 \\arkens
aanwe/ig, waarvan er 1.54 aan de /iekte stierven
en 216 werden afgemaakt.

MOND- t\\ KI Al W/PFR
Kwarlaalrapport Pirbright

liet onder/oek van monsters int 15 lanilen.
leitlde tot de ontdekking van virus in 52 daarvan.

Bangladesh

H monsters

(larnbia

1 monster

India

X monsters

,Malaw i

2 monsters

Mo/a mbique

2 monsters

N\'igerie

1 monster

Oman

4 monsters

Zimbabwe-Rhodesië

3 monsters

Sa oed i .Arahië

1 monster

Se nega1

4 monsters

Somalië

2 monsters

Zuid-.Afrika

12 monsters

Soedan

2 monsters

.Arabische Republiek

17 monsters

■lemen

Zambia

6 monsters

2 tvpe O en 5 tvpe .A, I neuatief

1 tvpe SA I 2
S type O

2 negatief
2 negatief
I negatief

1 tvpe O. .1 negatief

2 tvpe SA f I en 1 tvpe SA f 2
1 type O

1 type S,\\ l 2. .3 negatief

2 type O

10 tvpe SA f 3. 2 neuatief

2 type O

10 type O en 3 tvpe ASIA I
4 negatief

3 type S,A I 1. 3 negatief

•luni:

3 (iroep Pluiniveewetenschappen K.N..\\1 ,v. 1 ),
bijeenkomst, I.AC-Wageningen, aanvani;
13 .10 uur (pag. 4311,

3 4 5. Münehener Svmposium des W HO Col-
laborating Centre über \'M ikrobiologie\' ( A).

5 (iroep (ieneeskunde van het Kleine Huisdier
(K.N.M.v.D.). Vergadering. rest. Iloog-
Hrabant. aanvang 15.00 uur.

5 Klinisehe .Avond Vakgroep (ieneeskunde van
het Kleine Huisdier (pag. 36H).

5—7 Xlll. Kongres der Furopäischen (iesell-
sehalt der V\'eterinarchirurgie (FSVS), liuda-
pest (pag. 736).

6 7 .lahresversammlung der Schwei/. Vereini-
gung liïr Kleintiermedi/ni. Hern (pag. 335).

7 K .lahrestagung der Schwei/er Vercinigiuig
lür Kleintiermedi/in ( A).

7 14 .leu.x MondiaiLv de Fa Medeeine, Cannes,
Sv mposium International ile Medeeine Sporti-
ves, Cannes,

12 Promotie tot doctor m de diergeneeskunde
van drs, ,1, C. Meijer, Rijkuniversitcit, aanvang
4,15 uur.

12 Krmg Nooril-Holland boven \'t 1.1. Vergade-
ring. Hotel de Prins, West/aan.

14 -15 Haden-W ürttembergisehcr I lerar/tetag
19H() mit Fortbildungsveranstaltung (A).
Karlsru he.

468

16 20 9th International Congress on Animal
Reproduction and Artificial Insemination,
Madrid (pag. 952 1979, I 19 en 223),

19 Algemene I eden vergadering A.C.V.. Schouw-
burg, (iroiesiraat 62, Ciivk, aanvang 15,00
uur,

19 20 Forthildiingsiagiing von Fachgruppen
der DV (iund A I F\'Diagnose ii. Hekamplung
der Aiijcs/kv\'sehen Krankheil\'( A). Hannover
(pag. 463).

24 26 2nd Inleriuitional Svinposium of V eteri-
nary laboratory Diagnosticians. Fu/ern.
Su ilsei land (pag. 121).

25 2H Society lor Veterinarv Flhologv - Sum-
mer Meeting I9H(). Zeist (pag. 31 I).

26 27 I iirkey ( cingres (Cic, Furopéen de la
Dinde-premier Conures, Novolel Paris (pag
379),

29 3 juli WOrld Congres Foodbornc Inleelions
and Intoxications Berlin (West) (pag, 379),

30 3 juli V I Internal, Kongress der FP.V S,,
Kopenhagen. ( pag. I 70)

3 International Svmposium on Diseases of
Birds ol Prev (Raptor Disease Svmposium
1980) (pag. S(14).

I ortbildungsscminar \'Parasitosen beim
Schwein\'. (A), München (pag. 464).

.luli:

lijdsehr. I)ier.i;cm\'esk.. dee! 105. afi. II. IV,SO

-ocr page 491-

6 II \\l. iniL-rnatuinal S\\mposiiini (in Eood.
Microbiology and Hygiene. Aalborg. Den-
niark (pag. 12(1).

7 10 I be Ruminant Immune System-
International Symposium. Plymouth. New
Hampshire. l\'.S.A. (pag. 261 ).

9 12 Ssmposium über neue I rgcbnissc der
I ndokrinologie beim \\ ogel. Budapest.

1.1 19 2X. Intern. Kongress über Physiologie..
Budapest.

14 1International Workshop on the Rat I lec-
trocardiogramm in acute and chronic Pharma-
coloi:\\ and lo.xicolouv. Hamuner.

28 2 aug. N\\ II th C-onlerence on Animal Blood
(iroups and Biochemical Polymorphisms. Int.
Agric. Centre ( I.Af). Wageningen. (Inlichlin-
gen op redaktiesecretariaat r.\\.IX
\\ erkrijgbaar).

Augustus:

I 6 .11. lahrcstagung der l uropiiischcn \\er-
cinigung liir ricr/ucht - P\\ 1 (A). München.

18 22 Practical course on l he Molecular and
Cell Biology ol lr\\panosmcs. Brussels.

20 22 \'BiochcmislrN ol Parasites\', a satcllile
meetmg ot the i.lth t 1: BS Meet.. co\\crmg
DNA regulation intermediary metabolism,
membranes and Siirtacc coats. .Icrusalcm.

.10 4 sept. Sth International S\\ tnposium ot World
Association ot Veterinärs f ood-Hygienists
(pag. 26.1).

September:

I Eilth International Conlerencc on 1 richi-
nellosis. \'De Baak\', Noordwijk aan /.ce.
(Inlichtmgen op Redaktiesecretariaat l.x.D.
\\ erkrijgbaar).

I 4 .11. .lahrcstagung der I uropiiischen Ver-
einigung liir 1 ler/ucht - IA I (A).

.1 12 1. l uropäischen Ciclliigclkonlcren/ der
W PSA (Al. Hamburg.

4 (iroep Veierinaire Homoeopathie
K.N.M.n.d. Vergadering. Beatrix-gebouw.
.laarbcursplein. 1 trecht. Aanvang 20.00 uur.

6 7 Porthildungsscminar \'Cardiologie. Oph-
thalmologic. .Akupunktur\'( A). Miinchen.

5 12 V I, l uropäischcn Kongress der W PSA
( \\) (pag. 26.1).

9 12 21. .Atbeilstagung iles Arbcilsgebicteis
■lebensmittelhvgiene\'\' der DV (", (A).
(iarmisch-Partcnk irchcn.

10 12 III. Iiucrnalionaler Kongress Itir licrln-
gicnc. Wien (pag. 26.1).

11 14 B\\A Congres 19X0 ( niscrsity ol York
(pag. 264).

16 19 ruropean Veterinarv Pathological
Societv. \\ th Aulumn Vieeting. (ihent (Bel-
gium) (pag. 464).

IX (iroep Volksge/ondheid K.N.M.v.D.
Vcrgtidering. .laarbeurscongresccntrum.

rtrecht.

2.1 Aid. l.imburg K N.M.v.D. I edenvcrgadering.

24 27 W.S.A.V.A. Congtcs. Barcelona (pag.
264).

2.S Aid. Noord Holland K.N.M.v.D.
I edenvcrgadering.

10 2 okt. 4. Cuxhavener Seminar \'1 ischc und
I ischwaren\'. Cuxhaven.

Oktober:

1 .1 Arbeitstagung der I achgruppe \'Plcrde-
krankhciicn\'der D.V ,(i, (A). Ilamburi;.

.52 4-Daagse Conlerentie te Warschau over:
\'Resistance l actors and (ienetic Aspects of
Mastitis Control\'.

2 4 29. Intern. I achtagiing für Iorlpflan/ung
und Besamung (,A). Wels.

2 ,1 1 Ortbildungstagung des Bundesverbandes
der
beamteten I ierar/tc (,A). Bad
Mergentheim.

.1 4 6. Pharmakologisch-toxikologische Fort-
bildungstagung der A I |- (A). (iiessen.

.1 .5 .X.NV I .liirhestagung über/V toplasmatische
1 herapie und Methoden der Serum-
Desensibilisierung. Stuttgart.

.5 X .lahrcstagung der Dtsxh. des. f. Hämotol-
ogie und Onkologie. (Homburg) (Saar).

6 10 Salmonella Round fable Conference.
Bilthoven.

9 II Huropean Convention. Avignon (Syndi-
cat National des Vétérinaires Practiciens Fran-
çais) (pag. .112).

9 II l.V .1. Vergadering m Avignon.

10 II .laarcongres K.N.\'VI.V.D. en 127c Alge-
mene Vergadering. Apeldoorn.

17 \'Kaulunte\'rsuchutig beim Pferd\' (A). W ien.

IX Nationale Diergeneeskundige Dag. Luik
(Belgic).

20 2.1 World Congress of Cattle Diseases, lel
Aviv. IsracM (pag. X46 (1979)).

2X Naiaarsvergadering Ned. Ver. Lndocrinologic.
t trecht.

29 I nov. I achmessc \'Intensiv Viehhaltung\'.
Ltrecht.

.10 (irocp Veterinaire Homoeopathie
K.N.M.v.D. Vergadering. Beatrix-gebouw.
.laarbeursplein. Ltrecht. Aanvang 20.00 uur.

November:

1.1 V creniging van 1 )ircclcuren van (iemccntclijkc
Slachthui/en cn V Iccskeuringsdicnstcn. Ver-
gadering. .laarbeurscongrescciurum, Ltreclu.
.\'uinvang 10.00 mir.

1.1 1.5 26, .lahrcstagung der I achgruppe\'Klein-
tierkrankheiten\' der DV(,. /ugleich dcuisch-
sprachigeOruppeder VV SAV A (A). Karlsruhe.

14 en 2X \'Orthopädischer Lortbildungskiirs
Pferd\' (A). Wien.

December:

7 12 Course for 1 raclure I rcatmeni and Rc-
consiructive Surgerv in the I qiiinc. Davos
(Swit/erland).
9 Afd. 1 imburg K.N.M.v.D. I edenvcrgadering.

10 Aid. Noord Holland. Ledenvergadering.

11 (iroep Volksge/ondheid K.N.M.v.D.
Veruadcring. .laarbcurscontircscentrum.
L\'trecht.

II (iroep Veterinaire 11 omoeopathie

K.N.M.v.D, Vergadering. Bcatrix-gebouw.
.laarbeursplein. Ltrecht. .Aanvang 20,00 uur.

-ocr page 492-

Groep Dierenartsen werkzaam
in het bedrijfsleven

\\ erslag van de DIB-vergadering op 9
mei 1980 ter voorbereiding van het
Marketing en Management Seminar te
houden in de herfst 1980.

De diergeneeskundige opleiding is primair
gericht op de technische aspecten \\an het
beroep "dierenarts". Hoewel dc opleiding
dus praktijkgericht is. ontbreken echter
aspecten als bij\\. management, marketing,
etc.

In zijn functie als prakticus. maar ook als
niet-prakticus. wordt de dierenarts
geconfronteerd met economische, zowel
sociaal als macro-economische, problemen.
Dit is \\ oor het besttuir van de groep DIB
aanleiding in de herfst 1980 een Marketing-
■Vlanagement .Seminar te organiseren. Ter
v oorbereiding hierop werd op 9 mei een
inleiding gehouden door de heer B. folud.
(ieneral Manager van de Animal Health
Division van Philips-Duphar B.V. Hen
samenvatting van de/e inleiding getiteld "De
Dierenarts - als specialist in het
Bedrijfsleven" en de daarop volgende
discussie wordt onderstaand weergegeven.
De continuïteit van \'profit-organisaties". -
bedrijven, maar ook praktijk-, is
alliankelijk van het tnaken van winst.
Direct na het afstuderen kan de dierenarts
worden beschouwd als een specialist.
Kentnerken voor een specialist /ijn. dat hij
zijn beroep kan uitoefetien in een begrensde
werksituatie, dat de actualiteit van /ijn
kennis snel veroudert en dat hij /ijn functie
min of meer ongestraft in isoletiient kan
uitoefenen, /onder aanpassing en of
bijscholing is hij na 10-15 jaar niet meer. of
in mindere mate. geschikt voor het
bedrijfsleven, ten/ij hij:

1. zijn specialisme heeft aangepast aan
sociaal cn macro-economische conte.xten.
met andere woorden niet-technisch
specialist is geworden:

2. zich ontwikkelt tot "supcr-spccialist";
.3. zich ontwikkelt tot generalist.

n

jimMi

Mogelijk meer dan andere specialisten,
hebben (veterinair) medische specialisten

470

KOMNKI I.IKi: Nl Di KI

het risico van isolement vanwege hun
gevoel voor status en hun beroepsethiek.
Hen Marketing Management Seminar voor
dierenartsen heeft tot doel hen meer
vertrouwd te maken met het reilen en zeilen
van het bedrijfs- en maatschappelijk
gebeuren. Dit is met name van belang voor
dierenartsen in bedrijven of andere
organisaties, waarin zij moeten
samenwerken met vertegenwoordigers uit
andere disciplines.

Het te organiseren Seminar heeft dan ook
tot doel dierenartsen via communicatie en
begripsverbetering te helpen bij de
uitoefening van hun werkzaamheden.
Daar het programma afgestemd vvordt op
de behoeften van de deelnemers, is
deelname alleen mogelijk na vroegtijdige
aanmelding bij de secretaris van de groep
DIB en na ontvangst van het inschrijl-
enquêteformulier (tc verkrijgen bij
Voornoenide secretaris).
Nadere inlichtinge kunnen worden
verkreticn bij de bestuursleden van de groep
DIB.

.1. C. Baars - tel. 0881 I-17X.3
F. .1. .1. C"renicrs - lel. 08X55-1.324
H. Ilemminga - tel. 0.34.31-5.54
A. Iloogenboom - tel. 01859-2488
.1. H. (i. Wilson - tel. 035-40567

Namens het D.l.B. Bestuur
//. /Icniiiiinga. sccretaris.

Van het bureau

Vacatures voor dierenartsen in
Zweden

Van de National Board of .Vgriculture in
/.weden bereikte ons het verzoek de
Nederlandse dierenartsen te laten weten dat
er in Zweden in een aantal sectoren een
tekort aan dierenartsen beslaat. Vacatures
komen voornamelijk voor in de
V leeskcuringsseclor. maar ook in de grote
huisdierenpraklijken.

Nederlandse dierenartsen, die belangstelling
hebben voor het werken als dierenarts in
Zweden, kunnen voor nadere informatie
conuicl opnemen met hel bureau van de
Maalschappij (tel. 030-5101 I 1).

lilJnhr. IHcrgi\'ih\'fsk.. ihrl IdS. njl II. imi
•VNDsr. M.A.vrst iiAPPi.i VOOR dii;k(;i:ni;i;ski NDi:

-ocr page 493-

Summer employment.
Who can help?

I am a senidr at thc l ni\\ersit> of lllmois.
atid 1 uill graduate with ati atiitiial scicttce
hotiors degree iti Ma\\. I atn lookitig for
sutntner etiipUn rneiit in Europe. I request
oiiK a sutntner position as I will probabl\\
be attending \\eterinary school in the fall.
IdcalU. i would like a Job working uith a
\\ctcrinarian. Two \\cars ago. 1 travelled
through Huropc. pav ing tn\\ own way. and
satnplcd tnan\\ cultures. \\ou. I uould like
to cxpcricncc a I\'uropean culture first
hand, and need a job to dclrav m>
expenses. .Anv position, such as working
for a lartncr. or elsewhere, would be
acceptable, but a livestock job wottld be
prefercd.

l ast summer. 1 worked on the Vet. Med.
Research f arm here at the univcrsitv. and
cared for altnost all spccics of research
animals. I have done projects with swine,
dairv cattlc. and sheep, f or lour vcars. I
worked lor small animal veterinarians.
Presently, I work in thc Phvsiology
department caring for laboratorv animals. I
shall be glad to provide references upon
request. I feci that an overseas job would
give mc some valuable experiences, and
would teach mc nuich, btuh acadcmicallv
and ciiltiirallv.

l\'H:ahcih Sainschi
1007 West l\'niversity
I \'rbana, Illinois 61 XO I.

Inlichtingcn kunnen worden verkrcgen (op-
gavc kan worden gedaan) bii bet Bureau van
de K.N.M.v.I). (tel. 0.30-510111) le lUrecht.

Welke vergaderingen en
besprekingen waren er?

April:

1 Commissie Micro l\'Icktronica in hct
rund veehouderij bed rijf

Commissie l-nquctc Dierenartsen in hel
Bedrijfsleven

2 Hoofdbestuur delegatie Bestuur van de
f-acultcit der Diergeneeskunde

9 Hoofdbestuur
I 1 Bespreking in/ake de VV l .l).
l.S Commissie Zicktckostenver/ekering voor

kleine huisdieren
IX Begeleidingscommissie van dc asiels
22 Commissie (le/ondhcid cn VVel/ijn
Cie/clschapsdieren

Commissie Begeleiding Rundvecbedrijven
Commissie Svinposiutri Mestkalveren
2.1 Commissie (ieorganiseerde
Dier/iektenbest rijd ing

24 Beleidscommissie Volksge/ondheid

25 Commissie Opleiding Vergunninghouders
I inanciële (.\'ommissic

29 Commissie Ziektekostenver/ekcring
kleine huisdieren

\\tci:

2 Beleidscommissie V olksge/ondheid

6 Commissie .Apothcckbegeleiding cn
Diergcnccsmiddelencontrole

7 Hoofdbestuur

9 Commissie l\'ost .Academisch Onderwijs

(iroep l\'raktici (irote Huisdieren
1.1 I hcmacimimissic .laareongres

Commissie Opleiding Vergunningbouders

27 Commissie Svmposiuni Mestkalveren

28 Hooldbestuur
Hoofdredaktie
Wetenschap pel ij ke Redaktie
Commissie
l\'ost Academisch Onderwijs
Veterinaire Volksge/ondheid

10 Commissie Opleiding Vergunninghouders
Werkgroep tatouage cn registratie
Commissie Dierenartsen in Dienstverband
(D.l.D.)

Doe-het-zelf-banden

Dc d(>c-het-:clf-han(lcn voor hct inhinden van hei Tijdschrifi voor Dicr-
gcnces/<unde I9H0 zijn vanaf heden te hesiellen door overnia/xing van
j\'22.50 op giro 51 16 06 icn name van de K.N.M.v.D.. .Inlianaiaan 10.
3581 NT te Utrecht, onder vermelding van \'handen 1980\'.
Banden voor het inhinden van de tijdschriften 1979 en voorgaande jaren zijn
nog verkrijgbaar door overmaking vanf 20, voor banden 1979 en f 12.50 voor
banden van dc voorgaande jaren (in beperkte mate).

471

KOMNKI.l.lKF. NEDERI.ANDSl-: MAATSCHAPPl.1 VOOR DlERCiENEESKUNDE

-ocr page 494-

LjJiI] Ll^ JD

L n

Paarden K.I.

Onderstaand volgt een brief van de
Cotnniissie Paarden-K.1. \\an het Landbouw-
schap aan de Paardenstamboeken:

Lijst van dierenartsen, die
overeenkomstig het Reglement Paarden-
K.I. aangewezen zijn om K.l. bij paarden
toe te passen (lijst afgesloten op
1-5-1980)

Wychen
Den Ham (Ov.)
Bergen a. Zee
1 illigte

1 anaken (België)

Hoensbroek

Schoonebeek

Haren ((ir.)

Marum

Rinnen

Surhuizu m

Kollum

Drenipt

Maarssenbroek
Berga nibachl
Borculo
Ltrecht
Maarssen

Zeist

Buitenpost

Nii megen

Schijndel

llattem

Wolvega

Bilthoven

Midwolda ((ir.)

Cuvk

Schijndel

Koekange

lirnmeloord

Empe

Vaals

Assen

Aan de Puardensiamhoeken

Om een zo goed mogelijke en gestrootnlijnde
gang van zaken te krijgen bij het toepassen
van k.i. bij paarden wordt voorgesteld de
procedure als volgt te laten verlopen:

I. a. De hengstenhouder die met één of meer

hengsten k.i. wil gaan toepassen zendt
een verzoek in bij het Stamboek om k.i.
te mogen laten uitv oeren. met naam v an
de dierenarts die het hengstenstation
begeleidt.

b. Het stamboek deelt de Commissie
Paarden k.i. mede geen bezwaar te
hebben tegen het verzoek van dc
hengstenhouder. (In deze mededeling
worden dus de naam ol namen van de
hengst(en) vermeld en van de
dierenarts).

c. Het secretariaat verzoekt de betrelfende
(iezondheidsdienst:

le. het hengstenstation te beoordelen
ol dit geschikt is voor het toepassen
van K.L:

2c. de hengst)en) te onderzoeken op
geschiktheid voor k.i.

d. Het secretariaat informeert bij dc
Stichting Bloedgroepenonderzock of
van dc hengst(en) bloedgroepen-
onderzoek heelt plaatsgevonden.

e. Indien alles in orde is verstuurt het
secretariaat de toestemming aan dc
hengstenhouder tnet een afschrift aan
dc betreffende (Iezondheidsdienst.

het Stamboek en aan de dierenarts met
de benodigde administratieve
bescheiden.

II. Vóór elk dekseizoen v raagt het
Statnboek aan een hengstenhouder dic het
vorig dekseizoen toestetntning heeft
verkregen om met één of meer hengsten k.i.
toe te passen of de hengstenhouder voor
het komende dekseizoen van deze
toestemming nog gebruik wil maken óf dat
de hengstenhouder k.i. wil toepassen met
sperma van andere hengsten. De
antwoorden van de hengstenhouders
worden doorgegeven aan het secretariaat

van de Commissie Paarden k.i.. Wordt van
dc toestemming geen gebruik meer gemaakt
dan wordt deze door het secretariaat
ingetrokken, (iaat de hengstenhouder k.i.
toepassen met een andere hengst dan vvordt
dc procedure gevolgd als onder 1 met dien
verstande dat het gestelde onder c.1.
vervalt.

Ciaarne verzoek ik dringend l\'vv
medewerking teneinde de k.i. bij paarden
goed volgens dc v oorschriften te laten
V erlopen.

Namens de Commissie Paarden k.i..

De secretaris. Drs. .4. Rulgcrs.

Arts. I . L. .1.
Berghuis, (j.
Bestebroer. A. C\'.
Bolscher. A. .1.
VV.
Clotseher, .A. P.
Crombach.
VV, (1, ,1,
Detmers, H,
Dinkla, L, I, B,
Dolfijn, L. K.
Drogt, ,L
Dijkstra, P,
Llgersma,
,A,
(iemert, W, v.
(ioosen. 11.
Haas. R. de
Hartog, P. den
Hendrikse, ProL dr. .1.
Holst.
VV. V. d.
Hovcn-Mcmicns.
Mevr. L. L. v. d.
Idema, A. P.
.laartsveld. Dr. W. A. B.
Kaasenbrood. R. .1.
Kuipers. .1.
Laan. S. R. v. d.
Leeuwen,
VV, v,
Linnewiel, Dr,
II, .A,
Maanen, P. H. A. M. van
Meer, \\, B, v, d,
Meyer. W\\
Muiswinkel, K, van
Mulder jr,, D,
Nicolaije, ,1, H, M,
Oost ing,
11. ,1,

-ocr page 495-

T r- V ^

Ouwcrkcrk. S. H,
1\'ckcldcr, ,1. .1.
I\'late. II. M.
Rcmmun. .1. 1,. M.
Roscboom. M.
Rutten, .A. \\1. .1.

Helmond
W\'ilhelminadoip
Zwolle
Hel\\oirt

De Klomp (Fde)
.■\\1 bergen

Finne
Ftreeht
Dahsen
Haarn
De Wijk

Schie. .1. Hl. M. van
Slnijter. F, ,1, H.
Smidt, W. .1.
1 heunissen. (1, D.
Wal, (1, H, van der

Personalia

■Als lid van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde meldden zich de
volgende collegae:

Bergs. (i. H. IF; 19S(); 4Ft.1 .AN \\ ianen. Dominieushol .14.

BoeV, ,1, dc: 19X0; ,15X1 HD L trecht. Ramstraat 29,

(leertman, (i, S, M.; 1979; 7954 ON Rouveen, Oude Rijksweg 6,11.

Koning. Me|. I\'. de; 19X0; 9.1.14 I F 1\'cest. Zuidveldigerweg 1.

Manni^ H. P.; 19X0; .15X.1 S\\\\ l trecht. A. Neuhuysstraat 2.

Speelman-Willemsen. Mevr. B.: 19X0; 6665 C P Driel. C\'asimirstraat 12.

,\\ls lid van dc Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde heeft het Hoofd-
bestuur aangenotiien;

Fansaat. P.; 19X0; .1762 AF Soest. Dalweg 74.

•Als Kandidaatlid van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde heeft
het Hooldbestuur aangenomen;

mej. C\'. N. Huvsman. \\an Fieflandlaan 102. .1571 .XO t irecht.
.1. Nven I wilhaar. Beukstraat 4.1. .15X1 NI: tUrechl.

Xdreswij/igingen. cn/.:

^iij *.ui.s. /, i\\ ./.: 1979: Fanaken (België),
Neerharenweg 79 .A; d. stoeterij \'Zangers-
heide\'.

IHI "Hcrgs. (,. II. II.: 19X0; Vianen; tel. (0.147,1)
.15XX (privë), (041 16) 7,1951 (bur,);d. Ci. v. D,
prov. N.-Brabant.
197 Dinii. K. ./. IF.. 1979; 267X BH De Fier,
Heiniond 65; tel. (01745) 6474; p.. ass. bij
F Palgi.

2115 "(icernuaii. (,. .V. .)/.; 1979; 7954 CiN Rou-
veen. Oude Rijksweg 6,11; tel, (05226) 659;
p., ass, bij H, Zantirige.
209 (irool. Mej. M. .4. M. II. de: 1979; 621.1
.•\\.A Maastricht. Champs Flyseesweg\'7; tel.
(04.1) 100X0; p.. ass. bij H. .1. M. Kusters.
215 Hcnnsen. 8 ./.; 195X; 7041 CK \'s-Heerenberg.
Schaapskooiweg X.

216 Hevkop. (,. ,/. van: 1974; X446 .11 Heeren-
veen, Meerkoetweg I: tel. (051.10) 24.105
(privé), 242.12 (prakt,).
M>5 Huijhers. P. ,/, ,/, ./.; 1976; 41X2 t edum

(Duitsland), Marienstrasse .14.
22/
Huisman. /.\'. O.: 1975; Zwolle; tel. (05200)
502.14.

229 Keurs. ./. //. .1. ler: 1971; 7495 III Ambt
Delden. Almelosestraat 24: tel. (054()X) 790
(privé), 220 (prakt ).
2,i2
"KoninK. Mej. P. ,1e: 19X0; Peest; tel, (()592X)

,16,12: wnd, d,
214 Koihuis. 11. ,/, F \\l.: 1955; Sutard; tel,

(04490) 1,1X6.1 (privé). 21991 (bur,),
2J9 l.ansaal. P.: 19X0; .1762 AF Soest. Dalweg
74; tel, (02155) 12507; wnd, d, (toevoegen
als lid).

-ocr page 496-

MI5 l.ccimcn. F.. .-1. vim: Brasil-1975: 1.1100Cam-
pinas (Bra/ilic). Kua Capilao Josc dc Sou/a
65. Apt. 224: d.

24K J05 Mol. /■:. /> C. ./.: 1979: l ort .\\1aclcad
lOl, OZO (Canada). Bo.\\ IX5,V d.

:49 MI5 * Mol-van dc lirink. Mevr. ./. ,1.. 1979:
Fort Maclcad lOl. OZO (Canada). Bo.\\
1853: d.

251 .\\cr.sc.s.sian. li. \\.: 1977:583! KH Bo.\\mccr.
Piet Hcinstraat 39: tc!. (08855) 2025 (bur.1:
d. lntcr\\ct international B \\ .

255 OorschoL ,/. .1. vun: 1978: Zaltiiommcl: tel.
(04180) 2009 (pri\\c). 2404 (prakt.): p.. a.ss.
bij .). .1. C. M, dc Scbuttcr.

259 Pdcrsc. nr. I). ./.: 1971: 1 -1980: litrccbt.

264 Kiclcr. R. I. //.. 1977: Roermond: p.. Il-I)..
geass. met .X. W. C. \\an Steen.

271 .Schrciidcr. B. F. C.: 1971: l.cKstad: tel.
(03200) 48(i36 (privé). 21525 (bur.): «el.
medew. C. IX1.

275 slinacriand. ./.: 1956: 3329 I C Dordrecht,
/.eedijk 11: tel. (078) 162121 (pri\\é). 165330,
138793, 146706 en 170708 (prakt.).

lJ .iD ... _ _ . vG

276 *Spcclnum- II iUcmscn. Mevr. B.: 1980: DricI:
tel. (08306) 42408.

276 Speelman. \\ (,.: I9""S: Driel: tel. (08306)
42408.

277 Sieen. .1. II. ( , van: 1965: Roermond: tel.
(04^50) 18263 (pri\\c). 299^7 (prakt.): p.. ge-
ass. met R. I. II. Ricter.

2fill Svhe.sma. L .: 1959: Slccuwijk: tel. (01833)
2706 (prisé). 1708 (prakt.).

.UI7 2,S2 liemersma. ./. .V, 1979: 3583 \\ W
l trccht. (ir. Adollstraat 17: tel. (030) 5 14507:
« nd. d.

2X6 \\ elden-len Hoonie. Mevr. H . van der: 1979:
7009 ,IK Doetincbem, Catsstraat 9: tel.
(08.140) 42955: p.. geass. met Mej. F, Wiet-
holl.

2X7 \\ erhoeven. /\'. .1. .1/.. 1968: Sittard: tel.
(04490) 1.5006 (pri\\é). 21991 (bur ).

297 W iersma. F. ./. M.: 1977: Ftrecht: tel. (030)
710002 (pri\\é). 310986 (prakt.): p.. ass. bij
W. B. Dwars cn N. 11. I icben.

297 *liieilio/. .Ur/. F.: 1979: 7009,IK Doetin-
cbem, Catsstraat 9: tel. (08340) 42955: p,,
geass, met \\le\\r. W. \\,d, \\ ciden-ten lloontc,

.100 Zerh..!. H : 1949:8491 I N Akkrum. llccchcin
74.

OviTlidcii;

D. Rcmpt tc .Alkmaar op I mei 1980

Ker>ol ontslaj; als plaals\\er>angcnd inspecteur bij de \\ ,1).

II, .X, Weijcns tc Helmond per I april 1980

Promotie:

D, ,1, Peterse tc l trccbt op 29 mci 1980

,luhik\'a:

P. Koopmans tc I angweer
P. II. Klein jan tc Maasland
,\'X I . A. \\an Rees te I trccht
Dr. C. .1. \\an Nic tc 1 ciderdorp
N Diddens te Patcrswolde
Dr. .1. M. Diikstra le I ceuwarden
A. M. Nadorn te \\elp ((ild.)

(.ilwe/ig) 40 jaar
(alwc/ig) 60 jaar
(alwe/ig) 45 jaar
(alwe/ig) 30 jaar
(alwe/ig) 55 jaar
(alwc/ig) 55 jaar
(alwc/ig) 45 jaar

op 7 juni 1980
op 20 juni 1980
op 23 juni 1980
op 24 juni 1980
op 24 juni 1980
op 24 juni 1980
op 26 juni 1980

Een (dierenarts met enige jaren ervaring

ZOEKT WERK

in een gemengde praktijl< met mogelijl^lieid tot associatie.
Brieven onder no. 20/80 aan de redaktie van het Tijdschrift voor Dierge-
neeskunde, postbus 14031, 3508 SB Utrecht.

KONINKI I.IKI M 1)1 Kl ANDSl M XA I SOI Al\'l\'l.l \\OOK Dll R{.l NI I SKliNDI

474

-ocr page 497-

Hygiënische aspecten van slokdarmen
afkomstig van slachtvarkens

Hygienic Aspects of Porcine Oesophagii in six Ahhaioirs
in the Netherlands

P. G. H. Bijkeri. T. Fransen\' en J. F M. Schollen^

SAMENVATTINCI

Hen onderzoek werd idtgevoerd naar de hacteriële contaniinatie van varkensslok-
darnten direct na de winnittg (100 monsters) en van hevroren varkensslokdarnien
juist voor verwerking (40 monsters).

De verse slokdarmen bleken vrij hoog hesmet te zijn: aëroob kiemgetal ca. 10\'\'-10\'\'en
Enterobacteriaceae ca. Kfi-K)-* ;g. De diepgevroren slokdarmen hadden nog hogere
kiemgetallen: aëroob kiemgetal ca. KP-jQ* en
Enterobacteriaceae ca. 10^-10^ jg.
De hygiëne bij de wintn\'ng van varkensslokdarnien werd in zes slachterijen visueel
beoordeeld en luidde 2 .v goed. 3 x matig en / a slecht.

De invloed van reinigen en strippen van slokdarmen o/) de kiemgetalleit. tie pH en
de kleur en de geur werd gemeten en het verloop van deze variabelen hij bewaren
hij 4° C ett hij 20° C werd nagegaan. Zowel reinigen als strippen gaf eett verlaging
van de kiemgetallen. waarbij maximaal een tienvoudige reductie werd bereikt. Bij
bewaren hij 4° C waren na 7 dagen de kiemgetallen van de gereinigde en gestri;>te
slokdarmen significant lager dan die van de ongereinigde en niet gestripte
(p<O.OI).

Gereinigde of gestripte slokdarnwn bewaard hij 4° C. kunnen na 4 dagen niet meer
als grondstof bij de vleeswarenhereiding worden gebruikt.

SUMMARY

\'Hte bacterial contamination of porcine oesophagi inimediately after collection
(100 samples) and of frozen oesophagi just before preparation (40 saniples) was
asses.sed.

The fresh oesophagi were found to show a rather high degree of cotttamination:
total aerobic count approximately 10^- IO\'
«»c/ Enterobacteriaceae approximately
KP-jO^jg.

The frozen oesophagi showed even higher counts: total aerobic counts appro-
ximately
/f^\'-lO" and Enterobacteriaceae approximately lO^-IO^jg.
Hygiene during the collection of porcine oesophagi was visually assessed in six
abhatoiis and found to he satisfactory in two, mediocre in three and poor in one.
The effects of processing the oesophagus hy cleaning and removing the mucous
membrane on bacterial counts, pH, colour and odour were assessed before and

\' Medewerkers Vakgroep Voedingsmiddelen \\an Dierlijke Oorsprong. I aeulteit Diergeneeskunde. Rijks-
universiteit Utrecht.

Controleur Volksgezondheid i.a.d.. \\ ctcrinairc Hoofdinspectie \'s-(ira\\enhage.

Dank is verschuldigd aan dc Veterinaire Hooldinspcctie \\an de \\ olksgc/ondhcid xoorde (Mulcrstcuning
van dit project.

Tiidsehr. I)icrgi\'neesl< . dcet 105. ajt. 12. i9X0 47."^

-ocr page 498-

during storage at 4° C. and 20° C. Both cleaning and removal of the mucous mem-
hrane caused up to a tenfold reduction of bacterial counts. .After seven days \'storage
at 4°C., the bacterial counts of the processed oesophagi were significantly lower
than those of the non-processed oesophagi (p < 0.0! ).

The processed oesophagi stored at 4° C. were no longer fit for consumption
after four days\' storage.

I. IM.EiniNd

Economische betekenis en hygiënische ri-
sico\'s

Varkensslokdarmen maken deel uit van
de z.g. eetbare slachtafvallen.
Vooral op de grote varkensslachterijen
worden slokdarmen vaak bestemd om in
vleeswaren verwerkt te worden, In 1977
zijn 12.7 miljoen varkens geslacht (4). Ge-
middeld weegt een slokdarm verkregen
aan het einde van de slachtlijn 0.1 kg.
hetgeen een totale produktie betekent
\\an ongeveer 1.5 miljoen kg per Jaar,
Uit de literatuur zijn geen gegevens be-
kend met betrekking tot de bacteriële
conditie van varkensslokdarmen aan het
einde van de slachtlijn. Deze slokdarmen
zullen voor het slachten al relatief sterk
besmet worden door opname van mest.
\\ uil en water en tijdens het slachten door
opname van broeiwater. Omdat het
slachten van varkens in hangende positie
gebeurt met de kop omlaag, kan de in-
houd van het voorste gedeelte \\an het
maagdarmkanaal naar de kop toe lopen.
De slokdarm staat in open verbinding
met de mond-keelholte, zodat een bepa-
ling van dc aard en grootte van de be-
smetting in de slokdarm tevens een indi-
catie vormt voor de besmetting van het
strottehoofd. het mondslijmvlies cn de
tong. Van de strottenhoofden wordt
strottc\\ lees gewonnen en de wangen v or-
men een onderdeel \\an het z.g. kopvlees.
Al deze produkten worden gebruikt als
grondstof bij de vleeswarenbereiding.
Naast een contaminatie van het slijmvlies
voor het slachten en bij het broeien (in-
wendig) treedt er ook ccn contaminatie
van de serosa (uitwendig) tijdens het
slachtproces en de winning op.

De winning

Bij het verwijderen van de borstingewan-
den zit de slokdarm vast aan de z,g, hart-
slag (lever, longen, hart. slokdarm, tra-
chea en tong) en wordt ter hoogte van het
middenrif doorgesneden. Deze hartslag
vvordt aan een haak van de organenband
opgehangen. Hierna zijn verschillende si-
tuaties in de praktijk waar te nemen:
de slokdarmen ondervinden verder
geen enkele behandeling;
de slokdarmen worden doorgespoeld:
de slokdarmen worden in lengterich-
ting gekliefd en al dan niet afge-
spoeld;

de spierrok wordt van het cutane
slijmvlies ontdaan (strippen).
Slokdarmen die bestemd zijn voor ver-
werking in vleeswaren worden meestal in
plastic bakken verzameld en al dan niet
onder koeling gedurende 6-24 uur
bewaard. Ook worden slokdarmen in
afwachting van verwerking ingevroren
tot grote blokken van ongeveer 10-30 kg.
Andere bestemmingen voor slokdarmen
zijn: destructie cn diervoeding.
Verkoop van slokdarmen gebeurt
meestal via de slachtafvallenhandel.

De keuring

Met betrekking tot de keuring zijn van
belang:

Art, I I van het Onderzoekingsregulatief:
\'Bij de keuring wordt onderzocht de ge-
steldheid van de slokdarm\' en
Art, 4 lid 3 KB 14-2-1958 Stb, 92;\'Magen
of darmen mogen bij het bereiden van
vleeswaren alleen worden gebruikt indien
zij na voorafgaande reiniging geheel van
slijmvlies zijn ontdaan en in deugdelijke
toestand verkeren\'.

Daarnaast is nog van belang Art, 2 lid 2
van dc Destructiewet: \'Voor de toepas-
sing van het bij of krachtens deze wet
bepaalde wordt eveneens verstaan onder
destructicmateriaal; afvallen van slacht-
dieren. niet reeds vallende onder het eer-
ste lid met uitzondering van die, welke
naar het oordcel van het hoofd van de
keuringsdienst rein zijn of met het oogop
hun bestemming te zijnen genocge zijn
gereinigd\'.

-ocr page 499-

Landelijk wordt er in de praktijk van dc
keuring van varkensslokdarmen geen
uniforme gedragslijn gevolgd. Een ver-
klaring hiervoor is. dat men slokdarmen
niet altijd tot magen of darmen rekent en
dat dc mening van de keuringsambtena-
ren met betrekking tot het \'rein\' zijn met
het oog op de vermeende bestemming
van slokdarmen nogal verschilt.
Doel van het hier nader beschreven on-
derzoek was bet vaststellen van:

1. de bacteriologische gesteldheid van
slokdarmen direct na winning en de
hygiëne bij de winning;

2. de invloed van reinigen of strippen
van slokdarmen op de bacteriologi-
sche kwaliteit;

?i. de bacteriologische gesteldheid van
diepgevroren slokdarmen teneinde
een indruk te verkrijgen van een mo-
gelijke contaminatie en of prolifera-
tie van kiemen tussen winning en ver-
werking van deze slokdarmen;
4. de houdbaarheid.
Aan de hand van de resultaten van het
onderzoek werd getracht adv iezen op te
stellen met betrekking lot keuring, win-
ning en verwerking van varkensslokdar-
men en met name de voor deze sector op
le stellen \'Good Manufacturing Practi-
ces\'.

2. M.A LLKLA.AL L\\ Ml I HODI \\

2.1. Baclcrlologische gesteldheid en hygiëne hij de
winning

In het kader van dit onder/oek werden /es slachte-
rijen be/ocht. waarvan vier tweemaal.
()p de/e bedrijven werden per be/oek 10 slokdar-
men \\an onvoorwaardelijk goedgekeurde slacht-
varkens ver/ameld. verdeeld over een tijdsduur van
ongeveer 1 uur. tlilge/onderd één bedrijftlV). waar
tweemaal 20 monsters werden genomen. (Bij hel
eerste be/ock werden 10 gestripte en 10 ongestripte
slokdarmen genomen. Bij hel tweede be/oek wer-
den 1(1 gestripte slokdarmen en 10 gestripte slokdar-
men na I dag gekoelde bewaring ver/ameld). De
slokdarmen werden genomen aan het einde van de
slachtlijn. nadat alle slacht-, kcurings- en reini-
gingshandelingen waren verricht en de slokdarmen
in bakken gereed stonden voor opslag, distributie,
c.q. verwerking. De bestemming\\ an de slokdarmen
werd nagegaan.

De wij/e van slaehten. reinigen en \\er/amelen werd
door twee onder/oekers geregistreerd en visueel
onalliankclijk van elkaar beoordeeld op hygiëne.
Daarbij werd gelet op: reinheid van het gereed-
schap. de persoonlijke hygiëne van de werkers, be-
/oedeling van de borstingcwanden tijdens het uil-
slachten. be/oedeling in de \'organenband" en
bezoedeling van de slokdarm tijdens het ver/amelen
in bakken. Len eindbeoordeling van de winning
V ond plaats door middel v an een indeling in één van
de drie waarderingsklassen met de volgende code: -i-
= goed.  matig. = slecht.

De genomen monsters werden op de slachterij eerst
in ca. .10 minuten afgekoeld tot 0-4° Cen vervolgens
onder koeling (in bo.xen voorzien van koelelemen-
ten) naar het laboratorium vervoerd voor bacte-
riologisch onderzoek.

2.2 Bacteriologische gesteldheid van diepgevro-
ren slokdarmen

Op .1 bedrijven werden per bedrijf van 2-4 verschil-
lende diepgevroren blokken slokdarmen 10 stukken
afgehakt van ongeveer .SOO gram. bevattende ver-
schillende slokdarmen. In koelbo.xen voorzien van
koelelementen w erden deze monsters naar het labo-
ratorium gebracht v oor bacteriologisch onderzoek.

2..1 Het effect van reinigen en strippen bij behan-
deling in het laboratorium

In een moderne slachtlijn met een goede hvgiëne bij
het slachten, werden tweemaal 40 slokdarmen ver-
zameld en direct onder koeling naar het laborato-
rium vervoerd.

Van de eerste serie v an 40 slokdarmen werden er 20
zorgv uIdig gereinigd. Dit reinigen v ond plaats door
de slokdarmen afzonderlijk gedurende 15 seconden
krachtig met leidingwater door le spuiten.
Van dc tweede serie van 40 slokdarmen werden er
20 zorgvuldig van het slijmvlies ontdaan. Voor dil
doel werd aan hel caudale einde in de spierrok van
de slokdarm een ringvormige snede gemaakt en
werd de spierrok verv olgens van het slijmv lies afge-
trokken (- strippen).

Van serie I werden IO ongereinigde en 10 gereinigde
slokdarmen opgeslagen bij 4 ± 1° C" en lOongerei-
nigde en 10 gereinigde slokdarmen bij 20 1° C
Van serie II werden lOniet geslripteen lOgestriplc
slokdarmen opgeslagen bij 4 C\' en 10 niel gestripte
en 10 gestripte slokdarmen bij 20 C.
Bemonstering van de slokdarmen vond plaals bij
bewaren bij 20° C op dag 0. dag I en dag 2 en bij
bewaren bij 4° C\' op dag 0. dag 2. dag 4 en dag 7. De
relatieve vochtigheid bedroeg zowel bij 4° C als bij
20° C ca 70\',.

De houdbaarheid werd bepaald door bacteriolo-
gisch onderzoek, meting van het pH verloop en
organoleptisch onderzoek.

De organoleplische waarnemingen werden onaf-
hankelijk van elkaar door twee onderzoekers ge-
daan. Gelet werd voornamelijk op geur en kleur.
Kwalificatie vond plaats in één van de drie waarde-
ringsklassen met de volgende code: ( " geen afwij-
kingen. ) = lichte afw ijkingen. -ernstige
afwijkingen.

2 4 \\ erwerking van de monsters

Bij het onder 2.1 genoemde onder/ock werd uil het
proximale, mediale en distale gedeelte van iedere
slokdarm met behulp van een schaar op steriele
wij/e een ringvormig stukje .ilgeknipl. /odanig dal
dc .1 sliikjes samen 20 gram wogen.

-ocr page 500-

Voor dc bcwaarprocl (2.3) werd op de/c wij/e
steeds 10 gram weefsel \\er/amcld. Van de bevroren
slokdarmen werd na ontdooien 20 gram weefsel
genomen.

2.5 Baclcriologisch onderzoek

De monsters werden met 180 ml resp. 90 ml pepton-
f\\siologischc /oiUt)plossing in een steriele mi.xcr
(I0-\' verdunning) overgebracht en bij ca. 20.000
toeren gchonuigcniseerd.

Hct totaal aëroob kiemgetal werd bepaald vol-
gens de gietplaatmethode (PCA 3d .30° C) (3).
Het aantal fjiicrohaiWriact\'at\' g werd bepaald
volgens International Standard I.S.O. 5552
(1979) (VRBG I d 37°
C).
De kiemgetallen worden weergegeven in
l.ogi,, N\' g met standaardafwijking.

De ge\\ tinden resultaten werden op significante \\ cr-
schillcn onder/ocht met de student t-toets, waarbij
als significant \\crschillcnd werd aangemerkt indien
p<0.01.

Bij het bepalen \\an hct aantal l.nlcnthdclcridieuc
\\an nK)nsters die diepgc\\ roren waren ol meerdan I
dag bij 4° C bewaard, werd \\oor het ondcr/oek in
de VRBG een resuscitatie toegepast van ongeveer 2
uur in de 10" \' \\erdunning bij kamertemperatuur
(I). I .en representatief aantal van de getelde aantal-
len
linwrohacicriart\'tic bij de bew aarprocl werd on-
der/oek op identiteit (3).

2.6 Bepaling van de pH

Dc pH waarden werden gemeten met behulp van
een electrische pH meter (merk lilectrofact type
36060) in de 10-\' verdunning (= pH van de spier-
rok) cn wceigegeven in n met standaardafwijking.

3. RFsi\'i.IAri-;N i-;n discussie

3.1 Bacteriologische gesteldheid en hy-
giëne bij de winning

Het aerobe kiemgetal van slokdarmen di-
rect na de winning \\arieerde globaal van
10\'\'-10^ en het aantal
Enterobacteria-
ceae\'g
van 10\'-10^ (tabel I).
De hygiëne bij de winning werd in twee
bedrijven als goed. in drie als matig en in
één bedrijf als slecht gekwalificeerd. Een

fabel I. Kiemgetallen van varkensslokdarmen (in l og,,, N g met standaardafwijking) en beoordeling van
dc winning.

Slachteri;

n

Aëroob
k xemgetal

Enterobac-
teriaceae/g

Verwijderen
slijmvlies

Wijze
van
reinigen

Visuele
hygiene-
waarde-
ring *

Bestemming

I

10

6.b ,).6

3.3 0.2

gadeel te-
lijk

afspoelen

-

vleeswaren

I

10

fa.0 0.2

4.5 0.3

II

10

7.2 0.J

3.4 1.1

geen

doorspui-
ten

111

10

7.2 0.4

3.9 0.9

■■

geen

/-

diervoeding

IV

10

fa . 2 j_0 . 5

3.5 0.6

Strippen

/-

vleesv^aren

IV

10

b.9 0.3

3.9 0.4

geen

IV

10

6.4 0.7

3.2 0.3

s t.r i ppen

IV

**

r

6.5 0.2

3.7 0.9

V

10

6.2 0.7

40%

3.3 0.8
faOt <2.8

geen

spli j t.en

daarna

afspoelen

/-

VI

10

6.9 0..1

3.8 0.8

geen

-E

destruktie

Vl

10

7.3 0.4

4.0 0.5

= = = = = = = = =

100

6.7

1

3.6

» = slecht
/ — - matig
-f = goed

na I dag bewaren in de koeling

-ocr page 501-

label 2. Kiemgetallen van bevroren slokdarmen (in Log,,, N g met standaardalwijking).

Aeroob kiemgetal

Slachterij
I

Enterobact.

4.1 ± 0.3

4.3 ± 0.9

5.4 ± 0.7
4.6 ± 1.8

4.6

10

10
10

40

7.3 ± 0.4
6.6 ± 0.2
7.0 ± 0.2
7.7 ± 0.3

IV
IV
VII*

7.1

Genomen uit de diepvriesopslag van een vleeswarenbedrijf.

correlatie tussen deze visuele hvgiëne-
waardering en de kiemgetallen werd niet
vastgesteld; evenmin een correlatie tus-
sen de kiemgetallen en de bestemming
van de slokdarmen (humane consumptie,
diervoeding ol\' destructie).
Doordat zoveel factoren de hoogte van
de contaminatie van de slokdarmen di-
rect na winning bepalen, was het niet mo-
gelijk aan de hand van deze resultaten een
methode aan te geven die tot een betere
bacteriologische kwaliteit kan leiden.
(Verschillen in inwendige besmettingen
reinigen cn of strippen.)

.^.2 Bacteriologische gesteldheid van
diepgevroren slokdarmen

De kieiTigetallen van bevroren slokdar-
men zijn verzameld in tabel 2.
Deze lagen over het algemeen iets hoger
dan die van slokdarmen bemonsterd di-
rect na winning. Oorzaken voor deze ho-
gere kiemgetallen zijn; een nabesmetting
en, of onvoldoende koelen van de slok-
darmen bij bewaren voor het invriezen.

jde slokdamen tijdens bewaring bii 4°C en 20°C

(in n

met standaardafwijking).

Ongereinigd

Cicreinigd

dag"

...

dag

—-

van

aant.

4°C

20°C

van

aant.

4°C 20° C

ond.

monst.

pH

pll

0 nd.

monst.

pH pil

0

10

6.2 ± 0.2

6.2 ± 0.2

0

10

6.2 ± 0.1 6.2 ± 0.1

1

10

6.0 ± 0.1

1

10

6.0 ± 0.1

2

10

6.1 ± 0.1

6.2 ± 0.2

2

10

6.2 ± 0.1 6.2 ± 0.2

4

10

6.1 ± 0.1

4

10

6.3 ± 0.2

7

10

6.4 ± 0.1

7

10

6.2 ± 0.2

*s — signilicant verschillend (p < 0.01)

3.3 De invloed van reinigen en strippen
bij behandeling in het laboratorium

De bij dit onderzoek verkregen resultaten
zijn verzameld in de figuren It m 4 en de
tabellen 3 t m 5. Reinigen veroorzaakte
een daling van het aerobe kiemgetal. Het
aantal
Enterobacteriaceae; g daalde
daardoor echter niet.
Na 7 dagen bewaren bij 4° C waren het
aerobe kiemgetal en het aantal
Entero-
bacteriaceae
g van gereinigde slokdai\'-
men lager dan die van niet gereinigde. Na
2 dagen bewaren bij 20° C konden tussen
gereinigde en ongcteinigdc slokdarmen
geen v erschillen tiieer geconstateerd wor-
den.

Strippen veroorzaakte een daling van het
aantal
Enterobacteriaceae g. Het aerobe
kiemgetal daalde daarbij echter niet.
Na 7 dagen bewaren bij 4° C waren het
aerobe kiemgetal en het aantal
Entero-
bacteriaceae
g van gestripte slokdarmen
lager dan van niet gestripte. Na 2 dagen
bewaren bij 20° C waren er geen verschil-
len meer merkbaar tussen gestripte cn
niet gestripte slokdarmen.

-ocr page 502-

Een groter eITect \\ an reinigen en of .strip-
pen op de isicnigetallen is wei gewenst
doch niet haalbaar, ten gevolge \\an:
de sterke hechting \\an bacteriën aan
\\ Icesoppervlakten (5);
het praktische probleem om contaci
\\ an de spierrok met de inhoud \\an de
slokdarm tc vermijden. De inhoud
\\an dc slokdarm wordt bij het strip-
pen naar buiten geperst.
Dc invloed van reinigen en of strippen
op de pH eindwaarden en het pH verloop
bij bewaren niet duidelijk. Een signifi-
cante pH daling of toename was gecorre-
leerd met een significante toename v an de
kiemgetallen.

Bij ongekoeld bewaren vvaren dc geuren
dc kleur van de slokdarmen reeds na 1
dag sterk afwijkend (rottingslucht en
donkergroene verkleuring). Bij gekoeld
bewaren vvaren na 4 dagen geringe afwij-
kingen te constateren (licht /uur, wat slij-
mig aspect), terwijl na 7 dagen de organo-
leptische eigenschappen van de
slokdarmen onacceptabel waren (/uur,
rottingslucht, slijmig, soms lichtgroen).

Zowel van reinigen als van strippen werd
bij bewaren bij 4° C geen of nauwelijks
invloed waargenomen op dc organolepti-
sche kwaliteit van de varkensslokdar-
men.

label 4. pH-verloop van ongestripte en gestripte slokdartnen tijdens bewaring bij 4°C en 20°C
(in n met standaardafwijking).

Niet gestript

(iestript

dag

dag

va n

aant.

4°C

20° C

van

aant.

4°C

20° C

ond.

monst.

pH

pH

ond.

monst.

pH

pH

0

10

6.5 i. 0.2

6.5 ± 0.1

0

10

6.4 ± 0.1

6.5 ±0.1

1

10

6.0 ± 0..1

1

10

)s

6.1 ± 0.2

2

10

6.."ï ± 0.1

6.1 ± 0.2

2

10

6.1 ± 0.1

5.8 ± 0.3

4

10

6.2 ±0.1

4

10

6.1 ±0.1

7

10

6.2 ± 0.1

7

10

6.1 ± 0.1

*s = significant verschillend (p < 0.01).

l abel 5. Veranderingen van geur en kleur van ongereinigde, gereinigde en gestripte varkensslokdarmcn
tijdens bewaring bij 4°C en 20"C.

dag

van
ond.

aant.
monst.

ongereinigd
niet gestript

4°C 20° C

gereinigd
4° C 20° C

gestript
4°C 20° C

0

10

1

10

2

10

-f

4

10

-

4

7

10

^ geen afwijkingen
- lichte afwijkingen
= ernstige afwijkingen

-ocr page 503-

- niet gestript bewaard bij 4°C

---— gestript bewaard bij 4°C

----niet gestript bewaard bij 20 °C

•■• gestript bewaard bij 20 °C
standaardafwijking

log N
10-
9-
8-

6-
5-

7 dagen

O 1 2 3 A
aëroob kiemgetal

—r

O

-r
A

dagen

-ocr page 504-

- niet gereinigd bewaard bij A°C

-----gereinigd bewaard bij 4°C

-----niet gereinigd bewaard bij 20 C

gereinigd bewaard bij 20 C
standaardafwijking

logN

10-
9-
8-
7-
6-
5-

7 dagen

--1-1-^-r

0 12 3

aëroob kiemgetal

2,8

-|-1-1-1-1-1-1-1

1

O 1 2 3 A 5 6 7 dagen

aantal Enterobacteriaceae

1 iü 1 en 4. De in \\ loed \\an reinigen op dc kiemgetallen (in logm N g met standaardalvujking).

-ocr page 505-

( ONC I l SH S

Varkensslokdarmcn /ijn direci na
winning \\rij slerk bcsmci: aei\'oob
kiemgelal ca. 10\'\'-10^ en
Enierolnicw-
riaceae
ca. lO\'-H)-* g. Daarna \\indl
lol aan verwerking ccn duidelijke\\er-
slechlering \\an de bacieriologische
kwaliteit plaats cn stijgt hel aëroob
kiemgetal tot ca. 10\'-10** en het aan-
tal
Emcrohacieriaceac tot ca. iO-"-
10\'^ g.

De hygiëne bij winning cn de bewa-
ring \\ an \\arkensslokdarmen moet cn
kan dus \\crbetcrd worden.

Zowel reinigen als strippen (= ont-
doen \\an slijmx lies), mits goed uitge-
\\oerd. leidt tol een \\ crlaging \\ an de
kiemgetallen: ma.x. werd een 10-
\\oudige reductie \\an de initiële bc-
smetling bereikt, wat ecn duidelijk
uunslig clTect heeft op de houdbaar-
heid.

Bederf \\\'an gereinigde en gestripte
varkensslokdarmen bij 4° C treedt op
tussen dc 4e en 7e dag. Varkens-
slokdarrnen. die langer dan 4 dagen
bij 4° worden bewaard, kunnen
niet meer als grondstof bij de \\ lees-
warenbereiding worden gebruikt.

Ongekoeld bewaren \\ an \\arkensslok-
darmen is onacceptabel.

/I \\ \\ll I lil I Rl kkINCi loi ni
Kl l R1N(,. WIN\\I\\(, I \\ \\ l RWI RKI\\(.

Aanpassing art. 4 lid KB 14-2-1958 Stb
92 tot:

Magen of f.s/oA^darmcn mogen bij hel
bereiden \\an \\lecswaren alleen worden
gebruikt indien /ij na \\oorgaande reini-
ging geheel \\ an slijm\\ lies /ijn ontdaan en
in deugdelijke toestand \\erkeren. (Run-
dcrslokdarmen moeten reeds in \\erband
met de keuring \\an slijmvlies ontdaan
worden.)

Cie/ien de hoge iniliëlc besmetting (met
name \\an
ijucrohiuteriaceac). de strin-
gente nood/aak lol koelen, de hoge ar-
bcidskosien \\erbonden aan reinigen
en of strippen (één \\olledigc arbeids-
kracht). het snelle bederf en de \\rij ge-
ringe economische waarde (± 1- 1.00 kg)
kan (ot)k) o\\erwogcn wtirden verwerking
in \\ leesprodLikten niet meer toe tc staan,
(icdachi kan worden aan ecn bestem-
ming tol dicrsocdcr onder \\oorwaarde
\\an sterilisatie, in \\crband met het aldo-
dcn \\an mogelijk aanwe/ig .Atijcs/ks-
\\ irtis (2).

RA 11 IR

\\an DtHirnc. II.: IiitcraLlions helwecii Micni-oiganisms aiul •.ome (. omiionenl\'. ol l\'haini:Lccullcal
l\'rcpaiations. Disscrlatie leiden. 1977.

Kielsehmar. t\'.: Die Aujes/kisehe Krankheit, (iiista\\ l isehei Veilag. .lena. 1970.

Mossel. D. en I amminga. S. K.: Methoden xoor het mieiobiologiseh onder/oek \\an le\\ensmid-

delen. B.\\. I ng. 1\'. f. Noorder\\het. /eist. 197.1.

I.andhouweijlers 1979. I andhoiiu-eeonomiseh Instiliiut - Centraal Hiireaii voor de Statistiek.
Noternians. S.. I irstenhei g-l den. R . \\an Sehothorst, M.: Aiiaehment ol Haeteria to l eats ol ( ous../.
! ond l\'rowdioii. 42. 2:s. (IV7VI.

I

-ocr page 506-

s Wll W Al 1 l\\(,

Normale fractuurgenezing

Sornuil /\'raclure l/ealiiig
.]. Boom\' cil F. .F Mculstcuc-

l.nigc voorhec/dcn van normale /racliiiirgenciini; en f ixailclecliniekcii worc/cn aan
(le Iniml van rihugenjoio\'s he\\/yrokcn.

SI \\i\\l ilO

Sonic examples oJ normal frac!arc healing aiul lixaiion lechniques arc ilisciisseil
and illustrated with radiographs.

IM I ll)l\\(,

I ractiiicn /ijn meestal tiaiimatiscli \\an
oorspioiig cn ontstaan door oxcrbclas-
linu ol tlircct bcscliadiucnd trauma \\an
het bot. (Binnen hel kader \\an tlil .lour-
naal /al nicl wortlen iiiucuaan op dc Irac-
tiiicn. dic in palhtjlouisch veranderd bot
kunnen ontstaan bij normale bclastinu).
I cngcvolgc van het opgctrctlcn trauma
/al 1er plaaisc van tic Iracltiur steeds ccn
kleiner ol grtUcr haematoom aanwc/ig
/ijn mct al/ettini; v an blocdsiolscls op het
intacte periost en op dc Iractuuruitein-
dcn. aldaar dc endostalc vaten alslui-
Iciul. .Ms jicv olu van tic v crsioiu tic blocil-
circulalic /al tici halve aan tic uilciiulcn
van de Iracuiui ccn smalle /ónc dood bol
ontslaan. Doiu resorptie van hcl dotlc
bot /icn wc op tic röntucnloto na 10 à 14
ilaucn tic Iracltiur- c.(.|. lissiiursplcct iels
vervagen cn stuiis verwijden.
Dc callusv ormiiig bcgml. <.looi niidtlcl
v.in cclpnililcratic. reeds binnen ccn et-
maal. /owel ciulostaal als pcriostaal. In
tlaarop volgende stadia worilt hvaline
kraakbeen cn l\'ibrcus kraakbeen gc-
vt)rmd, waai"d(H)r de overbrugging der
Iractuurlragmcntcn plaatsv indt. De Irac-
tuuruiteindcn kiimicn dan niet meer len
op/ichlc van elkaar worden bewogen cn
cr is sprake van ccn klinische gcnc/ing.
Fehler, /olang dit kraakbeen nog nicl is
vcrbeend. is het op de
röntgenfoto niet
zichihaar.
In een nog verder suulium. 2 ;i
weken na het trauma, begint dctissilica-
tic cn in iiog latere stadia wordt tic peri-
fere calliis. welke tci luuigtc van dc frac-
Uiursplccl. /tnvcl in dc mcrgholtc als
langs tic cortex is ontslaan, dusdanig gc-
rcstirbcciil cn gcrcmodclicci tl. ilal hcl pe-
riost weer glati wtirdl cn tic meighollc
gcrckaiialisecrtl.

484

Dc/c slatlia /ijii n)nlgcnolt)gisch waar-
neem ba; ir: verwt)dmg cn vcrvaginü
iwcc weken na trauma. /ichtbarc(geossi-
liceerdc) calliis lussen Iwcc weken cn
iwcc maanden, rcmodcllet ing twee a drie
maaiulcn na Irauma. Iiulien dc Iractiiur-

Div .1. Hoorn, namens tic V akeroep Katliologic. I aeullcil tici 1 )icigcnecskiintlc.
l)is. I .1 Meulslciic. Vakeiocp ( Icncesk uiitlc v.in hel kleine lliiistliei.

Tiiit.sctu-. nicrgcnvcst^.. citri l(l.\\ djl. 12. WHO

-ocr page 507-

fragmenten niet in eikaars verlengde lig-
gen. dan /al aan die /ijde. waar dc hoek
tussen dc Iragmentcn kleiner is dan 1X0 .
dc calhisvorming sterker /ijn. dan aan ilc
tegenovergelegen /ijdc; dc callus is daar
dan ook aanmerkelijk dikker.
Icgcnovcr dc/c hotgcnc/ing per sccun-
dam. kan bij ccn v idstrckt stabiele fi.xatic.
al dan niet onder coniprcssic. ccn frac-
tuurgenc/ing worden waargenomen /on-
der perifere callusv onning: tic /.g. \'CtMi-
tact healing\'.

Kl \\

()l\'\\ wil

hen goede ■ruimlehjke" beoordehng \\an
een tracliiur /al slechts niouclijk /ijn door
minstens twee opnamen tc maken, lood-
recht op elkaar.

Het kan echter aaiibc\\cling \\erdiencn.
eerst ter oriëntatie een /ijdelingsc op-
name tc maken. Hij ccn .AP- ol P.A-
opnamc is het risico, dat scherpe hotlVag-
mentcn. bij\\ . ten gc\\ i)lgc \\ an ccn ahrupte
beweging door het /ich \\er/cttcnde dier.
dc huid perforeren, aan/ienlijk groter. In
ccn dergelijk gc\\al kan dc/c aan\\ullcndc
opname beter worden gemaakt onder
anaesthesie tijdens de opcratic\\ oorbcrci-
dendc fase.

Patiënt 1: Bastaard. 41/, maand.

T:nigc uren geleden gevallen\'.
Dc Ml.-opname (fig. la) toont ccn
dwarsfractuur v an dc radius cn ulna; con-
tractie van dc fractuurfragmcnten langs
elkaar, geen fissuren.
Dc fractuur werd poliklinisch behandeld
met ccn schoudeisteunvcrband. dat tus-
sentijds tweemaal werd vernieuwd, cn dc
hond kwam na één maand ter controle.

-ocr page 508-

l)c controle-opname (lig. Ib) laat ccn
zichtbare calltisvorming zien. doch nog
geen hechte \\crbinding dci- botlragmcn-
ten. Cicdiirendc drie ueken werd nu ccn
spalk\\crband aangelegd cn daarna wer-
den hernieuwde opnamen gemaakt. Deze
opnamen (lig. Ic) lieten ccn goede over-
brugging. d(K>r dc callus. \\ an dc I racluur-
uitcindcn /icn. Restanten \\an dc oude
Iractuiuplaals /ijn nog wel /ichtbaar.
doch cr is reeds sprake \\an een duidelijke
ccHisolidatic cn /ells al \\an rcmodcllc-
ring.

Patiënt 2; Sint Bcrnard. maanden.

\'lieden aangereden\'.
Dc Ml,-opname (lig. 2a) toont ccn
schuinc Iractuiir \\an dc Icmui\'. iets onder
hct midden \\an dc diaphxsc. mcl
meerdere losse bolsplinicrs cn contractie
der Iracluurlragmcntcn; geen lisstircn.
Hct dier werd /onder li.xatic naar huis
gestuurd met als ad\\ics: rust cn conlrolc
na twee weken. Bij terugkomst na dc/c
twee weken belastte hel dier hct been
weer goed. Dc controlcopnamc (lig. 2b)

-ocr page 509-

laat reeds een duidelijke periostale reactie
rond de beide Icnuirlragnicntcn /icn.
/owel als ccn actieve ovci brugging door
dc callusformatic. Nadat nog enige tus-
sentijdse controlcopnanicn /ijn gemaakt,
kwam het dier \\oor dc laatste keci. drie
maanden na het ongeval, terug. Dc op-
name (lig. 2c) laat ccn hechte verbinding
der btnl ragmentcii /ien cn een rustige cal-
lus. Dc buitcnbegrcn/ing \\an dc callus-
lormatie is namelijk scherp /ichtbaai\'
tegen dc weke delen. Dc wat afwijkende
stand der lemurfragmctUcn is binnen dc
callusmassa nog wel terug tc vinden,
doch rcmodcllcring is reeds duidelijk
aanwc/ig.

N.B. Dc schaduv\\ \\an ccn der labcllac is
Ciiudaal van dc cpiphvsairlijn van dc
lemur /ichtbaar; de andere fabclla is tus-
sen de Icmiu condv len geprojecteerd.

I\'aticnt Aircdalc. jaar.

\'Versprongen\'.
Dc l\'A-opnamc (lig. .\'^a) laat ccn schuine
torsiefractuur van dc tibia /icn met ver
naar distaal doorlopende lissuurlijncn;
bovendien Iracturcring van dc proximalc
fibula. De/elfde dag is een plaatfixatie
uitgevoerd. In verband met dcaanwc/igc
fisMircn wcrdcil tevens twee trckschioc-
\\cn in \\ oorachtcrwaai tsc richting ge-
plaatst. C\'ontrolcopnamcn twee weken
post-opcraticf tooiulcn ccn gocil intact
gebleven fixatie. Hij controlcopnanicn
twee maanden na het ongeval (fig. .^b) is
een v iKirtrclfclijkc \'contactgcnc/ing\' van
dc Iractuui" tc /icn. /owel in dc tibia als in
dc fibula, hr is praktisch geen callusv or-
ming /ichtbaar. alleen halverwege dc li-
bula. tlie tijdens het boren voor dc mid-
delste schroef was gefractureerd. Na
nogmaals twee maanden werd de plaat
verwijderd (lig. 3c) cn is slechls ccn gc-

-ocr page 510-

CloMrii/iuni perfringvns. hetgeen be\\es-
tigd wordl dot)r liet mediaal in de weke
delen, alsmede ter liDogte \\an de distale
mcrghdltc. /ichtbarc gas. I xtcrne li.xatic
werd aangebracht met dwarspcnncn cn
tcchnox it. \\ olgcns dc gcmodil\'icccrdc me-
thode Björck cn ccn therapie mcl antibio-
tica werd ingesteld, parcntcraal naast lo-
cale spoeling.

Na ruim twee weken \\ond controle
plaats. Dc controlcopnamc (lig. 4b)
totint ccn \\cibinding der Iractuurlrag-
mcntcn. Dc c.xtrcmc periostale reactie
rondom hct distale deel \\an dc tibia,
waardoor dc trabcciilairc slructtitir niet

1 Ig. .th. I\' \\-opiKiiiK\' - 2 ina.imk-n - pnsi-iraiima-
lisiii.

ringc pciioslalc rcactic /ichtbaai medi-
aal. waarde plaal hccU gc/clcn. Dc fibula
bcgini tc rcniodcHercn.
1 )c \\ooiacluci waart SC schtoc\\ cn / ijn niet
\\crw i jdcrd.

Palicnl 4: I). Ilcitlcr. ."i maanden.

"Iwcc dagen lc\\orcn aangereden".
Dc gebroken libia is in ccn spalk
gcïmmobolisccrd. llcl dier heeft
sinds I dag ccn icnipciatuur: 40.6 .
Dc l\'.\\-opnanic (lig. 4a) laat ccn spliiiici -
IractLiin- /icn \\an dc proxinialc libiahclfl.
btnciulicn Iracturci ing van dc libiila. Dc
IracUiLii was open cn gcïnlcclccrd mcl

1 Ig. ,1c.
1 i SC 11.

PA-opnanic - 4 maanden - piist-Uaiinia-

-ocr page 511-

incci" bcooicicelbaar is. is kcnmcikcnd
\\ oor ecn gcïnrectccrde Ij actuui\', Mediaal
ler hooizlc \\aii dc liactuiir is ecn lange,
smalle, ctinlrasiiiikc schaduw aanwe/ig.
welke \\crDor/aaki werd door een daar
aanwe/ige. inmiddels afgestorven, bot-
splinter. l)e/c seqtiesler werd \\ erw ijderd.
1 ijdens controle nogmaals twee weken
later, wasdehontl klinisch goed cn begon
dc calhisvorming icctls tot rtisl te komen.
Nadat dc d wai sli.sat ic inmiddels was \\ er-
wijderd. werd ruim negen weken na hel
ongeval dc Iracttuirgcne/ingvoordc laat-
ste keer gecontroleerd. Dc/c opnamen
(fig. 4c) laten /icn. dal cr ccn duidelijke
ctinsolidalic van hel proces heeft plaats-
gevonden: seqiiestratic heeft /ich niet op-
nieiiw v(n)rgcdaan.

Opmerking: hoewel bij dc/e patiënt
sprake was v;in ccn voorspoedige genc-
/ing. mogen we het herstel van dc/c ge-
ïnfecteerde fracttuir met dc daarop vol-
gende sce|ucstratie in feite toch niel als
een \'normale Iraciiitirgcnc/ing" bcschini-
wen.

-ocr page 512-

tic /ien na ccn dwarslixalic. uilgc\\<)crd
\\olgcns Kirschnei-I hmci\'. C\'iintrt)lcop-
namcn na \\ ici\' maanden (Hg. 5c) tonen
ccn solide gene/ing \\an dc liactuur. Tei\'
plaatse \\an de fractuur is ccn Nolkomcn
rustige callus /ichtbaar. waarin /owel dc
tibia als dc libula participcrcti.
In de distaie tibia is nog \\ aageen restant-
reactie \\\'an de pengaten zichtbaar.

I\'atiënt 5: Bastaard.

■Aangereden".
Dc l\'.A-opnamc (fig. 5a) laat ccti mid-
diaph\\sairc fractuur zieti \\an dc tibia cn
fibula met contractie cn dislocatie naar
lateraal. Ix\'ti enkel los botschaduwtje;
geen fissuurlijncn. Dc pi>st-opcratic\\c
opnamen (fig. 5b) laten een gt)cdc rcposi-

-ocr page 513-

l\'atiënt 6: 1 )almalinci-. 3 maaiulcn.

■Aangereden\'.
I cnslottc hier nog ccn andere methode
\\an rracltiiirbchandcling. waarbij ook
genc/ing \\ ia een perifere calliis /al optre-
den.

Dc M l .~tipnamc ( lig. 6a) laat een scluiine
Iractiiur \\an dc Icmtii /icn met ccn aan-
/icnlijke dislocatie naar pro.ximocaii-
daal. Ier \\crmijdmg \\an een rotatie en
het langs elkaar scluii\\en \\;in ilc schiiine
Iractiiiiriiitcindcn. werd repositie cn l\'i.xa-
tic \\eriicht met behtilp \\an ccn intramc-
dtillairc pen en ccn hall Kirschner-
Hhmcr-apparaat; teneinde dc Icngtcgroci
niet te \\ erstorcn/ijn tic dw arspenncn bin-
nen dc diapinsc geplaatst. Dc ptist-
opcraticxc VD-opname (lig.
6b) totiiit
een goed geslaagde icpositic.

-ocr page 514-

DlSfl.SSlI

Dc uitgcbrcidlieid \\an de callus is afhan-
kelijk \\an de male \\an imniobilisatic
tijdens dc fractuurgenc/ing cn dc disloca-
tie \\an de botfragnicntcn tijdens het ont-
staan \\an de fractuur (losscheuring van
periost. haematoom). Beweging tijdens
de fractuurgcne/ing induceert callus; ccn
te grote beweeglijkheid /.al tot vorming
van een pseudarthrose kunnen leiden.
Bij intra-articulairc fracturen of fractu-
ren in dc directe omgeving van ccn ge-
wricht tracht men perifere callusviu ining
te vermijden cn streeft men naar een con-
tactgenc/ing. Dc/c is alleen tc bereiken
door V roegc anatomische repositic en ccn
stabiele fi.xatie. Bij diaphvsairfracturcn is
perifere callusvorming in hct algemeen
minder nadelig voor de functic van hct
betrokken lichaamsdeel, doch cr kunnen
functiestoornissen optreden door dc be-
trokkenheid v an spieren, pc/en cn /cnu-
wen in dc callusformatic.

IJl

7th World Congress World
Small Animal Veterinary
Association

Barcelona, 24-27 September 1980

Due to the curretU interest in thc subject
parvovirus, for thursday September 25th
at .V.3() p.til., a Round lable on the sub-
icct:
\'Cuninc parvovirus injcciion anil oilier
related fondinons\' has
been included, given
thc supposition that it has been proved a pa-
rallel action with the coronavirus and reo-
virus exists, fo such Round I able e.xperts as:
Appel (USA), McCandlish (Ireland), C\'ar-
michael (USA), ,lohnson (Australia), Morail-
lon, Anne (f\'rancc), Crappuis (France), Tou-
ratier (WSAVA Secretary) have been invited.
Besides the general programme, seminars and
the reading of the Free Communications have
been included, fhcy will be held in three
rooms with simultaneous translation in the
(ierman, Spanish, French, Knglish and Ita-
lian languages (Italian has been included due
to the influx of Italian colleagues in this coun-
try). During friday and
Saturday (26th
and 27th), we have organized a wide range
of films concerning different subjects relating
to small animals.

We have received until the 15th of April,
registrations from 16 countries, representing
a total of 409 veterinarians, and also wc have
thc collaboration of more than one hundred
Free Communications from different coun-
tries of Fiiropc and Amcrica, besides others
like Kenya, Australia, .lapan, South-Africa
etc.

As a rctiiinder please send thc registration
fortn to the Congress Secretariat O l AC.
S.A. - Scpulveda, 45-47 - Barcelona (15)
Spain.

Hämatologenkongreß

Homburg (Saar), 5-8 Oktober 1980

.lahrcstagungdcr Deutschen (iesellsehaU für llänia-
tologic und Onkologie gemeinsam mit der Oster-
reichischen Cicsellschaft für llämatologic und On-
kologie vom 5. bis X. Oktober 19X0 in Homburg
(Saar)

Kongreßpriisidcnt: Prof. Dr. P. (1. Scheuricn. Di-
rektor der Med. Fniv.-Kliiuk, Innere Mctii/in 1,
6650 Homburg (Saar)
Haiiptlhernen

1. Behandlung bösartiger Blutkrankheiten

2. Mono/yten und Makr<ipbagcn
.V I uniormetastasierimg

.Anfragen: Prof. Dr. II. Pees. Med, I:niv.-Klinik.
6650 Homburg,

Tijilschr. Dicrgcnci-sk.. liccl 105. iijl 12. I9H0

492

-ocr page 515-

■: Hi!.: v\'v\'-^\'^J.fliüi\'.rJ.

//. H. Lcnsing\'-
L. P. FHpse^
II.
/.. Oei\'~

Toegelaten ontsmettingsmiddelen voor veterinair gebruik

In aansluiting op het in 1978 (Tijdschr. herzien overzicht.
Dicrgenee.sl<.. 103. (II). 602. (1978)) ge-
puhliceerde overzicht van door de Com-
missie voor Fytofarmacie toegelaten ve-
terinaire desinfectantia volgt hier een

Op I maart 1980 was voor de volgende middelen toelating verleend.

:i;ui u-1 r.iiaani

F i rma

Toelatinp;;i-
r.uiTjncr

Werkzfimc stof (fen)
en gehalte(n)

Minimale
gebruikscori-
ceiitratie van
het middel

Ac-ticid

Voip H.V. to
Wijk bij ?uuri-.t,odo

7377 N.

Paratolueensulfon-
chloorami de-natruim
( n \' ac t i e f c h 1 oo r)

1 gew.\'"

Act. i san

infec li
lat letien

V\\\'ip is.V. tc
Wijk l) i j T\'uu rr. to de

71Ó2 N.

NaLri umdichloor-
1socyanuraatdihy-
draat (3 f, actief
chloor per tablet)

2 tatiletten
per 10 liter
water

A i i\'a-[,aval 3

Aii\'H-I-avai Neder 1 and
Li\' Anir>t<\'rdarr.

\'vill N.

Natriiundichloor-

isocyanuraatdihy-

iraat

( actief chloor)

0,1) gcu."

As.\'j La
■-"rfol i nc

Aacptafai-rick B.V.
te Dol ft

N.

Carbololie
f enolen)

3 vol.S

Ar.epta
Krcbolzeep

Aseptafabriek B.V.
te Delft

S195 N.

Cresolen
(ca. 500 g/L)

3 vol.^

AU-Natronloog
schilfers

Agrarische Unie B.V.
te Groningen

N.

Natriumhydroxide

(99%)

1 gev."

\' li. L. (\'. Flipsc; sccretaris van dc Commissie \\oor Fytolarmacie en hoold van het Bureau Bestrijdings-
middelen te Wageningen.

Dr. H. I . (Jei en drs. IF H. Fensing; Centraal Diergeneeskundig Instituut, aid. Controle en Standaar-
disatie te Rotterdam.

493

\'l\'i/Jsc/ir. Diergeneesii.. dee! lOÜ. ajl. 12. im)

-ocr page 516-

Handelsnaam

Fi ma

Toelatings-
nummer

Werkzame 5tof(fen)
en j^fihalte(n)

Mi nimale
gebruikscor;-
centratio van
het middel

i-rabant
r.\'atro nloog

Chemische ra:riek
Brabant J.W.VoorbraaK
3.V. te Rijsbergei.

Nax riamhyaroxiJe

g/Ü

. .. vol.\':^

Caustic
soda

schubben

C. vait Epenhuysen\'s
Chemische Fabrieken
te Zwijndrecht

-.373 :;.

a L r i umh y d r 0 X i e

1 gev."

Chloramidum-.^ 1

Veip B.V. te
Wijk bij Duurstede

7378 N.

Paratolueensulfon-
chlooramide-natrium
(21> actief chloor)

1 gew.2

Jreoline D.H.

Den iiortog 3.V. Le
Woudenberg

7067 N.

Carbololie

fenolen)

3 vol.\'

Jresolzeep-
Lysol

Militcx 3.y.
te Heemstede

5^05

Cresolen
(ca. 500 g/L)

3 vol."

Cresolzeep-

Lysol H.B.V.

B.V. Fabriek van Was-
produkten en Chemica-
liënhandel HBV
te ïlaardir.cen

\'J?h2 H.

Cresolen
(ca. 500 g/L)

3 vol.\'"

D-39

Dubois Chemicaliën
3.V. te Hoofddorp

7652 r;.

Fenolen fenylfenol
benzylchloorfenol
amylfenol):

225 g/L

0,li vol.:

Des L lU
conc.

TAI) Pharmaceutischo
Producten !»ederland
B.V. te Kpe

7100 N.

Dodocyl-bis-(hydroxy-
ethyl)-benzylammo-
niumchloride

(1 g/L)

0,li vol.\'

;\'ivser;;ol CX

Diversey 3.V.
te Woerdei;

7061. K.

Gechloreerd trina-
triumfosfaaL

actief chloor)

gev."

Di votiuat,-i-\'orl,f

v-\'riit-y B.V.
tv Woorden

^.033 N.

Al ky 1 dimethyl t^eiir.y 1 -
ammoni umchlori de
( IOC g/L) L>n alkyl-
dimethy lothylbenr.y 1 -
ammo ni lutic h 10 r i de
( g/L)

1 voJ.*?

; -\'-licrü

Veip B.V. te
Wijk c ij Duurstede

■{hoe r;.

Paratolueensulfon-
chloorar.idf-natrivm
(plv actief chloor)

1 r.ew.-

:iucdon 1 r;

Leduc ■.\'hemii\' B.V.
to i\'on Bosch

7o07 i;.

Jechloreerd trina-
iriiLmfosfaat
3,"\'.\' actief chloor)

gev.\'

!\'— V\'

Bof,\' • t;a . V.
:.o Wa-ilwijK

^^7 n.

Fenoleii ( fonylfenol
borir.yl chloor fenol
amylfonol) :

p;-\'^\' g/L

0, ll vo 1.:

-ocr page 517-

:iar.delst;aair.

rma

i ati lif^:\'.-
Morjnt\'r

\'■n tu" i:;

go\': rui Kacor.-
contratie van
.T.iddol

• i

:iOw "hom i cal
lor.

s\'iBi :;.

Fenolen (fenylfenol
\':);loorT-.\'-nty I fenol t-r.

utylfêriol) :
17v g/L

vol."

i-\'ir-r- -.■■t:.

i\'.V.

\'■.fU

:iJt7 i-Jl.) en r.atri-
uinïiydroxi do (1^ g/L)

■ , ■ vol. ■■

\' ar::; i \'

735? N. .

Dodecyl-bis-(hydroxy-
cthyl )-bon2ylanimo-
niiimchloride
(50 G/I.)

1 vol.:\'

r\'ormac i d

■/■■iv B.V. te
.■.\'ijk bij l^uuriït.ode

:~araforr.aldfiiyd-\'

Formai

\'rCoudijs leneral
Trading te
Woudenberg

M.

Farafo rmalde;:iyde

O")

UT G/rr.^

I\'ormal forte

N. van Doorn te
Barneveld

n&ri N.

Faraformaldohyde

10 g/a^

Halamid

Voip B.V. tc
rtijk \'rij juur^^tfde

7::38

;\\iratc.\'\'lueei\';:^ul for;-
c b. 10 o r air. i d e -:. a t. r i ujr.
(FT\'-\' actief chloor)

1 gev.-:

Hai ainold

Veip B.V. te
Wijk bij Duun>tede

T3oS H.

Faratol uc-ensul fon-
c h 1 oo r arr. i de- nat r i uj^i
■ 1- actief chloor)

1 .

•ialapur

Veip B.V. te
Wijk bij L.\'uuriitede

i\'aratol uoonsul fon-
c hl oor lufii de-natrium
1\' actief chloor)

1 cev.:

lialaquat
rorte

Veip B.V. te
Wijk bij IHiurstede

7138

A1 ky 1 d i nie t h.y ] l r:zy 1 -
cLTunor.i lur.chlor i d--\'
(7\'\' g/i\') en aLkyl-
d i n e t h.y 1 c t hy 11 e n 7.y I -
ajnmoniuincF.l or i de

iV> g/iO

1 vol.\'"

üytox Ohlcor T

i,t->V(;r Indur.trial
Hoi nigi ngssystemen
B.V. to Maarf^nen

Natri urndichloor-
i i-.ocyar.uraatdihy-
draat v 1 , g
actief cF.loor per
tar.lct)

■• lal IcLt.fn
per 1■ liter
vat er

Inridiri 0-

Henkei Chemie B.V.
tc liieuwegein

7vSl3 n.

A1 k y 1 d i me t hy 11 • e n zy 1 -
ammoni umciiloride
(31 g/L), formal-
dehyde ( g/L),
glutaaraldehyde
U3 g/L), glyoxaal
(13^"\' g/L) en polyhcxa-
methyleenbiguanide-
hydrochloride (11 g/L)

1/ vol.:

-ocr page 518-

Handelsnaam

Firma

Toelatings-
nummer

Werkzame stof(fen)
en gehalte(n)

Minimale
gebruikscon-
centratie van
het middel

Koudijs
Droog

Ontsmetter

Koudijs General
Trading te
Woudenberg

N.

Formaldehyde

(315)

2,5 g/m^

Kresolzeep-

oplossing

D.H.

Den Hertog B.V. te
Woudenberg

7066 N.

Cresolen

(500 g/L)

3 vol.^

Luxan
Destaline

B.V. Chemische
Pharmaceutische
Industrie "Luxan"

te Eist (Gld)

5925 N.

Kaliumhydroxide

(176 g/L)

6,7 vol.\'".

Luxan

Natronloog

B.V. Chemische
Pharmaceutische
Industrie "Luxan"
te Eist (Gld)

1^825 N.

N at r i umhy dr 0 x i de

(97f^)

1 gew.

Natrium-
hydroxide

Chemisch Laboratorium
"Holland" te Terwolde

6807 n.

Natriumhydroxide

(09:^)

1 gew. %

Natronloog
Otarès

Otarès B.V.
te Enschede

hQ2U N.

Natriumhydroxide
{97fO

1 gew. %

I\'3-Desi iifecto

HerJ^el Chemie B.V.
te Nieuwegein

6571 N.

Natriumdichloor-
i Gocyanuraatdihy-
draat

(26\',^ actief chloor)

0,r gew.;"

P3-Incichloor
poeder

Henkei Chemie B.V.
tc Niouwogein

71466 N.

Matri umdichloor-
isocyanuraatdi hy-
draat

U""\'.:" actief chloor)

gew.;\'

HOV\'^GOI

i\'hemisch Lat)orcator i uit;
"Holland" tï\' \'l\'t\'rwoldo

Natri lunhydrcix i de
1 .vi\'- g/L) ei!
; .al r i umhypoch U>r i e i.

(VL - actie:\'
onloor)

3 vol."

:\'ioluti o
Kr^\'sol i
üai ona\' ■•\'i,
hat
.dcl :\'.w:i;ir
Krcyol r.ci^p

i\\yv .\'h\' \'ini i-rarm.\'i I.\'. V.

\'re.<\'n

vo ! . ■■

oolutio
Kresoii
saponata,

B.P.1968,
Kresolzecp

ACF Chemiefarma N.V.
te Maarssen

7012 N.

Cresolen

(500 g/L)

3 vol.^

Dtafilex

Chloor-

tablettcn

Otarès B.V.
te Enschede

6706 N.

Natriumdichloor-
isocyanuraatdi-
hydraat (1,57 g
actief chloor per

tablet)

5 tabletten
per 10 liter
water

-ocr page 519-

Handelsnaam

Firma

Toelatings-
n\'ommer

Werkzame stof(fen)
en gehalte(n)

Minimale
gebruikscon-
centratie van
het middel

Stallosyl

Van Wijk en 3oerma
Chemische Producten
B.V. te Assen

U360 N.

Natriumhydroxide

{^20 g/L)

2l vol.%

Sterifarm

Chemische Industrie
De Zuiveline
Centrale te Den Haag

5250 N.

Natriumhydroxide
(U06 g/L) en
natriumhypochloriet
(12 g/L)

5 vol.^

S\'jmax

S-J356

Lever Industrial
Reinigingssystemen
B.V. te Maarssen

6259 N.

Natriumdichloor-

isocyanuraatdihy-

draat

( 12^5 actief chloor)

0,U gev.^

Tego
51/15 DL

Th. Goldschmidt N.V.
te Amsterdam

6638 N.

Amfotensiden (o.a.
dodecine en dodecyl-
aminopropyl-amino-
azijnzüur):

90 g/L

1 vol.^

Tego 51
3/15 DL

Th. Goldschmidt N.V.
te Amsterdam

716U N.

Amfotensiden (o.a.
dodecine en dodecyl-
aminopropyl-amino-
azijnzuur):

225 g/L

0,5 vol.?.

Tego-
diocto

Th. Goldschmidt N.V.
te Amsterdam

6855 N.

Geoctyleerde diethyl-
triamine (60 g/L) en
alky1trimethylammoni-
umchloride (^40 g/L)

1 vol.^

Tegodor

Th. Goldschmidt N.V.
te Amsterdam

7076 N.

Alkyldimethylbenzyl-
ammoniumchloride
(60 g/L), formal-
dehyde (75 g/L) en
glutaaraldehyde
(50 g/L)

1 vol.^

Tekresol

Farmix B.V.

te Putten (Gld)

5085 N.

Cresylzuur
(500 g/L) en
kali umhydroxi de

(55 g/L)

0,5 vol.^

Tol ani d

Veip B.V. te
Wijk bij Duurstede

7379 N.

Paratolueensulfon-
chlooramide-natrium
(21^ actief chloor)

1 gew. %

Touwen\'s
Creoline

Teer-, Bitumen- en
Verfindustrie Touwen
& Co. te Amsterdam

6U6l N.

Carbololie
(12-15^ fenolen)

3 vol.^

-ocr page 520-

Prof. dr. P. R. Wiepkenia in inaugurele rede:

Aantasting van dierlijk welzijn is meetbaar

Door intensiel studie le maken \\an het gedrag
\\an landbouwhuisdieren is het mogelijk om
tot objectieve tnaatstaven te komen, waaraan
de aantasting van het wel/ijn van de dieren
afgetneten kan worden. Samen met ge/ond-
heidsaspecten moeten de mtkomsten v an dc/e
\'wel/ijnsmeting\' geplaatst worden tegenover
de economische kanten van het houden van
dieren. Dat is een van dc conclusies dic prol.
dr. P. R. Wiepketna trok in /ijn inaugurele
rede getiteld \'(iedrag en vvel/ijn" die hij op 8
mei uitsprak bij de aanvaarding van het hoog-
leraarsambt in de leer van het diergedrag, de
ethologie, aan de
l andbouwhogeschool te
Wageningen.

"Naar tnijn mening Is hel mogelijk gewaarwor-
dingen /oals onbehagen en angst in verklarin-
gen van diergedrag te betrekken, sterker nog:
dat is juist nodig om Icetntes in de lot nu loe
gehanteerde modellen op le vullen. .Als we
aannemen dat dieren een besef hebben van
hun omgeving en dal /e gevoelens kunnen
ondergaan, dan geven we daarmee een nauw-
keuriger uitleg van hel begrip \'wel/ijn\'. We
moeten er dan immers mee rekenen dat dieren
ook kunnen lijden\', aldus Wiepkema.

Blo-liulustric\'

Omdat on/e kennis van het huisdier sterk is
toegenomen, is het mogelijk geworden grote
aantallen dieren per bedrijl le houden. In de
intensieve veehouderij (bio-induslrie) kan hel
dier echter /jjn soorleigen gedrag niel meer
ontplooien en is tegelijk de persoonlijke band
lussen hoeder en huisdier verloren gegaan.
Dc dierenarts houdt de lichamelijke ge/ond-
heid van hel vee in de galen, maar van dc
etholoog wortll verwacht dat hij optreedt als
de psveholoog of psychiater van hel dier. flij
bestudeert het gedrag, v raagt /ich al wat daar
de otir/aken van /ijn en waar het loe dient.
Daarbij /ijn in de eerste plaals waarneembare
facloren van belang, maar ook niel-
waarneembare grootheden kumien een voor-
name rol spelen, /o /ei prol. Wiepkema.

Nornu\'n

Dieren beschikken niet alleen over/intingen
waarmee /e de uitweni.lige wereld registreren,
maai ook ov er inw einlige \'receptoren\' die hen
informeren over bijvoorbeekl de hartslagfre-
quenlie ol de werking van de nieren, /.o ook
stellen /ogenaamde ihermoreceploren in de
hersenen hel dier op de hoogte van /ijn werke-
lijke lichaamstemperatuur. Is de/e lager dan
de norm. dan gaal hel dier een gedrag verio-
nen waar bij warmte geproduceerd wordl; ril-
len of een warme plek op/oeken.
Soortgelijke regelsy stemen treden op bij aller-
lei gedragingen: eten. drinken, slapen, en/o-
voorl. Hel verschil tussen hei interne ol e.\\-
lerne milieu en de norm die het dier ervoor
heeft, leidt tol gedrag dat tot doel heeft dat
verschil /o klein mogelijk le maken.
Dieren /ijn dus geen onbeschreven bladen,
aldus prof. Wiepkema. want /e be/llten nor-
men. wensen of verwachtingen ten aan/ien
van hun omgeving.

Volgens Wiepkema is nu sprake van vvel/ijn
als het dier de mogelijkheid heeft de facloren
die /ijn intern en e.Mern milieu uitmaken, in
overeenstemming te brengen mei /ijn daar-
voor geldende normen.

Met de/e omschrijving kun nu objecliel vast-
gesteld worden of een dier /ich in een toestand
van vvel/ijn bev indt of niel.
Prol. Wiepkema /iel /ich als gedragsonder-
/ocker geplaatst voor de taak methodes le
bedenken, waarmee de aantasting van het die-
renvvel/ijn gemelen kan worden.

Sptelgedrat;

Hoe komen de/e normen lol stand? Een eerste
groep iserlelijk bepaald. F.en tweede categorie
van normen is het gevolg van een leerproces.
Ze kunnen ook vveer afgeleerd worden. Fen
derde groep komt lot stand door een gebeur-
tenis in de jeugd van hel ilier. Zo moeten
mannetjes van de Noordamerikaanse vvil-
brouwgors m dc tweede ol derde maand van
hun leven de volwassen /ang horen om dit
liedje een jaar later /ell ten gehore kunnen
brengen. Bij landbouwhuisdieren is du type
normen nog nauwelijks onder/ocht.
\'Voor on/e sectie 1 ihologie reden om hier veel
onder/oekslijd aan le besteden. Het lijkt niel
uitgesloten dat wc langsde/e weg beter in/icht
kunnen krijgen in onder andere de oor/aken
van abnormaal gedrag bij volwassen kippen
en varkens. Zo /ou ik me voor kunnen stellen
dal cr normen /ijn voorde hoeveelheid speel-
gedrag die een opgroeiend dier moet hebben
vertoond, om /ich later normaal volwassen le
kunnen gedragen\'.

Onthoudinj;

Afwijkingen van de erfelijk vastgelegde nor-
men worden door prol. Wiepkema als de ern-

-ocr page 521-

stigslc aanslag op hct dierlijk wel/ijn be-
schouwd. In tegenstelling tot de twee andere
tiorincalcgDticcn liggen dc/c normen immers
/o goed als onwrikbaar \\ast. Kij de/c tiormcti
kunnen wc ook denket! aan ontwikkelings-
programma\'s. bijv oorbeeld ccn programma
dal \\oorschiijlt hoeveel tijd per dau ccti pas-
geboren kalt nmet besteden aati /uigen. lopeti
cn spelen. Wordt /o\'n programma onmogelijk
gemaakt, /oals bij kistkaUcrcn hct geval is.
dati is er sprake van ccn ernstige aanslag op
het kalvcrw cl/ijn. Dc dieren gaan d;in over tot
hct steeds herhaald uitvoeren van ogenschijn-
liik /itilo/c bewegingen. Zulke "stercotv pieën"
/iet meti ook bij jonge chimpansees die /ccr
vroeg \\an hun moeder gcschcidcn /ijti en
daarna kuiistmatic werden gevoed.

Clerekcnd naar de dankwoorden, de berichten
en het enthousiasme iiun-l dit evenement vol-
gend jaar worden herha.tld.
Het was ccn uitgclc/cn dag om elkaar weer
eens tc /ten. wat bij te praten, ideeën uit te
wisselen cn onderwijl een alleraardigste sport
tc bcoelencn. In twee categorieën werd om de
prij/cn gestreden. Ococlendc-cn ongcoeicnde
schutters. .Als troostprii/en waren \'kurk-
gcwcertjcs\' beschikbaar dic een bron \\an veel
pkvicr werden.

Misschien illustreert het spoiUaan aangehe-
ven .\\bsyrtus-lied v\\cl het fraaist de opperbe-
ste stemming die cr heerste. I cn verrassing
was ook. dat de bekende comcur (lijs van
l.ciuicp dc prij/cn uitreikte, begeleid dooreen
geestige speech. Iets waarin ook Boehringer
Ingelheims actieve Marketing Manager Her-
man Stokkers met achterbleef.

(ieniist gedrag

I eti ander v et schjjnscl. waaraan tncn het wcl-
/ijnstckort kati altiicten. is het inliaalgedrag
van dieren dic /ich ccn tijdlang hebben moe-
ten otuhoudcn van bijvoorbeeld voedsel.
Moe nauwkeiiriget cn beter hct dier hct ge-
miste gedrag inhaalt, des te prccie/er het inde
periode van onthouding heelt geregistreerd
wat hct heelt ontbroken. 1
ji hoe nauwkeuri-
ger tic registratie, des tc gevoeliger het dier is
voor dc bclrctrcndc onthouding en des tc
waardevoller het gemiste gedrag voor hct dier
is.

l en bron van anti-wel/ijn is ook de iipvatting
dat ieder varken ol kip dc/elldc eisen aan /ijn
milieu en ver/orging stelt. Door hct massaal
houden van de/e dieren heelt de gedachte
postgevat dat /c stuk voorstuk verwisselbaar
/ijn. Uit ondcr/oek door de sectie 1 thologic
blijkt dat hct landbouwhuisdier wel degelijk
/ijn individuele voorkeuren heelt. Welke dat
/ijn en hoe ictlcr dier ecn eigen \'persoonlijk-
heid\' ontwikkelt, is een belangrijk onder-
werp voor dc etholoog, aldus prol. Wiep-
kcma,

(l\'cr.shcrii h/ l.undhiniwiiogcsdnx)!.

H agi\'ningcn).

Zeventig dierenartsen
haalden honderden kleidui-
ven naar beneden

Op K mei 19X0 organiscerde Boehringer Ingel-
heim V oor hct cerst dc \'v cterinairc kleiduiven-
kampioenschappcn".

-ocr page 522-

Bacteriologie

Diagnostiek van de Ziekte van Joline in
een kudde herten

temple. R. M. S.. Muscophit. C. C.. I hoen. C. O..
Himcs. r;. M.. and Johnson. O. VV.: Obscivations
on diagnostic tests foi paiatiibcrciilosis in a deer
berd. ./.
Am. I ,7. Mc-il. I s.s.. i7.S. 914-91.s. 11979).

Dc auteurs (reeds jaren «erkende op het gebied \\ an
dc diagnostiek van de /iekte \\an .lohne: «c/J van
dit artikel beschriiven de lotgevallen vanal 1971
\\an een kudde \\an 100 herten in een dierenpark
in Ohio. De eerste dieren stierven in dc herfst van
1971 cn vanaf dat moment tot 1976 gingen telkens
enige dieren dood met als voornaamste sv niptoom:
cachc.xic. Postmortaal viel in 1974de vertienkingop
.\\l. /()/)/?<\'/als oor/akelijk agens.
In dit artikel bcschrijv en de auteurs een aantal diag-
nostische tests (isolatie van
\\l johm-i uit faeces.
lymfocytemranslormatie
in vitro en tuberculina-
tie met \'.Alt I uberkulin\') bij de ov erblijvende dieren.
De Iv mfocvtcn-translormatictest kwam er als beste
gencr:itic\' aminoglycosiden. die in Nederland kun-
nen worden gebruikt /ijno.;i. Kananncinc. lobra-
micinc en .Amikacine;
Ref.) dat bij/ondereffectiefis
tegen veel gramnegatieve bacteriën Pseudo-
monas als ook vrijwel alle tjucrobactcriaceac en
ook tegen Staphv lococcen. Hel kan intramusculair
worden toegediend en goed worden gecombineerd
(niet in één spuit) met andere antibiotica als dc
cephalosporines en ticarcillinc. Rckcnd isdcoto-cn
nelroto.xiciteit van aminogivcosiden. De auteur
wijst vooral op de gevoeligheid vande kat hiervoor.
Vervolgens gaat hij in op de indicaties. Niet alleen
vanwege de prijs, doch ook omdat de ontwikkeling
van gentamicine-resistcnte stammen zoveel moge-
lijk moet worden voorkomen, dient men dit anti-
bioticum uitsluitend te reserveren voor /cerernstige
(levensbedreigende) infecties, waarvoor geen ander
\'kruid\' meer is gewassen.

(Ook in de Nederlandse /iekenhui/en grijpt men
alleen in uiterste nood/aak naarditaminogivcoside
of naar amikacine:
Ref).

Hts

uit. (I en artikel w
ken:

In de eerste plaat
transformatietest
aviaire tuberculin

mct een tubcrculinalie mct
Iin\': geen wonder, dat de I,
I I
de discussie stellen /e. dat /e. in de toekomst (!) nog
eens moeten bekijken of tuberculinatie mct johnine
niet betere resultaten
/OU opleveren, daarbij voorbij-
gaand aan de vele artikelen en proefschriften op dil
gebied uit Nederland.

In (Ie iweede plaats betrekken /e absoluut geen
serologie (II- I. I I.IS.A) in hun onder/oek.
De conclusie, dat de 1.11 \'dé\' test v oor de diagnos-

rop nogal wat valt aan te mer-

icrgelijkcn /e een lymfocvten-
I I ) mct PPD tuberculines
bovine tuberculine cn johnine
ccn-.AIt luberku-
beter tut komt! In

Immunologie

Isolatie van een immunosuppressieve
substantie uit de milt van met
Tryp. hru-
cei
geïnfecteerde mui/en

Vloulton. .1. t. and Cole
munosuppressive substar

n, .1. 1..: soluble im-
in spleen in deer mice
nfected with
Irvfitmiuomii hrtieei. .itit. ./. l et.
Re.v.
40. ll.U-n.ll (1979)

tick van paratubcrculose is. i
Men moet zich er voor hoeden
nologische test alléén al tc pr
voor de toekomst, omilat hel 1
bet relt!: Rd.j.

dus erg vo
jcn moderne
ipagcren als
en ■nieuwe\' tc

./. (lOtttls^

.rbarig.
. immu-
•dé\' test
jchnick

Bacteriologie
Gentamicine

Burrows. o. I .: Centamicin. .7. 1/);. let. Med. Asx..
175. .IDI-.Ut:. (1979)

Dc auteur vermeldt, dat (lentamicine sinds kort
ook in de huisdierenpraktijk in de V.S. gebruikt
mag worden, liet is een aminoglycoside (andere ■2e

Reeds langer is bekend, dat bij .Alrikaansc trypano-
somiasis cr ener/ijds sprake is van toename in dc
Immunoglobuline titers (IgM) en a:intallcn lymfo-
cyten terwijl er andcr/ijds een B cel imnuinosup-
pressic wordt gev onden, met name voor antigenen.
waarbij de functie van 1 helpercellen essentieel is.
De/c immunosuppressie en als gevolg hiervan de
grotere gevoeligheid voor andere /iekten heeft be-
langrijke praktische consequenties.
De auteurs infecteerden mui/en
(Perottti \\ett.\\
ttiaiiieitlatti.s)
met f. Itrtteei cn injiccerden 6.1
dagen na infectie andere mui/en met miltmatcri-
aal van eerstgenoemde dieren. Daarna werd een
immunologisch onder/oek (.lerne plaque tests) ge-
daan, naar de immuunreacties van deze laatste die-
ren,

H ierbij bleek, dat er duidelijk van immuunsuppres-
sie sprake was. Aangenomen moet w orden, aldus de
auteurs, dat die door hen uit de milt geïsoleerde
immunosuppressieve substantie afkomstig is van
suppressor 1 cellen. Deze substantie zou er voor

Ttjdsehr. Diergettees!... dee! 105. afl /2, 19X0

500

-ocr page 523-

\\crant»oordcliik /ijn. dal Beeilen niel kunnen dil-
lerentleren lol rijpe plasma eellen. een läse, die \\an
essentieel belang is voor de uiteindelijke immuunres-
pons i.e. de vorming van antiliehamen (Fen \\ rij
basaal onder/oek. uaarvan relerent daelit het loeh
le moeten vernielden. Hel toont weereensaan.dat
men door dergelijk onder/oek hij laboratorium-
proeldieien mogelijk /eer belangrijke \\ ragen met
betrekking tot ile pathogenese \\anlr\\panosomiasis
kan oplossen; AV/./

./. („HiilsKaiinl.

Hamster

Dt\' mogelijke rol van de Syrische hamster
en andere kleine huisdieren als reservoir
van het lymfoc>taire chorio-meningitis
\\ irus

Skinner. II. II en Knighl. I . 11.: 1 he potential role
ol S\\ rian hamsters and ollier siiiall anima Is as reser-
voirs ol l\\niphoe\\tie ehorionieningitis \\irus. ./.
snnill Aiiini. I\'nn i., 20. (J). 145-161. IIV79).

In een bij/onder le/enswaardig artikel, \\oor/ien
\\an een uilgebreide lileratuurlijst. uordt ingegaan
op de door het in I9.t4 geïsoleerde l>mloc>iaire
ehorio-meningitis (I CM) \\irus bij de mens \\eroor-
/aakle inleelies.

Hoewel in een groot atintal ge\\allen de/e besmet-
ting bij de mens s\\ niploomloos verloopt, uordl in
andere gevallen waarbij het eentraai /enuwstelsel
is betrokken door onbekendheid met de/iekte de
diagnose niel gesteld. Het \\erloop \\an de /iekte is
diphasiseh. beginnend met koorts, hoofdpijn en he-
\\ ige spierpijn; v ervolgens daalt de koorts gedurende
enige dagen om daarna weer toe te nemen, terwijl
/ieh dan le\\ens \\ersehijnselen \\an een eneephalitis
of eneephalo-meningitis openbaren. Het herstel
vergt geruime tijd.

l-rns(iger is een praenatale inleelie, waardoor bij
kinderen hvdroeephalus en oogdefeeten kunnen
optreden.

De huismuis (Mus iinisculus) fungeert als natuurlijk
reservoir \\ oor het l,CM-\\irus. daar bij de/e dieren
/onder /iekteversehijnselen een viraemie met onge-
wij/igd hoge tiler gedurende hel gehele leven moge-
lijk is. De/e symptoomlo/e besmettingsdragers
(men spreekt \\an \'persistent tolerant infeetion\';
l\' fl-mui/enl scheiden niet alleen het \\irus \\ ia
speeksel, urine en laeees uit. maar btengen tevens
besmette nakomelingen voort, die op hun beurt de
inleelie doorgeven aan de daaropvolgende genera-
tie.

Hoewel het pereenlage IM l-mui/en van streek tol
streek verschillend blijkt te /ijn (Noordrijn-
Westlalen .19\',; Pirbright, (i.B. 69\',; Washington
27\',) is hel aantal /ieklegcvallen bij dc mens gering
(l-ngeland ± .S per jaar. Duitsland iels meer), voor-
namelijk dank/ij de hygiénische maatregelen be-
treffende huisvcsling en voeding. Dit in tegenstel-
ling lot de verblijfplaatsen v an mui/en, hamsters en
marmollen in laboratoria, bij fokkers cn op scho-
len. ten/ij dc kooien /ijn voor/ien van een aldoende
barrière tegen ongewenste mui/en.
De vele e.>,perimenlen die tot doel hadden om een
natuurlijke inlcctic van hamsters door P fl-mui/en
na tc bootsen worden vervolgens uitvoerig beschre-
ven. Het bleek, dat pracnalaal of vóór het spenen
besmcUe hamsters geen /iekteversehijnselen verto-
nen. maar wel in slaat /ijn gedurende meerdere
maanden het v irus met ecn hoge titer uit le scheiden,
waardoor /ij voor hun eigenaars een groot risico
kunnen vormen. Aldus konden na het spenen ver-
kochte hamsters, afkomstig van ecn lokker in Bos-
ton. 21 ge/innen besmetten, in 7 daarvan .1 lol 6
ge/insicdenl

l evens is gebleken dal in tegenstelling tol dc
muis verticale transmissie van dc inlectie door
pracnalaal geïnfecteerde vrouwelijke hamsters
slechts e.xceptioneel voorkomt, daar de bij de ge-
boorte hoge tiler van de viraemie na verloop van 2
weken snel afneemt.

Ook blijkt uit de verschillende e.vperimcntcn dal
ccn mfcctic. /ells met virus met een lage liter, hel
gemakkelijkst via een beschadigde epiderniis tot
stand kan komen. In verband hiermede wa.uschu-
wen dc auteurs dan ook dierenartsen en laboranten
om hij huidbeschadiging ieder contact met ge/onde.
/ieke of dode hamsters le vermijden, daar het risico
van een conlaclinfectie groter is dan hel /oals
meestal aangenomen risico van ecn aerogene
besmetting.

//, //. rinilhriiucr.

Miltvuur

(Jieren als dragers van Anthrax

Vultures as carri
van onder/ock o
/I.V.V.. .15,
(1979).

L)f ,\\nlhra,\\ (rel. van een verslag
, V. de Vos). .//.
South .\'Mr. fc/.

De gier speelt een belangrijke maar ingewikkelde
rol in de cpi/oötologic van de /iekte. Onder gun-
stige omstandigheden bUxU gesteld aan de lucht,
vormen de bacillen sporen, die hun vitaliteit in de
bodem en de vegetatie vele jaren behouden.
In de jaren 19.S9 60. 1962 en 1970 kwamen /iektc-
uilbraken in het Kruger National Park voor. die
ongev eer 1500 slachtoffers eisten onder 22 diersoor-
ten. I r is ecn bepaald gebied in het park waar de
/iekte en/oötisch heerst, waarvan de/c sporadisch
verspreid wordt naar aangrcn/cnde streken, waar-
uit epi/oötiën kunnen ontstaan.

-ocr page 524-

(lieren be/oeken drinkplaatsen direct nadat /e zich
aan dode dieren te goed hebben gedaan om een bad
te nemen en te drinken. Hier wassen ze het bloed
van de \\ eren cn regurgiteren soms verorberd voed-
sel in het water en langs de kant. waardoor milt-
vuurbacillen gemakkelijk op andere dieren kunnen
worden overgedragen.

In hct laboratorium werden miltvuurbacillen geïso-
leerd uit faeces van gieren, die tot twee weken daar-
\\oor met sporen waren gevoed. Er werden echter
geen miltvuurbacillen geïsoleerd uit faeces van gie-
ren die uitsluitend met vegetatieve vormen van an-
thra.x waren gevoed.

Aangetoond werd. dat gieren zich binnen enkele
maanden over ± 400 km kunnen verplaatsen en
daarmee de ziektekiemen over deze afstand ver-
spreiden.

Aan de andere kant speelt de gier ook een \\ itale rol
bij de snelle ontdekking en opruiming van de kada-
vers. Als het karkas van impala\'s werd uitgezet in de
natuur, was het meeste van de weke delen binnen
een uur verslonden nadat bet karkas werd geopend
en binnen een halve dag, helemaal.
In de natuur sporuleert de bacterie pas, nadat het
kadaver verscheidene uren geopend onder gunstige
omstandigheden aan de lucht is blootgesteld.
De vlugge en efficiënte vernietiging door gieren,
vermindert dus de hoeveelheid infectieus materiaal
zodoende sterk.

./. /. Terpsira.

Fel.V-positie\\c katten hadden geen I72.5<\'i) of
slechts weinig
(25.0\'it antilichamen tegen Icl.V.
Daar tegenover stond dat ongeveer 98\', \\an de
katten met antistoffen tegen l el V ook negatief
waren \\oor hct \\irusantigeen.
Volgens de schrijvers kan het aantonen van anti-
stoffen gericht tegen Fel.V van klinische betekenis
/ijn in een aantal situaties.

Het volgende testschcma wordt doorde schrij\\ers
voorgesteld:

Wanneerde Fel.V-test positief is dan behoefter
niet direct opnieuw te worden getest. Wanneer dc
kat hersteld in een bepaalde periode, dan moeten dc
antistoffen tegen Fel.V bepaald worden.
De FeLV-incubatieperiode varieert van 4-.12 weken
na de infectie en kan 1 tot .f stadia doorlopen: a.
geen aantoonbare \\iraemie b. viraemie gedurende
2-16 weken c. persisterende \\iraemie gedurende
minstens .1 jaar.

Wanneer dc l el.V-test negatief is moeten ook
de antistoffen tegen l el.V bepaald worden.
(De FeLV-test en ook een test om antihchamen
tegen Fel.V aan te tonen worden op de afdeling
kattenleukemievirus van het Antoni van I.eeuwen-
hoekhuis uitgevoerd, zodat ook hier in Nederland
bovengenoemd testschema kan worden uitgevoerd:
Ref.)

K. Weijer.

Oncologie

De waarde van het onderzoek naar anti-
stoffen tegen kattenleukemievirus

Voedingsmidcielenhygiëne

)l feline leukemi-
\\0.16-19.(imi).

Measurement and Sigiiific
avirus antibodies,
f ehne l\'i

Nadat in 1964 het kattcnleukemiesirus (FelV)
werd ontdekt, kon er in 197."! ecn test worden ge-
ïntroduceerd waarmee door middel van Huorescen-
tie FeFV-antigcnen in hel cvtoplasma \\an leukocv-
ten uit het perifere bloed kon worden aangetoond.
Met deze test kon niet worden aangetoond wanneer
een kat met 1 cFV werd geïnfecteerd en \\crvolgcns
weer herstelde. I it scro-cpidiomiologische studies
was namelijk naar \\oren gekomen dat een groot
aantal katten antistoffen gericht tegen Fel.V beza-
ten, terwijl cr geen Fel.V-antigenen in het perifere
bloed konden worden aangetoond.
Omdat de bestaande testen voor het aantonen \\an
neutraliserende cn FOCM.A (feline oncornavirus
associated cell membrane antigen) antistoffen te
veel tijd kostten, hetgeen betekende dal ze niet ge-
schikt waren \\oor routine onder/ock \\anwcge de
hoge kosten, werd er ccn eenvoudige fluorescentie
antilichaam test ontwikkeld (het omgekeerde \\an
de l el .V -test) waarmee antistoffen in het scrum \\an
katten en honden kon worden aangetoond.
De auteurs hebben ongeveer 2000 verdachte katten
getest op de aanwe/igheid van FeFV -antigcnen en
antilichamcn daartegen.

Ken acute en subacute endocarditis ten
gevolge van
Erysipelothrix rhusopathiae

Somerkoll, M. S., .lames, .1,. Rahaljr,: Acutc and
subacute endocarditis due to
f\'.rvsipeioihri.x rhuso-
pathiae. Ihe American Journal of the .Medical
Sciences.
266, (I). 5.1-57. (I97J).

Iwee patiënten, een kok en een slager werden
beschreven.

Dc eerste leed aan ecn acute endocarditis, die /o
ernstig was, dat in het infecticu/e stadiutri moest
worden overgegaan tot operatief ingrijpen.
De subacute endocarditis bij de slager werd gecom-
pliceerd door een diffuse glomcrulo-nephritis.
Waarschijnlijk /ijn de laesies in de glotrieruli het
gevolg van de vorming van immuuncomplexen.
Door ge/onde v arkens in te spuiten met bactcriev rij
bloed van varkens die aan een vick/iekte arthritis
lijden, kan ccn arthritis worden opgewekt.
Bij konijnen kunnen gewrichtsontstekingen optre-
den door /c in te spuiten met een extract van /:\'n vi-
peloiltri.\\ rhusopathiae.

,/. Weijman.

-ocr page 525-

Voedingsmiddelenhygiëne
Bio-assay van Roqucfortin

Kopp. H. und Rchm. II, .).: 1 ni biologischer lest
zur quantitativen Bestimmung \\on Roquefortin.
/. I.chi\'nsm. I nifis. Forsih.. 169. 90-9!. (1969).

Roquefortin is een niycoto,\\ine geproduceerd door
Pcniiillnini nic/iu\'/nrii (functionele schimmel in
■blauvse\' kaassoorten;
Ref.)

De auteurs beschrijven een plaat test met liaceillltis
sieiiroiltermophilii.s
voorde kwantitatieve bepalinü
van dit toxine.

De gevoeligheidsgrens is I."; ßg ml. Dit is minder
gevoelig dan de gebruikelijke lluorescentie techniek
maar /ij is wel acuraat en /eer eenvoudig uit te
voeren.

//. .\\l<,f

Ziekten van het Kleine Huisdier

Ziektebeeld te wijten aan afwijkinjjeii van
de tussenwervelschijf bij de mens cn de
hond

lloerlem. B. I .. I).\\ .VI.. i\'h. I).; C omparative I)isk
Disease: Man and Dog. ./.
.tnier. hum. Hos/tiuil
lvv<\'i,. ES. (1979).

Bij mens en hond komt frequent een /iektcbeeld
voor. dal te vviiten is aan afwijkingen vande tussen-
wervelschijf. Hoewel de oor/aak gelijk is. treedt bij
ieder der d iersoorten een geheel \'ciiJen\' sv niptomen-
reeks op.

Een beschrijving van de wervelkolommen leidt lot
hel herkennen van enkele oor/aken. Een belangrijk
gegeven isde ratiodiamcler vvervelkanaal; diameter
ruggemerg; de/e is bij de hond veel kleiner dan bij
de mens. Het kanaal is dus bij de hond practisch
gevuld met ruggemerg. en elk riiinite-innemend
proces /al druk op dil ruggemerg uitoefenen.

Een ander aspect is de houding; bij de rechtop-

belastingskra
■ hoogte van
ind ligt hel mei
vlak vcSór de

:hten /ich hoofd-
de lunibosacrale
st belaste punt
1er
thoraco-lumbale

.)f nielaplastische

rande

.irodvslrofe

;n /ijn belangrijke bij

men ten gev

en locatie
luwen optre

Waar bij de
meestal druk
met als waar
hond óf d
aansluitend neu
\\ oor d
sehrijv c

/al bij de
we/ig. en
pl reden,
ie van de
mens bedrust.
ilherapie. cor-
osieroiden en
s om de/e te
;is.,uig bij ci\'n-
; therapie niel

pijn

d /ijn. <
al kunr
lok in d
;bijde
n.lysii
corlic
.le discu
:idt loep,
ervalievi

;n (

atieve th
j/onder
apieen ontsteking!

rapie /ich tot
gericht op de

lid

en gedw
neemt de ,vi
verergeren;
dra matischi
chirurgischi
jaar onder/
He mi la mini
gepast
serie V
goed 1
beha n^
Sa mei
de tho
ehirur

in

e /ijn de meest toe-
bij de hond.In een
en herstelden X7\' ,
nservaliel

gaande mens /uil
/akelijk uiten f
overgang; hij de 1
hooLUe
lan 1 1
overgang.
De degcneratievi
bij de clum
dragen bij het
van liissenwei

iptreden van synipu
elschijl-palh ologie.
leiis door anatoniii
p de uittredende /e
embaar versehijnse

\' pijnki

kortdure
gisehe ui
therapie gelden dan
verschillende régime
ontstekingsremmende niidde
setten. oefeningen, epidiiral
ehyniopapaine-injecties in c
doen oplossen. Chirurgie vi
stige gevallen en indien con\'
lot het gewenste effect leidt
Bij de hond beperkt eonserv
goede verpleging, in het bi
urinewegen, activerende thei
rende middelen (N.B. Is er pijn /onder neurologi-
sche uitval, dan /ijn analgetica als indoeid. buta/o-
f cortieosleroiden /onder hospitalisatie
ngen kooirusl geconlraïndiceerd; men
\\\'m/)ii>meii weg en ki\\n óc aaih/oeiiiimeii
Re/.),
(ie/ien de patholysiologie en de
symptomatologie /ijn verschillende
therapieën bij de hond in de laatste .10
ichl,

en lenestrat
iieproeedure
lamde gevallen 1
terwijl dit bij 22
vas

tomii
deeonipre>
n I1S4 ve
i chirurgie
;lde patiënten het ge\'
attend stelt de sehrijv
;ieolumhale lussenwe
e in het algemeen ov
ns con^

.ilaps van
schijf bij de hond.
ogen dient te wor-
alieve therapie als

den. terwijl bij de m
eerste wordt aanbevoler
Bij hond dient dc beslis\'

irgische I
lie me 11\'
> a kieren

igre-
is er
vóór

den ger
leve the
erwogei

pen meteen le w
tijd om eonserv,
chirurgie wordt

/\' //. ,1, Po//.

.dat bij

inu lot ehi

a pu

-ocr page 526-

Mycotoxins

Tm ironmciual
II.

1979. i:^ hl:..
/u. /-M. II.-/

Sinds dc midden /c\\cntigcr jaren I unctionecn.
in hel kader \\an de samcnuerking tussen het l .N.
{Environment l\'rogiammc cn dc WIK), een \' I ask
Ciroup\' voor dc c\\aluatic \\an de risico\'s voor de
mens \\an de \\elc to.visclie stollen, die \\anuil
het milieu de consument kunnen bereiken. Haar
be\\indingcn legt de groep \\asl in kritische mono-
graliecnrnaast hel e\\alualic-model /.clI weiden
reeds dc no.vcn kwik. lood. nitraten cn deri\\aten.
/wavelo.wdcn en o.m. I\'C IÏ. 1)1)1 en CS. behan-
deld. .Ms laatste bijdrage \\erscheen midden 1979
de elide nioiiogratie. gewijd aan de ni\\coto.\\iiicn.
\\ oor/ittcrdr. D. S. I\'. Paticrson (Central Vclcri-
nar\\ l.aboratorv. Wevbridüc. I K ). met o.m.
on/e landgenoot dr. P. I.\' Schullcr (Rl\\ ) als
Mce-\\()or/itter. had ecu \\oorlrcllelijk panel \\an
deskundigen \\crenigd om dc taak te \\er\\uilen.
\\ 1er \\an de bekendste e.xperimentelc ondcr/oc-
kcrs op hel terrein \\an ilc mveotoxinen. dc hoog-
leraren .lemmali (INK.A. Parijs).Kroeh ( Puiduià
l.illehoi (Peona) en Mirocha (St. Paul), waren
als lijdelijke W Il()-ad\\iseurs \\oor dit doel aan-
getrokken. Niet minder dan bijna .500 literaluur-
plaalscn werden kritisch bestudeerd en in een
appendix ter \\cianiw oording neergelegd.
Het grootste gedeelte \\an dc inhoud. bl/.. is
gewijd aan dc allatoxinen. de ochratoxines /ijn
met 12 bl/. Ncrlegeiiwoordigd. /caralenon cn de
irichotheccncii elk met onge\\eci nict5. Het panel
was \\an mening, dat dc aetiologischc rol \\aii dc
\\ele (Herige ni>eotoxincn hij /iektcn van dc mens
oinoldoendc \\ast staal, om hun behandeling tc
recht\\aaidigen. Correct wordt (ncngens \\oor
dc/c lactoren naarde klassieke inonograliceii van
Purchase (1974). Kodncks (1977) cn WMIic &
Morehouse ( I97S) \\ei we/en.

Dc bespreking \\an dc verschillende inycoloxincn
IS iip-lo-date. Steeds wordt, aan het einde \\an een
hooklsuikje. een serieii/e risico-analysc \\oor elk
hchandcld myeoloxine gegeven, die soms resul-
teert in ecn richtlijn vdor eonsiimciucn-bcschcr-
mmg. Men proeli hier icgelmatigde koele .Angel-
saksische benadering \\an dc voedingslysiologen
en toxicologen /oals Armstrong ( Perth). I ishbein
(I\'S Public Health Setvicc. .lelïerson). Ncwbcrne
en Rogers, de beide laatstcn san het Mil. Men
/al /ich lil de/e conclusies in het algemeen wel
kunnen lcrug\\inden; de algemene tendens is im-
mers. dal potentiële risico\'s /eker bestaan, en
daaronder ernstige /oals \\an neoplasmata cn hac-
matopathied-n. doch dat de /ekerheid van hel
niveau van dc Kochse postulaten bij bacterie-le
inlectie/ickteii nog \\cric van bereikt is.
Hier en daar wordt in de tekst terloops opge-
merkt. dal de bestrijdini; van de beschinime-
ling van landbouw produkten leidde tol verdwij-
ning van de /iektebeeldcn. die mcl consumptie
van voedingsmiddelen, bereid uit beschimmelde
grondstollcn /ijn in verband gcbiacht. Hierbij
wordt alimentairc toxische alcukie wel. \'vellow
rice disease\' met genoemd. Relerent had du as-
pect. in een richtlijn vooreen ge/ondheidsbeleid.
gaarne wat sterker onderstreept en gcexplici-
teerd ge/ien. \\ rijwcl geen enkel extrinsiek gc/oiid-
heidsrisico is /o gemakkelijk te elimineren als dat
der mveotoxinen; en het bestrijden van de bc-
sehimmcling van voedingsgewassen leidt boven-
dien tot een premiijriiig in dc vorm van preventie
van economische verlie/en en ecn bijdrage aan dc
bestrijding van dc honger!

k-allli C iiR-ria.

r. H ,-/•/,/ Hcuhh Oniüiuzanon.
N \\ :i cm. Pnis mgcmuml.

Alge/ien van dit detail is \'Mvcotoxins\' een ware
schatkamer van literatuur-opgaven en dc kritische
bewerking daarvan. Het vormt een aansporing
aan dc makers van het ge/ondheidsbcleid om alert
tc blijven cn. dil eenmaal betcikt /ijnde. schelst
de inonogral ie ecn onder/oeksbeleid. Dn laatste
wordt niel alleen door dc leden van het panel
gesteund, maar ook door vele cenlra in en builen
dc WHO. om wier commentaar werd ver/ocht.
Objecliever kan men toch nauwelijks worden
geïntornicerd. l;n dat nog wel legen een prijs.

kolliemaaltijd kan

de

inllatie blijlt
meer thuis ci
chen.

niienkort met i
>cd/aani kan

1). I. .1. .\\/o

vcrnood huilen de de
rkrijgeii en. waiin

rtschrijde

doch

Ti/duhr. Dwrgcm\'csk.. c/cci 105. ci/l IJ. I9H0

504

-ocr page 527-

Lffl@

r3!

ojf n

C-i \'

Van de Veterinaire Hoofdinspectie van de
Volksgezondheid tevens Directie van de
Veterinaire Dienst

Infectieuze laryngotracheitis
vogelziektewet

Sinds 12 januari van dit jaar hebben /ich
in N\'ederhind een aantal gevallen van in-
l\'ectieu/e lar\\ ngotracheïtis (I.K. T.) voor-
gedaan. Hoewel de verspreiding \\\'an dc/e
bcsmetteliike pluinixce/iekte aanvanke-
lijk beperkt leek te blijven tot het gebied
rond Hecswijk Dinther. /ijn sedert eind
april ook gevallen geconstateerd in de
provincies (ielderland cn l.imbiug.
l ot voor koit is een politiek gevolgd van
totale stamping out, vervocrsverbodcn
en overname v an de besmette dieren door
de overheid. De toepassing van ge-
noemde politionele maatregelen was eind
1976 mogelijk geworden, toen I.I.. I . in-
gevolge de Vogel/iektenwet als aangifte-
plichtig werd aangewe/en. De uitbraak
van 1976 1977 werd met de/c maatrege-
len onderde knie gekregen. Bij de huidige
uitbraak leek het cr aanv ankelijk ( januari
1980 - eind maart 1980) op. dat /ij ook nu
succesvol /ouden /ijn. Eind april is echter
gebleken dat \\ erderc verspreiding van de
/iekte met dic maatregelen onvoldoende
kon worden voorkomen. Cie/ien de/e
ontwikkeling leent I.I.. 1. /ich dan ook
niet langer meer voor een politionele be-
strijding op grond van de Vogcl/iekten-
wet. Op basis hiervan is begin mei in
overleg tussen de Veterinaire Dienst, het
Centraal Diergeneeskundig Instituut cn
het Bedrijlslevcn (Landbouwschap en
Stichting Cic/indheids/org voor Dieren)
besloten
I.I..T. uit de sfeer van de aan-
gifteplichtige/iekten te halen. d.w./. uit de
Vogel/iektenwet te schrappen. De betref-
fende M.B. is hiertoe per 24 mei ingetrok-
ken. vanaf welke datum dan ook géén
overname gevolgd door afslachten van
het pluimvee op de daarvoor in aanmer-
king komende bedrijven — heeft plaats-
gevonden.

niihchr. nicrgciiccsk.. liiv! 1115. afl 12. 19,Sil

De directe bemoeiing met de bedrijven
/al na die datum v ia de Cic/ondheidsdie-
nsten verlopen.

Preventieve entingen

Vanaf 12 mei is het mogelijk geworden
preventieve entingen te verrichten, die
echter geheel op vrijwillige basis /uilen
plaatshebben. De Stichting Cie/ond-
heids/org v oor Dieren adviseert
niet tot
massale vaccinaties over tc gaan. maar in
de eerste plaats jonge opfokdieren op be-
drijven dic besmet /ijn geweest te enten
alsook het pluimvee op bedrijven die op
korte afstand van een besmettingshaard
/ijn gelegen. Voor slachtkuikens is géén
entadv ies tc verwachten en het enten van
/eer jonge kuikens vvordt afgeraden. \\a
dc 24e mei datum van schrapping
I.L.r. uit de Vogel/iektenwet is de
voor de preventieve entingen, op grond
van het \'Besluit Entstoffen voor t)ieren\'.
bestaande nood/aak tot het verkrijgen
van een persoonlijke vergunning komen
tc vervallen.

De op basis van dat besluit genomen \'Be-
schikking Entstoffen voor Dieren\'(vande
Directeur V.D.) is thans /odanig gewij-
zigd. dat dc volgende entstoffen zijn toe-
gelaten; Sterwin fJ.S.A. (importeur My-

505

-ocr page 528-

cofarm), L.T. l\\ax van A.S.I.. (U.S.A.)
en Laryngovac van Intervet Nederland.
.Alléén toediening van de vaccins via de
zgn. oogdruppelmethode leidt tot een vol-
doende immuniteitsopbouw . De/e kan in
5 tot 10 dagen bereikt /ijn. Met ingang
\\an 17 mei is het ingevolge een K.B. op
basis van de Wet op de Uitoefening van
de Diergeneeskunst voor pluimveehou-
ders en hun personeel mogelijk geworden
op hun bedrijf de enting tegen l.L.T. vol-
gens aanwijzingen van en onder ver-
antwoordelijkheid van de praktizerend
dierenarts uit te voeren. In dat K.B. is
tevens bepaald dat slechts de eerder ge-
noemde entstoffen mogen worden ge-
bruikt. dat deze van de prakti/erend die-
renarts betrokken moeten worden (onder
opgave van de entingsdatum en het aan-
tal te enten dieren) en dat zij slechts toe-
gediend mogen worden via een door de
Directeur V.D. aangewezen methode
(oogdruppelmethode).
Bestrijding in de toekomst
Een goed inzicht in de verspreiding van
de ziekte zal ook in de toekomst nood/a-
kelijk blijven voor een effectieve bestrij-
ding.
fl iertoe is het van belang, dat de
(iezondheidsdiensten voor Dieren op dc
hoogte blijven van klinisch verdachte ge-
vallen. Hierdoor en door middel van
het periodiek screenen van koppels via
bloedonderzoek zal hct mogelijk worden
alleen in die gevallen te enten waar dat
beslist noodzakelijk is.
Daar de smetstof duidelijk wordt overge-
bracht door mensen en in de pluimvee-
houderij gebruikt materiaal, is de belang-
rijkste bijdrage in de bestrijding hct
streng doorvoeren van hygiënische voor-
z
O rgs m a a t rege le n.

B E s M E r r H1.1,1K r n u R z IF K r 1; N

Dier/icktcnbullclin Nr. 9 van dc Veterinaire Dienst
over het tijdvak \\an 1 tot I.S mei 19X0vermeldt het
volgende aantal gevallen van aangüteplichtige be-
smettelijke dier/icktcn in Nederland.

•Vtrofiscbc rhinitis

l otaal 27 gevallen in 2.1 gemeenten

Drenthe 2 gevallen

Overijssel b gevallen in .S gemeenten

Gelderland 9 gevallen in 7 gemeenten

Noord-Brabant 6 gevallen in 5 gemeenten

I.imburg 4 gevallen

Schurft

l otaal 2 gevallen in 2 gemeenten

(ironingcn 1 gc\\al

Friesland I gc\\al

Miltvuur

Totaal I geval in (ielderland
Rotkreupel

lotaal 22 gc\\allen in 21 gemeenten

(ironingcn .1 gevallen

Friesland 7 ge\\allen in (i getriccnten

Drenthe i gc\\allen

Overijssel 1 gc\\al

Noord-Holland gevallen

Zuid-Holland gevallen

MOND- EN KF.Al\'VVZFFR
.Vrgentinië

Over april 19X0 bedroeg het aantal uitbraken
van mond- cn klauw/eer in Argcntinii; 22. vvaarsan
9 in Buenos Aires, 4 in Santa Fc. 4 in Cordoba,
.1 in Entre Rios en 2 in San
l uis.

lurkije

in .■\\natolie werden in de maand maart 47 uitbraken
van mond- en klauw/eer gemeld. Hiervan waren er
X van het type .A-, en de overige van hct type O,.

VESICUI AIRE VARKENSZIFK 1 F
(irool-Brittannië

Volgens een telegram \\an dc Britse Vcterinairc
Dienst, gedateerd 6 mei, is \\ icr dagen tevoren te
Slapieford .Abbotts. Esse.x. een geval bevestigd
van vesicuiaire vai kens/icktc.

.•\\lle besmette varkens plus degene die met ben in
contact /ijn geweest, wortlen afgemaakt en strenge
sanitaire maatregelen /ijn genomen.
Op 7 mei liet de Britse Veterinaire Dienst weten,
dat die dag een geval van vesicuiaire varkens-
/lekte bevestigd «as bij varkens te Worthington
in de buurt van .Asbby de la Zouch (Fcicester-
shirc).

Hct bedrijf is algeslotcn en alle besmette varkens
plus degene die met hen in contact /ijn geweest,
/ijn afgemaakt. Strenge sanitaire maatregelen /ijn
gcnotrien.

Italic

De Veterinaire Dienst tc Rome liet bij een brief
van 16 april weten, dat één geval van vesicuiaire
varkens/icktc was gemeld in Cremona gedurende
de eerste helft van april.

Gedurende de tweede helft van april is tc Bergamo
een geval van vesicuiaire varkens/lekte gemeld.

-ocr page 529-

wederom één geva
was gemeld.
Volgens een brief
Rome /ijn er in d
Sardijnse provinei
van .Afrikaanse \\ar

van

A f- R1K A A N S F A R K E N S P F S 1
Italië

Fvenecns per brief van 16 april liet cle Italiaanse
Veterinaire Dienst weten, dal gedurende de eerste
helft van april in de Sardijnse prcnincie Nuoro

.Afrikaanse varkenspest

Diensl te
april in de
2 gevallen

main

van de Velt
e tweede helft van
c Nuoro opnieuw
kenspest gemeld.

fFSCHENFR ZIEKFF
Oostenrijk

Op 2 mei deelde de Oostenrijkse Veterinaire Dienst
mee. dat op 28 april een geval van lesehener
/iekte was vastgesteld op een kleine boerderij
in de gemeente Soell. district Kufstein. Tyrol.
De diagnose is /owel histologisch als virologisch
bevestigd. Men is overgegaan tot strenge isolatie-
maatregelen. het afmaken van varkens en tot uit-
gebreide ringentingen.

•luni:

16 2(1 9lh International Congress on Animal
Reproduction and Artificial Insemination.
Madrid (pag. 952 1979. 1 19 en 22.1).

19 .Algemene Fedenv ergadering .A, F .V.. Schouw-
burg. (iroteslraat 62. Cuyk. aanvang 15.00
uur.

19 20 Fortbildungstagung von Fachgruppen
der DVCi und .À I l \'-Diagnose u. liekämplung
der Aujcs/kv\'schen Krankheit\'(A). Hannover
(pag. 46.1).

24 26 2nd Iniernational Symposium of Veteri-
narv laboratory Diagnosticians. Fu/ern.
Switserland (pag. 121 ).

25 2X Socielv lor Veterinarv Flhologv - Sum-
mer Meeting 19K0. Zeist (pag. .\'111).

26 27 Furkey Congres (Cté. Furopéen de la
Dinde-premier Congres. Novotel Paris (pag.
.179).

29 .1 jiili World Congres Foodbornc Infections
and Inlo.vicalions Herlin (West) (pag. .179).

.10 .ljuli VI Internat. KongressderFP.V.S.. Ko-
penhagen. (pag. 170)

Svslcm-
uth." New

sc der F n-

,)loi;ie.

.luli

1 Inlernalional Svinposium on Diseases ol
Hirds of Prev (Raptor Disease Svmposium
19X0) (pag. X04),

1 ortbildungsseminar \'Parasitosen beim
Schwein\'. (A). München (pag. 464).

11 \\F International Symposium on Food.
Mierobiologv and llvgiene. Aalborg. Den-
mark (pag. 120).

10 Fhe Ruminant Immune
International Symposium. Plymi:
Hampshire. F.S.A. (pag. 261).

12 Symposium über neue Frgebnissi
dokrinologie beim Vogel. Budapest.
19 2X. Intern. Kongress über Phv
Budapest.

15 International Workshop on the Ral Flee-
irocardiogramm in acute and chronic Pharma-
cology and Fo.xicologv. Hannover.

2 aug\'. \\\\ II th Conference on Animal Blood
Croups and Biochemical Polymorphisms. Int.

.Agrie. Centre (FAC). Wageningen. (Inlichtin-
gen op redaktiesecretariaal l.v.D. verkrijg-
baar).

.Augustus:

1 6 .11. .lahrestagung der Furopäischen Ser-
einigung lür l ier/uehl - F\\\'l (A). München.

IX 22 ^\'ractical course on fhe Molecular and
Cell Biology of Trypanosmes. Brussels.

20 22 \'Biochemislrv ol Parasites\', a satellite
meeling of the i.lth FFBS Meet., covering
DNA regulation intermediary metabolism,
membranes and Sulface coals, .lerusalem.

.10 4 sept. Xth International Symposium of World
Association of N\'elerinary Food-Hygienists
(pag. 26.1).

September:

1 5 Fifth International Conference on I richi-
nellosis. \'De Baak\'. Noordwijk aan Zee. (In-
lichtingen op Redaktiesecretariaat I
.v .1). V er-
krijgbaar).

1 4 .11. .lahreslagiing der Furopäischen Ver-
einigung lür I ler/ucht - FA\' F ( A).

.1 12 1. Furopäischen (ieflügelkonferen/ der
WPSA (A). Hamburg.

4 Ciroep Veterinaire Homoeopathie
K.N.M.v.D. Vergadering. Bealn.x-gebouu.
.laarbcursplein. Ftreeht. Aanvang 2(1.00 uur.

6 Ciroep Cieneeskunde van hel Kleine Huisdier
K.N.M.v.D. \'Najaarsdag\'. Ouwehands Die-
renpark. Rhenen (Cild.).

6 7 Forlbildungsseminar \'Cardiologie. Oph-
thalmologie. .Akupunktur\' ( Al. München.

X

Arbeitsgebietcrs
DVCi (A).

für 1 lerhv-

HlgP

;.f York

ersilv

16

WPSA

12 VF liuropäischen Kong
(A) (pag. 26.1).
12 21. Arbeitstagung des
\'Febensmillelhygiene\' der
Ciarmiseh-Partenkirchen.
12 III. Internationaler K(
giene. Wien (pag. 26.1).
14 BVA Congres 19X0 Fniv
(pag. 264).

19 European Veterinarv Pathological So-
ciety. Vth Autumn Meeting. Cihenl (Belgium)
(pag. 464).

-ocr page 530-

Ciroep N\'olksge/oiiclheid K.\\.M.\\.I).
Vergadering. .laarbeurscongrescentrum.
r trccht.

.Aid. I.imburg K.\\.M.\\.1). I edcn\\ergadering.
27 W .S..\\.\\ t ongres, Harcclona (pag.
264 en 492),

,Ard, Noord Holland K.N.M,v,l), leden-
vergadering,

2 okt. 4. C\'u.\\ha\\cner Seminar ■Kische und
K i SC hu a re n ■. C\' u .\\ h a \\ c n.

Oktober:

1 ,1 .Arbeitstagung der 1 achgruppc \'Plerde-
krankheiten\' der I).\\\'.(i. ( A). Hamburg.

52 4-Daagse Conlerentie tc Warschau o\\er:
\'Resistance kactt)rs and (ienetic .Aspects ol
Mastitis Control".

2 4 29. Intern. Fachtagung lür Fortpllan/ung
und Besamung ( A). Wels.

2 ,1 I Ortbildungstagung des Bundesxerbandes
der beamteten
I ierär/te ( A). Bad Mergen-
theim.

.1 4 6. I\'harmakologisch-to.xikologische l ort-
bildungstagung der A I F (.A), (liessen,

,1 5 XW\'I ,larhestagung über/ytoplasmatische
1 herapie und Methoden der Serum-
Desensibilisierung, Stuttgart,

5 8 ,lahrcstagung der Dtsch, des, I, Hiimotol-
ogie und Onkologie, (Homburg) (Saar) (pag,
492),

6 lö Salmonella Round lablc Conference,
Bilthoven,

9 II European Coincntion, .Avignon (Syndi-
cat National des Vétérinaires l\'racticiens Fran-
çais) (pag. .112).

9 II F.N\'.I:. \\crgadering in Avignon.

10 II .laareongres K.N.M.v.D. 1980. tevens
I27e Algemene Vergadering. Apeldoorn.

16 Symposium Mestkalveren. Cultureel Cen-
trum \'De Reehorst\' te Fde.

17 \'Kauluntersuchung beim l\'lerd\' (,A). W ien.

18 Nationale Diergeneeskundige Dag. I uiklBel-
gic),

20 2,1 World Congress ol Cattle Diseases, lel
Aviv, Israel (pag. K46 (1979)).

21 24 W eck I cursus P. A.O. (Iroep Praktici
(irotc Huisdieren.

28 Najaai sverg:ulering Ned. \\ ci . I ntlocrinologic,
FI recht.

28 ,1| Week II cursus P,,A,0. (Iroep Praktici
(irote Huisdieren.

29 I nov. Fachmesse \'Intensiv Viehhaltung".
Ftreeht.

.10 (iroep Veterinaire Homoeopathie

K.N.M.v.D. Vergadering. Beatri.x-gebouw.
.laarbeursplein, Ftreeht, .Aanvang 20.00 uur.

2.1

24

25
M)

1.1 15 26. ,lahrcstagung der Fachgruppe\'Klcin-
tierkrankheiten\' der DV (i, /ugleieh deutsch-
sprachige (Iruppc der VVS,\\V.A ( A). Karls-
ruhe.

14 en 28 \'Orthopädischer Fortbildungskurs
Plerd\' ( A). Wien.

December:

7 12 Course for Fracture I reatment and Re-
constructive Surgerv in the Fquinc. Davos
(Svvit/eria nd).

9 Aid. Fimburg K.N.M.v.D. 1.edenvergadering.

10 Aid. Noord Holland. I.edenvergadering.

11 (iroep Volksge/ondheid K.N.M.v.D.
Vergadering. .laarbeurscongrescentrum.
l\'trecht.

II (iroep Veterinaire Homoeopathie

K.N.M.v.D. Vergadering. Beatri.x-gebouw.
.laarbcursplein, Firecht. Aanvang 20.00 uur.

1981

Februari:

24 25 CFO-dagen.

.Maart

1,1 14 Fachtagung über Pfcrdckrankhciten (an-
lassl, der\'Fquitania 1981" (,A), Fssen.

April

8 II 14. Kongress der l)V(l (A).

Augustus

,11) 4 sept, 8, Intern, Svmposium\'Fcbcnsmittclhv-
giene" der VV.AVl l\'l (.A). Dublin.

November:

7 Weck III cursus P.A.O. (iroep Praktici
(irote Huisdieren.

14 Weck IV cursus P.A.O. (iroep Praktici
(irote Huisdieren.

Vereniging van Directeuren van (iemeentelijke
Slachthui/en en Vleeskeuringsdiensten. Ver-
gadering, ,laarbeurscongrescentrum, Ftreeht,
aanvanü 10,00 uur.

1.1

-ocr page 531-

Over de positie van \'t

plaatsvervangend

hoofd

I ilspraak Ambtenarengerecht
Kan hel plaalsver\\aiigend hoofd >an een
dienst of dienstonderdeel aanspraak maken
op bevordering c.q. Hiiarneniing:

a. wanneer de fuintie van hoofd definitief
komt open te vallen?

b. wanneer dc furutie van hoofd tijdelijk
komt open te vallen?

I NIH lic llcjillilicj l>/icn
I r is ccn uitspraak van dc Centrale Kad
van beroep tc Utrecht, vvaartiit blijkt dat in
dc regel tegen ccn bcsltiit tot bevordering
van een ander ijcc» beroep open staat op dc
ainbtcnarcnrcchtcr. \\ oornicldc regel kan
alleen dan tiit/ondcring lijden, indien
belanghebbende van oordeel is dat hij cr
krachtens ccn toepasselijk algemeen
vcibindciul voorschrift recht op had tot
hoofd tc worden bevorderd in plaats van.
of vóór dc bevorderde c.q. aangestelde
ambtenaar.

I tmctic tijdelijk open
Wij willen hier alleen op dit ptmt nader
ingaan aan dc hand van ccn recente
uitspraak van ccn ,\\mbtenarcngcrccht.
lIct betrof hier ccn aparte dienst, waarvan
dc dircctciir wegens gebleken
ongeschiktheid mcl /icktcvcriof was
gc/ontlcn. Onder hem functioneerde ccii
tweede man. die ollicicci dc titel voerde van
\'tulj
11 net-dircctciir. tevens waai nemend
ditcctciir\'. In andere gevallen wordt ook
wel dc term \'plaatsvervangend dircctcur\'
gebruikt, hetgeen dc vraag oproept of in
dc/c vcrschillcndc titiilatuiir nog
onderscheid valt tc bespeuren. In ieder
geval lijkt dic van \'wtiarncmcnd dircctciit\'
mocili|k mis tc verstaan. Niettemin belastte
het bevoegd gc/ag tijdelijk ccn ander tnct
dc leiding van dc dienst. Hiertegen kwam
on/e dient in beroep bij het
Ambtcnarcnucrccht.

l itspraak

De uitspraak had in haar overwegingen als
uitgangspunt dat dc rechtspositie van
bctiokkcne als adjunct-dirccteur. tevens
waarnemend dircctcur van de dienst,
meebracht dat hij /ich bij afwc/ighcid of
ontstentenis van de directeur \'van
rcchtswcgc\' d.w./. krachtens /ijn functie,
belast mocht achten met dc waarneming
van dc directciirsfimctic (met dc daaraan
voor hem. naast de ver/waring van /ijn
taak. verbonden idcele cn financiële
voordelen), (ic/icn het karakter van de
ambtciiaarlijke rechtspositie moet aldus
de uitspraak mede in het licht van de
vaste rechtspraak van de
.Xnibtenarcnrechtcr ervan worden
uitgegaan, dat de ambtenaar niet alleen dc
plicht, maar ook het rccht heeft dc functie
waarin hij is aangesteld in beginsel ten volle
tc vervullen (vgl. Commentaar van 10
februari 1979. bl/. 29). l ot dusverre geen
nieuws onder de /on. Wel het verdere
vervolg van dc overwegingen. |-r kunnen
/ich weliswaar aldus weer het
.Anibtcnarcngcrccht situaties voordoen
waarin het dc administratie niet bij
voorbaat ongeoorloofd is de timbtcnaar
nicl
of iiifi len volle tot dc uitoefening van /ijn
functic toe tc laten. Hieraan werden dc
volgende eisen toegevoegd:

1. dat ccn daintoc strekkend besluit
zorgvuldig gemotiveerd /al moeten /ijn
door
hijzondcrc. aan het dienst behing tc
ontlenen omstandigheden cn overwegingen,
cn

2. dat ccn zodanig besluit voorts zal
moeten worden genomen na zorgvuldige
alwcging van alle daarbij in aanmctking
komende belangen cn met inachtneming
van dc tot dc algemeen verbindende
voorschriften tc rekenen algemene
icchtsbcginsclcn cn beginselen van
behoorlijk bestuur.

\\dlgcns het (icrccht had het bevoegd gezag
in genen dclc aan dc bovenomschreven
eisen voldaan cn het verklaarde het
aangevallen besluit nietig. Met gcrccht
maakte daarbij gebruik van zijn
bevoegdheid krachtens dc .Xmbtctuircnwct
deze nietigheid voor <.;c(/i\'A/ tc verklaren.

Ovcrgenonicn uit: -Soi iaal r.i tintmusch Maiuigciiiciii: No. 9. dd. 2} nici 19X0.
Iilihchr. Din-gaursk . </<■<•/ lOx all 11 IVm

kOMNKI.I.Ikf M;|)[,RI ANDSi; MAAISt HAl\'l\'l.1 VOOR 1)1 E RC.HN KtS K (; N DE

-ocr page 532-

De aniblenarenicchter kan ecn
uitgesproken nietigheid voor gedekt
\\crklaren oni redenen \\an algetneen belang.
Dit gebeurt nogal eens tn gevallen als de
onderhax ige. wanneer ecn lunctic feitelijk
reeds bc/ct is. Om belanghebbende dan
toch niet in de kou tc laten staan kan het
gerecht dan het gelcdcti nadeel vergoeden
tnet een schadeloosstelling. In hct
otiderliav ige geval bedroeg dc/c ticndui/cnd
gulden, tc verhogen met dc evcntitecl
volgens de bevoegde fiscale autoriteit over
dal bedrag door betrokkene tc betalen
loon- en itikotnstenbclasting.

Slotopmerking

l\'it de/e uitspraak blijkt, dat de aanspraak
\\an de ambtenaar om de functic te
verv uilen waarin hij is aangesteld, kennelijk
niet
/O waterdicht is als aanvankelijk door
ons werd gemeend. Immers, bij/ondere
omstandigheden kunnen hier een spaak iti
het wiel steken. Maar daarbij moet wel met
de vereiste /orgv uidighcid tc werk /ijn
gegaan, waarloc in dc eerste plaats behoort
dat belanghebbende tijdig tevoren wordt
verhoord. Hieraan was in het onderhavige
geval ook niel voldaan. Hct bevoegd gc/ag
heeft /ich bij de/e uitspraak van hel
.Ambtenarengerecht neergelegd. Hct /ou
interessant /ijn geweest watinccr de
Centrale Raad van Beroep in dc
gelegenheid was gesteld ten de/en ook /ijn
oordeel uil te spreken,

Mr. ilr. /„ Mui gadam.

tj^iC _LD L„JD ..L; ouc

510

Groep K.L en
Zootechniek

De vruchtbaarheid van het
vrouwelijke varken

Door de Nationale raad voor
I.andbouwkundig otidcr/ock I N,O, is ccn
commissie ingesteld, dic ccn
literatuurover/icht hccfl gemaakt over
bovengenoemd onderwerp, gevolgd dooi
aanbevelingen voor verder ondcr/ock,
Hct onderwerp is /eer ruim genomen.
Problemen rond de oestrus, conceptie,
dracht, partus cn opfok, van inlectieu/c tot
/oötcchnische, komen aan dc orde.
Hct is jammer dat dc redaktie op enkele
punten niet iets nauwge/cltcr is geweest.
Benamingen uit buitenlandse literatuur
worden gemakshalve /o overgenomen.
Waarom wordl bijvoorbeeld gesproken van
"thin sow svndroom\', terwijl het begrip
dunne /cugcn hici- algemeen bekend is.\' Dat
ccn naam als Van der l.itide in de
literatuurlijst niet onder dc 1. maar onder
dc V moet worden gc/ocht is een
d iSC r i m i n c rc 11 d a n g 1 i c i s m e,
Helaas wordt ook dc scriptic van 1\', S.
Kroon en W, .1. W. dc \\\\ ijs, dic /ij dcsljjds
als co-assistent gemaakt hebben, niet
genoemd, fit dc door hen vcr/amclde
gegevens komt naar voicn in welke mate
het sei/oen een rol speelt in hct ontijdig
terugkomen van /eugen.
Overigens wordt het rapport ter Ic/ing
aanbevolen voot allen dic regelnialig met
varkens le maken hebben. Hel gccfl /eet
veel informatie.

Hct is vcrschencn als uitgave van hct
Instiluiil voor \\\'cetecltkutidig Ondcr/iiek
\'Schoonoord\' onder nummer B-1.1.1.

KONINKI,1.IKF NEDERI.ANDSE M AATSCH AI\'l\'IJ VOOR Dl ER(1 EN EESK U N Dl

-ocr page 533-

Absyrtus

\\ oorstcl toekomstige bijeenkomsten

H aarde Collega \'s

Mct is II bekend dat tut 1979 de oud-leden
\\an het X\'.S.C\'. Abs\\rtus op de kuitstc
woensdag in augustus een reünie plachten
tc houden in i igi" te Zeist. Het \\orige jaar
konden er. doordat \\clcn door lichamelijke
ongemakken verhinderd waren, en anderen
omdat Zeist moeilijk bereikbaar is \\oor uie
per trein komt. slechts 14 collegae aanwe/ig
/ijn. I r is toen geconcludeerd dat het geen
/in meer heelt de bijeenkomst op de
gebruikelijke manier te organiseren. W él
gingen stemmen op om te trachten het
onderling contact te bewaren door het
houden \\an een eenvcuidiger bijeenkomst
op een gemakkelijker tc bereiken plaats.
,\'\\an wijlen ct)llcga di\'. \\. d. Burg en
ondergetekende is toen gev raagd tc willen
om/ien naar mogelijkheden. Wij menen die
le hebben gevonden in hcl hotel Haarhuis,
pal tegenover hel sUition le .Arnhem, met
een parkeergarage vlak in de buurt (Oude
Stationstraat), dus /owel voor trein- als
autorijders /eer geschikt.
De bedoeling is ge/amenlijk kolTie en een
drankje te genieten en deelname aan een
lunch vrijblijvend le houden.
Ik vcr/oek u dit schrijven in het
eerstvolgende nummer van het
Tijdschnjt
voor Diergeneeskunde
op te nemen, en
stel voor. dat de collegae die van plan
zijn le komen, mij dal uiterlijk 16 juli laten
weten, met vermcldingof zij al dan niet blijven
lunchen. Ik hoop dc /aak dan verder te
regelen en deelnemers tijdig le informeren.

) ;...1 )n Au SJa

H . Maioewskv\'

Dr. VV. Ntaiocwskv. Vclpcrwcg 170-11. 6K24 MD Arnhem.

Van het bureau

Wijziging C odelijst van geneesmiddelen voor mestkalveren

Code Naam lirnia Prijs

KCN

Kamfer Ichlammol
zalf (200 gr)
I aurierzalf
(200 gr)

.108

Animed / 1.1.00 (van / 16.00 naar / 1.1.00)

Animed / .7.50 (van / 2..15 naar / 2..50)

Animed / 4.05 (van / .1.90 naar / 4.05)
Bovenstaande is op 5 juni 19X0 doorgegeven aan de computer.

().\'i6
.107

Doe-het-zelf-banden

/> doe-hei-zelf-tianden voor hel inbinden van hel Tijdschriji voor Dier-
geneeskunde 1980 zijn vanaf heden le besieilen door overmaking van
[22.50 op giro 51 1606 ien name van de K.N.M.v.D.. ./uiianalaan 10.
3581 N\'TU\' i\'irechi, onder vermelding van \'banden 1980\'.
Banden voor hel inbinden van de lijdschriflen 1979 en voorgaande Jaren zijn
nog verkrijgbaar door overmaking vanf 20. voor banden 1979 enf 12.50 voor
handen van de voorgaande Jaren (in beperkte mate).

511

KONINKI I.IKl- Ni:i)i:i(l ANDSI M AA I SC H A l\'l\'l.l VOOR 1)11.lUiliN l-.liSK UN1 )i:

-ocr page 534-

JiD uun uLjJn ÜÜD

Groep Praktici Grote
Huisdieren

Post Academiaal Onderwijs 1980

De cursus Post Academiaal Otiderwijs \\aii
de (iroep Praktici Cirote Huisdieren /al in
1980 in de navolgende «eken gehouden
worden:

I dmsdag 21 oktober t m \\ rijdag 24

oktober 1980
II dinsdag 28 oktober t m \\ rijdag 31

oktobe\'r 1980
lil dinsdag 4 november t tn vrijdag 7

november 1980
IV dmsdag II novetnber t m v rijdag 14

november 1980
De cursus /al worden gehouden in het
tienrl Dunaiithuis. \\Voudenbergscv\\eg 54 te
Zeist (ook logies max. 3 cttrsistcn per
kamer - en maaltijden). Fel. 03439-481.

512

l\'ROCiRAM.MA

■Aankomst

Dinsilugdclucnil
21 en 28 oktober 1980

\\ oordracht van prol. dr. .A. Hoogerbrugge
over \'Relatie stalklimaat - /lekte".
Voordracht van prol. dr. .\\1. Pensaert over
\'\\ irale diarree bij varkens\'.

4 cn 11 november I9S0

Inleidingen van prol. dr. Hoogerbrugge
over \'Relatie stalklimaat - /iekte\' en
\'\\ oortplantingsprobleem bij hel varken In
het bij/onder de anaphrodisie in relatie tot
huisvesting en ver/orging\'.

Difisilagiiiiildai;

Ikvoek aan de V akgroep Pathologie in
samenwerking met de Vakgroep
Parasitologie, waarbij het onderwerp
\'Pathologie van dc huid\' behandeld /al
worden.

PinsilaiiavDiiil

V oordracht van drs. .1. Sol over \'Dierenarts
in .Amerika: ideaal\'.\'\'.

II ociiMlagochlcinl
Vragen Kleine Huisdieren.
Bespreking van een aantal
studentenreleraten. o,a, \'Ix\'n literatuur-
onder/oek over staart- en manenexeeem"
van ,A, l:mmer/aal,

\'Zw oeger/iektebestrijding: moedermclk-v ri je
oplok van lamineren en
alstammlngscontrolc door middel \\an
bloedgroepenonder/oek\' \\an Cl, A, Hav inck
en A, Cl, Peters,

11 ovnsdugiuiddag

Be/ock aan de Kliniek voor Inwendige
Ziekten, waarbij patientendemonstraties en
laboratoriumtechnieken, toepasbaar in de
moderne Orote Huisdierenparkiijk. aan de
orde /uilen komen,

II ()eiisd(ii;a\\ ()nd

l edenvergadering van de Ciroep Praktici
Cirote Huisdieren,

Demonstratie audiovisuele middelen,
Dciildcrdagochli\'nd

Voordracht van drs, Moerman over
\'Management rondom de kalveroplok\'.
Voordracht van drs, C\', 1), VV, König over
"Begeleiding schapen bed lijf,

Ihtiulcrddgniiildiii;

Be/oek aan het Instituut voor Heelkunde,
waarbij o,a, kreupelheidsdiagnostiek en
cryochirurgie aan de orde /uilen komen,
Fevens /al door een prakticus een
demonstratie gegeven worden in/ake het
aanleggen van een inliius bij het kalt,

Di>nderc/aga\\\'i>nd

2^ en 30 oktober 1980

V luirdracht van ,1, de Ciroot, lokker van
/vvartbont vee. over \'Op welke wij/e
selecteer ik een stier voor mijn veestapel",

6 eii 13 november 1980

Voordracht van B, Schrijvci. lokker van
roodbont vee. over \'Op welke wij/e
selecteer ik een stier voor mijn veestapel",

I rijdagoclucnd

Bespreking en discussie over de vragen
Kleine Huisdieren in samenwerking met tle
Ciroep Cieneeskunde van het Kleine
H uisdier.

KOMNKFLIKE NEOERFANDSE MAATSCIIAPPI.1 VOOR DIFRtiF.M-FSKtiNDF

-ocr page 535-

I riiilunmiililcif\'

Bezoek aan de Kliniek voor Verloskunde en
(iynaecologie. Een zestal korte inleidingen.

Opgave en aanmelding:

Opgave en aanmelding kan geschieden door
hel cursusgeld ten bedrage van /\'500.
\\oor leden \\an de (iroep Praktici Grote
Huisdieren cn / 575. voor niet-leden van
de Groep (inclusief logies en maaltijden)
over te maken op bankrekening
55.56.48.575 van de ABN te Utrecht (giro
bank 1412) len name van de P.A.O.-cursus
Ciroep Praktici Grote Huisdieren van de
K.N.M.v.I). met vermelding van opgave
waaraan men wil deelnemen 4- reserveweek.
Wilt u bij opgave duidelijk vermelden:

de naam van de deelnemende dierenaris
(dus niet groepspraktijk etc.);

voor welke week men inschrijji
reserveweek.

Wilt u er rekening mee houden dat opgave
bindend is en dal onderlinge ruiling niet
mogelijk is.

Bij niet deelname is toch hel cursusgeld
verschuldigd.

In bij/ondere omstandigheden (overmacht
etc.) dient u contact op te nemen met .). A.
Smak te Bleskensgraaf (tel. 01849-1605).
De inschrijving sluit op I september 1980
of zoveel eerder als dc cursus volgeboekt is.
De cursus wordt in principe gegeven voor
prakti/erendc dierenartsen.
Het ma.ximum aantal deelnemers per cursus
is (lO.

Leden van dc (iroep Prakiici (irote
Huisdieren genieten voorrang.
De volgorde van aanmelding is bepalend
voor het kunnen deelnemen, waarbii het
tijdstip van aanmelding wordt bepaald door
de ontvangst van dc overschrijving van het
cursusgeld.

Voor eventuele nadere informatie dient u
/ich tc wenden tot dc Koninklijke
Nederlandse Maatschappij voor
Diergeneeskunde
(f\'llcn Bonnes, lef: 0.10-
5101 II).

(LGÜ-ilÄQ

Van de faculteit

Cursus eenvoudig
laboratoriumonderzoek

Door enkele laboratoriummedewerkers van
de Kliniek voor Inwendige Ziekten der
grote huisdieren zal een cursus van 5
middagen worden gegeven.
De/e curus heeft tol doel degenen die de
dierenarts bij zijn werk assisteren kennis te
laten maken met een aantal
laboratoriumtechnieken voor het onder/oek
van bloed, urine en faeces.
Als deelneemsters aan dc/.c cursus wordt
gedacht aan echtgenotes resp. assistentes
van dierenartsen.

Op deze cursus zullen zij vertrouwd
gemaakt worden mcl een aantal eenvoudige
bepalingen waardoor /ij in staat /uilen zijn
een waardevolle bijdrage le leveren aan het
klinisch onder/oek bij het stellen van een
diagnose e.d.

De cursus /al gegeven worden door:

Dr. P. f rancken
Dr. M. H. Mtrck
Dr. 1 h. Wensing
Prof. dr. A. J. H. Schotman.

l ijd: septembcr-oktober 1980.

Duur: 5 middagen van 1.1..10-16..10 uur.

Plaats: prakticum/aal Kliniek voor

Inwendige Ziekten.

Max. aantal deelnemers: 20.

Opgave bij prof dr. A. .1. H. Schotman.

Yalelaan 16. Utrecht.

I\'rograninia:

le middag: algemene inleiding, gebruik
microscoop

2e middag: onder/ock urine
.1c middag: onder/ock laeces
4e middag: Hb. Ht. Icucoc. telling,
differentiatie.

5e middag: chemisch bloedonder/ock.
Op iedere middag /al ecn korte inleiding
worden gehouden over de methodieken,
normaalwaardcn, inlerprctalic. Men /al /elf
voor ccn microscoop dienen te /orgen.
Cursusgeld: / 50. .

-ocr page 536-

(LüDoMdJ,

D.S.K.
Buitendag
\'Opkikker\'

13 september 1980

Geachte (candiüaat jleden
K.S. M.v.D..

SS SB

de

Het spreekt vanzelf dat u. Veterinairen in
den lande, allen van harte welkom bent op
deze feestelijke dag.

In de hoop u voldoende geïnformeerd te
hebben verblijf ik met gevoelens van de
meeste hoogachting jegens u.

namens het bestuur
Geen Gelling. D.S.K. h.t. praeses.

ln het zich reeds jarenlang voortslepende
proces van de verplaatsing van de Faculteit
der Diergeneeskunde van het Oude Terrein
aan de Biltstraat naar de Uithof, dreigt
binnen zeer afzienbare tijd weer een fase tc
worden afgesloten.

De vakgroepen Functionele Morfologie en
Pathologie, alsmede het Bureau van de
Faculteit, betrekken dan hun nieuwe
panden in het Hoofdgebouw
Diergeneeskunde aan de Yalelaan, de
Uithof, Utrecht.

Zeer nauw verbonden met de verhuizing
van het Bureau van de Faculteit, en het
daarmee samenvallende verlaten van het
Poortgebouw, is het feit dat ook de D.S.K.
een nieuwe kamer /al betrekken in het
Hoofdgebouw.

Nadat op vrijdag 12 september 1980 het
nieuwe Hoofdgebouw geopend is, zal de
D.S.K. op zaterdag 13 september 1980 dc
nieuwe D.S.K. kamer openen. De Kring /al
dit heuglijke feit vieren met het organiseren
van een Buitendag onder het motto
\'Opkikker\'. Programmapunten van deze
Buitendag zijn o.a.: Biervatrolwcdstrijd
(van het oude terrein naar de UithoO.
Politiehondendenionstratie, demonstratie
voltigeren, demonstratie 6-span en I O-span
Friezen, demonstratie windhondenrennen.
Open Dag Klinieken. Huisdierenkeuring en
een Wielerronde.

Deze Buitendag zal plaatsvinden op de
terreinen van de Faculteit in dc UithoF
Tijdens deze dag zal ook het Fotoboek
"Herinneringen aan de Biltstraat"
gepresenteerd worden (zie rechter kolom).

Het bestuur van dc Diergeneeskundige
Studenten Kring stelt zich voor te
recipiëren ter gelegenheid \\an dc opening
van de nieuwe D.S.K. kamer van 17.00-
19.00 uur in de nieuwe kamer in het
Hoofdgebouw.

Fotoboek: \'Herinneringen
aan de Biltstraat\'

De Diergeneeskundige Studenten Kring is
van zins ter gelegenheid van het verhuizen
van dc Faculteit der Diergeneeskunde van
de Biltstraat naar de Uithof dc meestal
goede en nostalgische beelden en indrukken
van de oude terreinen cn gebouwen aan de
Biltstraat in een fotoboek, getiteld
\'Herinneringen aan de Biltstraat. \'s Rijks
Veeartsenijschool-Veeartsenij kundige
Hoogeschool-Faculteit der Diergeneeskunde
1821-1980" te verzamelen en dit boek dan
uit tc gaan geven, zodat deze heelden voor
dierenartsen, studenten en personeel de
herinnering aan de oude faculteit wann zal
houden.

Dit fotoboek, in linnen gebonden, zal ^
120 foto\'s van de onderwijs- cn
kliniekgebouwen aan dc Biltstraat cn
indrukken van praktica. colleges cn
studentenactiviteiten bevatten. Het boek zal
worden gepresenteerd bij de feestelijke
opening van het Hoofdgebouw in dc llithof
op zaterdag 13 september aanstaande.
Wij hopen dat de uitgave van dit boek bij
vele dierenartsen de goede herinneringen
aan hun studententijd een extra dimensie
zal geven en wij stellen dierenartsen dan
ook gaarne in de gelegenheid een
exemplaar van dit historisch overzicht in
foto\'s tc bestellen.

Oin een overzicht tc krijgen over het aantal
te drukken exemplaren, daar het ccn
eenmalige uitgave betreft, stellen wij het erg
op prijs ecn indruk te krijgen van de vraag
van afgestudeerden naar dit boek. De prijs
van het bock zal / 25. bedragen en u
kunt een exemplaar bestellen door

-ocr page 537-

overmaking \\an dit bedrag / 4.75
verzendkosten op girorekening 271994 t.n.v.
l iscus D.S.K. Biltstraat 172. lltrecht onder
vermelding van \'Herinneringen aan de
Biltstraat\'.

Wij willen u er nogmaals op wijzen dat het
otn een eenmalige uitgave gaat en dat ook
hier geldt \'op is op\'.
In de veronderstelling dat dit fotoboek,
nostalgische beelden van de oude
studententijd in een leuke vorm gebundeld,
in een behoefte zal voorzien verblijven wij
met gevoelend van de meeste hoogachting
jegens u.

nainens het D.S.K. bestuur
H\'///i Krcnwr en Toon Mecsier.s.

Contact Student — Praktijk

(it\'uclui\' /\'raciic i. Leden van de
K. S. .\\l.v. /).,

Wegens hel uitblijven van een stageperiode
in de studie Diergeneeskunde en wegens een
dreigende afschaffing van de sludenlenhulp
bij de MKZ enlcampagnes dreigt het toch
al spaarzame contact lussen studenten en
praktizerende dierenartsen in den lande in
de toekomst nog meer verloren te gaan. Dc
enige weg via welke in de lockomst contact
mogelijk zal blijven is hel \'meelopen\' van
studenten met een prakticus. Dit "meelopen"
geschiedt momenteel vrij veel. maar een
tekort daarbij is dat de student op deze
wijze slechts een beperklc indruk krijgt van
hel praklijkleven. n.1. alleen van die
praktijk(en) waarin hij meeloopt.
Hel is voor een student, die bijvoorbeeld
zijn contacten in hel Noorden heefl. niet
eenvoudig om dergelijke contacten in hel
Zuiden des l ands le leggen, waar de
praktijken toch duidelijk anders zijn
opgebouwd, zodat ook daar een indruk van
de \'praktijk\' verkregen kan worden. In de
overtuiging dat dit contact met de praktijk
de veterinair student ten goede komt. richt
ik mij tot u met het volgende:
Zoudt u. Praktici (Irote en of Kleine
Huisdieren, indien u bereid bent zo nu en
dan een veterinair student door middel van
\'tneelopen\' een indruk te geven van uw
praktijk, uw naam en adres willen
doorgeven aan de Diergeneeskundige
Studenten Kring, opdat de Kring zodoende,
ten bate van haar leden, een lijst kan
samenstellen van dergelijke
■meeloopadressen\'. Een student, die gaarne
wil meelopen in een praktijk, kan dan. na
het inzien van deze lijst in de D.S.K.
kamer, contact opnemen met de betreffende
prakticus, en. indien het de prakticus
uitkomt, een afspraak maken.
In de hoop dat door middel van deze
■meelooplijst\' het contact tussen student en
prakticus in de toekomst geïntensiveerd kan
worden, verblijf ik. met gevoelens van de
meeste hoogachting jegens u. en teken ik.

Lv^oDIID

namens hel Bestuur.
Ueen Gelling. D.S.K. hl Praeses.

Diergeneeskundige Studenten Kring. Biltstraat
172. Utrecht.

tel. Ü.1()-7I.S544 toestel 2-S4.

Na ± LS iuli: Yalelaan I. De UithoL Utrecht.

tel. ().3()-.S.1467S.

Het hestuur van de Diergeneeskundige Studenten
Kring is dagelijks te bereiken tussen 12.00 en
I.LOOuur.

-ocr page 538-

[LüQo

Personalia

Als lid van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde meldden zich de
collegae:

Berg, H. S. van der: 1980; .1572 I.V Utrecht, Corn. Houtnianstraat (i.
Drent, O.: 1980; 89.1.1 CiG Leeuwarden. P. Stuyvesantweg 72.
Eggen, A. A. S.; 1980; 3581 WN Utrecht, Wagendwarsstraat .18.
Mentink, G.
J.; 1980; 2.151 HA Leiderdorp, Emmastraat 17.
Pelt, Mej. J. van; 1980; .1572 TM Utrecht, Krijtstraat 55.
Vermeer. J. A. M.; 1980; 5087 BG Diessen, Laarstraat 10.
Vink, W. .1.; 1980; 3581 X,l Utrecht, Eikstraat 27.

Als lid van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde heelt het Hoofd-
bestuur aangenomen:

Griesen, H. W.; 1980; 9411 AE Beilen, Esweg 111.

Heijden, G. T. ter; 1980; 7009 MH Doetinchem, Cieert Grootestraat 4L

Kolk, F. R. van der; 19X0; 3818 BL Amersfoort, Kapelweg 161 B.

Als Kandidaatlid van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde heeft
het Hoofdbestuur aangenomen:

Mej. Y. Piters, ,lachtlaan 52-54, 73LI CV Apeldoorn.

Amerongen. J. f\'. van: 1971; 6525 ZM Nij-
megen, St. Annastiaat 404: tel. (080) 442672
(privé), 5507.14 (prakt.); p., kl. huisd.
Anierongen-Overgaauw, Mevr. C. L. van:
1973; 6525 ZM Nijmegen, St. Annastraat 404;
tel. (080) 442672 (privé), 550734 (prakt.);
p.. kl. huisd.

*Bavinek. G. A.: 19X0; 3554 ,XH Utrecht,
(ieuzenstraat 7: tel. (030) 445705; wnd. d.
"Breur. G. J.: 19X0; 3572 EN Utrecht, Gild-
straat 26; d.

Briis. Prof. Jr. I). II. J.: 1947; U-1954: Box-
tel; dir. (i.v.D. prov. N.-Brabant; O.D.N.
Burgers. /... 197X; 6372 AR Schacsberg. Pic-
tcrsstraat 27; tel. (045) 315292; p.
Bussink. ,/. n.: 1941: f.cidscbendam: i. V.G.
en i. V.D.; O.O.N.

nerksema. A. I-.: 1978; 2595 EN \'s-Graven-
hage, Wilhelminastraat 85; tel. (070) X53129;

d.

Doorn. A. ./. van: 1947; Deventer: tel. (05700)
24971 (privé), 224.14 en 29XX6 (bur ).
*nreni. O.: 1980; 8933 GG Leeuwarden, P.
Stuyvc.santweg 72; tel. (05100) .50616; wnd. d.
"Eggen. A. A. .S.: 19X0; 35X1 WN Utrecht,
Wagcndwarssttaat 3X; tel. (0.10) 516715; wnd.
d,

\'Engelse. Mej. E. ./. ,/.. 1980; 3583 .IR
Utrecht. .1. W. Fri.sostraat 11; tel. (030)
513796; wnd. d.

"Eshuis. /.. H: 19X0; 7.591 XP Dcnckamp,
Veldkampsweg X; tel. (05413) 202X; p., a,ss.
bij B. .1. F". Föwik en F. Zwanenburg.

Adreswijzigingen, enz,:

177

177

179

1X7

1X9

1X9

1911

193

196

196

I9X

2110

202 "Eernioni. P. A.: 19X0; 3563 SE Utrecht,
Marowijnedreef 51; tel. (030) 612167; wmd. d,

20X Grie.sen. II. H\'.: 19X0; 9411 AE Bellen, Es-
weg 111; tel. (059.10) 4X97 (privé), 2371
(prakt ): p., ass. bij G. de Weerd. (toevoegen
als lid).

213 Haizmann. H.: 1977; 9334 TL Peest, Zuid-
veldigerweg 3; tel. (0592X) 3632.

214 Heijden. G. I. wr: 19X0: 7009 MH Doetin-
chem, Geert Grootestraat 41; tel. (0X140)
40224 (privé), (0X345) 1742 (prakt.); p.. ass.
bij P. N. Beenen, .1. de ,long, A. .1. M. Met/.
P. .1. M. Stroomer, H. W. F. Swart en F. M.
V. d. lol. (toevoegen als lid).

214 * Hellehrekers. L. ./.: 1980; 1391 HM Ab-
coude, Winkeldijk 39; tel. (02946) 1719; wnd,
d.

214 "Helmond. J. P. G. J. van: 19X0; 5721 WK
Asten, Hindert 2; tel, (04936) 1.109; wnd, d,

304 Herschel. .Mej. I). A.: 1976; Starkvillc, Mis.
.197.59 (U.S.A.); tel. (601) 323X5X3 (privé),
(201) X870522 (prakt ); p., ass. bij H. M. S.
Smith.

216 "Heuvel. H\'. C. M. van de: 1980; 35X1 SZ
Utrecht, Vlierstraat 17; tel. (0.10) 521556;
wnd. d.

219 Hoogendiik. ,/. /„; 1975; 8051 PG Hattem,
Pr, Beatrixlaan 6; lel. (05206) 1X56; wnd, d,

225 "Jel.sma. A.: 19X0: 3571 AL lUrecbt, G,
Bromlaan 50; d,

229 Kiestra. ,/., 1965; Nijensleck; lel, (05212) 2382
(privé), 1424 (prakt,).

232 Kolk. E. R. van der: 1980; 3818 BL Amers-
foort, Kapelweg 161 B; tel, (033) 18560; wnd.
d. (toevoegen als lid).

Tijd.uhr. Diergeneesk.. deel 105. ajl 12. 19X0
KONINKI I.IKi; NEDERLANDSE MA ATSCH API\'LI VOOR DIERGENEESKUNDE

-ocr page 539-

[LODo^

THEATER PRODUKTIE VAN HET
GELDERS VETERINAIREN
CABARET OP VRIJDAG 10
OKTOBER 1980 IN DE
SCHOUWBURG VAN ORPHEUS
TE APELDOORN.

Apeldoorn

J\'ai deux amours
cës! la vache en de boer.

omdat zijn trammelant en een hond die niet meer blaft

aan veterinairen weer altijd werk verschaft.

Genezen is zijn plicht en zijn grote verlangen

zonder daar dan eens even \'de beest\' bij uit te hangen.

De honger naar wetenschap wordt overdag op liet congres gestild

door bekwame figuren, door een ieder bijzonder gewild.

Maar de avond van Vrijdag k om t een groep aan het k letsen.

die over ons vak in fortissimo een beetje gaat schertsen.

Mild kritisch wordt alles op een rijtje gezet.....

door het Gelders Veterinairen Cabaret.

De Congrescommissie.
AANVANG21.00UUR.NOGVELEPLAATSENBESCHIKBAAR.

254 * Soort. T. P. M.: 1980; .14.16 EB Nieuwegein.
Burchtdrilt 12; tel. (0.1402) 409.15; wnd. d.
*Pell. Mej. ./. van: 1980; .1572 EM Utrecht.
Krijtstraat 55; tel. (0.10) 712418; wnd. d.
Rienk.s. ft. G.: 1970; Brebbia ( Varese. Italië);
tel. (0.1.12) 770206 (privé). (0.171) 744,16 t. 2.1
(bur.).

266 Roov-van l\'ier.s.sen \'trip. Mevr. A. S. E. de:
1977; 2541 SZ "s-Gravenhage. Coevorden-
straat 452; tel. (070) 666261 (privé). 66776.1
(prakt.); p.. ass. bij .). A. .longebreur en P.
Kraaijcnhagen.
27/
Sehröder. .Mej. S.: 1979; 5684 NH Best.
Oirsehotseweg 11.1; tel. (04998) 4205; p.. ass.
bij K. M.L. Böhm. .A. van Dorsser en M. G.
A. Gloudemans.

258

m

*Sneijder. H. R.: 1980; 3572 H.I Utrecht.
Poorstraat 14 bis; tel. (0.10) 717982; wnd. d.

276

-ocr page 540-

27H *Slolp. R.: 1980; 3572 VH lllrecht. Bollen-
hofsestraat 5; d.

283 Tjehhes. /.. E.: 1971; 3241 GR Middelharnis,
Prins Hendrikstraat 2; tel. (01870) 2313
(privé), 2966 (prakt.); p.

286 *Venselaar. Mej. W. T. M.: 1980; zie; Maass-
Venselaar, Mevr. W. P. M.

287 * Verheilen. Mej. ./. H. E: 1980; 3581 EN
Utreeht, Mgr. v. d. Weteringstraat 126; d.

287 \'Vermeer. .]. A. 1980; 5087 BG Diessen,
l.aarstraat 10; tel. (04254) 113 (privé), 666
(prakt.); p., ass. bij C. W. M. Augustijn,
H. A. M. Elsinghorst, J. A. H. van Lieshout,
M. J. J.
V. d. Linden, P. J. J. A. Schröder en
H. Vaarkamp.

289 *Vink. W. J.: 1980; 3581 XJ Utrecht. Eik-
straat 27; tel. (030) 512621; wnd. d.

291 * Vries. Mej. ./. E. de: 1980; 35 14 E W Utrecht.
Kwartelstraat 32 bis; tel. (030) 731184; wnd.
d.

292 Vmusi. T. G. van de: 1972; 2596 I K
\'s-Gravenhagc. Drenkwaertstraat I3;tel. (070)
280996 (privé). 988580 t. 27 (bur.); k.d.; r.k.

306 *Hërkman. .V. E: 1952; RH 20-2QZ West
Chiltington (Palborough-West Sussex-Enge-
land). Carpe Diem. Crossway Park; d.

297 H illens. //. //. ./.: 1978; 1431 XZ Aalsmeer.
Rameaulaantje 20; tel. (02977) 26734.

297 Hille. J.: 1956; 2317 KT Leiden. Koren-
bloem 5; tel. (071) 143.^45 t. 13 (bur.); k.d.
(assoc. met G. J. Molenkamp beëindigd).

308/298 Hinnen. G. M.: 1973; 1251 HP Laren
(N.H.). Kromme pad 8; tel. (02153) 89519; d.

299 Wohers. S. /l. B. L: 1974; 1016 DG Amster-
dam. Raadhuisstraat 42 IV; tel. (020) 2.14187
(privé). 642094 (prakt.).

300 "Zijlmans. Mej. J. A.: 1980; 3731 ES De Bilt.
Park Arenberg 10; tel. (O.W) 760405; wnd. d.

308 Avan. J. de: 1968; Mosgiel (Nieuw Zee-
land). \'lirahanga Road. RD 2.

Overleden:

W. R. Hirschfcld tc Bergen (N.H.) op 31 mei 1980
H. de Ronde te Zeist op 14 mci 1980

Jubilea:

P. H. KIcinjan te Maasland
A. L. A. van Rees te Utrecht
Dr. C. J. van Nie te Leiderdorp
N. Diddens te Paterswoldc
Dr. J. M. Dijkstra te Leeuwarden
A. M. Nadorn te Velp (Gld.)
J. H. H. Cloudt te Wychen
Dr. G. Uilenberg tc Driebergen
H. .1. Nijsen te Weerselo
P. den Hartog te Borculo
A. .1. Veenemans te Hedel
Prof. G. M. Vogely te Groenekan

(afwezig) 60 jaar op 20 juni 1980
(afwezig) 45 jaar op 23 juni 1980
(afwezig) 30 jaar op 24 juni 1980
(afwezig) 55 jaar op 24 juni 1980
(afwezig) 55 jaar op 24 juni 1980
(alwezig) 45 jaar op 26 juni 1980
(afwezig) 25 jaar op I juli 1980
(afwezig) 25 jaar op 1 juli 1980
(afwezig) 25 jaar op 1 juli 1980
(afwezig) 25 jaar op 3 juli 1980
(afwezig) 25 jaar op 7 juli 1980
(afwezig) 25 jaar op 7 juli 1980

Voor het Dierenartsexamen slaagden:

d.d. 23 mei 1980

(ieslaagd cum laude\':

1 . P. M. van Noort

Geslaagd \'met genoegen\':

G. A. Bavinck
L. J. Helicbrekers
J. P. C>. J. van Helmond
Mej. .1. A. Zijlmans

(ieslaagd:

G. J. Breur
O. Drent

Mej. E. J. .1. Engelse

P. A. Fermont

VV. C. M. van dc Heuvel

Mevr. W. T. M. Maass-Vensclaar

H. W. Martin

W. M. Mestebeld

R. Stolp

Mej. .1. 11. E. Verheijen

W.\'j. Vink

Mej. J. I-. de Vrics

A. A. S. Eggen

A. .Iclstna

Mej. .1. van Pelt

W. R. Sneijder

d.d. 10 maart 1980;
Ci. J. Mcntink

KOMXkl IIKf NI DHU ANDSI- MAATSCHAPPIJ VOOR IH L ROL NHLS k (\'N Dl

518