D E
|
||||||
K O N S T
|
||||||
VAN DEN
|
||||||
O O R L O G.
|
||||||
JJ7?*(>nt<Lr/?£<;e.
|
|||
D E
K O N S T
VAN DEN
O O R L O G.
HELDENDICHT
IN SES ZANGEN.
BESCHRQFEN, DOOR ZYNE MAJESTEIT
PEN
KONING van PRUISSEN.
Unde Prius nulii velarunt tempera Mxife.
Lucret. Lib. I.
Naar het Frans gevolgt,
DOOR
J. van W O E N S E L.
|
|||||||
Lieutenant tcr Zee,
|
|||||||
T E AMSTERDAM.
By GERRIT BOM, Boekverkopcr, M D C C I X I X..
|
|||||||
AANDEN
DOORLUCHTIGSTEN VORST WILLEMdenV.
PRINS VAN ORANGE
EN NASSAU,
ERFSTADHOUDER
CAPITEIN ADMIRAAL GENERAAL
D E R
VEREENIGDE NEDERLANDEN,
E N Z.
DOOR-
|
||||
DOORLUCHTIGSTE VORST.
Indie n men tot deft eeriteil oorfpronk
van den Oorlog onder.'t Menfchdoni opklimt, zal men bevinden dat dc liefde tot cigenbehoud , a-llc bezielde wezens inge- fchapen, de broft van dezelvcn is, en uit deze neiging, de noodzakelykheid der Kfygskunde voor een Volk kunnen afleiderf. Wanneer dc Menfch door de onder- vinding leerde, dat de liefde tot hct wcU zyn , het eenige bewecgrad zyncr daden was; vcrkreeg hy de bekwaambeid, de gc- vallen te onderfchciien, in welkc een ge- meen belang hem op de hulp van zyn' even- menfeh kon doen vertrouwen. Ily verce- nigde zig in eene Maatfchappy, tcr gemee- ne verdediging van alien uiterlyken aanval, zo
|
||||
OPDRACHT ill
zo wel tegens de verflindende dieren, als te-
gen zyns gelyken, die hem trachtten te ont- rusten, om hun voordeel op hem te zoeken. A l s nu bevondt men dat de flerkte en 't
geluk van cenVolk niet alleen in de beflen- digheid van zyn verdrag j eh in de geregeld- heid en de ondcrhouding zyner wetten be- flond, maar ook daar in, dat het zich bui- ten 't bereik der geweldplegingen van ande* ten moest bevindenj Dit levendig gevoel wierdt een fterke
prikkel, en ontilak hun om zig in de konat tc oeffenen van hun eigen flerkte gebruik te maken; het zy om zig tegens den aanval te verdedigen, of anderen, die hen tot lasti- ge naburen verilrekten, met eenen goeden uitflag aan te vallen. Hen die hun waar be- ,lang het best kenden, zag men in deze konst het mecst uitmunten, en zig dikwyls ult de * 3 diep-
|
|||||
^tfc
|
|||||
iv OFDRACHT
diepte der vergetelheid tot de onfterfelyk-
beid verhcffen.
De Historien bevcstigen deze waarheid
door een aantal voorbeclden. Griekenland en Italien kunnen ons in dit opzicht tot een kragtig bewys dicncn. Deze Krygszuchtige Volkeren overwonnen door eene gcdurige « oeffening in deze Konst, niet alleen hunne naburen, maar alle de jflatcn van de wac- rcldt en vcrheftenzig tcntoppunt vangroot- heid en geluk, wclken zy behieldcn, tot dat zy door vcrzuira van deze Konst, in eencn pocl van rampen en elende neder gc- ftort wierden. Maar waarom tot deze Volken opge-
klommen, daar eene gebeurtenis, waar aan wy ons geluk verfchuldigd zyn, ons tot cen levendig voorbeeld kan verftrekken. Eene gebeurtenis die 't ftrelend gevoel van de vry- beid
|
||||
OPDRACHT. v
heid en den voorfpoed, die wy thans ge-
nictcn, in ons opwekt, en ons volkomen van dezc waarheid overtuigt. W a n n e e r hy, van wien wy onze hulp
en byftand in den nood nioesten verwach- ten , door cencn blinden yver gedreven wierdc, en ons voor altoos , van 't aller cdelfle dat de Menfch ontfangen heeft, trachte te bcrovcn, door ons met den gru- wclyken last van den gewetensdwang en on- dragclyke fchattingen te beladen; wierd een eider , zo wel hy die zig tegens dezelve aankantte als hy die zig aan dezelve on- derwierp, met een menigte allertreffendfle rarapen overllelpt, waar van men op't aan- denken een afgryzen heeft. De fbaat was van alle heil beroofd, de wanhoop was 't eenige dat hy gevoclde , en alles fcheen zyn' ondergang te dreigen. De Hemel hadt * 4 . een'
|
||||
Vi O P D R A G H T.
een' afkeer van alle deze gruwelen, en d^
Natuur hadt zedert langen tyd hare item te- gcns dezen dwingeJand verheft. AIs nu daalt ceneGoddclyke ftraalop Maurits neder, en bezielc hem met een meer dan menfehe- lyk bcleid en gadeloze dapperheid. Men ziet hem, door eenen nieuwe moed ontfto- ken, de Batavieren in de Krygskunst oeffe- ncn,' tot een voorbeeld aan geheel Europa Vedlrekken , en te gelyk het fchreuwend ongelyk, zynen uitmuntenden Vader ,• en dit Volfe aangedaan, wreken. Terftond neemt alios een andere gedaantc, en 't gekik en de voorfpoed worden veel groter dan ooit te vorcri. Welken toon zoude ik moeten aan- nemen ora deze onftcrffelyke daden, waar van wy thans de onvergelykelyke vruchten genieten, naar waarde te kunnen roemen! IVy zyn Cene erkentciiis aan dczelve ver- ichul-
|
||||
O P D R A C II T. vii
fchuldigd, die tot in de harten onzer laatfte
nakomelingen zal doordringen. Door het levendig gcvoel vari dczc on-
tegenfprekclyke waarheid ontftoken, en door de noodzakelykheid van de oeffening dezer konst, die ten alien tyden de Konirigcn en Volken ftaande gehouden hceft, onderneem Ik de Konst van den Oorlog, door den Held onzer EeuW in cen Helderidicht befchreven, Uwe Doorluchtige Hoogheid, die 'tKrygs- vvezen met eenen nieuwen moed bezielt, en een voorftander der konsten en wetenfchap- pen is, met alien fchuldigen ecrbied ter be- fcherming op te drageri: my vleiende met de hoop dat deze vertaling, alhoewel zy in ftyl en cierlykheid gantfeh niet by 't oorfpron- kelyke te vergelyken is, door Uwe Door- luchtige Hoogheid met een gunstig oog zal befchouwd worden, en aan vele leerlin- * 5 gen
|
||||
vni O P D R A C H T.
gen in den Oorlog tot een aanleiding kunnen
dienen, om zig in deze grondregelen der konst , die den roem der gehcle wereldt hebben weggedragen, kundig te maken, en hun den weg in deze moeilyke loopbaan waar in zy zig willen begeven gemakkelyker te maken. I n deze verwachting neem ik de Vryheid,
Uwe Doorluchtige Hoogheids Regering en Vorstelyke Familie in de Goddelyke be- fcherming aan te bevelen; en heb de eer my te noemen. DOORLUCHTIGSTE VORST.
|
|||||||
UWK DOORLUOITIGSTE HOOGHEIDS
ONDERJDANIOSTE EN GEHOORSAAMSTE DIENAAR. |
|||||||
J. van WOENSEL.
|
|||||||
D E
|
|||||
K O N S T
VAN DEN
O O R L O G.
»
EERSTE ZANG.
GY die op zekeren tyd door 't recht
der geboorte, den Scepter, 't zwaard en de weegfchaal onzer Koningen zult voc-r ren; gy het bloed der Helden, en de hoop van den Staat, Jonge Vorst, hoor na de lesfen eenes Krygsmans, die in 't Velt bet kwaam geraaakt, en in den Oorlog opge- voed, it tot den roera uitnodigt en in de war. pencil onderwyst. D e wapenen, paardcn, foldaten, en 't
A ge- |
|||||
„^6> *^/€rt&rd^> ^uz/ C/t<
|
|||||
, /pzn?:-T.
|
|||||
D e KONST
|
|||||||
2
|
|||||||
gefchut, kunnen geenzins alleen de eer der
Volkeren onderfleunen ; leer hun gebruik
en door welke grondregelen een krygsman
voortreffelyke cjaden kan verrichten. Laat
myne Zang-Godin u in dit gedicht, 't ta*
freel van alle de deugden der Helden, hunne
verkrege bekwaamheden, vleit, waakzamo,
dapperheid, en voorzienigheid affchetzen;
en door welk beleid een kundig Krygsman
zelfs de nauwe palen van de konst kan te bo-
ven ftreven.
Maar vermoed niet dat ik als een ge-
vaarlykc Dichter, die door de dodelykeoor-
logsbazuin in verwondering opgeblazen, door zyne dwaling ingenomen, uwe iloutheid
eenen blinden yver zal inboezemen. Ik Re\
u niet een' Attila tot een voorbeelt vooroo-r
gen, het is een rechte en eigenaartige Held,
een Titus, een Marcus-Aurelius, een Tra^
janus, die tot eer en voorbeelden van 't
menfchdom verilrekken; die zo wel door
deugd als dapperheid gekroond wierden; er\
die veel eer hunne lauwren van de overwin-
ning
|
|||||||
van den GORLOa 3
ping lieten afvallen, dan dat ze derzelver
roem door de ongerechtigheid zoudcn heb^ pen laten bezwalken! O weldoende vrede, engygelukkigeGe-
lei-Geest, die uit de hoogte der Heme!en voor de Pruisfifche volken waakc, wend dc bloedige verwoestingen, de raoordadige woc- de, de voor het ongelukkigmenfchdomver- fchrikkelyke plagen, van onze velden, fte- den en grenzen. Wanneer myne wenfchen in den Tempel der Voorbefchikking verhoord worden , gedoog als dan , dat dit blo'c- jend ryk voor altoos onder de vleugelen, uwer befcherming, de vrede mag genieten waar na het verlangt; dat de vergenoegde landlic- den , voor zig alleen onder hunne geluk- kige daken, den oogst van 't land inzamelen; dat Themis zig op hare rechtbank in geruft- heid bevindende, 'er de ongerechtigheid be- teugele en de onnozelheid befcherme; dat ©nze fchepen den boezem der wateren klie- vende, gene andere vyanden dan de win- den en baren te vrezen hebben; dat Mi- A a ner- |
||||
4 DeKONST
nerva op den troon gezeten, de olyftak en
't fchild in hare handen houdende, in onze raadvergadering voorzitte. Maar indien de trotfche heerfchzucht
van eenen vyand de heerlyke knopen van deze gelukkige vrede verbreekt; Koningen! Volkercn! wapent u; dat de Hemel u be- gunftige, uwe zaak voorftaa, en de onge- rechtigheid wreke. Hetftaataanuontzachelyken God, aan
u den God des flryds; my den loopbaan te openen, en myne voetftappen in dezelve te geleiden; en gy beminnelyke gezusters Go- dinnen van den Permesfes beftiert de woes-? te ruwheid myner item, maakt dat de ge- zangen van eenen ouden Krygsman zoetluU dend zyn ; maakt dat myne bazuin met den zagten toon der herders fluit overeen* flemme; door eene gelukkige ftoutmoedig* heid bezield, onderneem ik den God der overwinningen op den top van den Parnas- fus te plaatfen; en uwe voorhoofden met dreigende helmetten te wapenen. Myne hand
|
||||
VAN DEN O OR LOG. "5
hand zal geenzins de vervoeringen der min-
naars, hunne vcrmaken, hunne imarten, hunne kuriftgrepen , hunne liefkofingen, nog voor de Helden verachtelyken, en met hunne harten ftrydendc zwakheden affchet- fen; laat de verliefde Dichter Nazo in zync zagte dwalingen de bekoorlykheid van den God die zyne onheilen veroorzaakte affchil- deren; en de bevalligheden voor zyne vleijen- de gezangen gevoeJig zyn, ik zal u niet dan ysfelyke voorwerpen voor oogen ftellen. Het is de Blikfem die Vulkanus in zyne branden- de werkplaatfen onder de Etna door verdub- belde flagen fmeedde, dezen verfchrikkelyke blikfem die wanneer hy zig in den hand der Helden bevindt, op de eene tyd in 't he- vigst van 't gevecht door de geledercn been dringt, en in alle tyden 't noodlot der Sta- ten uitmaakt. Het is 't uitwerkzel van 't wreed wapentuig dat in Baijonne, door ee- ne nieuwe woede uitgevonden wierd. Het zyn de vereenigde pogingen van 't vuur en't ftaal die in de oogen eens vervaarden eene A 3 dub-
|
||||
f DeKONST
dubbele dood voor oogen ftellen ; die ik
tot myne onderwerpen zal nemen. In 't midden van 't gevecht en van 't
bloedbad zult gy door eenen bedaarden Hel- den moed, de wanorder zien herftellen; en door deszelvs vaardige ontwerpen, de voor- befchikkingen zien aanvoeren, bevelen en aaneenfchakelen. Bevorens gy over deze floffehandclt
moet gy u met de eerftegrondbeginzelenbe- zig houden. Gelyk, wanneer een Arend zyne naauwlyks met veren bedekte jongen leert, hoe zy hunne vlucht in eenen har- den Noorden wind moeten inrichten, het wyfjezig inde lucht verhefFende dezelve op hare vleugelen draagt. Gy jonge Krygslieden die door eenen
dapperen yver brand, en bereid zyt in 't oorlogsveld door uwe daden uittemunten; gy 'die eene klagendc moeder ontrukt een nieuweling in den oorlog zyt; vleit u geen- zins dat gy met onfterfelyke daden een be^ .... :...... gin
|
||||
VAN DEN O O II L O G. 7
gin zult maken; begjnt zondcr fehaam -
rood te wordcn met dc geringfte beroe- pen; oeffent u geftrengelyk in eencn moei- lyken arbeid, en leert 't verfchrikkclyk gewigt van 't dreigende vuurroer dragen ; maakt u lichaam voor alle bewegingen buig- zaam, die de God dcr Krygslieden aan zy- ne zonen onderwyst; houd u onverzettelyk in uwe gelederen; ftilftaande onbewegelyk; houd 't oog op den Bevelhebber geveftigd, en weest voor zyne bevelen vatbaar; zyt aandachtig na zyne Hem, wanneer hy be- veelt moet gy 't ogenblikkelyk door gely- ke bewegingen werkftellig maken; leert uwe moordadige lopen laden ; nadert met fierc en grote fchreden , zonder uwe gelede- ren te doen waggelen, te open of te ver- breken; vuurt met plotons en neemt nauw- keurig uwe tyden in acht; zyt waakzaam en vaardig op de posten wier verdediging u toe- vertrouwd is ; wacht het teken af, trekt op zonder vertoeven; hy die niet weet te gehoorzaraen, zal nooit weten te gebieden. |
||||
8 I)e KONST
Aldus leerde Fink (*} wanneer hy zyn
moed oeffende de konst der Helden onder LoDEWYK DE BADEN.
D e foldaten zyn de eerfte raderen van de
benden die men in grote krygshopen by een zamelt, het zyn deze raderen die het Heir door eene gemeene en overeenflemmende beweging bezielen. Gelyk men om 't nodig voedzel te verzorgen, aan de pragtige water kolommen die Verfailles in zyn uitgebrcide omtrek bevat, te Marly een verwonderlyk groot werktuig opgerecht heeft, dat de Seine tot zyn flaaf maakt en over de lugt heerfcht; dat de flromen door honderde van pompen en raderen die alle te gelyk ieder hunne bie- zondere werking doen, in zyn gragten perst; maar wanneer een enkele klap van 't zelve flil blyft verzwakt, of van zyn gang raakt, 't geheele werktuig blyft Hililaan. Aldus moeten deze grote krygshoopen die door den roem geleid worden, met cenen buigza- men
(*) De Veld Marfchalk Fink geftor ven in't Jaar 173G. |
|||
va-n den 0 ORLpG. 9
jmen rnocd bczicld zyn; vermits de dapper-
heid die deze palen te biriten gaat onnut is; ■ en dikwyls door al te vaardige, te tragc, of te onzekere bewegingen, de latiwren die mve handen geplukt hidden, doet nedervalletf. Bemint dan de kennis van alle deze biezon- dere en geenfins onachtenswaardige dec- len; het is de eerfle trap die tot den roem geleid; en gy kuntverzekertzyn geenenho- gen ouderdom zonder eer te zullen verkry- gen. Soldaat gy zultfoldaten leren geleidcn, na vcrloop vanweinig tydzult gy eenbevel- Jiebber eener vermetelen benden zyn; en u van trap tot trap na de plaats verheffendc . waar heen mve plichten u geleiden, zultgy een talryk heir aan uwe wetten onderworpen zien; bcfchikt deszelfs gang, beflierd de§* zelfs vuiir, en leer het zelve in welke order een bataillon moet naderen, viiren, her* laden, ftilftaan, of zig op denvyandwer- pen. De flerke gefpierde en alle kloeke en
grotc Pruisfen, overwinncn hunne vyanden As in
|
||||
io Di KONST
in drie gelederen fhydende : dcrzelver me-
dingers die vol moed op hunne meerdere ge- lederen zyn, hebbenhun plaatsna cenogen- blik wederfland aan dezelve afgeftaan. Een bataillon moet altoos met een' gelyke flap voortgaan; het moet geenfins zyne helfche donder te vergeefs verfpillen, zyn verftaaldt voorhoofd moet met den gevelden banjo- net , den vyand verwonderen en tot den af- togt dwingen. G y moet de plaatfen die door 't vcrlies
uwer flrydbare manncn gemaakt zyn, weder door anderen aanvullen. Het zyn de Krygs- . lieden die de Dood. in de velden van Mars inzamelt. Om de eer van dit heerlyk krygs- volk flaande te houden, moet gy u zorgvul- diglyk flerke en kloeke mannen uitkiezen; Mars wil dat ze onder 't gaan met de aller- zwaarsten last beladcn zyn, zonder dat ze dieswegens hunne gelederen of vaandelcn rerlaten; wyl zwakker lighamen door afgc- matheid overwonnen geenfins't einden ecns geflrcngen veldtogt kunnen bereiken. Ge- lyk
|
||||
VAN DEN OORL O G. \tl
lyk in 't midden der bosfclien, de hoog ver-
heven eiken, den aanval der florin winden trotfeeren, terwyl de Noordewind de klei- ner ftaramcn der aan liunne zyden ftaande Dennebomen omvenverpt. Dus moetcn deze kloeke mannen, deze fterke Ieuwen, met welke men zyn bataillons voltallig maakt, gefceld zyn. Indien gy een zekcren roem wenfcht
te verkrygen, en na den naam van een be- rucht Kapitein haakt, moet gy 't vcrfchei- de gebruik der wapenen leren; en u in der- zelver behandeling bekwaam maken. In'de ftryd der Laphyten moet gy mede deze krygskonst die de Centaurus uitvond wetcn te vereenigen; leer de woestheid der paar- den bedwingen, laat een andere Pluvinel u limine gebreken aanw^yzen; op dat gy zc naar uw ftout begercn over de gragten kunt doen fpringen. M a a k uwe leden aan de zwaarte van 't
harnas gewoon; laat uwvoorhooft zignooit over de rimpels beklagen, die door den hel- met |
||||
12 D e KONST
met in 't zelve gedrukt zyn; vvyl de dapper*
heid zonder behendigheid zig vroeg of laat bedrogen vind, moet gy uwen arm in de behandeling van den degenbekwaammaken: die verfchrikkelyk wapen is vaardig in zyne • uitwcrkzelen, verfchrikt en vernield den ver- jQagen vyand: Mars heeft aan 't zelve zyne toeflemming gegeven, hy wil dat dit moor- dadig ffcaal, fnydende flagen zal toebrengen. Gebruikt nooit geen vimr te paard vechten- de, zyn ydel geraas verdwynt en befcha- digt niet: maar wanneer 't noodig is moet gyuwe ruitery van achteren verdedigen. Leer hoe u\v krygsvolk zig in de velden moet fcharen; fluit uwe geharnasten, en laat u flagorden wanneer ze zig niet ver van de an- dere bevind dezelfde uitgebreidheid hebben. Laat u door een bekwaam krygsman onder- rechten, op welke wyze deze krygshopen gezwinde bewegingen maken; hoe dat ze door hunne omzwenkingen met een opllag van 't oog anderen flanden aannemen, ver- laten en wederom andere aannemen ; zig . . fchie- |
||||
------■pg
|
|||||
VAN DEN OORLOG. IJ
fchielyk van de eene plaats na de andere
vervoercn, zig met vaardigheidvormen, op Verfchillende plaatfen met vlugheid werken op 't bevel hunner Bevelhebbers aandagtig en onderdanig zyn; den vyand op de vleu- gelen der winden aanvallen; en dezelve door hunne in een gefloten fchok, wegftoot, om- verwerpt, in de velden vervolgd, overwel- digt en verllrooid. Griekenland heeft het eerst onze
lauwren geplant; Sparte was de wieg , 't fchool der Krygslieden, aldaar wierd ecr- tyds de order en de kiygstucht geboren, en de regelmatigc fchikking der kiygfcharen was haar oorfpronk aan de Thebers vcrfchuldigt. Miltiades, Cimon, en gy wyze Epaminon- das, gy maakten Helden van de geringfte *nver foldaaten; de konst vervuldc't geen aan 't getal ontbrak; en de moed der geoef- fende krygskonft wreckte uw vaderland van de trotsheid der Perfianen. O dag van Selima! o dag van Marathon!
gy vere'euwigt de naam van Griekenland: Be-
|
|||||
•
|
|||||
14 D e K O N ST
Befchouw de Held, de Koning van MacedoV
nicn, hij geeft zync goederen ja zelfs zyn vaderlyk erfgoed aan zyne vrinden; maar ryk in hoop en moedig op zyne deugdcn, doet hy een aanval op de Peril anen, ver- flaat Darius, overheerfcht gantfch .Alia, en zyne flerke krygfcharen onderwerpen de Granique, de Euphrates en de Ganges. D e ontzachelyke Mars bragc zyne itand-
aarden uit de Oosterfche gewesten in den Roomfche Raad; dit uit kryslieden te za- men geitelde volk, dat op 't oorlogen be- bekoort was, Ieerde de wapenhandel van deze God zelve; het beftreed langen tyd zyne oorlogzuchtige naburen, en dwong het nood"- lot deszelfs ondernemingen te begunfligen ; ^ Hetrusques en Sabinus door dapperhcid van 't zelve overwonnen zynde, vergrootte hun- ne magt ondcr de rcgering hunher wetten. De Adelaar der legioenen fier op zynedacien nam een verheven vlugt naar andrre land- flreeken. Rome die de gelukkige navolger zyner raededingers was, zegepraalde over hen
|
||||
VAN DEN OORLOG. T5
hen wanneer het zyne voorfpoedige pylen
na dezelven wende; derzelver velden wier- den in onoverwinlyke fterktens verandert, en de Donauw beefde voor zyne oeveis, wanneer hy het .zelvc zag. Aldus zege- praalde Romen over de Germannen, over 't Iberien, over de ruwe Inwoonders van Engeland, over alle de konften der Grie- ken, over't einde der Karthagenienfers, over de verdedigers van de Pontus Euxinus, over de talrykc heirlegers der Gaulen, en over alle de itaaten waar uit de wcreld tc zamen gefteld was. M a a r deze in overwinningcn vruchtbare
krygstucht, die hun het toppunt vangroot- heid deed bereiken, vcrloor zyn luister on- der de regering derlaatlle Keifers. Alsnu verwoeste de Gothen, de Hunnen en de om- zwervende Gepiders die minder krygslieden dan gretige plunderaars waren, 't Ryk dftt aan hunne woede tenprooi over gelaten was; te vergeefs zogt Romen verdigers, en deze vermogenden ftaat, die zyn ondergang te gc-
|
||||||
i5 d e k o n s r
gemoct zag, beklaagde zig, maartelaat, d-
ver zyne oude krygstucht. D e z e konfr. die na een langen afneming
eindelyk gantfchelyk vcrloren ging, verrees onder den Groten KareldeVyfde we- der uit haar graf; onder deze beruchte krygs- held wierd Kaftellien krygszuchtig, en deed de Volkeren voor zyn dapper voetvolk, dat hy door de fchikkingen voor zyne geftrenge wetten onderdanig gemaakt had, bevreest zyn; maar hy verloor zyn verkrege roem in de velden van Rocroi. A l s nu werpen de Batavieren de fchan-
de van een verachtelyk juk af; door Maurits bekwaam gemaaktwordendezy- ne belediging te wrcken, leerde hy ze ftry- den en dienen; en verkregen door de gehoorzaamhcit hunne vryheid weder. Dit krachtig voorbeeld van dezen Groten Kapi- tein ontzwagtelde binnen weinig tyd de be- kwaamheden in Turenne; hy leerde de Fran. fchen de grote konft der Helden; de wyze. Koning Lodewyk begunfh'gde zyne ar- bcid
|
||||
van den OORLOG. i ?
beid, 't Krygswezen had als nu zyne wetten.
en zynen regel, maar tervvyl deze Koning zig aan zyn Hof bevond, vergat hy een jongcn Adelaar een teder bemindc zoon van Mars en van Bellona , 't was Eugenius de fteun des Kcizers Troon. Dessauw oef. fende zig in zyne jeugd onder dezen kundi- ge Krygsman, in de mocilyke konft van ftry- den, en de befcherm Goden der Ooflenryk- fche legers wierden met hem de Goden van de Pruisfifche volkeren. Z1 e daar hoe ten alien tyden de konst
die ik u onderwys de Koningen ftaande ge- houden en hunne regeringen onderfteund heeft; zo nu de krygstucht hier van de grondflag is, vvanneer deszelfs vermogen, dit uitgebreid gebouw onderfteund , kunt gy hare grootheid en noodzakelykheid aflei- den; en dat men ze alleen door de onder- vinding kan verkrygen. Ongelukkig zyn de leerlingen wiens verftrooide zinnen zonder zig in alle deze trappen bekwaam te maken, dezelve willen te boven ftreven! Aldus was B de
|
||||
18 DeKONST
de jonge vermetele Phaeton die zynen vader
noodzaakte zynen wagen een dag aan hem te lenen, zonder dat hy deze voor hem to- meloze paarden wist te belluuren, nog dat de weg die hy door de ruimte der Hcmelen moest nemen aan hem bekent was; hy neemt de teugels van den Zonne-wagen in de hand, dwaald langs onbekende en gevaarlyke wegen, word door den Blikfem uit de on- meetbare ruimte gcflagen, en in de gronde- loze diepte der Zeen nedergeftort. Verme- tele vreest dus mede 't lot dat u dreigt, Phaeton verloor door zyne rukelofe flout- heidmaaralleen hetleven; maar wanneer gy tevroegden luisterryke wagen van Mars be- flierd , gedenkt als dan dat de gantfchc ftaat in uw lot een deel raoet neemen. # * *
* * *
|
|||||
D E
|
|||||
D E 19
K O N S T
VAN DEN
O Q R L O G.
TWEDE ZANG.
Wanneer de affchuwelyke Twee-
drachc in de hel hare verblyfplaats, zig de ketenen afrukt, en op deze wereld verfchynt, wanneer haar gegil hare flangen aanhitst, wanneer zy haar verflindende fak- kel zwaijende, de vonken over de daken der Koningen verfpreid, en het vuur hun- ner gefchillen met eenen giftigen adem aan- blaast: bannen de verwaantheid, nyd, en partydighoid , de vrede en billykheid uic B-- 2 hun-
|
||||
«^p^mmm
|
||||
2J& <z>/Cr<&04> CO/ Gue?*ir€i.
|
||||
so D e K O N S T
hunncvergsderingen; als dan field dewraak
hare firelende aanlokfelcn aan dezelve roor oogcn , en alle hunne gcfchillen worden door 't geweld beflist. II e t wangedrogt door dczen eerften goe-
dcn uitflag aangemoedigt, en nog dorltcnde na het reets vcrgoten bloet, rocpt doorzyn gefchreeuw den oorlogs Duivel en de wrede plagen die alle Itervelingen doen wanhopcn tot zyn hulp. Als nu opencn zig dc tuighuifen van
Mars; de wallen worden met 't dondrerit metaal voorzien; 't geflagc ilaal zugt op 't zware arabeelt, en de lugt is met zwavelen vette dampen bcfmet; dc Steden waar inde gclukkige inwooners de vermakcn dcr kon- llen en wetenfchappen gcnieten zynrnetfol- daten, werktuigen, en wapcncn gcvuld; de byeengezamelde krygslicden vcrlangen na den wapenkrcet; de krygszuchtige bazuin ' weergalmt in de lugt en men wacht alleen naar 't einde van dc winter, om 't bloedig oorlogstonneel te openen, Hetj
|
||||
. . . ...... ... ... ... - . -
|
||||||
VAN DEN OORLOG. 25
M e t vermaaklyk jaargety waar in de Go-
din van Cythere, aan de gehelc natuur de licfde doec inademen , en de ftervelingen die een gcruste vrede gcnieten zig aan ha- ren brand ovcrgeven , vertoont voor de moedige harten niet dan gevaar; maar de rocm hceft 't zclve voor hnnne oogcn ver- borgen. Zo dra de lugt verzagt, de fneeuw verfaielt, in zilver blanke lokken van de toppen der bergen afrolt, en door vcle om- wegen in de beken langs de valeien loop!:; zo dra de met verfchillende bloemen vcr- cierde weiden hun kortelings uitgefproten gras aan de kudde aanbieden; zo dra 't groe- ne koorn onze velden verfraijt; en de Bloem Godin de Lente aan 't menfchdom verkon- digt; fnellen de te vore bereide krygslicden. tegens de ongelukkige flagcn der wraak, de verfchrikkelyke uitvoerders der Koningen, om zig in 't veld van eer te verzaraelen, en brandende van yver hunne dapperheid te do en uitmunten, verlaten ze de fchuilplaats der daken om die van 't dunne doek weder B 3 aan
|
||||||
^
|
||||||
22 D E K O N S T
aan te neraen; himne verfchrikte naburen
aanvaarden den oorlog, en de velden die door de landlieden verlatcn zyn , warden thans door vreemde handcn bebouwt. D e z e krygszuchtige benden vergaderen
zig in ecne voor hun aangeweze plaats om zig aldaar op eene gelykc hopgte in hopen te legeren. Zo dra men de legerplaats uitgekofen
heeft; ziet men de pleinen, huifen en pa-
leifen van deze grote Stad affchetfen, bouwen
en in weinig tyd opgerecht; deuitmimtend-
fte van den ftaat houden 'er him verblyf in,
de arbeid gaat 'er voor af, hy vcrheft zyne
daken zonder hulp van kalk of fteen; ieder
foldaat is 'er een bouwmeefter; en deze be-
wegelyke Stad word door die Bouwkonile.
naars gemnakt, vervoert en wedcr opgeflagen.
D e van alle tyden hoog gcachte weten-
fchap zyn leger wel teplaatfen, iscenkonst
diQ veel vlyt en bekwaamheid vereifcht,
Indien gy uw heir door uwen zorg in ee-
ne zekere legerplaats wilt neerflaan; moet . gy
|
|||||
■™
|
|||||
van den OORLOG. 23
gy uw ontwerp op onfcilbare kenmerken
gronden; en een gocd gebruik van de ver- fcheidc gefteltenisfcn van \t land maken. Op zommigcplaatfenontmoetgy fbeilc hoog- tens, op andere valeien, velden of doorge- fnedcn landen; ze kunnen u alien in ver- fcheide tyden en gelcgcntheden van nut zyn ora 'er uw legcr mede te dekken; uw lot hangt van deszelfs plaatfing af wanncer gy u in den ftryd begeeft. U w e benden zyn een lighaam waar van
gy het hooft zyt, gy moet voor 't zelve denken en zyne poging opwekken, werkcn als het rust en waken als het flaapt; het Is in u dat alle deze Krygslieden hun vertrou- wcn ftellen, hun lof is aan uwe voorzienig- heid overgelaten, beantwoord door uwe be- kwaamheid aan hunne wenfchen; dc foldaat verwacht van u alleen zyne zekerheid. Wan- neer gy uw geluk willende beproeven na het gevecht verlangt, legert u als dan in de vlaktens op dat 'er niets zy dat uwe bewc- gingen kan verhinderen; plaats tot uwe vei- B 4 lig-
|
||||
5+ De KONST
ligheid cenige benden aan het voorfte ge-
deelte , en plaats 't leger niet ver van de- bosfchen of rivieren. In inv Heir, dac op dc plaats die 't met
konst en omzichtigheid beflaat en in twee ryen gefchaart is, moet het voetvolk in 'c midden en uwe uitgclczenfte Dragonder ben- dens op de vleugelen geplaatst zyn: zy die met plot on s den doodfteek gcven zyn het lig- haam van den flryd, uwe ruitery zyn deszelfs armen, die zig van weerszyde moeten kun- nen uitflrekkcn, en oplettend na de midde- len hunner verdediging zyn; gy moet ieder krygshoop tot de vcricheide werkingen waar toe 't na de gefteltcnis van 't land bekwaam is doen 'dienen, in eene ftrydige gefteltenis kunnen zy geenzins 't ooginerk bereikeu waar toe hune pogingen ingerigt zyn. D e z e dappere Centauren, wiens vlug-
ge loop de aarde onder hunne afgerechtc voeten doet verdwynen, en gehele wolken van llof in de lugt opheft, kunncjii in berg- . achtige. landen geenzins op den vyand aan- val-
|
||||
van den OOR LOG. 25
vallen. Wat mv voetvolk betrefr het is on-
vcrfchillig hoe de geftcltenis van 't land zig bevind, het zy bergen, engtens, bosfchen heuvels, of weiden; het doorloopt de vel- den met grote en trotfche fchreden, 't bc- klimt de bergen en verfchanfingen , en 't fcan in alle plaatfen waar in men in een ge- vecht ingewikkelt kan worden, met even- veel voordeel op den vyand aanvallcn als zig verdedigen. Gelyk wanneer in de Lente eenonftui-
mige. wolk een vervaarlyk gedruis maakt; oogenblikkelyk uit zyne donkere zyde de verfchrikkelyke hagel, weerligt, en.blik- fem uitbraakt, de koornairen omverwerpt en vernielt ; aldus werpen deze kloekmoc- dige krygslieden hunne dappcre Lvyanden door vuurftromen ter neder. W a n n e e r gy een volkome ondervin-
ding gekregen hebt, zult gy de zvvakke zy- den van uvv leger weten te onderfteunen; waneeer gy derzelver toegangen door een bofch, rivier of moeras befchut, zullcndc- P> 5 ze
|
||||
26 D i; KONS-T
^e uwen verwarden vyand uwe uiterilens doen
eerbiedigen. De Stier verlaat zig op zyne grootfche horens; werpt de leuwen, beren en paarden met dezclve ter neder. Hy is •raoediglyk na hunne ruwen aanval aandach- tig; hy gaat, ftaat en vliegt door 't ftryd perk, maar hy bied altoos zyn kop en wy- •gert zyne zwakke zyde. Trent dit gewigtig grondbcginfcl in uwen geest, hy die zyne zwakheid verbergt is een voorzichtig Krygs- man. De door 't verdichtfcl beruchtc held van Ilion, Achilles, was alleen aan zyne hiclen wondbaar, gy zyt het alleen in uwe zyden, geef haar een fleun of gy zou gelyk hy in dezclve kunnen vermeesterd worden. Het kan gebeuren dat de voorbefchik- 'king uwe zwakker tegenparty bovcn u verheft, wanneer de uitflagen tot u nadeel flrekken, wanneer hunne bcnden door een talryk ■aanvoer verraeerdert worden; als dan moet gy de hachclyke posten der open veldcn vcrlatcn, u een legcr plaats die tot de ver- •dediging gefchikt is uitkiefeii; en uwe bat- tail- |
||||
-.,..,„-..,-...
|
||||||
VAX DEN 0 0 11 L0 G. 27
taillons in digte bosfchen, op de toppen der
bergen, of agter een ftroom plaatfen. Be- halven dit moet u in deze posten een onbe- kendeweg tot eenenuitgang kunnen dienen; als dan volftrekt uw eigeh meestcr zynde, zal de vyand zyn moed die gy door uwe konst vruchteloos gemaakt hebt, te ver- geefs verfpillen. Leert nu hoe men de ftrydende in de
velden van Mars moet fchaaren : onder- ileund uwe verdedigings lyn door 't vuur, vult de openingen tusfchen uwe bataillons met uwen donder, wiens drygende flagcn het hart van de aanvallers doen verfchrik- ken. . P l a a s t de uitgelezendfte bendens uwer
geharnaste achter deze vuur en vlambrakers; indien uwe mede dingers na roem, door de cer ontftoken worden, door uwe linie heen dringen, en deszelfs manhaftigheid geweld aandoen, moet gy met uwe ruitefy op de- zelve aanvallen; hunne fnydende zwaarden moeten zig met derzelver bloet bevochtigen. |
||||||
■:
|
||||||
23 Be KONST
Aldus verleend 't gedienstig land > door
de konst van den Bevelhebber een zekeren toevlucht tegens een dringent gevaar; al- dus verbeterd de bekwaamheid hct fortuin; maar de voorzigtigheid is zeldzaam en de ftoutheid is gemeen. Varon was eenSol- daat, maar Fabius een Held. Gelyk de Athos , die zynen top tot
in de Hemelen verheft, de wolken door den woedenden Noorden-wind ziet vergade- rcn, aan zyne voet de ftorm winden hoort razcn , en zyn altoos heldere kruin, op welke zig de winden verbreken, de donder en zyn onvermogend geraas veracht; aldus ziet een Held vande hoogte zyns legersmet eenen koelen moed zyn ongunftig lot tro.t- feerende, de eidele woede zyner trotfche te- genparty, te vergeefs op hem verfpillen. Indien de God des ftryds uw zyne
gunften bewyst, indien eenige vonken van vernuft in uw uitblinken, zult gy overal Sterktens, en Burchten vinden, die geen- zins door de hand der flervelingen, maar door
|
||||
TAN DEN OORLO G. 19
door die der Natuur alleen gemaakt zyn; de
onkundige ziet.deze plaatfen zonder ze te kennen, maar de wyze voorziet 'er zig rae- de; en dit zyn meesterlyke daden. Aldus vcrdedigde de moedige Leonidas zig langen tyd, in eene fterke plaats met weinig foldaten, en een grote menigte eve trotfche als onbe- kwame Perfianen wierden door de maatrege- len van Termopyle's ftaande gehouden; Grie- kenland wist door zyne konst, Xerxes in de fnelle loop zyner luisterryke vooripoed te verbafen. Aldus hing 't noodlot, door de betwisting van de overwinning en van 't Ryk, en de overbrenging van 't gevaar, uit Au- fonien in Epire; van den afgod derRomei- nen, de zoon van Anchifes, de Helt van den Roomfche raad voor eenige tyd in de weegfchaal. De berg Dyrrachium op wel- ke de Romeinen gelegert waren, noodzaak- te Cezar, Pompeus te cerbiedigen; mees- ter van de hoogte zynde, zegepraalde de Raad, en Pompeus was overwinnaar, zon- der dat hy 't gevaar van 't gevecht hadmoe- ten
|
||||
3o D e KONST
ten uitftaan, maar al te gemakkelyk na de\
gebeden eener brandende jeugd gchoor gc- geven te hebben, vermoeid door zynen ar- beid, dapper en onvoorzichtig zyndc, had by nauwlyks zyne voordclige plaats verlaten, of Mars deed hem 't geftreng noodlot op den dag gevoelen 7 in deze eerfte flryd waar in Cezar Rome aan de onbepaalde opper- macht onderwierp. Gy Montecuculli die dezen Ro-
mein cvenaarde , gy de verdediger van 't Keizerryk en van den Rhyn, die door u ah een kundig Kapitein te legeren, de Fortuin tusfchen u en Turenne in evenwicht hield, zoude ik uwe onfterfelyke daden in dit ge- dicht kunnenvergeten? Ach! Marszalmy- ne Hem om dezelve te zingen met een niemv leven bezielen: komt jonge Krygslieden, ver- wondert u over de veldtocht, inwelkehy door zyne gangen en legeringen Duitsland be- fchermt, en door zig altoos in nieuwe pos- ten te vertonen, de Franfchen wederhoud en himne.verrichtingen trotfeerd; maar al- hoe«
|
||||
VAN DEN OORLOG. 31
hoewel cen legerplaats een prachtige Had
fchynt te wezen , moet gy geenzins ver- moeden dat hy zig onbeweeglyk houdt. • D e Ooiiog vereifcht dat men dikwyls an- dere ftanden aanneemt; men moet zyne fchikkingen naar den vyand inrichten, hem ovcral voorkomen , een engte bezetten, vaardig optrekken, zig van zyne voordelcn, voorzien, zonder verlies aftrekken, op zyn tyd aannaderen» en hem altoos door nieuwe ontvverpen bezig houden. Wanneer uit last van den Bevelheb-
bcr dc oudc legerplaats verlaten word; allc de krygsbendcn zig in ryen fcharen; welke in 't aannaderen zig in vier verfcheide hopen vormcn, waar van 't voetvolk zig in 't mid- de en de ruitery zig op de vleugelen plaatst, als dan verheft zig een wolk van flof onder hunne voeten in de lucht. D e vyand, die zyne krygszuchtige ben-
den , de uitgeftrekte velden in kromme bochtcn ziet bedekken ,. gelyk als eene af- fchuwelyke gewapendc en gehcel en al met fchil-
|
||||
32 Di KONST
fchildcn bedekte flang zig op de Afrikaan-
fche oevers vertoond, bceft van vcrbaast- heid op dit vcrfchrikkelyk gezicht, en ge- looft dat hy de dood met grote fchreden tot hem ziet komen. Wanneer gy in eene gefchikte orde
optrekt, en gereed zyt den ftryd te aanvaar- den, moet gy, op dat Bellona met vermaak haar gezigt op uw veftige, een fterke voor- hoede voor het heir plaatfen, gy moet dc- zelve nooit verlaten , maar weten te onder- ileuncn, vermits een vaardig vyand u over ' 't verzuim van 't zelve zoude kunne flraffen; dezc bende moet u tegens alle verrasfingbe- hocden, en u als de vuurbaek, die Mozes voorafging, dienen. Men heeft verfcheide middelen waar
door men zyn flagorden kan veranderen, in- dien gy u moet bewegen door uwe flanken •fe keren, dat de nood u aan de rechter vleu- gel of elders vereifcht; als dan moeten uwe twee linien evenwydig optrckken. Het lot kan zomtyds de ovcrwinnaars ver-
nc-
|
||||
van" den OORLOG. 33
nedcrch, C o n d e hecft zig verflagen gezien
Turenne heeft zyne ongelukken gehad; als dan moet men voor dit ftrydig nootlot wyken; achter uitdeinfende kan men zynert tegenparty misleiden $ hier in moet zig de konst der Bevelhebbers ter verwondering doen uitblinken; by moet zonder verwar* ring weten aftetrekken, hy moet zyn door krygsbende geleidde bagagie voor zyn verlies doen vertrekken, zyn leger door een goede achterhoede dekken, en zyne krygslieden, •terwyl hy de fiere toppen der bergen in be- zitting heeft, moeten de valyen in veilig* heid doorkruisfen* Dus wint deze Held een voordelige post
waar in zyne benden uitrustcn, zonder dat hy zj^nen naam hier door voor eenig gevaar blootftcld. Varius veronachtzaamde al te vcel de
zorg voor zyne Romeinen, wanneer hy over de bosfchen en over de bergen der German- lien trokj hy vergat deheilzameregelenvan de konst, zyn legerplaatfen waren onveilig, C zyn
|
||||
""
|
|||||
14 I> e K ON S T
zyn optochten vcrmetel, en geleidde zync
.jibldaten in yfelyke cngtens, waar in zy door Arminius overheerd wierdcn. De vreedza- nrc Augustus door eehe' rcchtmatige fraer- te over httn noodlot getroffeh riep in 't mid- dc van 't -gevoel dcrz;elve uit; O Varius! o Varius! geef my myne legioenen weder! Indiert hy dc Romcinen in hunne flandplaat- fen gezien had, zou hy veel eergezegtheb- tien onbekwame Veldoverfle , beflaat de hoogtens van Avelke de vyand u overmeesterd. Z i e daar wat de zekere grondbeginzelen van de konst zyn, gefchiktheid in de lege- ring, een welgepaste optocht, een voorde- lige post., een. fraije aftocht, beflisfen 't noodlot der Koningen en der Staten. »; Gy uitmuntende Krygslieden, de leids- lieden van den Staat, Icert'door myne verzen de wctten van de ilagordening-, en gaat van hunne befpiegelmg tot de werkdadigheid over; indien gy door eene zegepralende boog wilt gaan, -moet gy als een Annibal optrekken.? en u als eenen Fabius legeren. DE
|
|||||
i> e
|
|||||||
35
|
|||||||
K O N S T
VAN DEN
O O R L O G.
<i ~, ■ -
D E R D E Z A N G,
GY hebt met my de tuighiiizew van Marts
doorlopen. Het is voor ecn Jvrygs- man ?niet genoeg dat hy onder zyne trotfe llandaarden befchreven is; nog voor eenfol- daat dat hy alleen met moed bezielt is; in- dien hy als Mcester van zyne konst niet m X verheVcne haakt. Volg my in zynen Tempel: befchouw
•fin doorgrond de goddelyke verborgenthe- ,d£n die de menigte onbekent zyu ; verre € 2 van
|
|||||||
™t--*-~~~--
|
||||||
MCrrxlQpf**—
|
||||||
III.
|
||||||
36 © e K O N S T
van de bypaden die door 't gemeen bekro-
pen worden, moet gy u met eenen Wyzen en ftoutcn flap na 't heiligdom begeven. Ziet gy deze ongelyke, enge, methet
bloet derHelden beverwdeenmetafgronden omringde wegen ? ziet gy op deze bloedige rots, indewolken; deprachtigeuitgebreid- "heid van dit heilig Paleis ? zyn top is op den Olympus, verre boven de Zon verheven, het is de plaats alwaar de onflerfelyke Go- den hunne raadsvergaderingen houden; zyn metale grondvesten rusten op den afgrond. Te vergeefs wenden Alecton , de Twee- dracht, de Dood en de verfchrikkelykeWach- ters dezer ysfelykeverblyfplaatfen hunne blik- feroende gezichten na u; de roem befchermt u, en hare item roept u. Zy opent haren Tempel: treed vrymoedig met haar binnen. I k zie de kuisfche Zusters in 't voorplein
dezer geweide plaatfen; hare nutte bedryven blyven niet in de vergetenheid. Ik zie Urania, die met de pasfer in de hand de aarde en der- zelver oppervlakkige gedaante afmeet; en i i met |
||||
van den OORLOG. 37
met hare keurlyke tekenpen, ons alle de
Staten van de werelt in een klein beftek af- fchetst;ieder punt heeftzyne regelmatigheid €n ftand, zy heeft ons *l fpoor van't eene half- rond tot't andere aangewezen; S a n s o n en Vauban hare waarde gunftelingen, fcher- pen 't vernuft van de nicuwelingen in den oorlog, zy vertoond aan alle op krygskundige kaarten , de leggingen en ftrekkingen der landen, fteden, bergen en rivieren; 'zy wyst hun de fterktens die zy moeten innemen, of onbezogt laten; en de bekende wegen die men met een heir kan doortrekken. Verder ziet gy Calliope die de roem
liefkoost, en de daden der Koningen en der Helden verbreit; de jonge toehoorders die hun aandacht na haar ftem verlenen, worden door't verhaal hunner edele daden ontftoken; en wanneer deze Zang-Godin dusdanige ver- hevene ftoffe verhandelt, leert zyhun op wel- ke wyze zy uit derzelver goede maatregelen of misllagen hun voordeel moeten trekken. Z i e t gy de Zedekunde die met haar heer-1
C 3 lyk |
||||
33 D e K O N S T r
lyk gelaat, de laatdunkcnde Susters Van '£ *
Voorpleih verjaagt? ZyonderwystdeKrygs? lieden met eencn harden toon, de pligten van eer en van eene geftrenge dcugd; veiv wyst 't cigenbelang en de wreetheid, en Icert de mcnfchlieventheid in 'c midden der- affchuwclykhedcn; verfmoort dc flangen van de nyd in hare handen; en wil dat men zyn leven, alleen voor den Staat zal opof- feren. La at ons naderen; Eellona met het
zwaard in de handen, doet de metale deu,. ren op hunne duimyzers draijen; deze veiv bergen voor alle onbedreve Krygsiiedcn, de geheimen die dc God in zyn Heiligdom bevat, en alleen aan zyne gunllclingen die hy aan zyne zyde plaatst, bekent zyn. I n 't binnenile van deze door cen hcldcr
licht omringde tempel, vcrfchynt de God met al zyn luifter, op ecnen oneindig grotcn en blinkenden troon, die doordc vlcugclcn van 't vernuft in dc lucht onderftcund word, JVcvens hem ziet men de onvcrtzaagdc dap- per- |
||||
VAN DEN OORLO'G. JO:
perheid; dekoclemocd die zig zonder vrccs
in 't gevaar bsgeeft; de vlytige arbeid die nooit rust; de list die met een flinks gczigt en vruchtbare flreken, door hare vermommin* gen zig een hulp verfchaft, wanneer 't de nood vercifcht een ontleendegedaante aanneemt,efl als eenen anderen Protheus ontfnapt en wedcr verfchynt; ende verbeelding met hare flo'n* kerende oogen, die door een goddelyke vuur waar mede zy hare zwakke zyden verdedigt met eene grote vaardigheid duifende uitmun- tende ontwerpen fmeed, vormt en tekent, welke door Pallas nagezien worden. > Veel verder ziet men hct ondoorgron^
delyk en getrouw geheim, met neergeflagcn oogen, en eene befcheide. gelaat; het houif de duim van verborgentheid op haren mond, dit is de vertrouweling van Mars en is vari alles wat hem betreft onderrecht. D e troon is omringt met eeuwige-Iiauw'-
ren, die hy zelve aanbied aan de llerfelyke Halve-Goden, zyne ware gunilelingen, die hunne rocm waardig zyn, en hunne zege- •■ » • C 4 praal |
||||
4o D e K 0 N S T -
praal aan de pogingen van 't vernuft onder*
worpen hebben. Gy. kronen der Helden, het zyn uwe bekoorlykheden, die de Krygslieden in de ysfelykheden van denftryd voeren en alle andere hartstochtcn in him vcrdooft. In deze luisterryke en met zcgetckens
vereierde Tempel , in welke Mars naar zyn goedvinden het Jot van 't menfchdom befchikt, ziet men tusfchen twee meta- le kolommen , de ftandbeelden van de zo-» nen van Mars, die de volkeren welke zy door hunne handen overwonnen hebben, vertreden. Aldaar zyn de twee zo dikwils by el-r
Zander vergeleken Helden die door verfchei- de trappen tot de eerfle waardigheid geklom- men zyn; de overwinnaar der Perfianen, en die van Pompeus, dp aerde weergalrnt nog van hunne namen; aldaar verfchynt M i l- TIADES, ALCIBIADES, CiMON,PaU-
I-UsEmilius, Quintius, Fabius,
£cipio} vcrder ziet men , Hendri^ |
||||
YAN DEN O ORLOG. 41
be Grote, CoNDe, Villars, Tu.
RENNE, MONTECUCULEI, DE B Ar
DE, Anhalt, Eugenius, de geluk^
kige Gustavus Adolphus, en dien Groten Keurvqrst, aldaarziet meneen keurlyk en kortelings uit de handen van den beelthouwer gekomen beelt, wiens hooft met onfterfelyke palmen bekroont is; het is de beruchte Sax de Held der Fran- fchen, dien de dood met hare pylen op zyn bedt nedervelde. Komt jonge Krygslieden ziet hier de
pndervinding die de kundigheid door hare onvermoeide arbeid verkreeg ; haar hooft is met gryze hairen bedekt, hare krom ge- bogen leden voelen den last van hare jaren, haar met lidtekens en wonden bedekt lig- haam trotfeerd de geweldenaryen van de al vernielende tyd; by alle bedryven, en op alle plaatfen tegenwoordig, pnderreqht zy de vernuften van al het geen hare ooge ge- zien hebben. Zy zal u in de Punifche oor- log doen zien, door welke daden S c i p i o C 5 k<h
|
||||
4i D e K ONST r
Rome in Afrika behoedde, hoe hy Annibal
in 't verfchrikt Karehago lokte , en hem lioodzaaktc hem in zyn vaderland te beflry- den; een Veldoverfle die minder bekwaam- heid en minder vernuft bezat, en zig ver- genoegde de Aufonifche velden te hulp tc zyn gekomen, zou misfchien de Staat be- fchcrmt, maar niet -gewroken hebben. Wanne-er de twecdragt de meeftercs
van dc wereldt ontrus:te, wicrdcn de ver- fcheidc gedeeltens van dezelve in Helden vruchtbaar. Ziet de onvcnvinnelyke Ser- t o r i u s, die op zyncn tyd nadert, en zom- tyds achteruit deinft ; zig door de Iteun der Iberifche rotfen in veiligheid field, en de krygszuchtige dapperheid der Romeinen wederilaat. Dus ziet gy hoe een gelukkig vernuft, dat de bekwaamheid van de konst bezit, het geval buiten het noodlot van den oorlog weet tC'fluiten! Een vieriger maar minder wys en bckvvaam Krygsman, zoude veiligc fehuilplaats die hem dc geflekcnis der bergen verzorgdc vcrlatcn,- en zyne in de ' •'- den. |
||||
VAN" DEM OORLOG. 4->
den talryke mededingers die door dc voor.*
fpoed en Pompeiis geleid wierden , opge- zogt hebben, Hier ziet gy den groten CoNDe den
gelicfde zoon van Bcllona die de kroon van Frankryk in veiligheid ftelt; hy moest de al tegedurige voortgangen eencs gelukkigen vy-. ands, door luisterryke daden te keer gaan. Op deze voor Spanjen en Frankryk beflis-. fende dag, deed de ftoutheid van den Ilelc nicer dan dc voorzichtigheid zou gedaan heb- ben ; een omzichtiger en minder flout Be- velhebber zou deze gewichtige Hag niet ge- waagt hebben; de door den befchroomdc Franfchman verfloute Spanjaard, zou zyn voorfpoedig geluk, tot voor Parys vervolgt hebben. Ziet hoe vreemde vloten uit het binnen-
fle der Noordelyke landftreken alwaar de Winter heerst, op onze zecn naderen. Zy voercn Gustavus en't noodlot van den Staat met zig, de tweedracht der verdcel- dz Germinnen trckt hem na zig; en word. ccii
|
||||
44 De KONST
een al te gevaarlyke fteim voor verdrukte
volkeren! Hykomt, en heeftziggewapend ens de dvvinglandy waar medeWenenhet vrye Duitfche ryk dreigde. Gustavus vestigd zig op de oevers van de zee, die hem altoos een open haven in Straalzund aanbieden; aldaar, is hy altoos in veiligheid het zy het noodlotzyneftoutheidbefchermt, of dat het hem zyn wangimst doctgevoelen, hy is altoos van den byitand zyner verdedigers verzekert, het zy omzyn geluk behulpzaam te zyn of zyne ongelukken te wreken; hy nadert als overwinnaar, 't geluk vergezelt hem, hy doorloopt, verlost, onderwcrpt Duitsland, en herfteld een menigte beledig- de Vorsten in hunne bezittingcn; hy is een ontzachlyk Befchermheer van hen die hy gewroken heeft, en bedient zig van zyn roem om zyn verborgen doelwit tc bereikcn. Indien de rampzalige Schik-Godin, zynen loop in 't midden zyner overwinningen niet weerhouden, en zyne voorbcfehikkingen af- gefneden had, zou het Ryk twee meesters te
|
|||||||
■pm
|
|||||||
■ in
|
|||||||
VAN DEN OORLOG. 4$
te gelyk in zynen boezem gevoed hebben.
Beschouwt alhier Eugenius en
zynen ftouten veldcocht, wanneer Lombar* dyen zig onder het gebied van Frankryk be- yond , diende de Alphen dezen Helt tot ee* nen weg, hy trekt, en vliegt overdezelve en verlost Turin; Marsin die een altegrot'e omtrek verdedigde, zag zyn volk aan alle kanten tot de vlucht genoodzaakt; door de- ze daad alleen, geeft deze vaardige over- winnaar het bedrukt Italien aan zynen onver- mogenden Keizer weder. Volgt deze Eugenius in deHonga-
rifche velden. Hy gaat in zynen optocht door de velden langs de Donauw, belegert Bel- grado, en word op zyn beurt in zyne ver- fchanfingen door den Turk belegert, hy ver- volgt zyne werken, en befluit de plaats, maar Eugenius veracht de vermetele floutheid van den Vizier, hy laat hem door eenen nieu- wen arbeid naderen, en vergunt hem de tyd over een beek te trekken; als nu werpt zi£ deze zoon van Mars zc-nder bedenken op den- zeU
|
||||
46* De K ON S T *„■
zclvcn,zyngcharnaften vallcn ftoutmoedig op:
denzelven aan, allcs vlucht voor zyne voeten; de Turk door vrecs bevangen verlaat de vol* den van eer, en laat Belgrado aan zyneii overwinnaan UitmunTende efl Waardige fchini-
men, komt uit de Elifeefche velden, ver- laat ora onzent wille 't oniterfelyk vaderlant der Hemelen, wend een vaderlyk gezicht op uwc nakomelingen » en onderwyft uwe kin- dcren ill de konft die u deed overwinnen ; Kinderen dezer Helden, ik geef u geen on- bekende Krygslieden maar uwe voorvadercn tot meefters. Edelmoedige Keurvor^t* zyt
gy het dien ik zie ? uwe Volken verbrciden nog dagelyks uwe dadcn; hct is door hun jammerlyk geroep, en klagcnde ftemme, dat gy de oevers der bebloede Rhyn verlict en dat de Elbe u haaftig tot zyn hulp zag fhellen* De Staat was aan tygers en gieren tot
een roof overgelaaten, de trotfche kinderea der Gothen verwoeflte onze landen, zy vei> brand
|
||||
van den O O RL O G. 47
brandde onzc aan de plundering ovcrgelate
fteden Wrangel die op zyn geluk dathem geene moeite gekofl heeft hoogmoedig is, be- geeft zig tot de ruft in't vcrtrouwen van de zc- kere bezitting zyner zegepraal ; hy word door de blikfem op den kant eenes afgronds uit de flaap gewekt, een wrekende en voor ons gimftige God verfchynt; kornen, zien, en z-egepralen was 't werk van, eeweu cnkclen dag; de Zweed door deze fcbieiyke tcrug- komft verwart, en door dezea- nicuwcu Ah tide in zy-nc kgerplaatzen verraft, kant zig te vergeefs tegens zynca iiicllea loop; oFer- bellinfche velden gy zyi ge tin gen van zyne grote daden, gy zag cat de Zwccdichc Sol- -daten aaflgetafl: en verflagcn wierdcn. < Gelyk> wannecr de allcrhoogfte cer-
fcyds zyne wraak oeffcnde, en de trotsheid yan een volk in hunne Legers flraften, de yerdelg Engel de Philiftynen verfloeg. Al- dus en zelfs veel groter in zyne gelukkige voorbefchikkingen oeffcnt Willem in de- ze dagen die Eyaen roeai te bovenitreven, de
|
||||
4S 15 e K 0 N S T
de goedcrtierenhcid in 't midden, der over'-'
winning en vergeeft aan Homburg, wiens onvoorzichtige yver * door de dapperheid Verleid, den ilryd aanvaarde ^ hy bewyst zy- ne genade aan zyne krygsgevangenen en aan deze trotfche benden de wrede plagen eex nes hopelofen ftaat;dezelfve yver waar rne-^ de hy aan de gene die hy kan ftraffen gena* den bewyft, ontfteekt hem om ze uit de lan- den die zy Verwoestte te Verbannen ; hy jaagt hunne verfchrikte benden op de vlucht en dwingt hun zig weder op de zee te bege- ven, die hun te voren overgevoert had. Zyne daden worden door andere ach-
tervolgt, Pruisfen roept deze Held tot zyne hulp,' in plaats dat de barheid van de winter eri de met ys bedekte ftromeil hem moeften weerhouden, vergezellen zy zyne ftoutheid en Thetis ziet op 't gerugt dezer verhalen, gehele heirs over hare verhstrde wateren ver- voeren; hy komt, zyn enkele naam maakt de vyanden vervaart en brengt hunne Ongebon- de woede in verwarring; hy komt,' is over* win-
|
||||
van" den O O RL 0 G. 4£
winnaar, alles vlucht voor zyne voeten, en
wreekt zyne Staaten zonder Slag te leveren* De^e Held die eene onfterffelykeroem bchaalt heeftj moet u$ Voedfterling van Mars, tot eeh voorbeeld dienen; oeffen il zonder ophouden gelyk deze KeurvorsT in de kennis der vericheide landen waar in gy uwe krygsbenden geleid; uwe ontwerpen be* ftieren is inve aanflagen vervullen, de ver* beclding is dikwyls onvoorzichtig; vormC nooit alleen uw ontwerpen, en weet al 't geen de vyand u kan tegenkanten u voor oogen te ftellen; uwe ontwerpen zullen altoos kwa- lyk flagen < indien gy voor uwe nooddrufU niet gezorgt hebt. D e z E Kdning die de twee uiterften van 't
hoodlot beproefde, zou geenzins de vruch- ten eener negen jarigen voorfpoed verloren hebben, indien hy zyn heir niet in dorre en Onbebouwde landftreken geleid had, waar in hy door den Czaar verzwakt, uitgehongerE eh vcrflagen wierd. Schoon de in de lucht verborgen blikfem
D met |
||||
So D e K O N S T
met zyne flralen op den verrastcn vyand nc-
derftort, moet gy altoos gereed, en vaardig maar nooit vermetel zyn; gy hebt nog veel te doen , denkt dat gy niets gedaan hebt; zyt met te vrede met mve allergelukkigflevoor- fpoed, voor dat een volkomen uitflag alle uwe ontwerpen beantwoord. Gelyk, wan- neer de oneindige wysheid van God, die uit den verwarden chaos dc wereld fchiep: het Heel-al metzynen adembezielt,enovereen- komflig vond met't groot ontwerp dat hy zig van 't zelve gevormd had. * * * * *
* * * *
* * *
♦
.■ ■
D E
|
||||
D E 51
K O N S T
VAN DEN
O O R L O G.
VIERDE ZANG.
Wanneer in de yzere eeuWj waarin
de ondeugd geboren wierd, de ftoutheid van de fterkfte de plaats van de gerechtigheid beklecdde , omringde men de kortelings geftichtte Steden met muren; weinig tyd daar na bouwde het gezag der Koningen burchten, om zig hunne weder* fpannige burgeren te onderwcrpen, men ver* hefte nieuwe flerktens en verfchanfingen op de toppen der bergen en by de vereeriiging X> 2 der |
||||
.......
|
||||||||
S
|
||||||||
IV.
|
||||||||
__£> ^/vrtrae/ (a &u&r?*&.*&£*:.
|
||||||||
'
|
||||||||
$2 De KONST
der flromen, en men omringde *de grenzen
met dreigende werken. Gclykdebriesfchen- de lceuw floutmoedigiyk de ysfelyke toeflel zyner dubbele rei verflindende tanden aan den verfchrikten Moor vertoond; aldus trot- feren de verfterkte grenzen van eenen ver- rnogenden ftaat, de vereenigde \voe,de der vyanden, en vertraagen hunne brandendc neigingen door zyne fterke bolwerken. D e Oorlog was ten alien tyden de eerfte al-
lerkonften; zy had haar kindsheid en hare voortgangen; Griekenland en Aufonien waren de eenigfte die dikke muren en hoge torens uit- gedagt ha'dden om hunne magt te verzekeren; zy verdedigde de muurbreuken van dezever- hevene plaatfen door het gebruik der flingers of het fchieten van pylen, en vermorfclde de foldaten der aanvallers met fterfen; wan- neer men deze dappere verdedigers van na- by befloot, en de muren door verfchrikke- lyke rammen omverftootte, lieten zy pik, fteenkolen enandere brandftoffen op 'twerk- tuig vallcn, de aanvallers wierden ondanks hun-
|
||||
van den O O R L O G. 53
hunne fchilden met doodelyke pylcn door-
wond; en de Veldoversftens wierden dik- wyls door hunne vruchtelofe pogingen ver- moeid, en vol Tpyt genoodzaakt dezen on- nutten arbeid te ftaken. I k zal u niet van de beruchte belegering
fpreken, waar in Priam en zyne ongclukki- ge zonen het leven verloren, ik eerbiedig de Dichtkundige asfche van Ilion, en deze veldflagen die op de oevers van de Scaman- dre gelqvert wierden; dit zo fraaj door Vir- gilius gezongen onderwerp, zou myne ver- zen van haar mannelyke terns thaftigheid be- roven. Z i e hoe Romen zig bezig houd om Sy-
racufe in te nemen, en hoe Marcellis al zyn dapperheid en list in 't werk Held 0111 deze muuren door eenen onvermoeiden arbcid te overmeesteren; zie aldaar hoe Archime- des zyne aanvallen krachteloos maakt, de overblyfzcls van de Stad en van de torens herfleld, de werktuigen der Romeinen ver- brand, en hunne voortgang verhindert. D 3 Mar-
|
|||||
o
|
|||||
54 De KONST
Marseille dat tot heden door zyno
fterktens nooit overweldigt was geworden, en de herhaalde aanvallen van Cezar afge? weert had, wierd eindelyk door hem die door langdurighcid afgemat maar op zyn geluk ver- trouwde, door hulp van Neptunus vermees? terd. De bclegeringen der Ronieinen die alle langwylig en moordadig waren, verhin- • derde de voorbefchikkingcn van de allerbe- ruchtite krygslieden. L a n g e n tyd na Cezars dood ontrukta
de oorlogs Duivel, den blikfem uit de han- den van Jupiter; alles is in deze konst door dezen nieuwen donder verandert, 't metaal braakt helfche klotcnin delugt, die zigmet een grote kromte tot in de hemelen verhefT fen, en door hun zwaarte in het nedervak len de hevigheid verdubbelen , de fteden omverwerpen , cnVanneer ze in flukken barflen, uit hunhe wrede zyden de dood uitwerpen. Wel haast zag men de bolvverken met
't moordadig gcfchut voorzien, dat met een ysfe-
|
||||
o
|
|||||
van den OORLOG. 55
ysfclyk geraas, en met eene fnelle vluchc,
in 't zelve oogenblik dat 't oog de wcerligt ziet te voorfchyn komen, den vyand met een klomp yzer treft; dat door bun verfchrik- kelyke kogels de muren verbreekt en door verdubbelde fflagen de bresfen gebruikclyk maakt. Dit wonder van de konst dat voor onze
tyden befpaart, en door de God des ftryds rirt de belegeringen goedgekeiirt is, word uit houtskool, zwavel, en falpeter gemaakt. Zedert dit geheira ;by ons bekent ge-
worden is, heeft het verfland, datzeerryk in toevlucht en vinding is, de Steden vcr- dedigt zonder torens op te bouwen; als nu vermeid men 't verfchrikkelyk uitwerkzel door vecl vernuftiger hinderpalen. Gy roemruchtige Vauban, degunfte-
ling van God Mars, voortrefFelyk fchryver der hedendaagfcheVesting-werken, laatuwc fchim voor onze jonge Krygslieden verfchy- nen, leert hen door welke moeiten en kunst- •grepen gy de Vcstingen van Frankryk tegens D 4 de
|
|||||
$6 D e K O N S T
de armen der Duitfchers en 't gcfchut der
Engelfchen beveiligt hebt; en opwelkewyv ze uwe kundighcid deze wrede verdedigin- gen heeft weten te vcrmenigvuldigen. Deze den grondbeftrykende, begravcn
en verdedigde werken, zyn nooit door 't van verre aangedreve vuur befchadigtkun- nen worden; zy zyn op zekere afflandcn met fleunmiiren voorzien, en met diepe gragten omringd, de bolwerken beftryken hunnenaastbygelcgene,en drajen zigfchou- derswyze na de kficl; in 't midde van de gragten voor de gordynen, zie ik de met veldftukken beladen ravelynen ; deze door zyne kundige hand gefneden werken, betwistcn de grand door ecnen anderen wal; rondom deze werken is in een veel groter uitgebreidheid de am trek die de vesting dekt, verheven; eerst heeft men de gragten, ver- volgens de verdekte weg, dande ftormpalen die zig met opgerechte hoofden laten zien, en eindelyk de bloedige glacis, die door de moed verdedigt worden 5 en het tonegl L van
|
||||
,„_.,, ,
|
|||||
van den O 0 R L O G. 57
van 't gevecht en van 't bloedbad zyn,
Welke nutte werken, en verwonder* lyke toevluchten heeft de menfch uit de konften getrokkcn die hy aan zyn vcrnuft onderworpen hecft! wie zou op 't gczigt van de vestingen van Frankryk niet dcnken dat allcs in de konst van verdediging uitgc- putwas? Neen, gcloofhetniet, befchouw de onderaardfche werken, en gy zult al 't ysfelyke dat de Hel in zig bevat, metde woede van 't menfehdom vereenigt zien; deze glacis bevatten afgronden onder uwe voeten, de vlam en de falpeter wachtcn na hunne flagtoiFers, om uit de aarde uit te barsten, endewallen met wapenerf, bloct, lyken en verfpreidc leden te bedekken. Ondanks alle deze werken, en alle
dezeverfchrikkelyke voordelen zyn de Ves- tingen ten onzen tyden niet onneembaar; deze vernuftige konst, dc ftcun der verde- digers, wapent derzelver aanvallers meteen gelyke hulp; het belegeren heeft zyn gere- gelt beleid , een ervaren en wys Bevelhebber D 5 baant
|
|||||
58 DeKONST
baant zig dwars door alle deze gevaaren een
vrye weg, en omringt de Vestingen met zy-r ne talryke krygslieden; indien hy voor de haghelykc ontwcrpcn zyner vyanden be- yreest is , of dat ecn ftoutmoedig en be* kwaam Veldovcrfte zyn leger zou durven aan- tasten en de Had te hulp komen, word de aarde bcdolven, alle zyneitrydbaremannenmaken zig verfchanfingen; zy die van Mars met grot? hoedanigheden begaaft zyn, befluiten hunne lynen in eene cnge plaats, de kanten van de loopgraven moetcn door de foldaten verdedigt wordcn, men moet te gelyk de vyand met ge- weld-aantasten, en een groot getal krygs- volk tot ftpi toevlucht befparen. . Leer hct zwakke en 't fterke der Ves- tingen kennen, en wend uwe zorge en uwe ftoutmoedigheid tegens dezclve ; gy moct uwe toevertrouwde fchat bewarcn, omzich- tig metde meet-lyn, rycn pasfer in dehand voortgaan, lange en evcnwydige lynen in dc velden graven, en door vele omwcgcn tot aan de voet van dc Vesting nadcren. Als
|
||||
VAN DEN O ORL OC 59
Als dan braakt 't metaal zyn verfchrik-
kelyke blikfem, en de vernie]de bolwerken worden binnen weinig tyd inpuinhopen ver- andert; de donder die van deze fterktens op u uitfbhoot, hcbt gydoen bedaren en genood- zaakt uvve flagen te eerbicdigen; de vyand die zig in de bedekte weg zonder fchuilplaats bevind, bezwykt door de wederom fluking van den kogel die hem van ter zyde door- rygt. Als nti bevind gy u op de bedrieglyke glacis wiens verborgen vuurbrakingen de fchrik inboezemen; in deze plaatzen moet gy de peilflok gebruiken, de meinen aan al- le kanten ontdekken en doorgraven, voor eene door den yver al te hevige en onvoor- zigtige yver befchroomt zyn , uwe folda- ten befparen, u langzaam haasten, en be- vorens gy iets verder onderncemt moet de on- dermyner met moeite delven en boren, laat de ondcrgraving uw bevorens door juiste we^ gen in veiligheid op de voet van de glacis geleidcn. Om geenzins de eer van eene bri- gade in de weegfchaal te ftellen, moet gy uwen
|
||||
6o It IONS?
uwen aanval aan de voet van de ftormpalenbe-
velen, wanneer gy nu van dezen bloedige grond volftrekt meester zyt, moet gy 'er terftond uwe metalen donder laten brengen; door deszelfs verdubbelde flagenflorten h\m- ne muren neder, en door de hulp van den ondergraver waggelen hunne bolwerken; men dempt de gragten door eenen onvermoei- den arbeid, en de wrede ftormlopingen wor- den door anderen achtervolgt. Dikwyls hebben de moedigeKrygslie-
den in deze ftryden, de Vesting vermces- rerd door de vluchtende te vervolgcn. Al- dus deed de geweldige Franfchman wan- neer hy zig in 't gevecht bevond, Valence voor de raagt van Lodewyk bezwyken. G y moet op uwe Soldaten agt geven en
dezelve bedwingen; de leuwcn nog tygers zyn niet onmenfchelyker dan hy, wanneer hy vol woede de vluchtende vcrvolgt; in- dien gy zyne onftuimigc wreedheid niet be- ftierd, zult gy hem die na de plundering gretig, en zondcr krygstucht tomcloos is, door
|
||||
VAN DEN O ORLOG. 6l .
door zyne woede ten toppunt van buitcn*
fporigheid gebragt, en zig met moorden en gruweldaden bezwalkt zien. Een wreed Veldoverlte die de plunder
ring, de vervvoesting, de-buiteniporighedcn toelaat en't bloetbad gedoogt, zal, al had hy de gehele wercld overwonnen, zyne lauwreil in zyne handen zien verwelken; en alle de ftemmen die zig tegens hem verecnigen, zullen zyne bedryven vergeten , en zyne wreedheden verfoejen. De vclden van Mars wcergalmde de
naam van Tilli, hy dievoorden Adelaar der Keizers llreed; maar een donkere wolk verduifterde deszelfs roem, en zyne naam wierd in den Tempel van 't Geheugen uit- gevvifcht; de beklaagelyke Item van 't bloe- dig Maagdenburg vereeuwigt zyne fchande en geenzins zyne daden. Krygslieden, herinnert u deze af-
fchuwelyke fchildery , indien myne hand deze moorden en djt bloedbad affchetst, is
|
||||
6i Ds KONST
is het alleen om u een afgryzen voor dezc gru*
weldaden in te boezemen. Men fpreekt met ftrelende woordenvan
vrede tegen de inwoonders, hunne oprecht- heid word onmiddelyk door deze hoop ver- leid, T i L L i brengt hun onder de bedrieg- lyke aanlokfelen van een valfch verdrag, in de armert van de rust; en Morpheus ftort- te zyn heulfap over dezelve. De wagt had zig gerust in 't gras op de flerke bolwerken, die hun verdedigen * uitgefpreid ; andere hadden de vestingen verlaten en zig na huis begeven; een blinkende fchim ryst uit de duistere gewesten, en bied hun de olyftak van de Vrede, men omhelst en vertrouwd zig op dezelve, alles word veronachtzaamt, alles llaapt, maar Tilli waakt, en fchikt zyne benden. Ply voorkomt de dageraat, en nadert de vesting; de wrede Ooftenry- ker beklimt zonder wederftand de van ver- digers ontblootte wallen; Ach! ongelukkig Volk dat u door een fchim laat verblinden, 't ver-
|
||||
van den OORLOG. 63
*t verraad nadert, komt, dc vrcdc vlucht,
de dood, de ysfelyke dood, verfchynt in deze duisternisfe, en bedekt de ftad met zy- ne dodelyke vleugelen; de beblocddc razcr- ny, en hare akeligc woede, wapenen limi- ne overwinnaars met helfche zwaardcn;en laa- ten de bevende natuur ende vertoorndellc- mel te vergecfs in de lugt met zynen dondcr ra-» zen. Niets weerftaat T1 l l i en zync tomeloze foldaten, die brandent en verwocd aan dc on- gebondentheid , moort, en wanbedryven overgegeven zyn; zyflaan, plunderen, ver- nielen en doen deze muren met't blocd dcr burgeren ilromen. Tilli die wcgens zynen goeden uitflag
trots en verheugt is, vergezelt hun wrecd- heid, hy is de eerfledie zepleegt; zyover- weldigen de huizen, brcken in de Tempc- len, zelfs de allerzagtfte volgt hunne voor- beelden; nog hy die hun wederftaat, nog
hy die hen ontvlucht, kan 't ftaal dat hern vervolgt met ontgaan; 't kind dat aan's moe-
ders borst op hare boezem omgcbragt word
valt
|
||||
64 £> t K O N S T
valt en fterft mcthaar; de vadcr die zyri
kind verdedigt geeft den geest zonder dat hy zyn verrooorde kinderen kan wreken, waar men zig keert of wend ziet men niet dan ysfelyke voorwerpen ; deze verwoede en voor het fmeken ong^evoelige wangedroch* ten, flachten zonder wroeging drie hondert bevcnde gryzaards, in eene heilige maar op deze tyd onnutte fchuilplaats. Men zegt, dat vcrfcheide fchoonhcden
om zig 't ftaal van deze goddelofen te ont- trekken, in de dood een barbaarfche toe* vlucht zogten, en in de bebloedde Elbe hun leven eindigde. Maar welk affehuwelyk Schouwtoneel
Vertoond zig voor myne oogen ? Waar gaat gy wreedaars ? Welke ongehoorde razerny ? Wanfchepzels, waar heen brengt gy de- ze fakkels ? Gy zyt Duivels maar geen Heldcn. Ongelukkige Stad! gy ondergaat het zelfde lot als Trojen, de vlam vertoond zig reeds boven uwe Paleizen de brand ver- meerdert, en overwind in weinig tyd; men hoort
|
||||
VAN DEN OORLOG. 6S
hoort aan alle kanten een ysfelyk gekerm,
van hun die door 't ftaal vernield of door de: vlam vertcerd worden; o misdaaden! o woe- den !waar vande natuur een afgryzen heeft! Gel.yk , wanneer men de brand en de kwel- lingen der Helle affchildert, dit afgrysfelyk toneel, deze duiftere afgrond, alwaar de hoop totdeallergeringfte toevlucht ontnomen, 't ongelukkig Menfchdom aan de woeden ten prooi overgegeven, Voor altoos tot ver- fche'de ftrafFen vefwezen $ en met blakende! beulen, en ysfelykheden omringt is. Al- dus en veel verfchrikkelyker vertoonde zig, o Maagdenburg, uwe dodelyke overblyfze- len;gy hebtgene inwoonders, muren, tem-< pelen nog fchuilplaatfen meei t, de vlam die £ig in de lugt verfpreid, verligten uwe overblyf- ■ «* zelen. Deze bloejende Stad die door de kons- ten en de vrede zo luisterryk gemaakt was, wasi ria 't verfchrikkelyk ongeluk dat het in deze tiagt ondergaan had, niet anders dan een puinhoop, waar in de door 't bloedbad afge- matte foldaat, zig in zyne moord en plun- E 4e-
|
||||
66 De KONST
dering kon verblyden; en de affchuwelyke
oevers van de Elbe die van dcze verfoeily-* ke plaatfen wcg vluchtte, waren enkcl en alleen met bloedcnde lyken bcdekt. Was Tilli gelukkig, wanneer hy de-
ze Stad overmeesterde ? de brand Beroofde hem van eene nutte overwinning; Maag- denburg was een graf van affchuwlykhe- den, dat hem, door zyne uitcrmaten woede in 't daglicht te ftcllen, en hem een menig- te lyken te vertonen, met de rechtmatige wraak des Hemels fcheen te drygen. |
|||||||
DE
|
|||||||
D E 67
K O N S T
VAN DEN
O O R L O G.
•VYFDE Z A N G.
La at Pallas die u In 't veld van eer
roept, die u door alle de wegen tot den roem geleid, en Helden voor alle jaar« getyden maakt, u door myne verzen j hare voorziehtige lesfen voorfchryven , op dat gy op 't einde der Veldtocht in uwe winter- kwartieren, de eer niet verliest, die gy door uwe wapenen verkregen hebt. Wanneer de koude winter, met zy-
he gryze hairen, de winden in de holen van E 2 Eehrs
|
||||
.........
|
|||||
.
|
|||||
—&>Z-yvr^^&ctL L/zt&r'?^. /7n-:V^
|
|||||
0fc . D e K O NS T
Eolus ontketeht, en de flormende Noorde-
wind devyandvan denZuiden-wind, hetfryk van Pomona en van Ceres komt beftormen; wanneer de met y» en witte nevel bedekte bo- men , de bekoorlykhedcn hunner bladeren en vruchten verloren hebben; wanneer de bevro- re ftromen onbeweeglyk zyn, en de talryke kudden de dorre wyde verlaten; en einde- ]yk wanneer de legers die zig op de bergen Bevinden,de geftrengheid van't barre Noorde gevoelen, zyn de Krygslieden genoodzaakt hunne tenten te verlaten en eenige tyd hun- ne zegepralende loop te flaken; ondanks de yver waar mede zy bezielt zyn, bevinden de van byde zyden door de winter ontwa- pende Bevelhebbers, zig genoodzaakt een veilige fchuilplaats in de huizen te zoeken, en hunne van den anderen afgezonderde krygshopcn, in de Steden te beiluiten. De foldaat die aan den. arbeid opgeof-
fert is geweest, moet gedurende de winter gen veilige rust genieten;. vermits de gedu- fige vermoejingen hem verzwakken, en ein-
|
|||||
.
|
|||||
VAN DEN OORLOG. 6p
-eihdclyk alle zyne kraehten verflinden; daar
-de konst hem tegens alle verrasfing kan be- fchesmen. Den vyand die u zou willen ontrastcn,
moet gy door grote krygshopen, die zig al- toos gereed houden, afkeren; de opletten- de wacht van verfcheide posten, moeten het hooft eener fterke keten dekken; alio de openingen, engtens, bosfchen, en gro- te wegen moet gy terltond met afgezonden benden bezetten ; deze vesting en keten moet onder 't opzicht van cen bevelheb- ber, die een kundig Kapitein is, gefteld zyn, die dezelve bewaard,en voor dezen keten zorg draagt. De vlugge Dragonders, en dc fnelle Hufaren befpieden den vyand en voor- komen de gevaaren; zy ontrusten hem zon- der ophouden, en hunne getrouwe kond- fchappen, vermelden den minften flap dien hy begaat; wanneer zy zyne ontwerpen door hunne aanhoudende vleit gewaar worden, worden ze binnen weinig tyd bekentgemaakt en derzelver.uitvoering en verhindert. E 3 Wan-
|
||||
70 De KONST
Wan nee r gy over alle de omftandig?
heden die tot dc verdediging vereifcht word, met de wetten die de voorzichtigheid.voor- fchryft, geraadpJeegt zult hebben; wannccr gy dezen moeilyken arbeid 'voleindigt hebt, zult gy wel haast weder nieuwe zien geborcn worden; wanneer de barrc invloed van den kouden Orion,aan de flrydenden eene kort du- rende yrede vcrzorgt, kan hunne verflandi- ge Bevelhcbber verre van in de armen van de rustwerkejooste blyyen, zyne yverdoen uitblinken. Het is niet genoeg dat gy uw heir in zyn kwartieren een veilige fchuil- plaats vcrzorgt, 't zelve in bedwang, en tot den roem ontfloken houd; gy moet de edel- moedige foldaten, die door dedood uituwe yaandelen gerukt zyn, weder door anderq aanyullen; de zegcpraal heeft velen gckostj deze onfle'rfelyke fchimmcn ,eisfchen dat men . ■opvolgers moet nemen die hunne harten waardig zyn, Gy moet u vaardig een hulp in uwe nieuwe zoldaten zoeken, Het dom gemeen verkoopt zyn leven voor
|
||||
van den OORLOG. 71
voor eenc geringe prys; gelyk de Vis, die na
het voedzel gretig is, door den Visfchcr aan denbedricglykenhockgevangen word; aldus trekt men den behocftigen landman door 't verleidentmetaal van zyne akkers na zig; by is onkundig van de hoon, die men den Ko- .ning welkcn hy gaat dicnen aangedaan heeft; 4c grootfche krygstucht en de verheve niocd, maken een dapper foldaat van eenen jplompen boer. H e t gebeurt dikwyls, dat het getal in cqn
gev£cht, alleen beflist; en dat uwe ovcr- magi een yyand befchroomt kan maken, Vergadert u met vlyt vlugge ruiters; gy moet ze op dezelve wyze als uwe foldatcn uitkiefen; zy moeten op 't best van hun 1c- ven, flerk en lecrzaam zyn. V e r z a m e l t met vcel vlyt het koorn,
dat Ceres u door uwe oplettendhcid aan- komt bieden. De konst van overwinnen, is zonder de konst van voeden vruchteloos. Dit leger en dit volk dat aan uwe wcttcn getrouw is, voelt zig twe maal daags door E 4 ecne
|
||||
6
72 De KONST
eenc ziekte aangetast, die door langdurig*
heid van tyd, dodelyk word; wanneer 't van hulp ontbloot is, ziet men het vergaan, ze itrcefd de konst dcr zonen van Gale? nus te boven; om dezelvc tc gcnpzen moet gy de overvloed verzorgen, of zo gy deze ge? wichtige plichten verzuimd, zal 't mager wangedrocht, de bleke en zwarte honger, uit 't binncnfle zyner rotfen , en zyner dorre holen, uw leger ovcrvallcn; hy brengt de befmettelyke ziektens, dc mocddeloosheid, 'tmiiitziekgeroep, dezwakhcid, deartgst, de ysfelyke ellende, de akelige wanhoop', en de- onverbiddelyke dood met zig; zult gy alleen indit metllervend bevolkt leger, den fterken vyand bcftryden? Voorkomt ditonr geluk, brengt door uwe zorg de overvloed in't leger; bereit u in de armen van de rust, cen nieuwe zegcpraal voor uwe toekomende pndernemingen. Terwyl de Bevelhebber door zyne
niaatiegelen, alle nodige voorbefchikldngen yoor het nieuwe-leger vormt, verecnigt dc cdel-
|
||||
van den O O R L 0 G. y%
sdelmoedige Oflkier, die zig in zyn kwartier,
gerust in den boezem van de vrede bevind, de myrthen met de lauwren; en zyne getrouwe en ongeduldige wederhelft vergeet in zyne armen 't ongcluk dcr-afwezigheid. O da- gen ! o gelukkige oogenblikken! die door de vrees gekogt zyn, welk vermaak uwe echt- genoot die u, uwe tranen deed ftorten en we- der opdrogen, in de fchuilplaats van den oor- log in uwe armen te zien, zyne daden te horen, zyne armen de wrekers van hunnen Koning en den roem der ftryd te ontwapenen, dit groot hart, dat voor de gevaren onaandoen-f lyk is, te bewegen, en zyne verfchrikkelyke mond die de ontzachelyke pogingen der fol- datenverhaastte en door zyne flem de dood deed uitftorten, tederlyk te kusfchen. Terwyl het zegepralent hooft van den
Held op den boezem van zyne getrouwe minnares rust, die zyne dadenzegent, en over zynete rug komstverblyd is, zietmon de vruchten zyner liefde rondfom hem; de eene kust met verrukking zyne overwinnen- E 5 dp
|
||||
74 De KONST
de handen, en brand van yver zyne met
distelenendoorrienbeplantenwcg in teflaan, op welke de \vyze Krygslieden zig onfterfe* lyk maken; en de andere drukt de knien zynes vaders in zyne arraen; terwyl deze tedcre kinderen hunnen geliefdcn vader met hunne nadrukkelyke liefkofingen overflel- pen , houden ze fpelende , het voor 't menfchdom vcrfchrikkclyk met bloed be- 4ckt ftaal, en zynen drygende hehnet in hunne handen; zy verlangen de voetftappen van hunnen vader te kunncn volgen. De God des Huwelyks geeft aan deze
oprechte minnaars, 't zuiver en volmaakt geluk , de aangename verrukkingen , die uit de achting waar in 't hart deel heeft, geboren worden, en waar van de weder- zydfche liefde, 't gedurig grondbeginzcl is; vermaken die aan alle deelgenoten dcr beu- zelachtige liefdehandelingen, in 't befr. van hun leven onbekent zyn; deze edelmoedige minnaar die de weekheid van deze kiiifche banden verwydert, is teder zonder zwak- heid
|
||||
van den 0 0 RL OG. 75
heid, zyn hart kent de verwyfde wellus.c
niet, en wanneer de plicht tot hem fpreekt, is zy de eenigfte die hy gehoor geeft. TXe o r dcze kuifche vermaken en gcnie-
tingen, de medegezellen van de plicht en de matighcid, is zyn kloek en gezond Iighaam gecnzins verzwakt, maar zyn deugd is door eene oprechte liefde bezielt geworden; en door eenen nieuwen moed ontftoken, zal men hem zig na 't veld zien begeven, alwaar hy door de roem geroepen word, Bevorens de winter zyne barheidveiv
laat, en de aangename I«ente, zig weder aan den menfeh vertoond, ziet men dat de Veldoverften zig bevleitigcn, om hunne buitenfte postcn weder te betrekken ; ,zy maken hunne ontwerpen, en hunne lcger- plaatzcn laten zig weder herkennen; de leer- Jingen van Euclides meten de landen, en, wyzen de wegen door welkc men zyne ben-? den, moct vcrzamelcn. De altoos werk- zaame Bevelhebber, waakt over hunne arbeid, hy geefc 'cr 't ontwerp af, en kent 'er de vooiv de--
|
||||
75 De KONST
dclen van; terwyl hy op't toekomende denkt,
vergcet hy niet het geen het tegenwoor- dige vereifcht; 't*wantrouwen de moedet van de voorfpoed, onderfteund zyn vlyt in zyne menigvuldige werken, zy komt hem ontwaken in 't ogenblik dat hy zig ter rust begeeft, en geeft een nieuwe vlucht aan zy- ne vermoeide zinnen; dikwyls zegt zy te- gens hem, " Vrcest uwe tegenparty, over- „ weegt al 't geen hy doet, en doen kan; „ maakt dat gy ooren en oogen by den vy- „and, inzynleger, rondom de Veldovcrften „ en op alle plaatfen hebt, die alles befchou- „ wen, in alle gehiemen indringen en zyne „ voornemcns en zyne krygsontwerpen we- „ ten; fpaart nooit geen voor 't menfehdom „ verleidelyk metaal, om zekere kondfehap- „ pen te verkrygen; oordeclt als vreemdeling „ over uwe eigen ontwerpen, en draagt voor- n namentlyk zorg dat gy u in uwe kwartic- n ren in een volkome veiligheid beviiid ? Ves- n tigd gy uwe zekerheid op dezc bergen?denkt j, gy om dat deze krygshocp die rivier be- »zet
|
||||
van den OORLOG. it
w zet houd en zyne oevers verdedigende uwe
„ grenzcn bewaart, geen gevaar heefc door ?) den vyand aangetast te kunnen wordcn ? „ Neen vlei u geenzins met uwe ftandpiaat- w fen; doze trotfche bergen wier verfchrik- ,, kelyke keten tot een bolwerk voor de Ro- „ meinfche fierheid diende , deze bergen „ voor wiens dodelyke overtocht men be-' „ vreest was, konden de voortgang van An- „ nibal niet verhinderen ; als een vlytig „krygsman, overwon hy alle deze hinder- # paalen ; hy bereikt den hoogften top, „ daalt door nieuwe wegen na bcneden, ver- 5, wondert, valt op hem aan, en verflaat de >, Roomfche Veldoverflen; de ftoutheid der „ Helden bewerkt wonderdaden. Vendome verliet zig op den fteun der
bergen, die zig op den zoom der vrucht- bare velden van Lombardyen bevinden; wanneer Eugenius die een eve vlytigalg flout Kapitein was, over do Adige , door tot op dien tyd onbekende wegen trok, en h jfchandelyk juk verbrak dat de Seine aan de 3>
|
||||
73 D e K O N S T .
Po gaf. Befchouw de ftromen in dit draef
vig jaargety, de koude heeft dezelve in ys brugge verandert; de vyand die te ee- niger tyd met eenen edele moed bezielt is , zal dezelve overtrekken om uwe kwartiereri te overweldigen ;• als nu ver- rast, verward, afgezondert, en verlegen y 'bevind gy u in weervvil van u zelven met fchande tot de vlucht genoodzaakt. Een en- kel voor u, en voor uw heir rampzalig oogen- blik, zou u van uw geluk en van uwen goedeii naam beroven. Niets is gevaarlyker daii de ontneming van een kwartier; het is niet zo vcel om 't nadeel dat 't u toegebracht hccft, als wel, om dat uwe verfchrikte en we- derfpannige benden , hun cerbicd voor u en 't vertrouwen in zig zelven verliefen; de neerllagtigheid volgt op de lust tot ftryden * de bevelhebber en de foldaten alle zyn ze moedeloos. Deze fchadc fleept vele en lang- durige gevolgen na zig, en de vyand vernielc' u wanneer hy zyne vervolgingen verhaast. Wan nee a Bournonville geflaagen 4 maar
|
||||
vaN DEN 00RL06. 79
maar mocdig op zync verfterkingen was,
trok hy over dc wyde oevers van de hcer-*' lykc Rhin; dc Franfchen die zig voor hem be- vonden en onder dewetten vanTurenne ftonden , waren voor het Lorrynfche ge- bergte bevrcest, wanneer zy achter nit moes- tendeinfen; den Dmcfer'verfpreid zig voor dat de koude winter hem overvalt, zonder dieswegens met zyne konst te raad ple- gen, nog de rampen tevrezen; hy verdeelt en kwartierd zyne benden in den Elfas, en verhaast eigenhandig het lot dat hem dreigt. Terwyl hy zig met zyne veiligheid vleid, terwyl de Adelaar derKeizerszigop zyneze-' kerhcid vertrouwende zig in de rust begeeft,- verzamelt Turenne zig aan de andere zyde der bergen, trekt over dezelve, verfchynt* valt in de velden, tast Bournonville' aan, overweldigt zyne kwartieren, maakt zyne verflrooide foldaten krygsgevangen ,• en dwingt de Duitfchers door deze ruweri aanval, zig onder 't vluehten naar den ande- ren k.ant van. dezen. ftroom te begeven. |
|||||
O
|
|||||
80 ID k K O N S T
D e Winter kan een fchielyk geluk v'cr-
zorgen, en *t jaargcty der rust kan uwc voortgangen verhaasten. Wanneer een tal- ryke krygshoop by een vcrzamelt is, en op afgezonderde krygshopen aankomt, maakt hy zig zo dra hy zynen' verwarden vyand . verrast , overwinnaar zonder dat hy ge- flreden heeft; en wanneer 't beleid zig by de vaardigheid voegt, verftrooid hy den vy-« and en verhaast zyne vlucht. Onze krony- ken zullen u doen zien, dat het noodlot de ftoute bevelhebbers ten alien tyden en op alle plaatfen behulpfaam is gewcest. Du? fcheen deze vaardige overwinnaar die Sta^ nislaus met zyn vermogcnt fchilt bedek- te voor de Saxen tc wezen. Wanneer A u- gustus zig aan zyne Itrelende wenfchen overgaf, en de vermaken van Venus met zyne jonge minnares decide; zig met wyn- gaards - loof bekroonde en, zyne plichten , Polen, en zyn leger vergat; kwam de Alex- ander uit het Noorden, oogenblikkelyk op hem aanvallen, en de verborgentheden van 6g
|
|||||
-
|
|||||
van'den OORLOG. 8t
de vreugdebedryven van Bachus verftoo-
ren; Bachantcn, liefde, gehuurde Krygs- lieden, alles vlucht Voor zyne voeten" en de verjaagde Sax bewilligt dat Abdalomine op den troqn geplaast word. Gelyk wannecr in 't uitipanfel alwaar de Donder raast, de arend in zyne vlucht de jeugdige inwoonders die zonder vrees op de bergen, in de bos- fchen, en in de velden omzwerven, ge- waar word, op hun aanvalt, van vreugde fchreeuwt, en zynen roof in zyn bloedig nest wegfleept. <#> * <«&>
V#A#V I
|
||||||
F DE
|
||||||
■.: ."i..
|
||||||
8-s D E
K O N S f
VAN DEN
O O R L O G.
Z E S D E Z A N G.
De God der zegepraal heeft my de gunsS
bewezen, dc geftrengc wcttcn zyner konst door mync flem te laten ondenvyzen. Men heeft de oorfpronk van hct beroepder Helden gezien, de verkiezing hunner lege- ringen, deorde, de krygstucht, hoeeenbe- kwaam Veldoverfte door zyne dodelyke fla- gen de bolwerken vernielt, en op welkc wy- ze hy zig in zyne winter kwartieren tegens alien aanval in veiligheid field ; laten wy ons be-
|
||||
|
||||||
r^^sBm^r^"-
|
||||||
^L^W^tW^^' C°/v:VI.
|
||||||
Van den OORLOG. 83
begonnen werk door een groter onderwerp eindigen, ons nogmaals de verfchriklykefchil- dery der Veldflagen herinnerenj degevaren en klippen van de zee die zig fchielyk ont- fteekt, en de konst hoe men dezelve moec vermeiden aantonen; uitraimtende en dap- pere Krygshopen, ik gelei u in den ftryd. Z1 e daar 't beruchte veld s de loopbaan
in welke zo vele Veldoverften te vroeg be- zweken zyn, waar in Willemftruikelde, MarsiN gevallen is, en waar in andere liit hunne adem rakende, van vermogens en toevlucht ontbloot, nooit 't einde hunner loop konden bereiken. Hier bezweekPom* i>eus, hier eindigde Pyrrhus, hier ver- ging ANNIBAL,MlTRIDATESeilCRAS- s u s, de Velden ziet men nog met de bloe-
dige overblyfzelen van hun rampzalig einde bedekt. Maar in deze Velden heeft men Alexander, Cesar, den geweldigen Conde, denverhevenTuRENNE, Gus- tavus, Luxembourg, Villars, Maurice en Eugenius, die dezelve F a met
|
||||
.
|
|||||
84 D e K O N S T
met racer beleid door liepen, zien zegepraleri.
G y, jonge Krygsliedcn, die door hunne uit- muntendedadengctroffenzj't, vreest de on- befcheide vcrrukking van uwen brandendcn yver; zecr wcinigc van hun die dc roem itreelt, worden door de handen der overvvin- ning bckroont. Gelyk hy die zyne grote da- den met nieuwe trachtte te vermeerderen en op eenen enkelen dag, de vriichten van zynen arbeid vcrloor. Gclykwanncer de wrekprvan 'trampzaJigTroje, zynen moed tegsn hondert vereenigde Koningen ontvouwde, Diomedcs overwonnen, de Grieken vcrflagcn, Ajax in gramfchap op de vluchtgedrevcn,zync vlo- ten verbrand wierden, en Patroclus te ver- geefs zyne onnutte moed ontfloken wierd, maar wannecreindelyk Achilles de wapenen na dezen Held tegens I lektor opvat; bezwykt deze Trojaan en vind na zo veel voor- ipoed zyn' ovcrwinnaar in den zoon van Pe- leus; aldus is't lot van den moedige mededin- ger van den Czaar s hy is negen jaren voor- ipoedig en eve zo vele ongelukkig. In-
|
|||||
van den OORLOG. 85
Indien zo vele grote en in dc vcldfla-
gen ervarene Heldcn, hunnc verrichtingen door fchandelyke omkeringen geeindigtheb- ben, en eindelyk in 't diepfl der afgronden neergeftort zyn, waar mede zoud gy, die cen nieuweling in de konft van Mars, koitelings in dit veld door Bellona gefpeent en weinig indeplichten eenes Bevelhebbersonderrecht zyt, u nog durven vleien ? Maar ondanks my- ne raadgeevingen, word gy door uwen eerfteii brand als een wocft paard, dat in de loopbaan losgelaaten is ontftooken om u tot dcn'loop te begeven en door uwe daden uit te raunten; vrees den dwazen hoogmoed die u kan vcr- blinden, vrees uwe cige liefde en hare ftre- lende aanlokfelen ; beproef bevorcns uwe talenten en uwe fterkte; vorm nooit heers- zuchtige wenfchen, om't vernuft dat in u zegepraald te do en uitblinken. Te vergeefs bezit gy de fterkte eenes
Athlete, die in Londen op 't gerucht wor- . field, door 't volk met verwondering aan- fphouwd, van ds dwazen toegejuigd word,. F 3 en
|
||||
86 De KONST
en zyne mededingers door zyne gefpierde ar-
men ter nederveld; al evenaarde gy de zo- nen der aarde, de mededingers der Goden, die wanneer ze hun den oorlog aandeden, in hunne wederfpannigheid om den Olym- pus te trotferen, den berg Osfa op Pelion fta- pelden; al had gy den moed van den God des ftryds, denk niet dat gy myne voorfpraak hier door zult verwinnen; geilalte, flerktes dapperheid, alles is onvruchtbaar, Miner- va eischt meer van een voorzigtig Veld- overfte. Zyn geest, die door de wysheid geleid moet zyn, moet levendig zonder ver- blintheid en voorzichtig zonder zwakheid zyn, hy moet op zynen tyd te werk gaan, meefter van zyne foldaten zynde, moet hy ze in 't ysfclykfle van 't gevccht andere ftan- den kuunen doen aanncmen, een vaardige hulp tegens de wanorder in 't werk flellen, en hun die bezwyken of zig uitputten met eenen nieuwen moed bezielen \ als een voor- zienig krygsman, moet hy langen tyd te vo- ren, de yerfcheide hulp die het leger nodig ' , heeft |
||||
VAN DEN OORLOG. 87
heeft yerzorgcn; hy moet in tocvluchten
yruchtbaar, altoos onvermoejelyk 9 en zjg nooit door 'c noodlot den moed laten bene- men. Oeffen wen geest maar yoornament-
lyk uw oordeel, verwacht alles van uwzel- yen, en niets van den goeden uitflag, zyt Jangzaam in de raadsvergaderingen, dit is dc plaats alwaar men overweegt, maar wan- peer gy werkdadig zyt moet gy yermetel fchynen, aanvaard nooit dan om dringen- dc redenen den ftryd waar in de dood zy- ne verfchrikkelyke inzamelingcn doet. Dc fterkte van den Staat is in uwe magt be- floten; gy geleid de dapperheid der cdelr moedige Soldaten, die vaardig om 't bevel van den Veldoverflen ter uityoer te brcn- gen, op 't eerftc teken in 't gevaar vlic- gen; zo dra gy beveelt vallen deze krygs- zuchtige benden op uwen vyand, gelyk de yerwoede tyger op den leeuw aanvalt, hem zyne zyden verfcheurt, nederwerpt, ver- flaat, en zig met zyn blaet yerzadigd. f 4 .a
|
||||
88 De KONST
O grote God ! befchouw des anderenr
daags deze ftervende en dode lyken op 't flag- veld , onder de bloetverwanten der vyan- den", ziet gy het bloed uwer waardfte vrinden ftromen; zie hoe deze grootmoedige Krygs- lieden, de ongelukkige ilagtofFers uwer heers- zucht, in 't graf nedcrgeftort zyn; hoe hun- ne bedroefde nabeilaanden, en in't rouwgc- waat gekleedde echtgenoten, uwen hoogmoed in uwen zegenpraal, vcrfocjen. Ach! laat veel eer de verfchrikkelyke gedenktekens vernielen , die gy minder aan uwe da- den dan uwe verblintheid verfchuldigt zyt, dan dat gy uwe handen met zo vele mis- daden zoud bezoedelen en gy u met eenen pnwcttige roem zoud vercieren, wie zou kunnen wenfchen , door dezen weg een' jiaam te maken ? " . Geleiu Heir als een weldoendevader,
befchouw uwe foldaten als uwe kinderen,
zy bcminnen hunne herders en haten hunne dwingelanden; hun leven behoort aan den
Staat, hun geluk is het onze; befpaar hun
bloet
|
||||
«... .>
VAN DEN'O ORLOG. 89
bloet of offer veel eer uw eigen, gy moet
hun zo lang Mars 't toclaat fparen; wan- neer 't welzyn van den Staat dezelve in 't gevaar roept, wanneer gy't noodlot van den oorlog tusfchen uwe en uwe tegenparty's vaandelen moet beproeven, moet gy 11 air toos met een onverfchrokken vo'orhooft voor 't onheil vertonen; als dan moet gy zondcr twyffellen, nog zondcr omwegen te zoeken u gereet maken, aanvallen, en hunne daT gen verkwisten: aldaar zullen zy hunnen dapperen brand laten zien, en eene edelmoc- dige dood weten te fterven. Een wys Veldoverfle, van wienBellona
de fleun is, flryd wanneer het noodzake-r lyk is, maar nooit in weerwil van zig zclr ven; in alles voorzienig en van den mocd zyner bcndcn verzekerd, weet hy alle de flagen die de vyand hem toebrengt af te keren; in- dien hy als een Veldoverfle denkt, zal hy zig als een foldaat aan 't gevaar bloot ftellen, vcrre van den aanval af te wachtcn, aan- vaard hy zelfs den flryd; het lot der aan- F 5 val.
|
||||
fJWA W^ty- Vywtyf.
|
|||||
go D e K O N S T
yallers is altoos gimstig: de poging van deu
grootfchen ram, baant zig door zynen ver- fchrikkelyken ftoot een' vryen doorgang, erj werpt de torens tcr neder, op welke de ber vende belegerde zyn leven denkt teverdedi- gen; de langen tyd geramde muur bezwykt voor de zwaarte die dezelve in den grond ftoot, dus moet gy altoosaantasten, Bello- na belooft u een gelukkig noodlot, en luis- terryke daden, zo lang als uwe Krygslie- den de aanvallers zullen zyn. Alhoewel ondanks alleuwe voorzor-
gen de onflandvastige fortuin, uit uwe Vaan- delen in die van uwen tegenparty overgaat, moet gy altoos uwen moed laten zien; gy moet 't geluk door uwe bekwaamheid ver- beteren, den moed der neerflachtige Krygs- lieden opwekken, en u zo lang 't onweer duurt, groot en onverzettelyk vertonen. Ge- lyk de duisternis van eenen akeligen nagt, het
licht der Zon in ,'t uitfpanfel yerheft. Al- dus zullen uwe ongelukken, u zo wel als uwe overwirjningen door uwe ftandvastig- heid
|
|||||
yAN den OGRLOG. pi
heid met roem bedekken. Wanhoop ncoip
de hulp van de konst, de wysheid zegepraald altoos over 't geval. Denain yerduisterde de nederlaag
van Malplaket, wanneer hy Villar^ noodzaakte in den aftocht flag te leve-« ren ; dikwyls worden vele en langdurige rampen in een enkel oogenblik herfteld; Villars die overvvonnen was wierd oyerwin- naar. Men wint de gevechten op yerfcheide
wyzen; zy die onder den naam van regelma- tige bekent zyn, vertonen ons van weerskan* . ten , algemene ondernemingen. Verfcbans^ te posten, hoogtens en beken, zyn de bloe- dige tonelen van byzondere voorvallen, die door de goede uitkieilng van de plaats geweldig worden. Ziet gy deze t\yee Heirs die gereedzyn
den ftryd te aanvaarden, in een goede «rd§ in 't vclt naderen ? htm front verbrect zig ftrektzig uit en ontzwagteldzig; 't eeee dat zo dadelyk gevormt is, gaat op zynen roof aan- yal-
|
||||
9* DeKONST
vallen ; deze ineengeflote ruiterbcndcn ,
vliegt met verwoedheid na zynen vyand, die voor dezelve vlucht; in deze dikkc vvol- kcn van ilof en blikfem, ziet men in 't verr fchiet, de moordadige klingen blinken, zy " verniclen de vluchtende doorhunne dodely- ke flagen; en hunne zwaarden zyn met het bloed der vyanden bevogtigd. Het voetvolk dat aan deze zyde zyne
vleugelen verloren heeft, vreest den vvreden aanval der overwinnaars; honderd metale donderflagen werpen de dood uit; de zegc- pralende benden ziet men met grote fchre- den naderen; de banjonet blinkt op hun dreigent front, de verfchrikte vyand ovbr* weegt zyne aftocht, hy word door moedigc krygshopen in zyne zyden aangetast , hy vreest, wykt, vlucht, en de aarde drinkt zyn bloet. Moorddadige lopen die door 't buskruit ontltoken worden, werpen de dood op deze verlege benden, die zig in afgezonderde plotons, ongefchikt, radeloos, zon-.
|
||||
VArt den OORLOG. 93
zonder bevelhebber en zondcr vaandelcri,
in de velden op de vlucht begeven. Verre dat hy de vrees die hy de overwon-
neinboezemt, tot bedaren zou brengen, en den aftrekkenden bevelhebber eene goude brug zou maken, maakt de zegepralende party een gebruik van de gelegentheid, vervolgt de overwinning van den flryd met yver, en vvil op dezen dag zyngehelewerkvoleinden. Aldus ging de grote Eugenius by het be- ruchtc dorpHochftet tewerk, alwaar Tal- lart en Mars in zig zeer kwalyk ge- plaatst hadden; hy vie! van alle kanten te gelyk op hun aan, hy brak door hun mid- delpunt, hy fneed him heir van den anderen af en Blenheim zag de ftoutheid der Fran- fchen ontwapent; welk een groot getal van krygsgcvangenen bevond zig op deze plaats! en des Keizers vyand vluchte tot aan de oe- vers van den Rhyn. Aldus plaatste Bar- wick by Almanza, wanneer de Lelicn door zyne daden zegepraalden, en de Bretonfche leijwen voor zyne pogingen bezweken, den ge-
|
|||||
>
|
|||||
94 i> I K O N S T
gelukkigen Bourbon op dentroonvanKastil-
lien en Arragon. Zie hier ander-e gevechten ; ziet gy
op dezen heuvel, wiens top aan alle kan ten over de vlaktens gebied, hoe deze grootfche bataillons zig uitgeflrekt hebben ? de ftof verheft zig verre in de lucht, de vyand trekt op, komt, vormt, en fchaart zig, hy plaatst zyne machtige benden op een front, zyn Hand Verhindert den aanval der ruite- ry, hy plaatst zyne geharnasten achter zyne" flagorde; de bevelhebber nadert alleen, hy moet alles herkennen} hy kan op eenen dag door eene enkele meesterlyke daad overwin- nen, indien hy van de plaatfen, en de ty- den een te voorebedacht gebruik maakt, en zynen vyand in zyne zwakke zyde aan- tast: aan zynen rechter vleugel nadert een hoop voetvolk, hy beklimt de bergen on- danks 't gefchut; de vyand die zig in zyne post aangetast, verflagen en vervvard bevind, deinst achter uit, en begeeft zig op de vlucht; de wanorde is algemeen, de over- win- |
||||
VAN DEN OORLOG. 9$
winnaar maakt 'er een gebruik van, en de
tot nu toe werkelofe geharnaste haasten zig om hun te vervolgen. Aldus was de grote Conde te Friburg zegepralend, aldus zag men op eene eve groten dag, de dappere Maurice te LauwfeltvoorzynenKoning, de vluchtende Bretons, Germannen en Bata- vieren door eene bloedige flachting aan Plu- to opofferen, en op de toppen hunner ber- gen zyne llandaarden planten. Dit is 't vernuftig zamenftel van onze
veldflagen, alle verfchanfle legeringen wor- den op dezelfde wyze aangetast, zomtyds hebben de bolwerken, die zonder omzichtig- hcid aangelegt zyn, een zwakke fleun of flegte gragten; de helft der foldaten houden on- nutte plaatfen bezet, en bly ven op dezelve als onbeweeglyk en vernagelt, terwyl de vyand zyne ontwerpen door zyne Krygsho- pen doet werkflellig maken , en zyne onder- nemingen zonder verhindering befluurt. N i e t s weerhoud een Held wanneer hy
door Bellona geleid word; wanneer zyne, door-
|
||||
9*5 De KONST
door deflagen die hy hem toegebragt heeft <
befchroomde vyand zig in eene door hem uitgekofen plaats gelegerd heeft, en de ge- vaarlyke pogingen van den arm vreest die hem beteugeld heeft en van zynen ftand een onoverwinnelyke fchuilplaats maakt, moct deze Held door zyne vernuftige maat- regclcn * hem tot den ftryd die hy trachte to vermeiden noodzaken; met dit oogmerk trekt hy na de groote fteden, hy ontfteekt meer dan eene achterdocht in den vyand, hy maakt ziggereet, hy veinst, -hy keert en wend zig, en fchynt drie fteden te gelyk metzynenaanvalte dreigen, zy bevindenzig alle drie tusfchen hoop en vrees; terwyl hy de vrees in alle harten verfpreid heeft, gaat hy 't heir van zynen droevigen wederftrever, uithongeren, fnytde plaatfenaf die hem den toevoer verfchafFen, en dwingt hera. "tot 't gevecht om zyne dagen te verlengen; hy heeft als nu geene andere fchuilplaats meer, hy moet overwinnen of fneuvelen. W a n n e e r uwe vyand om uwe kloek-
moe-
|
||||
VAN DEN OORLOG. P7-
mocdigbeid te ontgaan % eene rivier tot zyn
hulp neerat j en u door zyne fnelle ftromen denkt te kunnen wecrhouden, moet gy 't bntwerp en de mahier van werken van Aiv tribal volgen. De Romein bezet de oevers van de Rhone j hy veinst, trekt na beneden f en voorziet zig van eenen vrye overtocht, hy weet de list metde werkzaamheid tever- eenigen, en bedriegt den Conful, welke denkt dat hy hem weerhouden heeft. G y de fteun myner mededingers , de
waardige ftut uwer Koninginne, K a ii e l , • ontfang van eenen vyand die aan de Item der haat geen gehoor geeft, de zuivere lof- fpraak, de verdiende hulde, die men zo wei aan de waarheid als aan uwen naam verfchul- digt is. Deze heerlyke ftroom, deze uitge- breide rivier, die voor altoos het Keizerryk van Frankryk affcheid , talryke vyanden, die zyne oevers verdedigen, kantten zig te vergeefs tegens uwe ondernemingen, Krygs- lieden wat verwacht gy van eenen wyfen Ka-- pitein? de Rhin, vyanden, gevaren, niets G • weer-
|
||||
p8 BeKONST
wcerhoud Lorraine, Karel verdeek
zyne foldaten in vier afzonderlyke benden, op eene plaats alwaar Coigny hem 't minst verwachttc; zyn fchielykvervaardigde brug vergezelt zyne ftoutheid , hy verrast de Franfchen en dringt in de Elzas. Lodewyk, zou ik den groten dag van
Tholus kunnen vcrgeten,op welken de inlege- ringgeplaatfte Batavieren aangctast en over- wonnen wierden, en uwe Krygslieden voor uwe oogen door de Rhyn zwcmmende, ftry- dende de oevers der overzyde van den Rivier innamen ? Het zyn dusdanige daden, die niet dan door eene hrandende yver kunnen fla- gen, aan vvelke Mars zyne toejuiching geeft. I n d 11 n uw hart na de hoogfte roem ver-
langt, moet gy niet alleen wceten te over- winnen, maar voornamentlyk een gced ge- hruik van 't zelve weten te inaken ,• de door- zyn voorfpoed allcr roemrachtigite Romein, befchermde zyne vyanden in 't veld van Pharfale,op de dagdathyde geheleWcrcldt pverheerfchte. Be-
|
||||
UN den OORLOG. 99
Beschouw de bedaarde ziel van Lodewyi?
te Fontenoi, hy is zachtmoedig in zynen voorfpoed en vcFligt de last dcr vcrHagenen; het is een weldadig God die zyne hulp aan hen verleent; wenende kusfen zy de hand, die hun ontwapent,zyne dappcrheid overheerlcht en zyne gpedertiercnheid bckoorthun; inde boczem van de woede ziet gy de goedheid by hem plaats vinden, zo 't heldhaftig is te overwinncn, is het Goddclyk te vergeven. J o n g e Krygslie den, volgt deze vocr-
bcelden, wanncer de Faam hare vlcugelcn uitfpreid, en uwenaam en uwe ftryden oiv s
derhare verhalen vermeld, zalze uwe roem
tot in de aller afgelegenfte geweflen verbreir den. Op dit geluid zal de deugd, Helden en Kiygslieden, weder vindende, die de^ tyd der guide eeuw evenaaaren en die met menfchlieveijtheid beziplt zyn,uit de hoogr te der hemelen nederdalen om u in de on> fterflykhcid te geleidcn. In deze geweide en voor de onnozcL
heid gebouwde tempel vinden de deugden G A def
|
||||
°3t
to© D e K 0 N S f *
der ftervelingen hunne beloninge'n; aldaaf
bevinden zig alle de vernuften, wiens wyze werken hunnen Staat door het uitvinden van nieuwe konflen verrykt hebben; aldaar bevinden zig alle de goede Koningen, en de Heerlyke Oveiigheden, zeer weinige Over- winnaars, maar alle de oprechte Krygslieden. Indien gy ooit zodanig eene gelukkige vlucht aanneemt, indien gy u ooit tot inde hoogte der Hemelen verheft, herinnert u dan ten minftcn dat myne Krygszuchtige Zang Godin , door u den beruchten loopbaan der Helden te openen* en uwen arbeid door hare gebaarden en door hare Hem te ontfte- ken, uwe bedryven verhaast heeft, door u de bekoorlykheden van de deugd voor oo- gen te Itellen. E I N D E.
|
||||