-ocr page 1-

r

STELLINGEN

TER YERKBIjaiNG TAN DEN GRAAD
van

Doctor in het Romeinseh en Hedendaagsch Regt,

aan

DE HOOGESCHOOL TE UTRECHT,

OP GEZAG VAN DEN RECTOR MAGNIFICUS

dr. h. c. millies,

gewoon hooglebkaab ik de lettbeen,

met\' toestemming tast dm academischen senaat

en

toigens besltrit dee eegtsgeieeede ïacitlteit,
te veededigen
op Vrijdag den Isten Juni 1866, des namiddags ten 3 ure.

WILLEM HENDEIK JOÏÏAN VAN ÏÏEEISTEA,

geboren te Ii-nsum.

Utrecht, KIIIM M ZOON. 1S66.

-ocr page 2-

nn

n

-ocr page 3-

STELLINGEN.

I.

Verba: ,/et tunc" in L. 7 § 17 D. de publiciana
actione spectant praecedentia „initium traditionis" et
minime tempus actionis instituendae.

II.

Creditor prior jure offerendi adversus secundum
creditorem uti potest.

III.

Persecutio hypothecae obligation i naturali adjectae
concedenda est.

-ocr page 4-

Papinianus in L. 24 D. depositi agnovit depositum
irreguläre quod dicitur.

V.

Wanneer de voogd verzuimd heeft een toeziende
voogd te doen benoemen, kan de kantonregter dezen
ex ofScio benoemen.

VI.

In art. 737 B. W. zijn de woorden „als voor de
verdeeling" onjuist.

VIL

De beschikking, door welke het kind de in art.
1143 B. W. opgenoemde voordeelen zal inbrengen,
mag niet de legitime benadeelen.

VIIL

De borg, die aangesproken zijnde, voor den
huurder betaalt, mag niet de ontbinding der huur
vorderen.

-ocr page 5-

De notaris is niet verantwoordelijk wegens de
nietigheid eener erfstelling ten voordeele van een
derde in de huwelijksvoorwaarden opgenomen.

X.

De commissionair die volgens art. 83 K. H. ver-
gunning tot verkoop heeft verkregen, is den com-
missiegever, wanneer die hem niets schuldig was,
tot schadevergoeding gehouden.

XI.

Op de kantoorbedienden, die weigeren den regter-
commissaris inlichtingen te geven (art. 805 K. H.) is
art. 116 B. R. V. niet van toepassing.

XII.

Ten onregte ziet einert in het endossement al-
leen borgtogt.

XIII.

Het is geen vereischte dat de reederij eigenares
van het schip is.

-ocr page 6-

De gedaagde in hooger beroep, den termijn op
welke hij gedagvaard is vervroegende, is niet gehou-
den den appellant den termijn te laten dien de wet
als minimum voor de dagvaarding bepaald heeft.

XV.

De uitgever kan als medepligtige en nu en dan
als mededader des schrijvers strafbaar zijn.

XVI.

Hij die wapenen ter uitvoering der misdaad aan
iemand heeft verschaft, maar door inroeping der po-
litie de begonnen misdaad heeft gestuit, is desniette-
min volgens art. 2 en 60 C. P. strafbaar.

XVH.

De vrouw van den gefailleerde, die goederen der
massa ten haren voordeel ontvreemdt, is regtens niet
strafbaar.

-ocr page 7-

Bij nietopvolging van art. 178 gemeentewet ver-
liezen de plaatselijke verordeningen, strafbepaling
inhoudende, hare kracht niet.

XIX.

Bij benoeming of ontslag van ambtenaren zijn
hunne staatkundige beginselen niet in aanmerking te
nemen.

XX.

Het regt van overbedeeling is af te keuren.

XXI.

Het is een vooroordeel dat de vermogende groote
verteeringen van weelde moeten maken om welvaart
onder het volk te verspreiden.

xxn.

Teregt zegt j. s. mill. Principles of Political
Economy, Book V, chapter V, § 3: „In the enume-

-ocr page 8-

ration of bad taxes a conspicuous place must be
assigned to law-taxes, which extract a revenue for
the state from the various operations, involved in an
application to the tribunals. Like all needless expen-
ses, attached to law proceedings, they are a tax on
redress and therefore a premium on injury."