ter viskkruging van den graad
van
Doctor in hel Romeinseh en Hedendaagsch Regl,
aan de
HOOGESCHOOL TE UTRECHT,
op gezag van den rector magnii\'icus
gewoon Hoogleeraar iu de Letteren ,
MET TOESTEMMING VAN DEN ACADEMISCHEN SENAAT
jsk
volgeus besluit der regtsgelkerde faculteit.
te verdedigen
op Woensdag den Juni 1866, des namiddags ien 2 ure.
geboren te Amsterdam.
UTRECHT,
J. DE KRUYÏP.
1866.
üeUi\'ukt bij L, E. Bosch em Zoon te Utrecht.
-ocr page 3-Fidejussor dotis, quem maritus sponte dedit, non
obligatur.
Facio cum dar. Goldschmidt (Zeitschrift für Han-
delsrecht IH, 72) actionem de recepto etiam dari
in exercitorem navis onerariae.
Nulla antinomia inter 1. 8 D. de serv. pr. urb. 8,2
et 1. 32 D. de damno inf. 39,2.
IV.
Non facio cum Heyer (Zeitschrift für civilr. und
proc. XV, 42) emtionem et venditionem pecuniae
numeratae fieri posse.
Art. 1345 B. W. is ook van toepassing in het
geval van art. 1343 B. W. in fine, tenzij dit artikel
bij de overeenkomst is uitgesloten.
VI.
De erflater kan den uitvoerder het bezit der erfenis
ook langer dan een jaar geven.
VIL
Het is niet goed te keuren, dat de begiftigde erf-
genaam in de nederdalende linie inbrengen moet ten
voordeele van een\' tot erfgenaam benoemden niet-
descendent.
De erfgenaam en niet de legataris is gehouden den
huurder de vergoeding te voldoen , die dezen uit de
overeenkomst voor het op het vermaakte goed ge-
bouvi^de verschuldigd is.
De beleedigde partij, die zich in het strafgeding
tegen eene getrouwde vrouw voegt, moet den man
oproepen om haar te magtigen.
Gedurende den huurtijd mag de huurder van land
ook van de alluvio gebruik maken.
De clausule //zonder protest" door den trekker of
endossant op den wisselbrief geplaatst, is niet krach-
teloos.
De in de ligterschepen geladene goederen dragen
reeds in de avarij grosse van het principale schip eer
zij nog in dit schip gebragt zijn.
De houder eener assignatie heeft tegen den accep-
tant eene regtsvordering.
Den schuldeischers, die in het accoord hebben toe-
gestemd, moest vergund zijn tegen de homologatie in
verzet te komen.
XV.
In art, 800 B. Rv. beteekent het woord //regter"
de regtbank, al betreft het eene zaak, die bij den
kantonregter te behandelen is.
XVI.
Art. 456 C. P. is niet van toepassing bij het in-
slaan van glasruiten uit baldadigheid.
XVII.
De zware straf, die tijdens het bedrijven der mis-
daad gold, later afgeschaft, maar hersteld zijnde op
het oogenblik dat de uitspraak geschiedt, kan niet
worden toegepast-
Hij, die de hem ter bewaring gegeven\' kist open-
breekt, en de daarin besloten\' goederen zich toeeigent,
begaat geen diefstal.
XIX.
Ten onregte is in den C. P. op valsche getuigenis
ten voordeele en ten nadeele van den beschuldigde
dezelfde straf gesteld.
XX.
De bepaling van het engelsche regt, dat de be-
schuldigde niet tot bekentenis mag geperst worden,
belet de ontdekking der waarheid niet.
XXI.
De staat is jegens hem verbonden, die met den
minister handelt, hoewel deze de bij de staatsbegroo-
ting vastgestelde som overschrijdt.
Wanneer de inkomsten van een\' staat voortdurend
de uitgaven overtreffen, kan het beter zijn, het over-
schot tot delging van staatsschuld aan te wenden,, dan
tot afschaffing van belastingen over te gaan.
Bij de openbare aanbesteding van publieke werken
behoort de buitenlandsche mededinging niet te wor-
den uitgesloten.
XXIV.
Het absenteïsme is niet in strijd met de belangen
der maatschappij.