TER VERKRIJGING VAN DEN GRAAD
vak
Doclor in hel Romeinseh en Hedendaagsch Regl,
aan de
HOOGESCHOOL TE UTRECHT,
OP GEZAG VAN DEN RECTOR MAGNIl\'ICUS
gewoon Eoogleeraar in de Letteren,
MET TOESTEMMING VAN DEN ACADEMISCHEN SENAAT
J!N
VOLGENS BESLUIT DER REGTSGELEBllüE FACULTEIT.
TE VERDEDIGEN
op Woensdag den jggg^ ^^^ namiddags ten 3 ure.
ELISA COENELIS UNICO DE BALBIAN VAN DOOM.
geboren te Jutphaaa.
UTEECHT,
L. E. BOSCH & ZOON.
1866.
OA.i ) --J\'i >Sf O-Jl^n-SDJEf? itjlt
Iii
■ \'liMiÄa là«- Bi Hsïioö
. j/mnrnfu nu
■T
H
-ocr page 3-Quae vulgo dicitur exceptio non adiinpleti contrac-
tus, revera est exceptio, nec ut Kellerus putat //eine
Bemängelung des Klagegrundes"
L. 14, § 3 D. de alim. leg. in posterioribus verbis
ita legenda: nam efc hausfus aquae.....est servitus;
personae tamen ejus qui vicinus non est, non inuli-
liter relinquitur.
L. 36, D. de acq. rer. dom. non potest conciliari
cum L. 18 D. de reb. cred.
De bepaling van art. 695 B. W. blijft evenzeer
van toepassing, al is de muur, waarin men zoodanige
werken maakt, aan den openbaren weg gelegen, wan-
neer deze niet de breedte heeft van 20 palmen.\'
r>e leer van den Hoogen Raad, aangenomen bij
arrest van 7 Januarij 1859, waarbij is beslist, dat
het optrekken van eenen muur onmiddelijk voor een
openslaand raam, waardoor de nabuur licht en lucht
verkreeg, regtens niet oplevert stoornis in het bezit
van de erfdienstbaarheid van licht, is niet te verde-
digen.
Het staat aan partijen vrij om de regterlijke tus-
schenkomst in art. 1303 B. W. al. 2 en 3 voorge-
schreven, door uitdrakkeiijke overeenkomst uit °te
sluiten.
De regtsvordering tot herroeping en tenietdoening
eener schenking krachtens art. 1725 1". B. W., ver-
jaart door tijdsverloop van 30 jaren.
Orn op grond van art. 1302 B. W. de ontbinding
der overeenkomst te kunnen vragen, moet de eischer
aan zijne verpligting hebben voldaan of zich tot vol-
doening bereid verklaren.
De successor universalis van eenen bezitter ter kwader
trouw, niet bekend zijnde met de gebreken van het
bezit zijns auctors, heeft regt op de vruchten der zaak.
X.
Door de enkele overdragt van het cognoscement
kan nooit het bezit der lading op den houder van
het papier overgaan.
Een makelaar kan niet als getuige worden gehoord
in een geschil over eene koopovereenkomst, die door
zijne tusschenkomst is tot stand gebragt.
De woorden //bezig houdt" in art. 86 W. v. K.
moeten worden opgevat als stond er //zijn gewoon
bedrijf maakt."
Ook wanneer zoowel de gedaagde als de eischer
vreemdeling is, kan de eerste het stellen van zeker-
heid volgens art- 152 W. v. B. Rv, vorderen.
Ingeval de echtgenoot, tegen wien men tot echt-
scheiding wil procederen, geene bekende woonplaats in
het koningrijk heeft, en ook de plaats van zijn wer-
kelijk verblijf onbekend is, is het niet noodig dat in
plaats van het bevelschrift van art. 817 al. 2 W. v.
B. Rv. eene openbare dagvaarding geschiede op de
wijze van art. 4 N°. 7 Rv.
De bepaling van art. 9 der wet van 29 Junij 1854
(Stbl n°. 102) verdient niet de blaam door jNijpels
(Complément de la théorie du Code Pénal de M M.
Ad. Chauveau et Hélie, Tom 111, 479) op haar
geworpen, dat zij bijna " het stelsel der arbitraire
straffen weer in het leven roept.
Het is wenschelijk dat voor zuiver militaire delic-
ten de krijgslieden aan eene bijzondere regtsmagt on-
derworpen blijven.
XVH.
De wetgever die straf bedreigt tegen het zich in ken-
nelijk beschonken toestand op straat verbonen, gaat
zijne roeping te buiten.
De medepligtige^^ aan kindermoord voor de eerste
maal door de ongehuwde moeder gepleegd, is niet
met den dood strafbaar-
Onder \'t woord //nacht" moest men in \'t strafregt
niet begrijpen den tijd tusschen zons op- en ondergang.
Teregt heeft de Engelsche wetgever als grondslag
van de tractaten tot uitlevering van vreemde misda-
digers aangenomen, dat tot die uitlevering alles ver-
eischt wordt, wat naar de Engelsche wetgeving een
//in staat van beschuldiging stellen" regtvaardigt.
Teregt heeft het ontwerp van Strv. de leer van
het wettig bewijs laten vallen.
De productieve arbeidersvereenigingen knnnen in
het algemeen niet tot goede uitkomsten leiden.
Volkomen vrijheid tot het uitgeven van bankbillet-
ten is wenschelijk.
Het is in het belang der nijverheid en niet in
strijd met het regt, de octrooijen van uitvinding
geheel af te schaffen.
Het is wenschelijk dat tegen ontvlugte misdadigers
worde voortgeprocedeerd en de tegen hen uitgespro-
ken straf niet aan verjaring onderhevig zij.
Het verdient afkeuring, dat de Nederlandsche
wetgeving tot het toekennen van het kiesregt voor de
bewoners der kleinere gemeenten een\' lageren census
stelt dan voor die der grootere.
XXVII.
De bescherming van het jagtveld door den wet-
gever is eene inbreuk op het eigendomsregt, die
niet door het algemeen belang wordt vereischt of
geregtvaardigd.
De provinciale reglementen , beperkende den invoer
van rundvee tot wering van besmettelijke veeziekten,
zijn bestaanbaar met de Grondwet-
: ; - - .W\' r- . . \'^fTöét-A -tje UK-V cr4> ^te ^