STELLINGEN

\'PEK VEEKRIJGING VAN DEN GRAAD

DOCTOR IN HET ROiVIEINSCH £N HEDENDAAGSCH REGT,

OP GEZAG VA\\ DEN RECTOR MAGSIFTCÜS

Dr. H. O. MILLIEe

GEWOOS HOOGLEERAAR IN DE WIJSCECEBRTE EN LETTEREH ,

MET TOESTEMMING VAN DEN ACADEMISCHEN SENAAT

VOLGENS BESLUIT DER REGÏSGELEERDE FACULTEIT,

AAN

ii f i itiiiif
TB VERDEDIGEN

np irifkg iIie jfiliriiarii 1867 , tos naiiüiikgs tra 2 nrp

WILLEM RUNHARD VAN LIJNDEN,

Geboren te Nijmegen.

n ^ ^

, ^ ^ fr^

y / f-» •

Ék

STELLINGEN.

L

Noll adsentior Puchtae dicenti (Vorlesungen § 302);
»Die üebernahme der Culpa anderer geschieht still-
»schweigend wenn sich Jemand zu einem Geschäft ver-
»miethet zu dem er Gehülfe zuzieht."

II.

Donatio nonnisi in accipientem fieri potest.

Qui mala fide ex aliéna materia novam speciem facit
non fit dominus.

IV.

Art. 421 B. W". is niet toepasselyk op minderjarigen
wier beide ouders nog leven.

Y.

Wanneer een erflater tot eenigen erfgenaam zgn eenig
kind uit een eerste huwelyk heeft nagelaten, onder den
last van vruchtgebruik van het beschikbare gedeelte zij-
ner nalatenschap ten behoeve van zijne tweede echtgenoot,
zoo verbiedt art. 949 B. W. niet dat méér dan een vierde
der nalatenschap met het vruchtgebruik belast zij.

VI.

Art. 1390 ß. W. vordert niet dat de zaakwaarnemer
den wil moet hebben gehad eens anders zaken waar te
nemen.

Onder de zedelijke ligeliamen in art. 1690 B, W. be-
doeld ziin stiehtingen niet begrepen.

VIII.

Tegen een\' gewezen koopman kan geen lijfsdwang
worden toegepast voor handelscliulden,

IX.

Het papier in art. 101» W. v. K. bedoeld, is ook vóór
het endossement een wissel.

X.

De kantonregter is bevoegd kennis te nemen van de
actie tot ontbinding eener overeenkomst, welke eene
waarde van minder dan 200 gulden ten onderwerp heeft.

XI.

In zaken van gewone of summiere behandeling moet
de verweerder procureur stellen vóór den dag tegen wel-
ken hij is gedagvaard. Bij verzuim moet tegen hem
verstek worden verleend.

Het beginsel van cumulatie van straffen by zamenloop
van misdaden en v^anbedryven moet vrorden afgekeurd.

XIII.

De medepligtige aan zelfmoord is niet strafbaar vol-
gens den C. P.

XIV.

De art. 414 en 415 C. P. zyn onbillijk.

XV.

De bepaling van art. 2 der Wet, regelende het Kies-
regt, dat voor betalen gehouden vs^ordt het aangeslagen
zyn in de kohieren, verdient afkeuring.

XVI.

De art. 109 tot 114 C. P. waarborgen niet voldoende
de vry hei d by het uitoefenen van het kiesregt.

De gewoonte om ministers na luinne aftreding tot
volksvertegenwoordigers te benoemen verdient geene na-
volging,

xvm.

strafbepalingen tegen ouders die hmme kinderen geen
onderwas doen genieten, zyn af te keuren.

XIX.

Tolgelden op rijks- en provinciale wegen geheven,
moeten als belastingen beschouwd worden.

XX.

Te regt zégt Say (Cours d\'Economie) : Le crédit ne
multiplie pas les capitaux.

s -

• I \'ip./ ^ i - yMst^ ^ ^ - V

r f

L" , ƒƒ

li

■■■y- J\'i
^ - - ».

Jf