-ocr page 1-

STELLINGEN

TER VEKKUIJGING VAN DEN GRAAD

Doctor in het Romeinsch en Hcdendaagsch Regl,

na magtiging van den rectok magnificvs

M^ J. A. FRUIN,

gewoon lloogleeraar iii de Faculteit der Regtsgeleerdheid,

MET TOESTEMMING VAN DEN ACADEMISCHEN SENAAT

volgens besluit van de begtsgeleerde faculteit,

AAN DE HOOGESCHOOL TE UTRECHT,

GERRIT JOHANNES DANIEL HONDIUS,

geboren te Vreeland.

TE TEKDEDIGEN

op Vrijdag den 13\'^\'\'quot; October 1865, des namiddags te 2 ure.

UTRECriT,
J. DE KRUYPF.

1865.

-ocr page 2-

Gedrukt bij L. E. Bosch en Zoon, te Utreclit,

■r I

^ I

-ocr page 3-

STELLINGEN.

I.

Qui precario dedit possidet ad usucapionern.

II.

Non facio cum Windscheid Lehrbuch des Fand.
Rechts § 171 in lege 23 C. de S. S. Eccl Ecclesiis
transitum legalem esse concessum.

III.

Heres ex re certa, cui coheres est adjectus heredis
et legatarii loco est.

-ocr page 4-

V.

Tn het geval van art. 1397 § 2 B. W. kan de schul-
denaar zich op de verjaring, die jegens zijnen oor-
spronkelijken schuldeischer zou afgeloopen zijn, be-
roepen.

VI.

De schuldeischers, wier schuldenaar eene erfenis ten
hunne nadeele heeft verworpen, moeten binnen 5 jaar
de actie tot vernietiging der verwerping instellen.

VII.

De woorden //zelfs wanneer deze handUgting hebben
bekomenquot; van art. 1053 B. W., zien niet op hem die
venia aetatis heeft erlangd.

VIII.

In het geval van art. 874 Regtsv., wordt het bewijs
niet toegelaten, dat de daar genoemde pia corpora niet
onvermogend zijn.

Si

ï*

6

illis qui putanfc obligationem
creditor in rem debitoris inva-

Non facio cum
naturalem manere si
serit.

-ocr page 5-

Ten onregte beweren sommigen, dat de afstamme-
melingen , genoemd in art. 907 B W. , alleen jiire
repraesentationis komen.

X.

Tusschen personen die zich op verschillende plaatsen
bevinden,is de overeenkomst eerst gesloten op \'t oogen-
blik waarop de brief, die de bewilHging in\'t aanbod
vermeldt, door den aanbieder is gelezen.

XI.

De laatste al. van art. 1437 B. W. bevat eene onge-
rijmdheid.

XII.

De wet van 38 Julij 1850, Stbl. 44 ter uitvoe-
ring van art. 7 Gr. W. beslist niet wie in burgerreg-
telijken zin Nederlander is.

XIII.

De negotiorum gestor heeft het retentieregt,

XIV.

In den boedel van hem die na zijn overlijden is
failliet verklaard , kan een akkoord tot stand komen.

-ocr page 6-

Ten onregte beweert de Pinto , Hancll. tot \'t vvetb.
v. Koopli., II d., pg. 177, dat de houder eener
assignatie nimmer eene actie heeft tegen den acceptant.

XVI.

Het retentieregt blijft gedurende het failhssement
kracht behouden.

XVII.

Ten onregte is door de H. R. bij arrest van 25
Julij 1857 en dat van 22 Sept. 1857 uitgemaakt, dat
plaatselijke verordeningen, tegen wier overtreding straf
is bedreigd, ook zijn verbindende, al zijn ze niet
binnen de in art. 169 Gem. W. bepaalden tijd afge-
kondigd.

XVHI.

De curators die de brieven aan den faiUiet gerigt
openen, zijn, als zij de geheimen uit die brieven ineê-
deelen , niet onderworpen aan art. 378 C. P.

XIX.

Teregt zegt Ortolan : //Éléments de droit pénalquot;
Sans doute, il est beaucoup plus simple pour le légis-

-ocr page 7-

lateur de décréter: la peine de tous les délits sera
appliquée; ou, au contraire: la peine la plus forte
sera seule appliquée ; mais la simplicité qui s\'obtient
aux dépens des exigences de la justice ou de la sécu-
rité sociale n\'est plus une qualité, elle est un vice
radical dans la loi de répression.

XX.

Art. 345 C. P. is niet van toepassing op dood-
geborenen.

XXI.

Het is in strijd met de wet en de zedelijkheid,
aan iemand den eed op te leggen die verklaart,
dat het zweren strijdig is met zijne individuele over-
tuiging.

XXII.

Het ware wenschelijk art. 365 C. P. te doen ver-
vallen.

XXIII.

Het copyregt is een noodzakelijke uitzondering
op den regel der vrije concurrentie, maar een zoo-
danige die slechts voor een bepaalden tijd moet
gelden.

-ocr page 8-

/

De opheffing der arbeidende standen in welvaarten
beschaving is wenschelijk, al gaat zij met verhooging
van loonen en vermeerdering hunner zelfstandigheid
gepaard.

XXV.

Het uitsluitend vervoer, door middel van beurt-
schepen , verdient afkeuring.

L