-ocr page 1-

I li E 0 T^ D

MAG

HS
14 H 375

a

Aenin
endevH

T W ^ \'S jD ^ D 3 lü E

•Ü R Dnbsp;-D ^ ^ L .

-ocr page 2-

HOUWINK HZN., ROELOF, (1869-1945). - [Typoscript van een werk
getiteld quot;Rassengeschiedenis der Nederlandsche Hoendersquot;. Dl.
2, 3. Voor\'burg, c. 1941-] 322 fol. Met IJ krtn. 57 cm.

Hierbij gevoegd: 24 albums met illustratiemateriaal voor
■bovengenoemd werk. 31 x 20 cm.

j

SS.*-

-ocr page 3-

quot;S \\H H

f -

■a

A

315

der nrnm^jmmmÉ mmmm^

hoofdstuk 1.

De TMiHE hoendehs na de OHR.Jaartelling tot circa 1000.

Ie Periode«

_hoofdstük ^

De TMME HOMDERS uit gegevens van : KunstgosoMedenis,
de Bybel, Handschriften, Miniaturen, Prenten, Fabelen,

van circa 1000 - imn ,

ge Periot3s .

hoofdstuk s.

Be TAMMli HOüIKDiSRS uit latuurkundige en ReiB-bascliryvinsen,
üGhilderyen an afbeeldingen uit Hoenderboekan, van cifca
1500 -
1900 .

5w Periode.

Hoofdstuk

De TAIAME HOENDKRö en de invloed van Kruisingen raet WILDE
HOBliDiSRS en BUITMLMDSGHE HASSÏ2I , van 19Ö0 -

4e Periode.

A,nbsp;De WILDE HOMDERS en bun invloed op de TAMME HOE!?DEHS

B.nbsp;De EfcsBE HCEHDlïlRS en hun gasohiecienis.

O. De AZIATiSGHBÏ HO!iïTDEB.S en hun invloed on de he\'^en-
daagsche Hassen.

D.nbsp;De IlIDDELLAliDSOHB-ZEERASSEK en hun aandeel in de
vomiing der hedendaagsche Rassen.

E.nbsp;De AMERIKiUiilSGHi^ HOIilDERB en hun bydrage tot de vor-
ming van nieuwe Rassen.

F.nbsp;De KRUlSlilGü^ en het verdwynen van ongewenschte kri^i-
singsproducten ♦

G.nbsp;De opkomst der nieuwe LAiïIHOMDiiïRS.

-i
it.

De NEDERLAITDSCHE HO EK DERRASS EN, hun onstaan en geschiedenis.

v-f.

-ocr page 4-

ihleidihg.

Ten eind© de^assengescliiedenis eenigssins overzicTite-
lyk tö maken, hebben wy gemeend deze in 4 Perioden te
kunnen indeelen, welke in bovenstaande 4 Hoofdstukken
zjn
besohreven.

Deze 4 Perioden vormen echter geen streng afgescheiden

Ëeven

/ongeveer weer den tyd, welken wy in deze
geschiedenis gewenseht achten,

In de Ie Periode komen de gegevens voor van oude Ro-
meinsohe en Grieksche achryvers, aangevuld met beschry-
vingen uit oude Kronieken, overleveringen en afbeeldingen
van hoenders en vondsten uit dat tydvak.

In de 2e Periode komen gegexi-ens voer uit Handschriften,
Miniaturen, Prenten en Fabelen, overgaande in den tyd van
de boekdrukkunst,

In de 3e Periode volgt geleidelyk ai datgene wat door
latere schryvers ia byeengebracht in de LitJ^eratuur tot
ca* 1900.

In de 40 Periode zien wy het ontstaan van de nieuwe
Rasaen , na
1900 tot heden.

Tegen het einde der 19© eeuw brak een zeer belangryk tyd
vak aan in de geschi0^:..enis der hoenderraasen.

De sedert eeuwen bestaande landhoenders, vechthoenders
en sierhoenders^ die een belangryke rol hadden gespeeld
in de historie, traden meer en meer
ob don achterßrcnd,
doordat de invoer der groote Aziatische hoenders
zjn in*
vloed deed gelden en er tevens allerlei kruisiniren ont-
stonden van vresTsde hoenders met landhoenders.

Er werd door ons een onderzoekt ingesteld naar de nog
aanwezig© landhoenders en de bestaande Hederlandeche rassa^i
terwyl daaraan tevens zich aansloot een meer uitgebreid
onderzoek naar de wilde hoenders en hun xKsiiSHJt verband
met de tamrae hoenders.

■ H ■

li

u

Deze gegevsne zjn vervat fin de onderdeelen van Hoofd-
stuk 4, Ä, en B,

y--------

-ocr page 5-

In Soofdstuk 4 ssyn teTens myn ©rTaringen en onderzoe-
kingen beeohreYen, welk© Ik van 188B totnbsp;heb bjeen-
gebracht.

Daarna volgen d© Jaren, waarin de invloed wordt beschre-
ven van de Aziatische.y,de Middellgundsohe 29e- en de Aroori-
kastnsoke rassen, 2y vomen de cnderdeelen van Hoofdstuk 4,

In Hoofdstuk S eindigen wy ten slotte met i
De Hederlandsoh© Hoenderrassen, hun ontstaan en geechiedenisi

11

Uit het door ons ingestelde ondersoek is ons gebleken,
dat het mogelyk is Qamp;n indeeling te maken, waarin alle
hoendera in een 4 tal groepen kunnen worden ondergebracht
en -wel als volgt :

1.nbsp;LMDHOÉHDEHS . In alle landen.

2,nbsp;VECHTHOEHDERS . Aziatisch tjpe of Malejers , in

Europa ingevoerde

5. mmmnm hoehdertijpeh .

A,nbsp;Afwykingen in Kam,Kuif, Baard, Poot-
bevedering, enz.

B.nbsp;Aziatische Rassen. Mands^i^oerysche,
Gochins, i-»angshans, ©nz,

G. Dwerghoenderrassen.

4. Rassen, waarvan d© afkomst niet, of onzeker bekend is.

-ocr page 6-

DERDE

De KLEUREN by de WILDE en fAMME HOB^DIES.

De ICLEÜRSH van de WILDE HOEHDSRS en van hun paringen on-
derling ©n met TAMME HOENDERS,

Groep 1. De Wildboenderfeagxa^Mkleuren by WILDE HOMDEHS. \'

A.nbsp;De iOLSüH^ by de 4 WILDS HOiHDERS.nbsp;ALBUM 1.

B,nbsp;De KLEUREN by do WILDE LCOPHOSNDEHS. ALBÜH 2.
^
2. Be K.LEUEEI ontstaan door paringen der WIJDDE

HO ei; PERS onderling.
A,nbsp;BMiHVA HOKifDSES ^m^orliitg. ALBUM 3/5,

SQÏÏ^ERAT ©n BAHKIVA Hüj^ïDERS.ALp^Mö/i^.
O. Paringen van VARIÜS en
BMUiIVA aDEKDERS. ALBirf lijglfe
D, Paringen van VARIÜS met bekende hoenders. ALB^^ï
Paringen van VARIUS met onbekende hoenders.
Groep 5. De KLEURM onstaan door paringen van WILDE en
TAMME H0MDEH3.
j^r (IParingenvan BHONSHOEI met TAMME HOIMDIRS,
m. Paringen van
Baiiklu-bi, met

3. Paringen van Bankiva ïïiet Zilverpatryekriel.
Paringen
van Sonnarat laet Patryskriel.
Paringen van Sonn-Bankiva met Patryskriel.
Paringen van ¥arius met Patryskriel.
Paringen
van ¥ariue met Kamponghoenders. /
Paringen van öronshoen met 2ilv,patryskriel.

HOOFDSTUii 2,
De ivimiREi onstaaji door paringen van
ling.

Groep 1. D© PATRYSKLEUR EA/.

//nbsp;fnbsp;e.

Groep 2. D© ZILTEE-PATeWSKLi^üBf\'»\'.
/f tf

Groep g. De aSSÊftiSm^ÈE^Bf K

E E L .

IH-

TAMME hoenders onfier.

ynbsp;album

lt;nbsp;ALBTP?

T^maiasff Cnbsp;ALBü\'

/-/Ar A^ e A, Jnbsp;t.

m

m

Groep 4, De ^SSMRLAIiMlkLEüRfiV.
Groep 5. D©nbsp;TOEÜREN

15 ï^mm f ALBUM
8=amp;3tm£N ALBUM

öroe^^^ De GESTEEPTE KLEUEEH

-ocr page 7-

groep 9. d© hfihm.iàlïhilli5uhnbsp;^-ëdmwl

lit

s

s.

r

y

^^^P It* De E!IKELm:5ÜDIGE KLEUBf//

^roep iL De âFWÏKTjI^DE KLEtJRt/V-

II

wlii:: \'

i I

Iii

______

-ocr page 8-

HOOFDSTUK

De Tamme Hoenders na de Ohr.Jaartelling
tot oiroa 1000.

Enkele Grieksoiie en Romeinsche schryvers vermelden
hoenders in hun boeken over Dierkunde en over de Landbouw.

Teneinde te kunnen beoordeelen welke vormen en kleuren
deze hoenders hadden en hoe dus de hoenders er by het be-
gin der Ohr.jaartelling uitzagen, zullen wy de beschryving
van Aristoteles (584 - 522 v.0. ) hier overnemeny^^ en deze
aanvullen met die der andere schryvers.

1.nbsp;Lydische hoenders met een kam als klaprozen en witte
vlekken op de uiteinden Tan den staart.

2.nbsp;Tanagresche hoenders of vechters, die aaH de Lydische
in grootte gelyk en als de raven zwart gekleurd zyn.

3.nbsp;Rhodisohe.

4.nbsp;Ohdleidische.

5.nbsp;Medische.

8.nbsp;Alexandrynsche.

7. Lé^obardische, die hoog op de pooten staan en met
goudgele veeren bedekt zyn.

(Longolias noemt ze PatClvinsche| ze worden ook
Pharao\'s hoenders genoemd).

S.Thessaionische. Een soort hoenders, die altyd stom
zyn.

I.

9.nbsp;Hoenders uit het Hyk van Mlt;angi, die wit van kleur
zyn en zwart haar als katten hebben.

1)

Houwink, Hoenderrassen I blz. 121.

onder de hoenders rekende men in dien tyd ook Fasanten,
Kalkoenen, Parelhoenders, enz.

-ocr page 9-

De gewone hoenders worden door Aristoteles beschreven als
met lange lellen, die schoon rood van kleur zyn en onder
de kin en den hals afhangen als een bocXrd.

Wy herkennen onder deze hoenders verschillende 1andhoen-
ders en vechthoenders en ook een ras met afwykende kam
.Tfferm,
de klaprooskam.

Harro (116 - 28 v.G. ) noemt:
Huishoenders, Veldhoenders en Africaansche hoenders.

Onder de Huishöenders onderscheidt hy , behalve dequot;ge-
wonequot;, ook nog 3 andere , nl.:

Tdnagrische, Medische en Chdlêidische, welke tot vechten
meer geëigend waren dan tot het leggen van eieren.

Beze hoenders zouden voornamelyk op het eiland Delos
woraen gehouden, welks bewoners aan de hoenderteelt bizon-
dere aandacht schonken, hetgeen hun een rykelyke winst
opeleverde.

Een eisch voor goede quot;hofhoenders» noemt hy : een rood-
achtige kleur met ïïwarte vleugels en staart. De kop moet
by de hennen groot zyn en de kam hoog. De hanen moeten een

goudgel^of anders gekleurden hals hebben, met korte sehen-
kels en grooten staart.

Varro hield een groote hoeveelheid hofgevogelte, waar-
onder allerlei hoenders .

Wy kunnen uit deze beschryving opmaken, dat de huis-
hoenders landhoenders zyn en de 3 olrerige
vechtho enders.

Resumeerende kunnen wy zeggen, dat er tydens de Chr.
Jaartelling waren :

le Landhoenders, zooals wy die kenden als Drentsche

Hoenders.
2e Vechthoenders.
3e Hoenders met een klaprooskam.

De gesohiedenle na de Ohr.Jaartelling begint met oen
besohryvlng van Columella ( ^ 50 j.n.O.).

-ocr page 10-

Volladislieidshalvo nemen wy Hier hetnbsp;geheele

hoofdetuk over, omdat dit 7.eer beiangryke byzcnderheden
bevat.

Kap.2Meii ondersehaiat 3 soorteïisliofhoest@rs,wiXae hoené
ders en Afri^aasche.D0 ïioflioenaers zijn iie »welke mamp;n
gewooiali|k ^adt ©p alle hoewn^Be wiiae,ü@ op ij-
ken^sijn die^welk© de Togelaars op de Jacht vangenjT©el
Tindt men er op het eiland van de Mgttrlselie zee »waaraan
de zeelieden de nmaa geven Tan gallinaris,langere voiem
van gallina(««ip»hoen)Dle uit Afrika,door velen M«tóidisoli#
hoenders genoemd,lijken op parellioenders|met dit onder-
scheid dat z® een rooden kam en een roode lel hebben,ter-
wijl daarentegen die der parelhoenders %lmm ziJn.Men
moet het voordeel van hoendei^ niet ïaiskenn#B,mits men
ze kweekt met die kunst,waarmede de meeste 0rieken ea
voornamelijk de quot;bewoners van lelos zioh hebben beroemd
gemaakt^Daar dezs volken gaarne die seort van dieren,die
het grootst van mtm waren en het moedigst in het kamp-
vechten,gaven zij de voorketir»bovenalle ander®n,aan die
van 2anagra en Ihodes »evenals aan die nit Ohaloidice en
Medi\'éC Perzil },welke laatste soort het volk,door een
leÉterwisseUng^mdemt kippen uit MelieCl.l.ffialicusamtisi-
kaal, zangerig)

Wij daarentegen geven de voorkeur aan die van ons eigen
land boven anderen,oiadat wij zoo niet wegloopen met de
Hartstocht der eken,die er op uit waren om de fierst®
dezer vogels opmte leiden voor Mnengeveehten.m inder-
daad, ona doel: is de grondslag te leggen van een rendee-
rend inkomen voor nijvere huisvaders en niet voor lelden
die zich toeleggen op het dresseeren van vogels voor ge-
veehten,®n die hun geheele vaderlijk erfdeel in de waag-
schaal stellen,risico loopende er van beroofd te worden
door een haan,die zijn tegenstander heeft overwonnen.
De hoenders moeten roode of bruine veeren hebbenma en x
zwarte vleugels.

Men zal er zelfs goed aan doen,als »t kan, ze alle tiit
te zoeken met |én dezer kleuren o« ^t eene daarMJ ko»
mende kleur |men dient tenmisste venaijden ze wit te nea
men,omdat deze meestal teer»niet erg levendig en zelden
vruchtbaar ziJn.3ïas«?enboven,aangezien wit eene mitkomea
mende kleuri is »van uit de verte licht te onderscheiden,
volgt hieruit»dat hoe witter ze zljn»des te eerder ze te
pakken zijn door roofvogels en arenden.

-ocr page 11-

Die welke Ijestemd zijn om te leggen^aoeten rosaofetii
zlja rmnbsp;li|f moet sterk ea Tierkaat ai Ja,

de borst breed,de kop groot^k^eiae reehte en roode
laaa^de ooreb wit.

Tea^wi^der elke Maaa,welke dejstlfde kleur iiebbea ea het
zelfde aaatal aagela als bij de kippea.Ze moetea echter
wat grooter mktM rm stuk ziJatZe moetea eea hoogea kaa
hebbea,bl©eikleiirig e® goed rechtopstaand}oogea moetea
raosachtig aija,aaar het »wart trekkeadetsaairel kort ea
gebogea,oorea heel groét ea heel wlt,haliikraag rood^aaar
geel trekkeade ea afhaa^eade zooals de baard vaa eea grys-
aardfde halsTeerea boat of goudgeel ea,of de schouders
valleade,moetea zij hals ea aek bedekkeafde borst moet
breed ea vol spierea zija,vluegels sterk ea op armea ge-
lijkeastaart aeer laag ea ia twee deelea irerdeeld,op bei-
de deelea moetea de reerea overvloedig overhaagea. Ze moe-
tea ook groÉte dijea hebbea ea gedekt met vserea|die sxtól
Tsak opstaaajhuaae pootea moetea sterk zXin ^oader laag
te zijatmaar m moetea fliak gewapead zija met eea eoort
spriet#altijd gereed om aaa te vallen»Hoewia. mea m aiet
voor kampvechtea bestemt ea mea de haaea aiet kweekt voor
de glorie der overwi^aiagea,houdt mea m graag als ze
fliak sterk zija ea er mooi uitsiea, waaneer ze ai Ja trotséh
leveadi||Wakkert altijd klaar om te kraaien ea aiet gemak-
kelijk aaa het sehrikkea te makea.Iaderdaad^aij moetea
soms het hoofd biedea aaa aadere dieren ea de kippeatroep,
hua harem,verdedigeat door zelf@atH slaagea te doodea die
hea bedreigen,ea alle aadere schadelijke dierea#iiea sohaf-
fe zioh vijf wijfjes aaa voor elk mannetje vaa die soort|
waat vaa de soort die uit Ihodes en Medil komt,ea die log
of zwaar is,geeft mea sleohts drie kippen aaa elkea haan.
Zij dus,die erop gesteld zija die vogeli er op aa te hou-
den wegens htm sehooaheid|latea de eieren, door deze ge-
disteageerde kippen gelegd,uitbroedea door gewone kippen
en iiaten vervolgeaé door diezelfde kippen de kuikens op-
voeden,welke zij uit die eieren hebben uitgebroed*Sewoea-
liJkSa is het gevogelte van fanagra even groot van stuk
als dat van Hhodes en Medi«,ea lijkt tamelijk veel op
oaze soort,mt ms^imM zeden betreft,evenals die vaa
Chalcidice»Eohter zijn de bastaarten vaa al die soortea,
geborea uit onze ialaadsohe kippea ea vreemde maaaetjes,
uitstekeade kuikeaa,omdat ze uiterlijk ia vorm op hun
?ader lijkea*lk bea geen voorstander van dwerghoeadewt,
aooh wat betreft de vruchtbaarheid,nooh wat betreft aade-
re soorten* van voordeelea die êamp;arrmn te verwachten zfoi,
tenzij iemand er liefhebberij in heeft zulke kleine dier-
tjes te bezittenfik heb er evenmin mee op als met die hanen
die veohtersbazeti zijn of eea twistziek karakter hebbea.

mm

-ocr page 12-

/ i

Hierin treffen wy dus aan S soorten hoenders, nl.:
Ie ïïofhoenders (gelyk aan de Huishoenders van Varro).
2enbsp;Veldhoenders.

Se Afrikaansohe hoenders.

Onder de hofhoenders rekent hy : de gewone landhoenders,
de vyfteenige en de dwerghoenders.

Tot de quot;buitenlandsche rassen worden gerekend : de
Rhodische, Medische, Chai^idische en Tanagresche hoenders.

Bovendien verrneldt hy bastaarden, die gefokt zyn uit
vreemde hanen en inlandsche hennen, welke door de Homeinen
hoog geschat werden.

Ook uit de kleurbeschryving zien wy dat de huishoenders
gewone landhoenders zyn, zooals wy die kenden.

Gajus Plinius Secundus (23 - 79 n.G. ) beschryft in
quot;Hèstoria naturalisquot; Xe boek ongeveer dezelfde hoenders
als Columella. Hy spreek^ over hofhoenders, vermeldt
vyfteenige en dwerghoenders, maar niet zonder belang is
hetgeen hy schr^Êf in het 24e Oapitel, waary hy spreekt
Ivan de trotsche houding der vechtlustige hoenders, die
met hoog opgefcichten hals en hoogen vaderbos heen en weer
loopen en den sikkelvormigen staart hoog opgerichjfc issEntra:
dragen.

Hier zien wy , behal1?e de gewone bekende , reeds ge
noemde, hoenders dus een hoen met \'^hoogen vederbosquot; of
een kuif.

Vermeldenswaardig is het nog dat deze schryvers allen
melding maken van het eiland Delos, waar bizonder veel
hoenders werden gehouden.

In het Sdnatuorium van de vreemde Goden op Delos zyn
Votivbeeldjes gevonden van hanen en raven. Beide vogels
warren heilig in de Germaansche landen (Edda). Op het
eiland Delos stond het oude zonneheiligdom der Frya\'s,
de latere tem
.Del van Apollo, Dit kan wyzen op een Euro-

-ocr page 13-

/O.

peeschen invloed , gezien de groote quot;beteekenis der hoen-
derfokkery op dit eiland.

deelt een verhaal mede uit den eersten Perzi-

Gajus Julius Oaesar, die van 58 - 53 v,C, zich in Britta
nie ophield, deelt mede in zyn quot;Gommentarië de hello gat-
li co ^ dat in^\'dat land het hoen wel als huisdier werd ge-
houden, doch dat het gebruik van zyn vleesch voor niet
geoorloofd werd gehouden, Oaesar vermeldt ook een ras met
5 teenen.

In het Hieuwe Testament wordt de haan alleen vermeld
in verband met Petrus . Wy vinden Petrus met een landhoen
afgebeeld voor-c(^ H.IC. iCe^i:.nbsp;.

te Den Haag

De Romeinen gebruikten de hoenders als ^waarzeggers by
hun oorlogen.

Een fraaie afbeelding daarvan treffen wy aan in quot;De
Roomsche Monarchy«,A Bogaart/ 1658, Afschetsing van Rome
rnbsp;^ucrtp^ ^^^^^ Romulua./
ïn een-Romeinpsfanbsp;^mni ilmu j komen,

(mnbsp;in oefti dubbel kuL ^ILi.^^n,nbsp;i mmh i ,

cjU

cn^f-nbsp;7^ sehen oorlog, waar de Romeinen,onder den veldheer Publius

zeeslag zouden leveren tegen de Perzen. De
pluimgraaf beweerde echter dat quot;de heilige hoenders niet
wilden eten , wat als een slecht voorteeken moest worden
t\'eschouwd. Claudius ;iet de heilige hoenders daarop allen
gooien met het gezegde :quot;als ze niet willen vreten,

^/t^^r/^daM. zullen ze zuipenquot;. Het gevolg was dat het bygelovige

yur^i\'^ L^\'

(ßJ^)\'^\'^nbsp;de zeeslag verloren werd, waarna

,nbsp;t^ood veroordeeld werd.

^^quot;t^r\'T^lnbsp;Hoenderrassen I, blz, I2i

-ocr page 14-

// //

In Jisrusalem bestond een verVod, dat de hoenders niet
in de stad, doch alleen op het land mochten worden ge-
houden. De reden voor het verbod was, dat
ze onreine stof-
fen opkrabden en zich daarmede voedden. ^^

aarden

üronzen en sh^msk figuren van hanen bestaan er zeer
vele. Ik het K a/wv-Museum te Mymegen treffen
wy de volgende
aan :

u

tr

Dit zyn allen land- of vechthoenders.

In de eerste eeuwen na de Christ.jaartelling werden
by Aren^urg op Sigél^ta hanenfiguren gevonden van Romein
sehen oorspromg.

O

De Romeinen hielden op hun groote bezittingen meestal
hoenders en allerlei hofgevogelte. 2y hielden voor het

toezicht daarop een pluimgraaf, die een belangryke functie
aldaar vervulde.

Ook de Romeinsche keizers hadden han hoenderhof, waarin
quot;allerlei groote en kleine hoenders werden gehouden.

Een annecdote is bekend omtrent Keizer Honoriue. Hy
regeerde- van 384 - 423 na Ghr. als keizer over het West-
Romeinsche Ryk en resideerde eerst te Milaan en later in
RdvÊnna. Hy verwaarloosde de belangen van zyn Ryk en volk,
maar was een groot liefhebber van allerlei hoenderachtige
vogels. Een van zyn meest geliefde kippen had hy »Home«
genoemd. Toen omstreeks 410 Alaric , de koning der West-
Gothen, de stad Home bedreigde - welke hy ook heeft inge-
nomen - kwam iemand Ke.zer Honorius berichten, dat -Romequot;
gevaar liep verloren te gaan. I^o.orius schrok geducht en
Unbsp;r li^ m.

-ocr page 15-

/X.

wilde een veearts laten halen. Het was voor hem een opluch-
ting toen.hy quot;begreep, dat het kwade bericht niet de kip
\'\'lomequot; maar slechts de stad quot;Romequot; betrof.

De volgende bizonderheden omtrent den haan als waar-
zegger vinden ?/y in de quot;Romeinsche Geschiedenisquot; door
M. Stuart.^^

Deel I,blz. 62. quot;De auguren of wichelaars waren uit-
quot;leggers van der Goden wet en geen besluiten^door het
quot;geheele volk genomen^ konden ten uitvoer gebracht worde^,
quot;tenzy de wichlaars zich voor dezelven verklaard hadden.
quot;Hemelteekenen, het vliegen of zingen der vogelen, het
quot;
gretig eten van opgesloten hoenderen, vreemde dieren
quot;en ongewone verschynselen waren de gronden hunner
quot;waarzeggingen.quot;

Ilaol IV,blz. 168 (Uit een redevoering van Appius Olaudius
OaecuSjJ 36F v.G. ) quot;Voor het opmaken der gewyde voor-
quot;teekenen uit de vlucht der vogelen, ^
graagte der
quot;hoenderen/ en waarvan verder het bygeloof zich van de
quot;vroegste tyden af bediend had, hing alleen naar zyn
quot;taal \'s lands welzyn af.quot;

Deel IV, blz.591 -592. (322 v.0.). quot;Het krygsbevel kon
quot;dus in geen betere handen toevertrouwd zyn, evenwel
quot;drong de opzichter der gwwyde hoefaderen, welken de
quot;Romeinen altyd ^ zich ^ veld hielden/ ter raad-
quot;
pleging over den uitslag van eenig voorgenomen treffen,
quot;den Dictator naar Rome terug te keeren // Papirius
quot;geloofde en gehoor^zaam.de aan deze bedenking.quot;
Deel y, blz. 107 (292 v.0.) . quot;Terf/yl de veldheer zyn
\'bevelen aan zyn onderbevelhebbers iSHösitEisMK, hoorden
quot;de Romeinsche Redders,
dat de opzichters der hoenderen
quot;hun bezwaar aan elkander mededeelden over
de voortee-
quot;
kenen van dezen dag en zulks als een zaak van zeer
quot;veel belang beschouwden, maakten zy dat aan
quot;Papirius, den neef dee Oonsuls, bekend.

Deze jongeling, die eerst alles by de opzieners der
quot;
hoenderen angstvallig onderzocht had, kwam nu met een

-ocr page 16-

/A n

»hoillge huivering op het gelaat den Oonsul zulks meldet

r M

Uit Kei.tisch-Romeinschen tyd zyn afbeeldingen van
hoenders bekend, itis welke het type van groote zware
dieren ^ertoonen.

Op latere Gallische munten treffen wy den haan nog

jjj^^ aan,/^m.aar het schynt dat geleidelyk het hanenmotief

verdwynt en plaats maakt voor hoofden van keizers en

keizerinnen, dus de dÊervorm maakt plaats voor den

menschvorm. Zyn symbolische beteekenis wordt vervangen

door zyn dienst als nut- en siervogel ten behoeve van
het volk.

Het plaataen van een haan op den kerktoren moet al
zeer oud zyn. In de Dultsohe my^logle wordt daarom-

trent vemeld :

Aaneïultend by de mythologische beteekenis van den
haa« by onze heldensohe voorvaderen, plaatsten de
eerste Ohristelyke zendelingen dezen vogel, die den
Ooden gewyd was, op den top van het Ohristelyke bede-
huis, om zoodoende den bekeerlingen het binnentreden
gemakkelyker te maken.

Later, toen de overgang tot het Christendom was gaa^^ii

geschied, werd de haan als windwyzer op den toren «e- \'

plaatst. Dat hy enkel de richting van den wind zou aan-

wyzen , is twyfolaohtig. Niet alle volken kennen ech-
ter den haan op den toren.

Kkkéhardt vemeldt in zyn kroniek (tot 1103) lgt;dat
Hongaren het Mloostar St.Galleon
overrompelden, doch
dat
weer verlieten, omdat zy den haan op den toren

hielden voor een plaateelyke Sodheid, die het klooster

beschermde.

De Hongaren kenden dit gebruik dus niet.
Goddalyke eer werd in Pom.eren aan hanen bewezen.

-ocr page 17-

. /f.

Otto B^sciiop van B«?raberg 1102 - ii!59 maakte daarvan

een merkwaardig gebruik om de nog heidensche bevolking

te bekeeren. Op een zilveren arm , waarin besloten warm^/
de beenderen van de^H.Veit; in de plaats getreden van

de Swant^it, den Qod van het licht en den hoogsten God

der Slaven, liet hy een afbeelding xaKExjäax van een

haan aanbrengen.

Daarvoor knielden de heidenen, doch deden het dan ook
voor de Ohristelyke reliquieën, hoewel onwetend en wer-
den zoodoende toch de genadevolle werking van/ het hei-
lige gebeente deelachtig en daardoor vatbaarder om
Christenen te worden.

De haan wordt in de kerk te Blt;amberg bewaard P

De haan 1b eft echter by vele oude volken nog een zeer
praktische beteekenis gehad en wel ala wekker of klok.

Het is bekend, dat de zeevaarders uit de oudste ty-
den en ook later de Spanjaarden en de Portugeezen steeds
een haan meenamen om te dienen als wekker voor de be-
manning. Hy kraaide toch zeer regelmatig de . wachten

in, nl. tegen den avond de le, middernacht de 2e, tegen
zonsopgang de Se wacht.

Ofek de kruisridders, pelgrims en karavanen naar
vreemde landen voorzagen zich van den haan als wekker, ^iy

• • • ♦

In de rujnoerige tyden van de le tot de 8e eeuw ha O,
van invallen, veroveringen , volksverhuiBingen en oor-
logen tussohen allerlei volksgroepen hebben uitteraard
landbouw en handel niet gebleeid.

nadat Karei de (iroote zyn Hyk had gevestigd, kwa«

er ook in de Nederlanden rust en begonnen handel ,

landbouw en zeevaart weer op te bloeien. De handel op

Italië en Oriekenland bracht allerlei voortbrengesilen

mede, waaronder hofgevogelte, hoenders en ganzen.
• • .

^^ Nork Mythologie , S me,

(^ijnbsp;D^LXJLT -tit^ iiz.

-ocr page 18-

/r.

Dat er in dien tyd een grcoten invoer(Ji^eft plaats
gehad van allerlei in Italië (Secilië) en in Griekenland
gekweekte hoenders,
ób zonder twyfel . ^^

Bekend is dat Karei de Groote (863) bepaalde, dat
op zyn hoofdlandgoederen niet minder dan 100, by vrye-
mannongoederen 50 en by de molens een-naar de gÉootte
dezer- aantal hoenders moesten worden gehouden .2)

Koning Hendrik I schafte in 951 een groot feest af,
dat ora de 9 jaren , om.ètreeks driekoningendag te Lede-
rum in Seeland werd gevierd en waarop o,m. 99 hanen

inplaats van valken werden geofferd (Sloet).

• •«

De kloosters eischten van de pachters van hun land-
goederen jaarlyks een zeker aantal hoenders.

Dat in die tyden reeds hoenders in grooten gatale
gehouden werden, blykt zoowel uit de inventarisaties,
die op last van den keizer van verschillende land-
goederen gemaakt werden, maar ook uit de inkom.sten

T )

van de kloosters. \' \' (B_ecker Dillingen).

Wanneer het klooster te Prüm. ^^ van zyn pachters
jaarlyks minstens 4000 hoenders en 20 000 eieren kreeg,
dan wyst dit er wel op, dat de hoenders in dien tyd
zeer talryk moesten zyn. (Zie veebestand van 5 boer-
deryen, volgens Becker Dillingen).

r

l)nbsp;....nbsp;I(Py.

2 )nbsp;.... .

3 )nbsp;. , .. quot;

-ocr page 19-

In Nederland zyn ons bekend de vondsten van hanen- ^^
beeldjes uit Wyk by Duurstede, by K^royngisoh vaatwerk,
die hoegenaamd niet verschillen van de hedendaagsche en
vroegere landhoenders

Hierna dienen wy dan de vondsten uit de Priesche-
en amp;roninger terpen te bespreken.

Nadat sedert het begin der 6e eeuw de Friezen Neder-
land van den Ryn tot West-Friesland bewoonden en dit
gebied Friesland werd genoemd., hebben zy de landhoenders,
welke zy uit hun land van herkomst (West en Noord Europei
^meebrachten, in Nederland ingevoerd. Hiervan getuigen
de terpvondsten.xsHXtffixajix±E±x!iaxaj@®XHHHmx. De terpen ^jpj

tot de 10e eeuw bewoond geweest en wy treffen
in de verschillende terplagen van öe^ le tot de 10e eeuw

hail enb e en t j esi

Deze beentjes zyn gelyk aan die der landhoenders der
18e eeuw uit Friesland en Drente.

Ook de grootste der gevonden eieren getuigt van
kleine landhoenders.

De vondsten by Wyk by Duurstede verschillen daavan
ook niet ©venmin als die, welke in Engelajod^* uit

Romeinschen tyd zyn gevonden.

Behalve uit het Zuiden (Griekenland en Itali\'é) zyn
er ook landhoenders in ons land gekomen uit het Noorden
en Oosten.

By Oonnstadt in Wüstenburg werd een scheenbeen van
een haan in een oud graf gevonden. ^^ Deze graven
komen volgens Jaeger overeen met Keltische graven,
die door Oaumont zyn beschreven.

Volgens J^tteles zyn bronzen en terracotta hanen-
beeldjes in groote hoeveelheid in Keltisch-Romaansche
graven in de ruines van Rom^einsche villa\'s in Middan-
üuropa gevonden, o.a. in Trier, Bazel en Salsburg.

3)nbsp;-iu.

4)nbsp;. . unbsp;„

-ocr page 20-

In de Merovingisohen tyd komen eveneens nog eieren en
hanen als grafbygave te voorsohyn.

Uit de beeldhouwerken uit de Keltisch» Romeinschen tyd
komt de haan verschillende malen soor. Een overzicht van
deze afbeeldingen uit quot;Receuii général des
Bas-reliefs
de la Gaule Romdeniquot; geven wy in de volgende afbeeldingen
weer. De typen zyn nog al zwaar en wyzen er op dat de
dieren uit het zuiden waren meegenomen.

crrrt^ lt;.

De Kelten en Germanen, die in dien tyd in Zuid- en
Midden-Duitschland woonden, hebben de hoenders niet
alleen gekend, maar zeker ook als huisMen gehouden| dit
getuigen de vele afbeeldingen, die op Keltische gedenk-
teekenen uit dien tyd voorkomen. cJ^-

In de Skandinavische landen, waar de oude stamm.en der
Germanen woonden, worden in de Edda-liederen verechil-
lende hanen genoemd.

In het eerste, mogelyk ook het oudste der Edda-liederen
lezen wy^-) De zienerin voorspelt dat by den ondergang
der wereld drie hanen zullen kraaien | een hoogroode in
het woud, een andere met gouden kam voor de Goden en de
derde , een zwarte, onder de aarde.

quot;Da sass am Hügel und schlug ähk die Harfe
quot;Der Rasin Hüter, dèB heitre Egdir.
quot;Vor ihn/ sang in Vogelwalde
quot;Der hochrothe Hahn, der Fiallor heisst.

quot;Den Gottern gÉllend s^ng Gullenkambi,
quot;Wekte die Helden beim Heervater;

-ocr page 21-

quot;mter der Erde singt ein anderer,

quot;Der sohwarzrotiie Halm in den Sälen-Hels».

F

lt; • •«

Ändere landen in Europa, waaromtrent ons geen gege

vens uit deze periode bekend zyn, laten wy buiten
bespreking.

Wel vragen wy ons af of Rusland, dat in oude tyden
reeds betrekkingen had m,et het Oosten en het Westen,
landhoenders heeft gekend, die of uit de Aziatische
landen zyn ingevoerd, of omgekeerd uit Rusland naar
Azië zyn gebracht.

Hetzelfde geldt voor de Balkanstaten, t.a.v. den
invoer uit Griekenland, Perzië,Turkeye en Italië .

/cf.

-ocr page 22-

/ƒ.

I\'

V

PS OVERIGS WERBLDDEBLEH .
AZIE, AFRIKA, AMERIKA en AUSTRALIË,

iïederlandscii Indië en Azië hadden hun landhoenders
in deze periode.

NEDERLAHDSOH lïïDll.

Uit onderzoekingen in het Kon.Ethnografisch Museum
te Leiden quot;blykt ons , dat afbeeldingen van hanen voor-
komen op :

den deurdrempel van een tempel te Midden Floros, land-
schap Kroe»re en Nita ( e eeuw)

Ook op de munten treffen ify den haan aan (
(Gataloque of Indian Ooéns Ancient India ^
J.Allan. London 1936 . PI. XVI1-12
Een haan by een palmboom

Ie en 2e eeuw na Chr.nbsp;(nbsp;)

CHIHA.

Dat in Ohina tydens de Ohr.Jaartelling hoenders

bekend waren, blykt ons uit enkele gegevens over Ohina

Reeds Oonfuiius (2e helft 6e eeuw v.Chr.) noemt

hoenders a^B offerdieren en huisdieren.

In oud Ohina hsLeld iedereen huishoenders.

Toen de Grieksche cultuur in de 5e eeuw v.C. de

Ohineesche kunst beïnvloedde, werden hoenders gesty-

leerd afgebeeld. Geleidelyk wordt de kunst beïnvloed

Hellenische

door voorbeelden uit hetnbsp;Oosten (nbsp;)

)

-ocr page 23-

Hoenderboeldjes, als kleifiguur, welke op een hen ge-
lyken, werden tot 500 na 0. als grafbylage gebruikt,

In China/ was de haan het symbool van den lioht- en
den vuurgod.

Het hoen sohynt omstreeksnbsp;in China te zyn in-

gevoerd.

In de 8e eeuw treffen wy 5 hanen in gestyleerden vorm

)

aan op hout , zwart gelakt en geschilderd (

(Kummel und E.Grosse, Osteologisoh Gerät, Bruno
Oassiner Verslag Berlin 1925 No 110 . )

-- Shosoin Nara#-
Verder steenfiguren by Koningsgraven :
(G-rabkammer Koning Sunglok . 737 na 0. )
en by een groot graf van V.Lyonni . ^^ na 0.

Deze 2 laatste worden onder KijrÉaansohe kunst ge-
rangschikt.

A.K.Ooomaroswoeny

r jsf,

In Mediaval Sinhalese, Art.:

1908 komt een plaat voor van een Frontespiece, waarop
2 hanen en 5 hennen voorkomen, allen met kleine kuifjes.

Voor hoenders gebruikt men het woord : Hamsa ^ j
ook in quot;Oostersche kunstquot;.

Plaat 32 , 2 bronzen hanen ,(Fig.8)| plaat 44 hen
{Fig.4) met kuif j plaat 43 (Fig. 5) haan.

-ocr page 24-

ZA i^J-

AFRIKA.

De eerste gegevens omtrent tamme hoenders in Afrika
tre:^fen wy aan by Schweinfmrth (nbsp;) , die con-

stateert dat in de verhalen over dwergeti, die uit de
Grieksche oudheid dateeren, en die by de Romeinen reeds
bekend waren, hoenders als huisdieren werden genoemd.

Een m^ozaiek uit Pompeji in het Nationaal Museum te
Napels stelt Pygm©en voor omgeven van hun kleine huisjes
en hutten, alle vol hoenders. Ook dat waren gewone kleine
landhoenders. Of deze invloed hebben gehad op de vorming
van rassen in de latere perioden, is niet bekend.

p^yU^^^^y-nbsp;Egypte bestonden eenige eeuwen voor de Ghr.jaartel-

ling broedovens, waarin 10 000 a 40 000 eieren konden

worden uitgebroed ( Afb. ^ )pe Reaumur, uitvinder van den
thermometer, beschryft deze ovens als volgt : ^^

Volgens Diodorus, Siculus en Plinius lieten de Egypte-
naren eieren in ovens uitbroeden.

Pater Sic^rd bericht dat deze manier om kuikens uit te
broeden in Europa niet bekend is, terwyl het in Egypte
als een geheim geldt, dat alleen bekend is aan de bewoners
van een dorp, dat 20 mylen van Kairo in de Delta ligt en
Bermé genoemd wordt. De kasHnssH Bermeeërs leeren het alleen
aan hun kinderen en houden het voor vreen delingen verborgea.

Als het jaargetyde nadert , dat voor broeden gunstig
is, in het begin van den herfst, dan verspreiden de Ber-
meeërs zich over het geheele land j elk belast zich met
het bestieren van één oven. Zy alleen zyn in alle deelen

daarvan onderricht en verzorgen de eieren totdat ze uit-
gekomen zyn.

Die kunst, welke zoo nuttig is voor Egypte, bestaat uit
2 deelen, nl. het bouwen van de ovens en het behandelen
van deze gedurende den broedtyd.

1) De Reaumur . Kunst om tamme vogelen, enz. uit te
broeien . le Deel P de Hondt 1761.

-ocr page 25-

Ii-.

De ol^pens zyn geen geheim , vreemdelingen kunnen deze
vry bezien, zoowel van buiten als van binnenj de wetenschap
der Bermeeërs kon niet anders bestaan dan in de verdere
behandeling enz. Deze kennis berust op het onderhouden
van den juisten graad van warmte . Door het vuur geregeld
te onderhouden komt een groot deel der eieren uit.

Uit deze beschryving kan men met zekerheid conoludeeren,
dat de pluimveeteelt in Egypte eertyds van groote beteeke-
nis is geweest, want geregeld te zorgen voor 50 000 a
40 000 eieren, bev/yet wel dat het aantal hoenders groot
moet zyn geweest.

AMERIKA
• • * •

Noord-Amerika.

Zuid-Amerika.

Wy treffen in het E^iografieoh Museum te Leiden oude
Peruaansche weefdoeken aan, waarop zeer primitieve afbeel-
dingen voorkomen , welke aan hoenders doen denken.

Zy zouden uit de eerste tyden dateeren, waarin lichamen
van gebalsemde dooden in deze doeken werden gewikkeld.

-ocr page 26-

O

AUSTRALIË
• • « •

Resumeerende zien wy het volgende :

Uit de vorenstaande gegevens hlykt dat een hesohryving
der vormen en kleuren by hoenders vry onvolledig mag wor-
den genoemd, zoodat wy de lOe eeuw na de Jaartelling moe-
ten afsluiten met een groot vraagteeken.

Wel weten wy dat over de geheele wereld landhoenders
zyn verspreid . Zy worden in vorm en kleur beschreven als é
de Drentsche landhoenders, nl. rood, zwartrood en zwart.
De groote .vechthoenders komen overeen met de groote Ma-
leyers,- zy worden quot;vreemde hoendersquot; genoem.d.

Er zyn enkele kuifhoenders, enkele met afwykende kam-
vormen, terwyl de Romeinen kruisingen hebben gemaakt van
landhoenders met vreemde groote hoenders, die hoog op prys
werden gesteld.

Dan ie er nog een 5 teenig ras, dat in Griekenland en
BritïISia voorkomt, terwyl de dwerghoenders, welkl^Ilge-
meen voorkomen, de ry sluiten.

-ocr page 27-

tJ^

Wy bezitten uit bet werk van Aristoteles een afbeel-
ding van een haan en hen, uit de vertaling van P Belon
dm Mdns, waaruit het type van een landhoen duidelyk
blykt en waarmede wy dit hoofdstuk afsluiten (nbsp;- )

(Oliohé H.K. I blz. 107 en 108 ).

Dat dit overzicht niet volledig kan zyn, is zeker, 4
maar dat eventueel by een verder onderzoek meer byzèn-
derheden bekend zullen worden, verwachten wy met zeker-
heid.

1 ^

-ocr page 28-

m^-^mruK 2*

Dq jC^arae Hoondors uit gegevens Künatgesohie«
ltsti\' ät-Ätti\'nbsp;Miniaturen, Prenten,

m,t er onetreeke hot Jaar imo na Chr. hoenders in
Heöerland overal aanwezig waren, is buit@yi twyfel.

hebben in d© vorig© period© aangetoond dat
inve#r uit h©-\' ^uld^n h^seft plaatü. gehad, uit I tal is ©n
Griekenland. ïs.aar ook uit hot Woord#n door .^Vlssoh©^
volken, di©
Z9 op tamp; terpen ©n op het Isnd als hölevoi^elf?
hielden.

i:.arel da Groote had d© BViesen onderwerpen amp;n hat ffoor-
delyk deel van i^\'ederland by zyn Eyk gevoegd, zoodat éamp;
genoemde bepaling voor het houden van hoenders ( blz, )
OOK voor hesi i*©d©riand gold»

Dat vari het Jaar 1000 tot 1500 er een groote biceityd
In d© pluliB^eatealt
hoett bestaan, blykt daaruit, dat
volgens m overlevering i©d@r «©detesn« ©r ©^ z.g, hof^
vogelt@@lt of liafhebbary op nahield.nbsp;werd onder de

leiding geplaatst van ean pluimgraaf ^^^^eedd© ©en ^e©r
belangryke betrekking,

Behalv® pair-en, kalkoenen, parolhoenderR, eenden @n
ganzen werden sis-hcenders g^ïfewe^kt. Desss eiarhoen-iers moah
ten niet deer de poorters of Irfei^snen worden gahcudm,
tenzy in «onvolledige« toestand«. D^z© onvolledige toe-
stand beetond o,a, by honden en paarden in het afsnyden

r Lnbsp;^^nbsp;ooT,/~zoodat steeds duidelyk zicht-

baar was dat het «pcortörsdieren« waren.

üe poorters mochten geen êierhc^dere houden maar
alleen ^gewone hoenders» ^ dus landhoenders, Wellie sier- -
hoenders In de tallooze kasteelof burcgt;ithovon hebbon
gelaafd, dniirvan zirygt de geschiadenia, ( )

Van lono tot if^oo treffan wy aan allerlei volfcegobroike^.
welke er op .ryzen, dat de haan en de kippen ^en belangryk
onderdeal uitmaken ^an den veoeta^el in de ^estsrsche ban-
den.

-ocr page 29-

Hat zou ons te ver voarennbsp;hier al Ion te .^©l-ien,

doch wy willen hier wyzen op\' hot soer belangryke bcok

®Dq dieren in het üormaanaohe volkagelccf an volksgebruikquot;
door ar,nbsp;.Baron Sloot, \' M.Hyhoff 1688 ^K Ui^ dit

werk haalden wy o.a. aan dat in Ponmeren van 1102 - 1139
aan de hanen iïOddölytC^j ©er word bowozen ( bl2»nbsp;) enz.

uok in de klieder en vinden wy vele sagen , welke
rondom don haan zyn geweven.

Vel© gebruiken als j haiienslaan, hanenbrö.iöjhanenoaaltyß
hanenoffer, oogsthaan^ geduldhsan, ons:, dateersn uit de^\'O^
tyden ©n worden nog vale eeuwen later, tot in de iSe ©euw,
zol^\'s Toortgezot.

De poorters en huorderi? van^ landp^ed^ren waren ver-
plieht aan hun pachthoaren of kloostore een Eeker aantal
hoenders te leveren.

Da-iB topaling treffen wy nog aan by allo kloosters in
Nederland { Mag^iin 1276 on 1315).

ïoen üonrad^e van I4sppel, in het jaar 1144 Meppel atioht.
te, na uit Miitsohland t@ zyn uitgeweken, bracht hy -behal-
ve een deel van zyn levendenbsp;koppel hoenders«
mede ( Kroniek van Meppol)

In \'feppol bestond in I4m nog ö© bepaling dat bolaeting
in natura moost worden opgebracht in den vorm van «een
palmhonne on 10 ©ior\'.

Hanengevechten waren in dien tyd @©n groot volksverrrïaak,
waaraan ryk @n ar® deelnam.

In Bngeland warden ze eerst In i^Ji door Crorawell
verboden,

In in AmlQB Oalmariensis vormeldt de schryver mmnr do
iilzaa na 1200 landhoenders en bol staar thoemders (Sahn
IInbsp;blz,296).

fogen het einde van do \\m eeuw vinden wy in onkel©
handsohriftan afboeldingon van hoondera. Deze afbeeldingen

zyn dikwyls nog zoor primitiof of etellen sestyloerde
♦»««

1) ook Houwink Ho en der ra as en ï bl2. m -nf^.

-ocr page 30-

hoenders vog^, ïï!@t dierelifcop-nen ©n^^« Wy zullen äm® hier
niet aft-eelden, oinöat Zf by ons onders^oelc niet van belang
zyn,

Geleidelyk begint dit ©öhter te vsrand©-»-©!!.,
mn der eerste handschriften , waarin d© haan vef-sohil-
lende malen voorkomt, ie de Saohsenspiogal, door den Ridder
Eike von Sêpgouw in de Jaren 1224 - 1232 geschreven en
uitgegeven dcornbsp;.Äoilra,

Dq Sachsanspi©gel of x^bb lalioa bevat de boerenwetten
uit d© vroege middeleeuwen.

Hierin komen een 6 tal afbeeldingen van hanen voer,
waa-rby o.a» diefstal van hoenders wordt .geetraft enz, D©
eenvoudige soheteen zyn allen van hanen en hennen land»
hoenders.

(Afbf^)

MKÉJs, In Bible Manuscrit de 1B71, .SscsT^rlai-^e Öharlog V,
treffen wy aan in een der randschriften een bazuinengel,
zittende op een haan set pootfcevsdering. Behalve d© fcevé-
derdo pcoten is het/een landhoen (blz, 4S?),
(ÄTb. )

Veöl mooier ia een haantje ,zittenda op oen wereldbol
met Petrus, gekleed als Paus, Het is ®en reod landhaantje.

Deze voorstelling geeft ö© uitspraak aan.:\'*Op dasen
Petrus zal ik ayn Serk bouwen*. ^
(Afb. )

jiÊ^Jtt

Kadat in 1445 de boekdrukkunst waa oitg©vor;den, kwa^^en
geleidelyk gedrukte werken o,a, mmur Hatuurlyk® Historia,
enz.

Wy vermelden hior naar volgorde de voornam te, wa^n wy
hoenders afgebeeld vonden.

-ocr page 31-

Zcf.

Ken zil^©rpöl gekleurd landliaarit,Jö \'coat voor in ï iieatia*
rus et iiarbodi Lapidorsia onder den naeaa : Art.t*altus j. 147
(Aft* )

De Yertaling rannbsp;overnbsp;Art CJalfeus

wordt geschroTQn is de volgenc!© :

r

-ocr page 32-

WP

m hat praebtiK geïllustreerd© HaBdscbrift -van den
Kerkvorst Augusttotis : La 01 té de Dl@u , adnuscrlt ,
1@ Part 1475 tlz, 197, trefrezi wy een patryskleurig
landiioon aan met bruine l5orst, zittend© op den lavehe-
boüïs,nbsp;j iii i i\'l.\'u aHl\'iüu • OS?

In tü\'M- h^iitl TTimTi^n i^\'ftr?nr1 iin ftnnbsp;^^ irrr^^

L^i/Jjü\'Ou duti ^-.b^iloulitJpmi sii Uj_j l laii \' woi\'di .UajiJu]—en
t^
t^dcyf.,,?*!. gt;gt; LuiU dOC-ï*\'0\'ail.U.üm maoibo-mot gooctoron-^en

7

ófi, V Si*?;.
ifb, )

In DialogU-S oreaturs^maw (1485)nbsp;voor een tersoen

en een landhoen by een duif.
{Afb» )

In : ¥an de prpprieterly der dingen (1485) dcor Batelo
meus Anglieus fecmt voer ©en iiaan on hon landhoen,
(M^b. }

Seil zeer,merkwaardig boekje is .getiteld; D^alogus Croa-
tran optlmemoza In het Latyn^ gedrukt in

In dit bceicja houden allerlei dieren gesrrefcl^en if.et
elkaar, maar vooral ds haan is Mer wel een der hoofd-
figuren I hy treedt , vergor^eld van
henne* , tienT^aal op in
ï

de haan en de valfe , de haan en de vogels,, de haan sn
dö ganzen, de haan ala atuurimn op een schip, de hiian en
de vos, enz»

Ky staat als redenaar of ala leeraar wyse lessen te
vorkonaigen, hoe Ey moeten leven , enz.

be dieren moeten hier menschen voorstellen; het on-
derricht is ook bedoeld voor meneohen onderling.

De afbeeldingen stellen allen den lanöh0.an en de
landhen voor#

^Afb

-ocr page 33-

y h

Om-^treefcs 14TP versïGÏienoTi âe F-^be\'en van A^bovub.

Deze fabelen T,fn in bjna aile leven?^® talsn-vertaald
on wol in versobillende esowon , in de taal der betref-^en-
de landen en geïllustreerd door belîwaîne teekenaars uit
dio Isolden,

Van^ 1472 tot 1930 hebben wy niet minder dan 75 bcak-
Jes gevonden, waarvan ungevear d© helft is voorzien vaa
afboelding©]^.

xiaginnendö met eonvo dige h^tUdTsnöden ©indgt het laatste
boek: met afbooldingen der hodendaagach© hoenders. Eet
spreekt v^zelf dat wy hieruit alleen de afbeeldingen
genomen hebben^ welke in d© loopande eeuwen voor deze
geschiedenis van belang waren.

De eer^^te uitgaven van 1472 - 14P-4 syn in hot Latyn
gedrukt, zonder platen,

In ■het îîe der land sah verscheen innbsp;de ©erste druk.

Hierin kon^-en een viertal han©n en vyf hennen voor, al^.^n
eenvoudige houtsneden, landhoenders vc ore tellende, -isäs

Het volgend© bcekj© is in.14S6 in het Latyn gadrukt en
bamt 2 hanen en 3 hennen , landhcendórs. (2ii@ afb.nbsp;)

De nu volgende 10 boekjes tc-t 1600 zyn niet geilluetrepïï
©n in het i*atyn gedrukt.

De daarna volgende sarie zullen wy in de derde periode
van IfsOO - 181^ bespreken,

Wy zagen uit de tevoren b©8prolcan geschriften det da
landhoenders in hun eenvoudi^^on vorm overal FocrkoTseii,
Voer
afwykingen in hun typ© is ons nog niate beleend,

Te^ugko\'-^onde op de sierhoondera, d5e docr de koningen
en edelen werden gehouden, is een merkwaardig .artikeltje
te cnzer kennis gokC!?.en uit de Kloinveetaelt van 29 Sept.
Ib21, blz. 312 , van de hand van den bekenden hoandsr-
schilder an teesenaar P.Dewald t© D@n üaag.

De Heer Dewald, di© zelf 20 ^bmqïi kMM^ bezig Ie ge-
woest om witt© kippen mot zwarte kuiven t© fokk\'en amp;n die

n

\'m

-ocr page 34-

3/. 3/..

%

daai\'iïi oote go©fl is geslaagd ,

deeldo ons mod©, dat hy in ©en öiitsoh plataveablad
■-^sn beschyTing had aangetroffonj waaruit bloek, d.at
reoda in de l^B aauw öergelyfe© kippen in Hederland
bestonden, welke door Flarel ¥ werden aani^efeonht voor
zyn hoenderhof ( zIq Sleinveetoeltnbsp;)

Wy geven hier dit artikel in zyn cehesl weer;
* Aan dozo witte swartkuiven Ss een eigenaardige ge
•^schiodonis verbonden^ dis weinig bekend is en martan
quot;hot merkwaardigste is, dat Ik
zo eanlg© Jaren geleden
quot;las in een Duitsoh stadje in een toitBch blad, torwyl

©an etukj© llederlandsolio gssohiedenie mwx betreft. quot;
quot;ïot myn epyt versiiimd© ik den naasi van het blad t©
•noteeron ©n tc^on ik een paar jaar later er een onder«gt;
Inbsp;\'^zcok naar in stol do, kon ito my niet meer inlicht^.

_nbsp;»^Oiatreatis het jaar 147^ woonde er in fCenneïï^erland

*©©n kluizenaar, Peter J^mpermz goheeten.., dio er een
*groot aantal witte hoenders op nahield met een zwarte
•kuif. Deze dieren legden wesl grocte en s^akelyke
■*^©ieren, waren gehard tegen ons kliir^aat en leverden -
quot;wat In die dagen van groot belang was - ©en a^akelfk,
**mals gebraad.

**üf or el era in ons land nog van die hoenders voor-
tkwamen, meldt
dB geschiedenia niet.

« ïoon in het begin der l@o eeuw ons land in nadere
quot;rölatiö met Spanje kwam, kwamen voel .iSpaannOiie edel-
*2.i0den de Bederlsüidon bezoeken en zoo geschiedde het,
quot;dat ©en zekere Don Piédro d© Santiago by Jaspores;
\'\'terecht kwam, zyn hoenders allo opkocht en ze naar
«zyn kasteel,in Santiago gelegen, liet transporteeren,
quot;iots wat in dia dagen mot ontzettsnde beswaren gepaard
quot;ging en waarvan het govclg waa, dat hot grootste deel
^gedurende de reis bezweek, Intussohen bleven er eenoeg
quot;over ora d© teelt voort to zetten on gedurende enkele

O

-ocr page 35-

32.

quot;jaren werdan se in Spanje Teredald ; het wit werd reiner,
*de kuif groctar en meer Intensief z-^art,

» tOQn iiarel ¥ aan het bewind kwam, schcnk deze af en tos
quot;eoniga dieren, die intussohen woer van
tjà tot tyd naar
»ons land vmi^en gebracht, aan
zjn by zondore vrienden en
^kennis G on* Eet \'.mô Juist in dia dagen, dat d© bezitter
*van eik buitengoed or
zjn hoenderhof en zyn pluimgraaf
*op na hield. Maar of :ze door het veredelen hun goede
*©i©genschappen hadden verloren, of dat er, andere factoren
*ln het spel waren, den adel eohénen deze dieren ni©t zoo .
*byzcnd©r te bevallan en langzamerhand varhuisé®n z® naar
quot;d^ hoenderhof vaa den minderen/^^an en kregen den naa® van
® Santiago s.

quot;Als zoodanig sohynen.ze zich gedurende anderhalve eeuw
quot;staande te hebben gehouden,

«My a--^thans is persconlyk Qamp;n kopergravure bekend uit
quot;het Jaar 1715, vccratelionde don hoenderhof van een ryken
*ârist©rdaiaa#li©n koopman, waarop d© witte ztmrtkuif voor-
tkomt .

*Maar omstreeksnbsp;söhynen ze ©r niet meer geweest

*t0 zyn.*

By sommige schryTers woröen de witte awartkulven •st,
Jago \'n ge\'^oemd. Gf dit verband houdt net Santiago \'s
fSaint Jago) is niet onmogelyk.

Santiago ligt aan de Iocrd«^p©et kuat v-annbsp;Sön

onderzoek,door my aldaar ingesteld by het stadsbaBtutir,
heeft tot heden geon reaultaat opgeleverd.

• té«««

De vrfc\\ag waar do kulfhcöndöra vandaan komen, is tot
heden neg niot voxdoenae bewezen«

Van de hand van Dr» l^.a^FitzÉjriger AdJ.Oust. der Kamp;xb.
Zool.gcfGabinets, een der mitsohe bestgedocum^teerde
schryvers, lezen wy hieromtrent het volgende : ^^

ï) Die Arten und lassen der HRner* W.Bra.u®ull0r ^\'ien, ïs*??.,

is.

Ji.

-ocr page 36-

*l£©n andere eigenaardigJieid, waardoor zich daze soort
*¥an alle ovfrige hoendaraocrten onderscheidt, testaat -
quot;zooals quot;^y het eer-st van tailaairerns-\'en - in den geheel af-
®wykenden vona van den schedel, welke, met d© op ©en dik
^vleezig fcusson zittende schodeivedoriESSlcuif, daarmede
één
quot;geheel vormt, doordat het schedeldok opvallend hoog ge-
*welfd schynt en met versohillende gaten doorboord is.
♦»Over de oorepronkelyke herkomst van deze hoendersoort
fl8 niets laet sekerheid bekend, ofechoon Sïoowel verashlllen-
*de aanduidingen, welke wy dcor de eohryvars uit den ouden
•♦tyd daarover vernomen hebben, als ook de beeohryvins^en,
•»welke wy aan eenig© reizigers uit den nieuwen tyd te dan-
quot;ken hebben, one veroorloven, doch slechts by wy^ie van ver-
^moeden en
mamp;t eenige waarschynlykheid, ons hieréver te
quot;durven uitspraken«

**2-ocals schynt, was haar oorspronkalyk land van herko\'iat.
quot;slechts beperkt tot het westelyk deei van Midden-Azië
quot;tusschen 30 • 40-gr. lUa« ^^waar ze door Perzen west-
»waarts, door iàeaopoteaai\'é naar Syri© en door ïurken naar
,, filatelie werd overgebracht,

quot;Reeda in den tyd der oude Grieken was dit heonderrae
«op eenig© eilanden der GriekBche Archinel an ^elfs op een
*de9l van hot vasteland van Griekenland in Europa in^çsvoerd
**en ini/ den tyd der Roioelnen, sieachien reed® aenipe eeuwen
«voor Ohr, ook in Italie,

\'*Baar Egypte achynen ze echter veel later t© sïyn overga ^
quot; bracht, alscïk naar de Kaap de (ioede loop,

quot;Scnnini, die tusschen de Jaren 1777 en 1780 dgypto be-
•^reisde, meiat dat ze in Opper»lâgypte zeer overvloedig en
®in Kgypte over
*t algemeen zeer geliefkoosd zyn.

«Miet minder dikwyis trof ïombe ze in verschillende
quot;varieteiten ook aan de iÇaap de liood© Hoop,aan»

*Dcor Sonnini \'a betoog werden vele natuurondersoekers
quot;verleid Egypte als Hefcoorspronkelyk vaderland
âezamp;r hoen-
quot;dora te beschouwen,**

-ocr page 37-

Wat wy van de Kuifbo^nderf? in fle- vroegere hietori«
hebben kunnen vindenjia beschreven in Deel

bis,nbsp;.

Wy resumeeren b.ieruit ;
öhigi veriaeldt dat In het Mussum van het Vaticaan af-
beeldingen van ikuifhoenders raet aen kloin^i tweedeölingen
kam voorkcmen, Deze zouden uit de 2e -.40 ©euw v,8«stammen,
(Afb.nbsp;niet duidelyk).

In het Museum. Chiorominti in het Vatioaan bevindt zich
een Mozaïek , govcnden in Paggio Mirtelo, waarop de Euhe«
zische Diana is afgebeeld en ©veneens een haan met ókUri^^t^
■fe-GrPf» kam ,

Ghigi no^mt ver-voljrens\' @©n haan uit de collectie van
Blundel te Ince (Lancashire, «^et ©en dubbelen kaw en nek-
fexacKJ^ kuif). Deze afbeelding stant waarechynlyk: uit., ...

Reiniö4i beeldt een haaii af van een zwaro type set oen
kaif (Amslinf Di© iSkulpluree des ¥ai:ioe|nischon Museums,
(Äfb.

Hieruit zou men kunnen opmaken dat het kuifhoen om-
streeks het bep^in
onzer jaartelling in Italië is opge-
treden.

Dat in de eerst© oeuwen na de Ghr. Jaartelling hoenders
uit Itali© en Griekenland in\' Hederland gyn ingevoerd ,
hebben wy hierboven reode verseld.

Dat dergelyke kuifhoenders in dan SBiaak violen van
de keizers en edelliodan ligt voor de hand. En-dat do-^.s
kuifhoonders dus het ontataan hebben gegeven o.a. aan d©
witte zwartkuivon van Peter Jasporss ^^ in Kennemorland,
daaractn b oho even
wy niet te twyfelen..

m hoe uit de hietoji\'rie der nu volgende periode blykt,
dat de kuifhoandere ovoral in Mederland voorkwamen, kunnen
^ zien uit de velo achilderyon na imo ontstaan, waarop
kuifhoondero, sooais
w%r ^^e nv no^ Jce-nneir z^^^ veel wer-

-ocr page 38-

^r. jr.

In Bilderatlas zur Duitschen Kulturgeschiohte von
F.Soiiulze (II , 19l) is een miniatuur uit het Heideiber■
ger Sachsenspiegel-handschrift opgenomen, dat de ver-
schillende belastingtermynen afbeeldt^ by 24 Juni
quot;Fleisch quot; staat o.a. een haan .

(Afb.)

Ook in de latere boerenwetten wordt de haan verschil
lende malen genoemd, (ziequot;Deutsche Rechtsaltertümerquot; ,
Just Grimm I , 180-187).

De schryver van Aana^-es 0®lmq(^lensis vermeldt in zyn
beschryving van den Elzas na 1200 o.a. Baardhoenders en
Bolstaarthoenders ( Hahn,quot;Haustierequot;, blz. 296) .

-ocr page 39-

Beebe haalt het werk van Al Gazwini , de Aja ib- ul-
Makhlergat, of de quot;Wereld der Wonderenquot; aan. Deze Arabi-
sche schryver, die in 1283 n.Ohr. stierf, zegt omtrent
den haan o.a. het volgende :

Er wordt verteld dat de profeetnbsp;zeide:

quot;God^HH«±x de Hoogste heeft een haan geschapen aan
quot;den voet van zyn troon, met vleugels, die zich kunnen
quot;uitstrekken van Oost tot West en tefeen zonsondergang
quot;spreidt hy zyn vleugels uit en klapt er mee en verheft
quot;hy zyn stem om. Hem te loven, roepende : \'
quot; quot;Glorie aan den Heiligen Koning» en wanneer hy ophoudt,
quot;vereenigen alle hanen op aarde zich om dien rqj^ te
quot; beantwoorden , met hun vleugels op dezelfde wyze klap-
quot;parende.

Er wordt gezegd, dat de hoofd-gebedsroeper onder de
quot;hanen de vogel is, welke lange kinlellen en een hoogen
quot;(castellated) kam heeft.

De beste onder de hanen is de vechthaan. Zyn kenmerken
quot;zyn : een roode kam, dikke hals, kleine%imrte oogen,
quot;scherpe klauwen en een luiden stem.

Er bestaat een geloof, dat iemand, die een witten haan

met gespleten kam slacht, verlies zal lyden in huis en

be^it en ook dat de duivel nooit een huis binnenkomt, waar
zulk een haan aanwezig is .

-ocr page 40-

j/. j7.

«gISSZE»

Resumeoreiidö kónrion wy deze periode van 100 ^ 1500 dus

afsluiten met de volgend© feiten ;
1« Landhoendore quot;bestaan @r in geheel ITaderland,
2, Vechthoonderff ©veneens,
Dwer^tfènders ©veneens»

4. Afwykando landhoenderrassen komen hier ©n daar in do
hoenderhosren der keizers, @a@lll9a©n, maar ock op het
land voor? zy hefcben afwykende kasraen, bftftrden en
kuiven.

I

-ocr page 41-

jcF, in

HOOFDSTUK

DB TMMl HOENDERS UIT NATUURKÜHDiai fEHKEH,

SOHILDEHYM m AFBSiSLDlNGSN Ulf HGÄDSaiOEKEH

i

van circa 1:500 - 193B*

Na het jaar 1500 zullen wy geleidelyk chj^onologirach
vermelden de boeken, prenten en sohilderyen, waarop
hoenders voorkomen, met aanteek^ningen van de byzonder-
heden, die wy daarby opmerken.

1477-78 Aesopus, übersetzt von H.Steinhoewel j

Versshillende landhoenders, hanen ©n hennen,
Afb,

146 6 Fabelen van Aesopus (Hederlandsch)

Landhoenders, wit en bruin,
148fi Fabelen van Aesopus (Nederlandsch)

Landhoenders, 5 hanen en 4 hennen,
Afb,

1486 Aesopus (Latyn)

Landhoenders, 2 hanen en 3 hennen.

1501 Aesopus (i»5©derlandach)

Landhoenders, 4 hanen en Vechthoenders,2 hanen

Afb,

1S)8 Aesopus (mitsch)

5 henen en 2 hennen,
Afb.

1515 Albert Ärer et ses Dessins

Hanen en kippen, 1 met kuifje,
Afb.

1520 Vignettes d\'Albert Durer

4 hanen op^f rOndschriften mat enkelen en dub-
belen kam 5

Haan en 6 hennen met kuifjes ,
D^verghoenders

Afb,

-ocr page 42-

J^. /So

1526-29 SGhildery van J.OornQliss van Oostsaenen

Haan rczekam, goudpel en Haan roaekam,zwart.

1513^8 H.D^J.VQgtlien

amp;ocjlt;elhaan , Haan met dubb.kam.

1532 ïierzeiclmungen 8 Jahrhunderte
Haan met bladerkam.

Afb,

o)

^^Imanbsp;beschryft eerst de Boeren-of Land-

hoenders (Afb, ), waarvan ©en exemplaar
versteend is gevonden tusschen de muren van
een oude burcht. Eet type ia bewaard gebleven,
de vederen zyn als stoppels overgebleven.

Van Afb. zegt hy, dat dit exemplaar oirer-
eenkomt met de bestaande soorten landhoenders,
die hy ook als onze hedendaagsche zwartborstig-
roode beschryft, waarby ook zyn met een weinig
kuif.

Yervolgene bespreekt hy de Dwerghoenders
(Afb. ); daar deze in alle verscheidenheden
voorkomen, beschryft hy ze niet nader, doch
vermeldt, dat ze gele pooten hebben. De teeke-
ning geeft ons te zien een hen met een kuifje
en een ?feinig baard.

Een derde soort (Afb, .) noemt hy Patavo-
nians (Padua»e). Uit de beschryving van deze
Fatavonians blykt, dat van een bepaalde kleur
geon sprake is, wel ia het een bepaald ras.
Hy zegt j ze zyn geheel anders en grooter dan
de landhoender-s j hun kop/ is voorzien van een
achoone kuif en kleinen kam. A. zggt s Er
komen ook hoenders voor met beve|Kderde pooten,
zooals de afbeeldingen te zien geven (afb,

) . Haan .j hals en rug bruin, vleugels
zwart met witte vlekkenj buik, bo-st en verdere
vederen zwart, waarin enkele witte vlekken
voorkomen ^ pooten geel | kam doorm\'dden ge,groefa

-ocr page 43-

on klein I snairel g®öl | staart x^art, waarin
wit vocrkoffit. Hem rooclaEbtig ©et overal
zwarte langwerpige vlekken, byna geen kaï^,
lollen niet lang, snavel en pooten geel.

-tiTb. fnbsp;^yn de afbeeldingen

van hetgeen At besohryft ais haan mi 2 hennen
luEifsohö hoenders*

M\'b.nbsp;Haan ; lioha^ wit met swart,

staart groenzwarte\' geheel© liohaam wit en goud i
gestreept, pooten blauw,

Afb»nbsp;H©ni wit met roode vlekken, blauwe

pooten, kam klein {helmkam), lellen klein, hals
gestroept, pooten blauw, witte staart.

Afb» ■ len: cote w\'t en zwart gevlekt, poo-
ten blauw, naar Aevens de vleesGhkam ook een ■
witte kuif ala oen leeuwerik, hals gestreept»

Afb*nbsp;ennbsp;, Hat Ferziaohe Hoen,

haan en hen, Z® zyn daardoor versohillend van
do XX)rpa^f juandhoenders, dat z© zonder at^aa^
zyn\', iu klmr zyn ze daara^i gelyk* Kam uit op-,
staande punten gevormd| de kleur van dezen haan
iB geheel zwart met gele lynen bezaaid, uitein-
den der
voeren wifc»

Hen: vors ©n houding gelyk aan de landhoenders,
kleur geheel verBchilland van den haan, kasi
kleinder dan by den haan*

Een kort overzicht van deze rassen levert
de volgende uitkoi^sten? Het tyt^s versteende
landhoen is precies gelyk aan wat wy nu onze
landhoendere noemen»

Ï7ie weet, hoeveel jaren geleden deze versteen-
de haan voor A.geleefd heeft» Het hennetje
tiif\'b.nbsp;) met een weinig kuif staat MtmÉs

reeds een stap verder in de rassen, die veran^
derde vormen hebben gekregen, al i@ deze ver*
andering ook nog zoo klein. Met de besohryving
van zvn Dwerc
^hoendere ie hv ko-r»t. wat zeer be-

r^ V

-ocr page 44-

gryipelyk is, daar ieder weet dat Dwerghoenders
uit ieder bestaand ras zyn tenbsp;vormen,

door laat-broed en inteelt, en ook op het land
kunnen ontstaan.

De Patavonians (Padua\'s) vertoonen veel over-
eenkomst met wat wy heden Padua\'s noemen. Uit
de kleurbesohryving zien we, dat ze nog geen be-
paalde kleur vertoonen, dat is het werk geweest
van het nageslacht| ook is van een vaste lichaams
beschryving nog geen sprake.

Het ras met bevederde pooten vertoont by nadere
beschouwing een groot© overeenkospst met het Kraai-
kophoen, een bepaalde kleur ie hier ook niot aan-
wezig, hoewel de hoofdkleur zwart genoemd wordt.
Zouden dit de voorouders van onze Kraaikoppen
kunnen zyn, meegebracht door de Hollandsohe koop-
lieden , di© volgens leringen vele hoenders uit
de Levant mee naar Hederland brachten? Omtrent
de Turksche hoenders zal een fokker niet lang
twyfelen, als hy ze eene vergelykt met onze Hol-
landsohe Pelhoenders. De kamvorm, de gestreente
veeren, de blauwe pooten wyzen in deze richting,
terwyl juist de vesren de overeenkomst nog spre-
kender maken.

Het Perzische Eoen zal door Aldrévandi zyn ge-
nomen als type der Bolstaart (staartloose ) hoen-
ders, die op eiken boerenhof af en toe voorkomen.
Ze geven tot geen byzondere besohryving aanlei-
ding.

R.Savery , schil dery

1659

Haan met bladerkam en kuifje bont en zwarte
8 taart.

Hen met bladerkam en kuifje bont met witte
staart.

Afb.

,, R.Savery (Orpheus kalmeert de dieren)

-ocr page 45-

iSi

■ Haantje kriel met pootbevedering
Hennetje metkuifja,

1577- \'P^P.Embens en J»Breu|fel (Adam en Eva in \'t
1640nbsp;Paradys )

Haantje en Hemiotja, patryski.landhoen.

1892- Adrian van Utrecht
16 52

Haan ,Braquot;banter zilverlaken, duhb.kam.
2 Hennen, goud en goudlaken, dubh.kam,
Kuifeens ^duhh.kam, kuif, haard,pootoevedering,
Afh.

/V

Hondel^oeter.
Haan , kuif (blauwaohtig).
Hen, baard ©n kuif (patryskleur).
Hen, kuif zwartquot;
Hen, kuif en bladerkam.
Hen, kuif en 2 hoornige kam.
Hen, baard en 2 hoornige kam.
2 Hennen, enkele kam patrys en henaelyn.
5 Hennen, met kuifjes,
Afb.

T.Eihals.

Stal met 11 hoenders, waarby
1 haan met kuif , zwart.
1 haan met enk.kam, zwart.

de 9 hennen met kuifjes, blader- en 0nk.kamm.9n,
Ai^b.

Aesopus (Fransch) .
Gekleurde houtsneden.

Hanen en hennen landhoen.
Afb.

1604«
16 55

rM^^mrn

1009.

1596.

-ocr page 46-

1533.» Joachim Beuokslaer.

X573.nbsp;, ,

Haan ,roodbruin met wit en zwart,enk,kam en

quot;blauwe pooten.

Hen, öeelblauw (wordt geplukt)

Äi-b.

1568 P.O,van Byok.

Haan, enkele kam,zwart,blauwswarte pooten.
Type Minorca*
Afb.

1600« Salaraon van Euysdael.
1670.

Eenige landhoenders, wit,goudpel,zwart.
Afb.

1607«» Gorn.Saftleven.
1681

Eaan, enk.kam,baard,zilverlaken,blauwe pooten.
Hen, enk,kam, hermelykkleurig.
Afb.

1021-^ Isaac van Ostade.
1049.

j..Haan , enk.kam, blauwe pooten,roodachtig
patrys*

2 Hanen, goudachtig met wit en zwart.

S.Herberg in de duinen*

Haan , enk.kam, bruin-goudhalsig.
Hen, donker.
Hen, zilvergrys.

1620-» Ai.lbert Quyp (sohildery).
1691.

Haan en hen, landhoen, enkele kam,bont.
Afb.

A^lbert Guyp (sohildery).
-Combat d*oiseau:s-
Haan met kuif en enkelen kam en pootbevedaring
bont.

Hen, enkel© kara, heraalyn.
Afb.

-ocr page 47-

an

Aƒ^lbert Ouyp.

Haan,buttercup-kam,baard,bont ,
Hon,■nbsp;,, ,, ,, on
kuif, wit.

Hen, enk.kam,kuif en baard.
Hen, ,, ,, kuif, wit.
Hen, b^f,derkam, ,, ?
Hen, kuif.
en 4 kuikens ?
Afb.

c

1619- Philip^ Wouwerman .
1668. ---

1.nbsp;Die Ankunft im Stalle

2 veohtende landhaantjes.

2.nbsp;Goudkleurige (pel)liaan,
Afb,

1042- J.Weenix.^
1719.

Doode haan, met dubbele kam,zwart met witte
veeren.
Afb.

1621. 0..ö.W00nix.

Haan »zilverlaken ßrabanter.
Afb.

van Aelst.

Haan, 2hocmige kam, wit, kuif en baard, poot.
bevedering.
Afb.

1629- Gabriel Metzer.
1673.

-Geflugelverkaufer. -
Haan, wit met dubbelkam,
Afb.

1638- A.v/d Velde.
1672.

-De Hoefsmedery anno 1658-.

Haan,dubb.kam,lichtgoudkleur, met witte staart
en
boroT..

1626-
1683.

-ocr page 48-

2 Honnen , enk,kam, zilverpatrys. )

1 ïïen, blauwachtig, Tkan?.
1 Hen y zwar tb1auw,
Af b.

1007- Wenzel Hollar.
1677.

^Vogolfolge (nach Barlow).-
Hanen wet dubb.kam,
met of zonder nekkuif.
Hennen raat kuifj© en baard.
Afb.

1649- isarend van Kalzaet.
1757.

-Huhnervolk.-

Hanen m hennen, dubb.kam, baard en kuif,poot-
bevedering.
Afb.

1649. AesopuB (Fransoh).

Ha-nen en hennen , 1 andhoenders,
Afb.

1626-. Jan Steen (schil^ery).
1679.

-De Eoenderhof.-
Haan ïïiet 2 hoornigen kam, kuifje, roodbont.
Hen, ,, kuifje,nbsp;zwartbont.

ff tt tfnbsp;wit,

f) ^, en bladerkara,nbsp;patryskleur.

Diverse hennen met kuifjes en enk.kammen,
1 Krieihennetje met gele pooten.
Af b.

) noOten blauw^
) \'
)

A14

Jan Steen (echilöery).
-De KlppenkocpT^an).
Haan met rozeka^i, bont,
Haan ,, enk.ka^, wit,
Hen ,, ,, ,, rocdaohtig.

Afb.

Z^Cm^

-ocr page 49-

1626\'^ Historla Saturalia Misoellanea
1702.

Fra Bailow feoit.
blz, 30 Haan m hen met 2 ryigen kam en kuif,
,, 55 ,, »»2 hennen met dubb.kgan en kuif.
,, 58 Hen met kuif - 6 kuikens.
,, SBnbsp;enk.kam.

69

? f

ff ft rosekam, enk,kam, ê hennen met

kuifjes.

Afb,

1665. Aesopus by J.Ogilby Ireland.

5 Hanen , dubb.kam en kuif.
8 Hennan,
Aft,

ff ft ff ff

1636* M.ndé Hondeamp;oeter (sohildery).
1695.

Haan , zwart met bonte kuif,
Haan, blauw met enk,kam.
Hen, wit met kuif en bladerkam,
Afb,

M.d^ Hondeltoeter (sohlldery).
Hen, wit hermel^, ©nk.kam,
9 Kuikens.
M, d^ fiondeitoeter (aohildery),

Hen,kuif en baard, wit met zwarte vlekjes.
8 üuiksns,
M,d^ Hönde Ito 6 ter.
Haarj., r o o dbon t.

Hen, wit met bladerkam en kuif.
,, rood ,, ,,nbsp;,, ,,

3nbsp;Üuikens.

Hondefeoeter.
Haan,roodbont met kuif,

4nbsp;hennen met kuif en baard, div.kleuren.
M.d^ Hondefeoeter.

Hen, hermelyn, enk,kam.
Kuikens,

O

-ocr page 50-

/M

ü.df HondeÈceter,

Haan met kuif, bent.
g Hejinen idem.
en

Haan berooft de raaf.

Q

(i^rikele kam, bont. )

??nbsp;(Onbekende schilder)

14 Brabanters, dlTerse kleuren met en zonder
poo tbevödering.
Afb.

1668. Jan Spruyt.

Haan , enk,kara, bent.
Hen, z?mrt met zwarte kuif
Hen t
Afb.

1660. R.Oavyn.

2 Hemien, bont ?
Ai\'b.

David de Köninck.
-4io enderhof-«
Haan, bladerkam, kuif, bevederde pooten, bont,
4 Hennen, kuif, wit en bont,
Afb.

Jacomo Victor»

Haan en hen, enk.kam, blauw,
4 Hennen , div.kleui^en.
Afb.

Aesopus (iingeisoh).

Hanen en hemien met kuif, dubb.kam en verschil
lende af?/ykingen.
Afb.

1670.

1671.

1687.

nu

-ocr page 51-

f/

170«. ■ J.P.Kandi.lsr.

-Paduamp;nsr Hahn.-
Br--^lanter? kinlellen, ktiif.
Afb.

1737. Aesopus (Mederlandsob.).

Hanen en hennen met kuiven.
Afb.

1750. Aesopus (wederlandsch).

Hanen en hennen met kuiven enz.
Afb.

1661- Peter Schenk.
1715.

-Zwei Hahne. -

Brabanters met groote kinlellen,

d© een met, de andere zonder baard,
Afb.

1677- PhtSamerlandt.
1762*

Doode haan. Enkele kam, zwart, blauv^e pooten,
Afb.

1698. 100 Fabels van Aesopus ( üh.Guyot Leiden)

Hanen en hennen met vele afwykingen in kam,
kuif, pootbevedering, enz,
Afb.

1714. Les Pables de A.Lestrange.

12 Hanen en hennen mst kuifjes
en Haan metrozeka^m en Haan met R,K. en kuif
Afb,

1737 De Fabèlon van Aesopus (Politieke satyre)
(i\'ransoh© en Lombardische Haan),
Afb,

-ocr page 52-

i-HW-\'Ï.\'

.......

. • ^ gt;■ Hnbsp;^ — - V • .nbsp;tf■ -.

^: . • - • \' ^^ .......

quot; \'Jinbsp;quot; quot;

ii quot;•il.,»\'* .

M.d* EsaUBsar 2e d^sX.lïX«. SSô ,
piÄÄt e Sok »et fclpp«! ,

Ii

T ; V^: . ; •nbsp;. :nbsp;.nbsp;.

Hanoa «a îitfîmwi eîïk.kaœ^ljladerlcaa^ ktxif*

% A4 ■

I Hl Illi „1 II •nbsp;, -

{ 1 1300)

»

«n aier^ti s«t atwykwad© k^inark^in»

ä

1ÄS1.T^nbsp;) ^

„ Vf-nbsp;, \'.ii:-f

■X^s^i ; âoîaô (Jl»nbsp;mèûêvn XmtmoBsi,

^^fvfnbsp;■nbsp;■ ^^ ^ henïi«!!^ diTors»

B.^nm en h^miamp;n / âiirsrl» Mrnmt^t\'^fmf

/-f

-ocr page 53-

So^

1749, II.de Reaumur 2e deel blz, 259 .

plaat 6 , Bok met kippen , Buttercups,

Afb, ■

1765. Lee Fablee im d\' Aesopus.

Hanen en hennen , @nk,kam,blad,erkais, kuif.
• Afb.

1770* Tj^zeichnunge^ e Jahrhunderte, F.Bcucher.
Haan, bladeramp;smi.
Afb.

Latere Hoenderschildere na 1800» tot heden..

{ jh 1800) W,juanmers

Landhoenders en dieren met afiwykende kenmerken.

{

) Tsrkroesen

1890* Frits Maris Yoorburgnbsp;^

1950.nbsp;^

18©0* P.Deirald Voorburg
1950,

1881. Be Fabelen van Aeaopus (Mederlandsch)

Hanen en hennen , diverse kenmerken.

1883.

/ irlt;r(y-
1921.

Some of Aesopus B^\'ables with modern instances,
MacmillWj Londen.

HollandBche Hoenders.

Aesopus (Duitach) .

Hanen en hennen, diverfïe kenmerken.

1926, Les Fables d\'Aeeopus (Fransch),

Hanen en hennen , diverse kenmerken»

-ocr page 54-

Oi^DiiIi-iZüiiaCiÜÖiia^ in de SOHEEPVAAKf.

159 5- De 1© scheépvaart der Nederlanders naar Oost*
1697.

Indie . ö de Houtman.

*... *

Ten einde te kunnen nagaan of hoenders vroeger in
Nederland zyn ingevoerd, hefchen wy getraoht In oude

soheepajournalen daarvan hewyzen te vinden.

Dit onderzoek heeft tot heden geen helangryk re-
sultaat opgeleverd,

Tooh zyn ons enkele gegevens bekend geworden om-
trent de tamme en wilde hoenders in Indie, omstreeke
1600.

üp de eerste tooht van d© Nederlanders naar Indie,
onder Oornelis de Houtman van 159 5-1S9? treffeii wy
een opsomming aan van de benoodigdheden, welk© de
4 sohepen, de Ma,uritiue, d© Hollandia, de Amsterdam
en het EXayfken, telkens zich verschaffen by de aan-
komsty In een havenplaats in Indie, l)

Onder dezen leeftocht nemen telkens een aantal
**hoenders* een belangryke TJlaats in. Er wordt hier
een duidelyk verschil gemaakt tueschen jeenden,
pauw©n,veldhO0nd6rs, fazanten, duiven, hoender® en
wilde hoenderen.

In lB95?op Madagasoar aankcmed®, kocht men tortel-
duiven voor d© consumptie.

«Ma de aankomste in de bay van Archangel^schryft
De Houtmanï

•Den 12 Febr. teghen den avont hebben wy onze anokers
quot;SÈielicht ende weder tseyl ghegaan, wel versien ende
•gheprovidert zynd© omtrent voor een Jaer Ryo ende
*
XQO Hoenderen, met meniohte van vruchten, van Orangien
••limaenen, citroenen en water**.

4

Vervolgens lezen wy dat in de volgende plaatsen
telkens honderden hoenders werden aangekocht !

1) Journael van de reyse der Hollandsche schepen ghe-
daen naar Oet Indien (ims).

-ocr page 55-

5-i.

1596-l?-lt Januari aankoop hoenderen
1597« 19 Juni Banteln ,,
?nbsp;iiadoera ,,

balinbsp;,,

op Bali ontYing de commandant een geschenk van tm^sa

veldhanen (wilde hoenders). Hy beschryft dit als volgtt

de isay van jEiali ^ De LaboehanWmoek) 1)

quot;Hier in deze Lay creyghen wy van alles ghenoech.

quot;De Ooninck sondt ons eenige groot© Heeren, met ook

2)

^zyn broeder, die zy noemden Kyloor , wesende ©en
quot;overste neffens den Ooninck, die met veel volox was

^vereelschapt, d© welcke ons in alle manieren adle

\'\'hulpe bewees, sondt ons in zyn aencoemste 2 veld-
3)

^hanen aan boort, zynde van fatsoen als fezanten,
\'\'met ander vruchten
en lyftochten meer....quot; .

Hieruit blykt da-f- er een onderscheid wordt gemaakt
tusschen ta,mrne en wilde hoenrlers.

Het zou zeker een volkomen onmoselykheid zyn ge-
weest om in 1 cf 2 dagen 100 wilde hoenders te leverep.
Het moeten dus tamme landhoenders of kampanghoenders
zyn geweóöt. Dit blykt ook uit hot verschil dat gemaakt
wordt tussohen quot;veldhoen van fatsoen als fezantenquot;,
die als een bizonder geschenk werden beschouwd en
gewone hoenderen.

De overzGtter van het journaal in zuiver Noderlancfeh
teeicont by noot S nog aan ;

■ quot;Be moeste tamme Indische kippen zyn even sluik-
quot;veerig als hun Suropeesche soortgenooten ; tamme
quot;kippen wot recalcitrant-opstaande veeren (als fazan-
quot; ten) zyn op Java, hoewel niat zeldzaam., toch verre
quot;van algemeen ( get. Edw.Jacobson).

1)nbsp;De Laboehan ümoek ligt tusschen 30\' en 8^31. 5\'ZB.

2)nbsp;Kyloor is ixi x^oerak of Gouverneur.

3)nbsp;Thans in H indisch quot;ajam alasquot;, bosclihaan.

-ocr page 56-

op döze aolfdo reis treffen wy nog aan, dat zy
oen vreemdtïi vogel ontvingen , nl,

«Afoonterfaytinglie ende beschryvinge eens vreemden
«vogelß, ghenoerat »Etne*^nbsp;dio deze Hollandsche sche-

quot;pen van Eyland Java medeghebraoht hebten, om zyne
groote vreomdichheytswille.quot;

Aangemoedigd door dit eerste onderzoek, hebben wy
HK^HKH nadien verschillende reiebeschryvingen nage-
zien, echter zonder resultaat.

In ; Dutch Merchants and seiilors of the past, W.P.v.
GtockUui Die Haghe 1913, lazen wy;

aho whole het^antf i-^^irsia and Hindostan, where con-
stantly exploited by the I^utch traders.

They visited Fez and Marokko as early as 1540 and
1640 .

..kux\'ino^^L duo hoenders hebben meegebracht naar Ne-
dorlancl^ ^nbsp;^^^^

In: De Hollandsche Koophandel in alle geweeten des
Werelds, Staatkundig verhandeld (ArasterdaiD . B.Maurik^
wordt verineld, da\' de bewindhebbers der O.I.Oomp.
2 x
\'ajaare verkooplmgen hielden te ÄmBterdam, Hottardar^,
Delft, Middelburg, Hoorn, Snkhuizen, waarvan lysten
en boeken werden gohcudan. Op al deze lysten komen
geen levende dieren voor»

In; De Aoophandel van Amsterdam, Qost-en West- In-
dische Comp. Le Moina d© 1*Espine 1763 Rotterdam,
komen alle lysten voor, van goederen , alfabetisch
gerangachikt, die in Nederland werden ingevoerd uit
indië West-Indie, China, PerBie, d© Levant.

Ook hierop kouon geen levende dieren voor.

Men zou hieruit kunnen concludeeren, dat levende

l) i2mu-caeuaris. ( iïfb.

-ocr page 57-

aieren door de koks of de bemanning - als ouriositeit-
of voedsel werden meegenomen, hetgeen yhans nog alge-
meen gebeurt.

^nbsp;JDat er aan den invoer van levende hoenders groote

moeilykhedon verbonden zyn , is wel zeker, wooral
tydens de zeilvaart, toen sommigenbsp;reizen maan-

den, zelfs ^aren duurden, zoodat men kan aannemen dat
zeer weinig dieren levend overkwamen - of in- *t geheel
^nbsp;niet,

rnbsp;^^ komst van de stoomvaart begint hot iets te

^nbsp;maar ook is een lange reis voor lovende

hoenders noodlottig,

Tooh zyn er enkele gegevena bekend, dat de invoer
wel heeft plaats gehad, meestal na de jaren 1843, toen
de havens in China werden opengesteld voor vreemde-
lingen.

Bekend is de invoer der Goohin-Ohina*s, die door de
scheepekapiteins in 1843 werden meegebracht. (nbsp;)

Geissler, Die Gan^ der Hühnerzucht (IB\'T\'O) vermeldt
de aankomst van 100 stuksnbsp;Hühner in allen moglife.

chen Farben aus Schang-hei te lew-York (1850 , blz.7),

C^,Burnh^Wt kocht eenige van ongewone grootte en
schoonheid en had in 18S1 reeds 52 jongen , waarvan
hy in 1852 1-7 schonk aan Koningin Victoria in Enge-
1 and,

Dezelfde schryver zegt//in 1853 te Stettin door een
scheepskapitein xsraziliaansehe struisvogelhoenders
(Maleyers ) werden aangevoerd, die hy als Maleyers
beschryft,

Na de jaren 1860 zyn herhaaldelyk zendingen tamme
hoenders aangekomen in Antwernen, waar een groote

hoonrleroarkt werd gehouden na aankomst van een boot
uit de Indi-in en Ohina.

Ook werden hier af en toe wilde hoenders aangevoerd,
die allen voor Zool.tuinen werden aanfüekooht,

-ocr page 58-

^nbsp;niet.

^^nbsp;^verbeteren, maar ook is een lange reis voor levende

hoenders noodlottig.

Ha de komst van de stoom.vaart begint het iets te

eieren door de koks of de bemanning - als ouriositeit-
of voedsel werden meegenomen, hetgeen yhans nog alge-
meen gebeurt.

Dat er aan den invoer van levende hoenders groote
moeilykheden verbonden zyn , is wel zeker, ®ooral
tydens de zeilvaart, toen sommigenbsp;reizen maan-

den, zelfs jaren duurden, zoodat men kan aannemen dat
zeer weinig dieren levend overkwamen - of in *t geheel

Tooh zyn er enkele gegevens betonds dat de invoer
wel heeft plaats gehad, meestal na de jaren 1843, toen
de havens in China werden opengesteld voor vreemde-
lingen,

öekend is de invoer der Goohin-Öhina\'s, die door de
scheepskapiteins in 1845 werden meegebracht, (nbsp;)

G-eiesler, Di^ Gbxi^b der Hühnerzucht (1870) vermeldt
de aankOT^st van 100 stuks ifosHis Hühner in allen mogliik
chen Farben aus Schang-hei te lew-York {1880 , blz.7),

C^.Burnh«^H kocht eenige van ongewone grootte en
schoonheid en had in 1851 reeds
B2 jongen , waarvan
hy in 1852 1-7 schonk aan Koningin Victoria in Enge-
land,nbsp;.

Dezelfde schryver zegt//in 1853 te Stettin door een
scheepskapitein Braziiiaansche struisvogelhoenders
(Maleyers) werden aangevoerd, die hy als Maleyers
beschryft.

Na de jaren 1860 zyn herhaaldelyk zendingen tamme
hoenders aangekomen in Antwerrsen, waar een groote
hoendemarkt werd gehouden na aankomst van een boot
uit de Indium en Ohina.

Ook werden hier af en toe wilde hoenders aangevoerd,
die allen voor Zool,tuinen werden aani^ekocht.

u

X\'e^^^^^t^^ ^^

7 •

-ocr page 59-

eieren door de koks of de bemanning - als ouriositeit-
of voedsel werden meegenomen, hetgeen yhans nog alge-
meen gebeurt.

Dat er aa^i den invoer van levende hoenders groote
mooilykheden verbonden zyn , is wel zeker,
»00ral
tydens de zeilvaart, toen scraraigenbsp;reizen maan»

den, zelfs jaren duurden, zoodat men kan aanneïïien dat
zeer weinig dieren levend overkwamen - of in *t geheel

^cp-i^nbsp;niet.

^^nbsp;^verbeteren, maar ook is een lange reis voor levende

Ka de komst van de stoomvaart begint het iets te

hoenders noodlottig.

ÏOGh zyn er enkele gegevens betond, dat de invoer
wel heeft plaats gehad, meestal na de jaren 1843, toen
de havens in China werden opengesteld voor vreemde-
lingen.

Bekend ia de invoer der Oochin-China*s, die door de
scheepskapiteins in 184?? we^\'clen tneegebracht, (nbsp;)

Geissler, Die Gän^ der Hühnerzucht (le\'/o) verroeldt
de aankoïï^st van 100 stuks ^mhx Hühner in allen tDOglil*
chen Farben aus Schang-hei te lew-York (1850 , blz.7).

kocht eenige van ongewone grootte en
schoonheid en had in 1851 reeds 52 jongen , waarvan
hy in 18S2 1-7 schonk aan Koningin Victoria in £nge-
1 and,

Dezelfde schryver zegt]/ln 1853 te Stettin door een
scheepskapitein Braziliaansehe struisvogelhoenders
(Maleyers) werden aangevoerd, die hy als Maleyers
beschryft.

Ha de jaren 18B0 zyn herhaaldelyk zendingen tamme
hoenders aangekomen in Antwernen, waar een groote
hoon de markt werd gehouden na aankomst van een boot
uit de Indien en Ohina.

üok werden hier af en toe wÉlde hoenders aangevoerd,
die allen voor Zool.tuinen werden aangekocht.

u cr-tn^

-ocr page 60-

uieren door d© koks of d© bomaiining - als ouriositeit-
of voedsel werden meegenomen, hetgeen yhans nog alge-
meen gebeurt.

Dat er aan den invoer van levende hoenders groote
moeilykheden verbonden syn , is wel zeker, wooral
tydens de zeilvaart, toen scmmige ^tsKMM reizen maan-
den, zelfs jaren duurden, zoodat men kan aanneïïien dat
zeer weinig dieren levend overkwamen - of in *t geheel
niet,

Ha de konsst van de stoomvaart begint het iets te
verbetaren, maar ook is een lange reis voor levende
hoenders noodlottig,

Tooh zyn er enkele gegevens betond, dat de invoer
wel heeft plaats gehad, meestal na de jaren 1843, toen
de havens in China werden opengesteld voor vreemde-
lingen.

Bekend ia de invoer der Goohin-Öhina\'s, die door de
scheepskapiteins in 1843 we^-den meegebracht, (nbsp;)

Geiasler, Di^ ßänfo der Hühnerzucht (1870) vermeldt
de aankomst van 100 stuks gfromis: Hühner in allen mogli!»
chen Farben aus Schang-hei te lew-York (1860 , blz.7),

C^. Burnhlt;^iftt kocht eenige van ongewone grootte en
schoonheid ©n had in 1851 reeds
B2 jongen , waarvan
hy in 1852 1-7 schonk aan Koningin Yictoria in Enge-
1 and.

My

Dezelfde schryver zegtj/ln 1853 te Stettin door een
scheepskapitein Braziiiaansche struisvogelhoenders
(Maleyers) werden aangevoerd, die hy als Maleyers
beschryft.

Na de jaren 1860 zyn herhaaldelyk zendingen tamme
hoenders aangekomen in Antwernen, waar een groote
hoonderoarkt werd gehouden na aankomst van een boot
uit d© Indien en Ohina,

Ook werden hier af en toe wÉlde hoenders aangevoerd,
die allen voor Zool,tuinen werden aangekocht.

7 •

-ocr page 61-

eieren door de koks of do bemanning - als ouriositeit-
of voedsel werden meegenomen, hetgeen yhans nog alge-
meen gebeurt.

Dat er aan den invoer van levende hoenders groote
moeilykheden verbonden zyn , is wei zeker, vooral
tydens de zeilvaart, toen sommigenbsp;reizen maan-

den, zelfs jaren duurden, zoodat men kan aannemen dat
zeer weinig dieren levend overkwamen - of in »t geheel

^ o^oU.nbsp;niet.

Ka de korast van de stoom,vaart begint het iets te
verbeteren, maar ook is een lange reis voor levende
hoenders noodlottig.

Tooh zyn er enkele gegevens bekend, dat de invoer
wel heeft plaats gehad, meestal na de jaren 1843, toen
de havens in China werden opengesteld voor vreemde-
1ingen.

Bekend is de invoer der Gochin-Ohina\'s, die door de
scheepskapiteins in 1843 we^xlen meegebracht, (nbsp;)

Geissler, Di^ Gän^ c3er Huhnerzucht (1B?0) vermeldt
de aankomst van 100 stuks IÖ
sksk Hühner in allen moglil*
chen Farben aus Schang-hei te lew-York (1850 , blz.7),

C^!quot;Burnh^Wt kocht eenige van ongewone grootte en
schoonheid en had in 1851 reeds 52 jongen , waarvan
hy in 1852 1-7 schonk aan Koningin Victoria in Enge-
1 and,

Dezelfde schryver zegt//in 1853 te Stettin door een
scheepskapitein Braziiiaansche struisvogelhoenders
(Maleyers) werden aangevoerd, die hy als Maleyers
beschryft.

Na de jaren 1860 zyn herhaaldelyk zendingen tamme
hoenders aangekomen in Antwert^en, waar ©en groote
hoondermarkt werd gehouden na aankomst van een boot
uit de Indien en Ohina.

Ook werden hier af en toe wild© hoenders aangevoerd,
die allen voor Zool,tuinen werden aangekocht.

-ocr page 62-

Afbeeldingen in werken over hoenders
en over de Natuurlyke Historie.

In de werken over hoenders en over de ïïatuurlyke
Historie konjen verschillende hcenderafbeeldingen voor.
Veel sohryvers neraen de besohryvingen en afbeeldm-
gen van elkaar over, doch vermelden ook nieuwe ras-
vormen.

De sohi\'yvers geven meest afwykende vormen weer en
een enkele maal ook een primitief geteekend landhoen.

Van de onderstaande sohryvers, in totaal 6 5, willen
wy alleen degene besohryven, die afbeeldingen geven
met de titels van hun werkjen met opgaaf van de rassen,
welke zy noemen.

Men vindt de afwykinge typen in Italië, Frankryk,
Engeland,Polen, Rusland en Nederland, dus in geheel
West^Europa,

^ 1330. Grafmonument van Berthold IV von Henneberg ,
Prior der Johanniter Orde, begraven te
Würzburg ^ 1530»
V/apen -- gouden schild, waarop een zwarte
hen op een groenen berg.
Dandhoentype.

1516- Conrad Gesner.
1Î544.

Dialogua de avibus et earum nominibus
Graecis, Latinis e Germanicus,^^
Longolius. De Haan. Hy is, zooals onze voor-
vaderen zich nog herinneren, uit de naast-
bygeIegen provincies in Germanië ingivoerd.
iicg al laat begonnen ze buitenlandsche

1) Over de vogels en hunne Grieksche.Latv^c^v,« ^^
Geriaaansche namen. ^

-ocr page 63-

lekkornyen te zoeken, welke zo nu reeds al te
yverig begeerden. Maar ze komen uit Media,
Pompilius, Wat een ver gezocht soort /
Logg. Geenszins. Want eerst zyn die groote licha-
men in Medie gezien, zyn de örieken bevallen,
zyn uit Griekenland naar Italië en vandaar naar
ons overgebracht. En niet alleen Medie, maar
ook Tanagra, een stad in Bëotie en Ehodas en
Ghalcid, aanzienlyke eilanden zyn gevolgd.
Vandaar dat men ze Medische of Tanagrisch© of
Rhodische of öhalcidisohe man noemden. Het volk,
zooals gy hoort, noemt ze Longobardische,
Pomp, Als ik my niet bedrieg, ?fordt by Aristoteles
malding ge®,aakt van Adrianische hoenders ; men
heeft ze my echter nog niet kunnen aanwyzen,
Long. Aristoteles beschryft de Adranisohen, Als
gy u de plaats beter herinnerdet, zoudt gy
ongetwyfeld haar zien afwyken door een weinig
witte snavel.
Pomp, ,., Maar waarom noemt hy ze Adrianische ?
Long. Ik meen zeker, dat de Grieken, toen ze nog
niet in Italië waren , van Adriatische handelaars
ÄBRs deze hebben ontvangen, in de hoop op over-
voed! g quot;zaadquot;, evenals wy de Medische en Tana-
grisohe en Rhodische om hun lichaamsgrootte
hebben genomen,

. ■ Wat nu betreft, dat Aristoteles schryft, dat
ze wild worden, ik meen dat dit door verandering

van vaderland komt, daar ze naar warmer streken

gevoerd en wilder van aard zyn geworden, enz.

Afb,? ( 1 Haan en hen landhoen, 1 kapoen en
1 wollig hoen, )

-ocr page 64-

1555. P.Belon du Mans , Paris 1555.

Diens verwyzing naar den Romeinschen ©n
Griekschen tyd met enkel© weergegeven by-
zonderheden:

De haan alzoo, van nature geen grooter be-
teekenis
Ib tbende dan om ale tydaanwyzer te
dienen, is zoo waakzaam, dat hy de uren van
den vroegen morgenstond aankondigt. Om deze
reden nan m.en hem altyd mede ten oorlog, iets
dat aam einig menschen bekend is,
en verdeel-
de men de nachtronden en wachttyden der schild
wachten in de eerste, tweed© en derde. En om
dit beter aan te duiden alaan de hanen zich
aan beide zyden met de vleugels om te ont-
waken. Van dat oogenbli^ af aan houden zy niet
op met kraaien, totdat zy den dag hebben zien
aanbreken. De natuur heeft hun lang© sporen
gegeven, dio zy aan geen andere vogels heeft
verleend (?) ^^ Zy heeft hun ©en kam boven op
den kop gezet en baarden (lellen) hangende oné
der den hals. De haan wordt genoemd i Al©o-
trion in *t Grieksch, Gallus Gallinaceus in
het Latyn , Ooc (Oog) in \'t B\'raoisch.

Columella noemt den kam in \'t Latyn Galea
en Orista, want hy zegt: Africana Gallina

rutilan© galeane x Oristiane capite gerit : ssti

2)

qua© utraque in Meleagrid© sunt coerulea.
Maar zulke baarden (lellen) worden in \'t Isfcyn
genaamd Pal@a ©n Menta en in *t Grieksch
Pogona, Er bestaat ©en gewoonte voor iedereen,
dat de kinderen de hanen laten vechten
otgt; ze-
keren dag van het jaar. By ons gebeurt dat in c
den Vasten, ülr zyn schryvers, die beweren dat
zulks vroeger ook b;^ de Grieken plaats vond.

De oude waamene^^rs van het landleven hebben

1)nbsp;Pauwen, fazanten, enz, hebben sporen.

2)nbsp;Vertaald- De Afr,haan draagt op zyn kop ©en rooden
kam, die by de soort Maieagris (Kalkoenen) blauw ir

-ocr page 65-

él.

gözegd, dat één haan voldoende was voor vyf
kippen, als hy maar flink van postuur was.
Want de hanen , die men opvoedt, moeten kunnen
voortteilen. Zy moeten groot en hoog gebouwd
zyn, met hooge kammen, recht en rood en niet
omgevallen, zwarte oogen, korten bek, stevig
en krom gebogen, baarden tusschen rood en wit
in, zoomede kieuwen (lellen) . Ook moet het
gevederte rondom zyn nek, dat wen •erin*\' ( lang
haar als by paarden, etc.) noemt, van verschili
lende kleur zyn, verspreid over de schouders :
rood, verguld of vaalrood. Voorts moeten zy
heh
ben I breede borst, goed gevulde leden, de
vleugels vol veeren, een hooge staart, voorzien
van een dubbele ry hangende veeren (pennen^)
en naar onderen opgevuld. Ook moeten zy zeer
waakzaam zyn en gereed os dikwyls te kraaien,
niet spoedig schrikken, tenzy in byzondere
gevallen, en zelfs moeten zy zich zeer moedig
weten te toonen tegenover alle schadelyke die-
ren, het gehööle hoenderhok kunnen verdedigen
en de beleedigingen durven wreken hun door
andere dieren aangedaan. Ook als 29 voor zich-
zelven eten zoeken, moeten ze altyd de kippen
er by roepen om het voedsel met haar te dealen.
Zoodanige hanen willen de baas zyn en als ko-
ningen heerschen over de anderen, want zy heer-
sehen in ieder huÉs waar zy leven en verwerven
zich dien titel door het gevecht.

Dit ia dus de eigenschap der hanen, die
sterker gebouwd zyn dan de anderen, welke min-
der weerstand kunnen bieden en toch willende
volharden , blyven vechten tot ze er dood by
heervallen. Zoodra de eerstbedoelde overwinnaar
is gebleven, noodzaakt hy den ander zich te ^er
bergen en begint met volle macht te kraaien

i

kaoti .c.eincöi;

É

-ocr page 66-

als een diepe rouwzang voor den overwonnene.

De ouden heiben beweerd, dat de leeuwen be-
vreesd zyn in het byzyn van hanen. Maar zy heblen
er de reden niet van gezegd, nl. dat hy, een
zeer trotsoh beest zynde en dikwyls naar de hen-
nen kykende met opgeheven kam, en ook met de
staart rechtop en de pennen sikkalgewys omgebo-
gen, zich met een air van groote daoperheid
voortbeweegt.

De eigenschap, die de practiseerende genees-
heeren, zoowel van den ouderen als nieuweren tyd,
hebben toegeschreven aan het afkooksel van een
ouden haan, is ontleend aan de geschriften van
Dioscoride, die de geschiedenis van dan
haan lang voor Galieu ^^ schreef en waaruit de
Arabische geneesheeren hebben vertaald, hetgeen
wy in hun recepten vinden. Diosooride schreef
voor, een zeer ouden haan uit te kiezen, die, na
te zyn geslacht, binnen in den buik moet worden
opgevuld raet wortelen van Polipode, zaad van
Chartamus,nbsp;van bingelkruid en veji winde en

dan weer dichtgenaaid moet wordenj voorts in wa-
ter gekookt totadt hy goed gaar is. Dan verkrygt
men een laxeerende bouillinsoep, die, na toevoe-
ging van andere zaden en madicynen , geschikt is
voor verschillende ziekten, als : astgt;ima, jicht
en geelziekte, Ofek vele andere ziekten voorden
er zonder veel moeite door genezen ; maar opdat
het aftreksel beter zy, moet men den haan toebe-
reiden, want evenals ©en jonge geit gevoed wordt
met klimop om beter bloed te krygen, zoo moet
ook de haan gevoed worden met (apast??) een mengi,
S0l van goed koren met melk, gedurende acht dagen.

l)Galieu, Grioksch geneesheer, 4.^ t.

geb.te Pergamo in 131 na Qhr/nbsp;^^^ ^^nbsp;te verteren zyn,

gest, te Eome omtr,210.

lebben de menschen het kapoeneeren uitgevonden
otü ze mals^er te maken; ze veranderen dan van

-ocr page 67-

kiP

naam en heeten Kapoenen, Maar de jonge maï-
solie haantjes zyn niet minder nuttig dan de,
Kapoenen,
äke Cnder de hanen zyn er enkelen,
minder vruchthaar en zoo zwakmoedig, dat men
dikwerf in twyfel verkeert of het een mannet-
je of oen wyfj© is. Daarom is het goed, juist
te kiezen welken haan men quot;kapoenenquot; zal.
De nog weinig ontwikkelde teeltklieren zyn
goed ais versterkingsmiddel en ©r zyn ©enige
proefnemer^ geweest, di© ©r teringaohti.ee
(aan vermagering lydend©) menschen me© ge-
voed en genezen hebben, alsmede hen , die
verzwakt waren docr langdurige ziekten.

De haan, de kip on de kapoen zyn vogels zoo
inheemseh by ieder volk en zyn docr zoovele
schryvörs beschreven geworden, dat al wat nä

hen ©r van gezegd wordt, slechts napraten
iE, En inderdaad zouden wy ©r geen enkel woord
over spreken, ware ©r niet zooveel moeilykheid
in d© namen dsr verschillend© zoorten. De vet-
te Kapoenen van Le Mans, hoog op de pooten,
werden voor malech gehouden en goed om, te
©ten in heel fet Pransch© Koninkryk, En door- ■

dat de huisvaders der oude Romeinen bemerkten, i

,1

dat het voedsel der kippen en and©r gevogelte j
een goede bron van inkcr-sten was, lieten ze
die opzoeken tot in Afrika, Medie, Parthie
(het land van Msdiers en Parthen),Iuinidie en
andere streken, waarvan zy meesters waren en z
op verschillende wyzen opkweekende, leerden
zy aan het gevedert© kennen, welk© dieren ge-
schikt waren voor d© voortplanting. En voor-
namelyk de gewon© huiehoeöders waren dikwyls
het voornaamst© de©l ¥an hun inkomen. Teneinde
ze bet©r t© kunnen rangschikken, dunkt h©t ons
goed ©r 0©n afzonderlyk© rubriek aan t© wyd©n:

-ocr page 68-

J

Ov^ de Ygrachlllende eoorten van hoenders.

De ouden gaven verschillende nainen aan de
hoonders, want men treft ze in verschillende
soorten aan, 2y noemden de eens soort land-
hoenders, een andere dorpshoendersj een derde
üeliBohe hoenders (üélique komt van Miel - ho-
nig, dus honingachtig),. Mélique beteekent ook:
tot den zang behoorende (van Melikos . zang);
weer andere cohortale ^ in troepen verdeelde
hoenders; andere: Afrikaansche- of Humidische
hoenders; andere Meleagrides (van Meleagriöes -
Kalkoenschs haan), Zy waren minder zorgzaam
voor hun p^achthoeven, dan wy voor de onze,
maar zy wisten even goed ais wy nu, het beste
gevogelte uit te kieken. Daar de kleur der
gewone huishoenders het meest geroomd werd als
zynde de beste, wilde men dat ze roodachtig of
zwartachtig zouden zyn.
De witten zyn nooit
erg gewild geweest, omdat zy te gemakkelyk een
prooi der/ roofvogels waren. Menig Romeinsch
huisvader, belangstellende in al wat het lan-
delyke leven betrof, heeft ons een beschryving
nagelaten van een groot deel der hoenders, die
cpgovood werden in hun pachthoeven en waaruit

wy kunnen zien of .ry wvenwel eoorten hebben
als zy hadden,

^nbsp;quot;l®»quot;*« twee soorten ho.nSers, «^n

als Aristoteles, wölke hy in het .erste hoofd-
stuk van hot zesde Boek der Dieren onderscheidt:
da eene soort veredelde of vruchtbare, de and,re
onveredelde of cnvruohtbare.nbsp;)

Van de soorten, welke wy hebben, is de eene
i^loin van etuk en zeer algemeen, de andere ia
van grooten omvang en niet zoo algemeen ale de
voorgaande. Aristoteles, i„ het eerste hoofd.

li

-ocr page 69-

stuk van het Zesde Boek der Dieren en Plinius,
in het drie-en-vyftigste hoofdstuk van het %
Tiende Boek der latuurlyke Gesohiedenfes, mee
nen dat de gwone kleine hoenders werden ge-
noemd Hadriania (HiddelléZee

De Handianus (1and)hoBaders zyn klein van
stuk en leggen iederen dag en hebben verschil-
lende kleuren, ¥arro noemde ze dortsahoanders,
omdat ze in de dorpen opgevoed werden, terwyl
Oolumella za oohortaal noemt (d.w.z. in cohor-
ten , benden , groepen , et®.verdeeld) .

Ziedaar voor zoover betreft ons kleine
huishoen.

Doch de andere soort hoenders, die veel
groc ter van omvang zyn, wordt gewoonlyk door
de Franschen genoemd Poule grièche, wat zoo-
veel wil zeggen als hoog op de pooten.

Nog had men oudtyds hoenders, die men liet
komen uit Rhodus en diequot; zeer groot van omvang
waren en Rhodushoenders genoemd werden. Onder
andere henmerken, die zy ons ter herkenninr

4

achtergelaten hebben, é.s deze, dat de mannet-
jes zeert traag zyn in het treden der wyfjee,
die ook zeer onbekwaam zyn om hare kuikens te
voeden en meestal onvruchtbaar zyn.

De ouden hadden ook een soort van gevogelte,
dat zy Tanagrioüjn noemden en die niet veel
kleiner waren dan de kalkoenen en die veel
overeenkomst vertoonden met onze gewone huis-
hoenders.

ander

Verder hadden zy nog een/eoort i^if.

dtè zy SsHsc Ghalcidische hoenders (uit Ghalcid)]

noemden en die de Tanagriache hoenders zeer
Hafe^kEisKHX nabykwamen,

Zy hadden ook nog een ander© vogelsoort, die
het volk, tydens het leven van Varro, Melisch
noemden, in plaats van te zeggen Medisch,
Want degeen,die dit verklaarde, beweert dat ze
oorspronkelyk uit Medie aangevoerd werden om

(A ■ \'

-ocr page 70-

1588, K,Stevens ©n J.Liebout , Amselredam.
Van de hoenderen . Oap XV.
(beschryving van de verzorging deF hoenders )
Hy beschryft landhoenders en do groote Lom^
be.ersche henna ,

159 6-
159?.

( groot© weddinghquot;
tQgei

De Linschoten Verseniging.

De ©erste scheepvaart d©r Nederlanders naar
Oost-lndi© ondsr Gom©lis Houtman; Is-Gr avenhafe©
1915. bldz. 136 :

In Java h©bb©n zy tweederley soorten van

Hoenderen, d\'een© als d©so hier ten lande, ©nd©

d\'andere soorte half Galcoen end© half als d©

ons©, welclr© ©en seldsaem dier is, ©nd© zo

vinnich t©ghon d© anderen, dat de Inwoonderen

dicumael vl^^m aen d© sporen van de voorseyd©

Hanen bind©n, ©nd© lat©n di© d»©en tegh©n d\'an-

deren zoo langh© vechten, tot dat d\'een iBtóaax
oft d\'andor doot ghovochten is, waer diokma©l
?d\'ander gheechiet, settend© een goed© somm© van

Gaxas voor prys van d© overwinninghe, ga©nde
den Heer© van den Haene, di© zyn partij© ver-
slaat, set den dooden Haan thuijs goed© chier
mak©n,

(Gewichtig als getuigenis omtrant »han©klop-
pen« op Java in 1S96, Het oudst© Europeesch©
getuigenis van Hicolo d© Oonti in ca. 1432,
pl. 31 geeft o,a. ©en afbeelding van tw©©
vechtenae hanen. Primitief g©t©©k©nd. Hanen
hebban gaen kam. )

- Zie ook blz.

-ocr page 71-

1634. Ülyssis Aldrovandi,

Ornithologiae , Deel II , Lib. XIV,
blz. 307.

Diversarum Gallinarum ©t G-alloruta deecriptio-
nes, et prirpo de alba oristata et alla fei:*Tn,4 in
lapidem conversa, Oap. II.

Van blz. 307-354 behandelt Aldrovandus de hoen-
ders. Ken vertaling meet door tydgebrek uitgesteld
worden. De afbeeldingen zal ik in het kort be-
handelen . Zie hiervoor afb.

uit Johnston, die de afbeeldingen van Aldrovandus

overnam.

blz. 307,

Hen met enkele kam en nekkuif,
blz. 308.

Haan gevonden in de muur van een burcht (Bouw-
offer?) , Enkelkammig.
blz. 309.

(De pumillions). Kruiperhen met kuif, baard,
kinlellen en hoorntjeskam. Kleur :z\\mrt.
blz. 310.

De jyallinis Patavin^s. Haan met kuif; groote
dubbele kam, groote kinlellen; geen baard. Kleur;
zwart,
blz. 311.

Hen met kuif; kleine dubbele kam, baard,kleine
kinlellen. Sleur: zwart,
blz. 312,

rgt;e Grallo, et (3-allina pedibus pennatis.

Haan met dubbele kam, Pootbevsdering, Zeer
groote kinlellen,
blz. 313,

Haan met enkele kam. Overhangend. Pootbevede-
ring. Veer met lichte sohaohtstraep en lichte
omzooming.

S\'\'
i

A
\'1

\'M

-ocr page 72-

blz. 314,

De üallo, et Duabus Gallinis llircicisg
\' t/ \'

Turoioue oum Asgylop© bromoide Belgarum,

Haan met dubbele ka^. Teer gelykend op Priesche
ZilYert^el»
blz. 3ia.

SS^iÜBa. Turcioa pedibue subcaeruléis oum pseèdo
malanthio.

Hen met^lenkelo kam en pelteekening (vooral
duideljrk in staart),
blz. 516,

iSÜïHlnbsp;pedibus caeruleis cum astila-

gino avonae .

Hen met nekkuifje, kruisingskam, pelteekening,
zwarte staart,
blz, S17.

De SBII®gt; Gallina ex Persia.

Bolstaarthaan met zware dufabele kam.,
blz, 518,

Bolstaarthen met dubbele kam en nekkuif,
blz, 329,

Ken Krulveerhaan met dubbele kam.

Verder beeldt Aldrovandus nog verschillende
misgeboorten met meerdere pooten enz. af, waaronder
weer verschillende mat dubbele kam.

blz. 339.

r

A

si

Gallina lisegera eum crista Galli Herbariarum. \'
Zwarte haan met dubbele kam en wolbevedering.
Dezelfde als door Gesner afgebeeld wordt.

Beschryving der Hoenderrassen
(Div, afbeeldingen. Olich^s onnemen)

-ocr page 73-

Dr. J.Jonstons,

üeachri^ving der latuur, der Viervoetige dieren
neffene haer jdeeldeniasen in koper gesneden,myt
het Latyn oertaalt door M.Grousftus, dokter in
de medècynen tot ilmsterdam, by J.J,Schipper op
de Keyzersgracht \'t Amsterdam 1660.

Ook hier is wederom eene samenstelling uit
vroegere beachryvingen zichtbaar, Dezelfde af-
beeldingen vinden wy by Aldrovandi, welke ik
reeds verschillende malen heb besBroken.

Geen enkel normaal ras wordt hier afgebeeld.
De platen vertoonen de ofas bekende afwykingen
alle in gering© mat©. Toch verbreidt de schryver
dat , behalve d© landhoenders, ©r verschillende
andei^ö rassen voorkomen, welk© hy noemt quot;©Bighe
ander© wanschepselsquot;. De hoenders worden in zyn
boek beschreven als de quot;pluisvogelequot;. E©n geheel
hoofdstuk bevat ©sn s©ri© bygeloovig© voorstel-
lingen betreffend© dez© vog©ls, ©ig©n aan dien
tyd, met aanhalingen uit Romeinsche en Grieksch©
geschiedschryvers,

^ïen zou kunnen ommaken uit dez© aanhalingen,
dat de wetenschappelyk© waarde van ©en natuur-
kundig standaardlre^k uit clfe ©©uwen werd afgem©-
ten naar de massa bygeloovig© voorstellingen ,
die men er in aantrof. Er wordt tenminste heel wat-
meer moeite gedaan om byv, de geneeskracht van
hosnderbloed, aftreksel van hanekammen, enz. te
bewyzen, dan eene beschryving van elk type met
zyn verschillenj// ©enigszins nauwkeurig weer t©
gev©n, Wy zull©n ons hier maar bepalen by d©
laats-fe,en vinden de volgend© beschryvingen, wel-
ke ik naar ©en geifyzigd© volgorde w©erg©©f, aan-
gezien d© teekeningen zonder d© minst© orde of
rsgel door elkaar zyn geplaatst.

1600.

-ocr page 74-

Afb. Gallus cornutus (Het gehoornde Hoen).

De stamvader der 2-hoornige hoenders,
als La Fleche Grève-ooeur^i),

De volgsnde afbeeldingen zyn dezelfde, welke
by Aldrcvandi voorkomen, nl:

Afb» Gallina lanigera. {Haar- cf Wolhoen).
Afb, Gallus indicus

) (Indische Hoenders).

Gallina indica
De Indische Hoenders worden niet nader omschre-
ven, de afbeelding is niet duidslyk en gelykt zoo-
wel op Parelhoenders als op het wilde Indische

Hoon (Gallas varius). De knobbel op den kop is
die der Farelhoenders. Er zyn geen kinlellen zicht
baar, evenmin de kinlap, die Gallus varius henmerk ,

//

Besohryving van de pluisvogels,

/Een weinig afwykende
van de landhoendere.

Aft,nbsp;Gallus (Haan)

Afb. Gallina(Een)

Gallus patavinius )

Afb.
Afb.

Gallina patouma

De stamouders der
)nbsp;Kuifhoenders,

Patavinische Hen zwart groenachtig, roode kam,
witte oorlellen. Haan vyfderlei kleuren : zwart,
wit, groen, rood en geel | er waren er ook by
soms geheel wit.

Afb,nbsp;Gallus Haan

Afb.nbsp;Gallus Hen

Cok met ruige pooten , met dubbelen, geen groo-
ten kam.
De stamouders der liraaikoppen,

Afb.nbsp;Gallus pumilio (Kruiphoenders).

Het iCruiphoen byna geheel zwartj de grootste
pennen van de vlieugels waren aan het uiteinde
witachtig en aan den hals met halvemaanvormige

-ocr page 75-

vlekken voorzien. Het hoofd was gekuifd, de kam
en lellen hel rood, de nagels wit.

Afb,nbsp;Gallus turoious

Afb,nbsp;Gallina turcica

Stamouders der rozeksinimige HollHoendere (Ham-
burgers),

Turksche ïïaan (afb,nbsp;) wit van kleur aan

den buik, de vleugels en staart over *t lyf met
zilveren of gouden strepen, pooten blauw,

Turksche Hen (afb,nbsp;) wit met zwarte vlek

ken bezaaid, pooten blauw| ook waren er by met
zwart© en witte vlekken bezaaid. Ze hadden soms
ook een kuif achter den kam. ( afb,nbsp;),

{ furksoh© hoenders)

-

, I ,-.-

Afb. fi^f
Afb.

De Perzische Haan. Een kuif als een Dluim,
goheel zwart, gryze pooten. De Hen geheel yzer-
grauw,

ijehaxve eenige monst^ruositeiten, di© slechts
uit fantastische gogevons zyn mmengesteld, be-
vat de platoii nog Kalkoenen, Parelhoenders, Kip-
duiven en Kapoenen. Ban Bchotsche haan ^vordt be-
schreven als de Kalkoenen, het Guineesohe hoen
als het nieuwe Turksche hoen, dat als de
S^kkx
Fazanten is gespikkeld.

Gallus persicus )

(Perzische Hoenders
Gallina persioa ) Bolstaarthoenders

Een laatste goede beschryving van een serie
hoenderHsiiüjèH^ raet fraai ge toekende houteneegra-
vuren, vinden wy by Olyssus Aldrovandi een
Italiaansch edelman, die een voor zyn tyd byzon-
der volledige serie natuurkundige werken nagela-
ten heeft, isehalv© een vry volledige besohryving
van alle vogel, en plantensoorten, wydt hy 26
bladzyden aan de rubriek Hoenders. Ik heb deze
reeds aangehaald.

bescliry vingen

30? tot 347.

1) Ornithologia, Deel n bladz.j

-ocr page 76-

/5.

1675, Olaf Eudbecfcs Atland. üpealae. (^V

Uit dit werk moeten nog verschillende dingen
nagegaan worden. Daar het my door de taal niet
toegankelyk is, moet dit tot later wachten.

Zoo staat in Deel m op blz. 51 fig, A
een zinnebeeldige voorstelu.ing afgebeeld mat
a,a. een haan , Op blz, 54 komt d© ooievaar
met de slang in de bek uit het Haagsche wapen
voor,

Blz, 173-176 bevat teekeningen, waarschyn-
lyk n-^ar öriekeohe gemmen of munten, waarop
o.a, hanen voorkomen, p,a, als hoofdsymbool,

In deel II op blz, 16 5 worden verschillende
kal-nders naast elkaar ger^laatst , waarin in
één gsval de haan als kalendervogel voorkomt.

Op blz. 276-280 , Deel II, beelt Rudbeck
da toovertrommels der Lappen af. üp die van
blz. 277 G en blz. 280 i. komt ©en haan voor.
Zie afb,nbsp;. Deze zyn hoogst merkwaardig.

Let op de dri© vromven m©t opgeheven handen.
De meest rechtsche draagt een toren op het
hoofd en boven haar zweeft het Egyptische
levenssymbool. De dri© vrouwen hebben ©©n
stralenkrans o® het hoofd met bovenop
Ijet
hoofd de drietand. Links boven het zgn, öods-

oog (of oog van Re ?) , Onder de linksch© vrouw
staat de haan.

De verklar^infren van Rudbeck van d© boven-
staand© figuren kunnen van het grootst© be-
lang zyn.

k

-ocr page 77-

1746. Oarl.Linnaeus. latuurlF^® historie of Uit-
voerige beschryving der Dieren, Planten
en Mineralen, volgens het Samenstel van
den Heer Linnaeus, Eerste deels, vyfde stuk
(vervolg der vogelen), te Am.sterdaT^ by
F.Houttuyn , MDOGLXIII

LI?, Beschjryving van H gaslagt der Faiaan-
ten, waaronder *t tamme Hoen, de:^en van veelerley
soort, ais ook de Poule Peintades, of Guineescha,
zyn begrepen, blz. 348,

Linnaeus noemt de hoenders onder het geslacht
der fazanten en parelhoenders. Brisson maakt
de onderscheiding echter van fazanten, hoenders
(Genus Gallinaceuus ) en Meleagris.
Kenmerk der phaisanteni

Wangen hebben een kale huid, die glad is of
zonder oneffenheden.

1, Faisant met de staart aan de zyden plat
en opgeheven, Blz. 572 Gestalte der Hoenderen:

De gestalte der Hoenderen is ten overvloede
bekend en in de Kleur heerscht zc groot een
Verschillendheid, dat men oneindig werk zou heb-
ben om- diö t© böschryven. Alleen zullen wy, in
H algemeen, agt geeven op de Staart, welke ge-
noegzaam zoude zyn om hun,van alle anderen te
onderscheiden, indien er niet onder waren, die
geen staart hebben. De Staart, die byna altoos
overdwars leyt naar het lyf te rekenen, staat
in de Hoenderen overend en maakt een Waayer,
waarvan dejvlafets overlangs geplaatst is. De
schikking der Bestuurpennen, die veertien in
getal zyn, zeven aan de aene , zeven aan de an-
dere zyde, wakende een scherpe hoek met elkandei»
geeft die Sonderlinge gestalte aan de Staart der
hoanderen. Het kannetje verschilt van het Wyf^e
niet alleen door de kam, H welk wel het gemeen-

-ocr page 78-

ste kenmerk is, maar ook door de Spooren, de
smalheid der Veeren van den hals en Stuit en | .
in zenderheid^doordien de twee middelste sta--rt.
pennen zeer lang zyn en hoogsgewyze omgekromd,
H welk in de Hennen geen TJlaats heeft.

De Ouden hadden reeds een groote menigte
van dit Pluimgedierte, H welk fcy ïïaamen ga-
ven naar de Plaatsen van waar het afkomstig
was; gelyk Shodisohe, Ohaloidische, Medische
en andere Hennen. Brisson telt eenige versvhei,
denheden op; gelyk de (j
rekuifde Hoenderen, by
dö sohryvers bekend ©n gemeenlyk Kuifhennen
genaamd, omdat zy een Vederkuif op de Kop heb-
ben; de
Vyfvingerige» waarvan Fisch afbeeldin-
gen geeft, hebbende twee Agterklaauwen, en
synde wezenlyk wanschapen; de Paduasohe van
Aldrovandus, anders Italiaandsche Hoenderen,
in het Fransch genaamd AMjSKXSEi^KyxBaa Poules
de Oaux, d^
eens zoo groot als onze gewoone
hoenders zyn;
de ïurksche die dcor schoonheid
en mengeling van kleuren uitmun en; en de En-
gelsche Hoenderen, die hooger op Pooten dan
de Pransche zyn.

Voorsta gemaagt Briason nog van vyf soorten,
welker onderscheidene Kenmerken in|/ de iCuikens
ook gevonden worden, indien de Hennen slechts
door paaring met anderen niet verbasterd zyn;
te weten
s
Krieles :

Deze hebben zeer korte Pootjes en worden
daarom door de Duitsohers Krup-Hahn en Krup-
Huhn, van de Sngelschen Dwarf Hen of Kreei^ers,
dat is Kruipers genoemd. In sommigen zyn de
Pooten tot aan de Vingers toe bevederd en
daarom noemt men ze
Huigpooten.

-ocr page 79-

//•

In anderen zyn dez© Tederen van d© Pooten
zoolang, dat z© op den Grond sleepsn; te weten
in d© üantamsch© of Oost-India oiie, welker
Haantjes zeer stout zyn ©n zy niot soiiromen
in ö©v©gt te tgt;@g9v©n met ©ens zoo groot© Haa-
nen* üeez© tw©© laatsten gegrypt iiinnaeus in |
zyn© vyfd© versciieidenheid.
Gekrulde of Wollig© Hoenderen.

Deez© worden van d© Duitschers Straubig©
H©nn©n en van do Sw©©d©n Kroll-, d\'at is Krul-
hoenderen g©he@t©n. De
Gallina Frieslandioa ©n
crispa, waarvan Linna©us zyn vierd© verschei-
denheid maakt b©hooren tot deeze, Z© verschil-
len van d© gewoon© Hoenderen in g©©n ander
opzigt, dan dat zy d© vederen, over het geheel©
lyf opwaard© omg©bog©n ©n als opgakruld h©tbsn,

^^ ^ooriaan is ©en verscheidenheid waarvan
i^iïmaeus niet g©T/aagt. Dus mag men , m©t regt,
©©n soort van Hoenderen noemen, waarvan de
F^^anschen, naar hunne afkomst, don naam geeven
van Meg©r Hooaderon of Mozambi©ksoh©» 2© v©r-
schillen van de gewoonen niet alleen, doordien
de ¥©©r0n byna altoos zwart zyn, maar inzonder-
heid door de zwarte kleur van de kammen ©n lel-
len, als ook van d© Opperhuid ©n het Beenvlies:
zo dat zy, wanneer iB©n ze kookt, als van Inkt
doordrongen echynen.

D© P©rsiaanach© of Staart©looz© Ho©nd©r©n
makon d© derde verscheidenheid van Linnaeus
uit. De Duitschsre noemen z© Klump-, d© Sweedon
Gump-Hoenderen, de ISngelschen Humkine. Zy ver-
schillen in g©©n©rl
©i opzicht van do g©woon©n,
doordat hun de stuit ©n staart geheel ontbreekt,

D© zesde soort van Brisaon zyn d© Japansch©
Hoenderen, di© in groot© weinig verschillen van
d© onzen, doch witt© v©er©n hebben vm een zon-

-ocr page 80-

//

derling maaksel, geljkende zeer naar die van
den Kasuaris, Immers derzelver Baardjes zyn
niet tezamen gevoegd, als die der gewoone
vederen, maar van elkaar afgescheiden en zwee-
men tamelyk wel naar haar. De pooten zyn aan
d© buitenkant, tot aan de Vingeren toe gevederd «
en de uitT/aardse Vinger der voorsten zelfs tot
aan de lagel. Van zulk een hen uit het Kabinet
van Réamur, de afbeelding gegeven.

Verder nog gegevens over Hanekraaien, Hane-
gevechten, Hane-eieren enz. enz,

blz. 551.

Hoedanigheden , die in aen goeden Haan ver-
eischt worden zyn i dat hy zy van groot Statuur,
hebbende ©en hooge, regte roede Kam, de
00gen
zwart
, den Bek kort, zwaar en krom; de lellen
als ook de plaats der ooren
Bleekrood, Zyn
halsveéeren, die men Lokken noemt, moeten van
verscheidene en hooge kleuren zyn, over de
schouders zweevendej de Borst breed, de Leden
niet schraal, de Wieken wel bevederd, de Staart
verheven, met een dubbel Ry van omgebogen Pen-
nen, Zy moeten
vlug zyn en waakzaam, dikwyls
kraaijende, gereed om hunne Hennen te bescher-
men, en wraakzuchtig tegen anderen, die haar
verongelyken. Zodanige Eanen willen den baas
spelen en als Koning over de anderen zyn, wel-
fcen zy in moed en kragten overtreffen: zy hou-
den in «t Vegten niet op, zo lang zy op Beenen
kunnen staan en de Overwinning kraait uit al
zyn Magt Viktorie, wanneer de Tegenparty ter
neder leyt of op de vlugt gedreeven is.

De Haan is een voorbeeld van Q-eilheid, niet
alleen wegens de meenigte van Hennen, welker

Ui

-ocr page 81-

//

Eyeron hy hevrugt, maar ook omdat hy ze zoo
menigvuldig ©n sómtyde wel vyftig maal op eenen
dag treedt, Hy wordt ook in eenige Jaaren on-
magtig tot bevrughing , hoewel hy nog aanhoudt
de Hennen te liefkoèBen. Gemeenlyk worden de
Haanen die men vet wil maaken, als zy drie
maanden oud zyn gesneden, en dan noemt men ze
Kapoenen,

1750, Hitoire naturelle des Oiseaux.

W,Desham, illustré par K,Albin,
Le coq d\'Haabourg.
,, ,, d© Bantam.
La femelle de Bantam.

Afb. ?

M,Brisson, Ornithologie. J.B.Bouché^i. Paris.
Tome I .

(Verdeeling van hoenderrassen, waarby alle be-
staande bronnen van vroeger tyd vermeld wordend

Het geslacht loen.

Zyne kenmerken zyn vier teenen, ontbloot van
vliezenj drie van voren en een van achteren;
allen van elkaar gescheiden tot byna aan het
begin toe.

De pooten zyn bedekt met veeren tot aan den
hiel.

De bek kegelvormig naar beneden gebogen.
Twee vleezige lellen zich in de lengte uit-
strekkend en onder de keel hangende.
Een vleeschachtige kam op den kop.

Al de soorten van dit geslacht zyn eigenlyk
slechts bastaard-soorten der
Huishoenders, daar
toch al de afwykingen, waardoor ze onderling
van elkaar verschillen, zich somtyds weer ver-

lil

-ocr page 82-

©enigd vinden in hetzelfde individu, \'Tly onder-
scheiden ze echter in zes soorten, omdat de
kenmerken, die hen karakteriseeren, bestendig
in de Jongen teruggevonden worden, mits de va-
der en de moeder niet gekruist zyn geweest met
andere soorten.

De staart is quot;by deze soort vogels van geheel
fcyzonderen vorm, en dit zou een zeer geschikt ka
mark zyn om ze van alle andere soorten te onder-
scheiden, indien het hy allen voork?/am, doch
er is er ééne, die geheel van staart beroofd is.
Deze staart, dien zy rechtop dragen, is samen-
gesteld uit veertien pennen, ?/aarvan zeven naar
don eenen kant Bitstaan en zeven baar de andere^
zoodanig, dat ze tezamen een zeer scherpen hoek
vormen.

Deze richting der staartpennen is eigen aan
deze vogelsoort en komt by geen enkele andere
bekende soort voor. Verder hebben deze vogels
korte vleugels, niet verder reikende dan tot
waar de staart begint. De mannetjes hebben aan
eiken poot een spoor, die soms lang en puntig
wordt.

1. ^ Huishoenders«
Gallus domesticus, Gallina domestica.

Deze vogel is overal zoo bekend, dat het on-
noodig is hem nader te omschryven. Er zyn er
onder, die veel grooter zyn dan de anderen. Wy
kennen er geene,, die zoozeer in kleur verschilft ,
len. De kleuren der hoenders zyn zeer levendig,
vooral by de mannetjes, Zy dragen 015 het voor-
hoofd een vleezige kam, getand als een zaag en
twee vleezige lellen, hanrende onder de keel. B0
ven de ooren is een naakte huid van een zeer
mooie witte kleur.

-ocr page 83-

Het mannetje ondersoheidt zich van het wyfje

door de twee pennen in H midden van den staart,
die zeer lang en boogachtig zyn, door de veeren
aan den nek en aian het stuitbeen, die lang en
smal zyn , en door de sporen, die het aan de
pooten heeft, ter^^yyl het wyf je die geheel en al
mist. ( üit hot Oabinet van den Heer de Seaumur.

De varieteiten hiervan zyn :
A.
Het Kuifhoen.

Gallus cristalus,Gallina cr^stata.

Van de gewone hoenders verschillen zy alleen
in zooverre, dat de veeren aan den kruin van het
hoofd langer zyn dan de anderen en ©en kuif vor-
men. ( üi-t het Oabinet van den Heer de Eeaumur.

Hoenders met vyf te enen.

Gallus pentadactylus, Gallina pentadactylus.

Dez© hoenders onderscheiden zich van de an-
deren door het aantal hunner vingers. Zy hebben
er vyf aan i©d©r©n voet, nl. dri© naar voren ©n
twe© naar achteren; \'t is ©©n soort wangedrocht.
(Üit höt Cabin9t van den heer R©aumur.

0. ^ Paduaansch© Hoenders.

Gallus patavinus, Gallina patavina.

Doz© bastaardsoort heeft byna d© dubbele
grootte ©n omvang onzer g©won© hoenders; overi-
gens zyn z© hen in alles gelyk. Het ia die, w©lk9:
wy noemen Poul© d© öana ( Hoen uit Oana),
D,
Turksoh© Hoenders.

Gallus turcicus, Gallina turcica.

Van onze hoenders verschillen dez© soorten
alleen door de verscheidenheid en de schoonheid
hunner
ve©r©n, ( Uit het Oabinet van den h©©r
Reaumur,

Engelsch© Hoen.

Gallus anglicanus, Gallina anglicana.

Zy zyn niet grooter (dikker) dan de onze,

-ocr page 84-

nc

doch zy zyn hoeger opgeschoten doordat hunne
beenen en voeten langer zyn, O\'/erigens gelyken
ze volkomen op onze hoenders.

II,Hetnbsp;Dwerghoen«
Gallus, Gallina pumilio.

Deze soort is gefeeel en al gelyk aan de gw-
wone huishoenders. Vi is van gelyken omvang en
varieert eveneens in kleur, doch zy heeft zeer
korte rooten, waarvan zy haar naa^^ ontleent.
(Uit het Oabinet van den Heer do Reaumur),
De bastaardsoorten van het Dwerghoen zyn :
A.
De ruigpootige Hoenders.

Gallus, Gallina plumipes.
Deze hoenders gelyken in alles op de voor-
gaandeni het ©enige verschil is, dat hun voeten
bedekt zyn met veeren tot aan het begin der tee-
nen, ( Uit het Oabinet van den heer de Beaumur).

B, De Bantameohe Hoeaders .
Gallus banticus, Gallina bantica.
Deze bastaarï^soort is gelyk aan de voorgaan-
de; evenals deze heeft zy de voeten bedekt met
veeren tot aan de vingers foe, doch alleen aan
den buitenkant.

Dan hebben wy ook nog dit vepschil, dat de
veeren hunner beenen zeer lang zyn en ver over
den
hiel uitsteken; H mannetje is moedig en
onverschrokken; hy vecht graag tegen andere ha-
nen, al waren ze ook tweemaal grooter dan hy,
(Uit het Oabinet van den heer de Reaumur),

III,_Denbsp;Krulveerhoenders,
Gallus crispus, Gallina crispa,

(Afb. --------------)

Deze hoendersoort heeft al de veeren naar bo-
ven overeindstaand gekeerd en als gekruld; dat

is het eenige wat hen onderscheidt van de anderen
(Uit het
Oabinet van de heer de Reat^n^^

//

-ocr page 85-

Ui

Hegerhoen of het Hoen uit MczamMoue.

Gallus crista paleis nigris, Gallus tac-
zambicanus, Gallina mozambicana).
Deze soort onderscheidt zich van de anderen
niet alleen door de kleur harer veeren, die
byna altyd zwart zyn, maar ook omdat de kam,
de vleezige lellen, die zy onder de keel heeft,
de opperhuid en het beenvleesch zoo zwart zyn,
dat, wanneer men ze gebraden heeft, het er
uitziet alsof men ze in den inkt heeft doen
koken, ( üit het Oabinet van den heer de Reaumm

hoen zonder stuitbeen of HPerzieche

Hoen*

Ga7ilus persicus, Gallina persiciu
Deze soort gelykt op de anderen door haar
grootte, omvang en de verscheidenheid harer
kleuren, doch zy heeft in \'t geheel geen stuit-
been en bygevolg geen staart. { Üit het Oabinet
van den heer de Reaumur),

VI, De J apansche Ho enders.
Gallus pennis pilorum, Gallus japonicus,
Gallina japonica,
( \'t Wyf
Je , Afb.nbsp;)

Zy zyn nagenoeg van dezelfde srootte en ge-
lyken omvang als onze gewone huishoenders? over
*t geheele lichaam zyn zy bedekt mot witte doch
zeer vreemde veeren, want hunne penneBChach-
veeren zpn niet saamgevouwen, gelyk by de gewo-
ne pluimveeren, doch zy zyn van elkaar geschei-
den en hebben heel veel weg van haren. Hunne
voeten zyn bedekt met veeren tot aan het begin
der vingers, aan
de buitenzyd alleen, en de
buitenste der voorvingers is eveneens met vee-
ren bedekt tot aan den nagel. ( üit het Gabinet
van den heer de Reaumur),
(Afb.nbsp;)

-ocr page 86-

Brisson onderscheidt dus :

1. Het huishoen, en als variëteiten daarvan,

welke hy bastaardsoorten noemt :
2» Het kuifhoen.

3.nbsp;De hoenders met 5 teenen.

4.nbsp;De Paduaansche hoenders.

5.nbsp;De Turksche hoenders.

6.nbsp;Het Engelache hoen (Een vechthoen).
7 Het Dwerghoen, waarvan hy als onderrassen noemt|

8,nbsp;De ruigpootige hoenders.

9.nbsp;De Bantamsche hoenders.

10.nbsp;De Krulveerhoenders.

11.nbsp;Het Negerhoen.

12.nbsp;Het Hoen zonder staart.
15. De Japansche hoenders,

Hierby is het huishoen het normale ras en de
andere 12 rassen zyn allen abnormale.

Jj

-ocr page 87-

4763 , Johann Leoi^rd Frisoh,

Besohryvl\'^g der Duitsch© vogels ©n tevens van
eeiiig© buitenlandech® rasseHj B@rlyn 1703.

h

Het n@g©nd@ hoofdstuk.
III af
deeling, Tfösm© , algemeen© hoanders.
I II Alg©ffi©@n© huis (land) hoenders.

Dez© afdeeling ondersoheidt zioh van all® vorig©
voor wat ^mtmsamp;t de staart betreft, want za hebben
geen vlakfe of horizontaal hangenden , maar een dubbefeenl;
by
elkander gehouden loodrecht opstaanden staart.

By v0l© dezQT soorten gaat het als met andere
taiïim©
toaKHgHEx dieren, z© behouden nu eenmal niet
een gelyksoortig© teekening en vederkleur? verder
verandert door onderlinge kruising ook hun vorm en
grootte. Toch
kan men nagaan dat de overigen allen
uit de navolgend© hoofdsoorten ontstaan,

m©©stvoorkom©nd© soort zyn de boerenhoenders
(landhoenders) van midéelbar© grootte, die nooh te
lange, noch te kort© poten hebben, laan en hennen
hebben
gewoonlyk een enkelvoudigen kam of kuif.

De haan ondersoheidt zich steeds door zyn groote-
ren liohaamsbouw, grooten kam
en lellen aan den hals.
verder aan zyn groote
slkk©lv©@ren in den staart en
aan de groot©
sporen achter aan den poot, boven den
achtersten
teen.

Deze landhoenders zyn de duurzaamste en nuttigst©
voor de boèren. Ey
zyn vllt;^tige ei©rlegst©rs ©n broe-
den het best© en op verschillende tyden van het jaar.

Het is niet myn bedoeling de hoenderteelt te be-
schryven, anders zou ik daarover alleen een boek
kunnen samenstellen.

In ft Datynsch t Haan, tallus demestioa ,

Hen , G^allina doiaestlca ,

-ocr page 88-

j

III IV ^ EngelSOÎ10 hoenders.

In ^t Latyn: gallina anglioanai gallua anglioanus.

In H Franaohî Ooq , poule d\'Angleterre.

Of deze hoenders zoo^f genoemd worden omdat ze uit
Kngeland zyn ingevoerd, of dat men
ze wegens hun
buitengewone grootte sleohts naar een vreemd Ismd
heeft genoemd, zou moeten worden onderzocht. Het
eerst is het meest waarschynlyk•

Zy onderscheiden zich van de eerstgenoemden in
verschillende opzichten. De zuivere ©igelsche Hoenders
zyn veel grooter van liohaïs, hebben hooge, dikke ,
blauwgryze po^en, zyn meestal helder grys of zilver-
achtig van kleur en dragen op den kop een dikke ,
breede vederbos. De hanen onderscheiden zich van de
heimen als de vorigen, maar zy hebben veel grootere
sporen aan de pc^en en de kam op den kop gelykt op
een kroon. Het gekraai dezer soort is veel dieper
en luider dan van eerstgenoemden»

Ken -^gelsohe haan by boerenhoenders, vooral
wanneer deze klein zyn, deugt niet, omdat de hennen
te veel te lyden zouden hebben.

De Engelsch© hoenders leggen niet zoo vlytig ©n
zyn vaak geheel van den leg. De eieren zyn evénwel
groot.

V VI Kortbeenige Kruiphoenders.
Lat, Haan: pumilio.

Henï gallina pumilia.

Poule rampante à pieds jaunâtres.
Lat. gallina pedibus brevissines.

Er is geen sprake van dat alle hoenders zulke kort©
po^en hebben, maar door kruising van dit soort
hoenders hebben dikwyls de boerenhoenders korte
pojien gekregen .

\' .af}-

cPr-

-ocr page 89-

ƒ / ^

Er bestaat eohter een byzonder soort * dat Hon-
gaarsohe Hoenders heet, 2y ssyn zeer klein van lichaam
hebben zeer lage pd^en, welke evenals de tamelyk kor-
te snavel
, mooi geel zyn, dooh de snavel is donder-
der by den kop dan de po^en. De kop Is iets ronder
dan die van andere hoenders. Ze hebben een eenlgszins
anderen stem dan de gewone hoenders en de hanen
hebben een dubbelen kam.(Rozekam )♦

Deze hoenders leggen vlytig en worden dilfc en vet.
Hun kleur is geel-wit.

Ik heb zelf dit sooi^t gefokt en goed van de anderen
leeren onderecheiden»

öesnerus^ohryft van deze Pumilionibus , welke
overigen gely^ Eyn aan de andere boerenhoenders,
behalve de opgemerkte versohilleïa/pag,S96
Mex BoekïII,
en noemt ze Hadrianae Gallinae, lÈw^sÊimM Erdhunle,
Schotthane en Öasehünle»

VII VIII ^ 8taart3.ooze Hoenders.

Lat, Gallina non oaudata .

Fr. Poule sans queue.
De platduitsohers noemen dit soort hoenders, welke
geen staart hebben, ^Kluthuhner*, omdat ze van ach-
teren als een klomp of ronde klos of op zplat-
duitech quot;Klut* uitzien» Overigens zien
ze er Uit
als de gewone hoenders.

Dat het evenwel een byzonder soort is, zien wy
gemakkelyk omdat van hoenders met staarten geen
staartloo2aiontstaan, tenzy ze zich met laatstge-
noemden kruisen.

In hst Latynsch kan dsze soort Gallina non oaudata
heten. Zy 2:yn goede elerlegsters en nuttig als de
andere hoenders.

-ocr page 90-

IX De Krulveerige hoenders.

Wp Poula a plumes montantes*

Men noemit deze soort hoenders met naar hoven

gekeerd© veeren , gallina penis reflexis.

Ze loopen quot;byzonder in het oog, omdat d© veeren all©n «

opwaarts groeien, dus niet glad tegen het lyf liggen

als by andere hoenders* Overigens zyn z© gelyk.

goede

Ik weet niet of ik deze hoenders onder de Bskta
kweekhoenders moet tellen.
Hegen en koude kan hun
licht schade berokkenen en voor broeden zyn ze niet
geschikt*

Omdat deze ^ 5 soorten zich gemakkelyk met el-
kander kruisen, ziet men ze ook zelden
in hun oor-
spronkelyke soort en gedaante, Wyl ze evenwel allen
van één hoofdsoort , nl. wat staart, gekraald hoofd-
gestalte en natuur betreft, afstammen ,
schas^\'t ook-
zulke kruising deze tamme hoenders weinig
aan de
voortplanting, evenals by velerlei soorten honden,
want het zyn geen bastaards| ze paren zich ook on-
gedwongen en planten zich verder voort«

X XI De Krielhoendersoorten.

Deze hoenders leggen vele , overeenkomstig hun
liChamsgrootte, klein© eieren, broeden echter goed.
Door sommigen worden ze^ Fransch© Hoenders genoemd,
amix niettemin ze tamelyk koude verdragen kunnen.

-ocr page 91-

X789, D.Johsuinnbsp;Kronltz*

Oeoonomisoh© aioyolopaedl® ©ver het algemeen sys-
teem van Staatf^*,Stad-,en Landbouwhulshoudkunde,
20e deel. arnann 1789.

Soen blz. l.
Msj.S.

Ottfried noemt reeds een haan «thass Suan». Eet
Duitsohe meervoud «Huner^or «Hmire» komt zoowel in
Schabenspiegel als by Stryoker voor. ?oor kuikens
zegt Notker \'»»uonioh^liu«, In HederiSHSr luidt
dit woord «Hoon», in Denemarken »Ions», in Zweden
Hons, in welk© landen hierraod© beide geslachten
bedoeld zyn. Al deze benamingen zyn ©venals het
Düitsohe woord «Hahn» en »Henne» uit het Latyn af^
geleid,

In een oud, aan het einde der IS© eeuw te Augsburg
gedrukt woord©nbo©k wordt »Gallus» door haan en
♦♦Gallina» door hen, doch Pullus» echter als hoen
vertaald.

Het schynt da$ men vroeger Jonge vogels in leord-
Duitsohland quot;Sühnlein» genoemd heeft,
In ©en oude
Deutsflfhen bybel uit de I5e eeuw heetten de Jonge
raven
(Ps.léöj »die ®mlein der Eaben» , blz. loV
Krunitz geeft ongeveer dezelfde hoendersoorteri

als Beohatein. W© verwyzen hier dan ook naar.

ij.,.

11. mmmsMscrns^ Ce Kuifhaannbsp;\'

.Overigens hebben de mensohen aan dez© g©^
teelde hoenders ten allen tyd© den meeaten zorg be-
steed.

fe^z» Ig* ^^xmmssmxKaahaan.

of Fiteche ii^m ...... Poule de I^i es lands. Bom.

Mz^ la»

De fokhoenders moeten van gemiddeld© grootte zyn.

ït


—ïlt;

i\'è\'

-ocr page 92-

QQj^ hoog^of dikken kop, ©en rooden , naar é^ zyd©
i±ga;®BÄ!s afhangenden kam, levendig© oogen, een ster-
ken hals, ©en torôed©n horst ©en sterken ©n for0oh©n
romp, donkergele po/ten zonder sporen hebben, ©n zwart,
Onbsp;roodgeel of askleurig gevederd zyn*

Heeft men sleohts het oog op de fok van jong©
hoenders, dan dient men de witte dieren met witte
poten ©n snavels , in verband met h©t witt© ©n van
natur© zacht© vl©©soh, boven all© anderen den voor*

k®ur te g©v©n* H©@ft m©n @oht®r d© b©do©ling veel

by

©ieren t© rapen, dan is d© rood© haan shx^ bont© |
hennen t© v©rki©z©n#

D© Witt© dieren zpi door d© meer in het oog val.
lend© kleur hunner veeren me©r aan d© belagingen ©n

aanvallen van roofvogels blootgesteld dan d© anderen.

• \'« * *

, •nbsp;Zi© voor d© Huishaan d©©! 21.

Dô©l 21. 1788.
blz. 181 Haan.

■nbsp;blz. 182 .

3. In nog verder© strekking wordt het mannetj©
van allé , ook van de kleinst© vogels in hst ï3aitsoh
»Hahn* genoemd, ter onderscheiding van »Senn©* voor
het vrouwtje, fcor zooverre dl talwoord betrekking
heeft op de tamm© haan, luidt het reeds in d© heilig©
w0t van Ghana volgens Ottfried ®Hanû*, in S©d©rland
*Haan*, in Maklenburg »Henning*, volg®n8 ülphilas
quot;Hana*, in ângelsksen ^Hgaaa**, in Ysland, Zweden @n

Denemarken quot;Hanequot;.

Wachter , Frisch @n anderen leidèsn d©z© benamingôn
xj l \'nbsp;af van het oud© persoofalyk© voornaamwoord *han, (©r^*,

ânbsp;heiswelk nog in Zweden gebruikelyk isj @©n afleiding,

wèlk© den ©©rsten aanblik nog waarschynlyk wordt,
omdat men ook in Duitsohland d© g©slacht©n van klei-
ner© vogels door quot;Er* ©n ^Si©** pleegt aan t© duiden*

ifv,

*t

-ocr page 93-

Alleen, wanneer men bedenkt,dat de Gothen dit voornam
woord Met kenden, maar wel het woord *Sanaquot; hadden,
en dat de na^ van deze dieren in andere talen daar-
entegen in overeenstetoing is met den klank van
zjm
stem, zal men de eerste afleiding niet meer zoo
wa^rsohynlyk vinden,

In het Latynsoh heet h|f *Öallus* van gSllen .
Frankryk «Ooqquot;, Zwet?©n »ftapp«, Rusland •Bituch*, . ^
Hongarye \'»Tuok, fartar, faute, Kalmuok ,ïaka,enz.
Dit zyn allemaal benamingen overeenkomstig het eigen-
aardige geluid. Het\' Duitsohe quot;Hahnquot; sohynt op gelyk-
soortige wyze te gedachte aan het Latynsohe *eanoere**
en het Grieksohenbsp;quot;sohreyen» weer te geven,

blz. 185.

,,,,,,, hoo©^odegt; enkelvoudige of dubbele kroon^
welk© ©en de kam noemt..... Zyn veeren zyn verschil^
lend , soms van eenzelfde kleur # meestal echter van
een mengsel van allerlei kleuren.

De bekendste varieteiten van deze hanen zyn de
volgenden j

de haan met een vederbos, de Kuifhaan. Gallus
cristatus Linn* Fransch %. Le ooq huppé.
2, de Padua haan, die eens zoo groot is als de by

ons inheemschen.
3# de Sngelsohe haan, die zeer lange poten heeft en
/Vechtlustig is*
de K^u^baan ,

met zeer korte poten . Franscht

, Le 00 q naln,

8* de staartlooze hatan, Gallus eoaudatus Linn, Franshh:

Le ooq de Perse, Coq sans croupion*
6, De haan met zwarten kam. Gallus Morio.Linn,

agc^tigacamp;tegKmtiKxwga^^nbsp;asttoMaidfitt

IsaaaaiK Fransch J Le ooq de ,M«kZambigue ,
7* de Japanech© haan. Gallus lanatus Linn.

Hy heeft witte veeren en ©en uit elkander staanden
baard.

t

/;

pgMJi^

-ocr page 94-

8, d@ J?ri©sche haan, Krulhaan, of Turksehe haan, mat
naar quot;bovengekrulde veeren. Qrallus crispus Linn,
Fransohï Le coq frisé.
9* de gelaarsde, ruigvoetige of Bantamsohe haan,
Gallus puslllus Linn, Franscht Le ooq patu» le
ooq de Bantam, Zyn gevederte is vuurgeelf borst,
huik en dybeenen «yn eohter gewoonlyk zwart j langs

de dybeenennbsp;zitten ronde , sty-

i

ve veeren, welke 2 duim lang over de knie naar ond»r
afhangen en laarzen (gierhakken) genoemd worden,
blz. 184,

De beide meeet voorkomende kleuren zyn rood en
zwart.

k

blz, 188.

...Hanengevechten in Engelandnbsp;De Engel sehen

laten voor dit doel groote hanen ^ van majestieus
aanzien , met prachtigevedertooi, uit Mamburg komen.

Omdat hun dybeenen en buik met zwarte krullende
veeren dicht bezet zyn, heeten ze by hen fluweelbroe-
ken (Fr. ïöulottes. de Velours),
blz. 189.

Om zjrn voortreffelyken krygshaftigen Inborst werd
ook de haan vroeger den krygsgod geheiligt en zoon
van Mars genoemd (Pullus Martie),

i
I

c i\'i?\'

I 1=

d.

//

i^U

-ocr page 95-

1770, Valraont de üomare, leeraar in de Hat-uurl,
Hitorio, Bern, Rouan, Montpellier, enz.

A Bluseée amp; Zn. Dordrecht, Woordenboek
der Hat.Hist, 1770.
Een beschryving van V.d.B. vermeldt nog min-
der soorten , er zyn er nu nog 8, die volledig-
heidshalve zeer kort worden weergegeven.

M hoenderen van Gaux, Brugge en Mirabolai_s,
welke zeer hooge pooten hebben.

2.nbsp;De hoenderen m.8t kofete pooten, welke men
kotpooten noemt.

3.nbsp;De krieltjes.

iiË.nbsp;of wollige hoenderen, ten on-

rechte ?loldragers genaamd, welkers vederen naar
den kop omgebogen zyn.

ß* M Morianen of I^egerhoenders,nbsp;wy be-

komen dezelve uit Guinee of van den Senegal,
zy hebben zwarte beenderen, een zwarte kam eh
huid en wit vleesch,

6. De ho enderen zonder staart, en zelfs zonder
stuit, anders gezegd staartlooze hoenderen.

£® hoenderen welke vyf vingeren aan iederen
poot hebben
,drie vcor en twee achter*
8. De
hoenderen welkers kop m,et een kuif ver-
sierd is, 2y zyn frmi, hebben hooge pooten
en worden kuif-hoenderen of kuif-hennen ge-
noemd.

8 rassen zyn de bekende abnormale, er
wordt geen normaal ras noch landhoendereas
vermeld. De heer de B, zegt echter , dat deze
hoenders bekend zyn behalve de gewone hoen-
dersoorten, Aan de gewone hoendersoorten wordt
dus geene besohryving gewyd.

-ocr page 96-

1770, Dondrust.

Aanhangsel of Verroeordsringen en Verbeteringen
(op het voorgaande )
Haan ü-allus galinaceus.

Dit is een tamme vogel, di© lange spooren
aan de pooten heeft j ©en vleeschaohtig© ge-
tand© en rood© kam ©n lange afhangend© lellen
onder de kinj de vederen van
zjnen staart zyn
loodlynig geplaatst.

D© Mythologist©n hebben den Haan als h©t
zinnebeeld der waakzaamh©it beschouwt? hi©rom
vind men hem, dikwyls op d© oud© gedenkteekenen,
cnder d© m©rkteek©n©n van Minfei en llercurius
uitgebeelt.

Een goede haan moet veel eerder van een groo ;
tö dan van een klein© g©stalt zyn, ©n zwart©
of donker rood© v©d©r©n hebben, groote pooten
die zeer wel van nagelen ©n spor©n voorzien zyn^- f
lang© , dikk© en vederryk© dyenj ©en breed©
borst5 ©en verheven hals, di© m©t
een menigte
vederen quot;toedekt ie; e©n kort© ©n dikk© bekj
zwart© of blauwe oogenj rood© ©n lang© lollen;
d© vederen van den kop en hals tot op d© schou-
deren uitgestrekt en goudkleurig; d© vleugel©n
sterk; de staart groot ©n by wyz© van ©en sikkel
gekromt. Hy moet waakzaam, vurig ©n ©©n goed©
krHHXHE krayer zyn, zyne wyfjes gewennen om,
hens van te halen en de oude Hanen om hem als
medeminnaar
te dulden, in geval, zoo een eenig©
niet genoeg, en het getal der Eennen t© groot
was.

(Verd©r beschryving van ©en Han©g©v©cht, broeden)
176 5 . Schryver
een haan m©t twe© horens als
Gems gezien. Van te voren een beschryving ho©
men een spoor op de kam kan enten.

-ocr page 97-

1971, Saboureux de la lonnetteri©.

7

1777. Abhandlung vom Federvieh.

J.W^Gonebruch . Munster 1177,

behendelt allerlei hofgevogelte met verwyzingen

naar Buffon,

m

-ocr page 98-

1771. Saboureux de la Bonnetterie,

L

rgt;

1777, Abhandlung vom Federvieh.

J.W.Gonsbruch , Munster 1S77.

behendelt allerlei hofgevoge.lt© met verwyzingen

naar Buffon.

-ocr page 99-

Z3V

Saboureux de la Bonnetterie

1777• Abhandlung vom Federvieh.

J.W^üonebruoh . Munster 1®??,

behendelt allerlei hofgevogelte met verwyzingen
naar Buffon.

mi.

li

-ocr page 100-

zw

1?71. Saquot;bour©ux de la Bonnetterie,

h ^. léliAM^ /

rm

1777. Abhandlung vom Federyieii.

J.W.ÜonsbruGh . Munster 1S77,

behendelt allerlei hofgevogelte met verwyzingen
naar Buffon.

tf;\'

I

-ocr page 101-

1771. Saboureux de la loimetterie,
1

1777, Abhandiung vom Federvieh.

J .W.ConebruGii . Munster 1S77.

behendelt allerlei hofgevogelte met verwyzingen
naar Buffon.

Tl

-ocr page 102-

1795. J.M.Eeohstein ^©sohr^/ft In zyn «Ha tor ge schichte

der Vogel Deutschlands» B hlz, 1211^129,

Leipzig S.L.örusius 18^7 , het geslacht Hoen zeer

uitvoerig op de volgebde wyze (vertaling) :

Zes en dertigste soort.

KAÜHCiiti . Aieotoi!.

ï* Hot gewone kam- of huishoen. Aleotor Gallus dornest!

cus

A,nbsp;üorsjïronkelyk: ras. Het wilde hoen. Aleotor Gal -

lus ferus

B,nbsp;Variateiten» ontstaan door ^et klimaat en cui

tuur.

1. Het gewone huishoen.

a» Het hoen met kleinaikam: ©n een klein kuifje
op den kop,

b.nbsp;Het Kroonhoen, De vleezige kam is of een
dik uitgesneden vl^esohSKkjfciiklom\'nje of een
ronde getande kam.

c.nbsp;Het Haaburgsche hoen, ook fluweelbroekhoen
gono amp;md.

2,nbsp;Het Huifhoen. Alector Gallus cristatus.

a.nbsp;Het witte hoen met zwartti kuif.

b.nbsp;Het z?j-arte hoen met witten kuif,

c.nbsp;Het goudlaken hoen of goudgekleurd© (in Thu
ringen algemeen).

d.nbsp;Het zÉlverlaken hoen of zilverhekleurde met
baard,

e.nbsp;Het chamoiskleurige hoen,

f.nbsp;Het blauwe hoen.

g.nbsp;Het hermelynkleurige hoen,

h.nbsp;Het weduwehoen |[met kleine witte pareltjes
op bruinen ondergrond).

i.nbsp;Hat steenkleurige hoen.

OHDEKHAS I Het witte hoen met grooten baard,

3.nbsp;Het Bolstaarthoen, Alector Gallus ecaudatus.

-ocr page 103-

ƒ

Het Pyferghoen. Alector Gallus pumilio.

a.nbsp;Het Dwerghoen met onbevederde pooten.

b.nbsp;Middensoort Drerghoen. Kruising van Dwerg-
hoen met landhoen,

o. Bantamhoenders met bevederde pooten.

d.nbsp;Groote Engelsche Dwerghcenders met beveder-
de pooten,

e.nbsp;^aeine xi^ngelache Dwergh-Oenders (met duhbel-
kam en goudglanzend gevederte).

Het Krulveerhoen. Alector Gallus crispus.

Wolhoen. Alectot Gallus lanatus.

7, Het Snr.slsche hoen. Alector Gallus Anglious.
Een
300rt van vechthoen met hooge pooten,
soms met een kuif.

Het Turksche hoen. Älector Gallus turcicus.
Wit met zwarte vlekken bedekt.

9,nbsp;Het Faduaansohe hoen. Hat hoen van Oaux , Aleo

tor Gallus Patavinus, fot deze kan men rekenar
de Rhodische, Perzische, de Peruaansche en
de groote hoenders van Bahia.

10.nbsp;Het Moorenhoen, iUector Gallus Morio.
Volgens beechryvingen moet dit afstammen van
de Philippynsche eilanden, Java, Dell en St.
J ago.

Säi \'^y^\'teenige hoen. Alectór Gallus ksxaÉSEsx
tjciKRX pentadaotylus*

Dit hoen kornet op alle boerendorpen voor.

Het zesteenige hoen. Alector Gallus hexadacX|
tylus.

Dit hoen ^eeft drie teenen voor en drie tee-
nen achter, waarvan de middelste teen achter
«fcets kleiner was, In B, *
b woonplaats plant

tt-\'

-ocr page 104-

zioh dat geslacht zoo regelmatig voort, dat
somtyds de verlïinding der teenen aan den
ssKE poot grooter werd,

hen. Gallus calcitrata,

14. Het hoen van Madagascar, A.coho. \'

lËinbsp;van den lethmus van Dar ie mot be-

vederde pooten en een rechtopstaanden staart,

hoen van Sana ©varro,
Een
Z6©r kostbaar ras, dat by de Perzen soms
rsOO pd.st, kost,

Het Indisch© halfhoen.

Volgens B, komt dit alleen op Java voor, lykt
veel op ©en Fazant met puntigen staart. Vol-
gens zeggen mo©st dit e©n kruising zyn van
hoenders met kalkoenen (?) ,

jQt bastaard-hoen.

Volgens B, ©en afstammeling van ©en haan ©n
©en eend, D© haan was de vad©r, d© ©end d©
moeder, d© eieren geleken op e9nden©i©r0n.
Volgens zeggen had een paring dezer b©id©
dieren plaats gehad (?),

E©ne schifting volgens d© hedendaagsche begrip
pen in rassen die men thans kent, toont aan, dat
er
één normaal ras wordt genoemd, hl, het gewon©
kaan. of huishoen, ter^Tyl alle ander© abnormale
rassen zyn. Toch vermeldt B, dat h©t g©won© kam-
of huishoen ook r©©ds ©©n klein kuifj© op den kor)
hebben, D© verdeeling in vyf• ©n zesteenige hoen-
ders is eigenaardig, men kent d©^© dieren thans
overal by elk ras, D© Indisch© ho®nder8 zyn vry
zoker de Vorkstaarthoenders, evenals het hoen van
sansevarr© de Parelhoenders.

-ocr page 105-

/Vi I

Het Indisch© halfhcen, een kruising met kal-
koenen en het bastaard-^loen van haan met eend
sullen we mas,r onbesproken laten, de zaak lykt
zeer raadselachtig en wordt thans als geheel
onmoselj/k beschouwd.

1796. Le öcmte de Buffon noemt in zyn «Histoire üatu.
rell© des Oiseaux , Tom© second , îîouvell©
édition Dordrecht 1796 , de volgetide rassen :

1.nbsp;Le 8oq commun, le coq de notre climat.

2.nbsp;Le Ooq huppé,

3.nbsp;i.e Ooq sauvage de 1 \'Asie,

»

4.nbsp;L \'Acoho au Goq d© Madagascar .

5.nbsp;Poule naine de Java,

6.nbsp;Pcule do 1 »isthme de Darien,*^

7.nbsp;Poules de Gamboge.

8.nbsp;Le Goq de Bantam,

9.nbsp;Demi-poule d*înde.

10.nbsp;Le Coq d\'Angleterre,

11.nbsp;Le Goq de Turquie,

12.nbsp;Le Ooq de Hambourg.
.13._ Lo Ooq frisé,

14. La Poule à duvet du Japôn.^y^^^^
16. Ooq negre,

16.nbsp;L© Coq sans croupion ou Coq d© Perse,

17.nbsp;La poule à cinq doigts,

18.nbsp;Les Poules d© Sansevair©.

n

I
i\'

19.nbsp;Le Coq de Gaux ou d© Padaue*

- . quot; tu-,.

-ocr page 106-

1815 O.J.Temminok .

Histoira naturelle Générale des Gallinacé\'s,
2e deel, p.84.

Genus Gallus.
1. G.DomesticuB et Gallina . Het gewon© landhoen.
Ooq commun ou coq villageois. Buffon.
Das gemeine Kamm oder Haushuhn. Beohstein.

a.nbsp;Das Huhn mit dem. kleinen Kamm.e,

b.nbsp;Das Kronenhuhn.

c.nbsp;Das silberfarbige Huhn.

d.nbsp;Das schieferblaue Huhn.
©. Das chamoisfarbig© Huhn.

f.nbsp;Da3 geschupfte oder hermelinartige

Huhn*

g.nbsp;Die Withwe.

h.nbsp;Das feuerfarbig© und steinf.Huhn.

Bechstein.

2.nbsp;G.Oristatus . Kuifhoen (Das Kauben-huhn ).Bechsteil

Huppé et de Hambourg. Buffon.

a.nbsp;Das Hamburgiache Huhn,

b.nbsp;Das weisse Huhn mit xmk schwarzen Federbusch,

»

c.nbsp;Das schwarze Huhn mit weissen Federbfusch.

d.nbsp;Das weisse Huhn mit dem grossen Barte.

3,nbsp;G.Pusillus. Krielhoen of Bantara.

G.Turcicus . Aldrovandi.
G.Minor . Frisch.
G.Bantam . Buffon.
Das iiantamhuhn. Bechstein.

4.nbsp;G.piamilio. Dworghoen.

Äe coq nain. Buffon,
Das Zwerghuhn, Bechstein,

5,nbsp;G.Pentasdactylus.

öinq Doigts . Buffon.
Dorking coq.

Das fünfzehige,das schszehuge Huhn.Sechstei3

I

J

-ocr page 107-

/dû-

G.Morio. Moorenhoen, Negerhoen, bewoont Indie.

Le coq ®|emx Hegre ou de Mosambique.

Buffon.

7.nbsp;G.j^anatus. Wolhoan, Zydehoen, bewoont Indie,

en China.

Das Bollhuhn. Beohstein.

8.nbsp;G.Qrispus. Krulveerhoen, bewoont Azie.

Goq a plumes frisés. Buffon.
Das Strupphuhn. Beohstein.

9.nbsp;ö.Ecaudatus. Staarloos-hoen, Bolstaart, be»

woont Gejlon.
Ooq Walliltiki. Temmiriamp;k,
Das Kluthuhn. Prisoh
Perzian coq. Loth.
Perzian fowl or Rumkin. Frisoh.
Le ooq sans oroupion. Buffon.

10. G.Patavinus. Padua-hoen.

Race de Caux ou de Padcue et les poules
de Sansevarre. Briason.Orn.¥lf
Das Paduanische Huhn. Beohstein. VS .p
1295. Hat.Gesch.D.

i Wilde loenderrasaen.

11.nbsp;G.Giganteue. Reuzenhoen.

Coq Jago. Marsden. )

)

12.nbsp;G.Bankiva.nbsp;]

gt;

Âv-y

13.nbsp;G.Purea.tus.

14. G.Sonneratii.

IB. G.^acartniji.

-ocr page 108-

/O/.

1819. J.A.¥filkens.

«nbsp;I

Handboek van de Yaderlandsche Landhuishoudkunde,
§ 936.

Het hoen, dat door eigene zelfstandigheid en i
voortbrengselen ons ten nutte is, is van eene see.r
I
grcote verscheidenheid, ©\' het oorspronkelyk stam- i
ras van hetzeltd kan niet meer worden opgemaakt.

De isuffcn hoeft alleen van de genatigde lucht-
streek, zonder de berscheidenheid van vederen in
aanmerking te nemen, 19 aanmsrkelyke verschillende
rassen opgegeven,
i 9 37.

Perzië wordt voor het oorspronkelyk Vaderland der

hoenders gehouden? doch een by zyn leven en dood
zoo nuttig dier was ook buigzaam genoeg om den
mensch alomme te volgen, zelfs tot aan den kouden
aardgordel.

O.J.Temminick. Hist..Naturelle Generale des
pigeons et des Gallinacéhs. Tom.II, pag. 94.
i 938.

Onder dor menigte soorten en rassen schat men
het meest hanen, groot van statuur, voorzien van
een\' hoogen , regten, rooden kam, zv/arte oogen,
een\' korten bek, die zwaar is, en krom staat, de
lellen en de plaats der ooren bleekrood, de hals-
vederen van onderscheidene en hooge kleuren, zwe-
veide over de schouders , de borst breed, de staart
verheven en met eene dubbele ry van onigebogene
pennen bszet, vlug en waakzaam, kraaiende met een j
heldere stem, stoute beschermers der hennen,
i 939.

Meest vruchtbaar of winstgevende zullen zyn groote I
hoenders van de gemeene soort met zwarte of mart-
bonte vederen, en algemeen in kleur van eene grooèe
verscheidenheid, met gele pooten.
nbsp;i

G,J.ïem.ainck t.a.p.pag. 134.

J

-ocr page 109-

1845. Dr. Ghr.Molph.Öuhle, MaSiiK

Das Eaus-Huhn nebet seinen Verwandten, Halle 1845.

Der wilde Hahn (Alector Gallus verus ). Die ürrace.

Daa Haus-huhn, Tdas gemeine Huhn. )

Das Hauböh\'ahn.nbsp;\'nbsp;.nbsp;,

Nach der verschiedenen Art der Haute unter-
scheidet man t

a.nbsp;die, äamp;r^n Federn sich gleich von der Stirn
en nach dem Macken beugen und also den die-
j
kon runden Busch am Hinterkopf bilden;

b.nbsp;deren Federn die längsten an der Stirn und
die kurzen am Hinterkopf grade in die Hohe
otehn und eich
wie eine Heike ausbreiten4

c.nbsp;wo der Federbusch eine längliche, an den
Seiten eingedrückte Gestalt hat.

Isach Verschiedenheit der Farben hat man noch
andre Abtheilungan gemacht als j

a.nbsp;Das weiazs Huhn mit schwarzem, Pederbusch.

b.nbsp;Das schwarze mit weiszen B\'ederbuech.

c.nbsp;Dae goldfarbige Huhn mit groszen schwarzen
eirunden Punkten oder Muscheln,

Bantam© oder Indianische Halbhühner.

Slhht noch sehr verschiedene Rassen, wir fuhren
davon die auffailenaten an j

a.nbsp;Das Stelzhuhn.

b.nbsp;Das Paduaner Huhn.

c.nbsp;Das Tranquebarische fHi©sen.)Huhn.

d.nbsp;Das ?trupphuhn.

e.nbsp;Das Zworgliuhn.

f.nbsp;Zwerg-Kaulhuhn,

g.nbsp;Das Haarhuhn, Wollhuhn.

h.nbsp;Daa Kaulhiähn, Kluthuhn.

i.nbsp;Das Mohrenhuhn,
k, Dal^ Hauehahn.

-ocr page 110-

s.

18 50. L, Pribyl .

Zie de uitgave van 1919.

1850. Rev. Edmund Saul Dixon. A.,Rector cf Intwood-
With-Keswick, Norfolk.

•^Ornamental and Domestic Poultry, their history
and managementquot; .

Reprinted from the quot;GardenersChronicle and Agri
cultural Gazette**, with additions. Second edition.
London IBPO.

The Dom © s t i c Fowls,

Full »si2ed_ B\'o\\¥ls.
Spanish.
Dorking.
Cochin Cina.
Malay .

Pheasant Malay .
Game*

Hamburgh.
Cuckoo.
Blue Dun.
Lark-orested.
Poland, or Polish.

Bantams.
Sebright.

Yellow, or Nankin.
Black.

Anom-alous Fowls.
Rumpless.
Frizzled .

White.

Feather-legged, Creepers
or Jum^era.

Silky.

i^egro.

Baron E.Peers.

Hofgevogelte. Over de Hoenders . Brussel 18 55.

\'-^/jL, lt;1

m

iype van gewone hen:

Bruysohe Hen of Hen van ITperen, het type van gewo
ne hen,

1856.

Padua hen, lykt iets op die van Oaux (Mans of
Normandie )

Gochin China kruisingen.

-ocr page 111-

Spaansoïie licsnders (wit wang).
Strydhaan,

Keiïipischo Hosndors of Hoender van Hoc ge traeten,
Preve Goeur.
Dwerghoenders.

1858, W.Hamra . Vorolag O.Wigond Leipzig ,

Die rationelle Zucht , Haltung und Hutzung der
Huiiaer,

Afbeeldingen Landhoenders,

C\'^^chin China\'s,
Dorkings,
Anöalusiers,
Hamburgsr,

Prachthuhn (- Padua),
Ireve-coeur^,
Le Pïèche,

1859. Dr. Carl.Lofflsr .quot;Die in Deutschland verkommenden
verschiedenen Racen des Haushehn\'s . Berlin 18^9.

1.nbsp;Der gewohnliche ostpreuzisch© Land- oder Bauer

o nnbsp;- ,nbsp;hahn,

2,nbsp;Der russische, auch astrachanisch© Hahn.

S. Der türkische oder ©nglische Hahn.

4, Der cetfriesischs Hahn, auch Kraus-,Krull oder

Straubhahn genaaant.
P. Der Welsch© Hahn.
t o Ber Zwerghalin.
^ 7. Der Kluthahn, auch Kluter genannt.

IBffO, K.Siegosmund,

Di© Geheimnisse dar Tauban. und Hühnerzucht ,
Haumburg, Verslag W,F.Tauerschmidt.

Beaohryvlng van Duitsch© landhoenders ©n
reeds ingevoerde \\-r©emde rassön.
Zg©©n platen).

-ocr page 112-

1860, A,Schröter Plauen . Der Huhnerhof.

Enkele praktische raadgevingen voor het
houden van hoenders , (zonder platen).

1860.nbsp;Walther.

Rationelle Huhnerzucht und Mästung. Berlin 1860,
Verslag J.S\'oringer,

Praktische raadgevingen , geen hoenderhe^schry-
vingen,

1861.nbsp;W.Dusterfcerg .

Die rationnelle Federviehzuoht . Berlin 1861.
Praktieche raadgevingen , geen raseenfceschry^
vingen.

1861. Dr, Harald Othmar Lenz,

Gemeinnützige laturgeschiechte . Band II. Vogel.
Gotha 1861.

1,nbsp;Gochin-Ohina of Sjanghai hoenders.

2.nbsp;Malaien-Huhn (Holander Huhn, StelzhBhn,
Belgische Huhn, (lormaraien Huhn, Stelahuhn,
Kam„phahn, coq de comhat).

4. Sohleier Huhn ( Polnische Huhn, Paduaner HuhnU

onderrassen :

a.nbsp;Brabander (Goldlaokhuhn, Silbarlackhuhn, Gold-
und Silber-brabanter).

b,nbsp;Kuifhoen,

0. De Poland { het Foolsche «Schleier^, of Kuifhoe^
■ d. Orêve-Ooeur.

e.nbsp;Schwarze Weiszkuppe.

f.nbsp;Houdan,

Bosnische Hoen,

6,nbsp;Spaansche Hoen ( Italische, Tscherkes^en hoen).,

7,nbsp;Dorking , vyf. of zes-teenig.

8,nbsp;Fazanten hoen.

-ocr page 113-

9. Bantam.

a.nbsp;Goudbantaja.

b.quot;Lauschigequot;nbsp;öoadbantam.

c.nbsp;ZilvöTbantam.

d.nbsp;Zwart*

10» fhüringer Pausbackchen.

a.nbsp;Tburinger Qoldpausbaohchen.

b.nbsp;Thüringer Silberpausbackchen.

c.nbsp;Thüringer Schwarzpausbäcfcchen,

11,nbsp;Moorenhoen.

12.nbsp;Strupphuhn (Krulveerhoen) FrieslsandiBche Huhn, \'

Kraushuhn.
15. Wolhoen (Ohineesoh Hoen)

14.nbsp;Zydehcen (Japansch Hoen)

15.nbsp;Haarhoen (^iiameesch Zydehcen).

16.nbsp;IJwerghoen (Karmishuhn, Bantam).

17.nbsp;mitsoh© quot;Kaulhuhn* ( eigenlyk quot;Kuhlhuhn**,

verkort uit Kugelhuhn, heet ook wel
»Kluthuhnquot;. ).

18.nbsp;Duitsehe Landhoen.

1865. H, Oettél.

Die praktische HÜhnanzöcht. öorlits im^, Ver-^
slag C,Hemer.
12 Afbeeldingen van :
Cochin-Ohina\'s.
Maleyers,
. ;nbsp;Ban tams.

Japanezen (zydehoenders)

Dorkings.

Spaniers,

Po 1 atids (Ho 11. Wi tkuiven )
Parijer (Techthoenders )

Houdane.

Orêve-couers.
La Fl©ch*s,
Krulveerhoeriders.

Jl

-ocr page 114-

186 6. R.Oetiïal.

Der Hühner- und öeflügelhof, Weenen 186F.
Een 3e oplaag met dezelfde rassen.

186 5. Freiherr von Oefele.

Das HÜhnerYOlk. Frankfurt a/^d. Sauerlanders
Verslag 1865.
Afbeeldingen :

i^andhoen, haan en hen en bolstaart.
igt;a Flêche,
Spanischer Hülm,
Houdans.

Polnisches Huhn { Kuifhoen).
örève-couer.

Brabanters oder Hamburger Prachthuhn*
Behoste Hollander (Kraaikop).
De Noorman (vechthaan).
Het Engelsche Vechthoen.
Bantam.s.

xiing/lische XhkJs Zwerghuhn.
Gochins,
Brahma *s ,

rMéMMt^

1867, W.B.Tegetmeier .

The Poultry Book F.Z, S.i.ondon 1867.

Cochins.
Brahma\'s,
Malays,

The Coloured Dorking Powl^
The White Dorking Powl^
The Gan^e Fowl 4
Pencilled Hamturghs.
Spangled Hamburghs.
White-Greted jslack Polish Fowls,
bpangled and \\Vhite Polish Fowls.

wtijut^

-ocr page 115-

Sultan Fowls.

French-breeds s Houdans, Grevecoeure, i^a Fleche*^

La Bresses, etc.
The Silk Fowls.
Th© RuiD|gt;less Fowls.

Dumpies, Redcaps, Barndoor Fowls, Domestic Fowls

of India.
Bantams.

Th© Origin of th© Domesitcated Varieties: Tb.©

Jangle Fowls.
Th© Rurkeys.
The Foa-FoY7ls,
Th© (iin@a Fowls.
Ducks.

(j©©B©S.

1870. A.0©iesler.

Das Ganz© der Hühnerzucht. Chemnitz 1870.
Uitvoerig© beechryving der raessn ©n hun ontstaan*
Geen afbeeldingen.

1875. Dr.W.Lob©.

Di© Geflgelzucht . Berlin 1.87p. Verf^lag Schölte
und Voigt.

Rassen i Ramelsloher,Wangenauer,Alltaghuhn,Steier
sh© landhoen,Bergkraaier,Bcistaart,Fransche K©©- j
koek, Haan van Hoogstraten,Oochin-China,Padua,Dor: i
king, mg© Is che kuif hoen, Maleyer, örahm-a pcotra, ^
brabanter, Hamburger prachthoen,Grave-coeur,
■ ■ Houdan, La Fleche, Boolsch© zilverpel,Poolsch©
zwarte, Spaanech©, Noormansch,Yokohama,Indisch©
hoen, ßaardkuifhoen, Kraaikop (behoste Holländer),
Krulv©©rho©n,Italiaanech®, Belgische,Parysch©,
Bantam, Sussex- of Kent, Bankiva hoen, Vechthoen,
Steltenhoen,Moorenhcen, Fluw@©lbroek,Sommerat,
R©uz©nhO0n,Turksch© hoen, P^gelsche dwerghoen,
Araerikaansch© dwerghoen,Japansch zydehcen.

-ocr page 116-

öhineeaohe wolhoen, Fransnhe landhoen, Syriech-
hoen, Hongaarsoh hoen, Boltonhoen.

In totaal 48 rassen, waarby 22 landhoenders.

1875. Oh. Darwin,

D. vermeldt de volgende Hoenderrassen in «Huis.
dieren en Gultuurplanten ï , blz. 261 :

1,nbsp;Veohthoenders,

2.nbsp;Maleieche ras.

\'3. Cochin China of Shanghai-ras.

4,nbsp;Dorkings.

5,nbsp;Spaansche en Andalueisohe als onderras,

6,nbsp;Pellen (Kolandsche en Snrelsche).

7,nbsp;Kuifhoenders of het Padua-rar?.

{als onderras van Kuifhoenders)

8,nbsp;Berailhüenders (öultans).

9,nbsp;Ptarmigans (waarschynlyk Brabanters).

10.nbsp;Bolstaart Krielhofcnders (met kuif en baard).

11,nbsp;Grève-coeurs,

12* Hoen van la Flèche.

13.nbsp;Houdans.

14.nbsp;Kraaikoppen,

15.nbsp;Kriel hoenders fBantams ).
10, Klomphoenders.

17. Jaransche Kriel^oenders,

16.nbsp;Krulveerhoenders,

19,nbsp;Zydeveer Hegerhoenders.

20,nbsp;Indische x^egerhoenders of Roethoend^srs, met
■ • \' 3 onderraasen : Siameesche,Afrikaansche,

Bolstaart Megehoendors«

21,nbsp;Het Zevenburger Maakthoen, dat na 1870 in

West-iiluropa bekend werd.
Totaal 21 Honederrasaen, waarby 2 norm.ale ras-
sen, het Spaansche en het Andalisische ras^

-ocr page 117-

1875. H.T.Maitland .

Hand» en standaardboek voor den hoenderliefhebber.

46 rassen : nl.

f ^

1877. J.f.Wegener,

Das Huimerbuch, J.J.Weber, i-eipzig,
iievat alle rassen der hoenders.

1878. Jean Bungartz, Thierraaler . Leipzig.
Meue Huhnerrassen.

(Een klein boekje met aardige teekeningen. Het
lykt my eohter als gids niet byzonder betrouwbaar [

Beschouwingen over de oorsprong van het tamme
hoen .

blz. 4. Ostfriesisohe Moven.

Zu den altesten deutschen Landhuhnschlagen zahlt
man die Ostfriesischen .Moven, auch
quot;Holl\'ändiBche,
festfalischequot; oder Alltaglegerquot; und OamDiner be-
nannt... zeigte die Landwirtschaftliche AuBstel-
lung in Bremen 1691 sehr schone Exemplare. Man
findet diesen herrlichen Landhunsohlag im Qlden-
burgisehen und in der Umgebung von Bremen, wie ^
besonders auch in
Ostfriesland ziemlich verbiatet.

-ocr page 118-

///

Di© iäigXandör hab©n au,8 ölesem Lanthtihnechlag
di© häutigen Hamburger Sprenkel • und Laokhühner
hQrausgezuohtot,,•• Die aueer©\'Erscheinung iet
di© der bekannten Ha^^burger Iftihner, nur da^s di®
Ostfrieaißchen Moven schwerer und coE^T^akt©-- sind
und nicht di© elegant© faeanenartifronbsp;haben.

Dl© sogenannten quot;siltermcven» haben
Grundfarbe mit schwarzen Tupf©n, die acld!?»cven
ockergelb mit schwarzen Tupfen urd Strichen, doch
ist diïj ^achnung nicht so correkt, wio bai den
Hamburger aold* und 3ilt©rlack^iuiin©rn»

1879. H.üettel.

Die Hühner-oder aeflligQlhof. Weimar 1879.
Vart. B.F.Voigt,
oplaag.

(sie raesenbeechryving uitgaaf 1863).

1880,

L.wtight.

Der Praktisch© Hühnerzüchter, aue dem
übersQtst, bevatde beeobryving van de tei^taand©
hoendarsocrten, di© ook voorkomen in het origin0ol.5
w©rk van i-.Wèigt. ( )

1681 • A ♦ C. Ä. Bai doiaae.

Di© Federviehzucht . Dreaden 1881.
C2ie voor de rass©nb©schryvingen hat werk van
.Wright, op wolk boek BoldMus steimt.

leSB. ;lartits- Fries.^^ o-^^/cPy^J

Die Geflügelzucht In ihrea ganzen ümfange, Stuttmrt,
Verslag von Paul Hsff,
met 20 gekleurd© platen ;
Das Hanehuhn, Polands odar Hatibenhuhn.
,, Mormannisch© Huhn (Houdan).
,, Paduaner Huhn,
,, Türkiache Bulin CSultanshuhn).
,, Hcliandisch© Haufcerihuxm.

-ocr page 119-

t-k

/Ii.

Das iirabanter Hiiliii,
,, Seidenhulm (Siamssenhohn)»
,, Grève-ooeur Huhn.
it La Fleche Huhn,
,, Brahmaputra Huhn.
,, Co chin -China Huhn,
,, Dorking Huhn,
,, Fasanen Huhn (HamTburger).
,, Kraher Huhn,
,, Malayer Huhn, |
,, ïckahama Sühn,

,, Holländische Alltagleger Huhn (Boltonhuhn),

,, Spanische Huhn.

,, Italiener Huhn,

,, Österreichische Huhn.

t f Ungarische Huhn.

,, Bohemische Huhn.

gt;, Steierische Huhn.

,, Bayerische Huhn.

j, Strupphuhn,

,, Siebenhurger lackthals Huhn.
,, Wollhuhn.
,, Mohrenhuhn.
,, liluthuhn.
,, Bantamhuhn.
,, Zwar^uhn,

1686, A.Nuyens,

De Vogelwereld, 2e Deel . Groningen 1886.
Het Maleische Hoen ( Gallus malayenais).
, , Belgische Vechthoen (Belg.Kraaikop)
Sssel Hoen,

,, Homburger Hoen (Gallus dorn,var,Hamburgensis).
44 Het eigenlyke Hollandsch© Kuifhoen,
De Paduas (Gallus patavinus),

»\'fX^tHK.Y

-ocr page 120-

De Brabanters,

De Pellen (Gallua doraestlcus Var, belgiouf?).
De Uilebaard fGallue dom,var.barbatus ).
De ivraaikop (Gallus dom.var,ooracinus ),
Cnderrassen: l. Soïiulneus.

2.Briln©us,

3.ïoornsch©.

1888. B, i:amp;ringen.

(Zie de uitgave van 19)

1888. Mr.L.A.J,\'-,Baron S|.oet,

De dieren in het Germaansohe volksgeloof en volks-
gebruik, Martinus
Nyhoff \'s-Gravenhage,
Bevat gegevens over Volksgeloof en Volksgebruiken
van alle dieren, m.et een afzonderlyk hoofdstuk
over hoenders , blz. 240-262.

1693. i^.Wri^it.

The book of Poultry. J^onden- 1893,

Gaine fowls, üld aiglish Game,

Hamburghs,

Polish fowls,

Bredas or öueldres.

1895, W.Oook,

Practi^cal Poultry Breeder and Feeder, London 189:5 ;
Rassen : Houdan, Dorking, PIjnBOuth.Hook,Black Mi-
norca,White Leghorn,Scotch Grey, Game, Indian Game,

Cochin,Wyandotte,Langhan,Redcap,Orpington, Bantam,

Hamburgh,Brahma, Dorking, Surrey, Sussex en
kruisingen van deze raseen ender elkaar.

1890. êkm^K Eev,S.S.Dixon.
Ornomental Poultry.
(Zi e de uitgave van 1860).

-ocr page 121-

1896. H.Hesford.

Leghorns of all Varietys, ültg\'^Feathred Worldquot;
Tbevat alle Leghorn typ en.

^ 189 5. Remy St.Loup, Paris,

J.B.Baiilaire et fils
Les oiseaux de Basse Cour.
. Races:
Ocq sauvage, Sumatra, Gaulois, Elterfeld,
Alsace,Ghouleur des.montagness, Ardenner, Léman,
Thuringe/, Bresse, Barherieux, La Flèche, Möns,
Courtes Pattes, Houdan, Montes,
ähxb Crève coeur,
Coumont, Padose, Combat, Harsbatîrgsi, Oampine, Bréda,
Red Cap, Leghorn, Espagnole, Andalouse, Ancone,
Rennes, Motines, Coucou d*Ecasse, Prisée, Cou nu,
Wyandotte, Dominque, Plymouth-Rock, Gochin,Langhaçi
Malaise, Brahma, Yokohama, Phénix, Poules domestic
ques de 1 »Inde, Diai?béfcer, Wolllkikî, Hegre,
Bantams.

2eer belangryke gegevens bevat di-^\' werkje over
de afstamming der hoenders,

1899. Rudolf Kramer.

Taschenbuch der Eassegeflugelzucht.
bevat alle rassen in kleuren,

1902. H.fleis.

-ocr page 122-

//r

1903. Dr. B.Blanoks.

Unser Hausgeflügel. lerTèil % Das Groszgeflugel,
mit Unterstützung Yon Dr. Bl. herausgegeben und
verlegt von Fritz Pfennigstorff. Berlin 190S.
Deutesvhe i^andhühner.

Ostfriesisohe Moven {Westfälische Totleger).

Oampiner.

Brakel.

Lakenfolder.

Thüringer Bausbäokchen.

Bergisohe Schotterkamme.

Elsassieche Landhühner,

Sundheimer oder Hanauer Flaischhühner.

Nassauische Landhühnor,

Steirische Landhühner.

Augsburger Hühner,

Krüper, Kriecher oder Dachshühner.

Hamburger.

Rotkappen,

Italiener (Leghorns).
Haubenhühner.

Sultanhühner(Schweizerhühner oder Schleierhühner

hS 11 ander0/eiszhoüben ).

Paduaner.

Greve-Goeur.

La Fleche.

Breda (Das Bredahuhn, auch Krah©nschnabel,Hapf-
kammhuhn, holland,Musohelhuhn oder
Elefantenhuhn genannt),

1903, J.iiooiman,

Moderne Hoenderteelt , W,ii;,J.TjeenkWillink,
Z?/olle,

Wenken omtrent opvoeding, voeding en verzor«
ging van hoenders.

1

-ocr page 123-

1906, Maandblad van de Mederlandsohe-Hoenderclub.
Orgaan van Aug, 1906,

/

VA

Kederlandsche Hoenderrassen.

Kraalkoppen ,

Zwar t, wi t, bl auw, ko eko e k v,

Preieche Hoenders.Goudpel,zilverpel,ge©lTgt;6l

eiergeel,zwart,wit^koekoekv
roodbont,zwartbont.

Hollandsche Hoenders. Goudpel,zilverpel,geel-

pel,eiergeel,goudlaken,
zilverlaken,zwart,wit,
koekoekv,

Nederlandschenbsp;Zwart,goudlaken, zilver-

Ui 1 eb aar d en . 1 ak en, wi t, b 1 auw,gt;ko ek eo k v.

Drentsohe Hoenders.Goudlaken,goudpel,zwart-
bont, zilverlaken, zilverpel,
ro o dbon t, ko eko ek v ,bl auw,
geel, zwart, wit.

Hollandsche

Witkuiven.

Brabanters.

Zwart, blauw, wit, koekoekv
geel.

Goudlaken,z i1verlaken,
geel, wit, zwart, blauw,
koekoekv,, hermelyn,
roedbont.

Hederlandeche

Wit, roodbont,-Da try ski.

Sabelpcotkrielen. zwart,zwartbont,kc©►

koekv, blauw peraelytt,
zilverhalzig.

Hollandach© Krielen. Patryskleur, zilver-
halzig.

ICjoC-ljJf/.nbsp;.

1906- ïhe American Standard of Perfection American
1910.

Poultry Association,

Bevat een standaard van byna alle bekend©
rassen,

1908. Pau; likol.Elargin ,

Het Russisch© Hoen . Uitg, A.P.Dewriena St,
Petersburg 1908,

1909. R.Houwink Hzn,

D© Ho©nd©rrass©n 4 d©©l©n . Uitg, H.V. Stoom-

drukkery quot;Floraliaquot; Assen ,

Bevat alle hoenderrassen in hun vormen ©n

kleuren.

-ocr page 124-

1910. The Poultry World Annual.

Overziobt van all© rassen met enkel© gekleurcle
platen.

1918.nbsp;W.Freund.

Die HÜImer und Taubenzucht. Berlin.

1919,nbsp;l\'L.Pribyl.

Geflügelzucht ♦ Verslag P.Parey, Berlin.

(Zi© ook leao en 1884).
Deze drie uitgaven bevatten een beschryving van
allo bestaand© rassen.,■

1920.^unz@ Hoenders« bewerkt door het bestuur der
Med©rlandöoho.élo©nderolub,: Ui tg.H, ten Brink
Mopp©l,

1920. R.Houwink Hzn.

Voorloop!ge.mededeeling©n der practisch© weten-
schaprelyk© r^roeven in den Proeftuin te Meppel.
Üitg.quot;Floralia^Assen.

Ii

192Ir JSkh iidward Brown.

1927.

Poultry isreedlng and Production Volume I.
The World\'s Poultry Congresses 1921,1924, 1927.
I^oaestio Fowls.
Malay.

Italimi^aces of fowls.
Leghorn.
Ancona.
Voldamo.
J^lverara.
Padovana,
^aggi.

Sicilian Buttercup.

O

i I

-ocr page 125-

French Maces of Fowls.
Bresse.
ua. Fleche.
igt;elgian Races of Foî/ls,
Oampine.
Braekel.
Ardenne.

Brui^ges or Combattant.
Huttegea,
Brabant.
Dutch laces of Fowls.
Breda.

Crested Dutch.
Owl-Bearded Dutch.
Polish or Padoue.
Russian Races,
©rloff.
Pavloff,
Russian Dutch.
Siberian Feather^Footed,
Ushanki.

Russisn Crested.
Russian Rose-Comb.
Magyar.
Transylvanian Haked Neck.
Danish Lanhçfen,
Polish Greenfoot.
British riaces of Fowls,
iiiiglish Game,
Dorking,
Sussex.
Hambiigh,

Old English Pheasant,
Redcap.

Cornish and Indian Game.
Sco^h Grey,
Scotch Dum.pie,

Races of Bantams,

IM

-ocr page 126-

ilJ^

7

/

1923. R.G, Punnftt.

SrfGlykhaid by hoenders. «s-GraYenhage,G.ïïaeff
1923 , Vertaald door Dr. J.P.Lotsy,
Verklaring der
erfelykheidsverschynselen by
hoenders.

1923. öruno Durigen , Ms^sixiaxaStSxx
Die Geflügelzucht . Berlin 1923.
Katnmhühner. Haushühner.

Ostfriesisohe Möwen (Gallus doniestious frisicus)

Lakenfelder (Gallus dom.westfalicus)»

Raraelsloher ( Gallus dois.lueneburgensis).

Berglsche Hühner.

Kräher

a.nbsp;Berg, Mi^mk (G,doT!i,inon tens is, can tans )

b.nbsp;berg. Schlotterk\'amme (G.doïï!.laontensis robustu3

Bergisch-westfälische Krüper (G.doro.breviües,

Tninor).

Thüringer Bausbackchen (Gallusquot;/doïï3est. thüringia-

cus,barbatu3

Rheinländer uit Braunschweig,

iederrheinisohee Huhn*
Eifeler Huhn,
Elaasser Huhn.
Thüringer Otterköpfchen,
Vierländer.
Winsener Masthuhn,

Ostfriesisohe Spitzkopnen oder Moorkühner,

Lumwersche Huhn.

Blaue Bortfelder,

Aurische Hühner.

Landhuhn,

Stuhrer Masthuhn.

Sundheimer Huhn.

iiassauer Masthiihn.

Deutsche Sperber.

Sachsenhuhn.

Vorwerks,

Augsburger Huhn.

Ivridslngen,

-ocr page 127-

Uf

Böhmisches Landhuhn. (Gallus domesticus hohemicus

Steirische Hühner.

1.Altsteirernbsp;Huhn g^?:(G,dom. styriacus ).
2.Sulrotaler Huhn.

^.Gillier Huhn of Untersteirische Huhn.
„^^alkanfeEstóBxsi: Huhn©r.

1.nbsp;trainer und Istrianer Hühner.

2.nbsp;li.roatisoh»-31awonischen i^andhuhner.
J5. Zago^ianer Hühner.

Ungarische Landhuhner ^^\'(G.dom.pannonicus ).
Galizisoh-Polnisch© Hühner.
Polnische Grünfüszler (G.dom.haliciensis ).
niederländische Rassen.

Drentsche Hoen (G.dom.drentinus ).

2.Priesch©nbsp;Pellen (G.dom^.frisicus).
Ö.Kem.penhühn©r (G^dom.TDelgicus var.campinensisl
4.Bral£el (G,dom.belgicue ),

Dänisches Landhuhn (G,dom.danicus).
Rhe iniander.

Westfälische fotleger (G.dom.carunc.wisarsnsis
Holändische Pellen (G.dom. carunc.hollandicus),
Hamburger (G.dorn.carunc. hamburgicus ). \'
Appenzeller Barthuhn.
Schopf-, Bart- und Haubenhuhner.
Breda
0 (G.dom.cristatus geldrianus).
Toorensohe Hühner.
Spanische Schildhühner,

Lafleche ( G.dom. cristatus andegavensis).

Niederländisch© Sulenbärte (G.dom.barbatus,bi-

ccrnus).

Houdan (G.dom.barbato-cristatus,phyllolot)hus).
Wanzenauer Huhn.

Brabanter (G.dom.barbato-cristatus»brabantinus )
Paduaner ( G.dom.barbato-cristatus, patavinus).
Holländer Weizbaubsn.
Bolski.

Japansche Witkuif.

/It

-ocr page 128-

Appenzeller Spitzîiauben. {quot;Schweizer Huhn$r%

Türken ( G.dom,barbato-cristatua,plumip©s ).

Pawlowa^IîusBen { G-.dom, barbate-cristatus,pris-

eus ),

Ohrringhuhn (Q.inauris ),

Malaien-Typus. Kampfhühner (G.dom.pugnax ).

Malayen (G.dom.,pugnax, malayanus ).

Asil-iCampfer (G.dom.pugnax, nobilis).

Gornwallisch-Indische Kampfer (G.dom.pugnax,

aeneus bengalensis
Mehrstscrige Indische Kampfer fG.dom.ijugnax,

polypectrcn

Indische îîackthalskampfer.
Orlcffs (G.dom.pignax, barbatus).
Giljanskys,

Belgische Kampfer (G.dom,pugnax,flandricus).
Att-ünglische Kampfer (G.dom,pugnax,britanicus ).
Neu-Englische Kampfer (G.dom.pugnax, agnatue).
Australische Kampfer (G.dom.pugnax, ayetralis ).
Schwarze Sumatra (G.dom.pugnax, atrovirens ),
Yokahama ( G.dom.pugnax, longicaudatus).
Phonixhühner (G.dom, venustus).
Zwergrassen.

Bantams und Zwerghühner.
Seidenhühner (G.dorn.lanatus

1924. Book cf the second Wolds Poultry Congress .
Barcelona 1924.

1924.nbsp;R,Houwink Hzn.,0.S.Th.van Gink, F.W.van

, , Gorcum Aeeen .

Platen-Atlas met 87 afbeeldingen van hoenders.

192ê. J.Pedessen Bjergaard.

Practische Hoenderteelt, 5e herz.druk O.Ä.M.
Spruyt . Schelteraa ^ Holkema\'s boekhandel
Amsterdam.

vO

-ocr page 129-

1926. 0.3.Th.van Gink: .nbsp;j

De Hoenderraseen . I.V.Uitg.My Öosmos Amsterdam.*
bevat een beschryving van de wilde en tamme
hoenderrassen.

1928. Dr.Oscar und Frau Magdelena Heinr@th.
Die Vogel Mittel-Europa*s.

-ocr page 130-

Aan dit overzicht kunnen wy nog toevoegen de afbeelgin-
F^en
van hoenders op letterdoeken,\' weefsels, T:ordiJurBels
en handwerken.

Een Disltsch latterdoek van 1802 is in myn tezit, waar-
op een haan en hen patryskleur Drentsohe Hoenders voor-
koïïien.

(Afb.nbsp;)

Van de Russische Hunst und Gewerbe Ausstellung 1882
komt op een Broderie van A.A^Beèe te Petersburg ©en pa-
tryskleurig© landhaan voor.

Ufb.nbsp;)

In Art Populaire - Paris vindt won afbeeldingen van:
Borduursel Denemarken 1818, waarop een patryskleurig©
landhaan voorkomt.

Tevens zyn er doeken met haantjes van Snaansche ©n
Grieksche weefsels ©n 2 borduursels ,
(Afb.nbsp;)

In het Ryfc3-a:ius©um voor Vclkenkund© t© Leiden zyn
verscheiden weefsels en matten van Timor, wand- ©n lyf-
doeken van Soemba en Bali-
(Afb.nbsp;)

In de Bibliotheek \'\'D© Vrouw en haar Huis» vindt m©n
Patronen en kruis- ©n platsteek van Elis,. plaat 41,42 en
43,allen voorstollend© landhaantjes | ook
een Ro0m©ensch
kinderjurkje met haan.

In ©ön Russisch winkeltJ© in Den Haag van ©en Russin,
di© reeds 2
f jaar in Holland is, zag ik allerlei voor-
worpen van hout, allen landhan©n
en -hennen , voorstel-
lend©,

(Afb.nbsp;)

Volgens haar waren er in Rusland vroeger veel handwerken,
kleedÈngstukken, doeken enz. , waarop de haan ve©l voor-
kwam, Zy had in Rusland niet anders dan landhoenders ge-
zien ©n gen:end.

-ocr page 131-

Veel kinderspeelgoed bestomd meestal uit hanen en
hennen , die door een draaiende beweging pikken ,
(Afb.nbsp;)

Uit het overzicht van dit hoofds uk bljkt de geleidelyke
toename der Hoenderrassen, hun beschryvingen, afbeeldingen
en de namen der nieuwe ontstane rassen met hun kleurslagen.
Men kan het materiaal zonder twyfel overweldigend noemen.

In de nu volgende hoofdstukkan zullen wy het ontstaan der
nieuwe rassen en het verdwynen der oude rassen be^^nrsken.

-ocr page 132-

MOQJ\'DöTnK. 4.

De Tâlil\\liî; HO^DURS sn d« invioea van Aruising-sn m«t Wild;
HOmms ^n BHIT-^NLANüSCHi: Rass-în. ( G irca 1900-19
^58)

KAART A.

HOOgDSTTTK.4.

A. De WTLD^ HO\'^lv^D\'^S an \'h^m invlosa op de

1.

Vertelarin;^ van kaart A.

///// Lettere G.B. Aziatisch gebied van Gallus Bankiva.

G.S.
G.F.
G
.l.

(aroeering)

\\\\\\\\\\
» * • * •

t- f- f- t- î-

xxxxx

» gt;

ff Gallus Sonnerati.
,,Gallus Furcatus.
,,Gallus Lafayetti,

f f

gt; f

gt; f

gt; gt;

f f

f f

f t

gt; f

-ocr page 133-

hoofdstuk: 4. a .

De wilde Hoenders en hun (Geschiedenis.

Omtreht uitvoerige beschryvingen en gegevens betreffen-
de welde hoenders kan ik verwyzen naar het Tydschrift
GENETICA, Deel VI, Afl. 255 O^» waarin door Dr. J
.p.
Lotsy en Dr.K.Kuiper de voorloopige resultaten van rayn
proefnemingen van kruisingen van wilde en tamra.6 hoenders
in de jaren 1912 - 1921 z^n gepubliceerd.

Sedert die publicaties zyn weer 15 jaren verloopen,
zoodat velen ongetwyfeld geen kennis zullen hebben genomen
van de gegevens, die sedert dien tyd in myn bezit zyn ge-
komen.

Het komt my dus gewenscht voor nè^te gaan welke nieuwe
gezichtspunten zich sindsdien hebben voorgedaan, die aan-
leiding kunnen geven tot een nedere beschouwing omtrent
het verband tusschen de wilde en de tamme hoenders.

Het is niet myn bedoeling critiek te leveren op dat-
gene, wat door onderzoekers en deskundigen hieromtrent is
vermeld. Ik wil enkel eenige gegevens toevoegen aan het
vele, dat reeds is byeengebracht.

De beschryving van de 4 wilde hoenders door Lotsy en
Kuiper met de fraaie gekleurde afbeeldingen,genomen uit
het werk van Beebe, is zoo uitgebreid en gedocumenteerd, ^
dat iedèreen doorvoor groote bewondering moet hebben. Ook
de kaart van de verspreiding dezer 4 wilde hoenders,vol-
gens Beebe, geeft een goed inzicht in de Aziatische land-
streken, waarin zy leven.

Een kort resumé der voorloopige resultaten in myn proef-
tuin, in verband met de verspreiding der hoenders, hun
temming en paringsgewoonten, acht ik dus gewenscht, ten
einde het verband te kunnen vinden tusschen de wilde en
de tEKmne hoenders, zooals de historie dit ons heeft ge-
leerd.

Er bestaan volgens Beebe 4 groote gebieden in Azië,
waarin de 4 wilde hoenders voorkomen. Naar de kaart van

(1) Genetica, Tydschrift van Afst, en Erf.leer 1924 ,
Deel VI, Afl. 1 - 3 . M,Nyhoff \'s4Jravenhage,

-ocr page 134-

Beebe heb ik deze gebieden gearceerd en van letters
voorzien, omdat de kaart van
B dit niet erg duidelyk aan
geeft.

De wilde hoenders zyn als volgt verspreid :
///// Letters
«.B. Gallus Bankiva.
\\\\\\\\\\nbsp;,, G. S. Gallus Senerati.

\'r-i-i-i-i-nbsp;,, G.P, Gai:j.us Furcatus,

xxxxx ,, G.L. Gallus Lafayetti.

De Bankiva hoenders bewonen dus het grootste gebied,
n.1. Engelsch Indië, Burma, Siam, Fransoh-Indochina,
Malakka en Sumatra . Het is bekend dat zy ook op Celebes
en Borneo voorkomen. Op Java zouden ze niet zyn aange-
troffen.

De Sonnerath hoenders bewonen Engelsch-Indië , het
Hoogland van Dekan en langs den Indus tot het Kirthar-
gebergte. Het gebied zou niet samenvallen met dat der
Bankiva \'

s, door de stroomgebieden van de groote rivieren.

De Furcatus hoenders zouden alleen op Java voorkomen,
benevens op de aansluitende kleine eilanden Bali,Soem-
bawa, Lombok, Flores, Madoera en Kangean. Vooral op dit
laatstgenoemde eiland zouden ze zeer veel voorkomen en
een belangryk handelsproduct vormen.

De Lafayetti hoenders worden alleen op Oeylon aange-
troffen.

De verspreiding der Bankiva\'s is dus de grootste en
dit hoen heeft zich naar alle Aziatische gebieden gemakke
lyk kunnen verspreiden, voorzoover het in voorhistorische
tyden niet reeds elders heeft bestaan.

Omtrent de verspreiding in voorhistorische tyden spre-
ken de vondsten van lichaamsdeelen van het hoen.

Prof^^. Jeitteless, die een uitvoerige studie aan de
hoenders uit de oudste tyden wydde, vermeldt sceletdee-
len uit het tertiair en begin qmartair. By het begin van
den ystyd verdwynen echter alle sporen. De hoenders kon-
den zich klaarblykelyk,door het steeds kouder worden van
het klimaat, niet handhaven, wat.met het oog op het hoen
als tropische vogel, direct duidelyk is.

-ocr page 135-

/

Hot .i.Euwir^pGaoho hoon moot daarou tlmüB uuk aly ueii-Azl-
atiGiBho impoi Lnbsp;quot;boaühouwd,. waarover alle gel aarden

LhaiiB IVël ëeüü
Men zou kunnen zeggen, dat by tamme hoenders ongeveer
hetzelfde proces van temming heeft plaats gehad als by
eenden. De wilde eend heeft op aarde overal het ontstaan
aan de tamme eenden gegeven } ^
natuur vult hiet de be-
hoefte van den mensch op natuurlyke wyze aan. En wanneer
wy dit ook aannemen by de hoenders - en er zyn geen motie-
ven om dit niet te doen ^ dan kunnen wy als feit aanvaar-
den, dat overal waar de wilde hoenders in het wild leven,
deze het ontstaan hebben gegeven aan de tamme hoenders.

Nu hebben er in Europa in/^vroegere tyden xsh ook tro-
pische gebieden bestaan, zoodat het niet onmogelyk is,dat
wilde hoenders eertyds Europa hebben —nrl^Dnt Trnrnpn
tïiCLPisoh is geweest, was echter -^2lt;?5ver wy thans weten -
lang voordaTquot;aB-«öï^enbsp;den mensch zyn aange-

toond. Tydgenooze wel niet ge-
weestnbsp;als na den ystyd de menscF~v^rmi\\£Ui^ont-
:en de hoenders.

In den Jongsten tyd, pl.m. 600 voor het begin vani^j
onze jaartelling, vinden we de hoenders in Griekenland .
Badtoaa de Germanen op hun tocht naar Europa hoenders uit
Azxe rechtstreeks hebben meegebracht,^^nu mon no nog
v:roeger in Europa te^^e^timmaiirfcsn. In elk geval, voor
zoover thans onze kennis reikt, is de invoer via Grieken-
land wel een der hoofdwegen.

De verspreiding heeft dus plaats gehad volgens den na-
tuuiilyken weg flïThet tropisch klimaat en ging verdo-r in
een verspreiding in getemden staat, buiten de tropen.

m is het een bekend feit, dat de uitvoer van wilde
hoenders
uit de rimboe tot een van de zeldzaamheden behoort
Ze zt-n niet gewend aan de gewyzigde voeding en ster%yen
meestal aan boord van schepen. Het sohynt dat het wilde
hoen eerst moet paren met hoenders uit het tropisch kli-
m,aat, waarna de afstammelingen gemakkelyker gewennen aan

ri\'*

O\'-y*^

-ocr page 136-

/

de gewyzigde omstandigheden, dus op een natuurlyke wyze.
Het gelukt bovendien maar zelden om de wilde hoenders in
Europa tot paring te brengen.

Eerst na jarenlange ervaring en uoor de omstandigheden
zoo na te bootsen, dat ze als het ware in hun natuurlyke
omgeving zich thuis gevoelen, gelukte het een goed resul-
taat te bereiken. Deze proeven hebben echter bewezen, dat
paringen van de 5 wild© hoendersoorten : Bankiva/^, Fur-
catus en Sonerath vruchtbaar waren, zoowel m.et tamme hoen-
ders als onderling.

Ik kan hier niet^faten melding te maken van pogingen,
gedaan door den Heer D.Ancona te Velp, wien het na jaren-
lange ervaring is gelukt om wilde Bankiva\'s uit Indo-Ohina
in Nederland te brengen en er jongen van te fokken. Deze
jongen plaatste hy in de bosschen by het Loo vcor d©^-quot;\'
jacht. Hier werd ©en tweejarig© Bankiva-haan geschoten,
die heeft overwinterd!. De Heer D,A. zond m.y dien haan
voor onze v©rzam.eling . ( Zi© Afbeelding)

?/y kunnen dus aannemen, dat sedert overoude tyden
hoenders zyn gekomen naar alle landen ter wereld.

Oude schryvers uit China (Manu) spreken van schepselen
uit het Westen, terwyl de oudst© westersche schryvers zeg-
gen dat hoenders uit het Oosten zyn gekomen.(Aristoteles,
Columella).

Alexander de Groote voerde hoenders mede uit het Oos-
ten, de Kelten, Germanen en Romeinen brachten hoenders
m.ede uit het Oosten,

DiL Lilluj ffiryril r j Tut rnntrwm » do Ijfopin n-i TiUi^Jtn.

de hand, dat de oudst ontwikkelde
cultuurvolken de hoenders het eerst hebben gekweekt in
allerlei vormen en kleuren . Dit zynS^yj^J^:;^^^ en Ohi-
neesche volken geweest. En inderdaad blykt dit uit ver-
schillende bekend© gegevens.

Haast de groote tamme hoenders prykt overal de Bankiva
als dapper© vechtersbaas en is hy steeds de lieveling

-ocr page 137-

overzichtelyk is geworden en tevens van alle bestaande

i-Yilde hoenders een foto is gegeven.

ALBUM A.

OVERZICHT van : De 4 WILDE HOEHDERSOORTEH.

De KRUISIÏÏGSN van WILDE- en TÄIIME

HOENDERS.

De LOOPHOENDBRS.

In de verzameling van het MUSEUM van lATUURLYKE HISTORIE

te LEIDEN.

Kaart l. Denbsp;4 WILDE HOENDERSOüRTEN.

2.nbsp;Denbsp;BAimiVA HANEN .

3.nbsp;Denbsp;BANKIVA HMNEN.

4.nbsp;Denbsp;GALLUS-SONNERATI HANEIif en 1 HEN.

5.nbsp;Denbsp;GALLUS-VARIUS HANEN en HENNEN.

6.nbsp;Denbsp;GALLUS-LAPAYETTI HMEN en 1 HEN.

7.nbsp;De KRUISINGEN van G.VARIUS met bekende en onbe-
kende rassen.

8.nbsp;De PARINGEN van BANKIVA HOENDERS onderling.

9.nbsp;De PARINGEN van G.SONNERATI met BANKIVA.

10.nbsp;De TERUGPARINGEN van G.SONNERATI . Ouders met

kinderen , enz.

11.nbsp;De PARINGEN van G.VARIUS met BAITKIVA.

12.nbsp;De PARINGEN van BRONSHOEN met ZILVER PATRYSKRIEL.

13.nbsp;De OVERIGE PARINGEN, als :

BANKIVA met PATR.- en ZILV.PATRYSKRIEL.
VARIUS met PATRYSKRIEL.
SONN. -BANK. met VAR.- BANK.
SONN.- BAl\'IK. met ZILV.P.K.

gt; f

14. De LOOP^ENDERS : LOPHORUS, DIARDAGALLUS, EUPLO-

OOMUS, AOOMUS.

Volledigheidshalve zyn ook de Wilde Loor^hoenders hier-
in af gebe el

Deze verzameling vormt nu een geheel, waaruit blykt,
dat 3 der 4 wi-i-de hoenders , nl. :

Gallus-Bankiva, Gallus-Varius en Gallis-Sonnerati,

gepaard met tamme hoenders en ook onderling, vruchtbaar
zyn.

-ocr page 138-

Van Gallus-Lafayetti zyn - zooals reeds eerder vermeld-
de proeven van de Geylon Poultryclub bekend, waaruit is
gebleken, dat dit wilde hoen paart met ta^mme hoenders en
vruchtbare nakomelingen geeft.

Wy kunnen dus aannemen dat hetgeen in gevangschap heeft
plaats gehad, nl. paringen van wilde met tamma hoenders -
en onder^-ing , ook in het geboorteland plaats heeft, waar-
mede dan de kwestie der vruchtbaarheid en de invloed daar-
van zich in onzeredendaagsche^ jfcicit tamme hoenders afspie-
gelt.

Tenslotte heb ik getracht, ook door veerenkaarten en
wel door van alle aanwezige dieren op bepaalde plaatsen
van het lichaam veerentypen byeen te brengen, het verband
der kleuren tot een nadere oplossing te brengen.

Deze verzameling is thans volledig byeengebracht in de
14 Albums lo 1 - 14.

Wy komen hierop terug in het Derde Deel : De Kleuren
by de Wilde- en Tamme Hoenders,

Welke invloed de 3 Wilde Hoenders hebben gehad by hun
paringen met tamnie hoenders in myn proefnemingen, blykt
uit het volgende korte overzicht . Dit overzicht behandelt
alleen de wyzigingen in den vorm.

De wyzigingen in de kleur worden in Hoofdstuk 5 bespro-
ken.

De Varius-kam .

De verwachting dat de blauwe, puntlooze,hoomachtige
kam der Varius hoenders een wyziging zou brengen in den
enkelen kam, is niet vervuld.

By kruising van Varius kam met dQr|enkelenkara- der Ban-
klva\'s en tHXEExsExgsxkaaiisH met dien van tamme hoenders,
hadden alle P 1 dieren een enkelf^kam . Ook by terugparing
gan ouders met kinderen bleef de kam enkel^ P 2 dieren wer
^iö\'t gefoktj dus kunnen wy hierover niet spreken.
Hetzelfde verschynsel komt ook voor by Setz.g. Brons-
hoen, dat als een P i kruising bekend is in mdië van
Varius met

-ocr page 139-

/3J. 15.

By paring van Bronshoen met zilver patrys kriel kwam
evenmin de Variuskam terug.

In het Museum bevindt zich een z.g. Varius-Bankiva haa^i
(Metis de G.Bankiva Thyssen ) ui^ Indie gezonden, waarby
de Varius kam vry ongewyzigd voorkom^t , by de overige
4 hanen niet.

Of dat. inderdaad een kruising is, is niet met zekerheid
bekend; het dier lykt in alles op G.Varius.

De vorm der veeren van G.Varius.

De eigenaardige stompe vorm der halsveeren by den haan
verdwenen in F 1 by paringen van Varius met Bankiva. By
terugparing van ouders met kinderen hadden sommige hennen
iets stomper halsveeren, echter zonder den bronskieurigen
glans.

De hooriipfeatjes by G. Sonnerati.

By paringen van Sonnerat met Bankiva en Patryskrielen
verdwenen in F 1 by alle dieren de hoornplaatjes. By en-
kele F 2 en F 3 dieren en ook by terugparing van ouders
met kinderen verschenen aan den top der veeren enkele
fearde puntjes, doch nergens kwamen de hoornplaatjes vol-
komen terug.

Lichte pootbevedering by Bankiva-paring$^^.

Hoewel by onze Bankiva\'s ( Bankantams ) geen pootbeve-
dering voorkwam, kregen wy uit Haan 205 - 1,F 2 en Hen
20 5 2 , \'F 2,zonder pootbevedering, een F 3 hen met lichte
poo tbevedering.

Volgens Prof. PuFmett komt dit meer voor, nl. is een
vogel heteroï?ygotisch voor pootbevedering, dan kan de%e
onbevederde pooten hebben en by de nakomelingen weer
pootbevedering geven, (l)

(1) Journal of Genetiés Vol 7 1918 p.209.

-ocr page 140-

Deze wyze om bosol^a^en te strikken, jwi^rby d© voge^jpf
laar zloh aoht^^-\'^^ solmt van bl^ééren verbergt, wordt
•siamiken*

itrnmÊOé,

• • • ♦

Medödeelingen 58 Indlsoh genootsohap , blz« 215»
Kippendlefs tal

D© gestolen kippen moeten S x vergoed wordeup of
dwangarbeid van 8 dagen tot een maand t of i » 25
rotanelagen.

Op het stelen van vechthanen bestaat in Tlmor een
zware straf.

De dief wordt beboed met t
1 karbouw, S varkens, 2 henden, 1 groote haan, 80 kaj^f^
ryst.

Dit zyn de liechtlaaneni di® men laat veohten op de
heilige plaats { nada) 3 maal Jaar, ts bepalen
door de toewan tahna\'s.

«•«• •

Een overzicht van afbeeldingen van hoenders, voor»
komende op Poto\'s en allerlei voorwerpen in het Meseura
van het Koloniaal Instituut te tosterdam
ie het volgen-
de t

Hanengevecht op Java ,8 Jongens met hanen» (Afb, )
Hindoe munten met hanen»
(Afb»nbsp;)

Versiering van een grafsteen te Kawongc, Midden Soemba,
8 hanen op een balk
(Afb» )

i±»xtgy1Bicwww»,lalii^ IJctilagnBtii

rt:

Lamp;ya en priestertrommen te Bawomataluwo , 4 houten hanen
bewakers yan het goud. (Afb. )»
Hanengevecht « Inlander en vrouw met
2 patryskleurige

hanen ( Afb.nbsp;) .

Hanen klopplaats . Toraboli-Loewoe. (Afb. )

Er zyn nog vele foto\'s , di© wy geen plaats kunnen
geven, zoodat slechts een klein gedeelte is overgenomen.

-ocr page 141-

fyé. \'1

Hocfdstwk 4 .

. B« DE LMDHOiSllDERS SU HgIT dESCHIBPeiflS.

VGUR WOORD .
t ^ ^ ^ _

D© aanleiding tct het verzamelen van gegevens betreffen.

de de verspreiding van de hoónders ia een gevolg van een
bespreking met, döii Heer Ir« u Vries» Lnadbouwkundig Ir»
te ^/ageningen.

De Heer ¥riös deelde my mede, dat hy bezig was gege-
vens te verzamelen voor ©en studie, waarin hy d© afstam-
ming der landhoendere in ïTederland en zoo mogelyk ook in

andere landen wilde baeehryvan,
welke

D@ redenen, lÊtm hy aanvoerde om my tot het byeenbrongen
van deze gegevens te bewegen, waren de vol_ï»;9nda •
Ie, Hy meende dat de theorie der afstamming onzer land-
./^hoenders dionde te ?/ordan herzien en bedien uit feiten en
gegevens , welke hy by
zyn studie over dit onder^mrp
^ ^ ^^nbsp;had verzameld,

2e. Hy wist dat iic in myu boek quot;De HoenderraBsen** omtrent
het vraagstuk van de verspreiding dar hoenderrassen
in
de jaren 1880-1Ö35 een uitgebreid onderzoek had
ingesteld, waardoor ik aanleiding vond de volgende
conclusies te trekken :

öat onze landhoende-s min of meer rechtstreeksche
afstammelingen waren van d© wilde hoenders,
b. dat. rassen,afwykende van het gewonenbsp;land-

hoentype, uit fcruleingen van afsta^ellngen der 4
bekende
wild© hoendersocrten , die in het wild no^
leefden, waren ontstaan.

3e. Hy meende dat ik, mede als een der oudste nog levende
liefhebbers en bestudeerdere van de hoenders, nog in

^^^^^ ^^ ^^^nbsp;ervaring en aanschouwing een

juist© tiifc te geven in den toestand van circa 1880
tot heden, waarin de invoer van buitenlandsche hoen-
derrassen zulk een belangryke rol had gespeeld en van
de
in dat tydvak voorkomende landhouders.

A

-ocr page 142-

4e. Hy overtuigde ay van het helemg dat de verzameling
van
dit feitenmateriaal kan hehfcen voor d© historie,
omdat, wannoer ik éénmaal niet meer in staat zou zyn
tot dezen arbeid, een zeer belangryke schakel in d@
ontwikkelingsg©scgt;\'i©denis verloren zou zyn gegaan,
welke niet meer san te vullen zou %fn en wel omdat
er nergens omtrent het voorkomen van de^e landhoQn-^\'\'erg
een tehoorlyk gedocu\'^jenteerde beschryving baetaat.
5©* Hy raoende ten slotte, dat myn publicatie aanleiding
zou kunnen geven, dat meerdere deekundigen in ander©
landen hierdoor zouden kunnen worden aangezocht of
aangespoord om hetzelfdö ia hun ©igen lanci te doen,
ten eind© op deza wyze een zoo volledig mogelyk geheel
te kunnen bekoaan.

Uit onze vorder© gedachtewisseling kreeg ik de overtui»
ging, dat de Heer Vries inderdaad geen on^elyk had met het
tot stand br0nft;©n ^an ©en dergelyk werk, hetgeen een uit-
gebreide kennis en ervaring vereischt ©n daar hy wiet dat
Ik nog veel waardevolle gegevens bezat, omdat
ite al tf^yn

aanteekeningen uit d© jaren van, 1861 «nbsp;no,^ voll^dif^.

aan

byeen had, heb ik ten slotte niet geaarzeld ora/zyn verzoek
te voldoen.

Welke, deze onderzoekingen zyn geweest, moge in het kcrt
uit ht3t önderotaande blyamp;ön.

Het onderzoek begon in het Jaar 1688 van uit myn ge-
boorteplaats Meppel en strekte zich uit over I^önth© en
de
beide Ifeordelyke Provincies, Groningen en BViesland,
Ha P Jaren had ik ©en zoo volledig overzicht, dat ik kon
aannerpen, dat my geen enkel© byzonderheid ontgaan of on-
bekend was. Bi vendien heb ik dit onderzoek in de later©
Jaren vo-ortgezet en gecontroleerd.

Maar hier-^ede wsp tevens de lust ontwaakt oa dit onder-
zoek verder uit t© breiaen ©n^ niet alleen over Bederlflnd,
maar zoo mogelyk ook in het Buitenland, Tsarzoover ik
daartoe in staat zou zyn.

k

-ocr page 143-

liip

De Jaren vmi 3B8? 1S68 iiefe Ik to©n b@st€é!d aamp;ïi eamp;n
onderzoek op eexiigo reizen in Mederland on toon ik hiervan
©en
volledig geheel had verkregen, heb ik in d© latere jaran
van 1888 tot 1955
in het Buitenland mamp;a vry volladig olr©r-
zioht gekregen, zoowel door eigen onderzoek op ©enig©
reizen in mitsohland, Belgi©, Moord«l^rankryk, Heï.goland,
Zwitserland, Tyrol
©n Sngelaaö,.nbsp;door de hulp van

vele my bekend© buitenlandaeh© liefhebbers en van de
»©derlandsche öoneolaten over d© geheel\'^?
w@r©ld , (Zie
**D0 licend©rrass©n , Deel 1, 3, 3 ©n 4 ) ,

In het jaar 1900 ondernam ik ean 2b reis door lederlani
©n in 1920 een 3© röis.

Het resultaat van deze onderzeakingen höb ik gemeend te
kunnen byeenbrengen in dit ondersoek betreffend© do ver-
spreiding van d© hoenders*

Mot dit onderzoek is tevens ©en tydperk in d© historie
afgesloten, betreffend© de landhoenders ©n hun vervangin
door dö N@d9rlandsoh9y Aziatisch©-, Middella^dsch® Zee-
en A-^erikaansche rassen, hetgeen ik in\' ©en 8 tal kaarten
heb traohton overziohtalyk ta raaken»

\'s^iïravenhage- Juni 195^8
R.Houwink Hzn.

-ocr page 144-

Wat ik Tan de Landhoenäerg wset uit eigen ervaring«

Myn eigen ervaring gaat tot 1881. Myn oudere gingen oen

huis ,in mppBl bawonen m-at mn grooton tuin, waarin amp;amp;n ki^

panliok werd gobouwd. Ik wae to#ri 12 Jaar, aersta kippen

waren jürentsolie goudpallen, die toon pellen werden genoemd,

Zy worden gekocht op de Moppolor kippenmarkt, welke ioder

J;-iar op den 29n. Dinsdag in September werd gehouden en-

waar toen alle boeren uit don omtrek kwafsen met hun jong©

hennen om ta vorkoopon. Ieder , di© kippen hield fewaia

zich op dion dag voorzien van een toom, welke tegen den

winter begon te leggen. Op di® markt waren nog nimmer

bui toni and sehe hoenders aangevoerd.*

Doze kippenmarkt was al zeer oud, loodat kan worflen

aangenomen, dat voor dian tyd geen bultanlandscho hoesderg

in Meppel waron bekond. Alles wat daar kwam, \'•-\'aroa hoendors

uit den vexeren onitrek.

Ik liorinnor m^ nog dat myn grootvader ©enige jaren te

voren daar iKK een toom kippon had gekocht, n#l. zwart met

witte kuifjes, hetgeen als een groote byzcnderheid werd

beschouwd. Dit was in het jaar 18^6, Deze kwamen met een

marskramer uit Holland,

De prys van de Jong© hennen was toen circa F, 1.- 1». m

en by aankoop van een toom van B - 12 hennen kreeg men den

haan cadeau. Dergely\'ts Jonge honnsn werden toen «palm^

homisn* genoemd, d »w.a:. h@nn^ welke omstreeks pjiluzonda^

waren uitgebroed. 2y werden beschouwd als de best© wintsr-
waren

legöters on/daarom zeer in trek

De naam quot;palmheïine« is al zeer oud en b©^4id reeds in
het Jaar 143T, want uit d© goschiedenis van Meppel blykt,
dat
in dat Jaar door sommige inwoners da belasting in
natura moeet worden betaald en wel door inlevering van
*©en palmhemie met
10 eyer.

Hieruit blykt, dat voor 1880 in Meppel geen andore.
hoenders bekend waren dan boeren» of
landhoenders.

-ocr page 145-

/^O

In 1867nbsp;00 eerst© epoorlyli naar Örenthe en werd

Meppel met Zwolle vorbonrlen en eerst In 1870 met Groningen
Het ver-Oer van kippen naar de Menpeler raarkt geschied-
de voor die Jaren per vrachtwagen, Ife quot;be-eren kwamen t^-en
uit alle richtinfen, uit Cveryosel, Gelderland, Fria-sland
en Groningen, maar voomamelyk uit Drenthe,,

onder de aangevoerde hoenders waren pellen de meeat
gezochte, hoewel ze in allerlei kleurtypen voorkwamen,
als z.g. roode of patryskleurige, zwartbonte, roodbonte,
witbonte, zwart©, witte, gryze (dickwing), geel©, koe-
koekveer^ witweiten (zilverpel ), geelweitesi Cgeelpel ),
goudweiten (goudpel ),enz.

By de boeren zag men zeidon éénkleurige toornen ; alles
lisp dcor elkmider, liefst zoo bont mogelyk, m hanen
waren echter by voorkeur zwart, rood of goudnel.

Iedere landstreek had zyn eigenaardig klourtype, dat
lange Jaren zichzelf gelyk bleef. Ik kom hierop by het
speciale onderzoek per provincie nader terug.

Toen ik van 1863 - 1689 v.:dr hét ©erit met myn vader
per wagen op reis ging in Drenthe om daar onze zaken te 0
doen, liet ik nooit na om te letten op de kleur der
boerenkippon en ik kon constateeron dat toen nog nergens
op het platte^land andar© dan de echt© boerenhoenders
voorkwamen.

In 1889 ging ik zelf op reis voor zaken, eerst per

- . L ■ ^

wamp;sen. m later per fiets. Ik bezocht de kippemarkten te
Hoogenvoen, Aesen, öo©vord@n,\'ironingen, Leeuwarden,
ïïeeronvoen en Zwolle, torwyl ifc in de later® Jaren ge.
leidelyk alle markten in üederland heb bezocht.

In Holland zag ik voor het eerst de tolt;5n bekende ras-
sen, als : kuifhoenders, baardhoeïiaers en krielhoöndfirs.

Iedere mankt kad toon fe^ar eigen kleurelag, in ver-
band met d© landstreek, waaruit ze kwac»en.

In een Duitsoh hoenderboek tref ik de uitspraak:
«Die Eaeao ist daa Product dar 3cholla% wat my toen tan
zeerste trof en waarmede ik het geheel eens was.

Uf.

-ocr page 146-

/r/.

In hot Jaar 1891 verschenen de eerst© ïtallaansch©
hoenders op d© Meppeler markt. D© roep, welk© van des©
hoanders uitging ,was Eser groot j zamp; legden voel h^tar
©n
grooter ©ioren. En- zamp; waren goedkoop. Helaas, goedkoo?^-

duurkoop t© zyn, want het aangevoerd© hl@©k docr d©
verr© reis zoo ziek te zjn, dat ze al spoedig naam van
*snotkippanquot; kreg©n| tm^^erm 2© brachten ons d© zoo gevreesde
diphtori©. Sn dit was zoo ©rg, dat in di© dagen er öorpan
warsn., waar de gehool© pluimv©©stapel waa uitgestorven.
Dit ?me d© ©arsto aanval op da landhoenders.

Van 1890 - 1900 heeft ©r toen ©en pluimveastarft© plaats
g©had , welke all© begrippen boven ging, met hst gevolg,
dat dö ©orata aanval op höt bestas derltodhoenders eindig-
de mot Qon byna alg0h©©l© uitroeiing . Maar het zou nog
veel erger werden.

Omstreaks 18^0 kwaf^en met dmnoodigen ophef d© Aslati-
sche
rassan ons land binnenetroomon, nl. d© Ooehins-, Brahma\'s
Maisyers, Langehans, welk© volgons d© reclnrnm groot© bruin©
©ieron.
legden, di© v©©! vo©dzara@r wa^an. Dit waa de tweed©
aanval ©n vel© boeren schaften hun landhoenders af | «©n
moest het nieuw© ras hebben,

Daariia kwamen uit üngsland ©n Amerika d© Orpingtons/ ©n
Wyandottes, uit Indie d© Vschthoonders enz. ©nz. Bit was
d© derde aanval.

Mot vr0©8 zagen wy dit alles g©b©ur©n en h©t was niet
t© vorwondoren, dat In het Jaar 1900 d©«iï©d©rlandSGh© •
Ho©ndorclub»w©rd opgericht, waarin d© Ifedsrlandsch© fokkers
zloh veröenigden, on te redden wat ar nog te r#dden was.

Er war©n tosn nog wel boersnhoendera, wat Ik aantoonde
doo-» op de Tentocn^telling te stsenwyfc ©an tal kleur-
slagen t© e^poeeeren (1B97).,, welk© ik m ©#nig0 maanaen
had byoengebracht.

De allerlaatste on afdoend© aanval op d© landho^n^-^era
geschiedde door den woreldocrlog
In 1914 .

-ocr page 147-

\' * ■ ■■ y..-: •lt;■ . •nbsp;c*

11

(l-

-ocr page 148-

jn-

Eenzydig voorgelicht door d© tircap z.g. iïutfokkore, die
de landhoenders reeds lang niot meer als nathoenders be-
schouwden,
besloot de Regeering alleen voeder ta verstrok•
ken vcor enkelenbsp;nutrassen. Kn niet alleen de,landhoen-

dors,, maar ook vele mooie andere Moderlandsche rassen waren

daarvan uitgosloton.

Hiermede waren zy tovens veroordeeld om to niet te gaan
en toen in 1918 de oorlog was afgeloopen, bloek by Inventa-
risatie van den pluim
.v©@staT3©l , dat ds landhoenders vry^rel
geheel verdwenen waren.

En hiermede is tevens een hoofdstuk afgesloten , waariiit
blykt dat deze kleine ^ hoewel
veal eieren leggende en nut-
tig© landhoenders hun stryd om het bestaan moeeten opgeven.

Ik beschouw het niet als een fraai voorbeeld van handels-
politiek, noch van gevoel voor het historisch gegroeide, dat
niet
behoorde te worden vernietigd.

In het Jaar 1956 zochten wy naar enkele exemplaren van
het Drentsche hoen, om deze te behoudon voor do historie
en
wy hebben er nog maar enkele kunnen vinden.

Op het Ryksproeffokstation te Beekbergen heeft men inge-
zien, dat alles in hot werk moet -worden gesteld om nog te
behouden wat er is. Ik wS-l hopen dat men er /in zal slai^en,
al was het dan enkel maar ter wille van de .hlstoris.

-t^Mquot;nbsp;Hoenders in Drenthe van begin der jaartelling

fJJy^^^ quot;\'^^ quot; ^ ^ ~nbsp;—^ —^—-- O

^nbsp;■ tot 1860 1© Feriodel. (zie kaart 1.)

i^t d© landhoenders in Drenthe roods zeer vroeg door de
boeren werden gehouden, is aan goen twyfel meer onderhevig;
ik meen dit in he\' voorwoord te hebben aangetoond.

De vraag,of zy eortyds in het wild in deze provincie
konden leven, zou ik niot durvon bevestigen, ten^jy men deze
periode
zou willen terugvoeren tot den voortyd, f\'at ar ©en
k^^aöOEdt gematigd waimi klimaat hoeft bestaan.

Het hoen moet als huisdier % winters gevoed en ^\'orsorgd
worden door den mensch, dan In zyn bestaan als tmmB vogel
so gelyk geworde:.i.

-ocr page 149-

/S-i-

üat een wild© iMnkiva-haan in leclerlanö heeft cv#-rwint©rd,
is my nog maar kort geleden bakend geworden*

De oudet© sporen van hoenders in iïederland vindt men in
d© terpen in Groningen
@n friesland, dus als hulBdier»
vondsten van 8c@l9tde©l©n toón©n aan, dat isy in grootte
niot verschillen
van die van 1850«

D© vroeger© tarpbewoners, d© Frissen, hebbon ze ongetwy»
feld by hun vorhuiztog naar het platteland m©©g©vo©rd amp;n
B©d©rt dien
mjn ze huisdier gablevan» Bit dateert van omg©-.
veer
lOóO n«6hr# tot höd.©n.«

In hat vesn mjn nimmer sporen van hoenders aangetroffen.
Wat
daarvaïi d© reden kan zyn, heb ik ay dikwyls afgevraagd.
H©t v®©n toch is ©©n b©langryk© schatkamer voer do hiatoris
geweest. Het bewaard© d© haar toevertrouwd© r©st©n ©n gaf z^i
aan het nageslacht geconser-^eerd terug.

iJ© Musea t© Groningen sn Leeuwarden bevatten d@ kenmer-
kende
loopbeentjes m©t d© spooruitwas^T\'iQlk© d# hanen ty-
peertf nergens levert het veen d©rg@lyk© vondsten op.

het hoen niet in het hoogsreen voorkomt, is verklaar-
baar, D© groot© hoogveencomplexen in Drenthe waren eertyds
bodekt met dicht© bossschen, welk© onbsroonbaarnbsp;voor

mensch en dier. Allesn d© Fis©nt heeft ©r sjn ei^oren achter-
gelaten door zyn horens.

Wat h©t laagv©©n betreft, zyn d© o^standi.shQdQn
anders, In het laa^ween vinden wy vel© bewyzen ^^an/ da aan-
wezigheid van den mensch. In haar veenlagen li gen j werk-
tuigen, wapenen, booten, versierselen, huisdi©rsc
©l©tten,
kortom vel© bowyzen dat aan d© randen dar veenplassen boe-
ren hebben geiTOond ©n
zich daar blyvend hebben gevestigd,
m toch vindon wy g
©©n sporen van het hoen»

Menigaaal heb ik een premi® uitgeloofd voor het vinden
van ©en hoenderbeentj©, maar nooit is ©r ©©n gevonden . ai
toch mo©t ©r ©en schak©!, ligg©« tussohen d© terpvondsten en
«d© pfchennen«*
van \\4m te MspbsI. Dit stadje ontstond in
1144 (de hoenders van Oonrsclms Mamel in 1144 werden
meegebracht , Hi© blz,,.,,, ) en rondom Map^slnbsp;m

L,

-ocr page 150-

1200 reede 14nbsp;Op de?.© hoeven waren hoendera

aanwezig, immersnbsp;zy vormdenquot; een

belastingobjeot in nat«ra in 1437..

Meppel was de natuurlek© ingangspoort van Drenthei zouden
ze dus uit het Zuiden zyn ingevoerd t Cf uit het Zuld-C\'oetègt;i
via Koeverden ?

Sedert do Chr. Jaartelling hoeft\'er in Z.ü. irenth© een
ingangspoort bestaan en wel via Koevorden. Zy
was reeds
by de Romeinen bekend en
liep langs den weg van Bentheim
naar Koevorden,
waarlange de legers en kooplied^ trokken.
Hierlangs werden
allerlei handelsgoederen per as naar
Drenthe , Groningen en Friesland vervoerd en hierlangs trok
ook Conradus van Meppel in 2144 naar de plaate waar later
^eppel ontstond.

In de jaren 12B2 - 1512 toen het öircistyner klooster v.aa
Schoonebeek naar Assen werd verplaatst, werd verw^eld dat
de kloosterlingen verplicht waren ^aarlyks S Jonge tomm
hanen aan hst kasteel te Koevorden op te brengen, terwyl
dit klooster van öohocnebeek »hoonrepaoht« genoot.

Via deze ingangspoort zyn dus ongetwyf©ld landhoenders
uitnbsp;aiitschland ingevoerd.quot; Het ie bekend, dat de

Ooat-t.riesohe nieauwhoendars.\' Bargkraalera en moar Duitsohe
landhoenders hoosenaamd niet versohlllsn van de Orentache
landhoenders.

Men zou deze Ingangspcort du® een zeer belangryke kun.
nen noemen»

Haar dan vrmg ik ,«rder , V.ou er nooit eens een kip of
-haan geslacht zyn, wanrvan de pooton, ^elke tooh niet
•den gegeten, op de «eBthoop zyn beland of een hoen zyn
quot; verdronken in een aloct 7 Cf zouden ze ook daar docr een
-hond, kat
Of varkon syn opgepeuzeld of n,et de meet naar het
quot;land zynnbsp;g^^oaen. waar ze zyn verteerd en verbaan.»

Hat veen levert on. geea enkel l^ew^s op. Wel liggen de
roeten in da a,e.tlasen of «oetputten op de terpen. Ook zyn
ze in de nederzettingen van
l®raoinen in Hederland en in
isiigeland gevonden.

By Wyk by lgt;aarEt,ea9 3 e tusschen Oud^arolingisoh vaatwerk

-ocr page 151-

/Sf.

emx harienbeentl© gevonden, iietwell: duc dateert vannbsp;T90)»

In het tertiair , quartair en Jonger quartair zjn vond*
sten van hoenders in het Buitenland bekend | ook by paal-
woningen worden zy aangetroffen,
Bohter nergen® in het
laagveen*

Moeten wy daaruit afleiden dat zy er niet zyn geweest ? .
Hoenders houden ie geen gemakkelyk probleem voor een bo%r|
hy moet zo vry laten loopon on van altyd opsluiten is geen
sprak© /

Zou dit mede een der oorzaken zyn geweest ?
Duitsohland beza$. in dien tyd roods vel© landhoenders»
In het boek van Mr.nbsp;Baron d©. ¥oe iran Steenwyk : .

quot;De dieren in het öermaansche volksgeloof en volksgebruikquot;
komen vel© base iryvingen voor van hoenders by de volken in
IXiitsohland,
Italie^^ Rusland, de Germanen, Romeinen, Pinnen,
enz« , alle uit de vroege middeleeuwen.

Rosumeerend© zou ik kunnen zeggen, dat er de volgende
mogelykheden kunnen zyn voor den invoer in Drenthe s

1,nbsp;Hoenders kujnnen zyn ingevoerd voor het jaar 1000 door de
terpbewonera uit het Hoorden (Groningen en Priesland),
de Friezen.

2,nbsp;Hoenders kunnen zyn ingevoerd over d© Veenbruggen uit

het Oosten (Duitsóïilaïid) en uit het 2uid-»üosten via Koe- ■
vorden.

3,nbsp;Hoenders zyn ingevcerd uit het Zuiden door de ingangs-
poort Meppel.

Lgt;

Wanneer wy deze mogolykheden nader bezien, dan doen zich
daarby versohillende geziohtsptimtm
voor, welk© het voor of
tegen kunnen bewyzen en wel de navolgend© s
1.
invoer uit het Hoorden (Gronings en Friesland).
Voor dien invoer pleit de groots ov#roenkornet met de
landhoenders vannbsp;in
Drenthe met de terpvondsten va^

de Friezen«

Vorsohillen in de scaletdeelen bestaan niet, alleen In
de kleurslagen zyn kleine versohillen.

-ocr page 152-

tri

2# D0 invoer uit het oosten Cmitschland),

De veenbruggen hebben behalve voor legers ook gediend

\'X voor kooplisdeïi en s^rskraraors, die hoendera verkoehton

i

en die veelal uit ailts®hland kwaj^en. üit het 2^uid-0Osten
zyn
sedert den Homeinsohen tyd via Koevorden ongetwyfeld
landhoenders ingevoerd, terwyl uit lateren tyd daarvan
voldoende feiten bekend Zfn fge-ni-aJutanbsp;.

3. De Invoer uit het Zuiden (Meppel ale IngangepoortK

Hiervoor pleit de koppel hoendors, die Oonradu© van \'fep-
pel in 1144 uit Buitschland seebraohten de aanwezigheid
van de quot;palmhenno* in 1437, welke ook hoegonaarad in
grootte niet versohilt
vaii do i^\'rioscho hoondara»

AiS aerkwaardighsid varaeld ik nog een Drentsch letterdoëk
van 1802, waarop 2 Drentsche hoenders voorkomen in z.g*
zwart-rood, dat later pati^sklour werd genoemd*

De Hoenders in Drenthe van 13S0 lamp;OQ , Bsriode,

(zie kaart \'2 )

üit het voorgaande blykt, dat in de middeleeuwen ovoral
het landlioen in Uren the aanwezig is geweest en zich tot
1680 heeft- staande gohouden.

Merkwaardig ie hicrby het plaatselyk karakter van de
kleurslagon*

De vraag is,»hoe zyn so ontstaan on waarom hebben ze
quot;zich zoo lang plaatselyk kunnen handhaven ?*

usdit aan te toonon, wil ik terugkomen op het verband
mot de 3 genoemde
invo©rrichtinson in I^enthe,
De Fatryekleur«

De paiïryskleurlge landhoenders trof Ik in hoofdzaak aan
langs de Oostgrens van Drenthe»
Ik vond z© in Schoonebeek,
Koevorden, Dalen, ^ümen, Moo, Odoord, amp;srger en W^^stdor^
in do Jaren 1882 ^ 1690 en dus voomamelyte op de hoogde
gronden langs den Hondsrug» Haast de patryskleur hadden ze

/

f

-ocr page 153-

/r7nbsp;iJ

blauwe p®ten witte oorlelloïi.en scms een zwarte« soms
oen bruine borst. In Groningen trof ik ze niet aan, eirenmin
in B^riesland. Ik vroeg my toen af, of deze patryskleurig©
hoenders afstammelingen konden zyn van d© toen reeds In
West-Prulsan bekende Bergkraaiers, waarmede d@ Invoer uit
het Zuid-C\'oosten via Koevorden verbaad houdt-, m hanen waren
over het algemeen iets fcrsoher van bouw dan.d© goudpellan
Qn verschillen niet van de later uit Itoitschland in Holland
ingevoerde. Alleen d© hennen versGhllden van de
later inge-
voerde, niet van de vroegere, die omstreeks IBBO l^ebben .
bestaan*

Hierdoor zou dan de invoer van Bergkraaiers ©n hun pa-
tryskleur , via lUjevorden, kunnen worden verklaard.
2. Dö Goudpelkleur.

©o goudpellsn trof ik het meest aan in ïloord- en West-
Drenthe, in de dorpen : Zuidlaren, ?riee, Jïorg, Roden, Peizf
Mailde.

De hennen waren vry grof gepeld, hadden blauwe pooten en
witte oorlellen? d© hanen waren typiffch goudpel, ze geleken
het meest op de Oost-Frionche meouwhoenders. Hier ryst dus
de vraagsquot;.ifam©n ze over de Hoord-Ocstccrens via Grfmlns:enf *
Dit wotJdt bevestigd door de ever eens temming met de Gronin-
ger landhoendera, die toen ook grof gepeld waren.

De goudpeilen in ;id,West Drenthe en do naastby^^iggende
dorpen in Bcord-overyssel waren veel fyner gepeld» Hun
grondkleur kwam s^KEmimm. echter in geen enkel opzicht overeen
met de Friesche goudpellen ; deze laatste hebben ©en veel
donkerderbruine grondkleur.

De fokkers hadden in die Jaren reede een scherp onder-
scheid gmaakt tusschen Friesche en Drentech© hoenders.

-ocr page 154-

]Dq Hoenders in Drenthe van 1900 « 1920 , .3» Periode,

( zie kaart S),

Ik heb toen in de jaren 1900 - 1910 zeer uitgebreid©
proefnemingen genomen met kleurveranderingen by landlioen-
ders.

Deze proefnomingen zyn bosohreven in D-eel S , blz, 65?^-.
639,
met 2 gakleur-quot;©\' platen, Teen ik gezien had, dat in de
hoog© stroken de patryskleur het meest voorkwam m de

goudpel in de lag® streken, rees de vraag, of
de omgevend© om.standigheden in ruirnsten zin, dus kli^eat,
voedsel ©n bodem - hier hun invloed deden gelden,

In de hoog© streken van Drenthe, Bolgii, BYankryk, !^wit
serlahd en Italië kwara toen overal de patryskleur overheer
schend voor, terwyl In de lag© streken van Friesland,2d,
Drenthe,ad.Äclland, 2;d,iicliand, y.eeland^ Hd.ßrabant en
Belgie de goudpelkleur de overheersohende was.

Ik heb in de Jaren 1905 -1910 pa tryskleurig© Italiaansche
en
Drent^sche hoenders van de hocge naar d© lage streken
gebracht, teneinde na te gaan of deze beide kleuren ook
onderhevig waren aan
kleurverandering onder de gegeven
omstandigheden.

Ik constateord.© by de beide kleuren geleidelyk verande»
ringen, zooals dit op d© kleurplaat ie afgebeeld en die ik
toen toeschreef aan de wyziging der omr.tandigh,eden. Bchtar
is
my later gebleken, dat de oorsaak niet moet worden gezocht
in de oiüstandigheden.

Ook was iknog onbokand sot de toepassing der Mendelsch®
wetten, die geleidelyk by proefnemingen werden toegepast.

x.ater is my gebleken dat door kruisingen onder elkander
afwykingon ontstonden, omdat het niet mogelyk was de too-
rnen gescheiden t© houden. De boeren gaven te weinig aandacht
aan de proeftoomen, D© hanen konden vry met alle hennen
paren, die in do nabyheid dtmald€^, zoodat een controle,
zooals deze gewenecht
was/by proefnemingen, niet mogelyk was

-ocr page 155-

Do theorie dor aanpaesing heb Ik daardoor geheel moeten
opgeven en doz© proeven kunnen du« alB mislukt quot;baschouwd
worden,

Tooh is door éeze proeven ©en goed licht gewortsen ov het V\'
voorkomen van landhoenders en hun kleurtyp^n uit dis jaren,
w©lk© anders verloren zouden
zjn gegaan en- di© op d© kleur-
platen zyn vastgolegd, é^^-

üit ©en ©n ander blykt in ieder geval, dat ©r zeer plaat-
selyk© kleurtypon zyn geweest, Qpmerkelyk is het zöker ho©
dit
uitkomt by d© goudpallen» In I3r©nth© héb ik fiaarvan 2
hoofdgroepen
g©constst@©rd,nbsp;grof-» amp;n fyng©P@ld©, D©

grofgopeldö kwamen het meest overeen mat d© 0D9t\'-i«\'riosch©
meeuwen ©n de Groninger pellen, d© fyng©p©ld© hadden d©
fjm© pelteekening, w©lfc@ ook voorkomt in Holland, by de
Asssndelftsoh© pellen. Deze pelteekening kwam in allerlei
variaties voor . (zie Albumnbsp;Kaartnbsp;)

Rot is mf bekend, dat uit d© patryskleur z©©r dikwyls grod
gepöld© goudpellen cntstaan
©n wy zien d©z© ook naast ©Ikaar
voorkomen,

D© patrysk^eur heeft ook d© eigenschap om witte, zwax-^t©,
koekceksvöerig©, rood- en zwartbont© voort t@ br©ng@n ; zy
bovat dus all© ©ri
\'ölyk© factoren, di© wy aaïitreffen in
vel© kleurtypen hierboven genoemd, (zi© kleurtypön patrys-
kleur Album - Kaart. ),

Wanneer ik nu terugkom tot de vraag, ho© hat few^ dat op
de Meppeler markten bapaald© kleurslageii uit ba-oaald© stre-
ken kwam©n, welk© vel© jaren lang hetzelfde typ© vertocndsn,
dan kan ik dez© vraag nu ook beantwoorden door d© navolgen-
gegevens, welk© ik later uit-d© praktyk heb.verkregen,

Wy wöt©n dat uit d© pstryskleur versohilland© kl©i3.:rtyT?©n
ontstaan door kruising, ^roogar wae het d© gewoonte by
boeren, dat zy
voomojaelyk by hun kippen e©n patrysfcleuriga
of goudpel haan aaniiioldon. Deze gewoont© was uit d© over-
levering voortgekomen,
soowöl omdat dergelyk© hanen als

-ocr page 156-

/

z© van

vruohtbaarste werden beschouwd, alewel omdatykeolor/veeren-
tooi werden geacht.en ook omdat ze zooveelnbsp;mooi©

fcleuren kenden doen ontstaan, Hen dergel.yke ha«öi werd uit
een toom van verschillend© kleuren uitgezocht en was dus
reeda onzuiver van samonstelllng» Ook uaarde hy met v^r-
Schillendf/ gekleurde hennen, met het gevolg, dat er soms
honderden kuikens van één haan by een boer rondliepen. Hu
wist ©en boor dal hy op ,de mark\'t te Meptïel of elders vcor
eenkleurige toornen meer gold ken ontvangen dan voor een
allegaartje. Ey zocht dus de kleuren zooveel mogelyk by
elkaar en bracht
deze afsonderlyk op d© markt. De toom,
die hét meeste opbracht, was voor dan boer
het richtmoor
voor do volgende jaron, Zyn buurman koek deze kunst afi, of
werd
ingelicht on dio handelde evenzoo. Meerdere bur^
volgden en zoo zag men kippen geloidelyk naar htm kleurtype
plaatselykQ namen vsrkrygen.

Zoo kendon wy b.v. Hollandscheveldsohe, Dedemsvaarteche
en Vollenhoofache ^udpellen, die wel in hun vorm gelyk
waren, maar die in hun grondkleur toch nog verschilden,
zocdat zy ©en af^onderlyken naam kregen.
Ook waren er Jar^n
lang i^ildar rocdbcntan, uoogavoenaahe Zwartbonten, Oide«
marker zwarten, Staphorster witten, Itouveensohe koekoeken,
enz.

Hierdoor kan worden verklaard, waarom de kleuren ver-
schillende landstreken vartogenwoordigden. Het was om
economische redenen, welke voortkwamen uit hot feit t op
deze f/yze maak li^fFor myn kippen dan voor een allegaartje.

Oeloldolyk heb ik de herkorist van dei-e plaatselyke kleur-
slagen nB.^B\'pmivA @n als ik ©Indalyk do plaats had ontdekt,
dan sag ik behalve enksle exemplaron in de bedoelde kleur,
meestal ©en patryskleurig©\'of goudpal haan by een
bont -men-
gelmoes loopen. { zie plaat, copi© schildorytje goudpel
haan met kippon . pl.ra, 1700.fhom, Swerdinck ) .

Kn ais ik vroeg of er ook een toom gelykgekleurde tekoop

-ocr page 157-

///

was, éan was het antwoord : quot;Up de markt met September ,
eerder niet#quot;

lödeïBboer hield het geheim,om do bepaalde kleur to
fokken, zorgvuldig onder zioh,
Tm koopers fokten echter
nooit met deze toornen, omdat wy wel reeds hadden ondervonden
dat
^--en hieruit nooit zuiver geteekonde dieren sonden fokkes
Deze dieren waren dus onzuiver voor hunne kleuren» De pa-
trvfikleurige of goudpol vador was echter voor geen geld
te koop en blsof tot in hoogen oy\'^erdom ;
de fokhaan by
den toom
»

Eesumeerenée kunr^en wy dus zeggen t ^ Plaatse\' yke kleur-
typen waren to e vale pro duc ten, ontstaan uit allerlei onbe-
kende factoren
, door kleurenki-uisiitig binnen het landho en-
derras» ( zie iraart 1 - 4 ) ^ Periode . 1920 - 19S8.

D^t deze uitspraak volkosen in overeenstemming was set
do feiten, quot;bleek uit de verdere onderzoekingen
in geheel
ii oder land.

Ik zal hierop by de verdere plaatsalyke beschryvingen,
waar ik landhoendere aantrof, nog nader terugkomen«

Dat vel© kleurir|/ die Jaren nog voorkwamen, moge
blykenyölt~quot;e©n~inssndIng\'Drêntsche\'liOQnders op d@ Tentoon-
stelling te Steenwyk in het jaarnbsp;alwaar ik ©an tü tal

kleuren inzond, welke ik toen nog gemakkelyk in zeer korten
tyd kon byeenbrengei:,
Z^jlo^

De vraag,wölke kleurtypen by landhoenders in dien tyd
voorkwamen, moge blyksn uit d© teschryving, welk© ik in
Hoofdstuk 6 heb gegeven.

Alvorens dit hoofdstuk te ©indigon, dien ik nog d© aan-
dacht te vestigen op ao voi^veranderingen, ike zich by de

ie

landhoenders kunnen voordoen*
.r^nbsp;Het »preekt wamp;l von?:alf, dat by een dergelyk grondig en

rl

nauwkeurig ondersoek myn aandacht ook werd getrokken door
verschillend© veranderingen, welke in den li^hai^svorm
on
zyn onderdeel en vccrkm\'^sn.

-ocr page 158-

■ä

üerj kam met veel syspranton, eenige kuif vorming,,, baard-
vorming, gekrulde veeren, eekhoomc;taart, ge-en staart, vee-
ren aan de pooten, andara dan blauwe pootkleur, meer teenen,
kortom alles wat afweek van het landhoentype, trok myn aan-
dacht*

Ik heb de meeste van dezo voraen onderwierpen aan ^^^ uit-

»

gebreide proeven, die in Deel 5 , blz, 641 -683 van®De Hoen-
derraasen**zyn vernield. Ik meende deze te mooten toeechryven
aan
een natuurlyke taeltkouB, welk© ongeveer haar invloed
zou doon gelden, als by de kleurtypen*

Deze proeven hobbert evenmin succes gehad om de reedö ge*
no0Bjde redenen,

Dergelyk© klelno vormveranderingen beschouw ik als? kan-
merkon, di© zich openbaren by inteelt, hetgeen door de
latere toepassing der iiondolscho wetten is gebleken. ?.y

zyn in het ras gekomon door onbekend© voorouders, Wy vra-
gen ons af **door welke?«*

Ik moen dat ook hierop het antwoord kan worden gegeven, ^

hetgeen uit het verder© plaatselyke onderzoek in lederland
kan blyken.

De Voraveranderingan in Drenthe.

Met de vormveranderingen in Drenthe maakt© ik reeds ken-
nis op myn .12© jaar. Ik had^tcen reeds voldoende\' kennis
gemaakt met de Di-entfeche hcendera, on.dat aan m$ d© ver?.or-
ging wae opgedragen , aangezien syn vader meestal voor za-
ken op r©is was (1881) ,nbsp;^

Wy gingen des zcndage na k©rktyd altyd ©en wandeling
maken naar de Oosterboer, een gehucht dicht by Meppel, waar
myn vader een kleine koepel had in zyn buitentuin. Vandaar
wandelden wy naar Ruinerwold lange een landweg , waaraan
veie boerderyen lagen,

W maakte my toen opmerkzaam op deriralyke kleine ver-
schillon en legde zocdcanda als het ware den grondslag voor
myn latere uitgebreide waarnemingen en etudie. Groot lief.

-ocr page 159-

hebber els hy was, ver tal da hy rfin zfu rel^^on In Holland,
waar hy allerlei soorten mn kippen had go^.ien, Sene naam
hy my mede naar do Tentocnstolllng van z^.vicoltura, die werd
gehouden in den ilaagschon dierentuin en waar ik voer het
eerst kennis mauktQ ast Eoudans, Vechthoanders, Krielhoen-
dors, iLulf- on amp;ï,.:.:rdhoanders , ens,; Dit wae in 188ê .

In 1882 nam hy my laodo op oen zakenreis door ia?©nthe in

zyn wagentje ©n sedert dion tyd, hoeft dez© llefhebbery my

niet neer losgelaten^ Op diom zakenreis had Ik myn volle

acüidacht by do Drentsche hoenders ©n hunne afwykingen . Ik

begon zolfs notities t© maken ©n^ kreeg zoodoend© reeds ©©n

kort overzicht. I©d©r jaar maakt© ik toon in myn vacant!©/

tochten per fiets ©n bezocht goleidelyk all© dorpen uit

mynbsp;w©rdon

den omtrek. En too: Èk op myn 18© jaar zalf d© r0iz©n Mit
to©v?gt;rtrouwd

IïsckSxhot,/iD-egon ©igenlyk d© studie dor Drentsche hoenders.

Ik noteerde toen na ©en jaar, dat d© afwykingen voorna-
melyk vcorkwaman in de dorpen,
di© gelegen waren rondom,
de plaateen ,waar wekelyksche markten werden gehouden ©n
wal in ; Hocgeveon, Assen, ü^^san on ivcevorden. In het bin-
nenland
kwaraen s© maar heel sporadisch voor. Ik wist op d©
vraag, hoe z©
ontstonden, tlt;5on nog geen antwoord t© ^sksm
vinden,

D© veranderingen, wolk© ik notaerö© , waren: klein©
kuifjes, kammen met veel of mlndor zyepranten, soms zeer
groot© kaïnmon, baardveortjes, veer^tjes mmi het loopbaon
©n vorder bolstaarten, kortpooten ©n krielhoender®. Wooit
zag ik teen s rozekammen, drie-ryig© of knokk®lka^.#n,
zwar© pootbovQdering, krulvs@ren of geel© pooten.

D© krielhoenders -.mr.in volgons d© boeren laatgefokt©
dieren, die ia den winter niet uitgegroelÉ waren.

All© ©erstfeenoond© kenmerken heb ik toen op hun ©rfelyk-
heid onderzocht. Eerst volgons ö© z,g.
aanpassingstheorie,
later na hot in toepassing brengen d@r Mendolsche w©tt©n.

H©t resultaat is geweest, dat ik des© vorsehynselen heb
gerangschikt onder d^ Qrfelykheldsverschynselsn, wolk© uit
onbokend© vcorouder-tó \'sootoa
zyn onèstaMi door krui sin

-ocr page 160-

(h-

Haar des© onbakand® Tfocroudore in I^rontli© heb ik toon oen
uitgebreid onderzoek ingesteld en inderdaad er eenige gevon-
den, dlG via Meppel zyn 3,ngevoerd»

In de Jaren, van 1800 18P0 zyn .er ho«?nders gekorven uit
Kolland,, dl© toen aldaar op vele buitenhuizen werden go»
kweekt ( zie blz. )

i^ehalve dat wy so geschilderd vinden door vele Holland-

sehe schilders als s B*iiondei?08ter, ^an Steen, enz., heb
aen

ik/schilderpèukje^ in myn bezit, dat my werd geschonken door
den Heer J.^.Duyvené
de Wit te Yelp, waarop voorkomen i
een zwarte hen raet
witte kuif, oen witte hen met een zwart
kuifje, ©en kraaikop hsn met zi/are poo tb o veder ing, ©en
rozekanmig haantje en hennetje, enz. Dit is geschilderd en
getookend door J.Monckhorst , l§?^,fecit,

In de litteratuur, welke Ik daarover heb verzameld sedert
AriPtoteles tot 16??D en welke ik uitvoerig heb venweld in
Hoofdstuk 3, vinden wy tallooze bewyzen dat buitenlandsche
hoenders reedo tydons
kruistochten ,nbsp;«aavAAX\'Owr^, even-

als tulpen, pauwen en kalkoenen uit hot-Oosten naar alle
landen en ook naar Holland zyn gobracht,

üit enkele verzamelde feiten is my gebleken, dat er in
de Jaren 1885 - 1890 en eerder hoenders uit Holland in
Drenthe zyn ingevoerd. Ze
kwaacm met marskrcmiers uit het
Gooi, Ptreoht
en Äpeidoom . vmdat ze niet goedkoop imron,
kwamen zo alleen ±ri het. bezit van lejidheeren ©et groot©
tuinen | de boeren konden zo niot betalen»

Ik herinnor my, dat myn grootvader voor een toom zwarte
kippen raet kleine witts kuifjes , l haan ©n B kippen, f -
betaalde,

In het Jaar 1B85 kwaraen In Meopel da eerste Aziatische
rassen ter markt, die uit Duitschland werden aangevoerd p-^r
spoor.
Het waren Oochi.n«China*3 en öi-ama-PootraZe wer-
den gekocht dc or de heeron A.J.Slot en W.Slot voor f4,-.
per stuk.

In Assen woonden veij© ryk© families, die ©en buitentuin

-ocr page 161-

hadden, waarin zy alle mogelyk© bys nderheden hadden, welk©
zy maar maohtig konden worden. Sr was toen ook een Dieren-
tuin in het Asser bosch, waar men allerlei vreemde hoenders
hield,
ook in Euidlaren op de t1I1ps der Sroninger heeren
en op de Slencke by Dos
terhos sel en , waar de Drost van icoe«
vorden woonde, trof ik de volgende vogels aan: Pauwen,
kalE©9n©n,parelhoendors, Kuifhoenders in allerlei kleuren,
rozekammig© pel* amp;rs lakensohe, Oochins en Brofea»«! en voor-
al veel krielhoendare, s©lfs m©t veeren aan de pooten.

Dat dus hiervan geen eieren om te broeden in het bezit
zouden zyn gekomon van do boeren, is niet aan te nemen .
Daarduor was hot te verklaren, dat er by de boeren in de
cmgoving veel dieren met afwj^kingen van het landhoen voor-
kwamen, waarvoor ik vroeger geen oorzaak wist vinden,

In ieder geval hebben ©r kruisingen r^iaats gehad, zy
het dan ook niet historieoh vermeld.

Wy kunnen ^m^Hmk^r. dergelyk©, door kruising ontstane

irJi

skenmerken dar Drontsch© hoenders t; t de erfe-
lykh
®ideversohyn.s©lon rekenen, welk© docr toevallige parin-
gen te voorsohyn kwaraen.

Be geachiedenia der Di-enJjsche hoenders zou niet volledig
zyn, wanneer ik zou •/©r^uimen hun allernaaste bursn , de
.-rieach© ■ en\' de Grcnlngcr hoenders te beeprekerx.

uok hun historie begint met de terpbewoners, die veel
hoondara hebben gehouden, hetgeen blykt uit de vondi
eten van aceletdaelan, welke by afgravingen der terpen
te vocrschyn zyn gekoinon,

In hst Fri©öche JJueeum ve^ Oudheden toevinden zich zeer
veel
vm. deze- scelotdoolen, vooral de schedels an kenmer-
kende loopbeentjesnbsp;^et sporen
der hanen.
Het .erschil tueechm de^e beent^ee en die der

hedendaagech© x^rieecho , öponinger en Grentoche hoenders
ia niet of aauwelyke zichtbnar.

-ocr page 162-

Vanwaar d© terpfcewcners hunn© hoendershebben meegevoerd
is iiot heden niat bekend» Variacedelyk kwamen z© uit hot
Boorden of uit d© Wöst-Kurop©ösch© landen door d© Friezen
( i3©n©marken, Oost-^\'rlesland)»

In B\'riefiland en u-roningen zyn,na de indyking der Hoor-
de^yk© grenslanösn,de terpen veriaten
en heeft h©t vclk
zioh op höt platteland gevestigd. Friesland was niet als
Drenth© ©on impassabölnbsp;evenmin als Groningen, maar

vlak ©n minder bszst mot hoogv©©neompl@x@n. Er zyn dus vol-
doend© redanan om aan t© nemen, dat na hot verlaten der
terpan de boeren hunne hoonders naar het land mee^eamp;róBn ©n
zoo zyn z© tot op heden de by uitstek tyrsleeh© Frieeoh©
en Groninger Pellen gebleven.

En hionaed© kOTsen wy nu ^-an het ^^vraagatufc der kieui*«
typen, waarmQd© ik dit hoofdstuk zal besluiten» fi©t ie tooh
zekor van belang, dat ©en Juist inzicht in de vel© kleurmquot;
typ©n van do landlioendere noodig is,
wanneer wy dez© ook
hietorlsch willen vastleggen.

Imers het landhoen staat t© verdwynon en met hun d©
natuurlyk© kleurslagen , waarin z© workw^en, met d©
kennis op welk© wys© z© vroeger ontstondan. Ite heb dit dus
vastgelegd in Hoofdstuk S, waarin d© kleuren wordm bo-
Bchreven ©n vaerloopig in kaart
f X m

J

-ocr page 163-

d© iQtters Ft Al. do l,andstrôken amgôv©»,
waarin de bepaalde eleartyperx aanwesig waren.

M
fr,-

O

c

r

s

M
®

N

O

P

c

^

i-r

i-»

tn

O.

e*-

.

M

•\'\'\'S;

camp;

O

©

ë

®

■ M.

■3

3

P

agt;

H

C^

o

©

Pï\',

ïa

C

a

H-

fj

P

PT

c

©

3

O

M

®

^

ITÏÎ

S

CX5

rf

a

«3

0

tf

P

0

- P

m

M

P

©

■n

f»r

i-j

3

o

O

si

53

3

O

Sii

®

3

g

es

05

3 -

o

S

3

O

m

13

a

3

w

D.

^

®

m

3

5

3

©

O

^

O

3

t-j

P

3

Ot

îa.

ra

O.

£3

©

©

®

O

^

sa

3

3

N

■m

O

P

Q

r*-

C

PT

H

P

^

î»

3

3

m

n

ffl

P

H\'

•i

p

3

q

lt;amp;

$

n

N

M

a.

^

0

^

o

H-

O

Gï?

-i

O

®

^

95

::Î\'

©

2)

m

O

3

1

3

1

mm . —J

a

Oquot;
C
m

o

Ci
©

agt;

î»
{D

G.

O

®

3
C

H-
r«-

f»r
o

3
d)
D

a
o

o

agt;
t-i

Œ

c

Mlt;

®

d-

oquot;

Î3

M-

p.

agt;

îsr

j-j

p.

§

nquot;

O-

5=

p.

®

fj.

H

c

03

O

a

amp;

S^

£9

n

Î3

M)

H

O.

tr

e

ra

»

C

p«r

C

a

o

S\'

^

c

c

o

e

©

(_/

amp;

t

©

CD

0

-i

OJ

sa

ta

HJ

M-

î

hquot;

O

ts

if

C

O

lt;2;

M.

ts^

lt;5

cf-

O

oq

O

3

M

gj

c

H-

a

a

a

P

m

a

C

¥

^

§

O

•«5

C

O

0

lt;î»

M*

a

CD

a

oq

a

o

1

0)

ciquot;

et-

a

O

a

lt;

®

3

a\'I

0

CD

o

o

C -

P

M*

Pa

rf

ijgt;
t-j

H,
©

OS
M

quot;CJ
lt;amp;

©
H-

g

\'xi

ÎB
PS
ry

c^*

P

O

d-
agt;

5*

o
ÎS

a
®

3

E3
P
P

ft

cf
Q

O
3

a.
®

CT-

C

p

G.

•■CJ
©

t--
®

3

S

O
M

O

C

Of!

o
§

£5

p.

®

?

O

D.

O

©

O\'

a-
m
c
O

M

®

Î3

agt;

©

«

S

m

©

m

m

O

lt;

3

O

c

si

p

PT

ps

»1

p.

o

îigt;

»

PJ

cJ-

^

m

PT

1 ®

•1!

M-

lt;amp;

lef

O
0)

a

35
t-*

a
®

a.

c*-

0
P

N
©

53
^

®
(«f

S-h.

1

O
®

a
agt;

s
?

agt;

3

gj
M

H

K

O
®

O
O
N
H\'

3

a

cf

f-t!
H-

3!

H-

3

agt;

O

0)

o

Ui

©

\'1

R\'

lt;4

§

«S

O

3

o

■4

3*

M

ia

*

t?

®

3

lt;

œ

Hrl

^

©

as

quot;c«

lt;s

©

g

M-,

H-

Q.

3

C,

PJ

se

S

c
hi

a

w
M

y?

f

H,

3

ë

m

1

o

s

ffr

3

a.

o

o

^

^ -

O

:i»

H-

3

M

as

■33

■3

■ M

O

p.

O

Q

ot?

4

0

i

®

pu
iB

m
o

o

o
»

a

A.

O
ggt;

OJ
©

g

35
®

§

H-

Î3
Q,
CD
Î3

lt;igt;

O
§

çu
O

amp;(}


m

ÎS
O

O

a

■OJ
c*

pr

O
O

p

Si\'

©

C
P\'

0.\'
H

H

ë

C-j
p

a-
amp;

n

m
®

c

B

O

c

O
Q

m

ç*

H-
©

Hi

f^
03

O
O
Î3
O

M

C

SQ

M.
©

c

©

pr

©

a
î»

»i

©

r»-

O
lt;

O

3

a

li

ja

H

t-j
®

0
§

H-

lt;a

o

D.
CD
3

fs

■a
^

P2

CD

m
§

^

agt;
o;

«S

m

œ
^

o
■1

Œ

ta
©

£S
p.

S

®

@t

o
g

a


sq

©
Î3

O\'
0?

pr
§

a

G

®

sa

o
§

»

.a
p

03

0}
amp;

agt;

i-j
®

H
h
O
O

N
©

pr
i-\'
Q
C

c
M

X!
§

o
lt;

§

a

(S
H*

p.

H.
®

00

Cii
P
t

S
§

sr
agt;

Hquot;

t
§

m

an

tî*
cd

■pi
?

agt;
Ï3
a

SQ

sa*
®

a
®

»

®

t

c*quot;

O

O
§

amp;

O
©

3

®
P

H

M

O
0
îi.
SB
d-

»

n

■a

O
©

{3

ta

a.

Ci.
C -

a
t

-ocr page 164-

//

/

Hocfdstuk 4

: \'n.

quot; .-Jl

M*. ^ i*andhoenders en hun Geschiedenis.
2. üe verspoiding van de Eoenders. in

Drenthe van da. 18SQ - 1900. (t© Periodf)

Kaart 2.
—-

stroken waar Landhoenders aanirezig.
Str^^en w^^r
lederlandeche rassen sianwesig.
Streken vraar
Krui3in,??:en aanwesig.
Streken waar Asiat5.«chs rassen aanwezig«
M^^ Strekennbsp;MiddelIand3che%as8en a^iwezig.

Toelichting van Kaart 2.

Kaart 2, welke een overzicht aangeeft van een verioée
van 20
jaren, van 1680 - 1900, toont aan dat de landhoen-
ders worden vorvajagan door de Koderlandscho rassen ©n
kruisingen, dle^by de opening van de Bpoorlynen door
Drenthe-van uit Holland worden ingevoerd (rit,
r:. qh

De wekelykeohe markten te Assen, Hoogovoen,.Meppol en \'\'
Koevorden werden overstroomd iset de meest i^onderlyke
onzuivere rassen en kruisingen in allerlei bont© klouren.
Deze waren goedkoop en giggen er dus - als keek- in. Ook
eerden mooie kuif- , baard- ©n rczekaïïJöigo rassen gretig
Sekocht. Wie geen kuifkipisen in T.jn hok had, wae niet ge-
lukkig.

, In leen verschenen op de Meppeler raarkt de eerst©
Aziatische hoenders, do Ooohin-chinaȧ en do
Brahma.poutra*i
Alle kippenliefhebtere bos tomden do markt, immers dit
zouden kippen
zyn , die 500 eieren per jaar legden en
prachtige grocte bruine eieren, welke veel voedzamer
waren dan die van de kleine pellen.

Ze werden by opbod verkocht en brachton f 4.- per stuk
op./

. \'I

ï J

Al heel sr^ddig kwma er een 2© en 3e zending uit Dultehhi
land, welke ook vlug verkocht werden, De periode van Azla-

£

-ocr page 165-

tlscha hoenders -^^^aa hiermede ingeluid. ( G..ijt..As:, ).

In 1691 Terschenen d© Italiaanech© hoenders op de Mep-
pel er isarkt ; het waren allen jcnge kippen» 21e zagen er
miserab©! uit docr de lange raie,. maar zenbsp;grif ga-

kocht, vrmit zo waren, niet duur. Man betaald© f 1,- per
stuk an kon uiizoakön wat ïB©n wilde, Eigenlyk waren het
geen ander© kippen dan onze eigen landlioenders , maar d©
recl-im© ©n ö© vreend© naam dood se verkoopen, Ifech -
het hinkend© paard bleef niet weg, want ze brachten al-
lerlei siökton rsedo, wolk© nen in de previncie niet kende,
Diphterie, tering en keel- en oogziekten traden op en
het duurde niet lang meer of ö© geheel© hoenderstspel
■ï7a8 besmet en stierf» In Rolde bleef geen landhoen in
leven. In sooDige dorpen ging de helft ten gronde, want
cien wist geen goneeoraiddelen tegen de ziekten,

Cp de kaart ziet raen de kleur grauw met do lettes Mr«
Middellandschosee raseen,

Tegon ISOO was ds toestand in Drenthe zoodanig veran-
derd, dat d© /iziatisch© rassen wonden de steden vry alge-
meen by d© bcaron werden i^ehoudon. In de gemeenten op den
Hondsrug irarsn de patryskleuriga landhoenders voor de
helft vervandoor patryskleurlg© Italiaansche hoendere;
raen bleef hier de kleur der traditie getrouw, 0© grens-
gemecnton hadd©n allen roeds d© helft Italiaansche hcen-
dors. In het centr^JEm hield men sich hardnekkig aan het
landhoen.

• t » » «

- E ■\'i
i

i

-ocr page 166-

\'1

Hoofdstuk 4.
B» Landho onderB
en hun üesohiQdGnie.

verspre idlng van de Eo andera In Lr en the
van oa. 1900 - 1920 . (5a Pei-iod©).

O-

rassen

Kaart ;

5.

O

Streken

iraar

Streken

waar

(3

Strek-sn

waar

Streken

waar

Str©K.©n

waar

Stres, »n

waar

Toeliohtlng van ilaart

£aart 5 geeft de periode aan van 1900 1920, waarin
da Isndhoendorö on do i^ïedorlandsche raasen worden ver-
vangen door do Middoll.midsch0 zee rassen. Ook de iVzia-

tische rassen heginnen te verdwynen ; daz® worden nog

■ . ,. - - -
voorn-\'-\'islyk ih en
od de steden en dorden- : Assen, l^ionpel^

Zuid laren gehou-lefi«

In \'alle gemeenten op den Hensrug zfn de landhoenders
geheel verdwenen* Hetzelfde treft aen aan in alle grens-
plaateen. on daarvoor plaats zyn de Ïtallaansch©.

hoenders gekomen,
aeleidelyk beginnen d© ikaerikaansoh© rassen ( arcen.Az)
via M©pp©i feimiön t© koman»

Doordat tyaans den wereldoorlog de ^oedBelbeperking

intrad en namens dö Esgoering all©en voeds©! w©rd vor-
strekt voor do s.g* nutra.8een, begon
men de oud© pluim-
I veestap©! af t© ©lachten of op t© ruisen, waardoor d©
\\ landhoenders en d© meest© Hederlandöch© rassen gingen
^©rdwynen.

^ Toon in l@op d© «©d©rlandach@««o©nd©r®l«b werd one©-
richt, welke, zioh ten doel stalde oa da landho©nöersan d©
llederlandsch© rass©n weer t© verbeteren, liet het zich aaa

b-elansryk© vooruitgang sou koisen in d\'^?,©
rassen. Bto in d© jaren 1^00 - 1910 is het resultaat ver-
rass©nd g©w©öst, want er viel to©n 9©n opbleèi t© cons^ta-
toeren, die vaal goede voor d© toekomst beloofd©.

Door d©n wereldoorlog werd ©ohter alles wat bera^kt ^f^i
t©ni9t gadaan. beschouwd© n.1. d© Kederlandache raspen

gt;

j p* ©

O osnbsp;a
®

a IS}nbsp;O,

lt; *nbsp;0

p • M

B £S §

O ®

O psr Q.

® lt;B
® ffl

^ ^ P

da»

agt; O m
^ Ö d
c O

S H-
Cu © ^

• c SS
CD

Kf

G! O\'

c* p

agt;
^ §

0nbsp;^

01

® pgt;

® lt;

^ O

g) ®

53

SI 0

g

C-«-

gt;

-ocr page 167-

Hoof dg tul: 4,
B, D£ Landhoondere en hxm OeaGMedanis
4. Be verapreiding mn do Ho en der In

Dranthe van 1920 » 1938 .( 4e Periode)

Kaart^ 4«

rasaen.

Kruiaingan.

1

Midfiellandscbesee raasen.

Inbsp;--—-

K\'

gt; iUitf Amerikaanoche rassen.

Toeliohting van Haart 4.

Kaart 4 geeft aan dat de LondhcenderB en de Aziatisch© ■
rassen niet neer in Drenthe voorko^ïen.

Enkel© Hedsrlandsoh© rassen feevinden sich nog in» en
rondom /-saen, l^ien en \'!©ppel..

Kruisingen , gevortsd deer Aziatische en !lidd,z©© rassen
nemen weer toe, ïrocral deer tcepe-r^sing van de z^g, echei-
kuikenfolcfcery/.

Innbsp;gein ©en ten zyn neg onkel ^ Midd^zee rassen,

vooral lange- den Hensrug, i^aar men zich hield aan de
traditioneel© patryaklcixr.

Enkale nieuwe Wederlandsche rassen, n.1. Barnevelders ,
WölsumTer« en HcciSd-Hollandach© Blauwen, zyn aanwezig in
Ae^en, BMmen
en F^eppei, terwyl byna oversl de Amerikaansch©
raeseïi een gebied hebben veroverd, dut ongeveer d© helft
van de pluioveefïtapel omvat. beginnen zelfa de Midd.zoe
rasjien te verdririgen,

In 1Ü5F konden geon nrontschs hoenders meer in

Drenthe vinden. Wy slaagden er in in Friesland langs d©
Drentsohe grens neg oen tal
Tnaclitig te worden, die than^

op het Eyka-prcoffoksta.tion voor Pluiiavesteelt te l-sekber-

gen zyn ondergebracht, met het doel ze voor uitaterven t©
lehoeaen ©n ze zoo mogeljk weer aan t© fokken,

Docr bemiddeling van den Hoer Ir.J,3,¥rio8 kwam ik in
het bezit van ©enigf^ toornen, ^©Ika ik thans wil verder
fokken, met hetzelfde dc©l.

-ocr page 168-

M- ^

HoofdBtuk 4 *

B, m Landho onders en hmi üegchlodenlg.
De Hoendere in Moderiaiid ,

L

van de Jaartelling tèt 1880«

De vraag c:^ de hoonders sedert de jaartelling de-^elfde
gescModenie hebben gehad als do Crentsohe landhoenders
acht ik wl\' de ïaoeite waard, te teosBreken.

Juliua Caesar vomeldt dat^toen de Romeinon In het
land der Batavieren kw^en/
en innbsp;zy aldaar

taande hoenders aantroffen, D© vraag Is nu *waar : troffen ze
dio aan? ^ Qver d© voenbruga@n. in Drenthe .kerkend® of in
het Zuiden langs de groot© rivieren i^aaa en Ryn, waarlangs
de heirbanen liepon..

Van hun konist over do veanbruggen vermeldt de historie
ni©ts| wel van den Euidolyken weg, lat de Eomeinen. ook
hoenders meevoerden met hun legers, is voldoend© bekend|
de vechthoenders speelden by de soldaten ©en grooten rol,

maar deze veohthosndsrs versohillsn in niets van d© land-
boonder?^, getuige de vondsten , welke by Wyk by t^urStede

(agt;r@i3tad), in de Frleache- en Groninger terBen en in
imgeland tusschen Oud-^arolingiseh en lo^einsch vaat-^erk
zyn aangötroffen..

In hoeverre er nu vo.rband lèstaat tusschen do torp-^
hoonders- en de uit het 2ü-iden ingevoerde, is niet zeker,
al ia de overeenko- at ook hier zeer merkwaardig. Indien
de terphoenders door volken uit hot Moorden of Oosten ,
dus ïDonemark.en of öiitsohland en Wé^st-^iuropa zyn Ingevo-erd,
dan kunnen wy aannoT^-»en, dat ook desa landhoenders zyn ge-
weest, immers al la beechry vingen na onze Jaar teil i.ng tot
het bewonen der terpen, wyzon er op, dat er sleshts eprake
is van landhoendore .

Do haan op kerktorens en in geschriften, als\'-\'ede d®
haan op Gallische munten, het zyn. allen gewone hoandore.
Men rangschikt zo reeds in de 9e eetw onder de hulsdiaron.
En dat in grooten getale voorkwamen, blykt uit hst hls^-

-ocr page 169-

torisoh© f@it, dat Aoning Haodrik I In het Jaar 0S1 ©en
fe©8t afsohaft€gt; in üeeland, dat op .Driekoningen werd g©-
h\' uden ©n waar o.m. 99 hanen. s©.o.fferd Bioeet©» worden.

Ik zal hiaraod© de^yst d©r gegevens eluitan en meen te
mogen concludeerönj dat d© tanim© hoendare gewone landhoen-
ders zyn geweest, iai
toen ik in 1888 b©gpn Riet mvn reizen
door ..©derland ©n toen
nog in hoofdzaak landhoenders aas-
trof - bshoudöne ©rikele uitzonderingen op buitenpltiats®!
en in Diorontuinen - lag hat voor de hand, dat bcvengeno©®-
d© coüolusi© door myn wsamesingon afdoende werd gestaafd.

m le reis maakte ik in d© fea.sö.hvacanti© van 1888,
Dez© i\'ing van Mepsel door Friesland ©n Groningen naar Duit\'rk
land, langa da Duitach© grens tot Benthe^© en terug over
...nsched©, aerigelo.
Ommen naar Meppel.

Het is niet mogölyk döze reis in alle kleine byzondör-
hedon hier t© vemolden, ?/©lk© ik van dag tot dag en van
atreek tot streek optoekend© . ik
zal my dus bapalan tot
©en beknopt ov©rzioht uit myn aant©ekeningen, welke voor-
komen in boekje A., tenfyl d© kleine byzcnderhaden te vin.
den zyn in boekje B.

Boekje A blz. 70.

Aangezien ik het Oosten van Prlesl^dl al bereisd had,
wilde ik nu westolyk, midden en Hoord-l?riIsland bezoeken
©n dan over Groningen door het üoordan over
en d© LuneburderhQid© tot Banthein. weer In ons L^md korden, :
waarna .ik,als er tyd oirer waarover aiBohede, li©n|F©lo,
Oniinen en Dedemevaart in Meppei tsrug wilde komen.

iïooalB ik in 1083 al had ops@i:i©rkt, was het Frieech©
landhoon kleiner dan het Dr®ntsohe. Ook d© kleuren ver-
schilden. iär waren veel i3©©r kleuron in d© gepeld© hoender^
welke ik tooschreef aan kruising van goudpel met wit ©n
2wart. Merkwaardig ®aa het, dat ik ge©n patryekleurig©
hanen of kippen zag. Morgens waren z© t© vinden. Ook maar
heel zelden koekoekveeriga, di© z© lioelveertJsB noatndan.
Cok .7ar©n ©r rood© snipjes of waiteneche rooden.

r-

-ocr page 170-

De tocht was zeer leerzaam voor my, omdat my bleek, dat

denbsp;Friezen aeer gehecht waren aan hïm *plekena**, quot;

zccalB ze -zeiden,vaa Friesoh ras« wilden van geen andere
rasaen weten. Het is niet mogelyk ïran ieder dorp of «tad~
30 aan te teeken wat ik zag | in hoofd?.aak waren het
Friesohe pellen, in talloo^e kleuren ;
4ên ras, êén type
kleine kamsiet^3e , witte oorlellen, opstaande staarten en
Mauwe pooten,

Kerst in mflo in üroningen hoorde ik van een groot
hoenderpark van een zakeron ^ykinga. Daar waren van aller^.
lei vreemde soorten , n,l, kuifkippen met groot© witte
kuiven,
Gochin«Ohina »s en zelfs Slalelsche hoenders, Hy
had ook allerlei soorten krielhoenders, eenden, kalkoenen,
enz. Ook \'l^arellKJenders, het was de soeit© waard ©m te zien,
In Groningen waren al enkele kruisingen te zien onder de
boerenhoenders, doch ook hier waren op het land byna overal
goud- ©n zilverpellen. Ze mren veel grooter den die in
Friesland en zelfs dan die in Drenthe. Patryskleuriga
hanen waren er overal, ook hennen aet een grover teekenin^
dan in lirenthe. Ik trof het dat in de stad Groningen markt
was. Daar wae vannbsp;byeen uit den omtrok,addb: allerlei

soorten vari kruieingen, waaronder c.ck tweeslachtige dieren.

Hanen met hennefcammen, hennen met lange etaarten en
bolstaarten.

Ook gekruiste Goohine en kuifhoendera, baardkippen,

dubbele kasmen, kortom van alles en allerlei. Maar het

meeste waren er de grofgepelde goud. en zilverpellen en

patryskleurige landhoenders,

^o trok ik over de ^^cne by Meuweschane naar Bunde,

enz. C Over de reis door Duitschland schryf ik verder in
hoofde tuk )

Im 2q reis maakte ik in de Pinkaterdagen van 1888.
^eze ging van Keppel docr üveryaael, öelderland, i^imburg,
l^oord^acant, Seeland, Zd.Holland, Utrecht en het öooi
naar Amsterdam en duurde een week.

-ocr page 171-

Van i^sterdam ging\' ik ïa©t da nachtboot naar Moppol
terug«

ïon eind® ook dos© reis duidelyk uit t@ beelden, bracht
ik de resultaten der boida reizen op Kaart B tesaiaen in
bepaalde .kringen, welke als het war© afsonderlyko land-
streken aangeven. (
zié Kaart 3. ) .

m mm*-

Het was myn plan ®et de^e. tweed© reis het voorloopig on-
derzoek in ilederland t® eindigen | het op des® roison var-\'
za2a.elde overzicht achtte ik voldoende oa een conolmsio t\'^
maken.

Ik had ÓMZB rai.a eco ingericht, dat ik behalve het plat-
teland ook de kippenmarkten in de steden, althans de voor-
naamste ^^^ bezoeken , terwyl ik dfi navolgend%h©aren
pluiisveevrienden kennis had gegeven van myn komst en by
soKMigen aou logoereni

J.«A,3.,van Aalat, HéerbOBChf S,A.,.l3wytink , Amliéia; J.J. .
Duyveneëe Wit,¥elp^ ^Isron van Sytsesa, Velp; A.Hoogendyk,j^
Vlaardingeninbsp;, Amersfoort, C*.Verloren vaji Theraaat,

AmersfoortI P^iJ^lCessels, Tilburg, F«de Haan, Eefd©,; Jhr.
de Jonge van Zwynsber^en, sis^ssdBiSjfc Helvoirt.

2y allen hebban mynbsp;hunne ervaringen medegedeeld en

in kennis gebracht met feiten, welke ik niet wist, 0-ok
d^k ik aan hen varschilland© platen, boekan en schildoryt-
3©8, wolk® dit onderhoek zoo volledig mogelyk maakten.

Van den Hoor Duyven4 do Wit kreeg ik het bekend© schil-
derytje van J.Monckhoret (16SI), waarop verschillende
ïledetlandsoha raspen voorkomen * { 7,i© afb. )

Wat nu de landhoenders betreft op deze reis, zou ik
gerust kunnen zeggen :
zb kwamen overal sonöer onderscheid
op het platteland voor, zoowel in de patryekleur als goud»
pellen/en andere kleuren*

In de Achtorhoek van Overyssel zag ik maestal nog pa--
tryskleurige. In Ensohede aan ém Oldenzaalschen weg, zag

ik by den Heer Ter Horst Hollandache Hoendera , toudpel
en Goudlaken, Dezelfde rasee^ zag ik ook by den Hoer H.A.

de

-ocr page 172-

ivan d© gr© zon in l^ent© zag Ik hoenders, di© zaer hoog
op d© pooten stonden ©n knobbolkaiiKnan hadden, zooale by
lamp;aleyers
. H#t waren ©ohter geen ©oht© Blaleyers, doch
»nbsp;kruisingen van
dez©» In de Betuw© waren v©@l kruislRgen met

Gochin-Ghina/f^-v©rsohyns9l©n , vooral liepen daar veel
kriolhoenders tußschon d© toerenhoendera.

Na in Völp by den Heer O*de Wit t© h©bb©n gelog^^ord,
ging ik zuidölyk dcor Limburg naar Maastricht,waar
H@©r Von Wersch
my verwelkomd© en m©t my d© g©ho9l©
str0©k van Zuidelyk
Brabant bezocht, n^l*. Be

Overal landhoondere, by maesa\'s, \'ook kuif ©n baard-
hoenders. In d© Ä@mpsn alleen Ghaamsch© Hoandors of Kem-
pens che, tot *s-tïertcg©nbosvh • In Helvoirt overal land-
hoenders.

In Zeeland rondom Middelburg waren hoofdzakelyk patrys*
kleurige ©n grcot© goudpel hoanders | In het land werden
ook byna geen krpiéingen aangetroffen.

Van Middelburg ging ik set d© boot naar Rotterdam, naar
don Dierentuin. Hi
©r zag ik allerlei vreemd© hoenders,
zoowel Aziatisch© als Kuifhoenders,
Fransch© hoenders on
Nederlandsch© rassen, walk© als hat ware zoo uit d© schil-
deryen van d© Hondecoeter waren weggeloopen ©n ©en massa
kri©lho©nd©rB,

Van Rotterdam trok ik door Zuid-4iollaad naar Ötrecht
©n ging D©n Haag voorby, alwaar ik reeda ©©rder g©gev©ns
had verzamold op ©on vroeger© reis,
waar ik in de buurt
van Wassenaar in allarlei villatainen Nederlandsch© raeeen
had aangetroffen.

In UtrQcht langs d© V©cht zag ik we©r dezelfde hoenders
als op d© genoemd© schildQryön* In h©t öooi was ©@n groot©
menagari© van den H©©r Blauw, waar ik ^ild© hoenders zag.
^^^^nbsp;Het waren Bankiva\'s , Vorkstasrt ©n Sonn©rath hosader^,

welk© hf had gekocht in Ant^rerpen van kapiteins van Indi-
sch© booten, fiy freeg ©r ook kuikens van, tsaar deze stisr»
ven meestal*

Van het Qcoi naar Absterdas ©n vandaar d© nachtboek wag^

-ocr page 173-

\'77-

het einde van deze reis, die my ©en ■feyzonder groot re

»

suitaat had opgeleverd.

in het, jaar 1900 volgde een 2amp; groote reis door Heder--

landj toen per motorfiets, waardoor ik het veel gemakkely

ker kon doen en vlugger» Ik volgde weer vrmlm dezelfde
het

route, om vergely^ beter te kunnen maken. Het resultaat
van deze reis vindt m.en op Kaart

Ik meon naar de toeliohting van des© kaart te kunnen
verwyzen«

In 1920 heb ik nogmaals dezelfde re la mogen maken,
waarvan de reaultaten zyn verzameld op Kaart
7 met toe-
lichting.

In 1935 heb ik toon deze onderzoekingen beeindigd met
gegevens uit de litteratuur , welke zyn bpeengebraoht op
Kaart 8 met de toelichting«

RESllMEiiRSl^DE is do conolusie//^f^jl^/ï Tm landhoenders
zyn zoo goed als verdienen. Nederlandsiyfe^ waren hun
landhoenders niet waard.

En niet alleen hun landhoenders, maar ook hun eig«n
lïederlandsohe rassen* Sio transit gloria mundi/.

13e geg©vans, welke ik heb verzameld op 3 reizen door
Nederland in de Jaren 1868, 1900 en 1920 gaven my aanlei-

V

ding de gesohiedenis der hoender« in 4 perioden te ver-
doelen, gelyk ik dit» ook voor de Brentsohe hoonders deed en
wel t

!• do periode van cnze Jaartelling tot 1S60»
2. de periode van 1860 ItOO.
5. de periode van 1900 - 1020.
4, de periode van 1920 - 1956,

-ocr page 174-

Hoofdstuk 4.

yeramp;prQidlng van de Hoendars in Nederland
van de jaartelling tot 1860»

yertelaring van Kaart 5 .

■-Ifci»\'quot;

O

(3

/-IC,,

Landho endars.
Assendelfteche hoetiders,
Chaamsche hoenders
ßrenteohe hoenders.
Frieeche hoenders,
Patryaklei^ige hoenders.
OoudiaJcsxpel hoenders
Roodpel hoenders.
Hederlandeche hoenders.
Kruieingen.
Aziatische hoenders.
Middellandsche-zee raseen.

O

Toelichting van Kaart 5.

Kaart 6 geeft het overzicht aan , dat ik verkreeg op
een reia docr l^ederland in 1888, Do kring met L. geeft
aan, dat de landhoenders over heel liederland waren ver-
spreid, waar
zy sedert do Jaartelling het landraa vora^dsn,
dat tot 188-0 bekend was,

l^epaalde groepen van landhoenöers als ï Assendelf8chelt;Ä,gt;^

Drentache-\' (D. Chaamsche (ö. ), Friesche (F, ), fcwa!?^.en voor

resp, in Aeoendelft, floord^abant (De JCe^^en), Friesch-
land en Drenthe,

Waar deze landhoenders ii; g bepaalde kleurgroepen vorm-
den,
wordt dit aangeduid door (P. ) Patryskleurig, (ö,) Goud-
pel en CR.) ^cdpel, Hederlandeche rassen werden vcornaitje-. -
lyk gehouden in Zuid-Holland, iW^/ Gelderland -Apeldoorn»,
Utrecht Klangs de vecht-, Moord-Hclland - Gooi-, en Hoord-
iirabant, alleen op de terreinen van landhuizen, villana en
kaateelen {I^,

Kruisingen kwamen in allerlei vormen en kleuren voor en
ontstonden doordat
de boeren kuifhoenders, baardhoanders,

///

-ocr page 175-

rozo^annnig© ©n Buttercups kragen van de landheeren.

Vemelöenßwaardig is het zeker hier te Wfzmi op lt;5© vele

(iC, ) kruisingen In de buart van Apeldoorn, welke ongetwy-
feid verband houdan iset d© hosmders , die ©l^streeks l^OO

in den dierentuin van Prins Willem V te Apel-
doorn
werden gehouden en die dcor M d*aond@ooet©r zyn

geschildord ( Zie Afb, ) • Men noemde 28 toen Kcningskip-

pen, Tfe\'at op het verband zou wyzen.

Aziatische raesen trof ik in byna alle grensplaatsen
aan langs de ïXJitaoh© grens, vanwaar ze werden aangevoerd
(AZ.).

Ook kwamen ze voor in den Bierentuin in. Arasterdara en
Den
Haag.

Middellandsche-zee rassen trof ik .aan langs de Duitsohe
grens in het Oosten ©n Zuiden,(Mr).

Het is o-paerkslyk, dat de Ho 11 and echo schilders oibs treek e

ISOO hoondére schilderden, die eenige eeuwen later in
ïlederland werden ingevoerd onder damen als ïMinoroa\'e,
ioidal US i er e , L e gho rns, Ku if -fcaardho end o r s , Gh^ * s , enz,
Ze werden zoo juist en scherp weergegeven, dat men ge-
makkelyk deze hoenders kan herkennen, (zie Afbeeldingen )
Vooral de
landhoenders werden door Jan Steen byzonder
duidelyk
in hun kleuren weergegeven.

De toestand in dit tydvak was due, dat landhoenderfi
hoofdzaak waren, terwyl vreemde raseen hier en daar voor-
kwamen.

-ocr page 176-

Hoofdstuk 4#
De Verspreiding van de Ho endore in Mederlafid
van 1880 • 1900.

V rklariog van Kaart

LandJicender s »
Nederlandscho hoenders.
Kruisingen«
Aziatische hoenders,
MiddeJ.landsche-2e0 teaendars,
■J
teioriltaanooho »^oom^oji^o.

Toelichting van Kaart 8» tWi/

Kaart geeft aan, dat de landhoendere {h* ) worden ver-
vangen dtor de Hederlandsche raaaen (I. ) en Kruidingen (K,)

Dit was de tyd, toen de Hederlaneohe rassen zieh in een

/te danken wag aan
groote belangstelling begonnen te verheugen, hetgeen/de

oprichting van de Hederlandsohe-iloenderclu.b, J^^g\'^^y^^/^l^^/

Tegelykertyd traden de AziatiBohe rassen (Az. ) meer op

den voorgrond rondoia de groot© steden en in de IXiitsche

grenageneonten |© werden saestal uit Etoits^hland inge-
voerd,

Oöfc de Middélland8Ch©-2©9 rass^n^waoen uit het Euiden

en het Hoorden (Visé, ilieuweschans en Benthein ons land
binnen»

Byna overal vond ik kruisingen van alle rassen (K. )
De Assendelftsche , Ghaarasche, jDrentache en Fries^h©
hoenders waren reeds belangryk verminderd, tot op de helft
en vervangen door Hederlandsche rassen en de overige
vreemde rassen.

Uit een overzicht vmi dit tydwak blykt, dat de pluim•
veestapel in Mederland voor ongeveer de eene helft be-
stond uit landhoenders en Nederlandacho rasj^en en voor de
ander© helft uit vreernd© rassen»

n:.

e

fjyérr

üf-

-ocr page 177-

Hoofdstuk 4.

D© Vers-\'FoidiniH vaii d© Uomdera in Mederland

van 1900 - 1920 •

¥©rklarii:^ van ilaart 7.

Ass©ndelftsoh© lio©nd©rs.
Bamavolder ho8nd©rs»
OliasffiiBQha hoenders..
Dr©ntschö hoendera.
BVi©aoh© hoanders.
Landhoenders.
Hederlandsoh© hoenders.

quot;Twentsoh© hoondors,
Walaumraers.
ƒAz. Asiatisoh© hoenders.

^Mr. Midd©lland3ch©~z©e hoenders.

fAM^ Aa©.riiK:aaneQh© hoenders.

1o©lichting van liaart 7.

^aart 7 geeft aan hc© Landhoenders ©n d© H©d©rland-
eoh© hoondors heginnon af t© nomen.
i-©tt©rs
terwyl niouwe HederSLandeoh© rassen ; Barn©v
©ld©rs, Twent-

sche ©n Welsuïssers hun p}.aats gaan irmam@n. B.T.W.

De Aziatisoh© rassen (Az) zyn thans overal vsrepreid,
hoowöi niet in zoo groote mat© als d© Midd.se© rassen(Hr),
welke/thans voor ongaveer d@ hslft d© lederlandsch© nluim-
voestapel vormen»

De Amerikamische rassen {All, ) beginnen mser en meer op
te treden, doordat speoial© olubs dez© rassen sterk pro-
pagaoren.

De klöuri^kheid dor kaart toont aan dat er thane een
Z0©r heterogeen©
pluisveestap©! in Mederland aanwezig is.

A.

/(p/.

-ocr page 178-

/ƒ3.

Hoefdetuk 4,

ä^L ^ Landho anders en hun Oeachiedenie»
De ric^ endera in de over ige landen.

In de^Hoenderrassen** Deal I, hoofdstuk V, blz. 144,
heb ik in Staat ¥I een overzicht gegeven van d© hoenders,
volgens hun verspreiding over d© wereld tot het jaar
1909,

Ik heb toon in ©en 6 tal verspreidingsrichtingen de
komst van het ta^me hoen als volgt T/eergegeven :
l»Voorhl8torisehe verspreidingsrichting :

Gentraal Ȁzie , Zuid-Rusland, Hidden-B^\'ro-pa, Weat-Buro-nf.
door vclkeverhuizingen en Gerrnanen«
2* Voorhistorische varepreidingsrichting ;

Centraal-Azie, Madagascar, Afrika, 2uid-i:3uropa,
5. His tori gehe v era prei dingsrichting i

Centraal-Azie, Voor-Indie, Perzie, Griekenland, door
veroveraars ;n ou^tuurvolkon, 600 v.Öhr. tot de Jaartelling
4gt; Historische verspreidingerlchting ï

Centraal *AsiQ, Ghina, Japan, l\'est-E\\aropa, door zeevaar-
dore , na da Jaartelling»
f« Hi 3 tori sehe ver b pr e i dlngari cht In ï

Centraal-Azie, Auatralie. West-Europa, dcor zeevaarders
na de 16e eeuw»
6» Historische verspreidlngsrichtini^ :

Van.-.Hed.Ocst-Indie, Mal ei sehe Archipel naar Weet-l\'Äjrona,
na
de 16e eeuw door de 0,I.Gompagnie,

Haar aanleiding van deze historie zou ik nog het vol-
gende willen opmerken.

ümtrent d© voorhistorische verspre.dinlsrichtingen 1 en
7. zyn ïïMt vool meer gegevens bekend geworden, dan die ,
.-^elke iknbsp;heb beschreven, Bewyzen , welke ons zekerheid

kunnen g- ven, s-yn ffte-riert lUo publie^allu tilyl ia tü^u lej.jrt
g-ekmBcu ik zal dus hierop niet nader terugkomen. quot;

Wat de 4/ hiBtorische verapreidingsrichtingen betreft,
heb ik in Hoofdstuk 4 naar ik meen voldoende gegevens
byeenverzaiaeld om het bs^ys te leveren, dat ze Juist zyn.

-ocr page 179-

zoodat ik amp;Qn verder© toeliohting niot noodig aoht.

In hooverre nu de verspreidingquot; van het tassia hoon in
de overige werelddeelen heeft plaats gehad, zooals de
iatero historie one heeft geleerd, isog© hljken uit het
o orzioht in 4 iCaarten 13, 14, 15 en 16, welk© dezelfde
*ydvakken aaniteven set dezelfde kleuren als/welke in de
vorig© 12 Kaarten zyn genomon, nl« :
-hm iaandhoendora •
■éZm AZ-iatisoh© rassen.
Middell.zee rassen
Aiaerikaanscha raasen«
Landelyke rassen en Kriïisingon.

In d© kringon ziet inen de aaneensluitende gehieden,
eohter zonder letters.

V

\\ ■\'lt;

v/V

F

^rolledigheidBhalve heb ik: de 4 gebieden der wilde
.jnbsp;hoenders op Iedere kaart in dezelfde kleuren aangegeven

als op Kaart A , nl,;

^^ //// Gallus Bankiva ,
^^ X\\.\\\\nbsp;Sonnaratl^

^^^nbsp;Jï Furoatus,

XXXXnbsp;,, Lafayetti,

In een kort resuiaé heb ik vervolgens de gegevens, welke
my zyn verstrekt door versoftillende bezoekers van alle
landen tezamen gevoegd, waarin d© opkOT-st en het verval
der hoenders ^ordt fceechreven, hetgeen ook in
de Kaarten
tot uiting komt. Ik heb hierby dezelfde gedaohtegang ge-
volgd, als by de gesohiodenle van de andore Handen, nadat
my gebleken wae, dat deze zioh overal op dezelfde w^/ze
herhaalde. I^ez© gesohiedonis laat zich ireergeven door de
volgende indoeling :

1.nbsp;Da opkcmet dar landhoenders en hun overgang in nieuws
rassen.

2.nbsp;Dq opkomst dar Aziatische rassen, hun invloed door
kruisingen en daarna hun verdwynen.

5. m opkomst der aiddall^dsche^ee raseen en hun toe-
naiaonde verspreiding.

// :

/ ;

7 ^^

»

r 4 i

-ocr page 180-

/fr

4, De opkorast der Amerikasnsche rassen ©n hun versprei-
ding«

E« D© invloed van kruisingen en het geleidelyk verdwynen
van de onge-^ensohte kruisingsproducten.

6» D© opkciast der nieuwe landlioendere door verbetering
der bestaande, zooi?el als dcor teeltkeus van suivere
typen ale het kweeken van nieuwe plaatoelyk© raeaen
door stelselsatige teeltkeug®.

KAART 13. De Moendere in de overige Larid©n,ïCKS

van de .laartelling tct 1B80.
Verklaring van Kaart 15,

In het centrum ( Centraal-Azi©) geven d© 4 omland©
gebieden aan
ï

Bankiva hoenders
Sonnerath ,.
Furcatus ,,
Lafayetti ,,

De verslreiding heeft plaats gehad over de geheele
wereld.

L. Er komen overal Landhoenders voor*

Az. Uit Ohlna zyn de Asiatisohe hoenders naar alle limden
ingevoerd.,

Mr. RondOiH de Middellandeche zee treden de Middellandsohe-.
zee rassen op, Ze zyn aan het einde van die periode in
alle landen aanTfezig,

La.X- In d© witte vteken treft men landslyke raeslt;« en krui-
singen aan.

»• • ♦ ♦

Kaart 14« De Ho endera in de overige Landen ,

_van_18a0 1900gt;

Verklarinj^. van Kaart 14. \'

De Aziatische rassen zyn thans overal verspreid (Az. )
De l-andhoenders zyn in sommige werelddealen aan het

¥

-ocr page 181-

///- ff

verdwynen. Dit waren de gebieden, waarin ^s van de beginne
af aan van geringe betekenis zyn geweest, nl, Hoord-^serika
en Australië,

De^e landsn zyn reeds allen in het besit van Middelland-
Bohe-zee rassen en Amerikaansohe rassen.

In do meeste landen zyn nog enkele landelyke raneen en
landho onderkruisingen aanwezig $ In luslaiid zyn 2;® zelfs
toögenoDon met do uitbreiding van de pluimveeteelt test in
Siberie.

Kaart 15. De Hoenders in de overig© Landen ,

van 1000 1920.
Verklarim^
vari Kaart W*

D© Landhoenders zyn totaal verdwenen in MoordWlmerika
en Autralie, alwaar in hoofdzaak £Udd©llandsoh@-.z©e rassen

fen Amorikaanech© rassen worden gehouden. De Asiatisoh©
rassen z^n verdwenen in Moord- en Zuid^Amerika, Afrika en
in vel© landen in W©st*iSuropa.

Kruiaing©n en i.andeiyk© rassen ^yn overal aanwezig,
zelfs in meerdere Tsate dan- in het vorige tydwak.

Kaart iP, De Hoenders in de overige Lan^-^en ,

van 1920 * 1955.

y erklär in ^ van Kaart 16

Landhoondera en Aziatieche raseen zyn^S© iseeste landen
verdwenen on vervangen door Middellandsohe-zse raéeen ©n
Amerikaansch© rasson. Het tydperk van Kruisingen neemt af
on inen ziet de opkomst van nieuw© plaatselyke ©n lande-.
lyke rassen.

Wanneer wy nu de op blz. ganoemd© cntwikkelingeperio-

nader aan een b0J3pr©king onderwerpen, dan do© ik dat,
omdat er een
z©9r aarjiemelyfc© verklaring bestaat voer deson
loop der historie ©n w©l de volgende i

-ocr page 182-

Ü-l- „--

///

IHDEÜLIBG,

1» De opkor^r^st (Ier laji.lt;amp;oentiers en hm overgang in nieuwe
rasson*

2* De ODkoiüat dornbsp;Aziatische

rassen, hun invloed door krulBingen en daarna hun
vardwynen,

De opkoset der Middsllandache-se© rassen an hun toe*
neuonde verspreiding.

4.nbsp;Dovopkorüst der Araerikaansch© rasaen en hun versprei-
ding.

5.nbsp;De invloed van kruisingen en hat geleidelyk verdwynen
van ongewenschte kruisingsproducten.

De opkomst der niouwe Landhoenders door verbetering
der bestaande, zoowel door
teeltkeus van zuivere typen
als het kweeken van nieuwe plaatsslyke raseen door
atelael^atige teeltkeus*

1» a» Q-pkomBt der Landhoenders en hun overgang in nieuw© raseen»
In de letters L,, ifelke op allo Kaarten (1 16) voor-
kotaen, ziet 11 en dat de Landhoeaders na hun t^iolng en de
komst uit de öentraal-.Aziatische gebiedenlt; het meerendeel
der hoenders vorsten.

Voornamelijk In Wost^Europa hoeft het oorspronkelyke
landhoen^iïaand© kunnen houden, torwy- het na kruising aet
West-4£uropeesch© raeeen, zioh. raet gewyzigde k@gt;Tiaerken en
eigenschappen-weer aanpaeto. Iiatuere d© sieeste nieuwe West-
Suropeeeche of Middellandache-zee raseen, die hun invloed
op het oude landhosn hebben uitgeoefend, waren ook land-
hoenders
c Leghorns, J^lnorca*©, Andalusiers). m waar het
oorspronkelyke landlioon werd gekruist met andere Mlddell.
zoe raesen (Kuifhoenders, enz, ) of Araerikaansche raessn,
daar lostte hot zich op in nieuwe raseen mat afwykende
vomen en gewyzigde sigonschappen.

Dat hierby ook onvoorziene omst ndig^oden aen rol hebben

-ocr page 183-

/iPcP.

gospeeld, nl. de verspreiding van ziekten met d® ko^stnbsp;[

1

der vreemde rassen en de oorlog, is bekend»

Waar het oude landhoen vaïi weinig beteekenis is geweest, [
werd het geheel vervangen door de nleui^e rassen, hoewelnbsp;\'1

ook by deze nieuwe rassen zyn invloed nog tot uiting is
gekomen.

Waar het oud© landhoen wel van groot© beteekenie is
geweest en toch verdween, heeft men dit te wyten aan on-
üordeelkujidig optreden, hoewel het
2:yn invloed ook hier
heeft nagelaten, in don vom , de kleur #n d© eigenschap- I
pen.

Dat de Kederlaadsohe fokkery hierby een eigenaardigenbsp;-

rol heaft gespeeld, heb ik reeds aangetoond door te wy^en ■

op hot feit, dat lïedei^landsohe rassen in den Glorie tydnbsp;^

(1600 - 1700) hun hoogste punt reeds hadden bereikt op
do buitens in Holland, (Schildoryen).

Deze Mederlandsohe hoenders syn onder de overheersoMng
van Spanje en i^ankryk verplaatst naar die landen en hun
afstammelingen kwanen via Engeland en i\\ïnerika in de latere

eeuwj/^r wear ia Jiederland terug, als nieuwe rassen , Ci^eg-
home, Minoroa*s, Andalusiers, enz,)

Bat hadden de Hedorlanders evengoed kunnen doen, Sn
waarom hebben zy dit niet gediian ?

Wanneer sen hierby het argunent zou willen aanvoeren,
dat de oud© landlioenders te klein of niet productief ge-
noeg waren, dan moet ik dit argument beslist afwyzen, ik
heb harhaaldelyk op ïontoonatellingen en in myn hoender-
park of door fokstammen by den boer te plaatsen, bewegen .
dat se gemkkalyk door teeltkeus waren
ta verbeteren,
grooter in vorm gelyk aan de Leghorns, legetere van groo- \'
tere eieren en minstens even goed ale deze te taaken.

Wel - het oude spreekwoord ï» een profeet is niet ge-

eerd m eigen 1-nd^ zou hier wei eens van toepassing kun-
nen zyn,/

-ocr page 184-

/(Pf

Hoofdstuk 4.

O. pe Aziatieohe rassen en hun Invloed op de
hedendaagsohe rasaen.

opfaomet der Agiatlsehe rassen^ hun invloed door
krUlfasingen en daarna hun verdwynen. ( zie Kaart 15)

De komst der Aziatische rassen was een ©veneraent in de
historie der hoenders, waarop ik terwille van de hietorie
hier nog T/el eens de aandacht raag vestigen.

By niemand vinden wy het quot;begin dezer historie zoo goed
beschreven als by L.Wright in zyn IIluetraded Book of
Poultry en wel otodat hy deze periode zelf nog had meege-
caaakt.

Wy lazen op blz, 208 :

•^Toen de eerste Asiatische hoenders en we~ voornameiiyk
de Shanhaifeof Cochins in Engsland in 1843 werden ingevoerd,
waren dit flinke groote dieren zonder een enkel veertje
aand© hooggeele pooten on raet een geelbruine veerkleur.
Zy kwamen in het bezit van H.:i.Koningin Victoria onder den
naa^n van Gochin-Ohina . Zy geleken^p Maleyers dan op
het Oochintype en ze kwarrsGn waarschynlyk uit de streek^
wier naam zy droegen, nl. Maleisch schiereiland. In 1846
verkreeg H.M. eenige betere exemplaren, maar ook deze waren
niet van het gewenschte type.

In 184? voerden f Engelachaidieren in, die de werkelyke
kenmerken dar hedendaagsche Oochins bezaten. Al deze vo^^ele
kwamen uit Ohina en wel uitsluitend uit de haven van
Shanhai. Ook werden ze uit dien haven tegelyk in Amerika

n

ingevoerd.

Wright zegt v©rvoigene,waar een stryd werd gevoerd om-
trent den naam : Shanghai\'s of Oochins, tusschen Engel-
sehe en ^jnerikaansche fokkers : quot;Het ie voldoende op te
gl/^^nbsp;merken, dat het in de kwestie omtrent deze vogels een

naamkweatie was, want Cochins waren het ^eker niet , igaar
de liefhebbers
wilden dien naam, ^HiM-fey^igBrigi-wy zy werden

Oochins en zullen Oochins blyven.«

-ocr page 185-

En verder ; quot; invoer van deze vogels was een merk*
waardige gebeurtenis in^ de geschiedenis der hoenders.

Het werd een manie/

Weinig menschen hielden toen nog kippen ©n,wi© dat deed,

werd heechouwd als een onschadelyk^ zwakzinnig individu
of als een man, die zyn tyd wilde geven aan het kweekon
van witte muizen/

Haar de Gochins kwamen als reuzen op het tooneel, zy
werden gezien en zy overwonnen , Hoe dwaas de roep was, die
aan hun vooruitging, moge blyken uit hetgeen
W. verder
sohryft. Het weinig© volk , dat voor het eerst ©en kippen-
tentoonsteiling quot;bezocht, keerde naar huis terug met ©en
verhaal omtrent het wonder,dat z© hadd©n gezien, nl.
kippen zoo groot als struisvogels, ?felk© met hun verschrik-
kelyk gekraai byna hot dak aan stukken dezen vliegen
en
waarvan sommigen bruJlden als leeuwen in ©en diierentuin» /

De straten liepen vol, het volk wa-^^ gewoon *g©k* om
dez© Ooohins te zien « tot eindelyk d© bezinning ksrat

terugkwam. Etoch de Coohin8 waren er, hun reputatie was
gevestigd, de roep ging voor hon uit,

Onnoodig te zeggen, dat de winstmakers ©r heel apoedig
byvoegden, dat ze reusachtig groot© bruin© eieren legden
en w©l lederen dag één, dat ze nooit ziek werden on goed
waren om veel kuQkens uit te broeden. Hun w©g was hiermede
gebaand naar alle kippenhokken en z© kwamen ©r ook.

Waren nu de Cochins elfde gebleven als d© ©ergte
ingevoerd©, nl. mooi© groot© dieren met hooggeel© onbe-
vederd© pooten en goede ©igensohappen, dan zou thans on-
gQtwyfeld het Oochintydperk nog bestaan, maar - al heel
spoedig verviel men in uitersten . Somraig© vogels hadden
©©n paar vo©rt3es aan de pooten, dat kenmerk werd aange-
kw©©kt en opgevoerd tot de monsterachtige pootbevedering,
welk© van den slanken vogel oen olifanttype maakte, gy
die zware pootbevedering ging de leg achteruit, de eieren
werden kleiner, zelfs het broeden ?;aB ni©t m©©r mogelyk.

-ocr page 186-

omdat d© kloeken met han ^ware veeren de kuikens dood-
trapteni krtoro de reclame , welke van dit dier een \'*Ko—

los subquot; had genaakt, ifas de oorzaak dat men alles kolos-
saal aan hom ging fokken en hiermede waB tevens het von-
nis over hen geveld,

ünz9 eerste lEXKXKacMSJS^EK kruisingen met Gochins uit de

jarsn ISSS^SS gaven uitstekende gekruiste dierenj «feitstfcx
omdat het voge -s waren met ankele of geen veeren aan de
pooten. Ik heb toen zelf hard medegedaan aan deze kruisin-
gen. Maar zy, die hebben gekruist met vogels uit de latera
jaren 1890 - 1900, zy werden de dupe van de historie ;
zy kregen kolossussen, zonder productieve eigenschappen
in plaats van nuttige dieran.

En nu ia hst merkwaardig te zieti, hoe de historie hier
hst bewys heeft geleverd, dat de opgevoerde monstervolma-

king leidde tot zyn ondergang. In 1900-1910 werden er eeni-
ge malen Gochins ingevoerd öiit de haven van Shanghai in
Antwerpen, precies dezelfde als in 1845 en men trok er
de neus voor op/. Waren het Gochins? Bedrog/, lüimers Gochins
hadf-en zvmre pootbevedering en deze ? N_iets dan bedrog/.
Door bemiddeling van den Heer v/d Snickt kocht ik 1-2 voor
- 20.-,dus ©en prys, die nog niet eens de vracht kon halen.
Daarom hield dan ook de invoer op, omdat
geen winst
meer opleverde. Soo was men aangewezen op de Ooohinmonsters
en deze hebben de halve wereld voorzien van broedeieren en
afstaroraellngen, zonder waarde voor de fokkery, Sn toen men
dit begén in te zien, ^/as het reeds tolaat. Van de goede
eigenschappen der eerst© ouders was niet veel meer overge-
bleven, hun leg viel tegen, het ei was te klein, z© waren
byna altyd broedsch, doch konden voor het broeden niet
worden gebruikt wegons de zware poctbevedering, hun vleesch
was geel met èin dik vel om de zware veeren te kunnen dra-
gen, de hanen konden wegens hun logheid nauwelyks paren
met kleine hosnders, omdat deze byna vermoord werden -

kortom de Gochins hadden hun roem overleefd en reeds tegen
1910 was de weg raar hun ondergang zichtbaar. Thans zyn ze

ifJtJ^

-ocr page 187-

nog in handen van enkele enthousiasten, di© houden van
iets byzondorti.

Zooals het ciot cïe CocTiins ie gegaan, zoo verging het de
Brahïïia .

Men zie de afbeeldingen der ©erste en die van m JaaÈ

tot

later by elkaar om dezelfde conclusie te komon . en dus
zender comisentaar,

Kn wannaer de ïlaleyers toevallig ook een paar veerstjep.
aai3 de pooten hadden gehad, zou het aet hen denzelfden weg
zyn op29ga,an, al zyn er voor den Haleyerf/ ook voldoende
andere gegavKn op te noeïïien, waardoor ze nooit tot een
massaproduct zyn gekomen.

Do overige AziatiBche rassen als : de Dwerghoenders en
de uitersten van teeltkeus als • Phoenix, Aseels, Yokahamai
Sumatra\'s, Silky»8, deze hebben geer^ rol van beteekenis
gespeeld. Het
zyn altyd sierrasson gebleven in de handen

van enkele enthousiasten.

• * » • »

Nu hebben echter de Asïiatisch© raaaen zeker de snoren
van hun Aziatisch bloed overgobracht in
deze m jaren van
hun bestaan en wel door do vele kruieingon , welke met hen
zyn tot Btand gebracht.
iSn dit zoov/el ten kwade als ten
goedo.

Wat het kwade betreft, wil ik hier wyzen op de toestan-
den, zooaïs ik dio aantrof op myn reizen in Hederland,
België en Duitsohland, waar alle stelsellooze kruisingen
een beeld gaven van oen monsterachtig mengelmoes, dat geluk
Icig thans totaal is verdwenen.

Ditzelfde verloop heeft echter ook in de andere landen
plaatB gehad, ^oodat men daar ook begonnen is met het op.
ruimen van die steleellooze kruisingsproducten.

Sn wat het goed betreft, dit is tot uiting gekoTP.en in
verschillende plaatselyke en landelyke raspen, fokproduc-
ten van stelselmatige en lang doorgevoerde methoden, die
thans nog een sierraad uitmaken en aen belangryke rol spe- \'
len in de pluiraveefokkery nl.

-ocr page 188-

De Engeleohe fokpi\'oduoten : Dorking/,LinGOlshirs^,0rpingtoni

: Maggi, Padovana.
: Orloff , Siberisch.
: Huttegem, Mechelsch,
: Estaire,Bourbourg, Paverolle.
; Hheinlander,Nassauer, Sundheiraei«
Stuhrer.

: Barne¥elder,Welsum\'^er,1^.¥entschf

iï.H,-Blauwe,
: Pljm0uth-Rook,Bhode-Island,
Dominique, Wyandotte.
Dit zyn de voornaamste rassen met Aziatisch bloed en
als zoodanig hebben ze hun d:amp;nst ^mÉimm bewezen, hetgeen ik

in de 4 platen tot uiting het gebracht, door de witte kleui^
terwyl de gele kleur de Gochins aanduidt.

Hoofdstuk 4«
^ ^ilt;3deliandsGhe~
zee rassen en hun aandeel in
de vorming der hedendaagsche raesen,
£2. opgQ^gt der I-Iiddellandech©-zee rassen en hun toe-

veroproidin^ OCleur Blauw op de Kaarten i:^, 14, 15, W )

In Hoofdstuk 1 heb ik gewezen op de komst der Italiaan-,
sche hoendera op de raarkt te M©pt3©l in het Jaar 1890, Ho©
ze daar aankwai^en en ?mt ze toon waren, ie wel gebleken uit
h©t feit, dat na ©enige jaren de g©heele pluimveestapel in
Drenthe was besmet met pokken en diphteri© ©nz. ©n ten
gronde ging.

En niet alleen in Drenthe maar overal ©Idera was dit
het g©val, totdat het toezicht door veeartsen aan de grena
te ¥isé kwam, toen het reeds telaat was.

Stellen wy echter do vraag t-\'Wat waren deze Italiaansche

hoenders?», dan is het antwoord «Wel het waren gewone
landhoenders,
ze Piadden dezelfde vorken en kleuren en wa-

ren iets grooter en daarby gevoegd de niet achtegebleven
reclame, dit maakte dat ze ook spoedig den weg naar d©

..nbsp;Italiaanache

,,nbsp;Ruesische

,,nbsp;Belgische

,,nbsp;Franscha

,,nbsp;Duitsohe

? gt;

? ?

y ï

ï 7

,, Kederlandsche ,,
,, Amerikaansche ,,

-ocr page 189-

/öV

kippenhokken an boerenerven vonden®.

Helaas ten koste van Is^s geïnfecteerde en ultgestorvoi

landhoenders, die reeds vale eeu\\?en geleden er precies zoo

hebben uitgezien als de ingevoerde Italiaansche hoendere,

(Zie »^ohilderyen ).

Dit is de eerste geschiedenia geweest van de korost der
Italiaansche hoenders in Nederland, die later werd gavolgd
door de korast uit /^erika, thans onder den naam van Leg-
horns (Livorno ) ,

Later k?/am©n de Acona*s, maar omdat er nu toezicht be-
sond en zieke hoenders niet meer werden toegelaten, zond
men gezonde dieren uit de landstreek Acona,

Daarna kwamen de overige MiddellandBche-zee rassen ,
zoofenaamd uit Spanje ; Andalueiers, Sp.Witwangen en van
het eiland Minorca de Minorca\'s.

Ze kwamen echter uit i2ngeland en Atnerika, waar ze eerst
een verandering moeston ondergaan, om de Hederlanders van

hun goede geld te kunnen ontlasten. Wat een merkwaardige
vicieuze circelgang/.

De genoeside raseen , de vroegere bewonera van de land-
goederen der Hollandsche heeren, allen Hederlandsche land-
hoenders, weggöYoerd onder Spaansche en Fransche overheer-
sching naar de heerscharslanden, kwamen via Ebgeland en
Amerika weer in Ilederland terug/. {Zie de achilderyen).
«L© profèet wordt in eigen land niet geWd.

/

-ocr page 190-

/j^ /ar

He O fels tuk 4.

E, Be Aiaerikaaaaolie hoenders Én hun quot;bydrage tot ^
de vorging ra.n nieuwe ras gen.
5®. QpkoniHt der Arne r i kaan scha rag een en hun verspreiding
(iileur Gróen op de Kaarten 15.14,15,16.)

re nieui^e Amerikaanacho rassen zyn meestal ontstaan
tueachen 1660 - 1875 en wol ale volgt:

■ 1. Itomlniquo^\'\'. iiot oorspronkelyke Amerikaansche land-
lioen, dat gokruist ¥/erd set Dorkings uit Engeland.
1850 2. Javahc
on. tjit Java ingevoerd (onbekende kruising)
1863 S.
Leghorn^. Uit Itali\'é (Livorno ) ingevoerd in Boston
Harbour.

P^mouthrnjok. Xruising van Cochin, Dorking, Maleyer
en Wild hoen.

1875 5. Wyandotte . Ooohin met Sebriglit Bantam.

Hot z.g. Whitewonderhoon ia wegens de pootbevederinf^,
docr de Cochins, niet voortgefokt, omdat dit niet gewenscht
werd.

Het ïïhode Islandhoen is na 1900 in Europa gekowen.

De Amerikaansche rassen hebben zich snel ofeer alle lan-
den verspreid.

Ontstaan door doelmatige en stelselmatige kruisingen,
zoo goed als raszuiver gefokt, met praktische kammen en
mooie kleuren, vonden ze grif koopers en den weg naar de
boeren en liefhebber8.

Wanneer de praktische Amerikaansche fokrichting Indertyd
niot had ingegrepen, toen de Engelsche «pfertfokkers de
Leghorna maakten tot dragera van monsterachtige kammen,
zoodat zy den last hunner ka^mnen niet meer
konden dragen,
zou ook de Leghorn het op den duur niet hebben volgehouden
^^^ verdwenen. Maar de nieuire Amerikaanache Leghorn,

tiefz^SA^^^^nbsp;de Bitua.

veer de helftnbsp;der^lni^^rf^^^ t ? \\ üanahaven en thans onge-

w van cie pluxmveestapel in alle landen inneemt.

--^^^-^äen vo™, beeft due weer
Dat hadden d. .eder-I^der. echter oofe .u^an doen./

-ocr page 191-

Omstreeks 1920 zooliten voornaraelyk de liefhebbers weer
elkaar,
\\mt zy op verborgen plaatsen achter hadden gehouden
en niet in handen ima gevallen van do afslachters, waarna
de opbou\'# ?;e6r ter hand werd genomen.

Nieuwe invoer uit Engeland en i^erika bracht ook de ver-
dwenen rassen weer op peil en in 1926 was de geheele pluim-
veestapel in Hederland heÈsteld, behoudens enkele Hederland
sch© rassen ,

Zoo ging het ook in België, Frankryk, Duitschland en in
de meeste Kuropeesche landen.

De weergave hiervan korat voor in Kaart 1,^,

Dat de oude toestand van Ongelimiteerde kruisingen onge-

twyfeld nooit meer zal terugkomen, is wel te verwachten j

de historie heeft hior een ^e duidolyke les geleerd om
deze weer te vergoten.

gl

Hoofdstuk 4.

Ü gg.nbsp;If^n Kruisingen en ^ geleidelyk verdwynen

ïsa sasgwengchte kruiainKSproduntnn.

De versohillende periodee van fcraislngen, die oumuleeren
van 1900 - 1920. zyn van groot belang geweest voor de^

pluimveeteelt, wegens de lessen, die de^e historie cnB heeft

geleerd.

Het gezegde quot;krui-j maar en verdien maar\' dateert uit

deze periode,

Deze leer, welke aen ook zou kunnen kwalifieesren als:

quot;Hebten is hebben, en krygen ie de kunstquot; heeft heel wat

ellende veroorzaakt in de pluioveeieelt. Toen voorzag

•Jan en allemanquot; den hoenderstapel van producten, die by

voortgezette teelt uit elkaar vielen als quot;het zand der zeeV

Om hiervan een duidelyk voorbeeld te geven, kan het
volgende dienen.

ISen handelaar in kippen by Meppel had een terrein gehuurd,

-ocr page 192-

waarop hy een Patryr^ Wyandotte haan had ges et hy een toom
- Patryskleurigo Drontaoho hennen. Eiervan hroedde hy
jaar-
lyks een paar honderd, kiiikena, Hy had zich de wetenschap
vaïi overerving van domineerende kenmerken eigen gemaakt en
wiat dus, dat alloo wat hy uit dien toom fokte, patryskleu-
rigo Wyandottes moesten zyn.

De hennen al1een verkocht hy als rasauivere dieren,
terwyl hy zoo handig ?/as om de
haantjea tydig op te rui-
men, zoodat voorgt;tgesQtte paring-raet de dan optredende
splitsing- uitgesloten was.

Overal trok hy mot zyn fokproducten het land in en in
eenige |aren had iedere hoer % patrys
f.^yandottes« maar raet
landhoendere als fokhanon. En toen kwam de zaak tot een
criaia, omdat hem werd verweten, dat ze kippen hadden ge-
kocht, waaruit allerlei rare nakomelingen kwamen. De man
lachte iedereen uit, want het waa hun eigen achuld ^ dan
hadden ze er maar geen dergelyke soort hanen by moeten
zetten. Er was niots aan te doen.

En dat dergelyke praktyken algemeen werden toegepast,
is voli@^i@ bekend onder de fokkers.

Ongeveer hetzelfde had plaats in Belgie, Frankryk en
mitschland, ja tot in de Midden-Europeesche Staten en
Rusland. Do pluiro.veestapel nam overal enorm toe, maar
met
kuisingsproducton, die van heinde en ver als raszuivere
dieren werden ingevoerd, doch die allen onzuivere dominan-
ten waren.

Vandaar dan ook dat in do eerste 10 jaren der 20e eeuw
de pluimveestapel in alle landen best©nd uit kruisings-
producten, dikwyls ook zonder groote waarde als leghoen,
WeAe chaos word spmig gestuit, doordat overal clubs
en vereenigingen werden opgericht, die door het geven van
praktisch ondsrwys de boeran gingen voorlichten en aan-
toonden hoe er moest werden gofikt en hoe niet. Eto toen k™
geleidelyk de verbetering. Men zocht in de historieboekjes
naar de oude landhoenders en d© plaatselyke rassen, men

-ocr page 193-

zocht uit de chaos by elkaar wat nog voor verbetering
vatbaar ims ©n eedort dion tyd dateert weer de opleving
der eigen landolyke ras^^on.

Hiertegen werd eerst nog stelling genomen door vele
liefhabbers, getuige o.a. het reeds meergenoemde besluit
van de Tentoonstelling üecretarissen in Nederland in het
jaarnbsp;, waarby werd gedecreteerd dat Drentsoh© hoenders

niet moer als ras zouden worden erkend (Hot, H@derl.Hoen-
derclub blz. ) . De oude Vi.orstanders hebben er zich echt-
ternbsp;niet aan gestoord en het gevolg was, dat

de nieuwe richting , welke werd ingeslagen, veel hoop gaf

voor de toeko^^st.

t/^

Toen kwam echter dé ^vereldoorloi ~ en raet dezen de
vernietiging van het vele, dat mot zorg ©n raoeite was
opgt;abouwd. Üeleidelyk verdwenen d© landhoenders, de krui-
singen, ve©l oude landeljke raeeen en to©n wy in 1918 d©n
inventaris opmaakten, was hot resultaat öA byna alles
waa verdwenen, wat den z^jg...
toets der nuttigheid niet kon
doorstaan.

Een zeer voornarae categorie der Middellandeche-ze©
rassen vormen ongetwyfeld de gekuifde en gebaarde rassen,
met hun daarmede samengaande wyzigingen dor kam en kin*-
lellen.

Ze waren reeds lang voor de jaartelling in Griekenland
verspreid en zyn vandaar vervoerd door Phoeniciers en an-
dere zeevaarders naar ?/est-Europa.

In Noord-Afrika, Abesainie ©n Egypte zyn daarvan over-
gebleven de Buttercups, die volgena Prj Ghigi de oudst
bekend© landhoenders dezer landen zyn.

In Italië zouden daaruit de vroegere Padua\'s zyn ont-
sts.an, in Turkeye do Sultans.

In Nederland , i^ankryk en Belgie kwamen z© in d© la©
eeuw reeds algemeen voor en schonken het aanzyn aan de
Kuif- en Baardhoenders, rassan met rozekammen, bladerkam-
men en tw©©hoornig© . (Zi© schilderyen) , D©z© hoenders
h©bb©n h©t ontstaan geschonk©n aan d© If©d©rlandsch9 rassen

-ocr page 194-

/ƒƒ.

der 17e en 18e eeuw, i^-aarop wy indertyd als Nederlanders
het raoht hadden trotsoh to zyn en waarop wf nog trotsch

zyn.

Dat inmiddels de Middellandsahe^^zee rassen quot;byna alle
landen hebben bevolkt, behalve die waar langdurige koude-
perioden hesrschen, nl. de Hoordelyk© landen van Europa,
Rusland en Siberië, waar ze zich niet kunnen handhaven, is
thans voldoende bekend. Ze hebben daar het veld moeten
ruimen voor do nieuwe rassen, die uit ISngeland en Amerika
kwamen, welke
v/y in het JlSlüiäa Hoofdstuk zSÖIi besprekea

_Hoofdstuk 4.

G, De opkomst der nieuw© landhoenders door verbetering
der bestaande, zoo-^-el door teeltkeus van zuivere typen,
als het kweeken van nieuwe rassen door stelselmatige
teeltkeua/. ( Kaart. 16. ),

De ontwikkeling van de pluimveeteelt na den oorlog, dfe?
wordt weergegeven in Kaart ie wel heel byzonder geweest

De toenoiïïe in dit tydvak van allerlei nieuwe rassen in
vormen en kleuren is werkslyk verbysterend geweest, het-
geen wel ie gebleken uit de toenarae van eieren in ieder
land.

Aan de Middeli.ndsohe-zee rassen werden nog toegevoegd
de Echequer-Leghorns, i^it Amerika kvanen de Australorps,
allen rassen, die wy in Hederiand ook heel gemakkelvk
hadden kunnen raaken, zonder do mooie benamingen, die wy
hier al Jaren kennen.

De nieuwe Hederlandsohe rassen : Barnevelders, Welsum-
Twent«ohe Gryzen en Moord•iiollandsche Blauwen maken
©en goed figuur en worden meer en meer in het Buitenland
gewaardeerd. Wy willen de hoop uitspreken dat ze zullen
blyvon, In Duitschland heeft men ze reeds beter gefokt
dan in lederland. De krachtige medewerking van de Duiteche

-ocr page 195-

lOù^

Rageering, door hat beschikbaar stellen van Staats eere-
pryzcn,
is hier een stimulans.in do goede richting,

In dit tydpark zien wy ook de toepassing van kruising
om töt de z.g. e\'heikuikenfokkery te komen meer en meer
toenerson.

Door dö stiohtina -wan het Eyksinstituut voor Pluimvee-
teelt te Beekbergen kont er leiding in het fokkerywezen,
maar ook in de productie van kuikens en eieren.

Dü toestand in alle landen is nu zoodanig, dat de Middel
landsche-zee. rassen
on de ikmerikaansche rassen circa 80^
van den pluimveostapol vormen, Landelyke rassen en krui-
singen nemen weer toe, echter niet meexquot; als voorheen ,
d,¥r,z. als waaröelooze producten, ma^ar onder deskundige
voca-lichting als zuivere rassen met goede kwaliteiten.

Db les, welke de historie ons heeft geleerd, zou ik als
volgt willen formui©oren:

Rasverbetering van nrcductèaa van eigen bodem door stel-
selmatig© teeltkeus onder goede voorlichting, praktisch
toezicht op het fokkerywezen, uitschakeling van minderwaar-
dige praktyken.

Aan deze histcrieche les heb ik niet veel meer toe te
voegen, Ey luidt echter een nieuw tydperk in, dat eerlang
zal kunnen worden afgesloten als :
Een eeuw hoenderteelt.

Schryver deines zal het honderdste jaar zeker niet meer
meemakenj^ dat neemt niet weg, dat ik ïïiet belangstelling
don loop dor historie zal blyven volgen,.,,

iùn dan hoop ik, dat de man, die my aanspoorde deze his-
torie te schry^ren genoog belang zal blyven stellen in dit
onderwerp, om aan het einde dezer eeuw de historie te vol-
tooien. Den Heer J.B,Vries, Landbouwk.Ingenieur te Wagenin-
gen, breng ik hiorby gaarne dank voor zyn initiatief en
medewerking, Hy is nog in de kracht van zyn leven en vol
liefde voor zyn land, hy is dus de asngewezn man om dit
werk te voltooien.

iiù

rJf

-ocr page 196-

Hoofdstuk 4.

m VaRSPRIÜIDIlIG VM m HOSIDgRS ra EUROPA.

liïlxfiiyHsii^^

\'/uw.nbsp;Landhoenders.

^ tnbsp;^^iatisGhe hoenders,

^ Middel, zee

gt;}

iJJjl/ v^\'

De hoenders in ËurOT^a van laftO 1900,
Verklaring van Kaart 10.
fl^^J. Qj i*andho enders.
A /nbsp;Aziatische boenders*

Sandelyke
) (X^ Kruisingen.

Do hoenders innbsp;2900 gt; iQpn.

Verklaring van iCaart n,
(^^ Landi-ioeiidere.
Q^.^ (^f Aziatische hoenaere.
0 Midden, zee ,,
Amerikaansche ,,

Hf

la/.

)nbsp;Landelyke

f f

kM

i rï^

kruisingen,

Dg_hoenderB innbsp;1920 gt; 195»,

Verklaring van Kaart 12.

G

Landlioenders.

S\'

Middell.zee hoonders.

;

Ia n

(3-

G-

Amerikaanoohe ^,

Landelyke kjgn ,,

C^r

Kruisingen.

-ocr page 197-

/ff

Hoofdstuk 4.nbsp;\' ^

m VlgRSPREIDING; ra m HOEHPERS ÏH DK OVERIGE LANDEN.

PeJpenHerg in de cvsrlg© landen van de jaartelling totiseo
Verklaring van Kaart lquot;^,

^^^^^ CB* I^andho enders,

Aziatisoh© hoenders.
Middell.zee ,,

( La^. Lii-ndelyk©nbsp;,,

■nbsp;w

P© hoenders in de overige landen van 0 1880 * 1900,
Verklaring van Kaart
14,
^^^ Landhoenders.

Aziatische Koendors.
CÜ\' Middell.zee

? *

t $
f f

f t

f ?

^ j ALI^y Airerikaansch©

ï»

De hoenders in de overige landen van 1900 ^ 1920.
Verklaring van Kaart 15.

0

Landilo ©nd e ra.

s

Aziatieche

HconderB

Middell.zee

3 gt;

Amerikaanach©

9 *

. 1

(La-,

Landelyke
Kruisingen.

f f

De hoenders in de overige landen van I9g0 gt; wse.
Verklaring van Kaart 16.
Landhoenders.
/
Az^ Aziatisoh© hoenders.
Éy Middell.zee
éS^ Anerikaansche
^nbsp;Land©lyk©

Jnbsp;K.ruisingen.

-ocr page 198-

Hcot\'ds tuk 4.nbsp;^

B, Do Landhoenders en hun aeschiedenia.

De hoenders in Europa van de Jaartelling tot cagt;1880.

Het ondersoek naar de vers-^reiding van de hoenders in
Europa heb ik op verschillende reizen kunnen volbrengen, f-é
teriiyl van denbsp;landen, die ik niet bezocht,

my gegevens werden verstrekt docr de lederlandsche con-
sulaten, aangevuld mot die uit vroegere litteratuur .
(Zie De Hoenderrassen, Deel ï. Hoofdstuk
5.).
De É^eizen , die ik maakte, waren de volgende j

1888nbsp;Weet-Duitschland langs de Nedriandsohe grens(A,blz.74/7^.

1889nbsp;Belgie en Hocrd^Prankryk.\'nbsp;A,blz. 89-97.

1B91 Midden-mitSQhland.nbsp;A,blz. 118-131.

1904 Helgoland.

1911

Zuld-Duitschland.

1912nbsp;Zifitserland.
• 1913 Tirol.

1914 Engeland,

1918 Luxemburg-Bölgio.

yl 1928 Noord- en Hoord-C-\'ÖBt- Duitschland en Denemarken.

* * * •

Omtrant de komst van het tamme hoen in Europa, zal ik in

het volgende Hocfdstuk 6 verschillende gegevens vermelden,

welke my sedert het onderzoek , dat ik in 1900 daarnaar
instelde, hekend zyn geworden.

Ik wil echter in dit Hoofdstuk over Europa wyzen op

enkele feiten, welke dit vcorloopig onderzoek bekend zyn
geworden, nl.

le dat het tamr.e hoen voêr onze 3a.artolling Europa reeds
.^heeft bevolkt, vorm-^molyk ais landhoen.
2e^dat de komst in Europa door Griekenland, voèr en na de
jaartelling , door talryke be.7yzen ie ^^an te toonen.

-ocr page 199-

lolf.

Ten aanzien van de Ifomst in Europa voor onze jaartelling
lieb ik reeds trió-^ding gamaakt van hst feit, dat de Romeinen

by hun komst in Nederland by de Batavieren tamme hoenders

aantreffen, hetgeen er op wyst, dat de volken,uit het

Koorden körnende, huishoenders ïoeovoerden.

quot;quot;elke Velken dit precies zyn geweest en welke hoenders,
is tot hsdon nog niot gehosl bewezen, Wy vermoeden ; de
Friezen.

Vfat de komst in aluropa door Griekenland aangaat, deze
wordt zeer godécunenteerd bewezen door vondsten uit de
Oud-Grioksche cultuur.

In het Museura van Oudheden te Leiden zyn aanwezig voor-
v/erpen van Attische, Bruchero, Ghalcidische, Helleensche
en Scyttieche cultuur, nl. haarntjes en hennetjes in klei^

en brons, zelfs een zilveren eierschaal, Vermeldenswaard
is hierby, dat alie afbeeldingen weergeven : landhoenders i
in hun bekende vormen ; nergens ziet men kuifhoenders of
vogels met afwykende kenmerken.

Dit is nieV in ovoreenstemming met de beschryving, die
Aristoteles geoft van de hoenders als hy Lydische hoenders
vermeldt, met een kam als een klaproos en witte vlekken
op het uiteinde van den staart ( 380 v.G, )

Eet is bekend, dat de Phceniciërs voor de jaartelling
hoenders naar Europa hebben gebracht. Er ontbreken echter
beschryvingon van dsze tammo hoenders.

Eerst omstre^.ks 1600 zien vfy allerlei hoenders met
klaprooskammen, kuiven, baarden on pootbevedering, door
Hollandsche schildors afgebeeld, Een voorloopig overzicht
daarvan is hot volgsnds :

i^andhoenders î 7 hanen in diverse kleuren,

20 hennen ,, ,, ,,
1 haan blauw-itndalisier,
4 hennen Leghorntyoe,
6 hanen Xuifhoenders,
15 hennennbsp;,,

3 hanen Paduatype(Kuif-baard-hoenders)

Ii

-ocr page 200-

/H

1 haan Buttercup met kuif,
10 hennennbsp;,, ,, gt;,

1 haan Rozekam,

lïu zyn deze gesohi-derde hoenders wel een nadere hesohou
wing waard, omdat wy daaruit o.m. kuïinen zien, dat er in
de 17e eeu?? reeds taiaae hoendera v/aren, die in de IQe ©ouw
uit andere landen in liederland werden ingevoerd onder n@-
naiaingen als : liOghcrnB, Andalusiëre, Padua\'s , esz»

De voorouders van deze z.g. nieuwe raeaen zyn o.tn, tydens
de ^paansche o vöriiööX\'Süiung naar SpsunJ.e meegenomen, aldaar
een eeuw lang gefokt en toen via Engeland en An^erika weer
naar ons land ingevoerd - als nieuw ras, met een nieu?re
naam - en zo worden gretig gekocht en duur betaald.

Het sohynt ongelcofelyk, maar ik geef hen, die mochten
twyfelen in overweging eene ©en nau^rkeurige beschouwing
te wyden aan de schilderyen op bygaande
lyst verweid,
(zie Hoofdatuk 3« )

»# •

üit dit overzicht, ^at nog niet volledig is, kan dui-
delyk blyken, -
mgIIs: verbmd er bestaat tusschen de hoenders
©n 17e

uit do 16e/öeui7 en de hedendaagschs lederlandsche rassen
en de landhoenders van toen en hedsn.

Ten slotte wil ik hier nog Vv^ysen op het belangryke werk

»

van Mr.L.A.S.W.öaron Sleet : De dieren in het öermaansche
Volksgeloof en Volksgebruikquot; ,ivaarin over de kippen
aan
afsonderlyk hoofdatuk is gewyd en de oude volksgebi-uiken
worden beschrovsn sedert de jaartelling tot 1850 (Blz.
240 -1. 2f.quot;2). Hierdoor is het verband raot d© oudets tyden
wei gehoel bewezen.

2en einde dit overzicht te voltooien zal ik een kort
overzicht geven van do reeda genoemde reizen .

-ocr page 201-

l oé-

18B8. Reis West *Du.i tachland langg.........do !Ie der land 9 ehe, „gy^^^p..^.

(Tervolg van bl;3, )

Zoo trok ik xxm^ dan by Hieuwesohans over de
grens naar Bunde, Irrhove en Zuidelyk over Leer,
Meppen, Lingen, Rlieine langs den ouden postweg
naar Bentheim. Hierover deel. ik 3 dagen. De wegen
waren slecht en ik trof veel regen. Maar wat ik
in di© heid©8tr©k©n zag, was de moeit© waard. Daar
liepen naaat de landhoenders, die ze Moven noera.d©n gt;
en die precies geleken op de Drentsch© goud» en
zilverpellen, allerlei kruisingsproducten,
vooral in de kleine st©den : Irrhov©, Papenburg,
..iöppen, Lingen, Schuttcrf. Ik kon ©r Aziaten uit
kennen, maar ook l/iel©isch© hoenders, aan de knob-
be-lkammen. Op dien tocht zag ik duizenden land-
hoenders,nbsp;teveel om op t© no©m©n, raaar

Duitache

toch in hoofdzaak/landhoenders, Zy ha^\'-den het
daar i.:uidolyk over : Oss. Isjigs. Urowm ,
über ß^xi

Borgen zu horen. Dit waren prachtig© patrysklourige
hanen.

Dan waren er Barhüliner of Bausbaokschen, zooals
ze zeiden. Vry dage avond kwaco. ik in Bentheim. Hier

was oen Landwirthechaftschule, waar ik mooi© Go-

chin-Ghina\'s , Brahma-Pootra*s en Mal©y©rs zag ik

en ook s,g. Spanische, Italienisch© ©n Schwedisch©

Euhner. Deze lai.\'.tste waren groot© landhoendors,

prachtig oo te 2ien. Doz© rassen W0rd©n gehouden

om broedeieren aan de boeren te verstr©kk©n, Koop©n

kon ik niet. Zaterdags middag ging het verder

over Gronau, r^nschede, Aimelo, Hengelo. Hi©r war©n

al liefhebbere , die iiziatisch© hoender© hadden, nl.

Gochins, Ua^ayers en Spaansch© h09nd©rs, di© z© uit

Duitsohland hadden betrokken. De H©©r Wamaars

EnschQd© had alle soorton in zyn tuin aanwezig.

i\'\'

\'vt--

-ocr page 202-

Aangezien It vrosger reeds in Hardenberg en omstreken
was geweest, ging ik nu over Ommen en Bedemsvaart
naar Meppol. In en om deze dorpen zag ik wwer de
gewone landheendors, goudpellen, patryskleurige en
allerlei bonte. Ook in Nieuw Leuaen, Rouveen en Stap-
horst was het preoias zooals voor d jaren teen ik er
rondfietste. Overal landhoenders in verschillende
kleuren en nog geen kruisingen.

• «•«•n««

1889. Ik had besloten in dat Jaar naar Belgie en Hoord-
Frankryk te gaan. Ik had in verschillende pluimvee-
bladen gelezen, dat er in België en loord-Frankryk
overal plaatoolyke landhcendere ^aron. Het werk van l/
La Perre de Hoo 1882 bevatte do Fransche rassen.
Do Heer L.v/d Snickt wist in Belgie wel S4 plaatse-
lyke ras3 9n. Gek do Heer P.Monseu kende ze allen,
Eeide laatstgenoeinde liefhebbers noodigdsn my uit
0T5 ze eens te ko^r^en zien.

De Heer \\^oitellier te Mantes, B,Frankryk, had een
Instituut voor Pluimveeteelt, waarop alle bekende
rassen werden goki^eekt.

Aangezien ik over Den Haag reisde, bracht ik
daar een fcezoek aan den Heer R.T.Maitland, die in
de Bazariaan wocnde. ||y was toen al zeer oud on kon
ray naar eon half uur toestaan, omdat hy zeer zwak
was. Toch deed het hem goed om nog eens ov^r öe oude
Haderlandroho rasnon te kunnen spreken, ^elke hy
zoo goed had beschreven in zyn quot;Hand- en Standaard-
boek®. Hy had ze aller, gekend en zelf geteekend.
Er woonden volgens hes in ^
st^ukksr Holland veel
rjrke liefhebbers o-d buitene , o.a. in Wassenaar, die
er al jarenlang Fltkuiven, mie^aarden, Kraaikcppen,
Kriolhconders en Sultanhoenders fokten;
Ze waren zuiit
ver gefokt, zocals hy ze had geteekend.

Zaterdags avonds kwam ik in Brussel , waar de Heer

-ocr page 203-

lo(P

v/d Sniokt my aan dsn trein verwelkomde. Zondags was
er vogelmarkt te Brussel, waar ook veel kippen waren.
Ik had als gewoonte aangencmen overal de kippenmark-
ten eerst ts tesceken on daarna de omgeving. Op deze
v/yze krygt men eon gered overzicht over alles, Op
deze markt v/as lattsrlyk van alles aanwezig. Alle
m.cgelyke Belgische rassen uit den omtrek werden door
dem Heer v/d S, aang0v/ez^^n, Ardennes, Brakels, Gam-
pines, Herves, Sotagems, Vlaarasche koekoekenj dit
waren allen landlioenders, gelyk aan de Hederlandsche,
soowol in kl\'sur als grootte, kam, oorlellen en pooten

Dan waren er kruisingen van landhoenders met Gc-
chins, bralima\'s, Maleyers ;
ze waren zwaarder en wer-
den voor do slacht gekweekt,

Hy noersdo op : Brs.fcanjonnes, Huttegems, Mechel-
sche koekoeken, Ook waren er Fransche hoenders als
Houdane, Faverolles en La Ploches , Verder veel
dwerghosnders, vechtheanders, krielen met bevederde
poot en en k1ompho sn dors (bols taart en),

Maandagm.crgen bestegen wy defiets en m,aakten een
groote tocht van Brussel over Uccle, Sottegem, Xort-
ryk, Isegem,, Gent, lü^^^iï^SR. Omdat wy telkens af-
stapten en op de bcerderyen gingen zien, die soms

een half uur ver het land in lagen, kwa-Tien wv diem

Gent.nbsp;In

dag ntet verder dan/sm^isisKsiix^RzsRJlss/Gentbrugge
logoerden v;y. Dinsdag ging d© tocht naar Antwerpen
en onderweg zagen wy overal dezelfde landhoenders
als op de markt te Brussel,

m nu viel het my op, dat do Belgen een kip al een
nieuw ras noemden ala het maar iets verschilde van
de landhoenders ; bv, het Brabanlt;^nnehoen, dat wit
was net een klein kuifje achte de kam. Zoo had ik ze
in Drenthe en iu Holland alvelen gezien. Het Hutte-
geiahoen was een kruising van Brakels met Oochins of
Maleyers, Eet was precies gelyk aan Drentsche goud-

%

-ocr page 204-

%

en zilvarpellen. Van kntwBTven zouden wy over Meohe-
len naar ßrussel teruggaan, maar ik wilde eerst in
Antwerpen de kippenmarkt zien. Daarom tloven wy er
nog een isasMt dag en bezichtigden de kada, waar de In
üische booten met -vogels aankwamen on daarna den
Dierentuin.

Hier zagen wy de 5 wilde hoonders , Bankiva
Sonnerats en Vorkstaarthcendors. f\'oensdag over
Möchelen . Daar waren de Mechelsche koekoeke op de
markt ; groote zware dieren, vcor de slacht gefokt.
V/d S, meende dat het kruisingen waren van Itali1
aansche hoendere raet Oochins cf Brahma

Et waren metcenkGle on 3 ryige kammen en veeron
aan de pooten, soms ook zonder. De kleur was prach-
tig koekoekveerig. Ook hier waren gewone landhoenders
in folio te zien, prceies zocals by ons.

Wy bleven ook een dag te Mechelen en de omgeving
en zagen overal gewone landhoenders, ook op weg naar
Brusssl des Donderöage,

In üru;\'^B9l trof ik den Heer F.Monseu, de kuiven-
fokker uit Haine-St.Pierre.Hy vroeg of ik dien dag
by hem kwam, want hy Bou my veel laten zien. Het was
25 K. van ßrussel Jïuidelyk, dus nam ik de ulttioodi«.
ging aan en ging den volgenden flag over allerlei
kleine dorpen naar Haine- St.Piorre* Hy had de mooi-
ste kuifhoenders, die ik ooit zag, wel IP raspen,
Hollandsche, Belgische en Fransche en allen zuiver
gefokt. Hy gaf my een aanbeveling mede op een tocht
in d© omgeving in het VIaanderensche land. Hier zag
ik overal dm invloed van vreemde rassen, maar ook
een ras dat VIaamäehens»koekoek werd genoemd, een
kruising va.n landhoen met Brahma\'
r, doch zonder
ve_erj3n aan de pooten.

Uit dit overzicht in öelgie teeksnde ik aan, dat
er eigenlyk geen zuivere gekruiste raesen onder de

landhoenders voorkwamen, behalve de oorsTsonkelvkR
pelhcenders,

1nbsp; • ♦ * *

-ocr page 205-

Z/^

1889, Met pinketeren ging ik des Zaterdags naar Parys
met een pleziertrein, daar nam ik den \'trein naar
Mantes een klein stadje aan d© Seina, De Heer
Vö-i tel lier was met ean auro aan den
trein en door
he^ ben ik
een week zeer gastvry onthaald en heb,

behalve zyn praohtig Etabli^ement» in den oïïïtrek en
op kippenniarkten een goed inzicht gekregen in de
B\'ransche hoen^.erraasen, die docr La Perre de Hoo en
Remy St Loup waren beschreven in hun pluiraveewerken.

Ik zag er do volgende hoendera ;
9 scorten landhoenders, nl. Ardennes, Barbezieux,

ijresaes, VI.Koekoeken, Oaussades, Oaux, Hennes,
Estaires, (journays en
14 iïassen uit kruisingen ontstaan van landhoenders
ïï!.et Aziatische rassen, nl. :
Bcurbcurgs- Kruising Landhoen met Brahraa^

-1/

CauTTionts
Grove-Ooeurs
Faverclies

f f

La Plèchee

Ho iiö ane
Le Mans
Hantos

,, Greve Ooeurs
,, La Flèchek

,, ,, Oochin-Houdan-Dorkirg

,, ,, Spaansche-Kuifhoen

,, 5,Dorking-Orêve-coeur

,, , , Harab. pel «-Spaansch

,, ,,Bresse-Houdans, speci
aal ras Voltellier

f t

t »

gt; ?

li f

gt; ?

f t

t gt;

f f

» »

; Courtes pattes ,, onbekend
Fr.Vachtheen ,,
Fr. ,jkrielhoen,,
G-atinaie
Hergniea
L ai^l ai gn 9 s

De Heer V, had een gced middel tegen diphterie nl.
huile antidiphtericue, dat hy toepaste in het zieken-
huis voor kipveUf Ik nam er eenige fleschjes van mee.

Zyn inrichting was een model voor broeden, fokken
en genezen van boendersj ik zag nooit een betere.

Hy leverde ookhokken,ïïjesthokken, broedhokken, vlnestsu,

-ocr page 206-

Z/L

Dit fcezoek legde den grondslag voer mjm verder
studie en teennie ven de buitenlandsche rassen en ik
ging Zatöraaga zeer volde.an naar huis«

Myn indruk van dit beT-oek gaf ik alsvolgt weer:
De Franeche hoehderteelt Btaat zeer hoog, ir.on
tracht vcor al de eigen rafsen te verbeteren en in KtÉ.
8tand te houden. Aan fokken van vleeschrapsen hecht
men hecge 7mard©, veel neer dan in \'f-ïederland.

Ook de landhoenders worden zooveel tnogelyk ver-
beterd/. en/Btand gehouden.

TQeest groote zwartgevlekt©

\'landhoenders
kleiner bruinbont© ,,

} gt;

? I

iets grooter

i 7

gt; t

gt; *

\' Reis Midden-Pui tschland { A.blz. 118*151 en

blz. 104 -10B)

lï^ dit jaar voor myn huwiyk kreeg ik de uitnoodi-
ging van|/e©n Duitech liefhebter , den Heer Rudolf
Kramer uit Leipzig, om sarden een fietstocht te maken,
zoo \'^icgolyk in Koérd- en Miciden- Duitsohland ©n

Thuringen. haCdon elkaar in Utrecht ontmoet bp
de Tentocnatelling van Omlthcphilia en srtraken
over het boek van Wegener en de daarin ^enoende
landhoenders eii de Thur.Pau??backBchen, Wy zouden
een rein van oen we oir T^aken en dit zou waarechynlyk
Tnyn laatf^te buitenlandBche reis zyn , wegens ïï?yn a.a,
huwelyk, Hns narr; ik de tiitnoodiging aan* Ply zou een
reisplan op-aken, wy zourlen elkaar ontmoeten in
Breraen aan het Bahnhof, zaterdags morgens len trein
uit Holland en rian al zuidelyk rydendo door het land
trekken.

Kerst zouden wy naar Hamburg ryden en dan zuide-
\'lyk afslaan.

Wegenor noemde in zyn boek de volgend© mitsch©
1 andJ-io enders :

No O r d -Du t s I and

Midden-

Zuid-.

-ocr page 207-

Ii\'-

hetgeen in overeenstemming sou zyn met meerdere
hu-iadieren.

tJ

Kramer had m.y vcor myn onderzoekingen vlezen
naar dit heek van YJagener, ^at ik 18?7 was uitgegeven
by J.J.Weber te Leipzig,

Naar dit boek verwezen aXle schryvers als ¥Jright,
ïegetmeier, enz.

Het boek bleek eohter uitverkocht te zyn, dooh
K, zou my nOg een exemplaar zenden. Het was Jammer
dat ite dit boek niet voor myn reisen naar Belgie en
BYankryk had gelezen, want daarin beschreef hy ook
die landliüenders. Toch heeft dit boek my een goed
inzicht gov-©\'^©^ in de historie der afstamming, zoo-
wel van de ■\'.quot;11de sJs de tamme hoenders en de vreemde,
rar^s^en. Ook hierin werd bevegtigc^, dat de landhoendeif
overal de^.elfde waren sedert de jaartelling en door
kruising nieuwe raesen deden ontstaan.

Wegener noemde de volgende Dnltsche rassen:
. SteieriBohe, Str\'asburger, ïïetterauer, Ramelsloher,
Geoöthuhner, Lakenfelder, Hclthauser, Hamburger,
üöhm,ischo, Mohnsparber, Paus back sehen, Bergische
Araher Über dem Berg, Thüringer Waldhühner,Kaul-
hühner.

?/y zouden zien al deze raggen na te sporen in hun
laridatreek,

Wy vertrokken middags 1 uur uit Bremen langs
allerlei dorpven naar Hamburg. Wy zouden over Hanno-
ver, Magdeburgs Leipzig, Weimar, Erfurt, Eisenach,
Cassel, Dortm^und, Muneter naar ï^nschede gaan. In
Münster zou de Hoer.K, terugkeeren naar huis per
spoor.

Het was een prachtige tocht , maar wy zagen helaas
niot veel van allera wat Wegener had beschreven. Sedet
18?7, toen z^/n boek verscheen, was byna alles -ver-
anderd, Wy vroegen overal naar de hoenders door W.

beschreven ; men kende nog wel de namen, maar de ei-
genlyke landhoenders waren geleidelyk door kruising
veranderd.

\'ß

ZJl.

-ocr page 208-

in.

Van Bremen naar Haïïibürg.

mat

üir Y/as böslcten/de steden te quot;bezoeken, maar alleen
de dorpea
en daar in de kleins hotels te OYemachten;
zoodoende kregen v/y met de toeren aanraking en konden
alles vragen. Doordat K, op het land was opgegroeid
tusschen de hoeren,
was hy als geboren Duitscher de
juists man voor dit alles. Zyn groot© kennis en er-
varing als beeldhouÄ\'er kwam hierby te hulr en op
deze wyze werd de tocht voor my zeer leerzaam en
van groote waarde voor het verleden en de toekomst.
K.was overal bekend door zyn Taschenbuch für Rasse-
geflügölzucht
en had reeds meermalen deze streken
bezocht. Veel hoenderparkhouders kenden hem ook,
wy reden over Gtterberg, Scheisel, Buchholz en meer
kleine dorpjes, wier naam ik niet allen aangeteekend
heb, naar iiar^burg. Dikivyls stapten wy af en gingen
een eindje het land in, waar de bcerderyen iagen.
De hoenders
waren veelal gekruiste landhoenders,
zonder namen. Veel zwarte, zwartbonte, zilvernel roet
grove terskening, patryskleurige en koekoekveerige,
soms met kuifquot;||e3, of met
veeren «an de pooten. Hier
en daar
nog enkele aöldm,öv9n, Silbermven, maar geen
toornen, Wy k?gt;ramen \'s avonds g uur in Hamburg, waar
wy bleven ^ogeeren.

. Wy informeerden naar de x.g. Hamburger hoenders,
maar deze waren er niet bekend. Ken koopman, die
sedert jaren do iüppeniDarkten bezocht/ by Hamburg,
kende ze ook nM/t, hoewel wy de afbeeldingen lieten
zien.

Hy vertelde dat ar tusschen Harburg en Ham.burg
verscheidene hoenderparken waren en maakte ons duide-
lyk waar ze lagen, zoodat wy besloten ©J: zondags
heen te .p^aan en dan over een zyweg naar Lüneburg,

■Vy zagen 4 hoenderparken met een maesa kippen ,
Er waren nog patryskleurige en zwarte, die ze Geest-
hühnar noemden, ook Geestsperber (koekoeksveerige),

ii:

iL

-ocr page 209-

Z/ii.

verder enkele gold- en silbern?©ven, raaar meest ge-
kruiste soorten, waarin Aziatisch tlced te zien was.
Men hield er cok zuivere öoohins, Brahtoa\'s, Maleyers
en Spaanache hoenders voor kruising en het quot;broeden.
Harabui\'gers waren er echter niet, wsl enkele rozekaroTsi
ge hoenders, zonder een bepaalde kleur. Onze conclusè
was, dat ©r geen Hamburgers bestonden, zooals in
Holland, .^en kende ook z.g,

SchlotterkaiTiEie en dat waren landhoenders , welke
gekruist waren met Spaansche hoenders ; ze hadden
groote omgeslagen kammen, zelfs de hanen,en groote
witte oorlellen. Dit ras werd ook door Wegener ge-
noemd, als ontstaan uit deze kruising, dus dat klopte

Op weg naar Lunebarg werd het landschap heide en
zand en
veen met treinige kleine boerderyen, Tnet
meestal landhoenders en gekruiste roet Aziaten.

Van Lüneburg naar Uelzen werd het errein heuvel-
achtig, met liiör en daar een armoedig gehucht of
boerderytje. Hier zagen wy quot;Kadenquot; d.w.z. woning,
schuur, keuken en stal onder één dak.

Daarover echreef Wegener ook. Dit hadden wy in
Drenthe toen nog veel in kleine derpen als : Spier,
Wyeter, Amen, enz, In het dak zaten de hoenders in
een latten hok, dat met een trapje naar buiten liep.
De hoenders waren neg niet noemenswaard verbasterd

•I

en maast patryskleurig, goldmven en sillermoven,

jion quot;andweg raet een goed zandpad IIqu naar Celle,
daar lagen meer boerderyen dan aan den grooten weg.
Hier was het weer hetzelfde als overal, In Qelle
logeerden wy en aangezien in de stad Hannover voor
ons niets te zien \\¥as, gingen wy den volgenden raorgen
langs de rivier de Aller en de Oker naar Brunswyk.
Hot wae een prachtige tocht. Overal dorpen en kleine
stadjes mot veel landhoenders en kruisingen van al-
lerlei soort. Hier waren ook Italiaansche hoenders

-ocr page 210-

l/r

ingevoerd, vooral in de steden, waar by kleine hoen-
dermrkjes lagen. Men hield er reeds raszuiver© Leg«
homs , Cochins, Brahina\'a en Spaaneche hoenders.
Zy werden door de Landwirthsohaftsvereine \'beschik\'baar
gesteld voor kruisingen, fy logeerden in het dorp
Sudenberg by Magdeburg, een echt Duitsohe bierknyp,
café, hotel, all©s tegelyk. \'s Avond© kwar?en de boe-
ren op een bank voor het huis zitten praten en dan
hoorde^///
K.zg uit. Den volgend® dag langs do rivier
do Llbe en iiulde naar LeipKig, ©on moEi© maar zware
tocht over heuvels en door da---en. Overal landhoenders
naar geon zuivere rasson meer, behalve in de hoen-
derparkjeB.

Woensdags gii^fe^^^nbsp;Leipzig naar Erfurt langs

de Saai© en kwaisen wy nu in Umringen, waar wy hoop-
ten de Pauab\'acksehen te zien, raaar ze waren ©r niet.
Ze zouden te vinden zyn in de buurt van Siaenach in
Ruhla. Langs de Saaie wis het als overal, veel krui-
singen, enkele «Kistts, mooie landhoenders en in d©
parken zuivere vreende raspen.

Donderdaga van Erfurt over Sisenach naar Oaaf3el
en IsjigG een zyweg naar Buhla, En ja, daar kende K.
een fokker , die sa .^r-oest hebben. Hier zagen wy de
eerste Pausbaokschen in allerlei kleuren. Het was
ihteraesant zcoiatg plaatselyks te zien. Ik kocht
een goudlack haan en hen vcor 5 Mark, w©lke my de

volgende week gestuurd zouden xrord©n.

Van Cassel en Dortmund over bergen -n dalen langs
de Bühr. Dit was wel de zwaarste tocht. D© toestand
was hier ook zooalß overal ; het landhoen ging ver-
dwynon
om plaate t© maken voor vreemde rassen.

Van Doi^tmund ging het ïïocrdelyk door Munsterland
tot Munster en vrydag\'s avonds nog door tot Bentheim.
Hier naïï? de Heer K. afscheid en ging per trein naar
Leipzig. Zaterdag\'smorgens ging ik over d© grenä naar
Knschedo en reed ik over Ommen naar Meppel, waar des

-ocr page 211-

w

avonds om 10 uur aankwam.. Des Zondags sliep ik het
wyzertje rond, wat te begrypen wae, hoewel ik niet

fcyscnder me ft --aB. Met ©en goed ry?/iel kan men veel c3è

doen ala m.3n jong en ßtei-k is.

Wat ik intusschon in het Munsterland zag, is nog

wel de moeit© waard to vermelden. Er waren Lakenvel-

derB, Bergkraaiers, iacm.phoenders en verbasend veel
dwergliCenders, - pmerkelyk ook v^as hier de invloed
van kruisingen m.et kuifhoenders, dieoveral te zien
araa« Men noemde ze Brabanterö (Wegener blz, If^e-IBS\'^.
üok wa,ren er Padua\'s, Holl .Witkuiven, üit myn vragen
bleek, dat ze uit Holl8.nd waren ingevoerd^; men noem-
de ze Holländer .Haubenh\'uhner,

Myn oonolusiö was ook hier, dat de landhoenders
gingen pla.ats makyn voor vreemd© rassen, eerst door
Iiruisingen om, daarna geheel te worden opgelost in
niouT/e rassen. Ife vond het .jamm.er dat men niet pro-
beerde om. het landhoen te verbetaren, hetgeen toch
zeer goed mogelyk was.

O

fee*»

1904. Heis naar Eelgoland.

Deze reis werd niet onde.rnoman met het benaalde
doe} , cm onderzoek in te stellen/naar de landhoen-
ders, Hot was eohter myn bedoeling tegelyker yd myn
aandacht te wyaon aan do hoendera, gedurende myn wani,
delingen op het eiland, omdat misschien wel eenige
gegevens voor myn studie zouden te vinden zyn,

liet de boot uit Delfzyl ging ik door de Eemsmond
naar Helgoland, Hier bleef ik eenige dagen en omdat
het eiland klein
Ib, was het niet moeilyk spoedig
een overzicht te krygen van de aanwezig© hoenders,
Byzonder vele waren
er niet, maar die er waren, had-
den myn volle
ämä^kM* belangstelling, want er waren
T700rnamel/k kleine patryskleurige landhoenders, waar-
onder
allerl3i klourvarletaiten, die den overgang
vormden naar de goudpelkleur. En het m rkwaardige

-ocr page 212-

hierby was, dat a3 visachersvrouwen de dieren hielden
in miniatuurhokjeo, soo klein, dat ik
my afvroeg of

zs Gr wel gcr:3ond in konden blyven. Maar op myn vraa:\'^
of de dieren niet ziek ?/srdan in die kleine hokjes,
kBfeen de vrouwen zeer verwonderd. Weineen, ziek 1
Ze hadden ze zoo al lange jaren gehouden, zelfs al
velo geslachten : se werden immers goed verzorgd en ^
hierop werd , dei/ nadruk gelegd :
buiten den invloed
van den zeewind, want daar konden ze niet tegen.

Ik n^eendo goed te doen eens een telling te houden
en dan de klouren zooveel mclt;\':9lyk afzonderlyk te
tellen. Dit was niot moellyk, wan
de dieren zaten
om zoo to zeggon naast alkaar, 6 a 7 kippen,met of
aoïidar haan, in een loop van 1 M2 en in een nacht-
hok van dezolfdo afmetingen, üovendien hield men de
dieren in zooveel mogolyk galyke\' kleuren byeen.

Ik telda 60 hokjes (üben und Üntenland) met ruim
400 kippei\'i en 20 hanen, verdeeld als volgt i

pa trys kleurnbsp;10 hanen IW kippen

grof gcudgcvlokt(gelocverd)5 ,,
goudgectroept
nbsp;2

goudgepeldnbsp;?

bruin (buff )nbsp;1

11

20 banen 400 hennen

Ik probeerde eenige dieren te koopen, maar er
was geon sprake van. Ze hadden ze zelf hoog noodig
voor de sieren an ze broedden jonge haantjes voor de
slacht.
Zq waren gewoon van ieders kip dagslyks een

6itQ krygon , behalve tydens de ^Mauserquot;,
{

Ik vroGg cf de broedeieren wel goed uitkwamen,
maar cok hier was hot antviooM, dat uit 13 eieren,
welke onder een kip gezet werden, ook 15 kuikens

kv/amen.

Toen hield ik maar op met vragen en concludeerde,
dat hier het landhoen zyn bestaan had bewezen, omdat

100
50
B.) ,,

11
f gt;

f gt;

»«

-ocr page 213-

l/iP

kleine die\'r\'on in kleine hokjes reet een minimum, vry-
held een maxiraura resultaat gaven.

Van loöloopende hoenders cp hot eiland was geen
suralie, v«F
gt;gen3 do vTindvlagen en het vele zout op het
1 and.

19

by een tweede bezoek in het jaar 1922 , bleek ay,
dat de geheels pluimveestapel tydens den oorlog
wb.b
opgeruimd on dat men nu trachtte eieren van patrys
Leghorna uit Du-itschland te laten komen om de pluim-
veostapel weer op te bouwen.

Eeis 2uid-Pui tschland.

In don zomer van 1911 maakte ik een vacantiereis
langs don Ryn naar üaden.

Uitgaande van Arnliem reisde ik tot Bonn pet;r trein
on vandaar per boot langs den Ryn naar Baden, alwa.ar
gedurende eori xwek ui te tap Jes werden gemaakt per ry-
tuig in do oergen.

ueclurende een week maakte ik dagelyka aanteekenin-
gen ¥an de bisondei\'hecien, welke ik rondom in de dor-
pen en by do boeren zag.

Ik reisde van Heidoiikerg zuidelyk door hot Meekar-
dal by ï\'urinfcen en verder door het Zwartewoud,

Het resultaat van royn v/aarneraingen was echter
zeer bedroevend, want in die 7 dagen gelukte het my
niet een haan of hen te ontdekken, die ook naar
eenigszine boantv/ocrdde aan het«/ type van het eens
zoo fiaro landhoen, dat Duitsohland van hoog tot
laag bowccndG,

In de dorp .:n vorzaaelde zich gewoonlyk voe r de
herbergGn ,
aj.3 or rwizigar« ^^sm met ©on rytuig
aankwarpen, felle dorpskippen om te prof i teeren van de
weggeworpen stukjes brood ©nz. Sn wie dit treurige
Boodj© zag - zondsr bepaald© kleur of kam of vorm -

-ocr page 214-

voelde alB llefhouber zich tan zeerste bedroefd.
Was dit\' nu het result-^at van de in Duitschland met
opoffering vnn zo{;vol geld on voorlichting
beschik-
baar
gaotsl-ds A\'zr\'atigohG ra-^nan voor kruising, of
ook van
de \'liddolandsche-zee rassen ? vroeg ik iüj af.

Ja- helaas, Ttsn zag de gevolgen van onoordeelkun-
dige kruising van do landhcendere met deze tfreemde
raasen , Men had
ock hier quot;het kind met het badwater
weggegooidquot; ./

i^xen had mot minder geld een beter resultaat kun-
nen hebben.

Ik; dien hier echter nog ta vermelden het prachti-
ge uoondorbodryf vaii den /uTierikaan Zilcken, terras»
gewyze aangelegd met de vclgende rassen : Wyandottes,
Leghorns, .^laloyero, Crpingtons, Holl,Zilverlakens,
(Maandblad KJJ,-, blz,

1312, Reis naar Zwitserland (Grauwbunderland).

\'j^ie naar Zwitaerland reiat en met den trein naar
Bazel gaat, heeft Irolcp gelegenheid om gedurende deze
reis docr do laagvlakten van den Ryn aan beid© zyden

de hoonder^^. waar te neaen en bizonderheden met een
binocle te beptudeoren.

Het resultaat viel ock hier niet mede, nergens zag
ik een inoèien toom eenkleurige landhoenders, zoo als
men dis in Holland soms zoo mooi op de graslanden
kan zien. Ik zag alleen een tsassa kruisingsproducten,
duidelyk onzuiver Tocr alle kenmerken, zooals ik

in 1911 ook in den ontrek van Baden had gezien,
Van Bazel ging het met bergbanen door Baselland
over Glten naar Luzern en daarna zuidelyk door ünter-
walden lange ürienz, Interlaken , Thun en over Bern
terug naar Bazel,

Reeds in 1908 had ik uit Graubunden ,uit E^li,

-ocr page 215-

©enig© landhoenders laten fcoroen, een ras dat aldaar
reeda eeuwen ale oud natuurras zou hebhon geleefd,
gelyk Tseeraare rassen ¥au huisdieren, als schapen,enz
Dazo warsn precies gelyli aan i)rontsGhe landhoenders,

(Zio H.R., üeel blz. 449). Ik was dus nieuwsgie-
rig naar de landhoenders, welks wy nu in even afge-
legen landstreken zouden zien.

3n ik hel ze f:6zien, by dui-Eenden en nog eens
duizenden : de dc-^pen l^.ngs de berghellingen leef een
van l.-,.nöhoeride-rs, echocn als het land zelve, ongerept
en niet door kruieingen bedorven. Het was een lust
voor de oogen o^n. va:^ dorp tot dorp te trekken en
telkens my te bovinden te midden van myn zoo geliefde
landgenooten, de eenvoudige landhoendere in al hun
icleuren.

Ik sprak toen de hoop uit, dat Zwitserland bespaard
mocht bleven voor de invasie der Aziaten en de z.g,
rasverbetering door kruising.

Ik kon gemakkelyk eenige toornen voor billyke^
pryzen koo-oen en feocht er , nl. patryskleurige,
roodbonte en goudpfillen vcor 5 Zw. Francs per stuk
en wel van ieders kleur 1-?;, welke ik ©en week Jjater
in go-de gesondhoid (Ontving.

De booron kenden zich echter maar niet begrypen,
dat or hoenders uitc Zwitserland waren geteomon, die
precies gelyk warsn aan hun eigen kippen ; dan had
ik: Z9 iïïimers wel van hen kunnen koopen / cm goed-
koppar

19 IS. Reis naar llrol,

Het doel van deze reie was een tocht te maken naar
de glettschero by den Brennor paamp; en de örtler en deze
wa.\'.delènd ever to trokken van uit Innsbrüok en Brixen
Ik reisde fo- Munchen met^Èergapoor naar Innsbr\'ück

-ocr page 216-

lil.

vanwaar westolyfc de groote -^^ild-Spitz© en de prtler-
groep zicfetb^.ar ws-ren,
mat hun gleii®]iers en bergpas-
son, Ken te~Gek ar,n Tirol ie
voldoende om aan een
manssh de goncGgdGo;a:.ng te geven , waarop hy zyn gehee-^
lü leven kan toren, als op öon kostbaren schat,

üLivorgatelyk i-lyft het gezicht op die eenzame
wereld van beeneeiiwdo toppen, beschenen door de felle
zon, waar eeuwige stilto heerscht en alles in ons
tot rust komt in het güvcel van kleinheid ts midden

dO z 6r grcO tschhe i d /.

Het was geen gem-akkelyk ^^^erk om iederen dag 6-8

uur te klir-T\'on van lOOn - 7,000 hoorrte, maar het
girig. En het loonde de moeite /.

Ook voer myn naspcringen had ik deze reis niet

gaarne gemist,

20G hoog kén men bj^na niet komen, of in het hoogst
gelegen dorp ws.ren hoenders aanwezig, Eto. hier stond
ik voor -aen raadsol, want hoe hooger ik kwam, des te
moer waron de hoendore ; kuif- en baardhoenders, of
ze ha dön ki\'^ine rozekamaot jes of S ryigenbsp;of

püotbevedöidng en niet gering ook, Sr was hier echter

ven goen bepaald ras m.eer sprake ; het waren land-.....

hoendors met afiin/kende vormen, die ik toen toeschreef
aan de eiesïhan var hst klimas.t,

ik zccht van deze een toom. vannbsp;uit, met het

varzoak my deze ts willen zanden, waarvoor ik in de
plaats 1-3 Goud ■\'\'yandotteszou terugsturen. Wy
zcchton een mand(met eon speciale afdeeling er in
voer voeder en een blikken bus m-.6t een spons met
watorj) waarop van buitsn zichtba-ar Y^erd geschilderd
quot;Bitts Waaaerquot; .

Toen dö zending 14 dagen later aankwam,waren de

dieren goed gezcud on toon ze uit de mand sprongen,
riepen de liefhebbers, dis er by waren, quot;hoera, dat\'

zyn Brabanters**, quot;Hoe kom je daaraan^ ?

En toen ik vp/rtelde, dat ze uit Tirol kwamen ,

-ocr page 217-

lit.

Wl

uit Vont - een dorpj© van 2500 M.hoog* kon men het
eerst niet gelcovon.

Ik zondnbsp;later 1-:? tfoud 7.^yandottes, die

oük gc3d over ^yn ge-koüon, dooh later heb ik daarvan
niets ineer gehoord.

^lyn GCncliisie was : in Tirol waren nog mooie land-
hcendere in de dalen tot 1500 :.l,acog, daarna gingen
zo over in laiidtLOonders aot aangepaste vormen.

1914. Rei3 naar .ünr^ielevnd.

leen ik in het jaar voer den oorlog ©en bezoek
bracht aan mgeland, had ik niet gedacht hier nog
iets byzondors t© zien. oadat ons reeds zooveel om-
trent d© oud© sn nieuwe
i^igelaoh© rassen bekend wae.
Ik rei^irle van Londen door Kent, langs Raeding en
het Crystal palace via Southampton, naar Wight, waar
ik ;en week. zou doorbrengen.

üp het eiland \'\'\'ight reod ik, op ©©n postkoets
getrokken docr 4- paarden en had een goede gelegenheid
OP, acodcendc- eenige 7/aarne:nlngen te doen. Up het land
zag ik voornamelyk de oude mgelsche raseon, nl.
Barndoor-£\'Owlß, l/Oi-kings, fochoteche Grey en ^tgÖÄs

daarnas-st veol Orpingtons ©n Wyandottes.
En hier viel duidelyl^ het verschil op
tue sehen de
Engelsche on de Duitsohe boeren. D© EMgelsohen
zit
de sport ale het war© in het bloed, zoodat ©r dan
ook oigenlyk geen andere di ©ren waren dan zuiver©
rasnen.

Voor een ingei3?5h?nan is een nut- ©©n sportvogel
on ongeks-erd ; da stryd tmoachen nut^ ©n sport, zoo-
al^ rlie in Holland op do spits werd gedreven, is hier
niet bekend. In iodor geval heeft msn de oud© land-
hoenders niet opgeruimd, naar I\'iun het volle pond
gegovon 3n zo door soloctie weer tot nutrassen ge-
maakt, Van onbekende kruisingen moest men in Engeland
nietB hebben.

-ocr page 218-

l.

192f^, RqIs loord-L\'UitsChiaiid en Doneaarken.

Hot dcei V6;n deae rois was een bezoek te brengen
aan ivopermago\'||.^ doch ia\' Dooßt inmiddels een bezoek
brargon aan Broraon, Hamburg, Eannoyer en Stettin
Vv.or andere safcon,

D^t ik zGcr boniouwd was om ÄiöiSÄitlsKSHitHKS de

/

landstreken, dio ik in 1891 had bezocht nog eens in
YOgolylucht terug ts zien, is begrypelyk.

Ik Lon niet, zccals\'toen van öorp tot dorp trekken
on allee van naby boxioa, doch moest my houden aan
waarnemingen uit den trein en aan enkele uitstapjes
per auto in do stoden naar de omgeving,

Ds troin van Hiaui/eeohans tot Stettin gaat door
landstreken, welke men uit den trein met een binocle
-•rel goed kan bezien.

Over tiet algemeen zag ik stKXXsMKïtsxHHkMiM af en
to6 vry goede toocion gslykgeteekende landhoenders,
nl. Gcid- en Silbex-^iacven, ook Bergkraaiers en tot
myn geuoegsn zag ik ook reeds enkele nieuïfe Duiteche
rassen, nl. de Roiclishuhner, benevens de Orpingtons,
ïïyandc tte3, Leghorns,

Ik. naiii don indruk mede, dat de Duitschera bezlK
waren zioh te \'\'aer ordnen quot;d.w.z. dat zy tot de conclu
ale waren gekonioa, dat al het ondoelmatige en atel-
ssllcoze kruisen diende te worden ge\'èindigd en de
eigen l£-aiöhoenders bonevona enkele goede geselec-
teerde kruiBingen a.s Heichehuhner enz. weer de
overhand dienden te verkrygen.

By Bremen, Hasburg, Hannover en Stattin bezecht
ik onkelci hosnäer^^arken net een auto, die ray werd
aangswezon door den r-fodorl, Oonsul , den Heer Flaee
te Hamburg en hier kreeg ik de bevestiging van wyn

9

opgedane indruk der \'\'herordnung\'. Sr waren goede en
mo oie landraason. Moven in alle kleuren, Bergkraai^
era, Heich^hutoar on zelfs Barthuhner, Ha^bur^^en^

r/^

/ ^

-ocr page 219-

Barn8%\'oldors en Weiaunmers ult Holland ,

Do meeste quot;buiteniandsolie rassen waren er zeer
Tnooi a8,nwezig,

• • t t •«•

Op myn raieje naar Kopenhagen en door Deneraarken,
eprak
ïlz !nGt dan Heer ?MCoch landhouwoonsulent. Hy
vertelde tny dat er neg wel goecie landhoenders werden
gehouden p.a, de Poclacbe groonpooten, die preoies
gelc-:^en op de patryekleurige Drentsche hoenders.
Vedre ws,ren er overal gcsde Orpingtons, Wyandottes,
jjeghorno en Minorca\'s, enz.

J

m

1908 He 1 £ naar tie 1 .gjö. an Luxerrhurg.

iiy het nazien van myn aantaekeningen, zie ik dat
ik nog vorzuiado melding te ma,ken van gegevens, welke

ik versameldö op een reis naar België en Luxemburg.

Deze reis was oen vaoantiereis naar de Belgische
Ardennen, Kan,
Rcchefort en Luxemburg.

ïedur-ende 8 dagen deed ik alle mogelyk© moeite
o-n het Belgische Ardenner hren t© vinden, maar het
gelukte niet. \\\'\'el trof ^ my overal d® buitengewone
vsrwa9/rlcosjng van de landhoenders. In het dorp
Hoohefort zag ik op een marktplein , waar wy een
rustpauze hielden, alle hoenders by elkaar van een
20 tal boerdoryon. Hot waa gemakkelyk ze met wat
brood fcy aikaar te krygen, öy deze dieren waren
hennen, dio moerondeels van ö - lO jaren oud waren.
Zö hadden aporen
gona van 4 cM lang, pooten met kor-
sten, quot;covroren kam en waren zonder bepaalde kleuren.
*t V/as in één woord :ti\'\'eurig,

Ilï concludearde, dat er voor d© Belgische fokkers
nog hoei ^-at te doen was in hun eigen landstreek.

è . . « . .

-ocr page 220-

irf

l zr-

in de bovGnataand.3 rei^ivor^jtiA^alagen heb ik gstraeht
zooveel ncgolyk de^zolMe^\' Xy„ te volgen, t.a.v. de «Ikaar

opvolgende hoenderras.an «n dit ook weergegeven in de foat
ten 9, 10, 11 eu 12.

Het is de bodoelinü in hoofdstuk B een resumé te geven
varrde.e ontv,i;.i.elingslynen en de vragen , die zich daar-
by voordoen aan een eindbesohouwlne te onderwerpen, waar-
door hst op- en neergaan der aasaen zou kunnen worden

verklaard.

-ocr page 221-

. f ît

m

yb

\\

^ A

• t

V

DO

-ocr page 222-

liL

/ié

Hoofdstuk 5*

DE NEDERLMDSQHE HQEHDKRR^SSEH

HUH QJKTTSTAM,- BBSGHRYVING M ËIGBHSQHAPPhlN,

L a n d h o© n d © r

GHOEP I.

s .

1, DTQntsoh© Hoenders,

( Afb, )

D© naam Drentsche Hoenders is ontstaan oniBtreek© het
jaar 1890. ¥oor dien tyd had men aan d© landhoenders in
Drenthe nauwelyks ©©nig© aandacht geschonken.
Ontstaan.

ü;©n d©r oudet© afb©©lding©n ïran h9t Dr©ntsch© hoen tr€f

ik op myn reizen aan in Loon by Asson j het is ©©n DrentacJ

i.©tt©r-ao©k Uit het jaar 1802. maakster h©9ft het typ©

en d© patryskl©ur vry nauwkeurig in wol nagebootst .
(Afb, )

CBn.-©v©©r in dsnzelfden tyd mo©t het achilderyt^© syn
geschilderd door Tom Sw©r%nok, althans afgaand© op d©
TB©d©d©©ling©n van den boeren .herbergier uit Qaeaelt© ,
van wien ik het kocht . Hierop komt ©en goudi^el haantje
voor m©t 0 h©nn©n, waarby 2 goudpellen , l witt© ©n 2
bonte, alsïïied© ©©n viertal kuikens. ( Afb. )

D© naam Ton Swerïinok kan ik ne^-gens vinden, and©ra
zou m dateering kunnen worden
aang©g@v9n.

Men ziet in dat schilderytj© w©©r naar vor©n komen d©
©igenaardig© gewoonte van d© boeren, om by ©©n zoo bont

wylen Frita Maria te Voorburg. Hy begon in 1902 m myn
Hoenderpark met het mken van etudiee ©n schilderde toen
24 paneeltjes van de 24 béstaande kleuren by Drentsc\'-e
hoenders. Na dien tyd heeft hy in Nunsp©©t van 1902 -

1904nbsp;veel led©rlandsohe rassen g©echild©rd. Toen hy in

1905nbsp;in Voorburg ging wonen,heeft hy voortdur©nd hoenders

j

p

-ocr page 223-

geschilderd, waarby vooral de landhoenders een voor-
namenbsp;rol hebben gespeeld.

In de omgeving van ¥oorburg alleen maakte hy een
10 tal groepen van landhoenders, waarby het ook hier
opvalt, dat de boeren een zoo bont mogelyk toom hiel-

O Zc^^nbsp;patryskleurigen haan.

Het Drentsche hoen kwam als plaatselyk landhoen in
quot;Drenthe voor sedert oeroude tyden en werd door volken^

Noorden^wamen^ meegesOBKd«
y^^JMy^-nbsp;Friezen , die omstreeks de «e eeuw na Ohr.,van

Jutland tot de Schelde, de Mederlanden bewoonden, hebben
altyd tamme hoenders gehouden zooals zocals de tern*
,vondsten hebben aangetoond.

Echter moeten ook volken, uit het Hoerden komende,
/ reeds voor de Ohr. Jaartelling tamme hoenders hebben

gehouden, want in de oudste lagen der terpen, die reeds
VOOI? de Ohr* Jaartelling dateeren, zyn de loopbeentjes
met kenmerkende sporen gevonden, welke overeenkomen met
de latere vondsten.

Het is bekend, dat het tamme hoen als afstammeling
van^Üet wild levende hoenders, gemakkelyk kon worden
getemd en als hoenders gehouden.

Een afstamming van het wilde hoen uit de tropen, de
Bankiva, die vroeger werd aangekomen, is volstrekt niet
bewessen, gezien het feit, dat het wilde hoen gedurende
verschillende ^pgoexsitsH ystyden Europa reeds bewoonde,
Serder zou men geneigd zyn te zeggen : het wilde hoen
in de tropen is een type, dat in vroegere tyden in Noor-
delyke landen leefde en naar de tropen zich versDreidde,
omdat de l0¥QnsomstandighedQn aldaar zeer gunstig vmren.

-ocr page 224-

ließ

Beschryving.

In het Maandhlad van de lederlandsche-Hoenderclub,
B\'ebruari 1906, heb ik een hoofdstöiikel aan het Drentsche
hoen ge?fyd, waarin de beschryving voorkomt. Ik li®©il hier-
van in het kort het volgende over ï

Svenals ieder land, heeft Hederland een normaal land-
hoen, dat een bepaald rastype vertoont, zooals dat ge-
durende eeuwen elke landstreek heeft bevolkt, en waarby
geen kunstiaatige teeltkeus ie toegepast.

Ik stel hierby echter vooraf duidelyk in het licht,
dat het niet de bedoeling is veel woorden te wyden aan
het raslooze mengsel hoenders, dat men boerenhoendars
noemt, en dat in allerlei landen voorkomt, als een ge-
volg van een doellooz© kruising 5 doch ik heb op het oog
het landhoentype, dat evengoed een raa is, als de Minor-
ca*s of Leghorns of welke hoenders men ook als ras be-
schouwt.

Dit landhoen , afgebeeld op bygaande teekeningen,
komt uit den aard der zaak in lederland alleen nog voor
in de provincies , waarin de oudste toe-\'^tanden nog bestaan
en aangezien ik het hoofdzakelyk nog alleen In Drenthe
vond, heb ik het Het Drentsohe Hoen genaamd, wsLke be-
naming thana ook officieel door de Hederlandsche-Hoender-
club is aangenomen»

De afbeeldingen vertoonen ons een haan en hen, die
belden het type zuiver weergeven.

(zie verder uitvoerige gegevens \'^Houwink *s Hoenderrassenquot;
Deel I , blz. 182 - 190).

In Hoofdstuk 4 B. heb ik een uitvoerige beschryving

gegeven omtrent het Drentsche hoen, zyn verval, tydelyke
opkomst en verdwynen, zoodat ik hieromtrent niet in
herhaling wil vervallen.

Bet Drentsche hoen is thans verdrongen door andere
landhoenders. Kr zyn nog een 5 tal foktooiien in Heder-
land, waarmee
wen tracht ze te behouden voor den alge-
heel en ondergang, totiaatmisschien nog de tyd komt, dat

-ocr page 225-

£ Z.^.

zy de oververedeld^ nieuwe landhoenders als de Leghorns,

de Minoroa*s en de Andalusiers quot;vervangenquot;. Elk ras
heeft nu eenmaal zyn tyd van opkomst, bloei on verval.
Wie weet of dez© laatste foktootaen ©n hun nakOTnelingon
dan nog redding kunnen brongen.

De Kleurslagen.

De Drentsche hoendera kwamen vroeger voor in allo
bekende kleurelagen, die wy by de Landhoenders in alle
landen ter wereld aantreffen.

In do jaron 1880 -» 1900 , toen ik da Drentsche hoender
trachtte te verboteren, fokte ik uit kruising van pa-
tryekleur met goudTïel vélo bruine varieteiten en uit
kruising inet wit vele der overige. Door verdere krui-
singen onder elkaar kwamen dan soms typisch© tueschen-
vormen voor, die wy niot als raszuiver beschouwden.

Fy wisten toen nog niet, dat er o-v^u^c^ (Eêterotygo-
tisoht) kleuren bestaan, die nooit zuiver te fokken zyn,
b.v, blauir ena.

In ieder geval waren ©r toen 60 kleurslamp;gen bekend,
welke wy later onder d© nieuwe rassen aantreffen, doch
die toen reeds werden gefokt. Ze waren voor 1900 gemak«

I

kelyk in één dag in ïlrenthe op d© boerderyen te vinden.
Sen overzicht van de toen reeds bestaande kleurtypen

is het volgende j

(Andere narrten)

No.

Kleurty-oen

Patryskleurnbsp;Zwartboretig rood

U

1.
2.

3.

4.

5.

6.

7.

8.
9,

Roodhalzig patryskleur
Bruinhalzig

f t

t»
»
gt;

f 9
* f

ïïendvleugel

Geelhalzig
Zilver
Eoodzilver
Bruinzilver

öoudhalzig^zilver patryskleur
Kcodhamp;lzig« ,,

# gt;

-ocr page 226-

(ander© namen)

Bruinhalsig^zllver patryskleur
Geelfealssig» ,,
Rood

Roodbont
Lioht roodbont
Geelbont
• Zalmkl©ur

üoekoQk
Rood koekoek
Blauw

Rood blauw
Blauwgezoomd
Blauw witg©200md
Blauw witg9str©9pt
Blauwbont
ZY/art

Goudhalzlg 25wart
Goelhalzig ,,
Roodhalzlg ,,
ZilTsrhalzlg ,,
Wit gezadeld ,,
Bont ,, ,,
Geol ,, ,,
Zwartbont-donker
pp * li®ht
Witbont

Zwar t•wi t gez o omd
Wit

Kleurtypen

Ho.

10
11.
12
15

14

15

16

17

18

19

20
21
22
25

24

25

26

27

28

29

30

31

32

33

34

35

36

37

38

39

40

41

42

t f

Diamond jubileum

Goud boekweiten

ZilYQr boekweitenquot;

Houdankleur

Roodhalzig wit , -
Witg©zad©ld zwart
Witbont
G©©1

f $

# gt; f *
Zwart ,51 wit

Goudp©l

iss

-ocr page 227-

Ni

(andere namen)

Aleurtypen

Mo.

44.

Goudgestreept

45

Goudlaken

46

Bruin

47

Bruingestreept

48

Bruin herraelyn

49

Geel

50

Geelpel

51

BIauw-geel pel

52

BIauw-gee1gezoomd

53

Blauw tgezoomd

54

Geel gestreept

55

Geel blauwgestreept

56

Geel zwartgestreept

Geel zwartstaart

58

Geel witgezoomd

59

Geel witlaken

60

Geel hermelyn

61

Geelbont

62

Citroengeel

65

Oitroenpel

64

Zilverpel

65

Zilvergestreept

66

Zilverlaken

67

I»akenvel

68

Wit heraelyn.

Ic

■f

\'rae-ïï^èl

-ocr page 228-

fH

Elgensohappen.

De goed© ©igensohappen van dit eenvoudig Xandiioen
zyn o.i. nooit voldoende naar xsasKSX^^feiSKKkS waarde
gsssiïspfc erkend.

Het was in de jaren voor 1900 gehard tegen het kli-
maat, legde behoorlyk ± 180 - 200 eieren van 80 60
gram, had weinig noodig aan voederkosten, zeker l/s
minder dan Leghorns.

De kuikene groeiden snel en begonnen met 4 -
maand te leggen» de hennen waren weinig broedsch, doch
broedden uitstekend.

Beneden het jaar gaven zy nalach en goed vleesch,
In den winter van 1958, die ons opeene de ontzet-

Onbsp;^

tende koude bracht van 12 - 15 » © , fewPt nog weer
bewezen ho© sterk deze landhoenders zyn en hoe weinig
zy
van de koude \'schenen te lyden. Waar alle grootkam-
nige rassen met bevroren kammen en lellen hevig zyn
aangetast, verloren maar enkele haantjes een of twee
katnpunten j by de hennen had niet
één een bevroren
kam en dit ondanks ze niet ingesloten Modalhokken
Tüoesten leven.

-ocr page 229-

/yi

GROEP IA, Landhoenders

2. Friesche Hoenders.

( Afb. )

Ontstaan»

De naam Friesche Hoenders is ontstaan omstreeks 1880.
Op de Tentoonstellingen,in Friesland gehouden door de
Friesche Maatschappy van Landbouw te Dragten in 185S,

waren do Friesche hoenders nog ingezonden onder den naam
van boerenkippen, zilverlakens, enz. Ook waren er z.g.
Kruipeltjes en Kortbeenigen ingezonden .1)

In Bolsward 185!^ werden goudlakensche boerenkinnen
ingezonden en 2 tooman Gochin-^hina In Franeker IB^
boerenkinpen, bolstaarten kruipers en Oochin-China\'s.

In 1865 te Leeuwarden vermeldt het rrogramma :
Kuifkippen, loodweiten,patrysho0ntjes, Zwartbonten en
enkele buitenlandsche rassen.

In 1875 te Heerenveen werden de volgende rassen gevraag?
Spaansche hoenders, Cloudlakensche pellen,Zilverlakeneche
pallen, donkergsyze of lichtgryze Dorkings, Kraaikoppen,
Cochin-Chinaterwyl te Sneek in 1877 waren ingezon-
den Goudlakensche en zilverlakensche pellen.

Na dien tyd werden zy onder de naam Friesche Hoenders
gevraagd.

Het ras komt als plaatselyk landhoen voor in de Bro-
vincie Friesland , als een der cuaste landhoende^\'rassen.
Het heeft veel overeenkomst met het Drentsche hoen, doch
is eenigszins kleiner. Ook de kleuren verschillen,
omdat byna alle teekeningen scherper zyn. De patrvskleur
komt ffiLïHKHHM onder de Friesche hoenders thans nist voor^

vroeger echter wel. Kr komen onder de patryskleurige
Urentsche hoenders dieren vo@r met zwarte en bruine
borsten, welk verschil zich eertyds ook voordeed by de

ifGegevens verstrekt door den Ryksvoorlichtingsdienst
voor Pluimveeteelt,Leeuwarden.Distr.Ass. F.Hoogeveen.

-ocr page 230-

mm

B\'riesche hoenders,

?/aarom het Friesxhe hoen kleiner is ? Tot heden is
hieromtrent niets afdoende bekend, Wy hebben hier ge-
dacht aan een verschillende afkomst en wel dat de oude
Friesoh© ^Eamp;sitaKH bewoners de kleinere rassen uit het
Boorden ontvingen en de Srentsche hoeiiders uit het Wee-
ten zouden zyn gekomen. Ik kan ook hier verwyzen naar
hetgeen ik daaromtrent in Hoofdstuk 4 1 heb vermeld en
zal niet in herhaling vervallen.

Beschryving.

Ook het Friesche Hoen heeft rykelyk zyn aandeel gehad
in perioden van bloei en verval. Ook dit ras tsoest wyken
tegen de vele latere inge^Foerde landhoenders en buiten-
landsche rassen. Het is • al met al - een wonderlyke
geschiedenis met onze landhoenders in Hederland . De
oorzaak is echter niet ver te zoeken, D© Friesen zyn nu
eenmaal geen reclamemakers | zy houden taai iets vast,
zonder de noodige ophef. Stel daarentegen ds zucht naar
quot;iets andersquot; uit de den vreemde^- den Nederlanders eigen-
en met dmnoodigen ophef en reclame gepropageerd - en
de oplossing van de vraag ligt dan voor de hand.

üf dat zoo zal blyven , zal ook de toekomst moeten
leeren.

Op dit oogenblik is er weer een herleving zichtbaar.
Er zyn weer vele Friesche hoenders, getuige de Tentoon-
stelling in iols¥mrd in 1958, waarnbsp;nummers werden
ingezonden.

Weer vragen wy : zal het stand houden, of smllen d©
Friezen hat cok ïnoeten Terliezen tegen onverschilligheid,
ophef en reclamenbsp;anderen ?

^^nbsp;klein hoender type , dat met weinig kosten is te

houden en toch een behoorlyk aantal eieren legt van mid-
delmatige grootte, heeft het Frieeche heen zeker
bedryfswaarde. Het is my dan ook volkomen onbegrypelyk

-ocr page 231-

dat dit nuttige rae geheel zou kunnen verdwynen.

Ik heb ray m^enigsaal afgevraagd hoe het gaan zou als
wy weer eens als vroeger de strenge winters ïï3et 10 - 20
graden vorat zouden krygen , vooral met de Leghorns,
Minorca
»S,enz. Het sou niet van belang ontbloot zjn
dat eens te onderzoeken.

»• t •

De Kleurslagen.

Het Friösche hoen komt thans nog voor in de volgende
kleurslagen :

Hoodpel, goudpel, zilverpel, roodbont en koekoek.

Voor een 30 tal Jaren waren er een 20 tal kleurslagen.
Ii£ heb ze op myn tochten door Friesland toen beschreven
(zie blz»nbsp;)

Met dit korte overzicht meen ik thans te kunnen be-
sluiten ,1)

1) Zie verder meer uitvoerige gegevens in «Hoenderrassen
I.blz.; igi^igs .

-ocr page 232-

isé\'

GROEP IA, Landhoonder

5. Groninger Meeuwhoenders,
(Afb.) t

Ontstaan.

Groninger Meauwhoenders zyn ©erst in het jaar 1912
onder d© If©derlgadsch© hoenderrassen opgenosen.

Vooïtdien tyd hebben in d© Provincie Groningen vel©
eeuwen bestaan, ©er ze als ©©n speciaal landhoen ©rkend
werden.

Een d©r eerste fokkers van d© Groninger landhoenders
was de He©r B.M.Th.Brouwers ,
Hoendiep 9 t© Groningen.
Hy fokt© in 1915
s Groninger nutho©nd©ra (ale!^^ erkend©
fokstam der V.P.i.) Groninger zwartbonten ©n Groninger
Meeuwon. D©z@ Groninger landhoenders had ik op myn reis
in het Jaarnbsp;by honderdtallen gezien|©B waren toen

op d© boerderyen nog geen ander© rassen dan d© landhoen-
ders ©n wel in de meest bonte mengeling van kleuren,
zooals ik dit ook zag in Drenthe, Ik constateerde toen,

dat d© Groninger landhoenders/ over *t algemeen forsoher
van bouw en van grootte waren,

D© naara Meeuwhoen kreeg dit ras door zyn kleurverwant-
schap met de Ost-Frisisch© Silber
Mow©nhuhne^. Dez© war©n
wit met een grove, cnregelwatige peltaekening; vandaar
d© naam\' Öilberinow©, Er waren ©chter ook bruine met pol-
t©©k©ning, di© Gold^owen werden genoemd.

Heer Brouwer is steeds ©en voorstander van dit
1andhoenderras gebleven en fokt© z© meer dan W jaren lan

Groninger meeuwen zyn m.i. altyd ©en sieraad ge-
weest voor iederen boer of stadsliefhebber. Hun
bonte
levendig© kleur maakt© het tot ©en succes, maar behalv©
dat wae hst een nutras in all© opzichten. Als ©rkend©
V,p,l, fokstam heeft het jarenlang
zioh staand© kunnen
houd©n, tot ook d© oorlog med© oorzaak was van zyn v©r-
dwynen.

/v6

-ocr page 233-

f3/

Hen heeft getracht de Groninger meeuwen met regelma-
tiger pelteekening te fokken, hetgeen zeer te betreuren
is geweest, wan aan deze z.g. veredeling is het ras ten
gronde gegaan.

Bedryfswaarde.

De bedryfswaarde van dit ras blykt wel uit de gege-
vens van den Heer Brouwers toen het ras als erkend
¥,P,H.
fokstam werd gehouden. Gemiddeld 180 eieren van 60-70
gram is een behoorlyke prestatie, vooral omdat omdat
ook dit landhoen, evenals veie andere, veel minder oni^er-
houdskosten noodig had dan vreemde rassen.

Het blyft ons daarom een raadsel, T/aarom niet de
Pluimveeconsulenten aan dit ras voldoende aandacht heb-
ben geschonken en het hebben achtergesteld by heghorns,
Wyando t te e, enz,

/v;

-ocr page 234-

/V/f

gRQKF X A. L a n d h o anders

4, Lakenve3?der Hoenders,

(Afb. )

Üntetaan«

D© Lakenvelöer Hoenders zyn in hst jaar 1925 onder
de Maderlandsche rassen opgenomen, op voorstol van den
Heer G,S.Th,van üink.

Versohlllonde onderzoekingen hebben er toe geleld,
dât ras als Mederlandsch to erkermen, nadat een sed©-
deoling in ilvioultura van den fieer Van öink was ver-
sohenen, waarin werd verklaard, dat ds^a hoenders
in
het dorp Lakenveld omstreeksnbsp;veel voorkwament

(Ävioultura** ,

Het i8 wol heel toevallig, dat de naain LakonveXd ovf^r-
eenstest mmt het ^-l©«rtype, dat msn lakenvel nùmt, ge-
lyk ook Lakenvolder koeisn, goiten, ^nz»

Het is een bekend feit, dat tusschen de zllverpel
goicleurd© hoenders
af en toe dieren voorkomen, waarby
het zwart in het halsbe^ang en in dsn staart zich con-
centreert en het lichaamHCit blyft. Op dese Kisto wyne
kunnen de Lakanvelder hoenders ook zyn ontstaan,

S.en zeer nsrkwaardige ontdekkingnbsp;wy dezer dagen,

toen wy op eon Grieksche vaas een haan wit en een hen
bruin
lakenvelder cisntroffon, (zie afb. )

Dit bowyst temeer, dat vroeger dit kleurtyp© tusschen
de zllverpellen der CJrieken voorkwam,

In de jaren 1010 - 1920 werden Lakenvolder hoendêre
al@ een Duitsoh rae. beschreven.

Ook hier zouden ze naar een etsdj® Lakenveld ^yn ge-
noemd en dit zou volstrekt niet inmogelyk ^yn, otr^dat
van 1910 -1930 de Silbermowen nog vry algemeen op de
boerderyen in Duitschland voorkwan^en..

-ocr page 235-

D© ijakenveiders ayn-ln Hederlsaici sftoerls in één
kleur gefokt, xïruin© -akenvalders kwamen zeer dikwyle-
voor onder de .Drentsche hoenders, in de Jaren
IBSO 1900 , maar als -niet erkende kleur • schonken
wy er geen aandacht aan en zoo bleef dua alleen de
witte Lakenvelder hot algemeen type.

Bedryfgwaarde»

De waarde als nuthoen der Lakenveldere kan wen. gelyk
stellen met die der pelhoenders, in het algemeen,
zco-
dat wy
hierop niet verder behoeven inV t© gaan.

De Lakenvolders hebben zioh tot nu toe mogen verheu-
gen in de belangstelling van^v er schil lende fokkers,
Waarechynlyk komt dit door de moeie kleur, die het ras
kenmerkt
en die steeds voor de sportfokkers een groote
aantrekkelykheid bezltê

Mo^ge ook dit ras zich in eon blyvende belangstelling
kunnen verheugen. Als
Kederlandsch product van fokkunst
Ib het dat ten volle waard.

j!

-ocr page 236-

ILIO.

GROEP I A* L a n d h G e n d © r B

Brakel Hoenders,

(Afb, )

Onts taan

De Brakel hoenders syii al mm oud als all® land-
hoenders van eertyds» Omdat men ze in de laatste helft
der vorige eeuw veelvuldig in het land van Brakel (zul-
delyk loord-Brabant) aantrof, hebben aan dit gebied
hun naam t© danken. Deze landiitreok - ook de Kempen
genoemd- , welke zioh uitstrekt tot in Belgl©, bezat
toen ter tyd een ras, dat door d# Belgen ïKempensehe-
of Gampinee werd genaamd.

De Brakel hoenders zyn in 1923 onder de ilederland- .
sohe rassen opgenomen, nadat hieromtrent een nauwkeurig
ondersoek waa ingesteld door de Oiub|^l£d©n uit hot
Zuiden des laiads« Dat ze\'veelr^ overeenstemming vertoo-
nen met de öimpinei , ie bekend» Z
b zyn waarschynlyk
naast elkander ontstaan»

In d© Hoenderrassen Deel I blz, 269 heb ik ©en poli-
miok opgenomen over de Braekolhoendergt en Camplnes,
welk© in het Jaar 1918 werd gevoerd waarin het ver-
schil tusschen beide.rassen werd baechr^ven door den
Heer Joh.M,Sannik, waarnaar ik hier wil verwyzen.

Het merkwaardige by dit ras is d© zwarte puBil , die
het kenmerkt en die amp;f zeer weinig ander© raesen voor-
komt •

Do kleuren waren vroeger i goud en zilver, waarby
de peiling vry donker en regelmatig over hot liohaa©-
is
verspreid.

De bedryfswaard© van dit oude lendhoenderras is die
van alle pelhoendara.

-ocr page 237-

lt;5i

GROEP IA, L a m d h O e n d © r »

él Ohaamsch© Hoanders♦

( .àfh, )

Ontstaan.

üQ GiaasiEisolie hoenders voriaden ©ertjda (voor ISOO) het
1 andras in Suidalyfe ioord-^ratant, in het land van Oham»

In het jaar 1908 is over dit ras aan zmr uitvoerig©
■ polimiofc gtavoerd door my.not dan l@@r Joh.M.Hannite,
welk© is beschreven in D@ Hoenderraasen I blz, 26S-272*

Na dien tyd is het ras erkenIS^ ala I@d©rlandsch ras,
doch h@t duurde nog tot 19B3 voor het definitief onder
d© ïïederlandsoh© rasssn werd

Dat d© oorlog hiervan de schold is g©we©et, is wel
aan to nenien, oi®öat in de jaren 1914 tot 1920 all© be-
langstelling ?#as gevestigd op de z,g, nutraosen, w©lk©
docr dé V.F.ii. veerden ©rlr©nd. Tot deze behoorden niet
d© lledorlandsoh© raasen, behoudens oen enkel® uitzonderirig^.

Dq inzinking van de lederlandsoh© rasson , w©lk© zioh
voordeed van 1910 tot 1922, zyn ons© rassen nooit meer
t© boven gskoaen* m waramp;n er toengeón liefhebbers ge-
weest, dan zouéén wy van •! ©en alg©h@©l© opruiming *
hebben kunnon sr^rekan.

» « •,

D© Kleuren,

D© Öh,aaTnsch@ hoenders zyn altyd in 4% kleur gefokt,
nl, goudpel.
B ©dryf ewaard ©,

Ale b©dryfsho9n konden wy h©©! go®d d@ nieuw© inge-
voerd© rasson ©venaren.

-ocr page 238-

M ï

1 Vl^

GROEP IA. Landhoenders«

7♦ Krulpho enders.

C Afb, )

Ontstaan»

Kruiphoendorrassen zyn er altyd geweest, zoolang er
landhoenders waren*

Ludo sohryvers maken er al ■melding van .
Dr» Jormston (1660) besihryft se als volgt.:
Afb. 182. Gallus pumilio.

üet itruiphoen byna geheel zwart, de grootèèe pennen
van de vleugels waren aan hot uiteinde witaohtig an aan
den hals met halveaaaavorïnigQ vlekken voorzien» Het hoofd
was gekuifd, de kan en lallen helrood, de nagels wit.

Het kon sen zilverpel met korte pooten ayn geweesty
behalve dat het ook nog ©en kuif had naast den kam,

In Öe meeste latere werken tot heden toa kan raen de
Kuiphoonders bosohreven vinden.

Toen de eerste pluimteetentoonstellingen begonnen te
komen, vierden er meest z.g. rariteiten ingezonden. Hier-
toe werden ook de Kuiphoenders gerekend*

Op de tentoonstelling in Friesland in 18BS (Drachten)
waren onder 12 rassen 6 kruipeltjes en 1 kortteenige

(zelf aange^ïêl^t) ingezonden,

«

De Kruipers waren vroeger bekend als Das-, iCruip^ of
Hagadishoenders^ in Duitschland **ivri@cher», in Frankryk
»»Gourtes Pattes»,
in .Ingeland »Jumpers«, in Schotland

In het artkel Hagedis.-l^.o©ïiders van Ir#J,B.Vries In
Kleinveepost
dd 24 auninbsp;blz. 891 treffen wy een

verklaring aan van dit merkwaardig© verschynöel, Be Heer
Vr. schryft dat volgens Outler dit verechyneel een terug-
slag
zon syn op een hage^tóiaachtigen voorvader van de
hoenders,
of hstar gezegd van de vogels in het\'algemeen,

-ocr page 239-

die veio aillicenenjaren geleden leefden.

Wy kunnen volstaan met verw;/zins naar d© ultvoorige

t-esohryving ©ver dose hcenders in dat artikel.

byzonder

Het ras heeft nooit/veel liefhebbers gehad, M.0n zag zs
aoms opeens tusechen zyn fokdieren versohynen, vooral
by inteelt, zoodat
men het dier als een degeneratie tyne
besGhouwde,

Af on toe zag mn ze ov ten toon?; tellingen ingezonden
als quot;Hiet genoemd© ras^son*.

Tcoh levert mn troepje ïCruipere een byzonder aandig
sohouwspel op. In Gieten woonde in 1900 ©sn dokter,
wiens zoon lams?© beenen had en die al tyd in den tuin in
een
ziekenwagentJe lag, dat hy men de hamöan kon voort-
bewegen. mt jongetje
had een toompje «Kruipers« om zich
heen loopen, wel uit 20 etuks bestaande, in allerlei
kleuren, Zyn vader had ze by
zyn bezoek aan de boeren\'
in den omtrek allen vcor ham opgekaaM. Hy hield d©z©,
omdat ze zoo vertrouwelyk waren en hy voerde ze raet de
hand? sprongen op zjn stoeltjei kortom het was een
curieus gezicht.Ik s^al dat nooit ve-geten, omdat Ik ale
liefhebber natuurlyk sroedig met hen^ had kennis gemaakt
en altyd tydens syn beflecken by hora kwai?!.

Geleidelyk ging^ zyn troepje ven^inderen, ze leefden
gewooaiyk niet lang en omdat hy ar niet mee fokte, was

binnen--korte Jaren het troepje verdwenen. 2^0 waren toen
ook nergens raeer t@ krygen.

De i^uiphoenders hadden geen bedryfswaarde, legden
weinig en waren niet sterk. Zoodoende ie het raa thane
ultgaotorvsn op snkalo plaatsen In
Dultachland na, waar
men ze nog v( or llofhebbery aanhoudt.

Het rae kwain in allo bekende landhoenkleuren voor.

Met een kuifje heb ^^ ik ze Qchter nooit gaaien.

-ocr page 240-

Afï

Grcergt; IA, L e n a b: o e n d © r s

B» Bolstr^art HoeRders.

(Afb. )

Ontstaan»

De Bolstaart Hoenders vorm©n ©en op siob zelf staand g
ras, dat voorkomt uit d©
IrmdliGendsrs*
Ho© d©ze afwyking is ontstaan ?

De eonige verklaring, die ik hiervoor heb kunnen vin»
d©n, is dat
de bolstaart in verband staat met d© staart-
looze Lafayett© hor.ndere op Geylon, die aldaar **^lt;lt;lliklkl »f
worden gencesd^ ^^
nbsp;cl^amp;u^nbsp;,

In het Museum Yan ^^^.t, Hitori© te Leiden bevindt
zioh ©en bolstaart Lafayett©«»haan, die vergeleken by de
overige i^afay©tt©-han©n in ni©ts van dez© versohilt -
dan dat hy staartloos is.

Ook in Indi© koman staartlooz© hoenders voor, ©venals
in all© landen , waar ©ertyds landhoenders leefdan, ij

Bolstaart hoenders h©bb©n ©chter sos^tyds ©©n of meer
naar bonedon hangend© staartveeren, zoodat d© bolstaart
eigenschap ni©t altyd volledig ia,

By T)aring set gewon© hoenders ©n onder elkaar zyn z©
vruchtbaar,
B$. paringen cnder elkaar dient mm. d© veeren

f

welke d© clooJr bedekken, af t© kniBp^^n, wil To^^n op
bevruchting rekenen»

Bol3taartho©nd©rs worden door 0,J,T@tn!t.io1lt; (leiS) als
volgt beschreven j G.Bloaudotus. Staartloos hosn, bolstaart
bowocnt ö©ylon , aldaar g©no©md Ooq Wcülikiki,
Das /.luthuhn (i-\'riach) , PörHqöi coq (Loth) , Fortianfowl
{Will) , Goq sans oroupion (Buffon),

Darwin(l875) beeohryft Klomphoonders/ en Bolstaart-
Krielhoenders m©t kuif ©n baard.

In D© Hoenderrassen I heb Ik 15 maal de Bolstaart-
hoonders böieehroven, :2codat ik daarnaar kan v©rwyz©n.

lyH

-ocr page 241-

Uj aXlQ eoliryyera na 1860 vinden wy Bolstaart hoenders
beschreven, waaruit men wel
km opmaken, dat zb eertyds
veelvnldig vctrkwamen(

«*«•«

Kleuren.

Het Bolstaart hcon komt in allé kleuren voor, welk©
wy by landhoenders kenn©^, zoodat van
een afzènderlyk

kleurtype geen sprake kan zyn.

• • ♦«

dry fswaar de.

kr^n het ras ken ik ©en^^rcote bedryfswaarde toe,
het legt in verhouding tot zyn lichaam groote on vooral
veel eieren*

Hanige Jnren geloden begon ik weer set Bolstaart hoen-
ders t© fokken, omdat ze tosvallig onder d© laatst©
lyrmitBGhB hoand^r^\'., die nog te vinden waren, v^orfcimmen.
Sedart dien tyd tel Ik onder myn.nbsp;legs^ters, die

allen veel eerder zyn begonnen dan d© andere Jonge nmmxx
É2SSX en oude hennen. Ze mien vlug door en leggen nog
tydens de rui. 0© kuikens groeien veel/ vlugger dan die
met staarten. Het is dan ook myn bedoeling dit ras zoo-
veel mogelyk te fokken om later nog eens op de bedryfs-
waarde te kunnen wj^zen. Het is alaof het gemis aan staart

vergoedt aan het lichaam, wat dat economiesch kan pres-
teer en*

-ocr page 242-

ihL

QRüi^P Ilt/» KRUXSIIjGSRiiBSM^j (l,A£j:XftlOi3aiDERS)

, Hcilandsche jtuifiioeuderö.

Ontetaan.

het hsgin van onze jaartelling wordt het Kwifhoen
ver^\'^eld door Plenius ( zie
tlz»

Een der eerst© afbeeldingen treffen wv aan hf 41dro-
vandi ( liOO) ( Afb. ), die ze Patovonians noeïst ,
terwyl hy ook melding maakt van een landhoen m-^t kuifjes
(afb. ) en ©en van een furksche hen met kuifje(Afb. )
Dat zyn kuifhoenders zonder baard,
liamp; dien tyd treft men by alle natuurkundigen een be^
öchryving aan van ivuifhoondors.

Dr, J.Jonston (16S0) vermeldt de kuif by gewone
hoenders ( G,Pat8.v5-nue) by Turksoh© hoenders en Kruip-
hoenders.

J,M,Béohetein(180lf verdeelt de Kuifhoenders (Alector
Gallus cristatus) in 10 onderras^en, met of zonder baard,
dit zyn j

a.nbsp;het witte heen met zwarte kuif

b.nbsp;,, awarte ,, ,, witte ,,

c.nbsp;,, goudlaken heen

d.nbsp;,, zilverlaken* of zilvsrgekleurde met baard

0.nbsp;,, ohamoiskleurigö hoen

f,nbsp;,, blauwe hoen

g,nbsp;,, iiermelynkleürige hoen

h,nbsp;weduwe hoen (witte pareltjes op bruinen ondergrond)

1,nbsp;,, ssteenkleurige hoen»

Onderras t het witte hoen met grooten baard.

Men zou zeggen dat Sóehstein ®yn gegevsn heeft coge-
bouwd
uiij d© schilderven van oude meeltere, die na l^on
bekend syn geworden, want
zyn beschrvvingen kernen in

ifO

1

JL

-ocr page 243-

■7

vele opzichten ovei-eon met d© dieren, die docr onze
uud «Ho 11 and scha en Vlaaissche schilders zyn a.f geheeld.
Hun fiohiideryen zyn er voi van. Het overwicht daarvan
heb ik op bla» reeds gegeven, zoodat ik daarnaar ver*
wy2@n kari .

Hoo de AUifhoendere in iloderiand zyn gekomen is niet
bekendj aaamp;r sekor is het dat togen het einde dar Ifie
eeuw er voej kuifhoenders
in Hederland waren.

CsiKtreeks 1600 troffen wy ze aan in Kenneraerlsnd en
wel wit met f-warte kuif ( sie blz. )

A8jrig92i©n het bek©nd In dat het fokken van %wart©
hoenders set witte kuiven niet \'noeilyfc im , i^aar wel het
omgekeerd© - dus witto hoanders fiet zwarte kuiven,-»aan
welk proces o.a» eon bekende iederla-ndache fokker ( I*.
Dewald) 20 Jaar heeft gewerkt voor hy elaagde^ dan mceton
wy wel aannetren, dat lang voor If^OO ©r zwarts hoenders
met witte kuiven zyn geweest#

Do ivuifhoendera hebban ten allen tyde de belangstellig
gehad van liefhebbers, fokkers , achilders en teekenaars,
zocdat oriB uit die tyden vaol afb ©él dingen bekend zyn,
zelfs te ve55l om sa allen te repTOduoeeren,

üit het overzicht der schildaryen kan men zloh vol»
doende een beeld echaffen van hetgeen er toeU bestond,
(blz. )

Geleidelyk ±b «on toon begcnn^n wat de koifhoenders
naiïïen te geven.

Tegeime^er zegt t hat ie niet ?:ser t-?yf©lachtig of de

iiuifhoenders , dia door Aldrovandi zyn beaohreven, zyn

de stamvaders der togam^oordige raasen { 18415} bökend

onder don naan van Polanda of Poliahfowle, EaCtde Padoue

in rrankryk, in het llederlandBch ;«HoXlanisohe Witkuif.«

liö nasjai PülcUid ia ontataan uit het oude i^igalech©

woord Poll, dat dikwyie gebruikt w^rd^ om een haardos

aan te duiden. Mdere echryvere willen dit afgeleid sien

van de Poolsche muts, welk© in Polen werd gedragen.

-f

-ocr page 244-

Of:

T^g©tïïi©ler vermeldt ook de witte Polieh met zwarte
kuif, die ongeveer SO Jaar geleden fdus ongeveer 1610)

in vele plaat\'-?en lerlanc^ bekend wan» Seo dergelyke hen
zou in het Museum van Bat. Mist, te Dublin zyn opgezet»
D© laatste eigenaars waren afstammelingen van uitgeweken
Hugenoten, Hieruit,zou men kunnen afleiden dat de Kuif-
hoenders uit Frankryk of Holland kwamen. Dit laatste
is trouwens uit de reeds genoemde sohilderyen voldoende

gebleken, f .«Xb, )

De Duitsche sohryvers üettel (1863) Fr, vaOeffele(186F

spreken mmi Polnisches Hülm en Polande ( Afb. , )
In Unser Hausgeflugol van b. Duringen worden ze Polvorar^|^g|^md,

Op do achildery van J,Monokhorst (16^) komen
Kuifhoenders voor , zoowel een zwarte met witte kuif als
een ?;itte met zwarte kuif,

In dö Fabelen van Aeforus van l^fif , een lUngelsshe
vertaling uit hot drieksoh en Phrygisch, treffen wy
allerlei kuifhoenderrassen ( Afb, ) aan, terwyl in de-
zelfde Fabelen
van 1730,nbsp;en 1681 byna alle afge-
beelde hoonders kuifhoenders zyn m.ot verschillende
kjxmformaties,

üok Albort iiurer 1516) 1) geeft fraaie afbeeldingen
weer van ivalfhoonders
met of zonder eigenaardige kam-
vormen ( ikfb. )

Aan het ontstaan van d© kuif heb ik in de Jaren
totnbsp;eenig© proefnemingen gewyd. Ik kruiste toen

@en drieryigen kam (äo-cholsohe hoen )met rozekammige
Holl,hoenders en kreeg in F 1 reeds dieren met een klei.
ne kuifvorming ( zi© Afb, ) , ül^ deze kuifdieren
fckte ik later allerlei kuifhoenders met een kleine
opstaande kuif, soms ook een spitsteeloopend© kuif,

Dergelyke ^^uifhoenders trof de Heer F,Dewald in die
Jaren aan innbsp;, W0j.ke toen tortelkinpen

werden genoond, Xe^

onder ver^-vyzing naar do iLuifhoenders uit de schilde-
ryen van oude meesters, hunnen wy wal zoggen,dat z@
voomamelyk in da Paxgt;vinoio Holland tot d© fraaie dieren

T

.\'i

\'I
jf

gt; (j.

/

WA \'^k^tt^):

-ocr page 245-

\'J

gefékt worden, wélke wy thane nog kennon.

Het Hollandaohe Kuifhoen , vooral d© zwart© mst de
witt© kuif, is zeker een tOTJ-punt van fokkunst noemen.
Er is ©igenlyk gaan Ti^oeier si©rho©n, let ras is altyd
dolr onkele fokkers staand© gehouden ©n heeft als nutho©rgt;
nooit eon tölangryke rol gespeeld.

Hot komt thans nog voer in vel© kleurtypen, nl, blauw
wit, koekookvöorig, hoowel wy vroeger veel siear kleuren
hebben gehad, van zwartbont tot zw0,rt,

Tharis zyn 2© volgens den Standaard der il©d©riand3oh© *
üoenderclub boschroiren en zullen sy hu naam wel bohouden
als HollndBQhG iCuiflioenders,

(Zie vöi\'C.Qr Houwink iloendorrat^son Doal I , blz, 210\'lt;«\'
222) .

Het ras ie eon sierrus by uitnoraondhoid ©n heeft geen
grc,ote ba
dryfswaard© .

.(vorig biz.)

1) iab. lÄrer ©t s©s dessins ,nbsp;A.Guaatörs Faris

1882«

-ocr page 246-

tfo^

GEÜEP

II

lOUJXSIIIGSamp;A^SKIInbsp;)

, Hozekas hesndere .

1» Aseoridelftsoho Hoenders

(ATb. )

ü^ AsBendelftSGhe Hoenders ■feehocren tot de groep
Ró20ka.m-hcondera, waarvan wy onder de Hederl. rassen alleeï
kennon de Assendelfteiïho on d© Hollandsche Hoenders,
vroeger itoburgore genoorad.

Do eereto beschryving der Aesendelftache hoenders
Ircnt veer by R.T. Hïii^-tla. d 1) , 2e werden toen «pellen\' :
genoemd en omdat ze in Assendolft (by Zaandam) veel voor
komen, syn 2a namp;ar dita landstreek smoend»

In do luatete helft van de vorige eeuw werden in veel
laga waterrykö atreken in ^Nederland hoenders met rozekam
men gehouden, hetgeem ^ met het oog op d© vorst en de
koude, toen gowenso^^t voor kwam. De rozeka© bevriest niet
by de strengste koude en als zoodanig ligt er een nut-
tigheiööprincipe aan vast.

De rczekamho;3nderB treffen fiy reeds aan by Aldrovandi
(1600) Afb, , ofschoon toen de rozekam nog onvolledig
was enquot;helmkam^ werd genoemd.

Gallus Turcicus wordt afgebeeld als een »pelhoen».

De rczekam is ook dikwyls klaprooakam genoemd,-..of-
schoon ten onrocht©, omdat de fcla.prooakam uitgehold is
met opstaande sykanten en geen punt ac\'-teraan.

Het raa ie buiten liederlarid weinig bekend geworden,
het kwam v.cr 1900 algemeen voor by de boeren in Assendelf^
doch/thans gohoel verdwenen,

lrwata,.nertyd,s ■faft—mi^g......fe^mirwlasw-Torrr--quot;

By eon bezoek aan Aosendelft in Augustus 1938,bleek
my dat dit ras by den Boer nergens meer bestond. De oude
fokkers wisten hst zich nog te herinneren en te vertel,
len, dat er geen andere rassen bestonden in de laren %

©

©

n

•H

C

O
©

g

Ö
iM

lt;sgt;

#

iu

o
g

Et

©

«8
iH

CQ
^

3

lt;D

Al
®

e
gt;

•H

CQ

«O

gt;gt;

f-i

Ci
•H

ë

0

A

®

c!
GQ

O

©

-P

O\'

bO
O
(D

tc
c

O

n-a
©

ÏG

•H

©

gt;

•ri

f-f

fi,

I?

lt;D

Jtó
®

Ff

s

g

o
«

et

lt;

o

e

O
-P

E

bO
•H

Js
oS

lt;0
e

e
fi

O

feÖ
•H
iSI

gt;4(1

S

I

C

O
Qi
M

lt;D

©

-ocr page 247-

- w-*quot;

GROEP II, ^KRgI SIMGSRASSai (LDHGMDËIS ),
Rozekam Hoenders»
2 Hollandsohe Hoendera,

Cntstaan,

Het Hcllandsohe Hoen heeft zyn ontstaan te da^nken in
de Provincie Holland. Hoewel hot corspronkalyk als Itmd-
hovin vocrkwam fAssondslft$ floord- ©n Zluid-Holland, heeft
de geringe afwyking In den ka®,vorm, d© rozekan?., hi©r den
doorsalg gegeison, D© rozenkam, eartyds ook klaprooskam
genoemd, is door teeltkeus gewysigd in werd toen rozekam
genoemd. Ho© de naaui x-caskam in d© wersdl isgekoaen, is
niet opgehelderd, d© kamvorm gelykt niet op ©en roos |
do eigen|i^aardigo kuesenvonaig© in @@n punt uitloopend©
©n n©t klein© uitwassen bezott© kamvorm h©©ft ©chter in
den looB d©r tyden dozen naam g©kr©g©n| w@lfc© z© tot
heden heeft behouden.

Beachryving.

H©t Hollands oh Hc©n k-.fata vroeger voornaraelyk vcor in
d© geelbruin© k±mm3t grondkleur met klein© zwart© vlek .jas,
di© vry regelmatig over het li-ïhimTa zyn verspreid. Il^sn
noemd© dit peltoökening. Wy troffen dez© p©lteekening Küt
r©od8 aan by hoenders, dia door iklrdrèvandi zyn beschreven
terwyl .ook- de afbeeldingen in het werk van Aristoteles
©©n dorg©lykö toekening voorko^it ( Afb* )

iien heeft naar dez© pel teekening of oogjes later kato©»
n©n stoffen oogjes» of p©lgo©d genoemd*

J^ez© pelhoendere zyn oiastroeks 1800 (falTïïOnt d© Bongt;ic^
yie-rc1rnbsp;via HPt?burg naar .Engeland ingevoerd, waar zy

toan d® naam Hat?burgörs ontvingon. Hoä veel vroeger wer-
den zy Fazanthoenders genoemd ( W©g©n©rnbsp;) ook
Hollandsohe ^Itagslo^or ( Fri\'33 IBO^ ).

-ocr page 248-

In-

Dq Hcllanctsche Hcendere zyn later door teeltkeus
ver^edeld, m©n kreeg toen de z.g, iakensohs of gelosrverde
kleurtypen. Geleidelyk zyn z© m alle bekend© kleuren
gefokt, waarin de tlians nog voorkomen.

(.2ie uitvoerige gegevene Houwinks «HoenderrasDeel I
bis,nbsp;,

De Hollandsch© Hoenders worden thans nog docr vele
fokkers gehouden, zoowel om hun moéi® kleuren als wel
om hunbedryfawaarde. Toch is het aantal • ve-peleken by
de grocte ingevoerde vreemde rassen- betrekkelyk gering.
De kleurtyr.ennbsp;• • • •.

Het ras komt thane nog voor in :

Zwart, ^111?erp6l, goudpel, zilver-zwart gelooverd (vroe.

ger goudiaien) , goud^zwart gelooverd (vroeger zilver-
laken).

Voor de zekerheid van niet uit te sterven, zyn ar

eenige foktoomen , van div. kleuran, ta Beekbergen
byeengobracht»

-ocr page 249-

l h gt;

(ü-Ru-^p ;xi . KRUI sinuSRASsiai (LM mo mDSRS ) .

O • Baardho end. er e •

Hederlandsche üllehaard Hoender®.

Ontstaan,

Het ras is ontstaan in de kuif-fcaardhoendergroep,
waarbj\'- een
2 puntige kam en een rond© baard als eisoh
vücr het ras werden gesteld,

ik heb de Uilebaard in 1906 - 1908 zelf gefokt mot
een 5 tal verechillend© kamvörmen door kruising met
La FiShe-hoBnders on uit kruisingen van KSHxmiESife
kuif-baaè«J hoenders, ualeidelyk is de tweepuntige kam
als eisch voor dit ras vastgesteld.

aesohiedenis.

De m,ee©te sohryvers na A i^^u^o^c^ vermalden den baard
by hoenders, zocf?at hst niet m^oeilyk is
zyn ontstaan
te verklaren.

By A.Ouyp en d\'Hondekoeter zyn baardhoenders veel-
vuldlg voorkom-inde geschilderd, in oomtinatie met kam-
en kuifvGrïEigen (nbsp;^ , zoodat wy
kunnen aannemen damp;t ze van 1600 fi 1800 in de hoender-
hoven weraen gefokt.

in afwyking van d© toitsche Oilebaarden, die een
onkelen kaja hebben, hooft de i?lederlandsch© Uilebaard
-zooale gezegd- een
2 puntigen kam,

Di eerste afbeeldingen van dit ra® l^nmtt men aan by
H.ir.Maitland l) 1882, waarby. ze nog geteekend zyn a@t
vry lange kinlellen, Tegelykertyd beenr-^ekt Maitland
de Hederlandsche en de Duitsehe Uilebaarr^en,

Ik le^e worden de Duitsche Uilebaarden beschreven
door F,Baron Bibra (iJresden) als thïïringer Bausbackohen,

1) (2ie Eouwink, loendorrassen, Deel i bi, 241-250)

-ocr page 250-

isH

iiun ontstaaii in lX;iit sohl and röként msn tot d@ kruisingen

in dio jarön pliAamp;ts iiaddan tuseohon iiuif-baard**
hoenders on landhoenders* Eoodoond© ontstond hier de
enkele kam ,

ÜP mjTï reis docr Thüringen in 1911 aag ik de Thürin-
ger Bausblckchen voomamelyk In he . stadje .Ruhla, van-
waar ik eenls:© dieren naar fTederland meebracht, ült
dez©
fokte ik door kruising met La Plehhes weer da 2

puntigen kam, omdat ze in lederland waren uitrees torven.

kruiste

In i^ederland k^Hite men toen ta d© Köif-baardhoonder-
grpep, waar de
kam reeds allerlei afwykond© vo rmen\'
vertoonde, nl. bladerkam, tweehoornlge en brilneuskam
en geen kam (kraaikop) , Hot verschil tusschen Duitsche
en
ijedarlandsohe üilebaarden , dat alleen tot uiting
kwam in den|if\' kam, ia behouden gebleven tot haden.tos.

«* t»*

KI©uren*

Het rae komt voor in alle bekende kleuren, waarvan
TTjr na hot Jaar 1908 er veraohiliende op onze tentoon.

stellingen hob\'bon ge?,ion.

\'\'M

♦ • t

Bedryf gT7aardo.

PJ.B beriryferas h^d do üilebaard seker een groote
waarde, getuide oon ©nquete , welk© in het jaar 1909
werd gcjhoudon door de
V.p.m. (Zie Hoenderrassen I blz.
247 ).

iialdamus schroef reeds innbsp;»

«2;y aunton uit door hardheid, zyn gemakkelyk groot te
quot;bronson, leggen
by vry®n uitloop ryke-yk eieren en
. kunnen even gemakkelyk in geperkte
ruimte gehouden worda.
. ze broeden goed, de eieren 2yn/?2nd, een eigenaardigheid,

die mm by weinig raseen aaatreft?
Bat de üllebaar^^an by den boer geleidelyk a:yn ver-
dwenen. moet worden geweten aan de een^ydlga voorlich.

ting,_ dio hen deed besluite?« alleen vreei^de raseen te hou

weinige meer over, dLrnorvol-
doonde om het ras voorloopig m atand te houden!

rj

-ocr page 251-

GRC\'EP lï. KHUISIIiaSHASSM ( XiMi3lïOEHDER3 ).

D, Baard -.Kuif hc endors.

I, jarabaritor iioaridera.
ontstaan»

H©t kuifhoen, d© i^rabanter, heeft een eenigszlns
afiamp;\'ykond kuif type
en wel ©en soort van helmkuif,
die lata toasr voren opstaande rond toelooptt

Behalve de kuif is de 2 hoornig© kara by dit ra® een
eisch en heeft het in plquot;,ato l^an kinlellen een baard*

Het raa ia ontstaan in de kuifhoendergroop door-
kruising mat hoandörs mot afwykendé kamvormen, gelyk
het La Flèche«», Eoudan- an Butterouphoen, enz. -

Wy treffen het Lrabanter-hoen aan onder äQ(/ hoen-
derschildere , dio sedert 1600 Kuifhoenders hebten
geoohilderd. iir bestaat thane nog een sohildery uit
den tyd vannbsp;, waarop niet minder dan

14 örabsntör® YQOT^om^n^ t^iy^ cU ^MJ^-^y^-êtA^

Hot ürabanter-hcen is eigenlyk een Paduahoen, zon-
der den kuif,

Tydons myn proefnemingen innbsp;zag ik uit paring

von rozekean Tf.f^t örieryigen kam dieren met een klein
kuifje ontstaan, waaruit ik later gemakkelyk Braban-
ter^^ fokte,

Het-^rae ia al heel oud, doordat het eohter zooveel
cp Padua\'s leek, beschouwde men het vroeger als een
Padua, met een Blechte kuif en als het tusschen d©
kuikene optrad , werd het meestal terzyde geechoven,

heb aan dit rae een uitvoerige beschryving
göwli^d, waaraan ik nog eenige bizonderheden ksm toe-
voegen .
1)

l) 2i© aouwink, H0:.\';.nderraBs@n ï , Biadz, 223 ^^ 230,
waar men alle verdere bizonderheden omtrent dit
ras aantreft.

-ocr page 252-

H© t. Brabantar-^-oen was in mltsehland m West »Europa
or^streeks 11?.m » 1900 ze@r algSTseen verbreid» Gp wfn
reizen in die Jaren, trof ik ze aan tot in Tlrol,\'van^
waar ik ©en haan an 5 hennen naar Hederland liet ko»©n
( zi© blz» ),

Kr bestend toen ©©n v-erwarring van namen by de Bgsa-
baters. Van Oeftelen (166 5) noemt het Brabanter od©r
Hamburger Prachthuhn (âfbnbsp;) , in 1875 treft m©n

de fout hersteld aan by iür. W.Lob©, di© do Brabanters
afzcnd@rlyk noemt ©n de iiaiaburger Prachthuhn afbssldt
als Hamburger ( Hollandöoh Hoen), W.HomïS aoead© In
1858 d© Padua Hamburger Fraohthulm.

TörDcedelyk is het heen genoegd naar d© provincie
Brabant in
Kedsrland, waar het In tà^Jaren ©vengo©d
vccrkwam. als overal elders in de .ï^rovineias .Zuid- ©n
Noord-Holland.. Dit blyirt uit het overzicht der schilders^»
©n uit dion tyd.

Op eohildory , die wy hier afbeelden, van mn
onb©k©nd©n schilder uit de I6a @©uw, kost de iirabanter
voer met ^en zender pootbev©d©ring.

M^Fries (1883) 1) geeft ©©niga ao@i© gekleurd© af-
beeldingen van hùt ras in zilvorlakon ®n wit-h©rm
©lyn.
(Afb.nbsp;)

Met de ürabanters, dio ik ïïjôôbracht uit Tirol, heb ik

later verschillendo- staniaen opgebouwd, waarvan thans
nog afstammelingen bestaan ( Afb.nbsp;),

Wegôner zegt ds.t de örabantern dcor d© lollandere in
d© ,17©
©®uw uit P\'ersiö naar Holland zyn gebracht, %
zouden h@t ontstaan hebben r« schenken aan d© later©
Padua »8. ( Houwink Hoenderras^sen blz, lf«4).

1) M.fries, me Geflugelzucht , p,l©ff Stuttgart.

-ocr page 253-

Zr/.

Do Brabanters zjn in 19-«door de M©derlandsch©«ao0n-

derolub onder de ^iederlan\'iechö rassen opgenomen»

• • • ♦

Kleuren.

I\'!

2y kwa?2en in de jarennbsp;in all#rl©i\' kleuren

voor, er waren so^s honderd inzendin??©n ob d^ tentoon»
^stellingen in die jaren»

Het ras. kOT«t thans neg veer in de kleuren | zwart,
zilver, wit en blauw ,

* • * *

Bedryf sm-aarde«

■ Aöl bedryfBrae heeft dit ras zeker zjn waarde, In
de strenge winters , dis wy ;£©nn©n in d@ laatst© helft
dar vorige eeuw, haaden zy nooit last rm het bevriezen
der kamnj^n.

Ook in Tirol en Zwitserland kende mén de waarde van
dit fait sn daar waren %e op de berden, tot boven d©
sneeuwgrsns, ^
m^sks g©7,i3na howiders.

-ocr page 254-

/OS

GROEP II ♦ KRUISIÏv^GSRASSElT ^ LAMDHOEHBERS) ,

D« _ Ëaardkuifhogr-ders,
2, I©d©riand80h0 Baard«/aiifhoenders (Padua

Ontetaan-o

Het Baard-ïiuifhoen werd vroeger Padua-hoen genoemd,
/as zoodanig is de namp;am zeer oud en komt het ras hy
versohiilande oud© sohryvsrs voor.

Geechiedenie

Aldrovandi beschryft do Patravonidns (wm) (HtH.

latere

en d-^.arna treffen we ze by d© Fooste/Bchryvers- onder
di?gt;n naam aan.

By de Hondecoeter sien vjy vela Padua Ir allerlei
vormo on kleuren, ^\'et en sondor kamtnen en Et^cÄMütx
af^vptUende kamvormon.

Hoe het eigenlyk aan drn naam Paduaia gekcrnen, ia
eigenlyk nooit bewzen kunnen worden. Het legt voor da
hand, dat sy uit do imvenstad Padua in Italië naar Me-
de rl and Eyn gebracht.

In iader goval is het oen zeldzaam mooi|f ras, dat

altyd vele liefhebbers heeft govondon. Het bostond reeds

in 19*.

in allerlei kleuren voordat het/Éaor de Wederlandscha-
Hoenderolub , na oen uitvoari,\';^ beepreklng/ 0ïï»tren|; syn
ontetaan, onder da ^^edcsrlandffoh^ hoenderras een werd ge-
ranf^söhikt.

Zfn gef!chl0daniH is du«* b^trekkelyk Jong, hoewel d©
vroegere
jjoschledenia zaor oud is.

■K

Si

Bedryfewaarde.

De bedryfswaardo van het ras is mlddelmtig, on^dat

het dikwyls mot een overdreven groot© kuif werd gefokt,
soodat het op hat lana ul^-t tun ioven, aaar in overdekte\'
rennen messt woraen goboudsn.

Kleuren.

Padua konon thane nog sloohts In enkele kleuren
voor, goudlaken en zilverlaken, hoewel wy tedfc zamp; in de

Jaren 1900-1910 in veie kleuren op de ten toon stel .linden
zagen.nbsp;,,,.

(21e verder Houwink Hoenderrassen I bis. flé).

-ocr page 255-

GBO EP II. KRUISIKüSEASS.Iäi ( Liü\'IEBOEliCEBS )

Karaloos© Hoenders.

Kraal.kop Iloenrlern.

Ontstaan.

Hot type komt voort uit een kruisini»:. van Kuifhoen-

in

ders waarby de kam en da kuif ia verdif enen en/plaats
van de sohedelverhooging een aohulpvoraige verhevenbaid
boven dan snavel is ontstaan,

Daarby kreeg hQt door kruising met pootbevederde
hoandors ue eiaseiiaardig gevormde gierhakken en de
bovedering tot over iiQ\'t uiteiade van den middel sten
teen.

Qeacliiodoïiig,

Hat ras ie al zeer oud. Een der oudste afbeeldingen
is dis van Aldrovandi (l^Oó) (\' .Afb,
) A, noent b.et
ras : Het hoen raet. bevederde nooten en. byna geen kaw,

In 16kost het voor ots een .sohildery van J.Monch«
horst ( /ifb. ).

Ook tBBffen wy hot aan op de sohildery van .. ,*
iishalvs do sohuitieua- of krêÏÏansnavel, heeft het ras

Toormat©)

vroeger amp;mi kleine 2 hoornigen kam

galmd, acüdat men iiet Toomeohe Kippen noemde fnbsp;)

1)

K,W|jnokl©r (1658) óeschryft het in ©sri afbeelding
als I-aa, Klephanten^uhn en zegt daarvan5 *Bit ras is
uit de Kuifhoenders ontstaan, die in Hederland veel
.gefokt werden®.

p)

öh.Jaoque (imi) \'i.^geAryft\'^iaoe da Breda ,B0lr,
blanche, couoou, trcis varitt4s d *une Tïilïïie ea^èoe ec-nt
öonnues en .Hollande sous 1© nom unlque de Poule a beo
de
Corneille, ta varl4t4 couoou que 1 *on fiot^me Poul© de

)

(Sieldret ( Afb.

1)nbsp;E.Winokiör, .Die veredelt-a Hühnerzucht, Berlin 1868,

2)nbsp;öh...Jaoqu©, 1© Poulailler» Mralm Agricol© 1861,

-ocr page 256-

Fr.v.oeffola (186 5) ncsmt za ^behost© Hollanderquot;
en boeldt ïquot;.© soer good af cci-:.

ï^r, ^huohB {18?5)nbsp;z© zi0n2@lfd©n naam, ter-

wyl in 1878 ze door F. Baron Bibra^^ «Breda-Huïmerquot;
geno ©13d ^fo rdon.

4)

La Perr© do Roo (1882) HCTyft J
»•iiet Breda4iosn van Heöerlandeoh^i oorsDrong, is WQlnig
verspreid in Frankryk en in quot;ngoland onbekend. H©t w©rd
iCraaikop gancaiüd, rao© a tite cu s beo de corneills.quot;

Ka dien tyd Wörden zo of Brodaus of Kraaikoptjsn
gsnooïïid,
o.a, docr Togotmeier ©n jj.llirigen .

Wat ijiirisan scliryft,achten wy d© Juiet© g©sohi©denis,
nl. ; ^Madat d© Padua\'e ah d© Holl,Witkuiv©n speoiaal ai
op zioh ZQlfB-.aand© rassen gefokt war©n, bl©v©n ©r over
d© volsi^ri^ö verscliiiXdnd© variaties van h©t liuiflioen,
waar d© kuif langzamerhand vord¥iönen is ©n ook dikwyls
woor d© kasforniati© torugkwam, ale Breda\'s. La Blech©\'s
©nz, *

7)

R,T,llaitland (18B2) maakt© nog oen ondareohöidin-^
in schulpneui^en, brilneusen
en Tcomsoh©, welk® laatst©
©en kleine puntig© karn hadden.^

Hadat d© oorsprong der kraaikop was vastg©«?t6ld, h©b
ik m.n dat ras oen uitvoerig© beeprsking g©iryd in Han^e-

Hoonderraasen ï blz, 231 ~ 240, waarnaar ik hier
kan varwyzen.

1)

2)

3)

4)

6) f©g©taei©r, Poultry Sook .

6)nbsp;aafl.2:uobt , blr^, MP,

7)nbsp;ilandboak voor d^n ■ioenderllefhebber,

-ocr page 257-

ZCi. //i

Kleuron,

fMÖlet ras la sedort 1900 , nadat het onder de Mederland
Bohe hoenderrassen was ongenomen, in vele kleurslagen
gefokt ©11 .geexposeerd, nl, zwart, wit, blauw, patrys-
klour, blauwbont , dooh tlmna koiat het nog in 2 klau-
ren voor, ni. de ree^ en dö witte»

* f«•

Badryfswaarde,

Hot ras is nooit by don boer als nutras gewild ge-
weeiJt. Syn eenigszins waggelende
Ioïï\'p© gang, veroorzaakt
dcor de lange teenveeren m. gierhakken, maakt dat de
beer het dier ge^-rocn veracht en het niet hebben wil»

Het is altyd in d© handen van onkel© liefhebbers
geweest en voor eenige jaren was het byna uitgestorven,
Poor de bescherming van het Ryksinetituut voor
PIuIxp.^
veeteelt is het echter thans voer algeheelen onder-
gang behoed.

• • • I #

(iiö verder, llouwink, Moenderraeaea , mamp;l I bis» 251-
240),

-ocr page 258-

tiHCiüP lï. KHuisii^asEASsai

F, Veohtho enderkrul slngen 4

i-l T\'-^yetitscho Hoonder0. [(^upt^

TwontBohe Hoenders zyn ontstaan uit ©@n kruising
van
Vechthoanders met Landhcendert? in Twente.

Vele ^aiben heaft bet geduurd voordat dit ras r^uiver
^7erd terokt on dus ala raa erkend kon worden.

Op myn reisen door Twente in het jaarnbsp;waren

in de omgevins \'^an Snschede in grooten getale aanwe-
zig, toch heeft het nog geduurd tot 1924 voordat se
ender de erkende HederlandBohe rassen docr de
f4©derl.
Hoenderclub werden opgenor^en.

Wanneer non een toon \'^Twentsche öryzenquot; ziet, valt
bet dadolyk op, dat hier het vesyhthoendertype tot uiting
kcrat.

Behalve de eigenfiardirre orf^erichte houding, worden
gekenisorkt docr den kleinen walnoot-kam, dl© 2;© te
danken bobben aan d© Maleyers. Ook de kleine roode oor-
lellen MmSsXim en kinlollon try^en op die afetaraming.

Toon het ran eeneaal constant wae, heeft het onder
de fokkers groote belangstelling gehad en het heeft
zich tot op heden tct in blyvende belangstelling mogen
verheugen. ¥ooral in
rxjit^chland h9#ft hot arast ras
vele.fokkere gevonden.

i)e ïvrentsch© Gry?.an hebben ©en vry goede bedryfs-
waarde on £:eggen iets gsl^leurds eieren * Zy komen
hoofdzakelyk voor in de z.g.
difze kleur»

-ocr page 259-

^mm jx^ mxMasiusGSH.

, üai\'jieY elüa^^ Heg nders,

ïjo goscModönia- dor Barnovolder^ Hcendars bsgint
roocs voor 1900, Eot ras ia op d@ Veluwe ontstaaa door
kruising ven /isia-tiache rassen landhoendore. Welk©
rasBisn hieraan preoies hsbfcen meegewerkt, is nooit
vcllöclig 1:eirond
gBitordamp;n, Er waren toen Ooohins, Langs-
hsno on .valey^re, dio m^mx bruin© ©leren
leggen ( all©^
AsiatlRche

rdt bruin?\'» ©i traohtt© men Brnp to bren.^en cp d©
toenmalig© landho-mders. Vale ren zsmnbsp;pogingen

vcortgezQt, totdat ra©n na 1900 g^leidelyk hoendsrs kreeg
die
zwaar van bcu^t, swart mat bruin g©kl©urd, kl©in van

kmi en met geol© pooten kroög, wolk© nruin© eieren
legden,

mt Tms hst bogin vrm de üarnovöldar fok, w©lk© men
nrj kracht tor hand n^ia ter will© van h@t bruin© ©i-
©n zco ontDtoud Êoleidelyk h©t üamevelder Hoan,

S©rt3t In 1024 werd het rae als ©m constant typ©
cndcr dc Koderlandsch© ra-gen opgsnonien,

Alloc elkandsr heeft hst fokk©n van dit ras dus
circa een halvo aoii^ geeisGht, ïïadim i® het in groot©
göfrkt en naar alle landen dar w#reld veri^preid,

fokt het ras thans in lt;|pudgövl@kt©, swarte en
wltto kleur^

b^^dryferas h©©ft het s©kar een grccte waard©

gekregen. Met legt zeer goed groote, bruine eieren en
is seidsn broods^h.

-ocr page 260-

ni

GÎÎCEP II. KEUISIlÔSRâSSM,

G, Aziatlsïoho Srü,islnR©n.

WolsqmTTisr Hoendera.

De Welaumî?ers Hoenders zyn ontstaan In de omgeving
van het dorp Welsura, hy Zwollo., waargan ze ook hun naam
hettan ts danken.

iiy h3t ontstaan waren in di© streken roeda vele
AziatisGhQ raEs-an verspreid, die door kruising met de
bestaands 1.3JidiïOondörs het bruine ei deden ontstaan.
Dat was « gelyk by de Bamevalders • ook hier een
bölimgryk feit, O\'oidat da\'„iigelsche markt aan wit en
bruin geBorteerde eieren de vocrkour schonk,

E-r waB toön nog ^een sprake van een bepaald ras,
rgt;aar fi^^loidelyk In Tsen eoor steede nleuxT Aziatisch
biood. toe te voegen, speciaal tr^n Langshans, ©r in ge.
.«laagd een
vry unifcra tyng te f^che-Dpen, Hog vele jaren
duurde het ook hior tot mmi oIndelyk van een constant
rae kon epreken,

In 1924 ia eind a lyk het WslsomîTîerç^ Hoen oilder de
HederlandBche rassen op^onorien.

Dq Welsuïsüisrs hebben een groote reputatie gehad, ook
in het bu^ toni and, Zy warennbsp;niet constant in de

kleur on de apcrtfok heeft getracht dit doel te be-
reikenechter tot nadeel van de gewenschte eigenschap,
pen. Het ei werd kleiner en minder bruin,

7213 lö thans oen beweginf, fsaande, o^ het ras • zonder

wocie kleur - T/eer zjn oude eischappen terug te
geven.

-ocr page 261-

iOiUiaiMGSHASSEH .

Hjl i fc* tl sche iirui b inKen.
.^■r ■ï\'^oord^iollandsohg ij\'auwg MoQnders.

De ïïocrd-aollaiidaönQ 11 au^© Holanders hebben mn zeer
korte geschiodonla. Het Is ©en kruiefcng van Aziatisch®
rafften , 7marby PlyT^outh-Hcck^?
qh eenige koekoekveerig©
raseen oen rel- hebben go^reald.

Foitolyk iß de kleur KoakosSkleur, doch d© kuikene
hebben by de {^obocrto o@n blauwachtig dons, dat gelei-
dolyk verandert ,tn de koakoeksklour . Waarschynlyk hoeft
men se daaron «blauwen» gonoöiBd.

Het tot stand korsan van dit ras is géleidolyk in oon
20 tal jaren goschiod. In de M.a.Blauwenolub voor
dorland T/ord op 18 Febr. 19S4 te Punaerend de standaard
van hot ras v^istgoBtold, w^rnrna do erkenning der Meder-
landschQ^aoendorclub van
dit rae in 19Se volgde.

Hot hsoft ale hedvrtBvnB alle Imdhoendors geheel
vervangen. Bit blook -y by oen baj^oek aa^^ Laadsßeer in
IP.\'^g. De ondoron kenden no.^ de Assondelftsohe pollen,
ook wist T:on .^ich nog tf? herinnoren dat or in de wierin-
gerwaard by Sch-.gen 0T:?0treekRnbsp;sen koekoekeveerlg

landraa voork^®. ik had dit indertyd op Tiiyn reis door
Koord«.Holland in massa\'s In de, poldero gezien.

Of dit rsa nog aan de «Blauwen« heeft meegewerkt,
wist f^en niot raeor tv. vertellen.

Het raö is eon goed bodryferas, kraohtig en sterk
en heeft den fokkere alle aer aangedaan.

gjaoap II.

-ocr page 262-

KRlELllomm-nB.

l.D© HederlMideohe Êabolpcotkrielen.

De Sabülpootkrielen zyn een zeer oud ras» Ze komen
reeds voor op soliiideryen van oude sohllders. .

( ).

Hierna treffen viy ze aan onder den nam Ban tams by
■T.^Ubln (1737) ( 3ie i^.fb. Haan ©n hen) The Bantam
Cocq.

Cl\'ï\'60) be£?ohryft zo als volgt t
B^Bantamsohe hoenders, de-r-o zyn gelyk aan de vorisre
(Gallus Punillas) , hebben de pro ten tot d© teenen be-
vederd, doch d© veeren stoken aoh ar den voet uit,

Baohstein (1801) noewt het öantaïïi-hoen met beveder-
de pootfm en «Jngelöohe dwerrghoenders met bevederde
pooten»

H/i.Maitlajid §1880) geoft een fraaie afbeelding van
dit ras, waar 2e Babelpoot-krieihoenders worden genoemd,
(iifb. }

Julius Hoffraann otuttgart zegt op blz. 43 aeflügel-
buGh : » Die Faderfussigen Zf/erghühner sollen zuert mas
Jayaduroh I-iiglander in der Handlung gekommen eein, bei
lloreinfulirung in Duitechland werden sie Hoeenbantama
genannt.**

Do Heer P.Monseu heeft se in 1880 , nadat Mevr.
Bodines 2e in Frankryk had ingevoerd onder den naai?!
»»Sabots Hollandais, later Hollandsche Sabel poo tkri el en
genoemd.

iiln deze naam hebfcennbsp;dien tyd gehouden.

Het ras is in 1902 onder de erkende Mederlandache
raaaen door de ïUiUO» opgeno-asn.

Het ras kont in allerlei kleuren voor, de no©ite ie
wel de rood^bontö of mille/\'-fleurB.

is het ras niet vaïi beteekenis, doch
heeft/liefhebbers gevonden.

(Zie verder Eouwink , HoenderrasBen I blz.

GROEP IIï ,

-ocr page 263-

KHIâLilOEHDSIÎG.

iïöt dollandeohe ,).trl©lho©n.

Krielhoenders gyn al zoo ovê. ala landhoenders en vecife
hoondors zyn geweest. In de jaren 1880 * 1900 trof ik ^e
nog
HitMii: nog veel aan tweaohen de grooter® landhoendere.

Vanwaar 20 go ko-quot;en zyn ?

Kö8«3 by do Griekon en Eoseinen komen dwerghoenders
voor^ zs \'Ä\'orden ai.^daar meest gehouden voor hanonge-
Veohten.

In alle landen tor ?f8reld träft men ze aan en door
hun vertrouwolyj: en en levenslustigen aard zyn ze steeds
zooveel nogalyk gefokt en ai^^^uden.

Ik heb aaïi dit rati iu Deel I blz. 261 • 264 een
hoofdstuk gewyd, waarin byna alle gegevens , die ik
ouitront hen kan verkrygon, syn byeengebraoht,

In 19D6 -reroen cnder de Hederlandsohe rassen door
de H.H.O. cpganc-on.

Het ras kwaïE eortyda voor alleen in patryskleur,
doch toen het ©ennaal in de handen was gekowen van
de liefhöbberß, Iieaft man het in byna alle kleuren »
dio by landïicondars voorlsoirjeii, gefokt.

Bedryfswaard© hebben ze \\eeinig, ofschoon ze vryweèl
kleiny eiere^i leggen en uitstekend brooóen*

GROEP lîl .

-ocr page 264-

y fl

tU-

ürï^Oj^ii:\' iii. iwistiiiliß^^licRS.

Ki\'leleri vaii groo te Ho sn der rass en.

Krielvcmen van groote rassen kennen wy In de laatste
jaren In allerlei vomen en kleuren,

20U kunnen ^seggen i Y®xxf ieder groot bestaat
j^hana aan d^^fergvorm.

Man beoordeelt ze thans naar de kleur van het groot©
ras , waaruit ae gefokt syn,

Wamiasr wy alla du\'^erglioanders hier souden ncjK^n,
dan zcu.liet g@talnbsp;dan hondsrd bedragen, Daarco

zullun wy het hiör aileon by d-3ze vermelding laten.

-ocr page 265-

D E m D 1 P B s li gt;

goofdetufc Xt
De kleuren van de vilde hoendere ©n van Imm
paringen onderling ®n met tmme hoendere«

iRüEP I, ge wilflhoenderkleuren by wilde hoendera»

soorten

kleuren der é/wilde hoendera«

Tot heden zyn geen ander e wilde hoenders bekend dan
de 4 soorten s

Bankiva*s

Sonnerat

?arius

Oeylonsohe hoenders.

Deze 4 soorten hebban allen hun specifiek/ kleuren-
type, dat onderling zeer verschilt» Dit komt duidelyk
uit, zoowel by de hanen als by de hennen.
De Bankiva hoenders.

De lankiva\'s vertoonen de patryskleur, di© wy ook
kennen by alle 1andhoenderraseen, waar
zy ter wereld
voorkomen.

De naam quot;patryskleur* la wel opmerkelyk,- immera de
hennen van die kleur gelyken op de wilde patrysi de
hanen in *t geheel niet. Voordat de naam patryskleur
ingang heeft ge vonden, noemde
men den haan zwartrood,
zwartboratig , rood. In de Sdd| liederen wordt bekongenj
quot;Der schwariferote Hahn , der Fiallor heist De Hmgelsche
fokkers gebruiken ook nog het woord «black breaeted red**,
doch ook^partridgequot;.

In ieder geval heeft de naam patryskleur th^s alge-
meen ingang gevonden en zoo zal het wel blyven.

De afbeelding, die hier wordt weergegeven, vertoont
ons de Bankivain hun patryskleur!ge kleurenpracht.
Deze kleur ie zeker een van de mooiste,welke wy kennen.

(Afb. )

-ocr page 266-

De patryskleur kan belangryke verschillen vertoonen,

(gile Soofdetuk 2, Sroep ï) echter niet by de Bankiva

De Bankiva vertoont in de patryskleur syn bruidstooi,

kleur

want na den paartyd verandert deze/in zwart.

Dit is waarsohynlyk de reden, dat raen wilde hoenders
beschryft in de »warte kleur, zoodat hierdoor de ©ndes-
kundige in de war komt,

In het tropiech klimaat begint in Augustus de verande-
ring in de veeren op te treden| alle roode en bruine
sierveeren vallen uit en wordenfcvervangen door zwarte, zoo^
dat men in de maanden October tot het voorjaar een heel
anderen vogel ziet. Dit heeft alleen plaats by de hanen,
de hennen blyven patryskleurig,

De Sonnerat Ao enders«

De kleur der Sonnerat^iioendere wykt belangryk q£ van
de patryskleur» De hanen hebban In hun sierveeren van
hals, zadel en vleugels aan het uiteinde kleine goudgele

t

i-ri

hoornachtige plakjes of schtibjes» iet gevederte van den
rug ia grysbruln en van de borst grysachtig. Door deze
schubjes wordt het geheele dier als het ware met een net-
werk van goud overdekt, wat een zeer mooi effect oplevert,

(Afb, )

De hennen zyn over den rug en hals Iets licht brpin ge«,
kleurd, terwyl de borstveeren veel wit met bruine randen
hebben ,

(jsie afb, ) en veerenkaart (nbsp;)

De ?ariu8 endera,

De Variusboenders wyken in alle opzichten af van de

beide eerstgenoemde, Tooral de haan vertoont een zeer
groot verschil, de hen veel minder.

De slerveeren van den haan syn bronskleurig met een
roodaohtlg*.blauwen glans, ze
zjn aan den hals rond in
plaats van spits, hetgeen zich zoo over het geheele lichaam
voortzet.

Dezelfde glans zét zioh voort on s^amp;^t der bort -

-gï
11.
do

-ocr page 267-

t],. n

veeren en op den staart* ( zie Afb.)

Be hennen vertoonen een donkerkleurig© patryskleurj wel*,
ke voorkomt
uit^f^/seherpereen grooter aantal streep^or*
lalg© afteekeningff^fn. let versohil is in elk, geval ssoo
groot, dat men deiz© hennen niet ^an verwarren aet de hennen
der beide eerstgenoemd© soorten.

(zie afb. , ) en veerenkaart {nbsp;)♦

. SV;\'.

De Qeylonsohe hoendere.nbsp;^

jpe Oeylonsch© hoenders gelyken veel op de Bankiva»a, met .
dit verschil, dat de hanen geen zwarte borsten hebben. Het
geheele gevederte vertoont ©en bruinachtig© grondkleur met
donkerbruin© strepen. Dit kleurtype benadert sterk d©
goudpelkleur der landhoenders en er komen by hot groote
verschil in de goudpelkleur
zeer dikwyls dieren vooï^ die
precies gelyken op de geylonsche hanen.(zi© ioofdstuk 2,
aroep 12).

De hennen komen veel overeen met die der Sonnerat^hoen*
d©rs|
ook hier treft men de witte botstteekening met bruin©
omranding
aan.

Dat veel natuuronderzoekers dan ook dit ras beschQUisren
als een plaatselyk© afwyking der Sonnerats * zelfs d@r
Bankiva^s • is zeer te begrypen.

Ik heb dez© 4 hoendersoorten met hun veerentypen byeen-
gebracht
in Album I, waardoor ©®n goed overzicht mogelyk is
g©word9n» . ;

N

/

• ^

t

i

il

i

^ i

-ocr page 268-

vjL

Ë* M. felQ^^Q^ der Vilde loophoenders.
Yolledigheidahalve heb
Xk van de bekende loophoenderf,
die in de verzameling van het Museum van Hat#Eist. te
Leiden yoorkomen, een aerie veerenkaarten gemaakt, ten
einde te icunnen zien of er eenig verband bestaat tussohen
de veeren van deze en van
de 4 genolt;Mde wilde soorten,
welke toÄffiSExmEtga onder A. zyn beschreven*

In Album 2 treft men aan do veerenkaarten van t
Lophura^Kobilis Kaan Kaart 1.

gt; fnbsp;ftnbsp;Hennbsp;^I la»

Euooffiusnbsp;laan ,,

Hennbsp;,, 2a.

Prealotus Haan ,, s.

9 f

LophuraHaobilia.

By een vergelyklng met de eerstbesproken^ 4 wilde
hoenders zal men tot de conclusie komen, dat er entóle
bizonderheden zyn, welke de wilde loophoenderveeren
kenmerken, die ook worden aangetroffen by de 4 wilde
hoendersoorten.

Sr bestaat een versoèil in het type der sierveeren,
welke by de wilde hoenders • behalve by de Varius * spits
toeloopen, terwyl die der Icophoenders afgeplat zyn aan
het einde. De kuifveertjes der hanen loopen ook breed
uit.

De hen van Lophura-ctobilis vertoont een spikkeling
in bruin, welke ook voorkomt by enkele typen der patrys*
kleur, terwyl ook de borstveeren eenige overeenkomst
hebben met die van de S®nerat^n öeylonsche hennen .

Sucomus.

De Eucomus haan van kaart 2 heeft in rug en schouders

een spikkeling van wit, welke wy ook kennen by de sil-.
vergepelde landhoenderfeypen (zie loofdstuk 2 »Kaart... )
De zeer fyiie,byna onzichtbare spikkeling op de veeren
der hen treffen wy soms aan by donkere zilverpellen of
zilverpatrys hennen der landhoenders.

* t

-ocr page 269-

IJi

Euoomus *Prftalo^ua,

D© Bucomus-^Praelotus haan van de veerenkaart S heeft
een afwykende spikkeling, welke ik nooit heb aangetroffen {
by de landhoenders, terwyl de oiarandlng der schouders«\' en
borstveeren ©n ook de schaohtbedekking der zadelsierveeren
noch by d© landhoenders, noeh by onze tamme rassen voorkomt.

Of or dus eenlg verband bestaat tusschen de loophoenders

gt;

en de 4 wilde hoenders, valt hier raoeilyk te beoordeelent
Het materiaal is bovendien te klein o® ©en conclusie t©
kunnen trokken#

is8jS.Ï

t

Een nader onderzoek Is hier zeer gewenscht»

«I\' 1*»«•

1

i

1

r

i-
u

fltl c

nt

Ml t

-ocr page 270-

§ROEP 2, De kleuren ontstaan door paring d©r wild®
hoenders onderling«
h*
^Q-^i^gQ^ van jj^nkiva hoenders onderling (Alhtra

In de Alhums S * 12 heb Ik een serie veerenkaarten
byeengebracht, waarin een overzicht wordt gegeven van
de proeven , welke ik heb genomen in de Jaren 1912 19 21
te Meppel.

Het materiaal van deze proeven is byeengebracht in
het Museum van Hat^Sist. te Leiden.

Hadat Dr, J.P, I*otsy van deze proeven een voorioopig
overzicht heeft gepubliceerd In het fydsohrlft*^0enetloa* ^^
heb ik gemeend na 18 jaar dit materiaal nog eens aan een
meer uitvoerig onderzoek te moeten onderwerpen.

Door van leder dier uit deze proeven een veerenkaart
te maken,werd het mogelyk het overzicht thans geheel
volledig te maken,

By het nazien bleken nog enkele drukfouten in de cople »
te zyn gebleven^ welke ik ook heb gecorrigeerd, terwyl

r

een afzonderlyke label is voorzien.

.n

ieder dier nu

Bankiva *s.

Doordat ik door bemiddeling van den Heer 0,J,d»Anoona
te Velp in het bezit kwam van een paar Bankiva *s, die
hy zelf heeft meegebracht uit tSLÉ£kx Indo-^hina, was
het bovendien mogelyk een vergelyking te maken tusschen
de Bankiva»s ,die ik importeerde en die Dr.Lotsy beschouw^
de als een le kruising met Kampong hoenders, zoodat hy
ze Bankartams noemde,

üit dit overzicht blykt dat er een werkelyk verschil
bestaat tusschen de Bankantams en de Bankiva*«, zoodat
de zienswyze van Dr Lotsy Juist kan syn.

Afgaande op de mededeelingen van natuuronderzoekers,
dat ook de Bankiva*s onderling belangryke verschillen
vertoonen, is het wenechelyk dit onderzoek uit te breiden

1) öenetioa 1924 ¥ol.».

-ocr page 271-

z/f-

totdat wy ©en ovorzloht hebben van deze versohillende

Bankiva typen. Op het oogenblik hebben wy maar ééi zuiver
Bankiva-paar te onzer besohlkkins.

Ik zal deze besohowwing hiermede eindigen en verwyzen
naar d© kaarten in Album 5 • S, waarin^en 40 tal xacESX
madfcfcSkisiatHX veer ankaar
ten d© veeren van hanen ©li 18
h©nn©n zyn afgebeeld.

Ook dit materiaal vereischt nog een aanvulling.

Paringen van Sonnerath» en Bankiva ^hoender 3, (Album 6-8) f

Sonnerat^^ftjankiva.

De paringen van Son©rat-en Jöankiva-»hoenders (Bankantam)
hebben ©en 60 dieren opgeleverd, waarvan dus ook ^ vQ©r©n^
kaart©n zyn gemaakt. De dieren zyn uit 2 verschillend©
hanen voortgekomen, de ©erate proef is in Album 6 * t
afgebeeld, de 2® proef in Album 8 * 9 - 10«

Opmerkelyk is by deze proeven, dat de hoomplaatjes
der hanen by paring met Bantantaras verdwenen en in F 1,
F 2 ©n F 5 nauwe lyks merkbaar woer ziohtbaar
tierden. W@1
vertoonen d© sierveeren aan
d© punt ©enige zeer smalle
hard© veertjes. AlbiM 6 { Haan Xaart 7 F 2),(Haan Kaart 9
F 3
) ©n (Haan i£aart 11 B B ) .

My ©nkel© hennen komt de zilverlaken t©©k©nins te vcor-
sohyn Album 7 ( Mm Kaart 2a f 1), S@n ^airt 4a f S) ©n
(Hen Kaart 10a ? 2 en F 3) .

De haan met zyn nakomelingen, welk© zeer goed zicht*
bar© verkleind© hoomplaatjes in de v@©r©n vertoonden,
is afgebeeld in Album 8 Kaarten 1 14 . ,

Versohillende terugparingen van vader met dobhters
werden uitgevoerd in de verwachting dat d@ hoomplaatjas
zioh zouden vörtoonen als by den vader, dooh ook hier
werd g©©n ander resultaat verkregen dan het ontstaan van
zeer kleine hard© v##rtj©s aan den punt van de siarveeran.
(I© Album 9 ilaarten IS * 21), terwyl ©@n paring in F
5 ook

-ocr page 272-

rii

hetzelfde resultaat opleverde ( Alhum 9 liaart 22 * 2S).

isy de hermen verscheen by F 1 dieren de zilver^patrys- j
kleur C Album 10 Kaart 2 a) en in t 2 de patryskleur ( Kaat
4a) en de goudpel ^teekening (kaart Sa ), terwyl ook de zil ^
verlaken kleur optreedt (kaart ?») #

««f tt«#

£• Paringen van Varius met Bankiva■gt;hoendex-a ( Mbum 11). \'
Varius «»Bankiva«

Uit deze paring zyn 9 hanen en 5 hennen voortgekomen.
Hadden wy verwacht dat de bronskleurige ronde veeren ,
di© den vader kemerkè^ , ook by de Jongen zouden voorkoraeii
dan werd^ de verwachting niet vervuld. w@l zagen wy
allerlei nieuwe kleurtypen ontstaan, welke wy ook by de
landhoenders kennen, nl. goudlagen,goudpel,patryskleur,
zilverpairyskleur. Ook by terugparing van vader met dochter

verscheiien deze kleurslagen.

• # # » 0

R\'nbsp;Varius met bekende hoenders (Album 11)

Varius bankiva x 6onnerat*aankiva.

In deze groep heb ik alle overige paringen van Varamp;us
gerangschikt , Zie Album 12.

Kaart la, 2a en 5a vertoonen hennen uit de kruising Varius-
Bankiva x Sonnerat^Sankiva, waarby de goudpel^ quot;^goudlaken-

en de patryskleur voorkomt.

Nat.

In het Museum van/Hist. te Leiden is een bastaard Bosch-
haan aanwezig afkomstig van Java, gezonden door Hoedt
1867^ De veeren van dit dier zyn vermeld op kaart i.
Ze vertoonen veel overeenkomst met den Varius haan. Aange-
zien de moeder niet bekend ia, kunnen wy omtrent dezen
vogel geen conclusies trekken.

De Sumatra-expeditie van 1878 leverdb een öallus Varius,
die onder dien naam door Prof. P.J.Veth , den leider der
expeditie, werd meegebracht.

\\

-ocr page 273-

By nazien van de herkomst van dezen haan, hlyiet het
dat deze aan den leider der expeditie was geschonken
door een starahoofd, waaromtrent het navolgende wordt
vermeld s

Sumatra-^expediti© 1877-*»79# Reisverhaal 2© Püedeelte,
blz, 240 .

quot;üy ons vertrek uit Keboer fjina liet de 0épati ©en
quot;haan opvangen, dien wy als tegengeschenk moesten
^aanfiemen. Deze hasji nu is zeker ©en uni@um, want hy
*is een bastaard.quot;

Op het eerste gezicht kan men niet anders zeggen, dan
dat deze haan is
een bastaard van Varius mat ©en onb©k©n-
d© moeder. Maar • alle natuuronderzoekers zegg©n , dat
Varius
niet voorkomt op Sumatra. Hoe is het dus mogelyk
e©n bastaard daarvan te schenken f

Dez© vraag doet by ons weer d© twyfel opkomen ov©r
het feit dat Ö.Varius niet op Sumatra zou voorkomen, In
ieder geval opent dit dier een nieuw vraagstuk, dat een
nader onderzoek waard is.

iin wanneer wy zien hoe op Sumatra onder de inlandsche
bevolking de bastaard Hpan Varius, ook Sronshoen genoemd,
by uitstek ala vechthaan by hanengevechten wordt gebruikt,
als wy op de film zi©n hoe by Sibolga het Bronshoen vry
rondloopt tusschen de ander© kleine kamponghoendersgt; dan
ligt het voor d© hand ♦ zonder nog van m@@r bekend© feiten
te spreken - dat Varius evengoed op Suaatra voorkomt
als op andere ©ilanden in Med» Doost-Indie. ix^xsxM^xxxx
0 Een feuailielid , di© vele jaren op Sumatra in actieven
dienst als hoofdsofficier werkzaam Is g@w©®st ©n wien ik
naar het voorkomen van wild© hoenders aldaar vroeg, deelde
my mede, dat hy ©©nlg© maien ©en doorsteek had gemaakt
van de Oost- naar de Westkust. Hy maakt© deze tochten,
T«lke ongeveer ©en maand duurden, met een 25 tal inland-
sche soldaten en ©en olifant^ager als gids. Op dez© toch-
ten ging het door het oerwoud, door onbekend terrein, waar

-ocr page 274-

men slechts zelden volkstammen ontmoette, Mimmer heeft hy
op deze tochten wilde hoenders gezien, echter wel gehoord.
De gids maakte opmerkzaam op het gekraai van kleine en

groote hoschhoenders. De kleine hadden het felle scherpe

gekir - ki S. ki ^ kl % * de groote » kru • kru * kru

Dat men deze hoenders nooit heeft gezien, komt door

hun groote schuwheid* teen troep menschen , noch een

expeditie, al gaat alles ook doodstil te werk, kon deze

wilde hoenders henaderen. Alleen des morgens by het aan-

is,

breken van den dag, als alles in het kamp nog ruetig mmw^i
hoort

kna men ze by zoneopgang soms naby, maar nauwlyks is er
leven in het kamp gekomen door spreken , of alles zwygt
en heel in de verte klinkt dan nog het kraaien als zy den
mensoh ontvluchten. Zelfs de olifantjager, die dikwyls
alleen zwygend door de bosschen liep, had in de 20 jaren
van zyn verblyf op Sumatra nooit wilde hoenders gezien
en onder schot kunnen krygen. Wel had hy ze gehoord J m.
naar het geluid te oordeelen, ze grcote en kleine bosoh»
hoenders genoemd.

Alleen de inlanders kunnen deze wlÉde hoenders vangen
in strikken, welke z© by de verblyfplaatsen uitzetten en
zoodoende kan men ze in gevangenschap aantreffen.

Zendeling Kremer vermeldt ( ) in ®@n artikel »De Java.arS,
en zyn hoenders», dat de wilde boschhaan\'AjÊte oeton wordt
genoemd,

H

1 ^^

Wy hebben nu een onderzoek ingesteld by verschillende
liefhebbers en kenners op Sumatra naar ö.¥arius (Aj^oeton).^
welk resultaat eerlang zal werden bekend gemaakt.

f

♦, ■# * t, t

-ocr page 275-

ir^

tRQEF g, Pq klQaren onstaan door paringen van-iH.Xde en
tamme hoenders.

■ / .

Vi

Peeringen vstn Bronshoen met tamme hoenders (Alhum IS)»^

Eet Sronshoen.

Het Bronshoen, het gehèèmzinnig© piroduot van Ö.Varius
taet t , heeft Én onze proefnemingen zeer belang-
ryke resnltaten opgeleverd. Deze Bronshoen is bekend als
©en zeldzaam mooi© vogel, di@ in allerlei ki©ursohak©©ring9n
voorkomt, waarsohynlyk door paring van Varius met verschil-
lend© moeders.

Het g©sch©nk van ©en Bronshoan aan den leider der Sumatra
expeditie is waarsohynlyk door des©n leider niet goed
begrepen, anders zou het dier anders zyn genoemd en me©r
zyn geapprecieerd.

De i^ronshoenders worden door trerschillend© vorsten als
heilig© vogels
beschouwd @n vereerd, vandaar dat men z©
nooit kan koopen. Als geschenk had men h©m hooger moQten
waardeertn ©n ni©t zoo terloops in een paar/ regels ver-
malden.
Men ziet hieruit waer dat onbekend onbemind maakt.
Niet
alle leiders van natuurkundig© expedities zyn k®nn©rs
van hoenders,
vandaar ook d© verwarring, welk© by voort-
during wordt gesticht,,.....

D© Bronshoen uit Artia werd my alleen verstrekt, omdat
Dr. Buttikdfer geen bastaarden in Artis duldd@{ zoodoend©

I

kreeg ik h@m gaarn© voor myn pro©v©n, en zoodoend© ben ik
in staat zyn invioed op d@ kleurtypen van onz© hedendaagsch©
hoenderrassen aaua t© toon©n.

Men treft onder zyn nakomelingen aan % d@ patryskleur,
d© zilverpatryskleur, d® goudpel, d© roodpel, d© ko©ko©ks^
kleur, goudlaken, zilverlaken, all© kleuren, waaruit ©Ike
bekend© combinatie is t© fokken»

V

In Album 13 treft men op 10 kaarten al d©z@ kl©urtyp®n
aan«

Wy kunnen dus hisruit concludeeren, dat Gallus Varlus,
na @©rst door kruising h©t Bronshoan t® hebben getormd,
walk ho©n vruchtbaa-r» ia btr pSiïiaiiA» aai ^tenbsp;.^KPrz-yn

-ocr page 276-

heeft geschonken aan de tallooze kleurvarietelten by de
tamme hoenders, welke wy thans kennen. Als stamvader
der
tamme hoendera nemen Varius en het Bronshoen dus een
eerst® plaats in,nbsp;■■ .

B, Paringen\'van diverse wilde en tamme hoendera.{Album 14)
In Album
14 heb ik byeengobracht alle overige dieren, die i
by myn proeven zyn geboren.

Het zyn verschillende kruizingen, welke werden uitgevoerd
om vruchtbaarheid onderling te kunnen ccnstateeren.
Deze psfiLHxax paringen z|mquot; s

Kaart 3* Patryskriel x Sankiva.

4,nbsp;Sonnerat x Patryskriel,

5.nbsp;Varius x Patryskriel.
Varius x onbekend ras ( MeJ.Schulte 1855)

Patryskriel x Bankiva,
5a*8a, Sonnerat^Bankiva x PatryskriélT
9a, Bronshoen x Zilverpatryskriel,
Deze paringen bevestigen bovenstaande conclusie, waarmede i|
wy dit Hoofdstuk kunnen besluiten.

»*

f t
$ *

ff»
»
9

a

-ocr page 277-

T/

JD E E D S DEEL.
Hoofdstuk

Cq fleuren tOBtataao door paringen yan taaais,®
hoendare onderling»

IK^ÜB ï

lAiairn\'-ii f

lETiurilSSr

öroep

1

2

3

4

5
0

7

8
9

10
11
12

stsöien

Album

Eennen

2/1

2/2

2/5

2/f

2/5

2/4

2/6
2/9
2/10
2/11
2/12
2/15
2/14
2/1!?

mt

De Patryski©uren
De Zilverpatryakleuren
D© Felkleuren
D© Lamp;keni
D© Koekoökvöorlg© kleuren
D© öestreept© kleuren
D© CrOEoorad© kleuren
D© aessadöld© klsuren
D© H©rra©lynkl0ur©n
D© Bont© kleuren
D© Biikelvoudig© kleuren
D@ Afwykende kleuren

V ;

rn

■«•■«•i»- ■.-vil

-ocr page 278-

flbofclBtms 2 *

De kleuren »ontstaan docr paringen tamne hoenders

onderling,

fomjoafiit •

In dit Hoofdstuk zyn alle kleurtypsn , die bestaan of
hebben 1» staan, Toor^eover ik d©«® zelf heb gefokt of op
myn reizen door Pluropa heb aangetroffen, byeengebraoht»
Sommig© z.g, v®r®dQld@*of standaardkleuren heb Ik van
de fokker» van dez© rasom ontvangen.

De kaarten zyn genummerd vanaf 1 lianen) m. M (Kennen).
By ®lk gelyk nummer zyn de by die kleur behooren*!© veerer.
v?*.^ ^•►an tm hen afgebeeld.

Vel© kaarten met a. , dus van h^men, hebben geen bybe-^
hoorenden haan^ omdat die in dat kleur»©ort alet bestaat^
terwyl het ontstaan la vermeld uit d®n «taan ^ waaruit
zyn voortgekomen
{ W 1 m W 2 splitsingen).

Het is een bekend verschijnsel, dat hanen ook voorkomen
in de hennonkleur (o.a. by goudpel en zilverpel) . In dit
geval zyn de broers uit één stam geheel verschillend ge--
teokend. { Zie kaartm Album 2/4 ^ t/9. en 4/S ) .

Fokkers maken van hennekleurlge hanon gebruik om de
/te fokken/

te^kaning scherper/of «asooals zy zeggen- volmakenquot;.
Iets dergelyks zfsn wy by d# Pelteekening.

Sommige Patryskleurige diaren, die uiterlyk geheel het
patryskleurig®nbsp;vertoonen^ zpj^ wanneer men ze nauw.^

keurig onderzoekt grof gepeld ( zie kaartm Album g/a #
kaart lla , IS a ) .Mt komt vooral voor hf dé hennen,
tei^l de hanen soherp onderscheiden zyn.

Ifet dit probleem der kleurenfok niet zoo eenvoudig is,

zal n30n uit een overzioht van dit geheel wel kunnen op»a-

kófi. In leder geval staat wsl vast, dat, wanneer wy vree*

bezeten

ger geen landhoenders hadden ssm^ en deze niet in hun
in h\\ïn erfe|.ykheid op kleur kruising hadden onderzooht,
dèt probleem nooit zoover zou zyn gebraohti dat wy tlmns
dit ovei^zioht kunnen geven.

\'ft\'*\' # t. *..

-ocr page 279-

tdó

tRQËP 1» De patry stel Qurem.

(Album 2/1 en 2/2#)

In het vorige Hoofdstuk heb ik de patryskleur der Wilde^

/kleur type/^Wi

Bankiva *s beschreven, Volledigheidshalve heb ik dit/no^Siir
in de veerenkaarten opgenomen.

De Patryskleur is een der oudst bestaande kleurtypen
by de tamme hoenders.nbsp;\'

Het oude 1andhoenderras, waar het ook werd aangetroffen,
was voornamelyk patryskleurig* Als zoodanig geleek het
als 2 druppels water op de Bankiva hoenders, zoodat het
niet te verwonderen is, dat men daardoor de afstamming van
de Bankiva*s verklaarde en ook lang heeft aangenomen.

Eet ex oriente lux* is hierby langen tyd een voorname
factor geweest.

. Hat het 1andhoenderras zyn oorsprong kan hebben in loor-

delyke landen en zich vandaar naar de Indien heeft verspreid

ook in de Bankivakleur, hebben veel natuuronderzoekers niet

onder de oogen gezien. Dat de oude landhoenders reeds vele

de

eeuvfen , voor zy zich ook In/ïndien verspreidden, In Hoor-
delyke landen hebben geleefd, is eerst sedert korten tyd
bekend geworden.

In Griekenland vindt men Mozaiek-vloeren, waarop patrys-
kleurige landhoenders reeds voor de 0hr#Jaartelling zyn
afgebeeld. Munten uit Simera vertoonen 3 typen , nl«
landhoendersp vechthoenders en krielen.

En dat wy tot in het laatst der vorige eeuw de land-
hoenders voornamelyk nog aantroffen als patryskleurige
dieren, is een aanwyzing dat zy ook eertyds die kleur heb«#
ben gehad»nbsp;\' ,

Voor de ;5aren 18S0 werden deze patryskleurige landhoen-
ders genoemd ! zwart^roode en zwartborstig^roode,

Wy denken o,a, aan de Idda liederen, waar de quot;schwarz-
rotequot; en de zwarte haan worden genoemd ( ) , In Drenthe
sprak men toen van quot;aaoEE roodzwarten\'*.

De naam patryskleur is meer de latere ^aren toegepast
en aldus tojamp; heden gebleven.

i

-ocr page 280-

Su is d© patryskleiir ©ohter kl©urentype, dat in
allerlei niianoeeringen optreedt ©n veelal klein© y©rschil*
l@n vertoont»

In de laren ISfötop myn reizm door It^enth© m later do#r
I@d©rland, zag ik «patrysklsurig© hoendersquot; , di© ©igönlyk
overal dergelyk© klein© versohillen vertoonden» ÜHxaüsMxxx

. \'-h

D©3© hestonden o#a»ins bruin met spikk@ls| bruin met str@@*
p©n, g©str©©pt@ halsv©@r@n, gestreept© ©n gestippeld® bor^-t*
misM. ©n zad9lv©0r©n, gespikkeld©* ©n zwart© 0taartT@®ren|®nz»
2ie ook
Hoofdstuk ^ blad:z* ♦

feneind© dit overziohtelyk t© maken, h@b ik van d© pa*
tryskleuren, sooals di© by d© landhoenders @®rtyda voor*
kwamen,
mn af?ïoad©riyk© seri© van veerenkaarten gemaakt,
welk© naar d© landstrekeni waar ik a^trof, zyn gerang-
schikt* Op @nk©l© van des© kaarten is v@m©ld, waar d©
patryskleur * ook by d@ modem© rassen * voorkomtt
typ© liQghomfptyp© öoohinagt; typ© Wyandott©s, ©nz# OP deze
wyz© wordt voorkoment dat ©r van d©z© rassen dubb@l® kaar»
ten word©n gemaakt*

By d© h@d©ndaag0oh© tamm© rassen zyn thans IS Patrys^
kleurig® typen bekend, nl» by Legliomè, Wyanéottes, Ooohina,
Phoenix, Sed-öaps,
Holl»Kriel©n^ %ig»¥©»htkriel©n,!lai©yer0,
Ardennera,
Ardennbsp;$ S©rgk.raai©rs en meer aiitsch©

rassen ♦

Hu d© Raad van isaheer ©n Toezioht op d© Pluimveeteelt
©on standató^d zal uitg©v©n van al dez© kleuren, komt
my voor dat hiomaar verwezen kan worden»

H©t opnemen van alle standaards zou dit werk onnoodig
v©rgroot©n ©n slechts ©en herhaling g0v©n , welk© ik nl@t

,A

gewenscht awht»

13at het oud© landho©n vroogor voornamelyk in d© Patrys*»
klQur voorkwam, heeft
wel een eigenaardig© reden, D© reden
daarvoor is, dat d© Patrysklsur op ©en byzonder© wyE© Gv®r»
©rft»
Voor 1890| toen wy nog niet bekond waren met de
©rfelykheidswet van Mendel, spraken wy vs« d© patryskleur
als een s
terke kleur, daarby doelende op de overerving»

-ocr page 281-

Immers wanneer ik de patryskleur krüiste met e@n ander
kleurtype, was d® 1© generati® altyd patryskleurig. Wy
zeiden dan^die sterke kleur kan all© andor© opnemen*•

£i©zi©n uit mn oogpimt d©r Mendelsoho OYerervlngswet-
ten, w®lk© wy lat©r toepasten, to@n wy iie©r kleuren fokten^
. door kruising van de patryskleur met^der© kleur, kwamen
wy tot d© volgend© conclusies en feitsn,

Damp; patryakl9ur ov©rh@©rsoht by kruising d© meest© kleu-
ren! daarom
ia men ©r nooit mker van of ^©n patryskléurig
di©r zuiver is voor zyn oombinati© van factoren. Immers
het km all© mogelyk©
onzichtbare teleurfaotoran door
vroeger© kruising bezitten,
waarvoor h@t dominsait is.
Al onze fokdieren waren by kruising in F 1 patrys»
kleurig ©n onzuiver . In P 2 had het wonderbaarlyk© plaats,
nl. dat d© splitsing kwstfs, dl® zich deaonstreerd© in d©
mQQst zondering© combinaties. Bet was g®en splitsing,
zooals by verschil
in 1 factor, nl* dat s/4 ov©rh®®rschend
patryskleurig ©n l/4 d© terugtredende kleur bezaten,
integendeel t h@t resultaat wae nèè ongelyk dat wy opeens
all©
mogelyk® kl©urtyp©n aanti^offen.

E©n overzicht van zoo*n proef paring, w^lk© ik in ItDS
nam, nl» van kruilingm van patryskleurig© immoh© ho©n^
ders mot xt±]iM witt© Wyandottes,
gaf is patryskl©urig@
dieren, met d© overheeraohend» kmimm kaïakenmerken damp;r
Wyandottes, dus i patryskleurlg® rozefcammig® Drentsoh®
Hoenders. Er wmrêmn van dez© W dieren 2 foktoomen ge-
maakt,
nl, 4én ham, ieder set 3 hennen«

Wy fokten SO kuikens van teder in ©en afzonderlyk©
broedmaohine
vm êOnbsp;De uitkómsten waren voor

beide maohines gelyk ©n maaim vormden samengesteld de
volgende kleurtypen s

i ?
r )

•i

-ocr page 282-

iH\' ZMi

■quot;BDzekam

Aantal

gt;r

Kleur

Patryskleur

22Citypen)

vr

öoudpel

20(4 ,, )

s

li

WitboJtet

14

19

Zilverpatrys

12

3

Zilver Duckwing

g

1

öoud Duokwing

S

1

M

Zwartbont

8

2

0

Roodbont

2

1

1

Roodpel

2

0

2

Bood koekoek

2

1

1

öeel gestreept

2

è

1

Goud boekweiten

2

l

4

Zilver boekweiten

2

1

aruin

2

1

1

100

min\'

. tté^f m\'

70

Wy hadden dUB een eplltsing ta 15 kleurtypen, waarby
J© Drentsohe Hoenders met enkele
km en 71? »et rozekan*

Later heb Ik herhaalde malen patryskleurige l^entsohe
Hoenders gekruist met zwartbonte, sllTsrpatrys, zllverlaksn
en hiervan F 2 dieren gefokt* Het resultaat was hier niet
zoo wonderlyk als by deze eerstgenoemde kruisingi dooh
steeds bleek de typische overheersohing van de patryskleur.
Merkwaardig
is ook hoe na f 2 de pKZdas^ patryskleur zioh
splitste in 6 typen en de goudf^èlv^ in 4 typen.

Door liet feit, dat de Drentsohe boer eertyds gewoon was
een patryskleurige haan by een zoo bont mogelyken toom
te
plaatsen, k^m het , dat de uitkomst zooveel afwykende
patryskleurige dieren gafi immers de ouder© waren meestal
samengesteld uit allerlei onbekende faotoren, welke door
de overheeraohing van de patryskleur niet ziohtbaar waren.

Aan dit geval is nog een zekere praktische kstnt ver*
bonden. Dat de boer gesteld was op een zoo bont mogelyken
toom,
had dit voor» dat de familie gemakkelyk dm leeftyd

I

\' i

lt; tl
ii

-ocr page 283-

der dieren kan onthouden^ want n« kon men zloh herinnerePt
dat
in een bepaald 5aar een witte, awarte of een bonte
hen was geboren»

Ben feit van ktmlftlng Tan patryekleur met swart dien
ik hier nog wel te veroelden. In Fl wiiren alle diere»
patryskleurig, In F 2 had een betrekkelyke kleursplitslng
plaats en ontstonden er slechts patryskleurige en
rood-awarte
( Kaarten 15 en ISfe.), waarby ook irerscliillende
soorten zwart met roode halsteekening , zwart met roode
zadelveeren en bruin borsten
ontstonden*

Ik dien nog een kleurenteruising te vermelden, welke ik
eertyds toepaste,
om in de 1© öeneratle direct S kleuren
te fokken,- Wanneer een z»g» rood*«warte|i^(d0nteer patrys*
kleur
* zie Kaart li») gepaard wordt met goudpellen, ont-
staan direct S kleurtypen ,nbsp;pood^awarten , patryskleur
en goudpellen In de verhouding 50 * 28 *

In leder geval le uit deze proeven wel gebleken, dat
uit de patryskleur alle bekende kleurtypen kunnen ont»
staan
en zyn ontstaan, welk© wy thwi® by onze tasse hoen-
ders kennen.

Teneinde de verschillen^ welk® ©p de veerenkaarten
voorkomen, overziohtelyk te maken, heb ik Merby onder-
staande toelichting noodig geacht.

-ocr page 284-

^ f f

ToallohUng dsr_VearePtea»rtan, i^SaS\'

Kaart 1. D« PatryatlBur ty Bankiva-« (Bank^nt«) Sa«.,
(zio oot Albvm l/X,Kaart 1 an fl ) .
Oe wlldhosnderklaur ty «Sankiva\'B. hanan. 1»

Patrysltlaur.

üaart 2. Da Patryskleur by Dr»*t»che aoendorB , iKMm,
zcoalB ik daze in a® Jarffli 1880-1900 a«ntrof
op dan Hondsrug in Dranths In ds dorpen aclo,

OdÖOTÖf ^«©ïli«

Donker type In de ijorstveeren*

Kaartnbsp;m patryskleur fey Drenteohe Hoenders, Saan,

in fflidden I^^nthe in de ^mm
Uohtor gekXewa (Typ®

Kaart 4- De

uit ^sMnbsp;het type der ■

ooofeinsr lyanêottes, Maleyers m

H^art g. De FatryskXeur by Drtntsohe Soendere, Ha«n, uit

«it auid l^enthe imo^mo. Overeenkomende ast
Uet typ© der oute hommtmmémTM in Bngtisna
immtmoTh frmrni^y^ mnbsp;c^rdennaise) tn-

^eXsobte feohtkrlalen*

Batrysklear bynbsp;S»«^-

Kaart 7*nbsp;Pittryakleur by Maleyers, liaan..

iCaart 8*nbsp;mtrystelour by Legtiorn«, mmi.

liaart 9. m Mtryskleur by wyandottes ©n

Kaart 10. FatrysicXeur by Bngeleohe Ve«htkrielKaan

en indisoii© ^Qohmomd^rmiBlm^^^éh mm*

\' J

lt; *

Vis:
■»■ gt;gt; ■

t

Fll

-ocr page 285-

Kaart Ii» 13e Boodzwarta Fatryskleur by Drentsoh© Hoenders,

Haan, uit Hoord Drenthe in 1890^1006, vooma*
«a-nbsp;®elyk In
lorg..

Dit kleurtype zou een overgangstype tot de
Roodpel Friesohe Hoenders genoerad kunnen worden*

i

Toelichting der Yeerenkaarten #nbsp;t.

van de Patryskieuren« ^

~ Aifew \'i/r^

#

Kaart m. De Pati^skleur by Bankiva\'a (lanfeftntaia) , Een.
(zie ook Albuïs i/e, Kaart m • I8a
De wildhoenderkleur by Bankiva hennen is d® Pa*
tryskleur»

Kaart 2a. De Patryskleurig© Hen behoorende by Haan Album
l/l, Kaart 2.

Type Oost Drenthe (Honésrug) ISSÖ-^ttOO.

Kaart Sa. Fatryekleurige Ken behoorende by Haan Album
l/l, Kaart S..

Midden Drenthe 1900^1920, ïyp® Leghorn,Wyandotte.

Kaart 4b,» De Fati^yskleurige Een behoorende by Haan Albm
■ l/l , Kaart 4«

Kaart 5a. De Fatryskleur!ge Hen behoor^de by Haan Album
l/l, Kaart l.

Kaart #a. fe-Patry©kleur by Hollandsohe Krielen, len b®-^
hoorende by Haan Album l/l, Kaart

Kaart 7a• De Fatryskleur by Mamp;l®y@r« , nmi*
Kaart 8a* Dé Fatryskleur by Leghorns, len.

Kaart 9a» De Fatryskleur by Ooohine en Wyandottes, Hen.

■.jjnbsp;^ Patryskleur by ßngelsohe Vechtkrielen, gen , ||

Indische V ®lt;5hthcanders, Hen.

1

-ocr page 286-

ICfó ^^

Kaart lla* De Eoodzwarte Patryskleurige Hen, behoorende

by Haan Album l/l. Kaart 11.
Moord»Drenthe 1890
*1900 (Borg).

Kaart 12a♦

De Patryskleur^ by Drentsche loenders, Hen,
waaruit de Tjruine kleuren ontstaan.

Kaart iSa«^

N De Patryskleur by Drentsche Hoenders,Een.
Nieuw fype 1956.

Kaart 14«, De Patryskleur by Drentsohe Hoenders, Hen.
Groninger Type 189(5,

wabum l/l ^

Kaart 18a« De Patryskleur by Drentsohe Hoender®, Hen,
Type Overyssel 1890»

Kaart 16a, De ï^tryskleur by Drentsohe Boenders, Hen.
fype Koord^Brabant (Kempm)

Kaart 17a. De Patryskleur by Drentsohe Hoenders, H@n,
Type Zeeland 1890,

Kaart 18a, De Patryskleur by Drentsohe Hoenders,

Type Hoord-Holland (Wesi^..Frie8land) 1890*

Xaart Ita, De Patryskleur by l^entsche Hoenders, Hen,
Type
Duitsohland (Cost-^ieeland) imMmö,

Kaart 20a. . De Patryskleur by Drentsohe Hoenders, Hen,

type Midden-Duitsohland (lergkraaier)1890-lt00.

Kaart 2ia. O© Patirskleur by I^entsche Hoenders, Hen,
Type Boheemsoh i^andhoen 1890*1900,

Kaart 22a. De Patryskleur by ï3rentsoh® Hoenders, «®n.

Type Eelgoland 1904,
Kaart 25a.
Patryskleur by Drentsohe loenders, len.

mm Wit gevlekt, F2 , Patryskleur x Wit ,/l890.
Kaart 24a. De Patryskleur by Drentsohe Hoenders, Hen.

Zwart en wit geylekt.r2. Patryskleur x Wit, 1890,

-A
!ii

-ocr page 287-

aaOËP g. m ZILVMPAtHYSKLEUR .

(Albuia 2/%

Als ©©n der ©orst© aifwykingen van da Patrysklsur kennen wy
de Zilverpatryskleuren»
ay dit kleurentype is de bruine grond-
kleur vervangen door wit en wel door kruising met de kleur^

looze, die men de witte kleur noemt.

By kruising met het wit der Wyandottes zagen wy ^ zooal®
de proef di® op blz* vermeldt, in f2 by 100 dierm 12
zllverpatryskleurige typen ontstaan, welke ^gevoegd by 10
duckwing r ^i® ook by de zilveïTgt;atryskleur behoören»
in totaal
dus oiroa l/4 der zilverkleuren vormden«

De zllverpatryskleurige F2 dieren waren eohter niet gelykf
er kwamen donkere, liohte en zeer lichte kleurentypen te
voorsohyn, soms met gekleurd® , zwarte en gele borstveeren
en gekleurde vleugeldekveerenf kortom een zeer heterogene
oolleofcle.

Er waren echter ook dadelyk zeer mooie typen by , die dlree\'
de zuivere zilverpatryskleur vertoonden, zooals wy die thans
kennen by de hedendaagsohe moderne rassen. Ik heb deze allen
opgenomen in de kaarten.

Men heeft zioh by dit kleuren type niet altyd gehouden aan
den naQïa zilverpatryskleur, maar deze ook g^^emd i donker
CBrtóma»s)# zilver (Borkinga), eendvleugelig Cl^eghomsT, pile
(Veohthoendoresilverpenoilled, silberhaleig, vooral daar
waar de borst*quot;èn vleugelveerm rood ©f TOomkleurig zyn.
Dit komt in de veerenkaarten tot uiting.

fe navolgend® toeliohting is hierby gewensoht *

Dr

fv-.

r : V,\'

-ocr page 288-

Kaart 1»

De Zilverpatryskleur by Drentsoh© Hoenders »Haiai,
l8 het algetüeen voorkOTnend kleurtype* quot;
By landhoenders is de kleurtype niet regelmatig
gevlekt.
De rug en zadelveeren hebben allerlei or
nuanoeeringen van rood, geel sn zwart»

Kaart De Donker-2ilv©rpatryskl©ur by Drentsoh© Hoen-
ders , Baan»

Toelioh

Zilyerpatrys Kriel , Haan, die tot een ver-^
edeld typ© naar den standaard is gefokt, is de
verdeeling meer regelmatig on het geel en mxt
rood zyn scherper feegrensd en symmetriech ver*
deeld.

De Zilverpatryskleur (donker ) by Srtóima *e,aaim,
verschilt van de vorig© beid© kl©urtyi5en, door-
dat het hals«^
en zadelbehang meer zwart in de
overlangsche streeping vertoonen. Deze
kleur
wordt ook quot;donker* genoemd.

D© Zilverpatryskleur by Dorkings, Haan, heeft

3 typen* Men onderscheidt liohte, donkere en

rood© Dorkings. Het versohil bestaat In het
/en den sohouder/
■\'\'■hals. ennbsp;de eerste wit en

ongestreept, by de tweed© wit en zwart gestreept

zyn, terwyl by de roode Dorkings hals,, zadelbe*
hang en schouedr rood zyn. Ik heb dez® typen by
Drentsche Hoenders gefokt on ze genoemdi zilver^
patrys,
rood en bruin Z.patrys.

fot de Zilverpatryskleur behoort ook de z.g.
zalmkleur der Faverolles hoenders
(D© haira is
zilverpatrys met iets geteekend© hals-en zadel-
veeren).

Kaart

Kaart 4#

^jr

Kaart 5.

Kaart i.

-ocr page 289-

\\1

\\

Kaart 7, D© Phomlx hoenders , gaan, konen In htm kleur-
type geheel overeen met de Holl.Zilverpatrys
Krielen.

Kaart 8. By de I*eghorne , Haan, kennen wy nog het js.g,
geel eendvleugellge kleurtype, dat tct d© zll«
verpatrysgroep behoort, maar daarvan afwykt door
den geelen ondergrond van hala, schouder en
zadel.

Kaart 9. Xilverpatryskleur der fwentsohe Hoenders, die
*ürysen» worden genoemd, behoort ook tot deze
groep. Men zou gced doen ölt geleidelyk te
oorrigeeren ter wille van de uniformiteit.

___ ^

Kaart 10. De Bood^zilverpatrys*. étT^mdvleugellge Hol-

landsche Krielen , laan^ die ook tot de zilver-
patrysgroep behooren, hebben ©en g@©l gestreetit
hals- en zadelbeh^jg en roode sohouderveeren.

-ocr page 290-

q:oellohting der Veerenkèarten d#
gil verpa try skieuren »

* Jlbum 2/S è

Kaart la« De Zilverpatryskleur by Drentsohe SoenderspHen*

Kaart 2a, De Donker Zilverpatryskleur by ti®^ Drentsche
Hoenders , Hen»

Kaart 3a» Be Zilverpatrysklaur (veredeld) by Hollandsohe
Krielen , Hen,

Kaart 4a» De Zilverpatryskleur by firahma*® , Hen»

ICaart 6a»
Kaart 6a«

Kaart 7a,

De Zilverpatryskleur by Dorkings , Ben,

De Zalmkleurige(zilverpatryskieor)by Faverolles,
üen»

/

De Zilverpatryskleur by Phoenix Hoenders, Ken»

Kaart 8a, De üeel*.Zllverpairftskleur by Le^oms, Hen»

Kaart 9a» De Zilverpatrrs^leur by fwentsohe Hoenders,Hen*

Kaart 10a» De Rood «Zilverpatryskleur by lollandsohe Krie*
len, Hen»

-ocr page 291-

gaoSP 8 , Do FeXkleuren»
(Mtnffii 2/4 m 2/s).

Hoe de naam Pel 1® on te taan le niet geheel sseker bekend.
Uit het ondersoek daarnaar is mf gebl©ken., dat het woordje
pel
in de Saanstreek, Toomsaelyk in Assendelft, ©ertyds
werd gebezigd voor een soort van kloedingstoffen,
di© mon
quot;pelgoed* noemde. Ir waren toen in de Zaanstreek, evenals
in alle streken van ons land, Pelhoenders, die eohter onder
het boerenvolk geheel anders werden genoemd« In Drenthe
sprak men van *i^©rens©elt|©s« of«a©elsprenkels*, in Assen*
delft van de bekende »AssendelftsSe)ioenders« , welke be^
kend waren in 4 kleuren,
nl. boerengolven, geeltjes, zil^
veraprokkols en byltjea, Dea© 4 kleurtypen fokte men door
een goudgepeld (boerengeel
) haantje te parm met Kilver«
sprokkel
(zilverpel) hennen. Hieruit kmsnen eerst 2 teleure^
nl»
zilver sprokkel henn^ en boerenge^e hanen« Teelde
men deze in het bloed dcor, dan ontstonden er ook enkel©
geeflen en donker-zilversprokkel of byltjes»

Tot zoover gewerd my de mededeeling^ van den 67 jaar
ouden Assendelf
tsohen klppenfokker en pomller Dulnewalt
en ook van Waagmeester,
die thans weer een mooi^ koppel
Aasendelftsche kuikens heeft gefokt» Beidmwaren nog bekend
met het te voren genoemde »pelgoed«, waarvan men my ©enig©
stof beloofde, di© nog by een oud© tante te vinden moest
zyn»

Dit pelgoed bestond in versohillende kleuren en was
met over ©Ikaar liggende oog
/jes of ringetjes bewerkt,

fOOTO • Hierdoor ontstond ©^ patroon, dat seer veel
geleek op de veerteekening der quot;feoerengelen en silversprok^
kels.

In i©01 scheef de Heer V.Eepelius in een artikeltje in
het Maandblad der Nederlandsche^Ioenderclub,
dat , naar mm
hem van bevoegd© zyde mededeelde, er in Assendelft pel»
hoendere waren met rozekam, welke men later Hollandsohe
Hoenders noemde^ Dat sou toen reeds m Jaren geleden gyn,
dus ca. 1860.

-ocr page 292-

L-

In Friesland, waar de eerst© pluimveetentoonstellingen
van ons land zyn gehouden door de FrèeBohe Maatsohappy voor
Landbouw, werden in 18SS zilverlakeneoh© kippen ingezonden,
in 1863 roodre^ten , terwyl in 1S7S voor het eerst zilver-.
lakQnsoh© p
ellen en in 1877 goudlakensohe» en zilverlakensbih©
p
ellen werden genoemd. 1)

Het pelgoed

werd volgens de Heeren Waa^neester en IXii*
neveld oBstreaks
wm * Wm in Assendelft ^ gebruikt en
dit werd opgevolgd door het z.g. frulsoed, dat na ItOO
verscheen.

Sen onderzoek, ingesteld in de Oudheidkamer te Zaandam
bleeft zonder resultaatj men kende er het pelpsed niet.

Dat er pelhoenders al sedert eeuwen bestaaa hebben, zien
wy uit ©en afbeelding , die voorkomt in het handschrift?
Bestiarius et Marbod© Lapidorius XVe eeuw ( Afb.nbsp;)

2ilve2^©3^aant J e.

Ook by Aldrovandi {jh leoo) treffen wy afbeeldingen van
gepeld© hoenders aan .2)

Opraerkelyk is het zeker dat in ons bezit zyn gekomen
goudpel hoenders uit Cuba mot blauwe pooten, die aldaar
als landhoenderfï bekend zyn.

Ook in Griekenland trof men voor de Ghr* Jaartelling
pelhoenders aan. Ey komen op munten voor in S typen ,
nl. landhoenders, veohthosnders en krielhoenders, terwyl
op muurschilderingen d© pelkleur zeer goed te onderschei-,
den is .( .

D© vraag of het z.g. pelgoed kon zyn genoemd naar de
Asaendelftsohe Hoenders of omgekeerd de
aaam «pel- by d©
hoenders ©eret is ontstaan , nadat het felgoed alg^een
voorkwam in de Zaanstreek, is hiermede wel verklaarbaar,
doch zeker weten wy het nog niet*

In ieder geval is de naam «pel» ontstaan in de ^apen
18?^ - 1900 ©n sedert dien tyd zoo gebleven, vmdaar dat

.;ivV;( -

1/Mededeelingen Bistr.Ass.v.PluiT^veeteelt f^megm^rni
2) milrn. furoious Aldrovandus.nbsp;Leeuwarden.

-ocr page 293-

1^7- \'f?

ik ook de serie kleuren,welke de pelteekening vertoonen,
rangeohikte onder t de pelkleuren.

Onder de pelkleuren treffen wy thans aan s
öoudpel, Zllverpeli Geelpel,geelwitpel,Blauw witpel*

Ook hier ïiesft men te doen met hanekleurige en henne»
kleurige hanen^ die beiden uit dezelfde ouders ontstaan,
dooh een zeer versohlllende kleurtype weergeven*

De grove peUjèekenlng , die wy kennen by de landhoen-
ders, nl, örentsohe* Friesoh®--AsismndelftsGhe-lfoendérs ©n
Öronlnger Meeuwen, bestaat uit een onregelmatig© verdee-
llng
van kleine zwarte vlekjes, streepjes en ®treepen op
een rooden,
gelen, witten of blauwen ondergrond, al naar
gelang de kleur wordt genoemd,

öe veredelde pelkleur is zoodanig gewyzigd, éxsM dat
er een zeer regelmatige verdeeling der zwarte vlekjes of
Streepjes ontstaat» ssoodat het lykt alsof er regelmatig©
lynen om het dier zyn getrokken«

In de KaartenAlbum 2/4 Manen en Album 2/B H0nn®a
treft men deze verschillende kleurtypen aan.

Een korte toellohting van dez© kaarten aoht Ik hier
nog wel gewensoht»

-ocr page 294-

J \'.ri

Toellohtlng; der Veerenteaarten van de
Felkleuren« j, HAMg».
^ Altoua 2/4 *

Kaart 1» ©e öoudpel^kleur by Brentaoïie Hoendera, Eaan,

tmnbsp;ie over het geheele liohaam bruin zonder ee»

/mm^ de staart ie zwart /
nig gwarii/zonder een biuina amiParwB^-irTig omzoo*

M

ming der sikkeiveeren«

Kaart 2. öe öoudpelkleur by Drentsohe Hoenders^ laan,
(fiennekleurig) vertoont de pelteekening van
de hennen in
rug, sohouder en zadelveeren,
terwyl ook de staartveeren bruin ©©zoo®d zyn»

Kaartnbsp;De Soudpelkleur by Frie-sohe »oenders , Haan,

is biniin met zwarten staarti welke over alle
veeren bruin gezoomd is»

Kaart 4» De üoudpelkleur by auba Hoenders , Haan,

is bruin met zwarten staart, dus geheel ge-
lyk aan do Drentsohe Hoenders,

Kaart B en 6. De Goudpelkleur by ahaaiaaohe Hoenders jiHaan,
en öraekel Hoenders ^ maan, is bruin
met de
pelteekening der hennen in borstgt; bulk en
staart»

Kaart 7» De 0oudpelkleur by Hollandaohe Soenders, Maan,
is gelyk aan die der Friaeohe Hoenders.»

De Ooudpelkleur by üost-Friesohe Meeuwen, Haan:,
is liohter dan die der kakels en Oampines en
de pelteekening is minder regelmatig»

öit kruising v^ Zilverpatrys en patryskleur
ontstaan in de le aeneratie dieren, die een
gevlekte teekening vertoonen,Süla een ^s*
sohenvora is tussohen patryskleur en goudpel,
zoowel by haan en hen.
Deze kleur is dus een
onzuivere pelteekening , Haan.

Kaart 8lt;

Kaart 9»

-ocr page 295-

Kaart 10. De aoodpellcleur by FriBstihe Hoenaars , Haan,

h»fc Ifcnbsp;■ vorm g©no@Md. tussohen

goudpel en patryskleur. In Orenthe kwam deze
kleur ook vcor, dooli ^ael donkerder dan by
Friesolae loendere , Men noemde ze donkere rood--
zwarten.

iiaart 11. De Pelkleur der J^hrhoenders (Hoorwegen) ^ Eam,

komt veel overeen met onze pelhoenders, dooh

de grondkleur is lichtgeel,
ean

De haan heeftAioïit gestreept© kleurtype^ dat
w©l Iets heeft van d© koekoekskleur.
(21© foto ).

Kaart 12. De ^©Ipelkleur by arentsche Moamp;nmrm Is ont-
staan
door kruising van goudpel met wit. Heeds ^
in
F 1 komen er llohter gekleurd© dieren, di®
by inteelt zich splitsen in goudpel, geelpel ©n
geelwltpel.

Kaart 13. De öeelwitpelklour by Drentsohe Hoenders,

die ontstaat door kruising van goudpel met wit,
waarby in F 2 all© donker© vl@k4@@ zyn vervan-
gen door wit,
komt in allerlei nuanoeerlngen
voor,
waarby ook omooming en vlekken optreden,
zelfs zilverpellen.
^mMt is g^akkelyk
verder te fokken.

Kaart 14. D© Blauwgeelpelkleur by Drentsche Hoenders ©n
by
Fr^sohe loender® ia ontstaan door kruising
van geelwitpel met awart.
«Ier komen in W i
r©©ds blauwgopeld© dieren voor, eohter ook
goudpelkleur,
zilverpellen , enz.

Kleur 15,

De Zilvorpelkleur by Drentsohe Hoenders ©n by
Frleeoh© Hoenders ontstaat door kruising van
wit met goudpel en wanneer F i dieron worden
hepaard, he®ft
mm dir#ot in f 2 d© zilverpel,
teekening #

-ocr page 296-

Kaart 16. By ds In 18 genoemde kruising ontstaan ook
hennekleurlge haantjes, waarby de tehouder-»,

quot;borst^-», buik* en zadel veeren ©n de staart de

i

henneteekening hebben» Met des© liasntjes
fokken vele liefhebbers cm^ de pelteekening
scherper te maken.

Klaart 17. De Felteekening der aronlnger Meeuwen heeft het
kenmerk van de landhoenpelteekening , die grof
en onregelmatig ia.

m

Kaart 18. 8y lollandsohe Hoenders lieeft men de Pelteeke»
ning veredeld en tot een fyne regelmatige

pelling gefokt*

Kaart 19* Be Ohaamsoh© Hoenders hebben een vry donker©
echter ook onregelmatige pelteekening« De ha«^
nen
hebben henkleurige borstteekening, terwyl
ook over het lichaam de veeren gepeld zyn#

Kaart 20# De Zilterpelkleur by örakels is donker en grof
gepeld, eohter vry regelmatig« Ook hier ie het
liohaam behalve de halsveeren gepeld als If de
hennen»

Kaart 21» De Kilverpelkleur der Assendelfteohe Hoenders
is gelyk aan die der Drentsche Hoendera en
ook aan die der Friesche Hoendera, waarby aan
een onregelmatige pelling de voorkeur wordt

..........gegeven«

(O\'

-ocr page 297-

bol.

loellQhtiïi^ der Veerenkae^rten van de
Fmaeuren «

Kaart la. Da Qoudpellcleur by ïJrentaohe Hoenders , Hen

»

vertoont een fraaie nuanceering van goud met

zwart© vlekjes» Behalve de hals is het geheel©

liohaam tot en met den staart gepeld*
bolststart

De ilLXRticBKÉx Drentsohe Hoenders hebben eon
meer onregelmatige
m groeve pelteekening*(ïb)

Kaartnbsp;De friesoh© Boenders, Hen, verschillen in de

goudpelteekening weinig van de Drentsche Eoen-
ders* By deze laatste is eohter de pelteekening
iets scherper en ook de staart vry soherp ge-
peld*

Kaart 3a. üy de Chaaiasoh© Hoenders is do kleur der

vlekje® vry gelyk aan die der Drentsche Hoen-
ders, zelfs onregelmatiger*

Kaart 4a. By de Brakels , Hen, is h@t kleurtype zeer
donker en regelmatig gepeldb D© staart is
gedeeltelyk gepeld, doch vertoont zich als
zwart *

Kaart Sa. üy de Hollandsoh© Soenders is de pelteekening
veredeld tot een regelmatig scherp geheel,
zoodat het gelykt alaof er lynen om het dier
■ zyn getrokken.

Kaart 6a. De Ooudpelkleur der Ouba hen ia voomamelyk
bruin met hier en daar een zwart vlekje*
staart is iets donkerder*

Kaart ?a* De Oost*l¥iesohe Meeui^oenders teomen veel

overoen met de Drentsohe* an Friesoh® Hoenders,
dooh zyn iets lichter van grondkleur. Be tee-
kening is
niet regelmatig*

-ocr page 298-

M

Kaart 8a, üit kruielng van Pytrysklour m®t Zilverpatrys-
kleur ontstaan in de le generatie dieren, die
zoowel patryskleurige als goudpel veeren hebben
Zy zien er op het oog uit als donker patrys•
kleurige dieren, dooh by nader onderzoek blykt
de algeheele onzuiverheid der belde onderkleu*
ren«

Kaart 9a. De Roodpelkleur korat voomamelyk by Frlesohe

Hoenders voor. De brulii_e ggmdl-\'leur ie hier ver»
vangen door rood♦bruin, waardoor het kleurtype
donker rood laet de bekende pelteekening ver-
toont.

Kaart lOa. De landhoenders uit Hoorwegen * bekend als de
Johr^iien, hebben een Itohtgelti ondergrond met
gitzwarte pelling, die vry regelmatig is»

Kaart lla» De geelpel iarentsohe h®inen zy\'n liohtgeel met
een bruine pelling»

Kaart 12a» De Öeelwitpel Drentsohe hoenders zyn lichtgeel
met witte zoomen en vlekjes.

Kaart 15a. By de llauv^geiipel Frieeche Hoendere Is de on^
dergrond lichtblauw met gele pelteekening.

Kaart 14a. D@ Zilverpelkleur by Drentsohe Hoender® heeft
■ een witten ondergrond
eet gryze en zwarte
vlekjes en streepjee.

Kaart laa. By de hennekleurige zilverpellen hennen is de
ondergrond wit met scherper geteekende zwarte
vlekjes»

Kaart I6a. By Zilverpel Groninger Meeuwen is de pelteeke-i»
ning vry grxgt;f en onregelmatig.

Kaart I7a, De Zilverpel lollaBdeehe Hoenders hebben de

bekende veredeld soherp omlynde teekening
alsof flrnbsp;«m hiaf,nbsp;w«*»®«

jol-

-ocr page 299-

Kaart 18a. êf d© Ghaaasch© Moender© komt ©en min of mamp;®r
onregelmatig© pelteekening voor.

Kaart 19a. De kakels asyn scherper en donkerder geteekend,
de vlekken breedtr.

Kaart 20a. De Assendelf tsoh© hennen zyn onregelmatig fyn
geteek end.

•«* ♦»

-ocr page 300-

0ROEP 4. D» Lateenffc^ (Clêlooverds) klaurm .

(Allsvm 2/ê ^ ^ •

D© Lakensjetee kleurtypen zyn ontstaan uit de Patryskleur.
Sedert korten tyd gebruikt men voor hot woord Eakenj^söi
ook quot;eelooirerdquot;.

Het eerat sprak men van Zilverlaken en Goudlaken in het
laar l$m m lö«S by d@ fentoonstellingen der Frlesohe Maat
sohappy van -Uandbouw te i^eeuwarden (zi® ook blz. ) m
sedert dien tyd is het woord ingeburgerd.

Op welke wyz© dez© i»aken3«8ïB kleuren zyn ontstaan, kan
m©n atatxaa* zien ala men d© v©©renkaart©n by d© prooven
met wilde hoenders nagaat. Hier treft men onder patrysklau-
rig© dieren dikwyls goudlaken veeren aan, zoodat d® aanwe-
zigheid pleit
voor het feit van hun ontstaan.

Ditzelfde versohyne©! trof ik herhaaldelyk aan by d©
vroegere kruisingen met landhoenders en soms verschenen
dan opeens onzuiver
g©te©k®nd© laken^ato dieren, die by
voortfokkon ©n s@l©oti© al heel spoedig mooie goudlakena^iï^
typen opleverden.
Ik heb deze kleiir in de jaren 1890*1900
dikwyls by d© Drentsche Ho©nd©r8 op X©ntoonst©lling©n in^
gezonden»

Docr kruising met wit ontstonden dan in F2 weer d©
Zilverlakenscipe typen.

D© öoudlakensïö» en Zilverlakenaöa» kleuren treft men
thans aan by
■ t tlilebaarden, aollandsoh© lomdors, Brabant©t«|
PaduaWyandottes, Sebrightkrielen, zooals op de ve©*
renkaarten in de Albums ?/« en
2/7 is aangegeven.

-ocr page 301-

h

ToQliohting der Veer enkaar ten van de

Laken^efae (üelooverde) teleur^ »«SMSs.

Albm 2/ê

Kaart X* De GoudXakenfcleur by Drentsche Hoenders , Kaan,
kwam vroeger dikwyjts voor In myn proefnemingen.
Ze ontstonden in F 2 by paringen van Patryskleu*
rige Drentsche Hoenders on waren gemakkelyk ver-
der te fokken.
De hanen, geleken veel op de Berg-
kraaiers» hebben,©venals de©»zwartgevlekte
borstveeren»

ivaart 2. De öoudlamp;kBn üilebaarden ayn BO jaar geleden

voor hot eerst gefokt uit allerlei fokmaterlaal,
dat wy hier en daar nog konden vinden»
De Duit*
ach© Uilebaarden hebben hierin een groot aandeel
gehad»
In myn öoek Deel IV *De Hoenderrassen*
ataan ze nog afgebeeld mot zwart© borstveeren,
doch
on?dat deze byna niet zuiver waren te fokken,
is de standaard gewyzigd en ayn de borstveeren
thaïia gevlekt evenals di© der SioiiitKïKlRKXtfinH^UneK
l^itach© öilebaarden* In
de latere jaren werden
25©
ook**gelooverdquot;genoerad.

Kaart S* De Ooudlakenkleur by Bollandsche Eosnders i® het
veredelde kleurentype met oen aoo regelmatig
mogelyk© verdeel
ing der vlekken of loovers.

Kaart 4. De Goudlaken- of «aoud^kleur der Brabanters en
Padua *s irertoont meer gesEOomd© teekening.

Kaart g, Evenals de Brabanters is by do Wyandottes eon
©malle zoom een vereis oh te ♦

Kaart 6» ^ Sebright^Ärislen wordt de zoo® nog soherper

geelseht dan by de Padua\'s en Wyandottes, Het is
eigenlyk hier ean smal zwart
^ndje om Iedere veer»

ö

-ocr page 302-

Kaart 7. 0a ö©®lwitlak©nkl®ur is ontstaan door kruising
van Goudlaksn met wit ©n komt in F 2 zeer fraai
tot uiting» Er zyn sleohts enkele lang doorge-
fokte rassen, welke dit kleurtype bezitten ,
o#a# Fadua\'e en Wyandottes«

Kaart 8* öe Zilverlakenkleuren zyn ontstaan uit de Goud-,
lakenkleur door kruising met wit en komen in
F 3 te voorsohyn. % Drentsche Hoenders heh ik
vroeger zeer mooie zilverlaken dieren gehad»

Kaart 9« By Zilverlaken llilehaarden zyn de vlekken vry
grof evenals hy de Duitsohe Uil©baarden» De
borstveeren moeten hier ook
gevlekt zyn.

Kaart 10* Voor Zilverlaken Hollandsohe Hoenders gelden

dezelfde eischen als de goudlaken, nl» een smal
Ie omzooming«

Kaart 11* Zilverlaken lïrabantera en Padua% hebben een
taraelyk email e omzooming.

Kaart 12* öy Wyandottes wordt ®®n vry smalle omzooming
vereiaoht»

Kaart 15* De Zilverlaken Sebrl^t^Krielen hebben ©en
fyne scherp© omzooming»

-ocr page 303-

3 quot;7-

der

toel lehtlniT^eerenkaarten van de

Lakeneohe (Gelooverde) kleurenHTOS»»
- MbiM 2/7 ^

Kaart U1 öe toudXakenkXeur by i^entaehe Hoenders , Mm,\'
was eertyds zeer donkerbruin met zwarte zoomen
of mümamp; vlekken, 2e geleken op de üergkraaiers

Kaart 2a. De Goudlaken yilebaarden vertoonen een minder

donker^ type met meer regelmatig verdeeldenbsp;^

vlekken.

Kaartnbsp;De Ooudlaken Hollandsohe Hoenders worden «e*

kenmerkt door de res^elmatige verdeeling der
vlekken.

Kaart 4a. % Goudlaken Jfe-abanters en Padua»s is do
zooming smal en regelmatig.

Kaart 5a* % öoudlaken Wyandottes wordt dezelfde smalle
omzooming geeisoht.

Kaart 0a* De öoudlaken Sebright hielen zyn scherp en
smal omsoomd.

Kaart fa, tot en met ISa,

Zilverlaken , Bm^ Voor deze kaartm gelden

dezelfde opmerkingen als de onder la ^ êa

• genoemde.

1nbsp; «*\'*.«

-ocr page 304-

3 OcP-

aiQBF ^ jpenbsp;fcleuren «

(AXbi^a g/e ) .

r^ ICoekoetefelewrnbsp;zyn naamp;o te danken aan dwi bekenden

vogel *D0 Kcekoek» , dié in zyn TeerenpakS® gestreept® wm^
ren*vertoont, welk©
©enig© overeenteoisst ti@bb#n ®©t dl© van
onze hoenders» Tooh is €®S5# ©vereenkossst niet groot bj
nauwkeurig© besohouwing, maar Eooale wy de Koekoek uit de
vert©
zien op struiken ©n boomen» dun niet soo nauwkeurigt
iö het BK)gelyk ©r ©enige overeen©teiming in t© vinden.

over de |tiiöthéid ©f de veerm „gelyk syn, «ull^ wy on»
hier niet meer in etrydvraag begeven, maar d© kweeti© aan*
n@mcHn zooale
zamp; nu eeïimaal het burgerreoht heeft gekregen *
De Koekoekkleur is er en de naam aal wel zoo blyven»

33© KoefejQkkleur versohynt in F s dieren by kruising van
patryskleur met zilverpatrys,
al zyn het ook %mr sseld^aas
voorkortend© kleurtypen« E© vereohynen i«e®Ptal in ooiafeinatie
met rood, «oodat wy ook de Eood-teoekoekkleur «teeds al® een
afeonderlyk type hebben beeohouwd.
i)ocr dit Roodkoekoek v^.
der te fokken ontstaan de zuivere koekoekkleur
en xtxxxxxxx^c gt;
al heel spoedig in F s ♦

ik wil hier nog wyaen op het verschynen van de iioekoek*
kleur by kruising van idronshoen mot Zilverpatrya^ieX
izXm Albimnbsp;Kaart 4 en MX\'^vm l/l4gt; Kaart «a).

De ^ronehceni als kr^ieing ©tétstaan uit ¥arlua, heeft in
aioh reed© den factor van sCookoemeur,
welk© gfiaakfceiyk
met de Zllverpatryekleur oombineert, zoo als uit Kaart
duidelyk ssiohtbaar is»
Beede in leeO hadd^ wy het isrenteohe
Seen in de koekoekkleur in Drenthef
hét wm to«i grof

Wy kennen thon» koelwiekveeren in een grof en in een fyn
g©t©©k®nd type»
?3en derquot; eerst later betend© koekoeteveerige

rassen ie het Kraaikop hoen, vroeger b#fe®nd al« l^ule de
f)rnbsp;n t ^ #nbsp;. \'^©rvolgene

öueidre Cnbsp;) • mmxm kwam ém Meoheleche Koekoek,

de isominiqu© ©n de Sojfiot^chi» -örey ♦ Hierna kwamen de Ply»

mgt;ath-aooks ♦ m eer»t# Plymouth^ok» w^en grof gevlekt, i
.nbsp;fL^^®«® ^ïquot;^nbsp;^^^ ©oherp afgeeoheiden irlekken» toodat

/Vnbsp;»geatreept» i» gaan noemen. In de Kaarten heb ik de ^

/cr beide typen *grof m fyn gevlekt* afgebeeld.

-ocr page 305-

TOQllQhting der Veerenteaarten van

Koekoetelclcmrenmmm m gOTM .
Mto 2/8 ^

Kaart 1. B© Koekoekkleur kotst In lioht en donker voor by

Vnbsp;Sootoh*-

Drentsohe Hoenders, Haan, en ook by itelSKtwöoi

^\'rey ^^snbsp;iohte klenrentype Is hier byeengebraoht # Het

donkere typ© treft men o»a, aan by de vroeger©
Flymoth Kooks , Haan»

Kaart 2» De Koekoekkieur werd later by de Plymouth#4iooks
in soherp gevlekt© stroepen gekweekt. Zoodoend®
noemt men deze kleur ook *gestroeptquot;.

Kaart 3.

Een afwyfcing van de Koekoekkleur is de z#g# Bood.
koekoekkleur. De siei^eeren ayn dan overal met
rcode randen voorzien, hetgem een seer fraai
kleurtype oplevert«

Kaart 3a« De Koekoekkleur.by l^entsohe Soenders , Hen ,

is een lichte type, evenals by S©otoh^lt;ir®y »s en
vroegere Plymt^th-aooks •

Kaart Sa» De Koekoekkleur by Plymouth«aooks , Hen, ia
thans tot ©en fyn gestreept type gefokt.

Kaart 3a* % de Eoodamp;oekoekkleur \'by Drentseh© Soendera ®yn
de halaveeren rood omaoomd»

♦ f t. #

-ocr page 306-

3 /O

SBQSP 6. De geatregpte kleuren»

(Album 2/9)»

De Gestreepte kleuren Xmkuh«wxKinntnymgwgiex ontstaan
ünbsp;uit de Patryskleur
en kwamen reeds Toor onder de Patrys*

kleurige typen, welk© ik In Albisa 2/2 heb afgebeeld .
(Kaart 12a»)

Deze 3treeping is de eerste stap in de rlohting om t®
komen tot de BKJdeme gestreepte kleu^^sypon o»a«
by t
Wyandottes, Le^oms, enz»

Ik zag reeds In 1890 onder de Drentsohe landhoenders
hennen voorkomen,
die even mooi geteekend waren als de
beste Wyandotte»
öewooïilyk kwamen zy uit fokstammen waar |
oen öoudpel haan hy een bonten toom was gevoegd» De goudpel -

teekoning heeft een sterke neiging om over te gaan in ge*

i

streepte typen» t^t zien wy reeds by de seleoti® by Hol*
\' \'nbsp;lanHsohe
Boenders, Bra^kels, Oaapinea en waar de eisoh.

wordt gesteld dat de streeping zuiver syimotrisoh ïsoet
zyn. Men bereikt dit resultaat in zeer korten tyd, door
te fokken van hennekleurige hanen met regelmatig gestroopte
hennen»

De gestreepte kleuren, die wy kennen by do latere ras8^#

zyn ï geel-bruin gentreept (Plmouth Rook») , geei-wit
geatreapt (Wyandottes)*

toeliohting der Veer enkaar ten van d.e

008troepte kleuren »nbsp;en MMnm

- Albim 2/§ »

Kaart l. De öoel-bruin gestreepte kleur tgt;y Plyiaouth-aooka quot;quot;

Is ontstaan uit de kruising van goudpel(gestreepf

met de kookoekkleur» Set is «ohter oen aeldzaaa*

hoid deze klsumte zien, omdat ze niet suivor

t® fokken zyn (hateisv^H^it^i^^ %

Zo verschillen du» daarin *an de gestreepte
teekening, dl®
wal zuiver te fofefesn ia*

-ocr page 307-

J/A

Kawt 2»

O

m mamp;l^t gestreept© kleur tgt;y wyandotte«,
Haaw, is ontstaan uit kruising
^m. koekoek
met goudlaken en maoEXBiEE voor zoover my be*
kend iS| voor een heterorygotlsoh type wordt
gehouden.

• * •

iCaart la. lo öeelges treep to kleur by de hen der Flymoutfa
j^oks komt geheel overeen met die
tm* van den
haan«

Kaart 2a« ^o ook nf de teelgestreept® f^raaaïSotte liea#

aijOKF Be gezoomde kleuren. mm

(Album 2/10

De Sezoomde kleuren zyn ontstaan uit de patryakleija\'«
In plaats van de vlekken, die de i^akenejai» of gelooverde
kleuren keniaerk«a, is ieder® veer omzoomd met een Isalve»
maanvormigen zoom of rand. In Kaart 12a Album 2/2 is dit
vereohil duidelyk ziohtVaar, wanneer
mm deze vergolykt
met de ïlt;akon953xe of gelooverde kleuren in Album 2/7*
Dit la de zooming der Drentsohe Hoender», die reeds in
1880 bestoad en die Ik later veel heb gefokt« 2i® Kaartm
1 en la, Album 2/ê en 2/f*

De zooraingi die neiging heeft te vervlekken, dient steedj
zeer
zorgvuldig te wordea uitgezoolit by de ouderdieren,
maar dan bereikt men ook vry spoedig wat de standaard
eisoht.

De gezoomde kleuren treft men aan in t
gezoemd iq|[(lameveld@r@ en ïndisoh® Veohthoender»^ blauw»
gezooomd, wit gezoomd (Wyandottes/»n tliane ook by vele
Krielrassttn )♦

Feitelyk is de beneuning blauw^ezoomd on witlt;»gezoomd

niet volledigi omdat men de grondkleurt die de zooming

heeft, niet nooat» Deze zou mm er by moeten no^iaen als
m^ men het kleurtype Juist wil aanduid^i b»v. blauw*
gezoomd^t , wlt*g®zooisd*f^od, geelof zwart«gezoomd•
blauw, enz»

-ocr page 308-

lit\'

^ellQhtlnf der Veorenkaartegi vm de
tegoomda kleuren
» MMM en WMWM^^

Ksjfert 1» Set Gezoomde klourtype hy iameveldeFS , Saani
vertoont een bruinen grondkleur met een breede
omzooming»

Kaart amp;y Zwart«»fîitsezoomd© Wyandottea , laan , is
de kleur als grondiaeur zwart, waarby iedere
veer vry soherp wit omzoomd is « staart is
zwartf

Kaart 5. Het Blauwwltgezoomde kleurtype by Wyandottes,

laan, bestaat uit een liohtblauweiif grondkleur,
waarby ieder© veer zaoht wit omzoomd is.

Kaart 4. De Blauw-geelgezoomde kleur Wyandottes,Haan,
ia lichtblauw.
.Iedere veer ia geel ©ïszoomd.

Kaart B. De aezoomd blauw© kleur by \'Kraaikoppen, Holl.

Hoendera, ândaluaiera enz. , Kaan, bestaat uit
mn donkerOTzeç^ grondkleur, waarby ieder©
veer zwart omzoomd is.

Kaart la ♦ m* Dezelfde kleuren ala by de hanen 1 ♦ S

ti

komen voor by de hwinon la • Saf z® ver*
- eiaohen dus geen afzonderlyke toelloh-
ting»

,nbsp;V-

-ocr page 309-

3/J-

QHOBP 8» Dq gezadolde kleuren»

( Uhnm 2/11) *

De naam Gezadeld 1® wel zeer eigenaardig gekomen,
omdat ze een kleurtype aanduidt, waarby zadel*.,hals« en
aohquderdekveeren van den haan anders gekleurd zyn dan
het overige gevederte»

Dit versohil treft men niet aan by de hen, die alleen
deze ander© kleur in de halsveeren bezit»

Zoo sprak men vroeger van t öe@l*g®mdeld, zwart*gesa-
deld, wit^
m bont^ezadeld, voomamelyk by aageleohe
Veohtho ©nders»

Voor de naam öozadeld hadden wy vroeger in Drenthe
©en zeer typisohe benaming « De boer^ noemden deze
kleuren i rood*bo©kweiten en wit-^feoekweiten»
By sommige rassen snreekt men van quot;birohen*»
Deze kleuren ontstaan allen by kruising van de Patrys-
kleur met onzuiver wit, tegelyk met de zilverpatryskleur,
waarvan zo feitelyk eon afwyking zyn» Vroeger toen Ik
deze kleuren fokte, werden ze niet als een oonstamp;nt
kleurtype beschouwd on dan ook gewoonlyk niet aangehouden

voor de fok»
De

mm aigelaohe fokk©ni,die hun Veohtkrielen gaarne in
een zoo groot mogelyk© kleurenversoheidenheid zagen,
hebben ieder afwykendff kleurtype zorgvuldig aangehouden
en zoo zyn de gezadelde kleuren ontstaan» Men treft ze
nog hoofdzakelyk aan by de Ehgelsche Vechtkrielen,

Snkele kleuren , zooals die ook by gezadolde Drmtsohe

Hoenders voorkwamen, heb ik bywongebracht In Albtas 2/ll»

«#\'

Toeliohting der Veerenkaarten van do Gezadelde

\'quot;quot; quot; ................................................ .................. ...................II .|»Jlt;I|| Iliiiiliii n ■iiiMiiiiiri IIUIIIKIILHHII uimmMittnmK imii iin

kleuren » WêMm en

* Album g/ll * »

Kaart 1» De Roodgezadelde kleur (pile, roodhalzig wit)

by Drentsche Hoenders , ßaaai. Dit kleurtype

is nog in do landhoend©rkl©urgt; dus onregelmatig
geteekend»

t-:

-ocr page 310-

Kaart 2, m Witg®aad©14@ fclsur by jatogelsoh© y©ohtkri©l©J%
Haan*

Kaart S» D© a©els©zad©ld© l£l©ur by aig©ls©h© V©ohtlcri©l©%

Haan» C»©@lbo©kw©it®n ) E^©nt«olï® Hoender®•

Kaart 4, D© Bont gezadelde kleur by Kng©l0ohe Teohtkrlelen,

Eaan. (Wltboekweiten, ) Brentsoli© Hoendere •
(birohen)*

#«♦ .

Kaart 3a -\'4 a* bevatten d© ^^sk^kxmmim gelyksoortig©

kleuren als dl© der han©n onder 1 • 4 ge-«
noeiad.

te

\'ii.\'

Br

w * • «

SP 9» Be Eenaelynkl©ur©n»
CMbum 2/12)»

De H©rm©lyiikl©ur©n zyn ontÉtaan uit d© goudpolkleur,
na kruising met onzuiv©r wit.

In de jaren 1880 kwamen in grootei getale in Drenthe
voor onder d©
Drentesh® landhoenders ©n ook weer daarg. waar
©©n Ooudp©! haan met witt© hennen had gepaard. Ik heb in
dit kl©u3*typ© herhaaldelyk Drentsohe Hoenders geëxposeerd,
b.v. op d© l.andhouwt®ntoonst®lllng
in Steenwyk in 1900.
Ze hadd©n toen nog g©©n bepaalden naam
en aangezien het
witte dieren waren met »wart hals* en zadelbehang ©n staart,
dus de
nbsp;Juist© overeenkomst vertoonden met het her«^

melynti©, h#b ik \'m heriaelynklemrig gedoopt.

i*at©r heeft men dit kleurtype gefokt by de Wyandottes
en de eerste exemplaren als een groote noviteit op de
öolumbia-».tentoonstelling in JSigeland ingezonden. In Sage»
land werden ae toen g©doopt met d^reolame^aam *Oolumbia*,
onder welk© benaming z© thans nog weel voorkomen.

De hermelynklour treft m©n aan in ï bruin *g©©l-^ en wlt-
h©rm©lyn, voornamelyk by ^yandottas.

H©t ta ©©n gemakkelyk te fokken kl©urentyp©, al© men
eenmaal de
Juist© faotorsn heeft g@oorabine©rd.

-ocr page 311-

Het toeval speolt by het ontstaan eon 25ekeren rol,

want 11« veraotoynen zoiider dat mm de kleuï^faotoren kent«

■ » ■ i » »♦ ♦ ■
^
oeliohtlng der Veerenkaarten van de Eermelyn*
kleuren
HiOfM ennbsp;«

... „* Albm 2/12 * •

Kaart 1 ♦ Be Wlt-hermelynkleur femm vroener veel voor
by ÏJrentsohe Hoenders en is later gefokt by
Wyandottes en örahma*e« iy örentsol® Hoenders
is ze thana niet meer bekend, dooh komt nog
voor by Wyandottes, waar ze abusievelyk nog
dikwyle onder de reolame-«iaam •OoluBabia* voor-
komt*

\' Merkwaardig is wel dat de eerste Brahma\'s,
die uit het Oosten kwsjnen afgebeeld zyn in
henaelyn kleuren {nbsp;)

en wel in wit* en geel-hermelyn*

Kaart 2» D@ Bruin-hermelynkleur kws® eertyds tussohen

myn kruisingsproeven voor by Drentsohe Hoenders,
dooh werd teen niet als een bepaald kleurtype
beschouwd en dus ook niet verder gefokt« Ze
komt thans ook voor by Wyandottes*

Kaart S* De aeel-hermelynkleur is op dezelfde wyze ont* .
staan als de 2 eerstgenoemde*
w* »

Kaart la ♦ 3a • De hennen komen geheel overeen met de
gelyknamlnge kleuren der hanen 1 * S ♦
• • # t

F\' ^

-ocr page 312-

SP

3

dBOSP IQ* Be bottte tiewSE*

Onder de bonte kleuren rangsohik ik alle kleurtypen,
welke een min of meer onregelmatig gevlekt type vertoonen,
nl» zwartbont, roodbont, witlgt;ont, blmiwlamp;ont , enz»
Dat bonte type kan zyn llolit of donker gevlekt, ©oms
wordt een zekere regelmaat gebiecht, dit is ©en kwestie
van keuze by het fokken, öy landhoenders, o«a* de ^rmt-^
sohe en Friesohe, is e^ bepa^d regelmatig© verdeeling

der vlekken niet gewenscht, daarentegen by de siejiioen- i

\'i

dors als Krielen, enz* wel.

De bonte kleuren zyn gefokt uit de Patryakleuren door
kruising met onzuiver wit.

In de Jaren 1890 - 1900 kwamen ze geregeld op de
Meppeler markt onder de Drentsch© Hoenders voor. Soms waren f
do toornen mooi in de kleur by elkaar te koopi ze kwamen ^
voormanelyk uit Smilde en omgeving, By onderzoek bleek my
dat
ze uit versohillende toornen by elkaar werden gezooht,
ten einde ale é4nkl©urig© toom meer ge^d by den verkoop
te kunnen opbrengen.
Zwartbont© haantjes zag men zelden,
des te moer hennen,

In de hokken in stadstuinen te Meppel kon men ze ge*
regeld aantreffen.
Men fokte er eohter nooit mee, want
er kwamen zoovel bont© kleurtypen by de jongen te voor-
aohyn,
dat een mooi® eenkleurige toom byna nooit umm te
stellen waa,

Ms zoodanig kan zwartbont een onzuiver© (heterorygotisort
typ© genoemd worden,

D© zvfartbonte en roodbon^ kleuren treffen wy aan bys
Drentsohe Boenders, Friesohe Hoenders, Leghoms, »oudans,
Ohabo*S| in lioht en donker«

Lioht zwartbont© by r LegïiomsfSohet^^), Krielen , enz.

Goelbonte by j friesohe* en Drentaobie Hoenders, Sabel«,
pootkrielon, J-eghoma en Suaaex.

Slauwbont© byt Sabelpootkrielen, Wyandottes, enz.

è gt;

-ocr page 313-

Toellohtlng der Veerenfeamp;arten van de Bonte
meuren\', IMKS en gBilEII»
* AlbUE^ 2/VB * é

iCaart 1» Öe lloht zwartbonte kleuren by Drenteoh© Soen
dersi I?rle90lie Moendersi X^eghoms, loudana,
Glxabo * s #

kleur

Kaart 2, De donker zwa,rtbonte/by dezelfde raesen»

kleur\'

Kaart 5« De roodbonte/^y dezelfde raeaen»

kleur

Kaart 4« De llohtroodbonte/6y Sussex-boenders*

li\'^

i

Kaao^t S. De wltbonte kleur by Drentsohe Hoenders,
Leghorns (Eeheciu^) •

Kaa-rt i. De geelbonte/^ dezelfde raa een.

Kaart 7» De blauwbont© kleur by- Wyandottes, led,Sabel^
pootkrielen,

* ♦ • •

Kaart la ^ 7a, zyn di© der gelyksoortige hanen.

-ocr page 314-

QBQSP 11« De mkelvoudige kleuren»
(jqbum 2/14» )

Onder de enkelvoudig© kleuren heb ik alle kleurtypen

gerangsohikt» welke één kleiup vertoonen, bv» i

Wit, zwart, geel , oitrcengeel, donkergeel (buff),- blauw, \'

rood, enz.

Wanneer men een patryskleurig of goudpel haantje plaatst
by ©en bonden toom, dan versohynen in r 2 allerlei enkel-
voudige kleuren,

In de laren ie@0 • ifOO kon men op de Septembermarkt te
Meppel all© mogelyke enkelvoudig© kleuren onder de Drent*
soh© Hoenders aantreffen*
Men voegde ze samen om be»
kende redenen, dat ze dan mooier werden bevonden @n Iets
meer konden opbrengen^ dan alles door^elkaar.

Sr waren soms zeer zeldzame kleurtypen by, die men
thans aantreft onder de imode^Islands,
Welsummers (bruin).
Barnevelders
(zwart, wit), enz»

Aangezien de boeren ze eohter nooit als afzonderlik©

uit

é^kleurige dieren hielden, en ze dus sta allerlei bont
«ateriaal waren ontstaan, waren ze voor verdere fok onbruik-
baar , oiSdat
de kuikens in kleur«uite©nvielen als droog
zand? zooals de leus luidde,

onder de enkelvoudige kleuren reken ik ook de blauw©
kleuren, die
nog, een afzonderlyk© bespreking verdionen»

Pe blauuwe kleuren»

De blauwe kleurt kwfi«nen vroeger af en to© onder de
Drentsohe Hoenders voor,
ook alweer in de bonte toomm, wa
d© patryskleuib het wit ontmoette» Soms zag men opeens een
zeker aantal blauwe kuikens| deze blauwe kleur was eohter
niet effen blauw,
zooals we die b»v« kennen by blauwe
Wyandottes, maar z^estond uit ©en donkergronde
kleur met zwarte randen» De blauwe Kraaikigt;p geeft het ^
zuiverst het kleurtype woer, dat eertyds bestoid by de
Örentsoh© iksenders »

C. -.t:

iAÉËi

-ocr page 315-

T0 9n de Kraaikoppen onstreeks 1B90 weer in trek be^

gonnen te komen als OudOïedérlandsoli ras , bestonden ze

zwarten.

nog enkel uit koekoekveerigm en xoosKks de heer ö.J.Swy*
tink uit Arnhem heeft
#als de laatste dei» Iraalkopfokkers
in dien tyd, hier een belangryk^rol gesijeeld. Mj was de
man, die .op vry hoogen leeftyd steeds de Kraaikoppen
fokte, Kooals hy z® van sfEn vader had overgenomen, let
was reeds in het jaar 18^ dat Swytink ss© fokte in dé
zwarte kleurden later in de koekoekkleur.

Door kruising van witte Xfe-entsohe fioendsrs mot zwarte
Kraaikoppen fokte ik in
1906 na 3 jaar inteelt,in samen-
werking met den Heernbsp;van Aalst te leerboach, mooie
blauwe Kraaikoppen,
waarby ook witten en wit-gevlekteiii,
geheel volgens de splits inga wetten van Hendel. Het bleek
toen dat de blauwe kleur niet constant was te fokken,
maar zioh steeds weer splitste in zwart,
wit, blauw en
zwart-.witgevlokt tn de bekende Mendelsohe verhoudingen.

Ik heb toen die proef , welke bestaan heeft uit een
honderdtal dieren, gedemonstreerd tydens ©en pluimvee^
cursus, die ifc met den toenmaligen pluimveeteelt^onsulent,
den
Heer H.B.Beaufort, te lïtrecht heb gegeven, ffdmm dez©
cursus deed zioh nog een merkwaardig incident voor, dat ik
©v©n wil m©more©r©n.

D© w©tt©n van M©nd0l vormd©n in d© jaren 1900-.1910 in
onz© praktisahe fokkery ©en belangryk punt van disoua^.© .
Vel©n v©rwl©rp©n
th©orl©, waaronder ook de oud© kenner,
keurmeester en fokker a.Muys te toersfoort. Hy wae ook op
die
oureus aanwezig en hield vol dat d© blauw© kleur wel
oonstant was te fokken,
hetgeen hy aardig dmonstreerde
door een aantal levende dieren,
dat hy .©venais ik*
tydens dez© cursus in fcooi©n had ondergebracht, m ja ,
daar etonden ©©n haan ©n ®©n h©n mooi blauw, met ©@n lo
tal blauwe kuikens,
ik kon het niet geloven, omdat «yn
aantal kuikens veel grooter was ©n wel de splitsing
dui
delyk en in oyfers w©©rgaf. Op myn eerst© vraag »hoeve®

ji

-ocr page 316-

eieren hy hamp;d gebroed* antwoordde hy dat van de 16 eieren
er 5 niet waren uitgekomen. Op myn 2© vraag «zyn deze S ^^.
eieren ook bevruoht geweest * ontving ik als antwoord quot;Jaquot;,

OP myn 3e vraag »heeft ö deze onbovruoht© ©ieren ook ge»
opend en geoontroleerd\'* antwoorde ixy dat hy toegaf dat
het leek alsof er wel liohtor© kuikens in gezeten hadden,
maar hy had ze toen r^aar in deiasohbak laten gooien. Ik
zei toen dat al® hy der© kuikens had bewaard en-op spiritus
gezet - ook had kunnen toonen, ik hem gelyk had gegeven,
indien ze ook blauw waren geweest* JBy navraag later thuis
bleek het dat de Jongen, die de eieren in de asohbak had
gedeponeerd , had gezien dat er witte en gevlekt© en een
zwart kuiken waren geweest, ïoen gaf heer Muys toe en
veranderde zyn zienswyze geheel , hater fokt® hy steeds voi^
gons de Mendelsche methode, zooals hy my vertelde,

ïgt;e blauwe kleur, zooals ze thans by Kraaikoppen en
Andalusiers voorkomt, dient eigenlyk gezoomd-tolauw te
worden genoemd, ten ©inde deze te onderscheiden van hot
effen of lichte blauw, dat men thans by de Wyandottes
en enkele Krielsoorten aantreft.

h

Het komt my voor dat een benaming als gezocmd^lauw en
blauw afzonderleek mmtm gewenscht is, os de belde kleur-
typen 3uist aan te duiden.

# * #

2:oeliohting1/j^ de \'i^kelvoudij^e kleuren.
M^hM en gEHii^ ^

Kaart

1.

m kleurlooze (witte) kleuren.

Kaart

2.

m zwarte kleuren.

Kaart

s.

De roode kleuren.

Kaart

4.

De bruine kleuren.

Kaart

S.

Se gele kleuren ,

iS: • -
ïi\'.

-ocr page 317-

Kaart i, D© oitrcengele kleuren.

Kaart 7, Be blauwe kleuren1

,»»

Kaart la • 7 a* Se hennen deser kleur^^en*

» # • ♦ *

gagjesp 12, pe Afwykende kleuren,
4- Aibuffi 2/18

Onder de afwykende kleuren groepeer ik alle» wat af-»\'
wykt VBn de te voren genoemde kleur typ en, o,a» i
Wit|»Kwartbaard (öilebaarden) , wit »zwartstaart Cohabo \'s),
Lakenvolders, zwarte en blauwe Witkuiven, witte Ewartkui-
ven, eim»

Deze kleurtypen versohynen door kruising der versohil-
lende kleurtypen en omdat de sportfo^cker steeds zoekt
namp;AT ieta\'^nieuwsquot; en dit probeert door te fokken, zyn
deze afwykÉnde kleuren veelal sport^dieren*

In deze groep kan men duo alle mogelyke nieuw© kleuren
in de toekomst nog Irerwaohten,

De stfwykende klmir^ treft men o*a» aan by i
Lakenvolders,

Boodblauwe Drentsche Hoenders*

Red (roodf/) der lïhode-Ifllande,

Zwarte Witkuiven.

Witte Zwartkuiven,

Blauwe Witkuiven.

Koekoek Witkuiven,

Wit zwartbaard ledorl.Üilebaarden,

Wit zwartstaart Ohabo*B,

-„■v ■ »r:^ \'

i

1nbsp; • ■» •

-ocr page 318-

ggt;6llohtlns üamp;rnbsp;^m a»,

Afiryk^d® kleui^n* EA^^Sa m

m AXI^IIBi g/iS\' *
Kaart 1# swart^itt® kletir é®r Lakenveldere*

Kaart 2# m roodblaiBf« kleur dernbsp;.Hoeftdw»-.

Kaart mnbsp;moé mat swarte kleur der \'Hfeode-lsland».

\' t

Kaart 4« m swart met witte j^ifhoenders.

Kaart m wit met zwart© KuifïK)#ïid@rö»

Kaart Be blauw met witte KuiflK^mder».

Kaart T* 10®. koekoek met witte Kuifhoenders*

Kaart B* De wit met zwart© baaraen

Kaart 9« Vm wit zwartstaart COhabo^s) •

* \'t««

Kaart la • ta, Oiror^öiikoBende kleuren dor hennen»

-ocr page 319- -ocr page 320- -ocr page 321-
-ocr page 322-

/J3

H

3gt;S

S \\M

%

-ocr page 323-

^ . - J.

•-\'■\'quot;tt tnbsp;t p quot;quot;l

- s

J Jnbsp;gt; J

t Jnbsp;» \'

T-quot; ■ »TTnnbsp;-Yi- ■nbsp;quot;■vf^ O \'nbsp;—s\'-rrn-rr-^ ^ . , quot;) p rquot;J- -, J-nbsp;O \'

.nbsp;^ 1 ^nbsp;-nbsp;^ \' ^nbsp;^ .J Vnbsp;^^^ V tv -J Wnbsp;fc/ ^ .

■pr . « -r^m

/ra

-IT T » -T -, r» -IfT--Irr-,-;, -, .. r»--\'-»T

\' O quot;t O quot;t _L ^ J »

^ T- . rr

.-ynbsp;-,-r -r • -»-rr^ /-l tt rynbsp;t^ a ^

-ocr page 324-

er ir- t)rer.th3 nist rs-^-srs Lsiiidlijo-dsrs.
e quot;Drsnfhe h-^rsiede\' vr- -1850 e\'i mij-.i

dsr 3 -AJaTlJ^ quot;betreffe-ds do i^IID-T^S

.J

vr-dcr var. 1850-138.0,Zi-ddeii r.ooit ?ï:id3rc dr».-- Lr.rdhoenders

J ^ ■. ynbsp;Vnbsp;^nbsp;IJ vU.WV Unbsp;i-J. ^ \'

^ 0 .
6quot;!

\'oiJzar.cLarlie

^\'raotvrdar in IS\'^5 eoquot;^- toonpje var. 1-5 Holl.witia-ifJos kocht

vr,-: 33quot;^ ::if?.rslcramsrnbsp;di3 rit Apaldoor^quot; I-zTrf^n,-.voll-c -als nooit

Tlor. ras- iedersnbsp;r.r.r.dr.cht
Dez3 Lquot;quot;dhOof quot;Dr 3nt sclia hoequot;^-d3rs~r^ooc-ls i\'^ z-s :io3nd3 ,
d3 dorp3^ don Hundj\'\' op^ncrl:olijk Prtrijs-

In het T.idd3n on -.rosten vrr.ron Tr/cr i j sklauri^\'e en ^o\\idpel
(C-.rood) Ti-ij 3Y3quot;-r3di::, 3V3nr.ls Andere jcle-ursn (A.rood) die

rrnbsp;V, c oVr* .\'?gt;

d3 li.^st vpn ^\'lor-^-

t-»quot; * « r^ r»^

X.nbsp;• ^ »

^^-n 1320-1BQ0 wr.3 do toor^tn-d ro^ds tolnnnrijr noT/ilzi^d

■ tj\'

gqI-1 J--f-pnbsp; -ï 3s 3 t OV i cht i \'T\'nbsp;S quot;quot;xquot; 3i3Gn

doquot;3 .nis vo^.\'^t:

Lgt; . - \'nbsp;^ O \'i li . li----- j-nbsp;jt ..

As:nbsp;^^oandersnbsp;i-

\'^r: \'/^iddellnrjdschszoo-r-^s?:quot;3n iquot;: .drosquot;

l:l3Txr 50 ƒ5
kl oi;r
5 ^
45

roorlt;.3

A\'

^nbsp;j I

1C9Q-X000 waron do Drontscho T\'jondzrz -^oo ciosd ^^Is ver-
dienen. Op de toordsrije-, sp.f men s® -i^t meer. Op .\'^\'ijn 10

fok stations v/iren\' -ro- on;;sY33r ^00 stuks in co\'^olcct eerde
t O omen. ( D. rood.)

T)3 A2i?.tiscli3 rasso\'i krrtóion no.^ voor op Tiij^-^, fokstp.tion t3
\'^eppsl, n.1. n-jchins 3^-nbsp;( Az.a3el,)

Ds !Iiddelln^dsch3zs\'3-rasssi,n.l. Lsn^erns 3^ quot;^i-orcr/s
hadd3quot; rquot;-!\'\'3 nnl3-^3 rnssequot;quot;\'nbsp;. (quot;quot;[r. Hroon. )

riTuisi-^-Trn vr-, Aziatische - en ^\'^iddeSla^dscha^se-rassen-
Y/aren in -rrootoquot; ~3taio ov^rp.l r?.-\'n?resig, alsmede enkele ^edsr-
In-^.scha rissen no^ iquot;-quot;- quot;■ordi^:;. ( Zr. %t.)-

■ V X «»y ^nbsp;w w Xnbsp;^

De V 3rho ud .t* -n \'r^^r

T)nbsp;tt -^imti-^—^r^ri

Az. Asi^.tische rasson
■r. quot;iddeilrndschonioo-re.sson in

V .

i- ^.ood3 kl-

J ?
f gt;

it.
Tr

^xel

üeppol

4w

4., quot;r,-

Leidrchendani J-j.\'-\'i» 1941.
. F. K .

-ocr page 325-

lt;3

\\

\' - \\

K)-

0

-ocr page 326-

Enkele gegevens betreffende het pluimvee

Plaats in de systematiek.

Klasse : Aves (= vogel.s)

Orde : Galli (= hoenderachtigen)

Familiesï Phasianidae (= hoenders)

Pteroclidae (= boshoenders)
Geslacht: Gallus (- kip = hoen)
Pavo (= pauw)
Humida (= parelhoen)
Phasianus (= fa7,ant)
Tetrao (= korhoen)
Kenmerken hiervan: vleaige kam

kin- of baardlellen

gekromde silckelveren

enigszins rechtopstaande staart

Er zijn nog 4 levende wilde hoendersoortens
Bankiva hoen (vechthaan) ~ Gallus bankiva
Ceylon hoennbsp;~ Gallus lafayetti

Vorkstaart hoennbsp;- Gallus furcatus

Scnnerat hoennbsp;- Gallus gonnsrati

Onze tamme hoenders stammen waarschijnlijk van één of meerdere van deze
soorten af. Hieruit zijn ontstaan de landhoenders en later onze cultuur-
rassen of ook wel bedrijfsrassen genoemd.
Deze worden ingedeeld in:

lichte rassennbsp;: o,a. Leghorns, Anoona\'s

middelzware rassen: o,a. New Hampshire, Susaex, Rhode Islend Red
zware rassennbsp;i o.a, Cornish, White Plymouth Rock

Door bepaalde fokmethoden Ie -imen heden zover, dat onze specifieke legrassen

-.\' ci ounbsp;-- ^\'inbsp;buiten beschouwing gelaten,

daar deze gemiddeld minder eiören produceren. Deze eieren worden gebruikt
voor consumptie of als broedeieren. Gaan we deze broedeieren nu uitbroeden
dan kunnen we na 21 dagen kuikens verwachten indien deze eieren bevrucht
zijn. Het broeden geschiedt tegenwoordig bijna uitsluitend kunstmatig
(broedmachines).

De paring x oo noemt men het treden van de haan. De quot;bevruchting behoeft
niet iedere dag
te gebeuren, aangezien meerdere eidooiers ineens bevruchl
worden.

Ook een verschil met de zoogdieren is, dat een kip in productie is zonder
voorafgaande paring.

De kuikens kan men merken.(knoppen) om ze herkenbaar te maken. Het vervoer
geschiedt in dozen. De oudere dieren kan men van vleugelmerken voorzien
indien men ze wil herkennen.

Na een opfok van 20-24 weken zijn de dieren geslachtsrijp (legrijp).
In de praktijk worden de hénnen meestal maar één legjaar oud.
Wanneer men de kuikens of kippen wil wegen, behandelen, etc. dan verzamelt
men de dieren met behulp van een vanghek en men pakt de dieren bij de
vleugels op (boven- of onderhands) of de zwaardere dieren bij de poten. Denk
erom, wel beide poten anders loopt men het gevaar een poot uit het gewricht
te draalen. Ook vangen met een vanghaak is mogelijk. Als men het dier wil
fixeren dan buigt men de ene vleugel achter de andere en legt het dier op
zijn zijde of door de kop met de hals onder de vleugel te duwen, daarna
de vleugel tegen de kip duwen en vervolgens de kip op de zijde leggen waar
de kop onder de vleugel zit. De kippen worden in kisten (kratten) vervoerd met
dichte bodem i.v.m. de tenen, die andera gekneusd kunnen worden.

z«O» z,

-ocr page 327-

Enkele gewichten: eierennbsp;40 - 70 gram

kuikennbsp;ca. 40 gram (afhankelijk van het ei-

gewicht)

lichte rassennbsp;1,5 - 2 kg (00)

middelzware rassennbsp;2 - 2.5 kg (00)

zware rassennbsp;2.5 - 3.5 kg\'^tso)
mest kuiken op

6-7 wekennbsp;1.2 - 1,5 kg

Aan een kip kan men uitwendig onderscheiden ! kam (bij dd groter), snavel,
oren, wang, kinlellen, hals, borst, rug, éadel (Sd), vleugels, staart,
poten, tenen, sporen bij bij ^^ rudimentair.

Het vliegen kan men voorkomen door de dieren te leeuwieken of kortwieken.
Heeft men last, dat de dieren elkaar pikken (verenpikken) dan kan men de*
punt van de snavel afbranden (snavelbranden., c.q. snavelkappen).
De dieren kunnen ook door andere oorzaken hun veren verliezen (ruien).

Onder dubben verstaat men het inknippen van de kam en kinlellen op
jeugdige leeftijd.

Het tenen knippen of branden gebeurt soms bij de fokhanen, dit wordt ge-
daan om ernstige beschadigingen- bij de hennen te voorkomen.

-ocr page 328-

Hoogglans is over het algemeen aanwezig in de
sierveeren. Hiertoe hehooren bij den haan hals- en
zadelbehang, schouderveeren, vleugelband, sikltels
en staartdekveeren. Bij de hen zijn dit de hals=
kraagveeren en de beide bovenste staartstuurvee=
ren, die in vorm ook lichtelijk afv/ijken van de
overige.

Door teeltkeuze heeft men den hoogglans ook bij
eenige kleuren en kleurteekeningen tot het overige

ENKELE DER VOORNAAlaSTE TEEKENING-TYPES BIJ HEMEN.

Afb.41.

Gezoomde veer.

Afb. 42.nbsp;Afb.45

Dubbel gezoom= Patrijsge=
de veer.nbsp;zoomde veer.

Afb.44.
Patrijskleu:
rige veer.

EENIGE DER VOORNAAMSTE FOUTEN BIJ GEZOOMDE- EN
ANDERE VEEREN.

Afb.4amp;:nbsp;Afb.4e-. i^/

Gezoomde veer Gepeperde veer
met lichte
oïïi= (miskleurige
randing.nbsp;veer bij ge=

zoomde teeke=
ning) !

Afb.é^. ^^
Bepoeierde

veer.
Gele veer met
fijne v/itach=
tige pepering.

Afb.48-.
Doorgeloopen
veerteekening.
Foutieve teelve=
ning bij patrijs^
kleur.

gevederte weten uit te strekken, meer in het bij-
zonder tot de diepe kleuren, welke zich daar bij-
zonder toe leenen, n.1. rood en zwart.

De z.g. verdunde kleuren, geel en blauw, vertoo-
nen niet anders dan den gewonenquot;gloedquot;, die gezonde
gave veeren eigen Is. Het zelfde geldt voor wit, de
bevederlng zonder pigment.

-ocr page 329-

AZIË

G,B. Crallms Bankiva.
G.S. Gallus Sonnerati.

G.F, Gallus Purcatus (Varius)
G.L. Gniius Lafayetti.

-ocr page 330-

\\8So. I0OÖ.

L. Streken waar LandhDenders aanwezig waren.

Nederlandsche rassen
Kruisingsproducten j ^
Aziatische rassennbsp;,,

Middeilandschezee rassen

N.
K.
Az.
Mr.

» I
gt; »

» *
gt; )

-ocr page 331-

lf)oo, 1020.

L, Streken waar Landhoenders aanwezig waren.
N. ,,nbsp;Nederlandsche rassen ,,

K. ,,nbsp;Kruisingsproducten. ,,

Az. ,,nbsp;Aziatische rassennbsp;,,

Mr. ,,nbsp;Middellandscheze\'=i rassen\',,

Am. ,,nbsp;Amerikaansche

» » » »

-ocr page 332-

ederlandsche rassen.
Kruisingen.
Middell.zee
Amerikaansche ,,

N. Streken

K. .

Mr. . ,,
Am. , ,

-ocr page 333-

L. Streken Landhoenders.

A.

gt; gt;

Assendelftsche hoenders

n
^ .

» »

Ohaamsche ,,

D.

, t

ür^ntpche

»

* !

Pr ie sche ]

P:

gt; »

^atrijskleurige ,,

G.

, gt;

Goudpel. ,,

H,Streken Roodpel hoenders,
N. , , \'Taderlandsche ,,
Kruisingen
Aziatische ,,
Middell.zee rassen,

K.

Azi

» »

»I

I gt;

-ocr page 334-

L. Streken Landhoenders.
■ •nbsp;Hederlandsche ho9nde:-s.

K. ,I . Kruisingen.
A^. ,, Aziatische
Mr. ,, Middell.zee

» f
gt; »

-ocr page 335-

A. streken Assendelftsohe hoenders
- - quot;Rarn-^v elder

D.
F.

N.

Ghaamsche
Drentsche
Friesche
Nederlandsche

T. Streken Twentsohe hoenders

» . WelsuTïT\'ier , ,
Az. ,, Aziatische
Mr. , , Midd. zee-
Am, .. Amerikaansche,

» gt;
t j

L.

» I

Landhoenders.

-ocr page 336-

A. Stregt;-n Assendelft sehe hoenders,
,, Barnevelder
•nbsp;\'^Holl.blanwe

gt; gt; ^hederlandsche
)f FrrIsingen.

I »

f I
gt; gt;

f I

T. Streken Twentsche hoenders,

» .nbsp;Wel summier

AZ\' ,,nbsp;Aziatische

,,nbsp;Midd.zee

Am. ,,nbsp;Ainerik.

gt;nbsp;I

» j

gt;nbsp;gt;

t gt;

-ocr page 337-

quot;Rood. Btrel-ren Landho«nders
Gisel, ,, Asiatische lio-^nders

,,nbsp;rassen.

-ocr page 338-

^ 3 O d, n t r ek 3nnbsp;Landh Deniers

Geel. , ,nbsp;Aziatisahe hoenders

Blavxï, ,,nbsp;^:Uddell,7.ee

\'quot;il\'nbsp;,,nbsp;Landelijke en km is in,--;; en.

-ocr page 339-

Aziatische hoenders.
Middell.zee ,,
Amerikaan sehe ,,
Landeliike en kriiisinj^on.

^eel.
BIauw.
lt;jroen.

) gt;
gt;
»

» »
» )

-ocr page 340-

1920^ S.

-ocr page 341-

13. (p

i

Rood. streken Lmdhoenders.
Geel» ,, Aziatisciie rassen

Wit. ,, Landelijke

-ocr page 342-

oc^yl^Crt.^ PW bc oue/^^c^^nbsp;vxx/vv \\8 iOOO.

Rood. Streken Landhoenders.

gt;gt; Aziatische rassen.
,, ^addell.zee ,,
H-roen. . . Amerikaansche,

\'^it.

Landeli.ike

-ocr page 343-

ers.

Aziatische rassen,
quot;^ddell-zee ,,
Amerikaansche,,
Landelijke en kruisingen,

Rood.
Geel.
7? Ta uw.
G r a e^.
Tit.

gt;nbsp;I
j »

I »

gt;nbsp;j

wereldkaart

-ocr page 344-

Rood. Streken Landhoenders.

Geel. ,, Aziatische rassen.

Blaw. ,, ITidr^elT.-^ee ,,

Groen. ,, A^nernbsp;sche, ,

\'■^\'it. ,, Lanaeliquot;\'ke en kniisingen