-ocr page 1-

j i w UiVl- _ AL/^I ujYI

1928

)

-ocr page 2-

. quT^

192

-ocr page 3-

quot;f •» •

3

■quot;r^\'.TY

MC\'

: I .

■ ? .-fftjquot;-\'■\'Ä*^-*\'

iVnbsp;■ —-

•nbsp;.V,

I

. , / - ■ j

-f :

I. ■

■V.

A .

V -/ ■

......

quot;\'■■.»At\'\' -y

-V

x;

■ :

\\ -

:nbsp;. -J lt;nbsp;.

sl^-:

•■quot;.Mquot;........

-ocr page 4-

. V • , ^

\'S

A, \'

-ocr page 5-

het restatoom-calcium effect

-ocr page 6-

universiteitsbibliotheek utrecht

3969 3209

-ocr page 7-

HET

RESTATOOM-CALCIUM EFFECT

proefschrift

TER VERKRIJGING VAN DEN GRAAD VAN DOCTOR
IN DE GENEESKUNDE AAN DE RIJKS-UNIVERSITEIT
TE UTRECHT. OP GEZAG VAN DEN RECTOR MAG-
NIFICUS Dr. B. J. H. OVINK. HOOGLEERAAR IN
DE FACULTEIT DER LETTEREN EN WIJSBEGEERTE.
VOLGENS BESLUIT VAN DEN SENAAT DER UNIVER-
SITEIT IN HET OPENBAAR TE VERDEDIGEN OP
DINSDAG 13 MAART 1928. DES NAMIDDAGS TE 4 UUR

DOOR

GERARD JACOB THEODOOR BEELAERTS
VAN BLOKLAND,

GEBOREN TE UTRECHT.

drukkerij p. den boer

utrechtTYPOGRAPHUS ET LIBRORUM EDITOR

MCMXXVni

■IBLIOTHEEK DER

rijksuniversiteit

UTRECHT.

-ocr page 8- -ocr page 9-

Het voltooien van dit proefschrift biedt mij eene ongezochte
gelegenheid U, Hoogleeraren, Oud-Hoogleeraren en Lectoren
der medische en philosophische faculteiten der Universiteit
te Utrecht mijnen oprechten dank te betuigen voor het, van
U genoten, onderwijs,

U. Hooggeleerde vandenBroek, betuig ik mijn erken-
telijkheid voor Uwe bereidwilligheid als mijn promotor te
willen optreden.

U, Hooggeleerde Zwaardemaker, ben ik voorts in het
bijzonder groote dankbaarheid verschuldigd en zulks niet
alleen voor de leiding en hulp mij bij het bewerken van dit
proefschrift verleend, maar ook voor den raad, den steun en
de vriendschap steeds genoten.

Ten slotte mijn dank aan allen, die mij bij de onderzoekingen
voor dit proefschrift behulpzaam zijn geweest, niet het minst
aan het technisch personeel van het laboratorium.

-ocr page 10-

■jM

v-w*nbsp;. \' •

■ vi

S-iKquot; , ^ ■.

ifc-nbsp;. I

. -j.i

f:

-VJ

S/Vi- \'-i. . . ■■

-ocr page 11-

INHOUD.

Hoofdstuk I.nbsp;Algemeene Inleiding.....ßl^. 1

Hoofdstuk II.nbsp;Emanatie en Strontium...... 13

Hoofdstuk III.nbsp;Emanatie en Barium......

Hoofdstuk IV.nbsp;Polonium en Calcium......

Hoofdstuk v.nbsp;Radium en Calcium.....

Hoofdstuk vi.nbsp;Emanatie- en Calcium-inwerking

op hartspierperssap onder het ultramicroscoop . „ 58

Hoofdstuk VII. Beschouwingen....... quot; 69

24
35
52

-ocr page 12-

» li •
r .

■■■il- .- -■

1

m.

y

\'i

/

-ocr page 13-

HOOFDSTUK I.
Algemeene Inleiding,

1. Inleiding.

De aanleiding tot de onderzoekingen in de volgende blad-
zijden beschreven, was gelegen in een aantal proefnemingen,
die in 1922 door Z w a a r d e m a k e r, Feenstra en
Steyns 1) werden verricht en tot resultaat eene betrekking
tusschen emanatie en calcium opleverden, die voor het regel-
\'«atig kloppen van een hart noodzakelijk is.

Reeds langen tijd was het bekend, dat er eene betrekking
tusschen kalium en calcium bestond, zoadat toen Z w a a r d e-
m a k e r
2) de emanatie als meest idealen kalium-vervanger
had beschreven een onderzoek naar een verband tusschen
emanatie en calcium voor de hand lag. Hier op deze proef-
nemmgen dieper in te gaan zou te ver voeren; alleen de punten,
le van belang zijn voor hetgeen verderop volgen zal, zullen
even vermeld worden.

en^M^\'s\'TMquot;quot;nbsp;H- Z^a^\'-dc mak er. T, P. Feenstra

quot;O- 3. blz. 302 ^ ^ ® y quot;nbsp;Wctensch, Verslag. Deel 33

\') H 7 ^ ^

blz. 779 ^ ^ ® c m a k e r, Kon, Akad, van Wctensch, Verslag, Deel 26

Soc, de Biologie T, 84

-ocr page 14-

Zwaardemaker, Feenstra en Steyns stelden een
tabel op, waarin naast eene zekere hoeveelheid emanatie de
hoeveelheid calcium vermeld staat, die samen de beste com-
binatie opleveren om een hart langdurig te doen pulseeren.

Emanatie in

Calcium in

Emanatie X Calcium

curies

grammolecules

0.5 X 10-7

5 X 10-3

2,5 X lO-\'o

0,8 X 10-7

3,6 X 10-3

2,9 X lO-\'o

1 X 10-7

2 X 10-3

2,0 X lO-\'o

1,5 X 10-7

1,5 X 10-3

2.25 X lO-\'o

2 X 10-7

1.3 X 10-3

2,6 X 10-10

3 XlO-7

0,82 X 10-3

2,46 X lO-\'o

4 XlO-7

0.75 X 10-3

3,0 X lO-\'o

Deze tabel wordt hier nog eens afgedrukt ter latere ver-
gelijking met andere tabellen.

Als gemiddelde voor het verband tusschen emanatie X cal-
cium werd 2,5 X 10-^° aangenomen, waarin de emanatie in
curies, het calcium in grammoleculen is uitgedrukt.

Regelmatig pulseeren van een hart is dus gewaarborgd, wat
emanatie- en calciumhoeveelheden betreft, indien voldaan is
aan de voorwaarde van Zwaardemaker, Feenstra en
Steyns,

In aansluiting aan dit onderzoek rees de vraag: hoe wordt
de formule emanatie X calcium, indien het calcium door stron-
tium of barium vervangen wordt.

Aan de beantwoording van deze vraag is het eerste gedeelte
van dit proefschrift gewijd.

De tweede vraag, die in het tweede gedeelte besproken
zal worden,is de volgende:

-ocr page 15-

Ligt de oorzaak van deze betrekking tusschen emanatie en
calcium in de straling of in het restatoom der emanatie?

Reeds aanstonds zij opgemerkt, dat het niet zeer waar-
schijnlijk is, dat de straling de oorzaak zou zijn, want voor
de zwak radioactieve elementen geldt: hoe meer calcium, des
te meer radioactief element is vereischt; maar hier dient de
natuur te beslissen en daartoe werden de proefnemingen met

vrije bestraling, namelijk polonium- en radiumbestraling,
genomen,

2, Emanatie.

Waar reeds zooveel over emanatie werd geschreven, zullen
hier slechts enkele punten even aangestipt worden. \'

Emanaties zijn die radio-actieve gassen, die voortdurend in
kleme hoeveelheden door radium, actinium, of thorium ge-
vormd worden.

Uit de onderzoekingen van M c. O w e n s 1) en Ruther-
ford 2) in 1899 en 1900 bleek, dat indien lucht over een
Ihoriumzout strijkt, deze lucht radio-actieve eigenschappen
verkrijgt, die echter niet van langen duur zijn.

In 1899 had het echtpaar Curie gevonden, dat vaste
lichamen in een afgesloten ruimte gebracht bij een radium-
zout, tijdelijk radio-actief worden,

R u t h e r f O r d was het, die dit alles aan een gas toeschreef,
dat hij emanatie noemde.

Aangezien met andere emanaties niet werd gewerkt, zal,
waar verder sprake van emanatie is, steeds radium-emanatie
bedoeld worden.

1)nbsp;Mc. Owens, Phil, Mag, October 1899, p, 360,

2]nbsp;Rutherford, Phil, Mag, Januari 1900, XLIX, blz, 1.

-ocr page 16-

Ieder radiumzout vormt emanatie, maar in zeer geringe hoe-
veelheid en heel langzaam; veel sneller en gemakkelijker vormt
de emanatie zich in oplossingen van radiumzouten. Na zuive-
ring en bij normale temperatuur en druk levert 1 gram radium
0,62 mM3 emanatie 1), welke hoeveelheid een curie genoemd
wordt.

De radiumemanatie wordt beschouwd als te ontstaan door
het uiteenvallen van het radiumatoom in emanatie en radium A,
Radium-emanatie zendt ie stralen uit, heeft zelf geen electrische
lading, maar geeft met gassen aan deze laatste naar het schijnt
een positieve lading, daar ze een neerslag op negatief geladen
stoffen geeft 2],

3, Emanatorium.

Ter verkrijging der emanatie werd bij alle proeven gebruikt
het emanatorium van de Radiogen-Gesellschaft te Berlijn,

In de dissertatie van S t e y n s staat op bladzijde 43 eene
beschrijving van dit emanatorium en eene teekening waardoor
het duidelijk wordt, dat het bestaat uit een groot, luchtdicht
afgesloten vat, waarin zich een radiumhoudende bougie bevindt,
bestaande uit radiumbariumbromide. Dit vat heeft bovenin
twee openingen; door de eene kan gedistilleerd water uit een
groote trechter door een filter in het radiumhoudende vat
komen, door de andere kan het emanatiehoudende water
worden afgetapt. Steeds moet men er zorg voor dragen, dat
cr water in den trechter staat, omdat er anders lucht bij de
emanatiehoudende vloeistof zou kunnen komen, in welke lucht
de emanatie zou overgaan.

1)nbsp;Ramsay en Soddy, Proc, Roy, Soc, 1904, p. 356.

2)nbsp;F, S o d d y, Die Chemie der Radio-Elemente, 1912, blz. 46.

-ocr page 17-

Per dag werd nooit meer dan 300 c.M^ der emanatie-
houdende vloeistof uit het vat met 21/2 liter inhoud afgetapt,
waardoor zekerheid verkregen werd, dat deze vloeistof steeds
even sterk was 1),

Op bladzijde 44 en volgende van bovengenoemde dissertatie
staat precies beschreven op welke wijze, dank zij de wel-
willende medewerking van prof. R i n g e r, de radio-actieve
kracht van het emanatie bevattende water gemeten werd.
Om niet in herhaling te vervallen van hetgeen anderen op
nauwkeurige wijze nagegaan en beschreven hebben, zal ik na
deze verwijzing naar Steyns\' dissertatie alleen zijn uit-
komsten, waar we hier mee te maken hebben, mededeelen.

Prof, R i n g e r en Dr, S t e y n s stelden vast, dat één c.M\'^
emanatiehoudende vloeistof uit het emanatorium een emanatie-
gehalte had van 5,787 microcurie.

Aan de hand hiervan werd de volgende tabel samengesteld
om steeds te weten hoeveel emanatie in een zeker aantal c.M=\'
aanwezig was.

A

Aantal cM3
uit emanatorium

B

Hoeveelheid emanatie
in microcuries

C

Aantal microcuries
per liter

aFgcrond

3

0.017361

0.02

0,052083

0,05

4

0,023148

0,02

0,069444

0.07

5

0.028935

0,03

0,086805

0.09

6

0.034722

0,03

0.104166

0.10

7

0,041509

0,04

0.124527

0,12

enz.

enz.

enz.

enz.

enz.

1) Dissertatie M. J, E. M. S t e y n s, blz, 49,

-ocr page 18-

Bij de doorstroomingsproeven met emanatie werd steeds een
fleschje van één derde liter inhoud gebruikt. Werd er in dit
fleschje bijvoorbeeld 5
c.Mb emanatiehoudende vloeistof uit
het emanatorium gedaan, dan zoekt men om de hoeveelheid
emanatie in microcuries vervat in die 5 c.M^, onder A eerst
de 5 op, dan kan men in B vinden dat in 5 c.M^ 0,03 X 10-«
curie aanwezig is, dat wil dus zeggen per liter (zie onder Cl
0,09 X 10-« curie.

De reden, dat er onder B en C een aparte kolom „afgerondquot;
is opgenomen is, dat de getallen van meer dan twee decimalen
niet geheel betrouwbaar zijn en daarom, en ook ter wille der
eenvoudigheid, afgerond zijn geworden op twee decimalen;
dit zit in de moeilijkheid om zulke kleine hoeveelheden
vloeistof met de daartoe noodzakelijke nauwkeurigheid in het
Mariotte\'s fleschje af te meten,

4, Wijze van proefneming.

Alle proefnemingen werden gedaan aan het geïsoleerde
kikkerhart of nog juister aan den ventrikel van het geïsoleerde
kikkerhart. Voor den uitslag der proeven werd alleen met de
samentrekking van den ventrikel gerekend. Dikwijls was het
echter zeer moeilijk om te zien of de duidelijk op de curve
zichtbare contracties kamer- of voorkamercontracties waren;
temeer daar er schijnbare kamercontracties kunnen zijn veroor-
zaakt door vloeistof, die vanuit het pulseerende voorkamer-
stuk in de kamer wordt gepompt, waardoor de kamer passief
bij elke voorkamer-contractie wordt gevuld en de indruk maakt
van zelf te pulseeren.

Zooals reeds gezegd werd, werden de proeven gedaan aan
kikkerharten. Hiertoe werd van een kikker eerst het hals-
gedeelte van de wervelkolom met een schaar doorgeknipt en

-ocr page 19-

werden vervolgens snel de hersenen en het ruggemerg met een
naald verwoest, daarna werd de huid van de buikzijde ver-
wijderd, de claviculae doorgeknipt en het sternum weggenomen,
zoodat het hart duidelijk zichtbaar werd; dan werd het pericard
opengeknipt en het hart voorzichtig met een pincet omgelegd
zoodanig, dat de punt naar de kop wijzend komt te liggen,
nadat men het ligament aan de achterzijde van het hart heeft
doorgeknipt. Nu wordt de sinus geopend en een pincet in de
opening gebracht om het septum atriorum te vernietigen, daar
dit anders later aanleiding zou kunnen geven tot verstopping
der canule.

Als canule werd steeds gebruikt een zoogenaamde Kron-
ecker-canule a doublé courant, die voorzien is van een nauw
invoerbuisje en een wijder uitvoerbuisje; het geheel is vervaar-
digd van nieuw-zilver. Bovenaan zijn de buisjes aan elkaar
gesoldeerd en zit er een gefreesd kraagje om. Deze canule
wordt nu door de opening in het hart geschoven zoover, dat
het kraagje iets boven de sulcus atrioventricularis zit; ver-
volgens wordt met een ligatuur vlak onder het kraagje het
hart aan de canule vastgebonden; nu kan het hart verder ge-
heel worden losgeknipt en is gereed om doorstroomd te worden,
Daarbij werd er steeds zorgvuldig op gelet eerst de kraan
van het doorstroomingstoestcl open te zetten en dan, als de
vloeistof uit het slangetje komt, dit laatste pas aan de canule
te bevestigen, daar er anders lucht in het hart komt, hetgeen
nadeelig is voor een goede doorstrooming.

Als doorstroomingsapparaat werd gebruik gemaakt van een
drietal glazen buizen elk van een glazen kraan voorzien en
samen uitloopend in één buis, waaraan een kort, dikwandig
stukje slang naar de Kronecker-canule voerde. Aan elk der
drie genoemde glazen buizen kon een flesch van Mariotte

-ocr page 20-

(d.w z. een flesch met een opening onderin en een buisje

van boven tot onderin de flesch, waardoor bij het leegloopen

de lucht komt, die dan door de vloeistof heen opborrelt), ook

weer met een kort stukje dikwandige slang worden bevestigd.

Het niveau in de luchttoevoerende buizen in de flesschen van

Mariotte stond met de onderkant ongeveer zeven centimeter

boven het hart, zoodat dus de druk ongeveer zeven centimeter
water bedroeg.

Elk der drie toevoerende glazen buizen werd steeds voor
dezelfde vloeistof gebezigd nl. een voor emanatiehoudende,
een voor kaliumhoudende en een voor eene eventueele andere
(veelal kalilooze) vloeistof.
Als doorstroomingsvloeistoffen werden gebezigd:

1,nbsp;bicarbonas natricusnbsp;0,2 gram
calciumchloride 0,25 gram
natriumchloride 6,5 gram
kaliumchloride resp, emanatie in wisselende hoeveelheden
aqua destillata 1000 gram;

2,nbsp;bicarbonas natricusnbsp;0,2 gram
strontiumchloride in wisselende hoeveelheden
natriumchloride 6,5 gram
kaliumchloride resp, emanatie in wisselende hoeveelheden
aqua destillata 1000 gram;

3,nbsp;bicarbonas natricusnbsp;0,2 gram
bariumchloride in wisselende hoeveelheden
natriumchloride 6,5 gram
kaliumchloride resp, emanatie in wisselende hoeveelheden
aqua destillata 1000 gram;

-ocr page 21-

Glycose, zooals door Locke werd aanbevolen, werd bij
het doorstroomen niet toegevoegd, omdat deze gebleken was
onvoldoende van kalium en andere stoffen gezuiverd te zijn-
Vroeger was het doorstroomen met eene emanatiehouden-
de vloeistof onmogelijk, immers bij het leegloopen der flesch
waarin deze vloeistof was, kwam er lucht in de flesch en
ging de emanatie uit de vloeistof in de lucht over. Dank zij
Steyns 1) bezitten we nu echter een middel om dit euvel
te verhelpen nl. door een Mariottesche flesch, van boven afge-
sloten met een doorboorde kurk, waardoorheen een gummi-
draineerbuisje loopt, terwijl om buisje en kurk een groot model
gummi condom wordt gebracht; de kurk met condom eromheen
wordt stevig op de flesch gezet; loopt nu de flesch leeg dan
ontplooit zich het condom, er komt wel lucht in de flesch
maar deze blijft door het condom gescheiden van de vloeistof!
Daar echter het condom elastisch is, dus al spoedig gerekt
zou worden en er dus hoe langer hoe minder druk voor de
uitstroomingsvloeistof beschikbaar zou zijn, is het van veel
belang het condom in gespannen toestand eenige tijd te laten
staan, opdat het zich, zonder langzamerhand zelfs een zuig-
kracht te gaan ontwikkelen, ontplooien kan, totdat de flesch
geheel leeg is. Steeds make men het condom zorgvuldig schoon
voor het gebruik en onderzoeke nauwkeurig of er geen
scheurtje in is, en of er geen lekje is tusschen kurk en
condom, en tusschen condom en flesch,

Nadeelig op de emanatie hoeveelheid, d, w, z, dat het ema-
natie noemenswaard zou opnemen of doorlaten, werkt het
condom niet.

Als fleschje ter doorstrooming met emanatiehoudende vloei-
1 ) Dissertatie Steyns, blz, 56.

-ocr page 22-

stof werd gebruikt een fleschje van Mariotte met twee ope-
ningen bovenin; in de eene was de doorboorde gummi stop
met zijn ongeveer tot op den bodem reikend draineerbuisje
en zijn omhullend condom, de andere diende ter vulling en
was voorzien eveneens van een doorboorde gummi stop door
welks opening in dit geval een glazen buisje met een glazen
kraantje liep, waaraan weer een gummi slangetje, waarop óf
een glazen trechtertje kon worden geplaatst öf waarin de
glazen uitvoerbuis van het emanatorium kon worden gezet
(figuur 1),

De onderopening werd afgesloten door een doorboorde gummi
stop, waardoorheen een, van een glazen kraan voorzien, glazen
buisje liep, dat aan een van de drie glazen buizen van het

-ocr page 23-

doorstroommgstoestel door middel van een kort dik gummi
slangetje kon worden verbonden.

Wat nu het vullen van dit flesch je betreft, dat was steeds
zeer nauwkeurig afmeetwerk, immers elke c,M.3 emanatie, die
er teveel of te weinig inkomt vertegenwoordigt eene hoeveel-
heid microcurie. De inhoud van het fleschje was 330 c,M=\',
Om het te vullen moest het eerst halfvol gedaan worden met
de volgende oplossing, die steeds één dag of langer voor het
gebruik werd gereed gemaakt, zoodat alle zouten goed op-
gelost waren:

bicarbonas natricus 0,4 gram
natriumchloride 13 gram
aqua destillata 1000 gram,

vervolgens werd er een bepaald aantal c.M^, van, in gedistil-
leerd water opgelost strontium-, barium- of calcium-chloride
toegevoegd,

Dan trekt men van de 330 c,M^ eerst de 165 cM^. der
juist beschreven oplossing, vervolgens het aantal c.M^, der
strontium-, barium- of calciumoplossing en eindelijk het aantal
c,M3, der tc onderzoeken hoeveelheid emanatiehoudende vloei-
stof af en doet deze hoeveelheid als aqua destillata in het
fleschje erbij. Nu wordt alle lucht uit het fleschje verwijderd
door het condom zoover op te blazen, dat de vloeistof in de
flesch van Mariotte tot de kraan reikt; er werd nauwkeurig
op gelet, dat er zich geen lucht in een der beide glazen buisjes,
in de plooien van het condom of elders bevond, daar dit zeker
een minder juiste bepaling tengevolge zou hebben, Is dit goed
gelukt dan kan de emanatiehoudende vloeistof in het fleschje
worden gedaan. Daartoe wordt het glazen aanzetstuk van het
emanatorium in het slangetje onder aan het fleschje geduwd

-ocr page 24-

en de kraan van het flesch je geopend, terwijl er natuurlijk
zorg voor wordt gedragen, dat het te vullen fleschje lager dan
het emanatorium geplaatst is, aangezien anders de inhoud van
het fleschje in het emanatorium zou loopen; nu vult het fleschje
zich verder met emanatiehoudende vloeistof en het condom
valt samen; het kraantje wordt nu weder gesloten en de
doorstroomingsvloeistof is gereed, nadat het fleschje eenige
malen omgedraaid is ter betere dooreenmenging der bestand-
deelen; dit kan zonder eenig bezwaar geschieden, mits men
om eenige kleinigheden, als het daarbij afgesloten houden van
de opening door de kurk naar het condom toe, denkt.

De pulsaties van het hart op zijn Kronecker-canule werden
geregistreerd door een aluminium hefboom, die door een
draadje verbonden was met de serrefine, die de hartpunt
omklemde.

Een statief, waaraan een klem, die de Kronecker-canule
vasthield en waaraan het asje voorquot; de suspensiehefboom be-
vestigd was, hield het hart ten opzichte van de hefboom en
de hefboom ten opzichte van het registratieapparaat gefixeerd.
Als zoodanig werd gebezigd een kymographion met een be-
roeten cylinder, welks omtrek 60 centimeters bedraagt en die
in één, drie of zes uur ronddraait, zoodat elke centimeter in
tijd één, drie of zes minuten vertegenwoordigt.

-ocr page 25-

HOOFDSTUK II.
Emanatie en Strontium.

1, Inleiding.

Het is een verdienste van S, Ringer geweest er op
gewezen te hebben, dat calciumchloride in de Ringersche
vloeistof in zijn geheel door strontiumchloride kan worden
vervangen.

Kleine hoeveelheden strontium verhoogen de prikkelbaarheid
en het samentrekkingsvermogen van de hartspier, groote ver-
meerderen het samentrekkingsvermogen maar verminderen de
prikkelbaarheid 1).

In toxische dosis 2) geeft strontium eerst sterke contracties,
die onregelmatig worden, om ten slotte te voeren tot harts-
stilstand in contractietoesand, zooals door S. Ringer werd
beschreven.

De voortgeleiding en automatic worden, zooals Jolles
aantoonde, door strontium evenals trouwens door calcium
ongunstig beïnvloed.

1)nbsp;Rübkewitz, Archiv für die gesammte Physiologie, bnd, 1929,
S, 505, 1909,

2)nbsp;Volgens W, H. Jolles, Dissertatie, blz, 44 is de toxische dosis
1250 mgr.per liter. Utrecht 1917.

-ocr page 26-

2, Wijze van proefneming.

Wanneer men doorstroomingsproeven wil doen met be-
paalde, nauwkeurig te doseeren hoeveelheden van een of
andere stof, is het van groot belang die stof in eene oplossing
te hebben, waarvan het percentage zeer precies vast staat.

Om deze van strontium te krijgen werden de tabellen van
Landolt en Börnstein geraadpleegd, waarin op blz, 277
van de vierde druk (1912) te vinden is, dat een twintig pro-
cent oplossing van strontiumchloride een soortelijk gewicht
heeft van 1,1611, Zulk een oplossing werd gemaakt. Als op-
losmiddel diende aqua destillata, daar, zooals bekend is, het
Utrechtsche water een niet te verwaarloozen hoeveelheid cal-
cium bevat, hetgeen bij de volgende proeven zeker een bron
van fouten zou hebben opgeleverd, die gemakkelijk vermeden
kon worden.

De samenstelling van dc doorstroomingsvloeistof was als
volgt:

bicarbonas natricusnbsp;0,2 gram

natriumchloridenbsp;6,5 gram

strontiumchloride in wisselende hoeveelheden
emanatie of kaliumchloride in wisselende hoeveelheden
aqua destillatanbsp;1000 gram.

Constant bleef dus op elke liter doorstroomingsvloeistof
0,2 gram bicarbonas natricus en 6,5 gram natriumchloride, de
samenstelling der andere beide factoren was telkens ver-
schillend,

Strontiumchloride werd in de volgende doses in de door-
stroomingsvloeistof gebruikt:

120 mgr, Sr Clg d, i, 0,63 X 10—® grammolecules strontium
per liter doorstroomingsvloeistof,

-ocr page 27-

200 mgr, Sr CL d, i, 1,26 X 10-^ grammolecules strontium

per liter doorstroomingsvloeistof,
300 mgr, Sr CI2 d, i. 1,88 X 10- ^ grammolecules strontium

per liter doorstroomingsvloeistof,
400 mgr, Sr Clg d, i, 2,51 X 10-® grammolecules strontium

per liter doorstroomingsvloeistof,
500 mgr, Sr Cl^ d, i, 3,41 X 10-=^ grammolecules strontium
per liter doorstroomingsvloeistof.

Het op de Kronecker geplaatste hart werd dus steeds met
een strontium-houdende vloeistof doorstroomd,
Doorstroomingsvoorbeeld;

Werden proefnemingen gedaan met 300 mgr. strontium-
chloride per liter, dan werd daarbij eerst de geschikte kalium-
chloride hoeveelheid gezocht, zoodat het hart goed pulseerde;
indien voor 300 mgr, strontiumchloride dan 200 mgr, kalium-
chloride als zoodanig was gevonden, dan werd, indien het hart
gedurende eenigen tijd regelmatig was blijven kloppen, deze
doorstroomingsvloeistof vervangen door 300 mgr, strontium-
chloride 1) met de te onderzoeken hoeveelheid emanatie.
Zoodra gebleken was of deze dosis al dan niet geschikt was,
werd wederom doorstroomd met 300 mgr, strontiumchloride
en 200 mgr, kaliumchloride 1) om, wanneer de contracties
weer mooi geworden waren, een nieuwe emanatiehoeveelheid
te onderzoeken.

Telkens werd dus de hoeveelheid strontium per liter de-
zelfde gehouden en de daarbij passende emanatiedosis ge-
zocht; het voordeel van deze methode is, dat het hart als het
ware aan de strontiumdosis went en er op deze wijze telkens

1) bicarbonas natricus 0,2 gram en natriumchloride 6,5 gram per liter
was aan elke doorstroomingsvloeistof toegevoegd; de vermelding hiervan
wordt dus niet telkens herhaald.

-ocr page 28-

maar één factor wisselt, namelijk kalium-emanatie. Ter ver-
gelijking is het ook van voordeel, dat bij elke nieuwe emanatie-
bepaling steeds van dezelfde voorafgaande doorstroomings-
vloeistof wordt uitgegaan, n,l. het als beste gevonden kalium-
strontium mengsel.

Indien een hart van een hooge strontium- of emanatiedosis
of anderszins geleden had, zoodat met het kalium-strontium
mengsel geen goede contracties werden verkregen, dan werd
natuurlijk een nieuw hart opgezet.

Harten, die op een zekere strontiumdosis een tijd lang ge-
pulseerd hadden, werden niet voor bepalingen met een andere
strontiumdosis gebruikt.

De inhoud van het fleschje van Mariotte moest telkens
gecontroleerd worden daar één c.M^, emanatiehoudend water
van invloed kan zijn; daarom moet men nameten, indien een
nieuw condom wordt gebruikt of een nieuwe gummistop wordt
ingezet. Ter vulling werden steeds tabellen gemaakt, bij-
voorbeeld;

A

B

C

D

E

F

G

Uit emanatorium.......

10

11

12

13

14

1

12

1

11

Uit 1 °/o SrCk oplossing . .

10

10

10

10

10

10

10

Uit aqua destillata......

145

H4

143

142

141

143

144

Uit natr.bic.-chlor. natric. opl.

165

165

165

,165

165

165

165

Alles werd in cM.^ uitgedrukt,

10 cM.^ 1 % SrCU oplossing is 300 mgr, SrCla per liter,
10 c,M,3 emanatiehoudende vloeistof = 0,17 X 10—® curie;
] 1 c,M,3 = 0,19 X lO-ö curie; 12 cM.^ = 0,21 X 10-« curie;
13 c,M.3 = 0,23 X 10-« curie; 14 c.M,^ = 0,24 X 10-« curie.

-ocr page 29-

Dit voorbeeld is de bepaling van de hoogst toelaatbare hoe-
veelheid emanatie bij een strontiumchloridehoeveelheid van
300 mgr, per liter.

Met mengsel A zeer goede contracties.
Met mengsel B goede contracties.

Met mengsel C eerst goede contracties, op den duur al
minder wordende, eindelijk onregelmatig-
heid, ten slotte stilstand.
Met mengsel D lichte tonusverhooging, eerst nog vrij goede
contracties maar al gauw minder en eerder
dan bij C stilstand.
Met mengsel E enkele kleine contracties, daarna stilstand,

de hooge tonus daalt langzamerhand.
Met mengsel F werd nog eens geprobeerd of dit weer het-
zelfde opleverde als C,
Met mengsel G tenslotte ter vergelijking met B,
Blijkt het nu, dat F geheel overeenkomt met C, en G geheel
overeenkomt met B, dan staat de grens tusschen B en C of
tusschen F en G vast en is de hoogst toelaatbare emanatie-
dosis voor 300 mgr, strontiumchloride per liter 0,20 X 10—°
curie.

Op overeenkomstige wijze werden de boven- en beneden-
grenzen voor verschillende strontiumchloride-doses bepaald,
Tusschen de verschillende doorstroomingen met emanatie
werd, zooals reeds gezegd, doorstroomd met kaliumchloride-
strontiumchloride, zoodat onmiddellijk vóór de eene bepaling
het hart even krachtig op dezelfde vloeistof pulseerde als
onmiddellijk vóór de andere bepaling.

3, Uitkomsten.

Bij de proeven, die op de wijze, zooals in de vorige blad-
zijden beschreven werd, gedaan zijn, werden eenige dingen

-ocr page 30-

waargenomen, die, alvorens tot de uitkomsten in getallen uit-
gedrukt, over te gaan, hier even aangestipt zullen worden,

a.nbsp;Bij doorstrooming met een lage strontiumchloride- en een
hooge emanatie-dosis, bijvoorbeeld:

emanatie 2,3 X 10—® curie per liter
strontiumchloride 100 mgr, per liter,
ziet men 1) eerst een tonus-verhooging en onregelmatige con-
tracties, de kamer gaat stilstaan en langzamerhand daalt de
tonus weer.

b.nbsp;Bij een hoogere hoeveelheid strontiumchloride met een
hooge emanatie-dosis, bijvoorbeeld:

emanatie 0,4 X 10—\'\' curie per liter
strontiumchloride 300 mgr, per liter,
ziet men na ongeveer twee minuten een hooge tonus ont-
staan, het hart staat stil,

c.nbsp;Neemt men een zekere hoeveelheid strontiumchloride

■ Jl

met een hoeveelheid emanatie, die juist iets te hoog is, bij-
voorbeeld:

emanatie 0,26 X 10—° curie per liter
strontiumchloride 200 mgr, per liter,
dan ziet men in \'t algemeen zonder of met een kleine tonus-
verhooging langzamerhand de pulsaties onregelmatig worden,
totdat ze zeer slecht worden en stilstand intreedt,

d.nbsp;Wat nu betreft de curve, die ontstaat, indien door-
stroomd wordt met eene hoeveelheid emanatie en strontium-

1) Zonder dat het er telkens bij gezet wordt spreekt het van zelf,
dat het hart tevoren op een zelfde strontiumdosis met kalium goed
pulseerde.

-ocr page 31-

chloride, die tezamen een goede doorstroomingsvloeistof leve-
ren, bijvoorbeeld:

emanatie 0,17 X 10-« curie per liter
strontiumchloride 200 mgr. per liter,

dan blijven, na vervanging der kaliumhoudende doorstroo-
mingsvloeistof 1 (figuur 2) door deze emanatiehoudende door-
stroomingsvloeistof 2, de frequenties en de uitslagen dezelfde
als te voren.

Deze verandering in samenstelling der doorstroomings-
vloeistof geeft in figuur 2 het eerste pijltje weer.

Het tweede pijltje geeft het oogenblik aan, waarop de ema-
natiehoudende doorstroomingsvloeistof 3 door de kalium-
houdende 4 werd vervangen.

e. Een mooi voorbeeld van een aantal proefnemingen op
een zeer goed hart bij een strontiumchloride-hoeveelheid van
500 mgr. per liter doorstroomingsvloeistof geeft figuur 3
te zien.

-ocr page 32-

Figuur 3.

Strontiumchloride 500 mgr, per liter.

1, 3, 6, 7, 9, Kaliumchloride 250 mgr, per liter,

2, Emanatie 0,14 X 10~6 curie per liter.

4, 5. Emanatie 0,12 X 10-6 curie per liter.

8. Emanatie 0,1 X 10-6 curie per liter.

10. Emanatie 0,7 X 10-6 curie per liter.

Het eerste pijltje geeft het oogenblik aan waarop de kalium-
houdende doorstroomingsvloeistof 1 vervangen wordt door eene
doorstroomingsvloeistof 2, die eene voor het pulseeren van
het hart zeer gunstige hoeveelheid emanatie bevat (0,14 X
10—® curie per liter).

Het tweede pijltje geeft het oogenblik aan waarop de kalium-
houdende doorstroomingsvloeistof 3 vervangen wordt door
eene emanatiehoudende doorstroomingsvloeistof 4, die eene
voor dit hart vrij lage hoeveelheid emanatie (0,12 X 10—®
curie per liter) bevat; bij het derde pijltje wordt deze emanatie-
houdende doorstroomingsvloeistof 5 vervangen door eene
kaliumhoudende 6; na eene paradox begint het hart weer
regelmatig te kloppen.

Het vierde pijltje geeft eene onmerkbare overgang aan van
eene kaliumhoudende 7 op eene emanatiehoudende door-
stroomingsvloeistof 8,

Het vijfde pijltje geeft het oogenblik aan, waarop de kalium-
houdende doorstroomingsvloeistof 9 vervangen wordt door
eene, een te groote hoeveelheid emanatie (0,7 X 10—° curie
per liter) bevattende, doorstroomingsvloeistof 10; de pulsaties

-ocr page 33-

van het hart worden dan ook al dadelijk onregelmatig, zoowel
wat uitslag als frequentie betreft.

Wat nu de verdere uitkomsten betreft, kan ik heel kort zijn
en is het het overzichtelijkst deze in tabelvorm weer te geven.

Emanatie in microcuries per Liter

a

hoogst

b
laagst

1 c

optimum

d

gemiddelde
tusschen
atnb

1 Strontiumchloride 120 mgr.

P-

L.

0.226

0,17

0,19

0,198

2 Strontiumchloride 200 mgr.

P-

L.

0,22

0,14

0,18

0,18

3 Strontiumchloride 300 mgr.

P-

L.

0,20

0.14

0.18

0,17

4 Strontiumchloride 400 mgr.

P-

L.

0,19

0.14

0.17

0,165

5 Strontiumchloride 500 mgr.

P-

L.

0,17

0.11

0,13

0,14

De kolommen a en 6 zullen wel zonder meer duidelijk zijn:
het zijn de hoogst en laagst toelaatbare hoeveelheden ema-
natie behoorende bij de hoeveelheid strontiumchloride op
dezelfde regel vermeld,

In kolom c staan de hoeveelheden emanatie, die, met de
hoeveelheden strontiumchloride op dezelfde lijn, de beste pul-
saties van het hart gaven, zoowel wat frequenties, als wat uit-
slagen betrof.

Kolom d geeft de gemiddelde emanatiewaarden tusschen
a en b.

Hoe overzichtelijk een tabel ook zijn mag, een goed inzicht
m het verloop der hoeveelheden geeft alleen een curve. Daar-
toe werd de curve in figuur 4 gemaakt, waarin de emanatie
in curies, het strontium in grammolecules per liter zijn uit-
gedrukt. Ook al ter vergelijking met de curve van Zwaar-
demaker, F e e n s t r a en S t e yns, die zij in het verslag
van hun onderzoek 1) op bladzijde 303 deden afdrukken,
1) l,c.

-ocr page 34-

.sTRoynuM

o,ootnbsp;CI.O««nbsp;o.oov

Figuur 4.

Aan de hand van de gemiddelden in kolom d is het nu
vrij eenvoudig een zelfde tabel in elkaar te zetten als de
zooeven genoemde onderzoekers afdrukten op blz, 304 van
hun genoemd stuk en v^elke hier overgenomen werd op
blz, 2,

EMANATIE

0,13
quot;.ll
0,11
quot;.to
0.19
\'.IS

0,/*
o.\'J
0,11
0,11

Emanatie
in curies

Strontium
in grammolecules

Emanatie X Strontium

1.4 X 10-

-7

3,41 X 10-3

4.8 X lOr\'O

1,65 X 10-

•7

2,51 X 10-3

4.1 X 10-10

1,71 XlO-

-7

1.88 X 10-3

3.2 X lO-\'o

1.8 XIO-

-7

1.26 X 10-3

2.3 X lO-\'o

1.98 X 10-

-7

0,63 X 10-3

1.3 X lO-\'o

-ocr page 35-

Als gemiddelde Emanatie X Calcium vonden zij 2,5 X lO-^o
en vinden wij hier 3,0 X lO-i», hoewel dus niet precies
hetzelfde mogen we toch deze getallen als van dezelfde orde
zijnde aannemen.

4, Conclusie.

Eenzelfde betrekking, als bestaat tusschen emanatie en
calcium, zooals die door Zwaardemaker, Feenstra
en Steyns gevonden werd, bestaat ook tusschen emanatie
en strontium.

-ocr page 36-

HOOFDSTUK III,
Emanatie en Barium,

1, Inleiding,

Bekend zijnde de betrekking, die er bestaat tusschen ema-
natie en calcium 1) en tusschen emanatie en strontium 2), deed
zich de vraag voor of deze betrekking ook bestaat tusschen
emanatie en barium. Dit was de aanleiding van het onderzoek,
dat in de volgende bladzijden zal worden beschreven,

In de British med, journal van 1883, blz. 265, beschreven
Ringer en Sainsbury, dat sterke bariumchloride oplos-
singen het kikkerhart vergiftigen; wat de zwakke oplossingen
betreft, deze werkten ook niet gunstig, ze gaven eerst onregel-
matigheid, dan tonische contracties en eindelijk hartstilstand.
Na deze ongunstige berichten over het bariumchloride zijn
er later betere gevolgd, P o u 1 s o n 3) lukte het, veelal na
een voorbijgaanden stilstand, harten urenlang op een zwakke
bariumchloride oplossing te doen kloppen.

1)nbsp;Emanatie cn calcium, H, Zwaardemaker, T, P. Feenstra
en M, E, J, M, Steyns, Kon, Ac, van Wetenschappen, Verslag. Deel 33
no. 3, blz, 302 e,v,

2)nbsp;Zoo juist beschreven,

3)nbsp;Arch, für Experim, Path, bnd. 62, S, 265, 1911.

-ocr page 37-

De phase waarin het door barium vergiftigde hart stilstaat
beschreef D e 1 c o r d e - W e y 1 a n d 1): bij doorstrooming
met oplossingen tusschen V^ooo en V.ooo m systole, met op-
lossmgen tusschen tot V20 half in systole of in diastole.

De tonus bij dezelfde concentratie kan zeer wisselen zooals
Burridgeinde Journal of Physiology (vol,
48, pg, 19, 1915)
schreef,

2, Wijze van proefneming.

Ook hier evenals bij strontium was het om te beginnen van
groot belang een bariumchloride-oplossing van zeer nauwkeurig
bekende sterkte te hebben. Hiertoe werden de tabellen van
Landolt en Börnstein, 4e druk (1912) bladzijde 270,
geraadpleegd, volgens welke een achttien procent oplossing
van droog bariumchloride een soortelijk gewicht heeft van
1,2222, Ter vermijding van calcium moet aqua destillata als
oplosmiddel worden gebezigd.

Twee verschillende doorstroomingsvloeistoffen werden ge-
bruikt:

1,nbsp;bicarbonas natricusnbsp;0,2 gram
natriumchloride
nbsp;6,5 gram
calciumchloride
nbsp;250—300 milligram
kaliumchloride
nbsp;250—350 milligram
aqua destillatanbsp;1000 gram;

2,nbsp;bicarbonas natricusnbsp;0,2 gram
natriumchloride
nbsp;6,5 gram
bariumchloridenbsp;in wisselende hoeveelheden
emanatienbsp;in wisselende hoeveelheden
aqua destillatanbsp;1000 gram.

1} Annales et bulletins de la soc, Roy, de sciences med. et nat, t 71
pg, 66. 1913.

-ocr page 38-

Vóór elke bepaling werd het hart met vloeistof 1 door-
stroomd, totdat het goed klopte; het voordeel was dat op die
manier bij elke nieuwe bepaling het punt van uitgang het-
zelfde was.

Om in de tusschentijden tusschen de verschillende bepa-
lingen met emanatie-barium het hart ook op een barium-
mengsel zonder calcium te laten kloppen was minder ge-
wenscht, daar het barium in \'t algemeen na eenigen tijd minder
gunstig op het hart inwerkt en het zoodoende niet mogelijk
zou zijn geweest voor elke bepaling telkens van een even flink
contraheerend hart uit te gaan.

Het bleek, dat er geen bezwaar in was bij de doorstrooming
met emanatie-barium het calcium weg te laten; gedurende den
tijd noodig voor de bepaling kon het hart zonder eenig bezwaar
op de verschillende bariumdoses blijven pulseeren en was het
een groot voordeel, dat aan het barium geen calcium behoefde
toegevoegd te worden, daar men dan nooit precies weet of men
met een emanatie-calcium-, emanatie-barium- of emanatie-
calcium-barium-werking te doen heeft en welk aandeel calcium
dan in de gevonden bepalingen naast het barium zou hebben,
terwijl het er immers juist om gaat de werking emanatie-barium
te bepalen.

Wat vloeistof 2 betreft, deze werd steeds gebruikt in den
volgenden vorm;

3. bicarbonas natricusnbsp;0,4 gram

natriumchloridenbsp;13 gram

aqua destillatanbsp;1000 gram.

Hiermede werd dan de helft van het Mariottesche fleschje,
dat, ter doorstrooming met emanatiehoudende vloeistof, op de
beschreven wijze met een condom was toegerust, gevuld om
het dan verder met willekeurige hoeveelheden;

-ocr page 39-

emanatiehoudende vloeistof,
bariumchloride oplossing en
aqua destillata
te kunnen volmaken.

De wijze van proefneming was dezelfde als hierboven voor
strontiumchloride beschreven werd.

Van bariumchloride werden de volgende hoeveelheden na-
gegaan:

150 mgr, BaClo per liter d, i, 0,72 X lO-^ grammolecules
barium per liter doorstroomingsvloeistof,

175 mgr. BaCl^ per liter d, i, 0,84 X 10-^ grammolecules
barium per liter doorstroomingsvloeistof,

200 mgr, BaCl^ per liter d. i, 0,96 X 10-^ grammolecules
barium per liter doorstroomingsvloeistof,

250 mgr. BaCl^ per liter d, i, 1,20 X 10-» grammolecules
barium per liter doorstroomingsvloeistof,

300 mgr, BaCl^ per liter d, i. 1,44 X 10-^ grammolecules
barium per liter doorstroomingsvloeistof.

Hierbij werden evenals bij strontiumchloride de hoogst
toelaatbare, laagst toelaatbare en optimale hoeveelheden
emanatie gezocht,

3, Uitkomsten.

Ook hier, evenals bij strontiumchloride, zullen eenige dingen,
bij het doorstroomen opgemerkt, aangestipt worden alvorens
tot de uitkomsten in getallen uitgedrukt, over te gaan.

Wat telkens weer opviel bij het overschakelen van kalium-
calcium op emanatie-barium was, dat het hart dikwijls eerst
even stilstond, voordat het bij de toch juiste doseering, soms
vrij snel, soms ook langzamerhand tot mooie contracties op
het emanatie-barium mengsel kwam, welke contracties dan

-ocr page 40-

langen tijd zonder verandering doorgingen. Dit kwam dus ge-
heel overeen met hetgeen P o u 1 s o n 1) beschreef, — Dikwijls
maar lang niet altijd was er een kleine tonus-verhooging.

a. Figuur 5 geeft een mooi voorbeeld te zien van zulk een
,,Poulson-effectquot;, dat ontstond nadat de doorstroomingsvloei-
stof 1:

kaliumchloride 300 mgr, per liter
calciumchloride 300 mgr, per liter,
vervangen was door doorstroomingsvloeistof 2;

emanatie 0,14 X 10-^° curie per liter
bariumchloride 100 mgr, per liter.

Bij het tweede pijltje werd de emanatie-bariumhoudende
doorstroomingsvloeistof 3 door de kalium-calciumhoudende 4
vervangen.

1) Zie noot 3 op blz, 24,

-ocr page 41-

b. Als voorbeeld van een overgang van kalium-calcium-
houdende op emanatie-bariumhoudende doorstroomingsvloei-
stof, waarbij de uitslagen wel tijdelijk klein zijn, maar de
frequentie toch regelmatig dezelfde blijft, dient figuur 6.

Het pijltje geeft het oogenblik aan waarop de doorstroo-
mingsvloeistof 1:

kaliumchloride 350 mgr, per liter
calciumchloride 250 mgr. per liter,
vervangen wordt door de doorstroomingsvloeistof 2:
emanatie 0,52 X 10-° curie per liter
bariumchloride 150 mgr. per liter,

c. Een overgang van kalium-calciumhoudende op emanatie-
bariumhoudende zonder merkbare verandering geeft figuur 7
te zien.

-ocr page 42-

Het eerste pijltje geeft het oogenblik aan waarop doorstroo-
mingsvloeistof 1:

kaliumchloride 300 mgr, per liter
calciumchloride 300 mgr, per liter,
vervangen wordt door de doorstroomingsvloeistof 2:
emanatie 0,09 X 10—® curie per liter
bariumchloride 150 mgr, per liter.

Het tweede pijltje geeft het oogenblik aan, waarop de
emanatie-bariumhoudende doorstroomingsvloeistof 3 door de
kalium-calciumhoudende doorstroomingsvloeistof 4 wordt ver-
vangen,

d. Als laatste voorbeeld diene figuur 8; nadat de kalium-
calciumhoudende doorstroomingsvloeistof 1:

* kaliumchloride 300 mgr, per liter
calciumchloride 300 mgr, per liter,
door de emanatie-bariumhoudende doorstroomingsvloeistof 2:

-ocr page 43-

emanatie 0,69 X lO-e curie per liter

bariumchloride 100 mgr. per liter,

vervangen is, treedt na een frequentievermeerdering, een

„Poulson-effectquot; op, waarna weder regelmatige pulsaties ont-
staan.

Toen de emanatie-bariumhoudende doorstroomingsvloeistof 3
weder door de kalium-calciumhoudende 4 vervangen werd,
vertoonde zich een fraaie paradox.

De eigenlijke uitkomsten kunnen we op dezelfde wijze als
voor strontium gedaan werd, in een tabel samenvatten.

Emanatie in microcuries per liter

a

hoogst
toelaatbaar

b
laagst
toelaatbaar

c

optimum

d

gemiddelde
tusschen a enamp;

1 Bariumchloride 150

mgr.

per

L.

1,04

0.09

0,60

0,51

2 Bariumchloride 175

mgr.

per

L.

0,52

0,08

0,35

0,30

3 Bariumchloride 200

mgr,

per

L.

0.18

0,07

0,11

0,12

4 Bariumchloride 250

mgr.

per

L.

0.11

0,05

0.09

0,08

5 Bariumchloride 300

mgr.

per

L.

0,09

0,08

-ocr page 44-

Kolom a geeft de hoogst, kolom b de laagst toelaatbare
hoeveelheid emanatie aan, die, met de op denzelfden regel ver-
melde hoeveelheid bariumchloride, nog goede pulsaties geeft.

Kolom c zijn de emanatiewaarden, die met de overeenkom-
stige bariumwaarden de beste pulsaties geven.

Kolom d geeft de berekende gemiddelden van de kolommen
a en h.

Bij deze bepaling doet zich echter de moeilijkheid voor
dat de minimumwaarde aan toelaatbare hoeveelheid emanatie
bij 300 mgr, bariumchloride per liter beneden 0,05 microcurie
per liter ligt; 0,05 X 10-« curie is 3 c,M,3 uit het emanatorium,
minder dan 3 c.M,^ emanatiehoudende vloeistof te brengen in
het fleschje van Mariotte van 330 c.M.^ inhoud zou geen geheel
betrouwbare resultaten leveren, daar de emanatiehoudende
vloeistof door een doorboorde gummi stop met glazen buisje
en slangetje, al zijn deze dan ook alle nog zoo kort, moet
worden ingevoerd; het is steeds al gewenscht om door draaien
van het fleschje zooveel mogelijk de vloeistoffen te vermengen,
maar met hoeveelheden van 2 c,M,^ en minder worden de be-
palingen dus bepaald onbetrouwbaar. Vandaar dat in de tabel
5b en 5d niet ingevuld zijn.

Daar toch altijd de curve veel overzichtelijker is dan de
tabel werd ook van emanatie en barium een curve gemaakt,
waarin de emanatie -in curies, het barium in grammolecules
per liter zijn uitgedrukt; ook al ter vergelijking met de overeen-
komstige«^ curve van Zwaardemaker, Feenstra en
S t e y n s betreffende emanatie en calcium en die op blz, 22
betreffende emanatie en strontium.

-ocr page 45-

EMANATI

IC

j
i

quot; 1
\' 1

1 ï
1 ^

Vnbsp;N

Vnbsp;\\

. ÏARIUW\'

a 94/ ^ «,oox .

.«■■ \'

Figuur 9.

Aan de hand van kolom a willen we ook hier weer een
tabel samenstellen evenals op blz, 22 voor strontium gedaan
werd;

I,O

0,9

quot;•7
tgt;,i

0,1

Emanatie
in curies

Barium
in grammolecules

Emanatie X Barium

0.8 X 10-7

1.20 X 10-3

0.96 X 10-quot;gt;

1.2 X 10-7

0.96 X 10-3

1.15X lO-io

3.0 X 10-7

0.84 X 10-3

2.52X lO-\'o

5.1 X 10-7

0.72 X 10-3

3.70 X lO-\'o

Voor de drie gemiddelden werden dus gevonden:
emanatie X calcium 2,5 X lO-i» (Zwaardemaker,

Feenstra en Steyns),
emanatie X Strontium 3,0 X 10—quot;,
emanatie X barium 2,1 X 10—

-ocr page 46-

4, Conclusie.

Eenzelfde betrekking als er bestaat tusschen emanatie en
calcium en tusschen emanatie en strontium bestaat er ook tus-
schen emanatie en barium.

De gemiddelden emanatie in curies maal calcium, strontium
of barium in grammolecules zijn getallen van dezelfde orde,
die, zich in absolute waarde om de
2,5 X lO-^o bevindend,
weinig verschillen.

-ocr page 47-

HOOFDSTUK IV,
Polonium en Calcium.

1, Inleiding.

Polonium heeft de eigenschap, behalve een twijfelachtige zeer
kleine hoeveelheid gamma- en delta-stralen, uitsluitend alpha-
stralen uit te zenden. Zijn activiteit is niet constant, maar
daalt in verloop van tijd: na ongeveer 140 dagen tot de helft.

De stralen van het polonium leggen een zeer beperkten
afstand door de lucht af. Op 3,8 centimeter afstand is er geen
radio-actieve werking meer waar te nemen.

Door vergelijking der absorbtie der « stralen en de perioden
van uiteenvallen werd aangetoond, dat het polonium van Mme
Curie, het Radio-Tellurium van Marckwald 1) en het
Radium F identiek zijn.

Bij het uiteenvallen van polonium ontstaat waarschijnlijk
lood, hetgeen echter moeilijk met zekerheid is vast te stellen,
door de zeer kleine hoeveelheden polonium, die beschik-
baar zijn.

Na het uit elkaar vallen van het polonium bestaat er geen
z,g, restactiviteit meer, zoodat men moet aannemen, dat hier

1) Mare ii wal d, Phys, Zeitschr, 4 p, 51, 1903,

Berichte der D, Chem, Gesellsch. p, 3775, 1901.

-ocr page 48-

de rij Uranium ^ radium emanatie^ radium A^ radium
B ^ radium C radium D ^ radium E radium F ien
einde is; daarbij is het atoomgewicht van radium 226 bij
radium F tot 210 gedaald,

In één gram radium bevindt zich 1,9 X 10-^ gram polonium,

In 1917 werd voor het eerst door Zwaardemaker ge-
zien, dat een, met Ringersche vloeistof zonder kalium door-
stroomd en tot stilstand gekomen, kikkerhart na bestraling
met polonium wederom begon te kloppen. Daartoe werd een
strookje koper van drie centimeter lengte en een centimeter
breedte, dat met een dunne poloniumlaag bedekt was om het
stilstaande hart gebogen.

Kort daarna herhaalde G r ij n s dit onderzoek en verkreeg
in 4 gevallen een positieven, in 10 een twijfelachtigen en in 19
een negatieven uitslag 1),

In Maart 1926 deed Zwaardemaker wederom onder-
zoekingen, die gepubliceerd werden onder den titel: „Das Er-
wachen eines Froschherzens nach Kaliumentziehung durch
Poloniumstrahlungquot; in Pflügers Archiv für die gesamte Physio-
logie des Menschen tmd der Tiere 213, Band, 5,/6, Heft, p. 757,
Als samenvatting van dit onderzoek schreef prof. Zwaarde-
maker:

Ie, dat een door Ringersche vloeistof zonder kalium door-
stroomd kikkerhart tot een kritische stilstand komt, wan-
neer de hoeveelheid kalium van 2,0 op 1,3 pro mille
daalt;

2e, dat deze stilstand voortduurt wanneer de kaliumvrije
doorstrooming ononderbroken wordt voortgezet;

1) H, Zwaardemaker en G, Grijns, Arch, néerland, de physiol,
de l\'homme et des anim, 2, 500,

-ocr page 49-

3e, dat het hart wederom begint te kloppen wanneer het
van alle zijden door polonium bestraald wordt, tenminste
wanneer dit polonium kort te voren bereid en niet met
een absorbeerende laag bedekt is;

4e. dat niet langer dan 21/2 uur alvorens te bestralen ge-
wacht mag worden;

5e, dat aan het wederom beginnen te kloppen eene latente
periode voorafgaat;

6e, dat deze latente periode langer wordt naar mate het
praeparaat ouder wordt;

7e, dat het karakter der door bestraling opgewekte pulsaties
normaal is en van meerdere minuten tot uren duurt;

8e, dat bij 18 experimenten met een versch bereid polonium
praeparaat gedaan gedurende 7 achtereenvolgende
weken slechts in één geval het opnieuw beginnen te
pulseeren uitbleef.

Deze proeven werden alle genomen met Ringersche vloei-
stof zonder kalium. Deze bevatte 200 mgr, calciumchloride
per liter.

Gebleken is uit het onderzoek Emanatie en Calcium, verricht
door H, Zwaardemaker, T, P, Feenstra en M, E,
J, M, Steyns en uit de uitkomsten van de hier vóór be-
schreven doorstroomingen van een emanatiehoudende vloeistof
met strontium- of bariumchloride (in plaats van calcium-
chloride) in verschillende hoeveelheden per liter, dat een hooge
emanatiedosis met een hooge calciumdosis evenmin als een
lage emanatiedosis met een lage calciumdosis gecombineerd
in staat zijn bij doorstroomingsproeven een op Ringersche
vloeistof zonder kalium tot stilstand gebracht hart weer aan
het kloppen te brengen; dat daarentegen eene doorstroomings-

-ocr page 50-

vloeistof bevattende (behalve de normale hoeveelheden bicar-
bonas natricus en natriumchloride) een lage emanatiedosis
met een hooge calciumdosis of een hooge emanatiedosis met
een lage calciumdosis, een op Ringersche vloeistof zonder
kalium tot stilstand gebracht hart na een zekere latente periode
opnieuw doet pulseeren.

De vraag was nu of bij bestraling met polonium zich een
analoog verschijnsel zou voordoen, namelijk of een intensieve
bestraling met polonium gecombineerd met een hooge calcium-
hoeveelheid, en omgekeerd zwakke bestraling gecombineerd
met weinig calcium in de Ringersche vloeistof zonder kaliüm,
een ongeschikte of geschikte combinatie is om een op Ringer-
sche vloeistof zonder kalium tot stilstand gekomen hart
wederom aan het kloppen te brengen.

De beantwoording van deze vraag zal tevens antwoord
geven op de vraag of de alpha-stralen als zoodanig, dan wel
het na de straling overblijvende zoogenaamde „restatoomquot;,
oorzaak is van het niet te combineeren hoog emanatie- met
hoog calcium- of het laag emanatie- met het laag calcium-
gehalte in een voor pulseeren geschikte doorstroomings-
vloeistof, Immers polonium en emanatie hebben de alpha-
stralen gemeen. Zij verschillen echter in hetgeen overblijft.
Bij emanatie alle omvormingstrappen van rest-atoom af; bij
polonium inactief lood.

Wij willen dus het vraagstuk poloniumstraling calcium
allereerst onder de oogen zien,

2. Wijze van proefneming,
t

Alle proefnemingen werden gedaan aan het geïsoleerde
kikkerhart of juister gezegd aan den ventrikel van het geïso-
leerde kikkerhart.

-ocr page 51-

Voor den uitslag der proeven werd alleen met de volledige
samentrekkingen van den ventrikel gerekend en geen acht ge.
slagen op mogelijke pulsaties van aanhangende atrium- of
bulbusresten,

Hoe het hart uitgepraepareerd, op de canule volgens Kron-
ecker gezet en welk doorstroomingsapparaat gebezigd werd,
werd reeds tevoren beschreven op bladzijde 6 en volgende.

Als doorstroomingsvloeistoffen werden steeds den vorigen
dag bereide oplossingen gebruikt van de volgende samen-
stellingen;

1,nbsp;bicarbonas natricusnbsp;0,2 gram
natriimichloridenbsp;6,5 gram
kaliumchloridenbsp;naar behoefte
calciumchloridenbsp;0,1 of 0,3 of 0,6 gram
aquanbsp;1000 gram;

2,nbsp;bicarbonas natricusnbsp;0,2 gram
natriumchloridenbsp;6,5 gram
calciumchloridenbsp;0,1 of 0,3 of 0,6 gram
aquanbsp;1000 gram.

Aangezien zich in het Utrechtsche leidingwater 60 mgr, cal-
ciumchloride per liter bevindt werden de proeven genomen met;
160 milligram,

of 360 milligram,

of 660 milligram calciumchloride per liter.

Op dezelfde wijze als voor strontium en barium werd een
calciumchloride oplossing van 20 % gemaakt, waarvan dus 1/2,
11/2 of 3 c,M3. per liter werd gebruikt.

De pulsaties van het hart op de Kronecker canule werden
geregistreerd door een aluminium hefboom, die door een
draadje verbonden was met de serrefine, die op de hartpunt

-ocr page 52-

geklemd was. Aan eenzelfde statief waren met een klem de
Kronecker canule met het hart en de as van de suspensie-
hefboom ten opzichte van elkaar vaststaand bevestigd.

Als registratie apparaten werd gebruik gemaakt van kymo-
graphia met beroete cylinders, wier omtrekken 60 centimeters
bedroegen en die in drie of zes uren tijd ronddraaiden, zoodat
elke centimeter in tijd respectievelijk drie of zes minuten ver-
tegenwoordigde.

Het hart, dat voor de proefnemingen werd gebruikt, werd
steeds vooraf met de onder 1 beschreven vloeistof regelmatig
aan het kloppen gebracht, aan welke vloeistof zooveel kalium
werd toegevoegd, als voor dit pulseeren noodig bleek te zijn;
eerst daarna werd het hart met de als tweede beschreven door-
stroomingsvloeistof zonder kalium doorstroomd. De calcium-
chloride hoeveelheid was steeds, zoowel in de kaliumhoudende
als in de kaliumvrije vloeistof, gedurende de geheele proef-
neming dezelfde, namelijk öf 160 óf 360 óf 660 mgr, calcium-
chloride per liter. Had het hart geen neiging tot groepvormige
contracties vertoond, dan werd het na ten minste tien minuten
stil gestaan te hebben, bestraald; bestond er wel neiging tot
groepvorming dan werd langer gewacht.

De bestraling had plaats met polonium, dat galvanoplastisch
op een vierkante centimeter van een stukje koperblik was
neergeslagen 1). Drie van deze plaatjes ieder met één vier-
kante centimeter polonium stonden bij de proefnemingen ter
beschikking.

Elk der drie calciumdoses werd gecombineerd met één, twee
of drie vierkante centimeters polonium,

1) Eene teekening hiervan is te vinden in Pflügers Archiv für die ge-
samte Physiologie des Menschen und der Tiere 213, Band, 5,/6. Heft,
pag, 758.nbsp;\'

-ocr page 53-

Onderling werden de drie verschillende plaatjes met polo-
nitmi verwisseld bijvoorbeeld;

160 mgr, calciumchloride per liter met het plaatje I óf II óf III,
160 mgr, calciumchloride per liter met de plaatjes I èn II óf

II èn III óf I èn III,

160 mgr, calciumchloride per liter met de plaatjes I èn II

èn III,

Het polonium werd steeds zoo dicht mogelijk bij het hart ge-
zet, Voor bestralingen met twee of drie plaatjes polonium werd
van een houder gebruik gemaakt, waarbij zich in het midden
het hart bevindt, omgeven door de drie poloniumvlakjes 1).

Met meer dan drie vierkante centimeters polonium kon niet
bestraald worden aangezien aan de onderzijde de canule en
aan de bovenzijde de serrefine eene bestraling van die zijden
verhinderden,

3, Uitkomsten en Conclusies.

Om eenige indruk te krijgen van de dr^e vierkante centi-
meters polonium werden deze vóór de proefnemingen onder-
ling vergeleken volgens de methode van Reg ener: aan
een zinksulfide schermpje onder een microscoop werd de mate
van scintillatie bekeken. Er werd op die wijze geen verschil
tusschen de drie poloniumvlakjes gevonden. De proeven heb-
ben dit trouwens ook uitgewezen; de negatieve uitkomsten
waren gelijkelijk over alle drie de vierkante centimeters ver-
deeld, Van de proeven viel ruim negen procent negatief uit;
alle negatieve uitkomsten werden gezien bij bestraling met
één vierkante centimeter polonium; met calcium binnen de
gegeven grenzen waren de proeven met twee of drie vierkante
centimeters altijd positief.

1) Eene teekening van dezen liouder is te vinden op de plaats genoemd
in noot 1 blz. 40,

-ocr page 54-

Nu wat het calcium betreft. Gelijk reeds gezegd werd
kwamen negatieve uitkomsten alleen voor bij bestraling met
één vierkante centimeter polonium, deze negatieve uitkomsten
waren over de drie calcium hoeveelheden gelijkelijk ver-
deeld 1), Kennelijk had het calcium met het negatief uitvallen
der ruim negen procent niets te maken.

Alvorens nu tot verdere uitkomsten der proefnemingen over
te gaan, volgen hier eenige tabellen.

Allereerst werd de latente periode nagegaan bij één, twee
en drie vierkante centimeters polonium, waarbij als gemiddel-
den werden gevonden;
Gemiddelde latente periode in minuten uitgedrukt:
bij bestraling met één vierkante centimeter polonium

bijna 16 minuten;
bij bestraling met twee vierkante centimeters polonium

bijna 6 minuten;
bij bestraling met drie vierkante centimeters polonium
9 minuten;

waaruit duidelijk blijkt, dat de latente periode bij bestraling
met twee vierkante centimeters polonium gemiddeld verreweg
het kortst was.

Verder werd nagegaan hoe lang de langste groep regelmatig
bleef doorkloppen bij bestraling respectievelijk met één, twee
en drie vierkante centimeters polonium.

Regelmatig kloppen van de langste groep in minuten uit-
gedrukt gemiddeld;

bij bestraling met één vierkante centimeter polonium
15 minuten;

1) Negatieve uitkomsten bij 660 mgr, calciumchloride per liter 20 %,
bij 360 mgr, calciumchloride per liter 17 % en bij 160 mgr, calciumchloride
per liter 20%,

-ocr page 55-

bij bestraling met twee vierkante centimeters polonium
ruim 26 minuten;

bij bestraling met drie vierkante centimeters polonium
51/2 minuut;

waaruit duidelijk blijkt, dat ook het regelmatig kloppen ge-
middeld het langst duurde bij bestraling met twee vierkante
centimeters polonium.

De beste en mooiste uitkomsten werden derhalve verkregen
door bestraling met twee vierkante centimeters polonium,
waarbij men wel moet bedenken, dat de proeven met zeer
versch bereid polonium werden genomen.

De proefnemingen kunnen in vier combinaties worden onder-
scheiden, waar nog iets over gezegd dient te worden:
I, veel polonium met veel calcium;

II. veel polonium met weinig calcium;

III,nbsp;weinig polonium met veel calcium;

IV,nbsp;weinig polonium met weinig calcium.

Het minste aantal proefnemingen per groep bedroeg drie,
twijfelachtige uitkomsten niet medegerekend. Negatieve uit-
komsten kwamen alleen in de groepen III en IV voor. Hare
aantallen zijn respectievelijk onder III en IV aangegeven,

I, Veel polonium met veel calcium.

Onder veel polonium wordt verstaan drie vierkante
centimeters,

onder veel calcium 660 mgr. calciumchloride per liter.

Deze combinatie bleek goed te voldoen, negatieve uitkom-
sten kwamen niet voor.

Regelmatige, urenlang voortdurende contracties kwamen niet
voor; steeds groepvorming.

De latente periode duurde gemiddeld 11 minuten.

-ocr page 56-

De langste groep klopte regelmatig, gemiddeld gedurende
4 minuten.

Als voorbeeld van de verkregen curven met deze combinatie
diene figuur 10, Nadat het hart met eene doorstroomingsvloei-
stof zonder kalium doorstroomd, eenigen tijd had stil gestaan,
werd op het oogenblik, dat het pijltje aangeeft met de bestra-
ling door drie vierkante centimeters polonium begonnen,
waarna de in de figuur zichtbare groepen ontstonden.

II. Veel polonium met weinig calcium.

Onder veel polonium wordt verstaan drie vierkante
centimeters,

onder weinig calcium 160 mgr, calciumchloride per liter.
De combinatie bleek goed te voldoen, negatieve uitkomsten
kwamen niet voor.

Regelmatige, urenlang voortdurende contracties kwamen niet
voor; steeds groepvorming.

-ocr page 57-

De latente periode duurde gemiddeld 9 minuten.
De langste groep klopte regelmatig, gemiddeld gedurende
8 minuten.

Figuur 11 geeft als voorbeeld te zien een der curven met
deze combinatie verkregen. Nadat het hart met eene door-
stroomingsvloeistof zonder kalium doorstroomd, eenigen tijd
had stilgestaan, werd op het oogenblik, dat het pijltje aan-
geeft met de bestraling door drie vierkante centimeters polo-
nium begonnen, waarna de in de figuur zichtbare groepen
ontstonden,

III, Weinig polonium met veel calcium.

Onder weinig polonium wordt verstaan één vierkante
centimeter,

onder veel calcium 660 mgr, calciumchloride per liter.
De combinatie bleek vrij goed te voldoen, alhoewel de 20 %
negatieve uitkomsten toch te denken geven,

In 25 % der positieve gevallen waren de pulsaties regelmatig,
in de overige positieve gevallen eenigszins onregelmatig.
De latente periode duurde gemiddeld ruim 31 minuten.
De langste groep klopte regelmatig, gemiddeld gedurende
31 minuten.

-ocr page 58-

Als voorbeeld van de verkregen curven met deze combinatie
diene figuur 12, Nadat het hart met eene doorstroomingsvloei-
stof zonder kalium doorstroomd, eenigen tijd had stilgestaan,
werd op het oogenblik, dat het pijltje aangeeft met de be-
straling door één vierkante centimeter polonium begonnen,
waarna urenlang, regelmatige pulsaties volgden.

IV. Weinig polonium met weinig calcium.

Onder weinig polonium wordt verstaan één vierkante
centimeter,

onder weinig calcium 160 mgr. calciumchloride per liter.
De combinatie bleek vrij goed te voldoen, alhoewel de 20 %
negatieve uitkomsten toch te denken geven,

In 25 % der positieve gevallen waren de pulsaties regelmatig,
in de overige eenigszins onregelmatig.

-ocr page 59-

De latente periode duurde gemiddeld 21 minuten.
De langste groep klopte regelmatig, gemiddeld gedurende
ruim 10 minuten.\'

Figuur 13 geeft als voorbeeld te zien een der curven met
deze combinatie verkregen. Nadat het hart met eene door-
stroomingsvloeistof zonder kalium doorstroomd, eenigen tijd
had stilgestaan, werd op het oogenblik, dat het pijltje aan-
geeft met de bestraling door één vierkante centimeter polonium

begonnen, waarna de in de figuur zichtbare groepen ont-
stonden.

Uit de vergelijking van de vier combinaties, mogelijk met
hoogste en laagste polonium- en hoogste en laagste calcium-
dosis, laat zich niet afleiden, dat de hoeveelheid calcium
overwegenden invloed op het pulseeren van het hart heeft.

-ocr page 60-

Waar hier verschillende malen gesproken werd over de
gtmstige resultaten verkregen door de bestraling met twee vier-
kante centimeters polonium, zijn hier twee figuren van curven,
daarop betrekking hebbende, opgenomen:

de eerste met eene groote hoeveelheid calcium,
de tweede met eene kleine hoeveelheid calcium.

Figuur 14 dient als voorbeeld van eene groote hoeveelheid
calcium namelijk 660 mgr. calciumchloride per liter.

Bij het pijltje werd met de bestraling door twee vierkante
centimeters polonium begonnen, nadat het hart eenigen tijd
had stilgestaan doorstroomd met eene doorstroomingsvloestof
zonder kalium.

Het resultaat van deze bestraling was, dat het hart na
eenige minuten wederom begon te kloppen, welke pulsaties
langen tijd voortduurden.

-ocr page 61-

Nadat het hart, doorstroomd met eene doorstroomings-
vloeistof zonder kalium eenigen tijd had stilgestaan, werd bij
het pijltje in figuur 15 met de bestraling door twee vierkante
centimeters polonium begonnen met het resultaat dat 10 minu-
ten later het hart wederom regelmatig begon te kloppen, welke
pulsaties langen tijd voortduurden.

De hoeveelheid calcium bedroeg bij deze proefneming 160
mgr, calciumchloride per liter.

Evenals prof. Zwaardemaker reeds vroeger gezien
had I) werd ook ditmaal in de latente periode dikwijls eene
tonusverhooging opgemerkt.

Het wederom beginnen te pulseeren na den latentietijd ge-
schiedde steeds plotseling met een of meer contracties, met een

l) l,c.

-ocr page 62-

groep of met regelmatig elkaar opvolgende, lang achtereen
\'voortdurende samentrekkingen.

Het karakter der samentrekkingen was hetzelfde als dat van
de samentrekkingen vóór de bestraling.

Een hart onbepaald langen tijd regelmatig te laten pul-
seeren gelukte niet, evenmin als dit prof. Zwaardemaker
vroeger gelukt was; door hem wordt als reden hiervoor eene
overbestraling aangezien, waarvoor natuiurlijk zou pleiten, dat
2 c,M2 polonium de fraaiste uitkomsten geven, hoewel ander-
zijds ditzelfde ophouden van het kloppen gezien wordt bij
bestraling met een verzwakt praeparaat.

Ook zou nog een reden kunnen zijn het voortdurende door-
stroomen met eene Ringersche vloeistof zonder kalium, waar-
door steeds meer en meer van dit element, dat tot de grond-
stoffen van het spierweefsel behoort, onttrokken wordt zóó,
dat eindelijk de structuur der cellen daaronder lijdt.

4. Samenvatting.

Eene betrekking tusschen polonium en calcium zooals er
bestaat tusschen emanatie en calcium bestaat niet.

De hoeveelheid poloniumstraling beslist of het met Ringer-
sche vloeistof zonder kalium doorstroomde en tot stilstand
gekomen hart wederom zal beginnen te pulseeren.

De aan het pulseeren voorafgaande latentietijd is afhanke-
lijk van het aantal vierkante centimeters polonium waarmede
bestraald wordt.

De gunstigste bestraling, zoowel wat betreft latentietijd als
regelmatig kloppen, is de bestraling met twee vierkante centi-
meters polonium. Dit geldt voor versch polonium.

De pulsaties door polonium opgewekt hebben hetzelfde
karakter als de vóór die opwekking waargenomene.

-ocr page 63-

5,nbsp;Alles of niets wet.

Het met een Ringersche vloeistof zonder kalium door-
stroomde hart, dat tot stilstand was gekomen kon, wanneer de
vorige voorwaarden doelmatig zijn getroffen, wederom aan het
kloppen gebracht worden door bestraling met één vierkante
centimeter polonimn in de meeste gevallen, door bestraling met
twee of drie vierkante centimeters polonium in alle gevallen.

Duidelijk blijkt hieruit, dat, wanneer de drempelwaarde
eenmaal overschreden is, contracties optreden,

6,nbsp;Gevolgtrekking.

Uit het feit, dat er eene betrekking bestaat tusschen ema-
natie en calcium, emanatie en strontium en emanatie en barium
in dien zin, dat zich een hooge, respectievelijk lage emanatie-
dosis met een hooge, respectievelijk lage calciumdosis eene
ten eenemale ongeschikte vloeistof vormt om een op Ringer-
sche vloeistof zonder kalium tot stilstand gebracht kikkerhart
wederom te doen pulseeren en dat deze betrekking niet bestaat
tusschen polonium- en calcium-hoeveelheden volgt, dat dat-
gene wat, nadat de emanatie zijn stralen heeft afgegeven, in
het hart achterblijft, oorzaak is van de betrekking tusschen
emanatie en calcium, emanatie en strontium en emanatie en
barium.

Het achterblijvende van emanatie is het zoogenaamde rest-
atoom.

Indertijd werd door Steyns al opgemerkt, dat een ema-
natiehoudende vloeistof, waarin een stukje caoutchouc lag, dit
stukje caoutchouc bros deed worden; ook al een aanwijzing
dat er na het uitzenden der straling iets achterblijft (rest-
atoom), dat op het caoutchouc inwerkt.

-ocr page 64-

HOOFDSTUK V.
Radium en Calcium.

1, Inleiding.

Nadat gebleken was, dat er tusschen de vrije bestraling uit
polonium en calcium geen betrekking bestaat, zooals die tus-
schen emanatie en calcium, werd ook nog een reeks proeven
genomen met vrije bestraling uit radium met calcium om te zien
of deze combinatie al dan niet eenigen samenhang vertoonde.

Het radltun is een sterk radio-actieve stof met een gemid-
delden levensduur van 1850 jaar.

Een open radiumzout zendt drie soorten stralen idt, te weten:

a.nbsp;alphastralen in eene hoeveelheid, die 90 % van het totaal
der stralingsenergie bedraagt,

b.nbsp;bêtastralen in eene hoeveelheid van 9 % en

c.nbsp;gammastralen in eene hoeveelheid van 1 %.

Zooals bekend is, zijn de alpha-stralen de positief geladen
heliumatomen, die zich met eene snelheid van V20 van de licht-
snelheid voortbewegen en gemakkelijk door een dun metalen
plaatje of door een gas geabsorbeerd worden.

De bêtastralen zijn negatief geladen deeltjes, veel en veel
kleiner dan de alpha-deeltjes (Visoo): zij bewegen zich met

-ocr page 65-

eene snelheid van ongeveer de helft van de lichtsnelheid.

De bêtastralen zijn identiek met de negatief geladen deeltjes
van kathodestralen.

De gammastralen zijn electromagnetische trillingen met eene
korte golflengte, korter dan de harde X-stralen en dienten-
gevolge van een zeer groot doordringingsvermogen.

Bij bestralingen van een kikkerhart met radiumstralen kim-
nen mitsdien de gammastralen buiten beschouwing worden
gelaten, daar deze, gelijk ook vele harde bêtastralen, door het
hart heengaan,

In 1916 publiceerden Zwaardemaker, Benjamins
en Feenstra 1) voor het eerst eene beschrijving van proef-
nemingen met kikkerharten, die, na door doorstrooming met
Ringersche vloeistof zonder kalium tot stilstand te zijn ge-
komen, opnieuw waren beginnen te kloppen na bestraling met
radium respectievelijk mesothorium. Van de vier en dertig
proeven, die gedaan werden, mislukte er geen enkele. Zij
merkten ook op, dat nadat de bestraling begonnen was een
zekere tijd verliep, voordat het hart wederom begon te pul-
seeren; dit tijdvak is de nu zoo bekende latente periode; ook
zagen zij dat deze latente periode in verband stond met den
afstand van het radium tot het hart; in het volgende jaar werd
de invloed van dezen afstand door Zwaardemaker 2)
nauwkeuriger bestudeerd,

In 1926 werden door Zwaardemaker 3) vijftig proeven
genomen met de bestraling van aal- en kikkerharten.

1)nbsp;Dr, H, Zwaardemaker, Dr, C, E, Benjamins en T, P.
Feenstra, Ned, Tijdschrift voor Geneeskunde 1916, 2e helft no, 22,

2)nbsp;Kon, Acad, van Wetenschappen, Amsterdam, 31, III. 1917,

3)nbsp;Pflügers Archiv für d, ges. Physiol. 215, Band, 4.j5. Heft.

-ocr page 66-

Wij mogen daar hier niet verder op ingaan, doch willen
alleen in verband met de hieronder beschreven proeven het
volgende aanstippen.

Bij Z w a a r d e m a k e r\'s proeven is gebleken, dat de
latente periode, behalve van de sterkte van het praeparaat,
waarmede bestraald wordt, ook nog afhankelijk is van den
tijd, die verloopt tusschen de laatste samentrekking van het
hart en het begin van de bestraling,

In het algemeen bleek in 90 % der gevallen de automatie
na bestraling met radium van het, ten gevolge van doorstroo-
ming met Ringersche vloeistof zonder kalium tot stilstand ge-
komen hart, opnieuw op te treden,

2, Wijze van proefneming.

Alle proefnemingen werden gedaan aan het geïsoleerde
kikkerhart of juister gezegd aan den ventrikel van het geïso-
leerde kikkerhart.

Voor den uitslag der proeven werd alleen met de volledige
samentrekkingen van den ventrikel gerekend en geen acht
geslagen op mogelijke pulsaties van aanhangende atrium- of
bulbusresten,

Hoe het hart uitgepraepareerd, op de canule volgens Kron-
ecker gezet werd en welke doorstroomings- en registratie-
apparaten gebezigd werden, werd reeds beschreven op blad-
zijde 6 en volgende.

Als doorstroomingsvloeistoffen werden steeds den vorigen
dag bereide oplossingen gebruikt van de volgende samen-
stellingen:

4-

1. bicarbonas natricusnbsp;0,2 gram

natriumchloridenbsp;6,5 gram

-ocr page 67-

kaliumchloridenbsp;naar behoefte

calciumchloridenbsp;0,1 of 0,3 of 0,6 gram

aquanbsp;1000 gram;

2. bicarbonas natricusnbsp;0,2 gram

natriumchloridenbsp;6,5 gram

calciumchloridenbsp;0,1 of 0,3 of 0,6 gram

aquanbsp;1000 gram.

Aangezien zich in het Utrechtsche leidingwater 60 mgr.
calciumchloride per liter bevindt, werden de proeven genomen
met:nbsp;160 milligram,

of 360 milligram,

of 660 milligram calciumchloride per liter.
Dit zijn dezelfde hoeveelheden calciumchloride per liter als
bij de proeven met poloniumbestralingen gebezigd werden.

Het hart, dat voor de proefnemingen werd gebruikt, werd
steeds vooraf met de onder één beschreven vloeistof regelmatig
aan het kloppen gebracht, aan welke vloeistof zooveel kalium
werd toegevoegd als voor dit pulseeren noodig bleek. Eerst
daarna werd het hart met de als tweede beschrevene door-
stroomingsvloeistof zonder kalium doorstroomd.

De calciumchloridehoeveelheid was steeds zoowel in de
kaliumhoudende als in de kaliumvrije vloeistof gedurende de
geheele proefneming dezelfde namelijk: óf 160 óf 360 óf 660
mgr, calciumchloride per liter.

Had het hart geen neiging tot groepvormige contracties ver-
toond dan werd het, na ten minste tien minuten stilgestaan te
hebben, bestraald; bestond er wel neiging tot groepvorming
dan werd langer vóór de bestraling gewacht.

-ocr page 68-

De bestraling had plaats met verschillende radiumhoudende
praeparaten:

Ie, een ebonieten staafje aan welks einde zich een glazen

bolletje bevindt, dat 3,3 milligram radium bevat,
2e, een ebonieten schijfje waarop zich onder mica 3,4 milli-
gram radium bevindt,
3e. drie praeparaten, die onder mica respectievelijk 0,1
mgr,, 0,3 mgr. en 0,4 mgr, radium bevatten. Deze drie
praeparaten werden steeds tezamen gebruikt en dus als
0,8 mgr, radium aangeduid.
De proefnemingen werden als volgt verdeeld in twee
groepen:

proeven met sterke bestraling, dat is 3,3 of 3,4 mgr, radium,
proeven met zwakke bestraling, dat is 0,8 mgr, radium.
Het radiumpraeparaat werd steeds zoo dicht mogelijk bij
het hart gezet,

3, Uitkomsten en Conclusies.

Evenals Zwaardemaker en later Engelman 1)
werd in 90 % der gevallen een herstel der automatic ver-
kregen, Negatieve uitkomsten kwamen alleen voor bij bestra-
ling met 0,8 mgr. radium.

Engelman vond voor de latente periode gemiddeld 20
minuten; bij deze proeven werd als gemiddelde 23 minuten
gevonden.

Duidelijk was, dat hoe langer gewacht werd, voordat be-
straald werd, nadat het hart stilstond, hoe langer de latente
periode duurde; dit dus geheel in overeenstemming met hetgeen
eerst Zwaardemaker en later ook Engelman be-
schreven.

Verder werd nog nagegaan hoe lang de langste groep regel-
1) C. A. T. Engelman, Diss. Utrecht 25 Oct. 1927.

-ocr page 69-

matig bleef kloppen. Hier kwam een verschil voor den dag
tusschen de grootere en kleinere sterkte van de bestraling; bij
de sterke bestraling, dus met 3,3 mgr. of 3,4 mgr. radium, was
de gemiddelde tijd van regelmatige pulsaties 19 minuten,
daarentegen bij bestraling met 0,8 mgr, radium 36 minuten.

Ook dit is niets nieuws, maar werd reeds in 1916 door
Zwaardemaker opgemerkt.

Wat nu de verschillende hoeveelheden calciumchloride aan-
gaat hierbij was geen betrekking aan te toonen tusschen:

veel radium (3,3 of 3,4 mgr, ra,) gecombineerd met veel
calciumchloride (660 mgr. per liter),

óf tusschen veel radium gecombineerd met weinig calcium-
chloride (160 mgr, per liter),

óf tusschen weinig radium (0,8 mgr, ra,) gecombineerd met
veel calciumchloride,

óf tusschen weinig radium gecombineerd met weinig calcium-
chloride kon worden aangetoond, •

Al deze combinaties gaven dezelfde frequentie van herstel,
dezelfde gemiddelde latentie en dezelfden gemiddelden duur.
Het minst aantal proefnemingen per combinatie bedroeg drie,
twijfelachtige uitkomsten niet medegerekend,

4, Samenvatting.

Eene betrekking tusschen radium en calcium zooals er be-
staat tusschen emanatie en calcium bestaat niet,
In 90 % der gevallen positieve uitkomsten.
Latente periode gemiddeld 23 minuten.
Regelmatig kloppen bij 3,3 mgr, radium gemiddeld 19
minuten.

Regelmatig kloppen bij 0,8 mgr, radium gemiddeld 36
minuten.

-ocr page 70-

HOOFDSTUK VI,

Emanatie cn Calcium inwerking op hartspierperssap
onder het uliramicroscoop.

1, Het verzamelen van het hartspierperssap.

Voor deze proeven werden schildpadden, gebruikt.

Na het dier gedood te hebben door via het halsmerg de her-
senen te verwoesten, werd het onderschild afgenomen en het
hart blootgelegd; dit werd in zijn geheel er uitgenomen om het,
nadat het bloed zooveel mogelijk was verwijderd, daarna uit
te persen.

Als pers werd gebruikt het type, dat door Dr, Th, B ir n-
b a c h e r beschreven werd als „Eine einfache Presse zur Ge-
winnung von Preszaft aus kleinen Muskelnquot; in het Zeitschrift
für biologische Technik und Methodik (Band 3, Heft 6, Leipzig
1914),

Deze bestaat uit twee zware, vernikkelde platen, die door
middel van drie schroeven sterk op elkaar geperst kunnen
worden.

De eene plaat heeft midden onder een stang om op een
statief te,worden gezet.

Na eenige proefnemingen bleek het niet mogelijk het hart
zoo zonder meer tusschen beide platen uit te persen, daar de

-ocr page 71-

gladde platen steeds het hart uit de pers persten en het zelfs
met de grootste voorzichtigheid er niet onder kon worden
gehouden. Daarom werd een stukje heel dun caoutchouc ge-
nomen, dat in hoefijzervorm geknipt werd en in welks opening
het hart gelegd werd. Dit caoutchouc heeft bovendien nog het
voordeel zelf ook samendrukbaar te zijn.

Met dit hulpmiddel ging het uitpersen steeds zeer vlot in
zijn werk:

het hart schoot niet meer uit de pers en werd toch goed
uitgeperst.

Natuurlijk eischte het schoonmaken van de pers, caoutchouc
en maatglas, waarin het weefselvocht zou worden opgevangen,
veel zorg.

Wil men hartspierperssap verzamelen, dan moet men begin-
nen de onderste plaat van de pers horizontaal in het statief
vast te zetten, vervolgens het dunne lapje caoutchouc er op
te leggen, goed zorg dragend, dat er geen plooien in zijn, daarna
het hart in de opening van het caoutchouc te leggen en de

-ocr page 72-

bovenplaat zeer voorzichtig er op te plaatsen; geschiedt dit niet
met de grootste omzichtigheid dan schiet öf het hart er uit öf
het wordt er later gedeeltelijk of geheel uitgeperst, het moet
in de daartoe bestemde opening in het caoutchouc blijven
liggen. Voorzichtig ook al weer worden dan de schroeven in-
gezet en een weinig aangedraaid; is dit gebeurd dan worden
de platen uit hun horizontalen in een vertikalen stand met de
pxmt naar beneden wijzend geplaatst, daarna worden de
schroeven ieder op zijn beurt hoe langer hoe sterker aan-
gedraaid met behulp van een op de schroeven passende hef-
boom; geperst wordt totdat de schroeven niet vaster aan te
draaien zijn,

In het, onder de punt gehouden, maatglaasje wordt het weef-
selvocht opgevangen. De gemiddelde hoeveelheid bij middel-
groote schildpadden bedraagt ongeveer 0,4 c.M^,

2, Het gereedmaken der oplossing.

Steeds werd met oplossingen in totaal van een derde liter
geëxperimenteerd,

In de oplossingen waren;

emanatie, kaliumchloride of geen van beiden,
calciumchloride of geen calciumchloride,
natrium bicarbonaat-chloretum natrium oplossing,
perssap,

aqua destillata quantum sufficit ad 330 c.W.
Wat het water betreft, werd uitsluitend gedistilleerd water
gebruikt.

Samenstellingen der gebruikte vloeistoffen;
«

Natrium bic,-chloret, natric, oplossing;

bicarbonas natricusnbsp;0,4 gram

-ocr page 73-

chloretum natricumnbsp;13 gram

aqua destillatanbsp;1000 gram,

Kaliumchloride oplossing:

chloretum kalicumnbsp;50 gram

aqua destillatanbsp;1000 gram,

Calciumchloride oplossing:

Om hiervan eene oplossing van nauwkeurig bekende sterkte
te krijgen werden de tabellen van Landolt en Börnstein
(4e druk 1912) geraadpleegd omtrent het soortelijk gewicht
van een twintig procent calciumchloride oplossing.

Zulk eene oplossing werd toen gemaakt en behalve deze
ook nog een 10 % en een 1 % om kleinere hoeveelheden nauw-
keurig te kunnen doseeren,

Emanatiehoudende vloeistof werd afgetapt uit het emana-
torium, dat tevoren op bladzijde 4 beschreven werd.

De radioactieve kracht van het emanatie-houdende water
was nauwkeurig bekend dank zij de bepaling van prof,
Ringer 1),

De bepalingen met emanatie werden gedaan met behulp van
het fleschje van Steyns, dat op blz, 9 beschreven staat.

Als voorbeeld van de vulling van dit fleschje, diene het
volgende:

emanatie-houdende oplossing 28 c,M3 (d.i, 0,48 X 10-quot; curie),
calciumchloride oplossing 10 c.M^ (d.i. 300 mgr. per liter),
perssap oplossingnbsp;2 c.M\'^ (d.i. 0,2 1,8 aq, dest,),

natr, bic,-chloret, natr, opl, 165 c,M®,
aqua destillatanbsp;125 c,M3,

1) Deze bepaling staat geheel beschreven in de dissertatie van Steyns
(Utrecht 1924) op blz, 44 en volgende.

-ocr page 74-

De volgorde, waarin de verschillende oplossingen in het
fleschje worden gedaan is lang niet onverschillig. Steeds werd
de emanatie-houdende vloeistof er het laatst bijgedaan om
het onmogelijk te maken dat er verlies door aanraking met de
lucht of anderszins plaats had. Kleine hoeveelheden van oplos-
singen werden bij voorkeur in het halfvolle fleschje gedaan
ter betere verdeeling.

Het volle fleschje werd steeds eenige malen voorzichtig om-
gedraaid ook al ter betere vermenging der verschillende
stoffen,

3, Proeven en uitkomsten.

Ten eerste werd de invloed van emanatie op perssap bepaald
zonder toevoeging van calcium.

Ten tweede werd de invloed van calcium op perssap bepaald
zonder toevoeging van emanatie.

Ten derde werd de invloed bepaald van emanatie met
calcium op perssap.

I, Vergeleken werden:

A, 1, emanatie 2,6 X 10—® curie per liter,
perssap 0,3 c.M^ per liter 1);

2. kaliumchloride 2,25 mgr. per liter,
perssap 0,3 c.M^ per liter.

Dadelijk na de bereiding werden beide vloeistoffen onder
het ultra-microscoop bekeken.

Het laat zich verstaan, dat de cuvette van het ultra-micro-
scoop telkenmale zorgvuldig met gedistilleerd water werd ge-

il Weggelaten wordt steeds de vermelding van 165 cc, natr, bic,-chloret,
natr, opl. en die van de aanvulling aan aq, dest, tot een derde liter, aan-
gezien deze beide voor alle proeven gelden, tenzij het er in \'t bijzonder
bij staat.

-ocr page 75-

reinigd alvorens deze te gebruiken; evenzoo tusschen verschil-
lende bepalingen; en zelfde bepalingen op verschillende tijden;
de te bepalen vloeistof virerd steeds zoolang doorgevoerd, tot-
dat een constant beeld verkregen was.

Al direkt werd gezien, dat het aantal deeltjes in 1 veel
grooter was dan in 2, In 1 waren de groote en kleine deeltjes
ongeveer even sterk in aantal toegenomen, in 2 was het aantal
kleine deeltjes grooter dan het aantal groote.

Na ongeveer een uur was het aantal deeltjes in 1 nog toe-
genomen, in 2 ongeveer gelijk gebleven.

Einduitslag: aantal deeltjes in 1 veel grooter dan in 2,

B,nbsp;Emanatie 1,4 X 10—° curie per liter,
perssap 0,7 c,M^ per liter.

Dadelijk na bereiding werd een sterke vermeerdering vooral
van de kleine deeltjes waargenomen.

Na een kwartier was de vermeerdering nog iets toegenomen,

C,nbsp;Emanatie 0,7 X 10—quot; curie per liter,
perssap 0,7 cM^ per liter.

Dadelijk werd een kleine vermeerdering der groote deeltjes
gezien, vervolgens zag men hoe langer hoe meer kleine deeltjes
te voorschijn komen, diie de groote gingen overheerschen.

Na drie kwartier sterke vermeerdering der kleine deeltjes;
groote ook vermeerderd maar niet zoo sterk als de kleine,

D,nbsp;Emanatie 0,48 X 10—° curie per liter,
perssap 0,6 per liter.

Dadelijk werd een kleine vermeerdering der groote deeltjes
waargenomen.

Na vijf minuten bleken de kleine en middelgroote deeltjes
vermeerderd te zijn.

-ocr page 76-

Na vijf en twintig minuten was het beeld niet veranderd.

Na een uur leek het of de vermeerdering iets was terug-
gegaan vergeleken bij de vorige bepaling,

E, Emanatie 0,35 X 10—® curie per liter,
perssap 0,7 cM^ per liter.

Dadelijk geen vermeerdering.

Na vijf minuten geen vermeerdering.

Na een uur geen vermeerdering.

Uit het hierboven bepaalde valt af te leiden, dat de kritische
grens bij 0,48
X 10—® curie per liter lag, d, w, z, er boven
vermeerdering, er onder geen vermeerdering der deeltjes.

Verder valt op te merken, dat eerst de groote deeltjes,
daarna de kleine vermeerderd gevonden werden.

Nadat dus de inwerking van emanatie op deze wijze onder
het ultramicroscoop duidelijk aantoonbaar was gemaakt, was
het van belang om te zien of ook de hoeveelheid calcium
invloed heeft,

II, A, Calciumchloride in stijgende doses,
perssap 0,75 per liter.

Begonnen werd met een dosis van 600 mgr, calciumchloride
per liter. Toen hierbij geen vermeerdering der deeltjes onder
het ultramicroscoop viel te bespeuren, werden achtereenvolgens
bekeken oplossingen met 800, 1000, 1200, 1400, 1600, 1800 en
2000 mgr, calciumchloride per liter. Bij geen van alle werd
eenige vermeerdering deiquot; deeltjes waargenomen,

b! Kaliumchloride 225 mgr. per liter,
calciumchloride in stijgende doses,
perssap 0,9 cM^ per liter.

-ocr page 77-

Begonnen werd met een dosis van 85 mgr, calciumchloride
per liter; hierbij werd geen vermeerdering der deeltjes onder
het ultramicroscoop waargenomen; vervolgens werd langzamer-
hand de calciumchloride hoeveelheid vermeerderd tot 2100
mgr. per liter. Geen enkele vermeerdering der deeltjes werd
waargenomen.

De invloed van de calciumchloride — op het doorstroomde
hart zoo duidelijk —, inwerkend op perssap verkregen uit het
hart, is dus onder het ultramicroscoop niet gezien kunnen
worden, zooals dat met de emanatie zoo goed gelukt was,

III, Nu rees de vraag of calcium de emanatiewerking ver-
sterkte, verzwakte of onbeïnvloed Het,

Na eenige proefnemingen met emanatie doses van 0,09 X
10—quot; curie en dergelijke met verschillende calciumdoses was
er niets aan het licht gekomen van eenige verandering in het
aantal deeltjes zichtbaar onder het ultramicroscoop. Daarom
werd besloten met hooge emanatiedosis te beginnen om ver-
volgens telkens af te dalen tot de grens, waarbij nog net
vermeerdering der deeltjes plaats had, terwijl dan steeds ver-
geleken werd een vloeistof met en een zonder calcium. De
calcium hoeveelheid werd steeds 300 mgr. per liter gehouden.

Begonnen werd met de volgende twee oplossingen:

A, 1, Emanatie 2,8 X 10-° curie per liter,
calciumchloride 300 mgr. per liter,
perssap 0,6 c,M^ per liter;

2, emanatie 2,8 X 10—® curie per liter,
perssap 0,6 c,M^ per liter.

Steeds werden deze oplossingen bekeken:

direkt na bereiding,

-ocr page 78-

na vijf minuten,

na vijftien tot dertig minuten,

na één uur.

Alleen veranderingen in het aspect wil ik in het volgende
mededeelen,

In 1 werd direkt een sterke vermeerdering der deeltjes waar-
genomen, die in de loop van een uur nog toenam,
In 2 hetzelfde.

Tegelijkertijd diende als vergelijkingsvloeistof:
kaliumchloride 225 mgr, per liter,
calciumchloride 300 mgr, per liter,
perssap 0,6 c,M^ per liter;
hierin werd geen verandering in het aantal deeltjes gezien.

Op dezelfde wijze werden onderzocht:

B,nbsp;emanatie 1,4 X 10-® curie per liter,
perssap 0,45 cM^ per liter;

hierin werd dadelijk een sterke vermeerdering der deeltjes
gezien, die naderhand nog toenam,

C,nbsp;Emanatie 0,7 X 10-® curie per liter,
perssap 0,7 c.W per liter.

Hier was direkt na de bereiding een kleine vermeerdering
der groote deeltjes, later een sterker wordende vermeerdering
der kleine te zien,

D,nbsp;1. Emanatie 0,35 X 10-® per liter,

^ calciumchloride 300 mgr. per liter-
perssap 0,7 c.M^ per liter;
2, emanatie 0,35 X 10-« per liter,
perssap 0,7 aM® per liter.

-ocr page 79-

Hier werd geen verschil of vermeerdering tusschen 1 en 2
waargenomen, ook niet nadat de calciumdosis verschillende
malen verhoogd was.

Uit deze vier proeven A, B, C en D werd het duidelijk, dat
de kritische grens lag tusschen 0,7
X 10—° curie en 0,35 X
10—° curie per liter. Om nu te onderzoeken of calcium eenigen
invloed op de emanatiewerking had, moest nog een nauw-
keurige proefneming in het grensgebied plaats hebben, daar er
boven en onder dit gebied geen duidelijk verschil gezien was,

E, 1, Emanatie 0,48 X 10—° curie per liter,
calciumchloride 300 mgr, per liter,
perssap 0,6 c,M^ per liter;

2. emanatie 0,48 X 10—° curie per liter,
perssap 0,6 c,M^ per liter.

Beide oplossingen werden nauwkeurig op precies dezelfde
wijze behandeld en bekeken;

1,nbsp;direkt was een kleine vermeerdering der groote deeltjes
te zien,

na vijf minuten kleine deeltjes sterk vermeerderd, groote
in verhouding minder sterk,

na vijf cn twintig minuten groote en kleine deeltjes onge-
veer even sterk vermeerderd,
na een uur was het beeld nog hetzelfde;

2,nbsp;direkt vermeerdering der groote deeltjes,

na vijf minuten vermeerdering der kleine en middelgroote
deeltjes,

na vijf en twintig minuten was het beeld niet duidelijk
veranderd,

na een uur leek het of de geziene vermeerdering vijf en
dertig minuten tevoren nu minder sterk was geworden.

-ocr page 80-

Hoofdzaak was echter:

Dat de vermeerdering in 1 sterker was dan in 2, met andere
woorden:

Het calcium had de emanatiewerking versterkt.

Wat de emanatiewerking betreft, is dus het ultramicroscoop
ongeveer even gevoelig als het doorstroomde hart, immers ziet
men onder het ultramicroscoop bij eene hoeveelheid emanatie
van 0,48 X 10-® curie met 300 mgr, calciumchloride per liter
een duidelijke vermeerdering der deeltjes optreden, terwijl
men het doorstroomde hart bij dezelfde hoeveelheid emanatie
en calciumchloride ziet stil gaan staan,

4, Conclusies.

I. Hooge calciumhoeveelheden hebben op het perssap van
het hart onder het ultramicroscoop geen zichtbaren
invloed.

II,nbsp;Hooge hoeveelheden emanatie hebben op het perssap van
het hart onder het ultramicroscoop een zeer duidelijken
invloed en wel in dien zin, dat voor het doorstroomde
hart niet meer toelaatbare hoeveelheden emanatie, onder
het ultramicroscoop met het perssap
een vermeerdering
der deeltjes te zien geeft,

III,nbsp;Op de grens van toelaatbare en niet meer toelaatbare
hoeveelheid emanatie versterkt calcium de emanatie-
werking.

-ocr page 81-

HOOFDSTUK VH,
Beschouwingen,

Bij de proefnemingen van emanatie met strontium en
emanatie met barium is gebleken, dat een zelfde formule als
Zwaardemaker, Feenstra en Steyns vonden voor
de betrekking emanatie
X calcium ook bestaat voor:
emanatie
X strontium en
emanatie
X barium.

De algemeene formule is:

emanatie X (calcium öf strontium 6f barium) = 2,50 X
10—^°, waarin de emanatie in curies, de aardalkali-elementen
in grammoleculen per liter zijn aangegeven.

Wat nu het onderzoek van vrije bestraling en calcium,
waarbij als zuivere bron van
alpha-stralen polonium werd ge-
kozen, aangaat, hierbij werd geen betrekking tusschen vrije
alpha-straling en hoeveelheid calcium gevonden. Wel bestaat
er een absoluut optimum van stralendoseering, namelijk twee
vierkante centimeters versch bereid polonium, maar dit heeft,
natuurlijk binnen bepaalde grenzen, met de calciumhoeveelheid
niets te maken.

-ocr page 82-

De betrekking, die er bestaat tusschen emanatie en calcium
(respectievelijk strontium of barium) moet dus veroorzaakt
worden door iets, dat, nadat de emanatie zijn stralen heeft
afgegeven, overblijft; dit is het restatoom.

Het restatoom-effect is ook in het spierextract als colloïdaal
effect terug te vinden.

Van dieper doordringen in het colloïdale effect werd af-
gezien.

Het Hardy-Pauli-effect is van een andere orde, omdat het
daarbij om gansch andere, veel grootere hoeveelheden van
geëmitteerde en door de colloïdale complexen geabsorbeerde
deeltjes gaat, In het vitale geval waren het slechts zeer weinige
alpha-deeltjes met himne ladingen en ook in de colloïdale
proefnemingen waren de tijden van de orde van het vitale
geval (hoogstens enkele uren), dus veel korter ook dan de
tijden, die de proeven van H a r d y of van Pauli duurden.

-ocr page 83-

STELLINGEN

-ocr page 84-

W:

/

■ \'Vi- M\' .

^mpm---.

V-.nbsp;il -n - .nbsp;\'

5-ä

.. ;

, -.1.

V

■■ ■ ■ . f-

.-i

■M

■ ■ -■\' ; ; V.-; s

•V;

-ocr page 85-

STELLINGEN,

I

De meening van de Haan en Hoekstra, dat macro-
phagen, ingespoten in eene mesenteriaalvena, tot Kupffer\'sche
cellen zouden worden, is onjuist.

Arch. f. Exp. Zellforsch. 1927, Band V, p. 35—45.

II

Het bewijs moet nog geleverd worden, dat schimmels het
ziektebeeld veroorzaken, beschreven onder den naam ,,Spleno-
megalie mycosiquequot;,

III

De chirurgische behandeling van den pylorusspasmus ver-
dient den voorkeur boven de conservatieve, indien deze na
twee weken geen verbetering in den toestand heeft gebracht,

IV

De injectie-therapie der varices volgens de „methode scléro-
santequot; van Sicard en Gaugier verdient meestal den
voorkeur boven de operatieve behandeling.

-ocr page 86-

Zink-ionisatie als behandelingsmethode bij chronische otor-
rhoe verdient geen aanbeveling,

VI

Ter voorkoming van blijvende invaliditeit moet voor per-
sonen, die in eenig verzekeringsplichtig bedrijf getroffen wor-
den door een trauma, dat aphasie ten gevolge heeft, eene
spraakheelkundige behandeling worden ingesteld,

VII

Men zette de anti-luetische behandeling bij keratitis diffusa
luetica langen tijd voort, ook al blijkt aanvankelijk daarvan
geen succes.

-ocr page 87-

. .i

■ : ■ ■ /

quot; : \' ■

-ocr page 88-

quot;i.ï . .

■ u

Hl

m-

fei« ^ ■

,. -u-f\' ■ f ■

.S^\'i\'v

1

V \'u\'; -v^ \'/^

.-.ft

«

fc\'

.. I
\'i

■\'é

-ocr page 89-

■ ..........r- - \'i-; . V ■■• ■nbsp;i;

- . f ■ ■ ---- ■ -

V

■■quot;\'tk

um:. \' \\ ■■ ■Ij■ : •

-ocr page 90-

\' ..JBi.nbsp;• ^ fJSÄgt; i-.\'SSSlfr \' .Ja

-nbsp;\'s.-\'

■ ■ ■ ■■ -

■■ • ■ - Jl-i\'

• •

(■ V

sa

•Z\'-.ilr^lA\'\' • • - V

-ocr page 91-

■jquot;;. v

.s

- /.

\\ \'

..»s

-ocr page 92-