-ocr page 1- -ocr page 2-

Geogr. et itinerat.
Oct.

-ocr page 3-

i gt;

-ocr page 4- -ocr page 5-

BESCHRYVINGE

VAN HET

EYLAND

FORMOSA

IN A S 1 A,

T.n der Regering , Wetten , Zeden 5. en Gods^
dienß der inii/oonders

Uit de gedenkfchriften van den Hr.

georgius p s a l m a n a a z aar

Aldaar geboortig, t\'zamengeftelc.

Mitsgaders

Eenbreet, en netverhaal zijner Reizen door ver-
fcheide Landen van Europa , en van de ver-
volging, welke hy door toedoen der jefuitem
van
Avignon , geleden heeft; benevens de re-
denen , die hem tot het afzweren van het Hei-
dendom , en het aannemen der hervormde Chri-:
flelyke Godsdienft gebragt hebben.nbsp;_

Door d\'Hr. N. F. D. B

Met Kof ere Platen verciert.
Uit het Frans vertaalt..

............—----------V

Te R O TT E K D A iVf^^ \'i

By PIETER vander VEER Boekverk
1^7 05,

-ocr page 6- -ocr page 7-

VOOR-REDER

j-En heeft reeds van over^
lang de Jefuiten verdagt
gehóuden , dat zy niet
als iiyt enkeie men-
fchelijke inzigten na de Indien,
China , Japon gt;nbsp;vertrek-

ken. Het goud, de peerelenj
en diamanten, zegtmen, zijn veel
eer het waaragtige voorwerp van
hunne langdurige en gevaarlijke
reizen, als den y ver tot Gods heer-
lijkheid , en de begeerte om ds
Afgodiften tot het Chriftendoni
te bekeeren. Aangezien zy reeds
in de voornaamfte hoi^en van Eii»
ropa de meefter fpelen, heeft men
dan geen groote rede om te den-
ken dat zy^ die zig zo diep by
^nbsp;de«

-ocr page 8-

VOOR-REDEN.
4eze groote oppermagten van Ä-
iïe ( welke zekerlijk de rijklle
Vorften des waerelds zijn ) trag-
ten in tedringen,, hec voornemen
hebben van zig t\'eeniger tijd voor
de eenige regters der geheele wae-
feld te doen erkennen ? Dit voor-
jierTxCn is waarlijk wel :groot, maar
:ZOiide egter deze onderneming
xo ydel en zo ongehoort zijn , dat
men , zonder voor een ziender
gehouden te wordenquot;, zig niet kan
verbeelden dat de Jefuiten dier-
gelijke ondernemingen zouden
derven fmedcn? zien wyhiin niet
reeds byna in alle de hoven der be-
kende waereld geveftigt ? zijn zy
niet aan het hoofd van alle de
Staats-bedrijven der Chriftenheid?
Dat de Koningen , Vorften, en
andere oppermagten met den an-
deren zo hevig twiften en oorlo-
gen als zy willen, zijn zy niet
altijd vereenigt als leden van een

-ocr page 9-

Voor-RE den.

Jighaatn, dooreen zelyegeeftbè^
itiert, en door dezelve voordee-
len t\'zaamgevoegt ? Wie weet of
zy door hunne geheime konftea
geen ftoiFe verfchaiïen om
het
vuur des oorlogs te voeden j op
dat, met de Chriflen Vorften re
verzwakken en van geld en volk
uyt te putten, zy dezelve teeni^
ger tijd des te gemakkelyker zon-
den konnen overmeeileren ? is het
niet door dit middel, datdePau-
zen tot deze hooge trap van heer-
lijkheid en magt zijn opgeklom-
men tot welke wy hen heden ver-
heven zien ? Voorts indien de Je-
füiten eenmaal de ziel en het hart
van omtrent 50. of 40. gekrooa.
de hoofden hadden ingenomen
\\vat magt onder den hemel zoiidt
je hunne gelijk zijn? \'t kan zyn

«at ikmy bedrieg i ma^r my denkt

dat \'er iets zodanigs uytfchittert
in hetgeen op zekere tijd het al-

^ i ^ fee.

-ocr page 10-

VoO R-RED EN.

gemeen opperhoofc * der Jefui-
ten tot Ramt tegens een Cardi-
naal zeide , dewelke hem zynde
gaan bezoeken verwondert-fcheen
over de kleine üitgeftrektheid van
zyn vvooning en in het bezonder
over de kleinheid van zyn kamer:
hoz kleyn m]n kamer u ook mag fchij-
nen
, zeide hy tot hem, zonder mt
dezelve te gaan, beheers ik de geheele
^waereld.nbsp;-

Schoon alle de vertellingen der
reizigers ons hunne bedriegeryen
€,n liften in deze magtige hoven
van het ooften niet vertoonden ,
de wijze, op welke zy aldaar het
Euangelium prediken , verfchilc
zo veel van de geeft van zijn god-
delyke befchrijver, dat men niet
meer kan twijfelen, of zy fpelen
met de godfdienften bedienen zig
daar van om hunne heers en geld-
zugt te vermommen. De rijk-

doni\'

De Vader Aquaviva.

-ocr page 11-

V O O K - R E D E
dom men, die zy uit dit land bren-
gen, de voortgangen die zydoea^
op het verftand der gener/ welke
aldaar heerfen , dit alles legt be-
graven in het geheim van die ge-
broederfchap ; zy dragen wel zor-
ge van het wezentlijkfte voordeel
hunnerbezendingen niet openbaar
te maken, het gemeen zoude daar
van geenfins voldaan zijn. Dit is
de rede dat zy hun beft doen om \'c
gemeene volk met eenige verblin-
dende fchijnte voeden , welke het
zelve belet de geheimen te door-
gronden, die zy met de uyterfte
aangelegentheid moeten verber-
gen. Met dit infigt hebben zy zo
veel boeken van de levens hunner
heiligen, van der zeiver gewaan-
de wonderdaden, endeverfcheide
foorten van dood , die zy geleden
hebben, befchreven en dezelve
onder de Martelaren Jefu Chrifti,
geplaatft 3 waarlijk wel Marte-
* 3; laars.

-ocr page 12-

VOOR- REDEN.

läa-rs^ maar van de heers^zugt en:
gierigheid , en welker blindheid
niet te veel kan beklaagt worden.
Want het momaanzigt js eindelijk
afgeligt: de befchuldigingen, die
de andere bezendelingen van
dezelve gemeenfehap met \'er daad
tot
Rome regens hen vernieuwen,
laten niet de minfte rede over om
aan hunne geveinftheid te twyfFe-
ieh ; de eerlyke lieden zijn daat
van reeds overtuigt, en niemand
als het grove en domme volk kan
zig voortaan daar door laaten be-
driegen.

\'T is te vergeeft, dat de Jefui-
ten de vervolging van Japon aan
den haat en vyandfchap der
Bon-

zes,

^ D\'Heeren va.ti de vergadering der iiyt-
heemfe bezendingen cn dc Dominicaner gee-
ftclyken, befchuldigen van over vetle Jaareii
de jerLijten,aIs welke oorzaak zyn dat de nieuw-
bekeerde Chinezen wederom tot het heiden-
dom vervaJIen. Deze befchuldigingen zijn voor
den Paus gebragt , dewelke een vergadering,
heeft opgeregtora deze verfchilSen tebefiegten.

-ocr page 13-

V O O R - R E D E ÏT.
zeSi of lieidenfe Priefteren, en aaffi
de benijding der Hollanders toe»
fchry ven; dit alleen zoude noyr
bequaam zyn geweeft deze vol-
keren zo verre te vervoeren ^ om
de Chriftenen met dufdanige
wreedheid te handelen , gelijk zy
gedaan hebben , maar indien \'er
in het gemoed van fommige men-
fchen nog eenige twijfel overig is
omtrent zaken j die de geheele
waereld niet kan doorgronden^ziet
hier dan een zaak van dien aard
om niet tcgengefproken tekonneii\'
worden , en waar van een iegely k
door zig zeiven kan oordelen.

De gefchiedenis van den Heer
Georgms Vfulmanaazaaf Japone-
fer, en heiden van geboorte, de
opvoeding, die hy in zijn ^.and
van een Jefiiit, gaande voor een
Japonefer en Heiden gelykalshy,,
ontfangen heeft, deloosheid, van-
welke zig dezejefiiit bedient heeft».

* 4„nbsp;om.

-ocr page 14-

VOOR-REDEM.
om hem iiyt zijns vaders huis te
trekken, en na Vrankrijk te doen
overgaan, de ftandvaftigheidmet
■welke hy
alle de aanzoekingen
van een zo magtige en onfaglyke
broederfchap heeft tegengeftaan ,
dewelke alles heeft in \'t werk ge-
ftelt om hem een godfdienft te doen
omhelzen, die fchoon redelijk in
zijn oorfprong, hem egter onge-
rijmt feheen in haare oefening i ten

laatfte zijn bekeering tot de Prote-
ßantze Godfdienft , zonder daar
toe verpligt te zi^jn als alleen door
de enkele kragt der waarheid: dit
alles is met zodanige buytenge-
meene omftandigheden verzeld ,
dat de nieuwfgierirgheid van een
menigte verftandige lieden zo ia
Holland als Engeland, en in alle
andere geweften , die hy heeft
doorgereift j daar door gaande ge-
maakt is geweeft. Men heeft zig
l^ey vert om hem te zien, met hem

te

-ocr page 15-

VOO R-RE DEN.
te fpreken,, en iiyt zijn mond zul-
ke bezondere zaaken te verftaan»
Zodanige menfchen, die in zake
van godfdienft meer door voor--
beelden als een vloejende redem
getroffen worden , zullen in dif
verhaal een groot vooroordeel tem
voordeele der hervormde godC
dien ft vinden. Dezen is een hei-
den overreed en oyertuygt zo weli
van de valsheid der godidienft iiii
welke hy wierd geboren, als van^
de zuiverheid der leere, welk in-
de Chriftelyke godfdienft\' wordi
geleeraart, en hy voornemens is^
te omhelzen.-

Hy ziet deze zelv€ godfdienftt
in verfcheide gevoelens verdeelt
onder welke hy zig verpligt.agt:
een verkiezing te maken :
zulks;
weerhoud hem , hy heeft niet de:
minfte aangelegentheid om veel-
eer de eene als de andere zyde te*
verkiezen; aan de andere kant is-

5i

-ocr page 16-

Vooi^-keden.
by begaaft met alle de vereifchte
ïioodzakelykheden om zig niet te
laaten bedriegen. Al de waereld
is verwondert over zyn levendig
endoordringent oordeel, over de
Bettigheidj ^met welke hy de zaa-
ien begrijpt en tiytdrukt, en bo-
ven alles over zijn vaardigheid in
het fpreken van 9. of 10. foorten
van taaien ^ 5 die hy in zeer kor-
ten tijd geleert heef r.. Hy heeft
v-erftands genoeg om over de ver-
fchil-punten ziiiverlijfc te oorde-
len gt; hy houd zijn gedagten daar
op zo lang geveftigtals het nodig
is bm zijn gevoelen met [behoor-
lijke] k-enniflfe van de zaak te ver-
l^larcn.\' Dezen heiden, zodanig
als ik hem befchrijf, na gehoort
te hebben al het geen dc bequaam- ,
ftfe. leeraaren,der Roomfe Kerke

be-

: MamantlijkLatijn, Grieks, Spaans, Hoog-
Holi-andsof Nederduycs, Frans en En-.
g|is, behalven het Japonees, \'t welk zija rao?-«
tóirt^al. is, en genoegsaam.. Chinees^,

-ocr page 17-

^^boK\'-iï\'EWE\'k.
bequaain zy n te bedenken, om den
zin te deen geldén , die zy aan
zekere plaatzen van de heilige
fchriftimr geven , na onderzogf
te hebben de leere en geeftelijke.
levenfwijze, welke de zelve lee--
raren aennemen als gevolgen, die.
zy voorgeven iiyt hunne beginze-
len van zelfs tevloejenj na alle :
deze zaken met dat geene verge--
leken te hebben, het welk deon--
roomfe godgeleerden zo van de:
Augsburgfe als van de Engelfeem
Hollandfe belydenis hem ten voor-
deele van hunne gevoelens
hebbeni
bygebragt,. dezen heiden, zeg ik,,
begunftigt met Gods genade, ver-
ligt door de heilige fchrifcuur, ge--
holpen door zijn redelijk verftant\'
geleid door, de vriendelijke leer—
ringen van \'een verftandig vroom;
en onbaatzugtig maa^ j maakt

* 6nbsp;eeii i

* D\'Hasr Imes Schots Predikant, zynde-
een ComformiPc en een Prediker van mijn Hees r
deu. Hertog vau Schamberg, .

-ocr page 18-

VOOR-UEDEH.
een verkiezing van de Proteftantfé
godfdienft j en voegt zigindege-
lïieenfchap der Engelfe Kerk: in-
dien een zodanige bekeering ten
voordeele van de zaak der Prote-
iïanten tegens. de Roomfe Kerk
niets bewijft, zy kanten minften
aan die geenen tot een voorbeeld
llrekken, dewelke, na dat de ftof-
fen des verfchils zijn voorgeftelt^
een, onverfchillige Regter begeren
om ten voordeele van het een of
het andere gevoelen te vonnifTen.
2k weet wel dat het gevoelen vaa
een menfchin \'t bezonderniet tot
een voorbeeld kan dienen om zig
ip.een verkiezing van dit gewigt
daaraan te gedragen 3 m^ar voor-
onderftelt zijnde dat de redenen
vao\'wederzyden by geb ragt even*
wigtig waren , zoude alfdan de
verkiezing van dit menfch in \'t
bezonder nieb bequaam zijn omi
4en.
evenaar, te;^ dpeiï overhellen

iß?-

-ocr page 19-

VOOR-REDE N^
indien derhal ven de Protcftanten j,
die in hunne bewijzen en wettighe-
den oneindig boven hen verheven
zijn, daarenboven nog het oordeel
van dit menfch in \'t bezondcr tot
hun voordeel hebben, zal men dan
niet moeten toeftaan dat de bckce-
ring en verkiezing van dezen af-
godift hen een groote oorzaak van
vcrtroofting moet verftrekkcn ?
voornamentlyk wanneer zy over-
wegen dat de enkele overtuiging:,
die zy gebruykcn, magtiger is als
het geweld
en dc dwingelandy, die
hunne yyanden in \'t werk ftellen ,
als de bewijzen hen ontbreken, of
hunne verleidende redenen die uit-
werking niet hebben, welke zy daar.
van verwagten. Maar eer dat den
lezer van dc zaaken in dit verhaal
begrepen [tc regt] kan oordelen»
is het noodzakelijk hem omtrent
eenige tegenwerpingen , die men
den Heer Ffdmanmzm tea

-ocr page 20-

quot;V O O E. - K. E D E N,
tyde als hy aan de aantekeningen
welke tot ftoiFc van dat werk ge-
dient hebben, was arbeidende ge-
daaii heeft , eenige vcrli^ting te ge-
ven. Hy was naauw lijk s in En-
geland aangekomen, ofwierd van
20 veel menfchen wegens de gele-
gcntheid, uytgcftrektheid, zeden,
gewoontens en godfdienft van zyn
land ondervraagt, dat hy om aan
de nieuwfgierigheid van het ge-
meen te voldoen, zig te verloffen
van de moejelijke noodzakelijkheid
om hondert en hondert maal de-
zelve zaaken te herhalen, en óp dui-
zent vragen , die veeltijds belag-
ehelijk en uitfporig zijn te antwoor-
den, voornemens wierd een befchry-
ving van zijn Eyland zo wijdlo-
pig en net als hem eenigzins mo-
gelijk was in \'t Hgt te geven, ho-
pende daar door al de waereld ts
zullen voldoen. Hy deed zulks
te.\'Vrywilliger, omdat hy zag dat

de

-ocr page 21-

VOOR-R.EDEN.
dé mecfte fchryvcrs , welke voor«
gaven lange tijd in dit Land ge-
wecft te zijn, nietsgezegt hebbenj
\'t welke eenigfints na de waarheid
was gelykende : cn fchoon men
hem vertoonde, dat hy zaaken ging
befchryven , die gewiffelijk voor
Verdigtzels zouden worden aange-
zien, omdat men in fi:ofFe van be»-
fchryvingc der zo verre afgelege-
ne plaatzen, aan welkers onderzoek
weinig gelegen is ^ en \'t geen by
na onmogelijk is te bewaarheden 3
altijd meer geneigt is om dat gee-
ne \'t welk dc eer flip
fchrij vers daar
van gezcgt hebben,
als dat van dc
anderen te geloven. Deze aan-
merking wcdcrhield hem geenlTns:
ik bekommer my zo zeer niet, zcidc
^y 5 of men my voor opregt houd^ als
ik wel voorgenomen heb zulks met\'er
daad te wezen. :
Wanneer hy my
zijn aantekeningen mededeelde, die,
liyin\'tLatijn hadgcfchreyen (want

dszc.

-ocr page 22-

Voor- reden.
deze is onder alle de taaien van
Europa die geene, welke hy. met
de meefte ligtigheid fchrijft) na dé
zelve doorlopen te hebben, deed
ik hem dezelve tegenwerping, zeg-
gende dat waarlijk het hgt niet
meer tegens dc duifternis gekant is
als dat geene \'t welk fommige rei-
figers ons van
Formofa verhalen ,
met het geene ik quam te zien in
de befchryving, welke hy daar van
gemaaict had : hy antwoorde my
vooreerft in \'t algemeen, dat hy
zig alleenlijk bevhjtigt had om de
waarheid te zeggen , dat, indien
het geene hy had ter nedergcftelt
niet overeenquam met het geen an-
dere reeds voor hem hadden: gc^
fchreven, zulks hem niet was te
wijten, dat hy egter niet voorne-
mens was deze fchrijvers te hefchul-
digen.\' van de geheele waereld te
hebben willen bedriegen j maar dat
by zeer gemakkelijk konde aaatoo^

neni

-ocr page 23-

V OOR-REI) EK.

nen , dat zy zig in zeer veel zaa.-
ken uitternaaten vergift, en in an-
deren zig klaarlijk tegengefproken
hadden j dat hy alzo weinig voor-
gaf een volkome verhaal van zijn
Land te zullen doen, nog
eenbe-
fchrijving te willen maken, tegcns
dewelke niets zoude te zeggen val-
len , omdat hy zeer jong 1 van
For-
mofa
was vertrokken , en dat fe-
dert meer dan zes jaaren , die hy
reeds in Europa was geweeft, hem
veel ja zelfs de wezentlijkfte zaa-
ken konden ontgaan zijn, dat \'er
door deze zelve rede in fommige
zaaken, die hy had ter nederge-
ftelt, iets meer of minder zoude
können gevonden worden ,
waar
Van
hy mogelijk niet volkomen on-
derrigt waSi maar laat ons, zegt
hy my, den inhoud van het geen
dc voornaamfte onder uwe reifigers
aangaande
Formofa gezegt hebben 3

eens

Namentlijk op den ouderdom van igt.
Jaaren,

-ocr page 24-

y O O R - R E D E N.

eens wat nader befchcuwen. Can-

didius ^ predikant der Hollanders
in de fterkte van Ijowan^ in zyn
befchryviïige, die hy van dit Ey-
land maakt, zegt,
dat aldaargee-
nerhande jbort van regering \'t zy al-
leenheerfing nog flaat-gebied, nog ee-
nige andere \'word ge-vonden dat al-
daar nog wetten, nog regt^fleging j
nog regters, nog overheden zyn, dat
de inwoonders alle evenmagtig geen
foort van onderwerping erkennm, ja
dat men zelfs onder hen nog meefiers
mg dienaren heeft; dat roof ^ moort,
overjpel en aUe de fnoodfle euveldaa-
den aldaar onßraffelijk zßn, dat een
iegelijk zig van het ovgelijk kan wre-
\'ken, V welk hem aangedaan is dat
iki by voorbeeld, mdien iemand my
100. kroonen ontnomen had, de vry-
heid heb van Vr hem tot vergoeding

van-

-ocr page 25-

VoOR-REDEiq^.
n)än m^n fchade even zo veel te ont-^
nemen ^ dat wanneer een gemeen man
een attder vermoord, die ztg aan d^
dood van den overledenen laaten ge-
legen zyny zy zelfs den moor dermo-
gen vervolgen, en hem het leven be-
nemen; dat het met het ov erf pel en
alle andere mifdaden even zo geMt
is.
Eyndelyk houd hy ftaandc dat
aldaar nog goud nog züver mijnen,
worden gevonden , en dat \'er geen
fpeceryen vallen.
Waar op ik eer-^
ftelijk antwoord, dat dc kooplie-
den alle hier in overeenkomen , dat
er een Bevelhebber tot
Formojaisy.
aan welke men voor alle de koop-
manfchappen, die uyt dit Eyland
gehaalt worden, de groote regten
betaalt: dat indien \'er een Bevel-
hebber is, aldaar dan ook een foort
van regering moet zijn, ook moe-
ten \'er wetten zyn, heeft meneer
ook zekerlyk menfchen die gcftelt
zijn. om dezelve te doen uytvoe-

ren,,

-ocr page 26-

V O O R - R E D E N.
ren. Derhalven zijn de inwoon^
ders ook niet allen even magtig,
Dat ^er goud cn zilver mynen zyn
bewijft men door groote menigte
van deze koilelyke metalenwel-
ke de handelaars van tijd tot tijd
uyt dit Land voeren , als mede
dat \'er fpeceryen vallen, door die
geene welke zy daarvan daan bren-
gen.

De Rede alleen Iaat niet toe dat
vvy een Staats-gebied zonder op-
perhoofd konnen begrijpen zoda^
nig als
Candtdms om zegt in Lor-
moja tc zyn. Wat Rijk is ^er op
de aarde, \'t welk zonder wetten
cn gezag kan ftaandc blyven? wat
zamenleving kan zigin wezeh hou-
den, indien de mifdaden niet ge-
ftraft worden ^ zoude een zodani-
gen ilaat niet een gedurig fchouw-
fpel van moord en roof wezen, voor-
namentlijk indien het volk, gelijk
men verzekert dat de Formo\'fanen

doen

-ocr page 27-

VOOR-HIDEIÏ.
doen, dcfnoodfte gruwelen als on-
nozele en geoorloofde daden aan-
merkten ? wat zullen wy dan zeg-
gen ? zoude
Candidius zig verbeeld
hebben zaaken te zien, die noyt
gcfchicd zijn? Wat vermaak zou-
de hy gevonden hebben in het ma-
ken van een lange belchrij ving der
zeden en gewoonten van een volk,
het welke geen wezentlykheid zou-
de hebben als in zijn verbeelding?
Neen, maar zi€t hier wat van de
zaak is.

Van dekuften Yzn China totJU\'
pon
tce is \'er een aaneenfchakeling
der Eylanden, die ecnuytgeftrekt-
heid van meer dan 200. mylen wa-
ters in dc langte begrijpt. Deze
Ey landen zijn ten getalle van loco.
of Ï200. zo kkine als groote,
welker meefte gedeelte woefl en
onbewoont zijn? Digt by dit ge-
deelte van
Formofa groot Peorko
genaamt, ter tuflchenwijte van een

mijl

-ocr page 28-

Voor-reden,
mijl of daaromtrent , ftreckcnde
na de
kznl Yzvi China is een klein
Eyland gelegen ^, aan welkers ui-
terlle de Hollanders een fterkte op
een kleine zandheuvel , dewelke zy
Tiowafi of Thyowan noemden ,
gebouwt, en rontom dezelve hun-
ne woningen verfpreit hebben. Dit
kleine Eyland was reeds door ee-
nige zeer woefte berglieden be^
woont, en het is na allen fchijn
van dit volk dat
Candidius wil fprè-
ken. Dit kleine Eyland noemt hy
Formofa, omdat bet zei ve digt daar
aan paalt, en de naam van dit laat-
fte meeft bekent is , zo hebben de
Hollanders zig daar van altijd be-
dient om dc plaats hunner volk-

plan-

Sicj deze nevensgaande Kaart.

^ Martineau du pkftls zegt dat dit kleine
Eyland omtrent 2. mijlen in de langte ïieeft,
maar dat het zelve niet meer als löóo. fchre-
den van
Form.fa gelegen is. In het 2. deel
van zijn landbsfchryviog pag. 354.

f Na (ie naam van een kleine naburige
burgt. Ook hebben zy het «dvefoptijds Ze-
Imdia genoeraCï,

-ocr page 29-

y O O R - R E D E N.

planting te benoemen j want het ei-
gentlijkc Eyland van
Formoja, of
liever dé\' vijf Kylanden in Europa
bekent onder de naam van
Fermojdy
in China onder die van Fak-Ando^
en welke de ingeborenc des Lands
Güd-Avia noemen, zijnnoit, nog
in het geheel nog ten deele, in de
bezitting der Hollanders geweeft,
\'t Kan oök zijn dat
Candtdius ge-
oordeelt heeft dat \'er deze Eylan-
dcn zo digt aan den andere palen-
de , in dc gewoontens van alle de-
ze Bylanders niet zeer veel onder-
fcheid moet gevonden worden, en
dat hy noyt in
Formofa geweeft
2:ijnde, even gelijk de Hollanders
die, fchoon zy federt veele jaaren
alhier hun Koophandel drijven, eg-
ter geenfins de vrijheid hebben in
dit Eyland voet aan Land te zet-
ten , gelijk men in het vervolg van
dit werk breeder zien zat, van de
zedea en gewoontens der Ft^rmojhquot;

. \\

-ocr page 30-

Voor-red EK.
nm geoordedt heeft, volgens het
geene hy omtrent de ilerkte van
Tyowan in gebruik gezien heeft.
Ik verklaar my dus verder : indien
eenige Japonezers in Europa qua-
men en van de Koning of Konin-
ginne van Engeland de vryhcid ver-
kregen om zig in een der Eylan-
den
Hêbrydes of JVefiernes, of der
Orcades, of van Schotland ter ne-
derteflaan, dat zy aldaar een fterk-
te met een volkplanting hadden,
zonder dat het hen nogtans geoor-
loft was dc Kuften van Schotland
of Engeland te mogen naderen als
alleen om hunne Koophandel te
drijven: indien iemand van hen een
befluit nam om in
Japon een bc-
fchrijving van deze twee Konink-
ryken uit te geven , oordeelcnde
van de wetten , zeden, gewoon-
tcns, rijkdommen , regering en
Godfdienft van dit fchoone Land
alleenlijk volgens het geene hy had

hoo*

-ocr page 31-

VOOR-REDEN.
Iioorea zeggen, of onder de inge-
borene inwoonders van de plaats
in welke zy zig geveftigt hadden,
. niogt hebben aangemerkt, en al-
dus beweerde dit het in dufdani-
gen Land en by zcdanigen volk
is, onder \'t welke zy een volk-
planting hebben f om humie kocp
handel met deze onraenfchelijke
Volkeren ( want men behoeft niet
te twijfelen of zy worden in bun
veriland voor zodanige gehouden
gemackelijker te inaken; voor wat)
Verwijt zoude zig een zodanige
Jchrijver zig niet komen bloot te
itellen? voörnamentlijk indien \'er

^ *nbsp;een

* Dezeaelykenis is ivel niet regtmaric^ja! »o
de inwoonders van Tyowa^ mvoornsm
^. die ^cr vee! van die dcf for^^^,, Jer.
Icniljen , daar öe inwoonders van de minft-
bevo kte Schotfe Evlandeo mee de Schouln
oni-ngelfen ni^c vcrfchelen; maar zj laaren ciaar

klTarTquot;\'nbsp;van CWL. op h

Kuai.te aan\'te toonen.

t Na alle fchijn zouden zy van de?p vnlt

hnZl rT -ElgchndrfScht;

irtnq zeiis waren.

-ocr page 32-

VOOR- REDE
een Engels of Schotfman na Japon
lt;Tingj en zig blootftelde om hen
van hun dwaling te willen onthef-
fen, met zelfs aan hen een nette
befchrijving van zijn Land te ge-
ven.

.Nog vind men andere fchrij vers,
welke zeggen dat het Eyland i^^r-
mö\\a afhankelijk is vanCö/?M. In-
dien zulks waar is, hoe komt dan

dat de Chinefenaande gezag-heb-

bers dezer plaatfen van waar zy hare
Koopmanfchappen haaien zo groo-
te tollen betalen ? Hoe komt het dat
de Hollanders, nadat zy uit hunne
ilerkte
Tyowan verdreven waren
(\'t zy doordeFormofanen zelfs of
door den Chinefen Zeerover
Coxtn-
ga, zulx is evenveel) en hunnen
handel gedurende eenige Jaaren was
afgebroken\', zig tot den Keizer
van Japon begeven , en van hem

verlofverkregen hebben om weder-
om in het bezit van hun fterkte tq

tre-

-ocr page 33-

V O O R - R E D E N.
treden en liuiine Koophandel tot
Formüja te vernieuwen.

Den Schrijver van het boek
naaint
degezantfchappen der Holland^
je Oojtmdife Aladtjchappy na den Kei-
zer van Japon i
zegt dat de Floot ^
die de Heeren gezanten Bbkhovius
t en Frifms overvoerde, daor em
zwaare Jiorm belopen zijnde tot For-
mofa wierd aangedreven
, waar van
hy een befchryving of veeleer een
verhaal maakt, is het mogelijk
dat menfchen, die door een ftorm-
wind aan een kuft gefmeten , al-
Waar zy maar weinige dagen zijn
gebleven, en by gev\'olge geen om-
megang konnen gehadquot; hebben als
met eenige boeren, of viilers, woe-
fte domme en groeve menfchen ,

* 1 2nbsp;zig

1nbsp; Gedrukt rot T eyden in \'t jasr iSg«-. z.
dcekn in
iz. ziet aldaar het z. ftukvan \'c z\'
, deel op pag. 267.

t Deze Rierf op de overtogt op de hoogte
van het Eyland
Chyamm den Augufty

-ocr page 34-

V O O R - R E D E N.
2!g onderwinden van de zeden, ge-
Wüontens, rijkdommen, wetten,
regering , en Godid-ienil van een
geheel .Land te oordelen, volgens
het gene zy defwegens van duf-
danige menfchen , welker taal zy
zomtijds niet verftaan konden, heb-
ben hooren Zeggen , of volgens
het geen zy in eenig flegt dorp ,
alwaar de nieuwfgierigheid hen zal
gebragt hebben, zullen hebben ken-
nen opmerken ? men begrijpt geen-
fins, van waar dezen Schdjver al
het geene hy vertelt, gehaalt heefr,
ten waare hy zijn verhaal van dc
Land-befchrijving of gefchiedenis
der plaatzen, welke hy doorreift
heeft, willende oppronken, en van
Formofa fprcken moetende lie-
ver, gelijk hy gedaan heeft,
Can-
didius van woord tot woord heeft
willen uytfchrijven , als niets te
zeggen van een Eyland , welkers
naam zo bekendis.

Van

-ocr page 35-

Vo O R - R E D E N.

Van alle de gewoontcns by dc
Heidenen aangenomen , zijn die
geenen , welke de godidienft be-
treiFen, hoe meer dezelve van die
by ons in gebruik zijn, verfchiL
len, en hoe vreemder zy ons mo-
gen toefchijnen gemeenlijk nauwer
onderzogt als alle de anderen. De
offerhanden , welke de Formofa-
nen van hunne eigen kinderen fom-;
tijds ook aan den Duyvel doen ,
fchijnen zo onmenfchelijk en wreed,,
dat veele menfchen geneigt zijn
niets daar van te geloven, en we-
gens deze zaak alleen wanen regt
te hebben om al het geen d\'Heer
\'Pjalmanaaz^aar voor het cycrigé
waarfchijnelijkft verhaalt van lo-
gens verdagt te houden. Op het
hooren noemen van het ongeloof-
lijk: getal onnozele offerhanden ,
welkers bloed zo onmenfchelijk
Word vergoten, riep men uit on-
Biogelijk te zijn dat
i8©oo. jonget-
* ^ 3nbsp;jes i:

-ocr page 36-

Voor-reden.
je5 1 yder Jaar door dc handea
der Priefteren omkomen , behal-
ven die genen , welke de toevallen
cn ziekten wegrucken, en dat in
een uytgeftrektheid van niet meer
dan 130 mijlen Lands , en men
moet zo veel te minder geloof daar
aan geven, omdat geen fchrijver
oyt daar van gemeld heeft en dat j
èoe bevolkt een rijk ook mag we-
zen, aldaar niets meer zoude no-
dig zijn om de mannelijke kunne
in korte tijd te verdelgen , en het
Land met dat der
Amazonm 1 ge-
lijk te maken.

Om

1nbsp; Dit is een groote Tandftreek vara \'t Zuid-
America, het welke zig van de i.graadnoor-
derbveete tor aan de 15. van het Suyden uyt-
flrekt en tnflchen
Peru., Paraguay en l^rafit:
is gelegen Dit Land word befpöelt door de
Amazone, vvelkc zonder tegcnfpreketi een dcc
fchoonfte rivieren des werehds is, hebbende
een loop van omtrent 800. raylen in een reg-
tje ftreeL Men wil dat dit fchoon geweft niet
als door vrouwen bewoont word, welke geett
aiaoneü in haar Staaisgebied dulden
t Dat zy

-ocr page 37-

Voor-reden.

Om op deze tegenwerping, wel-
ke zonder tegenfpreken de ilerk-
fte is, die men tegen onzen Japo-
nees lieefc ingebragt , behoorlijk
te antwoorden , zal ik eerftelijk
zeggen dat deze gewoonte , hce
onmenfchelijk, wreed, ea ontaard
dezelve ook mag wezen, egter van
alle tijden is in gebruik geweeft ,
niet alleen onder de grove en woe-
fte volkeren, maar zelfs by de zul-
ke, die zig voor redelijk hebben
willen doen kennen, ik verfta hier
door de
Grieken y en Komeinen^ zo

dat

zig eenmaal des jaars met haare naburen ver-
mengen, alle de jongetjes» welke zy ter we-
reld brengen, onbegtiaam en onnut maken, en
de dogcértjes
aangaairde, dat iy die haar reg-
ter borft afbranden , opdat zy te bequaainer
mogen zijn om met den boog te fehieten, en
den fpeer te drillen. Dit fchijnt zo wonder-
lijk en vreemd} dat h t zeer wel na een ver-
digtfei gelijkt, en ongetwijfelt gefproten fchijnt
ter oorzake dat men in fommige gewefien vaa
kleyn vrouwen met de mannen ten Oor-
log heeft zien optrekken» of van eenige ande-
re oorzaak , welke niet zeer H-.oeylijk zoude
zijn\'zig te verbeelden.

-ocr page 38-

Voor-rede quot;nt.
dat verfcheideni gefchiedfchrijrers
ons verzekeren, dat tot den tijd
van den Keyzer
AdrianusdQOamp;t-
handcn der menfchen door de ge-
heele waereld gemeen waren. Ik
zoude zonder de paaien van een
voor-reden te overtreden alle de
voorbeelden niet konnen verhalen,
welke de vérmaarfte fchrijvers ons
daar van geven: ik zal my genoe-
gen met hunne namen ^ hier onder
aantehalert, opdat den lezer dezel-
ve kan nazien, indien hy daar na
begerig is. Zelfs hebben de
Ifrae^
hun deze Verfoejelijke Godfdienft
aangenomen. De heilige fchriftuur
4: leert ons, dat zy zig ten dien
einde een hoogte hadden opgeregt
in een dal f digtby Jerufalem^ al-
waar

* Laftantius lib. i. de falfa Rel. Cap. 21,
Plutarchus Qiiaeft: Rom: Qiistt; 83. Eufeb:
|!b.4, C3p; i6. pr£Ep. Evange!.

t Jcrént.j. V 31. Lev. 18. v. zj, i. kon.

2.Cor. 28. Amos5. Hlt;ind. 7. v.45.
t Dit wierd genoerat het Dal Tophcch of.
dci ZoüDS Himrion.

-ocr page 39-

Voor-heden.
Waar zy hunne kinderen door het
vuur deden doorgaan, en dezelve
ter eere van de Son en Maan , die
zy zig tot afgoden gemaakt had-
den j opofferden : welke afgoden-
* door den goeden Koning Jofias
vernietigt zijn , die deze ongod-
delyke en verfoejelijke godfdienft:
t\'eenemaal vernietigt heeft, ^tïs der-
hal ven geen nieuwe zaak, nogaangt;
de Formofanen alleen eigeo. Wat
het getal aangaat, den Heer
TfaJma-
naazaar \\iQ.^t verfcheide malen ver-
klaart, dat hun wet hec gerkl van\'
18000, vaftftelt j maar dat hy niec:
weet of zy die na de Iet-ter opvol-
gen. OndertufTchen is het zeker dat;
ditEylandzeer volkrijk is, en dat\'
de meerderheid der Vrouwen in dit:
Land geoorloft zijnde de huifge-
zinnen aldaar zeer talrijk wordem
bevonden j zodat dit getal moge-
lijk zoo ongeloofelyk niet kan fcliij-
^ snbsp;nci^ï

De afgoden noemden zy Moloch; of Rein--
p.han..

-ocr page 40-

R - REBE N.
Tamp;en als men zig komt te verbeef-
4en: het geen volgens mijn gedag-
ten genoegzaam is om alle de kragC
van deze tegenwerping te ontzenu-
wen^ Maar indien hetgeen onzen
Japonezer verzekert waar te zyn
zo buitenfporig fchijnr , wat zat
men oordelen van het geen
Candi-
dms
y en na hem den Schrijver * van
ket BoUandfe gezamfchap na Japon,.
zegt? namentlijk dat, wanneer de
Vrouwen van Formofa zig bezwan^
gert vinden voor haar IJ.jaar, de
\'Friejhreffen haar op een bed leggen,
(\'t welk zeer hard is en alleenlijk vam
harte vellen op de grond uytgejpreid
word opgemaakt ) en haar op dem
huykjpringende aldus veïfchrtkkeljke
Minen dom Igden , tot dat zy kaar
jtvnigt hebben afgedreven, en dat
liy tn het jaar.
1628. een Vrouw ge^.
z^m: had, welke mm reeds
16. ma^
M op deze wreede en. onmenfchekke

-ocr page 41-

lt;

VOOR;-REDDEN\'.
\'wyze had doen baren, en die nu vam
haar ijó-Qkindbevragt was, \'t wel-
ke zy hoopte te zullen voldragen, om
dat s^y eyndelijk den vereifihten oti-
derdom bereikt had om een kind met:
eere in \'t ligt te mogen brengen-, cn
andere diergelijke ongerijmrheden)
meer. ^ Nu vraag ik of\'er weloyt
iets min waarfchijnlij ker bedagt is ,.
of het geen bequaamer is om eeiü
land eenzaam te maken en; het zel-
ve t\'eenemaal te ontvolken? en of
het naturelijk is, dat een vrouw ^
die men de vrugt zo dikmaal heefc:
afgedreven ,, en dat door middelen\'
die zelfs de allerfterk(Ie zoude doen;
fneuvelen zig nog in ftaatkan vin^
den, van op nieuws te ontfangen?
Dar men my eens zegt wat hetee--
loofbaarfte is, het zeggen
vmGe-
orgius Candtdius
Predikant der Hol-
landers, die gewoontens verhaalt
welke hy by eenige woefte bewoon-
ders van.
Tyotvan mag hebbep\' aan*

-ocr page 42-

y o o r - r e d e n.

gemerkt, en die hy al te ligt vaardig^,
zonder dezelve onderzogt te heb-
ben, aan deFormofanen heeft toege-
fchreven, of dat van
GeorgiusTjdU
manaazaar eQïi¥brmo{2L2Ln
, dewel-
ke ons een befchry ving der zeden en
gewoontens van een Land geeft,
alwaar hy geboren en in \'t welke hy
opgevoed isj en waar van hy ge-
da gt heeft zelfs een flagtofFer * te
zullen moeten verftrekken ? maar
ziet daar de voornaamfte tegenwer-
pingen, welke dezen arme jonge
plant op fijn weg ontmoet zijn.

Hy isdoor hetaanraden van den
yverige leeraar, die hem heeft on^
derwezen , in Engeland gekomen;
Hy was aan Myn Heer den Bif-
fehop van Londen gezonden, en
wierd van denzelven met zyn ge-
woon.

Hy zelfs is gefchikt geweeft om geoffert
te worden: zi;n vader j die hem liefhad, ko^t
hem vry door middel van eenfomme geids\',
en
een van zyn aadere kinderen ia zyn plaatss
Q.VJS]-. te leveren,.

-ocr page 43-

Voo r - rëdeit.
woone beleeftheidontfangcn. De
gefchiedenis zynerbekeering, van
welke wy komen te fpreken, heeft
veel gerügt gemaakt. De Room-
fe Kerkgezinden van Londen heb-
ben hem gezien en gelyk de ande-
ren hooren redeneren , dewelke
overtuigt zynde, dat zaaken van
dien aart, alshy voorgebragt had
niet konden nalaten, aan hen, en
wel bezonderlijk aan de Jefuiten
eenig nadeel toe te brengen, zig
te zaamen hebben gevoegt om hem
in zyn eer te verkorten , en aldus
verdagt te maken : z y hebben hem
lagen gelegt , dewelke hy niet
heeft konnen ontvlieden. Zy
hebben een gerügt verfpreid, dat
dit
een bedrieger was en nietrpin-,
der als die hy zeide te wezen. Dit
is waarlijk het geene, daar men
\'t meeft op geftaan heeft: de Je-
fuiten hebben [groote] aangele-
gentheid, zig zo veelalshen mo-

gent--

-ocr page 44-

VoOR-REöEfC.

gelijk zal 2yn, van de regtmati-
ge verwyten te ontlaften, welke
het gemeen hen ter oorzake van
deze nieuwe bekeerde zoude kon-
nen doen: zodat het geenfins te
verwonderen is, dat zy hem po-
gen te fchen den, en hun uyterfte
beft doen om hem haatelijk te ma-
ken in een Land^ alwaar zy, al-
hoewel niet als bedekt egter niet
nalaten tot groot nadeel van \'t ge-
meen zeer magtigte zijn. Maar
het geen nog\'t wonderlijkfle fchynt
is dat de Proteftanten die meer
als duizent maaien ondervonden
hebben, tot wat ondernemingen
deze goede vaders al bekwaam
zijn,nog nietgeleei;t hebben zig op
hen niet te vertrouwen , nog het
waare van het valfé te fchiften,
voornam.entlijk in. zaken, aan wel-
ke zy weten dat zy aangelegent-
heid hebben. Maar het fchijnc
dat deze Heeren. alle de volkeren

des.

-ocr page 45-

VoGH-RSDESr.
deswaerelds ten bunnen opzigten?
als in een foort van betovering wei-
ten te houden, welke maakt dac
men hen eerbied bewijft, daar men
hen het minft behoorde te fpa-
ren. Men kent hen volmaakte-
lij ke, men is van hunne verfoeje-
lijk handelingen en verderfelijke
ftaat-kunde [genoegzaam] on-
derregt: men weet tot hoe verre
hen de heerfrzugt kan vervoeren,
men is door een ongeluckige er-
varentheid van de onheilen ^ o-
vertuigt j die zy bequaam zijn te
bewerken. Men is niet onbewuft
dat deze gebroederfchap zig heeft
verdagt gemaakt, en dat zy van
den aanbeginne hunner opkomfl:
is gebrandmerkt; f men ftaat toe
dat hunne leer de opper-vorfïen^

voor

* Men heeft hen befehuldigt van de twee
ondernemingen tegens het leven van Hendrik
de 4. begaan door
Jèan. Chatel in den Jaare
1594. en
Frmcois RaviUacmAm jaare 1610.

t In den Jaare 1534,,onder,de regering vasi;
gaus Eauius de 33,

-ocr page 46-

voo r-r £d ew.

voor gedurige oproeren , de on^
Eoomze voor moordery en de Cliri^
ftelijke leer voor de beklaagelyk-
fte oneenigheid, die men kan be-
grijpen, blootftelt; meteen woort
dat dezelve een peft is, die, al-
waar zy zig bevind , niet als aile
gemeenfchappen door haare be-
smetting kan aanfteken. Konink-
ryken -f en genieenebeften 1 zyn
dikmaals genoodzaakt geweeft
hen te verdrijven en dezelve fchan-
delijkteverbannen, evenwel heb^
ben zy een middel uytgevonden
om zig veel heerlijker dan oyt te
vooren te konnen herftellen. In-
fommige Landen duit men hen f in
andere gedoogt men hen ^ maar

wat

t Engeland in den jaare 158?. Schotland ia
aen Jaare
i6oi. Vrankrijk in den jaare 1^04
Japon in den jaare
i6i6.nbsp;^^

1nbsp; Het gemeene beft van Vènetien inden
jaare
1607.

t In Vrankrijk , tot Venetie
otV\'\' Engeland hoevvelniet a]s in ,\'t verbot-

-ocr page 47-

VOOR-REDEH

wat zeg ik ? Men haalt hen in, men
roemt hen, van waar komt dit ï
Waarlyk daar is geen Land op den
aardbodem, inliet welke de Je-
fuiten meer gewoed en grooter
onordentelykhedcn veroorzaakt
hebben als in Engeland. Zyn de-
ze gezegende Eylanden niet op
zeer weinig na aan haar verderf
geweeft , en indien God dezelve
als door een wonderdaad niet had
gered, zouden zy heden niet on-
der een harde en elendige flaver-
ny zugten ? wie anders als de Je-
fuiten hebben alle deze faamen-
fweringen f, die in deze drie Ko-
ninkrylcenontdekt zijn, gefmeed?
OndertufTen komt\'er nu h^él on-
langs een Jeftiit *
nit Chim 3 na

al-

f Defaamenvwering vao het bosltruidver-
raad onder de regering van Jacobus de eer-
fie in den jaare 160^. en meer anderen ziet
het gefchied-boek van Engeland
door Larrey
Z- deel Pag. 632.

* Den Vader Fonteney van Pari|s.

-ocr page 48-

Voor -reden,
aldaar verfcheide Jaaren in bezen-
ding doorgebragt re hebben : De
Oolt-Indife maatfchappy, die zig
wegens zekere dienft genoegde,
welke hy aan dezelve in dit Land
gedaan had, vergunt aan hemde
overtogt op een van haare fche-
pen. Nauwlijks had hy voet aan
Land gezet, of een yder bevly-
tigde zig om. hem beleeftheid te
bewyzen: de voornaamfte heeren
van het Rijk ortthaalen enhoopen
hem met eerbewyzen op: zodat
hy zelfs daar door als verbaaft
ftaat. Wat volk des waerelds zou-
de tot dufdanigen edelmoedrgheid
bequaam zijn ? in opregtigheid ,
indien een Leeraar des Euangeli-
ums op eenig Schip des Konings
of der
Maatfchappy was overge-
komen, zoude
hy zig wel mogen
vleijen aldaar een diergelijk ont-
haal te zullen ontfangen.

Deze Jefuit bleef eenige maan-
den

-ocr page 49-

Voor-reden.
^en tot Londen: hy verneemt dat
eenen genaamt
^Jakmnaazaar ge-
boortig van het tyland
Formofa ,
na alvorens de Engelfe Godfdienft
Aangenomen tehebben,ophetpunt
ftaat van een boek iiyt te geven,
in het welke hy zig uytermaaten
Van eenige leden dezer gebroeder-
fcliap beklaagt, en met al zijn magt
tegens de Roomfe godfdienft uit-
vaart. Dezen Jefuit arbeid be-
dek tel yk om zyn agting te ver-
minderen, en zonder te fehynera
dat hy zig op eenigerhande wijze
aan de zaaken, welke hy verhaalt^
liet gelegen zyn , ftelt alles in
Werk om hem voor een bedrieger
te doen doorgaan: ik zegge nog-
maal niets is eigener aan een leer-
ling van
Loyola als zulk een gedragj
maar laat ons egter eens zien wat
Voordeel dezen Jefuit op hem be-
haalt heeft.

De Heeren van de Koninklijke

Ge-

-ocr page 50-

V O O R - R E D E N.
Gemeenfchap van Engeland von-
den goed den Heer

op zekere dag f in een van hunne
vergaderingen re doen komen , op
een njd als den Vader
Fonteney al
daar tegenwoordig was. Deeer-
fte vraag, welke men aan dezen
Jefuitvoorftelden, was deze, aan
wie het Eyland
Formcfa toebe-
hoorde. Waar op hy ten ant-
woord gaf dat het zelve cijnsbaar
was aan
China: men bad hem ver-
volgens te zeggen hoe hy zulks
\'Wift; ik weet dit, zegt hy, om-
dat , een Engels fchip
Hnrwkh ge-
naamt, door ftorm aan de kuft van
gedreven Zijnde, vijfje-
fuiren zig als reizigers in het zel-
ve bevonden, een van welken zig

te

t Deze gebroederfchap is di^t by Londen
en eveneens als de Franfe hooge School van
jr3rys.

t Namentlyk^ op woensdag den i. Febru.
ary 1704.nbsp;quot;

-ocr page 51-

Voor-reden.
te water begeven hebbende, en de
vier anderen, die zig in het Ey-
land hadden aan Land begeven ,
aldaar zeer naauw opgeflooten
lijnde , fchreven aan hem in een
fl\'ad van
Chitia , alwaar zy wiften
dat hy op die tijd was, en zo haail
hy zijn verzoekfchnft aan den
Ooarn of Keyzer had aangeboden,
deed dezelve het Schip en al die
geene, welke daar van geborgen
Waren, wedereyflchen, waaraan
de Formofanen [terftond] heb-
ben gehoorzaamt. Den Japone-
fer het woord nemende zegt dat
hy aan dc zaak niet twijfelde: maar
dat zulks niet bewees dat het Ey-
land
Formofa cijnsbaar was aan
China, en dat het in tijd van vre-
de de gewoonte was menfchèn en
fchepen , welke door Horm aan
de kaften vervielen, zo haaft de-
zelve wierde weder ge-eift, over
en weder aan den anderen weder-
om

-ocr page 52-

Voor-reden.

om te geven. Naderhand heeft hy
van verfcheide Koopluiden, welke
hem daarvan verzekerden^verftaan
dat dit fchip niet aan
Formofa ge-
ftrand was, maar aan een f\'.yland
afhankelyk van
China. Den Ja-
ponezer merkende dat den Jefuit
om hem te verwarren zig veinfde
te vergiffen, vroeg hem wat naam
de
Chinezen aan het Eyland For-
mofa
gaven, ik weet geen andere,
antwoorde de Jefuit, als die van
lyowan, Hy wift het tegendeel
wel, en hem was geenfins onbe-
kent dat de Hollanders, met aan
hun kleine ^.-^l^ndTyo\'wan de naam
van
Formofa te geven, gelijk zy
by na altijd gedaan hebben om het
zelve te doen kennen, aldus aan
de reizigers en fchrijvers gelegent-
heid gegeven hebben om deze twee
Eylanden het een voor het andere
te doen nemen. Maar den Japo-
nezer hem gezegt hebbende dat

de

-ocr page 53-

VOOR-RE DEN.
de Chimfen het zelve Fak-Andö
noemde, \\ welk het fchoone B:y-
land beteekent j
Pak, Fak , her-
nam den Jefuit, da.ir is met een
eenig woord in de geheele Chi-
necle taal , het welk aldus door
een medeklinker emdigt. Het zal
my zeer gemakkelyk zyn u het
tegendeel aan te toonen antwoor-
denden Japonezer daar op, want
by na alle de naanicn der groote
ftcden eindigen op deze wijze, als
Aankmg, Kanton, Pekmg amp;c. en
opdat men niet denke dat dit al-
leen uytzonderingen zyn, die men
moet maken, hebt de goedheid, zo
het u gelieft, in de tegenwoordig-
heid dezer Heeren eenige fpreek-
wijzen in het Chinees te zeggen:
Den fefuit het gebed des Heeren
cpgezegt hebben de, deed h y hem
in dit korte
gebed vijf of zes woor-
den aanmerken, die dezelve uyt-
gang hadden. Deze ftrijdigheid

ftoo-

-ocr page 54-

V o o r - r e d e
ftoote in het oog van de gehee-
le vergadering , de zamenfpraak
wierd hevig jen dmy^idcïFonteney
gezegt hebbende dat de taal der
Chinezen het geheele ri|k door
eveneens, en,niet het minfte onder-
fcheid der uytfprake onderhevig
was, zo deed men hem zien dat
zulks niet zyn kondeen ook waar-
ly kzo niet was; maar fchoon hyop
de te gen werpingen , welke deze
Heeren hem maakten, niets met
reden konde antwoorden, liethy
egter niet na van gedurig by het
geen hy voortgebragt had te bly-
ven. Den Japonezer wierd hier
door 20 vergrämt, dat hy om hem
t\'eenemaal in verwarring te bren-
gen tot hem zeide dat een van de-
ze twee zaaken waar zyn, dat of
de Jefuiten en andere , die over
de Chineefe taal gefchreven heb-
ben , de waarheid niet zeiden, of
dat het geene hy zelfs zeide on-
waar

-ocr page 55-

VOOR-red EïT.
quot;Waar was: want zy Terzekeren ^
dat \'er in yder landftreek een be-
zondere uytfpraak is, en dat alle
Chinefenvan yder landftreek, on-
der hen verfchillende wijzen heb-
ben om zig uy ttedrncken, volgens
de verfcheide trappen hunner ftaa-
ten en waardigheden,dat deEdelin-»
gen op\'t mandarins fpreken, de
Priefters
oiBonzes yerfcheidentlijk
van dezen, en dat het volk defge-
lyks zyn bezondere wij ze van fpre-
kp heeft. Denjefuit antwoorde op
^it alles niets, als fnet flegte oit-
vlugten te zoeken en noyt iets fteL
iigs voorttebrengen: zelfs lochen-
.^e hy dat de Chinefen in het fpre-
ken eenige buiging van de ftem ma-

ken, om de verfcheide betekening
Van zekere woorden , die zyd^eea
als d\'ander fchrij ven, aantewi jzens
net geen onzen Japonefer in tegen

* - *nbsp;deel

aantekeningen van China door
^aer k Comu i. deel pag. 246,

-ocr page 56-

Voor-re den.

deel beweerde zeer waaragtig tc
zijn 5 hem verzekerende dat hy tot
Formofa verfcheide maaien met
Chinezen verkeert had, welke hem
veel eer fchenen te zingen dan te
fpreken. Indien de Jefuiten gelyk
de andere menfchen ge ftelt waren,
ik zoude gewillig vragen, om wat
rede den vader
FonUnaj, die bui-
ten alle tegenfpreken
Van China
komt *, en aldaar een goed getal
jaaren heeft doorgebragt, van dit
Landfpreekt^ als of hy aldaar noit
geweeft was, met zig door vals-
heid tegens zaken te kanten die aan
aide waereld bekent zijn, en nie-
mand oitgedagt heeft tegentefpre-
ken. Maar die
een Jefuit noemt,
noemt een onbegrijplijk menfch.
Hy werkt, hy leeft
in ledigheid;
hy fpreekt, hyis een zwijger: hy
2egt waarheid, hyfpreekt logen;

hy

* Tc weeten in de mjand van Januarius des

Jaars 1704.

-ocr page 57-

V o O r - r e d e kf.\'
Iiy ffemc toe, hylochent: en-clït
alles met wat inzigt? God weet het.-
Eyndelijk hadden den Japonezer
en dezen Jefuit voor dit maal geen-
langer ommegang,
^ Na deze tijd eenige menfchen;
getragt hebbende hennogmaalby
lt;ien anderen te doen komen^hebbeni
hen twee plaatfen verfehaft omby
een te komen, d\'eene ten huyze
vanMevrouwe de
Gr avinne van Po-
wis
* ende anderein di^Sion-ver\'
gaäering
j maar den vader Fontenay
heeft zig aldaar niet willen laaten.
vinden.

Agt dagen ^ na hunne byeen^
komft in de Koninklijke gemeent-
fchap, onzen Japonezer ter mid-
dagmaal genodigt zynde by den
Leeraari5/^ö;?^jgeheimfchrij ver van

2 die:

* De Paapfgezinden en Jacobiteneerenhaar
als een Hertogin: zy is. de Beveihebfter ge-
weeft van de gewaande Verft van Walles.

t Zynde Woenfdagden 9. der maand Febru--
ary

-ocr page 58-

TOOR-RE DEN.
éie Koninklijke Vergadering, al-
waar Mijn Heer den
Grave van
Pembroke
, Mij n Heer Spanheim af-
gezant van den Koning van Priiy-
fen, eenige andere Heeren van aan-
zien en den vader
Fontenay waren,
20 vroeg
zßn uitmuntentheïd aan
deze laatfte , aan wie het Eyland
Formofa toebehoorde. Ziet daar
een jongeling, antwoordehy, te
gelijk op onzen Japonezer wijzen-
de,. die geboortig van dit Eyland^
aan UE. een beter verhaal daar van
zal konnen doen als ik, dewelke:
noif elders
^hinChina geweeflheb*
Waar op d\'Heer
Pfalmanazaar ten:
antwoord gaf, dat het zelve zedert
of5 4. jaaren afhangende is ge-
weeft van den Keizer van
Japon,
hebbende te vooren zyn bezondere
Koningen gehad , die aan geener-
hande magten onderdanig Waren.
Den f efuit hadde ftoiitigheidniet
iian iets meer te zeggen, hy veinf-

de

-ocr page 59-

V o o r - ïl è de n.
de alleenlijk verwondert te zijn\'
Van te zien dat onzen japonezer
raauw vlees at, verzekerende dat
de Chinefen het hunne gelijk de
Europeers gereed maakten, dog hy
ftond niet te min toe dat de
\'1 arta-
rm
hun vlees het vuur maar eens lie-
ten zien. \'t Zydanhetgefelfchap\'
Wel merkte dat den vader
Fontenay
fchuwde met den Japonezer in ee-
nige [ nader] opheldering te trCquot; -
den, en dezelve deze beleeftheid
voor hem wel wilde hebben, \'t zy;
nien verzuimde over deze flöffe
verder te fpreken, daar wierd overquot;
dit onderwerp niet aanmerkelijks ^
meer gezegt. Maar op zekere dag!
by geval in een
htiis zijnde in ^
Devretix cöurt, digt by Tempte-bar,
alwaaar op die tijd veel lieden van i
onderfcheid waren , zo was den^.
vader
Fontenaynbsp;een weinig;

ftouter als hy elders geweeft was.^
H y vroeg aan
d\'Hr.Ffalmanaazaaf\'

-ocr page 60-

V O Q ït- --R^ E -B- B Nï -
na de tijd, wijze, en redenen, dié-
hem zijn Land hadden doen ver-
laten, waarop hy vanhemvolko-
Jlien genoegen ontfing, alzo den
Japonezer aan hem in \'t kort een
verhaal van de gefchiedenis deed,
welke men op het einde ^ van dit
werk zeer wijdloopig zal vinden^
waarop hy nietanders antwoorde,
als dat hy den vader van
Rodez y
van welke hy fprak , niet kende
en dat\'er tot
Formofa geen bezen-
dingen waren. Hywildemogelyk.
2eggen, das^er geen openbare be-
lendingen, gelijk als in
China zijn, ^
fiet geen men niet wil tegenfpre-
ken. Die geenen ^ welke de leer
der ftilzwijgende bepalingen ver-
ftaan, zullén geenfins verwondert
zyn een Jefuit op deze wy ze te hoo-
renfpreken. Wat hier van zy, den
^Sidtf Fontenay heeft niets vergeten
om den
Jafomzer in alle plaatfen,,

daar

^ Tje weeten in het 36. Hoofdftuk. -

-ocr page 61-

VOOR-reden.

daar hy zig bevond , te lafteren,
fchoon hy hem egter noitiers in het
aangezigt heeft derven zeggen:
maar hoe meer hy en andere Room-
fe Kerkgezinden zig beyvert heb-
ben om zyn goede naam te krenken
hoe meer belcherming enhiilpehy
heeft gevonden. Wy verwagten
dat alle billijke menfchen hem die
regtmatigheid zullen weeten te be-
wijzen, welke hy verdient, en [mee
ons] zullen toeftaan dat hy, een zo
magdge en onzaglijke vyandgt; als.
bet lighaam der Jefaiten is, te be-
ftryden hebbende, een meer
dam
menfchelijke huipe nodig heeft: h y
hoopt ook dat de goddelijke voor-
zienigheid, die hem nog een kind
Zijndeuitde oiferhanden derafgo-
dife ofFei-priefters v^rloft, zo zigt-
baarlijk in alle plaatfen, welke hy
doortrok, bygeftaan, en alle de ver-
volgingen , die hem overkomen
2iijn, alleenlij k toegelaten heeft om

hem

-ocr page 62-

Voor-reden.

Rem te verligten en te verfterken in;
dekenniffedes Euangeliumsj hem
vorders tegens alle de pogingen
zijner vyanden zal befchermen en
ft aan deh ouden.
Verfchrikkelyke men*
ff hen zijn tegens Ifem opgeJiaan-^deweU
ke zig God met voor oogen ftellen eri
zijn leven zoeken j maar God ts zyne
hulpe, de heereis onder diegeenen, weU
kezyne ziele onderfteunen, hy zal het
quaad op z^n-\' vtrjpiedersdoen weder\'
keeren, en dezelven na zyne waarheid
verdelgen.^
Mogelijk zulleneeni^
ge Godgeleerden zig aan de vry-
moedige wijzerftooten,met welke
onzen Japonefer in den korten in-
houd der beweegredenen van zijn
bekeering, over fekere hoofdzaken
der leere ten opzigte van de genade
en eeuwige verkiezing fpreekt: hy,
betuigt dat hy daar in door geener-
hande drift is gedreven geweeft
maaralleen heeft willen doen ziea

da:

«^-\'Pfalm 54. V. en

-ocr page 63-

Voor-reden.
ïedenen, die hem belet hebben vaß
2ig aan hunne gevoelens te onder-
werpen, zijnde aan de andere zijde
«oor hunnen yver e?i liefde zeer
Veel geholpen, voornamentlijk fe-
dert hy zig genezen heeft gevon-
den van de vooroordelen zyner op- ,
yoeding:want wel verre zijnde van
iemand te verdoemen ftaat hy toe
dat, fchoon deze gevoelens niet
overcenkomftig zijn met de ge-
dagte, die hy aangaande de leere
Jefu Chrifti heeft opgevat, egter
dezelven niet nalaaten regtzinnig
en heilzaam te konnenzijn.

N u is \'er niets meer overig als
iets aangaande dit werk te zeggen.
Ten ti\'de als ik hetzelve maakte,
arbeide een Sc-\'ots predikant * in.
l^iet Engels,aan dezelve zaak, en op
dezelve aantekeningen als ik. Zyn
boek is even uytgekomen, ik heb
het doorlopen, eer ik aan dit werk

de

* d\'Hr. DcSor Ö/w\'^M

-ocr page 64-

T - ~ -

.\'Y

I

-ocr page 65-

Jêê

-ocr page 66-

Pag. I,

BESCHRY V\'ïN G

VAN

HET EYLAND

F O R M O S A.

EERSTE HOOFDSTUK.

Van de vrngtbaarheid ^ geJegemheidj
uitgefirektheid
, en verdeelmg van
het Ejland.

jEt Eyland Formofa^ dat de In-
geboorenen
Gad Aviaquot;^ , en
de Chinezen
Pac Ando * noe-
men 5 is een der fchoon fte
Anbsp;ea

* Deze vie ■ woorden hoewel in taal ver-
fchiUende hebben egter de zelfcte betekeninp ,
en beduiden in onze taal \'t fchoon Eylana,
geiijk de FranfTen\'tzelve inbaar taal ook
I/e noemen j fchoon het by de Europeers dooi-
gaans beter bekent is onder de naam van For-
mofa,
welke dc Spangiaarden aan \'t 7.elvc ge-
geven , en van\'t 1 atijn behouden hebben, en
desgelijks fchoon berekei.r. De Portu^iezeri
noemen \'t zelve
Lequejo, en fommige Eylau\'
dcrs Tallmhu^

-ocr page 67-

2 BeJcbrijvtng vm
ite cn aangenaamfte oorden van Afia ,
\'c zy men deflelfs gelegentheid, gezon-
de lugt, vrugtbaarheid , fchoonheid
der bronnen en Rivieren, of de me-
nigte der Goud en Silver-mijnen, wil
aanmerken j behalveti dat het meer
voordeelen als de andere Eylanden
heeft, en niets gebrek van \'t geene
dezelve bezitten.

De Bergen zijn\'er doorgaans zeer
hoog, maar de valcijen groot en fchoon
met uitmuntende weiden ^ die van al-
krley vee, als Offen, Koejen, Stieren,
Kalveren, Schapen, Lammeren, Gei-
ten , ,amp;c. vol zijn: men vind\'er ook zeer
dikke Boflchen , dewelke Harten , wil-
de Zwijnen, Bokken, Haazen, Konij-
nen , en andere heeften in overvloed
%\'oedeo. Het aardrijk is zeer vrugtbaar,
alhoewet de Liwoonders op zommige
plaatzen zeer traag zijn , om het zelve
als hun de nood niet dringt te bebou-
wen. \'t Land geeft aldaar Suyker ,
Gingber, Caneel, Cocus-nooten, en
andere Speceryen, maar de Rijs is\'er
\'ï meeft, cn van \'c grootfte gebruik.
Men vind\'er ook vrugten en wortelen
yan allerley fooit
9 cn alhoewel daar

p-een

-ocr page 68-

het Eß\'and Rrmófk. t

fk .finbsp;^^«z^erllerk zijn, en

maai de voornaamfte is van Rüs p„

^ce^lnJ^^\'quot;\'^nbsp;Sons-

^fen ITfnbsp;tuffchen de

ftL rrnbsp;Noorder breete,beoo.

lennbsp;het van\'t Landfchap der

door een tuffchen-wijtce van om-
uent .o^Ien afgefcheideni^Noort

hooefte quot; •nbsp;^^Snjpt het tea

OofSnbsp;Srooiüe breere van \'c

^ofle na\'t Wefle byna rj of . 8, en
^n den omtrek omtrent 13 o mylen.
Het m vijfEylanden verdeelt,van

^^nbsp;genaamt worden : \'c derde

oiet grootnbsp;\'t vierde klein

Peor-

A 2nbsp;^^

h« Eyl,„d „f „„

-ocr page 69-

4 Bejchrijvmg van
ko , en het Kaboskiy of het voor-
narae Eyland , als waarlijk het groot-
ÜQ zijnde,wijl \'t 17 of 18 mylen lang,
en 15 mylen breed isj dit word eigenc-
lijk
Gad Auia genoemt , alhoewel alle
de andere , die om dezelve te ondcr-
fcheidcn hare bezondere naam en ont-
fangen hebben , te zame bekent zijn
onder de algemeene naam van
Gad A-
wa
of Formofa. Den lezer zal van *t
geen yder der vijf Eylanden bezonder
aangaat in
\'t vervolg een v/ijdbopiger
befchry ving vinden.

TWEEDE HOOFDSTUK.

Vän de groote veranderingen , dit
in \'t Eyland Formofa voor-
gevallen.

De Fnwoonders verhalen dat het
Eyland
Formofa eertijds eenige
eeuwen lang is beheerft geweeft door
een Koning , welke het Staats-beftier
liet beruften op de zorgc en wakker-
heid van twee of drie mannen in yder
Stad of Dorp daar toe verkoren , die

voor

-ocr page 70-

hf Eyland Formofa. f

vodr het voordeel van \'t gemeen , \'t
welk zy vertoonden, trouwhartig waak-
ten : deze Koning , dje zy in haar ta4
^agalo noemen , had in yder der vM
bovengemelde Eylanden een Gezag,
nebber , genaamd
Tano , die van zijn
dSd^^\'quot;^^ aan hem alleen Rekenfehap

Den Keyzer vanTartarie m^zkte zig
omtrent den Jaare i^io mee geweld
Jneeftcr van dit Eyland , en bleef \'t
ïelve gedurende meer dan een eeuw
geruft bezitten : maar de derde Key-
zer, die na dfezefoverwinning, vdgde,
en zeer wreed , tegens de mgcboorene
^as, welker Gods-dienft hy voorge- •
nomen had uit te roijen, verbitterde dc
Zeiven zodanig , dat zy met een alge-
jneene toeftemming tegens den Stede-
houder des Keyzers cn defzelfs onder-
hebbende Krijgsmagt der wapenen op-
namen , en na een bloedig gevegt den
ïelve met een gering overiehot zijner
benden, die hare wraak ontkomen wa-
ren , uit haar Land verdreven. Op de-
ze w^s hebben zy zig van de flaverny
der lartaren , onder welkers jok zy
meer dan jo jaren lang gezugt hadden,
A inbsp;ver-

-ocr page 71-

6gt; Befchrijving van

vcriofl: 5 haren wettigen Vorft wedèr^
om op den Rijks-ftoel herHeld, en de-
zelve door \'t bevrijden van alle uit-
heemze heerfchappy en de magt eeni-
ger ge meene-beften , die \'t Rijk vei^
deelden , meer als oit te voren ontzag-
gelijk gemaakt.

In dezen ftaat bleef het den tijd van

felijke 70 jaren , gedurende welke de
uropëers , xc weten , de Engelfen,.
Portugiezen 1 , en Hollanders na den
anderen , een groote koophandel daar
in quamen opregten , voornanientlijfc
op het Eyland
groot Peorko , alwaar de
Hollanders op een kleine zandheuvel
omtrent een mijl van \'t vafte land een
fterkte bouwden
Tyonvam t genaamt.
Omtrent deze zelve tijd ondernamen
de Chinezen verfcheide togten op dit

Ey.

1nbsp; Dezen hadden aldaar gebouwr \'Is fterk-
tens Fabrm , Quilam, en T\'amfm , v^n wel-
ken de Hollanders zig in den jare i6ïy. mee*
fter maakte.

t Baudrand vermeld dat zy daar uit ver-
dreven zijn door eene Coximga ,, een vermaard
Zeerover der Chinezen in den iare 1661 dog
zulks is onwaar, \'c waren de Formófanen zelfsj,
die hun uit haar Land verjoegen.

-ocr page 72-

het Eyland Formofa. y
f yland, met voornemen om zig van
t zelve meefter te maken , dog zy
^fierden telkens door de Formofanen
üapperhjk afgewezen, welken, nadat
2y de wapenen tot befcherming van
^aar Vaderland Iiadden opgenomen, den
oorlog tegens de Chinezen zoo te water
ys te Und eenige jaren lang onderhiel
t\'Cn, tot dat zy eindelijk dezelve geheel
en al uit het Eyland verdreven. iMaar
Z!g mgebeeld hebbende dat de Hollan-
Gcrs onder een valfche fchijn van zig men
haar te voegen om de Chinezen tegen tc
waan hun verraden, en haare vyanden
®nder de hand beguniiigt hadden, zoo
verbanden zy dezelven met
een verbod
van oit meer aan haar Eyland te komen,,
wgtende te gelijk haar bovengemelde
iterkte
Tyonvam dat zig tot omtrent
«cn mijl na de kant van
Chma uitftrekte.

Egter hebben de Hollanders zederc
dat
Formofa onder het gebied der Japo-
nezers gekomen is, aan het Hof van

Thnbsp;wet^erom zoo veel agting

genadjcn zoo fchoon weeten te praat en,
öat hen de kuften van dit Eyland tl
mogen naderen, en zelfs o6k aan Land
te komen onder beding van aldaar niet
A 4nbsp;lang

-ocr page 73-

S Befchrßving van

lang te verblijven is toegeftaan j mits\'er
feltijd een genoegzame Wagt zoude zijn
om op liunne bewegingen te letten.
Wanneer zy hareKoppmanfchappenop
Formoja kunnen verhandelen, dan gaan
%y niet verder, dog zulks niet geluk-
kende , tot aan
Nangefaque 1 in Jafon;
maar zy durven op geen andere plaat-
sen komen.

Gedurende alle deze onlüften heb-
ben deFormofanen de manier van hare
Sraats-Regering , altijd buiten het ge-
zag van eenig ander vremd Vorft be-
houden tot dat
Merjaaridano zigdoor
een der fnoodfte en gruwzaamfte trouw-
loosheden, van het Keyzer-Rijk
Japon
te hebben meefter gemaakt, ook het
Ilyhnd Formofa door een krijgs-liil niet
iBtn fiout als fmadelijk voor d^en Gods-
dienlt overweldigde. Van deze twee

Staats-

1nbsp; Dit is een Stad meteen Zeehaven op een
inham van\'t
Kyland Xtmo leggende op gra-
den Noordei-breette. De Japonezers noe-
men
dit £gt; land Saycock oF Checock , \'c elk
negen Koninklijken betekent» maar dit
z jn
rnet anders als wingevveften van het Keyzer*
Rijk
Japan. De Portugiezen hadden in ilese
Stad eeu Bisdom opgeregt
Goa.

-ocr page 74-

het Eyhnd Formamp;fa. g
bmats-vc^nderingen zal ik een koiE
en net verhaal doen, zoo als dezelve in
de Jaar-boeken van dat Land , en wel-
den Knbsp;^oor waaragtig hou-
den , befchreven zijn, alzo\'er n?g zeer
veelen onder haar leven , die dafr van

meer a s 5 0 of 53 jaren verlopen dat de^
ï^e zaak is voorgevallen.
\\^^^eryaandmoa was een Chinees : in
isi|n longhad tot Japon gekomen zijnde
wierd door eenige voorname Heeren,
^e^hem zeer genegen waren, in hes
Hot van den Keyzer CW^^^« eebragt-
hy gebruikte derzelver gunft met zoo
veel verftand, en bediende zie daar
van zoo tijdig, dat hy niet ]an|weifc
flaci om Zig van den Keyzer zelf te doen

o^uVnbsp;Jn fommige gele#

gentheden op zyn verftand en bequaam^
^eid gelet

te hebben ,, hem eenige be»
otemng in zijn legers gaf: hygedroes
in het zelve met zoo veel bekid en
dapperheid , dat zig in weinig tijd:
toe de^ voornaamfte ampten verheven^

meer, en meer aangenaam make«de
Snbsp;drong

-ocr page 75-

lo Bejvmij\'vmg\'vm
drong hem zoo diep in de gunft van
den Keyzer, dat na allengskens van
de laagüe bedieningen tot de hoogfte
ampten gevordert te zijn, tot de waar-
digheid van
Carilhan of algemeen op-
per Bevelhebber over de Krijgs-benden
des Keyzer-Rijks is opgeklommen ;
zijnde zo ten opzigte van de Eer en ge-
zag als defzelfs aangelegentheid de
hoogfte waardigheid , met welke een
onderdaan kan vereert worden.

Deze nieuwe Eer-ftaat deed niet
als zijn genégentheid tot dén Keyzer
cn het Keyzer-Rijk vermeerderen : hy
bleef met zoo veel wijsheid en yver
in
zijn gedrag volharden, dat den Key-
zer hem tederlijk beminde. De Luk-
Godin, altijd verwonderlijk , die geenr
ains het geluk van
Meryaandanoo om-
trent de gunft van zijn meefter bepaal-
de, deed hem een overwinning , be-
quaam om aan zijn heers-zugc genoe-
gen te geven , indien hy dezelve eeni-
ge paaien had konnen voorfchrijven.
Behalen : de Keyzerin wierd op zijn
goed gelaat zoo verflingert, en alle zijne
andere hoedanigheden maakten hem in-
oogen
zoo beminnelijk, dat haar.-

hert:

-ocr page 76-

het Eyland Formofa. 31

hert zig niet kondeonihouden van hem
te beminnen. Zy wierd daar door zoo
geraakt, dat , wat vlijt zy in \'t begin
aanwende om de ontfteltenis, in wel-
ke zy zig bevond , te verbergen, hare
oogen, hare redenen, en alle hare da-
aen zonder ophouden haar verrieden j
ja zy koft niet een oogenblik zonder
nem leven.
Meryamdanoo was al te
Klaarziende om niet te bemerken tot
Wat nieuwe trap van gunft hy was op-
gekJommen, en een,al tebehendigman
om daar van geen voordeel te trekken:
hy fprak zeer wel, en indien zijn ver-
itand hem wel haaft een middel deed
vinden om met de Keyzerin in een
volkome onderling verftand te treden,
zy was van haar kant niet lang zonder:
nem bhjken te geven van een volflage
toegenegentheid. Gm kort te gaan ,,
jy komt zoo verre van hem geheime
byeenkomften toe te ftaan alwaar de
Lietde de eenige getuigen was der ver-
baken , die zy aldaar fmaakten.
Dit
geluk van Meryaandamo was Zoo veel ^
te grooter , om dat-, fchoon lußcheis
nen met anders als een bezonder ondei»
houd-was gebruikt, zulks een zoo on-
Ainbsp;ge«-

-ocr page 77-

11 Befchrijvmg vdii\'

gcmeene gunft was, zoo ten opzigte der
gewoontens van dat Land, als jn ver-
gelijking van de hoogheid des perfoons,
die aldaar de voornaamfte rol fpeelde ,
dat men moeite heeft van zig te ver-
beelden , dat een menfch na iets hoo-
ger boven dat zoude konnen wenfchen.

Ondertuflehen is onzen opperbevel-
hebber in het midden van zoo groote
goederen , waardigheden , en vermar-
ken egter niet vergenoegt: de heers-
2ugt, welke hem verteert, doet hem
de Keyzedijke Kroon met nijdigheid
op het hoofd van zijn weldoender be-
fehouwen , hy verbeeld zig veel waar-
diger te zijn om dezelve te dragen dan
zijn \'Begunftiger i en niemand ter we-
reld bequaam kennende om hem het
hoofd te bieden , of zig tegens zijn
groote voornemens te kanten, zo maakt
hy een befluit van zig daar van ( het
kod ook wat het koft ) volkomen mee-
lier te maken;

Hy maakte dan Bier toe ccn begih
met ni het gemoed des Keyzcrs den
Egrs-yver tegens déKeyzerin in tebla-
2,en , en hem te doen geloven dat zy
de geliefde Minnares was van zeker

Heer,

-ocr page 78-

het Eyland Famp;rmofa.
Heer, die hy hem noemde , verzeker-
rende dat zy malkanderen dikmaals hei-
melijk in de tuinen zagen.
De Key-
zer , die niet een oogenblik aan den
yver en opregtigheid van zijn gunftew
ling twijffelde, verviel in een onuit^
drukkelijke gramfchap.
Hy gaf bevel
aan
Meyranadamo van naarftig re onder-
zoeken op welk uur en op wat plaats
zy gewoon waren den anderen te ko-
men vinden j dat hy vervolgens, zoo
haaft hy daar van verzekert
was , niet
zoiide nalaten hem zulx te vemittigen,
en zodanige^ goede fchikkingen te ne-
men , dat deen nog ü\'ander hem niet
konde ontkomen.
Merjamdamo be«i
loofde dc bevelen van zijn meefter tc
Zullen uitvoeren , en ging weg.
Nau-
Welijx had hy den Kevzer verlaten of
begaf zig na het vertrek van de
Keyze-
rin, en doet haar beloven hem niets tc
zullen weigeren , veel min daF geene,
\'t welk hy op die ftond aan haar had tc
verzoeken , hy bid haar dan hem een
bezonder onderhoud te willen toeftaan,
waar m zy, zeer gewillig toellemten
eer
zy van malkanderen fcheiden, we-
gens, de plaats., dag.j, en uur met hem

over-

-ocr page 79-

Befchryving van

overeenÏcomt. Hy door deze belofte
gefterkt berigten den Keyzer, dat den
Heer , van welke hy tegens hem ge-
fproken had, op zulken dag en op zul-
ken uur de Keyzerin in een hoek van
den tuin , welke hy hem aanwees moefi:
komen vinden , en dat hy haar te za-
men aldaar zeer gemakkelijk konde be-
trappen. Die dag gekomen zijnde,,
heeft de Keyzer zijn lijf-wagt by een
vergadert, en dezelve alle de toegan-
gen van den tuin doen bezetten, onder-
tuflchen dat
Meryaandamo , die zig uit
vrees van noor den Keyzer gekent tc
worden vaardig van kleding verandert
en vermomt had , zig in alle fpoed be-
rgaf na de plaats van de byeenkomil j
Alwaar de Keyzerin , die reeds onver-
duldig was van hem aldaar niet te zien,
hem was verwagtende : maar zo haaft
lt;den verrader tot haar nadert , lleekt hy
fien vergiftige * pook in haare boezem,
welke fteekhaar terftond zonder tekon-
iien fchreeuwe het leven benam. De

gru-

1\' Dit vergif is zo doordrmgende gt; dat al
het bloed in een oogeablik veriftijft, zoo dat
aeUs de grootfte woaden niet eene drupï^t
Woed uitlaten»

-ocr page 80-

ha Eyland, Formofa. j e
gruwel van deze mifdaat ontfteldc hem
penzins^ maarbedagt [te gelijk] een,
tweede [gruwehftuk] „iet^m wreed
als dit voorgaande. Op dat hem zulks

hv ÏTvnbsp;» zo omhelft

«y het hghaam van zijn mceftercs nog

W 1nbsp;\' blijft aldus bl

«ar leggen, verwagtendc dat den ee-
ne door welke dit treürfpel moeft ein-
bloot «ellen voorden
öooditcek , die hy hem was i bereiden.

Den Keyzer, welke vreesde dat dc
Jegenwoordigheid van iemand zijner
^J*-wagten hem mogt doen miffen \'ti
geen hy zogt, quam alleen cn lang-
ham naderen, zoo wel om zijn nieuwl-
g^engheidte voldoen,als om onze twee
geheven te beter te verrafien. Nauwe-
quot;JKS had hy den geene, die hy meende
een heel ander man te zijn als zi jn gun-»
itehng, by de Keyzerin zien legeen in,
een geftaltc, welke hem niet todiet tc
Jwijffelen aan de waarheid van \'t geene

rn^nrl^\'^^ffnbsp;» of hv.

Jerkehjke tuflchen - wijtte daar van.

öaan gcplaatft zijnde aannbsp;;

-ocr page 81-

té Befchryving van\'

tijd gaven van hem op \'t lijf te vallen jj:
en met dezelvepook te doorfteken, met
welke hy zijn gemalin doorboord had.
De lijf-vi^agten quamen wel op het ge-
roep van den Keyzer, maar te laat, dc
Heek was gegeven, en den verraderze
moordenaar , die alle de omwegen en
verholen uitgangen van den tuin ken-
de , was ontfnapt, en reeds in zijn
woonplaats wedergekeert. Hy wierd
vergeefs in alle de verborgende hoe-
ken gezogt: men begon al te wanbo»
pen van hem te zullen ontdekken, zoo
dat de ibldaten onderling valt mordenj
en ongetewijfFelt tot eenige uulporig-
heid zouden hebben uitgcborlleny mdien
den Bevelhebber der hjf-wagten hen
niet gezegt had, dat men den
Carilmn
van \'l geen gefchied was eerll mocfl
kennifle geven; derhalven word\'er een
hoof^ bm hem dit droevig nieuws te
boodfchappen afgevaardigt. Hy Wiil
zoo wel\'te veinzen, en fcheen zo ont-
roert, dat geen menfch ter weereld hem
had .konnen verdagt houden van deswe-
gens eenige de minlle kennifle te heb-
ben. Onderwijl, om in dusdanige
tijds gelegentheid geen tijd
te verlies

zen«.

-ocr page 82-

het Ejland Formofa. ï f

Zen , begaf hy zig door een groot ge-
van menfchen gevolgt na den tuia
alwaar hy na de lighamen des Keyzers
en Keyzerinne befehouwt te hebben tc-
^^nen gaf van een uitnemend misnoe-
gd i dog zijn zügten , traanen , en
Ichreeuwen beletteden hem egter niet
op rniddelen te denken om de minfte
vonk van agterdogt uit te doven , die
ö^en tegens hem zoude hebben konnen
opvatten :
derhalven na betoninge van
^ijn droefheid, en het verhes, \'t welk
hy voor zig in het bezonder was lijden-
de door de dood van een Vorft, aan
quot;vvelke hy zo zeer verpligt wasj zo be»
iuigde hy dendaader van die vervloek-
te Keyzers-moord zeer wel te kennen,
en dat hem tot de minfte omftandig-.
oeid daarvan bewuft was, en befchul-
Qigae alzo den zelven Heer, van wel-
ke hy zig in \'t begin gediend had om
den Egts-yver in den Keyzer te ont-
iteken : hy had hem zo haaft niet ge-
noemt , of de lijf-wagten ,. die met de
tutterfte vlijt na gelegentheid zogten
om de
dood van haar meefter te wre^
ken , hepen terftond na het huvs van
dezen onichuidigen Heer, en bragten

hein

-ocr page 83-

x 8 Befchryving van

hem clendiglijk omhals. Mogelijk was
Merjamdanoo bevreeft dat den Keyzer
iemand van zijn onderdaanen tot een
vertrouweling had gemaakt van zijn on-
rull, en van de befchuldiging tegens
een Heer gefmeed , welke het bedrog,
in \'t vervolg zoude hebben konnen mer-
ken , en die ongetwijflfelt hem zulks
geenzins zoude vergeven hebben j of
hy was miffchien om andere redenen
zijn vyand 5 en door deze oorzaken
heeft hy hera , zo om zig over herti te
wreken , als om zijn misdaad te beter
te bedekken , te liever aan de woede
des volks en zijn eigen herts-togt op-
geofFert. Hoe dit zy na dat hy al-«
dus tot het einde van zijn onmenfche*
iüjk voornemen gekomen was , zoo
©ntbralc hem niet meer als de vrugt
daar van te plukken die hy zig be-
looft had, als zig voor Keizer te zien
uitroepen» Oen overleden Keyzer had
geen [egte]] kinderen van de Keyze-
rin nagelaten , maar alleenlijk van zijn
byzitten: deze omftandigheid was hem
gunftig, benevens nog zeer veele an-
deren , die hy in deze gelegentheid
wel kpnde doen gelden ,, maar gelijk

het

-ocr page 84-

^------- ■»■ vr rrt\'vj^mnbsp;2\'Q

toet gèmcenlijk gaat, hoe hooger ii
mand in waardigheid en geluk boven
^derenverheven is, 20 veel te meer
magtige vyanden heeft hy te beftrii-
den voornamentlijk wanneer men
Eijn
Staat geheelljk aan-t geli

^rlchuldigt IS : daar was mamp; dlt;f
Opper-bevdbebbers van het llt;^er eèn
aanmerkelijk getal aan het huvs van
ZTa unbsp;\' welke alten on^

m Lnbsp;» met al haaf

magt de verkiezing vän Ji^ep-a.^rämff^
tegenfionden ,} maar hy van Äe ïyi
öe reeds yan langerJiand de gmöed-

jn/e genegenth^id des
vojks en der foldaten gewonnen heb-

n^r r! quot;nbsp;^^ raedflagen zij-

ner tegenftrevers wel onderregfi,; z^

«at hy alle hare heft-beraadflaaede \'

voornemens veiydelt hebbende, en tiin.

aanhang de fterkfte ziende tot Keyzir

van Japo» gekoren en verklaart, en-

öe vervolgens door het geheele leger
^ m alie de Eylat^den onder de S

Ri}k iWe daar.voor Äkend , «Tuit.,
geroepen wierd.nbsp;\'

Omtrent twee jaar na zijn verhef-
fing

-ocr page 85-

io Befchrßving van

fing [tot de Kcyzerlijke waardigheidjj^
de ichoonheid , grootheid , en vrugt-
baarheid van het Eyland
Formofa heni
bekent zijnde, wierd hy voornemens-
\'t zelve te overwinnen en aan zi jn Staa-
ten te voegen. Om te gemakkelijker
tot dit oogmerk te geraken nam hy
zijn toevlugt tot een krijgs-lift , die
hem niet minder gelukte als het wree-
de en bloedige n^iddel, van welk hy
zig bedient had , om de Keyzerlijke
Kroon op zijn. hoofd te planten. Hy
veinft
tig dan ziek te zrjn.j en doet een
oneindig getal van offerhanden aan alle
de Goden van
Japon opofferen , ten
einde hy haare gramfchap mogt (lil-
len en alzo zijn genezing verwerven.
Het bloed van zo veel duizende offer-
dieren wierd nodeloos geftort, den
zieke wilde geenzins verhoort zijn y
maar hebbende op zekere dag de voor-
naam Ite van zijn Raad doen by een
vergaderen ,, zo vertoont hy haar dat,
nadien de Goden van; zijn Land de
magt of wil niet hadden van hem ge-
zond te maken, hy zig genoodzaakt
vond zijn toevlugt tot buitenlandze
Goden
te nemen : dat hy , hebbende

hoo-

-ocr page 86-

het Eyland Fwmofa. 21

hooren fpreken van de magt van dien
God, welke in Formofa gëeert wierd,
voorgenomen had aan den Koning van
dat Kyland gezanten te zenden ,\' om
hem verlof te verzoeken van in alle de
Kerken der voornaamfte Steden van
Koninkrijk üffer-dieren te mogen
doen Aagten, hoopende dat die
God
hem een gezondheid zoude wederge-
ven , om welke te verkrijgen hy te
vergeefs de hulpe van alle de Godhe-
den
vm Japon verzogt had, fchoon
^y ten dien einde voor haar meer als
Joooo Offerhanden had doen opofFc-«
ren. Dit raads-hefluit aldus genomen,
en van alle de Staats-dienaars en Groo\'
ten van het Hof toegeftemt zijnde ,
zo noemde hy terftond zijn gezanten,
en belafte dezelven met een brief aan
den Koning van
Formofa ^ zijnde byna
van dezen inhoud.

Meryaandanoo Keyzer van Ja-
pon , aan den Koning van For-
mofamijn [zeer goede] vriend.

^ y ^quot;de eenige tijd met een moejelijke
uekte geplaagt geweeß , Mhebikje

verz

-ocr page 87-

S.Z Béfchr^ving vm

vergeefs getragt de gramfchap der Goden van
myn Kejfer-Rtjk te ßillen^ ik heb alles ge-
daan wat in mijn magt was om van haar mijn
genexJng te verwerven^ zy hebben mijne of\'
ferhanden verfmaad ^ en z,ijn voor myne Ge-
lofte doof gebleeven j ik weet niet ^f ik. fulk^
aan haare gramfchap of onmagt moet toefchry-
ven : V zy daar mede als *t wily hebbende
altijd een bez.ondere eerbied gehad voor u-
wenGod^ van welkers magt en goetheidik
volkomen overtuygt bsn^ fo bid ik,UE. te
•unllen toeßaan^ dat eenigenvan mijn onder-
daanen in
Uw Eiland aanlanden ^ en tot aan
de Kerken van uw Voornaamfie Steden mOquot;
gen geleiden de offerdieren, die ik heb doen
toebereiden om aan uwen
God ten offer aan^
geboden te worden. VE. belovende dat,
indien de z^lve zig verwaardigt my in ge-
fondheid te herß ellen ^ ik^deffelfs dienß z.al
Opregtendoor geheel fapon^ eu in alle de Ei-
landen tot deffelfs gehoorzaamheid behoren-
de^ aldus %.al uwen
öod ook denonz.en %jjny
quot;wy TJiilen in een verbintenis en vriend»
fchap veel vslffMober dm mit, te zjime
leeven.

Den Keyzer Meryaandanooi

Den

-ocr page 88-

het Eyland Formofa. 23

Den Koning van Formoja ontfing de-
ze brief
met alle de tekenen van een be-
denkelijk genoegen, hy vergaderde de
Ldelen benevens de
Priefteren van zijn
gebied,
en vertoonde haar den inhoud
des bnefs van den Keyzer van Jaj;on,
«aar te gelijk bevelende den
God over
«eze zaak raad te vragen. De Priefters
na \'t zelve in een lange en ernftige o»
ver Weging genomen-te hebben , hoo-
iende groote voordeelen te zullen trek-
ken door het ontfangen der offerhan-
den van een zo groot Keyzer , waren
gcenzins nalatig aan haar
Koning tc
boodfchappen , dat haar God aan den
•iveyzer van Japon toeftond de offer-
handen te zenden, welke hy gefchikt
nad om aan hem te Worden opgeoffert,
en dat hy goedvond dat dezelve hem
Wierden opgedragen ; daar by voegen-
de , dat, alhoewel het den
God niet
oehaagt had te verklaren, of den
Key-
Zer zijn gezondheid zoude wedcrkrij-
gen ofiïiet, zy egter niet nalieten iets
peds
uit deze toeftemming te voor-
IpeUen.
Na dit antwoord der Priefte-
ren ontbood den Koning de gezanten
Vederomj tot haar zeggende, g^at

croet

-ocr page 89-

Ï4gt; Bèfchr§ving van

f\'oet van mt]nent weegen den Keyxfir
uw meefleri en boodfchapt hem dat z.tj~
ne offerhanden aan onz.en
God aangC\'
naam tMÜen xjjn , en dat ik hem ver-
gun eenigen vm zj\'yn onderdanen te -afin\'
den tot geleide van %.oo menige Offer-\'
dieren , als Gods-vrugt hem z.al inquot;
geven. Verders , indien onz.en
God hem
zSjn gez.ondheid weder geeftdat ik vol\'
gens zjjn belofte ftaat maak^ dat hy deS\'
aelfs dien(l door alle z^ijn
Rijki Staaten
•Lal opregten.
Door Gezanten in deze ge-
hoorgering te gelijk haar affcheid ont-
fangen hebbende keerden vaardiglijk
weder, otïi aan haar Meefter reken«
fchap te geven van haare verhandeling.
Meryaandanoo was geheel verheugt o-
ver een beginfel,
\'t welk hem een goed
gevolg van zijn aanflag fcheen te belo-
ven ; ja \'t fciieelde op die ftond wei-
nig of hy vergat dat hy ziek was: hy
had reeds eenige
krijgs-benden vaar-
dig j ook deed hy een groot getalvan
JSIarimmonnos gereed maken j dit is een
foort vaneen
rosbaar, in welke zig met
gemak 3 0 of 40. menfchen konnen ver-
bergen, d\'ecne meer d\'andereminder,

^y

* Omtrent 500.

-ocr page 90-

3

S--

i V

I i

-ocr page 91-
-ocr page 92-

het Eyland Formofa.
Zy zijn gemeenlijk in vericbeide ge-
noegzaame breede pla-.itzen verdeek ,
met openingen op dc wijze der ven-
ßers om lugt te fcheppén : dit zijn
van die huyzen , die men kan vervoe-
gen : zodanig een
Nurimmo-nnos word
door twee -Elephanten gedragen byna
eveneens gelijk de Muil-Ezels of Paar-
den de Rosbaaren in Europa dragen.
Men verftak in yder 30 ^ wel gev/apen-
Qe Soldaten of daar omtrent na deflelfs
groote } en om de
Formofanen te beter
te bedriegen wierd in yder derzelvereca
Offer-dier geplaatft , \'t zy et?n O3 of
een Bok in d\'eene, in andere wederom
dammeren , amp;c. welken men gemak-
k-elyk konde zien door dc openingen ,
die met voordagt halfopen gekten wagt;
■ren, ten einde het volk ag zoude ver-
welden dat deeze
NoHmmonnos niec
anders als met Offer-dieren des Key-
zers vervult waren. Dezelve wierdën
benevens de Elephanten f, die deze
gevaartens moeffen dragen , op eenige
^rkha-kafeos gefcheept, dit zijn grooie
Bnbsp;platte

* Hier door kan men her getal der Kngt;s.
beoden tot bp 9 of loooo berekenen.

t Zijnde een getal van ontrem €00,

-ocr page 93-

26 Befchr/jving van
platte Schepen van een ongemeene
groote, die aan elke zijde
ico cn meer
riemen voeren jzy hebben byna heihc-
zoen van die ponten,op welke dekoct-
zen en andere ry tuigen vai] d\'cene kant
des rieviers tot aan de andere worden
overgezet: men bediend\'er zig gemeen-
lijk van in \'r overvoeren der koopman-
Ichappen van het eene Eyhind na het
andere , welken in Japon menigvuldig
en niet verre van den andere gek\'geii
zijn. Deze
Arkha^kafeos gaun byna
altijd van \'t een na quot;^t andere Land, ge-
durig langs de wal heen varende , en
gaan noit uit als met zeer Üil v^\'cder.
Boven op deze Schepen liaan een foort
van hutten of tenten op zekere tuf-
fchen-wijttc van den andere geplaatft,
welke genoegzaam na boeren huyzen
gelijken, zoo dat men van verre zou-
de zeggen dat het drijvende dorpen
zijn ; en dit betekent oolc het woord
.drkha-kajfeos * in \'t Japons.

Zoo haaft deze Vloot voor Formofa
•was aangekomen, naderde men zoo
digt aan \'t Land als mogelijk was, om

de

* Want Arkha betekent drijvende, en Kaf-
feosy
Dorpen.

-ocr page 94-

bet Eyland Formofa. 2 7
de Elephanten te oniichepen : geiyk
deze
Arkka-kafjeos zeer plar zijn , zoo
gaan dezelven ook niet meer als 3 of 4
voet waters diep j men deed dc Ele-
phanten in het water benevens het Schip
ftellen en alzoo valihouden^ vervolgens
gt;\'Vierden door behulp van zekere kraa-
ien enkelijk daar toe gemaakt de No-
yimmonms d\'een na d\'aadere met alles
^at zy befloren uitgeligt, en men liet
dezelve langzaam afdalen op den rug
Van deze dieren , welke men alzo naar
land geleide, alwaar zy van diegenen,
tlie op dezelve raoerten agt geven ,
■^vierden opgewagt. \'tVoliC was in ver-
Wondering opgetogen ziende een zoo
heerlijke toeltel, en oordeelde volgens
net getal der
Norimmomos , dat dezel-
ve een ongelooflijk getal OfFerdieren
nioeften befluiten. Den Eerbied , die
inen in dit Land voorde dieren, die ten\'
Offer gefchikt zijn heeft, was 001 zaak
dat men niet zeer nieuws-gicrig rot deze
Nonmmonnos naderde, cn hielp niet wei-
nig om deze krijgslift te bedekken.
De hinderlaag der Grieken * om
ót
Btnbsp;Stad

* Dm veinsden h« beleg t€ breken, eu

be-

-ocr page 95-

.2.8 Bef ehr ij ving van
Stad Trojen na een beleg van lo ja-
ren te verraiTcn, en van welke een van
de voornaamfte Digters -[-der Oudheid
ons een zo fraije befchrijving heeft ge-
d;ian , had geen gelukkiger uitkomil,
als deze
Nunmmonms van den Keyzer

van

beoaven zig na Tenedos een der Eylanden van
il\'B jjeefe Zee , latende in haar legerplaats een
verfchrikkelyk gevaarte van hout met voor-
dagt na de geßalte van een paard gebouw::
men las op het zelve dit opfchrifc,
de weg-
gaande Grieken eigenen dit gefchenk toe aan
de Godin Minerva , die geweldig in weige-
nen is.
De Trojanen den raad van Laocooti
verfmadende » welke vvüde dat men die ge-
denk-ftuk zoude vei brandeu j braken een gat
in hare Stads muur om hec in de Stad te
voeren, alwaar zy \'t zelve plaatften tot een
gedagtenis van bare dappere tegenftand gt; maar
inet de eerfte nagt qtiamen de foldacen daar
uit, beroofden de Stad, en leiden dezelve in
kooien.

* Die was een vertnaarde vefting 3 zijnde
de Hoofd-Scad van het oude Koninkrijk van
Priamus en gelegen aan de voet van den berg
Ida in klein Afia : de Grieken verdelgen de-
zelve in het 1282 jaar voor de geboorte O.
S. J- C. geheel en al, zo dat men heden daar
van niet meer als de tekenenkan zien.

•f Namentlijk Virgilius in l^et begin dss
meede boeks van\'/Èneas.

-ocr page 96-

het Eyländ Formofa. 29
van Japon. Zy waren door een grooc
getal Beampten alle koÜelyk gekleed 5.
en welker gevolg
en toeftel de groot-
heid en deftigheid van haar Meefter
vertoonde
verzeldi al dit talrijke gevolg
Wierd in drie hoopen verdeeld , daar
wierd bevel gegeven dat
de voornaam-
ste van dezelven na Xternetfa zoude
geleid worden, als zijnde de Hoofd-
stad van
dat Eyland , en de verblijf-
plaats
des Konings : de twee andere
hoopen wierden na Bigno , en Khad-
zey
gezonden. Den dag die dit toneel
Joelt openen , en welke die geenen ,
die de
Norimmonms geleiden, met mal-
kanderen beftemt hadden gekomen
Zijnde, 20 quamen de foldaten op hec
Werfte teeken met den degen indevuill
Voor den dag, dreigende de in woonders
en den Koning zelfs van alles in bloed
en vlam te zetten , indien zy zig aan
het gezag van den Keyzer van Japon
met onderwierpen: den Koning, wel-
ke geen tijd had van tot zig zelfsteko-
men , nog van zig te beraden op \'t ge-
ne hem in een zoo dringende
gelegent-
heid des tijds te doen ftond , ja zelfs
geen hoop ziende om zig te konnen
B Inbsp;vleijen.

-ocr page 97-

3© Befihrijving van
vlcijen, dat zijn dood de vryheid voor
zijn Land konde behouden, was ge-
noodzaakt onder het jok te bukken ,
cn zig ter genade der uitvoerders van
de bevelen van
Meryaandanoo over te ge-
ven. Aile dc andere Inwoonders van
het Eyland zagen zig gedrongen deze
fnel- gaande vloed te volgen, en te doen
gclyk de Inwoonders der drie voornaam-
Üe Steden , welke door verrafling wa-
ren overmeefiert: aldus zag zig dit Ko-
ninkrijk in min dan uuren byna
zonder eenige bloedftorting t\'ondergc-
bragt. Zedert die tijd onderhoud den
Keyzer van japon in dit Eyland akijd
een üerke bezetting , en zend aldaai\'
een Koning , welke
Tano-Angon ge-
roemt word, btteckcnendedit woord
zoo yeel als Opperfte-Stedehouder des
Konings ; vorders heeft hy aan den ge-
ne, welke hy van zijn Rijk berooft
heeft, niet anders als de ydele eernaam-
van
Bagdandrs ^ of onder-Koning voor
hem en de zijnen , benevens eenige
bloote ecrbewijzingen , voorregten ,
en inkomften zonder eenig gezag ove-
rig gelaten. Ziet daar de wijze op wel-
ke Forr/^ofii onder de gehoorzaamheid

van

-ocr page 98-

het Eyland Formofa, 31
van Japon dcor de krijgs-liil van Ade-
\'rjaanda; oo gekomen is; die in plaars van
voor der,
God van dat Land OlFer-bee-
ften re
ßagten voorgenomen had alle .
de Inwoonders aan zijn (bat-zugt op
te offeren , indien zy geweigert had-
den Z3g aan zijne wetten te onderwer-
pen. Wy gaan nu over tot de manier
der regering , die hy aldaar heeft op-
geregt, welke byna de zelfde is ais die
der andere Eylanden van
Japon,

DERDE HOOFDSTUK.

de manier der regering van het
Eyland- Formofa, en van de wet-quot;
ten die den Keyzer Meryaandamo
ddaar heeft opgeregt.

MEryaandanoo- hebbende , gelyli
wy reeds gezegt hebben,\'rEy-
land
Formofa ingenomen , maakte ee-
nige nieuwe wetten rakende den On-
der-Koning , die hy aldaar plaatfte,.
en bevettigffie de Oude Wetten , aan
welken het volk reeds onderdanig was,
zig vergenoegende van de üraffen re-
B 4nbsp;gens

-ocr page 99-

3 i Befchrijving vau
gens de overtreders tc verzwaren,
^Deeerfte Wet, die hy maakte,raakt
in \'i algemeen alle Koningen, die hem
onderdanig zijn , en een getal van 2 5
uitmaken, bekilven nog 8 v^elken niet
meer als Onder-Koningen zijn. Deze
Wet verpligt haar
van %J-g t%veemaaldes
Jaars
om rekenfehap van hmne bedic/nng , en
at
geen aanmerkelijks binnen de mtgeprektquot;
heid harer Staten, gedurende die fe/ maan»
d.en is voorgevallen te doen by den Keyz^er te
vervoegen.
Na welke verrigting zy weder-
om zodanige nieuwe bevelen ontfangen
als den Keyzer haar gelieft te geven.

De tweede Wet verbied haar de h\'
velen- des Keyz.ers te overtreden , ten wa^
re zy indringende noodfakelijkheden
hem
daar van kemtjfe gaven , wyders is dczc
Wet gemarigt na\'tvereifch der zaken.

Dc derde Wer gebied dat de gemelde
Koningen
of Onder-Koningen niets z,Mllen
ondernemen
, \'t welke ftrekt tot nadeel der
volkeren , die haar onder tv orpen , en on-
derdanen des Key%,ers z^ijn j. dat zy haar
niet het minjle onregt zjuHen doen maar in
legendeel dez,elve met allerley- bef^eftheden
handelen , wé\'/ agtgevende van haar niet
het minjle \'t z.y in haar levert , middelen ,

en

-ocr page 100-

het Eyhnd Formofa. 5 5

en goede mam te benadelen. Men kan ge-
makkelyk zien dat hy deze wet gemaakt
heeft om degenegentheid des volks toC
zig te trekken.

De vierde Wet beveelt dat niemand-
der Koningen of Onder - Koningen eenig
Chrifien in haar Land ZMÜen dtüden
^maar
dat aan alle Zeehavens ß^emagtigden z.,ul-
Im houden om de vremdelingen , z.o haaß
^J aangekomen z.ijn ^ te ondervragen y en
te onderxMeken of zy Chrißenen z.ijn of niety
kaar voorßellende een Chrißi Kruysbeeld met
\'boeten te treden.
Deze Wet is zedert
den jare
1616 altijd flrengelijk onder-
houden , als wanneer den Keyzer van\'
J^on alle de Chriftenen * die zig toen-
in zijn gebied bevonden uitroeiden en
aan alle anderen het inkomen op ver^
beurte van het leven verbood. Wanc
Wat de vremdelingen belangt, die geen
^warigheid maken om over het Kruysi*
beeld te gaan, den Gezaghebber van-
de plaats, daar zy aankomen, geeft
B 5nbsp;haar

I K deed\'er meer dan 500O00 Kerve»;
behalven diegeenen, welke in verfcheide veld.
llagen fneijvelden. Dé heer-zugt der Jefiiiten^
en andere bezendelinaen is oorzaak van dess:.
ofmkeering geweeft.

-ocr page 101-

^^ Befchrij\'vîng mm \'
haar een gelcy-brief, met welke zy
konnen gaan door alle de plaatzen on-
der de gehoorzaamheid van zijn ge-
bied Ibaiide, mits dater niet boven de
2Q menfchen te gelyk komen.

De vijfde en laatÜe beveelt, dat geen
Koning iemand in z,ijn Gods-dienji
zmI mo^
^en dwingen ^ maar dat een y gelyk onder \'
daan vryheid z.al hehhen van. zjijn God o^
w^jzj te ditnen^ ten minjlen indien hy
geenz.ms van^ï Chrijienddm verdagt is , in-
welk geval die gssnen die daar van be-
fc hul digt of verdagt z.ijn , het onderzoek
van h Kruys-heeld z.Hllen ondergaan.
Het
befluit van àlle deze Wetten was [hier
ia beitaande] ,
dat dez..elven door de ge-^
melde Koningen of Onder\'Kentngen. na de
ietter z^ouden ^i^orden uitgevoert op verhear-
tff van het leven
; en diï is de reden y
waarom de Keyzer van Japon door de
geheele uitgeftrekthcid van zijn gebied
•500 ftiptelyk word gehoorzaamt.

Hy- maakte geen nieuwe Wetten
voor het volk , gelyk gezegt is, maar
hy deed alken die geene , welke reeds
gemaakt waren , vernieuwen , ver1
ïneerderende dc ilrafFe tegens de over-
tredeis.

-ocr page 102-

M Eyland Formofa, 5 5
. De eerfte , die hy wederom in ftaat
bragt , was tegens de Chriftenen. By
Qcze beval hy
dat yder vremdeling voor
«« Cbrißen bekent zwijnde , welke een of
^eer Inwoonders des Lands zal hebben af-
getrokken y of gepoogt af te trekken y en de-
delven verpligt Chrißens te worden y inden
kerker zjoude op gefloten worden hy en
al die
i^enen , figt;elke hy zal verleid hebben in-
^^en den vremdeling het Chrißen Geloof
\'^\'erzaakt en den God van
\'f Land aanbid y
tlüI hy niet alleenlijk vergiffenis y maar
\\_daar en bovenl^ nog een vergelding ont-
fmgen
y dog indien hy zulx weigert, :,.oo
hy geheel levendig verbrand werden,
indien den gene , die afgetrokken
was
•^ederom tot die Gods-dienß begeeft y weU
ks hy heeft verlaten , zao zgt;4l hy weder in
\'^^yheid gefield ^ maar indien niet. zjil
hy
opgehangen worden.

De tweede is tegens de roovers^ eii.
moordenaars.
Den gene die rooft word ge-
flraft na de waardy van\'t gene h heeft
gerovfty.
of door de firafKh^goèijnri^yofd Qoreeri\'
B lt;Snbsp;hd-

-ocr page 103-

36 Befchrijving mn

ballingfchap , of door een altijd-durende ge»
vangents , of ten laaflen ook wel dsor dè
dood. Een Rover , die te gelyk iemand
ombrengt en berooft , word terflónd gehfuiquot;
cigt: Een
moordenaar of een, die iemand
sngeii/ettigt ter dood brengt, worJ, aan
voeten opgehangenen blijft in dezenßaat
veel of einig t\'jds na dat de emßandighe-
den uan s^ijn misdaad hem weinig of veel
zijn bexjwarende , waar na men hem ter
dood brengt y hem met pijlen doorfchietende
of anderßns.

De derde is tegens de overfpeelderfe

■mor de eerße maal betaalt men een boete
van
loo Gopans , dat is ienbsp;100

ponden güudi Die geen geld quot;hebben

[om

i£n ni^ ^vervo?gens doet men hem met het
hoofd tot op de kniënbuigen, en door\'t mid-
del van een touw , \'t welk hem in den hals
door een yzere ring in een plank vaft zyn-
de word heen gehaalc , ende alzoo weder tuf-
fchen zijn twee beenen door gaat, houd men
hem aldus\'t lighaam t\'zaam gevouwen, weir
Big of veel tijd na. dè zwaarte van zijn mis-
daad.

* iDit belöopt omtrent iRoo guldens Hol-
lands , of 150 ponden fterlings Engels geld»
Hier. agtcr in een. ander H.eofditek kan mca

zieiTfc

-ocr page 104-

het Eyhnd Formofa, 2 7

[om die boete te betalen] worden in\'E
openbaar door Beulshanden gegeefeltj
en wanneer zy ten tweedemaal betrapt
zijn, \'tzy mannen of vrouwen j Zo ver-
liezen zy haar hooft.

Want alhoewel een man zoo veel
vrouwen mag hebben als hy kan voe-
uen, egter, indien hy eenige andere
vroiïw als die geene, aan welke hy
trouw belooft heeft bekend is hy fchul-
öig aan overfpel. Deze zelve Wet ver-
pligt ook. al die geenen , die niet ge-
trouwt zijn binnen de paaien van ont-
houding te blijven , namentlijk indien
^y inboorlingen des. Lands zijn j maar
deze Wet ftrekt zig niet uit tot over
de vremdelingen , want nadien\'er zeer
veel dogters ongetrouwt blijven , wat
genegentheid zy daar toe ook mogen
hebben,\'t zy ter oorzake van hare wei-
nige frayheid , of van hare andcEe
aangeborene gebreken j of dat zy \'t
ongeluk hebben van daar toe niet aani-
gexogt te worden: daarom mogen die
geene, welke tot onkuisheid geneigt
ß 7nbsp;zijiH

2i€n ,, waatom een pond goud in Formofa alamp;
dv isnbsp;van vvaar-

-ocr page 105-

^S Befchrijving \'van
•zXya , fiaar zelven ongeftraft tot hocré-
ry overgeven1quot;, mits dat zulks geichie-
de met vremdelingen , want de Inge-
borenen, welke overtuigt zijn, van met
eenige dogter,, wie het ook zy, te doen
gehad te hebben , fchoon dezelve een
openbare hoer is , worden als over-
fpeelders geftraft.

Alhier moet worden aangemerkt,dat
een man zodanige magt over zijn vrouw
heeft , dat hy, wanneer dezelve op
©verfpel betrapt , haar-op die plaats
Eiag ftraffen; ja zclfe het leven bene-
men : \'t welk ook zekerlijk gefchied ,
indien de zaak openbaar is, maar zo de
-taak niet bekent is , en dat zijn vrouw
heqa belooft zig te zullen beteren, dan

kan

1nbsp; Den Keyïcrjtrekt daar door een aanmer-
kelykje inkomft : Aldus is den
Paus den ee-
nigen Vorft niet gt; die een zoo verfoejelyk onge-
bondenheid toeftaat \\ maar nadien de Pauzen
gelooft hebben de Kerk-pligten der Heydencn
tc heiligen, met dezelven in de Kerk in te voe-
ren , zoo is het ook waarfchijnelyk dat zy ,
het gebruik der hoeren zelfs in de plaatzen.
van liaar verblijf toelatende, desgelyks geloofi:
hebben dit gebrek, te konnea regtvaardigen ,
koe ft.rijdig het zelve ook mag fchi/nen tegens
^hi wetten der Ciwiftenheid^.

-ocr page 106-

htt Eyhnd Formfa, 5 f

kan hy haar \'t zclvc vergeven , indien
hy zulx goed vind. \'t Ts waar het ge-»
beurt wel veeltijds dat de mannen deze
ïpagt misbruiken, dewijl het haar zeer
Ügtvalt eenige fchijn te vinden om ha-
re vrouwen van overfpel tc befchuldi-
gen,en zig alzo van die geenen te ont-
flaan , van welken zy moede zyn.

De vierde W et is tegens de valfchc
getuigen en de zulken, die dezelven
daar toe opmaken :
äßzjtn -wurden ver-
^ez.en om de fehade te vergoeden die zy
hebben veroorzaakt ,, waar na men haar de
tong uitfnijd , ook worden zy fomtijds wel

dood gebragt na de grootheid van haar
misdaad.

De vijfde is tegens de Gods-lafteraarsj
dn welken geheel levendig verbrand wor-
den.

De zesde is tegens die geenenquot;wel*
ken haar Vader of Moeder , iemand
haarer Bloedvrienden, eenig hoogbe-^
jaard man , of eenig perfoon v^n gezag
flaan._
Men veroordeeld dezelven om ar-,
men en beenen afgehakt te wardeny daarna
doet men haar een ßeen om den halsy en al-
dus worden x^y in de Zee^ of in een Rivier
geworpen. Maar indien \'t. komt tegebeurm dat

em:

-ocr page 107-

^o Befchrjving mn

een Priefier gejlagen word, als dan wor-
den de armen des geene , die overtuigt if
z.ulb gedaan te hebben , verbrand y en z.ijft
lighaam word geheel levendig begraven. En
indien iemand zoo (lom was van een Ko-
ning 5 Onder-Koning of Geuighebber te
pan, dez.elve x.oude iJ)o lang by de voeten
worden opgehangen tot dat hy dood was y en
z^ijn lighaam sponde varh de honden gegeten
worden.

De zevende is tegens de quaadlpre-
kers en agterklappers ,
welker tong met
een ghejende priem doorboord word.

De agtfte verklaart demiken het hoofd
verbeurd te hebben , welken weigeren aan
haar Overheden te gehoorzamen in die din-
gen , welke door de Wet geboden zijn.

De negende heeft zijn opzigt op de

Oproer-makers of zulken , die medepligtig
zijn aan eenige openbare of bezondere zji*
^enzwering tegens den Keyzer , of eender
Koningen en Onder-koningen , welke hem
onderworpen zJjn : als mede op die genen j
die deaangenome Gods-dienfi van het Land
pgen te verftoten } alle welken veroordeeld
zjjn om door allerley bedenkelijkepmen ge\'
pijnigt te
worden y, Ut dat de geef ge-
-iien,.

Ziet

\' ,l.r

I ti

J

-ocr page 108-

hét Eyhnd Formofa. 41

Ziet daar in weinig woorden de voor-
naamfte Wetten , die
Meryaandamo
maakte , of welke hy wederom in ge-
bruik bragt in het vierde jaar van zijn
Kegering, op een algemeene vergade-
ring van alle de Koningen, Onder-ko-
llagen , en voornaamften der Priefte-
Jxn uit alle de Steden van zijn Keyzer-
ivijk; door middel van welken alle zy»
quot;e onderdanen een diere vrede geno-
den, zijnde het volk zo zorgvuldig om
^ig daar na te fchikken als de Konin-
gen, Gezaghebbers, en andere opzien-
quot;crs vlijtig zijn om dezelve uit te
voc4

Daar zijn nog zeer veel andere zaa-
^en het Oppergezag rakende, welken
aen lezer mogelyk meende hier te zul-
^en vinden i maar ik heb het gevoe-
gelykcr gëoordeelt dezelven elders te
plaatzen, om geen verdrietig herhaal
j^e gebruiken. Dit meen ik genoeg te
zullen zijn om
een denkbeeld te geven
over de grond-wetten van dit gebied ;
en van de wijze op welke\'Merjaandamo
2\'g tegens de Koningen of Onder-ko-

draagt\'nbsp;onderworpen zijn ge-

VIER-

-ocr page 109-

4.0 Befchry ving n)an

een Priefler geßagen word, als dan wor-
den de armen des geene , die overtuigt is
zulks gedaan te hebben , verbrand y en x.ijn
Ughaam word geheel levendig begraven. En
indien iemand zoo flom was van een Ko-
ning 5 Onder-Koning of Gezjighebber te
ßaan^ dezelve z.oude
zjoo lang hy de voeten
Tvorden opgehangen tot dat hy dood was l en
zijn Ughaam zjiude var» de honden gegeten
worden.

De zevende is tegens de quaadfpre-
kers en agterklappers ,
welker tong met
een ghejende jiriem doorboord word.

De agtfte verklaart de zjilken het hoofd
verbeurd te hebben , welken weigeren aan
haar Overheden te gehoorzamen in die din-
gen 5 welke door de Wet geboden zijn.

De negende heeft zijn opzigt c^ ds

Oproer\'makers of zulken , die medepligtig
zijn aan eenige openbare of bezondere zji*
•iftenzwermg tegens den Keyzer , af eender
Koningen en Onder-koningen , welks hem
onderworpen zijn ^ als mede op die genen^
die de aangenome Gods-dienß van het Larid
^ogen te verßoten j alle welken veroordeeld
sjjn om doorallerley bedenkelijke^ynen ge.
fffmgt. te worden ^, tot dat zy degeeß ge-
ven,.

Ziet

-ocr page 110-

hèi Eyhnd Formofa. 41

Ziet daar in weinig woorden de voor-
naam ile Wetten , die
Meryaandamo
maakte , of welke hy wederom in ge-
bruik bragt in het vierde jaar van zijn
Regering, op een algemeene vergade-
nng van alle de Koningen, Onder-ko-
ningen , en voornaamften der Priefte-
5quot;en uit alle de Steden van zijn Keyzer-
Rijk: door middel van weiken alle zy*
ne onderdanen een diere vrede geno-
ten, zijnde het volk zo zorgvuldig om
^ig daar na te fchikken als de Konin-
gen, Gezaghebbers, en andere opzien-
ders vlijtig zijn om dezelve uit te voe4
ren.

Daar zijn nog zeer veel andere zaa-quot;
lien het Oppergezag rakende, welken
den lezer mogelyk meende hier te zul-
len vinden ; maar ik heb het sevoe-
gelykcr gëoordeelt dezelven elders te
plaatzen, om geen verdrietig herhaal
te gebruiken. Dit meen ik genoeg tc
\'-iullen zijn om een denkbeeld te geven
over de grond-wetten van dit gebied ;
en va.n de wijze op
weXkc Meryaandanoo
zig tegens de Koningen of Onder-ko-
ningen, die hem onderworpen zijn ge- .
draagt.

VIER-

-ocr page 111-

43 Bejchrijvmgvan

VIERDE HOOFDSTUK.
Van de Gods-dienfi der Vormofanm.

\\ Lhoewel dat alle de Inwoonder?
van
Jafon in \'t algemeen Afgo-
den-dienaars zijn , zulks belet egter
niet, dat men onder haar een groote
verfcheidenheid der Gods-dienften en
bezondere gevoelens vind j maar de-
wijl wy alleeniyk voornemens zijn al-
hier van die Gods dienft te fpreken,
welke in
Formofa is opgeregt, zoo zul-
len wy ons vergenoegen met den lezeif
de drie voorname oorfprongen aan te
Wij2?n , uit welke zoo veel verfeheide
gevoelens fpruiten , om dat dezelyen
met deGodS\'dienfl: derFormolaneneen
groote overeenkomt hebben.

De eerfte is de Afgesdery of den Beel^
den-dienft: deze is de heerfende Gods-
dienft des Lands, en die ook meeft in
algemeen door geheel Japon is aan-
genomen , dewijl alleeniyk in de Kerk
yan
Amida binnen Meaco * eertijds ds

Hoofd-

* Deze Stad leggende iti een inham der
Zee van dezelve naam is zeer grooc en-volk-
rijk:

-ocr page 112-

het Ehland Vormofa. 45
Hoofd-Stad van het Eyland t^iphon
niet minder zijn als 3500 Afgoden,, te
weten, icoo van goud,
1000 van Sil-
ber, loQo van Koper en
500 van hout
of fteen, aan alle welken Qflèn, Scha-
den , Geiten, cn dier^lijke andere
5eeÜen worden opgeoffert, en fom-
tiids [ook wel] kinderen, wanneet
Goden door de gewoone Offerhan-
den niet verzoent zijn-

De tweede foort van Gods.dienft is
die geene, die de erkentenis van een
pnig
God leraart, welke het volk gc^
kgt;oft zoo groot en ontfaggelyk te zijn^
dat zy niet durven eemge Offerhande

voor

jijiï t zy is langen tijd dc: Hoofd Stad van \'gc^
2 ft gevseeft, raaar tegenwoordig is
zulks
Tifdro j niet te min heeft den Keyzes«
Qjar alcijd zijn Hof , en het is ook de ver.
^l\'jrplaats van den
Dairo, of den Opper-Prie-
«er der Japonezers.

. * Siphon betekent oorfprong des ligtsidic
IS net grootfte van alle de Eylanden , welken
^et malkanderen het Keyzer-Rijk. van/^»
ö«
uitmaken , de
Europëers floemen dit ook by
uitnemendheid het ^Eyland Jafo» : H zcL

uf\'^f u 30 en 40 graden Noordec
Dreete . het begri/pt 250 mijlen in iijn lang-
te, omtrent 100 mijlen op zijn grootfte brei-
en byna
600 mjl^n ia zijn omtrek.

-ocr page 113-

44 Befchrijving van

voor hem doen, maar zy hebben de
Zon tot het voorwerp van hare Offer-
dienft geftek, als welke de Opper-
magt heeft naaft dien
God, en de ge-
heele wereld beftierr. Zy merken de
Maan cn Sterren aan als mindere maa-
ten, die bezonderlyk gefchikt zijn om
ten nutte der Inwoonders dezer wereld
te waken : en dit is de reden, waarom
zy kinderen aan de Zon, en heeften aan
de Maan en Sterren opoiFeren.

De derde is eerder een gevoelen der
God -verloogening als een-Godsdienfti
want die geenen, welke bclydenis daar
van doen , logenen in \'t geheel dat\'er
een
God is, en ftellen vaft datde wereld
eeuwig is geweeft en ook zijn zak
Zommigen onder haar gelooven dat dc
ziel van den menfch fterft gelyk die
der heeften Anderen houden ftuande
dat dezelve onfterflijk is , maar dar zy
zonder ophouden van het eene lighaam
in het andere verhuift , en dat deze
verhuizinge altijd zal duren j waar by
zy nog voegen, dat de ziel der goeden
overgaat in het lighaam van een rnag-
tig en rijk menfch , in het welke zy
©vervloediglyk allerley vermaken cn

alle

-ocr page 114-

het Ejland Formofa. 45

alle Weelden des levens 1 maakt, maar
dat die der quaden in het Jighaam van
een ongelukkige overgaat, in\'t welke
alle Elenden cn ongemakken is ly-
dende, diezy verdient 3 zo dat de ziel
Volgens h aar Delling voor een gedurige
verwifleling van deugden en ondeug-
den , vreugden en droefheden is bloot
gefteld. Deze God-Jochcnaars hebben
geen oefening van Gods dienft, zy zeg-
gen dat het offeren in \'t minft mét no-
öig zoude zijn , als aan de booze gee-
nen 5 op dat zy haar geen quaad mo-
gen doen, zonder dat zy reden konnen
geven , waar van daan deze booze gee-
ftcn voortkomen , en wie dezelve
ge-
maakt heeft. Dog hoe dit zy , deze
^eter/jffti-Chofeon oF verhuizing derzie-
icn
Word in \'t algemeen door geheel
japon gelooft van wat gevoelen iemand
ook zijn mag , uitgezondert van
dc
bulken ^ die geloven dat de ziel fterf-
lijk is.

De Gods-dienft: der Formofanen is
haar door den
God die zy aanbidden ,
zelfs geopenbaart , indien wy deswe-
gens haren
Jarhabadiond mogen gelo-
ven i die woord beteekenlä zoo veel als

Uit-

-ocr page 115-

45 Befchry\'Ving VM
uitverkore Land * : dit is een boek ,
\'t welk zy in grooten eerbied houden;
cn \'t geen de openbaring op welke de
plegtelyke Gods-dienft is gegrondveft,
die in haar Land in gebruik is vervar.
Ziet hier in weinig woorden , quot;t geen
daar in vermeld ftaat,nbsp;^

\'t ïs omtrent 900 jaaren geleden, dat
de ïn^^oonders van het Ey and
formofa
geen andere Goden als de Zon en Maan
kenden, welken zy als de opperfte God-
heden aanmerkten , zig verbeeldende
dar de Sterren niet anders waren als
halve Goden, of mindere Godheden.
Ai haar Gods- dienft ftrekte zig niet ver-
der uit als tot het aanbidden dezer Lig-
,ten des ogtens en des avonds, aan wel-
ke zy dieren van allerley foort opoffer-
den. Omtrent deze tijd verfchenen al-
daar twee wijsgeeren, welke langen tijd
een rouw leven geleid hadden in een
Woeftijn, alwaar zy voorgaven dat den
God haar verfchenen was, en hun op
deze wijs had aangefproben.

Ik heh medelijden met de blindheid des
volks van dit Eyland , welken de Zon ,

Maan

* De Formofaiien noemen zig ook hef HÏt-
vcrkoren voJJt.

-ocr page 116-

het Eyland Vormofa. jLf

^aan en Sterren ah Godheden aanbidden:
i-\'m ^egt haar , dat\'er geen ander God is
^is Ik, dat deze Sterren met anders zijn

Z\'nbsp;mijn unl, en zonder

. »^ygeenztns können hefiaan: gaat doet haar
yeten äat Ik dengele ben, dte n.et V

•nbsp;\'\'nbsp;^^rp^oken, en dat ik,

meT Tnbsp;«««è^iv , haar Befehel

it/rt-nbsp;\' quot;^ynbsp;kennen.

^ at^n zfmtjne hevelen gehoorzamen ,

tk mar heerlijk -vergelden , eeuwia^
mgehkhg maken.nbsp;.

Oe naamen dezer twee Wijsgeeren
Waren
Zeoarohabel, een naam welke m
Japonezen geene betekenis
;ee t, ej, Cor^e-Makhcm , ^t welk zoo
tei te zeggen is als den Algemeene
tnepper. Deze twee gewaande Gods-
li^en , na nog meerandere verfcbij-
J »quot;gen en zamcnfpraken met den GW,
Walken zy zig nauwkeurig oefenden
^^egens de marnier op welke hy gedient
W4de zijn, begaven zig na een berg
.^.. genaamt en digte by de Hoofd-
^nbsp;alwaar het volk ver.

r^T Offeren. Zy plaatzen zig
t.aldaar] op een hoogte , van waai zy

gemak-

-ocr page 117-

4S Befchrijving van
gemakkelijk Konden gezien worden ,
harewoefte kleding,en leelijk^en fchraal
wezen trok tot haar de oogen van al
die geenen, welken daar tegenwoor-
dig waren : na eenige tekenen en ge-
baarden , welke genoegzaam xtoonden
dat zy eenige zaak te zeggen hadden ,
fpraken zy ten naaften by deze woor-
den.nbsp;,

ó Gy blind volk,, di^ de Sterren aanbid,
en haar een Eer beivijjl , welke haar niet
toekomt y weet dat\'er een God is zoo hoog
ja hooger boven haar
, als zy x.elfs boven V
lieden
zijn verheven , en dat zy niet meef
als werktuigen van quot;^ijn magt zijn : maar
dezen
God ontfermt zig heden over U lie-
den y en heeft ons bevolen VI: van zijnen t
wegen te boodfchappen dat de aanbidding en
onderwerping van alle fchepzelen hem al\'
leen toekomt.
Na deze woorden dedert
zy haar beft om door verfcheide rede-
nen te bewijzen, dat\'er niet meer dan
eene
God kan zijn , welke verheven is
boven alle zienelijke dingen dezer we-
reld , van welke hy den maker en on-
derhouder is , en dat hy dezelve zoo
makkelijk kan vernietige , als hy die
sefchapen heeft. Het herte
des volks
^ ^nbsp;door

-ocr page 118-

het EyUnd Formofa. 49

door deze redenen geraakt zijnde , zo
vroegen eenige haar op wat wijze deze
God wilde gedient zijn , en oF hy Z!g
zoude vergenoegen dat hem dezelve
dienft bewezen wierd, welke men
aan
de Zon deed j waar op zy antwoord
gaven van
Neen j maar , tndien z,y hem
naar z^ijnm wtile dienen %vilden
, dat het-
dan eerfi en vooral noodi^akehk was dat zy
hern een Kerk bouwden , in \'welke een AU
taar en Heiligdom opgeregt wierd 5 dat zy
dezen Altaar de herten uan
2000 jon^
gs kinderen van negen jaren en daar bene~
zouden verbranden: en dat^ na deze
^ff^\'i^handen zoude gefchied zijn , den God
dsdan aan haar in het Heiligdom zoti-
Vertoonen , en aldaar deen weten V geer
\'\'^e haar vorders zoude te doen fiaan om hein
ie dienen.

Het volk had naauwlijks deze laatfte
^Voorden gehoort, of zy barfteden te-
gens deze Gods-tolken tot zoodanige
grfitnfchap uit, dat het weinig fcheel-
de, of zy raakten beiden omhals: men
lehold hun voor geveinsden^ en bedrie-
gers : men %\'raagden hoe hec wezen
KOn dat die God^ welke zy Verkondig-
den , wreed genoeg was om te bcgc-
^ . ren

-ocr page 119-

5 O Befchrijvmg van
ren dat ly een zoo groot getal haarer
kinderen\'ter dood zouden brengen,
oin dezelven hem tot een Offerhanden

te offeren ? maar zy de woede des
voU« vreezende namen de viugt, haar
aldus dreigende :
dat z,y ujel haaß reden
z-an over hare onoehoorz,aamheid te be-
l(lajjen z^cuden hebben, en dat de Goddelijke
ivraak reeds vaardigßond om op haar hoofd
neder te dalen^

V7aarlijk eenige dagen hier na wierd
de lugt donker , daar viel een flagre-
gen vermengt met hagel-ileenen van
een buite gemeene groote , welke alle
de veldvrugten ter nedervelde : den
Donder liet zig op een verfchrikkcly-
ke wijze hooren, en het Eyland wierd
door een ongelooflijke Aardbeving 1
gefchud , waar op een Peil volgde ,
welke ter zeiver tijd het grootfte ge-
deelte der Inwoonders weg rukte : de
wilde beeilen quamen uit de Boffchen,
liepen in de Steden en Huyzen , en
verflonden een groot geral kinderen.
Deze Elenden duurden den tijd van

ander-

1nbsp; Deze Aardbevingen heeft men zeerdik-
maals, niet alleen in Formofa , maar ook 1«
aJle de Eylanden w Japom

-ocr page 120-

het Eyland Formoft. 51

•anderhalven dag, en hec Eyland wierd \'
raet een algemeene omkeering en .ge-
heelen ondergang gedrcigt. De In-
Woonders , welke niet wiften 5 want
«an zy alle deze rampen moeften toe- .
fchrijven , merkten dezelven aan als
een uitwerking van de dreigementen
Gods-tolken. Zy namen dan in
een zoo dringende gelegentheid hun
^oevlugt wederom tot dezelve die ze
ïii hunne woelleny vonden,en bezwoe-
^quot;en den
Gad ^ van wicm wegen tot hun
ge)proken hadden , te bidden, dat hy
^ijn gramfchap van hun wilde afwen-
den 5 en de ongehoorzaamheid en on-,
gelovigheid vergeven ; betuigende dac
^y bereid-willig waren zig m alle za-
ken na zijnen wille te gedragen. De
Gods-tolken zonden ze met belofte
Voor hun te zullen fpreken v/eder te
i\'Ug. Des anderen daags verfcheen eeri
der twee ^ om hun van wegen den
God
de vrede en verzoening, wdke hy wilr
C 2nbsp;de

-ocr page 121-

5 2 Befcb ijving van
de dat tuflchen hem en zijn v:oÏk ge-
maakt te boodfchappen , welke aange-
name tijding van hun zoo haalt njet
gehoord was, of zy riepen met gemee-
ne ilemmen
Pfalmanaai^aar 1 , \'t welk
zoo veel te zeggen is als oorzaak des
vredes ; welke naam de Gods-tolken
na die tijd altoos bleven behouden. Hy
beval dan een Kerk te bouwen, in wel-
ke hy een Heiligdom en Altaar deed
opregten alles na het\'voorbeeld , wel-
ke hy zeide van den
God zelfs ontfan-
gen te hebben. Dit gebouw is ge-
maakt van vierkante gehouwe flecnen,
hebbende een fchikking van een ver-
wonderlijke bouwkunde , en een bui-
ten gemeene grootte en hoogte. Den
Altaar en \'t Heiligdom , in welke den
God zig van tijd tot tijd vertoont, zyn
onder Cen foort van een tooren ge-
plaatft , welke na \'t wellen flaat. De-
ze volgende afbeeldingen zullen daar
van een veel netter denkbeeld geven.

Fer^

^ Dit is een der namen , die zy \'t meeft
in agting houdea , en welke veïe ouder haw
ïcer blyde li/n te mogeu voeren.

-ocr page 122- -ocr page 123-

Jormcy cxlerieurey càty
l^or/nastv

-ocr page 124-

het Eyland Formofa. 5 3
yrklaring van de eerjle afbeelding.

A, den Tooren , alwaar het Hei-
ligdom is, in wellc den
God voor het
volk verlchijnt. B , den Tooren , al-
Waar de Zangers , \' Zang-konftenaars »
en Speel-lieden geplaatft zijn. C, d\'o-
pening , door welke her ligt in den
Tooren komt. D, \'t hoofd van een
Os, zijnde het afbeeldzel van de God-
heid. E, Beekenis van de Zon. F,
Beeltenis van de Maan. G , de deu-
ren van de Kerk. H , de venfters. I,
verfcheide plaatzen met goud bedekt.
K, plaats gefchikt voor de mannen^
L , plaats gefchikt voor de vrouwen.

Verklaring van detuueede afbeelding,

I. Een Kroon hangende boven het
Heiligdom.
2. \'t Hoofd van een Os,
zijnde het afbeeldzel van de tegenwoor-
dige en verzoende
God. 3, Het bo-
venfte des Heiligdoms met zijn vijf
brandende Lampeji.
4. Een kleine ko-
lom op welke hec afbeeldzel van de
2,on ftaat.
5. Andere Kolom, opwel-
C 3nbsp;kc

-ocr page 125-

i 4. Befchryving vam

ke het afbeeldzei van de Maan ßaar.

Een Lamp brandende ter eere van
éc Zon. 7, Andere Lamp ter eere van
de Maan. 8. Twee groote gordijnen,
•welken het binnenüe des Heiligdoms
op de gemeene dagen bedekken, p. Het
femnenite des Heihgdoms zijnde He-
in els-blaauw , en met goude Herren
doorzaait, verbeeldende het üitfpan-
zel des lugts, in welke den
God zig aan
het volli doet zien.
10, Den God zig
onder de gedaante yan een Os aan het
volk vertoonende. 11. Twee Lampen
brandende ter eere van den
God, iz.
Twee Kobmmen op welken de tien
Sterren zijn , die aangebeden worden.
Alle deze dingen zijn van Goud of Zilver..
13. EenRoorter, op welke de herten
der geofferde kinderen worden gebra-
den. 14. Den haart gefchikt tot hec
vcrbrandenderzelver ligharaen. 15. De
fchoortleen , door welke de rook op-
gaat.
16, De Ketel, in welke men
het vlees der offerhanden iaat kooken.
I J. Den haart, op welke de ketel ge-
fielt is. j8. Het Heilige, of de plaats,
alwaar de kinderen gekeelt worden.
19. De put, in welke haar bloed is.

lüt-

-ocr page 126-
-ocr page 127- -ocr page 128-

het Eyland Formofa. 5 5

iiitgcilorE. 20. Andere gewijde plaats,
alwaar de Offerdieren gekeelt worden-.

Hoogrte van marmer, op welke
öe roofler geplaatll is om het vlees der
dieren te braden,
iz. Andere hoogtte
Van fteen, op de wijze van een Altaar,,
Welke de ketel befluit. 2Den rook
der Haart-{leden. 24. Het WelfzeL
De muur.

Deze eerlle Kerk wierd geftigt bin;-
ïien
Xternetfa deHoofdftad van het Ey.
land. Het Heiligdom wierd in dezel-\'
ve met groote plegtigheid geplaatft f
en na dat allesgeeindigt was, zoma:ik-
ten de overheden van elke Stad en dorp
een opfchrijving der kinderen in yder
huisgezin , van welken men een zeker
getal nruïi na de gelykneid van het ge-
tal der zoontjes , die men aldaar vond,,
om opgeoffert te w^orden , volgens de
bevelen van den Gods-tolk
Pfalmanaa*
fiaar. Vervolgens ftelde hy een groote*
viertijd in y welke tien dagen duurde
gedurende welke hoogtijd men yder
dag :ooo kinderende ofiêrde. Na dat
de tien dagen verfireken waren, cn de
laatfte Offerhande was opgeoffert, zo
liet den nieuwen
God zig in het Hei-
4nbsp;Isg-

-ocr page 129-

5 Befchrijving van

iigdom 5 onder de gedaante van een Os
aan iiet volk zien , en fprak * met
deze woorden in de tegenwoordigheid
van den Tolk
Pfalmanaaz^ar dewelke
^orgvuldiglijk opfchreef al het geene
den
God wilde en begeerde tot zijner
eer gedaan en waargenomen te heb-
ben.

I.nbsp;Gjl: z.idt ^ Zegthy, het jaar iii tien
maanden verdeelen , welken de namen zhI-
l-en dragen der tien Sterren , te weeten ,
Dig , Damen, Analmen , Anioul ,
Dattibes,, Dabes „ Anaber , Nechem,
Kormm , Turbam. Tder
maand z^l a
weken hebben e/^ van p dagen. Ftjf van
deze maanden., te weten , i, 3 , 5, j,
sn 9 zullen van
3 7 dagen zijn 3. aldus zat
de laatjie week. \'van deze maanden lo da-
gsn hekben y en deze tiende dag zal een.

vaj}en-dag ziirt. Be andere vijf maan dm ,

zullen niet meer dan 16 dagen hebben.

II.nbsp;Gjl:- zult het faar beginnen met de»
eerfftn dag des tiéndagze viertijds , n/elke
alt/jd de eerfe zal zijn van ds maand Dig,

rfnbsp;:

ilinbsp;* Uur Jarhabadiond zegt nicf of het den

Os \',vas , die fpraak , dan of dc ftem van den
God zig alleenlyk in het Heiligdom Jter hoo?»

-ocr page 130-

het Eyland Formofa.

^yl: zjilt my alle ■gt;jfaren ep deze hoogtijd
^e herpen van
tSooö zoontjes van negen ja-
\'^en oud en jonger opojferen :ende op elke eer-
fie dag van yder maand zult gyl: my in alle
«U\'ff Kerken rooo beeflen ojfer en van grof\'
J te weten
300 Stieren , 400 Schapen^
Brammen , en de reft in Kalveren en
J^ammeren. Alle deze dieren zullen gSquot;
nomen worden uit de Steden ^ Dorpen , en
^lekken , na vergelijking van hst getal\'y dat\'
aldaar gevonden kan worden :. en in yder
quot;ifeek zult gyl: my zoo veel Hoenderen yDut-
Ven en andere foort van gevogelte opojferen y-,
dis elk zal konnen. befchikken. En
zmU dU
jtren Jiiptelijk onderhouden alle. de. dingen
fiie ik V-h bevetL

KI. Gy Ir zult tivee groote viertijden tot-
^\'^ner Eer houde», de eerfte met. het begin\'
^^^ f aars, welke een geheele week zjal
ven : en de tweede gedmrende de laatjle-
n-\'eek^van de vyfde maand
Dattibes. De
eerfte en laat fte- dag van deze dagen des-
hoogtijds zal in defer voegen- wordem
aar genomen. Qyi: zult des morgens^
vroeg opftam om my aan te bidden,^ dam
m de. Kerk gaan or» te bidden em hfr^
zangen te z^tngen: quot;van de
eerfle tvt de\'
imitlds uur : vervolgens n(t een. Rrm cf-

-ocr page 131-

58 BefcM^mngvm

Rivier buiten de Stad gaan alwaar u li
ip-aal met ivater zult be/prengen,, en al-
%,oo wederom na de Kerkgyl:
zmU aUe
gsli}K.gaan , en wederkeer en ende ge dm-
rende den weg altijd in 4en gebeden x.ijn..
Na het wederkeeren van de Bron of Ri-^
vier Kullen de Offerhanden geßagtin
ßukken verdeelt ,, gezjaivert y en in haar
hloed gsJcookt worden.. Een ygelijk^ van
V zgt;al voor het Altaar vertoonen
i^lwaar na een ßftk van dit vlees uit, han-^
den dss Prießers ontfangen te hebhen het;
Ziult op eeten ^ bmgende onderwijle hetlt;
hoafd en de linker kifie, ep de aarde
Zettende,, Gidmrende dex^e tijd z^ullen de
Spesltmgen fpelen ,, en de, Zangers en het
voiJ^ ZMÜsn gszMmmlijk^ Lofzangen z.in\'^

Dß iijdy welke-,men z.al beßeden met dé
Offerdieren .te fiagten^ en de Offerhanden tt
cfferenyxßl niet meer als drie uuren duwen i
te weten van de derde tot de zesde mr\'^op wel-

tijd een redenvpering ^of v^i^aring wfiquot;^
geus de beginfelen der Gods-dienß y en ten
Imtße een dankx^egging vc^lgedaan worden
^m.^lt g^l: m huis gaan om uwmßie
nemen tot de tweede mr des,- avonds y als
mnnur Wfidffr^m, ne, damp; K^rk.: mU gaarne

-ocr page 132-

het Eyland Formofa. 5 9

en aldaar blijven tot de zesde mre, bidden-
de en zingende benevens de Speeitmgen der
Zangkonfi en een tzveede lezing aanhoo-
rende die gedaan
z,al worden over den Gods-
dienjl ; welke geeindigt zwijnde zoo krtdt
gyl: wederom na- hujs gaan , alwaar tt-
^It bezig honden met eerlijke oefeningen
overeenkomende met de plegtigheid van den\'
dag. Pe andere dagen , dat is , tujfchen\'
den eerfle en den laatfle des viertijds, zult\'
gyl: na de aanbidding des morgens u alleen-^
lijk^drie maal het hoofd wajfchen 5, en niet
meer als eens na de Kerk gaan , . te imen
des morgens , alwaar
zult blijven van de-
eerfe tot de
zgt;esde unrey waar na vrjheid\'
^ult hebben om u te begeven tot alles dati
z^l behagen. De eerfle en laatfe dag
halmen den dobbele \'^\'hoogtijd en de an-
dere dagen den enkele viertijd noemen.

Men moet weten dat dc Formofa-»-
nendedag in vier deelen, yder gedeelte
in zes uuren verdeelen;, en dat als men
Zegt in de Kerk blyven van de eer!}e to: dec
^fde mr
, zulks wil zeggen van de zesde-
C 6-nbsp;uur

** Een hoogtijd word dobbel genaamt j onsi
diï he^ oLk op dezen d;i5 iwee maal , en op»
een tok-tk vie.-tiid ■.»Ikc.ay\'kwiiaat. censie

-ocr page 133-

éo: Befihr^ving vm

tmr des morgens lot den middag vof-
gcns de wijze van rekenen in Europa.

xMen bedient zig aldaar van geen an-
dere openbare uurwerken als van zeker
Hoate-werk-iuig met zand gevuit, \'E
welk dezelve werking doet als onze
Zandloopers in Europa. Daar is een
nian geftelt om op het oogenblik te
paTen dat het zand verloopen is , en
alsdan op een foort van een trommel
zeker getal fiagen te geven , die aan
liet gemeen de uuren van den dag be-
leend maken ; en aldus doet men in alle
de Steden,-want de boeren aangaande^
die weten de uuren zeer net te onder-
feheiden door den loop der ZonMaan
en Sterren.

I¥. De eerße dag van\' yder maand zjil
een d^obbele , en de tweede een enkele vier\'-
tijd zyn. Gyl: zjilt my
op deze dagen Ofen,.
Sch,ip.en_^, ^c., offeren en van haar vlees
•eten,. Be eerße. dag van yder week zjal
»■ok^een dobhde hoogtijd zyn , gyl: %.ult my
Gp dezen duig niet anders offeren als Hoen*

dermy Duiven,, en. ander gevogelte en-
desgel ij ks van haar vleejs eeten.

Vi Behalve^ de vijf vaßen-dagen ,, die
hmm.T^Hllm ep den. Uatßen dag der vijf

-ocr page 134-

ht Eylmd Formofa. ^^

taanden , welken 3 7 dagen hebben ,
gyl: nog twee veel aanmerkelyker vallens o-ft^
derhouden y welke yder bullen dutcren den
^d van een geheele week^:. geduurende weW
gyl: niet z,ult drinken nog eeten wat het
ay, j lt;ijoor dat de Zon is ondergegaan^
alsdan zal een ygelijk drinken en eeten
^00 veel hy nodig heefi.

De eerfie vaften x^al gehouden worden ^
geduurende de laatfie week van V faar om
^^ dienen tot een voorbereiding tegen de vier-
^^jd der tien eerfte dagen van het volgende
?aar. De tweedein de derde week der vijf*
de maand
Dattibes. Gedtmrende deze r^-
den -van vafien^ult gyl: my bidden en aan-*
yyen^ \'l Ufelk u noit suult ver Houten te.

Of de gemeene dagen..

Igt;eze tijden der vajfen zullen opgt; dezew^\'«

gehouden worden : des morgens zo haafi
^Is zult opgeftaan z.ijn , zult gyl: my aan^-
bidden , daar na u het hoofd , handen en
voeten wafchen , walt;cr na een ygelijk zig
aan zdjn werk zal begeven -, maar nsggyh
nog uw vee ical drinken nog eeten tot dat
de Zon is ondergegaan : en de tyden der
Vajfen zullen aUe faren Jliptelijk worden
mderhoiiden,.

% houden waariyk dezelven ook zo,
C ^nbsp;Areng;

-ocr page 135-

Befchrfving vaft

ilreng , dac op deze tijd een miin lie-
ver van dorft zoude fterven als een teue-
waters te drinken. Het vee word in
diervoegen opgefloten, dat het dien
, jeheelen dag niets kan eeten. Van ge-
,yke fluit men met een bezondere zorg
alle den voorraad op ,, op dat niemand
iets zoude zien , \'t geen hem konde in
verzoeking brengen van zijn vallen te
breken.

VI. Ik heb VI: reedsgezegtyvervolgquot;
de dezen God in de tegenwoordigheid
des volks , en van zijn Tolk Pfalma-
nz-AZzzr , dat gvL- op de gemeene dagen noit:
zoo flout zult wezen van my te durven aan-
bidden y of miyne naam mn te reepen ^
maar zult u begeven tot de Zon , Maan ,
e^n de tien Sterren j aan welkm ik de zprg
bevolen heb van de wereld te beperen , en
VI:.: alle dingen te _ befchikken , die noo^
dig hebt., Gyl: zult haar dezelfde foort-
mn dieren Jiagten als aan my j maar geen
kinderen dit zijn Oferhanden die ik:
mor my behouden heb , als alleen bemaam
Z^nde om my te verzoenen wanneer uwe
zonden my tegens Vh. vertoornt, hebben y.
Dag uet. daar hoe deze Sterren als diern^
mtmn: mijnen ;wme:. mlt^ aanbidden.

-ocr page 136-

\'M Eyhnd Bmofa.

Bes morgens y.f en eer fier uure^ien min*
P op de gemeene dagen ,, z.ult gyl: drie^
water ep u hoofd gteten op het dak.
»^er huyzen klimmen^ aldaar u drie\'
Waal ter aarde werpen uoar de Zon en
de vijf Sterren y. en dezelven aanroepen %
»^ar in \'i algemeen af biddende die din^
i^fj y. welke zy weten dat VI: noodige
^y» , ende haar dankzeggen mor de gm-^
JJf» ,, die -van haar reeds hebt ontfangen,
•iJes avonds ter eerfter uure zult gyl: dec
Maan m de vijf andere Sterren op dezelve,
li^yze aanbidden. Wam gyl: mo^t weten
^at de Zon de voornaamfte is onder alle de
^c^epzelen en dat, ik hem de magt ge^e^.-
heb om VI, te hefiteren ^ als v^^ian^
^^i^^deren te ver deelen , welh^
^ hek waardig gemaakt door uw goed
leven: vervolgens heb ik de Maan daar:
*iaafi aangeplaatpy benevens de tien Sterren
^et het z£lfde gezMg y. maar indien gyl-
deze dienft verwaarloofi , welke ik^ ie^
•veel haar- te bewijzen yZoo heb ik haar niet
^leen toegekten VL.van de goederen t^
*^ooven y welken reeds bezit ; maar ook,
VI te plagen met allerley bedenkelijks
^gemakk^n, 0ls door het verderven der veid-^
mugen ket.ademen vm em doode^.

-ocr page 137-

66 Befchrß\'vmg vaw

ZOO lang hy in ztjn bediening zd hieven
volharden j maar indien zijn neiging hem
verpligt een vrouw te nemen , zoo zjil hy
va zig van z,ijn ampt ontßagen te hebben-
moeen trouwen., ende andere Pr ie fiers zul-
len een ander daar toe verkiezen : maar de-
zen zullen n»it meer als eene vrouw tegelijk^
mogen hebben.

Ziet daar in\'t kort * de wetten, dieden
God aan zijn Tolk Pfalmanaazaar in de
tegenwoordigheid van zijn volk voor-
\'2eide,en welke alledeïnwoGnders van

Ïrder Stad en Dorp zeer Gods-dienftig^
yk zedert die tijd hebben onderhou-
den hebbende ter eere van den
God
een groot getal Kerken gebouwr, en
Altaren opgeregt op de naaft gelegen
bergen der voornaamfte Steden en Dor-
pen voor de Zon j Maanen tien
Sterren.

Fef\'

* Haar Jarhabadiond begrijpt nog eenige
andere Wetten, welken te lang zouden val-
len alhier te verhalen j en waar van w y eenige
dingen in \'t vervolg zullen neggen , als wy
Qjreken van de plegtigheden j die onritrent de
Huwelyken en de geboorte der kinderen on-
derhouden worden.

-ocr page 138-

■fi.,.

-ocr page 139- -ocr page 140-

het Eyland Fermofa.

V-rklaring van de derde afbeelding.

1. Beeltenis van de Zon. 2. Twee va-
ten in welken voor de Zon op de dagen
des hoogtijds Wierook word gebrand.

Het opperfte van den Altaar. 4, Den
Altaar. Het Heilige , alwaar dc
oeeften gekeelt worden.
6. De plaats,.
^Waar zy verbrand worden. 7. en 8.
^^mmegang van fteen , die den Altaar
OBQringc.

^^rklaring mn de vierde afbeelding.

«i Beeltenis van de Maan. b. Twee
W^rook-Vaten voor dc Vier-tijden.
a\'i f^pperfte van den Altaar. d^Dem
Altaar, Het Heilige,alwaar de hee-
tten gekeek worden. /. De plaats al-
waar zy verbrand worden g. (Omme-
gang van Heen, die den Altaar om-
ringt..

Verklaring van de vijfde afbeelding;.

A, Dig. B, Damen, C, Analmen,
D, Aniouk EjDattibes. FsDabes.

-ocr page 141-

68 Befchrijving van
G, Amber. M, Nechem. I, Ko-
riam. K, Turbam.
Dit fijn ds namen
der tien Sterren
, dte aangebeden worden.

L, Het opperfiej^an den Altaat. M,
Twee Wierook-Vaten. N, Den Al-
taar. O, Het Heilige, alwaar de bee-
Hen gekeelt worden. P, De plaats al-
waar dezelven verbrand worden. Q y
De muur , die den Altaar befluit.

Deze drie Altaren zijn in diervoegen-
gebouwt, dat djc van de Zon op het
hoogfte van den berg, die van dc
Maan een weinig lager, en die der tien
Sterren nog wat Jagér geplaatft is.

VYFDE HOOFDSTUK.

het Geloof der Formofanen we-
gens den ftaat der Zklen na de
dood.

HEt boek, welk de Formofanen
Jarhabadiond noemen , en waar
voor zy zoo veel eerbied hebbe als de
Chriftenen voor het Euangelium, be-
laofc aan die genen, die wel zullen ge-
keft
hebben , alle foorten van gelukt

zalig-

-ocr page 142-

het Eyland Formofa. 69

taligheid na dit leven. Maar nade-
«iaai dit boek niets in \'t bezonder zegt
van den ftaat, in welke de zielen na de
oood zig .bevinden, zoo is het volk

vr.\'u-n^^quot;^^nbsp;oneindigheid van

;:egt;ichillende gevoelens verdeelt. Want
loon de verhuyzing der zielen byna
^\'gemeen door \'t geheele Land is aan-
ë^nomen , dewijl zulks akijd het ge-
meenzaam fte en oudfte gevoelen der
«ejdenen geweeft is, egter komen de
•^ormofanen onder
Zig wegens de wijze
op welke deze verhuizing toegaat niet
over een Daar z.jn\'er , die gelooven
S ,nbsp;f^et %haam van eenig

ze t °nbsp;J «quot;deren

a.^ei menfch \'t zy rijk of arm, gcluk^
^gofongdu^nbsp;dcnicnfch

Zn. inbsp;geJeefc gaat bezie-

^^^elvt van lighaam tot
of beeft over.

fr nlnbsp;Men vind

aan^nbsp;welker kennifle [dien

afgaande] veel verhevener is, dezcT
ven verzekeren dat de ziel, die m dk
Wen ffioet beloont worden , in een

, Ster

-ocr page 143-

7Ó Befchryving van
Ster verandert en in den Hemel ge«
plaatrt word , alwaar zy alle bedenke-
lyke vreugden geniet , welke beffcaan
in het gezigte en de tegenwoordigheid
van den
God. Maar aangezien de zon-
den , die deze ziel ter heerlijkheid ge-
fchikt in deze waereld begaan heeft,
noit t\'eenemaal uirgewift, maar alleen-
lijk bedekt zijn door de Offerhanden ,
welken tor harer verzoening zijn opge-
ofFert, zoo
,is dezelve ziel, eer zy tot
die gelukzaligheid komt , welke zy
door haar goed
leven verdient heeft,
verwezen om
boete over hare Zonden
te doen in eenige plaats daar toe ge-
fchikt zijnde j en zy verbeelden zig
dat deze plaats het lighaam van e^iig
dier
is. \'t Is om deze reden dat zy
zeggen dat den
God verbied dezelven
le dooden en haar vlees te eeren. De-
ze dieren zijn dan Oflen , Bokken ,
Schaapen , Kalveren , Lammeren ,
Harten, Elephanten, Camelen, Paar-
den , Honden, Hoenderen, Duy ven Sec.
welke allen in
zekerheid leven , zon-
der dat het gebeurt dat iemand , wie
het ook zy , op haar leven derft toe-
ieggen , ten waar om dezelven te offe-
ren»

-ocr page 144-

het Eyïand Formofa, 71

rcn. Indien\'er een derzel^en door on-
derdo tn of ziekte komt te fterven, zoo
begraaft men hec zorgvuldiglijk , in-
d.en de wdde beeilen die anderzins
met op eeten. Zy gelooven vervolgens
aac de zielen, welken gelukzalig moe-
en zijn , in aeze lighamen zoo lang
\' tot dac zy door hare boete
voleindigt hebben , de zonden die
J_ in hare voorgaande lighamen be-
^ even te verzoenen
ï en dat , zoo
\'i-ialt hec dier, \'t welk haar als eeker-
^^ert houd , aflaat te leven , \'t
zy het
van zelfs llerft of in een OfFerhan-
quot;en word opgeoffert, of op wat wijze

le anbsp;wezen, deze ziel

lultond verloft en in een Ster veran-

zijn \'\' \'nbsp;gelukzalig te

Ziet daar voor een gedeelte de voor-
mamOe gevoelens der Formofanen we-
gens den Haat der zielen na de dood.
pZInbsp;worden ook door hare

Z h Anbsp;i« e^n blindheid

te houden van welke zy groote voor-

^e cn trekken behendfgVkoellerd.
Want als er iemand flerft, zoo beta.

ka

-ocr page 145-

72 Befchr^vïng van

len de bloed-vriendea van den ovcric\'
dene aan haar een romme gelds \'c zy
klein of groot naar hun vermogen j op
dat zy door hare gebeden eenige ver-
mindering der boete voor de ziel van
den overledene verwerven , en hy in
zijn ftraffen verligting ontfangen zou-
de. Dit is de reden , v/aarom zy zeg-
gen dat de zielen m de plaats harer
boete geld van nooden hebben tot hare
nooddruft , en dat geen menfchen als
de Pr ie Re rs magt hebben hun zulks
mede te deelen. Siet daar hoe al het
geld , \'t welke zy van de zulken af-
vorderen , die de ooren na hunne praa-
tjes leeneti, zoo om aan de zielen der
^eftorvene te zenden , als voor de ge-
?eden en Offerhanden, die zy doen ,
geduurende al den tijd, welke zy zeg-
gen dac deze zielen In de plaatzen ha-
rer boetvaardigheid worden opgehou-
den , ten haren voordeele verkeert: zoo
dat de konfb van zig ten kofte van de
zotte ligtgeloovigheid des volks te ver-
rijken niet minder onder de Heidenen,
als in eenige aanhang der Chriilen Gods-
jdienft bekend is.

Ten opzigte der zielen , die de eeu-
wige

-ocr page 146-

het \'Eyhnd Formofa.

Xvige ftraffen verdient hebben, overdic
Geioofs-punt zijn zy niet minder ver-
deelt. Eenigen gelooven dat deze zie-
f.quot; hghamen van wilde of tamme
dieren , welke zy onrein houden over-
gaan j als daar zijn de Leeüwen , Bee-
ren, Wolven, Aapen, Varkens, Kaï-
Siangcn, Adders en diergelyken-j
welken zy niet gaan, als om -ineen
3nder van dezelve foort over te gaan ,
®rgt;,dat geduurcnde de eeuwigheid. An-
deren verbeelden zig dat zy terftond na
de dood eenigermaten vernietigt wor-
: maar de gemeenzaamfte gedag-
is , dat zy eeuwiglijk door de lugt
^Werven , en dat den God^ om haar re
.^taffen , hun een volmaakte kennillè
,^\'^drükt van de grootheid én uitmun-
\'^^^ndheid der gelukzaligheid, welke zy
Verloren , en ook een oiiverdragelyké
5quot;äamte oVer de zonden , die zy be-
j^i\'even hebben j en dit zijn aldaar deze
%t-geeften , van welken zy rrieenen
^at de lugt vervult is, en die zy
OjFa-
Mos noemen , aan welken fommigen
«nder haar Veeltijds OÏFerhanden opof-
feren , in mecning van daar door hare
^taffen te Yerminderen , en hun te be»-
^^nbsp;leUêB

-ocr page 147-

74- Beßhrijving ^van
letten dat zy Haar geen quaad doen. De
Formoianen kennen geen andere duy-
vels als dezen.

ZESDE HOOFDSTUK.

Van de verkiezing en het ampt van
i^ewOpper-Priefter, Groot ()f-
feraar,
verfcheide mindere Trie-
ßers en Offeraars j en van de Gee-
flelyken, die in V gmeen onder het
beßier van een Overßen ieeven.

DEn Gods-tolk Pfdmanaazaar ver-
koos volgens het bevel van den
God een wijfgcer van een oud Koning-
lyk geflagt, die hy tot Priefter aanftel-
de, en aan welke hy de magt gaf van
anderen te maken, die onder hem zou-
den liaan : uyt kragt van welke den
zelve drie inwoonders in yder Stad»
cn een in yder Dorp
verkoos , zijn-
de zedert die tijd overal Kerken ge-
bouwt , het getal van defe Priefters
zoodanig
isaangegroeyt, dat\'er alleen-
lyk inde
SméXiermtM totwel ilt;Jo.toe

ge-

-ocr page 148-

het Eyland Formofa. 7f

getelt worden * en aizbo ook naar ma-
ce in alle andere Steden en Dorpen.

Defe Upper-Priefter verkoos daar en
booven in yder Stad een Groot oftcraar,
met macht om Priefters en OfFeraars,
welken hem onderworpen zouden zyn
aan te flellen. Ziet hier de benamingen
van alle deze verfcheide dienäaren van
der Formofanen Gods-dienft.

Den Opper-Priefter word Gnotoy Bongt;*
den Groot Oftcraar Gnotoy Tarhadi-
azjir
de gemeene offeraars Os Tarhadia-
x.ors ,
de Priefters, die het Wetboek
lezen, en de gebeden doen Cèes Bon-
en alle de andere Priefters, die tot
verfeheide bedieningen in de Kerk wor-
den gebruikt,
Bür,z.os Leydos genoemt,
onder welken men die geenen, diebc-
zonderlyk tot denPredik-dienftgelchikt

zijn, Bonz.os futupinos ^ die geenen, wei-
ken haar werk maken van de jeugt te
onderwylen
Gnofophes Bonzjos noemt.

D znbsp;Het

* Dit getal is veel aanmerkelyker als men
zie
Verbeek, niet alleen omdat no£ de Mon»
sicken, nog de Priefters der Son, Maan en
Sterren hier onder begrepen zyn, maar ook
omdat \'er niet meer als vyf Kerken binnen
Xtemetza zyn» alhoewel deze Stad geer eroor
ea volkrijk is.

-ocr page 149-

7 6 Befchrijving ■ van

Het ampt van den i ^pper Priefter is
tot den
God in \'t hymelyic te fpreken t
zynde een voorregt, ^t vvelké de voor-
iraamfle onder de andere Prieilers zon-
der zijn verlof niet mogen deelagiig
zijn: want hy isden geene, die baarde
wil van den
God gemeenlyk verklaart,
en welke her regt heeft van de zulkcn,
die haar bediening niet getrouwelyk
waarnemen, te doenflraffcn. Zoo lang
als hy met deze waardigheid bekleed
is, word hem het gebruik der vrouwen
verboden, en indien hy\'er eene wil ne-
men, zoo moet hy zijn ampt eerll af-
leggen, en dan verkiell men een ander
in zijn plaats.

Den Groot offeraar heeft niet alleen
de laft om de Prieflers binnen de uitge-
ftrektheid van zijn plaats te gebieden
■maar ook om op ftaar agt te geven ;
nog is hem de zorge der offerhanden
bevolen, en voornamentlyk der kinde-
ren , welke geoffert moeten worden.
En dit is de oorzaak dat hyeen
lijd der
jongetjes van yder huifgezin houd, om
de Vaders en Moeders te waarfchou-
wen van ter tijd en plaats die geenen tc
^/cnden
^ welke hj verkoren en gefchikt

heefc

IdlIHB

-ocr page 150-

hep Eyland Formofa. 77

heefc om geotfert te worden. Hyls den
geene, die de dezelven keek, en haar de
herten uytrukt : en de andere offeraars
raken die niet aan als omze op denroo-
fter te plaatfem Hy doet met luyder
ftemme het gebed gedurende den tyd
dat deze onnozele herten worden ge-
braden.nbsp;\'

De mindere Offeraars dooden de die-
ren, die ten offer geichikt zyn, wai^
Ichen dezelven , doen het vlees daar
van koken, en deelen de üukken aan
het volk uyt. Eenige van haar bidden
met den Opper Prieiter gedurende den
tyd van het offeren.

Het werk der gemeene Priefters is
verfcheiden. eenige leezen openbaar in
de Kerk, anderen bidden, anderen on-
derwyzen de Jeugt, en anderen waken
in het, Heyiigdom,, ende bezorgen dat
alle de vercierzelen en gereedfchappen,
die daar toe behooren, zuyveren wel-
gefchikt zyn.

Den Groot offeraar, en de mindere
offeraars en in \'c algemeen alle de Prie-
üersvan de Kerke
des 6Wj mogen trou-
wen , mits dat zy niet meer als eene
Vrouw hebben.

D 3nbsp;Den

-ocr page 151-

7 S Bêfchrijving van

Den Gods-tolk Pjalmanaazaar deed
ook een Kloofter opregten binnen Xr^r-
netz.a en meer andere Steden, welk het
volk des Land
Roch-Ab an noemt. Hy
üelde in het zelven ook Geeftelyken ,
aanwelken hy van wegen den Görf\'wet-
ten voorfchreef, overeenkomende met
den Staat, die hy haar deed aannemen.
Dit zoort van Monnicken of Geeftely-
ken word
Bonz.os Roches, en haar Over-
llen Bonzo Souietto genoemt; Zy doen
geen andere beloften als die van kuys-
heid, aan welke zy zig egter niet gehee-
]yk verbinden 5 want indien zy in het
vervolg merken dat zig van vrouwera
niet konnen onthouden, zoo hebben zy
vryheid om uyt het Kloofter te gaan en
te trouwen gt; maar gedurende den tyd
dat zy aldaar woonen zyn zy verpligt
i-n onthoudinge te leeven. Zy doen geen
gelofte van een blinde gehoorzaamheid
aan haare Overftens, nog van een ge-
maakte armoede door met voordagt: af-
Ihnd te doen van alle de rykdommen
dezer wereld, gelyk de Monnicken van
Europa doen, die onder een valfche
fchyn van een vrywillige en EuangeÜfe
armoede met \'er daad alle de welluften

vadi.

-ocr page 152-

het Eyland Formofa. 79
van dit leven genieten. Maar ziet hier in
\'t algemeen de Wet van deze gebroe-
derfchap. Een mans-perfoon, die zig:
tot een zoort van leven \'t welk van de
wereld is afgefcheiden gefield of gene^
gen vind , mits dat hy zy wys, ver-
Üandig en opregt \'t zy ryk of arm, de
zelve word tot de gebroederfchap toe-
gelaten. Wanneer iemand daar in treed.
Zoo is hy verpligt het deel van zijn va-
derlyk Erfgoed, \'c welk hem is-aange-
komen, klein of groot zonder onder-
fcheid, toe te brengen, en het zelve by
de inkomflen van het Kloofler te voe-
gen. Indien hy daar na begeerte krygt
om te trouwen, zoo geeft men hem we-
der\'t geen toe gebragt heeft , en hygaat
Weg. Indien hy gedurende den tyd, dat
in het Kloofler woont, iets begeert bo-
ven het geene de Wetten toelaten, gelyk
fulks dikmaals gebeurt, zoo moet hy\'c
Zelve voor zyn eigen geld 1 koopen. \'t Is
noyt geoorloft buyten den omtrek van^
D 4nbsp;het

1nbsp; Mogdyk dat zy eenig geld voor haar in
\'t
bezonder mogen hebben, \'i zy dat zy in \'c
algemeen met alle haare goederen in het Kloo-
fier brengen, \'t zy dat haaie Bloed-magtnof
goede vrienden haar iets geven.

-ocr page 153-

So Befchrijving vam
het huys te gaan , .ten zy het is voor-
al tyd.

Indien \'er iemand in het Klooflcr
ilerfc, zoo. hlyft hec geene hy toege-
hragt heeft in eigendom aan het Kloo^
lier. Gedurende alden tyd , datmen
. aldaar woonr, is men verpligt aan den
Overfte te gehoorzamen, mits dat het
geene hy gebied met de wetten overeen
komtj want by voorbeeld,, indien een,
Overfte aan een geellelyke gebood niet
anders als wortelen te eeten,op een tyd
dat de anderen wel onthaalt wierden,
zoo zoude hy niet verpligt zijn te ge-
hoorzamen , dog diergelijke zaaken val-
len daar noyt voor. Den Overile heeft
het regt van haar tot Priefters te ma-
ken , ais hy bevind dat zy zulks waar^
dig zijn Alsdan houden zy zig bezig
met bidden, met de kinderen te onder-
wijzen, in de beginzelen d.cr Godsdienft;,
en dezelven in her lezen fchrijven
mitfgaders alle andere zaaken tot een
goede opvoeding nodig te oefenen. Zo
haaft eenige plaats onder de Priefters
der Kerke Openvalt, zoo ftelt dènO-
verften eenige van die geenen voor ,
welke hy oprdeeltde waardigften te zijn

-ocr page 154-

ÜHl

V ■

À

gt;i

V.

-ocr page 155-
-ocr page 156-

hei Eyland Formofa. s i

o-m dezelve te vervuilen, en den Opper
Priefter kat zijn keur vallen op die hem
behaagt, quot;quot;t is van gelijke zoo in alle
andere ledige plaatzen in het lighaam
der Priefters van de Zon, JVÏaan, en
Sterren, \'t Is uit deze Kloofters dat
men de ondervi^erpen haak welke men
nodig heeft om daar in teveftigen. Al-
le dezeMonnicken in het algemeen zijn
Verpligt een zeer gefchikt leven te lei-
den, en yder week eens te vaften,\' be-
halven de vaftens, die aan alle de In-
woonders des Lands gemeen zijn j en
klederen te dragen, f die haar van de\'
andere menfchen onderfcheiden. Laaft e-
lijk gebeurd het ook dikmaals djit zom--
mige van haar zig geheel en al van dc
Wereld ontrekken om in een Woeftyn
te gaan leven , en wanneer zy betoenen
genegentheid te hebben voor dit zoort
van leven, zoo kant men zig noittegen i
haar voornemen.. Men heefr opge-
merkt dat. deze geefteiijken doorgaans
tamelijk wijs zijn en tot deoefFeningvan s
de deugd overgeven- j maar zoo baait
eens. bedorven zijn , verlaten zy ter-« -
D-5nbsp;üvxïdi

t.Ziet hier na het

-ocr page 157-

Etßhrjjjümg mn-
ßond de wetten en hetKloofter, enzijtl,
daar na veel meer tot de ondeugd gene-
gen als andere menfchen. Die geene,,
welken van naby het leven der meefte
jMonnikken van Europa onderzogt heb-
ben ,, zullen bevinden dat zy in veele
Zaaken niet zeer van de
Bonzes For-
rmfa verfchilicQ.

ZEVENDE HOOFDSTUK,

Van de flegtigheden, die in de Kerk
op de dagen des Viertyds worden^
waargemmem

^P de dagen des dobbele viertijds,
na zijn hooft, handen, en voe-
ten gewaiïchente hebben, gaat men na,
de Kerk: alwaar een Prieller het
farha-
hadiond
in \'t openbaar leeft. Met dat
het lezen gëeyndigt is,, werpt zig een.
yder met hec aangezigte ter aarde gedu-
rende den tijd dat de Priefters met lui-
der ftiemme den
God dankzeggen , vanj
dat hy haar door zijn oneindige berm-
hertigheid tot zijn
waare kennifïè heeft
geroegen j
waar by het volk. haare zielen

en,

-ocr page 158-

het Eyland Formofa. 8 3;
en herten famenvoegen. De dankfeg-
ginge gecyndigt zijnde, zo regtrnenlig;
op, en men zingt lofzangen, die door
eenige van de Priefteren gemaakt zijn.
De fluiten Keteltrommen , en andere
fpeeltuigen fpelen en verzeilen de Hem-
men ; waar na de Prieilers om de hei-
liging der flagtofFers bidden; Vervol-
gens keeltmen dezelven,- en men geeft:
iet bloed in een ketel digt by den Al-
taaj- ; men verdeelt het vlees in klet^
ne ftukjes, 1 en laat het in \'t bloed
koken; gedurende deze tijd doet dens
Groot-Priefter of den oudile van diege-
nen, welke tegenwoordig zijn het ge-
bed, en fmeekt den
God dat hem dog
behage de offerhanden aantenemen tot
vergevinge der zonden van het volk.
Zo haaft als het vlees gekookt is, zo na^
deren de mannen, vrouwen en kinderen
boven de nege Jaaren d\'een na d\'andere
tot den altaar; alwaar na eerbiediglijk
uit handen t van den Prieiler eenftuk-
D 6nbsp;je

1nbsp; By na de grootte van een Eygt; welken,
gekookt zijnde , yderftukjeonjtrent eenmoni;
vol uytmaaiti

t Daar zyn 2 of Priefters, welken ydcïi

-ocr page 159-

Befchimfmfig-mn\'

^f van dit vlees aldus in \'t bloed gekookt
qntfangen te hebben, zy de eene knie
ter,aarde buigen, en \'t zelve alzoo opr
eeten.; Gedurende deze geheele pleg-
ligheid 2yngen die genen welke reeds
aan den altaar geweeft zijn , gezament-
lyk met die geenen , die haar beurt ver-
wagten om aldaar te gaan, lofzangen
benevens de fpeeltuigen, die haar ver-
zeilen.:

Na dat dit zoort ?van Nagtmaal gcr
eindigt is, zoo klimt een der Priefters
©p een plaats,die een weinig meer ver-
heven is als die geene daar het volk zig
onthoud, en doet aldaar een redenvoer
ïing , gedurende welke men devryheid
heeft yan hem eenige vragen te doen ,

op

een soort van een klein fpèetje vafihoüden ;
ayndevan
(joud of Zilver zeer fpits van punt,
cn omtrent twee voeren lang, aan welken een
menigte van deze ftukjes gekookt vlees ge-
Tegen zi^ j wdke ftukjes vlees zy uit de ke-
tel nemen na mate dat zy die aan het volk uit-
delen , dfe dezelven d\'een na den ander van
dir fpÈetje trekken : en om de uitdeling-te Ver-
iiaaften, gedurende dat een de? Priefters het
fpeetje leedig maakt, quot;rwelk hy-in zyn tondeo
houd, zoa vuiien de aaderee wederom jdie

gesinen, weljce reeds, leedig ^eiaaaki zya*.

-ocr page 160-

het Eyland \'Fomofa. 8 f
op welken hy na zyn veriuogen ant-
woord. Na. deze redenvoering doamp;t
men een tweede dankzegging, gevolgt
yan een gebed, door \'t. welke den God
in \'t algemeen alle dingen worden afgo-
beden, die hy weet dat her voUc van
noden heeft: daarna begeeft zig een yder
na zijn huis om te middagmalen. * De
tijd daar toe gefchiktis met meer als vaa
twee uuren, gedurende welke het fbquot;en-
gelijk verboden is eenige uitfpoorigheid
te doen van zig te vermaken, of tot eeni-
ge arbeid te begeven,quot; maar men is ver-
pligt zig zedig te dragen om zig te be»
reiden tot hec wederkeerennade Kerlc,
alwaar men v/ederom de zelfde pleg-
tigheeden doet als des morgens uirge-
zondert de offerhanden. Eindelijk na
dat den dicnft gedaan, cn men weder-
om t\' Huifwaarts gekeert is, zoo kan
een ygelijk daar na avondmaal houden-,
gaan wandelen, en zig;in allerlei ledi-
ge en eerlijke oefeningen vermaken.

D 7nbsp;Dc

* Al \'t geen van het vlees der oferdierea
overig is, blyft voor de Priefters die zig daar
van ovcrvlóediglyk voeden ; daar her volk,
die in alle attdere gelegentheden daar van niet
Zoa -le . derven eeten^ van het-zelve niet aie^
een kleine mond-voi ontfangt.

-ocr page 161-

86 Befchrij\'oing\'van

De dagen desenkelcnhoogtijds wor-
den gelijk de namiddagen van de dob-
beie gevierd.

Men moet weeten dat na het einde
der ofFerhanden op de dagen des vier-
tijds , als men het Heiligdom opent
in het welke de Formofanen gelooven
dat den (jo^ zyn verblyf houd, indien het
gebeurt dat deze
Gody óïe zig noit ver-
toond ais onder de gedaante van eenig
dier , zig onder de gedaante van een
Leeuw, Beer ,, of eenig ander wreed
beeft doet zienzy zig alsdan verbeel-
den dat den
God vergrämt is: waarom
men dan ook het Heiligdom weder toe-
flniten van nieuws Offerhanden doet,
tot dat den
God zig laat verzoenen 3 en
2.ig onder de gedaante van eenig ander
vreedzamer dier,, als die van een Os,
Kalf, Schaap of ander diergelijk ver-
toond. Maar indien de Offerhanden
der dieren niet genoegzaam zijn om
zijn gramfchap te ftillen , en hem die
gedaante te doen aannemen, welke men
wenfcht dat hy aandoetdan worden
hem kinderen geflagt : en men keelt
\'er zoo veel, tot dat hy eindelyk ver-
tagt word en
onder, de gedaante van

ver!»

-ocr page 162-

het Eyland Formofa, $ f
verzoeninge verfchijnt. Wanneer hy
zig onder de gedaante van een Elephanc
vertoont, zoo verbeelden zy zig dat
haar eenige groote weldaad zal toeko-
men.

Eer dat de Priefters zig verftouten
met den
God in \'t heimelyk te fpreken,
200 bereiden zy zig daar toe door bui-
tengewoone vallens en gebedenj en na
dat zy dit voordeel gehad hebben, zoo
zijn zy gewoon het volk te verklaren
Wat den God tot haar heeft gezeed
en wat hy van hun begeert.nbsp;^

Men moet nog aanmerken dat dezen
God , welke de Formofanen agten den
Opperften
God te zijn , en die zy ge-
dat aldus de gedaante van ver-
Icheide dieren niet aanneemt als om zig
na hare zwakheid te fchikken, zig noit
vertoond in de gedaante van een vrou^
weiyk dier, maar akijd in dat van eengt;
mannetje : waar uie zy befluiten , dat
ae vrouwelyke kunne onrein is j en zy
houden Haande dat een vrouw noit tot
de eeuwige gelukzaligheid kan komen,„
voor dat zy het lighaam van eenig mauy,
Qtmannelyk dier bewoont heefL

-ocr page 163-

8B Befchrijving van

agtst)e hoofdstuk:

Van de verfcheide gebaardens, wel-
ken de Formofanen in het aanbid.quot;
den van den God , en de Sterren

De .Formoüanen gebruiken in. het
dienen van den
God verfcheide
gebaarden, volgens de verfcheide Kerkr
pHgten , die zy in hare.Gods-dienft
waarnemen. lEerftelyk als men in hare
Kerken het
farhabadiond openbaarHjk
leeft, dan hebben zy de linker knie op
de aarde gebogen j-, en den regter arm
ten hemel verheven. Daarna, als men
God dankt, zyn zy allen met het
aangefigte ter aarde nedcrgebogen: ge-
durende dat men lofzangen zingt hou-
den zy zig regropftaandc,en de handen
tezaamengevoegc.Indien men bid om de
heiliging der offerhanden, zoo hebben
zy de linker knie ter aarde gebogen ,
en de armen ten hemel uitgebreid. Ge-
durende dat. debeeften gekeek. worden

kan

t Dit word verftasn van die geenen» ciie
zalks -können doen j en vvelke niet ziek zyn»

-ocr page 164-

Bèt. Eyland Formofa. 85^
Êan een ygeLjk opde aarde nedergaan
zitten, want men heeft nog banken nog
ftoelen in de Kerken \'t is alleen aan
menfchen van fatzoen geoorloft een
kuflen te hebben om op te zitten. Ter
lijd dat het vlees der Slagtoffers over
\'t vuur is, houd men zig regtopftaan-
de, de handen te zamen gevocgt, en
het gezigt na de zyde van het Heilig-
dom ; op welkers opening een ygelijfc
eenige tijd ter aarde gebogen blijft om
den
God te aanbidden , daar na regt
men zig op om hem te aanfchouwen ,
of wel de gedaante , onder welke hy
goedvind z g te doen zien; indien het
de gedaante van een Os , of eenig an-
der tam dier is, dan fpringt men op
van vreugde , in meening dat den
God
voldaan is. Gedurende de redenvoe-
ring houd men zig regtopftaande ; na
de redenvoering en dankzegging doet
een yder een diepe eerbiedigheid, met
het geheele lighaam ter aarde te buy-
gen, ende aarde met de middelde vin-
ger des regter hands aan te raken , en,
^aar na gaat men heene.

Wanneer zy de Zon, Maan , en de
tien Sterren op den Berg aanbidden ,

gedu-

-ocr page 165-

90 Befchrijving van
gedurende dat men die plaats van het
Jarhabadiond leeft, alwaar den God ge-
bied deze ligten aan te bidden , zoo
houden zy haar linker knie ter aarde
gebogen, en de regrerhand ten Hemel
verheven.
Zy houden dezelve plegtig-
heden gedurende het zingen der
lof-
zangen , te weten , regtopftaande en
de handen te zamen gevoegt. Onder
het bidden buigen zy de linker knie ter
aarde, en breiden de armen ten He-
mel uit. In de dankzegging houden
zy zig regt op met het aangezigt op-
Vaarts te Hemel ziende, en hebbende
de armen open , en uitgebreid. Deze
zelve gebaarden houden zy ook op dc
gemeene dagen , als
zy de Zon en de
vijf Sterren aanbidden j maar des
avonds in het aanbidden van de Maan
en de vijf andere Sterren houden zy
zig regt op ftaandc , en de handen tc^
ZAïaen gevoegt»

N E-

-ocr page 166-

het Eyland Formofa, 91

Negende hoofdstuk.

egtigmaen des Jiwwebjks*

T OChijnc dat de meerderheid der
O vrouwen, wellce de Wet der
^oimofanen hun toelaat, een noodza-
gelijlc gevolg is van de harde cn wree-
verpligting, onder welke zy Haan,
Van alle jaren een zoo groot getal zo-
l^en te moeten opofferen : want einde-
vk hoe volkrijk dit Eyland ook mogt
^ezen, de mannelyke kunne zoude al-
«aai wei haaft te niet zijn , indien
zy
de vryheid niet hadden van een zoo
groot verlies door het gebruik van de
Jieerderheid der vrouwen te herftellen.
^it is de oorzaak dat men mannen ziet^
^ ?ï4ï en meer vrouwen heb-
ben na de gelegentheid harer middelen,
^ant een man alleen mag\'er zoo veel
^^ftïien als hy kan voeden , maar meer
, op verbeurte van het leven, \'t Is
dit ongeluk voor te komen dat men,
dat eenig man een dogtcr of we-
«uw trouwt, altijd eerft onderzoekt, of
^y n goed genoegzaam is om haar te on^

der-

-ocr page 167-

92- Bejchnvmg vam

derhouden: maar alhoewel men [aldaar]
veel vrouwen hebben mag , cn dat \'er
by gevolg een groot getal kinderen is,
Zoo worden\'er egter niet als eenige van
de jongetjes * genomen om opgeoffert.
te worden , daar de dogters altijd toc
het huwelyk worden bewaart, gelyk
men in het vervolg, zien zak

Koit mag een Broeder zyn Sufter,
nog een Oom zyn Nigt trouwen. Bui\'
ten deze twee trappen van Bloedver-
wandfchap zijn aUe zoortai van huwe-
lijken geoorloft : maar deze twee zyrt,
aldaar zoo llreng verboden , dat den Opquot;
per Priefter zelf de magt niet heeft om
daar toe vryheid te verleenen.

Vörders, als een man voornemensis
een Vrouw te nemen , \'t zy hy \'er
reeds
een of meer heefc, of dat hy nog on-
getrout is, zoo moet hy eerll de toe-

ftem-

*■ \'tGebeurt noit dat\'er jongetjes ontbreekert
om bet getal der jaarlijkze Olferhanden te
vervuilen maar iodien zulks gebeurde , en
dat men by gebrek van. jongetjes verpligt was
meisjes te nemen , zoo zouden de 4
Hoofd-
ftoffen nauwlijks krsgts genoeg hebben oin
haar van a le de fmerteu en onzuiverheden te
reinigen j met vs^elke
zy gelooven dac cieze
Kunne vervuld is.

-ocr page 168-

het Eyland Formofa. ^^
fiemming van \'dc Vader 1 en Moeder,
\'Cn daar na die van de dogter verwerven,
2.oohaa{l zy met den anderen eens zijn,
2.00 geeft den toekomende bruidegom
daar van kennife aan den Opper of-
feraar, welke ftiptelyk onderzoekt of
hy goederen genoeg heeft otp die gee-
^e te onderhouden, welke hy ten hu-
quot;^velijk verzoekt. Indien de zaaken be-
^\'onden worden zoodanig te zyn als zy
behooren , zoo vergadert men de ou-
tlers en vrienden van wederzyden, wel-
ke de Bruidegom cn Bruid op de dag
Van een enkele hoogtijd tot aan de deur
Van de Kerk verzeilen. Aldaar vraagt
haarden Grootofferaar, wat zy bege-
ren. De toekomende Bruidegom ant-
woord, dat hy wenfcht getrout te zyn
iïict die geene, welke hy by de hand
houd, en aan den Pnefter vertoont ,
dezelve by haar naam noemende. Als
«^an word haar den ingang van de Kerk

toe-

1nbsp; De Vader en Moeder van de dopter ge-
Ven haar eenige Juweelen» Kleederen, enee-
\'^•ge andere kleine giften volgens haar ftaat ;
•ïiaarzy geven haar geen Bruid-fchat noji kinds-
J^^eelte harer goedeiea » lüst eer als na haar

-ocr page 169-

Befchryving van

toegelaten ( want in alle andere gele-
gentheden, mag geen rnan in de Kerk
komen in \'t gezelichap van andere vrou-
wen als de zynen ) wanneer zy aldus
zijn binnen geleyd, zoo begint mende
plegtigheid met gebeden, na dewel-
ken een ofFerhand^e word opgeofFert:
Den Bruidegom belooft am zyn vrouw
getrouw te zuilen zyn (dat is te leggen,
dat hy noyt andere vrouwen zal beken-
nen , als^die geenen aan welke hy door
het huwelijk verbonden is)
dat hy haar
met zßgtigheid zonder eeniggeweld ofdwin-
gelandy zal behandelen , dat hy haar noyt
iet zal gebieden, welk tegens de aange^
bor ene ^ goddelyke, en menfchelyke wetten
flrydende is enz.
Defgelijks belooft de
Vrouw
getrouw te zuUen zyn aan haarman
myt ander mondän hem te zullen bekennen^
m hem in alle zaaken te zullen geh oor zaa\'
men.
Daar na zweren zy alle beyden,
voor den God^ de Zon, Maan ,
en de
tien fterren,
dat zy d\'een en d\'ander het*
iiglyk zuUen onderhouden h geen
zy beloven.
Dezen Eed is verzelt met vervloekingen
tegens haar zeiven , en een toeftem-
ming in alle de rampen, met welken
de hemelfche wraak haar zoo geduren-
de

-ocr page 170-

het Eyland Formofa. 95
de het leven als na de dood zal willen
llraffen, indien ly haar belofte komen
Te breken. Daar na geeft den Prieiler
aan de man een volkome raagt van le-
ven en dood over zijn Vrouw, onder
beding nogtans dat hy zulks niet zal
misbruiken, en zig daar van noyt be-
dienen als ter zaake vanoverfpel. Dc-
geheele plegtigheid, welke zy
Grow
taco noemen, eindigt door gebeden j na
dewelken den Prieiler de vergadering
doet fcheiden. De man geleid zijn nieu-
quot;vve getrouwde Vrouw na zijn huis, al-
^vaar hy alle de Bloedmagen en vrien-

3 de Bruiloft geno-
den avond valt,
e nieuwgetrouwde

den onthaalt, die 0
digt zijn. Zo haal
komen de mannen c

rtian begroeten , aan hem eenige ge-
Ichenken gevende en allerley zoort van
geluk en genoegen toewenfchende; on-
dertuffchen doen de Vrouwen deige-
lijks aan de nieuw getrouwde Vrouw j
daarna geleid den Bruidegom zyn
Vrouw in de flaap kamer, en een yge-
^ük begeeft zig naar zyn huis.

TIEN.

-ocr page 171-

Befchrfving vm

TIENDE HQUFDSTUK.

Van de flegtigheden, die ommnt de
boorte der kinderen worden-waar-
genomen.

^^ Oo haaft een vrouw de tyd haares
^ j harens voelt naderen, laat zy aan
dr tien fterren * o.fferhanden doen
welke meer ol: min koileHik zyn na de
gelegentheid haarer middelen. Op den
eerlten dag der weeke, na dat zy gele-
gen is , wafchi zy zig met haar kmd,
en brengt f het zelve inde Kerk j ver-
vergefelfchapt zijnde van haar man, al-
waar

^ Zy geloven \'dat dezelven over de geboor-
te der kinderen heerzen,

t Namentlyk indien zy in ftaat is om tc
gaan , want ziek zynde kan zy «en Vrouw in
haar plaats renden. Maar \'t zy dat de
vroU\'
W-en van het ooften veel fterker zijn als die
V2\'n Europa j of dat zy wat.nünder haar ge-
raak houden ,\'t is zeker dat zy gemeenlykhec
bed niet langer houden als een of twee d-jgen»
nadat zy gelegen zijn. Ten minfte indien zy
niet lang inden arbeid hebben gezeten, \'t welk
haar zeer dikwils te beiiit valt. Ziet hici ß?
ftet- Ä7 iioofdftuk.

-ocr page 172-

het \'Eyland Formofa. 97

\' waar zy aan den God een offerande op^
offert, gedurende welke men gebedcii
doet voor her kind en dankzeggingen
voorde [gelukkige] verloflingvandc
Moeder. Indien het een zoon en geen
eerftgeborene is, zoo belovende Vader
en Moeder pligtigli jk
akjd bereid te zulquot;
len %yn V x^eÏT^e ovenegeven om ter Eere van
den God opgeoffert te worden, ten allen tj~
den alsTJi daartoe verzogt ZMÜen t.in.
Daar
na word \'er een klein vuur van ftroo
aangeltoken , en den Grooc offeraar
neemc het kind, en haalt \'t zelve iigt;
maal door de vlam. ten ander Prielter
beitrykt het geheele lighaam met oly oni
het quaad tcverzagten, \'t geen de vlam
Zoude mogen veroorzaakt hebben. De-
ze plegtigheid volbragt zijnde^, zoo
neemt de moeder het kind wederom j
en na dat de Priefter de dankzegging
geeyndigt heeft , keert zy met haar
man wederom na huis ; ahvara-
\'i dc \'
manier is dat men de bloedmagen en ee-
nige van de Priefters onthaalt. Deze
plegtigheid
noemcmy Abdalain of dc
iuyvenng.

JHec kind, tot het negende Jaar zijns
ouder doms gekomen zijnde, word van
Enbsp;dc

-ocr page 173-

5gt;8 Bef hrijvingvm

de vader en moeder opeen dagdes hoog-
tijds na de Kerk geleid , alwaar bet ne-
vens zijn gebed een plegtige belofte
doet, door weike hy aan denGcd be-
looft,
Daty nadien hem niet behaagt heeft
zyn leven ten ofer te etfchen, hf\'\'t z.el-
ve tot zijner Eer aardeggen , en alle zyne
heveelen^ zoo ctls dezelven in het
Jarhaba-
diond
befchrevm fiaan heyliglyk nakoomen.
Waar op de Vader en Moeder van hun-
ne zijde beloven alhaar gezag ten dien
einde te zullen gebruiken Di^ar na
doet de Prieiler een gebed ^n laat haar
gaan. Deze tweede plegtigheid noe-
men zy
BUdo of gelofte. Schoon de-
ze plegtigheid , welke zuivering ge-
noemt word, by dc Formofiinen inge-
bruik is, geloven zy daarom niet, dat
haare kinderen door eenige Erf-zonden
befmet zijn , maar zommigen onder
haar zeggen dat den
God haar dezezui-
vering geboden heek, om het quaad
voortekomen tot het welke wy geneigt
zyn door de verderving van onze na-
tuer , zonder nogtans den oorfprong
van deze verdorventheid te konnen uit-

leg-

, • Deze omaandigheid word agtergelasen
•waaneer het een doceer is.

-ocr page 174-

het Eyland Vormoß.
Jeggen. Anderen verbeelden zich dat
zulks gefchied tot verzoeninge der zon-
den van de Vaders en Moeders , en zy
geloven dat den
God, de wereld op zyn
lyd gefchapen hebbende, dezelve met
opregre en deugdzaame menfchen ver-
vult heeft , maar dat zy allengskens en
by trappen bedorven zynde alle dagen
meer en meer van de onnozelheid en zui-
verheid hunnes ooriprongs afwyken ;
hier van geven zy geen andere bewy-
zen als de ondervinding. Ondertuf-
ichen is dit gevoelen onder hen niet
^angenomenalseen geopenbaarde waar-
heid, \'t zelve is niet anders als een ge-
voelen van eenige hunner leeraaren, ra-
cende de Scheppinge des werelds en
yen ftaat der eerfte menfchen. Want
Jn het
^arhabadiond word niets van dit
alles gemeld.

Elfde hoofdstuk,

Vm de begravèniffin.

Ier in gebruikt men dezelfde pleg-
ïigheid voor de manecn als voor
e anbsp;de

H

-ocr page 175-

3öo Befchrijving van
de vrouwen. Zoo haall als een zieke
in gevaar is, doet men gebeden en of-
ferhanden om den
God de verkrijging
van zijn gezondheid aftebidden. In-
dien den zieke fterfc, zoo bewaart men
den doode uuren, en wrijft hem met
welriekendeplyen5 zoowel omdequa-
de lugt 1 voorrekomen, aLs omdat het
lighaam te beter en te vaardiger zoude
branden- Een weinig tyds voor dat
men \'t zelve brerïgt ter plaatfe , alwaar
het moet verbrand worden , zoo ver-
gaderen de Bloedmagen en Vrienden
van den overledene. Het lyk word in
liaare tegenwoordigheid op een dood-
baar gelegt, die men op een tafel zee,
rondom welke alle de genodigde neder-
zitten. Hun word allerley zoort van vlees
opgedift, van \'t welke zy allen eeten:
ten einde van deze maaltijd, \'tgeen alles
met een diepliilzwijgen toegaat, zoo
fchikt zig een ygelylc om de lykftazy
fe volgen. De plegtighedeii zyn meer
of min groot, en de lykftazy meer of

min

1nbsp; Ka-dien de lugt van dac geweft geweldig
heet is gt; zoo kan een dood lighaam aldaar zoo
lang niet bewaart worden zOöder ten geheel
huys le befraetten,

-ocr page 176-

het Eyland Formofi, i o t
m\\n pragng na de rykdom en waardig-
heid van den overledene. Laaten
wy
ons voor een oogenblik verbeelden dac
Wy van eenig magtig en aanzienlijk per-
- foon fpreken. Alle de Priefter?, Gee^
ftelyken , de Speel lieden, en huilders-
komen het
iyk vinden, men zet\'t zelve;
in een rosbaar, die door twee Elephan-
ten gedragen word, en den uytvaart
begnit op deze wyze. Eerftelyk gaat
\'er een beampte van de Stad voor aan
het hoofd dragende het Schild of Wa-
pen * van den overledene: agter heni
gaan de zangers en fpeelliaden, zingen-
E 3nbsp;de

* Alhoewel\' nog dè Japonezers in \'t alge-
mten , nog de Formofanen in \'t bezonder een
behoorlyk Wapen-fchild hebben gelyk de Eu-
topëers , egter laten de luyden van aanziea
niet na wapenen te hebben, door welken men
geflagten kan onderfcheiden: dezelve zyn
teenemaal eigenwillig gt; zoo ten opzigte van
de geftalte van het fchild, \'t welk nu eens o-
vaal, dan eens driehoekig, zomtyds als eeci-
fuyt vierkant, of rond is, als ook ten opzig,-
^ van de ftukken» met welke zy de zclvenge-
^eenlyk vullen, te weeten met dieren, bloe»
nien ,vrugten amp;c. maar zy zyn nog niet geko*-
men tot het onderfcheid der verwen en meta»
ien: zy hebben tiognettigheid, nogaardicheic
nog. eenig opfchrift.nbsp;^

-ocr page 177-

loi Befthrijving van
de en fpelende op een droeve en lang-
2,aame toon: vervolgens komen de Sol-
daten verzelt met haare Bevelhebbers j
xy zyn alle met fpicfen, boogen, py-
len,. Sabels of degens bewapend. Äg-
terdeze Krijgs-bende volgen de Gee-
Helyken voorgegaan zynde door een
Beampte van het klooftcr, die het vaan-
del des broederfchaps draagt, \'t welk
zy het wapen van den
God noemen
cn ge volgt door haaren
Stiletto ofüver-
fien

Deze worden gevolgt door de ge-
mene Priefters van de Kerk , welken«
Voor aan haar hooÊd een beampte van
de wyk hebben, dragende het vaandel
of W apenfchild van de Kerk. Agtcf
dezen gaan de gemeene Priefters en of-
feraars der Zon , Maan , en Sterren :
Daar na komen de offeraars
vrndcnGod;

fevolgtdoor den Groot offeraar endef-
:lfs bedienden ( want wat den Hooge-
Priefter belangt^ die is noit by eenige
nytvaart, als by die der Koningen of
Onderkoningen) na den Groot-Offeraar
volgt een wagen, die met offerdieren
gevuit is, en door een Elephant of Ka-
melen word getrocken, - Vervolgens

ziet

-ocr page 178-

het Eyland Formofa. 10 2:
ziet men de huilders, die even voor het
^iJ k gaan, \'t welk gedragen word in een
^ooit van een rosbaar * met zwart o-
verckkt, ten naaften by gelijkende na
ae
Herfes van Engeland , uitgezonders
«at het midden met een Spits verheven
gelijk als een kleine toorn. Deze
rosbaar word gedragen door twee Ele-
Piianten,die zoodanig met zwart laken
Dedekt zijn, datmen niet als het hoofd
van den voorfte ziet. Op dit laken zijn
de Wapens van den overledene en die
■van zijn voorouders op order geplaatft-
deze rosbaar word door de naaftebloed-
inagen en vrienden van den doode ge-
Zoo haaft als men ter plaaife
hZnbsp;is toebereid aankomt

bidden de Priefters en geeftelijken om
^eneihgingderSlagtofters: men keek
^ezeiven op een altaar enkelijk daartoe
pftigt, en zy wordendaar op ookver-
ö^\'and} daar na word de afch genomen

en

is Tnbsp;Norimmomos ach Boskos , dat

dennbsp;»quot;osbaar voorde dooden. Delie-

fbort^^quot; \'quot;^quot;\'^er fatzoen bedienen zig van een
Eifiih!!quot;nbsp;op den rug van een

-ocr page 179-

304» Befchr/jving van

en op de houtmeid gedragen, op wel»
ke het lyk in de kift
ftaat: alfdan word
het vuur in de houtmeit geftoken, en
wanneer alles verteert is en dat mende
afch digt by de plaats, daar de hout-
jneit ftond, heefc begraven, zoo ver-
trekt dit geheele gevolg , en een ydet
begeeft zi^g wederom na zijn huis.

TWAALFDE HOOFDSTUK.

Van de Kleding der Prießersengees-
telyken.

E Eertijds hadden dc Priefters de
vryheid van zig te kleeden na haar
welgevallen, mits dac zy onderfcheiden
waren van de andere mannen , en die
was genoeg; maar tegenwoordig heb-
ben zy k eederen , die haar niet al-
leen van de leeken onderfcheiden maar
door welken men ook haare verfcheide
bedieningen en waardigheden kan on--
• derkennen\': en deze zooi ten van klee-
deren konnen de minfte verandering
©iet meer lyden.

Den o|gt;per Priefter draagt een zoort

vaa

-ocr page 180-

het Eyhnd Formofa. i o f -
van een Hemels blaauwe myter op hec
nootd , welkers onderfte op de wyze
van een Kroon gemaakt is j boven op de
Zelve zethy een bonnet o£ muts van la-
ken van dezelfde verwe. Hy heeftkorc:
hair en een langen baard; en een kleine;
mantel zynde van verwe als zijn myteir
rond van vooren en fpits van agteren ,,
bedekt zijne fcHouders, en komt hemV
niet lager als den Elleboog: onder de»
2e kleine mantel draagt hy een andere?
veel langer en van dezelve verwe, die\'
veel eer het fatzoen van een lange rok;
als die van een mantel heeft, en wel?
kers mouwen in het midden openingen,
hebben om de armen door te Itekem.
Deze rok bedekt een reep« van- violeti--
verwig laken , hangende van vooren^
en van agteren ,, welke zeer gelijkt nai
die geene, welke de meefte Monnikè.-
ken van Europa dragen,-en van haatr
Scapulier * genaamt word,. Ondeij-
Enbsp;de^

^ Dit is een reep van Laken^ of Serge-
J^ynde een vierde-deel van een ellebreed oiV
daaromtrent, in welkers midden een gat iscmn
het. hoofd, door te fteken j, Deiie reep heefcc
|emeenlijk dezelve, verwe van de kleding; des»\'
iVioimikcn./ Zy agtea dit zoort.van.ßoffezo)

iïegt;\'

-ocr page 181-

deze reep is een witte rok van Katoen
of Zyde, welke hem de huit bedekt.
Zijne Kouflen zijn gelijk als die gee-
nen, weike men in dat Land draagt,,

en

heilig, dat fy quot;t zelve het heilige kleednoemeo^
Veelen onder haar verzekeren daï zy deze reep
van de lieilige magec hebben ontfangen» ten.
weikers eere zy dezelve bezonderlyk heb-
ben toegeheiligt., De wereldlyke menfchenv
voornamemlyk de Soldaten Arbeids - lieden
en in \'t. algemeen alle eenvoudige en onwe-
tende, die zig door het goedvinden en den
raad,der Monnikken laaten beftieren en byna,
alle godvrugtige Vrouwen dragen defgelyks
een
Scapulier ua dewelke zy groote kragt toe-
fchryven. Dit is een klein dobbel lind, aan
■welkers einden gevoegt zyn twee kleine vier-
icante ftukjes ftof hebbende de breete vaneen
franfe Ryxdaalder of daaromtrent, op welken
gemeenlyk\'t zy in Goud of Zilver borduiirfel
van lieden van onderfcheid, of alleenlijk van
Zyde of Garen voor gemeene menfchen , de
naamen van Jefus en Maria verbeeld zijn. Die
word het kleine Kleed van de Maagtgenoemr,.
Den Monnik die dit geeft laat niet na
\'t zelve
door gebeden en herhaalde zegeningen te hei-
ligen ? waar onder het Wy-wacer niet wordi
vergeten : deze lap draagt men op de wy-
2e van een Sluyer op het hemd i of de naak»-
te hiiyf. Die gêenen gt; welke tot deze bröe»^
deifchap zyn ,tpe,gel3tee » hebben alleen het^

-ocr page 182-

het Eyland Formofa. 107
eiT zijn Schoenen geHjkencn volkomen
m de Pantoffels der Capucynen f.quot; Hy
draagt een Yzere roede in zijne hand
nebbende de lengte van een Elleboog
E 6nbsp;en

regt om dezelve te dragen, en konnen door=
middel van eenige gebeden , die zy alle dagen
moeten opzeggen , en eenige
Communier^
welke zy verpligt ryn op zekere dagen van
een buuengemeene Hoogtyd te houden in fom-
nïige Kerken der Monnicken , alwaar deze
gods-yrugft meeft in gebruik is, in een meer
dan gemeene verzekertheid hunner Zalilt;»beid
leven. Wjarlyk de Monnicken, welkS ge-
zet zijn om deze overgelovige gewoontens te
doen gelden, pogen zulks door een oneindige
heid van geloolbaare wonderdaaden te bewy-
zen , aan vyelkers zeekerheid te twijfelen alzo^
grooten aiifdaad zoude zijn , als het tvvyfelen
aan de wonderdaaden van J, G. en die van ^
2.ijne Apoftelen.

Vervloektegeld-%ugt tot wat Godgehaatedingen
Kunt gy het per ig hert-der- monnikken met:

gen!

t Dit is een foort van Monnicken j die zig;
hervormde noemen van de order vanSt. Fran-
cifcus , en de fchijn maken van een arm en-
rouw leven , zy gaan bloots-voets, en dragen^
niet als
Eamoffels , dit zyn enkele zooien die-
geen Overleer hebben ; maar alleenlijk eenleew
ren riem van boven zynde twee of drie via-,
geren. breet, met. een zeer - laage. liitL.

-ocr page 183-

soS) B\'efcBrfvingvm

en vergiert zijnae u.ec een ronde Zlll-
vere greep, op welke zyn wapen ge*
fiieden is. Den Opperften offeraar
draagt defg«lijcks een rayter zonder
Kroon bo. en op zijn rauts , aan wei^
kers onderfte van agrere vaftgemaakr
is een ftuk blauw ftof, \'t welk tot op
de aarde fleept: ook heeft hy een lange
roode rok, vaftgemaakr mee een witte
gordel. Zijn Myter, welke het teken
is van
Z\'jn waardigheid., is van hemels-
blauw eveneens als die van den Hoo-
ge
Priefter:- Zijn roode muts verbeeld
zijn offer-ampt, en den degendie hy
akijd in zijn hand draagt, is een teken
van het bloed, \'t welk zijn bediening
iiem verpligt te ftorten. Zijn Kouften
en Schoenen zijn gelijk.als die van den
Opper Priefter.

De gemeene offeraars van den God
hebben, een roode en fpitfe muts een
weinig agterover hellènde: hun man-
tel is gelijk als die van den Hooge Prie-
fter, behalven dat zy rood en van voo-
ren zoo kort is, dat zy de Knïen niet
bedekt, fchoon zy,
van. agteren op de

aar-

ïfDit is een zdter.e niaatgt; die: andeihalCf
v.oejt. Ia«g ■ ife

-ocr page 184-

M Eyhnd Formiofa. tof
aarde fleept. Ook hebben zy onder de*
ze mantel nog een roode rok.

De OiFeraars van de Zon, Maan, ea
tien Sterren hebben dezelve kleederen
maar van onderfcheide Verwen. Difc
van de Zon heeft een witte muts met het
afbeeldzel der Zonne van boven , zyn
mantel is rood en zijn rok wit: die van
de Maan heeft defgelijks een witte muts
met het afbeeldzel van een waflènde
maan i zijn mantel is wit en zijn rok
rood: Die dertien ilerren heeft van ge»*
lyke een witte muts met fterren ver-
giert, benevens een klein ftukje ftofj
\'t welk daar aan vaft is en van agte^»
ren alhangt: hy heeft een roode man-
tel met v^itte mouwen en een witte rok..
Alle deze offeraars dragen een degen ia
hun hand.

De gemeene Priefters hebben een
foort van een muts, op welke een my-
ter ftaat, die van agteren veel lager is
als van vooren : zy dragen een lange
■witte rok, welkers mouwen zeer lang
en wijt zijn: zy hebben geen gordel „
maar van. onderen een kleine rok vaïi:
Katoen i

De Beampten of Dienaaren van de

-ocr page 185-

Inbsp;B^chr^m^^ van

Kerk hebben infgelijks een kleerf, \'t
welke haar van de andere leeken onder-
fèheid, want haar muts is verfcheide
van die des gemeene volks; zy dragen
een zwarte rok, en een zwarte roede
in de hand zijnde anderhalf voet lang.
In alle de vergaderingen voeren zy een
foort van een banier of vendel, in het
welke \'t wapen van de Kerk en Gods-
dienft is afgebeeld.

De kleeding der Geeftelijken is nier
©nderfcheiden van die der gemeene
Priefters ten opfigte van het fatzoen,
maar wel ten opzigte der Verwen. Ja;
yder Klooftcr heeft zelfs een Verw,,
die aan \'t zelve alleen eigen is. Zydra-
gen allen een zeer fpits hoofd-dekfel op»
het hoofd , \'t welfc zy zeer dikmaals
fcheren, maar noit den Baard- Zy heb.
ben een korte en wyde rok, die nogvan -
vooren nog van agteren open is , en
welkers mouwen gemeenlijk zeer iaag
hangen; onder dezelve hebben zy twee
rokken d\'een over d\'andere , welker^
bovenfte de kortfte is, maar zy zijn al-
lebeide zeer naauw: hunneKouflenen-
fchoenen zijn gelijk als die der Prieftersw
Hunnen Omfte draagt in de open-»

baa»

-ocr page 186-

het Eyland quot;tomofa, iji
tgt;aare vergaderingen een Myter op zijn
hoofd, en zijn Kap hangt van agteren.
^ok heeft hy een kleine mantel als die
Van den Groot Priefter,. maar zy is^vio-
letverwig gelijk ook het ftuk laken^ \'E
^elk daar aan vaft is^ dezelve verwe
jjeeft i onder deze kleine mantel heeft
hy nog een andere veel grooter van ver-
fcheide verwen: en onder dezelve een
quot;^itte rok: hy laat zig noyt den Baard
fcheren, en houd zijn hair altijd kort:
daarenboven heeft hy dit ook met den
opper Priefter gemeen, dat hy een
Y-
fcre roede in de hand draagt. Zijne
Kouften en Schoenen zijn gelijk als die
Van zijne Monnicken y maar wanneer
«y in het Kloofter is, dan is zijn klee-
ding t\'eenemaal als de hunne.

I^e Dienaars van de Kloofters zijn;
gekleed gelijk die der Kerken, uitge-
^ondert dat hun muts kleinder is; dè
andere klederen zyn alleenlijk in vcrwe
®nderfcheiden. Deze afbeelding, die
quot;e order van een lijkftazy verbeeld, veigt;
^^ont.alle desic bez^ondexekleedingen..

-ocr page 187-

lil Befchrijvingvm
dertiende hoofdstuk,

Van de verfcheide foorten van klede-
ren der andere Inwoonders van
\'Eormoja, volgens de rang, ßaat ,
m gelegentheid des volks.

De Formofanen zyn waarlyk net op
haare kleederen : maar zy ver-
anderen noyt vandragt, gelijk dcmee-
üe Europëers doen j derhalven fcheelt
het weinig, ot zy gaan nu nog gekleed
gelijk zy over duizend Jaaren deden.
Zy hebben dit aanmerkens waardig ,
dat de waardigheid en ftaat der man-
nen onderfcheiden word door de klee^
derenwelke niet zeer veel verfchillen
van die der Japonéfen,, voornamentlyk
ten opzigte des gemeene volks j want
alhoewel de koningen, onderkoningen^
cn grooten van dit Land-wel verfchei-.-
de kleederen dragendie hen den een
van d\'andere onderfcheiden, zoo beftaat«
egter het grootfte onderfcheid tuflchen .
de Japonezers en Formofanen hier in ,,
dat:dc;Japonézers twee o£ dipie rokken.

dra^-

-ocr page 188-

»

-ocr page 189-

-Pa^.tts

., gm:;

-ocr page 190-

het Eyhnd Formofa. 11 §
dragen, welke zy met een gordel vait-^
m ken, en dat de Formofanen gemeen-
lijk niet meer als eene rok hebben, cn
van geen gordel * bedienen, want
zy gaan altijd met een bloote borft ,
en bedecken de fchaamt-deelen niet
als met een Goude , Zilvere, of Ko-
pereplaat, welke zy om haar hghaam
oinden. De Japonézers gebruiken niet
als kleine mutsjes, die zeer ligt zijn,
en de Formofanen dragen dezelve
groot en breed, met een ftaart van
Katoen of Zijde ,, die van agteren tot
op de grond hangt , en welke zy in
het gaan rondom den arm winden i
maar dewijl ons voornemen is hier
alleenlijk van de kleding der For-
mofanen te fpreken, zpo zullen wy
van die der Japonézers niets meer zeg-
gen.

Den Koning van Formofa is gekleed
ïnet een lange Zijjde rok rijkehjk door-
^rogc met Goud en Zilver , altijd o-
penltaande,. en onder welke men een
kleine Zijde rok ziet, die met een zeer

ko-

, * Daar is niemand als dé Koning, onder-
^ning en de. Gtoote Heetsn» die een gordel
dragen.

-ocr page 191-

114 Befchrijving van
koftelijkegordel\'is gebonden: hy draagt
een groote fluycr ^ met Goud, Zil-
ver, en Zijde geborduurt , welke van
de regter fchouder na de linker zijde
hangt j zijn muts is van onderen beftikt
met een foort van een kroon verciert
met groote robijnen en andere koftely-
ke fteenen: van boven is aan deze muts
een kleine flaart van zeer fijn floers vaft
gemaakt, welke agterafhangende langs
de aarde fleept: hy draagt geen broek;,
zijn Kniën zijn naakt, en zijn beenen
met Zijde kouflen bedekt, die dooreen
menigte linten verkiert zijn: zijnfchoe-
nen zijn als die der Priefters, behal-
ven dat zy wat netter gewerkt zijn.

Wanneer hy re Paard rijd , dan
draagt hy een kleindermuts en een broek
met kouflen geheel van een ftuk, alfo
doen ook in diergelijke gelegentheid al^
Ie Grooten en andere rijke-lieden. Hy
heeft om den hak een foort van een
hals\'band van zijde gemaakt en met
diamanten bedekt : zijn hair is kort, en

zijn

* Deze Sluyer is byna gelyk de blauwe
fcoorde,) van de ridderlijke order des Üeiligen
geeftes in Europa-; maar de verwe is otjbe-
fiaalt.

-ocr page 192- -ocr page 193-

Jtit yice—Jiey7zC\'
ûnder\'fjK^ûTiié

-ocr page 194-

het Eyland Formofa. ii^
zijn baard [omtrent;] een duim lang.

De klederen van de Koningin 1 zijn
niet min pragtig als dievari den Koning
de gelleentens flikkeren op dezelven
van alle kanten ihaar hulzel is gemaakt
Van een zeker ftof van zijde, goud eu
^ïlver, doorzaayt met Diamanten, die op
de wijze van een kroon gefehikt zijn.
Haar hair is met fnoeren van Paerkn
of Koraalen gevlogten, en hangt on-
agtzaamlijk op haar rok: zy heeft eea
half- band van Paerlen of Diamanten
om den hals: haar rok fleept van agte-
ren de lengte van twee of drie ellen gt;
cn de mouden zijn zoo wijt en lang 5.
dat zy byna tot op de aarde hangen:
de Koninklijke mantel, die zy overde-
iselvc draagt, is op haar fehouderen vafl
gemaakt en fleept een gelijke lengte
3,
naar gordel is van Diamanten en ande-
re

a-

1nbsp; Namentlijk de oudfte van de vrouweti
^ Konings, wanr zulks is by na altyd die gee-
oe, welke hy de eerfte getrouwt heeft, ik zeg-
ge byna ahijd , omdat , indien ly onvrugt-
oaar was, men haar volgens de gewoontefou-
oe doen fterven, en den Koning zoude onder
öe andere vrouwen die geene verkiezen, wel-
Ke hy geliefde Koninginne te maaken. Hy
^« gemeenlyk 15. of zo. Vrouwen.

-ocr page 195-

1^ Befchryving van
re ko\'ftclijke gelteentensi liaare KouP
fen en Schoenen zijn gelijk ais Konings,.
behaiven dat de hielen een weinig hoo-
ger
Zijn. De andere Vrouwen des Ko-
nings zi n gekleed gelijk dc Vrouwen-
der Edelen, behoudens eenige Hoofd-
cierzelen, die haar onderfcheiden.

De Soonen des Konings zijn byna
gekleed als hun Vader, uytgezondert
dat zy geen onderkleed onder den rok
dragen , want zy gaan a-kijd met dc
bloote borft, hebbende niet als een hal-
ve gordel boven de lende, aan welkers
einden een Goude plaat is vaft gemaakt,
die haar de fchaamt-deelen bedekt. Zy
hebben het hoofd altijd blood tot den
ouderdom van negen Jaaren , alfwan-
neer zy een kleme muts beginnen te
dragen. De Dogters van de Konin-
gin dragen dezelve kleederen als haar
Moeder, behaiven de mantel, en de
gefteentens, maar haar hulzel beftaat
alleenlijk in een kleine krans van bloe-
roen of vederen. De Dogters. van de
andere Vrouwen des Konings zijn ten
Haaflen by gekleed als de Dogters der

Edelem \'

Den Onder-koning , fchoon van zijn

oe*

-ocr page 196-
-ocr page 197-

V

a-

-ocr page 198-

■ gt; t

-ocr page 199-
-ocr page 200-

het Eyland Formofa 117
^ppermagt berooft, heett egter niets
Verloren van de pragtigheid zyner kle-
deren; zijn muts is niet min koftelijk,
ï^og minder met.gefteente bezet als die
Van den Koning: zijn das, of om be-
ter te feggen , zijn hals-band is van
fwarte Zijde met Zilver doorwrogt j
^ijn onderkleed, \'t welk zeer kort, en
tnet de huid van een Tijger of Luipard
gevoert is , word met een gordel van
-manten valtgemaakt. Den rok die
hy over dezelve draagt is feer lang en
Van vooren geheel open: zijn Sluijer is
gelijk als die van den Koning, en hy
heeft een kleine mantel va i zwarte en
roode zijde op zijn fchoudcrs, en draagt
gemeenlijk een halve piek in zija hand.

De klederen van de Vrouw des on-
derkonings zijn byna gelijk als die van
Qe Koningin uitgezondert dat zy haar
hair niet verciert als met linten en plui-
J^\'^en, en dat haar mantel, hoewel veel
Dreeder en met een koftelijk bont ge-
voert , 200 lang niet is. Het onder-
scheid, welk \'er is tuffchen de kleede-
^en der andere Vrouwenen de kinderen
Van den onderkoning, en die dervrou-
J^cn en kinderen van den Koning, is

zoo

-ocr page 201-

iiS Befchryving van
200 weinig aanmerkelijk , dat zulks
niet verdient , dat men zig daar mede
ophoud. Den
Carilhan of den alge-
meen opperbevelhebber draagt een muts
gelijk als dse van den onderkoning, zyn-
de van vooren met Diamanten bezet j
maar zy is wat kleinder. Zijn halsband
is van zijde zonder Goud of Zilverj hy
draagt geen Sluyer, maar hy heeft een
kleine zijde mantel op zijn fchouderen
en een lange rok, die zeer wijt is, en
het fatzoen heeft als die van den Groot-
Priefter, deftèlfs mouwen hebben in
het midden een opening , door welke
hy de armen fteekt, en het overige
hangt tot op de aarde. Zijn Vrouwen
cn kinda-en zijn gekleed als de Vrou-
wen en Kinderen van den onderkoning
hoewel met eenig onderfcheid , maar
zeer weinig. De klederen der Groote
Heeren, en in \'t algemeen van alle de
Edelen zijn gezoegzaam gelijkende na
die van den onderkoning, ten opzigte
van het fatfoen , maar zy hebben zoo
veel gefteentens niet, en zy dragen de

fordel boven op hun rok. Zy heb-
en allen een Sluyer die van de regter
fchouder na de de linker zyde hangt.

Huii

-ocr page 202-
-ocr page 203-

Î.Î

I ■ I

-ocr page 204- -ocr page 205- -ocr page 206-

het Eßand Formofa. 119
quot;Un muts is het geeue , \'t welk hen\'c
^neeft onderfcheid , want die is byna als
quot;le der Borgeren.

. Haare Vrouwen dragen kleine muts-
verzierde bloemen gemaakt, zy
nebben-twee rokken , van welke de
^ortlle boven is , met een gordel vall
gemaakt cn niet over de Kr/ien komt.
-en reep zeer fijn Neteldoek hangt van
joven de muts af tot op haar fchouders.
~laare Kinderen zijn ten naalteu by ge-
kleed als die van den algemeen Opper-
bevelhebber.

De Borgers hebben niet meer als een
^ok, en dragen allen kort hair. Aan
«et bovenile van haar muts is een foort
f^n Floers, of een koord van zijde of
katoen vaftgemaakt , welke van agte-
\'en tot op de aarde hangt. Zy bevvin-
^en ook den hals met een ftof van zijde
^^ katoen. Zy dragen geen hemden ,
^^^tgezondert des nagts, en zulks nog
«laar federt dat de Hollanders haar Iii?
en gebragt hebben. Zy gaan met baar
\'•^ige rok geheel open en Zonder gor-
, hebbende de borft en dyen naakt
^Rde alleenlijk een goude, zilvere ofko-
Pere plaat voor haar teellid. Haare fchoe-

nen

-ocr page 207-

f20 Befchr^vmg vm

oen en kouflen hebben niets ongemeen.

Hunne kinderen hebben een klein«
nuits op het hoofd , welke zy egtef
niet eerder dragen als na den ouderdom
van negen Jaaren, en een kleine rock
met een gordel gebonden, welke hufl
niet lager komt als tot half wegen
óc
dyen; ook hebben zy fchoenen , en i
geheele onderlcheid , welk \'er is tui-
fchen de meisjes cn jongetjes tot de ne-
gen ja^en, be (iaat alleenlijk hier in, i
dar de meisjes kouflen dragen en de jon-
getjes niet. Na de negen Jaaren ver-
anderen de meisjes van kleeding,gehjK
wy nu gaan zien.

De Boi-gereflen worden met die vaU
het
gemeene volk in vier foorten vat^ \'
kleedingen onderfcheiden , te weeten
van jonge dogters, dogters die
verlooft .
zijn, getrouwde Vrouwen, en van
duwen.

De jonge Dogters ter ouderdom vaO
negen jaaren beginnen het
hooft te ver^
gieren met-linten, pluimen of verflef\'
de bloemen, maar \'t zy binnen of bu^^
tens huis zy zijn altijd bedekt, zy hequot;\' ■
ben twee rocken d\'eene
langer als d\'an\' f
dere met een groene gordel vaftgeboi^

-ocr page 208-

het EyUniYormofa: 121

denj de bovenüe raakt tot de aarde, en is
^an vooren open, zoo dat de onderfle
yeei korter zijnde als de andere haare
^nien konnen gezien worden, derfelver
en kouffen zijn als die van
andere vrouwen. .

Wanneer zy zig ten huwelijk verbin-
den, alsdan is haaren opfchik buiten
gemeen: zy verderen haar hooft met
bloemen , pluimen en laurier-bladen,
die zy feer behendig tuflchen \'t hair
Vlegten : de rokken , welken zy d\'een
over d\'andere dragen, zijn beiden even
^ang, d\'onde.rfl;e is wit en de bovenfic
Zwart, zijudealle-beyden met een fwar-
te gordel vaftgemaakt.
Zy di agen een
j^luyer van fwarte zijde, welke van de
^ker fchouder na de regter zijde hangt,
De zwarte rock is van vooren open; zy
heginnen deze kleding te dragen van
^le tijd af als zy \'tmet haare minnaars
menszijn, en dragen dezelven toi ne-
gen dagen na het vieren haares huwe-
lijks, alswanneer zy zig kledtn gelijk
andere getrouwde vrouwen.
Dezelven hebben onder een langerok
Van vooren open zijnde niet anders als
cen looi t van een kleine jupon, die niet
Fnbsp;tot

-ocr page 209-

ï 22 Befihryvmg van

toe over de knïen komt. Op het hooft
dragen zy een foort van een platte muts,
wcike het fatzoen van een tafel-bord
heeft: haar hair hangt agtelcosop haar
borft en als zy uitgaan , bedekken zy
bet aangefigt zoodanig, dat niemand
haar kan béfchouwen.

De Weduwen dragen een ander foort
van mutzen, die tweevoudig zijn, na-
mentlijk van agteren rond gelijk een
vrong, en van boven Ipits.

Haar hair is gevlogten: Sy hebben
twee rokken 5 de kortlle en opperfte is
altijd zwart, maar d\'onderfte, welke
van zoodanige verwe mag zijn als haar
behaagt, heeft groote moiiwen, die
tot op de knien hangen, beiden deze
rokken zijn met een gordel vaftgemaakt-
Onder het gemeene volk en de boeren
hebben de mannen niet als de huit van
een beer of van eenig ander dier op ha-
re fchouders, met een plaat van koper,
een fchelp, of Ichorfe van een boom
voor hunne fchaamte. De Kinderen
gaan geheel naakt
j fomtijds dragen zy
een reep van eenige grove ftofiè of van
een beefte-huyt op de wijze van een
Sluyer, welke van de regter fchouder
m de linker zijde hangt.nbsp;Die

-ocr page 210-
-ocr page 211-

Iii-

) ■

; !ti

À

-ocr page 212-

het Eyland Formofa. 123

pie geenen , welke onder het land-
volk \'t meelt gegoed zijn , dragen be-
nevens haare kinderen een gordel om
ae lende, aan welke een flnk ftof is
^\'aitgemaakt, \'ngeen hen tot half we-
gen de dyen bedekt.

Derzelver vrouwen zijn even eens ge-
i^leed, hebbende alleenlijk een kleine
ichorc, welke van de gordel toc aan
^e knien komt: \'c hair is gebonden en
naar hoofd met een ftuk grof linden of
andere itoffe bedekt 3 maar haare dog-
ters hebben niet als een reep katoen op
de wi]ze vaneen lluyer, gelijk de klei-
ne jongetjes, met een Huk ftot voor
l^aar fchaamdeeli en nog zy nog haare
«moeders dragen koulTen : haare fchoe-
nc^i^zijn gehjk als die van andere vrou-

Alle de Vrouwen in \'t algemeen héb-
oen een Arm-band om den arm, ende
getrouwde dragen behaiven den arm-
band [ook] een halsband, dit
alles is
Van paerlen\'c zyfijn of vals, of van ko-
raai amp;c. na hare middelen.

Laat ons nu ook iets van de kleding
«er knjgs-lieden fpreken. Den Kc^

ßing vanForn:iofa heefc zijn lijf-wagten
^ ^nbsp;al\'

-ocr page 213-

124 Befchrßving van

aiimcde den ónder-koning , alle zeer
koilelijk gekleed. De overllens van de
lijf-wagten des Konfngs zijn gekleed
als den
Carilhan , uytgezondert dat zy
nog aan hun muts nog elders eenig ge-
fieente hebben ; maar.zy dragen een
fluyer , wxlke dezen algemeen - opper-
bevelhebber niet hcefr.

De overftens der lijf-wagten des on-
dcr-konings hebben klederen gelijk als
die der Edelen , maar geen lliiycr , en
hun muts is kleinder, dog egter na die
der lijf-wagten des Konings gelijken-
de.

Alle de overftens der andere benden
zijn alleenlijk door de verwen onder-
fcheiden, gelijk het aan den Koning of
onder-koning behaagt.

De lijfwagten des Konings hebben
een ronde muts, die genoezaam na de
mutfen der Engelze granadiers gelijkt,
op het voorftevande muts is het wapen
des Konings 1 atgebeelt, zy dragen kort

hair

1nbsp; De geftaltc van het Schild is als de tand
van een Elephant, in \'cmidden ziet men een
Padde, aan de regter zyde een brandende lamp,
cn aan de linker zyde een Hang raeceea koord
aan de ftaart vaftgemaakc.

-ocr page 214-

het Eyland Formofa. 12 f
hair en een lange baard , en hebben een
zilvere plaat op de borft, op welke def-
gelijks des Konings wapen gefnedenisj
hunne kouflen en broek zijn geheel van
cenlhik, zy .dragen boven op hun rok,
welke zeer kort is , een zyde gordel mee
een degen op de linker zijde, als zy de
houden , zijn zy gewapent met
een hellebaard of fpies. •

De lijf-w?agten des onder-konings
cragen een zeer lange en breede muts
hebbende gelijk als twee vleugelen ajui
de zijden, ende een lange rok , die zy
onder \'t gaan van agtere vailmaaken :
hunne kouflen en broek zijn defgclijks
geheel-van een ftuk, voor het overige
^f g^en onderfcheid tuflehen hen en
t-e iijhvagten des Konings. Hunne wa^
penen zjjn den degen, welke zy akijd
op de linker zijde hebben, en een kor-
ïe ipies , of boog en pijlen.

De Vaandragers, \'t zy ook van wat
bende, hebbea een muts gelijk als die
der groote heeren, want dit is een zeer
eerwaardige plaats in Formofa , welke
raen ook niet kan vullen zonder een E-
delman te zijn. Zy dragen een korte
tok boven een veel langer. Alle de Sol-
\' .nbsp;F 3.nbsp;^da-»

-ocr page 215-

3nbsp;Befchrijving van

daten hebben in \'c algemeen eenerley
klederen, te weeten fwarte : zy dragen
een kleine muts meteen foort van een
veder-bos beftaandein twee of drie plui-
men, en een zeer korte rok, zijnde
hunne kouflen en broek geheel van een
ft uk. Eenige onder hen zijn boog-
fchutters, en dragen eeji boog en koker
vol pijlen : andere zijn gewapent met
een lange fpies , die zy op hun fchou*
der dragen i en anderen voeren weder-
om een fpies , die veel korter is.

De Trommel-flagers hebben een zeer
fpitze muts met een kopere plaat van
vooren , op welke het wapen ^ van
het Eyland gefneden is. Zy dragen een
kleine rok boven een grooter welke zy
van agteren omflaan y dezelve zyn alle-
beiden rood.

Ziet daar, dit dunkt my genoeg te

zyn

* Het Schild heeft de geftalte van de tand

eenes Eléphants, zynde midden door gefchei-
den. \'T eerfte gedeelte vertoont het hoold
van een Os hebbende ter regter zyde de fon
en vyf ftevren, en aan de linker zyde de maan
met de vyf andere fterren ; dit is het wapen van.
den Godsdienft. Het tweede deel vertoont
içen Eléphant zonder hoofd en een gebroke boog^
\'t, welk ds, Yrede. bccekejit-.

-ocr page 216-

het Eyland Formofa, 117
zijn om zoodanige menfclien te vol-
doen , die na deze foorten van bezon-
derheden\'t meett niewsgierigzijn. Hoe
dwaas en ongemeen deze verfcheiden-
heid van kleding ook mag fehijnen y
nien moet egter toeflemmen dat, in-
dien deze onderfcheidenheid van ftaa-
ten en geiegenrheden in Europa konde
Worden ingevoert, zulks een zeer ge-
■ makkelijk middel zoude zijn om den o-
verdaad te bannen, en gevolglijk den
ondergang van veele huifgezinnen te
beletten, welke door de begeerte om
grooter en magtigter heeren te fchy-
nen als zy waarlijk zijn, tot overvloe-
dige onkoften vervallen die veeltijds zot
en buytenfpoorig zijn, en altijd haare
inkomften overtreffen.

Van de ver\'we, geßalteen hyzon-
dere hoedanigheden der Formofa-
nen.

ALhoewel dit Eyland in een zeer
warm gewefl legt^ zo zijn egter
de niwoonders nog verbrand nog geel
gelijk, veele zig verbeelden, \'t is waar-
F 4nbsp;heid

-ocr page 217-

ï 2 S Befchryving van

heid dat de boeren, dienft-boden , en
anderen, die voor de bette derfonbloot
Äaan, of genootfaakt zyn in de lugt te
arbeiden, het wezen zeer vei brand heb-
ben j maar de lieden van fatfoen en mid-
delen en welvoornaraentli)k de vrou-
wen zyn uyt den aard zeer fchoon, en
blank : zy bewoonen geduerende de
grootfte bette zeer koele onderaardfche
woningen en hebben in haare tuinen
zulke digt belommerde wandel-laanen,
dat de ftraalen van de fon door dezelven
niet konnen dringen : wijders om zig
te vermaken \'t zy op het veld, of zelfs
in de groote tuinen der flad , alwaar
zy in de tijd der vrugten zomtijds te
zaamen komen , alsdan leggen zy on-
der hutten, welke zy daar toe doenop-
regten, cn van tijd tot tijd met water
begieten, om dezelven altijd koel te
houden , zoo dat de warmte hen noit
moejel ijk valt i en dit is de oorzaak waar-
om zy , fchoon in een zeer heet land
woonende, egter de hette minder kon-
nen verdragen als eenig ander volk des
werelds. Zy zijn zeer zorgvuldig om
zig te waffchen, niet alleen door net-
tigheid, maar ook om een fraye verw

m

-ocr page 218-

hst Eyland Formofa. 12 9
te behouden , en gebruiken zekere o-
vergehaalde wateren, die alle vlekken
Van de huit verdrijven, en dezelve zeer
blank en fchoon houden.

Van overlang is \'er een gefchil ge^
^-veeft tuflchen de Chinefen en Japone-
iers ter cenere en de inwoonders van-
Formofii ter andere zijde: de eerile ma-
ken de tanden zwarr, en geven voor ^
dat-, de fehoonheid in de verfcheiden-
heid der verwen beftaande , een mcor
Zoo veel te fchoonder is, na dac hy de
huit zwarter en de tanden blanker heefr,,
en dat zy uyt den aard blank zijnde ,
om deze reden de zwartfte tanden inde
grootfte agting behoorden te zijn. Maar
de Formofanen houdenftaande dac men
noit eenige konfi: moet gebruiken om
anders te fchijnen als de natuur ons ge-
maakt heeft: derhalven behouden zy
ook , zoo veel in haar magt is, de wit-
tigheid der randen.

Die geenen dan, welke\'gelooft heb^
ben dat de inwoonders van Formofi
geelagtig zijn, moeten zig tegenwoor-
dig van dat mifverfland ontlaltcn,v/anC
veel menfchen bewecren zelfs dar de
vrouwen, der Turken en Japonezers de
F lt;nbsp;fchoon-

-ocr page 219-

1:BefcBrij\'ving uam
fchoonfte ^ des wereks zijn. Di: For*
mofanen zijn in
\'t gemeen van geen
groote geftake quot;fquot; , en hebben in de dik-
te \'t geen hen in de lengte ontbreekt?,
roaar zy zyn doorgaans Iterk en onver-
ïpoeyt. Zy zijn goede Soldaten en ftel-
len den\'Oorlog boven de Vrede. Zy
beminnen hun land en lands-lieden
zodanig dat zy zelfs hun leven tot be-
ftherming van die beiden in gevaar ftel-^
Jenj maar den haat tegens
hunne vyan-
den is zoo groot dat zy alles in \'t werk
ftellen om zig over dezelve te wreken?,
cn niet ruften voor dat zy hen. het le-
ven benomen hebben. Zy zijn feer be-
hendig en vernuftig , begrijpen feer ligt
al \'t geen zy zien doen: zy hebben een
groote af fchrik voor de logen en\'t quaat-
ipreken t, dit is de reden waarom zy

de

Schoon de vrouwen der Georgiemes htw
dit voordeel wilden toeflaan, foois het egter
zeker dat de Engelze vrouwen hen zUlx met
2eer goed regt mogen betwiflen,

t Dit is zeer tegenftrijdig met \'t ge-en fomquot;
mige Schrijvers verhalen, namentlijk dat fy d«
gdlïlte van een Reus\'hebben«

AUe die geeneti\', welke ons eenige be-
ichvyving^van japoa hebbea; nagelaten» komen-.

\' hm

-ocr page 220-

het Eyland\'Formofa. 151
Qe kooplieden veragten, door dienzeg-
§en zy , dac dezelve geen zwarigheid
ïiiaken duizent logens te zeggen omha-
koopmanfchap te dóen gelden en
^1^00 tot hooger prijs te verkopen.

VYFTIENDE hoofdstuk,.

Van de Steden, Hoven ^ Bürgten ^
en bezondere Huyzen njan- For-
mofa;,

DAar zijn niet meer dan zes fteden
in het Eyland Formofa , welke
^erdienen deze naam te dragen, twee
der zeiven namentlijk Xternecza en Big-
no leggen in het groote Eyland. De
aerde is m groot Peorko en word Chabar
genoemt. De vierde legt in
een der
\'lieven Eylanden en word Arrion gc-
J^oenit. De vijfde cn zesde te weeten,.
^ ^neto en Jarabut zijn in het andere die-
f ^nbsp;ven

^fer in overeen , noguns feggen zy ook dat
_ ezelve geen fwarighcid maken van te liegcß;
dnneerfy met vremdehngen te doen hebben
tïoewel zy van hun eeü gcoüte opregtigheidi
^ ëemoeds.afvorderen,.nbsp;^ 6

-ocr page 221-

2 52 Befchrßving vm

ven Eyland. Want klein Peorko heeft

geen Stad.

Góx]kXternetz.a de hoofdftad van het
Eyland is, alzoo is zy ook de fehoonftc
en grootfte van allen, en in een zeer aan-
genaan:ie vlakte gelegen. Haare miiu-
ren zijn omtrent
20. Elleboogen of
voeten hoog, en van boven 8. Elle-
boogen of iz. voeten breed Zy
heeft de langte van een dag-reize eenes
Elephants, dat is , van
5. a lt;5. of 15.
a lö. Engelze mylen. Men vind al-
daar feer veel Wilderniffli, Velden, Ber-
gen, Weiden, BoomgaardenScc. maar
in het midden zijn de huizen digter by
een, en zeer koftelijk. Digt by deze
flad legt een Berg , uit welke een me-
nigte fchoone bronne van zeer levendig
en gezond water komt vloejen. De-
zelve is gebouwd langs een rivier of lie-
ver langs een groote waterleiding met
vis vervult, die aldaar met voordagt
gemaakt is, enhetgeheeleEylanddoor-
Si\'oomt: maar \'t geen tot de fchoon-
heid

* Zy. zyn wn zoodanige breete» op diatdc
Elephanten en Camelen, die de Norimmon-
nos dragen, met geraak daar over zoudekott-
aen voor by dèn anderen gaan^

-ocr page 222- -ocr page 223-

JTiif.

4i

\'Taysany

fBcher-e

-ocr page 224-

htt Eyland Formofa, 153:
Iieïd van deze Had zeer veel doet, is
een groot getal vaia pragtige en groote
Paleizen , onder welken die van den
Koning, onderkoning, opper-Prie-
fter, groot-ofFeraar, en eenige andere
heeren van een ongeloofelij ke koften
en grootte zijn. Deze nevensgaande
atbeelding zal daar vaiï eenige bevat-
ting konnen geven. Het Paleis van
den onderkoning is geheel van gehoii-
quot;We fteen gebouv?t en zeer net gewerkt
gelijk
ook al het overige van dat ge-
bouw, van welk een goed gedeelte met
goud bedekt is: Dit huis alleen begrijpt
drie mijlen in den omtrek, en is behal-
ven de tuinen, wandeMaanen, boflcha-
gien amp;c. welke alle ineen muurbefloo-
ten zqn, met een breede gracht ongt;«
ringt.

Den opper-priefter en groot-ofFé-
raar hebben Paleizen , die in vergely-
king wel zo fchoon zijn als dat van den
onderkoning: maar dewijl de kroon
niet ei-fiijk is aan het huis des Konings,
^00 bekommert zig de Koning niet met
nieuwe Paleizen te doen ftigten. Def-
gelijks is het met den algemeen opper-
bevelhebber en alle beampten, welker
F 7 \'nbsp;be---

-ocr page 225-

154 Befchryvrngvan

bedieningen met hen Iterven. Even-
wel laaten zy daarom niet zeer fchoone
huyzen te hebben zoo wel als de Ede-
len en alle andere rijke inwoonders.
Daarenboven ziet men binnen
Xternetut
nog f. Kerken, en i. grootekloofters,
die zeer ruym zijn. In \'t algemeen moer
worden aangemerkt dat alle deze ge-
bouwen niet zeer hoog zijn ter oorzaa-
ke der aardbevingen , die in de Eylan-
den van Japon zeer meenigvuldig zijn,
maar fchoon men in de grootfte huizen
niet meer als twee verdiepingen heeft,
d\'eene onder de aarde voor de fomer
en d\'andere met de ftraat gelijk voorde
winter, zoo zijn egter alle de vertrek^
ken zoo wel bmnen als buiten van een:
zeer groote frayigheid en gefchiktheid.

De Edelen en rijken bouwen hunne
huizen van fteen , alle de anderen van
timmerwerk, \'t Binnenfte is altijd
.met hout befchoten en gefchildert, of
met fchoon verguld porcelein verciert,
\'t welk
-LjPorchellano noemen. De hui-
zen der ftedelingen zijn gemeenlijklang,^
\'maar die der boeren rond : egter vind
men op het veld en de dorpen zoo veel
lange huyfenj, als raudQ in defteden en

-ocr page 226-

k i5f

yoornameniliik in de Voorlteden, ziet
faier de airbeelding van eenigen.

A. De plaats boven op het dak des
huys, al waar zy de Son, Maan, en de
Sterren aanbidden- B. Het dak van
het huis. C. D\'eerfte verdieping gC\'
^\'ik dc ftraat of algemeene weg. D. De
Verdieping onder de aarde.

is een fcboone ftad, maar heeft
^iets aanmerkens-waardig. Binnen dit
^elve Eyland is ook nog een zee-haavé
^eer breed en volkrijk, quot;welke KatzejgQ-
^oemt word,- maar dewijl zy met geen:
^üuren omringt is, zoo word dezelve
^iet meer als voor een vlek gerekent.

Chahat^ Arrion en Pineto hebben def-
gelijks niets bezonders, maar in
farabut
js iets \'t welk eenige aandagt vereifcht
quot;ehalven haare gelegentheid, die t\'ee-
nemaal ongemeen is, als gebouwt zijn-
de rontom een berg van meer dan looo.
^^eden hoog, op welkers top het Paleis
Van den gezag-hebber geplaatit is, die
geheele ftad gebied, zoo zietmen
daar een fpringbron, die een Elephant
quot;Eerbeeld, welke op zijn twee agterfte
^ooten ftaat en door alle de deelen van \'t
^êhaam.waier uitwerpj. Dit beeld is,

v^an.

-ocr page 227-

ijö Befchrijving ^van-

van fteen en hout ende omtrent 30. voe-
ten hoog. De Japonezen geloven dat
deze Ipringbron aldaar zedert meer als
11500. Jaaren geweeft, en geftigt is
door zeker held of halve- god
Arbalo of
,omzwerver genoemt, welke verdreven
cnals balling in För/w«^ gezonden wierd
wanneer dit Eyland nog onbewoont was.
De gefehiedenis voegt \'er by dat dit
Eyland hem, na deze fpringbron geftigt
te hebben, van zelfs in overvloed uyt-
nemende vrugten, vlees van een zeer
goede fmaak, en aangenaame wijnen
verfchaftej en dat het zelve, zoo haaft
hy daar van vertrok, ophield iets het
minfte voort-tebrengen. Ongetwijffeit
trok dezen held in het vervolg veel volk
daar na toe , want dit Eyland bevolkt
zijnde, vonden die geene, die aldaar
dc eerften aankwamen, deze fpring-
bronhoewel zy droog was, zo fchoon
dat zy in dezelve door waterleidingen
water bragten van den berg, die in het
midden van de ftad legt. Daar van is
het dat de Japonezen in haar kerk van
Amida het afbeeldzel van den God Ar-
bdo met een fpringbron hebben ten toon
gcftelt. Maar de ingeboorene van Far^

moz

-ocr page 228-

hét Eyhnd Formofa. 157

«^ofa geven geen geloof aan deze gefch ie-
denis, alhoewel haar niet onbewuft is,
\'Wanneer en door wie deze fpring-bron
kan gelligt zijn, en dat de plaatsende
fpring. bron nog met \'er daad de naam
Van ^rbalo draagt.

Wy zuilen hier eenige aanmerkin-
gen maken, die mogelijk eenig ligt zul-
len geven aan dat geene, \'t welk in de-
^e gefchiedenis waarheid oi: logen kan
^i^\'ezen.

Eerftelyk moet men weeten dat alle
die geene, welken de Japonezers Go-
noemen,
zh Amida^ Nakon, Xakha
-drbaio
£cc. niet anders als helden of men-
fchen zyn , die zig of door de heilig
heid hunnes levens , of door beroemde
daaden aan de nakomelingen beroemt

gedenkwaardig hebben gemaakt, en
daar door verdient om na de gewoon-
te des lands vergood en in de kerk ge-
Plaatft te worden, gelyk als den groo*
^»-Wo Was, welke.de Japonezers als
^^n God des oogrtes aanmerken, en wel-
kers afbeeldzel gemeenlyk in de haft van
gerfte graan * gelegt is. Sy noe-
men

* Al hetLandivolk heefteen menigte klei-

-ocr page 229-

15 8 Befchryving van
men hem AJ-bdo of omzwerver, omdaE
zy zig verbeelden dac hy zonder ophou-
de velden en boomgaarden loopt, ge-
vende zijnen zegen aan de vrugten der
aarde.

\'t Kan zijn dat Arbalo in zijn tijdeen
groot man wasj maar dat hy, aan den
Keyzer of den
Dairo , zijnde den groot
Priefter of Paus der Japonezen , mis-
haagt hebbende, uyt zijn land geban-
nen is} dit i^ niet moejelijk om te gequot;
loven: maar hoe hy van Japon op het
Eylandnbsp;gekomen is, \'twelk
zoO-

mylen dajir van afgefcheiden legt, en
doen nog onbewoont en aan de Japo\'
nezers onbekent was, dat is iets,
welk men qualijk kan begrijpen.
Laat
ons evenwel vooronderfteilen dat dezcJ^
Arbalo van een doorlugtig geflagc zijn-
de de vryheid gehad heeft van in zij\'^

bal-

ne afbeeldzels van den God Arhalo, die byo^
onbegrijpelijk zijngt; zoo haaft ais dc gerft bc \'
gint te rypen, zoo nemen zy een graan
de eerfte rijpe airen , die zy openen j cn
welke zy zorgvuldiglijk een
van deze kleine ar
beeldzeltjes van
Arhalo befluiten ; en daarn^
iegg,en zy het graan vvederom inden halm
doen eemge oflferhanden,
hoopende daar dooC

een goeden oogft te zullen hebben.

-ocr page 230-

^ ^ het Eyhnd Formofa. 139
,^\'iingfchap zoo veele van zijn bedien-
en mee zig te mogen nemen als hem

vr- ^nbsp;\' ^^^nbsp;2;ijn

lenden hem in zijn ongelukkige te-

|enlpocd niet willende verlaten , den

liil75 \'^fgehjks zijn gevolgt. Moge-
J^ datby, met veel onderfcheid ma-
^endein welk van zoo woefte Eylanden,
^e zig aan zijn verkiezing opdeden ,
y net overige van zijn dagen zoude o-
yerbrengen, die allen heeft willen be-
^\'gngen om vervolgens dat geene uit
^e kiezen, \'t welk hem het meefte zou-
\'je behagen, en
dat zijn nieuws^ gierig-
neid hem geduriglijk van het eene tot het
^ndere
Eyland doende overgaan (want
alle zoo digt d\'een
by d\'anderen
ëciegen,dat^er niet een is *twelk men niet
ëemakkelijk kan ontdekken , indien het
ft quot;^^ar een weinig hetder is)
hy ten
^ atlte tot betgezigt van Fqrmofa qwam
}vaar aangeland zijnde voornam aldaar

«Wnbsp;i zy dat hy

^ ets beeter als dit ontdekkende zijn
quot;euwsgjrigheid aldaar bepaalt vond ,,
t zy dat de gelegentheid hem zeer
-aangenaam , ende plaats feer voordec
% icheen. Laatftelijk kan \'t ook zijn

da.

-ocr page 231-

Ï40 Befchrijving van
dat hy aldaar deze bpring-bron heeft
doen ftigten , en dat daar na by den j
Keizer wederom in genade
aangeno-
men, en in Japon gekomen zijnde, he^^
geheugen van een zoo fchoon lan*^
hem heeft den Keizer doen aanraadei^
een volk-planting daar na toe te zendeii
om het zelve te bewoonen. Men moe^
dan toellaan dat de Formofanen geeiquot;*
gefchiedenis zoo oud hebben als dezen?
en dat dezelve aalleenlijk in dejaarboc
ken van Japon word gevonden, \'t Zy
dan dat deze gewaande atkomft der Fof
molanen waar of logen is, zulks kon-
nen zy jengenwoordig onmogelijk be-
flegten, nadien zy in de laatfte beroer-
te het voornaamfte gedeelte van hunne
Papieren, gedenkfchriften, Jaar-boe-
ken, en andere ftukken hebben verlc
ren, v/elken veeleomftandighedenkon-
den begrypen aangaande \'t geene tuf-
fchen haar en de Japonezers zedert de-
ze eerfte grondlegging is voorgevallen-
Wat hier van zy , de gefchiedenis van
Arbalo, foodanig als wy dezelve komen
te ontvouwen , is niet ongelooflijk •
maar deflelfs ouderom zoude
zogemak\'
kelijk niet konnen bepaalt worden. Be-

hal-

-ocr page 232-

htt Eyland Formofa. 141
kalvende üeden, die wy genoemtheb-
oen, en de zee-haven Kadzey, zijn \'er
\'^^og drie andere zee- havens , die groo-
zijn dan zommige van deze ftedén j
orn geen andere rede onder het ge-
der vlekken of dorpen worden ge-
jekeii^:^ ais omdat zy met geen muuren
oefloien zijn. Deze driequot; zee - havens
^yn
^ok^ Louciauen Foa. Alhier moet
^t^rden aangemerkt dat yder zee-haven,
^\'lek of c3orp aan een van deze fteden
^ihangende 1 of onderhorig is, gelijk
^^ vijf van dezelven afhangkelijk zyn
Van de ft ad
XternetT^a.

In het Eyland klein Peorko is nog
lad nog dorp ; dit was eertijds hec
^\'gendom den Konings, maar na de
beroerte kregen de priefters \'t zelve in
fitting, ten einde de heeften tot de
^fterhanden gefchikt aldaar zouden ge-
goed en bewaart worden. Ook is dit
kleine Eyland daar toe zeer bequaam ,
^ant het beeft overvloedt van Vette

wei-

1nbsp; I^eze afhangendheid heeft geen ander op-
\'gï als in het ligten der fchattingen, die de
^^Woondersaan den Keyzer en aan den Koning
oetalen, en in het opfchryven der huyfgeaj^
focQen deOfferhatidendcr kinderen.

-ocr page 233-

ï42 Befchryvingvan

weiden en de beelten worden aldaar ii^
korten tijd vet. Alle de
inwoonders
zyn verpligt een derde van haar veedaaf
na toe te zenden j te weeten , van V :
offen een, van 3. fchapen een , en al\' ^
200 van het overige, zoo dac men ;
deze plaats niet anders ziet als hef\' ,
ders, die deze geheiligde kudde bewä\'
j

ren,

Hoe groot en pragtig de Steden v^ii^ ■
Formofa ook zyn mogen, \'t is nogtan^
zeker dat zy by de fetoonheid en prag\'\' ^
der lieden van
Japon niet zyn te gely^
kenj wanneer egter de
Japonezers tot
Formofa komen, zoo konnen zy niecnä\' i
lacen zig over de frayigheid en
nettig\'
heid van de huyzen der Formofanen t^
verwonderen.

ZESTIENDE HOOFDSTUK-

Van de verfcheidegewoontem der Fofquot;
mofanen.nbsp;i

I ^fs zeeker dat de inwoonders vaU, !
JL
Formofa zoo bedorven niet zy\'^

in hunne zeden als de andere volkere^^ |

;

-ocr page 234-

het Eyland Formofa. 145
Van Afia, ja zelfs als die van Europa:
^loge ijk is de ftrengheid, met welke
«e Wetten der Staat en Gods-dienft
worden onderhouden, hier van eender
joornaamfte om-zaken. Daar zyn vol-
geren , die met hardigheid willen be-

r^jquot;\' °P welkers ziel de vrees
^eicerlijK kragt heek. De inftellers der
petten van
Formofa hebben ongetwij-
l^k geoordeelt noodzakelijk te zijn, dat
volk van dit Eyland op dufdanigen
quot;^vijze wierd behandelt, en \'t is wel te
geloven dat de yzere roede welke zy
de hand van den groot - Prieiler en
Oen overilen der geeftelijken geftelt
aanbsp;een teken is, waar door zy

oor^ 1 f ^°«^elingen haar verftand en
öoiueel hebben willen betoonen.
^e J^ormofanen hebben in
\'t alge-
een verfcheide gewoontens, onder
^iken al eenige gevonden worden, die
^ngetwijfelc zeer pryflijk zijn 5 maar
\\veii ^^ ®ok van veele anderen verzelt,
fop; ^^nbsp;nalaten te ver-

j jen, hoewel mogelijk dezelve, ge-
, reeds gehegt heb, een gevolj
zyn

het »^•Hooldftuk vande

-ocr page 235-

144 Befchryving vnn

van de opmerking , die de wetgevei-s
over den woeften aard van dit volk heb-
ben gemaakt. Zoodaanig is, by voor-
beeld, den overtolligen eerbied, diezy
voor den Keizer hebben , den welken
zy een ontfag toedragen, dat aan nie-
mand als aan
God alleen * toebehoort.
Deze Vorfl; doet zig waarlijk dienenop
een wijze, die zeer bequaam is om ziju
onderdaanen een gedagten in teblazen»
welke hy wil dat zy van zijn groots-
heid hebben. Noit raakt hy met zijn
voet de aarde, men zoude zeggen dat

zen?

* Men vind wel vorften in Europa , di«
den hoogmoed ruym zoo ver uidhekkcn *
is aan niemand onbckent tot hoe verre de uit\'
fporigheid der Italianen jegens den iPaus gaat i
welke zy haaren zeer heiligen heer noemen gt;
en die de grootfte vorften tot een eeragten op
haare fchoudereu te dragen
, of zyne muilen
te mogen kiiflèn. Hy noemd zig wel gee\'^
God-gt; maar hy doet zig als Go^ dienen, engC\'
looft de
eerfte plaats naaft Gud te bekleden*
Zynimagt is onbepaalr
;hy heefr de fleutelei\'
des Hemels en der Helle, en den ei^endoO»
van alle de ryken des werelds, van wflkequot;
alle de vorften der aarde, gelyk als fijn leefl\'
houders,
niet anders als het vrugt gebruikg«\'
nieten.

(

-ocr page 236-

het Eyland Formofa, 14^

g niet waardig was hem te dragen f,
Hoe groot de onderwerping en den eer-
bied ook zy , die zy aan de Son bewij-
zen, nogtans agten zy deflêlfs ftraalen
met zuiver genoeg om ziin aangezigt te
raken, maar dragen een uytnemende
zorg om hem voor dezeiven te bevry-
öen * Alleen de Grooten des lands
Qerven hem naderen en niemand
anders.
Ook doen dezen zulks niet als met om-
zigtigheid cn phgtplegingen, die niet
wemig helpen om hen in den
eerbied
en onderwerping te houden , die men
van hun vordert. Het Volk
t fiethein
^nbsp;noyt

eeJfliL^\'quot;nbsp;\' dit zelve niet

^e ^ ^nbsp;Keizer van Japon zou-

teken.nL\'\' quot;quot;quot;nbsp;gedagten: de aan-

ben mvlnbsp;gearbeid, heb-

nrenbsp;geloven dat de Japonezers zoo zeer

de ftS^quot;nbsp;Keizer voor

hem telquot;nbsp;^^ bedekken, al. om

deknnnbsp;van de hetten , die hem zou-

vL Ten^\'\'\'^\'\'^ v.il!en. Deze vveck:.eid

vnid men dat geheele Land door.

dennbsp;van de Japonezers verftaanwor,

Hiaar ais dc formofanen in Japon kT

men

-ocr page 237-

146 Befchrijving van

noyt als op de drie grootfte hoogtijden
des Jaars , maar eer zy hun gezigt op
hem derven wenden , moeten zy zich
eerft met het aangefigt rer aarde wer-
pen, om hem te aanbidden

Zy groeten den Koning met d\'eene
knie ter aarde te buigen , jle handen
zaamen te voegen, en het hoofd te nei-
gen.

Zy buigen alleenlijk de regter knie
voor hunnen onder- koning , brengen
de regter hand aan het hoofd en nei-
gen \'t zelve tot de aarde toe. Maar
wanneer zy den onder- koning van een
vremd koning ontmoeten, dan buigen
zy de linker knie.

Zy doen \'t felfde eerbewijs aan den
hooge priefter als aan den koning en
aan den groot - offeraar als aan den on-
der* koning. Zy groeten de Edelen en

Prie-
mend dan zyn zy verpligt zig na de gewoon-
tens tc fchicken, die aldaar in gebruik zijn,

* Men moet dit woord niet in zijn kra^-
tigfte betekenis verllaan. \'c Is genoegzaam be-
jkent dat het de gewoonte der Ooüerle
voIkc-
renis zig voor haare Opperheeren ter aarde te
werpen, zonder dat zy daarom voornenjens
zijn om haar eenige Cods-dienftige eer
te be-
vyyzen.

-ocr page 238-

. het Eyland Formfa. 147
Priefters met de hand aan het voorhoofd
Je brengen, en dezelve tot aan de voe-
ten te vernederen en het hoofd te bui-
gen. De goede vrienden kuflen we-
derzijds de handen, welke zy alzoo tc
yatnen voegen. Noyt groet een meer-
dere den mindere , maar hy geeft al-
eenlyk door een teken met zyn hoofd
je kennen , dat hy de groeteriis, die
^eiïi gedaan word wel opneemt. De
lenaren groeten hunne meefters mee
\'^e hand aan de mond te brengen, de
^^elve tot de aarde te buigen , en zig
^et het aangezigt ter aarde te werpen*
bevrouwen groeten malkanderen»
n Worden gegroet op dezelve wijze als
«^are mannen.

Wanneer fommigen des g\'meenen
volks tegens menfchen van fatzoenfpre-
^en , zoo doen zy zulks heel gemeen-
^^ani zonder zig van eenige bezondere
gtdrukkingen tc bedienen, gelijk de
ninezen doen, nog met eenige
om-
Praken, of andere wijze van fpieken
die geene verichillendc, weike zy
^ t haars gelyken of mindax
-n gebrvd-
^en , n^aar al\'eenhjk nul hen by hun
ei\'naam te noemen , want ichoon zy
Ginbsp;met

-ocr page 239-

148 Befchrijving Vän
met den Keizer zelf fpraken, zoo zou-
den zy, gelijk als met een ygelijk, fig
van de tweede perfoon bedienen, en dic
is ook door geheel Japon in \'t gebruik.
*t is noyt aan een man geoorloft met de
vrouw van een ander man te verkeren
nog aan een jongman met een dogrer
eenige zaamenfpraak te houden, zelfs
niet in de tyden van verheuging, wan-
neer zig een yder in zijn eigen huifge-
fin vermaakt , de vrouwen met haare
mannen , en de kinderen met hun va-
der en moeder. Indien men een man
betrapte met een andere vrouw fpre-
kende, of een dogtcr met een jonge-
ling, die haar vremd was , zy zouden
belpied en als mifdadigen vervolgt wor-
den. Onderfleld eens dat een man zes
vrouwen heeft, yder in haar kamer of
vertrek in \'t bezonder, alwaar zy haat
tijd met haare kinderen doorbrengt, wel-
ke zy de zorge neemt van te onderwy-
zen en aan k eme handwerken bezig tc
houden, nadatzy bequaamheid hebben.
Het uur van hef middag of avondmaal
gekomen zynde, gaat een dienaar haar
daar van kennilfe geven, en zy bege-
ven zig allen na de plaats, Uie tot het

ee-

-ocr page 240-

het Eyland Formofa. 149
eeten gefchikt is. Ziet daar hoezy ha-
maaitijd houden. De vloer van de
l^amer is met een konftig gewerkt ta-,
P\'jt of mat bedekt, op welke men gaat
^iïten met de beenen kruifelings , ten
jjaalien by gelyk de kleermaakers op
^un tafeh De man zetzigin het mid-
\'^en van zyn vrouwen 5 en de oudfte on-
^er de kinderen plaatfen zig benevens
^\'Unne moeders. De tafel is gemeenlyk
Van zeer glad hout, of van fteen of
r!quot;ïarmer fray gewerkt en omtrent een
halve voet van de aarde verheven. De-
Ze tafel heefc in hec midden en rondom
gaten van i. of duymen diep, en y.
a ö- duymen over \'tkruysj Deje gaten
Zyn gevulc mee een foort van kleine
iGhotels of tafelborden van goud, zil-
ver of koper, die daar in paflèn en van
tijd tot tijd worden verandert. Dega-
^en in hec midden dienen om hec vlees
te leggen \'t welk men altijd aanftuc-
^en gelneden opdift. Zy bedienen zig
*^ndcr het eecen van iwee kleine prie-
ri^en van goud of zilver , of 9. duy-
j^enlang, en zeer fpits zijnde, met wel-
ken zy het vlees prikken, en alzo aan
hun mond brengen j zy hebben \'er in
G
3nbsp;yde

-ocr page 241-

i^o Befchrijvmg van
yder hand een en bedienen zig op een
tijd by na van beiden te gelijk. Zy heb-
ben ook meflen, van welke zy geen
groot gebruik maken; daar word hen
by na noyt iets zoo vloeybaar opgedift,.
\'t welk zy met hunne priemkens niec
konnen vatten : en wanneer zulks ge-
fchied, dan verllrekkenhen hunne vin-
geren in plaats van lepels. De lieden
van aanzien bedienen zig egter van ze-
kere fchelpen zeer kon ft ig ge werkt; een
ygelijk heeft nevens zijn zijde het vat
of kroes uyt welke ,hy drinkt, die ge-
meenlijk van porcelein is. Hoe ouder
deze vaten zijn, hoe meer dezelve ge-
agt worden, voornamentlyk als zy door
eenig vermaard werkmeefter gemaakt
zijn. Als zy onder het drinken beleett-
heid willen plegen, dan veranderen zy
van beker, of eer zy drinken of nadat
; zy gedronken hebben. De maalrisd ge-
eind;gt zijnde, zoo gaat de man met
zijn vrouwen en kinderen fomtijds in
zijn tuynen wandelen , waar na een y-
der wederom na zijn kamer en aan zyn
werk keert. Zy hebbende vryheidvati
d\'een d\'andere te bezoeken, \'t welk de
. man van tijd tot tijd ook doet,die nazyn^

-ocr page 242-

ht Éyland Formofa. 151
goed-vinden dan by d\'een danby d\'ande-
ook tuffen de maaltij-
den by den andt ren komen om vogten te
önnken, als Thee, Chila amp;c. na het a-
Jiondtraaal vermaken zy zig metgerinsic
ipelenalsmet danflen, zingen 6cc. tot de
ücrde uure desnagtsjdatis te zeggen toe
uuren, wanneer zy gewoon zijn te ver-
trekken alfdanzend de man om die gee-
r\'e te haaien, met welke hy de nagt *
Wil doorbrengen. Dit leven is zoet en
aangenaam genoeg, als de man voorzig.
tigis; want zoo hetgebeurt dat hy voor
een van zijn vrouwen meer genegent-
beid laat blijken als voor de anderen, zoo
öi\'Jtc den egts-yver niet in gebrekevan
Qte geenen ce d9en morren, diezigver-
imaad agten. Zy verbindenzig onder-
in gt;g tegens de begunftigde, waar uyt
iiraKcelen, quaadfpieken en verwijten
^ 4nbsp;fpriiit,

* Hunne bedfteden zyn niet meer als een
halve voet van de aarde verheven : y
mer huiden van beeren fomt.jdss.ofó.opnSquot;
kanderen en dekens van zyde of katoen zeL SL
nehjk gefpreid. De lieden van middelen ge
bruiken ook lakens van zyde, katoen, of lin.
aen. t Gemeene volk iegc geheel naakt tuf-
len twee dekens: dearmen ophoy, ofbladen

-ocr page 243-

153 Befchryvingvan

fpruit, \'t welk het geheele huishouden
overhoop en in oproer brengt. Maar
wanneer het opperhoofd omzigtig, wijs,
eerlijk en verpligtende is^, en zijne gun-
ften en bywezen gelijkelijk verdeelt,
200 beyveren fig de vrouwen om hem
te behagen , en \'t geheele huys geniet
een diepe vrede en geruftheid. Zoo
lang als zulks duurt, dat is te zeggen,
200 lang als de vrouwen redelijk en
gehoorzaam zijn, verkrijgen zy alles
wat zy van haar man begeren j want de
Formofanen beminnen uyt den aard
hunne vrouwen. Zy trouwen dezelven
zeer jong, van haar tien tot haar vijf-
tien jaar toe , ioo dat zy by tijds aan
haaren inborlt gewennen: yder vrouw
heeft de zorg van baar eigen kinderen:
als \'er een fterft, zoo heeft die geene
welke dc man daarna trouwt de lalt van
de kinderen der overledene: indien hy
geen andere trouwt, dan moet die gee-
ne, welke hyde laatllegetrouwt heeft,
voor dezelven zorg drageny zy, wel-
ke een man d\'eerlle heete getrout, ge-
niet de meefte voorregten. Eerfteliik
is zy zoo zeer niet onderworpen als de
anderen. Zy kan uytgaan zonder van

haar

-ocr page 244-

het Eyland Formofa. 155
haar man vci zeit te zi|n , \'t welk de
anderen niet vermogen te doen. Zy
draagt zorge voor alle bezonderheden
Van hec huys, en een yders noodzaa-
kelijkheden. Haar oudfte zoon ^ word
^oyt geoffert, en indien de man fterfr,
Zo beheerft zy \'c geheele huil gezin ,
Cn alle dc vrouwenen kinderen gehoor-
Zaamen haar. Deze gewoonte is ook
ïot Japon in gebruik met dit onderfcheid
quot;^at de jdogters der japonezen eenig
^eel in het goed van haar vader heb-
ten en dat de weduwen mogen hertrou-
V/en: maar in Formofa komen de dog-
ters in geen deeling met haare broeders,
Cn de vrouwen weduw geworden zijn-
de konnen geen tweede huwelijk aan-
gaan : men neemt alleenlijk van de na-
lacenfchap des mans een genoegzaam ge-
deeke tot opvoeding en onderhoud der
Vrouwen en ^dogters , welken hy na-
laat j geenen haar leven lang geduren-
de, ende dezen tot dac zy zijn uicge-
huwt.

De onvrugtbaarheid is in de vrouw
G 5nbsp;een

* I\'ïdien de eerße vrouw geea zooatjes heeft,
2o vervalt het voorregt van niet geoffert le wor-
Qen op de oudfte zoon van de
Z. oi vsöttw^

-ocr page 245-

15-4? Befdryvtngquot;vam

een mifdaad, die met de dood geftraft
word: een mandie na een redelijk ver-
loop van tijd geen kinderen van zijn;
vrouw heeft, kan haar het hoofd affny-
den en een andere trouwen- Indien;
by meer vrouwen heeft, en zijn eerlle
vrouw hem geen zoonen baart, Zoo kan.
hy haar defgelijks handelen.

Dc oudfle zoon van de eerfte vrouw
is de voornaaine erfgenaam van zijns
vaders goederen , de helft komt hem
na regten toe, en de weder helft word
onder alle zijne broeders verdeelt, in-
dien hy niet als fufters had, zoo zoude
aan hem^ de geheele erfenis toebehoo-
ren.

Een man komende te fterven zonder
zoonen van zijn eerfte vrouw natelaa-
ten 3 indien hy eenige erflijke bedie-
ning of ampt heeft, zo vervalt het zel-
ve met de helft zijner goederen aan den
Koning, die daar over na zijn goedvin-
den, fchikt , zo dat den Koning de
plaats vervult van de outfte foen der
eerfte vrouwen zijner onderdaanen, die
het ongeluk hebben van dezelve te ont-
beren.

Indiende outfte foon of een zijn broe-
ders

-ocr page 246-

het Eyland Formofa: i f 5
Qers by des vaders Jeven een vrouw
cemt zoo blijven zy allen by malkan-
jercn, tot dar na de dood van \'t opper-
«ootd des hulfgezins de goederen ver-
bet Zijnde een yder zijn deel neemt\'t
eik hem toekomt, en woonen gaat

hem goed-dunkt.
De Formofanen onthalen malkande-
dikmaals,-maar zulks gefchiedvoor-
^j^mentlijk op de plegtige hoogtijden,
\'««ehen den eerften en laatflen dag,
gedurende welke zy de gewoonteheb-
en van haare bloedmagen en vrien-
en te nodigen en dezelve na hun ver-
^^en te onthaalen.
f y dulden in de geheele uitgeflrekt-
eid van\'t koningrijk geen arme bede-
^afs; in yder landftreek of regtsgebiet
^ een gemeen huis, in \'t welk alle de
ymen ten koften der inwoonders van
^^e landftreek worden onderhouden :
^le konnen werken , worden na hun
^eqóaamheid te werk gefteld , en die
^iek of te oud zijn , worden eveneens
Jis de anderen onthaalt. Dit foort van
«iiyzen word inde taal van \'tknd ,
Caa
^agot
ack CkabifccUinosgenoemt,-
^ Welk zoo veel berekent; als Gvd^hiys
Gnbsp;it.oer

-ocr page 247-

356 Befchrßving van
voor de Armen. Indien \'c gebeurd dat
eenig vremdeling van eylande van ja-
pon komende zich van geld ontbloot
vind, zoo geeft men hem in alle de lie-
den en dorpen, welken hy doorreyft,
al \'t geene hy nodig heeft ten koften
van \'t algemeen gedurende al den tijd ,
die hy in het land blijft.

Ook ontbreken \'er geen herbergen
en andere openbaare huizen , daar de
mannen gaan drinken, eeten, rooken,
en fpelenj maar de vrouwen gaan noyt
in dezelven De japonezen waren eer-
tijds zeer beleeft tegens de vremdelin-
gen, raaar zedert de gruwelijke moord,
diezy in den Jaare * aan de Chri-
stenen deden, hebben zy tegen dezel-
ven zodanigen tegenheid opgevat, dat
zy in \'t algemeen aUe vremdelingenha--
ten, en dezelven by hen niet können,
verdragen: maar als zoodanigen wor-
den de zulken niet gehouden , die ia
een der eylanden gebooren zijn, welke
onder het keyzer-rijk behooren, hoe-
verre zy ook daar van zijn afgefchey-
den. De Formofanen ak aan dezelve
wetten onderworpen hebben defgelijks

de?

* Ziet hier agtec het 53. HoofdlïuL.

-ocr page 248-

het Eyland \'Formofa.
dezelfde haat tegens de Chriftenen, en
by na dezelfde tegenheid tegens alle
Vremdelingen.

ZEVENTIENDE HOOFDSTUK.

tens des gerne enen volks van Flt;?r- \'
mofa.

De inwoonders van Formofa zijn
aan geen zaak des werelds meer
gebonden als aan de kennilfe van het
toekomende: niets komt henover, wat
het ook zy, of zy trekken daar uit een
goed of /juaad voorteken; voor al gfr
Ven zy op iiunne droomen bezonderlyk
®gr» Welke zy aanmerken als geheime
en ontwijfelbaare waarfchouwinge van
\'t geen hen moet overkomen. In-
dien iemand droomt dat hy in \'t gezel-
ichap van veele vrouwen op een groot
gaftmaal geweeft is, zulks is een teeken
eat een groot getal van zyne vyanden
«em zoeken te hinderen, en dit is een
V^aarfchouwing, welke den hemel hem
geeft, van zig op zijn hoede te hon-
G jnbsp;den. ,

-ocr page 249-

158 Befchr§ving van

den. Wanneer een ander droomt dat hy
van een leeuw, flang, of eenig ander
beeft is gebeten , 200 moet hy zig wag-
len voor zekere vyand, die hem eenige
qtisade trek tragt te fpelen. Zo hy droomt
dat hy eenig wild beeft gedood heeft,
dan gelooft hyverloft te zijn van alle ge-
vaar tot aan de naaftvolgende ongeluk-
kige droom , die hy zal komen te droo-
men. Als hy zig in den flaap verbeeld^
iemand van zijn verftorven bloedmagen
öfgoede vrienden te zien, \'t zelve is een^
teeken dat den God tegens hem ver-
grämt is, en dan moet hy zyn toevlugt
tot de Priefters nemen, welke noit na-
laten hem in deze gedagten te verfter-
ken en daar door te verpligten aan hen

geld te geven om voor denzeWen te bid-
den. Indien een menlchm zijn droom
luyzen of mieren op zijn lighaam meent
te voelen, zoo verbeeld hy zig vafte-
lijk dat de ziel van iemand zyner bloed-
magen in het lighaam van eenig beeft
word opgehouden om boete te doen en
dat hy geld nodig heeft j zijnde weder-
om een nieuwe gelegentheid omtotde\'
priefters zijn toevlugt te nemen en aan
hen geld te
geven voor \'c welke zy

hun

-ocr page 250-

het Eyland Vormofa, i fo

hunne gebeden verdubbelen. Als ye-
Oiand in zijn droom by een ander mans
vrouw legt, dan vreeft hy dat hem
een van de zijne word misbruikt, en
zulks IS. oorzaak dat hy haar allen van na»

befpied. Ziet daar een Haaltje van
Qe overtóllige ligtgelovigheid dezer vol-
ï^ïfknbsp;droomen Dog zy

j^ebben nog veel andere voortekens van
«Wn aanllaande geluk of ongeluk. Zy
betten op de eerfte gedagten des mor-
gens na hun ontwaken , en van wat
2oort het eerfte beeft is, \'t welk zy op den
dag zien Indien deze zaaken op
hunne gedagten werken 20 twijflen zy
geenzins of dezelven bebben op hun
eenig opzigt gt; maar indien deze voor-
werpen geen of weinig indruk op hun
maken, zijnzy daarover niet

Eertijds waaren onder hen zeke-
jjC waarzeggers , welke voorgaven al^
f^^y foorcen van voor tekenen dui^
^quot;jk te konnen uitleggen , en zulks
,oor zeer weinig geld deden: maarna-
^ïen zy zignbsp;^ijijj bedrogen von^

pri, en dat by gevolge \'t volk zigmif-
^eia zag, 20 klaagde zelve, daar over

aan,

-ocr page 251-

Befchryving mn

aan de priefters die zoo ft:hoonen gele-
gentheid vindende om zig nog meer
noodzakehjk te maken, dezelven voor
den onder-koning beklaagden en hen
alsfchuldigenaan zeer groote mifdaaden
vervolgden: waar overzy allen ter dood
verwezen zyn. Sedert die tijd hebben
de priefters het regt van droomen eii
voortekenen uytteleggen aan zig alleen
toege-eigent i maar zy doen zulks zo
behendig cn geven akijd zulke twijfel-
agtige antwoorden, dat men hen, wat
zaaken zy ook zeggen, noyt van logen
taal kan overtuigen : zo dat, \'t fy zy
zeggen dat den God op iemand wel te
Vreden, of vergrämt is, ol dat eenige
Zielen van zijn bloedmagen geld nodig
hebben, of wanneer dezen menfch op
dit zelve oogenblik gelooft daar van ee-
nig voorteeken te hebben, zy hem ver-
zekeren dat de zielen in fterren zijn ver-
andert, het gemeene volk aan alle de-
ze zottigheden zoodanig gelooft, daC
het noyt nalaat aan de priefters kennif-
fete geven van alle hunne droomen en
voorteekens , die zy den geheelen dag.
hebben: en hier door zijn de priefters in
geen kleine bezigheid,, Voornamentlijk

wan-

-ocr page 252-

het Eyland Vormofa. i6t

^annccr zy met vrouwen te doen heb-
^nj maar de inkomftis daar van alte-
|anmerkelyk om\'t onderhouden van zul-
goede gewoontens te verwaarlozen.
Zal hier by deze gelegentheid een
jleine gefchiedenis verhaalen , welke
al doen zien tot hoe verre hunne arge-
^^hgheid en onbefchaamtheid zig uyt-
^\'^ekt, en op wat wijze zy deze arme
Onwetende aldus bedriegen, cn hunne
jgïgelovigheid misbruiken om ten na-
^eele van derzelver huisgezinnen geld
hunne beurzen te trekken.
Een zekere rijken land- man, die ge-
weldig aan dit foort van bygeloof ver-
snogt was , na dat hy gedurende eeni-
ge jaren met den prieller van zyn land-
^ reek had geraadpleegt, en gezien dat
^ zijne droomen noit eenige andere
_ ^ak betekenden als eenige dringende
^j^odzakelykheid voor de zielen zyner
oedvrienden, van zoo groote en vrug-
^^\'Ooze onkoilen vermoeit, en de ge-
^ouwighcid des priefters miftrouwen-
ï «leende ,dat hy hem reeds gelds ge-
^^eg had afgehaald om alle de zielen
het Eyland uit de ftraffquot;e des an-
^len levens te verloflen j derhalven

neemt

-ocr page 253-

i6z Befchryving van
neemt hy voor deilelfs antwoorden wat
nader te onderzoeken^ en hem, indien
hy konde , te agterhalen. Op een dag
des morgens in zijn tuyn zijnde had hy
een fchool zingende vogelen gezien ,
die weggevlogen waren , zoo haaft hy
was veri\'chenen j dit voorteeken hem
ontruftende gaat hy den priefter vin-
den , welke hy gewoon was raad te vra-
gen , aan wie hy zoo haaft het voorval
der vogelen niet had verteld en ge-
vraagt wat zulks mogt beduiden , of
hy antwoorde hem in dezer voegen.
Indien de vogelen eenige tijd in uv7
tuyn gebleven waren , dewijl gy daar
tegenwoordig was, zulks zpude willen
zeggen dat de zielen van uwe geftorveii
bloedmagen in ft:en-en zouden veran-
dert zi n, maar het vaardig vertrek dec
vogelen beteekent dat zy nog iets van
nooden hebben , en indien gy hen dit
befchikt zoo verzeker ik u dat gy z^
deze nagt zult konnen zien ten hemd
varen. Wat gebreekt haar dan nog ?
vraagt den rijken boer- man , gy
moet
mijn zegt den priefter zodanigen hoop
goud , rijs, geven , en indien gy
vorders nieuwsgierig zijt om de
uitv/er-

king

-ocr page 254-

het Eyhnd Formofa. 165
king van uwe mildadigheid te zien ,
^o hebt gy u dezen avond niet meer
»Is twee uuren op het dak van uw huys
te onthouden , en gy zuk zien dat de
herren zig van zelfs bewegen. De eer-
sten , weiken gy zult zien van plaats
Veranderen , dezelven zijn die geenen,
quot;le door de vogelen van uw tuyn be-
teekent zijn 5 maar ik heb zulks dik-
ï^ael zien gefchieden zegt onzen man,
^^ twijffel daar niet aan antwoord de
ptiefter, want noit is\'ereen dag of nagc
welke dit niet gefehied , dewijl\'er
^he oogenbhkken zielen worden gevoa-
^en, die dit geluk verdienen, maar zy
Veranderen aldus niet van plaats als na
dat zy op nieuws een gedaante ontian-
Sen , cn een plaats gevonden hebben ,
^Iwaar zy haar genoegen vinden. Dea
quot;oerman niet tegengaande de weinige
Eenegeni;heid, die hy had van iets meer
geven , liet egter niet na aan den
P\'iefter op te brengen\'t geen hy be-
geerde y en zig verbeeldende dat\'er in
^eze beweging der Herren eenige waar-
heid konde zijn, op welke by tot nog

[OG niet zeer\'veeragt geflagen had,
^ipm op het dalt van zyn huys op het

zelve

-ocr page 255-

264 Befchrijvïng van
zelve uur dac de pneifcer hem geßeld
had , \'t was een heldere lugt, en hy
zag inderdaad zeer veel fterrenjdie hem
terftond d\'eene ter regter d\'andere ter
flinker zyde fchenen van plaats te veran-
deren ; maar aldaar byna den geheelen
nagt gebleven hebbende , zoo bemerk-
te hy niet alleen dac de fterren , die
hem gefchenen hadden van plaats te
veranderen , veel meer in getal waren
als de vogelen, welken hy in zijn tuyn
gezien had maar in plaats van zig elders
te plaatzen verdwenen, dit deed hem
vermoeden dat deze beweging wel van
een heeJ andere oorzaak konde voort-
komen : zo dat hy deze nafpeuring
gedurende een geheele week vernieuwt
hebbende , en ziende dat\'er zig meer
Herren beweegden , als\'er in het ge-
heele Eyland gedurende meer dan een
jaar menfchen konden geftorven zijn j
in zijn vermoede gefterkt wierd, en den
priefter ging vinden om hem zulks me-
de te deelen en te zien wat hy
hem daar
op zoude antwoorden j maar den pric\'
fter ziende dat hy het bedrog
ontdekt
had , bragt hem by den groot offeraar,
die hen alle beiden voor den opper-

prie-

-ocr page 256-

het Eyhnd Formofa. idf
Pi\'iefter liet geleiden , dewelke hunne
^ederzydze klagten gehoord hebbende
den eene verwees tot een gedurige ge-
vangenis , om dat hy het geheim van
de verandering der zielen in fterren had
pntheiligt, met dezelve te willen doen
\'begrijpen van een menfch , die onbe-
^■Jaem was om zulks te bevatten i en
quot;en b;)crman tot de dood , om dat hy
ilalatig wa^ geweeft in de onderwerping
en eerbied, die men aan een priefter
quot;jehuldig is. Waar uit men gemakke-
- vk kan oordeelen tot hoe verre hetgcr
gaat, \'t welk deze priefters over
^\'e arme blinden oeffenen , die geen
^\'^yheid hebben van hare twijfelinge te
Verklaren, veel min van zig te beklagen
^ver zaken, die zy zekerlyk weten vals
te zijn.

Daar is nog een oneindigheid van an-
ere voorteckens, op welke de.Formo-
Zeer veel agt geven , als het ge,
^\'d van dc ftem eenes honds, wan-
«eer hy baft of huild: het gekakel van

y el der flangen: den tijd op welke
^^ beeren niet uit de boffchen komen,
dat de arende zig op de toorns

huy-

-ocr page 257-

Btfchrßving van
huyzen of boomen nederzeeten : cn
duizend andere diergelyke zaken ^ aan
alle welken zy goede of quade be eeke-
fiingen toefchrijven. Maar \'c is genoeg
van deze belaggelyke nafpeuringen ge-
fproken.

Ik kan egter die faoofdftuk niet ein-
digen zonder van nog een andere ge-
woonte te melden, welke des te be-
droefder is , om dat, fchoon wy dezel-
ve niet anders konnen befchouwen als
een poel van godloosheid , zulks egtef
niet belet dat\'dit onder hen ^ niet al-
leen geoorlofd en goedgekeurt is,maar
zelfs door het befte en
voornaamfte ge\'
deelte der inwoonders van het
Eyland
word waargenomen j dit is een Gods-
dienftig eerbewijs j welke zy aan den
Duyvel opdragen, \'t is waarheid , eö
ik heb dit reeds hier voor f
gezegd »

dat

* Hun wet fpreekt hier van geen^i^s »
tegendeel verbied zy hen aan anderen te olt;fe-
ren als aan den God, Zon, Maa^ en dc tieH
Sterren ; maar \'t is een vervloekte gewoonte»
welke ter oorzake van hare onwetenheid inH^\'
voerd is, en die de Priefters toelaten om dat ti
«ngerwijfeld daarvan eenig voordeel trekkequot;\'
t \'Namentlyk op het einde vau net viif*^
Hoofdftuk.

-ocr page 258- -ocr page 259- -ocr page 260-

, het Eyland Formofa. 167

logt Jn\'T

«gt ea dwaalgeellen geloiven , wel-

epL^^ vervullen
^yn, aan wienzy

quaadtedoen.
. Anbsp;zy datdeeze

Godnbsp;^en

verltS Peo^cl^en zijn 5 maar zy
Deelden zig zoo vaft, dat alle de ge-
quot;•eene en bezondere ongemakken , als
vnfnbsp;flormwinden , aardbe-

I gen , peftilentien , hongersnood ,
^nbsp;door deze ramp!

^fgt geeften worden veroorzaakt, dat

befw^^^^Pnbsp;«^e» een yflijfc

ron tnbsp;^oo»quot; zy allerley

eien * offeren , wanneer het quaad

hen

C wilJ\' quot;iflt;^rüklcelyk tegens hun wer,
«O\'IVUÄ acn Propheet Pialnunazaar haaj

van

-ocr page 261-

i6S Befchrijving van.

hen daar toe dringt en zy zig verbeel-
den dat het bloed van deze onnozele
(lagtofFers dezelven vaardiger kan ver-
zoenen.

van wegen den God verbied aan anderen als
aan hem kinderen te offeren. Ziet het vierde
Hoofdftük.

agtiende hoofdstuk.

Van de Taal der Formofanen,

De taal , welke tot Forniofa gc-
fproken word, is dezelfde als di^
van Japon , met dit onderfcheid nog\'
tans dat de Japonezen de keel-lette-
ren niet uitfpreken gelyk de Formofa\'
nen doen ; en in zekere uitdrukkingen
nog verheffing nog buiging des llein^
hebben: by voorbeeld de Formofaneü
onderfcheiden de voorleden tijd van dc
tegenwoordige door het verheffen van
ftem , en de toekomende door dezelve
te verlagen. Deze buiging des ftcnis
in een of meer letrerg\'cpen van een
zelfde woord maakt by na al het on-
derfcheid van de tyden der werk^ oor-
^nbsp;den.

t

j

-ocr page 262- -ocr page 263-

y.-y /nbsp;/ .y,nbsp;J

tnbsp;UaAJii/iaue

eu

.y

A

a

T

ao

iX

I

I

A

^quot;[em

M\'

m

lîi

J

J

J

.d

XT ^

N

n

Jti

u

u

U

T^pli

T

tk

1:

^

X

TT

L

11

i

r

F

r

^amdo

S

ck

S

b

Ï3

b

\\/omera

V

quot;SVquot;

A

A

A

IpCJS^^

J^affclo

B

b

/

/

Hamno

H

kk

h

S

\\

h

sujlI-

Peaio

P

PP

p

\\

t

T

^rtcA

Kaplii

K

k

7C

U

Vr

A

quot;V-r
A

axiA

Ç)m.dei

0

d

Ob\' \'

Ilda

J

y

1

0

B

X

X

r

içrô\'^

D

th

d

3

y^amphi

X

tf

z

fel

tq

axJ it^

Epfî

E

f

7

c

t

C

obîC

Jandem

F

ph

f

X

X

J^aw^

R

rh

r

9

9

o

mP

G~oinera

G

i

n

1

ipti^

-ocr page 264-

het Eyland Formofa. 16^

den. Zy hebben drie geiiagren , wei-
«e door drie leden worden onderfchei-
den ; .alle levende Schepfelcn zijn van
^ mannelyke of vrouwelyke gelingt ,
en alle levenlooze dingen van geen van
eiden. Hare naam-woorden hebben
^ Je de buigingen gelykluidende, en
^ eenlyk een enkel en een meerder ge-
Alzoo ik niet voornemens ben al-
hier een fpraak konft te maken, zoo
al ik my genoegen met in \'t algemeen
heggen , dat deze taal bequaam ge-
^\'^eg , zeer rijk en zeer zoet luidende,
ïïioejelyk van uitfpraak is. Indien
Zq^ ^i\'^agc j van waar zy afkomftigisi
ik antwoorden, dat\'er geen taal
die van Japon , met welke zy ee-
^\'ge overeenkomil heeft : Egter vind
een meenigte van woorden , wel-
uf ^^^^ ^\'eifcheide andere talen fchijncn
te quot;^.^\'en , met alleenlyk of de be-
rennbsp;of de uitgang te verande-

fchijnd wel dat de japonczen ,
Ic\'i gens het gemeenzaamlte gevoe-
har ^hina afkomflig zijn, van waar
j.,-\'zijn uitgebannen , ten
\'^^quot;ten de taal van haar land behoor-
Hnbsp;■ den

-ocr page 265-

17° Befchrßving van \'

den behouden te hebben ; maar de
voornaam (le Schrijvers willen ons doen
gelooven, dat een groot getal.Chinezen
totftraffeover eenige wederfpannigheid
legens den Vorft door hare medebor-
gers waarlyk verbannen zynde op de
Eylanden van Japon , welke doen ter
tijd nog onbevs^oond waren , zoodani-
gen haat tegens haar Vaderland opna^
men , dat zy niet alleen befloten andere
gewoontens aan te
nemen en zig door
wetten te beftieren, die geheel llrijdig
waren tegens die van dac volk , uit
\'z
welk zy uitgingen, maar zelfs haar aan-
gebore,taal te vergeten om een andere
nit ce vinden, die van de Chinezen niet
konde verftaan worden^ welken zy t\'ee-
nemael wilden vergicen , en met haar
noit eenige de minlle ommegang of ge-
meenfehap hebben : Op wac reden dit
vermoeden ook kan worden geveftigr,
men heefc egter moeite ce begrijpen
dat een geheel volk tot het einde van
zoodanigen onderneeming zoude kon-
nen komen , en een zoo groote veran-
dering gefchieden , zonder dat\'er ten
minften eenig teeken in de woorden of
in den omtrek der fpreekwijzen zou^^

door-

-ocr page 266-

ht j^yïandFormfi. lyi
^orfchijnen: want men vind in de ge-
«eele weereld geen twee talen meer te-
den anderen gekant 5 ah die der
^^hinezen en Japonezen. Wat hier van
p\' de Formofanen hebben de taal met
JUii^uit Japon overgebragt, en dezelve
,onuer eenige verandering behouden 5
de japonezen in tegendeel haar taal
dagen veranderen, de woorden ver-
o»ten en aannemen, en dit is oorzaak
Van die groote verfcheldcndheid , Wel-
men tegenwoordig tuflehen de taal
Japon en die van Formola vind.
f I T® Japonezers fchreven eertijds zeer
^ eme letteren; maar zedert ^t zy met
Kp \'t^^^\'^nen ommegang gehad heb-
gt; zijn zy hare wijze van fchrijveii
als veel fraijcr en bequamer
Ze \'nbsp;men heden in japon

^ er Wemig menfchen ziet, die zig van

^treren der Chinezen bedienen,
p eze manier van fchrijven hebben de
J^rmofarien van haren Propheet Plal-
^Jnazaar geleerd, die met hun nieuwe
00] ^^ geven , ter zeiver tijd haar
j^g nieuwe letteren voorfchreef , wel-
^^ zy ongetwijfelt met alzoo veel on-
^Werping j maar. met minder tegen^
H anbsp;heid

-ocr page 267-

172 Befchrijving van

hcjd oLitfingen, ais die önmenfelylce en
wreede, wet, .die haar door hem wierd
opgelegtjiiamentlyk het bevel van haar
eigen kinderen op te offeren.

Haar A. B. beilaet uit niet meer dan
20 letteren , die men van de regter na
,de linker zyde leeft , gelyk het he-
breeuws, Het nevensgaande afbeeld-
fêl vertoond deffelfs gedaaiite en kragt:
Om aan den nieuwsgierigen lezer eeni-
ge bevatting van deze taal te geven 5
200 hebben wy alhier eenige gemeene
woorden geplaatft , benevens het ge-
bed des Heeren, het geloof der Apofte-
len en de tien Geboden
Gods, al het
welke inïtaliaanfe letteren gefchreven,
en van woord tot woord vertaald is.

Den Keyzer en Op-nbsp;Baghathaan Chevc\'

perftenOverheer. red.

Den Koning.nbsp;Bagdo of Angon.

Den Onderkoning.nbsp;Bagdendro ^ Baga\'
tender.

De Edelen.nbsp;OsTanos.

De Bevelhebbersnbsp;Os Tanos foulletos^

der plaatzen.

De Burgers.nbsp;Poulinos.

De Boeren»nbsp;Barhan,

Biefquot;

Ji

-ocr page 268-

htt Eyland Formofa, 172

Soldaten.nbsp;PlefTtos. .

Een Man ,nbsp;Bmajo.

Een Vrouwnbsp;Baiané,

Een Z,oonnbsp;Bot.

^en Dogternbsp;Boti.

Een Vadernbsp;Pornio.

^cn Moedernbsp;Porniw.

^en Broedernbsp;Ceovreo,

^enZufter.nbsp;Javraün.

^cn Bloedvriend.nbsp;^Arvauros..

Eyhnd.nbsp;Avia.

Een Stad.nbsp;Tillo.
Een Dorp.

^^^ Hemel.nbsp;Ornhio,

tf ^ Aarde.nbsp;Badi,

Water. .oJuio,
^ïet Gebed des Heeren.
^OMERA KORIAKIA.

^nzen Vader, die in den Hemel is,.
^quot;^y Pornio ,

dan chin Orhnio yiey^

rj^ naam worde geheiligt, uw K. Ryke
Gnajjorhe , fay Bagalm

, uwe Wille gefchiede gelyk:
y joaere,nbsp;damien jorhe apo

H 5nbsp;in

-ocr page 269-

174 Bêfehrijvingvan

in den Hemel alzoo ook op d\'Aarde,
chin Orhniö kay chin Badi gt;

©ns dagelijks . brood geeft ons
amy nadäk/hton Khatfada toye ant

ieden , en vergeeft ons onze fchulden
nadayi, kay radonaje am amy fochin ,

gelyk ook wy vergeve onze fchuldenaren
apo am radonem amy foekiakhin ,

leid ons niet in verzoeking , maaf
bagne ant kau chin malahoski , di

verlüft ons van den booze ^ want
abinaye ant tuen oi Broskaey , kens

uw is het K, Rijk , en de kragt, en

[m vie ai Bagalin kay oiBarhamaanykay

de heerlykhekl in alle Eeuwigheict M
ei Fary cbinartia jendabey \'

Amen,.

Arnim.nbsp;%-••gt;.

H

ä

-ocr page 270-

het Eyland Fomofa, 175
Het Christelyk Geloof.
^^ KRISTIAN NOSKIATEX.

ïk geloof m God denVader Almagtige
prb noskion chm Pagot Pornio Bnrhanian

Schepper femels en der Aarde
^^orhe turn Orhnm kaj tuen Badi,

cn in Jefum Chriflum zijn welbe-

K^l chin Jefo chrifto arde ebdou-

ft^jinden Zoon onzen Heere : die
quot;imin ■ bot amy Korinm: dan

ontfangen is van den Heiligen Geeft,
\'^\'er.^n jorch tuennbsp;gnay Fiches,

ê^boren uit den Maget Maria:
^tesken tuennbsp;Boti Maria :

S^ïeden heeft onder Pontio Pilato,,
lakchen bard Pontio \' Pilato y

is^ gekruift , geftorven ende
pm carokhen y boskennbsp;kay

be-

H 4

-ocr page 271-

ï/^ Befchrijving van

begraven , nedergedaalt ter
badakhen , mul-fion \' chin

helle; ten derden dage wederom ©p-
xma-khie charbj nadc janda-

gewekt van den doode ; opgevaren
ßen tuen Basken ^ k^nfen

ten, Hemel , zittende ter regter-
chin Orhnio , xaken chin teßar-

band van God zijn Almagtige
elab tuen Pagot ande Barhanian

Vader : welke zal komen oordeelen
l\'ornio: dan foder hanaar

levenden en dooden. Ik geloof

tanien kaj bosken. fe^h noskiort

in den Heiligen Geeft, Ik geloof
chin Gnaynbsp;Ptches. ferh noskton

een Heilige algemeine Chriftelyke

Gnajnbsp;Ardanay Kriftian

Kerk , getpeenfchap der Heiligen ,

Chßae j, Ardaan tuen Gnayii,

ver- -

M

-ocr page 272-

het Eyland Yormofa. i -jj

-vergeving der zonden : weder opftan-
radonayun tuen ßchin / janda-

lt;^inge des vlees , en een eeuwJg

ßond tuen hnkin^ kétj chalmiiiajey

léven. Amen,.
iedum. Amhn,.

tien Geboden des Heeren,-

^^ KONBELOSTOSTUBISI PAGOT,

Hoort ó^ Ifrael ! Iltben de Heere
tßaye o Ifrael !. jerk vie oi Kor tan

«^ven God;
fii Pagot.

E

^y zult geen andere Goden voor my
\' quot;quot; kou a^tn Pagot\' oyto jenrh

hebben.

lïi.

ßl ^ Seen Beeld, nog gelykenis^
Tardatou y i ka t aatato-bfe-

17

fe--

-ocr page 273-

fvmg mm

Ée maken van dingen , die in*
koy gnadey tuen oios $ day chitt

den Hemel zijn , of op de Aarde , ol
Orhnio vien , ey chin adi ey

onder de Aardegt; nog van dingen, die
TnaL adi y kau tuen oios, day

in de wateren onder de Aarde zijn.
chin. otiilh md badi vien,

Gy zult die niet aanbidden ^ nog
eion kan eyvómere y hm

haar dienen : want Ik de Heere
mm cmraye *nbsp;Korian

wwe God, ben yverig , en Ik.
fai Pagot, vii J^adou kaj Jerh

bezoek de fiiisdaden des Vader»
UmnoH 9s fichin itten Porni»\'

aan dè Idnderen tot in \'t derde en?
janda. los botss pfi chin charby kay?

vierde geffagt y der? geener die
lioïbj,. Qrebiacbim % doS: oios y, das^-

-ocr page 274-

het EyJand Formofa. xj^)

^y haatcn, enik doe barmheitighei^:
]mvtdegariykayjerhgnadoH teltulda

aan duyzende der geener , die my

™ janate dos oios y dosjenrh-

liefhebben en mijne gebodem

^f^ataannbsp;j^ay mtos.nbsp;beloßos.

. onderhouden.

^\'^molaan,.

III.

^y ^ult dé naame des Heere uwes
^— oi lory tuen Korian • fd

Gods niet ydelyk gebruiken want
kan heiraj chexneerke\'/U\'

Heere zal niet onfchuldig houden,.
i^orian ..-m. kau azaton avitere^,

ji® ^ijn naam ydelyfc gebruikt.
^lt;ina/2de lory beiray chexneer.

^^^enUtdès Sabbatdags , dien zult gy
^kirnen tuen Ctemkr ^ a^• jen \'
Hgt; lt;5.nbsp;Hei^

-ocr page 275-

BefcBf§\'mngquot;üm

Heiligen, Zes dagen zult gy, arbeiden
Mand aar. dskie nados --— farkey

en al uw werk doen : maar
% anta [ai farbom gnadey : alt

den zevenden dag is de Sabbath

m. mentobi nade vie. ai Chenaber

des Heere 5 op dien dag Zült gy geen-
tuen Korian,: chin ai mide -L kati. )

werk doen , gy, nog uw zoon , nog

fßrboMgnadey , kau fai bot km

uw.^ogter , nog uw dienflknegt, nog

boti,. kati fai fger4ot,^ km-

uw dienft-maagt, nog den vremdeling
Jat ßer^boti kan oi janßero

die in uwe poorten is : want in
dan chm ßi brachos viey : kens chin,

ff dagen Keeft de Heere d\'Hemeï

dekie nados —-- Korian Qrhmo

C« d^arde gemaakt de Zee, co^
BMi.. chQiheye,^ J^ß ^ kay

-ocr page 276-

het Eyland Formofa, i 8 i

alles wat daar in is , ende hy
dat oio chin viey^ kay oi

J^j^J ^en zevenften dag-: daarom
ai meniobe nade: kenzoy

fegende de Heere den Sabhathdag ^
^l^eneaye ,, Korian ai Cbenaber f

f^ Heiligde deni^elven.
««y Gnayfrataye eion.

V.

^^\'Crt u^en Vader en uwen Moeder,,
J\'^ofnere fai Pernio kay fat For nun y

^^td^^ ^we dagen verlengt worden
® foios nados jorhen oreo

Lande, dat u de Heere uwe.
ot Badi^ dnajßn oi Korian ßl

geeft..
top.

- j

VI.

niet doodflaan.
^
kan anak^oume.,

a z y^UL

-ocr page 277-

B^hrijvingmm
VIL

Gy zult niet Echtbreken*
■ ■ kan Ferfierie»

YUh

Gy zult niet ftelen.
\'i II\'* kan lokteyr.

IX.

Gy zult geen vallche getuigeniflè \\i\'
lt;*——— kau fielnbsp;modioH

4:\'

4gt;reken tegens uwen naallen
demeeh nadaan fat geovreo* \'

X.

Gy zult niet begeren het Huys van

«——— - kan mliamene ai kaa tuen

uwen naaften : gy zult niet begeren^
fai geovreo : —küHvotiamene

hét wijf van uwen naaften , nog; [

ej bajane tuen fai geovreo , kaft

zijn dienft-knegt, nog zijn dienft-

ande. iLger-bjft y, kan ande x.gef-\' \'

jnaagt

-ocr page 278-

^ Eyland Formofa, i

»nbsp;ichnay f. dnar oyqn^

ïflZ-É-i/e^

Negentiende hoofdstuk.

^an de vrije konfien m handwerkem

ALhoewel de japonezen in dewe«
ais d if^^^^^P «Ier konften veel minder
kar ^\'quot;^Peer« gevordert zijn : egter
dat ^^^ haaren voordeele zeggen
_ ^y in alle wetenfcbappên , dic\'er
\'Ogen wezen, boven alleOofterfe vol^
eren uitmunten.
De Jefuiten en an-
ere Bezendelingen, die geheel Indie
quot;«»orjoopen hebben, verheffen het ver*
«^nd en de behendigheid der Chinefem
jer hoog 5 maar ik geloof niet dat men
Wanbsp;haar moet gedragen?-

fp?quot;^ quot;et is zeker dat de japonezen im
^^ei-Ê^innigheid en, vernuftigheid des.:

-ocr page 279-

1 §4 Befchryving mm

geeftes dezelve zeer verre te bovengaan^
veelen onder haar , cn voornamentlylt
de Klootterbroeders verflijten haar ge-
heele leven in de boek-oefFening. \'t Is
quot;Waarheid dat alle haare wetenfchappen
na voordeelen van haare opvoeding rie-
ken en benevelt zijn door de duifternis,
in welke zy worden geboren : maar
men kan uit haare verborge vragen ,
zeldzame fpreekwijzen, duiftere fpreu-
ken en andere dobbelzinnigheden van
dien aard , aan welke zy zig geheel
overgeven , genoegzaam bemerken dat
zy tot alles zouden bequaam zijn j in-
dien zy\'t behulp en de kennifle der Eu-
ropeers hadden , en door den glans
der goddelyke openbaring verligt wa-
ren.

Alle haare boeken der godgeleerd*
heid begrijpen niet anders, als een ver-
idaring der punten haarer gods-dienflr
en een bewering van haare afgodery-
Indien zy in haare overwegingen eii
©penbaare redeneringen zig eenige redegt;
nen laaten oni flippen, die na de wijs-
begeerte fmaken , zoo haaien zy de-
zelven alleeniyk uit een verzameling »
welke zy
gemaalu hebben van .de pe-

voer

-ocr page 280-

Femofa. 1 g c
voelens der oudlle wijsgeren , die haar

^^gunüi\'J^;quot; bygeloovigheden

aarPL/quot;quot;^\'\'\' geenfins zo naauw
dienflnbsp;van haaren gods-

ste-lL\' t onderzoek haarer wijs-be-
dat 2 ^^ godgeleerdheid gebonden ^
fcha/
nbsp;^^^ andere weten-

overgeven : als namentlyk de

heid ? \'^^quot;^^^quot;^^^quot;^»^egtsgcleert-

xep waarlyk veele van haare hui-
de jnbsp;oefenplaatzen,daar men

in alle wetenfehappen onder-
«äeze\' onderfcheid , welk\'er ten
Pormnbsp;tulTchen de Japonezen en

is, beftaat hier in , dat de
bv vlquot;\' Japon zommige zaaken, als
oÄ e^dde Griekze taal-, niet als
dat j- /\'^\'quot;e quot;medebroeders oefenen , en

telds*^nbsp;een ygelyk , die maar

em^^^^^oeg heeft, om de ßonzes te
oiitf quot; \' ^^ haare fchoolen wel word
^Idaaquot;^^quot; om al \'t geen te leeren, dat
Zaalc ^ geleeraart : Dit is de oor-
^romnbsp;Kloofters van Formofa

amp; Vnbsp;hebben, naardien al-

dere i 8\'\'oote Heeren , cn an-
lieden hunne kinderen daar

ïia

-ocr page 281-

Befchrijving Vm

m roe zenden en aan dezelve eroote ge-
Ichenken geven.

Wat degefchreve Wetten beknet,,
die hebben zy zeer weinig: want geen
anderen volgende als de zulken, die
door het ligt der natuur mgeplant, of
door hunne overheden ingefteld zijn;
zo verrekt de wil der Vodlen hen
tót
een Wet : noit is\'er eenig vttTchiï
t^wift , .oneenigheid , of regts-geding,
hoedanig \'t zelve ook mag wezen • \'t
v^elk niet terftond een einde necmd,
zoo haaft als den Vorft heeft gefproken:
Maar alzo deze raagt der Vorften weï
Guaade gevolgen konde hebben in een
Land , alwaar zy zo veel in getal zijn,
heeft de wijsheid
vm Meryaandamo, pc
lyk wy reeds gezien hebben dfar
voor gezorgtj met het gezag der Konin-
gen en Onderkoningen te bepalen ,
en
te beletten dat zy het volk geen ftaven
maakten ; Mogelyk was zijn oogmerk
van zig zelven [daar door] des te meer
te doen vreezen en eerbieden , geioo-
vende dathy zig van een Kroon te
verzekeren , die zo onregtmatig had
bemagtigt, een aanvang moeft maken
« -nbsp;met

♦ Te weten in het derde Hoofdftuk.

-ocr page 282-

het Eyhnd ¥om(fa. r87

iKet zig door de geheele uitgefltektheid
Van zijn keyzer-rijk voor den eenigc
volflagen opper-Vorft te doen erken-
nen.

^e geneesheeren en wondheelders
van|Formofa zijn zeer on wetende,ganfcfe
^let behendig, en weinig ervaren,dog
^E^r in algemeen zeer gëeerd.

De Zang-konft is aldaar niet bekent^
®Eter zingen en gebruiken zy fpeeltui-
^n, gelyk wy hier na zien zullen:
f^aar zy zijn groote Digters, voorna-
«ientlyk de
£onzes, die niet alleen lof-
^angen, maar ook geheele redenvoe-
^^quot;gen in vaerfe maken. Zy gebruiken
g J^jê^\'oote kortheid in hunne fchriften^
^ quot;cvlytigen zig veel zaaken in weinig
oorden uit te drukken; zo dat zy dik-
. omllandigheden nalaten, die ons
^ -er» gefchiedenis zeerwezentlyk zou-

t ïs verwonderlyk te zien, wanneer
y aan eenig Vorit fchrijven , in hoe
V Woorden zy de zaalc , die ver-
«^ndeld^ word , uitdrukken , hoewel
y noit iets nalaten \'t geen tot opbelde^
^Jng (icr zaake eenigzms kan dienen.
Sommigen onder hen maken veel

werkss

-ocr page 283-

ï\'88 Befchrij\'üwg van
werk? van de wellprekentheid , en de
Bofiues bedienen zig daar van mee zeer
veel konft in hunne redenvoeringen gt;
niets van dat geene vergetende, \'t welk
kan dienen om het harte hunner toe-
hoorders te bewegen , en dezelve var)
de waarheid derzaake, diezy haar ver-
kondigen , te overtuigen.

\'t Ontbreekt de Formofanen aan geen
zeer bequame Schilders i alhoewel zy
de regels derteeken-konft nog zo verre
niet uitgebreid hebben als de Europeersgt;
egter maken hunne gi-aveerders en wa-
penfnijders zeer fraije werken.-

Hun Porceleine aardwerk is waarlyk
het fchoonftc van geheel\' Ooften , en
indien zy kennillè hadden van de ma-
nier , op welke onze werk- baazen zc^
kere konft-werken maken, die hen ge-
bragt worden , en tot verwondering
ftrekken , ongetwijftelt zouden zy in
korten tijd zoo konftig zijn als •
zelfs.

Tot nog toe weten zy niet hoe
de kaarzen en \'t was-ligt maken ,
branden niet als oly; de Boeren
op het
land gebruiken toortzen
van pijn-bom-
men , ftrooy 5 of eenige andere ftoff^»

diß

-ocr page 284-

hêt Eyland Formofa. 1S 9
word^quot; brand of iri den oly geweekt

^y hebben van de Hollanders een
van papier, byna gelvk als het
onze maar veel fijnder, van zyde leeren
mken. Te voren fehreven zy niet
op kopere plaatjes of perkement.
ik heb in het 12de Hoofdftuk , al.
waar alle de verfcheide kleedingen der
formofanen befchreven heb , gezegt
^at
hunne fchoenen gelyk als de pan-
y
^ttelen gemaakt zijn, ik zal\'er hier
öy voegen dat zy niet wetende het le-
yr te bereiden gelyk men in Europa
^^^^ gebragt word tc
^^^ur zijnde om van een yder gebruikt
Jquot; l^^^\'^en , de fchoenen des gemeene
oiKs van de haft der boomen maken,
v^^^ntlyk hetonderlle of de fooi, want
quot; -t bovenfte is van leder der wilde bee-
welk zy bereiden zo goed als

glas-blazen is niet alleen in For-

de \\ W^anncer de japonezers voor
niaal fpiegels zagen , waren
eL^\'i verzot, dat zy aan een boots-
Sezei voor een klein fpiegeltje van vier

^Huivers

-ocr page 285-

1^0 Btfchrijving van
Huivers een halve Copan * gaven: maar
zedert dat de Schepen aldaar meermaals
geweeft zijn , is deze koopmanfchap
veel vermindert , dog egter kan men
daar mede op loo nog zoo guldens win-
nen.

Sommige groote Heeren hebben gla-
zen in haare huizen ; maar zulks is
zeer zeldzaam; men bedient\'er zig ge-
meenlyk van een zeer fijn gewaft zyde
flof, of van hun zyde papier.

Zy maken werken met de naaide, die
zo ten opzigte van de aardigheid des
Werks , als de verfcheidenhcid , en
mengeling der verwen onnavolgelyk
\'zijn : maar zy munten in geen konft
meer uit als in het zuiveren der meta-
len. Zy hebben die van allerley
foort,
en weten dezelven zo konflig te ver-
mengen , dat zy daar in de
EuropeerS
verre te boven gaan. Jn het volgende
Hooldftuk zullen wy zien tot hoedani-
ge fijnigheid en hardigheid zy het yzer
cn ftaal bewerken. Haare akkerlieden
zijn bequaam genoeg om het land na de
hoedanigheid van de grond te bebou-
wen j

* Dit is een gotid fluk gelds wegende vief
oflcen. Ziet hier agter htt Hoofdfiuk.

-ocr page 286-

in de\'U^Vquot;nbsp;t.4

^1\'ek is N/1 L . e Landen een ge-

\'^^egans Xnnbsp;^oor den om-

Hollanders

^«quot;den L ï fS\'quot; ^^^^ «^euws leenen,

veelvorde!

waren ^nbsp;quot;^^t verag-

^che^ d 1nbsp;negens alle men-

^\'^\'-van n^quot;quot;\'quot;quot;-. ^^^ ^^^n de reden
gennbsp;\' \'nbsp;hun zeg!

den ellnbsp;kooplL

toednbsp;^«^^-^J^omt, die zy de

^^^^^\'Jnt vannbsp;? dezelve hen

^^ ^iin tlnbsp;^^ onaffcheidelyfc

dezeKnbsp;nien gelooven dat zy
ook de werklieden

doen p.ji ^nbsp;° ^^^en om haar werk te

ig\'en Inbsp;^^sgclyks niet geheel

\'^^oeft omnbsp;ontbonden. Men

^ezer volnbsp;^^ getlekheid

it doenbsp;\'l^eper kennen, als

Werk h.f Z ^ «^le t y de ftofFe
befchikt heeft, fckoon e

van dit
een japo-
iiees

-ocr page 287-

192 Bejchryving van

nees zijnde, is al te jong * uit zijn land
gegaan , en ter gunfte van zijn land-
aard nog te vee! voor ingenomen, om
deswegens een opregte verklaring uit
hsm te willen trekken.

* Namently\'k ter ouderdom van ip jaren.

TWINTIGSTE HOOFDSTUK-

Van de wapenen , die tot Japon en
Formofa \'t meeft in gebruik zijn.^

\'t TS aan niemand onbekend, dat d^

JL japonezers andere wapenen ge-
bruiken als de Europëers, Indien zy mus-
quetren en.fnaphanen hebben, zoo zyfi
dezelven onder hen nog zeer zeldzaam-
De Jefuiten en Hollanders
hebben\'er
eenige gebragt, die zy als iets wonders
in hunne pronkkamers bewaren en aan
die geenen
, die hen Ilt;^)nien bezoeken
laten zien. Ziet hier de wapenen en
oorlogs-ruftingen, van welke zy zig be-
dienen.

In het; naderen tot de muuren va»
een Stad , w^ineer zy in dezelve e^n

-ocr page 288-

W^^i^d Formofä. 105

SLTfquot;nbsp;\' gebruiken zy ecu

ëevaarte, t weik Sy Tranhos noemen,
genoegzaam na de ilormbokken *
r
quot;nbsp;\'^tinne Fachos zijn

harr I ^\'^n Bomben van zeker zeer
gemaakt en met fcherpe (lale
IJ^^inen omzet, tuffen welken zy pek^
die l \' andere brandende llofFen
pennbsp;vaft hegten. Zy wei-

te w ^\'en door middel van eejr hou-
hin]^ met yzer beflagen, \'t weik

Refn \' en door de kragt der nrmen
■^^Pannen word. Deze Fachs komen

pennenbsp;^^^^ \' ^^^ ^^ ^^^^^^

die rondom dezelve zijn, tel-

Inbsp;kens

^y geWiT^\'\' Oorlogs gevaarte, \'t welk
beij\'i^e,^\' u quot; ^^ muuren vaij een Stad te
loofliji^\'nbsp;^^^nbsp;ODge-

van eennbsp;\'nbsp;^^ quot;laft

refpitjnbsp;^quot;^e^kers uicerße met een yze-

öe pun;^*^^quot;*^^ na eenramskop Zweemden:
«liddVn^as gewapend. Deze balk op hec
Jamp;ende wquot; ^quot;quot;\'\'Stig en in zware touwen han-
rnet ecv^ ugroot getal van mannen
^\'etvan j nnbsp;herrewaarts gedreven,

^en ^ gebruik jefephus Joodze oor-
C^j.^^ f ßoek 35 Hoofdfiiik , en Julius
quot; aaateekeningen op het 2 Boek.

-ocr page 289-

194 Bcfchrij\'vmg van
kens met gemak 3 a 4 menlchen te ge-
lijk konnen dóorftijden.

In de veldfliigen gebruyken zy fabels,
pieken, werpfpiefen, boogen en pijlen:
zy zijn in het behandelen van dezelaat-
ilen zo afgeregt , dat geen Europëei\'
met een fnaphaan netter kan fchieten^
zelfs konnen zy
10 pijlen lofièn binnen
zo veel tijds als men nodig heeft of«
iwee fchooten met een vuur-roer
doen : h^nne fabels worden in \'t algC\'
meen door geheel Ooften geacht : zy
zijn zoo wel getempert, \'dat \'er zeer
veele gevonden worden, die met e-fiS
fialt;7 een groote boom, of een ftaaf }quot;
zer van twee duimen in \'t vierkant koH\'
nen doorfnyden, zonder egter de fne^
eenigzinds te verftompen.

Zy hebben de gewoonte van hunoC
pooken met een zekere vermengelinf?
van vergiftigde metalen te fmeden, waai\'
door de wonden , hoe ligt ze ook ino\'
gen wezen, altijd doodelijk zijn, in*\'
dien men niet terftond al het vlees ,
welk rondom de wond is, uitfnijt, ^^
zelfs het geheele lid, dat gequeft is, ai\'
zet. Alle de yzers van hunne pieken»
werp-fpiezen en pij len worden van\'tz^^^
ve metaal gemaakt,

-ocr page 290-

^^\'et t^ormüja. ly,
ueze gewoonte word by de Euro-
Ijeers niet^zonder reden gedcemc j maar
weet met of de üofterle volkeren niet
al zo veel regt haar Kanon-,
Mor-
^leien, Handgranaten, Bomben, Vuin-

heirl^l Pnc^er-gravingen, Branders,
ciie ^^ brand tuigen, en loo. andere
JJuyveUe vonden , die den oorlog toe-
ï en de menfchelijkheid verdoemr,

on H?nbsp;^^ Japonezers

^oraeien dat \'er niet aangelegen is op

^ at Wijze met zig van zijne vyanden

Itnbsp;dat de zekerfte en vaardig-

wod in deze gelegentheden de bel-

nquot; \'h\' ^^^^ dooden, hoe minder
yanden , zeggenzy , en te eerder ziet
het einde van den Oorlog.

liednbsp;\' ^^nbsp;^^quot;jgS\'

le T^ P\'3gten eertijds geen Wapenen
georuiken, als di:e in Japon gemaakt
5 maar tegenwoordig heeft den
Ianbsp;Key.

.Vewnbsp;Vranknjk gezonde vvierden , en

neni , ■ weinig tijds geheels ifteden c\'ee-
«€ mhlf ^^^zoudegelegt hebben, indfetïmen
~ «aï^ehooien had weteq tc gebruiken.

-ocr page 291-

Befchryviïig van

Keiler den uitvoer duar vain op ftrafft
des doods verboden , zodat men\'erztlf
in Formofa niet derft brengen. Niet
te min heeft den Koning een voorraad-
huis, \'t welk daar van wel voorzien is?
en ook wel word onderhouden j en niet
tegenilaande het verbod laat men niet
na van heimelijk een groote meenigte
daar van na China en elders te
vervoe-
ren, dewijl men dezelve toc Lnc-on eO
■Goa in \'t opeiibaar verkoopt.

Ook hebben de flingers tot Japon in
groot gebruik geweeft, maar tegen woor-
d!g bedienc men zig van dezelve zv-Ci\'
zelden.

XXL HOOFDSTUK.

Vm de Speeltuygen der Zangkonfi gt;
die tot Japon en Formofa \'t meefi
in gebruik zyn.

De Zangkon ft heefc in hec geheel^
Ooften byna altijd onbekent g^^
v/eeft. Egter heeft men \'er van alle tij\'
den fpeeltuygen gezien, die na onz^
irommen, ketelcrommen,- trompetcenj

gi-oo-

M

-ocr page 292-

het Eyhnd Formofa. 197

ïe en kleine fluiten, luvten en harpen,
genoegzaam geleeken. \' Maar federt de
juropeers aldaar gevveell zijn, en dat
5 ;\'efuiten en andere bezendelingen zig
\'^aaar hebben gevelligt, zoo zijn de l n-
\'aanen, Chinezen, en in \'t algemeen
j\'ie^de Oofterfe volkeren in va-wbnde-
\'ng opgetogen geweeft , wanneer zy
gefpeei van hunne Kerken, Choor-
Orgels, Violons , Claveffin-
en andere fpeeltuigen, die zy in
ei^ Oodsdiend hebben ingevoert, qua-
en te hooren. Zy hebben daar in zo
^^^ Rehagen gehad , en zig zodanig
^^quot;^ucze konft overgegeven, dat zy in
lied^ ^oi\'cien van Azia onze beftefpeel-
2,eer nabykomen. Zy bedienen
\\v ]nbsp;hunne hoogtijden, hu^

yken en offerhanden j. en wel voor-
^^^entiijk wanneer zy kinderen * op-
eren. De Formofanen evenwel heb.
^ig nog niet geheel , daar aanoveigt;
^ geven , maar hunne oude wijze vaa
I 5nbsp;zin?-

bynbsp;tot Japon ook een gezindheid^

dcnnbsp;als coc Formofa kinderen wci^^

» ^y ^^^^ weinig aan-
MieA\'i ^^^ wcrd\'er na mate zo een groot seta-l\'.
^Ss tot Formofa geeifert.

-ocr page 293-

19S, Befchr^ving van

zingen en fpelen behouden, indien zulks\'
anderfins na Waarheid een wijze ofmaac
houding kan genoemd worden, want
behalven eenige bezondere gebeden gt;
die hunne Priefters zingen, kreunt het
volk zig weinig , of hunne ftemrnef*
daar mede overeenkomt, en een yde^
zingt op zodanigen toon als hem be-
haagc , \'t v/elk hen zo bêlaglyk nie^^
fchijnd als wy ons komen te verbeelden,\'
om dat zy zulks niet beter weten te
doen , en daar aan gewent zijn: in te-
gendeel alle deze verfeheide ftemmen,
en niet overeenkomende toonen. fchij-
nen hen van een verwonderlyke geiyk\'
Juidentheid te zijn. Hunne fpeeltuigei\'\'
hebben geen beter overeenkomft als de
Ilemmen : in de Kerke gebruiken zy
geraeenelyk een trommelflageren trom-
mel voor de
Bas, Den Trompet , de
Ciaveffingel, de luit, en de groote e^
kleine fluit; want de Harp
aangaande,
noit word\'er op dezelve in de Kerkei^
gefpedt.

De Ketel-trommen zijn tot Formof^^
in geen gebruik, als in tijden van oor-
log , en als zy vaardig ftaan om flag
leveitD maiir dezelve zijn zo groot,,

da-t

-ocr page 294-

^^t Eyhnd Formofa. 199

Senoodzaalu zijn , die op dei
^quot;S van een Elephant e Ltten.

^Xll. HOOFDSTUK.

^^n é wijze op welke de kinderen
m Formofa worden opgevoed.

I K heb hier voor reeds gezegt dat y-
^ oer vrouw in een huisgezin \'t op.
Ziäo^^ry ^\'g® kinderen heefc, dog
ril£ r\'lquot;\' niet dat de Edelen eS
J^e lieden haare bedienden hebben ,

dra^quot;quot; \'^e^e bezigheid verligten. Zv
vaiinbsp;opvoeding

der. ^-«^deren, en zo wei de moe-
boH. f voedfters en andere dienft-
Vp.nbsp;alle vlijt voarderzel-

V/o H^\'^^^-^l^clykheden. De kinderen
iQen mee zeer ligte en dunne klee»
ei en van zyde of catoen gedekt en
noitmluijers gewonden, gelyk men
^n Eu doer. De boeren verzuimen

twil quot;nbsp;\' en zo ras als zy

K^inbsp;oud zijn , laaten zy ze ee-

\'^ei naakt over\'t veld enin deboflchen
oopea. Met den ouderdom van drie
I 4nbsp;jaaren

-ocr page 295-

200 Bejchryvingvan

iaaren beginnen zy te keren lezen j en
pien
vind\'cr zeer veel die op hun vijf
jaaren lezen en zeer wel fchrijven ken-
nen. tiunne kinderen uil den aard ver-
ftandig en vernuftig zijnde leere lig-
te]ijk al \'t gene men haar wil onder-
wijfcn. Van hunne vijf tot agt jaren
worden hun de beginzelen der
Gods-
dienft en zede-kunde geleeraart, als
mede hoe zy zig ingezeïfchappen moe-
ten gedragen. Zo ras als den ouder-
dom van agt jaren bereikt hebben,
zend
men hen na de fcholen of oefenplaat-
fen der Bonzes, dog noit vroeger , om
dat zy oordeelen dat de kinderen
voor
deze tijd het oordeel niet rijp genoeg
bebben om te konnen begrijpen\'t geen
men haar wil onderwijzen ; ondertuf-
fchen vind men \'er wel, die dezelve
voor de zeve jaren na byzondere Scho-
len zenden.
Zo de moeders forgvul-
dig zijn in hun al!es te befchikken
\'t geen zy mogen noodig hebben , de
Vaders zijn niet min vlijtig om te be-
letten dat zy hunne tijd niet verwaar-
loozen. quot;Zy onderzoeken dikmaals hoe
verre zy gevordert zijn^ maar
nooit
zullen zy ze liaan, , ten ware zulks,gc-

beur-

-ocr page 296-

Formofa. jai:

liik p.\'.kLi^\'^nbsp;aanmerke-

het welk? zy ze ge^-
Fo?mnA \' ^^ verbeteren gt; want de
Vo^ts^^^^ in ^t algemeen alle Ja.
en wi quot;\'Men aard trots, vermetel,,
dennbsp;wfnbsp;konnen niet dul-

feh;.?^nbsp;^^ handelen \'t ge^-

Snbsp;^^^ dienftboden,

SeftZ\'al te üreng
Irenanbsp;\'nbsp;meefters om^

hnnn r haaftdan als de kinderen.

verzuymen, welver-.
^ ^aii de zelve te flaan ofte dreigen,

hun n?^quot; met zoetigheid vam^

brek \' benfpen ze over hunne ge-
ven dquot; \' ^^^ ^^^ ^^^ ^^
overn-^^ ^^^erley foorten van redenen te
hen y^quot; beteren nu met-:
Voor \'^^^^oeeld hunner medegefellcn:
enTerft^\'? \'\'nbsp;\' veel xvijfer

hen d quot;nbsp;zy,, en dan met

te Din^^\' beloften, en belooningen aan^
loedigen wanneer zy weldoen zogt;

öok\'de!.,?quot;^^^ ^^^ ^y in jaren groejen,,
onsev 1 ^-g fterk maakt en hen .
hun z \'l^ ^^nbsp;om de gebreken uit-:

Oijj^gf ^^^^^P verlaten en de deugd te
■ I^eervarentheid heelt doen i

Zitaj,

-ocr page 297-

20I Bèfihrijving vtm
zien , dat deze wijfe van opvoeden veel-
tijds de zfekerften is : \'t is ook een ge-
wiÜè waarheid dat men tot
Fofmoia
gemeenlijk kinderen van zes tot negen
jaren ziet, die ;zoo veel zedigheid in
hunne redenen,, en beleeftheid, in alle
manieren als volwaflene mannen be-
toonen , en dit is zeker verwonderlijk j
en men zoude moeite hebben om zulks
te gelooven, indien het berigt
van ver-
fcheide reizigers ons \'t felve niet be-
veiligde.

XXIII. HOOFDSTUK.

Van de Koopmanfchappen, die me^

tot Formofa vind , en van diegei\'
Me 3 welken aldaar ontbreken.

E grooten overvloed van goude^^
^^ zilver , die men aldaar vind , i®
de eenigfte oorzaak van hunne groot^
inkomlten: wantin
Gad-Avia of Kahof\'
ki zijn vier mijnen., twee die goud, en-
twee die roodkoper geven, In
groot
Peorko is eene Goud en eene Zilver- inijn\'quot;
ia een der
twee dieven Eilanden viu^\'

-ocr page 298-

geennbsp;het metaal, ^t

ëeamp;n quot;^\'nbsp;^^^^^^ ^^^^^^ rf^\'or

V^\'o d O Sh \\nbsp;veelgeagc

bcle^\'nbsp;zuiver Goud is,

^omZ \'nbsp;» het totr

tïl\'fnbsp;veel bequaamer is-

7üvLnbsp;Goud en

dne . .-J-\'rquot;nbsp;IC weten van e ks

den L.l^ehoorden eertijds a .

^ gtnwoordig hebben den K?yzer en^

êeen ineT§nbsp;^^

beiden tnbsp;laten ar-

ï\'ormornbsp;^\'\'erk flellcn. De,

l^jknT!?nbsp;^et Zilver in vergc-

We da« . zijn wittigheid der vei-
omdatIchoonder vinden ,
^Wdiop,-\'.- gt;JOud-jnijnen veel over^
\'t Goudnbsp;Ziker-mijnen

f^^aar veel gemeender.
ï nebben geen mijnen van yzer of
1nbsp;\' ilaal.

-ocr page 299-

2-04- BefiJn^ving mu\'
Haal, maar de Japonezers, die \'erheb-
ben, brengéivhen zulks; dit is de re-
den, waarom het yzer, ftaal,
en geel-\'
kóper, \'t welk men tot hen brengt,
meer geagt word als het Goud en \'Zil-
ver. Want v/at het rood-koper aan-
gaat,
hun mijn van P^ör^overrehafthen
zulks genoeg om \'t zelve gemeen te doen
zijn.
Al den huifraad , diezy gebrui-
ken 33 gemeenlijk van Goud pf Zilver ,
en hun aardewerk van porcelein. De
Kerken zo- in de Heden als op het land
Zijn voor het meefte gedeekemet goud
bedekt, maar federt de Hollanders hurt
yzer gebragt hebben om Göiid daar
voor te ruilen, hebben zy \'t zelve min-*
der verwaarlooftt

Zy hebben nog lood nog tin, maar
krijgen zulks van de naburige Eylan-
den , alwaar zeer overvloedige mijneiï
van die ftoffèn worden gevonden.

Niets is \'er gemeender als de zijdff
en ,\'t katoen, waar van zy zeer fchoone*
werken maken, in welke met zeer veel-
kpnft» en. aardigheid Goud en Zilver
vermengt word Zy hebben een foorC
van katoen,, dar in\'de
gedaante varts
;yeine zakjes op de boomen groeit gt;, él^
\' \'nbsp;\'nbsp;iS:

-ocr page 300-

. ht Eyland Formofa. 20^
IS het fijnfte en word meeft eezogt ,
jJaardatfboit, \'t welk van kleine boom!
Kens gehjk als de diilels voortkomt,
2 teegendeel veel groover valt. De
èjootlte en gemeenzaamfte bezigheid
aer vrouwen beftaat indit katoen te be-

tenïnquot;\'nbsp;zy lijnwaad, tapij-

quot; en onemdige andere werken vaneen
vei wonderlijke fijnigheid en fraijlgheid

^dken. Men vind \'er werkbazen, die
van ook een foort van fluweel en
vLT^P.\'^^ken, \'t welk zeer geacht
van w 11 quot; ^^^^^^ geenerley werk
fleer ï \' minder van wegen defzelfs
,quot;°edanigheid, als wel ter oor-
lïiaï,, ^^^ quot;^et weten te bereiden:
raS ^^ ^^^hen lakenen, ferges , en
in ov quot;\'1nbsp;zy van de Hollanders

liofl^^^^oed trekken. Zy maken ook
\'ernbsp;katoen cn hair : en vermits

henn\' geheele Eyland nog vlas no^
dp/j.\'.P g^\'oeit, zo hebben zy geen an*quot;
als het geen hen uit Eu-
Word toegebragt?

-ocr page 301-

206 Befihrijvmg vaw

XXIV. HOOFDSTUK.

Van de bezondere foorten van dieren
dezes Eylands,

)

\'\' I ^Is zeker dat quot;er tot Formofa by
! J_ allerley foorten van dieren ge-
vonden worden , die men in Euro-
pa ziet, maar aldaar zijn zeer veel an-
deren, die ons onbekent zijn, of wel-
ker foort zig in Europa niet vermenig-
vuldigt;
Want als men \'er eenige ziet y
zo komen zy uyt dit land of andere oor-
den van Afia of Africa, alwaar zy ge-
teelt worden ; zodanige zijn dc Ele-
phanten, RinoceroUen, Kamelen, di^
alle onder de buifelijke dieren , en by
hen zeer tam zijn van een groot gebruyk
worden gerekent. Onder de wilde die-
ren vind men aldaar Leeuwen, Bee-
ren, Luypaarden, Tijgers, wilde Stie-
ren, Aapen en Crocodillenj dog meo
ziet \'er zo min als elders na mijngeda^quot;
ten , no^ Draiiken , nog Eenhoorns
ïiog Griffioenen, deze dieren zyn en-
kele herfen-fpoken gehjk den Phenixr
€u worden nérgens gevonden als in hec
. \'nbsp;breio

-ocr page 302-

. ^et Eyland Formofa. 207
brem der geenen, die dezelve verfierc
anbsp;behalven deze boven-^

gemelde en eenige uitnemende Viflèn ^
^nd men \'er ook (langen, die zoo ge-
jnsenfaam zijn, dat zy zig om het lig-
«aam van eenmenlch wringen, zonder
f em eenigzins tebefchadigen, alhoewel
ook nog een ander foort is, en de-
e Zijn zeer gevaarlijk, inzonderheid
ïnen dezelve tergt. In hunne huy-
f,® voeden zy padden alleenlijk om ze
aaiet vergif af te halen, dat daar v^n
getrokken kan worden, defgelijks ook
eleltjesj die de muyzen [vangen en];
gelijk de Katten, en ook Schild-
* lt;Jen in hunne tuynen. Zy hebben
E^H n-nbsp;zijnde byna als een

^t w II ^ en by hen rarchiero genoemt,.

elk Zo veel als vervolger der vlie-
Ef,betekent: delTelfs huyt is glad en.

B^^® \' hebbende dui-
de ^^ ^\'\'^\'^^eide verwen na de verfchei-
geilelteniflen of bewegingen des lig-
^\'dams. Maar \'t is verwonderlijk om.

wat behendigheid en lich-
raV^ ^y ^le vliegen vervolgt en ver-
ODd\' ^^^ ^y dezelve ziet \'t zy
* ^ j op het vlees,, of op de dran^

ke»;

-ocr page 303-

fo8 / Befchrijving van

ken, zijn flag miß zeer zelden: deze
dieren zijn door geheel Japon zeer g^\'
meen, en ik heb ook hooren zegge^^

dat Vrvan gelijke in America gevonden

worden.

XXV. HOOFDSTUK,

Van de Aardvrugien.

IN het Eyland van Formofagroeit nog
gerfl: nog,tarwe, dereden hiervan
is-, omdat, de Zon aldaar te heet eff
het aardrijk droog en zandagtig zynde».
de granen verbrand zyn, eer zy tot hun\'
ne volkome rijpheid konnen komen »
maar tot vergoeding van dit gebreclc
brengt het aardrijk een groote menigt®
Worteis voort, van welke men zeer goe^l
brood maakt} voornamentlyk zyn
twee foorten, die tot dit gebruyk die-
nen, welke zy
Chkok en Magnok^nO^-
men : deze twee wortels worden g^\'
Zayt gelijk de raapen,. en hunne vol^

kO\'

Die wortel ; van welke men in Anieric^
het brood yan Gaflaver maaktword ook M^ê*
liiok. genoemt,^ en is^ van. dezdve. fooru

-ocr page 304-

het Eyland Formofa. 20^

j^omen rijpheid hebbende zyn zy dik-
fch\'^ dyen. De verzaameling ge-
inn • ^ van twee en forocijds drie-
in \'f j^jjj. wanneer \'t een goede zo-
p] j ^^ Zo haalV als men dezelve ge-
JiiÏÏ^ quot;eeft, worden zy aan ftukken ge-
\\va quot;nbsp;doen drogen,

j tia men daar van zeer gemakke-
maakt. Dit meel word met
ïïiennbsp;Tuyker en fpeceryen ge-

gg^S\'^ï daarna word het tot een koek
en in den oven gebakken.- dit
^\'oonbsp;^^^^ fneeuw en van dac

\'twelkdeingeboorencdes L^nds
noemen. Somtijds maken fy
Vo,. ? tarwe, die hun van buyten
düuV ^^egebragt , maar het vait zo
»liet i- ^^ ^^^ gemeene volk \'t zelve
atide fquot;nbsp;hebben nog een

^ler Q van brood gemaakt van rijs
g^J isaffraan gekookt, \'t welk
Kdelkk
ïïiet^?^ Word en eenige overeenkom ft
^it Knbsp;^^eft, maar

^^^^ quot;^et als het-

ï.1\' ê^lyk wy reeds elders 1 ge-

ö nebben, is aldaar t\'aüergemeenfte

1nbsp; Tnbsp;^y

weten in het eerfte Hoofdftük

-ocr page 305-

2 ï O Befchry ving van

zy groeit\'er zeer dik , en defielis inza-
meling gefchied tweemaal in \'t jaa\'\'-
Men gebruikt daar toe nog zeifens nog
lïkkels 5 maar een werktuig
hebbende
het fatzoen van-een mes met \'t welk ^^
rijs halm voor halm omtrent een hand
breed onder de aaren word
afgefnedcn»
Zy dragen hunne oogft ongedorft
huys , h^angen dezelve aan fchoven
om ze des te rafler te doen droogeR\'
en wanneer zy eenige rijs noodig heb-
ben , zo wrijven zy alleenlyk de aare^^
om het graan daar uit te haaien.

Men vind ook eenige landftreekeo ?
die druif voortbrengen, waai* van men
zelfs wijn maakt : maar het is weirug
en niet goet , \'t geen men daar v^n
trekt, zoo dat alle wijnen en aüdci\'^
dranken van Europa
j die aldaar gedroH\'
ken worden , hen door de Hollander^
toekomen , die ze hen ten duurfte ver-
koopen. De dranken van dat land he-
flaan in den
Ar-magmky Tontet, Ch^^^\'
pok, Chtlaky Cofyen Thee.
Wy zuli^f
• deze dranken den een na den andei\'^^^
befchrijven.

De Ar-magnok is een gezonde

zeer aangename drank : ziet hier ho^

-ocr page 306-

het Eyland Formofa.
dezelve gemaakt word. Zy bereiden
^en zeker gedeeke rijs, \'t welk zy in
water doen koken, tot dat het
quot;^k genoeg is, om ballen zo groot als
vuift daar van te konnen maken ,
zy in de zon laaten droogen : daar
j^a Worden dezelve nog eens in dierge-
|yk fontein-water gekookt, zo lang tot
Qatze genoegzaam verbrijflelt zijn: ver-
^^Igens giet men dit water in groote
vaten , in welke het ftaat te gif-
i in deze vaten word dit water zo
f.^dï, ja zeiis fterker als het Engelze
en hoe langer men\'t zelve be-
T^art , hoe fterker het word : in deze
^^ank weeken zy brood van
magmk, \'c
\'^\'^elk\'ej. een zeer aangename fmaak aan
; en dit is de reden waarom zy
. vogt Ar-fKagnok^noemen, als of men
Zeide den makker van de
Magnok.
, tgt;e Pomet is een vogt,die uit zekere
vloeit , en op zekere daar toe
tijden afgetapt word , men
^oet\'er fuiker in , en als deze vogt ee-
\'^\'ge tijd bewaart is, fmaakt zy byna
^^eneens als onsfpelde-bierv

J^e Charpk heeft zijn «aam van de
^\'■quot;gt van zekere boom en van de vogr,.

die

-ocr page 307-

2 12 Befchr§vmg van
die men daar uit tapt : deze boom g^\'
lijkt na de Noote-boom , maar haaf
vrugt heeft dit bezonders , dat hy Z\'ig»
in plaats van aan de takken te hangei^)
aan dewelke hy vall is regt
ophoud jt\'J
fchoon zeer zwaar zijnde, egter zig g^\'
durig hooger fchijnt te willen verhef\'
fen. Deze vrugt heeft byna de gedaan-
te en groote der Kauwoorden : waquot;\'
neer hy rijp rs, word den boom door eH
door geboort om daar uit een water
doen vloejen , \'t welk van zig zelve
fterk is , dat het onvergeJykelyk me^^
dronken kan maken, als de allerllerkU^
dranken van Europa , te weten inch^j^
de vrugt zelfs daar onder geperftwi^ Jquot;quot;\'

De Chilak word gemaa
fiof als de gebrande
Coffy , en van g^\'
lyke in water gekookt, maaj- men drinl^
het altijd kout, daar de
Coffy in tege\'^\'
deel heet gedronken word.nbsp;.

Zy gebruiken de Ihee en Cofy g^\'V
als in Europa : maar zonder fuiker.

De Formofanen hebben nog and^
dranken , die niet zo fterk en zeer li^^\'
]yk zijn , by voorbeeld de
Ballan^
word van appelen of peeren , gelyl^ ^
appel of peere-drank gemaakt , of

.it van

-ocr page 308-

het EyUnd Formofa. 215
^-^range-appelen en Citroenen gelyk de
limonade, of ook wel van andere vrug-
De dagelijkfe drank des gemeenè
^ölks is water of melk.

^en vind tot Formofa allerley foor-
^en van vrugten in overvloed , als ap-
f^l^n, peeren , pruimen van allerley
j kerfen, nooten, Sfc. Meloenen
y uitnementheid , Vijgen , Orange-
^PPelen , Ckroenen , amp;c. de Suyker
\'er op verfcheide plaatzen , en \'t
and geeft ook Spcxerijen in meenigte,
^\'^^eper, Kaneel,Nagelen, Nooten-
^\'^skaden, Kokus-nooten, amp;c.
, l^e boomen geven haare vrugten
des jaars, en de Vygeboomen
en fomtijds viermaal j maar alle
eze vrugten zijn in \'t algemeen onver-
ëclykelyk fchoonder en beter van fmaak
»n Europa. Het aardrijk fchijnt een
quot;czondere krast tc hebben om de vrug-
ten t^— \' quot; —

^en tot haare volkome rijpheid te bren-
^en. Men heeft waarlijk wel eenige
paatzen in Europa, ja zelfs in Enge-
^nd, alwaar zekere boomen gevonden
^\'orden , die een vogt vati zig geven ,
Welke men een foort van wijn
^^akt, die gedronken kan worden j

maar

-ocr page 309-

2 14 \' Befchryving van
maar laat men die booren zo veel a 5
men wil, en in wat tijd des jaars\'t oo^
zijn mag , \'t is zeker dat\'er in de tiJ ^
van een jaar niet het i ode deel zoo vee
van \'t geen men tot Formofa in ^^^
maand daar uittapt , zal uitvloejen, ^^^
dan fcheelt het nog veel, dat het gec\'^
men daar van trekt zo goed niet is.

XXVL HOOFDSTUK.

Fan, de fpijzen , die de Vormofane^
doorgaans het meefte eeten.

BEhalven het brood en de vrugten ?
die wy gemeld hebben ,
zy veelerhande foorten van dieren
ten j want fchoon het Adetempfuchofio^^
of de verhuizinge der zielen het he^quot;\'
fende en byna algemeene gevoelen de
Lands is , egter belluiten zy daar
geenzins , gelyk het meefte gedeeld ^
der andere Oofterfe volkeren ,
verboden is van eenig dier te eeten.
getal der geene, van welke de wet he\'^
het gebruik ontzegd, is verre
benede
dat geene , waar van zy hen het eete^^

-ocr page 310-

^ het Eyland Formofa, 215

^^elaat j wane behalven uflèn, Kalve-
ĕ Schaapen , Lammeren , Hoen-
\' en Tortelduiven , vermogen zy
^ erley foorten van dieren te nuttigen,
niede allerley gevogelte en wild, uit-
ö^^omen het Harten den das: defge-

alle foorten van Zee en Rivier vis
Vaquot; \' eenig onderfcheid. Het vlees
n^gp ^ en \'t gevogelte eeten zy ge-
raauw, of indien \'t zelve ge-
hpt \'^^ord, zulks is zo weinig dat zy
jg qualyk de tiji^geven om doorwarm
de p worden. Maar \'t geen aan
fçj^.^nropeers ongetwijfelt vreemt zal
5 is hier in beilaande dat zy
quot;Sen eeten en dezelve voor een lek-
beetje houden : \'t is wel w^aar dat
dra\' ^^^ ^^ toebereid worden, zorge
çJq §en van ze al het vergif af te nemen,
\'dezelve zo lang met rijzen te liaan,
11a h bemerken dat al het vergif
als dgeftegen is ,
\'z welk zy
\'^\'aardig alhakken , zo dat men
der\'^\'^-^ quot;jets te fchroomen heeft. Vor-
^^ ^ iiidien het Slange vlees goed is ,
J^oet men zig niet verwonderen dat
bend » die de ftoutigheid gehad heb-
«aar van eenmaal te proeven,zig ver-

vol-

-ocr page 311-

2i6 BefchrJjving van

volgens gevi^ent hebben daar van te
ten, hebbende \'t zelve na hun fma^\'^
gevonden en niet het minile ongerna\'^
gevoelt. Dog men kan aangaande hun-
ne gewoonte van menfchen vlees te
ten niet zonder Ichrik hooren fpreker^\'
De lighaamen der geenen,
die door
geregt ter dood gebragt zyn, worden
Jcoop geilek, en die zig dan wiilen di^\'
nen, konnen er na hun goedvinden v^\'j
koopen. Zy eeten\'t zelve meeft altiP
geheel raauw en zonder eenige ande\'^
faus als een weinig peper cn zout ^^
quot;weet niec hoe dar een zodanige gewoo\'^\'
te zig onder menichen heeft konnen
dringen. Waarhjic men moet bek^nquot;
nen dat de rede aan vreemde ftrydip\'
heden onderworpen
is, want het isc\'^j
begrijpelik dat een menfch uyt de aai^
zoude konnen tragten zijns gelijk ƒ
eeten j maar indien het waar
is dat
gewoonte een tweede natuur is , en quot;
manieren by zig zeiven aangenomen
met welke men zig van de kindsheid\'quot;^
vereenigt heeft, hoe onmenfchelijk
buitenfporig zy ook aan anderen mog^Jl
fchijnen , voor regtmatig ,
eerlijk ^
geoorloft doorgaan , zo oordeel ik^^^;

-ocr page 312-

j. het Eyland formofa. 11 \'f

nen meer medelyoen met den Japone-
^ moeft gehad hebben , dewelke
Londen aangezet zijnde om van \'c
^.^cs eenes gehangene te eeten , ten
j^j^de hy waer maakte, \'t geen hy ver-
^ d had ^ daar van met\'er daad gegeten
j^eeft j en dat rnen geen reden had Van
qualyk te handelen, gelyk men
^quot;■cd, Want -zy, die hem daar toe aan-
J^^et en gebragt hebben alleenlyk om \'
^ j nne nieuwsgierigheid te voldoen,lieb-
p n hier in meer misdaan , als hy. De
nnftelyke liefde wilde dat men -agc
op de zwakheid van een jonge
^^^it Van 8 of IC maanden, die nog ,
^^cel vervult was van de voordeelen
opvoeding: en het is verwon-
\'^Vel]^ düt\'er onder de Chriftenen, aan
beveelt in het geloove te
dJ ^^ê^n -f- menfchen gevonden wor-^
\' gt; die cènigfins verligt zijnde om-

K ^ trent\'

lt;Ji * j^^anientlyk die my de aanteckeningen van
iiig behandigt heefc, ieman^ qualyk ne-
VfQj^\'^® hy van het vlees van een gehange
hadnbsp;gegeten en zig daar op beroemd

I\' hem verfcheide flagen,

kquot;

H

-ocr page 313-

2 Befchrijving van

trent dit geval zo vooringenomen zijn
geweeil, dat zy niet geichroomt heb-
ben flaande te houden , dat hy daaroifl
alleen de dood verdiende.

XXVÏL HOOFDSTUK.

Van de ziekten^ die de Formofa-M^
eygen zyn en de hulpniiddelen dic
ddar toe gebruiken.

kE grootfte en gevaarlijkfte ziek\'
\' te, met welke de
Inwoonders
.van Formofa fomtijds bezogt worden^
is de peft. Dezelve word van hen aan\'
geen naturelyke-oorzaak toegefchreven?
maar zy geloven dat de Zon, Maan cn
de fterren met den anderen overeenftem\'
men om hen dit onheil tot ftrafte van
hunne mifdaaden toe te zenden, of dat de
quadegeeften 5 die vermaak fcheppen
hen quaad te doen, deze ziekte
veróotquot;
2,ak€n, en om deze reden nemen zy hun
toevlugt veel eer tot de OfièrhandeH
als tot de geneefmiddelen. Doch die
oiigemak komi: hen niet dikmaals over,

-vvaiJt-

-ocr page 314-

^^ \'het Eyland Fmmfi. t if ■

^ec is reeds meer dan 170 jaaren
let \' ^^^ daar door niet zyn aan-
jg Zo haalt dit quaad zig bcginE
j^y^P^\'^haren , verlaaten zy allen hunne
fte h quot; en gaan op de toppen der hoog-
dgj, .gen woonen, welke op een an-
de t verlaten zyn , ter oorzake van
Zy S^\'oote fynigheid des logts , die
VqI voor zeer gezond houden. Ver-
tg^^^Zoeken zy na een levendige wa-
alg van welke zy zo veel drinl^ii
de \'hogelijk is, niet anders eeten«
dit ^^\'^Wen en vrugten: zo lang als
lïijj ^\'•\'^ad duurt, onderhouden zy deze
iia Van leven, cn keren niet weder
huyzen als {nadar de Jogtt\'ee-
gezuyvert is.
is^ ^Oi\'rnofanen zijn zeer,matig, en
hijf) der voornaamfte zaken , die
gezondheid \'t nieefte \'bevorderrg
heilJquot;. gelooven dat den Tabak hec
gebhulpmiddel is, dat men kmi
le te\'^^ \' allerley foort van ziek-
kraotnbsp;Zy zeggen ij!at ze de

^\'gfinbsp;eh geheele

Zuive^.^ Van alle quade vogtigheden te
^ejy en daarom maken zy van de-
^«a groot gebruik, \'t Gemeene
K z . ■nbsp;Vólk

-ocr page 315-

210 Befchrijving van

volk komt in de uuren van verlugtiging
tezamen om te praten en te rooken,da\'i^
na drinken zy eenige drank , \'t welk
niet anders is als
Thee oï ChUak , beide^
vogten zijnde die niet het minfte qua^^
konnen veroorzaken , hoe veel
daar van ook niag drinken ; deze m^\'
tigheid maakt dat\'er de menfchen, oO^
in \'t algemeen te fpreken , doorgaasquot;»®
veel langer leven als in Europa, en
veelerley ziektens niet onderworp\'^^
zyn. \'t Is een mifllag te gelooven dii^
een goede logt de eenige oorzaak i®\'
die onze gewondheid kan doen ftan^\'
houden: de ervaremheid heeft meen)^
ryziger overtuigt, dat het niet zo z^e^\'
door de verandering des logts is toeg^\'
komen, dat hun gezondheid zig on^\'
field heeft bevonden , als wel door
te buiten te gaari in het gebruik
vlees , dranken, of vrugten, aan
ke hunne magen nog niet gewent
ren. .nbsp;,

De kinder-pokjes zijn tot ForiH^\'^
zeer gemeen \'c gefchied zeer
dat iemand die ontgaat , maar
word door dezelve meeft altijd voquot;^
dm ouderdom van drie jaren aangf

rand i

-ocr page 316-

het Eßand Formfffa, 21t

\'quot;Snd , eiï egter ziet men byna noit daC
(^njg kind daar aan fterft. Na dat de
^^ Inder-pok jes weg zijn , volgt daar op
ê^n\'ieenlyk een zekere
roodheid , die
over het geheele lighaam verfpreki,
door de imvoonders
Schiptio genoemt
en met een inwendige hette ver-
gaat: deze ziekte is veel gevaarly-
ais de kindcr-pokjes; en
de kinde\'-
J^n , die daar door aangetaft worden ,
groot gevaar van iterven. Men
^\'\'^agt ook voor alles een bezondere
van hen op een plaats tq leggen ,
^^^\'aar de logt zeer zuiver en droog is.
.p^e foorten van qualen ^ welke alle
kinderen,onderhevig zijn , duuren niet
^\'quot;■ger als drie of vier weeken. .

^ec kolijk een andere gemeene ziek-
^^ ^nder de Formofanen is fomtijds 20
ge\\veld:g^ dat velen zig liever willen
^^oden of doen dooden , als langer de
^^ierten lyden, die deze quaal hen ver-
oorzaakt. Zelfs meinen zy aan een
, die daar door aangctaft word
Xeer veel uitftaat, een grooten dienft
doen met hem \'t leven te bene-
enen.

^esgelyks loopen de vrouwen in het
K 3 \'nbsp;kin-

-ocr page 317-

ait Befchrßving vm

iinder-baren grooter gevaar als in Ei^
j^opa; de oorzaak hier van isom dat zy»
£o haaft als zig gevoelen zwanger
2ijn, geenerhande oefFening doen, noi*^
ait haar kamer gaan, en gedurig aaf^
haar werk gehegt blyven. Hier doo^
icomt het dat\'er een groot getal in h^^
kraambed fterven , en die geene, wel\'
ke daar uit ontkomen, wreede
fmerten
lyden. Men ziet\'er zelfs die drie wee\'
ken of een maand in hare ween zitten?
eer dar zy konnen verloflcn.

De bleeke verwe is aan de dogtef^
van Formola ook zeer gemeen: zy ve^\'
tigt zig voornamentlyk op de zulken f
die tot haar i8 of :oJaaren komen^l^
nog niet getrouwt zijn. Deze
Van hen \'Chatarsko genoemt, maakt di^
geene , die daar door worden aang^\'
rand,, zwaarmoedig, beneemt haar den-
eetkift , bederft al haar bloed , ei^
maakt haar byna onbequaam om iets
doen.

Men weet niet dat aldaar eenige ve-
nus-ziekte bekent is, mogelyk komt d^
bier van daan om dat\'er de meerderhe\'quot;
der vrouwen is toegelaten,en hetovef
fpel zeer flreng getraft, word. ,,

XXVJ^\'

-ocr page 318-

het Eyland Formofa. 2%J
XXVIIL HOOFDSTUK.
Fan ha gewigt en de maten.

EEr de Hollanders tot Formofa ge-
weeft hadden , wift men\'er niet
eenigerhande Koopraanfchap te
J\'egen : men oordeelde by giflïng op
. quot;et gezigt wegens de meenigte en waar- •
^y 5 van
\'t geen men wilde verkoopen
^n^oopen. Zelfs had de taal geen uit-
^»■ukzelen om te tellen. De kennifle
^er getallen was hen onbekent, zy de-
\'^en zig niet verftaan als doorverlchei-
teekenen die zy met hunne vinge-
en andere deelen des lighaamsmaak-
■ maar doordien de Hollanders zig,
^^ deze
manieren van tellen niet kon-
den voeden,
zo beweegdenzy henniec
f-een tot het uitdrukken hunner getal-
len door woorden en tóerkteekens, maar
^^k tot
het gebruik der ge wigten en
^aten , die zy hen gaven na dat zy
hadden doen begrijpen , dat zy daar
^oor groote voordeelen zouden trek\'
ken.
Aldus beftaat hun pond in 16 on»
fen gelyk in Holland, en byna door ge-
heel. Europa. K4 ^^^^

-ocr page 319-

maten aangaar, de inwoon-
öers van Formofa volgen daar in no^
iiun goed-dunkenj d\'eene gebruikt een
grooter en de andere een
kleinder maat:
en de prijs is doorgaans gefteld na dc
Qver-een-komft der groote van d^
\'maat.

Zy bedienen zig zelden van fijne fcb^\'
, ien , maar zy hebben een zeker gewigt
piykende na dac geen \'t welk de vlees-
houwers gebruiken om het vlees te we-
gen , en dit is van allerley zwaarte.

Ziet daar hoe zy van een tot duizcß«

Een.
Twee«
Drie.
Vier.

Vijf.

Zes,

Zeven.

Agt.

gt;Jcge.

Tien,,

Eit:

Twaalf.:
Dertien.,

Tmf.

Bogio,

Charhe^

Kierh.

No kin.

Dekie.

Meni.

Thenio,

Sonio^

Kon.

^mkon olTaufkon.

Bogiokon.

Charhekon.

Kiorh\'

-ocr page 320-

het Eyïand Fomsfa. 225

y^ertien.nbsp;Kiorhkp».

y^jftien.nbsp;Jslokiekon,

l^^ftien.nbsp;Bèhekon.

^e^enticn.nbsp;Memkon.

VStien.nbsp;Thenikon.

S^gentien.nbsp;Soniokon.

i^intigv \'nbsp;Borhnjf.

\' en twintigi Borhnji-TaufofBork-quot;
nj-am.

^Wee en twintig. Borhnj Bogio.

en twintigamp;c. Borhnj- Cbarhe é^.•
Chorhny..

Kiorhnj.-

^^tCigTnbsp;JSlokiorhf^.-

J^ftig.nbsp;Dekiorhnj..

^^Ventig;nbsp;Meniorhnj,.

»■J^tig. ■nbsp;Theniorhny.

ij^egentig.nbsp;Soniorhnj,

S^ndert.nbsp;Ttommfmnm.-

i^ee hondert. ^nbsp;Bogio- Vtommffamm^.

\' hondert.nbsp;Cbarhe Ftommfiommys

INnbsp;amp;C.

-ocr page 321-

XXIX. HOOFDSTUK.

Vm de verfcheide geld-munten gt;
men tot Formofa en in gebed J/*
pn. vind\'

lE Japonezen hebben doe foorteO
^ J van munten, een goude, zilvef
en kopere. De Formofanen hebben o^ê

een vierde foort, te weten een ftaai^\'
Het goude ftuk gelds
* Rochmoo gf
noemt is van de hoogfte waarde en ^^
Japon geflagen : \'t zelve doet 8 Cepti^j\'
Copan -f is een goud ftuk waardig
zijnde
j Jailhs , en een Tatlio * is ee\'\'
zilver ftuk,
\'t welk omtrent f8 ftuive\'

Hollands of een kroon Engels geld doe^\'

B)e roode kopere munt is de minfl:e ^^

waardy, gelyk die kleine ftukjes zj\'^ \'

welke zy Ca:ca noemen : desiclvo
■ ■■nbsp;niet

EHt ftuk geld weegt S ponden j en i®
Japon niet meer als omtrent i4.,_Engelfe
den Sterlings of 154, Hollandfe guldens wa^r

t\'Een Copan weegt een pond, en doet^r
s^n^clfe Scheilingen of Jo Hollandfe
vier omsa-,.

f

-ocr page 322-

het Eyîmâ\' Farm af a. i%f
ïîiet meer als iwee Huivers waardig. Zy
l^ebben ook
haîve Caxa ^ en Vierdens-
Van Caxte: deze laaîfte munt is niet be-
kend als
tot }apon.
In het Eyland van Formofa is den»
desgelyks 8 C
o^asj waardig j-
^aar yder i^ofan doet niet meer als\'6\'gt;
quot;bâilles en een Taülo maar 40 lluyvers..
ï^it
is niet om dat de ftukken goud of
Kilver gelds tot Formofa minder wegen
^Is tot Japon, maar om dat het goud;

zilver aldaar overvloediger is: op de-
^envoet blykt dat een once gouds toÉ?
^^pon niet meer waardig, is ah zj of zö-
^üyvers, en een once zilvers- 15 ftuy--
^quot;^rs, en dat tot Formofa een onc©
S«uds niet meer doet als sf ftuivers jen
once zilvers-10 ftuyvers.
tgt;e ftale munt der Formofanen word
^olan genöemt , en doet zo veel als een?
\'^\'itlto^ dog is egter zo groot niet^ Zy/
hebben ook een y zere munt
Rmon ge-
noemt, van welke ook halven en vier--
^ens Zijn. Deze
Rimn doet 15 ftuyvei\'s,.
^■^en zieder ook ee« anderekkine
munEt
koper , die zy Capcha^ noemen j,\'
boende omtrent 7- Engelze Fwtings ofr
^ France,, ftuyversdezelve word:\\^ai

-ocr page 323-

2 2 8 Meflhrijvmg vaw

gelykeii in baivcn en Vierdens veigt;\'
deeid.

Wer klaring van yder. ßuk gelds^waaf
van 4e afleelämg hier tegens
Qvsr fiaat,

A. De Rochmao wegende 8 ponden
gouds Dit ftuk vertoon, aan d\'eene
Tffe het hoofd des Keyzers onder
lïiai ueffeits wapen. Aan de andere zy-
de van het iluk B. ziet men het wapea
des Konings, die in dat geweilheerftj
daar het ftuk geflagen is.

C.nbsp;Een halve Rochmoo hebbende de-
2ielve gedaante.

D..nbsp;Een Copan, wegende een pond
gouds. Van d\'eene zyde ziet men des-
gelyks het hoofd des Keyzers
, en on-
der het zelve dat van den Koning, hun
beider wapens ftaan, aan de andere zy-
de de halve.
Copms. zijn in \'t, middea
doorboort».

quot;E^enTailla. Dit is een ftuk zilvers

wegende 4 oneen , op d\'eene zyde i^
een degen afgebeeld. De waarde vart
het ftuk. ftaat op d\'andea-e zyde F. in ou-
tk japonezer letteren getekent. De-

-ocr page 324-
-ocr page 325-

........

-ocr page 326-

het Eyland Formofa. 229
^axa zijn rond, vietkant, oF driehoe-
^ïig: men flaac \'er geen als in Japon.

De ftaalc munt Colan genaamt is aan
quot;et Eyland van Formofa alleen eygen,
yder ftuk weegt i\\ onceen is vierkant,
^p d\'eene zyde G ftaat het wapen des
^odsdienft met ditopichrift in Formo»
^aanfe letteren,
Eert God, aande ande-
re zijde H. ftaat het Wapen des Ko-
nings.

De Riaon een yfere munt van dezelv®
gtoote als de
Colan beeft het zelfde op-
Hrift, maar iS\' byna rond. De Kap-
die byna van dezelfde waarde ab
Gïx^e van Japon en defgelyks rond is^
quot;eeft geenerley opfchrifc.

XXX. HOOFDSTUK.

^an de inkomjien des Konings, On^
der-komngSi Carilhan ■i of Groot
Opper-bevelhebber en eenige ande^
^e Grooten , die tot aanmerkelijke^
Ampten of \'waardigheden verhe-
ven zyn.

|En Koning, behalven het derdè:
4eei) van
al het goud en zilver,
K j/ \'li welk

-ocr page 327-

Béfehryvingvar^

\'t welk uyt de mijnen gehaalt word, e»
den Onder-koning moet bezorgen aan

hem te doen betalen, ontfangt van den

Keyzer van Japon 4000C0 Conans
waarop hy verpligt is 1500. Soldaten
in het Eyland te onderhouden, behal\'
ven zijn lijfwagten ende kollen van fijn
onderhouding,
amp;g.

Den Onder koning heeft zijn inkoiBquot;
ften op de
mynen, en ongeld en der koop\'
manfchappen, die uyigaanen
inkomen
*fc welk niet vaft is, fomtijds ontfangt^^
hy meer, fomtijds minder: men rekend
dat hy gemeenlijk lóSgoo.nbsp;aan

inkomen heeft, waar van hy verpligt
te geven

Aan den Groot Priefter, Co^^w ƒ 5 qooo
Aan 7. Offeraars, yder iioo-

Conansnbsp;quot; - f 770O

Äan 4. Gezag-hebbersder 4. Ey-

landen, yl^tr ^00. Copans f ^600
Aan 6. Gezag hebbers der fte-

den yder 500.nbsp;ƒ 3000

Aan i6. Gezag-hebbers der

Burgten én Vlekken ƒ 400O
%o dat den Onder-koning weinig min-
der

400000. poirdeo Sterlings, of 449000^
Hoilaaoie.guldcßs»

-ocr page 328- -ocr page 329-

^a^.zst

^alcojiy
ZÈalcûTv ^s

du- ^oy
^oninas

^alcoft cLun: ^rauilSe^Ji^^^\'

l^alcoJt vart eeri-^ëA . c^i^oiXt ^ee^

-ocr page 330-

het EyländFormafai
der als looooo. overig heeft, w«ar
Van hy nog zijn lijfwagten, beampten
andere dienaaren, die het Staats ge-
^^ed nodig heeft, als gevolmagtige ^
°öogfcbutteramp;, amp;c. moet betalen.

Den Carilhan of groot opperbevel^
hebber van Formofa heett 70000. Ce^
in\'t Jaar.

XXXI. HOOFDSTUK.

de Zeezaken van Formofa en de
Tystuygen i van welke men zig he-^
dient m het reyzjen over Land.

BRhalven de Oorlog-fchepen enanquot;
deren die tot lange ryzen gefchikt
van vvelke het onnodig is te fpre-
ï hebben zy zekere Vaartuygen ten.
^^^ften by gemaakt als de halve Galeyen
^.el^e de Formofanen ƒ en die van.

Balofjs noemen. De atbeelding
^^ men hier
nevenS\'ge,ftelt heeft , kan
Van een genoegéiame regrmati?
g bevatting geven. Maar hunne be-
^^derfte Vaartuygen zyn die Ar ca-

-ocr page 331-

i^ i Bej chr^vrng vau

Cajfeos 5 van welke wy hier voor * gC\'
fproken en tegelijk de verklaring en af-
beelding gegeven hebben ; derhalven
zenden wy den Leferderréwaartste rug\'
Alleenlijk zullen wy hier byvoegen dat
4eze fchepen alfoiede de
Balcons onder
zig niet verfchillen als in groote en kof\'\'
telijkheid volgens den ftaat en rijkdom
der geenen, aan welke zy toebehooren.
De fchikking, die zy in de Zeehavens
Zo tot ajwibouw als onderhouden toe-
rufting hunner Schepen onderhouden gt;
is van een te grooten omflag , dat ik
my zoude onderwinden alhier daar van
re fpreken, en onzen Japonezer is in de-
zé zaaken niet genoeg ervaren om m/
daar van zodanigen onderregtinge te ge-
ven, als ik zoude noodig hebben.

Zy hebben geen koetzen, maar haaf
Norimmomos is een zeer zagt en gemak-
kelijk ryftuig en door geheel Japon if\'\'
gebruik. Wy hebben daar van defge\'
lijks inden aanvang -f van dit werk d^
afbeelding en befchrijving ter neder ge-
ftelt, derhalven zullen.wy dien aan-

gaaO\'

¥ Namentlyk op het eyndevanhet
Hbofdftuki
t. Xe weten in het 2. Hoofdftük..

-ocr page 332-

^ het Eylmd Formofa. 255

gaande niets meer zeggen , als mede
j^iet van de Paarden, Kamelen, en E-
^Pnanten, die zy gebruiken, alzo wy
l^^ar over niet bezonders te zeggen heb-

XXXÏL HOOFDSTUK.

de toerußing en ^t heerlyk ge-
quot;^olg des Onder-komngs en desgroö-
ten Opper-hevelhehbers 3 ten tyde
zjf den Keyzer gaan begroe^

ten.^

GElijk alle Koningen en Onderko-
v^j . ningen onder de gehoorzaamheid
den Keyzer van Japon ftaande niet
Ooinbsp;zijn-» alzo hebben zy

^ geen inkomften als na de overeen»
. ^lle hunner grootheid en aangele-
^^ïheid des Lands, \'t welk hen onder-
^.pfpen is. Zodat, dewijl zy verpligt
. Jf^ om van tijd tot tijd den Keyzer te
zien, ten einde hem rekenfchap
kof}nbsp;verrigting te doen, de on-

liifS-quot; \'\'anhunne reys, gevolg.

liiR- quot; quot;quot;•quot;quot;uiiiic rcys, gcvoig, en.toe»
^Ung ook verfcheiden zijn na dat zy

veel

-ocr page 333-

2nbsp;Befchryving van

veel of weinig inkomiten hebben y
höewel \'er onder hen geen
yverzucht
ontbreekt om zo groots tè verfehynenj
als een yder mogelijk is. Den Koning
van Formofa in rijkdommen geenzin^^
de minfte des Keyzer-rijks
zijnde, zc\'^t
de buiten twijfel in deze gelegentheiquot;
een zeer grootfe toerufting hebben j
dien hy gelijk de anderen verpligt
aijn Hof te gaanmaken: maar den
zer, die \'eraangelegen legt, dathyz^^
niet verre buiten zyn llaaten
begeeft f
ontflaat hem daar yan, en \'t is den OU\'
der-koning verzelt met den CarilbaO»
die zig van deze verpligting quijte^\'
Zy
gaan gemeenlijk tweemaal des
fen doen gevolglijk een net verflag ^^
alles
dat iedert hun laatfte zeize in h^\'\'
■Ey\'aoti h voorgevallen. Den On^ef\'
koning fpreekt in zijn eygen naam
den Carilhan in de naam en van vveg^quot;
den Koning.nbsp;gt;

Den Koning heeft de gewoonte v^f\'
den Onder-komng tot aan de haven v^^
Kadzey te verzeilen, alwaar hy zig
nevens den Carilhan of Groót-Opp^\'quot;
bevelhebber op zyn
Bakon te f^^^^ï
begeeft Deze
Bdcon is, gelijk ree^\'^

-ocr page 334-

het Eyland Formofa. 25!

heb, zeer koftelijk en word door
30 anderen voorden Adelen debeamp-
Jen van hunne Hofftoet gevolgt, be-
haiven alle deze
Balcons zyn \'er nog 80.

, in welke de lijfwagten deamp;
^nder-konings, de bedienden, deiVö-
^i^wonnos o^ Palanquins ^ de Elephan-
en andere toeruftinge gefeheeptzyn,
ras als zy het Eyland iVi/iso« * in
^ gezigt krijgen, nemende
Arca-Cajfeos
^e voortogt, op dat zy de Norimmonms
^mfeheepen en vaardig maken zouden.

den onder-koning te ontfangen za
^aaft als hy voer aan land zet. De
Bal-
^quot;\'\'^des onderkonings en der beeren^
hem volgen, naderen zeer langzaam
in een
zeer nette fchikking tot aars.

; • Zeehaven , alwaar zy moeten ont«»
fehepe,,,

. Alle de Noriwmonnos v^xs verfcheyde
or. e, volgens den ftaat der geener
wcike zy toebehooren. Die van
ondei koning is 8. a 9 voeten hoog
lang, van binnen met Goud-la-
[^en en Zyde bekleed, van buyten met
Ver Goud bedekt, en
word doer twee

Ele-

Quknbsp;aantekening op het vierde Hoofdr

-ocr page 335-

256 Befchrßving van

Elephanten kofteiijk toegeruft gedra-
gen. In dezelve is den Onder koniil^ï
verzek met denCariihan en
S. a lo.vaJ»
hunne Vrouwen: zy gaat in
het nii^\'
den van alle de andere
MrimmonnoJ 1
die alleenlyk van gefchildert hout g^:
maakt en op fommige plaatzen vergif^^
^ijn 5 hebbende omtrent a
7. voeten
in de hoogte en ^ a 10. in de langte\'
in dezen worden de heeren van het g^\'
volg des Onder-konings, en die geen^

geplaatft, welke den Keyzer tegemoet

heeft gezonden, orti den ondex\'-koüH
op zijnaankomft te ontfangen. Hyg^^^
met groote pragt in het Hof des Ke)quot;
zers, die hem met groote teekenen vivquot;
vriendfchap ontfangt, en
veelvoudig^
eerbewijzen doet genieten : geduren^^^
een maand verblijf, die tot Mpbon is »
draagt men zorg van hem zoop de
als m openbare iehouwfpelen en ande^
re tijdkortingen van dat Land wel

vermaaken. Hy word alle dage een uuf
ter gehoor des Keyzers toegelacea, ^^
om van Staatszaken te fpreken, als
Zig met den anderen gemeenzaam
onderhouden. Na de laatfte gehoor-
geving geeft
den Keyzer hem eenig^

-ocr page 336-

het Eyhnd- Formofa. 237
Seicbenken, eazend hem met dezelfde
^eibewijzen, die hy op zijn aankomft
J\'^tfangen heeft, wederom te rug. Want\'
^\'^lioon hy maar alleen de eernaam van
^\'\'^derkoning heeft, egter doet men hem
^^n veel hees lyker onthaal als aan eenig
?^der-koning des Keyzer Rijks. Den
^^ning van Formofa verzuimt ook niet
hem tot
Kadzey in \'t gemoedt te
om denzelve over zyn gelukkige
^^derkomft te verwellekomen.

XXXIIL HOOFDSTUK.

^an de droevige gevolgen der Jefuit-
. bezendingen in Japon, federt
^■^n Jaare
1549. tot den Jaare
6. en de.voornaamfte redenen3
door welke de Japonezers genood-
faakt zjn geworden, om dezelve
^^ alle de Chriftenen uyt hm Land
^ytteroeyen, en hen het weder in-
f^omen op ftraffe des doods te ver-
bieden,

ï^lijk ik niet voornemens ben van
Japon te fpreken, als voor zoo

ver-

G

-ocr page 337-

i^S Befchrijving van
verre ik zulks tot opheldering der zaa-,
to, die het Eyland van
Formofiv ra-
ken, noodzakelijk oordeel, alzo zal
ook niet ondernemen de
gefchiedenJS
van alle de verfcheide uitkomften die i\'^
alle de Koninkrijken en Staaten, dJ^
groote gebied uytmakende, ter oorzj\'
ke der Chriilelyke Godfdienft
door
Jefuiten en andere bezendelingen in h^
zelve opgeregt voorgevallen zyn , in
bozonder te melden: ook ben ik def\\ve-
gens van elders niet genoeg onderregt»
maar-ik kan in \'t algemeen zeggen ai»
een .vafte waarheid zijnde, dat niet
^enftaande die meenigvoude en byn»
onoverwinnelijcke verhinderingen en
moejelijkheden , die zig tegens hunne
voornemens gekant hadden, zy egt^^
niet nalieten van den Jaare 1549. toej
Francois Xavier den grooten Apoftel
van Indie met zijn verzeilende Jefuiten
de eerftemaaltot Cangoxima f aanqu^^»

* Eeii eernaam, welke die der Roornfcii®
Kerke aan dezen Jefuit geven.nbsp;^

f Dit is een Stad en Zeehaven van if
Eyland Japon. Men heeft alhier het
gaamfte gevoelen gevolgt, alhoewel \'er i^e
v«r^ekerea dat Francois Xavier noyt erg^ ^^^

-ocr page 338-

het Eyland Formofa. 259
ot den jaare 1616., als wanneer we-
^^rom die verandering gebeurde, een
^ aanmerkelijke voortgang te doen,
meer als een derde gedeelte der Key-
j^^fryks en den Keyzer
Tampoufamma felfs
^^Chriftelijke geloof omhelft hadden.
Onder alle de hulpmiddelen, die de .
»riftelyke godsdienft in Japon hielpen
l^^^dveften, is na mijn oordeel niet zo
^^ ^ een der voornaamfte geweeft die
aangenaame en zielrovende wij-
^et welke de Jefuiten de geheimen
voorftelden, zig bevlytigende
de/elve met de reden overeenko-
^oefr doenfchijnen, als weldiever-«
iigp^jke vermenging, die zy van hun-
^e jjf^^sdienft engeeftelijke levens-wy-^
tei^j\'^\'\' dommige gebruiken en gewoon-
den Godidienft der Japonezers
ö^nomen, maakten. In hunne eer-

Van w ^^ Bmgo in het Eyland van Xm»
L^^f heymelyk na China overgaan willen-
«Iciaa/.Eyhnd van Sancim ftiei f, en •
Jenbsp;wterd, zo dat het alles\'t geen

^ na 7 v^fhaalen aangaande een reis, die
t « Kev hoofdlïad van Japon deed om
^otiijg te gaan zien, denwelke hy niec
Paden »r \' ^^^ oorzaake dat hy na ds
S gaan was,, h eenexnaal verdigt is.

-ocr page 339-

240 Befchryving van

fte predicatiea bcyverden zy zig orn
toonen dat \'er niet meer als een God\'^f
Schepper en beftierder van alle zieiilf
ke cn onzienlyke dingen, eeuwig
onbegrijpelijk zijnde, dat dit oneinJ\'9
wezen den menfch had gefchapen,
hem \'t gebruik van alle dingen, die of
aarde zijn , gegeven, nevens de ho\'^?
van op zekere b^ftemde tijd tot een ee^\'
wige gelukzaligheid te zullen komef
dat tot een eenig teken van zijn afh^^^J
gendheid en de onderwerping, die i\'v
aan hem als aan zijn
opperflen\'Heer^\'j
Meefter fchuldig was,
denzelven
van den menfch alleenlijk had afgeV^f^
dert aati de vrugt van zekeren booof gt;
welke hem wierd aangewezen, niet V
zullen raken, hebbende
vorders de V)quot;

heid om van alle de andere boorne^\'
die in eenaangenaamen lufthof,
ke geplaatft was overvloediglijk fton^\'^
te mogen eeten , dat dén
menfch ^ ^
God nietgehoorzaamt, en zig daar dof;
voor zijn oogen onaangenaam ^
hebbende met alle zyne nakomeling\'^
tot alle ongemakken, die dit leven ^
zeilen , en vervolgens tot de ceuW\'ê^
ftraffe was veroordeelt: dat niet te^^^

-ocr page 340-

hn Eyland Formofa.
^eze zelve God tegens de menfchen met
Jedeüjden geraakt zynde een grooc
l^\'opheet cn Held, met naame Jefus
^hriftus een Zoone God« , door een
^^\'onder-werk uyt een maagt Maria ge-
\'^^arnt, geboren, verwekt, ea denzel-
niet zyn goddelijke kragt vervult
om aan de menfchen zynen wil te
^Penbaarenenhen de vergiffenis hunner
^\'»fdaaden te verkondigen-, mies dat zy
dit leven daar Van berouw zouden
\'^onen j hen aldus wederom in de voor-
i^ê\'^en herftellende, van welke zy door
zonden vervallen waaren : dac
1 groote man zyn zending beveftigt
niec alleen door de heiligheid zijns
f ^\'^ns j rnaar door een groot getal won-
^P\'quot;lt;^aadenj na welken God, wiens on-
^^ti.dige reglvaardigheid^ niet als door
Oneindige ftraffe konde voldaan v^\'or-
Waar toe den menfch onbekwaam
^ ^^ 5 hem tot een eenige offerhande
^ ons, en om onze zonden door zyn
^ood te verzoenen, gefchikt hebbende,
hy de ftraffedes Kruyies on-
^.^quot;quot;gaan zoude. Dat dezen grooten held
8 daaraan gewilliglyk had onderwor^
^ om door zyn lijden voorons deZa-
Lnbsp;lig-

-ocr page 341-

Bffchrij\'vmg van
iigheid te vei-dienen, csat deze heylig^
cn onnozele offerhanden Gode aang\'^\'
naarn, deszelfs regtvaardigheid daar ni^\'
de vernoegt, en ter liefde van hem
alle menfchen de vergeving der zontie\'^
toegeilaan was; op zodanige voorwaai\'
de als Chriilus in zijn Euangelien ^
ter nedergeHeitrna welke wy ook gel^P\'j
den waaren ons te fchikken.nbsp;^

na dit alles hem had verheerlykr,
denzelve door zyn almagt uytden do^j
de op te wekken en na hghaanren zj^^
bovenalle de hemelen in hetnbsp;■

opcenemen, alwaar wy dien Hcyi^\'^
eens zien, en nevens hem een oncin^^^^
ge en onbegrijpelijke heerlijkheid gquot;
nieren moeten.nbsp;.

Dit alles niet ftrijdig zijnde teg^\'^^
de. bevattingen, die de Japonezers
hunnen God hadden, •zo fchenen zy^J ^
vreemt van daar aan geloof
is
zy waaren zelfs ingenomen met de .
vereenkomft, die zy tuflehen Jefus Cnr
ilus en veele van hunne gewaande » ^^
den vonden, alzo derzelver geheuge
onder ben in eerbied is, omdat zy?
2ig door duyzent fchoone daaden
muntende gemaakt te hebben j

-ocr page 342-

het Eyland fbrmofa. 143

7k Zeer wrede\' pijnen uitilonden, of htt
Overige hunner daagen in een zeer ge-
jirenge levens wyze doorbragren , orn
\'\'\'Unne landgenoten van de ilraffen des
ónderen waerelds te verloHen. Zo dat,
quot;^\'^nneer de bezendelingen tot hen qua-
ken te zeggen dat \'er niet meer als een
^Qd was en zyn Zoon dengrootenheld,
Propheet Jefus Chriftus, welke ver-
^i^iïde aangebeden tc worden , zy het
I ^gnemen der afgoden uit hunne ker-
gemakkelijk toellemden , om al-
J^\'^r in derzelver plaatfen te ilellen dc
.gelden van den nieuwen Propheet ,
l\'^i\'ia deszcUs moeder, cn der heilige
/J^^nnen , die zyne leerlingen ge weert
j^^ren en hun bloed geflort hadden tot
j ^^eftiging der wonder-werken , wel-
^y door gefchriften hadden nagela-

^ ^e Japonezers vonden derhalv^én geen
.karigheid om zig tot de verwerping
^^l^ner afgoden te laaten beWegen. De-
^ die geene, v/elke men hen gaf van
^^^elve Itoffe waaren als de hunne: de
^^\'\'^heidenheid van het getal of derge-
^J^nte Was by hen van kleyn belang ,
ol fchoon fommige zig daar tegens
L 2.nbsp;wii^

-ocr page 343-

■24-4. Befchrijving van
Wiiden kanten, degrooilten hoop haal-
den \'t over, cn het gemeene volk
niet lang zonder zig\'daar aan te geW^^^\'

De Jefuiten vernoegdcn zig in \'t
gin met deze algemeene bevatiii-g\'^\'\'^
inaar zy bemoeyden zig nog niet o^^^
van de drie eenheid, de vleeswording^
cn de tranflubftantiatie of het mis-oft\'-\'^
te fpreken. Zy doopten in de
des Vaders, des Zoons, cn des He»\'^^^
gen Geeftes, als een plegtigheid z)\'\'\'
lt;de, door welke zy zeiden te willen do^^^
verftaan, dat een menfch tot het
haam der- kerke was toegelaten : f j
door den Vader den Alnqigtige Oo
Vader en Heer van alles; door de ^^^
Jefus Chriftus den grooten Proph^^^
defzelfs Zoon, die voor ons
wasj en door den Heyligen Geeft ^^
kragt Gods , dip in Jefu Ghrifto ƒ
werkt had , moed verftaan word^J
Zy bedienden ook het zegel des
-maals,
\'t welk zy verzekerden nie\'^^^g
ders te zijn als een geheugeniffe vaU
dood Jefu Chrifti. Zo dat zy, aan ^^
eene kant de wezentlijkfte gehcyf^^^^,
der godfdienft verbergende, en aan

-ocr page 344-

^ het Eßand Formofa. 245

Ze ^nbsp;ipoorloosheden des room-

j\', S^looFs ontveinzende welke niet na-
^J\'^ende cliriilelyke godsdienlT; onder
Japonezers tc zien doorbreken , maar
y gebruikten daar toe, alleenlijk mid-
^^jen, die volgens hun oordeel aan dit
J^\'jï de voordeeligfte moeften fchijnePy
^ hen dezelve boven alle anderen doen
, ^\'len. Waarlijk deze godsdienftfcheen
gt; Zo redelijk dac de doordringenfte
^ ft^eeft verligte verftanden onder hen
Zonder tegenftand omhelfden, zo
^y de godsdienft van Staat wierd.
daar voor een.gedeeke Vv\'at het meeft
heeft om het ehriilendom in
^^Pon op te regten : maar wy zullen
Volgens gaan zien, welkedeoorzaa-
haare omkering geweeft zijn.
^^ quaade ftaatkunde der jefuiten
, ^s^alte ftrijdig tegens de eenvoudig-
j^^\'d des Euangeliums, om het een met
j^t andere te konnen ftaande houden j
e bezendelingen merkten web haait
P^ \'quot;quot;oodzakelijkheid, die \'er was, om
ftlrnbsp;^^ veranderen , en nieuwe

eliingente voegen by die geene, wel-
Zy reeds hadden gepredikt: Zy had-
^\'g gevleid die ongevoeliglyk te.

L Inbsp;zul\'

-ocr page 345-

346^ Befchrijving van
zullen konnen inboezemen, en dat men
zig door de noodzakelyke gevolgen ge-
trokken uyt de grondendie zy reed^
gelegt hadden ^ gedrongen zoude vin-
den dezelve aan te nemen. Maar zy
oordeelden dat zy zo fchielykniet moe\'
en wagen daar van te fpreken , en
wagten tot hunnen aanhang zig vef\'
lïerkt had. Zo ras dan als zy
geloot-
den fterk genoeg te zijn om zig tegenS
de ongelukkigtte voorvallen ftaande te
houden, en zich onderft,eunt
vonden
door menfchenj die magt, gezag, en
aanzien hadden , begonnen zy nieuN^^
geloofs-punten te prediken , en nieuvve
wj/zen van kerk zceden in te voeren f
welke de nieuwe bekeerden deden monï\'
pelen, en aan die genen, die nog hey\'
denen waren, en wel voornamen!l\'j^\'
aan de Bmzes rede geven hen als be\'
driegcrs aaniezien. Derhalven , Ichoo\'^
zy, diezig aan dc kant der jefuiten ge\'
voegt hebbeiide aangeles^eniheid

Onbsp;O O ^nbsp;^ ^

den in hen te befchermen, inde opf ,
baare en bezondere twiftredenen z\'^quot;
beyverden en een yder aanhang maak\'
te , begönne!! egter dc verftandigfteiquot;\'
aan de opregtigheid der nieuwe Iccr^^\'^

-ocr page 346-

het Ejland Formofa. 2 47
te twijfelen. Ziet daar het begin
Van den ondergang der chriftelyke
godfdienft in Japon en de eerfte oor-
^\'
VaI^ van de groote omkering, die daar*
Voorviel.

i)e tweede oorzaak was den haat en
quot;^\'gcnheid,. die de heydenen en bezon-
^■•yk de
Bonzes tegens de Jefuiten qua-
op tc vatten, om dat zy zig nier
,^\'\'r!oegden met de vryheid van hunne
Voor het volk te mogen prediken;
j^^ar boven dar zig de eenigfte bezit-
maakten van de goede gunftender
^ouingen , vorilcn , en allerley aanfie-
JJke luyden , die het chriftendom om-
hadden, en van dezelve ten hunne
Jadeele ontelbaare fommen nazsg trok-
F*^ : en waar\'yk den yver van deze
i\'euwe chnilenen was quot;zo groot, of
•j-ver de onverzadely ke htbluft dezer he-
f^riJaagfe apoftelen ging zo verre, dat
^r Zeg,, yggjg tjjenl.chen gevonden wier-
die hunne kinderen onterfden
om
j.® gemeenfchappen der Jefuiten te ver-
y-^en. De heydenen hadden voor dc-
J^ rnanrer van doen zoo groote tegen-
dat zy befloten alles in^t werkte
^^llen om hen tc verftoten en t\'eene-
L 4.nbsp;nvaa.

-ocr page 347-

2 4 S Befchrijving van

maal uyt hun landt te verdrijven.

Niets was bequaamer om het befluy^
dat de
Bonz.es,en andere heidenen tegen®
de Jefuiten gemaakt hadden, wel te
doen gelukken, als de ontdekking
een zaamenlweering , die zy geimeèd
hadden, om de keyzerlijke kroon vaa
Japon op hec hoofd van
den koning vaU-
Spanje te doen overgaan Veel mergt;*
fchen hebben verzekerd dat zy waarly/^
gefchriften. hebben overgezonden,
de grond en gelegentheid van verfchd\'
de hunner zêe^havens, en eenige hunne^
voornaamfte ficden, flerktens, en burg\'
ten vertoonden, en op welke wijs de\'
zelve met voordeel konden beleegef^
worden.

De Jefuiten flemmen wel toe , dat
de groote uirgeflrektheid der ftaaten t
die zo in de ooftcr als wefter - Indien
onder de magt des konings. van Spagni^
zijn, aan de japonezers.altijd zeer veej
ongeruftheid heefc veroorzaakt,, dewiji-
zy zig verbeeldende waren , dat dez?
vorft niets meer behartigde als hiinn^
godfdienft te verftooten , en hen uy^
hun land te verdrijven.

M^ar zy lochenen oit zodanige fchrft.-

-ocr page 348-

het Eyhnd Formofa. 249.
ten of eenige brieven * tot dit voorne-
j^eii gemaakt en overgezonden teheb-
^en: zy. beweren dac deze brieven door
^^ bolianders verdigt zyn ora de por-
tugiezen en fpaanzen in Japon hatelyk
^ maken, en den handel van dit land

zig alleen te behouden j maar dit
pbben zy noyt tegens de hollanders
,^onnen bewijzen en men gelooft vaile-
yk tot Formofa dat de Jefuiten de cc-

J\'ge en waare aanleiders geweeil zyn
Van deze zamenzwering, als vandie
L 5nbsp;gee-

j^ * Eenige fchrijvers hebben gquot;zeü c\'at, ze-
Nederlander geboortig \\ 3 i biiu\'^t.l aandeii
br^^\'-« van japon hebbende do-n 2 n zekere
\'^f gevonden in een portu^iies fchip, welke
j quot; Voornemen behelfde om zig doorde huIpe
chriftenen die aldaar waren , van het land
j\'eefter temaken, dezen Keyzer alle dezelve
ombrengen. Andere zeggen dat den briet
/quot;dezen nederlander verdigt was; men weet
van niet zekers , alzo de portugiezen nier
^ ^quot;.hequaamzynomeen voornemen telmeden
Japon te vermeefteren, als de Spaaiize ge-
v^^ft zyn om zig van Mexico te verzekeren,
hier van zy, deze Schry
vers bedriegen rig
verwerren de twee {aamenfwennasn van:
onder een, nog zy weten hoe zig de.

dnbsp;ia deze gelegentheden hebhea. löcogr

-ocr page 349-

2.5 O- BfJvjjf ^ ui-ffj^ uuw
geene , welke in \'i vervolg de laatfte
Ilag gat tot de omkering der chriftei^^
kerke van Japon. Egter niet tegen-
gaande de bitterheid der heydenen liC\'
ren zy niet na zig uyt dit gevaar te red-
den, ja zelfs wierden zy daar door floü\'
ter als te voren. Want het geluk heb\'
bende van den Keyzer te overreden ofiJ
zig te doen chriftenen , meenden z)^
vorders bedekt tc zyn voor alle gcvaai\'\'quot;
Zy verkregen niet alleen eenajgemeene
toelating in alle de plaatzen des
key-
zer-rijks, daar zy zig wilden vaft fteb ;
kil\',, maar zelfs ook. allerley foort va
befcherming cn gunft. Door een
gelukkige voortgang opgeblafen zyn- ;
de , wierd onder de gunft van de key- \'
zerlyke oppermagt het momaanzigtsf\'
geligtj zy predikten openbaarlijk hun-
ne ftellingen van de tranflubftantiatier
de offerhande der miftè, het vagevuur?-
de aanroepinge der heiligen, endeaan-
biddinge der heylige overblijffels, beel- ,
den, amp;c. als zaaken zynde , die vü^n
onder bedreygiiig van de eeuwige ver-
doemenis moeft geloven), geenzins veïquot;\'
getende hun gebruyk,
te maken van de-
Wgevingen en aflaten , gebroederfchap

-ocr page 350-

Ber Eyland Formofa. 251

Pquot;n en vergaderingen op te regten , en
? andere vonden , daarD::sede zy zig
ropa zo wel bevinden om alie de
\'jkdornmen des lands tot zig te kon-
trekken. Een gedrag zo llnjdig,
^ê^ns de oude armoede eenvoudigheid
_ ^ Veragting van eygen vöordeel, waar
\'^de hunne voorzaat en in Japon ko-
J^.^tide zig vercierden, opende wel aan-
de oogen , maar men dorft niet
jP^\'eken. Zy bezaten het oor van den
^eyzer en hadden zig ontfaggelijk ge-
l^^^kt. Derhalven moeften zy zélfs aati
^^n verderf arbeyden en God liet zulks
otïi te doen zien dat,, wanneer het.
^^jii belangen en het arbeyden aan zijii^
pk is rakende ,,alle waereidze en rnen-
^.y^lyke wijsheid verre geweert moet
^J^^en plaats maken voor de eenvou-
i\'Sheid met welke hy wil dat de ver^
^^\'idiging van zijn woord verzek gaat,,
^^/^aarop hy zifn-zegen uytftprt inzo-
j/^\'ge lijden en omftandighedcn, die:
\'y ^veet^ met ziin heerUikheid beftoveigt;-
\'\'^l^te komen.

^ ^e gunft des keyzers was geenziiig.
^\'^.^-aak op welke de fefuitenzig voor\'
koioden verkiatcn. De voriten,
L 6nbsp;zij^ii

-ocr page 351-

t-ft\' Befchryving van:
y.ijn menfchen en by gevolg zo wel al®\'
anderen aan de verandering onderWO^\'
pen : ren andere konde hy ook fterven»
en deze eenige aanmerking moeft hef
verpligt hebben om op het toekomend^
le denken. Dc klagten en mompelin\'
gen, die de Bonzes tegens hen deden»
quot;Waren hen niet onbekent, \'t ontbrak
aan geen verfpieders-,
die hen alles o\'
verbragten wat \'er gezegt en tegen®
hunne voorfpoed gelmeed wierd. ^^
verftonden daar van zo veel, dat zy ^P
\'t laatft bcgonden te vrezen , dat ooK
de heydenen op haar beurt tegens hen
Zoude zaamenzweren, en in weinig\'^^quot;
gen komen te verderven de vrugt v^n
zoo veele jaaren , moeyten en arbeyquot;\'
^a veele geheime raadsplegingen en
byeenkomften over de zijde, die zy
gevaarlijke tijds-gelegentheden als de^
zen, \'welke de ftolle van hunne beraad\'
ilagingen waaren , te kiezen
hadden»
beflooten zy met den anderen na midquot;quot;
delen omtezien om hunne wederpartij\'
ders te verzwakken. Zy vonden
geen zekerder om daar in wel teflage\'^*
en zig te gelijk van hunne
vreezen

verloüên.,, als den Keyzer te noodzak\'

-ocr page 352-

j, \' ht Eyhnd Formofa-. 25 5;
om onder zijn heydenfe onderdaa-«
een bloedftorting te doen, cn een
S\'^oot getal derzelveiquot; te verdelgen , op
kw geene, die nog. mogten overig
Jyven, meer te vrefen waren, ziet hier

Zy dit werk aanvingen.
1.^y verfierden brieven, door welke,
j^ek, dat men hen verwittigde, hoe
e heydenen voorgenomen hadden alle
^ chriftenen des lands. omtebrengen
Onder zelts de perzoon des keyzers . te
üUen fpaaren , aan wie zy deze brie-
^en vertoonden , en hem verzekerden
elders.onderregt te zyn, dat dit be-
geheel in ftaat was om ter uitvoe-
1 geftelt te konnen.^vorden , indien
j y niet terftond bevelen gaf om zulks
^erydelen. Den Keyzer, die zig ge-
op hen vertrouwde en in alle ge-
zaaken leenemaal op hunne
^^dgevingen was ruftende, vroeg hen,
hem hier in te doen ftond. Zy ga-
^^ hem daar op tot antwoord, dat\'er.

een eenig middel was om geza-
^Jl^ntlijk hen en de chriftelijke gods-,
vanhet gevaar te bevrijden, met-
• . ^elke zy alle gedreygt waren, tewee*
dat hy in alle de chiriften kerken,
^ 7:nbsp;ge...

-ocr page 353-

Befchrijving *üan
geheime bevelen moell geven, ten eirt^
de dat alle chriftenen door \'t
geheele
keyzer-rijk op zekere uure des nagts. de
wapenen opnemen, en alle de heide-
nen, die in hunne handen vielen dof\'
den zouden. Zy voegden daar by d^i^
men in diergelijke gelegentheden zH^
ftandvaftigheid en moed toonen , en
wanneer het de heerlijkheid Gods eo
de voorfpoed der kerke aanging, he^
bloed der vyanden in \'t minft hietTpa-
i-cn moeft j dat deze daad hem een eeU\'
W!ge roem zoude doen verwerven, en
de nakomehngftrhap hem als een, die
het heidendom uyt zijne ftaaten uitge-
roeit en den godfdienft, welkers hei\'
ligheid hem reeds bekent was, in de-
zelven herilelt had, voor
altijd zouden
loven : dat hy voor het overige zig op
God moeft verlaaten, die geenzins n»\'
laaten zoude een zo heerlijke onderne\'
ming te zegenen. Vorders
vertoonde\'^
zy hem nog meer diergelijke redenen

ïiiet zo grooten yver en verzckertheid r

en met uytdrucLngen die zo kracht\'^
waren, dat den Keyzer zig
niet konde
onthouden van toeteicaan \'t
geen zy he\'

beMeerdenlt; H? teekende derhalvequot;

^nbsp;°nbsp;doo\'

-ocr page 354-

het Eyland Formofa. ^ff
r^oclelijke bevelen, die op eene nagt
^^ den boezem van byna de helft zijner
^^derdaanen den döodfteek brengen
Moeften. Daar zijn \'er zelf die voorge-
dat de Jefuiten zoodanig verzekert;
^^ren dat den Keyzer alle hunne daa-
^en Zoude voorgoed keuren , dat zy
J^^fs in zyne naam en buyten zijn
-wee-
bevelen gaven. Wat hier van zy,.
Zeker dat alle de kerkai in de naa-
des keyzers beevelen ontfingen
alle de chriftenen op zo een nagt
^.odanigen uur vaardig en in de wa-
^^^^cn te houden , en al e de heidenen,
konden magtig worden, te doo-

■Alhoewel dit\'duyvelze voornemen
^^^ alle bedenkelijke geheimhoudinge
J\'egt wierd, egter konden die geene,
j Ike de aanleiders daarvan waren, al-
f Zaaken zo geheim niet houden, dat
Heidenen daar van niet tijds genoeg:
p^nifTé hadden om zig tot tegenweer
5 bereiden, cn het onweer, dat hen,
, te ontwijken Want \'t zy
^^ dezulken van onder de chriftenen ,,
hun vader ot moeder y of eenige
^^oeltaande bloedmagen en vrienden

had-

-ocr page 355-

quot;Befchrijving van
hadden , welke in het gevaar waaren^
ingewikkelt, met een natuurlijk en reg\'
vaardig medelijden geraakt zijnde hen
\'t zelve ontdekten, opdat zy zig vooiquot;
het algemeene bederf konden behoe-
den 5 \'t fy dat anderen door den gruwel
van een zo wreede onderneming afge^
fchrikt, het natuurlijk gevoelen tegen^
de voorfpoed der godsdienfl: ftellende»
de heydenfe koningen en vorften wel
te pas van het nakende ongeluk verwit\'
tigdeni zy voegden zig te zaamen en
befloten datzy in die nagt,
welke vooC
die geene gaan zoude , die de ehrifte\'
nen beftemt hadden , alle de ehrifte\'
nen zonder een eenige te verfchoone^^
2^)uden uytroeijen; \'t welk Zonder on\'
derfcheid van ouderdom of kunne wier^
uytgevoert; en zig van den Keyzer Ta0\'
foujamma verzekert hebbendeverdreven
zy denzelven uyt het land, en dwon\'
gen hem voor altijd in ballingfchap
leven. Vijf van de koningen en on\'
derkoningen , die de chriftelijke gods\'
dienft omhelft, en dezelve in hun ge\'
bied befchermt hadden wierden tot een
eeuwige gevangenis gedoemt, alwaar
^y van
hartzeer ftierven.. De flagtingi

was

-ocr page 356-

het Eyland Formofa. ^\').7
] algemeen ^, men bragt niet al-
d ? ^^^^ ^^ Jefuiten en andere beten-
^quot;i^gen omhals, maar ook alle de Ja-
Poneter chriftenen , fommige wierden
Pgehangen , andere verdronken,, ee-
r\'ge onthalft, en veele ftonden allerlei
J\'ortenvan ftraffen uyt, die een ver-
, en uyt den aard wraakgierig
bequaam is om te bedenken. Eg-
Waren \'er eenigen, die de woede
^^^\' gcner die hen zogten, ontquamea
langen tijd verfcholen bleven; maar,
eerfte hette der vervolging, en
^ ^at \'er een nieuwe Keyzer verkoren.

eenige Jefuiten en andere mon-
öe f ^ zig verftout hebbende uyt hun-
f^^chuyih^gj^ente komen wierden ter-
lev? ontdekt , inde gevangenifte ge-
V» en ftierven onder het pijnigen.
quot; dat den Keyzer van Japon For-
bemagtigt had , deed hy m dat
^ yland een naauw onderzoek na de
doen j maar Ichoon de Je-
en andere Priefters aldaer met
ii^^pWe ftrengheid geftraft wierden als
J^Pon-, dat is le zeggen , dat ,iom-

mi-

dat\'er meer als 500000. «ïSA-

Hieuveldea.

-ocr page 357-

^ 8 Befibrijving vm
mige levendig verbrand , eenige gekî\'^^quot; \'
figt 5 en anderen by de voeten opg^\'
hangen wierden tot dat zy geftorve\'^
waren, egter gebruikte men
meer zag\'
tigheid voor de ingeborene des lands r
die chriftenen geworden waren :
gaf hen de keur oni- van hunne goOf
dienft afteftappen , of voor altijd d^
plaats hunner geboorte te verlaten,
geen veele liever wilden doen , als d
nieuwe godfdienft, die zy omhelft
den, te verlochenen.

Den Keyzer Tamfou^amma , die
na
Gm 1 begeven had ftierfalda^^J
zijn lighaam wierd in de kerk der r\'
foicen heerlijk begraven, en aldaar
zijner gedagtenis een grafftede opg^\'
fegt, op welke men dit opfchrift l^^JJ^

1nbsp; Een Stad van het Koninkryk Decaquot;»
een half Eyland van Indie aan deze zijd^ ^^^
de Rivier Ganges, in den jaare ï6io. op ^^^
dianen door Alfonfus Albuquerque voör
Koning van Portugaal verovert, die ^^^
qc-
zelve zedert die tyd meefter is geweeft- pg
ze-Stad legtop i6 graden noorder breete-
Jefuiten zyn daar zo wel geveftigt, dat
dezelve vijf fchoone huyzen hebben. ^ \' {^e
is ook een floel der inquilitie gt; de geftf^
die er in de wereld is.

-ocr page 358-

bet Eyland Formofa. ■ if^

^^^ legt den Keyzer Tampou{ämma, die
quot;orzMake van het Euangeitum door xyn
Onderdaanen uyt zijn fiaaten verdre^
en als een Martelaar der Chnfielijke
°dfdtenfl geflorven is

, Sedert die tijd is de cbriftelijke naam
het geheele keyzer-rijk van Ja-
s^ii Zo haatelijk geworden , dat alle
geene, welke belijdenis van deze
^^drdienll doen , in de gedagten der
^^Ponezen voor verraders, bedriegers,
j.^^looze, en met een woord voor de
^^odde van alle menfchen doorgaan.
^ dat het grootfte fcheldwoord, dat
, tegens een vremdeling kanuitfpre-
is. hem een Chriften of Jefuk te
^^\'■«len. Zo het gebeurt dat men \'er
dit foort iemand vind» zo roept het
terftont dat men hem kruyfigt,,
^^en hem kruyfigt. Eindelijk men
^.^^kt
Wetten -f- tegens de chrifteneti
tQ^ aankorafte van alle de keyzers.
y ^ de kroon vernieuwt worden : men
^\'oied hen op lijfftrafFe in het land te

kó-

5 * Men derft niet vaftverzekeren dat dit de
\'t ^voorden van het graffchrift zyn maar
daar van ten naäftenby de zin.
\' Siec op het begin van 3, HoofdRuk.

-ocr page 359-

2^0 Befchrijving van

komen men Itelc in alle lieden gC\'
magtigheden om de vremdelingen te
ondervragen en beproeven of zy chi i-
ftenen zijn of niet, met hen voorteftel-
len van over een ChriftiKruysbeeld met
voeten te gaan, \'twelk nog
huydenten
dage in gebruik is. Dit verhaal vande
zaamenzwering der Jefuiten tegens de
inwoonders van Japon word onder hef-
voor zo vaften waarheid gehouden, al® \'
het verraad des buskruids * in Enge-
land.

XXXiV-

* Dit ftuk J \'t welk aan de Jefuiten
RoomfeCatholyken van Engeland\'toegefchr^
ven word » is by na aan niemand onbekeoquot; ^
deze in hoope van iiare Godbdienft in dif
ninkrijkte geraakkelyker te zullen herftell\'^\'^\'
«amen eenbeOuit van den Koning de
pen, de Raden., en den geheelen Adeldf^\'^\'
van het Koninkrijk op eenen dag te vi iilen dö^^
fneuvelen. Ten dezen eind® hadden zy
hourt de kelders , die onder de Zaaien
Weftmunfter zijn gt; de plaats alwaar her \'
kment haare Vergaderingen houd: zy
dezelven met kruft doen vullen » en zy war^
om het vuur daar in té fteken niets meer^^
wagtende als den das;, op welke
den Kon\'
zig in het Hoogerhuys moed laten iL
Dac is te zeggen , dat zy door middel van

-ocr page 360-

het Eyhnd Formvfa. 261
Xxxiv. HOOFDSTUK.

^^^n de aankomfi der\' Hollanders in
Japon na de Jlagting der Chrifte\'
^en, en van de middelen , die zy
Aangewend hebben om ^er zig
quot;^aji te maken , of ten minfte de
\'Vryheid té hebben om aldaar te
Wogen handelen.

De Hollanders de fchrikkelykc
ilagcing verftaan hebbende, die
^\'ïitrentde chriftenen in Japon gefchied
i en wetende dat de Japonezen zig
t\'eenemaal van den handel konden
^^thouden , namen deze gelegentheid
om hen zodanig een voor te ftei-
Welke zy geloofden dat hen voor-
^elig Zoude moeten Tchijnen. Zy ruf-
j^^en een vloot toe, geladen met aller-
gy koopmanfchappen, die
zy de zeld-

zaam-

^^ \'«ijn konden berekenen meer als duyzent
.^quot;ichen in een oogenblik te zullen doen om-
j^Jmen; want alle de leden van het Lager-
, ys zouden van eelvken in dit ongeluk zijn

quot;^edrait geweeft. ^ ^

-ocr page 361-

26z Befchrßving vm

zaamftc en meell gezogre van dat Isn\'j
oordeelden. Zo ras zy aan het Eylai^
Niphon gekomen waren , begaven
gemagtigde des keyzers zig aan hu^
boord, en vroegen wie zy waren , ^^
van waar zy kwamen ; zy gaven
antwoord dat zy hollanders waren *
maar alzoó de gemagtigden op hunne
godsdienft aandrongen en hen vod
chriftenen fchenen te houden , von\'
den zy zig een weinig verlegen om
hunne vragen te antwoorden. Zy veins\'
den dan het woord Chriften
niet ^^
verftaan , tot hen zeggende, dat , ^^
zy door
dit v/oord menfchen verfton^
den , die de beeltenis van een gekrn)\\
zigt menfch aanbaden , zig een
maakten van een ftuk broods , ^t wel\'^
zy opaten , en duyzent andere dierg^\'
lyke ongerijintheden meer
geloofden )
zy niet alleen van die menfchen njf,
waren , maar dat zy van dezelve akil
gehaat en vervolgt wierden , ter oof^
zake ,zy hunne leer en geloof verfo^\'
denj dat, hen aangaande,
zy van^^^
boorte en godsdienft hollanders
ren. De gemagtigde hun
verflag
den Keyzer gedaan hebbende , he^jj

-ocr page 362-

, - ^ het Eyland Fermofa.

, y öat\'er eenige der voornaamfte van
tot hem zouden gebragt worden:
ƒ rhalven wierden die geenen afgezon-
. Welke zy oordeelden de bequaam-
te zijn om een zo gewigtige zaak te
^^handelen , hen eenige gefchenken
■^or den keyzer medegevende. Wan-
de gezanten aangekomen en ter
ophoor geleid waren , hebben zy den
j^^yzer twee groote welgemaakte vuur-
^^crs en een flaande uur- werk met een
wekker aangeboden. Dezege-
giften behaagden aan den keyzer
uitnementheid , voornamentlyk de
^\'uur-roers, die hy zeer prees en
lofp tegenwoordigheid deed laden en
he\'^quot;\' Vervolgens wierd hen de vry-
des koophandels , welke zy be-
da?\'^\'-quot; 5 toegeftaan , dewijl hy dagt
ke] onderdanen daar uit een mer-

Voordeel zouden trekken.
^^^Na dat de Hollanders met de
Japo-
eenige jaaren gehandelt hadden,
^^i^den zy een aanzienlijk gezandfchap
Var K ^^ Keyzer om hem te verzoeken
«ia quot; ^^ willen vergunnen op zoda-
eenPlaats, als hy zoude goed vin-
\' een pakhuis te mogen doen bou-
wen.

-ocr page 363-

Befchrijving van

wen , om hunne koopmanfchappJ^\'J
daar in op te leggen j vertoonende \'
dezelve door de menigvuldige overvo^\'
-ringen, welke men doenmoefl, ,
alleen bedierven, maar daar door
dierder wierden, en het derhalven
zeer tot voordeel der onderdaanen ,
zijn Majefteit als de hunne ftrek^e ? ;
dat de koopmanfchappen in een
quaame plaats gelegt wierden, om
j
daar geplaatil en in ftaat gebracht J I
worden van ze te konnen opveilen. ^ ^ ,!
Keyzer ftond hen toe \'t geen zy begec^^\' ,
den : maar in plaats van een pakh^\'^
bouwden zy een fterkte met goede
ren en zeer diepe graften voorzien.
dertuftchen hadden de inwoonders
vermoeden van eenig quaadt voor^^]
men, tot dat, weinig tijd na de %
toijnge van het werk, op de aanko^^
van een vloot hunne onderneming
dekt wierd door een toeval, \'t
zal gaan verhaalen. Niets
ontbrak
aan hunne fterkte als kanon ,
nen, buskruid en andere oorlog«\'\'
hoeften j zy hadden in hunne febep^
een groote menigte daar van medeg
bragt 3 men had geen andere z^^^/\'h

-ocr page 364-

het Eyland Formifä. aëf
^eid als om \'t zelve, zonder dat zulks
pnaeiki wierd, in de fterkte te doen
komen. Alles was in kaften beiloten,
^elke zyontfcheepten, gelijk zy ande-
pakken met koopmanfchappen zou-
gedaan \'hebben 3 maar ten allen on-
^^luïkc braker een wagen , op welke
^ige van deze kaften geladen waren,
^ar van \'er eene was die zig opende ,
^ dat de wapenen , die daar in wa-
gezien wierden van alle, die daar
|5genwoordig waren. Dc beampten
j^s Keyzers haddendaar van wel haafl
g.^^niftb, derhalven begaven zy zig met
jfpoed na de fterkte, alwaar zy al-
kaften onderzogten, en dezehx
Wapenen en andere oorlogs-voor-
gevuk vindende gaven Zy van dit
berigt aan den Keyzer j en deden
verftaan dat waarlijk de Hollan-
eenig nieuw bedrog waren fmec-
: derhalven heek den Keyzer ter-
10.quot;of
II. benden Soldaaten na
^eti afgevaardigt, die \'er zo veel van
, ^odfloegen als zy konden vinden j maar
^nieefte gedeelte had zig reeds in
^^\'^^ne Schepen weggemaakt. Al het
^^^«e men in de fterkte vond, wier

M

•d
ten

-ocr page 365-

266 Befchrij\'uing van

len voordeek van den Keyzer aang^\'
Hagen, de llerkte geilegi, en aldus
koophandel gedurende eenige tijd afg^^
broken: egter deden zy daar na wedef\'
om zulke fchoone beloften , gelijk
hier voor * reeds hebben aangemerkt\'
dac zy verlof kregen van tot Formoi\'i ^ ^
mogen komen, \'t welk nu reeds
onder het gebied van Japon hoorde. b^J
riige tijd daar na heeft den Koning
Nangei^aque\'x zijh gezag ter gunite
hen gebruikt hebbende, verkregen of^
7.y de vryheid zouden genieten van gt;
zijn Eyland
Xtmo , \'t welk niec
van
Niphon legt te mogen komen , ^^
den Keyzer heeft hen zulks op de vo
gcnde voorwaarden vergunt. Ec\' ^
lijk dat zy over het kruysbeeld zoud^^^
gaan. Ten tweede dat de gemagt^
den zig op hunne aankomft zouden v
zekeren van hun canon , wape«^
kruid en lood , maften , zeilen , ^^^^
wen en andere fcheeps gereedfchapp^^^
\'t welke alles in een pakhuysnbsp;j^J

waart worden zo lang als zy in

* Te weten opliet 2de Hoofdftuk. - ^jc

t Ziet aangaande de gelegentheid ^
Eyland en dcss Sad \\m zda Hooidltut^»

-ocr page 366-

het Eyland For mêfa. 267

houden blij ven. Ten derden dat hen
benige foldaien overal, daar zy wilden
zouden verzeilen om op
hunnfii
«iindel Ce letten en hun gedrag re ver-
Ten vierden dat zy niet
^^ngcr Zouden mogen blijven als hec
quot;en Keyzer behaagde ^ en zo haall; als
l^^cn hen bevelen zond om te vertrek-
^^n , 2,y terllond zoude moeten c\'zcil
ê^an. Onder deze voorwaarden , dïe
\'\'og heden

met\'er daad onderhoudea
^^i\'den, blijven de hollanders in hun-
^^ handel tot japon volharden. iMen
\'dat zy die geene zijn ,
Vi^eike bc-
hebben aan den Keyzer te doen
^ggen , dat het regte iniddel oni dc
priltenen , van v/elke hy reden had
quot;§ te beklagen , van de holianders of
Andere Europëers, die niet van dezelve
godsdienft

waren , te oaderrchciden ,
^^ftond in alle vreemdelingen het beeld
een gekruyfte Chriftus voor te
hou-
i en hen over hec zelve met voe-
te doen gaan. Ik weet niet
waar-
^quot;^jmen deze vond aan de hollanders
toefchrijven. Was deze zaak zoo
^ -^ejelyk te verzi^nnen om te gelooven
zulks in het verftand der Japonezer^
M %nbsp;nie^

-ocr page 367-

2^.8 Befchryving van

niet konde komen Wat hier van
de
hplkinders, zegt men, maken gee^
zwarigheid van over het kruys- beeld t^
gaan , 20 dikmaal als men hen zuik^
vetgt. Dit vooronderfteld zijnde, g^\'
lijk het t\'eenemaal waarfchijnhik
zo doen zy dit niet door een veragtin^
tot de ehriiielyke godsdienil;, en mei\'
kan wel oordeelen dat\'er geen rcde!:^e^^
ontbreken om hun gedrag te
regtvafl^quot;\'
digen. Eenige Jefuiten van Portugaquot;\'»\'
zedert die tijd zig verftout hebbende
Japon te komen in hoope van niet bekep\'\'
te zuilen zijn, of dat men hen met zi^
voor hollanders uit te geven niet zo^\'
de moeilijk vallen , hadden naauwlv^^
voet aan land gezet, of men hield h^^
een kruysbeeld voor om over het zeW^
met voeten te gaan. Zy waren da^^
door zo ontzet, dat zy aanüonds hC\'
kend en ten getalle van 4lt;S * gekruy
zigt wierden. De Jefuiten hebben
zelve onder het getal hunner martela^\'
ren cefteld.

xxx^-

\' »f- Vier of vyF waren Jefuiten gt; die overig®,
Kiatroprea of foldaten.

-ocr page 368-

het Eyland Formofa. 2 6,^
Xxxv. HOOFDSTUK.

^^n de middelen die de Jefuiten ff-
genwoordig gebrmken om tot Ja*
pon en Formofa ie komen en aldaar
Onbekend te konnm leven.

ÖE lerairen en andere bezendeHn^
gen, die zonder ophouden we-
na een iand , van \'t welke
zy
byna de meefters gemaakt hadden,,
^erlangen , en hunne fchoone vaftig-
ciie zy aldaar verloven hebben,
J^^\'^^ien ais een goed, van\'t welke men
quot;eci onregtmatighjk berooft heeft,.zijn
altijd na een gunßige gelegentheid
^\'^gtende
oib wederom daar in te ko-
i maar die tijd is nog niet gekor
en ry zijn zo verre van te derven

J^^gen aldaar eenige nieuwe kweeke-

^^quot;gen te maken , dat zy zig op duy-
^nt verfeheide wijzen vermommen ,
einde
zy nog voor chriftenen, nog
^oor vreemdelingen moge bekent wor-

in hunne vermommingen te be-

M 3,nbsp;. ^

-ocr page 369-

270 Befihryving vm
ter te gelukken gaan zy eerll na Goa %
alwaar een beroemde hooge fchool
hebben , in welke zy de ooacrze taa-
ien leeren. Na zig in de faponeze taal
zo verre geoelFent te hebben , dat zy
die zo gemakkelyk als een inboorling
des lands konnen fpreken , nemen zf
^ejaponezekleeding aan , oefenen zig
m de gewoontens, fchikken zig na
hunne zeden , en vervolgens verliou-
t^en zy zig in een der Eylanden onder
het gebied van dit groote keyzerrijk
hoorende t^ komen. Zo haail zy daaf
aangekon^en zijn, zeggen zy uit een
«er landilreken van dat llaats gebied
tc
Zijn, t welk het verft afgelegen is vaiJ
dat geene, alwaar zy zig alsdan bevin-
den. De mwoonders geven aan hen
20 veel te ligter geloof, om datzy
hQtr
gekleed ziende , cn hoorende fpreken
als zy zeifs, zig niet bekommeren meC
iien te miftrouwcn ; aldus begeven zV
Zjg ftoiirclyk in eenige
Stad,ftellen zig
a.daar onbcfchaamd ter neder, en hun
eerite
zorge is te maken dat zy zig voor
de minite agterdogt bedekt houden 5

die

* Ziet aangaande de gekgeDtheid yan dez^.
he: jjfie Hoofdituk, \'

-ocr page 370-

het Eyhnd Formofa. 271
^^ men van hen zoude mogen opvat-
ƒquot; ï indien zy leuy en ledig leefden gt;
^^\'halven verkiezen zy altijd eenig be-
of begeven zig lot eenige koop^
piidcl, als of zy waarlijk zulks noodig
^3ddcn om te konnen bellaan. Zom-
l^\'ge Worden koopluyden, andere am-
•\'^gtslicden of kramers van aardighe.
^cn. Eenige worden fchool of ieer-
^-^^efters om de kinderen de taaien en
l\'ndere wetenfchappen te leeraren,wel-
de ouders willen dat hunne kinderen
^^^ren. Aldus fpeelt yder zijn fpel, en
Verbergt zig ten beften hy kan , oni
Voor geen vreemdeling bekent te wor-
den en de proef van het kruysbeeld te
\'^Rtgaan : op deze wijze blijven zy in
\'heiligheid binnen alle de fteden van !a-
Pon gedurende den tijd van vier jaren ,
t Weike gemeenlijk de tijd is, die hun-
i^e bezending duurt j waar na zy we-
derom tot de hunne keeren , en voor
andere plaats maken , die gezonden
^Vörden om hen in htrnne vermommin-
êen , als in bezigheden , te verligten.
2.y hebben een zeker woord * om zig
te doen kennen , en door middel van
M 4nbsp;/twdk

* Te weten Mo y \'i welk fcel beteekentv

-ocr page 371-

3 72 BefcBrijving van

\'t welk zy by den anderen komen, wan-
neer dat\'er zig verfcheiden in een
en de-
zelve Stad bevinden j maar men kan niet
zeer ligt zekerlijk weten met wat in-
zigt dit volk zulke verre en gevaarlyk^
reizen onderneemt: \'t is meer dan al
waarfchijnlijk dat alleen de eerzugi^ ?
voordeel, nieuwsgierigheid
,, opgebla-
zentheid , amp;c. hen tot deze voekelooz^
ondernemingen aanzet. Indien mefi ^^
Europa een breeder kenniflè had va^
die dingen , welke in dit land
gefchie\'
den , men zoude veriteld ilaan over ^^
©nbefchaamtheid, met welke
men hen-
op hunne wederkom fl hoort fpreken»
dat zy in die vier jaren tijds van hunne
bezending een groot getal menfchen rot
Bet chriilen gesoof bekeert
hebben, den
eene 20 den- andere 5
-0 zommige f^\'
Men hooit binnen Rome anders niequot;^
•rtls deze bezendelingen hunne talrijk^
bekeeringen overal verbreiden.
Zedcrt
de tijd dat deze gewaande apoftelen tel\'
kens nieuwe naamen
op hunne naam\'
rollen gevoegt hebben , zoude de helft
van dat land wel chriftens moeten zynj
maar \'t
is zeker dat zy van zo veel g^
waande nieuwe bekeerden niet
fpreken

üb

-ocr page 372-

hef Eyiand\'Förmoja. 2/5;

\' Is om het gemeene volk daar door m
^ap te wiegen en hunne waaragtige
oornemens te verbergen. Het zoude
niogeiijk zijn dat een zo groot ge-
faj. Gh riftenen het onderzoek van zoa=
eel verfpieders ontgaan kan,die dage-
hun werk- maken-van dezelve te

Ontdekken.

• T is Waar dat\'er omtrent 10 of i z
geleden eenige Jefuiten en andere
Refters een getal heydenen hadden o-
^treddet om zig te doen chrilienen ,,
^^arzy wierden wel haaft bekend cti\'
vuure veroordeeld, behalven diei
5- die door de vreeze der pijneni
^nne godsdienft. afzwoeren. Zy ver-
I^Jen wel te Rome op diergelijke on--
Q^\'ükkigetegenfpoeden teitoffen. Hun- ■
^ Vertellingen zijn niet opgevuk als-
Wonderen die zy befchouwtem
\'^\'^^ekkingen V die zy in verfeheide
Porden , daar zy geweeft zijn, gedaan!
I^ebben , met de eer en roem, die zy
^i kregen hebben door ontelbare onge-
^^kken,die zy te boven gekomenzijn,^
hetvoordeel.dat de kerk daardoor
ieniet, niet de gevaaren , die zy ge».
hebben 5 voor welke zy. zig. vry^-

-ocr page 373-

2 74 Befihryvmgmtp

Wilhg blootttelden , ^n waar uit
goddelijke voorzienigheid hen aliij\'^
gered heeft , als vaten zijnde van zij»
verkiezing , en werktuigen die h)^
gefchikt heelt om zitn heerlijkheid t^
Levorderen,en met duizent andere on\'
gerijiTitheden meer. Met een woord
\'r blijkt klaar dat de Jefuiten in dit land
een onverbeterlijke fchade aan de chri\'
ftelyke godsdienft gedaa^i
hebben, ^et
een weg te willen inflaan , die t\'eene-
ïiiaal ftrijdig is tegens die geene , wel-
ke Jefus
Chriftus aan zijne DifcipuleU\'
heeft geleeraart. De chriftelijke gods-
dienft is een leere des vredes , dezelv®
kan nog door lift ^ nog door gewel\'i
worden voortgeplant. De overtuiging
cn de heiligheid des levens zijn de eC\'
mge wapenen, die men gebruycenmo^
om ze te veften. Indien de
bezen de-
hngen zig vergenoegt hadden
met heC
Luangehum in zijn zuiverheid en
een-
voudigheid te prediken, en zig efen-
dragtiglijk beyveit hadden om hunnc
nieuwe bekeerden in die gedagte V^n

hefde, opregtigheid, zagtmoedigheid,-

onbegeeriykheidjcn veragting des we-
relds te onderhoudenwjiar
mede z/

-ocr page 374-

het EyTani Fortnefa. 27 5

^P hunne eerile aankonalt tot japon be-
fchenen, \'
l is waarfchijnelijk dat
rcboonegeweft van Afia tegenwoor-
door het hgt des Euangeijums zou-
befchenen worden: maar zy hebben
J^or hunne veinzerijen en quaade
ftaat-
^\'inde aan deinwoondcrs van dit land
^^^^ Zoo kwaden indruk van het chris-
teodom gegeven , dat het tegenwoor-
\'^^g na alle fchijn onmogelyk zoude we-
hen van hunne vooroordeelen te
l^nezen, ten ware God ter gunilevan
quot;Pn een wonder wilde doen met hen
^^^ hunne onwetenheid en afgodery te
^\'■«^kken. Dit is een werk van zijn ge-
quot;^^de, \'t welk hy zal volbrengen wan-
J^ev de tijd hunner verloffinge zal ge-

^^rnen zijn , en %Q haaft hy zuik^
goedvinden..

MS. %XX.Y.L.

-ocr page 375-

^efcBrijving vm
XXXVI. HOOFDSTUK.

Yer h aal der reyzen van d\'Hr. Tfi^^
manaafaar geboortig van Formor
door verfcheide Landen van B^ji\'
ropa,, en van de vervolging, dt^
hy tot J.vignon heeft geleden,

OMtrent dën jaare zeilien.hçnder^
vier en \'tnegentig is zeker J^\'
fuït van Avignon ^, genaamt de \\^^
der,van Rpdez f t, geboortig uyt een

aiiOquot;

* Een Stad in Provence, welke dsti^^K
Chriftelykften Koning door ftaat-kunde
•jOglùiking onder de magr van den Paus
ïaetievfens het geheele Graaffchsp Venaiftquot; \'
waar van hy Ten zijn voorzaten zedert denj^
ï348.de ickt^lkn getrokken hebben ter ^
ke. van een geWaande verkooping door J^^^
li.nbsp;ne KonioginneWan Napels, en Cravinnev

l|nbsp;Fravence aan. f aus Clemens de zesde ged^^J

aiaoewel deze Verkooping voor nul verkl^-^
is, en dat dezelve Landen wederom n^et
Kroon van Vrankrijk zijn vereenigt-., als bïy
by een vonnis van den 26 July 1663» •
t-
Dïaö;is een andfrct ^lader Alexander
ge weeftdie. na, \'t gpotfte

-ocr page 376-

het Eyland Formofa. 27 f
aanzienlijk geflagt, na de taal der ja-
ponezers in dè hooge fchool van Goa
yolkomengeleertte hebben, inhetEy-
l^ind van
Formofa aangekomen om al-
daar een begin van zijn bezendmg tc
J^^ken. Deze Jefuit zig bequaamer vin-
kenden om het ampt van leermeeöer,
^Is eenig ander beroep waartenemen ,
keed op zyn aankom ft behcndiglijk een
gerugt verfpreiden, dat hy uyt een rijk
^ï\'imhuis van dat land gefproten was,
de goederen zijns vaders onder
J^er vrouwen en i
t, zoonen , die hy
nagelaten , zonder de-dogters te
^^kenen, verdeelt zijnde, zijn aandeel,
^(s dat van de
jongfte wezende, zoge-
was geweeft, dat hy zig gedron-
vond op zijn-20. jaaren de plaats
Zijn geboorte te verlaten, om een
andere te zoeken „alwaar hy zyn levens-
5^jddelen konde winnen: dat,.zijn va-
pr hem de latijnzetaal hebbende doen.
^^eren, hy dezelve opverfcheyde plaat-
M7nbsp;\'^eo

fm lévens 5h Chioa en lïidie dóorgebtagt te
quot;\'^oben, eindèlyk , na nien zegt, nu omtrenr
iaren geleden tot Ifpakan geftorven is^-
«laar dezen , yan welken wy fpreken
is- op;.
tüt, Avignon nog
ui \'£ leven*.

-ocr page 377-

17 8 Befchrijving mn
zen aan anderen had onderwezen »
dat hy met dit voornemen tot Formo\'
la gekomen was, in hoope van
aldaaf
gelegentheid te zullen vinden om Z\'O\'\'
beroep, tot het welke hy zig begeven
had, te konnen oefenen. Dit gerug^
by geval tot de ooren van een zeer rijl^
en magüg man, die in dit Eyland woofl\'
de, gekomen zijnde, deed dezelve
hem zoeken 5 en na verfcheyde vrage^^
en antwoorden van wedei zijden gedaa^f
verbeelde zig deze man dat hy nret
gewillig was , aJs hy hem bequaaif
fcheen, derhalven neemt den Fortnö\'
faan een befluit van hem in huy^s re n^*
men , om aan zijn oudlte zoon die ^t
had,met naame Pfalmanaazaar, * toel\'
jfa.1^. Jaaren oud zijnde, de latijn^^
taal te leeraren , aan denweikr hy be-
val de oefening der griekze taal, wa^u^
mede hy op die tijd bezig was, yoc^

eeö

ij,

i

1 i,\' i ■

rit ■ ■
•i;

m1

1nbsp; Dit is de naam van hunne grootften PrO\'
pheet,
welke overeenkomt met dedoopnaaJA
der Chriflenen. Men heeft tot nog toe zyquot;
toenaam niet konnen weten,
hy verbergtd^\'
zelve om redenen , die aan eerlyke lieden g^\'\'
jioegen geven, en welke men gëoordeelt hee»
niet gemeen t« inoereq mto,.

-ocr page 378-

het Eyhnd Formofa. 279
J^n wijl te verlaten , hem vertonende
^at hy altijd genoegzaame gelegentheid
^^ude hebben om dezelve in hunne hoo-
fchoolen f te leeren j maar dat hy
^l^yd deze niet zoude vinden, welke
^\'ë nu voor de latijnze taal opdeed gt;
dat hy by gevolg daar van zijn voor-
\'^^el moeft trekken. De zoon gehoor-
zaamde terftond aan de bevelen van zijn
j en den Jefuit van Rodez, die
Amoz.amna * liet noemen , feheen^
^^sr dit voorval zeer verheugt. Hem.
\'erd behalven zijn koft cn kleederen
Copans, die omtrent 68. Franfche
^^\'oonen bedraagen, in \'t Jaar aange-
^den , \'t welk hy terftond aannam
^^ aldus wierd dezen handel geflooten.
gt; Hy komt dan woonen in het huys ,
A^elke de vader van onze Pfalmanaazar
®innen Xternetza , de Hoofdftad van

dit

rt De Pormofanen hebben een meenigte
^\'\'\'^kze fcoeken
; zy oefFenen zig in étzené^,
^^ar^Éy vcrwaarloozen de latijozej met dezelve
in \'t openbaar re leeraren. Ziet het i^}
^^.öfdftuk.^

Deze naanii beteekent zo veel als zooti
J? quot;navolger van moz , -dit is een der Pro-
J\'^eten of halve Goden
j dieitt Laiid zeOfi
wolfden..

-ocr page 379-

Befchr^ving vm-
die Eyland, toehoorde, alwaar hydco\'
Cijd van vier jaaren woonde,
geduren-
de welke hy in allen opzigten zig z^O\'
wel droeg, dat byde vader en
zoon al-
le bedenkelijke redenen
hadden om ver-
genoegt te zijn. Hy verzelde zijn leer-
ling overalja zelfs tot aan de
deur van\'
de kerk maar ging \'er noyt in : waar
over hy van zijn leerling
op zekeren
tijd gevraagt zijnde, of hy niet nieuWU
gierig was om de offerhande der For-
mofanen te zien, tot antwoord gaf»
dat hy van een godfdienfl aajnde ver-
fchilligvandie geene, welke in het Ey-
land was opgeregt,, zwaarigheid maak-
te om hunne offerhanden by te
wonen»
en niet, begerig was om de\' plegtighe-
den derzelven te zien, maar daarom zig.
weder na huis begaf om aldaar God op
zijne wijze
te eer en Egter toonde\'
hyveel yver om zijn leerhng in al

^er van de plegtigheid derFormofaanZ®

godfdienft was te ondérregten, ja met
zo grooten ernft, als of hy zelfs^van dit\'
geloof was geweeft , tot hem
niet een

woorLl\'

Dit is een fpreekwijs die. de XiponezCS\'
gebruiken om het woord aaubiddeii
driikkeo..

-ocr page 380-

het Eyhnd Formofa.
^oord van het Chriftendom fprekendcs
^aar 2.ig alleenlijkbemoejende met hem
latijnze taal te leeraren, en in alle
^ regels van een zedekundige opvoe-
^.\'quot;g te onderwijzen. Eindelijkin alle
^\'i^e redenen, en door alle zijne daa-
Icheen hy van een zo groote vroo-
^^gheid, opregtigheid, en eerbaarheid
^l^ezen, dat dezen jongeling hem als-
\'Jquot;? eyge vader beminde.
, Na verloop yan vier jaaren den va-
L^jquot; Van Rodez de brieven ontfangen
p°bende , die l\\em wederom in zijn
riepen , verzogt fijn ieerhng aan
\'J\'^ vader te willen doen weten het
^^«rnemen, \'t welk hy had , van te
^\' trekken, en hem van zijnen \'t we-
te verzoeken, dat hy de goedheid
^ \'^\'^e hebben van hem zijn oorlof te
het loon^ te betalen, gehikzy
andere waren overeengekomen.
J\'quot;^\'n^anaazaar had zo veel agting en
endfchap voor zijn roeeikr opgevat, quot;
de gedagte van zijn vertrek hem een

.^ocleliike droefheid veroorzaakte: heC

, ^roorge geheim van zijn bezending
onbekent zijnde deed hy alle po-
^quot;^gen ojjj meefter te ■ verpUgten

-ocr page 381-

2^2 Befchrjj\'vi^mn
vaa. hem niet te \\ enaten. Maar
verklaarde hem t\'eenemaal van voor^^\'
men om le vertrekken , en deed dc^
jongeling verslaan, dat hy een bellquot;^\'^
genomen had pm door de geheele
reld te rijzen, en wei voornaTïient\'^V
door die landen ,. welke door de ehr\'\'
fienen bewoont wierden, dit gcde^\'\'^
des aardrijks boven alle andere verh^\\
fe nde.

Zijn befluit ilrekte den jongeling.
verwondering derhalven liet hy niet
hem half-lagchende te vragen ,
dwaas was van: zig te willen wagen
onder de ehriftenen te gaan , die nif^
mer zouden verzuimen, hem\' uyt
tot zijn godfdienfh ce doeo flervenj? ê ^
Mjk de Formofanen hun het leven bei^^\'
tnen uit een afgrijze, die zy v-oor
hunne hadden i maar mijn Heer ^^^
zjtmm hem zeer ernflig verzekert he ^
dende dat zulks geenzins was t€
zen , dat de ehriilentn zeer eerlij ^^
heden waren , cn zo verre van
de vreemdelingen eenige wreedheid ,
plegen, dat zy in tegendeeidezeWei^^^
alle mogelijke beleeftheid en edehT^^^-^
digheid onthaalden: gstuigeiVz\'jquot;

f

-ocr page 382-

g het Eylani Formüfa.

fg 2,egt den jongeling, hem in zijn
ftorende, welke eertijds Japon
jj^^\'ï\'et hebben: gy hebt geen regtma-^
gedagte van de chriftenen, gaf
J tot antwoord. Indien gy dezd.e
^^ als ik kende, gyzoud over hen
l^Yegtmatiger oordeel ftrijken , ge-
liu niet dat die geene , die eer-
\'^l^s Eylanden van Japon bewoonde
^ chriftenen geweeft zijn , fchoon
Vg ^\'g daar voor uitgaven. Ik heb ,
hy met een groot getal japo-
ge?\'^ gefproken, die tot de chriftenen^
L ^^ hebben , en zig van dezelve by
ïj^^\'iïientheid bedanken : zy zijn ver^
over de fehoonheid van hun land^
eti? goedheid , zagtmoedigheid ,
^quot;^leeftheid van hunnen imborft: zy
ög ^^^ dezelve zo wicndelyk ontfen^
fch \' ^^^ gt; ^^^^ ^^ fi-.aiiighedea be-
quot;Oüwt te hebben, met welke de konft
\'latuur yder om ftrijd dit gedeelte
s aardrijks vei fiert hebben,, wanneer
/ ^^\'ederom tot de hunne wilden we-
de chriftenen hen voor hun
e,^ met gefchenken begiftigden ^
A^-y prijzen
nog tegenwoordig de rijk-
üunen die zy uit dat Land gebragt

-ocr page 383-

Befchrijving van

hebben. Daarenboven is dit land ovC!quot;
vloedig in dingen ^die by ons
zeer zeld-
zaam
en kofteiijk zijn ; zonder van
oneindig getal anderen te
fpreken, cü^.
m.japon,, of Formofa. noit gezien oi
bekend zijn geweeft. Ten
laatfte vcr
zekerde hy hém , dat hy geen and\'^^.
voornemen had als ten hoogfte drie oi
vier jaren met deze reizen door te bren-
gen , dat hy eerftelyk na
China zoult;^^
gaan, vervolgens in de Indien , ^^^
waar hy na eenig verblijf zoude ovfiquot;
fteken na Africa, en van
daar f naEi^\'
ropa, alwaar hymoeft bezigtigen Spag\'
nie, Vrankrijk, Duifland, Italië,Hoi\'
Jand, amp;c. De minfte dezer landen,
de hy tot den jongeling , is
onverg^\'
lykehjk fchoonder , rijker, aangenar
mer, en hondertmaal meer in waartl^
als het Eyland Formofa cn geheel
pon te zaame. Hier voegde by by,
m in de vermaarfteplaatzen des beken-
de weerelds geweeft te hebben, ^oo
om de zeldzaamheid der natuur, als^nJ
de konften en wetenfehappen , die al-
daar bloejen , te onderzoeken , hy

zijn

t De fchikking van deze reize is veranJ\';^^\'
gel-yknien in het vervolg zien zal.

-ocr page 384-

het Eyland Formofa. sBf
J^ land zoude wederkecien , beladen
\'\'yllt;.dotnmen, en vol van ondervin-
. §enj daarna, vervolgde hy, zal ik
^ets megj.nbsp;hebben als ray te ver-

le 5 en ik zal het overige van mijn
Va^^\'^ in de vreugde , en het vermaak
goede gezelfchappen doorbrengen.
1 e menfchen van verftand zullen mijn
zoeken, en veriteld ftaan van
cjj^ de Wonderen te booren verhalen ,
L ^ in de vreemde landen zal heb-
ov^ opgemerkt, en zig verwonderen
V ^ de ongelooflijke verfcheidenheid
gewoontens, wetten, en ftaat-
^\'\'ide zo in vrede als oorlog , over de
vorderingen die zy in de
iie\'f! gedaan hebben, boven \'t gce-
han f bekent is, over hunne koop-
, cn ten laatften over alle degoe-
ne ^.^.^^^ade voorvallen, die my op mij-
lesnbsp;zullen ontmoet zijn. Dital-

tj, oorzaak wezen van my vermaard
^^aken, en my buiten alle twijfel de
j^s ing van alle eerhjkc heden doen ver-

ifquot;-

j^^^y vergezelfchapte alle deze redenen
die ^quot;^^^^ndigheden en uitdrukkingen,
^^ aanlokkende waren , dat Pfal-

ma-

-ocr page 385-

Befthfijvrng van

lïianaazaar terftond wel merkte dat
hem wilde verpligten om hem te yd\'
gen: maar toen met meer als
ren oud zijnde , liet de nieuwsgierig\'
:heid hem niet toe veel aanmerking^quot;]
op de gevolgen van een zodanige
derneming te maken, zo dat hec d^f
Jeftiit niet fwaarviel hem tot dat ein^^
te brengen, \'t welk hy begeerde.

Waarlij k die levendige en aangenatn^
befch rij vingen maakten een zodanig^
indruk op zijn geeft, dac hy reeds beü^^\'
ten hebbende zo fchoone landen te
zien, in allen ernft tot hem zeyde,^!\'^\'\'\'
indien \'ei- geen gevaar in ftak, en zy ^^
verloop van vier of vijf jaaren in
konden wederkeren, hy een gvoote^^\'
geerte zoude hebben om met hem ^^
Maar Amoz^amna zijn
Voorns-
veinzende fcheen zo verre

reizen.

men ontveinzende fcheen zo\' ven
dat geene voorgoed te keuren,
ïijn leerling tot hem zeide, dathv^^^^
een gemaakte gramfcbap
uitfchreen^ \'
de, \'t behage God noyt dat ik ondei^
neme
u uyt het huis van uw vader
trekken! indien- hy wift dat ik een
gelijk vcfDrnemen had,
vi^at zotide
anders te verwagten hebben üh dc^^^f^

-eilt

-ocr page 386-

jj . het Eyhnd Formófa, -2\'8»7

ik bid u vervolgde hy , fpreefetmy
aar van niet meer. Ündertuflchen
hj; hem Europa door zulke ziel
5\'^kivende fchoone plaatfen doen be-
, quot;ouwen, en zijn befchrijvingen had-
hetn daar van een zo aangenaame
j.^^\'^tting doen ontfangen, datdie ge-
.^^akte weigering, wel verre van hem
nieuwfgierigheid te fluiten, niet
Qers deden als hem te meer gaande
^ken j zo dat hy niet ophield van hem
^nbsp;te vallen ten einde hy daar in

^^^^Üeinde, dac hy hem in zijne reizen
]iJ^S®2,elfchapte ; hern zeer ernfl;ig be-
ll dat hy hem een onfehendelijk
\' 2,wijgen , cn alle dingen zo geheim
houden, dac wie het ook zy hun
^rnemen niet zoude merken. Maar
J^t tegenftaande alle deze beloften bleef
■ in bet veinfen volharden en
nem meer aantezetten in zijn wei-
hardnekkig, en fcheen zijn be-
^eertens te veragten, overwelke hy by
2,eive verheugt was. Pfalmanaazaar
^^^nde dat zijn meefter altijd op de vree-
hynbsp;gevaar aandrong, waarvoor

. y zig Zoude bloodftellen, rndien hy
^^^ geene toeftemde, \'t welk hy van

hem

-ocr page 387-

3 SS ^efchrrving van
hem begeerde, begaf zig tot het ^oc»
van nieuwe betuigingen zijner
wigheiden ftilzwijgen, hem verzcK^
rende dat hy een verpligting van hef^
zoude ontfangen, diehy gedurende z\'J\'\'
leven noit zoude vergeten, en andef
diergelijke zaaken meer. Eindelijk ^^
een lange redenwifleling over de ong^]
makken aan welken een zodanige
derneming was onderworpen, en f
de gevaareïï die hy óp een zo
geen moejclijke rijs noodzakelijkmo«^
lopen, de jefuit ziende dat zijn leerliquot;»
nergens door wierd afgefchrikt,
in tegendeel des te meer
genegenth^f
fcheen te hebben , veinlt voor
moejelijk vallen te wijken: en zegt teg^P^
hem dat altijd groote gedagten van H
opregtigheid gehad hebbende zig ^^\'
ven vleide , dat hy eenige eerbied 5,,\'
genegentheid voor hem had, ( g^\'^t
den jongeling mer \'er daad hem
maaktelijk eerde en beminde) d^t
hem geen groter blijken van het ver^
trouwe, \'t welk hy op hem had,
de geven, als met zijn leven iquot; g\'^^ït
te ftellen om hem te vergenoegen ?
deze aanmerking alleen hem moeft

-ocr page 388-

het Eyland Formofd. 289

•da\'t^^^^ om hem getrouw te zijn , ea
i^gj\' ^^dien hy een zo groote begeerte
quot;^\'cinbsp;^^ reizen , hy hem

bg^ ^jWe voldoen, maar dat hy aüe
Ij^i^^\'^\'^elijke voorzorgen moeit gcbrui-
Cen\'\' dat\'er niets gebeurde, \'t welk
^Op\'f vermoede van hun voornemen
hep geven. Deze vlugt, welke zy
üiit 5 was alde vrugt die den je-
en.nbsp;bezending hoopte te trek-

tiiWas voor hem een meefterftuk,
^Lir\'^ \'^^\'vijfeide niet oi: nien zou zulks in
v^r) \'ds een onwcderfprekelijhc blijk
^icrrt^\'^ yver voor dc Chrifteüjkegodf-
ft!^3 de eere van zijn gcbroeder-

Wo ^ ^^^^^ ^^^ hunbefluit genomen was,
leif zy te zaame vryer te hande-
\'^quot;ders als op middelen den-
) die de zekerÜe en bequaamfte
^ak ^ hunne vlugt gemakkelijk te
toj. en hun van een fomme gelds
te verzorgen. Teii wei-
ov^rnbsp;, als zy eens op een dag

deri onderwerp te zaamen Tpraken,
Vg^j^^^efier tot zijn leerling zeyde, uw

^Urtnbsp;menigte ge-

eu ongemunt goud : en dewijl wy
Nnbsp;voor-

-ocr page 389-

290 Befchrij\'uing van

voornemenszijn een reis te ondernemen
die ons noodzakelijk tot groot
zal verpligten., zo zoude het goed 2.} ^
dat wy ons van een goede Ibmme k^n
óe voorzien tot behülp van onze onK®
ten; maar opdat wy in een zo
hartige zaak niet verrail worden, nioe^
ten wy wagten met onze llag
nemen totdat wy teenemaal
op ons\'\'e\'
irek ftaan. Alsdan zullen wy,
het ragt is , ons verzekeren van alie^
dat wy konnen bekomen, en ons
onze kleine rooi in allen h.;a{l
, bygelegenile haven begeven ,
\' wy een Schip vaardig moeten hebö *
dat alleenlijk na ons wagt.nbsp;.

Alle zaaken dus vaflgeftek ziinö^^;
20 ras als de beflemde tijd gek\'\'\'^\'^^
was, namen zy eenige kleederen, ^^^^^
der welke zy zig op de reys niet k
den behelpen, en droegen Z5. P^!.
gewigt aan Goud ^ met zig ,

^ Een pond gouds is in Formofa vao^ê^^^j
|ïroote waarde, dewijl tnen het gebragt
op It, Hollandfe guldens of lo-Enge»«^\' ^^^et

-lingen. Maar al^o san de J^pon^^^\'^^-eii-
oabekent is, dat dit
Metaal iu Europa [j,

-ocr page 390-

\'een ^^^ Eyland Formrfiz. 2 91

i^uiirf^^^\'^^nbsp;\' ecli gedeelte in

drie r \' weetcn, een Rochmoo,
Van „ \' 14- ponden ge^vig^s
^ potten, fchotelen, en andq-cgou-
\'Uïscicraden, behalven omtrent 6co,
zo in Zilver als Staalgemuac

ginc^ïnbsp;fchat voorzien zijnde

Ui ee,nbsp;aide waereld

^^idd.nbsp;\'nbsp;omtrent

JijjrH St aan de have van Kadzty
fe vanXternetza omtrent drie du ic-
co\'^iquot;nbsp;quot;^\'Jien, Alwaar ecu

Wilsnbsp;hen was v/agtende : d.r

geene,van welke Pllilma-
, ::r gewoon wa^ zig te bedienen,

^eval ; quot;^^ygelege planden zond. Hy
aan den Stuurman hem na Lu-

vrn®\'quot;\'^ geliOüden, laaten zy den uyt voer
i^\'en.nbsp;foe , zonder groote rollen te be-

gi^quot;^^nbsp;\' ^ie bynagt nyt het

het gS quot;nbsp;van, zo dac

. hen quot;nbsp;\' «\'elk zy fner zig droe-

quot; P^^^fS van omtrent
Sui^j^^Ponden fterling,
of 1^250. Holiaudfe

-ocr page 391-

2 Befihrijvi\'ng van

con te voeren, veynzende alJaarf\'^\'
nige zaaken van gewfgc
te moeren ve ^
rigten om welke z-jn vader hem h^\'^^
ftig deed vertrekken. Lucon
voornaamile van alle dc Eylanden
kedePortugiefen Manilles\', endeSpa»
fen Philippines noemen,
\'t Selve
van Kadzey omtrent loo- mijlen quot;
daar bleven zy 8. of lo. dagen, g^^f^,
rende welke tijd zy hun
Stuurman
nevens de Bootfgefellen altijd by J^»
hielden, uyt vreeze dat zy
zoude ^^^^
derkeeren en hunnen meefter van ^^^
plaats verwittigen, in welke zy
Vervolgens fcheepte zy zigineenien ^
\'[ welk n^ Goa f ging. Deze tuficne^^
wyte is omtrent van
looo. mijlen
waren 4 of 5. maanden op weg om^.^
afteleggen. Den vader van
Rodez
al het goud en zilver bewaarde,

-ocr page 392-

he.t Eyland Formofa.
^y inet zig genomen hadden, bezuinjg-
le^nbsp;goed-dunken , en zija

j^tiling iiet dc zorg daar van aan hem-
^^Voleii. Tot
Goa gekomen zijnde
^ St hy tegens hem , dat hy , nadien
te^\'quot; \'^^^\'^^akehjk was hun geld te fparen-
^orzakeder ziektens en anderedroe-
toevallen, die hen op de reis mog-
overkomen oordeelde niet quabjk
^^illen doen dat zy hun verblijfquot; in een

chr

\'•ifte

nen hadden

oni

^^i-huys gingen nemen , \'t welke de

doen ftigten

^\'\'quot;eemdelingen in te ontfangen. Den
Pfümanaazaar weet niet, of dit-
in een der huyzen der Jelunen ge-
^J^ft is, in het welke hy hern bragt,
jj^ ^ geen hy iegcns hem zeyde dit ver-
gafthuys te wezen , waar van
\'^yzigcrs fpreken. Dereden, die
daar na heeft doen vermoeden, dat
3anbsp;alwaar zy geweeft\'hadden ,,

\'^,de jeiquot;uiten toebehoort, is dezen ,
^^^ hem in gedagte komt, dat men
^ J^^ldaar heeft doen zien het lighaam
iequot; ] \'^quot;cois Xavier, \'t welk aldaar als
de^ Koftdijks bewaart, en ter eerbied
gt\'lovigen word ten toon geftek ,,
^»evens de begraafplaats van den Key-
N 3nbsp;zer

-ocr page 393-

Befchrijving vm

2er l-ampoulamma en eenige andere
voi ilen van japon , die chriÜenen gC\'
worde zijnde in den oproer
gedood , of
verbannen zijn. Wat hier vanzy, he^
goed onthaai, \'t welk zy ontfingen, en
de wijze, op welke zy in dit
huis ge-
toeft wierden, overtuigde hera tendee-
Jevan
\'t geene hy zijn Meefter tor
inöfa had hooren zeggen aan gaande de
edelmoedigheid en beleeftheid der chs\'i\'
ftenen. Gy ziet, zeide den vader van
Rodez, deze menfchen, tegens welke
wy by ons zo vergrämt zijn, en die
wy met vervloekingen beladen, doof
dien wy van onze kindsheid af gewo^^
zijn te hooren zeggen dat zy allen eeiquot;quot;
loofen , en fGhelmen zijn , met ^^^
\'goedheid, met wat zachtmoedigheid»
met wat liefde zy ons ontfangen
hoewel hen niet onbewuft is hoe zee?
zy van ons gehaat zijn: egter wel ver-
re van zig op ons te v.n-eken over het
quaad , \'t geen wy aan hunne mede-
broederen
d:)en lyden , als wy dezel-
ven ergens be:rappen , zo bevlijtig^quot;
zy zig in tegendeel om ons
wel te doen
zy verzorgen ons, \'t geen wy noO^ê

hebben en dat. alles zondei: hoope

voD^\'

-ocr page 394-

het Eyland Formoja. 29^

foordeel, want wy kannen liier twee
drie Maanden blijven , indien wy
5 zonder dat men ons iets hec
^\'quot;fte zal afvorderen. Ach! men heefc
^\'«\'ei gezegc dat de chriftenen zoda-
quot;öC niet waren , als zy ons worden af-
o^^childert. Deze reden onderfteunc
de daaden, welke Pfaimanaazaar
ontkennen , Verwonderde
boven mate, hy Crok daar uic een
Ij^\'^kkige voorfpelling , en bedankte
ë Zelve over het ondernemen van een
Welkers beginzelen fcheenen hem
^^^r veel vergenoeging te beloven. Ten
^\'^de van een zesmaandig verblijf tot
begaven zy zig in een Schip, \'t
na Spagnie voer. De reys was
^^gdiirig: zy waren 9. of\' 10. maanden
h gedurende dewelke ben niets
^Zonders te beurt viel. Eindelijk qua^
zy te Gihralter * , alwaar de ver-
\'\\dering des logts, of veel liever der
Pyzen aan d\'Heer Pfalmanaazaar ee»\'
^\'.ekte veroorzaakte, die hem verpligtc
yr ^ekenindeze plaats te blijven. Ge-
N 4nbsp;du-

«natnbsp;Andaloiifie leggende in een

•^yieVnbsp;dezelve naam omtrent

van Cadiks,.

-ocr page 395-

2^6 Befchryving van

durende deze tijd ging den Jefuit
Rodez in de ftad wandelen, en qua\'!quot;^
van tijd tot tijd aan zijn leerling ver-
-flag doen, van \'t geene hy aanmerkens
waardig gezien had. Zo haaft hy i- ^
wat beter begon te bevoelen, vroeg hy
hem, of hy niet oordeelde gevoege!)quot;
ker te zijn dat zy hunne japonefer, kjc\'
deren verlieten, tegens hem zeggend-»\'
dat fchoon men hem verzekert had da
de vreemdefingen door geheel Europa
altijd wel ontfangen wierden , hy
ter vreefde dat de faponczers met
goeden oog niet wiferden
aangezien a»® ,
de anderen, vooral onder het gemee\'|^
volk, ter oorzaake dac zy de gebe^\'^
wereld door de naam hebben van ^^
cliriftenen te\'haaten-, en dezelve ondtquot;^
hen niet tc dulden
j maar hem niet g^\' |

neigt ziende om hem daar in natevfi\'
gen , zo zegt hy regens den jongeli\'^»\'
dat hy daar in doen zoude na zijn
gevalle, dat hy, wat hem aangingr^\'^
reeds van een kleed voorzien had. Waai\' j
lijk hy was verwondert van hem desa\'\'^^ j
derendags met een zwarte tabbert g^\'
kleed cc zien , en een foort van ^^^
Bxantel, ofkappe, weike hynbsp;|

-ocr page 396-

^ het Efland Formofa. 297,

heeti dat de Jeluiren op hec-
^nd dragen. Maar hy liet niet de.
j^^mfte begeerte blyken om zyn voor-
eeid natevolgen,, gelijk hy\'waarlijk
§ daar over geenzins bekommerde
zin hebbende in de kleeding aan:
^^eike hy van zyn kindsheid af gewent.

en die hy niet verlaten heefr als^
^^anneer de noodzakelijkheid hem daar
Vq^ drong., gelijk wy zulks in het ver-
§ zien zullen.. Zo ras hy teenemaah
rj.\'quot;Helt was gingen zy van daar t\'zeilna.
^y\'^^^lon een zeehave van Vrankrijk,,
J^aar, aangekomen zijnde, een derdin-
^ ^) over welke xhy zig het meeft ver-
^^^\'^derde, was aldaar re zien verfchei-
(jj^^^onen van monnikken in . klederen,,
dat^knbsp;^^ ongemeen waren,gt;

foQ.^ ^an zijn meefter vroeg , wat,.

volk dat was, hy veinzende;
egj^.^^et te weetcn (
want noit verftondl
j^ \'g menfch de. konft -van veinzen s
Vra^*quot;^ tegens hem , gy
doet my}\'
S^n
als of ik een inboorling dezes^
Was , wat
Wilt gy dat ik u ant--
JN - 5:nbsp;WOOT-^--

Pfovetïce gelegeiraan de
fedle ^^^ omtrent la myjea vaa ivus*-

-ocr page 397-

%lt;)%\' Befibryvingvan\'

woorde? mogelijii zijn dit vreemdelirtquot;
gen gelijk als wy, die hier komen om
hunne koophandel te drijven, en alleen\'
lyk rtiaar weinig dagen hier
verblyvenquot;
de, even als gy , de kleding hunnes
jftiiHs.\'met wiilen verlaten. Want»
voegde hy \'er hy, ik geloof dat alhief
een levendige zeehave en een Stad vao
groote koophandel is, indien men daar-
van kan oordeelen volgens het groot
getal Schepen , die wy aldaar
Jbebben. in het reizen over
MarJeilU »
^ix -f, amp;c. merkte Pfalmamaz^ar dat
quot;ér op de wegen een menighte kruijfe^
•ftonden , ■*t welk hem tegens zyn mee\'
lïer deed zeggen, dat \'er zekerlijk ^
dit land wei veel Rovers moeften zijn»
dewijl men aldaar zo ve^l kruyfen i^ê\'
Maarden vader van
Rodez antwooro^
henr met dezelve ontveinzing, dat
gelijk dit de reden daar van nietWäse^
h^et wel konde zijn dat men
dezelve

dus in menigte tcntoonftelde, meerok-

de

** Een andere Zeehave aan deMidde-tao/;:
fe Zee gelegen, alwaar hec tuygiiuys is
flranfche Galeyen.

t^ De Koofd-flad vaa Prtivence omtrent5i

myIfeii van. Marfqüe geleg^n^.

-ocr page 398-

^ hèt Eyland\'Formofa. 199
^ ^\'Jaad-docnders aftefchrikkcn, door
vreeze der ftrafFe,. welke de verio-
quot;^g dezer voorwerpen alleen bequaam
^^s ben inteblazen, als wel doornood^
^^^lijkheid om dezelve te llrafien.
^ ^yndelijk quamen zy tot Avignon in
kloofter der Jefuiten. De verwon-
jj ^quot;^g van den Japonezer was aldaar
^^yten gemeen ,, wanneer hy zag dat
^^^^ deurwagter van dit huys zig ter ne-
j \'quot;^ierpaan de voeten uanzyn mede-
quot;^dfitian , denzelven met een andere
als hy tot nog toe gevoert had,,
en hem in zijn taal aanfprak.-:
begon hy eerft te vermoeden dat:
/een Chriften wasj maar als hy zag;,
alle de Vaders van bet kloofter hem
^ Zijn gelukkige wederkomil qua-
jj omhelzen en begroeten , als hy^
kerkte dat alle de bloed-magen- em
\'®nden van dezen Jefuit, en alle dc
^^^iicnlijkfte lieden van de Stad hem
bezoeken, zo was het hem on?!-
^^ geiyk langer te konnen zwijgen ;

hy was zo verbaaft, en zo veeii
Xif vertoonde zig in menigte aaa
Jn ontftelde herzenen , . dat hy Jaem
^^dci\'tvragen te gelijk deed, zonder
M-nbsp;heiBi

-ocr page 399-

jo.o Befchrijving van

Bem tijd te geven vati te konnen an^quot;^
woorden, Hy vroeg hem teri^ond o^
hy noit te vooren in deze Stad had
weeft, hoe het konde wezen dat zo vee»
menfchen hem met tekenen-van een
groote vreugde ontfingen , of hy een
Chriften was ot niet, hoe en om wei\'
ke reden hy zig voor hem zo
lang ont\'
veinft had, ja zelfs nadat zy van Jap^i^
waren vertrokken, met
wat inzigt
een zoodanige lift gebruykt had
hem uit zyn land te trekken, en ho^
hy voornemens was met hem te hande\'
len: pen vader van Rodez bekende
pentlijk tegens hem dat hy een Chry\'
ten was, en geboortig van dat laO\'J j
maar dat hy door de ondervinding
haaft overtuigt zoude
zyn wegens^
Waarheid van al dat geene, \'t welk
tegens hem in Formofa
gezegt had v ^
aangaande de fchoonheid en rijkdo^^
van het land-, in welk hy
hem gebrag
had, als wegens de goedaardigheid de
inwoonders. \'t Is waar,
voegde ^^
quot;quot;er by, dat ik u uyt\' het huis van u ^
vader heb getrokken ; maar gy ^^^^
wel dat ik daar in niet anders hebg^-
daan-j.als: toeieftemmen in dat geene

\'Lwei^-

-ocr page 400-

het Eyland Formofa. - 301

I \'Welk gy zo vuriglyk van tny begeer-
^^ middelerwijl twijfel ik niet of gy
te vrede zyn met de aanbiedingea
j ik ue. zal doen. Indien gy u wilt
^^ten onderwijzen in de gronden van
^»^zen godfdienft, zal ik myn beft doen.

u Hlles te doen weeten,, \'tgeendaat
\'V^egrepen is, én zo ik gelukkig ge-
\' ben van u te overtuigen om de,-
eive te omhelzen j\' zijt verzekert dat
?lïe middelen zal aanwenden om u
Jnier 20 deftig te
doen, leven als gy tot
.^ent
Zoude hebben konnen doen ; of
JJ^^\'cn gy voornemens ziit wederom in
^ iiind te keeren , zullen wy u alles-
.^^orgen \'t geen tot awe reis zal nodig
Deze laatfte aanbieding gefcbie-
liet als by wyze van pligipleging ^
^Vervolg zal
doen zien hoe verre zijn
tp ^en waren van hem dit voordeel
^erfchaffen : hy wift,wel dat hy met
^^ Wederem na Formofa te zenden
de eer en roem zoude verfteken zyn^
,ny van zyn bekeering hoopte te trek-.
Deze rede
gaf veel nadenken aan
Japonezer. Wanneer hy ernftig
J^gt op zyn ftaat, en het
gevaar, voor,
■\'^^eike hy meende bloot.te ftaan,, zo

-ocr page 401-

joz Befchrijving van

gevoelde hy zig met zodanige fGhrik
ingenomen, dat hy niet wift wat hcöj
te Zeggen of te doen ftond: hy
verviel
in een zwaarmoedigheid, waar uyt ^f
moeyte had wederom te bekomen y eö^
die hy geloofde hem de dood rc züU^^
veroorzaaken.

Na verfeheide overwegingen necrn^
hy eyndelyk voor alle deze goede v^\'
ders met fchoone woorden te betaler\'»
en zig zelve beleefdelyk tegens hen
dragen, vermits hy in vreeze was van
aig op zodanige wijze te zien handele^
als de chriftenen in zyn land te bc^^^
valt: hy heeft my bekent dat deze g^
dagten hem veeltijds deeden zidderet^\'
Om dan by hen gezeggelijker te fcl^r
aen, cn hunne genegentheid tewinO^\'\'
deed hy op zyn beurt aan de vader ^^
Rodez deze voorftel: indien Gyl.,
hy, niy t\'eenigertyd van de waarhei^
uwer godsdienft en van de valsheid «e
ïnyne kond overtuigen, ben ik bereid
te doen chrifteneci inaar indien het g^\'
beurt dat uwe redenen of
bewyzen
niet konnen overreden,neemt dan ^^^

qualyk dat ik u bid my de middelen ^

idei\'
land\'

verzorgen om wederom in mijn

-ocr page 402-

V het Eyland Formofa.
^^a te keeren; Den vader yan Rodezi
ve^lj j. j^gj^ deze geftekheid
Ên bedagt zig geen oogenblik
j ^^ hem deze voorftelhng toe te liaan y.
rapende dat hy niet lang zoude wag-
^^ donder zig over te geven. Maar
^^ ïïieerder roem te hebben liet hy
^^ gerügt uytgaan, dat hy de zoon van
gl^oning zynde hem tot in Europa
^l^\'^lgt was met voornemen om een,
j^^ritten te worden; Ik kan deze om-
j^^ndigheid niet ophelderen , alzo de

t ^aatvan zyn vader altyd verborgen
\'T waarfchijnelijk, en men
^yt al \'tgeen hem in zijn omme-
Ontvallen is niet anders gcoordeeltj.
\'^^t hy uyt een rijk en aanzienlyk
jjj^\'^huis in Formofa gefprotenis. Wat
tjj,-^ ^an zy, daar waren niet meer als
j^J\' /ï^iddelen; door welke de Jefuiten
\\ve\' quot; hoopen hem te bekeeren , tc
fj^^^n door bondige en klaarblijkendc
.r^\'lfredenen,

door fchoone beloften j,
door kragt en geweld,
^en ?nbsp;der bewijzen, zy kon-

Jij ^em noyt een eenige te voorlchijn
,, die de minfte indruk op zijn.

geeiL

-ocr page 403-

J04 Befchrijving vm

geelt maakte, in tegendeel beweerd?
hy tegens hen dat hunne godfdienft ved

meer ongerijmtheden in zig belloor ais
de zijne. By voorheeft hy
vertoond^
hen de ftelling der tranftubftantiatie
gens welke hyhondert tegenwerping^\'\'
maakte, van welke deze de
voornaain\'
fte zijn.

I irietgetuygeniflederuyterlijkezin\'
nen , die ons alie zeggen dat het
des nagtmaals niet dan brood is , waquot;quot;^
indien ik bewijs, zeide hy tot
hen, da*^
het getuigenille der zinnen-bequaaP gt;
en genoegzaam is om ons van de waaf\'
heid der zake te overtuigen,
zo kan
niet geloven dat het wezen des brood^^
verandert word, gelijk gyl zegt,
het wezen van het hghamelijke vlc^^
Chrifti, omdat de uiterhjke zinnen i^/
zeggen dat. zulks onwaar is: vordeiquot;^
hoijd ik ftaande dat gijl het getuigd\'
nifle der zinnen niet kond verwerpen\'\'\'
dewijl al de zekerheid van .uwen god«\'
dienft alleenlijk op het getuigenis
zinnen is gegrondveft., Want htbtèV\'
vervolgde hy, my dc wonderdaaden va^
Jefu Chrifti niec by^icbragt tot bevellj:
ging.van zijne leerS maar wie hee^

d^

-ocr page 404-

, , het Eyland Formofa, ^o f
^ Apoilelen en eerik getovigen vande
\' \' J^\'^^rheid dezer wonderen verzekert ,
{I^^^\'en zy dezelve niet gezien ofgehoord
■ebbent en wie verzekert u tegenwoor.
.\'êdat hun verhaal waarheid is, ten zy
, pl- dezelve leeft of hoort-lezen in de
iften, die zy hebben nagelaten ? in-
dan het getuigenifie der zinnen niet
pnoegzaam is om een waarheid fe ver-
a\'^eren, zo is al de klaarheid des chri-
endofns genomen van het bewijs der
^Onderen , die het zelve beveftigen ,
^^gekeert en vernietigt: en mdien gyh
dat de zinnen konnen oorde-
j ^over de waarheid der wonderdaadea
Chrifti, waarom zouden zy het zelf-
jjJ. \'^\'iet konnen doen wegens de waar-

Van zyne leere., •
ful ^y ^lield ook ftaande dat detranf-
J^^ntiatie ongcrijmt was, omdat een
.
Vp ^ lighaam op een zelve tijd niet in
^^\'.^cheide plaatfen konde zyn. Dat
jj. \'gens. hun gevoelen het lighaam Chri-
iii duyzent plaatfen te gelijk ligha-
r- ^^ tegenwoordig was , dat is in alle
. geeften des werelds alwaar dit ztgel
quot; geviert word , hoe verre zy ook
^^^ den, anderen mogen gelegen zyti.

-ocr page 405-

goó Befchrijving vm
De bezondenng, die zy hem maakten?
dat een zelfde lighaam niet meer kon\'
de beflaan als eene plaats omfchrff^
iyk maar dat het verfeheide ^ bepaalde^
lijk , konde innemen, fcheen hem
laggelijk enongehoort. Dit zyn fpi\'e^\'^\'
wijzen, zeide
hy tot hen, die niets
teekenen, en waarmede gyl. u behdp
om de kragt van mijn tegenwerping\'-
verydelenj want ik houde
ftaande ^^^^
bet even onmogelijk is dat een ze!^.
lighaam op vericheide plaatfen tegel\'!
iighameHjk kan tegenwoordig zijn,
niet op die wijze als gyl. zulks ver^^^
door uwe fpreekwijs van
bepaaldclij\'^J
anderüns zoude een zehde h^haani quot;t
de eene plaats konnen dood zijn , ^
wijl het in een andere plaats nog
de, dat een tegenftrijdigheid in
bevat.

III. Hy wierp hen tegen, dat
neer Jefus Chriftus dit zegel teken
ftiellende zegt:
doet du tot myrter X ifc
teniffe
, den zelven voor onderfteMe quot;
hy van ben afgefcheiden zoude z^J^^
wanneer zy dit teeken wederom
vieren. Want het is zo weinig .
woonte, als het onnodig is,
iets te do ^

-ocr page 406-

ojj^ , het Eyland Formofa. 507

geciagien van zeker vriend we-
^ om in 2ijn geheugen te brengen 5,
^Is by tegenwoordig is j maar wel
^^ quot;y afwezig is. Derhalven toonen;
t,^ ^oorden van Jefu Chrifti,
doet dit
gediigtems y
klaarlijk, dathyin
teken niet lighaamhjk tegen-
is. Hy voegde hier by dat
leere der tranfTubitantiatie niet kon-
^^ragtig zijn, omdat dezelve voor
Igj^ ^\'quot;ftelde , dat het geene zy toevaï-
hej. ^^ broods noemde beftond zonder
^ennbsp;cJes broods, en dat het we-

tf ^\'^n het vlees Chrilli met \'er daad
die ^oordig ^^^^ zonder de toc-vallen
^ ^^^ het viees eigen zyn. \'i Een en
hynbsp;Scheen hem onmogelijk, es

Petinbsp;hy niet konde begrijr

^ünH .nbsp;verwe kan beüaan

\'cf ^.iets het welke wit is, nog hoe
S^ijn wezentlijkheid van vlees kan
dat het zelve of gezien of
fpott ƒ^nbsp;word: en hy be-

dgjj alle die gewaande wonderdaa-
gehe\' ^^^ welke zy hem zeyde dat dit
de verzelt gaat , als zaken zijn-
Welke men niet konde oordee-
» omdat zy enl^ele inbeeldingen wa-
ren

-ocr page 407-

^oS Befchryving van

ren die onder de uycerlijiie zinnen niet
fconde vallen, en dat \'er aan dc andC^
zyde zo veel tegenftrydigheden in ^^
Airaagt van God niet kondengevondei^
worden.

Ziet daar een gedeelte der tegenwer-
pen, die hy hen tegens de tranßübft^\'f\'
tiatie maakte; hy had ^er geen inii
tegens de andere hooftpunten van
ne Jeer, die ik hier niet zal ter nede^\'
zetten uyt vreeze van den lezer te ver-
drieten ; maar het is zeker dat hy
hunne antwoorden geenzins voldaan waS\'
en fchoon zy al hunne kragten te wei*^
ftelden, om hem eenigzins van de vai^\'
heid der godfdienil, in welke hy è^}
boren was, te overtuygen, egter blee*^
hy nog te vafter aan de zelve gehegt»
met hen telkens te zeggen dat hun
loof veel ongerijmder was als het z/quot;
ne.

De Jesuiten ziende dar alle hunner^\'
denen he n niet beweegden , zochie«
hem te winnen door dingen, tot
ke zy geloofde dat hy gevoelig
Zy deden hem de fchoonlte belofct-nequot;
de verpligtenite voortlellingen, d\'«
konden,bedenken. Zy overladen

-ocr page 408-

ht Eyhnd Formofa. 509
vleyeryen, met een woord zy üel-
^ ^Ues in \'t werk om hem omtezeiten ,

Onder hunnen aanhang te trekken,
\'^aar hy kende dedobbelzinnigheid van
hart akewel , en had hun bedrog
peuoeg beproeft om zig door hunne aan-
o/.zelen niet te Jaaten bedriegen. Hy
erweet hen niet alleen de geyeinflheit
den vader van Rodez in Japon maar
^arenboven dat zy na zyn aankomft
^■\'^^■^?V«o«onbefchaamdelijk hun woord
/\'^ken, \'t welk zy hem gegeven had-
Van hem de vryheid zyner gewifle
laaten behouden, en wederom na
y*^ Vaderland te zullen zenden , als hy
^\'ks begeerde, derhalven dat hy zig
^^ hunne beloften niet derfde vertrou-
j^\'^n. Waarlyk het aan geboren ver-
^\'ïgcn, en de hoop die hy had van zyn
j^^deiland wederom te zien , gevoégt
^ y de vrees van nog lange tyd zo verre
^an de zynen algefcheiden te zyn en te
[oonen onder vreemdelingen , deug-
en geveinfden, deden hem met
^quot;quot;^gting alle hunne aanbiedingen ver-
\'\'^\'quot;pen. Daar waren nu reede zes of
maanden verloopen, dat d\'Heer
^\'^manaaz.aar by de Jeiuiten was ge-

Weeft :

-ocr page 409-

510 Bgchrijving vm

Vt-cil:: hy wieru atciaar zodanig ve»\'\'
volgr, dat hy, om zig voor
een geheel\'
te vaa hunne moejeiyklieden te ontl^\'
ften veynfde hunne openbaare lellen te
willen-hooren , \'t welk zy hem ni«^
vreugde toeftonden j maar daar door z\'0
niet minder geplaagt ziende met huno^
dringende aanradingen wierd hy voorne\'
mens van woonftede te veranderen.
verliet dan hun kloofter, en
begaf zig
ter woon in een gemeen mans huys ?
alwaar hy na zyn goed-dunken leefde.

De Jeiuiten, die nog een goed ge-
deelte van zyn geld
in hunne handei^
hadden, zig verbeelde dat-^hy het zel\'-\'^
niet zoude willen verliezen , lieten hef^
niet alleen toe zyn genoegen te nemen»
maar gaven hem zelf vryheid
om dfO^\'
Provence te reyzen j \'t welk hy ged«\'
i-endede tyd van byna zes maanden deedj
gaande van Stad tot Stad , zoekende
aldus
de bitterheid van het verdriet\'
dat hem verteerde, te verzagten,
Eeuw-Jaar was middelerwyl
aanftaande-
De Jefuiten, die zig altyd vleyden, d^j
zy dit hardnekkige verftand met de t)\'quot;
wel zouden buygen, namen een befln\'\'\'
om hem op een gedienftige wyze^^ ^^

-ocr page 410-

l^^inncn, hem voor te Itellenof hy in
. gezelf hap van 17 of 18. jongelin-
J een reys na Rome wilde doen, die
^^^ \'^oe gingen om de piegtigheden
^ ^len, i^ie j-uen aldaar in de opening
l^^ri het Eeuw-Jaar gebruykt. Zy ver-
eidcn zig dat de heerlykheid, gelchikt-
^J\'d, pragtder ommegangen, rykdom
l^rietlerlyke klederen, toeliel der
^ ^quot;\' ken en Aharen, de grootsheid van
zyne^ Cardinalen, en andere
^ ^\'quot;kelyke opperhoofden , ten laatlie
alle deze fpitsvondigè vertonmgen
een hooge gedagten van de gods-
cio^k-^
Zouden geven, en mogelyk een
J \'ed inblazen voor zaken die hy tot
\\v flnbsp;konde bevatten, en met

^»ke zy hoopten dac hy zig zoude ge-
niaaken.

} Heer Pfalrmnaazßär was niet moei-
deze reys te zullen doen, zy, die
j^y moefl: verzeilen, fielden zig toe als
^\'^\'griins, dewyl zy voorgenomen had-
die reys te voet afteleggen, om de
aaten te verwerven, die de Paus in
diergelyke gelegentheid toeflaat.
»•iamp;h^quot; Japonezer maakte geen fwarig-
ö^eid om te yoet te gaan , maar hy

wil-

-ocr page 411-

$12 Befchrijving van

wiide zyn klederen met verlaaten,
dat hy binnen Rome quam in de
ding der Japonezers. De jeflrïên haquot;\'
den hem brieven van voorfchryving»^j
^even door middel van welken hy quot;f^^
ontfangen en by hunne
medebroeue\'_
zeer eerlyk onthaclt wierd, die niet 1
gebreke bleven hem aanterQoedigen|\'\'^
de ehriiielyke godfdienft
vaardigs-
te omhelzen i maar hy zeyde oni
van hen leontilaan , dat hy na
lïioefl wederkeren , en aldaar door quot;
zelve perfoon zoude gedoopt worde\'y
die hem uyt zynA^aderland gevoert 1

Hy én zyn medegezellen dezer re}\' ^
bleven omtrent een maand binnen
me: zy zagen aldaar niet alleen de pl^^
righeden van het Eeuw-Jaar,
ook alle de zeldzaamheeden van
pragtige ftad, de kerken , paleyzf\'^^
tüynen en alle die hovaardige
overbtV
zelen der oudheid , die de nieuwlg\'.^
righeid van alle vreemdelingen tot z\'»
trekt. \' Zy waren tot
Loreite * ,

dHeei

1nbsp; Een Stad in het Landfchap van
zynde een gebied vanden Kerkely ken ftaat ^

by de mond vande rivier Mttfone op de ^
VftB Venetie.

-ocr page 412-

het Eyland Formofa,

ij^ Pfaimamazaar wilde in deze ver-

Woïü !nbsp;\' ^^^ gezecht

. quot; de Icamer ^^^ te zyn, in welke de

ïquot;eld ïnbsp;Zaligmaker des wc-

neeft ontfangen , omdat hy de-
ki-jj^^^^ \'^oefl: doorgaan kruypende op zyn

^y wederom tot Avrgnon was aan
ttj^^^^^en, toonde de Jefuiten hem veel
quot;eleeftheid als oyt, en deden ver-
en \'\'^i\'agen over \'tquot; geene
by fchoon
^\'at lnbsp;te Rome had gezien, en

èennbsp;plegtigheden van het

WoQ^ydagt. Hy gat hen ten ant-
gen \'nbsp;voldaan was we-

koj^j^^ het geene had gezien, en niets
^^ voegen by de grootsheid hun-
Onbsp;eer

^^nP^^rnbsp;volgens dc befchryving.die

door cT ü Kerkgenoten daar van doen, moet
Van cjanbsp;van Nazareth tot Dalmatie,

^otir vT Venetie, vervolgens in het Bif-
i-orett ^^^^natieriin het veld va« een JnfFet
^^ delnbsp;zyn overgebragt. waar vara

«laar „o R^^regen heeft, en ten laatfte vaa
S^iWori^j^^\'^^^ mylen vetder , aUvaar zy te-
v^Tk^nbsp;Kerk is beOoten ,

^^ godvrugtige en overgelo-
vt^^gp^aei\' van een meenigte v;ïn Ko^
Vorften, Heeren en andefe«.

-ocr page 413-

Befchrijving\'Vm

ner hoogtydcn j maar hy voegde t ^
zelvcr tijd daar by, datbuyrengeme^\'
verwondert was dat zy den godfdienftd^
heydenen veroordeelden ter oorzaak
van het groot getal der plegtighede^^^
met welke zy belaft is, als of de ht^^j
ne voor het minft niet met
alzoo
moeylykheden verzeld ging , waar ^^
zy tegens hem wederom zeyden, dat^\'
tegens de plegtigheden der heydco^^^
niets vondente zeggen, als dat
bloot waren van alle eygenfchapof
i\'lelyke betekenis, in tegendeel van\'i\'^^
der chriftenen , welke niet
waren \'
geftek, als opdat zy tot middelen ^^ .
de dienen om het harte gemakkely\'^^j.
tot God op te heften , en tot
godfvrugt te verwekken. Den j^P p
nezer was met dit antwoord niet
daan, ómdat hy oordeelde dat depjf«^
lighedén van de gods-dienft deiquot;^ .
denen zekerlijk het zelve inzigthebf^,^^
Hy wilde hen niets zeggen. Z^o ^^^
zijn ftilzwijgen hen deed gelove\'^
hy begon behagen tc fcheppen m
geene zy tot hem zeide. Maar ^ j^y
wel verre van daar j de vrees,
had van hen tegens hera te

-ocr page 414-

.. lam türfmja. g i %

Was de eenige oorzaak van zijti
h .^\'jgen: \'t was om deze reden, dac
^^y hen niet wilde doen weeten, hoe
hy ge-ergert wasoverde hoegmoe-
pi-agt cler Paufen, die zig Stede-
J^^ders van God, en opregte navoi-
^^rs der Apoftelen noemen , en welke
^j^^^J^oyuitnementheid voor heilighoud,
Sepft*^^ algemeene ongebondenheid der
^®hjkheid en monnikken , over dc
y ;P\'\'\'righeden des gemeene volks , o«-
te,^ onbefchaamtheid der hoeren, en
^ quot; laatften over de onftrafbaarheid der
jiJJ^oeylijkile mifdaaden, welke zo ge-
dci\'^\'^ en openbaar zijn, dat de vreem-
\'^\'gen zulks, zo haaft zy aankomen,
Waarlijk zeide hy in zig
) indien deze menfchen geloof-
den\' ^^^ godfdienft, die zy belij-
dej^\',\'^^.eenige waaragtige is, zy zou-
eii ^^elfs bevelen beter onderhoudenj
te Vrede zijnde met het voldoen van
beyp.^.P^\'gt 3 zouden zig zo zeer niet
\'J\'^\'gen, om dezelve de zwakken en

wpicuiiijgcii j ucuaivTciJ uac

gedagten met zo veel ge-

Ue WondprHaa/lfn nnopviilr ^ rlir».

Wonderdaaden opgevult 5 die
ad dagelijks door de
O 1nbsp;\'Q\'SCt*

Onw \' aczeive üc zwaKicen en
optedringen 5 behaiven dat

nein gehegt had dagelijks door de

-ocr page 415-

B1Bßfihrijving vm

overblijfzelen der heiligen te gebcurequot;^
dat hy niet een eenjge van
dezelve heb-
bende konnen zien, geloofde dat nie^^
alleen alles
5 wat men hem dies aangaat\'
de gezegt had , vals was , maar dat ooK
die geene, welkeaan jefuChnlio wiefquot;
den toegeeigent, van denzelven aart
ren. Zo dat zyn reis na Rome, wel veri^
van hem aantemoedigen om een Chri\'
ften te worden , niet diende als
bem daar van des te meer aftetrekkef^\'

Onderttiirchen de Jefuiten ziende
hy van den eenen dag tot den ander^
uytftelde zig over de verandering i ^^
zy van hem verhoopte, te verklare^^\'
begonnen hem heviger
aanteranden
te vervolgen als zy tot nog toe ged^^
hadden; wy hebben lange tijd ge^^agquot;\'\'
zeiden zy tegens hem op zekere
en zelfs gehoopt, dat wy het geno^S^j
zouden hebben van u in de fchoot d
algemeene kerke te ontfangen j
hebben ons bediend van alle redenei|^^
die de bequaamfte waren om u van
waarheid onzer godfdienft te overt^
genj maar dewijl gy uwe oogen vn.^^
het ligt niet wilt openen, en dat gV ^
uwe hardnekkigheid tot nog toe b

-ocr page 416-

ha H ^^^^ Eyland Formofa. j 17

reien ^ zo word het tijd u te doen
dat wy uv/e aitllellen nietlan-
^konnen verdragen. Wy hebben
verzogtuniet te
W\'l moeyhjk vallen op het onder-
\'■p van uwe godsdienil, dewelke,,
g^\'Uk gy weet , in geen chriften lan-
^ quot; geduld word. Zy hebben u ten

lïon? quot;quot;P^lS^^ ^^ tijd gegeven, die gy
^^\'id wenfchen om u te doen onder wij-
Iv)^\' \'^y l^ebben zig zelven gevleit ge-
dat gy eindelijk het jok Jefu
\'ftn zoud ondergaan, als het eenige
■lüld • \'^elk u voor eeuwig kan ge-
ffï)^^ ^^ quot;quot;»aken; maar dewijl gy alles ver^

daani^u?*^\' ^^^nbsp;foe ge-

«^n hebben om u een goed te verzor-

Welkers waarde gy nog niet kenty
voornemens middelen van ge-
Voel ^^ gebruiken, en u te doen ge-
Qp P gt; dat men onder ons niet onge-
^otte^^*quot;nbsp;dienaaren mag

heij^^^\' tyk agt dagen daarna deed men
Cten . • 2sen van den groot Inqui-
^em\'quot;* dewelke bevelen waren van
^ de Inquifitiete ftellen , ten wa-
öat hy zig iiee^ chriftenen. \'t Zy
O 3nbsp;of

-ocr page 417-

of deze brieven verdigt waren of nieCt
den Japonezer weet daar van niets j maaiquot;
het is zeker dat de inquifiteurs hem
zelve vertoonden, en ter zeiver
tijd zC\'
den, dat zy, indien hy binnen tien
gen niet van godsdienft
veranderde^
verpligt zoude zyn hem in de gevang^\'
nis van het heylige hof te doen bren-
gen. De fefuiten waren by dezefcho\'^\'
ne pligrpleging tegenwoordig , en ^
Zig mee den anderen beraaden te hen*
ben, verlengden zy den tyd en ga^e»\'^
hem ï4 dagen, op dat hy temeer g^\'
legencheid zoude hebben om zig te
denken over het geene hem te doen
de reden, om welke zy hem die veeiquot;quot;
tien dagen vergunden, was deze, of^
dat den
if van de aanftaande maan®
Auguflus de hoogtijd was van de
meivaart van \'de Maget Maria , en \'^f
groote begeerte hadden dat hy cp
zo plegtigc dag zyn godsdienft affW^^
en gedoopt wierd.nbsp;,

In dituytter fte wifthy niet wat
te kiezen, nu ilond hy gereed om z\'g
te onderwerpen , dan zyn ftandvalb^;
lleid en moed herroepende veragte hf
hunne dreygementen., en bereyde

-ocr page 418-

het Eyland Formofa.

Om Veel eer dêwreedile dood te onder-
B^*\'^») als iets tegens zijn gewifle tezuk
doen. Egter fcheen hy met eengc-
\'^^^gzame bezadigtheid alles aantehoo-
\'^^n Wat zy tegens hem zeiden, hen by
niets antwoordende. Zijn ftilzwij-
Een deed hen goede hoop krijgen, der-
/\'\'\'ven begonnen zy de geheimen van
godsdienft voor hem opentlijker te
\'^HUaren, \'t geen zy tot hier toe niet
^^^derj als door gehjkenifle * hadden
pdajfi^ Zy lieten hem noit toe de hei-
Schriftuur re lezen i maar zy be-
j^^^ikren hem in overvloed zodanig boe-
die van de werken en gewaande
\'^®nderen hunner heiligen handelden.

^durende de vier of vijf eerfte dagen
J^Me veertien, die meh hem hadtoe-
J^ftaan, hoorde hy met een uiterlijke
\'\'tierwerping na alle de bewijzen, door
^ike de vaders inquifiteurs met de ui-
^•^^te klaarheid de vaftigheid van hun-
^nbsp;O 4nbsp;ne

l^gj, pv voorbeeld zy vergeleken dé drieeerï-
Ijj\'l^een fluk ftof, het welke drie vouwen
gp egter niet naliet met den anderen een
en zelfde fluk ftof uyt te maken. Door
ftaal:je kan men gemakkelijk van de
^^^quot;^^quot;gheid hunner andere gelykeniffen oor

-ocr page 419-

32:0 Befchr^vingvan

ne leer hem waande te doen begrijpef\'
Deze goede vaders antwoorden op zi)^
tegenwerpalgen door de fiel regulen de^
fchoolen, weikers fpreekwijzen vooi^
hem onbekent en onbegrijpelijk waren-
Hy ftemde alles toe en was gelijk
bereid om té zeggen dat hy overtuig^
was: niet te min zig verftoutende,
gens hen te zeggen dat hy. hunne an^\'
woorden niet verilond, en hunne retJ^\'
neringen voor hem alte duifterwaareij\'
zo fprak de vader van Rodez. hem f\'
dus aan. Mijn Heer , dewijl gy ^^^
verilaat ^t geen de eerwaarde vadeiquot;^
tot u zeggen, zal ik u \'t zelve in
eigen taal uitleggen j maar in plaats
dat ziet daar wat hy tegens hem i^^ ,
Japonees zeide. Mijn lieve
Zoon 0
Ziet
dat de vaders inquifiteurs groote
geerte hebben om u in handen van
inquifitie te ftellen, \'t welk het grootquot;
fte ongeluk zoud zijn, dat u kan ovcf
komen,\' ik raad u veel liéver toeteftaaJj
dat gy alles, wat zy u zeggen, zeer
verftaat, dan langer in die hardnekkig
beid te volharden. Hunne redenen ^^
zeer regtmatig en op onwederrprekeii)\'
l^e beginzelen gegróndveft gt; maar gj

-ocr page 420-

, Bet Eyland Formofa, ^21

de kr igt der zeiver nog niet ge-
Joelen. Derhalven bid ik u ftoutelyk-
heggen dat gy door de kragt van hun-
e redenen overtuigt zijt, dat de chri-
eiijke godsdienft de eenige ware gods^
^\'^nft is, en dat gy niets zo zeer be-
J^^rt als dezelve te omhelzen. De ftrhrik
^etn op dit oogenblik bevangen hebben-
in neemt hy het woord, en zegt
^^ het latijn , ik begrijp het tegen-
oordig zeer wel laaten wy tot een an--
punt overgaan,
^ndertuflchen fteldé hy zijn vertrou*^
op God, en hoopte altijd midde--
^^^ te zullen vinden om hunne-handen;

\'jntkomen en de vlugt te nemen.. Nat
^ tloop van 10 dagen al de klederen

hy had 5, en de koftelijkheden, die-
ij ÏÏ nog waren overgebleven verkogt;
quot;bende poogde hy uir de Stad te--
ünbsp;ko^

üoj^^\'gS\'ïs rekening, die dén Vader vam
Vcf/^ 2an de Japonezer tot
Avignon. deed-,,
9lsnbsp;hem dat \'er niet meer overig was.

als ^\'^\'^ardevan 250.piftoléttcn in goed, zogt;
dè^e ^^^^^^ door een goudfmid was gefchat::
egjj. jS^ederen beftonden in twee goude ringeai
^^Klein lampet met de fchotcl van goud , eoi
^opan, \'t, yyejjj (jg j^fmten bewaart heb-

-ocr page 421-

Befcf^ij^ing-\'^Mf
Motnen , en om niet hei minllevernio^

de tegeven vanhet voornemen,\'twei

by. bepeinfde ,, neemt hy. drie of
fcholierenmei zig, veinzende eenwan^
dchng te willen.doen aan de ovei-ziilt;|\'\'
van tie Rhónei^maar hy. wierd in
poort door de fehiidwagt tegengehoU\'
dtMquot;!, aan welke hy\\ was afgebeeld j (waO
de inqu-itteurs hadden zorge gedrageii
van hem voortekomen, en zoodanig^
firenge bevelen tegeven , dat zy
verbeelden dat hy,hen
noit konde ont\'
\' fnappen, fchoon zulks mogt pogen^
ondernemrn) egter wanhoopte hy n^^^
wn in zijn voornemen te zullen flag^^j
Jry,ging weder insde Stad, zonder Zig
te.-bek aagen ,
en eenig mifnoegen ^
toonen over het geweld
dat men hep^
aandeed: hy keerde wederom na
kamer tot omtrent zeven uure des avond^
wanneer, by een Jood van zijn kennn
fe; gegaan . zijnde , hy zijn Japone^^
kleedtren verruilde, die hy tot nog ^^^
gedragen had j en zig als
een Abc v^J

ben, hem in verfcheide reizen van deze fo^\'^

190. piiftolen of daaromtrent gegeven hebbe

ée^ deój. piftolen , die nog overignbsp;-

iji,,hiiaa§.h^ndÊ.n gebkven,.. 7

-ocr page 422-

. hét \'Eyland Formofa, 323
^^eed hebbende, dat is te zeggen, na
dat hy een zwart kleed, een kiein bef-
jes en een pruik had aangenomen , be-
^gt hy door een andere poort te willen
g ^gaani maar hy was door de geheele
^ad zo wel bekent, dat niet tegen-
J^andè zijn voormomming , den fol- ,
j , die op fchildwagt ftond , hens;
^ende en tegen hield. Dit tweede on-
geluk ontftelde hem óp dat oogenblik,,
^aar een weinig tot zig zeiven geko-
^^n zijnde, en denkende dat het geld i
^^ötijds de grootfte verhinderinge deed i
boven komen , liet hy dit kofteiijk :
, ^taal in de oogen van den foldaat
^Jiriken, want het goud doet defchild—
^\'^gten fïapen en maakt zig een weg,
^^^or de rotfen en ongangbaarfte plaat- •
Hy bood hem dan een piftoolaan
j
hy zoud \'er hem-wel twintiggege-
hebben. ) Den foldaat ftond hier
j gcénzins in twijfel, nam de piP»
aan, en liet hem doorgaan. Al-
heeft de voorzienigheid Gods hem s
de handen der fcheimze Jefuiten en;
^ ^quot;arn:iharnge inquiiiteurs verloft, on--
j^^r^Cike hy noyi ruft zoude gehad
quot;•^Cü j voor dat hy huu ^odidicnft quot;
Onbsp;om-.-

-ocr page 423-

Eefchriping vm /
©mhelft en zig na hunne gewoonten
gefchikt had.

XXX VII. hoofdstuk:

Van\'tgeen d\'Heer Pfaïmanaaz0^.
wedervarenis, Jedert zyn i
uyt Avignon-, tot dat hy m
land ts aangekomen.

Ldus uyt Avignon ontkomen ïi!^^
^ ^ de, nam hy zijn weg over f
àt. Efprit I , en langs de
gaande , trok hy door
Vdewe zr ^
imans-^^nbsp;4, alwaar hy iu

doortrekken het groote Kloofter
Carthuyzers.ibezag, en vervolg^.^

1; Een ftad in het Languedok aldus gf^J^^^J
îer oorzake van haar brugge gt; die voor e
fchoonfte van Europa word gehouden.
Z. Een ftad in het Dauphiné.
2. Een ftad in het Dauphiné. . , jg*
4, De Hoofdftad van het Daupl»in® amp;
«en op de rivier Ifere.nbsp;^je

li Dit is een kloofter van, Monniken js
Hien de Carthuyfers noemt.. Deze Pj-g^gj?

alleen vermaart oiuz.yneenzaapaheid» -

fdïrikkeUjIs. is». \' \'

-ocr page 424-

het Eyland Formofa. ^ if

met alie niogelijken haart na Lion
jfgaf. 2,ijn voornemen was de reis na
^lland voort te zetten , verhoopende
^«aar gelegentheid te zullen vinden om
^ ^derom na zijn land te keeren. Het
^rlangen, in welk hy was en de vrees
Wederom in handen der Jefuiten te
dnbsp;zijn weg verhaaileoy

ennbsp;nergens eenig verblyf hield

. geen ruft had voor dat hy zig ineen
Faats bevond , daar de Jefuiten niet
j. ^er Waren te vrezen. Van
Lion nam
f Zijn reys over Bourg 3. in Brejje, o-
Salins * Bezjancon i. Befpn 2. enal-
quam hy te
Bnfac 3,nbsp;Ein-

Ag^\' De Hoofdftad van het LionnoySj gel®,
otienbsp;^^ alwaar de RhóneenSa^

zig vereenigen.
rjyl\'^De ^ofdftad van Breflè leggende op de

kleine ftad van het Franfch Comtê
if^e rivier Forica gelegen omtrent zes my-
quot;^Bezancon.
\'Een ftad van het Graaffchap Bourgogne
quot;^ Rivier de Dopx.
^ier kleine Stad in Duytfland opde Ri-
dej, binnen het landtfchap Süntgau ia

djJp^s Hoofdftad van Brifgau in Suabe op»,
^^hjrn ïuffch^n Bazelen Straatsburg, Jeg^

geaj.

-ocr page 425-

Eyndeli ik njn reis over Sekjfat^- ^^^
mende trok hy door Haguemu cnL\'^^
-dm 6. alwaar hy eenig verblijf hieij\'\'
voorts door
iVorms Mentz. 8, en ^^
Uems 9, tot dat hy ten laatfte ^o^/TI
dermch lO, aanquam ; alhier wierd
door de loldaaten van den
keurv or
van Geulen aangevat en met geweW ^^^

gende omtrent negen a tien myJen van
beyde fteden.nbsp;uü

4. Een ftad van het Prevooftfchap va»
Euenau in der Elfas aan de Rivier de il\'.^\'\'^e
^ 5. Een ftad in der tlfas op de RivJef

.potter omtrent vier mylen vao Straatsburg\' ^

6.nbsp;Een ftad in der Elfas bcflooten iquot; . j,
Palatinatvanden Rhyn op de Rivier de C2il®
omtrent vijf mylen van Philipsburg.

7,nbsp;Een ftad in Duytfland opden Rhyo
trent tien mylen van Mentz.nbsp;. ^

8.nbsp;Een ftad van de Keurvorftdyke
Van den Rhyn in DuitOand, zynde

ftad van een aardsbifdom vandietiaaiti, ®
legen op den Rhyn tegens over de mo}»^ ^^tf
lt;k Rivier de Maia omtrent zeven tnyje«\'

Erankfort.nbsp;^ , . ifrcVtS\'

9,nbsp;Een ftad van do Keurvorftclyke^
va^den Rhyn toebehorende aan den

van Tii. r; gelegen\'ter pbatfe daar den *
en ie M.-
n zig vereenigen,nbsp;laêlei^quot;\'

10 F/ n kleif\'ï ftad vao Daytauiidg«^
ia,iiui Bil4om. vau Cewlen^,

-ocr page 426-

net krijg voik opgeichreven, Warit
had beve! gegeven alle vreemde-
. ^n aantehouden, om eenige nieu-p
^poenden te vullen, diedenkeuivoifl;
dj.- opregten. Van de zelve lagen
^ Vaandelen tot Andermich, drie tot
p/\'\'^ ir. en zes tot
Bm it \'t welk de
van de byeenkomft was. Zo haaft
^^ daar aHe vergadert wai-en , verhaalt-
^e^nbsp;van het vaandel, ongt;«

g Jj^et welke diliïttï t falmam^tzMar
I \'telt Was , aan den bevelhebber dat
^«Idaat had ,, die geboortig van
(j^ %land
Formofa, een onderdaan van
^ie\' ft van papoft , en van godi^
j.^ een heiden was , dat hy van Eu-
k ^^00 veel fchoone zaaken gehoort
liadnbsp;zolange, gevaarlijkereis

ondernomen , alleenlijk om zijn
V^iL^%ierigheid te voldoen. DenBe-
^ebber, die een favoyard * en van^

die

SelVo« Stad van het Bifdoin van Geulen ,
op den Rbyn.

^«kop»^\'^quot; S^^d van het Bifdom van Geulen;

^P den Rhya omtrent vier mylen vaa,
was d\'Heer Chevaliei: de Sfo ,

-ocr page 427-

Be/chryving mU\'

die yverige catholiken was, maalite
righeid om een heiden inden dienu^^^j
de keurvorft te houden. Na hem ^
ondervraagt te hebben gaf hy bevel ^

hem in het kloofter der Jefuiten te br^

gen, ten einde hy aldaar mogt wor\'l ^
onderwezen. Op het hooren van ^
naam der Jefuiten begon onzen J^P
nezer reeds te beven ; hy vreefde ^^^
Hond dat zy eenige kennes hadden ^
zijn vlugt uit Avignoriy en hy verbef ^
de zig vallelijk dat hy ging veroorde^
worden om op nieuws een vervoI|iquot;K
uitteflaan, die hem in plaats van
fe verftrekte. Na eenige over^^ê^^,
gen wilde den Bevelhebber de ^^^ ^^c
ben van iets geholpen te hebben
bekeering van een afgodill, hy B^ni
\' • quot; • \' \'ke

hetn zelf by dc jefuiten, dewe

zijn geluk van hem niet

haddenhoo\'^j

fpreken. Na de eerite ondervragt^p^j,
over het oogmerk van zijn reis, bcg
nen zy hem duizent fchoone zak^^^
te halen,- en hun godsdienft te ^^^
fen, na maate dat zy de zijne
lagchelijk uytkreeten. Hy was
zijn eigen ondervinding overtuigt
j
hunne bewijfredenen te zwak

-ocr page 428-

dienbsp;gevoelens van etnig menlch

to weinig verftand heeit, te doen
Donbsp;»nbsp;oordeelde dat zy

8^minder vat hadden op een Jood ,
^ Jquot;^ of Heyden als op eenig ander
^iequot; . \' ^^^ van ouds de redenen,
^^ ^y in diergelijke gelegentheden ge-
^yn te gebruiken, hebbende zya
^ neugeniffe nog vers van de twiftre-
waar uyt zig maar even te voo-
gered had, z^ dat hy zig zo wel
Ite^^^^ ^\'ond om riiet hen in gefprek te
^ dat hy hen bewees dat \'er duir
^^^\'^^Giaal meer ongerymtheden in hun-
jj godfdienft als in de zijne waren: en
^iamp;ff\'quot;^^ tot hen met zodanige vrymoe-
iiebbnbsp;dat den Bevel?

verbaaft uytriep, hy Wt
die * fpreekt, maar \'if is de Duyvel^
Ma^\'^ ^^^nbsp;Jp^^^hnbsp;mond.

^^nT van deze Jefuiten hem aan een
^ütnbsp;hebbfnde zeide tothern

af^^y Wel ongelukkig was van in zyn
, ^^ery te wllen volharden, en dat
flen in tegendeel, indien, het chri-
^elvnbsp;wilde aannemen , aanmer*

Wd ^ voordeelen by den keurvorft
er langen maar hy gaf hem

ten

-ocr page 429-

33© Befchrijving van

ten antwoord , dat hy bero ^or ^^

van de waarheid zyner godfdienli

overtuygen, of dat hy anderzints vo

genomen had liever alles te verdra|gt;^^
ais van de zyne afteftappen. Den ^^^^
velhebber wierd daar over zo vergf\'y^j.
dat hy hem dreygde in een donke!quot; fe
te zullen doen fmyten, alwaar hy ^^^^
zo lang op water en brood zoude ^
(^«r Iiv van p-evoelcU , _

verandert. Zyn Hoofdman een
ker man zijnde dan zy alien, jot
kende dat men hem door gewelf l
den dienft) verpligt had , wilde
dulden dat hem eenig quaad g^^j^^f
wierd Hy verzogt den Hevelhe ^^^

,, xw. v^ . —— —nbsp;gcn

dat hy hem wilde laaten gaan, en ^^^
vrygely-briefgeven, hetwelk nog
zelve dag gedaan wierd.

Hy nam dan zyn zwarte klederen
derom, vertrok uyt en
zyn reis tot Geulen ^ alwaar hy ^^

..vaquot;

* Eenflad van de Kearvorftelyke kre^^
den Rhyn, zynde de Hoofdftad van
bifiom van die naam, gelegen op den ^y-
tuüchen Boa en
Dujfeldorp, omtrent vi^^
len van de eene en zev€n mylen
van
■liere plaats. \'

-ocr page 430-

honbsp;ichiidwagt wierd aange-

\'nbsp;Hoofdiiian

dc Wage deed brengen, aan welke
ripyn verlofbrief van
Bm vertoonde:
inhoud van deze verlof-briei bebelf-
^der anderen ,dat men hem ter oor-
van zyn godsdienft had ontfla-
\' Of deze menfchen gekken zjn^ 2;egC
hoofdman van de wagt tot hem,
bei^ \'^^yy fk ben xjilks niet fchoon gy een

^lenbsp;^ ^^ ^^^ ^^^^^ l^^de

^^^en als de hefle Chrißen. Ziet
hem voor de tweedemaal op-
ie V^^\'^ven. Den Bevelhebber van de-
fj^ quot;ende was d\'Heer
Buchwald , zyn^
die daar na overfte wierd,,
leb\', \'^eer
Warensdorjf: Xy waren al?-
^^Ih Kk ^quot;quot;^herianea Den onder^be-
®er,
die randeui! genoemt wierd,,
bej.j ^^^holyfc, en verfcheide gefagheb-
^Henbsp;benden calvinüien , zynde

Aieüke*

\'Jiamp;p\'^^\' \'^^ar deze bende was voor ee-
jaaren in hollandfe foldy. Den
Hig \'quot;ebber en Hoofdman lieten na ee-
Pi-edikanten van hunne gezint-
lot^^^eken., van welken den eene
cn den ander op een
dorp

cejn

-ocr page 431-

332 Befchrijving van

een uur wegs van daar was, eii
andere namen hun dienft waar onuS^
de benden der Brandenburgers. ^
Japonezer was een geheelen dag n^et^c\'
ze vier heeren bezig; maar hunne Co\'
jubßamiatie ergerde hem alzo- veel als ^
tranffubßantiatte derRoomfgezinden- ^^

zelve fcheen hem aan zoveel ongery^^
heden onderworpen als de leere
doms, eerftciijk omdat zy het
nifle der uiterlyke zinnen verv/ierp?
bygevolg het grootfte bewys der cl^f
ftelijke godfdienft omverftiet, te ^^^^
ten de wonderdaaden, die dezelve n^j
veftigen , welker waarheid teeneo^^
afhangt van bet getuigeniftè der
nen van die geene, die dezelve gej\'
hebben. Ten tweede de leere der I^\'i
therianen, zo wel als die der RfO^j,
Kerke , onderfteltdat het lighaam
fti, die tegenwoordig verheerlyk^ jjj
onfterflyk in den Hemel is, niet te tï\'
lighaamelyk in het Nagtmaal, en J
alle plaatlèn, daar dit
verbonds-z^eg

bediend word, te gelyk tegenwooj\' amp;
is} \'t welke ftryd;g is tegens de
ting,, die wy van een lighaam g^^^^j
het onze hebben,
en defgelyks teg^^j.

-ocr page 432-

^ee f?* Jefu Ganlïi, fchoon hy ver-

v^t^ \'quot;lirifti hoedanigheden bezat, die
%znbsp;verichillen , cn welke de

nep^ ^^^^ zoude konnen aannemen, wan-
hej] verheerlijkt zullen zyn, of dat
\'Sf^aam Jefu GhrilH cigenfchappen
^yn\' ^^^nbsp;geelten eygen

Zo zoude hy geen lighaam heb-
liet\' ^^\'^genomen overeenkomende met
5 welk tegens de heilige fchnf-
jf aanloopt,
de ^^i\'^alven de ongerymtheden, die aan
g^^Hoonjfe en Luterfe kerken beiden
^ök 2:yn, zo heeft deze laatfte, gelijk
^ieK \'ändere , zommige m^fgrepen,
alleen eigen zijn: want eerftehjk
^y? dat deze woorden,
dit is myn
dejj\'^\'^\'^s letterlyk moeten veriiaan wor*
^es i ^quot;nder dat nogtans het wezen
VQj^ \'quot;oods word vernietigt j zodat,
^en uitleg der lutherianen , dc
is£) ^^ Woorden van onzen heer deze
quot;^Uef des broods u met *er daad myn
rpre ? ^^^ welk een ftrydigheid in de
lyl^ ^wyzen is; want het is onmoge-
^ejy^\'^ .het zelve wezen op een en de-
^ ^\'jd te gelyk kan brood en vlees

zyn.

-ocr page 433-

334\' Btfihrijvingvan

zyn. Ten tweede beweren zy
brood des Nagrmaals het teken of ^
gel van het hghaam Chrilli is, , ^^
het op dezelve tijd met \'er daad zyn;\'^^
haam is; zijnde een tweede tegenit^/j^
digheid , namentlijk dat een en
ve zaak op een en \'dezelve tijd
■het teeken en debeteekende zaak iS\' ^
d^t een en dezelve zaak het teeken
zig zelven is. Ten derde verzekef
zy dat het lighaam Chrifti levendig^^
het Nagtmaal is (want zy verwerP j.
de oiïerhande der Mife, in welke n
hghaam Chnili telkens geflagt
een ofFerhande word opgeofïèrt voo\' ^^^
zonden der levendeen der dooden/.^ ^
dat het vereenigt is met de godh^^ ^^
zonder dat zy nogtans het zelve t^o^jj
onderwerp hunner aanbiddinge ^^^ ,
gehouden hebben, ten warezulk^g
fchiede in het ontfangen van hc^

Ziet daar onder andei-en de
quot;weipingen die hy tegens de
nen maakte j door welke de P»quot;^quot; jat
ten van deze gezintheid wel zage\'\'\'
\'er weinig hoop was om hem ^jg
denen te overtuigen, ten einde hy^^^

-ocr page 434-

jj^ het Eyhnd Formofa. 335
tj\'g. ^.^nne leere van het Nagtmaal oa-
Wierp. Derhalven nam hem depre-
j die op het dorp woonde, vari
/^^elk wy zo even gefproken hebben,
na zijn huis, alwaar hy hem d(Q
Van veertien dagen hield. Zyn
^ofdman mede van hun gezelfchap
j Jnde vervoegden zy zig te zaamen ora
I
j door fchoone^belotten tot het om-
. ^en van hunne godfdienft te verplig-
ij^j\'j tnaar hy bleef onbuigbaar, enver-
^^^erde hen dat zy op hem door duf-
middelen niets zouden winnen:
^.•quot;halven zonden zy hem wederom na
d!^ oc\'zeaing, alwaar den onderbevel-
iia die Rooms Catholijk was, hem.
eerft tot de Capucijnen enver-
j^^ns tot de Jefuiten bragt j maaral-
^^AtiT^quot;^ P^g^^ge waren vergeefs Ten
Vjj ^fe wierd hy door dc gezaghebbers
de bende, die alle Calviniften wa-
g^i \' ïot de Predikant van hun Kerk
deze terftont met hem over-
^^\'ï\'ende wegens de ongerijmthe-
^^^ welke de ieere der Roomsge-
en Luthcrianen onderworpenis,
^eiinbsp;ft eene des aanftoots, die

^ophielden5 geweertte hebben, o.-

ver-

-ocr page 435-

\' Befchryvrngvan

vei tuigde hem over dc meeite putttc \'
diehy betwifte , zodanig, dat byin

zeive geheel verltclt zijnde van dat ^^
byna niets meer konde tegenwerp^\'^^
2ig op het punt zag van een Chri^

te worden 5 maar de Ichikking van ^^^^
ne twittreden de ftoffe der genade
voorbefehikking tot het einde ovefê»^^
laten hebbende, zo haaft als den 1L
dikant, die een weinig te ftijlhooi
in zijn gevoelens was, hem de le^^
der onveranderlijke eeuwige verkie^^,
had voorgeftelt , en dat hy zig bequot;\' ^
tigt had dezelve doorde heihge
tuur te bewijfen, zo wierd hy daaf^\'^p
zodanig geergert , dat hy wederon\'
nieuws begon te twijfelen overdev^^jj
heid der zaken, van welke hyzig^\'^Jf,
verklaard had overtuigt te zijn. _
halven zegt hy tegens hem dat,
het een volflage noodzakelijkheid
een zodanige voorbefehikking re g^j^^
ven, hy geen-vafter bewijS had d^jg
verworpen was, als de
tegenheid ^
hy gevoelde om deze leer te omhei^^,
cn hy voegde \'er by dat, deze vo
ge eeuwige verkiezing
voorond^\' j^y
aijndcj het alfdah zeker was, da yc

-ocr page 436-

^^ het Eyïand Formofa. 557
u ^ Zoude verdoemi: worden, omdac
een godfdienft aanhirg, in welke
^ou hem had doen geboren worden j
^^\'^^i\'ter oorzake van het onveranderlijk
J J^^UiWig befluit, door hec welke hy

^l^s verworpen was,
V predicant zig door zijn tegen-
p ^\'quot;pingen een weinig belemroert vin-
op welke egter zo gemakkelijk
^^^ ancw^ootden, gaf hem om zicli
die zaak te redden tot antwoord ^
ti^n-^y een hardnekkige was. Onder^
j^^^chcn vertrók deze bende van Geulen
Ve1 in Holland, alwaar
^jjl^heide predicanten der Calviniften
^ S beyverde om onzenjaponezer re zien,
hem ce twiftredenen , meer
^\'leuwsgierigheid, als uyt eenig
voor-
van aan zijn bekering te arbei-
{j Hy ftelde hen gedurig dezelve
Vj Allicdenen voor , niet een menfch
^ quot;^ende, die hem een voldoende ant-
konde geven. Van s\'Hertogen-
Pnbsp;bofch

Ila^j ^eti ftad der Nederlanden, zynde de hoofd-
Holl Meyery van die naam i gelegen ia .
ij^ \'^quot;ds Braband, ter plaatfe daar de \'nviev
en den Douwnel «ig vereenige.

-ocr page 437-

Befihrijvmg van
bofch ging hy na Sluys alwaar
drie maanden en een half bleef,
rende welke tijd hy nog
verfeheide aa
vallen legenftond , van welke hy
weinig voldaan was als te voren.
I^j;
ïJeerden Brigadier Lauder , toen
tijd Bevelhebber van deze plaats, he^^
bende op zekere dag den
predikant
de Franfe Kerk, d\'Hr. D.»«^ genaai-
verzogt om by hem te middagmaie^J
zegt tegen denzelve, dat \'er ondei
bezettelingen ee,n Soldaat was, die e
Japonezer en heiden van geboorte
de genoegzaam onderwezen was ^
verfeheide gezintheden , die de
ften kerke verdeelden, om eeti ge\'^
tegens de bequaamfteperfoonen te ^
ven opvatten over de moeilijkfte f^.,
len van den godfdienft: dat hem f
j
hal ven een fchoone gelegentheid op^
om zijn verftand en yver te tl oen ƒ j,
ken. Den Predicant ging des ^^ Lfli
daags den Japonezer vinden om ^
een openbaare twiftreden
voortefte
Zy quamen wegens de tijden pl^^^® jgii

-ocr page 438-

anderen overeen, en 7-y beloofden
^Xlei-ling malkanderen dat den over-
onnene zig aan de zijde van den ver-
^»nnaar zoude voegen en zijn godfdienft
^^heJzen.

, tgt;en beftemde dag gekomen zijnde
lt;^vond zig een groot getal menfchen
j^P deze byeenkomft. Onzen Japonezer
^gori terftond en in zo weynig woor-
als hem mogelijk was de godfdienft
zijn land tc verklaren, aliinede de
^\'jze op welke zy hun God aanbid-
, en al het geene eenigfins de eer-
\'^d betreft, diezy hem bewijzen. Wan-
J^er hy van de ofïerhande der kinderen
te fpreken, viel d\'Heer
D. ***
in zijn reden zeggende, moet gy
bekennen dat gy wel een wreed en
\'itTiedogend god diend , die-zoodanige
^^gtoffers afvordert ? Waarlijk dit kan
Zodanig fchijnen antwoorde den Ja-
{^^Hezer; maar mag deze wreedheid in
Q^gelijkihg komen by die van uwen
^^d, dewelke gy dient?, Want indien
gjl\'- onzen God wreed noemt, omdat
j./^ommige zijner fchepfelen van een
ci levc^ berooft, om hen voor
gelukkig te maken, met wat
P 2.nbsp;naana

-ocr page 439-

naam zal ik die gcenc noemen, wcii\'\'^
de vevworpe Ichepzelen enkelijk
rukt om hen ten hoogfte ongeluk te
ken, en die tot de eeuwige Itrafïe vei
oordeelt, zelfs voor dat zy in wez^^i^
zijn i en dat zonder èenig
opzigt te hc\'\'\'
bén op het goed of quaad, \'t welk
zouden konnen doen, alleenlijk otn^
geftrengheid te toonen in het llrafl\'\'^
van een ongehoorzaamheid, welke
hem behaagt aan de geheele nakoin^^
jingfchap van den menfch toeterekciif^\'
Deze antwoord, welke d\'Heer D* |
nietv^^as verwagtende, ontzettede h^f^^\'
Hy gaf niet anders ten antwoo d ^^
dat het een flofFe was die zijn verltaquot;^
te boven ging , en dat hy zig ^ef ^
rnoeft laten onderwyzen eer zig in
daar over te fpreken : zodat den J^P^
nczer verzogt zijnde met de verkUfJ\'\'Jp
Tan zijn geloof voorttegaan, o^ider ä
deren ook verhaalde dat den
God n ^^
dikmaals verfcheen dan onder de
daante van een
Os of Elephant en o ^^
onder die van een Leeuw of Beer,
dat hy
vergrämt , of door de ^
naamheid hunner offerhanden vcf^o^^j.,
wasi maar dat zy hem onder deze

-ocr page 440-

ctieide gedaantens dienden, ó God!quot;
^^Ike blindheid is djze, riep den Pre-
^\'^^ant uit! is het mogelijk dat die God,
elke gijl. zegt Almagtig, oneindig^,
naj-metehjk eeuwig amp;c. te zijn , zig
^danig wil vernederen, dat hy de ge-
^antens van zulke dieren aanneemt ? ïk
/^et niet of zulks beneden de waardig-
heid Van den God is, antw^oordeden ja-
quot;onezer hier opj maar ik w^eet wel dat ik,,
^ de, mogelijkheid daar van te bewij-
ïny alleen maar heb te bedienen van
Voorbeelden , die in uwe heilige
JiPriftuur^ zijnde de grond van uwe godi^
verhaalt worden. Gelooft gijl:
^^^^ dat den heiligen geeft oneindig, on-
^l^iTieteli jk , eeuwig , met een woord
hy God is ^ Heeft hy zig egter aan
inenfehen niet vertoont onder de ge-
kante van een duif, welke veel min
^nnierkelijk is als die van ccn Elephant
T Os? Waar op d\'Heer
D***. nietan-
antwoorde als door uitroepingen o-
her onderfcheid van deze dieren
onder eenige reden van deze ongelijk-
^^id te geven. Verfeheide vandiegce-
die aldaar tegenwoordig waaren,
°^jelijk zijnde van hem een goede zaak

P ïnbsp;Z0

-ocr page 441-

Befihryving van
zo qualijk te zien verweren, poogde»
vergeefs iets te zeggen, hy belafte hen
te fwijgen , en wilde noyt dulden
dat \'er iemand fprak als hy alleen. Den
Japonezer hoorde hem zeer geduldig i
maar zijn geheele redenering
behelfde
met anders als opwekkingen om de
Chritlelijke nedrigheid en eenvoudig-
heid wel tebeleeven, hoewel hy waafquot;
ïyk zelf weinig daar van voorzien wasgt;
^ildus deed deze zamenfpraak niet h^t
minfte voordeel op het verftand vanofl\'
ze Japonezer, en ten waare de godd^
lyke voorzienigheid hem een Ammas *
verwekt had.
Om hem de [chiilen van ^^
oogen te doen vallen.,
en tot een leidfinan
re ftrekken op een weg met zoo ved
doornagtige gefchillen bezavt, de
ling der Chrifteiyke godfdienft, zo
dezelve hem tot nog toe was voorg^\'
ftelt, fcheen hem nog zo ongerymt»
dat hy veel hardnekkiger dan oyt
zyn afgodiftery zoude gebleven hebbe\'^]
want hy betuigt als nog met er daad
dat deze verfchrikkelyke befluiten d^t
onva-anderlijke verkiezing en verwer-
ping

^ De Handelingen der Apollelen op hec
Hootdftuk het ig, vers.

-ocr page 442-

hét Eyland Formofa. 345
l^\'ng hem God als een wreede en on-
J\'erbiddelyke geweldenaar hadden doen
Jefchouwcn, die geen grooter vermaak
quot;ad als zyn fchepzelen eeuwiglyk te zien
ï^ynigen. Deze bevatting fcheen hem
veifchi-ikkelijk en ftrijdig tegens de
^%emeene grondregel van alle godsdien-
ften;dezer waereld, welker naafte uyt-
^ynde de ftrafTcvan bet quaad en de ver-
gelding der deugd is, dat hy zig ver-
wonderde dat menfchen met reden be-
E^aft zig hebben konnen begeven om
^en leere aantenemen, die zo redenloos
20 weinig overeenkomende is met
•^e bevatting, diezy willen dat men van
^od heeft, als zynde een oneindig goet
barmhertig wezen.
Den Heer Innes zynde een fchots Pre-
dikant zig tot Sluys bevindende hoorde
^an onzen Japonezer fpreken; zyn we-
dervaren hem nieuwfgierigh gemaakt
Hbende , zag hy hem , ondervroeg
^em, en was daar van wel voldaan. Hy
Had in het vervolg nog meer behagen
^^ hem , kreeg medelijden met zyn
ftaat, en beklaagde bem
van dat hy hem
^o vaft aan zyn godidienft gehegt, en
Zoverre van
het Chriftendom afgeichei-
P 4nbsp;den

-ocr page 443-

Befchrijmig van

den zag ; maar merkende dat hy e?®
ZLiyver gemakkelyk , doordringend ^^
onderfcheiden verftand had , en be-
quaam was om een goed gebruik van
zyn ingefchapen rede te maken, zo on-
dernam dezen Heer hem de Chriftely\'^^\'
godsdienft uytteleggen op een wij^e»
die eenvoudig en ontbloot was van al^^
d:e wonderbaarlyke ftellingen der
fuhflammtie , Confubflmtiane , en onverd^\'
derlyke eemvige verkiezing
, die aan de
portelen en hunne eerfte leerlingen noi^
zyn bekent geweeft. Den Japoncz^f
hoorde hem met zo veel vermaak,
alle deze moejelykheden in weinig
ken verdwenen, zyne twyfelingen wief\'
den opgcheldert, en zyn gemoed vvä«
zo voldaan , dat hy niet konnende de
Äragt der waarheid en de aanlok kelyk-
heid van de genade wederftaan., bcüooquot;^
zyn bekeering niet langer uytteftellequot;\'
en zig zelve fchikte om den doop
ontfhngen. Myn Heer
Fnnes bediend«
ze aan hem j den bevelhebber van de
plaats myn Heer den Brigadier
was zyn Peeter en noemde hem Geor-
ges. Men verkreeg van den
Bevelheb-
ber zyn verlof brief, en mijn Heeri«^^-\'\'

oor-

-ocr page 444-

w ^

^ijnbsp;dat, indlen dezen jongeling

^ § aan de boekoefening overgaf, hv

^iLi^ t\'eeniger rijd zeer goede
^^^niten zoude konnen doen, gaf hem.
raad van na Engeland te vertrekken,.
Waar hy federt 7. of 8. maanden is
Èi^rT ^^ ^^^cherming van myn heer den
. ^ichop van Londen,, dehem verpligt
f.r*^ 2;onder.tyd verzuym na de hooge
«ooi van Oxford te gaan, om aldaar
j^J« loop m de godgeleertheid re begin-
}jJJ: Maar eer wy een eynde maken,,
Oben wy geoordèelt aan den lezer
^ onaangenaam te zullen zijn, dat
®nbsp;^^ ontwer-

v. S deze nieuwe plant zig zelve^
chriftelijke godfdienft gemaakt
W \' ^^^ geene \'t welk hy def-
IiqI?quot;« van de zamenfpraken heeft ont-
j ^deir, die hy met zyn geeftelyke va-
dnbsp;ê^had heeft. Men.

daar in veel zaaken vinden, die meer
^ de kerkelyke tugt als op de
maar ik heb daar in nietsgt;
Qyg*^!] veranderen^ men zal daardoor-
de ƒ zuiverheid van zyn verftand\'en\'
jjg \'^gtniatigheid van zyn bevatting kon-
oordeelcK. Deze zaaaieniielimg-
P S, U\'ord.

-ocr page 445-

34^ BefSrij^vingmnnbsp;,

Word vertoont op de wyz.e der Lan
roecers, te weeten door bepaling^^^»
grondregels, ftellingen en voorftelji^^
gen- Dezelve is twee ledig, de
eerfte ve \'
vat de beginzelen der Chrifteiykego^«quot;
dienft in
\'t algemeen , dc tweede hC\'
grypt die geene, welke meeft eyg^
zyn aan de EngeHe
kerk, en waardoo^
dezelve van andere vergaderingen j .
zy onregtzinnige of fcheurmakers V/öï
©uderfcheiden.

xxxviii. hoofdstuk.

vorzaaken der bekeerm^ van
George Pfalmanaazaar.

EERSTE LID.

Steïïmge van de Chrifielyke godfU^^P
in \'t algemeen.

Bepalingen.

I. T^Oor het woord god verfta ik ^^^

XJ oneindig , ongefchape ,
wig, onbegiypelyk, almagtig

-ocr page 446-

j het Eßmi Formofa. 347

j Scc. wezen, \'t weike in zig zel-
alle bedenkclyke volmaaktheden he-
il. Een zaak \\yord gezegt uyt een
oiflage noodzakelykheid te beltaan ,
^anneer zonder dezelve niets kan
he-

p IlL Men zegt dat een zaak ter eere
^quot;^ods gefchapen is, wanneer dezolve
^Igens

zyn aard en kracht een of meer
defïèlfs eigenfchappen vertoont.
I W. Door wonderdaden verlla ik ze-
1 ^^e klaare en baarblykelyke uytwer-
quot;^gen, die de kragten der natuurlyke
J\'^ä\'Zake overtreften 5 cn geichikt zyn
J^t beveiliging der waarheit van een wel,i»
S«llelde godfdienft.

j De Heihge Schriftuur is een bui-
^^gemeene openbaring van de wille
^ ^ds, tot kennifle van welke den menfch
.Oor zyne natuurlyke bequaamheuen
^yt Zoude konnen komen
^I. De godfdienft beftaat in deneer-
die wy aan God Ichuldig zyn ,
hem van ons word atgevor-

r Door fchepzelen van de zelve
^ft veiita. ik in \'t algemeen alle die

F 6nbsp;gee-

-ocr page 447-

ving Befcbrijvan- u
geene, die ot vernuftig, ofgevoeieiy«^

ot redelijk z.yn.

Q R O N D R E G E t S.
r. \'t Geen niét is, kan aan eenige z«^

bet wezen niet geven,

IT. Alle fchepzelen zyn niet taet
vengelyke volmaaktheden begaap.

III. Twee tegenftrydige yoorfteH^^
gen konnen geenfins allcbeiden ^^
heidzynv

I:V. Twee zaken, dit zig döor tv
o£meer tegenftrydige voorftellinge
drukken konnen geenzins allebeyquot;
waarheid zyn.nbsp;. ^

V. Daar zyn verfcheide onderleidquot;
de godfdienften in de waereld. j,
V I: Alle godfdienften begrypen e^^
zeker getal voorftellingen, die of
valfch, of alle waar , of voor een ^
decke valfch, en voor een gedeelte v-\'

^^VII. Indien wy de bequaamheid

hadden van te denken , zo zou\'^^.
heerlykheid Gods voor ons
een on
kende zaak zvn.nbsp;. 0

yJIX, Hoe ft^Kcr: een bequaana^^^j

-ocr page 448-

Bet Eyland formofa. 549

is, hoe klaarder wy de eigehfchap-
pen van een zaak zien, die wy begry-
P^n 5 wanneer dezelve het voorwerp van
bequaamheid is*

S T E li L ï N G E N.

t. Bat de heerlykheid Gods, hetge-
beft, en \'t voordeel van ygelyk
^^nfch in \'t bezonder de voornaamfte
^yndens zyn- van alk waaragtige godf-
dienft.nbsp;..

. U\'; Dat het nodig is dat een menlch

in \'t geheel niets gelooft.
, lil. Dat \'er niets moet gelooft wör-
Zonder
een genoegzaame overtuy-»

öing;

ÏV. Dat zaaken, die dezelve trap, o£
Jvengelyke trappen van klaarheid heb-
van ons dezelve , of een even*
B^ïyke trap van toeftemming afvorde-
ren,

Vquot; O O R S T E L I. I N G E Ni

1\' Daar is een Gód.
, ÏI. Dezelve heeft alle dingen tot
^quot;^eerlijkheid gefchapen.

\' P 7:. ilii\'

-ocr page 449-

Befchrijvingvan

III.nbsp;Hoe meer wy een voorwerp k^fl\'
nen, hoe meer, natuurlijker wyze ge-
Iproken, de beiehouwing van dit oO\'
derwerp in ons iitfde of haat verwel\'^\'

IV.nbsp;Alle onderfcheide godfdienfteij
der waereld komen voort van liefde or
haat tegens het onderwerp van onz^
aanbidding, of van de verfcheide trap\'
pen dezer genegent heden.nbsp;. .

V.nbsp;Men moet aan God geen eerbied
bewyzen, die hem niet aangenaam f\'

\' VI. Alle de godfdienften der waerei«
te zaamen genomen behagen geenzio^
aan God.nbsp;-

V^ll. Daar is niet meer als eenego^^\'
dienft onderfchcidentlyk op zig zel^e
aangemerkt, die aan God aaiigenaa«^
is.

VIII.nbsp;Den menfch in zyn natuurly^^®

flaat zynde kan deze godfdienft niet ont\'

dekken.

IX.nbsp;Daar zyn zekere middelen
de waare godfdienft van alle
vaii\'cbe
onderfcheiden.

X.nbsp;De goddelyke openbaring is
nemaal noodzaakelyknbsp;^

XI.nbsp;Het hangt van Gods wijsheid af

dat alle fchep^eica vaa een zelve f«quot;\'\'

-ocr page 450-

^ hêt Eyland Formofa. ^^^ï

.8 t\'zaamen voegen en overeenïlcni\'*
om de heerlykheid Gods op een
y^e te openbaren: en dit is zelts een
^^^^ y die van den aard dezer fchepzelep
kan worden afgefcheiden.

God kan zig aan de menfchen
. ot minder openbaren na zyn enkel •
Welbehagen,

\'^lil. Hoe algemeenderde klaarheid
^^ een goddelyke openbaring is, hoe
^\'oaaakier en algemeender de Godf*
quot;^\'^nft zelfs is

1 quot;^^Vquot;. God heelt geen voornemen ge^i
om alle foorten van menfchen een
^quot;^^sdienlt te doen omhelzen, dit geen.
^Ppen van klaarheid zoude hebben o-
^^enkomende met deze algemeenheid.
quot;^Vquot;. Hoe deze klaarheid algemeen«
^ j hoe die openbaring volmaaktet

Een openbaring èn by gevol-
^^ ^egodfdienll, diezy grondveft,moet
de allergemeenfte bekent zyn, wan-
^^^r de^fzeUs baarblykelykheid zo kiaar
\' dat men dezelve, niet in twyfel kan
j^^f^ken , by aldien men alleeniyk ee-
gezaak gelooft j en als de bewysrede-
die zy gebruikt ora de «itnichen

tc

-ocr page 451-

Befchryving mn _

te verpligten tot de toeftemming van
geene zy leeraart, na degemakkelyi^
bevattinge gefchikt zyn.

Deze algemeene gronden door d \'
Innes aan onzen Japonezer zo by
als in gefchrift verldaart zynde j ^^^
helfde hy dezelve niet alleen met a\'

bedenkelyke vergenoeging j maar ^^
betuigde dat hy daarvan aldekragt^quot;
maaktelyk begreep, en van
gevoelen ^
dat\'er niet een menfch in dewaerclquot;\'g
die zonder vooroordeel en door
gronden alle Godfdienften , die in ^
wereld zyn, onderzoekende niet oV^
cenftemt dat nog Joodendom, nog
dendom, nog het Turkdom zig ^
naam
der waare godfdienft niet koni^^
toeeigenen, en dat het Chriftendo^^
alleen het regt heeft van zig deze
danigheid aantematigen omdat zy
leen de heiligheid, klaarheid en dê r^quot;
ten deel heeft.nbsp;^

Wy hebben hierboven debelemnj^^
ring aangewezen, in welke onzen J^

ponezerzig bevond, ziende de verieh^

de gemeenfchappen, die de Chrin^
kerke verdeelen, niet
wetende tot quot;
ke gemeenfehap hy zig zoude-voegen^^

-ocr page 452-

het Eyland Formofa.

^ öe Holiandzepredikanten deden hem
^^\'■ftaan dat het Biflchappelyk gezag
\'et overeenkomftig was met de Gee-
\' Jv zin van het Euangehum , nog
het gebruik der eerfte kérke T in
^\'\'Eendeel poogde den heer
Innes uyt al
\\v^agt aan hem te toonen, dat deze
^ll^^evan regeren de oudfte was,en van
^ \'e oude tyd en gebruykely k. Om hem
^j^^^elfs noodzaakelykheid te beter te
begrypen bediende hy zig van de-
^ \'^e Wyze, die hy gebruik had om hem
ifj^,baarheid der Chriftelyke godsdienit
^ algemeen te vertoonen. Ziet hier
Ij onzen nieuwe bekeerde daar van
onthouden, \'t welk ik woord voor
uyt zyn aantekeningen heb ge-

t W E E d E l i 0.

^^^den die aUetnlyk aan de Engdfe
..jnbsp;Kerk eygen zyn.

Bepalingen.

ÖOor een zekere ftaat van men-
fchen verlla ik eenige perfbo^»

ntm

-ocr page 453-

Befchrijvingvan , .

nen in een gemeente verkozen, die \'
het bezit zyn van een magt of voorregt\'
\'t welk aan yder lid in
het bezoHö^^
van deze gemeente niet mag worden
meen gemaakt.nbsp;^

II.nbsp;Door een inilclling verfta ik
magt door een of meer anderen aang
nomen, om de heilige zegelen en
dere heilige inftellingente bedienen? ^
vereeokomende met de inftellinge r
Chrifti.nbsp;^

III.nbsp;Door een kerk verfta ik eenj^
zelfchap van menfchen, die deChr^^j^
lyke ker geloven en beli}den , en ^^
magt hebben om de heilige zegele\'^^j,,
andere inftellingen te bedienen, ^^
fcenkomende met dc inftellinge ^^^
zen Heere Jeiu Chrifti.

tellingen.

I Een gezelfchap word g^oor^
een magt te hebben ,
wanneer ee» ^^
meer perfoonen van dit gefelicbap
mede bekleed zyn, alhoewel yder i\\
\'t bezonder zigquot; zulks niet kan toeeamp;
oèn.nbsp;cfl

» II. Het geen een gefelfchap cooi

-ocr page 454-

ht Eyland Formofa. 351
bei-Q^. rgt;oodzakelykheid in tijden van
Vtquot;quot;^ verpligt is te doen , zulks
Hy niet tot een voorbeeld voor het
^eti ^nbsp;andere getrokken wor-

tiio V quot;^^nneer zy wederom zonder ee-
komen tot het genot van
^ Aagten en vooregten; en in dit
iyjji^.geval zelfs maakt de noodzake-
le^j,^^^ een zaak niet wettig j maaral-
C ^erfchonelyki en dezelve verlieft
^e^ ^^^^ 5 wanneer de ongeregelthe-
Vejj\'welke zy gelegentheid gege-
de^ h^eft 5 können teregtgebragt wor-

ïn zaaken van bewijs, isdevoor-
^ïa/i quot;Sï van dat het tegendeel
^SarlT^ niet genoegzaam om dc
^^i\'n van het geene verleden is te
dat is te zeggen, dat nie-
Diü zeggen, dat een zaak zoda-
is, om dat zy anders zoude heb-«
Konnen zijn.

G

R ONDREGELS.

I Jquot; \'nbsp;■ ■

\' ^\'eti\'ft^fquot; rooet in de Chriftelijke godf^
! ^ci^ej, geloven, als het geen dp een
overtuyging is gegrondveft.

Ih

-ocr page 455-

Befchrifvingvän

JI. De Chriftentn als zodam\'ge^^^
gemerkt moeten niets
aannemen ? ,
welk op hun geloof niec is geg\'\'^\'^
veft.

III. Een menfch of een getal v-^jj
menfchen, zouden aan een ander
of aan een ander getal van menrcP
niet iets konnen geven, \'t
welk zy ^^^
niet hebben, en\'tgeen niet in hunO^^P
\'is,

jt

Voorstelling^^\'

T. Daar isop dewaereld eenChr!^
^ke Kerk geweeft federt den tijd F
Chrifti en zyner Apoftelen.nbsp;Jj

11. De Kerk heeft geen macht
aie zy van onzen Zaligmaker cn
Apoftelen heeft ontfangen. , J

III- De Apoftelen waren bek^^\'
met een magt, die niet mededeel^^^
was aan alle Chriftenen in \'t algem^^\'l\'u

IV.nbsp;AlledeChriftenen in\'t alge^j^
ten tyde der Apoftelen of der ceril^^a
ken hadden de magt niet van dezeg^
tc bedienen,, en het Euangelium te^
fcondigen.

V.nbsp;Die geenen, die zelfs deze oj^^t

-ocr page 456-

i het Eyland Formofa^ 357
■ quot;adden, konden in geen ftaat zija
, JJie aan andere mede te deelen.
[j^.j ï- Deze
magt heeft dan altijd ge-
^^ quot;^eft onder zekere ftaat van menfchen
^^^vveli^g onzen Keer of zyne Apoftclen
^Ive hadden medcgcdcek.

Deze magt is door deze ftaat

OpJ \'^^Cnfchen ongefchonden en zonder
eg^.J^^\'^en tot ons overgebragt, van dc
Hh tijden der Chriften kerke af i tot

toe.j

Die maken geen kerk uyt die
^e p van dit gezeifchap, ofvande-
itj ^^hriftelyke gemeentens afzonderen.

\'nbsp;inftellingen te bedienen al-

i fQjj ^lil\': geplaatft is, ten ware dit gefel-
! of deze eemeentens de leer rnha-

(jp^\'elke de magt van dc zegelen enan-
, e heil\' ■ quot;nbsp;•

r^ of deze gemeentens de leer in ha-

(j^^ê\'ondlcggende hoofdzaken hadden

?rven.

^elr^\' ^jena^nd moet zig met een gc^
V^
jP^p in gemeenfchap inlaten , het
J^ de magt niet heeft om de zegelen
jj^^^ndcre heihge inftellingen te bedie-

^iemand moet zig deze macht
OH^P^atigen , indien hy dezelve niet
^^Sen heeft van die geene , welke

de

Vil.

-ocr page 457-

358 Befchrijving van

de magt hebben van hem dezelve tc»
ven.nbsp;^jt

XI Hy, die deze magt doot^^^^
middel ontfangt, moet
volkomen
zekert, en genoegzaam overtuigt zy^^^
dac die geene , van v/elke hy
ontfangt, met \'er daad de njagt
ben van hem zulks te geven j want ^^^
enkele waarlchijnelijkheid kan noit j^j
menfch regtvaardigen van deze
met geweld aangenomen te hebbed\'

XI t. Niemant kan daar van v\'O^
men verzekert zijn, ten zy hy t^i\' ^^^
ver tijdquot; genoegzaam overtuigt ^^^^
die geenen, welke hem dezelve
onder het getal van deze ftaat derfOJ^,
fchen zijn,
aan welke de Apoftelei\'^^f
ze raagt hebben medegedeelr,
dezelve ongefchonde en zonder op^ ^^^
den tot ons zoude worden overgeb5%,
federt de eerfte tijden der Chriften ^^

XÏII. Daar is geen ander tn\'id^^^^^c
hier van verzekert te zijn, als van%g
tijd tot die der Apoftelen of der eer
kerke opteklimmen.nbsp;f^fr\'

XIV. Zy , die deze baarblyl^^\'^^f,

heid niet konnen voortbrengen,

-ocr page 458-

het Eyland Formofa.

^eze ftaat van menfchen niet kon-
^yn» aan welke de Apoftelen deze
^^jSt hebbe medegedeelt, op dat de-
Zoude behouden en ongefchonden
^^ ^^onder ophouden tot ons overgebragt
ft ^rden, Iedert de eerfte tijden der Ghri-

De Engelfe kerk kan deze baar-
j ykelykheid voortbrengen, en gevolg-
cie^.^y onder het getal van die ftaat
menfchen, aan welke de Apoftelen
iy ^ hebben mede gedeek, opdat
I
q. ongefchonde en zonder ophouden
(jg ons zoude worden overgebragt, fe-
de eerfte tijden der Chriften Ker»

daar de voorftellingen, die d\'Hr.
^^ aan onzen Japonezer gaf rakende
kï^^gering der fcngelie Kerke; welke
de een na den andere wijdlopig
li^ klaarde, en door welker middel hy

^^tïi — • --------------

k l^van al de fwarigheden genas ra-

dig . dt verfeheide gemeenfchappen,
^otiH^ tle Chriften kerke wierden ge-
dey^^nj Zodat, na dezelve ernftig on-
ligj^j^êt en met die geene vergeleken te
S
l die de heeren Predikanten van
^^ ^n andere plaatzen, daar hy ge-
weeft:

-ocr page 459-

Befihryvingmn

wectt was, hem hadden bygcbragt»

zig zch\'eten voordeele van de Bill^h^f^
pelyke regering verklaarde, en
meenfchap dei Engelfe Kerke otnn^ .
de, als die geene zijnde, welke ^
het meeiie overeenkomftig fcheen ^
de initeliingen der Apofte en, end^»^,
woontens by de eerfte Chriftenen
genomen.
Ik weet zeer wel , zeid^^^-
niy op zekere dag over dit
fprekende,
dm \'er niet een eemge
heid IS , hoe klaar en haarUykelijk
mag wezen, dat men geen menfchen
die tegenwerken tegens dezelve kp^^^^^\'^J
den\', zulks heeft altijd geweej}^ ^^
altijd zoo n/ezen, zoo lang als \'\'er

de waereld ztjn zullen : maar ik o^f ^^
dat een yder verpligt is het ligt van^^S\'\'\'^ .■fi
fland te volgen, na mate dat het gc^é^ J^^
heeft hem zulks te verlenen^ zondert^\' u
te veroordeelen.
Na het vertoonen d^^^j

gemeene beginzelen, die tot eeng\' ^^^
gedient hebben tot de bekeeringvan ^
zen Japonezer , zal het niet onaa ë ^
naam zyn ter zeiver tijd
te weten»
hoedanige wijze by de bevyijze y^j^f
pen heeft, die hem ten
voordeele

Chrifteiyke godfdienft bygebragt

-ocr page 460-

jj^ dezelve woord,voor woord , e«
. ^le Zelve fchikking, als hy die zelfs
i)e ^^^ h^e^t» alhier ter nederftellen,
hal
ven moet men in alhet overige
if^ \'5nbsp;verbeelden dat het de

fAlmanaczaar z.elfa is dte hier Jfreekt^
\'^der dat wy hem iets van hec onze
^^^^eent hebben als de ftijl en fpreek™
y^en der Franfe taal, in welke hy zig
L genpegzaarne ligtigheid heeft
^rien doen verllaan.

V

XIX. HOOFDSTUK.

h

^^yolg \'van de oarzaaken der bekee-
van d\'Hr. Georges Ffalma-
naazaar.

EERSTE LID.

■\'^N HET BESTAAN GöDS,

MEt is zeker dat het beftaan God«
Aj p grond van alle Godfdienfl is.
Vj^ ^^^ ^^^^^ ^^ onder-
tjj Welke eerbied dé regtmatiglle
-\'Qde het meeft aangenaam i^, en
Q.nbsp;alle

-ocr page 461-

2 Befchrijving van ^

aliedegefchiJlen, diedemcnfchcn
dit onderwerp verdeelenjZouden vrüg^^
loos
zyn, indien wy voor alle zaken n\'

verzekert waren dat\'cr een Goïgt;

Het grootfte gedeelte des mcnrc^j^
ïyke geflagts , zo wel van
heidenen
anderen, ftemmen alle deze
toe, dat \'er een opperfte wezen i«gt; ^^
alle dingen beftiert. Die
is Godi ^^^
dewijl \'er nog meer dan te veel
fchen gevonden worden, die daaf^\'^^
twijfelen, of die betoonen daaraan
twijfelen, zo is het niet
noodeloos -\'\'^j,
tetoonen,door welke bewijfredenen j
deze waarheid als de grond van alle j
dienften kan beveiligen voor de jj
vallen der geenen, die het
gebruik
hunne rede verwaarlozende zig ^^{c
ken te verblinden omtrent een zaak ,
zo klaar cn baarblykelyk is. ^^^

Een groot getal geletterde g^^jfjc ■
leerden arbeiden om
te toonen ^^^el^ ^
betpaamfte middelen zyn om tot de . \\
niflêvanGod te komen. Eenige g^\'^j,, ^
ven dat deze kennifle ons ingefehaP
cn in de harten van alle
menfchen ^ |
den geene ingedrukt is, die dezcheh ^
fchapenheeft. Anderen willen ioi^^gcJ ;

-ocr page 462-

, het Eyland Formofa, 5

zulks niét kan zyn, en dat de men-
ƒ hen tot deze kennifle niet komen als
quot;^oor eeng;odde\'ly ke openbaring, of door
^Oerlevering. Zonder in bet onderzoek
•In deze verfeheide gevoelens te treeden^
\'^oj\'deel ik dat alleen het gebruik van
^tc rede geholpen door bet ligt der
J^^uur ons kan brengen tot de kennifle
het beftaanGods, \'t welk ik aldus
S^ bevvyzen.

Eerste Bewysredën.

Aldat is moet nootzakelyk door zig
^elve zyn, ofzijn wezen van iemand aii^
.ers ontfangen hebben. Het geen uyt
,\'S Zelve bellaat is ongefchapen, onaf-
^^ngende, eeuwig, \'t is God. Het
l\'^en door een ander beflaat kan niet an«»
^rs zyn als het maakzel van een oor-
j die te vooren in wezen was: dit
^ het geen men de tweede oorzaak
j ^emt. Dewyl dan alle tweede oorza-
door eenige anderen voortgebragt
die haar het wezen geven, \'t welk:
^y te vooren niet hadden , zoo volgt
aar uyt nobdzakelyk, dat of dit maak-
eeuwig en oneindig is, of dâï de

uyc

-ocr page 463-

Befchry ving van
uycgewrogte dingen zomtijds hüi\'coof\'
Zaken voortbrengen, en dat zy zonJe
ophouden de een den andere, gely^^
door een gedurigen
omkring zigzej^^n
wederom te voorichijn\'brengeni ofda^
moet een eerüe oorzaak zyn,
die do^r
zig zelfs bellaat, en waar van alle
dere oorzaken afkom ft ig zyn. Dit i
God.

Men bewijft dat\'er geen oncin^\'ê\'^
voorplanting der oorzaaken kan zy\'^\'
omdat de oorzaak , die op
nieuWS eeij
andere oorzaak voortbrengt , ccn ne*
ginzel moet hebben in
zyn werking\'
de welke binnen zekere bepaalde ty
moet gefchieden, maar deze bepa^^^^J

tyd is niet overeenkomftig met den

dereeuwigbeidj derhalven kan \'erg^e^
voortplanting van eeuwige oorzaake^^

zyn- .nbsp;.

Alzo weinig kan men zig een krn^g
, wyze voortplanting verbeelden ,
welke het laatfte uytwcrkzel zyn eefj^^
oorzaak voortbrengt; want een en de\'
zelve zaak zoude de oorzaak van
oorzaak , en alzo eerder en laater,
zyn oorzaak en voor zig zelven zyquot;\'
het geene tegenftnjdig en onmo^ey ^

-ocr page 464-

het Eyland Formofa.
gt; men moec dan toeftemmen dac \'er.
f^n eerfte oorzaak is, die uyt zig zelfs
^ftaac, alledingen heefc gefcbapenamp;c.
^itisGod.

Tweede Bewysreden.

. Ik ben bewuft dat \'er tegenwoordig
in de waereld is : wanc ik ben by
^ya zeiven overtuigc, dat ik denk, be-
en twijfel. In iet, dat niec is,
^^nnen deze eigenfchappen niec valienj
^^ar door ik ver zekere ben daC \'er een
^ezen is, hec welke denkt, verftaat,
twyfelt, en daar uyt trek ik deze
^^ee gevolgen.

, Eerftelyk, dat\'er eenige zaak vanal-
eeuwigheid geweeft is. VVanc of
quot;^ar is altyd iets geweeft, het geen een
Eeuwig wezen (lek, of daar is een ciid
geweeft, in welke niets was, en daa
houden alle zaaken tot een niet geble-
hebben Want men vind geen ze-
kerder grondregel als dezen, dat niet
kan voortbrengen en dat alwatwe-
ontfangen heeft voortgebragt is door
Zaak die wasj indien \'er derhalven.
tiid
geweeft was, in welke niets

ds te-

-ocr page 465-

Befchrijving vafi\'

ieftondjZo zoude ai het gene tegenwoor-
dig is, noit konnen zyn voortgcbragt.
Ten anderen, Dewyl het zeker isdai \'er
in de waereld een wezen is het welke
denkt,kent,en verftaat; zo blykt het klan^
dat \'er van alle eeuwigheid een wezen ge-
weeft is, het welke denkt,kent, en ver-
flaat. Want het is niet minder onmöge-
lyk dat een wezen berooft zynde vai»
verftant een verftandig wezeti als dat
niet iets voortbrengt: en indien \'er ee«
tijd geweeft was, iji welke geen ver-
ftandig wezen was, zo zoude een zoda\'*
nig wezen noyt hebben konnen begin\'
nen te zyn , omdat niets zulks niet ka»
voortbrengen. Indien \'er dan een
danig wezen is, zo moet
hy , die aan
het zelve het wezen gegeven heeft, zel^
van alle eeuwigheid beftaan.

Op gelyke wyzen kan men het be-
ftaan van alle de eygenfehappen en vol-
inaaktheden Gods^bewijzen. Want in-
dien wy bevinden dat \'er een magbr»
wijsheid, en goedheid in de waereld i^r
zo moeten dezelve (deugden) uyt een
goddelyke en eeuwige bronader voort-
vloejen : zo dat deze zaken
konnende
zelf^s de oorzaken van haar beftaan niet

zijn?,

-ocr page 466-

htt EylandFomdfa. 367

^ijn en\'tniet aan een ander noit eemge
Volmaaktheid konnende geven, dis bet
W niet heeft y zo volgt daar uyt nood-
^akelykdat dit eeuwige wezen ook moet
eeuwig, almagtig, alwys , algoed, de
eerfte oorzaak, en bet oorfpronkelyke
Van alle volmaaktheden zyn , die ge-
\'«veeft hebben, nog zyn, enoit wezea
bullen.

T W E E D E L I D.

yan de eygenfthappen Gods in \'t ah
gemeen,

ALhoewel wy het goddelyk wezen
als eenig in zig zelven,met allemo-
gelyke volmaaktheden bekleed begrij-
pen,egter konnen
defzelfs eigenfchappen
d\'een van d\'andere
onderfcheiden wor-
den 5 en verfeheide naamen ontfan-
gen volgens de verfeheide voorwerpen
door welke God ons dezelve openbaart
met dat \'ereenige
wezentlykeverfchei-
denheid in de
natuur of de volmaakthe-»
den Gods is, maar
alleeniyk m onze
wijze van dezelve te verftaan. Want
de zwakheid van ons verftaiid ons nie^
Q^ 4nbsp;toe

-ocr page 467-

Befchrijving van
toelatende dezelve alle met een eenige
©pflag te befchouwen, zo zyn
wy ver-
phgt ons die onderfcheidentlyken door
veigelyking met de vei-fcbeide voorwer-
pen , welke ons dezelve doen begry-
pen, te verbeelden. De eigenfchap-
pen Gods moeten geenzins
vermengt
.Worden met de uytwerkingen die
veroorzaken: deze twee zaken zyn tefl
hooglle verfcheiden. Want, by voor-
beeld, de regtvaardigheid moetonder-
fcheide worden van de ftrafFe, de goed-
heid van de genade, amp;c. als uytwepk*
zeis van haare
Ov)rzaken. Dit vooron-
der ilelt zijnde, zullen wy de eigenfchap-
pen ^ Gods- aanmerken als tweederky
zynde , van God aangemerkt als een
eenvoudig wezen, en ten dezen opzigte
heeft hy de Eenheid de Oiibelighaamd-
heid de eeuwigheid, enonmetelykheid
tot zyn eigenfchappen; of als- een levent
wezen, en aldus bezit hy het verftaan
en willen. De eigenfchappen, die van
de wille ahSangen , konnen wederom
©p tweederley wyze worden
aangemerkt
of als zoodanige geneygtheden, gelyk
wy in ons zeiven gevoelen, aldus zyn
liefde, haat,, gramfchap, begeerten-,

vreug-

idi

-ocr page 468-

het Eyland Formafa.

^»■eugde , droefheid, amp;c. eigenfchap- \'
pen Gods: of als deugden , zodanige
^yndcregtvaardigheid, goedheid lang-
\'^oedigheid geftrengheid , amp;c. by de-
welke wy, als hoedanigheden uyt alle-
^eze andere eigenfehappen fpruytende,.
\'^og voegen zyn heerlijkheid en eeuwi-
Ee gelukzaligheid.

DERDE L r D.

^ande eygenfchappen Gods in \'t be^^
zonder.

HEt voornaamfte van Gods- eygen*-
fchappen , aangemerks als eeni
?envoudig wezen,
is zyn eenheid. God:
^^een, ondeilbaar in zyn wezen, afge?-
^ondert en onderfcheiden,van alle zien--
vk en,onzienlijke dingen. Derhalven^,
goddelyke natuur zig niet können^
quot;^e Vermenigvuldigen, en meerGodhe*^
Jen voortbrengen, gelyk de menfche*.
[yke natuur, die meer menfchenvoort^
Wngt,, moet men befluiten dat
Godj
en door zig zelven een is, dat hyalin
^^en Godis, en dat \'er geen ander god!
^yn kan dan hy (alleen)..

De tweede eigenfchap van God

-ocr page 469-

37° mjmrypmg mm

gemerkt als een eenvoudig wezen, J»\'
dat hy een geeft , en de zuiverfte van
alle geeften is, een wezen , het welk^
ontbloot is van alle ftoöèlykheid, dat i®\'
te zeggen., een onlighamelyk, on\'
Hoffelijk,, onzigtbaar wezen , welker«
wezentlykfte daad herdenken is. God:
is dan een zelfftandigheid, die denkt.

De derde eigenfchap is de eeuwig\'
heid , welke niet anders is als een gCquot;
duurzaamheid, die begin nog eynde
heeft. Wanneer wy zeggen dat Go^
eeuwig is,, zo wel ten opzigte van het
voorledene als ten opzigte van het na\'
volgende, zo verftaan wy daar doordat i
hy onverander lyk is, bevryd van all^
onftandvaftigheid en verandering.

De vierde eigenfehap is zyn onmetc-\'
lykheid\', door welke hy alles beflaat ef
alles doorboort. God is onmetelyk» I
dat is te zeggen dat geen bepaalde uyt\'
geilerktheid hem kan befluiten, en daf
hy in alle plaatzen en alle tuflenwyteo® i
die men zig kan verbeelden, tegenwoof\' •
dig is..nbsp;\'

De eigenfchappen Gods aang?\' ,
merkt als een levend wezen, zyn dc \'
JieO;:: Eeiflelyk , zyn leven,, X wd^f

fljJL\'\'

-ocr page 470-

M Eyïknd\' Formofa. 371
grond is van alle zyn andere ey gen-
schappen en haare werkingen, en zon»
^er het welke hy niet zoude konnen
«edaan, nog werken als een verllandig
J^ezen, en geen de minfte gelukzalig-
heid bezitten; maar God is niet alleens
levendig, hy is de bronaderde^levens,.,
en die geene ,, welke alles het leven-
geeft.

Ten tweede, zyn verftand,-\'t geens
^y konnen onderfcheiden in zyn ken-
ïiiflè en wijsheid. Zyn kenniile heefti
ïot voorwerp alle zaakendie geweeifc
hebben, zyn, en wezen zullen al het
geene ff^gelyk en onmogelyk is. Als^
quot;^y derhalven van de wetenichap Gods\'
%reken , zo verftaan wy (daar door)gt;
God zig zelve kent en alle zyne on-
eindige volmaaktheden,, dat hy al die-
dingen kent die in hem zelve van hem;
ïieive en buyten hem zelve zijn 5, inhera?

ve, als zijn befluiten,. van hem zel-
ve, als zijn uitwendige werkingen, na^
»nentlyk de feheppinge, onderhouding;
«feverloffinge,
ÜkC. buigen hem zelve,,
als de zonden van alle menlcben. De
quot;«vijsheid,, door welke hy de middeleoi
^eiticrt 3 die Jiy weer de beq^amfte te.:

-ocr page 471-

Bejchrijvmg van

zijn om tot eenig einde tc komen.
einde is of ondergefchikt als de vet\'
Joffinge der menfchen, dewelke hy ver-
vult heeft door de vleefwording en
dood van zijn Zoon j of uiteindig, f^®
de bekentmaking van zijn heerlijkheid?
tot dewelke alle de andere dingen haaf
©pzigt hebbet?;

Ten derden , zijn goddelyke wü\'
die aangemerkt kan worden als
een ver-
mogen of als een daad van zodanig^
of zodanige zaak om regtmatige, goC
de, en wijzeeindens te willen. Zoda-
nige zijn de befluiten Gods, doorwd\'
ke hy zig in hem zeiven fchikt om tot
zekere eyndens té komen door zodani\'
ge middelen, die met zyn heerlijkheid
het meeft overeenftemmen. Deze be-
fluiten zijn of volflagen, alsdiederfchep\'
pinge cn het zenden van zijn Zoon
de wereld i of voorwaardig als de
ligheid der menfchen, na mate van htJ^
geloof en berouw.

In de goddelyke wil konnen wy twe^
foorten van eigenfchappen
aanmerken»
de eerfte die wy begrijpen op de wij^^
der neigingen, die wyinons zeiveng^^

^^oelen, an de andere als zcdelylte deug-
den r

-ocr page 472-

het Eyhnd Formofa. ^

^en, die onze neigingen bellieren. De
quot;cfde in God is, volgens onze wyze
^an bevatten, een genegentheid, door
^elke God behagen heeft jj^et geene
Soed is: Deze liefde in G^t befluyt
zig de genade, de ontferming, amp;c.
quot; De haat is akijd die neiging,, die wy
^ceten dat tegen de liefde gekant is-^
^^^ door welke God een gruwel heeft van
\'^lles dat quaad is.

De gramfchap heeft zeer veel over-
^enkomll met den haat:, in ons, is de-
Mve een neiging door welke wy ons
^erweideren van alles dat ons mishaagt
ons eenig quaad kan veroorzaken i
^aar in God is zy niet anders ais het
doornemen om de boozen te flraffcn.

De regtvaardigheid Gods komt volr
JJaaktelijk met zijn heiligheid overeen.
I^et is die volmaaktheid, door welks
jy altijd wil en doet. het geen goed ,
heilig j regtvaardig, en redelijk is: men
^oemt dezelve de algemeene regtvaar-«
lt;iigheid Gods. Zyn bezondere regt-
vaardigheid is de toediening,, diehy aan
^en ygelyk doet, van het geen hem
J^gtmatig en noodzakelijk is, namentlyk
■ ® vergdding
der goeden en d? ftraffe

■ . da..

-ocr page 473-

374» Befchrijving van

der booien. Deze regtvaardJgheio

Gods word gematigt door zijn goe-
dertierenheid, en lankmoedigheid, wei\'
ke voli^lpktheden zijn , die den loop
van zijne Wraake rege-js de zonden der
menfchen ophouden.
De almagtigheid
Gods is die volmnaktheid, door weik^
hy alle dingen in \\ algemeen, hoeda-
nig dezelve zyn mogen, kan verrigten»
want niets, wederllaat hem
y en dhi

hjwtl volbrengt hy of dat oogenblik ah he^
z.Mlks behaagt
uytgezondert zaaken 5
die tegenflrijdigheid in zig
Vervatten-
• Zulke kan God niet doen; niet doorg«\'
brek
van magt, maar ter oorzake ^^^
de onlydelijkheid der zaake zelfs;
Jyk wanneer wy zeggen dat
God niet
hegen kan,, dat hy zig zelve
niet
veriochenen , dat hy niet kan makei\'
dat het geen geweell is nooyt heeft g^\' ^ ,
weeft, het geene is, niet is, een H\'
haam een geeft zy, amp;c.

De heerlijkheid Gods is de uitmun-
tentheki van zijn goddelyke natnurjdoof
welke by oneindig, boven alle
fchepzeleö
is..

Zyn gelukzaligheid is dat geen
^Bfalmaif;

-ocr page 474-

ket Eyland Formofa. ^jf
J\'clke uyt zyn goddelyke volmaaktheden
%uit, welker; befchouwmge hem niet
^^ ten hoogfte gelukkig kan maken.

Maar van alle deze onderfcheident-
^eden, die in de goddelyke eigenfchap-
pen zyn, fprekende, moet men zig ge-
durig herinneren dat dezelve niet zoda-
^\'g zijn als wy die gewoon zyn te be-
grijpen, dewijl
God in zig zeive een*
^er eenvoudig wezen zijnde, alle zija
eigenfchappen defgelijks met. hem maar
een en de zelve zaak zijn, en dat alle
^ijnewerkingen «fff e\'f»^«\'
volmaakte ovtr^
^^nftemmng voortkomen] dat zyne volmaakt-*^
^eden in zyn goddeiyk.ivezjn ujtbUnken..

VIERDE L I jD.^

\'^at Cêd aUedmgen door zyn wijfquot;;
heid en magt befiiert^

HEt wezen Godshewezen hebben-
de , moeten wy aantoonen dat
jy het alleen is, die de waeield met d
^et geen daar in is door VjVi almagt en
Oneindige wijsheid beftiert, het. geen.
dbor dc volgende aanmeïkis^^n klaar?
blyken,

Eeiilfe

-ocr page 475-

Beßhryving van.

^ Eerftelyk dat alle dingen in de Wae*
reld zig na haare eindens tot welke zy
gemaakt zyn, door middelen gefchikt
cn overeerkomende met haar aard uyt-
ftrekkenj het welk niet konde uytge^^
voert worden zonder een reden, wijf-
heid, en voorwetendheid, die aan God
alleen eigen is.

Ten anderen, dat, gelyk de fchep-
zelen dikmaal zelfs deemdens met we^
ten tot welke zy zijn en werken, de-
zelve een wijs en verftandig ieidimaii
ïiod.g hebben, om ze na haare noodza-
kelijkheden te beftieren , en in deze

verwonderlijkeondergefchiktheid teonf

derhouden , aan welke wy die onder-
Worpen zien.

Waarlijk welk een fchikking zien
wy niet in het bepaaldèeinde aller fchep-
zelen ! De planten en kruiden voeden
de heeften, en deze zelfs zijn tot het
gebruik dermenfchen, gelijk de menfch
voor god gefchapen is. Maar welke
wonderheden vind men in hetgebou\\V
van deze zeldzaame vereeniging van
lighaam cn ziel, eti in alle de verfchei-
de werkingen van zijne deelen! wellc

een. overeenkomft hebben de Jeden ont

derr

-ocr page 476-

het Eyland Formofa. 577

Gerling met den andere niet ? met wat
^^\'ereenüemming loopen zy niet tezaa?-
^en ten befte van dit, konltige enver-
\'^onderlyke bevveegbeeld ? konnen wy
®nze oogen wel opendoen zonder een
?^eenigte bewijzen te befchouwen zo
als buyten ons zelven , die ons met
uittcrfte klaarheid overtuigen vande
quot;ezondere zorge, die God voor ons
draagt ? \'t is voor ons dat de hoofdftof-
^^n , gemaakt zijn. Konnen wy wel
^en oogenblik bcftaan zonder de logt,
die wy inhalen onderhoud ons de^Fi-
Je niet, en brengt zy niet alie noodza-
jeiijkHeden voort om ons te voeden, te
gleden, en te befchermen voorde moei-
■ykhcdcn des tijds , cn de geftrenghe-
Qep. des weders? De zee getit onsaller-
^y foorten van vifTchen, en opent ons
^Cn doorgang in alle de plaatzen des we-
^elds, hoeverre dezelve van ons mogen
j^yn afgefcheiden, om met alle menfche
p^^ophandelte konnen drijven. De zon
J^hijnt niet voor zig zelven, hy is ge-
Jchapen om ons te ligten, en om de
!\'quot;ygten des aardnjks, van welke wy
gebruik hebben, te doen rypen j
^aar met welk een nette fchikkingdoet

dit.

-ocr page 477-

578 Befchryvmgvam

dit groote Jigt zedert zo veel- eeuwefl
zyn loop. Wat zullen wy
vaade maany
cn Herren, en vanalledeanderefchooO\'
heden der natuur zeggen?
en indiende
heidenen,, die alleenlijk door het licb^
der rede befcheenen zyn door de aan\'
merking van zoo veel wonderheden o\'
vertuigi hebben geweeft
van het
van een eenigen Gud
, oorzaak , en hejlt^^\'\'
der van alle deze dingen
1 hoe is hetmO\'
gelyk, dat \'er onder dc Chriftenen,
met het ligt van een goddelijke open\'
fearing begaaft zijn, nog menfchen
vonden worden , die nog twijfelen
ö»^
deze Zo roemrugrige , welgerchikt^
cn vcrwenderlyke werkingen niet ^^
uytwerkxels van \'t geval of de noodzak^\'
lijkheid zijn.nbsp;,

Hoe weinig aanmerkelijk het ge^^
dezer vrywillige blinden ook zyn magj
men vind\'er altijd nog meer dantevec\'^
derhalven zal ik niet nalaten by dc
wyzen, die ik heb bygebragt, ditvö\'\'
gende te voegen . eerftciijk het alg^^

1nbsp; Daar moet noodwkelyk een God j\'
door welke dit alles behcerft en beftiert w®^^,
zegt Cicero in zyn z^ boek van de natuur\'!
Goden«^

-ocr page 478-

het Eyland Formofa. 579c

^^en toeÜemmen van alle volkeren ,
alle daar in overeenkomen , dat \'er
opperfte wezen is, die de waereld
l^ftiaaktheeft, en dezelve belliert. Want
menfchen , niet tegenliaande den
f^ognioed, die hen is aangeboren, heb-
en liever hout, Heen , fterren, endie-
willen aanbidden, als zonder God3,
zonder godfdienft te zijn.
^ Ten anderen, het wroegen der ge-
r\'Öè, dat nimmer nalaat de menfchen
^^nne mifdaden heimelijk te verwijten^
jelfs wanneer zy zig het allerveiligft
j^or de menfcheiijke regtspieging ge-
^ven te zijn; het welke klaarlyk toonc
\'er een opperfte en onzienlijke reg-
^^^ is, die op zekere tijd een ygelijk
zijn werken zal vergelden : zodac
^ menfchen , fchoon zy in zig zelve
bevatting van eenige Godheid had-^
een rede hebben , door dewelke
h gevolgen konnen trekken van de
pginzelen die het ligt der natuur hen
^^raart, en zig aldus van het belkaii
j^ods overtuigen (zelfs zonder het be-
^.^^P van een openbaring, dewelke al-
.\'Id vooronderfteld dat\'er een God

en on-
deï-

die daar van den maker is)

-ocr page 479-

3 80 Befchr§vifjg vm
dervinden dat den meelter en ondeiquot;\'\'
houder van alle dingen is, welkezyb\'^\'
fehouwen»

VYFDE LID.

Van de eyndens^ welke God zig ^^
het fehepfen van de waereld voof\'
gejielt herft.

\'Y konnen ons niet verbeelden
, , God zig in de fcheppinge d^^
va:reld een ander einde beeft voorg^quot;-
fteli als de bekentmaking
van zijn heef\'
hjkheid. Indien dan alle fchepfelen
heerlijkheid Gods zyn gemaakt, z^f
zy allen niet verpl-gt zo veel in ha^\'\'
magt is re arbeiden orn God te verbeef\'
lijken ? hier om zegd David * ^^
de Hemelen Gods heerlykheid verteÜ^\'\'^
want de aanmerking van haare nett^
fehikking en deftigheid brengen o\'^^
noodzakelyk tot de kennifle des geen^J
d.e dezelve gemaakt heeft j. maar dc^
menfch
5 die de volmaakfte van alle zie«\'
lyke fchepzelen is, vind zig zoo veel
te meer verpligt om Gods wonderen te

vei^\':

5 Pfalm

w

-ocr page 480-

het Eyland Formofa. ^Sj
erbreiden , ais zijn bequaamheid om
ji-Uks te doen grooter, en hy bovenal-
ten dien einde bezonderlyk gelbha-
is. Waarlijk de zieleloze dieren,
.. die van reden en verftand ontbloot
/Jjj^ï konnen haaren Schepper nietver-
^eften. \'t Is de pligt van den menfch,
^\'^or v^ic dezelve gemaakt zyn haarfijn
j^^ng te verlenen , en alle plaatzen, daar
zig bevind te doen wedergalmen
^^^\'Vde lolgevingen, die hy aan de kragr,
■^ysheid,cn goedheid Gods verfchuldJgt
als weike van alle kanten in\'t werk
fcheppinge uitfchittert. God heeft
^^ rnet zo veel bequaamheden niet be-
, als op dat hy dezelve zoude aan-
j, ^t^den om hem le verheerlijken. Waa-
heeft hy oogen, als om de won-
.^^\'quot;en van zyn God te befchouwen? cn
^aroni heeft hy-een tong, als om de
goedheid van zijn fchepper te verbrei-

Sy dan dat wy het eynde aanmer-
.^J} Waar toe God den menfch heeft
P^hapen, of de groote weldaadcn die
Van hem heeft ontfangen, hy kan
.liet onthouden van te bekennendat
y \'lï een naauwe verpligting
\\s om hem

le

-ocr page 481-

381 Befchryving van
tc dienen, beminnen, en met al 7
vermogen en geheele kragten te eer
en hem gedurende zijn leven
te dan
voor alle de weldaden met welke
J
hem overftroomt heeft.

ZESDE LID.

Fm de noodzaakelykheid een^i^\'
lyke openbaring.

GOd een zeer eenvoudig en ^^^^
maakt wezen zijnde , was ^^

noodzakelijk dat de menfchen hetn

een zeer eenvoudige en volmaakt^ ^
bcweezen. Dit konden zy vanz\'g j^f
ven niet doenj het was in dentl^^^
verdorventheid, in welke zy gebo® ^^^
worden, en door de
verfcheide
tigtheden, zinnelijkheden, neyg^\'^j^j}
verfcheide verdeling der begaafib^^^f^
van lighaam en ziel, en door die ^^
fcheidenheid der vooroordeelen,
beheerfen , t\'eenemaal onmogely\'^^jj-
weeft dat zymet den anderen inde
ze van God
te eeren en te dienen
de hebben overeengekomen • f ^ac*
auiks volkomen van hun keur

-ocr page 482-

het Eyland Formofa. 381
Want om kort te gaan, Iaat ons
j^or een oogenblik eensvooronderltel-
lo Hnbsp;menfchen gezamentlyk

^^ae hebben konnen overeenkomen
^^genseen zeker eerbewijs, door, \'t
^ elke zy op een eenparige wijze hun-
Onderwerping aan God zoudenheb-1
tw^-nbsp;zouden zy niet altijd in

^^Ufelgebleven hebben, ofdezedienfl:
zijne oogen wel aangenaam was
ö Weeft ? hoedanige oiïerhande en flagt-
^er Wy aan God doen mogen , alle din-
hehooren hem toe : en fchoon wy
^^^ onze lighaamen en onze zielen ten
jj^f opdroegen, wy zouden hem niets
^^f^bieden as \'t geen het zyne is, en
j^y niet als van zyn mildadige goedheit
^^^bben ontfangen. Dit bekende
Sot^ra^
een weinig voor zijn dood. Ik heb
«^e« tijd mijnes levens gearbeid^ zeyde
^^ï ik heb alles gedaan wat ik^gekonnen
^^ quot;fn God te behagen y evenwel ben ik nog
^\'ïf^y^/, of ik wel een aangenaam voor-
iJr^?\' ^^ ^yquot;^ oö^e». Waar «yt
befluit dat de menfchen zig 20 ge-
konnende bedriegen inde ver-
quot;^^de kenniflen 5 die zy vanGodheb-

üe^is Citrfw Phihfo^h,

-ocr page 483-

384. Beßhrijving vm

ben, en uyc hunnen aard aan degevo^\'
Jehjke en hghaamehjke dingen zo v^\'
verknogt zynde, van zig zelven noit
Godfdienft zoude omhelft hebben, di^
overeenkomftig was de grootsheid
deftigheid van hem , die hengefchape1
heeft.

Derhalven was het t\'eedemaal nooquot;\'
zakelyk, dat God zig op een gans-he\'
zondere wijze aan hen deed kennen o^J
zijnen wille en de wijze, opwelke M
wilde geëert en gedient zyn hen te
penbaaren.

Daarom heek (5od zig niet verg^\'
noegt met ons door de bekentmak\'\'^^
van zijn magt in het werk der fchep\'
pingete leeraaren wat hy is, hy hc^!^
daarenboven in den beginne zig aan
menfchen op verfeheide andere wij^^.\'J
willen ontdekken, hy heeft zyn geh^\'^
ligde mond geopent om ons tot een
raar te verftrekken. God , zegt
lus
heefi veelmads en op verfeheide
men tot onz.e vaderen gefproken , en in
laatfte dagen tot ons door zynen Zoon. ZlI\'J
goedheid heeft hem niet alleen beweeg

1nbsp;StQ Hgofdftuk.

-ocr page 484-

^ _ hamp;t Eyland Formofa. gSf
j^^^\'jg aan zijne fchepzelen te doen ken-
maar hy heeft hen ook een wet
^^ëeven , die alie de pligren vervat ,
j^eike het hem, behaagt heeft-hen opte
^^S^n , zo tegens hem als
tegens Lur
L ^en; en aan welker^s onderhouumg
j^y de opperfie en eeuwige gelukzalig.,
/\'d heeft vailgemaakt: zodat allemen-
gehouden zyn zig na dcZegoJ-
\'yke wet re fchikken, indien zy de
^
quot;ade en voordcelen willen deeJiigiig
jQ^\'den, welke God aan diegenen be-
^ ^\'tj die hem liefhebben en gehoor-
jjJ^en, en de oneindige flraffeiTen pij-
ïeidnbsp;diehy voor de zulken bi

Y^eft, die hem vergrammen, en
Vi\'\\ bevelen veragten. In deze wee
doo
nbsp;eenige en waare god!~diena

^ . ^ Welke God wil gedient en geëerc
^^ het geene wy godfdienft

J\'Tien.

XVequot; ^^ nadien de menfchen traag en
I
oq gefchikt zijn om de zaken tege-
\'^iecnquot;\' van God komen, opdat zy
Hnbsp;zouden hebben om

pe j^..baarheid van een goddelyke o-
te twijfelen , en de zulken
Voor bedriegers zouden houden,
Rnbsp;die

-ocr page 485-

3 Blt;5 Befchrßving van

die hen de willeXiods moeten verkol\'
digen, zo was het noodzakelijk ^^
Waatheid van deze
openbaring beveit\'^
wierd door een baarblykelykheid , ^^
zodanige wonder-daden, die alle me^\'
fchelykc magt verre te boven ging^^^
, En dit word waarlyk in de Chriftiquot;\'\'-\'\'
ke godfdienft gevonden, dewelke dop^
buytengemeene teekenen en wondci\'!^^,\'^
ke werken is beveiligt
geweeft op
zelve tijd , als zy geopenbaarc is ê^^
worden j maar dewijl \'er behendig^J-^
A Jiftige menfcheii gevonden worden i ^^^
door zekere konft en buytengefne^quot;
gauwigheid , of zelfs door behulp
quaade geeften gekonnen hebben, ^

nog konnen, zaken verrigten,die^

derlijk fchijnen, zo zullen wyeensn\'^__
derzoeken door wat middel
men de
re v/onderdaaden van de valfche
derfcheiden , en by gevolg de
fchen, die van God gezonden

de Bedriegers, en afgezondenen des

vek ■

-ocr page 486-

ZEVENDE LID.

^\'^n de Godfdienft in \'t algemeen ^ tn
\'^an de middelen door ^elke men
waare wonderdaden kan onder-
fcheiden.

C Od , gelijk wy reeds gezegt heb-
/ ben , een zeer volmaakt wezen
^J\'iüe, kan zig zelve niet tegenfpree-
II quot;quot;g \'^wee tegenftnjdigegodJdien-

Vp oprcgcen. Schoon \'er dan zo veel
j,..\'quot;lcheide godrdienften ih de waereld
Ve^\' die d\'een d ander over en weder
doemen, zo is het egter zeker dac

Icanquot;\'-^ ^^^nbsp;godfdienfl

^ti H \' die van God zelve is ingelielrj
JiÜr ^ile de anderen niet als menfche-
j^^^e vonden zijn vol van befpotcingen,
rj Negerijen , en iogenen. De zwa-
VeU tiellaac alleen in te weeten, door
j^ke middelen mende waare godfdienft
^J^onderfcheiden. ^

Vl^ quot;middelen zijn twee, het onder-
gfQ^ bewijzen , die de godfdienft
x^ip quot;^^\'eften, en het voorwerp der eodf^
zelfs. Wy \'hebben reeds aange»
^^nbsp;merkt

-ocr page 487-

3S8 B4chrijvingvf.n ^^^^
rnerkc dat hec voornaamiienbsp;, , .ji

•de waar heid eener godldienilnbsp;\\

word uyt de wonderdaden, die tot j
zelfs bevelting gefchieden, ofg^i\'^^^^^,
zijn; maar opdat wy door de
heid dezer bewijzen niec bedrogen
den, zomoet men zien op
de waare wonderdaden van de ^^
ringen en bedriegeryen, van \'^veHi^ ^^^
Duyvel zig bedienc, om de
te verleiden , konnen worden ^jjj
fcheiden. Een wonderdaad
geloof te verdienen drie noodzakeW^^^
hoedanigheden hebben.
dezelve doet moet het voornemei^
van hebben, en te vooren weeten ^^^

hy die moet doen. Ten tweede, n^^^

ten wy ten hoogfte verzekert ^/quot;rj-^n
de wonderdaad waarlijk gefchied is-
derde, moet het een vcrwonderens
dig werk zijn, het welke de zinnen
rukt^ en het bereik van alle nature y^^^
Zaaken verre overtreft. Hec welk
rom op tweederley wijzen kan
nagefpeurt. Eerftelijk als de
daiid zo verre boven de kragt deiquot; n
re verheven is, dat dezelve t\'een^ ^^^
oiimogeiyk fchijnt anders als

p

-ocr page 488-

het Eyhnd Formofa. 389

S^ï^delijke magt te konnen gefchieden,
^ ^ by voorbeelt een doóde wederom te
quot;^enleven.Ten andere,alsde wondcrdaat:
^en gemeenen loop der tweede oorzaa-
niet te buiten gaande, door de wij-
^^ op welke zy gefchicd, geheel bove»
^^turelyk fchijnt, gelijk als de genezing,
^^r Z eken door hetuytfpreken van eea
^Cnig woord, zonder dat \'er eenige toe-
^\'cning van genecriniddelen is vooraf-
gegaan.

, Wat het voorwerp der godfdienft
quot;C\'langt, zulks moet zijn tot de heer-
/jkheid Gods , het gemeene nut , en
quot;l^ii van een ygelijk menfch in\'tbezon-
Maar dewijl alle de godfdienften
^^r Waereld zig beroemen ofkonnenbe.-
deze drie zaaken tot voorwerp
s hebben, zo moet dereden ons tot een
^^dftnan dienen in het onderzoek , dat
^\'y daar van konnen doen. Dezelve zal
Pquot;ê;crijmtheden,met welke de leere,dc
^^elen, en de plegtigheden der valfche
^^dfdienften zijn opgevultjklaarlijkont-
^^kken. Zy zal ons leeraren dat God
zijn magt kan oefenen, nog won-
^^rdaden verrigten , om daar door een
■^^^che godfdienft tc bekragtigen , de
R 3nbsp;lo-

-ocr page 489-

Befchrßvlng van

iogen te beveltigen, or een bedrieger
regtvaardigen: endat, indien hyzoo^\'
tijds. toelaat dat eenige volkeren verlej^J\'
en geflagten bedrogen worden ,

gefthied of om haar hoogmoed en barquot;\'

nekkigheid te ftraffen , of om ande\'.
redenen, welke het ons niet g^oor^^j^
ïs te doorgrondén. Wanneeer ik
een godfdienft ontdek , die debewij^^
en het onderwerp heeft, waar van
zoeven hebben gefproken, alsdan
ik verzekert dat deze godfdienft van
zelfs geopenbaart is , ik omhels deze J
ve met overtuiging, en ik ben verpl\'f^
aile de oógenbiikken mijnes
levens
goddelijke goedertierenheid te bed«»\'^
ken 5 dat zy my dezelve heeft doen ^^^^
nen.

A G T S T E LID.

Vm de Chrißelykegodfdienß in \'t
gemeen:^ en bezonderiijk vande
deren, die tot defzelfs beveßip\'\'^^
gefchied ztjn.

Et zoude een werk van veel
langen nallöep, en zelfs

-ocr page 490-

het Eyhnd Formofa. \' 391
\'\'loddoos zijn, alle de godfdienften,dtr
^^aereid te doorlopen, om te doen zien
M it \'er geenerley andere als de Chrifte-
\'ilt Word gevonden, die op onweder-
pi\'ekelijke beginzelen is gegrondveft f
alleen de heilsgheid tot een hoeken
S\'ondfteen heeft. Ik zal my alleeniyk
^\'^laten om te toonen, dat debewyzen,
^Pwelke het Chriftendom fteunt, en
ik alhier zal gaan ter nederftellen ,,
Zekerfte , en klaarfte zyn, die een
Menfch met reden begaaft ni zaake van
ê^diliienft zoude mogen wenfehen te
^\'ï^den. \'T is alleen op de overtuigen-
de kragt dezer bewijzen, gevoegtbyde
^eihgheid der zeden , en de leeringen
jefu Chrifti, dat ik my bepaald heb om
^en Chriften te worden: en ik hoop
den lezer daar uyt eenig voordeel,
konnen trekken. Want indien hy
een Chriften is, zal de aanmerking
bewijzen dienen omgt; hem in zyn
geloof te verfterken, en te gelijk hem
Verpligten om God meer en meer te lo-
J^n , van dat hy hem tot de kennifle\'
Waarheid hee\'ft geroepen: indien hy
Jood Turk of Heiden zynde, nadat
% deze bewijzen onderzogt, en met
R 4nbsp;die,,

-ocr page 491-

392 Befchryving van

ci:e, welke in zyn godfdienil begrep^^
zyn, vergeleken hetft^, daar
van zonti^^^
cenzydigheid wil oordelen, zal hyniquot;^
lang vertoeven te merken
aanwelke
dc het voordeel is j \'r zy dat hy wil lek-
ten op de zuiverheid der leere, op ^^
beihgheid der godfdienft, of op de bü\'
likheid der geboden. Dewijl dan ^^^
wonderdaaden de befte en kragt igfteb^
Wijzen zyn van de waarheid eener go^\'^
dienft, laat ons zien of die geene,
ke Jeftïs Chriftus in Judea gedaan heeft?
niet alle de teekenen van waare wondeiquot;
daden hebben. Ik zeg dat de wond^\'
ren van Jefus Chriftus zekerlyk de
hoedanigheden bezitten , die wy h^^\'
ben aangemerkt noodzakelijk te zijn o«^
voor waare wonderen gehouden te kon\'
nen worden,

Eerftelijk wift Chriftus te vooren
hy de wonderwerken moeft doen ,
hy gedaan heeft , zelfs zekere plaatzen
om die daar, meer a!s elders te verii^quot;
ten verkiezende.

Ten tweede , zyn deze wonderdaa\'

den door jefus Chriftus waarlyk gedaa\'^ï

want de Chriftenen melden zulks niet
alleen, maar de Jooden bekennen diJ»

-ocr page 492-

^ het Eyhnd Formoja. 393;

Turken llemmen daar in toe , tn^
l^^\'fcheideheidenen, weiker namen wy-
^\'^r na verhalen zullen, konnen zig niec.
J^^^houden dezelve: in hunne fehriitens
^^teroeren.

j|.Ten derde,, de wonderen Jefu Chri^
j^i hebben de zinnen opgetogen, ende:
j^^gten der natuur overtroffen. Hy\'
1 ^^ft de dooden weder opgewekt, de:
j Jen;ziende, de doove hoorende, de.-
^^■quot;^nken gezond gemaakt, dedtiyveleii!
yt de lighaamen der bezetenen verdre-
en dat alles op her eerfte woord,,
uyt zijn geheiligde mond uitging,,
donder dat\'er eenige toediening van^
^eiieefmiddelen noodzakelijk was
3, \'t:
^^ike alles ik door de navolgende aan-
merkingen hoope te bewyzenlt;

I. De wonderdaaden Jefu Chrifti zijri5
ponder getal geweeft.
Hy trok door dUi
fieden en dorpen van fmiea,. genezende^
die met T^iektens bevangen waren ,.. em
^Zwerende alie- qttaade geeßen. {a) WanE
^^ heilige fehryvers zeggen,, dat hy^nog;^
groot getal wonderen gedaan, heeft , be-
^l\'^en die geene van welke %,y fpreken. {b)-

R ):

in Hind. 1:0. v. 37. ) Joh. ro: v;.

I\'S*.

-ocr page 493-

Befchryving van
2. Deze wonderen vechefïen Z\'g boV^^
alle Schepfelen, en hy heeft aldus docO
zien dat hy over dezelven eenvolko\'quot;^^
en onbepaalde magt had.
Hjr fltlde ^^
Of,weders en fiormwinden :
(a) hy vef^^
derde het. water inwijn:
(b) hy verrnen^f
\'vuidigde de fpijz^en, z^o dat eenige wein^l
kroodcn en viffcioen genoeg waren cm 5:00\'\'\'
mep fchen te verz^adigen.
(c) ^. De W^ê
Jiela Chrifti om deze wonderen, te do^\'^
was met voor een weinig tijds,
altyd durende. De opgewekie ligh^quot;
men hebben langen tijd na hunne op\'
Handing geleeft , de herftelde blinde\'^\'
hun,gezigt behouden, en de melaatfe\'\'
Zijn gereinigt, zondet dat zy oit
melaats zyn geworden.
4, Alle
wonderen zijn geen minder werken V^^^
aijn liei-de als mogentheid geweeft-
My
heeft degrootfte wonderen met ge^^
meer moejte als de minfte gedaan, n\'^^
alleenlijk een woord te fpreken.
Zarus reeds vier dagen dood zynde kon^
uyt
het graf,op hetzelve oogenblik
hy hem zulks gebood,, met aileenlijl^^^

zeg\'

a V. 25; («) Matht Si v^ 24. (b)^^
]pk cajgt;. a,nbsp;Joh, QJ).

lt;31

-ocr page 494-

Joggen, Lazjirm komt uyt. [a) Hy vaC-
^cle enkelijk het dogtertje van een der■
^^\'erllen uyc de Sinagoge het. welke ge-
korven was by de hand, en zohaallals^
^ y tot haar gezegt had
gy dogterkeJlmt;

gehoorzaamt zy, en bevind zig^
elve vol leven en in volkome gezond-
eid. De zieken , die verre van hemi
aren , wierden niet minder op dat zei-
^ Oogenblik, als hy fprak, genezen,,
^(s of hy digt by hen geweeil was. Een.
\'jk man, die hem was komen vindens
3 ^yn zoons genezing, van hem afte-
^^den, bevond dat zyn zoon opdezel-
^ Uure, als hy tot hem gezegt had mi/\'
leeft (c) herfteld was. ■ Dezelve:
^^ak gebeurde ook aan de knegt vans
hoofdman over hondert, zo haall;
M ny gezegt had ,. « gefihf ede gelijk gy
\'po/^ hek (d). _ Zeifs die geenen,. Wei-
j^e alleenlijk zijn kleederen aanraakten,,
^ebben hun gezondheid gevonden. De

ouw met het bloed-vloejen gequclt
jjJ\'^ Zo haaft van onder de menigte, die.:
Volgde,, de zoom;van.zyn klceds
R,
6. \' nieCL

5 H Eu. Joh; cap. ïi: {^j.Math. 9. en Marcw.

-ocr page 495-

Befchrijving vmt

tuet aangeraaki, ot hy verldaaruc ^^
een kragt van hem was ufgegaan
dat de genezing van deze vrouwaan^^^
len,. die daar tegenwordig warengt;
kent zijnde, zy God daar over ^oü
verheerlijken. ^gt;. Alle deze wondei^^,
zijn gefehied zonder eenige
andere ^^
fen
van elders daartoe te gebruiken
indien hy zig van eenige zaak beei ^^^
dient, zulks was altijd zodanig, y.iiC
geenzins bequaam was om dierge J^
rkingen te doen,
gdijk wanneet
blinden genas , door een \'^\'f^^^^jpjê

wer

den

met zijn fpeekz^el te mengen ^ en hen^
kron van Siloe te Tanden (b)-.
7quot; l^cfl
Chriftus heeft deze magt niet
voor zig zei ven gehad 5 maar hy ^jj.
Gok de magt gehad van
dezelve aan ^^^^

jae Apoftelen mede te deelen, de^ ^^
in zijne naam zo veel en meer
ren gedaan hebben als hy
zelfs.
hedigèn Petrus geneeft een
met
he^n in de naame ^efn te hevelen ^^^^^
zoude o^jiaan en wandelen (e).nbsp;^

l V.

(ii) Mäth. 9. V. 20. en Eue.
El!.. Joh, esp.
V. en 7.
Hand.

-ocr page 496-

het EyhndFormofd.
wierd bekent door geheel femzjilem
elfs (Je overften der Sinagogen konden
. niet lochenen, fchoon zy de groot-i
^^ vyanden Jefu Chrifti en zijner Apo-
^^len waren. Zy hebben ook dooden
^gewekt: als
Tahttha door Petrus (a) e»
ches door Paulus (bj de zweet en gor^
^Idoekenic), die deze heilige mannen
ij^dden aangeraakt, op de zieken en
^^zetenen gelegt zijnde verdreven de
ljuivelen en herfteldende kranken. Zelfs
^^ Ichaduwelvan Petrus
(d) wanneer hy
de ftraaten van Jerufalem ging,
\'^^ede de zelve wonderen. Waarlijk
^en der grootfte wonderdaden, die Chri-
jtüs gedaan heeft, en een der uitfte-
bewijzen van zijn zending, is
E^Weeft deze verwonderlijke mededeel-
^ï^amheid, welke hy van zijn magt over
fchepfelen niet alleen aan zijn Apo-
^^len heeft bewezen,
laz^r zcïfs aan diamp;
die in hem geloofden en zyne heilige
aanriepen (e).
Dit voorregt is zo-
«anig de kragten der nature te boven-
R 7nbsp;gaan-

U) Hand. 9iV.nbsp;Hand-i^. Y. 10.

U) Hand. 19. v.

W Hand, f. V.15.

C^) Eu. Jöh. 14. V« 1-2.

-ocr page 497-

Befchryving van-
gaande, dat niemand van de uitvindt^
der valfche godfdienften dezer waereW
zig oyt van zodanig magt heeft def\'
ven beroemen} maar deApoftelen,
dat zy hun bezendig van Jefus Chriftquot;^
hunnen meefter hadden ontfangen,
het Euangelium tot alle volkeren tegas\']

verkondigen, deden wonderen zo
te Jerufalcm cn door geheel Judea,
in Samarioy. Pheniciey het Eyland Cyfnh-
tot Amiochiey tot, Ephefe^.
en in alle a^\'
dere landen, fteden, en vlekken , ^^^
zy doortrokken, om aldaar het Chril^e-
iyk geloof te planten ^a). God bev\'^\'
Itigde overal
het woord zijner genadig
niet (om zo té fpreken i aan de fteiH
zijner dienaren te gehoorzamen,
ker roem zig zo verre uytbreide,
welker leer een zodanige voortgang
dat \'er in de verafgelegenfte landen vol\'
keren gevonden wierden,- die aan hu^^
woord geloofden. Paulus zegt ons v^j^
zyn tyd dat
van feruzjilem af tot aan
landpalen van Illtne toe het Euangelium ^oO^
hem met verfcheide teekenen en wonderen
gepredikt {b).
De Jooden , Heidenen r
Grieken,. Romeynen, volkeren en

fchen»

-ocr page 498-

„ het Eyland Fermofa. 39^

•^•nen, die de afgezonderite landen be-
J^oonden, hebben aan de waarheid ge-
j^\'genilTe gegeven , en verklaart dat
y getuigen geweeft waren vandewon-
^ren, die God ander hen heeft uyt-
pWrogt door den dienft zyner Apofte-
j Zodat denzelven Paulus ons verze-
^\'quot;tj dat haare ftem overal géhoort, en haar
uytgegaan is tot aan de uyterfte einden
^^ ^aeretd (a) . 8. Deze gaaf der won»
j^rdaden is aan het leve n der A pofte-
alleen niet vaft geweeft maar zy heeft
\'gtot drie eerfte eeuwen der kerke uit-
l^^l^rekt, als blykt uyt de fchnften van
hQi\\\\gQ Ir enen SyOnginesyl ertuUanui ert-i
^\'quot;\'dere leeraren, dewelke zeggen dat \'er
oneindig getal wonderen by hunne
•Wen gefchied zyn, totgetuigeniffevan
^Iker waarheid zy de heidenen zelfs roe-
i die dezelve gezien hebben. Eufebtusy,
I heilige
Cirtles m-^agufiif^.ff.f fpreken van;
geene,. die in de vierde eeuw gefchied-
^^^r Waar over den If zer de werken die
geleerde mannen hebben nagela*
^J^ï kan nazien. 9. Deze wonderen.
Orden nier alleen door de Chriftenen^
door de heidenen zelfs getuigti,
I ,nbsp;Mmrn

Kom. ior. v.

-ocr page 499-

400 Befchrijving van
Marcus Aurehus verzekert den Rooffiie
Raad door zijne brieven , dat in deve^

maardeflag, -^dkt de Marcomannen

veel te verheven aan de Romeinen ïU\'J^
de, overwonnen wierden, het
eenige dagen lang een groot g^^Jj,
van water geleden hebbende, deCn^^
ftenen door hunne gebeden een zag ^
en verquikkende
regen verwierven, h^^
durende dat de Barbaren met een ^^
fchrikkelijke hagelbuy, en een vreei^^
lyken donder getroffen wierden. ^
digter
Claudtamis f meld dit wondei
een zaak zo zeker en zo bekent in ^^
tyd, dat ik my niet heb konnen on
houden zyn.eigen woorden alhier
lalleni

- - - Chald^a mago feu Carmina ritu^^^-^
mamp;vere Deos, [eu ^uod reor omne
ohfequium Marei meres potuere mereri- ^ ^^
ze zelve ^ digter fpreekt nog van e^^
ander wonder, door welk Zkeodof^
befluiten der beroerte van EugentU^
Arbogaßes verydelde , in deze woor^^^
O nimium dtleäe Deo^ Cui fundit ^^

-ocr page 500-

het Eyhnd Formofa. 401

\'.f arn.atas hyeme^, en nMitar i^-ther,
^lt;:onpirati venimt ad Claff,ca vmi. Por-
fjnits bekent dat \'er in de graffteden
Chriften Martelaars verwonderlyl^e
J^aken gefchied zijn en dat de go-
der heidenen al haar magt verloren,
dat de naame Jefu Chrifti was aan-
l^toepen geweeft t- Degodfpraak van
f polio verklaarde dat zekere menfchen
l^ier door wierden de Chriftenen ver-
J\'^an ) hem deden zwijgen, en oorzaak
^\'^ren dat hy in het t-;ekomende niets
konde voorzeggen f. Die van
^^Ifhos bekende dat hy niet meer eenig.
^^Woord konde geven: omdat het lig-
van den Martelaar Babylas digt by
altaar begraven was Eyndeïyk
zaak, dat in de eerfte eeuwen der
^^\'quot;ke de godfpraken der heidenen ftom
doof wierden , is zo vaft en zeker ,
ft
l\'lmarchus (a) een boek gefchreven
J^^lt, in \'t welke hy de redenen van
ftilzwijgen onderzoekt,
^len ziet dan wel dat de kragt der

be-

Ptl ^ier. adv. vigilant. c. 4- t Eufeb. nb.^.-
lftP-nbsp;t Euf. de vita Conft. $ Chry-

C «quot;^at. z. in Babylas. («) geuaatnt het ge-
\'^er godfpraken.

-ocr page 501-

40 2 Befchryvifig van ^

bewij-zen, die wy uyi de wonderen;.^
fu Chrifti trekken ,
voornamentlijk \'
deze drie hoofdzaken beltaan.

I. Dat vooronderdek zijnde, dat

ze wonderen zodanig gefchied zyn»
zy hier vooren verhaalt worden,
aifdan geenfins kan twijfelen datzj\'^^^^
re wonderen geweeft zijn, en zel^ ^
danige, dat zy niet als door eengf\'\'^^,
lyke kracht hebben konnen gefc^^
den.nbsp;^

z. Datwygenoegzaniebewyzennfj^

ben, dat dezelve waarlijk door Y^.^t
Chriitum , zyn Apoftelen , en
leerhngen, aan welke hy die verl^
heeft, gefchied zijn.nbsp;.jö

Dat deze wonderen gefchied ^ \'
tot bevcftiging van de
waarheid quot;
Chriftelyke godsdienft.nbsp;.

Alhoewel de aanmerkingen, gC\'
reeds gemaakt hebben , men- als
noegzaam zijn om de waarheid van
ze drievooriteliingen te beveftigen»
ter zal ik met nalaten nog eenige ^n
ren daar by
te voegen.nbsp;j^t

Onze eerfte voorftelling is ^^^ j^oi\'
de wonderen, die wy
voorgeven ^^^

Jefum Chriftum en zijn Apoflelcn^p^j,

-ocr page 502-

A hét Eyhnd Formofa. 405

te zijn, waare wonderen zyn ge-
beft, Cl, zodanige, die niet als door
goddelyke macht konden gefchie-
het welke ik aldus zal bewyzen.
j pmdat, indien zy niet door een god-
I I yke magt gefchied zyn , noodzake-
yk Volgen moet, dat zy gewrogt zyn
^ door de uytwerking van eenige ver-
^^\'quot;ge wetenfchap, in Vi\'elke Jefus on-
j^^rwezen wasmot dooi eenige lift of loof-
1 alleeniyk van hem en de zynenge-
i of door behulp van eenige goede
J l^vaade geeften. 1. Zulks is niet
P^chied door de kragt van eenige ver-
wetenfchap, omdat
het t\'eene^
, onmogelijk is dat menfchen doo-
^^^ konnen opwekken door dc uyt-S

\'^Hiing van eenige wetenfch ip hoeda-
dezelve mag wezen, namei.lyk een
^tenfcj;3ap, tot welke den menu hbe-
ijf^^ara is. Deze waarheid is
zo taile-
dat, gelyk het belagchelykzoude
daar tegens te willen mkomen, het
^ niet min noodeloos zoude wezen my
^iWegens om zulks te bewijzen nog
herder uyttebreiden. z. Zulks is niet
eenige lilt of loosheid gefchied.
ant by voordeeld, Lazarus was reeds

vier-

L.

-ocr page 503-

404 Bef hrtjving van
vier dagen in het gratj \'t is wel W^a
fchijnlyk dat al die geene die
den zien Iterven , daar tegenwoofquot;\'»
waaren, als Jefus C hnflus hem op^\'^^\'
te. Deze menfchen waren wel v^rz^ \'
kert dat hy geilorven was, dewlt;j\'
zelfs nier twijfelde dat
het lighaam rc^\'^^
niet al bedorven was, en eenige
de reuk van zig gaf. Onder de a^ ^
fchouwers van dit wonder waren
wel verftandige en geleerde menfch^\'
die zeer bequaam v^\'aren om het bedi/\'g
te ontdekken, en door hunne neigquot;^»
en haat gedreven wierden om de
zoon en de werken Jefu Chrifti te
den. Indien \'er eenig bedrog was g
weeft, zo Zouden verfcheide meniéquot;\'\'
hun deel daar aan moeten
gehad hc
ben, en zoude onder zo veel meftleP^^
die aangelegentheid hadden om het
drog te ontdekken , niemand
den zijn geweeft, die daar van nieJ\'^j»
zoude gemerkt en geopenbaart hebbf^\'^
Zulks gaat alle menichelijk ge^«^^ j^i
boven,
3. De w^onderen Jefus
hebben niet konnen gefchied zijn
de hulpe van eenige geeften} want ^^^
zoude niet konnen wezen als door g^^

-ocr page 504-

. het Eyland Formofa, 405
of kwade geellen, Engelen, ofDui-
eien Wy hebben reeds aangetoont
de wonderen jefu Chrifti de magt
alle fchepfelen zo wei van Engelen
^ ncienfchen hebben te boven gegaan:
j ^ar als zy door den dienft der Ënge-
gedaan waren , de waarheid van
quot;lilti zendinge was daarom niet min
\'^^\'crtuigende , dan of zydoor een magt
§quot;fchied waren , die in hem zelve huiC-
j\'^ft en onaffcheidelijk van zyn natuur
Want de Engelen zijn dienaaren
allerhoogften en doen noyt iets dan
^yocn wille. Wijders zoude het onge-
\'Jnjr, ja wat zeg ik ? het zoude een
S^rikkelyke laftering zyn te zeggen,
j God den dienft der Engelen gebruikt
, om een menfch behulpzaam te zijn
bedriegen van \'t geheele men«
quot;^helyke geflagt. Een zodanige boos-
paft niet als aan de Ouy velen j ook
^dit de laatfte uytvlugt der godlozen
vrygeeften, dewelke op de wijze der
^^nzJeeriy die Jefum Chriftum bcfchul-
dat hy de Duivelen door den over-
^ der Duivelen uytdreef {a)
zeggen dat
de wonderen Jefu Chrifti niet als alle

uyt-

H jMath. n, y, 24,

-ocr page 505-

404. Bef hrijvtng van

vier dagen in het grat^ \'t is wel W^a
fchijnlyk dat al die geene die hem ba«
den zien iterven , daar regenwooiquot;\'ö
waaren, als Jefus C hriftus hem
te. Deze menfchen waren wel v^J\'^
kert dat hy geilorven was, deW\'j\'
zelfs niet twijfeldedat het lighaam re^\'^^
niet al bedorven was, en eenige
de reuk van zig gaf. Onder de ^
fchouwers van dit wonder waren
wel verilandige en geleerde menlch^ \'
die zeer bequaam Vk\'aren om het bequot;\',^!
te ontdekken, en door hunne neigquot;^»
en haat gedreven wierden om de V^^^
Zoon en de werken Jefu Chrilli te
den. Indien \'er eenig bedrog
v/eeft, zo Zouden verfcheide meni^-quot;^\':^
hun deel daar aan moeten
gehad h^
ben, en zoude onder zo veel mefil^^^,
die aangelegentheid hadden om het ^^^
drog te ontdekken , niemand g^^\'^^^j
den zijn geweeft, die daar van nieji ^^
zoude gemerkt en geopenbaart hebbf^\'^
Zulks gaat alle menichelijk g^\'quot;^ ^li
boven.
3. De wonderen Jefus Chi\'^^.
hebben niet konnen gefchied zijn d^^^
de hulpe van eenige geeften j want ^^^
zoude niet konnen wezen als door g^^

-ocr page 506-

, het Eyland Formofa. 405
^ ^ of kwade geellen, Engelen, of Dui-
^len Wy hebben reeds aangetoont
de wonderen jefa Chrifti de magt
alle fchepfelen zo wel van Engelen
^ n^ienfchen hebben te boven gegaan:
j^^ar als zy door den dienft; der Enge-
^^ gedaan waren, de waarheid van
^rilü zendinge was daarom nipt min
^^\'crtuigende , dan of zydoor een magt
l\'lchicd waren , die in htm zelve huif-
■ en onaffcheidelijk van zyn natuur
Want de Engelen zijn dienaaren
allerhoogften en doen noyt iets dan
^ynen wille. Wijders zoude het onge-
.\'Jfiir, ja wat zeg ik ? het zoude een
phrikkelyke laftering zyn te zeggen ,
j Ciodden dienft der Engelen gebruikt
jj^d, om een menfch behulpzaam te zijn
ji^ het bedriegen van \'t geheele men-
ij-\'helyke geflagt. Een zodanige boos-
. ^\'d paft niet als aan de I/uy velen j ook
dit de laatfte uytvlugt der godlozen
p \'^iygQCÜen, dewelke op de wijze der
^\'^^Hi^een, die Jefum Chriftumbefchul-
^ Eden, dat hy de Duivelen door den over-
^ der Duivelen uytdreef {a)
zeggen dat
de wonderen Jefu Chrifti niec als alle

uyt-

^ Math. n, V, 24.

L

-ocr page 507-

40Ö Befchryving van .
uytwerkingen der tooverkon/l geW^E\'^
zyn. Maar heeft men oyc wei hoor^quot;
zeggen dat eenige toovenaar, zdfs^quot;^^\'
der die van Pharao^ die de wonderd^i^\'
den van
Alt;fozes ta) zo wel wiften^^^^^J
bootfen, de dooden opgewekt
cn indien Jefus Chriftus tot de k^\'»\'^
g^^eften zyn roevlugc gehad heeft
werken te doen, die\'ftrekten om
leei te grondveften, dewelke haar f\'S\']
vernietigde, konnen wy defgehjks f
gens deze ongoddelijke menichen
neggen , gelyk Jefus Chriftus eertijd
aan de Jooden deed.
Een ryk,
deelt en tegen ztg zelve gewapent
is,
niet hejlaan, indien dm de Satan tegen^\'^^^
zeiven woed, hoe zal zijn rijk kommen
fiaan^ (b)
hy, die zig ftelt tegenS
voortgang, welke de Duy velen of \\
ssiele der menfchen doen, en die de^^
ve uyt de lighaamen, welke zyhad^.^,
ingenomen verjaagt, kan met haar ^^^
als een vriend handelen, maar moe^^
kerlyk als haar vyand gehouden
den,- want de Duy vel komt geen an^J^
te hulp om tegens zig zelve te ar^e;
den, zyn ondernemingen teverydele^^J

{a) Exod. 7\' {h) Math,.

-ocr page 508-

het Eylmd Formofa. 407

j^^^yn rijk te vernicien ; daar hec ini-
klaarlyk blykr dac die hec oog-
Yg y^ Jefu Chrifti was , dewijl hy zo
^ goeds aan de menfchen deed ,
en
^J al die geene verlojie , die met ku ade
bevangen waren\', (a)
De wonderen
Chrifti zijn dan geen uytwerkin-
V ^ Van eenige coverkonft , nog ook
^^\'^^enige handeling mee de kwaade
4 ^«en geweeft. Want gehjk hy zelfs
pi^t niet alleen kan de duyvel niec uit een
n^s verdreven worden als door de
^ \'kte van zyn vyands maar zelfs moec
fterkte de zyne overtreffen,
een
kan in het huis van een flerk gewa-
\'i/fj. ingaan.^ en aldaar zyne goederen
ten z.y hy zigeerfl vanhemver-
L ^^^ 5 en hem bind ^ en alfdan verdelgt
^^s wat \'er in huis werd gevonden
te zeggen dac de Duyvel hetlig-
van een menfch bezittende aldaar
^\'^g blyft, tot dat hy, die door zig
^gj^^n magtig is, en aan wie allefchep-
tg gehoorzamen , hem gebied uyt
en dwingt de plaatste verlaten
De leer Jefu Chrifti ftrekt waar-

lyk

^ ^ Math, u. Y. 29.

-ocr page 509-

40 8 Befchrijving van ^^

lyk om de Zonden te verdelgen j ^^
gevolg om het rijke des duyvels te v ,
woeilen.
De z.oone Gods ts geopenv^^^^.
geweefl om de werken des Dujvels
te ,

nietigen {a) trekkende de menfchen

hunne Afgodery , zonden, en ^n\'^
nigheden , tot weiken zy gen^^j^
waren, om dezelven tebrengen t^^^j
waare godfdienft en een heiligheid
levens , die aan God
aangenaa«\'
Het voornemen des duyvels in t^g^j^
deel is altijd geweeft de vreeze
en het vertrouwen , \'t welk
hem moeten ftel en , uyt de hf u
der menfchen tc rukken , om d^^-^^,
ve aan den dienft der afgoden te „
den 5 en door dit middel zig de ^
bied aantematigen, die mennbsp;.{[

aen God fchuldig is. Hier door
hy t\'eenemaal over huune zielen»
lyk hy over hunne lighaamen h^^ ^^
met dezelve in verfoejelyke zonde^^^}
dompelen, die hunne zielen
atkeeren, en tot woonfteden van an ^^ jj,
reine geeften maken i ziet daar
het ryke van denPrince derduyft^^^^r
fe voornamentlyk beftaat: maat

{a) I Joh, 3. V. 8.

-ocr page 510-

, het -Eyland Formofa. 409
verkondiging vande Godldfenfl: Chri-
K is dit rijk verwoeft, de akaaren der
^^ ^yvekquot;n zyn verlaten , haare kerken
j^\'nielt, en de menichen hebben
God
^^^en aanbidden en dicmn in aeefi en in

\'^\'^-rheid.

«.Ten laatfte, de Wonderen Jefu Chrl-
^ altyd geweeft zynde werken van
p^dheid cn liefde tegens de menfchen
als de hongerigen te verzadigen,
V^ kranken te genezen, de dooden op-
\'\'^\'ekken, de bezetenen te verlolTen )
^^ Zo ftrydig tegens den aard en hec
des duy veis, die niet anders zoekt
^ de vernieling van het menfchelyk
(gelyk als blvkt door de ge-
die by de ongelukkige in-
j^^onders van dit landfchap (Formo-
^ inblaaft, alwaar de afgodery nog
en door welken hy dezelve ver-
hunne eigen kinderen op te ofic-
^^ \'quot;Het een wreedheid , die de natuur
dóet fch rikken) dat menofhetge-
^^ik van de rede moet verloren heb-
of zig met voordagt verblinden ,
.Van een oneindige boosheid bezeten
Oir» een oogenblik te twij elen ,
. ^^ Wonderen
Jefu Chrifti niet ge-
Snbsp;Tchied

L

-ocr page 511-

4IO Befchrijving van ^
fchied zijn door cdn magt en
gezag, dat in hem zeifs geplaatit

AI het geene wy gezegt hebben , ^^
wyft genoegzaam
dat de wonderen
Chrifti niet gefchied zyn door
des duyvels j\'maar dewijl het op
befchuldiging is, dat de JoodenenJ^^
denen
altijd gekant blyven niet aJe-^
tegens de wonderen Jefu Chrifti,
ook tegens die zvner Apoftelen en
Chriftenen van de vier eerfte eeu^^J\'^^^
zo zal ik hier nog eenig
aanmerking
by voegen om te doen zien de onnfj^^ö^^
iykheid, die \'er geweeft\'is, dat
wonderdaaden door toverkonft,
leryen , of door de\' kragt van
woorden volgens de regels dezer
velze konft uitgefproken,
zouden o
fchied zyn.

Hoedanig ook die konft wezen
\'t IS zeker dat zy niet beftaan kan
door middel van een geheime
overe ^^
komft, en naauwe verbintenis njet
duivelen, of indien bet niet andei
als een menfcbelijke wetenfchap j
nen deze uytwerkingen de kv^gten
natureniet te boven gaan. Wijdef^ /
de wonderen Jefu,Chrifti, zyner^^lj^^jj

-ocr page 512-

ket Eyland Ewmofa. 4.T i
Stelen en der eerfte Chriftenen, zo groot
Liytnemende, zo zeer boven de magt
^an alle fchepzelen \'c zy zienlyk of on-
zo veel in getal , zo open-
•^\'lar in zo veel verfcheide plaatzen en
gedurende een zo groot getal van jaren
gefchied,

dat het onraogelyk is dat zo
wonderdaden door de magt der
r^yvelen zouden gedaan zyn. XVant
\'j\'^dien zulks waar was , waar van daan
jonat het dan dat \'er geen diergelyke
^Onderen gefchied zyn tot beveitigiug
^an eenige andere godfdienft, die inde
^aereld zyn mag : wat voordeel zou-
den de duy velen gehad hebben inde uit-
, eiding der
Chriftelyke godfdienft voor
anderen te ftellen ? zoude het haaü
\'^\'et veel voordeeliger geweeft zyn zig
e beyveren tot voortzetting van hctryk
^es afgodendienft, met door haare won*
^eren de vuylé , wreedc , en onmen-
\'chelyke plegtigheden der heidenen aan-
?\'enlyk te maken, als te arbeiden tot
^veüiging van een godfdienft, die de
?Ppermogende
God tot voorwerp ende
ï^jligheid des levens tot een grond heeft?
, \'s Wel waar dat de heydenze
Priefters
^^^«laal gepoogt hebben hunne leer
Sanbsp;door

-ocr page 513-

412 Befchrijving van
door wonderen te bekragtigen i
zonder tegenwoordig te komen
rot o«^
derzoek van het geene in
dezegevvaai\'
de wonderen waar of vals kan wezen j
\'LO is het zeker datzy
noy t van dien aai
geweeft zyn als die der Chriftenen
zijn nog Zo groot, nog zo veel ing^^^^^
nog zo openbaar geweeft, nogzy h^- ^
ben in zo veel vericheide plaatzen
werking gedaan. Ten anderen hehh^^^
de afgodilè Priefters\'de gewaande
van wonderen te doen noit aan huquot;^^
leerlingen konnenxmededeelen,
zy dezelve gedurende verftrheide ec ^
wen aan hunne navolgers zouden o^\'^
leveren , gelyk wy beweeren dat J^\'
Chriftus en zyne Apoftelen gedaan h^^
ben. En indien de Chrifteiyke
dienft niet goddelijk was,
waarom ^^^^
de zy deze trap van overtuiging jj
alle de andere godfdienften des waef^
hebben.^ indien Jefus Chriftus
konft in Egyptegeleert,en dezelve^
zyne Apoftelen geleeraart heeft,
veele Joodenen heidenen hebben vi?quot; /
dryven, hoe! is\'er onder zo veel inwoquot;
ders van dit land noit een eenige
den,die tot deze trap van kennifl\'e

-ocr page 514-

het. Eyhnd Formofi. 4,15

quot;\'f\'Onnen komen,dat hydiekonftaan an-
quot;^e\'en konde onderwyzen? indien de, E-
Byptenaren de groote meellers dezer
^^onft: zijn, waarom toonen zy hun be-
^■Jaareheid met met wonderen te doeii
als. die van Jefus Chriilus cn zijne
^poftelenPrnaar indien Jefus Chriftus zij-
difcipulen in deze konil heeft onder-
vezen

, zo hebben zy geweten dat hy eent
Verleider en bedrieger wasrcn wie kan be-
Bnjpen dat menfchen zig zouden hebben
^^ergegcven om hun leven tot ilaande-
^oudnig van de logen, en het aanhan-
gen vaneen bedrieger op te offeieny
lelijk de Apoftelen dan zoude gedaan
hebben? en dat nog hooger gaat, wan-
\'^eer het waar was dat de duyvelen de
en zouden hebben konnen doen»
^\'e wy aan Jefu Chrifto en
Zijne Apo-
\'elen toefchrijven , van waar zouden
^y deze

magt gehad hebben ? zyn zy
?\'et onderworpen aan het gebied van
^etn, die alle dingen gemaakt heeft,,
Zonder welkers toelating de duyve»
niet een ftroohalm konnen aanroe-
nog het minfte vezeltje bewegen?
komt dan de oncyndige goedheid
^ods overeen, met^de magt diehy aan
S 3nbsp;de

L.

-ocr page 515-

^tS Befihrijving van
dient hebben. Zodanige zyn geweeft
dellemme, die uyt den hemel gehoord
wiert,
zeggende dat hy was Godswelhc
minde Zoon (a)y
gelyk als in zipdoeft
wanneer ^»hannes den Dooper de heme-
len geopent zag en de heihge geeft op
bem nederdalende in de gedaante van
een Duyve: en in zyn veranderen van
gedaante, wanneer hem een wolk onr
rmgde benevens twee van zynedifcipU\'
len
Petras en Jehannes {b) en nogmaa!
in zyn fterven, want zo haaft hy deze
woorden
J^aderverheerlijkt uwenaamh\'^d
uyrgefprooken, wierd \'er een ftemn^e
uyc den hemel gehoort, zeggende
tk he^
hi:m reeds verheerlijkt en ikjLal tiemnogrt}^^^
verheerlijken, (t)

pe wonderen, die omtrent zyn dood
zo in den hemel als op de aarden uytquot;
blonken , waven defgelyks vandezeb\'e^ ^

aart. Dtkke drdijlemijfen verf^reiden \'

over de oppervlakte-der aarde van ds

tot de negende uure toe [d). De zon en

Biaan verduyfterden , de aarde beefde »

de

(a) Math.3. Math. 17.nbsp;,f

(O Toh. 12. {d van s\'middags ten twaair
uuten toe des namiddags ten dnc luiie
Z7.

-ocr page 516-

het Eyland Formofa. ^ i j-
de fteenrotfen fcheurden , de graavea
gierden geopent en veele ontfiapéne
heiligen opgewekt, die in de heilige-
ftad quamen, en aan veelen verfchenen.-
■Deze teekenen waren buytengemecn
em
Veroorzaakten zodanige vreeze, dat den;
hoofdman over hondert en de Roomfc.;
krijgsknegten, die het lighaam van Je-
fus bewaarden, op hunne borfte flaan-
de uitriepen ,
waarlijk deze Was Gods;
^ooriy zekerlijk deze menfch was regtvaar-^
^^g (a). Alle deze wonderen waren zogt;
Veele ftemmen die van Godfwegen ge-
tuigden dat Jefus Chriftus de Zaligma--
ker des waerelds was.

Door alle deze aanmerkingen , die\'
quot;^y zo even gemaakt hebben, blyktdats
lt;3e wonderen Jefu Chrifti waare wonde-^
J-en geweeft zyn, en dat de bequaam-
fleid om dezelve re doen
nergens als al--
■»een in God , of menfchen door dens
geeft Gods aangeblazen en met zijii§
öiagt bekleed, heeft gehuifveft..

Laat ons nu vervolgens eens zien.of:
deze wonderen door Jefos Chriftus eni
^yne Apoftelen niet waarlyk gefchiedï
^ijn.-
I. De wonderen Jefu.Chriftizijiji
^ inbsp;iiiea

(a] Math, 27; cn tac, zji

-ocr page 517-

Befifsrp/mg van . .

met van den aart als die de Roomfg^\'
zinde geduriglijk verzekeren in hunne
gewaande
mnfubßantiaüe te gefcbiedenj.
dewelke geen wonderen konnen g^\'
noemt worden , omdat zy de uitterli}quot;
ke zinnen niet treffen : zy zyn niet an^
ders als het voorwerp van een blind
geloof 5 maar de wonderen Jefu Chr|\'
ili , hebben de zinnen getroffen.
die tegenwoordig waren hebben
dezel-
ve konnen zien, hy deed ze in het o-
penbaar, by helderen dag en
voor een
groote menigte i niet alleen zyncDifc^\'
puien maar zelfs zyn grootfte vyan-
den waren daar van als getuygen. ^^
Wy hebben defwegeus een gewifle o-
Verlevering federt de tijden der Apo«^^
len tot op dezen huidigen dag toe, wei\'
ke altijd dezelfde geweeft en nim^^^
tegengelproken is. 3. Deze
wonde*
rengt; gelyk wy reeds gezegt hebben»
zyn niet alleen door de Chriftenen ve\'^\'
breid j maar zy zyn zelfs door
grootfte vyanden bekent geworden yj^
Jooden melden daar van in
hunnen \'
mptdy en de Turken in hunne Alcora^^^
in welke de opftandinge Jefu ^^^ ^^
yerhaalt wordj
want zy erkennen h^^

-ocr page 518-

hef Eyïand Formofa. 41^
^oor een groot Propheet , en houden
^ijn gedagtenifle in groote eere , zelfs
de heidenen hebben van hem getuige-
öilfe gegeven , gelijk men zien kan in
Veele van hutme werken, die ik alhier
^iet kan aanhaalen: de voorbeelden, wel-
jïe ik hier boven heb aangewezen, zul-
len genoeg zijn om aan redelyke men-
fchen genoegen te geven. 4. Laaten wy
egter eens vooronderftellen; dat wy dc
^oeftemming van de vyanden Jefu Chri-
fti niet hadden om de waarheid van zy-
^e wonderen te bewyzen j: is de getui-
genifie der Evangeliilen en Apollelen
piet genoegzaam om ons te overtuygen
t waaren menfchen,die niet het minfte
Voordeel hadden in ons te bedriegen, in
tegendeel zy hebben de haat van alle op-
permagten des waerelds op zig gehaalt,
^ hun bloed uytgcftort om hunne leer
^e beveftigen. I)it bewijs is na myn
^prdeel het fterkfte van al die geene ,
^ie ik tot nog toe heb by gebragt, en het
Jelve is genoegzaam om dehardnekkig-
fte ongelovigen van de waarheid dcE
Chriftelijke godfdienft te overtuygen,
^ Daar is dan nog alleen overig re doea
^^ndat jefus Chriftus en zyne difcipa-
S 6nbsp;kji,

-ocr page 519-

420 Bèfchnjving mn
kn alle deze wonderen niet gedaan heb-
ben als tot beveiliging der leere die zf
geleeraard hebben: en om zulkste bewij-
zen zal ik de woorden van Jefus Chri-
ftus zelfs gebruiken, wanneerde Vnquot;
cipulen van Johannes den Dooper tot
hem afquamen om te
vrzgtn y of hy dt«
geene was die komen zonde
, gaf hy hei\'
tot antwoord ,
gaat hesne hoodfchapt a^f^
Johannes V geen gy gezien hebt, de blinde^
worden Ziiende * amp;c.
en\'t geenhy^e\'
derom tegens de Joden zegt,
indiengf \'
fny niet gelooft, zo gelooft ten minßen
de iverken die ik doe inde naame mijnes\'Vj\'

ders f. Men vind zo veel plaatzen ^
de heylige fchriftuur, die bewijzen
de wonderen Jefu Chrifti en zynerAP^\'
fielen geen ander oogmerk gehad be^J
ben als de beveftiging der leere, die
verkondigt hebben, dat het nodelne^
zoude zijn my te willen
ophouden ^ i
een zaak te bewijzen, die vanniem^
word tegen gefproken^

Math, II. t Eu, Joh 10»

-ocr page 520-

N E GENDE LID.

Fan het voorwerp der Chrijielyke
Godfdienft.

WY hebben gezegt * dat de waa-
re godfdienft tot haar voorwerp
moet hebben, eerftelijk en boven alle
dingen, de Eer en heerlijkheid van Godj
ten tweede het gemeen v/elwezeu: tea
derde de gelukzaligheid van een yder.
menfch in \'t bezonder.

Om my te beter te doen verftaan en.
het voorwerp der Chriftelijke godsdienft
in deze drie opzigten te verklaren, zal
ik dezelve befchouwen door dat geene^
t welk zy ons voorftelt te geloven en
door dat geene, \'t welk zy afvordert
dat wy doen: indien ik bewijs dat zy
m alle deze opzigten die zaaken altijd
tot voorwerp heeft, waar van ik zo e-
^en heb geiproken, zal ik na mynoor-^
deel genoegzaam bewezen hebben dat
^y de eenige waare godfdienft is. Mya,
doornemen is niet, gelijk ik reeds ge-
S
7nbsp;zegci

In het zevende lidj.

-ocr page 521-

42 2 Befchrij\'ving van

zegt heb, alle de godfdienften des wae-
relds te doorlopen , om dezelve d\'een
na d\'andere met de Chriftelijke godf-
dienft te vergelyken : ik fchrijf in een
land , alwaar men genoeg overtuigd is
dat zy oneindig boven alle andere
uyt-
fteekt, en indien ik my beyveromdeze
waarheid te bewijzen, door de aanmer-
king van de uytnementheid haarer begin-
zelen en voorwerp, niet zo zeer is om
anderen daar van te overtuygcn
als wel
om te doen zien tot
hoe verre het God
behaagt heeft mijn verftand in het ont-
dekken van zijn waarheid te verligten^
cn, met hem m \'t openbaar de eer te ge-\'
ven van een zo bezondere weldaad, aan
al de waereld te toonen, dat hy, wan-
neer het hem behaagt, de hartfte haf-
ten kan veranderen en verzagten ,
zynligt in de duyfterfte plaatzen van heC
heidendom en a%odei7 doen fchijnen»
Men vind geen of zeer weinig men-
fchen op de waereld, die niet gelovei»
dat \'er een
God is.- maar het grootfte
gedeelte blijft in een zo grove onwe-
tenheid gedompelt, dat zy defwegen^
nauwelijks eenige geringe
kennifle heb^
bea Zomraigea hem van zyn voof^

-ocr page 522-

het Eyhnd Formofa. 42^
ïiaamfteeygenfchappen berovende, maa-
ien daar van een zeer onvolmaakt we-
^en, anderen hem verbeeldende als on-
derhevig aan byna alle de leidingen van
j de menfchelijke natuur maken hem nog
Veel geringer. Deze valfe bevattingen
brengen hen tot beginzelen, diezover-
derflijk zyn, en zy trekken daar uyt zul-
^e verichrikkelijke en fchandeleuze ge-
\'1 Volgen , dat een ygelijk menfch, die
®enig verftand heeft, fehaamrood word
*loor dezelve aantehooren: maar deCLhri-
ftelyke godfdienft leeraard niet alleen
^et beftaan
Gods , zodanig als hy zig
delven aan de menfchen heeft doen ken-
den } maar zy erkent ook alle zyne on-
eindige volmaaktheden , zy verheft de-
ll^lve en doet ze ons befchouwen ak
hoedanigheden, die heilig, verheven
voor alle de pogingen van onze ge»
^^gten ontoegankelyk zijn. Andere
|odfdienften erkennen verfcheide Go-
de Chriftelijke duld maar een ce-
God, die zy ons doet eeren in ee-
J\'ghcid des wegens en in Drieheid, der
^^Ifftandigheeden: geene maaken hem
J^olFelijk en taftelyk, deze beweren dat
■ ^ geeftelyk en onbegrijpelijk is. Vee-

Iq

L.

-ocr page 523-

424 Befchr^vmgvan

Ie onder de heidenen lochenen de voo^

zienigheid, en onder voorgeven van hc

groot te maken zeggen zy dat by
met zaaken hier van beneden ^ ^
moeit,, omdat dezelve te
verre benCquot;
hem zijn: maar de Chriftenen gel^^\'
en bewijzen dat God zonder Z\'igt^^^j,

minderen in zyn voorzienigheid over
les uytftrekt, alle zyne fchepfelen
der\'yk bemind en dat \'er zonder zy^^
toelating geen hair van haar hooft ^^
len kan. Met een woord Godsalm^g *
goedheid, barmhertigheid, lankn^\'\'^
digheid , regtvaardigheid , wijshe\'\' \'

heiligheid, amp;c. zijn door de leere je _

Chrifti de grondlegger der

ke godfdienft onwederfprekelyk bev^

zen.nbsp;4

Wat. is den ftaat van deze ongeJquot;^^
kige, die de voorzienigheid Gods
chenen, beklagelijk: zy leven zon
geloof en zonder hoop. Indien zy ^ .
ziektens bevangen zyn, wie zullen l
tot hunne hulpe aanroepen ?
zy met dc dood worftelen,
nen zy hun vertrouwen ftellen ? ^ j.,
wy integendeel, die indefchooleCn^^

iti ojideiwezcn zyn , be^iennen

-ocr page 524-

^^n God is. Schepper, f^)nderhouder,
BeiHerder van alle dingen; wywee-
dat hy alle onze daaden befchouwt.
I^eze gedagten brengt ons wederom
onzen pligt, wanneer onze neigin-
ons daar van af doen wyken : wy
\'jn verzekert dat alle de goederen, eer
^rtipten, en al het geene op de wae-
l\'cld voor goed en aangenaam word ge-
^uden, van hem afkomen, en zulks
popt ons om hem over die mildadig-
\'^id met welke hy zyne gunften over
^ns uyiftort te bedanken. Wy gelo-
kt» dat de droevige\'ongemakken 5 die
\'S overkomen, gelyk de ziekrens, het
^rlies van ouders ca vrienden, goede-
^ï en goede naam, ons toegezonden
j^j aanbedeelt worden door een vader-
ykehand , die ons over onze mifdaden
j^^ttijd , en daar door tot berouw wil
quot;quot;engen, \'t Is wel waar dat het mee-
® gedeelte der andere godidienften dc
^nfchen verpligten om de broosheid
hun natuur te bekennen, en tebe-
yclen dat zy tot het quaad genegen en
^j\'gelylis aan verfcheide mifdaden fchul^-
^yn i maar zy wijzen ons geen an-
middel aan om Gods gramfchap te

liit

L

-ocr page 525-

426 Befchrïj\'vmg mn
Hillen als aan hem beeilen of menicnc^
opteofFeren j waarlijk

offerhanden quot;

hoogheid Gods geheel onwaardig?
ke de harten der geener niet veran
ren, die dezelven offeren, cn hy g
volge wel verre van God te buig^|
des te meer vertoornen.
Aidus is -
met de Chriftenen niet gelegen ?
weten dat wy zondaars zyn-, maar W
ftellen ons geruit inde goedheid
hertigheid Gods, dewelke , mi^®
wy hem een nedrig en verflagen h^fj^^
op 1 a C! , ilriid vaardig is onze
de -- o-^. dc liefde quot;an
W( 1 enbsp;-.o .a Jeiu Chrifti» ^^^

ge! O _e uor o ^ zonden, enofiquot; ^^^
tot
onze, re} tvm^dig-verkl(iri-\'}g j die ^^^
hemel is opgevaren, orn onze
middelaar, en voorbidder te z^yn^\')\'
Vader. Hoe groot is deze vertroó{i-^^amp;
voor een Chriften, te zien dat hy\'
wijl de heidenen en afgodendienaa\'^^.^
vergeefs pogen zig door een j^n
getal van offerhanden en plegtigquot;^j.^,^
aan hunne goden aangenaam te ma ^^^
zonder eenige verligtmg in hunne ^^^
genwoordige rampen of crooft
toekomende te vinden! zsg kan g^^^p

-ocr page 526-

^ het Eyland Formofa. 427
^ j^J\'ien in de goedheid van zijn God die
j^y dient, en met hem te bidden en ver-
^ eerlyi^en een volmaakte ruft genieten,
. rwagtende een eeuwig heil engeluk-
; ^^quot;gheid? maar God heeft niet alleen
zoon gezonden om de zonden der
, , ^nfchen te verzoenen, tïiaar hy heeft
I ^ aan hen ook tot een meefter en
■nbsp;gegeven, om hen zijn wil te

•^^ï^aren. Hierom heeft Jelus Chriftus
ba ? vergaderplaatzen der Joden open-
^^^\'vk gepredikt, en in het bezonder
die geenen, welke hy uytverkoren
\' ^ om de voornaamfte getuygen van

; jjf^\'even, leer en wonderdaden te z}\'n:

I . deze reden heeft hy een gcroeen-
quot;ap en vergadering van heiligen öp-
inbsp;die deze zelve leer bewaren en

, «ondigen , en in welke, alle men-

I diegelovenen berouw hebben,
komen en deel nemen aan de
i i^deelen, die hy hen door zyn dood
^^\'■wofven en door zyn geeft me-
,nbsp;Want nadat de tijd van zyne

inbsp;vervult was, en deze wonder-

I e^i^j offerhande volbragt had, als de
i V^ 2,ijnde,dieaan de oneindige regt-
^\'^\'gheid Gods konde voldoen en na

wel-

-ocr page 527-

428 Befchrijving van

welke alle andere oöerhandcn noodeioo^
worden , keerde hy weder
rot zyn V^\'
der en zond aan zyne difcipulen volgs\'^^
zyn belofte den troofler den heilig^^
^eell, om hen by te ftaan , zodanig^
kragt en raoed te geven als zy van fö\'
den hadden j en de gave der wondc\'^\'
der taaien, en alle wetenfchappen
de te\'deelen, die hen noodzakelyk ^^^^
ren, om het Euangelium met vrugt ^
;prediken, en de godfdienft vaftte
en die wy belijden. Zo verre gaaf
wonderen van Gods goedheid en bai^^
hertigheid tegens de menfchen, onv
kent aan alle anderen behalven aan
Chriftenen.
0 God wat is de^nbsp;^

gj u verwao d -n aan hem te gedenken

Dit dunkt my genoegzaam te z)\'^^
te doen zien dat
al het geene de
ftelyke godfdienft voorltelt te
ftrekt tot eere en heerlijkheid ^
het gemeen welwezen
endegelukza
heid van een yder menfch in
der. Laaten wy ook zien
of haare
ringen niet het zelve oogmerk
Wat godfdienft is \'er in de v^\'^frei^^^,
die zig nopende de
volmaaktheid ^^^^

-ocr page 528-

, ht Eyhnd Formöfa. 429
^^nngen met de Chrifteiyke zoude der-
^n vergelyken ? God geve dat
wy het
^hrirtendom noit in gelijkheid ftellen
pet de afgodifteryr men moet maar al-
met de reden begaaft zyn om te
\'\'^n dat de godfdienft der heidenen, wel
; Cire van de menfchen te brengen tot
J^t bewijzen van de eerbied, die men
God fchüldig is , hen leeraart aan
winge en nietige fchepzelen zodanige
^^\'e en onderwerpingen te bewijzen ,
alleenlyk aaii den Schepper toebe-
Zy denken niet dat \'er iets an-
boven de zon , maan en fterren
kan : zy verbeelden zig dat \'er

v\'^1quot;® gi\'ootcrs of verwonderlykers, ge-
^Jf^den word, en het welk de eerbied
O t ontzag der menfchen waardiger is
^Meze iigten, die ons befchijnen. In-
^ eenige andere hunne kenniffe ver-
uytbreiden , en een oppermogend
K^P erkennen, zy geloven, dat hette
^^fitig voor hem is zig met het beftier
{l^J^aereld te bemoeijen. Daar zyn nog
V^^^^n die een regtmatiger bevatting
il^ quot;Jt oppermogend wezen hebbende,
quot;^^ken tot een oorzaak van alles

^*^^,enonbequaamora eenig kwaad te

doen,

-ocr page 529-

430 Befthryvmg van

doen , en daar uyt belluyten dat a. ^
rampen, met welke de menfclien ^^^
2ogt worden , van de kwade geeften
komen, die behagen fcheppen m ^
te vervolgen: wäarom zy haar magt
danig vrezen, datzy,
ombaar tot
gunftig temaken,
dezelven met een g

yke eerbied dienen, die zy aan

j I______________________trprva\'

loogften (9od bewyzen. Zelfs verva
cn zy tot deze uytfporige onmenic ^
ykheid, van hunne eygen kinderen
haar op re offeren, wanneer zyge\'\'\'
dat deze logt of heigoden tegens n^^
vergrämt zyn} en zy verbeelden
het bloed der dieren niet bequaam
dezelve te verzoenen. De -duyvel
derhoud deze ongelukkige in hn ^^^
blindheid, en dringt hen zelfs
onder fchyn van een grooter heiligquot;
om zig zeiven te pynigen , en
lighaam op duyzen\'d verfcheide
te quellen, alhoewel zy aan de an ^^^
zyde geloven dat de
meerderheid ,
vrouwen, en de vuilfte welluften o ^
zele cn geoorlofdc daden zyn. Eyn\'^^
deze godsdienften , wel
verre vai^
menlchen te brengen
tol de heiligt
zonder welke niemand den Beere
Heb. 12. V. 14,

-ocr page 530-

, het Eyland Formofa. 451
.^oudèn dezelven in een beklagelyke
taac van veragiing en onwetenheid 5
.^\'elke maakt dat zy, de voornaamfte
evattingen van de deugd ontberende,
middelen verdoemen, die onze godf-
\'enft ons voorfchryft om onze neigin-
gen in te binden, en daarom handelen
y onze leer als een belagchelyke en
ytfporige wetenfchap.
Daar is dan niemand als de Jooden
\'e onder eenige fchijn met de Chrifte-
j^^nover de heiligheid en volmaaktheid
n\'^ïiner godsdienft zoude konnen twi-
^en. Want het is waar dat zy dezcl-
^^^ God tot bun voorwerp en dezelve
et hebben en dat hunne openbaring
ggt;ddelyk is; maar tot hoe weinig plig-
hebben zy het waarnemen dertien-
? boden Gods gebragt ? en in tegendeel
(j^\'^^-oe verre heeft Jefus Ghriflusdeon-
j^\' houding daar van uitgebreit ? als een
\'^cl maar geen afgodendienaar of la-
, dat hy den Sabbath godf-
j^enftigiyi^ ondeihoud, zyn vader en
edcr cert, niet moord, nog rooft^
n overfpel begaat, zynsnaaftens goed
Hjo\' \'negeert en geen valfche getuyge-
e »-—nbsp;naauwkeu.

^ tegens hem fpreekt

-ocr page 531-

43 i Befchrijving van . ^
riglyk de plegtigheden der hoogtijlt;^f
in de wet voorgefchreven onderhou gt;
en zig onthoud van zeker vlees te^^^
ten,
\'t welk zy verbied, alfdangelo^^
hy zig in alles gekweten te hebben
hyaan God fchuldig is, en de hel®^^^
de belooning te verdienen i maar de je
ringen der Chriftelyke godfdienft
ken zig vry verder uyt. Want
wy die aanmerken als regelen voor
borgerlyke leven, wy zullen dezelve^.,
redeiyk en zodanig na de
zwakheid
onze natuur gefchikt vinden, dat ^^^
niet een menichis, die zeftiptelyk ^^^
gende daar door niet volmaakt
konnen worden. De
hardnekkig ^
vrygeeften konnen zig niet onthonquot;
dezelve voor goed te keuren. (^gó.
leeringen oefenen ons eerftelyk ^^ .V jg
de eer, eerbied en onderdanighe\' ^^^
bewijzen, die wy aan hem als aan
zen fchepper fchuldig zijn, in
looven en hoopen
op hem , in h^ ^^^^
vreezen
, in hem te beminnen -jje
alles,
in ons t\'eenemaal op zynen ^^
te
verlaten, en met onderwerping ^^
ongemakken te omhelzen, die het ^^^
behaagt ons
toe te zenden , in heni ^^

-ocr page 532-

het\'Eyïand Formopi.

Didden in geell en in waarheid, ni
hem te offeren geen ftreren of lam-
^.^ren, amp;-c. want hy eet geen viees van
^\'^\' en, en drinkt haar bloed niet, maaf
^cn verbroke hart, hec welke met be-
^^•w is aangedaan. Deze zelve leerin-
ptt leeraren ons nog de wyze om hem
^^ te roepen, onze fmekingen aan heni
te dragen , en zyne naam te ver-
^^\'^\'iten en verheerlijken , voor die de
^waaden, die hy aan ons en aan het
menfchelyke geflagc van de
l-jquot;nbsp;des waereids af toc nti coe

^^^^ft bewezen. Waarlyk het geloof
^ tle onderwerping, die wy voor deze
l^ddelyke wet hebben , i^ een gave ,
^jg^ pod alleen aan de menfchen kan uit-
^^^ien, wanneer het hem hehaagt, en
VqJ\'^^^I^c hy in ons na zyn goedvinden
^^niaakc ; maar deze pligten, die
Wf
l\'ed bewijzen, zyn die niet op de
Zelfs gegrondveft ? Want wie zul-
Wy vreezen , indien het den Al-
^^^gtige niet is ? Op wie zullen wy ons
trouwen flellen, indien niet op hem
, die ons kan heipen ? aan wie
Vjnbsp;onderwei j en , en van

^•uikn wy ons geluk ~doen af han-

-ocr page 533-

434 Befchnjvmg vm _ .
gen , indien het niet van hem is ,
oneindig goed en wijs zijnde aileen\'o
ons lian oneindig gelukkig maken ? ^^^
wie zullen wy gehoorzaamen , iquot;quot;^
niet aan den geene, die een oppei\'^\'
gende regtvaardigheid bezit? ten
Iten, indien wy , wanneer wy ^^n\'»^
tydelyke gunt\'ten van de
vorften ^ ^
waerelds willen verwerven , aan n
onze verzoekfchrifcen zo wel ^ee\'
aantcbieden, en zo zorgvuldig zyn^.j

hen onze zeer onderdanige dankbaai ^^l^^

te bewijzen, als zy onsgunftiglyk
ben ontl-angen, met zoveel te me^\'
dea zyn wy verpligt ons in onze n\'quot;\'®^\'^
zakelykheden tot God te begeven
hem te danken voor de genaden »
hy zonder ophouden over ons uit
wanneer wy zelfs hem daarom niet
fpreken. Aldus heeft de pligt om^l^^.^
God die de godCdienft ons voorrcb^O^^j.
niet alleen de heerlijkheid Gods
voorwerp , maar ook ons heil en v
deel.\'nbsp;•

Ten opzigte van het geen wy
ze naaften fchuldig zijn , de^e ^

godsdienft fchrijft ons regelen voor, ^^^^

ver welkers wijsheid men zig ^^^^

-ocr page 534-

het Eyhnd Formofa.
Ijoeg kan verwonderen, zo omtrent het
bcitier als de gemeenfchap en eenighcid
Jüflchen alle deze leden. Deze reguleii
IJiekken zig gelykelyk uyt zo wel over
^ ^ec gemeene welwezen , als over het
quot;^^\'el zijn van een ieder in \'t bezonder. De«
^elve verpligten ons aan onze overhe-
^^n te gehoorzamen in alle het geene
ftrydig is tegens de wet Gods wan-
neer
zy ons zélfs kwalijk handelden en
Vervolgden. Zy bevelen ons in-liefdé
^n genegentheid zonder onderfcheid
^ een met den andere te leven, de on-
êelyken te vergeeten en vergeven , die
^y van onze g root (te vyanden komen
ontfangen, ja zelfs voor hen te bidden :
^^ant niet alléén verbieden zy ons kwaad
{^ec k waad te vergelden , maar zy he-
eften ons wel uytdrukkelyk daar ne-
gens wel te doen aan die geenen, die
kwaad doen, en te iegenendie ons
ervolgen: Zodat de liefde voor onze \'
\'oederen ftandvaftig , fterk, opregt
Zonder paaien zijn moet.
Het geene de godsdienft önsbeveelt|,
opzigte van het geene wy aan ons
^^H-en fchuldig zijn, zulks is op dezel-
^ regels gegrondveft. \' Zy vordest van

Ik.

-ocr page 535-

4^ 6 Befchrijving van

,ons een diepe nedi igheiu, een groote ly^
lt;zaamheid om de onceeringen en {t-iieiquot;\'
Woorden te verdragen ,.een diepe onder-
werping aan den wijle
Gods invvat ftaat
.ofgelegentheid wy ons bevinden,
HandvaUig en altijd-durend geloof ^^^^
5:uyvcrheid zonder vlekke , een gem»-
tigheid en zoberheid ten
voorbeeld
anderen in het matigen der geoorlo\'quot;\'^^\'
vermaken, in eenvoudigheid en oprcg\'
tigheid des harte., een
bezondere z^^\'
ligheid en zedigheid in alle zaaken-
gaat nog verder., zy wil dar. wyonsze^\'
ven verzaken om niemand
als\' God ^^
beminnen, dat wy deze aardze dinge\'ï
veragten en altijd hongeren en
doi tt^^
na
de geregtigheid. In \'t kort.
godfdienll heeft niet eene leering»
niet een teeken der goddelijkheid
2ig brengt.
Zy ftelt ons niet iets vreem
voor nog het geen tegens onze natn^^
ilrijd. Indien
de eenvoudigheid der dti)\'^
•ven *
ons word aanbevolen, de voorzJi\'
tigheid der flangen
is het niet minder-
dien wy zedig en nedrig zijn
moeten gt;
zulks belet egter niet dat wy verphg^
2;ijn met vrymoedigheid en verzel^^^

^ Math. I©, v. lê.

-ocr page 536-

her Eyïand Formafa. 7

heid re verfchynen, wanneer hetdebe-
feherming der waarheid rakende is. Ik\'
^oude my over de volmaaktheitd desEu--
^ngelinms veel verder konnen uitbrei-
den 3 maar ziet daar het geene genoeg
om te doen zien dat de Ghrirtelyke
Eodfdienit de menfchen zekerlyk brengt
t^t de hoogfte trap van volmaaktheid ,
^aar toe de menfchelyke natuur zoude
bonnen hopen te komen: en dat, het
^y wy dezelve aanmerken door bare\'
bewijzen, of door haar voorwerp , wy
Eed wongen zyn te bekennen dat ^er in
waereld geen waare godfdienft als
^ezen, kan worden gevonden.

T I E N D E L I D:

^mde beloften en vergeldingen, van -
de bedreygingen en firajfen , die
aan de belijdenis of veragting der
Chriflelijke Godfdienß ztjn vafl\'
gemaakt,

DNze verdorventheid is zo groot ,
en onze neiging tot het kwaade
■\'■Q geweld\'g, dat, hoedanigebevattin-
Sen vvy van Gods grootheid en onze

nie-

-ocr page 537-

43 Befchrijving van

nietigheid hebben, hoe overtuigt Wf
ook zyn mogen dat wy alhet geen wy
aan hem. verfGhuldigt zijn , wy eg-
ter noodzakelijk moete opgewekt, en
door beloften en dreigementen te rug gquot;^
bouden worden, om ons te doen wan-
delen op de paden des deugds, en ons-
af te trekken van de wegen des ver-
derf«?.

Het zy dat wy de belooningen aan-
merken , die God aan de
zulken be-
iooft, die hem beminnen, en
boden houden , ten opzigte van ^^ ^
zelfs, het zy wy dezelve befchouwe\'^
ten opzigte van onze zielen, zy ay^
eindig boven alle die geenen welke aü
de andere godfdienften aan haare aan-
bangeren beloven. Wat is \'er, by voof
beeld ongerijmder als deze verhup\'quot;\'
ge der zielen door meer als de heltt de ■
inwoonderen des waer elds zo algt-njeen
gelooft ? wat is \'ér ftrijdiger tegens
bevattlnge, die wy van
deze geeftenj\'

ke zellTtandigheden hebben, welke^ns-
bezfielen,. alsde rijkdommen,, deince\'
derheid der vrouwen , dc ïiangenaarn
velden, van welke Mahomet cv\\ z\'j\'^
lecrliiigen beuzelen. Onze zielen z.\'!^

-ocr page 538-

hn Eyland Formofa
üytgegaän van de banden Gods ; zyxyn-
iia zijn beeld en gelijkeniflè gemaakt ^
dezelve zullen noyt rufe hebben, voor
dat zy tor hem wederkeren. Zo haalt
a
!s de ketens,.die haar in onze rierflij-
ke lighaarnen gebonden houden , zul-
len verbroken zijn , zuilen zy zig uyc
haaren aart na God als tot haar middel-
punt begeven, met dezelve fnelheid als
de vlammen van een brandent vuur zig
ten hemel verhcfi\'en j maar indien hec
gebeurt dat het gewigt van haare mil-
daaden en de gramfehap Gods haar te
rug houden en in den afgrond der hel-
len dompelen, diede eeuwige regtvaar-
digheid voor de boofdoenders bereid
hetfr, hoedanig zullen de pijnen en kwel-
lingen zyn van deze ongelukkige zie-
len !

Onze lighaamen zullen zo wel deel
hebben aan de beloken als onze zielen.
Is her niet regtmatig., dat zy gezellen\'
geweeft zijnde van de fmerten cn kwel-
lingen om de liefde Gods , ook deel-
genoten zijn in de beloning!- is het niet
redelijk dat onze lighaamen, die zig ge-
s^amentlijk en in overeenkomft met on-
zielen berooft hebben van deverma-
T\'4nbsp;ken

-ocr page 539-

Befchi yving van
ken dezes bveos, ook gezamentlijk g^\'
Bieten de gelukzaligheid , welke

haar

bei\'eid is ? ziet daar de vertrooftinge\'^
die ons,de hoope der opftandinge ver-
leent.
Jefus Chriftus onzen Zalig^^^
ker bewees zulks aan de foodendoorde
wet en de
Propheeten, als de grond van
alle waarheden, die hy hen
lecraardei
en wy zyn verzekert dat onze hoop nie^
ydel is, dewijl jefus Chriftus zelfs
den doode isopgewekt.
Te zeggen, g^\'
lijk
zottjmige heidenen of waereldlni^
gen doen, dat de verftroide
en geÜJ^
als
vernietigde deelen onzer lighaatnei^
zig niet weder konnen te zaamevoegef»
is een tegenwerping die zo zwak is, ^^^

zy niet verdien^ beantwoord te worden».

want kan hy, die alles uyt niet heef^
gefchapen den menfch na zijne ontdoC\'
ning niet wederom in zijn eerfte ft^^^
herftellen,en hen? metonfrerfhjke hoC\'
danigheden bekleden ?. De beloningei^»
die wy verwagten zijn daji verre boven
die geene welke de godfdienilen der
JoodenTurken, en Heidenen aan haa\'quot;
re gewaande gelovige beloven. De
weliuftige maaltijden der Jooden, den
onzuiveren handel der Turken, deom--

z^\'Ctr

-ocr page 540-

hn Eyïand Formofa. 441;
^Wervende bewegingen der heidenen
^\'jn zaaiïen zo ilrydig tegens de natuur
Onzer zielen, dat men niet kan begrijp
pen hoedat menfchen met een redeiyk
Verftand begaaft zig met diergelyke beu-
^elingen konnen voeden. De onwc-^-
tenheid der menfchen is gevi^is eengroo--
^ hinderpaal tot de uytbreidinge des\'
\'-hrifteUjken geloofs j want indien het:
^elve gekent of onderzogt wierd, daar;
^as niet een menfch in de waereld, die
^et niet regtmatig, heilig en redeiyk.
^ude vinden, en dit geloof met al zyn\'.
jl^^rt omhelzen. Deze hoop alleen vasi^
^od. re zullen zien, hem eeuwigÜjk tc
^^llen bezitten, bet gezelfchap vaneciii
l^rieindige menigte welgelukzalige zie-
te zullen gemeten, dje zonder op-
Jouden zyn lof zingen^ onze lofzangen
Oor altijd met de haare te zullen ver--
Plengen i voor eeuwig bevrijd en ver—
joft te zullen zijn van de kwaaien dezess
®yens, zig verzekert te zien van eeu—
^^glijk met
hem, in hem en doorhenii
z^ullen leven, die alleen ons kan -ten *
\'hoogfte gelukkig maken, deze^hoopj
^g ik van eens .op
zekeren: tijd alle \'
^^ze voordeelen, die de godfdienft onss
X V,nbsp;VOOÏ?-

L

-ocr page 541-

\' B\'efckry\'ving vom
voordek, te zulien|genieten, isbckwa!^quot;\'
ons in verwondering op te trekken,
ons zonder ophouden
te doen bidden ua

de goddelyke goedheid haare koniit^
wil verhaaften ,, en ons van deze ban-\'
den verloilèn,, die ons, beletten tot he^^
te komen. Wy moeften met
wen fchen te ß erven om met Chrifio te .
Bezen Apoftel tot in den derden hemel
opgenomen zynde,had reeds de voorftn^\'
ken der eeuwige gelukzaligheid van
leven geproeft-
Gem oog heeft hetge^^^^^\'

zegt hy tot de Corinthiers t r

ren heeft het gehoort,, en\'\'t ,is noit inhethfi^\'
des menfchen opgeklommen^ het geens ^^\'
hereidiVooT di? geenen , die hem liefquot;^^
ken.nbsp;,

Maar indien aan de een kant dego^quot;\'
Beid en barmhertigheid Gods zig

verre uit-ftrekt tot herurtdeelen van ^n*
danige belooningen aan die geenen,
zijne geboden bewaren j zijn regtvaat^
digheid heeft aan de andere zijde drei\'
gementen gedaan,, en verfchrikkely»
oordeelen, uitgefproken tegens zulken
die dezelve verwaarloozen. Wat is e
Qok.redelyker ? Zoude God, diebamiquot;

-ocr page 542-

het Ejlmd\' Worniöß. 445

fertig is tegens de vroomen , nietregt-
yaardig zyn tegens de boofdoenders? en.
indien de vergelding van de eene on-
eyndig is, inoet dan de flraffe der ande-
ren met defgelijk wezen? Ik zal alle de
üytdriikkingenniec aanhalen, welkede-
Schriftuur gebruykt om ons den elen-
digen ftaat der verdoemde te doen be--
grijpen. Ik zal alleenlijk eenige aan-
ßierkingen makbnop het einde, quot;t wel-
ke God zig heeft voorgeftelc in deze:
verfchrikkelyke dreigementen aan ons-
te doen.

1.nbsp;Zulks gefchied om-ons. van het
kwaad af te trekken, en in ons bewe-
gingen van berouw te verwekken en
Ons weder te brengen tot de heiligheidj,-
die hy van ons begeert,

2.nbsp;Om ons te doen begrijpen , dat
hy een yverig God is, oneindig regcv
^aardig en vreeflijk in zyn gramfehap
lijnde,
dte zj.ggem%jns enge fr aft lasA be-
fpotten * .

Om ons te doen bemerken dem
B\'quot;iis van onze verloffing door Chrittumj,
quot;^ant indien wy geen eeuwigdurende;
^fafièn geloven, zo zullen wy het los-
Tnbsp;gelds,

-ocr page 543-

44-4* Befihrifving vam
geid, \'t welke CJhriftus voor ons be-
taalt heeft, niet hoog genoeg fchatteiT\'
Want een icgely-k menfch, die letten
zal op de uytnementheid der genade j
welke hy verloren, en op de grootheiquot;
der ftraffen , welke hy verdient hadgt;
zal konnen begrijpen v^at hy aan G^u
verfchuldigt is, die hem door hetbloCquot;
van zyn eigen zoon daar van heeft vrV\'
gekogt. Eyndelyk het gelove en dc
gedigte der eeuwige beloningen ^n
itraffen dienen om ons de vermakende*
zes levens te doen Veragten,en ons t
»emaal geruft-te ftellen in de eeuwig^
bezittingen der geener, die ons in den
Hemel verwagten, en aanmoedigei^
om ^et kruyfe Chrifti te omhelzen, ^^
alle de ongemakken dezes levens te^
liefde van hem gewilliglijk te verdra-
gen ; want Paulus zegt ons
dat het If^

dez.es levens niet. is te vergeleken hj ^
heerlijkheid,, die aan om geopeni\'^^^
T^orden.,

^ Rom. 8; V. lg.

Et

-ocr page 544-

E L F D E L I D.

ÏÏ.emge andere bemjzenvan de waar-
heid der Chriftelijke Godfdienft.

|En getrouwe leidsman tot welke
\' de goddelyke voorzienigheid my
gebragt heeft , na my van de waarheid
der Chriftelijke Godfdienft volkoment-
^ijk overtuygt te hebben , 20 door dc
klaarheid van haare bewijzen, als door
de heiligheid van haar voorwerp , ar-
beide om my door zeer fterke en vafte
bewijfredenen en aanmerkingen in dit
gelove te beveftigen. Ik zal dezelve
alhier in die fchikkmg ter nederzettenj
hy. my die voorftelde.
1. De Jooden ftemmen toe dat \'er vaa
^lle tijden een Zaligmaker belooft is:
^aar zy zeggen dat hy nog niet is geko-
foen. De Chriftenen in tegendeel ftellen
^aft dat deze zo verlangdeen zo lange tijd
^erwagte Zaligmaker zig in Judea gcor
P.enbaart heeft,.dat hy jefus genoemt
\'^ierddat het dien zelfdenis, die zy ter
dood gebragt hebben, en in welkers per-
soon wy.vervult vinden al het geene ons
X 7.

-ocr page 545-

44^ Befchrijving van
de Propheeten van dcnZaligmaker in h^^
oude Teftamenten voorzegt hadden: na^
mentlyk, dat hy van een maagt modi
geboren worden in de ftad
Bewleherft,
van de flamme Juda^ uyt de nakomt\'
lingfchap van
Davtdy dat hyin Gdtl^^
zoude beginnen te prediken, alwaar hy
zeer veel wonderen moeft doen ;
hy niet alleen de Jooden, maar ook
heidenen zouden verloiren j Dat by
waare godfdienft zoude opregten , ^^
den dienft der afgoden en valiche
den vernietigen i dathy zoude
verraden
en verkogt worden om 30. zilveiling^\'\'\'
De omftandigheden van zijn lijden ^n
dood zyn aldaar door dezelve Prophet\'
ten befchreven, alsof zy
zelfs daar vaf^
oog getuygen geweeft waren j dc vef\'
deeling zyner kleederen,de befpottinge^\'
die hy geleden heelt, zijn gedrag
durende al den tijd zynesquot; lijdens, zyn®
laatfte woorden, zijn
eerlijke begraving
zijn opftanding , amp;c. eindelyk al h^C
geene van den Zaligmaker is voorzegt^
geweeft , vind men in Jefu
Chrifto zo
itiptelijkvervult, dat men geenfins fon^
twijfelen, dat hy niet waar lyk de
ligraaker
zoude zyn ,, en dat de god \'

dicnlt

-ocr page 546-

het Eyhnd Formofa, 447
dienft, die hy heeft opgeregt, niet van.
God atkomftig is.

II. De ongemeene wijze, op welke
alle deze voorzeggingen haare vervul-
lingen hebben gekregen , is zeer aan-
merkens waardig.
Ik zal daar van maar
twee of drie voorbeelden ter nederftel-
len : is dit niet een bezondere zaak dat
Jefus Chriftus die zo veel vyanden had,,
door een van zyne diicipuien aan de Jo-
den is overgelevert? Dat hy ter dood
veroordeelt is door een regter, die hem
Vooronfchuldigerkent en verklaart had?,
dat hy na vericheide maaien het fteeni-
gen ontvlugt te hebben,, en fchoon hy.
door de wet der Jooden , de beichul-
digingen tegiens hem gedaan enkele la-
fteringen zynde , na allen fchijn door
deze foort van ftraffe moeft fterven, eg-
ter is gekruizigt geworden ? dat hy na
ïio fchandelijk aan een kruis geftorven
te zijn (een ftraffe meer in gebruik by
de Romeinen als by de Jooden) zo cer-
^yk is begraven geworden? dat niet een
\'\'^an zijn beenderén is gebroken geweeftj
alhoewel het de gewoonte was dezelve
^^n allen te breken , die men kruizig-.
^eflj. en dat zullis, wierd uitgevoert aan

de

-ocr page 547-

\'44\'8 Befchryving van-

twee moordenaars, die nevens hem gc*
kruizigt wierden ? en verfcheide ande-
re diergehjke aanmerkingen, die waar-
lijk zeer verwonderlyk zyn , en ons o-
ver de wijsheid Gods moeten doen ver-
llek ftaan , dewelke alle deze ding^^
niet heeft laacen gefchieden, als opdat

in hem al het geene zoude vervult wor-
den, dat van den Zaligmaker voorzegd
was.

III.nbsp;De vervullingen der voorzegg\'quot;\'
gen Jefu ChriÜi vereilchcn niet minde^quot;
onzen aandagt. Hy voorzegt aan c®
Jooden
het innemen en de hertvmg van
mfalem , de verwoefling van den Tem^d 9
en huune verjiroijing *
, zo als het d^^^
na gebeurt, is, 2^ijnde de Jooden fedeiquot;\'\'
17. Eeuwen, ballingen,
verbannenen»
verftroyden enomfwervers der aarde g^\'
weeftj,verlaaten van God,.veragt va^
de menfchen, oneenig onder zig z-e\'l\'
ven 5, zonder magt, zonder gezag, z^S*
tende zonder ophouden na een verloiquot;
linge, die zy noyt zien zullen.

IV.nbsp;Verdienen de verwonderlyk®
voortgangen, die de
Apoftelenephun-
ne navolgers in. het voortplanten der

^ Chxi\'\'

Math,. 14,,

-ocr page 548-

het Eyhnd Formofa. 449
Chriftelijke godidienft gedaan hebben
Ook niet een bezondere« aandagtf want
bet zy wy defzelfs grondlegger, en ver-
kondigers aanmerken j of opzigt heb-
ben op de godfdienft in haar zeiven ,
en op de wijze met welke zy zig heeft
uitgebreid, wy konnen ons met ont-
bonden van overal de hand gods te er-
kennen.

1. Den ftigter van deze godsdienft is
Jefus, bekent voor de zoon van een ar-
^e timmerman , gebooren i n een ft al
^tBethlehemt fchandclijk geftorvenaan
^cn kruys, in het gezelfchap van twee
^helmen, die met dezelve ftrafte ge-
«raft wierdeni Die na hem de leere
J\'crkondigt hebben , welke hy had ge-
^^eraart, wie waren zy? arme viffchers,
of arbeidslieden, plompe, grove men-
^^hen ,. die altijd vemgtelijk geleeft had-
den j perfoonen weynig bequaam tot de
^Afkondiging cn oprechting van een
^\'euwe godfdienil:: evenwel hebben deze
plompe, grove menfchen de wijs-
^««d der Grieken befpot , zig flaande
gehouden tegens de magt der Romey-
, den hoogmoed en kwaadaardige
der Jooden geteugelt, en de hard-
nek?

/ •

-ocr page 549-

O Befchrijvmg vm
Gekkigheid der Heidenen te boven g^\'
komen. Waarlyk ik zoude mmderrw^\'

righeid mtfken te geloven dat een fchaaF

hondert hongerige wolven heeft koo\'
nen verfcheuren, als my te verbeeldequot;
dat zoodanige menfchen bequaam zff^
geweeft om zo veel wonderen te vC\'
rjgten, indien den arm des Almagtig^
niet met hen geweeft ^ en de h\'eyl\'B^
geeft door hun mond niet gefprookeïï
had.

2. Niet alleen fchijnt de opregti!l|
der Chriftelyke godfdienft verwonderl\'J^
ter oorzaake der oogiëhijnelijke ó
heid der eerfte verkondigers, maar^^^
uyt den aard der godfd.enft zeifs , ^^
welke, fchoon zeer volmaakt zynquot;^*
egter niet nalaat hoofdftukken
dts ë^l

loofs, regels, en gewoontens te verbat

ten, die voor de heydenen tot ftee^^
des aanftoots verftrekken. By v®® \'
beeld, de fcheppinge
deswaerelds, ^^
danig als dezelve ons geopenbaart
moet noodzakelijk zeer
vreemt fchijn
aan de wijsgeeren, die voor een ^
derfprekeiyke grondregel houden, ^^

niets van niet geenfins kannbsp;i

menfchen, die gewoon zijn, vcrfch^^

-ocr page 550-

goden te geloven , konnen zig niet
gegeven om niet meer ak eene God te
^\'elien. De leere der drie-eenheid en die
Van de opftanding der lighaamen heb-
ben tot
Romen y en Athenen als iets on-
êerijmts gefeheenen : egter zyn deze
Eeheimeniflen, hoe vremt en buitenge-
meen zy ook geagt wierden, aldaar ge-
J^oft en aangenomen, het welkezeker-
vk noyt zoude geichied zyn , indien
^od zig daar mede niet gemoeit, ca
je Wonderen gewrogt had door den
dienft der geenen, die dezelve hebben
^erkondigt. De waereld was al te ver-
worven om den inhoud van het Euange-
wm op de verkondiging van Jeftjs Chri-
jj^s en zijne Apoftelen zonder tegen-
Jjand tc omhelzen, \'t Was nodig dat
^e heilige geeft de herten bereyde om^
p heilige zaad te ontfangen, want de

^ere, v^eike zy oefenden, ftrekte niet

lil ^ ««

, ———, ---------------

^quot;een om de menfchen te brengen tot
onthouding yan het kwaad en be-
\'quot;agting van het goede j maar zy open-
de hem ook een weg tot een volmaakt-
heid , tot nog toe aan dc Jooden en Ijci-
.^\'i^en onbekent gebleven, als hetdoo-
der kwaade genegentheden , het

ver-

k.

-ocr page 551-

4f 3- Befchrßving van\'

veragten des waerelds en der riikdoniquot;
men, de zuiverheid van
lighaamquot; en zi^
éc nedrigheiden eenvoudigheid deshe^\'
te, en een gelyke liefde tot onze na^-
ften als tot ons zeiven. Alle deze z^^\'
ken waren hen zo nieuw, dat \'er ni^*-
minder afs een goddelyke welfprekeRt^\'
heid nodig was om hen te overtuigefi •
en van waar zouden de Apoftelen dez*^
welfprekentheid en alle deze wonder-
lyke begaafeheden gehaait hebben,
zo noodzakelyk waren om de harten tj
raken en te overtuygen, indien God
hen niet had
ingeblazjen al het geene ^^
peggen hadden ^. Maar de wdfprekeP^

heid der Apoftelen beftond niet in ^^
nettigheid der fpreekwijzen, nog in^^^quot;
draay of fijnigheid der uytdrukkingeY
nog in de uyikipping der woorden:
le hunne redeneerkunde bleek alleenlyk\'
in hunllandvaftigheid, kloekheid, g^\'
loof, heiligheid, geduld, en duyzei^^
andere deugden, die nog meer in
uytblonken alsde wonderlykegaven der
taaien en wonderdaaden, die hen ove^
al verzelden.nbsp;, hoe
geleerd ny

ook was; verzekert ons dat hj met ve\'

* Math. IQ,

-ocr page 552-

^et Eyland Formoja.

leerde te weeten als fefas Chrijius gehuijl,
^^ dat zijne redenen en verkondigingen neen-
\'J^s vrugten zijn van een menlchelyke gt-
^\'^rthetd. Zo dac zigtbaar is dat het
goed gevolg van de opregting der Chri-
telyke godfdienft een volöagen uyt-
^\'erlang is van een goddelyke magt.
. 3. Mühomethcek zijne gevoelens door
J\'agt van wapenen uyrgebrcidi maar
, ^ Jooden en Heidenen behoelden voor
fwaaj-d der Apoftelen niet te vree-
ën Hun meefter gaf ben geen laft
\'ïi den oorlog door de waereld te voe-
. gt; maar om de vrede te boodfchap-
i want hy was een lt;5od des vredes
hy beveelde niets uytdrukkelyker
af j^P^ difcpulen, die hy henen zond

.■\'fe ha apen in het midden der wolven: -j-
^%elijks de vorften en grooten des
, werelds, in plaats van te befchermen,
j^^fidelden hen met de uyterfte wreed-
^idj en vervolgden ze van ftad totfcadj
^ ^ar zy hadden geen andere wapenen
.zig te befchermen, als het geloof
^ Jefu Ghrifto, geen ander zwaard als
^^ Van het woord Gods, met het wel-

J ï; Cor. 2.
\' Math. 10.

-ocr page 553-

454 Befihr§ving van

ke z.y alle volkeren heboen t\'onder gebragt j
en dez.elven gevangen geleid onder de g^^
hoorz.(tamheid des geloofs in fefnChrifo:
Zodat hec bioed , dat zy geftort heO\'
ben en dat van alle de andere martelaar^»
een zaad is geweeil het welk de ChU\'
ftenen tot een oneindig getal
heeft do^n
vermenigvuldigen.

Ziet daar voor een gedeelte de aafi-
merkingen, die my in het Chriften
loof beveftigt hebben. Den heer
beeft \'er my nog verfcheideh
doen maken over de opftanding» . ,
bemelvaart Chrifti, over de zending
beyligen geeftes aan zyne Apoftei^/
pver de wonderlijke gave der taaien ^ \'
maar dit weinige zai genoeg zijn
te doen zien, dat het niet is, als na ^
yytnementheid der Chriftelijke gy ^
dienft boven alle andere godid\'Cni^
des waerelds begrepen te hebben,
ik overtuigt ben geweeft dat zV
God atkomftig , en de eenige
godfdienft is, dewelke ik omhelft nj^\'^
hoopende daar in te leven en te liei v ^^
om eens op zekere tyd met Chrifti
Worden opgewekt, Amen.

-ocr page 554-

bn Eyhnd Formofa. ^ff

Ziet hier nu de voornaamfte tegen-
quot;^erpingen , die ik gewoon was^te-
pn de Chriftelijke godfdienft voort te
hi engen , eer ik my overgaf om den
doop te ontfangenquot;, benevens de ant-
oorden, die den heer
Innes my telkens
daar op gemaakt heeft.

XXXX. HOOFDSTUK.

Verfcheide tegenwerpingen tegens de
ChrtJklijkeGodfdtenJi i en der zei-
I ver oploffmgen.

Geen ik tegens het beftaan Gods
zijne eygenlchappen en dc nood-
zakelijkheid van een geopenbaarde godf-
pienfi: inbragt, was alles- zo zwak, dat
my zoude fchamen het zelve tegen-
woordig te verhalen : alles drayde al-nbsp;|||
*eenli]k op de gemeene gevoelens der lee-
^^aren van myn land. De eerfte ant-
woorden, die men my gaf, deden my
ongcrijmtheid zo klaar befchouwen,
ik niets had om daar tegens in te
^pöien, zodat de eerfte tegenwerpmgj
my eenige aandagt waardig fcheen,
^^ewas. 1.

IL.

-ocr page 555-

45 6 Befchry ving viin
. 1. Tegenwerping. Waar door K^n
ik verzekert zyn dat het geen de Euan-
geliften en Apollelen gefchreven he^
ben, de zuyvere waarheid is? waren^
geen menichen, en by
gevolg-bequaai ^
om zig -zelven te bedrregen ^ of oni
deren te willen bejriegen , door dnjj
gen te befchrijven , die noyt gewee

^^^Antwoord. ï. De heilige fchryv^rs
waren opregte en godvrezende men^
fchen. Zy hebben
in een groote eej^
voudigheid openbaarliik .gebreken bel
den, die zonder deze
belydenis totnog
toe niet bekent zouden geweeft ZiP \'
gelijk als hun traagheid m het ge\'®^^\'^,\'
bun gekhil over bet meefterfchapgt;
v-lugt en bloheid in het vangen van ^
heer en meefter, amp;c. derhalven
nen zy tot een zo quaad
voornemen nr
bequaam geweeft zijn, dat zy na nU ^
welgevallen een zodanige gefchiede\'^^
zouden hebben uytgévonden als di^ ^
Jefus Chriftus. Maar tot wat eynquot;,
zouden zy ons hebben willen bedrieg ^^
wat voordeel zouden zy
daar uyt h^^
ben getrokken ? Eerbewijzingen • ■
leer, die zy verkondigden,

-ocr page 556-

het Eyland Formofa.
^\'oor dwazen en onzinnigen. Rijkdom
^en of eenige andere tijdelijke goedc-
l\'en ? maar zy oefenden een leer
, die
hier mede ilrydig was , dewyl zy het
^olk aanmoedigden alles
te verlaten om
de liefde jefu
Chrifti : en hebben zy
Orn deze rede niet geduriglyk hun le-
^en in gevaar geftelt, reizende zondef
ophouden van d\'eene plaats na-d\'ande-
^\'e, alwaar zy vervolgt en gekwek zyn
geweeft tot de dood toe
? Bedriegers
i^ouden zig noyt met een blydfchapdes
«arte
voor diergelijke gevaren hebben
olootgeflelt. Wie zoude konnen ge-
looven dat menfchenjWegens de valsheid
Van een zaak , die
zy zouden hebben
tiycgevonden , overtuygt zynde liever
houden willen leiden de wrec^dfce ftraf-
om hun bedrog ftaandc
te houden, als
^ere en belooningen te ontfangen , die
ben zouden aangeboden zyn geweeft
Oin daar van af te ftappen en hunne,
dwaling te bekennen , zonder dat \'er
^^n minde onder het groot getal dezer
^\'nnéloozen eenige zig lieten verwin-
^^n, of door de vreeze derftraffen, o£
^oor de hoop van belooning.
ÄV De Apoftelen hebben niet iiTleefj
Vnbsp;ons

-ocr page 557-

45 ^ Befihryving van

ons niet bedrogen j maar zy zouden zulk^
niet hebben konnen doen , fchoon z/
gewilt hadden. Want, behalven ciat
zy plompe en grove menfchen zyndegt;
Zig niet verftaan zonden hebben op het
fmeden eener gefchiedenis van het le\'
ven Jefu Chrifti, zodanig als zy on^
het zelve befchrijven; zo is her daar en
boven door vier verfeheide
pennen ge\'
fchreven , zonder dat men daar in ^^^
minfte tegenftrijdigheid kan vinden: a*\'^
zy nu ai bequaam genoeg mogten g^quot;^
weeft zyn om zaaken van deze natun^
te vercieren, is het egter niet tebeg\' ^Jquot;
pen, dat zy de ftoutigheid zouden g\'^\'
had hebben van dezelve in hec gezigt\'^
der Jooden 20 overluyd te verkondige\'quot;\'\'
dewelke hen buyten alle twijfel als be-
driegers zoude hebben gehandelt,
geen fins nalatig zyn geweeft
om hen ai
zodanige te doen ftraffen.

Niemand twijfelt of zy zyn z^^
bequaam geweeft om de waar heid tC
fchrijven; zy hadden geen
zaken te ve^\'
halen, die in de voorgaande eeuWen^
of lange tijd voor hunne geboorte,/\'^
in verre afgeiegene plaatfen gefch^^,
^areui zy hebben oiis niets gez^g*^ ^ ^

-ocr page 558-

het Eyïand Fwmofi, 4

fe geeffe z.y met hmne oor en gehoor t en met
hunne hmden getaß hebben.
^ Zy hebbea
den Zaligmaker des waerelds altijd ver-
gezelfchapt , van dien tijd af dat hy
begon te prediken tot zyn dood\'toe;
Zodat, indien zy ons eenige valsheden
hebben verkondigt, zulks ongetwijfelt
Veel eer aan hunne kwade neigingen 5
die men van hen zoude moeten opvat-
ten, als aan hunne onwetenheid moet
Worden toegefchreven. Maar wy heb-
ben aangetoond, hoe verre zy zyn ge-
Weefl van ons te hebben willen bedrie-
gen: derhalven konnen wy niet als ten
hoogfte vei-zekert zyn dat de heilige
ichrijvers zeer getrouwe gefchigt-fchnj-
vers geweeft zijn.

II. Tegenw: Hoe kan ik vei\'zekert
Jjn dat de boeken, die wy tegenwoor-
dig van hetnicuwe Teftament hebben^
dezelve zijn, die de Euangeliftenof A-
Poftelen gefchreven hebben, en dat zy
door verloop van tijden niet verändere
^yn geweeft gt;nbsp;\'

Antw: Deze boeken zyn door de ge»,
heele waereld vcrfpreid, in een onein-
dig getal van taaien overgezet, en voe-
den overal dezelve namen van haiefcliry-

*s Joh.ï,Y. I.nbsp;V änbsp;vers

-ocr page 559-

4^0 Befchrijving van

vers. De wonderlijke overeenkomft
van alle deze verfcheide
overzettingen
bewijft, dat zy altyd geweeft zyn. K^^^
bet gefchieden dar volkeren zo verre vao
den anderen gefcheiden, die niet .als ter
naauwer nood eenige ommegang mer
xnalkandere konnen hebben, te zaamen
zouden gearbeid bebben om de heilige
fchriftuur te veranderen? indien \'er on-
der de groote verfcbeidenheid der gevoe-
lens , die de Chriftenheid verdeelen,
een
eenige gevonden was geweeft, die toc
dezelve had af of toegedaan -quot;t geen b/
bequaam oordeelde om zijn gevoelen re
beveftigen, zouden de andere niet het
zelfde gedaan hebben ?
maar zulks is
noyt gefchied: het blijkt van alle tijden
wat gefehil \'ér oyt onder de
Chriftenen
mag geweeft zijn, dat zy zig van hun*
ne gefchillen altijd
op de heihge fchrir-
tuur beroepen hebben, en
zodanig
de Apoftelen die voor de eerfte maal iïï
\'£ ligt gebragt hebben.

III. Tcgcnw: De wonderen der Chri-
ftehjke godfdienft
zijn niet genoegzaam

om te bewijzen dat zy de eenige en wa-
re godfdienft is: Want de
Jooden en
eenige gevoelens der heidenen

/

-ocr page 560-

hef Eyland Formofa, 4.6 r

defgelijks hunne wonderen, opwelken
Zy de waar heid hunner godsdienftea
grondveften.

Antw: I. De wonderen alleen zijri-
geen genoegzaam bewijs oni de . waar-
heid van een godfdienft vaft te ftellen,.
Zy dienen alleenlijk om dezelve te be-
veftigen. Derhalven, indien de leer ,
die eenige godfdienft oefent, niet hei-
lig is j moeten de wonderen , met wel-
ken zy pronkt, als valfche wondere»
Wórden aangemerkt.

z. De gewaande wonderen der hei»-
denen hebben de drie vereifchte hoeda-
nigheden niet om voor waare wonder-
daaden bekent te worden, te weeten,,
ï. dat hy, die een Wonder doet, hec
Zelve moet voorzien en willen doen. 2.
Dat een wonder dc kragten der nacuur
tnoec te boven ft reven. 3. Dat men
moet verzekerc zijn , daC hec zelve ge-
fchied is. Maar de wonderen der hei-
denen,, als by voorbeeld die van den
godfdienft der Formofanen, hebben ner-
gens anders in beftaan als in voorzeggin-
gen vau flormen, onweders en andere
diergelijke ongemakken, die in het land
ïiïoeften gefchiedeni hec welk de men.

V 3nbsp;fche.

-ocr page 561-

Beßbr^ving van
fchelyke kennifle niec té boven ging-
Want de donderbuijen, aardbevingen ,
en peftilentien zyn niet als een natuur-
lyk gevolg van de gefteltheid\'deslogts,
bet geen een lange ervarentheid en een
crnflige overdenking kandoen voorzien.
Ten\' andere het
farhabadiond , of wet-
boek, in het welke de wonderen be-
fchreven zyn, word door de Priefters
250 heimelijk bewaart, dat zy niet toe-
ftaan dac een eenig menfch daar in mag
lezen. Aldus konnen alle deze wonde-
ren der heidenen niet anders worden ge-
houden als voor enkele giflingen , of
voor verzieringen of bedriegeryeu.

IV. Tegenw: Indien gyniet wiltgSquot;
loven de wondertekenen of daaden, wel-
ke onze priefters
ms zeggen door de
ftigters van onze godfdienft gefchied te
zijn, gelooft ten minften die geenen j
van
welke ik ooggetuyge geweeft ben«
Ik heb gezien dat den God, d;e men
tot Formofa diend , in het heilige van
onze kerken verfetten onder
Jig-haaine-
lyke en taftelyke gedaantens, by voor-
beeld onder de gedaante van een leeuW»
wanneer hy tegens het volk verftoort,
©f onder die van, een ftier, of ram, wan\'

neer

-ocr page 562-

het EyJand Formofa. 465
ïieer.zijn gramichap geftiit was. ik
heb hem zelfs in weinig uuren en op
denzelven dag in verfcheide gedaanten®
veranderen , en aan al die geene y
die in de kerk waren vergram! en bevre-
digt te voorfchijn komen.

Antw: I. Dic was een zaak, die de
grootheid van den God t;\'eenemaal on-
waardig was , zig aan zijn fchepzelen
onder de gedaante van zulke onnutte
dieren te vertoonen. 2. \'T isook waar-
fcheinelijk dat zulks een bedriegery der
Priefters is, die verfchot van deze die-
ren hebben , om dezelve aan her voile
te doen zien, als zy zulks goedvinden.
En dit is zo veel te zekerder, omdat
iy niet willen dulden, dat iemand, wie
het ook zy, daar toe zal naderen. 3. In-
dien het een oppermagtig God was ,,
die zodanige veranderingen van gedaan-
te aanneemt, hy zoude zig in \'t open-
baar vertoonen, en zig zo niet verbor-
gen houden in een bezondere plaats,,
alwaar hy niet dan van een zekere zijde
kan gezien worden- 4. Om een zoda-
nig wondvrteken te geloven, moeften
Verfcheide andere wonderen het zelve
beveiligt hebben.

V 4nbsp;V.

-ocr page 563-

4% Befchrijving van

V. Tegenw; Döor dezelve rede
ik de opftandinge Chrifti lochenen, wanE
indien hjwaar ijk van de
dooden is op-
gewekt, waarom is hy niet zo wel aan
zyn vyanden als aan zyn vrienden ver-
fchenen? en dewijl \'er niemand is a)^
zijne difcipulen, die hem gezien heb-
ben, kan ik dan met de jooden niet
zeggen, dat zy des nagtsgekomen^ij\'\'\'»
het lighaam van hun meefter
geftolen,.
en daar na het gerugt uytgeftroit heb-
ben, dat hy opgeftaan was \' Djt won-
der vereifcht andere wonderen om het
zelve te beveftigen.

Antw: De Apoftelen hebben ook

ccn menigte wonderen gedaan, want als

zy de dooden hebben opgewekt,
kranken genezen, 8cc. zulks is altijd
gefchied in den Naame-Jefu Chrifti.
Men zoude ook konnen
vragen waarom
heeft. God de vyanden Jefu Chriftinie^:
in den hemel gevoerd, om hen denzel-
ve tedoen zien zitten aan
de regterhanC
zijnes vaders ? Waarlijk indien dc
joo-
den
hem na zijn opftanding gezien had\'-
den, zy zouden geen fins nagelaten heb-
ben te zeggen, dat het een
fpook,een
geeft, of iets diergelijks was, wantge-

Jyk

-ocr page 564-

hét\'Eyland Formofa. 46 f
^ijk zy geen geloof hebben gegeven aan
hec wonderlyk getal wonderen, die Je-
fus Chriftus voor zijn dood gedaan heefc
alzo zouden zy niec meer overtuigt zijn
geweeft dac hy de Zaligmaker was, wan-
neer zy hem na zyn opftanding geziem
hadden. Te zeggendac de Apofte-
len het lighaam Jefu Chriftr, des nachts-;
hebben komen ftélen , zulks fchijnc
Zo ongerijmc, dac men zig niet ver-
waardigen zoude daar op xe antwoor-
den indien men niec wift dat de onge--
lovigheid zig op de uytfporigfte gevoed-
lens vaft maakt. Dc Jooden zeifs lo-
chenen niet de dood en begrafenis-Jefui
Chrifti, zy ftemmen toe dat zijn graf.
Wel naauw bewaard was door Soldaten,,
die alleenlijk ten dien einde aldaar ge-
fielt waren: maar zeggen zy, dew/// det:
^fagters ßiepen , xJjn de dtfctpulen van fe*-
[w gekomen .y en hebben zijn lighaam geßo~-
len. * Zy waren dan wel ftouthartig;
geworden, zy , die weinig dagen te:
Vooren hun meefter bloodelijk verlie-
ten onder de handen der geener, die:
gekomen waren om hem te vangen::
tot zo verre dat
Petrus , den yverigfte:

Vnbsp;Oiï^-

^ Math. 28i V.

-ocr page 565-

Befchrßmg van-

onder hen- met tegenftaande zijn voor-
ïiemen, niet minder
als de anderen de
vlngt nam;, en hem drie maaien verlo^
chende, alleenlijk op de Ilem van eefl
IJegte dienftmaagt, die hem
befchul\'
digde dat hy een van zijne difcipulei\'
was. Maar laaten wy eens
vooronder-
lj;ellen dat de difcipulen Jefu Chrifti va«;
liun eerfte vrees bekomen, enftoutharquot;
tig genoeg geweeft zijn om te onder-
nemen
of zy het lighaam van hun mee-
iler konden fteelen;
is het v/el moge\'
]yk, dat een getal Soldaaren geplaaill^
©m iets te bewaren alle te gelijk zouden
geflapen hebben, zonder dat \'er teo
minften een van hen op fchildwagt ge\'
bleven was? maar laaten wy al toeftaan
dat zy alle in flaap waren , egter mof\'
iien de difcipulen Jefu Chrifti hun tiJ\'^
quot;wel waarnemen: en hoe
zouden zy den
ileen , die den ingang van
het graf toe-
ijpot, hebben konnen v/egroUen, zofl\'
der zo weinig geraas te maken, dat ^f
daar door zelfs de foldaaten niet
wakkef
maakten ? en fchoon zy alle noodzake-
lijke voorzorgen gebruikt hadden 00
geen geraas temaken, egter moetme^i

SQpftfiai?, datteQ.niinilen de vrees, di^

-ocr page 566-

Bet Ejlmd\'Formofa,- 467
ty zouden könne« gehad hebben van
verrall te zullen worden, hen zeer veel.
haaft zoude hebben doen maken j maar
in tegendeel blykt het dat \'er nog. be-
i\'oertheid nog haaft geweeft is ,\' wan--
neer Jefus Chriftus uit zijn begraaf-
plaats uitging : de\'doeken , in welke:
2.ijn kofteiijk lighaam gewonden was,,
Vond men netjes opgevouwen, en in de:
eenen hoek gelegt, de zweed-doek,die-
om zijn hooft was,, in den anderen: het:
V;elk de bedaartheid des verllands-aan-
quot;Wijft en geenzins de voortvarendheidi
Van menfchen die eenige zaak met;
Vrees.of haaft doen. Laat ons vervol-
gens ook toeftaan, dat de Difcipulen!
het lighaam Jefu Chrifti weggenomeni
hadden, waarom zijn zy defwegens niet;
in hetgerigte vervolgt? en indien dezßquot;
Zaak tegens hen konde bewezen wor-
den,, gaf zulks geen ftoffe genoeg onn
hen te doen ftrailen? indien de Soldaa-
ten allen fliepen, waarom zijn zy niet:
gehandelt volgens de ftrengbeid. dei^-
Joodfe en Roomfe wet, de welke im
diergelijke vt.-orvallen-de foldaaten ter
dooii veroordeelde. Ten laailen. dsze;-
befchuidigiwg der; Jooden. ibijd opéii^-

baarf-

-ocr page 567-

4.68, Befchrijving van

baarlijk tegens zig zelfs; want indien
de foldaaten ontwaakt zijn , waai\'onï
hebben zy niet belet datquot; het lighaam
geftolen wierd: en indien zy geflapen
hebben, hoe weten zy dat zyne dilei-
puien zulks gedaan hebben.^ Moetende
Jooden niet of zeer dom
of ongemeen
vooringenomen, of hardnekkig ongelo-
vig zijn , dat zy geloof geven aan dc
wonderen van Mofes en
de Propheeten,.
van welken zy geen andere bewyzen
hebben, als de gefchiedenis en overle-
vering, en weigeren te
geloven aan d^
van Jefus Chriftus, van dewelke zy zeli^
oog getuygen geweeft zyn.

VI. Tegenw: Het is zeker dat dê
duyvel wondertekenen kan doen en dat
hy \'er gedaan heeft: door wat middej
weet men dan dat Jefus
Chriftus zo veel
wonderen gedaan heeft , veel eer doof
de magt Gods als door demagt desdui-
yels.^\'

Antw: Alhoewef wy niet konden we-
ten tot hoe verre de magt des duivels
ziguitftrekt, egter zyn wy
verzekert»
dat., alkonde hy diergelijke wonderen
doen,, als den Zaligmaker des waerelds-
yerrjgt, heeftj hy met dezelve te d^

-ocr page 568-

het Eyland Formofa, 4,6^

het zelfde oogmerk niet zoude heblsen,
dat is te zeggen, de beveltiging der
Chrifteiyke Godfdienft, dewelke zijn
rijk vernietigt, en aan haare navolgers
niets voorfch rij
ft, het welke niet ftrekt
tot de heerlijkheid Gods en heil des
menfchelyken
geftagts. Wantde duy-
vel haat het een en het andere te zeer,
om het minfte te doen , dat tot haar
Voordeel zoude konnen gedijen. Indien
Wy dan al toe ftemmen dat hy eenige
Wonderen kan doen , het zijn egter al-nbsp;l

leenlijk zodanige, op welke de heyde-
nen zig beroemen, dewijl hun godf-nbsp;il

dienft hem zekerlyk zeer aangenaam j
moet wezen.nbsp;\'i

VII. Tegenw: Jefus Chriftus heeft
bekent dat de wonderen vanMofesdoor I
dè magt Gods gefchied waren waarom j
heeft hy dan zyn godfdienft en wet ver-
I
nietigt?nbsp;. ■

Antw: Het is waar dat Jefus Chri- \'l
ftus heeft bekent dat de wonderen van |
Mofes door de magt
Gods gefchied zyn;
maar hy heeft niet voorgegeven de wet
te willen vernietigen, want hy verze-
kert ons uytdrukkelyk het tegendeel.
^k ben niet gekomen, zegt hy, om 4e wet

-ocr page 569-

470 Befthrijving van ,

U ver anderer, \\ maar om dszjelve. ts vervulquot;^
len
* hy heeft niet als de uitwendig-
heden argefchaft, dewelke na zyn komft
in den vleefe nodeloos geworden waa-
ren. Het verbond met de Jooden g^\'
maakt bewijft dat de tijd
moeftkonien,
in welke deze uytwendigheden
zouden
worden vernietigt. Jefus Chriftusheeft
dezelve niet veroordeelt als kwaad, maa?:
alleenlijk als onvolmaakt, en van geeP
gebruyk meer zynde j dewijl dat gee-
ne , het welk zy tot nog^toe
beteekent
hadden , in heoi zijn vervulling had ge-
vonden. God was hunne
flagïoifers,
reuk-offers, en zoen-oftèrs moede,
tijd was gekomen , dat de waare kinde^^J^
God hem maeflen aanbidden in geeß en ^^
waarheid, quot;f

vm. Tegenw: Waarom heeft Je\'
fus Chriftus aan zyn Kerk niet een g^\'
dyrige magt gelaten om wonderdaadeß
te doen.

Antw: \'t Is ons niet geoorloft Gods
geheimen te doorgronden:
\'t. is on« g^\'
noeg dat zulks zyn enkel
welbchage»
is. Wy moeten wel te vreden en voldaan

\' m

* Math. y. v. I7i

ti Eu» Joh. y.

-ocr page 570-

het Eyland Formofa. 475
zyn dat het hem gehett heeft een godf-
dienft, die hy ons heeft willen open-
baren, door wonderen te beveftigen :
maar tegenwoordig nu de kindsheid der
kerke voorby, en de Godfdienft door
de geheele waereld opgeregt is, zijn
de wonderen nier meer nodig: het zy
genoeg dat God ons heeft verzekert zo-
danige zorg voor zijn kerk te zullen dra-
gen dat
z.elj\'s de poorten der helle die niet
KMllen konnen overweldigen *

]X. Tegenw: Dewijl God voorne-
mens was het menfchelijk geflagt door
het lijden en fterven van zijn eenigen
Zoon te verloflen , waarom heeft hy
hem dan niet eerder ja zelfs terftond na^^
den val van Adam in de waereld ge-
Zonden, opdat die geenen, die tufe
Adam en Chriftus geleeft hebben, deel
hadden aan zyn verlofling?

Antw: I. Indien ik vraagde waarom^
God de waereld niet eerder heeft ge-
fchapen, ongetwijfelt zoude my nie^
mand rede daar van konnen geven; eg-
ter zoude zulks.de baarblykelijkheid der.
Scheppinge nietverminderenj alzoook^,
fchoon. men niet kan. weeten waarom

Ged,

^ Math, T»

-ocr page 571-

472 Befchrijving van

God zijn Zoon niet 4000. Jaaren vroe*
ger in de waereld heefc gezonden, zulks
geeft aan de weldaad der verloffinge geeo
minder zekerheid of kragt. Al hetgeen
men hier van kan zeggen is dit,
mentlijk dat de oneindige wijsheid Gods
een zekere tijd heeft uyt verkoren, wel-
ke hy bequaamer als eenige
andere heeft
geoordeeld, en waar van het hem nief
goedgedagt heeft ons de rede te opem
baren.

r. Alhoewel Jefus Chriflus 4000. ja-
ren na de zonde van Adam is in de wae-
reld gekomen, zulks belet egter
dat die geene, welke voor zijn koinfl
yeflorven zyn, en volgens de
naturely-
ce of gefchreven wet welgeleeft heb-
ben, aan de vcrloflinge Jefu Ghriili geen
deel zouden hebben.

X. Tegenw: Zoude God ons door
geen ander middel van de ftraffe der zon-
den hebben konnen vcrloffen
alsdoordè
dood van zijn Zoon ?

Antw: I. Het fchijnt dat \'er geen
minder betaling als de dood Jefu
Chri-
fti nodig was om aan deoneindige regt-
vaardigheid Gods.te voldoen, die een
voldoening van een, oneindige
waarde

af?

-ocr page 572-

het Eyland Formofa.
afvorderdentot dewelke geen febepzei
\'bekwaam was. 2. Als Gods wijsheid!ee-
nig ander middel had konnen uitvinden
om aan zyn geregtigheid te voldoen ,
Zouden de menfchen wederom können
Vragen waarom liever dit middel als een
anderj zodat, indien diergelykevraag-
ftukken van eenige waardy waren, daar
tiy t zoude volgen, dat God verpligt was
aan de menfchen van zijn gedrag reken-
fehap te doen, of na hunne verfcheide
Zinnelijkheden te handelen. Men
kan met even zoo weinig rede vragen
quot;Waarom God de menfchen zo volmaakt
Riet heeft gefchapen als de Engelen, ot
Vry van te können zondigen: want
hy konde zulks doeii , en alfdan zou-
den wy geen verloflêr noodig gehad
hebben. 4. God heeft alle middelen
aangewend, die hy bequaam oordeeldo
om zyn regtvaardigheid en barmhertig-
heid ten toon te Hellen, maar zijne wequot;
gen zijn met onze -wegen * zi]ne oordee\'
len ztjn onbegrijpelijk^ en wie is diegeene^
die in Gods raads bsfluit is ingetreden -f*
Wy zyn derhalven genoodzaakt ons te
Onderwerpen , de regtvaardigheid van

zijn

-ocr page 573-

474 Befchrijving van
zijn beftiering te prijzen en hem te be-
danken voor de verzekering , die h/.
ons gegeven heeft,
van dat by den do^^
des zjondaars niet begeert ^ waar veel
eer d^^^
hy zig bekeere , en dat hy lere Hoe -
waarom zouden wy meer gezag aan de
vorilen der waereld opdragen als aan de
Koning der Koningen ?

Zal een onwetend en plomp onder-
daan zijn opperheer , die voor een va-
der des Vaderlands geagt wgt; rd ,
oordelen, omdat de redenen van
hem onbekent zijn, die den opperheer
fomtijds op een wijze
doen handelen r
welke tegens zijne plompe bevatting
ftrijdig is ? indien dan eenglt;?meen
Biet geregtigt is om het gedrag van^O^
©verheerte berifpen, omdat hy het g®\'
heim niet weet, waarom hy liever of
die dan op deze wijze handelt, doorho
veel te kragtiger rede zyn
wy verphg^
ons te onderwerpen aan\' de wet die he
God behaagt heeft ons op te leggequot; gt;
zonder dat wy na de redenen vraagej^»
die hem bewogen hebben
ons liever de-
ze als eenige andere te geven.nbsp;^
Xi.
Tegenw: de dood Jefu Chrifti hee^

S

* E^ech. iS. v. ZJ,

-ocr page 574-

het Eyhnd Formofa. 475

^en oneindige voldoening iconnen zyn,
Zodanig alsGod die afvorderde en dezon-
de van Adam vercifchte; want als God
lieefi hy niet konnen lyden nog fterven,
^n als menfch is hy niet als een eindig
fchepzel geweeft : en by gevolg heeft
^yn lyden geen oneindige verdienften
konnen tc weeg brengen.

Antw: De dood Jefü Chrifti is een
\'tweevoudige genoegdoening, i. Ten
öpzigte aan God zijn vader, dewelke
ï^iec alleen niet anders voor de verlof-
finge van alle menfchen van hem heefc
äfgevordert} maar die door bet bloed
Van dit eenige flagt- offer t\'eenemaal ver?
^oent
IS. Want indien in het oude ver-
bond de offerhanden van eenige heeften
E^noegsaam waren om de zonden re ver-
soenen, zulks was. alleen uyt kragt van
die des nieuwen verbonds, waarvan zy
iiiet dan voorbeelden waren, dewelke
^p zijn tijd moeften vervuld worden.
quot;Ten opzigte van de waardigheid des
Perfoons Jelu Chrifti. Wanneer wy aU
leenlyk zijn menfchelijke natuur aan-,
\'irerken, zo was hy een fchepzel van
uytmuntentheid oneindig boven al-
^ ^ierüijkfe en onzienlyke fchepzelen i

hy

-ocr page 575-

47^ Befchrßving van

hy was ontfangen door den heilige\'quot;
Geeft , de Zoone Gods genoemt,
van den Vader tot onzen Zaligmakerquot;
verordineert. Maar indien wy aan-
merken dat zyn goddelyke, natuur meï
Zijn menfchelrjke zelfftandiglijk verec-
Jaigt was, zozijn wy verpligt
toeteftaan;
dat hj God zwijnde boven alles te prijz-en
der eeuwigheid
* met zijn vader, fchoon
hy door deze natuur niet heeft können
Jyden , deze zelfftandige vereeniging

het lyden zijner menfehelyke natuur

van een oneindige verdien fte en waardy
gemaakt heeft • en dat by gevolg de
regtvaardigheid Gods voor de
zondequot;
van alle menlchen volkomentlijk vol-
daan is.

XÏI. Teg^enw: God heeft aan zOquot;
regtvaardigheid niet konnen voldoen
met zyn zoon van de dood te
verloftên,
want deze zoon God met hem zijnde.
Zo
zoude men moeten zeggen dat Goa
zig zelfs geoffert had; het welk even
zo ongerijmt zoude wezen als of ^en
zeydedat een fchuldevfcher
zig met zijn
ygengeld betaald had , hetgeen een
ander aan hera verfchuldigt was.

^ Ant^^\'

* Rom. v.

-ocr page 576-

het Eyhnd Eormofa, 477
Amw: I. Indien zulks konde gezegt
^Vörden , zoude niet alleenlyk de kragt
\'^an alle de offerhanden, die oyt geof-
fei quot;t wierden, vernietigt, maar zelfs de
Eerbied, die wy lt;iod toedragen, over-
tollig en onnut zijn : Want wat kon-
Hen wy aan hem opdragen , het welk
hem niet toebehoort en niet van hem
komt? 2, Men moet ook aanmerken
dat God in de groote werken der fchep-
pinge en verlofzinge niet alleen door
een zyner ygenfchappen gewrogt heeft,
liaar door een algemeene overeenkomll
Van alle zyn volmaaktheden met den
\'Ouderen vereenigt. Laaten wy by voor-
beeld onderftellen dat \'er eenig fchep-
door zig zelvett heefc konnen wor-
den , zo volmaakt en onafhangende van
hec opperfle w^ezen, dac hec zelve be-
kwaam is geweeft om door zyn dood, of
lïiet zig voor hec geheele menfchelyke
geflagc ce vernietigen, aan de regtvaar-
digheid Gods te voldoen, alfdan zoude
^od met van dit fchepzel een voldoening
te ontfangen over een komende met de
fl^raffediede menfchen verdient hadden,
alleenlyk zyn regtvaardigheid vej-ge-
^oegt hebben j maar hy zoude geen gele-

gent-

-ocr page 577-

47 S Befchrijving vaft

geniheid gehad hebben om zijn barni\'
hertigheid ten toon te ftellen: daarhy
het een en het ander volkomentlijk bewC\'
zen heeft:te weeten,lijn goedheid enliel\'
de tegens
de menfchen door het overge-
ven van zyn eigen zoon opdat hy tot ons
lofgeld zoude verftrekken j en zyn
regt-
vaardigheid door de geweldige dood,die
dezen goeden Zaligmaker heeft
geleden-
.XIIL Tegenw: Aan wie is dan dta
prijs onzer verloflinge betaalt.^ .

Antw: Aan God de Vader, welkers al-
tijd durende ongenade wy op ons
gehaa-t
hadden,door het kwetfen van
zijn onein-
dige waardigheid

XI VTegenw: maar\'t is God den Va-
der,die ons defen verlofter gegeven heeft-
Antw: Datiswaaf, God heeft z\'i\'\'
Zoon in de waereld gezonden , opdat:
liy voor onze verlófzinge zoude leiden
cn fterven. Indien dit groote werk ee»
uytwerkzel geweeft is van de
goedhei«
€n barmhertigheid des Vaders, de\'H\'^\'
reld z.0 hef beeft gehad dat hy z.iinygen Zooft
niet gejpaart heeft, ^
dit is \'ei^ook be-
zonders in den Zoon geweeft, dat hys
könnende xÄjn vader bidden om hem meer da^

* Joh. 3, v. Rom\', S. V. 32-.

-ocr page 578-

het Eyland Formofa, 479

tz. legioenen tLngelen toe te zjéndén, dte
hem uyt de handen zijner vyanden konnen
■i\'erlofen, *
ziggewiJIiglijk heeftonder-
^vorpen, en zig zelfs voor de zonden
Van alle menfchen tot een ofFerhanden
^quot;langeboden: zijnde een ofFerhande die
een reuk van verzoeninge over ons uit-
geazemt , en voor ons de zaligheid ver-
dient heefc. Aldus is het wonderlyke
\\verk van de verlofzinge des waerelds
Voleindigt.

XV. Tegenw: Indien de offerhan-
den^ welke de heidenen van hunne ey-
gen kinderen aan den God opofferen ,
onregtvaardig en onm.enfchelyk fchij-
nen , het lyden en flerven Jefu Chriiti-
rnoet nog veel onregtvaardiger en\'wre-
der fchijnen: want het is veel moeily-
ker te geloven, - dat God de ofïerhande
Van zijn eenige onfchuldige zo :n be-
geert heeft zelfs boven die van eenige
duyzende kinderen der fchuldige men-
lchen.

Antv/.-Wy z,eggen niet dat deofïêr-
l^anden der kmderen altijd onregtvaar-
dig en wreed zijn j maar wy houden-
ftaande dat dezelve uytdrukkelijk van

God
Math.z6. v. 5J.

IL

-ocr page 579-

480 Befchrijving van
God moeten geboden zyn: gelijk wan-
neer hy aan AbrakarnhtvcXgix^zymoo^^
JJaac te offeren. Men kan ook even zquot;
weinig zeggen,
dat \'er, onregtvaardig\'
heid in God is, omdat hy zyn onfchuldig^
zoon aan de dood heeft overgelevert.

Want men noemt onregtvaardigheidj

wanneer men iemand van een zaak be-
rooft, welke; men niet
voornemens nog
bekwaam is hem wederom tegevenjdei\'
halven heeft God nog
onregtvaardig
nog wreed geweeft, als hy zyn zoon
fchonk om eenmaal voor ons te fteiquot;
ven. Hy heeft niet onregtvaardig g^\'
weelf, dewijl hy hem ten derden dage
opgewekt, aan hem een veel heerly
ker leven wedergegeven, als
hy te voo-
ren had, en zyn lyden rijkelijk
vergol\'
den
heeft, hera ftellende aan zyn regquot;
terhand
in den hemel, alwaar hy nie^
hem eeuwiglijk moet heerfen.
heeft niet wreed geweeit,
omdat Jef^\'
Chriftus zig zelfs aangeboden heeft otn
voor ons te fterven, alzo hy den Mi^\'
delaar wilde zyn
tuffchen God ^n quot;
menfchen. In tegendeel,
indien Go^
de voldoening niet had willen aanne-
men^ deweike hem zyn zoon voor 0^

-ocr page 580-

het Eyland Formofa. 4S £

aanbood, alfdan zouden wy grooter re-
den hebben hem van onregtvaardlgheid
en wreedheid te befchuldigen , want
hy,
aan wie iemand fchiildig is, wórd voor
Wreed en onregtvaardig gehouden, wan-
i-teer hy, zijn fchuldenaar niet in Ikat
Zynde hem te voldoen, weigert de be-
taling , die een ander voor hem doen
wil, aan te nemen,

XVI. Tegenw: Waarom heeft God
de offerhande van zyn eenige zoon be-
geert, daar hy aan de Jooden het offe-
ren der menfchen verboden heeft .^

•nbsp;AntW: Wanneer God aan de Jooden
het offer en hunner kinderen verbied ,
Zo verbind hy zig zelfs daar door niet
van noyt
een diergeliike offerhanden te
Zullen afeifchen , wanneer eenige be-
zondere gelegentheid zulks vereifchte,
gelijk wy reeds
in het voorbeeld van ^^
traham en zyn zoon Ifnac * hebben aan-
gemerkt. 2. God beveelde aan de Joo-
den
geenzins jefum Chriflum te kruy-
^igen, hy liet alleenlijk toe dat hy on-
der de handen derboofdoenders verviel,

Chriflfis als een lam ßom zijnde voor den
ne
, die het fcheert, deed tegen zijn moor-

Xnbsp;de-.

*nbsp;Gen. zz.

\\

-ocr page 581-

481 Befchrijving van

denaars den mond niec opennbsp;1 • Aiquot;

höewel de Jooden Jefum Chriftum on-
zen Zaligmaker door nijd en
q-iiaadaai-
■digheid veroordeelt hebben, laar egcei
\'God de Vader met na zyn dood als een
verzoenende offerhande
voor alle de
Zonden des waertlds aantenemen.

XVII. Tegenw: iVJaar de zonden
van Adam tnéiQ van zijne nakomeling\'

fchap zijn niet als ongehoorzaamheden

tegens God, derhalven was de vohnaalc-
te gehoorzaamheid Chrifti magtig alle
de overtredingen der menfchen tc ver-
zoenen : zo dat het geheel
noodcloos
was dat hy leed en ftierf om ons te vciquot;
lüflen.

Antw: I. Laaten wy eens vooron-
derftellen dat God een veel korter en
gemakkelyker middel heeft
konnen uit-
vinden om ons uyt den ftaat des verderf^
in welke wy waren, te verlolfen, quot;
len wy hem daar door veroordelen
hy zulks niet gedaan heeft? Ielquot;quot;sGhr|-
ftus konde met een eenig woord ali^
ziektens genezen. Moeft den bbndg^\'
borene tegens hem niet gemort
hebben,
omdat hy een weinig flijck ^^^

^ Ef. 5j. v.7-eni Pet. 1. v.23.

-ocr page 582-

het Eyland Ebrmtft. -4B 5

fpeekzel gemengt op de oogen ftreck,
en hem na de waterbron van Siloam
zoud? z. Indien men zig verbeeld dat
de zonden van
Adam niet anders als een
ongehoorzaamheid is , zo bedriegt men
zig; want hy was niet alieen fchuldig
aan ongehoorzaamheid, omdat hy ge-
geten had A\'an een vrugt, welke God
hem had verboden aan te raken , maar
daar nevens ook aan ongelovigheid, ont
dat hy v\'eel eer aan de redenen van de
fiang als aan de dreigementen Godsge^
looide, alfmede aan grootsheid zig ver-
verbeeldende dat hy God zoude gelyk
Zyn. Indien men gelooft dat Chri-
IH onbefproke leven een genoegzaame
betaling heeft konnen zyn voor de zon-
den van het menfchelyk geflagt, zo be-
driegt men zig wederom, want de vol-
doening moet met de flrafie overeen-
komen. God had Adam met de dood
gedreygt, en Jefus Chriilus konde on-
ze oniflaging. niet verwerven als met
Voor ons te flerven.

X VI1 1. Tegenw: Adam was met
een eeuwige dood gedreygt,\' maar Je-
fus Chriftus heeft dezelve niet geleden,
nog is tot de eeuwige ib-affen veroor-
deelt. ^ -X anbsp;Antw.

-ocr page 583-

484 Befchrijving van

Antw: Jeius Ch.nuus heeft de eeu-
wige {haffen niet uiigeftaan , die wy
verdient hadden j maar men kan nit^t
regt zeggen dat zyn lijden en bloedige
dood, door de hevigheid der pijnen s
die hy geleden heeft, niet minder zjn
geweeft als die der verdoemden. Zoo
dat, fchoon wy een eeuwige
dood ver-
dient hadden, het egter God behaagt
heeft de tijdelijke fmerten,
aan v^\'clke
onzen Zaligmaker zig gewillig heeft
onderworpen, tot een voldoeninge voor
ons aan te nemen. Zodat deze oßer-
handen een verzoeninge voor
onze zon-
den geweeft zijnde, en
ons wederoin
in vriendfchap rnet God gebragt heb-
bende, Chriftus «VT(\' J^wv\'dat is te zeg-
gen in onze plaatze is geftorven.

XÏX. Tegenw: Het ichijnt my zeer
vreémt dat Jefus Chriftus, die zelfs na
2syn menfchelijke natuur met allerley
deugden en volmaaktheden begaaft was,

en ziggewilliglijk heefr aangeboden onn
voor ons te lijden, in zijn
fmerten niet
20 groote vreugde en moedigheid ge-
toont heeft, als men zegt dat de Mar-
telaars hebben doen blijken.
Zijn ztele^
%vas bedroeft tot de dood toe
En de ge-
^ Math.
26. v. 38.

-ocr page 584-

het Eyland Formofa,

dagten van dac hy ging lijden , deeden
op hem Zodanigen indruk, dat hy daar
door bloed zweetede en
zijn vader dne-\'
malen bad dat den drinkbeker
der doodf-
anglien en fmerten
van hem mogt voorby-
gaan
die hy zig op het punt zag van
te moeten drinken. Ten laatfte , aan
hec houre des Kruifes, weinig te voo-
ren eer hy den geefl gaf, riep hy uyc
mijn God , mijn God ivaurom hebt gy rny
\'verlaten \\

Antw: I. Wy zijn niet t\'eenemaal
verpligt te geloven al het geen men van
de marcelaars verhaak j mogelijk heefc
men met voordagt onder de omilandig-
heden van hun dood veele zaaken gea
mengt , welke geoordeelt wierden ie
konnen dienen om de Chriftenen in een
tijd van vervolging aan te moedigen ,
en dezelve op te wekken om hunne
ftandvaftigheid na te volgen,
z. De
Martelaars hebben mogelijk in het o-
?enbaar meer moed doen blijken als in
mnne inwendige fmerten, en indien zy
lun beft deeden om de zwakheid van
hun natuur te overwinnen, zulks is ge-
X 3nbsp;weeft:

* Math. 2(5. v. lt;f2 en 44.
t Math. 27. V, 46.

L.

-ocr page 585-

Befchr^ving van-
Veeft om de vreeze der andere belyders
te verminderen. 3. Wanneer alles ,
dat de gefchied-boeken der Martelaren
van derzeiver geloof en
ifantvaftigheid
verbalenenkele waarheid was, zulks:
zoude aan den heilige Geeft moeten ge-
gefchreven worden, dewelke hen in de-
ze gelegentheden door de inwendige ver-
trooftingen, en de hoope van een eeu-
wige vergelding onderfteunde. Maar
het is aldus met de Zoone Gods niet ge-
weeft.zijn raenfchelijke natuur meC
alle de Zonden der menfchen
beladen
zijnde was voor een tijd overgegeven
aan de uitcrftc geftrengheid der gvatn-
fchap Gods: zijne inwendige fmertefl-
waren even zo levendig en
bitteralsdie
in weike zijn lighaam gedompelt lag i
zodat hetgcenzins te verwonderen isgt;
dat
Jefus Chriftus, die een menfch waS
gelijk wy, van alle verrrooftinge
bloot bedroeft en beroert is geweeft f\'p
het befchouwen van al hetgeene hy
voorzag te zullen moeten lijden,
en dat
hy z.ells in het birterüe van zijn fmer-
ten gcfcheenen heeft zig aan zijnvader
van de geftrengheid zijner regtvaardig-
heid te beklagen , met hem te vragen

waaroni

-ocr page 586-

het Eyland Formofa..
waarom hy hem haddé verhuen. Daar-
om 5 indien wy beroepen wierden om-
ter hefde van Chriftus te fterven, en-
wy io ons die vailigheid en vertrooftin-
gen, die de martelaars in het midden
hunner wreedite pynigingen gehad heb-
ben, niet gevoelden, motten wy daar
uyt geenzins befluiten, dat onze offer-
hande Gode nictaangen:iara zoude zijn;
want als wy na het voorbeeld Jefu Chri-
Iti onzen meeller, ons gewilliglijk aan
de goddelyke willen hadden onderwor-
pen, zulks zoude genoeg zijn om onze
dood voor God kofiei\'.jk ^ te maken. 4,.
De droefheid,, vrceze en doodjangften:
Jefu Chriili Itrckkcn om ons de uitne-
mentheid en hec gewigt der finerten
te doen begrijpen, die hy voor ons zo
gewillig heeft geleden; maar het geen
ons vertrouwen boven alles moet ver-
meerderen, is dc gedagten dat hy, die
voor ons verzogt is geweeft, geleden
en geltorven heeft, altyd vaardig is om^
ons te helpen cn vertrooiten in de be-
zoekingen en ongemakken , welke de
goddelyke voorzienigheid ons van tijd
tot tijd komt toe te zenden.

T 4nbsp;XX.

Ffaltn 1.16 . V. 15,^

-ocr page 587-

SiS Befchrijving van

XX Tegenw: Het geheym van een
2elfftandige drieeenigheid in de eenlieid
van het goddelyke wezen , gelyk de
Chriftelijke godsdienft leeraard, is waar-
lijk voor my een geheimenis, en fchijnC
my ftrijdig te zyn regens de reden, en
tegens de bevatting die ik van de eeri-
voudigheid der goddelyke natuur ge-
kregen heb.

Antw: Men moet het geen hovende
reden is niet verwarren met het geen
tegens de reden ftrijdig is. Wy be-
kennen zelfs tegenwoordig zeer veel za-
ken, dewelke, fchoon zy ons verftand
te boven gaan, egter niet nalaten zeer
redelijk te zijn. Laaten wy eensvoor-
onderftellen dat een menfch in het uy-
terft der Noorderlanden geboren een
befluit nam om na eenige geweftenvan
Africa of America te reizen, het wel-
ke landen zijn die voor de hevigftebet-
te der zonne blootftaan, en alwaar de
inwoonders noyt fneeuw of ys gezien
en daar van noit hadden hooren fpre-
ken, en dat hy hen zegt dat het water
in zyn Land op zekere tijden des jaars
zig zo verhard, dat het zelve de aller-
zwaarfte dingen kan dragen, en zelfs

men-

-ocr page 588-

menfchen en beeften daar over als over
de aarde konnen gaan : deze menfchen
zouden zekerlyk zeggen dat zulks tegen
de reden en de natuur van het water
llrijdig is:, cn omdat nog dereden,
nog
de ondervinding hen noyt het tegendeel
hadden doen zien^ zo is het zeker dat
zy dezen Noordzen reiziger zoude be-
fchuldigen van hen logens te willenop-
di-ingen. Maar indien dit volk wegens
de vroomheid en opregtigheid van de-
Ze man volkomentlijk overtuigt was:,
indien hy hen verzekerde zulks een zaak
te zijn die hy met zijn oogen
heefr ge-
zien., en dathy niet zoude willen lie-
gen om alle de goederen des waereids,
\'t is waarfchijnlijk dac zy geloot zou-
den geven aan zijne getuygenis, fchoon*
zy niet begrepen hoe zulks kan wezen.
Hy,. die de zeilileen eeril: heefc gevon-
den, of die defzelfs verwonderlyke ey-
geufchap ontdekt heeft, wierd zeker-
lyk op de eerile bekentmaking , welke
hy daar van deed, niet gelooft, zeer
veel menfchen twijfelden aan de waar-
heid van deze ontdekte nieuwigheid ,
en een veel grooter getal
hield het zel-
ve onmogelyk. Eyndelijk de waere-lé\'
\' ■ X 5quot;: • door

-ocr page 589-

Bejchrfumg van

door de ervarentheid overtuigt zijnde?,
vind men zig genoodzaakt het wezen
vaii een zaak toe te
ftemmen,.dewelke
in zig zelfs buyten het bereik
van ons-
verftand is, en de behendigfte wijfgee-
ren vinden zig na duyzent giftingen ,
re,ie.neringen,, vooronderftellingen, en
gewaande betooningen gedwongen dit.
wonder- der natuur onder de verborge
hoedanigheden van Ariftoteles te plaat-
zen,. cn te bekennen dat zulks het be-
l^rijp des. raenfchelijke verftands te bo-
ven gaat. Het zelfde konnen wy van
de geheimen des Chriflendorrrszeggen::
een Jood, een heiden; dte noit eenigc
kenniftè van de leere des
Euangeliums
gehad heeft, houden het geheim der
drieeenheid voor een ongerijmde zaak,
ftrijdig tegens de uyterlyke zinnen en-
de natuur van God gt; maar indien h/
eenrnaal overtuygtwas, dat Jefus f^hri-
f|us.,. die de zelve heeft geleeraard
veel grooter dan alle de Propheet en i?
geweeft, da.t hy de Zoone Gods was,,
en dat by, wel verre van ons die te
willen opdringen, deze leer door eengt;
oneindigheid van wonderen heeft be-
veftigt 3 God zelfs uyt de hoogte der

bet

-ocr page 590-

ja: 491
hemelen verkiaan hebbende dat hy was
zyn welbeminde Zoon, die de gehee-
le waereld moeft verwagten , indien ,
zeg ik , een Jood of eèn heiden een-
maal van alle deze waarheid overtuygr,
was hy.zoude gelijk als wy befluyten ,,
dat, alhoewel dit geheim de reden te
boven gaat, egter het zelve met de re--
den niet ftrijdig is , en hy zoude meti
nedrigheid een leer omhelzen, dewel^
ke het beginzel, den hoek en grond-
fleen is van de geheele fteliing des tiuan-
geliumsen de geheele hurshoudinge der
genade.

XXL Tegenw: Wift Jefus: Chriftus^
noch een kmd zynde , dac hy God lt;
was?

Antw: Wiftgyopuw ouderdom van ;
zes maanden dat gy een redelyk fchep-
Zel was? De godheid is niet gehouden s
zig te openbaren, voor datzy zulks no-
dig oordeelt, en fchoon zy alle dingen
vervult, egter doet zy haar tegenwoor-
digheid overai niet gevoelen de inweu--
dige werkingen van de zelfftandige ver-
eeniging der goddelijke met de men-
fchelyke natuur jefu Chrifti zijn zaaken
die wy niet moeten doorgronden, ora
X..6.:nbsp;dat-

-ocr page 591-

49\'2 Befchrijving van

dac het God niet behaagt heeft ons de-
zelve te openbaren.

XXII. Tegenw: Dewijl de waar-
heid der Chriftelyke
godfdienftzo klaar
en
zo overtüygende is, en dat defzelts
leeringen zo uytmuntende zijn, waaiquot;
om leven alle Chriftenen niet in de
oefFening des deugds , tot welke hun
godfdienft hen verpligt?
my dunkt, dat,
indien zy waarlijk geloofden het geen
zy met den monde belijden te geloven,
2y ten minften voor het grootfte ge-
deelte een geheel ander leven
zouden
lijden.

Antw: Deze vraag is zeer redelijk •
ik zegge met u dat het grootft gedeel-
te der Chriftenen zulks alleen met de
ïüaam zyrgt;: zy hebben de waarheid ge-
kent en zyn daar in van. hun jeugt aan
onderwezen : zy zijn bevrijd, van de
vooroordeelen aller valfche leeringen-
De waarheden, die ik u vertoont hct^
en de bewijzen, die ik u daar toe heö
bygebragt, zijn hun eigen, en egter
fchijnen zy dezelve te veragten,
olten
minften zy letten daar niet op. Weet
dat hun oordeel daarom ook des tc
Zwasirder zal zijn. Hunne
gebreken

ïpoe-

-ocr page 592-

het Eyland Formoß. 495

ten u niet ergeren , en gy moet daar
uyt niet eenig gevolg trekken tegens d«
waarheid der godfdienft} gedenkt aan
deze woorden van onzen Zaligmaker,
dat
den dienaar, die de -wille vanzijnmee*
ßer kende ^ en dezelve- niet deed^ met veele
ßagen zal geßagen worden, amp;c.
* en op
een andere plaats zullen komen van het
Oofien en van het Weßen ^ van het Zuyden
en van het Noorden plaatfe nemen inketKo-
tjinkrijke Gods, dewijl gyl.
, die aan de
deur ftaat,
daar buiten zult gedrevenwor-
den
-f-, dat is te zeggee dat God uyt de
verre afgelegenfte hoeken des waereids
de volkeren tot de kenniffe van zijn waar-
heid zal roepen, om de:plaatsderChri-
ftenen te vervullen, dewelken zijn ge-
nade veragt en in hunne zonden vol-
hard hebbende zullen veroordeelt wor--
den tot het eeuwige vuur.

Ziet daar de voornaamfte tegen wer-»
pingen die ik tegens de Chriftelijke godi-
dienft inbragt, over dewelke men my
t\'eenemaal voldaan heeft. De godde-
lijke goedheid zy eeuwiglijk gedankt ,
die my, door zyn genade
heeft geroe-
X 7nbsp;pens,

* J,iic. 12. V. 47; en 4amp;
t Madi. 8.
V. 11 en 23*

-ocr page 593-

4.94 Befchryving van het Eyland de-
inen, door zijn geelt verligt, cn doof
zijnen dienaar geleid heeft op het reg-
te pad, het welke ten eeuwigen leven
ftrekt. Den hemel geeft, dat ik
noyt
daar van afwijke : en aan deze groote
God, Vader, Zoon , en heilige Geeft
zy alle eer en heerlijkheid, van nu aan
en tot in eeuwigheid. Amen.

blaigt;

-ocr page 594-

B LA DW YZER,

d e r

H O O F D S T U K K E N,

I.nbsp;Hoofdstuk,

An de vrugtbaarheid ^ gelegentheid ^
uitgefifektheid en verdeeling van het

Uyland Formofa.nbsp;Pag. i.

II,nbsp;Hoofdstuk.

f^n de groote veranderingen , .,die in h Ey*,
land Formofa zijn voorgevallen.
jJ,».

UI. Hoofdstuk.

ffan de manier der regering van het Eyland
Formofa, en van de wetten , die den Keiquot;
yêr Meryaandanoonbsp;heeft opge-

regt.nbsp;3 u

IV.nbsp;Hoofdstuk.

Fan de Godfdienfi der Formofanen. 4a.

V.nbsp;Hoofdstuk.

PTan het geloof der Formofanen wegens den
flaat der zielen na de dood.

VI.nbsp;Hoofdstuk.

P^an de verkiezing en het amp van den Op-
peT\'priefter , Groot-offeraar , verfcheide ■
mindere Prieflers en Offeraar-s} en van de
GeeJIelijken f ,die in *t gemeen onder hes
hfher van een Qverflc^ kven, 74.J

-ocr page 595-

BLADïVrZER,

VII.nbsp;Hoofdstuk.

Fan de plegtigheden , die op de dagen deS
vientjds worden waargenomen,

VIII.nbsp;Hoofdstuk.

Fan de verfcheide ge haar den s , welke de
Formofanen in het aanbidden van den God
en de fterren gebruiken.

IX.nbsp;Hoofdstuk.

Van de plegtigheden des huwelijks, p\'*

X.nbsp;Hoofdstuk.

Van de plegtigheden ^ die omtrent de gc^
boorte der kinderen worden waarg^^quot;\'
men.nbsp;pö\'.

XI.nbsp;Hoofdstuk.

Van de Begravemfen.nbsp;$9

XII.nbsp;Hoofdstuk.

Van dekleedmg der Pnefers en Geeji el ijken.

104.

XIII.nbsp;Hoofdstuk.

Van de verfcheide foorten van kleederen der
andere Inwoonders van Formofa , volgent
de rang yfiaat yen gelegentheid des volks.

XIHI. Hoofdstuk.

Van de verwe y gefidte en bsz.onderehoe^-
danigheden der Formofanen.nbsp;l .

XV. H

oofdstuk.

Vm ■ de Steden, Hoveny Burgten,.

,nbsp;zow;

-ocr page 596-

BLADfVrZER.

Z.ondere huizen van Formofa.nbsp;132,

XVI. Hoofdstuk.

Vm de verfeheide gewoontens der Formoja-
nen.nbsp;142.

XVJI. Hoofdstuk.

Van eenige andere hy gelovige gewoontens des
gemeenen volks van Formofa. 157»

XVIII.nbsp;Hoofdstuk.

Van de taal der Formofanen.nbsp;168.

XIX.nbsp;Hoofdstuk.

Van de vrije kon ft en en handwerken. 18 j.

XX.nbsp;Hoofdstuk.

Van de wapenen, die tot Japon en Formofa
\'ï meefi in gebruik zijn.nbsp;1^2,

XXL Hoofdstuk.

Van de fpeeltuygen der z.angkpnj}, dk tot
Ja^on en Formofa V meefi in gebruik zJj».^

XXn. Hoofdstuk.

Van de wijze op welke de kinderen tot Formo~
fa worden opgevoed.nbsp;ipSgt;»

XIIInbsp;Hoofdstuk.

Van de koop manfchappen ^ die men tot Forquot;
mofa \'vind, en van die geenen, welken
aldaar ontbreken.nbsp;Pag. z
01.

XIVnbsp;Hoofdstuk.

Van de bezondere foorten van dieren dezes
EyUnds,

-ocr page 597-

XXV. Hoofdstuk.

Van de Aardvrugten.

XXVI.nbsp;Hoofdstuk.

. Fan deJpijzen, die de Formofanen doorgaans
het meefle eeten.nbsp;^

XXVII.nbsp;Hoofdstuk.

Van de ziektens , die de Formofanen eigef^
zijn en de behulpmiddelen, -die z] daar
toe gebruiken.

^XXVm. Hoofdstuk.
Fan het gewigt en de maten.

XXIX. Hoofdstuk. ^
Plande verfcheidegeld\'munten, die me^\'^^^
Formofa en in
geheet Japon vind. 2. J
XXX/HooVp-stu ä.
Van de ink^omßen des Konings,

nln , Carilhan^ of \'.root-opperbevelhevquot;

her en eenige andere Grooten , diC tot ^^^
tnerk^ehjke ampten of waardtgheden
heven zijn.nbsp;^^^

XXXI. Hoofdstuk. ^^^
fan de zeezaken van Formoja ende
tuigen y van welken men zig bedient ^
het reizen over Land.nbsp;~ ^

XXXIL Hoofdstuk. ^^^
Fan de toernßing en \'t heerlijk gevolg ^^
Onderkonings en
des grooten Of

hebbers, ten tijde als\'zf den Kejz,er

-ocr page 598-

BLADWTZER.

begroeten.nbsp;2 ^ ^^

XXXITI. Hoofdstuk.

Van de droevige gevolgen der Jefuit fe be-
T^ndingen in Japon y federt den Jaare
1 54p. tot den jaare ^6ï6. en de voor\'
naamfie redenen y door welke de fapone-
fers genoodfaakt zijn geworden om de-
zelven en alle de Chriflenen ujthun Land
Hjt te roeijen, en hen het weder inkomen
op ftraffe des doods te verbieden, 137.

XXXIV.nbsp;Hoofdstuk.

P^an de aankomfi der Hollanders in faponna
de fiagting der
Chriftenen en van de mid-
delen , die zy
aangewend hebben om V
zig vafl te maken ^
tf ten minfte de vry--
he:d te hebben om aldaar te mogen handen

XXXV.nbsp;H o o f d st u k.

Wan de mtddelen , die de jefuiten tegen-
woordig gebruyhn om tot fapon en For-
mofa te komen , en aldaar onbekent te kon-
nen leven,nbsp;z6pi

XXXVI.nbsp;Hoofdstuk.

ïï\'erhaal der rejzen van d\'Heer Pfalmana-
azaar geboortig van Formofa door ver-
fcheide Landen van Ettropa , en van de
vervolging , die hy tçt Avignon heeft ge--
leden.nbsp;Pa^.

i

L

-ocr page 599-

BLAT^ïVrZER.

XXXVII Hoofdstuk.

Vm \'t geen d\'Hr. Valm an aaibaar wedervaren
is , feden z.ijn vertrekt ujt Avignon 5
dat hy in Holland is aangekomen. 3

XXXVIII.nbsp;Hoofdstuk.
Oorzaaken der hekeering van d\'Hr. Gdorgtn^

Pfalmanaazaar.nbsp;34\'^\'

XXXIX.nbsp;Hoofdstuk.
Vervolg van de oor%,mken der bekeering quot;vart

d\'Hr. Georgius Pfdlmanaaz^aar.

XXXX.nbsp;Hoofdstuk.

Verfeheide tegenwerkingen tegens de Chrife-
Ijke Godfaiehf^ en
deruher o^lcjfingen

AST

J

C A-

-ocr page 600-

CATALOGUS

Van allerley Miifijk,

; Met hare Pryfe, \'t welk te Rotterdam
i by Pieter van der Veer Boekver-
kooper te bekomen is.
Livres de Cham François à me ^ phjieurs
voix,

J^Es airs feiieux amp; à boire, des Mois de Janvier,
Février, Mars, A»rii, Msi, Juin, Juillet, Août,
Sspicmbre, Oârobre, Novttnbre amp; Dceembre de
l\'an(;ée 1701, augmentez confîdérableraent, cha-
que tivre répare à i, florin , amp; quand on les prend
. Complets anbsp;f. o. if

I-fs Aiisférituv amp; à boire des mois de Janvier, Fé-
\'\' vier, Mars, Avril, Juin, millet, Août, Sep-
tembre, Cflobre, Nbvembrc amp; Décembre de
170X. augmentés de ir.êine, chaque Livrefîpa/ê
â
i, floiio , amp; lt;ju4nd on les prend complets à

, f. o. 15.

Les Airs feritux amp; à boire des Mois de Janvier,
Février, Mars S;c. 1703, chaque iivie féparé à

f I.

On continuera imprimer tous les Mois les Livres
d\'Airs atii paroîtront à Paris, augmentés de
plus de la moitié de quantité de beaux Airs ma-
nufcrits iy des plus beaux Airs des Opera non-;
veaux.

Recueil d\'airs féticux amp; à boire , li frém, gr»

f. I. 10

livre fécond.nbsp;f. i. lO

Itvre troi/iéme,nbsp;lo

Uwe quatrième.nbsp;f. i 10

hvre (tfi^aHwe,nbsp;ff i- \'o

IL

-ocr page 601-

Catalogus van

-les Airsichaatcr de la Tragedie d\'Efther, f. ^^
Atbaiie Tragédie compofée par Mr. Racine ⣠les
ehceurs mis en Mulîque par Mr.
Koihd^

Les Pfeaumesde Godeau à quatre parties, f
Les airs à chanter dc la Coméiie je vous prcn»

fans Verd:nbsp;r

Les aiis à chanter de !a Comédie, la Foire de Bcions

avec l\'au^tnentation.nbsp;{• ^

Les airsà cbaDters de la Comédie, le mary Tans tcm-

me, grave\'.nbsp;f*

Les airs à chanter de la Comédie, attend« moift»quot;®

l\'Orme, gravénbsp;f-

Les airs à jcM ramp; à chanter dc l\'opéra dc Village, a

7. parties, 5. pour les voix amp; 4. pour les icitium
en 6 livres gravé.nbsp;\'\' 6

Les airs d\'Ab:l, pour le concert du Doulc. f
L\'amour vaingucur Paftorale chantée
oevant S, M-

le rj Août, devantMonfeigiieurles devaniMol\'

fier Se Madame le 15 , compofée par le
Phiiidor i\'âiné ordin de la Mufique du

f.

Airs amp; Dialogues à r, x, j, 4 amp; ç. voix avec
Riaourneljes compof z par M. Lambert Mâ\'^\'
de ta Muüqur de
ta chambre du Roy. f\' 7-
L\'Opïia le Triomphe des Arts.nbsp;\' \'\'

Les Trios des Optra dc Lully , fcavoir Bail\' chan-
tante accomp3ip;née de î, violons amp; a. dtllus de voi
chantas uu jouans amp; I Bafle.
Livres d\'Airs italiens Flamands i^firatte-b

de Mujique.
Cantate e Ariette à voce foia con. infl. e fenû

N.F, legrand, librafrtmo.nbsp;\'\' \'j^j

Cantate e Aritttc a voce fola conviolini e foi* \'

SignortN V kGnnd, ldrofecoi.do f* \'
îraocelco Antonio Piftochi, opera p.ima, ^ \'

-ocr page 602-

^ mïïerîej Mfifijh.
a Dactti, z ais François amp; iAlleraans. f. 4.

Caotate liet vocecoi B. C. del Signcrc Scarlati ,
Op\'reprimj,nbsp;f 2,.

Cantace e Aiiette à vcCe fola con violini ad libi-
tum del Signore Pat
jIoüc altry famofi Amoryt. 3.

Les mêm:sfans violons.nbsp;f 2,.

Cantate i i e 2, voce con Trcmba e FJauu\'c fenfa,
del
illuft. Sig. Caldara, polaroli, Marini, AJbino-
niamp;altri Autory,nbsp;f,
2.. 10

Hollandle Minne en Drak-liederen doorS, dc Ko-

f.

Tuue de compofitionfarMr. de Nivers, Fcarçois
amp; Fbrnand,nbsp;f i, 13

ElemeusOUp incites deMuiïqus aveclamaDiecreda
chant,
par Mr. Louliénbsp;£ i. lO

Nouvelle Méihode pour apprendre à chanter avec
la msmere de faire les agréemcns quand ils ne
font point ma quîz , par Mr Rouffcau, f. i, 10

Livres de Mejfes Cr Motets à um^J pUJieurt
voix avec Jam Inftmments.

A!«andro Grandi Opera tcrza 3 Mi£fe à 3 e 4 voce,
cou vîo.\'ini e fenlj.nbsp;f, j J

Piiico deGii Antonieopus odavum, 3, Miffeas vo-
ce 1 canti e baffo con t violini ad libitum.

Baffanf opus odavum, Mottetti à voce con vio-

-nbsp;f- 4. I®

Baflani Opera ur,décima , Mottetti à 1, z, j amp; 4 vo-
ci convioiim efeofa.
nbsp;f. 4, i©

BulTiiji Opera uodecioia 12 mottetià voce Ibiacon-
du. violini ad iibiiuai.nbsp;f, 4,

Èaiîani Opeu XIH, Mottetià voce fo!a cooivio-
lininbsp;f3. \'

Baffkni Op fra XVII f, 3 MilTa à 4 e ^ «rocicon vio-
lini eRipicni. £t ballam Opera XX- MiCaptrli

.De,

-ocr page 603-

Catalogue de Maih^ue. _ _ _ , .
Defonri , con-cerrata à 4 voci cod vioüoi e Ripi«quot;»
fous deux e»fttnh\'e.nbsp;f \'tr

Moteti à 1,} c 4 voci e- % inftr. autore S. de

nink.nbsp;-I-; .

Dix motets ds G. Hugo WHderer vice mairre de is
Chapelle del EI. Palatini t, 3 amp; 4
vo;Xamp; mW; 4\'
Cheiici Opera fcxta, njoteti à
2, e 3 voce con via-

lini e fchfa.nbsp;J

P, Beaedi6liaS. Jo%ho, opera nona, mcfle amp;

tcts.ii, 1amp;3. vokamp;: inftr.nbsp;f«

Mefleamp; motetsdc Mr. Fiocoà.i, x, J, Î »
ipftiufn.nbsp;f« 5\' ,

Alphonfo d\'Eve, Opera prima, meffe amp; motets, a I

1,3,4 amp; 5 voix k ^ ujftium.nbsp;f\'

Joinne Baptiftanllegri opera prima,la njotetti a vo-
ce fola con 1 vio\'ini, violoncelle, eB. C. f- Î
Motetti à 1,1 e Î voci parte con inftiUfnentief^Y,\'^
fenfa, ci Giacomo Batiftini, Maeftro di CapeUa

dellaCatcdralediNovata, Opera féconda f. 4-

Motetti à 1 e 3 voci con Violioi efenfa de Giul:p[\'^
Aidrovandioi Academtco Fikrmonico , Opef®
prima.nbsp;f» 4-

Salmi concertât! k z e ? voci con »iolioi per

PAnno, da Gio Bapcifta Baffani Opera a4 fgt; 4-
Antifonie facre à rocs fola con violini
per tulto
no,
due Tantum ergo e Motettiàane due e tr
voci con inttrumsnti dclSignotc Battifta Baliao
Opera i6nbsp;f- 4-

Livres de pièces fonr les Flûtes ^ les Hatctboisi
leChalumeau^ (Sfpouy les Violons à la tra»-
fotfenbsp;parties.

Fanfares pour lesCbaîtimeaux amp; lesTrompetres,pro-
pres audi à jouer fur les flufes, violons
bois à 1. amp; 3
parties coiuporées par Jaques I h -
BppcDxcux,

-ocr page 604-

aüsrley Muftjh
ILes Trios de M. de Ia Barre pour les violons, fiùtei
amp; hautbois,
hvrefécond, gravénbsp;f. lo

Les airs à jouer de l\'Opcra le triomphe de l\'amour,

à 5. parties, gravé.nbsp;f. i.

Les airs à jouer de l\'Opéra, de Phaëson, à 4. parties.

gravé.nbsp;J f. I. ij

Les airs à jouer de l\'Opéra de BcIIe\'rophon à 4. par-
ties, gravé,nbsp;f, î, ij
Les airs àjoiier deTOpera d\'ifis à
4. parties, gra-
vé._ ^ _ _ f. I, .3

Les air à joiierde l\'Opéra d\'AmaJis, à 4, parties.

giavé^nbsp;f. I. 15

Les airs.à jou r de l\'Opéra de Cadiïius à quatre par-
ties, gravénbsp;f. I- ij
Les airs à joiier de l\'Gpera de Perfe\'e a quatre par-
ties , gravé. f. 1. 13
Les airs i joii:r de l\'Opéra de proferpine à quatre
parties, gravé f. [. 13
Les airs a joiier de l\'Opcra le Temple delà Paix
3,
quatre parties, gravé £ (, jj
Les airs a joiier de l\'Opéra de Roland a qmrre par-
ties , gravé. f. I. ij
Les airs a joiier del\'Opefa d\'Atis a quatre parties,

gravé.nbsp;f, I. îj

On grave tous les Airs des Opera de Mr . LuÏÏy
de la même manière.

Recueil d\'airs a 4 inftr, tiré? des Opera, Tragédies ik

Comédies de M. Puree!. It-me fécond, gr. £ 4.
Les Trios de M. Kooink pour toutes forces d\'inftru-
mens ,
livre premier, gravénbsp;f. i, ifi

Les Trios de M. Konink pour toutes fortes d\'ioflru.

mens, Itvrefécond, gravé.nbsp;f. 1.

Les Trios de M de la Barre pour les flûtes, violons
amp; hautbois, l/vre prémier, gravé. f, j. lo
Ynbsp;Lee

-ocr page 605-

Catalogus van
\' les Trio? Je M Maiais pour les Sûres, vioîoas, batît-
boiï, amp; d(.Ous de viole, nouvelie é-iii.gr. f. 5
Les Trios de diff^iens AuEhfurs
poU! touccs (ottes
d\'inft. mis en oidrepar M Babel,
Itvre frlmur,
gravé.nbsp;f. 4; \'O-

Les Tiios de diffe\'reus Autheurs pour toures fottts

d\'inft, misen ordre par M. Babel1. f- }•
Les Trios d\'Anders pour toutes iortes
d\'inft\'Uinens

gravé.nbsp;f. !■

Les Trios dediiîérens Autcurspcur la flûte amp; le

Ionnbsp;f. t lO ,

Les Trios des Opéra de LuUy pour les voix amp; le®
iiîflr.nbsp;f. 6.

Les Trios de M. Jean Lenthon Ordinaire de la Mu-

fiquedefi Majtfté Britannique pour toures iortes
^d\'inftrumens.j gravé:nbsp;f. i- \'3*

iT^ fuittedu Roy d\'Angleterre .p-ûur la ilùte amp; le vio-

ioo.nbsp;I-

Ouvertures Allemandes , farabandes , cou:actes ,
êcc, à 3 amp; 4 p.irt, pour la flûte le violon Si lu
bois, comppfees
par Nie, Dérofiers, gr. f- 4- _
riécss en Tiiopour les violons, flûtes amp; hautbois«
compofées par M. Lambert, Maître dc la Mufiqquot;«
delà Chambre du Roy , gravé.
Suittes faciles pour
une flûte ou un violon Se une B
dc la compofition de Mrs. du Fau, l\'Enclos, Proel
Lully Bruyninghs le, FevreCk autres habiles Maî-
tres avec lesnbsp;agrémens marqueznbsp;en faveur de ceux

•qui commencent à apprendre, gravé, f- \'\'
Pièces en Trio pour les flûtes , violons amp;
Hautbois

compofécspar M. delà MailJerie, gravé f. 3- .
J\'rois fuites de pièces amp; fonates pour le violon , J
Sùte, le hautbois amp; particulie\'rement ic
de viole avec une B, C. comporte par
itlme, gménbsp;quot;nbsp;£ \'

o
SJIC

-ocr page 606-

dlerley Muftii.

Sm fuîtes ^car m rxolon, flfee^bau,boK amp; 8 C.

conipofecspar M. Di-apart.nbsp;f ,

i-es Tuos de Mr d\'Eve pour fes\'flûc«, nolL amp;
hantbois féconde ed,non corlîde\'rabkment
mcntee amp; gravee en taille douce.nbsp;£ , °

Pieces à 3 5c 4 pities pour les fiâtes, violons amp; hmt-

OOis.conipofeesparMrsPailibleamp;King. f ,

Siiittes en Trio pour les Flûtes, Violons amp; Haat.
bogt;s compofees par Mr Dérolîers mulkieo de
k cUmbre de S. A. E. Palatine W p^er ,

Suirtes en Trio pour lesF.\'ûres , Violons amp; Hautb.w
cotnpofees par Mr. Défofiers Mufîcieiî de
ia
chambre de S. A. E. Palatine W ^W, gra-

Suittes en Trio pour les F-\'i^res. Violons amp; Hau-kn^
coi-npofecs par Mr.
D«rohers Mufîcien dc \'a
chambre de S A. E. Palatine .rc^^e\'
grave.nbsp;\'

Pièces en Trio pour les Flûtes. Vfolon^ Haî boi^
cortipofewala manière Italienne amp; â
k minière
Fiançoifepar L. K. p. L, C.nbsp;£ 3.

Pièces à l\'Aiigkife ^ èritaliennepmr lesFlà^
tes., les Hautkisles Violons.

Le prémier livre déroutes lescontredances AnaîoîV
les , gravé.nbsp;£ r\'!^ i®

■Le fv_coad idem , gravé.nbsp;f^ j , ^^

C^J livres joints aux c antre dam etfuiv ante s con-.

ttennent toutes les Contredances.
Nouvelles coDtredances Angloif s, gravé £ r.
Le quatrième livre des Coatredanccs Angloif:s

r. 11,

Vofltrccîâncas di^àenteï Natioos de TEwooe k

-ocr page 607-

Caîaîùgm van

dilTus amp; Ia baffe , grave.nbsp;F. i.

Le Mufîcien Mji re de Danfe contenant ri8. Djtifes
•amp; Contredancfs tant Angloifes que Hollandoifes
amp;Françoifesa un Deflus amp; une Balle , propresa
joxierfur les F!ù es, Violons amp; Hautbois i, z. 1°
Oiiie en Nieuwe Hollandfe boeren lictjes en Con-
tredanfen, grave.nbsp;f. i. \'0

Oude en Ni;uwe Hollandfe boeren lietjts en Con-
trtianCcn tweede detl , gravenbsp;f. i. lO

Duos de divers Miicies Aiigl ,is pquot;ur la F.û e amp; le

violon, gravenbsp;f. i.

Duos de divers Maîtres Anglois, pour la Flute, choi-
lis
ôc mis en ordrepar Mr. Bingham, Uvreprémier,
gravenbsp;f. i. i?

Duos amp; fonares pour la F\'ute choifîs amp; miseo ojire
par Mr. Bingham ,
flcond, grave f a- î
Duos amp; folates amp;c, de Mr. Biogham
livreiroift:me,

gravenbsp;f. i.

Overtures, Sonates amp; Airs a i Flutes de Mrs. Si-
mon Barret, Finger, Nicoio amp; Walther, gra-
venbsp;f .
Six Sonates de différens Maîtres Italiens
amp; Angloiî
a z. delTus d\'in âiitcs ou violons, choifies amp; mift®
en ordrepar E(t. Roger, grave f. î-
Six Sonates idem a une Flute amp; une Baffe gr. f» i-
Douze Sonates
a a. Flutes, violons ou hautbois COOT-

pofeespar S.de Koning, gravenbsp;f- î»

Douze Son. idem a une iîûte amp; une baffe, gr. f. 3»,
Six fonates, 3, a i. flute amp; i baff C. amp;
3 a quot;quot;
Ion amp; une Baff C. compofees par M. D. Pute^^ »

Quatorze sonates a deux Flutes , €x dc Mr.
get, fix dc Mf. Corci?il et deux de Mr. Pa\'quot;quot;
bie, grave,nbsp;f. 3- ,

Six fonates, a cinq parties, deux Flutes et t. hautbois»
ou violons et baffe C. ds Mrs. Finger et Keller ,

grave

-ocr page 608-

dlerley Mufifa,
grive.nbsp;£ .

Hansonates a trois, inftr. deux Flu-es eu violons cc

une baffe de Mrs. Orme e. Keller, grave f. ,
Huu ,Sona|..adeuxF,ur«, 6 de Mr. Rogers . i de
Mr. Pailible er une de Mr. AicangtlS Coreili,
gravenbsp;^ f. a

Quatorze fonares p.rur Je violon et particuliaemenc
le hautbois a fix parties, conpofecs par Mr. Ro-
grave.nbsp;i. 6.

^\'inget Opera féconda confîftanc en £x fonates ? 3

unviolcnetjaunePIureetuneB, C. sr. i i. i?

^Six fonac. 3 a Place et crois a un violon et i
^^ C. de Mr, Crofts et un maiftre Italien , gra.

S\'x fonates a F.\'uto fblo col baflo continuo\'trois
à un matftre Italien et trois de Mr, Finger.gr.

S/xfonatcs de Mr. Keller, dediees a Ja Princeffe Je
Uannemark, les t.ois pr.-mieres a i. violons,
une
A
/te, uneTn.mp-ftcet une Baffe, et,les trois au-
tres a dfux P.ures, et dc;ux hautbois ou violons, c£
une baffe continue , gravenbsp;£ 4

Douze Sondâtes a une Flute et i Baffe et dfux capîices \'
a deux Flures et i Bafl.-, compofees par M. An-
dreat i-arcbam , Opera prima , grave ƒ. r.
God ry Finger , Opera terza , dix fonates a une

Piute it une Baffe cont. grave.nbsp;f. 5

Godfry Finger, quot; Opera qudrta, fo fonates a iFIa-

tcs et une Baff,cont. grave.nbsp;f. 3.

Kmt Sonates dont il y en a «de M. William, 3 a 1

violons et une Baffe , et j a a F.utes\' et une Baffe ,
et deux de M. Finger, l\'une aune trompette ou
Flute et un haùrbois et B, Cont. et l\'autre a nn vio^
Ion et hautbois et B. cont.nbsp;f. j.

Six sonates a i Flutes de Mr, Paifible. £ t.
Six sonates a. i
FJuccï ce i Baffe, la féconde Fiucçad;

iibitunj

-ocr page 609-

Catülogus vannbsp;^^

Ebituini eompofe\'cs par M. de ia Mailleiie. f.
SixSonacesauoe Flute amp; une Baffe coiitio
lie de

Greber amp; Fede , gravé.nbsp;f-

Six Sonates a une F:u;e amp; une Faffe C. coœpofées par

Mr. A. H. Schulzennbsp;f. i* ,

Si» Sonates a un Haubois amp;une Baffe C. composées

par Mr. A. H. Schultzennbsp;f. i»

IWélange Italien, oufonates à î flute amp; i violon
une BaiTe Compofe\'es par M. van Noort f.

Sonates pour les violons à l. violons 0 une Baßi
Continue, la plupart avec m violoncello
viole de Gambe.
Corelîi Opera prima fonate à 3 col, violoncelîo s
gravé.nbsp;f. 4» .

Gorelli Opera féconda baletti à 9, gravé i-
€orelii Opera tenia fonat. â 3. col. violonc, grave

f. 4.

CorelIi Opera quarra baletti à tré, gravé f- 3*
BernarJi Opera féconda fonat. àtré, gravé f. 3\' , ?
Tonini opera féconda, fbn. à 3.C0I, violonc. grave

f. 4-

Watir-i Opera terza, ri fonat. les 8 prémiéres à
violons Baffe k B. cont. amp; les quatre detniéfes a
fix tnftfum;ns, gravénbsp;f 4-^®

Marini Opera quinta baletti àgt; la Francefe à 3
vénbsp;f. î-

Aurelio Paolfni Opera priiîta, fooaceà.tréj Coi. vio-
loncello , gravénbsp;f\' 3\'
Antonio Veracini Opera ptima, fonate à tré
COl-
violoncello, gravé 1quot; i
Tomazo Albinoni Opera ptima, fonate à tfé

violonceiia , gravénbsp;f\'

Jofephi Benedikt opus odavum, fotjâte a tré CtJl-

v.ioloncello , gravénbsp;f»

B. Anders Opera fécondaionac, a j amp;nbsp;g\'\'\'quot;

-ocr page 610-

allerlej AIhM.

vc§nbsp;^

©iuHoTagamp;tti Opera féconda, fci concerti e 4 (Ùw.;

phonie a tré, gravénbsp;f. 4.

Ravenfchrofi alias Redieri Opera prima fonatc a\'

tré , cal. violoncello, gravénbsp;f. 4,

Anton, Caldara Opera prjma, fonare a tré coJ. \'vio-
loncello , gravé.nbsp;f
Anton. Caldara Gpcraleconda, fonare da caméra a\'

^nbsp;f. 3. iogt;

Aototiio Luigi BalJacifii Opera prima, fonatea trc

col. violoncello, gravenbsp;f,

Maria Ra^gieri Ope7a cjuarta fonate 3 tré col. vio^

lonccllo ■ gravénbsp;f. 4.

eiiriftophoro Pez Operà prima, fonate a tre col not

loncello grave,nbsp;f

Siï fonates de Mr. de Swaen a l violons, un violon-
cello, amp;bjfle conr. gravénbsp;£3.
Antonio Buonporti Geotilhomme di Trento, Opera\'

feConda, fonate da camera aire, gravé f. lo^
Torelli Opera quinta, 6 fimphonie a 3, e
6 concert!

34, viol, altoebaflb, gravénbsp;£ 4

Gioftppe Torelli Opera féconda, Baletti da camera-

a tré, gravénbsp;f. 3.. 10

Finger Operaprima, iz fonates les 3. premières a i
violon.une viole de gambeamp; i baff. con t. les; fut-
vsntcï a 1 violons, 1 violoncello amp; r baflT cont
les j
amresadeuy viol, une Haute contre Si bafTcon-
tio. amp; les troisderniéres a trois viol. amp; une balT.
g\'avénbsp;,nbsp;\' £ î-

Gerardo Han, Oprr.a prima, fonatea tré col. violon-
celle, gravé.nbsp;f 4. ,0,
Andrea Fiore Acsdemico Fibrmonico Opera prima,,

fonate a tré col. violoncello, gravé. £ 4.
Hentici Albicaftro. Opera prima , fo.nate a tré coL

violoncello , gravénbsp;£ 4.

Pietro Fiaocbi, Opera prima, fonate a tré col. violon.

CdJo..

-ocr page 611-

Catalogus van
cdlo, gravenbsp;f- .

Antonio Caretio, \'Opera ptima, ii fonatea tieCoigt;

violoncello Baff. cont. grave.nbsp;f* 5

GiacomoShetardi, Opera piima, douzefoDCtesatrc

col. violoncello , grave.nbsp;f-

Godfry Fioger, Opera quinta, dix fonates a ere,gra-
venbsp;f\' 4-
SixfonatesdeAZianiajjxioHnicol. Baflo f. i-
Gafparo Gafpardini Opera ieconda, ii fonate a i

violini, coL violoncello e B. C. ^ 4«
Cio: Bianchi
Opera prima, douze fonates a i- violi-
ni col violoncello e
B. Cont.nbsp;f. 4».
Tomafo Alb noni Opera Terza, 11, fonace a i. vio-
lini
, col violoncello e B, cont. f- 4\'
KenriC! Albicaftro Opera quarra , it. fonate a-a

violini, col violoncello e B. Cont.nbsp;f- 4-

H uit fanâtes de Williams amp; Finger a z deffus amp; I

Bâffenbsp;. f- 3\' .

GcntiH Opera pn\'ma, li fonate a i violini, col vio-
loncello amp; B. cont.
nbsp;f. 4-
Douze Sonates a i v ioions. i violoncello, amp; B. conr.

de Mr Corbet Op-ra prima.
Six Sonates de Mr. Frank a
ivioionsun violoncello

amp; B. cont,nbsp;f 4-

ri.tto .Albirti Opera prima, i a. fonate a i. violini,

violonceho 5c B. contnbsp;f- Î\'

N co\'ao Francifco Haim Romano Opr ra prima , ^
fonate da camera a a violini e Balfo o AtciïeutO

f. y- . .

Gio Bia\'-chi Opera féconda, fei fonate a tre a vto!iquot;i
eviolonceüo amp; f(i conccti a 4 du.- violici , AlfO®
vio\'onceilo col Baffo continuonbsp;f- 4 \' ®

Nicolao Francifco Hsim Rnmane Ope\'a féconda gt;

fonateadue viojinie Balfoo ArCiltUîO. t. 5-
Cio Battifia Tibaldi Modanefe Opera prima gt; ^
aire, duc violinicBaifoO Arcikuto. r* î

-ocr page 612-

aUérVej\' mnpi
Hcnrid AlWcafiro Opera Vlii fonates a i violons
Baife amp; I Baffe continue.nbsp;f. 5.

Sonates pour les violons à fortes parties.

\'4, Sonat pour le violon amp; pariiculicrément le haiiî-:

boisa 6 parties par Mr. Rofier , grave f. 6.
6, Sonat. de M. Keller, decJieesa la PfioCeflede Dan--
nelnark, les 3 prerniercsa 2 violons, une Alte, unequot;
trompette amp;i bafie, amp; les 3 autres a i Fiâtes amp; t.
hautbois ou violons amp; i bair. cont grave f. 4.
6. Sonates de Mr. Corelli, Galdara amp; Gabtieli, a 4-,.

5 amp; 6partie, gravenbsp;f- 4.

Marini Opera retza, 11 Sonat. les 8 premicret a 4 amp;
iescjuatre derniere afix, gravenbsp;f. 4- lo-\'

Torelli Opera quinta, fix firaphonîes a trois amp; 6 con-
certs a quatre, deux viol, î alto e violoncello , coî.
bafl. cont, grave.nbsp;f.
4.

Torelli Opera fextâ , douze Sonates , a dus vioitnt

Alto, amp; baiT. cont, grave,nbsp;f. 4,

H. Anders Opera féconda, izfonat. a 3 ;e4inft, ï^rai

ve.nbsp;f. 4quot;

Andrea GroffiOpera terza, ii^fonat.a 3. 4.e j.inflr;,

grave,nbsp;f.

Finger Opera prima, r 1 fonat, les 3, premières, a ati
vioIoD, I viole de Gatobe , amp; i baff C. les 3 Cuî^-
vàntesa 1 violons, I violoncelloamp; i B. €• léstrois^\'
amrois a z viol, t Alte amp; B. C. amp; les ttoisdernie-
res a trois violons amp; une baff. grave f.
Albinoni Opera féconda ô fîmphonie e S conccrti
à

c 7 inftr. gravénbsp;f. 7,

Artemio Mot ta, Opera pritiia, dixconceni ài vio^

lini, Alto, TenureeBâflbnbsp;f.

GioBianchi Opera féconda, fei fonateà trc 1 vtolicis
e violoncello amp; fci concerti à 4.due vioiïni Altamp;c
violoncello col Baûo continuonbsp;f. 4-

Heaiici Aibicaftro Operafcttiim 11 Concetti à a-.

vidii-

-ocr page 613-

Catalogus vm
violini, Alto violoncello cBaffo continuo f. tf.

Sonates à un violon feul, amp; I, viole de GaW

he ou B. C.
CorelIi opera quinta libro primo, Sonate lt;3a cbiela
Jibto Ttcoodo Sonate da camera a Violino c Vio-
loncello col.baflo continuo, j îibii, gr. f. 8- :
eorcili ealtri auiory fonau a violino folocol
bauO,

gravénbsp;fgt; 3«

Tonini Opera terxi baletti da camera à violino e
vio\'ine ocimbalo , grave.nbsp;f, 4- \'î

Veracini Cpcra terza, fonate. à, i viol, u violone amp; t

baflquot;. conr, gravénbsp;f» .

TotelliOpera icptima , fonateda Caraetaà violino

e violone ocimbalo , gravenbsp;f» î;

Torelli Opera quarta , ix introdmione à violino e

violoncello o balT cont. grave.nbsp;£ 3-

Torcîli, Perti c altri Autojye, Sonate à violino s

violone o cimbaio, gravé.nbsp;f i.

Eicercate à violino e violone ocimbalo da Pietroos

Gli A ntoci Opera quinta, grave.nbsp;f. 3.

Dixîiuit fonates a violino fplo da Giov. Scbenk »

op.;ta fetiima , grave.nbsp;f. 4.

finger Opera féconda cnnfiflaut en fix fonates, trois
i un violon, trois à uoe fiute
Si uoe Baff cont.
grave.nbsp;f- I*

Six Sonates 3 à, i. Flûte amp; i B, C. amp; î,à i Violon amp; li-
ne B. C. compofces par Mr. Daniel Purcel, grave*

f. 1.

Six Sonates, trois à i Flute amp; i B, cont. amp; trois ƒ i
violons-
I. B cont. de Mr. Crofts 5c un maître
Italien , grave.nbsp;f» .\'î

Siï fonates à violino folocol biflocont. 3 de M. Fin-
ger, amp; crois de Mr. Crofts ; grave. f. t.
Quuorzt fonates, dix à violino folo coIbafT. coot. e
4 âvioienccilo folocol baff. cont.c n»îcanone »

dus

-ocr page 614-

dlerley Muftjk.

due violôcccllo del fîgnore Angclo Maria Fiore:.
grave.nbsp;£ ^^

Sonates amp; Airs à violino folo del sigoorc HeudeJinc,

f. X. 1©

Henrici Albicaftro Opera feConda , libra primoe
Iibro fecondo, fonate a violiflo folo col Baffo cont.
gr^ve,nbsp;£

Henrici Albicaftro Opera Terza i% fonate à violin®

evioIoDCello col B. cont.nbsp;£

Les folo de Nicolas Matteis, livre prémiee. £ j.\'
•• - - - - - lgt;vre fectnd,
f. 3,
~ - - - - Itvre troißeme. i. 1.
* ■ - -nbsp;Uvre quatrième. £ j.,

quot; quot; * - - tivre ctnqatéme. f. 3.

Gafparo Vifcooti Romano Opera prima, fonate à

vioifno folo col Baflbeontinuo. £3.
Henrici Albicaftro Opera quiotafonate à violino

folo col BalTo conriouo.nbsp;£4.

Nicola Cofimi Romano Opera prima 12 Sonate à

violino folo col Baflb Continuo. f. 4.
Sei Sonateà Violino O Haubois folo cclBaflo conti-
nuo dei signore A. H. Scbultzen,. £
z. ,
Henrici Albicaftro Opera fextao vero parte fecotida
del Opera quinta, Sonate à violino ibio e Baflb
continuonbsp;£

Pieces pour la viole de Gambe.
Konft ocfFeniBgen ou quinza fonat.5 i viole de Gam-
be amp; une bi£ Cont. compole\'es par M. Schenck

Siicrzi muficali, ou fuites pour la viole de Gambe
à X viole amp; I bafle. cont. ad libitum compoféfsde
Préludes, Allemandes, farabandes , Cournaotes,
Gigues, chaconnes. Ouvertures, Gavottes, Me-
nuets Paflacailies, amp;c. par M. Schenk, Opera
VI grave\'.nbsp;£ p/

iaNimphedcI Rhenoou douze fonates à 2 violes de

Gambe 8

-ocr page 615-

Catalogus van
Gaink,eompoféesde Préludes, Allemandes, cou-
îantes, (arabandes,
gigues, menuets, chacon-
nes,
gavottes, par Mt. Schenk opus VHÏ-
gravé,nbsp;^ f. f\'

L\'Ecbo du Danube Contenant des Sonates a r viole de
gambe amp; Bafle continue , a une viole gambe amp;
Baffe continue ad hbituoj, i viole de gatnbs
fans Baffc cont*nuë Conjpofées par Mr, SchencK
Opera nona,
Piécesa-uneamp;i violes de Gambe Scbaff. cont. coni^
poféespar Mr. Marais ordinaire de la MufiqUe du
Roi,
gravé ea j livres fe\'pates.nbsp;f* lO, ^

lie fitotidlfvreàt Pièces de viole de Mr, Marais a

iviolede Gambe amp; B. cont.nbsp;f. lO.

Dix fonates à deux violes de Gambe amp; i bail. cont.
ires propi\'es à joiiir avec des Baffes ou des BaflbnS
delà compofition du Sieur Carolo , gravé

Trois fuittes de pièces pour un deffus de viole OU
violon amp;baC cont compof par M. Heudeline

f. 1, I®

Sonates , Allemandes, courantes, farabandes, Gt-
gues, Gavottes, Rondeaux, Paffacaiiles, amp;c. a
une vtolede Gambe amp; une baff, cont. deMr.jea»
Snep , gravé,nbsp;f*

Pièces de viole dc Gambe dcMr. Hafcart compole«
de preludes , Allemandes, courantes, faraban-
des, gigues j Fantaifies amp;c. à une viole de gara-
be amp; uns Balte continue.nbsp;f«

Pièces pour k Cla.vejjîn.
tîn livre de pièces de Claveffin de Mr. leBegueOr-

ganifte du Roy, gravé
\'Le fmad livre dc Claveflin de Mr, îe Begue t- î-
J2ne fuite de pi\'cesde^laveffia de Mr. le Begue Ut-

ganiSediiRoy , grïiyé, -nbsp;* j®

-ocr page 616-

allerlej Mufijk,
10 suittes pour !e clavcifin coropofees par Mr. Frogt;-

bergue , gravénbsp;f. 4-

Toccaiesamp; fuutespour ledaveffin de Mrs. Pafqui-

ni, Poglietti amp; Cîafpart Kerle, gravé. f. i-
Pieces pour Ic cîaveffin compofécs par Mr, Mar-
chand,
Ifvre crém/ernbsp;f. i. 4
17 Sonat. pour l\'Orgue ou le claveffio cotnpofées par
Mrs.Siani, Polaroli, Baflani, Colonria, amp; au-
tres fameux Maîtres d\'ita ie. £
6.
6 Suittes de pieces de claveilin , compofces d\'Alle-
mandes, làrabandes, gavottes, rondeaux, me-
nueis amp; gigues, avcc un dclTusfeparé amp;i bafle
de viole ou Tbeorbe adlibitum, mifes en concert
par Mr. Dieupart, gravé,
f, sgt;-
Pièces pour le Clavelfîn compolées par Mr. Mar-
chand,
Ifvre fécond f. i. 4
ricces de Claveffin compofees par J. Henry d\'An-
glebert Ordinaire de la muûque de la Ghambrc
du Roy avec la maniéré de les jouer, Divcrfes
Cbaconnes, Ouvertures amp; autres airs de Mr.
de
Lully mis fur cet in[trum;nt , quelques fugues
pour
l\'orgue Si les principes de l\'Acompagne-
menr,
f. 7.
Picces pour la Guittarre, ^ le Luth.
Un livre de pieces de Guittarre avçc ^ deflus d\'ini
fttumens amp; unebafl! cont. ad libitum Compolêes
par Mr, Nicolas Derofiers, grave f. 9.
Le même livre de Guittarre fépare, gr. f. y.
Suittes pour le Luth avec un violon, onfîuteamp;iiae
baflTe cont. ad Libitum ., de la compofition de Mrs.
du Pau, l\'Enclos,
Pinel, Lul\'i, Bcuininghs, leFe-
vre amp;
âUties habiles Maitres, grave f. 4-

-ocr page 617-

CATALOGUS

VAN

BOE K E N

Die gedrukt en te bekomen zijn by

PIETER vander VEER.
In FoUd.

ï TLTUgo de Groots Jaarboek en Hi-

in ftorie.
a T. J. vanBf.igtsMarteiaars SpiegeUer

Doopsgezinde.
5 W. Goerec joodfe Outbede , s deele.

4 Hiftorie dér Reformatie van Vrankrijk

2 Deele.

5: W. Goeree Mozaifche Outhede, 4\'
Deelc.

€ Arnold Godvriend, Hiftorie der eerfte
Chriftenen, z Deele,

7---- Hiftorie der Kerke en Ketteren:

2 Deele.

In §umo.

Oudaan Roomfche Mogentheid,
Rotgans, Leve van Willem de
Derde.nbsp;3 Bek-

■J

-ocr page 618-

c A T A L O G V S

5nbsp;Bekker Betooverde Wcereld.

4nbsp;S. V. Hoogftrate Schilderkonft..

5nbsp;F. V. - - Voorhof dei-Zielci.

6nbsp;D V. - - Ged igten.

7nbsp;Zeeregte vm Wisbui.

8nbsp;Lijfte van de Cottvöye en LicentCi

9nbsp;T, Gage Naukeurige Reize.

10nbsp;A. van Alkmaars Vrede Predikatn

11nbsp;Verfcheide Lykredens.
1 z G. Brands Poëzy.

1nbsp;j A. Bogaart Roomfche Monarchy.
14 Befchrijving van \'t Paufchdijke Hö£\'

2nbsp;ƒ Bakns Befchrijving van Dordrecht.
ilt;5 TrenrToneel der doorlugtjgeVrouweni

17nbsp;Bidloo, Brieveder gemartelde Apof-

telen.

18nbsp;Damhouders Pradijk , Cevil cn. Crii-

mineel.
lp Befchrijving van Chifla.
2.0 - - van Delft.
21 Gerbade over Zacharias*

In OBam.

I TTEt leve van tïai Ebn Jokclan ;
X JL op nieuws met de Arabifche
grond text vergeleke, en met Aant
merkingen over eenige duifterePJaat-

Un

-ocr page 619-

CA7AL0GVS
\'zen en Spreekvvyzcn verrijkt.
3 Minnezangen en drinkliedere.

3nbsp;Barleus Oratien.

4nbsp;Brand kort verhacl der Reformatie van^

den jaare 155 5 tot den jaare 1689
zijnde een kort begri;p
van het gro-
te werk, in 4\'t zelve op heel fchoon
groot Papier,
f Pokkenbrogs Werke, 2 Deele.
^ W. Goeree Schilderkonft.

7nbsp;- - Boukunde

8nbsp;Hiftorie Apologetika van de Herder.
^ Republyk der Hebreen, :i Deele.

10nbsp;Boxhorn Ncdeilandfche. Hiftorie.

11nbsp;Donquichot de Ia Manche.

iz J. Vromans de Fore Cornpetcnti, laat-
fte Druk .
15 Amelot Hiftory van Vtnetie, ^ deele
Ï4 Gode en Godsdienft der Heydeae in
3 Tale.

ïj K. v. Alkcmadevan\'tKampregt
lö Nederlandfche Oudheden met Plate.

17nbsp;De Geeft Kabinet der Statue.

18nbsp;Jefus en de Ziel met Plate.

lp Vonke der Liefde Jefu met Plate.
2 O Beglnfele van Gods Koninkrijk in den

menfch met Plate.
Zl Herts Thcologi met Plaatjes.

2ZA.

-ocr page 620-

In OCTAVO.
A. Boogaam,Muntkabinet met Plate.
23 Juvenalis i en 4de Hekeldigt in \'t

Duyts vertaald door C. P.
a4 Potters, getrouwe Harder.
2 5 Vermakelyke Voorfpellinge.

2nbsp;6 W. den klger Toneel fpeelc.

27nbsp;Ruflings quot;Werke, z deele.

28nbsp;Heermans Annotatie.

Politike gronden en maximen van Hol-
land.

3nbsp;0 Gemengelde Parnas Loof.

31 Treur brieven der blakendeVorftlnnen.
3 2 Voorbeeldzels der Oude quot;Wijze.
3 3 Zede-Lefle der Evangeliums.
34 Engel Arentzens Onderwijs,
3J Heidenfche Grootmoedigheden, door
K. Boon den 2de Druk vermeerdert:
met de levens der 12 eerfte Room-
fcbe Keizers, en met 30 Kopere Pia-«
te verciert.
3
6 Hoogftrate Schoole der quot;Weerelt.
37 Hiftorie van Barlam en jofaphat.
58 Overfteegs Poè\'zy.

39nbsp;Tinneme van Middelburg door Bero-^

nitius.

40nbsp;P. de Molyn, Schilt des Gelogfs. \'

41nbsp;Dekkers Gedigte kompleet.

4a \'t Leve van den Hartog van Oifuna;
43 Pieffons Gedigte,nbsp;44 Jan

-ocr page 621-

CATALOGUS.

Jan Lulkens fkigtelyke Gezangen.

45nbsp;Alle de Werken van Zoeteboom , 2,

Deele met Kopere Plate.

46nbsp;K-. Sweerts Mengeldigte , 2 deelc.

47nbsp;V erdediging der Doepsgezinde, dito op

groot Papier.
4S F. Ridderus Wegwijzer ten Hemel.

49nbsp;Lodeftein Geeftelyke Opvvekker.

50nbsp;K. van Hoeks Verdediging.
^ I -— Nader Verdediging.

-— Brief van Dr. Schijn.

5 3 Petrus verloft uit de magt der misbrui-
kers door Pontiaan van Hattem.
54 Wonder in de Cevennes.
Hollands bloedige Oorloge.
\'t Leve van Philippus , 4 Deele.
57 Koninklyk Tafereel.
ƒ8 Hondorphius over de 10 Gebodc.

Jonktijds Toneel der Jajoulie, 2 deele.
60 Rabbelerievan den Rabbelende Rabus.
él Limburg Welftervende Leer.
6% Burmanni ftvi \'fohanne Br anti.
6] \'t Zwart Toneel Gordijn, 5 deele.
Alle deVolgeeftige Werken van Don
Erancifco de Quevedo.
6f Befchrijvinge van het EylantlFormora in
Afia 5 en der Regering, Wetten, Ze-
4en j en Godidkaft dec inwoondefs

mc

-ocr page 622-

In DVODEC I MO, ~
tiit de gedcnkfchriftenj van den Hr.

GeorgiusPfah-nanaazaaraldaargeboor-

tig, t\'zarnejigeftek. Mitfgaders eea
brcet, en net verhaal zyner Reizen
door vedcheideLanden van Europa,
en van de vervolging, welke hy door
toedoen der fefuiten van Avignon,
geleden heeft, benevens de redenen*
-die hem tot het afzweren van het Hei-
dendom, en hec aannemen der her-
vormde Chrifteiyke Godfdienft ge-
bragt hebben.

In Duodecimo.

1nbsp;quot;proeve der Zede, 4 deele.

2nbsp;J_ .-\'t Leve van Emanuel Koning vais

^ Portugaal, ^ deele.

3nbsp;Vroonens begin, midde en eynde.

4nbsp;Op en Ondergang van Stavoren.

5nbsp;Kmads Satira LJ^ïenippM.

é Emanuel Arande Turkfche Slaverny ^
2 deele.

7nbsp;Schriverius Befchrijving der Grave vaii

Holland, 2 Deele.

8nbsp;Dukery Kerkelyke Hiftorie, z Deele.
^ Rotterdamfche Arkadia, door ^X^. den

Elger R. G.

zo Ia-

-ocr page 623-

CATALOG VS
10 Inquifity van Goa.
ÏI Oudenhovc Befchrijving van Dordregt.
iz Weegfchaal dcr Leugenen.
13 .Hiftorie den Veftaalfche Nonne.
Ï4 Stella van de Liefde Gods.
If De veifchikkinge des doods doorChar-
le Drillencourt.

16nbsp;Engelfche Onderregter.

17nbsp;Anglo Bdgica.

i S Rennefort Hiftorie van Ooftindic.

Trent konft.

1nbsp;^Er

2nbsp;J

^ Erard Brand den Ouwe.
van Oldcnbarnevelt.

5 Hugo de Groot.

4nbsp;Jan de Wit

5nbsp;Cornells de Wit.

6nbsp;De I z Eerfte Roomfche Keizers.

7

Wühem de Derde.

-ocr page 624-

• J

-ocr page 625-

f\'

St\'

t: :

vr.-.

-ocr page 626-

mF

ii^

-ocr page 627- -ocr page 628- -ocr page 629-