ZH 122
■
/
a
L \'
If
■ -fc
i
■
■■ I-
\', \\
mquot;
. i
k
\\ ;•
if
-ocr page 6-TT^OörÄOiBOÖ
-ocr page 7-M
i
i
1
m
ö
e n
In NEDER- en HOOG-DUITSCHLAND, FRANKRYK
ENGELAND en elders geagt zyn, en tot dien
einde gecultiveert worden.
BÉSCHREVENj
DOOR
[in tempore), Mathematkus^ ^ Scientm^
rum Amator,
I By FERI^ERÜA en G. TRESLING, Boekverkopers
in de Siotmakers-ftraat en Peperftraat.
M
M
m
i
m
Wi
/.iX
1
i
m
fk
quot;s-wr^
m
wêêêêê
-ocr page 8-m
Ç\'.\'m
«jî-\'î-
i-ï-;
ï.-\' iL-
■i-, !
■ ^quot;VA.
-ocr page 9-VAN DE
E
I.
Iemand, die maar eèhige geringe Letter-kennifle verkreegen heeft, is on-
bekend, hoe grotelyks de fraaje en nuttige Konilen en Wetenfchappen in
de vórige, éh iïizonderheid in deze onze Eeuw toe genomen hebben,
of verbetert zyn, onder de beftrah\'ng en begunftiging, zo wel van mag-
t\'ge Potentaten 3 Vorften j en Rëpublyken, als ook van particuliere JHee-
—------ iquot;èh van Staat, Regering, Aaiizien eri Vermogen.
II. Onder deze Wetenfchappen moet men de Botanie, Kruid-of Plant-kunde, geenfints de
geringfte tellen ^ die hare betrekking óp de zo nuttige, en in het menfchelyk lévcd noodwendi-
ge , Genées-kunde heért: En die door de Heércn Linn^.üs , Haller , van Royen , Jussieu
enz., eh inzönderheia van de ecrftgcmelde, zodanig verbetert en opgeheldert is, datze gelyk
èls een nieuw Gewaad en Luifter verkregen heeft: Getuigen hier van zyn de vermaarde en be-
kende Schriften vaü de gemelde geleerde Mannen.
§. III. De Horti-cultuur of Tuin-Oeffening is een annexe zaak aan de Botanie ^ om allerley iii-
cn voornamelyk buiten-iandfche of vreemde Planten met goed fucces te cultiveeren: En wien
tog is onbekent, hoe zeer deze nuttige en vermakelyke Wetenfchap zedert \'t begin dezer Eeuwc
toe genomen heeft? Invoegen dat men liu in ftaat is, allerley GewalTeri, uit de allerwarmfte
Cüffiaten der Wereld, by ons by na éven als in haar natuurlyke Groei-plaatzen, te doen
groeijen, bloeijeri en de Vrugten van vëele ryp en fmakelyk voort te brengen ^ dat voorvvaat
aan onze Voor ouders een verborgene of ondoenlyke zaak was.
§. IV. Tot de Tuin-OefFening behoort, behalven de Cultuur van allerley Gewaflen voor de
Huishouding, Keuken, ^nz. ^ in \'t bezonder ook déaanquekiüg van allerley Öoft-Bomen, waar
van véele zoorten niet alleen tot heérlyke MediCynen dienen, maar die in quot;\'t bezonder onze Ti-
fels vergieren, onze long ftreelen, en het Hert vefquikken want daar woito by aanziénly-
ke Lieden inzonderheid geen Gaft- cn Vrindfchaps-Maalen, of geen Collatie, gefloten 5 zoridejf
opdisfching van deze or gene Vrugten, naar deti tyd, zo wel om ha^ e aangename Oog^vercjuik-
king als Hart-verfterkmg, waar onder geeii van de geringfte in ons Wereldsdeel, nmnelyk in
Neder-en Hoog-Duitfchland, Engeland, en Fi^ankryk, enz., zyn, de Appsh en Peeren, wel^
ke daar in als eigenaartige of genaturalifeerde Vrugten wel groejen en tieren, en dus vaü veele
Liefhebbers mee veel attentie gecultiveerc wói-den.
§. V. Maar, dewyl deze Vrugten, namentlyk de Jppeh en Peeren, 0\'k ^scn in twyfFel aan
welke van beide men den voorrang geven moet) van zeer verfchiliige zoorten, en daar onder
ï\'.o wel geringe als befte zyn, zo is \'t geenzints onverfchillig, van wat zaorteü men in zyn
Hof plante, of wat zoorten ons om te enten of te planten gegeven of toegezonden worden:
Zvnde het zeker, dat yder een wel gaarne van de befte zoorten in zyn Tuin zal \\Villen gepiant
of geënt zien.
§. VI. Het is derhalven uit die Reden, dat ik zedert een reeks van nlecr als 25 Jafen myn
werk gemaakt hebbc, inzonderheid in myne Tuin-Oefteningen in de met heerlyke Vrugten enz.,
voorziene Tuin van Hmre Doorlugtigfig Hoogheid Mevrouw Marif. Louisa , Princesse Boiia-
riére -van Oranjs e?i Najjouw, enz., enz. ^ om alle zoorten van Appels en Peeren (behalven de
overige Ooft-Vrugten) naukeurig te onderzoeken ^ de diftererite zoorten te leren kennen en te
onderfcheiden, elk zoort op zig 2;elfs te befchryven, en dus de verwerring, die daar grotelyks
in voorvalt, te regte te brengen: Edog dit niet genoeg oordeelende tót de kenniffe van elk
Zoort, en de bewaring daar van voor onze Na-neeven, zo heb goedgevonden, yder bezondere
zoort van Ap-peU ende Peeren naukeUrig naar ^t leven af tt beelden ^ zoo als 2e in dit Werk
verfcbyncn , toe dienft der_ Liefhebbers van PöMona.
§. VII. Maar ymand, dien \'t onverfchillig is, en geen of weinig ajjting voor Konften en
Wetenfchappen heeft, zoude kunnen vragen, waar toe diene dit Afbeelden ? ja zelfs een nog
■HU
meer
-ocr page 10-meer onverfchillige zoude wel zeggen Cgelyk my ook wel van zodanige te voren gekomen is)
wat kan \'t my fcheelen, wac Gedaante, Koleur, Naam enz. de appels oflPeeren hebben als ze
maar goed finaken I Edog veele andere zullen bezadigder oordeelen, en de nuttigheid dieper inzien.
§. VIII. Enige geletterde Mannen hebben het de moeite waardig geagt, om de zoorten vaii
zommige buiten-Iandfche Vrugten, die in ons Climaat niet andersquot; dan door konll en met veel
moeite en toeftel gecultiveert worden, als By voorbeeld de Oranje ,-Cetroe?ï-, en Levioen-Appels
af te beelden, gelyk men ziet in deHsfperideßen van Ferrariüs _, \'Gommelyn, en Volckhammer \'
welke Werken niet onaangenaam by de geleerde Wereld en Liefhebbers ontfiingen , en nog in
waarde zyn. Heeft dit nu plaats met de gemelde uit-landfche Vrugten, zo kunnen we ons niet
verbeelden, dat de Afbeeldingen van onze eigen in-landfche Appels en Peeren een minder
goedkeuring zullen wegdragen: Te meer, dewyl deze onze. Appels en Peeren in geenen deelc
voor de gemelde buiten-landfche behoeven te wyken : Want zyn deze aangenaam en bevallig
voor \'t Oog, en zoet van Reuk, de meefte van de onze zyn \'t niet minder als ze wel gegroeid
en wel ryp zyn: Welke bevalligheid in der daat nog gróter zoude wezen, indien de over-
vloed cn gewoonte zulks dikwils niet kwam te verminderen : Zyn de Lemoenen enz. van gebruik
in de Medicynen, en heilzaam voor den Menfch, onze Appels en Peeren zyn het niet minder,
als ze op haar regte tyd en met order genottigt worden ; men leze daar over maar de Schrif-
tsn van de verftandigfte oude en nieuwe Gcnees-Heeren : Behalven nog, dat onze Appels en
Peeren niet alleen , rauw, geëten wordende, des Menfchen Tong ftreelen en \'t Hart verkwikken,
maar ook op velerley wyze geftooft of gebraden wordende, voor zeer vele Menfchen tot een
fmakelyk en gezond voedzel verftrekkenj dat van de meelte van de gemelde buiten-landfche
Vrugten niet gezcgt kan worden.
§. IX. Maar om in \'t beknopt aan te tonen, waar toe deze Befchryvinge en Afbeeldinsen der
Appels en Peerm in \'t bezonder grotelyks kunnen dienen, zo heeft men maar te lettenquot; op de
volgende dingen,
1.nbsp;Dat men daar door weten kan, welke Appels of Peeren onder verfchillige Benamingen een
en dezelve zoort zyn: wy hebben tot dien einde de verfchillige Namen bv een gevoegt, voor
zo ver wy die hier te Lande Cmet veel moeite ^ correspondentie en Kollen) hebben kunnen
ontdekken.
2.nbsp;Dat men dus door een vreemde Benaming niet misleid kan worden, om een zoort van Vrugt tc
bekomen, of te begeren, die ons onder een ander Benaming dikwils bekent genoeg is, en die men
zomv/ylen reeds in zyn Tuin heeft: Öf die veeltyts maar een gemene flegte Vrugt zyn kan.
3.nbsp;Dat men een zóort van Appel of Peer^ die ons onbeként is, daar door kan leren kennen,
van andere onderfcheiden, cn by haar regte naam noemen.
4.nbsp;Dat we daar uit gewaar worden, dat \'er op verre na zo veel verfchillige goede zoorten niet
gevonden worden, als men verfchillige Benamingen hoord of in zommige Auteuren en Lyften
gemeld vind, want daar komt maar zeer zelden een nieuwe, goede en waardige uit \'c Saad voort.
5.nbsp;Dat men uit de Befchryvingen weten kan, welke de befte, middelmatige, of geringfte
2oorten, en dus waardig of minder waardig zyn, in een goede en aanzienlyke Tuin geplant te
worden: Hoe wel de ondervinding leert, dat de verkiezing in dezen zeer verfchillig is: La-
tende wy daar in el^ een zyn volle vryheid
6.nbsp;Dat men daar door weten kan, welke Zoorte in\' deze of gene I,ugt-flreek, of Stand-
plaats , \'t beft tieren en goede Vrugten voortbrengen wil. En meer andere.
§. X. Als men derhalven een Appel of Peer heeft, wiens naam ons onbekent is , zo heeft
men maar de Afbeeldingen, en teffens de Befchryvinge na te zien, en de Vrugt by de eene
of andere te vergelyken, zo zal men dezelve wel haaft ontdekken : Waar by nogtans de
volgende dingen aan te merken ftaan.
I. Dat de gedaante en Koleur wel \'t voornaamfte kenmerk is van de zoort , m.aar dat men tot
dien einde een volwaffene Vrugt van de Boom verkiezen of hebben moet, vermits \'er op een
zelve Boom dikwils/Vrugten van verfchillige gedaante groejen : Edog men bevind, dat de volwaf-
fene altyt na genoeg in haar wezen met de natuurlyke gedaante overeenkomen, zo dat men de
overige voor mismaakte of onvolkomene houden moet.
1. Aangaande de Koleur, dezelve kan dikwils min of meer Verfchillen; \'t welk afhangt van
\'t Ent-plantfoen; van dc goede of kwade gefteltheid des Gronds van Son-ryke Jaren; of naar dac
de Vrugt meer of min op de Zon hangt, enz.,nbsp;•
3. De grootheid der Vrugten kan ook zeer verfchillen, wordende groter of kleinder, 20 wel
op dezelfde Boom als ook in verfchillige Stand-plaaczen cn Jaren , het welk afhangt van de
meer of minder aandoening van de Zon; goede of kwade gefteltheid des Gronds; van \'t Cli-
maat ; van een meer of minder Vrugtbaar en gunftig Jaar-faifoen; van \'t Ent-plantfoèn; en van
de Iioeveelheid der vrugten die de Boom of Tak te voeden heeft: Edog men bevind, dat hoe
groot of klein een voIwalTen Vrugt ook gegroeit zy, dezelve nogtans altyt haar natuurlyke in-
geboorene gedaante behoud.
\' 4. Op de Smaak der zoort kan men niet altyt ftaat maken, want deze kan verfchillen, en
verhevener of minder zyn, naar dat de zoort in verfchillige Gronden en Standplaatzen gegroeid
is: Bevindende men dit onderfcheid meeft aan de Franfche Vrugten, inzonderheid Peeren^
als ze geen voordelige Grond en Stand-plaats hebben. Invoegen dat de gedaante benevens de
Koleur de zekerfte Kenteikens der zoorten zyn. Waarby men verder de tyd van rypwording
voegen kan en moet: Verftaande hier door dé tyd wanneer de Vrugten eetbaar zyn,\'\'t zy van
de Boom, gelyk de Zomer-Vrugten, of na dat ze geplukt zynde, wat gelegen hebben, gelyk
de Herfft- en Winter-Vrugten.
XI Aangaande de Cultuur der Appel- en Peer-hoornen, die is zeer bekent, en men vind
daar van by andere genoegzaam berigt, hebbende wy ook een ander Werk onderweegs, waar
in wy de Cultuur van deze en alle andere Vrugt-boomen breedvoerig verhandelen : Hier heb-
ben wy alleen ons werk gemaakt^ om de zoorten der Appels en Peeren t\' ontwarren, en aan de
Liefhebbers
-ocr page 11-T ief hebbers voor Oo£^en te fteilen: Durvende dezelve verzekeren, dat wy alle mogelyke moeite
tSaM hebben öm de zoorten naukeurig te onderzoeken, en naar t Leven m haar ware Ge-
Sante Aftebeelden; te weten zodanige die in onze Hollandfche Tumen_, als de befte en waar-
S, zo wel Franfche als Engelfchl en Nederlandfche zoorten, gecultiveert worden : ^ Want
Sd en men alle gemene Boere-loorten wilde befehryven, waar toe zoude dit Jenen ? Daar
ziïen nog wel emge weinige goede zoorten van Appels en Peeren wezen, inzonderheid buiten-
laShe! die weinig gevondeS worden, die wy nog niet voorgdlelt hebben om dat wy die
no . niet hebben kunnen magtïg worden ; edog wy zullen tragten dezelve te gekomen, om in t
ïe^volg ook aan de Lief-hebbers mede te delen: Hebbende dezelve ondertuffchen hier genoeg-
zaam \'^Pit vad deze Vrugten.
femks daar uit in\'t\'geringfte geen\'onderfchëid dernbsp;^
vdeVals een bezondere Zooit op zig zelfs benoemt ftaat; \'t geen vele doet denken dat er zo
iele Zoorten als Namen zyn, daar ondcrtuffekn vele van die verfchilhge Benamingen tot ?en
yelfde zoort behoren, en maar Synonyma of Meer-namen zyn: Maakt dit dus met verwarring
fn de Zoort-kenniffe ? en waar uit volgt, dat \'er in der daat zo vele zoorten van Appeh ende
Peeren niet zyn als,die Liften vertonen^ latende wy de gemeene flegte zoorten onaangemerkt.
B E.
-ocr page 12-Pag. 4
afbeëldingen
^^LI-S^^^ZJ^^ de voorgaande, .o in Gedaante,
POMMÊ DE PALiESTINA^ if een timelvknbsp;^^^^^^
overeenkomende met die van de mtTïrTd jLF^^ ^ • \' T f^daante langwerpig, zeer
zoude denken, alleen op een goT^e nS ^^^^nbsp;^^^^^^^e is; dat ik op\'^\'tnaafte
van Kouleur, ryp zyndë mooiSLfil S I^n Hpnbsp;^^^ ^chil is glad;
fende; zvn Vleefch Is zagt en lal ein aa.^-^^^^^ eene zyde veeltyds fchoon bleék-rood-bioe-
befte Appels in zyn tyd is!nbsp;aangename, geurige fmaak. Weshalven het een van de
ryp zySde, mooi hoogrood en veeltvds menbsp;htV. Deffelft Schil ,s glad van Kcfleur,
xvitagtige wafem op de Schil/te wetïf a f dienbsp;vlekken gevlekt; leggende een
Vleefch is vry zagt, va^Sn hLraaSenimPnbsp;quot;nbsp;^^^^ betaft is; zyn
Zomer-Appels. ..... ^^ «-.g^uauic^ geurige imaai^, en derhalven
een van de befts
gro^ot w^d/^\'\'quot;\' Hout-gewas , en draagt zeer fterk, weshalven hy doorgaans niet heel
Tnbsp;grote, zyn gedaan-
Koleur door{Al hloctZd^^^^^^^^^nbsp;Delleifs Schil is\'gla^d, vaa
hier door heen rood geftreept, i?ft vfe^fdi Tz^r v^^^nbsp;^^^
niet zeer verhevene ftiaak; VesMven Êelve^^^^^^^^nbsp;aangename wynagtige, dog
zoorten der Appels plaats kan hebben.nbsp;, of onder de middel-
De Boom maakt ened Hnnt-
gedaante rondvallig,
behalven dat hy gro-
Vleefch is Vry
I\'S als in de Poe
EN
quot;quot;quot; fPot-Appel: En vermits de Boom Srk di aagt en
^^nbsp;S^Pl-^ ^^ -orden. Zamp;Lol
KRUID-APPEL. CLOUWERIS) Verfchilt nergens in van de voorgaande, zo in Gedaante
toMMË b^PAlJ-STWA^nbsp;di^^\'^om me.lï allee?, voo/ de pquot; t
PÜMME DE PALtëSTINA. Is een tamelyk grote Appel; van gedaante lanewernie zeer
overeenkomende met die van de Witte Kruid-Appd, zo het niet dezeFfde is; dat f^op^naafte
zoude denken, alleen op een goede plaats Volmaakter geworden zyride Zyn SciS? is 4ad®
van Kouleur ryp zynde mooi geelagtig en aan de eeneV^ veeltyds fcho^n bleeïrood-b^
\'\'nbsp;geunglfmaak. Veshalven h^efe^rva\'i!^!;
De Boom maakt goed Hout-gewas is zeer draa«^baar
plS^nSi?^^
ryp zynde, mooi hoogrood en veeltyds met kleine bleek-rode vleLeniev ef irrende ^
Zomeï-Appels^. ^^nbsp;aangename^ geurige fmaak, en derhalven een van de belie
grS,two°d-\'\'\'\'\'\'\'\' Hout-gewas, en draagt zeer fterk, weshalven hy doorgaans niet heel
JOpPEN-APPEL. (ROODE ZUIRE} Is een Appel van middelmatige grote zyn cedaan
te IS langwerpig, doorgaans wat fchcef of mismaakt en iets kantig- DdfIfs Schil i^ahd vin
läToothirronbsp;teV^f rfnbsp;^^^^ quot;a?gro™get oVk wel Ss
n ? 7e?r verhevene S ^^ ï \\nbsp;J\'quot;nbsp;aangename wynagtige, dog
zot S dlrirpequot; pSts LTtebtei.nbsp;, of ondier de l^iddeÜ
I^VILLEtLlNrH^^nbsp;tamelyk groot, en is vrugtbaar.
-^PP^^\' , -n gedaante
en kantin of me7 RThh-~n rquot;\'fÄr.^ifX \'\'\'\'\'\'nbsp;groce Appel, van gedaante wat platagtig
en Kantig ot met Kibben. Van Koleur ryp zynde geelagtig wit; deffeli^sVleefch is heel zagt
veHievene Imaak; weshalven dezelve nauwelyks onder de
van een\'taaielyke dog geen zeernbsp;wesiia.ven ciei
middelzoorten kan plaats verdienen. Zie oofc Kruid-Appd QEnkeldO
De Boom maakt goed Hoiit-8:e»as en is zeer draagbaar
KRUID.APPEL, (pKELDE) Is eernadAro e Appd, van gedaante iets plata^ti.
ti°nbsp;- 7vn ViSr^if^ni \'nbsp;\'\' Sla\'J ; van Koleur ryp zynde ; bleek geelagt
kruid\'APPFT ®°mrnrRpf n?quot;;\'\' f \'\' draagbaar.
enf.\'^ePk\'a^-t^f; ^ i oSeS »nfr^tl^ v\'o\'rir
, en is draagbaar.
fmaak, .eshalvennbsp;L^\'i^lLcl\'^^örS. ™
-ocr page 14-MÊÊ^
à.
De Boom maakt goed fterk Hout-gewas, en is zeer drssahaar
diepJ^s^ssrnbsp;^ Oog, dat
VOO? de Trfel dient: Hy iieefc van Snn\'nTen ÏÏoot hol S\'nbsp;j\'oor de Keuken als
De Boom maakt goed fterk riSut-gewa! SS a?oor S\' en is veeltyds zonder zaden.
ROÖS-APPEL. Is een tamelyk grote SatrHenbsp;?
agtig-wit aan de eene zyde, en vStyds meeft\\^\'^P
toet donkerder rood mooi seftreept en ^^ w \\nbsp;^^een
vaneengemeene, tamelyk goede eg^ernfezeer^^^^^nbsp;maar het Vleefch, datzagtis, ia
dcUoor\'en behoort, en mel^ft allein voor eefpotX^^^^ weshalven dezelve onder de Mid-
De Boom maakt goed fterk Hout-gewas, word gVoot, en is heel draagbaar.
Tabula
RAMBOOS-APPEL., Een medp-znniT vnh ri^ / -77 j -nbsp;» \'
gedaante is aan dezelfde BooS doorgaansnbsp;^^ \'\'nbsp;\' ^^^
doorgaalSa^dotreeniSt^een^lS^^^^^^^^^nbsp;ü Ider of biefflfIn
en van een zeer aangename «ro^^aïW geui- e^nbsp;\'nbsp;is zeer zagt,
naam voert, zynde\'^dus een van dc beffe Zome? Snbsp;^^^r van hy de
De Boom maakt heel goed Hout-£wasnbsp;^^^^ T^f ^^^
BLOEM-ZOETE. CZOOMeR op HErI^T wnbsp;onderhevig,
terond-vallig, na de Kruin toe wat dunneinbsp;is een middelmatig grote Appel, vangedaan^
[S, ryp zynde, ligt-geel aan de eenrzvdenbsp;deszelfs Koiqur
bloezend en zomwyfen met rode Senen quot; ^^^nbsp;mooirood»
^liSl^S\'^nbsp;-^--draagbaar; welk laatfte ve.
KolcurV itn .vnd-nbsp;grote Appel, van gedaante iets langwerpig vierkant ; van
vannbsp;5 zvn Vie^lf h is zagquot;\' \'ged\'
^n zyn tyd is, zo wd uit de hand?e e\'eten ?l?vnn? 1 J^^^ de bdte vroe|e Appdl
dus. waardig om .«epiant te Worden ^^^ de Pot, makende een zeer fmakelyk Gejkof , en
ictsplatagtig; zyn Koleur is,nbsp;\' ^an gedaante rondvallig, van boYea
op de wy^ze der geele Renetten^mfpnbsp;^ ftippe? en trekken,
rood-bloezende; deszdfs VleefchT.n.^nbsp;zomtyds op de eene zyde een wdnig
zeer goede zoete Appel in zyn tydnbsp;aangename zoete fmaak, derhalven een
^^Zl^cSnnbsp;word groot, en draagt zeer wel, maar wil zomtyd.
.PEER-ZOET. rWITTE OP PI AMFT?^ V« r ,-1nbsp;- ,
njet, of zed- wdnig^iiet bruin 4vlH\'f pn io.fnbsp;^^ voorgaande, dan dat hy
dolphyn. ls^en fchone|ro4 cziinlsrïnbsp;. • ,
de een£^f\' ^ogzienly ke Appel, van gedaante iets langwerpig; van Ko-
^eur groenag
\'Uti\'» I\'pci aan de pm.\'\' j \' quot;quot;S^\'MiyKe Appel, van gedaante iets h
it hem zeer
beyalli.e vaaV\'.^^nbsp;^ „^P^^^^ ais de Pruimen
; vaiL, van een aangename ver-
, voorts tamelvk maf- ^r 0, ,nbsp;uur uoo
zuür-zap voorïien, weshd^S^dJe nSnbsp;aangenaam, dog niet zeer ver
Ce Boom maak goéd Boui^\'V^Sl^
Nb. De?e innel Hn rHK^i® f\' en is heel draagbaar.
, ^ilvmilès c^oftf gïrifffnbsp;^^^-^^önt.
lll^ dat klein en weinig gezoden £nbsp;^nbsp;Ö-^S
ë^el, enzomtyds, dog zddennbsp;^nbsp;?yn Scmlglad; vanKoleur, ryp zynde
tamdyk
BE SC HR Y VIN G v
^.j^\'.JS\'iJquot;/\'nbsp;■
-ocr page 19-w
BESCHRYVING van de APPELS TAB. IIL 7
het Vleefch is zaPt, tamelyk geurig en wat Rynfe-wynagtig van fmaak, dog op verre na zo
geurig niet als de Rode Zomer ^Calville Tab. I., weshalven we deze onder de Middel-zoorten
plaatzen; zynde een goede Pot-Appel. ^nbsp;.
De Boom maakt fterk grof Hout-gewas, word groot, en is heel draagbaar.
A B Ü L A IV.
RUID-APPEL. (JUFFERS) Is een ^melyk grote Appel; van gedï
wat kantig, aan de eene zyde by \'t Oog, dat niet zeer gezonken is,
van gedaante röndagtig eii
nken is, doorgaans wat ho-
seT-\'^\'desTelfrSc^ is glad, en bleek-groenagtig-gecl van Koleur; hebbende veele Ap-
p^ls\' aan dezelfde Boom veeltydts, van \'t Oog af regt nederwaarts, een of meer verhevene
ftrepen als eene fyne naad, of een fcherpe verhevene kant, waaraan deze zoort in \'t bezonder van
andere te onderfèhéiden is. Hy geeft, ryp zynde, een fterke aangename Reuk van zig; zyn Vleefch
is zagt, zappig, en van een aangename heel geurige fmaak; dus een der odte Appels m zyn tya zyn-
de , 20 wel uit de Hand als voor de Pot.nbsp;. .nbsp;. „
De Boom maakt goed, fterk Hout-gewas, word groot, maar is met zeer draagbaar, ten mmftea
niet zo lang hy nog jong is.nbsp;, • \' j • , , .
D /^NTZIGER KANTAPPEL. Is een vry grote Appel, zyn gedaante ic rondagtig, en hoemg
of kantie waar van hy zyn naam gekregen heeft; de Schil is mooi glad, bbmcend, en 1 choon noog-
of bloet-rood van Koleur; gelykende deeze Appel zeer in gedaante naar een grote Ro^ Zomer- Cal-
\'Dille, behalven dac hy kantiger valt; deszelfs Vleefch is zagt, geelagtig, en van een heel aangena-
me, geurige fmaak;\'dus een waardige Appel in zyn tydj zo w^el voor de iarel ais m ae Keu-
ken zynde,nbsp;„nbsp;,nbsp;j n ,
De \'Boom maakt goéd Gewas, word groot, en draagt fterk, \' \\ ^
PARADYS APPEL, (ZOMER) Is een kleine Appel, van gedaante iets langwerpig-rond, en
watkantisï, ook doorgaans iets fcheef; deszelfs Koleur is, ryp zynde, bleek groenagtig-geel; zyn
Vleefch is\'heel zagt, van een tamelyke , dog niet zeer verhevene ftnaak. Hy word meeft alleen ge-
queekt om \'er op des\'zelfs Uitlopers , die hy in overvloed maakt, en waar door hy zonder te veren-
ten voortgezet word, allerlei andere zoorten van Appels te enten, tot lage Naantjes Bomen, de-
wyl hy van nature klein en laag groeit, vroeg draagt, en vrugtbaar is, welke hoedanigheid hy aan
het daarop gezette Ent mededeelt. ^ , j ^ . ^
Van deze^-ppel is ook nog een Mede-zoort die nergens in van de gemelde verlchilt dan dat de
Vrugten rood of rood-bloezend zyn.nbsp;^^ ,
Ook is \'er een zoete zoort van na genoeg dezelfde gedaante en grootte.
GULDERLING. (FRANCE) Is een middelmatige groote Appel, van gedaante wat langwer-
pig, eniffzints kantig, en meeften tyds wat fcheef van Gewas, met een klein niet diep gezonken
Oog; des-/elfs Koleur is, ryp zynde, groenagtig-geel, en zomtyds hier of daar een weinig met
Seelagtii^-bruin gevlekt of geftippelt; deszelfs Vleefch is zagt, en van een heel aangename geurige
fmaak, weshalven onder dé goede Herfft-appels geftelt moet worden.
De Boom maakt goed Gewas, cn draagt fterk.
POMME DOüCE- Is een kleine ronde iets platagtige Appel, van Koleur overal bruin-grauw-,
«gtig, gelyk de grauwe Renet, en veeltyds een weinig rood-bloezend; de Schil is hard en dik; het
quot;Vleefcli is van een aangename zoete fmaak, en derhalven een zeer goede zoete Pot-appel zynde.
De Boom maakt zeer goed Hout-gewas, word tamelyk groot, en draagt heel fterk-.
KRUIS-APPEL. (van GELDER) Gelykt zo in groote als gedaante en Koleur zeer wel naar
^^ Kroons-Appel, zo ckt men dezelve in de eerfto opflag ligtelyk daar voor nemen zoude, dog hy
Valt veeltyds iets langwerpiger , en dezelve proevende, bevind men het onderlcheid, wanthy heeft
Oiet die verhevene, maar een gemeene geur, weshalven\'hy meeft voor een Pot-appel dient.
De Boom maakt fyn Hout-gewas, maar word niet groot, om dat hy zeer draagbaar is.
KRUIS-APPEL VAN GELDER. (ROODE) Hier mede is het gelegen als met de voorgaande,
S\'^lykendedezezeer nadei^o^^e-iTroora, dog is doorgaans niet zo veel geftreept, maar meelt alleen
fioog-i-oodook dikwils iets langwerpiger, voorts weinig verheven van fmaak, weshalven ook hooft-
zakelyk voor de Pot dient. En ^
De Room is denatureert als de voorgaande.
»iet zeer verhevene fmaak; weshalven deze onder de Middel-zoorten plaatze. My word veel ge-
^gc als een goede Pot-appel.
De Boom\'quot; maakt goed zwaar Hout-gewas, en is draagbaar genoeg.
RIBLINü. (ZOëTE) Is vry kantig en oneffen van Gewas; \'t Oog, en de Steel, die heel
Mortis, zyn tamelyk diepgezonken; de Schil is glad, van Koleur, ryp zynde. Citroen-geel, iets
iiaar den groenen hellende, en veeltyds hier of daar, inzonderheid omtrenc de S ceel, bleek Canrieel-
verwig gevlekt zyn Vleefch is zoèt, dog laf^ en niet zeer verheven ; weshalven onder de gemee-
ne zoete geftelt móet worden.
B ânbsp;TABULA.
-ocr page 20-B E S C H R Y V I N G van de APPELS. Tas. V.
TABULA V
RIET. (ENKELDE} Is een matig grote Appel, van gedaante eenigzints langwerpig, wac
fcheev en kantig, en \'t Oog redeiyk diep gezonken-; zyn Schil is glad, ryp zynde, geel
aan,de eene, en rood-Woezend aaii de andere zyde;. zyn Vleefch is tamelyk zagt, maar
grof, van een redeiyk goede, dog niet al te verhevene ünaakj weshalven niet dan onder
, .de ï\'ot Ajspel gérekent kan wórden.
De Boom maakt fterk Hout-gev/as, en draagt ftërk.
WITTE PLÄTTE Is een tamelyk grote Appel, van gedaante zeer plat, en veeltydts wat
fcheev en kantig; zyn Schil is glad, van Koleur, sryp zynde, witagtig, en aan de eene zyde veel-
tydts,, wat helder rood-bloezcnd, of geftreept; zy^Vleefch is zagt, maar zeer laf van fmaak, wes-
liaiveh maar een zeer gemene Pot-Appel isinbsp;. -
Dé Boom maakt goed Gewas, en is zéér draagbaar.nbsp;_
BL^EM-ZUUR. Is een Appel van matige gi-öte; deszelfs gedaante is rond, na hetÖóg toe, dat
weinig gezonken is, een weinig durmer wordende, zomtyds ook een weinig hoekig; deszelfs Scnit
is, zyiide, groenagtig wit aaii de eene zyde, en aan de andëre bleek-rood-bloezend, endaar
door heen met een weinig dónkerder rood geftreept,- deszelfs Vleefch is zagt, van een* tamelyk
aangename geurige fmaak, v/eshalven deze Appel in de rang van de goede Tafel-Appels ftelle.
De Boom^maakt goed Hout-gewas, en draagt tamelyk fterk.
EYER-APPEL. Is een middelmatig grote Appel, van gedaante Eyrond,. waar van hy de Naatii
vo\'ert;quot; het Oog is weinig gezonken; zyn Schil is glad, eri ryp zynde, geelagtig-wit vanKoleur,
zomtyats aart ide eene zyde een weinig bleek-roód-bloezënde; .zyn Vleefch is zagt, van een ta-
melyk aang\'enäme geurige fmäak; weshalven onder de Middel-zoor ten in zyn tyd plaats kan heb-
bèn,
\'De Boom maakt goed Hout-gewas, en is heel draagbaar.nbsp;, ,
BRAND-APPEL. Is een matig grote Appel, van gedaante Eyrond, hf?efc \'t Oog niet gezonken
en de Steel vry lang, deszelfs Schil is, ryp zynde, geelagtlg aan de eene en bleek of ligc-rood-
bloezend aan de andere zyde, en daar door heen doorgaans met mooije helder rode ftrepen geftreept;
zynde ook veeltydts min of meer met zwarte Vlekken die als gebrand fchynen gevlekt, waar van hy
dé naam voerc / \'deszelfs Vleefch is zagt, van een tamelyk geurige dog geen verhevene fmaak, wes-
halven nauweiyks onder de Middel-zoorten plaats kan hebben;
I)e Boom maakt goed Hout-gewas, én is heel draagbaar,\'
BRAND-APPEL. (ZOETE) Deze gelykt in gedaante en Koleur\'zeer veel na de vorige Brand-
Appel, behalven dat hy zoet Vleefch heeft, dat tamelyk geurig dog niet zeer verheven van fmaak
is, weshalven die naiwelyks onder de Middel-zoorten der zoete Pot-Appels plaats kan hebben.
De Boom maakt goed Hout-gewas, en is tamelyk vrugtbaar. .
HEER-APPEL. Is een Appel van \'t grootfte zoort; zyn gedaante is rondagtig, na \'t Oog toe gt;
dat vi-y diep gezonken is, iets dünnef, eh doorgaans ook aan de eene zyde van \'t Oog wac hoger
als aan de andere zyde, voorts wat kantig of hOékig, deszelfs Schil is glad, ryp zynde, bleek-
geel van Koleur, en aan de eene zyde zomtydts een weinig bleek-rodd-bloezend of grof geftreept:
Het Vleefch is tamelyk zagt, fyn, en van een redeiyk aangename geur, dog niet van die verhe-
ventheit dat hy de Naam van Heer-Appel mee regt verdient, (welke Naam hy buiten twyffel we-
gens zyn groote en aanzien verkregen heeft}, weshalven ik hem ook in de twede rang der Ap-
pels plaatzen móét;
De Boom maakt göèd Hout-gcviraè, Word groot, en is redeiyk draagbaar.
POMME-ROSE. Is een grote Appel,; van gedaante vierkant, en zomtydts wat langwerpiger,
ook iets fcheev en bultig ; deszeifs Oog is vry groot ^ en diep gezonken; zyn Schil is, ryp
zyhde, wat gföenagtig Citroen geel, en doorgaans hier of daar wat\'Ugt-bruin geftipt, of hgt ge-
vlekt; öok veeltydts aan de eene zyde wat donker-rood-bloezende; hy heeft ook zomwylen hier
of daar verhevene bruine vlekken,, als wratten; zyn Vleefch is redeiyk zagt, van een aangename,
geufS^\'e, verhevene fmaak, derhalven een van de befte zoorten van Tafel-Appels in zyn tyd zyn-
de. Deze Appel zal mogelyk méef andere Nederduitfehe Namen hebben, die we nog niet heb-
ben kunnen ontdekken.nbsp;. ,nbsp;,
De Boom maakt goed Gewas, jp is redeiyk draagbaar.nbsp;\'
JOOPEN. (ROODE ZOETE) Word niet heel groot; deszelfs gedaante is langwerpig, byna
Eyrond ; het Oog is, klein en weinig gezonken; zyn Schil is glad, van Koleur meeit donker rood,
dog zomwylen aan de eene zyde een v/einig gcelagtig; zyn Vleefch is zagt, en van een aangenaam
zoet voorzien; deiquot;Kalven\'een\'gocde zoete Appel voor de quot;Keuken zynde.
De Boom maakt goed Hout-gewas ^ en is zeer draagbaar.
Dubbelde roödê zoete Joopen, verfchilt niet van deze befchrévene dan dat hy wat groter, en zom-
tydts wat meer kansäg vajt. ■ .
STRIEPELIN G. (ZOMER) Is een matig grote Appel., van gedaante rond-valhg en wat kan-
tig, of met hoeken; deszeifs Schil is glad, vanKoleur geelagtig-wic, ook wel iets heel bleek-rood-
bloezend , en daar overheen met bleek Carmozyn-rode ftrepen geftreept; zyn Vleefch is zagt, maar
niet verheven van fmaak, weshalven niet dan onder de gemene zoorten van Appels plaats kan heb-
ben.nbsp;.
t ^
w
iT\'
De Boom maakt goed Hout-gewas, eii i^ heel draagbaar.
TABULA
-ocr page 21- -ocr page 22-Tab .vi.
-ocr page 23-? ä H SS Ä p p e t i, \'Tl At.
Ieschryving
ÏIVELING. (/.O^E) ^Wordeen camelyk gróte Appel; deszeïFs gedaante is wat plata^ï
.tig-rond,_en na t Oog toe veekydts een weinig puntig, voorts doorgaans een weinig fcheeft
en met mm of meer kanten; zyn Koleur,is geelagtig, en aan de ceue zyde doorgaans miii of
\'nbsp;deszelfs Vieefcii is tamelyk zagt, van een goede zoete, enig-
2ims na c zuur heliende fmaak; dus een goede zoete Appel voor dé Keuken zynde.
öoora maakt goed Hout-gewas, en draagt redelyk fterk.
piS^^^^^^ii^^/r quot;^^melyk grdote AppeU vari gedaaiite rond, enigziiits
piatagtig, zynScnilisglad, van Koleur, ryp zynde, geelagtig, en met mooiie roode fvne ftre-
bevallig op\'^oSg; de?zelfs\\iVeh
neven van ünaak, waarom die maar onder de gemene zoorten behoord,
^^oom maakt goed Hoüt-gewas j en is vry draagbaar.
tsrl SchS^^^^^k fnbsp;gedaante en Koleur zeer wel na de Herfd- of Win.
t^r-btnepehng, behalven de fmaak, die zoet dog met zeer verbeven maar wat laf is -/o dar met
anders dan onder de gemene zoorten van zoete Appels plaacs kan hebben.nbsp;^ ^ quot;
jJeBoom maakt goed Hout-gewas, en is heel draagbaar.
Bef Onf F^^- fnbsp;een middelmatige groote Appel - van gedaante iets. langwerpi?., ria
Jj^tr?^nbsp;gezoHKen isi een weimg dunner, en zomtydts een weinig kantiL- zvn
^WkI^ \'\'quot;Vnbsp;Kolem, aan de eene zyde bleek-rood-bloezinde, en\' daar
sh ^o^ptyds met iets fterker rood geftreept, ooK veeltyds met iets blee..-rood rondom heen
dPiN^^f , \' deszelfs Vieefchïs zagt, van een tamelyke kruidige fmaak, weshalven dezelve onder
ae aiiddel-zoorten plaatze.nbsp;^
\'Y^^i js veeityos mraaer Kdnug; zyn Koieur is geneei don:.er-of bruin-rood en d\'
^^quot;«P^Pnbsp;zomtyds aan de eene zyde min of meer geelagcig; zyn
de r na f quot;oeg, vol-zappig, en van een zeer aangename Kruidige fmaak; weshafveii hy iii
quot;^.^i-ng der goede Appels geplaatlr kan worden.nbsp;^^uaivqu uy m
^^nRoodé zoete S\'oop, behalven de
tamelyk groot, en draagt fterk. ,
^ÜN-APPêL. cZUJRiiJ heen grote Appe., van gedaante iets platagti-rond; zvn Schil is
Snbsp;Sroenagtig-ge.M, en door|aansaan de eeamp;e zy^e^vat roö/bioSnd
W quot;^^^/-ood bgt. ge ueept; deszelfs Vieefen is zagt, van een tamägt;k geurige aangenamé
ifliaak waai-om deze zoort onder de goeae Tafel-Appels plaa.s kan hebberi ^ ^ ^ ^
7nM ^^ maakt goéd en fterk Hout-gewas , maar is niec ^eer draagbaar \'
de ovi^ AFPEL. (ZOËIEJ Komt in grootte, geuaanie, enKoleuV na genöeg met de vdorgaati»
2oe?fnbsp;\'\'nbsp;onderfcheid verneeSt, als in de fmaak, die
^oeEelppl^Ät\'S^^derquot;nbsp;^^ ^^^ ^^ Middel-zoorteo der
})s-Boojn. maakt goed Hout-géwasj maar draaft niet fterk.
OOPEN. (WlfTE ZOEPE^ ^Is een kleiÄ. Appel; deszelfs gedaante is larigweMi. na hei
^ogtoe dat wemig of met gezonken is, wat dumS of puntig, en door-aLfirt
-Chi IS glad, van Koleur, ryp zynde, bleek-groenagtlg-geel; \'t VleefcM^tÄrSa^^^m^^^^^
«enlafte zoete fmaak , ^^ niet dan onder de fle|tlloete Appels ^
^e Boom is anders zeer draagbaar.nbsp;^^ ö^ilcil Kdu wuruen.
f P^^^oo^^\'quot;^ fquot;nbsp;-^PP^i\' ^yn gedaante is veeltyds langwerpig-
fnbsp;fgzömtyds ook wel een weinig dunner na\'tOog; zyn sJhiis glad, en,
ÄeS?quot;\'nbsp;Th^-fnbsp;doorgaans een wéfn g h^eldef rood^bloezend
ZOFÏ^^\'Snïï.f^\'?^^nbsp;groot, ,eti\'Is zeer draagbaar. .
Öoa ^nbsp;een vry grote Appel wordeh; zyn gedaante is iecs langwerfüg, na\'t
V^lefH.nbsp;™ende; ^yn Schil is- glad| en, ryp zynde, geelagtig van Ko eur; zyn
aangename zoete, eenig£mts na zuuragtig fwemeXfmaak!
^^^halven ceze onder de Middei-zoorteh der zoete Appefs plaats kan hebben\'nbsp;\'
^ ÄSA??quot;nbsp;\' redelyk draagbaar!
toeier.nbsp;een middelmatig grote Appel, tan gedaante roód-valiig, naOog
nSls^S» ^^^nbsp;^ SS fiSI SÄ^
wfh doïz .nnbsp;^^^ rood-bloezeiSl; het Vlèefch is
^^Ä^S^I^^lSfnbsp;Seunge, iet. ampere finaak; waarom onder
^e Boom maakt goed Houtgewas, cn draagt fterk,
Ä
VAN DE APPELS. TAË. V.lt
G daa^Si^SnS^^H^^^nbsp;^^ ^PP^^^^quot; tamelyke grote\'; deszelfs-ge^
hvrv M^p^^^^nbsp;rondvalliger; endoorgaans iets kantig, het Oog
gaans wat rSSp^\'nn^^ Koleur,is, ryp zynde, geelagtig, en aan de eene zyde door-
by voegIS zyne lanS^^^nbsp;^^ft, van een aangename zoete fi^ak; hief
plaatzen.nbsp;^-\'\'»saüuurentneid, zo moet men hem onder de goede zoorten van zoete Appels
^^ ^^^^lyk draagbaat.
geurig zoet niet; dradac anXv.T?^\'^^ hooftzakelyk van deze, dat dié kleinei\' valt j dog is ook zö
BLOEMZOETE rWlWTJI; t ,,
Herfft Bloem-zoeteTab TT ^ a^ i? tamelyk groote Appel; van gedaante na genoeg aan de
aan de andere zyde, VomLl noW\' ff ^^^^ is geelagtig aan de.eene, en bruin-food-bloezend
van een aangename zoete fmn\'v .nbsp;weimg rood-geftreept; zyn Vleefch is redeiyk zagt.
De Boom word grS li\' „rfwWintef-Appels plaats kan hebbSn.
Bloem-zoete. ^ \' ^^^^ Hout en Schik, maar is niet zo draagbaar in allen als de Herffi
grauwe HOf-zop\'TT? Tnbsp;i t
zomtyds een weinigWuiV^decypi^ïJ^f-\'\'^^ poöté Appel; van gedaante wat langwerpig, en
rood-bloezend, en hiS feorvfn S\'\'van Koleur witagtig geel,, en aan de eene zyde
ook zomtyds hier ofïar ^t bminnbsp;fterker\'rold geftreept of hgt gevlekt ,
aangenamè geurige zoae fLiTwe^K^^^nbsp;za|t,%aneen
zeer goednbsp;geeft. \'nbsp;^^n van de befte zoete Appels in zyn tyd is, die een
- zeer draagbaar.
10 B E S c H R F V I N G
A VIL
I\'.
foor heennbsp;^^^r^rv.rF f^^^^^nbsp;do^ veeltyds wat fcheef van
e^^^^ oJfnbsp;^^^Y^de, bleek-groen-geelagtig, en daar
\'zynie. quot; quot;quot;nbsp;verhevene! trtS\'eX^\'?\'^\'^ lenoe^ ets geeL
\'De Boom maakt fyn Hout .ew.. .nbsp;\' \'\'Tafel-Appel
KROONS-APPeL C^éo\'Sg \' Sdvkfrl^\'^T^-^^\' -draagt.eerfterk
Snbsp;na de voorgaande,
afel \'\'\'\'^^quot;^e^eenfyneGlans^S^^^^^^^^nbsp;^^elke in de eerfte oplag
TafelVAB^H. ^ aangenamer, verhevenerïeor .iInbsp;Het Vleefch is vry geeL
den worl^\'^^^\'^y^^yd^ ^^^^om^SSnbsp;^^quot;de dus een van de gefte
- Het Geftoofs ofC^Ui .nbsp;^ hierlaadfche Appels gehou-
11 \'
KROOKS\'
TAB.viir.
-ocr page 27-ÊÊSCHRYVING van\' dê APPELS T a fi. Vit tt
, KROONS-APPEL. (ZOETE) Is een tamelfk groote Appel, van gedaante doorgaans een wei^
^ig langwerpia cn zomwylen wat fcheef en kantig; zyn Koleur is, ryp zynde, geel aan de eene
^y^ej Én blcek-rood-bloezend en geftreept aan de andere; zyn Vleefch is tamelyk zagt, vaneen
ïe^lyk aangename zoete geur, weshalven onder de goede zoetc Appels plaats kan hebben,
ße Boom maakt goed Plout-gewas, word groot, cn is tamelyk draagbaar.
TABULA
YN-APPEL. (ROODE) Is een vry groote Appel, van gedaante zeer ongelyk, zörrimi^
ge aan dezelfde Boom rondvallig, an-ierewat platagtig zynde, en voorts wat fcheef eri
kantig, en grof van aanzien; komende in gedaante en groote veel over een met de IVinter
Erveling; deszelfs Schil is glad, van Koleur rood, maar zomwyien aan de eene zyde wac
l^\'ocn, ofseelagtig; zyn Vleefch is zagt, vol-zappigj vaneen tam^elyk aangename, amperige of
ijMe, dog niet zeer verhevene fmaak, Veshalven niec dan onder de Middel-zoorten plaats kan heb-\'
l^h Zynde een goede Pot-Appel, die een finakelyk Geßoofs geeft, en is ook zeer dienftig om Ap^
m-Wyn te maken.\'\'nbsp;. ,
PeBoOm maakt göed fterk Hout-pewaSi en is, wat bejaard geworden zynde ^ heel draagbaar.
WYN-APPEL. (WITTE) Gelykt de voorgaande genoegzaam, zo m gedaante als aanzien, be-
«alven dat hy niet rood, inaar witagtig-gróen is; de fmaak komt ook met dezelve meeft overeen ^
^^aar is in allen niet zo geurig, en derhalven van minder waarde.
Boom, maakt goed Hout-gewas, en is redelyk draagbaan
-ZILVERLING. (ZOETE GEELE) Is een tamelyk groote Appel, van gedaante rond, na\'c
toe, dat klein en weinig gezonken isj eenigzints puntig; zyn Schil is .glad, van Koleur, ryp
^ynde, geelagtig, en zomtyds, dog zelden, aan de eene zyde een weinig bleek-rood-bloezend;
^yo Vleefch i\'s zao-t, van een heel aangename zoete fm.aak, dérhalven een van de befte zoete Appels
vom-de Keuken zynde.
Uc Boom maakt goed en fyn Hout-gewas, v/ord groot, en draagt zeer fterk.
COÜRTPENDIJ. (ZOETE) Is een middelmatig groote Appel, van gedaante vty platagtig-
^nd; \'töog, en de Steel, die heel kort is, zyn matig diep gezonkendeszelfs Schil is glad, van
Jloleur, ryp zynde, groenagtig-geel, eh aan de eene zyde bruin-rood-bloezend, ook dikwils bléek-
wuin-rood geftreept, deszeifs\'Vleefch is watvaft, maar van eert aangename geurige zoete fmaak^
moec derhalven onder dé goede zoorten der zoete Appels geftelt worden.
De Bomn 1-naakt- ook eoed ÏTonr.o-pwas. en is tamelvk draaebaar.
j
.nbsp;platagtig; zynnbsp;- - ^ .
wils wat bleek-rood-bloezend, cn daar doorheen flauw geftreept; het Vleefch is zagt, van een aan-
gename geuriffe fmaak, zynde dus eeÉ van de befte Tafels-Appels in zyn tyd. Hy komt in Koleur
^^ hst aanzien in de eerfte opftag veel overeen met de Fonme Madame, is egter niet dezelfde, de-
^^^Qeze doorgaans korter en ronder Valt.
i-\'cBoom maakt goed fterk Hout-gewas, eh goed fchik, is zeer draagbaar j maar het kankeren
onderworpen.
„ ANJE-APPEL. Is een kleine Appel; van gedaante rondagtig; deszelfs Schil is glad, cn ef-^
\'\'yp zynde, geel van Koleur, eii daar door met bleék-róode, groove gebrokene fcreepen, veel-
r^s rondom 3 gevlekt; zyn Vleefeh is zagt^ geel van Koleur, en van een zeer geurige aromatyke
^fjKj zynde dus een Appel van de eerfte Rang.
Boom maakt goed Gewas, eii draagt fterk.nbsp;,nbsp;. ,
-KKUINDELING, Is een Appel van matige groote, eenigzints van gedaante langwerpjg-rond ^
r^P^et Oog weinig gezonken ; deszelfs Schil is glad, van Koleur donker-rood-bruin, byna zw?.rtag-
meerquot;als eenige andere my bekende zoort, waar aan hy ligt te kennen is, en waar van hy de
^^^am voert; zyn Vleefch is brofch, van een gemene., niet zeer geurige fmaak; weshalven niec
onder de gemene Pot-Appels plaats kan hebben. Hy duurt heel lang.
i^s Boom n^aakt goed Hout-gewas, woi\'d groot, en draagt fterk.
. ^einex\'pg blanche. Word een tamelyk groote Appel; zyn gedaante is rond, veeltyds
platagtig; zyn Schil is glad, van Koleur, ryp zynde, iets geelagtig, en met zwarte of brume
■A\'^oJa. Men moet deze zoort niet confundeeren met de Nel Guin^ waar met die in gedaante en
^^z\'^en veel overecnkomft heeft, dog valt dc meefte tyd iets platagtiger, en minder gevlekt^ maaf
^p;\'jefnppengeftipt.
^^itiNETTE VERDE- Is een matig groote Appel; van gedaante wat plat-rond 5 van Koleur,
b oenagtig als hv ryp is, rn met bruin min of m.eer geftipt of gevlekt; zyn Vleefch is zagt genoeg 5
i^an een aangename verhevene fmaak; weshalven in de eerfte Rang plaats moet hebben,
^e Eo-om maakt troed Hoüt-gewas, eni^ tamelyk draagbaar.
^^UJjES-APPÉL. Iseen Appel van matige groote; van gedaante langwerpig, bynaEy-rond;
Canbsp;zy»
-ocr page 28-li BESCHRYVING\'vas ot APPELS Tas. Vilt
Snnbsp;fnbsp;in gedatolé eö wezen zeef veel overeen^
De Boom maakt goed Hout-gewas, word groot, en draagt zeer fterk.
eenigzints platag-
_ _ 1 .. . .J ____ U» ^-J
tabula IX.
SeS^i^Lnbsp;fgedaante rond, een.,..,...........
sroene^grond min of m er te zLn s o^hr/\'quot;^ \'nbsp;^een veeltyds eenlieldeiquot;
vipk v.n ^Pnbsp;]_s , or heeft 00 wel hier of daar eenisce helder aroene
is èaoT. vf-pIcvHc ______.-r_____ T^^\'i,,;,!. \'
Iii
gt; j
li \'
n \' ■
I
lgt; i\'
»
liH;
j
Vlekken of bi-edc fti-enen - zvn Vwfrh T\'\'nbsp;^^^^^ helder groene
van een zeer aangenamenbsp;hll Jr^^? ïs,èagt veeltyds wat grdenagti| van Koleui-,\' èn
Appels zynde. M^r hy is o^^^^nbsp;derhalven buiten tegenfpnak een van de befte
enmkoudegronderi, vSltïcSgfe^S^ ^^ JSf °^^^nbsp;flegte Jaaren,
ook in het leggen wilk word ^^^^«orlyk ryp word, en dan zyn volmaakte fmaak niét verkrygt;
MlNETÏlIl A^lfnbsp;\' ^^ draagt zeer wel
rorSÏ^\'^ oignbsp;middelmatige grootte, deszelft gedaante is lèts plat-
ken tei.em n.hrS^Sevfet\'^^^nbsp;^^^ öp rnet bruin-rosft vlek-
al^y weltypis; wLK^^^I^^IbSe WmïeSf p^^nbsp;^^^^^^^^
CITROe\'n Apppf rw\'\' \'\' ^i-aagbaar. \'
werpig-rond , ;eer ved gd^Sl^hebftnde lïï\'S^^\'F^ppel; vart gedaante wat lang-
Ko eur, ryp zynde, n-.oyitSS ^^^^^^nbsp;^vn Schil is glad, en van
fmaaK, en dcwyl hy langduuren kal^n irL! ^^ f^p genoea, en vaii een goede aangename
De Boom makt goed Gewas, en Lheél cSïaSm® \' Ginter-Appels.
noïnStnbsp;-er waariehyrilyk nog andere Nameh hebben, die ik
REiraXTE NON PAREIlPe bïnbsp;Gulderlmi
cn naar het Oog toe iets dunner; deszelfs SchÜ is rnw ^ ggt;-oote Appel; van gedaaöte platagtig ^
vlekt, op een groenagtig g«de grond ?o dar riL \'nbsp;^^er bleek-bruin geftipt of ge-
zagt genoeg, mt grwmgtig-gll^^ ^.fz|nVleeiehis
voor een van de befte Winter-tufel-Annelo L-^ rr quot; geurige verhevene fmaak J waarom
De Boom maakt goed Hout-^rewasf e5 is reddVk?.
fnbsp;^ynVleefchiszagt, vane^nTm^vK \' ^^^\'\'gaans met bruine merken min\'
Notp Ik heb deze Appel o^der dè geme dSm^nn?\'\'nbsp;^^^^ draagbaar.
wat puntig of dunner; deszelfs Schil\' is nm\' \'^Yquot; gedaante is rond, naar liet Oog toff
met bleck.g-auwe of bruiriagtige vlekken, gelyk ah^^^nbsp;koleur, en hier of daar
tyds aan de eene zyde een welMg ^ood-bloeleftV- Aan^de w gevlekt cn geftipt, ook zom-
voor een Pepp^ng d\'Or aanzien, maar de.elve van nabv btfn. \'\' ^^\'^\'SeifJe, zoude men die van ver
te, brmnagtige vlekken, en ruwe Schil, aanftonds kenS.f.P\'^J^\'^^\'^\' zo miakt hem zyne\'gedaaiT-
noeg en geelagtig, van een fyne\', geurige aroma^nbsp;Vleefch is vaft, zappig ge^
kd ofnbsp;helle de, waar van hy dfNaafnbsp;fnLkvanVrn-
fchoon niet groot is, in de eerfte Rang der AdpH. nt f^ynde dus een Api^ekje, dat
De Boom maakt goed fyn Hout gew^ Urfnt?^
Daar word by zommige nog ^an een^^^ \'^^^ar draaft fterk.
It lZ\'^^nbsp;dan alleen inSaW (Fenouillet hlaiic) gl.nelt; maar deze ver^
rzOETE.nbsp;^yr^demetzogrys o/^umagtig, maar blanker
doorgaat iets ronder, elniet zl\'fef\'nbsp;^^^
fS^ml^nbsp;C^nnee?vo^^•\'nbsp;^YnSchil is meeft overal ruwy
;roenagtig.ge lel Sd\'SaX.
enhellend^iaJXÄS^nbsp;— gueue zuece, iets na ae.
\' \'\'laakt goed Gewa.. wn,-^nbsp;^^ gt; stelle hem in de twede Rang der zoete Appels.
De Boom maakt o â Gewas wo -Ï^nï fquot; ^^ \' ^teü^her in de
Men moet deze zoort niet
ooTw nUnbsp;\' g^lykc, maar de fa\'irflfnbsp;\' ^^^^^ quot;Y ^^^ Voleur en aan-
\' REINETtI FR An\'pr. /nbsp;^^^^ftg^-elde vak doorgaans grooir en langwerpiger -
het niet dezelfdequot; • Is een\'Ann.i
vlekt, opeen
\' geworden is.
maar wil zomtyds wel v?at kankeren, als
hy
-ocr page 29- -ocr page 30- -ocr page 31-SESCHRYVI\'NG vaïf be APPELa Tab. iX 13
VaVAmeknbsp;Srond flaac, gelyk dit aan vele Franfche zödrcen
R m vrzodanige flegte en waterige koude Gronden eigen is.nbsp;ZQorcen
en dïïr ^ u ZORGVLIET Is een groote plat-ronde Appel; vanKoleur groenagtig-geeL
^ooïiïoSeSnbsp;f S^^^^P«^ gevlekt, ook zomtyds aan de éene lyde ein ifini|
fte infcS ippels \' \'\'nbsp;aangename, geurige fmaak, behorende dus in dc Sr?
- PFPml?nbsp;Hout-gewas, en is camelyk draagbaar.
Platagti..;^^nbsp;^an gedaante rondvallig, dog by hëtOog en de gteel iets
feel zynbchil is gladj vanKoleur, aan de Boom groenagtig. maarrvn^vndc mooi o-nnd^
Sernbsp;^^ ^yn Bynaam verkregen heeft; zya Vieefch is\'kal genoUI^vTzappi- vafe^^^^
ieSe v^\'^r^nbsp;wordende dezelve gfnofS vin v?e? voor de
De pf aWe Appels gehouden, zo wel uit de Hand als tot lekker Gtó ^
Hout-gewas^ word niet groot, maar draagt fterk \'
^ummige IpreKcn van een Dubbelde Peppin d\'Oor , maar dit is p-e^pn anr^P,.® a 1 j i-
0 baar zynde, geejagtig, dikwals hier of daar met eenige bruine ruige vlekken \'^em-rk^ öbk
^^kwils SfJÄ de ^ons-zyde een weinig mooi helder rood-bloezend; quot;daarenboven zo heeft hy
verhevene kleme bruine bultjes als wratten; zyn Vieefch ilt;! ramXk -Ur
veelequot; SS\'df \'\'\'nbsp;w ^^ Winter-Appels; overtrefFende, na hetVordSl van
^ol en den geurigen en geagten PeppmfOr, maar hier te Lande die verheventhS nIS tS
\'•^-ng latennbsp;wegens het Climaat, zo moet hy aan den Peppin d\'Or deZT
word tamelyk groot, en is, w,t bejaartgewordenzyn^
b ifn^pAw ^ZTJfnbsp;\'nbsp;deze befchrevcne verfchilt, dan dac
Wknbsp;=ngeen, of zelden wratten heeft, ook iets kleinder valt ^ eii wat vroeger eet.
Appel die doorgaans niet zeer groot word; zyn gedaante is rond,
zyn Schil is ruw^ VanKoleur bmin gevlekt, op een groenagtig\'
^ennbsp;^ ^rï /-^«nig z^S^baar is; zyn vTeefch i tamelyk zagt, van
geurige aangename fmaak, alshyweiryp is, derhalven een zeer goede Tafelippef
^ KrÄ^^^S^^nbsp;\' niet heel groot, maar draagt zeer amp;rk.nbsp;^^
^«fs ai,nbsp;Is een vry groote Appel; van gedaante rïndvallig, dö^^ zomtvds ook wel
^^heef en itts kantig; zyn S^rfw^ÄolIul
^i-kt of llflekt ook zoimvds \'f t r ^\'nbsp;Renetten, min of meer be-
^P^igin^ee ^o^t-d^^^^nbsp;^^^^^ wat rood-bloezend; deszelfs Vieefch is zagt,
Ï^AangdefAmJlsShSi^^^nbsp;^^^^nbsp;weshalven tot de eer^
ï te woj-diS^T^^S\'onderworpen, om, gelyk de grauwe Renetten, dikwils wat
■De P^^\'den, het Welk daai uit ontftaat, als hy zyne regte rvpheid niet verkre^en heeft
. ^ELGüTN?nnbsp;en is^aiLlyk IraagC mïr dSer ondShevig.\'
^eelw fnbsp;deszeifsSchilisglad, effen, en ryp zyn-
gt;KoVn?nbsp;of daar wat met brum gevlekt en geflipt; zvn Vieefch is vaft, geelagtig
appels aeif.^Jlzeer aangename verhevene fmaak, behorende dus in de eerUe Rang de?
J^e fc^Pnbsp;worden. Zie ook aangaande de gedaante Reinette Blanche.nbsp;^
d tamelyk groot, en draagt fterk.
exi n. \'nbsp;MCXNTßRON. Is een tamelyk groote Appel; van gedaante iets Wwef^
\'^^omtvcL\'Snbsp;deszelfs Schills mw, vanlolkir, gamp;l- of rosagtig b?dn,
deszelfs Vieefch is zagt, van eS tamdyk
wolS^^quot;^^quot;^ \' ^^ \'\'^P moetende dus onder het getal der goede zooS gï
goed Hout-gewas ^ en draagt heel
dS^EfgïStyquot;^ o.ereenkomft, in d= gedaante en KoJear, fflet d= gmi^e Pippins,
» ENTJES-APPiX. Is een kleine Appel; van gedaante vfy platagtig-fond; dezelfs Schil is
/^.(yticr crp -s/kquot; rif avcsnwT-onbsp;. . inbsp;, „
. van gedaante platagtig-rond, als de
♦groen, ook veeltvds rondom, of voor
hee
-ocr page 32-14. bëschryving van ds appèls. tab. x.
bec grootïle gedeelte, grauw, ofbruinagtig, gelyk de ^a^etetten; zomtyds ook a^ dé
Z3ns-zydewat bruin-rood-bloezend, of geftreept; deszelfs Vleefch is tamelyk zagt, en ook vail
een tamelyk geurige zoete feaak.nbsp;^ ^
De Boom maakt goed Hout-gewas, en draagt fterk. , ^ ^nbsp;„„ ^
nR AP D\'OR. Is een tamelyk groote ronde Appel; deszelfs Koleur is groenagtig-geel, en rond-
onTmet bruine fyne Trekken als Lofwerk of Caraclers geteikent, w;aar van hy ook de Naam van
SraÏÏ\'Or Caradr-Appei verkregen heeft; zomtyds is hy ook aan de Zons-zyde wat rood-oloezend |
desfelft^eerchisva geelagtig, en, ^el ryp zynde/van een aangename geunge fmaak, maar,
fo hv ine rypheid niet v^lkonieË verkregen heïft, valt hy wat zuuragtig ende droog.
Dó Foom word grooti maakt goed Gewas, en draagt fterk. . , , . , , . gt;,
rOÜRTPENDU GRIS. Is een tamelyk groote Appel; van geaaante vry plat-rond , en zeer
knVt van Steel, zo dat de Vrugten heel digt aan de Takken zitten, waar van hy ook de Naam Co^irJ»
wJ dat is ■koftfteeli^ verkregen heeft; deszelfs Schil is wat ruw in het aanzien, van Koleur
trfsanig^als dt Renetten, en .i^n de eene zyde doorgaans bruin-rood-bloezend ; ^Yquot; Vleefch is
e^wat droog, dog van een aangename geurige fmaak, en .lus een zeer goede Tafel-Appel; dog
zoucfquot;^ardigeiquot;wezen, als hetVkefeh wat zagter en zappiger was, welk nogtans veel van de
rOURTPENDU ^nbsp;Ge ykt van gedaante veel aan de vooi-aandé, dog isklemder, cn
.c-iden , een weinig bruin B^le\'^ ofnbsp;g„ .tVgo^dlwèl!
en zappiger als de voorgaande, van een aangenamenbsp;^nbsp;^
COUpPENDU BLANC OU JLAUN^nbsp;. i^^bbendeSeelt^ds iiier en
f ^\'quot;Icnquot;™ quot;yigrigquot;^^^^^nbsp;gerlk de Ênetten; Vleefch en de tak
fvlS is zagt\' van een tamelyk geurige en verhevene ünaak, weshalven onder dc goede Appels
de twede Rang geplaatft mag worden.
ï)e Boom maakt goed Gewas, en is tamelyk draagbaar^
XI
TGEON Is een Appel van matige gïoote; deszelfs gedaante is langwcijig; naar Het Oog
niets gezoden is, doorfaaifs vry puntig, dognbsp;^^ ook
war korter: zvn Schil is glad, ryp zynde, witagtig aan de eene zyde, en aan de andere, ooK
Ä opeeÄ gSt« ^ heel mooi op\'tOogzyie; word ookvan zommige
fmakelyker p^g^nbsp;HYVER. Is een tamelyk groöte Appel, vah gedaante iets langwer-
CALVILLEnbsp;nmrr\'^nr het Öoïï, dat wemig gezonken en klem is, mm of
pig-rond, f°ndom, dog hooftzakelg omtrent h^^^^nbsp;bloed-rood van Koleur, dog daar
meer met kanten of ê^rwt , cie®^nbsp;^^^ aangename geu-
zomtyds hier of daarnbsp;deze * dgen s, ra dus eene van de befte Tafel-Appels. Daar
rigc, bezondere ftnaak, ^IJ fnbsp;dog anders
is een zoort die mm of ^^^ej bloed-i o^^^ en dit is die zoo?t welke men in zommige Lyften onder de
nergens m van de vorige ^^rfchillend^^^^^^^nbsp;roodigheid voort van het Plantzoen,
Naam van Calmlle rouge ennbsp;Sms en de Natum- des Gronds veel daar toe.
geurige, dog geen verhevene fmaak, ^\'^^shalvtn dmonder^i^ watbejaart geworden zynde, zeef
^ De Boom maakt goed fterk Hout-gewas, word groot, en is,nbsp;j ui ^nbsp;^ »
draagbaar.nbsp;„ „„ja-^ntp a1s denbsp;d\'jSïe, maar hy valt door-^
PARMAIN D\'HYVER Is een Appel van gedaante a.s ü ^^ groenagtig, en zomtyds aaa
gaansnbsp;ietsnbsp;grooter;nbsp;deszelfsnbsp;Schilnbsp;ISnbsp;glad,nbsp;vannbsp;J^oleur,nbsp;lypnbsp;?nbsp;anbsp;de
-ocr page 33- -ocr page 34- -ocr page 35-xt ti
1 B.
^le eene zyde wat bruin-rood-bioezend ^ ook wel hier o? daar wat bruin gevlekt oF geflipt; deszelfs
Vieefch is zagt genoeg, en van een zeer geurige verhevene fmaak, weshalven in de eerfle Rang der
Appels geflei\'t moet worden. Maar hy is onderhevig in \'t leggen, op het laatfle, veekyds kfeinc
Kot-vlekkeh te verkrygen^ inzonderheid als hy in flegte Jaren zyne volkomene ryplicid riietbekc»
ïfien heeft.nbsp;quot; , , \'
De Boom. maakt goed Hout-gevras 5 ivord matig groot, én draagt flerk;
PAäSCH-ÄPPEL. Is een tamelyk groote Appel; van gedaante wat langwerpig, kantig eii ge-
i\'iDt, op de wyze als een wüte Calville, uit welkers Zaad hy voortgekomen is; z^n Schil Ys glad,
^an Koleur , ryp zynde j groenagtig-geel, en veekyds aan de eene zyde mooi rood-bloezend; zyn
Vieefch is niet vait, en van een aangename geurige fmaak waarom tot de befte zoorten van Tafel-
Appels gerekcnt moet worden: Deze Appel duurt lang j toe Faasfcben toe, waar van hy de Naam
Voert.
ps Bobm maakt goed \'Gewas, eli draagt zëer fterk, waar door hy veeityds niet groot word.
; ^KlET. (DUBBELDE) Is een vry groote, langwerpig-viefkante Appel, dog valt zomtyds
op dezelfde Boom wel wat korter of ronder; zyn Schitis gad, ryp zynde, bleek-groenagtig-geel ^
cn aan de eene z^^de doorgaans wat roOd-bloezend, het Vieefch isbrofch, grof, vol van een zuur-
öf aniperagtig zap, date
He Pot-Appels plaats verc
;gcer niet zeer verheven van jfmaak is, weshalven niet dan ondér de gem,e-
r_______ ■ --dient.nbsp;gt;
De Boom maakt goed Hout-gewas ^ word groot, en draagt wel. =
griet. (RGOMSCHE) Deze gelykt veel na de vorige, dog vak doorgaans wat lafigweroio-er
engeeler van Koleur, zynde ook doorgaans wat met bleek-rood grof geftreèpt; deszelfs VIèéfcH
IS ook grof, brofch, en\'van geen verhevene ünaak, weshalven alleen maar voor de Pot dient.
De Boom maakt goed en flcrk Gewas ^ en draagt welnbsp;, quot;
POMME MADAME. Word een tamelyk groote Appel; zyn gedaante valt aan dezelfde Boom
verlcheidcö, zynde zommige rondvallig, andere wat plat-ronder , komende voorts in Koleur eri
omaak zeer overeen met de lange Bellefleur; maar hy word zomtyds vrel v?at grauw, of brdin-vlekquot;
gt; gtlyk äQ Renetten \'; en is een der quot;befte Appels in zyn tyd.
, De Boom maakt goed fterk Hout-gewas, wörd tamelyk groot^ eri draagt fterk, maar is de Kan-
ker zomtyds onderhevig. ...
CALVILLE BLANCHE D\'HYVER. Is een groote Appel; van gedaante wat langwerpig. eri
zeer fterk gcribt; waar aan hy ligt gekent word; deszeifsSchilisglad, vanKoleür groenagtig-wit\'
zyn Vieefch is zagt, van een zeer aangename verhevene, aromatyke fmaak, en dèrlialven een van
öe befte Winter-Tafel-Appels zynde.
^ De Boom maakt goed fterk Hout-gewas^ word groot5 en draagt fterkj maar is het Kankerëd
^eer onderhevigo
AraDYS-APPEL. (POODÈ DUBBELDE) ïs een groote Appél, van gedaante larigwer-
pig, naar \'t Oo^ toe, dat niet gezonken is, wat dunner toelopende, en voorts doorgaans
_ een weinig kantig; zyn Schil is glad, van Koleur bruin-rood, en zomtyds aan dê èène zyde
r.^ , ^at gi\'oenagtig; zyn Vieefch is vaft, van een tamelyk geurige, dog niet zeer verhevene
quot;naak\', weshalven meeft voor een Pot-Appel dient5 waar toe hy veel geagt word, öiii dat hy
ë\'^t IS, ën een goed Ge/^oo/geeft
l^e Boom maakt goed fterk Gewas j word grööt, èiï is héél draagbaar.
lgt;aar is nog een Mede-zoort van deze Appel, die met groove, roodê flrepen op een ligt-rdode,
ennbsp;grond geftreept is; dog deze is anders in genen dele van de gemelde onderïcheiden,
^^^ynt alleen door de Grond, of het Plantzoen daar die op gesvt is, ontftaan te zyn; ja men
D A^^ op dezelfde Boom zomtyds gcftreepc en ongeftreept,
f ARADYS-Appel. (ROODE ENKELDE} Deze vcrfchilt niet fan de voorgaande, danallgeö
veel kleinder is, maar is nogtans een zobrt op zig zelfs.
Srhquot;]nbsp;Ü\'APIS. Is een Appel van de kleinfte zoojt, vaii gedaante vry plat-rönd; deszelfs
de 7nbsp;\' Koleur groenagtig-wit aan de èene zyde, en aan de andere (namelyk aan
helHnbsp;vervolg by alle Befchryvingen\'dus verftaan moet} doorgaans mooi
veHnbsp;\' tieszelfs Vieefch is een weinig Brofch, maar volzappig , van een aangename
ftelK^^quot;^\' eenigzints zoete en geparfumeerde fmaak, weshalven, fchoon ny klein is, men hem
hH 1nbsp;onder de Appels van de eerfte Rang, te meer, wegens zyn éxtraordinaris Vrugtbaar-
^ KI en lange duuring, als mede om dat hy niet Rgt tot het laatfte toe zyne geur verlieft; dat anderé
„ l^ .^joorten van Appels ondervrorpcn zyn,- als het op het laatfte van hare tyd gaat. Het eenigé
Pel 1nbsp;\'nbsp;\'nbsp;Gronden,quot; als een Franfche Ap-
öi2e )-i \'1 ^quot;^S^e rypherJ, en dus zyne regte fmaak niet verkrygt. In goede Gronden en zon-
mfwp t \'^Anbsp;zomtyds omtrent geheel rood worden, en dan is het die zoort die men in zom-
fSp t/ quot; met de naam van Apis rozige 01 Roode Jpis, gedoopt vind.
maar word, wegens zyn groote Vrügtbaarheid^ zéï-
CTTT tI™^^\' ^nbsp;hebben aan een Muur of Efpalier:
ennbsp;(SPAANSE) Is een tamelyk groote Appel, van sredaante vry langwerpig,
Sroena ^ ^og toe wat dunner wordende; deszelfs Schil is glad, van Koleur, ryp zynde, bleek-
^quot;^totig-geelj en aan ds eene zyde veeityds een weinig bleek-rood-bloezend of geftreept; zyn
D 3nbsp;Vieefch
-ocr page 36-BËSCHRYVING VAN ÖE APPELS. TAB. 3CIL
Vleefch is zagt, van een tamelyk geurige, dog niet geer verhevene fmaak, weshalven ondef dê\'
twede Rang der Tafel-Appels geplaatft moet warden.
De Boom inaakt goed Hout-gewas, en draagt, bejaart geworden zynde, zeer wel.
Men moe-t deze zoorc niet confimdeeren met éeRihlingy daar hy van gedaante, én Koleur, veel
na gelvkt; dog doorgaans grooter en langer valt.
ÈRVELING. (Vv^INTER) Is een vry groote Appel; deszelfs gedaante is iets platagtig, eii
doorgaans wat kantig en fcheef; zyn Schil is glad, van Koleur, ryp zynde, geelagtig,\' en meC
bruine fyne flipjes duntjes geftipt, ook aan de eene kant veekyds eeii weinig bleek-rood-bloezend
of geftreept; zyn Vleefch is tamelyk zagt, maar van een gemene geur, zo dat niet dan onder de ge-
mene Pot-Appels plaats kan hebbèil. Ziet, aangaande de gedaante, ook damp; IVyn-Jppel.
De Boom matikt goed Gewas, en is redelyk draagbaar.
REINE i. (ZOETE GRAUWE) Gelykt zo in groote, en gedaante, als met zyn bruin grys-
agtige Schil zeer wel na ene Reinette gryze, of grauwe Reinette, en is dus daar van weinig onderfchéi-
den, dan door zyn zoet Vleefch, dat heel aangenaam, verheven, enecnigzints musquerende van
ünaak is, zyndè derhalven een zoete Appel van de eerfte Rang.
De Boom maakt goed Hout-gewas, maar is niet al te draagbaar ,
Nota^ Deze Appel valt dikwils veel groter als de Figuur Tab. Xll veitöoilC.
REINET. (ZOETE GEELE) Is een Appel van middelmatige groote, zyh gedaante is rond-
vallig, dog naar\'t Oog toe, datbyna niet gezonken is, iets dunner of puntig; zyn Schil is ruw,
grof en dik; z^m Koleur is, geel-grauwagtig gevlekt op een geele grond, ook veeltyds aan de eene
zyde wat rood-b!oezend; zyn Vleefch i/van\'een geiirige verhevene zoete fmaak, weshalven vooi\'
een goede zoete Pot-Appel pasfeeren kan. Zie aangaande de gedaante ook Fenouillet (Zoete),
De Boom maakt fchoon, fterk Hout-gewas, word groot, en draagt fterk.
GÜLDERLING. (DUBBELDE) Is een groote Appel; van gedaante iets langwerpig-viefkant;
deszelfs Schil is glad, van Koleur, ryp zynde, groenagtig-geel; zyn Vleefch is zagt, van een ta-
melyk geurige, egter niet zeer verhevene fmaak; weshalven nauwclyks onder deMiddel-zoortéri
plaats kan hebben.
De Boom maakt goed Gewas, maar is niet zeer draagbaaf.
PARMAIN ROYAL. Word een groote oogzienlyke Appel, die doorgaans iets korter of ronder
valt, als de, Farmain d\'Hyver, anders, zo in Koleur als Smaak, na genoeg daar mede overeenko-
mende , zynde meeft altyd wat grof geftipt, en behorende, buiten twift, in de eerfte Rang def
Appels, maar hy is, als ook een uitlandfche Appel zynde, gelyk de andereParmaw onderhevig
om in koude vogtige gronden, inzonderheid in flegte jaaren, zyn volkömene verhevene fmaak niec
te verkrygen; en als dan ook in het leggen ligt Rot-vlckkig te worden.
De Boom maakt goed Hout-gewas, word tamelyk groot, en draagt vry wel.
ENKHUIZER AAGJE. Is een middelmatig groote Appel, van gedaante langwerpig- of Ey-\'
rond; deszelfs Schil is glad, van Koleur, ryp zynde, groenagtig-gecl, en aan de eene zyde door-^
gaans wat donker-rood-bloezend; deszelfs Vleefch is eenigzints vaft, van een tamelyk geurigQ aan^»
sename fmaak; hier by aanmerkende zyne langduurigheid, en fatraorifjMm Vrugtbaarheid, zo kan
men niet nalaten, dezelve in de Rang der befte Winter-Appels te pkatzen.
Deze Appel is zeer dun, en teder van Schil, zo dat het mmlre Itooten of drukken aanftoiids een
Rot-vlek veroorzaakt, weshalven men by het plukken en hariteeren dezer Appels, zeer voorzigtig
daar mede omgaan moet, wil toen ze goed en oogzienlyk bewaren.
De Boom maakt goed Hout-gewas, word groot, en draagt, gelyk gezegt is, boven maten fterk.
ENKHUIZER ÄPPEL. (ZOETE) Deze gelykt zeer veel aan de vorige op het aanzien, en
is daar van meeft alleen onderfcheiden door de fmaak van zyn Vleefch, dat zagt en tamelyk geurig
is zynde dus een goede zoete Appel voor de Pot in zyn tyd.
l6
\'De Boom maakt goed Hout-gewas, cn is tamelyk draagbaar.
NOTA Dt verfchillige of Meer-Namen, die de morgemetde JPPëLS hehhen^ gelyk ook die mn
de volgend? PEEREN3 vind men hier agter in een byzonder Synoaymifch Regifier.
O^û^ey SzdJ^ere
Jicl.
ir
DER
UIKEREY-PÊER. (VROEGE), Is een klein Peertje ; van gedaante een weinig laiig-,
werpig, bynaEy-rond, omtrent.het Oog, dat niet gezonken is, wat platagtig; de
Steel ïs kort en naar propdi-tie der Vrugt vry dik^ haar Schil is glad, vari Koleur geel-
agtig , eh aan de eene zyde veeltyds, inzonderheid omtrent het Oog, bruin rood-
bloezend^, haar Vleefch is korlig , dog zagt en zappig, en van een heel geurige fmaakj
hê!quot; welk haar, en om dat ze eeti van de vroegfte Peeren is ^ in agting hóudi fGhoori
klein is.nbsp;.nbsp;. . .
De Boóm maakt goéd Gewas, en is heel draagbaar.nbsp;. . . , . ■nbsp;;nbsp;,
ROöDE WANGETIES, Is een Peer van middelmätige groote ; van gedaante langwerpig, naar
Steel toe, die vi-y lang eri ki\'om is, puntig toelopende, het Oog is niec gezonken ; haar Schil i§
P^ad, van Koleur, ryp zynde, geel, cn dp dë Zoris-zyde mOoi helder rood-blOezend, en zomtyds,
ht geftreept; haar Vlee\'fch is brofch en korlig, niet heel zappig, dog vaii een tamelyk geurige
fiT^aak, en fraai, op het Oog, w eer di g om geplant te worden j temeer, om dat de Boom gq\'ed Ge-
^\'^ss mgakt en fterk draag^t. Zie ook Cé^r a-Daw.
.MöOIJE NEELTJE. Is een middelmatig groote Peer, rond,van Buik; en naar dé Steel, die
tamelyk lang is^ kortpimtig toelopende, by nä van gedaante als één grauwe S uikerey, dog iets kor-
\'^er, en doorgaans wat groter; haar Schil is mooi glad, vanKöleur, als ze ryp ià, geel, en aan de ee-
ne zyde, doorgaans fchoon helder-rood geblooft, mooi öp het Oog, en waar van ze de Naam ver-
kregen heeft-die ze voert ; haar Vleefch is zagt, zappig, en van een geurige, aangename fmaak ;
^aar zt kan j gelyk de meefte Zomer-Peeren, quot;^niet lang duuren, veraüüeréndê zeef ras töt mêelig-
heid en worden Buikziek.nbsp;■
De Boom maakt fchoon Gewas, eh draïagt zeer fterk. ,nbsp;,
. MUSCAT. (PETIT) Is een heel kleine Peer ; van gedaante rond, naar de Steel toe lpits-pun=
Jg; haar Schills glàd,\' van Koleur, ryp zynde, mooi geel ; haar Vleefch is iets bros en knappend,
^Og vol zappig, en van eèn aangename^ fterk musqueerende fmaak,, derhalven, en om^dat zc ecii
jan de eerft ryp wordende Peeren is, en niét ligt buik-ziek word, v^aardig om geplant te worden;
ichöon ze klein is, ze word óök vèel géagt öm ze in Zuikcr tc Confyten, .
De Boom m.aakt goed Gewas, en draagt, wat Jaren gekregen hè\'bbehde, zeer fterk ; hangende de
vrugteü tros-wyze by malkainder. liy\'aard wel op Stam, maar men kan dezelve öok aan het
«er ftellen, waar aan de Vrugten groter en finakelyker worden,.. .nbsp;,nbsp;■ • *
SUIKEREY. (KORTSTELIGE) Is eert middelmatige groote Peer;\' ^an gedaante\' kdrt-rond-
■^alïig, naar de Steel toe , die hèèl kórt en dik is, .wat dunnçr wordende, het Oog is een weinig ge-
zonkeüj gelyk ook doorgaans de Steel; haar Schil is glad, ryp,zynde, gçel, en zomwylen , dog
zelden, een weinig blèek-rood-bloezend aan de Zons-zyde; haar Vleefch is èenigziiits brofch j\' dog
zagt, zappig, en van een aangename j zuikeragtige fmaak, wanneer zé het op haat tyd van ryp-
neid gegeten word, want ze kan niet laög duuren.
De Boom maalvt gpeG Gewas/ en draagt. Wat Jaren gèkfegeû hebbendé,^ heèl fterk; Hët jonge
Wout is vry geelagtig, waar aan deze zèort kenbaar is.nbsp;.
St: MAGDELENEi Is een middelmatig groote Peer ^ van gedaante kort, rondyaïlig, by het
^OR wat platagtig, en naar de Steel toe iets verdunnende; haar Schil is zeer glad, van Koleur bleek-
g^clagtig-gToen ; baar Vleefch is zagt, fmêltend,\' zappig en van een zeer geurige fmaakals ze
R^nbsp;\'nbsp;nee
l
P E É R Ë N. T À B. L
i8
d e
net van pas geplukt word; maar het is daar mede gelegen als mêt de Brusfelfe Peer, te weten, dat
ze zeer ras ovcr-ryp, en dan meelig en fmakeloos word, en dat men ze dus moec plukken wanneer
haar groene Koleur even begint naar den geelen te veranderen, \'en het Vleefch gemakkelyk voor dé
daim w\\kt; want als ze fterk aangegeclt is, is ze haar fmaak kwyt.
De Boom maakt goed\'Gewas, en draagt zeer fterkwaar door hy veeltyds niet grOot word.
OIGNONNET. (GRÖS) Is een middelmatig groote Pèer; Van gedaante rondvallig, omtrent;
het Oog, dat weinig gezonken is, wat platagtig, en naar de Steel toe, die kort en redeiyk dik is j
wat dunner wordende; haar Schil is glad, van Koleur meelt ros, of bruin-rood, dog van de Zons^
zyde af wat groen- of grfar.vagtig-geel, ook zomtyds met zwart bruine vlekken hier of daar gevlekt;
h4r Vleefch is iets brofch, korlig, dog vol-zappig, en van een aangename, zoete, geurige, iets
■^Geparfumeerde fmaak.nbsp;,nbsp;,nbsp;.
^ De Boom maakt fchoon fterk Hout-gev?-as j en is j wat beiaart geworden zynde, heel draagbaar._
MELOEN-PEER. Is een matig groote Peer; van gedaante langwerpig, naar de Steel toe, die
vry lang isdunner , zonder gebuiktquot;quot;te wezen, toelopende, zynde voorts wat fcheef en hobbelig;
haar Schil is van Koleur , rypquot; zynde, groenagtig-gee , en doorgalins met donker-bruine of zwarte
vlekken min of meer gevle\'kt, en dus niet aanzieniyk op het Oog; haar Vleefch is iets brofch en
korlig, zappig en geurig genoeg, dog van geen byzo\'ndere verhevene geur, volgens haaf Naam,
De Boom iriaakt goed Gewasquot;, en draagt fterk.
SUIKEREY. (LANGSTELIGE of\'BLANKE) Is een matig groote Peér, van gedaante kort,
buikig, cn naar de Steel, die redeiyk lang is, korcpuntig toelopende; haar Schil is glad, vanKo-
leur ,quot;blank- of geelagtig-wit, en aan de Zons-zyde zomtyds een weinig bleek-rood-bloezend; haar
Vleefch is iets brofch en vaft, dog vol-zappig, en zeer zuikeragtig en geurig van fmaak.
De Boom maakt fchöon fterk Gewas, en is zeer draagb-iar.
SUIKEREY. (GRAUWE) Verfchilt nergens in van de voorgaande j dan dat de Schil met grauw-
bruine ftipnen en vlekken min of meer gevlekt is, welke verandering buiten alle twyfFel door het
— ----------- - j - ■
want daar door word hy onvrugc-
befte zoorten aie we hebben, in haar tyd-.
ANANAS-PEER, Is een tamelyk groote ronde Peer, naar de Steel toé, dié kort is, iets ver-
dunnende, het Oog is groot en redeiyk diep gezonken; haar Schil.is glad, en, ryp zynde, van Ko-
leur geelagtig, en met donker-groene groovè ftippen geftipt, ook zomtyds, dog zelden, met eeni-^
webr-uinagtige vlekken hier of daar gevlekt; haar. Vleefch is korhg, dog vol-zappig, en ftneltend,
yan een aangename j eenigzints geparfumeerde fmaak; dog ze duurt niet lang, en word ras buik-
ziek of beurzig.
\' De Boom maakt goed Gewas j en draagt wel. Ik heb deze Vrügt onder gemelde Benaming ont-^
fangen, dog dezelve zal mogelyk op andere Plaatzen nog andere Namen hebben, die ik nog niét heb
kunnen ontdekken.nbsp;- ^nbsp;■nbsp;,nbsp;,
■ GOUD-PEER. Is een Peer van eeft tamélyke groote; haar gedaante is dik, kort^ enbynarondj
met een heel korte Steel, het Oog weinig gezoiiken; haar Schil is glad, vanKoleur aan de Boom
witagtig-groen, maar na het plukken in het ryp worden fterk aangeelende, zynde ook aan de Zons-
zyde dikwils een weinig rood gevlekt of geftreept; haar Vleefch is iets korlig, dog Mgt en zappig,
van een tamelyk geurige, egter niet zeer verhevene fmaak, inzonderheid in vogte ftyve gronden,
zo dat ze nauweiyks onder de goede Peeren plaats kan hebben; ze duurt voor een Zomer- of Herfft-
Vrugt, in het leggen tamelyk lang.
De Boom maakt goed fterk Hout-gewas j en draagt zeer fterk.
. SUIKEREY. (HERFST) lemmd de grauwe Sidkerey kennendQ, zal dezé ook wel haaftweteri
te noemen, want ze gelykt in groote, gedaante en Koleur na genoeg daar aan, behalven dat ze laa-
ter ryp word; haar Vleefch is ook wat vafter, en niet zo ztiikeragtig en geurig van fmaak5 inzon-
derheid in ftégte Jaren, en in ftegte Gronden.
De Boom maakt goed Gev^as, en is zeer draagbaar.
BRUSSELSE - PEER. Is een tamelyk groote Peer; van gedaante vry langwerpig, na de Steel
toe die redeiyk lang is, verdunnende; haar Schil is glad, vanKoleur geelagtig-groen, en zom-
tvdsaandeZons-zydeietsbleek-ros, het Vleefch is zagt, fmeltend, en zappig, van een zeer aan-
eename geurige fmaak; zynde, buiten tegenfpraak, een van de befte Zomer-Peercn die we heb-
ben\'; maar ze wil net op haar tyd geplukt, en van de Boom.gegeten zyn, verkrygende door het leg-
o-en\'die o-eur niet als aan de Boom; en indien ze wat te vroeg geplukt word, is ze hard en onfmake-
fyk, daarintegen een weinig overryp afgenomen wordende, is ze meelig, en de ftnaak verdwenen^
veranderende zeer fchielyk van de tyd van hare bekwame rypheid tot overrypheid, \'t Kenteiked.
van de bekwame rypte is, als men ziet, dat de groene Koleur der Schil even wat geelagtig begint te
vrorden, en dat het Vleefch^ als men een wenig op de Schil met de Duim drukt, gemakkelyk v/ykt 5
als ze fterk aangegeelt is„ is ze altyd overryp: De Vrugten rypen de eene langzamerhand na de an-
dere, zo dat men\'er eenige weeken van de Boom hebben kan.nbsp;,nbsp;^ , TT
De Boom maakt fterk j maar krom ^ nederwaarts gebogen, en door malkander groeijend Hout-ge-
was, waaraan dezelve zeer kenbaar is,- hyis heel draagbaar, en aart zo wel op Stam als tot ^oï-
/onx, en aan\'tnbsp;maar men moet hem weinig Snoeijen,
baar, en hy is de Kanker onderhevig.
TABULÀ
-ocr page 40- -ocr page 41-ESCiÏRYVtNG ïah de PËEREN. Tas. II. 19
ERGAMOT D\'AUTOMNE, o?Herfft Bcirgamot; is een macig groote, plat-fonde Peer;
haar Schil is glad, van Koleur, ryp zynde, geelagtig-groen, en met bruin fyn geftippelt ^
ook veeltyds aan de eene zyde wa\'t rosagtig-bloezend, de Steel is zeer kort, en gezonken j
gelyk dck\'het Oog; haar Vleefch is zegt, zeer fm.ekend, boteragtig, en van eén geurige,
aangename, verhevene fmaak, weshalven een van de waardigfte zoorten is om geplant te worden;
dog moet hier by aanmerken, dat ze liefft een goede zandagtige, en geen waterige grond bemint^
om volkomen fmakelyk te worden; ook zyn de groene doorgaans de befte, en de rood-bloezendé
Veeltyds onfmakelyk, welke bloezentheid doorgaans uit een natte of andere kwade grond ontftaat;
ze aart niet wel aan het Efpalier, maar zeer wei op Stam, en beft op wilde Peer geënt.
De Boom
VER Ml L
haar de Steel .nbsp;, ,nbsp;, ^ .nbsp;„ . ____________
zyde veel, en zomtyds meeft rondömme, vermillioen-rood bloezend, waar van ze de Naam voert;
haar Vleefch is iets brofch en korlig, dog zagt genoeg\'en vol-zappig^ van een zoete^ geurige, aan-
gename fmaak.
De Boom maakt goed Gewas ^ Word groot en is heel draagbaar.nbsp;...
BON CHREliEN D\'AUTOMNÉ. Deze gelykt in gedaante zéér veel na de
zie Tab. IV. ^ dog ze valt omtrent de Steel veeltyds wat dikker,- haar Schil is glad, van Koleur
was-geel, en zonuyds op de eene zyde wat rood-bloezend, ook veeltyds met zwarte vlekken min
of meer gevlekt; haar Vleefch is tusfchen brofch en zagt, zappig^ en van een zeer geurige, aro-
inacyke fmaak, als ze wel ryp is; maar het is daar mede gelegen, als met de Bon Cbretien. (PEté, na-
inelykï dat ze in alle gronden en ftandplaatzen niet even wel aart. In zware vogte Klei-gronden
bly ven de Vrugten doorgaans laf en onfmakelyk.
quot;De Boom heeft genoegzaam dezelfde hoedanigheden als de Bon Cbretien d\'Eté^ eri moet op de-
zelfde wyze behandelt worden.
Het is zeer waarfchynlyk, dat dit dezelfde zoort is met de vöorgaaride, maar dat het dOOr de Én-
ting ontftaan is, dat ze wat later ryp word; dog dit ftaat nader te onderzoeken,-
BON CHRETIEN D\'HYVER\' Gelykt m genoegw^ eene Bon Cbretien d\'AtUoninè, dog ze valt
veeltyds gröoter 5 en wat langer; haar Schil is glad, grof en dik, van Koleur, ryp zynde, groen-
agtig- geel j én zomtyds aan de Zons-zyde een weinig bleek-rood-bloezend; deze Peer word in Frank-
ryk de rang voor alle andere V^inter-Feeren gegeven, om dat ze daar zeer geurig, en verheven van
fmaak is, maar in deze Nederlanden verkrygt ze haar volkomen rypheid niet, fchoon ze op de befte
plaats aan het EJpalier en in een goede Grond ftaat, en derhalven is ze van geen of weinig geurige
fmaak, en kan niet anders dienen, als om te ftooven^ daar ze de befte toe is.
De Boom maakt fterk, en niet zokwarlyk Hout-ge\\vas als de Bon Cbretien d\'Automne^ eri draagt,
bejaart geworden zynde, zeer Wel, Men moet hem altyd óp ÏVÜd enten, waar door de groei eri
i\'ypheid\'bevordert word.
quot;GRAND BRETAGNE. Is een tamelyk groote Peer; van gedaante meeft rond, ovaals-wyze^
én veeltyds wat fcheef wasfende; de Steel is niet zeer lang, en het Oog weinig gezonken; haar Ko-
leur is groenagtig-geel, en met groove bleek-bruinagtige ftippen geftipt; haar Vleefch is iets grof-
korlig,quot;dog zagt^ en vol vail een zeer aangenaam, zoet, iets geparfumeerd, zap; maar ze moec
een goede grond en goede ftandplaats hebben 3 anders blyft ze laf en onfmakelyk; pasfende zeer wel
aan een EJpalier.
De Boom maakt goed Gewas ^ eü draagt redelyk weL
BERGAMOT CRASANE. Kan een vry groote Peei^ wórden; haar gedaante is roridvallig, by
feetOog, dat gezonken is, vry plat., en naar de Steel toe, die lang en iets gezonken is, een weinig
verdunnende; haar Schil is ruw en hard, van Koleur als die der Bergamotteni dat is, groenagtig-
geel, en met bruin fyn geftipt of gevlekt; haar Vleefch is zagt, fmeltend, zeer zappig, en van
een zeer geurige finaak, als ze wel ryp is, moetende tot dien einde in een goede, losfe grond j eri
aan het Efpalier ftaan; in natte zware gronden is ze onderhevig fmakeloos te blyven, en daarenbo-
ven dikwils te berften, inzonderheid in vogté Jaren.
De Boom maakt fterk, Weeldrig Hout-gewas, maar is niet zeer draagbaar, irizoiiderheid als hy
veel gekort word; derhalven moet men hem ruimte aan \'t Efpalier geven, en de goede Loten vooral
tiiet korten.
MESSIRE JEAN GRIS. Is eéri matig groote Peer , van gedaante rondagtig, naar de Steel toe
tyat kort-puntig, en voorts wat hobbelig, of oneffen van Gewas; haar Schil is ruw, van Koleur
ligt-bruin; haar Vleefch is brofch, korlig, zappig^ en van een heel geurige, zinkeragtige fmaak.
Wanneer ze op Plfld geënt, en in een goedé, losfe, dog niet al te droogc grond, gegroeit is, maar
Op Qim geënt, in in een ftyve wreede grond, word ze doorgaans hard en onfmakelyk, en van wei^
nig vvaarde : Ze aart zo wel Stam als aan het Efpalier
De Boom maakt goed Gewas, en is, wat bejaart geworden zynde, heel draagbaar.
. De witte én groene Mesfire Jean verfchillen niet van de gemélde grauwe, dan dat de eerfte wat
gimm-witagtig is j en de cwêde groenagtig valt.
HALLElVilNE BONNE. Is een vry quot;groote Pëer; van gedaante langw^erpig^ iets ijuikig^ eri
ijaar de Steel tos wat duimer wordendej \'gclvk ook iets naar liet Oog j- dac weinig gezonkenj en de
E 2nbsp;quot;nbsp;Steel:
-ocr page 42-ESGHRYVING tjan »E PEEREN. TAB. II.
S.el „a p,-oponie .ie. zeer ^aar fjjf^j^^^f ^..^i^\'S\'LSPvr.ï jigfvlquot; teS
nasr den geelennbsp;de b^nbsp;net op haar tyd g?plukt zy, ge-
aangenape geurige fmaak,nbsp;jjnbsp;naar den geelen te hellen, en het
iVktT^wquot;™quot; ïreïnlï? St wora ze onfmakel?k, meelig, cn buikziek.
Deïoom maakt .goed fte\'ric H-JjS^^^™ ^jf V^^^g^ie^ lange Jaren , uit een KorI van dé
-Stooven. makende een zeer fmake-
urV (^phoof\\ als mede om te droogen.nbsp;. j t.
WOTTonSenbsp;gS^kt\'ï^\'lldeelen naar een g««« He,ffi-^rg«mt,
haa»-Vlcelch IS doorgaans m allen zo vei neven nitb 3 ais % au ^ ^nbsp;,
rondvalUg, zonder veel ge-
baikt
Veel
ken
het Vleefch IS zagt, zeer zappig,nbsp;,
quot; erS^fg^oSyi^aird^lï b^ven Sf™ ïerkquot; en wdrd daarom zelden heel groot. Het
^quot;fluMÈ\'Bf^AScnbsp;G™«.nbsp;Deze Peer gelykt in ge-
!^rhefene fmaaknbsp;als ze in een goede Grond gegroeit is; en dan word ze van veele
fj Tonder redende beftePeef in haar\'tyd geagt, eil zelfs boyen de andere z.cer geürige
met zonüu ff\'^™\'„ „„u „eleert. dat de Vrugten van jónge Bomen in de eerfte Ja-
gev^orlen zynl eS dit heeft ook plaats i»
xommigeandp-e zoorten van fyne ^nbsp;met denbsp;«a/ic; en het is nietonwaar-
ke door de Enting ontftaan is.
t A
R
nPTNF U een middelmatig groote Peer van gedaante plat-rond als ten Bergamot, dog by
genoeg, én van eeö zuikeragtige, geurige ,nbsp;VWtPn rros wvze bv malkandercO
^ De Boom maakt goed Gewas, cn draagt fterk, komende de Vrugten tros-wyze oy maiKdiia
quot;quot;^IRE D\'OEUF. Is een matig groote Peer; van gedaante langwerpig-rond als een Ey, wa J
vanze de Naamvcn^-egen hee^^ de Steel is matig langquot;, en het Oog met of wemig gezon^^^^^^^
ÏHiiUs-lad, van Koleur geelagug-groen, en wat fyn gèftipt, Ook veeltyds aan de Zons-zyde waC
Slieitód-röod-bloezend^f g\'eftrelpt; haar Vleefch wat fyn-korhg, dog zagt, fmeltend, ea
van een heel geurige, aangename, en zodanige geparfumeerde fm.^uik, die aan deze zooiC
^^PP^^i^ word niet?as blikziek,quot;zYnde waardig om geplant te worden. Zs is afkomftig uit Zwit-
llrlnnd J en word byzonder omtrent Bazel veel gevonden eri geagt.
nVRnom maakt goed fterk Gewas, word groot, en is boven maten draagbaar.
^at MFR PEE\'R Is een iifcel groote Peer; van gedaante langwerpig,\' naar de Steel Pyrami-
, tp ■/nnd\'^r gebuikt te Wezen, toelopende, en zomtyds een weinig fcheef groeijende, de
daals-wyze, /.u - amp; ^^^ ^^ weinig gezonken; haar ScM is glad, vari Koleur, ïyp zynde.
to
BESGHRYVING van BE PEER EN, TAB. lil.
gename fmaak, maar ze duurt niet laögj wördènde ras meëlig, en is ook onderhevig in ftegce Jareö
teberften.
De Boom maakt goed Gewas, en draagt zeer wel.
ORANGE MUSQUEi Is een matigVootePeer; van gedaante mceft rond, weinig of veekyds
niets langwerpig, het Oog isby na niet gezonken gt; fen de Steel kort; haarSchil is iets rW, vanKo;
leur, ryp zynde, geeiagtig-groen, en aan deZods-zyde doorgaans veel bruin-rosagiig-bloezend^
ook veeityds met zwarte of zwart-bruine vlekjes hier en däar gevlekt; haar Vieefch is brofch, zap^
pig, en van een fterk miisquerende, tamelyk aangename fmaak.
\'De Boom maakt goed Hout-gewas, en draagt fterk, wanneer hy wat bejaart geworden is.
ROUSSELET. Is een kleine Peer; van gedaante iets langwerpig, en niet veel «--ebuikt naar
de Steel, die matig lang is, puntig toelopende; haar Schil is niet ruw, en ook niet heel glad, dat
is, iets grof van aanzien j dog^dun; haar Koleur is bruin-grysagtig op een groene grond aan de eene
z-vde, en donker-orum-rood of ros bloezende aan de andere zyde, met veel groove wita^tige ftip-
pèn daar in geftipt; haar Vieefch is teder, zappig, fmeltend^ en van een heel seuriee aan^^ename
fterk geparfumeerde fiiiaak; als ze in een goede dröoge grond gegroeit is,, wantin natte ftyv^e ver-
krvgt ze die verheventheid niet; ze word ook doorgaans fmakelyker op Stam als aan \'t EfpaPer in-
zonderheid als dat op het Zuiden ftaat, en ze wil ook liever op W^ildi als op Qjiee o^eënt zvn\' \'
Deze Peer word in Frankryk zeer geagt. De befte, grootfte en fmakelyivfteVoeiicn onftrent
Rheims in Champagne; ahvaar ze veel gedroogt j cn ook geconfpi en vervolgens wyd en zyd verzon-
den worden.
De by ons zo genaamdenbsp;de Rheims, is dan geen andere ^ als een Roiisfelet dié wel «yesroeit
groot en ünakelyk, met een woord^ die volmaakt is; waar töe het Ent-Flantzoen cok viel contriquot;^
hueeren kan.nbsp;^
DIAMANT-PEER. Js een tarhëlyk groote Péef; van gedaante wat langwerpig, dvaals-wyze^
dog naar de Steel toe, die kort is, wat verdunnende; haar Schil is glad en dik, quot;van Koleur, ryp
zynde, geelagtig-groen, en met fyne bleek-bruine flippen geftipt; het Vieefch is wat brofch, en
korligj dog zappig genoeg, en van een zoete geurige fmaak, maar ze kan niet laiigduuren^ wor-
dende doorgaans eenige dagen na het plukken buikziek | dat haar agting zeer vermindere.
De Boom maakt goed Gewas, cn draagt zeer weL
BERGAMOT SUISSE LONGUE. Is een middelmatig groote Peer; van gedaante lan^^wer-
en naar de Steel toe^ die redelyk lang is, Wat puntig; haar Schil is glad, vanKoleur^ met
igt-groen, geel eri rood mooi geftreept, gelyk ée Bergamot fuisfe ronde, eri cierlyk op het Oog\'
haar Vieefch is zagt, en zappigj van een aangename geurige fmaak, als ze in een gdede Idsfè srond
wel ryp geworden is, anders valt ze laf. Ik weet niet waar van deze Peef de Naäm van Bergamot
verkregen heeft; dewyl nog haar gedaante, nog haar fmaak daar mede overeenkomt; de Naam van
Verte longue PanacbeepzH haarveel beter, door dien ze langwerpig valt, en in gedaante cn fmaak
met de ordinaris Verte longue veel overeenkomt, behalven dat ze doorgaans wat kleinder valt,
Dè Boom maakt redelyk goed Gewas, en draagt wel, maar is het kankeren wat onderhevig! De
jonge Loten zyn doorgaans ook geftreept gelyk dê Vrugt, en zelfs zomtyds ook de Bladen.
FONDANTE DE BREST- Is eene vry groote Peer, te weten de dubbelde; vm gedaaBte,
diki kort-buikig, en naar de Steel toe, die kort is, kort-püntig toelopendei haar Schil is glad
wat dik , en ryp zynde, geelagtig van Koleur, met bruinagtige flippen geftipt , of zomtyds ge!
vlekt, ook altêmets\', dog zelden, wat rood-bloezende; haar Vieefch is iets brofch eo korlig dow
zagt, zappig j en van een heel aangename, geurige fmaakonbsp;^
De Boom maakt goed fterk Gewas, en draagt zeer weL
Die zoorü die men by ons Enkelde Fonda?ite of Enkelde Franfche taneel-Pßer noemt i verfchilt va»
bcfchrevene Fondante niet, das dat ze wat kleinder valt.
HOE LANGER HOE LIEVER, Is een middelmadg groote Peer; van gedaante lansweroi\'^
iets gebuikt, en naar de Steelj die redelyk lang is, dunner toelopende, het Oog is Weinis geLn\'
ken, zynde voorts veekyds wat fcheefvan Gewas; haar Schil is gladj van Koleur, bleek-Sroen-
agtig- of geelagtig-wit, als ze ryp as; haar Vlcefch is fyn, iets korlig, zappig, en van een heel
aangename, geurige fmaak, als ze juift pp haar tyd gegeten word^ was« nog niet regt ryp, of Q-i
verryp zynde, vait ze onfmakelyk, ,nbsp;?? jj-
De Boom mïKikt goed Gewas, en draagt redelyk wel.
CALBAS MUSQUEi Is een vry groote Peer; van gedaante vry langwerpig en byria niet öf
Geinig gebuikt, voorts bultig of hobbehg en fehecf van Gewas: haar Koleur is bruin-kaneeLver-
wig; haar Vieefch is, als ze wel ryp, en in een goede grond gegroeit is, zagt, fmeltend, zappig
genoeg, en dan van een zeer aangename geurige fmaak, maar in een vogte ftyve gröiid vak ze zom»
tyds laf en onfmakelyk, gelyk meer andere zoorten van fyne Tafel-Peereri.
De Boom maakt fchoon en fterk Gewas, en is heel draagbaar; hy tiert ook zeer wel aan het Ef-
Ulier, daar de Vrugten zekerlyk beter worden als op Stam,- en hy kan zo wel op Quee als öd wilds
Peer geënt worden^nbsp;4 \'v i\'
^NGELSE KONINGIN. Is een tamelyk groote Peer | van gedaante wat langwerpig, ge=
bulkt, en naar de Steel toe wat dunner, dog niet puntig toelopendehet Oog\'is weinig ge-
zonken , en de Steel matig lang, dog de Vrugten vallen op dezelfde Böom dé eene wat kor-
ter, de andere wat langer; haar Schil is glad, vanKoleur, ryp zynde. Citroen-geel, en
Cietfyne, bleeke, kaneel-verwige flippen geftipt, ook wel hier of daar gevlekt j haar Vieefch is
Fnbsp;quot;nbsp;brofch,
-ocr page 46-22 BËSCHRYVING VAN D\'F PEEREN. T a B. IV.
hrofrh koi-^do^ za^t genoeg, en vol van een aangenaam geurig zap, zynde dus een van de beftö
T^e; Peïenin to tldf maai^ze is onderhevig ge yk de meefte Zomer-Beeren, üat ze met lang
quot;^quot;D^^ez\'om-t heefcook die natuur, dat de Boom zomtyds tweemaal in het Jaar draagt, bloeijende
d.n ,-n dfMaand juhus voor de tweedemaal, waar van de Vmgteö tegen Odober ryp worden,
miquot;r d-ze b^yven doorgaans Klemder en onrmakelyRer als de eerfte.
TA-, c/^oiniVi-iaktEïoedGevvas,. en draagt fterk.nbsp;,,
Deze zooSlekerlyKOp^^^^^^nbsp;bekent zyn, welke ik nog
nier heb ï^nne^tg^-
^^^^ me\'- bleek-kaneei-verwige vlekjes hier of daar gevlekt, ook zomtyds aan de Zons-zyde wac
rfróod bloezend ; haar Vleefch is teder , eenigzints fyn korlig , vol van een zeer aangenaam ,
i^-Tr fï verheven zaïi; derhaiven een van de befte Zomer- of Herfft-Peeren zynde.
n-Boom maakt goed Gewas, en is in zyn zoort llt;en}yk, dat de jonge Loten, evenals die^\'^quot;
AeB^i\'^ieie Peer, kfom nederwaarts gebogen groeijen, maar zyn geelagtiger; hy is, wat bejaan-
ppw-ïvden zynde, heel draagbaar.nbsp;, i . inbsp;a,-..
Nota. De Vrugt lan iii goede gronden en Jaren veeltyds grooter worden als die m dè Plaat vei
^°wVtTE PRINCESSE. Is eeö vry groote Peer; van gedaante wat langwerpige gebuikt, ert
tiair de Steel, die matig lang en doorgaans wat kro.n is, dunner, by na fpits toelopende, hec OOa
Tniet eez^en; haaigt; chif is glad,Vof, van Koleur, ryp zynde, geel- of groenagcig-wit, eo
Lt b elke bruin-groene fyne ftipjes overal geftipt, ooR vedtyds met Drume vleRKen hier of u^g
bevlekt- haar Vleefch is zagt, korlig, en van een tameiyk geur ge, dog met zeer verhevene im^a...
^ P, Boom maakt goed Gewas, en is redelyk draagoaar.nbsp;•nbsp;„ heC
ZONDER ZlELÏiES. Is een tameiyk groote Peer; van gedaante vry langwerpig3 van het
,leidden af na.r de Steèi puntig toelopende, voorts iets fcheef en Kantig van Gewas; haar Scaü is
w.rmw, van Koleur, bruin kaneel-verwig geftipt en gcvleKt op een groenagtige Grond, zo
yc oD een kleine afftand geheel bruinagtig uitziet; haar Vleefch is iets Kor hg, dog zagt genoeg, v^A
vanrie en ven een heel geurige, aangename fmaak, maar kan niet lang duuren: Ze heeft van i^i»
nen zeer kleine Klok- of ZaaU-huiq-s, en doorgaans geen Zaad, waar van ze de Naam voert.
Dquot;» Boom maakt goed Gewas, en draagt, wat bejaart geworden zynde, zeer wel.nbsp;^
A\'USCAT ROBERT. Is een niet zeer groote Peer; van gedaante rond, n\'iar de Steel toe korc-
nnnlio^ haar Schil is glad, van Koleur geel, gelykende zeer veel naar de Pet:t Mufcdt, behalve»
dar zegveel quot;Tooter vaTt en een hoger geele Koleur heeft, ook zo ntyds wel iets rood-bloezend is?
h ar V\'eefc ns iets korlig, dog zagt en/.appig, van een geurige, zoete, fterk musquerende fmaakü
.( uurt na haar rypheid een zeer korte tydt.nbsp;.
quot; De Boom maakt goed Gewas, en draagt zeer fterk, Het Jongö Hout is geel, het welk mede
^^nrfANGequot; VERdL^\'°°s eenTamelyk gröote Peer; van gedaante rond-vallig, iets platagtig om-
ren het Oog, dat niet veel gezonken is, en naar de Steel, die met lang is, een weinig kort-pa«\'
ruut uct w Ö J ^nbsp;n-r^f iMjr,nbsp;van K^n t-iir htrt-arocn. he ende met hec rvoen naat^
zoete heel geurige, iets musquerende, of li\'ever geparfumeerde f naak.
E)e Boom maäist goed Gewas , en is heel draagbaar, maar hec Kankeren zeer onderhevig.
ORANGE ROUGE. Verfchilt van de voorgaande nergens in , dan dat ze aan de2ons-zyquot;®
yeer veel fchoon helder rood, alsCoraal, bloezende is, mooi op hec Oog; dog men agt ze waC
geuriger en verhevener te zyn. Deze verandering is buiten twylfel door het Ent- Plantzoen voorc-
^^r?Ïnquot;cHRFT1EN D\'ETE. Is een heel gröote Peer; van gedaante wat langwerpig en bultig
of hobbelig- het Oog is fterk gezonken, en de Steel redelyk lang; haar Sciiil is glad, van Koleur^
T n zvnde bleek-geel, en aan de Zons-zyde veeltyds wat rood-bioezenJe, ook zomtydt hier or
\'Sar zwart gevlekt; haar Vleefch is met brofch, ook niet ligt f.:ekend, dog zagt genoeg, vo-zaP\'
wa en wanneer ze wel ryo is, van een zuikeragtige, verhevene, aronatyke fmaa;^, en m
daad als\'dan even als of ze met Zwker en Kniideryen geconfyt v/as, wordende van de Lief hebyers?
die haar wel kennen, voor eene van de lekkerfte Peeren in haar tyd gèagt; do^ ze verkrygt die»
fmaak niet in alie Gronden en Stand-plaatzen, maar mèeit alleen in een droo \',e , vrugtbare zanJ\'
of keizelagtige Aarde, en inzonderheid in opgevulde Gronden van oude Rui\'nen; willende 001^
beft tieren agter de Huizen in de Steden.nbsp;.. , .tnbsp;i-iri
De Boom maakt goed, maar wat kwarlyk, krom, en door malkander groeijend Hout-gewas,
7.eer groot worden , en draagt, wat bejaart geworden zynde , zeer wel: Maar men moet ne^
nooit\'anders als op goede wilde Plantzoenennbsp;en nicc op Qaee, en hemoolt; het Mes weini»
of niet laten gevoelen, anders kan men verze kert wezen , dat \'cr wemig van de Boom en VrugtJ^i
worden zal, en om de^-.e reden dient hy ook niet aan het E\'pdler, ten ware dat heel hoog was, c«
nien de Boom ruimte laat. Zkt ook Bon Cjretien d\'Auto:nne, cn d\'H\'-jver*
PARFUM D\'ETE. Is een niet heel groote Peer; van gedaante plat-rond als de Bergamot^ m®^
een dunne Steel; haar Schil is glad, van Koleur, rypzynie, groenagt\'ggeel; haar Vleefch is iet
brofcn, van een tamelyk geurige, iecs musquerende of geparfu.neerde finaak, en dus een heel
de Zomer-Peer.nbsp;,nbsp;i , lt; i t^ vr ntrc
DeB^om maakt goed Gewas, en draagt, wat bejaart geworden zynde, heel weL DezeVrug^
zal mogelyk op andere Plaatzen nog andere Benamingen heobea, die ons nog niet bekent geworden
zyn, hcDbende dezelve onder deze Kaam uit Holland ontfangen.nbsp;BERGAMQTTB
Tab.
-ocr page 48-B Ë S ,C H R Y V 1 N G van D Ë P Ê È É E N^ T A B, IV. ij
BERGAMOTTÊ DÖRREË. Is een tamelyk groote Peer; van gedaante plat-rond, ge^yk ari-
Atro. BergmiGtte^i, het Oog is vry gezonken, gelyk ook de Steel, diequot;\'lang en dun is; haar Schil is
\'ruw, Onaanzienlyk, van een bruin-grysagtige Koleur, en veeltyds m.et zwarte vlekken min of meer
gevlekt; het Vleefch is zeer brofch, zappig, en wat musquerend, maar anders niet zeer verheven
van fnaalc.
De Boom maakt tamelyk goed Hout-gewas 5 eü fchik j en word zeer draagbaar j als hy wat bejaart
geworden is.
JARGONELI,E. Is een tamelyk groote Peer; van gedaante langwerpig, gelykende ivel wat
na de Brusfelfe. Peer, maar ze valt na de Steel toe wat dunner, en is iets meer gebuikt, ook veeltyds
Wat krom van Gewas; haar Schil is glad, vari Koleur, als ze ryp is, bleek-of witagtig groen; het
Vleefch is zagt genoeg, maar niet zeer verheven van fmaak j en word ras meelig j^weshalven een
Peer die onder de goede zoorten geen plaats kan hebbeni
De Böom maakt goed Gewas, en draagt zeer wel„
TAB
r;r-ETZERIN. (ENKELDE) Is eene middelmatig groote Peer ; van gedaante langwernig ^
iets gebuikt, en naar de Steel puntig toelopende, voorts fcheef van Gewas, en aan dé ee-
ne zyde doorgaans wat hoger als aan de andere; het Öog is weinig gezonken . en de Steel
veeltyds fcheef flaande^ én matig lang; haar Schil is glad, van Koleur^ groenagtig-geel,
. als ze ryp is, ën met bleek-groene en bleek-bruine flipjes geitipt^ ook doorgaans hier en daar bruin
gevlekt j zynde voorts aan dé eene zyde min of meer mooi heldcr-rood-bloezehd, en daar door heen
dikwils m/etWat hoger rood geftreept; haar Vleefch is brofeh, dog vol-zappig, en van een aange^^
name seurige fmaak.
De Boom^ maakt goéd Gewas j en draagt heel fterk,
EPÄRGNE. Is een groote langwerpige Peer; van gedaaritè wat hobbelig of fcheefj mët eèii
lange Steel; haar Koleur, is, i^yp zynde, rood, en aan de eene zyde zomtyds wat groenagtig-geel i
haar Vleefch is brofch, zappig genoeg, van een tamelyke dog met zeer verhevene, en^zömtyds
wat wrange fmaak, zo dat ze meer fchoonheid ais deugt bezit, en derhalven niet veel waardis, om
geplant te worden.
CUISSE MADAME Is een tamelyk. groote Peer; van gedaante wat langwerpig^ iiaardéStéeï
toe, die lang is ^ pyramndaals-wyze verdunnende, zonder gebuikt te wezen; haar èchil isdik^ van
Koleur Vry groenagtig-geel, en bruin-grauwagtig gevlekt, maar aan de Zons-zyde donker-rosagtig^
inet hetlt;-bfuihe gröove ftippen in het rosfe geftipt, in Koleur en Gedaante zeer veel gelykende aan dé
Rousfelet, maar is grooter; haar Vleefch is iets brofch en korlig^ dog zagt genoeg, vol-zappig,
envsnéen heel geürigej een weinig musquerende fmaakj zódat ze een van de befte Zomer-Peerea
in haar tyd is.
De Boom maakt fchoon Gewas ^ draagt niet vroeg , maaf waE bejaart gewordeii zpdé, draagt
hy overvloedig.
\'CITRON de SIRENE. Is een Peer van middelmatige groote; van gedaante éen weinig lang-
werpig, naar de Steel toe iets dunner Wordende; haar Schil is glad^ Van Koleur, ryp zynde. Ci-
troen géel, en met fyne bruine ftippcltjes geftipt; het Vleefch is zagt, korlig^ eh zappig genoeg ^
Van een t-unelyk geurige, maar niet zéér verhevene fmaak; daarenboven word ze, wat overryp
2;ynde, aanftonds meeiig; zo dat ze niet vari waarde zoude wezen, om geplant te vvorden, ware
hét niet dat ze vroeg aankom.t, _en een van de eerfte rype Zomer-Peeren is j komende doorgaans mee
de kleine Mufcadel Peer (of Petit Mufcdt) in een tyd.
De Boom maakt goed Gewas, en draagt fterk.
CASSOLETTE. Is een matig groobPeer; van gedaante vry langi naar de Steel toé verdun-
feende; haarvSchil is iets ruW; vmKöleur, grauw- of bruiriagtig, op een groene grond, met hec
Typen wat geelagtig wordende; haar Vleefch is zagt, ftileltend, en van een heel geurige fnaak,;
tnaar ze is onderhevig in het midden buikziek te worden j by na zo ras ze maar ryp en eetbaar gewor-
den is, dat haar waardy zeer vermindert, en ze weinig goet agten^
t)e Boom maakt goed Gewas, en is heel draagbaar-
BOURDON. Is een middelmatige groote Peer; van gedaante rond-vallig , naar de Steel toe^
lt;iic vry lang is^ wat langer en puntig, het Oog is weinig gezonken; , haar Schil is glad, geelagtig
Van Koleur, als ze ryp is; haar Vleefch is zagt, zappig^ èn van eeii heel geurige, fterk musquee-
ïende fm.aak; hebbende, zo in fmaak als in gedaante, zeer veel ovèEeenkomft met de Mufcdt Ro\'
^irt, behalven dat de Steel wat langer valt, en de Schil zelden rood-bloezend is; ze moet net op,
haar tyd van rypte geplukt worden^ want, te lang hangendej word ze van binnen zwartagtig, of
ïneelig, en onfmakelyk.
De Boom maakt goed Gew\'Sj en draagt wel.
ADMIRAL. Is een tamelyk groote Peer; van gedaante meer platagtig als laiigi van Koleur^
ï\'Vpzynde, meeftentyds bruin-robdagtigi dog zömt^yds ook wel grauwagtig; haar Vleefch is zagt^
Van een aangename geur, als ze in een goede grond gégroeit is.
De Boom maakt goed Gewas, en draagt heel wë .
MUSCAT-FLEÜRI. is een kléine Peeri van gedaante rondvallig, naai- de Steel toe^ die m
Proportie vari de Vrugt heel lang is, een weinig kortpuntig, en het Oog is weinig Jïezonken, haar
ochil is glad, van Koleur, meeft donker- of bruin-rood, dog aan de zyde van de Zon af zoméS\'ds
wac
F »
-ocr page 49-54 BE S C H R Y V I N G VAN DE P E E R E N. T À B. V.
wat geelagtig ; ■ haar Vieefch is zagt, en van een heel geurige gt; doordringende fmaak. Men moet
ze möt verwarren met de Roiisfiline, of met de Rousfelet, daar ze in de eerfte opilag wel na gelykt ^
maar de Steel is veel langer.nbsp;. , ,
De Boom maakt goed fterk Gewas, en is heel draagbaan
CHER â DAMES. Is een Peer vaïi matige grootte; van gedaante wat langwerpig, naar dê
Steel toe vry dun wordende , het Oog dat niet veel gezonken is, is een weinig platagtig ; haar
Schil is glad, vanKoleur, ryp zynde, geelagtig, en aan da eene zyde mooi rood-bloezende, heb-
bende in^grootte , gedaante, en Koleur, veel o/erecnkomft met de vermaarde i^oji^e/es; haar
Vieefch is zagt, een weinig korlig, zappig, en van een heel geurige, aangename fmaak, derhalve»
waardia; vooreen Zomer-Peer geplant te worden, te meer, om dat ze niet Ikt buik-ziek wordj
ç\'elyk de meeftc Zomer-Peeren doen, en dat de Boom fterk draagt, en fchoon Gewas maakt.
Ik ben in twyiFel of dit niet dezelfde Peer is met die, welke men hier te Lande Roade Wangetjes
noemt, het ftaat nader te onderzoeken.
FRONTIGNAC PEER. Is een tamelyk grootqPeer; van gedaante wat langwerpig , naar de
Steel toe dunner wordende, zonder veel gebuikt te vlezen ; haar Schil is glad, vanKoleur, bleek-
bruin-rosagtig; haar Vieefch is zagt en zappig genoeg, dog niet zeer verheven van ftnaak.
De Boom maakt heel goed Ge-vWs, en is tameiyk draagbaar.
Nota. Deze zal mogelyk op een ander Plaats nog andere Namen hebben , die we nog niet heb»
ben kunnen ontdekkeni ohaangezien alle moeite; hebbe dezelve onder deze Naam oncFangen.
TABULA VL
GEZEGENDE PEER. Is een kleine Peer; vari gedaante kortj na de Steél toés djé
matig läng is, puntig toelopende, zonder veel gebuikt te wezen, eenige gelykenifle
hebbende met de Muscat Robert, maar \'tis niet dezelfde Zcort, gelyk zommige me-
nen; want ze valt niet zo rond cn kortpuntig, en niet zo musquerende van iinaakji
ook verfchilt ze daar van zeer in het Hout, zie Muscat Robert; haar Schil is gladgt; van, Ko-
leur, ryp zynde, geelagtig, en aan de eene zyde doorgaans rood bloezende; haar Vieefch is
zagt\', iets korlig, zappig genoeg j en van een geurige aangename fmaak^ maar ze duurt niec
lang en word fchielyk meclig. , .nbsp;, r,
De Boom maakt goed Gewas, én is boven maten draagbaar j waar van deze Zoort uc JNaan»
verkregen heeft.nbsp;. ,nbsp;• . , .
GRANAAT PEER. Is ccne niet zeer grote Peer; van gedaante iets langwerpig en kort-
puntis^ naar de Steel, die matig lang is, gelykende in gedaante en gröte zeer wel na een
prau-we Suikerey; haar fchil is glad, van Koleur geelagtigen aan de eene zyde doorgaans
wat rood-bloezend; haar Vieefch is zagt, iets korlig, ea liier of daar bloed-roodagtig, waar
van ze de Naam voert, zynde voorts van een tamelyk aangénanae geurige^ egter niet zeef
verhevene fmaak
De Boom maakt goed Hout-gcWas ^ en draagt fterk.
POIRE D\'ANGLETERRE. Is een tamelyk groote Peer; vaa gedaante langwerpig, ea naar
de Steel toe, die redelyk lang is, puntig Pyramidaals-wyze, zonder veel gebuikt te wezen; hec
Goa is klein, en by na niet gezonken; haar Schil is iets ruw, vanKoleur, met kleinebruinagtigö
flippen fterk geftipt op een groenagtige geele Grond ^ zo dat ze op een kleine afftand bruinagtig en
niet zeer aanzicnlyk uitziet i haar Vlcefch is wat korlig , dog fmeltend, vol-zappig, ea van eea
heel aanoquot;ename geurige fmaak, maar ze kan niet lang duuren, wordende ras buikziek.
De Bolim maakt goed Gewas, en is heel draagbaar
POIRE SANS PEAU D\'AUTOMNE. Is een tamelyk gfootePeer^ vari gedaante rondagtig,
byhetOogj dat groot en weinig gezonken is, wat plat, én naar de Steel, die redelyk lang is, wat
dimiier, en zomtyds een weinig hoekig of fcheefvan Gewas; haar Schil is mooi glad, en dun, vao
Koleur\' ryp zynde, bleek-groen, naar het geel hellende, hebbende zomtyds hier of daar eenig®
groote bleek-bruine vlekken; haar Vieefch is zagt, fmeltend, vol-zappig, en van een heel geurig«
aangename fmaak-
De Boom maakt fchoon, fterk Gewas, en is zeer draagbaar.
Deze Peer is hier te Lande weinig bekend, ze heeft haaren oorfpronguit Savofen, öfeigently^
iiit het Diftridl van de Waldenfen. Haar Hoogheid_ de VORSTINNE Douairière, heeft ze voor eeni-
ge laren met deze benaming, onder andere befte zoorten van Peeren, van Doornik ontfangen: Z®
heeft veel overeenkomft met de Lanfac, zo dat het my toefchynt, dezelfde te Wezen.
LANG-STEERT. Is een matig groote Peer; van gedaante kloot-rond, het Oog is niét gezon-
ken, en de Steel zeer lang en dun, waar van ze de Naam voert; haar Schil is glad, en groenagtig»
geel vanKoleur, als ze ryp is; haar Vlcefch is iets brofch en korlig, met weinig zap, en van eeö
laffe fmaak, zo dat onder de goede Peeren geen plaats verdient.
De Boom maakt goed Gewas, en draagt fterk.
ROUSSELINE.quot; Aldus genaamt, om dat ze veel gelykenisfe met de Rowfelet heeft, zynde ma-
tig groot, iets langwerpig, gebuikt, naar de Steel, die redelyk lang is, puntig toelopende, eO
by het Oog, dat niet gezonken is, eenigzints geelagtig; haar Schil is glad, vanKoleur, ryp zyn-
de, groenagtig-geel, en aan de eene zyde donksr-rood-bloezend, ook veeityds met donkcr-bruin^
beschryving vin de pee re r tas. vi. 55
Ofzwarte ftippen ofvlekken hier of daar gevlekt; haar Vleefch is iets brofch en korlig, zappiff ge^
noeg en van een geurige, zuikeragtige, eenigzints geparfumeerde fmaak, als ze in een goede
grond gegroeit is.nbsp;,nbsp;^
De Boom maakt fchoon fterk Gewas, en draagt fterk.
. Men moet ze niet verwarren met de Mufcat Fleurig daar ze in het eerfte aanzien wel na eelvkt
inzonderheid van de Koleur.nbsp;^ ®
MARQUISE. Is een tamelyk groote Peer; haar gedaante is iets langwerpig , redelyk dik van
buik, na de Steel, oie vry lang is, puntig toelopende, en omtrent het Óog, dat klein en niet of
wc]ni,g gezonken, is, wat platagtig, zynde voorts doorgaans wat fcheef^en oneffen van Gewas;
haar Schil is glad, van Koleur, ryp zynde geelagtig, en mee fyne bruin-kaneel-verwige flipjes
itipt, en ook veeltyds dus koleurig hier of daar gevlekt, ook altemets, dog zelden aan de eene
zyde een wemig rood-bloezend; haar Vleefch is iets brofch en korlig, dog zakten zappi^^ ^enoeg
en van een zuikeragtige, geurige, aangename fmaak, als ze in een goede grond aeeroei\'t fs maar
in een vogte ftyve valt het Vleefch hard, droog, wat^ fteenig, en niet zelr finakelvk: Ze flaagt
20 wel op Stam als aan het Efpalier, maar moet op Wild^ en niet op Quee geënt worden
De Boom maakt goed Gewas, en draagt fterk.nbsp;° \'
. SPEK-PEER. Is een matig groote Peer,- van gedaante rond, naar de Steel, die bekwaam lant?
js, kortpuntig toelopende, het Oog is weinig of niet gezonken; haar Schil is glad van Koleur
ais ze ryp is, groenagtig, en aan de eene zyde doorgaans bruin-rood-bloezend, ook dikwïls me?
zwart-bruine vlekken hier of daar gevlekt; haar Vleefch is iets korlig, zagt en zappig oenoequot;
Jnaar haar fmaak is met zeer verheven, endoorgaans laf, weshalven niet dan onder de cemeenftp
zoorten van Peeren plaats verdient.nbsp;^
De Boom maakt goed Gewas, en is zeer draagbaar.
SMEER-PEER. Isnietzeer groot^ van gedaante langwerpig, naar de Steel puntigpvramidaals-
wyze toelopende, \'t Oog is klem en vry diepgezonken; haar Koleur is, ryp zvnde, groenac^cie
endoorgaans met zwart brume vlekken gevlekt; haar Vleefch is wat korlig\'^ zagt genoeg, en van
g^^atjmudige, dog met zeer verheven fmaak, weshalven maar onder de gemene Peeren plaats
^e Boom maakt goed Gewas, en is zeer draagbaaf^
SrZP^^ LONGUE. Is eene vry grote Peer; van gedaante langwerpig, van ^t middeü af naar de
fsnbsp;^^^nbsp;gezonken is; haar Schil
^giad, van Koleur groen, zelfs wanneer ze rvp en eetbaar is, waarvan ze de Naam voert- haar
Vleefch is zagt, fmeltend vol-zappig, en van een zeer geurige, aangename fmaak, als ze in een
goede droge, warme grond gegroeit is, maar in vogte en ftyve gronden blyft ze laf en onfinakelyk,
IS dan van wemig waarde.
De Boom maakt fchoon en fterk Gewas, en is ongemeen draagbaar
toeP^^^-?\'?^^^^- Is een tamelyk grote Peer; van gedaante\'iets langwerpig, naar de Steel
zonder gebuikt tc wezen, toelopende; de Schil is glad; van Koleur bleek-
OvS\'^S^lf.\' he iendenaar tgeel, als ze ryp is, enismet bleek-bruine of gronagtige grove ftippen
^eial geftipt; het Vkefch is zagt, fmeltend, zappig, en zeer geurig en verheven van fmaakf als
^cin een goedeloffe Grond, en op een goede Expofitie gegroeit is^ maar in natte zware wonden
quot;^wd ze doorgaans laf en fmakeloos.
^ Ue Boom maakt goed Hout-gewas, dat met fcherpe Sporen als Doorens bezet is, waar van deze
Sfa?!\'nbsp;op als op Quee, en even ^elvk od
^t^rn als aan \'t Efpalier, dog voegt beft in deze laatfte {gt;laats.nbsp;^ ^ even k op
denbsp;Is een matig grote Peer,- van gedaante iets langwerpig, en naar
ë\'an\'rn./SrV\'\'?^nbsp;enaande^Zons^zVdedoor-
queren^t^H\'\'^\'quot;?\' haar Vleefch is zagt, fmeltend, en van een aangename, geurige/iets
Muerende fmaak, als ze m een goede Grond gegroeit is.nbsp;■» fa quot; 3 -»ci-ï.
•^e Boom maakt goed Gewas, en draagt fterk.
EURE GRIS. Is een vry groote Peer; van gedaante iets langwerpig, zonder veel gebuike
te zyn, voorts wat hobbelig of bultig, en zomtyds wat fcheef; haar Schil is ruw, van Ko^
haar Vleefch is zagt, zeer zappig, en boteragti,^of fmel-
dendenbsp;^^ de Naam voert, en voorts van een zeer geurige, Verhevene fmliak, wor-
^^^^lev sSrl ?}^ voor de geurigfte van alle Peeren geagt, invoegen dat als mcrt die altyd, of in al-«
l^e Bon,^nbsp;g^en ^n^-ere begeren zoude.nbsp;\' ^
^°^\'enmatenoSShtv^g dog dikwils kwarlagtig Hout-gewas, draagt fterk, maar is het kankeren
zommige Lyften genoemt vind, is geen andere zoort^ als de zo
en doorgaans niet zo fmakslyk, hetwelk
• BEüSnbsp;waar op Z8 geënt is, ontftaat.
^\'g welke ver^^^^nbsp;f dc voorgaande dan in de Koleur, die bruin-rosag-
zoort voor de Sinbsp;fdagten, door ae Enting onftaan is; dog zommice agten
urt voor de fmakelykfte van de Beurreés. Deze Beurreés aarten wel op Stam, dog woS-den
Gnbsp;betet
1 mus\'
BESCHRYVING van de PEEREN. Tab. VII.
beter aan Efpaliers, ze flagen ook zo wel op Quet als op IVild; cn men bevind, dat die op Quee vooirt^
komen altoerB wat rosfer van Koleur vallen.
CHASSERT. Is een middelmatig groote Peer; van gedaante volkomen Ey-rond, en het Oog,
dat klein is, en de Steel die vry lang is, zyn niet gezonken: haar Schil is iets ruw en dik, vanKo-
leur, ryp zynde, groenagtig-geel, en met bruine groove flippen geftipt en gevlekt; haar Vieefch
is zagt, fmeltend, zappig, en van een zeer geurige verhevene fmaak, als ze in een goede drooge
Grond, en goede ftandplaats gegroeit is, maar in vogte ftyve Gronden deugt ze zelden veel, want
dan is ze doorgaans laf van Imaak en klein; ze aart zo wel op Stam als aan het E/palier, maar aan de-
ze vak ze ongelyk beter.
De Boom maakt goed en fterk Hout-gewas, en draagt zeer fterk.
AMBRETTE, Is een middelmatig groote Peer; van gedaante meeft rond, het Oog is niet ge-
zonken, enöebteeikort; liaar Schil is doorgaans wat dik en ruw, op de wvze der grauwe Renetten,
ros-brmnagtig van Koleur, dog in ligte drooge Gronden wat wit- of bleek-agtiger als in zware vog-
tehet Vledch is zagt, fmeltend, en van een zeer geurige, zuikeragtige, eenigzints musqueren-
de Imaak, ais ze wel ryp js, zynde dan, buiten tegenfpraak, een van de befte Peeren in haar tyd;
dog 9m zulks te worden, moet ze noodzakelyk een goede, drooge, losfe Grond hebben, want in
Togtige ityve bronden blyft ze onfmakelyk; ze flaagt zo wel op mide als op Quee-Plantzoen eeënt,
cn zo wei op hooge als laage Stam; het Efpalier voegt haar zeer wel.
d\'HySr^\'^nbsp;^^^^^\'nbsp;doornig, gelyk dat van de Epins
LOÜISE BONNE. Is een tamelyk groote Peer; van gedaante wat langwerpig en hobbelig, ge-
lykende in gedaante veel na een St. Germain, dog valt mecftentyds wat dikker van Buik; hec Oog
IS weinig gezonken, en de Steel is kort, dik en krom; haarSciiil is glad, vanKoleur groen, en
met het rvücn. of als ze eetbaar word. een weimV naar d^n witten hpIlt^nHp! h^ai. vip^^h-h ^^^pY
gegroeit
voegt haar zeer wel.
De Boom maakt goed Gewas, cn is ongemeen draagbaar.
BESY D\'HERY. ne mjddejmatig groote Peer ; van gedaante genoegzaam bol-rond.
^nbsp;—önbsp;i , vdij ycuuiincg gcnocgzaam Doi-roncl, het
Oog en de Steel, die heel lang en dun is, zyn mets gezonken; haar Schil is glad. van Koleur ryp
zynde, groenagtjg-wit, of heel bleek-groen; haar Vieefch is hier te Lande bro^h, en wat droog,
van een zeer geringe fmaak, weshalven ze niet anders dient, zelfs niet omtrent Farys. dan om te
Stoven, daar ze zeer toe geagt word.nbsp;\'
De Boom maakt goed Gewas, en draagt fterk.
LOUWTJES-PEER. Is een niet zeer groote, vrv Wweroiee Peer • naar de t-n^. t,nr.nV
zonder gebuikt te wezen; haar Schil is ie^s ruw
dcRf\'Peer, met het rypcn wat geelagtig wordende, ze is niet om uit de Hand te eS, ^\'aaf eèa
van de befte voor de Pot, makende een rood Geftoof, gelyk de Kamper-Venus
De Boom maakt goed Gewas, word groot, en draagt ongemeen fterk, dat hem te meerwaardig
maakt om geplant te worden,nbsp;^nbsp;\'
BERGAMOTTE SOÜLERS. Is een tamelyk groote Peer; van gedaante plat-rond, maar niec
ïo plat als de Herfjt-Bergamot, het Oog en de Steel, die, naar proportie van de grootheid der
Vrugt, met zeerlangis, zya wat gezonken; de Schil is groenagtig-geel, en geftipt met fvne brui\'
fmy\' ^^^^nbsp;fmeltend, zappig, van een geurige zuikeragtige
Imaak, als ze m een goede losfc Grond gegroeit isnbsp;lt;=■ onbsp;0
uTtJ^t^^*^ ^^^^^\'nbsp;tamelyk wel.
.nbsp;i,nbsp;, als ze in een goede Grond groeit anders word
w Alf\'\'nbsp;IS rong)uikig, naar de Steel toe, die vry lang is ie s korfountig
Sppels%gt;tT«nbsp;g-lagtig|iS, en mequot; IrÏÏnrfV^
irippti^ s-iupL, cn OOK vecityas aan de Zons-zyde een wemig bleek-rosagtia-bloeypnd • haar
Vieefch is iets brofch, zuikeragtig cn geurig, alszewel ryp is, dat^enooic
of zelden word, fchoon ze aan een goedenbsp;ftaat, deVhalven niet rafdzaam om t^^^
ten ware in een voordeelige Grond cn op een goede Standplaats.nbsp;rdduzdum om te piam
Dc Boom maakt fchoon Hout-gev/as, en draaet fterk
MALTIN SECp\'HYpR. Is een matig gïoote Peer; van gedaante niet zeer lan^^werpig,
iets gebuikt , naar de Steel toe die niet lang is, wat dunner wordende ; Lai Kamp;
grauwagtig-brumaan de epczyde, en aande andere hoog ros-bloezend, veel gelS^
als Koleur met dtRousfelet, maar ze%alt doorgaand grootli^ hai V^^^ i®
-Is\'ihn^\'in!^^^^^^nbsp;aangename, geurige, eelftgzin\'s geparfumeei^i ft^
gegroeit, en op/F^W geënt is, want op vak ze
toe kortpuntig, en het Oqpnbsp;groote Peer; van gedaante rondvallig, naar de Steel
agtig-groen, en met ligrnbsp;\' ^^^^r Schil is wat ruw, vanKoleur, ryp zynde, geel\'
of bfui-agt\'ig uiSet fgelXnlcnbsp;en vlekken overal geftipt, zo dat ze^^erlïï gra\'u,^;
daarvan tc onderfcheiden. dTrT.wtVt,^^^»gelique, maar
ze is uitteriy^
haar Vieefch is brofch,nbsp;het Oog niet gezonken, en de Steel korter is.
meen goede drooge Grond geïoHH^^nbsp;f^quot; zuikeragtige, tamelyk geurige fmaak, als
De Boom maak? goed Gewaf en draa\'fh..?^\'\' fnbsp;onfmakelyk? quot;
öoea uewas, en diaagt heel fterk, zo wel aan het Efpalier als op Stam,
TAB ÜLA
-ocr page 54- -ocr page 55-T
BËSCHRYVING v*m de PEEREN. Tas. VHX. a?
ESY DÊ CHAUMONTEL. Is een vry groote Peer; vaft gedaante iets langwerpig, dog
de eene valt op dezelfde Boom wel wat korter of langer als de andere, voorts raeeflentyds
wat hobbelig, en omtrent het Oog, dat vry diep gezonken is, doorgaans wat kantig of ge-
voert, en de Steel is niet lang,- haar Schil is ruw, vän Koleur met bruin-kaneelverwig fyn
gevlekt en geftipt op een geelagtige grond, en aan de eene zyde zomtyds iets ros-of purperagtig,
veel gelykenifle in gedaante hebbende met een Bon Cbretien ^ dog valt iets kleinder; haar Vleefch is
zagt genoeg, fmcltend, en, wel ryp zynde, van een geurige aangename fmaak, zo dat ze voor een
Van een van de befte late Winter-Peeren naaft de Colmar gehouden word, die tot nog toe bekend zyn,
raaar zc is zeer verfcheidcn in Deugd, volgens de Grond en Standplaats daar ze gegroeit is, paffen-
de haar het Efpalier zeer wel.
De Boom maakt goed Hout gewas, en draagt fterk.
ST. GERMAIN. Is een tamelyk grote Peer, van gedaante yry langwerpig zönder gebuikt té
Wezen, en doorgaans wat hobbelig en fcheef van Gewas , dc Steel is kort, en Oog weinig gezonken,
dog deze Vrugten vallen op dezelfde Boom veeltyds zeer ongelyk van gedaante; de Schil is grof en
ruw van aanzien, dog niet dik, van Koleur groen, met het rypen wat geelagtig wordende en is met
bruinagtige flippen geftipt; haar Vleefch is zagt, fmeltend, vol-zappig, van een zeer geurige ver-
hevene fmaak, als ze in een goede droge Grond cn goede Expoßtie gegroeit is, in natte ftyve Gron-
den biyft ze doorgaans laf en onfinakelyk: Ze moet, om d^ Vrugten goed te hebben, a\'lcyd aan \'t
Ejpalier op een goede Expoßtie (Zuid-Oofi of Zuid) geplaatft worden.
De Boom maakt goed Hout-gewas, en draagt zeer wel.
De geele St. Germain verfchilt nergens in van de vorige, dan dat ze wat geelagtiger van Koleur
valt, dog dat buiten twylfel door \'tEnt-Plantzoen veroorzaakt is.
FOPPEN-PEER. Is een tamelyk groote Peer; van gedaante dik en iets langwerpig, naardcSteel
toe, die redelyk lang is, puntig toelopende; haar Koleur is, ryp zynde, geel, en aan de eene zy-
de veeltyds wat helder-rood-bloezend, mooi op \'t Oog, maar zc dient niet om uit de Hand te ectcn,
en alleen om te ftooven, waar toe ze een van dc befte is ^ makende een rood Geftoof, en derhalven
waardig om geplant te worden.
De Boom maakt goed Gewas, cn draagt zeer fterk, weshalven die doorgaans niet heel grooc
Word.
De rooden Foppen-Peer- verfchilt van dc befchreveac niet, dan dat ze meer rood-bloezend is, fraai
op het Oog, welke min of meerder rood-bloezendhcid nergens anders doot veroorzaakt word, als
door ée verfchillige Natuuren der Ent-Plantzoenen, als mede van de Standplaats.
KAMPER-VENUS. Deze Peer gelykt by na in allen veel na de voorgaande, maar ze valt wat
korter van gedaante, en de Koleur is doorgaans niet [zo geel en rood-bloezend; ze dient ook niet om
uit de Hand te eeten, maar om te ftooven is zc uitnemend, wordende in het ftooven rood, zonder
\'er iets by te doen, gelyk de voorgaande,
Dc Boom maakt goed Gewas, draagt fterk, en kan groot worden.
BERGAMOT D\'HYVER. Word een vry groote Peer, gelykende ift gedaante en Koleur veel
na een gemeene Zomer- of Herfß\'^Bsrgamot, maar de Steel is veel langer, en ze vak doorgaans groo-
ter, en in allen zo plat niet; haar Vlecfch is zagt, zappig cn fmeltend genoeg, maar niec zo geurig
Sis de Herfß-Bergamot, of als dc Crqfane
De Boom maakt goed Gewas, en draagt redelyk wel.
ROUSSELET D\'HYVER. Is een matig groote, iets langwerpige Pcef; in gröote eh gedaante
Veel gelykenisfe hebbende met de Martin Sec^ en van zommige voor dezelve gcfiöuden wordende ^
dog ze verfchilt daar van in verfcheide deelen, als inde Steel, dien ze langer heeft, in de Koleur,
en in de fmaak; haar Schil is glad, van Koleur groenagtig-geel, als ze ryp is, en zomtyds vi^at rood-
bloezend, maar nooit zo bruin-rood of ros gelyk de Martin Sec\', haar Vleefch is iets kórlig dog zagt
genoeg, vol-zappig, en van een heel zuikeragtige geurige fmaak, als in een goede Grond gegroeid
is, anders valt ze laf en wild van fmaak.
De Boom maakt goed Gewas, en draagt heel wel.
COLMAR. Is een tamelyk groote Peer; haar gedaante is een weinig langwerpig, zonder ge-
buikt te zyn, by het Oog, dät groot cn wat gezonken is, wat platagtig, naar de Steel toe, diekorc
en dun is, weinig verdunnende, voorts wat oneffen of hobbelig, en fcheef van Gewas; dog zy va-
rieert in gedaante op dezelfde Boom , vallende de eene wat korter én platter, de andere wat lang-
^erpiger; haar Schil is glad cn dun, van Koleur, groenagtiger-geel, als ze ryp is, en wat fyn ge-
inpt^ ta Vleefch is zagt fmeltend, zappig, en vaneen extraordmairis geurige verheven ftnaak,
^is ze in een goede Grond gegroeit is; zo dat ze met reeden voor een van de befte Winccr-Peeren
mag gehouden worden; ze heeft daarenboven die eigenfchap, dat ze niet te gelyk ryp, maar dc
Jiaar de andere murv en eetbaar worden , zo dat men \'cr 2 a 3 Maanden , van December tot
-Maar?, van eeten kan; ook eens murv zynde, bederft zc niet ras, maar blyft in die ftaat lang, zon-
öer te rotten of onfmakelyk te worden: Maar ze moet, om die hoedanigheden tc vcrkrygèn, een
goede Grond en een goede Standplaats aan het Efpalier hebben, anders blyft ze by ons dikwils laf
onfmakelyk, gelyk meer andere uitlandfche en andere fyne zoorten.
DeBoom quot;maakt goed Houd-gcw\'as, en draagt, wat bejaart geworden zynde, tamelyk fterk.
f]p 1 ^^ MONARQUE. Kan een heel groote Peer, cn wel de grootfte van alle zoorten wor-
on ft\'\'quot;\'^^ blyft zomtyds wat kleinder, haar gedaante is dik, rond, ook zomtyds wat hobbelig of
quot;«ten, en naar de Steel toe kortpantig; haar Schil is glad, grof van aanzien, en dik, van Koleur,
G 2nbsp;ryp
-ocr page 56-BESCHRYVING yan de PEEREN. Tab. Vilt
Typ zynde, bleck-groenagtig, en zomtyds, dog zelden een weinig rood-bloezend; haarVleefeh
is grof en korlig, en ze dient niet uit de Hand te eeten, maar om teStoovenof te Braden is ze
exellent en een van de befte, te meer om dat ze groot is, en weinige de Pot vullen.
De Boom maakt goed, fterk, en grof Gewas, en draagt zeer fterk, weshalven waardig is geplant
te worden, te meer, om dat de Vrugt groot en oogzienlyk is, en weinige de Mande en Schotel
28
Nota Men moet deze Peer niet met de Winter-Gratiole verwarren, gelyk zommige doen, wanc
ze zyn\'zeer verfcheiden in gedaante, dewyl de Winter-Gr atiole langwerpiger, hobbeliger, en niec
zo kortpuntig is, gelykende veel naar een Bon Cbretien d\'Hyvers maar het is ook een Stoof-Peer.
NTA dat we de Befchryvingen der APPELS en PFEREN volbragt hebben, zo zullen we nü
twee Regifters daar van laten volgen, niet alleen om dezelve onder de voorgemelde Namen,
elk op zyn plaats, te kunnen vinden, maar ook volgens andere Meer-namen, waarmede
dezelve op differente PJaatzen genoemt worden; en het welk niet anders als zeer nuttig zyn
kan, om de Meer-namen (Synonyma) te weten, voor zo ver ze ons bekent geworden zyn.
Van DB
jTs^Agt, zieKroon-Appel. .
Aagt {Engelfcbc), zie Kroon-Appel.
Aagtje (Ènkbuiier), zie Enkhuizer Appel.
Angelier-Appel.
Anys-Appel; zie-Fenoiiillet.
Apis. Pommc d\'Apis.
Apis rouge.
Aurea Libertas. - ^ . ^
n
10
6
13
hardin ^ zie Courtpehdu.nbsp;, -
Bajlaard-Kroon, zieKrms vmGelàér. .
Bellefleur. Lange Bellefleur. Dubbelde Bel-
lefleur. , . . -
Bellefleur (Reinette-), zie Pomme Madame,
Bellefleur (Ronde), zie Pomme Madames
Bellefleur (Zoete), zië Dolphyri.
Binder-zoet, zie Zoete Holaart.
Blanke Rabauw, zie Bloem-Zuur;
Blanke Renet, zie Renette.
Blanke Zoete, zie Zilverling..
Beyer Bellefleur, zie Zuiker-Appel,
Bloem-Zóete, (Zomer- of Herffl:-). Holland-
fcbe Zoete; Goede Zoete. Kandy Zoe-
te.nbsp;.nbsp;.nbsp;. ,
Eloem-Zoete (Winter-}, Winter goedeZoe-
.te.......
Blocm-Zoete (Witte). \' . i
Bloem-Zuur., Blanke, Rabaaw:, , -
BorsdorfFer-Appel. Witte Leipziger. Rei-
nette Batarde. - -
Borsdorffer-Appel (Vroege). Langiidlige
^ BorsdorfFer. - - - ibid.
framboos-Appel, zie Gulderling.
Brand-Appel, - - - 8
grand-Appel (Zoete). Brand-Zoete. ^ 8
Bruindeling. Brüindert, Z#art-gat. - 11
Calville Blanche d\'Été. Wittè Zomèr-Calville 4
talville B anche d\'Hyver. Witte Winter-
Calville. Calville Blanche â cotes. 15
ville rouge d\'Eté. Rode Zomef-CalviJle, 4
Ulvilie rouge d\'Automne. Rode Herfft-Cal-
pnbsp;Herfft-Prefent. Gelders-Prefent. 6
Pag,
14
15
13
»-aiville rouge d\'Hyver. Rode Winter-Calvil-
Ie. ~ •
H
Sanguinöle. Calville Sanguinole.
Pag,
Calville musqué. Calville fouge eu de-
dans amp; dehors. - - - 14
Calville d\'Autömne rayé, zie Framboos-Appel.
Caraäer-Appel, zie Drap d\'Or,
Caroline d\'Angleterre, zie Engelfche Carolyn.
Citroen Appel (Zomer- ■of vroege). Tafel-
Appel. , -
Citroen-Appel (Winter-)- Limöen-Appeli
Coleur de Chair, zie Kroon-Appel.
Courtpendu gris. Grauwe Korpendü. Rei-
nette Courtpendu. Bardin. Pomme de
Bardin. Goslingafe Reinet.
Courtpendu rouge. Courtpendu rofaar. Rei-
( nette Courtpendu rouge. Rode Korpcn^^
dd.
Courtpendu blanc. Witte Korpendu.
Courtpendu (Zoete).
Ctiifinot^ zie JCroon-Appel,
Dantziger Kant-Appel Kant-Appel. Rode
Kant-Appel.nbsp;-nbsp;^ . j
Doeke Martens.nbsp;-nbsp;-nbsp;- 6
Dolphyn. Zoete Dolphyn, Dolphyn tripm-
phant. Zoete Bellefleur. Zöete Pigeóri.
Zoete Pasfe-Pomme. . - 5
Dragonder Appel, zie Wyn-Appèl.
Drap d\'Or. Rdnec Drap d\'Or. Carader-
Appel. ...nbsp;-nbsp;14
Duif-Appèl ^ zie Pigeon,
Dubbelde Griet, zie Gvïct.
Dubbelde geele Renet, zie Krappe-kruin.
Dubbelde grauwe Renet, zie Reinette,
Dubbelde roode Paradys, zieParadys.
E.
Engelfche Aagt. zic Kroon-Appel.
Engelfche Carölyn. Carolyn d\'Angletel-re.
Karlyn-Appel. PrcTent Rojal d\'Eté. Zo-
rner-Prefent. -nbsp;,nbsp;. j
Engelfche Konings of Kings-PsppiHg; 2ie Par-
main,
Engelfche Paradys^ zie Vrouwtjes-Appel
Engelfche Pepping, zie Parmain, en Pepping,
Engelfche Goud-Pepping, zie Pepping d\'\'Or,
Enkhuizer Appel Enkhuizer Aagje. Enk»
huizerMaagt. Tryn-weuwfter.
Ènhuizer Appel (Zoete).nbsp;lö
Erveling (Zomer-of Hertoquot;). Honderfc merk. 16
Ervelmg;
4
12
H
H
14
il
Pag.
16
St. Jans-Appel, zie Paradys-Appel
Joopen. Rodejoopen. amp;ode Zuure Joopen. 4
Joopcn (Rode Zoete). Rode Zoete Pepping. 8
Joopen (Witte Zoete). Zoete Neven. Wa-
ter-Zoete.nbsp;-nbsp;- » 9
juffers-Appel, zie Kruid-Appel.
Ji^ers-Kruidling, zie Kruid-Appel.
K.
Kaas-A-^el, zie Kantjes.
Kandy Zoete, zie Bloem-zoete.
Kanneel Zoete, zie Zoete Holaart.
Kant-Appel, zie Dantziger Kant^Appel
Kant-Ribbert, zie Ribbert.
Kantjes-Appel. Zieppel-Appel. Kaasjes-
Appel. .nbsp;. . .
Kantjes-Appel (Zxgt;ete).
Karlyn-Appel, ,zie Engelfche Carólyö.
Keizers Zoete, zie Peer-Zoete.
Koriings-Pepping, zie Parmain.
Korpendu, zie Courtpendu.
Krappe-Kruin. Dubbelde geel Renet. Pom-
me durant.nbsp;.nbsp;. ^nbsp;13
Kroon-AppeL Fyne Kroon. Aagt-Appel.
Engelfche of Hollandfche Aagt. Lëk-
kerbeetje. . ,nbsp;.nbsp;,nbsp;10
Kroon-Appel (Rode). Rode Kroon. Rode
Aagt. Tulp-Kroon. . . lö
Kroon-Appel (Zomer-). Zomer-Aagt. Cu-
finot d\'Eté. Cufinot tulpë, Quifinot.
Coleur de Chair. Tarw-AppeL . ƒ
Krpon-Appel. (Zoete). Zoete Aagt.
Kroon-Appel (Baßaard-), zie Kr uis-Appel. 11
Kruid-Appel (Enkelde). Vroege Kruid-Ap-
pel of Kruideling. ... 4
Kruid-Appel (Dubbelde). Goslingafe Kruid-
ling. ♦nbsp;• . . 4
Kruid-Appel (Witte). St. Jacobs Appel.
Lange Witte Appelnbsp;. . 4
Kruid-Appel (Laoweris-)- Sneeuw-Appel. 4
8 Kruid-Appel (Juffers-). JuiFers-Kruidling.
15 Juffers-Appel. ... 7
15 Kruis-AppeL _ Kruis-Appel van Gelder. Gel-
ders Kruis. Baftaard-Kroon. Baftaard-
Aagt.nbsp;...nbsp;7
Kruis-Appel (Rode). Rood Gelders Kruis.
10 Rode Baltaard-Kroon of Aagt. . 7
10
10
6
7
10
15
Lange lt;witte Appel ^ zie Kruid-Appel
Lauweris Kruid-Appel, zie Kruid-Appel
Lekkerheetje, zie Kroon-AppeL
Limoen Appel) zie Citroen-Appel
Litle Pepping i zie Peip^md\'Ox.
M.
Mer\'üeile Parmain, zie Parmain.
8nbsp;N.
!
Naantjes-Appel, zie Paradys.
NelGuin. . . . I
Noblesfe, zie Princcsfe Noble.
Nonpareille, zie Reinette.
Notre Dame, zie Vrouwtjes-Appel
O.
Oranje-Appel Engelfche Oranje-Appel
13
It
P.
Heer-Appel. Groote Heer-Appel. Groote
Prmfen-Appel. Prefent rojal d\'Hyver.
Wmter-Prefent.nbsp;^
Herffl-Pref ent, zie Calville rouge.
Holaart, zie Zoete Holaart.
Hollandfche Aagt, zie Kroon-AppeL
Hollandfche Pepping, zie Pomme Madame,
Hollandfche Zoete, zie Bloem-Zocte.
Hol-Zoete, zie Grauwe Zoete.
Hondertmerk, zie Erveling.
St.Jacoh-Appel, zie Kruid-Appel
E R
Pâgi
Erveling CWinter-).
Érveîing (Zoete).
Eyer-Appel Weyburger.
F.
Fenoüillet. Pommè d\'Anis. Anys-of Ven-
kel-Appel. Gorge de Pigeon. . 12
Fenoüillet douce. Zoete Anys- of Venkel-
Appel-nbsp;.nbsp;■nbsp;.
Framboos-Appel.. Calville d\'Automne rayé.
Geftreepte Herfll Calville. , -nbsp;5
Framboos-Appel (Winter), zie Gulderliilg»
Franfche Gulling, zie Gulderling.
Franfche Noble, zie Princesfe noble.
Franfche Rabauw, zie Reinette.
Franfche Renet, zie Reinette.
Fyne Kroon, zie Kroon-AppeL
Fyne Gulling, zie Gulderling.
G.
Gxele Gulling, zie Gulderling.
Geele Renet, 7Ae Remette. ,
Gelders Kruis, zie Kruis van Gelder.
Gelders Pref ent, zie Calville.
Goeie Zoete, zie Bloem-Zoete.
Gorge de Pigeou, zie Fenoüillet. ,
Gosïingafe Kruidling, zie Kruid-AppeL
Goslingafe Renet, zie Courtpendu.
Goud-Appel, zie Gulderling.
Goud-Appel, zie Peppin d\'Or.
Goud-Pepping, zie Peppin d\'Or.
Goudelings-Peppinn, zie ibid,
Goud-Renet, zie Reinette d\'ör.
Grauwe Gulling, zie Gulderlingnbsp;.
Grauwe Zoete. Grauwe Hol-Zoéte. Hol-
Zoete. Vlaamfche Zoete.
GraimePeer-Zoete, zie Peer-Zoete.
Grauwe Renet, zie Reinette.
Griet (Enkelde). Zwolfe Griet. Zeeuwfe
Griet.
Griet (Dubbelde).
Griet (Roomfche).
Groene Renet, zie Reinette.
Gulden Pepping, zie Peppin d\'Or.
Gulderling (Geele). Fyne Gulderling. En-
kelde Gulling. Goud-Appel.
Gulderling (Grauwe). Fyne grauwe Gulling.
Enkelde grauwe Gulling.
Gulderling (Dubbelde grauwe).
Gulderling (Rode).
Gulderling (Franfche).
Gulderling Zeeuwfche t zie Vrouwtjes-Appel.
Gulderling (Zoete).
Gulderling (Spaanfche). Winter Framboos-
Appel. Bramboos-AppeL
10
10
ló
STER
E G
R
3î
Pag.
Pag.
Princesfe Noble,
Noblesfe.
P,
Franfçlie Noble. Pomme
9
Paafch-Appel. »nbsp;.nbsp;ïnbsp;15
Paradys-Âppel (Witte Zomer). Vroege Pa-
ra\'dys Appel St. Jans Appel. Naantjes
Appel. ...nbsp;7
Paradys-Appel (Rode Zomer}. Rode St, Jans-
Paradys-Appel (Vroege Zoete).
Paradys-Appel (Enkelde rode Winter).
Paradys-Appel (Dubbelde rode Winter).
Paradys-Anpl (Ènkeldê)^ zie Vrouwtjes-Ap^
pël
E\'armain d\'Eté. Zomer- of Herffl-Parmain,
Peppin Parmain d\'Eté. Zomer- of Herfft-
Parmain-Pepping.
Parmain d\'tly ver. Pepping Parmain d^Hy ver.
Winter-Parmain. Wintei* Parmain-Pep-
ping. P^pin-Parmain d\'Angleterre. En-
geliche Parmain-Pepping. Grauwe of
blanke Pepping van der Laan, Pereme-
nes. Zeeuwfclîe Pepping.
Parmain rojal. Parmain rojal de longue dureé.
Engelfche Konings- of Kings-Pepping,
Merveille-Pafmain. Pubbelde Parmain.
Pasje-Pmme^ zie Pigeon.
Pasfe-Pomme (Zoete) , zieDoIphyn,
Peer-Zoete (Grauwe)i Keizers-Zoete. 2oe
te van Dekker. Pomme-poire. , 5
Peer-Zoete (Blanke).nbsp;.nbsp;,nbsp;j
Pepping of Pepling, Witte Pepping, Blanke
Pepping.nbsp;, ,1.nbsp;9
Peppin d\'Angleterre, zie Parmain,
Pepping ( Engelfche) 3 Parmain ^ en Pèppin
d\'br.
Pepping (Grauwe). , , . p
Pepping (Hollandfche), zie Pommè Madamt.
Pepping d\'Or, Goud-Pepping, Goudelings-
Pepping, Gulden Pepping. EngeRche
Goud-Pepping. Litle Pepping. Poramç
d\'Or. Goud-Appel.nbsp;, « 13
Pepping Parmain, zie Parmain.
Pepping (Rode).nbsp;,nbsp;♦nbsp;p
Pepping (Rode Zoete), zie Joopen,
Popping ^an der Laan, zie Parmain,
Peremene^, zie Parmain,,
Pigeon. Duif Appel. Pasfe-Pomme,nbsp;14
Pigeon (Bonte). Pasfe-Pomme Panaché,
Pomme de Jerufalem.nbsp;,nbsp;14
Pigeon (Zoate), zie Dolphyn,
Pepping of Pipling, zie Pepping^
Pomme d\'Apis, zie Apis.nbsp;ij
Pomme d\'Or, zie Peppin d\'Or,
Pomme douce, .nbsp;.nbsp;i\'nbsp;7
Pomme durant, zic Krappe-kruin.
Pomme de Jerufalem, zie Pigeon.
Pomme Madame, Wyker-Pepping. Holland-
fche Pepping. Ronde Bellerfleur, Rei-
nette Belleflcunnbsp;. , 15
Pomme de Palaiftina. .nbsp;. , 4
Pomme Poire, zie Peer-Zoete.
Pomme-Rofe. Pomme-Rofe de France. Eraîgt;
fche Roos-Appcl,nbsp;.nbsp;.nbsp;8
^efent fojal d\'Eté, zie Engelfche Carolyn.
^\'efent rojal d\'Hyver, zie Heer-Appel,
Prefent (Gelders), zie Calville rouge.
■Prefent (Zomer-), zic Engelfche darolyn»
Prefent (Herffl-), zie Calville rouge,
^ refent (Wiiiter-), zie Heer-Appel.
^rinfent-Appel (Gme), zie Heer-AppcL
^rinces-Appel, « , , . 6
i\'nnces-Appel (Zoete.),nbsp;6
H
16
Q-
Qiiißmt, zie Kroon-Appel,
R.
Rabauw. Gràuwe Rabauw,nbsp;,
Rabauw (Blanke), zie Bloem-zuur.
Renet van Aizema,
Renette blanche. Reinette triumphante. Wit-
te Renet. Blanke Renet. Witte Fran-
fche Renet. ^ Witte Renet met flippen.
Reinette grife. Grauwe Renet. GrauweFran-
fche Renet.
Reinette Franche.
Renette jeaune. Geele Renet. Geele Fran-
fche Renet,
Reinette doré. Gout Renet. Reinet tuhpe.
Tulp Renet,
Reinette Grife musqué. Zoete grauwe Renet.
Zoete Franfche Renet.
Reinette Montbron.
Reinette non pareille. Pomme non pareille.
Reinette verde. Groene Rçnet, Groene Fraü-
fche Renet.nbsp;,nbsp;. ,
Renet v^n Zorgvliet. , ,
Renet (Zoete geele of geel-grauwe). Zoete
Goud Renet,
Reinette batarde, zie Bors dorffer,
Reinette Bellefleur , zie Pomme Madanle,
Reinette Br op d\'Or, zie Drap d\'Or.
Kenet ( Geele Dubbelde), zie Krappe Kruin,
Renet van Goslinga, zie Couryjendu.
Ribbert, of Ribling. ZuureRibbert, Zuure
Kant-Ribbert. Witte Ribbert of Ribbling,
Ribbert of Ribling (Zoete). Zoete Kant-Rib\'
bert.nbsp;,nbsp;♦nbsp;»nbsp;f
Rode Calville^ zie Calville.
Rode Gulling, zie Gulderling,
Rode Kroon ^ zie Kroon- AppeL
Rode Kruis, zie Kruis-AppeL
Rode Pepping, zie Peppin.
Rode Wyn-Appel, zie Wyn-Appel
Roomfche Griet j zie Griet.
Roos-Appel. , .nbsp;, . S
Roos-Appel (Franßbe), zie Pomme-Rofe
S.
Bangüinole, gie Calville.
Silverling (Witte Zoete. Witte 2oete, Of
Silverling (Geele Zoetegt;nbsp;•nbsp;gt;■ It
Spaanfche Gulling, zie G-ilderling,
Striepeling (Zomer-).nbsp;•nbsp;.nbsp;8
Striepehn^ (Herfft-). lt;■ ^nbsp;5
Striepeling (Winter-),nbsp;,nbsp;,nbsp;p
Striepeling CZoete),nbsp;,nbsp;,nbsp;.9
Suiker-Appel, Bleyer Bellefleur,nbsp;, 6
Swaan-Appel (Zoete), .nbsp;. 6
Taf el-Appel, zie Citroen-AppeL
Tarvo-Appel, zie Kroon-Appel.
Trynweuivfier, zie Enkhuizer,
Tulp-Kroon, zie Kroon-Appel,
H 2
9
Î2
iî
12
12
Î2
13
16
13
12
ii
13
16
14
Veentjes-Appel. Veen-Appel.nbsp;.
Veentjes-Appel (Zoete). Veen-Zoete.
Venkel-Appel, zie Fenouillet.^
Vlaamfcbe Zoete, zie Grauwe Zoete.
Vrouwtjes - Appel. Pomme Notre Dame.
Zeeuwfche Gulling of Gulderling. En^
gelfche-Appel. gt; i
WiterZoéte^ zie Joopen.
Wildj es-Appel. . , .nbsp;*
Winter - Prefent, zie Heer-Appel.
Witte Calville, zie Calville.
Witte Leipziger, zie Borsdorffer.
Witte Platte, Witte. Witling. s
Witte Remt ^ zie Reinette.
Witte Ribbêrtj zie Ribbert.
Witte Zoete, zie SilverUüg.
Witte Wyn-Appel, zie Wyn-Appel.
Witting, zie Witte Platte.
Wyhurger, zié Ei]gt;r-Appel.
Wyker Pepping, zie Pomme Madame.
Wyn-Appel (Witte). Grote Wyn-AppeL
Wyn-Appcl. (Rode). Dragonder-Appel.
13 Zeeuwfcbe Griet, zie Griet.
13 Zeeuwfche Gidling, zie Vrouwtjes-ApheL
Zeeuwfche Pepping, zie Parmain.
• Zeeuwfche Zoete, zie Zoete Bobbert.
Zieppel-Appel, zie Kantjes-Appel. i
Zoete Aag, zie Kroon Appel,
f Zoete Bellefleur, zie Dolphyn.
Zoete Bobbert. Zéêruwfche Zoete.
Zoete van Éekker, zie Peer-Zoste.
Zoete Dolphyn, zie Dolphyn.
Zoete Holaart, Holaart. Binder-Zoete. KaË-
II neel-Zoetenbsp;.
Zoete Neesen, zie Joopen.
Zoete Pigeon, zie Dolphyn.
Zoete Venkel-Appel, zie Fenouilett
B Zon-Appel. (Zuuré). . «nbsp;^
Zon-Appel. (Zoete).
Zomer Aagt, zie Kroon-AppeL
Zomer - Calville, zie Calvil e.
Zomer Gulling, zie Gulderhng.
Zomer Kroon, zie Krodn-Appel.
Zomer-Patmain, zie Parmain.
Zomer Prefent, zie Engelfche Carolyni
11 Zwartgat, zie Brundeling.
II Z\'wol/che Griet, zie Griee.
ïo
5
T
Pag.
Paè^
amp; Ss
fe
i
N
PEER
Pag.
Braham Ëatelyne Peer ^ zie Citron de
^ Sirene.
Admiraal.
Admiret roux, zie Oignonnet,nbsp;î
Ambleufe, zie Beurré.
Amhoii\'e, zie Beurré. , .
i\'Amhre (Poire), zie Mufcât Roberè.
Ambre gris, zie Ambrette.
Ambretted\'Hyver. Ambrette grife, Ambre
gris. Belle Gabrielle. Trompe-Valet.
Ananas-peer.nbsp;.nbsp;.nbsp;..
Angélique. Angelique de Bordeaux. St. Mar-
tial.
Angleterre^, zie Poire d\'Angleterre.
Angbife, zie Bon Chretien.
Anjou, zie Beurré. _
Apothekers-Peer, 7Àt Bon Chretien.
4ugtifi-Peer, zie Poire d\'Oeuf.
Avérât j zie Robine.
Bi \'
^\'üu Prefent, zieËp^Ygne.
^elle fertile, zie Gezegende ?eer.
^elle Fille, zie Moojje Neeltje.
^^lle Gabrielle, zie Ambrette,
pfllisfime, zie Vermillon,
^ergamotte d\'Eté. Zomer- of Vroege-Bej-ga-
mot. Dubbelde of groote, Bergamot,
i^ergamotte d\'Automne. quot;Herfft- of Late-Ber-
gamot. Plollcindfche Bergamot. Soppi-
P ge Groentje. Maatjes-Peer.- Heere Peer.
Bergamotte Crafane. Crafane. Beurré plat.
Bergamotte doreé. Bergamotte musqué,
^crgam.otte d\' Hy ver. Bergamotte de Paque
^ Winter Bergamot. La Grilliere.
:^^^\'gamottepanacbeé, zie Bergamotte fuiffe.
g«îiquot;gamotte Soulers.
^^rgamotte\' fuifte ronde. Bergamotte pana
cheé , ou mafbreé. Bonte Bergamot,
^^rgamotte fuifle longue. Verte longue pana
cheé. Verte longue fuifle. Poire brodeé
Bonte of geftrfeepte lange Bergam.öt. ,
marnctte tardive, zie Colmar.
■^^Berjiy, zie Parfum.
Jjtevaars.Pcer, zie Winter-Gratiole.
Chasj\'ery, zie Chasfery.
•^ety de ChaumonreL\' Poire dé Chatimontél
Beurré d\'Hyver, Winter-Beurré. W;n
tcr^Boter-Peer.
A.
23
2Ö
18
26
13
19
23
s.
27
2(5
20
21
27
Befy de Hery. Beftderie. Carwey-Peer,
Befy de Landry t zie Chzsfery.
Beurré blanc. Beurré blanc hatyf. Witte of
blanke Beurré. Poire Monfieur. Poire
Seignore. Poire de Neige. Poire à cour-
t^ queùe. Poire St. Michel. Michel
Doyenné., , Gros Doyenné. La boririé
Ente. Citron de Septembre. Grote of
blanke Doyènné Herfft- Citroen-Peer.
Herfft- Goud Peer. Franfche Canneel,
in Flaanderen. Valencia,
Beurré gris, ou vcrd. Grauwe, of groene Bo-
ter Peer. Poire de Vendôme-
Beurré rouge. ;^eurré roux. Beurré d\'Or.
Beurre d\'Anjdu. Bëurrë d\'Amboife. Beur-
ré d\'Ambleufe. Poire d\'Amboife. Ifam-
bert. Yfambert le bon^ Gifambert. flo-
de of roffe Boter-Peer.
BeiiTré d\'Angleterre, zië Poire d\'Angleterre.
Beurré à\'Août, zie Brulfelfe.
Beurré d\'Août ronde, zie Fondante.
Beurré (Engelfche), zié Poire d\'Angleterre. .
Beurré hatif , zie Fondante.
Beurré d\'Hyver, zie Befy de ChaumonteL
Beurré (Zomer-),, zie Brulfelfe.
Blanke Beurré, zie Beurré blanCi
Blanquet, zieSuikerey.
Bloed-Peer, zie Granaat-Peer.
Bon Chretien d\'Eté. Safran d\'Eté. Zomer
Bon Chretien. Zomer Safraan^Peer. Gra-
tiole d\'Eté.,, Gr.acio,li di, Roma. Zomer-
Gratiole. Brabahtie Gratiole. Suyker-
kandy-Peer, Karijuweel. Kruid-Kanju-
weel. Marfe^cin-Peer. Malvafier-Peer,
Schagermaagd. Apothekers-Pcen Ca-
nelle. Kanneel Peer.nbsp;. ^
Bon Chretien d\'Automne. Bon Chretien d\'
Efpagne. Safran d\'Automne. Gratiole
d\'Automne. De Janvry. Preftdent d\'Ef-
pagife Hei-m Bon Chretien. Herfft Saf-
raan-Peen Herfft Gratiole. Van Dvks
Peer.nbsp;.nbsp;.
Bon Chretien dl-îy ver. Poired\'Angoifêi Win-
ter-Bon Chretien. Anguifle-Pçer.
Boter-Peer, fie Beurré gris, en Éefy de Chau-
nicntel.nbsp;/ ,
Bourdon. Bourdonmufqpè. Gros Mufcat rond quot;i
Brabantfe Gratiole, fie Bon Chrétien.
Brederau, zieSuikerey.
Brodeê (La), zfe Bergamotte fuilfe.
Bruflelfe Peer. Poire Madame. Madame de
Jnbsp;France
Pag.
2é
2»
2J
25
22
19
19
\'T
E R
R
34
Foppen-Pe?r. Fafen-Peer. Duc de la Force. ^
. Poii-e la force . .nbsp;•nbsp;»
Franc rojai d\'Eté i zie Fondante.nbsp;. ,
Franfe Canneel, zie Beurré hlznc.
Franfe Canneel, zie Fondante.
Fraiîfe Keyferin, zie Se. Magdalene.
Franfe Madame, zie Brulïelfe.
Friolet, zie Caffoletté.
Frontignac-Peer.
Fufeé, zie Cuiffe Madaméi snbsp;4 ®
G.
St. Germain. Inconnue de la Fare. Poirede
l\'Artiloire.nbsp;. .nbsp;.
St. Germain (Geele). Kent-Peer.
Gezegende Peer. Poire benite. Belle Fer-
tile. Petite fertile. largonelle d\'Autom-
ne. Mont-Dieu.nbsp;,nbsp;.nbsp;H
Gezegende-P eer j (Franfe), zie Muscat-Robert.
Gifamhert, zie Beurré.
Qlfamhert, zie Poire d\'Angleterre.
Goud-Peer. Poire d\'Or d\'Eté. . . 18
Goud-Peer, (Herfß-), zie Beurré Blanc.
Gracioli i zie Bon Chretieri.
Granaat Peer. Bloed Peer. Sanguinole. . 24
Grand Bretagne. ... . i9
Grand Monarque. Grote Monarch. Grote
Mogol. Grote Tamerlan. Poire de Livre.
Pond-Peer. Gratiole ronde. Ronde Win-
ter Gratiole. Endegeefter Peer; Flo
rus-hey-Peer. Ysbout-Peer. , 2?
Grand Mufcat, zie Mufcat Robert.
Gratiole , zie Bon Chretien.
Gratiole (Ronde), zie Grand Monarque.
Gratiole (Lange), zis Wincer-Gratiole.
Gratiofe , zie Gratiole.
Grauwe Beurré, zie Beurré gris.
Grauwe Suykerey of Suiker-Peer ^ ziéSuikefey.
Grelliere, zie Bergamotte d\'Hyver.
Gros Blanqiist, zieSuikerey,
Gros Micet d\' Eté, zie Fondante.
Gros Mtfc, zïe Orange.
Gros Muscat, zie Robine.
Gros Mufcat rond. zie Bourdon.
Grote Mogoli of Grote Tamerlan, zie Grand
Monarque.
Grote Monarch, zie Grand Monarqué.
Hallemine. Hallemine bonne. Ongeënte Peer.
Heere-Peer, zie Bergamot.
Hoe langer hoe liever. Schone Vrouw. Hoe-
re-Peer. Tysjes-Peer .nbsp;.nbsp;2I
Hoere-Peer, zie Hoe langer hoe lieven
Honing-Peer, zieSuikerey.
HonviUe, zie Robine.
K
Jagt-Peer, zie Chaffery.
Janvryzie Bon Chretien
Jargonelle, Poire de Jofeph,nbsp;.nbsp;23
Jargoiielle d Automne, zie Gezegende Peer..
Jmperairice, zie St. Magdalene.
\'incomparable, zie Colmar.
Jnconnue de Cbeneau,, zie Fondante.
\'jnconniie de la Fare, zie St. Germain.
Jfambert, zie Beurré.
Kalmer-Peer.
van Dantzig.
de Keizerin.
21
Grote Kalmer. Kalmer-Peer
Dantziger Peer. Dubbel-
Witte Keizerin. Comman-
deurs
Pag.
France. Franfe Madam. Supreme. Beur-
i-éd\'Aout. Zomer-Beurré Poire de Figue.
Mouille-bouciie d\'Eté. Wmdforfe Peer. ï8
C.
Callabasmufqué. Calbas-Peen
Poire de Venus.
Calmer-Peer, zie Kalmer.
Canelle, zie Bon Chretien.
Canneel-Peer (Franfe) ^^ zie Fondante.
Car^ey-Peer, zie\'Befy d\'Hery; _
Caffolette. Mufcat veYà, en Poitou. Tate-
Ribaut, en Anjou. Friolet. Poire de
Silleric. Verdafïe.
Caule-foif, zieFondante.
Cha{rery,L\'Echalïery. Befy de Chaffery. Be^
fy de Landry. Be\'fy d\'Hery-Landry. Ver-
de longue d\'Hyver. Jagt-Peer.
zie Be\'fy de Chaumontel
Cher â Dames. Cher â Dame ronde. Cher â
Fille. Poire de Prince. Prinfe-Peer.
Rouffelet d\'Anjou. Dubbelde Mufcadelle
Madera-Peer. Milan rond.
Ciîwzrfe Cflmex, zie St. Magdalene. _
Citron de Septembre, ou d\'Automne, zie beur-
ré blanc.
Citron de Sirene. Citroen-koleurs Peer, v roe-
ge Hagenaar. Vroege Wyn-Peer. Vroe-
ge Katelyne. Abraham-Katclyne.
Colmar. Kolmer-peer. Roskammerpeer. Ber-
gamotte tardive^ Poire; Manne. Incom-
parabie.nbsp;.nbsp;*nbsp;^
CoJfflcr-Péêr, zie Kalmer.
Commandeurs-Peer, zie Kalmer.
Conle-foif, zie Fondante.
Cr a fane, zieBargamotte Crafane.
Cuisfe Madame. Poire de Rives.
Fufcé.
De Cypre, zie Oignonnet.
D.
Dantziger Peer, zie Kalmer.
D Âverat y zie Rohinc.
Diamant Peer.
Doyenné, zie Beurré blanc.
Duc de la force, zie Foppen J\'eer.^
Dyks Peer (Fan), zie Bon Chretien.
Ecarlate, zie Orange Mufqué. ^
Endegeefler, zie Grand Monarque.
Engelfche B-eurré, zie Poire d\'Angleterre.
PInse\'lle Koningin.
L Ëchajfery , zie ChaiTery.
L\'Epargner St. Samfon. Beau Prefent.
Epine d\'Hyver.
Eyer-Peir, zie Poire d\'Oeuf.
H
F.
Fafen-Peer, zie Foppen Peei%
Figue (Poire de) , zie BrulTelfe.
Fin-Or d\'Eté, zie Fondante.
Fleur de Guigne , zie Poire fans Peau.
Floris hey Peer , zie Grand Monarque.
Fondante. Fondante de Breife. Beurré hatyf.
Beurré d\'Août ronde. Coule-foif. Incon-
nue de Cheneau, Franc rojal d\'Eté. Fin-
Or d\'Eté. Gros. Micet d\'Eté. Franfe
Canneel-Peer.
21
23
25
H
23
27
Pôifc de
23
£1
21
23
25
Ë R.
Si
R
deursf-Peef.nbsp;inbsp;inbsp;i
Kamper-Venus. Kamper-Peer.
Kanjîiweel, zie Bon Chretien.
Kanneel-Peer, zie Fondante.
iTawzeeZ-Pger, zie Bon Chretieil
Karwey-Peer , zie Befy d\'Hery;
Kateîyne , zie Citron de Sirene.
Keet-Peer, zie St. Germain.
Keizerin (Enkelde). Zoete Keizerin. Lange
Keizerin. , » .nbsp;i
Keizerin (Dubbelde^ j zie Kalraer-Peer.
Keizerin Œranfcbe% zie St. MagdalenCi
Keizerin { Witte), zie Kahner.
Kley-Peer, zie Suikerey;
Kolmar, zie Cohnar.
Kolmer, zie Kahner-Peer.
Konings Zooji-Peer ^ zie Poire d\'Angleterrë.
Kruid\'Kanjimeel j^zie Bón Chretien.
L.
Laagftaart. Rotteftaart.nbsp;inbsp;i
Louife bonne. .nbsp;;
I-ouwtJes-Peer. Bruine LöuwtjeS\'Peer ;
M.
Maatjes-Peer, zie Bergamottéi
Madame {Poire\'), zie Bruffelfs.
Madera-Peer, zie Cher â Dames.
St. Magdelene. Poire Magdalene. Magda-
lene Peer. Impératrice. Keizerin. Fran-
fche Keizerin. Citron dé Carmes.
Malvafier-Peer , zie Bon Chretien.
Manne (Poire), zie Kolmal*.
Marquis d\'Hern, zie Poiré fans peau.
Marquife. Markifinne,nbsp;.nbsp;i
Mari\'epein-Pe\'er, zie Bon Chretien.
St. Martial, zie Angélique.
Martin Sec d*Hy ver. Martin Sec de Provence ^
ou de Champagne i
Meloen-Peer.nbsp;s
Meffire Jean gris j amp; doré.nbsp;i . «
Mlcet d\'\'Ëté(Gros), zie Fondante^
St. Miciel, zic Beurré blanc.
Mosrol, zic Grand Monarque.
Milan jeatine, zie Mouille bouche, \'
Milan rond, zie Cher â Dames.
MoyeNeeltje. Belle Fille. Belle Puèellei
Mohfieur (Poire de), zie Beurré blanc,, .
Mont-D^eu, zie Gezegende Peer.
Mouille bouché d\'Eté , zie Bruffelfc,
Mouille bouche d\'Automne^ zie Verde löngüe*
Miifcd\'Eté, .zie Orange,
Miifc d\'Hyver, zie Orange^
MitfcadeUPeer y vÀeMxiïc^it. , ..
MiifcadelPeer (Biibbelde), zie Cher â Damés.
Miifcadille(Gro(re)î zie Vermillon.
^\'^ufcatrAHemand.
Mijcat d\'Avérât i zie Robine.
Mifcat d\'Eté, ou d\'Août^ zie RobinCi
Mufcat Fleury. Mufcat â longue queue d\'
Automne.quot; . i ■ .
Mifcat a longue queue ^ en Touraine, zie Rous-
, feline
Mufcat (Petit). quot;Petit Mufque d\'Orléans.
Mufcadille. Mufcadel-Peer.- Sept en
, gueule. Seven op eenen.
Mufcat Robert. Grand Mufcat. , Gros Muf-
que. Poire a fa Reine, iiCnbsp;Ge-
zegende Peer. Poire d\'Ambre. La Prin-
^cesfe. PucelledeXaintogne.
zie Bourdon.
Pag.
20
27
23
24
2Ö
ä(5
17
z5
18
19
n
25
23
17
22
Mufcat rouge, zie Verraillori.
Mufcat Ver d, zie Cas foie t te.
Mufcat d\'An] ou i zie Suikerey^
N.
Neige (Poire de), zie Beurré blanés
St.Mcolaas-Peer, zie Suikerey.
OStobers ZuikerPeer, zi.e Suikerey.
Oeîf/, zie Poire d\'Oeuf,
Oignonnet (Gros). Oignonnet mufqiié.
miret roux. Roi d\'Eté. Roi rOux.
re de Cypre.nbsp;. .
Onge\'énte-Peer, zie Hallemine bonne.
Orange verde, ou jeanne. Orange plat. _____
ge Peer Gros Mufc , ou Mufqtié d\'Été
Orange rouge. Rode Oranje-Peer. Oranje
geblooft, ofgebloôfte Oranje-Peer. Gros
Mufc,, ou Mufqué d\'Eté rouge. Ecarla-
te. Orange d\'Ecarlate.
Orange mufquée. Orangé mufquée d\'Eté. 0-
rangc comaiiune. Petice Orange. Orange
ronde. Orange grife. Ordinairis Orange^
Peer. Orange verde; i
Ovale, zie Poire d\'Oéuf.
22
2S
zt
Parfum d\'Été, ou d\'Août. Poire de Berny.
Perdreau muf que, zie Rousfeletâ
Perle (Poire de}, zie Suikerey.
Petite Fertile, zie Gezegende Peer.
Poire d\'Ambre, zie Mulcat Robert.
Poire de L\'Artilloire, ziC\'St. Germain.nbsp;.
Poire d\'Angleterre. L\'Angleterre. Beurre
d\'Angleterre, Engelfche Beurré of Bo- 24
ter-Peer. Gifambert. Engelfche Gi-
fambefti Zoon-Peer.
Poire Benite, zie Gezegende Peer.
Poire a courte queue, zie Beurré blanc.
Poire la Force, zie Foppen Peer.
Poire de Fufeé, zie Cuife Madame.
Poire de Livré, zie Grand Monarquci
Poire Manne, zie Colmiaf.
Poire d\'Oeuf. Ovale; Eijer-Peér. Auguft-
Peer.nbsp;;nbsp;;nbsp;.nbsp;20
Poire fans peau. Poire fans peau d\'Eté. Peer
zonder Schil. Fleur de Guigne, Rous-
felet hatif. Vroege Rousfelet; • 22
Poire fans peau d\'Automne. Marquis d\'Hem,
Ad^
Poi-
ig
Orah-
en Flandre. Wal d enfer Peer. _ . 24
Poire fans peppins, zie\'Zonder-zielcjes.
Poire de Prifice, zie Cher â Dames.
Pond-peer, zie Grand Monarque. _
Prefidem d:E]pagne, zie Bon Chretien.
Prince-peer, zie Cher â Dames.
Prince d\'Eté, zie Cher â Daraes;
Princesfe-peer i zie Mufcat Robert.
Pue elle (Belle), zie Mooije Neeltje.
Pitcdle de Xaintogne^ zie Mufcat Robert.
20
20
I 2
Reine Poire â la j zié Mufcat Rober t.
Riet-Peer (Dubbelde).
Riet-Peer (Enkelde).
Rives (Poire de), zie Cuisfe Madame.
Robine. Robyn-Pcer, d\'Avérat, Mufcat
d\'Averat. Mufcat d\'Août, ou d\'Etés
Gros Mufcat d\'Eté. Rojale d\'Août. Ro-
jale JXlufqué. Poire de la Honville.
46
Rode
ik
-ocr page 64-A È
n
Èï
21
27
24
®5
22
25
Rode Wangetjes.
Roi d\'Eté, zic Oignönnec.
Roi roux , zie Oignonncc
Rojcde d\'Eté, oud\'Aotit, zie Robine.
Roskammer, zic Colmar.
Rottejiaart, zie Lmgüeert.
Rousfelet. Rousfelet rausquë. Petit Rous-
felet. Perdreau mufqué.
Rousfelet de Rheins. Gros Rousfelet.
Rousfelet d\'Hyver. Winter Rousfelet.
Rousfelet de Anjou, zie Cher â Dames.
Rousi\'elet batif, zie Poire fans jkau.
Rousfeline. Rousfelyn-Peef. Mulcat â loh-
gue queue, enTourane.
Saffran d\'Eté, ^ d\'Auïonme, 2ic Bon Chre-
tien.
Saffraan-peer,, zie Bon Chretien.
St.SamJm, zie Épargne.
Sanguinole, zie Bïoëd-Peer.
Sans peau, zie Poire fans peait, _
Sans Peppins, zie Zonder-zieltjes.
Scbager-Maagd, zie Bon Chretien.
Seignore (Poffe de), zie Beurré blanc.
Sept en gueule, zie Petit Mufcat.
Seven op eenen, zie Ibid.
Sillerie (Poire de), zie Casfolette.
Smeer-Peer.
Sonder Schil,zie Poire fans peau.
Sonder-zieltjes. Poire fans peppinsi
Soon peer, zie Poire d\' Angleterre,
Soppige Groentje, zieBergamotté.
Spek quot;Peer. ^ ;nbsp;., »
Ä.
Pa^.
Suikerey (Winter-). Winter Suiker-Peef.
Kley-Peer. ...
Suiker-peer (Groene\'), zie Suikerey (Herfft-);
Suprime, zie Brusfelfc.
t.
Tamerlan (Groote), zie Grand AÏonarqu\'e.
Tate Ribaut, zie (Casfolette.
Tomas of Thomas-peer, zie WinterGratioIe.
Trompe F\'alet, zie Ambrette.
Tysjes-pee^r, zié Ploe langer hoe liever,
V.
Ffl^eraciß 5 zié Beurré blanc.
Vendome (Poire de), zie Beurré grisi
Venus (Poire de), zic Calbasfe.
Ver das fe, zie Casfolette.
Vermillon. Bellisfime. Mufcat Rouge. Mus-
cadille rouge. Grosfe Muscadiîle. Rode
of groote Muscadel.nbsp;. .
Verde longue. Mouille bouche d\'Automne 25
Verde longue d\'Hyver. zie Chasfery.
Verde Icîigiie panachée, zie Bergambtte fuisfe.
Vroege Hagenaar, zie Citron de Sirensi
Vroege Katelyne, zie Ibid.
Vroege Suikerey, zie Suikerey.
Vroege Wyn-P^er, zie Citron de Sirene.
W.
tValdenfer-pëer, zic Poire farts peaii,
Wiîidforfe, zie Brusfelfe.
Winter Bergamot, zie Bergamot te.
Winter Beurré, zie Befy de Chaumontel.
Winter-Gratiole. Gratiole d\'Hyver. Lan^ö
Gratiole. Beftevaars-Peer. Tomas-Peer. àf
Winter-Suikereyoî Suiker peer, zie Suikerey, quot;
Witte Beurré, zie Beurré blanc.
Witte Madame, zie Witte Princesfe.
Witte Princesfe. Witte Madame.nbsp;ai
Wyn-peer (V^oege), zig Citron de Sirene \'
Sucré ver d, zie Suikerey (Hcrffl-Jls
Sucré blanc, zic Suikerey^
Sucrin blanc, zie Suikerey.
Suikerey (Vroege). Vroege Suiker- of Ho-
nig-Peer. Petit Blanquet ? Poire de Per-
le ?nbsp;.nbsp;.nbsp;.
Suikerey (Kortftelige). KOrtllelige Suiker-
Peer. Blanquet â courte queuct Gros
Blanquet. Grote Blanket. Blanchette.
Mufquette d^Anjou. ,
Suikerey (Langftelige). Langftelige Suiker-
Peer. Blanquet â longue queue. Sucrin
blanc. Blanke Suikerey of Suiker-Peer.
Suikerey (Grauwe). Grauwe Suiker-Peer.
Suikerey (Herfft-). Herfft- of Odobers S ui-
ker-Peer. St. Nicolaas Peer. Blanquet
d\'Automne. Brederoo. Sucré verd. Groe-
ne Suiker-Peen
17
17
18
18
Tsbout-peer, zie Grand Monarque.
Z.
i§ Zuiker-péer, zie Suikerey.
N D E.
m
DIE MEN IN ÜE HOVEN PLANT EN ONDERHOUT:
//ä\\ »
WAAR B Y
w.
DerZèlver differente Benamingen^ P\'oortteeling^ Groei-plaat\'
zen^ Cultuur^ ch Huishoudelyk Gebruik, als mede het
Confyten en meer andere Toebereidingen der Vmg-
mi 5 en2.3 nauwkeurig aangewesien worden.
fé
y
ALLES
w)
fà
w/
I
1
I
fà
Door een veeljarige Ondervinding ópgejielt^ ten dienjit
en vergenoegen der Tuin-Lief hebbers ^
DOOR
^y^.FEÈ^ERDJ en G.TRESLING, Boekverkopers, g
I
ï
il
â
\'f:
m
(
r \'
- -,
\' -.-..quot;.a 1 \'V
i ■
.h
11 . |
w |
Î |
■ • . ■ . |
f ! Ill\' |
\\,. ; |
{, |
5 .V |
i ■ |
•
-Vk^-
- . ^
: 1 :
gt; • ;
wi a .-i A W: B . a J
lt; vl
-ocr page 67-VAN
^Fi\'nifré Taren zvft \'er nö2 mäaf gepasfeert, zedert dat wy onze Pomologie ^ of Be-
^ fchfvviien en Afbeeldingen van de meefte en befte APPELS en PEEREN diö
men in welgeftelde en aanzienlyke Vrugt-hoven kweekt, aan de Lief hebbers van
Pomona mede gedeelc lebben; en dewyl wy door verfeheide Brieven vM diverfe
W ▼ Plaatzen ten vollen overtuigt zyn, dat het gemelde Werk (het welk niet zonder
veel moeite en lang onderzoek door ons in het ligt is gebragt) de goedkeuring ^^.J^^ JlS^^
niet van alle) Kennaars en Liefhebbers heeft Weggedragen ^ vleyen we ons, dat ook ^^ Wtr.. oy
dc L ief hebbers niet minder aangenaam zal zyn j te meer, verniids we m uen jare 1750 een Aoro
tre- bier v?n hebben uitgegeven, het welk van de Kennaärs wel ontvangen 1$.
nigt; Werk bevat eene Befchryving van alle de Ooft- en Frugt-bomen, die men, wegens
ceS.rP en niifof meer aangenime In geurige Vrugren, in welgeftelde Hoven plant en ondernoud,
S aUtïn om hü^^^Sdzef dat ze aangiet Menfchelyk Ligehaam geven, maar of om door hunne
Siiheidow-T^^ fti-elen en het Hert te verkwikken, behalven dat ze ook dienen, om aan-
Silke Tall , iSlr zoort iü z^n tydt, te verderen en op te pronken, gelyk ook de meefte met
inindèr tot Medicynen verftrekken voor een zjekelyk of kwynend L^Sg^f «j- ^nbsp;^
OnreBelrhrvving behe ft dus, de verlchilhge Benammgender GeOa^en eo /.oouen van Vrugt-
bo-cri vSfcheWerhande Talen, en in het byzonder ook de Latynfche Botamfcne IS\'amen ge^
bruikä\'yrby de voornaamfte Kruidkenners; vervolgens de Plaatzcn of La^idichapp^, c f r deze
ve mt Jar^ of van zelf in het wild groeifen; hier op volgt de AanKwexing en verdere Oncterhou-
din^van iedei Geftaïït of Zoort; daar na Wyzen we het OEconomifche of HuisiiouddyK gebruik
ïïn wnar toe van ieder Zoort, zo wel de Vrugt als andere Deelen des Booms oeft aienp, het zy
op fall iïïe Keuken, of tot\'Confituren en andere Toeb^eidinpn of Hiiislyke gebnr.ken.
AaSnde de Vooftteeling en Cultuur dezer Vrugt-gewasfen, die hebl^n we zo ik mee«, zeer
duidelyk cn naukeurig verhandelt, aantonende, op wat wyze ieder Gefiagt of Zoort beft aange-
kweekt of vermeerdert, en verder onderhouden wofd^ enz.: Eaog hadden aaar over nog wei
breder kunnen uitweiden, als We overal hadden moéten aanwyzen (by voorbeeld) de Bearbeiding
en Toebereiding van de Grond, de Behandelina; van het Zaad zaaijen, van hetSte.ven, Inleggen en
Scheuren- van bet Enten, Öculeeren, Snoeijen, enz.: Maar dewyl wy dit reeds in een ander
önzer Werke«j gem^imt Befcbouweiide en U^erkdadige HQvenier-konß, breedvoerignbsp;betoel
Eeliben gedaan, hebben wy\'önnodii geagtj zulks hier weder op éieuw te herhalen, maap^yzeö
de Tuin-Lief hebbers ten dien opzigte naar dat Werk ^ en durven hen hetzelve, nevens dtt te ge-
bruiken, nog wel eens recommandeercii. , .nbsp;,,nbsp;,nbsp;\' j n^
Betreffende het OEconomifcb gebruücj dat wel het voornaamfte oogmerk van de Cultuur aer tje-
wasfen is- daar van menen\'we ook het voornaamfte en meeft nuttige aangewezen te hebben, zO
wel wat het Gebruik der Vrugten, als de overige Deelen des Booms aangaat.nbsp;• j - ■
V
Dit wa\'3 het , béfcheide Lezers, dat ik van dit myn Werk vooraf kortelyk te zeggen hadj ïa
het Werk zelve zal men meer daar over vinden, als hier nodig is breedvoerig op te halen; worden-
de ÜE tot flotbenevens aiie Heii ^ veel nut ia dit Werk ön verm.aak in Uwe Tuineö toége-
wcnfchcj doorÜwea
O Ö P.
Öieaftwillige Dienaar
j. a K
BESCHR^-
-ocr page 69-VAN DE
$ SSÎquot;! E ÂPPEL-BOOM word in het Latynfcb genoenu Malus. ■ Pomus. Pyncs foUis fer-
ratis, Pomis bafî concavis. i/wra. H. Clif. Roj. Prodr, Hoogduitfcb, Apfel-Baum.
Franfch, Pommier. Engelfcb, Apple-Trœ, Deenfcb^ Appeld-Tra5. Eble-Trœ.\'
Zweed/cb, Appel-Tr^e. ,nbsp;,
. § 2. Deze Vrugt-Bodm, die by ons beként genoeg is, is eigen am de getemperde Climaten, v^ri
omtrent 40 tot 56 Graden Aardkloots Breette; in zeer heece Landen, nog in heel koude, wil hy
öietaartïnbsp;, „ , ,nbsp;. .....
Zelfs
^l^ovden ...
^iderlaiidi
nog kunnen voortkomen.
, 3. Deze Boom wil in allerley goede, bearbeide, zo wel in Zand- als .Klei-gronden Heel wel
groeijen, mits dat die vet genoeg zyn, cn kan tamelyk tegen het Vogt. Hy fchiet met zvn Wortels
Jiet diep nederwaarts m de Aarde, maar dezelve fpreiden zig meeft uit even onder de Boven-grond;
weshalven de Aarde ih de diepte zo vet met behoeft te wezen, als ze maar dieo genoeg gcroert en
^os gemaakt issnbsp;. -
4. De tegenwoordige bekende zoorten vah Appels, worden aile vermeerdert en voortgezet
quot;Oor het Enteno? Oculeer en, op jonge zogenaamde wilde, uit Zaad gewönne, Appel-Plantzoenen,
Pf öp Paràdys-Struik i; zynde deze laatfte de Uitlopers uit de Wortel van het Zomer-Paradys-Ap-
Piltje : En deze tweeüèrhande Plantzoenen worden yerfchillig gekozen, vólgeiis de Grootte die
®en de Bomen in het vervolg wil dberi hebben : Dus v/orden tot hoog- eh half-gcftamde grote en op-
gaande Bómen dc cerftgemelde genomen, maar tot Bouisfons of toequot; laage Espaliers vei\'kieft men de
^•wede, mxv.cl fK Paradys, om dat de Bomen, hier o\'j geënt zynde, kleïnder\'biyven.
Het Zaad of de Pitten der Appels, worden in de Herfft, of, na dat ze de VVinterdoor in vogtig
-^quot;iid of Aarde te meuken geftaan hebben, dat beter houde, vroeg iii het, Voorjaar op Bedden uit de
^olïe hand gezdkit, of Ry-wyze in Greppels, de Greppels l| Vo -t van elkander, gelekt: De jon-
ge Bom.en opgèk\'bmen -.....-........^ \' ^ ■nbsp;amp; -b - -J
«en worden , daa^
de Ryen 3 â 3I Voet, en de Plantzoenen in de Ry
\'er in het vervolg op te Enten: By welke Planting niet verzuimt moe^t v/orden\'de Pen-v/ortcl
tekorten, Oin meer Zyd-wbrtels te doen voorkomen.
j. Hoedanig het gefchied en wat daar by verder, om fraaie hTJÓP*-\' cn ïaag-ftamde Bo-r\'cn
^.eteelen, als mede wat by het Planten, Snoeijen,\'enz., in agt te nemen is\'; zulks\'is in een andere
^erkduidelyk aangewezen, derhalven onnodjg hier weer te herhalen. Ik zal nu maar van eenige
^economi/cu gebruiken, zö van de Vrugten als van de Boom, mddirig doen. De Befchryving eû
beelding der byzpndere Zoorten hebben \\ve in een ander vori-r Werk naukeurig verhandelt. ,
. Q. De Appels borden, gelyk bekent genoeg is, zowel rauw tot een lekkere en gezonde Na-
JPy^e of Banquet, te weten de goede fmakelykCj als op allerley manier, Geftöoft, Gebakken^
J^ebraden, enz., genütti^^t, cri op deze laadlequot; wy ze worden ze gezonder geagt als rauw, en wel
quot;ereidt \'zynde, zelfs niet fchadeiyk voor Zieke iVlenfchen ; want rauw gcgelt;-ea zynde, veroorzaken
^^ vv inden, en een rauw Voedzei, inzonderheid aan zwakke tedere Meniciien, of als ze te veel
b^Pieten worden,, of ook wanneer ze niet wel ryp zyn: Wordende de Appels inzónderheid zeer\'
faCpquot;C2en voor Hypokondriake cn andere iMenfchen\', die niet verPcapth\'eid de-s Haiks .^ekvveit
iSo\' prepareert toe dien einde obk een nuttige Syroop in dc Apotheken, Syrupus Imperialis
7. InHoofi-dmt/cbland, Frankryk, en elders, worden Appels.; het zy gefchik of on?refch\'ik:
; 4 â 8 ftukkén gèfnedén, en deKlokhu\'izcn daar uit gedaan zynde, in èen Bakkers- Oven, of ex-
,\'es daar toe gemaakte Droog-Övèn, langzaam gçdroogt, en dûs tot een goede Winrcr-f^.yze toe-
^^reid, die gantfch met onftnakelyk is, in/.onuerheid by eenig l^ebraden Vleefch (ïaarrrboven ook
n verandermg van vSpyze, m de van Groente ontblote tyd , geeft, cn niet onïïczond ilt;ï. Dc Aü-
tnbsp;ook gecopfyt m Zuiker of Honiï:; hier van zullen\'we daar na bv de Peeren (hrckcn.
■ ÜK de rype Appels worden op veel p\'aatzen, als in Engdm^i Normaimen 0iï Frankryk) ,
Anbsp;\'nbsp;ILog-
-ocr page 70-ihe ,\'cHe dezelvl in het\'byzonder zeer wei^weten te bereiden, mailen \'er veel wcrks van, en agten
Rv o\'oed is, by nä zo hoog als de
Op wvze om die te maken is weinig verfchillende van die van de F/yn: De Vrugten worden la
een houten Trog klein geftoccii, of door .een daar töe gefchikte Machine klein gemalen:nbsp;fquot;
dni^i roe op zoimiiige plaatzen een kleine fteenen of vaiï yzér hol gegotens Rol gebrmkt, welke tvre.e
tinnen, door middd van een Balkof Stok die door deszelfs Midden gaat, inde Progof Bak\', die
wit rvnder dieo als de halve Diameter van de Rol, en maar een weinig breder als de Ro breed is?
h\'Ien en weer rollen, waar door de Vrugten in korten tyd gekneuit zyn. Vervolgens, de Vrugteu
Wein f^enoeg gebroken zynde, worden dezelve in een heute Pcrs gedaan, opdezewyze; men iCa^
onderin de\'Pers een la?-yan ^ u 3 Vin\'^r dik fchoon vers, vooral niet muf riekend , hier op
een laaquot; van omtrent een handbreed dïk Appeh, dan weer een laag Stroo en Jppeh als voeren, ta
2uUlt;s vervolgende rot dat de Pers na behc en vol is; .daar na word het Sap opxle beKende wyze ui^-
lt;.eperft. Het Stroo word \'er tiisfchen gedaan, om reden, dat er dan geen cukke ötofFe met doo.-
p-aat, welke in het Stroo hangen blyft, en dus het Sap veel klaaruer uit de Pers koim, ook uaar dooi
beter uit de Appels gaat. Het uitgeperfte Sap word vervolgens ni km pen gezet te giften; Vf^n
gedaan zynde dan word het in Vatea gedaan, en het Spon-gat wel digt gemaakt, op dat « g-ea
Fugt van buiten by komen kan, welke anders de Wyn haait zoude doen oederven. icnlaatften,
moet die in koele Kelders, tot het gebruik, bewaart worden, ply.lt; Jf yi^
quot;e doen voor de Perzinge min of meer water by de gekneusde Appels, om dus meer Sap t-
Zommige ^otn^ooi c^ rnbsp;. ^^ onf,,,akelyker , en duurt ook niet zo lang, ^ge-
Sf Sgt^^P^, SSie meeiUebr^ of gegeven word aan de Dienftboden, in het Land daar
to-fs\'verfchil in dé meningen, welke zoorten van Appels het beft tot het maken van de
r\'er zvn, om een aan-ename Wyn te verkrygen; zommige zeggen, de beft foakendeen fngename
Vra-ten; andere zeggen, de\'Wilde, dog die niet geheel zuur of wrang\'zyn, of andere zuuie
of ampère Tuin-Appels ; welke laatfte meening ik beeter als de eerite keure , om dat my
de ondervinding zulks geleert heeft. De Wyn o? Cyder van zoete aangenaam fmakende.4;)öf/i-,J_s
voorts lia de perzing wei zoeter en aangenamer als die van zuure of ampere Vrugten, maar verandert
na de lt;-dfting doorgaans ras tot den zuuren, min of meer, volgens de aard der Appels : Daarmtegen
dei^\'T^?? van zuuragtigev^jDpe/^, fchoon hy, nieuwelyks geperft,zynde, zuuragtigis, nadegiftmg»
en als hy wat gelegen heeft, fmakelyker en wynagtiger word,, en ook langer duurep kan. Derhai-
om goede Appel-ixiyn te maken, nóóit zoete Appels, maar zodanige verkiezen moet, ^^^
rS amnere fmaak hebben en daar benevens vol-zappig zyn, geljk de E^yn-Appel, Striepding, ea
^ndprp Verselykt hier mede, dat de zoetfte Druiven ook niet de befte IFyn geven.
K Tn Wilt ev het nieuw geperfte zoete Sap uit zoete aangename Appels, zoet bewaren, zonde,
binnen een Jaar !e veranderen, zo doet het zelve, voor dat het gegift of als het nog maar weinig
Sft^hLfu in Vaten die op de wyze der Wyn-verlaters, metnbsp;wel van bmnen gelugt, dat s ,
zyn ; dit Swavelen doet het Sap het werken of giften ftaken, en zyn zoete Imaak enfubftan
tié lang behouden; dog de Wyn is dan niet helder of klaar gelyk gegifte, en ,ook met zo gezond,
maainbsp;Appels, eenige Quee-Appels of Qiiee-Peeren mengt, zal de Wyn veel
aeurio-er en aangenamer worden. Andere doen daar by wat Genever-befien, Berberis/en, Wilde Prtii\'
men quot;^(of Slee-Pruimen) of ^^flWii-\'UJorïeZ, enz., of van ieder van die dingen een weinig, hetwelk
de Wvn niet minder aangenaam als gezond maallt;t.
K 1-7 Van deze Appel-wyn word ook een neel goede ^zyw gemaakt, die by ons onder de Naam
nf r.vrfp.r-Rek bekent £enoe.a en veel in gebruik is. e.n mt Frankryk m Engelarid to^
D» toebereiding g^\'
. doet die in een Vat ot
, men zeu uicnbsp;... ^^nbsp;-^r ........- ^nbsp;Spond-gat ie^^
zo zal dezelve niet nalaten bmnen korten tyd zuur en qus een goede Azyn te worden: ^
dit zal zo veel tc eerder en beter gefchieden, als men de Cyder in een Vat doet, waar in xe vorei
goede HAw-of andere v^2^7igeweeft is,nbsp;, , . . „
^ IT Men kan ook uit de Appels, na dat men ze wat hectt laten rotten, als ook uit dc t^J-«quot;\'\'
een goede Spiritus difiilleeren, die men in plaats vmlVyn- oi Koorn-Brandewyn kan »gebruiken,
diergelyke deugt in de Medicy^ien heeft, dog is niet zo fmakelyk; maar kan fmakelyker gemaaiv
worden, als men t\'efFens wat van deze of gene Aromatica met ovcriiaalt\'; ais by voorbeeld, Calrmigt;
Lavas, Angelica-wortel, AkM-wortel, en diergelyke.
§. .14. Plet Hout van de Appsl-hoom is tameiyk hard, en word tot Lyftmakers-werk gebezigt, d^a
weinig. Het is ook een goed Brandhout, geeft goede .Hitte en duart lang in het Vuur.
15. Nu zoude ik moeten overgaan tot dc Benamingen ta Befcbryvingen de Differente Zoor^
\\m Appels, m.aar, dewyl ik dit in een voorafgaand vVerk in het byzoudere gedaan heb, zozalxie
niet nodig wezen om het weder te herhalen, maar wy fpreken hier nu van de Cultuur en van het Ge^o\'
nomifche gebruik van dc Appels, Peerm, en van meer andere Fragten, die wy het geluk hebben met;
gezondheid in onze Levens-tyd te genieten; dit moet ik egter hisr by nog zeggen, of herinneren»
dat de Atitsl^ in hpi- nl.ofpmepn vprdppif wns-dpn in ^•s.vpp soorten, als in zuure o£ampere en iü zoete\'
□.i-rr\'hfiirifï\'n Jn 7nm.fgt;r. Herfjl-, cn J^\'ï^te^\'
derzelver Deugd»
Appels d^
rauw uit dö
Hand
EESCHRYVING van d e A P P É L-B O O M. g
Hand geseteti te worden. In de twede Rang bevat ik die, welke wat raindef geurig zyfl als de
voorcaande, maar die evenwel zo veel geur hebben, dat ze voor goedenbsp;kunnen pasfee-
ren, inzonderheid als betere ontbreken. In de derde \'Rang of Plaats ftelle ik zodamg^ die grof of
van een ?emene laffe fmaak zyn, en derhaken meeft alleen voor de Pot dienen om geftoott, ot op
andere wvze toegemaakt te worden, om een beter fmaak te verkrygen. Dog hier mede wii itc niet
zeggen, \'dat andere betere ook niet goed voor de Keuken zouden zyn, dézev/orden doorgaans ge-
fpaart voor de Tafel, ten zy men rvkelyk daar van voorzien is. Verders zo wyze ik, aangaande
de Deugd en Smaak der Vrugten, den Lezer na het geen tevoren in myn Pomologia g^zegt is; en
Verzoeke Dezelve van de verdere nuttige Vrugten het vervolg in te zien , aangaande de Cultuur
en het Oeconomifclie, en wat wy verder tot een nuttig gebruik \'er by voegen.
ARS LONGA; VITA SEXAGE N^A R J A.
Roogduitfcb, Birn. , Franfcb, Poire. Engel/cb,
VAN DE
E PEER-BOOM word senoemt in hetnbsp;Pyrus. Dodon. Pyrus fohis fer^.
^ tis,.pomisbafiproduajs. Linn. Gen. amp; Spec. Roj. Prodr. Hoogduitfdh, Bjn.baura.
_ Franfcb, Poirier. Engelfcb, Peare-Tree. Deenfcb, Pare-Traj. Iweedfcb, i a-
ion-Trts.
DeVrugt zelfs heet in het Latynfcb, Pyrus.
Peare. Éeenfcb, Farc. Zweed/cb, F^ron.nbsp;, ^ . ,, ^ , ? (c „ gt;. ^^^ u,.
O. De Peer-W« groeit in dezelfde Geweften als de Appel-boomnbsp;2.) do^ hy
begeert meer warmte, fliec om het groeijen van de Boom, die overal m goede Gronden wel groeijen
, maar om het ryp worden der Vrugten: Onder de Jppels zyn \'er geen (of zeer weinige uitiand-
fciie, Franfcbe,! die hier niet volkomen ryp worden; nu^v onder de Peeren zyn er vee e, dieoy
«ns haarc volkomene rypheid niet verkrvgen, en zulks zyn hooftzakelyk, de fynfte uit:andicae
Poorten, die uit warmer Omfl^Jn, als, uk Fr ankry k, of It alten, tot onzent georagt zyn, waarvan
Veele bv ons byna nooit die verhevene fmaak verkrygen, als m haare geboorte-plaats, ten zy wem
fen e;oeae warme Grond, en aan Efpaliers geplant ftaan, en daarenboven het Jaar-SaiJoen gunitig .s.
Wesiialven men ook die, welke in goede Zand-gronden gegroeid zvn, doorgaans volkomenuci v«
«üs fmakelvker bevind, als andere van dezelfde\'zoorten, die in Klei-grondsu voortkomen. ^ ^^^ _
3. Geen volmaakter Peeren, van de fynfte Franfche zoorten, als by voprbeeici, opi--,
^^i.Germain, Beiirré grife, Virgoukufe, enz., hebbe in deze Provincie ontmoet als m d.x uiu
^yne Boofl^ig Pie lÉogJ^dd de Heere PRINCE van ORANJE; erfstadhouder, en/ , t u ,
b\'nnen deze St^d Leeuwarden, welke de Franfche Peeren van dezelfde zoorten,nbsp;\'L;
Frankryk gegroeid en overgezonden zyn, in lekkerheid van fmaak en in grootte nanbsp;ev nuutn,
gelyk i]c,quot;door dezelve telen mali^anderen-te proeven, zelfs bevonden heb. De reden mer vanis,
om dat de gemelde Tuin tendeele, en inzonderheid dzzx dePeere-Boomennbsp;L.paLitrs vm
Werken geplant ftaan, tusfchen een «fo;^ van de Stad gelegen, en dus rondom door de Wahen
quot;^gefloten en gedekt is; zodanig, dat de Stralen der Zon, welke daar in vallen, daar in bewaart
blyven, en daar door de warmte omtrent die plaats grotelyks vermeerderen; waar toe oo.lt; nog cos»
^nhueeren de Tpen-boomen die op de Wal agter de Tuin in het Noorden gepiant ftann ^ ücwelke
noordlyke Winden afkeeren: Daarenboven zo worden de fchadelyke weftelyke Wmacn, dooi de
Stad afgekeert. Voegt hier bv, dat de grond, waar in de Bomen fen een goede iosze opge^
^ülde Aarde is; al he^ welk dquot;e volmaking der Vrugten begunftigt. Gelukkig is een Hoveniei, üio
zodanige of diergelyke avantagie voor zyne Bomen fieefr; hy zal met weimg moeite meer uitngten,
meer roem virwerven, als een andere, die diergelyl^e voordelen des Gronds cn Standplaats mee
I.
, a[s ny niet door cemelöe vooraeien LTcguiuugL vvuiu, ciiuiu tv^i-^tc».
4- Uit het gezegde bïykt dan ook, dat men de fyneP^smj, inzonderheid UitiandfcneZoor^-^
ryp en fmakelyk te hebben, zan Efpaliers. opeen soedc Expofitie, (ov) het Zuid-Oojt of uoj.)
moet: Evenwel moet zulks niet oPverfciiillig met alle Zoorten gefcbieden om dat ei tem.
A 2
-ocr page 72-4nbsp;beschryving van i) e peer-boom
^re z-oorcen zyn, die op Stam, in de vrye Lugt gegroeit, veel fmakelyker worden, als aan Efpalierh
of ook beter dragen als ze vry willig opgroeijen.nbsp;, .nbsp;,
§. 5. De/e Buorn boord zyn Wortels dieper in de Groöd als d\'en Jppehbootfii groéid ook doorgaans
niec re\'-\'tfcheutiuer fCroon-takken op, en heeft dat eigen^ dat de fmakelyklLe Vrugten dikwils (nieC
aïtvd, °en meefl\'van de fynftc Zoorten) aan kwarlagtig of aan kankerig Hout voortkomen.
ö. De bekende ZooVfi?« van Peere« worden alle vermeerdert door het Ente?i en Ocuteeren, en
zulks op driederbaade Zoorten van jonge Plantzoenen, als, i. Op zoi^enaamde wilde j uit Zaai
wonnen, Peer Struik. 2. O^ vroamp;^PortugüUche Qute-StrmL, 3. Od Haage Doorn-Struik. De
eerfte Struiken worden gebruikt tot opgaande of Stam-bomen. De twede om daar Bouisjons, of Ej\'
palier bomen, voor laagè Ejpaliers^ op te Enten; dewyl de g^fee, van iVanfiir niét groot wordende ^
dfe hoedanigheid aan de daar op ge-ente Bom^eh overzee. Hec zelfde doet ook de Doorn-Struik, dog
deze z ude ik ten eenemaal afkeuren, alzo de Peeren daar op ge ent, doorgaans ftenig en hard wor-
den , inzonderheid die reeds van Natuur wat ftenig vallen; daarenboven berften ze ligc en blyven
dikwils klein: Ook willen zelfs, om deze laatfte reden, zommigeZoorten van Peeren niet op Qii^
ge-ent ?.\\n, maar eieren beft op ^vWamp;c Plantzoenen. Men befpeurt ook, dat de eerfte Vrugten die
aan op Ó\'\'iee ge-ante jon ze Bo nen voortkomen , wat wreed van fnaak zyn, maar dit verandert, als ae
Boom \'eenige Jaaren ouder geworden is. De Paere-.Struiken würden uic de Pitten aangekweekt zO
ds deAppèi-Scruiken(^f/?MMo«i\'i.4-) ,nbsp;,, , ,
§. 7. Wegens de gé-ente puse-Plantzoenen ftaat liog aan te merKen, dac ze nipt gemaickelyk zoo-
men willen, weshalven het Oculeeren op Quee heter als hét Enten is, mids dar de Plantzoenen jong
en dun daar toe zyn. Men kan dezelve ook altyd wat dieper Planten als dïc op andere Plantzoenen
ge-ent zyn, hc t welk zelfs dienftig is, oni reden, dat dewyl de Q^uee van Natuur uit het noat War-
tels fpruk, de Bomen daar door beter groeijen.nbsp;, ,
i 8. Aangaande denbsp;op wildenbsp;was men voor dezen ï^ewent, aezelve^twemaal
teEnièn, of te Oculceren, te weten, mcrt zette daar op eerii lt;rrau-we /.uixer Peeren, ot uezegenue
Peeren of eenige andere vrugtbare en goed gezond Hout-raaKenae Zoort: riier op zette men m
het vervol-, voorde twedemaal, allerlev andere zoorten naar Degeercn; dog deze manier is meelt
uitde«^o(vAevaakt, zeer waarfcheynlyk bm dubbelde moeite ^ ca tyd, uitte wmnen, hoewel hec
wenfchen Was, «at ze van dë Enteniers nog opgevoigt wierae^ inzonderneid aan Peeren aie^vaa
Natuur zeef weeldrig Hoüt-gëwas maken, dewyl zö daar door betemperüer gioeijen en vrugtbaar
quot;quot;f^^fbe manier van het Enten, Planten, Snoeijen, enz., is ook in een ander Werk klaar aangewezen j
derhalven zal ik zulks hier niet weer herhalen: Alleen zal ik nog iets wegens het Snoeijen, dat van
belang is, aanmerken, of weer errinneren; namelyk, dat men de Peeren nooit veel korten moet,
inzonderheid die van iVafuzir fterk, weeldrig\'Hout-gewas maken, en niet gewillig Vrugten geven;
want dewyl de meeftePeere/z doorgaans haar eerfteVrugt-knoppen aan de einden der Loten voort-
breng-en, zo worden door het korten niet alleen de Vrugten weggefnöeit, maar ook veroorzaakc
zulksquot; dat de Knoppen langs het gehele Löot dikwils doorichieten en Takken worden j die anders,
a\'s het I oot ongekort gebleven was, Spooren, en binnen kotten Vrugt-knoppen zouden zyn ge-
worden;\' invoegen dat men door het korten der Loten een gehele Boom tederven en onvru_^tDaar
maken kan, fcHoon hy zonder dat dikwils vrugtbaar genoeg zoude zyn. Maar men zal wel begre-
pen , dat dit nalaten vin korting hooftzakelyk verftaan moet worden, van Bome 1 aie reeds verlthei-
den jaren oud zvn, want jonge onlangs ge-ente Bomen, \'^Tioeten in de eerfte Jaren noodzakelykje-
kortwordén, om haar een goed fchik, en genoegzame Hout-ia^kea te doen yerilt;rygcn, en wan
neer ze dit hebben, dan begint men ze anders, en gelyk als gezegt is, te beiianaelen. ^
§. 10. Wat nu het gebruik der Peerm aangaat ^ zo is het bekent genqeg, dat dezeivc voor een
stangemam De/ert of Na-/pyze, oen rauw uit de Hand te eeten, öpgedifcht worden; wordendede-,
zelve doorgaans voor veePlèkkerder, en fmakelyker geagt, te weten de goede fyne zoorten, ais aS
Amels: doiï men houd ze niet zo gezond.nbsp;^ ,
Volgens de Regels van de SCHOLA SALERNlTANA^ Adds Pyro potumi enz., zoulen ds
\'i\'ppr .aniïp/onr) niiierpri wezen. tf»ii ^ïr-n-\'i .ti/:gt;i- «/»n (r vVim ■ dn\'J i\'^
quot;quot;^Nlen^S-Ä dePeraook, gelyk ét Appels, veel in dcKeaken, tot Geftooé en Gebaks, eii
dnn worden ze »ezonder geagt ais rauw; inzonderheid als ze met Zitiker en k.i-vteel toebereid zyn-
Ook worden ze op veel plaatzcn gedroogt, het zy ^efdiilc dt ongefchilt, toe een aaagena:ne W m-
ter-Spvze, op dezelfde wyze als de Appels (Appel-Boorn^. 7.): Zynde de gearoo-üc itukken, ^ajj
?oede\'geurige gefchüdenbsp;zeer zoet, en even ais of ze geconfyt waren, zo uut mea ze vo. _
\'Ónf-jt op tafefbrengen raag, re meer, als men de koften doen wil, om \'er by lien droogea altemequot;quot;
V/at zuiker over tcftrooijea.nbsp;■nbsp;-nbsp;, -nbsp;, ,
.§. n. De Peeren wórden ook wel in Zuikér of in Honig gcconfyt: Het luft my, en het zal mog-^^
Ivk niet onaangenaam zyn aan Darm ennbsp;die zig met d i Huishouding bemoesjen, om
manieren van het confyten der Peeren, als ook hier na van andere Vrugten, a.m te wyzen.
. Om dm de Peeren m ZiLlker te confyten, zo neemt goede, fmakelyke, even rype^Peeren, icnn^
ze, maar de Steelca laat mén daar aan, of m-: n inyd die maar half af, boort \'er het Klokhuis mee a^
Pirrrn van boven zagtjes uit,- dog zo ze groo: zvn, fnyd ze in vier of aieer ftjkken, werpt
V.
l\'
BËSCHRYVING fAN ®e P Ë Ë R - B O O M. |
\'^nfymir of andere Potten gedaan zynde, in de Syroöp. Tot een VonàPeeren, zal men omtrent
\'een Pond Zuiker iiodig Iiebbén.
Zommige koken Peeren iû een niet al re dik toebereide Syroop tot behoórlyke weekheid; het
overige gefchied als voreii. Als men eenige Kruid-Nagels ea wat Kaneel op het laatfte van het kokea
in de Syroop doet, zal de Syroop nog aangenamer worden ; of men doet déze Speceryen, fyn ge-
floten, op het laatft m de warme Syroop.
§. 12. De Syroop beftaat uit goede witte Zuiker, in fchoon Water gbfmoiten, eh tot bekwame
dikte gekookt zynde; moetende altoos, tot allerley Vrugten, van te voren toebereid, en met het
vanEyers cn wat fcho\'n Water g^dön/Ïceêfï worden ; weikgcfchied doormiddel van hetEy-
wit te kloppen, tot dat het m fchuirn verandert is, welk daar nabén effens wat Water in de ko\' en-
de Syroop gedaan, én de fchmm die \'er opkomt, gedüurig Wel daar ^an af^^efchuimt wordquot; Moeten-
de vervolgens de ^jtoo;»,gekookt Wörden tot die dikte, dat hy begint te fpinnen zo aks men het
noemt, dat is, dat dc Syroop, als men iets daar van bp eeh bord doet, en koud j;evTorden zynde,
die met devmger aanraakt, zig als een draad laat om hoog trekken; als wanneer hy bekwaam is
Maar men^moeü de Syroop zagtjes kókeni en altemets roeren, öp dat die hiet aanbrande.,
Honii
gekookt, \' —-v.. ..agw^uLuiuL,nbsp;dis ^Vicu. proct, Qm te weten ot
de Monig d^ genoeg gekookt is, kan men nemen met een verfch Ey, dit in de Honig gedaan -yndc \'
moet dan daar op dry ven, maar zinkende, is h^ nog niet genoeg gekookt.nbsp;—»
14. Om dc PesTen droog te Confyten, heeft men niet anderste doen, als de byüa murv og^ook-
te Peeren in de bereide Syroc\'quot;nbsp;ï-^«-«;»«nbsp;„„ —nbsp;_
worden ^ daar na neemt men
men legt zc vervolgens op met roeijer-zjui^cr ucinuuiuc xiiiKR.cn or zuivere ri\'-m ;jes, en iaat ze op
een warme plaats(by een Ivagchel) droogen, dezelve altcméts, als ze boven droo,?,,zyn, omkee-
rende; en men. kan her dropgen bevorderen^ door \'er fyne Poeijer^Zuiker over te ziften: Droog
zynde, moet men ze op een drooge plaats in Doozen, tusfchen fchdori, Papier^ bewaix^ii; gelyk
met alle drooge Confytuuren gëfchiedcn moet. Dog hier by ftaat nog aan te merken, dat, om à\'oog
Confyt té maken, men de Syroop een weinig dunner laten moet, om reden, dat anders de Confytuu-
ren niet willen droogen en ook onaanzienlyker worden. De Poeijer-Zuiker moet daar benevens van
de befte zoort, te weten, niet vetagtig maar droog van aard zyn, en hoe witter, hoè aaïizienlyker
Co?ïf3iï dat\'er komt.nbsp;.
Op dezelfde wyze kan men ook Appels nat en droog \'Confyten, dog dit gefchied zo veel niet
§• 15- Van de Petren word ook op dezelfde wyze als vah de Appels , in voorgemelde Landftrekea
iAppel.boom % 8.}, eenPwr-xüTn gemaakt, in\'t Franfch CMrs ofPofregenaamt; die den Atnelwyn
in zoetigh|id en aangenaamheid overtreft; zynde na dePerzing zeer zoet, maar word daar na wat
icherpër, dopls ny v^at gelegen heeft, verkrygt hy een z-er aangename, zagte, wynagtige faiaak,
en word hcluer en geel, zo dat men die voor zoete Dmw-töj;^ drinken zoude; cé weten, als die
Van goede Peeren gemaakt is.
Men kan ook een Spiritus uit de Péèren difiilleeren^ öp dezelfde Wyzéals vari de Appels gezegt: is.
16; Het Bout van de Peere-bcofnen is tamelyk hard, regtdradig, en effen, en word derhalven
veel gebruikt van Lyftmakfcrs eii Draaijers: Het is ook een goed Brandhout, maar niet zo.goed als
dat van Appel-bomeil, gevende weiniger eh minder larigduuriger hitte.
§. 17. De zöórrèn dferPeeren zyn zeer veel,, dog geen groot, getal daaronder, die men in der
daad lekker nöemfen kan, om dat veele, fchoon ze in warmer Clmaten, als het onze is, heerlyk
zyn, by ons, gelyk te voren (§. 2.gt;gezegt is^ niet volkomen ryp worden, eh dus hunne verheve-
île fmaak niet ver,-.:ry.gen.
18. Men verdeelt de Peeren, gelyk de Appeli, in drie Zoorten; als, lu Zomer-, Herfji-, \'en
H^ 77ier-P .eren ^ of m vroege-, late-, en Winter-vrugten; en deze alle ondcricheid men weer in driën,
Volgens de hoedanigheid vfen haar Vlcefch, als, i. Boter agtige, by da Franfchen S^wr^ej-, o? Frn-
genaamt, welkers Vleefch in dcMond byna gelyk als Botër fmelt ; en aangenaam is. 2. Bros-
je, de Franfche zeggen Calantes, welkers Vleefch wat min of meer hard is, of in het doorbvcen als
Jnsppende valt.. 3. Zagt^, hy deYm-ûïchen Bemi-Casfantes, welkers Vleefch niét-zo hard valt als
^ox/«, nog zo fmëltende als boteragtige Peeren, houdende derhalven tusfchen beiden het midden :
Under welkë drie Hooft-zoorten van Peeren j de eene zoort vfat zappiger,- de andere w-at drooger
Valt.
, Men verdeeld dé Peeren oök in Tafel- en Stoof\' of Bradd-Peeren. Tafel-peeren noemt men die
^elke, ryp zyndè, geurig van fm.aak\', en derhalven vraardig zyn op de Tafels p^ebragt te worden\'
om rauw bit de Hand te eeten. Stoof.peeren noemt men die, welke, fchoon ze ryp geworden zvn \'
JUw en onfmakelyk blyven^ zowel hier té Lahde als in warmer Geweftén ; en deriialven door het
vuur in dé Keuken hunne rypheid en fmaak moeten verkrygen : Ondertusfcheri W\'^t\'^n de Ko\'-s eri
andere heel wel, zonder dat het nodig is te zeggen, dat de geurige Tufel-Peeren eeen minder maar
df. trfnbsp;kunnen uitleveren, maar, om dat die voor de Tafel gcfchikt zyn om rauw ni\'-
yp tiand te eeten, zo worden ze daar toe doorgaans gefpaart^ ten ware men rykelyk daar van voör-
VA..
E ^ÜEE-BÖÖM, welke genoemt word in \'t LaPynfch ,Mûns Contonea. Malus cydo»
k ma. Pyrus fohis mtegerrimis. Linn. Gen. Spec. Rof Prodr. Hoogdmtfcb^ Quitten-
Baum. JCütten-Baum. Franfcb, Coignicr. Coignasfier: Engelfcb, Ouin^-Tree„
.P\'fnfcb, QiMTv^. Zweedfcb, Oiiitts^-TTm.nbsp;^
i^üttennbsp;Malum cydonium, vel QQUxommx. Hoogdüitfcb; Quitter
uctcn. Franjch, Going. Engeljcb, Quince peare. enz.nbsp;0 J s x
K ^ \'nbsp;Me«
-ocr page 75-6nbsp;ÈÊSCHRYVINÖ van de q^ÜEÊ-BOOM.
ö. Men vind vcrfchéidé zöoïteö \'vzn^ueên, aisj i. Ronde Quee^ oi Qiiee-Appel, li Lan^é
Qvee, of Qiiee-Peer. 3. Dc vroege of Portugaljche Quee-Peer. 4. Ds zoete eetbare Qiiee-Peer. 5
K klei?ie \'wHde Öiièe-Peer. De Gedaante en Kolear is doorgaans van de eene vTel wat grooter,
andere wat kVeinder. Zie de Gedaante van een ^aee in Bg. i. ,
De eer fie Zoort, of de Quee. Appel, is rondvallig gelyk een , iets wollig, en wórd Iaat n _ _
de vSchors des Booms is wit- of grauwagtig; de Bladen zyn klein en rond, en het Hout groeit verquot;
war-\'er doof malkander en.
De tweede Zoort is groter ^ iets laögWerpig efl wat puntig naar de Steel, gélyk de Peeren^ ook
eladder en mooijer vanKoleur; de Schors des Booiiis is zWartagtig en knobbelagtiger; de Bladen
zyn groter cn langwerpiger, en de Takken zyn regtef, en niet zo takkig én verward door malkan-
^^be derde Zoort gelykt de tweede iri allen j behalven dat zé grotcf iS én möoijef op het Oog valt^
en vroeger ryp word.
gevierde looft is van gëdaarité als dé tWee vorige, maar ilietzógröótj hebbende, rypzynde^
een geurig Vleefch; dog deze is hier té Lande weinig, bekénd; verkrygende ook by ons hare rypheid
enünaakniet, gélyk in warmer Landen, alsj mbet Zuiden vzu Frankrjki in Italien, Épanjen, enz.
De Djfde Zoort g\'eiykf in alle deelen aan de vorige drie Zoorten § behalven dat zo wel de Struik als
de Bladen en de Vrugten veel kleinder en flégtef zyn. Het is dan de derdé Zoort, die de waardigfte
is by ons gekweekt te worden^ zo wel óm de, Vrugt, als om daar op Peeren te ocüleeren: De eerfte
Zoort is hier toe onbekwaam, dewyl ze een Zoort van Appels is; en zö hét al gebeurt ^ dat deEn^.
ïendaar opbeklyven, zo geefc zulks nogtans zwakke, kreupele Bonien, en van kortenduur,- dog
men kan \'er met beter uitkomft y^ppdj op Enten tot.Arbres nains; hoewél zulks weinig of niet ge-
daan word,, dewyl die beter op Parai^\'^-S^n^ groeijen.
3. De Quee-Boom groeit natuurlyk ih Hoog-duitfcöland, omtrent de Donauia en elders, in dé
Heggen enBosfchen.nbsp;.nbsp;, ,nbsp;,, . . ,
f 4 De Ouee-boom bemint van Natuur eeft goedé vrugtbare, mét al té zandige, nog te kleiagtige
Grond; heffTeen opene vryeLugt^ en veel Vogt, inzonderheid in warme drooge tyden^ dewyl
anders de Vrugten klein en onvolmaakt bly ven; óm welke réden men dézelve veél aan de kanten
van de Sloten, Gragten, en andere Wateren plant; dog men moét zig wagten, dezelve te veel uit
de Zon, dat isgt; in deSchaduwej of tusfchen en onder hoog opgaande Bomen te planten^ gelyk
vele doen, uit die mening, dat ze in de befchadüwdé plaatzén wel kunnen groeijen, en dat men
derhalven daar door van die plaatzén profyteeren kan: Maar men bedriegt zig, waint fchoón ze daar
wel groeijen kunnen, zo zullen nogtans de Bomen niet of weinig draagen, of de Vrugten bly ven
klein en worden niet wel ryp. Hy fchiet mét zyne Wortels niet diép in de Grond.
§• 5- DeQiiee-boomyYordvoort^ekweektdoorlietZaadi of door Uitlopers, of door Inleggefis, o£
ook door Stekken\\ die gémakkelyk bewortelen, dog het gefchied meeft, om dat hét \'t gereedfte is^
van Uitlopers of Méggfrs, door middel van een oude Boom af te zagcd, als hy niet van zélfs Sprui-
ten maakt. Brengende deze onver-ent goede Vrugten voort.
Zommige verenten ze op Haagdoorn j om dat ze daar voor houden ^ dat de Vrugteii daar door ver^
betert worden, dog he;; welk niét heb kunnen bevinden ^ en ook tegen de reden ftryd. Men kan ze
ook, zo men wil, op andere Quee-Plantzoenen Enten j en zelfs ook op Plantzoenen van Peeren.
§. 6. Denbsp;wil niet veel gefnoeit nog gekort wezen, omdat die boveii aan de Tóp-ein-
den het draagbaarfte is: Men fnocit dan maar alleen het dunne, magere^ en het overvloedige Hout^
dat verwarring veroorzaakt, weg; het dikfte jonge Hout bewarende; en men kort alleen de langftö
Loten iets in, om aan de Bomen een fchik te geven en te behouden^ als mede om die Ook in krag-
ten te bewaren.
7.nbsp;De Quee-Peeren verftrekken niet alleeti voor Medicynen, maar ook voor een aangename Spy-
ze in welgeftelde Huishoudingen; wordende tot dien einde op verfcheiderhande wyze in de KeuJcerS:
toebereid j als, Gejiooft, het zy alleen of met Peersn gemengt ,^en tot Compot, Marmelade, Taarten^
enz. De Ó;teen borden ook geconfyt in Zuikcr of in Honig,op differente manier, als, nat en droog, enz.
8.nbsp;0;n de Queè\'n nat teConfyten, zo neemt befte Qjteën, fchilt ze, fnyd ze in kwartieren,
neemt \'er de Klokhuizen wel uit, legtzc voorts eenige tydt in fchoon water j daar na dost ze in an-
der water cn kookt ze op een zagt Vuur zo lang tot dat ze week, maar niet al te ihurv zyn; doet ze
dan uit het water óp eén Teems ^ en Iaat ze wat verzygen; vervolgens doet ze in geclanficeerdeSy-
roop van Zuiker, en laat ze hier in zagtjes koken, tót dat ze bekw^aam week zyn, en de Syroop eeri
bekwame (^onfiflentie verkregen heeft, namelyk^ tot dat hy wei fpint: t,egt ten laatften de Qjisëni
wat verkoelt zynde, in Confituur- of andere Potteii, giet \'er dé Syroop over, en bewaart ze wei
digt gefloten.
Als men de Queën heel Confyten wil, dat egter zelden gedaaó word^ om dat ze te gfoot zyn^
zulks gefchied^ dezelfde wyze, alleen met dit onderfcheid, dat men, na dat ze gefchilüzyn,
Klok- of Zaad-huis met een lang, fmal, pnntig Mes van boven uitgeboord. De Syroop word ge-
kookt en geclarifi-ceert als te vorcfï by de Peeren (Peere-Eoom §. 12.) aangewezen is.
§. 9. Zommigeprepflreffff72de Syroop op deze wyze: Neemt dé Schillen, Korls, én eenige Stuk-
ken van ^üeè\'n, kookt dit zamcn in water j daar na doet de Decoi^ïV door een Doek, of fyne Hairert
Teems, in dit Vogt fmelt de Zuiker en maakt \'er een Syroop van, die gy moet darificseren, op die
wyze als by de Peeren (Peefeboorn §. 12.3 gezegt is; vervolgens Kookt in deze Syroop de Qtieën als
voren C§. 8 ); deze manier keurebeter als de vorige; dewyl de Confituur kragtiger word.
Als men de Confituur een mooije roode Koleur wil doen hebben, zo neemt men Cocbenillie, kookÊ
die in water met wat Cremor Tartan, vervolgens giet het, vsrelrood gekookt zyndej dooreen Doekj
en doet \'er van by dc Syroop, terwyl de Otuën zagtjes daar in koken.
Zommige doen \'er wat Speceryen, als amp;ziid-nagels, of Kaneel by, in de Syroop ^ of ze lardefrefl
de ftukkeo Queën daar mede; kunnende men hier mede handelen zo als men \'begeert; dc Spsceryei^
bederven de Smaak en Kragt niet.
§. 10. Wil men dc Qusën in Honig Confyten, zulks gefchied op dezelfde wyze als voren C§- 8-)»
moetend^
dé
1
de (^üêë-éööm.
N
^^ ^eî gekookt eii gefchuimt zyn. èelyk voorheen bv dé
dundef
vaterig-
daar m doen^ en een Weinig laten opkokeh ; daar na dezelve wéér inT por 5 ^ i
moet in zodanig geval van\\erdundï Syroop, en daai lü ond^Snde^^^^^^^^^
l^TugUn in agc genomen worden ; en zulks hoe eerder hoe bet er :nbsp;^^^^^^^^
12. ömQMee-iramp;e/c/:. ofMameMëtemaken5 zo neemt Qweéra. fnvd
keni zuivert ze van hare Klok-huizen en Zaden, daar na kooït ze \'in ^ Sf?^ \'
zyn dan wiyft ze met een averegtze Lepel door een niet al te fyne Te™ ^ v JvtfJZ Z Z \'t
c^nficeerde Syroop van Zuiker, die alsWn toebereid is, even veel g;wils al^f.n ÏS
H\'fknbsp;zamett zagtjes tot een bekwame dikte; daar na fchept hftT
houteDozen, of ook in fteene of glaze Poties, en zet ze onseflöten on pphnbsp;zynde, in
als voren pem^r Snbsp;hebben j zO kunt ge by de Syroop Afkookzel
van Cocbinillie doen
ómnbsp;maken^ tot een Pond Vieefch, dOor de Teems (ledi.n
kSn ini^®quot;^ liroöd-Zuiker , mengen dit onder malkander en laten het daai n™mfai eea klem valletje zamen opzieden, maar dit vVefch droogt langzamer ; dog is witter.
vele w.elgeftelde Huishoudingen en ook in de Apotheken gemaakt, niet
alleen om voornbsp;maar Ook om andere Spyzen, daP^ het bv paft, inload^Ï
fteld geltoofoei wm, Compot, enz. , een aangename geur by te zetten. Het word in Frankryk
toï^^Tz^ïcgenoemt en het befte word, zomen zegtj te OrW gemaakt, dat wyd én zyd verzon-
den wordj onder de naam van CoUgnac d\'Orkam,nbsp;^ ^ ^ vti^ua
§. De Koekjes van Qtóera wórden aldus gemaakt; neemt Qî^^èVî^ fchiJt eh zuivert van de
K ok-huizen, kook;t^ ze dlar na in water murv, vervolgens k^cl zyke, WryftTrheél Hein S
dmkt ze door een Teems ; neemt zo ï^waaf goede witte Zuiker alsnbsp;e^
bp een Vuur zagtjes opkoken ; en tot bekwame dikte gekookt zynde, legt het onSn frhnnlt;
Plank, of op vertinde Blikken, die men met Zuiker overftrooid heef in foTroSn^^^^^^
veelheidals gy wilt, enformeert \'er dus Koekjes van, zet die vei volgens bv een wann^K-Xl o#
Een wihiTfn^ Deze Koesjes dienen tot het zelfde gebruik als het Quee-vleefcb (§. i2gt;
by de Moftert gedaan^ als me{ di^Lal/,
14. Daar word oök een Sap uit de Queen gemaakt ^ als volgt: Neemt van de befte Q.ieën-
me wel ryp zyn, en ftampt of wryft ze op een groot wryf-yzer klein, drukt dooreen Doek, o^
beter door middel van een Pars ^ iiet Sap \'eruit, kat zulks op een klein kool-vuur langzaam-^ie-\'^n
töt dat het ongeveer op de helft ingekookt is ; daar na doet daar by half zo veel eoede zuiver?
woÏÏ^lT^f^^^^ \'T eerft SapJgeweeft is, kat het weer kokL zo lang tot dfc het wa^d ka^
word; als dan mengt daar onder Zu ker, een derde oec gew gts van het e-rfte S^an ph
tot dedikte van eerfbekwaam dik Sap, of dunne Syroop, en blwaan het in^Potte?^
^ IJ. Alle deze Confitiaif-werken dienen niet alleen voor Delicatesfe-, maar ze zvn öokzper ge-
zond, zo wel voor gezonde als zieke Menfchen: Ze vcrfterken de Maag, het tóe e» d^ 1 Sen
vervro yken door dien den Menfch, en verkwikken den Zieken zeer; dogdfeM^^^^^
er met of wemig van gebruiken, alzo de queen een ftoppeiide natuur hebben-
v\', fnbsp;^^»«quot;igf i doïn hxeeren. öen pryft
7nbsp;Kraam te hebben, alszc eenige dagen van tc voren alte-
K fc quot;quot;\'Sen, mzonderhcidby ofnadeMaaltydj
Men kan van de Qm ook een aangenamebereiden, aldus; neemt van het on
voorgaande wyze C§. 14.;, uitgeperfte Sap^ doet daar by, na dat het een weinig geftaan heeft,
even ve^l Brandewyn, een wemig Kaneel, eenige Nagels en wat Zuiker, na mate men het zoet bpt
geert, k^r hst dan op een warme p aats wat itaan trekken ; en bewaart het vervolgens tot het öë
muik; of als men het helaer en klaar begeert, zo kan men zuIks ook door Vloei-papicr laten lopen
;M!
\\yi\\\\
VAN DE
I.
ÉRSE-BÖÖMi De vreemde Benamingen van dezelve zyh, in het Latmfcb Cera^
lus. Cerafus fohis ovata-IanceOlatis. Linn. Gen. amp; Spec. Roi Prodr IVn^ fV
De Vrugt zelfs word gehoemt in hetnbsp;Cerafa HooFduiffrh r^vf^\'n^n r, ,
Cenfes. Engelfcb, Chery. Deenfcb en Zweèdfcb ,nbsp;Kirfcnen. Pranfch, des
2nbsp;zoorten
L
-ocr page 78-BESCHRYVINO tan db KÊRSE.BÖÖM.
f»
i
§• 4- Hy_begeert van Natuur een goede, verfche, ongemefie, \'t zy Zand-of Kleiacrtige-gfönd:
Wordende in de?e laatfte de Bornen nogtans groter en fleuriger en brengen groter Vrugten voort»
als, die in Zand-gronden groeijen, dog de Vrugten van deze vallen wel zo fmakelyk^
Daar is geen Vrugt-bóom my bekent j die viezer omtrent de Grond is als deze, en derhalven hier
in meerder a.\'^vfl.if.^jn.g van noden heeft: V/ant het *wel gebeurt, dat \'er AV/if/ï geplant worden iii
Gronden die goed fchyncö, en nogtans de Bomen daar in niet aar ten willen, ja dikwils in de kragt
van hun groei fchielyk allé verderven, fchoon de Grond behoorlyk gedolven^ en in dé diepte ge-
roerdt endlos gemaakt is. Hy begeert juift geen zeer vette Grond\'; maar is met een gèringe te Vre-
den, als die n.aar verfch of nieuw is, dat is, waar in nooit of in lange jaren geen Bomen, en wel
inzonderheid gamp;cn Kerfe-hoinen, gegroeit zyn; want de ondervinding\'leert, gelyk ik.zelfs bevon-
den heb, dat Kerfe-hoom gtplmt in de plaats daar een KüdetKeffe-boom gegroeit is, nooit wel
groeit, maar na eenige jaaren kwvnens verftcrft, fchoon men nog zo veel moeite aahwdnd, om de
Grond te verbeteren of te veranderen; Wagt IJ ook om de Grond omtrent of tusfchen de Kerß-bo-
wen te meften; want dit doet hsar 7ekerK^k al kwynende langzamerhand verflerven; moet men de
Grond wat verbeteren, zo is zeer dienftig Blad-aarde, van verrotte Bladen en Takken, met de Aar-
de te vermengen, of nndere goede vrugtbare Aarde.
Ji. 5. ^mmev éQ Kerfe-homen beginnen Gom uit te werpen, zulks is dóórgaans eeii merktekeii
van haar zwakneid en naderende dood , inzonderheid als de Boom jong is; derhalven behoort meri
zodrmige jonge Bomen maar aanftonds uit te roeijen ^ en andere.in de plaats tc zetten.
§, Ö. Alie zoorten worden voortgek weekt door middel vannbsp;Enting mét Klove, of O cu-
leermg, op jonge Plantzoenen die uit Krïeke-Stenen gewonnen zyn, dog zulks gefchied wel hooftza-
kelyk op de e.erfte wyze, dewyl het Enten en Oculeeren aan deze Vrügtboom dikwils niet al te wel
flagen Wil. Hoewel zulks pok veeltyds door verzuim of onkunde ontftaat; want als men de Stam-
mèfjes Ent terwyl ze heel jong, eh nog m.asr jaaren oud zyn, en dat men zulks vroeg in hec
?.c^nutfcnbsp;m aezen zeer Kcurjg: j^n zo is het ooK gelegen vatt het Oculeeren: moetende
iaartocook heel 3on,o;e Plintzoenen gekozen, en de tyd van doening wel in agt genomen worden,\'
tamcntlvk, wanneer het Sap wel ryft , en dus het Plantzoen en Ocuiatie wel löszen wil
7 Men Ent cn zuigt de Kerfen ook wel op Uitlopers van bejaarde Kerfe-hoomen die ód Kriek »c-
entzyn, of, op Uitlopers vnlée Krieken, daar die m het wilde was fen,- zynde gevoWk deze
Uitloters vm de mmut éer Krieken ^ die uit Zaad voortkomen; doa; men bevind, dat deze Uitlopers
weiniser eewas maken, en mmder groot worden als Bomen uit het Zaad; en dat derhalven de Enten
daar op geftelt wordende j ook kleinder Bomen 5 dog draagbaarder worden als die op Kriek uit \'t Zaad
ge ent zyn; waarom deze Uitlopers inzonderheid gebruikt worden tot Bomen die klein zullen gs-
Bouisfons en Espaliers-boomen.
8. Tot het Planten moet men nooit ouder ge-ente Bomen verkiezen als van twee- of drie-jarig
Ent-gewas 5 en van gezoogde nooit ouder als van een- ä twee-jarig Ent-gewas, om dat ouder\'van
gewas niet of bezwaarlyk aan de gang raken. Verders by het planten in agt nemende het geen in ons
ïfie Deel aangewezen is. In \'t byzondere agt gevende, dat men dezelve niet te diep, maar bv na bo-
ven op de Grond plant, zo dat de Wortels maar met 2^3 vinger-breed Aarde overdekt zyn, eri
zu!fcs vooral in vogte koude Gronden, om dat de ondcvindmg leert, dat ze dan beter groeijen; eä
zo \'er na het planten een drooge Zomer Volgt, zo móet de Wortels met/^/ßg-^e3 Rund ofstroo,
teilen het uitdroogen overdekken.
\'Byna geen zoort van Boom-gewas luiftert zo riauxV by het planten, óm hem wel mdt Aarde tus-
fchen de Wgt;,rtels te voorzien, als deze; want de minfte PIol igheid, of de Lugt die hier in blyft
en het fchimmelen dat daar door äan de Wortel ontftaat, ka-\' ziekte, ja veeltyds de dood aan deiï
Boom veroorzaken; weshalven men by het planten nauwkeürig in agt nemen moet, de droose Aar-
de wel tuslchcn de Vv\'ortcis te fchudden.
§. Aangaande het Snoeijen dernbsp;zulks gefchied verfcheidentlyk, volgens de dif^
fererite^zoorter.: Morellen, Kerfen van der Nat, Oranje-Kers, en in het kort alle zoorten die dun-
ryz!g rioüt-gewas maken, en die meeft alleen aan de einden der Loten voortfpruiten, willen niet
gefnoeit, oj. ten mmften niet getopt wezen, want dit zoude de opvoering der Sappen grotelyks ver-
minderen, eii dus de groei, zo wel van het Hout als Vrugten, verzwakken, en de Vrugten kleiß-
dex
-ocr page 79-be\'SCHRyving vk n -0 t e r s Ë«b ö ö M, |
^er en ófifmïikelyker doen bly ven; Derhalven ais déze Bomen te veel Kout hebben j^at verwar-
Hng en bedrukking veroorzaakt, ,of het fatzoen kreiikt, zo is het beter een gcheele Tak, hetzy
groot of klein, hier of daar uit te fnoeijen, als \'er veel aan te kórten. ,,nbsp;■ ,
Andere K^/m, die zwaarder5 regtfcheutiger Hout-gewas maken, en ingekort zynd^, weer ge-
gt;yillig niéuwe Loten fpruiten, als, by voprbeeld, de Praagfcbe. Mufcadel^ ,Gadropfey Roiiaan/chei.
^aan fche Kerfen, enz., kan men veiliger fnoeijen, of korten, als\'t de noodèakelykhei^d vereilcht;
namentlyk, als ze te. veelfïout hebbenj öf als meü ze kórt, op de wyzé der Bouisfons^ houden
Wil, en\'een cierlyk f^atzoen doen hebben.nbsp;t m •
Ondertusfchen zo is het zeker, dat alle zöorteh van Kerfen van die natuur zyri i. dat ze hem met
brillen gefnoeit wezen, ten zy maar, gelyk gezegt heb, eenige Takken hier,of daar .die het^atzoen
benamen of verwarring veroorzaken; want ze zonder veel fnoeijen en korten meer eh ook fmakely-
^^er Vrugten voortbrengen ^ daar en boven ook van langer Levéns-tyd zyn, gelyk dit klaar beveiligt
Word daar door 3 dat men de Kerfen die in het wild groeijen j heel groot, oud en vrugtbaar ziet wor-
i 10. De Zomer-ihoeijing moet aan de i^er/è-n geheel niet gefchiedenj^ déwyl dié aan de meeft«
Steen-vrugten nadehg is; dog Kerfen die aan Êfpaliers ftaan^ ontlaft men sZomers wel van deze en
gene overvloedige Loten, om de verwarring eri bedriikkihg te verhinderen^ en die men behoud,
Worden dan zonder inkorting aangebonderii . .nbsp;^ , \' ; , ri •nbsp;^nbsp;\'
§. 11 Dog het p-ezëgde is hoofdzakelyk té Vérftaari van wat bejaarde Bomen,- jonge Kerfe-homen
moeteh, gelyk als\'andere Vrugt-bomen, in de eerfte 3 ä 4 jaren na de Entmg kort gefnoeit wordea,
inzonderheid die fterk en regtYcheütig Hout-geWas maken, als de Praag/e., Gadropfe^ enz.; om
dat ze anders te fchielyk vari onderen hol Worden., en kaale armeh verkrygen. _ , , ,nbsp;.
i-^. Men moet ook nooit geen bejaarde Kerfe-bomen kandc|aäi-en, nl menmg om ze weer nieu-
wc Takken të doen fpruiten en ze daar door te vernieuwen» gelyk men wel met Mdere oude Bomen
gewóón is te doen; want de ondervinding leert ^ dat de.zelyë ^ om dat ze een zeer dikke ruwe S9tor^s
l?cbbch, niét of weinig fpruiten^ en doorgaans veMervcn. Het is derhalven beter^ dat pen van
de oude Bomen profiteert zo lang ze ëhigzihts vrugtbaar zyn; maar dat men ondertusfchen met ver-
zuimt ^ by tvds jonge Bomen elders te plaatzën, dewelke met hunne Vrugten die der oude a^aande
Bomenvervangen, óm dus niet Vaii dézé Vrugten fchielyk ontbloot te wezen;^zynde de levens-
tydderKer/e-fowim, of de tyd hoe lang dezelve bekwaam bly ven j öm goede Vrugten te geven,
IJ. a 20 jaren, of ten langften 30 jaren iri de befte Gronden.,, .. . .nbsp;;nbsp;,,
« iq De Ker/èn verftrekken rauw voor eene zeer aangenaméSpyze, inzonderheid in heete ty-
Heni want ze verkoelen, verflaai dendorfti en verkwikken zeer, zymook nietöngezorid, endie-
nen inzonderheid voor heete Natuuren, en vóór Hypochondriake Menfchen; dog men houd de eu
gentlyk zo genaamde Ker/en 3 ids de Praag fe, Volger ^ enz. j en wel inzonderheid die wat amper ot
Kynfe Wynagtig van fmaak zyn, als deKerj- van der Nat ^^ Morelleny enz.i voor gezonder als de
zotteKriêken,.^pm7ifchei en andere; hoeweldezc aande mond aangenamer vallen:, , ^nbsp;,
14. De KÄ dienen ook vbor deKeükeriï dm daar verfcheiderhande Lckkernycn van te be-
uw/kXzagtjes in.desyroop tot dat dezdva
fpinci doet dun 3e fcr/CT met dï Syroop, wat kacl geworden zynde, mam Qinfytrnr-Pottcn, en
bewaart zé wel toegemaakt.nbsp;, ■ - .nbsp;„ . « : jn -ra i 1 ri -t
Zoriimige maken deSyfoópvan het uitgedrukte Sap van Ketfep by i| Pond Sap 4 Pond Zuiker
Voegende; het welk óok beter houden als men KerAOT genoeg ^eft.nbsp;,nbsp;r ,
Men maakt ook Wel één Moes van de Kerfen, óm iri Taarten eri arider Gebaks het geheele
«aar dooi-te kunnen gcbfuikeii^ op dcvÖIgcnd\'e wyze: . Neemt van de SteelengezuiverdeKsri^«,
iaat ze in Wyn wel kookeri, daar,na wryft het door een Teems, laat dan het Moes met Zuiker,^ tot
ieder 3 Pond Moes 2,a 2| Pónd Zuiker riemende^ kookerij tot een bekwame dikte^ het zeive ge»
ftadig roerende, óp dat het jiet aanbraridci .nbsp;. ii ^ t- •^r.^ A;gt;, ^-ct-^m
, §.17. Daar wöi-den ook Ko.^i«vari gemaakt , op dezé Wvze : Neemt fapmge
pe? zyn, plukt \'er de Steeled af, kookt ze zagtjes in een Aarden Pot, zonder of met we^J Wa»
ter, daM In haar eigen Sap, roert zé geftadig dat ze riict branden; als ze dus eenjgen tyd gekookt
hebben , din wryft zè^door eranbsp;ieder Pond Vleefch ómtirnt een Pó«d Zuiker, laat
het daal- na zagt^jes eén weinig koóken, geftadig roerende; vervolgens legt het by brokjes op eea
feladde Plank die mét fyne Zuiker beftrodit is, en formeert \'er .Koekjes van, die gy daar na by een
Kagchel of öp ccn andere Warme islaats moet laten droógen, en droog zyndej m eciLDods tusfchea
fchoon Papier bewaren. Meii kan, als men itil j By alle de gemelde Condtta wat Spsceryen doen,
gelyk by cfe (Pser-hoorn i i.) gezègt is.
na dat de Stéèleh \'er afgedaan zyri, kookt dit mét Zuiker, tót j Pond Zap i| 4 2 Pond Zuiker,
Pf wat méér nemende als mèri het zoeter begeert, fchuimt het wel, eri kookt het tót een matig dife^
Zap, doet het dan i koud zynde^ iri glazen Flesfchcn, cn bewaart hét w4_ toegemaakt
, Alle deze gemelde Confitmren zyri zeer aarigenäam en gezond, en mogen zo Wel van zieke als ge-
zonde genuttigt worden; ze verfterken het Herte, léslehén den dorft, cn ycfkwikkeii\' zèer. . _
. 20. Öe-More/Zm worden in Duitfchlarid en elders ook veel gedroógt, dewelke daSr nä, met
^at züiker gekookt zynde, een aangénaam Ectcn zyn»nbsp;- .. ,
1
k.
j;
1-
BËSCHRY\'^IJ^O t A N ö É ÈÈkSÈ-BÖÖM,
21. Wilc gy èen aangenaam Ratifimt of Liqüer maken, zo neemt wel gedroogde Morellen;,
ftampt ze met Steenen en met ai m een Vyzel^ zet ze dan op goede Brandewyn, doet daar by wat
Zinker, een weinig iTane?/en eenige iVa^é/j, en Iaat bet eenige tydt in deZonne, ofby het Vuur
trekken; gy zult dan iets Jekkers hebben, dat gy wel by occafie aan aanzienlyke Menfchen prefen-
teeren mOogt: Wü men dit Aftrekzei heèl klaar hebben, zo laat het door Vloei-papier loneh het
zal\'dan zeei-iielder wezert;nbsp;rr r \'
Men kannbsp;ook makèü van verfché Morelten ^ maar dat is zö aangenaam ën kra^^cic^ niet als
van gedroogde, om dat het wateragtigeZap der verfche Morellen het zelvë verzwakt; nwa? als meii
het zelve hier van maailt;t, moet men \'er de Steenen uitnemen, dezelve apart in ftukkeh ftampen ^
en dan met het Vleefch, ènz., op Brandewyn zetten, als voren.nbsp;\'
inzonderheid in ZwttzeHcmdi
word er een Water of Geeft uit deKntktn ge^flilleert, na dat dezelve met de Steenen gcftoteri
zyn, en wat geftaan hebben tot dat ze giften, het welk men aldaar Wer noemt, dat niet
HmeS^rklSdeG^ftä^^^\'nbsp;wordende, gezond is, waiit het veÄerkt heC
dal Ig^/ir^SS/T\'iözondèrheid in de Wyh-iandeii, al-
7omfr 11nnbsp;Cdat is Kerfe- of Morelle-wyiij) genaamt, die zeer geurig en in de heete
iTmt\'amp;J^i verkoelende en verkwikkende is De wyze om deze Wyn te maken is ligt; men
neemt MmeUeni men ftampt ze met de Steenen wel klem, na dat de Steenen \'er afgedaan zyn meii
doet die m goedé,, zagte roode Wyn, of ook in witte Wyn ^ met eenige Nagels Kaneel, zö mefl
wil, Ha omtrent 14 Dagen is dezelve bekwaam tot het gebruik.
54. Om de Kerfen een geheel Jaar lang goed of verfch te bewafën, doet men als voilt;^t. Meri
Plukt de Äer/jß, (van de iciioonftë, even rype) by heldéf dröog weer zeer voorzigtig, dat ze niec
het mrafte gekneuft worden^ m^en doet ze m eene glazen Flefch met een wyde Mond, meh maakc
dan de Mond der Flefch,. doOr middel van een Kürk én daar over heen Hars dat met wat Terpen-
tyn en Was fmekende vefmengt is, wel water-digt: Aan deze Flefch maakt men dan een Koorde ^
of beter een lang Koperdraat vaft, dewyl een Koorde haaft verrot, en men laac de Flefch dan in eeti
koele Regen-hak i Put of Bron , tot op de grond neder zakken; de Koord of Draad dan boven vaft:
makende, om daar mede de Flefch op zyn tydt weer op te halen. Op déze wyzè kan mén in dé
Winter verfche Kerjen opdisfchen^
A.hi^^z.nbsp;^^nbsp;deze wyze een geheel Jaar lang voor het Bederf bewaren f Na
dat de ILerfin voorzigtig, gelyk te voren (§. 24.) geplukt, en de Steelen \'cr meeft afgefneden zyn
legt men dezelve m een verglaasde Pot; dan maakt 4n goede Witte Wyn
over deKerJen, tot dat ze daar onder bedolven zyn, als dan de Wy^koudgewordS
men die met een dunne Bodem yan gefmolten Boter, en men bewaart^de Pot lp eÄ
en daar het\'s Winters njtcnvneftj Dag deze x/r/.^ dienen alleen tot SpyS
Winter of op andere tyden: By het gebruik neemt meh dé Boter boven af, en na de ben^igde
er uit de Pot genomen hebbende,- fme t men de Boter en giet ze weer Over de Wyn welke\'
Boter de Kerfen voor de Lugt en dus voor het bederf bewaart.
§. 2ö. Ten laacften-moetik lïogaanmerken, dat de Vogels, Inzonderheid denbsp;Musfcben^
en Lyjiers, de Kerjen zëér aandoen, en dikwil® zodanig aanfprekenj dat men \'er maar wéinig vari,/
de Bomen plukken kan, indien men niet öp middelen bedagt is,- om de Vogels van dë Bomèn af
te keeren. Zommige hangen tot dien einde boven uit de Bomen aan een Staak eenlae doode arooté
Vogels, om de levpfstie te verfchrikken; of ze hangen om de Bomen Touwen met veel Veerenï
Andere zetten Klapper-Molens, die door de Wind gedraait worden, cn ee^S geiU/makS
Staken by de Bomen. Dog alle deze pralt;%ken zyn^an weinig dienft^wam denbsp;heC
bedrog haaft, en vrezen die dingen na een Dag ä a^ 3 weinig meer, zo sezieS dS rfzdfs
op diergelyke dingen gingen zitten, inzonderheié de jong! Äar/4 difz^^^
Het befte middel 13, dat men\' Netten over de Bomen hanat; en nn AL hSnbsp;} J ^^ A^
longe Loten der Bomen doen zoude, di^
kneuftwordcn, offcheef groeijen, zo zet men één of meer KruisfS Se van I arrfn
aan een Staak vaft gefpykert zyn, kruis wys en tusfchen dé Boom amp; war^ritr mJnbsp;Të
leggen, om alzo de Boom niet 0/weinig te raaken.nbsp;waarophctNct koorac
2/. Zommige vermogende Liefhebbers düën expres gfoteï?et£en cfm dääf mede eeö
geheel, rnm of mQexdef groot^ Kerje-Hof, waar m de Bötaeh tot dien einde wat digter als ordinaris
by elkanaer geplaatft zyn, yan baven^^en ter zyden te bedekken; Wordende hier en daar tusfchen de
N??Sm?temftS^nbsp;grond gezêt^ daar overheen Latten gelegt, waar op het Boven-
de^o?;!.^^quot;quot;^^® dc Kergt;, iödieh deBömêft in èen aparte Bogaard by malkandèr ftaan, ook^oot
SheSfn d^ dS^^ middel van een Jongetje, die men voor weinig Dag-geld hebben kan, dert
faas Satll telä quot;^\'nbsp;laten oppasfen, om dus de aankomende Vogels door het ge-
S z^S werk om \'If Enbsp;a \' ^»^«quot;^^^heid als de Vogels in Menigte zyn, nog
?otTarondsnbsp;daar dient nauwkeurig, van \'s morgenl heel v\'roeg
matvl?;nbsp;iquot;nehen deze oagenodigde gafteH te yérjagen, door het middel van te fchieteöS
doetnbsp;ligt duldend omdat zulks niet alleen wb\'SgS
I to SS Hnmnbsp;^^\'i^-^omen door den Hagel zeer worden bedorvem ^
de D?aaiiPvf deTKerfe-bomen is hard, van Koleur bruin-rosagtig, eiï word veel gezffec vaff
derlySg^^^^^^^^nbsp;Stoelmakers, enz., Im^daar van Stoele/S^^^^^
fiögietsnieldetfvanhetveryro®-
van rypwor.
32. VerkiefteenofmecrjongeBoomt|esva«dePrß®g/cki}|«j^^^^^^^ het zy laag. of half\'\'-
ilamd%
io
ËE\'SCHîi YViMö gt;À N Î,fe ÈÈ KèÉ^È\'ôÔU.nbsp;h
fede die hog niet zeei^ grote Kronen hebben, inaar Wel aan hét dragen iyh; gelyk deze zoor-
l^lf^^S^ lT^W \'nbsp;niet zeer belwaain om té vervio?in «
fïSr?nbsp;piant ze in een bekwame grote Kas(en, Vaten, Si
dan ergens op een ichaduwagtile plaats^ en o^
öeihoadze m net vervolg wel met bevogtigen, inzonderheid by fterke droogte, ód dat ze in de Pot-
ten bcworte en ende wel m de groei kómen; ei1 om deze gi\'oei no/betèr te 1 evorK^^
ker te doen zyn, zo is het dienftig, dat men het benedenftë derPoftenfets tó din
volgens by ch-oogte den.grond rbndom dePotten altemets met watlt;ï wdnbsp;^n\'San^S
öe Wo^telshet vogt van onder door middel, van de gaten, die in de Bodem van^de P^^^^^^
ti-ekken, en daar door de Bomen natuurlyker en beter groeidennbsp;^ ^
§. 33- Deze Bomeü dan dus de Zomer over wel gegroeit hebbende ; z6 zet meii dezelve in het he^
Ain van de volgende Maand Januarius, of ook eer i^n een bekwame grote sSok-Ls en men ftooS
dezelve van tydt tot tydt, naar mate van het weer, invoegen da! denbsp;dn^oo,
eerft maar matig, Warm is , namentlyk. ran omtrent Twintig Graden^ lolgeS â
pe Kas altemets over dag iets iugtende; dan. zal men zien dat deKnoppelnquot;et 4 amp;
Ben te zwellen, en vervolgens aan hec bloei en te gaan,, als wanneer de
hoog nodig is, en met moet verzuimt, worden, om dat anders de Vrugtel i^e^udïr^p?
en^ maar altepiaa afruijen: Gezet zynde, kan men haar wat meerder, warmte door StoHno ?.
fen gemeten, m alle deeleh, zO veel doenlyk is ^ naboótzende de warmte en aandoenin4n f fn^
^a iiurlyke Mm waar in de Kerfin bloeijen en hare rypheid verkrygeii;, eri dus doende f zal ien ?n\'
het laatfte van NJaart, en zomtyds vroeger , rype Ker/m kunnen opdisfchen : Dog valt dit h S nnS
ce zeggen, oat de Ker/w.zeer,keurig in het zetten zyn, en deaelvc door deze wyze van broeiien
onaangezien a Ie nioeite en oplettendheid, egter nog dikwils afritijen, inzonderheid wanneer het in
lïnÏnbsp;koua en flegt weer is zo dat meii de Glazen weinig, openen kan om te lugten ; . Wilquot;
Soernbsp;Bloei-tydt öok geen gebrek vari Vogt lyderi , waar op men grootelyks letcen
fp^quot; Meii kan de \'Kerfen ook bi^öeijen voorts na de plaiiting tót dien einde in de Herfft óf Win-
lenn de Potten geplant zynde, dog dan is de Vrugtzetting nog onzekerder. .
33quot;.• Deze volgende manier van vervroèang is beter als de vorige. . Men plant lao-e- of half-
tainde jonge Frmgfe Keffe-bomen in een koude Broei-Kas of Zonnè-bak^ diè bekvraam ^rooc en hooff
ën H?. fnbsp;\'nbsp;^^«Ö^er I te weten Ö é 8 Voeten, men onderhond ze wel,
op dat dezelve wel in het gewas zoitden komen en men laat ze vêrvolgens aldus in de opene Llïsc
|oe|jen, pt dat ze draagbaar gpoeg zyn, en het dus de moeite waardi|is, om ze te bioSi • als
iügteo, inzonderheid m de Bloei-tydt, gèlyk zÖ even te voren 33. ) ^ezéat is ^ zorg dragende \'
ö t de Kas deç.nagts tegtó^deV^ll gt; en ook over dag als het mïUl ifSi^ne\'l^S^^e^fe
ucKt^orcie, inzonaerheid m de Bloei^tydtl moetende óm die red^n de Kas oölc; indien ze alleen
-dn Hout is, rondom met lange Meft of Stroo digt omzet Worden : Dë Vrugten gezet, en iets
prgroot zynde, kah,men,wat minder lugten (ten ware by fterke Zon, en tegen het rypen der Ker-
) óm de warmte iii de Kas te verméerdèreii en de Vrugten daar door tot rypwording te brengen
aewyl de Kérfen hatiiurlyk met een vermeerderende warmte rypen, en op deze wyze zal meö in de
■\'^^aand Apri\' fchons rvpe \'Ker/en kunnen hebben. ,nbsp;^^
, .Men kan de jonge l^erfè-homen öok buiten éèn Broei-kas, óp een welgelegene ^OOi^deHgëplaats dist
ï-n\'^uquot;\'nbsp;de Bomen draagbadr zyh, een Houten Kas om dezelve dóen maken; liec
S oétei; is, om dat dan de Broéi-kas niet zo langen tydt vergeefs behoeft te leggen. En men kaïï
«■.wel twee Rey en; Bomen voor malkander planten, agter half-ftamde,; en van voren lage Bomen,\'
Vppi ^ de Bomen iö: de Rey, omtrent j â 8 Voeten vaii elkaaderen; èn zulks 20 weinig of zo
\'^^eijjomenalsmeöbege.ert. ,,nbsp;.,nbsp;^
ïeh Oo^skan men de vervroegGü doot middel vaa eènZonhe-bak, Het zy dat iulks lóót-
tofmnbsp;fchtons agter ovCT helt,,,Öog welk laatfte béter is, waar in de Bomen tegen de Agter-
Schutting m de opene Grond ^eplaiït en uitgebreid ftaaö; moetende daar by dezelfde o^èr^
als m de koude Kas m agt genomen worden.,,
igl\' $7- Ten laatften zó kunnen de Ker/en hok vrórden vervroegt m eene agter óverleggende Stook-
ftieVnbsp;Bómen ook in dc Grond tegen dè Agter-m,tïur gfeplant ftaan; het welk de befte ma=
in lü? aïs men de Kerym wat vroeg begeert; zullende in deze Kas.niec ligt ruijen; als men maaf
ternbsp;op het lugten paft ; moetende deze Kas redelyk flSrk gèftookt worden, om de Als^»
j-muur genoegzaam teverwarmen.
^^^ zullen we tot de Synonymifche BenamiBgefi en de Befchryving der Zerfm otergaaiié
Van de Meefte Zoorten fan kerjen di® hfër êc Lan^ bekend ^yn.
^7^ zTe MoreLnbsp;zié Omge kWs.
^ Arendjenbsp;zie Qrande Tria^^
DMeldeBlóems^Kers,nbsp;Roo^
quot;» zje MorcLnbsp;jes ^ ondrmgbmt:
h 3
-ocr page 82-12
Dubbelde BIoems-Kers , draagbaar. Roosjes
Kers , draagbaar , Dubbelde May-kers j zie
May-kers.
Dubbelde Folger, zie Volder.
Fi
Fi^an/e Wyn-kers. ^
GAderoopfe, zie Hertogs-Kers.
Glas-kers, zie Volger.
Gimimeri, zie Volger
Grande Triumphante. Montmorancy-kers. Con-
fituur-kers. is een ioort van dubbelde Folgsr g en
draagt fterk., , .
Griotte,, zie Morel.
Grote Turk, zie Turkic Kersi
- Guigne, zie Volger.
Gulde-monds Kers, zie Volger.
Gulde-wagens Kers , zie. Volger;
-kers, zie.Rouaanfe. ,,
Hertogs-Ktrs. Gaderoopfe. Knap-kefSi
Hertoginne Kers, zie Oranje-Kers.
Hollandje Kers, zie Praagfe;
\'l^Afltroopfe Kers ^ zie Morellé.
Kafi\'eroopfe Wyn-kers, zie Ibid.
KersCondé?nbsp;, .nbsp;,
Kers (Gemeene of tamme)^ zié Morel-kcfiSi
Kers mét bonte Bladen.
Keulenfe Y^ers, zie Morelle.
Knap-kers , zie Hertogs Kers.
Kops-Kers?
Kriek (Zwarte), wilde Kers of Kriek, de Zwar-
te ; ook Scheur-kers van zommige genoemt.
Kriek (Rode); Wilde Kers of Kriekt de Rode,
Kriek van den Broek. ,,
Kuis-bonte, zie Rouaanfd\'
M.
luriÉs (Prins) Kers. ■
May-kers (Dubbelde).
May-kers (Enkelde).
May-Morel, zie Morel (Zoete),
Mo7itmorancy-Kers, zie Grande Triumphanté.\'
Morel-kers (Enkelde). Morelle. Amarelle. Ge-
raeeneKcrs. BoèreKers, Bogert-Kers. Suu-
reKers. Wyn-Kers.. Keulale Kers. Rynfe
Kers. Scheur-kers. Kriék in, Braband genoemt^
Hier ^an zyn eenige differènie Zoorten, als groter
of kleinder e, ligter- of donkerder-roode ^ min of
meer fuuragtige; en deze worden door Uitlopers
of fcbeuring zonder verenten voortgeqmekt.
Mofe!-k®rs (Dubbelde óf ^rote). Late Morel-
kers. Late Amarelle. Coiïfituur-kers, Griotte.
Deze worden in Holland onäerfcbeiden naar dé
Grosi-plaats en groote, als in
Blauwe Morel.
Haavlemfe Morel.
Meurfe Morel.
Rojaal Morel. Grote öf late Ëojaal-kers.
Warikfc Morel, amp;c.
Morel-kers (Zoete). May-Mórel. Bruflelfe
Bruine. Kafteroopfc Wyn-kers.
Morehkcrs (Zoete dubbelde}^ Dubbelde May-
morel.
Mufcadêl-kers i zie Praagfe.
Aantjes Kers. Turkfe Kers, Pufgcer-Kers-
een Heefier-gewas zynde.
Nat (Kers van der).
. Ranje-Kers. Hertoginnc Eers. Bruflelfc-
rode.
Mai
O
L Y S T
Pi
Bi\'
^Aarl -kers, zie Spaanfe.
Pieterfons-K.ers, zie Praagfe.
Praagfe Kers (Vroege). Praagfe Mufëadél-Keri^
„ Mufcadel-Kers. Hollandfe Kers,
Praagfe Kers (Laate). Laate Praagfe Müfcadèl-^
Kers. Laate Hollandfe Kers. Lange Praagfé
Kers. VelferKers. Pieterfons-Kers.
Prinfen Kers.
Princeffe Kers.
Punt-kers, zie Spaanfe Kers.
Purgeer-kers, zie Naantjes-kers.
quot;^Ojaal-kers, zie Morelle.
Roosjes Kers, zie Dubbelde BIöems-Këfl
Rofenobel-Kers, zie Volger.
Rouaanfe Kers (Dubbelde). Franfe Wyn-kefS;
Spaanfe Wyn-kers. Zuiker-wyn-kers; HerS\'
, kers. Kuis-bonte. Bigarreau,
Rouaanfe Kers (Enkelde).
Rynfe Kers, zie Morelle.
O Aker daan-kers, zieSpaanfd.
Scheur-kers, zie More Ie, en Kriek.
Schimmelpennings Kers, zie Volger.
Seeiiwfs Kers, zie Volger..
Spaanfe Kers (Swarte^ Bigarreau ndir.
Spaanfe Kers (Swarte) mét een punt aan \'t
Punt-kers genoemt;
Spaanfe Kers (Rode). Bigarreau rouge.
Spaanfe Kers (Bruine). Sakerdaan-KerSi
garreau brun.
Spaanfe Kers f Witte); Bigarreau blarie. Vic\'öroii
Spaanfe Kers (Bonte). Paarl-kers^
SpaanfelJ^yn-kers, zie Rou-VL^n^Q,
Suyker-Wyn-kers, zie Rouaanfe.
Buur e Kers, zie Morel.
SwolfeKers, zieYolgeti
Ros-kers; Zynde een kleim Kriek i visie ddé
een Hooft-fteèl.
Turkfe Kers. Grote Turk.
Turkfe Kers, zie Naan t] es-kers.
Glas-kers, Vf^
\\Icetoi, zic Spaaiife (Witte)
ITelferKers^ zie Praagfe.
Volger Kers. Vrdegivolgef.
ter-kers. Guigne
Folgër (Dub^belde), zie Volgers-Volger.
Volgers-Volger, Late Volger.
Glimmert, of grote Glimmerte
Guidé-monds Kers.
Guide-wagen s Kers.
RofenObels Kers.
Schimmelpennings ICers.
Secüwfe Kers, Grote SceUwfe.
Swolfe Kers. amp;d
Zynde alle een en dezelfde Zoortof vtrfchilien maaf
weinig van malkander in grcotbeit en koleur, dat
van dé Standplaats komen kan (zie myn PO\'
MOL0GIE en iße DEEU ; hebbende alle be^l
korte Steden.
Ater-kers, zie Volger.quot;
Wilde Kers, zie Kriek.
Wyn-kers, zis Rouaanfe j en Morelle,
SYNONYMISCHE
Die in de voorgaande Lyjl gemeld zyrii
èGAAT-KERS, Is platagtig rond, van gedaante als de Volger-kerfen; vah koleur, ryp zyndei
heel zwartagtig-bruin, vle\'efchig als de^Praagfe Kers j maar van een aangenamer en verhevener
geur. De Boom gi-oeit wel, met regc opgaande Loten; bloeit heel fterk, maar ruit na de zettmg
doorgaans zeer vc^l, en is daar döOr zeer ondraagbaar.nbsp;.nbsp;.
JAN ARENDSENS-KER S. Is vah gedaante eh koleur de rènde Praagfe Muscadel-kefs met zeer
ongelyk, maar kleinder en in, allen niet zd zoet ëh geurig van finaak; maar word weinig gevonden,
dewyl ze, na dat de Praag fe Muscadel bekent geworden is weinig meer gekweekt en gezogt word,
Ichoon ze om hare vi-ugtbaarhèid wel vVaardig is geplant te worden; makende de Bóom ook goed ge-
Was en fêhlk.nbsp;■ -nbsp;wnbsp;. \'nbsp;•
dubbelde BLOEM-KERS, de niet cïfaagbarequot;: De Blóeizels vsln deze zóort zyn zeer dub-
weid, uit vele kleine witté Blaadjes ze\'ei- netjes te zamengefteld, mooi om te zien in dê Bloei-tydt,
bloeijende ook zeer fterk; weshalven het waardig is eenige Boomrjes daar van ergens op het gezigc
te planten, ft:hoon de Boom geen Vrugten geeft; dewelke ook niet groot word, en op de wyze der
Morellen, waarvan hét ook een Medè-zoort is; eri mét dunryzig, fyn, door malkander grbeijenM
Hout groeit.nbsp;■nbsp;-- ■ ■ ■nbsp;\' . • /■
DUBBELDE BLOEM-KERS, de draagbare: DeBIöcizcls van,dezé zoort zyn met zoOdubbSd
als de vóórgaande; hog zo oógzienlyk, maar daar komen zomtyds Vrugten van, dog wemig.
. HER-mOS-KERquot; \' --------------------\'-- —^^nbsp;......
;zo dun; vah K.dleiir
6f gcfprehkelt ^ zyh(
te, heel aangename Smaak.nbsp;vnbsp;■ ^ , ., • \' i j i
De Boóm maakt fterk fegt op wasfend Hout-gewas, én een góede fchik, is ook zeer draagbaar,
inzonderheid als hy eenige laren oud geworden is, en is waardig om geplant te worden, wegens ^s
Vrugtbaai-heid en aaogenaamheid der Vrugten; te meer^ óm dat de Vrugten de aangename Praagje Ker-
fcn vervangen; eh Vooi-fs daar öp vólgen.-;., ; ., . ■nbsp;,
KRIEK\'van drn BROEK. Is éeti klemé Kers, vèel klemder als de s^aarfsnbsp;, daar zé
artders in gedaante cn koleur heel veel na gelykt, als zynde langagtig en donker bruin-zwart; ze
heeft weinig Vleefch, dat egter zappig, zeer zoet en geurig van fmaak is.
. De Boom\'maakt fterk opgaand Hout-gewas, cn kan tamelyk groot worden, als hy in een vrugtba-
re grond ftaat; hy is in den beginne zeer draagbaar, maar ouder wordende, draagt hy nog veel fter-
léh ; , ■ \' ■ . - ^
Daar word nóg een andere zooi\'t vaii Krieken in de Hoven geplant, iMcirtè Kriek genoemt, van
ledaante, koleur en fmaak gélvk aan de vorige, maar ze is nog kleinder, en heeft wemig Vleefcrt
öm de Steen, dog dat volzappig is i maar is wegens zyn kleinheid niet wel meer waardig om er van
tc planten. De Bóónl word de grootfte en gaaffte van alle Krieken die men m de Hoven plant, en
öraas\'t fterk. Llier van is ook een roöi^e zoort.,nbsp;i v ■
PR^INq MAfIRTTS KFRS Is ook een zöort van een Kfiek, die nauwlyks zo gioot woid, ajê
de^St^«nbsp;^n ali di^g^ï^ van gedaante is; haar koleur i.mooi ftharl^en^c^e^^
tvvyffyarrtiae witte ü^pen, vóortl van een aangename zoete fmaak, dog met zo zoet als de Aj lek
^anden Èroék.nbsp;■nbsp;i j - -i
De Boom maakt goed regtfcheutig Hout-gewas, en is heel draagbaat.nbsp;^^nbsp;_
DUBBELDE j\\tAY-KÈRS. Is bok een zoort van een-Kriek ; geiykt m geaaante, koleur efl
ftiiaak zeer na een laate Praag fe Muscadel, mxAY heeh een Krieke-, datis, een, langagtige Steen, efi
behoort gevolgelyk tot de zoort der Krieken. De Boom maakt goed Hout-gewas, als de Praaglche,
niaar is zeer ondraagbaar, fchoon hy fterk bloeit, dewyl deBloeizels, of ook de Vrugten, nads
^•etting, dóórgaans jaarlvks meèft alle afvallen j irizoriderhéidby kóud Weer..nbsp;.
E:NKELDÉ MAY-KËRS. Gelykt, zo iri gedaante als natuur, aan de voorgaande, maar is vee.
ileinder en ook zeer ondraagbaar derhalven niet wel waardig geplant te worden. :
MOREL-KERS (ENKELDE). Is een ronde donker-brüin-róde^rj-^ van een zuuragtigc Imaak
lt;3aar zyn vele zoorteri van, wélke alleen vel-fchillën , daar in^ dat zommige wat grotLi, .maerc
kleinder, en min of meer zuuragtig zyn. . ,nbsp;.. .nbsp;.nbsp;„n-*
De Boom word tamelyk fterk; hv maakt veel Üitlopers uit zyöe Wortels, en zulks dikwiIs op
een verre afftartd vah de Stam, door welke hy gemakkelyk vefmeerdei-d word, zonder da^ men hem
\'behoeft te Enten.
Ik
^en zuure of rynsagtise fmaak; dog als ze wel ryp is, niet onaangenaam om te eèten, word egter
^ecft gebruikt tot Covfuturen. Daar wordén o\'ök vérfciieide zoorten óf veranderingen van gevon:-
die egter niet vërfchillen dan in dé grootteen vrugébaarheid; hetwelk buiten twyffel alleen
ontftaat van de hoedanigheid van de grond ^ grosizaamheid, en vari het Erit-plantzocn; volgens de-
^^ verandering cn dc gfóei-plaats worden ze gcrióemt.j Haarlemfe weldragende Morel. : Meiirfchs
Morel. IVarjkfe Morel. Grote of laate Rojaal-kers. Koniiigljke Morel. Grote Ijlau-we Morel, enz.
I^eze AVx wórd het laatftrvp van alle.nbsp;.nbsp;.nbsp;.
■ ï^e Boom gfoéit met dunryzig zydwaards eri door malkander lopend Hout-géwas, en word niet
20 groot als andere Kerfe-bomcn.
. Morel CZOETE). Is ook van het Geflagt dé\'i* voorgaande, en daar äan zeer gelyk van ge-
daante éti koleur, dóg\'doorgaans donkerder, byrfa zwart-bruin, als ze wel ryp is, en deStéeiJs
ianpr, zynde vöoYts^leeïchig, votóappig, van eén aarigena.mè,\' geurige, zoete, en na het Rynfch
«i^llende flnaak, als ze wel ryp is. Komende in gedaante en fmaak ook veelover een met écAers
vm
-ocr page 84-fer Nat; dog ze is doorgaans wat groter en iets korter van Steel, ook wel zo fmakelyk, en dtiS
dezelfde met de Kers van der Nat, gelyk zommige menen.
De Boom maakt fyn, wat zydwaards, maar niet zo door malkander groeijend Hout-gewas als de
Dubbelde Morel, word ook veel groter, en draagt fterk.
NA ANTJES-KER.S. Is een klein Heefteragtig Boom gewas, zelden over dc 4 d 6 Voeten hoog
wordende, deszejfs Bladeren zyn klem, gelyk ook de Vrugten, die rood, droog-vleefchig, eü
trekkende, zuur 011 wrang zyn, en word niet geplant dan van Liefhebbers, om de liefhebbery, en
Groeit \'m Duitfcbland, Bobemen en Ongarien op veel plaatzen in het
quot; .cerafus. Dodon. Lobel.
of na een ronde Praag fe Kiri,
, . .nbsp;j , r,-nbsp;quot; - - O-O------, ook langfteliger; haar koleur is
y.wart-bnimagtig; zynde vleefchig, zappig,. en vaneen aangename, geurige, rynfe fmaak, als ze
door ryp is; anders valt ze zuur cn trekkende, wordende van vele voor eene der befte Ker\'en
ag^; ze komt wat laat aan, omtrent met de Oranje Kers.nbsp;^
is Ê^drSSr*^\'^quot;quot;^\'^^^^\'\'nbsp;groeijend Gewas, op dc wyze der ^^ö/gfrx ennbsp;en
ORArs\\IE-KERS. Is een platagtig ronde, tamelyk grote Kers, helder rood van koleur, wat
hfvxer geKOieun en groter als de Volger, en enigzins diapbaan of doorfchynend; zynde voorts dik-
ictiJiiig, vlecichïg, meteen witagtig Sap, even als denbsp;en wel ryp zynde, van een aange-
quot;quot;\'^^j^vfi\'uevene fmaak; komt laat aan, omtrent met écMorellen.
De Boom maakt zydwaards en nederhangende Takken, midsdien een flcgt ?eftel, en is zeer on-
draagbaar.nbsp;ö ö 5
PRAAGSE MUSCADEE.-KERS. Is een rondagtige tamelyk grote Kers, van koleur heel hoog
bruin-rood; is vleefchig en zappig, van een zeer geurige aangename fmaak; dog niet zo zoet als
de Krieken of Spaani\'e Kerfen.
De Boom maakt fchoon, fterk, regtopwaards groeijend Hout-gewas, word tamelyk groot, en
is zeer draagbaar.
PRAAGSE MUSCADEL-KERS CLAATEgt; Deze is wat langagtiger-rond als de vorigs,
komt anders in koleur en fmaak met dezelve genoegzaam overeen, hoewél ze van vele nog geuriger
en aangenamer van fmaak gcoordeelt word; ze komt wat later aan.
De Boom maakt ook diergelyk Gewas als de voorgaande, dog wel zo kragtig en fterk: en is ook
zeer draaaibaar.nbsp;003
SiLnnbsp;zyn by ons de waardigfte van alle Kerfen om geplant te worden, om dat ze
ook zeer draagbaar zyn, en niet zo ligt misfen al andere
Zoorten, ook het eerfte ryp worden; ten mmften men zal wel doen, als men, by voorbeeld, 30
K^r/^èojmï plant, dat\'er 20 Praag-yeMwrcarMê/z daar onder-zynnbsp;^uiulliu, j
Men plant ook wel zommige aannbsp;om zc wat vroeger te hebben; moetende men hier
toe de Oofer-, Aiiid-oofief, of ^Pefter-Kxpoixtie verkiezen, dewyl dc Zuider- m. Zuid-\'wefter te
brandende voor denbsp;ze cius dikhuidig en anderzins onvolmaakt\'worden, of afruiien.
ROUAANSE KERS (DUBBELDE). Is van het Gcflagt der Krieken, en dus van däzelver
gedaante, dat is, langagtig-rond, na onderen iets dunner wordende, met een ondiepe Kf\'rf; ge-
lykende veel na de gedaante van een Hert, weshalven ze ook op zommige Plaatzennbsp;ge-
noemt word; haar koleur is ligt-rood en wit-bontagtig, zynde met helder roode Stippen op een
geelagtige urond geftippeld en gevlekt; haar Vleefch is hardknappend, dog iets zagter als de Hert-
toss-kers et Gardaropje, van een heel zoete aangename fmaak, als ze wel ryp is. \'
ROmnbsp;groeijend, fterk Hout-gewas, eh is zeer draagbaar.
1 iYii.nnbsp;r(ENKELDE). Gelykt in gedaante, koleur en fmaak na de voormande,
behalven dat ze kleinder is; derhalven de vorige kunnende bekomen, zal men deze niet w lkn plan-
ten , ten ware om de verandering.nbsp;\'nbsp;wiiien piaquot;
SCHEUR-KERS. Word genoemt de enkelde o?njoilde Morel, die hier voren hnrAv^x.«« nm
dat zc door Icheuring der Uitlopers voortgeteelt word. Dog ktn notlt o^^nbsp;nm de®
zelfde reden, de Uitlopers van de.M, die men tot)eUiTerder X^ï
halven men zigjn denbsp;Benamingen niet most abuleeren.
waar van
aar is een
m koleur
.nbsp;. - \' ^ , \'nbsp;OJ ---rr-.o ■nbsp;aauguiKuui-; ifflaak.
ue boom maakt fterk, regt opwaarts groeijend Hout-gewas en kan zeer groot worden is in den
Degmne niet zeer draagbaar, maar bejaart wordende, draagt hy fterk. Dezelve wil in de z^kare
^^nbsp;ï^en^^nd, gelyk ook alle andere Soaanfe Kerfen, een
nnl/hrfp/\'?^ ^andagtige grond, ja groeit ook voordeelig in een goede fteWgtige Aarde, en
ma^r h m kotem^f-^onbsp;■nbsp;gedaante en fmaak genoegzaam aan de vorige,
maar haar koicui is rood na den bruinen heilende, met twyfl^Iagtige wita^tii^e Stippen
fwi 7 1?nbsp;g^te Kriek, genoegzaam van groteen gedaante als de
i?denZnf f\'nbsp;«\'it of geelagtigaan deZons-zydl zomtydf na den bleek\'
De^Boim mn kf ^nbsp;een zeer zoet, geparfumeert Sap; zeer aangeLm v?n fmaak.
tam^vkdmgtonbsp;voorgaande, en is, wat bcjaar?geworden zynde.
/oo™^e dnfi inbsp;ook van het zoort dernbsp;van gedaante en fmaak als de
nfnbsp;^«\'•^«•-rond van gedaante; van koleur bleek^roodagtigen wit bont,
ï4
van dir Nat ;
niet
verandering van Gevs^asfen:
zicn^^?wo?den geelagtig-wit; zyndezodat het Vleefch door de buitenfchil ge-
Vi
-ocr page 85-TR n^^Pßquot;? r^®nbsp;zoorten, en is in den beginne ook niet zeer d^-aagbaar.
Vriiren fnnbsp;Jnbsp;? kleinenbsp;rood van koleur, komende veel
S fn^^?-?nbsp;malkander aan een Hooftfteel voort, waar van ze de Mam
reinU wfid^ •nbsp;aangenaam genoeg, _maar dewyl ze klein en niet zeer vleefchig is, ifl^
f worden ten zy enige weinige Bomen om de verandering. ° \' \' ^^
Vof G^TflVRf\'S^fnbsp;Hout-gewas gelyk de overige Krieken, cn draagt fterk.
tr-n 1 7 ? t)^^\'nbsp;omtrent de Steel wat platagtig van lt;ïedaante en tamelvk «^roof
Van koleur heldei^rood blinkende, en ämpbaan of doorfchynrade, nS feerVleeS-
van een waterig Sap dat weinig geur heeft: Word derhalven weS Snt e^waï? om te
anfy^n, ofooktot Geßoofs te gebruiken, waar toe ze om haar kokïïleer ^^^
lerfennbsp;^omer-dagen ook voor gezonder gehouden worden als ^r^^^e^g^r cJS^^
De Boom groeit wel, maar maakt dunryzig, zydwaards en door malkand-r ^mpüpnrl Hnut ap
Was, en word met groot, maar is heel draagbaarnbsp;^^wiKano^r gi oeijend Jdout ge-
Van deze zoort zyn alle de volgende Mede-zoorten: DuMelde Volger, ofnbsp;VnJ.^r rih.
mem, of^oteG mmerts. Guldemonds-kers. Grand Trkmpband. MontZrl^f^^^
Schimmslpennmgs-kers. Zwolfche-kers. Zeeuwfcbe-kersnbsp;\'^^^uncy-Kers. Kojenobel-
ff Volgers-kers, en onderlings aan malkander, zo in gedaante als koleni-
lyken, behalven dat ze veel groter a s de Volger, en wat vleeft-hieer 7\\. n •
tennietwel te onderfcheiden^, dan tegen maliander; lohet ie? fen
niet zeer oKwaarfdwnlyk toefchynt; ze zyn alle heel kortfteelig, waarom ze in FiSrylv ÄJST
a ^rre ^.genoemt woM^^ zynde voorts ook zeer ondraagbaar, en dus niet raadS
van te planten; hoewel het anders de befte Confituur Kerfen zvnnbsp;^^
.^ii
-1
i iF
L
VAN
E PRÜJM-BOOM; dezelve word genoemt in \'t Latynßb, Prunus. Prunus inermii,
fohis lanceolato-ovatis G.;^ amp;? Spec. Roj. Prodr. Franfcb , Prunier. iiooj!
Komt; Trï™nbsp;Piumme-Tree.. Deenfch, K^glTr^ Zweidjlb,
peVvngt zelfs heei in het Nederduitfcbnbsp;m het Franfcb, Prune; in het Hoolt;^ duit fch
Ptome; in hetnbsp;Plumine; in het Deenfcb, Kreige; Zwee^b, Plomon.nbsp;quot;
§. 2. BePnum-hoow, bemint de warme Climaten, en daar worden vede zeer ^eurilt;.c iliiikelvke
Zoortenvan gevonden, inzonderheid jn de zuiddyl.e Landen, als in hSz^derdSl ^a^^^^^^^
mltakenen Spanjen, maar waar van de meeften liierteLandé niet wel ryp wordä of maïï^^^
gevolglyk haar aangename geur niet veSTgen!
tiaar zvn er zdfs die omtrent Parys haar behoorlyke rypte niet verkrygen, z!o veel te minder hier
te Lande, ten ware aan het Fspalier en in goede Jaar-faifoenen, dienende haar in het byzondere dc
Uojier- enZiud-ooJver Fxpoßtte; dewyl ze op de Zuider en Zuid-weßer Expofitie, zeer ligt verbran-
den, dikhuidig eri taai, in plaats van ryp en geurig, worden. Daar is nogtans ook onderfcheid in
de Zoorten, aangaande de Stand-plaats, willende zommige liever op Stam, cn niet paarne aan het
Espaheräzrten^ andere op beide wvze, dog ze willen aan bet Fspalier doorgaans niet wel dra?-n
wdk veroorpikt word, door het fnoeijen, dat men genoodzaakt is aan hetnbsp;meer tc doen
als aan Stmn-bomen, om het fatzoen te bewaren, en verwildering der Takken tc weeren
;3-nbsp;hoedanigheid van een Pruim te bepalen, zo moet ze zyn, niet vaft van
Vcefch, nog ook te weck, maar dat fmdtend, vol-zappig, niet taai, nog meelig is, en wvders
e naangename zuikeragtige, verhevene fmaak heeft.- IdI^zodanigeinlynTuinTeeft
kaï zeggen dat hy wap lekkers heeft, om op te disfchen: Daar zyn \'er vele die dierJelyke Pruimen
I ^rfquot;\'nbsp;en niet zonder reden, geven. Het Island c
eigen gdvk aan de Perßken, dat de grootfte op dezelfde Boom doorgaans de finakelykfte zyn.
jJ: 4-.De Prum-bome7i begeeren een goede, verfche, vrugtbarë, onbemeile, liever Zand- als
Kleiagtige Grond, om dat de Vrugten in de eerfte ryper en finakelykcr worden. Ze gaan met haar
Wortds niet diep inde Aarde, maar die lopen meeft even onder de Boven-^rond voort, en maken
vele fyne Wortds. Meft moet men \'er niet bv brengen, inzonderheid i?een Psarde-meft, cn nog
mindei;venche, want de Bomen daar door ligt van de grod cn wel eeheel aan het kwynen raken\'
Of dc y rügten, ^ voor dat ze ryp zyn, afvallen: Dog zo de Grond uit de natuur niet vrugtbaar P\'e-
noeg IS, cn veroetermg nodig heeft, (willende deze Bomen in het byzondere een voedzame Gróki
Jebben, om dat ze mild in het bloeijeii en vrugtdragende zyn, en in een fchrale Aarde haar in korten
[ydt dood drangenJ), zo moet mén iieel oude bvna tot Aarde gewordene Koc-meft gebruiken • do^
oeter is goede Blad- of Hout-aarde, Straat-ilyk\', of goede los\'fe Bagger uit Gragten of Vyvers - \'z\'^
^villen tamelyk overeen vogte Grond, daar ze beter in groeijen als in druüge; dog al te vof^t ftW
oe worden de Vrugten onfmakelyk.nbsp;o ■
§■ 5- De zoorten van Pruimen worden hier te Lande voortgezet door middel van 7.iiilt;ying of onL\'
kering op Struik of Uitlopers van Pruim-homen; willende bet Enten in de Klove aan deze Bomen zó
Riet gelukken. Tot het oculecren moet men heel jonge.dunne Plantzoenen nemen, want oud-
niet hgt vatten v/illen, om dat zc tc dikke Schors hebben: Ook moet men Uitlopers verkiezen v-^n
vroege Zoorten dewdice draagbaar zyn , en goed .fleurig Hout-gewas maken : Zommi\'gt;-e hou-ïpn
tot dien emde voor de befte, de Uitlopers van de kleine Ros-pruim en enkelde Boere witte.
6. Men ican de Pruimen ook zuifïen en oculeeren op Plantzoenen die tot dien einde iiit de StCxT-n
en de
---------------- --..^vj^-u, i li ji Voe-
; elkander geplanf
BESCHRYVING
J5
b E s C h R Y v i n g v a n d Ss p r U I m e n.
; dc op de eerltgemeldePlantzoeneng-fzö^era^, oi\'geoculeerde Bomen, goede wasfeiyké
Bomen zullen worden; dewyl \'eruit de Stenen zeer verfchillige zoorten voortkomen, die dikwils
met het Ent geen genoegzame natuurlyke overe.enkomft hebben: De zoorten die m.en beft tot de
Zaaijing houd, zyn ée Boere ivitte; roode Eijer-pruim ; vroege Damas : Zommige willen verzeke-
ren, dat öcPrinmen op I lantzoenen wan,Jpricoos geënt, die uit Stenen van degt;rf«cej/é- of kleine
Jpffcoox-gewonnen zyn, vroeger ryp en fmakelyker worden en zeer wel tieren; ik heb zulks nog
niet zelfs ondervonden^, aog twyffe\'e aan de.wasfclykheid dier Bomen; maar ik zoude dienftiJÏ
oordelen, mdien men ue moeite wilde doen, om tot da Enting van ieder zoort. Plantzoenen te
kweken uit de Stenen ven dezelfde zoorten.
§. 7 De Bomen uit Stenen voortgekomen, brengen ook zomtyds goede, fmakelyke. en dierge-
lyke Vrugten voort, als daar ze int gezaaitzyn, zonder verent te worden; gelyk dan daar door a!^
Ie de goede zoorten van Pruimen voortgekomen zyn, die,bekent zyn,. dog zc komen by ons meeft:
gelYK\' alle andere I oom-Vrugten, uit het Zaad verHegtert. voort . Villende dit in Warmer Landftrei
ken wat beter gerakken, weshalven we ons aan het Enten moeten.houden;
Pruimen kiinrien ook door Uitlopers, zonder te verenten, vobrtgetesit worden, ge-
p\'lant-
ugten
verzekert is, dat;
§. 9- Meii moet geen \'gezoogde Pruimen Planten van ouder dart i i 3 jarig Ent-gewas ^ dewyl de
oudere bezwaarlyker aari de groei raken, en flegter vbortgang maken.nbsp;*
§ 10. De Pruini-Bornen wyllen niet veel gefnoeit wëzén, inzonderheid Stam-bomen dewvl ze
daar door minder dragen; Men fnoeit derhalven alleen het flegte, ondeugende Hout wqI als pi ede
de Takken die verv.-arring en tc Overvloedig zyn, om de overige wat meer aandoenin-oquot; van de Lugc
en Zon te doen genieten.nbsp;,nbsp;^
^.11. Deze Boom draagt doorgaans niet zeer vroeg, inzonderheid als hy fterk groeit maarwai
bejaard geworden zynde, betaalt hy zyn agterftallen rykelyk.nbsp;.. \' quot;
12. De Pruimen worden zo wel rauw, als op verfcHeidèrhande wyze gefl:ooft zvnde genut-
tigt; dog rauw worden zc voor zeer ongezond gehouden, inzonderheid a s ze wat Veel f^eleeten
worden, want dan kunnen ze Buik-krimpingen, Buik- en Rode-loop veroorzaken. Hoewel dit hooft-
mdien het nodig is, nogeen wem g aöelt;omtrent i of i Lood), met wat Grernor Tc^ari (ï
Lood), m een Linnen doekje gedapn zynde, kan doen weken, of een weinig zagtjeriatS opko-
ken , daar by voegende, zo men wil., wat Zuiker: Of men kan \'er wat Manna Teen mornbsp;ifi-
het.warmeSop fmelten, \'t welk eej.;deftig^
butige, en andere met verftoptheid.gepynigde Menfchen.nbsp;^^ ^^uaudKe, öcuui
Tot het drogen wordeffgoede, f;r.akclyke, vleefchige zoorten gekozen, wordende in Duitfch-
land de voorgemelde ÜM^rx ckar. toe veel gebruikt, die een byzondïr gemig
Fmiikryk worden denbsp;Bngnoles, Perürigons, en St. Caï/jm«« daar tÓ-v-cl ge-st
§. 15. De Pridmen worden ook veel gècp7ifyt, zo wel nat als droog. Om delve nat quot;te foMen;
zonbsp;Pruimen die vleefchig eii geurig, en maar even of nauwlyks ryp zyn prikt ze op
een plaats 10 a 12, het welk gedaan word, op dat dè Zuiker beter zoude daar in dringen le»\'^ z®
dan een korte tydt in koud Water, daar na doet ze in een Stenen Pan met ander Water cn hwt z®
op een Vuur een weinig koken tot dat ze beginnen te dry ven,- doet ze dan in het Water koud wor-
cv^unbsp;»uu Lt; vuicu gcjucu gciiiiiiJKL zyilut
roop een bekwame dikte heeft;\' döet de Pruimen dan , wat koud geworden zyndeVquot;i-n CowV^.to
ten giet er de Sgt;a-oop over heen en bewaart ze, de Potten wel toegemaakt Ivordende ^^^
Andere KoKcn de 1 runnen,aanftonds in de SyrooD tot dat die een bèhoorlyke dikte heéfr Toe drie
Pond Pruimen zal men omtrent if a 2 Pond Zuikef nodig hebben; da-ar zyn quot;er die de Pruinien ichU-
m
;
16. Men kan zê oök in Honig Confyten^ welk gefchied op de vorige wyze. alleen da*- men i\'
iSgtTnbsp;welgezuiverde engelcui^ideHoni|neemt,^lyS^ cSpSiS^cl i3-
^7... ^e zoorten welke in Frankryk het beft tot het Confyten geagt worden , zvn de P.r^V/Vö«
J)^aptee; Damas rouge ; Apricoté; Mirabelle; St. Catbarim; Brignole; /i/ri^r? fl,er Slan^
gebruikc
lö
beschryving TAÏI to E p r u i m e n,
lebmikt men hooftzakelyk dQ Aprkd^ss-priiim; de mee Gfsene Mirabellen, (kleine en grote)» dc
hle vert; en de St. Ca.tbarme-pruim; zynde inzonderheid de groene Pruimen, wegens de koleur j zo
Wel in Fraakryk als by ons, tot het Confyte^i in \'agting
t8. Om\'drogeg\'econfyte pruimen \'tesmaken, heeft men niet anders te doen, als de op voor-
gaande wyze in Zuiker geconfyte Pruimen^ uit de Syroop te nemen, op eeri Teems te laten afdruppen ^
vervolgens op een Plank of vertinde Blikken te leggen en op een warme plaats te drogen, dezelve
altemets omkeerende, en op het laatfte van het drogen met Zuiker beJlrooijeride. Dog de Syroop
moet, om deze en alle droge Confytuuren te malen, niet al te dik gekookt zyn, om dat ze anders
niet wel drogen willen, en vetagtig blyven; gelyk we by de Peeren ook reeds aangemerkt hebben.
De befte droge geconfyte Pruimen worden uitFrankryk, te weten, uit Pr ov ene e en f-.angiiedoc ^
en uit ïtalien gebragt, om reden te voren (§. 2.) gemeld. Om dezelfde reden ontfangt men uit die
Plaatzen ook gedroogde Pruimen, die by na zo fmakelyk zyn als of ze geconfyt waren.
19.nbsp;Men legt de groene Prm\'fBÊ«, mzonderheiide Üeine Mirabelk, en de Isle vert, ook wel in
Edik om dezelve als Olyven of Augurkjes by Gebraads te eten, zynde aldus heel fmakelyk en gezondi
Tot dien einde plukt men de Pruimen als ze beginnen te rypen, dog nog niet of weinig week zyn,
men legt ze in een Confytimr-Flefcb, die een wyde opening heeft, en doet \'er by lagen tusfchen wat
Nagels, Foelie-, Peper-korls, Zout enRozemaryn oïLauriersMaden, vervolgens giet men \'er befte
Wyn-Edik overheen, tot dat ze bedekt zyn, en men legt \'er fchone ftukken van Ley-fteen bovenop
de Fruimen, op dat ze altyd onder de Edik beddmpelt blyven, want dit irioet ze goed houden an-
ders als \'er de l-ugt by komt fchimmelen en bederven ze: Ten laatftenbind mèri de Fiefch met eea
Blaas toe en bewaart ze tot het gebruik, op een drooge lugtige plaats.
20.nbsp;Om dePruiinen verfch te bewaren, en in de Winter te hebben, doet men ze onder het
Wluer; of meü giet \'er heete Wyn over, op dezelfde wyze als by de Kerfen hier voren (§.quot; 24 en
2j.) gezegt is.
§. ^i. De Landlieden in Duitfchland, Hongaryeri, Bohemen, eri elders, daar veel Prami?»
groeijen, maken daar een Moes van?, inzonderheid van de Quetfen cn ronde Damas, dat ze \'s Winters
op Brood eten gclvk Boter: Om dat te maken, koken ze de rype Quetfen in een Ivetel, een weinig
Water \'er bv doende, tot dat ze week zyn, dan drukken ze het Vleefch dooreen Zeef, om \'er de
Stenen en Vellen af te fcheiden; vervolgen? koken ze het Vleefch op het nieuw tot de cmfiflentie
van een dik Moes, het zelve met een Spadel geduurig roerende, op dathet nictaanbrande; en gaar
zynde, word het in Pdtteri gedaan en op eeri droge plaats bewaart; kan dus een geheel Jaar nog goed
blyven.j
22,nbsp;Men kan \'er ook eeri diergelyk Moes of Vleefch van maken mét Zuiker, op die wyze als
vap het Kerfe-Moes (§. 16.) gezegt is, om in Taarten en andere te gebruiken.nbsp;-
23.nbsp;Uit de ryns- of amperagtige Vruimen word \'er in de Wyn-Ianden ook wel een Pruim-wyn
gemaakgt;t, op dezelfde wyze als van denbsp;(§, 23.), dewelke ^in dc Zomer ook heel verkoelen-
de is.
§. 24. Ten laatften zo kan men de Pruimen ook vcrvrbdgen op diè wyze als te voren van de Kerquot;
fen (§. 32. enz.) gezegt is, willende dezelve gemakkelyk zetten, en rcujcn niet zo ligtelyk af,
waar toe inzonderheid dient de Quets, welke ik in de Maand April en May, op gemelde wyze ge-
broeit zynde, zeer ryp, fraai,quot;en fmakelyk geziea heb.
§, 25. Hetffout van deze Boom is brUin-ros, en word veel geagt van de Draaijers, ca andere
om daar van allerley mooi Huisraad te maken.nbsp;, .
26. De Cultuur, het Gebruik, enz., der Pruimen vël-handclt hebbende, fzal Ik nu overgaaa
tot de Lyft en Befchryving der voornaamfte zoorten van Yruimen, waar by tot voldöcning der Lief-
hebbers de befte Franfche zoorten voegen zal, fchoon vele daar van, gelyk voorheen gemeld is,
by ons niet of bezwaarlyk volkomen ryp vforden: In de Befchryving zal mca vervolgens de Ge-
daante, Koleur, cn andere hoedanighamp;den der Zoorten, cnzi, vermeld vinden.
Der befte PRUIMEN, zo In- als üitlandfche.
I?
Ab ricoos-Pruim.
Abrieoos-Pruim (Rode),
Abricoos-Pruim (Bonte).
Abricoos-Pruim (Witte).
Abricoos-Pruim (Franfe), Abricoté. Prune
Abrico. Virginale. Maagde Pruim.
Alteffe (Prune), zie Quetk \'
Amandel-Pruim, zie Rognon de Coq.
Amelie-Pruim f Vroege blauwe).
Amelic-Pruim (Witte).
Avant-Pruim, zie Cerifette.
BB
Edelaars-pruim, zie Mirabelle.
Boere witte Pruim (Dubbelde).
Bocre witte (Pmkelde).
Boere\'blauwe Pruim.
Bonum Magnum, zie Eyer-Pruim.
-wignole. Prunelle. Prumjools-Pruira.
(^Atalogne, zie Perdrigon hatyf.
St. Catrine-pruim, zieSt. §teryne.
Cirifette. Kers-Pruim. Rode Avaut-Pfuiffl.
Ecarlate.nbsp;,
d\' Cerifette blanche. Witte Kers-Prium. Witte
Avant-Pruira. Witte vroege Pruim. Jeani
hativé.
,nbsp;D.
\'Amas rouge. Rode Damas-of Öamafcener-
■ Pruim.
Damas violet. Violette Dam.as-Pruim. Mou-
geron.
Damas noir hatyf, on precöcc. Vroege blauwe
Damas
Damas blanc. Witte Damas.
JDamas (Gros) violet de Tours, Grote blauwe
Damas.
. Damas riöir (Petit) kleine blauwe Damas.
Snbsp;Damas
Damas (Dubbelde), zie Perdrigom
Damas long, zie Quets.
Damas vert, zie IVlirabeîîé.
Daupbine, z\\ç MirdbellQ.
Diaprée rouge. Roche-courbOîii
Diapreé violette.
Dojenné. Don|umer-Pruirn.
Drap d\'Or. Gouden l^cnfe Pruim.
Echr/aîej zie Cerifette.
Engelfe Blauwe, zie Prune d\'Orléans.
Eyer-Pruim (Rode of Violette. ) Rode Boniim
magnum. Rode Mogol. Imperiale rouge.
Eyer-Pruim (Bonte}.
Eyer-Pruim (WitteJ. Witte Bonum magnum.
Witte Mogoî. Imperialeblanche.
■Eyer-Fruim (Groote geele), zie Heeren-Pruim.
anfe rode Pruim, zie Rojale;
Hidenlakenfe ^ zie Drap d\'On
Groene Pruiv^ zic Mirabelle.
Anekloten ^ zie Rognon de Coq.
^eeren-Pruim. Prune de Monfieur. Grote gee-
le Eyer-Prùim. Is los op deßeen.
J Ean bative, zie Cerifette.
Imperiale, zie Eyer-Pruim.
Ile vert. Verdaee. Olyf-Pruim.
Impératrice. Keyzefin.quot;
St. KAteryrie-Pruim. quot; St. Caterinc (Prune).
Kers-Pruim, zie Cerifette.
Koningin Claudia, zie Reine Claude.
Konings Pruim, zieRojale.
Kroos-Pruim, van verfcheide Zoorten^ als Uaii-
\'we, geele, rode, en van verfcbilligegroottei
M.
4agdê-Prüim, zie Abricoos-Pruim.
Malotte, zie Ros-Pruim.
Maugeron, zie Damas.
Mirabelle (Groene dubbelde). Damas vert.
Groene Damas-Pruim. Dauphine.
M^abclle (Greene enkelde). Petit Damas vert.
Damas vert hatyf. Bedelaars-Pruim.
Mn-abelle blanche, ou jaune. Mirabelle perlée,
Wicte Mirabelle.
Mirabelle noir. Mirabolane. Blauwe Mirabelle
of Mirabolane.
Mogol-Pruim, zie Eyer-Pruim.
Monfieur (Prune de), zie Heere Pruim.
.V :
lÀ
Frü
Got
^ Aar de-Pruim,
Pajfe velours, zie
Perdrigon violet.
Perdrigon blanC.
Perdrigon hatyf ou precoce. Vroege Perdrigoös
Paffe-velours. Prune de Catalogne. JÙub-
belde Damas.,
Perdrigon d\'Italie, zie Rojale.
Prune d\'Abricot, zie Abricoté.
Pruimjools-pruim, zie Brignole.
Pruim met dubbelde Bloemen, Ondraagbaar.
Pruim met bonte Bladen.
Prune d\' Orleans. Engelfe blauwe,.
Prunelle, zie Brignole.
^nbsp;Q-
IJüets (Lange). Hoogduitfche Quets. Ónga-
rifche Qets. Prune d\'Alteffe? Damas long.
Lange Damas of Damafcener Pruim
Quéts (Grote Ongarifche). Dubbelde Ongerfchë
Quets (Ronde). Spaanfche Quets.]
Reïhc Cluide. Koninginne Claudia,
Rocbe-courbon, zie Diapreé.
Rognon de Coq. Amandel-Pruim. Hane-Kloten.
Rojalé. Konings Pruim. Perdrigon d\' Italic,
. Franfche Rode.
Ros- of Paarde Pruim (Dubbelde). Malotte.
, Grote Malotte.
Ros- of Paarde-Pruim (Enkelde). Kleine Ma-
lotte,
Ros- of Paarde-Pruim (Grote geele).
SLéé-Pruim. Wilde Pruim.
Spilling (Gcelé enkelde). Was-Pruim.
Spilling ( Geele dubbelde).
Spilling (Blauweji.
^ Er dace, zie Ile Vert. \'
Violette. Violet-Pruim.
Virginale, zie Abricoos Pruim.
Vroege nxntte, zie Cerifette.
\'Wilde Pruim ^ zie Slee-Pruini.
Was-Pruimi zie Spilling.
Morin hatyj^, ouprecoce.
K^Ljf-Pruim, zie Ile vert.
Ongarifcbe Quets , zie QuetS.
Orange (Pruine d\'). Oranje Prüim;
P.
zie Ros-Pruimi
Perdrigon.
Grote Was-Prüim«
Grote Violette.
h Y È %
BËSCHRYVING van de meefte der gemelde PRUIMEN.
P^oWnnbsp;g^-otePruim; van gedaante rondagtig en van
geu%i^enbsp;\' ^^^^^^ Vleefch is zagtquot; zappig en vanquot;eln\\amelyk
goed gewas en draagt wel.
en^Sf^^nbsp;Is ook een matig grote, rOndagtigePruim; haar koleur is geeL
Hetls zeerwaarf^^^^^^^nbsp;als de voorgaande, en de Boom draagtVeL
feS ge™nbsp;,nbsp;g-^fnbsp;\'nbsp;als de dubbele Boer.
agtigeVleSffmifof mee?^nbsp;haar koleur is geelagtig, en veeltyds met violet-
me geurig; SaSnbsp;^nbsp;en geftipt; haar vAlecfch is zagt, zappig, en van een aangena-
jïen\' ^^^^ ^y« V^-^gt^« n^quot; ^et ryp worden ligtelyk vallen, inzon-
viSct om^^^Se^quot;:^nbsp;^\'f ^^ De .o.n is meer
weinis l^ylel^, eS
zyn
-ocr page 89-feyhy door het Ent-pÏaritzöen. Ook kan dë Grond en Stand-plaats veel dóen, dat de Vrugten van
een zelfde zoort meer of mj\'n gekoleurt zyn.
i APRICOTE, of Franfche Apricoos-prfmn. Is een vry grote Pruim, van gedaante iets langer als
rond; i^an koleur geelagtig, en met rode Stippen wat m\'in of meer geftipt en gevlekt, inzonderheid
aan de Zons-zyde, zo dat ze zeer wel nz Qcn kleim Princesfe-Apfkoos gelykt, waar van ze ook de
^^^^^^voert; haar Vieefch is zagt, zappig, los aan de Steen, en vanek heel geurige verhevene
. De Boom draagt fterk, en flaagt zo wel op Stam als aan het Espalier, doe voornamelyk aan de
iaatfte het beft.nbsp;^ 3 amp;
, Men moet deze P\'ranfche zoort niet verwarren met de voorgemelde Jpncooj\'-firîwwî, ais zynde
gj^^after van Vieefch, en, Wel ryp zynde, van een geuriger, na die der Apricofen hellende3
Is een vry grote Pruim, rond van gedaante, met eenmer-
^eiyk diepe Naad ; haar koleur is geelagtig, eenigzints naden groenen hellende; haar Vieefch is
f.agt, vo zappig, vaft aan de Steen, en van een heel aangename fmaak, inzonderheid aan het
«er gegroeit zynde.nbsp;,nbsp;.
. De enkelde Boere IVlne verfchilt niet van dè dubbelde, dan dat ze wat kleinder én geeÏer van ko-
leur valt, zynde veeityds ook iets rood gefpikkelt: Dezé word fmakelyker bevonden op Stam als
het Espalier-, eri overtreft, wel ryp zynde, haar het oordeel der Lief hebbers en Kenners de
«uobelde in de fmaak; zelfs vele houden ze voor de fmakelykfte van alle onze Inlandfche Pruimen
en ze word in deze Nederlanden veel gecültiveert, invoegen dàtmen \'er zeer veel daarvan cd de
Jvlerkten ziet. .nbsp;^
De Bomen vanieide zyïi zeer draagbaar, inzonderheid dè ^^^
BOERE BLAUWE. Is een Pruim by na van gedaante en grootte als de Enkelde Boere Witte ^
®aar Iiaar Naad; is wat dieper; haar koleur is blauw^ioletagtig: Dog haar fmaak is zo geurig niec
^Is de gemelde Witte; zynde ook wateriger, en\'mitsdien zo gezond nibt, weshalven men dezelve
ook mindfer ziet cukiveercn en ter Merkten komen. _ ■ .
De Bomen maken anderzints,goed Gewas en zyn zeer draagbaar.
; BRIGNOLE JEAÜNE, of^ geele, Is van gedaante iets langer als rond, tamelyk groot ; van ko-
leur geel, hellende naar het rood ; haar Vieefch, is zagt en zappig genoeg, bs aan de\'Steen die heel
kiem ïs, en edn geuri.gc, iets amperagtige., ddg aangename iinaak heeft, als. ze wel ryp is; welllt;e
^ypheid ze egter by ors bezwaarlyk verkrygt, fchoon ze aan een goed Espalier beplant ftaat De-
ze Zoort groeit veel omtrent de Stad Brignole in Provence, waar van ze de Naam voert, alwaar ze
wegens het warme Uimaat zeer geurig en lekker,worden ; en vari waar dezelve, gefchilt, de Stenen
mt ppnompn . en \\7PVï nl0Pgt;nlt;: in hnncphnbsp;J, „ ________________1 \'J
—tï\'-\'ö»nbsp;jjnbsp;liwvAi-ijuG ijcidi ijcLz.wdrL, naar vit:eicn is vry g^ci, icts vdiL cu
^omtyds wat droog, van een geurige zoete fmaak die met wat amperheid of fcHerpigheid gepaart is ;
^^ar dewyl ze Iaat rypt, zo verki-ygt ze haar volkomene fmaak by ons zeer zelden, blyvencie dus
doorgaans hard en zuur van fmaak, fchoon ze aan een goeà. Espalier üdL^t. Ze word in Frankryk
^•^el geagt tot Co72f}\'ïwz/rf?z en om te drogen. ,
i CÊRISETTE. Is een matige grote, vati gedaante rond, en haar onderen ïets dünner of puntig ;
naar koleur is hélder rood, de Steel dun en heel lang, zo dat men dezelve van ver voor een Kers
|oude aanzien; wsar van ze ook de naam gekregen heeft; haar Vieefch is zagt, zappig genoeg,
^i^agtig van koleur, los aan de Steen, en van een tamelyk geurige fmaak, zynde een van de eerfte
Jiuimen die \'er ryp worden, maar men ziet ze hier te Lande wemig; ik heb ze, berieffens andere
ëwüe zoorten, onder die benaminge uit Brahand g^ekveoen\'. Men moet ze niet verwarren niet dfî
wwe of enkelde Ros pruim, die niet zo ligt-rood is, en een korter Steel heeft,
ue Boom heeft klemc Bladen en Bloemen, bloeit heel fterk, maar om dat dc Bloeizels heel teder
vroeg bloeit, zo,gebeurt het veeityds dat hy weinig Vrugten by ons voortbrengt.
v.^r-n^^S^ 1 te blanche. Gelykt in allen na de voorgaande, behalven dat ze geelagcig-wic
^n Koieur is; komende ook vroeg aan; eh men moét ze niet verwarren niet onze ErJelde Moer ç
damas rouge., Is matig groot, van gedaante rond, vierkant; van koleur rood, hellende
dar het violet; haar Vieefch is wat vaft, zappig genoeg, los aan de Steen, en wel ryp zynde j
nnbsp;geurige, aangename fmaak; maar worden by ons zelden behoorlyk ryp.
ue M/ itteDamas en Violette Davtias komen in gedaante, grootte en hoedanigheid genoegzaam met
overeen, behalven dat de witte geelagtig-wit j en de violette fchoon violet van köleur is;
laatfte egter ook een we
bv tt ^ noir hatyf. Is een matig grote Pruim j van gedaante rond^ van koléür blauw,
rnbsp;komende vroeg aan, omtrent met de eerfte Pruimen; haar Vieefch is geel en iets
j^jaagtig aan de buiten-kant eh omtrent de Steen; v@orts\'Ios aan de Steen, maar valt zomtyds wac
Van \'^J\'C\'óg, of m.eelig en laf van fmaak, zo dat ze van geen grote waarde is; maar de Uitlopers
fp E^fgl^ worden in Frankryk voor dé befte gehouden, om \'er andere Pruimen cn Perjtkm op
nog een laate zoort van zwai-te fJamas-pruimen; maar die word zelfs omtrent Pan\'j- niet
^^lauw nV ■ I ^^ TOURS. Is vry groot, van gedaante iets langer als rond ; van koleur
énloc^. T trekkende naar het zwart; haar Vieefch is zagt, zappig genoeg, geel van koleur,
ïnnbsp;«e Steen, van een aangename geurige fmaak, eh dewyl ze vroeg rypt, zo kan ze bv ons
Dl riquot; p nri^P-verkrygen, zo wel op Stam als aan het Espalier.nbsp;\' .
kende ftpvi \'^ i^OUGE. Is langwerpig van gedaante, en tamelyk groot; van koleiir violet trek-
^ttikera^ntJquot;\'^^\' net rood; haar Vieefch is zagt en zappig geüocg ^ heel vaft aan de Steen; vaneen
u^eragtige zeer aangename fmaak, als ze wel ryp is;nbsp;E 2
w
I
De Violette\'Biapreé is van dezelfde gedaante, grootte én hoedanigheid, behalven dat ze fchoöii
violet, fraai gebloeft en los aan de Steen is. Ze zyn in Frankryk van de geagtfte zo wel rauw als
gedroogt, en om te Confyten, en ze flagen daar zö wel op Stam als aan het Èspalier; maar by ons
moet mtn zt; alleen aan het Espalier Hellen, dog deS niettegenftaande worden ze zelden wel ryp, in-
zonderheid als de Expofitie vlak ep het Zuiden is, om redenen Voorbenen in een ander Werk van ons
gemeld.
DOJENE. Deze Pruim gelykt van grootte en koleur zeer veel naar de dubbelde Boere Witte, zö
dat men ze in de eerlte opflag daa? voor nemen zoude, dog nader ondci-zogt zynde, zo is ze enig-
zints langer als rond en meer naar den groenen hellende, ook iets groter; haar Vleefch is waterag-
rjger en vafter aan de Steen, en, naar myn gedagtcn , zo nuttig en gezond niet als de eemelde Dub-
belde Boere If itte.. ,nbsp;.nbsp;==
^^^^ draagbaar, dog men ziet de Vrugten niet zo overvloedig op de Merkt.
DRAP J^ UR. is een zóort van Damas ; van matige grootte; van gedaante roïid, vierkant;
van koleur geel en met rood geftippelt en gevlekt; haar Vleefdh is zagt genoeg, los aan de Steen,
en wel ryp zynde, van een zeer aangename zuikeragcige fmaak: Ze moet by ons meeft aan het Es-
palier geplaait worden, maar is dan niet zeer draagbaar; ten ware men haar ruimte «\'eeft om te
groeijen. \'nbsp;b
ENGELSE BLAUWE; Js een tamelyk grote Pruim, van gedaante rond; van koleur roodag-
t!g-blauw; haar Vleefch is zagt, iets geelagtig, en vaft aan de Steen, zappig, en van een geurige
im.aaK: Dezelve komt vroeg aan, en de Boom draagt fterk, weshalven waardig is geplant te wor-
den ; dog is by ons nog niet zeer bekent of gemeen.
EIJER-PRUIM (RODE exn VIOLETTE of PAARSE). Dat een en dezelfde Pruim is, be-
halven dat de koleur die aan de eene kant wel wat ligt-roder, aan de andere wat paars- of violetagtig
is; dat zeer waarfchynlyk alleen door het Ent-plantzoen ontftaan is. Het is een vari de grootfte
zoort van Pruimen; van gedaante wat langwerpig-, of£y-rortd, waar van ze de naam voert; haaf
Vleefch is zagt, volzappig, en vaneen aangename geurige fmaak, als ze in een goede grond ge-
groeit en daar door wel ryp geworden is.nbsp;\'
De Boom is zeer draagbaar, zo wel op Hoog-Stam als aan het Espalier, waar aan de Vrugten niet
geringer worden.
De bonte Eijer-pruim verfchilt nergens in van het gemelde, als dat ze min of meer rood, of paars-
agtig gevlekt is.
ÉIjER-PRUIM (WITTE). Is van grootte en gedaante als de vonge Roode, en zomtyds nog
wel wat groter; haar koleur is geelagtig-wit; haar Vleefch is vaft, en zomtyds wat droolt;^, ook
doorgaans iets amper of feherpagtig van fmaak, derhalven niet zo goed als de voorgaande- dog aan
het Espaher worden ze beter als op Stam. De Boom draagt zeer wel,
HEERE-FRUIM. Deze gelykt veel na een JVitte Eijer-pruim^ maar valt nog gróter en geelergt;
en haar Vleefch is los aan de Steen, zynde tamelyk geurig tan fmaak, als ze wel ryp is; cn deBooffl
drangt tamelyk wel.
ISLE VERT. Is een niet zeer grote Pruim, van gedaante heel lang en dun, op die wyze als O-
lyven , zelfs nog langer, waarom ze ook Olyf-pruim genoemt word; haar koleur is heel groen; z®
is rauw niet veel waardig, maar ze word wegens haar koleur geagt tot Confytuuren, of om in Edik
te zetten, Olyven of Cmcommers.nbsp;,nbsp;quot;
De Boom draagt heel fterk j dog deze zoort word by ons niet veel gevonden, ten zy men ze uic
Frankryk ontbiet.
word ze veel beter: Men moet ze, om regt geurig te zyn, aan de Boom laten tot dat zquot; begiö\'^
te rimpelen omtrent de Steel. Ze word veel geagt orai te drogen en te Confyten,
De Boom maakt goed gewas en draagt heel fterk.
KROOS-PRUIMEN. Zyn Inlandfche Pruimen van verfcheide zoorten, als, wit of geela^^tig.
dog meeft blauw, of violet-roodagtig , enz., ook groter en kleiner, en rondagtig van gedaante.
maWalIe van een geringe, laiFe, wateragtige fmaak, die hier te Lande uit ZaacTof de Steencn ge-
wonnen , en derhalven, om het kouder Ciimaat, zo goed niet kunnen zyn als in Italien en Spanjen^
enz , maar zyn zeer dienftig om \'er op te Enten.
MIRABELLE (GROEJ^E DUBBELDE-). Is een vry grote Pruim, na genoeg als de duhhi^\'
de Boere Witte; van gedaante iets langer als rond; haar koleur is groenagtig, na den geelen hellen-
de; haar Vleefch is zagt, zappig, vaft aan de Steen, en van een heel geurige aangename fmaak»
als ze met een goed Saifoen, of aan een goed Espalier wel ryp geworden is, en is amp;rhalven by
Liefhebbers zeer geagt.
De Boom maakt goed gewas en draagt tamelyk fterk.
MIRABELLE (GROENE ENKELDE). Is heel klein en rond, by na als een knikker, veel
groener als de dubbeldeword ook wat vroeger ryp, maar is niet zo fmakelyk; de Boom draagt bO\'
venmaten, cn zulks doorgaans jaarlyks even fterk.- Beide deze Mirabellen worden veel geagt
Confytuuren, om de groene koleur.
M\'IRABEjOL.E (WITTE-). Is een matig grote Pruim, van gedaante wat langer als rond; van
koleur geclagtig-wit, en doorgaans geftipt met rood ; haaf Vleefch is zagt genöeg, los aan de
Steen, die klein is , van een zeer aangename zuikeragtige fmaak. De Boom draagt ongemeen
zo wel aan ;\'t Espalier als op Stam; dog om ze by ons wel rtp en geurig te hebben, moet men ze a^U
het Espalier ftelim. Deze Pruim word de befte geagt voor Confytuuren
MORIN HATYF. Is een ronde, roode, tamelyk grote Pruim, die vroeg aankomt, volgend®
voorts op de Cerifette, en ook daar mede wel overeenkomende, behalven dat haar Steel zo lang ni®*\'
is, en de Bladen zo- klein niet zyn; is goed van fmaak, en niet onwaardig om hier te Lande gepland
te \'vordcn, zov/el als omtrent Par^\'j-,- te meer om dat de Vrugt heel linakelyk word,- vroeg aan-
komt, en de Boom vrugtbaar is.nbsp;ORÄNJB\'
20
beschryving y a h de p r u i m e n.nbsp;31
ORANJE PRUIM. Is eeri tamëlyk grote Pruim ^ omtrent als de Dubbelde Boere Witte haar
\'gedaante is een weinig langer als rond; haar koleur is roodagtig geftippelt^op een geel-roodagtige
grond, zo dat ze \'er op eenig affland helder roodagtig uitziet; haar Vleefch is zagt^ volzappig,
1\'os aan de Steen , en van een goede aangename fmaak. ,nbsp;■
De Boom maakt goed gewas, draagt\'heel fterk, en is derhalven waardig om geplant te worden.
, PERDRIGON \'VIOLET. Is van tamelyke grootte.; haar gedaante is wat langer als rond; haar
koleur is violet, hellende na een fchoon rood; haar Vleefch is zagt genoeg, vaft aan debteeiij
ftiieltende, en van een zeer fyne verhevene geur, als ze wel ryp is, dat ze by Ons zelden worü,
ichoon ze aan een wel geexponeert Espalier ftaat; hoewel in een goed Jaar en goede Grond nog al
heel fmakelyk word. Ze is heel teder van Bloem j waarom ze met koude Voorjaars zeer ligt mis-
bloeit: Ze\'word in Frankryk geagt tot Confytuuren.nbsp;^ .
De witte Perdrigon verfchilt nergens in van de Violette, dan alleen in de koleur, die geelagtig-
^it is, en heeft het Vleefch los aan de Steen; ze moet ook aan een goed Espalier gepkatft worden.
. PERDRIGON HATYF. Is een vry grote Pruim, van gedaante rond, vierkant; van koleur
fchoon violet; haar Vleefch is. wat,hard, en dikwils meelagtigi vaft aan de Steen die groot en dik
is\', dus iiiet zeer Verheven van fmaak.nbsp;.nbsp;••
De Boom maakt groot en dik Hout, en grote brede Bladen, en is ongemeen draagbaar, weshal-
ven nog wel geplant\'wordi te meer om dat de Vrugten vroeg rypen, en dus by ons ryp en volko-
iquot;nen kunnen v?orden.nbsp;,nbsp;j t ■ ,
PRUIM MET DUBBELDE BLOEM. Deze word alleen geplant van de Lief hebbers om haar
Bloemen, die fraai dubbeld zyn; maar men heeft \'er geen Vrugten van te verwagten, gelyk van de
ineefte Gewasfen met. dubbelde Bloemen.nbsp;,
ÖUETS. Is een langwerpig tamelyk grote Pruim, . met een Naad; van koleur Ichoon blauw-
violet, hellende ieis na het rood, en met een blauw Waas gedekt, dat haar zeer oopienlyk en be-
vallig maakt; haar Vleefch is zagt genoeg, zappig, op zommige Bomen !os op anuere valt aan de
Steen, die langen plat is, vry geel van koleur, en van een zeer aangename, vernevene, zuiKer-
agtige fmaak als ze wel ryp is, dog ze krygt hier te Lande die verhevendheid met, a^s m IJiyttca-
iand\', daar ze zeernbsp;gevonden wórden, inzondenheid iniamp;j/e-\'J, Tmirmgen, Saxen, öu^ien^
Moravieii, Êobeme, Hofigarien, en elders nièer.
De Boom draagt, wat bejaart geworden zynde , heel fterk gt; en wora m voorgemelde Plaatzen
alleen door üitlopers voortgekwedlt;i;.
Hoedanig deze Priiim eigentlyk van de Franfchen genoemt word, heb ik nog niet tér dege kun-
nen ontdekken, daar hét nogtans zeer waariciiynlyk is, dat ze 00c in Frankryk bekent zal zyn ;
^ant in meeft alle de Lyftcn, zo wel Franfche\'als andere, vind men de Namen in verwarring op-
genoemt zonder daar uit iets zekers te kunnen beftuiten.
QUETS (ONGERSE-)- Word veel groter als de voorgaande en by na zo groot als een kleine
tHjer-pruinr, haar gedaante is langwerpig-rond , dog na proportie iets korter als de voorgaande
thsts; haar koleur is roodagtig, trekkende naar het violet; haar Vleefch is zagc, maar dikwils
meehg en niet zeer fmakelyk, inzonderheid in vogte, koude gronden, dog in goede droge gron-
den , en aan het Espalier, word ze beter eii heel ftnakelyk.
De Bóom draagt ook zeer wel.nbsp;,nbsp;. . ; ,nbsp;.
■ quot;nbsp;\'nbsp;maar met zo lang ais de orainaris
zynde
een heel
oehoorlyk ryp.
REINE CLAUDE. Is een tamelyk grote Pruim, van gedaante rond , vierkant; van koleur
^it, iets na den geelen hellende, en met een Waas gedekt; haar Vleefch is vaft dog niet hard, en
zappig genoeg, heel los aan de Steen, van een zeer aangename zuikeragtige fmaak, ais ze wel ryp is;
^edaagt zo wel op Stam ais aan het Espalier, maar dient by ons meeft op deze laatfte plaats gefteld
te worden, om dat ze»op Stam niet behoorlyk ryp word, dan in heel goede Jaren ea in goede
Gronden; zynde dus egter waardig om geplant te worden.
De Boom maakt goed Gewas en draagt zeer wel.nbsp;11
ROJALE. Is een grote, fchöne Pruim; van gedaante rónd, met een lange Steel; haarkoieur
is helder-rood, en mooi gebloeft óf met een fraaije Vs^afem gedekt; haar Vleelch is zagt en zappig
genoeg, van een zeer aangename verhevene fmaak; ze flaagt zo wel op Stam als aan net Espauer,
dog deze laatfte plaats voegt haar by ons doorgaans het beft.
De Boom maakt goed Gewas, en draagt wel.nbsp;, , , ,, ,
ROS-PRUIM (DUBBELDE). Is een heel grote Pruim, van gedaante rond 5 van koleur bleek-
^gtig-rood en paars gevlekt en geftipt; haar Vleefch is Iieel zagt, en vol van een wateragtig zap;
^an een laf-zoete, niet verhevene fmaakinbsp;. ^ 1 ^
De e7ikelde Ros-pruim is matig eroot omtrent als de duhbelde^ Boere P/itte^ ol als de Oranje-pruim;
yas gedaante, koleur, hoedanigheid ende fmaak, genoegzaam als de voorgaande: Ze groeijen veel
^n Duitfchland, Braband en elders, dragen beide, inzonderheid de enkciae, zeer fterk, maar wor-
den voor de ongezondfte van alle Pruimen gehouden, en van de JVtedicyne Doctoren wel pnitig yer-
noden om veel te eeten; gelyk men dan dikwils bevonden heeft, dat de Menfchen van het veel ee-
ten dezer Pruimen, de roodê Loop gekregen hebben. Ondertusfchen zo worden de Uitlopers van
^^enkelde Ros-pruim zeer dienftig bevonden om daar op andere zoorten te enten.
^^B. Dit is niet de CtTi/è^s, gelyk n^en in Toïifwe/orï vind.nbsp;h • /-
SLEE-PRUIM, of Wilde Pruim, (Prunus Silvefiris c b. p. Dodon. Prunus Spmofa^ foliis lan^
^^olatis. Linn. Gen. amp; $pec. Roj. Prodr.\\ moet hier ook met eenige woorden gedagt worden; de-
adftringeerendc Fmaak; maar door de Cultuur, in een sro^^-de Grnnd fl-a-inripnbsp;„ u t-
worden ze veel fmakelyker en niet onaangenaam om te^E^en Snbsp;het Entert,
ooknbsp;genoemt, (Latynfcir^uZ sZ^^^^^^
Daar word ook een zoort gevonden met v?itagti?e Vruo-ten Prnmnnbsp;^ rs
En andere met „de\'vAgS^S df^ëT;„tSfc.
VIOLETTE. Deze Pruim is ons onbekendt, en nog niet tevnrpn -rArr.,^^^ ^ j ,
mmg: En vele zoorten van Pruimen zyn violet kn kole^nbsp;ö^komen, onder die bena-
§. I.
VAN
E APRICOOS-BOOM. Dezelve word genoemt in hamp;t Neder duif Trh nnh a
Boom La^n.Q:/,, Malus Armeniaea. Prunus foilis ovftoSdffs \' nt^ r^
en is zeer draagbaar.nbsp;,nbsp;Koieuii^, zondu vicivken, van een heel geurige Smaak;
dienftigfte tot het ocukeren van Fruimen om diai vervl^^e^ IVr/?? ? Jaagbaar. Zeis ook het
De Ormje-Amcooy is iets kleinder als de BM/^T lio^n quot;quot;P ^^
buiten, en veekyds met bruin-rode ftipDcIs minof me£nbsp;^^n binnen en
he Zoorten, en boven maten draagbaar.\'nbsp;quot;\'-«ngeltipt,- voorts een derfmakclyk-
De mm Apric^s, is de grootfte van allen, maar de minfmakelvtr^
de aerhalvennieeft gebruikt tot GejUofs en om te confyten; halÄ^.quot;\'nbsp;; worden-
. 4. in allerley goede, zowel zand als kamp;nbsp;.
jen; hy verdraagt met wel Meft, gelyk dr-mcpir-fte«nnbsp;Gronden, heeUve-groei-
nadeeP, als aan W, als die maar^tVrv^e^ fJi^^^
groot en draagt vroeg genoeg: zyn wortels boor^ amelvÄ In nnbsp;quot;quot;quot; f hielyk, word tamelyk
§. J. Deze Boom moet hier te lande aan S inbsp;en worden groot.
plant worden: Op Stam worden denbsp;^oede Expoßtie (Ooft- en Zuid-boft) ge-
den behoorlyk rypf anders zo zyn die l^ete oJs^^^^^^^^nbsp;groeit, by ons niet of zei-
tUbiZi^^^\'^^,\'}\' fr\'quot;\'^ rypkunnen worden,
pe Aprtcofen, m de Tuin van Haar Hoo-öeH TlAr^^^^^nbsp;i8 Jaren, maar 2 ä 3maai ry-
kunnen hebben, die zee^ ^uri/V™nbsp;Oranjen, op iMiienburg,
§. Hy word voortgezet door midde v-^nnbsp;V ° die waren van de Princesfe-Aprlcoos.
eei^emamer is het meeft in L S?/ to^Fm f \'quot;Tr^nbsp;dog de
Uitlopers van de Boere V^itte Pruim omnbsp;by ons meeft van de
/ de Uitlopers van de blauwe of ^ro^ Cr !nbsp;dat ze daar op Beft eroeijen: Dog
§. 7. De ylprico/en behoren ^Sr^^Sn^S
van zommige voor de iLkerl^ beha^\'S^^\'^^ Eeten, en worden
prefereeren een goede wel ryp zynde 7 Do l\' iIÏVp Lfff quot;quot;\'\'\'\'^Sten geagt; dog andere
by ons, om reden te voeren (Pn» f, 2 ^nbsp;meer plaats in Frankryk, dan
S2
n de pruimen.
beschryving van de apricosen \'23
Men bereid \'er in de Keuken oök zeer aangenameSpyzen van, als, Compot, Marmelade, Taar-
, enz. Ze worden ook wel geconfyt, zo wel ryp ais bnryp.
_ S\' 9. Öm de ^/jrfco/é?? onryp te Confyten; zo neemiC omype Apricofen, die nog geen harde Stee-
ën hebben, vandegrootfte, wryft ze fchoon af, doet ze in kokend Water, dat met een weinig
Vyniteen gekookt heeft, en laat ze daar in maar een kleine zood doen; neemt ze daar na, als het
Water koud geworden is, daar uit, fpoelt ze in fchoon water om, droogt ze wel af, en prikt ze
Qan met een Spelt, gelyk van de Pruimen §; 15. gezegt is.
^ Maak dan een geclarificeerde Syroop van Zuiker, (tot ieder pond Apricofen omtrent | Pond Zuiker
Dodig zynde), doet daar in uwe Apricofen, en laat ze dan een reis 637 zagtjes opwallen: Neemt
dan uit de Syroop, en laat ze op een Teems uitdruppen; daar na doet ze weer in dé Syroop,
l^eet zynde, en laat ze van nieuws wat koken, dan dezelve weer uitnemende en weer latende uitdrup-
Pen als voren; dit 3 a 4 malen herhaalt zynde, zo kookt ze ten laatften in de Syroop zagtjes, tot
aat die zyn behoorlyke dikte heeft: Vervolgens doet ze in Potten met de Syroop en bewaart ze be-
quot;oorlyk, als nu reeds meermalen van andere Vrugten gezegt is.
S\' 10. Oxn rype Apricofen te Confyten, zo plukt dezelv\'e, wanneer ze maar even of nauwelyks
zyn, fchilt ze, en haalt \'er de Steenen zagtjes, zonder een groote opening te maken, daar
üit; vervolgens doet ze in kokend Water, cn laat \'er een zood overgaan, dan neemt ze daar uit,
öoet ze wat in koud Water, en laac ze daar na op een Teems uitdruppen; uitgcdrupt zynde, doet
Je m geclarificeerde Syroop van Zuiker, cn laat ze zagtjes koken, tot dat de Syroop een behoorly-
^^ confjientie verkregen heeft; bewaart ze dan in Potten.
§. II. Meh kan de Apricofen ook in Honig Confyten^ op dezelfde wyze als te voren van dePeeren,
, gezegt is.
^ 12. Om drooge geconfyte Apricofen te maken, het zy van rype of onrype Vrugten, zulks ge-
icriied op dezelfde manier als voorheen van de Pruimen (§. I8 ) gezegt is.
Heze Confytuuren y inzonderheid de dróoge, worden van veele voOr de lekkerfte wzvi ^iWe geconfy-
^ Y^\'^-gten geagt; want de Apricofen verkrygen door het koken van zelfs een aangename, fpecery-
^gtige Geur, zonder daar Speceryen by te vo-gen.
VAN DE
I. quot;-^^ERSIK-BOOM; dezelve word genoemt in hetnbsp;Malus Perfiea. Amygdalus
foliorum ferraturis omnibus acutis. Linn. Gen- amp; Spec. Roj Prodr. Hoogduitfch,
Pfirfchen-baum. Franfcb, Pechier. Engelfch, Peach-Tree. Deenfcb, Perök-Tree.
Zweedfcb, Perfike-Tr«.
De Vrugt zelfs heet in het A/^MziïY/cZ), Perfik. Perfche. Latynfcb, Malum Perficum. Hoog-
Pfirfik oderPfirfing. Franfcb,, Feehe, Engelfch, Pe^-y. Deefifch, Pexük. Zweedfcb,
Perfiker
2. Deze Boom heeft zyn oorfprong uit Pfr/j^n., gelyk de Duicfche en La|ynfche Naam aan-
toont; van waar hy voor dez\'en eerfl in ïtalien, Frankryk, en zo al verder tot onzent gekomen is.
X^el^eeren Linneus en vanRoyen houden deFerfik voor eèn Mede-zoort van de Amandel-boom:
ïn der daad de Bladen, Bloemen, en de Steen, enz., komen daar zeer na met overeen, zo dat \'er
geen tv.\'yfFel overblyft, oï deFerfik behoord tot het Geilagt dier Amandelen ^ of deze tot dat der
^erfiken.
De Franfche Schryvers onderfcheiden de Ferfiken in vier Hooft-zoorten j als in Fecbes ^ Favies^
^^rfques en Bruignons
Pedjex noemen ze die, v/elke op haar Schil iets wollig of fluweelagtig zyn, en welkers Vleefch
^■eer zappig en imeltbaar is, cn ligt van de Steen fcheid.
Favies, zyn wolliger op de Schil als dt Fecb^, haar Vleefch is ook vafler en niet zo fmeltbaar, en
\'cheid niet zo ligt van de Steen. Zommige Franfche Lief hebbers willen, dat \'er zovele zoorten
Pöt\'fei- als van de P^cèej-zyn; en dat de Plt;;c/:ie het Mannetje, endeFavie het Wyfje is; dog dit
«eeft volgens de hedendaagfche Botanie geen grond.
^trfiqiies zyn kleinderen nog wolliger als de voorgaande, ook iets langwerpig-rond van gedaan-
, 5 en niet zeer geurig, ja by ons doorgaans geheel onfmakelyk: Dezelve worden veel in de Wyn-
•^ergen van Jiai/efz, Frankryk, en elders, gecultiveert, zeer waarfchynlyk om dat ze hec beit op
wam aarten. v/iilen.
\'F.ruignons zyn geheel glad van Schil, ^hdeFruimen, daarom noemt men ze ook by ons g-^ai^ie of
kaak Ferfik; ze worden ook doorgaans niet zo groot als de Vorige zoorten.
„ 4. ïlePerfifen worden, wanneer ze wel ryp zyn, van veele voor de fmakelykfte van alle
^teen-vrugten gehouden: Dog daar is veel onderfcheid onder de Zoorten, vallende de eene geuri-
ger als de andere: Ook zo verfchillen de Vrugten aan dezelfde Boom zeer in de fmaak, zynde de
^\'■ootft.e, en daar by de zwaarwigtigfte altoos\'t geurigfte, en dc kleine dikwils geheel fmakeloos;
fchcon dit onderfcheid ook in meer andere zoortenquot;van Vrugten dus bevonden word, zo is het
^.ogtans aan de Ferfiken in het byzondere eigen. Ook zyn altoos de Vrugten zonder of van weinig
hHaak die aan ziekelyke Bonien\'of Takken voortgekomen; als mede de Voorlopers, die vroeger
\'Ypen als dat het nog, volgens haar zoort, de regte tyd is En
1 5- Om de deued van een Ferfik wat nader te bepalen, zo moet ze de volgende Hoedanigheden
•^^zitten.
Öat ze ze groot en zwaarv^^igtig, gelyk reeds gezegt is, is.
2 Dat ze niet hard, droog of meeiig,quot;maar zappig en fmeltend van Vleefch zy, zo dat
wanneer het in de Mond genomen v/ord ^ aanftonds tot een zap word. Dog daar zyn zoorten onder
F 2
-ocr page 94-ds Vavies, welkers Vleefch niet zo fmeltend is ^ die egter niet nalaten zappig genoeg en flnakelyk té
wezen; hoewel in der daad zo goed niet als de eerftgemélde.
3. Het Vleefch moet zyn heel zuikeragtig, verheven en.doordringende van fmaak; zommigé
zoorten zyn icr.s amper of rynsagtig, met zoetigheid doormengt; dat heel geurig fmaakt. En op
dat nu ech goede Perfik deze Hoedanigheden in volmaaktheid mogen hebben, zo moet ze wel ryp
maar niet overryp zyn, want dart .verlieft ze haar fmaak, en word zomtyds meehg, taai of fly-
mig; derhalven is \'er veei aan gelegen om ze net vafl pas ryp te plukken, het welk men Ican f^ewaaf
worden, door middel van dezelve omtrent de Steel, daar ze het eerft rypen ^ met de Duim een wei-
nig te drukken, want als .het \\ ie\'efch wykt, zulks is eén teken van haar rypwording; dog dewyl dé -
drukking «Icyd eenige betierving of vlek veroorzaakt, en dus dé Vrugt onaanzienlyk maakt, zo
kan men derzelver rypheid ook ontdekken daar aan, als dezelve, wanneer men ze met de volle hand
zagtjes roert, gemakkelyk van de Steel los gaan: Zelfs een Kenner kan de rypheid der Vrugt aan^
ftonds aan de koleur bemerken, dewyl zodanige een helder^ glanzend^ en als eenigzints doorfchv-
nend \'eruitziet.nbsp;\'
6.nbsp;Schoonnudemeefte P^r7?,fe?2byönsrypkimricd wofden, zö verkrygen ze nogtans alle Ja-
ren baare volkomentheid, en gevolgelyk haren fmaak nietfeven gelyk, om reden, dat het een Vrugé
is Je wel veel, dog liefft cengeftadige, getemperde, en langduurige warmte tot hare rypwording
riodig heeit; welke by ons zeer variabel, en in het eene Jaar dikwils minder of meerder als in hec
andere is.
fnia-
dac
a
t,
agquot;
-------- ---------gezegde m der
daad zo is, betuigen ons de twee eerfte op de ftrenge Winter van hét jaar\' 1740 gevolgde Jaren^
want als toen had\'men wel Ferfiken aan die Bomen die behouden waren gebleven, en ook groot éri
oógzienlyk genoeg, maar hoedanig, van Rypheid en Smaakze xvaren hard en onfiiakelyk, en zelfs
die, welke week en dus ryp zouden heeten, hadden geen de minfte geur of aangenaamheid.
7.nbsp;Uit al het voorheen gezegde volgt dan, dat men de Perfiken, om wel ryp en firiakelyk te
worden, een goede, warme en de befte plaats aan het Espalier moet geven, welke is op het Oofien^
Zuiden i dog Iw^t heix Zidd-üoflen.
In Fvankryk, en zelfs in Hoog-duitfchland, worden dcTerfiken vcel oo Stam in de Wynbereen
geplant, en brengen dus goede Vrugten voort; maar dat dit hier te Lande, wegens het Uimaat,
niet gefchieden Kan, begrypt een kundige heel hgt; gelyk zulks ook de ondervindmge leert.
S. \\erüevs zo hegeevt de Perßke-boom, een goede, verfche, vrugtbare, en, op dat de Vrug-
ten wel ryp en Imakclyk worden, hefft een losfe zandagtige Grond, ook geheel geen Meft en wel
vonrnamentiykgecn verlcne(Paarde-Meft), gelyk de meefte andere Steen-vrugten, want hy daar
door aan ]i^tkw.yfien, of aan het Gommen raakt en verfterft.
§. p. Hy word by ons voortgeteelt alleen door middel van oculeering op Pruimt of opApricoos^
die eerft op Pruiiii géoculeert is; om dat het enten in de Klove niet wel gelukken wil.
Tot OciilatU;pl0fyoenen bevind men het beft de Uitlopers van de de Kroosjes-pruimsu, of van dö
hlauive v\'feè^e £gt;sfea^iwillende, door ondervinding, op de Boefe Wittéoiop de Eijer-pruim zo wel
niet vatten, of wo\'füen geen goede wasfelyke Bomen.
Tot het-Q^tóere?? van Aprïcoos op Pruim, om vervolgens op de Apricoos, Perfik te zetten is de
kleine of Princesfe-Apricoos de heüe, dewyl de ondervinding leert, dat ze op andere Aprico\'èn niet
wel vatten willen, weke Uitlopers op de Boere Witte of vroege Bamas gezet worden en nie op
KrGos]es , waar op ze met zo wel tieren. Deze manier van Ocüleeren van Apricoos oi Pruim ^ oïü
daar nadernand Perfix op te ftelien word gedaan, om dat de Bomen dan niet zo weeldrig a-odjen,
en de Vrugten vroeger ryp en Imakclyker %vorden.nbsp;ts-wng ^iuljji-quot; »
10.nbsp;Dog deze op verfchiliige geoculeerdepantzoenen, moeten weer verfchilh- tot damp;
Pkntins; gekozen worden, na de v erfciiiihge aard en deugd des Gvonds
In di-üóge zandagtige Gronden moet men nooit andere Perfiken planten als -die op Pruim -eënt zyn,
omdat die op Apricoos daar in te mager gevras maken, en daar door flegter Vrugten voonbrenc-en,
en van korter Leef-tyd zyn; daar in tegen in zware, vrugtbare Klei- en andere Gronden behooixfroen
geen andere te planten als op Apricoos, dewyi die op Prui?n daar in tc wild gewas maken later ryp
worden, en doorgaans een ruwe ftegte fmaak verkrygen, ten ware in zeer goede [aren, \'
11.nbsp;InE-ankrykvfordendePerfikenookopAmandels, die uit de Pitten gewonnen zyn, lt;^eocU\'
leert, maar dit wil hier tc Lande niet wel gelukken; v/ant de Bomen daar door, om dat de AinndeU
ftegte Wortels maken, en by ons uit het Zaad niet al te wel groeijen, als mede, wegens hetCiimaaty
niet wel groeijen willen, en dikwils fchielyk komen te verftervcn: Ook de Vruaten droo^er en on-
fmakelyker vallen.nbsp;^
§.12. Hec Teelen van jonge Plantzoenen uit de Stenen van Perfiken, om vervolgens daar op te
ocüleeren, is by ons ook niet practicabel, om dat de Bomen daar van by ons zelden wergroeii^-n nieC
oud worden, en zelfs dikwils fchielyk verfterven, om reden dat de Stenen, of liever ImZaad in
de Stenen, by ons niet volkomen zyne rypheid verkrygt.
13.nbsp;Tot het Planten moet men nooit ouder Bómen verkiezen, als van Een-, of Twee-, of
ten hoogftcn Drie-jarig oculatie-gswas, om dat oudere zo wel niet groeijen willen, en men daar en
boven geen,zo nette Bomen van leiden kan.
14.nbsp;By het Planten moet men zorgdragen, dat men de Bomen niet te diep Plant, want anders
wuicn ze oezwaariyk vatten, of verfterven veeltyds daar na, al kwynende, langzamerhand- en dc
Vrugten worcicn zo ftnakelyk met, door dien de Zon de Zappen der Wortels niet Jjeno\'^c^\'/aam kan
aandoen eivde rajineeren Indien de Grond vogt is, is het zelfs beter dat men ze wat ho^er fi ä i
V oetj, als de oramans Grond-plant, de Grond rondom den Boom zo veel verhogende tot dien einde,
oni
BESCH RYVING van de PÈRSIKEN.
m,
it
Daarenboven zyn \'er nog tv?ee andere reden, waarom ze zom.tyds niet wel ryp, en dus niet f
kelyk genoeg worden; de eerfte is, om dat we iiier te Lande veeltgt;ds ftrenge Winters iiebben,
de Bomen vcel kragten beneemt, om de volgende Zom.er, fchoon die warm genoeg is, de Vragte
na behoren te voeden. De twede reden is, dat de koude by ons doorgaans^in het Voorjaar duurt
waar door de Bloei-tydt en Vrugt-zetting, en dus ook de Rypwording der Vrugten veeltyds verag
terd word; inzonderheid als het gebeurt dat \'er een flegte Na-zomer komt. Dat dit gezegde in dè:
Vi
ii\'
If
ïl-
ÉËSCHRYVING yaïï ÖÈ PËRSiËÊM.nbsp;ȧ
pm deze hoogte te verkrygen , zyn de Rabatten langis dé Espaliers van veel dienft, die méii 2 3 a 4
Voeten breed maken, en waar op men allerlei fyne Bloem- en andere Gewas/en plaatzen kan; dog
daar by dieiit nauwkeurig agt gegeven, dat nien de Wortels by het bearbeiden des Gronds niet roe-
ïe, het welk deze\'Bomen ih het byzohdéi-e zeer veel riadcel dóet, en kwynagtig maakt.
Wyders moet men de Wortels quot;by het planten niet te kbrt fnoeijen, quot;het welk de groei-vattihg
zeer veragtertgt;nbsp;....
Wanneer de Perßk-boom eën goede vrdgtbare Grond öntmoctj waft hy doorgaans fterk, bloeit eij
di-aagt overvloedig, (te weten, als de Vrugten niét door koude in het Voor-jaar vermeit worden);
dog het welk ook de oorzaak is, dat hy niet zo ödd word als andere Bomen, zynde zyn grootfte
Leef-tyd in goede Gronden, niet langer dan 15, tën hoogften 20 Jarea, waar door dit Hóogduitfch
Versje ontftaan is.
Pfifßcb-Baürh uiid Baürén gewald, Wachfet ßbnel und vergebet bald.
Men moet dérhalveh by tyds weer johgeBomëh planten j öm niet fchielyk uit de Vrugten té ge»-
ïaken.
§. 15. Daar is geen Boom, waar aan nieerKorift én Oplettéaheid nodig isj om hém wel te fnoei-
jen, ?l\\$ ééVerfik-héom-, niet óm de Vrugten, want deze Boom van natuur zeer gewillig cn vroeg
draagt, maar alleen om hét Fatzoen; en wel hooftzakelyk dat hy van onderen niet kaal worde of
naakte Armen verkrygt, als mede dat hy langer Jaren ih fleur mag blyven, en fchone Vrugten
voortbrengen. De Behandeling van hét Snoeijen héb ik j zo ik meen, in een ander Werk dtiidelyk
aangewezen; alleen zal ik hier nóg maai- eenige zaken van belang weef .herinneren, namel^d?, d\'at
meii vöör al zofg dragen móet, dat meti de Water-loten niet de baas laatfpelen, maar by tydts weg-
fnoéit óf inkort, hetwelk het beft gefëhied in de Zomer dbor afknyping, ën zo men quot;ziet dat eèri
Böom zwak is, weinig, of dun en mager\'Gewas maakt, móet men hem tegemoet komen, met dè
zwakke Takken, iti het Voor-jaar by de Snoeijing, of ook wel in dc Zomer by de Zo?ner-fnoeijing^
geheeUveg te fnoeijen; waardoor dc overige meer fterkte verkrygen.nbsp;, ^
En op deze wyzé za! men de Boom langer Jaren,iri góeden ftaat kuririeri houden, inzonderheid
die O]-) Apricoos geoculeert is, die doófgaans^mindcr Gewas maakt nis op Pruim, voornamelyk als de
Grond niet al te gunftig is. , ,nbsp;. , . , .
Daar zvn Hoveniers die raecft alle dé kleiiic tedere Takken aan den Boom laten, juift dit geeii
kv/ade intentie, om dat zc dezelve doorgaans vol van Bloei-knoppen zien, dog in der daad uit on-
kunde of gierigheid; wark deze kleine Takken zyn het die de Bomen binnen korten, zo men zé niet
wegneemt ^ door haar overvldedighcid dóen kwynen en de Dood veroorzaken : Ook worden dd
Vrugten aan deze tengere Takjes j wegens haar weinige kragt 3 niet zeer groot, en bly ven onftna^
kelyk.
16. By de Zomer-fiiOeijing moet men geen Loten korten, en allceri maar dc Water-Ioteii, eri
zwakke Takjes, gelyk te voren C§. ijJ i\'^^ds gczegt is, als mede de overvloedige Takken, eri
dickwalykgeplaatftzyn, wegfnaeijen. , ,
Met het aanbinden der jonge Loten in de Zdmeri diént men dok niet te haafiig tc zyn, inzonder-
heid in heete Zomers en Climaten, door dien de losfe Takken de jonge Vrugten bcfchaduwen en dus
voor de verbranding door de Zon té bewaren,- want fchoon de Pcrfikéri veel warmte tot fypwofding
nodig hebben, zo begeeren ze dog liefft een langzame, geftadigé, niet al te fchielyk brandendej
Zonóe-warmte, gelyk reeds te voren (§. 4.J) aangemerkt,is.nbsp;, ^
§, 17. Dewyl dezèn Bdom zeer draagbaar is^ zo door de overlading der Vi-iigten deBdóra ook
veeltydts verzwakken,\' kwynen, eri eindelyk geheel verfterven; derhal ven zal een kundig Hove-
iiier niet verzuimen, als hy ziet dat de Boom teveel Vrugten heeft, dezelve van een gedeelte
ha de zetting, en ten twedemaal als èë geruit, en nog tc veel Vrugten behouden hebben, te önt-
laften, het welk riiet alleen dient tot behoud van den Boom, maär men verkrygt daiï ook groter eiï
fmakelyker Vrugten, en de Vrugten komen NB. vroeger en beter toe hare Rypheid. Gelyk dit mc^
de plaats heeft in allerlei andere fyne Ooft-vrügten.
. §. 18. Wegens het bewaren der Bloeizels vari deze en andere Bomen voor de Koude ih hec Voor-
jaar j hebbe in een ander VVerisjc gefproken, öm geen een ding dubbeld te zeggen.
I©. DerypePerfikcn worden niet alleen rauvsr gegeten, msiar ze worden ook ^econfyt, zo wel
tat als droog, gefchild en ongefchild, het welk ten eenemaal op dezelfde wyzé gcfchiéd als met dé
Apricofen en Pruimen ^ en derhal ven onnodig is hier weer tc herhaléflö
De rmwe Perßken worden, fchoon ze zeer fmakelyk zyn, juift niet vooi\' zeer gezond gehóudeü;
Ké verkoelen fterk, vraarom men niet te veel daar van dient te eeten, dog dis ze met een glas goede
Wyn gegeten v/orden, of dat \'er een glas goede Wyn öp gedronkeü word, zullen ze min hinderlyk
2yn.
§. 20. De Perfike-bloèiïel word zeer diehftig géagt voor Menfchen dié zwaarmoedig en mét Hypo-
konder of Mik-ziékte gekwek zyn, en VÖör v^efftopping in het Ligchaam, dié doorgaans met die Ge-
brekcns gepaart gaat, vrant dezeBloëmen laxeeren zagtjes en voeren de Gal- en Slymagtige-Vogten
af: Men maakt \'er tot dien einde een Syroop eri Conferv van\'. En dewyl de gemelde Öngémakkeri
aan veele Menfchen ovcrkomeiij inzonderheid die veel zitten enftudeeren, of anderzints met hec
Hooft arbeiden, zo kan ik Met nalaten, de manier van die Syroop en Cmfitv cëmakén, hier by te
voegen; deviryl men zulks a!s een Huis-middel houden en op zyn tydt gebruiken kan.
§. 21. Neemt dan, om de te maken, in het Voor-jaar een Pond verfche gezuiverde Bloe-
men vzn Perfiken, doet zc in een ftecnen verglaasde Pot, giet daar op omtrent\'3 Pond, dat is
circa i| Mingelen, kökend heet Water, laat het dan, de Pot wel digt gemaakt zynde, ftaan om^-
trent 10 a 12 Uureri lang; daar ria zet het óp het Vuur eri laat het zo heet worden, tot dat hét Idv
na kookt, zygt het dan door, deBlG^-nen, wel uitparzende; neemt dan weer een Pónd gezuiver-
de Bloemen, doet zc in de vorige Infiiße^ én laat het trekken net als voorheen, zulks f . 15 ma-
len iièrhalende... Ten laarften, \'\'neemt\' tot- 3 Pond van deze laatfte Infufie i| a 2 Pond WitteZuiker,
pt het op het Vuur, kookt en clarificeert \'het met hét Wit van Eijers, giet het daii door een Wol-
fen Doek, en kookt het vervolgens op een zagt Vuur laßgzaam toe dè dikte van een bekwaame Sy--^
Qnbsp;foop j
-ocr page 96-roop, en bewaart het in Potten tOt het gebruik. NB. De Bloemen kan men zeer gemakkeïvk vèr°
krygen, door die overvloedig zyn af te plukken) C§. 17.)nbsp;^
§ 22. Om de Cofery te maken neemt een half Pond gezuiverde Bloemen, ftampt ze in eed
fteenen of houten Mortier met een houten Stamper, onder het ftampen ftrooit \'cr al langzaam, bv
bem-ten, een Pond Witte Zuiker m, tot dat alles wel geraengt is, en bewaart het in CovJerv-pottei
De Dofis van de Syroop is tot een paar Oneen, en van de Conferv tot een paar Lood
§ 23. Uit de Pitten van de Pcrfik-ftenen kan men een zeer aangename Ratofiaca of Liquer maken,
op deze wyze; ftampt de Pitten Wem, doet ze in een Flefch In giet daar od goedeBraLSwvn
voegt \'erby, zo gy wilt eenige Nagels en een weinig Caneel, laa^ict vervo gens een tvdt langiö
dc Zon ftaan trekken, en daar na giet het, om het klaar te hebben, door een Doek, of ife ver dlir
yioei-papier en bewaart het. Indien men geen Stenen genoeg heeft, kan men \'er joni SfikS-
den, wat geftmupt zynde, byvoegen, die dezelfde geur makin, en genoegzaam irioenK^^^^
heboen ais de Pitten : En derhalven kan men zelfs uit de jonge Bladel allein dit LfwSkra a^^^
m^n geheel geen Stenen krygen kan, of als het nog voOr de ^ydt is, dat de Vm^ir^o^ ryp
S^eltSS^Ssnbsp;Dogmen^aktiokeenSä^
§. 24. De Perßk~ßene?i zyn zeer hard, en voor die, Welke het niet weten zeer bézwo^i-Ivk te
openen om \'er dc Pitten d te krygen; maar daar is\'een ligtc en gemakkelyke mfniefo^rzu^^^^^ te
doen zonder veel geweld te gebruiken aldus ; fnyd een klein weinig metLn fclwp Mes v4n de
a ^ \'nbsp;¥ fquot;nbsp;gewaar worden, fteekt hier in de Punt van een
puntig fterk Mes, zo dat de Steen maar even vaft daar aan hangen blyft, laat dan het Mes met dé
Steen loot-regt uit de hand nederwaarts vallen op een ftevige -Tafel of iets anders, zo zal de Steen
m twee deelen van malkander fpringen, dat zelden iTiift.
§ 25. M-n kan denbsp;öok eea tydt lang verfch bewaren. Op dezelfde wyze als te voren van
de Kerzen gezegt js (§. 24).nbsp;^nbsp;vuicu van
§ 26. Dc Cultuur h^t Gforuik, enz., éex Perfiken verhandelt hebbende, zal ik nu överraan
•,ot de Benaming en Befchryving van derzelver voornaamfte en befte zoorten. Daar worden veele
Zoorten van gevonden of ten minften genoemt, inzonderheid in Frankryk, maar het is daar Se
andere Vrugten, namelyk, dat een en dezelfde\'zoor dikwfts met ver!
Daar is by na ook geen Vrugt meer, die in hare zoorten zo bezwaarlvk te onderfcheiden ^vn
deze, met alleen om dat vcelc zoorten in de Gedaante, Grootte, KolSr, t^vaS
enz., zeer na met elkander overeenkomen maar ook de Stand-plLts en e^n gÏÏd orkÄTaar fl
zoen dikwils verandermg m de Grootte, Kojetir, en Rypwordings-tyd, teweeg bringt zo dac
zelfs de beftcKenner veel werkheeftomde Zoorten aanftonds te olidekcheiden, fa Sis dikwils
ten ecnemaal ondoenlyK. Het nrmcipaalfte Kenteeken, om de zoorten te onderfcheiden en te S
len, IS de Gedaante cn wel hooftzakelyk de Grootheid en Koleur der Bloemen.nbsp;^
Der voornaamfte Zoorten van P E R S IK E
26
P^BrkdOS\'perßk, zie Oranje-perftL
Abricoté, zie Oranje-perfik.
Admirable.
Admirable je aime, zie Oraojc-perfiL
Albcrge jeaune.
Alberge rouge.
AJberge violette.
Amandel-tierßk, of Amandel-Montagne, zie Pe-
che d\'Italie.
Avant - perfik (Witte). Avant - peche blanche.
Witte Note-Mufcât-perfik.
Avant-perfik (Rode). Avant-peche rouge. Pe-
ATnbsp;Perfik van Troijén. Rode
INote-Mufcat-perfik.
là Elle Cbevreufe, zie Chevreufe.
Belle Garde. La Galante. La Grosfe Peche
ßjrg.perßk, zie Montagne.
Blanche d\'Andilly.
Bloed-perßk, zie ßrugnon.
Bloed-perßk, zie Sanguinole.
Bourdm, zieZwoifche.
Bourdine, zie Magdalene.
Brugnon. Brugnon violet. Bloed-perfik. En-
gelfche Bloed-periik. Kalc of Gladde Petfik
Neftarin. Peche Noix. Note-perfîk.
^lITpertf IT^quot;® Brugnon. Witte Engeî-
perfiknbsp;Neftarin blanc, Concommer-
^^^^^ Brugnon. Geele En-
gelfche Perfik. Geele of Gouden Nedarin.
Brugnon hatyf Vroege Brugnon. Vroege En«
gelfche Perfîk. Vroege Neftarin.
Brugnon noir. Zwarte Brugnon. Zwarte En-^
gelfche of Bloed-perfîk. Zwarte Neftaria.
Burat (Perjîk van), zie Oranje-perfik.
f^nbsp;C.
i^Hancelier. Cancclier-Perfik.
Chevreufe., Belle Chrevretife.
Cbevreufe tardive, zie Lak-periîk.
Concommer-perfik, zie Brugnon blanc.
*Ouble Fleur. Dubbelde Blocm-perfih Mon«
tagne met dubbelde Bloemen. Peche-Rofe-
Roosjes-Perfîk, is onvrugtbaar,
Tgeljcbe-perfik, zie^rugnon.
FRanfche Perjîk,
Franfche Confyt-perfik ,^le Melcoton,
GAlante^ de Bellegarde.
Geels
D(
Eivj
SYNONYMISCHE LYST.
Noot-perfiky zie Brugnon.
Nûte-Mufcaat-Perfik i zie Avaht-Jserfik.
Ç^Ngari/che Perfiky zie Sanguinole.
Oranje-pêrfik. Abricoté. Abricoos-perfik, Ad^
mirable jeauhe. Hermaphrodite. Sandalie,
Perfik van Bufat. Grosfe jeaune.
^Aifane, zie Magdalene roüge.
Pavie blanche, [^jeaune, zie\'MelcotOn.
Pavie rouge, zie Melcoton, enMonftreüfe.
Fecbe-noix, zie Brugnon.
Peche d\'Italie. Itaïiaaniche Perfik. Amàndeh
^ perfik. Amandel Montagne.
Peche marbrée, zie Violette.
Peche-Rofe, zie Double Fleur.
Peche de Troye y zie Avant-perfik.
Peche de Troye double, zie Magdalerie-rouffè
Perfik van Burat,
Perfik met dubbelde Bloemen, zie Double-Fleur
Perfik van Troyeny zie Avant-perfik;, enMaetiä-
. lene.nbsp;u
Pompone, zie Monftreufe.
Portugalfe, zie Montagne.
Pourprée, zie Lak-perfik.
RAmbouilleè.
Rojale. Late Rojale.
Rousfane.
Rozebooms-perfik, zie Lâbperflk.
Roosjes-perßk, zie Double-Fleuf,
SAndalie^ zie Öranïe-perfik.
Sanguinole. Bloed-perfik. Öngarifche-perfik.
Swarte Perfik, zie Bmgnoü noir.
Swolfche Perfik (Dubbelde). Kings- of Konings-
George-perfik. Bourdin.
Swolfche Perfik (Enkelde),
\'T^nbsp;T.
x Etton (Peche)i Tettons de Venus. Venus-
Borften.
. Ineufe, zie Lak-perfik.
Violette hative. Vroege Violette.
Violette tardive. Late Violette.\' Peche mar-
brée. Gemarmerde Perfik.
Wrn perfik ^ zie Lak-perfih
BESCHRYVING der VOORGENOEMDE PERSIKEN.
van koleu. bleek- of wit^tig-g.;pen,
tende van een zeer geürLrzuiSSHS^ rood^bloezende haar Vleefch is zagt genoeg, fyn en fineï-
die klein is en Sa!- her eennbsp;f wynagtige fmaak:. Het Vleefch fchcid van de Steen,
övereen met onze zn^pnnpmrt n^ ßnbsp;^o^d m Frankryk zeer geagt, komende veel
ALBERGriIuNF ^
^ord vroei^-vn vnï-^nbsp;^nbsp;gedaante rond; haar Vleefch is geelagtig.; ze
e« zoi rierSlVen fet wa^^^^^ rode^...,.^,^,, ,^aar ze is op verre na zo fimkef^n et!
komt r-n nm v; „ Lnbsp;quot; wezen om gep ant te worden, zó het niet was dat ze vroejr -mn\'
Sapr ze wel rvD Is d; rT\'quot;\'nbsp;\' ^^^ ^^^^ ^^^\'heven wyna\'^ig
, ^ ze wen y p is, De Bloeizels zyn klein en bleek violetagtig van koleur ■ De Boom di aagr
heel kleine Perfik ; van grootte als een grote Boers
puntig; haar koleur is geheel witagtig; de fmaak is
geurig
\'Geele Brugnon, zie Brughoö.
Geele Pavie, zie Melcoton.
Gladde Per fik), zie Brugnon.
Gr osje Jeaune, zie Oranje-pAfik.\'
Gr osje Pêche, zie Belle Garde.
Groote Franfche, zie Monftreufc.
TTnbsp;H.
trxErmapbrodiî-perfîk], zie Oranje-perfik.
\\Taliaanfche\'perfik, zie Peche d\'Italie;.
Per fik, zie Brugnon.
Kings of Konings George Perfik\\ zié Zwoîfche
tnbsp;l.
L^Ak-perfik. La Pourprée. La Pourprée vi,
neufc. La Vineufe, Wyn-perfik, Chi-
vreufe tardive.
Lak-perfik met ds grote Bîoem. Rozebobms-
perfik.
■nbsp;M.
iVlAgdalene blanche, Witte Magdalehe. Wit-
te Montagne.
Magdalene rouge. Peche de Troije double.
Dubbelde Per fik van Troijen, Bourdine. Pai-
fane.
Marbrée (Peche}, zie Violette.
Melcoton. Mirlicoton. Pavie jeauns. Geeîe
Pavie. Franfche Confyt-Perfik.
Melcoton (Witte). Mirlicoton blanche. Pa-
: vie blanche. Witte Pavie.
Melcoton (Rode). Mirlicotoii rouge. Pavie
rouge. Rode Pavie.
Melcoton {Grote}, zieMonftreufe.
Mignon. Mignon hatyf.
Montagne (Dubbelde). Dubbelde Berg-Perfik
Montagne (Enkelde). Enkelde Berg-Perfik
Montagne (Amandel-), zie Peche d\'Italie
Montagne (fWitte}, zie Magdalene blanclW
Montagne met dubbelde Bloemen, zie Double-fleur
Monftreufc. Pompon e. Pavie rouge de Pom-
pone, Grote Melcötön. Grote Franfche
Perfik,
Ki.
i^AantjeK-perfik.
baantjes Perfik met dubbelde Bloemea^
mclarin, zie Brugnon,
■Civette.
Wel. - V Hnbsp;j^ioazeis zyn Kic
\'\'^«^innm; haar gedaante is langwerpig en
G
De iSdraagt aLdm we7nbsp;^^nbsp;^^^^ aankomt.
BRüGNOi\\\\ Is yan groote als een middelmatige Apricoos , een weinig lanéwerpis-rond met
een diepen .Naad, en heel glad van Schil, als de Apr ie oj en of Pruimen; haar koleulTs wifagtS^
aan de Zons-zyde brum-rood, of met brum-rode Strepen of Vlekken, min of meer gevlekt, haar
Vleeicnis witagtig, vait aan de Steen, die roodagtigis, gelyk ödk het Vieefch omtrent de Steen ;
zynde voorts voiz.appig, van een geurige, aangename fmaak in góede gronden en Jaren, alszewel
ryp is^^ en dat men ze laat hangen tot dat zc rimpels begint té kiygen; maar ze is onderworpen om
te oenren, inzonderheid m ftyve, vogte gronden en iri vogtë Jaaren. Lïare Bloeizels zyn klein en
purperagtii:^ van koleur.,. De Boom maakt goed en fterk, Fïout-gewas, en draagt fterk
BRUGNON BLANG. Deze gelykt zeer wel ria de voorgaande, behalven in de koleur die
witae tig-sroen is, komende ook voorts in de overige hoedanigheden mét de vorige overeen\'\'
haar Vieefch is wit.nbsp;.nbsp;? fc»
\'SoZlrdnalf. plantel flhocnzlkidnLS]
BRUGNON NOIR, of de zogenaamde Zwarte Perfik. Is van grootte als de gemene cerft be-
fchrevene Brugnon, en zomtyds iets groter; haar koleur is hèel donker, purperagtig na den zwar-
ten hellende; maar ze word hy ons met ligt ryp, ten Ware met een heel goed Na-u\'ar; derhalveö
ongeraden om \'er by ons van te planten.
in Engeland heeft men veel méér zoorten van Wugnons, die ze daar\'iVêfcW noemen, worden-^
de daar veel geagt, om dat ze daar ryper en fmakelyker worden, als by ons.
CHANCELIER. Is een grote, fchone Perfikvan gedaante rond, en zomtyds iets langwer-
pig; iiaar koleur is fchoon roód-bloezende op de Zons-zvde; haar Schil is dun; haar Vlecfch fmel-
tende, cn vol van een zeer aangenaam, zuikeragtig, verheven zap. Dc Boom maakt goed ^ewas eil
draagtwel. Deze zoort word in Frankryk voor een van de befte Perfiken geagt; selvk zv het ook
gt^onnf ir ^^^nbsp;» ™ g?wLen Wr
CHEVREUSE. Is een tamelyk grote Perfik, eenigzins lanewermV rnrd vannbsp;^n ,-q
iets ru|?agtig, gelyk de meefte P.ry?^.. in \'t algemeen; haar koI^HsS^hc defrf^^^^^^^^^
op de Zons-zyde; haar Vieefch is zagt, fmeltend, van een zeer aan\'^ename 4uSenbsp;nN ze
in\'een goede drooge grond gegroeid is maar in een vogte, ftyve,1tfc SkC fne^^^^^^^
kelyk; inzonderheid m /legte Jaren. Hare Bloeizels zyn Klein; de Boom maakt wed Hout-quot;ewas
en draagt zeer fterk. _nbsp;,nbsp;, ,nbsp;^
Pa ïT ünbsp;Pruim geoculeeri worden, om dat ze anders te fflager gewas maakt.
LAK-PERSIK. Is een grote en fchone Perfik, rond van gedaante ^ cn veeltydts iets oneffen of
hobbelig van gewas, en weinig ruig; haar koleur is groenagtig tegen de Muur, en aan de Zons-zy-
de, ooiczomtyd^s rondom, donker-bruin of purpcr-rood geverft of gévlekt, dringende het purper
zeli-s tot m het Vieefch; waar van ze de naam heeft van Purprée: De Steen, als mede het Vlcefch
om de Steen, is ook purperagtig; en het Vieefch vaft aan de Steen, vol van een zeer aangenaam,
verheven, wynagtigSap, als ze wel ryp is; waardig om geplant te worden; maar ze beiert een
goede, drooge grond, een goede ftand-plaats, en een goed Jaar-zaifoen, om by ons volkomen te
worden, anders blyft ze hard en onfmakelyk, dewyl ze laat rypt. De Bloeizels zyn klein en pur-
peragtig, en de Bladen, beneffens die van de Magi^atozff-^gryj^, meer gekarrelt als andere • de Boom
maakt goed gewas, en draagt zeer vrel.nbsp;gt;
LAK-PERSIK, met de grote Wgt;,oem. Deze brengt grote Bloemen voort, als kleine blcek-rodè
Koosjes; ae Vrugt gelykt veel na de vorige, zo in gedaante als koleur, dog is zo fmakelvk niecgt;
fchoon ze vroeger ryp word. De Boom draagt anders weknbsp;quot;uakeiyK n
MAGDALENEbLANCHE. Is eenfchonc grote PsrTÏAi van gedaante rond, zomtyds wat plat\'
tig; haar lioleur is wit, iéts na den groenen of geelen hellende, en zomtyds een weinig bicek-
food-bioezenrf
-ocr page 99-B E \'S C II R Y V I N G t a n ö fe P E R S I K E N.nbsp;sp
^ood-bloezendpD de Zons zyde; het Vleefch is oók blank en vaft aan de Steen, die\'kort, rónd, en niet
rood is, zynde voorts fmeltend en vol vaü een zeer aana;enaam zuikeragtig Sap; de Blof^izels zyn
groot en bleek; de Bomen maken goed gewas^ maar laten de Vrugt hgt val en^in het Voor-jaar,
door soud en guur Wêer; en worden zeer aangedaan van de Mieren, die in het byzonder deze
zoort fchynen teibeminnen. ,nbsp;, . , • ; - „ .
, Ik verbeelde my dat dit dezelfde zoort is met die, welke men hier te Lande de Wuèe Montagns
noemt, want dp befchryving daar mede in alle deelen genoegzaam overeen komt.
MA\'GDALENE RO\'ÜGË. Is een verandering van dc voorgaande; dezelve is matig groot;
haar gedaante is rond, eenigzints platagtig;- haar koleur is hoog-rood-bloezend op deZoris-zyde,
en groenagtig tegen de Muur; het Vleefch is ook. wat roodagtig en omtrent de Sieen heel rood,
voorts van een tamelyke aangename gelir; maar moet een goede grond hebben, anders is ze gróf,
hard en onfmakelyk.,nbsp;.
De Bloeizels zyh groot en hoog van koleur, en de Boom draagt zeer wel. Deze beidé zoorten
van Magdalene Perfiken zyn vorders kenbaar daar door, dat de Bladen meer gekarrelt of getant zyü
als die van alle de andere Perfiken, behalven de Lak-perfi.k, die ze ook meer gekerteld heeft. ...
MELCÖTON. Is een fclipne, grote, ronde Pe?:/?^, wiers Schil met veel wolhgheid overdekt
is; haar koleur is zeer fraai rood-bloezend óp de Zons-zyde en geelagtig tegen de Muur; haaf
Vleefch is vaft5 en vaft aan de Steen j. yan een zeer aangename wynagtige imaak, als ze wel ryp is,
maar dat ze by ons egter nooit of zeiden word j blyvende doorgaans hard en onfmakelyk, devvyl ze
laat rypt. Dog men kan de -rypwording eenigzints te hulpe koméri, met dézelve óp de befte Èxpo-
fitie (op het Zuid-ooft qf Zuiden) te planteui en daar en bo^-en maar zeer weinig^Vrügten aan den
Boom te laten, dat zeer veel tot de rypheid toebrengt, en (om-zulks hier inpasfant te errinneren)
by allerlei Vrugteii, ,die laat rypen, dient in agt genomen. Deze zoort is zeer bekv/aam om te
Confyten ^ dewyl ze daar toe niet volkomen ryp behoeven te wezen, en evenwel een goede geur
aan denbsp;geven.nbsp;. , . ■ ,
MELCÖTON (WITTE). Deze komt met de vorige in allen óvereen, behalven dc koleur,
die van buiten en binnen witagtig is , dog zomtyds is ze met een weinig bloos van büiteii voorzien.
MiGxNON, ofMignonne^ Is een grote, fchone P^ry?,^; haar gedaante is eenigzints langer als
rond, en aan de eene zyde van de Naad.doorgaans iets hoger verheven als de andere zyde, zo dat
z\'c dikwils wat fcheef rond is; haar koleur is .aan de Zons-zyde zeer fchoon robd-bloezertd, waar
van ze de naam gekregen heeft; haar Vleefch is rood omtrent de Steen, die kleiu is, iets vafl, dog
zapj)ig, fiiVeltend, en is van een zeer aangename geur, aL ze in een goede groiid gegroeit en wél
ï^pis*quot;. .nbsp;...nbsp;. . ,
\'Deze zoort is in j^rira^r^j.^ veel, geagt ^ en het is hlet de Zu\'o^c/j^; het Welk blykt daar uit ^^ dat de
eerfte gróte Bloeizels heeft; de Zivoljcbe daar in tegen kleine; féhodn zë anders veel aan malkander
gelykeh.
; MONTAGNE (DUBBELDE). Is een fchone, grote Perfik; van gedaante rond; haar koleur
is fchoon bly-groenagtig, en aan de Zons-zyde min of meer fchoon ligt-rood-bloezende of gevlekt;
de Schil is zagt, iets wolagtig of gelyk Fluweel, haar Vleefch is vaft, en vaft aan de Steen, die
klèihis, maar is fmeltend, volzappig, en van een zeer verhevene, geurige, iets wynagtige fmaak.
Ze wil in allerlei goede igt;Tonuen heel wbl tieren, waarom het een van de befte zoorten is, om by
ons en in andere iSToordfche Lrmden geplant te worden. De Bloeizels zyn groot j en blcek-róoze-
food van koleür; de Boom maakt fchoon gewas en draagt fterk;nbsp;,nbsp;, . . .
, Ik heb nog niet künnen ontdekken, hoedanig deze zoort by de Franfchen genoemt word, fchoon
dezelve buiten alle .twyflel ih de Franfche Tuinen onder een ander Naam zal gevonden Worden: Ik
gelpof egter, dat het dezelfde is met de Cbancelier,- dewyl ze daar med? wei övereeri kómt; hoe-
.wel ik zViks nogtans nog niet voor zeker zeggen zal, tot dat ik het nader zal ondervonden hebben.
Dat het de Adniirable niet en is, gelyk zommige menen, blykt daar uit, dat deze kleine Bloeizels
heeft, fchoon anders mctdezelvem Grootte,quot;Gedaante, Koleur en Smaak ook zeer wel overeen
komt,
. De Enkelde Montagne is kleinder, groener, min bloezender, en niet zo fmakelyk als de vóor-^
gaande Dubbelde. ,.nbsp;.nbsp;. , ,
MONSTREÜSÉ. , Is een zoort Van Melcoton^ maar veel groter van ftuk, tn de grootfte van
älle tegenwoordige bekende zoorten vanPerßkenj. die, zomtyds 14 ä 15 Duim.in haar omtrek be-
reiken kan. Haar gedaante is kloot-ront en diep van Naad, waar door ze gelyk als haif in tweea
verdeeld is; haar koleur is zeer fraai helder-rood-bloézend aan de Zonne-kant en wat oleek-groen
óf Witagtig aan de Muur; haar Vleefch is vaft, dog zeer aangenaam van fmaak, als ze wel rj^ is i
dat ze egter by óns by/ia nooit word ^ om dat ze.laat rypt; verkrygende zelfs dikwils omtrent Parys
hare rypheid niet, zó veel te minder,by ons. Ze kan dienen totXönfyten, daar ze ,zêer bekwaam
te\'eis. De Bloemen zvn klein. De Boom maakt fchoon groot gev/as, en draagt fteric.^
NAANTJES-PERSIK. Hier onder word verftaan de voorgemelde witte Avant-perftk: Als ook
^^n Africaanfclje laage zoort^ die men inde Bloera-Tuinen wegens hare Bloemen plant, cn v/aaf
van we in het vervolg, als we eens vah de Bloemen handelen, nader zullen fpreken.
NIVETTE. Is een grote Perfik; van gedaante vëeltyds iets langer als rond, en ook wel wat
«cheev, en gedekt met een zagte wollige ftoffe;, haar koleur is geelagtig^ cn aan de Zons-zyde
doorgaansiéls rood-bloezend of gemarme^•t; haar Vleefch is zagt, fmeltend, geelagtig van kolear,
eh los aan de Steen, vsn een zeer aangename verhevene fmaak, als ze wel ryp ismaar om dat ze
laat rypt, zó vefkrygt ze die goede hoedanigheden by ons niet volkomen, tenware in zeer goede
Jaren. De Bloeizels zyn klein. De Boom niaakt fchoon gewas, en draagt fterk.
ORANJE-PERSIK. Is e(nbsp;quot; -------\'------------..
öe Zons-zyde doorgaans met..
dat der v^pneoy^, vaft aan de L______, . ........ .nbsp;_________
geurige fmaak, wanneer ze wel ryp is, maar in fiegte Jaren cn m koudegrondeq valt ze zomtyds
wat meelig en onfmakelyk. De Bloeizels zyn klein, en de Boom draagt wel,
^nbsp;Hnbsp;PECHE
-ocr page 100-rn^^f ennbsp;een tamelyk grote Per/ïk; .haar gedaante is doorgaans iets lÉhger als
rond, tn veelcyds wat puntig of met een verhevenheid op het eind, gelyk de Amandels • haar ko-
lem- IS Dieck-groenagtig aan de Muur en mooi rood-bloezend aan de Zom-zydetZaTvS
zagt, fmekenu vafl aan de Steen, die klein, plat, fcherppuntig en rood is, en van een ze^^^^^^^^^
f miS^A Kf^^^^^^ \' ^fnbsp;; de Bomen |roeijen wel en dragen fteiknbsp;quot;
kOü^SANE. Is middelmatig groot en rond van gedaante; haar koleur fs geelagtig en aan dé
Zons-zyde donker-rood-bloezend ; haar Vleefch is ook geelagtig, los aan de sfeen\' vSi feïheel
goede fmaak, m goede Jaren, dog valt zomtyds wat droosï
De Bloeizels zyn gróót; de Bomen dragen heel fterk
V^itagtig of blank-rood aan de Muur; haar Vleefch is zagt, fmeltend,- en vaft aan de siS \'rS
rood IS, ais mede het Vleefch om de Steen; zynde voorts vol-zappiV^^Lz^^^^^^
geurige finaak, dog ze is onderworpen, in vogte gronden en flegïf jlren onSakeT4\'?ily vS?
iJeLloeizels zvn klem; en de Bomen dragen heel fterk.nbsp;i xuuieiy^icc oiyven.
Dat deze zoort is niet de Mignon, gelyk zommige menen, heb te voren onder die naam -ezecrr^
Jk gelove dat ze dezelfde is met die, welJ^e de Franfche Schryvers Bourdin noemen dewylfS :
ver befchryvmg met de Zvooljcbe zeer wel overeen komt.nbsp;\' ^^ duzei-
De Enkelde Zwolfcbe valt kleinder, gekoleurt genoeg, maar doorgaans niet zeer flnakelvt dinr
derhalven byonsyelden behoody^^^^^^nbsp;^^at aan, en word
V^ÏÏttFES^F ^ut^^nbsp;draagt fterfc
violet^ de Zons zyl, tar Vnbsp;f.I^^\'ond; haar koleur is rood-
haar Vlc\'efch is zagtf
meen goede grond gepoeid, en we! ryp is. De BoSm dmagt fte!?. ^ vvynagtige fmaak, als ze
7nbsp;^oor een van dc befte zoorten van Perfzken ^ean en is ook bv «.n. .PPr
\'quot;vIOlSYte WéV^r\' n\'nbsp;verkrygeS\'kan.quot; ^^
s\'issëisaihsssi^^
Van
E AMANDEL BOOM Dezelve word ffcnoemr ■u^ixr^.\'r .
Boom, Mandei-Boom. Latynrcb\\ AmyfSh^^nbsp;Amandel-
glandulofis. Linn. Gen. B SpelRoj] Pr7r ferraturis infimis
Amandier. Engeycb^ Ah/ond-xiee.
DeVrugtzelfsheetinhet AW^rtó/c/j, Amandel. Lannfcb AmTrcv^oi,,,-,, a
iuim. Mande., Wei Amande.nbsp;AlmonfSm^^SIT
§. 3. De Amandel-boom behoort zeker yk tot het -yeü^Qt der PprfiioT ^^a^ ^nbsp;V\'
aesasss—quot;-
SlSsSSfSlsè^Ss^^
veel andere vvaroeGeSên van waiï ji\'w^^^^^^nbsp;^Pquot;quot;!\'quot;\' m iquot;
en^er een goeSe\'oTe med=?cdaTn worfnbsp;\'quot;\'^quot;»len worden,
niet als in
voorgemelde Plaatzemnbsp;^^ vrugten zeer goed worden, hoewel zogoed
3®
nde persiken.
^:\\B. TI
-ocr page 102-\'\'\'-.fii
BESCHRYVING van de A MANDEL-BÖÖM. ii
§. -3. De Amandel-hook begeert vah natuur een góéde drooge, liefti zand-, keizei- ofiièenagti-
ge grond, en een v/el óp de Zon geëxponeerde plaats ; in vogte en klciagtige grónden groeit hy ook
Wel genoeg, maar daar in draagt hy minder, en de Vrugten worden minder goed: Hy maakt zeer
weinig Wortels, waar door hy onderhevig is, hgt door de Wind om ver geworpen te worden,
weshalven men dezelve op een voor de Winden gedekte warme plaats zetten, en daarenboven met
éen Paal voorzien moet: Hy verdraagt geen Meft, ten ware heel oude vë-gane Koe-micft, indien
het nodig is, den grond te verbeteren: En hy kan onze Winter-koude vry wei tegenftaan, dog
de zoete Amandel is tederder als de Bittere, waarom die in harde Winters zoiiityds dóód gaan.
, §. 4; Hy word by ons vóortgeteelt meeft door middel van de züigifig op ?ruim, willendé hét
Enten of Oculeeren zó wel hiet gelukken. Aïen kan die ook _, gelyk in Frankryk , Italien, enz., ge-
fchied^ vermeerderen door het Zaad, namelyk door de Pitten der Amandels, welke na datze de
Winter over te meuken geftaan hebben, in het vroege Voor-Jaar in Greppels die Voet van mal-
kander gemaakt zyn, gelegt, en de jonge Boomtjes, 2 ä 3 Jarenoud zynde, verplant worden;
maar de ondervinding heeft geleert, dat zodanige het verplanten niet wel kunnen verdragen, flegc
gewas maken en ligtelyk verfterven, of niet oud worden; ook kunnen zé de ftrenge Winters min-
der tegenftaan als de op Pm/m gezoogde.
§. 5. Aab de Amandel-boom vale weinig te fnoeijen, men m.oet alleen de jonge Loten jaarlyks tdt
, omtrent dc helft inkorten, inzonderheid aan jonge Bomen, dewyl dezelve anders,, om dat\'deze
Boom van natuure lange Loten maakt, van onderen te naakt zouden wórden; ook fnoeic iiien t\'ef-
fens die Takken weg die te overvloedig zyn of verwarring veroorzaken, mitsgaders hec onnutte,
magere, en het doode Llout.nbsp;■ \'
§.6 - -- - - -
attenia
pum\\
agcig Boom-gewas, wasfende maar 43 5 Voeten hoog, en gelykende
Bloemen, en Vrugten, behalven dat ze in alle delen kleinder zyn; de Vrugt is bitter, en de jonge
Takken zyn bleek-gcelagtlg. Dog deze word maar alleen geplant om haar cicrlyke IBloeiiica, ea
word ligtelyk voortgezet door haaVUitlopers.nbsp;• \'
Men moet deze zoort liiet verwarren mét de Naantjes-psrfik, waar van te voren gemeld 13.
. 7. De Amandels, zyn, gelyk bekent genoeg is, eene zeer aaiigen\'anie V\'rut\'t om te Eeten
te weren de Zoete, hec zy verfch van dcBoom of daar na gedroogt. Men houd ze ook voor zeer
gezond én voedende, voornamelyk voor zwakke Menfchen, die door ziekte, reizen, of anderzins
hunne kragten verloren hebi^en, vei*fterkende deLevens-geeften zeer, en maken goed bloed.
DeZoste Amandelen worden ook in dc Keuken geórberfcj men maakt daar vaii lekkere Taarten;
Murfepein, enz. De Zuiker-bakkers candelizeeren of overtrekken ze met Zuiker, waar door ze
lieflyker en ook niet ongezonder om te Eeten worden.
8. .Men maakt \'er ook eeu Amandel-rnelkvzn, die zeef lieflyk iinaakt, en in plaats van Chocolade
kan gedronken worden, hebbende na genoeg dezelfde kfagt, en is in voorgemelde oinftandig-
heden zeer dienftig.nbsp;•
Om deze Melk te maken, zo neemt befte zoete Amandels, pelt dezelve, èn op dat zulks te Ifgter
gefchieden kan, zo legt nien ze in warm Water en legt ze daar in wat te weeken, zö zal de Schil ge-
niakkelyl
per.
nognbsp;^ ^ _ _ _____^ ________^ ^
h^.if Mingelen Waterquot;\', ^bykomt; alles wel gemengt zynde, zogiet het door een Doek, en wringe
of perft llét wel uit, vervolgens zet het doorgezygde Vogt, dat wit als Melk is, op hec Vuur,
Voegt daar by witte Zuiker haar believen, om hét zoet te hebben, laat het een weinig zagtjes ko-
lden , cn drinkt het dan warm als Chocolade: Wil men deze Melk nog aangenamer en kragtigeï heb-
ben, zo voegt \'er wat goed Äoze-wßffjr ten eerften, in plaats van gemeen Water, by, ol\'in\'^het ko-
ken een weinig heel fyn gepoeijerde Cara^éJ eh een weinignbsp;gris (i ä 2 grein); hoewel véle
vrouwcjes de Amber niet kuunen verdragen^ en in zulken gevallen tan men die weg laten.
Zommige voegen \'er in het koken, by voorgemelde proportie, een Doijer van eenEy, v/el gc-^
klopt zynde, dat zeer voedzaam is. Andere bereiden deze Melk of Drank met Mdk van Koeijen ot
Geiten, in plaats vsn met Water, maar dan word die al te voedzaam, ten ware voor zeer zyv-akke
^ragtelozc Menfchen, en in kleine mate te gebruU^en; wil men \'er Melk by doen, dan wórd beft
l^eagt, de helft Melk en de helft Water te nemen, dat voor iederé complexic niec hinder!yk zyn
Kan.
§. 9. De onrype Amandels worden ook met de Bolftcrs, eer de Stenen nog hard zyn, geconfyt,
dog hier te Lande zeer v,-einig, het welk anders gefchied op dezelfde v/yze als we hier na van de O-
ker-jsjoten zullen zeggen.
§. 10; De Olie van de zoete Amandels Hti gebruikt wordefi, in plaats vza Boom-olie over Zalaad,
enz., of men kan ze met Boom-olie vermengen; wordende deze Amandel-olie, verfch zynde, zeer
gezond bevonden, dewyl ze het gehcelc Ligchaam verzagt^ dé Buik open houd; en voor Buik-
Pyn, Graveel, Nier- eó Blaze-fmercen, enz., heel dienftig is.
II. De bittere Amandels worden nog gezonder geagt als de zoete, dog wegéns hare bitterheid
Worden quot; quot; \'nbsp;\'nbsp;quot; quot; \'^ quot; quot;quot; quot;
®en, dae dit voorgekomen kan worden, als men eenige biüere Amandels, inzonderheid des Mor-
stens nugteren, eet, hst.welk beletten zoude dat men voor die gehele Dag niet zoude kunnen
di\'cnken worden: Ik heb het nooit onderzogt, die wil kan het probeerén; dog het befte middel van
ye pronkènfchap is zekerlyk, dat men niet te veel drinke. .
12. Zeer aanmerkelyk is het groot Wonderwerk, dat Godt met twaalf Staven, of Ryzenvan
^^ Amandel-boom heeft verngi, gelyk men leeft in het j-j Cap.vmhetlFBoskMo/es, namelyk, dat
H 2nbsp;\'nbsp;Mqjh i
-ocr page 103-dat alleen de Staf vmAaron des anderen daags bloeide, m Amandels voortbragte; het welk aantoon-
de, dat het Prießerdom, na den wille des HEEREN, hy Aaron en zyn Nakoraelingfchap j en der
■Leviten-dienft in zyn Stam, zyn en verblyven zoude;
YGE-BOOM. Dezelve word genoemt, \'m het Nederdtiitfcb, Vygeboora^ ofFy-
geboom. Latjnjcb, Ficus. Ficus foliis palmatis. Linn. Gen. amp; Spec. Ref. Prodr:
Hoogdiatjcb, Feigenbaum. Franfcb ^ Figuier. Engelfcb, Fig-Trée, Deenfcb,
Mgen-Trae. enz.nbsp;anbsp;j j
De Vrngt zelfs heer. in !iet Nederdnitfcb, Vyge., In het Latynfcb, Ficus. In het Hoöedmtfcb,
Feige. Engelfcb, ftig. Deenfcb, lï^en. Zmedfcb, Fikon.nbsp;\'nbsp;t. j gt;
§._2. De l^-ge-boom h ook een üitlandfche Boom, die hier niet te huis behoort, dog zeer wel
groeit,, en heel goede fmakelyke Vrugten vportbrengt, hoewel niet zo volkomen, als in de war-
mer Landen, gelyk mnbsp;, Italien, Spanjen, enz.; ook worden alle zoorten by ons niet ryp ^
en zelfs niet omtrent Parjj-^ veel minder by ons.
§. 3. De.Zoorten die hier te Lände het b\'eft aarten, zyri deze volgende:nbsp;,1
DÉ LANGE VIOLETTE VYG, Is vry groot; van gedaante langwerpig, eri na proportie
niet zeer dik of gebuikt; haar koleur is, ryp zynde ji biauw-pUrper- of violetagtig, met groen ge-
mengt, van buiten, en rood van binnen;\' haar Schil is dun, en fplyt of berft veeltydts. Deze
zoort is de gemeenile en meeft bekende hier te Lande; haar fm.aak is in goede Jaren, en in een goe-
de, drooge grond, heel geurig en aangenaam, dog in een vo^te grond, word ze\' zo goed nlet^.
maar blyft laf en onfmakelyk: Zelomt vroeg aan, te weten in Augufiiis.
DE LANGE PURPER-BLAUWE VYG. Gelykt veel na de voorgaande, maaf is in allen zo
lang niet, en meer gebuikt; haar koleur is ook blauwer van buiten, en van binnen niet zo rood\'
haaf fmaak word nög geuriger geagt als die van de voorgaande, als ze op een goede, warme plaats
Wel ryp geworden is.
pe GROTE RONDE WITTE VYG. Word tamelyk groot ^ zynde kort en rorida^tis: van
koleur geelagtig-wit van buiten, en iets bleeki of rooze-rood van binnen; ze word met g(ï^de laren
vroeg ryp, en draagt of rypt doorgaans twemaal inhet Jaar, komendede laate Vrugten laat in dë
Herfft. _ Deze word voor tle fmakelykHe van alle Vygen gehouden, te weten als ze door en door
en tot rimpclens toe, rypjs, anders is ze onfmakelyk.nbsp;\'
De KLEINE RONDE WITTE. Valt kleinder als de vorige, en van voren wat platagtigef
zynde van bmnen rooze-rood; haar fmaak is niet zo geurig als de vorige, ten minften hier te Lande*
en komt ook later aan.nbsp;.nbsp;*
De LANGE WlTTE VYG. Deze is wat groter als dè grote ronde i^itte, langwerpig vari ge^
daaflte, en groenagtig-wit van koleur;. haar fnaak komt ook riaby de gemelde Witte; dac is in allen
zo zoet en geurig niet.,, komt oök wat later aan\'.nbsp;°
De GROENE LANG-STELIGE VYG. Is tamelyk groot; van gedaante Wat langwerpig\'
van Kotóur groenagtig; de Steel is veel langeï-als die van aridere Fy^era, en het Vleefch is roozx-
rood; haarüiiaak is zoet en aangenaam genoeg ; maar ze draagt vreinig.
P\'\'nbsp;GEELE. _Is een vry grote Vyg, van. gedaante langwerpig-rond; van koleur geel-
agtig, en zomuyds een wemig blees-^ormnagt]- naar voren ; haar Vleefch is vleefch-verwis maaf
™ - ^^ Herfft, dog ve.k?yge„dc
T T-.quot;-? r~\\ r 7 T 7quot;nbsp;T . , . ... T \'1
t\'!
-
1.
rUÜ/,C-iUUU,nbsp;i V}-quot;-nbsp;Ltvi^maai in
Vrugten worden dikwils niet wel ryp.
De ZWARTE VYG. Is redelyk groot, eri heel lang; haaf koleur is heel doriker-rood bv na
zwart; eh haar Vleefchjs purper-roodagtig, vari een goede, zoete, aangename fmaak; ze komt
vroeg, voor de Grote Witte
Daar word hy Dodonceüs, Lobel, Daleebamp, en andere oude Autheureri van een klein-quot; en hä^c
Vygehoor.1 gewaagt, maar men vind die nergens, en de Liefhebbers zyn van gedagten dat die nicc
anders is, als een door gebrek van voedzel klein en laag geblevene gemene Vy^eboom eélvk
fchied, als zejn Potten geplant worden.nbsp;j 6 0
§. 4. Be Vygeboomhemmvzn natuur een goede, vette, wel gemefte, en liever drobf^e war-
me, als vogte, köude grond, in deze laatfte zal hyook heel wei groeijen, maaf de Vrur en wor-
den daar in zo Imakelyk niet: Hy begeert ook, om goede Vrugten te verkrygen^ een goede war-
me, zonnige plaäts, en een vrye, opene Lugt; derhalven plant men die doorgaans te.cren Mimreil
of Staketten, die wel geexponeert zyn, waar aan de Takken vaft gehegt wordendog ni-^t o-elyk
zh zndere Espalier-bo?7ien, alle Takken c\'elFens en digt aan de Muur; men breid allcf^n d^ ^Vootfte
lakken ordentelyk uit, e\'n maakt die aan dwars-latten , welke aan Stokken of Sta^^en tot dien
emde op eenige aficand van de Muur, enz., op order in de grond gezet zynde, vaft gehelt;^t zyn,
met Lmd-Tcencn vaft, latende de overige kleinder Takken, in volle vryheid groeijen quot;quot;
§. 5. Men teelt ze ook wel op Stammen, die op een goede, warme, voor Winden gedekte^
plaat.s, geplant worden, en waar van de Vrugten fmakelyker geagt worden, als die aanMuuren,
enz., gegroeit zyn; waar van de reden is, om dat de f-^ygen wel veel maar liefft eengeftadige en
getemperde,
iV
b e s c h r y v i n q y a n n b
fygeboom
8!
fetemüerde en -een al te fterke, brandende warmte, besjeeren, gelyk ze by fterkeZonnefchyiï
STÄen oh^^en, mzonderhdd al. - te ^t^^^-n l^m ^ ^^ ^^^ ^^ ^^
„ §, 6. Ze worden ook wel m grot® Potten of hou ^nbsp;dewyl ze dezil-
Hês of op een andere lugtige plaats daar hetmi^.tnbsp;^ynde de Vrugten hier
ve n^et kunnen uitftaan ; hoewel haarnbsp;rondom meer door
van ook doorgaans geuriger ,^en worden yi f , ^ ^P\'nbsp;.IVnëer het begint te vriezen, dat
liïSEaïSSiSHssiï^
SJSsHSÄ
met het Stroo bekwaamnbsp;^ekt Andeie pinden denbsp;J^^ . ^^^^^^ ^^
-U« «^n Lnbsp;weer als de V^^in.er-
vorft geheel over is.nbsp;. ^nbsp;„ ..nbsp;grond, met een goede klomp Aarde,
Zommige nemen de Vyge-homennbsp;dezelve in het Voor-jaar
Planten ze in Potten of Vaten, om ^^ f f^^Ye^w^^^^^^^ is meeft te handelen,- zynde de
weer in de grond plantende gf mf .m^t c e^^nbsp;hebben oofc zo veel cppasfen
Bomen op deze wyze vrugtbaarder als dienbsp;wat veel moeite en omßag. De
met begieten in de 2omer niet nodig; maar di^ vet pknten vei^eunbsp;^^^^^^ ^^nbsp;^^^^
gemakkelvklle wyze om ze te bewaren ^ is, om ze m ae |,runu
ken, zo ^s te voren (inbsp;f-nbsp;^ezen in de Kminglyh en Keurvorfielyke Saxißht Tuin
O Hier valt ®nbsp;\' da vardüf^-ente Zoorten gezien heb, en mede hebbe helpen cul-
te Dresden grote,nbsp;van Stam zomnhge zo dik waren als een Jongeling om
Uveeren^ drenbsp;J^^ee^ iSwame wvze (zo my voorftaat ij a i6 Voeten; by mal^
ayn middel Dezenbsp;Xnbsp;de Winter een Htlis van houtwerk overheen gebouwt,
kander geplant, e« daar w e^nbsp;^nbsp;Gewasfen tebe-
^-te menigte zeer geurigenbsp;voort, van allerlei
\'quot;Ookdeze manier van bewaring is zeer koftbaar, en voegt hiet anders als in Tuinen van groote
Vorflèn en Heeren.nbsp;. -c^innf-er\'; in de vrve gron 1 ftaan blyven en öedekt worden, zyn
§. 10. De/^-g^^to welke des^^^nbsp;vah de Takken geheel afknagen,
als dan zeer onderworpen aannbsp;in het Voorjaar de geheel befehadigde Tak^
waar door ctezelve bederven,nbsp;bedorven waren, dezelve tot aan de Wortel toe weg-
ken, affnycien, of, zo de 1 aKken aiuL^nbsp;uitfpruiten, die het twede volgende jaar over-
fnoeijen, als wanneer weer nieuwe 4-akken zuuti. tuLipituu , c, j
vloedig Vnigten ztdlen geven, ^ handelen met de Takken als door de Vorft by ongeval
§. n Op dezelfde wyze moet men ook fen weer nieuwe Scheuten uitgleft;
S^rSe aäSS\'x^n^nbsp;dikwils zommige Takke^, die
cnindat Jaar goede rype Vrugten te geven,
Tnbsp;SnS^^S^S on^e Jarige Loten , gelyk de Dr.i^-^.j^i andere^
delikke welgevc^de Loten doorgaans ie vrugtorft^nbsp;am^ke zlS^^P J^ÄS In
doorgaans in de Na-zomer voor de twedemaal Yr^^Sit^,nbsp;^^V^äckt^w^ in her Voor-
in de Na-zomer voor de twedemaal Vrugten vooi l, uici.unbsp;• ; Voor-
veeltyds van die Bomen, die in de grond ftaan Wyvende^. \'s Winters
laar afvallen, inzondei-heid als ze digt gedekt zyn (§ 70, of ^ ^nbsp;en in
maar van Bomen die m Potten, enz., S^^l^f^f^J^^i^f £we kd derhalven de volgende Zomer
huis bewaart worden, blyven ze doorgaans b^noua^n, cu ucwti
vroeger emzckerder ryp worden. ■nbsp;■ _ ^ geurige en t\'effens vroege Vygen by oiis
§ 13 Hier by moet ik .^quot;p^If^ken, d^^^nbsp;^^nbsp;Voor-jaar in een Tr^k-kas\'zet-
teden wjl, men dezelve, m Potten houten vactnbsp;,nbsp;^^^ ^^nbsp;^^ ^^
^fSTS ten indien men de kollen doen wil, ook vpor^de aan de Mum-en, enz., geplant
na^deV,™, Qazêfzeuên, op die wyze als te voren by denbsp;^§. 3;.) gezegt ,s; waar dooi
:me„deVh,|te«vedvro«er cn|eurynbsp;op drieërl.i wyze, als Door
Wor«TsSnbsp;^^ Doorlnlegging. 3. Door Steeking
S blïïeiï?\' \'f^^^ittliSen en sLiSbèdiJnt ,nen zig hooftzakelyk, -er g./n üiticpers
zvn aplvk hvvoorbeeld, aan oude Stam-bomen wei geDeait. .nbsp;,nbsp;,,nbsp;..nbsp;.nbsp;.
É^B^Ie^^^hn^né, dezer Bomen, zulks is zeer ligt, dewyl V wemig aan te fnoei-
1
j, i\'l
i\' t:r
li
^nyalt; men neemt alleen de overvloedige en al\'te lange, insgelyks dorre, en andere ondeugend«
1 akkcn in het Voorjaar weg, om ze in een goed fatzoen te houden; als mede de üitlopers, indieq
men ze niet tot voortzetting nodig heeft. Ook moet men in de Zomer de langfte Loten, die in hec
Voor-jaar gefproten zyn , wat inkorten.
§. 17. De Vygen groeijen uit dc jonge vrugtbare Lotefl digt boven de Bladen, zonder voorafgaan-
de Wöf me;? of Mo^u^/r,- waarom men voor dezen gemeent heeft, dat de vy ge-boom de eenige Boom
was die geheel geen Bloemen voortbragte. Dog de latere onderzoekers der Gewas/en hebben
waargenomen, fen zulks \'t ecrfl: Cordus), dat de P^yg haare Bloem inwendig in de Vrugt, aan \'t uic^
terfte einde heeft; dewyl men daar, wanneer de Vrugt tegen het rypen komt, eene kleine opening
cn binnenwaarts Vezeltjes, welke de Stampertjes QPijiilli) of Styltjes (Siamina) zyn, gewaar word.
Dog de ryge-boom is van twcörlci Sexe, van de Vrouwelyke en Mannelyke. Die van de F\'rouwelyks
brengen alleen Styltjes m de Vrugten voort, gelyk de meefte zoorten van Fygen doen; het Manna-
t/e heeft alleen Stampertjes; deze word van denbsp;genoemt, Ficus Silvejhis Diojcoridis, C. B.
Pm. P. Tomnet Caprifius Flinii, J. Bauh., maar dezelve %vord by ons niet, nos ook in Duitfclj-
gen, nier te Lande, of\'m Duitfchlarid m Frankryk, gegroeit, on vrugt baar is, en nooit voortfpruit,
dewyl het zelve door ahfentie van dc gemelde Mannstje-T^yg onvolkomm bly ft.
§• 18. Aanmcrkclyk is de zogenaamde Caprificatie, waar van zig de Inwoondersin Griekenland, vol-
gens het berigt van P. Toiirnef., Voyage du Lavant, en andere, bedienen, om de Vrugten ryper en
overvloediger te doen zyn, en van welke Caprificatie reeds de Ouden in de allervroeglie tyden ge-»
weten en gebruik gemaakt hebben, gelyk men leeft by^wVi. 103. 7, Piutarcb. 2. 700. cnPlin. Lib,
XV. 10., welke Caprificatie hier in beftaat: In de Zomcr-tyd g^-oeijen in de Vrugten van de gemel-
de TOfW?nbsp;een zoort \\anlnfeSten, die daar in Eijertjes leggen, waar uit een ander zoort
maakt, na binnen in de Vrugt, welke aandoening men bevonden heefc, dat de Vrugt vroeger ryp
en fmakelyker doet worden. In navolging nu van deze ondervinding, zo nemen de Inwoonders
van het gemelde Griekenland, enz., omtrent St. Jans dag, of wanneer ze zien dat die vVormtjes
beginnen uit de Vrugten tc vliegen. Takken van deze wilds Vyge hoorn, en binden die aan deta-mm
Fyge-lommviSi, op dat de Wormtjcs derzelver Vrugten zouden aandoen, en hunne voorgemelde
uitwerking vemgten, en het welk ze geduurende twee Maanden lang met zorgvuldigheid, hares
profyts-halven, waarnemen; dit is dan het gene men Caprificatie noemt.
Wat nu aangaat de oorzaak van dc gemelde uitwerking der Wormtjes aan de Vrugten, daarvan
geloofden de Ouden, dat zulks gefehiedde door de Steeking, Wonding, en Zuiging der Vrugten,
als waar door dezelve van haar overvloedige en onnutte Zappen ontlaft en de overige beter gepr^^pa-
recrt wierden; ook t\'eiTens de Zonne-ftralen beter konden indringen, en dus de Vrugten vroeger
en volmaakter ryp doen worden, gelyk men zulks in het algemeen leezen kan by Jobannes Baucbinus„
die vermaarde ehnbsp;Kruid-hefcbryver van zvn tyd. Dog de nieuwe onderzoekers der Nat uur,
inzonderheid de meergemelde Heer ProfesforLlNHamp;ÜS, en zyn navolgers, hebben deze zaak nau-
keuriger onderzogt, en zyn van een geheel ander gevoelen, namelyk, datdegemelde Wormtjes iii
dezen niets anders verrigten, als dat ze overbrengers zyn van het\'vrugtbaarmakende Stof (i^am;.»
f(scundans} van de Mmtjes-vrtigten na die der Wyfjes, of tamme Vygen; dewyl, wanneer de gemel-
de Irifecten veranderen en Vleugels verkrygen, het de tvdt is dat dc Mant]es- of Wiide-F\'^sr bloeit,
kunnende als dan niet uit de Vrugt gaan\', zonder dat zé met het vrugtbare Stof beladen\'zyn, hec
welk ze dus aan dc tamme Vygen toebrengen , en dezelve vrugtbaar maken. Men zoude kunnea
zeggen, dat men de Vrugten, zonder de Infecten evenwel ziet ryp ea fmakelyk worden, quot;clvk bv
ons en elders gefchied; hier mede is het gelegen als met dc Vi-ugten van véle andere Gewasfcn,
die hunne rypheid verkrygen buiten het By-zyn van het Mamietje, quot;quot;En indien die gem dde Caprifica-
tie niet zeer nuttig bevonden wierde, zouden zig de Inwoonders van voorgeaielde Landen niet daar
van bedienen, en zulks NB. van zeer oude tyden af. De vermaarde Toimiefort, die de Caprificatie
in de Griekfche Eilanden zelfs gezien heeft, verhaalt, dat deVyge-bomen aldaar, door die i^eiian-
deling, wel tienmaal meer Vrugten geven als in Frankryk. Dog dit zy hier genoeg gezegt over de-
ze Stoffe; die breder daar van begeert onderrigt te zyn, kan lezen de fraaije Disfertatie van OjrneL
Hegard, Suec. over de Zoorten van Vygen, hare Nuttigheid, enz. Ikmoet nu nog iets melden van
het Oeconomifcbe Gebruik der Vygen.
§• 19. De rype verfche Vygen zyn eene zeer aangename Vrugt, worden ook voor zeer gezond
geagt, cn voeden zeer; weshalven .Ëo^arawr ook aldus daar van fchryft:
Ergo tot inter opes regnantis fruSiibus anni
Prima locum merita Ficus Uva tenent,
Utraque nam fuccis ijnplet melioribiis, (f nil
Qu(2 noceant vitii damna ferentis babent.
Dog z€ moeten, om gezond cn fmakelyk te wezen, wel ryp zyn, want, de nog niet wel rynegt;
zeer fchadelyk voor het Ligchaam Men eet dezelve in de JJ^yn-landen veel \'s Morgens tot ceii
ontbyt, met andere ontnugterendeSpyzen.
jnbsp;verfche Vygen zeer voeden en vet maken, blykt daar uit, om dat de Hoeders van
de VVynbergen in de warme Landen, alwaar de Vygen nevens de WyiiHokkm gecultiveerS worden,
jn de tyd van twee Maanden, dat ze dat werk waarnemen, heel vet worden, dewyl ze lt;^eduurende
die tyd byna mets anders nuttigen, als Vygen en Druiven, met een weinig droog Brood; alzo dc
Menfchen doorgaans van het gcmcenftc ea behoeftigfte zoort zyn, om andere Spyzen naar dc nood-
xakelykheid te kunnen hebben.nbsp;w
34
TöUkNEFORT vefhaét iü zyns Heis-befchryving naar de Levant,, dat de Vygen en Gerjlen-
mod hn voornaamfte Voedzel der Boeren en Monniken, in de /Egyptifcbe Eilanden is.
21.nbsp;Daar is een zoort van kleine Snip (Ficedula) in de Wynlanden, die de rype Vygen zeer
gaarne eet, en daar door bovenmaten vet en fmakelyk word, en die men dan zo hoog agt, dat men
\'er zomtyds i a zDiicaten Voor het ftuk betaalt; daar men ze op andere tyden van het Jaar wel voor
één Stuivers waarde kopen kan.
Men zegt ook, dat ce Vosfen in de tydt dat de T^^ygen en D-ndven rypen, zo vet worden, dat ze
zommige als dan tot Spyze gebruiken.
22.nbsp;De droge Vygen, die in grote menigte in de warme Landen, het zy in de Oven of in de
Zon, gelyk het eerfte meeft in Griekenland gefchied, en het laatfte in Provence, gedroogt en overal
Verzonden worden, worden nog voor gezonder geagt als de verfche, en zyn niet minder fmakelyk,
ja zelfs zoeter en geuriger, dog voeden minder. Men vind by ons drieërlei zoorten gedroogde Vy-
gw in de Winkels te koop, als i. Korf quot;Dy gen, ^dm geheten om dat ze in grote gevlogtene Korven
overgezonden worden; deze zyn van de in §. i. etrügenoemde Violette Vygen. 2. Kifi-vygen, om
dat ze in Kiften tot onzent komen; zynde de Vrugten met Laurier-bladen bedekt en doormengt; de-
ze zyn van de zde of 4de zoort van Witte Vygen, te voren §. i. gemeld. 3. Vygen van Marfeille^
Worden in kleine ronde Korfjes van Jlfar/ez\'//« overgezonden,- deze zyn, fchoon ze klein vallen, de
geurigfte droge Vygen van alle, en ze zyn van het zoort te voren i. in de derde plaats befchre-
Ven,
23.nbsp;De drooge Vygen hebben ook haar gebruik in welgeftelde Keukens; want daar word, be-
hafven dat ze tot aisdefe Spyzen dienen, van dezelve, op zommige plaatzen, een zogenaamde Kaas
gemaakt, door Stamping, Vermenging en Zamen-perzing , met geschilde Amandels, Rozynen en
speceryen, enz., die zeer fmakelyk en voedzaam is. Deze Kaazen worden in het byzonder zeer
veel en wel in ïtalien, Spanjen en \'Portugal toebereid, en van daar in deze Landen gezonden.
24.nbsp;De Vygen (drooge) worden zeer dienftig geagt voor zwangere Vrouvren, als ze daar van
dagelyks eenige eeten, wanneer ze op het laatfte gaan, ^elyk de Engel/cbe en Hoogduitjcbe Vrouwt-
jes zig hier van wei weten te bedienen.nbsp;. , ,1
§. 2T. Dat de V^fffra ook een grote kragt en nuttigheid In de Medicynen hebben, dit toont ons
zelfs de H. Schriftuur aan, pfaia 38: 21., dog hier van op een ander plaatze m het byzonuer iets
§. 26\'Het Zap dat uit alle de deelen des Booms j als uit de Wortels, Stam, Takken, Steeleh,
Bladen, en onrvpe Vrupten vloeit, is zeer fcherp cn fchadelyk voor \'sMenfchen Ligchaam. Het
zelve in Melk gedaan, ftremt dezelve. Daar mede op Papier gefchreven, is wel qnzigtbaar, maar
als men het Papier tegen het Vuur houd, zo word het Schrift zwart en leesbaar.
§. 27. De Bladen Worden in volgensnbsp;en andere, gebrückt tot Voedzel van de
de-\'uoormen, in plaats van Moerbefie-bladen , by gebrek van deze ; dog de Ayde-\'wormen kunnen \'er
niet lang by leven, en fterven op het laatft, binnen korten, daar van; wy zuften gelegendheid vin-
«^cn om% de ilfoerè^y?e-amp;oo77niQg iets naders daarvan, aangaande het Qecommijcbe, te zeggen; ten
beften Van het algemeen.nbsp;,nbsp;t» j 1
§. 28. Het Hout is voos dog taai, egter van weinig nut, nog tot Werk-, nog tot Braiid-lwut;
men zegt, dat Lepels daar van gemaakt, en by het koken van het Vleefch gebruikt wordende,
het zelve heel week doet worden: Het welk ook gefchieden zoude, als men 1 akjes van deze Boom
met het Vleefch kookt; dit zoude, indien het de Proef houd, zeer nuttig kunnen zyn, als ons oud
Vlecfch van de Vleefch-verkopers in plaat-s van jong in de hariden geduwt word, gelyk niet zelden
gebeurt,.
VAN
Uva?. Hoogduitfcb, Wein-
Vin-b:ir. Znx)eedjcb, Vin-
E DRÜIVE-BOOM. Dezelve word genoemt, in \'t Nederduitfcb, Druivc-boorn,
Wynftok, Wvngaard. Latynfcb, Vitis. Vitis vinifera. Iloogduitfcb, Wemftock.
Wèinreben. \'Franfcb, Vigne. Engelfcb, Vine. Vin Tree. Deenfcb, VinranKe.
Vin Trae.
I,
V Jli JL 1 dC.
De Vrugt word genoemt, m het Neder duit fcb, Druiven. Latynfcb,
trauben. Trauben. Frarfcb, Raifins Engelfcb, Vin-beer. Dtenfcb,
35
2. Nu ben ik gekomen tot de Verhandeling v€n een Boom of Heeftcr-Gewas , aan het welk
buiten tegenfpraak; in d£ Familie der Planten, of onder de Vegetaoüia, dc eerfte Rang toe.comt,
gelvk aan het Goud onder deMineralia; en aan de Menfch ondernbsp;; Om dat deszelrs
Vrugt niet alleen de edelfte en aangenaamfte, maar ook de gezondfte en voordeeligfte voor den
Menfch is,- want daar van de zeer gezonde, verkwikkende. Hert-en Ziei-vcrfterkende, eii by ie-
der zo zeer geacte Drank, namelyk de W7N, in de Wyn-lanaen gemaakt, eo overal naar andere
Plaatzen der eeheele Waereld, inzonderheid daar geen Wyn groeit, verzonden word; en waar
\'^-an Duizenden van Menfchen, alleen hun beftaan hebben; zo door het cultiveren vjm deplve, _ ge-
lyk op andere Plaatzen door het bouwen van Graan-vrugten ^ als door de Negotie, Vervoering,
•CIlZ
ï r; De Wmflok is een Gewas dat meerder Warmte begeert als £»nze Ö/ma^i^ geeft, weshalven
dc hfuiven by ons bezwaarlyk en niet anders ryp worden, als ingoede warme jaaren, en zulks
niaar eenige v\\4inige Zoorten\'die vroeg rypen; moetende daar en boven aan Muuren cn Stekkagien,
die een goedenbsp;hebben, geplaatrt ftaan.nbsp;. .
4. Hyvereifchtdaaren boven, om wel te flagen, geen zwaare ftyve ideiagtige, nog lan-
ge vogte Grond, maar hefft een losze, hooge, drooge, zandagtige Aarde, die vrugtbaar is, \'t zy
dat die uic de Natuur zulks is, of door de Konft dusdanig bereid word; hoewel de eei^e verre dc
■befte is. Dos men moet uit het gezegde niet opmaken, als of de Wynjtok in goede Klei-gronden
^nbsp;J 3nbsp;nicc
niet ï^roHien wilde; hy groeit daar al te veel en te weeldrig, \'t Welk dan veroorzaakt, dat hy wei^
en kleine V^\'u^ren\'voortbréngt, en die, om dat de Zappen,, of Vdedzel-deelen meeft tot net
Hont verfnilt worden, als méde wegens de koudheid des gronds, niet of Öezwaarlyk ryp worden,
b\'^rirdven^-\'o moet men niet verzuimen, als men goede en fmakelyke Dnut\'m begeert, zodanig®
gronden, dïe uit de natuur niet bekwaam zyn, te verbéteren, en dat, zo veel döenlyk is, be-
vvaam tc Juanen welk ik bevonden heb in deze noordlyke Landeh de Befte jjmparaJff der gronden
voor de*iVynßok of Druive-boom te zyn.nbsp;,nbsp;^
Indien de ?rond een Klei- of andere zware ten kOude Aarde is, zo graaft langs de Muur of Stek^
k\'-K^ie quot;daar «V de denkt té planten, eeri Kuil van 3 voeten diep, en 6a8 voeten breed; brengt
o^^U-Zin deze\'Kuil ecn^Laag Van omtrent eén Voet dik, gruis van oude Muuren, dat met Kalk ver-
inêm^t ïs, en waar onder men wat Aarde mengen moet: Vervolgens vult de Kuil met Aarde, dié
OTdé vólgende wyze gtprcepareert is: Vergadert goede Zand- of Klei-agtige. Aarde, dieniet on-
vruquot;tbaar1s; óf ih plaats vari d;en, Aarde uit een goede Zandige Móes-Tuin; of zó deze ontbreekt j.
anda-e goedé j losze, vrugtbare Aarde, dewelke men met grof, verfch Zand rykelyk vermengt,
doet daar by oude vergane Blad-aarde^ die men in de Bosfchen of Wouden onder de Bomen, die
fleurig grc^e\'ijen, vergadei-t,- insgély-s Aarde van oude verrotte Straat-flyk, en vart alleidei ander
Vulnisj\'of in plaats van dien, oude, vette, losze Bagger, voegt daar nog by wat oude Paarde-
meft; deze Stoffen eindelyk alle vergadert hebbende, zo mengt die wel door malkander; vult daar
na de Kuii daar^medc, en plant daar^in uwe Wjnjïokken, ik durf ÜE: verzeseren, dat uwe moeite
cn koften wel befteed zullen zyn.nbsp;,nbsp;unbsp;■ - j- r
W-mn\'-er men by het graven dér Kuil gev^aar word, dat er beneden m meerder diepte eenige
tiaiie of^hard\'-Stoffe, als Leem, Dary, of Veis, zig bevind, zo moet vooral niet verzuimt
worden dezelve te roeren en weg te nemen, en de plaats met Steen-gruis, waar onder wat Aarde
Pemeno-t is te vullen; want diéStoffe zoude alle andere aangewende moeite eh koften onnut makeni
dewyl daar door het Water niet kan na beneden in de diepte wegzakken, eri dat den grond al te vog-
quot;^l^Mndz^r^S op künnen äarimerkendat het diep róeren onnut fchynt, dewyl de DrÄ«
in de Wvnbnden, TNB. ik noeme Wyn-Ianden, die, waar m de Drurö tot dep^r/Ä koint, en iii
die veelheid groeit, dat \'er Wyn van gemaakt word) veeltyds op fteenagtige Bergen en Rotzen, die
met ze^r weini^ Aarde overdekt zyn, zéér wel groeijen en excellente Vrugten voortbrengen; maar
dit nader overwegende, zo begrypt men hgti dat aan die Bergagtige plaatzen, het meefte Water
van Regen, Sneeuw, enz., wegloopt, en dus de grond niet te vcel daar doof vervult word, om
aan de Wortels hinderlyk te zynnbsp;^
Derhalven, indien een te beplantene grond laag en vogt legt, gelyk hier te Lande aikwils ge-
beurt zó is het ook dienftig cn moet niet verzuimt worden, den grond merkelyk te verhogen, in-
voegen dat het overvloedige Water, inzonderheid het Winter-watef, van de Bomen af naelderS
lopennbsp;aangaat de Zand- of Zandagtige gronden, daar mede heeft men zo veél moeite en om-
nas dooro-aans niet van nóden , want als die uit de Natuur goed en vrugtbaar zyn, zal de Wynflok
daar in z-er wel groeijen; ir.aar zo die zulks niet of weinig waren, zo moet men dezelve tragten te
verbeteren door vermenging met zodanige Stoflé die veel Jubftantie en voedende deelen heeft, by
voorbeeldquot; met oude vergane Koe-mefl, Bagger, Straat ßyk, enz. _ Mits daar by ook agt gevende
op de rrond en diepte, gelyk zo even vp de laei-grondp^egd is, C^^nbsp;_nbsp;_
^ 7 Men moet zig wagten om verfche Meft, insgelyks Rund die nog met geheel vergaan is t
onder de Aarde te mengen, dewyl die voor de Druiven doodelyk is, inzonderheid voor de jonge;
want de jonge Wortels door deszelfs fchérpte vvorden verbrand, gevolglyk de groeijing ophoud,
behalven nog dat de Meft, die niet geheel vergaan is. Wormen veroorzaakt, die de Wortels be-
derven. Derhalven Meft gebruikende, zo m.oct men nooit andere als oude, tot Aarde gewordene,
hevifen die, met oordeel gebruikt, en met de Aarde vermengt wordende, geen hmder, maar
^«nrdecl doen zal. Maar hier op zoude iemand weer kunnen bybfengen, dat myn zeggen tegen de
pr dyc\'- ftryd dewyl men in de Wyn-landen, tot het bemeften van^den Wynßök verfche Meft ge-
wanncer die zyne fchérpte verloren hecf-t, diepnbsp;,nbsp;, , ,
iv^n-landen niet vcel van de Meft, maar men gebruikt liever goede, vrugtbare Aarde, tot verbete-
ring cn nodi?e onderhouding van de vrugtbaarheid des gronds, als men die bekomen llt;an, dat op de
wemisftc plaatzen doenlyk isj en derhalven moet men zig van dé Meft bedienen. De Ouden wa-
ren oók van gevoelcri, dat de Meft nadehg voor den Wynfiok was, gei^ k men lezen kan by COLU-
MELLA, en andere.nbsp;, ^ ^ .nbsp;n-nbsp;, j
^ 8. Allerlei verrotte Vegetahilia en Ananialia zyn voor de Wynjm zeer dienicig, en maken de-
zefvezeer vrugtbaar; waar het vandaan komt, dat zommige raden, dat men deze of gene doode
Bceften by de onvrugtbare Wynfiokken begraven moet; en waar van ook de ondervmdinge geleert
heeft, dat zulks een zeer goede uitwerking doet.nbsp;. , , :
drüivë-böóm.
35
BESCHRYVINGVAN »E
§. 9. Om nu tot de Voortteling der Wynfiokken te komen, dezelve kan gefchicdsn op vierderlei
als
I
Jl
wyze,
-ocr page 110-E E S C H R Y V I N G v A N P E D R U I V E - B O O M. 57
0D dat ze iP het Vervol- niet doqr de boven haar zynde Takken en Bladen des Moédcr-booms over-
dekt en verdrukt woeden, want dit haar in de groei zeer verhinderen zoude. ^ , ,nbsp;,,
1 \'r Voor deJä waV het veel in gebruikf om dc Loten in lange gevlogte, met Aarde gevulde
Koi-fic^te feï^r bedienende men z g daar toe van.dc Tabaks-Pypc-korf]es, daar de Pypen m
verzonden wSS^ maar dit word nu weinig meer gedaan, om dat de ondervindmg geleert heeft,
dS tet voorckel, dat men daar door tragte te verkrygen, namelyk om de Aarde aan l^ge be-
wor dde Loten naderhand by de Plantmg te behouden, cn dezelve daar döor beteiyn het gewas te
doen b Vven. ^^^^nbsp;groei]en, van weinig belang en niet beter, ja ^elfs mjnder s als
wannen de I otil £ de vrvequot; gromd gelegd worden: Men bedient zig van deze manier derhalven
Jl nis ande s als wanneer\'delnleg,^ng op geen andere wyze gefchieden kan, ««felyk wanneer
de Boom beneden by de grond geen toten heeft, om daar m gekgt te kunnen worden, S^Y^Jorn-
tvds-ebcurt aan dc Drulve-bo^en, die men aan hoogf Muuren of op de Dakken yan de Huizen op
Hat lopen. Hoe groter de Korf jes in zulken gevalle zyn, hoe beter, en waar by met verzuimt
moet worden 3 delarde in de Korven geduurig te bevögtigen, inzonderheid m drooge Zomer-ty-
11 Tot het Steken (t In\'o. 2.I fnvd men van de zwaarfte, kort-ledigé, een-jarige, fleurigllé
latei doorgroeijcn, het wdk ook, indien het gefchieden kan,
dewyl ze vroe,er aankomen fquot; «f ßf f.G^™ J^f^^^er\' vS df Srandend^Middi™ tot¥ha\'.
N8. dat de gdlokene Loten, mhe hectf.t quot;quot;nbsp;d„e Clt;quot; d= Avond- ofiMorgen-tond)
dowt word,n en daar ennbsp;\'\'zcct^^nbsp;Pl»\'-quot;^» de gang raken, eh\'
nl-o,ienf ^nbsp;äf^fonä. z=er dienftig, Sat mende-
„once kinnen ofoeijen, dewelke men, naar mate dat die aangroeit, van tydt tot tydc
So^ÏSiX Olmoet nin,\'om dezelfde reden, niet v^rzuiiiaen alleZyd-takjes, die uit de
53nbsp;nk mede deKrullcH, by tyds weg te fnoe jen; maar men moet die vooral
O\'- cn w rnbsp;v^^nbsp;imnder\'fte\'rkLude worden; ten ware uit de Natuur.- Wor-
tó na l^V\'^e volgende Wmter-fnoeijmg heel Kort, dat is, op 2 ä 3 Oogen, af-
dcnde üe.,e ociicut -Jadi nanbsp;. |nbsp;^^nbsp;^^^ ^^^^ kragtige jonge Wynflok
ge(noe:t, om m het d^^r aa vaige^e^^i ^^^nbsp;Ingelegde Loten, (§. 9=) Wat de verde,
te worden:nbsp;van zullen we ingiet vervolg breder fpreken. ,
re behandelmg van he Snoeija^c^t, ^nbsp;^^^^ ^^^^^^nbsp;^
Ln ^cwyl de Ref f^er^ i J^JV quot; \'omoi men i^et verzuimen, de Aarde boven de Wortels,
in^ï^ mvoquot; tonbsp;met Rund of met Stro^a^g^elt te overdekken,
f iT De tW van\'iäa^nbsp;^ulks kan verrigt worden m de Herfft, van de tydt af zö
ra. m4r dc BI - leren gevallen zvn of de groei ophoud; of m het Voorjaarmaar als dan hoe vroeger
hoenbsp;de Zappen klimmen en de Löten-bloeden, hetwelk baar m de gröei zeer hmderlyk
door Unlopers, (i No. 3.) betreflend^ daar vari
v.|\\41ni^te zeigen, lïèen maar dat men dezelve mefzo veel VVonels moet zien van de Moeder-
xc-jl weinig L^nbsp;_nbsp;. ■ .„„„nbsp;waf hpfnoeii en cH zLU vcrcu moct, cn
i\' Tlt;r De Voorrteeline der mn-fiokken door haar Zaad (§. 9. No. 4.) gefchied zeer wcimg, en
niet aidei alHan iShebber^ reden dat het daar mede angzaam toegaat eer men Vru.ree
verkrvof. en diai c^ bov^^^ uit het Zaad doorgaans,, gelyk uit dc meeile andere Ooft-vrugten, ileg.
tei zJlnen VOO kï^^^^^^nbsp;onder een getal jonge Zaailino\'en, zig by pval nog wel een of
^eni^raSe -oo-^ ^^elyk het ook tekcr is, dat alle de tegenwoordig bekende, verfchi!-
liSfooTtcTvCoS^^^nbsp;als door het Zaad voortgekomen zyn; cn aldus heeft ook die
zSr? welkenbsp;word,, en een van onze befte, cn fmakelykfte zoorten
\'\' V.nbsp;nquot; ^ wSlft efgedult genoeg hebben, om de Wyfiflok uit het Zaad te kwee.
kei\' moe^en^het Sof teKo^nbsp;rypei)r™ van dcbeft^e zoon cn het zelve
vS)r cKwSteÏTm\'^ Maand November, zaaijen, op e^n Bedde van goede, loszc, zandige Aar-
de toebereid ei opeens warme, zonnige, voor Wmdcn gedekte plaats, tegen of omtrent
Sn Muur ö^tTke^nbsp;dat het zelve de volgende Winter toe het Voorjaar toe, mee
^at iX Meft ^e^dl Vorft, overdekt worde. Wanneer nu het volgende Jaar de jonge Bomeri
voor defda/JekS zjn, moet de erond tusfchen dezelye zorgvuldig fchoon, en by droogte bé-
kwaln vSio^l^^hoSe^worden : Ödk dient men zc, als zeer teder zynde, voor de brandende
Zón innbsp;ZomSagen te befchcrmen; vervolgens moeten ze, naar mate dat ze aangrocijcn,
san Stokken g^borSra w^i^ ; en zo deze of gene met meer als eene Scheut groeijen, móet men de
^wakfte wïgSoele^ ■ cn maar een behouden, op da^dezc te fterkcr km opgroeijen, gelyk te voren
BËSCHRYVING van de DRUIVE-BOOM.
12.) by het Steeken gezegt is: Ook moet men, om dezelfde reden, alle Byfcheiiten, die ne-
vens de Botten voortkomen, zo ras men die gewaar word, als mede dc Baarden of Draden, weg-
nemen: Deze jonge Scheut word daar na in de volgende Herfft, even als da Takken(§. 12.), op
2 a Botten ingekort, en de hier uit voortkomende Scheuten by de volgende Snoeijing weer wac
kort e;efnoeit, om kragtig Hout-gewas, cn vroeger Vrugten te verkrygen: Daar na worden ze ia
de volsende Jaren met Snoeijen behandeld, gelyk hier na aangewezen zal worden: , Deze uit Zaad
voormeteclde Dndve-bomen brengen doorgaans, als ze wel behandeld zyn, in bet of Jaar
hunne eerfte Vrugten voort. Indien men dan i, 2 a 3 zoorten verkregen heeft, die een goede hoe-
danigheid hebben, indien ze niet boven andere exelleeren , m.en zal over de gedane moeite verge-
noegt kunnen zyn. Het is aani^erkelyk, dat het Zaad uit witte Druiven, blauwe, en dat van blau-
we witte Druiven geeft.
k\' x7. Aangaande de tydt van het verplanten der jongenbsp;het zy die uit Zaad, Steek,
Inlèeging, of Uitlopers getéelt zyn, zulks kan gefchieden, zo wel in de Herfft als in het Voorjaar,
dogln deze laatfte tydt, hoe vroeger hoe beter, zo ras maar de Winter over en de Vorft uit de
grond is, door dien anders de Bloeding in latere tydt, de groeijing veel verhindert. DogdeHerfft-
planting is altyd de befte voor de Wyn-ßokkejt.
Men moet wyders tot het planten nooit andere als jonge, welbewortelde, üearige JVyitßokken
verkiezen, om dat de ondervinding leert, dat oude niet of zeer bezwaarlyk aan het groeijen raken;
by droogte, vogtig te houden, en voor fterke Zon wat te befchaduwen, gelyk ais te voren by \'c
II.) gezegt is.
19. Ik heb te voren reeds gemelt, dat de Druiven veel warmte tot hare rypwording nodig heb-
ben, en derhalven by ons niet wel, gelyk in de warme Landen , op enkelde Stokken hare rypiieid
kunnen verkrygen, m^aar aanMuuren of Schuttingen moeten geplant worden, omtrent welke de
warmte door de reflexie der Zonne-ilralen veel vermeerdert word: Inmiddels zo moet men hier by
wel aanmerken, dat, fchoon de Druiven veel warmee begeeren, dezelve nogtans hefft een langduii-
rige warmte begeeren, en geen brandende Zon kunnen verdragen, inzonderheid omtrent de tydt
van haar rypwording, als waar door ze taai, en dikhuidig worden, ja diicwils geheel verdrogen, en
dit wel voornamelyk de vleefchige Dmwz, 2ls dQ Mujcadel, Frontignac; en Franksndaler, enz.;
kunnende de waterige, zh ée Paarl-druif, vroege van der Laan, Leipfiger, enz., beter een fterke
Zon uitftaan: Derhalven, dewyl de Zon aan de eene Expoßtie warmer en meer brandende is, als op
de andere, zo behoorde men de zoorten der Druiven niec onverfchillig aan allerlei Expofitien te Hel-
len: De heamp;e Expoßtie voor vleeühxge Druiven, en vervolgens voor alle in het algemeen, is de
_ , „nbsp;.nbsp;___________, dewyl
dezelve, behalven andere gebreken, geen warmee genoeg geven, om de Druiven te doen ryp wor-
den, ten ware weinige vroege zoorten; die egter daar niet zeer fmakelyk worden.
20.nbsp;Zommige Liefhebbers hebben onderzogt, dc PFyngaarden by ons aan Stokken te teelen,
maar dit wilde niet gelukken, ze groeijen daar aan wel genoeg, en brengen ook Vrugten voort,
maar die niet ryp worden, ten ware in een zeer voordelig Jaar. Daar en tegen is die manier goed,
om de Druiven op de Dakken der Gcoouwcn, die met zeer hoog en op het Zuiden, Zuid-ooften, of
Ooften geëxponeert zyn, te leiden, gelyk ook by ons veel gefchied, alwaar men bevind, dat de
Druiven zeer goed wórden, cn zomtyds beter als aan goede Muuren; waar van de reden is, om dac
de Zon daar op zo brandende niet is, dewyl vele Stralen tusfchen de Pannen heen op de Z uderinge
dringen, het welk t\'elFens de Druiven zo wel Nagts van agteren, als \'s Daags van voren verwarm^i;,
en dus r^per doet worden.
21.nbsp;In navolging van deze laatftgemelde ondervinding, zo praäiceeren zommige Lief hebbers
Lat-werkcn op een warme plaatze van dc Tuin, van 7 a 10 Voeten hoog, die ze van agteren mee
Dak-pannen doen digt behangen, in meninge van de Druiven daar door zo veel te beter te dosn ryp
worden, even eens gelyk als op de Dakken gefchied: Maar de ondervinding leert, dac ze daar
door weinig voordeel genieten, door dien het een groot onderfcheid.is tusfchen een Dak van een
Huizinge, en de gemelde Lat-werken^met Pannen bekleed, in deze wordende tusfchen de Pannen
doordringende Zonne-ftralen, en gevolgelyk de warmte, niet bewaart, maar door de Lugt en Wind
verftrooit, daar in tegen die op de Zouderingen behouden blyft, en dus aan de Druiven van veel
nut kan zyn.
§. 22. Tot het Planten vzn Druive-bomen, om zc op de Dakken te leiden, als mede aan hooge
Muuren, enz., moet men zodanige verkiezen, die van natuur veel Gewas maken en hoog groeijea,\'
by voorbeeld, de vroege van der Laan, Leipziger, Goed-Edel, Ff ankendaler, Mufcade\'C,^enz., en
gelyk de meefte vleefchige Druiven doen.
23. In de Gewcften die warmer zyn als het onze, beplant men de Contre-Efpaliers, Prieelen,
cn Bergeaux met Wynftokken, die niet alleen cierlyk ftaan, als ze wel onderhouden worden, maar
ook fchone Vrugten geven, dog dit kan hier te Lande ook, om gemelde reden, niet gefchieden,
ten ware van eenige der vroegfte zoorten, cn op een zeer voordelige plaats.
§. 24. Aangaande de Difianiie die men de Wynftokken aan de Muuren en Stekkagien geven moet,
hier
38
BESCHRYVING väJI BE D R Ü I V E-B O O M. gf
hier in moec men zig reguleeren naar den Aard der Zoort, en öa de Deugd des Gronds; dewyl zlg
de eene zoort, van nacuur meer uitbreid als de andere, ook dezelve in een ilerke grond weelderiger
groeijen als in een gemene; makende in het byzondere in onze kleiagtige gronden zeer weelderig
Hout-gewa^: Ik iieb reeds eenige aanwyzing gegeven van de Dzy^awïzV der Druiven. En
. Dit \'zal dan genoeg, gelyk ik meen, gezegt zyn van de Voortteeling en Planting der Wynfiokken,
Nu is dan nog overig de behandeling der bejaarde Wynflokken, die zeer noodwendig is, om vele ea
goede Vrugten te hebben, namelyk het Snoeijen derzelver. Daar is geen Boom- of Heefler-gewas,
Waar aan het Snoeijen noodzakelyker is als deze: Indien men daar aan het Mes niet gebruikt, mea
zoude dan niet anders als verwilderde Struiken, zonder of met weinige of flegte Vrugten hebben.
25. Ik zal ÜE. d-\'ze Snoei-wyze tragten voor te ftellen, zo kort, klaar, en duidelyk, als het
doenlyk is; voor af moet ik dan zeggen, dat \'er tweërlei Snoeijing aan de WynJM geoeffent word,
üamefyk de Winter- en Zomer-Snoeijing; welke laatfte zeer nodig en overmydelyk is, om de Loten
te betemperen, en goed, vrugtbaar Hout te verkrygen, fchoon dezelve byde meefte Hoveniers
^\'erzuimt v/ord: Daar in tegen de eerfte hooftzakefyk dient, om den Wynjïok kort, en by zyn
^ragt te behouden, en goede fterke Loten te doenuitfpruiten, tot voortbrenging van fchone grote
Vrugten en Trosfen.
Aangaande deze Winter-fnoeijing, heeft men dan hooftzakelyk te letten, op de volgende zaken\'
^ I. Op de Snoei-wyze. 2. Hoe lang of kort te Snoeijen. 3- fDe Tyd van het Snoeijen.
16. Wat denbsp;betreft, zomoet men, voor cn aleer men begint te Snoeijen, de ge-
JieieBoom overzien, en overwegen wat daar aan te doen ftaat, welke Loten dienen behouden en
lang gefnoeit, cn welke weg of geheel kort moeten gclnoeit worden. Het zyn de zware, welge-
voedde Loten, en inzonderheid die kort-ledig zyn, en dikke Botten hebben, die men tot Vrugt..
Voortbrenging moet bewaren, en lang fnoeijen, om dat die doorgaans, als de meefte kragt hebben-
de, de grootile en meefte Trosfen voortbrengen: Deze komen doorgaans aan de einden der in hec
\'^oorgaakie Jaar gefnoeide Loten voort, dog ook wel meer benedenwaarts, invoegen dat het bo-
venfte dan de zwakfte is, en in zulken gevalle word het bovenfte tot aan het lagere zware geheel
■wegj en dit vervolgens lang gefnoeit: De overige lagere Loten, die gemeenlyk dunner zyn, wor-
den daar na op 2 d r» Botten Ingekort, dog de overvloedige, en zulks de magerfte, geheel wegge-
ftoeit, invoegen dat \'er niet meer als 2 a 3quot; dus kort gefnoeide Loten aan den Moeder-tak blyven.
Deze op 2 d 3 Botten gefnoeidc Loten worden Spooren genoemt, en zodanige Spoor-fnoeijing is
Van zeergroot belang aan de IFynftokken, ja het voornaamfte (benevens de Zomer-fnoeijing, waai?
Van hier na), om dat dezelve daar door by kragten, en in ftaat van vrugtbaarheid gehouden worden,
vvant terwyl de lang gefnoeide Vrugtbare Loten hunne kragt hefteden aan de Voeding der Vrugten,
doen dê Spooren ondertusfchen zulks aan de Voortbrenging van goede zware Loten voor het vol-
gende Jaar: Wordende als dan het oude Vrugt gedragen\'hebbende, doorgaans tot aan deze nieuwe
^it het Spoor-hout gegroeide Loten , geheel weggefnöeit; ten ware het zelve kragtiger Loten
Voortgebragthadde, als het Spoor-hout, gelyk zomwyien gevallig gebeurt; in welk geval men de-
ï^elve fnoeit, gelyk als die uit het Spoor-hout gegroeit zyn.
Kortom, men moet altvd, zo als reeds gezegt is, de zwaarfte, kort-ledigfteLoten, waar diö
Ook mogen seplaatft ftaanquot; tot V^rugt-bout lang, en de overige tot Spooren kort inoeijen; mits daar
% aet éevep\'dc dat men indien de Wynftok, het zy uit zyn natuurlyke Aard, of door een fterkë
^oedVam- Grond, al te veel Hout gemaakt hadde, dezelve NB. van een gedeelte van zyn Gewas,
w?re het zelfs Vrugt- of goed Spoor-hout, door uit-fnoeijing van deze of gene oude Takken, of
Loten ontiaft. Dunne, map-ere Loten moeten in het byzonder altyd weggefnöeit worden, alzo die
fiiet ais weer magere Lootjes en daar na kleine Vrugten voortbrengen en den Stok verarmen.
s6. Be Wyrflokken hxeng^n ook, gelyk andere Ooft-bomen, JFöïer Joïe,\'^ voort, die niet alleen
onvructbaar zyn,\' maar ook de gehele Äo^\'kunnen bederven en onvrugtbaar maken; weshalven men
^is hoe eer hoe beter moet uitfnoeijen, of inkorten. Deze Water-loten of Zuigers, worden gekent
daaraan, dat ze veel weeldriger en langer als andere Loten en daarenboven zeidenwel rond, maar
doorgaans kantig of plat, cnhet bcnedenfte einde dunner als omtrent het midden of na boven toe,
zeer vfyd-bottig, met kleine fcherpe Botten groeijen.nbsp;ut
%. 27. Wyders zo dient men by de Winter-fnoeijing nog agt te geven^ dat men de vrugtbare .Lo-
ten altyd boven een Vrugt knop fnoeije, want dezelve zo wel als andere Vrugt-bomen Vrugt-knop-
Pen hebben, (waar in de Vrugtbaarheid, geduurende de groei der Loten , bewerkt word), wei,lt;e
^eg-iooeiiende , zoude men zekerlyk den Boom onvrugtbaar maken: Deze Vrugt-knoppen zyn
Kenbaar daaraan, dat ze dikker en ronder als Blad-knoppen en veeltyds als dubbeld, met twee .flau-
we punten, zyn; de Blad-knoppen daar in cegen zyn dunner en puntiger.
Men mok ook voorts zorg dragen, de Sneden niet te ver boven de Knoppen of Botten te doen,
ook al te digt daar by, het v/elk beide zeer nadeehgis.nbsp;. , v ■ i?i
,nbsp;Maar my dunkt, ik zie zommige verlegen of twyffelagtig, hoe lang of kort ze die Vrugt-
bare Lot-en moeten fnoeijen, dewyl ik daar van nog niets gemeld heb, en het de Hoveniers en Lief-
hebbers daar in niet eens zyn, willende de eene dat men (in\'ons Chmaat), öm Vrtigten te verkry-
moet heel lang, en de andere, dat men zal kort fnoeijen: Zie hier waar de zake op beruft.
Öet is zeker dat den eenen Wynjtok fterker groeit, en langer J.oten maakt als den andéren, het zy
dat zulks voortkomt uit de Natuur des Wynßoks, of door een fterke vrugtbare of minder vrugtbare
grond: Ook groeijen de Loten aan dezelfde Stok van verfchillige lengte en zwaarte: Dewyl nu dc
ondervinding leert, dat de weelige Wynßekken, meèr vryheid in haar groei begeren als andere, die
getemperder groeijen • Derhalven zo moet men de Loten van den eene Stok, en die van verfchilli-
ge groei aan dezelfde ook langer of korter, dat is, met meerder of minder Knoppen, ge-
Inoeit worden, als die van een ander; hier door komt het dan tc gebeuren, dat men de Loten zom-
tyds met 4, 7 a lo Knoppen fnoeijen moet; leerende de ondervinding, dat de weelderige groeijende
^i\'Ugtbare Loten de Vruet-knoppen, waar boven men ze korten moet Cs-sjOj verder van hunne
Qorfprong afftaan hebben^ als andere die geteiTiperd groeijen. __ ^nbsp;. , ,
s. 29. Dog dewyl, als men genoodzaakt is een weelig groeijendenbsp;lang te fnoeijenj dooi-
^ , ^nbsp;Kanbsp;to
-ocr page 113-1 Door middel van Inkorting der Takken, op - ^nbsp;t - - . i.
litwer-oen • Do? deze kOrting moet niet anders gefchieden, als ter plaats daar jonge Loten uit het
■lude Hout\'voortkomcnde zvn, of boven een knobbelagtige verhevendheid, die aantoond, dat de
Stok daar fpruiten kan, want anders zoude de Stok gevaar lopen van doör dc Overvloedige Zappen te
verftikken dewyl het oude Hout van de Wynftokken niet uit de Schors overal ^ gelyk die van anae-
re Bomen \' fpruit: Moetende men t\'effens ook de overvloedige flegtfte Oude Takllt;en tot geheel be-
neden dc grond wegihoeijen. Men kari de Wynftokken ook tot geheel by de grond öp gemelde
v/yze affnoeijen, en dus geheel vernieuwen, gelyk zommige zulks Omtrent de lo a 12 jaren waar-
nemtm^ kan de vernieuwinge ook gefchieden door middel van eenige der öiide langjle Takken aan
weer;
zen is
Muur.
ruimte ■
fehoonfle,nbsp;--------- ^nbsp;^ . „nbsp;- - ,
Ingelegde Takken: Waar van de reden is, om dat men deze Ingfelegde 1 akfcen, met er tydt Wor-
tels gemaakt hebbende, aanmerken kan als jonge Stokken, welke men bevind altyd groter en fchoon-
der Druiven te geven, als oude; waar toe, ook contribueert, dm dat ze meer voedzel ontvangen
als aifdere Tal^keri; dewyl ze zowel doOr de Wortels van de oude Moeder-ftam, als van haar ei-
gen gevoed worden.nbsp;n ^ ^
S Zommige raden , dat men de weelig groeijende IVrnftokken, om dat ze by ons IterKef
«^roêiicn als in de Wyn-landen, geheel lang moet laten , en mets, of weimg anders, wegfnoeijen,
dan alleen de onrype Einden der Loten, en deonrype, magere, cn de overvloedige Ranken, waar
door ze menen dat den Wynftok betempert zoude worden, en meer Drmven voortbrengen; raaaf
watontftaat hier uit? kleine Driiive-tros/en en een vertvarde Giaoj, of wildermsfe van i:;kken en
I olt;-en in de volgende Jaren, die dan niet anders als confufie veroorzaken ^ zo dat üe befte Hovenier
nauwelyks in ftaat is om zo een Stok behoorlyk te fnoeijen en weer te regte te brengen: Zynde
het zeker, dat als een Wynftok doör een goede Winter- en inzondtrhad lomer-Jnoet]mg wel behan-
delt is, dezelve niet nalaten zal volkomen vrugtbaar te zyn , zonder zo een wildernis van TakKcn
of Loten te gedogsa.
§. Het Snoeijen vcrrigt zynde, zo moeten de Takken en Loten ordéntelyk aaugebondeil
worden, zodanig, dat ze overal egaal wyd van, en niet dwars of confuis over, malkander, maar
in een nette order naaft elkaar komen te leggen.
\'12. Wat nu aanbetreft de Tyd van. de Winter-fnoeijing (§. 25. No. 30gt; daar in zyn Het de Ho-
veniers en Schryvers ©ok niet eens, willende zommige dat zulks in het Voor-jaar, andere in hec
Na-jaar of Winter moet gedaan wórden : Dog het is zeker, dat de eerftgemelde tydt zo goed niec
is als deze laatfte, inzonderheid als het Snoeijen niet vroeg of in het Voor-jaar gefchied, om rederi
(;nbsp;dat de Wynftok door het bloeden of druppen, ook tranen genoem t, dat is, uitvloeijmg des Zaps, dat
daar op vblgt, te veel van zyne Zappea verheft, en dus verzwakt word ; daar m tegen in de Herfst
of Winter fnoeijende, zo heeft de Sneede tydt om te fluiten, en zal dan m het Voor-jaa- rïlct bloe-
den. Dat de Snoeijing in de Winter aan dc Wynftokken hinder!yk zoude zyn , gelyk zommige mee-
nen, hebbe nooit kunnen bevinden, ten ware het gefchiedeby heel fterke V^orft, of dat \'er fchie-
lyk fterke Vorft opvolgde, als wanneer het èenigzints hinderlyk zoude kunnen zyn. De befte Snoei-
tydt is dan in het Na-jaar als de Bladen gevallen zyn, of zo ras maar de groei gedaan is, fchoon de
Bladen nog niet alle van de Loten af waren, gelyk veeltyds iret zagte Na-jaren gebeurt, dat\'ze toc
in de Maand November hangen blyven; hebbende de Sneede dan tydt om voor de Vorft te fluiten,
zo dat dezelve daar aan geen hinder doen kan. Of anders fnoeit men in de Winter by zagt Weêr.
S \'i\'?. Nu ga ik van de Winter- tot de Zomer-Jhoeijing over: Waar by men hooftzakelvk agt ce
geven heeft op dc In-korting der fterke Loten, en uit-breking of uit-fnoe;jing der Zyd-fpruiten, eo
mas\'ere en overvloedige Lóten. De Tyd wanneer zulks gefchieden mofct, is ten deele zo ras d®
Druiven gebloeit hebben; welk het eene Jaar wel wat vroeger of later, volgens eea meer of fflin
ser, en 2 a 3 vveKen voor uc uiuci-iyuL gcMuau -c-ai wu^^ii-u, i.-vnbsp;g-jv-^t jvlu -
door dien bevonden heb, dat zulke vroege Snoeijing de Druive-tfosfen altereert, en in de Zettmè,
hinderlyk is; inzonderheid in ft cgte Zflf/oeratf»; Of dezelve doet doarfcliieten.
34. De eerfte Snoeijing gefchied dan aan de vrugtdragende Loten, na dat de Druive-trosfen ar-
sebloeit hebben, wordende dezelve doorgaans 2 a 3 Botten boven de hoogfte Tros (veronderftel-
lende dat die meer als één Tros voorbrengt), ingekort; dog hier omtrent, en in \'t algemeen roet a le
Loten die gekort worden, moet men agt flaan op de kragt van den IVyiiftok, en op zyn natuurlyke
Aart van Groeijing, namelyk, of hy van Natuur lang en weelderig Gewas maakt, gelyk doorgaans
de vleefchige Druiven doen; dan of hy gctemperder groeit, gelyk de waterige; in gevolde van dien,
zoiT.oet men de vrtigtdragende, weelderige Loten der eerftgemelde, 2, 3 a 4 Knoppen hoger bo-
ven de Vrugt fnoeijen; daar in tegen zwakke Loten wat korter, namelyk voort boven de Tros, ot
maar één Knop hoger ; ja zelfs , als een zwa :ke Loot twee of meer Druive-trosièn voortgebragc
heeft, die dan doorgaans klein zyn, cn geen voedzel genoeg kunnen ontfangen, zo fnyd men a^
bovenfte met het Loot weg, om aan de i a 2 overblyvende Trosjen meer voedzel te verlchafrengt;
en dus volkomcnder te doen worden.
Vv^yders zo Snoeit men als dan t\'elfens ook alle andere langgefchotene Loten; waar by men d?\'
zelfde omftandighedcn in agt nemen moet die zo even gezegt zyn, namelyk, dat men de weelig
groeijende Loten langer, dat is, met meer Knoppea, moet laten, als betemperde of zwakke; waoc
uitwer
rlnnbsp;oude
BESCHRYVING YAN DïDRUlVE^BÖb^M.nbsp;41
.lernen die te kort, op weinig Botten wilde fnoeijeö, zouden de
tem donrfchieten• om deze reden moet men ook met die Loten, die men no^^ mee lan^, genoeg ge-
lokt Te zyfSróSït met het fnoeijen wat wagten ^ cn dus deze Kortingnbsp;verrigten,
nSr mateTr otenv^^^^^ gelyk te voren 33-) gezegt heb. ^
TTt AllSie ite^^nbsp;Joetcm\'teneenemaal uitgelnoeit worden, inzonderheid van
zwakkenbsp;moet men dc Dieven (zynde de dunne Lootjes, die aan de zyde nevens
^^^Oo^^^êtkomen), zo ras men dezelve gewaar word, wegdoen, om dat ze dc Lo-
ten ve^^nbsp;en daar door dezelve vermageren en ontvrugtbaar maken, waar door
2?ook die Saam v quot;n^/verkregen hebbcB. Om dezelfde reden moet men ook a Ie Krullen cn
laZdm ^^^ Bloem-trosfen zyn), die door een al tc wechge groei, ot
S kwalS te wefen, door te vroeg of tc kort fnoeijen ontftaan (§. ^40. by de ont-
waarw^d n^ • wegftoeijen; ais mede de Water-loten^ zo \'ci; zodanige zig hier of daar mögt en op-
Si we krii4igt;k gekent worden aan die merktcikens, die tc voren (§. 2(5.) gemeld heb; waar
braam^r^ dat men zig niet moet atór./., om goede, zware, langenbsp;voor M^a^
YSnbsp;en veel ^.c Lbten ma^t, dezcl^
VaLeni-edoör uitÜioehen, namelvk de z^rakfte, ontheffen, inzonderheid daar vele digt by mal-
SdervSortSmen, om^alzo de overige meer kragt by te zetten, en dus vrugtbaarder tc doen wor^
i\' \'KoS LoS. m^n wyders ook in de Zomer aangebonden wofdciu niét alleen om
de cic?Ld nfaainbsp;om de Vrugten, of de Drtm^en meer Liigt en Zon toe te bren-
gen c ze d S dTor volmaakter cn fmakelyker te doen worden; deze aanbmding ^^ord verri^gt by
S lieJer vciom na deSnoeijing, gefchiedrade met Mofcovifche Mat; en om zulks met order te
doir zo moet men nkt van onSrln maar van boven beginnen, als waar door men m fkat is de Lo-
ten beters mallinderen in order tc fehikken en tc plaatzén.
fnoeijen, dan door het fnoeijen der Loten wegraken, gelyk zommige doen
Bin^c om daar door dc Vrugten meer Zon te doen hebben, en dus bctei 1 yp te doen woi den _ uog
de/fafiWfenbsp;het Na-jaar, als de kragt der Zon vermmdertis.
^ oP Fn om de Rvp-wording te bevorderen, zo moet men, wanneer de Boom rykelyk met
Vru-^ten l-laden is, dci^tlve van een gedeelte van zyn Tros/en (de kleinftej ontlailen, cn \'er met
meer aanlatcn als dezelve, naar mate van zyn kragt^ voeden kam _ ,nbsp;.
Daarenboven dewyl de digte Druiven wegens hare digtheid, m hare Ryp-wording zeer belem-
mert worden d\'oor dien de Zon dezelve niet genoegzaam kan aandoen, zo is het ook, om rype en
fchonenbsp;te hebben, zeer nuttig en ;ioodzakclyk, dat men de Beften, door uitknipping met
de Scheer verdunt • het welk gefchied als.de Beften de grootheid van een Erft verkregen hebben;
hier door zullen de overige vecf groter en ryper worden; ten minilen^ zo men dat niet aan alle dc
frosfen enÉomen doen kan, zo behoort het te gefchieden aan eenige van de waardigfte zoorten, zo
^^1,gt;?,ir\'knh■)2nquot;ifook nodig aan dc Trosfen die veel .kleine onvolmaakte Befien tusfchen de gpede,
hefzy dooi-fou^^^nbsp;öf\'uit de .Natuur, gelyk de fW-^rmJ veel onderhevig is,
ÄS-i^S St, denbsp;altemets in dc Av^d- of
,e H^S t?w^ ÏSSÏfe^amp;dl mn^^äen behalt voorden, het welk y den Aard des
Gfonds en CUmaatl egter ook op verfcheiderbmde wyze gelchied, die^moet daar over nazien de A^
tbeuren die daar van gcliandelt hebben, als onder anderen, LIGER Oeconomie geerde; CHO-
UELHuiS^lyk^J^deiiboek; L1EBE^.4ÜT; DESERRES; Le Speäade de la NATURE; ca
§ li Nu zal ik nog iets melden van de Vervroeging der Druiven, het welk zeclért het begin de-
zef Eeuwc zeer by ons in gebruik gekomen, en geen onaangename Praftylos.
:n Broei-kasfen en Broei-bakken, op verfcheiderhande wyze, met of zondernbsp;^ ^jor
de eerfle/namelyk door Vuur-floking, verkrygt nien dc Vrugten ved vroe^
zyn - ^ Deze^bci^it m^^^ te^ftoken omtrent het Nieuwe-jaar; daar by vervolgens npwkeurig
ad^gcv^m^hcï^^g e^, begieten, befproeijcn, min of meer ftooken, naar mate van het Weer,
Sa lis enz aHes gelyk klaaï ih het zo even aangehaalde ander Werkje aan,gewp.en is.
§ 4quot;\' Men kan de^St;mookve^^nbsp;door middel van één of meérRaito v.neen, bui-
ten een\'or^^nbsp;geplant flaande WwM binnen in de Kas, aoor een Glas-Ruit tc leg-
den ^Ikfllnk en de vo^^^^^^^nbsp;men dam van binnen aan Latjes bind, m diervoe-
gen\', lat dezelïe overal oiltrent een handbreed van dé Gkzen af komen te leggen; moetende de
Rui 1 ondotrdrRank wtl digt gemaakt worden: Dog op deze manier verkrygt men de Druiven m
S es zo V oe- niSnbsp;door dien men de Ranken met zo vroege wegens de Vorfl die
1 de vrS feXr^e-tSnbsp;de Rank buiten de Stook-kas aandoet, in kg-
Sen kS fo- meïk n dit eeni-gzints verhelpen, door de Rank by Vorftig Weer van buiten mee
Stroo te omwinden, en den grond boven de Wortels rner Meft te overdekken
^ 40 D^irSr^^^^^^nbsp;worden door m.iddel van jonge fterke fr^n^ïoM.«, die
vrSgt^d^-ag^ndc zï-n in houten Bakken , of grote ftenen Potten te planten e^. dezelve, wanneer
ze daar in een Jai geft.aan hebben cn bewortclt^zyn, m een Stook- of Vaiir-kas tezetten, en vj.
beschryving van de drüivë-boom.
volgens tc behandelen, gelyk te Voren (§. 41.) aangemerkt is: Dog hier tos zyn niet allerlei zoof-
ten even dienuig; het zyn die zoorten, die kort Gewas maken en gewillig Vrugten voortbrenf^en^j
welke men daar toe verkiezen moet, als by voorbeeld, de Paarl-druif, de vroege van der Laanquot; en
in het byzondere zo heeft men de Peïer/d/^-^inM/hier toe zeer bekwaam bevonden, als willende op
deze wyze hec gemakkelykit Vrugten geven. De tydt wanneer men deze Wynjlokken in de Stook-
kas zet, is voorc na Nieuw-Jaar.
44. Wat aangaat de Verv roeging zonder Vuur-floking, die gefchied door middel van de Zon»
ne-bakken, welke men in de Voor-jaars-tyds voor de Wynjiokken zee, en verder behandelt, zo als
in een ander Werkje aangewezen is.nbsp;-nbsp;■
In het algemeen moet ik nog van het vervroegen der Druiven, op welke van gemelde manier ook
gefchiede, als een zaak van beianr quot; \' \'nbsp;\'nbsp;quot;nbsp;\' ^
of quot; quot; \'-------\'
bv
43
gen, nis ae Drmveji, tegens de Ryigt;wording, geen verfciieLugt genoeg verkrygen, zo worden
zy niet aheen dikhuidig en onilnakelyk, maar ook lymig en onaanzienlyk, (gelyk meer andere .\'rug-
ten die men vervroegt), doordien ze niet genoegzaam of behoorlyk kunnen uitwazemen. Het is
ook zeer dienflig, dat men de jonge Druivc-trosfen na de Zetting, wanneer de Befien circa een klein
Erftje groot geworden zyn, zuivert,^dat is te zeggen, de kleine onvolmaakte Befien met een
fchaartje uitknipt, en zelf ook, als de Trosfcn te digt of volbefig zyn, eenige, anderzints vol was-
fene Befien, om dus de Trosfen losfer en opener te maken, waar door dezelve niet alleen beter ry-
pen, maar ook dc Befien groter en fmakelyker eii de Trosfen aanzieniyker worden, gelyk we reeds
voorheen hier van gemeld hebben. Door deze middelen vanBroeijen, kan men ook allerlei hcer-
lyke zoorten van Druiven, die by ons anders nooit ryp kunnen worden, tot volkomene ryoiieid
brengen: , Dienende hier toe beft de voorheen (§.^41.) gemelde Stook-kas.
§. 4J. Dus verre d
in deze Nederlanden
den van hec Gebruik t
ve zyn een zeer aangename Vrugt om uit de hand te Eeten,quot;te weten, als ze wel ryp enVanYen
goede zoort zyn, want daar is veel onderfcheid in de zoorten, en de onrype zyn zuur en onfinake-
lyk. By hec afnemen van dezelve, moet men ze niet veel betaften, inzonderheid de Blauwe om
dat de meefte met een Waas bedekt zyn, die haar een aangename bevalhgheid op het oo\'gt;- doec\'h-^b-
ben, inzonderheid als ze op de Tafel voor Defert verfchynen: De Tjd van de Rypheid d\'er Drwven
is verfchilhg, dog de meefte, behalven de vroege zoorten, verkrygen hare nat uur lyke Rypheid in\'
de Maand October; cn deze Rypheid word men ligtelyk gewaar, zo wei door het oog,, ais inzon-
derheid door de Imaak. Men houd de wel-rype Druiven juift niet voor ongezond, dog\'al te veel ge-
geten , kunnen ze Buikloop of ook wel de Rode Loop veroorzaken.
Wil men de rype Druiven lang, en zelfs tot Kers-tyd en langer bewaren, zomoet men dezelve
by fchoon en droog Weer aflhyden, daar na het einde van de afgefneden Steel mee gefmolten^^^raf-
of ander-Was digt fluiten, en dezelve vervolgens op een drooge plaats, en daar het niet vrieif aan
Touwtjes tegen de Zouder opiiangen, zodanig, (^at zy elkander niec raken; dog waar by men wel
letten moet, de Trosfen niet met de hand te betaften: Ook dienen hier toe befl de vlefigke Drui-
ven, als de Fr ankendaler Mufcaat, Frontignac, en andere; vermits de quot;waterige vroef^er het
rotten gaan: De plaats moet ook niet vogtig nog al te warm zyn, want in de eerfte on\'^ftaa\'- daar
door rotting, en in de twede drogen ze te fterk op. Men kan de Druiven, en allerlei ander Vru«--
tcn. Wortels, Bloemen, enz., ook lang goed iioudcn, als men ze in welgefchuimde m-zzV Ispt-
want de Honig dezelve voor verderf bewaart. Dog nog beter is het, dezelve in befte Brande^m^
te doen; waar ra ze een geneel Jaar lang en kmger goed blyven; gelyk vele hedendaagfciie voorna-
me Conhtuners aan de VorftelykeHoven en elders met. Jpricofen, Perfiken, Pruimfn Druiven
enz., doen.nbsp;\'nbsp;\'
§. 4(5. Aangaande de Wyn
nemende gave van God,
en die ooi-
J,
genees-middelsvoor veelerleiZiektensen Ge-
bretcen aer Menfchen, wanneer die verftandelyk en wel van pasfe geordinecrt en gebruikt word:
Ook worden vele Genees middelen, zo in de Apotheek als andere, van dezelve gemaakt of m-^t de-
zelve toebereid. Edog de Wyn is zeer ongelyl-c van deugt en kragc, naar het Clitnaat waar in die
voorkomt, cn derhalven heeft men zo veelcrlei verfchillige Wynen, zo wei van de Rode als van
de Witte: Het zoude ondoenlyk zyn, alle de differente zoorten hier cc willen opnoemen, wy la-
ten de kennisfe daar van aan de Wynverkopers en andere over, die daar met te doen moeten\'hebben ,
en zeggen hier dien aangaande alleen maar, dac lioe warmer een Landiciiap is, hoe fterker en ook
zoeter de Wyn daar in valt;-en daarom is iiet geen -wonder d-ät de Italiaanfcbe, Spaanfche, en veel
andere Wyne\'n uit diergelyke warme of nog heter Landen, zeer fterk en zoet zyn, zelf zodanig,
dat ze in die of andere Landen, niet zonder menging met goed Water \'kunnen gedronken worden *
te weten voor den dorft, en inzonderheid in hec\'\'ce tyden; want zodanige fterke Wyntn hoe ^^Q-
zond ze anders kunnen zyn , rfiatig en als Medicyne gebruikt wordende, zyn zeer\'icha\'delyk als
men ze te veel drinkt; menig een heeft hier van droevige ondervinding gehad, of zyn doodt daar
door vsrhaaft: Llier valt my een Hiftorie te binnen, die het den Lezer niet onaangenaam zyn kan
m
-ocr page 116-BESCHRYVING van de DRÜIVÊ-BOOM 43
te verhalen: Ëen zeker ryk Duitfch Heer was een Liefhebber van reizen, en t\'eiTens ook van een
goed en rüim glas Wyn, dezelve in ïtalien en wel in Vicenza, alwaar de Wyn in die oinftreek groei-
jende, niet alleen zeer aangenaam van fmaak maar ook heel fterk is; zogte zyn begeerte en fmaak in
dien Wyn te voldoen^ bezoekende tot dien einde alle de voornaamfte Herbergen of Wyn-huizen
dier Stad; maar om dat de Wyn in alle Herbergen niet even goed of van de befte is, zo zond hy zyn
knegt over dag voor uit naar de Herbergen, om die Wyn te proeven, en ordineerde hem, daar hy
den beften vond, by het weggaan aan de Deur, of zeker hoek van het Huis, het woord Eß met
kryt te fehryven, op dat Hy by het wandelendoor de Straten voorby de Herbergen, térftond zou-
de kunnen weten, waar hy om de befte Wyn inkeeren zoude; maar wat gebeurt \'er? dien Heer be*
diende zig van die lekkere Wyn zo veel en lang, dat hy eindelyk daar van gcvaarlyk ziek kwam te
borden, welke ziekte hem dok binnen korten het verder drinken van ft-erke en heete Wynen kwam
te beletten, namelyk de Doodt maakte \'er een einde van: De getrouwe Knegt hier over bedroeft
Zynde, wilde zyn Heer met een Graffchrift vereeren, en maakte tot dien einde het volgende
Versje:
M, Eß, Eß,
Propter nimium Efi,
Dominus meus mortuus Eß,
De Italiaanfcbe Wynen zyn in het algemeen zoet en heet van aard, hoewel op de eene plaats meer
sis op de andere; maar ze hebben meeft die Eigenfchap, dat ze niet lang duuren of oud worden kun-
i\'.cn, weshalven men dezelve ook weinig ver buiten Italien vind. De Spaanfcbe Wynen zyn ook
Zoet, vetlyk en fterk, maar deze kunnen langer duuren, en worden derhalven ook in andere Lan-
den vervoert, en onder deze zyn de Alikante-, en Mallagajcbe Wynen veel geagt. Onder de Duit-
fchc Wynen zyn deRbynJcbe- en Moezel-wynen, de befte en hoog geagt; wordende ook voor de g£.
zondfte van alle gehouden, en daarom ook overal naar verre Landen vervoerd, als kunnende lang
duuren ja zelf heel oud worden, en hoe ouder hoe beter hy wordi
De befte Rhyttfcbe-wynen wasfen by Bacberack, Hocbeim , in het Rbyngouw , en elders aan de
Rbyn, boven en benedennbsp;: Debedie. Moezel-wynenvmA men Imgs de Moezel, en die in geur
enfoagt weinig van deRbynfcbe verfchillen, hebbende beide een eenigzints ampcren fnaak, dog waar
by een zekere, aan deze Wynen in \'t byzonder eigen, aangenaamheid is. De Eranke-voyi:.en, by en om-
trent de Mayn groeijende, als mede die in Zwabenland omtrent de Neckar, vallen iets minder aan-
genaam en fterk; hoewel\'er van zommige Bergen omtrent Wiirtzbiirg, Klingenburg, cn elders,
ook heel deftig van fmaak vallen. De Öoßenrykjcbe wynen, aan de Donains:. en elders, zvn fterk
genoeg, maar Tets rouw of hard. In Frankryk groeijen ookJieel goede Wynen, dog de voornaam-
fte en befte zyn die welke in Langiiedocq en Provence vallen, vervolgens de Bourgogne\' en Cjamfyao-m-
•mnen, die, wegens hare geurigheid zeer geeftimeert worden. De Wynen die het meeft naar deze
Nederlanden gehaalt en aldaar gedronken worden, zo wel Rode als VVitte, komen mt Frankryk,
en wel hooftzakelyk van Boiirdeaux, in welkers omftreek die in een grote menigte groeit, en alwaar
de voornaamfte ftapel van de Wyn-Negotie is, van v/aar jaarlyks een overgrote menigte van Wyn
^iet alleen naar deze Nederlanden, maar ook nmxHamburg, Dsmnematk, Ziueden, Pomniern, Prms-
Wyn geftelt\'zvD, want de opregte Franfche \'witte Wynen , zo als ze van de Druif komen, te weten
^ie omtrent Boiirdeaux en Gafcogne groeijen, zyn niet geheel zoet, maar hebben een ampere geur,
eenigzints als de Rhynfche-wyn, dog waar by men een zoeten na-fmaak proeft. Edog in deze ty-
den word de Roode Wyn in het algemeen in deze Landen het meeft geagt en gedronken, behalven van
de Vrouwelyke Sexe en gemene Inwoonders; welke Rode Wyn eenigzints trekkende, dog aange-
name na-fmaak hebben moet. Voor dezen wierd dePontak, een Rode Franfche Wyn zynde, die
een fterke trekkende fmaak hadde, veel geagt; de fmaak en getir is zedert veel verandert, zoda-
nig , dat de Rode Wyn tegenswoordig , gelyk gezegt is, niet al te trekkèhde maar zagt vvezen
inoet, om geagt te zyn. De Rbynfche-en Moezel-, als mede allerlei andereworden in Uf-
Zc Nederlanden ook genoeg en zelfs in overvloed gevonden, dog weinig anders gedronken dan van
fyke en voorname Li\'éden, by deze en gene gelegentheid; niet alleen om dat dezelve duuris, we-
gens de zware Tollen ap de Rhyn en andere ongelden, maar ook om dat de meefte Menfchen., ge-
lyk boven gemeld is, den witten Wyn liefft zoet drinken. Wy zouden hier nu wel de manier van
het Wyn maken kunnen by voegen, zo als wy zulks in de Wyn-fcmden zelfs byge woont hebben, als
mede hoe men den Wyn na de perzing verders behandelen , goed houden , enz. , moet, maar
dewyl in deze Nederlanden geen Wyn gemaakt word , nog worden kan , zal ik dit Artikel als
hier\'onnodie zynde, overftapnen; die begserig is zulks te weten, kan de x4.utheüren nazien die we
de §. 40.\'gemeld hebben; en betreffende de behandeling! van allerlei Wynen, zulks laten we aan
de Wynkopers en andere over: Alleen moet ik hier, aangaande de V/yn, ilog melden, hoedanig
men dezelve befchuldigt, dat die oorzaak zoude zyn van het Podegra, namelyk als men hem wat
Veel of dagelyks drinkt; dog deze befchuldiging heeft geen grond; want men ziet dikwils Menfchen,
die van jongs op Wyn gedronken hebben, en veeltyds zelfs overmatig, die egter niets van het Po-
\'^fgra te zeggen weten; daarentegen vind^men andere, die al hun leven lang maar weinig, jawel
geheel geen Wyn genoten hebben, en egter zeer fterk met het gemelde Podegra behebt zyn; gelyk
zelf van beide zoorten vele Menfchen gekent hebbe en nog kenne. En men wil de oorzaak van
het gemelde ongemak inzonderheid toefchryven aan de Rbynfcbe txiyn, om dat die een zekete Eigen-
schap zoude hebben, de Menfchen, te weten die hem te veel drinken, de Artikels of Gewrigten der
Ledematen te verkalken, inzonderheid van de handen en voeten; waar door het gemelde ongemak
zoude ontftaan. Dog wy willen dit hier niet verder onderzoeken, als zulks aan de Genees-hecren
overlatende; zecgende alleen noe, dat wy niet vele van gedagten zyn , d-^tdejigt, Podagra, Cbi-
^^gra, en meer andere Lede-gebrekens hooftzakelyk voortkomen uit een natuurlyke ingeborene aart
44- bëschryving Y A Jj D E d r Ü i v e-b o o m.
vergeblevene Drpezem van de Druiven na de uitperzing ; gewoonlyk onder de naam van Brande-
nvyn in deze Landen bekent, en die meeft uit Frankryk van Bourdeaux in grote menigte gehaalt word :
Edo.n: vind men die v^emig opregt of zuiver, maar meeft verzoet, om voorheen by de Wyh gemel-
de redenen\', hebbende,doot-gaans een geelagtige Koleur, daas\' de zuivere, zo als hy van de Diftil-
latie komt, wit is. Het is bekent genoeg, waar toe de Brande-wyn meeft dient, namelyk tot een
Drailk voor plaizier, en dikwils al ts, vee!; inzonderheid heeft het Boere-volk hier të Lande \'er
grote Lief hebbery voor, het zy dezelve in de Herbergen alleen te drinken, dog meeft daar wittö
^Z\'iiker cn Rüzynen onder te mengen, voornamelyk als de Vryers hunne Vryfters trafteeren: On-
dertusfchen verftrekt de Brande-ivyn, matig en wel te pasfe gebruikt wordende, rot een goéd Ge-
nees-middel voor deze cn gene ziektens of gebrekens: Ook worden vele Medicynen der Apotheek
daar mede bereid, inzonderheid met de wyn-gee{i: Behalven meer andere Oeconomifehe gebruiken
des Brandewyns.
Van de Droezcm der uitgeperfte Bruiven word Ook de Pot-Jfclj (Cineres clavellatij in de Wyn-
landen, door verbranding, bereid; en de zelf, \\evert dsn IFynfieen (Tartnmè) uit, die veel-
leriei goede gebruiken, zo in de Genees-kunde ais anderzints, heeft: Zynde dezelve een ftoffe of
zoort Van Zout, dat zig in de met Wyn aangevulde Vaten allehgskens rondom aan de Duigen vaft
zet.
48. Van de\\Vyn komt ook dc wyii-azyn^ die in dc Wyii-landen meeft van de geringfte of zuu-
re, dog zuivere Wyncn, gemaakt word, door dezelve te tloen zuurder worderi; want fchoen men
Wyn ook nog wel Azyn maken kan, zo is dézelve egter van veel minder dcu^d en
meeft Cyder-azyn (zie onder de Appel- en Peer-boom) gébruikt word, om dat dezelve veel goedko-
per is, en egtergoed zynde, den Wyn-azyn, weinig of niet in het gebruik nageeft. DeWyii
word op vcrfcheiderhande wyze van de Wyn-verkopers cn in Wyn-landen tot Azyn gemaakC; ondef
andere doör dezelve in een Vat te doen waar in göede Wyn-Azyn geweeft is: quot;Dog als men zulks
fchielyk begeert, zo neemt men Zout en Peper gemcngt met Zuur deejem,d?it meh in dê Wyn werpt,
waar van dezelve niet alleen haaftig zuur maar ook heel fterk word. Of, om zulks nog fchielyker
te doen, zo neemt een ftuk van een zuivere Tigchelfteen, maakt het gloeijend en blufcht het in ds
Wyn, zulks tot drie of viermaal herhalende. Wil men een aangename en wélruikende Azyn heb-^
beri, zo doet men Frambozen y in ftükken gefncden Ldmoenen^ of Dragon, of eenige andere aange-
name en welruikcnde Vrugt, Kruid, of Bloem, in een met gog^/e ./fsj};?^ gevulde Flefch, en laat hec
eenige tydt in de Zon trekken, waar by men ook wat Kriiid-nagels voegen kan; als mede vvat lt;witts
Zuiker, \'die een aangename gebroken zuure linaak veroorzaakt; Op het laatft kan men de Azyn door
een doek gieten, om hem klaar te hsbbeni
Van de onrype Druiven, het z\'y van die vrelke niet wel ryp geworden zyn, of natuurlyk niet ryp
kunnen worden dan in heel v?arme Landen, word ook een 2^ap, gewoonlyk Verjus genoemt, door
uitperzing geir.aakt, dat in plaats van Azyn by Zauzen, enz., gebruikt word, en een aan\'\'enaine
zuure fmaak geeft: quot; Men doet in dit uitgeperfte Zap een Weinig zout, om het beter «-oed te hou-
den. Daar word ook van dit zuure Zap, gezuivcrt zynde, met bygevoegde ^itte Zuiker c^n Sy-\'
roop gekookt, die voor de Dorft in heetc tyden en byKoortzen, heel aangenaam eh vcrkwi:v\'knde
is.
-------- , , . -Y^ 3nbsp;- , . „ by deze Befien hare byzoodere
Steeltjes laten houden: En _ daar na moet m.en ze ook met tc fterk en lang laten koken, op da^ \'z@
niet berften. Edog het confyten van dt Druiven word hier te Lande weinig gedaan, hoewel men
het doen kan, ais men wil, zo wel als in Frankryk en elders.
§. 49. Vm de Druiven komen ook de zmgenzme Rozymn en Korintben, welke niec anders als in
de\'Zonne of in de Oven gedroogde Druiven van de befte\'of zoetfte zoort zyn, dog vim verfchillige
zoorten, fmaak en deugt, naar de plaats daar ze gegroeit zyn en van daan komen; waat ze \\yorden
7.0 in Zuid-FrankrfK (namelyk in Provence Langtiedocq), i\\\\s in Italien ^ Spanjen, Portw^al, A\'
frica, en elders, toebereid, en van daar tot onzeilt cn naar elders in menigte overgebragt^ Daar
goed, egter van minder fmaak en deugt. DoKorintben een heel kleine zoorc van Rozynen zynde,
worden meeft uit de Leuaraj, dat is, uit Aßen, over Sinirna, tot onzent gebragt, want ze e-roei-
jen veel omtrent Corintbo, waar van 2:0 eerft haar naam verkregen hebbenvoorts in meer andere\'
Landftrekeö van Klein Aßen, en in de Eilanden daar omftreeks. De Roz,ynen zo wel als de Korintben
zyn een aangename en niet minder gezonde Spyze, zo wel rauw gegeten, als met allerlei Spyzen,
daar ze by paszen, gekookt, want ze voeden zeer en verfterken den Maag, inzonderheid dcVette
en zoete. Daarenboven dienen ze ook ais Medicynen gebruikt, voor velerlei Ziektens en Gebre-
kens, inzonderheid voor ^or/?-, en Maag-gebrekens, Hoefi, Pleuris, enz., en tot dien einde worquot;
den ze vee! in gekookte Dranken met andere dingen gebezigt.
Men kan van dc befte zotte Ro7.ynen, ook een aangename Drank koken voor de Dorft; waar by*
men wat Zuiker voegt. Dog dit zal genoeg gezegt wezen van de Druiven^boom en deszelfs nuttig-
hèic
-ocr page 118-heid en sebruik: Wy zullen nu overgaan tot de Befchry vmg van de differente zoorten vzn Drmven,
in/onS dvandieW^^^^^^^ deze onze Nederlanden kunnen ryp word?n want wat kan het hel-
Iplfwel van d^^^ zoorten hier, zo wel uit onze eige ondervinding als uit andere Au euren te
is inen eecn genot daar van hebben kan, te meer om dat we hier m het particulier voor
^tffiv\'derlaSSwen. Edog eer wy tot de Befchry ving der zoorten van Drmven overgaan,
Sle^we\' gelyk van^nbsp;f rugten gedaan is, een Synonynnfbe Lyft daar van vooraf laten
gaan, als volgt:
L Y S T
Van de dilFerente Zoorten van Druiven, inzonderheid van die welke in deze Neder^
landen voor de befte geagt worden.
d r Ü i V Ë - B O Ö M.
4l
B e s c HR Y V ING YA N D E
A.
jiXFricaanfcbe Druif, zie Marroquin.
Alicantfcbe Druif, zie Spaanfche.
Avant \'Druif, zie Morillon.
Aimrnat, zie Morillons^
Aksten Druif, zie Griekfche Druif.
Barbaron, zie Marrpquin.
\'Bar fur Aube, zie Chasfelas blanc..
t Blauwe Musqué, \'word vroeg ryp.
Blauive Tros-druif, zie Monllon noir. ■ , ^ ..
t Bonte Druif. Raifin fuisfe. Zwitzericheüruit.
deze nx}ord vroeg en wel ryp. ^
Eourdelais. Raifin de Grcy bianc. Bourlage.
Bourisiï?^ zie Bourdelais.nbsp;.
\'Qourgïgmn blanc âf noir, zieMordlon, ra Vm
^omgondie-dniif, zie Morillon, m Vin tint.
t Cnasfelas blanc. Witte Chasfelas Bar fur
Aube. Mufcat blanc. Witte Mulcat. Ro-
jaal-Mufcadel. Fendant blane. Witte i^en-
t Chasfelas rouge. Rode Chasfelas. Mufcat
rouse. Rode Mufcaat.nbsp;^ -
Chasfelas noir. Blauwe Chasfelas. Mufcat noir.
Blauwe Mufcaat.
Cihebe-druif, zie Rozyne-druif.
Cioutat, zie Peterfelie-druif.
Amas-druif. Druif van Damas. Blauwe Ro-
zyn-druif.
Daupbiné, zie Rozyn-druif.
Diamant-druif, zie Vroege van der Laan.
Druif van Canada, zie Peterfelie-druif.
Druif met bonte Bladen, zie Water-zoet.
V)ruif van Orleaïis, zie Morillon noir.
Drzfif zonder Kor Is, zie Korinthe- en Eiber-druif.
ELber-druif. Witte i-uif zonder Eorls.
F-
J;; Endant Blanc, zie Chasfelas blanc.
Eermmteau blanc ^ noir, zie Morillon,
t Frankendaler. Blauwe Frankendalcr.«
JVajî^forîer, zieRhynfe-druif.
Frontignac, zie Mufcat.
Oed-Èdel, zie Rhynfe-druif.
Griekfche Druif. Bâkfteen Druif. , .
Griekjcbe\'- Druif met Peterfelie-hladem zie Peter-
felie-druif.
T-Î ■nbsp;îî-
X lAmborger, zie Pot tebakker.
Hanekloot, zie Rognon de Coq.
tiefperifcbe-druif, zie Spaanfche.
Hoogbéimer, zie Rhynfche-druif.
_ Frufalemfe-druif, zie Mufcat d\'Alexandrie.-
July-driiif, zie Morillon hatyfi
K.
___narie-druif. Madera-druif.
\'fKandiafe-druif. Vroege Kandiafe. deze word
beel vroeg ryp. ^
t Katolonier-druif. imrd vroeg ryp,
Katte-pis, zie Mufcat blanc. .
Klairet-dniif, zie Wilde-druif.
t Korinthe-druif ( v/ittegt; Raifin de Corinthe
blanc. Raifiris ilms pepins blanc. Witte Druif
zonder kórls.nbsp;-n -r ^ • ,
t Korinthe-druif (Rode). Raifin de Connthe
rouge. Raiiin fans pepins rouge. Rode Druif,
zonder kor Is.. ... ^^nbsp;, ^ . ,
f Kóririthe-drmf (Bîàuwe). Raifin de Corinthe
violet. Raifin fans pepins violet. Blauwe
Druif zonder korls,
tnbsp;l.
i_^Eipzïger-druif(witte).
•• Leipziger-druif (blauwe), deze worden vramp;e§
ryp.
Lisfabonfe-druif, zié Mufcat longi
Ti/T quot;
iyiAdera-druif, zie Kanarie-druif.
Magdalene-druif, zie Morillon.
Malvafier-druif; Malvoife Malvafiêr müfcaat„
Morroquin. Barbaron, Africaanfche-druif.
Marfemine de Vicenze. Mufcat de Vicenze^
Meiier blanc. Witte Melié-druif.
Meiier noir. Blauwe Melié-druif.
Melier vert. Groene Milié druif;
Meunier, zie Morillon taconné^
Molenaars-druif, zie Morillon taconné. .
Morillon blanc. Witte Morillon. Auvernat
blanc. W^itte Auvernat.,. Servagnin blanc,
en fuisfe. Fermenteau blanc, en Champagne,
Boursi^non blanc. Witte Bourgondi^^-druif.
Morillon ^ris. Grauwe Morillon. Auvernat
lt;rris. FVmenteau gris, en Champagne^
MSrilîon rou^e. Rode Morihon. Auvernat
rpugc. Rode Auvernat. Servagnin rouge.
Tresftau.nbsp;..nbsp;A
Morillon noir. Blauwe Moriilon. Auvernat
rïo\\.v, âOrleans. Blauwe Auvernat., Servag-
nm noir, en fuisfe. Pineau, en Bourgogne.
Raifon d\'Orléans noir. Blauwe Tros-druif van
Orleans.nbsp;. _
f Morillon tacopne. Meunier. Molenaars-druif.
Fermenteau noir. Zwarte Fermenteau, Bour-
gignon noir. Blauwe Bourgondic druif
t îvlorillon ou Raifin hative. Vroege Morillon.
Blauwe Avant-druif. , july-druif. Raifin St.
Magdalena. Magdaiene; Magdalenc-druif.
peze wor-d beel vroeg ryp. _
f Mufcat blanc. Witte Mufcadel-druif. Fron-
tignac blanc. Witte Frontignac. Witte Stin-
kert. Katte-pis.
t Mafcat gris. Grauwe of vaale Mufcadel-druif,
Vaale Frontignac.
Mufcat rouge. Rode Mufcadel. Rode Froh-
tignac.nbsp;,
Mnbsp;,nbsp;Mufcis
Ka,
Mufcat noir. Blauwe MufcadeL BlauWeFroni-
tignac.
Mufcat long. Langé Mufcat. Lange Lisfabon-
fe. Portugaalfe-druif. Portugaals Purper.
Mufqué d\'Italie. Pasle-Mufque.\' jRaifin d\'Al-
logo.
Mufcat d\'Alexandrie blanc. Witte Mufcaat vaö
Alexandrien. Grote witte Mufcaat. Witte
Jerufalemfe Mufcaat.
Mufcat d\'Alexandrie rouge. Rode Mufcaat van
Alexandrien. Grote Rode Mufcaat. Rode
Jerufalemfe Mufcaat.
Mufcaat {Witte, Blaunxse en \'R.öde\'),z\\e Chasfelas.
Mufcaat (Malvafier), zie Malvafier.
M
JIMzie Vint tint.\'
Noireaut, zie Vin tint.
\' Oßmrykfche-druif, zie Peterfelie-druif.
t PAarl-drtiif (Witte).quot;
t Paarl-druif (Rode). Deze beide Paarl-druiven
worden by ons \'ncel ryp, en zyn van de befle witte
Druiven, bier te Lande.
Pasfe-Mufqtté^ zie Mufcat long.
f PeterfeÜe-druif. Druif met Peterfelie-bladén.
Raiün d\'Autriche. Ooftenryicfche-druif. Ciou-
tat. Druif van Canade. Deze is beel goed^ en
njüord bekwameiyk ryp,
Pineau, zie Morillon.
Portugalfe-druif, zic Mufcat long.
Portugals Purper, zie Ibidem,
t Pottebakker (Rode). Rode Hamburger-druif.
t Pottebakker (blauwe). Blauwe Hamburger.
Pontac-druif, zie Vin tint.
Qq-
UilledeCoq, zie Sam or eau.
O
r^Aißnd\'Al\'cante, zie Spaanfche.
Raißn d\'Autriche, zie Peterfelie-druifi
Raifin de Corintbe, zie Korinthe-druif.
Raifinde Grey, zie Bourdclais.
Rafin de Livre, zie Rozyn-druif.
Raifin Meiier, zie Melier.
Rafin Meunier, zie Morillon taconnéj
Raifin noir, zie Vin tint.
Raißn d\' Orleans, zie Morillon Noir.
Raifin fans pépins, zie Korinthe-druiÉ
olt;
46
Raißn fuisfe, zie Böhte-druif.
Rit7,eling, zie Rynfche-druif.
Rognon de Coq. Hanekloot-druif.
Rozyn-druif. Cibebe-druif. Raifin de Livré.
Dauphiné. ,nbsp;,
R^ozyn-druif (bïauwey, zie Damas-druif,
t Rynfch^druif. Hoogheimer Rynfche Wyü-
druif. Goed-Edel. Schoon-Edel. Ritzeling.
Frankforter-druif. Kan bekwameiyk ryp wor-
_ den, gelyk ook de volgende.
t Rynfche-druif (Roode of Bruin roodagtig gt;
Roode ï^nlche. Roode goed EdeL Róodè
Schoon-Edel. Roode Ritzeling.
SAmoirau. Quille de Coq.
Sans Pépins, zie Korinthe-druif, eö Eiber.
Schoon-Edel, zie Rynfche-druif.
Servagnin blanc, rouge, amp;gt;noir, zieMorillorii
Sonder Korls, zic Korinthe-druif, en Eiber
Spaanfche (Witte). Gros blanc d\'Efpagne Gro-
te witte Spaanfche-druif.
Spaanfche (Blauwe). St. Pietérs-druif. Hefpe-^
rifche-druif. Gros noir d\'Efpagne. Grote wit-
te Spaanfche-druif.
Spaanfche (Rode). Gros rouge d\'Efpagne. Gro-
te rode Spaanfche. Raifin d\'Alicante. Alicarit-
te-druif.
Swtzerfdoe-druif, zie Bonte-druif^
Swaf te Vern^er i zie Vin tinti
^.nbsp;T.
X Ëinturier^ zie Vin tint;
Tresfeau, zie Morillon rouge.
Traminer. Rode Traminer.
Vin tint. Teinturier. Noireaut. Monilon
de teint. Auvernat de teint. Raifm noin
Negricn Bourgignön noir. Swarte Bourgun-
dic-druif. Swarté Verwer. Pontac-druifT
P^in oU Raifin d\'Allogo j zie Mufcat loiio-
t Vroege van der Laan. Diamant-druÏf. is H
ons een van de hefie.
- WAter.zoet,(W\'itte). \' Water-druif■
Water-zoet (Blauwe).
Water-zoet, met bonte bladem
■ - W^ilde-druif. Klafet-druif.
Wilde-druif uit Virginien.
Witte Stinken, zie Mufcat blane
m
LYS
synonymische
BESCHRYVING van dé geimelde druiven.
R^Tr^^n • ^yiS^ïn • ^^\'fnbsp;Nobis. Maakt matig grote
d^roÄtTÄ ^^^ eeritryVmde bruiven, o^Sgt zolsS-
een bevalhg aanzien geeft, en word vroeg cn wel genoeg%yp Ti aaTis%oo• h°quot; oV^^^^^
:rof .rvVlïti \'nbsp;^^ -n delefoort, zyli docïgSsTaT^^^^^^^^^^
dWlvi^Äde.
M-iakttrjSVi^nbsp;quot;quot;\'l^P^rampla, acinis albidis, duïcibus durioribus Tourn-f Inft.
doorgaans boven by de Steel i of 2 kleine Zyd-^rosf-^ helin dii^ Ppfien
zyn groot, rond, endigt aanhetBofch; va\'n Koleur, ryp zynde, bleek-geeaat?^^
zeer aangenaam zoet, en knappende in het eeten. Deze wm-d veel
eTntÄSeTnbsp;^^^nbsp;iLTndS^^^^^^
CHASSELAS
-ocr page 120-An \'h È öïiüivi:!^
BËSCHiyViN
V
4?
P^rmipW, acinis dulcibus r^^ Tourne£ InO: ÖeR^
.^ynnbsp;wat groter als de voorgaande, en ze groeijen niet zo digt ^ £
zeeï^iinbsp;^f bieek.4-ood, of als gebalcken roode Steen; imar Smaak is, wel ry|Vvnde
?ennbsp;- \' f ^nbsp;verkrygt derhalven by ons byna nooit haar vo komene rypheid\'
door Konft-rajddels, namelyk in\'Stook-en andere Kasfennbsp;-vp^^ia,
Nplil Vitis um p.Tc^la, acinis dulcihm nigricaiiHhm. toin-rief. ïnft. Maakt
dikwüs nog groter I rosfen rds de \'witte Chasßlas. De Belien zym rond en van -rookte als de
haar Koleur is donker zwart-blauw, zynde, wel ryp wezende, zeer aanin?a:n SS • m^^^^^
wat later als de wjtte, en word derhalven by ons zelden wel r/p quot;\'^quot;^^enaam zo.t, maar ze ryp,
P.wnbsp;ï^M acinis nigricantibüs. Nobis. Deze P-elvkt veel na d«
die hier achter befchreven word, zo in gedaante, groottenbsp;d ^ii
geur, maar zy IS donker-blauw van Koleur; groeit op dezelve plaaTz^\'^^^j^e^^^^^^^^
^mugal, en andere warme Landen, en hier van komen de blauwe laSge R™ men Deze 3 Ü
ons met ryp, ten ware door Konft-middels.nbsp;-nbsp;uezewoidb^^
ELBER-DRUIF. /^/j/j-.^™ Camerarii. Maakt grote Trosfen; deBefien zvn rond f-n
melyk groot en digt m hetBofch, hebben maar één Zaad-kS-1, ook zomtyds geSl Sn-
ven deze zoort van zommige ook Dmif zonder korls genoemt word; maar ze word bf^ns\'iik^ wef
^ amp;RANKÉ.NDALER. .nbsp;una perampia), acinïs rotundis, majoribus, cx rvhrr,^ •
^tcanuhus. Nabis. Brengt veel grote Trosfen voort; haar Befien zyn rond en groot; van llJt^T
wel ryp zynde, hoog-blaUw, en naden roden hellende; voorts vleefchig, en zeer aangenaam vnn
^maak als ze wel ryp is, dat ze by ons zelden word, dan in zeer voordelige Zomers. Häre rypheid
word veel veragterd door dien de Befien zeer digt in eeö gedrongen zitten, \'t welk men te hulDko
kan door middel van de Kleinftc Befien kort na de zetting met een fcheer uit teknippen. Welke
zorg zeer dienftig en noodzaakelyk is, aan allerlei andere zoortsn van Druiven die digt in een gedron-
gen groeijen, om goede Druiven te hebben; en dat ik hier, wegens de nuttigheid^ nog eens weer
herinneren m.oet,nbsp;3 0nbsp;a j ^
fe\'^lDzoort zwaar, tóng, en vsel fïoutgewas, cn is zeer draagbaar.■■
KANARiL-DRUIF. _ VitisCanarienfis, Nobis. Ditisein vvittezoortvanMu/caat-Druif, rond
van geuaante, tamelyk groot van Tros en Befien, en zeer zoet van fnaak; maar men be^rypt uit de
d ar v??^quot;^ ^^ ^^ datdezeive by ons niet kan ryp worden, zonder konfc middels; quot;vÄlven
«aai van mets meer melaen zal; als alleen dat bier van dezeer geurige w^tte Wvn Ree of r\'^^iXv
gcpnoemt, in het Eilar^ Mad^a, voortkomt, die de veritf Sfel^ to\'iÄ
heel zoete en kragtige Wyn gemaakt en voor gedebiteeft word, maar die z^^ |,eTof zoe^ii
allen met is, anaers geurig genoeg zynde.nbsp;\'nbsp;^ ^^^
Deze ^gl^eri dat heel vroeg ryp word; dos is my onder die
flaam niet bexient; moogelyk is het deyolgende Katalenier-druif , dëwyl deKandiafche Dkiiven ook
Ff r^oTu\'!^quot;!,»nbsp;zeer verfchilt; het ftaat egter nader te onderzoeken.
h- A tnbsp;^^ LIÖ. VitM Catalomenßsprcecosc , acinis retündis ex rufo nigricantihus. No-
Maakt tamelyk groote Troflen. De Befien zyn rond, tamelyk groot, van Koleur donker
ȕ\'Uinagtig-blauw; van een aangename zoete^ iets mufqueerende Smaak; word vroegryn, vozende
Voorts op de blauwe Miifqué; en derhalven waardig by ons geplant te worden;nbsp;^nbsp;quot;
Viw ö S-^f^\'S®\' ÜRUIF. Vitis Corinihiacaßve apyrend\'].- BaVö. Tdurnef, In ft. Uvcs pali}gt;gt; minores
ll h c\'\' ^■ormthiuccs. C. B. Pin. De Befien van deze zooit zyn klcinmaar zeer zoet van fiiiaak
nebben geen of zommige ipar een Korl; De bladen zyn rondagtig, difci van onderen witapti^-\'
en weiniger als andere Wyn\'-bladen gefnippelt. Daar zyn drie zoorten van dezen Druif, dicr\'nieE
alsindeKoleir, zynde wit, rood en blauw; deze twee laatfte zoorten worden op
vaiS^Äf\'\'\'\'^?^nbsp;verzonden, zynde by ons bekend genoeg onder de naarn
d? t/- jnbsp;of Korint\'oen, x^elken naam ze voeren van de oude Äad Corinthus, op het gcmel-
= Liiand, waar omtrent ze veel groeit: Deze Druiven komen vroeg aan. eh worden by ons weï
I PTD^T^^PD^TfiT^n^wordenze weinig gecultiveert, en dus wëini.\'^; by oii? gevonden.
1 ,nbsp;Germanica prcecox, acinis fublongio, fiLhviHdibus.lgt;^db\\s,. Maakc
^^melyk grote, langwerpige Trosfen: Haar Befien zyn van middelmatige grootte eenigzints lang-
^ypig-rond van gedaante en tamelyk los in het Bofch; haarKoleur is, ryp zyndë^ groenagtig-wiVj
jyncie voorts wat vleefchiger als de\'water-zoeten, en haar Zap is tamelyk zoet en aarigenaam; ze
w\'olquot; Inbsp;^yPs deFaari-druif; is heel draagbaar, cn derhalven waardig by ons geplant te
„ Leipziger (BLAUWE). iHtis Gefmanicapfcecox:^ aciiiisßMongis nigricantibus. Nobis. Ver-
a!!quot;quot; ^^\'^\'S-van de voorgaande Witte, dan alleen in de Koleur die hóog-blauw is.
. marsemine de VICENSE. Dit is eèn zoort vanMufcaat met donker blauwe Befien groeit
iende veel omtrent Vicenfe en Padua in Itcdien, en waar van daar een heel zoete aangename en ge-
zonde donker-rode Wyn gemaakt word, die zeer vermaard is. Deze Druif word by ons niet na-
^^, ryp. Ik mene deze dezelfde te zyn met de Mufcaat noir, zie wat verder.
MELIR BLANC, Vitis acinis rotiindis albO\'Virefcentihus jubdukihus. Xsobi^. Maakt matig gro-quot;
X rosfen, de Befien zyn Ook matig groot,. rond, groenaga\'g-wit van Koleur en digt in het Bofchquot;
.SU een tameh^k zoete fmaak, als ze wel ryp isj dat ze egter by Ons niet wel word, en derhalvèw
«\'et waardig bv ons te planten.
^ELIR gris. Verichilt iiergens in van de vórige dan dat de Befien groener van Koleur en ee
^quot;gzjnts grys- of ros-agtig zyn. Deze beide zoorten hebben deBladeri byna rond, dat is zonder
hoeken, of weinig Réfnippclt, en dragen fterk.
hla^w ^^^OIR. Deze verfchilt méde weinig van de voorgaande, dan dat de Bellen donker-
^^^RILLON BLANC. Vitis aurelianenfis vel Belnenfisi acinis albl£s. Nobig. Is tamelyk quot;tooc
^^ Aros; hare Befien zya middelmatig groot^ eenigzints langwerpig en vry digt in hetBofch
M 2
van\'
Koleur
-ocr page 121-ian in goede Jaren._ Deze is in de Proviiicien van Orleans en Champagne veel geagt, om dat ze een
uitflekende Wyn uitlevert.
MORILLOfsl J^OÜGE., Vit is Aurelianenjis, acinis rubris, Nobis. Deze gelykt in grootte en
gedaante der Befien na de vorige Morillons, maar de Koleur is rood, hellende na den bruinen. De-
ze Druif is veel geagt in de Provinciën Orléajis, Bourgogne, en\'meer andere. Ze is de voortbreng-
fter van de lekkere ra gezonde Bourgogne-ivyn.
MORILLON NOIR. Vitis aurelianènfls , acinis nigricantibus. Nobis. Maakt tamelyk groote
V/at langwerpige Trosfen; de Befien zyn me.eft rond en middelmatig groot, van Koleux donker-
blauw, hellende na den zwarten; haar 2ap is fchoon rood, en wel ryp zynde, geurig en aaïigenaam
van fmaak; maar word by ons niet ryp als in zeer voordeh\'ge Jaren, \'of door vermeerderde warmte;
ze maakt dik kort-ledig\'Hout, en heeft wat ronder Bladen als de vorige Morillons. Deze Druif
geeft een uitPcekende Wyn , weshalven ze in het zuidclyke van Frankryk voor een van de befte
Druiven geeftimeert word om rode Wyn te maken,
MORILLON TACONNE. Vitis fubbiruta. J.Baucb. Brengt korte, dikke Trosfen voort j
de Befien zyn van grootte als de voorgaande, re \\vecen middelmatig, en digt in het Bofch; en van
Koleur blau\'w; haar Zap is vry zoet en aangenaam, dog de Wyn die daar van komt is op verre na
zo goed niet als die van de voorgaande Morillons, maar hy levert meer uit, om dat hy zeer draag-
baaf is. De Bladen van deze Druif zyn ruigagtig-wit, eeven als met i\'vïeel bepoeijert, inzonder-
heid de jonge, waar van hy dc naam van Moleiiaars-druif verkregen heeft. Voorts is deze hard van
natuur, kunnende de Voorjaars ongemakken beter verdragen als andere Druiven: V/eshaiven hy
in zommige kouder Wyn-gewcften van Frankryk veel gecultiveert word. Maar word by ons be-
zwaarlvk en zeer zelden ryp.
MORILLON HATIVE. Vitis prmcox Cohmellce. H. R. Pnr. Tornef. Inft. Maakt matig grote
Trosfen; haar Befien zyn middelmatig groot, of liever klein, in vergelyking van andere Druiven 9
cnlosin het Bofch; van Koleur befmult rood, na den blauwen hellende; haar fmaak is niet zeer
verheven, en de Schil dik; zOude derhalven niet waardig zyn daar van te planten, zo het niet ware
om hare vroege rypheid, wordende doorgaans \'m Frankryk ryp in July, maar by ons in Auguftygt;
en is dus een van d\'e vroegfte Druiven.
MUSCAT BLANC. Vitis acinis albis dulcisfimis, Vitis apiana. Garidel. Brengt langwerpige
tamelyk grote Trosfen voort, die doorgaans twee kleine Trosfen aan de zyde naaft de Steel hebben:
De Befien zyn tam^elyk groot, rond, en zeer digt in het Bofch; aangenaam van Koleur, geelagtig-
wit, en veeltyds wat m^et bruine Vlekken gefprenkelt: De Smaak van deze of diergelyke fterke
Mufcate-druiven is, als ze wel ryp zyn, zeer zoet en musqueerende, van een zeer aangename geurgt;
zo dat ze van véle voor de aangeaaamfte van alle Druiven gehouden word: Zynde zeer vleefchig
en wat hard of knappende in het eeten, maar ze word zeer bezwaarlyk en by ons byna nooit ryp»
ten zv in zeer voordelige Jaren, of door Konft-middelen. Voor het overige zo maakt ze zeer fterk
Hout-gewas, en draagn fterk.
Van\'deze Druif word deberugte cn aangename Miifcate-voyn, anders ook Frontignac genaamt,
gemaakt, deze laatfte naam voert hy \\m de Stamp;é Fr ontignac inde Provincie Langue doe tj, waarom-
tren- deze Wyn veel groeit en van daan komt.
MÜSCAT ROUGE. Vitis acinis rubris nigricantikis dukisfï\'ms. Garidel. Deze is van grootte;
en gedaante na genoeg als de voorgaande; de Befien van zommige Trosfen zyn dig»:, en van\'audere
losïer in het Bofch j haar Koleur is donker-rood, na den bliuwen hellende, ze zyn ook zeer vlee-
fchig, geurig en fterk ?nusqtieerende van Smaak; wordende deze Druif van vele nog geuriger en ver-
hevener als de voorgaande geagt, te weten als ze wel ryp is, dat ze egter by ons natuurlvk nog
be-zwaarlyker word als dé voorgaande.
MÜSCAT GR^S. Vitis acinis fubrubeittibus dukisfimis. Nobis. Deze meen ik dezelfde zoort
te zyn met de voorgaande, beftaande het onderfcheit alleen in de Koleur, dewelke van zoaimigé
Trosfen rood, van andere grysagtig-rood of vaal, nog van andere bleek-groenagtig of bcfmulr, wie
is; welk onderfcheid tusfchen ée vorige zoort, zeer waarfchynlyk, nergens anders van daan komt,
als van ons Clirnaat, en naar dat de Trosfen min of meer op de Zon bloot hangen en daar van ?.aflgs-
daan worden.nbsp;.
MUSCAT NOIR. Vitis acinis izigricaniibus dulcisfimis. Mill. Hoveniers Woordenboek Dc
Befien van deze, zyn wat kleinder als de voorgaande, donker-blauw, na den zwarten hellende van
Koleur; haar Zap is zoet, dog niet zo aangenaam en iïerkmiLsqüserende als de voorgaande zoorten,
maar ze rypt wat gemakkelyker en vroeger, dog de Befien worden by ons byna nooit aan het zelve
Bofch tc gelyk en Volkomen ryp, weshalven ondienftig is tecultiveeren, ten ware door Konft-mid-
deleii.
Deze Druif word veel gecultiveert omtrent Piacenza cn Padua in Italien, en van daar komt de vcr-
maarde bloed-roode Wyn. Marzeminq de Vincenza, dog die niet lang^overjiet jaar duuren kan; en
van deze is OüEftaan\'tfpreekwoord, Efl, Eft, propte
(zie §40.)
propter nimium Eft, Dominus mens mortuus eß-
MÜS CAI
4S
Koleur, ryp zynde, befmult witagtig, na den groenen hellende; haar Zap is zeer géu\'rig eü ver-
heden ,nbsp;Schil is wat dilï: Deze word ved gecultiveert in de Vvynbergen omtrent Orleans
J(
f
BESCHRYVING t a h b k D R Ü I V E N.nbsp;49
MTTSCAT T ONG. Vitis uva perampla, acinis oUongis nigrkantihits dulcisß^^^^ Nobis. . MaakE
dikke\'en knre Troffen. De Befien zyn groot, h\'eel langwerpig rond, en donkerblauw van koleur,
en wat los in\'t Bofch, zynde voorts vleefchig ende vafl knoppende, haar Sap is zeer zoet, . aange-
naam en fterk musciueerende \'en gcperfum/eert, maar word by ons met ryP, ten zy door konlt mid-
delen. Daar word in Portugal ècn zeer aangenaame roode Wyn van deze Druif gemaakt, die met al
te heet is, en de Marfeminquot; hy?t van Ficenza in Italien na by koomt,nbsp;. ,, .
MUSCAT D\'ALÈ\'^ANDRIEBLANC. Fitis Alexandrka, uvaperamplaacimsmagmsoblonge,
dbidisl tkilcisßrms^ Nobls. Maakt groote Troffen, de Befien zyn ook zeer groot, Ei-rond van
gedaante, cn heel los in\'t Bofch, van Koleur groenagtig-wit; zynde voorts heel vleeicnsg, valt
en. Wel rvpzvhde- van zeer zoete, aangename, wat imisqueerende fmaak, maar zevcreuclit veel
Warmte om ryp te worden, weshalven zè in ons Climaat nooit anders haare rypte verkrygt als wan-
neer door koniuiiiddels de warmte vermeerdert word.-,nbsp;•• . .nbsp;. ,7
MUSCAT D\'ALEXÄNDR1E ROUGE. Vitis Alexandrka, uvaperampla, acimsmagms ooion-
gw, rtibentibus dukisßms. Nobis. De Befien van deze zoort zyn wat kleinder als dc voorgaande,
anders van dezelfde gedaante, deugt en fmaak, haar Koleur is rood, iets na den b auwen hellende,
oc.:_____j -____ „„.^,.,1,1. „K.i^,. ni» A^nbsp;rlno- tsn Hv óns haarc rvnte zonder vprmperderde
derde
:1Ö0-
ven dat deze gemelde zoort dezelfde is met de Kozyn-jjimjnbsp;•nbsp;tt Ttr , ,
PAARL.-DRÜIF f WITTE.) Vitis prcecoxacinorotundo (magno:) almaoduia Mill. H. Woordenb.
Breast groote Troffen voort, de Befien zyn vry groöt en los in\'tBofch, van Ko eur, wac blin-
kende , lis Paarlen, waar van ze de Naam voert, haar Sap is zoet en zcct aangenaam, ^^jovd vroeg
ivp cn i$ heel draagbaar, maar ze is zeer onderworpen om mee tenbsp;, dat ^^ ^
volmaakte Befien il \'t B^ch voorttebrengcn, welk veroorzaakt word dooi ha. 1 eedu he^ waar
door ze de kbude in de bloeityd niet kah tcgenftaan, en dus weinig zet, dat haai e ag ng n et wemj
vermindert, fchoonze anders buiten tegenfpraak een van de beftenbsp;uiin o|K
haar groote draagbaarheid, gcmakkelyke en volkomene Ryp-wording: Dog d^nbsp;^
men worden door middel van dezelve op eene warme, voor koude en,winden geder.^te pi.a s tc itei-
len, en vervolgens door uitknipping, van de kleine onvolmaakte Behen. Ze maakt üiKk^, koi etn
kortledige Loten, zo datze weinig of veel minder ruimte befiaat, ais an^dere Druiven. Ze ^s^ b^.tc
ömte vcl-vroegen, om dat «e dan door de vermeerderende v^armte mmder Uitbloeit, groocc irollen
en Befien ficefi. en zeer vroeg aankomt.nbsp;_nbsp;. .nbsp;..^ . . ^ ■nbsp;■ ^
PA ARL\'DRUIF f BLAUWE). Vitis pr cecox, acinis rotuiidis nigncantibus. Nobis. is van grootte,
gedaante en fmaak zeer gelyk aan de vorige IVitte, behalven de Koleur, die fchoon hoog-blauw
ze misbloeic no\'\'meer als tié Witte ^ daarenboven worden de Befien aan\'t zelfde Bofch byna nooit
te gelyk ryp weshalven ze in weinig agting is, wordende anders ook vroeg ryp, metde Witte.
PETERSELIE-DRUIF. Vitis laciniatis foUis Cormit. Brengt tamelyk grote Troffen vdort*
de Befien zvn matig groot, rond, en wat los in\'c Bofch, groenagtig wit vanKoleur, en heel zoec.
en aangenaam, dog niet zeer verhceven van Smaak, haar Blaaden zyn diep en fyn f tod™ op de
wy7e tls Peterfelie\' waar van ze de naam gekrcegen heeft. Men zegt oat ze m de Provincie Canada,
he\\ wSl hl deBoffchen l\'oeic en van daar in deeze Europiaanfche Landen overge^
bragtis. Ze is heel dienftig om door konft;middels ce vervroegen.nbsp;,
POTTFB 4KKER TBI ÄIJWE) Vitis vinifera jruclu ccendeo maximo. Comm. L- l-l.
conft Deelc brenic ^te Troffen voorc, de Befien zyn ook heel grooc, en eemgzints langwer-
pSönd v^i Koleur fchoon hoog blauw, haar fmaak is tamelyk geurig dog met zeer vedieyen, ge-
ï^^d^r Wat^ SLtS;nbsp;wel Waard geplant te worden, te meer om dat ze üefk araagt,
eilvroea, te^en\'t begin van Ofteber ryp word. _ ^ , tvnbsp;.u . „ 1 j
PÓTTEBAKKEr\'^ROODE.) Malkt groote Troffen, dè Befien zyn wat grooter als de voor^
gaande, rond, en van Koleur rood, hellende na den blauwen; zeisgeurigeraisde voorgaanue, draagc
zeerwel, en word bequaam ryp, komende iets later als de vorige. ^ ^ _ .nbsp;„ ,,
(\\\\om.yVitis damafcena. H. R. Par. ToUrnef. Inft. ^
C. B. Pin. 298? Brengt zeer groote Troffen voort, de Befien zyn heel groot,
ovaal-rond en zeer los in\'tBofch, haar Koleur is rood nadeblauwen hellende, zynde ^o^rts ztti
vlccfchig, fappig, van eene zeer zoete lieflyke fmaak, dog word by ons nooit ijp, tc.: zy üau.
^\'ÊS^Mf groeit veel in Mr.a, Ca^dia, en andere Griekf^nbsp;^iS^iSooA
Spanjen, en in andere zeer warme Landen, alwaar de Lange rooäe Ro^ynenuit dezelve gedroogt
worden. Ziet ook Damas-Druif, en Mufcaat d\'Alxandne
DaarwordookeenzeerdehWtc VVvnüitdezeDm(gemaakt o^^^
■^icr-wyn, hebbende deeze naam van de Stad MdvaJ^,nbsp;\'
Eiland Morea daar hy voor deezen gemaakt Wierde; dog word^nu ook ffj^f ^^^^^^^nbsp;j\'
ROZYN-DRÜiFYWITTE-) Verfchilt nergens m van de vorige , dan datd.. Koitar gioenag-
fm, ■ ^^^^^ ^ •, ^ ^ 1 J J oifL mpf AeMufcant d\' AleXmarie blanc, hier voren bclchreven. x
tïgwicis. Deze za mogelyk dezelfde zyn met de jt/fi/t^-tt. ƒ ^r , -nbsp;«nbsp;\'nbsp;,nbsp;:
RVNSP Jm^^ Firn Rhenenfis, acinisrotundts iibtuteis. Wobis. ijient,tnbsp;grot^dog ^ort-
ftÄeTroff^^^^^^^^nbsp;middelmatig groot cn vry digt in\'tBofcn vanKoleur
groemad^wit ofwM eSti^nbsp;en vaneen heel aangename geurige, dogdoorgaans
pr-n ^ \' ^nbsp;in^orderhcid als ze niet wc 1 ryp is, aat ze hier te Lande mee
^en weinig ryns- of amperagtigenbsp;fterk Deze DrÜ/ is de voortbrcngfter van de
hgt word ten zy rn goede Jaren,nbsp;J^f ^ S ) Van deze zoort is voor ruim scö Jaren, ten
^rmaardc en pzondcnbsp;yjl quot;^^oi cmNedcrlzndcr,Pieter-Simensz genaamt, in
poppig IS, maar de aart van de RhyiffcnevVjn ^cen^nbsp;hoedanigheid, en minder of
maar OOK de ingeboren aart van een gewas veel toeoiuii^i tus.nbsp;amp; gt; RHYNSCiïF
meerder deugt en nuttigheid.
-ocr page 123-^SAMOÏREAU. Dit is, zelfs in Frankryk, een gemeene Druif, zal derhalven hier daar vail
niet verdcj- meiaen.
SPAANSE WIT^nbsp;VitisJL^^amca, Uvaperampla, Acinisrotundisex albidis majoribuf.
Is obis. Brengt groote Proflen voort, de Benen zyn ook groot en rond agtig, van Koleur wel rvP
zpde, witorgeei-agtig, zeer zoet vah fmaak, en vleefchig, dog word b^ons niet ryp, tm warS
als men de warmte vermeerdere door iionft middels.nbsp;J^mciiyp, tenware
Uvaperampla, acinis roUmdis nigricantibuf
^lajonbus MilL Brengt zeer groote Troffen voort, die doorgaans twee kleine Zyd-tiWen heb-
In/s zLrfoet\'T;?nbsp;V\'quot; T\'quot;nbsp;zwartenLllende? Lr
fapis zeer zoet, geeftig en verheven van fmagk, als ze wel ryp zyn, cn ze zvn vleefciw DeBla-^
den van deeze zoort zyn meer gefneden of gekertelt als van de wlefte andere^.oo7ten vin Druiven,
quot;^^GDnbsp;^^^ quot;yP\' quot;quot; door konil middelen.nbsp;i^..n JJruwen,
nnbsp;^^i\'Hi/panica, Uvaperainpla, acinis rotundis rubris major\'bus.
jnbsp;cn gedaante naa genoeg aan de voorige, behalven dat dc Koleur
hoog-roodis, met een blauwagtige \\¥aas haar Sap is zeer zoet en aangenaam, dog word bv ons
met anders ryp als door konft, gelyk de voorige.nbsp;au uy ui
^ Deep zoorten groeijen veel in Spanjen, en daar wordj van die welke ontrent Alicante in^tKo-
nmgryk Valeiitia gme^en, de zoete, aangenaame en fterke .^ifamJff gemaakt, die donker rood,
byna zwart is, te weeten, uit de twee laatfl gemelde: De witte zoon brengt ook een ve^te fler-
ke witte Wyn voortnbsp;-nbsp;onbsp;, xi.
Acinis i^tundis fiibriibescentibus dulcibus. Nobis. Dit is eer,
Duitfche Druif, die in veel Geweften van Hoog duitfchland, daar Wyn wafl- - «^ecdtivcrt wori
om datze zoet is en een goede Wyn uftleevert, draagbaar is, en wel rypt; ze maakt maaïii^ groo\'tö
Frofien, enaeBehen zyn rond, bleeK-rood, op de wyze als gebakken bleek-roode Steenen Ze
kan ook by ons ryp worden, dog is hier te lande weinig bekent.
VIN TINT. Fitis acirds nigricantihus, Jucco ruhernmo. tinStorio. Nobis. Dit is een zoort van
zwarte of donKer-blauvve Morillen of Auvernat, brengt tamelyk groote Troffen voort Hp RpH^h
zvn rond, tamelyk groot, cn vafl in \'t Bofch, van Koleur heel donker-blauw, byna zwa\'t haai fap
isheelhoog-of donker-rood, en flerk vervende, waar van zede naam heeft; de flS is amelvk
quot;keidufzlEmV;;\'\'quot;^^nbsp;eenaardagtigcfubflantie: Ze word bf^n^Verwaaï
Deeze Druif wmd op veele plaatzen in Vrankryk in de Wynbergen gecultiveed niet zo zeef
om daar alleen Wyn van te maaKcn, maar voornamentJvk om dc Wyn van anderrroodf Druiven
doorvcrmenging mctoeeze, bydeperzing, een hoger, rooder Koleur, en meer Saam te
ven , waar door die aanzieniyker word en beeter kanduuren.nbsp;-^iëi^dui te ge
VROEGE VAN DER LAAN. Vitis trécox Batavica, acinis fublongis, atbidis dulcibus Nobis
Brengt tamelyk groote Troffen voort de Befien zyn middelmatig groot, eenigzint 1 Se^^
gedaante, van Koleur witagtig, en blinkende als ze wel ryp is, haar Sap is heel zoet en aanS.m
en ze word by ons vroeg en behoorlyke ryp. Deze Druif is door Ad^iaan van der I .dn S^ lfrn
tyd Rentemeejier van Rynland m Holland, uit Zaad gewonnen, weshalven ik ze ^tónbsp;f/^
Druiven, genoemt heb; zeis zeer bequaam ^SteTer^
beeter als denbsp;fchoon ze zoo groot van Befien niet en is, om dat z» n^ lflmquot;
Daar woru by zommige van een zoo r^enaamde
die ge^ andere zoort, als een welgcwaüene en wel rype ^ro.g, IJfJIr L^an S Ltl t f
ondervinding gevtaar geworden hen, aan dewelke die naam van/y^fn^^^^^^^ ^
deeze of geeiie Liefhebber uit eigen fantafie of goeddunken, Slyk\'tT^stnbsp;quot;\'
ïllerlei Ooft-Vrugêen.nbsp;\'nbsp;^ als te veel gebeurt met
WAATER-ZOET. Vitis acinis alUdis, diücibus aqiiofis. Nobis Vith niha r r. i -
Brengt tamelyk groote Troffen voor, dc Befien zyn Zond, v y g^ot en^b^^^^^^
leur, ryp zynde, witagtig: Ze word vroeg en. wel genoeg ryjf maarl^ È .^aten^ïaf ïï nSc
zeer verheeven van fmaak en derh^dven niet veel waard om geplant te woiden Men mo^r Le^^^^
zoort met verwerren met de Paar/-Dn/f/.nbsp;-ivxen mocc deeze
Blaaden. Vitis acinis albidis dulcibus, aauaHs, foVis vnrietafi^\'
Deeze gelykt ma Ie deelen aan de voorgaande, behalven dc Blaaden, die geel bond zvn SS\'
ven ze van de Liefhebbers, om de verfcheidenthcid van Planten, zomwylen 4 -ÏÏ vS^rVnS
welkers Bladen aan de l^anSf^ifals veiïi ter^^^^^
SSeDr\'^r^^\'quot; van.Druiven, zyn iets tederder, zo wel in\'t groeijen ais ^on^n^\'ds
^i^^fi^-^ris, LaJm/ca. C. B. Piro. Tournef In ft Boerh T A
foluspalmajo-angulatis hmn ChFt. Roj. Proev. Brengt matig groo eVSVoórrdie te
dSi\'. Mnbsp;Zyd-trolTen hebben; de Befien zyn ot^^Van matig ÏSot^ rond en
Koleur, haar fl.p is hoog-rood, zynde als ze wel ryp zyn, van een taSdi^Lrf
^Ifafnbsp;trekkende fmaak; dc Bladen van deeze Druif zyn\' IvJ n eer quot; effeSf f vin dé
in die
50nbsp;BESCHRYVING van DE DRUIVEN.
lil :
l\'l
I I
•1
A
-ocr page 124- -ocr page 125-Sümer, ch herlêlykër te iHciaken, Voor Menfchen die eëii hertelyké of iets adfiringeerende Wyn bé^
mirinen; welk gebruik meii zege, dat eerft een zeeker Engelfcb Koopman zoudequot;uitgevondenj eiï
aan de Franfchcn gerecommandeert hebben; weshalven deeze Druif n\\x ook op zom.migepiaatzen vari
gemelde Gevveflen, in de^vynbergen gecl^[mee\\•t word. Voor eenige Jaaren waaren deeze adfirin^
teerende roode V/ynen ook ib deeze NederJaridcn, ondei\' de naam van Pontac, veel in agting , dos
gorden nu zeedert körten tyd minder begeert, en niet zonder goede reeden, dewyl ze, behalven
de onaangenaamheid van de fmaak, ook ongezonder zyn, als de zagte Wynen
^ WILDEVYFBLADIGE DRUIF ^«^VIRGINIEN of CANADA. Fitisquinquefoliacanadenßy,
jcandans Tournef. Infi, lioerh. J. A. ntu folens quinatis, foliolis ovatis feratio Linn. H. Clifc.
•Koi. Prodr. Deeze zoort is uit Ifirginien of Canada, daar ze in \'t wild groeit, tot onzent gebragt ^
iïiet om de Vrugten, maar om Prielen, Éarceaux, Muuren, enz. mee te bekleden, waartoe ze
Zeer bequaam is, om dat ze een mooi Blad maakt, zeer fterk en fchielyk opgroeit, maakende in de
Zomer veeltyts Loten, van meer als twintig voeten lang; en daarenboven, óm dat ze zeer hard is^
kunnende de\'fterkfte Vorft, Winden en andere Ongemakken beeter tegenftaan, als bv na eeniff Euro ^
Piaanfcb Gewas.nbsp;^ j amp;
Liet verwondert my zeer, dat dit Gewas ih de Nederlanden, eh Hoog-duitfchlandzoo weinig tóc
Voorgemelde dingen gebruikt word, te meer, omdat \'tligt te queeken is, makende de Stokkeri
^eer gemakkélyk ende ras Wortels: Wat de Reeden daar van is, weet ik niet j dog zeer waarithy-
nelyk is \'t die, om dat men \'tgemelde gebruik niét en weet; hoewel reeds voor deezen de vSchryvers
oaar van gefpropken hebben, onder andere Munting in zyne ^aare Oefening der Planten. Ik héb dit
Gewas ten eerftemaal gezien in de Tuinen van wylèn de dappere en vermaarde PRINS ÊÜGENIUS
^anSAVOJEN tot Weenen , en van andere voornaame Heeren, alwaar veele Berceaux-vterkendaai*
i^eede bekleed waren, die zeer fraay ftonden.
JS4.
i.nbsp;e KASTANJE-BÖöM. Dezelve word in veiTchéiderharide Talen .genoemt, als
volgt: In hQt Nederdïdtfcb,, .nbsp;Karftanje-en Kriftanjc-boom fdow
kw^alyk aldus). Latytycb, C^ûznez. Franl.cb, Clmmgmt. Maronier IIcjoo--
duitfch , Caftanien-baum. , Keften-baum. \'Engelfcb, Chesnut-Tree. Deenfcb •
Caftanje-Tras. Zweedfcb, Caftanje-Tree.nbsp;\'
De Vmgt zéihhQzt\'m het Nederduitfcb, Caftanje. Karftanje. Latynfcb, Caftanea Hoo^-
duitfch, Kaftànie. Frafijcb; Chataïgne. Engelfcb, Ches-nut. Deenfcb en Zweedfcb, Cafianie.
lt;5. 2. By de Botaniften word deze Boom, waar van twee Hooft-zoorten zyn, gœoemt, \'
1.nbsp;De quot;gemene KASTANJE-BÖOM. ^ Caftanea fativa. C. B. Pin, 418. llurnef. Ïnfl. tJ
^oerb. C. A. 2. 178. Caftanea. Dodon. Lob. J. Baucb. 1. 121.nbsp;. .
Fasïus foliis lanceolatis, acuté ferratis. Linn. H. Clif.^^y. Hort. IJpfi^-f. Mati med. A29.
2.nbsp;De lage VIRGINISCHE KASTANIE-BÖOM. Caftanea pumila racemafb fruau par^
, in fingulis capfulis echinatis unico. Bannifter. Virg. Catesb. H. Nati, Carol., âfci
Fagus foliis ovato-lanceolatis ferratis Roj. Prodr. 79.
5. Deze Böom, is aan deze noordlyke Landen öok niet eigen, hy bemint de warmer Landen 4
en daàrom.. word hy veel gevonden in Frankryk, ïtalien, Spanjen, het bovenfte gedeelte van Diiitfcij\'
^quot;-nd, als iri aePdltz, in den Eljas, en elders; niet zo zeer om dat hy hier te Lande niet groeijen
\'■öude,- maar oiri dat deszelfs Vrugten niet ryp worden, of klein en onfmakelyk blyven; beminnen-
^ uit zyn Natuur liefft en droge, dog vrugtbare Aarde, en de Berg- en Schaduw-agtlge plaatzen.
py kan de Vorft tamelyk uitftaah, dog geen heel ftrenge Winters, waar in hy ligt dood vrieft, of
ep ten minften zö veel van fcheept, dat hy aan het kwynen geraakt.
4,nbsp;Daar zyn twee zoorteri van de gemene Kaftanjen, als Tamme en Vv^Ide; dewelke weer in
eenige Onder-zoorten verdeelt worden: Dog waar van het onderfcheid alleen beftaac in de groot-
^ finakelykheid der Vrugten Die, welke van de Tamme de grootfte Vrugten dragen, worden ïn
^rcmkryk, Maronier s, en de Vrugten zelfs Mar ons genaamt ; dog Welke grootheid en de finaak
meeft van de deugd des gronds eri van de Lahds-dauwnbsp;afhangt. De befte zegt men dai:
onitrent Lyons groeijen, en Vervolgens in de aangrenzende Provinciën of Gouvernements ais in Pro-
\'^ence en L\'anguedocq. , , , . .
. Daar is ook nog een mede-zoort van.j die lager en heeftef\'agtig groeit: Ook is \'er een veraiidei
\'quot;^ng van met mooije bonte Bladen ; insgelyks met gefnippelde Bladen, maar die niet als om de veran-
dering van Gewasfen van de Liefhebbers gecultiveert word.
De\'twede gemelde zoort C§- 2. No.,2.) groeit natuurlyk in Carolyna, Virginién, en eldei-.\'^ iri die
Geweften; zynde een laag Boom- of Heefter-gswas j ciat kleine Kaftanien voortbrengt; dog hier
i^e Lande\' nog weinig bekent is.
5.nbsp;Alle deze zoorten bennnnen van natuur eeh goede, drooge, dOg vrugtbare zand-grond ; in
«en vafte ftyve maken ze flegte voortgang; voorts een opene, dog warme voor de Winden gedekte
plaats.
51
52 BESCH R\'Y VING v a\'n b e K A S T A N J E-B O O M.
§. 7. InFranb-yk, Italkn-, en in aridere warme Landen^ plant men Alleés vzn dit Böom-gevras,
die zt-er cierlyk ilaani als Viiedt Scbetr-beggen; niaar dit wil hier te Lande niet wel gelukken, ten
ware in heel goede, hooge, isandagtige gronden, en die met een goede Mantelinge, voorde koude
Winden, gedekt zyn. Daarenboven Heggen van plantende, die dienen maar voor verandering vari
Gewa?, dewyl die^veinig cieraad geven, alzo ze zeer los en open van Takken, en de Bladen wyd
van eikander groeijen. _nbsp;\'nbsp;•
§. 8. Het Oeconovüfcbe gebruik anngaande^ zo dienen de Vrugten veel tot Spyze, niét zo zeer
tot noodzakeiykheid, als wel tocNa-ipyze, en verandering, op Collationen enGaftraalen, in de
Winter-tydt;\'wordende tot dien einde onder heeteAfch, dog beter en gewoonlyk over het Vuur j
in een Yz\'ercn Pnn, langzaam geioraden, waar door ze veel fmakelyker worden, als rauv.\' zynde;
een zaak die in Hoog- en Nedcr-duitfehland al te bekent is, om \'er veel van te zeggen, en waar heen
ze, tot hec gemelde gebruik, in overvloed gebragt worden, inzonderheid in deze Landen, door
middel van de Zee-vaart. Zommige eeten de gebradene en gtfchWdc Kajlanjen, in kleine ftukKeü
reftotcn zynde, ook metnbsp;, cn cm y-fem\\gP^G?^e-n:cater of Kanee\\-water tn Zuiker, dat \'er
gt;y gedaan word, en gantfeh niet onimakelyk is. Dezelve fmaken ook heel lekker alleen met Boter,
of als vLiIzel in gebradene Ganzen of End-vogels, enz., als m.ede met Boeren-kool geftooft.
Dog dara- dient aanrjem.erkt, dat die genë, welke een zwakke Maag hebben, en die van natuur
met Verfloptheid of Winden gekvv-^ek zyn, zig daar voor een weinig l^ehoren te wagten, dewyl zé
zwaar te verteeren zyn, en een iloppende wind-makende eigenfchap hebben; Ook veroorzaken ze,
als men ze te veel e\'st, Hooftpyn, dog met Peper en Zout of Zuiker en Boter, matig gegeten,
zyn zc minder fchadelyk, en men zegt, dat ze dan een zwak Man op het Paard helpen.
\'§. 9. In zommige p aatzen van.Ä^i.\'«\'quot;?, Frankryk, en andere Landén, daar deze Bomen by gehe-
le Bosfchen vol groeijen, als\'er gebrek aan Granen is, of in duure tyden, leven een grote\'mieriig-
te Volks van deze Vrugt, die ze braden en eeten, ook vycl Meel van maken en Brood van maken,
of m.et Melk Pappen van kooken.
10. Om. de Kaftänjen lang verfch te bewaren, zo doet men ze in een Stenen Pot, ftrooit daar
tusfchen een weinig Zout, maakt de Pot met een Verkens Blaas of anders digt toe, zo dat \'er geen
plaats op een hoop, en overdekt ze dik met Zant, op dat \'er geen Lugt by Kan komen; want de Lugc
doet ze bederven
§. II. Het Hout, dat heel hard is, word in gemelde Landen, daar die Bomen veel groeijen, en
heel groot en dik worden, zeer veel geagt, en gebruikt tot allerlei Timmeragie en andere Huisly-
ice dingen, rds, by voorbeeld, tot Balken, Planken, Latten, Kasfen j Vv^yn- en andere Vaten ,
Tobben, enz. Dé Takken worden gebruikt, tot Hoepen om de Vaten, en\'tot Wynftoks-paleni
enz.nbsp;.nbsp;.
Maar dit Hout deugt niet om te branden, vvant het kraakt geduurig en de vuurige kolen vliegen
om zig heen.
§. 12. Men zegt ook dat de Afch van dit hout niet goed is tot Loog om het Linnen fchoon te ma-
ken, dewyl ze, in plaats van hec zelve te zuiveren, vol Vlekken maakt, die \'er nooit weer uic
gaan.
Vamp;nde Kaftanje Equine of Maroniers d\'Inde, zullen we hierna in de Plantagie-Tuin fpreken«
VAN DE
§•nbsp;KERN0TE-BOOM. Deze Boom word genaamt in vcrfcheiderhande Talen, al
dus; in het Nsdcrduitfcb, Okernote-boom. Wal-note-boom(quot;om dat men die op
zommige plaatzen vèel op., de Wallen der Ste .\'en plant). Grote Note-boom La-
tyn/cby iNux juglans vel Regia. Hoogduit/cb, Nufz-baam. Waknufz-baum. Wel-
fche-nufz-baum. Fran/cb, Noyer. Engel/cb, Nat-Tree. V/al-nut-Tree, Deen/eb, Nödder-
Trae. Wal-nödder-Tra;. Zweaifcb, Wal-nodder-Tree.
2.nbsp;By onze Botaniften voert hy de volgende Latynfche behamihgen, en daar zyn twee Hooft-
zoorten van, als
1.nbsp;De GEMENE OKER-NOOT. Nux juglans five Regia vulgaris. C. B. Pi«. 417. fourmf-
Injl. 581. Boerb. J. A. 2. 175.
Nux juglans. Dodon^ Lob.
Juglans foliolis ovalibus glabris fub ferratis; omnibus fermé fuba;qualibuf„ Linit. 11. Clif. 44
Hort. Upf. 285. Mat. medi 410. P^oj. Pr.odr. 81.
2.nbsp;De VIRGINISCHE OKER-NOOT. Nux juglans virginiana nigra. Herm. II L. B. 452.
tab. 453. Catesb. H. Nat. Carol. amp;c. i. pag. 67. tab. 67.
Juglans foliolis lanceolatis, arguté ferratis (tomentofis); fuperioribus minoribas. Linn. H. Cliff\'
429. Growoi\'. Virg. 189. Roj. Prod.\'gi.
3.nbsp;Van de gemene zoort, die zo wel in deze Landen, als inzonderheid in andere, diehooger
leggen, veel gevonden word, en bekend genoeg is, zyn weer eenige veranderingen, die nogtanS
meeft alleen verfchillen in de groot- of kleinheid, lang-\'of rondvalligheid der Vrugt, in de zagc-
of hardheid der Schelpen, en in de fmaak. Deze volgende zoorten worden het meeft gevonden..
1.nbsp;Dc gemene Oker-noot, ook Keulfcbe Oker-noot genoemt. Deze is meeft rond vaaquot;^gedaante of
matig groot, hebbende een harde fchelp, en word het meeft gevonden.
2.nbsp;De vroege Oker-noot. Deze verfchilt weinig van de vorige, dan alleen daar in, dat ze wel een
Maand vroeger ryp word.
3.nbsp;De gemene Óker-noot met een roode Pit. Deze verfchilt niet van de voorgaande, dan alleen dat
de Pit met eea min of meer rood vlies overdekt is; zynde anders wit of geelagtig.
beschryving yan de Ö k e r n q t e^e o o m, 58
4nbsp;met een dunne Schelp, ook Kr aak-noot, en in_ Holland
Deze zvKkt.am ^rODC en een ^veinig langwerpig van geclaanp, inzonderheid omtrent de punt,
^eze DCKwc^nnbsp;c^h-in en maar een dun V es hebben; mvoegen dat men ze ligt tus-
vekfegen^ebben. Dezelve Wor-
is rond van gedaame hebbende
eeJ\'no^ vcd ViX^nbsp;als de eérftgemelde Keulfche-noot, waar in de Pit zep vaft befloten zit,
To da^lerLóeire heeft 5ie \'er uit te pluizen; weshalven dezelve onder alle het minfte gerekent
quot;^^i^e Tros Oker^noot; aldus genoemt om dat \'er vele Noten, zomtyds 7 a 8 en meer, in een
Tros b? rfandïr z tt^nbsp;niaar 3 é 4 by malkander groeijen; ^kze vallen door
gaaS rondagtigV klein en hard van Schelp, weshalven ze weinig geagt worden; zynde anders zeer
draagtonbsp;oker-mot, ook Paarde-mot genoemt-, é^e zyn heel groot eh dikwiis wel
eenszo eroot a sdlgemene eerftgen^^^^ zoort, maar dik-fchelpig, met weimg Pit dat voois en
Wate?agdgren van ^ geur is; daarenboven is deBoom de ondraagbaarfte van alle, cn derhal-
\'Tifgi^ Jr^cü Oker.noot, deze komt veel Overeen met de eerftgemelde gemene Oker-noot,
SvSidSe gquot;^^^^nbsp;^ftaande meeft in de Bla-
del-\'^ds 1 Met /^^^^nbsp;.. l^et getande Bladen. 3. Met bonte Bladen. Alle wel-
nc Landftreken, en is hier te Lande weinig bekent, ais uy uc
IJl: benbsp;begeert
grond, en een opene ruime Lugt: In vogte ^^^^nbsp;maar geen ftrcoge Vorft, waar
ze met wel aarden. Hy kan f^ze Wintcr-k^ To^Tet geheel dood vrieft^ inzonderheid jonge Bo-
quot;\'iS^todSiKt?«^nbsp;niet aan tods geheel weg doen,
rdnr io drSkeif afMnbsp;de door de Vorft bevrorene en yerftorvene Takken weg-
fnoeijen^\' wlu-tcSze dSs weer tc regte en in fleur geraken, gely. ik ondervonden heb; tea
ware ze gfnbsp;gefchied door de Noten, op die wyze als dc K.^anje-toom;
zal kliêen no-^Snbsp;dunfchilligfte, g^rootfte, en fma-
p alleen nog maar ze^^^cn, aat m^» verzekert dat de daar uit voortkomende Bomen zodam-
kelykftc nemenmoet; evenwel IS men ni.t ^^^^^nbsp;^^^^
:ge.goedc Vrugtennbsp;^brengen^^^^nbsp;^^^^ ^^ voorbefchrevene zoorten
Zaad van alle andere O^^f^-vrugten , ^eiicmu^^^^^nbsp;zullen de meefte
Voortkomen; dog als men goede zoorten van in oten tot au ^a^ij fa
.•,goede Vrugten gjven.nbsp;. . \' nimnr nodir als ze wel geplant zyn, daar ze zullen blyveft
. Voorts _is aan deze Bomen wemig cultum nog a snbsp;^^^nbsp;^^
doorgroajen en daar valt weinig fquot; ^^nbsp;dezelve voor het overige in alk. vry-
le^S/lïclllir\'HS^^ncSnbsp;andere diergelyke dient ih agt geno-
\'\'\'T\'s Men moet zi-wagtcn deze Bomen veel in dc Hoven, digt by of omtrent andere Boom-gcwas-
Avenuen,. buiten de Tuinen, en elders; en dewyl zenbsp;quot;
kunnen ^4rden, zo moet men ze niet digter als 30nbsp;,0 zeer tot
9. H^t. gebruik diens aangaanc^e zo di^^^nbsp;St Na^difeh (.D./.«,) . fnos-
het nodige vcedzel, als welnbsp;denbsp;anüeie vnbsp;inzonderheid als ze
pery en vcrciering der Tafels, by Gafujalen t?weVenl ^oed voedzcl en bloed te maken, en dc
verfch zyn, ^^^nbsp;gf^S\'^ ^^f^f^nquot;nbsp;want de drooge zyn zogezond
Uicc, verweKKeuucecil . , ^nbsp;laat weeken, en clan het Schillet e van
.zonder als men ze voor hetnbsp;\'e^\' aldus van, Pofi pifces nncn , pojilarnea
de Pit aftrckc. ^^^ SCHOL A^nbsp;na Vieefch Kaas eeten; de redendaar van
Cajeus adfit; dat is: Na de Wch ^^^^^^^ mennbsp;« \' ^^^ ^ ^^^^ ^ ^^^ ^^^ ^
-en daar mede hadden, na dat de BoL
ftws afgedaan zyn evennbsp;1r[leï4cinig Zo«^ dikwiis gegeten, was het
II. Eenige Aaïm metnbsp;den beruchtcn Koning ili.-
Conjervatie-middel tegen de Peft en andeie btimeucx)f^ , \'nbsp;0
§ T2. Daar ^^rd oollt; een O^ e uit^^^^^^^nbsp;Savoojml enz.,
m die Landen, daar éeNomnbsp;.ii^pn ^^^^ in de Lampen, maar zelf ook tot Spys-
gebruiken hec de gemene Menfchen met alleen tot bianam^ m «-nbsp;^nbsp;bereiding,
-ocr page 129-54 BESCHRYVING YAnde OKERNOTE^BOOM.
bereiding, m plaats van Boter dewyl het zeer zoet is; en uit höe verfcher Moten hoe beter en f-T,.
kelyKer de O^. js De oude Noten geven we meer Olie, maar dat is zo Tmakel^nfet
? Snbsp;A?®\' en veel gebruikt van de Schilders, als mede van de Olie ver
quot;quot;nbsp;-tSchilderyen; aanflrykin/^feSl
14. De poe^ onrype Noten worden ook in welgeftelde Hoishoudinsen veel in Zuiker of ff»,;»
Senquot;z?efe Menfthê;? quot;nbsp;aangenaam Maag- en Hen-verllerkeïgt;d Middd f! vooSak!
De manier om ze te Confytén, is aldus: Neemt önrvoe N\'oten per «^r^h^i«»^ ■
omtrent Jan is, hoe groter hoe beter, of tS Samp;l hoe oogÏÏenl^kernbsp;^fJ^
zoort om die reeden hi^- toe het beft, Schilt dezelvTdu^^^^
dan aanftonts met een dikke lange Spelde of Priem hier of daL rondoLVaati^ door e^
voorts, om dat ze anders zwart worcen, in verfch Water en Iaat yp ^ Jin j \' quot; i^P
het Water dagelyks vernieuwende, om \'er de bitteihe ruit tc ïeKnbsp;^
ketel met Water, waar in een weinig Salpeter gedaans langLam tor\'dt^^^^
worden, vervolgens, doet ze uit het\\VaL, kftTe op een
ieder m.et eenige Kruid-nagels, en zo gy wilt met ve?fche oS-ofnbsp;lïï\'nn \' fntquot;
pels gefneden, en met wat Kaneel: Doet ze vervol-^ens in een m^^^nbsp;.quot;quot;c?
fp die wyze bereid zynde als tevoren by de kki aan^
Pfr^ behoorlyk/dikte heeftrdori\'elS^dan en ItIntVequot; ^^^^^^^^^^^
rot, ot m een Confituur-glas, giet\'er de 5vrooö over. en bewaqrr 7/- w^i^J.nbsp;^
drooge plaats tot het gebruik: Maar men moet zorg dragen dat de Noten wel mp^W
, op een
dekt blyven, ^om dat ze anders bederven. Men kan tot dien einde zuiVere ftukken van Levfteen\'^hoquot;
ven over de Noten leggen, om ze onder de Syroop te houdennbsp;ituKken van Leyiteen bo-
Zommige doen óe Speceryen, ah Nagels, Mufcaat, en Kaneel, fyn geftoten zvnde e^r-ft K,. H«.
Syroop, m het laatfte van het kooken, of in de warme Syroop, die men over de ^
|iet, dat ook met te veragten is^ want de geur en kr.gtei? écFspZ^nM ^
^^Indien men \'er een weinig Amber byvoegt, zal de Confedtie nog geuriger en hert-fterkender wor^
§. 15. Om de Notenm Honig te Confyten, dit gefchied ten eeneinaal op de zo eevengémeW^ w..
ze, alleen dat men, m plaats vanZm^er-^j-m/., gebruikt, die, door kokinr 3? .^r
en gezuivert is; dit is min koftbaar als met Zuiker, eeter niet mindernbsp;^
zo fmakelyk niet voor keurige Mondennbsp;^ ^ö^ei niet mindei deugdzaam3 hoewel m.allen
ik de .oebereidinjhier nie., LaVnbsp;^^^^ v^^rg
§. 17. De buitenfte groene Schillen j of de Bolftprlt;! nf.r Ar^f^«nbsp;tr
ne-, Wolle-, enZvde-
Stoffen, om daar aan ^ .^tt^Xnbsp;Verwers vah Lin-
Kift-of Kabinet-makers, en Schrynwerkcrs, S vee l om de K^bifet^^^^^nbsp;Irquot; ^^
werk, met fchone bruine Koleur\'te verwen en na NotUlen Ho^rte^^^^^^^
18. Het Hout en de Worte s dezer Bomen zvn zeer dienftio- pn wnv^f V
tyden en Gezellen bevonden te 2y„; evfn zo weink a^lt d.,? i\'quot;\'quot;\'\'™ ^ »°g gehoon \\l onze
e/kander (taande, malkander zoudè, hioderlyk Ty^en zo nlS iêTnbsp;^f
van zmide bederven.nbsp;\' ^ \' \' °nbsp;\'quot;\'«\'e, ten mmften een daar
ook de Kaftrnje-boom) beter zoude dra?en; w,„nee quot;dequot; dJ^bfaaf m« ^^^^^^^ \'\'S\'\'® quot;quot;quot;
Nux, Afinus, Muiier, fimilifüni lege ligata:
Hmc tria nil fructus faciunt, \'flverbera cesfans.
Maar dit flagcn zal den iVöfe-èoo?73 geenzints vruPthaarripr rmirpn r.«
baar is, en-deze Boom beklaagt zig met regc ov7r dezfof dL?^^^^^^^ hph^i r^^quot;
volgende Tersje uitgedrukt is:nbsp;^nbsp;dieigelyke behandeling, zodanig als in bet
f ■
Nux ego jun£to -oia, cumfim fine crimins
A populo faxis prcetereunte petor:
Ml ego peccavi! nifi fi peccare fatemur^
Annus. cultori Poma referre fuo.
VAN DE
-ocr page 130- -ocr page 131-ësch ryving txn be tta^êlnöfë-êöom. |#
\'AZELNÖTE-BOOM. Deeze Heefler-agdge Boom^ of Heefter,, word iri ver-
fcheide Talen genoemt: Ixi\'tNederduitfcb, Hazel-noote-boom. Hazelaar Klei-
_ „ neNoote-boom. Latynfcb, Corylas. Hoog-duitfch, Hazel-nufz-baum. Hazel-ftau^
de. Fraf?/i:,?j,Noifettien Avelanier. Coudrier. Engelfcb, Hasle-Tree. Deenfcb^
Hasle-Trje. Zijoeedfchnbsp;° j ynbsp;j *
De Vrugt zelfs heet in \'t Nederduitfcb, Hazel-noot. Latynfcb, Nux avellana Nux pontiea
■Nux prameftina. vel Heracleotica. Hoog-duitfcb, Hazel-Nufz. Franfcb.. Noifétt® Avelaine\'
B^ngelfcb, Hasle-Nut. Deenfcb, Hesle, Nod. Zweedfcb, Hazel-Nod.nbsp;Aveiame.
By de Botaniften voert deeze Boom de volgende Latynfche Naamen; Gorylus fylveftris C B
^in. 4T8i Tournef. Infi. jSi. Boerh. J. A. 2. 170.nbsp;- . « .
Corylus. Dodonris.
Corylus fylveftris. Lob.nbsp;- , . ,
Corylus ftipuh\'s ovatis obtufis. L/nn. É. Clif. 4.4.. Plor.fuec.yQ% Mat. m\'ed.^nt, Roy Prodr
§. 2. Daar zyii ook verfcheide zoorten vari dit Struik-of Heefter-agtig Gewas, die men in \'t al
gemeen onderfcheid in wilde cn tamme. Onder de tamme zyn de volgende de bekendfte.
1.nbsp;De Roode Lampertynfcbe of Roode Pit noot, ook Roode Baard noot geri\'iSLmt; dezeis middehnatis
gi\'oot, vry lang van ftuk en geheel in de buitenfte Schil of Bolfters bedekt ^ die ook fterk i^eiakkelc
^f gekartelt zyn^ waarom deze Noot Baard-noot heet: Haar Pit is geheel rood van buiten, en dé
Schelp, d-e ze bedekt^ is ook bruin-roodagtig^ en de Steelen en Bladen zyn ruwer als andere zoor-
ten.
, Daar is ook nog een verandering^ van de vorige in alles gelyk, behalven dat de Pit Wit is, ook
de Schelp in allen zo ros niet ^ wordende witte Lampertynfche en ook Celler-noot genoemt: Deze
twee zoorten Worden het fmakelykft van allen geagt en worden ook het eerft ryp.
2.nbsp;De Zeeüwfcbe, of Engelfcbe, ook Dubbelde Hatd-noot gtmemz-, is heel groot, kort^ rond-
vallig; en niet geheel tot aan het uiteinde met- dc Bolfters overdekt; voorts zeer dik en hard van
Schelp, dog vol van Pit, en zeer fmakelyk, draagt ook wel, en is defhalvén waardig «eplant te
borden.nbsp;0 0 r
3.nbsp;De Gmte Spaanfcbe^ Franfche of Lionfche Hazel-noot, deze is ook heel groot en rondvallig
gelyk de vorige, maar doorgaans wat oneffen of kantig, én niet zo vol van Pit, ook ondraatrbaar
«er, waar door zc van de vorige ondeffcheidcn word.nbsp;^
4.nbsp;DeTros-noot, aldus genoemt ^ om dat vele Noten 6, 7, g en zOmtyds m.eer iri éen Tros bf
lïialkander groeijen, daar de andere zoorten maar 2, 3 a 4 Noten by elkander hebben: Ze zyn matig
poot, rondvallig, en niet geheel gedekt met de Bolfters, gelyk de twee voorgaande, oofcnietzó
«makelyk.
5.nbsp;Turkfcbe of Conflaniinopelfche Hazel-nüot. Coryïus Byzantina. Herm. H. L. B. 191. Avellanapen-
tXinahurmlis. C.Fgt;.Pm. 415. Avellana Byr^antina. J. Bauh. i. 270. Corylus Byzantina alfisfima ^ maxi-
Boerh. J. A. 2. 176. Corylus ftipulis linearibus acutis. L, H. Cliff. 448. Roj. Prodr. 8 r. Deze
^oott vind men hier te Lande weinig anders als by de Liefhebbers: Ze waft in Turkyen, zelden over
drie en zes Voeten hoog, maar hier te Lande^ uit Zaad voortgekweekt zynde, word ze hoger, en
zelfs dikv/ils veel hoger en groter als de vOrige gemelde Noten; ze brengt\'i, 233 Noten by malkan-
der voort ineenBoIfter, diegroot^ dik, ruig en wollig van buiten is; deNoot is wel groot, maar
de Pit zeer zoet en aangenaam, dog met eeii harde Schelp overdekt.
§.3. De wilde, gemene of enkelde Hazel-noten j wasfen zo wel \'m Neder- als Hoog-düitfcbland,
frankryk, en elders, in het wild ^ in de Heggen eri in de Bosfcheri, en op vele plaatzen in zéér gro-
te menigte; ze zyn van verfcheide zoorten^ welk onderfcheid egter meeft beftaat inde lang- of
^ortFeid, groqt- en kleinheid der Vrugt, en dik- of dunheid der Schil, wasfende doorgaans in Tros»
^n by eikaar, als de voorgemelde Tros-mten (No. 4O: Het zyn diei welke men hier te Lande by
®enigte te koop vind, dewelke in die Landen daar ze veel in het wild groeijen, ingeoogft, en ver-
\'Volgens verkogt, en overal verzonden worden: Dezelve in de Tuinen geplaatft 3 verbeteren zeen
, §. 4. De iïaze/öar neemt met allerlei gemene, dog niet alle flegte Gronden voor lief; nogtans
•^cniint hy van Natuur de zandige, en drooge gronden, weshalven men ze by ons veel op de Sloots-
Gragts-kanten ftelt, Hy wil ook in wat befchaduwde plaatzen heel wel tieren, maar niet onder
andere heel grote uitkronende Bomen, waar onder hy bederft; gelyk dit blykt door deze ondervin-
ding , dat men die in het wild niet onder de grote Bomen in de grote Bosfehen gfoeijende vind ■
^aar wel in de kleine Bosfchen of Beemden en in de Heggen tusfchen ander;e Struik-gewasfen; en
zo hy nog al onder de grote Bomen groeit, zo zal hy nogtans daar zeer onvrugtbaar zyn: Hy vreelt
Wydèrs geen koude nog ongemakken des Winters, die hy wel tegenftaan kan.
§• 5. De Voortkweking gefchied op tweëderlei wyze, als i. en hooftzakelyk door affcheiirin^c
de by de Wortel uitgelopene jonge Spruiten, die zë overvloedig voortbrengen; welverftaande
•\'is de oude niet ver-ent zyn, moetende men tot dien einde, zo dè Uitlopers bovea de grond uitge-
lopen zyn, dezelve met Aarde aanvullen om Wortels te fpruiten. 2. Door Zuiging op de gemelde
^lUopers, of op de Uit het Zaad gewonne Stamtjes,\', door welke Zoging deNocen vergroot wor~
. Om ze van het Zaad te kweken, worden de Mten van de befte zoort, iia dat ze de Wiüter over
i^vogc Zand te meuken geftaan hebben, in het Voor-jaar in Greppels gelegt, gelyk de IVal-noten en
AajknjeR, dog wat dikker of digter, dewyl dezelve veeltyds met alle opkomen, en zo ze wat té
digt opgekomen zvn, kan men de overvloedige uittrekken.
ö. Te Snoeijen valt aan deze Boom of Struik niets, ten ware alleen hier of daar eenige gi^ote
-lakken, als hy naar oas oogmerk wat te wild groeide, als mede de Zuigers en de overvloedige Uit-
O inbsp;lopers;
-ocr page 132-5ö bëschryving van de hazelnote-boom.
lopers; zynde het de Natuui-van deze Struik, dat hy liever Struik-wyze, en zo als het de Natuur
opgeeft, quot;groeijen wil, dan cicrlyk gefnocit te worden, wanneer hy ook vnrgtbaarder is.
indien de Struik wat oud, en daar door minder groeijende en onvrugtbaar geworden is, zo m.oet
men die tot aan de Wortel toe afkappen (namelyk indien die niet ver-ent is, anders mioet zulks ge-
fchieden even boven de Enting of Ztiiging), waar door hy weder fchoon nieuw Hout maken en
vrugtbaar worden zal.nbsp;■nbsp;\\nbsp;anbsp;■
§. 7. Betreffende het.Gebruik der HrtzeZ-no^m, dezelve dienen, even als de Käßanj\'en, Oker-no-
ten, enz., tot Na-\'difch, verciering der Tafels, enz., ze worden by aanzienlyke Lieden het fma-
kelykli, en dus het meeft geagt, als ze, ryp geworden zynde, met de Bolfters op de Tafels ver-
fchvnen; gevende dit t\'effens quot;ook aan de Tafel zittende Perzonen een aangenaam yf/mz/me/jï, mee
die quot;zelfs uit de Bolfters te halen , en te kraken; zynde de verfche Noten ook gezonder als de droge,
ze quot;even een goed voedzel, en maken vet, dog vereifchen een gezonde iVfaag, dewyl ze wat hard
te verteeren zyn, inzonderheid de drooge oudeNOten; en wat te veel gegeten, veroorzaken ze
een ruwe Keel en Hooftpyn, enz.
8. Men kan uit de verfche of niet al te oude Noten, een Melk toebereiden, het zy met Wa-
ter of Melk, zynde dit laatfte beter; op dezelve wyze als te voren van de Amandels gezegt is, die
gezond en voedzaam, dog niet zo fmakeiyk is als de Amandel-melk, maar ze word zeer geprezen
voor Menfchen die met Graveel gekwek zyn, als mede die de Buikloop hebben.
p. Om deze Noten lang verfch te bewaren, zo doet m.en als te voren van denbsp;gezegt
is.
§. lO. Het dunne Schaafzel van dit Hout, word dienftig geagt, om dikke, trouble Wynen en
Moften, binnen 24 Uuren helder en klaar te maken, daar in geworpen zynde.
VAN
E MISPEL-BOOM. Dezelve heet in het Nederduitfcb, Mispel-boom. Mespeï-
boom. Neftel-boom. Latynßb, Mespilus. Hoogdtiiißh, Mispel-bäum, ofMes-
pel-baum. Franjcb, Nefflier. Engeljcb , Metlaar-Tree. Deen/eb, Mespel-Tr®.
Abe-röf. Zvoeed/cb, Mespel-Trse.
De Vrugt zelfs word genoemt in het Nederduitfcb, Mispel. Mespel. Latynßb, Mespilus.
Hoogduit]cb , Mispel o/ Mespel. Franfch, Neffle. Engelfcb , Metlaar. Deenfcb, MespeL
Zweedfch, Mespel.
By de Botaniften of Kruid-kenners heeft hy de volgende Namen.
Mespilus Germanica, folio laurino five Mespilus fylveftris. C. B. Pin. 435. Tournef. Infi. ^41.
Boerb. Z. A. 2. 256.
Mespilus vulgaris. Baucb. i. 6g.
Mespilus. Dodon. Lob.nbsp;. . ^
Mlespilus foHis lanceolatis integerrimis fubtus tomentofis, calycibu^ acummatis. H. Clif. iSp-
Hort. Upf. 129. Mat. med. 236. Roj. Prodr. 270.
2.nbsp;Daar zyn twee Hooft-zoorten van, als, njoilde en tamme, van deze vind men meer verfcheide
700\'rten, die in grootte en gedaante verfchillen, dog by ons worden voornamentlyk deze drie zoor-
ten gecultiveert, als, de Zoete-, Zuure-of Ampere-, en Spiegel-Mispel; waar van de twede zuurag-
tig van fmaak, maar de eerfte zoeter en aangenaam is, en de derde zoort verfchilt nergens in van de
eerfte, dan dat ze gladder en glinfterende van Schil is, inzonderheid als ze na \'t plukken wat gelegen
heeft. Dezetamjwe Vrugten zyn veel groter en gladder van gedaante en wyd-oogiger als de wilde, die
klein, ronder of langwerpig en ook zimrder van fmaak is, en de Boom is met Doorns bezet, groeijend®
op veel plaatzen in Duitfchland, Frankryk, Braband, en elders in het vvild, in de Heggen en Bosfchen.
3.nbsp;De Mispel-boom vnl in allerlei goede gronden zeer wel groeijen, en bemint het Vogt, wes-
halven\'men die in deze Nederlanden veel aan de Waters-kanten plant; hoewel hy op andere plaat-,
zen niet minder groeit. Hy vreeft geen Vorft nog andere Winterfche ongemakken, en geeft door-
gaans Jaarlyks vele Vrugten,nbsp;......
Men Plant \'er ook wel Scbeer-bèggen van, miaar behalven dat die met of weimg dragen, zo ftaan
ze ook niet zeer cierlyk.
§. 4. Dezelve word voortgeteelt door middel vannbsp;of Zuigmg op Quee-, Plagedoorn-, or
op jonge uit bet Zaad geteelde\' Mispel-Stammetj es, welke laatfte daar toe het iDcfte zyn, dewyl daar
op veel groter en ook fmakelyker worden: De Zaailingen niet verent wordende, brengen door-
gaans kleme, ftegte Vrugten voort, en- komen langzaam aan het dragen.
Men kan ze ook van Uitlopers kweken die goede Vrugten geven, te weten , als de Moeder-
Struik van goede .zoort, en niet verent is: Anders of Zuigt men op deze Uitkpers, die niea
overvloedig kan doen voortkomen door mJddel van Afkapping aan een oude Boom , omtrent de
grond.nbsp;.
Om jonge Mispel-bomen uit het Zaad te kweken, zo word het Zaad, zynde de Korls of zogenaam-
de Steenen, die men in de Vrugt vind, in het Voorjaar, na dat het de Winter over in vogt Zand te
meuken geftaan heeft, in kleine Greppels gelegt, ofop een Bedde gezaait, en wel diep onderge-
hakt: De jonge opgekomene Boomtjes worden vervolgens 2 ä 3 Jaren oud zynde, in de Entery
op I a 2 Voeten verplant, haar als dan de Pen-wortels ontnemende; en dus i a 2 Jaren geftaan heb-
bende, kan men ze Enten:. Wil men ze Zuigen, zo plant men ze by de oude Bomen, wanneer
ze bekwaam dik g-v/orden zyn.
§. 5. De Vrugten o^ Mispels kunnen niet eerft, gelyk bekent is, gegeten worden, dan na dat ze een
tyd lang gelegen hebben en week geworden zyn ; dan worden ze van zommige voor een lekkere Vrugc
gehouden, en nevens andere Vrugten voor een Na-gerecht of Banquet opgedifcht; dog andere hou-
den
TAB. xm.
:
BESCHRYVING vak D E M I S P E L - B O O M.
.^en ze voor wcfrsig fmakelyk, en dus in weiöig. Waarde, te meër,, omdatzê, aks ze weeken be-
kwaam om te eeten zyn , iiêt aatizien hebben, als of ze verrot waren; hét komt \'er zekerlyk hier
ïnede, gelyk met allerlei andere Vrugten, op dén Liefhebber aan, . ,
Men iegt ze gcwoonlyk, na het plukken, op of in het Strpo te meuken, maar dan moet men op,
letten, dat zulks verfch en niet muf of Hinkende zy, • om dat andérs dé Mispels een ftinkende geur
dSar van verkrygen: Men moet de Mispels ook in dte Herfft niquot;et té vroeg plukken, maar de eerfte
Vorft\'er een weinig laten over gaan, waar door ze fmakelyker worden.
6. Liet Hout van deze Boom is zeer hard cn taay, en\'dérhalven veel geagt cn gezogt, tot Mo^
len en andere Werken die hard Hout vereifchen. Het is ook een goed Brandhout.
. §.7. Daar zyn nog eenige Medé-zoorten van dit Gewas, die zomtyds in de Tuinen gekweekt
borden, als volgt:
I. De LAÄGE of NAANTJES-MISPEL , met roode Vrugten.
Cham.ffi-Mespilus Cordi amp; Cotoneafter folio rotundo non ferrato. C. B. Pi?t,
Cotoneafter. J. Bai^h. i. 73.
Chamae-Mespilus. Loh. , .nbsp;: \' ., ,
Mespilus humilis folio raali cydonise rotundo non ferrato. Herman, H. L. B. 424,
Mespilus folio fubrotundó, frut1:u rubro. Tournef. Injl. 642. Boerh. J. A. 2. 257.
Mespilus foiiis ovatis integerrniiis; Lmn. if. Cfo;^. 189. Flor. fuec, ^o^, Roj. Prodr. lïalh
Helv. 352.
2.nbsp;De LAAGE MISPEL-BOOM, met röode Vrugten cn gezaagde Bladen.
Cotoneafter folio oblongo ferrato. C. B. Pin. 452.
Cotoneafter forte, Gefneri. Cluf, H. amp;f Pann. .nbsp;.nbsp;^
Mespilus humiHs folio malo cydonise oblongo , ferrato. Herman. H. L. Ê.
3.nbsp;De LAAGE of .NAANTJES-MISPEL, met zwarte Vrugten.
Alni effigie lanato folio minor. C. B. Pin. 452.
Dyopfyrus. J. Baub. 1.75.
Mespilus folio rotundiore, fruftü nigro fübdulci. Tournef. Infi. 64.2, Boerh. J. A. 2. 257.
Amclanchier Gallorum. .I-oJ»,
Vim Id^z. Cluf H Pann,
Mespilus inermis, foliis ovatis ferratis acutis. Linn. H. Cliff. 189. Roj. Prodr. 271.
De NAPELSCHE MISPEL, Azerole genoemt.
Alespilus Apii fohi laciniato. C. B. i^ï». :4
Crataegus Apii folio laciniato.. Tom^f. Infi. 623. Boerh J. A. 2. 24g.
Mespilus Aronia veterum. J. Baub. 1. 6-j.
Mespilus Aronia. Dodon Lob. _ __ . _
Crataegus foliis cordatis acutis, laciniis acutis ferratis. Linn. H. Clif. 187. Roj. Aodr. 271.
8. De eerfte zoort, die roode Vrugteir of ßefien voortbrengt, welke naar de Haag-doorn Bë^
ficngelykenj dog groter zyn, groeit in de Gebergtens van iïoog-^^wf^/c/j/a/zi^, OngaHen, Ooßenryk^
Zissitzerland, Frankryk,, Zweeden^. en elders.nbsp;*
De twede zoort fchvnt maar een veranderng van de vorige, hebbende gezaagde Bladen, en groeit
-dezelfde Landftreken, dog word minder gevonden.
De derde zoort, die zwarte zoetagtige Beften draagt, groeit ook in de Gebergtens van de gemeL
de Landen, dog meer in dé warmer Landen, ah in Onganen^ Italien, Languedocq, Provence] enz.
De vierde zoort groeit ook in de warme Landen yan Frankryk en Italien, en inzonderheid in het
Konins-r.yk van Napels, Cicilien , en. elders. Dezelve gelykt veel, zo in de Bladen als Vrugten,
lïaarcie Haag-doorn, dog die in alle deelen veel groter zyn.
De Vrugten komen ook by Trosfen voort, en zyn, wel ryp zynde ■ fchoon rood van Koleur, en
aangenaam zoet, iets rynsagtig van fmaak; dog men vind in de gemelde Geweften verfcheide zoor-
•^cn daar van, aangaande de Vrugten.
. §. 9. Aangaande de Cultmir van deze weinig by ons bekende Ge^asfen^ dezelve kunnen hier te
Lande door Uitlopers of Inlegging voortgeteek worden: De drie ecrftgemelde 7. No. i, 2, 3.^
Verdragen onze Win ter-koude, op een warme plaats geplant ftaande, tamelyk wel, inzonderheid
de twee eerfte, maar de vierde, of de Azerole is tederder, kunnende geen Vorft, zonder te ver-
SaaUj (ioorftaan, weshalven dezelve van de Liefhebbers van vreemde Gewasfen in Potten of houce gt;
Sakken gehouden word, om ze\'sWinters in het Oranje-huis te overwinteren, en, om\'er Vrugten
^an te bekomen, dezelve Zomers tot dien einde in een Trek-kas voortzetten; hebbendé op deze wy-
ze voor dezen \'erin Duitfchland Vrugten van gezien en geproeft, die heel aangenaam van aanzien
Ji fmaak waren. Daar is ook nog een verandering van Azerole die dubbelde Bloemen geeft. Dog
quot;it zy hier genoeg gezegt van deze vreemde buitenlandfche Gewasfen, dewyl we hooftzakelyk
fragten te fpreken van zodanige die ons Climaat kunnen in de open Grond en Lugt vervelen, en daaf
benevens tot eenig gebruik in de Tümen en Huishouding dienen.
I.
quot;OER-BESIE-BOOM. Deze Boom word genaamt in het Néder duit l\'cb, Möcr-be^
lie-boom. Latynfcb ^ .Morus. Hoogduitfcb, Mml-heer-hmm. Franfcb, Meii\'gt;
rier. Engelfcb, Mulberry-Tree. Deenfcb, Morbör-Tree. Zvüeedfch, MuL
. bör-Trse.nbsp;. . ,
üe Vrugt zelfs heet in het Neder duit fcb, Moer-beftc. Latynfch^ Morus, Hoog duit fcb 3 MauL
^^er. Franfcb, Meüre. Engelßb, Mulberry. Demfch^ Morbör. Zweedfcb, Mulbär.
S\' 2. Hier van worden Vier zoorten gevonden, als;
58 B Ë S C HxR Y V I N G van de M O E R-B E S I E-B O O M.
Morus frudu nigro. C. B. Pin. 4S9- Tournef. Inft. 589^ Boeth. J. A, 2. 209.;
Morus nigra. J-Bmlo. i. 118.
Morus. Dodon.
Morus celfa officinis. Lob.
Morus foliis cordatis hispidis. Linn. H. (Jiff. 441. Kort. Upf. 283. Mat. med. 422-, Èoj\'. Prodr.
2. De kleine zwarte MOER-BESIE, met fraai gefnippelde Bladen.
Morus fruclu nigro minori, folio eleganter laciniato. Tournef. Inß. J89.
3. De WITTE MOER-BESIE.
Morus fructu albo. C. B. Pin. 459. Tournef. Infi. J89. Boerh. J. A. 2. 209.
Morus_alba. J. Bauh. i. 128. Lob.
Morusquot;Candida. Dodon.
Morus foliis obliqué cordatis. Linn. H. Cliff. 441. Hort. Upf. 283. Roj. Prodr. itt,
4. De KLEINE WITTE of PÜRPERAGTlGE M0ER-BE5IE.
Morus fructu albo minori, vel ex albo purpurafcente. Tournef. Infi. 589.
De eerfte zoort is weer onderfcheiden in twee veranderingen, als, met ronde en met lange Vrug-
ten of Bellen; zynde deze laatfte by ons het bekendft. Daar is ook nog een verandering van met
roode Vrugten.
De Bladen van de twede zoort Zyn kleinder en fraai gefnippelt; haar Vrugten zyn ook niet zo
groot als van de vorige eerfte zoort, en ook minder geurig; dog is by ons zeldzaam.
De derde of witte zoort heeft ook wat gefnippelde Bladen j terwyl ze jong en klein is, niaar ou-
der wordende, zyn de Bladen fcheef hert-formig en ingefneden.
De vierde zoort heeft kleine witte of wit-purperagtige Vrugten, dog is hier te Lande niet of
weinig bekent.
Daar is ook nog een Firginifche Moer-befie met lange dunne roode Vrugten, maar deze ziet men in
deze Geweftcn weinig anders dan by zommige Beminnaars van vreemde buitenlandfche Gewasfen.
3. De Moer-befie-boornhtcftz-YVicTiOOVïpvmg uit China, alwaar hy van zelfs groeit, dog meü
zegt,\' dat die nu ook in ïtalien in zandige gronden aan de Zee-kanten, in het wild groeijende, ge-
vonden word.
§. 4. Deze Boom begeert een goede, vette, losze, liefft zandagtige Aarde3 eri eeri warme
Stand-plaats; m vogte ftyve Klei-gronden wil hy niet wel groeijen. Meii bevind, dat hy in het by-
zonder ,zeer wel groeit, en goede en veele Vrugten voortbrengt in puinagtige en met oude Kalk
van oude Muuren vermengde grond: Ook dat hv by ons het beft riert agter de Huizen in de Ste-
den en elders, waar doorgaans een opgevulde grond is.
Hy maakt grote en vele ver- en diep-gaande Wortels, zonder veel Hair-wortels; kan onze Wiii-
ter-koude tamelyk tegenftaan, dog geen zeer ftrenge langduurende Vorft, inzonderheid jonge Bo-
men , waar door hy in fterke Winters zomtyds dood vrieft^ of ten minften zo zeer daar van gekrenkt
word, d\'at hy eenige Jaren kwynt, gelyk het laatft gebeurt is iri het Jaar 1740: Dog de witte zoorc
is wat harder als de zwarte, en kan de Vorft beter uitftaan. Men moec hem derhalven nooit anders
als op een goede, lauwe, voor Winden gedekte plaats, en in zodanige grond als boven gemeld is,
planten, kunnende men de grond, die zodanig niet is^ tot dien emdepn^pareeren , opchergelyke
wyze als te voren by de Druiven aangewezen is. En by aldieri deze Boom wel groeit, en niet van ■
de Vorft gekrenkt word, zo kan het een dikke, grote, uitkronende oude Boom worden.
Men zet die ook wel tegen de Muuren van Huizen en elders, daar hy zeer wel tiert, en fchone ^
j^rote, en wel rype Vrugten geeft, ook dus veel minder gevaar van de Vorft heeft; en dewyl hy
daar aan zeer fterk groeit en zig wyd uitbreid, zo moet men dezelve geen minder tusfchenruimte als
25 330 Voeten geven; gelyk men die, welke men op toj plant., ook niet te digt by elkander ftel-.
len moet.
§. y. Dt vermeerdering vün deze Boom gefchied door L^ff^rj-, af Inleggers ^ bedienende zig de
Pmtenicrs tot dien emde van dit middel, namentlyk, om een matig bejaarde Boom af te kappen,
die vervolgens veb^Sprmten uit de Wortels maakt, waar van zommige doorgaans van zelfs VVor-
die ook
„ .nbsp;.nbsp;,, ^^ , op een wat belchaduWde plaats
fteekt en vervolgens wel vogt houd: Dog dit gaat niet altyd zeker, zo dat dikwils maar weinge be-
wortelen.
6. Ook kan men die wel van hét Zaad kweken, maar dewyl dit zeer langzaam toegaat, en daar
en boven uit het Zaad doorgaans verflegterde zoorten voortkomen, zo word\'zulks niet gedaan.
By de voortkweking ftaat nog aan te merken, dat dewyl de jonge Moer-be/ien de Vorft minder als
bejaarde kunnen velen (§. 4.), het dan zeer nuttig is, dat\'men de jonge Spruiten en jonge Boomtjes
tegen de Winter nederwaarts tot de Aarde buigt,en met Stroö, of ftrooagtige Meft overdekt, ge-
lyk men dc P^ygen gewoon is te doen; of dat men die welke men niet nederbuigen kan, met Stoo
omwind, om ze alzo voor de Vorft te bewaren en in leven te behouden, tot dat ze wat ouder ge-
worden zyn.nbsp;■
§. 7. Te Snoeijen valt aan deze Boom. niets, ten zyhier of daar een ongeregelde Tak, om hem
zyn fchik te geven en te doen houden, als mede dorre en doode Takken.
§. 8. Deze 5oogt;7zfpruitin het Voorjaar het: laatft van alle Bomen, en niet eer dan wanneer hy ge-
voelt dat \'cr geen koude meer in de Lugt is, zo dat men na zyn Uitbotting doorgaans geen Vorft
meer te vrezen heeft; weshalven dezelve, metapborice, de wysfce van alle Bomen genoemt word,
§. 9. Aangaande nu het Haishoudelyk gebruik van deze,Boom; de Vrugt of de Moer-heften ^ te
weten, de zwarte, die heel vol- cn rood-zappig, zoet, of iets amperagtig zyn, worden van vele
als een aangename Vrugt gegeten, ook voor heel gezond gehouden, als ze wel ryp zyn, inzonder-
neid by heet Weer, want ze verkoelen zeer, dog ze geven weinig voedzel, zyn v/at zwaar te ver-
te erca ,
li
beschryving tan dê moer^besie-bööm. 59
teereoj eii véreifchcri een gezonde Maag, worden ook gezonder geagt voor dan ria deMaaltydc.
De IVitte zyn wei zoeter als de Zwarte, maar laf en walgagtig zoet en niet aangenaam. De voor-
gemelde katfte purpcragtige zoort, is zuuragtig en onfmakelyk.
, De Moer-hefien ryperCmtt alle te gelyk, gdyk de meefte andere Vrugten, maar fuccesfivelyk\'van
Julius of Auguftus af tot in September.nbsp;. „
§. 10. Indien men delang, tot in de Wmter, verfch conferveeren wil, zo kan zulks
gefchieden door middel van de Vrugten in haar, eigen Zap van andere uitgeperfte Vrugten, waar
in men Zuiker gefmolten heeft, te doen, en de Flefch of Pot met een Blaas wel digt toe te binden^
waardoor ze lang kunnen goed en eetbaar blyven.
§. i I. Dezelve worden bok vsrel geconfyt^ het vvelk gefchied op dezelfde wyze als hier na van de
Frambozen aangewezen word; en töt dien einde moeten ze niét volkomen of al te ryp wézen.
Men maakt ook wel een Rob of een G^/ró van haar Zap, op die wyze als hier na van de Aal-be-
fien gezegt word, welke Confytuuren heel verkoelende en verkwikkende zyn by Koörtzen en in
heete Zomer-dageh.nbsp;■nbsp;, .
§. 12. Men kan vari dë zwarte Moer-bejien ook een aangenaam roodLiqeur maken, dbor middel
Van dezelve op goede Brandewyn te zetten, waar by men Zuiker, en eenige Speceryen voegt, op
die wyze als vaii denbsp;gezegt is. ^ .nbsp;. -nbsp;,nbsp;^
§. 19 ï)e onrype Moer-bejien, zyh fterk t zaméntrekkend van ïtard, en dienftig, gedroogd zyri-
Öe, vöor Buik-loop, Bibed-fpuwen, en overvloedige Stonden, men Kookt ze töt dien einde in wa-
ter en drinkt daar van, waar by men wat Zuiker voegen kan ^ om de linaak: Daar Word ook tot hec
delfde eebruik een Rob of Svroóp (Diamorimftmplex) uit het Zap van de nog met ryp zynde Moer-
Hen, in de Apotheken van \'zommige Landen gemaakt. Een Decodtum of Afkookzel van de gemel-
de gedroogde onrype Befien, is ook zeer dienftig voor een zeere gczwollene Keel, daar mede ge-
4ls \'er Vlekken in hét Linnen of aan de Handen cn elders gekomen zyn, zo gaan die het
beft wï- ais men de plaats met onrype Moer-befien wryft, en daar na met Water wafchc.
S i^^^Men ze^t dat de jonge Hoenders fchielyk en zeer vet vr-örden van de ilfoer-Z/^yÏCT, in-
KOndeilidd van de witte ^die zeer ligt van de Boom vailen.nbsp;_nbsp;, , .
^ lö Het I-lout van deze Boom, dat van natuur hard en geelagtig is, word gebruikt om daar
öeriyk Kiftmakers-, Draaijers- en ander Werk-3 tdt Huislyk gebruik dienende en daar men lang
dienft vari hebben kan, van te niakeh.nbsp;- .nbsp;■ j v-j n •nbsp;^ =
^ 17\' De Bladen van deze Bomen dienen tot voeding van de Zyde-Spmners of Zyde wormen, eii
tyn het eenigfte voedzel daar dezelve alleen van kunnen beftaan, want van andere groente, die meri
haarby «ebfek van deze geeft, als by vooToeeldZalaad-, Netel-, Ype-bladen, enz., worden ze
ziek ën verfterven. Daarenboven zyn de Bladen van de witte zoort, die weker en zagter zyn, be-
ter tot dien einde als die van de zwarte. Daar worden in de warme Landen, daar de Zyde-wormen„
t^ verkrygen, veel gekweekt worden, gehele ruinen of Bosfchen vol van geplant^ niec
ten vrl de Ónderhoudefs of Eigenaars der gemelde Wormen, maar ook van andere, om de Bladea
tot her zelve «^ebruik te verkopen, waar van ze een goede winft gezegc worden te maken.
Moer^k-bovien; ik zal alleen nog maarzegpn, dat de Ondei^ouding dezer ^ram, en de daar
üoor ontftaan zynde Zyde-fahryken, hare oorfprong hebben uit Oma, alwaar men wil, aac de Zyde
cn derzci^e\'- \'yp^^rvl/i reeds voor meer dan £o Eeuwen bekent geweeit zyn, en van waar deze weten-
fchap in de Än vervolgens in Ägt;2gt;/z, Perfiien, Griekenland, en van daar emdelyk inteü
tydc van de Keizernbsp;gekomen is, en de Hiftorie zegt, dat twee Monniicen die ^Torm^«,
to die tvd, in FAJropa overgebragt hebben, waar van naderhand alle die Zyde-wormen voortgekomen
^yn, die thansnbsp;vervullen.nbsp;„ t. • ,nbsp;■nbsp;-r i .
Men leeft ook, dat zeker Koning vannbsp;, (welke Kötimg het geweeftis en waar ik hec ge-
lezen heb. is my ontfcliotcn) Op zyn Bruiloft hec eerft m Europa een p^zr Zyae Kouzen, als een
Stoffe van Koninglyke waarde, gedragen heeft. Nu zyn de Zyde Konzen en wdere Zyde Stoffen^
i^odaiL Smcen, zelf by de genfene Borgers, die de aanzienlyke cog al es na doen wii en, dat an-
dcrs goede Europefche Scoffen, daar zig onze Voor-ouders alleen mee dekten en oplcmkcea, wemi-
daar teticn Gerekent worden. Sic tempora fitc mores.nbsp;, ^ .nbsp;, . ,nbsp;, ,
% la Dit moet ik van deze Boor^ en t\'effens van deZyde-Spmn,rsmg, als een mogelyk nuttige
zaake a-rnmerken, dat, als men wilde ondernemen, nier tc Lande de geme.denbsp;aan te
vokÄn co^ verkr^^-ing van Zyde voor dc Fabrycquen, m navolging van andere met zeer ver afgelc
. \'\' . \'V ____ _____„aAcn-tpn nnlt;ä ppvpn 70 we a s indiel.anden yonHp l
iTirn om dit Voedzel in overvloed te verkrygen, tot dien einde in goede Zand gronden«
Bc^^ SSde kïïii\'ïipSS^ n, van jonge uit het of anders voórtgekWeckte Moer-befie-bomen]
dquot;\'ShS\'^SIc det tot grote Bomen laten opgroeijen, may Struiks-wyze houden,
ciot mickH vM ^^^ altemets te kappen, waar door men een^vervloed van fchone Bladen zou-
de krn i verkrv^ wegens de menigte der Scheuten en hare Takken, te meei- c^ew^d jonge fleu-
fii^\'e Bomen altvlp^^^^^^^nbsp;® ^^^ in goede grond ftaan). Maar,
4/Dêwylnbsp;die ftreng is, niet kunnen doorftaan, inzonder-
C\') Pfocopias in Goth. Lib. I. Mich. Glycas Annal. Part. IV.
-ocr page 137-Co B E S C II R Y V I N G V A N DE M O E R - B E S I E-B O O M.
hcid jonrc Bornen, of Scheuccn, zo wüde ik dezelve daarvoor conferveeren j op dezelve wyze alS
hic!\'voren \\ m Ac Fyp^\'-komen gezegt is, namelyk door dekking metiiaver-, Roggen-, Boek-wei-
ten-, of eeniji; an;1er Stroo, tegen de aankomende Vorft, na dat de Scheuten nederwaarts tegen de
Aarde gelegt zyn. Ik ben verzekert, dat die Scheuten daar door zouden voor de Vorft bewaart
blyven;\' cn\'zo het al gdieurde, dat die Scheuten, (het zy gedekt of Ongedekt, dog voornamelyk
m\'dit laatfte geva } kwamen te verfterven, zo blyven egter de Wortel doorgaans behouden, en
{\\-)raiccn in het vo eende Voorjaar weer nieuwe jeugdige Scheuten uit j als men de dodde Scheuttö\'
by rydts boven dc WorteUvcgKapt. . ,nbsp;,
Iemand zoude hier op kunnen zeggen, dat dit dekllt;en veel moeité cn kdften veroorzaakt, door
verkryging van het Stroo, enz.,, en beloning der Arbeids-man, maar hier op dient, dat, als men
zo willi-edencercn , by na generlei Cultuur der Gewasfen konde ondernomen worden , dewyl, om
v oordeel van eenige Planting te genieten, eenige mOeite en koften gedaan moeten worden, min of
meer, naar den aard der Gewasfen en de daar uit voortfpruitende nuttigheid op zyn tydt. En
Dit gezegde zyn maar myne fpcculatien, die my egter niec ondoenlyk nog onnut toefchynen, eri
ik ben\'verzekert, dat vele gemene Menfchen, jong en oud, een be.fi:aan daar by zouden vinden:
Het welk een zake is, waar op in iiet algemeen, en van de Regenten van eenig L.and in het byzon-
der, dient gezien tc worden, gelyk zulks ook in deze onze Nederlanden roemwaardig gefchiedi
Dog alle begin van een zake is zwa\'ar. Begeert iemand nader berigt over deze Stofte j quot;die gelieve
na te zien J. Aunaia l\'Art de cidtiver les Meuriers fifc. Hanau 1744.
i.nbsp;RAMBOZEN. Dit Struikagtig Gewas word in verfcheideTakh geiïaamtals volgt i
Nederduitfcb, Frambofen, Oök Hinne-befien. Xafvra/c/:;, Rubus Idaeus. Hoog-
duitfcb, Harbcer.\' Hinbeer.. Hindbeer. Franfcb, Frambofier. Engelfcb, Hind-
berry. FranboifeRafpis. Deenfcb, Hindebiir. Zweedfch, Hallon. Aker-bar.
De Vrugt z-elfs heet in het Nederduitfcb, Framboos of Hinbeer, Latynfcb, Fruéltis Rubi Idffii»
Hoog-duitfcb, Plin-beer. Franfcb, Framboife. Èngelfcb, Hihdberry. Frambóis. Deenfcb, Hin-^
debjïr. - Zweedfch, Aker-biir.nbsp;•
§. 2. Daar zvn verfcheide zoorten of veranderingen van, als:
T. De GEMENE ROODE FRAMBOOS.nbsp;.nbsp;.
Kubus Idscus fpinofus. C. B. Pin. 479. Tournef. Injl. 614, Boerb. J. A. 2. 160.
Rubus Ida?us fpinofus fruéiu rubro. J. Bauc/j. \'2. 59.
Rubus Idasus. Dodon. Lob.
Rubus caule ereciohifpido, foliis ternatis. Linn. Flor. Lapp. 204. H, Clif. 192. Rsj. Pfodr. iji\'
Rubus foliis quinato-pinnatis ternatisque, caule hifpido. Linn. Flor. fuec. aqS. Mat.med,2£2.
2.nbsp;De WITTE FRAMBOOS.
Rubus Id?eus frudlu albo. C. B. Pm. 479. Tournef. Infi. 614- Boerb.J\'. A. 2. 160.
Rubus IdEEUS fpinofus, fruftualbo. f. Baub. 2. 59.
3.nbsp;De. FRAMBOOS ZO^^DER DOORNS, ook Boks-befie gmasLmt.
Rubus Ida:us Jaïvis, C. B. Pin. 479. Tournef. Infi6i4. Boerb. A. 2.
Rubus Idseus non fpinofus. ^ Bauh. 2. 60. ,
Rubus hircinus. Tabern. . ,.....
- 4- De AMERICAANSCHE FRAMBOOS, van Com/fMx.
Rubus odoratus, Corniiti. Canad. 149. Tab. 135. Tournef. Infl. 614.. Boerb. A. 2. 60.
Rubus caule inerme multifolio multifloro, foliis palmatis. Linn. H. Clif. 192 \' Hort\' Ut f. 133^
Roj. Prodr, 274.
Van de eerfte of gemene zoort is \'er nog een verandering, vv^elkers Vrugten iets later aankomen
en iets donkerder rood van Koleur, maar niet minder fmakelyk zyn.
De twede zoort verfchilt van de eerfte alleen daar in, dat de Vrugten wit of iets geelagtig-wic
zyn; ook is dezelve zoeter van fmaak, dog word minder geagt, buiten twyffel omdat deKoleut
niet zo oogzfenlyk is.
De derde zoort gelykt veel na de voorgaande zoorten, maar heefc geen Doorns, en de VrugC
valt groter en iets zuur- of ryns-agtig, dog niet onaangenaam, maar is liier te Lande weinig bekent.
De vierde of Americaanfche zoort gelykt ook aan de voorigc ccrftc zoorten, maar de Bladen zyn
niet zo van elkander gedeelt; heeft ook geen Doorns, en de Bloemen zyn groter, roodagtig,\'
zeer welruikcnde; dog de Vrtigt word by ons zelden ryp.
3. De eerfte zoort groeltveel in Hoog-duitfcbland, Frankryk, Engeland, Braband, enz.,
de Heggen en Struikenop bergagtige plaatzen. De twede en derde zoort groeit mede aldaar, quot;dog
zeldzam.er; en dc derde, zoort hooftzakelyk in de ruwe Gebergten. De vierde zoort is uit America
uit het Landfchap Canada tot onzent overgebragc.
§. 4. Ze willen alle in allerlei goede vette gronden en die wel bearbeid zyn, zeer wel groeijen^»
beminnen liefft een wat fchaduwagtige niet al te hecte plaats, en verdragen de Vorft en andere
Winterfche ongemakken zeer gewillig. Dezelve worden doör de Uitlopers of Wortel fpruiten g^\'
makkelyk voortgezet.
§. 5. Men plant ze Rcy-wyze hier of daar in de Moes-Tuinen, of elders y op een afgezonderde
plaats, het zy in enkelde Reijen; of twee Reijcn op een Bed, van 435 Voeten breed,quot;de Reijen*
en de Struiken in de Reijen, 3 a 4 Voeten van malkander. Dus worden ze ook wel in de Moes-
Tuinen Rcy-wyze langs de Staketeen of Muuren aan Paaltjes , op die wyze als de Wyngaard in
Duitfchland geplaatft, 334 Voeten van het Staket, eh 6 a 8 Voeten van elkander, op welke wyz\'^
ze zeer wel tieren, en aan de Espalier-bomen geen hinder doen.
Uen
-ocr page 138-beschryving van d e F R A M B O ^ Ê N. 6t
V Men zet ze ook wel op de n^ord-zyde der Staketten, (waar tog anders niets wel tieren en ryp
Worden wil), en daar ze zeer wel aarden en rypen; maar zo ünakelyk met worden als op een beter
De Ra^nhrzen fbraiten alle Jaren veel nieuwe Loten of Spruiten van 4, 5} ö Voeten hoog-
tequot;uit de Wortel, we1ke,hct volgeodejaä.j-Vrugten geven en dan verfterven, derhalven moeten
deze verftorvene Loten jaarlvks in de W^inter ofm het vroege Voorjaar d]gt oy de Wortel wegge
bygeilokenfe Paal met n^üUge Tienen aangeoonclen woraen. Uie, we Ke m Keijen cngf l _
fenderen P\'eplant ftaan, kan men ook Hegs-wyze, aan een dwai^s Latwerk valt bmden, aat aan ee-
liige PaaltieL i^ ä 2 Voeten boven de Aarde, langs de gehele Rey, vaftgefpykert is^
7 Men plant doorgaans 2 a 3 jonge Spruiten byelkmder, ora_ te eer goede Bosfchen te ver-
• Wvders moet\' men bezorgt wezen,, om de Struisen jaarlyRs j or. ten minften om de twee
Jai-en inde Herfft of vroege Voorjaars tvd,.mef ^oede otide vergane Meit tebemcften, waardoor
2e meer Fgt;n P\'roter Vrugten geven; wordende de Meft, maar even met de boven grond wat; omge-
i-oert Öok moet mcn^bedagt wezen, om, wanneer deze Struiken 5 a 6 jaren geftaan hebben, an-
dere ion?e te planten, dewyl de oude na die tydt verminaeren en flegter Vrugten geven. • :
De Wortels dernbsp;lopen ver. in de grond , en ipruitcn dikwils yer van de Struik; dog
Welkenbsp;indien ze hind^ndyk zyn, ligtelyk door middel van afltekmg der Vvortel, of uit-
\'f 1\' De «ï z^^nSeer aangename Vrugt, om rauw uit de hand te eeten, en de Tafel
daa^ mkp?e v?rcie^en, hebbende een byzondere heflyke geur die aan haar alleen eigen is,en.ze
verk^en ^ei-, maar men moet zorg dragen^ dez^enbsp;-^te t r . ^
-i O lyQFr^,mbozen ^Noràm ook Deelnbsp;net weu. ucii yeieLucu up uc.c wy^^: x^^aic
een ^o^d iedeeI e uitgeperft Zap van Frambozen, kiat het een paar dagen ftaan en doet dan het dunne
va\' Sr^ hn^ -^f • vervolgens doet by dit Zap twee; delen ZuiKcr, kookt het op het Vuur,
frlïni-nrnbsp;het CH laat het verders koken-tot dat het een Svroop zo dik als. dunne Honig
m S deze\'sl^ocï over verfche, befte, uitgezogte Frambozen, en bewaart ze dus
toeSmaakt • en als de Syroop na eenige tydt komt. waterig te worden zo moet men dezelve af-
gieren^op het nieuw tot gemelde dikte koken, en dan weer over de Frambozen gieten. ;. . _
Daa • w?rd ook een Roob of Geleé van het Zap gemaakt, dog zeiden daar van a leen, maar m ver-
wengina met roode Aal-befie-zap, weshalven ik de befchryving daar van z,al iparcn tot de volgende
verhindelin-vande^W-k/^n. Zal alleen nog zeggen, dat dezenbsp;zeer. dienftig zyn
om zieke Menfchen te laven en te verfterken ; ze verkoelen zeer m heete Koortzen, en vermeer-
\'^T^i^Wifk quot;ènasnaenaainc Uquer bereiden, zo neemt xyipcFrambozm^ doet die in een Flefch mêt
ï\'öamp;e kiritis Vini of Br andemyn, laat dit in de Zon, of opeen ander lauwe plaats een tydt,lang
rtaarditireiïn iSt ^-al dan zeer aangenaam wezen wft^men \'er wat Zuiker eernge Krmd-nageb
en ân ^eim quot;Lnednbsp;hetzal het niet bederven, maar geuriger maken. MenniaaKtdit
WooT vel riet ve^^^^nbsp;vm Mor elle-Ker zen, dat ook aangenaam word, en mdien men het
S n^nbsp;.«..Jtoebeïeid, dat, behalven andere Medi^
cimale ^etouiken^ zee?verkoelende en dor%verflaande byKœrtzen en m hete tyden, waar van
nien z\'ig\'ïn he bwonder met veel nuttigheid bedienen kan op Reizen-m.de Zomer-dagen a s men
dikwils iïcea andere Drank dan Water verkrygen kan, zynde voornamelyk\' zeer goed en fmakelyk,
als het op de volgende w3^ze vermengd word:nbsp;o quot;nbsp;• ?nbsp;^ a ■
k Sal efient Rub ïd. 2om. Tart. ppt. i onc, Cinnam. Sem,. Foemcul. Fiaved. Pom.
\'citr.\'aai onc. Sacbar. alb. 12 onc. M. F. pulvis fubtilisfimus. . ,
Van dit Poeijer doet men één Lepelvol of meer onder i a 2 Mengelen (dat is arca 2 a 4.i^ona ge~
^vigcsj goed Water, en men giet het uit een glas, in het andere wel door malkaar, zo zal het VVa^
fchoon het \'er wat troebel uitziet, heel geurig, verkolende, ververfcnende en ook naet on-
^T\'Ït zal niet ohhut zvn, omàeprœMratie van het gemelde ZowHiier by tevoegen: Perfteen
md\'cô^^^T^i^boze/, filtreert het door Vloei-mpier en kooKt het_ daar na zo
ftnlnbsp;tot d?t^èr eerVfes opkomt-; zet het dan in een koele kelderzo zal zig het M aan
de Lme fvirh^r^^at aanzetten het welk men moet vergaderen, \' het overige Zap afgietende, dat
\'^en dan ve^vokens wSfop^ wyze koken, en dan in de Kelder zetten moet, zo zal ^er op
hetquot;„ieu J wLnbsp;welk men ten laatften by het andere vergaderen, en wel drOo-
^\'VitUen maakt ook een Eddk van de FVainhozen döor middel-van die Vrugten ,m befte PFyn-
te doen en een tydt lang in de Zon te laten trekken, die zeer fmakelyk word.
, §. 14 Nu\'moéfi tenlaatle^nbsp;aanmerken, dat men deze Vrugt ook vervroegen
^^n, door middel van dezelve in de Herfft in grote Potten te planten, en daar na omtrent Nieuw-
jaar in een SrS kis of in een hooge Ruit-bak te zetten, en vervolgens met te lugten ^ te bevogti-
gel enz wd ofte paszeS ; op 5elke wyze ik deze Vrugten Cvan de gemene roode zoorrj ver-
fcheide jlV\'en zier ^yvoe^S fc^nd en April fchoon ryp, groot en fmakelyk gehad heb;
d^t in dat Saifoen zeer vermakelyk en aangenaam te zien is.
BESCHRYVING van de BR AM BOZEN.
E BRAMBOZEN Dit Struik- of Heefter-agtig Gewas word genaamt in het m
\\ Mmfcb ook Bram-befien of Brommel-befien. quot;^Latynfcb, Rubus. Rubu vulLfr
De Vrugt zelfs heeft gelyke benaminge.
§. 2. Daar zyn verfcheide zoorten van dit Gewas, als -
_ I DE GEMENE GROTE ZWARTE BRAMBÖOS.
Rubus vulgaris live Rubus frtóu mgro. C. B. Pin. Tournef. M. 614.. Boefb ^ A o r^n
Rubus major , fructu nigro.nbsp;2. j?.nbsp;-outru. j-.
Rubus. Doc\'on. Lob.
Rubus cauIeacLileatOj foliis ternatisacquinatis. Linn. H. Gif. 192 Roy Prodr 270
Rubus niinor. Üodan.
Rubus reptans. Lob.
Rubus cauleaculeato refleioperenni, foliis ternatis. Lim. Flor. Lmp. aor
«--vi^\'.o. noJ.Froär.
Rubus fpinofus fohis amp; fiore eleganter laciniatis. P. Tourn. 614.
Ruuusnbsp;P\'ukn. P,y,o,r. c. :o8. fig.
Rubus vulgaris fpinis carens. H. R. Par. Jona. H$rt
Rubus non fpinofus, major, fructunigro. W/ \'
rÄfbbj-ynbsp;l^if
ter-koude gen,alckelj^i; dooramp;an, en woJden \'an detelf r fof
of amperbeid vermengt, ook niet onaangenaam . inLnderheid di k fine °öÓrt cfifnbsp;Zquot;\':
beide zeer verkoelend en verfterkadnbsp;quot;nbsp;\'quot;^k^n, zynde
duiker , een IVyn. op die
6. De eenjarige lange Ranken ofRvzen der Nr^m
dezi en gene dmgen
haL\'ddÄidTLlllJ»nbsp;menige ^.einige woorden, wegen.
Cham. \'ruP^s J^ifSirFifnbsp;^
Chamaï-morus. Raj. fyn.- 3. 260.
Rubus paluftris hLiiniiisquot;. Tournef. JrM
C;iama;ir,orum Norwegica. ClafW\'ft
^-pp- -8. tab.^. flg. z. Ä a^
Rubus folns fixplicibus caule imifloro, Linn Flor fvrr Jr,,, .j
2. de lage drle-b\' amgf llinnni af t\'\'\'
Rubus humilis flore purpuïeo lïS fef fl^T^f ^hnbsp;Aard-befle,
POlycocco, Rub.
Ruta caule unifloro, foli.s ternatis. Linr.. Flor. L.pp. tab. 5. fig. H. Cliff. Roj.
Cham. rÄkWfnbsp;BERG-BRAMB003,
Rubus
Jb
-ocr page 140-/
-ocr page 141-BËSCHRYVING VAN DE E R A M B O Z E H.
kubus alpinus humilis, Baub. 2. 61. Tournef. Inft. Ö15, Boerb. A. 2. 60.
Rubus faxatilis alpinus. Clus, Pann. Hifi.
Rubus caule repente annuo, foliis ternatis. Linn. Flor. Lapp. 206. Roj. Prodr. 274. Hall. HeIv
■ O A A .nbsp;*
vugie piaiuzeii, maaxc jd^iiyK^ ui_L uc vvurcei, nieuwe Spruiten, en brengt maar 2 a q Bladen
en maar een Bloem aan het boven-einde van elke fpruit voort, waar op een Vrugt volgt; by na
van gedaante en grootte als del/o^r-è^ ryp zynde, geeiagtig van Koletir, week, en fink-elyk!
g met zo zuuragtig-alsdc eerftgemelde zoorten a- 2.j. Men Confyt deze Vrugten in de gemeMe
■banden, en men prvft ze zeer voor de Scheurbuik.nbsp;°
De twede gemelde zoort (§■ 7- No. 2.) groeit ook in de gemelde Geweflen, als mede in Mo/co-
en elders, tleeft drie Bladen aan een Steel by elkander, gelyk de Aard-beftSr en bvÊ\'t
JOK maar een Bloem aan het boven-einde der Spruit voort, die pulperagtio is waaf^^^^
jo gt van gedaante als
^^len maakt m de gemelde groei-plaatzen \'er een Syroop en roode Wyn van, die men dair vpf! ilr
De derde zoort (§. 7. No. 3 J groeit ook in voorheen gemeldb GeVeften, als mede in rw^^w\'
f\'^itzerlaiïd, en elders, in de Gebergtens en Bosfciien, brengende 2 a 3 drie-biadio-e BlaS t\'X. V
^e Wugt is van grootte als een Fram- of Bram-booze uit 4, 5 a ö Befien te zaaien geamp;ld ^ nin J
^sn.Koleur, en aangenaam van fmaak.nbsp;\'nbsp;\' \' ^^-johooq
§. 9. Deze Gewasfen zyn by ons zeldzaam, en worden weinig anders gecultiveerd dan in de Mf
■J^yn- of Academie-Tuinen , maar men heefc bevonden, dat ze^ in onze Tuinen geplan^ wonl-nde
niet wel groeijen willen, en nooit of zelden Vrugten geven; inzonderheid als ze op ai te fterilt;|
j^on ftaan, beminnende de lommeragcige plaatzen, ,en .een zandige grond, om Vrugten voorc \'te
PJ\'^ngen. Begeert iemand meer berigt van deeze Gewaflen, die\\an te regte rSven in I-IN-
i^/ora Lapponica.
Deze worden ia verfcheide Taaien genoemt a]«
.. . in \'c
Johannes Drui-
Flor. jhec. 198. Aoj.
AN DE
AL-BESIEN.
Nederduitfcbnbsp;. ,..... —tu uui
ven. Latynfcb,- Ribes. Ribefium. Groftulariarubra vel tran^mirmanbsp;vr ? -
St. Johannes Trauben. Sl Johannes Beeren.nbsp;G SS e J^^rTl^
fWdb, Corents. Baftard-Corents. led goos Berries. Deeißb, R%s S Hans äer
^\'fedfcij. Winbaar. Reps. Rips.nbsp;-/ . p . xaans o^er.
S- 2. De Aalbefien zyn van verfcheide zoorten, als,
1.nbsp;DE GEMEENE ROÖDE AAL-BESIE.
^i-ofililaria multiplicis acino, five non fpmofii hortenfis rubra, five Ribes oftlcinarnm C
Pin. Tournef. Inft. €^9-nbsp;-nbsp;\' quot;
vulgaris acidus ruber. J. Baub. 2. 97. Boerb. H. 2. 254.
^jbefium fructu rubro. Dodon,
{;gt;\'bes Arabum. Lob.
^^ibes inérme planiüsculis, racemis pcndulis. Linn. H. Cliff. 8r. Flor. fuec. 197. Mat md
ö9 P\\:oy. prodr. 270.
2.nbsp;DE GROOTE ROODE AAI.-BESIE, met roode Bloeizels.
. JfJ\'OiTularis hortenfis majori foilo amp; fru^u rubro. C. B. Pin. ajs. Tournef. Infi 6r,Q.
J\'bes flore rubente. Baub. 2. 98. % A. 2. 254.nbsp;J J óv
^iDes amplioribus foihs amp; majori fi\'uau. Cluf. Hiß. 119.
3.nbsp;De WITTE AA.L-BES1E., ,nbsp;,
Vfosfularia hortenfis fruöü Margaritis fimili. C. ß. Pin. 455. Tournef.. Infl. 640.
\'vibes vulgaris acidus, albas baccas ferens. J. Baub. 2. 98 Boerb. J. \'A. 2quot;. 254.
4.quot;Denbsp;LYF-KOLEURDE of BONTE AAL-BESIE.
^fosftilaria fruftu albo, acinus rubentibus. Herin. II. L. B.
fruflu rubente. /^ji/go.
p T. De KLEINE AAL-BESIE, door gams Korinie-boorn genoemt,
^J\'osfularia vulgaris frutlu dulci C. B. Pin. 459- Tournef. Inft. 640.
g!-pes Alpinut dulcis. ƒ. Baub. 2. 98. Boerb. J. A. 2. 254.
^ibes candidioribus foliis.
Jlfes minor fruöu rubro. Hort. Eyft-
^^oes inerme, floribus planiufculis racemis ereais. Linn. H. Cliff. 82.
Prodr. 9-0
knbsp;De ZWARTE AAL BESIE.
^Fosfularia non fpinofa, frudu nigro. C. B. Pin. 455. Tournef Ind. f)40.
^loes nigrum vulgodiftum, foliöolente. y. Bauh. 2.98. Boerb. J. A\'. 2. 1^4..
nigrum. Dodon. Lob.
Kibes inerme fioribus oblöngis. Linn. H. Cliff. 269. Flor.fuec. Z96. Mat. med. öoo. Roj Pmdr
^ff^üG eerfte of roode zoort, die het gcmecnft is, zyn twee veranderingen, ,als t M^falli^
Vrugt-fteelen, welke het ftnakelykft bevonden worden, dog deze veranderi^nquot; komt
alleen door dc goede natuur des Gronds vOort. 2. , Tros-Aal-befte, deze verfchilt met van
gemene, dan daar in dat de Befien rondom dc Hoofc-fteel Tros- of D\'-uifs-wvzc «^roeiien
64
BESCHRYVING Van de AA L-B E S i E N.
r)^nbsp;-yoort is hier te Lande weinig bekent,- maar word gezegd.grote Befien,, als Hazel-n!?o-
voort te brengen, men moet zé dérhalven niet verwarren met onze gemene roode
zoort H-c in een ï^oedc grond\'croter als gemeen worden kan. Daar word by zommige Botanillen
ThStu Kcz. mef. amp; aUa) obv gemeld van een (Engelfcbe) Jal-befie-boom, met Kruis-befie-bladen,
maar die i.^onsónder die naam niet bekent geworden. .. , ... . , , ...nbsp;,
Qe derde en vierde zoort zyn by ons bekent genoeg, dog inzonderheid de derde, om de ver-
^\'^ile^A\'fde zDon heeft vleine Bladen eh kleine Vragten, en Vrugt trosfen dië regt over einde
fcT ■ doquot;\'men ziet ze weinig.nbsp;.nbsp;... . •,
\'De zesde zoort is by ons ook bekent genoeg. Daar is een Virgmiiche zoort van, dog die by ons
noo-wtiniïï bekent is,nbsp;,nbsp;.nbsp;. . 1 , gt; 1 ■ i ,-i
Vooi-ts zo zvn \'er eenige veranderingen, zo wel van de roode als witte Aal-befie, als mede van
de 7:os.cnm\\m\\h Kori;ite-boom, die geel-of wit-bont\'ë Bladen hebbèn, welke alleen uit Liefhebbery
ackv/eekt v/tfrden.nbsp;. , .nbsp;^^^ nnbsp;i - \'nbsp;-i
(i O Aan\'^aande de natüurlyké grbei-plaats dëzes Booms of liever ileeflers; daar groeit een wil-
de roode zoort v;m Aalbefié in Èoogduüfcblmd, Zwitjerlmd, Frankryk, Êngeland.en elders, m
de Heggen en BöiTchen, die kleine zuure Vrugten voortbrengt, maar waaruit buiten alle twyr-
fei, alle de aiïdére Tuiri-zoorteh door de cultuur vdprrgekoraen zyn. , . . ., .nbsp;■
De kleine zoort, of zogènaamdéKorinte-boom 2. No. 5.) groeit dok ih dezelfde Geweltens
maar in Bers-agtieeolaatzen.nbsp;.nbsp;«nbsp;— - «
D\'^\' zwarte\'Aalbehe (§ 2. No. ö.) groeit ook hier en daar in de gemeWc Geweften,. en inzon-
dcrhoid\' ook in de Nooi-dlyke Landenals mZ^eedèn , Noorwegen \\ Lapland, enz. . • • ;
^ \'4 De roode, inzonderheid de grobte Aalbelien met geele Steslm, en de Tros-Aalbejten%
w^r\'^^ \'tmecf- ■■■\'east,\' vervolgens de wüte die heci zoet zyn; de bonte of lyf-koleurige zyn ue
^Xy^c -an fpivak, en blyvêü \'t kleinfl:: De Korinte-böom woM alleen uit Lief hebbery geplant ^
omd-\' hc-\' door de eultüur een cierlyk Boomtje kah woi-deri. De zwarte Aalbefien hebben weim»
beminnaarsom ze te eeten, weegens\'haar Hinkende reuk en fmaak; hoewel deezê en geene N\'^en-
fchen\'die nos wel gaarne luften.nbsp;t^
€ T De f^Voo\'-- of kleinheid der Vrugten, hangt ten eenemaal af van de hoe ^anigheid des gronus 5
als mede van de jeued des Booms, zo dat de groote, en kleine, ^m. ieders zoort, eigentlyk gep ver-
frhillende zoorten zyn. Men moet dertelven, om groote Befien te hebben, de grond wel bemcs
ten en-ulks alle laren, in de Herfft of m het vroege Voorjaar; ze begeeren ook liefil een zandag-
tige of andere losfe, welgerocrde en bearbeide grond, en verdragen de felfte koude des Wintel^
gefchied op twedefhande wy^e\', Aöor Xjitlopers en door dög meeft
OD de laatfte wyze, dewyl ze gemakkelyk bewortelen, en dus betere Vrugten geven, waar toe
men de zwaarfte en langfte Loten cn van zodanige Bomen die de,befte,, grootfte Vrugten geven,
vp-\' iczen móet die men omtrent een halve Voet diep in de Aarde fteekt. Het is ook beft dat men
de Loten fteekt ter plaatze daar ze zullen blyven doorgroeijen, zonder te verplanten, waar door
heter en langduriger Boomen worden, dog als men ze verplanten moet, zo zyn ze daar toe hoe ]0U
Ier hoe beter. Ze willen ook beter Vrugten geven op Stamt]es als op Struik, weshalven men
hng-n of Botten vaiï de Loten, öan het benedenfte einde dat in de Aarde komt totin het Hout mo^
i=-fnvden, eh alleen maar verfcheidé öogèn aan het bovenftè Taten, waar door voorgekomen wora,
ff\'i «een Uitfpruitzels omtrent de Vv^ortel maken.. De Steking kan v.érrigt worden zo wel m
Herfft als in het Voorjaar, en moet gefchieden, gelyk gezegt is, in een goede, vette, en losi\'^
Men kaft ze ook wel vafi het Zaad, oh\\e Korls die in de Befien, gevonden., worden, voort\':
teelen,- het welk uit de befte Befien vergadert, gedroogt, en daar ria ih het volgende Voorjaar, ^
dat het te voren eenige tydt in vogt Zand te,meuken geftaan heeft, in ceh goede grond gezacu^^
word en de opgekomene\'jongfS B\'omen, na twee Jaren grbeijeös, verplant, en de Pen-wortels.ge-
kort wo\'-deT\' dög dit word weinig gédato,- dewyl het larigzaaiti toegaat eer men Vrugten verkrygt»
pn dezelve rneefïtvds heel flegte zoorten zvn; hoewel als de Liefhebbers de moeite doen wiWen,
om ze van Zaad te kweken, daar uit by geluk wel eens een byzondere goede zoort,, beter of n^-
srróte^ als we tot hier toe hebben, voortkomen konde, gelyk alle de goede en byz-onuere zoor su
v?nallerlei Ooft-vrugten ; mz. i öp die wyze uit hec Zaad hareri Oorfprong hebben. . ^
l q Het Snoeijen is aan deze Heefter öok zÊer noodzakelyk, zo wel om dezelve langei haai
klit te behouden, als groter Vrugten te verkrygen; dog deze Snoei-wyze is zeer hgt, want m^
iWft maar ds zwiarfte Loten tot op3, 4 ct 5 Oogen inte korten, en het clunne, flegte, ^Is mea
het overvloedige en ondeogence oude Hout, .geheel weg te fnoeijen; veroers wat op het fchik cit
Kroon a-t gevende, dat dezelve, cicraads-halven, wat rond word : Dog de zwarte zoorc.mo^^,
wat lanser gefnoeit worden, om dat ze anders minder draagt. De Snoei-tydt is, gelyk met andei
Vruo-t-bonien, van de Herfft af tot het Voorjaar toe, maar egter m deze laatfte tyd met al te laat-
\'Men kan de Loten van deze Struik ook wel in de Zomer, wanneer ze een tamelyke lengte verki
pen hebben,-korten, maar dit is haar niet zeer dienftig, ten ware ma^ era weinig aan de Toppen»
in l-^t bvzondefe moét meri die Loten niet korten, die men denkt te Steeken tot Voortteeling.
k 0 Van de Aal-befien worden ook wel laage Heggen geplant, die met, de Scheer geknipt wor
den maar hier van moet men geen of weinig Vrugten verwagten ; ook ftaan ze met zeer fraai-
10. Wil men deAal-mien, fe weten de Vrugten, laat m hec Ja^^ bmten de ordiraris ty^^^^
he^en, welke inde Maandnbsp;is, zo plant men ze cegcn Huizen of Muuren, dieophetNoor
den of Noord-oofkn zien, en leid ze daar by op, gelyk zndexe Fspalier-homen, alwaar ze veel lat^
aankomen, en hn^er, dikwiis tot in de Herfft toe, duuren, dog worden daar aan met zeer ünaKt^
A
Ivk, maar blyven zuuragtig en klem.nbsp;,nbsp;.
kan ze ook wel aan Muuren en andere Espaliers, die wel op de Zon geexponecrt, dogm .
al te braodend zyn, (zynde zuid-ooft) hier of daar planten, en daar by opleiden, en waar aan^-^^^,
BESCHRYVING v An s e A A L- B Ê S I Ë N. 63
feeer goed worden, dog dit word weinig gedaan, om dat raeö die plaatzen liever tot andere Vrugten
Tmcrt.nbsp;.
II. Wat nu aangaat het gebruik der Aal\',beßen, dezelve zyn, wel ryp zynde^ een heel aan»
.^eßanie, geurige. Iets amper- of rynsagtig fmakendé Vrugt, inzonderheid als ze met wat witte
duiker gegeten worden, die in dc warme Zomer^dage.h zeer verkoelt en verkwikt, ook voor zeer
v£;ezond gehouden word, hoe veel en op wat tydt van den dag men die ook eet, het zy voor, by
w na de maaltydt, als ze maar wel ryp zyn. Ze zyn zo veet tc meer hier te Lande geagt, om dat
ze byna nooit in de Vfugt-zetting misfen, en jaarlyks vele Vrugten geven, hoewel het eene laar
wel wat meer en beter als het andere. Ik heb ze by na nergens .beter en meer gevonden, als in de-
ze Nederlanden, zo dat het fchynt, dat dit Climaat in het byzonder zeer gunftig aan deze Vrugt is,
§. Dezelve worden ook, niet alleen in Zuiker heel geconfyt, maar daar word ooknbsp;\'
GùM\'é, enz., van gemaakt.nbsp;. , -nbsp;. .
Qiix de Acd-befim geheel te confyten^ waar toe men doorgaans de roode, öm de Koleur, gebruikt
zo neemt een goed gedeelte daar van, die wel ryp zyn, plukt ze van de Stelen, doet ze in een Pan
ofKeetel, met.een weinig Water, zieden, zo zullen \'ze in ftukken en al het Zap \'er uit rgt;\'ekookt
Zyn : Dit Zap laat door een Leems of beter dooi* een Linnen-doek lopen. Andere wryven of ftam-
pendie in ftukken, en wringen dan het Zap, zonder te kóken, door een Doekj maar dit is zoW
inakkelyk, nog zo goed niet.
Neemt dan tot ieder Pond van dit Zap één Pond of wat. meer Zuikerzet het in een Stenen Pari
Qp het Vuur, en laat het koken tot behoorlyke dikte, namentlyk, tot de confiflentie van eenSvroon
®f,clunne Honig, in agt nem.ende, om dezelve geduurig wel te fchuimen, en te clarificeereii- ten
«atften doet daar in heele van de Stelen geplukte Benen, die fchoon groot, zyn, zo veel als de Sy-
2quot;oop bedekken kan, en laat het daar tn.\'éde nog een paar inaal zagtjes opzieden, zo de Confytuur
quot;^^exdïg, dïciTien m Confy timr-glazen of Potten bzwdir en moet. _ ^ . . ; .
Andere maken de Syroop met Water op de ordinaris wyze, dog dan Is de Conférais zo goed of ten
Sänften zo aanzieniyk en ook zo kragtig niet.nbsp;,nbsp;,
Men kan deze Bêfien ook in Honig op de voorgaande wyze confyten, dog dit is zo goed en finake-
m riiet.
Om de Syroop van Aal-beßen te maken, zo neemt tot drie Pond van het öp dé voorgaande
^yze (§. 12.) verkregeneZap, (nadat het drie dagen geftaan,heeft te giften j om dat de Syroop
anders Ûeleé-àgtig ^órdO twee Pond Zuiker, kooKt het zagtjes te zamen tot een dimne Syroop
het zelve geduurig roerende en fchuimende, en bewaart het dan in Potten.
Ï4, be Gels \'é of het Rob word by na op dezelfde wyze toebereid als de voorgaande Syroop be-
halven dat men hier toe het Zao niet laat giften, maar verfch gebruikt, en ook een weinig di\'kker
foökt; aldus, neemt van het uitgcperfteZap (§. 12.}, en tot elk Pond drie-vierde Pond Zuiker,
iaat het op een klein kool Vuur zagtjes koken, geftadig roerende met een houte Spadel of Lepel,
het fchuim \'er afnemende, tot dat het boven aan de Spadel begint te kleven, of dat het begint
^sfpinnen; doet het dan in kleine Potjes, en koud geworden zynde, bind ze toe; en bewaard het.
Wanneer men onder het Aal-befie-Zap by de bereiding van alle\'de gemélde Cotifytuuren wat van
jiet uitgeperfte Framhoze-Zap mengt, zullen die nog aangenamer worden : En ze zyn alle een kofte-
^yke verkwikking in heete Koortzen, want ze lesfchen de dorft en verkoelen zeer, en mogen van
zieken vry gebruikt worden ^ ze verfterken het Hert, de Maag cn de Geeften.
Als men van het Siroop wat onder verfch Water mengt j is zulks een aangename verkoelend«
^i\'ank in heete Zomer\'dagen, zynde even zo geung en nuttig als de Limonade.
15. Men maakt uit de roode Aal-beßen ook een Zap tot het gebruik van de Keuken, aldus;
«oet het op voorgemelde wyze door koking verkregene of alleen dooreen Doek geperfté Zap (§.
), in cên Fiefch of Flesfchen, zet het dan ergens op een warme plaats ongellotèn neer, hét zal
quot;\'nnen korten beginnen te geften, en geduurig overlopen, moetende de Fiefch heel vol wezen en
\'^ok geduurig doW bygieting van nieuw Zap vol gehotiden worden, op dat de Geft kan wej?!öpen;
Ç\'anneer nu.net Zap bj^na uitgegeft heeft, zo doet witte gemene Zuiker of Zuiker-Syröop\'bv het
^ap in de Flelch cn ftopt ze wel toe; de Zuiker word \'er hooftzakelyk by\'gedaan omquot; het Zap\'voor
Vet zuur worden te bewaren,nbsp;. .v^ ,
Dit Zap gebruikt men by geftoofde Peeren of Appels en andere dingen, welke daar van een liefly,
fmaak en rnooije roode Koleur verkrygen,
Ivïen kan dit Zap ook goed én zoet bewaren^^als men het in een Fiefch dóet, die men met eeij
Znxiavel Lap van binnen een weinig berookt heeft; door dit middel blyfc het een geheel Jaar lan.^
zoet entot het gebruik dienftig; daar in tegen het gegefte Zn.p na de gefting wat amper ea veeltyds
zuur als Azyn word, of door kragt van Zuiker zoet gehouden moet worden.
Andere gieten op het verfch tiitgeperfte Zap,^ in een Fiefch .gedaan zynde, zoete witte
Amandel-olie een Düim dik, waar door het ook lang goed blyven kan; dog houdede laatftvoor-
gaande manier voör de befte voor het gemelde gebruik, om dat ze het ligtft en minft koftbaar is.
§. 1(5. Men kan van dit uitgeperfte Zap ook een Aal-befie-v:yn ^ als \'er geen Zuiker gefpaard word
\'^aken, die heel aangenaam fmaakt. Het v/.elk gefchied door middel van veel Zuiker in het by na
ï^ïtgeperfte Zap (§. ij.) te doen, na dat zulks wat gegift heeft. Hier valt mv te binnen, dat, als
op een tydt by een zeker aanzieniyk Heer, bencfFens andere Gaften, aan Tafel zat, \'er een Glas
\'-oode Wyn geichonken gt;^derde, en na dat ieder zyn glaasje geledigt liadde, vroeg de Heer TracÈa-
in het rónd, v/at men van die Wyn Oordeelde, en van wat zoort hy was, ieder zeide zyn
^oelen daar over, en fchoon ze in die zoort niet over een ftemden, zo keurden ze hein egter voor
een cxceiente Roode PFyn, waar op den Heer Traftator begon te lagchen, en zeide, dat wy alle
^^drogen waren datjiet maar rood Befie-zap was, die hy zelfs dus geprspareert en ons voor\'^szet
^acide, óm de liefhebbery, en om onze mening te horen; en hier op kvgt;?:am andere V/\\rn op de Ta-
In der daad die Aal-beße-lt;wyn was zo wel geprcBpareert, cn fmaakte zo naturel na veritable
^yn, \'dat ik geloof, dat de befte\'kenner daar door hadde kunnen bedrogen wordem
gt; i?\' De roode Aal-beßen worden ook in de Keuken gebruikt, tot Compot, Marmelade, Taarten^
cn sndere dingen, waar van wy de prieparatie aan de Koks zullen overlaten.nbsp;R
»
BESCHRYVING Vaïi BE A AL-BESJE N.
i8.nbsp;de zwarte Aal-defieUy die Wörden weinig gegeten, behalven van zommige by-
zondere Liefhebbers dier Vrugten, maar men zegt, dat ze z^eer gezond en dienftig zyn voot
Jigt, Graveel en Steen, weshalven zommige die op Brandewyiz zetten en daar van by gelegent-
heid een Romertje vol gebruiken; wegens haar gebruik tegen de Jigt^ enz, worden ze\'ook
wel in zuiker geconfyt j op de wyze als de roode Befien (§ 12.)
i!
VAN DE
§. 1.nbsp;^^^ RUIS-BESTEN. Dit kleine Heefteragtige Gewas word genaamt in het iV^ifer-
rA\'jiï/cï?, Kruis-befie. Kruis-befie-boom/Stekel-befie. Kroes-befie. Latynfcb
Grosfularia. Uva crifpa. Uva iprua. Ribes aculata. Hoogduitjch , Stachel-
beer. ^ Stichel-beer. Kraus-beer. Klooftcr-beer. Kreüfel-beer. Franfcb ^
Grosfelier. Engelfcb, Goesberry. Deenfcb, Stikel-baer. Krus-baer. Zweedfcb,
Krus-bacr. Stekel b/ir.
Daar zyn vericricide Zoorten of Veranderingen van, sis;
1.nbsp;De GEMENE GROENE KRUIS-BESIE.
Grosfularia fpinofa fativa. C. B. Pin: 455, Toiirnef. Inft. 639. Boerb. A. 2. 253.
Grosfularia majore fruCtu. Clus. H. 120.
2.nbsp;De GROOTE GROENE KRÜLS-BESLE.
Grosfularia fpinofa fativa, frudlu rotundo providante. Notó.
3.nbsp;De GEMENE Wtl\'TE-KRUIS-BESIE.
Grosfularia fpinofa fativa, frudu albo. Nohis.
4.nbsp;Dïï GROOTE WITTE KRUIS-BESIE.
Grosfularia fruftu maximo hifpido, margaritorum fere colore. Raj. Hift.
Grosfularia five Uva crifpa alba , maxima, rotunda. H. Edinb. Tournef. Infi. 639. Bosrh. J. Ao
2. 253.
Ribes ramis aculeatis ercftis, fruólu hifpido, Linn. Virid. 9.1. Roj. Prodr. ijo.
Ribes ramis aculeatis, racemis ereótis, fruftu hirfüio, Linn. R. Cliff. 82. Hort. Upf. rr.
5.nbsp;De LANGE GEELE KRUIS-BESIE.
Grosfularia maxima, fubflava oblonga. H. Edinb. Tournef. Inft. Goo,
6.nbsp;De ROODE KRUIS-BÈSIE.
Grosfularia fpinofa fativa, fruftu rubro. Deze is rood, rondagtig van Befie, en een groote eil
kleinder zoort daar van.
7.nbsp;DE PA ARSE. KRUIS-BESIE.
Grosfularia fpinofa fativa, altera, foliis latioribus. C. B. Ä 455. Tournef. Infi, d-^o Boerb^
J- A. 253.nbsp;JJ o^
Groflularia Ipinofa fruftu obfcuré purpurafcente Batib. i. 48.
Grosfularia fruftu obfcure purpurafcente. Cluf. Hift. i. 120.
Ribes ramis aculeatis reclinatis. Linn. H. CHf. 82. Roy. Prodr. 270.
8.nbsp;De KRUIS-BESIE. ZONDER. quot;DOORNI \'
Grosfularia fimplici acino ca^ruleo, non fpinofa. C. B. Pin. 455- Tournef. Inft. 6. 9.
2. De eerfte en twede zoort zyn rond van gedaante en groenagtig van Koleur.
De derde en vierde zoort zyn ook rond, maar, rvp zynde, witagtig van Koleur, en de derde
zoort IS doorgaans wat rmg of hairig: Wordende deze beide voor de finakelvkft- ffealt;^t
De vyfde zoort, die ook laage Lombartfcbe Krids-befie genoemt word, is wat lana:werpiff rond
van gedaante, en, ryp zynde, geelagtig van Koleur.nbsp;b fö
De zesde zoort is rondagtig van gedaante, en rood van Koleur; men vind h^er van een -^roter ea
kleiner zoort.nbsp;^
De zevende zoort is donker piu-peragtig van Koleur, en eenigzints langer als rond, ook veeltyds
een weimg ruigagtig of hairig; de Bladen zyn groter als van de vorige, en de jonge Loten bogtig
nederwaarts gebogen, het welk men iegter ook aan zommige der overige zoorten ziet, hoewel niet
zo veel of zo krom.
6ë
Aal\'
hief
\' 1 \' quot; 1 -nbsp;- - , , c) — quot;■\'i-ifoquot;«! .^v^. Vv^i v^i-i-ijijuiiüicij s\'cbruik.
. 5. Dezelve worden, om uit ae hand te eeten, juift niet zeer veel geagt, dewyl ze niet zeer
vernevra van fnaak ^yn, hoewel ze ook hare beminnaars hebben, zynde de groote witte defma.^
kelvkite : Ze dienen hier je Lan_de en elders meeft voor de Keuken, en zulks eer ze ryp zyn, om
v,.,-;-----^Syfoop van te
eene zeef
Winter te hebben f
zynde
\'n
B-É S C H R Y V I N G VIN de K R Ü I S - B E S I E N. 6?
gndepen van alle Vrngten , die, ingelegt wordende, haren fmaak zo natüurlyk behouden als de^
• het Inleg ?;en cefchied aldus: Neemt Kruis-befien, die vers geplukt-, en nog niet ryp zyn
, verleeft zcYchooa; doet ze dan in een droge Flefch, maar niet meer dan fchaars tot aan den
vn \'i®® dog de Flesfchen maakt men eerft van binnen droog, met heet Zand^: dat \'er de miiifte
quot;gtigheidniet. m bivft; flopt die dan ter degen vaft, met een Kurk toe, en
eraeen; en wil mch die wei bewaren, zo legt men die Flesfchen op Latten,
^quot;delvelder.
Andere koken die, en licmen een Ketel, en leggen.Stroo op de bodem, en zetten de Flesfchen
l^e® ^P\' ® dan vol Water gedaan, ch zo te gelyk over het Vuur gehangen, en zagtjes laten ko-
len rnbsp;anderhalf, en dan uitquot; de Ketel genomen: En is men bang, dat de Flesfchen zul-
n Ipringen, zo fpreid men een oude Deken op de vloer, en zet de Flesfchen daar in, en dekt die
ihp ze-van lanErzamerhand koud te laten worden; en wanneer de Flesfchen koud zyn, zo lefc
Ydic, het oiiderfte boven in de Kelder, tot dat men ze wil gebruiken.
6. Uit de wel rype Kruis-befien kan men ook een Wynprcspareeren, aldus: Neemt rype witte
Kruis, befien, van de befl\'e, doet ze, in ftukken gekneuft zynde, in een zuiver Vat, «^lec
/\'\'»•over kokend Water, io bekwame hoeveelheid, laat het dan, hec Vat wel toegemaakt zynde
^ 4 \'^^\'^^eken leo-gen, tot dat het Water de kragt of geeften uit de Befien getrokken hekt* daar
j.\'^aoet dit Zap, het klare afgegoten of door een fyn Linnen Doekje gefiltreert zynde, in Glazen
trJrjnbsp;\'er wat Zuiker bv, en laat dezelve, wel digt geftopt zynde, eenigen tyd ftaan
dat alles wel in malkander vergift is», zo heeft men een. kragtjge Wyn, en die waarlik heel aan*
gnaara fmaakt, en gezond is, de ondervinding hier van zal u overtuigen, gelyk ze my ook gedaan
bind een Blaa je daar
het onderfte boven.
\'B
I!
i
- rKï:
VAN DE
ERBERISSEN. Dit zeer Doornig Heefter-gewas word in verfcheide Talen be-
noemt. In het Nederdmtj\'cb, Berberisfe. Saufe-boom. Suuring-boom. Berbe-
ris-faude. Boom-fln-keLnbsp;Berberis. Crifpinus. Spina acida. IIoolt;r.
duit/cb, Smrborn. Saurach.^ Erbfël. „Verfich. Preisfel-beer. Fran/cb, EDÏne
Vinette. Epine aigrfte. ^«-^^//c/j, Barbary-Tree. Hauthorn-Trec: Beend
\'\'quot;^■Torn. Berberis. Zrae^cè, Berberis.
2. IV\'Ien vind hier van drie zoorten, als:
^ I. DE GEMENE BERBSRISSE.
öerberis dumutorum. C. B. Pin. 454- Tournef.Jnfi. 614. Boerb. f. A. 1. sq\'i.
^woeris vulgo, qua: amp; Oxvacanüh« putata, J. Bauh. i. 52.
öpinaacida 4. DoW
öeiteris fpinis triplicibus. Linn. H-Chff. Flor. fuec. z^o. Mat. vied. ï-^o. Roy, Halt,
Hel\'u, 424-
ü ^ 2. De BERBERISSE zonder Korls.
«erbcns fine nudeo C B. Pin. 454- . . ^ •
berberis alpera. Cluf. H 121^ Tournef. Injt.
b ^ 3- BïlÉED-BJ.ADIGE BERBERISSE. .
J^ei-beris foliis latisfimis, canademls. H. R. Parif. Tournsf. Infi. 614.
de I ^^\'^\'S^aatfte zoort is by ons niet zeer gemeen; dezelve groeit in Firginien en Camdn pr,7 -
eerfte Ls dB bekendfte, dezelve groeit m Hoog-duitfibland aan dm Rbyn, innbsp;^ eldS
i\'^ommigepiaatzenin hetwikl, in de Heggen, Bosfchen, enz., op ruwe plaatzen \'nbsp;*
^Vn H zoort verfchilt niet van de eerfte, dan dat de Vrugten of Befien geen Korls hebben , en
4nbsp;i^^eeft geagt om te Confyten, detvyl het zeer moeizaam is, om de Korls tot dien ein-
Vrugten te pluizen. Men zegt ondervonden te hebben,\' dat deze zoort zonder
quot;s zomtyds verandert, en Korls verkrygt, dat ik niet ondervonden heb.
(jJquot; 4- Deze Berèem/\'èjz willen alle in allerlei, zo wel Zand-aisKlei-agtise^ wel liefft vog\'-e p\'ron
(loquot;\' ^quot;^asfen, en hebben weinia cultuure nodig, kunnen alle ongemakken des Winters geinakkeJvk
jjtoan, en worden dödr de Uitlopers ligtelyk voortgeteeld.
^le-f^^ plant ze door middel van de Wortel-fpruiten, hier of daar in een afgezonderde nlaats vo
tot ni\'quot;-- ^^nbsp;en om dat ze digt by een groeijen. d\'enfti?
\'«■einingen, om de gemene Vrugt-en andere Hoven daar door te bevryden,nbsp;^ quot;-cuuig
S- 5. De Bladen fmaken zuur even als de Zuuring, hebbende ook dezelfde kra?t en wm-ri^n
^eukens in deszelfs plaats tot Zaufen, enz. , gebruikt; waar van ook deze Boom of
„^icer de naam van Saufe-boom voert.
ö. De Vrugten worden niet of weinig anders gebruikt, als om dezelve te Confyten of V-
fgt; en Cnl.pp v;orgt; mol\'Pn* nllp wpllce Confervamp;n V.PPV ,qano-i«n\'5n.-r.nbsp;___lA ,
hei
^Heete
^e fr, r -quot;^quot;orczen, en in neete tyaeii, cvcii ais uic van cie rooae Aal-iyejien, en ook op dezelfde ^
worden, behalven dat tot het Cöf^fjïere der heclei?erèmj/CT? de Steenen\'er moeten
dien ^ morden, indien men gene hebben kan van die zoort zonder Korls; als mede dat men
ilen r Vrugten genoeg heeft tot het maken van de Syroop, die alleen m.et Water tn^Ll
\'j Or war 7,an fiaar nnHf^i-mpno-pn kan.nbsp;i-^JCOeiei-
■ Or wat Zap daar onder mengen kan.
[jp^\'n?- Öaar worden ook aangename Tahlett
■en %\'an gemaakt tot het zelfde voorsempldf» fy^Kvi^u-
bet 7P1VI« fvrip
deZuikerm eenPan, en laat die over een zagt Vuur, door by^iednrvan^^^^^^
^igZap fmelten, dezelve geduung roerende, en zomwylen van het Vuur nemende en dan
il
t\';
\\ Galee van te maken; alle welke ConJerven zeer aangenaam, gezond, en verkoelende zvn
Koortzen, en in heete tyden, even als die van de roode Aal-befien, en ook op dezelfde xv\\r
ireid worden, behalven dat tot het Confyten devheele Berberis/en denbsp;r
BESCHRYVING van de BERBERSSEN.
.nbsp;i^oud is, \'er weer opzettende, vervolgens als de Zuiker wat droog word van he^
quot; / Teniet te ^^pWk) weer wat Bv de Zuiker doende, tot dat liet Zap alle gebezi-t is;
kóker en rdladii\' geroert\'worden; ten laatften, als de Zuiker bekwaamclyk dik
u\'-.nbsp;?:nbsp;7..,ilrpr heftrnnid Plankie. ofoüeenBlik, en wanneer
.,ewo-dgt;P is VoSeTiiropéen ilTd^\'vSit Zuiker beftrooid Plankje, of op een BUk, enwanneer
hcrSxidéew^rdcïWs, zo Ihyd daar vaS laW.ï/^x, laat zc drogen, en bewaart ze in een Doos tus-
frh\'-n i^boon Papier op een dróoge plaacs.nbsp;. ^ . ,nbsp;■ i ^«vc
^ o^ île. Water waar de niet volkome rype Berbensfen, het zy verfch of gedroogt, in gekookc
zvn, is heel dienftig voor onzuiver Tand-vleefch en ontfteking der Keel , daar mede gewaslcheii
^\'t!nbsp;gecle Schors der Takken, dient voor de Schilders om daar eene ichone geele
VèiV van ce maken.
§• I- \'ifquot;^ E CORNC^LJE-BOOM. Dit Gewas word genoemt ih het Nederduitfcb-, Cor-
nodie-boom. Latynfcb, Cc^rvoiS. Cornus^mas.^nbsp;Corn
Corned - bnum. Welfcher - Kirlchen - baum. . i hieriein-baum. Kurber -baum-
iraw/c-S Cornouller. Engelfcb, Cornel-iree. Cornelmm-Cherry-Tree. DeenJcÖT
Corneole-Troe. Z%veedfch, Corneol-Trä.
nrneole-i roe. /.^veea co,nbsp;l ia.nbsp;m r\'nbsp;• r^nbsp;^
tN 2 Dl- zvn twee Hoofc-zoorteii van dit laage Boom- of xlcefter-agtig Gewas, als:
■ tquot;Dk TAMME CORNOELJE-BOOMnbsp;^ ^ ^
Cornus honehils mas. C. B. Pm. aatj. Tournef. Infi. Boerb. J- A. 256.
Cornus fativa :;{eu domeftica. J. Baub. 1.210.
Cornus. Dodoih Lob Cluf. H. 12.
Cornus mas. Tabern.nbsp;^ „
2. De WILDE CORNOELJE-BOOM.^
Cornus ülveftris mas. C. B. Pin. 447. Tournef. Inß. 64.1.
SS SS^ÜvolSii^^kntibus. Lmn. Ä Cliff- 38- Hort Upf Roj P^Ir. H9-
De eerfte zoort word in de Hoven gecultiveert, en is weer onderichciden m de Vrugten, d ^
donker-rood, ligt rood, wit, of was-geel zyn; ook is \'er een zoort die een gehed domcer-roo^
Koleur en een korter of dikker Steen heeft; dog de eerftgemelde roode zoort is het bekendft, è^
mppnV en ook, wegfens de Kokur en goede Smaak, het meeft geagt.nbsp;,,nbsp;;ri
De twede of wilde zoort vind menin^aiw, Thüringen, Bobemen, Ooftenryki en dders
hefwtld • groeit Heefteragtig en brengt kleinder, flegter, do^g zomwyien ook wd grooter en zoe^
ter Vrunen voort, als de tamme, daar ze anders met van verichilt.nbsp;__nbsp;,nbsp;,nbsp;.nbsp;v^fil
\\ A -\'^DeCornoelje-bornenwilhn in allerlei goede gronden zeer wd groeijen ^ dogbemmnen het^^
een\'^)ede Zand-grond, waar in ze meer en beter Vrugten geven, ze begeeren ook eene open •
La?tnbsp;en verdragen alle.ongem.akken des Winters zeer gcm.akkel^K^
« ^ D- Vermeerderin?^ kan gefchieden, door de Steen of het Zaad, wdke, na de Winter over
in vo-t Zind te meuken geftaan hebbende, in het Voor-jaar, m Greppds gezaait, en de opg^ome
neioi-re Boomtjes, 2 a 3 Jaaren oud zynde, verplant, en de Pen-worte gekort worden: Dog^
woi-deS by ons meeft van Uitlopers of inleggers voortgezet, om dat zulks fchidyker en gemakK\'^
Ivker gaat; ook kan men ze van Stek voortzecten. , ..- .nbsp;,nbsp;,nbsp;, ■ „ nf
S f5 De Corneelje-hoovi, die tot een kleine Boom opgroeijen kan, plant men doorgaans hiei
daar in d\'^Tuinen, op een afgezonderde plaats, wegens de Vrugt; maar men kan \'er ookScneer-
bpp\'venvannlanten, die hed digt groeijen, 10 d 12 Voeten hoog kunnen worden, en v/egens haramp;
moolie ölarizende Bladen cierlykft-aan; dog hieraan moet men geen Vrugten vervragten, waartoe
ze hunne vryheid iri d@ groei verdichen.nbsp;_nbsp;. ^ v rlnä
7 De ryoquot; Vrult;^ten of de Cormeljen hebben eeri zoete, iets ampere of rynsagtige :gt;maak,
ze n^oeten wd\' rvp zyn, anders zyn ze trekkende en onfmatelyk, de befte zyn die,
v^if^ of als men de Boom wat roert, van de Boom vallen. . Ze worden zo wd rauw mt de han-J
ïeJeVen, als ^econfyt; ook kan men \'er Conferf, of Vlecfch van méjen welk gefchied op de
wyze als by de Kerzen gezegt is; deze dingen verfterken wd de Maag, maar moeten niet
ved geb/uikt worden van die, welke hardlyvig zyn, want ze ftoppen, en zyn derhalven dieni-s»
bv Roode en andere Lopen, voor Braking, enz.nbsp;i u c^.tTc^rc-
\\ R De by na rype Cornoslien worden ook in Edik en Zout gelegt, om vervolgens by Spyz°
getên te worden, als deOlyven, zynde aldus gantfch niet onfmakelyk, ea veriterken deMaa^,.
quot;TÏ^^M^ïn zSt^ de jonge Bladen van de Cornoeljc-boom, in de fchaduwe gedroogt, en da^ n^
als rSVgedronken, zogoed =\'n zdfs lieflyker als Tvee fmaken, cn evenzo gezond zyn; het it^
iigtdyk te onderzoeken, dewyl ik \'er nog geen Proef van genomen heb, als zynde nu onlangs eer
Tö.^IfeSt is zeer hard; en word van de Draaijers tot allerlei derlyk werk gebezigt; ooK
gebruiken\'iet de Molenmakers.nbsp;^ ,nbsp;i
« IT D-nr ;-7n nog twee andereMede-zoorten van Em-opifche Cornus of Cornoelje, als:
I Cornus faimina. Deze zal in de volgende Plantagie-Tuin verhandelt worden.
3. Cornus\'herbacea. Linn. Flor. 16. tab. j. Eig. 3. Roj. Prodr. 249.
Cornus pumila herbacea, Chamcs peri climenum dicla. Dillen. EIsd. 108. tab.
Periclymenum humili. C. B. Pin. 302.nbsp;Peridynieöun\'
-ocr page 149- -ocr page 150-m
w
^cnclyrafeninr, humile Norwegicurn. C. B. Pin. 202. ,
^ei-jclymenum parvuni prutenicuin Clufii. J. Baub. 2. iög.
-pamffipericlvmenuni prutericmn. Cltij\'. pan.: 88,
^fesélïiYVlNG
^«aiTjffipericI^qneriura aiiad ceneriub. Clu/: H. 60. _
j^ericlymerio acdedens planta nonanthes nofuras, Moris. Hifi. 3. p. ^35.
iaJ^\'/f een laag,, kruidagtig, lang-levend Gewas, dat in de-quot;koude Gebefgtenè van kohg-düitfcb^
il2 ^^^^ryen, enz.; en inzenderheid veel m de noordlyke Landen, alsinZ^a^amp;ra, Noorweg-en,
ëén^\'quot;quot;\' groeit, brengende ronde röode Befien, veel by malkanderen, voort, ieder met
quot;/.aad korl Van binnen; welke Befien waterig en laf-zoet zyn, dog word hier te Lande weinilt;^
^ \'^eßj en is ook van weinig bekende dienit
NAAM
LYST
p^g. 70
Van de VRUGT-GEWASSEN die hier voren verhandeld zya
AAI-Belïe. r . -
Abricoos-boom.
Amelanchier, zie MispeLboom.
Appel-boom.nbsp;-nbsp;-
uipricoos-hoom, zic Abricoos,
^Wo.\'e, zie Mispel boom.
£o7ite Beyen of Bejïen, zie Aal-Bcfien.
Bram-bejis, zie Bramboos.
Bramboofe.
Brommel-hefie, zie Bramboos.nbsp;-
Cornoelje-hoom, zie Eornoelje-boom.
DRuive-boom. -
Fr am-befie, zie Framboos.
Framboofe,nbsp;- - quot;
Fygeboom. - ^
\'\\^Azelaar, zie Hazel-Noote-boom.
Hazel-Noote-boom.
Hime-bejie, zie Framboos. t
Sf. ^ Ans-befie, zie Aal bche.
J^AJia7zje-boom, zie Caftanje-boom.
Kerfe-boom. -nbsp;-nbsp;-
Xormelis-hoom, zie Cornoelje-boom.
Pag.
6-5
22
.30
I
22
Jö
lt;57
f53
éa
6%
62
51
68
35
6q
60
32
55
55
ÖO
(53
51
7
68
Kriek, zie Kerfe-boom.
Kruis-befie.
yiEspel-boom, zie Mispel-boom,
Mispel-boom.nbsp;-nbsp;.nbsp;-
Morelle, zie Kerfe-boom.
XT ■
iM Eflel-bsom, zie Mispel-boom.
Noote-boom (groote), zie Oker-noote-booin.
Noote-boom (Hazel), zie Hazel-noote-boom
Noote-boom (kleine), zie Ibid.
Noote-boom (Wal-)^ zie Oker-noqte-boom,
O.
P.
Ker-Noote-boom.
PEe,- e-boom.
Perlïke-boqm.
Prm\'m-boom.
3
23
15
5
ï5
32
35
n
Q-
R.
q
Uee-boom.
-Oode Beyen QÏBefien, zie Aal-bcflen-
Sue-Pniiin, zie Pruim.\'
V Tee-boom, zie Fyge-boom.
Al\'Noote-boom, zie Okér-Noote-boom,
Witte Beyen ot Befien, zie Aal-bellen.
Wyngaard, zie Druive-boom.
\'^Warte Beyen oïBefien, zie Aal-belien,
Pag-
\' 7
57
7
52
, 55
m
Die men in de Tûiîien cultiveert, 2ö wel om te dienen tot d
raad om daar van AUeés^ Cingels^ Heggen^ Berçeaux^
Cabinets, Pyramiden, Pîaizier-Bosfcben, enz,, aJs
tot Huishoudelyk Gebruik, te Planten»
WAAR B Y
ym
éen eigë
vermaak
DOOR
i
i
»
11
Vy\'/
P
w
Derzelver diiFerente Êenamingen^ Groei-plaatzen \'^ Aankweë^
king^ en verdere Onderhouding, en vervolgens haar Tuin-
^n Huisbmdelyke Gebruiken^ nauwkeurig befchj
ven en aangewezen worden^
À L I. E
Ij af ige Ondêrvinding ^ ten dienß^
der Tuin-Beminnaafs opgeßelt
tE LËEÜWARDE
Bv jI.PERPP\'ERDA ta G.TRESLING ^ Boekverkopers.
m
B
i ê %
t \\
i S
-
\'quot;m
1 O^
O TT r-
- t - .V
T T \\
a
»
■ -
t.
\'-mi
-•t.\'.\'o^
r .Mquot; kJ—f^.
-s- quot;A;
I K
f
\'t
.rs-
-----rt
\' .-f. .r
--- ç
n-
■ 4*» vi.
.... .»ifc. ^
lt; V
... I.nbsp;J\'
A
\\
si;., »^ (K. Vitnbsp;quot;
2\' a .
» . . f
-s .\'A „ ......
\\c .il. V.
■s ». u \'
\'/ :
\' t.-,..
pi
! t^
l\'i iV.i il v^l
I,
.-fi
.,r t
J aT
â
■■\'J\' (I
iWÜ
-ocr page 154-aan DE
I
M
H?
i.M.i
n^rhr.».,, 13 rnbsp;o-eseven hebbende vsn de Cultuur, enz., der Öoft-\'of Vrugè-
^^ hebbennbsp;en\'nuttig geoordeeldnu ook een Befehryving van de PJantagie-
oHvilde Boom-e^^^^^ te doen volgen; dewyl die m zeker opzigt, even zo nuctig,
noodzakelSen vTvmakelyk als de Ooft-bomen zyn: Nu\'üg en nodig zyn ze, met alteen
om d^r ze b^nJt ononSeerlyke Werk- en Brand^lwut verfchafFen, maar ook de Vrugten
gt;nbsp;of andere v^nlTe celen / veel gebruik in de O Economie hebben: Daar en boven, zo
^^^ Sï^JTSn of meer alSinbsp;beflaaii zonder de Plantagie-bomen, v^praids dezelve, in-
^\'^^Seid^^ n deVe vl kSefw knbsp;grotelyks dienen, om de Vrugt-bomen en allé
atirll ^ . m öe/.e vjaKke en winaeija ,nbsp;doen sroeiierl, tc weten, door dezelve te planten
-Schen de Tuin^^^^^^^^nbsp;vermids de Wind zëer dik-
^^\'mdbrekmg rondsom of ook tusicnennbsp;oorzaak is, dat dezelve niet wel groeijen,
S^k S quot;groei verhindert, maar zelf. dikwyls daar in geheel, tot
^i^ervenstoe, feftmt .nbsp;Planiagie-Gewasfeniiaribvehgeh, het is bekend, dat de^
XeS^ Lfv^nbsp;engels, Larten, Borceaux, Cahinetten, Plaizier-bosfchen , enz. ,
v^rm^nbsp;we.-ens de aangenLne Wandelingen tusfchen dkelve
«nnbsp;S weTenfdf Svailige Groente en verkwikkende Schaduwe in de heete Zo-
j^haacieraad maar ook wegens^ dat de welgereguleerdènbsp;, Borceaux, enz., niet by
öenbsp;=nbsp;L hebbers, Sm de gemelde redenen, in gróte agting zyn; ja\'
^ ^^nbsp;Plaizier-Tuin gehouden
^ ,, .nbsp;\' «^.^fïrifT eenoe?, om io wei de Penne op het Papier te zetten tot Be-
Wv hpkK^. u p^rrhrvviiig dezelfde Order gehouden, als by die van de Vrugt-gewasfen;
Benamingen in verfchiliige Talen aantonende ; vervolgens
^^rZlZhnbsp;fhl^Lr waar in dezelve natuurlyk van zelf in het wild voortkomen ; dan
vo^quot;^^nbsp;om wel te groeijen
It
tagie-Umen, hetwelk, elk in zyn zoort, van geen klein belang is, dog het eene tiieer Vöö\'-deei äaö\'
brengende als het andere, gelyk in het veiwolg alles op zyn plaats duidelyk aangevyezen word.
Zie daar, gunltige en verftandige Lezer, het geen ik van ome Plantapie-Tuin vooraf te zeggeö
had: Men gelieve voor het overige de Befchryving zelf in te zien, en verder aan te merken, hec
gene we in de beknopte Voorrede van onze voorafgaande/^fugf-T^^m, als mede in onze PomoloK^^\'
te kennen gegeven hebben-
, mede fluiten we, en gaan óver tot onze Moes-Keuken-Ttiin: Inmiddels, na wpnfching aan
de l um-Licf hebbers van alle heil, voorfpoed en vermaak, zo wel\'in hunne Tuinen als anderzins»
verbly ve hunnen
Öienflwilligen Dienaar
J. H. K x^? O O P.
BESCHR^^
-ocr page 156-VAN DE
Irri
I
ILDE BOOM- ÈN HÈESTER«
G E W ASSEL
i^t doof PlaKTAGIE-Tuin verßaan ivord\'^ eH ^efjchêt
\' - \' ^ \'\' \\en daar over6
Ooi- tiet woord vafi PiantagiefuUi vetftató ik met enkel en alleen zödanige^Tinn of
Plaars die met allerlei Börnen beplant ië j gelyk als alle nieuwe^ door Mem enen
banden\'met Bomen,, rtèellers^ eriz., iri order Beplante Tuinen ofRmzen, door-
Faans de haam vart Plantagren vöereh ^ Daar m cegen Plaatzen van de Bomen hee
Jild, zonder oröer en.Öykdmihg vaii eenige Mefigh^yke Hulpe of zorg, (ten zy by de eerfté
Plantin?^ van zelf sroeiien doorgaans Bosfchen of mudm genoemt worden^ . „
, Ik S^X dS^SaU^dei zoon van ^nbsp;^n of zeer^fnig
laar onder, ^^etbare Vrugten dragen, jh ycèlLandfchappen van en Neder-ßuitfchand,
P\'rankryk en in meer andere Euröpiaanfche Landen, m het wild van zelfs groeijen, ea
met een zeker oO^^merk hier of dasr m de Tumenj. Velden en elders geplant worden.
le\'ä\'merk ^Q^^ de wil^ GéWasfeft pi^t is hoof^akelyt driederley al^| . Het
Me is om d-firvah/^^/Ji Lanh\'4en, Scbeef-beggén^ BerceauX i Büsquets, enz., in de Plaizier-
.Tuinen tot vermaak^te plaatzen, om door derzelverpngename grbence_, eri geneüglyke fchaduwe, .
m de Zomei rv^ hPt Oo\'» HeVt en Ziel te vërluftigen j en te verkwikken. Een vermaak waar-
^Vk, weik óm Hnr het natüurlyk en eenvoudig iSj aan alle andere waeréldze vermaken de voor.
^^ng betwift K^^m het wel anden«; al^verniakelyk zyn ^ wanneer iemand,^ vermoeit vai^ zyne be-
affaires ieder h zvn zoort ^ ftäät en hèhteermge^ ih de aangename Zomer-tyd tusfchen eene
S^ijé, weSkoÉ^nbsp;Berreaux, cierlyke Scheei-heggeri en alles wat de gefchikte hand des
Jüin.^if ^ ^^^^^^nbsp;gaat wandelen,^ öf ergens iri een lommeragtig Busqüdt wa^ gaat „c-
^^•^itten te ruften, om de Werken des Scheppers te overpëinzen| en m deze Godtvrugtige gedag-^
ten alle de hoedLieheden der waereldze dingen te pondefeereri. . De begeerte is tan groot en klein^
^aii Hooge en Sstak^ vermaak, en de ägtiög die men in alle tyden volgens hec klar« ge-
tuigehisft dequot; Hiftorien vari de eerfte Eeuwen af \'er voor gehad heeft^ ja de laftelling van Godt
^«if betuigd genoegzaafn de waarheid van het ^zegde-nbsp;§ ^ Z
i n ö.
©BESCHRYVING van B E P L A N T A G I E^T Ü I N.
§. Zommige Menfchen zyn van gedagtenj dat men de Alleés, Laningen, Heggen, enz., m
de Plaizicr-Tuinen, in plaats van wilde Bomen, van Vrugt-bomen, behoorde te planten, omdat
men daardoor meer genot van die Bomen, door derzelver Vriigten, zoude hebben. Dog hierop
kan men aanmerken;-\'i; dat veele zoorten vamVrugt-bomen niet kunnen groeijen daar wild Gewas
groeijen kan, :Want»ze meer oplettendheid, omtrent de Grond, en.Cultuure yereifchen; 2. dat de
meefte Vrugt-bomen zelden zo groot worden om \'er Alleés, enz., van te planten, om genoegzame
groente en fchaduwe te geven, tot vermaak en verkwikking; 3. dat de, meefte Vrugt-bomen geert
zo cierlyke Bomen,. Heggen , enz., fopneeren als-de Wilde, het geen hier het oogmerk van de
Planting is; 4. dat hec voordeel dkc mea door de Vrugt^^bomen beoogt, ook in veele, zo nist de
meefte^ zeer wiszelvailip is, dewyl dezelve niet zelden verfcheide Jaren na malkander, geen ot
zeer weinig Vrugten voortbrengen.
§ Ten tweden , zO dienen de Wilde Bomen tot bsmantelinge of wind-fchuttinge rondoiïi
Oofti-, .Moes-, ch Bloefn-Tuinen, en zelfs ook voor jóng geplantfe wildeBómen en Bosquets, om
.daar dabr het tamme Gewas-voor de Winden te,dekken en alzó beter en voorfpoediger ce .doeo
gi-ocijfcn;, zonder welke,vooraorgi, generlei Gewasinzonderheid in deze vlakke windige Landen,
bclicoriv!: -wel groeijen kan,quot; gelyk-zulks de ondervinding oogtuiglyk beveftigt. Dog hier toe zyn
allerlei \'Boom-gLn\'yasfen niec even dienftig , het zyn alleen zodanige , die van natuuren tegen \'d®
§. 5. Ten derden,.\'zo worden de wilde Gevrasren ook gebruikt, om daar wilde Bosfchen van te
planten, die in hét vervolg zullen dienen, het zy tot Brand- of Timmer-hout. En dit is wel een
der voornaamfte dingen, die in grote aanmerking komt, om wild Gewas te planten, als men op de
nutti^ïheid en het voordeel ziet, inzonderheid in zódanige Landen j daar het Hout, zo wel tot
Branding als Bouw-ftofFen , fchaars is.nbsp;.
§. 6. \'Volgens deze verfchillige oogmerken nü, worden de wilde Plantagie-bomen op vcrfchHlige
wyze, diftantie, van verfchillende ouderdom., grootheid en dikte, cn op differente plaatzen ge-
plant, als mede verfcheidentlyk behandelt, waar van ik het nuttigfte en nodigfte, kortelyk zal
gaan aanwyzen, en ten dele herhalen, of indagtig maken het geen in het Eerfte Deel in het alge-
meen aan.Gjevv^ezen is, en\'er zommige byzonderheden by voegen.
§. 7. Tot Alleés, Laningen, enz., op grote Buiten-plaatzen, worden de Bomen op différente
tusfchen-wytte in de Reyen geftelt, als van 10 tot 20, 30, en meer Voeten toe, namelyk naar mate
de Bomen in ha\'^r zoort van nature, in het vervolg kleinder of groter Kronen maken; als mede vol-
gens de gefteldheid der gronden, en de ftandplaats; want het zeker is, dat een Boom, in een goe-
de vette Aarde, of ook_,_ die met zyn Natuur wel overeen komt,, en die een goede warme ftand-
plaats heeft, beter groeijen en dus groter worden zal, als in een flegtere; weshalven men noodza-
kelyk een zelfde zoort van Gewas, in de eene Grond of Plaats, digter of wyder behoort te plan-
tenquot;, als in de andere.nbsp;jnbsp;a
§. 8. Aangaande de grootte ert dikte der Allee-bomen y-^zo verkielt men doorgaans zodanige jong^
Bomen, waar van de Stam i, 2 a 3 Duim dik is, en zyn volsomen vereifchte hoogte, ook reeds
een kleine Kroon geformeert heeft, hoewel dit laatfte juift niet altydt volftrekt nsdig- is, zynde hec
genoeg.5 als de Stam maar hoog genoeg is, en dat die by de flanting op de bepaalde hoogte gek-orc
zyndequot;, in het vervolg een Kroon uitwerpt. De reden waarom men dikke en hooge Stamraéit^^r-
kieft is ligt te bevroeden, namelyk, om de Alleës vroeger in order, en het deiféin uitgevoert ^^
doen zyn. Dog men behoort nooit geen dikker of ouder Stammen tot de Planting te nemen, als
gemeldquot; is, ómdat die, niettegenftaande de mening van zommige, langzamer groei vatten, ja dik-*
wils bezwaarlyk aan de gang raken, en Hegte Bomen worden, behalven dat ze bezwaarlyker t®
verkrygen en ook veel koftbaarder zvn.
9. Het is een grote cieraad der Alleés , als de Stammen der Bomen, mOoi regt en hoog ^\'.yrt-
Derhalven behoort men nooit andere te verkiezen, als die de Stam S d lo Voeten hoog hebben, be^\'
Rpden de Kroon. Voor dezen teelde men deze Bomen alleen van 6 a 7 Voeten hooete maar
ondervinding heeft geleert boe mi.\'ïfelyk die ftaan, inzonderheid in wyde en lange Allc\'és/behoren-
de de hoogte na de breedtg en lengte der Alleés gefchikc te zyn.
§. 10. De Bomen geplant zynde, moet men nier verzuimen, dezelve met Palen te voorzien^
inzonderheid die zeer op dc Winden ftaan, op dat ze door de beweging des Winds, niet in dé g/op^
verhindert, eri uit de order gefiingert worden. Hoedanig dc Palen \'er beft by gezet worden, is
een ander Werk klaar aangewezen.
§. II. Wat de verdere behandeling dezer Bomen, ria de Planting, aangaat, die is Weinig; me®
tragt maar om cierlyke Kronen te verkrygen, en laat ze doorgaans tot dien einde in vryheid grod\'
jen, zonder \'er veel aan te fnoeijen; moetende men in het byz\'onder zorg dragen, dat de Boom mf^
een regte Spil in het midden der Kroon, als het vervolg.vande Stam , opgroeit, aks waar door de
cierlykfte, aanzienlykfteKronen geformeert worden. En zo \'er wac aan te fnoeijen valt, dit gS\'
fchied in de volgende gevallen, r. Als de Takken hier of daar dwers of over malkander groeijen»
en die daar door het fchik der Kroon bederven of. verhinderen, zo moet men dekwalyk geplaatft®
wegfhoeijen. 2. Als \'er een Tak was, dié veel fterker of weelderiger als de overige gelykformig^»
groeit, en daar door deze van haar voedzel berooft, en dus veroorzaakt, dat de Kroon hare ronde
gedaante, waarin haar cieraad beftaat, niet kan verkrygen; zodanige Tak of Takken moeten der-
halven noodzakelyk (welverftaande behalven de middelfte regtfcheutige, gelyk ook in alle andere
gevallen) weggefnocit of gekort worden, en zulks hoe eer hoe beter. 3. Wanneer de Boom al te
veel Takken maakt, moet men \'er eenige liier of daar (de flegtfte of kwalyk geplaatfte) uitfnoeijen»
om de overige meer Lugt te doen hebben en dus beter te doen groeijen. 4.\' Wanneer de Bomen ni
de eerfte Jaren fterk groeijen, en heel lange Loten maken, kan men dezelve in de eerfte Jaren ^^^
inkorten, om dat anders de Bomen van onderen naakt of Takkeloos worden, dat zeer misftaan zóU-
j. Het gebeurc veel, als de jonge Bomen groot worden, dst de benedenfte Takken dan fterk ne-
derwaarts
^•erwaarts komen të hangen, en daar door het Gezigt en het Fatzoen van den Boom benem\'-n- deze
®oeten derhalven opgefioeit worden, zo ver als het nodig is.nbsp;^ \'
12. Indien het èebeurt dat mea uit bejaarde Bomen, eenige dikke Takken, om deze of ^-ne
jeaen, moet uitkappem, zo is hier ook eenig onderfcheid in den doening, volgens de zoort en ou*
^crdom in agt te nemen, van. het Gewas, te weten, mdien het hard Hout is, dat niet fterk aan ■
«loe^, by voorbeeld. Eiken-bomen^ zo moet iiet zelve gefchieden heel digt by \'en Stam of Moe-
der-Tak; daar en tegen, zo het Hout weeK van Natuur is en cierlyk aandikt,\' als by voo\'-beeld
iPera, Unden, Kaftanje, Eqiiine, enz., dan moet men de Takken niet d^\'gc aan, maar omrrent één
jUuim dik van haar oorfprong uit de Moeder-tak, wegfnoeijen, om reden, dat de wonde daar door
Deter overgroeit, komende anders zeer dikwiis ter gelnoeide plaatze, inzonderheid aan heel diklce
gakken, een rotting, en vervolgens een holte in de Boom, voornamelyk als ze omn-ent de Stam
gekort zyn 5 die de gehele Boom bederven kan.
Ik heb dikwils gezien dat de Eigenaars hunne Bomen op Cingels of elders, die nud wa-en d^den
was.
inkorten, in mening om daar door weer jonge digte Bomen, of meuwe mooije Boincn te vcrkrv^\'^n
quot;Uiten twyffel om dat ze daar van géhoort hadden, of dat haar zulks van onkfmdifre o-ei-aden wquot; \'
dit is heel verkeerdelyk gewerkt; het is waar, men kan een Boom verjeu-^dio-en quot;apivk ik pT
inzonderheid als \'er op voordeel na de groeijine: der Bomen gezien word. Dog indien zuiks om en?-
reden noodzakelyk gefchieden nioet, zo is het zeer dienftig, om de wonde aanftonds met eciie
foom-zalve wel te overdekken j om aus de Vogtigheld en Lugt af te keeren, en Inrotting voor te
Komen.
13. Men plant oók wel iiTialle Alleés, die aan de beide uitwendige zyden plat opgefchoren
borden als Scheer-heggen, maar die men van binnen Berreaux wyze digt laat groeijen; hier van valt
®quot;ders niet te zeggen , als van dé Scheer-heggen, om dat ze op dezelfde wyze met Snoeijen behan-
deld moeten worden;\'alleen ftaat hier by aan te merken, dat wanneer deze Bomen van binnen kaal
cn bladeloos worden, gelyk doorgaans met der tydtgeoeurd als de Bomen bejaart worden, dewvl
van binnen geen Lugt genoeg genieten, en dus de meeite trek na boven gaat, dat men zulks e^-
.njgzintskan verhelpen, doormiddel van de jeugdige, met al te oudeTa.^ken, hier en daar Icort
®®trent haar Oorfprong in te korten, waar door jonge Takjen komen uit te fpruiten, die de Boom
binnen met groente bekleden; dog dit kan niet wel anders gefchieden, als aan Bomen, die lig=
de gekorte Takken weer uitfpruiten, inzonderheid aan de Tpen en Olmen.nbsp;^
i 14. Tot de Scheer heggen 2O worden de Plantzoenen, ouder of jonger, dat is, dikker en
^gér, of dtinner en laager, verkozen, volgens het oogmerk waar toe ze zullen dienen, of,
tot hooge, of, tot laa^e Heggen; tot de eerfte^ verkieft men doorgaans zware en hooge Plantzoe-
óm daar door zo veel cecerder de begeerde hoogte en vol naaktheid der Heg te v^ en
deze worden doorgaans op 3 ä 4 boeten tusfchen-wytte gepiant. Maar tot aage Heggen neemt
^^en jonger Plartzoenen. die ook minder koften, als men ze lt;open moet^ en deze worden op n a
ïf Voeten diftantie gcftrft ^ Edog daar is nog eemg onderfcheid, aangaande de grootte en tusfche\'n-
^ytte der PiaotzoCTenquot; volgens de zoort van Gewas, willende de eene zoort wel wat groter of
f\'einder geplant zyn als\'de andere, oir. wel te groeijen. Ook zyn \'er zoorten die liefft gezaait wiL
^en wezen, en op de gezaaide Planten, zonder ze te verplanten, doorgroeijen, welks zodanige
Poorten zyn, zal beft hier na by ieder zoort kunnen aangewezen worden.
IJ. Alle Scheer-heggen moeten, als ze cierlyk ftaan zullen^ van onderen tot boven, overal
digt gefloten, en met groente in de Zomer-tydt bekleed zyn, weshalven men tot het Planten
Seen Plantzoenen kiezen moetj die van onderen af met geen jonge Takken of Spruiten voorzien
^yn, en zo het al gebeurt, dat \'er zodanige met onder lopen, zo\\Tioet men die by het Planten zo-
aoig \\erdeien cn fehikken dat \'er twee aan weerzyden komen, die van onder wel met Spruiten
1-.1-1-1 ---- 1nbsp;___] nv-iKrpkkuirp van r\\pnbsp;ff L-imnr-n
c gebrekkige van de middelfte te kunnen vervullen.
regt perpendiculaar opy/aarts en in eeo
1nbsp;1nbsp;Tquot; Tnbsp;1
. oorxien zyn, om met der tydnbsp;. , _
Uver.^ulks zo moet een Heg, om cienyk te heeten, „ . .nbsp;,nbsp;_ .......
^^gte lyngefthoren zyn, want het zeer mislyk ftaat, ais de Heg boven voorwaarts leunt, of
If^ krom en ir.et bogten loopt, te weeten, diem een regte lyn gepiant ftaan. Voor deczen
■\'agmende Heggen van weerskanten, Ichums te fcneeren, invoegen, datze boven fmaller als
oeneeden was^ ciog dit word, om dat het met zeer fraai ftaat ^ wemig meer gedaan, hoewel hec
heeter is, als wanneer de Lieg boven voorwaarts hangt en dus boven breder als onder i/
, S- 16. Wyders, gelyk zommige zoorten van gewas, als by voorbeelt de May-boeken , en an-
Jfe, niet te geiyker tgt;d in het Voorjaar uitbotten en groen worden; of van verfchiliig eroen
gelyk al^ onder de Taxis veel gebeurt, welk ecu grote misftand aan de Heggen opPiai»
j;^\'\'-plaatzen veroorzaakt, zoo behoorde een zindelyk en natiwkeurig Planter altoos \'t Jaar van
rf voren deze zoorten van jonge Bomen, in het begin van de Bottmg en wederom als ze in Blad
uit te merken, om dus de gelykzoortige by het Planten by malkander te voegen.
I?. Alle Scheer-hesrgen, inzonderheid die wat hoog zyn, moeten noodzalcelyk aan een tot
^len einde bvgetim.mert Latwerk, dat de hoogte heeft als de Heg m het vervolg hebben zal, vaft
l^^nden worden, om dat ze nog jong en met of weimg bewortelt zynde, niet op zig zelfs kunnen
en door de Wind bewogen en uit hunne order geftingert worden; ook de jonge uitfpruitende
brg ^aan het Latwerk kunnen gebonden en dus de Heg vroeger en veel beter in volmaaktheid ge- \'
„öt kan worden.
Zeïv ^^ Heggen moet men ook om cierlyk te zyn, n\'et te dik of breed laten worden, welk
^ aijslyk ftaat, en doorgaans doof onkunde of verzmm des Scheerders OQtftaat, namelvk, als
B Ê S C H Y R V I N\'G v a
4 EESCHJIYVIN\'G tAN BE PtANTAGIE«TUTR
ze dezelve n\'et kort genoeg tot op of omtrent de oude fneed Knipoen, t^\'aar door het Feheart
als by ieder fcheeringe maar een Duim breed m.eer lengte blyft als\'het oude was , na ver\'OoD v\'m 6,
7 a 8 Jaren de Heggen zeer breed zullen geworden zyn; maar déw^vl m,en nooit zo diquot;c\'bv\'|iet ou-
de weg Icheeren kan^ of de Heggen Avorden door langheid van tydt breder , zo kart men d^ze\'vc,
als ze in dit geval of ariderzmts te breed en wanfchikkig geworden zyn, weer verióiio-en of ver-
nieuwen, door middel van alle Takken tor Omtrent de Stam in de Herfil-, Winter of v^oe^-ö
Voorjaars-tydt glad weg te kappen , waar op de Stam niet nalaten zal, weer nieuwe Loten forui-
ten, w.-aruit binnen 2 d 4 Jaren (wat vroeger of later na mate het zoói-t van gewas uit zvirnT-uur
fchielyKcr of langzamer groeitj eene fchone nieuwe Heg geformeert kan v/orden die naar als^ ion«^
of nieawelyks geplant zal vertonen, en liet welk als dan vergoeden zal, het on\'\'enoe\'^\'-n d-lr mefl
in de gemelde tusfciicn-tydt mogtc gehad hebben, om zyn Hegge in de aangenameZbnier -Vdt bla-
deloos, oi met zeer gedekt te zien. Deeze manier van Korting is niet aileeh p-oed als dequot; He^geii
te breed geworden zyn, maar zc is ook dienftig voor oude Heggen, om dezeFve etm h\'euw^
by te zetten, en te verjongen; en ze is aan allerlei zoorten van qewasfen praftiCabel be\'rd vpt! aan
de Hars.gejende als Demw-, Pjr,- , en Maft-boomen, om dus die, de Takken gekort wordende.
gebruikt tot gewasfen, die hwd zyn, als M Taxu; Hidji, Pain, enz., als mede to^ fvn
gureert werk ; maar de C\'-oisfant en het Zwaard to: zodanige, die week broosnbsp;\'
al^
rpen. Linden, Elzen, enz., om dat het werk daar mede meer vordert als met d« Sch^^e-ïVnn-^n\'
le een Man daar mede op een dag wel tienmaal zo veel doen, als een ander met de Scheer^ hoewel
de
in allen met zo net.
§ 21. De Berceaux, Prieelen, eh Liiflhuisjës, welkd doOi-gaaris vari Latwerk lt;^emaakt éh vervol
Proenre hfklf^pH wm-flpn o\'pï/pn vrppl iTPvi-miL- annbsp;innbsp;ni..: • \'T-,^ V .
Gewasfen, onder maLander, gelyk dit laatfte meeft gefchied en ook het aan-^enaamft ft-n^ h^el
digt Rey wyze beplant, de Reyen, en de Plantzoenen in de Rey 3^4 Voeten\'^van eli ander\'
Men verkieft ciaar toe doorgaans jong Gewas, om dat het zelve in het onwasPen ft\'-ii\' iapr\'en dig\'
ter word. Hier by.moct men agt geven, dat men de zoorten, zo veel doenlyk van\'cpnerl-i \'\'rook-
te Plant, om dat anders de------—nbsp;----..nbsp;—; - ■ , ^ene; 1^1 t,\' .
dien
beihoeijing
de
tin^ Vivvjinbsp;■ ----------üccif.er-gevv\'isiquot;\'
quets onder andere Gewasfen, m haar Bioei-tydc een mooi gezigt geveri; vöö/h-t\'dveri\'o-el-w- meü
dc Gewasfen m volle vryheidt opgroeijen, 20 als ze maar willen, op dat ?e h-rii- daar d-or zo veel
te natuurivker vertonen, waar in de fraaiheid van een Busqüet hooftzakelyk bdi:aat
§. 23. Dezenbsp;worden, wanneer ze wat bejaart, en daar door van onderen on-n als
Tak-enBlader-loos, en onaanznenlyk geworden zyn, by de grond, in de Wincer-tydt ^eka\'ot, ge-
lyk men met andere wilde Bosfchen tot Brandhoud doet , (waar van hier na) waar na zc vsr-er jonS
lUtfprmten, en na verloop van eenige jaren, weer digte, aangename Busguet^nbsp;ïïn^y hici\'
W-nbsp;...... -------- ,nbsp;JJ^iwyci Ijt; Ultitil-^v^\'- ...
,nbsp;,, .nbsp;„nbsp;k^ekapt ftaan iaat, na de tydt en tot Bomen laat opgroei-
jen, het welk m een Busquets een zo veel te natuurlyker, vermakelyker gez-i^t «eeft Dog de^e
Bomen moeten niet te digt by malkander zyn, om dat ze anders het daar onder\'ftaande Bofch-ge^^^^
zouden verdruKken^nbsp;^ c^
§. 24. Een kundig Eigenaar of Tuinier zal ook de Busquets niet alle te gelyk doen kappen,
daar door ioude al het vermaak te gelyk weggenomen worden; maar men Kapt eerft de helft öfetn
minder gedee te, en na ecMge Jaren, wanneerde eerftgekapte wederom ta;Pelvk aan^eCToeit zVquot;/
weer een ander gedeelte en zo vervolgens van tydt tot tydt. Het gehakte\'Plout dien?cot Brand-
houd cn anciere Oeconomiiche dingen.
Maar mogelyk zoude iemand wenfchen hier onderregt te zyn hoe de Alleés Wandel\'
lt;wegen, Berceaux Busquets, en andere, tot vermaak en cieraad dienende din^^en in èen Piaizie\'^\'
i uin, benoorlyk m haar regte proportie en meefte fchoonheid moeteng^oMse^ri worden, maar dc-
Jl
-ocr page 160-fe E S C H R Y V I N ö IT à ü D M P L A N T A G I E-T U î H. g
fylîk\'nret vooi-fefiörn\'en heBbè, hier over tegénwobrdig ée fchryven , âîs myri tydc en de geîegeilt-
fteid zuîks niet Toelatendt; maar aileen hooftzakelyk over de Cultuur nu, eh het gebruik der Ge-
\' ^\'dt in eea
meerma»
gt;ede aan»
\'Piding en fragile ordonnantiën tot aanlegging en verciermg van fraaije Tuinen vind, en welk Werk
j^^el waardig zoude agten, tot geryf van de Nederduitfehe Lëezer, mét eén NederduicfchKleedj
benevens eenige vermeerderingen oF aanmerkingen bekleed te worden, gelyk het reeds voor eenige
^ydt met een Hoogduitfch gewaad vercierdiSinbsp;.nbsp;. , „■ •
§• se. Wat aanbetreft de Bomen die men tot ?mnMtnge cii\'tomdhhkinge plant (§.4.)^ hiermede
■^örd by de Plantinge op geen of niet zö veel cieraad gezien, als wel op de nuttigheid ; men planc
\'iszelve doorgaans oü de btutenkant Van de Tuinen, en inzonderheid na de Noord- en Weft-kanteri,
als van welke kanten men by ons de meefle koude Winden ontfangt i eri men fielt ze doorgaans wat
«iigtj namelVkop 4 â 5 Voeten diftantie inde Rey, min of meer, naar maare de Bomen in haar zoorc
fterker of min fterker uitkroonen, op dat dûs de Takken te eer aan malkander zouden fluiten, en
^aare uitwerking doen • En om zulks nog meer te bevorderen, zo plant men ook wel twee Reyen
Bomen op een kleine diftantie 8 â 10 Voeten, Alleés-wyze, naaft malkander, in het verband:, Of
®en plant agter de enkelde Reven, hooge Bomen, ofook, ^als er twee Reyen geplant zyn, indien
het de ruimte toelaar , dikwils nog 2, 3, of m.eer Reyep Els of mim , de Reyen, 3 d 4 Voeten
van inalkanderen , waar door het Gewas ^ het eene liet andere dekkende, beter tegen de Wind öp-
rte ^Wyders ftaat hief by aâri te merkeru dat ;t by \'t aanleg v^mieuwe pote Tuinen, van zeer
gt-oote nuttr^heid is, inzonderheid als het 1 errain zeer voorde Wmden bloot legt, als men aan«
fonds in deniDeginne, in bekwamë verdeelmgen en op gevoegelyke plaatzen, hi^ en daar verfchei-
^eReyeh van Wild ^oom-gewas plant dat fchielyk opgroeit, alsE\'.k,ßpe of ff Ihge enz., waar
den, enz Tmet CToot voordeel verdeelmgen met Bomen geplant, die men Hegs-wyze laat opgroei^
Veel onderfcheiden van de Planting m Plaizier-Tumen, w^nt hier by ziet men doorgaans alleen op
eieraadeh vermaak, zokier veel op het voordeel van het Hout te letten, dat van de Bomen, grooc
SeWöitlto zyS fcoude kunnen komen, behalven f Bc^ op AI eéspingels, enz. , die, na
de groe^ingrtS voordeel kunnen dienen, en derhalven ook zomtyds t\'éfFens met dat oogmerk op
groote Plaatzen geplant wórden.
dezelve daar en tegen ia de^Bosfchen digt. en-^Jiïïoiu
drie reeden; als ■nbsp;^ nd tehebberi
l; Znbsp;quot;ata«» teter voor de Winden dekt. cn dd, beter
fciiieivker op?roeit^f^. 25.3, ennbsp;^n. •nbsp;inbsp;••nbsp;1. r^^
3. Om\' dat daardböquot;de iongeBomen regtftammiger en hooger opgroeijen, van welke Starhmen
daar na, het meeftë vöordeêl te verwagten is; wordende de jonge Plantzoenen tot dien einde in Rei ■■
ien|op4é ö Voetentusfchen-wy£tegeplätit.nbsp;^nbsp;,nbsp;■ . .nbsp;, ^
^ Edog dit digt planten gefchied altoos met die intentie^ örn, na verloop van eenige Jaaren ^ als de
Bomen wat opgefchoten zvn, de helft of een groter gedeelte \'er van te roeijen, of by de grond te
happen, en de gekapte Tronken tot klein Bofch te laten üitftrüicen^ öm dat dè Boinen anders ai
ledigt zouden ftaan, moetende by de Kapping agt gegeven worden , dac men. altydt de befte fleu-
Bomen ftaan Iaat, om tot Stam-bömen op te groeijen: Het gekapte Hout kan dan dienen toe
^T ïr Dft°gezegde is te verftaaö hooftzakelyk van de Planting tot Wefk- öf Timmerhout Maar
^en plant ook, in deze en andere Landen daar weinig hout groeit, cn dus het Brandhout fchaars
^^ veel 4 wel het meeft, Kreupel-bosfcnen, zynde zodanige d.ealieen dienen tot Brandhout, en
, „ ■nbsp;n-ol\'ïinf-wnrnpii PO mpnnbsp;rfaat* rnp dnorp-san«
3 -i-Lwf; JO mi viw iJquot;
di f\' ^ ■
ondei-fdïi^d ^S^d\'ït drvodf^aahSe Bomen, in het vervolg zullen dienen tot Werkhoat^\' maar dè-
^e alleei tot Se\'n Brandhout? Dog zommige van deze Bofch-gewasfen worden dok wel mét voor-
Jeelgezaait die men vervolgens zonder tc verplanten, laatópgroegen, welke zodanige zyn , zal
^ier na bv iedpr zoort aan\'^ewezen worden.nbsp;,nbsp;, ,nbsp;.
00 de Ä^nrin\'^ Word anders niets waai-genomcfi, ten waare dat men cife koften dóen wilde.
oiT) de «rond het eerfte en twede l^sar omtrent de jonge Bomen wat fchoon te houden, dat inzonder-
^eidaan de gezaaide 20.) nodis is, op dat ze niet door het onkruid als zulks de Overhand heeft^
word\'en /Odlt; moet men niet verzuimen, als \'er geplante Plantzoenen nier of daar dood
ff gaan zyn de plaatzen in de volgende Plant-tydt, hamdyk m de Herfft-, Winter-j of vroege
^oorjaar,s-t^dt weer met andere Plantzoenen te voorz.1^^^^^^nbsp;. ..nbsp;,, ,nbsp;, ,nbsp;.
21 Voor hec overige laac men dezelve in alle vryheid groeijen j vallende aan dezelve met te
Bnbsp;fnoeijen.
-ocr page 161-lt;5 BESCHRYVING yan se PLAl^tAGlE-TÜIN.
fnoeijen, iets anders te cultiveeren; wélk, als de Bösfchéin eeiis geplant eh iïi goede groei zyüi
zeer gemakkelyk en voordeelig voor dc Eigenaar is, als hebbende dan in het vervolg geheel geed
kollen meer aan te wenden, en evenwel in hec vervolg van tydt tot tydt fchoone altydd\\iukride In-
teresfen te ontfangen van zyn Bosfchen, inzonderheid, zo het Kreupel-bosfchen zyh, diedikwilö
gehakt kunnen worden: Derhalven ontftaat hiei- uit de vraag, welk het voordeeligfte is, aaiigaänquot;
de fchraale zand en andere gronden, of, dezelve tót Bouw-landenj door prieparafcie te bereidenj
of tot wilde Bosfchen? ik voor my zóüde oni zb even te vooren gemelde reden, voor dit laatft®
ftemmen, dewyl de ondervinding geleert heeft, datdévvinft van goede Êoifcben groter is^ als van
diergelyke Bouw-landen, die met zwaare kofteh en groote moeite moeten Vrugtbaar gemaakt en ge*
houden worden, zo men \'er een maar lydelyke overwihft van géhieten wil. Hec is wel waar inen
moet verfcheide Jaaren na de Boom-planting wagten, eer men voordeel daar van trekken kah, maar
als de Bosfchen groot geworden zyn, komt het voordeel te gelyk, en indien men Bosfchen, inzon-
derheid Kreupel bosfchen heeft j kan men \'er jaarlyks voordeel van genieten^ dbor het hakken der
zeiver by Percheelen,; groeijende het gehakte deel weder aan ^ terwyl de andere deëlen iri de vól-
gende Jaaren, fucceslivelyk gehakt worden; zo dat deh Eigënaar waarlyk als dan een eeii wigduureö-
de Renthe bezit, zonder jaarlyks veeié moeite én koften te dóén, ten opzigté van dé cultuure en
het onderhoud; gelyk men aan dé féhraale BouW-landèn genóadzaakt is te doen: . Maar egter, ^^
zaak wat dieper inziendë, zö mOét meh bok Bekennen, dat de grond niet alle met ËofcH kah beplänc
worden, dewyl \'er ook Graan-landen nodig zyn, niét alleen tot hec nddige onderhoud der iWen-
fchen, en zelfs ook der Huishoudelyké Beeften^ maar ook coc bezigheid der géduurig meer en meer
vermeeederende Land-liederi; welke die Bofchagtige PMatzen bewonen en culciveereii; \'
32. Ten opzigce van het hakken der groöte Bomén, pm tot Werk- of tot TimmérhBüt te gp\'
bruikèn, ftaat aan te merken, dac zulks niéfc behoort i:e gefchieden wanneer hét Zap der Bomen in
beweging is, dat is in het Voorjaar, Zomer, ofindeHerfft, om dat het Hout welk iri dieZaaizoe-
nén gehakt word, door de inblyvende Zappen, die niet ras kunnen opdrogen, gelyk als verftitf\'^»,
en daar door zeer vergankelyk en van een korten duur, bok minder hard is, dart als het op de regt®
tydc gehakt is; wordende daar eh boven ook ligter van de Wprméft aangetaft en verniélt. De be-
kwaamfte tydt derhalven om allerlei Hoiii: te hakken, is de Winter j namelyk van de Herfft af, als
de Bladen gevallen zyn, tot het Voorjaar toe, wanneer de Zappen weder in beweging komfen; ^^^
hoe dieper in de Winter hoe béter. De harfige altyd-groenénde Bomen, als ï)ennê- en Pyn-bonienk
enz., houd men voor beter in het Voorjaar gehakt,quot; wanneer de Zappen beginnen aan hét ryzen or
in beweging te komen; om dac de ondervinding geleert heefc, dat dit Hout dan op het hardil is, ^^
het langft duurt.nbsp;....
Edog, fchoon gezegt is, dat men de Bönlen ^ die geeh Harä geveti, ih dé Wintëi^ hakken moec 9
zo kah zulks eevenwel in het Voorjaar of Zomer gefchiéden, en het Hout t\'effens zyne deugt b®\'
houden, namelyk als men als dan voort na de hakking de Schors van de geheele Boom affchilt 1 v/aar
door de Zappen des Boöms door de Lugt \'er zo ras kuilnen uitgetrokken worden; en om dezë reden»
worden doorgaans de Eike-bomen hier te Lande ih dö Zomer gehakt, óm \'er de Schors tdc gebruik
van deLooijers, dat een góede winft geeft ^ te gemakkélyker af ce krygeh, die alsdan^ wegens de
Ziappen tusfchen de Schors en het Hout, Jigter afgaat als op andere tyden, hoewel hec Hout in der
daat zo hard en duurzaam niet is, als dat in de Winter gevelc word, en ook door de Zon én
zeeropberft, en dus tot veelerlei gébruiken ^ inzonderheid tot fyn Wéi\'k, önbekwaam Mrord: ^^
befte tydt van het Hout-hakken blyfc derhalven de Winter^ tenwaare alleen het Eiken-houti ota
gemelde reeden. Ennbsp;.nbsp;■nbsp;»nbsp;^
§. 33. Deze Regel dient óók waargenomen, met het hakkéfl vaö het Hoiit: ÈotBi\'ahci-höutj
dat het Hout in de Winter vafter zynde, als op andere tyden, daar door langer het vuur onderhoud,
meer hiue en beter kooien geeft. Hoewel hier iri niet veel aanwyzing nodig is^ dewyl de omftan\'
di.gheden van den Landbouw van zelfs aanleiding geven, om zulks in dé Wintef te verrigteri^ fis
Iiebbende de Landman met zyn Knegts en Arbeiders, in dé Voörjaars-4 Zomers en Herfft-cyquot;^»
doorgaans veel andere noodzakelykei- bezigheden, als diergelyk werk te verrigtefl, en de Arbeiders
kunnen dan meer voordeel behalen; daar in tegen in dé Winter dé meefte Arbeiders ledige tydt heb-
ben, en anders weinig te arbeiden en te verdienen valt j invoegeii ze aan diergelyk werk\'^Hunne
ge tyd kunnen befteden^ en men dan ook het Werk goedkooper kan gedaan krygen; wordende z«\'
danig Werk doorgaans aanbefteet, of meiï betaalt na het getal der ftukken Hout die ze gemaakt
ben; als het klein Hout is, waar van het zelve, eri ook om dat het by het getal verkógt word ^ Tal\'\'
bout hier te Lande genoemt word, welk weer öriderfcheiden word in Hondert-boüi óf Diiizent-bout*
naar mace dac hec zwaarder of grover is, zynde hec Hondert-houc gróver als hec Duizent-hou^«
Grote Bomen worden doorgaans op de Stam verkogt, moetende de Koper dg\'kdften van hec Hak-
ken , enz., voor zvn rekening bezorgen.
34. DeKreup\'el-bösfchen tot BrandhoUt Vaiï wéek-zóoftJg Hoiit-géwas^ äls van^//,
enz. j worden doorgaans om de zeven of agt Jaren gehakt, dog hec is profycelyker als zulks aquot;®
II ä 12 Jaren gefchied, om reeden, dac niec alleen hec Houc inde laacfte Jaren, na proportie der
vorige Jaren, merkelyk meer aandikt5 en daar na een groter hoop maakt, maar ook harder word?
daar door groter hitte in het branden geeft, en dus ook, na própdrtie van het vroege gehakte,
meerder waarde is. Eiken-hosfcben willen wac meer tyd hebbeö als dc gemelde, eer ze kunnen g®quot;
hakt worden, om dat ze langzamer groeijen. .nbsp;,
§. 35. Wyders ftaat aan te merken, dat het Üout vari één ed dézelfdé zóóft, fé\'hööri bét op de
regte tydt geiiakt b (§. 32.) daarom niet alle van gelyke deugd is; hét is de gefteldheid der C\'imaccn^
Groei-wyze, en de Standplaats, die hier in verandering maken: Dus bevind men dat de Boom-ge-
wasfendie in ee i losfe, bolle, of moerige grond voortkomen, als mede die fchielyk groeijen, l\'^®\'
fer, boller, onvafter, minder langauurend Hout uitleveren, als andere, die in een vafte fubftan-
tieufer grond, en langzaam gegroeit zyn; ook bevind men dat Bómen, die het meefte van de vrye
Lugt, Zon en Wind aangedaan worden, in tégenfteliinge van andere, die in de lauwce of fchadu^quot;®
groeijeugt; het vaftfte en duurzaamfte Hout hebben;, en hier komc het van daan, dac hec Hout,
^ Ë S C H k Y V I N a V ^ N i) È P L A N T A G I È. T Ü I f
Si® Bergen, inzonderheid óp dfe hoord-zydci of in koude Geweften gröeic4 éltyd hec fuh^sri
quot;l\'^fte, en düsookhetwaardigftis.nbsp;.nbsp;^ » 3 «• luoitan»
De differente zoorten van Hout zyn i gélyk bekent genoeg is ^ niét alle van gelyke ionrt
jy^.^iwaarte, maar het ééne zoört, uit zyn byzondere Natuur, zwaarder als het andere- Keé
eenii^^-nbsp;Tafels, van de Proportie der zwaarte van verfcheidé zoorten van Hout, el
»^inge calculatie te laten volgen, welke by gelegentheid van nut zal kunnen zyii.
voW^J^^ .^^\' Cubifche Voet Regen-water ftelt op locö, zo is dc .Proportie vari hec Gewigt dep
poorten van Hout j dat dezelfde grootheid heefc, of dezelfde plaacs beflaac; als in dc
ogende Tafehnbsp;.,nbsp;.
de!;nbsp;^^ zwaarte yan I^t Régen.wai:er wëét, zo kan men zeer gemakkelyk, doop
l^cze lafel, de zwaarte van éen .zeker ftuk van een der geme de Houten wfpnc ruhiTr-/-,,.
fc^ftemt of gézegt is, vinden, Men heeft bevonden , een Rhynkndfcrc Cub^c \'v^^^^
^^ater, m dé Zomer, weegt omtrent 64 Pond , en in de Winter, by na 6lt;r Pond derhalvpn
™eer de vraag was^ hoe veel een vierkante ^//^OT-^aZ/è zoude wcegen, die 20 Vnp\'rpn lana tl
Voeten breed op de eene zyde, en 8 Duim breed bp de andere zyde is ? zö fteknbsp;ilitKi^l
volgt; zoekende eerft de inhoud vanüe Balk.nbsp;men d
deeeiie zyde breed = 18 Düiin.
de andere - ^ g Diiim.
divid. 1728
J 20 __
1 Voccen,
l
= 12 Dmm
12 Duim
i44DDuinio
12
Die kan wei korter gërékèüi
, zo heb het aldus bewerkt.
komt 1728 9\'\'= Öuirri
L , voor een Ligchamelyke Vöet.
J^nit 20 Cubifche of Ligchamelyke Voeten dat de Balk inhoud. NB.
gorden, maar ora het werk klaarder té tonen, voor andere gevallen,
u tvydérs om de zwaarte të vindén.
Waternbsp;^nbsp;\'e Eiken-hout
929?
1000
komt - 59.456 fpg\'^VoetHöul
20 Voeten
muit.
1189.120
koM 1189. T 20 j dat is 11 SPrèêil Jsf
t ^nbsp;Pond, de gezogte zwaarte des Baiks.
XopLnbsp;grootheid vgn een Balk vinden j als men deszelfs zwaarte weet; me^
aunbsp;de laatftvoorgaande Regei de zwaarte vah eén Cubic-voet HoiiCj dan werkt meü
volgt. By voorbeeld:
|g Hout
59\' 45Ö
Ë^ic Voet
I * -
20 Ric
® Hout
• - 1189.120? f
divid. 59.456 ^
t!??\' Cubic-vbëten dé Inhoud van de Balk. Men begrypt hquot;gt 4 dat deze calcalatJen filet in de
j-iJ\'^terftè volmaaktheid kunneö zyn, omdat het ïene ftuk Hout dikwils opener of digter van ftdiFe
\' of digter öf vogter, en gevolglyk wat ligter of zwaarder als het andere is; nogtans zaï
eekeningzpmtyds van nut kunnen zyn, irizoriderhéid voor ArchiieBen, timmerlieden, enz
mV JÏ: \'T\'^r\'.^inbsp;wsfinppr Hp rM-nnni-nV trnnnbsp;Um-ii\'nbsp;rrr .nbsp;\'nbsp;°
m
ie T-« \'-yijue, zaï nes op vvatcinbsp;-------------------^^^ /-.u vees
Icii,.^^\'\'\' ^oe de proportie kleiiidér is, en d.u.s zal hgt Hout op het Watéf ilótteride, meer laf^
quot;Ji^en draagen eer het zinkt, als zwaarder Hout. .nbsp;, -nbsp;,nbsp;^
ag^- 30. Dit was dan het geen voor de verhandehnge van de wilde GewafTert hoofdzéaielvk
tej^ ^i^erken ftond. Maar, iemand zoude moögelyk ook begerig zyn te weeten, welke zcir\'
i-OQ Gewaffen het befte óf waardigfte zyn, om, het zy tot cieraad eh vermaak ■ of toé
zooi-r ^^ te planten; hier op dient aangemerkt, dat daar in geen vafte bepalihge te maken ié allerlei
SQrip,.quot; van Boom-gewaèfen hebben ieder hare byzondere deugden, die haar,- de ene wac m\'iriderde ^
«ewaÊ meer geagt maken, volgens het oogmerk waar tóe ZQ zullen dienen; aók 20 heeft den\'
inhoud des Balks
^ BÊSCHRYViN G ^ A n b Ë P L A N TA G I È.T XJlÉ,
eënc Menfch meer agtmg voor die, den ander voor een ander zoort vah Gevv-ns. Edog het Hooft*
üoint waar de verkiezmg meefl: op draait, is zekerlyk, dat men nooit andere zoorten van ge-
wasfen\'tot de Planting, het zy voor cieraad of tot voordeel behoorde te Planten, dan zodanige,
waar vanmén, of door goedereden, of door onderzoek en vinding, verzekert zyn kan, die in die
brnnden, waar in men ze denkt te planten, wel eH voorfpoedig groeijen kunnen, dewyl het_ zeKer
fs selvk nu reeds meermalen gemeld heb, en aan ervarene kenners ook bekend is, dat allerlei zoor-
f en van Gewasfen, in allerlei Grónden niet even voorfpoedig groeijen kunnen: Plier ria dient meß
po- de\'-halven in alle gevallen te fchikken, want wac kan het helpen, dat men Gewasfen tot Plantin»
vprkiquot;ft daar men anders, wegens haare cierlyheid, of om andere byzondere reden wel agcint,
vnorquot;heeft, of welkers Hout vah waarde is, als .men tot voordeel plant, maar die in de groi\'ä\'J;
waar in men ze plant, niet wasfen willen, of kunnen, of nooit tot volmaaktheid komen? Vei«ï
misflagcn woi-den in dezen door onkunde of verzuim begaan.nbsp;^ , .nbsp;. : ^ ,
Daar en boveh zo heeft een Eigenaar, die Bomen tot voordeel plant, doorgaans meer profyt vau
het Gewas wanneer het vrolyk en fchielyk groeit j fchoon het Hout na de hakking van minder
waarde is \'als vaft Gewas, dat van nieerder waarde is, indien het gebrekkig en langzaam, groeit,
want tie fchielVker aangroei, en een groter hoop, na de hakkmg, zal vervullen het geen aano»
«ÉT-arde ontbreekt; behalven de waarde van het vermaak dat ieder Planter heeft, als hy ziet dat zy»
seplante Gewasfen vrolyk, weeldrig en voorfpoedig groeijen. _ Waarom ik u, befcheiden Lezeu
rolt;^ eens a^nprvzen moet, in de verkiezing der Bomen voorzigtig te zyn, als gy voorfpoed vau
^en groei uwer\'te plantene Gewasfen wenfcht, en voordeel begeert te hebben. ,nbsp;.
^ Ao Hoede Grond voor de Planting moet behandelt worden, en hoe men zigby de Planting
eeiagen, daar van is in een ander werkje naukeurig gehandeld. Wat verder by ieder zoort van
tis in het byzonder in agt te nemen ftaat ^ namelyk, wat Grond ze hefft beminnen; op wat w^,««
dezelve beft vermeerdert worden; tot wat gebruik za het bekwaamft lo de Hoven en in de Huishou-
dinsï 7vh ehz., zulks ftaat nu by ieder zoort aangewezen te worden: Zullende deze wilde Gewas
niii TT^ een Alphabenfche order van haare Namen verhandelen; edog op het laatft een byzonder«?
T vft\'er by voegen\'aangaandë de Nedefduitfchc Meer^namen r^j^wwma;, dewyl een Gewas veei-
t^dts verlcheidèrhande benamingen heeft, om dus die Gewasfen m de befchryvihg të kunnen viu
B
écni als mede nog enige andere Lyften, welke van aut kunnen zyü.
BESCHR^quot;
-ocr page 164-IS
hIJ
-\'II
I.nbsp;Jj. goom-o-ewas. is in het Nederduitfcb\', en in meeft alle andere Talen, bekent onder dc
naam van Acacia van Robinus; dog word in het ^ederduitfch ook genoemt, Baftert-
__ Acacia. Virginifche Acacia ; cn nu ook Robinia.
By de Botaniften word het zelve genoemt: .
Acacia AmericanaT^oamp;jm; vulgo.nbsp;•nbsp;. .. . ^^ tt t n
Acacia \'Imericanafoliis Colutea?.monococco?, fftiquis cchmatis. Herrn. H. L. B.
Pfeudo-AcaGiaüliquisglabris.,5o£ramp;.
Anagyris Americana fpinofa, floribus albis odoratis; amp; Laburnum odoratum canadenfe, fohis
colutcïs. Parad. B. Prodr. 311- . _
AcaciaAmericanafftiquisglabris. /ia;, iiz/. 1719.nbsp;nnbsp;,gt; • mnbsp;- a
Acaci- afi\'^nis virginiana fpinofa, ühqua menbranacea plana, floribus albis papileonacis Anagy-
ridiTmcSo in Üvam propendeotibu^ Pfe,««, A 6 4 73. f. 4.
Robinia aculeisgemenatis. Lmn. h. Chf. 3^4. Roj. Prodr.^372 Gron. Virg. 82.
Robinia pqddnculis racemofis, fohis pmnatis. Lmn. Hort. Upfal. 2j2.
-eze~
rDe\'zdTerrereit^mituurl^ in Viralen, van waar hy eerft in Frankkryk aan Robinus gekó-
^en en daar na verder in Europa verfpreid is.nbsp;^
. Hv bemind een goede losfe liefft zandagtige Grond, en een opene warme, voor de fcherpe
^Vinden sedekte ftandplaats, alwaar hy onze wmter-köude tamelyk verdraagt, dog met buitenge-
wone ftrenge Vorft lyd hy gevaar van te verfterven.
Desz^Ift vermeerdering gelchied aoor de bewortelde Uitlopers der Wortels die hy door-
^aans van zelfs voortbrengt, of men kan die doen voortkomen door middel van een Boom by de
\'^^ortel nii in hpt vroece VWjaar af te kappen. De Voortkweking kan ook gefchieden door Inleg-
der eeme\'de onbewortelde Uitlopers, of der Pakken; al^ mede door het Zaad; dat men uic
Ii dquot;- T heeft vermids hier te Lande geen ryp Zaad voortkomt.
K. Mir ^S^^SSyes Bo\'oms in de Tuinen is weinig, men plant die meeft alleen om de veran-
dering Van Glw?;fen en inzonderheid om de welruikende Bioemen m de Tuinen, hier of daar waar
Vtte^asfekoimnbsp;^ o^ .
6.nbsp;Daar zvn in deze Eeuw nog.eemge Mede-zoorten van dit Gewas door deHeer^mma« in
^oscovienTof Siherien en Tartaryen ontdekt, als volgt:
ovien,nbsp;BASTERD-ACACIA.:
Afphalatlius arborescens, pinrtis foliorura Crebrioribus oblongis, Amm. Rbut. 210. No. 285.
Caragana Sibirica. W Prortfr.nbsp;. ; . .nbsp;^
Robinia peduBcuIis ftmplicisfimis, foins pmnatis. Linn-IT. Upf. 212.nbsp;^
2.nbsp;De SIBERISCHE GROTE HEESTERAGTIGE BREED-
BLADIGE BASTERD-ACACIA,
Afphalathus frutescens major latifolius, cortice durao. Amm. Rbtit. 206
Rnhi-niir.pduncuiisf;r-niir\'quot;lt;-Timis, fohis quaternatis\'petiolatis. Lmn. H Up . 212.
Kobmiapeduncausinnbsp;KLEINE HEESTERAGTIGE SMAL-
3.nbsp;UEnbsp;BASTERD-ACACIA.
Afphalathus. frutescens minor anguftifolius, corticenbsp;ÄÄ«?. ^4-^82, tab. 35.
Robin a uedunculis fimplicisfimis, folns quaternatis fubfeshlibus. Lim. H. Upf. 212.
7.nbsp;Deze Zoorten kunnen, dewyl ze uit koude Landen oorfprongelyk zyn, onze ftrengfte
)^nter-kGude doorftaan, en werden op de vorige wyze vermeerdert; dog zyn hier te Lande weinig
bekent.
I FS RANKE Dit Heefter-agtige Gewas word genoemt iri het Nederduitfeb, Alfs-
Ranke \' Ï3ftcer-zoet. Hoe lansier hoe liever. Latynfcb, Amata ómIq^, Dulca-
waïa.\' Hoogdiiit/cb, Hindfch-Kraut. Je langer [e lieben Bicter-Süfz. Franfcb,
en Hetre Deenfcb, Beefk-Söde. Bitter-Söde. /.weesfcb, Quas wed, Matteds-
Forelle
quifter.
m
BËSCHRYVING van de A L F S^R A N K E.
Éy cle Botaniften word het zelve genoemt.
\'Solanum fcandens vel Dulcamara. C. B. Pin, 167. tournef. Inß. 149. Éoerb. ^ J z êf,
Glycipicros five Amara dulcis. y. Baub. 2. 109.
Dulcamara. Dodon.
Circa:a Monfpeiienfium. Lob.
Sokmum caule inermi perenni flex\'uofo, foliis fuperioribus haftatis. Linn. H, Cliff, 60
PtOdr.424.nbsp;M- •
Solanum caule perenni flexuoftj, foliis fuperioribüs haftatis. Linn. Flor. fuec. 139. Mat med. 95-
% 2. Dit C^was poeit in Neder- en Hoog-duitfcbland, Frankryk, enz., op vogte plaatzen in dé
Heggen, naaft de Sloten, Gragteh, en andere Wateren, omtrent de Steden, Dorpen, en Buiten-
plaatzen, enz. Het zelve brengt gewoonlykpaars-blauwöBloemen voort, dog men vind \'er een
verandermg van met witte Bloemen; Ook een met dubbelde Bloemen; als mede no^ een derde inec
wit-bonte Bladen, welkers Bladen doorgaans v^at gehakkelt of gefnippelt zyn.
§. 3. Het zelve bemint, gelyk uit zyn groei-plaats openbaar is, een vogte goede Grond, en zo
wel een opene als ook wat fc laduwagtige plaats.nbsp;o 0nbsp;i ,
§, 4. Deszelfs Vermeerdering, gefchied ligtelyk door Scheul-ing der Wortel-fcheuten • of anders
door Steking en Inleggmg.nbsp;nuu, ui ^
, 5. Het gebruik dat men \'er in de Tuinen van maakt is weinig! Men plant \'er zom-vds Uamp;¥
Ht^ggen van op vogtige plaat zen; kan ook dienen tót bekleding van kleine Prielen, enz
6. Voorts word dit Gewas m de Genees-kunde geprezenVoor de Aamborftigheid Geele ziek-
te, en Pleuris, een Decoftum of Afkookzel van de Toppen der Takken (Stipites) \'^e\'ma-ikt v^raar
van de Lyder \'sDaags 2 a 3 Romers vol drinkt, en een goede Diast (Etens-regel) daar bv\'in agf
nemende.nbsp;° ^ s ^
B
I.
ERKE-BOOM. Deze Boom veord in verfcheide TIï/öm genoemt, Nederduitfcb ßer-
ke-boom. Birk» Berkelaar. Laty?ifcb, Betnh. -Hoo^teyc/j, Birken-batim \' Birk»
__ Franfcb i Boulem. Engelfcb, Berck-Tvee.nbsp;Birk. Birke-Tree. Zweedfcbt
2. Hier van vv^orden twee 2oorten gevonden, als;
Betu a. Pm. ^s?. J. Baub. i. 148. Tournef. Infl. 588. Boerb. % A. 2. 181. Dodon Lob.
S^\'Ê/r^r^fnbsp;Flor.fuec. 776.\'\'Mat.medUot. %:Frodr.
Betula pumula. Loef.Pruiï.iO. G0dfcb.Pruff.2j.
Betulananafive pumila. Frank, renov. ^2.
Betula paluftris pumila, foliis parvis rotundis. Cetf. Upf. 3.
Betula foliis orbiculatis crenatis. Linn. H. Cliff. 442. Flor. Lapp. 266. tab. ä Pinr Iupc ill-
Roj. Prodr. Hall, Helv,nbsp;J^LOf. juec. 7ii
§. 3. Deeze eerfte zoort, die een tamelyk groote Boom worden kan, groeit natuurlvk in de
Bosfchen, op de Bergen, en op andere plaatzen, in llegte, dorre, zand-en fteenaeti^^e Gronden,
dog weinig in deze Nederlanden, m^zx vèel in Duitfchland ^ Frankryk, Braband, en elders als me-
de veelin de Noordfche Landen , in Zweden, Norvcegen, Mofcovien. In deze Nedprlinden
worden ze meeft alleen door de cultuur voort gekweekt, om \'er Bosfchen van te nhnrenmt Krand\'
hout, als mede tot het gebruik in de Plaizier4^uinennbsp;^ ^ ^
Men vind daar van m hare natuurlyke groei-plaatzen, in de voorgemelde Landen. eni^P verande-
r ngen, beftaande alleen hierm, dat zommige witagtige, ofdonker-jjroenenbsp;i ^ nnden
en andere nederwaarts hangende Takken hebben. Ook ziet men \'ervaTdi/lZnbsp;doS
dit komt alleen voort, van een fchrale Grond, of van de Stand-plaats, gejyk die wSkeTAooge
Bergen groeijen, altydt laag zyn.nbsp;^ vy op o
De gemelde kleine of laage zoort ö. Na. 2.) is minder gemeen als de groote ze wnnï alleen
op zommuge plaatzen van gemelde Geweften gevonden, in vogte Gronden en ook op de Beraen.
, -^\'rt\' P^ß^^\'^fboombemmt van Natuure liefft een ^^^^^^ zandagtige Aarde, en wil in aller-
lei fchraie Gronden zeer wel aarten, weshalven zeer dienftig is om de fiegte Zand- en andere dorre
Gronden, waar m byna geen ander Boom-gewas groeijen wil, daarmede te benlanten • FToewel
hy een goede vette Kleiagtige Grond ook niet verfinaad, en daar in zo veel te beter WoSc en
een groter Boom word, als maar de Grond niet al te ftyf, en wel gedolven isnbsp;\'
§. 5. De Voort teeling gefchied alleen door het Zaad , het welk in November Fehrrnrv, of
Maart, m een welbearbeidc Grond, ui^t de volle hand, gezaaid word; opgekomen zynde moeten
de jonge Plantzoenen door fchoonhouding van het onkruid jaarlyks onderhouden worden\' tot daC
ze 2 a 3 of meer Jaren oud zyn, als wanneer men ze verplane, daar men begeert; moetende de Pen-
wortel als dan gekort, maar niets aan de Top of Takken gefnoeit worden, het welk haar Geheel iö
de groei zoude verhinderen.nbsp;^
§ 6. Men plant van de Berke-boom, te weten van de groote zoort, niet alleen hier te Lande,
Bosfehen,CgeyKreeüs§. 3 gezegt heb,) maar men beplant daar mede ook, het zy afteen
andere Bomen doormengt, de Bosquets in groote Luft-hoven, om dat ze niet aPeen fchielvk ffenoeg \'
aangroeien en haare groente bevallig op \'t oog is, maar daai\' en boven ook een heel aanSm^ver^
kwiKkende Reuk van zig verfpreiden, inzonderheid \'s Morgens en\'s AvondH vooiSllTna e^
zagte Regen. Om welke reden men in Duitfchland op vellplaatzen de gewooSc4ft, oïn^^^^^
\'May-tydti
ÏÖ
BËÖCMilYViNC VAJJ J3È BËREÉ-BöÖM: ii
May-tydt, wahneer deze Böom nu éerfi: nieuwe Groente verkregen Beeft, irizonderhëid ömtrèiic
^p ?^\'.yaarts-c:ag , verfcheide groöte Takken daar van hier of daar in Huis neder zetten, om dë
crKwikkende Reuk en Groente te genieten ^ als mede dewyl ze verkoeling in de Vertrekken te we»
st- brengen; jaa zelfs verciert men daar mede op dien dag de Kerken, om dëzelfde redeh.
Wpinbsp;Scheer-heggeh zyn ze niet zeer bekwaam, om dat ze niet digt génoeg begroejjen; hoe=
Ze, pm de veranderihge van Gewasfen nog wel op groote plaatzen daar toe gebruikt worden;
S- 8. Het Hout van deze Bomen is tamelyk hard, en derhalven tót bi-anding bekwaam genoé?
jnaar het heeft dat gebrek, dat het geen kragtige en aanhoudende Vlam geeft, want de Schors véf!
ftneult het overige j ten zy het heel klem gekloven is, en\'er veel by malkander lege.
■ 9. De Kolen die nieh van dit Hout bi-and ^ Worden naaft die van de Haag-boeken voor dé bell«
gedouden, om dat ze Iferke hitte geven, lang gloeijen, en hec hooft met geen dampen bezwarenl
•^«naiven ze van de Zilverfmids en andere, die Metalen fmelten, zeer geagt en begeert worden
, S- lo. De Schors van dit Hout is zeer taai, vallen laiigduurende, zo dat, wanneer Bómen\' iri
opene Lugt leggende, van binnen geheel verrot en in flof verandert zyn, nogtans de Schors se-
V^el en in haar volle kragt is. Deze ondervinding heeft buiten twyifel aanleiding gegeven; aan de
mwoonders van de noordlyke Landen, ah vzu Zweden, Norwegen,, enz», om de Dakken vari hun-
Huizen daar mede te dekken, gelyks zulks daar, te weten, op het Land by de Landlieden c-e-
^len word, Welke Dakken op zommige plaatzeh met aarde gedekt zyn , waar in allerlei Kr\'r\'dliTi
^oeijen 5 die dus de Dakken tot een zoort van Tuinen nlaken^ Zie MAUPERTÜIS Flgure dg la
■\'«^rerfeïenm/zee pag. 29 en 30.nbsp;- .nbsp;, ,
yl- li. Uit de Binnen-fchors vari dit Hout worden, om daf: ze,taai is^ ook heel aai-dige kleine
Vaten, gévlogte Doozeh, Korfjes, enz., m de noordlykeLanden gemaakt, gelyk ik zódanige bv
J\'^nchéide Liefhebbers gezien heb, en die het aanzien hebben, alsof ze uit Leer gemaakt wa-
ja men daar op wedden zoude, dat hec Leer was, zo na komt hec op het Oog daar mede ovef
Uit deze Schors worden ook fterke Touwen gevlogten.
. S- 12. Öok worden o{3zömmigé Plaatzen Toortzen uit deze Schors gemaakt, die de Larid-liedeii
^cel gebruiken, eri die meri zegt, dat helder branden, eri zelfs helderder als die van Was;, weshal-
^en ze zelfs voor de Grooteh gebrmkt worden. De manier om die temaken is aldus: De Schors
het i-Iout afgefchilt zynde , vlt;?ord t zamen gerolt tot bekvrame dikte , vervolgens gedroogt
quot;^ar na mee enige Olie dóordréngt, en van bmnra gefmolten Pik of Hars \'ef ingegoten, en zo \\ot
gebruik bewaart: Dog brandei) en hgten deze 1 oortzen ook wel, zonder het gébruik van de Öüe
en het Hars, dewyl deze Schors vettig vari natuurs is; hoeveel dan zo goed niet.
13. In al-óude tyden j eer hei Papier eri Pergament uitgevonden was, heeft men de binnonfTf^ \'
boo
Iii acn jare 1002 cui nruijei\'nbsp;uuux ucu K^raaj \'uan cgt;r. yimam , Kj-ouverneur van
voor dc Zontoa van 8000 en enigé Guldens, gekogtis; voor dezèn uit de Boekery van de
^^irdinaai Julius Muzariniis s;ekpmen zynde ; waar in gefchreveri was, hec tot nóg niec in het ligt
gegeveheWerk van MARCUS CICERO, de ordmanda Republica de inveniendis Orationum exm--
welk Boek nu te^TêOT te zien is. TRAGUS vermeld, ^Hifiornbsp;dat
h te Cbur in Zwitzerland enige Verzen gelezen heeft ^ die van VIRGILIÜS op deze witte Baft ge-
ichreven waren;nbsp;. .
^ 14. De jeugdige Ryzen vaö déze Boom zyn zeer taai, éïi worden derhalven veel gebruikt tot
^eezems; als mede\'tot Roeden, óm de origehoorzame en onwillige Kinders met te ftraffén en in
ontzag te houden • uit de groove Takken worden Hoepen om de Vaten gemaakt, die beter zyn als
«le van Willigen,\'óm dat ze langer kunnen duuren.
§. ij. Als men in het Voorjaar, even vöor dat. deze Böom begint uit te botten, een gat daar in
\'ort, zo loopt \'er een helder Water uit, het welk zoet is, en voor zeer Bloedzuiverende gehou-
H\'sn, dog in hét byzondere geprezen word voor Graveel, Steen, en andere gebreken. derNieren eu
quot;«zen. Om \'ér het Zap te vangen, zo boorc men een niec al te grooc gat, wac fchuins boven-
^^aarts, omtrent de Stam van de Boom in, hier in fteekt men een bekwaam dikPypje, eri zet daar
Cnder een Flefch of ander bekwaam Vat, zo zal \'er allengskens het Vogt in druipen. Men zegt dat
^at de Berken met hanggende Takken het meefte Zap geven, en het welk ook het gezondfte zoude
2yti ?
J^ls men dit Zap zonder bederf bewarei? wil, öm zig buiten dé tydt daar van te bedienen j zó moec
op het zelve, m een Flefch gedaan zynde, goede Boom-ohe gieten, het welk verhindert, dae
pLugt nietby het Zap kómt, die hec zelve doec bederven, op welke wyze het zelve een geheel
Jaar lang gQgdl^ïy ven kan.nbsp;. , , ,, . ^ ^nbsp;,, ,
■ lö. InDuitfchland, Frankryk, m dé noordlyke Landen, en elders, daar veel Berken groel-
oöthoud zig een zéker Vogel iri de Berken Bosfchen j zig voedende met de Knoppen dezes
«ooms, die derhalven Berk-boen^e^oemt word, en zeer delicaat van fmaak is; waarom-die ook een
^\'MvattimPrincipisis, en tót de hooge Jagt gerekent wórd.
Ë BOEKE-BööM. Deze Boom word genoemt in hec Nederduïtfcb, Boeke-boöm
Beuke-boom. Rood boeke. .May-bóeken. Latynfcb, Fagns. Hoo?duitfcb\\
Buch-baum. Büchen-baum. Franfcb, Hetre. Fouteau. Engelfcb, Bcerh-Tree,
ßeenfcbi Bög. Böge-Tree, Zweedfcb, Boek. Boeke-Tree.
Deze Boom, die zeer groot en uitgekroonc\'kan worden^ en waar va,ri maar een zóort iè^
C ânbsp;hoewel
-ocr page 167-ïï BESCHRYVING v A N D E BOEK E-B ö ö M,
hoewel de pieuwftcKruid-befchryvers, als de Heeren LINNAEUS en van ROYEN, den Kaflmjé\'
bóom fxie Vnnrt-Tain) raet toe dit geflacht rekenen, groeit veel in Duitfcbland, Frankryk, Enge-
\'nriö quot; en cUJefs, aan de Bergen en op andere Plaatzen. Men vind daar van, inzonderheid in Hoot,quot;
^litfchland, zeer grote Bosfchen, die haar zOmtydts op 8 a lo Duitfche Mylen ver üitfttekken.
Hier tc L,;;ndc vind men anders gene als die door dé OefFening get^elt zyn.
^ I ______J A,.rAU An^n^nbsp;or\\ \'jnmi-ni (Vfnbsp;WPfgt;T in cfi\'!!» Vpmnfl
kei
tw
rVv CUt,nbsp;WIL L i^vt^,nbsp;------------------ -nbsp;^
is zeer knonpiF: Dog zvn uitterlyk anders niet veel onderfcheidennbsp;. . ■ ■nbsp;.
f;\' Q Dezefve bemint van Natuur een hooge drooge Zaod- of Steen-agtige aarde; in Klei-gronden
f^enhmt wordende, wil hy zeer zelden en byna nooit wel aarten; dog wanneer hy daar in gekwee.\'.c
n\' wil het zomtydts nog\'wat beter gelukken, indien de Grond maar niet al te Klei-agtig en ftyf
ook krm hy niet wel over veel vogt, en nog minder Meft verdragen.nbsp;_ . ^
. Hy word van zyn Zaad, dat volkomen van gedaante als de by ons zeef bekende Bßekireit is 9
v-m deze PVeit de naam gekregen heeft ^ voortgekweekt, welk Zaad in de Herfft of in het
vroep-e Voorjaar in Grepnels, dié 3 Voeten van elkander gemaakt zyn,- gelegt, of ook uit de vpiie,
hquot;\'quot;d\'óp Akkers of Bedden gezaait word; opgekomen zynde, moét de Grond vart her onkruid züivei
gehouden wohien, tot dat de Plantzoenen 4, 5 of 6 Jaren oud zyn j als wanneer men ze verplanten
ter plaatze daar men begeert, de Penivortel wat inkortende.nbsp;_ .
De/.é Boom wil niet liefft oud verplant worden , als wanneer zeer bezwaarlyk groei^vat, ]a oikquot;
wils geheel verfterft; weshalven men nooit geen andere Plantzoenen behoort te verkiezen dan ai^
^cnicit isnbsp;\'
^ ^ ? Men gebruikt dit Boom-gewas om daar van op groteplaac/.en, grote wyde Alleésof Lanin-
Gen te rbhten die, groot geworden zynde, heel fraai ftaan, en met der tydtals ze gehakt wor-
den eoed -voordeel kunneii geven. Men ziet diergelyke Alleé ^ezen tydt, een paar Huren van
d^-^e S\'adt on de Buitenplaats van wyleti de Raadsheer W. van VlEiioKN, by het Dorp
cMe zeer fraai ftaan; als mede aldaar ook fraaije Alleés van Eike-bomen. Vnn deze laatfte ziet m^»
oók f^-aaiie cn jonge Alleés op de van wylen de Heer H. H. van HA/\\R.SMA, Grietman van
don\'.gt;^êradeé), nieuw aangelegde Btiitenplaats, by het Dorp Oenkerk, met ver van het gemeld Oua-
kèrkl Tot welk Aanleg de Ordonnantie en Teikening door my op Zyn wel Ed. begeren, geinaa.vt-
^^\'De tusfchen-wytté, die mén aan deze Bomen In de Alleés geeft, moet, om dat ze zeer groot eö
uitgebreid kunnen worden^ als ze behoorlyk wel groeijen, niet te klem zyn, maar men moet z
ten m.inftcn op 30 a 96 Voeten afftand van malkander ftelien.nbsp;, ,nbsp;n
^ 6. Men plant \'ev ook dikwils zo wel laage als hooge Scheer-heggert, als mede Cabmets, Prjee
len en Bereeaux van, die, om haar mooi glanzende Bladen en om dat ze wel digt begroeijen^
zeer cierlyk en aansenaam op het Oog zyn, kunnende men hier van de hoogfte Scheer-heggen kwt-
irn • ma^r ze hebben een gebrek, dat haar by vele veragtelyk maakt, te weten, dat ze haar doir
pi^irn de Winter over meeft behouden, en niet eerder laten vallen als m het Voorjaar, wanne^aquot;;;
ni\'^uwe weer ftaan uit te botten, waar door het dan gebeurt, dat in die tydt, als men meent de 1 u
nrn l4oon en zuiver te hebben, dezelve met dorre Bladen bezaait zyn: Dog ik meen dat,
nS ^n weinig moeite of koften verholpen kan werdén, en daarom deze Boom niet te vérwerpco
v; iar en boven zo brengen deze dorre Bladen in de Winter eemg voordeel aan, namentlyk dac ^
He-en Sar doOt beter de Winden breken en afkeeren : Het allerflimfte is, dat deze Boom niet ^
a amp;rei inzonderheid in geen Klei-gronden, groeijen wil (§■ 3-), waarom vele Liefhebbers, d)«
f\'e ve ance?s tot plantifig van cierlyke Heggen beminnen, daar van moeten afzien: ik heb cr
quot;clfs ondervinding van geliad, en ik kenne Heeren, die van deze Boom gaarne Heggen m hunn^
l\\imen, ukK\'ei-grondbeftaande, wilden hebben, ora zodanige reden planten, maarzewareng^
rnr-\'/aakrom alle^aren wel omtrent de helft, min of meer, die dood gegaan waren, met nieuw
PW7oenen te recrouteeren, toe dat ze eindelyk, de Heg niet kunnende m een behoorlyke orü^^
irvïpn en daar over verdrietig wordende, moeften refolveeren,^ deze Heggen te roeijen,
y^Jp -ploort van Gewas in dc plaats te ftelien; dog hiermede waren ze zoo veel Jaren agter uit
komen en vele moeite en koften vergeefkh gedaan.nbsp;.
Tnr\'h^o^e Scheer-heggen ftelt men de Plantzoenen op 334 , t^t laager op ii ä 2 Voeten tUf
fchen-wytte. Hier by in agt nemende, het geen. wegens de Uitbottmg gezegt is.,nbsp;■
f 7 HnHout vah deze Boom is hard, en een der befte tot Brancihout,. zelfs beter als het
i-.n^nMC hcteeeftcen soede heldere vlam, en fterke hitte; zynde m Duitfchland op ve.e p^^
zra d- \'m\'-e of\'voornaamfte Brand^ftoffe. Daar komen ook tamelyk goede Kooien uit voort,\'
•icbru^k voor de Zilvèrfrnids en andere die Metalen bearbeiden.
venraias trn .muL-ie uicivicLciii-ii ucaruciucu.nbsp;. ,nbsp;i^nvt.
8 In de Landen daar deze Bomen veel groeijen, word ^er ook een Zout uit de Afch g^^!«^!
c\'at overal verzonden word, en hier te Lande onder de naam van Pot- en PFeet-afcbnbsp;cia^
latu.O bekend is, het welk tot het wasfchen van Linnen, en tot het verwen van allerlei Stoften eu
inzonderheid veel bereid in het oude gewezen Kloofternbsp;, niet ver van
itI.^i welke\' v n daar niet alleen overal in het Roomfche Ryk,; maar^gt;k naar Hodand v ,
vnA\'f wo\'-dnbsp;Komt ook veel van deze Aich uit Polen en Mofcovien. Dog deze Afca ^vor
.\'neen ui^\'dit Hout gemaakt, maar ook uit^het Eiken- en ander Hout.
-ocr page 168-BESCHRYVING Vàr DE BÖEKE-BOÖM.
aaftkomt: Tot fyn Lyfl- en ander Kiftmakers-werk is het niet zeer bekWaara, om dat het nieC
^eér glad bearbeid kan worden, zynde van binneii wat fyn knobbelig ; dog men zegt, dat het iii het
water langduurende is.nbsp;•
S- lo Voor dezen maakte men ook uit de Schors van dit Hout, gelyk nog heden op zommige
plaatzen gefchied, allerlei Vaatjes, Doosjes, Korfjes, enz., op die wyze alé van de
VS-9.3 gezegt, is.
11. Dat men in al-oude tyden ook dé Schorswan deze Boom gébruikt heeft öm \'èr op te fchry-
^ÊQj blykt uit de woorden, die MopHis by Firgilvus fpreekt:
Imo b(BC viridi mper qum cortice fagi.
Carmina difcripji, en modulms alterna mutavi,
Êxperiar iu deinde jubeto certet Amyntas. -nbsp;m
_nbsp;,nbsp;VIRG: Edog. 5. vsl 13.
En men meent, dat de Boeken hier van dë haam verkregen hebben.nbsp;,
. 12. De jonge lange buigzame Takken wprden van de LMdlieden gebrtiikt, om \'er Horderi Van
te vlegten, dog zyn niet van zo lange duur als die van Eike-Takken gemaakt wordeii, ten zy ze al-
toos in de droogte gebruikt worden.nbsp;. . ,,nbsp;. , ^
13. De Vrugten van deze Boom, Boeken gemamt, zyn zoet, op de wyzq der Kaftanjen, eg.
een weinig trekkende, dog worden van de Menfchen wemig gegeten, maar dienen meeft, in
dié plaatzen daar ze veel groeijen, tot meftmg van de Verkens, welke tot dien einde, in die tydt
als de Vrugten ryn zyn, dat omtrent het laatfte van de Maand September is, m de Bosfchen gejaa^^t
door een Herfe sehoed worden, krygende den Eigenaar dan, na lt;5, 7 a 8 weken, als het berdnc
«erk te vriezen zyne Verkens weer fpek-vet voor weinig koften te huis, betalende alleen aan den
Landheer of Evenaar van het Bofch, zekere dragelyke regten en voorts enige onkoften die daar
^P lopen\' Het Spek van zodanige gemefte Verkens word wel zeer zoet van die Vrugten, dog is
\'^iet zeer goed dewyl het los en olie-agtig van fubftantie is, en by dè Zomer-warmte aanftonds
d\'-uipt, ook doorgaans geelagdg word, en n^nbsp;.nbsp;. , . . ■
gt; §• 14 Men perft \'er ook een Olie uit de Vrugten, dat zeer zoet is, en waar van zig dé gemene
^enfchen veel bedienen, niet alleen tot branding in de Lampen, maar ook tot Spys^bereiding, in
P\'aats van kaat-olie dat hier te Lande en elders van de gemene Man tot dien einde veel gebruikt
*^ordnbsp;J \'
Het word OD zommige plaatzen ook by de Manufafturen tot het Wolle-wasfchen met voordeeï
gebruikt. In Engeland heeft deze Olie eerft m net Jaar 1713 eenen^arte Ril tot dit gebruik uit-
êèvbnderi, en heeft daar van een\' Privilegie gCKregen.
OOM t^Fs IEVENS. Deze altyd-groenejide Heefteragtige Boom %vord gënoemc
Boom des Levens.,nbsp;Arbornbsp;El^ya.nbsp;,
AN DE
Frajifcb, Irbffe de Vie. Engelfcb, Thrê Tree of
^ \'Baum des Lebens.
^ ^^^^ ^^ X ifvc
i 2. Daar z^^ \'w.e Zgjtg^h^^^gl^ ^^^ LÉVENS.
Thuya theoDhrafti\' C. É. Pin. m-gt;erb ƒ. A. i 180. Jmrnef. Infi.
Arborvitse fileParadifiacavulgodiaa, odorata, adSabinamaccedens. Baub. 1. 2E6.
hvhornbsp;Cluf.JT. quot;16. Dodon.nbsp;u n.\'j~ ^ - ■nbsp;t^
Cedrus Lycia, Arbor vitas, amp; Thuya Theopfarafti Herbariorum. Lö/A
Thuya ftrobllis lacvfbus; fquamis obtufis.. Lmn.-H. Clif. 449- Hort. Upf m. Roj. Prodr. 87.
i de boom igt;és levens met groene bladen.
Thtiya ftrobilis fquarrofis, fauaipis refiexo-ocuaninatis, Linn. Hort Upjal.
Thuya ftrobilis uncinatis, fquamis reflexo-acuminatis. Linn. H. Cliff. 4^9- Roj. Prodr. 87^
Deze twede Zoort verfchilt weinig van de eerfte, dan adeen dac de_Bladen en Takken wac gro-
J\'sv, mooijer groen en zonder Reuk zyn, daar en boven enige verandering in ae Vrugt en het Zaad
En hy word zeldzamer gevonden eunbsp;.nbsp;? . r ,nbsp;7^ j
i 3. Deze Bomen zyn hier te Lande vreemdehngen;vdgemnbsp;de
ferlle zoort voor dezen , ten tvcie vati //m\', Ifte KONING van i^r-«, mt mjt-lndièn mt
tandfchap Canada eerft m Fran/lt;ry/i gebragt, en van daar vervolgens in Europa verfpreit. Ca-
CluPm heeft hem het eerft aan Plollana eigen gemaakt _
De twede zoort heeft haren af komft, zo men zegt, uit C«.nbsp;^ t •
%• 4 De eerfte Zoort wil in allerlei goede Gronden zeer wel aarten, dog bemint hefft een goede
\'-zandige: Kan onze Winter-koude zeer wel verdragen, dog word als dan doorgaans wat geel of
^\'^al van Koleur hoewel het volgende Voorjaar zyne vorige groenigheKl weer verkrygt. De twede
f-oort is wat tederder en kan onze Winters niet wel tegenftaan, moet derhalveri, in Potten of Bak-
^\'cri geplant ftaande \'s Vv^inters in het Oranje-Huis bewaart worden.
Deszelfs Vermeerdering gefchied door middel van het Steken van afgefhede jonge Takken,
^^elke in h-t Vooriaar op een Wat befchaduwde plaats moeten geftoken en vervolgens by droogte
vogr onderhouden worden, zo zullen ze niet nalaten met de tydt Wortels te raakea, crj na ?
3 jai-èn bekwaam zyn te planten daar men begeert.
kan ze ook gemakkelyker door Inleggmg vermeerderen.
Het gebruik dat m.en
ofdaarinde\'fuïnerofiVd^nbsp;Liefhebbery, en, om de verandering van
^\'ierlyke Scheer-Heggen; dog tot opgaande Bomen is ^ met zeer bekwaam. dewyl
er in de Tuinen van maakt, is weinig, men plant ze alleen maar hier
Gewasfen, tot
de Takken flen-
teriir
14. BËSCHRYVING Van dè ÊÖÖM Dfes LÉVENS.
terig en los groeijen, en de Boom niet hoog word; maar ze kunnen dienen om *er kleine Prieëiefi
cn Berceaux mede te bekleden, kunnende de flenterige Takken daar aan vaft gebonden wördeni
dog ze groeijen wat langzaam aan.
J.
van
§. I. H ^E BREM. Dit Heefter Gewas word genoemt in het iVéi/eftó/c^, Brém. Brérfi-
boom. Genfter. Latynfcb, Geni^a. Spartium. Hoogduitfch, Ginfi. Gendquot;
Ginfter. Pfriemen. Franfcb, Gehet. Engelfcb, Broome. DeenfcbGifvel.
Gyll-Vies. Zweedjcb., Gifvel.
\'§. 2. Daar zyn vërfcheideZoorten van, dog ik zal iiier alleen maar melding doen van t^ee zoor-
ten , die in de Hoven gecultiveert word^\'^n, als:
I. DE GEMENE BREM.
Genifta angülofa amp; fcopaHa. C. B. Pin. 365. .
Genifta fcoparia vulgo; Genifta fpartium; Genifta Plinii cum Hippo-fpartio üve Rapo denift^^-
Eob.
Cytifo-Genifta fcoparia vulgaris, ftore luteo. Tournef. hifl. lt;549. Boerb. J. A. 2. 27.
Genifta angulofa, trifolia. J.Baub. i.
Genifta. Dodon.nbsp;.
Spartium ramis in ermibus angulatis, foliis ternatis, folitariisque. Linn. H. Clif. 3|i5, Flor-
fuec. 589. Roj. Prodr. 370.
2. DE STEKENDE BREM, of GASPEL-DÖORN.
Genifta fpinofa major longioribus amp; brevioribus aculeis. C. B. Pin. 294.
GeniftellEefpinofaeaffinis, Nepaquibusdam.nbsp;400.
Genifta-lpartium majus, longioribus (amp; brevioribus) aculeis. Tournéf, Jnß. (S^^, ^oerb.
1. 24.
Genifta fpinofa. Dodon.
Nepa apud Theophr. Lob.nbsp;^nbsp;gt;,
Ulex foliis fub ftngulis fpinis fubuiato plano acuto. Linn. M. Clif. Hort. üpfal 212. R\'^]\'
Prodr.
§. 3, De eerfte zoort groeit veel in Hoog- en Neder-duitfcbland eh elders in het wild, op dorrö
zandagtige plaatzen, naaft de Velden, Wegen en in de Bosfchen; wórd zelden over de Mans leng^
tc hoog, en brengt ichoone goud geele Bloemen voort: Men vind ze ook met witte Bloemen, maaiquot;
die is zeldzamer.
De twede zoort vind men in Hoog^ eh Neder-duitfchland, Italien, J^rankryl én Engeland in hst^
Wild, in onbebouwde woefte gronden, ze groeit insgelyks niet veel hoger als de voorgaande, m^ar
zynde rnet veel fcherpe Doorns zeer digt bezet, en\'brengende geele Bloemen voort.
§. 4. Ze willen beide, gelyk uit de gemelde Groei-plaatzen blykt^ in allerlei gemene fleste Aai*\'
de, dog liefft in zandige, zeerwel groeijen, én verdragen alle ongemakken des Winters; noe^®
de Stekende Brem iets tederder is, en liefft in een lauwe voör de winden gedekte plaats ftaat.
§. 5. De Aankweking gefchied door het Zaad, dat meh van de twede Zoort van elders ontbieden
moet, dewyl die hier te Lande niet in het wild gevonden word; welke Zaden in het vroege Voor-
jaar op een Bedde gezaait, èn de opgekomiene jonge Boomtjes, daarna, als ze bekwaam groot zY®
geworden, verplant worden: Edog ze groeijen beide beft, als ze onverplant blyven doorgroeijefi\'
Men vmd het Zaad van de Stekende Brem zomtydts by de Zaad-verkopers of by de MaterialiftefÜT^
arote Koop-fteden , als tor. Frankfort, Leipzig en Amfterdam, die het zelve tot het srebmik in de
Tuinen te Koop houden. Dog de Vermeerdering kan ook, by gebrek van het Zaad door Scheu-
ring gefchieden, hoewel zo goed niet. _
§. 6. Hét gebruik dat men daar van in de Tuinen maakt, beftaat hooftzakelyk hier in dat
de eerfte zoort hier of daar in de Tuinen of in de Bosquets plant, wegens hare aangename Bloemen»
die heel fraai ftaan; gevende inzonderheid ook éen zeer goed gezigt in de Bosquets in de BloeJ\'
tydt, tusfchen andere Boom-gewasfen.nbsp;\'
De twede zoort word gebruikt om daar van Heggen te planten, tot bevryding der Tuinen, of^^\'
dere afgeperkte plaatzen; want vermits deze Heefter met zeer vele fcherpe, ftevif^e Doorns van
onderen tot boven zodanig digt bezet is, dat men \'er niet een vinger zoude kunnen infteekcn, zan-
der die te kwetzen, zo is het zeker, dat de Dieren haar wel v/agten zullen om daar door heen te
gaan; moetende dezelve tot dien einde ook heel digt by elkander geplant of gezaait worden.
§. 7, De eerde zoorc of gemene Brem, heeft ook verder nuttigheid in de Huishoudinge, want men
eet op veel plaatzén, inzonderheid in i^ran/^rjÄ-, de Bloemen, alsZalaad, of met andere Za\'^\'^den
gemengt, als een toekruid. De Bloengt;knoppcn worden ook, geljkzls de Cappers, ingemaakt, en
op dezelfde wyze by Gebraad en andere Spyzen, of met Olie en Azyn als Zalaäd, geVeten, zyn-
de die heel aangenaam en gezond, inzonderheid voor Schorbutige, Hypochondriake en met Graveel
of Steen gekwelde Menfchen, Cxh ze verwekken Appetyt, ja ze worden gezonder geagt als de verJ-
table Cippers. H\'et in maken gefchied aldus; de Bloem-knoppen, voor dat de Bloem oneno\'aat,
„liilnbsp;.)_nbsp;____TT____ _ .\' .nbsp;_ jquot;.!___T________________.nbsp;. _ . 1nbsp;t.
-ocr page 170-ts
ntd^J^^u ^^^^\' ^^^ öp sommige plaarzeri ide jeugdige Ryzeii van deze Brem ^ die ze ih óvet»
daar mT^nbsp;\'nbsp;laat rotceni en vervolgens bereid als Hennip, om
HveefP Touwen voor de Schepen van te maken; en dat men zelfs in Italien daar een Stoffe van
1-, Larnugnola genoemt ^ dié men gebruikt om \'er zakken van te maken,
eze Ky^en zyh oök heel dienftig om Bomen of Takken en andere dingen met vafi té binden.
Weten quot; y.oo^t? zo word^deAfchvan dit verbrandde Gewas zeer geprezen voor de Waterzugt, té
Waai v.h inbsp;een.Loog of IJank van maakt, die men moet ddorzygen, om helder te wezen,
fem of ! Lyder \'sdaap 2 a Römm vol drinkt; en als men daar wat Afch van verbrandde Al\'
\' Äout van Alfem, by voegt, zal het zo veel te zekerder genezen
Bloem°;.nbsp;deWortel^ van zommige. v^ d^e Br^;« in de May.tydt een zoort-vaïi kleiü
öioem^gewas,: dat Brem-Raape. Lat. Rapum Gemßa. Dodon. Hippo [partium J obel Orohauchê
^^Jorganophylhm okns. C B.Pin. 87. genoemt wo\'-d, het welk gro4agti?e Bloemen vooSe^^^^^
zyn byzondere nuttigheid in de Medicine heeft; dog hier van op eelandere Snbsp;^ \'
MiJ ■ nog verfcheide andere zoorten van Brem of Genißa, die meri öm hare BIoemeM nlarit
^^llen we in het vervolg in onzé Bloem-Tuin fpreken.nbsp;ßioemen piant.
Ö s
AN DE
RYONIE. Die Kruidagtig klimmend Gev^as word genoemt, In het lyeaeramticl
Bryonie. Wilde Wyngaard. Quartcl-Befie. Latynfch, Bryona. Hoogduit fehl
Stik-wurtzel. Schmer-\\^rtzel. Hunds-kirfche. Hunds-kürbs. Teuffels-kirfché
f) , —■ Zaun-Rübe. Frmf^^h, Coulevreé. Bryone. Vigné blanche Engelfche Brvórivquot;
Valsk Rove. Vild Rofve. Vild Viai-Tr^s.nbsp;Vild Vine-Tree! ^
a- 2. Daar zyn drie zoorten van dit Gewas, als:
i. De WITTE BRYONIE, met roode of zwarte Befien
Bryonia .afpera five alba baccis rubris vel nigris. C. B. Pin. 297. Toiirnef. Infi. 102, \'Boerb,
quot;^iiis alba five Bryonia, Baub. 2. 143.
Bryonia alba amp; nigra. jÖöiö«.
vitis alba. Lob. ,nbsp;\' lt;
Bryonia joliifi.palmatis utrinque callofé fcabris. Linn. ti. Cliff. 453. FM. ßiec. fgo. Mat, méi
448. Roi. Pr-odr. s ^ ^ ^ „
2. De KANDISCHE GEVLEKTE WITTE BRYÖNIE.
Bryonia cretica maculata. C. B. Pm. 297. Frodr. 134. Tournef.Inß. 102. Boerb. J. A. 2. ffr,
Bryonia alba maculata.nbsp;2. ^ . ^^ .. ■
-Bryonia foliis palmatis fupra collole punctatis. Mas ^ f zmina Linn. Hort. Cliff. Roj, Prodf,
^nbsp;3. De zwarte bryonie, met rdöde of zwarte Befien.
wyonia levis, five nigra racemofa.,,C. B. Pin. 297.
Tmirnef Inß. toz. Boerb.nbsp;6^2. . ,
Viti^ nigra quibusdem, fiveTamus Plinii, folio Cyclamiriis. j. Bauh. 2. u%
Vitisfylveftris, five Sigillum Mari®. Dodon.nbsp;^^
,Vitis vel Bryonia nigra, vél fylveftris.
•^WStoliis Cordatis. Ifaxäf-P\'^™««^ vtlßerilis amp; fruciifera. Linn. H. Cliff. Roj. Prodr.
Ëtt!,quot; P\' P® ^^^^^ ^oi\'d gevonden in de Heggen van Neder- en Hoog-duitfchland, Frarikryk
quot;^eiand, enz., klimmende by de Boinen en Huizen om hoögi ,nbsp;^
jJe twede zoort groeit in Candieri eh Griekenland, en is hier te Lande zeldzaam.
Ue derde zoort, die eigentlyk een byzonder Geflagt uitmaakt, groeit in de Heggen en Bosfchee
an Höog-duitfchland, Frankryk^ en Italien^ enz. -nbsp;- mich
4. Ze beminnen alle,een goede, losfe, vette, liefft wat zandagtigeGrond, en een open Stanrl
\' «ts: Dog de tWede ofCandifche zoort, is wat teder, en moet \'s Winters iets op de WoitpT^\'
^^oo.ofStroo-agtigePaarde-méft, gédekt worden.,nbsp;^ vv 01 cel mee
cevfi- ^^zelve dienen om daar mede Priëeleh,, Berceaux , enz., tc bekleden, inzonderheid df^
bpi\'p.^öort, welke Jaarlyks van nieuws uit de Wortel fpruiten maakt, die fchielyk op^roeiien \'
dus de Frieden of Berceaux zeer ras met een aangename groente en Lo;nnier Men moec
behoort quot; le^\'^ing ^^ aanbinding wat te hulp komen, als raen de zindelykheid beoogt, gelyk heÈ
vjquot; Voorts zo heeft dit Gewas ddk veel nuttigiieid iri de Genees kunde, te Weten, de Wo-tel
ae eerfte zoort: Dezelve purgeert fterk de waterige en fiymmige vogten, en word zeer creni-p
deWaterzugt, Opftfging der Moeder^ Verftopte Stonden, cn andere Moeder-zievren
Vallende-zfekte, Geraaktheid, Draaijingen des Hoof is , ,en meer andere fanednni-,
V A
è cölüteä-boöm^ Die Ifeetteragtige iSoom-gewas word genoemt in het iv^-
derduitjcb,, Cohitea. ,Lombartfche Linfen. Linfe-booin. Sene-boorn. Latynfcbi
Colutea. Colutea veficaria. iloogijwj/c/j, Sëhaf-Linfen. Welfche-Linfen. WeV
fchc-Senbs-baum. Jjijfen-baiim^ Faifche-Senes-baum. FranfcbBaguenaudief-
Engel/c/j, Baftaard-vSena.nbsp;Colutea. ^ Weite-Senes-Trcè. Zweedfch, [Colütn^. . -
Daar is maar een Europeefche zdort van dit Gewas, het welk van de Kruid-kehhërs genoetm-
tvÖrdinbsp;.nbsp;■ é
Colutea veficaria. C. B. Pin. ggiCf. Baut. i. ^86. Tournef. Infl. 64^). Boerb. A. è.
Colutea. \'Dodon.
\'Colutea Thëophraffi. Loh.nbsp;, .nbsp;.nbsp;, ,nbsp;, , .
Colutea foliolis obverfé cordatis, caulc arboreo. Linn. H. Cliff. 355. Hort. Üpf. 2I8.
Prodr. 374.nbsp;•nbsp;j f
Van deze is nog een mede-zoort of verandering, alleen maar van de gemelde verfchillende, daar
in, dat haare Blaasjes of Peulen, dkar hét Zaad in vborkomt, rdodagtig zyn.t daar zyn ook nog ee-
nige uitlandfche zoorten.
§, 2. Dit Gewas groeit natuurlyk innbsp;Ongarien, Italien, Provence, Languedoc, en el-
ders in Bergagtige plaatzen, hier te Lande word het zelve alléén door de cultuur voortgezet.
§. 3. Het zelve bemint een goede , drooge, hefil: zandagtige Aarde; en verdraagt onze Wioce^\'
koude ^ wat bejaard geworden zynde, zeer wel.
§. 4. Word i/an het 2aad voortgeteek, het welk, tot kiemens toe, in vogt Zand vah,te vorei^
te meuken geftaan hebbende, in het Voorjaar op een Bedde, op een lauwe voor winden befchermde
plaats, gezaait word; moetende de opgekomene jonge Planten in de eerflvolgende Winters voor
de Vorft\'wat met eenig Loof of Stroo tusfchen in, of met houten Luiken boven dezelve te leggen gt;
gedekt worden, om dat ze anders ligt dood vriezen ^ daar na 35 4 5 Jaren oud zynde, kan men z\'^
planten daar men begeert. Edog
Ze worden gemakkelykkér vermeerdert, dóór de jonge by de Wortels uitgekömene Spruiten#
die ze dikwils overvloedig voortbrengen, of anders kan men zodanige verkrygen door middel van
het bv de grond affnyden vati een bejaarde Boom of Struik.
5. Men plant deze Boom in de Tuinen of in Bosquets om de verandering van Gewasfen, ^^
wel inzonderheid ora de fchone geele Bloemen die deze Boom in de\'May-Maand voortbrengt, waaJ^
op dikke, opgeblazene Peulen volgea, die eén Jaar lans kunnen hangen blyven eer ze afvallen.
c
VAN DE
ilSTUS-LEDON. OF WILDE ROZEMAR^N. Dit Heefter.gewas word gehaakt
in het Nederduitfcb, Ciftus-Ledon met Rozemaryn bladen. Wilde Rozemaryn.
Rofmarinum fylveftre. Ho^duitfcb, Wilde Rozemaryn. Pofl, \'Franfcb^
Rofmarin fauvagie. Éngelfcb; Wild Rözémarin-Tree. Beenfch, Vild Rozemarin. Zvosedfi\'^\'
Squatram. Squatra.
■ ^ Daar worden twee zootteii\'van gevonden, als:
^nbsp;I. DE GROOTE WILDE ROZEMARYN.
Ciftus Ledon foliis Rofmarini ferrugineis. C. B. Pin. 467.
Rofmarinus fylvéftris quorundam. J. Bauh. 2. 23.
Rofmarinus fylvefhris. Dodon.
I.edum fohis Rofmarini alterum. Lob.
LedumSilefiacum. Cluf Heft.
L-cdum. Linn. Flor. Lapp. 160.nbsp;,
Ledum foliis Hnearibus fubtus hirfutis, floribus corymbofis. Lim. Fhr. fuec. 341. Mat.
210.
2. De KLEINE WILDE ROZEMARYN.
Ciftus Ledoh foliis Salicis anguilifoHs. C. B. Pin. 463.
Rofiii.rinus fylveftris, dcgiAo^ Clufio. Baub. 2. 24.
Chama;rhododendros montana Allobrogum Lentifci, folio. Loh.nbsp;,
%. 3. Dezelve groeijen natuurlyk in dé vogte Broek-en Bofch-agtige plaatzen vannbsp;^^
men, FgUu, Pruisfcben, Mofcovien, Zweden, enz. ,
g. 5. Vv^ord door \'Scheuring of ook dooi\' Inlegging in de gewoonlyke Piant-tydt, iü hst Voorjsaquot;? ,
vermeerdert.nbsp;. _nbsp;quot;nbsp;:
Pag. ii5
§. 6. Deszelfs gebruik in de Tuinen is weinig; m\'én plant ze alleen om\' de verandering van
waquot;sfea, hier of daar in de Tuinen, in de Bosquets, of elders.
§. I.
-ocr page 172-BESCHRYVING vamp;^bt CISTUS^LEDON of WILDE ROZEMARYN. 17
De Takjes by de Klederen gelegt, bewaart dezelve voor de Mot, en verdry ven ook de Wand-
iuizen, m net Bed gelegt wordende.
S- 7. In Mofcovlen word het gediflileerde Olie hiervan met Berken-fchors gebruikt, tot het be
S hä heeft ^^nbsp;^^nbsp;^^^nbsp;byzondere Reuk verkrygc
iht-nbsp;dat zommige Brouwers j in die Landen waar dit Gewas veel groeit, hetzelve
JObier koken, om zulks kragtiger te maken; maar dit is zeer kwalyk gedaan, want het maakt fchie-
\'yKaronken en verwekt, na de ontnugtering, onverdragelyke Hooft-pyn.
§. 9. Daar zyn veel meer andere zoorten van Boom- en fleefler-agtige Ci/lm maar dewyl die bv
ons niet wel in de open Lugt de Winters kunnen uit duuren, zo gäa ik die hier met ffilzwygej
■■^uiuyKe riant-cyuL iix Ji\'-i\'nbsp;--quot;»-v-^^.e^ wuiucu.
. 6. Het gebruik in de Tuinen is weinig; men plant ze wel in deBofquets of elders, oni de ver^
andering van Gewasfen. O^k kan men cr Heggen van planten als men wil, dog gefchied zelden
, §• 7/Het Hout van dit Heeftér-gewas is zeer hard, en dient voor de Draaijers cn andere, om
^aar van allerlei kleine Huisgeraden, als mede Stoelen tot Beitels, enz., van te maken.
Onbsp;_______ R^flpn eerft la Water wat kookt, zo efeven ze daar nn ririrv^
VAN
E CORNOELIE-BÖOM. Dit Heefteragtig Boom-gewas is te voren in deVru^t-
) Tuin befchreven, ik geve het hier maar een plaats als een Boom die mede tot de Plan-
. — tagie-Tiiin behoord_, dewyl men hem zomtyds wel in de Bofqiiet s O? Plaizier-bosfchen
Onder ander wild Gewas of elders in de Tuin, om de verandering van Gewasfen, of ook tot Scheer-
quot;^ggen plant, gelyk te voren op de gemelde plaats aangewezen is.
9. Hrt^ jg ÏQog een wilde Mede-zoort van, welke we hier niet kunnen voorby gaaö; de-.
genoemt, in hetnbsp;Wilde C------quot; quot; ■ ----
jlyke^Cornoelje-Booim , Latynjc
J^egel. Franfcb, Cornouiller fauvagie.
wnoege. Zweedfcb, Beenwed.
% de Botaniften word hy genoemt:nbsp;.nbsp;, , „
Cornus ficmina. Loh, C. B. Pin. 447- lournef. Infl. ^41, Boefh. f. A. 2. ajö\'»
Cornus fsmina putata; Virga fanguinea. J. Baiih. i. 214.
Virga ftmGuinea. Dodon.
Cornus umbellis invdlueri multoties longioribus. Linn. B. Cliff. 38. Rof Prodr. 249. HalL
3. Dezelve groek in Iloog-duitfchïdnd, Frankryk, Engeland, enz., in de Heesen tosfrhen
sndere Hcefter-gewasfen. Daar is een v_erandering van met bonte Bladen.nbsp;tuMcneu
4- Bemint een gemene, goede, hefft zandagtige Grond, en een opene plaats
• i 5. Kan door de Uitlopers of Worcel-lcheiiteu, of ook door Inlegging der Takken, in de ge.
^oonlyke Plant-tydt in het Voorjaar, yermeerüsrt worden.nbsp;amp;bönbsp;ë
.. §• 6. Het gebruik innbsp;quot;
andering van Gewasfen.
van allerlei icieine nuisB^^\'^quot;-quot;? ■ tÏt- V-----v ,nbsp;^uz.,, vaii lc lUHKen.
8. Als men de rype Beften eerft la Water wat kookt, zo geven ze daar na, door uitperzing,
)lie, dat in de Huishouding dienen kan, tot Branding van Lampen, enz,nbsp;®
^en Olie
I.
yPRESSE-BOOM. Deze Boom word genoemt ift het Nederduitfcb, Cypresfe-booffi,
Cupresfe-boom. Latynfcb, Cypresfus. Cupresfus. Hoogduitfcb, Cypresfen-
baum. Cupresfen-baum, Franfcb, Cypres, male amp; fenelie. Engelfcb, Cypresfe-
\'ree. Deenfcb., Cypres\'ïrœ. Z\'weedfcb, Cypresf.
2. Daar worden drie zoorten van dit cierlyke Boom-geivas gevonden, als-
1 De CYPPvESSE-BOOM, Pyrmnyds-wyze opgroeijende, genaamt het WTEJE. ,
Cupi\'esfus meta in faftigium convoluta , quae fœmina Pliaii. G B, Pm. 488. Tornef. Infi. jS7,
Bosrb. J. A. 2. 281.
Cypresfus. Dodon. Loh..nbsp;, . \'
Cupresfus foliis imbricatis eredis. Linn. Hort. Cliff. 44^. Hort Upfal. 288. Mat. med. 433,
^!\'^ïS\'\'^CYPRESSE-BOÖM, met uitgebreide Takken, het MANNETJE genoemt.
Cupresfus ramis extra fe fpargens, qu^ mas Plmii. C.B.Pm. 488. Tournef. Infi. s 87. Boerb i
J.A.iii. J.Baub 1.282. .nbsp;^ -nbsp;.
Cupresfus. Mattbiol. 119. De^e ^^
De CYPRESSE-BOOM mt Virginien.
Cupresfus Virginiana, foliis acaciaï deciduis. Herm. PI. L.B. 2^7. Hott. Amfi. i. 113. tab.m\'
Boerh. f. A. 2. iSi.
Cupresfus Virginiana, foliis acacieb cornigerœ paribus amp; deciduis. Plüku. almag. 125. tab. g;^-.
fiè\' 8.
amp;P^esfus Americana. PflrL r^. 1477.nbsp;.
Cupi-esfus foliis diftifti pateatibus. Linn. H. Chff. 449. Hort. Upf: 28.9« Roj, Prodr. 88 Gron.
^irg. I ïp.nbsp;_
T
BËSCHRYVING VAN ÖE C Y P R E S S E-B Ö Ö M.
f, 3. De natuurlyke Groeiplaats der twee eerfte.zoorteii, die altydt-gróenende Bladen dragen?
welke naar die van àe Zevenhoom gtljken-, is het Eiland Caraifa, Griekenland, en andere Plaatzen
in de Levant. Dog nu worden ze ook van zelfs groeijende gevonden in Italien, Zuid-Frankryk en
Spanjen, waar heen ze voor dezen uit voorgemelde Geweften gebragt , en nu als eigen öf Inlandfch
geworden zyn. By ons v/ordèn ze alleen door neerftige Cultuüre onderhouden.
§. 4. De derde zoort, welkers Bladen anders van gedaante zyn als die van de vorige, gelykende
naar dc Bladen van àc Acacia Mgyptiaca, en die tegen de Winter afvallen, ook de Boom geen zo
groot Gewas maakt, maar laager blyft, groeit natuurlyk in de Weft-Indifche Landfchapnen Vir-
ginien en Carolina, en word by ons zeldzamer^ en niet dan by eenige Kruid-liefhebbers p-evon-
den.nbsp;, \'
§. 5. Ze begeeren alle Van natüUre liefft een goede, drooge, zandige Grond, in vogtiquot;-e cn ftv-
ve kleiagtige gronden willen ze niet wel grOeijen. Ze kunnen, wel bejaard geworden zynde, èn
op een lauwe voor winden gedekte plaats ftaande, tamelyk wel tegenftaan onze Winter-koude • \'dog
in ftrenge Winters gaan ze dikwils verfterven ; zynde de derde zoort egter iets minder teder als
de twee eerfte.nbsp;. , ^ ,nbsp;, ..
. §. 6. De Verméerdering gefchied door het Zaad, dat in of tusfchen zogenaamde NoOties (Strobi-
i\'-n groeit, inzonderheid van de twee,eerfte zoorten, het welk uit de voorgemelde warrneL?ndeii
moet ontboden worden, dewyl het Zaad hier te Lande niet wel ryp word ; of het welk ook zom-
tydts inde gi-ote Koopfteden by de Materialiften gevonden word, te. weten de Nootjes- do^ hec
welk yeeltydts te oud en dus onbekwaam tôt de voortkWeking is= Dit Zaad moet in h^t vroege
Voorjaar in Potten of Ploutcn Kasfen gezaait, en op een warme\'plaàts, of beter in een niet te war-
me Broei- of Rund-bak gezet worden- De opgekomen© jonge Boomtjes laat men vcrvdlo-ens daar
in-ftaan ^ èn bergt ze \'s Winters in Huis op een lugtige plaats j daar niet\'geftookt word ten ware by
indringende Vorft; en men verplant ze het eerfte of twede volgende Voorjaar in andere Kasfengt;
öm haar wat meer ruimte te geven; dezelve dUs vorders latende groeijen, tot dat ze 4 â 5- [aren oud
geworden zyn, als wanneer men ze in de koude grond verplanten kanj mits dezelve od eèn warme
voordelige plaats ftellendci gelyk zo even te vOren gezegt is.
Men làn dezelve ook door Steking of door Inlegging voortkWeken, maar dit geeft .f^een zo irotc
en aanzienlyke Bom.en ; als uit Zaad, hoewel de derde zöOrt niet wel anders by ons kan voortlezeC
worden,, dewyl het Zaad bezwaarlyk te verkrygen is.nbsp;tgt;
§. 7. Het gebruik dat men van deze Bomen hier te Lande ih de Tuinen maakt ^ is weinig öm dac
ze by ©ns zo wel cn voorfpoedig niet groeijen, en dus zo groot en äanzienlyk niet word\'4\'als in de
warmer Landen : Men p ant ze egter zomtydts, inzonderheid de eerfte zoort, die van natuurs
met een traaije Pyramidaals-wyze gedaante opgroeit, om de verandering der Gewasfen hiequot; o^daar
op belavame plaatzen in de Bosquets ^ of op andere plaaEzen van de Tuin. Oog meeft houd men zcj
zo wel in Ploog- als Neder-duitfchland, in houte \\4ten of Kasfen, om ze \'s Winters in de Huiz
voor de Vorft te bergen, en die men in de Zomer hier of\'daar in de Tuinen plaatft om een aange-
naam gezigt te maken^ by voorbeeld, aan weerzyden van een Prieel, oPvan de ingang van de
Tuin, en op andere plaatzen.
In de warmer Landen worden \'erAlleês^ en andere Wandel-paden, ook Scheer-hef^c^en van
plant, die een pragtig gezigt maken j Konnende tot lage Scheer-heggen ook nog wel bv ons lt;^epïanc
worden, als de Grond en Standplaats bekv/aam is, inzonderheid zo ze \'s Winters voor de koudeinec
Stroo, Riet-, of Stroo-matten gedekt wordem
§. 8. Het Hout van deze Boom is zeer hard, glad, geelagtig van Koleur, zeer welriekend van
zeer langen duur, en \'t bederf door Worm-fteking niet onderhevig, kunnende van de Ïan\'^durina ge-
tuigen, het geen Plimus daar van meld (a), namentlyk, dat de grote Deuren van d^ Temnel v-an
Bimia tot Epbejen; die van dit Hom? gemaakt waren, in zya tydt 400 Jaren oud, en\'evenwel nog
geheel gaaf en gelyk als nieuw waren. Als mede het BeJld van ftipiter te Romen Ik^wesfen\'
hout gemaakt zynde, waar vanPZ» ingelyks getuigt (b), dat zulks in zyn tydt\'öSo JaK oud
§.\' 9. De Wjs^eerBato ordineerde, dat de Gceftelyke en Waereldlyke Wetten en Inzettingen
van zyn tydt, in Cyi^m/^^-te zouden gefneden wnbsp;z^er waarfchyne^
pr in wezen zouden blyven; dewyl doen dc Konft van in Kopere Platen te ga^eSen nog ^
Drtik-Konft bekent waren, of mogelyk ook om andere redenen, vermids by de oude HpiH%n^sn de-
ze Boom zeer m agung was, en die ze aan hun Godt der Hellen Pluto toe-ciknden Zie l^er ovcr
meer m VIRGILIÜS Geofg. MARTIALIS Lib. 6. Epigr. 49 73nbsp;«^i^cnden. Zie hici ov
!;nbsp;i^iiîÂlinbsp;word, in hooge agdng:
waarde gèhouden worden.- Ik heb \'er werken van gezfen,\'dïrze^^fraTi^M wäm^^^ ^^m;
dog de R euk gaat door ouderdom meeft weg.nbsp;^^Jvt-nae
of ^je dunne ftukjes van dit Hout, by de Klederen gelegt, bewaart dezelv®
voor de_Mot, het welk ook doet het Hars dat uit deze Bomen vloeit. Dof deze Romen ^ven
maar wemig, en niet^zo veel Hars, als dcDenne-, Pyn-, en mdcrcBimen, ra zulks Xen ^a ^^
warme Landen, wordende by ons weinig te koop gevonden.
§. 12. Deze Boom heeft ook zyn nuttigheid in deMedicine, want de Bladen het Hout, de
Schors en de Notekens, worden tot veelerlei Gebreken gebruikt , dog inzonderhe d de Noten,
d e in dc Apotheken NucesCupresfi, Gabullt;e, vel Galbuli, genoemt worden De Sk van dez«
Noten, gelyk ook van de Bladen, verdryft de Vliegen, Muigen, en Wand-Iuizel
C«) PLINIUS Lib. XVI. Csp. 40. ® PLINIÜS op dezelfde plaats. (0 RHODIGIN. Cap. 2 amp; 25.
-ocr page 174-VAN B Ë
J ENNE-BOOM. Dpze altyd-groenende Boom word in verfcheide Talen genaame.
\' als volgc: In het Nederdmtfcb, Denne-boom., Pek-boom. Maft=boom. Greint-
■J^ranfrh ^ ■nbsp;^P^Sf ■ Hoogdiiitfcb, Thannen-baura. Pech-baum.
Tre? \'nnbsp;^vet Pece, ma/^, ^/m^//.. Engelfcb, Firre-Trcé. Maft-Treé. Piche-
-^^ce. Deenfcb, Fx^n-Tme, Z\'weedfcb,, Gran. .
2. Men vind twee Hoofd-zoorten van deze.Boom5 als:
i. De ROODE DENNE-BOOM, hetnbsp;genaamt
Abies tenmore folio, fruau deorfum inflexo, Tournef. Jnft. Boerh ? J 2 iio
Picea major prima, fiveAbies rubra. C. B. Pm. 493. ,nbsp;-j- • -
Picea Latinorum 5 fivenbsp;Abies mas Theophrafli. Baak 1.238
Abies. Dodon.
Picea. Lob. ■ . _ .. .. :, : - -
Abies foliis folitariis apice acuminatis. Linn. H, Clif, ^^g. Flor. fuec.Mat. med a^k -Rai
^rodr. (58. Malier, LIelv. 147.nbsp;-nbsp;•nbsp;quot;
;nbsp;2. De WITTE DENNE-BOOM, hetgeheten.
Abies Taxi folio, fruöu furfum fpeftante. Tournef. Inft. 585. Boerlo. J. A. 2. 179.
Abies conisfurfum fpe(äantibus, üve Mas. C. B. Pin. 303.
Abies femina five sÄscrH -mSc^\' J-^aub. i. 231.
Abies, altei-a. Dodon.
Abies. .
• Abies foliis folitariis, apice emargmatis. Linn. H. Cliff. 449. Roj. Prodr. 89.
Van deze twee zoorten worden wederom enige andere zoorten, of liever veranderingen, gevon-
y^n, dog die maar hoofdzakelyk van de gemelde vèrfchillen in de grootheid, dikte, en in de hoe-
veelheid der Takken. ,nbsp;. . „-
■ §• 3. Deze Bomen groeijen met een regte Stam regt opwaarts, die zeer hoog worden kan en
Veeltydts, inzonderheid als ze niet te digt ftaan, van onderen tot boven met Takken Pyramyds-wv
2e bekleed zyn. Ze groeijen beide in veel Geweften, als in Hoog-duitfcbland, Bohemen Frankrd
mlien, Ëngelcmd, en elders, op de koude Bergen en ook in de Dalen, als mede zeer veel in de
«oordlykeLanden, als mMoravim; Zweden^ Mofcovien; Polen, Pruisfchen, enz want ze be-
^.inneh van Natuui-e de koude; dog d^ ^vede zoort word zeldzamer gevonden. Hier te Lande
^^nd men anders geen, als die door de Oeftening gekweekt worden.
4« Ze begeeren vanNatuure een hooge, drooge, liefft zand-of fteen-agtige Grond, weshal-
dczelvë in onze water-agtige en ftyve Gronden, niet wel groeijen kunnen, inzonderheid de
tWede zoort, diè met een Pen-wbrtel diep in de grond boord, groeijende de eerfte zoort meer met
waards uitgefpreide Wortels....nbsp;, : jnbsp;.nbsp;^ ,
. 5. Ze worden vanZaad voortgekweekt, dat men uit Norwegen, Zweden, en andere Plaatzen,
deze Bomen veel groeijen en het Zaad ryp word, ontbieë, het welk in het vroege Voorjaar op
«en lauwe voor winden gedekte plaats, op wel en diep geroerde losfe Akkers of Bedden, uit de
Jand gezaait word • opgekomen zynd®, moeten de jonge Planten van het onkruid, ten minften van
«et grootfte of rumfteV fchoon gehouden worden, op dat ze daar door niet verdrukt worden, tot
ze 4 ä 5 Jai-cn oud geworden zyn, als wanneer rnen ze kan verplanten ter plaatze daar men be-
geerd: Ouder moet men ze niet ligt planten, nog aan de Wortels veel koiten, om dat ze dan be-
zwaarlyk groeijen willen, en doorgaans verfterven, inzonderheid de twede gemelde zoorc; dog
indien het de noodzakelykheid vereifcht, om ze wat ouder tc verplanten, zo is het zeer dienftig en
üoodzakelyk, o®\'er een Scherm van Stroo of Riet op de Zuid-, Ooft-, en Weft-zyde voor te m.a-
om ze daar door voor de brandende Zon, in het eerfte of twede Jaar, na de verplanting, tc
quot;^kkcn; als raede de Wortels niet of weinig te befnoeijen, waardoor vele, ouder zynde Bomen,
yoor dezen aan dc groei gebrast heb, cn zonder welke voorzorg de groei doorgaans ^ gelyk gezegc
■^s, misfen zal, inzonderheid met de eerfte zoort. ■nbsp;, ,nbsp;..
Ondertusfchen zo blyft het zeker, aat deze Bomen het volmaakft groeijen, wanneer ze met ver-
Plant worden, maar op de gezaaide plaats onverplant blyven doorgroeijen.
lt;gt; Het gebruik dezef Bomen in de Hoven betretfende; men plant daar van Allees; wordende
Bomen tot dien einde ä 20 Voeten in de R_ey van elkander geftelt.
i 7. Ook worden \'er Pyramiden hier of daar inde Turnen van geplant, fe weten, inzonderheid
^an de eerfte zoort, die, wel behandelt zynde, zeer groot en digt kunnen worden, en dän in groo-
te Lufthoven zeer fraai ftaan en een pragtige vertoning geven; gelvk als \'er van zodanige in deMes-
\'h Kas fel fcbe Lufl-tiiin, genaamt Freyenloagen, éen Vm how en Kasf el, aan de Rivier denbsp;ge-
ken, over de 200 ftuks gevonden worden, van ronde, vierkaate, enz., gedaante, die 30 d jo
/oeten hooc^ zvn • Hebbende nergens op myn Reizen m Duitlcnlaxid en de Nederlanden diergely-
zo in giW-ais in cierlykheid en menigte, ontmoet; en die alle, (dat ik hier, ter gedagtenisfe
ï^ynes zaligen Vaders niet nalaten kan te meldeH},; m de tydt van 40 d 50 Jaren, van Hem als be-
dierder van die iïoo™»\'^^ Tuin, gtekweekt, geplant, en onderhouden geworden zyn.
1, 8. Men plant \'er ^k Scheer-heggen van,, die, wegeas hare akydt-auurende groente en digt-
zeer cierlyk ftaan • maar daar is eene byzondere kennisfe en behandeling nodig, om deze Heg-
^^^ tot de platte gedaante te gevfcnncn, en wel digt ea gefloten te worden, welke hier in beftaat^
dat Hen dezelve met aanftonds in hare jeugd met de Scheer moet knippen, maar men moet haar dan
alleen met het Mes door Inkorting der langfte Takken, de platte gedaante beginnen te geven, om
wanneer alle of de meefte Takken met de Scheer gekort worden, dezelve niet wel digt groei.
E 2nbsp;jen.
Pag,
BESCHRYVING v k N de DENN E-B O Ö M.
jen, dewvl de Takken niec^3 gelyk andere Hout-gewasfen, weer fpruiten; dog wanneer de Hegge
nu vol of digt begroeii: is, dan kan men ze vervolgens jaarlyks met de Scheer, gelyk andere Heg-
gen , kort houden.nbsp;, , . -nbsp;■
Op dezelfde wyze moet raen ook de Pyramyden (§. 7.) van de jeugd af behandelen, om haar de
begeerde ronde, vierkante, agtkante, of andere gedaante, die ze zullen hebben, te geven.
t. p. De Dsfine-bomen worden ook veeltydts in deBofquets geplant,,het zy alleen of onder aor
der wild Gewas. Indien \'er Bofquets alleen vart zullen aangelegt worden, zo is het veel beter, dat
men die ter plaatze zaait en onverplant laat doorgroeijen (§. 5.}
\' 10. Deze Bomen kunnen 00c dienen om \'er Bosfchen tot Timmerhout van aan te leggen, in*
i?.onderheid in Gronden die fchraal zyn, en waar in geen ander Gewas wel groeijen wil, om dat deze
Bomen met een fchraale grond re vreden zyn. De Heer BRADLEY doet in zyneWysgeerige V^r-
bundelingen Cap. XV, een Voorftel aan de \'Engelfche Edellieden, hoe men de zandige Hei- en ande-
re Landen in Engeland^, daar in anders niets groeijen wil, met voordeel zoude kunnen met \'Denne\'
en Pyn-bofnen beplanten, en hy brengt voorbeelden by van Heeren die deze onderneming wel gelukt
is. Het is zeer waarfchynelyk, dat zulks met vele fchraale Gronden j in deze en andere Provin-
ciën, die niets voortbrengen, en zonder eenig voordeel in het wild zedert ondenkelyke Jaren gele-
gen hebben , en nog leggen, op dezelfde v/yze zoude kunnen ondernomen worden, en dac men
üaar door eerlang eenig aanzienlyk voordeel, door weinig koften, van die gronden zoude kunnen
•^-erkrygen.
ik ken Heeren in deze Provincie, die de kweking dezer Bomen nu ook zedert weinige Jaren in ha-
re, gronden, van dierfïelvk gémclde zod\'-t zynde, ondeimomen hebben, als onder andere dc Hoog
IFeïgeb^Heer Oan BUP^MANIJ, voor dezen Raadsheer in den Hoove mn Jufiitie dezer Provincie;
en vy-aar van de goede groei der jonge Bomen, tot dezen tydt toe, goed voordeel in het toekomen-
de voorfpelt.
genoec
zulks ...--------O - -j-----jnbsp;- —.— ----------
tegen kan men aanmerken, ï. Dat de Grond voor de,Planting,geheel geen voordeel aanbragte. 2.
Dat de eerfte koften van de.be-arbeiding cn zaaijing niet overgroot zyn; en dat men 3. Na de gf\'
melde eerfte koften, geen koften meer heeft te doen, als groeijende deze Bomen in het vervolg
zonder Mcnfchelyke hulp op. 4, Dat na de gemelde tydt het voordeel te groter zal wezen, het
zy voor den Planter zelfs, of voor zyne Nakomelingen; winnende de waarde der Bomen aan, naar
mate dat ze groter en dikker worden; eindelyk 5, Dat men inde gemelde tusfchen-tydt van de
\'nbsp;groei evenwel eenig voordeel kan trekken, namentlyk van de jonge Bomen, die, waar ze te digt
ftaan, geroeit moeten werden, om de reft te dunnen, welke gekapte jonge Bomen kunnen dienen
tot Sparren, Kaphout, enz.; zynde het om deze, en inzonderheid ook om de in (§. 5.) laatftsemel-
de reden en meer andere, veel profytelyker de Bomen digt te zaaijen, en op de bezaaide plaats te
latendoorgroeijen: In voegen dat dier gelyke ondernemingen niet anders, als op zyn tydc, van nUt
kunnen zyn: Zynde het ook niet altydt genoeg, dat men alleen voor zig zelfs arbeid, maar het is
redelyk, dat men ook op de Nakome^ngen denkt, gelyk onze Voorzaten gedaanftebben.
§. ii. Van deze Bomen komt hec Timmerhout, damp;t men Denne-en Fimren-bout noemt, hoewei
het befte, hardftc, daarvan ook veeityds voor Greinen-bout, dat eigentlyk van de Pyn-bovien^ovn^
if;:nbsp;doorgaat, en ook daar in deugd na by komt, dog doorgaans zo vaft én langduurende niet en is; han-
gende voorts de min of meerder deugd van dit Hout veel af van hec Climaat, de Grond, de Groei-
en Stan --plaats, en van de min of meerder fchielyke Groei.
F ^ ...............
en
L
•nbsp;Schc.nbsp;,nbsp;--0________. - ___________ -- ..nbsp;-.....
■nbsp;word ook Dennen- en l^uurtn-bout v^n Hamburg gcbr-igts v/elk in Duitfcbland groeit, maar^diC is
vaft niet als het gene dat in de noordlyke LandTchappen voortkomt.
§. 10.. Van de befte en dikftc i?oolt;ifinbsp;worden Scheeos-Maften, Pompen VVafr-bm-
zen, Paal-werken, enz., gemaakt. De kleine dienen voor Sparren, enz.nbsp;^
§. 13. Tot Branding is dit Llout van weinignut, want, fchoon het, droog zynde, helder en
fterk genoeg brand, zo is het egter van korten duur; daar en boven zo fpat het ft-efk, en geeft niet
alleen een ftinkende, harsagtige reuk van zig, maar maakt ook alles in een Vertrek binnen korten
zwart, inzonderheid als het Vertrek aan het rooken onderhevig is.
§. 14. Van deze Bomen komt ook hec Hars, Colophonie, Pik en Teer; hoewel deze dia Ken o^r
van mècr andere, harsagtige Bomen, als vzn Pyn-bomen, enz., vergadert worden. Öok vloeit
deze Denne-bomen het zogenaamde Veneetfche of gemene Terpentyn, dat veel omvrent Straatsburg
verzameld en verzonden word, het welk iets flegter is als hec \'Terpentyn dat uh de\'Lorken-boo»quot;\'
vloeit; cog het ilegtfte is dat gene, welk uit de Pyn-homsn vergadert word: daar in tergen
befte en veritable Veneetfche Terpentyn, dat uit de Terpentyn-boom,, die in ha Eiland Cbio
voortkomt, dog wyl dat zeldzaam is, zo gebruikt men inquot;deszelfs plaats, de gecelde
zoorten,
als zynde na genoeg van dezelfde deugd en nuttigheid.nbsp;^, ,
Het gemelde Veneetfche Terpentyn is Pisdryvend en Laxeerend, en een zser dienftip;
voor dc beginnende I.onge-zugt, Teering, inwendige Wonden en Gezweeren, Blced-Diafea
andere Bloedvloeijingen, verftopte Pisfe, het Graveel, G.raveelyk-Colyk, en Stranr-\'in\'ie c-f
dePisfe: Men mengt die tot dien einde met Honig, en flikt daar van \'sDag?rc eer-if-e
kleine brok; in de gemelde Gebreken kan men Ook hec Terpentyn-OIie, dat in de ADod~ekcr- bsre-^
word, van lo tot 20.Druppels, met eenig bekwaam vogt gebruiken. De Teroentvn is ccK ^esi
dienuig voor de vuiIe Druppert, en word tot dien einde veel van de Chirurgyns da-r céepii
Het is aanm.erkelyk, dat de Urin of Pisfe, na het gebruik van Teroentyn ,quot;\'een reuk ais ViKlen ver-
krygt. Voorts zo is de Terpentyn een heerlyk uitwendig rnidderin aUjïrIei vYcnden e;i Gsz^\'^\'fquot;-\'
ren, want het zuivert, maakt ryp, en doet de Wonden hèelen, weshalven zulks io de rnesfe
.fters, enz., gemengcword.nbsp;§, 15.
JL
-ocr page 176-BESCHRYVING tan be D E N N E-^B G O M.
dLîÎ ! Toppen der jonge Takken van de Roode Dennenboom in Water of ,dun Bier tot een
buitnbsp;, word van vele Doftoren zeer geprezen , als een der befte middels voor de Scor\'
5 zie onder andere Sim. Pauü Qtiadripartitum Botanieum en Willes, de Scorbuto.
Landitfquot;nbsp;dunne Wortels van de Roode Denne-boom maken de Inwoonders van de noordlvkfie
braf^nbsp;Laplanders, zeer aardige fraaije Korfjes, die jaarlyks veel naar Zweden «e.
iQf^^Ir,^- bereiden ze Uit die Wortels, in dunne Dfadén gefpouden, vervolgens in Wi«
met Aich gekookt zynde, fterke Touwen. Linn. Flora Lappon. pag. 288.
,^JIN-BESÏEN. Dit aïtyd-groenende Heefter-agtige Boom-gewas word genoemt Iii
h\'Qt Neder duitfch. Duin-beften. Scbyt-beften. Willige-doorn. fajoi/^/lz? Rham-
nus. Oleafter Germanicus. Hippöphaë. Floogcluitfcb, Weiden^loo\'-n \' Zand-
h^. \'r\'inbsp;^^^\'^^i-doora. .Zand-weiden,, ^rare/c/j, Bourgs-epine. Engelfcb \'nna Annm
-Oee/zy\'cè, Haf-torn. Zoü.^.^è, Haf-torn. _ Hafs-torne. x^inbaef. . ■ ^ ^ i^uft doorn.
2. Hier van worden twee zoorten of liever veranderingen gevonden, als;
. ,nbsp;I. DUIN-BESIEN, geen vrugtdragende, of he^MANNÊTJE.
^namnus iSorifera falicis folio. • Tournef. coroll 53. Boerb. J. A. %. 17j.
^m^ophacDiofcoridis. Cöl. Fcpbr. ,1.. 36.nbsp;. , , . .
Hippophaë mas. Linn. Flor. Lapp. yji. Hort. Cliff. Flor. fuec. 8iS. Roj. Prodr. 20t
^ .nbsp;2. DUlN-BESlEN, vrugtdragende, of het WYEJE.
Rhamnus falicis folio auguftiore, fruftu flavefcente, C.B. Pin. 755^nbsp;« \'
^hamnus vel Oleafter germanicus.. J. Baub. ,1. 33.
Rhamnus fruaifera falicis folio. Tournef. coroll. 53. Boerb. J. A. 2. 174.
Hippophaë Diofcoridis. Col. Ecphr. 1.
Rhamnus.. 2. Cluf. Mß. iio. Dodon.
Rhamnus Diofcoridiscreditu.s. Lob.
Knbsp;------ ^ . , j , - i T- l^^iagtige Beften voortbrengt.,
Dit Heefter-gewas bemnid de koude Lugt-ftreken, en groeit in Hoog- en neder-duitfcbtand ^
■quot; elders in het wild, op de Bergen en m andere Koude plaatzen, inzonderheid omtrent de Rivieren •
^^Holland en Brahand word het zelve veel gevonden in de zandige Duinen, en in andere zaadicê
gronden omtrent de Zee, waar van het de naam van Dui}t-befis;i verkregen heefr.nbsp;\'
, 4- Begeert van natuure liefft een drooge, zandige, of ook fteenagtige Grond, in vette, fty.
en in natte Gronden wil het zelve met wel aarten.nbsp;^
j. Het zelve word door de bewortelde Uitlopers, die het doorgaans rykelyk voortbrengt of
®MersdoorInIeggin(^der Wortelgt;fpruiten, of rakken, ligtelyk voortgekweekt.
6. Aangaande h« gebruik dat men in de Tuinen van tieze Heefters maakt; men plant dezelve
^er of daar op bekwame plaatzen van de Tuin, of in de Bofquets, en zulks om de veranderinp- van
^e^^isfen, dog hoofdzakelyk dra de gekoleurde BcTien, die tegen de Herfft ryp worden, en dan
S ^5-aai gezjgt geven, als mede om dat dezelve akydt groen blyven 1 Alen zet ook wel tegen de
^^inierTakjesrnet Befien, om dezelfde reden in.de Kamers.
jj 8- 7. Uit het Zap van deze Befien, dat zuur of rynsagtig Is, word in de noordlyke Landen ees
^^^ob of Zap gekookt, dat by verfche gekookte Vifch gedaan wordende, gezegt ivord, dezelve
f^er fmakelyk te maken (a), cn mogelyk zoude zodanig Zap de Vifch en andere Spyzen, by weLk®
zelve paft, hier te Lande niet minder fmakelyk maken, dat te onderzoeken ftaat.
(c) £im. Flor, Lappen. Pag.
AN HET
T7 BBEN-HOUT. Dit Heefter-agtigBOdm-gewas word is verfcheide Talen genoemt,
mhet Nederduitfcb, Ebben-hout. Ebben-boom. Bonen-boom. Klaver-boom. E^he\'
^nbsp;lo. LatyrJcb, Anagyris. Laburnum. Ebenus. Eghelo. Hoogduitfcb^ Bonen-batim.
■^aum-bonen. Franfcb, Aiiboin\\ Engelfcb, Beme-Trifolie. Berne Tree.
2. Daar worden drie veranderingen van dit Gewas gevonden, als:
I. Het EBBEN-HOÜT met breede Bladen.
Aaagyris non fa;tida, major vel alpina. C. B. Pin. 391.
I^abufnum, arbor trifolia, anagyridi fimilis, y. Baub.: i- 3(^1.
Cytifus alpinus latifolius, flore racemofo pendulo. Tournefi Inft. 64g. Boerb. % A. 2. 2Ö.
Anagyris latifolia. Hort. Eyft. o, i. F. 7. lig; 2.
^nbsp;Cytifus
M
22 bëschryving van het e b b e n-h o ü t.
Cytifus folioüs ovato-oblongis racemis fimplicibus pendulis. Linn. Hort. Clif. 354. Hort.^ Vpf\'
210. Roj. Prodr. 0^69. Hall. Helv. ^gi.
2. Het ÈBBEN-HOUT met breede Bladen en korter Bloem-Trosfen.
Anagyris nonfcEtida , latifolia, floribus denfius congeftis in breviorera uvam. Schol. hot. 260.
Cytifus alpinuu, flore racemofo pendulo, breviori. Tournef. Infi. 64.8. Boerh f A 26.
3. Het EBBEiM-HOÜT met fmaller Bladen en lange Bloem-Trosfen
Anagyris non fstens minor. C. B. Pm. 391.
Cytiuis alpinus, auguftifolius, flore racemofo pcnduIo, longiori. Tournef. Infi. 64%. Boerb. J-
A. 2. 26. ■
Anagyris auguflifolia. Hert. Eyß. o. i. F. 7. fig, i.
Eghelo. Dodon.
Anagyris minus fajtens vel Laburnuum. Lob.
Daar is/Ook nog een verandering van de eerile zoort^ die mooije wit-bonte Bladen heeft maai\'
men ziet ze zeldzaam.nbsp;quot; \'
, 3. Het Ebben-Hout waft van zelfs in het wild in de kpude Geberc;tens van Ita¥en, Savojen eh
Frankryk, ook v?.nOngaryen, Ooßsnryk, Tyrol, Z\'witzerla7id,cn elders; hier te Lande word het
alleen door de Cultuur voortgezet.
4. Bemint van natuure iiefft een zand- en fteen-agtige Aarde, dog groeit ook in allerlei ander®
gronden by ons zeer wel, en kan onze Winter-koude gemakkelyk doorftasn.
§. j. De Voortkweking gefchied door middel van de bewortelde Uitlopers, of door derzelvcr
Inlegging, kan ook door het Zaad gefchieden, het welk, na dat hec van te voren een tydt lang toC
kiemens toe te meuken geftaan heeft, in het vroege Voorjaar gezaait, eji de opge-komene jonge
Boomtjes, 2 ä 3 Jaren oud zynde, verplant worden; dog het zaaijen word weinig^gedaan om dac
ze doorgaans Uitlopers genoeg maken, waar door ze het gemakkelykfr vermcerdm worden; ^^
zo ze geen Uitlopers voortbrengen en men ze egter geerne vermeerderen wil, zo heeft m.en
derde gemelde zoort de langfte Trosfen, weshalven dezelve meeft by ons gekweekt\'en gevonden,
word, zynde de eerftgemelde breed-bladige zoort ook niet zo mild in\'het bloeijen, maar\'\'bloeit i»
zom.mige Jaren geheel niet, of weinig.nbsp;\'
r
J.
geheel andere zoort, en groeit met in Europa, maar in Africa, in Oofi-Indiën, en inzonderheid
veel, zo men zegt, in het am dcEollmders toebehorende Maurits-Eiland, anders ooLhet Êilaquot;\'^
Cir7ie genaamt, niet ver van het grote Eiland Madagafcar gelegen; als mede in Ceylmnbsp;»
Ternate, en andere plaatzcn in Indien. Het word gevonden in het Eiland St. Helene, do? dit zegC
men zo goed niet te zyn: Daar zyn twee zoorten van, als met zware en rood Hout. ^
Des niettegenftaande zo word ons gemelde Europifch Ebben-bout, op plaatzen daar het te krygei^
is, wel voor het ware Ebben-hout verarbeid, en allerlei cierlykeLyft- en andere Werken van\'K^\'
maakt; en wat aan de zwarte Koleur ontbreekt, word door de Ivonft vervult. Allerlei valfcli,
verft Ébben-hout, kan van hec egte onderkent worden, door de zwaarte, als zynde het egte v eel
Ilout^loïnbsp;gefmeten wordende, zinkt het te gronde, dat weinig
In Zwitzerland maakt W.en \'er allerlei Tuin- en Land-gereedfchappen van: Od andere- nlaatze®
dienen deze Bomen tot Wyngaards-paalen, dewyl ze lang in de Aarde kunnen duurerSr ze roc-
ten.
8. Daar is nog een anderHeéfter-agtigBoom-gewas, datßinkendEbben.bout of ßinlende Sone»\'
hoorn genoemt word, dog het welk niet tot het Geftagt van de vorige behoort maar een Geftagc
zig zelfs, en het ware Anagyris is, zynde heC vorige een zoort van Cytifus. ^
Wordende by de Botaniften genoemt:
Anagyris ftEtida. C. B. Pin. 391. Tournef. Inß. Ö47. Boerb, J. A, 2. 27.
Anagyris vera, fa;tida. Baub. i.nbsp;•
Anagyris ftetida arborefcens. Lob.
Anagyris. Cliif. H. i. 93. Dodon. Linn. Hort. Upf. 211.
Anagyris floribus lateralibus Roj. Prodr. 271.
Hier van zyn nog twee veranderingen, de eene met langer Bladen, en de ahdere met breder Bla-
den.
Deze Heefter brengt zyn geele Bloemen niet Tros-wyze voort, gelyk de vorige maar
digt aan de Steel naaft malkander, by de oorfprong der Bladen, en het gehele Gewas\'heWc een zeer
fterk ftinkende, onaangename Reuk.
§. 9. Plet zelve groeit in/Ja/fm, Cicilien, Spanjen, Provence, Lan^edoc, Candien en elders
veel naaft de Wegen en op andere plaatzen,nbsp;\' \'
10. Begeert dezelfde Grond, en word op dezelfde wyze voortgekweekt als de voorgaandf?
CS\' .y*)» en
t,nbsp;op dezelfde wyze inde Tuinemgeplar^nbsp;dog is wat tederder, en begeerd der-
halven een warme Standplaats; gaat des niettegenftaande in ftrenge Winters lietelyk dood; dog
wegens zyn Ibnkende reuk word het zelfde weinig bemint, en derhalven nooit o^* zelden geolant?
ten zy van_Lietnebbers van verandermg der Gewasfen, welke het zelve dan in Potten houden, «ai
\'sWintersin Huis te bewaren.nbsp;12. Hec
B S C H R f V ï N G VAM hèt Ê B B Ê N^H O Ü T.
äPH^nbsp;dog niet zo hard als het voorgemelde, ook niet zwart ma-ir pp^I
van binnen; en van deszelfs verderf is ons hier te Lande wéinig bewuft,nbsp;^
VAN
E ELSE-BOOM. ^ Deze Boom word genoemt in het Nederduitfcb, Eife-boöia
hls Latyiijcb, Atous Hoo^^/cè, Erlen-baum. Ellern-bau4. Erle. Eift\'
.nbsp;Elie-Trae. aS;,
2. Jrlier van worden verftheide veranderingen gevonden, als-
I. De GEMENE op ZWARTE ELS.
Alnusrotundifoliaglutinofa viridis. C. B. Pf«. 428. Tournef. Inft.nbsp;^
Alnus vulgaris. J. Batib. i. ttï. ClufH. 1. 154.
Alnus. DöfiWï. Lob. Urm. Flor. Lapp. Hort. Cliff. 441. Flor. fuec... Roi Prodr
2.nbsp;De E.LS, met witagtige Bladen.nbsp;^oj. rroar. 8S.
Alnus folio incano. C. B. Pin. 428. Tournef. Inft. Boerh. ^.A. 2. 181. Zwin^^xbeat hot
Alnus incana amp; hirfuta. j. Batib. i. 154.
3.nbsp;De KLEINE BERG-ELS.
Alnus alpina minor. C. B. \'Pin. 428. Tournef. Inft. 587.
. -3. De eerfte zoort, die een tamelyk hooge dog geen breed uitkronende Boom kan worH^r,
hier te Lande zeer bekent en gemeen; word ook in vele andere Geweften in het wild cvroeSnS\'
gevonden.nbsp;b^^t-ijendc
Daar is hog een verandering van , beftaande alleen daarin, dat de Bladen wat langer en Tm^n^,.
zyn, dog deze word weiniger gevonden: BOCCONE meld ook, en geeft Af beeldin^nv.? \'
\'drienbsp;onderfeheid hier in beftaat, dat dl e^4 ble^^^^^^^^
roüwer Bladen, als YpeBladen heeft. De andere gekrulde , kleveri-e en s:etande Bhrif^n Tf !
de, bveede, gekruld^ kleverige, gezaagde Bladen, dog deze worden hlÓ teïS^;.
haarveel in Äßiä^fi gevonden-,nbsp;gezien j
De twede gemelde zoort (§. 2. No. ,2.groeit ia alle delen kleinder als de eerfte zno.r r^rs t ^
en h:eft wat langer, puntiger, meer gefmppelde Bladen, die van boven nietnbsp;\'
n-et eene zeer fyne wolligheid gedekt zyn, waar door ze wit- of grau^ aoSp. Pr^
de aan de onderfce zyde nog witter, ook is de Stam wit-agtig. D?ze s hil tf In^t f^.U
word gevondennbsp;ä^JÜ-^Jëll^SSi^InS\'
als innbsp;PSlorwegen, en elders.nbsp;. 0, »nbsp;j x^duut-n,
„ .De derde zoort (§. 2. No. 3..;, grodt op de Bergen van Hsog-duitfcJolaud, inzonderheid in Oot
tenryk en OngaTien: Komt met de eerfte m gedaante overeen j maar is in alle delen veel kleinder
hetwelk, naar alle gedagten, daar van daanxomt, om dat ze op de Bergen groeit, dat véel milt
andere Gewasfen doet klein blyven en vermanderen.nbsp;a b 3 ccx meer
§. 4. De eerfte zoort of de gemene Els groeit in allerlei goede Gronden zeer weL als die ma-,,,
vogtig en vet genoeg is, want in drooge cn fchrale gronden wil hy niet aarten; hy bemint het
ter zo zeer, dat, als de Wortels het water raken, hy niet, gelyk andere Bomen, te mind^
niaar beter groeijen zal. Daar m tegennbsp;\' ^nbsp;^
De twede zoort, of witte Els, groeit liever in wat hoogcr en droogér srondeil
§. 5. De Ëls word van Zaad voortgekweekt het welk in het Voorjaar in een goede bearbeide
grond, uit de volle Hand, gezaaid word, en de voortgekomene jonge Bomen na 2 ä k laren
Jens verplant worden. Zynde het Zaaijen dezer Bomen hier te Lande meeft het werkmei- Vera- en
Woud-Boeren op veel Plaatzen, die ze ia menigte tot verkoop voortkweken, om dat ze in zodani
ge Woüd- en veen-gronden zeer v?el groeijen willen.
Ouder als 3 a 4 Jaren moet men ze nooit Planten, om dat de oudere, zowel geeri «\'roei vatten
Willen. Ook moet men in agt nemen, dat men ze by de planting niet aan .hareTakken, nos m\'m
der aan aan deTop-fcheut fnoeit, maar alleen een weinig de einden des Wortels, want andei% wU
iCQ ze niet öpfchieten, maar blyven laag en kreupehnbsp;\'
6. Dewyl de ELS het vogt bemint, en zeer fchielyk opgroeit, ook niet zeer br.-ekbaar ^»n
dus heel beftendig tegen de Winden is, zo worden dezelve in deze vogte Landen met vnnr^pii
geplant, rondom Moes-, Vrugt-en andere Tuinen, of ook van binnenin Tusfchen-V-vdehvf^
j\'an nieuw aangelegde Tuinen, indien dezelve groot zyn, om daar door met der haaft een Mante
hng te verkrygen.nbsp;,nbsp;.
,,Ook worden ze om dezelfde reden, als mede omhei. Hout, veel gepiant inde vogte Zand
^^\'een-agtige Gronden , gelyk by ons in de zogenaamde V/ouden, rondom de Akkers of Veld\'en
\'Welke Vervolgens doorgaans om de 7 a g Jaren tot Brandhout gekapt worden.
Men plantar ook wel in de gemelde Plaatzén, wegens het Hout, gehele Bosfchen van, te we
\'^n, in vogte waterige gronden.
§. 7- Ze worden ook wel gebruikt in de Plmier-Tuinen tot Schéer-Heggen. dog zelden
doorgaans alleen in plaatzén, daar, om de grote vogtigheid van de grond, geen ander\'Gewas
l^^n^wil, dewyl de Heggen niet wel digt en gefloten worden, en derhalven niet zeer aanzieniyk
8. Het Hout van deze Boom brand wel, en maakt een goede Vlam, maar ffeeft niVt zo veei
quot;^^te, nog duurt zo lang in het Vuur, als Birken-, Eiken-, Boeken-, of Ypen hout, dewyi het
F 2nbsp;\' weekec
W BACCON m Mufeo P. i. 13g. 131. Tab,
-ocr page 179-»4 B E S G H R Y V I N G van DE E L S E - B O O M.
weekervaflaartis; het is nogtans in deze en andere Provinden het voornaamfté Brandhout, ora daÊ
bet ih Üe?,e lage vopte gronden, het beft groeijen vdl, en dus het meeft geplant word. Men maakt
\'er ook loo of looo Hoüt van, naar dat hét dik is, welk overal met de Schepen vervoert word, dm
te verkopen, enz.nbsp;• ,
§. 9. De Kolen van dit Hout, worden tamelyk goed van de Zilver en andere Smids pea^-f, dog
zyn nier 70 goed aks d;e van Birken-hout.nbsp;0 a
§. [O. Het dikke Hout word ook van de Hol- en Wiel-draaijers veel gebruikt, om daar Schorels,
Kommen, en andere dingen V?n te maken; Waar toe hec in agting is, omdat het, drooo- peworderi
zynde, niet ligt berft : Ook worden \'er deze en gene andere\'Huiamp;geraden meer van gemaal-C
Tot Timmerarie word Mt niet of v^inig gebruikt, dewyl het te week is, , en ih de droogte en
lugt zeer haaftï:gt;; bederft, ot van dc Wormen verteert word; maar onder het Water, of in waceri-
dat het daar in met der tydc
\'it tot Steen ge-
quot;nbsp;-.v^ivi^-ij. ^wuii^i uii\'u^ii^u lu\'ciu uc vcilijddiue ivruia-neicnrvver 10-
.HANiwLS BAUHINUS (a) dat hy tcFerona by Ulys/es Aldovrandm, en te Venetien in her Cabinet
van Ffdnascns Canceolanus, ftukken van deze flouc-fterien gezien heeft, waar van t\'effens in dit
laatftgemeide Gaoinct het volgende Vers te leezen was :
---jZideas lapidefcère fanii
Cceruleo fub fonte Ainurn, Jilicisque maniploi
,nbsp;Et pulea intortos lento mm vimine ciilmos.
Ora welke reden het zelve voor dezen in losfe en waterige gronden tot het niaken van Paal- ^n Roos-
ter-werken , om daar Huizen op te bouwen, gebruikt wierde, gdyk men tot Amiierdam V-^etien-,
en elders, genoodzaakt is te doen, ora een vaft Fondament te verkrygen, en\'RxlkeVaal-wcrken,^
tot yhnjlerdam, wegens de koftbaarheid van het Hout, Dag-huuren, enz., dikwils^de koften van
het Gebouw dat \'er op gezet word,, evennaren, zo niet overtrelFen. Dog nu ter tydt .vord her zà
veel niet meer daar toe gebruikt, het zy ora dac het fchaars en te duur is, of, om cf\'t m^n het niet
dik cn lang genoeg bekomen kan. Men bedient zig in deszelfs plaats nu meeft van Maft-n van.
Dennen- of Gremen-Hout, welke men zegt, dat even eens in het Water onvergankclyk zvn ^f
zeer lang.duuren. Dus worden nu ook de Pompen en Water-buizen meeft van Grein-\'-n-Hout\'ge-
maakt i die men voor dezen van Elfen-hom maakte; hoewel het hier toe nog wel .fèbruikt word. \'
§. II. De Schors of Zaad-knoppen, word van de Verwers en Leer-^berefders pebruikt, om daar
met Lakens, Hoeden, Leer, enz,, zwart te Verwen. De Schoenmakersnbsp;\'d^zdve met
kle iiie ftukken van oud roefting Yzer eenige Dagen in Water, of Water waar by wfl ITdik \'^■edaan is ?
welk na eenige dagen zo zwart als Inkt word, en tot het zwarten van het Leer enz dient
^ Men kan ook de Vrugt of Zaad-knoppen tot het maken van Inkt gebruiken,\'in pl\'aacs van\'Gdl/z-ö\'
i 12. Men zegt, dat de Melk in Vaten gedaan, die van het Hout van de twede Zoort of iVttte
Els, gemaakt zyn, meer Room geeft als in andere. Mogelyk dac die ook aefchied in Vacen van
de eerfte Zoorc ot gemene Els gemaakt; dat tc onderzoeken ftaat.
§■ 13- De groene Bladen, \'sMorgens vroeg, als \'er de Dauw nog op is, vergadert en in Ka-
mers geftrooit v/ordende, daar Vlooijen zyn, en daar na over één Uur weer uitgeveegt \' n°men d®
Vlooijen weg, dewyl ze op de kleverige Bladen vaft blyven, zo men zegt.
I
f-:
m
fitquot;\'
(«) J. BAUIHNUS Hift. Plantar. Tom. i. Cap. ó. .
Î.
,E EIKEN-BOOM. Deze Boom word in verfcheide Talen genoemt als volst i
ln het Nederdintfcb, Ehken-boooL Eike. Latynfch, Quercus. Hoogduitf%H
Eyeh-baum. Eyche. Franfcb, Chénc. Engelfcb, Oake. Deenfct, Eege-Trae.
JlI^C^C* ■^^l^SQCtjCt) \\ JQyCK.nbsp;Vnbsp;».
§. 2. Daar worden verfcheide zoorten van EiJ^ gevonden, dog ik zal alleen mddinp doen van
de zoorten die by ons het bekendft zyn, en het meeft geplant worden.
^nbsp;I. De GEMENE EIKlf.
Quercus. vulgaris cum longo (amp; breve} pediculo. C. B. Bin 4.2O.
Ind. Alt. 2. 177.
Quercus vulgaris brevibus ac longis pediculis. J. Bauh. i. 70.
Quercus Dodon.
Quercus vulgaris. Loh.
Quercus foHis deciduis oblongis, fuperne latioribus, finubus acutionbus,nbsp;obtuils-
Linn. IL Clif. u^.not juec. 784. Mßt. med. 426. Bof. Prodr. 80. Hall. äfo. 15^\'.
2. LAAGE EIllE, of HAAG-EIKE, ook Spaanfche Aaker ^^naemt.
Qtiercus parva five Fagus grscorum amp; Efculus Plinii. C. B. Pin. 428. Toimief. Infi. S^S\'
IjOcTlOm f m -/i* 2.
Phagus ve! Efculus. J. Baub. i. 70.
Quercus foliis pinnato-fmuatislsvibus, fruftu fesüh\'. Pro\'^f PO
du een der grootfte Bomen van allerlei zoort worden kan, groeit natuur^
I\'^f .S/hffnbsp;^rtatn Africa, dog hy nart beter in de getempeke dan in heel
ÏP\'^^fnbsp;Lugcftreken ;„ en daar worden in zommige Landftreken, als in Duitß bland,
Frankryk mamp;oot-Bnuamen, Boslchen van gevonden, die haar op verfcheide Myl weegs uicftrek-
kea;
rf
Tournef. Infi, s S3. Boerb*
Jl\'\'
beschryving van de eiken-boom.
ïTijs\'nbsp;^^ r^ands vind men geen andere, als die door de Cultuur voortgezet worden. Zom-
If/JfL®,nbsp;verfcheide zoorten van, dog die verfchillen niet veel anders dan in de groot- of
^^eiaheid der Bladen en Vrugten.
TUnbsp;Mede-zoort of verandering van, met bonte Bladen, welke alleen van de Kruid
neobet-s om de zeldzaamheid, en veranderinge van Gewasfen, gecultvvsert v/ord.
•Ue twede zoort, of de Haag-Eike, die een laage, kleine Boom of Heefter blyft, en ook klein-
Li en groender Bladen als de vorige heeft, welke zeer gelykende naar de Bladen van de Haagdoorn,
groter en wat dieper gefneden zyn, groeit natuurlyk in Spanien en Portugal, van waar dezel.
^ tot onzent overgebragt is, en door de Cultuur voortgezet vt:ord.
A^A ^^-E^ke-boom begeert van natuure liefft een hooge, dróoge, goede zand-of fteen-agtige
X!nbsp;d^ezelve veel op en aan de Bergen groeijen, hoewel ook in de Valleijen, of op
ri.og drooge Gronden, gevonden word: Hy maakt veel en groote Wortels, en fpreid de-
J^ive diep m de grond uit; en hier uit blykt de reden, waarom dezelve in deze laage, waterige
J\'TOvinden zo wemig gevonden word, inzonderheid in de Klei-gronden, waar in hy niet aarten wil,
J^^/lzy die hoog boven het Water leggen, en is de diepte geen kwade ftoffe, alsÖur, Knio-aarde.
I^riiatte-kle!, bevatten, ter contrarie van zommige Schryvers, Welke zeggen dat hy in allerlei
blonden zonder onderfcheid wel flaagt, welk de ondervinding ten eenemaal quot;tegen fpreekt
^ J. Dezelve word van zyne Vrugten, die JSêMj-, of Eikets, ook genoemt word\'en voort-
steelt , welke in \'t vroege Voorjaar, na de Winter over te meuken geftaan hebbende, of ook\'zonder
jat, m greppels, die i 4 Voeten van malkander gemaakt zyn, gelegt worden: Ops^ekomen z vn-
JSj^ nioet men da Grond in de eerfte Jaren van het Onkruid fchoon houden, en de jonge Bomen ia
vryneid groeijen laten, tot dat ze ö d 8 Jaren oud geworden zyn, als wanneer men ze kan verplan
ten waar men begeert, als dan de Pen-voortel iets kortende; dog men veronderftelt, dat ze wel ge-
Sroeit, en dus groot genoeg geworden zyn, anders zoude men iets langer moeten wagten. Egter
Nb. aan tc merken, dat, hoe jonger men deze Boom verplant, hoe beter dezelve in bet ver-
groeijen en hoe fleuriger hy worden zal.
Ook wil deze Boom niet gaarne veel aan zyne Takken befnoeit zyn, weshalven men van jongs
3 zelfs bv en na het verplanten, geen Takken van de Stam moet weg fnoeijen, dan alleen in óe
eerfte Jeugd, om een regte Stam tc formccrcn, indien die niét vaa zelfs bekv/amelyk regtop fchiet
fi vervolgens de Zuigers of die veel fterker als de overige groeijen; nog veel minder moet men aan
J.® iop roeren; want dit zoude het opichieten van de Boom, en het formeeren van\'een goede
^i\'oon, ten eenemaal verhinderen: De iafcken die men aandeSram gelaten heeft, worden daar
J^a m het vervolg eenige jaren na dc verplanting, als de Boom een Kroon heeft beginnen ce roaken
tot aan de Kroon toe opgefnoeit.nbsp;- - 3
De bo?ne zoon (§. 3.) word door Inleggers voortgezet.nbsp;^
Deze Boom groeit zeer f ®^nbsp;^^ aanmerkelyk, dat die zeer oud worden kan:
J^en zegt doorgaans 300 Jaren, en dat hy m de eerfte Eeuwe, ofm de eerfte 100 Jaren, aangroeit,
f de twede ftilftaat, en in de derde Eeuw al neemt en vergaat: hoewel zommige aan deze ouderdom
^^yifelen; edog dat deze Boom met aftsen m zyn natuurlyke groeiplaats zo oud, als gemeld is,
gorden kan, maar zelf nog veel ouder, dic komtmy meer als waarfchynlyk voor, om reden, x.
^at die zo lan-^zaam .\'^reeic en zo vaft en hard van natuure is. 2. Om dat men van andere geftagteii
^an Bomen aangetekend vind, dat die als men de Hiftorien geloof byleggen zal, veel ouder als
po Jaren ceworden ^-vn. De Heer BRADLEY vernaait (a) van een zeer grote Engelfcbe Kaftanje-
tot Tart^j)crtb m. Glocejtermre m Engeland groeit, dat daar van gewas ge-
=kt is in een Boek het welk aan den Koning JOHAN opgedragen is, waar in die Boom gcnoemc
^yord, de groote of onde Käftanje-hoom van Tartworth, zo dat daar uic belleten kan worden, dac
^■e Boom mjeer als ïooo jaren oud moet wezen.
p2o leeft men ook van\'twee zeer onde Plantanus-homen , een te Detpbos, daar Atbm. Lib XV
^ap. 19. van meld; en de twede te Capbia, in het hrnkfch^^ Arcadien, in Morm gele\'.quot;en,\' door
■fF^amevinon gezaait, waar vao men by PUnkis Lib, XVL Gap. 44. leeft, welke beide Bom\'en ten ty-
van Tbeophraßiis Erefiiis nog in wezen waren, behalven meCr andere. Kunnen na zodanige Bó-
^cn 20 een hoogen ouderdom\'bereiken, waarom zoude niet ook een Boom van zo ccn harde Natuur
de Eiken-boom is, meer als 300 jaren oud kunnen worden ? Ja het is m.eer als waarfchynelyk,
^^t\'ernbsp;in het Zwarte-woud, Bohemer-woud, Harts-woud, enz., wf^Ike overblyfzels
^yn van het oude Woud Hercinia, dat geheel Ger.nanien in oude tyden overdekte, gevonden
^Orden die zo oud zyn als dc eerfte oorfprong van de Wouden zelfs is.
. f. 7. bat deze Boom ook\'on,gemeen groot worden I\'an, zulks betuigen mede de Hiftorien, ea
^Ds|i;elyks de ondervinding in dc \' -
. i 8. Aangaande\'de Cultuur
r^i\'en. dofv bemint, Kciykdev
fnaak f
luidu; ten aceic. •
J^ianting gcfchicd meeft alice; ^nbsp;, ^ ,nbsp;... , ..........
reeden te voren r §. 4-)- V ^ ^\'p ■nbsp;quot; \' vonead« kunnen wor-
zo moeren ze ten mir c^ ^^ ^\'V\'-cn w ck-nbsp;!\'wrden.
m. Menr,]ant \'erin quot; quot; \' gt; f-\'-quot; o\'nbsp;-I \\ : rv-jU\', gehele B^s-
jchenvan, in de I? r---quot; s o.n\'-Lr r. ^\'nbsp;■■ ■-i. .oquot; a, co^ med d-\'e
l^^\'tie^ om. al? dc Bomcquot;..... : \' •. i»\'---^nbsp;^ : r de reil ^-rft p^^ger ruim-
te en aangrod mc-nnbsp;- • i.jj voordeel doen:
\'^Böertusfchen zo moe iquot; ^icr. rn, cu-, het naecuc ^euot dci pjauLiiiji vaa di. .-icut, oni dat het
Gnbsp;zclvQ
(a)\' Wj\'Sgecrige Vediai-.dalingeo Tsg. 2^9.
-ocr page 181-^o langzaam aangroeit, coorgaans niet voor den Jfiaiiter zeits, maar vóór deszelfs Nakome-
is: Edog dit geeft geen voldoende reeden, om daarom de Planting dezer Bomen geheel té
^;pen, in tegendeel, het is behoorlyk en zeer prysfelyk, dac wy zo wel voor onze Nakome-
lingen eenige zorg dragen, als onze Voorzaten voor ons gedaan hebben; hadden die zulks agterge-
laten, wy zouden waarlyk vaü vele dingen, diewy nu bezitten, en onze nuttigheid \'er van trek-
ken, ontbloot zyn.nbsp;,
§. II. De gßmene Êike wórd ook Wel gebruikt^ om \'er hooge «en laage Scheer-heg«ren in Plaizier-
Tuinen van te planten, die wel digt begroeijen, en heel cierlyk ftaan; dog nog fraaiier ftaan die,
welke van de Haag-Eike (§. è. No. 2.) geplant worden, weshalven deze doorgaans daar toe alleen
dienen; kunnende de Heggen hier Van tot lo a ij Voeten hoogte groeijen, dog als men hooger Heg-
gen nodig heeft, moet men dé gemene zoort gebruiken.
§. 12. Het gebruik van het Sz/ten-èotó aangaande, hec zelve is, gelyk bekend genoeg is, een
van de befte, hardfte, en langftduurcnde zo fy-ne als groove Timmerage, wordende hoe odder hoe
barder. Het zelve word tot dien einde, dewyl het hier te Lande zeer weinig groeit uic veel Ge-
weften van het Noorden en Zuiden tot onzent gebragt, als uit de Ooft-zee, van Rwa - Revel Ner-
va, enz., dog het meefte komt uit Duitfchland den Rbyn af, het welk de groote Hou\'--vloocen,
die jaarlyks deze Rivier afkomen, getuigen, die zomtydts zo groot en lang zyn, dat\'er 200 ä lo«^
Menfchen op een zodanige Vloot gebruikt worden, om dezelve te regeeren en te beftieren ■ zynde
zodanige Vloot met Keuken, Kelder, Slagt-beefteo, en allerlei Mond-hehoeftens voorzien; en
waar uit men ligt kan afleiden, als men verder de overige koften, Tollen, enz., óvérweegt, daC
dit Hout in deze Nederlanden niet goed-koop kan zya. Dog daar word ook veel lan^s de Elbe en
Weezer naar Hamburg en Bttmn gebragt, dat vervolgens verder naar de Nederianderi en naar elders
over de Zee getransporteert word.
§. 13. Het zelve word ih vcrfcheiderhande gedaante overgebragt, als, heeleBdmeü, welke tot
zwaare Balken en Paal-werken gebruikt worden, of in Stukken of Blokken van Bomen vk veelerlei
lengte en dikte, waar uit allferlciPWcTz, Balken^ Ribben, en Latten, op onzeZaag-molens ge-
zaagt worden; of korte gekloofde groove ftukken, dat Wagenfchot gendemt word j Ook zoge-
naamd Klap- en Staf-bout ^ zynde dunne, platte, korte, gekloofde Stukken van allerlei lengte;
het welke dient tot het maken van Vaatcn, Tobben , enz. Nog brengt men Krom-hout tot de
Scheeps-Timmeragie, als mede Berkoenen van veelerlei dikte en lengte, het welk dunne Takken of
jonge gekapte Bomen zyd § die tot Paal-werk cn andere dingen gebruikt worden.
§. 14. Ondertusfchen fchoon hecnbsp;zeer hard is, zo is het nogtans,\' gèlyk allerlei ander
Hout, zeer verfcheiden in deugd, zynde het eene dikwils veel harder en beter als het andere* ook
het eene warriger en het andere regtdradiger, al het welke afhangt van de Grond ^ Stand-nlaatk en
mm of meer fchielyke groeiinbsp;^Lauu pwatc..
Het geen uit Duitfchland den afkomt word doorgaans voor het béfte géhóuden daaraan
volgt het Noorifcoe, Men zegt dat het geen het welk in Terlmi groeit, het Kft en lanSduu-
rende van allen , en byna ^ zX^Ceitr-hmu onvergankelyk cn niet aan de Wormen oSeiSvig i^J
maar dit word met of zelden hip te pnde gebragt; dog men heeft my verzekert ^ toen ik in den
Haag wezende, hec grote Zaal van het Hof van Holland bezag, dat het Kap- en Hout-werk van die
vermaarde Zaal altemaal van ï erlandfch Eiken-bout gemaakt was.
§. 15. Volgens de gemelde verfchillige Eigenfchappen van dit HoütC§. 14.),. dient \'er onddquot;
fcheid gemaakt in deszelfs gebruik tot Timmer-werk, waar van ik, fchoon zulks aan ervarene
meefters, Timmer- en Schryn-werkers Bazen bekent is, eenige woorden melden nioec Hec waf-
rigfte Hout is, fchoon dat zulks doorgaans het hardfte enduurzaamfte is, niét zeer bekwaam tot
fvn of cierlyk Timmer-werk^ voornamentlyk als het op de Zon moet ftaan: By Voorbeeld tot
Venfters-Ramen, Regel-werk, Blinden, Deur-, Venfter-, en Schoorfteen-bekledinsen Lambri-
feermg. Vloeren, TafelSj Kabinetten, en ander cierlyk Werk, om reden, dat hetzelve door-
gaans door de Zon 6n droogte fcheef en krom trekt en o6k wel barft: Tot diergelvk LmeM en an-
der fyn Werk gebruikt men derhalvenjnec meerder voordeel het Wagenfchotf dlcrlS^^^^ is,
of uit regtdradifïe Bomen gezaagde Rebben Planken, cnLatten. D?ar in tegen zoSfS
rige Hout, wegens deszelfs hardigheid en angduurigbeid, by uitftek tot grof we?k SSr het
niec zo zeer op de zmdelykheid aankomt, als by voorbeeld, tot Balken, Deur-en VenSr-Cozy-
nen. Drempels, en al hét geen in de open Lugt moet wezen, en dikce vereifeht dewvl het zl^
dan zo fterk met draaijen, of krimpen kan.nbsp;^nbsp;^ui., ucwyi n
§. 16. Wyders i gelyk allerlei Hout naar de buitenkant , ómcrentdeScta zaeter en witter is
als binnenwaarts, welke zagte binnenkant de Spint genoemt word, zo heeft ook het EikeLbout veel
van zodanige Spint , dog het eene meer het ander minder, welke afhangt van een meer of minder
fchielyke groei der Bomen ^ en koude of warmte der Stand-plaats, hebbende dus fkielvk en oP een
lauwe plaats gegroeide Bomen van allerlei geflagte, demcefte%gt;2f, dewelke zeer verknSlyk is.
want in de open Lugt fturpt het water in, en vergaat haaftig door verrotting, daar in tegen in de
droogte word het ras van de Wormen doorknaagt en verteert; weshalven een kundig en oplettend
Bouwmeefter of Eigenaar nooit zal dulden, dat het buitenfte Spint by het gebruik aan hetHouc
blyft, van wac zoort het ook wezen mag.nbsp;\' ^ doii
§. 17. Het Eiken^bout moet voor het gebruik ook öoódzakelyk wel droog ^ya, inzonderheid daC
in beflotene phatzen gebruikt zal ivorden, om dac het anders door de nog in zig bevattende Zappen .
die men den Eik noemt^^ en van natuure zuur en fcherp synde, vuurig ea gelyk als verftikc Ädgt;
en daar door zeer ras vergaat; ook moeten derhalven de Bomen, voor dac eebruikr worden tea
minften2 a 3 Jaren m dem,ene Lugt en Regen gelegen hebben, op dat dezelve den al langzaamer-
hand daar uit trekke: rfier te Lande legt men het zelve, om üezea Eik uit te trekkenrfn verfch
Water, te weten net zware Hout, en men laac het daar in l, 2 ä 3 Jaren, na?r mace dat het dik is?
leggen; dog het kleinder Hout, als Wagenfchot, Staf-hout,nbsp;legt mTn^
2Ó B E S C H R Y V ï N G VAN b Ê Ë I K E N ^Ë Ö O ivè.
zelve zo langzaam aangroeit, doorgaans niet voor den JPianter zelfs, maar voor deszelfs Nakome-
linfyp\'n ie* tt\'r^nrrnbsp;fira#»t%nbsp;r-lz-k^attr^/a f/skiai-^fkft r^mnbsp;^^nbsp;__j______t-»nbsp;i__1
lingen
verwerpen
£er, maar menftapelt het hol, en lugtig op malkander, ea laat hec dus il dè open?Lulc allengs^
iens
-ocr page 182-BESCfIRYViNÖ VA^ igt;i Ë i K E M-ë Ö O M
^^nbsp;\'nbsp;^^ Water zyh Koleür verlieft ëh onaanzieri^
^ T» 17nbsp;gemakke yk en ras op gemelde wyze droog-worden kan °°aanzicn»
OMenbsp;geen kleinbelang, tot deu^d van het Hout, dat hetzelve
^^^ftamp;si^s^^ss^söo^^ w ^^^ ^^^^^ ^^^nbsp;is!
^^a^di\'nn!;^?\'^^^\'^\'^® hetnbsp;meer töfc het bóuweii gebruikt als nu ter tydt, gelyk
dlu , ^^^ Eiken-bout, zo lyden de Geböuwéri daar door mihder lafl oPnbsp;^
^frhalven de Muureii ook dunner daögelegc worden, al ËtwSkfdc knfl-?n 1 fl\'
Jlemdeel verligt;, inzonderheid daar in dtzë JfederlanderS dfu^Zr \' ^^^
.Waarby^teyi^ pasfaiit ass mcï^ lamp;tls^
je Hooft-muuren naar proportie van héc Gebouw al te ligt gemaakt wOrSn fil^i^Wnbsp;®
hier in winnen,hec de Ouden^buiten iègenfpl-aak^ dat zThegteT^^^^^
hedendaagfch meeft gefchied, Hoèwel fiiet zö nét eti gemakkelykf dog de fe hebben als
^m haarItydtSoktiodigen^eiïftigéf aisnii, tr b^herm^^ h^^SyS Iwvl
\'icn toen van geen zö geweldige Öorlögs-machiiles wifte.nbsp;quot;^yaen, dewyi
hitte vn;nbsp;eea zëer goed Örandhodt, het geeft
kon^nbsp;»nbsp;^anggt; n^aar vlamt üiet veel ^ ten zy hec fvn aeklooft is en Vr vpM ®-f
J^nder legt, zyndè mitsdij zo goed niet als hèt M.bok oll !|nSéif vah\\Sg
vrvnbsp;SlSÜi??\'^ veei gebriiik van de Leef-töuwers, én is hier te Lande
wordende tot dat gebruik op expres daar toe gebouwde Wind-Molens klein ^PnvTinS
Sn. ^ of genoemt, éh v^^^r z, bareri dienft tot Ler-bereiding geton heeft dfn
^«je zeer nuttige StofFe voor de TmnietSi éri woM dan Jïzz?^^ of Xf/^ gehle^Snbsp;^
S; 22. Aan de.Eiken-boom3 té weteiï aan de Takkcd, en niet on de Bladen o-rnpHi-r. ri« k i \' i
9 f noten, ook GaUAppeb getiaSmtj Xl^^GaM^z^, ^elke? bkalvenfare m^rfSquot; a
W de Medicyne èn C/nrnLquot;,; aan éê wers tot M ZwarlVerTen f en torï\'^^^ ende g^bmik
«^n: Dog men vind ze^hiet aan dë Bömën hiér te Lande, logTn Hoolduitfchrn?^^^^
enz-, maa? ze komen tótnbsp;örntférit Jleppo, TrMfehtó
^en dezes Booms groeijen oökdikWiIé, ^d wel hi^ te Lande dis eld^^^^^^^^ Slnbsp;Bla-
[Ponfieufe, rohde^Noten, dé gëd^e ën het aanzien hebLh^rïs 4
^ynde, waar in doorgaans een Wormtjé hüisveft, dat ten Jaatfteri^n een M , f\'
f^n gemaakt gaatje daar uit vliegc.5 Maar dit zyn ien egte S IL «H^wf-wf^
^^men beSei eenerley vöorÊ, ..ia^lf e dol
^dooi^ de fyne vezeltjes der Schors ge edeert zynde, een EJitwa;s doc^ het töevIoehendSê
aangroeit, ,dat een kloöt^ronde gedaante verkrygt, eri dus de gemelde zpgenaamdenbsp;dol?
\'nbsp;vervolgens doorgaans een Wormtje groeit, door hec Zaad dat hec Infeft tïï
Piaatze van de beet nedergeiegt.-hadde,- en in dé Noot begroeit is.
Aanmerkelyk is het geert de Öudefi van deze Not^ v^aandeni hanielyk, dat men daar uit i-^orK.i
Béfmettelyke of feondeJ^ugt konie VS)rSSquot;^rSS
^anczy geloofden, dat, wanneer men een zodanige Noot, die niet doorgaat is, opent - eri dnfHn \'
J een Wormtje gevondeii word^ zulks een ÖnvMgtbaar Jaar en duurte looramp;Id?- en zo ?r 1
Mug uitkomt, Juiks een aanftaahde Oorlog,, maar een Spin, befraéck^Sen vr^.f\'.fquot;
^ dit word np^ heden van zommige vöor Waarheid aangenomen éa vertelt, mafr SfS\'t Heu/elfn^\'\'
zw^Éé^Mc ip ihaièn, zo nëémi.Öal-noien ioLood ^ .Pitriool cJ Lood -
Jrabic mA Lood, ieder byzondèr. grof geftoten zynde, zo inengt het onder elkander doe?
I^et ineenverloodePot, en giet daarop 4 Pond, cdat is Wt4nt twee Ringden) Pvc-oi^^^
^^ plaats, vsn dien maar dun Bier ,^et het een dag é 14 in de heete Zon, o? op 4n andere wa\'-nt
plaats j zö zal het éen zeer goéde zWai-té Inkt z\'f mnbsp;^ «^i.ucre wa. me
di. CfP^ T^ken van dezé^öörii gfoeit z^tydts een natuurlyke byzörtclerePhr\'- ^
^^arentakken, (Lat, Fi/eum) genöètot ^ord^ dog word zeer zeidén daar aan, maimeer op^n i;\'
Bomen, als op dé Appel-boom^ Peer-hmm^ PriMnhboomi eri andere gevonden Het zelv^ » i
\'^t eenjpgcificq middel geagÊ foor Cömu^en^ inzonderheid voor de vallendeZiékte r^ï Jn hnnFr
zaïcelyk die welk? aan de Eike-boom gföeijen. Daar word ook in Duitfchland Fr^WlM-^^^\' en noott.
^elders, een Vogel-lym uit gemalkt, welk gefchied öp de volgSfwyzl
firentakkenmet zyntóen, of eeri yan beide alleen, raen ftarapt zulks ineen Vyzd hief klein
^ ftelt men het geftampte ih wat WatCT op een warme plaats, of |n warme pirde-Meft^en
,1 3 te roÉCen, daarna wafchc en fpoelt men zulks een tydt .lang met W^a-^er, zözal \'er nw
mi --nbsp;taaijeLyra overblyvcn; welke menals die tot het Vogelvarigen vvac te dik k
00? ^at r^rps^^ïw en wat Note-oliê fmëerende temperen en bekwaam maken kan. Deze Lym heeft
0. vtti nuttigheid in de Medicynen. Dog wyl de Marentakken ffl het algerteeri aan allerlei Bo^
Ser™ fnbsp;^^^nbsp;^^ VogeJvangft ook van de HulJt.boomT\\raS:
we^Ikl^\'j-^\'^ Vrugteó vah deze fi\'oöm pf de Éikelsi dienen om\' de ferkehs daar raede te meften her
als tUonbsp;groote Bosfchen van deze Bomen heeft, gefchied op dezelSe wvze
\'tnbsp;gezegt isC§. 13O: Het Spek van zodanige gemefteVeVkehswSdvS-
^öefte van allen gehouden, want \'cis varf wit en zeer fmakelyk, \'twefk de
C«) BRADtEY Wy^eerife Verhandelingen,nbsp;^aiBmeg
-ocr page 183-BESCHRYVING van de EIKEN-BOOM.
Hammen, en dc Bronfwvgfê Metworßen, die overal verzonden worden, getuigen, want in die
Landen de Verl^ens op dè gemelde wyze met deeze Vrugt doorgaans gemeft v/orden, hoewel heC
waarfchvnelyk is, dat het CMmaat, en de Stoffe tót het rooken, dat Hout is, ook veel tot de g^n-
rip-heid fan die dingen to\'ebrengt.
2fgt;. Men vind in de Hiftorien aangetekent, dat de Eikels in aloude tyden tot Spyze en zeit tou
een\'lekkere Spze aan de Menfchen gedient zouden hebben, gelyk onder anderen Plinius daar van g^\'
tuia;t: Dit ^yn -^ecr denkelyk niet de Eikels van onze gemene Eiken-boom geweeft, als dewelke ze^\'\'
wreed, onfmakelyk, en geenzints lekker, ook zelf, veel genutugt zynde, volgens het getuig?\'
nisfe der Doäorcn in de Me^icyjien^ ongezond zyn: Men heeft wel Exempels dat Menfchen ^
duure tvdcn en hongers nood,\' onze gej^enc Eikels gegeten hebben, maar dit is geenzints om de
fmakelvlheid, maaf uit nood gefchied, en ze zyn \'er ziek van geworden. Maar wat zoort van
ite/i-de geniside Spyze der Ouden dan eigentlyk\'geweefi: is, is onzeker, zommige menen de Eike!-^
van de twede te voren genoemde zoort (§. 1. No, 2.); andere, de Eikels van de Steek-Elken-booiTi
f Lat. Ikx), waar van hier na, die ook zoet en fraakeiyk zyn, en welke meo zegt dat nog heden m
Spanien, daar ze veel groeijen, even als onze Kaßanim in de Winter-tydt tot een lekkere Na-fpYquot;
ze 2;e?scen worden. Dog hoe het zy, het is zekerlyk een zoort van Eikels geweeft; die hier te Lan-
de niet natuur lyk groeit, cn ons onbskent is.
27. Het is aanmerkelyk, dat de Ei ken-boom in aloude tyden by de Grieken en Romeinen ^ voi-
«■ens de Gedenk-fchriften, zeer hoog geagt geweeft is, aan dezelve groote Eer be-sTyzende; zeit
Gebruikten ze die voor een Orakel, naar de Beidenfche bygelovige w^fze, om dezelve in dringen^®
nood om raad tc vragen, wat haar te doen ftond, of overkomen zoude, v/ant zy daar uit een jm\'-\'
woordende ftem, het zy door twee Duiven of twee Jongvrouwen, vernamen C^). Jaa deze Ora^
kei-boom was by hen zodanig geheiligt of in waarde, dat zo iemand, die dezelve ■wrewclmoeoi»
kvmm te fchend\'en, met de dood geibaft wierd.
Dat deze Boom reeds in de eerfte Eeuwen geagt en in waarde, jaa ia grote waarde gshouden is,
-ynlks fchvnt te blyken daar uit, om dat van dezelve op vele plaatzen d\',}r heilige Bladen sewag g^quot;
riaktword, als Grn^/Cfl^ Xïl: w. XIII: w. 18. XVllhvs. i. XXIV: w. 25. XXXV:
8 quot; ISam. Cap. XVII: vs. zi. II Sam-. Cap. XVIII: vs. 9. jof. Cap. XXIV: vs. 20. ^udic. Cap. vi\'
II.nbsp;Ca^LXl: w.3._LXIV:w. ir.^nbsp;\'nbsp;\' d
■ -r;
r
I t
re Romers vol drinkt-, of men gebruikt de gcdroo;:^ds Bladen nf A \'quot;\'c,
\'\'quot;De Decoctie van de Bladeia, \'is ook eea goed middel voor een zeorclv^ef, \'dd:^- mede gegorgcU
wordende.nbsp;,nbsp;^^
■ ^e tydt ge-
van de ge-
pc te
f van ^^^
noten, zeer waarichynhk dezelfde uitwerking doen. Dit w^e: ilt;^^ r,nbsp;o?-^ dc Wi-atten te
doen weggaan, geen quot;zekerder middel is, zh het Menßruum. Mnhsris, dar.nbsp;nalaten kan by de-
ze gelcgendheid te melden, tot dicnft van die gene die het nodig mogten hc^quot;bcn.
C. quot;O. D:\\zr zynnogeenigezoorten van Eikel-dragende Bomen, die tot GeÜa.gtvnn den Eiken-hof\'^^
behoren; dewelke ik, fchoon ze in onze Plajttagien niet wel natuurlyk in de opene Lugt groeijen
kunnennog met eenige woorden, inzonderheid ten opzichte van hare groei-plaats, nuttigheiden
.-Tcbruik, aanvoeren zal, als:
I. K U R K - B Ö O M.
Nd^rd^t/ch, Kurk-boom. Kork-boom. Vlot-hOuc. Pantofiel-hout. Latynßb Suber. Uof^ê\'
duitjcb, Korch-baum. pantofFel-holtz. Franfcb, Liege. Engelfcb, Kork-Tree. Dsenfcb, Korkquot;
Trae. ^Znxeedfcb, Kurk-Trae.
By de Botanici word dezelve genoemd.
Suber latifolium, perpetuo virens. C. B. Pm. 424. Tournef. Inß. 584. Boerb. A. 2. 178-
Suber latifolium. J. Baub. i. 103.
Phallos, five Subêr. Düdo;?.
Suber latifolia. Lob.nbsp;^.nbsp;,
Quercus foliis ovato-oblongis indivifis ferratis, cortice rimofo. Linn. H. CUf. 440. Mat.
427. iloj. Prodr. 8i.
Van deze Kurk-boom, worden twee zoorten befchreven, een altyd-groenende^ cn rf^ardcreniet
afvallende Bladen, dog dit onderfcheid zegt men dat alleen afhangt van de min of mccrtlci\' ^rarmte
van het Climaat.
Daar is ook nog een mede-zoort van, met fmaller, langer en niet of minder gcFerrcMe .«\'aden.
31.nbsp;Deze Bomen groeijen tot een hooge .Boom, cn haar natuurlyke groei-pl\'^r^ jg Sp^^\'j^^*
Portugal, Italien, Provence, Languedocq , Gafconien, en de Pyreneefcbe Apeftmn\'ychc ^ePergi^^^»
32.nbsp;Deze Boom heefteen zeer dikke, zagte, porcufe Schil, welke de bekende Kur!;\' is, ^^^^
in de gemelde Landen afgefchilt en overal verzonden word, groeijende weer een sieu-rrcSchc\'-c ran
de Boom, en welke Ä\'c\'/jörj\' of Kurk zeer vele nuttigheid ende gebruik in \'sMcnfchcn le^^n hs--\'-\'^\'
Zc v/ord veel gebruikt, gelyk bekent genoeg is, tot Proppen, om Flesfchen, Tcrïp.cDj
dingen te ftoppcn; cn het is zeer aanmerkelyk, dat dc ßlurk, fchoon \'^r poreus cn hce-J g^^gaat
ziet, evenwel zo digt ftopt, en geen de mir^fte vogt doorlaat. Aan de Visfchcrs is de Kufk\'f
grooce gebruik om hunne Netten in het Water boven tc liouden, want, fchoon dit door
jtïulï^en
(a) Virgil. Georg. 2 vs. lé. Ovid. L, 7. Fab. 25. vs. 630.
28
1
) ■ N
M ^ H
BES èHkY VING tA^ BE ÉtKËN-BööM.
zülks zoudë liogtaös de Netten veel zwaarder en ongemakkelp
\'iepen, aan Het Touvr-werk, en
\'li-f
^ m
I
Iii
De Kurk word ook gebruikt op de Schepen
De Schoenmakers maken \'er WinterTchoénen voor Mannen en Vrouwen, én Pantoffel-zooien
voor zêer-voetige Menfchen van, waar van deze .Sc/jöri ook de mam vm Fant of el-bout gekregen
P^sft; ook leggen ze dezelve tusfchen de Zooien van Schoenen ea Muilen, tea déele om de warmte
Jn de Winter-tydt, ten decle om dezelve te vérhogen.
.Men zegt, äat mert in de I.anden daar Ae Kurk-hoom veel groeit, als in Spanjen en elders, van
Dinncn de Huizen bekleed, en zelfs de Dakken met dekt. In Spanjen word dé Schors ook in gedek-
te rotten tot een zwarte zeer ligte Jjcb gebrand, die Spaanfcb zwart genoemt, en tot hec fchüde-
fen gebruikt word. Behalven meer andere huishoudelyke dienften van éeKurk-boom: Dus heeft
dezelve ook zyfi nuttigheid ende gebruik in de Medicynen^ komende ia kragten na genoeg over een
de FAke.
2. S t E E N - E I K, E.
I- 33.. De verfchillige Namen zyn, in het Nederduitfcb, Steen-Eike. Steen-Palmeri. Groten
Jicx. Latynfcb, Hex Groot-FIex. Floogduitfch, Steirt-Eiche. Stech-Siche. Stein-Palmen^
öteeh-Palmen. Franfch, Chene-vert. Yeufè. Engelfcb, The-Holm-Oak. Maiiec-Öak. Deenfcb^
öteen-Eege. Zweed/cb, Steen-Eck.nbsp;, , „ ...
S- 34- Daar zyn drie zoorten vao, welke by de Botaniften genoemt worden^
I De STESN-EIKE, met lange gezaagde Bladen.
Ilcx oblongo ferrato folio. C. B. Pin. 424- Tournef. Infi. 583. Boerb. f. Ä. 2. 178.
J^ex arborea.. Baiüj. i. 95.
Bex. Boóon. \\
Ilex Arbcr. LoS. . .
llex anguftifotia. Tabern icon. 969-nbsp;....
lt;$uercus foliis ovatö-cblongis indivifis ferratis, cortice integro. \'Unn. H. Clif, 448. Aoj,
Prodr. 81.
2.nbsp;De STEEN-EIKE, m.et finalle Ongezaagde Bladen.
Ilex folio angufto non ferrato. C B. Pin. 424. Tournef. Inft. 583.
Quercus foliis oblongo ovatis integerrimis. Rej. Prodr. 8t.
3 quot;D? STKKN-EIKE, .met roader en weeker Bladen,
ilex folio rotundiore, \'molH, mödidque finuatö, five Smilax Theophrafti. Q B. Pm. lé^
Tournef. Inß. 583. Boerb. J. A. 2. 177.nbsp;^
Smilax Dalecliampii. J. Baub. 1. loii
-ÏIcxmajor. Cluf II.nbsp;ui- j-nbsp;: . , . ,
, Daar worden by Tournef ort nóg tweeMcde-zoorten van gemeld, als de eene met Bladen als Hullii
^^ de andere met op beide zydcn \'iwo/tó^s Bladen, van Montpelier; dog deze zyn zeldzamer; wor\'
öcnde de voorheen gemelde dri® zoorten het trieeft gevonden.
, , Dezelve gro^ij\'^n natuurlyk ih Spanjen, Italien, Provence^ mLanguedocq^ alwaar op zómmlo-é
PiaaLxengehecleitosrchen van gevonden word^^^nbsp;.....
• s- 3J- Deze Bomen worden veeltyds niet zo groot als ds Etken-boom, maar verkrygen door-
SaaiisV waf- min of nn^er, de j^rootte van een groote Appel- of Peer-kmn; en dezelve behouden ha-
J^Biaden hët\'^eheele Jaar doof, welke boven op grauwagtig groen en onder witagtig zyn, of bruin-
, §• .\'^e^Aania^hdequot;het (rebruikdèzef Boméft^ dëzelver Vrugten o^Eikels zyn ^ ryp zynde, zwart,
zo groot als onze gemeene Eikels, maar hebben van binnen eea witte Kern, of eea Vleefch dac
Roeten aangenaam\'van ftnaakis; en deze ÄfMx worden, zo m.en zegt, innbsp;in de Herfft- en
Sinter-maanden naar Salainanca en andere Steden ter Merkt te koop gebragiquot;, eri van de Soaniswts ••
Selyk by ons étKafhankn, gegeten. En het is waarfchynlyk, datPLINlUS van dticEikels fpreckt^
^äar hy in zyn jde Boek van het 16 Capittel zeff., dat de Eikeh iiedendaagfch heel Spanjen door, in
laatfte van de Maaltydt op de Tafels vei ichvncn; als mede, dat het deze zoort ym Eikels is ^
^ïe men ih de aloude tyden toc\'Spyz\'^ gebruikt heeft (§. 2«SJ.nbsp;.nbsp;,nbsp;\' quot;
Het Hout dezer Bomen is zeer hard] en word in Spasjen gebruikt tot Timmer-werk: Het is ook
goed Brandhout; en daarv/orden in die pkatzen, daar dit Hout veel groeit, veel Kooien uit-
, tot frncltins van Metalen, .en voor de.Zilver- cn andereSmits, welke zeer geagt worden.
J^c^Yyi ze éen fterke hitte geven, hec Vuur lang hóuden, en het Hooft met geen fterke damp bezwa»
3.nbsp;C A R Mi O Z Y ,N - B Ö O M.
^ ^7. Dit is een Mede-zoort van de voorgemelde Steen-Eike en word in verfcheide Talen re^
als volet: Nederduit/cb, Carmozyn-boom. Kermes-boom. Scharlaken-befie-boom. Klei-
ïf^^tex. Grem-boom. Latynfcb, IIcs coccigera. Coccus inftdtoria Jïosg^a?^^, Carmozyn-^
feer-bauni. Kermes-baum,, KcharlacH-beer bäum.. Franjcb, GrmnedTxarlate. Engelfcb, Sern
^^■oevry-Treé Chernes berry-Tree. Deenfcb, Kermes-Tr^. Z^eédfcb, Xernies-Tree.
VandeBot-aniften word dezelve genoemt:nbsp;^ •nbsp;^
ilex acLileata cocd^-Sandifcra. C. B. Pm. 425. Tmrnef. Inft. 583. Boerb. A. 2. 177.
jlex coccigera. Baub. i. 106. Cluf. II. i. 24.
B^x minor, Goccise\'-a. Dodon.
Coccus infeftoriarnbsp;.. . .,
^ yuercus foliis ovatis dentato-fpinohs. i?®;. Prod Si.nbsp;^ ^
j}- 38. Deze altyd-grocnende Boom groeit in het wild in de warme Landen, ais in Provence,
^^f\'f\'^\'^cq, en Spanjen, oök in Candien, Griekenland, en in meer andere Plaatzen van de Levant,
ïïcefter^ word niet zo groot als de vorige, maar blyfc klein en groeic dikwüs ftruikig ais een
39. Aan deze Boom groeijen d© Befien of Greinen, waar niede het koftelyke Schailaké-rood en
Hnbsp;hc£
ftüWen Hout koüde gerchiedeil
te hanteereii maken,
Anderzints.
ïo. BESCHRYVING van de EIKE N-B OOM.
^ —
het Pul-per geverft woi\'den, welke Befien genoemt worden in het Nsdefimtßb, Carmezyh-befien.
Schariake-befien. Kermes-greinen. Latynfcb, Coccus baphica. Coccus\'tincloria. Coccus iU\'
\'feftoria. Granum rincioriüm. Granam Öhermes. Kermes. Scarlacum Officinar. Hoogduitßb,
Schar!ach-beer. Chermes Körner. Carmozyn-beer. ■ Franfcb, Grainc d\'Écarlate. Chermes.
fingel fcb, Scarles-berry., Kermes-berry-, enz.. Maar deze Befien zyn gebn natuurlyke Vrugten
des Booms, want deszelfs waare Vrugten zyn Älß^x , van gedaante en grootte ais onze gemene
kels-, het zyn Üitwasfen die aan de jonge Takjes en Bladen in het Voorjaar voorticomen, opdezeli\'
de wyze als dc Gal-mten (§. 22.), namelyk door de Beet van een klein Infect, dat zyn Zaad daar
nederlcgt, het welk vervolgens in de Befie begroeit, en daar in door de warmte der Zon uitgebroeit
word 5 en \'cr zeer kleine roode Wormtjes uit ontftaan. Deze Befien verkrygen de grootte, min 01
meer, als een Erfte, zynde eerft groenagtig en worden daar na als ryp of volkomen geworden zyn j
welk in hec midden van de Zomer gefchied^ rood, als wanneer ze van de Bomen afgezogt, verga-
dert en in de Zon op doeken te droogen gèlegt, dog alvorens met Azyn befproeit W/den, om P®
Vv^orm.tje?, welke de roode Koleur hooftzakelyk maiiaken, te doen fterven, die anders in een vlie-
gend infect veranderen, en wegvliegen: Vvaar na deze gedroogde Beften overal verzonden woiquot;\'
den; en ir.en zegt, dat de Menfchen in die Landen daar ze veel groeijen, inzonderheid in, Proï\'^^^^quot;^
•en Laragïieiiocg 5 \'er een fchone winft met doen.
40. Uit deze Carimfyn-befien worden ook verfcheiderhande fchone Verf-ftoffen geprepareeft
tot georuik van de Fyn-fchilders, ah Lak, Carmyn, enz.
§. 41. Behalven dezè nuttigheid van de Carmofyn-befien tot het Verwen en Schilderen-, zb hebben
dezelve ook een gr-ooc gebruik in de Medicynen; men maakt in die Landen daar deze Befien
groeijen^ inzonderheid in Provence en Langiiedocq , een Syroop van, die overal verzonden word ?
en tot het maken van de vermaarde Confectio Alkermes dient welke zeer in agting is ende gebruit^\'-
word voor zwakke Menfchen; Want ze fterkt het Herte, de flerzens, en alle Levens-geeften zeer»
en vervrolykt het Gemoed; zynde midsdien een deftig middel voor Flauwtens , Zwymelingequot; »
Hertklopping, Melancholie en Hypochondrie, als mede voor Menfchen die door de eenê of andef^
Ziekte , of door vermoeijing, kragteloos geworden zyn ; Tot allé deze gebreken is ook dienftig\'quot;
Esfentz of tinclimr, die door middel van de drooge Beften op befte Spiritus Vini\', of op Roze-ivO\'iquot;^.\'\'
waar in eenige druppels Spiritus Vitrioli gedaan zyn, te trekken, gemaakt word; en die ieder JO
zyn Huishouding ligt zelfs maken kan; weshalven ik deze Tinctmw hier hoofdzakelyk bybreng^\'
indien men \'er wat Canneel, van het buitenfte Geel van C.troen-fcbillen ^ een weinig Amber-grys
Benzoin, byvoegt, zal de TinStuur zo veel te kragtiger en geuriger ?yn, en mag met regt eene
Tinctura Regia genoemt worden; men gebruikt daar van 10 a 15 -Druppels in goede witte Wy^\'
of in eenig; ander Vogt.
42. Daar zyn ook nog twee andere Zoorten van Carmqfpi Koleufen die aan de Gewasfen voortquot;
komen , en tot het Verwen en Schilderen, in plaats van \'de gemelde Carmofyn-befièn, en wel het
meeft gebruikt worden, de eerfte word doorgaans Chochenillie genoemt, en word gevonden in
Wefi-Indièn aan een zoort van Fygehoom (Opuntia); zynde kleine zeer roode Wormtjes of Mugj^®»
in de gedaante als kleine ronde roode Befien, welke de Eijers van/ra/eéïm zyn, vergadert wofdeu»
I)e twede zoort vind men aan dc Wortels van een zöort van Weeg-gras (Polygonim Coccigerum C.
Pin.) in Polen; dog men vind ze oök wel op andere plaatzen aan de gemelde Wortels, maar niec
veel, nog zo goed van Koleur, en deze Poolfche Carrnofyn word byna zo goed geagt als de Cbocb^\'
nillie en Kern-ies-befien j zélh ook in de Medicynen.
VAN
S- I- quot;f^E ESCH-DOORN. J^eze Boom word genoemt, in het MderdtUt fcb, Efch-doori^\'
1 B Boog hout. Luit-hout. Schotze-Linde. Latynfcb, Acer. Hoo \'^duitfcb, Ahorn
1 J^ Baum. Ahorn. Masholder. Franfcb, Errable. Engelfcb, The-commiin-Mapt\'^\'
Deenfcb, Lun. Zweedfcb, Lön. Lunn.
§. 2. Hier van worden zes zoorten gevonden, als:
1. De GROOTE ESCH-DOORN.
Acer montanum candidum. C. B. Pin. 430. Tournef. Infi. 615. Boerh. J. A. 2. 234.
Acer major, muitis falfo Platanus. J. Baub. 1. 168.
Acer raajor. Dodon. Lob.
Acer foliis palmatis obtufé ferratis, \'floribus fub-apetalis racemofis. Linn. H. Clif. 143. N^»-
Acer foliis quinquelobis acutis obtufé ferratis, petiolis canaliculatis. Linn. Hort. Upfo\'i-
2. De grote ESCH-DOORN, met Bladen als de Platanus, Nornaeegfcbs,
Efcb-doorn genoemt.
Acer montanum tenuisfimis amp; acutis foliis. C. B. Pin. 431.
Aceris majoris Varietas. J. Baub. i. 168.
Acer montanum Orientalis, Platani fohis atroverentibus. Plukn. Pbytogr. t^. 252. iol. t.
Acer Platanoides. Nunt. Wor. Oef. Hift. tab. 57. Tournef. Infi. 615.
Acer foliis palmatis acuté-dentatis, floribus corolla fpaciofis corymbofis. Linn. H, Cliff\' ^^^\'
Roj. Prodr. 459.
Acer foliis quinquelobis acuminatis, acutéque dentatis. Linn. Flor. fuec quot;oi.
3. De KLEINE ESCH-DOORN.nbsp;\'\'
Acer campeftre amp; minus, C. B. Pin. 431. Tournef. Infi. 6 if. Boerb. J. A. 2. 234,
Acer vulgare, minore folio. ^.Bawi?. I. löö.nbsp;\'nbsp;\'
j^QQl
-ocr page 186-^cer minor, bodon.
^cer. Lob, ^
\'^\'■\'r::rtiro-palmatis, laciniis litrinque emai\\2inatis Obtüfis; coftice fulcato. Linn H
^\'W- Roj. Pro\'^r. . .
a;nbsp;4. De. KLEirs^Ë ESCH-DOORN, met driehoekige Bladen,
-^tf^s-trifolia. C. B. Pin. 431. Tournef. Injl. 615. Boerb. \'f. J. 9.
^cermonfpeyfulanum. ^ Bötó. I. 167.nbsp;■nbsp;\'
^icer fohis trilabis integèrrimis. Uoj. Prodr. 459.
f.nbsp;.. 5. DE VIRGINISCHE ESC^TnöÖR^^.
Acer Virgmianmii., folio majore, fubtus argenteo, fupra viridi fplendente. Pïukn. Jlmag. 7.
tab 2. fok 2. Catefb. Carol. i. Ö2. tab. 32. Boerh- J. A. 2. 234.nbsp;^ ^
^cer Virgmianum, folio fubtus incano, flosculis veridiruberitibW. He?;-/;?. Parad i. tab i.
fioribus fubapetalis fesfilibus, fruóUi peduncukato corj/mbofo.
Acer foliis quinquelobiSj acuminatis acuté ferratis, petiolis terenctibus ï ^nn Hort TJ^r ^a
.. . ö. DE GROOTSTE VIRGINISCHE ESCH-DOORN. \' ■ quot;
^^^^irnum, foliis trifidis amp; quinquefidis. Plubi. Alniag.j. tab. 123. fok 4 amp; Ti Boerh. J.
Negundo perperam diöa, Arbor Virginiana. Hort. Beaumoni.
n ^n compofitis. Linn. Hort. Clif. 144. Roj. Prodr. 460.
te uitki-onende Bomen kunnen worden
groeijen in het wüd natuurlyk op de
A,, ynbsp;quot;^aiijjiuoituitmu,nbsp;^^nbsp;\' P^^^nkryk, Italië?!, en elders Do\'j^
twede zoort is zeldzamer; maar die word meer hi de hooixilyke Landen, als, in Nor\'weee?: rn
gevonden.nbsp;b ^a
verinbsp;O. \'z-\') o¥ kleine Èfcb-doorn, die Heefteragtig groeit, word gevonden on
tipn ^nbsp;Biiitfchland, en elders in Berg- en Bofch-agtige plaatzen, ook vefel n^ialt de Tui-
•Jl^n Akkers, in de Heggen, en elders, aJs mede dikwils omtrent de Rivieren en Bceken,
•Ue VlVrrip\'7nn^•^/^K o quot;\\T,-i a ^ tvnrd ITIPp/T sllfpn apvi^nrlfan iH ^Ifinbsp;U^ruu „^..z______
Ue vierde zoort (%. 2. No. 4-)5 word meeft alleen gevonden in de Berg., en Bofch-agtige plaatzén ^
^i\' Ui de Heggen, der warme Geweften van jFrrOT/^rj;,^ , Italien, en elders.nbsp;o r j,
r..nbsp;zoorten zyn buitenlandfche Gewasfen, groeijende natuurlyk in Hirgimen en
kunnen heel grote Bomen worden , maar zyn by ons zeldzaam. Van de eerfte -wede
.en, dog bemin-
agen alle ongemakken
zyn wat gevoelyger, en begeeren derhalven
vcrtr,!?^nbsp;-zoorten die fraaije bonte Bladen hebben; en van de vyfde zoort is\'ëèn
verandering van met traaije fcharlake roede Bloemen.nbsp;^nbsp;^^
gt; 4- Zewilleaalle in allerlei goede Zand- of Klei-agdgé gronden zeer Wel P\'quot;oeif
de eerfte; ze kunnen óók tamelyk tegen een vögte Grond, en verdraeen j
«Ls Winters; dog de zesde zoort, als mede de bonte
^en goede warme Stand-plaats.
5- De Vermeerdering kan gefchieden door het Zaad ^ maar dewyl zulks hier te L^nde niet of
\';^menwel ryp, en dus tot de Zaaijing met bekwaam word, zo worden ze door Uitlopers, ofdoni-
inisggii3„ y - ^nbsp;dat gemakkelyk gefchied.
,, -lar is. Ze worden derhaiven doorgaans, gelyk ook de twee laatftgemelde vreemde zoorten
i-^il!? ^^ verandering van Gewasfen hier of daar, op een gevoeglyke^ voor Winden gedekte
Plaatze m de Tuin, of inde Bosquet, geplant.nbsp;0 c
- -^^^^\'ede zoort, cÄkleine Efcio-doorn, is bekwaam tot Scheer-heggen, maar om dat die niet
da^T ^-^^otenen oogzienlyk worden, ten warein befchaduwdepkatzen, onder aadere Romen,
\' bpquot; ■nbsp;^^ewas groeijen kan; dewyl ze in zodanige plaatzen voor andere groeijen willen.
Hennbsp;^f^ort, word alleen om de Liefhebbery hier te Lande gekweekt, éu ergens in de Tui^
1 op ecm warrne plaats gepiant, dewyl ze onze VVintcr-kOude wat vreeft.
20 • Aangaande het Óeconomifche gebruik van den Efc}gt;doern, het Hout van de eerfte en twede
« ^\'orcii dewyl het zeer wit, effen, taai en zagt te bearbeiden is, en niet ligt berft; geagc
n veel gebruikt van de Miißcale Injirument-makers, tot hec maken vanHiolen, Harpen , Ltiiten
^nz-; waar van het de naam vs.nUdt-bout op zommige plaatzen verkregen heeft. Wordende wy\'.
ook gebruikt van de Cabinet-makers en Scbrein-werkers, als mede van de Draaijers, tot allerfei
ëad en cierlyk Werk, als Cabinetten, Tafels, Lyften, Stoelen 3 Schotels, Kommen, en meer
»•n^re Huisgeraden.
WH K®^nbsp;zoort j (§.2. No. 3.}, wordmedeveelgeagt van deCÄei-wa^CTT, eö
don °bfdzakelyk deszelfs W^ortels zeer gezogt, om dat die met mooije bruine Aderen of Vlammen
.^oi-groeit zyn, waar van in Duitfchland en elders zeer fraai ingelegt Cabinet-, Tafel- en ander
dpn*^- .S^ro^akt word. .Het Tafel- en ander Werk van deze zoorten van Hout is reeds in oude tv»
^il innbsp;_____ ?____—nbsp;KIVTIt- t- KT». T5 T T XT r^U »^irnbsp;. ïm Tl/TAr* T » T- X- -Inbsp;V-, . J
Ê É S C H R Y V I N G
31
VAfï DË E S C H-D O O R N.
90.
ßJaden zyn dienftig tot bedding van het Vee, dewyl ze niet iigt rotten, en een soede
^eiting worden.nbsp;quot; é^fe^u^
É 2
VAN
-ocr page 187-Trae
2. VELÖ-ESSCHÉ. _
flore petaioide; mas amp; frugifera; f®quot;
it
i:
t
2, Daar worden drie Zoöi-rert van gevonden, als: ,
I. DE GEMENE óf quot;GROOTE ESSCHI
Fraxinus excelfior. C. B. Pin. 416. Tournef. Infi. 577.
mjina. Boerh. J- A. 171.
Fraxinus vulgatior. Baiibi i. 174^
Fraxinus. Dodon. Lüh.
Fraxinus floribus nudis. Linn. H. Cliffi.46g. Flor. fuec. 830. Mat. med. 475. Roj. Prodr.
Hermafroditus amp; foemina. ,
2. STEEN-ESSCHE. WOÜD-ESSCHE. KLEINE-ESSCHE. MANNA-BOOM,
Fraxinus humilior five é. Theophrafli; minore amp; tenuoré folio. C.B. Pin. 416. Tournef. Inft\'
577. Boèrb. J. A. 2.nbsp;^
Fraxinus tenuiore amp; minore folie. J. Baitb. i. 177.
Ornus Liigd.3.
Ornus vulgaris, fruEtifera ^fterilis. Pont. Antbol. 300. .
Fraxinus floribus complctis. Linn. H. Cliff. 470. Hort. Upf. 304» Mat. med. 476, Roji Pfodf^
qc6, Hermapbrodita niüS.
3. LAAGE- ÉSSCHE. KLEINE ESSCHE.
Fraxinus minor foliis rotundipribus. Boerb* A. 2. 172.
Fraxinus /^k-penfis. Herrn. H. C. B.
Van deze eerfte zoort is \'er een Mede-zoort die fraaije bonne Bladen heeft.
Daar word by Boerbdve {a} ook nog van een Vitginifcbe zoort gemeld, die een geheel knobbelig^
Stamheer.-:, maar deze is zeldzaam.nbsp;\' ,nbsp;,
De Esjckin-homan zvn van twederiei Kunne, als twesfldgtig, die geen Zaad geven, en het Wyfj^ ^
het welk Zaad voortbrengt.
I 3. De eerfte zoort öf de gemene Ésfcbe, welke een heel groote hoog-opfchietende, dog nieC
zeer oreed uitkronende Boom worden kaa, is hier te Lande, gelyk in Heog-duitfchland, Frankryk^
Italien, Engeland, en e.ders, bekend genoeg, dezelve word niet alleennbsp;m.aar groeit
ook veel van zelfs in het wild, inde Heggen, aan de kanten van de Velden, Hooven,^ en op
deré pleatzes, er. iazonderheiddiar het wat vogtig is, want hy bemind het vogt.
De twede zoort, of de Steen-Esfcbe, is hier te Lande vreemd, dezelve word gevonden in Didtfcb^
land, ïtalien, Frankryk, en elders, in de Berg- en Boich-agtige plaatzen. , Hy is van de voorgaatquot;,
dc gemene zoort onderfcheiden daar in, dat de Bladen\'kleinder, iinaller, fynêr gekarteld en^^^\'\'
bleekcr-groen zyn; ook word de gehele Boom zo groot niet als de vorige., ,nbsp;^
Daar is nog een Mede-zoort van, genaamt Fraxinus rotundiore folio. C. B. Tin. 410. Baub. i»
177. Ornus. quorufïdam; die van deze niet verfchilt, dan dac ze ronder Bladen heeft.
De derde, of laage zoort, is mede hier te Lande ook vreemd, ze groeit natuurlyk in 5/rféw^ om^
trenc ALeppo, en elders in Afia, en is kleinder en laager als da vorige zoorten, de Bladen zvn ron-
der, glanzende, cn gegolft.nbsp;^^
4.nbsp;Deze Bomen wilicn iö allerlei gronden heèl wd groeijen, als die maar niet te f\'^hraal ea
mager zyn; en de eerfte zoort bemmd het vogt, dog niet zo veel als de Els; maar de ov\'-ri?e heb-
ben liever droogte; dog deze worden by ons meeft alleen uit Liefhebbery o,n de verandering g^^
kweeks; en ze kunnen alle Onze Wmter-koude zeer wei tegenftasn.quot;
5,nbsp;Ze worden voortgeteelt door kaar Zaad, dat de gedaante van eeo Vogels-Tong heeft,
derhalven in de Apotheken de naam van Lingua Avii voert, welk Zaad in het Voorjaar, na\'dat heC
van te voren de V/inter over in vogt Zand tc meuken geftaan heeft, in een goede lt;^Tond gezaaid
word. ^
De opgekomene jonge Hoorntjes worden daar nä, 4, 3% (5, of m.eer Jaren oud geworden zynde?
verplant, daar men begeert, de Pen-wortel als dan kortende; maar aan de Top-fcheut moet mea
nooit roeren, om dat ze anders, gelyk alle andere Bomen, dog deze in het byzondere, fféen mooi-
je, regte St^ini, nog goede Kroon verkrygen,nbsp;■ ^
Ze komen ook dikwils omtrent de plaats daar oude Bomen ftaan, van zelfs, van hst nederge^al-
len Zaad voort, te weten de eerfte zoort, welkers Zaad ook eenige vcranderiov-en voortbreap-t. als
I. Zaad- en geen Zaad-dragende Bomen (§. 2.3, en 2. Met blinkende of rainder blinkende Bladen;
waar by aan te merken ftaat, dat men bevonden heeft, dat die, welke i^een Zaad drat^en ea È^een
fterk blinkende Bladen hebben, de befte zyh, om\' dat ze de grootfte Bomen v/ordenren de befte
Stammen verkrygen, daar in tegen die, welke fterk glimmende Bladen voortbrengen , nooit tot
zo grote Bomen, en dikwils met fcnobbelagtige Stammen groeijen. Ook houd mea onder de Zaad-
dragcTjde\'dic, welkers Zaad-huisjes digt by malkander by Bosjes groeijen, doorgaans voor flegter
van Gewas, ais welkers Zaad huisjes enkeld en wyd vsn elkander ftaan.
I- quot; quot;^SSCHEN-BOOM. Deze Boom word iii verfcheide Talen genoemt, als volgt; i»
het Nederduitfeb, Esfchen-boorh. Esfche. Latynfcb, Erasinus. Hoogduitfcbi
J Efch-baum. Efchern. Frayifch, Frêne. Engelfcb, Afch,Tree. Deenfcb, Éske\'
Esk. Tmeedfcb., Aske-Trae. Ask.
§. 6. Wat aangaat het gebruik des Esfcben-booms in de Tuinen; dezelve worden hoofdzakelyk ge-
plant rondo;n Tuinen en op andere plaatzen, tot mantelinge en wind-breking, het zy in enkelde of
dubbelde Reyen, dewyl ze fterk en vaft bewOrtelen, en heel beftendig tet^cn de Vv^ind zyn. Tot
cierlyke Alleés zyn ze niet bekwaam, om dat ze doorgaans geen digt geflatenc, aanzienlyke Ki\'O\'
nei8
(lt;?) Boerhave Ind. alt. 2. 17a.
-ocr page 188-B E S C H i Y V i N G V Ä ïï és È S S C ll È-B O O M. 33
Ken niafen, nog minder deusén ze tot Scfieer-heggem Men moet zig wagten óni dezelve by öf om^
\'^rent ander Gewas tc planten, want, dewyl ze hare diilt;ke Wortels ver en niet diep uitrpreiden js
ook vele Vezel-woricls maken, zo beroven ze het naby zynde Gewas van al, zyn Voedzcl, en
doen het dus kwynen/ Ön\'dertusfchen is het aanmerkelyk, dat evenwel allerlei Gewasfen i inde
platzen,daar EsjcLen-bomen ö^erocit zyn, geplant wordende, daar zeer wel groeijen.
■ S\' 7\'. Men plant d\'ë EsQ:Mn ook wel röndoni Akkers en Velden , .naaft de Sloten , Gragten, en
^quot; ers, daar de Grond vogVis , om mee der tydc van het Houc te profyteeren: Makende dezelve
Pjp/j naaft Sloten, enz .\'quot;eenfant zynde^ een hèel vaft en Wal ^ door hare zig verre verfpreidendé
Wortels.nbsp;y b I j
% 8. Het HoLit is wit, heel hard en taai, buigzaam^ gladeii efferi, en Word derhalven veel ge-^
Jgf en gezogc van dè.Wagenmakers ^ is ook zeer dienftig tot allerlei aridere Timmëragie, inzoiider-
^«d dat buigeffi moet. Men maakt \'er om die reden ook de Stokken der Spiesfen, Hellebaarden,
■^ipadons der Officieren, enx., van, insgelyks allerlei Gereedichappen, en Hegten in Gereedichap-nbsp;jij
pen; wordende ook veel van de Draaijers verarbeid. Dog in geftadige droogte is dit Houtj inzon^
\'^«i\'heid ais het weinig bêhandeld wórd, zeer vergankelyk, wailt word dan door de Wormen in wei-
^isc Jaren doorknaagt.nbsp;.
9. Het is ookV.ecr goed Brand-hout, beter als , dog minder alsnbsp;en het is zeer aan*
^erkelvk, dat dit Hout brand én vlam geeft, zb ras het maar gekapt en nog groen is, dat geen an-
«ei-zoort vari Hout doet.nbsp;■ ^ :
, 10. De voorgemelde twede zoört vaö Esfcb\'e, 2. No. 2.), is de voortbrenp;fter van het
Lianna dfcr Apotheken zynde het Zap des Booms .dat in de warme Landen in de heete Zomer-dagen
de Bladen en derze\'lver Steelen zweet, en tot kleine Korls van een witte Koleur verdikt, die,
^aar mate de Korls harder worden , een gecl-agtige Koleur verkrygen ; Welke Korls .\'s Morgens
\'Vroeg vferpadert en.vervok^cns tot gebruik in dê Medicyneri overal verzonden wOrden. Voor dezen
geloofde raen dat\' het \'M^ma een vette uit dé Lugt gevallen dauw was, die op dè Bladen kwam te
ftollcn, maar door nader naukeurig onderzoek meent meri bevonden te hebben dat zulks zo niet is,
quot;^aai^ dat hetnbsp;gelyk gezegt is, uit den Boom zweet. ^^nbsp;^ .
§•11. Het Afayzraa komt voort in de warnieLanden, als mItalien, Siethen, Provence, en elders;
^\'ordende inzonderheid veel gevonden en vei-zameld in httnbsp;Népels, Omtrent Calahrien^nbsp;i
^Is ook in het Eiland Sicilien f\'het welk ook voor het befte gehóuden word. De Italianen noemen
^^^ Manna M fronda, tot onderfcheid van een ander Manna , het welk getrokken word uit deze
Êoo®, dodr ïnfnvding der Schors ^ van de Italianen Mä7i?ia forjata, of Matma di corpo genoemt;
^aar die word zo goed\'niet gehouden als het natuurlyke, zynde Ook doorgaans met aarde en anderenbsp;iquot;!,
^ulnisfen doormengt.nbsp;\'nbsp;,nbsp;. ■
- Daar word ook omtrent Briancon, in Daiipbiné, Trident in Tirol, in de Appenmnifcbe Gëbergtens ^
^«eidfers, etw Manna vergadert van dc Lorken-boom {L^xm), dog het wclk zo deugdzaam niet is
de voorgemelde zoorcémnbsp;. t jnbsp;j t,, 1nbsp;\'
^^en ziet ook zomtydts, zelf hier te Lande, op de Bladen van zomriiige Bonien, by voorbeeld j
Efcb-doorn, Baag-boek, Tpe-boom, enz., een Vógt of Zap j dat dik word, op de wyze van
maar d\'t\'is van geen gebruik.
Öf her ilwpn der l\'raeliten, dat ze in de Woeftyne dertig Jaren lang Voor Spyze gebruikten,
(«) van di-raeIvke natuurlyke zoort geweeft is, als de voorgemelde, zulks is een Vraag ? die toe
\'nbsp;Kt- ^^^ Geleerden bellift is. Zommige menen van ja, andere daar in te|
tegen, ennbsp;fii
iSpvzfe der EngeL-^
ö^pi\'ezen word.nbsp;. - ■ \'nbsp;ïiif
. 12. Voorts moet ik api^merken, dat hec opregtc of\'hede Manna een deftig laxeerehd middelnbsp;p^«
If 5 inzonderheid vóbr tedere Menföhen; want het laxeert zagtjes zonder eenig ongemak. Ménnbsp;g
J\'^emt \'er t i 2 Oncen van = naar mate der verfïoptheid, met eeii Ff üim- of ander Zopje, of in Cof-nbsp;^
^y» in pleats van Zuiker:nbsp;, . ^ • • ,
i^. Men zegt dat \'er tusfchen de Esfchen-hoom en de Slang eec zodanig gmce Antipatie is, dat
^«nneèr de Slang in een kring befioten was, die half van Vuur en half van Esichen-hOut of de bla^
^en daar van, gemaakt is, dezelve liever door het Vuur als door het plcfteh-hout zal gaan; gelyk
anderen PLlNlUS in hec 1 i\'ie Capittel van het i6de Boe,^ verhaak, dog dit fcnync nièc zeker
zyn. Voorts ben ik, om grote redenen, van gedagten, dac deze Boom vele deftige kragtennbsp;| J!;
die nog niet ontdekt zyn.
P
^en.
(«) Exod. Cap: XVI,nbsp;!!|f
VAN DE
% 1.nbsp;Dit Heefter-s^ewas ^\'ord genoemt in hetnbsp;GagcL Holland-
I fH^p nf Brabandfche IVlyrtus. „ Lmnfcb, Chamceleagnus. Myrtus Brabandica.
Vjrnbsp;^^Selfcb, Poa. Deen/eb,
iïS^ezoorteh van, waar van dë folgende zomtydts in de Tuinen gekweekt wor^
I. De GEMENE GAGEL.
RJiüsMyrtifoIiabelgiea, C.B.JPin.4H-nbsp;^
BËSCHRYVING v A N D E GAGEL.
Gale, Frutex odöratus feptentrionalium. Baub. i. 225. Boerh. A. 2. 261, Tournef.
^cï. 1706. Pag. 83-Tab. I.
Eieagnus. Cordï. Lob.
Cagei, leuMyrtüs brabandica velbelgica. Ptilgo Batavis-.
Myrica foliis lanccoiatis, fructu ficco; May fmnina Linn. Flor. Lapp. q7rgt; H Clif. 45^\'
Flor.fuec. Si?- Mat. werf. 451. Roj. Prodr. s 27.nbsp;\'
2. DF. COROLYNSCHE BESIEN-DRAGENDE GAGEL.
Gale, qua; iVlyi-to i-;nibanaicailmilis, Caroliiiienfis baecifera, fruftu racemofo fesüli monopV\'
reno. Plukn. Alm 250. Tab. 48. Fig. p. Boerh. A. 2. 261. Catesbv Carol, i. P.\' öp Tab.^P\'
Coriotragemacouendros feu Arbor carolinienfisiEieagni cordi foliis,\'fruótu facliarad fpecie
magnicudme Coriandri. Pluk-n. Amcslth. öj,
Ainbulon C, B. Pin. 459.
Ambulon Arbor, y.nbsp;I. 3-03.
De twede Zoort , (§. 2. No. 2.), groeic natuurlyk m Carolina , Virginien, Penfylvdnien, ^^
elders in die Geweiten, geiykende veel na de voorgaande, maar word groter en boomao\'tigef\'
Daar is een verandering van, welke breder en dieper gezaagde Bladenheefquot;c.
§. 4. Zc beminnen een goede, losfe, en liefft zandagtige\\gt;n vogte Grondquot;, en een onene Stand-
plaats, verdragen onze Winter-koude zonder hinder, hoewel de Carolynifche Zoorten iets teder-
der zyn, en een goede gedekte plaats vereifchen.
§. 5- Llare Vermeerdering gefchied door de Wortel-fcheuten, of anders door Inleggin\'^
6. Haar gebruik in de Tuinen is weinig, en niet anders als dat men ze zomtydts hier of da^i\'
in de Tuinen of in de kleine Bosquets, uit Liefhebbery en om de veranderino- van Gewasfen plan\'^-
Dog men kan \'er ook laageScheer-heggen van planten, als men wil, die jiuft niet kwalyk ftaan\'
Dog dewyl dit Gewas, ce v/eten de eerfte Zoorc, hier te Lande in het wild groeit zo word he^^
zelve weir.i^ P/\'-\'-igC.nbsp;\'
8. Dc Heer Simon Pauli, in zyn Leven vermaard Lyf-Medicus en Botanicus van den Koning
van Denemarken, was van die vafte mening, dat onze gemene Gagel de waare Thee-boom der Cbi\'
nefen ^^ \' \'nbsp;-quot;nbsp;......\' quot;quot; \'nbsp;-nbsp;- -
boom
overeen
dat hy in dezen grotelyks gcdwaaltjicèft, is door nader onderzoek en ondervindinVopenhaar
g. 9- De Heer Profesjor LINNiiiÜS, zegt in zyne Flora Lapponica (b) vra^gs- óf voorftellendeJquot;
yzc, of men uit de gemene Gagel niet een Campher zoude kunne ..............\'
in dit Gewas ec ■ zodanige Reuk, en ik weet niet wat voor gely
.-irNatum--kenner3 met de Campher-boom hebben: Indien dit g
Wk veel nuttigheid uic dit by ons veel in \'t wild groeijend, en tot nog toe byna nero^ensquot; töë dieneo\'
Gewas, kunnen trekken: Of zoude deze Gagel niec ook gebruikt kunnen worden tot dp f pprrouvvei\'y*
§. 10. Wegens de aangename Reuk van deze Gagel, inzonderheid als diedrooo^s in legt iT^efl
veekydts Bosjes van deszelfs Takken in deKleer-, Linne-, en Boek-kasfen, welke e?te-niec alleen
een aangename Reuk op die plaatzen verfprciden, maar ook een zeer goed Tegen-middel voor de Moe-
ten en andere Infecten zyn; even als de Campher hier toe zeer dienïtig befpeurc word.
Ca) Zie zyn Gnadoipart hotan. en inzonderheid zyn Commenta. de ufu amp; ahufu Tabaci, m.nbsp;(b) § 373\'
VAN
gt; E GENE VER-BOOM. De Genever-hoom word in verfcheide Landen genoemt, al®
\' volgc: In het Nederduitfcb, Genever-boom. Jenever-boom. Dam-befie-boom-
- Imbeer-boom. Kramme\'cs-befie-boom. Latynfcb, Juniperus. Hoog-duitfcb,
cholder. VVacholder-baum. Wegholder. Kramets-beer-baum. I^attich-baum. Franfcb, Gene-
yrier. Engelfcb, Juniper-Treé BeenfclF, Enebars-Trae. Z\'weedfcb, Enebaers-Traed. ^n-
Enbuske.
§. 2. Men vind verfcheide zoorten van dit altyd-groenend Gewas by de Botaniften aangetekend f
dog ik zal alleen van drie zoorten fpreken, die hec meeft bekent zyn, als:
i. DE KLEINE GENEVER-BOOM.
Juniperus vulgaris fruticofa. C. B. Pin. 481. Tournef..nbsp;Boerb. A. 2. 208.
juniperus vulgaris, baccis parvis purpureis J. Baub. 2, 193.
Juniperus minor. Dodon.
vAN DE GENEVER-BOOM.
Juniperus. Lob.nbsp;. .
Juniperus foliis undiaue proininentihus pungendbus, Linn. Flor. Lapp. 37Ö. Mas (j\' Fsmina
Jumperus foiiis fesfilibus patentibus, Linn. Hort. Cliff. 4Ö4. Viriä. 99. Flor. fuec. 824. Rai
Prod. 89. Hall. Helv. 14P. Mas Fcemma.
. .nbsp;2. De GROOTE GENEVER-BOOM.
Juiuperus vulgaris, Ariior. C.B Pin. 488 Tour rief. Inft. s 28. Bosrh. J. A. 2. 208.
Juniperus vulgaris ceinor amp; arborefcens. Cliif. H. 38.
\' .nbsp;i De groote GENEVER-BOÖM , met blauwe Befien. \'
.Juniperus major bacca csrulea. C. B. Pin. 489. Tmirnef. Inft. 589.
Juniperus maidma lilyrica. J. Bató. I. 300.
juniperus m^aximus Illyricus\', ca^culea bacea. Lö^. , _
u-nVnnbsp;Sroeit Heefteragtig, maar de twede en derde groeijen iri alle deelen groter, en
uiaen tamelyk grote Bomen ; edog de nieuwfle Botaniften zyn van gedagten, dat deze drie zoor-
vnn Knbsp;\'^\'an malkander zyn, en haar verlchil van klein- of grootheid, aileen afhangt
van het Clmiaat en de Landftreken daar ze groeijen.nbsp;\'nbsp;^
zhJèlri ,nbsp;plaatzen in Hoog- en Neder-duitfcbland, Bohemen, Tirol,
^{pra\'fr;nbsp;in de noordlyke Landen, m Nornxjegen, Z^^eden, en elders, op de
ko \'\' n ^^bosfchen, en op andere vvoefte, onbebouvsrde, koude plaatzen, want ze bemint de
Provinciën v/ordcn geen andere gevonden, als die gecultiveert worden
innbsp;en derde, of boomagtige zoorten, beminnen de warme Landen, en worden gevonden
Italien, Provence en Languedocq. Dog de derde zoort, zo het niet dezelfde fs me\'t de
\'e de Vrugten, die blauwa^i-
m
•\'I •■ui
r . I
«vede, fchynt alleen een kleine verandering daar van te zyn, aangaande de Vrugi
quot;nj en volgens Lofe/, wat langwerpig rond zyn; hier te Lande zyn ze zeldzamer.
S- 4- Daar word ook by de Botaniffen nog van cwee veranderingen van de eerftgemelde zoort
2- ^o. 1.3 gemeld, als eene die laag groeit, met korter, breder, en dikker Bladen, en de T^k^
Kenby de grond verfpreid leggende; en een andere, die hoog, en van onder tot boven met Takken
^yraniyds-wyze groeit, als de Cypresfs-lwom (§. 2. No. 2.}; deze worden hier en daar op de hoo\'-^-e\'
»^cbergtens van voorgemelde Landfcbappcn gc/onden, en zyn hier te Lande onbekent, (a)
Ue Vrugten of Beüen van deze Bomen worden eerft in het volgende twede jaar in de Herfft ryp
het brengt alle Jaren nieuwe Vrugten voort, zo dat men altydt rype en onrype Vrugten aan de
ßoom ziet, als h\\ draagt.
§-^5. De Genever-boom begeert van natuure een gemene, losfe, zandagtige, -fchrale en drooge
Aarde, in zware, vogte Klei-, en in gemefte Gronden wil hy niet wel aarten; hy verdraagt aMp
[^\'gemakken des Winters, hoewel de twede en derde zöorten wat tederder zyn, en een w^rm^r
Stand-plaats begeren.nbsp;^ ^ ^^^ ^t-u waimer
§. G. Hy word van zyn Beften, welke het Zaad in haar bevatten, voortgeteeld, die in het vroe-
|e V oorjaar, na aat ze de VVmter over m vogt Zand te meuken geftaan hebben^ op een Akker of
ßedde m Greppels, die 2 a 3 Voeten van malkander gemaakt zyn, één Duim diep gelegt worden -
P^\'^ roen zaait ze uit de volle hand, en bedekt ze bekwamelyk met Aarde, wordende de opgekomene
jongeStruiktjes daar na 2 a 3 Jaren oud geworden zynde, verplant, zonder iets aan te fnoeijen, bk ■
Halven de Pen- en andere Wortels. Dog ze groeijen veel beter als men ze op de gezaaide plaats
zonder te verolanten, laat doorgroeijen.nbsp;\'
^^^y Icn-i ook door InlcHging der jonge Takken vermeerdert worden, maar dewyl hv door het Zaad
.gemakkelyker en rasfer voortgcteelt word, welk ook v/asfclyker Struiken geeft, zo gefchied het
-^ieggen zelden uiuïers dan bv gebrek van Beften; dog men vind deze Beften doorgaans overal by de
^■tOKers\' van gediftilleerde Wateren, v/elke dezelve tot het diftilleeren van de zogenaamde Gene^^er
^\'\'^ocrn-hrandewyn gebruiken.
iL
n« rt----\' - i\'l-n i\'nbsp;.nbsp;^nbsp;,,nbsp;,nbsp;^
r.ff^ neggen zyn heel zwaar cn ongemakkelyk tc Scheeren, dewyl de Bladen én Takken zeer taai
.^n lyimg zyn , tiet welk zig geduurig aan de Scheer vaft zet, en het Kuippen belemmert.
. jvien kan \'cr ook kleine Pyramiden, van allerlei gedaante, van formeeren, die men op de Rabatten
\'n ue Bloem-pcrken en elders plant, en hee! aangenaam ftaan.
Ook piant men ze op p-rote Plaatzen wei in dè Bosquets onder ander wild Gewas; wegens dc ver-
anderingen om^hasr altyd-duurende groente, als mede om de Vrugten.
§■ 8. Het Hout van deze Bomen is heel hard, duurzaam, ros van Koleur, vetagtig, en peeft
fterke aangenr.me Reuk van zig, inzonderheid als het gebrand word, en zulks hoe ouder hoe
®3ngenaraer; weshalven men zig veel van de Spaanderen bedient die daar van gefchaaft zyn, om \'er
ae Kamers mede, door middelVan dezelve op een Comft)or met gloeijende Kooien te werpen, te
V^ooken, gelyk by aanzienlyke Lieden, inzonderheid in Duitfcbland cn Frankryk, vee! in gebruiic
oui zulks alle Kdorgens të laten doen; het welk aldus met alleen een aangename reuk in het Huis
erwekt, maar ook zeer gezond geagt word, door dien die Rook alle onzuivere Lugt verandert
verdry ft; wordende in het bvzondere veel gedaan in ongezonde, befmettelyke tyden, en by
zieke Menfchen. Ook verjaagt deze Rook de Vhegen, Muggen, en de veninige Dieren.
- Hout word ook gebruikt van de Cabinet-makers, Schryn-werkers, en Draaijers, tot allerlei
jyn en cicriyk Werk. Men zegt, dat het Hout van de grote zoort in Spanjen ook gebruikt word
Eiiiinieragie van de Gebouwen.
BESCHRYVING
li-I
BESCHRYVING v A ïsr de G E N E V E R-B Ö Ö M.
Iao.lera Pfalin , vers 4. Wat zal U de hedrieglyke Tonge geevenl of ixmt zal ze toevoegen\'? fcberp
Pyien eenes inagtigen* mittgaders Genevef-koolen. Waar uit t\'\'elFens blykt, dat deze Boom ook iii
^wdsa en ölTije!;ö,eöde Landen bekent geweeit is, welk ook blykt uit IKordng. 19. vs. 4, 5. alwaar
men leeft, dat\'S/zöJ voor de Koningin\'iVüamp;éU\'lugtende, naa deWoeftyne, zig onder een Genever-
hoom riedcYzette.nbsp;.
10. De Befien van deze Boom hébben j behalvéh hare grote nattigheid in de Medicynen, ooK
haar gebruik in de Oeconomie. Ze worden gebruikt tot Roking, ii^laats van Hout (§. 8.), by des-
zelft gebrek; tot het zelfde gebruik kunneli \'ook dierten de jonge Takken met de Blauen; en-iehoofl
deze Vrugten en Bladen in aiitil geen zo aangenaame Reuk geven, zö is de Rook niet minder ge^
zond.
in zomm.ige plaatzen vm Du\'tfchkmd, Bohemen, én in de nöordlyke Landen ^ maken \'er-de ge-
mene Menfchen een Drank van, voor dagelyks gebruik, door middel van deze Ges^wr-ky^e/ï, vvac
gekneuft zynde, in Water te weken, by welke Drank zy heel gezond en frifch leven, ende niet
onlieflyk maar aangenaam fmaakt; waarom, en om zyn gezondheid, die öok zelfs wel van de rykö
IMcnfchen gedronken word , kunnende men \'er wat Zuiker by voegen.
§. II. De Si okers gebruiken deze Belien ook veel tot het Stoken van de Genever, C§. 6,), gely^
hier te Lande bekend genoeg is.
12. Men kan \'ev ook een Rat afi at ^ ox Aqua^it van maken, hetwelk gefchied óp dé volgeride
wyze; neemt van deze Be/en, die verfch zyn, kneuft ze wat^ en giet \'er overheen goede BrWf\'
myn (Spiritus Vinij, of befte zuivere Genever, voegt \'er by eenige Kruid-nagels, en een weinig
Caneel, en Zuiker naar believen^ om het min of meer zoet te hebben; Iaat het dan op een warm£=
plaats een tydt lang ftaan trekken, het zelvealtcmets eens omfchuddende; daar na filtreert het dooi\'
een Doek of\' Vloei-papier, om het klaar te hebben. Dit Aqiiavit is een heerlyk Huis-middel, voóf
Menfchen die met Winden cn Graveel, Steen^ Strangurie öf Koude Pisfe, Engborftigheid, ^^
betvinnende Vv\'aterzugt gekwek zyn; het verfterkt de Maag, ftérkt het Hooft en het Gezigt; doec
wei wateren en zweten, waar door het de onzuiverheid uit het Lighaam afvoert. Men gebruikt
daar v^n nu en dan een klein Romertje-vol j alleen of met eenig ander Vogt.
§. -13. Men maakt van deze Befien op zommige plaatzen öok een Rob of Syfóop^ tot een Huismid-
del, dat niamebrui.kt om te zwetennbsp;..... t--. /-t-.-. ..nbsp;^ , . , -
diei
dit - - ^ . .
Neemt vericiic Genever-befien, kooKt ze in goede witte Wyn, of in Water, daar na perft ze UJC?.
en klenft ze door een fyne Teems of Linnen Döek^ vervolgens kookt het Nat zagt óp een Kool-
Vuur, tot ilc diSste van i-lonig. Men kan, zo men wil, wat witte Zuiker tegen het laatfte van he^^
kooken\'er by voegen, om zoeter tc hebben. Ik ken Menfchen, die van een koude Phlegmatyke
Natuur zynde, aan oplosfins der Huid onderhevig waren en naar Waterzugt overhelden, we\'lke
volkomen door deze Rob herftek zyn.
§, 14. Deze Befien worden ook op zommige plaatzen van de Zuiker-bakkers mét Zuiker overtrok-
ken , die men dus St. Rocbus-Zuiker (Dragsa St. Rochi^ noemt, en waar van eenige na de Maaltydc
gegeten zynde, zeer gezond zyn^ want ze verfterken de Maag, en bevorderen de Qoncoclie, ii\'^*
ken ook een goede Adem.
§_. 15. Ook maakt men \'er door Infufie ih góede Wyn-Azyn een Edik van^ dié zeer gezond isj.
cn inzonc^-heid in Peft-tyden zeer dienftig is, en gebruikt wprd om de Kamers mede te befproeijen;
insgelyki/irieven en andere dingen, eer men ze ontvangt en aanneemt, daar door te.halen, M\'-\'®
voegt\'by deze Azyn zeer gevoeglyk wat Wyn-ruit en Scordium. (Zie hier agter op elks plaats}.
16.nbsp;Zommige Huisimoeders mengen ze onder de Zuuf-kool^ als ze die Inleggen, of by
kooken van dezelve, om \'er een aangename geur aan te geven.
17.nbsp;Dezenbsp;zyn een lekkere Spyze voor ée Kramets-vogeU, (hier te Lande doogaans dub-
belde Lyjters genoemt) ^ waar door dezelve zeer vet en fmakelyk worden, en van welke Bejien zy dl®
naam verkregen hebben. Dus worden deze Befien ook veel gebruikt by het braden of tot vulzel van
Lyfiers, Lieuweriken, jonge Duiven, Staren^ en andere Vogels, öm haar eene aangename peur te
doen hebben, en de wilde fmaak weg te nemen.
§. 18. Uit deze Boom, van de groote zoort, (§. 2. No. 2.)^ vloeit in de warme Geweften een
Gord, in het Ncderduitfch, Vernis, in het Latynich, Vernix; Gummi junipezinum; Gummi Sanda-\'
19. Behalven de voorgemelde drie zoorten van de Genever-boom, (§. 2. No. 1-3.3, wordeh
\'er nog eenige vreemde zoorten gevonden, en in de Bottanifcbe Tuinen gecultiveert, weike ik in hcc
kort vermelden zal, aks:
i. De GEN EVER-BOOM, mét roode Befien: Of Kleine Ceder-boom van Pi^micien.
Juniperus major baccea rcfescente. C. B. Pin. 489. Tournef. Infl. 589.
Cedrus Phcenicea Bellonio, five Oxycedrus quibusdam. juniperus major bacca rubra. J. Baii^^\'
1.297-
Oxycedrus PhoeniCea. Dodon.
juniperus major Monfpehenfium. Lob.
juniperus foliis quaternis patentibus fubulatis puhgentibus. Roj. Prodr. 90.
Groeit in zommige Geweften van Spanjen, Italien, Provejice, Languedocq, Griekenland en Afi^fi»
enz.
2. De gene VER-BOOM, met Cnprefe Bladen en geele Vrugten; Of
Kleine Ceder-boom van Lieten.
Cedrus folio cupresfi major, fruCluflavescente. C. B. Pin. 487. Tournef. Infl. 588.
Juniperus folio cupresfi major, frufturftavescente. Herm, H. L. B.
•3Ö
I^Jnbsp;UUtv ct-iinbsp;IJJ/ lt;JUJJ , CUL CCU nUiSui\'quot;^
, .. . . .. ^^____________________ , in plaats van het Vlier-zap (Zie hier na), en het zelve is ook
dienftig in alle\'voorgemelde gebreken (§r 12.)^ inzonderheid voor het Graveel, en voor Menfchen
die een waterige en ilymigc Cornplsxie hebben. Deze Rob word op de volgende wyze bereid:
BESCHRYVING VAN D E G E N E V E R-B O O M.
Cedrus Lycia, retüfa Bellonio difta. Baub. i. 300.
Jgt;Kycedrus Lyda. Dodon.
^edrus phosnicea media,
juriïperus foliis undique imbricacis ovatis obtufis. Èoj.Prodr. 90.nbsp;.
voncf^^ word in Provence, Languedocq, Italien en Spanjen, ook in Griekenland enAfien ge-
Welt \'ïi ^^^ van vind men ook nog een Middel-,cn kleine zoort, by C. Baub. en andere aangetekent;
erorpnbsp;van de gemelde verfchillen daar in, dat 2;e kleinder groeijen, dog.de Middel-zoorc
tennbsp;voortbrengt; hoepel het zeer waarfchynlyk is, dat deze drie veranderingen maar
zeitdezoort zvn, alïeen in prootte volgens de Stand-plaats verfchillende.
3. De SPÀANSCHË GROTE GENEVER-BOOM , met grote zwarte Befieü :
. . . ,nbsp;Of Spaanfcbe Ceder-boom.
Juniperus foliis quadrifariim jmbricatis acütis. Roj. Prodr. 90.
_ Gedrushïfpanicaprocerior, fruftu maximo nigró. Tournef. 588.
groeit in Spanjen.......
,4- De GENE VER-BOOM, uit Virginien, met Cupresfe Bladen: Of
^ . ;nbsp;. Virginifcbe Ceder-boom.
, umperusbarbadenfis, cupresfi folio, ramis quadratis. Plukn. Alm. lt;2.01. Pbytogr. 197. fîg.4.
-nbsp;Virginiana foliis inferioribus juniperinis, fuperioribus Sabinam vel Cupresfum refe-
rentibus. Boerb. f. A. 2. 208.
jumperus foh\'is inferné (bafi) adnatis»; junioribus imbricatis , fenioribus patulis. Linn: Hort
p.nbsp;464. Hort. Upf. 299. Roj. Prodr. 90.
■Ueze groeijen in Firginien, Carolina, Jamaicß, Barbados. .
5. De GENEVER-BOOM, ofnbsp;uit de Barbados Eilanden.
J^mipcrus bermudiana. Hort. Angl. 42. tab. i. fig. i. figura tenus,
vedms barbadenfis. Vidgo.
Juniperus foliis omnibus quadrifariim imbricatis, junioribus ovatus, fenioribus acutis. Roj.
. Prodr. 90.
2eQ ^chynt alleeh een verandering van de vorige (No, 4.) te wezen, en groeit op dezelfde plaat-
6. De GENEVER-BOOM , ©f Ceder-boom , uit de Bermudes Eilanden.
Jï^niperus bermudiana. Herrn. B. L. B. 345. tab. 347, Boerb. A. 2. 208.
^edrus Bermudiana. Vulgo.nbsp;.
Juniperus foliis inferioribus ternis, fuperioribus binis decurrentibus, fubulatis, patulis acu
ue Groei-plaats van deze zoort zyn, de Eiländen Bermudes, aan de Engelfche toebehorende
waar het Zaad eerft naar Engeland gebragt.nbsp;quot;quot;nbsp;^
ïi il
cn Kunnen dernaiven onze vvmcKr-Kuu.uc mee wei tegenitaan, inzonaerneia zo lang ze no?
- y^\', en dewyl ze alleen om de zeldzaamheid in de Academie-Tuinen, en by de Kruid-bemin
naars gecültiveert worden, zo worden ze in Potten, of houten Kasfen gehouden, om ze \'sWinters
rinn Ohuis voor de koude te bergen. Ze worden by ons niet ongemakkelyk voortgeteelt
Steking of Inie\'gt;-oin^ dei\' Takken; of andere ook door de uit hunne natuurlyke Groei-plaats ver-
«^^egeneVruR.enm«^^^^^nbsp;^ ,
j-enA ^^ ^out van deze drie eerftgemelde zoorten (§. ip. No. i, 2, 3.) is zeer hard, langduu-
Qp \' ^osagcig vanKoleur, en word van de Draaijers, Schrein-werkers, enz. , gebruik als
(§. 8.j, tot allerlei fraai Pluisraad; namelyk in die plaatzen daar het groeit of na toe
37
AAGbOFT-TF Deze Boom word genoemt, ih het Nederduitfcb, Haag-boeke.
Wielboomnbsp;Carpihus. Fagus fcpium. Betulis Hoogduitfcb Rzge-
buche. Hainbuche. Stein-buche. Spmdel-baum. ^ran^k. Charme. Engelfcb,
Deenfcb, Bög. Afn-Bög Zweedfcb, Afwen-boek.
;evonden, als:
iombeaai/\' tïardbeaumrfrëe.
Daar worden twee zoorten van
1. \' quot;
-fjar woraen twee zoortcu v aij quot;nbsp;? •
na Carpmus. Bodon. Tournef Inß-5S2.A 2. 170. „ _
y^trya, Jirao lïmilis,. fruftu in umbilicis fohaceis. u B. Pm-
^^quot;ïgusfepium, vulgobftryas Theophrafti. J.Baub.i. 14Ö.
■oquot;tulus. Lob.
-li VCIIJ x^-WKi;/5 — -- -
en e ders, en bemint de koude Geweiten.
^ ^^ede zoort verfchilt niet of Weinig van de eerfte.
Carpi^usquamvisftrobLilorumplanis. Linji. H. CUf. 447. FM fucc. 7S6. Ry.Prod.79.
2. Oftrva ülmo fimiiis, fruftu racempfo Lupulo fimili. C. B. Pm. 427.
Oftrya Sa, SpS folio frudu longiore M/d.nbsp;tab^ 104. fig. r.
. Carpinus quamvis ftrobilorum in flatis.. H. Chff. 447- Roj. Prodr. 80
De eerfte zoort, dat een matig grote Boom ^^-^orden kan, en het meeft gevonden word,
veel phixtzen vin Duitfchtand, en in de noordlyke Landen, m de Bosfchen, Heggen, op
- ^nene ders, enbemmt dekoudeGeweften. ^nbsp;..nbsp;,
dan aUeen m de Vrugten, die opgeblazen
Zvnnbsp;^uort vericniit met ur wcujig vai» —--7 -r-
Dezelve word in de vvarmer Landen, als m Italien, Spanjen
K
O ---5nbsp;----
Provence i enz., gevonden.
-ocr page 193-E S C H R Y Vquot; ï ]Sr G V A ^ BE HAAG- B Ö E K fe
4. Ze bègeerenvaiï natuure een gemene zand-agtige Aarde, in zware Klei-en in vette bemefte
\'Grond°n willen ze niet wel aarten.
^ i De Voortkweking gefchied dóór het Zaad, het welk in het vroege Voorjaar gezaait woro,
wordende ve-volgens de voortgekomene jonge Planzoenen, 4gt; 5 ä ö jaren oud geword n zynd^,
verplant daar men begeert; dog ze worden hier te Lande meeft door Inlegging der Takken vermeer-
dert dewyl men hier niet wel Zaad van bekomen kan.nbsp;. quot; .
InDuüfcblani en elders , daar ze veel in het wild groeijen, heeft men zo veel moeite met te doen
om ze te teeien^ men haalt aldaar de jonge Plantzoenen tot het gebruik in de Tuinen uit de grote
Bosfchen alwaar ze veel van zelfs uic hec gevallen Zaad voortkómen.
^ 6 Van deze Bomen worden laage en hooge Scheerfheggen in de Tuinen geplant , die, als ze
wel in hec Gewas komen, en wél behandelt worden, zeer cierlyk ftaao, en mogelyk de fraaifte van
alle zyn, om dat ze een fraai Blad hebben, byna als het Blad van de Tpen-boo;n, en heel digt be-
groeiiên; maar het is by ons daar mede gelegen als mtt de Boeken-boom, namelyk dac ze in aileTiei
Gronden riiet aarcen willen, en al het geen van daBoeke-boom tevoren gezegt is^ heeft ook bi^r
plaacs • behalven dac zc niet zo bezwaarlyk in het Gewas te brengen zyn.
K 7\' Hec Hout van deze Boom is wit en zeer hard en taai 5 weshalven het zeer dienftig is en ge-
zoet word, voor Molen-, Wagen-makers-, en aoder Werk dat hardigheid en fterkte vereifcht.
8.nbsp;In die Landen daar dit Houc veel gróeic, worden uic de Jonge Takken ook Horden geviog-
ten^ die heel duurzaam zyn.nbsp;„nbsp;r 7 • i. xr .nbsp;Ancr
9.nbsp;Héc is ook een zeer goéd Brandhout, dat veel hicte geeft en lang m het Vuur duurc,
om quot;dac hec weiniger gevonden word als ander Houc, entsm zyn deugd tóe voorgemelde dingen (S-
7) zo word hec weinig gebrand, ten zyde Takken, en andere afvallen.
10.nbsp;De gedoofde Kolen van die Hout worden voor de befte gehouden van alie^ voorZil^^r-
SiSds en andere, hoewei ze om voorgemelde redenen zeldzaam zyn^
Hao\'i\'
VAN DE
\'AAG-DÖORM. DezeBóomword in verfcheide Talen genbemc, als volgt: In b^t
Nederduitfcb, Haag-doorn. Haage doorn. Doorn-boom.^ Witte Doorn. Ld\'
tynfcb, Oxyacanthn; Spina alba. Spina acuta. Hoegdziitjcb, Hagdorn,
dorn. Dornuaum. Franfcb, Epine blanche. Aubespine. \'^Engelfcb, Wliitte Thorn.
horn-Three. Deenfcb, Pieg-torn. Zweedfch, Hag-törn. Haf torn.
Dezelve word van de Botanici genoemt:
Mispilus apii folio fylveftris fpinofa feu Oxyacantha. C. B. Pin, 454. foiiitnef. Infi. 042. Bo
A. 2. 25Ö.
Oxyacantha vulgaris ftve Spinus albus. Baub. i. 49.
Oxyacantha five fpina acuta. Dodon.
Oxyacantha. Lob.nbsp;- ts
Crat£sgus foliis obtufis biftrifidis. Linni H. Cliff. 188. Flor.fiièc.^99. Roj. Prodr. 272.
§. 2. Daar zyn nog eenige veranderingen van dezen Boom, als i. Mec witte Vrugten.
_____ Rt-jrlofi n IV/Tpr Rorirp Riadpn A . IVIquot;\'\' ninriilp Hnhhelde Bl\': quot;enipn ■
, .... ...________________2. Mf
t mooije dubbelde Bl-emen; welke vOff
gens Miinting in Groningerland voortgekomen is
iiaasedoorn.
A U
I
dog
meer gefnippelde Bladen. 3. Met Bonce Bladen. 4
S. De Engelfche twemaal in het jaa\'r bloeijen^®
By Tournef ort en in Horto Catbolico worden oök nog cwee andere veranderingen geméld, als
Met driepuntige Bladen, fterker Doorns, en onvrus-ftbaar zynde. 7- Met ruige Bladen en groter
Vruc\'ten: Of No. 6. dezelfde is met een zoort die Dodonce\'ns kleine Haagdoorn noemt j fchync mV
wel dus coe, dog zotide hec nog niet vaft durven verzekeren. Alle deze veranderingen zvn gequot;^^^\'
lig uic hec Zaad van de gemelde gemene zoort (§. ij voortgekomen, en worden van detJefheO\'
bers der Gev/asfen, om de verandering gecultiveert^ inzonderheid die mét bonte Bladen; duboC\'
de Bloemen, en de Engelfche twemaal bloeijende (Nó. 3, 4, j.J), welke laacfte dikwils by zagt^^
Wincers in de Maand December bloeic.
§. 3 De gemene Jiflag(ioorraj dac een macig grote en dikke Boom Worden kan, dog veel tyd cs laag
en\'Heefter-agtig blyft, is in de meefte Geweften van Europa wel bekent j, hy groeit \\ eel, zO quot;ie
te Lande als elders, in de Bosfchen, in de Heggen, aan de kanten van Slooten , Bouw-landen,
Weegen, Hooven, enz.nbsp;.nbsp;■
\'4. Dezelve wil in allerlei goede, zo wel Zand- als Klei-agtige Gronden heel wel tieren;
bemint van natuur liefft de eerfte^
§. 5, Hy word voortgekweekt door zyn Befien, die eenige harde Zaad-korls inhouden, dewcl^
in het vroege Voorjaar, na dac ze de Winter over invog^Zand ce meuken geftaan hebben,
kers of Bedden in Greppels, of ook uic de volle Hand, een Duim diép ge\'zaaic worden; de jon»^
opgekomene Plantzoenen kunnen daarna, als ze3, 4 a ƒ Jaren oud geworden zyn, verplane ^^^r-
den daar men ze nodig heefc, de Pen-worcel als dan wac kortende. Men kan ze ook door Uitlopei
of door Inlegging voorcceelen, dog dit word zelden gedaan , dewyl ze door hec Zaad geraakkeiy^
voortkomen, waar van de jonge Plantzoenen ook groeibaarder zyn.
Dediihhekk zoort, als mede de andere voorgemelde veranderingen, 2.), worden voortgezet
door Entery of Zuiging op de\'ge/^je^zi? Doofyz, of door Inlegging; of ook door Uitlopers, te wetens
als de Moeder-wortel van het zelfde zoort, en niet ver-ent is.
§. 6. Het gebruik van de Hao. \\g-doorn in de floven aangaande: Men plant \'er Scheer-hegg^
■van, dog meeft alleen rondom de Tuinen, Boomgaarden, Enteryen , Moes-Tuinen, langs^!^^
SlootenWeegea, enz., tot bevryding; wegens xvn fcherpe Doorns; welke Heggen zeer pigc
begroeijsquot;«
-ocr page 194-BËSCHRYVIHG tÂ^ B É H A A G»D O O R N.
feoi\'d^o-^^\' en öok 5 als ze vVel on derb ouden wórden, niet kwalyk ftaan; en óm ze tot bevryding
Maa-nbsp;, zo plant men de jonge Plantzoenen doorgaans kruislings over malkander :
ande^- W^^quot; onderworpen aan de Rag-Rups; hoe men daar regen kan remecUeeren, heb ik in eeri
I v\\ erkje aangewezen j namelyk dóór Knipping en daar na .afveeging met een Beezem.
Wasfp^quot; \' Plantzoenen vv^orden ook gebruikt om \'tr Peeren op tê Enten, daar óp heel wel
, maar de Vrugten worden dikwiis wat Steenig, en oók groeijen zommige zoorten
wat kreupel of onvolmaakt,
jend*^^nbsp;deze Boom is zeer i/aft en hard, en mogelyk het hardfte van allen j in Europa groei-
derhalven zeer bekwaam en gezogt tot Staven, Kammen, enz., van Molen-werk, en
andere dingen.
S- 8. Daar zyn ook nog twee Americaanfche zoorten van, als volgt:
i. De HAAG-DOÖRN UIT VIRGINIEN, met grote Doorns en grote Schar-
, . . ; laken-rode Vrugten, doorgaans ijaß?2e-/j)öor genoemt.
Mespilus fpinofa five Oxyacantha Virginiana, maxima. Hort. Angl. ^g. tab. 13. fig. t,
Mespilus fpinofa five Oxyacantha Virginiana, maxima. Herrn. H. L. B. 420,. Boerb. ?. A. 2.
^^esPl \'^scanadenfis, Sorbi torminalis facie. Tom^^
Mespdus Apii fofio Virgihiana^ fpinis hörtida, fruftu amplo coccineo. Plukn. Alm. 240. tab.
Wacantha Americana^ Calcar Galli difta.nbsp;il.
Uatïegus foliis ovatis repando-angülatis ferratis. Linn. H. Cliff. 187. Hort. Üpf. Roi
Prodr. Z-J2. Gron.Virg. ^4.nbsp;- • v
2, Degt; P1ÄAG-D00RN UIT VIRGINIEN, zonder Doorns en met zwarte
Vrugten.
Mespilus fpinoCi, five Oxyacantha Virginiaria nigra. Plernr. H. L, B. 423. Boerlo. J. A. 2. 257,
Mespilus pruni folio Virginiana, non fpinofa, fruftu negricante. Pliikn. Alm. 246. tab. 46. fig. 2.
iJeze groeijen in Virginien en Canada, en künnen grote Bomen worden; dog ze worden by ons
gezien, dan in de Académie-Tuinen en by eenige andere Kruid-beminnaars; ze zyn wat tedcr^^
als onze gemene zoort, en kunnen onze Winter-koude niet wel doorftaan; weshalven ze in Va-
^en gehouden worden, om ze \'s Winters in het Oranje-Huis te bergen: Derzelver vóortkweking
amp;®llt;^hied bv ons door Inlegging; of door het tilt America verkregen Zaad»
Î;
^i\'v.:
^^g t\'eftens ditcrteercn kan ; dienende inzonderheid töt vermaak van de Juffers.
§. 3. De jons^ e Loten van deze Boom of Heefter worden van dc Schilders geagt en veel gebruikt
^«t het branden van Houts-kóol, om daar mede teteekehcn ; welke ze voor de befte van alle andere
Houts-kool houden.
Ook worden de uit het 2 â 3 jaarige Hout gebrande Kooien zeer goed gehouden tot het maken
^\'tin Bus-kruid.
4; De jeugdige Takken van deze Boom worden ook veel gebruikt tot Iloeperi van klein Vaat-^
^f^rk, waar toe ze zeer bekwaam en langduLirende zyn.
J. De Berglieden en andere maken van deze Heefter de zogenaamde TVighel-Roede (Virga di-
^\'\'na ioria), beftaande uit de een jong eenjarig Loot dat met twee.Takken te gelyk, enaüeen,\' zon^^
^er andere Neven-takjes, uit de Wortel gegroeit, en op een zekere by^ haar bekend zynde wyze
|efnedên is, waar mede ze voorgeven dat ze de Erts-gangen 4 of de plaatze waar onder dc aarde
\'\'-fts fchuilt, kunnen vinden; als mede waar eenig Metaal, Geld, of Schat in de grond begraven
en verborgen legt ; ze houden tot dien einde deze Roede met beide Handen op zekere wyze vaft
en dragen die voor hen zig regc uitgeftrekt over de Bergen en elders heen, waar dan eenig Metaal\'
, in de Aarde fchuiltquot;, zal het einde der Roede zig van zelfs fterk nederwaars buigen i ja zelf
geven zomanige voor, dat men daar mede, hoewél iliet minder waarfchynelykheid, verlorene
yrens-ftenen,\' Moordenaars, Dieven en geftolenc dingen kan ontdekken: Ook maken zommige
«c^^ï^fg-èe/.^o^^^K niet alleen van dit Hout, maar ook Mesfen, Vorken, enz.nbsp;.......
. ■\'^og vele houden dit alles voor Bygeiovigheid en andere voor Tovcry; hoewel zommige Auteu-
onder andere Vn.LEMONT, die een byzonder Traétaatje daar över gelchreven heeft, denbsp;amp;
^o^lykheid daar van beweeren, cn uit natuurlyke Oorzaken afleiden: Ziet ook J. AGRICOLA
^^^IRClïER. Mund, pars/ub. fecund.
(5. In Duitfchland heeft men een Spreekwoord ; dat als die Nufe wobl gératben, es ein gutesnbsp;\'
van beyrathenift, und die Kinder wobl geralben-. Om den oorlprong van dit Spreekwoord tenbsp;f\'
Pm^- \' aanmerken , dat in Duitfchland zeer vele en goede Hazel-noten in het wüdnbsp;%
en dat de Boere- eh andere Meisjes veel de gewoonte hebben, om, ais de Noten ryp zyn,nbsp;\'\'
tv^^^^ dc Bosfchen uit vermaak te gaan plukken, waar by zig dan doorgaans de jonge\'Vrversnbsp;I
veten te voegen, en in die Note-bosfchen veeltydts, door Venus en Cupido aangedreven, me\'t de
^Ê^sjes over een Huwelyks-zake eens worden.
BESCHRYVING v ä n ^ e HAZELAAR.
Namelylc
7. lanmerkelyk h het geten men leefl: \'m de heilige Bladen , Geneßs 30: w. 37,38.: -
dat ^acoèdooT middel van met witte ftrepen gefchiide Roeden van den iTaxeiaar, Populier enÄöjf«
ms7i in de Goten en Drink-bakken te leggen, aan de Schapen van de Kudde Labans wit- en zwarc-gc
fprenkelde, gefpikkeide, en geplekte Lammeren deed voortbrengen.
van
r.nbsp;fiONDS-KERSE. Dit Heefter-gewas word genoemt, in het Nederdmtfc^ ^
Honds-kcrfe. Regt-op-ftaande Kaper-folie of Geitenblad. Latynjcb, Periclyme-
num reftym. Chams.cerafus dümetörum. Xylofteum. Hoog-duitfcb, Hundts-
kirfchen. Hcck-kirfch^m. AufFrechte Waldwinde. Êngelfch, Üprigt Hony fukle. BsenJcO gt;
Benwed. Znx^eed/cb, Try. Benvved. Hardwed.nbsp;. • , r u • ^nbsp;xran
2. Dit Gewas is een Mede-zoort van de Kaperfoiie, en daar worden verieheide Zoorten v^x
1:. De HONDS-KERSE, met roode dubbelde Vrugten.nbsp;„
Cfiama^cërafas dumetorum, fruftu gemino rubro. C. B. Pin. 451. Tèurmf. Inft, 609. Boerb. J\'
A. 2. 227.
Periclymeïium reclum fruftu rubro. f. Baub, 2. löö.
Xylofteum. Dodon.nbsp;, .
Penclvmenum allobrógum. Loh.^nbsp;a.nbsp;. ^ v- - ■ - h- rJmä.,
Lonicéra peduncdlis bifloris, baccis diftmttis, floribus bilabiatis, folns integernrais;
238- Linn. Horï. Upf. 192.nbsp;. _
Lohicerapeduncuiis bifloris, foliis ovatis obtufis ihtegris. Linn. Hort. Chf.
2. De HÖNi3S-KERSE, met roode dubbelde Befien, van de Alpea.nbsp;i
Chama;cerafus alpina frutlu gemino rubroi duobus punfiis notato. C. B. Pin. 451. Tourm^
Injl. lt;lt;op. Boerh. y. A. 2. 227.nbsp;,, , .nbsp;b t
Chanifficcrafus gefneri, Chamxpericlymeöum quöddam alpmiim. f.Maub. z.tof^
XYiofteurn akerum. Dodon.
ChamjEcerafus alpif^éna. Lobnbsp;- ^nbsp;-
Loniccra baccis binovis conci\'ctis floribus bilaöiatis. Roj. Prodr. 2^2. _
Lonicéra pedunculis bifloris, foliis ovatis acutis ihtegris. Linn. H. Clif. 5g.
3. HONDS KERSE, met roode dubbelde Vrugten uit Moscovien.
dhama-\'éerafus fruÊèu gemino rubro, foliis glabris cordatis . Am. nitó. ,184. ,
Lonicéra pedunculis bifloris, baccis diftindlis, foliis cordatis obtufis. Limi. Hort, Upf.
4. HONDS-KERSE, met zwarte dubbelde Befien.
Chamsecerafus alpina fruftu nio;ro gemino. C. B. Pin. 451. Tournef. Inft. 609-
Per\'ciymenumreftum, foiioferi-ato.nbsp;2. 1157.
Periclymenum recfum. 2. Cluf H. 58.nbsp;• -h ^ j
Lonicéra pedunculis biftoris, baccis diftinftis, Foliis ferratis. Roj. Prodr. 238.
HONDS-Kl\'RSE, met een enkelde blauwe Befte.
Cham^Eferafus montana^ ftuftu fingulari ca;ruleo. C. B. 451. Tournef.. Inß. Gag. Bü-\'f^quot;
A. 2. 227.
Periclymenum reöum fruöu cerulo. Bailb. 2. 108.
Pericis rnenum ruÊlum. 3. Cluf. H. 58.nbsp;^ . -
Lonicéra nedunculis bifloris , \'bacca folitaria glöbofa ihtêgerrima. Roj. Prodr. 239.
6 HONDS-KERSE, met roode dubbelde groote Belien, van de Pyreneé-bergen.
Chama-ceraius Perehaica, föllis Ole^e, fruftü gemino rubro Grosfularii fimilis. ScboLBotan-
Xylofteon Pyrenafóum. Tournef. Inft. 609. Boerb. Jgt; A 2. 227.
Lonicéra pedunculis bifloris , baccis diftinctis, floribus infuridibuliformibus, ramis divaricati»-
Äo/. Prodr. 238.nbsp;-
§. 3. De eerfte zoort groeit in Duitfcbland, Zwitzerland, Frankryk, en elders, indeHegg^*
in ce Bofcb- ch Berg-agti\'ge plaatzen, \'en elders. De twede zoort word op dezelfde plaatzen g®\'
vonden, dog meer^\'in dequot;quot;hooge koude gcbergtens, als, in dc Alpen en Pyreneen. De derde zoot
kom.t voort in het Mofcovifche Keizer-Ryk. De vierde, vyfde, en zesde zoorten groeijen in quot;
Alp-i, Pyreneé-^ en andere hooge Bergen van, ïtalien, Frankryk \', en elders, dog
met de derde zöort minder bekent.nbsp;., .
§. 4. Ze willen in allerlei goede gronden j dog liefft in zandige, heelwel groeijen, enverdra-
gea alle ongemakken des Winters.
§. 5. De Vermeerdering gefchied door de Uitlopers, of door Inlegging.nbsp;,
40
§. 6. Het gebruik in onze Tuinen is zeer weinig: Men zet zezomtydts, dog inzonderheid ae
eerfte en twede zoort, (§. 2. No. ï, 2.), om de verandering van Gewasfen, hier of daar in cie -t
nen of op groote plaatzen in de Heggen. Men kan van de eerfte zoort ook laage Heggen planten?
die juift niet ongenaam ftaan.
§. 7. Voorts\'is dit Gewas van weinig gebruik in de Huishouding.
Xgt;K
VAN
-ocr page 196-AN DE
ONIG-BLÖEM Dit Üeeftcragtig Gewas word gèiioemt in het Nederduïtfé, Éoi
nia;-bloem. Witte Syringe. Itahaanfche Syringe of Vlkr Wilde Jastr^yn. Fluj-
^ .nbsp;Welfchen-Hol~
Engelfcb i Syringue-Treé,
maar groeit j zo men zegt, ia Italien^
, dog bemint liefft de zandagtige;
ItaJiaanfk-Syringe. Zweedfcb i Italiaanfk-Synnga_. _
Daar word maar een zoort van gevonden, die by de Botanici genoemei word:
Syringa alba üvePhiladelphus Athenffii» C. B. Pin. 398. Tournef. Injt.~6.17. Boerb. f. A. 2. 232.
Syringa. Dodon-.nbsp;- f
Syringa Itahca io^.nbsp;.nbsp;V ,
Syringa It^JicaJorefimplicialbo» Hor. Eyjh
Daarv-\'ordnogeen verandering van gevonden, ^^^ dubbelde Bloemen, dog deze ziet menMd^
zamer: Ook is\'er een verandering van met bonte Bladen. _nbsp;, ^
, §. 2. Dit Heefcer brenn witte zeer welriekende Bioemen Tros-wyze voort, dic de Reuk heb-
ben als Oranj^-bloeizels of als zo^te fleurige Honig, waar van ze de naam van Homg-bloem hier te
lande verkregen heeft:\'het zelve is inlieze Landen vreemd, maa.r groeit, z
^Panjen^ in de Levant, en elders in de warme Landen, in de Bosfchen, enz
3. Ket zelve wil iu allerlei goede gronden heel wel aarten
verdraagt alle ongemakken van onze Winters.nbsp;.nbsp;. r \'
^ 4. Word door zyn Uitlopers, diehy doorgaans m overvloed voortbrengt, ligtelyk vermeer-
Het gebruik aangaande dat men \'er in de Tuinen ^^an maakt ; men plaut dezelye, wegens ^
®-ngenams Reuk van zyn Bloemen, op de Rabatten der Bloem-perken en elders; als mede m de
^muetsdos; vele Meikehen kunnen niet wel over de Reuk dewyl die zeer fterk en zoet is.
^ te:\'bloem. Latynfch\', Syringe alba. Philaaelphus.
Vs^eifze^Syrise. Franfcb , Sjringue. Synngue d Italië.
6. Üit de Bloemen kan men een heel aangenam riekende Ohe bereiden, door uitperzmg mee
Eoom.oiie, op dezelfde wyze ais hier agter van de JasmFn-Olie gezegt word, die tot parfums-
dienen kan.
T? T4tTT «ïT Deze altydt-groenende Heefter-agtige Boom word genoemt j in het
Kry Ztrrh Huift. Hulïl-boom Latynfcb, Agrifolium, Aquifoliura. Hoog^
Ztjoesdfcb , Ma-
Engelfcb, Holly.
Housfon.
Detern.nbsp;„nbsp;,
Daar zyn twee Hooft-zoonra GEMEF^E\\imÉ\\^nbsp;^^\'
Ilex aculeata, baccifera, folio fmuato. C. B. Pin. 425. , , „ ^
Aquifolium five Agrifolium, vulgo. % Bmb. i. 114. Joujnef Inß. 600.
Aquifolium baccis rubris. Herrn. H. L. B. Boerb. A. 2.219.
Agrifolium^ Dodon.
^t^^^^S^^fum-^O^Ao. Hen. m.^. Roj. Froär.,...
2 HÜLST uit Virgmien.
Agrifolium cai-olinenfe, foliis dewató bacdsnbsp;Cau^. omith 3, tab. 31.
Plaatxenvan Hoog-diüt/chland^ ïtalien,nbsp;^
^e\'den iti bet wild^^roè iende sevonden, maar meeft gecultivee t,
Det^de^ ieWeToStl^n^nbsp;dezelve groeitnbsp;de^andftreken
O^SSatlnSm en word alleen om de verandering m de Botamfche I urnen gekweekt
Frankryk, Engelanden elders, hier te Lande worden ze
mi
vre
lie
4- Van de eerfte of gemene zoort zyn
ï. De gemene Huift inet geele Befieni
De gcmsne Huift met witte Befien.
3. De vergulde Huift, of niet geel-bonte Bladen
De verzilverde Huift, of met wit-bonte Bladen. ^
f pSIrSl^Sg IS; geele Kanten eh,^^.
^^{vaMftä\'. quot;Stech-palm. Steclgt;baum. quot;Stech-ap\'fel.
Holmie-tree. Deenfch, Chrift-torn, Maretorne.
Huift met Sden ife op de oppervlakte doornig zyn, of EgelagUg, Huift.
10. De Egelagtige vergulde Hulftinbsp;.
SI. De
-ocr page 197-lï. De Egelagtige verzilverde Huift.nbsp;. - ,
12.nbsp;De Egelagtigé Huift met geele Kantén én geele Doorhs.
13.nbsp;De Egelagtigé Huift met witte Kanten en mtte Doorns-.
14.nbsp;De Huift met Bladen zonder Doorns.nbsp;.nbsp;........
Aile dezé aoorten-j ftehalven de ifte, 2de, en 14.de^ Vind men nergens anders als in de Hovend
maar zynde alle door de Zaaijing gevalUg voortgekomen, waar van inzonderheid de 3de en
zoort om haar fraaije bontigheid veel gecukiveerc worden.nbsp;, ,
§. 5. De iÏMi/ï begeert van nètuur liefft een goede ^ drooge, zandagtïge Aarde; in vaft» klei-ag-
tige Gronden wil hy niet, wel aarteni dog hy groeit in dezelve wat beter, als hy daar in voortge*
kweekt is. Hy kan onze Winter-koude camelyk wel tegenftaan i dog door zeer ftrenge koude gaat
hv zomtydts verfterven i inzonderheid als hy veel aan de ópehe Lüge en Winden blooc ftaat. OoK
zyn de voorgemelde bonte zoorten (§.4. No. 3----13.) wat tederder, als mede inzonderheidd©
vreemde zoort (§. Np. 2.}; weshalven deze dócrgaans in Potten of houte Vaten gehouden
word^ om\'sWihterisiri Huis te bergen.nbsp;.. , . \'nbsp;. lnbsp;„ •
§. 6: De Voortkweking gefchied door de Befien, die vier Zaad-Korls in haar bevatten, welke
Befien\', na dac ze de voorgaande Winter óver in vogcZand tc meuken geftaan hebben, in hec vroeg«
Voorjaar in Greppels, die i é 2 Voecen van malkander gemaakt zyn, ëén Duim diep gelegt worden.
De jonge opgekomenePlanczoenén kunnen daar na, 2 a 3 Jaren oud geworden zynde, verplaa\'r
worden tef plaatze daar men begeert; oudeir moec men ze niet ligt planten, dewyl ze dan
wel niet aan den gang willen. ■, .nbsp;- * =
Men kan ze ook dóór Inleggmg vóörtkwekeö j dog dëwyl ze dóór hec Zaad gemakkelyker .geteejt
worden j zo gefchied hec Inleggen zelden, ten zy als het Zaad oncbreekt. Maar alle de voorgemel-
de veraiidéi-ingeh 4. No. i - - -. 13.), worden niec anders als door Inlegging vermeerdert, dog
men kan ze óok Odüleeren of zoogen op de gemene Hulfi, dus heb ik voor dezen wel 4 é ö van
eemelde zoorten of veranderingen op een zelfde Stam, door Oculeering gecultiveert.
Ook ^ord de buicenlandfchè zoort (§■ 2. No. 2.), by ons alleen door Inlegging, of ook doof
Sceeking der jonge Takken vehneeïderc, ten waare men Zaad daar van uit Weft-Indiën oncfange»
§. j. Men piaric vän de gemenè Éuïft Sèheét-htggcA, die in goede gronden 8 é io Voeten, ^^
zomtyds nog wel hooger ^ groeijen kumien, en die wegens haar blinkende en alcyd-duurende groe;
tiigheidi heel fraai ftaaft; maar gaan in extraordinaire ftrenge Winters ligcelyk dood (f, j.) ; gelyj
we daar van een voorbeeld hebben van de ftrenge Winter in hec Jaar 174O) waar door veele van de^p
Heggen op veel plaatzen in Holland en elders vernield zyn: Dienftig is hec, als men deze Heggen jquot;
zodanige ftrenge Winters met Scröo digt bebind, of met Scröo- of Riec-dekketi bedekt ^ als mequot;®
ook de grond omcrent dc Heggen met lange Paarde-Meft.
8. Men teelc eh fornaeert ook Van de gemene Hm/j^ , dog inzonderheid van de Bonte zoorte»
C§. 4. No. 3,4.), laage Stam-bdomties.ïpet rond gefchorene kroonen; als mede Pyramiden van vejquot;\'
fcheiderhande gedaaiite j die 3, 4 ^ S Voeten hoog kunnen worden, welke men hier of daar in
Tuinen, als by vobrbeeldj op de Rabatten der Bloem-perken en elders^ tot cieraad plant, eaquot;!®
ook heel fraai ftaan, als ze met knippen wel onderhouden wcJrdeh.
§. 9. Ook piant men de iïiM, te, weten de gemene, wel in de Bosquets, tusfchen ander wild G«quot;
was, om de verandering van Gewasfen, en om de alcyd-duurende grpence.
§. 10. Zommige Schryvers melden j dat een witte Roos ge-ent of geoculeert wordende op ee®
Huift-ftruik, groene Rozen voortbrengt; wac hiervan zy^ ik hebbe het nog niet onderzogc, o^»
die kan ik zeggen, dac ik door goedé reeden daar aan twyffele.
II. Hec Oeconomifche gebruik van deze Boom is vordei-s weinig; men maakt \'er ook een
gel-hym van, om daar mede uic vermaak allerlei kleine Vögelcjes ce vangen: Deze Lym word op
de volgende wvze gepraspareerc: Neemc van de afgefchilde Schors van deze Boom, en van des\'
zelfs Bladen, ftampt dezelve wat ih een Mortier, daarna begraaft hec, in een Poe gedaan zynquot;^^
in de Aarde, op een vogcc plaacs j of beter in warmé Paardé-Meft, 10 ä 14 Dafi\'en lano^, om ^^
rotten, neemt het dan daar uit, en ftampt het weer ter deeg fyn, vervolgens walcht en fpoelc bec
met fchoon Water, zo zal \'er ten laatften een taaije Lym overblyven, die men tot de Vogel-vang\'^
gebruikt; daafby \\v2Lt Noote-olie en befte t^aïjeTerpentyn mengende, om het wat handelbaarder eß
bekwamer te maken.nbsp;..
§. 12. Mogelyk zal iemand beg;eerig zyn om te weten, hóe men met deze Lym dè Vogels vang^ »
\'eri dewyl ik tot vermaak van de Tuin- en Kruid-bemirinaars fchryf, zo zal ik daar van eenige woof\'
den zeggen: Om dan zulks te doen j zo neemt men een lange dunne Steng, van war hout het »Y»
men maakt daar in aan het boven-einde rondom onder malkander hier en daar verfcheide kleine \'
jes, waar in men vervolgens by het gebruik fteekc dunne Rysjes, die men mee de gemelde Lyi^ ^^^
melyk dik beftreken heefc, in diervoegen, dat dè Sceng me\'c de Rysjes een Boom mee Takken ver-
toonc, en dat de Rysjes maar heel lós fteken, op dac, wanneer een Vogel daar op zicten gaac, he
Rysje nederwaarts valt; hier door zal de Vogel in het nedervallen met hec Rysje zyn Vleugels
fpreiden, en dezelve daar door, behalven zyn Voecen, belymc worden, zo dac hy niec langer vlie-
gen kan , maar eer Aarde vale, en dus gevangen kan worden. Deze Scang moec men zetten t
plaatze daar zig veel Vogels ophouden, dog wat van ander geboomte af, op dat ze daar op geequot;
plaats mogen vinden; daar en boven zo bedient men zig daar by van een Uil, die men ergens op
wac verhevens zee, dewyl doorgaans allerlei Vogels de Uil, heczy uic vyandfchap of uit
gierigheid, als ze zig over dag vercoonc, navliegen en vervolgen: In plaacs van een levende u»gt;
die meri niet alcyd hebben of bewaren kan, bedient men zig van een doode opgeftopce gedroogd-»
die men toc dien einde bewaard. Men heefc ook vcrfcheiderhande zoorren van\'Lok-fleufjes, om e
dc kleine Vögelcjes mede ce lokken; dog nog becer is het, dat men allerlei kleine Vogels, hizon^
derheid van die zoort die men vangen wil, omtrent de Lym-Scang, aan Touwen vaftgemaaia z^quot;\'
de, nederzet. De Vogelvanger moet zig ondertusfchen in een van groene Takken gemaakt HutJ »
®f op een ander wyze, dat niet zwaar te\'praÜiceeren is, verborgen houden, enz.nbsp;v A ^
-ocr page 198-^E JASMVfî, Dit Heefter^gîwas hêet ÎQ het Nederâuîtfcbi Jasrayn. Gelferftyn,
jasminum. Gelfeminum. Hoogduitfcb,nbsp;Vielreben. Fran./C;{?,
g ^ Jasmin. Engelfcb y Jasffline. Jasmc. Deenfch, Jarsmyn. Ziioeed/cb, Sjersmin.
Squot; t. Daar worden vérfcheidfeö Zoorten van gevonden, maar ik zal hier alleen melding doen van
^^ee Zoorten, die in onz« Tuinëà in dd öpene grond kunnen gecültiveert worden î De overige
behoren tot de Bloera-tuin.,
^ .nbsp;I. De ÖEMENE WITTE ITALIAANSCHE JASMYN.
Jasmmum vulgatius flore albo. C. B. Pin. 397- Tournef, Inft. 597. Boerb. J. A. t. 2]^.
Jasininum, five Gelfeminum flore aibo. J. Baub. 1. loi.
Jasminum. Dodon.
397»
fei;
m.
tij
Gelfeminum vulgatiüs, Jasminum. Lob.
jasmmum foliis oppofitis pîîïnatis. Xgt;m».
oppofitis piiinatis. Linn, B. CUf. 5. Hort. Üpf.$gt; Mat. msd.^. Roj. Prodr,
De gemene geele BESIE^DRAGENDE JASMYN, ook
Heejleragtige Klaver genoemt.
mïhum luteum, vulgo diüum bacciferum. C. B. Pin. 398. Tournef. InJt.sgj. Boari. %
Trifolium frtiticaas, quibusdam Polemoniuöi ^ floré lüteo. J.haub. 1.374-
^rifolium fruticanS. Do^ow.
PolemoniuM monfpeiieöfium. Lohnbsp;^nbsp;rv .
Jasminum foliis alteïnis ternatis fimplicibusquéj ramis aögulatis. Linngt; Hort. Clif. j*. Hort.
^^ Üpf 5. Roj. Prodr. 397»nbsp;. .nbsp;,nbsp;, . .
Van de eerfte Zoort zyn nog twee veratidermgen van, als, met eeel- en vrit-bontc Bladen.
§• 3. De eerfte Zoort groeit natuurlyk in het wild innbsp;en
y D twede Zoort word in het wild in de Heggen ea Bosfchen groeijende gevonden, in Promms^
Ïtalien, Spanjen, en elders.nbsp;^
. 4. Ze begeeren beide een goedej losfe, liefft zandagtige Aarde, en kunnen ooze Winter-kou-
als zcop een goede warme, voor wmden gedekte plaats ftaan j tamelyk wel tegenftaan, dog
5aan met ftrenge Winters wel verfterven; weshalven men ze by ons meeft in Potten houd, wegens
haar Bloemen; zynde inzonderheid dc gemelde Bonte zoorten het tederft.
. 5. De vermeerdering van de eerftgemelde Zoort (§. 2. No. i.) gefchied door Inlegging van d»
loi^e Ranken; of door Steking.
De vermeerdering van de twede Zoóft (§. ê. No. è.) gefchied mede door Inlegging en Steking ^
ofdoor de Uitlopers, die ze doorgaans rykelykvoortbrm^^^nbsp;^nbsp;,
§. 6. De eerfte Zoort word in de Tuinen gebruikt om daar PnfeZ^«, Muuren ^ en andere plaatzes
^etie te bekledpn die dus heel eierlyk ftaan, en, wegens dc zeer welriekende Bloemen in de Bloei-
zeer aanSaam zyn; maar om dat deze Heefter in ftrenge Win^rs _ligtelvk dood vrieft (§ 4.),
t dienftie da r men dezelve in de Wmter tegen de aankomende Vorft met Sroo bebmd, öf mee
Stroo- of Riet Matten bedekt, als mede de Wortel met losfe Paarde-meft of los Stroo overdekt,
v^aar door men ze doorgaand behouden zal; het Stroo of de Matten moet men, zo ras de Vorft ovet
JS, weder wegdoen om ze te verlugtigen, dewyl ze anders ligtelyk gevaar lopen teverftikken,
en by aldien Let gebeurt, dat het Hout in ftrenge Winters van boven dood vrieft, zo zal nogtans
«e Wortel doorglans behouden blyven , en het doode Hout by de Wortel weggefnoeit zynde,
quot;^eer jong Hout uitfpruiten, inzonderheid als men de Wortel gedekt heeft; dog het verftorven
Wout moet in tydts wee\'^efnoeic worden, anders ftrekt zig het verfterf tot in de Wortel uit.
Voorts moeten d^e Takken in het Voorjaar en in de Zomer netjes aan dePneelea of Muuren, enz.^
geleiden aangebonden worden, als de groente zig cierlyk vertonen zal._
§. 7. De twede Zoort fS 2 No, 2.) word hier of daar in dc Bloem-Tuinen of elders op een ge-
^oeglyke warme plaatze of in deBosqueUy om de verandering, cn om de Bloemen geplant, die
®gter zonder Reuk zyn. \'nbsp;, jnbsp;. /t 1 j r^
8. Betreffende het Huislykc gebruik; men maakt van de Bloemen der eerftgemelde Zoort C§.
1.); of van haar Mede-zoorten, die we op een ander plaats zullen vermelden, enaieeennog
fterker Reuk geven, in de warmer Landen, zhm ïtalien, Spanjen, Provence, enz., waar ze beter
groeijen en dus meer Bloemen te bekomen zyn als by ons, een zeer aangenaam riekende Olie,
y^myn-Olie genaamt • het welk veel van de Italianen tot onzent overgebragt, en tot parfumeering
\'^an deze en gene dingen als Suif-tabak, enz., cn inzonderheid tot accommodeering en parfumee-
van de Haairen en Paruiken veel gebruikt worden. De wyze om deze O^fe te prsppeeren is
aldus: Men neemt zuivere Boom-wol, men maakt dezelve in goede verfche Amandel-olie of befte
^jtte Boom-olie nat, en legt daar van een laag in een Pers, hier over ftrooit men een laag
daar over lest men weereen laag van de m gemelde Olie nat gemaakte Boom-wolle, dan
feereen laag Bloemen, zulks dus continueerende zo lang als genoeg is; vervolgens perft men hec
zamen wel uit zo verkrygt mea de welriekende ^amyn-ohe. Als men de Bloemen alleen in
Olie doet en trekken laat, geven ze haar Reuk niet van zig; als mede niet door diftillatie,
. Op diergelyke wyze kaa men een welriekende Olie bereiden uit de Homg-bkm en andere wei.
riekciide Bloemen meer.
L amp;
E tPEN-BOOM. Deze BOOM word genoemt in het Nederduitfcb, Ipen-bóöö»
Ipe. Olm-boom. Olm. Latynfcb, ülmus. Hoogduitfcb, Ruffc-baum. Ru^quot;
holtz. Ruften. Ulmen-baum. Ülmen. Lindebaft. Franfcb, Orme. Ormeau.
Engelfcb, Elme-tree. Deenfcb-, Elrae-trae, Elme-troe. Elmi Zweedfcb, Alm-trae^
Ipereau.
Alm.
§. 2. Daar worden vier zoorten of veranderingen van gevonden, alss
I. De GEMENE IPEIlt;J-B00M.
UImus campeftris amp; Theophrafti. C B. Pin, 42(5. Tournef. Inft. 6oi. quot;Baub. J. 2. 220.
tJlmus. y. Baub. 1.139. Lob. altera. Dodon. \'
Ulmus vulgatisfima, folio lato feabro. Ger. etmCi i^So.
Ulmus fruétu mem^branateo. Limi. H. Cliff. Flor. fuec. 219. Roj. Prodr.
2. De gemene IPEN-BOOM,quot;met gladde Bladen.
Uimus folio glabro. Ger. emac. 1481.
3. De IPEN-BOOM, met breede ruige Bläden, doorgaans Olm-boom genoemt»
Ulmus montana. C, B. Pin, 427, ,
Ülmus prior, vel latiore folio. Dodon.
tJlmus alter latiore folio. Lob. \'
Ulmus folio latisfimo fcabro. Ger. emac. n4.^1.
Oe kleine IPEN-BOOM, Hers-ÏIé, öök JTary^-Z^e genoemc,
Ulmus limior folio angufto fcabro. Ger. emac. 1480.
Tilia mas. Lob.
De twede Zoort verfchilt van de eerfte alleen daar in, dat de Bladen gladder en blinkender zyn^
De derde zoort heeft veel breder en groter Bladen, die ook rondvalliger, naar voren puntiger?
donkerder groen, ea heei ruw zyn, öok word de Bööm in alle deelen groter. De vierde of kleine
zoort, gelykt aan de eerfte in gedaante, behalven dat zé in alle deelen veel kleinder gi-oeit, ook dé
Schors van de bejaarde Struiken dik, zeer fponfieus, rimpelig, en diep gekorven is.^ Van alle dS\'
ze vier zoorten vind men ook veranderingen met geel- of v/it^onte Bladen, die alleen ^ \'^fhebquot;
bery gekweekt vvorden, gelyk alle de andere Plan ten met bcnte Bladen.nbsp;......
3. Ze wordp alle op zoïntnige plaatzen vannbsp;Frankryk^ Italien, Brahand en e^quot;
ders, in het wild, op de Bergen, in de Bosfchen, Velden, enz., groeijende gevonden: \'dog in-
zonderheid de eerfte en derde zoon. In deze Provinciën vind men ze niet in het Veld \' maar z®
worden veel tot gebruik in de Tinnen van de Boom-kwekers voortgekweekt.nbsp;^ \'
§. 4. Ze begeeren een goede, vette, liefft klei-agtige Aarde, en die Wat vogt is; in droogs^
§. 5. Dezelve kunnen door haar Zaad verraenigvuMigt worden, waar toe men meeft h-\'tZaad
van de eerftgemelde 2. No. - ^ - \'nbsp;\' ■ quot; \' ■ \' \'\' \' ------ quot;quot;
I.} Sebruilct, hetwelk in het vroege Voorjaar op Akkers of Bedden
een Vingfcr-breed diep gezaait word, ivordende dc jongeop.^elcömeiie Piantzoenen vervcio-ens, 2 4
3 jaren oud geworden zynde, opgenomen, en, na de Pen-wortel gekort hebbende, in de Ens-ery or
Queek-plaats op andere Bedden in Reyen, i a i| Voet en de Reyen 3 ä 4 Voeten van Vrcmd--
, ,nbsp;,nbsp;-nbsp;,----------,nbsp;- -^-groeijen en grote mooije Kronen verkrygen
ook het Hout, de Bomen oud geworden zynde, na de roeijing van waarde is. Waar door ze hec
oosmerk en verlanjjen der Planters , het welk doorgaans is fchielyke grootwordino\' van het gepland\'
teG«was, als mede voordeel van het Hout iia het vervolg, wel komen te beantwoorden.
verkieft
opgenomen, en,
V - , \' , .nbsp;:n in Reyen, i a ig voet en uc ivcycu 3 ci 4 -v^,,nbsp;♦
plant, en dus gecultiveert tot dat ze groot genoeg gev/orden syn, oni ze elders- her -v tor Heg-
gen of Bomen, te gebruiken.
§. 6. Dog dewyl uit het Zaad doorgsans alle de vie? gemeld
voor
worden
uitnbsp;„ .nbsp;.. ,nbsp;, ,nbsp;^ ____________c,,^
en die, zo ras ze bewortelt zyn, op Bedden in Reyen, in de gev/oonlyke f lanc-\'tvdt\'\'\' geplant wor-
den op di^e wyze als zo eeven van de Zaailingen (\'L j.) gezegt is. Hoev/el een verftahdig Kv,rekelquot;
.........quot;quot;nbsp;\'nbsp;quot;nbsp;\' \'nbsp;\'nbsp;\'nbsp;bezwaarly^^
dat zodanige
JFJAü^iii\'-icxiiiee-Dcmen, ofommetder\'
tydt voordeel van het Hout te hebben, zyn zouden, als die dcor Inlegging voort,^skweekt wordcngt;
dewyl ze buiten twyftel in een goede grond groter Bomen zouden kunnen word ^n.quot;
§. 7. Men kort de verplantte Inleggers, doorgaans het jaar na de verplanting een hand-breed ^^^^
ven de Wortel af, om kragtiger groeijend gewas, en eeri regtfcheutiger Stam te verkrvo\'en, in-
zonderheid als men \'er Stam-bomen van teelen wil; en op gelyke wyze kan men ook onV^dezelv®
reeden, de jonge verplantte Bomen uit Zaad (§. 5.) dus korten.nbsp;^
§■ 8. De Ipen zyn hier te Lande van een zeer grooc gebruik in de TuiÉien, te weten de eerfte
D
■B E s c H R y V î N G ir A N be I P E N^-B O O M.
^nbsp;enz., doorgäans Stammen die reeds wac dik, by voorbeeld 2 é 3 Duimen over
uims üik zyn, en raen field ze op 15 ä 20 Voeten affland in de Reijen van malkander.
S- Ze worden ook zomtydts tot Manteling en Wind-breking, rondom Moes-tuinen, Boom-
dar riquot; ^ andere Plantagien^ geplant, dog hier toe gebruikt men inzonderheid den Olm-boom, om
at die net fchielykfl: groeit en het grootil word, ook het befiiendigft regen de Winden is. Dog kao
^dar aan zo v/el niet wederfraan als de Populieren en Willigen.
jnbsp;Van de i/jera V/orden ook by ons, om haar gemelde goede en fchielykeaangroei, dc
mrf ^ hooge als laage Scheer-heggen geplant, die wel behandeld en met Scheeren op zyn tydc
quot;naerftouden wordende, heel fraai fiaan, en 12 a ilt;5 en meer Voeten hoog kunnen worden; en na
raate der hoogte die de Heg in het Vervolg hebben zal j verkieft men ligter en korter of zwaarder en
™ger, dat is, jonger of ouder Plantzoenen; en men ftelt ze ook naar mate wyder van^ of digter
Dy malkander. Maar deze Heggen begeeren eene openeLugt, anders worden ze niet digt en ge-
floten ; of zo ze digt zyn, verfterven de Takken met der haaft 4.)
§. II. Deze Ipen van de eerfte en derde Zoort worden ook veel gebruikt tot bekleding van Bsr-
«üMj, Cabmets, ?rieelen, enz., de v/yl ze die in korten tydt kunnen bekleden.
12. Dezomtydts tot laage Heggen geplant, maar die worden niet zeer fraai.
üoor_dien ze mager, ilenterig, niet wel digt, en met vele Water-loten of zogenaamde SyPelaars
groeijen, inzonderheid als ze bejaart worden; daar en boven hec Lof klein, bleek en niet zeer
aanzieniyk is.nbsp;■nbsp;*
j J.3- In zommige Gev/eften, als in Braband, Vlaanderen, Frankryk, en elders, planten ze de
-Landlieden veel rondom hunne Velden, Weiden, Woonplaatzen, enz., en ze kappen die vervol-
gens om de ö d 8 Jaren tot klein Brandhout, gelyk raen hier te Lande geWOon is met de Els, Birk
te doen.nbsp;.
14. Het Hout vm de Jpe^i\'^boom is rosagtig van Koleur, zeer hard, taai en fyn van draad, in-
zonderheid van de gemene Zoort, en van de Hersleer, zynde dat van de Olm-bomen wat weker, en
^ok witter; weshalven het veel geagt en hier te Lande wel hec meeft gebruikt word, tot allerlei
Wagenmakers, werk, Molen-werkj Affuiten van Kanons j insgelyks tot Gabinetten, Tafels, Stoe-
ien.! en veel andere huislyke dingen. „ ^ , ,.nbsp;. ,
, ij. Het is ook een zeer goed Brandhout dat vcel hitte geefc en lang duurt; ook zyn de Kolen
daar van zeer goed; het word egter wegens zyn voorgemelde nuttigheid en gebruik (§. 14.), wei-
tot Brandhout gebruikt, ten zyde Takken en andere afvallen, die nergens anders toe kunnen
dienen. Maar,nbsp;. ,nbsp;, .
Ik twyfFel niet, of het zoude nuttig kunnen zyn, als men by ons, gelyk in Bi-aband. enz fS
po, in plaatsH\'an de Els, en Birk, Ipen cot klem Brandhout plantte, te weten in zódanige gronden
Qie daar toe bekwaam, en niet ten eenemaal fchraal en ondeugende zyn (§. 4.), want de Ipen im-
nicrs zo fchielvk aangroeijen kunnen, en na de hakking even zo fterk, zo niet ilerker, weer fprui-
ten als de Elzsii, enz., maar vcel beter Brandhou tuitleveren 15.). Zeer waarfchynelyk is hetj
aat deze Planting ten deele nagelaten en niet gepraEtifeert word , om dat jonge Ipen-Plafitzoeneny
de moeite van aankweking door Inlegging (§. 6.), wat duur zyn, daar men in tegendeel de
longc Els en B^rk zeer goedkoop hebben kan: Edog dit zoude men zeer gemakkelyk kunnen verhel-
Pen, door middel van de Ipen te zaaijen, gelyk de Els, enz., (§. 5.3; want hec \'er tot Brandhout;
^\'et op aankomr of \'er uit het Zaad eenige verandering voortgekomen is.
j i 16. In zomiTilt;^e Landen daar de weide voor het Vee fchaars is, woraenzo wel de groene Bk.
«en en jon^e Takken, als de gedroogde m de Winter, (die tot dien einde als het Plooi gedroogt
borden) veel gebruikt omdeKoeijen, Scliapen en Geiten mede te voeden^ die dezelve, zo men
^egt, zeer gaarae jaa even zo lief als Gras en Hooi eeten, en ook \'er zeer goede Melk en Boter
geven. DezeBladen geven ook, als ze verrot zyn, een zeer goede verbetering aan de Lan-
I daar van zeer vet
den.\'
17. Men zege, dat de Hoenders het Zaad van deze Bomen gaarne eeten, em
^ördeii, jaa zelfs zo vet, als zy \'er te vcel eeten, dat zy \'er van ftikken.
S- T8. Voorts heeft deze Boom ook zyn nuttigheid in de Genees-kunde. De middelfle Schors
«aar van in Boom-olie gekookt, geeft een zeer goede Wond-olie, om allerlei verfche Wonden te ge-
^^zcn. Hier toe dient ookjnbsp;beter, hec Vet- ofBalzem-agtigevogt, dat men in de
■ölaasjes vind, die men dikwils op den rug der Bladen van deze Bomen ziet; welke Blaasjes ontftaan
üoor de fteek van enig Infecl. Als men de moeite wi! doen van dit Vogt te vergaderen, zo kan men
^ulks 2^0 laren zonder verderf bewaren; het zelve word ook geprezen voor de Breuken der Kirv
«eren.
AN DE
UDA.S BOOM Dit Boom-gewas word genoemt in het Nederduitfcb^ Judas-boöm
Wild St. jans-brood. Latynfcb, Arbor Judœ. Arbor amoris. Sihqua filveftris. Si-
liqua fativa. Siliquaftrum. HoogduWcb, Judas-baum. _ Wild St Johannes-brodt.
Jlt;^anfch, Guanier. Engelfcb, Judas-Tree. Deenfcb, Juaas-Trae. Z-^eedfcb, Judas.
S %J Tree.
Twee zoorten worden van deze Boom gevonden, als :
I. GEMENE JUDAS-BOOM.
?%liafîIvèxftrisrotundifoIia. C. B. Pin. 402-
1nbsp;mvcitwb iULUIlUJiUlia. V
iüdaiva arbor. J. Bauh. i. 433»
M
Siliquaftrum,
-ocr page 201-BËSCHRYVING van DE JUDAS-BOOM.
Siliquaftrum. Caft. Duf. 415. Tournef. Inft. 64.6. Boerb. A. 2. 23.
Arbor Judie. \'Dodon.
Arbor Juda: Monfpclienfiuni. Lob.
Gereis foliis cordato-orbicuiatis glabris. Linn. H. Clif. 156. Hort. tjpf. pp. Roj. Frodr. 4®3\'
2. VIRGINISCHE JUDAS-BOOM.
Siliqua filveftris rotundifolia canadenfis. Hort. R. Par. Tournef. Scbol. Botan. 26.
Siliquaftrum canadenfe. Tournef. Inft \'647. Boerb. J. ^ 2. 23.
Gereis foliis cordatis pubcfcentibus. Linn. H- Cliff. Hort. Upfal. 99, Gron. Fïrg, 4t. R\'^J\'
Prodr. 463.nbsp;.
§ 3. De eerfte zoorc groeit natuurlyk in i^pöJï/erz, Italien, Provence, Langu-edocq, en elders iquot;
de^Berg-en Bosfch-agtige plaarzen, inde Heggen, en elders; ook in AJia*
Daaris nog een verandering van n;et heel witte Bloemen-, hebbende de gemelde (§ 2. No
je purperrode Bloemen; ook meld Tournef ort nog van een verandering die puntiger Bladen en Re^\'
len heeft; maar deze zyn beide zeldzam.er.
•De twede zoort (§. 2 Nogt; 2. j groeit natuindyk in Amenca, in de Landftreken/^rgmfm, Caro\'
lina , Canada.
4. Dezelve beminnen een goede losfe, liefft zand-agtige aarde, kunnen onze Winter-koude»
alsquot;ze wat bejaard geworden zyn, en op een goede warme, voor Winden gedekte plaats ftaan, ƒ
melyk weJ tegenftaan; dog gaan in ftrenge Winters doorgaans verfterven, zynde de Americaanf^be
zoort nog eenigzints tederder als de Europifcbe eerftgemelde zoort; weshalven het dienftig i®
men ze\'sWinters met Stroo of Matten bedekt.
46
;
§, 5. Ze worden door Uitlopers, of ook door Inlegging, of ook door het Zaad, dat men uit hai =
natuurlyke groei-plaatzen verkregen heeft, vermeerdert: Welk Zaad in het Voorjaar, na dat hec
de vorige Winter in vogtig Zand op een lauwe plaa\'-s te meuken geftaan heeft, in Potten ge^afj^
word, die men vervolgens in een zagc broeijende Rund-bak zee; de voorcgekomene jonge Boonii^je®
worden daar na, één jaar oud gcv^orden zynde, verplant in andere Potten of Bakken, om ze vei-
der \'sWinters in hec Oranje-huis tc bewaren, tot dat ze eenige jaren oud geworden zyn, als wan^
neer men ze hier of daar in de Tuinen, tegen de Muur of op een andere plaats om de\'veranderiß»
van Gewasfen en om liaar mooije Bloemen, die vroeg in het Voorjaar, eer de Bladen fpruiten,
den ftam en aan dc zydcn der Takken verfcliynen, plaatzcn kan: Dog de uitlopers die in de opene
voortkomen zyn wat harder, en ze worden gev/oonlyk daar door voortgekweekt; en dit is al hej-
gebruik dat men van deze Boom maakc: Zal alleen nog maar zeggen dac deze Boom Judas-booni ^^\'
noemt is, om dat zommige gemecnt hebben, dac de verrader Judas zig aan een Boom van de2
zoort zoude verhangen hebben, vermids de Takken krom of Haaks-wyze groeijen: Dog
moet dit maar voor een Vertelzel aannemen.nbsp;-
2 I
VAN DE
§. 1. i UPITERS-BAARD. Dit Heefter-
baard. Zilver-doorn. Latynfcb, ______^----- --------^.....,, , .
Barbe de Jupitre.nbsp;, Thee Zilver Schrub, callad Jupiter-beard. Deenfie
Barba Jovis,. Zweedfcio, iBarba Jovis.
2. By de Botaniften word het zelve genoemt :
Barba Jovis. C. B. Pin. 397. Boerb. J. A. 2. 4O.
Jovis Barba pulchré lucens. Baaö. I. 385.
Antbyllis foliis pinnatis, foliolis aequalibus. Lhm. B. Cliff. 371. Hort. Üpf. 221.
389.
§. 3. Hetzelve groeit inde gebergtens van ZTOtor/a/?^^, Savojen, Italien, Napels, en elders-
§. 4. Bemind een goede losfe, zandagtige grond en een opene, dogv/armeen voor de fcherpe
winden gedekte Standplaats.
§. 5. V/ord door Inlegging by ons voortgekweekt; kan ook door het Zaad gefchieden, als men
Zaad uit gemelde Geweften verkregen heeft, dewyl zulks hier te Lande niet ligt ryp word.
§. 6. Jtlen plant dit Gewas alleen uit Lief hebbery in de \'Tuinen hier of daar op een Rabat of el\'
ders, wegens zyn aardige, gryze en glimmende Bladen. Men kan \'er ook laage Hegjes van planten
Edog kan geen fterke Vorft verdragen, waar door zulks dikwils by ons verfterft; v/esiialven he^
zelve van Kruid-beminnaars meeft in Potten gehouden word, om \'sWinters in het Oranje huis te
overwinteren, gelyk andere diergelyke Géwasfcn.
er-gevvas word genoemd in het JNedefduitfcb, Jüpi^^J^\'
Barbajovis. Hoogduitfcb, jovis haard. Franfcb*
Roj. prodr-
Daar is nog een Carolynfcbe Mede-zoort van (Amorpha Linn. (jf Roj.), maar die is nog tederder,
cn valt derhalven hier van niets te zeggen, dewyl we in dit Werk alleen die Planten cragcen te ver-*
handelen welke onze Winter-koude^ in de open grond groeijende, kunnen doorftaan, ten
heel ftrenge Wincers,
APERFOLIE. Dit Heefter-Gewas word in verfcheide Talen genoemt, als volgen
in\'tNederduitfcb, Kapsrfolie. Kamperfoelie. Weewinde. Geicenbiad. JWemmekens-
Kruid. Latyri/cb, Caprifoliiim. Periclymenum. Macrifylva. Lilium inter fpinas-
beschryving tan be kapereolie.
Jeï^^^^i^s-. I-Ioogduïtfeb, Vv^aldwinde. Wald-lilgen. Hek-Jilgen. Zaunlilgen,. Gcirfzbïad
Sklnlinf^ ^^r ■ franfcb ^ Chèvrefeuille. Engelfcb, Woodbinde. Hony-fLikle. Deenfcb l
Jiu-er Löbcrofe. Zweedfcb, Matleds-crœ.
• -\'•Jaar v/orden verfcheide Zoorten gevonden, als:
p . ,nbsp;i. De DÜITSCHE GEiV\'iENE KAPEllFOLIE.
non perfoliatara, gerraanicum. C. Ji Pm. 302.
enciymenum non perfoliatuln. /. Baub. 2. 104.
germanicum. Dodm\' Tuiirnef. Inß. 608. Boerb. J. A. 2. 226.
ƒ t-nclymenura non perfoliatum feptentrionalium. Lob.
-L\'Onicera ßoribus capitatis terninatricibus, foliis omnibus diftiniäis. Linn. H. Clif Flor
Juec.iQï. Mat. méd. Roi. Prodr. 2:^-].nbsp;• ^
2. Dê DUITSCHE laat BLOEijENDE KAPBRFOLIE, met rode Bloemen
^apritoiium germanicum flore rubello, ierotinura, Broß Tour?^ef. InL bog. Bosrb. i A 2
225. Unn. Hort. Upf. 42. Hort. Angl. tab. 7. Variat. prsc. \'nbsp;■ - ^
^ . ,nbsp;Q. DE ITALIAANSCHE KAPERFOLIE.
1 enclymeöam perfoliatum. C. B. Pin. 302. Baub. 2.104.
^apnfohuni Italicum. Dodon.
rv-riciynieïiura pej.foiiatum calidarum rcgionum. /.oZ?.
floribus vertlcillatis, ternunalibus fesfilibus, foliis furamis connato-perfoliatii Unn
Clif. H^rt. Upfal. 42.nbsp;. « .
p . ^ 4- rjE ITALlAAxNSCHE VROEG-BLOEIJENDE KAPERFOLIE.
^«\'iCiymenura perfoliatum prœcox narbonenfe. Hort. \'R. Par.
^aprifolium Italicum perfoliatum, prœcox, Broff, Tournef. Infi. 60É. Boerb, A. 1. 22^
quot;Variât, prœced.
J. De VIRGINiSCHE aLTYD-GROENENDE en BLOEIJENDE
Periclymenum perfoliatum Virginianum fempervirens amp; florens. Herrn. H. L. B. 484. tab dSf
Tournef. Inß. 609. Boerb. J. A. 2. 226. Hort. Angl. tab. 7.nbsp;-r ■ h- j»nbsp;,,
Lonicera fiofibus capitatis terminatricibus, fohis fupremis connatisj inferioribus pctiolati«
\' . Linn. H. Cliff. 58. Roj. Prodr. 237.nbsp;^
I 3- De eerfle en twede zoort (§. 2. No. i, 2.) groeyen in^^i^r- m Hoog-duitfcbland, Oißen-
7s Mernen. Ziüitzerland, Frankryk, cn elders, m de Bosfchen en Heggen, bv ander
opklimmende en zig daar omwrndende.nbsp;, j iuei jjoom.^
Ue twede zoortyerichilt alleen van de eerfle. dat ze Bloemen voortbrengt die van buirpn rood.
daar in tegen de eerfle witte Bloemen heeft, die, alsze wat gebKit hebben gS
o/.^ien ; dog daar is ook een verandermg van met roode of roodagtige ßloemänbsp;\' g^-e^agtig
r, derde zoort groeit in ïtalien , Provence, Languedocq , en in andere warme Landen in de
f bgen en Bosfchen ; hare twee en twee tegen elkander overftaande Bladen zyn aan het bovenfl®
m cie Tak t\'zamen gegroeit, zodat het fchynt als of de Tak\'er doorheen ging: Hare Bloemen
^•yn roedagtig aan de buitenkant, en komen werwels-wyze voort; daar m tegen die van de eerft«
en twcde ioort alleen aan de Top-einden der Takken.
i^oieur, maar hebben peen of vveinig Reuk. Deze groeit in/^wpM.nbsp;\'nbsp;\'i;
Jen rfcn derde zoort zyn \'er veranderingen, die geel- of wit-bonte Bladen hebben, wel-nbsp;: \'
t- üiaden veeltydts als gehakkelt of gefmppelt zyn.
tel; fe ^^^gercn eeiï goede losfe, lieflt zandagtige Aarde, en kunnen onze Winter-koade wel
de wnbsp;vierde en vyfde zyn wat tederder, inzonderheid de laatfte, en begeert een goe-
, varme Standplaats; hoewel\'deze meeft, om iiaare tederheid, in Potten gehouden word, om ze
\' y\'»tei^ in het Oranje-huis voor de Vorft ce bewaren.
5- Ze worden alie door Uitlopers, Inlegging, of Steking der jonge Takken gemakkelyk voort-
6. Het gebruik dat men in de Tuinen van de Kaperfolie maakt, te weten van de i, 2, o, en 4ds
oort beftaat al;een daar in, dat men \'er Prieelen, Z.i-plaatzen, en kleine Berceaii.v, mede bekleed,
^ülks voornamelyk om hare welriekende Bloemen. die in der daad een zeer aangename Reuk van
geven, inzonderheid \'sMorgens en \'sAvonds, of na een zagte warme Regen,
on 1 plaiit zc om die reeden ook wel op andere bekwame plaat zen van de Tuin, of in de Eosouetsnbsp;ib\'
^nder wild Ge-Aas, om by het wandelen de aangename Reuk injiaar bloei-tydt, die in de Zo-nbsp;.
v-\'r!\'nbsp;is, te genieten. Men kan \'er ook kleine Stam-boomtjes van trekilt;cn, inzonderheid
dc derde zoort, déwyl de eerfte en twede ftericer opwaarts groeijen, die men op de Rabatten
plaatft, en met het Mes in haar fatzoen houd: Dog ze willen slic
haare vrvheid in het groeijen hebben, en niet gaarne gefnoeit zyn, om wel te groeijen,
Bnr\' ^-r Daar quot;zyn ook nog eenige vreemde zoorten van, die men zeiden, en niet anders als in de
quot;\'^anifchs Tuin\'=\'n cn in een\'ge andere van Kruid-beminnaars vind, als:
^ I. VIRGINLSCHE KRÜID-AGTIGE KAPERFOLIE, regt op groeijend.
Periclymenum herbaceum reólum Virginianum. Plukn. Alm. 287. tab. 104. fig. 2.
^rjoftcospermum latiore foho, florcrutilo, Dill. Eltb. 294- 120.293. fig. 378.
^onicera floribus verticillatis fesfilibus, foliis ovato-lanceolatis colatis, frudu trifpermö.
I\'inn. IL Clif. Roj. Prodr. 238.
2. VIRGIN1s6hE KRÜIDAGTIGE KAPERFOLIE, met Bladen
p ,nbsp;als Androfainum.
^^^^clynieiuimreaum, Androfïèmi foliis, Virginianum.nbsp;287.
\'^y\'^pi^oricarpos foliis alatis. DiU. Eltb. 371. tab. 278. fig. .3ö®lt;
-ocr page 203-BËSCHRYVING tan de KAPER F OLIE.
Lönicera floribus capitatis pedunculatis lateralibus, foliis petiolatis. Linn. Virii. 14- Hiquot;\'^\'
Cliff. 58. iïoj- -Proär. 237.
3. VIRGINISCHE KAPERFOLIE, met Bladen als Laurier.nbsp;.
Liguftrum Americanum lauri folio, flore flavescente, baccis neveis , Plumer. Tournef. M\'quot;
Perfclymenum racemofum, flore flavescente, fruftu niveo. Dlll. Eltb. 30^. tab. 228. fig-
Lonicera racemis lateralibus fimplicibus laxis, floribus oppofitis pendullis, geoiculis cauim-
compresfis. Linn. H. Clift. 4.96. Roj. Prodr. 237.
^nbsp;4. ■ AFRICAANSCHE KAPERFOLIE.nbsp;. .
Caprifoliüm afrum, folio pruni lajviter ferrato, flore ruberrimo, bacca nigra. Boerbgt; J-
2. 226.
Periclymenum Africanum, folio Pruni; an Pbillyreae fpecies. Boerb. J. Prior. ■
§. 7. Deze drie eerftgemelde zoorcen groeijen in de Weft-Indifche Landfchappen , Virgii^^^^ »
Canada, en aangrenzende Ryken; maar de vierde zoort, die weinig, volgens BOERHAVE 1-
van de zoorten | 2. No. i, 2, 3. verfchüit, groeit in Africa. Ze worden by ons in Potten ge\'^^ij.g
veert, om \'sWinters in het Öranje-huis tc bergen; en hare Vermeerdering gefchied door Inlefquot;quot;
of ook Steking der Takken,
ki\'i
tf i\'
, I, i
gt;\' il
VAN
E KASTANJE-EQUINE. Van de tamme Kaflmje-hoom, hebben we te vorcn.jj
onze Vrugt-Tuin gefproken, en deszelfs gebruik in de Tuinen aangewezen; h\'f
zullen we derhalven alleen nog handelen van de Kaflanje-Equine-boom, welke ^^^
i.
byzonder geftagt uitmaakt.
Deze Boom word in verfcheide Talen genoemt,
ne. Paard-Kaftanje. Latynfcb, Gaftanea Equina. Hoogduitfcb, ------------
nien. Ros-Keften.nbsp;Maronnier d\'Inde. Chataigner de Cheval. Engelfcb, Bots-^^^^
nut. Deenfcb, Haeft-Kai\'tanicr. Zweedfch, Hajft-Kaftanier.
Daar is maar een zoort van bekent, die van de \'^otanid genoemt word.*
Caftanea folio mukifidQ. C. B. Pin. 419.
Gaftanea Equina, Dodon. Cluf. H. Lob.
Hippocaftanum vulgare. Tournef. hiß. 612. Boerb. J\'. A. 2. 23 r^
Éfculus. Linn. H. Clif. 142. Roj. Prodr. 463.
Efculus floribus heptandris. Linn. Hort. Upf,nbsp;,
§. 2. Deze Boom, die heel groot, dik, en d uitkronénde kän worden, is hJer teLafide^^^^
vreemdeling. Hy i.s voor dezen omtrent het Jaar ijjo uit de Ooftelyke Landen naar Weenen g^^
zonden geweeft, en van daar vervolgens verder in Europa verfpreid, en als genaturaüfeert gewof
§. 3. Hy wil in allerlei goede gronden heel wel groeijen, dog bemint de matige vogte liefft» ^
kan onze fterkfte Winter-koude volkomen tegenftaan. *nbsp;.
S- 4. De Vermeerdering gefchied coor de Vrugten, welke in het vroege Voorjaar, na dat ze
Winter over in vogtig Zandde meuken geftaan hebben, of ook zonder dat, in Greppels, die
Voeten van elkander gemaakt zyn, 2^3 Duim diep gelegt worden; kunnende vervolgens de op^e
W i
lur
t
1)4 »
I f
tk
van malkWder gemaakt zyn, en de Boomtjes m de Reyen op een gelyke gemelde diftantie, oïïi
vervolgens te laten opgroêijen, tot dac men ze nodig heeft om elders te planten.
5.nbsp;Men gebruikt deze Boom in de Tuinen om daar Alleés en Cingels, insgelyks grote
bosfchen, enz., van te planten, die zeer fraai ftaan, wegens haar mooijclLoof en de cierlyk
Blom-Trosfchen die zc jaarlyks in de Bioei-tydt, in de May, voortbrengen, v/elke zeer
naar fraaije Trosfchen van wicte Hyacinten, zynde aan zommige Bomen met roode vlekken, op ^^^
dere met geele gevlekt; welke veranderingen uit het Zaad voortkomen, invoegen dat deze Booquot;^
in der daad een van de fraaifte Plantagi bomen van alle is, die het oog vermaken kan; dog zoude mO\'
gelvk meer geplant worden als v/ei gefchied, indien het Hout niec zeer brofth, en zulks ^^^^
roeijiiig, dcBomea oud gev/orden zynde, van meerder waarde was; kunnende dezelve niec
aan fterke winden wederftaan, als waar door de Takken ligt gebroken worden. Tot Alleés m\'^^^
iTien de Bomen in goede Gronden, dewyl ze fterk uitkronenquot;, ten minften op 20 ä 25 Voeten dift^quot;\'
tie in de Rey ftellen, dog in fitgter Gronden wac minder.nbsp;j.
6.nbsp;Het Hout van deze Boom is zeer week en voois, en derhalven van weinig waarde, no^
Brand nog tot Timmerhout.
g. ,7. De Vriigten of de Kaftanjen , zyn zeer bitter van fmaak, en derhalven nergens toe Q^y
maar de Paarden willen ze gaarne eeten, en genezen dezelve fals mede andere Werk-beeften^ j § \'
jfloten en onder het Voeder gemengt zynde, van de Troes, of Hoeß tn Naarborfligbeid; waar vaß
In htt Nederduitfcb, Kaftanje-Wi\'
titfcb, Pferd-Kaftanien. ivos-Kaftf
als volgt:
fl,
I \' \'
V t
®ESC H RYVING TAN BE K A S T A N J E-E Q Ü I N E. 49
ïc^enSn^quot;nbsp;alzo ik tot hier toe geen gelegentheid gehad hebbe de proef daar van
^en zept. ----—^r», ir^.-- y^^^ van te maken, en dat zulks op
my de manière hoedanig zulks ge-
geen verdere narigt van gevén.
VAN DE
KERS-LAÜRIER. Dit Heefter-agtige, altydt-groenende Boom-gewas, word ge-
noemt, in het IS eder duit fcb, Kers-Laurier. Laurier-kers. Latynfcb, Lauro-cera-
.. r, ,nbsp;Cerafus trapezuneina, Hoogduitfcb, Lorbeer-Kirfch-baum. Kirfch.Lorbeer
-Laurier-cerife. Engelfcb, Cherry-Bay.
S. 2. Uaar worden twee zooi-ten Van gevonden.
l. L,erafus folio laurino. C. i?. 450.
-\'-^^\'■o-cerafus. Cliff. H. 4. y. Baub. i. 420. Dodon. In addit. Tournef. Inß. 62B. Boerb.
^adus foliis fempervirehtibus lanceolato-ovatis. Linn. H. Cliff. 1810 Mat. med. 628.
Badus glaudulis duobus dörfi foliorum innatis, Linn, virid. 42. Hort. Upf. 126. Roj. Prodr
269.
2 Lauro cerafus lucitanica minor. Tournef. hiß. 62%. Dillen. Eltb. 193, tab. ij-p.
Padus foliis fempervirentibus ovap\'s. Linn. H. Cliff. 185.
Padus foliis glandula deftitutis. Linn, virid. 42. Hort. Upf. 126. Roj. Prodr. 269.
S. 3. De eerfte zoort groeit natuurlyk omtrent \'m Afia Trapizünt, (Trebifünte tejrenwoordis
f^nocmt), van waar ze eerft in Conftantinopel en van daar verder, omtrent het Jaar 157(5 naar
aan C. CLUSIÜM gezonden geweeft, en vervolgens in andere Landen van Europa bekent
o^^aakt is.
De twede zöort, die in alle deeleti kleiner groeit, word gevonden \'m Portugal, maat is hier te
^\'«ae tot nog toe minder bekent of gemeen als de eerfte.
, S- 4. Daar is nog een verandering van de eerfte zoort, beftaande alleen daar in, dat zerannhV
ffie Bladen heeft, die nog niet zeer lang bekent geweeft is, en om haar fraaijigheid van de T ief
quot;CDOers gekweekt word.
5- Üe Kers-Laurier, bemind een pede, vette, losfe, drooge, en liefft zandafftiVe Aardf
^ n onz,^Vinter-koude vry wel tegenffaan, dog geen heel ftrchgl Vorft, wTar doSS^^^
gans dood gaat, ten ware men die als dan raen Stroo bebind: Gelyk gebeurt is in de koude Win-
^er van het Jaar 1740, daar ze ifi deze Nederlanden meeft alle, die in de opene Lugt ftonden, ver-
1 oren zyn, zo dat ze na die tydt by na nergens meer te bekomen zyn. Dog de twede zoorc fS 6
^°-2-)iswathardef.nbsp;,, ,,nbsp;,nbsp;\'
Takk morden beide by ons gemakkelyk voortgekweekt doör Uitlopers of door Inlegging der
, S- 7. Men kan daar van laage Scheer-heggen in de BIoera-Tuineh cn elders planten, die, wegens
\'«re mooije glimmende, en altyd-groenende Bladen, wanneer ze met binden en fnoeijen wel geha-
^ent worden, zeer fraai ftaan.
% 8. Ook formeert men \'er kleine Stam-böómtjes van, waar mede mea de BIoem-Tuinen, de=
^\'ïivc op Rabatten en elders plantende, zeer vercieren kan.
m^quot;r^\' P^ van de eerfte zoon in Melk gekookt wordende, geven aan dezelve een aangena-
K quot;^aak, als Amandel-melk, Welke dus zomtyds by de Thee en Koffy gedronken word.
Zommige maken \'er cenAquavit van , door middel van de gekneusde Bladen op goeue
\'^nrfe™ te zetten, he: welk de fmaak verkrygt als Perfico.
»ivii\' ^^^ zommige meenen, dat deze Bladen een vergiftige hoedanigheid bevatten, en dik-
hinbsp;gemelde Wyze gebruikt wordende, zeer ongezond ja doodeiyk können zVn. Men vind
f^^OvcT\'m óeUitgelszene Natuurkuridige Verbandelingen, IfteStuk, pag. 131, eén Érief, gefchre-
JcnvanT MADDEN, M. D. te Dublin, aan C. MORTIMER, M. D., behelzende een Verhaal
«leen Vrouw en een jon» Heer, die van een enkelde Teug van het enkelde gedißilleerde quot;Joäter vmi
Kers ■Laurier-bladen geftorven zyn , welk aanleiding gaf aan de gemelde D. MADDEN om
p ocven van de Kragt en Hoedanigheid; van ditnbsp;\'uiater , aan Honden te nemeridie men
of cu!\' dagelvks een zodanig zoopje of twee Braiidewyn te gebruiken, daar Laurier-befien fmaar
opnbsp;ene Laurier-belien geweeft zyn, of van de Kers-Launer, dit ftaat \'er niet uitgedrukt)
y-ommj ^aren, beide Lam geftorven zyn, hebbende eenige tydt Vooraf de fpraak verloren Dog
»ras alp hedendaagfche Doftoren menen door aader ondervmdmg ontdekt te hebben, dat dit Get
\'\'^^eeu voor de Dieren dodelyk is, en aan den MenfCh geen hinder doet, maar zelf nuttig in
.nbsp;Nnbsp;dp\'z*^
W /JyntJe getroklcer, uic dc Pbilofoph. Th. Ne. 430. Pag. 163.
-ocr page 205-50 beschryving van de k e r s-l a ü r i e r.
deze oFgene Ziekten is; invoegen dat de fchielyke dood van de voorvefhaalde Menfchen, cm aö^
der oorzaak kan gehad hebben.
Dit heb ik hooftzakelyk daarom hier willen aantekenen, op dat men niet zOmwylen onvoorzi^lquot;
tig deze of gene Kruiden, Zaden, enz., fchoon ze op het Oog een goed gelaat hebben, onvoor\'
zigtig mooge tot Spyze of Drank gebruiken, als men ze niet wel kent.
^De Vogel-Kers (Cerafus aviura}, die hier na befchreven word, word van de moderne Botanift^®
voor een Mede-zoort van deze Kers-Laurier geftelt.
V
i M
\\
VAN
I. Mnbsp;KLIM-OP. Dit klimmende Gewas met altydt groene, mooije^ blinkende Bla-
den, word in verfcheide Talen genoemt, als volgt: In het Nederduitfcb, KÜ®\'
op. Khm. Klif. Veil. Boom-veil. Jeften-bladen. Ebich. Jevi. Yve.
lof. EiK-lof. Latynfcb, Hedera. Hoogduitfcb^ Epheu. Eppich. Illaub. Franfcb, Lierr«-
Engelfcb, hn. Climbing. Dem/cè, Nedbende. Paa Muure. Ivoeedfcb, ïledex.. Murgrän^
2. Daar worden drie Zoorten of hever veranderingen van dit Gewas gevondens, als;
1.nbsp;KRUIPENDElvLIM.
Hedera humirepens. G KPin. 30J.
Hedera minor. Dodon.
2.nbsp;GROOTE KLIM-OR
Pledera major fterilis. C. B. Pin. 305. Boerb. J. A. 2. 2324
Hedera communis minor. J. Baub-. 2. iii.
Hedera Helix. Dodon.
Helix, five pr^Evoluta flerilis Hedera. Lob.nbsp;. .
Hedera foliis ovatis lobatisque. Linn. Flor. Lapp. gi. Hort. \'Cliff; 74. Flor. fuéCi. 190.
Prodr. 223. Hall. belv. 164.
3. GROOTE BOOM-AGTIGE KLIM-ÖP.
Hedera arborea. C. B. Pin. 305. Tournef. Inft. 613. Boerb. f. A. 2. 231.
Hedera communis major. J. Baub. 2. 111/
Hedera. Dodon.
Hedera corymbofa, communis. Lob.
§. 3. De nieuwfleßotaniftcn houden deze drie vooi veranderingen van een en dezelfdczoorc»
verfchillende alleen volgens haar ouderdom; te weten j dat, terwyl deze Plant jong is en dikwijs
op de grond kruipt, de Bladen langwerpig als een Lance, en ook doorgaans wit-bond zyn en
is de voorgemelde eerfte (§. 2. No. i.); maar als de Plant ouder word en by de Bomen ^iuureo?
enz., opklimt, zo verkrygt ze hoekige en gelubde Bladen, zynde de twede zoort fS \'2 No. 2)»
vervolgens geheel oud en vrugtbaar wordcnde3 wanneer ze dikwils op zig zelfs ^ Booms wyze ftaat»
dan worden de Bladen Ei-agtig-rónd en Herts-wyze van gedaante, en dit is de voorgemelde
zoort (§. 2. No. 2gt;nbsp;. \'
\'De Hedera poëtica van C. Baucbinus en andere, is waarfehynlyk geën andere als de voorgei^eld^
twede of derde zoort, fchoon zommige daar een byzondei^e Zoort van maken.
^ Men vind de Klim-op zo wel hier te Lande als in andere Geweften veei groeifen aan Mü^i\'
ren, ioornsj Huizen, cn dikke Bomen, enz., insgelyks in de Bosfchen en op andere ruwe pl^fquot;
zen, op de gi-ond lopende, hegtende zig overal vaft door middel van kleine Wortekies die uit
Takken fpruiten, en tusichen de Mum-en of Schors der Bomen inbooren.nbsp;ui
§. 5- Hy Wil in allerlei Gronden, inzonderheid die vogtig zyn, zeer wel tieren en
Word door Steking of Inlegging zeer ligt voorcgekwee- c.nbsp;\'
§. 6. Het gebruik dat men \'er in de Tuinen van maakt is weinig: Men plant die zomtvdts teg^^*
■ de Muuren, aan de Noord- en Weft-zyde van Oranje-Huizen, Stook- en Trek-kasfen en van an-
dere Gebouwen, om die daar mede te bekleden, en daar door de aandoening en indran^\' vanLug^\'
Koude, Regen en Wmd af te keeren, het welk hy ook zeer krautig doet, als de Muuren, enz-»
wel digt daar mede bekleed zyn. Zommige menen, dat de Klim-op fchadelyk voor de Muuren eö
Gebouwen, enz., zoude zyn, dog de ondervinding leert het tegendeel, namelvk dat hv die ^^^^
befchermt en conferveert: Het eenigfte nadeel dat die veroorzaken kan, is/ dat de Rotten en
Mtiizen, en fchadclyke Vogels, fchuil- cn neftel-plaatzen daar agter kiinnen vinden
^ 7. Daar vloeit een Go7« uit deze Boom, als die ingefneden word, ook zomtyds van zelfs, hee
welk geel-rosagtig is, iterkriekt, en een fcherpe aromatique fmaak heeft, en m de Medicinen
bruikt word.nbsp;\'
§ 8. De oude Heidenen hebben deze Boom aan hunnen gewaanden Godt Baccbus toegewyd Sf
had; en tot deszelfs Eer dikwils Kränzen daarvan gevlogten; v/eshalven men ook dezen Afgod al-
tydt met een zodamgeKrans om het Hoofd afgebeeld ziet: De Priefters die het Heih\'^dom
bedienden, waren ook, volgens Bacc/j. Act. i. met dezenbsp;bckranft ° Zo Isdt
men ook in \'c 2de 5oek der Maccabeen Cap. 6: vers 7. dat de Joden ten tyde der Maccabéen van de
Heidenen gedwongen wierden, om op het Baccbus-feeft met Kränzen van VeiL ter Eeren van B^^^
Chus, te verfchynen.
§. 9- By de oude Romeinen is deze Klim-op ook gebruikt geweeft tot Laurier-Kranzeo der Zege-
pralende vorken; gelyk hlyktxxitVirgilius Elog.^., alwaar hy den Keizer AÜGÜSTÜS aldus aan-
ipreekt;:
Atque banc fine ternpofa cirum^
10^
Inter Vitrives bedcram tibi ferpsrs lauras.
-ocr page 206-^^nbsp;tyden dé Poëten met gekroond (waar van de Naam van Éedera
VS- 30 ontftaan isj), gelyk te zien is uit Soratim Lib. i. Od. i. daar iiy zig aldus laac horeni
Me dod-arum Hedempmmmfrontium -,
feu cohdis amahile Carmeji;
ff _nbsp;Priina feres Heders: viclricis prmiia:
te ha Voor dezen pleeg nien voor de Huizen daar Wyn te koop was eeiï Krans vah de Klim-op
zerhkf\'^nog in zommige Wynlanden gepraüifeert word, gelyk ik onder anderen in de Kei.
bntitf^nbsp;V^^snen veel gezien heb. Dog geen Klim-op kunnende bekomen, zo nemen ze
UK ander groen Loof tot deze Kränzen.
do^ ri^^quot;nbsp;gemeldenbsp;5 zyn \'er ook twee vreemde Mede-zoorten van;
\'ter ulr 1 nieuwftc Botaniften als een Geflacht op zig zelfs geftelt wórden, wy zullen ze es-
uier KortelyK opnoemen.
„ , ^ i.. VIRGINISCHE KLlM-OP^ met genavelde Bladen,
neaera Virgmiana ciemitatis facie, radire flavescente. Herm. H. L. È.
«edera_Virginiana, umbilicato folio, radiceflavescente. Herm. Por. B.ProdY
C ematitis Hedera; folio. Mr. H. iSte/
^lematisHederacea perennis, Virginiana, umbilicato folio, pappofo flore, H. R. Par
■^w^iiipermum canadenfe fcandens j umbilicaco foho. Tournef. Ad. R. Sc. 1705. tab fi^aè
^^illen. gen. 150. tah. 9.nbsp;,,nbsp;• 4- ng.
■nedera mónophyiros, cOhvulvuli foliis, Virginiana. Plukn. Almag. 181. tab. 36. fig. 2. Bonb
. vi. 2. 252.
Menispermum foliis peltatis angulofis. Linn, H. Cliff. 140. Gron. virg, 153. Roj. Prodr. 228.
. 2. VIRGÏNISCHE KLIM-OP, met gelobde of Aard-veils Bladen,
j^^cnispermum folio Hederaceo. Dillen. Eltb. 223. tab. 178. fig. 219.
^Menispermum foliis inferioribUs lobatis j fuperioribus ovatis integerrimis; Roj\'^ Prodr. 228.
^an deze twede zoórt is \'er nog een Mede-zoort, of verandering, die lager groeit.
S- 13. Deze groeijen in Vir ginien en Canada, en zyn in Europa zeldzaam, wordende alleen
^J^den in de Botanifche Tuinen en in die van zommige Kruid-beminnaars. Ze worden door Stekins
w,f/egging der Takken voortgekweekt^ als de vorige (§. 2. Nó. i, 2, 3.}, en kunnen onze Winter-
j^^uae bezwaarlyk doorftaan, als die wat ftreng is, anders zyn ze bekwaam tot bekleding van Prieë-
Berceaux, Muuren, enz.
\' vinbsp;*er een vreemde zoort, die van ^mmige t^rginifcbe Klim-opword; daar
zullen we hier na fpreken onder den naam van Trompet-bioem,nbsp;^ b\'^uccen v» ora, aaay
IGUSTER. Dit Heefter-Gewas word genoemt, in het Nederduitfcb gewoonlyk Li-
Rufter Mond-hout. Keel-KrAid. Rynwilg. Wit-Vilt-Kruid. Latynfcb, Li»
, J. , i guftrum. Hoogduitfcb, Beinholtz, Rhein-weide. Mundholtz. Hartriegel Hek-
Frafifcb^ Troëne. Èngelfcb, Privet. Prime-print. Deenfcb, Vild-Ölie-Trae. Riadske.
^Hje. Mun\'d-Trae Zv\'^eedfcb, Ligufter. Mund-Traed.
By de Botaniften heet dezelve:
Liguftrum germanicum. C. B. Pwz. 475. ■nbsp;. ^nbsp;. , .
Ligaftrum. Lo^,, ^^^b. i. T28; Toujneh Inß. 59lt;J. Boerh. A. 2.214. Linn. H. Cliff. 6, Flon
juec. 4. ^oj. Prodr. 398. Hall. He^^. J07.
Philyrea. Dodon.
2. De Ligufler groeit veel inHoogdiütfcbla?id, Èraband, Frankryk, Italien, én elders in hec
^^^^^ in de Heggen en Bosfchen; hier té Lande vind men geen andere als die gecultiveert wor-
, Daar zyn Dóg twee Vcrandéi-ihgen van, beftaande alleen daar in, dat de eene wit-bonte, en de an»
öere gecf-bont\'e Bladen heefc, welke van de Kruid-lief hebbers dm dc verandering van Gewasfen •
l^cultiveert worden.. Men vmd ook in zommige Catalogen gewag gemaakt van een altyd groenende
J^j^ene Ligufter , dOg dit fchynC my dezelfde gemelde zoort toe, dewelke by zagte\'Winters dik-
^\'is hare groene Bladen behoud, tot dat ih het Voorjaar weer nieuwe uitfpruiten.
5- Dezelve wil in afierlei goede gronden zeer wel groeijen, en bemind inzonderheid die weL
wat-vogtic; en fchaduwagtig.zyn.
4. De Verméerdering gefchied door Uitlopers^ als mede door Inleggmg of Steking der Tak-
wiiu gem.akkelyk Wortels fpruiten. Kan ook bekwamelyk door het rype Zaad gefchieden, hec
- na Qyj, j rpg ggflen dén Winter over in Zand te meuken geftaan hébben, in het Voorjaar
quot;^i\'eppelsof uit de volle hand op Bedden gezaait word. ^nbsp;,nbsp;,
L J. Ze word in de Tuinen veel gebruikt om \'et laage Heggen van tc planten, die 4 a (J Voeten
quot;ög kunnen worden, en, om dat ze digt van Takken en Bladen begroeijen, cierlyk ftaan, als ze
i^jg quot;i^derhouden wordén, namelvk, dat men ze dOor knippmgop zyn tydtCm de Maand Juniusgt;
den dik of breed laat worden; want alle door verzuim van knippen te dik gewordene Heggen wor-
Ivk K ^\'^érig en daar door mismaakt en niet voldoenende aan het Oog, dat ook naderhand niec ligte»
kaquot; ^^orden.nbsp;: , -,
Sê ih H P^^efter is in \'t byzOildér zeer bekwaam om ze als Heggen onder Bomen te planten, devTyl
yodr andere zoorten 3 groeijsnwiL
N snbsp;m
-ocr page 207-Dit is al het gebruik van dit Gewas dat my daar van bekent geworden is: Men zegt, dat men
\'er op zommige plaatzen Tanditokers van maakt, die men zeer pryft voor de Tanden, cn het Tand-
vleefch dat door de Scorbuit aangetafl is: Waar van, als mede om de Decoftie der Bladen als een
Mondfpoelinge gebruikt, in dezelfde gebreken, en ook voor een zeer gezwollene Keel en neder-
zinking van de Huig zeer dienftig geagt word, dit Hout den naam Mond-hout fchynt verkregen
hebben.nbsp;j«
§. 6, De rype Vrugten, die een hoog donker-rood Zap bevatten, kunnen dienen om aan de
Wyn een hooger oiF donkerder roode Koleur te geven, daar in gedaan wordende; als ook om andere
Vosten rood te Verwen, enz.
V 1
( f
r K
il\'
van
t. T quot;XE LINDE-BOOM. Deze Boom word genoemt in het loeder düiifcb ^ Linde-boom^
I I Linde. Latynfcb, Tilia. Hoogduit fcb, Linden-baum, Linde. Franfcb, T-}
■ 1 ^ lau. Tileül._ Engelfcb, Linden. Teile-Tree. Holland-Tree. Beenfch^ Linde\'
Trae. j .ind. Ziveedfcb ^ Linn.
2. Men vind verfcheide zoorten van Linden by de Botaniflien aangetekent, dog die alle wa^r\'
/chynelyk maar veranderingen van een en dezelfde zoort zyn; ik zal alleen maar van twee meidciJ\'
die het bekendfte zyn, als:
I. LINDE met groote Bladen, Holland/ehe Linde.
Tilia fsmina folio majore. CL B. Pin. 426. Tournef. Injl. 6ii, Boerb. J.A.2. 230.
Tilia vulgaris platiphylios* Baub. i. 133.
Tilia f®mina. Lob.
Tilia. Dodon. Linn.H. Cliff. 204. Fhr. fuec. Mat. med. 262. Roj. Prodr,
2. LINDE met kleine Bladen, ook wel Steen-Linde genoemt.
Tilia f^mina folio minore. C. B. Pin. 426. Tournef. Infi. 611. Boerb. J. A. 2. 230.
Tilia folio minore. J. Bauh. i 133.
Tilia filveftris. Trag. IUI.
I , Inbsp;Daar zvn nog twee veranderingen van, met geel- en wit-bonte Bladen.
T \'1\'nbsp;§. 3. De gemelde beide zoorten (§, 2. No. i, 2.) groeijen in zommige Geweften vah Hoog-duitß\'^\'
land, Bohemen, Frankryk, Italien, Engeland, en elders, in het wild ^ in dè Berg- en Bofch^agtlg
plaatzén: Ze worden in het byzondere ook veel in het wild groeijende gevonden in de noordly»^®
Landen, als \\h Mofcovien en de aangrenzende Landfchappen, want ze beminnem meer de koude ais
warme Landen. By ons groeijen ze niet in het wild, maar worden veel aangekweekt tot gebruik df^
Hoovcn, te weten , de eerfte zoort, om dat de twede wegens haar kleme Bladen en minder groei
geen zo groote en cierlyke Boom word.nbsp;,
§. 4. Ze willen in allerlei Gronden zeer wel groeijen, als die vet genoeg en niet fchraal nog ^^
te vogtig zyn, want in deze laatfte maken ze weinig voortgang^ en raken dikwils zelfs aan
iwynen.
li li
U
^ïr (t
* \\nbsp;§.5. Hare vermeerdering gefchied door Inlegging op dezelfde wyze als de Ißffn; dewyl door he^
Zaad veel veranderlykc, meeft verftegterde zoorten, met kleine Bladen en dikwils van flegtf
^roei, voortkom.en: Maar men moet de jonge bewórtelde eh verplantte Inleggers in het opgro^^\'
jen met regte Stokken voorzien om ze daar aan vaft te binden en regt opwaarts te leiden, dewyl
dikwils van zelf niet zo regtfcheutig opgroeijen Willen gelyk de Ipen.nbsp;_
6. De Linde-boom\\^ord zeer veel gebruikt om daar vslu Alleés te planten, die doorgaans voor
fraaiftevan alle gehouden worden, wegens hare cierlyke Bladen , mooije regt.op wasfende Stam\'
raen en Takken, en digt gefioteneKroonen, die ze maken j als mede om dat ze fchielyk genoegaaO\'
groeijen en groot worden, als ze op een voordelige cn voor de fterke winden, door eén goedeMan^
telinge of anderzints, gedekte plaats ftaan, want ze de Winden niet wel tegen ftaan kunnen,
door ze onvolmaakt groeijen en weinig voortgang maken. Edog daar zyn \'er die deze Boom tot \'c
melde gebruik afkeuren, om dat, zeggen ze, vcekrlei I?feamp;en, als Mtiggen, Vliegen, Spinnen, cn\'i-f^
meer zig in deze als in andere zoort van Bomen onthoudèn, en daar do\'or de Wandelaars incommoas^f
ren; dog dit heb nooit kunnen bevinden; ^t is welwaar^ dat deze Bomen in de tyd wanneer ze bio^\'f\'
Jen van dcByt« zeer gezogt worden, om\'er haar Voedzel, deHomg en\'t uitte halen,nbsp;„
IS alleen in de Bloei-tyd, in \'t laatfte vsn de May, en die Diertjes zullen niemand hinder doen, ^
men ze maar in geruftheid haar bezigheid laat verrigten, öm haar koft te zoeken; ook bloeijen dez^.
Bomen niet alle, en niet dan wanneer ze wat oud geworden zyn. Indien deze Boom enig gebrek heeit»
zo is \'t wei hooftzakelyk dit, te weten, dat deszelfs Bladen in de Herfft vroeger ais aan andere Bo-
men geel worden en afvallen, waar door de Wandel-paden dan dikwils onaanzienlyk cn ongemakKe-
iyk om te bewandelen worden, in een tydt wanneer men anders dikwils nog aangenaam weêr
om plaizier van de Tuinen met wandelen, enz., te nemen; dog ik heb Opgemerkt, dat dit niet aii
Jaren even vroeg gefchied, hangende veel af van een drooger of vogtiger Jaar-zaizoen, als
van dc min of meerder droog- of vogtigheid en de deugd des gronds.nbsp;_
Men moet deze Bomen tot de Alleés nooit digter als ten minften op 25 d 20 Voeten afftand
Jen, omdat ze in een goede Grond met der tydt zeer groot en uitkronende kunnen worden;
men verkieft daar toe Stammen die reeals wat groot en dik zyn, als, a 2 Duimen dik.nbsp;,
§. 7. De Lm^im v.»orden ook gebruikt tot bekleding van groote Bereeaux:, Prieëlen, enz.,
toe ze zeer dienftig zyn, en wei ftaan, indien ze met aanbinden en fnoeijen op zyn tydt wel ondei-
houden worden.
8. Daar worden öok wel Scheer-heggen van geplant; dog die juift niet zeer fraai zyn, om^^
\'P:
-ocr page 208-bësch RYVING van de lind.E-böóm. 5g
S mn^\'^\'^ Scheeren, wegens haar groote Bladen wat kaal ftaan; om dit eenigzints voor te konieö
quot;ih nin V dezelve wat vroeg, alvorens de Loten heel lang geworden zyn, ft:heercn, en zulks
Oöen Zomer verfcheide malen herhalen.nbsp;• .
VlaaiS ^^quot;^^\'quot;kelyk is de gewoonte die men op zeer veel Plaatzen van Duitfchland, Braband, cq
Plaatr ^ ^^ weten, dat men byna in ieder Dorp, Vlek of Gehugt op een bekwame niimc
een Rn m -^^^g^ans digt by of omtrent de Kerk, een groote Linde-boom heeft, die in plaats van
bv rnaii ü\'®nbsp;de Land-lieden, na voorgaande aankondiging door deKlok-ftag, aldaar
ben- Al komeni als ze iets, de Gemeente aangaande, te verhandelen of te beraadftaän heb-
heid\'vnbsp;ook Placaten , Publicatien, en Geboden van den Souverain of van \'s Lands Over-
dennbsp;en vervolgens op een Plank, aan die Boom vaft gemaakt zynde, geaffigeert wor-
Woi-riP^quot; ^^ houden zig doorgaans aan dien Boom, fchoon die oud, en daardoor onaanzienlyk ge-
Juen was, en er op andere plaatzen daar bmtrent fraaijer Bomen ftonden.
dpnbsp;^^^nbsp;g^\'oo\'^ worden kan, daai- van vind men hier en daar aantekeningen by
^ Dotamiten en andere Schryvers,als onder anderen by ^aw/ÄJ Hift. Plant., Tom I Lib 8
ƒnbsp;^r\'T\'\' Kraüterbuchs iV Deel, Cap. 46.; tot een ftaaltje kan ook dienen die groote
■^^nae-boomte Neußad am denbsp;waarvan in een ander Werk gemeld heb. Op veel plaatzen
oninbsp;K f\'nbsp;men cüsfchen de Takken Speel-huisjes en Zitplaatzen gemaakt heeft,
ooi\' vLv H ^ warme Zomer-dagen te vermaken, wordende de fchaduwe van dezen Boom
hppfr a 1nbsp;^^\'^ouden; eh de vermakelykheid en aangename ft:haduwe dezes Booms
iitcrc aanleiding gegeven tot het volgende Latynfche Rym-Vaarsje:nbsp;\'
„nbsp;Filia fub Tilia ducit Jiibtilia Filia.nbsp;- ■
Het Hout van deze Boom. is wit, week, effen, glad, niet ligt berftende, en word ook
iJ^et ligt van de Wormen aangetaft; weshalven het tot Beeldhouwers-werk zeer bekwaam i» en
J\'eel gebruikt word; ook gebruiken het de Draaijers en Schrynwerkers, tot het maken van Scho-
,Kommen5 fraaije Lyften , Linnen-bakjes, Pers-Plankjes en andere cierlyke Huisgeraden
lot grof Timmer werk is her wegens zyn weekigheid niet dienftig. Ook deugt het om dezelfde
^aen weinig om te branden; nog tot gedoofde Kooien voor de Zilverfmids en andere. Maar deze
^olen worden heel goed geagt tot het maken van Büs-Kruid.
12. Uit de Schors worden in de noordlyke Landen, inzonderheid in Moscovien, Korven en
^ozen gemaakt; en uit de binnen-fchors maakt men in dezelfde Geweften Matten, die by ons bn^
«er de haam van Moscovifcbe Matten bekent zyn, en Waar mede al veel Negotie gedaan word* die
nende tot inpakkingdef Koopmans-goederen en andere dingen: Men gebruikt ze inzonderheid ook
yeel UI de Tuinen tot opbinding van allerlei Blosm- en andere Gewasfen; als mede by het oculeeren
waal- toe ze wegens hare taaijigheid zeer dienftig zyn, als men ze van te voren wat nat maakt
oe hoe nieuwer hoe beter. Uit deze binnen fchors worden ook Touwen gedraait tot allerlei
quot;ruik, die vry fterk zyn.nbsp;\'nbsp;amp;
J; De Bladen worden op zommige plaatzen van Hoog-duitfchland, Frankryk, en Savojen,
gebruikt tot Voeder voor het Vee, op dezelfde wyze en om. dezelfde reeden, als hier voren van de
^pen-bladeji. gezegt is.
.pS; H- Aanmèrkelyk is het geen Plinias Lib. 17. Cap. 16. zegt, namelyk een Linde-boom
J.niMTto-rtepenwoordig rrä\'o/O in Itahen, welke allerlei Vrugten droeg, de eéne Tak iVófra de
andere Befien , op andere plaatzcn Druiven, Vygen , Peeren , Granaten, en meer andere ; maar
^at zal men hier van maken ? deze Vrugten zyn \'er zekerlyk op ge-ent geweeft, indien de Hiftorie
waar is; maar vele houden dit met goede reeden voor een verdigtzel of vercierzel; en Plinitis zegt
zelfs, dat het leven van deze Boom kort was.nbsp;^
LT- Voor het overige zo heeft deze Boom ook zyn nuttigheid in de Gcnees-kunde, inzender-
iieid deszelfs Bloemen, welke zeer geprezen en veel gebruikt worden voor Draaijingen des Hoofts
Lonvulüen of Stuinen, inzonderheid der Kinders; Vallende Ziekte en Beroertheid • \' ^
^^^nbsp;tr^tt^A^ _nbsp;i_nbsp;_________.......i_ tmnbsp;t-lt; . —____*
AN DE
S.
LORKEN-BÖOM. Deze Boom word genoemt, in het Nderduitßb,. Lorken-boom,
Lerken-boom.. h^a-iyi-hoom. ■ Latynfcb, Larix. . Hoogduitfcb, Lechen-baum. Ler-
^.weedrr\' r chen-Thannen. . iTflß/c/^, Melefe. Fngel/bb, Lerch-Ttee. Dee/z/H, Larix-Tril
Dai- - \' ^\'\'^i\'ix-Trä.
eene zoort van deze Boom, welken de nieuwfte Botaniften by het Geflaet van de
\'quot;\'i^\'^\'^^ftellen; wordende genoemt:nbsp;\'nbsp;^
Dodon. Lob. C. B. Pin. Tournef. Inß. Boerb. A. 2.. 180.
•^anx folio deciduo, conifei-a. f. Baub. i. Hort. A?ig. trah. 11.
^Dijsfafeiculatis obtufis Linn, li Cliff. 450. Flor. fuec.-^Bg^ Mat. med. 436. Roj. Prodr Ro
lïer V ßoom, die heel hoo.s\' en groot worden kan, en met een regte Stam opwaarts erodt
i^ede innbsp;vreemd; hy word natuurlyk groeijende gevonden in de Alp- en Pyreneé-bereen als
Gebergtens vanSHefien, Bobemen, Ongaryen, Tyrol Zwit-
dcBere ^quot;^\'\'gely^^s van Po/era en Jfw^owera, enz., beminnende van natuur de koude LandftreLn, en
; hier te Lande ziet men geen andere, als die zomtydts van de Lief hebbers gecultiveert
worden. Men ziet \'er een in dc Tuin vin Zyh Hoogheid de Prins van Oranjen, Ërffiadhouder, enz- gt;
enz., enz., op het Oranje-Hjoout, 7 Üuren van Leeuwarden, dic heel hoog en groot is. Zommig®
zeggen dat \'er nóg een Mede-zoort van deze Boom is, die in alle deeien kleinder en tederder
groeit.
Onder alle Hars-gevende Bbmén is dit dé eenige, die in de Winter zyn Bladen vallen laat.
§. % Hy begeert van natüure liefft een hooge, dróoge, zand-of fteen-agtige Aarde, invögtig®
en vafte Gronden wil hy bezwaarlyk aartcn.
J-
den.
word ----------------------
meerdert worden, hoewel bez\'^aarlyker.
§. 5. Het gebruik dat men \'er in onze Tuinen van maakt, is weinig, men kweekt \'er doorgaans
alleen, gelyk reeds gezegt heb (§ 2.j, eenige uit Liefhebbery, en ora de verandering van Gevvas-
fen, die men hier of daar in de 1 uinen of in de Bosquets plant. Edog
Dezelve zyn ook bekwaam rot bedkledmg van B^rceaza-, Prieëlen-t ZttplaaUeni Muuren, enz-^
welke bekleding heel bevalhg ftaat, inzonderheid in het Voorjaar of in de Voor-zomer wanneer
deze Boom jonge Vrugten verkrygt , die hy aan de jonge dunne lange en taaijeTakjes\'in menig-
te voorbrengt,_ welke in het eerft purper-rood vanKoleur en zeer aanlokkelykzyn, dewvi ze eeO
aangenaam gezigt tusfchen de nieuwe groene Bladen verwekken. Weshalven deze Koom wei
waardig was meer gekweekt en tot het gemelde gebruik geplant te worden.nbsp;,
6. Het Hout van dezelve is zeer hard, langduurend, en roodagtig van Koleur, in-^öïiderheia
na binnenwaarts en dus, daar men het hebben kan j zeer dienftig tor, allerlei Timmermans-
en Draaijers-werk ^ enz.nbsp;\'
en Lyft-makers-, cu j^iddijcrs-vrerK ^ enz.
§. 7. Het is ook ^ zeer goed Brandhout ^ dat zeer fterkëliitte geeft en lahä duurt ^ maär \'t Vaa
wegens zyn hardigheid, langzaam Vuur, weshalven de Ouden gemeent bebben dat het tot branding
geheel ondeugend \\vas het wélk de ondervinding, in die plaatzen daar men byna geeii ander Ho^i\'^
hr^nd, Kin het tVallifer Land, zo als Simlferiis \\n\'Dejcript. Vallsfice-, enz. i aangetekeht heeft»
en elders, anders geleert heeft; Wordende ditHoüt en ook zyn Kolen veel geagc en gebruikt op
nlaatzen daar Sme r-Hnrfr^n wn ^n Rnm^« „»«inbsp;^nbsp;P
O. -i^au. t.1 uiunbsp;cLii .ndTs iiießna j^arzas ia!-ïgnai, veL lariceaji vloeit\'t vi^^\'
gewoonlyk voor \'t Veneedßbe, Terpèiéyn verkogt en gebruikt word^ ook haar in kra^teh na bvkomt^
heb^ ik te voren by de Denne-hoom reeds aangetekent. Dit Hars word van de Landdieden\'vÄ\'^aderE
door middel van een gat in dé Boom in de Zomer-tydt te booren töt op de Pit. waar uit al langza-
merhand veel Har. komt tevloeijenl enjuen zegthoe jonger deBoom, hoe n^ooi er en ^^^
dn Hars is; wordende het witte, klaarftc^ vöD?het befte geagt. Het zelve w^rdieeWerSderc
tï^Smfem quot;quot;nbsp;\'\'\'nbsp;en Teßhen, enTt Sk
§. p. Ook kömt van déze Boöm een Manna ^ gelyk by de Esfcbm-hoûm aangemerkt heb gt; doa à^^
ZÙ goed met IS als du van de Ma7î7m-boom köim.nbsp;, ,nbsp;^ ^jcu^ uug
10^ Nog groeit \'er aan deze Lorken-boom een witte Sponße of zoort vm Kampernoel^\'e ^ die in het
Latyn Fungus Lanceus vel larigmis, dog in de Apotheken Agaricus Tna een Landfchan Avaria in
Sarmatien) genoemd word , en een heerlyk Purgcer-middel is voor veelerlei gebreken des Menfchen \'
wordende mzonderheid geprezen voor dc Gebreken des Hoofds, en der Bofft, door Vo^t^n en Ca-
tharren veroorzaakt Men laat tot dien einde 3 â 4 Drachma\'s in heet Water trekkenquot; en neemc
vervolgens het Vogt in, dog men moet hier by wat Anys-zaad, Kruid-nagels, of Gensher voege«»
dewyllietandersiets walgelyk is, ende Maag ontftelt.nbsp;,nbsp;\'
Et ^^itT\'^S,«\'« van de Libanon is ook een ware Mede zoort van deze Lorkenboom beöo-
Dezelve word
van de Botaniften genoemt t
Cedrus eonifera foUis laricis. C. B. Pin. 490.
Cedrus magna five Libani, eonifera. j^. Baub. i. 277.
Cedrus magna. Dodon.
Cedrus Libani amp;Paleftin®!, prœcelfa. Loh.
Larix oricntalis fruc^u rotundioro obtufo. Tournef. Inß. sÉ6. Boerb.A i im
Abies foliis fafciculatis acuminatis. Linn. H. Cliff. 449nbsp;• 2.
^Jquot; i^P^^eBoom, die zeer groot en hoog^ en, zo men zegt, de grootfte van alle andere^oör-
ten van Bomen wordp kan, groeit heoftzakelyk op de Bergagtige Plaatzen van ^^nbsp;efl
dders m inzonderheid op de Bergen Libanon en Taim^ff heïzegt \'dtthT^^^
Berg gevonden word : Jnsgelykà in het Koningrvk Congo, en in he^jlfaS r.r^r« m^r of
dit dezelfde zoort is als de ware Ceder van Libanon, fchynt wanbsp;ag Brons\'wö quot;d h/
met gezien als by zommige Kruid-liefhebbers, die dezelve in Potte^of ii L
om\'s Winters in het Hu,s voorde Vórft te bewaren, want fchoon die iV^OoSche^^^^
Landen doorgaans op de koude Bergen groeit, die zelfs zomtvdts niet Snïeu w bed^k^^ Tok^^
hy nogtans onze Winter-koude in de opehe Lugt niet tegenftaannbsp;^ \'
§. 13. De V ermeerdering gefchied door Inlegging deV jonge Takken,
uh\'quot;^\' a\'nbsp;deze Böom is roodagtig van Koleur, zeer hard en langduurende, ja»
langduurenfte van alle, weshalven het van zommige,eéuwigduurend genoemt is hïï wSd nooit vaii
de Wormen aangetaft, en geeft een goeden Reuk. En het is dit flout wiar n% S TlZf Salomon
DAV^Jd^I\'quot;\'^\'^\'\'quot;^ heeft,\'gélyk men leea iPeg. V
S^xYtrV «voorraad van Ceder-boui vergaderd bk, I Cbron X^r^^K f f Ookbad
Vii. II. Jns|,eiyksbouwdeSALOMONvoorzige.enHuisvandeBomendes Wond^Libanons
\' vaÄ
ÎJ
»
g
\'i\'l\'r\'
BESCHRYVING va
54
¥ A N » fe L O R K E N - B O 0 M.
^nbsp;^nbsp;SS
^ICortriff ^ ^nbsp;s J^y maakte de Cederen te Jeruzalem te zyn als de wilde
toen ?n ainbsp;Uit welke plaatzen der Hdlige Hiftorien^lykt, hoe grbot dit S
word. uHÏÏpeweeft is en waar van als het waardigfte van allen, op zo veel plaatzen vermeM
P].inren ,nbsp;^nbsp;33- de Koning Sahmon leeft, dat hy gefproken heefc van
ook van hp, rt^ Cider-hoorn af, die op den Libamn is, tot op den Yfop die uit de Muur waft, en
•^omen rnel^ en het G^/ïe^ enz Welke Boeken de Koning mte^ weg gedaan heeft, en
Ichreef iTh f^^S\'f ?nbsp;^^^\' f \' ^^^ ^^ ^^ kragten aan de Kruiden alleen toe-
§ inbsp;hulpe ter zyde zette.
^e^^oJyoïS^JPnbsp;^^^^ ^\'Pb^i en de Tempel van Apollo te Ütica van Ce^
gemaakt heS^ blvïrnbsp;. de oude HeidenemAfgoden-Beelden uit het Ceder-bout
p Tfi \'p \' öiykt onder anderen uit Phn Lib. XIII. Cap. V.
en voornbsp;nooit gezien; daar word wel zomtydts zodanig Hout getoont,
\'Ouden iSved^^nbsp;^^^niet van de regte Cederboom der
toek zvn of vnn 2 ^\'\'P dïe zoort yan valfche Ceder-bomen is, die te voren by de Genever-boom se-
Of is ten minftlnbsp;^^nbsp;Ceder-boom, maar dit ziet men hier te Lande niet,
de, tothet Sf^^^^^^^^^ Het word zeer dienftig geagt, met andere dingen Vermengt zyn!
5 quot;CL jdizenieeren der Ligchamen van doode Menfchen.nbsp;f ^
Van DE
LEASTER. E)eze Boom word gehoemt in het Neder duit fcb \' Óleafter Wiide
Olyf-boom. Witte J^uben. Latynfcb, Óleafter- Olea Bohemica. Hoogduit fcb
nnbsp;Böhmifch Oelbaum.nbsp;, Ju^^^nbsp;Engelfcb, Wit luiabes\'
Vv^ildOlive-Trœ. Zijoeedfcb, WM OMve-Tr^d.nbsp;^ \'\' \'
Boom, dien de oudeBotaniften töt het Geflacht der Olyf-bomen gerekent hebben = maar
\'gentlyk een byzonder Geftacht is, word van de.Botaniften genoemt :nbsp;^
}\\ Olea fylveftris folio molli incano. C. B. Pifi. 473. Hort. Angl. 52. tab. 19.
^ïzyphus\'Cappadocica, quibusdam Olea Bohemica. Bató. i. 27,
\'^^\'^\'Vphus alba, feu Cappadocica. Dodon,
ölea fylveftris Septentrionahum. Lob
ElœagnusOrientalisanguftifoliUs, fruftu parvo OJivs-formi, fübduld. tdnrnef. corolL
J-\'œagnus. Linn. H. Chff.nbsp;/
^^ffiagnus foliis lancealatis. Roj, Prodr. zso. Linn. H. Upf. 21.
Deze Boom, die tamelyk groot worden kan, word in het wild in de Bosfchen ^roeiiende
avonden in ^Wie??., Griekenland, Palajtinai Syrien, Cappadocien, en elders in Afia- Ook in
f^yien, waar van hy de naam van Bobeernfcbe Olyf-boom verkregen heeft. Hier te Lande no^r in
J^oogduitfchland groeit by nergens in het wild, m.aar word zomtydts in de Tuinen uit Liefhebberv
om de verandering van Gewasfen gecultiveert.nbsp;^^^Jueiy
^^^ eehi^e Veranderingen van, beftaande in de groot-of kleinheid der Bladen en Vrucrrpn
ao|;d!ez_ynzeld|^mer.
een goede losfe, liefft zandagtige Grond, en een goede warme voor de
kenbsp;gefchied door Inlegging of Steking der ionge Takken, op de gewonely.
^yze; ofooKdoor de Wortel-fpruicen.nbsp;» ^ s .
Wvl h T Sefchieden door het Zaad, als men Zaad uit Bohemen of van elders verkregen heeft, de-
W^\'i?V\'^nbsp;Höogduitfchland zomtydts wel bloeit, maar geen Vrugten voortbrengt ■
vnl(nbsp;Vooriaar in Potten gezaait word, die men in een Rund-bak zet; moetende v^-I
quot;ibCns de opgekomene jonge Boomtjes \'s Winters in het Oranje-huis bewaart worden, tot dat ï-e
-pnigg laren oi.\'d gewo^quot;^quot;quot;nbsp;wanneer mpn 7P in Hp XmV ïtJo,.nbsp;„„„
ie koi
- langs de jonge .........—
„ zyn klein en wit, en zeer wel riekende,
en d/quot;nbsp;gelegentheid zal het niet onnut zyn^ iets aan te tekenen van de ophgte Ohf-boom
j^eszelfs gebruik in de Oeconomie, enz., fchoon die by ons niet, in de opene Lugt Voeijen kan
genoemt in het Nederduitfcb , Olyf-boom. Olive-boom. Lat\\m/cb^ Olei\'
Oiivc-Tr»^\' Oelbaum. Franfcbi OVmer. Engelfcb, Oiive-Tree. Deenfcb, OWvea^rè. Zweedfcb\',
^^^lar zyn twee Hooft-zooi-ten van, als
^nbsp;i. WILDE OLYF-BOOM.
u.ea fylveftris folio duro, fubtus incano. C.B.Pin.^jz. Tourjief. Infl.Èoerb.\'^.A 2 2iR
O eafter, five Olea fvlveftris. % Baub. r. 17.nbsp;^ J ^nbsp;J . 2. 2ig.
^lea fylveftris five Oleafter. Dodon. Lob.nbsp;,
fylveftris Olea. C/M/. H. 2(5.nbsp;\'
foliis lanceolatis, ramis teretius culis. Linn. H. 0,iff. 4., Roj, Prodr. 300.
Q,nbsp;2. TAMME OLYE-BOOM.
JDe^g ^ ^^tiva. C. 5. 472. J.Bauh. i. i. Dodon. Lob. Tournef. Infl. ^gg. Boerb. f.A. 2. 2ig
^•sifchijt alleen, zo men zege, van de wiide zoort, dat z,c gecultiveert en daar door iVallé
O 2nbsp;deelen
s s s c H R Y V I N G
BESCH R Y VING van be OLEASTER.
delen groter word, maar de wilde van zelfs groeit, en kleinder is, ook kleinder en flegter Vrugteamp;
geeft/nbsp;.
Daar v/orden veele veranderingen van de Tamme gevonden, welkers onderfcheid nogtans hootc-
zakelvk gelegen is, in gedaante, koleur, groOc-en kleinheid, als mede min of meerder vettighe^^
en vlêelchiglneid der Vrugten; welke veranderingen men in Tourneforts Inft. R. H. en in BortocH\'
IoqUco , opgenOemt zien kan.
§. 6. De natuurlyke Groei-plaatzen van den \'Olyf-boom, die heel groot en hoog worden kan,
maar langzaam waft, zynde warme Landen, als Provence, Langindocq, Spanjen, Italien, Portu-
gal, Griekenland,. Pals:ftina, Syrien, enz., by ons word dezelve anders niet als in de Botanifcii®
Tuinen en by de Kruid-Liefhebbers in Potten of in houten Vaten onderhouden, om die \'s Winters
in het Oranje-huis voor de Winter-koude te bewaren , want kan geen Vorft verdragen, waar door
die verfterft; zélf in die warme Landen, die niet altydt geheel van de Winter-vorft bevryd zyngt;
als \\n Provence m Langueduq, gaan ze in extraordinaris koude Winters wel doodt, tot grote fchade
der Ingezetenen.nbsp;~
§. 7. Dezelve bemint een goede, vette, niet al te losfe Grond, en een opene warme plaats in
deZomier, en moet \'s Winters in Vaten of Kasfen geplant ftaande, in het Oranje-huis, gelyk ge\'
zegt is ö.), voor de Vorft bewaart worden.
§. 8. De Vermeerdering gefchied door Uitlopers, en door Inlegging of Steking der Takkéquot;\'
kan ook gefchieden door dc rype Vrugten, die men uit de warme Landen ontfangen heeft, op quot;de-
zelfde wyze als tc voren van de Oleafter gezegt is (§. 4.).
§. 9. De nuttigheid van deze Boom aangaande, die is zeer groot, want uit deszelfs Vrugte^^\'
Olyven genoemt, word in de warme Landen een Olie in grote menigte geperft, die de gehele Wae-
reld verzonden, en \'er veel Negotie met gedreven vrord, en die by ons, onder de naam van Boom-
olie, bekent is; wordende zo wel in de Medicynen als wel meeft tot Spys-bereidin»-, en
branding in dc Lamipen, enz., gébruikt. In deSpys-bereiding dient ze by ons hooftzakelyk toC
toemaking van allerlei Zallaad, dog in de warme Landen gebruikt men ze zelf ook in plaats van B^\'
ter, inzonderheid aldaar en elders in de Vaften-tydt der Roomfch-Catholyken: De meefte vaii de-
ze Olie die men hier te Lande ontfangt, brengt men nit Spanjen en Portugal. /im^v dd^Q over Ge\'T-V-\'^-\'
en Proveitce komt, word voor de befte geagt, dewyl ze het witft, klaarft, en zoetft van allen
want hoe witter, als mede hoe verfcher deBoom-otö is,hoe zoeter en geuriger ze valt; de gr^quot;^\'
ne\', is deallerflegtfte, onfmakelykfte, en dikwils ftinjlt;endenbsp;. .
Deze Boom-olie word voor heel gezond gehouden, het verzagt de inwendige deelen, en houdc
hetLigchaam open, dog is wat zwaar te.verteeren, en vereifcht derhalven\'een goede gezonde
Maag. ■ Daar word in de gemelde warmer Landen ook een ^welriekende Pyoorn-olie gemaakt, door mid\'
del v^m deze of gene welriekende dingen in de Olie en in de Zon te zetten, of daar mede wat te koo-
kcn ; het welk ook by ons Ran toebereid worden. , -
§. 10. De Olyven worden in de warme Landen pok veel eer ze volkommen ryp geworden zyn, ^^
ook Wel ryp zynde, dog meeft de eerfte, in Pekel ingelegt, en overal verzonden, om als eeri toS\'
fpyze by Gebraads en andere Spyzen te eeten;zc verwekken appetyt, en verfterken den Maag; do^
voor een die een zwakke Maag heeft, dienen ze niet, want zy zyn wat zwaar te verteeren, eö
verwekken zomtydts Hooftpyn, inzonderheid die ryp ingelegt zyn, gelyk in Spanjen veel gedaa^
word, en wélke onderkent worden, daar aan, dat zè \'er zwarter uitzien als de onrypingelegde.
Daar worden twederlei zoorten tot onzent gebragt, als i Uit Spanjen en Portugal. 2. Van G^\'
mui en uit Proveitce; deze zyn wel kleinder als de eerfte, maar veel fmakelyker, en dus het meei^
geagt.nbsp;. ,
De Olyven worden ook wel in Zuiker of Honig, in de gemelde Landen, geconfyt ^ niaar die zrec
men hier te Lande zelden.
§. Het drooge Hout vah deze Boom is heel hard , geelagtig van Koleur, en met mooi]^
viteii, iii-gtuij, -.-v.xv... .....-------------.... .V.
\'Het is ook een goed Brandhout, maar hier toe word hec wegens zyne andere gemelde nuttigheid
weinig gebruikt.nbsp;,nbsp;_nbsp;.
12. Voorts zo moet ik hier nog eenige gebruiken dezes Booms by de Ouden aanmerken j
voor eerft, dat deze Boom in de oude Tyden by^de Atbenienfen in grote agcing was, zodanige ^^^
zo iemand denzelven befehadigde, zulks ais Kerkfchending niet de dood geftrafc Wierde.
§. 13; Fly vïras by ouds een Teken des Vredes en der Ontferming. Dus heeft men als toen dc
Helden, die hunne Vyanden overwonnen, en den Vrede weder herfteld hadden, met Kränzen
Olyf-Takken verciert: Zo leeft men oök, dat die, welke de Vrede of Gratie kwamen verzoeken».
Olyf-TakJien in hunne handen droegen: En zeer opmerkenswaardig is.hét Vredens-Tekende
van deze Boom aan Noacb in de Arke bragte, gelyk men leeft Gcnef. VIII; vs. i t.
§. 14. Dc onée Grieken en Romeinen hadden veel de gewoonte, om hunne Ligchamen met Boom-
eiie tc zalven tot hunne gezondheid; daarom leeft men, dat, als de Keizer Auguftus aan zekere»
Pullio Romuhts vroeg_, door wat middel hy tot over het Hohderfte jaar zyns ouderdoms zyne Ligquot;
chaamS\' cn Gemoeds-kragtcn behouden hadde? hy tot antwoord gaf, vän binnen met Meé en
buiten met Olie: Met welken antwoord overeen ftemt, die, welke I)c??20tT/to gaf aan iemand di^
hem vroeg, hoe een Menfch by befténdige gezondheid blyven konde? namelyk, wanneer hy de
buitcnfte Leden met Olie , maar de binhenftc irct Honig bevogtigde.
§. 15. Denbsp;wierd in oude Tyden by de Oofterfche Volkeren veel gebruikt tot Zalving
der Gallen by de Maaltyclen en anderzints, tot hunne Eer, Gezondheid, en Vervrolyking;
halvcn onzen Heiland ]\\fZUS aan den boogmocdigcn Pharizeür, by wien hy te Gaft was, verweec,
d,at hf zyn Hooft niet rnet Olie gezalft bh\'kle: Lucas VII: w. 46. Gelyk men van zodanige Zalviof
meerder leeft, if/ötoXXIII: w. 5. XLV: w. 8.nbsp;15. GXLI: i-j-. c, EccleflX: \'üs.2. J^J\'
LXL VS. 3. Daar was, behalven deze Waereldfcbe Zalving ook onder het Folk GODTS nog eeß^
Geeßei^^
-ocr page 212-BESCHRYVING wAn é\'it OLEASTER. $7
^«te^e Zalving, in gebruiki De Prieftcren, Koningen, Propheten, en Melaatfchen wiefden
jnet Ohe gezalfc, gelyk men leeft, Exod. XXIX: w. 7. ISam. X: w. i. IReg. II: w. 39. XIX:
i,. XIV: VS. Iö . In de Tahernakél wierde ook,alles door de Heilige Olie geheiligt; en dezé
wierd konftelyk toebereid, naar de wyze der Apothekers, tilt Boom-olie on de voornaamfte
CaneeP, Calmus ende Gasße, enz.,nbsp;XXX: w. 23—-31. XL:w.9. Levit.
IQ,, ii.nbsp;, .nbsp;, ,nbsp;. ,nbsp;, , ,
Ild ^ pquot; opmerkens waardig is de antwoord die een bud Huisman aaii de Keizer MaximÜiaan de
oii fnbsp;Keizer op zyne Reize de zeven quot;Olyf-bomen tB-g planten, (die.men zegt dat heel
./I j^öeten zyn, eer ze Vrugten geven^; aldus vroeg, wat doet gy goede Man, dat gy op dén avond-
^jma en de ^winter uwer Jaren Bomen zaait, daar gy nooit Vrugten van zult plukken, nog genieten,
aar op den ouden Gryfaart antwoorde, ik zaai ze GOD ter Èere, en onze Nakomelingen ten dienft e.
Güid^\'^^d^^dnbsp;Keizer zodanig j dat hy aan dien eerlykén ouden Man hondcrc Goud-
E PÄLM-BOOM Öit altydt-groenend Heefter-agtig Boom-Gewas word genoemt
mhtt Nederduitfcb^ Palm-böom. Palm. Bus-boom. Bos-boom. Latynfcb^
_ Buxu.lt;; Hoogduit fcb i BUxbaum. Buchsbaüm. Ftanfcb, Buis. OuBouis. Eh-
Box-Treé.nbsp;Buxbom-Tra;. Buxbom, Zweedfcb, BMxbom. Buxbom-Tr^.
S\' 2. Daar zyn tweeHooft-zoorteti van, als:nbsp;„»tx«
^nbsp;I. GROTE OF BOOMAGTIGE PALM. :
Buxuè arboresceBS. t. B. Pi». 47i-nbsp;Infi. sn^ Soetb.y^^nbsp;^^
Buxus. Dodon. Loh. ^.Baitb. i. A^^- Linn. Hort. Chff. 44t. Hort. Upf. ^Si. Mat. med,
Roj. Prodr. 400. fnbsp;ok LMGE PALM.
Buxus foliis rptundioribus. C. B. Pin. 47 ü Tournef. Infi, 579. Boerb. J. A. 2. 172.
Hutni-buxus five Humulis Buxus. Dodon.
„ BllXUS minoK f^gè.nbsp;„,, . ^nbsp;UI -nbsp;■ •
3. Van deze twee Hooft-zoörten vind men weer de vólgende veraadferiiigen J
I • He grote vergulde Palm ^ öf met geel-bonte Bladeii.
De gbte Palm j met geel-kantjge bladen. ,
3. Dé grote verzilverde Palm, of mec wit-bofite Bladëli. ,
4-nbsp;De grote Palm met lange bladen, die in eeri geele punt eiridigeö.
J. De grote Palm met heel .gi-Ote fterk gezenuwde bladen.
De grote Pälm met heel ftompe zeer gezenuwde bladen.nbsp;.
7- De Irote S inct fterk gezenuwde bladen, geelé kahtèn eii géele ptmten,
.8- De Irote Palm met fmallfc heel lange bladen,
p. De lage vergulde Palffl-
10.nbsp;De lage verzilverde Palm. ;
11.nbsp;De lage Pahn met geelagtige kanten ^ ■ . ,
32. De lage Pgi^ met kleine lange ftmlle b aden^.^ ^ .
i3v DelagèPaim.methebllmalLe enlange^leiMWadeH. ^ , . ,,nbsp;. ^^ -
Alle deze zooien zyn door deri tydt uit het Zaad voortgekomeni maar de eerftgemelde (§•gt;
^P. I, 2O, worden het meeft gevonden, dog ik heb alle de gemelde Zoorten gecultiveert.
■S 4. De Palm Cteonregte aldus genoemt, ,dewyl de opregte Palm-boorri een geheel ander Gewas
van veelerlei Zoorten is groeijende in de IndienJ groeit natuurlyk iii de warme Landen, als in,
lt;^bampagne\'^ Francbe Comté Provence ^ Languedocq ^. ïtalien, Spanden , .GnekenlaM en Afien; öok
quot;1 Zuoikerland, Savojen \' llTaalfcb Vlaaéderenl tusfchen Luik en Namiit, en elders in de Berg- en
Bolbhaatife rü wé\'plaatzen\' hier te Lahde v/ord die alleen dobr de cultu.ur voortgekv^.eekt^ èn wel
\'^eer veei;\' inzonderheid de\'cërfte en twedè Zoort (§. 2. No. ij 2.); door dien hy tot cieraad der
Tuincn veel gebruikt Word.nbsp;. ^nbsp;, , , .. ,nbsp;-
■ % 5. Hywil JH allerlei soede losle Gronden, heel wel groeijen, als die maar vet genoeg en niec
^^ vogtig ztn j want in fchrale en in natte Gronden maakt hy ilegte voortgang.,nbsp;■
5-nbsp;ö; Alle de gemelde grote Zoorten \\vprden door Steking der Takken öp éen fchaduwagtigc
Maats, of beter door Inlegging,. voortgek,Weeku, ; •nbsp;■ , ^nbsp;, ■ , ^
. Vermeerdering van de kleine Zoorteri gefchied door middel van dezelve diep, tot aan de 1 op-
^inde toe, in de grond tc zetten, waar door alle de Scheuten en Takken Wortels Ipruiten; kan dok
het Steken gefchieden: Dog word meeft vermeerdert, te weten, de gemene lage zoort ë,
2.), die het mèeft gebruikt word, door hèt opnemen en fcheuren van die welke eenige Jaren in
Parterres öf elders geftaan heeft ,\' en nu te gr,oot en te dik geworden is, dm langer cieriyJ^ te ftaan;
legerende eèn ftreék Palm iaq ëen Voet lengte^ dan veeltydts.zo veel uit dat men \'er ö 4 8 Voetea
lengte aan een ftreek met beplanten kan, min öf meer, naar.dat hy dunner pf dikker ftaat.
. S- 7. Aangaande het gebruik van de Palm in de Tuinen; men plant van de ^^rooïf :5oon lage Scheed
jl^ggeia, die m goede Gronden tot ö ä 8 Voeten hoogte kunnen öp^foeijen, en, wanneer ze wel gc-
SÉ BESCHRYVING vän ÖÉ P A L M-É O Ö M.
Vyoers, enz., te verGiei-en; waar toe iii het byzondere ook de bonte zoorten (§„ 3. No. i, è,
gebruikt worden,nbsp;^
§. ö. De lage Palm C§. 2. No 2,) dient alleen, en word veel gebruikt tot beplanting van de Loof-
nxierken der Parterres, als mede tot invatting Rabatten, Bedden, en andere diergelyke Grond-
werken, waar toe dezelve böven alle andere Gewasfen zeer bekwaam is, om reden dac ze cierlyf
en altydt groen ftaat, in bekwame Gronden wel groeijen wil, en door een goede behandeling
de Scheer verfcheide jaren lang klein en net (dat de grootfte cieraad van Grond-, Loof-werken5
Invattingen, enz., isgt;, gehouden kan worden.
§. !G. Men kan deze Palm in het Na-jaar cn in de Lente plantén, dog deze laatfte tydt is verre
de befte i om als dan de geplante Palm zekerder aan de groei komt; daarin tegen, dezelve in he^
Na-jaar geplant wordende, zeer dikwiis door de volgende Wintej-vorft, om dat hy niet in de Aar-
de vaft bewortelt is, uit de grond vrieft en bederft, of ten minften, zo de Palm al behouden blyft»
door het opvriezen geheel uit de order raakt, invoegen diergelyk in de Herfft geplant Werk, door-
gaans in het vólgende Voor-jaar met moeite weer herftelt moet worden; ten ware, dat \'er een hee^
zagte Winter opvolgde, dat weinig gebeurd, en men van te vooren niet zéker weten kan.
Ik ben dikwiis van Menfchen die iets nieuws van Palm werk in hunne Tuinen wilden doen planten)
raad gepleegt, öf zehet zelve in het Na- of Voor jaar doen zouden, ik ried haar altydt de laatfte
tydt; dog de begeerte, om haar voornemen haaftig uitgevoerd te zien, deed veele de eerfte tyquot;^
\\ verkiezen; maar ze hadden doorgaans het ongenoegen, dat het geplante door de volgende Winf:®^\'\'
vorft veel bedorven wa^ en in de volgende Lente met nieuwe koïlen weer moeften herftelt worden ^
En dewyl ik zelfs hier van ondervinding heb, zo kan ik nooit tot de Herfft-planting van diergdy\'^®
dingen raden. Hoe vroeger: men de Palm in het Voorjaar plant j hoe beter.
§. 1/. Nog een misflag is \'er^ dien zommige Hoveniers veeltydts begaan, welke isj dat ze\'J®
Palm midden in de 2omer Scheeren; dit is doorgaans zeer fchadelyk, om dat. als dan de geknip^^^
Palm door de Zomer-hitte, die men in die tydt gewoonlyk heeft, komt te verbranden, en veele
bederven of te kwynen ; ten waare by geluk een donkere Lugt, of reegenagtig Weêr óp h®\'\'
Scheeren volgde; dat men egter niec voorzien kan. De befte tydt tot het Scheeren van de Palm i«
derhalven het Voor-jaar, hoe vroeger hoe beter, - namelyk in April, of teii langften in hec beg\'«
van Mey, dev/yl dan de warmte nog niet zeer groot is, om aan de geknipte Palm hinder te doen ?
daarenboven zo heeft men hier door nog dat voordeel, dat de Parterre- en slMqvc Palm-wetken dai^
in het aangenaamfte Saizoen van het Jaar, het welk buiten alle tegenfpraak de Maanden Mey
3u.ny zyn, in-de befte order en op hst eierlykft ftaan. .
12. Het ftaat ook aan te merken gt; dat\', wanneer men van zins is de Palm in het vobende Voor-
jaar te verplanten, dat het beter is dat de Palm in dat Jaar niet gefchooren word, waar door dezelv®
daar na by de verplanting zyn fleuriger, en meer uitleveren zal.
§. 13. Het Hout van de Palm-boom is heel hard, digt, glad, zwaar, geelastlff van Koleur,
word van geen Wormen wegens zyn hardigheid befchadigt. Het word derhalven veel geagt en ge-
bruikt, van de Draaijers, ivl uücaall che Inftrumentmakers, Schrynwerkers, Beeld-fnyderS enz-»
tot allerlei fraaije dingen; Fluiten, Hau boys. Fluitjes d\'Amour, Zak-pypen, Cabinet-en Tafel\'
werken. Kammen, Lepels, Vorken, Hegten tqtMesfen, Note-krakers, Tand-ftokers, Kiflje^\'
Doozen, Kookers, en veel meer andere dingen. Het meefte word uit Spanjen en de Levant
onzent gebragt. Dog men moet aamiierken, dat hec al geen Palm-hout is, dat mén daar voor aan-
ziet; want het dikke Hoüt van de Vlier, word veeityds in deszelfs plaats gebruikt, dewyl
ook geel-agtig en digt is, en even zo glad bearbeid worden kan als het Palm-hout: Het is de zwaar-
te die het egte Palm-hout van het önegte onderfcheid, en waar door een Kenner aanftonds het o«\'
derfcheid bemerkt.nbsp;.nbsp;quot;
14. De Takken worden veel gebruikt fot Kränzen en andere dingen; de Roomsgezinde-g«\'
bruiken ze veel in de Nederlanden, op Palm-Zondag, tot bet maken van hunne zogenaamde
Takken, eö waar van dicGewas den Nederduitfchen Naam van Paim fchynt verkregen te hebben*
die het meeft3 in plaats vannbsp;in gebruik is.nbsp;.nbsp;^icgcu lc uu
§.15. Ten Jaatftra moet ik ook nog hanmerken, dat dit Gewas, namelyk de PaZ^-^öo^, ook zf-
ne nuttigheid m de Geuecs-kunde heeit, hoewel weinig tot dien einde gebruikt word liet door
diftillatie uit hec Hout getrokken Oue^ word van zommige Genees-Hecren grotelvks geprezeni
voor de Vallende Ziekte, als mede voor Moeder-pynen, tot 20 Druppels daar van gnomen. ^^^
zelve Ohe word ook gezegt de Tand-pyn onveilbaar te ftillen, als men één Drup bv de Wortel vaP
de Tand, of m de holle Tand, mét een Tand-ftoker doet.
\'ET PAPEN-iïOUT. Dic Heefter- Gewas, het Welk tót eeii kleide Boom opgroef\'
jen kan, wordt genoemt in het iV^eÄfycÄ, Papen-hout. Papen-muts. Papen-
,,nbsp;Cai-dmaals-hoed. Laty7?/ch , Evonymus. Hoogduit/eb , Spindel-baum-
Zwekhouz. ^pil-baum._ Pfaffen-mutz. Pmm-hmhMn. Franfcb, Bonnet de Pretre. Fufeau.
^^^i\'me. Engelfcb, Spindle-Tree. Prik wood. Deenfcb, Alfter. Zweedfcb^ Alfter. Kserii^S^\'
2oort van dit Gewas, het welk van de Kruid-kenners in het Latynfeh genoemd
Evonymus vulgaris, graiiis rubentibus. C. B. Pin. 428. Tournef Inß, 617. Boerb. ?. A. 2.
Evonymus multis, aliis Tetragonia. I. 201.\'nbsp;ui(. ooe lt;. j
ËvonymuSi Dodm. Lob,
Evonyii^«®
-ocr page 214-BESCHRYVING itâM ök A P Ë N - H O Ü T. ..
Èvonymus foliis oblongb-ovatis; Linn. H. Cliff. 38. Flor. ßec. 133. Êoj. Prodr. 446.
Heiv. 523.
lîdL
nog cenige Verandenngeîi,^ als^ . î. Mét bfeéde Biadeii. 2. Met zwarte Vrug^
•nbsp;Met bonte Bladen; dog deze ziet men zeldzamer.nbsp;.
in-de li ^^ gemene Papen-boiA groeit ih veele Geweften, zo wel warme als koudei in het wild^
vond ^ \' Bosfchen, en op andere plaaazeh : De twee Veranderingen (No. 2.} worden gé-^
nuenin ^oèeeme?^, Qoftënryk\', Ongafien,. Qn e\\ûtn.nbsp;^
p r 3- Wil in allerlei Gronden heel wei groeijen, dbg bemand liefft de drooge zandigé. •
herV^\'nbsp;ï^iclopérsof Inleggers gemakkelyk voortgeteek ; dog kan ook gefchieden dóof
Ç 1 hnbsp;^^ Haag-doorn gezegt is.
of dquot; ^nbsp;ro™ \'er in de Tuinen van maakt is v/einig, en niét anders ais dat m.en hier
(Jenbsp;bekwameplaats van de Tuin, of op groote plaatzen in de Bosquets plant, om
dan Vrugten die ze in hetNa-jaar voortbrengen, eü heel bevallig ftaan; weshalven mén als
in Hui ^^^nbsp;Takken daar van met de rype Vrtlgten, die op het laatft open gaah, tot cieraad
vierk V^ quot;Wem-pot zet , dat een aardig en aangenaam gezigt geeft. Zynde deze Vrugten
Denbsp;^ ^yze als eew Müts äer Papen, waar van deze Heefter de Naam verkregen heefti
„ iV^ onderhevig aan een zoort van Rag-Rups, die dezelve zeer dikwils in de Zomer
pevn i ^^ quot;oüt is zeer hart en geelagtig vah Koleur, weshalven men op plaatzen daar het veel
ker« \'^ordt, Spindels, Lardeer-Naalden, Naalden tot het bereiden van Netten\', Tahdfto-
denbsp;maakt; ook gebruiken het de Plug-fnyders veel töt het fnyden van Pluggen voor
ocdoehmakers ; en de Draaijers maken \'er allerlei klein cierlyk Werk van.
7. Men zegt dat de Vrugten in Tufkyen gebruikt worden öm hét Leer daar meede Geel ..te
8» Daar zyn ook nog twee yreemde zoorten van, alsnbsp;. •
i. HET VIRGINISCHE PAPEN-HOUT.
Evonymus Virginius, pyracanthse folns, capfula verrucarum inftar exafperata rubente, Plük?ï,
ûim, 139. tab.. 115. fig. 5. ï\'oürne/./«yï. Ô17,
Evonymus foliis lanceolatis. Groit. Virg. ïy. Roj. Prodr.
Evonymüs foliis lato-lanceolatis.. Linn. Hort. Upf. 30.:
2. HET CAROLYNSCHE PAPEN-HOUT.
Evonymus jujübinüs foliis, Carolihienfisi fruiÊtu parvo fere umbellato. Plukn. aïvi. ing, taS
^ 28. fig. 6.
Evonyinoidescarolihienfis, Ziziphi foIiis._ Iràar/^. aé?. 1710. pag. 3lt;59.
Evonymus novi Belgii, corni fœminœ foliis. Comnt. H. Amfi. i. pag. 1^7. tab, Qâ. Ra]. Dmdn
Celaftrus iherinis^ foliis ovatis ferratis trinervis j racemis eS fimxinis alis longisfimis. Linn. M
Cliff 73. Gron. Virg. 25. Roj. Prodr. 435.
CeDiiothus. W I74J. Pag^77. r- ti rtr
Ceanothus. Corvmbis folio longioribu^nbsp;_
Deze twee zoorten (§. 8. No. i, 1.) groeijen m Weft-Indien ; in de Landfchappen Virgu
Carolina- en elders, en zyn hiér té Lande zeldzaam, wordende niét anders gecultiveert als
deBotanifche Tuinen , én by zommige Kruid beminnaars. Ze kunnen onze Winter-koude niet
1.
moeten derhalven, inPotten of houte Vaten geplant zynde, \'s Winters in het Oranje-
Jiuis bewaart worden* hoewel de eeerfte zoort de hardfte is, en Öp een goede warme plaats inde
^^en Ttün ftaande doorgaans \'s Winters over blyft j ten waare met jftrehge Vorft.
VAN DE
J)AVIA. Deze Boom word genoemt in het Nederduitfcb i Pavia-bOöm. Latynfcb ^ Pävia,
^ _ Hoogdimfcb, Pavia-baum.nbsp;,
By de Botaniften is dezelve bekent met de völgenae x.atynlche namen: .
Arbor pentaphyllos Virginiana, fioiibusfpicatismonopetalis.nbsp;18
Pävia. Boerb. A. 2. 260. tab. 260. Hört. Angl. 54. tab. 19. Linn. H. Clif. 143. Hoj. Prodr.
: Beze Boom gelykt veel in gedaahte der Bladen eh Bloemen na de Kafianje Equijie-bom;
groeijende natuurlyk in Virginien Qn Carolina; maar is in deze Geweften nog niet zeer bekent.
3- Hy bemint een goede, losfe, zandige Grond en éen warme Stand.plaats; kan onze Win-
ter-kóude tamelyk.verdragen, edog geen heel ftrenge Vörft.
S- 4. Word door Inlegging der Takken, of ook door bet Zaad voortgekweekt.
. 5. Deszelfs gebruik in de Tuinen is nog weinig; de Lief hebbers van vreemde Planten éuki^
beeren hem meeft alleen om de verandering van Gewasfen, dezelve hier of daar op een gevoeglykc
^ warnie .plaats van de Tuin plantende, of ze houden-hem in Potten of Kasfsn« öm /sWiiiters in
^•iis voor de Vorft te bcwarei.
P 2
VAN DË
-ocr page 215-VAN DÉ
lEERE-DOORN. Dit Heefter-agtig Boóm-gewas word genoemt in het Nederdintfch\\
Peere-Doorn. Latynfcb, Pyracantha. Hoogduitfch, Hixn-Doóm. Franfch, Pyr^-\'
^ canthe.nbsp;\'Ever green thorh. , ,
2. Van de nieuwfte Bötaniften word deze Heefter by de Haage-Doern of M\'fp«^ gereekeiitj
4aar zyn twee zoorten van, als
^nbsp;i. De GEMENE PEERE-DOORN.
bxyacantha Diofcoridis, five Spina acutOPyri folio. C. B. Pin. 454.
Pyracantha quibusdam. J.Bfl«^. 1. 5 r.
Pvracanthavel Rhamnus Diofcoridis. Xoèi,
Mefpilus aèüleata Amygdali foho. Touxnef. Infl. 641.
Melpilus fpinofa PvrifoHo. Hem. ÄiL. jg. jBöfrZ).^.^., 2.257nbsp;,
Mefpilus fpinofa\', foliis lanceolato-ovatis crenatis,, calycibus fruftiis obtufis. Linn. H. Clif-
189. Firidar.44. Roj. Prodr. 271.
2. De VIRGINISCHE PEERE-DOORN , met groote Vrugten.
Mefpilus aculeata Pyrifolio, dentiCulata, fplendens, fruétü infigni rutilO, Virginienfis. Plukni\'
Alm. Tab. 46. üg. i. Tournef. Inß. 64.2.nbsp;. . , .nbsp;;
lt;1. De eerfte zoort groeit in het wild in Äafe/ii Provence:, tanguedocq, en elders in de Heg-
gen en Bosfchen. De tweede zoort groeit in Firginien,. en word. hier té Lande zeldzaam gezien.
§. 4. Ze beminnen beide/een goedé, losfe; liefft zaüd^agtige Grond; kunnen onze Winter-
koude heel wel tegenftaan; dog dc tweede is wat tederder-, inzonderheid als die,nog jong isj W^S\'
halven dezelve op een gbedé warme, Voor de Winden gedekte plaats, moet -geftelt worden. . ,
5. Hare Vermeerdering gefchied door Stekmg of beter door Inlegging der jonge Takken: K^®
ook door het Zaad gefchieden als men zulks uit hare natuurlyke Groei-plaats verkrpgen heeft,
wyl by ons de Vrugten niet ryp worden; welk Zaad van de gemene zoort öp dezelfde wyze gezaait
en behandeld word als dat van de Haage-doorn. Maar het Zaad van de tweede zOort mOet In Potte®
gezaait, en de jongé voortgekomene Boomtjes \'s Winters in Huis bewaart worden, tot dat zé eeni-
ge ]aï;en oud én wat manl\'yk geworden zyn, als wanneer meh zé ergens in de Tuin op een voordee-
lige plaats, gelyk te vooren (§ 4.) gezegt is, planten kan.
§. 6. Ze worden beide meeft alleen uit Liefhebbery by ons gecultiveert; dog de eerfte zport
zeer bekwaam om daar Heggen,vah te planten, gelyk van de Haage-doorn, die heel digt begroeijen«
én wegens hare veele fcherpe Dooriis ondoordringbaar zyn, ook om Haar altyd-duurende groeitti?
aan het Oog voldoen.
p
1.
§ S-
v an de
Dit Heeftér-gewas wórd genoemt in littM^derduitfch, Peper-boom»
Berg-peper. Mezereon,. Latynfcbi Lanreola. Thymsslea. Cfiamaelea.. Me^e\'
_. reon. Chamjedaphne. Hoogduit fc h, Kellérhals. Seidelbaft. Zey]ag^}_ Mézerêöp\'
Laufzkraut. Franfcb, Lauréole. Garou. Engeljcb, Laurel. Spurge-Ohve. Widdow-wa^-
Peper of the Mount. Dwarf-Laurel. Doew/cÄ» Tiftbuft. Zweedfch, KixHer-hals. Tiftbaxt.
Kiwitbaft:.
EPER.BOOM.
gt;i Daar zVh zeer veele Zoorten van ^ ^^ zal maar eenige inelderi die het [jetendft zvn
^nbsp;i. De GEMENE PEPER-BOOM,nbsp;, i^^cnauzyn.
Latn-eola folio deciduo, flore purpureo: Ofticinis Laurebla fsmina. C. B. Piu. 462,
Laureola folio diciduo, .fiye MOzereon germanicum. J. Bau/j. i,
Chaiffélea germanica. Dodon.
Mezereon germanicLun. Loè.nbsp;, ,
Thymelsea Lauri folio. deciduO; .five Laureola faemina. Tournef, biß. 595. Boerb\'. J. A. 2.
Daphne floribuS fesfilibas irifra folia elliptico-lanceolata. Linn. Flor. Lapp. 14Ö. H Cliff-
Flor. fuec. 311. Mat. med. 179. Roj. Prodf. 20 \\.
. 2. ALTYD-GROENENDEnbsp;of Laurier-kruid.
Laureola fempervirens; flore-viridis quibuèdam Laureola mas. t. Ë. Pin. 46z.
Laureola fempevirens, flore luteolo. J. Baub. 1. 564.
T-,aureoIa. Dodon.
Daphnoides feu Laureola. Lob.
ThymelsaLauri folio, fempervirens, feu Laureola mas. Toiiuief-Inft. 595\'
Boerb. J-
foii\'is lanceolatis integris. Linn. H Cliff. 147-
BLÄDEN.
Daphne floribus racemofts lateralibus,
Upf 94; Roj Prodr, 208- ,
Dr PEPER-BOOM MET SMALLE
Thymela^a foliis Lini. C. B. Pin. 4Ö3. Tournef. Inft. 594.
Thymelffia Moritfpeliaca. Ji Baub. i. $91.
Thymelsa. Dodon. CliLfH.27.
Thvmel^Ea Grani gnidti. Loi.nbsp;...
4: DÈ BERG-PEPER-BOOM MET SMALLE BLÄDEN.
Thymelica alpina, Linifolia j huiniliori flore purpureo bdoratisfimO, Tournef. Inß. s94- j
Thyn^els;^
p
BESCHRYVING vah DE PEPER^BOOM^ IX
Thymelsa affinis facie externa, C. B. Pin, 453,
Cneoron Ivfatthioli fuifrutex. f. Baiih. i.^^-^o.
Cneorum Mattliioli. Cluf. H.nbsp;.nbsp;, , .
3- De eerfte Zoorc groeit natuurlyk in het wild in ifeog-t/ïifï/cW^^ Frankryk, Italien^ öokili
«e noordlyke Landen, als, m Norwegen, Zweden, LaUand, en eiders in de Bofch-en Berg-agtigé
piaatzen, want ze bemind de fchaduwe eri de koude. Daar is een Mede-zoort of Verandering van
Met witte Bloemen, dog deze is zeldzamer; hebbende de o?-amp;gt;zar2j Zoort purperagtige welrUiken-
Bloemen; ook word een verandering daar van gevonden met geel-bonte Bladen.
-Ue tweede Zoort word in het wild groeijende gevonden in Itahen, Provence, Engeland, en eL
Oers in de Heggen, in Hoogduitfchland en Frankryk vind men ze zelden in het wild, dewyl ze wac
warmer lugt begeert. Deze laat Itóar Bladen \'s Winters öiet vallen gelyk de vorige, maar blyft aL
tydt groen, en de Bloemen zyn groenagtig-geel. Daar is ook een verandering van met bonte Bla-
pe derde zoort gröeit in Provence, Langiiedocq, Savojen, ïtalien, en elders in de Bers- eri Bofch-
agtige ruwe plaatzen. .nbsp;o 1 j ,nbsp;t,
De vierde Zoort, dat eeri verandering van de derde Zoort is, en lager groeit, maar liaar Bloe-
men veelwelruikender zvn, groeit hooftzakelyk inde hoogt Alp-, Pyreneé,. en andere gebergtens
van Italien, Frajtkryk, Z-imtzerland, dOg meri vind ze ook hier cn daar in Duitfchland quot; Bohemen^
V7igaryen, enelders: Ik heb ze voor dezen in myn botcinifeeren gevonden omtrent TVeenen en Re-
gens jurg, op verhevene ruwe plaatzen. Daar is ook een Verandering van, met witte Bloemen
maar die word zeldzamer gevonden.nbsp;\' \'
§• 4. De eerfte zoort ^of gemene Peper-Boom ^ die het meeft by ons gecultiveert wörd, en het
meeft bekent is; als mede de twede, willen in allerlei goede Gronden dog inzonderheid in losfe zan-
dige zeerwel groeijen, beminnende fchaduwe, en kunnen de koude en alle ongemakken des Wini
ters volkomen tegenftaan, hoewel de twede zoort iets tederder is, en derhalven een warme ftand-
plaats begeert, .
quot; §• 5. quot;Hare Vermeerdering gefchied door Uitlopers, öf door Inlegging; dbg kunnen ook doof
het Zaad niet bezwaarlyk vermenigvuldigt worden; het welk^ na dat het in de vorige Winter over
in vogt zand te meuken geftaan heeft, in het vroege Voorjaar in een goede Grond gezaait word;
waar uit doorgaans verfcheide veranderingen voorkomen, als, met min of meer donker of ligt pur-
peragtige, en met witte Bloemen, te weten van de eerfte zoort,
6. De derde en vierde Zoort C§- 2; No. 4.; begeeren diergelyke Grond als de vorige, maar
zyn tederder en kunnen onze Winter koude niet wel verdragen, moeten derhalven, in Potten ge-
plant ftaande, \'s Winters in het Oranje-huis bewaart worden. Hare Vermeerdering gefchied door
üiclöpers en door Inlegging; kan ook door het Zaad gefchieden, als men zulks uit andere Gewes=
ten verkregen heeft, dè\'wyl het by ons niet behoorlyk ryp_word;^het we k in het Voorjaar in een
Pot gezaait word, die men op een warme plaats, of beter in een Rund-bak, zet, om de Spruiten
7°^ïan£ande de nuttigheid dezer Planten in de Tuinen: De eerfte Zoort (§. 2. No. i.) word ^
wegens haar fmiie en welriekende ßloemen, die heel vroeg m het Voor-jaar in h ebruary öf Maart,
alvorens de Bladen uitgebot zyn; langs de jonge Takjes te voorfchyn komen ^ veel in de Tuinen op
ae Rabatten der Parterres, of elders op bekwame plaatzen geplant; meii kan \'er ook kleine Stam-
boom ti es van teelen* dog groeijen liefft Heefteragtig, zonder \'er veel aan te fnoeijen. Menplanc
ze ook wel hier of daar in dc Bosquets, om de verandering van Gewasfen en Bloemen.
De twede zoort fi 2. No. 2.), plant men mede oni de verandering, en wegens hare altoós-duu-
rende groenigheid hier of daar in de Tuin3 of ook in Potten, om ze \'s Winters in Huis voor dé
Vorft te bewaren, \'dewyl ze, gelyk te vörén (§. 4.) gezegt heb, wat tederder is ais de eerfte zoorc
of gemene Peper-hlom.nbsp;• j nnbsp;-
De derde en vierde zóort worden alleen in de Botanifch\'e Ttunen cn van zommige Kruid-bemin-
naars gecultiveert.
§; 8. HetHoüt, de Bladen, en de Vrugten van alle deze zoorten, zyn zeer heer, fcherp, eri
bytende als Peper, en dewvl de rype Vrugten t\'effens in Gedaante en Koleur, als ze gedroogt
I
van deze Planten in den Mond neme, nog ininder door de aanlokkelyke roode Koieur der Befien
öie in de Herfft ryp worden, verleid worde, dezelve te willen eeten, inzonderheid Kinders; v/ant
deze dingen een geweldige brand Veroorzaken, en veel daar van in het Ligchaam gekregen hebben-
de, purgeeren zeer violent en kunnen inflammatie veroorzaken, cn daar door zeer naueelig jaa doo-
deiyk zyn. Voor dezen wierden de Befien van de eerfte en derde zoort; die in de Apotheken Cocca
Gnidia, of Gr ana gjjddia genoemt, worden, ria dac ze door andere dingen gecorrigeert waren, wel
gebruikt voor een purgeerend middel, maar hedendaags bedienen zig de Doctoren,- wegens hare
gemelde fcherpighcid, fchoon ze door de correäie verbetert word, niet of weinig meer daar van.
§• 9. Öpr is nog een Mede-zoort van dit,Gewas, dat zommige der Ouden by het vorige Geflagt
geftelt hebben, dog welk een byzonder Gefiagt öp zig zelfs is, het welk ik by deze gelegentheid
met eenige woorden aanroeren zal ; wordende genoemt :
PEPER\'BOOM met driekantige Vrugten.
Chamœlca tricoccos. C.B. Pini^62. Baub, 1.87- Tournef finft. 651. Boerh. J. Ä, Clüi^
IJ. 1.87-
Chamslea, Dodsn.
Mezereon Arabum five Chamselea tricoccos. Lob.
Creorum. Linn. H. Clif. 18. Hort. U^f 14. Roj. Prodr. 19p.
lp. Dit klein Heefter-agtig en altyd-gi-oenende Gewas, groeit in Provence, Langiiedocq, ïtd.
Spanjen, en elders, op ruwe, ongebouwde, drooge plaatzen, en word by ons niet dan by
Qnbsp;zoramig«
-ocr page 217-BESCHRYVING van de PEPE R-B O O M.
zommige Kniid.beminnaars om de verandering gecültiveert, die zulks in Potten houden om \'sWid-
ters in het Oranje-huis te bewaren, dewyl^het onze Winter-koude niet kan verdragennbsp;^
II. Deszelfs Vermeerdering gefchied door Scheuring der Wortels, cn door Inlcf^ging , ^f
door het Zaad, het welk, na dat het tevoren een tydt lajvg in Zand te meuken geftaan heeft, f
een Pot gezaait^^word, die men vervolgens op een warme plaats, of in een Rund bak zet, offl d®
Zaadipruitmg te bevorderen.
6%
VAN DE
t
ià
ï^^t l-ïeefleragtige Boom-gewas word genoemd in hec
Nederduitfcb, Wilde Pimper-Noot. Wilde Piftacie-boom. Wilde Note-Mus-
Piftacia fylveftris. Staphylodendrum^
^^A- ,nbsp;Wilde Piftacien-baum. Jrawyc/?, Piftacie fouvagef Engelfcb^
; or Fj/lirh-NnfR-Ti-pp Vipj\'nrrhnbsp;NTA^.!^,.Pimper Nod
r
WildPiftacheorFiffich-Nuts-Tree. Deenfcb, Pimper-Nôdder.quot; Zweedfcb,
§. 2. Daar worden voornamelyk twee Zoorten van gecültiveert, als-
I- DE GEMENE WILDÉ PIMPER-NOÓT.
Piitacia fvlveftris. C. B. Pm. 401.
Staphylodendrum. Lob. J. Baub. i. 275. Tournef Inß. 616. Boerb. A 2
Nux veficaria. Dodon.nbsp;\'nbsp;• • • jj
Staphyltea foliis pinnatis. Linn. H. Clif. 112. Hort. Upf 69. Roj. Prodr aos
2. De VIRGINISCHË DRIEBLADIGE PIMPER-NOOT
■ StaphylodeiidrOxT Virginianum triphyllum. Tournef. Inß. 616 Boerb. f A o\' o^r
Paftachia Virgiriiana fylveftris. trifoiia. jVfon/iÏ. p. B/e/. \'nbsp;• -
Staphylœ-i foliis ternatis. Lin7i. II. Clif. 112. Roj. Prodr.
§ 3. De eerfte of gemene zoort groeit m Hoogduitfcbland, Bobemen, -Zwitzerland, Frankryk,
en elders op Boichagtige ruwe plaatzen.nbsp;,nbsp;\'
De twede vreemde zoort komt natuurlyk voort in Virginien.
4- Dezelve beminnen een goede, losfe, liefft zandagtige en wat vogte Grond, en een onenß
dog warme voor Winden gedekte plaats, inzonderheid de twede zoort.nbsp;\' ^ ^
§V Haar gebruik m de_ f uinen is weinig, men plant dezelve alleen om de Verandering van Ge-
wasfen hier of daar m de Tam, m de Bosquets of elders. ■nbsp;«c vci xucüngvau
».I I
Hoogduitfcb
§. 7- Het Hout dezer Bomen is heel hard, en word wel gebruikt om daar van, iuzonderheid van
te^4k?nnbsp;^andirokers. Lardeer- en Net-breid-Naalden, en meer andere kleine dingén va»
j\'^^Ï^^Dinbsp;ällc de Talen »noemt \'als in het
Ntieriuit ch, Platanus. Vreemde Efch-doorn Latmrcb m. \' rauf-
ifja. Platanus. Franjci, Plantane.
tanus. Zweedjcb, Platanus.nbsp;^ \'nbsp;ueenjco,
2, Daar zyn twee zoorten van, als:
I- DE^ORIENTAALSCHE PLATANUS.
P atanus. C. B. Pra.431. Cluf. H. 1.9. J.Baub i. 170. Dodon.
Platanus Orientalis verus. Tour^ief. Inß. 590. Boerb. gt;. A 2 209
Platanus foliis palmatis. Linn. H. Cliff. 447. Roj. Prodr 78
PI.., r. ^ OCCIDENTAALSCHE of Weft Indifthe PLATANUS
Platanus Occidentalis aut Virgimenlis. Tour?ief. Infi. 390. Boerb \'¥A
Fhtmus Occiaemsns. Catesb. CaroL. tah s6nbsp;J- •
Platanus fohis lobatis. Äz.Ä O^^^^nbsp;Gromv. Vir. , Roj Prodr.
§. 3. De eerfte zoort, die voor depn van zommigé t\'onregte dezelfde mit den
\'\'nbsp;in het wild in de Oofterfche Landen, als IFoSnland^
De avedczoort groeit namurlyk in de AmericaanfcheLandfchappen Virginien, Carolina enz-
Ml J LR meld m zyn Rovemers Woordenboek nog van twee andere zoorten, als T Van een
Onennbsp;met Llch-Doorn- (Aceris) Bladen. 2. Een Ocddentaalfcbe met langwei-Dige Bladen;
Ho -nbsp;anders als veranderingen van de gemelde zoeten (§. aXTf} te zyn,
en zyn h^r tc i^ande, zo veel ik weet, nog weinig bekent.nbsp;\' ^
_ 4. Dezelve begeeren een g(^de, losfe, liefft zand-agtige wel genrenareerde vette Grond;
in fcnraale, zandige, en andere Gronden maken ze flegteir voorTgan^quot;^zfk^S^^^^
koude vry we! verdragen, dog geen extraordinaris Voi-ft, inzondlhdd de t3e zom? Te wat
tederder als de eerfte is: Ze beminnen ook een tamelyk vogte grond, en eeuToor wSden gedek-
■f; 1
■ !
. : /
\'é t
1f
: Hf
®ÊSCHRYVING vAn DÈ PLATANUS.nbsp;é^
^^nbsp;brofch Hout hebbende, h\'gt gebroken ea de Bladen ver-
isnbsp;ermeerdering gefchied dOör Uitlopers, op de wyzé als van de Ipen en Linde gezegt
derliefrnbsp;van deze Bomen in de Tuinen aangaande; dezelve zyn zeer bekwaam, inzon\'
genan f 1 werfte zoort, om \'er Alleés van te planten, die, wegens het bevalhge Blad, en deaan^
dezquot; Nnbsp;die hy geeft, zeer fraai ftaan; maar evenwel ziet men tot nog toe zulke Alleés in
meer tnbsp;nog\'in Hoog-duftfchland en Frankryk weinig; waarom deze fchone Bomen niet
Eietwnbsp;einde gecultiveert en geplant worden, weet ik hiet, zeer v/aarfchynlyk om. dat ze
ber^^^J^^^e Wmden en Koude kunnen te genftaan, of om dat ze niet bekent genoeg by de Liefheb-
fel\'onirnbsp;S^^nBoom my bekent, die groter en aanzienlyker Bladen heeft als deze; dezelve
Plaats rffworden, zO wel by ons, als inzonderheid in zyn voorgemelde natuurlyke Groei
bvdpn ^c^l ^^y was by ouds by de Oofterfche Volkeren in\'zeer grote agcing, waar van men
era ^^^ ^enryvers hier en daar gewag gemaakt vind. Onder andere verhaalt PLINIUS (a) van
fzeernbsp;Jn Ljawï die zeer groot was, in wiens Tronk of Stam een-holte £^-em.iakt was,
dikwils 7Wnbsp;door den Ouderdom , gelyk men die aan veel ander zoorten van oude Bomen
Veld Hp I^Deuren} van go Voeten in den Omtrek, waar in Licinus Matianus, een Romeinfch
aanwnnm \' ^\'^^\'^houder CPriEtor) in Syrien, met zyn i8ne Maaltydt gehouden, ook onder deszelfs
fcheid 7 S^\'o^\'^-te en verkwikkelyke fchaduwe, zoeter en gerufter geHapen heeft, als of hv tus-
^^ van marm.ere Muuren, of konftige, met Goud, Zilver en koftelyke Koleurcn door-
^^f^^Tapyten, geruft hadde.
nf-a , ^nbsp;lt; . . . met IJ Gaften in een holle Platanus-Boom gefoupeert, welk Souné
hy een Neft-maal noemde,
ren d vanXerxes (b) der Perfen Koning, dat hy met zyn geheel magtig Heirleger, by
^^ß^\'^^G quot;latanus in Lidia ha.lte gehouden, en zig, wegens dezelfs fchoonheid, daar onder ver-
fflaalft heeft; jaa zo een groot behagen in dien Boom nam, dat hy dezelve met een Paarlen-band ver-
gierde, en van zyn zogenaamde onfterffelyke daar by ftelde toc bewaring.
DePoëcen hebben dezen Boom ook niet vergecen, gelyk men daar van leeft by VIRGILIUS
hregor. IV. vs. 145. HORATIUS, Carm. IL Ode 15. w. 4. Ode i r. vs 13. CICERO, de Orat.
enz.
Van deze Boom word ook gewag gemaakc in de- heilige Bladen, Ecclefiaji. Cap XXIV: w. 15.
mefd^\' deze Boom zeer oud worden kan, daar van hebben we ce voren by de Eiken-boom ge ■
9. HetHouc van deze Bomen is brofch van aart, niet heel hard, en niet zeer bekwaam tot
unmer-. noa ook toc Brand-houc.
H
■ M
!. I i I
H
\' lt;1
■al?
5 1
i-i
li-
!
1 ■ -\':• gt; ■]
\'ly
, nog ook COC Brand-houc.
(ß) Lib. XIL Cap. I.nbsp;(i) Herodot, Lib. VIÏ. Mum. CLXXIII.
VAN
°ET POKHOUT. Deze Boom word genoemt in het Ne der dmtfch, Pokhout van
Padua Latynfcb. Gujacana. Pfeudo-Lotus. Guajacum. ■ Patavinum. Hoog-
^ _____ ifto-j/c/i, WildFrantzofen Holtz. Grün Ebben-holtz. i^rara/ci, Gujacde Padue.
Ongele]b, Guajar.
2. Daar zyn drie zoorten van deze Boom, als:
I. \'T POKHOUT, met brede Bladen.
Lotus Africana latifolia. C B. Pin. 447.
Guajacana. J. ^auh. i. 238. Tournef. Inß. 600. Boerb. A. 2. 220.-
Guajacum Patavinum. Lob.
Diofpyros foliis bicoloribus. jKo/. Pfoir. 441.
Diofpyros foliis utrumaue diverfé coloratis. Linn. H. Clif. 249.
^nbsp;\'T POKHOUT, met fmalle Bladen.
Guajacana anguftiore folio. Tournef. In(i. 600. Boerb, J. A, 2. 220.
Lotus Africana anguftifolia. C. B. Pin. 447.
3. \'T VIRGINISCHE POKHOUT. Pishamin.
Guajacana? Pishamin Virginianum. ^oerb. J.A. 2. 223.
Diofpyros foliis utrumqueconcoloribus. Linn. H Cliff. 149. Rof. Prodr. 44t
3-nbsp;De twee eerfte Zoorten, dat tamelyk grote Bomen kunnen v/orden , groeijen natuurlyk iü
Africa, Italien, en elders; de natuurlyke Groei-plaats van de derde zoorc is l^irginien cn Carolina:
^\'er te Lande worden ze alleen door dê Cultuur voortgezet, maar weinig.
4-nbsp;Ze bep-eeren een goede, losfe, liefft zand-agtige Aarde, kannen onze Winter-koude ta-
melyk wel verdragen, inzonderheid, wanneer ze op een goede, warme, en voorde Winden ge-
bekte plaats geplant ftaan; dog de derde zoorc is iets tederder.
.S- -T. Hare Vermeerdering gefchied door middel van de Uitlopers of door Inlegging : Kon ook
Zaad gefchieden, als men zulks uit andere Geweften verkregen heeft, dewyl de Vrugten cn hec
^aadby ons nooit ryp word; welk Zaad, na dat het wat te meuken geftaan heeft, in het Voorjv.r
een goede Grond\'op een warme plaats, of beter in Potten, die men vervolgens in de Rund-bak
gezaait word. -nbsp;1 . •
5quot; gebruik, dat men van deze Bomen in de Turnen maakt, is Wemig , men plant ze maar
quot;•er oj-nbsp;^^^^ bekwame warme plaats van de Tuin, uit Liefhebbery en verandering van Ge-
\'^ssien, hebbende anders geen gebruik.
Qnbsp;§. 7, Het
I.
-ocr page 219-BESCHRYVING v A N ii E x P O K - H O U T.
§. 7. het Houc van deze Bomen is zeer hard en effen, en wort wei-gebruikt in plaats van
hout, tot Lyft- en andere cierlyke Werken, waar aan de zwarte Koleur door de konft ee^even
word.nbsp;ö »
§. 8. Zommige hebben dit Hout voor dezen voor het egte Pokbout, (Lignwn Guajacum vel Lig-
nwn Sanäwn), dat van vele nuttigheid in de Medicynen is, aangezien , maar dit is een quot;-eheel ander®
zoort, welke in Ooft-Indiën groeitinbsp;^
VAN DÉ
^OpULIER-BOÖM. Daar zyn drie Zoorten van \'deze Boom, waar van de eerfte
noemcl WOKI , m het Nederduitfcb, Witte Populier, dog doorgaans Abeel-booffli
- -Munbsp;Topulus alba. Hoogduitfcb^ Weisfer-Pappel-baum, oder Pappel-weiden^
^Xff^^ wi^^n^ui®\' Saar-baum. Weisfe Aspe, oder Espe, fra;^/:/:^, Peublier-Hanc. ^^^
gegcb White-Pohlcr, or Popn--Tree. Deenfcb, Poppel-Trae. Zweed/ch, Poppel-Träd.
By deBotamften IS hy genoemt:nbsp;, j 5 rr ^ u.
Populus alba majoribus fohis. C. B. Pin. 429. Boirh. J. A. 2. 21. Tournef. Infi.
Populusalba, Leuce. ^aji/.;. I. iamp;o.nbsp;j j
PojDulus alba. Dodon.
Populus alba latifolia. Loé.
Populus foliis fubrotundis, dendato-angulatis fubtus tomentofis.nbsp;Linn.H, Clif. a6o Fkr-
juec.Sig. Ro]. Prodr. 82. Rail. HelvTisG. Mas (f fceminanbsp;^
Z\\WiRIE POPUyER, doorgaans alleen Popaamp;r genoemt.nbsp;Latynfcb, Pooulus nig^\'^-
Hoogümtjcb Schwartze-Pappel- oder Albeer-baum. Schwartze-Aspe. Franfcb, Peuplier noir-
Blake Pople-rree. Drnz/ró, Swart Popel-Tr^e.nbsp;Fkig-Träd
quot;Populus nigra. Dodon. Loh. C, B. Pin. 4lt;Ï2. Tournef. Infi. ^gi. Boerh.A 2 oAx
Populus nigra five iEgeros. \'f. Baub. \\.nbsp;^ . . - .
Populus foliis deltoiribus acuiiiinatis, ferratis. Linn. H Cliff. Flor. fuec. Mat med.
Latynfcb, Popü-
Franfcb, ïraïiB^
nrg. 194- Mas\'^ fœmi
5. BJiVEiaJE POPü! [ER, doorgaans Ratelaar ,gtiràzmt, ook Efpe-boom
, tremala vet Lybica. Hoosduit/hh. Tnbsp;d.^^.i i \' —
ks,tremala vel Lybica. Ho^àtfcb,TyberftheVPa^T-fe^^^
bie. Engelfcb, Asp. Deenjcb-, Asp. Z-weedJcIj, Asp.
By de Botaniften.-
Populu« tremnla, C. B. Pin. 429. Tournef. Infl. ^gz. Boerh, %A.2 211
Populus Lybica; Cercis Thesphrafti. y. Baró. I, i(5onbsp;\' • .
Populus fohis orbicukiuR crcnatis. Limi. Flor. Lapp. ^oo
Populus fohis ftibrotundis dentato-angulatis, utrinque glabris. Linn. H. Cliff. 460, Flor. fuec^
819. Roj. Prodr. Hall. Helv. iy.5. Mas fœmena.nbsp;^
„ ,nbsp;4 VÎRGLN1SCHE POx^ULIER, met grote Bladen.
PopuiuS magna foliis ampijE, aüis cordiformibus, aliis fubrotundis, junioribus tnmpntofts.
Gron. Pirg. 194. Linn. Hort. Upf 29^.nbsp;0 tuiiiLût
§. 2. D \' quot;
als in veel
oeiheid daai o-—-nbsp;^^^ wurueauuK mer cü JL^diiuc veci gecuitlvppi-r -nr hpf «quot;C-
bruik\' derHöven. Daar is nog een Mede-zoort of Verandering van de eerfte znn^ \' \'r KWi^ndé
daar van alleen dat ze in alle delen kldnder groeit ; by (ÏBauh. ennbsp;noemf Pom^^^^^
alba fohis minonbus. De vierde zoort (§. i No. 4.) groeit natuurlyk in Virginien ïn^\'s S cc
J ande nog met zeer gemeen. De H er Profesfor LINNtëUS meent in zyne SS,S^l c dat
deze maar.een Verandering van de zwarte Populier is.nbsp;riorajuecica i. c.
3. Alle deze zoorten v/illen in allerleigoede, zo wel zand als klei-agti?e ^^ronden heel
groeijen inzonderheid als die wat vogtig zyn, want zc beminnen het vSg?, en veïS een open
plaats ; kunnende alle onze Wmter-koude zeer wel doorftaannbsp;vcuicrs een
4\' Hunne Vermeerdering gefchied door Uitlopers en door Inlegging, on die wvze sis van de
ook^oof Steking der jeugdige Takken vant 4 CreXgte ]Toca
iciiaduw-asjtige plaatze en wat vogte grond, gefchieden.nbsp;\' J v ucitii itngtt, m ^
V. j. Deze Bomen, die zeer groot kunnen Worden, inzonderheid de twede Zoort i No 2.).
oorsaans ook hoprr-r mMchu-rnbsp;k„......... _ »-^vluc Z^oort ^ C). i.
Zitter-Aspe.
..,nbsp;^^ iiw.v UV,VV01LC-1CJJ, CU iiauF nouc zeer taai en bu!£?-zaam is, waar door ze zeer
bcirendig tegen de Winden zyn; daar en boven groeijen ze fchielyk en tegl. de W^den opî dog
de eerfte en twede Zoort, uizonderheid deze, warden het meeft tot dien einde gebruift, om da!
deBiaden van de derde zoort, zig by na geduLiidgnbsp;zelf met de minfte wind ^ door he£
üerk en onaangenaam geraas maken, ^r^nhyook
vreemde Zoort, kan dienen in plaats der vorige töt manteling, dewvl dezelve\'ookdeï
f J rSnbsp;fchielyk aangroeit, enteel ^oot S
Het Hout van deze Bomen is wit, zagt, los, eh dcrhilven van weinfg wS nog tof
Timmer-, nog tot Brand-hout ; dog dat van de Zwarte Populier is wat vaftei en^nS zfwk ; maar
dewyl deze Hou en zeer taai zyn ca met ligt berften, zo\' zyn ze zeer dier ffig S woX van dd
Becldlnyders, Draaijers, en andere, veel gebruikt tot het maken vanBceldl, Vaten, Doz^n»
Mouden,
-ocr page 220-BES C H R T V in G V A N de FOfÜh IE RB O O U.
^\'loitden.
deRr~quot;\'nbsp;Kommen, en veel andere dingen in de Huishouding. Insgelyks gebrulkea ze
^^°™pen-makers in hec byzondere zeer veel, toe het maken van Klompen of houten Schoenen»
«nen, enz.
hout ^^^^yl het Hout van deze Bomen na de roeijing van v/einig waarde tot Timmer» of Brand»-
■Gew^^\' l^curen zommige deze Bomen tot Planting van Mantelingen af, om in haar plaats ander
maar teerder waarde, by voorbeeld, Ipsn te planten, waar in ze juift geen ongelyk hebben»
den ondervinding leert, dat Ipen in opene, ruim.e plaatzen doorgaans zo wel niet tegen de win-
pl °PS^\'oeijen willen, en dus langzaam en gebrekkig groeijen, weshalven doorgaans op zodanige
S « quot; ^^^^ Bomen het beft zyn, inzonderheid tot\'Boere Mantelingen,
meriuquot;nbsp;^^gt (a) dat de Schors van demitte en zuoarte Fopiilier-boom, klein gefneden en
^ Greppels begraven wordende, in alle tyden van het jaar goede eetbare Cbampigno?ïi of
mpernoeiien doet voortkomen; het Weik, volgens andere, ook zoude doen de Afch van het ge-
Ude verbrande Hout, in de Aarde geftrooit, en daar dikwils Water opgegoten wordende; of als
tn een Boomby de grond af hout, quot;en dc Tronk met warm Water, daar eenig Zuurdeezem in ge-
IS, begiet, waar na de Kampernoelien binnen vier Dagen zouden verfchynenj wat hier van
inbsp;ik heb\'er, door verhindering, nog geen Proef van genomen,
fli TT^ ^^efchilde Schors van de jonge Abeel-bomen, en van de Takken der ouden, zyn dien
fterk ^^^\'^zcn , want t\'zamen gerolt.
1:..
r \'1
\' ï^ tl
gedroogt, en aangefteken wordende, ligten ze heel
§• 10. De Aarcls-vader Jacob gebruikte de Roeden van deze Bomen tot het bont worden der Scha-
pen zyner Kudde, gelyk we by denbsp;reeds aangemerkt hebben.nbsp;;
. S- II. Voorts zo hebben deze Bomen, inzonderheid de zwarte Populier: ook hunne nuttigheid
in de Medicynen, voornamentlyk de jonge Knoppen als de Boom in het VvDOrjaar begint te Botten;
n^en maakc \'er een Tinftuur van, door middel van dezelve op befte Brandewyn te zetten cn by de
Warmte te laten trekken, welke een heerlyk middel is voor de Buik- en Rode-loop, en inwende-
ge Wonden en Gezweeren; den Lyder neemt \'er \'s Avonds en \'s Morgens i i 2 Eet-lepels vol van in
pet warra Vleefch-nat. In de Apotheken wort een Zalf uit de gemelde Knoppen gemaakt, Popa-
^ier-zalf genoemt, welke zeer dienftig is voor allerlei heete Gezwellen, en verkoelt de brand ; is
ook zeer nuttig voorde KwiheWen QHsmorrboides\'); aan het Voorhooft geftreken, verdryft zede
Hooft-pyn; verdryft ook geftotene, geftagene, of gevallene Builen; op de Slapen en Pols geftre-
ken, verwekt ze Slaap en Ruft.
De Olie (Boom-olie), waar in men deze Knoppen gekookt en vervolgens wel uitgeperft heeft,
heeft dezelfde kragt als de gemelde Zalf.
12. In Weft-lndiën, m de Landfciiappennbsp;Firgima, Caroli^ia, enz., groeijen Mede-
ï\'-oorten van de Populier-bomen, waar van, zo men zegs, eene zoorc het Gom Tacamabaca uitle-
^\'eï\'t, (Linn. Met. med. 463), en een andere welruikende Balzem uit de Knoppen (Catesby Hifi.
Caroliizcs, enz.).
ü i
Ca] Diofcord, Life. I. Cap. XCII.
VAN
I.
et PYLHOUT. Dit Heefter-gewas heeft de volgende namen, io het Neder^
duitfchy Pyi-hout. Sporken-hout. Zwarte Elfen-boom. Latynfcb, Alnus
baccifera. Hoogduitfcb, Faul-baun-h Spoi^ken-hoitz._ Zalf-holt^ Franfcb:^
Aunenoir. Bourgene Engdfcb, Blak Afder-Tree. Dog-Berry-Tree, Stia-
king-Tree. ■ Itflags-Alm of Elm-Tree.
2. Oaar worden twee Hooft-zoorten van gevonden, als:
^ I. HET GEMENE PYL-HOUT.
Alnus nigra baccifera. C. B. Pin. 428. J. Baub. i. 560.
Bodon. Tournef. Infi. 612. Boerb. J.A.J..
Alnus nigra.nbsp;, r • r- rr rvcr ■ r-
Rhamnus inermis, floribus monogyms hermaphroditis. Linn. IL Chf. 70. Fior.
med. 73.
2.___
^ Alus nigra Polycarpos. C. Pm. 428.nbsp;• ■ r,, , r i i, j? r ,
% .0^. De ecrUe Zoon groeit in BrabaJtd, Hoog-dmtjcbland, Frankryk, Engeland, enz., inde
H\'^^gen en Bosfchen. Daar word een verandering van gevonden, uie wat groter en eenigzints rui-
ger óf hairige Bladen heeft; dog mogelyk komt aeze verandermg alleen uic de deugd des gronds,
Randplaats,quot;en jeugdigheid der Plant voort. , ^^nbsp;■ ,
Dc twede gemelde of kleiner zoort groeit op de Bergen en hergmgtige plaatzen van de gemelde
Landftreken.quot;nbsp;. • j
§. 4. Dezelve beminnen een gemene, goed, liefft zandagtige grond, en een opene plaats.
i 5. Vvorden door de Uitlopers of door Inlegging voortgezet.nbsp;, .
6. Haar gebruik in de Tuinen is weinig; men plant aezelve zomtydts m de Tuinen in de Bos-
en elders anders, om de verandering van Gewasien, inzonderheid de eerftgemelde zoort.
^len kan \'er ook Heggen van planten, die egter niet zeer digt en fraai worden.
, 7- Het Hout is heel hard, en kan dienen voor de Draaijers en andere, tot allerlei dingen, die
.™iquot;d Hout vereisfchen. De Kolen van dit Hout worden zeer geagt tot het maken van Bus-kruit.
De Takken,, welkeIsng opfchieten, zyn dienftig tot Hoepen van Klein Vaat-werk.
Ds
H
■
fuec.
194. Mat.
-----------
KLEINE BERG-PYLHOÜT, ofKruis-Peer.
■f
J
L
Dc Befien vemen de Wol en andere dingen groen, en de Schors geel. Ad;. Stokb. 1742. pag-
Voorts zo heefc dit Gewas ook zyne nuttigheid in de Genees-kunde, want de middelfte
Schors purgeert allerlei kwade Vogten, en inzonderheid de water- en wei-agcige Vogten ze^r it
uit het Ligchaam , en is midsdien heel dienftig voor de Water-zugt cn daags- en andcrdaagicn
Koortzen Men laat tot dien einde een halve Once of een Lood van de gedroogde Schors op goeüc
witte Wvn of lugtig dun Bier of Wei trekken, waar by men wat Caneel, (^ngber of Kruid n
ISs vo^gtquot; om dat hec anders de Maag wat ontftelt; en dit middel is hooftzakelyk voor MenfcheB
die van een fterke Complexie zyn. De verfche Schors doet braken.nbsp;, de
De Schors in ongezouten Boter of Verkens-reuzel gekookt, of Azyn nat geftampt, verdrytc quot;
Schurft, daar mede \'s daags een paar maal overgeftreken wordend©.
P
§. I.
k YN-BOOM. Deze altydt-groenende Boom word genoemt, in het Nederduitfcb, PY® \'
Boom. Pyn-appel-boom. Hars-boom. Vuuren-boom. Latynfcb, Pynus. Booi,\'
duitfcb, Eirchten-baum. Harts-baum. Feuren-baum. Feuren. Foren-hpiquot;:^\'
Kinn-holtz. Kiefter-holtz, Zirbel baum. Franfcb, Fin. Engelfcb, Vm-Tiec. Deenfcb, \'
Zweedfcb, Tall Fc^ra. Fur. . ^ .nbsp;^ ^ ^nbsp;1 1,nbsp;,-nel-
§ 2 Daar zyn veie zoorten of veranderingen van deze Boom, dog ik zal alleen van twee
ding dóen,
Pinus fativa. C B. Pin. 490. Tournef Infi. 585. Boerb. J. A. 2. 179.
Pinus asficulis duris, foliis jongis. J. Baub. i. 248.
Pinus. Dodon.
Pinus vulgatisfima. Lob.nbsp;_ xr ^» qR
Pinus foliis geminis, primordialibus foliaribus ciliatis. Linn. H. Chff. 450. Hort. Upfal. ssoquot;
Mat. rnedfRoj. Prodr. 29-
2. WILDE PYN-POOM.
Pinus fylvcftris. C. B. Pin. 491. Tournef. Infi. 58(5. BoSi\'b. J. A. 2. I79.
Pinus lylveftris vulgaris Genevenfis J. Baub. i. 253.
Pinus fylveftris, fivePinafter. Doiow.nbsp;■
Finus foliis geminis, primordialibus folitariisglabris. Linn. H. Cliff. 4.50. Flor.fuec.-^gs. M»^\'
nied.424\' Prodr. 89-nbsp;r , r
3. De eerfte zoort groeit meeft in de warme Landen, als in Provence, Languedocq^ Itanet^^
Spanjen, en elders.nbsp;, ,
De twede zoort, of de wilde Pyn-boom, groeit veel in Hoogduitfcbland, Ungarien, Bohetnengt;
Polen Pruisfcben , enz., als mede in dc Alp-, Pyreneé- en andere koude Gëbergtens van Itah^^H
want hy bemind van natuure de koude en drooge Berg-agtige plaatzen, weshalven ze ook zeer veci
gevonden worden in liet Noorden, als in iVorvje^ê«, Zweden, Moscovieu, Lapland, en elders.
Deze Bomen kunnen zeer hoog worsjen , en groeijen doorgaans met een regte Stam opwaarts?
dog blyven zomtydts ook laag, volgens de gefteldheid van de Cirond en Stand-plaats.
t 4 De Pyn-boom begeert liefit, gelyk uit zyn natuurlyke Groei-plaats ligt af te Icieen isgt;
hoogedrooge, zandige Aarde; in vogte, ftyve Gronden wil hy niet wel aarten, weshalven diquot;^
in onze waterige, vette klei-gronden van wemig nut kan zyn om te planten.
S. 5. De Vermeerdering gefchied op dezelfde wyze als te voren van denbsp;opzyhpl^^^®
gezegt is, namelyk door het Zaad dat men uit andere Geweften ontboden heeft. Dog ftaat hierpy
nog in het byzonder aan te merken, dat de Pyn-boom nogbezwaarlyker de verplanting en kor^mj
dei-Wortels veelen kan, waar door doorgaans in het vervolg flegte voortgang maakt; zo niet
verfterft; weshalven het nodig is, als men goede fleurige Bomen wenfcht te hebben, dezelve
de gezaaide plaats te latendoorgroeijen. Dog indiende noodzakelykheidvereifcht om zete vei-
planten, zo moet zulks gefchieden terwyl ze nog geheel jong en maar een, ten hoogften cweejjir^quot;
oud zyn; en zulks met een kluit Aarde om de Wortels, dat in het overbrengen na de Plant-pW^^
voorzigtig moet behandeld worden, om dat de kluit van dc Wortels niet los raake en afvalle,
welk beft gefchied door middel van de jonge Boomtjes by vogtig weêr, als wanneer de Aarde ne
befl aan malkander vaft blyft, met een bekwame gladde\'Schoppe los te fteeken, en te gelyk op
nemen en op een Draag-berrie te zetten, om dus voorzigtig naar de Plaat-plaats overgedragen
worden. Op deze wyze kan men ook de jongenbsp;het beft verplanten.
§. 6. Het gebruik dat men \'er in de Tuinen van maakt is weinig, en niet zo veel als van de
boom: \' M en zaait of plant ze hier of daar in de Tuinen op een gevoeglyke plaatze om de verarquot;^^ quot;
gen van Gewasfen en om haar altyd duurende groente: Of op grote plaaczen, beft in de m,
onder ander wild Gewas. Het befte gebruik dat men daar van zoude kunnen maken, zoude Ku -
jien zyn, om \'er in de fchraale, zandige en veenagcige Hei-gronden Bosfchen van ce zaaijen, t _
Timmer-hout, gelyk te vooren by de Denne-boom reeds- aangemerkt heb; en ik moec By deze ge^
gentheid nog eens aanmerken, dat de nuttigheid daar van, hunne opmerking verdient.
§. 7. Van de twede zoort van deze Boom (§. 2.No. of altans vaneen Mede-zoort van diea^?
komt, zo men zege, het by ons zogenaamde Qrdnm-bmt, dog andere menen, dat de befte,
B E
B Ë S C H R Y V INtJ ¥A H BE Pt N-Ë O Ö M.nbsp;%
-bomen dk Ufmtn-bmt ukiévéréti; wélk Mout wy uk de Noordfche Lahdéii, als hopftza-
®eiyk nie Norwegen, vervolgens uit Zweden,, Pruisfen, Lyfland, enz., ook van Hamburg én Bre-
nnen, dat \\x\\t Duitfchland, Bohemen, enz., de Rivieren de Ëlbe enWeefer difvAkt, oncfengen, tot
hoodzakelyk gebruik, zo wel van Scheeps- als Huis-Timmeragie, Men brengt het meefl: ove!- in
heele Bomen, of in Blokken, dat is, ftukkeh van Bomen, van allerlei lengte en dikte; waar van
öe eerfte dienen tot Scheeps-Maflren, Paal-werken, enz.; maar de Blokken, om\'er op onze Wind-
Zaag-Molens, Balken, Ribben, Planken, Latten, van te zaagen. Dog dit Greinen-bout is zéef
verfcheiden in deugd, volgens de Groei-en Stand-plaats, daar het gegroeit is. Het Noordfche
quot;Word het befte geagt; het Duitfche is wat flegter. Ziet vorders wat we dien aangaande by de D««-
ne-hoom en elders, cWgaande de Groei- en Stand-plaats gezegt hebben.
S- 8. Tot branding quot;is dit Hout niet zeer bekwaam, om dat het zeer fpat en van korten duur, dog
beter als het flegte t)enne-!oout is. In de Landen daar deze Bomen veel groeijen , word het zelve
veelgebruikt van de Landlieden tot verligting by Nagt-tyden, in plaats van Keerzen of Lampen;
tot dien einde fpouden ze het Hout in zeer dunne ftukjes tot fpaandei-s, die aangeftokcn zynde, ta-
melyk lang, .wegens de harfigheid die het Hout bevat, kunnen branden, ze maken uit de vette
lakken ookToortzen, die zeer helder ligten; welke Toortzen van de Ouden genoemt wier
quot;en, waar van men by de Oude Pije^e« veel gewag gemaakt vind.
1nbsp;Bomen word ook veel Hars, Pik , Teer, •Terêpentyn , enz., vergadert, even
als uit denbsp;Ook word\'er hec ZïüartóeUiitgebrant.
S- 10. De Zaad-korls van den rawwmPyra-èosw, die tusfchen de SehubWge Vrugten, Kegels ge-
noemt, (Lat. Strobulus Conus) zitten , en Pin]en of Pingels (Lat. Nucès Pinea) genoemt worden,
zyn heel zoeten aangenaam, als ze verfch zyn, en v/orden in Italien veel tot Na-fpy/e, gelyk No-
ten, Amandelen, enz., opgedifehc, en men zegt dac zè zéér voedzaam, en gezond zyn voor zwak-
ke, door ziekte of vernioeijingkragteloos gewordene Menfchen, en dat ze inzonderheid de zwakke
Mans kragtig te Paard helpen; ze worden ook geconfyt, als mede Mareepdan \'er yan gemsaakt.
Men kan \'er ook Mequot;-- van bereiden, het zy van haar alleen of beter met Amandels vermengt, op
üie wyze als te voren by de Amandels aangewezen is. Het uit deze Pinjen uitgeperfte Olie is mede
zeerverfterkende, 3 ä 4 Druppels met Wyn, Chocolade, of iets anders ingenomen. Deze Pinjen
worden ons uit Italiën of van elders toegezonden, en by ons alleen in de Medicynen gebruikt, dog
.worden weinig hier te Lande gevonden j dan in grote Koop-fteden.
van de
quot;T^ OOZE-BOOM. WV moeften dit aangename en geurige Bloem-draagende Meeftef.
fx Gewas hier niet voor by gaan,fchoon het zelve anderzints meer tot de Bloera- en
JLXk- Planta®ie-Tuin behoord.
Het zelve word genoemt in het Nederduitfcb, Rooze-boom. Rooze-Struik. Latynfcb, Rofa ,
Van alle Botaniften Hoogduitfcb, Roozen-baum. Franjcb, Rofier. Engeljcb, Rofes. .Deenjcb^
Rofe. Rofe-Trà.\' Ziveedfch, Rofe. Rofe-Trœ.
2. Daar zyn zeer veele zoorten, als volgt:
T. De enkelde bleek-roode of incarnate Provins-Roos. Incarnate Damas-Roos. Maagde-Roo?.
2.nbsp;De dubbelde Incarnate Provins-Roos. Dubbelde Incarnate Damas- of Maagde-Roos.
3.nbsp;De enkelde roode Provins- of Damas-Roos. Zuiker-Roos.
4.nbsp;De dubbelde roode Provins-, of Damas-Roos.
J. De witte enkelde Provins-, of Damas Roos.
ö. De dubbelde witte Provins-, of Damas-Roos^
Nota. De dubbelde van deze zootten (No. 2. 4. 6.) zyn min of meer dubhelU
7.nbsp;De Engelfche bonte Roos, of bonte Provins-Roos.
8.nbsp;De bleek-bonte Roos.
9.nbsp;De dubbelde May-Roos. Kleine bleeke dubbelde Provios-Roos. Bleeke Roos.
Nota. Dez^ ^i* klein, en bleek-iticarnaat^ na den v^itten bellende,
10.nbsp;De bleek-roode Maand-Roos.
ÎI. De hoog-roode Maand-Roos.
ï 2. De witte Maand-Roos.nbsp;;
J3. De bonte Maand-Roos.
Î4» De Mos- of ruige Roos. Provins-Roos met ruige mos-agtige Bloem-ftcelcn en Knoppea.
IS\' Dc Centifoiie-Roos. Grote incarnate Provins- of Damas-Roos.
16.nbsp;De kleine Centifolie-Roos. Rofe des Dames. Juffers-Roos.
17.nbsp;De Provins-Roos met rondagtige gekrulde Bladen en incarnate Bloemen.
18.nbsp;De eiskelde Purper-roode Flu weel-Roos. Kamelot-Roos. Portugalfche-Roos»
\'9. De dubbelde Purper-rode Fluweel- of Kamelot-Roos.
De enkelde donker-purpere Fluweel-Roos.
De dubbelde donker-purpere Fltiweel-Roos/
Nota. Deze is zeer dtibbeld,, zwarf-bruin-pvrper, èn (lerk glanzende Fluweel-agtig; èn beeft or?;-
Jlaande Bloem-bladen : Dog de, koleur en fluweelagtigheid is op de eene Stand-plaats wel watfïer-
r, ^ ker als op de andere.nbsp;,
, De Roos zonder Doorns, roet grootehleek-purperagtige dubbelde Bloemc0*
R 2nbsp;-nbsp;25, Ds
-ocr page 223-B E S C H R Y VING v a n d e R O O Z E-B O O M.
S3. De Roos zonder doorns, mee kleine bleek-purperagtige dubbelde Bloemen.
Nota. Dese beide (No. 22, 23.) fchynen Mede-zoortm van (No. 19. 2i gt; Haar Koleur Z\'ixeè^nê
na een verbleekte, morfige donker-purper c Koleur.
24.nbsp;De Frankforter bleek-roode, of witte Roos.
Nota. De Bloemen van deze gaan nooit geheel open.
25.nbsp;De gemene enkelde witte Roos.
a(5. De gemene dubbelde witte Roos.
Nota. Deze beide CN O 25, 26.) zyn niet (^No. 6.), ze groeijen veel hooger, en hebben groo^f^
doorns.
De kleine witte dubbelde Roos. Melk- of Tros-Roos.
De enkelde Muscus-Roos.
pe dubbelde Muscus Roos.
De altydt-groene Muscus-Roos.
De bonte Waereld-Roos.
De enkeldeEgelantier-Roos, met ruikende Bladen.
De dubbelde Egelantier.
Nota. Daar zyn ook Mede-zoorten van deze tvoee (No. 32^ 33.) welkers Bladen niet ruïken.
ders in allen aan dezelve gelyk.
De enkelde Kaneel-Roos.
De dubbelde Kaneel-Roos^nbsp;^ i
30. De geele enkelde Rpos^
37. De geele dubbelde Roos.
De geele en roode Roos. Oranje-Roos. Öoltenrykfehe-Roos. Vermillioen-Roos. Turk-
fche-Roos.
N\'Ha. De JMoem-bladen tsan deze zyn van binnen Oranje-geel, en van buiten Vermiïlioen-rooi-
De Bloem is enksli.nbsp;,nbsp;,
De Oranje-Roos, aan de eene Tak met geheel geele, aan de andere met geele en roode Bloe-
men.
40.nbsp;De Oranje-Roos met geheel Oranje-geele Bloemen.
41.nbsp;De wilde Bottel-Roos.
42.nbsp;De groote Bottel-Roos. Appel-Roos, met groote ruige plrugten.
43.nbsp;De groote Engelfche Bottel-, of Peer-Roos, met groote Peer-formige Vrugten.
44 De kleine wilde Roos, met Pimpernel-bladen , doorgaans D^m-iiooj- genoemt; met witt®
enkelde Bloemen.
De Duin-Roos met bleek-roode Bloemen.
De Duin-Pvoos met bonte Bloemen.
De Duin. Roos iret bonte Bladen.v^i
De kleine Aard-Roos, met groote Peer-formige Vrugten.
De dubbelde Aard-Roos.
De Virginifche wilde Roos.
Wy zouden hier deze gemelde zoorten wel nader befchry ven en verhandelen, maar dewyl dezel-
ve meer tot de Bloem.-Tuin behoren, zo zullen we zulks Iparen tot dat we van de Bloem-gewasfen
in het byzondere komen te handelen.
§. 3. De Rozen
ropa, zo wel in wari
r.\'ejj,\' en elders, in de Heggen en Bosfchen,quot;
O.Engeland, Frankryk, Daitjcbland, enz. , No. 34. ibid. 3Ö, 37. in ^/nca ën
A Tnbsp;in i 1-1 I tnbsp;i-tnn rjnbsp;L/nbsp;7. ^ Z.nbsp;Zj^.. rt.nl n j^n y-fnbsp;« ^ » __O quot;nbsp;_nbsp;. A
27.
28.
29.
30.
31\'
32
33-
34-
35.
38-
39.
45.
4Ó.
47.
48.
49-
jo.
1 groeijen, te weten de wilde zoorten (No. 32.....40.) in veel Geweften van E«-
s^arme als koudei en zommige zelfs in de koudfte, als in Zweden, Lnpia^d Sib\'\'
i\'r, Hp Hpo-typi, pn Rn^frhpn inzondcrheid de enkelde zoorten, en^hoofkakeiy^
tamme zoorten worden in de Hoven gecultiveert, en zyn zeer waarfchvnlvlv alle^S-rVdc uic
het Zaad van deze of gene wilde zoorc in vcrlchillige Geweften voorcgekomen lt;^dvk meer andere
Gewasfen.nbsp;\'ai
4. Dezelve willen in allerlei goede, losfe, vette Gronden heel wel tieren, do«\'bemmn-n
een goede zandagtige, en verders een open Lugt; kunnen ook alle onze Winter-koude z^cr
doorftaan , behalven No. 28, 29 en 30, welke derhalven daar voor met Stroo moeten bedekt, of
\'s Winters, in Potten geplant ftaande, in Huis bewaart worden.
de twee
\'er uicge-
. . .................. . „^-fpyze by
i, j ;nbsp;. ,nbsp;,nbsp;.------ im\'ikelykfte geagt, fchoon de twee overige
groter zyn. ivicn droogt dezelve ook tot dien emde m de Oven voor het Winder gebruik
§ S. Voorts zyn de Roozen vaa veel gebruik in de Medicvnen. wm-d^n.fn in^nnH^/h
J.
gebruik in de Medicynen, wordende inzondsrheid de r,
2,3,42®
-ocr page 224-^ E S C H R Y V I N G v a n b e R O O Z E-B O O M.quot;
V3,4 en i-jde zoort tot dien einde gebruikt, fchoon de overige ook diergelyke nuttigheid hebbenj
J-aog de Rozen zyn niet alle van eenerlei kragt en uitwerking: De bleek-rodeRozen hebben een
laxeerende kragt, daar en tegen de roode en witte een adftringeerende of t\'zamentrekkende, egter
2yn zc in het algemeen verfrisfchende, en de Levens-geeften verilerkendci De bleek-rode Rozen
gorden geprezen voor veriloptheid der Ingewanden en daar uit voortkomende gebreken j als Hooft-
Pyn, heete zeêre Oogen, Hypochonderye^ enz. De roode Rozen zyn dienftig voor een kwalyk
geltelde Maag , verlorene Ee\'tens-luft , Buik-loop, overvloedige Stonden, enz.. Men maakt toe
üien einde een Conferv van de Bloemen, door middel van Stamping der van de witte uit-einden ge-
zuiverde Bloem-bladen met een gelyke zwaarte van witte, goede, drooge (geen vettej Poeijer
i6uiRer, in eenSteenen of Houten Mortier; waar van denLyder \'s Daags twemaal een brok neemt
als een Okernoot groot. In de Apotheken bereid men tot de gemelde en andere gebruiken gt; daar ea
Doven nog gediftilleerHnbsp;.^^^^oop. Olie, enz.^ van,
roode Rozen een beként en zeer gebruikelyk Middel voor rOoda
R
VAN DE
YN-BESIEN. Dit Heefter-agtige Boom-gewas word genoemt in het Nederduitfcb 4
Rhvn befien. Schyt-befien. Weeg-doorn. Purgeer-doorn. _ Kruis-doorn. ^ La-
^ ïWcó, Rhamnus catharfticus. Rhamnus foluturus , fpma infeftoraci. Cervi
fpina. Ho^dudfcb, Crmtz-hcev. Creutz-dorn. Weeg-dorn. Jranfcb, Nerprun Engeljcbi
Buk-thorn- Rhein-berries. Commun Purang-Thorn. Deenjcb, Kaars-boer-torn. Hiaerte-torn.
Z\'weedfcb, Wigel-torn. Werren-torn. Getrappel. Get-bark.nbsp;^ tiu
V 2 Daar zyn drie Veranderingen van dit Gewas, dat tot het Geflagt van de Rhamnus behoord^
-aar v\'an we reeds op andere plaatz^en ^^SnI RnSt^^^^^^
Rhamnus cathartlicus. C. B. Pm.478. Baub. 155. Tournef Inft. 593- Boerb. J. A. 2. 212.
Rhamnus folutivus. Dodon.
floribus quadrifidisdiorcis. Linn.H. Cliff. yó. Flor. fuec.
Mat. med.nbsp;2^24. ^^-jII^^.besIE.
Rhamnus catharfti^s minon C^^^ 478- Tournef. Inft. ^93-
Licium callicum. Ejmd. 478-
Spina infeftoriapumila.nbsp;iii.
Rhamnifotufivimino^rp|C^|
Ivcium f;,pïp^iiruni filveftris^ five Italicum. C^B. Fin. 47S.
RLZixi\'l^l-atus minor\', folns longiori. Tournef. Inft.
if\'l^^SS^^g^tHÓ^^^nbsp;en elders, in de Heg.
gen/Bosfchen Ws de Wegen en op andere önbebouwdc Plaatzen.nbsp;. , ^nbsp;, ,
De weS en defdfz^^^^^^^ ^n ^^Ue deelen kleinder groeijen, zyn minder gemeen; dezelve
^orde™ondenTn loOoßenryk, Ongarien, Provence, Languedocq, en eiders
ufULn gevuMuuu m maemt^n,nbsp;zand-agtigc Grond, en kunnen onze Winter-koude
4. Ze beminnen een gemene losfe
ille heel wel tegenftaan.
quot; 5 quot;
ïet Zaad, welk
I.
r to vSmSdenng gelchied doorde Üirlopei^ oHiftegger^ of o^ door he. .
in de BeSr die ze v^^^^^^^^nbsp;opgefioten is; welke Befien in de Herfft gedroogt en bewaart
lu ue üeiien,nbsp;^nbsp;\' „nbsp;wnr rp mpnken eeftaan nebben, od een
zvndeln\'het VooHaarquot;quot;na dat ze van\'te voren wat te meuken geftaan hebben, op een goede warme
pSs gezaaiträ dTv\'oSr^^^^^^nbsp;^ 3 J^^\'^n oud geworden zynde, ver-
plant wordeiLnbsp;^^ Gewasfen maakt is zeer weinig, men plant z©
\'ordeSe Kolfur ^nbsp;neemt van de gemelde onrypenbsp;doet die in een
zuivere vSâad!te Pot v^^^ by wat water in een wejmg Alum, iaat het dan op een warme
Plaal^of ople klein K^ wat weeken, giet het vogt dan door een Lmncn-doek, zo zult gy
een g^k^eur heto ^^ ^^ ^^^^^ ^^^^ rype Wriche B^.. ftampt ze in een Mor.
t\'er, doenbsp;A^in, of water waar m ^tom gefmolten is, by, en perft het
^^P^K doIt^^^^^^^nbsp;om te droogem, pf^aii^dcrs in een Blaas die men boven
öigt binat, en ergens op een drooge plaats ophangt; ^ zo zal net ap loog ^n liai a woraea, Ance-?
■nbsp;Onbsp;r *
\'ven nog gediftilleerd mter, Syroop
Uitterlyk is het Roze-Vater uit roe.......----------------..nbsp;- ^nbsp;, ^^
Oogen, uit hitte ontftaande, en zo veel tc beter, als men daar wat Slym van Quee-korls (dat
IS ^t Nat waar in Quee-korls eenige Uuren geftaan hebben te weeken} by doet,
. AJe roode Roze-bladen, en ook de bleeke, wat geftampt, vervolgens met goede Azyn bevog-
tigt, op het voorhooft eeleet. is een zeer goed Middel voor Hooft-pyn, uit hitte ontftaande, hec
zydoorKoortsofanderI
B E S C H-R Y V I N G ir A N ö E R Y N-B E S I E M.
tc ftelleïi de geftamptc Befien, met een weinig Aluin doormengt zynde, eenige dagen lang in
zuiver koperen Vat te rotten, en perzen \'er dan het Zap uit, waar door het groen ook lieflyker
word; en dit k het Groen dat men meeft overal by de Dr^ogiften te. koop vind, onder de naam
Zap-groen of Blaas-groen, C^i^ans, Verd de Vesfie^ en voor de Schilders tot Water-verf, en voor In-
genieurs , en andere die Flans maken, van veel nut en gebruik is.
§, io. De Beften van de twede zoort (§. 2. No. 2. geven op de bovengemelde wyze (§. 8.) g^ele
Verf, als die van de eerfte zoort, en worden zeer veel gebruikt van de Schilders, en inzonderheid
van de Verwers, tot het geel Verwen van allerlei Stoften; wordende tot dien einde uit PrWsncs
daar ze veel groeijen, inzonderheid omtrent Avignon, overal verzonden: Men vind dezelve by
Drogiften onder de naam van Zaad van Avignün, (Latynfch, Grana Amnionenfia. Franfch;, Grains
d\'léxignün, Graifiette, Graine jeaune.)
Van de-ze Bejien word ook het zogenaamde Scbyt-geel, (Franfch, de Graine^, dat de O^*\'\'\'\'
en Mignatuur-Schilders veel gebruiken, in Holland en elders gemaakt, op deze wyze.
§. II. ïieem Cerusfe ol Lood-voit, wryft dit met Water op een Wryf-fteen zeer fyn, daarna
laat het inde fchaduwe droogen; dan neemt Zaad van Avignon, flampt zulks in een Stenen Vyz^^
met een Houten Stamper, en iaat het daar na met Water in een verglaasde Pot kOoken tot dat he\'^
ruim een derde verkookt is, of tot dat gy ziet dat het vogt mooi geel is, giet hec dan door een Lin-
nen-doek 5 en voegt ^er by een weinig Aluin, welk belet dat de TinStuur niet van Koleur verandert-
Daar na neemt hec gedroogde Cerusfe en weekt die, in deze Tind;uur, en maakt \'er een dikke PaP
van, kneed die, en formeert\'er brokken van, laat die daar na in de fchaduwe droogen, droog zyQ\'
de, zo weekt ze weêr in dezelfde Tinëtuur, 2 a 3 maal, naar mate dat het Scbyt-geel ligter o\'^f don-
kerder zal z3 n; agt gevende dat het zelve elke reis wel droog geworden zy; ook moet de Tinêiti^^^
by het weeken heet gemaakt zyn, en men moet zig wagten dac \'er geen Yzer of Staal by koonit,
weshalven men een houten Spadel moet gebruiken.
12. In de Apotheken van Landen, inzonderheid in Hoog-dUitfdiland, Frankryk, cn elders,
word \'eruit de rype Ryn-beflen een purgeerende Syroop bereid, (Sirupus Domejlicus genoemtj)»
welke zeer geprezen en veel gebruikt word Cactoifl, voor Waterzugt, Jigt, Podagra, en andere
langduurende en hardnekkige Ziektens J Men neemt het van i tot if Oncen men Vleefch-nat \'sMor-
gens inr en zulks verfcheidcmalen als hec nodig is, na i a.2 Dagen cusfchenpozen. In plaats van de
Syroop, kunnen ook de verfche of gedroogde Befien in dezelfde gebreken gebruikt worden; van de
verfche Befien worden 15 8 20 ingenomen, en van de gepulverifeerde, coc i Drachma óf Greintje^
of men maakt een Afkookzel van de verfche of drooge Befien, dac men met Zuiker wac veerzoe-
tcnkan, hier toe neemt 30 tot jo Befien, naar den ouderdom en de natnur des Lydesr
§. I. ^EVEN-BOOM. DitHeefteragtig Gewas word genoemt in het Nederduïtfcb^ Se-
^^ ven-boom. Savel-boom. Latynfch, Sgt;zhm3.. Savina. iïoögïim^ycè, Sieben-baum.
W«/ Seven-baum. Sade-baum. Franfcb, Savinier. Engelfcb, Savine-Tree. Deenfcb»
Seven-boom. Zweedfcb, Saef-boom,nbsp;-n.
§. 2. Twee zoorten worden \'er van dit Gewas, welk de nieuwfte Botaniften onder het geflagt
van denbsp;ftellen, gevonden, als:nbsp;\' :
1.nbsp;De SEVEN-BOOM, met Tamarifcen Bladen.
Sabina foliis Tamarifd, diofcordis. C.B.Pin. 487. Boerb, J. A. 2. 207.
Sabina fterilis. B^üwi?. 1. 288.
Sabina, i. Dodon.nbsp;,
Sabina mas. Tab.
Sabina vulgatior. Lob.
Juniperus fohis inferné adnatis, oppofttionibus concatenatis» Linn. B. Cliff.^64.. Hort. tfpf-
29Q. Mat. med. 4.67. Roj. Prodr. go. Mas.
2.nbsp;SEVEN-BOOM, met Cupresfe Bladen.
Sabina folio cupresfi. C. B. Pin. 487. Boerb. A. 2. 207.
Sabina baccifera. jl^. Bawè. i. 288.
Sabina. Dodon.
Sabina fsemina. Tab.
Sabina genuin baccifera. Leb.
Juniperus foliis inferné adnatis, oppofitionibus concanatis. Linn^ H. Cliff. 464. Bort. Upf. 299^
Mat. med. 467. Roj. Prodr. 90. fcemina.
By Tournefort vind men dit Gewas niet aangetekent.
De twede zoort is maar een verandering van de eerfte.
Daar is nog een verandering van met bonte Bladen.
§. 3. Beide deze zoorten groeijen in het wild in de Oofterfche Landen, \'m Griekenland, Can-
dien, Afien, Tartaryen, Siberien, en elders, in de Berg-en Bofch-agtige plaatzen. flier teLaüquot;
de worden ze door de Cultuure voortgezet: Dog de eerfte zoott is het meeft bekent.
§. 4. Ze willen in allerlei goede losfe grónden heel wel groeijen, dog beminnen liefft een zandi-
ge ; willen ook wel in fchaduwagtige plaatzen aarten; cn kunnea alle ongemakken d^s Winters zeer
wel doorftaan.nbsp;. . •
§. S*
-ocr page 226-b e s C h R^ V I N G v a HD s s Ë V E N-B O O M. ft
aed ^^nbsp;Vérmeerdeit döor inieggiög of St der jorigé Takken, die in een fchadüW-
en fquot;nbsp;plaats geïtoken wordende, niet bezwaarlyk in een ä twee Jaren bewörtelen ea
^ tÏquot;^quot; verplant worden i daar men begeert,
of diTiquot; •nbsp;dat men \'er in de Tuinen van maakt is weinig: Ze Worden meeft alleen hier
de vernn\'l quot; geplant uit Liefhebbery: Dog zomtydts plant men \'er op grote plaatzen j om
er vnnbsp;Gewasfen, laage Heggen\'van, die 334 Voeten hoog kunnen worden: Ik heb
nk m« ^ • zodanige gezien die heel bevallig ftondèn, maar dezelve ruiken zeer onaangenaam ^
men ze uom t te roeren,
den\' ^^^ ge^\'uik van dit Gewas ih dé Oeconomie is oOk Weinig^ De jonge Takjes, klein gefné-
al«nbsp;onder haar Voeder te eeten gegeven, geneeft dezelve ven de Droes, dat is -
de Tnbsp;de Hoeft hebben. Met deze Takjes de Hokken der Hoenders berookt, of
V O fyquot; ^^^ dj^J^-^-water gelegt, als ze de Pip hebben, geneeft haar daar van.
gI\' a ?laatften nog aanmerken, dat de Tuiniers haar behoren te wagten om dan dit
dezelve ^^ ^ ^\'^derfcheici, aan ieder Vrouws-perzoon te gezen, als ze daarom vraagt, vermids
heefrnbsp;kwalyk gebruik daar van maken, fchoon hec zelve anders vele nuccigheid
voor re W ^ Stonden kragtig te bevorderen, enz., en de zwangere Vrouwen hebben zig daar
fphnrftsnbsp;\'^jtwendig cvn de Bladen van deze Boom een dienftig middel voor allerlei kwade
dp drn L jnbsp;elders,\'in verfche ongezouten Boter of Verkens-reuzel gekookc zynde, of
innbsp;Bladen daar mede of mee Room gemengc. Hec Afkookzel daar van is ook zee.i dienftigj
quot;nbsp;gebreken, als mede voor vuile Zeeren en Wonden, voor de Kanker en koude Brand. \'
VAN DE
cr*nbsp;Daar zyn twee zoorcen van, als Wilde en Tamme, de eerfte lieet
^^ in \\\\Qt Nederduitfcb, Wilde Sorben-boom, Lyfter befie-boom; VogelS-befie-boomj
KJ Qualfter-befie-boom. Haver-Eflchen. Bergs-Esfche. Quicfchen-boom. Latynfcb ^
^orbus Sylveftris, vel aucuparia. Hoogduitfcb, Wilder Sperper-baum ^ Meel-baum Wilde Meft.^
^^erbaum, Quicfchen-beum, Eber Eichen-baum, Qualfter-baum, Vogels-beer-baum. Franfcbi,
fauvage. Engelfcb, Quicken-Tree. Deenfcb, Roene^beer-Tree. ZweedfcJ}, Rum.
De Botaniften noemen dezelve:
i. SORBÜS filveftris, foliis domeftjcséfimilis. C. B. Pin. 4.15.
Sorbus aucuparia. J. Baub. i. lt;52. Tournef. Inft. 624.. Boerb. J. A, 2. 243.
Dodon. . ^ ,
Sorbus fylveftris alpmai Loöi
Sorbus fnii\'Jc ■ninnatis. Linn. H. Chit. lig. Flor. juec. 400. Mat. med. 2^5\'. Ro\'i. Prsdr. 272.
Servire-Tree. Deenfcb, Reene-boer-Tree, Zweedfch, Tam-Runn.
By de Botaniften beet hynbsp;.nbsp;^
2- sorbus fative. C. B. Pin. 41J. Tournef. Infl. (533. Boerh. J. A, 2. 248-
Sorbus. J. \'Baub. i. 59. Dodon.
Sorbus domeftica. Lob.
Hier van vind men by Tournefort nog verfeheide veranderingen uit de Hortus Catholicus aangetes-
\'^\'^.nt, die egter hiet verfch\'lien 5 als in dg gedaante, groote, en koleur der Vrugten, zynde zom-
^k^erond, andere langwerpig Peers-wy ze, min of meer rood, fraaakelyker, enz.
, S- 2. De eerfte of vvildezoort, doorgaans by ons JLiy/jer-^^f/ïe-iS\'ooTïj gênoemt, die middelmaatig
Sroot, groeit op veel plaatzen vanLIoog-enNeedcrHiuitichland in het wild, in zand-of fteen-agtige
Gi^nden en bofch-agcige Plaatzen.nbsp;,
De tamme zoort groeit meer in het wild, ih de warme Landen, ais Snitalien, Provence, Longue^
) enz., dog word ook op zommige plaatzen van Hoogduitfcbland in de bërg- en bofch-agtige pkiac-
cn elders gevonden.
1 S- 3. Ze beminnen beide een goede, losfe, liefft zand-agtige grond, en vréezen geen Winter-
Konde.
S- 4. Hare Vermeerdering gefchied door de Befien, öp die wyze als te voren van de Haag-doorn
is; of door Uitfpruitzels, of ook door Inlegging der Takken.
§• J. Wat aangaat het gebruik dezer Bomen in de Tuinen; men plant de Lyfier-befie-Jjomen op
si\'ote plaatzen, veel in de Bosquets tusfchen ander wild Gewas, ofop andere plaatzen van de Tul-
naaft Gragten, Sloten, om haar aangename witte Bloem-trosfen in de Bloei-tydt, in deMav,
inzonderheid wegens de bevallige roode Vrugt-trosfen, die in het Na-jaar ryp worden, en d?n
fraai gezigt tusfchen de groente geven. Ook plant men \'er wel kleme of fmalle Alleés van, in
J^^Bosquets af elders, van 10 \'k 12 Voeten afftand in de Reyen, dewyl ze niet heel groot wor-
DezeBe^fw zyn zeer dienftig en worden veel gebruikt om daar mede L^^yZw en Kramets^
die dezelve zeer gaarne eeten, en waarvan ze de naam van Lyjler-befien verkre-
Ipnnbsp;Men moet ze tot dien einde niet al te ryp plukken, om dat ze dan langer duuren kun-
valkade anders ligtelyk van de Steles af.
-ocr page 227-BESCHRYVING v a n dê SORBEN-BOOM.
§. 7. ik heb reeds in een ander Werkje gezegt dat de Lyfler-vangft een der Herfft-vermaken lö
de^ïuinen is, als alle andere vermaken ten einde gaan.
§. 8- Wac nu aangaat het nut en gebruik van de gemelde twede zoort ojf de tamme Sorben-boom
(§. I. No. 2.): Men plant dezelve alleen uit Liefhebbery hier of daar in de Tuinen, als mede om
de Vrugten , dic Tros-wyze voortkomen , als de Lyfter-hefien , en die dikwils aan de eene zyquot;®
bi eek-geel en aan de andere rood zyn; welke Vrugten men, na dat ze als de ilfexpefera week gewor-
den zyn, eeten kan, en iets zuur- of ryns-agtig, dog niet onaangenaam fmaken. Men bindt dezel-
■ \' \' -\'■^i- -....... ------------\'----- —nbsp;J----------------- 70 kunnen ze lang
toebereid.
_________________ ^nbsp;..nbsp;.nbsp;,nbsp;^ j. deze wyze 9
neemt vier Pond Sorben, die by na ryp zyn, zuivert ze van haar Steeleh, en^neemt \'èr de korls uit»
vervolgens kookt ze in genoegzaam Water tot dat ze by na week zyn; daar na neemt tot drie Pond
van deze gekookte Sorbe?i, twee en een half Pond goede Zuiker of Honig, kookt het met malkander
zagtjtes tot de confiftentie van een dikke Syroop ; deze confituur .verwekt Appetyt en fterkt de
Maag, en dient inzonderheid voor die, welke aap de Buik-loop, of aan het braken zyn.
ITit de Vrugten zo wel van de wilde als tamme Sorben, kan ook, na dat ze wat geftaan hebben
geftcn, een goede Brandewyn gediililleert worden.
Haar Hout is hart en vaft^ en word op plaatzen daar het veel groeit, van de Schryn-werkers eiï
Draaijers veel gebruikt; is ook goed om te branden.
9.nbsp;Behalven deze voorgemelde zoorten van Sorben, zo zyn \'er ook nog eenige andere zoorteö-
van Boom-gewasfen, die zommige by die Sorben gerekent hebben, weshalven we hier daar vao
eenige melding doen zullen :nbsp;quot;
De eerfte zoort heet in het A\'^ifgriaif/c/^, Berg-Sorben-boom. Latynfcb, Sorbus torminaquot;®quot;
Hoogduitfcb, Wilder Berg-Sperwer.baum. Eltzen-baum. Eltze-beeren. Adels-beeren. Efeh-
Roofcl. Arsfel.nbsp;Sorbier de Montague. Alifier.nbsp;Commun Service-Tree-
Sorb.
By de Botaniften word hv genoemt:
\'i. MESPLLÜS apri folio fylveftris, non fpinofa; five forbus terminalis. C. P/ra. 454.
Sorbus tcrininalis,\' amp; Crat^egus Theophrafti J. Baub. i. 03.
Cracffigus folio iaciniato. Tournef. Infi. 633. Boerb. J. A. 2. 248.
Cratïegus foliis cordatis acuti?laciniis.acutis ferratis. Linn. Hort. Cliff, 187. Roj. Prodr. 27^\'
De twedè zoort hget iü het Nederduitfcb, Wilde Enge!fche-Sorben-boom. Roode Berg-Sorben-*
koom. Latynfcb^ oorbus. vel Crat^gus. Sylveftris anglica. Hoogduitfcb, Wilder Englifeher\'
Spefwer-bavim. Franfcb, Sorbier d\'Angleterre. Engelfcb, Ned Chefs-appels. Engelfcb
Servire-Tree. Wittequot; Beam-Trec. Deenfcb, Oxel. Zweedfcb, öxeh
By de Botaniften heet hy:
2. ALNI effigie lanato folio, major. C. B. Pin. 452.
Sorbus Alpina. J. Bauh. i.. 63
Sorbus fylveftris Anglicus.nbsp;1420. i^ö/. Hi/i. 1459,
CratïEgus folio fubrotundo ferrato fubtus incano. Tournef. Infi. (533. Boerb. A. 2.
Aria Theophrafti, effigie Alni. Lob.
Aria Theophrafti. vulgo.nbsp;.
Crata^gus foliis ovalibus injE-qualiter ferratis ^ Linn. H. Clif. i%-j. Flor. fuec. 393. jj/^f,
234..
Cratsgus foliis ovalibus insqualiter ferratis, fubtus tomentofis. Linn. Virid. TJoj. prodr^
2quot;) 1. ,
Cratffigus inermis foliis ellipticis ferratis, transverfaliter finuatis, fubtus villofis. Linn.Flo^\'
Lappon..\\gQ.
De derde zoort heat in het lgt;^ederduitfcb, Virginifche Sorbên-boom. Latynfcb, Sorbus Virgin^^quot;
na. Hoogduitfcb, Virginifche Sorbeii-baum. i^^nm/cfe, Sorbier de Virginie. Éngelfcb,
Tree .of Virgir.ie.
VandeBotanift-enrword hy genocfflt:
3. Sorbus Virginiana foiiis Arbutri, Breyri. Prodr. i. Fterm. H. L. B. 878. Eig. 699.
Mespilus Virginiana, foliis Arbuti lanato folio. Plukn. Almag, 24S.
Cratffigus Virginiana, foliis Arbuti. Tournef. Infi. ó^^- Boerb. A. 2.
Mcspiius inerm.is, foliis lanceolatis crenulatis. Limi. H. Cliff. 1S9. Roj. Prodr. 2ji.
10.nbsp;De eerftgemelde zoort (§. 9. No. i.), dat een grote Boom word, groeit in Hoogduitfe^\'
land, BobemenOoftenryk, ïtalien, Zwitzsrland, Frankryk, Engeland, en elders, in de kouder-
Berg- en Bofch-agtige plaatzen.
De twede zoort (§. 9. No. 2.), word ook een tamelyk groote Boom, cn in de gemelde Lano-
ftrekén op diergelyke plaatzen gevonden, inzonderheid veel \'mEiigeland, als mede in de noordlyk®
Landen.nbsp;^nbsp;^
De natuurlyke groei-plaats van de derde zoort 9. No. 3.}, is het I.andfchap Vifginien en
rolina, in America, en word een tamelyk grote Boom.nbsp;/ie
§. II. Ze beminnen alle een goede, vette, liefft zand-agtige grond, in klei- en andere
grónden m.akcn ze weinig voortgang, kunnen onze Winter-koude zeerwel doorftaan^ dog
by ons zeer v/einig ,en niet dan in de Botanifche Tuinen, en by zommige Kruid-beminnaars ge-
§. 12. Haare Vermeerdering gefchied door Uitlopers of door Inlegging der Takken, of by de
Vv\'ortel uitgelopene Spruiten. \' Kan ook gefchieden door het Zaaijen\'der Vrugten, zo als van d®
Haag-doorn gezegt is; a\'s men Vr.ugten daar van verkrygt,. dog die van de derde zoort (§• 9- No«
3.} worden by ons zelden behoorlyk ryp tot de zaaijing. iMen kan ze ook vermeerderen door En-
ting of Zuiging op Haag-doorn of op Qjiee, dog het Inleggen of Zaaijen is het beft, dewyl het was-
fdyker Bomen geefc.nbsp;^ ^^^
ma
I E S C H R Y V 1 N G. van de S O R B E N-B Ö O M.
. 13. Het gebruik dac meh van deze Bomen ih de Tuinen maakt j de eerfte en twéde zOort (;§• p.
f o-1,2.) zyn, dewyl het mooije, grote, uitkronende, lommer-agtige Bomen worden, inzonders
neid de eerftgemelde zoort, heel bekwaam tot Alleés op grote plaatzen, die heel cierlyk ftaan, ^e-
lyk ik zodanige voor dezen in Duitft:hland öp verfcheide plaatzen gezien heb. Dog hier te Lande
zic\'c men deze Bomen zeldzaam, en niet anders als by zommige Kruid-beminnaars, wordende gelyk
ook de derde zoort (\'S o No 3.) alleen uit Liefhebbery en verandermg van Gewaslen , hic- of
daar in de Tuinen of in de Bosquets geplant, als mede om de Vrugten: Maar deze Bomen dragen
met eer, dan wanneer ze wat bejaard geworden zyn, en willen, om Vrugten ce verkrygen, met
gelnóeitzyn.
14. De Vrugten of Befien van de eerfte zoort (§9- No. i.) of IViMe Berg-Sorben-boom,
groeijen Tros - of Bofch-wyze, gelyk die vm de tamme Sorben-boom ( § i. No. 2.)i en ;zyn na
genoeg van dezelfde groote en gedaante, maar haar Koleur is, als ze ryp zyn, grauwagtig. De
Vrugten van de tweede zoort zyn ook van diergelyke gedaante, maar wat grooter, eh rood van
Koleur als ze rvp zyn. Men eet ze beide als ze week geworden zyn, gelyk ae tamme Sorben (% 8 ) i
zynde dan aangenaam, ryn^affti? van Smaak. \' Ik heb de eerfte zoort van Berg-5ofJe^^onder ande-
ren veel gezien en gegeeten tot menen in Ooßenryk, waar omtrent ze veel in de Bofl^chen groei-
]en, en van de Land-lieden in de Herfft naar deeze Stad tot veidroop gebragt worden. Men Cou-
lyt beide zooiten ook, op dezelfde wyze als de ïararwenbsp;(nbsp;_nbsp;.
Het Hout van dèezetw^e zoorten is zeer hard en vaft, en word derhalven m die plaatzeh daar
ze veel groeijen, zeer geagt en sebruikt van de Draaijers en Schryn-werkers, tot hec maaken van
allerlei Huisraaden. ^ ^ ^nbsp;,nbsp;• - . , ,
h 15. De Vrugten van de derde zöört zyn my iiog onbekent, alzo die nog nooit gezien heb;
en dus niet zekers melden kan.
■ I.nbsp;Deze Heefter word in meeft alle Talen genoemt Spirtea;
Daar zyn drie zoorten van als:nbsp;,, ^nbsp;, ^ .
I. DE SPIREA met willige bladen, ookDrmfjes wilg genoemt.
Spirsa frutex, foliis falignis ferratis. C.B.Pm. 475-
Spira;a Theophrafti forte. Cluf, H. 84- Banh. i. 559.
Spirsa fativis folio. Tournef.Infi. 618. Boerb. J. A. 2. 23g.
Spirea folio longiore ferrato, floribus rubns. v^mw.-Rafè. 8(?.nbsp;^ t ■ ^ tr rra^ ^ ■
Spirïa foliis ollufts lanceotonbsp;Aoribus duplicato-racemofis. Ltnn. H. Cliff. UU
F/or/wer. L3 I •nbsp;^^^^nbsp;bladen, ook Boom-ag g St. Jam-kruid genoemt; .
Spir.: i?y^eHci?ol), non-cre4to MM^ 618. B../. .. 238.
Pruno fyfvkiri affinis, canadenfis C. B. Pin. 517.
Hypericum frutenfcens, canadenfis. Robini.
ISSSlSSSs^to^^^^nbsp;Unn. H. CM. 290. Ry. Prodr. 2,7.
i^^pericu^^VS iXegerrimis umbellis fesfilibus Linn. Flor. fuec. 131.
DE SPIRiEA met Water-vlies bladen.
SpiraaOpulifoiio; Tournef. Inß. 6li. Boerb. y A.nbsp;_ r, . r, ff r 160
EVonymusVirginiana, Ribefiifolio, capfuhseliganterbuHatis. Ji^\'f
Spirffia foliis incifisan2ulatis, floribus corymbohs. Linn. Hort Chfi.
f De eerfte zoort St natuurlyk in het wild, in de Bosfchen ^^nSuefien, Ooßenryk, en
mlondeAeid in de kou^cNoordlyke Landen, in Tartarien, Stenen, en elders.
De twede ^ derd^zoOTt groeit in de Weft-Indifche Landftreken Vtrgtn^en a^ada en elders.
Van de mede geSe (§ No. 2.) is \'er nog een Mede. zoort die gekertelde aladen heeft, en in
fr;\' Teteminnen alle een goede, losfe, liefft zand-agtige Aarde, en kunnen onze V/incer-
TTlïeVenquot; gefchied zeer ligt door de Uitlopers dic ze doorf ns overvloedig
^o^rtLngen , LTonde^^^^^^^^^ de eerfte zoort, en daar die ontbreken , door Inleggmg der jonge
V?quot; Wat aan^^aat haar gebruik in de Hoven; men plant dezelve, wegens hare niöoijc Bloemen ^
l^ier of daar in de ïiinlL op de Rabatten der Bloem-perken , en elders: Ook wel m de kleine
Box^wej/ondïï ander s Gewas , inzonderheid de eerfte zoort. Men kan van de eerfte cn de
twc\'de zooft ooUaie Scheei^^nbsp;^^^nbsp;op het Oog zyn, oog bioeijcn ak
öan niet fterk.
m
iL.
VAN
S- ï- T^^E SUMACK-BÖOM. Deze kleine Heéfter-agtige Boom word genoemt in het
I I derdiiüfcb, Sumaek. Smak. Latynfcb, Sumach, Rhus, Rhus coriaria. Hoogquot;
J^ ^ duitfcb, Gerbcr-baum. Törber-baum. Schling-baum. Sumach. Franfcb j S^t
mac. Engelfcb, Commun or Curriers Sumak. Deenfcb, Smak. Zizeedfcb, Smak.
2.nbsp;läcn vind twee zoorten van dit Gewas, als:
I. DE GEMEENE SUMAK.
Rhus folio Ulmi. C. B. Pira. 414. Tournef. Inß, 611. Boerb. J. A. 2. 219.
Rhus five Sumack. J. Baub. i. 555.
Rhus coriaria. Dodon,
Rhus obfoniorum. Lob.nbsp;\'nbsp;«
Rhus foliis pinnatis ferratis. Linn. H. Cliff. i io. Flor. fuec. (58. Mat. med. ijö. Roj. Prodr»
243-
2, DE VIRGINISCHE SUMAK.
Rhus Virginianum. C. B. Pinn. App. 3ij. Parkinf. Tbeatr. 1450. Ic. Tournef. Inft, öii. Boerb-
J. A. 2i 229»
3.nbsp;De eerfi:e zoort groeit natuurlyk in de warme Landen3 als in Italien, Spanjen, Provence}
Languedocq, Griekenland, Candien, Sirien, en elders, op ruwe Berg-en Bofch-agtige plaatzeiv
De twede zoort groeit natuurlyk in Wefl™In,dicn, in het Landfchap Virginien, en/Word~wm g\'\'^\'\'
ter als de vorige. Hier van is een Mede-zoort, Rhus anguftifolium. C. B. Pin. 414. Prodr. ijS-j
die hooftzakelyk van deze vorige niet verfchilt dan dat ze fmaller bladen heeft.
§. 4. Ze begeeren alle een gemene, goede, losfe, liefft zandagtige Aarde, en verdragen onz^^
Winter-koude zeer wel, dog de eerfte zoort is wat tederder als de twede, en begeert derhalven
een goede, voor fcherpe Winden gedekte Stand-plaats.
5.nbsp;Hare Vermeerdering gefchied zeer gemakkelyk door de Üitlopers die ze doorgaans in
nigte voortbrengen.
6.nbsp;Haar gebruik in de Tuinen aangaande: Men plant ze by ons alleen uit Liefhebbery en oin
de veranderine; van Gewasfen hier of daar op een bekwame plaats in de Tuinen, of in de Bosquets?
gevende; inzonderheid de twede of Virginifche zoort 2. No. 2.), een zeer aardig gezigt, als de
bladen gevallen zyn, dewyi de Takken, die rtiig en bruin-ros zyn, zig alsdan met haar takkig^
gedaante enAoIeur, volkomen vertonen alg Hoorns van Herten, zodat men ze op eenige afftan»
voor niiets anders houden zoude.
7.nbsp;De eerfte zoort van deze Boom is zeer dienftig, en word aan veel plaatzen der warme Lanquot;
den, inzonderheid in , fterk gebruiilt;t, van de Leer-touwers tot het bereiden van Leer,
weten, de jonge Wortel Spruiten en Takken, waar toe die veel beter is als de Schors van de Ei\'
ken-boom, die by ons en elders gewoonlyk , om dat men die beft bekomen kan , gebruikt word:
Men zegt dat in Spanjen deze Boom tot dien einde op de Velden veel gecultiveert word met by
na even zo groten zorg als den Wynftok; wordende de jonge, jaarlyks uit de Wortel-fpruitende
Takken, byde grond afgefneden, en gedroogd, vervolgens klein gemalen, en door geheel Spaß\'
jenftot de Leer-bcreiding gebezigt.
9.nbsp;Daar is nog een zoort van Gewas, dat zommige voor dezen bv de Sumak quot;•eftelt hebben,
dog een byzonder geflagt uitmaakt; v/y zullen echter hier eenige melding van doen ^wordende ge-
noemt : \'
SUMAK met Myrthe Bladen.
Rhus Myrte folio Monfpelliaca. C.B.Pm. 414. Boerb. J. A. 2. 261. Hort And 6j. tab. 20«
Rhus Plinio putata. Baub. i. 599.
Rhus fylveftris Plinii. Dodon.
Rhus Plinii Myrtifolia Monfpenienfium. Lob.
Coriaria. Linn. H. Cliff. 462. Roj. \'Prodr. 222.
10.nbsp;Dezelve groeit veel in de warme Landen, als \'mProvencs, Latiguedocq, Spanjen, en el-
ders, zynde een Heefter-agtig Gewas.nbsp;li r j 3
11.nbsp;Bemint een goede, losfe, liefft zand-agtige Aarde, en een opene plaats; kan onze Win*
ter-koude niet wel tegenftaan, moet derhaiveu, in Potten of Bakken geplant ftaande, \'s Winters
in liet Oranje-huis voor de Vorft bewaart worden.nbsp;.
12.nbsp;Word door Uitlopers of door Inlegging der jonge Takken voortgezet.
13.nbsp;In de warme Landen word dit Gewas gebruil« tot het Leer-bereiden; by ons word het
zeive aileen uit Liefhebbery om de verandering van Gewasfen, en om de zeldzaamfieid, van zom-
mige Kruid-bemmnaars onderhouden.
.nbsp;D- M. heeft ontdekt, volgens i^wm. Hort, Upf l c., dat dit Gewas van een
Menlcli ot Uier in het Ligchaam verkregen wordende, op wat wyze het ook gefchieden mag, de
Taliencie_Z.ieKte veroorzaakt; het welk aanmerkelyk is, en tot waarfchouwing dient.
VAN DE
-ocr page 230-Pi! V
^it !
J. I. jO YRijv^Gjg.ßQQ^^ Dit Pleefler-agtig Gewas word genoemt in het iV^ieriMif/^^
^ ringe-boom. Syringe. Nagel-boom. Latynfcb, Syringa. Lilac. Hoogduitfcb, Sy=
l^jjg^ KJ rings-baum. Franfch, Lik Engelfcb, Lilac. Deenfcb, Syringe-Trü. Zweedfcb^
2. Drie zoOrten worden \'er van dit Heefl:er-agtig Boom-gewas gevonden; als ;nbsp;f
I. DE GEMENE SYRINGE.
Syringa ca:rulea. C. Pm. 39§.nbsp;^ i
^vrmga flore caerulea, five Lilac. J. Baub. i. 204.
Liiac. Dodon.
Syringa csrulealufitanica. Lob.
-^^attb. Tournef. Inß. 6rii. Boefb. f. A.1.111.nbsp;. ^ , ,
Syrmga foliis ovato-cordatis. Linn. H. Cliff. 6. Hort. Upf. 6. Roj. Prodr.
„ .nbsp;a. de SYRINGE uit persien, ofpertiaßw/c/\'e^amm.
. Syrmga Perfica fohis integris. Herrn. H. L. Bat.nbsp;:
Lilac Ligufln folio. Tournef. Inft. 602. Boerh. J. A. 2. 221.
Agem Lilac Perfacum. Cor72. 190.
Jasmmum Perficuni foliis non laciniatus. Suth. H. Edimb.
Syringa foh\'is lanceolatis integris. Linn. H. Cliff.,6. H. Upf 6. Roj. Prodr. 397.^
^ 3- de SYRINGE TUT PERSIEN., of Perftaanfche Jasmin mst gefnippelde Bhdeu.
Syrmga Perfica foliis laciniatis. Herm. H.L.B.
Liguftrum foliis laciniatis. C. B. Pin* 426.nbsp;\\
Lilac laciniato folio, Tournef. Inß. 602. Boerb. y. A. 2. 221.
Agem Lilac Perfacum incifo foho. Cernut. Can. 188.nbsp;^
Jasminum Pcrficum foliis laciniatis, Sutb. H. Edimb. 169. ^
Syringa foliis lanceolatis integris laciniatisque. Linn. H Ciiff. 6. Hort. Upfal. 6. Roj. Prodr.nbsp;1
5.nbsp;De eerfte zoort of gemene Syringe groeit natuurlyk in het wild in de Ooßerfcbe Landen.nbsp;\'
Daar zyn clrie Veranderingen van, alsmet blauwe purper-roode, afch-verwige, en witte Bloemen*
Dok heeft men nog twee andere Veranderingen, te weten, met geel- en wit-bonte Bladen
De twede en derde zoort, dat maar veranderingen van malkanderen zyn, groeijen in Perfien.
4. Ze willen in allerlei goede, losfe gronden zeer wel groeijen; beminnen hec vogt, en kun-
nen onze Winter-koude zeer wel tegenftaan: Dog de derde zoort is iecs cederder als de overigenbsp;,
twee.
§■ 5. Haar Vermeerderinge gefchied gemakkelyk door de Uitlopers, die ze doorgaans in over-
vloed voorcbrenaeninbsp;■
6.nbsp;Wat aanbetreft haar gebruik in de Tuinen; men plant de eerfte algemene zoort (§. 2. No.nbsp;p
3-) wegens haare cierlvke en aangenaam riekende, geaairde, groote Bloem-trosien , die ze in de
Jvlav voortbrengen veel in de Tuinen, in de Bosquets, aan de Sloots-kanten, en op andere be.nbsp;i\'
kwame plaatzen Deze Bloemen met andere fraaije Bloemen in de Kamer in een Bloem-pot gezet^
iTiaken een zeer aano-enaam gezigt, en perfumeeren de Kamer met hare Reuk. Dog zommige men-
fchen kunnen niet wel overftaren zoeten Reuk, inzonderheid Vrouws-perzonen.
§. 7. De twede en derde zoort , die ook purper-roode, maar kleinder cierlyke Bloem-trosfen
voortbrengen, worden meeft alleen in de BIoem-Tuinen, op de Rabatten, en elders, geplant.
Men kan \'er ook laage Scheer-Hcggen van planten, inzonderheid van de twede zoort, maar dan
Seven ze weinig Blo\'emen.
VAN
E TAMARISCHEN-BOOM. Dit altydt-groenende Boom-eewas word gebeetm
^ ïnhetNedercMtfch, Tamarifclien-boom: Tamariskenbsp;Tanwifcus. Ta-
marix. Hoosduit fcb, Tamarifcken-bamTi. Tmiarifcken.^ Portz. l^ranfcUi la^
»laris. Kngejfih, Tamarifcke. Deenfcb, Tamarisk. 7m»edfcb, Tamarisk.
2. Daar zyn twee zoorten va^tGg^,^^ TAMARISKE
Tamarix fruftuofa folio crasfiore, five Germanica. C. B. Pin. 485-
Tam.arix Germanica, five minor, fructuofa J.Baub. i. 25^-
Tamarix. Dodon.nbsp;cv /»
Tamarix Germanica. Loh. Tournef Inft. 66u Boero._ J.A 2. ^yj.
j^amarix floribus decandris. Linn. H Cliff. i ^nbsp;•
O DE FRANSCHE TAMARISKE.
Tamarix altera, folio tenuiore, five Gallicane. B..Pm, 48ƒ^
... \'A
BESCHRYVING VANDETAMARISCE N^B O O
Tamarix major five arborea Narbonenfis.nbsp;I. 351.nbsp;^
Taraarifcus Narbonenfis. Lob. Tournef. Infi. 661. Boerb. y. A. 2. 257.
Tamarix floribus pencandris. Lin. H. Clif, iii. Roj. Prodr.
Tamarix pedunculis nudis, floribus pentandris Linn. H. Upf, 69. Mat. med.
3. De eerfte zoort of DïifJ/cvjenbsp;groeic op veel plaatzen vm Hoogduit fcbland, voornaj
melyk omtrent de Revieren ócDonauiü, de Iber, deRbyn, de Leek, enz.; in het byzonder word
die zeer veel gevonden in het Aarts-bisdom Salsburg.
Dq Franfche Tamariske poeït inde warme Landen, als \'mPtoHjence, Languedocq, Spanjen,
lïen, Griekenland, en elders meer; en deze zoort word doorgaans groter en boom-agtiger als de
eerfte zoort, die veeltydts klein en Heefter-agtig blyft, hoewel ze op zommige plaatzen ook vry
groot en boom-agtig worden.
§. 4 Ze beminnen beide een gemene, goede, losfe, liefft zand-agtige onbemefte Aarde, en kun-
nen onze Wintcï-\'koude vry wel tegenftaan, hoewel de Franfche zoort, iets gevoeliger is, ^^
derhalven op een goede warme plaats moet gefteld worden, wil echter veeltydts\'by ons nog beter
groeijen als de Duitfche zoort.
5. Hare Vermeerdering gefchied door Uitlopers, öf door Inlegging der jonge Takken,
ke men vervolgens niet voor het twede of derde jaar van de ouden afnemen moet, dewyl ze lang-
zaam Wortels maken
§. 6. Men plant ze doorgaans maar alleen in de Tuinen hier of daar waar het gevoeglykis, uic
Liefhebberyen om haar geduurige niet onaangename groente, en men kan \'er kleine cierlykeScheer-
heggen van teelen.
7.nbsp;Het Hout dat heel hard is, word in die Geweften daar het veel gröeit, tot allefley Draai-
en ander klein cierlyk werk gebruikt.
8.nbsp;Dit Gewas heeft ook zyne nuttigheid in de Genees-ktmde, de Schors ^inzonderheid van de
de
T
§. I. \'quot;l ^AXIS-BOOM. Dezealtydt-groeneBoom word genoemt in hetiV^^^er^mV/c^i, Taxis^
boom. Iben-boom. Latynfcb, Taxus. Arbor mortis. Hoo^uitfcb, Eihen-bs.-^\'^-
Taxus-baum. Franfcb, ïf. Engelfcb, Gray. Badgef. Deenfcb, Eiben-Tree.
Zweedfcb, ld. Barrlind.
§. 2. Daar is maar een zoort van, wordende by de Botaniften genoemt:
TAXUS. C. B. Pin. 505. J. Baub. i. 241. Dodon. Lob. Toiirnef, Infi j89- Boerb\' % A, 2. 20S.
Linn. H. Clif. 464. Flor. fuec, 301. Roj. Prodr, 87. Hall. Helv. 14.6. Mas ^ Fcsifiina\'.
Dog \'er is ook Rog een Verandering van, die bonte Bladen heeft, maar deze ziet nien zeidzaatn»
cn niet anders als by de Liefhebbers van bonte Gewasfen, hoewel ze. niet heel fj-aai tnaar bleek^
bont is.
§. 3. De Taxis groeit natuurlyk in de Bofch- en koude Berg-agtige plaatzen van Zwitserland,
ïtalien, Frankryk, Spanjen, Griekenland, en ook hier en daar in Hoogduitfchland ^ Engeland, ei^
elders; kan een vry groote Boom worden, maar groeit langzaam. By ons word hy nergens in heC
wild gevonden, maar veel door de cultuur voortgezet, tot het gebruik der Tuinen.
§. 4. Dezelve bemint van natuur een goede, vette, losfe, welbemefte, liefft zand-a^-tige, ^^
wat vogte, dog geen natte grond; kan onze Winter-koude heel vrel tegenftaan, dok in zeer ftren-
ge Winters gebeurt het wel dat hy doodt vrieft, inzonderheid wanneer hy nog jong is \' en\' niet zeef
voor fcherpe winden gedekt ftaat; gelyk nog onlangs in de extraordinairis Winter van het Jaar
vele fchone Heggen en Pyramyden van deze Boom, in de Nederlanden ea elders, het leven door
de fterke Vorft verloren hebben,
Dc Winden zyn aan dezelve grotelyks nadelig, waar door ze zeer inde groei belemmert word._
§. 5. Deszelfs Vermeerdering gefchied door Steking van eenjarige jonge Scheuten met een wei-
nig tweejarig Hout van onder, of ook zonder dat, Rey-wyze, in een golfde, losfe Aarde, en op
een vv-at befchaduwde plaats, (verftaat hier door wanneer ik hier en elders van een befchaduwde or
lommeragtige plaats fpreke, zodanig een, die juift niec geheel van de Zon ontbloot, en nog min-
der van boven door ander Gewas overdekt is, maar zodanig een, die do:?r Bomen of Bosfchea
voor de fterkfte Middags-zon befchaduwt is, invoegen dat de Stekken hooftzakelyk alleen de Mor-
gen- en Avond-Zon genieten); zorg dragende, om den grond by droogte altemets eens in de
Avondftond wel te bevogtiffen: Maar men moet tot deze Stekken geen andere Takken of Scheu-
ten verkiezen, als die regtipillig opgroeijen, en in de ronte miec Bladen en Takjes bezet zvn, de-
wyl deStekicen van de gewoonlyke Takken, wiens Bladen en Takjes plat of veer-wyze voortko-
men, nooit regt opwaarts, maar zydwaarts en ftenterig groeijen, en derhalven niet bekwaam zyn gt;
O ITl Clc4 ar van cierlyke Heggen, en nog minder Pyramiden te formeeren.
§. 6. Men kan de 1\'axis ook van Zaad voortteelen, maar dewyl dit wat langzamer toegaat als het
Steken; ook de jonge voortgekomene Boomtjes dikwils door fterke Winter-koude, indien ze niec
geheel
-ocr page 232-B E S C H R Y y I N G V A N d É t A X I S-B O O M.
zSm\'ïrnïi-^^^\'^^\'^quot;\' egter zodanig gekrenkt worden, dat ze ïlegt Gewas maken , en dus zeer lang-
firootrenbsp;verfchiliige zoorten, zo aangaande de groei der Bomen als de
ten minftquot;nbsp;der Bladen , voortkomen, derhalven zo word deZaaijing zeer zelden gedaan,
aaB de^ ^nbsp;wil men ze van Zaad voortteelen j zo moeten de Befien, die alleen m.aar
in vos.tW^\'^?^^ groeijen, en by ons ryp worden, in het Voorjaar, na dat ze de Winter over
diep ^.^nd te meuken geftaan hebben, in een goede grond, op een Bed in Greppels, een Duim
gensnbsp;nemende, den grond\'by droogte altemets te bevogtigen, en vervol»
gewordpBoomtjes van het onkruid te zuiveren, dewelke daar ha, 2^3 Jaren oud
om ze alH ^^ f\' andere Bedden, in Reijen, li ä 3 Voeten van malkanderen verplant worden j
Dodig hp f ^ h^ opgroeijen ter tydt toe dat men ze elders in de Tuinen, tot het Tuin-gebrnik,
kpnc j r ^ot Heggen of Pyramiden; dezelve inmiddels tot de begeerde gedaante allenss»
1% npnbsp;met het Mes en knipping, gewennende.nbsp;\'.nbsp;^
Scheer\'Het»*^ J-axis-boom word in de Plaizier-tuincn zeer veel gebruikt, ora daar laage en hooge
den zeer fS ftquot; Pyramiden van te planten, die, als ze wel behandelt en wel onderhouden wör-
tvdt-duiii-pn!i« \' Wordende deze Scheer-heggen van vele, wegens hare bevalligheid en al-
Ienbsp;^pknbsp;^^^ quot;^^^e dewyl ze zeer digt begroeijen, met reden voor de fraaifte van ai-
Voetennbsp;\' dewelke zo wel als de Pyramiden in goede gronden, tot 12 a 30 en racer
Tot Plam-
ge Tayic h ^^^^ Taxis-Heggen verkieft men doorgaans zogenaamde Taxis-Veeren, zynde ion-
onze pnr-nbsp;verfchiliige ouderdom, en dus van verfchiliige grootte en breette, die door
ven rs^ van jongs op tot de platte gedaante, door Scheering, gewent zyn, gelyk we zo ee-
Hp» ï\'\' g^^^gt hebben; waar door men veel rasfer in ftaat is, om een goede gefiotene Taxis-
«eg te verkrygen, als door het Steken der Takken op dezelfde plaats. Deze Taxis-Veeren wor-
gefteld, naar mate dat ze groot of uitgebreid zyn, namelvk
2 Q ^ V -iskken by de Planting malkander roeren, welke afftand dus verfchiliig is, als van
te vpi-F \' ^yn\'^^ h\'et raadzaam om tot de Heggen, die hoog zullen worden, groote Veeren
Jjnbsp;om dus zyn oogmerk zo veel te eerder voltooit te zien, te meer, dewyl de Taxis
langzamer aangroeitquot;als vele andere Gewasfen, hoewel in een goede, losfe, vette grond en
op een goede Standplaats dezelve fchielyk genoeg groot word. Dog by deze Bomen heeft men door-
gaans geen Latwerk nodig, gelyk tot andere Heggen, om ze vaft te doen ftaan, en de Takken daar
Skïen^^\'^\'^quot;\'nbsp;^^ ^^^^^ genoeg groeijen, en zig gewillig naar de platte gedaante
§• 8. GeenBoom-gewas is bekwamer als dit, om\'er Pyramiden van allerlei faaile eedaantPR« van
t« formeeren, als zulks van de jeugd des Booms af gefchied (§. 6.). Ook kan een gefchikte Hovf
quot;\'er m deze Heggen, dewyl ze zeer digt begroeijen, en de Bladen klein zyn, aller ei Fiffunren uir-
k^pen; gelyk ik zodanigïen Heg op zyn ZYN HOOGHEIT,: Prm J. j
enz., Luft en Jagt-plaats, het Loo in Gelderland, gezien heb, waarin, dWdéfiove-
een vertoning van een Jagt heel konftig uitgefneden was; maar zodanige Heggen zyn moei-
2aam tp fcheereo, en vereisfchen jaarlyks een gefchikten Snoeijer, anders zyn ze haaft bedorven
en dc afgebeelde Figuuren worden monftreus, en onaangenaam op het gezigt voor kennaars. *
Voor dezen plagte men van deze Boom Figuuren van allerlei Beeften te formeeren, als by voor
^feld, Leeuwen, Pauwen, Hanen, en ik weet niet wat al voor Schepzels, gelyk men nog op veei
plaatzen in gemene Tuinen ziet, maar deze Figuuren geven aan een natiwkeurig oog doorgaans
ijieer een monßreus onaangenaam gezigt als veel fraaiheid, te meer dewyl ze doorgaans van onkun-
ü\'gc geknipt en gefigureert worden.
S\' 9. Deze Heggen en Pyramiden, enz., worden doorgaans maar eens in het Jaar gefchoren na
^en eerften Schot m Juny; moetende men daar mede niet te lang wagten, nog oók te vroeg be\'lt;^in
Een, dewyl in het eerfte geval de Heggen en Pyramiden, inzonderheid als die fraai geß^yar^ert zvn
te veel verwilderen en daar na niet gemakkelyk weer m haar behoorlyke Figuur kunnen gebragt wor*
Qcn. Daar m tegen in het twede geval, dezelve al te vroeg geknipt wordende, zo wasfen ze in
quot;czelfdc Zoiner wederom al tc fterk uit, en maken een fiegte vertoning in een tydt wanneer men al-
ijs wcnfcht cierlyk te zien; behalven nog dat ze daar door ook verwilderen. Tot het Scheeren
Qient, zo veel mogelvk is, een regenagtlge tydt te wagt genomen te worden, om dat anders by
neet weêr de uiterfte geknipte Takjes verdorren, en daar door den groei beletten,
10. Wyders zo is het, om goede jonge Taxis-Heggen te formeeren, of dc oude lïegc\'en en
Jyramiden altydt in goede order te onderhouden, noodzakelyk, dat raen de recht op fchietende
^^Pil-fcheutendie dikwils hier of daar fterk uitfchieten, niet verzuimt digt by haren oorfprons
\'^eg te fnyden, inzonderheid aan de jonge Bomen, die ook doorgaans de meefte Spillen voortbreiS
want dit niet in agt genomen wordende, zo zal raen van de jonge Taxis-bomen geen ciei-iyke
fiRtc Heggen kunnen maken; ende bejaarde zullen daar door t\'enemaal verwilderen en onaanzien-
lyk worden: Zynde het aanmerkelyk dat deze Spil-fcheuten meer aan deze Bomen groeijen, als die
gt;\'an Stek gekweekt zyn, als uit^e van Zaad^getedde.
t
II. Men kan met deze Taxis ook kleine Cabinets, Triumph-bogen, Prieelen, opene Zit-
Plaatzen, Nicbes, enz., bekleden, die zeer fraai ftaan, als ze wel onderhouden worden; maar toe
berceaux, die van boven dist gefloten zyn, dienen ze met, dewyl ze dan van binnen verfterven
de dorre Takken van binnen de Berceaux een ftegte vertoning maken. Hoewel dit met de meefte
Vewasfen die digt befioten groeijen, aldus gebeurt.
§. 12,
van
• 12- In zommige Geweften van Engeland, Frankryk, en elders, plant men \'er kleine Alleés
) die heel fraai ftaan; maar die ziet men hier re I,andc niet, dewyl onze Lugt te fcherp en koud
oor deTaxis geagt word, ora hoog en uitkronende te groeijen, hoewel ik hier en daar enkelde
^^xis-homefi, op lommerige, voorwinden gedekte plaatzen ftaande, en zonder ctiltuur sroeijende,
f^fp^^heb, die vry groot en uitgebreid van Kroon waren, zo dat ik oordeele, dat als men dierget
te Vnbsp;Alleés begeerde te hebben, men deze Bomen maar rnet een goede Manteling behoefde
\'oorziea, mits dat de grond t\'effcas bekwaam zy; ea hier toe zoude die welke van Zaad ge-
^nbsp;kweekt
-ocr page 233-78 B E S C H R Y V I N G V A N D E T A X i S B O O M,
kweikt zyn, het befte oordeelen, dewyl die buiten alle twylFel groter kunnen groeijen als die vaa
Steken of Inleggen voortgeteek worden. Edog in \'plaats van deze Taxis tot Alleés, verkielt men
in Neder-en Hoog-duitfchland veeltydts D«nne-en Pyn-bomen, die, als zc wel groeijen, ^^P quot;
goed en aangenaam gezigt maken, en ook wel genoeg groeijen willen als de grond maar bekwaam
§. 13. Nu nog iets van het roornaamfte Oeconomifche gebruik dezes Booms.. Het Hout van de
,axis is geel-agtig-ros vanKoleur, endoorgaans met vele aderen doorgroeit, zeer hard en valt,
en geen Wormen onderhevig, en derhalven zeer langduurende, weshalven het van de Schryn-wer-
kers, Draaijers, cnMuficaalfche Inftrument-makers veel geagt word, tot het maken van cierlyk
ingelegde Cabinet-, Tafel-, en andere Werken, Dozen, Fluiten, Hautbois, enz. De Quden
maakten daar Bogen van, waar vanaldus zingt:
ItUrms Taxi torqiientiir in Arcos.
Men heeft by ons tegenwoordig veel de gewoonte, uit de dunne, drooge en regte Stammen vaa
2 i 22Duim dikte, Wandcl-ftokken te doen draaijen, die, als ze wel gedraait, en glad gemaakt
zyn, zeer fraai ftaan, door dien ze zeer geädert en gevlamt zyn, wegens de Oeft-plaatzen, ^^^^
de Takken gezeten hebben, inzonderheid als ze door de Konft des Draaijers, na het draaijen,
bruinagtiger en glanzend gemaakt zyn; dog deze Stokken zyn doorgaans wegens de vele Oeften n^^y
fterk, en kunnen geen buiging of geweld verdragen, zo dat ze geenzins dienen voor een Corporao* ■
om het Ligchaam van een hongerigen Zoldaat met te zalven; dog het dikke Houc is fterk en buig-
zaam, maar niet zo zeer geädert.
14. De Ouden hebben niec alleen dezen Boom, maar ook deszelfs Schaduwe voor zeer onge-
zond en zelfs voor vergiftig gehouden, zo wel voor Menfchen als Dieren, die derhalven Arborm^\'
tis, Arbor virofa van zommige genaamt is; welke hoedanigheid men echtei- by ons niet bevind,
kleine roode Befien dezes Booms, die vies-zoec fmaken, worden zelfs dikwiis vau de Kinders zon-
der fchade gegeten; gelyk ik die voor dezen zeljf veelmalen zonder hinder gcproefc heb; maar
heb nooit gehoort dat iemant in onze Geweften nadeel van de ichaduwe dezes Booms geleden heeft.
Mogelyk dat deze vyninige eigenïchap alleen plaats heeft in de warme Landen, zo ze niet geheel
verdigtis: Aanmerkelyk is het geen Siietoniiis fchryü, dat de Keizer Claudius!^er0, het Romein-
iche Volk door een opentlyk fchriftelyk gebodc vermaand en verwittigd heefc, dac \'er tegen de
beet van de venynige Slangen en Adders niets beter was dan hec Zap van deze Taxis-boom. Dog het.
zal hier van genoeg gezegc zyn, gaande al verder tot de verhandeling van een ander Gswas over.
§• \'T~^R0MPET-BL0EM. Dit Heefter-gewas word genaamt in het iVsi^rimr/c^), Trom-
I pet-bloem. Indiaanfche of Americaanfchc jasmyn. Schaarlaken Jasmyn. Ameri-
JL caanfche Klim-op. Latynfch, Bignonia. Hoogduitfcb, Indiaanifcher rother Jasmyn-
Franfcb, Jasmin d\'Inde.
§. 2. Daar zyn verfcheide zoorten van, als:
1.nbsp;DE ROODE TROMPET-BLOEM, met Esfchc Bladen.
Gelfeminumi Indicum flore phoeniceo. Ferr. Flor. Cult.
Bignonia Americana fraxini folio, flore amplis phceniceo. Tournef. Infi- Boerb. J. A. I*
310.
Gelfeminum hederaceum Indicum. Cornut. Canad. 102. tab. 103.
Bignonia foliis pinnatis, foliolis incifis, geniculis radicads. Lm«. H. Cliff. Hert. Upf l/s-
Roj. Prodr. 28p.
2.nbsp;DE GEELE TROMPET-BLOEM, met Esfche Bladen.
\'Clematis Peruviana, digitah\'s flore, folio fraxini. Herrn. Prodr. Plukn. Pbyt. 162. üg-A-
Bignonia arbor, flore luteo, fraxini folio. P/wOT. 5. Tournef .Infi. 164.
Bignonia foliis decompofitis, foliohs incifis, articulis cirrheferis. Linn. H. Cliff- 317*
Prodr. 2po.
3. DE GEELE KLIMMENDE ALTYDT GROENENDE TROMPET-
BLOEM.
Gelfeminum five Jasminum luteum odoratum Virginianum fcandens, fempervirens. Park. iDsati,
_pag. 1465. tab. 1465. Cutesb. Hifi. nat. Carol.
Bignonia foliis ovato-lanceolatis conjugatis integerrimis. Roj. Prodr. 290.
3. Deze Gewasfen groeijen natuurlyk in FiVg-wzzCT en Canaia, enz.
§, 4. Dezelve beminnen een goede, losfe, wat vogtige grond, \'en een goede warme Stand-plaats,
tegen een Muur of Staket; edog verdragen onze WÏnter-vorft bezwaarlyk, inzonderheid de twee
laatftgemeide zoorten, weshalven dezelve des Winters daar tegen met Stroo of Matten, en op a®
Wortel met lange Paardc-meft, moeten gedekt worden , alsquot; men ze buicen Huis overwintereu
wil.nbsp;. • de
§. 5. Dezelve worden Vermeerdert door Inlegging der jonge Takken, of door Steking»
Maand April of May.nbsp;.nbsp;^nbsp;j \' r
§. 6. Men plant dezelve alleenlvk om haar aardige Bloemen, inzonderheid de eerftgem.elde zoort,
welkcts Bloemen fraai rood zyn. \'Daar zyn nog eenige zoorten meer van deze Gewasfen, maar wc
zullen ons hier vergenoegen dc gemelde drie, als de voornaamfte of meeft bekcodfte, opgenoemd
re hebben.
VAN HET
IS,
Taxis
5 -
quot;^ERF-LOOF. Dit Heefter-agtig Boom-gewas word genoemt in htt Nederduitfcbt,
Verf-loof. Latynfcb, Cotinus. Coccygria. Hoogduitfcb, Färblaub. Färber-
baum. Gelb Brefilgenholtz. Franfcb, Fuftet. Roft) ft:otano, Engelfeh, Fuftec*
Tree. Deenfcb, Fuftet-Tree. Zweedfcb, Fuftet-treed.
Jvien vind maar een zoort van dit Gewas, dat by de Botaniften genoemt word:
Cotinus Matthioli. C. B. Pin. 415.
Coccigria, five Cotinus putata. J. Bauh. i. 494.
Coccigria Theophrafti. Lob.
v^otmus coriaira. Dodon. Tournef. Inß. 610. Boerb. J. A. 2. 228.
Cotmus foliis obverfé ovatis. Linn. H. Cliff. iii. Roj. Prodr. 2.42.
5. 2. Deze Boom of Heefter, die doorgaans niec over de 8 a 12 Voeten hoog word, groeit na-
tuurlyic, in de Bofch-en Berg-agtige plaatzen vannbsp;Italien, Spanjen, als mede van Bö-
bemen, Oofienryk, Ongaryen, en elders.nbsp;. , r/x
S- 3- Wil in allerlei goede losfe gronden zeer wel groeijen, dogbemmd hefft een zandige^ kan
onze Wincer.koude vry wel tegenftaan, maar geen ftrenge Vorft, inzonderheid als die nog jong is,
en voor dc fcherpe Winden niec wel gedekc ftaac; weshalven men hem een goede, warme, voor
Winden bevryde Stand-plaats geven moet; dog meeft word hy by ons van de Lief hebbers in Potten
gecultiveert, om hem \'s Winters in hec Oranje-huis ce bewaren,
§. 4. Deszelfs Vermeerdering gefchied door Inlegging der jonge Takken; welke Inleggers, na
dat ze genoegzame Wortels gemaakt hebben, dat doorgaans in het eerfte Jaar gebeurt, en moet
plaatzen daar zc zullen bl\'^ven doorgroeijen; willende dezelve niet gaarne bejaard, en als ze grote
Wortels hebben, verplant zyn, als wanneer ze bezwaarlyk groei vatten.
§. 5. Het gebruik dat men van deze Heefter in de Plaizier-tuinen maakt, is dat men dezelve hier
of daar op bekwame plaatzen van den Tuin, of in de Bosquets plant, om de verandering van Gewas-
sen, en om zyn aardige, grote, rood-agtige Bloem-trosfen, diezig als in een grote hairige Pluim,
\'iiit een menig\'te kleine roode Bloemtjes beftaande, vertonen; dog hy bloeit zelden voor dat bejaart
geworden is.nbsp;^ , . rr
6. De Schors en het Hout van deze Heefter word van de Verwers tot het Geel Verwen, ende
tortel tot het rooden feuillemort Verwen gebruikt, cn rot dien einde overal verzonden. Ook
gebruikee de Leer-touwers in die Landen daar deze Heefter veel groeit, de Bladen en jonge Tak-
ken toc het bereiden van hec Leer.
§• 7- Het dikkeHouc van deze Boom is zeer hard, en goud-geel van Koleur, weshalven het zeer
K^agt word vande Cabinet-makcrs, Draaijers, en andere, coc hec maken van fraaije ingelegde Ca-
Dinèt-, Tafel en andere werken, te weten, in die Landen daar het zelve veel groeit, ofte ligte-
te Ijekomen is; zynde by ons niet zeer bekent.
van de
yiOEKlSlE. Deze Heefter-agtige Boom word genoemt in het A^é^Êfim\'f/c/j, Vioer-
\\/ ne. Kleine Esfche. Laty7ïfch, Vibarnvim. Latana. JToog-imY/c^, Schlingbaum.
V Kleiner Mehlbaum. Franfcb, Viorns. Engelfcb, Wayfaving-Trae. Deenfcb,
viorne. Zweedfch, Vioerna.nbsp;„nbsp;„ ,nbsp;-n
Daar is maar eene Europifche zoort van dit Gewas, welke van ae Botaniften genoemt word:
Viburnum. Mattbioli C B- Pin. 217. Tournef. Inß. 607. Boerh. A. 2. 224.
Lantana vulgo, aliis Viburnum. J.Baub. 1. 5J7.
Lantana. Dodon.
Viorna, vulgi Gallorum. Lob.
Vihmmm. Linn. H. Cliff. 109-nbsp;.nbsp;r t ■ -r.- . ^
Viburnum foliis cordatis, acute crenatis venofis, lubtus tomentoiis. Linn. f ind. Cliff. 25,
^ Hon. Upf. lt;58. Roj. Prodr. 242.nbsp;.nbsp;, , . ,
% 2. Dit Gewas, welk een kleine Boom worden kan, groeic nacuurlyk in hcc wild in vele Gf-
vsn Hoogduitfcbland, Bohemen, Ongaryen, Ooßenryk, Zwdzerland, Frajikryk, Italien,
ingeland, en elders meer, in de Heggen, Kreupel-, inzonderheid Doorn-bosfchen, en op andere
ruwe, dorre plaaczen.nbsp;, , ,, , r - r, 1, ,
Daar is ook een Verandering van met bonte Bladen, welke van de Liefhebbers van bonte Gewas-
gecultiveert word; maar is niet zeer fraai bont.
3. Bemint een gemene, losfe, hefft zand-agtige, drooge grond, en kan alle ongemalcken des
Winters gemakkelyk verdragen; loopt met zvn Wortel wyt onder oe grond voort.
S- 4. Üeszelfs Vermeerdering gefchied door Uitlopers, Inleggmgder jonge lakken, welke bin-
«en een Jaar genoegzaame Worteis makeu, en daar na verplant worden m de Entery, om \'er jonge
igt;tain-bQomtjes van te kweken, of elders daar men begeert.
V 2nbsp;Mei
V
Ipnbsp;BESCHRYVING van de VIOERNE.
Men kan ze ook wel door het Zaad aankweken, het welk gefchied door middel van de in deHerfé
ryp geworden zynde Befien in Zand te meuken te zetten, en vervolgens in het Voor-jaar in een
goede, losfe grond te zaaijen, en de opgekomede jonge Planten, i ä 2 Jaren oud geworden zynde,
tc verplanten: Maar dit word zelden gedaan, dewyl het wat langzamer en met meer moeite ge-
fchied als het Inleggen.
§. 5. Het gebruik dat men van deze Heefter in de Tuinen maakt, is weinig; menplanc zezom-
tydts in de Bosquets, aan de Sloots en andere Gragts-kanten, en elders, alleen om de verandering
van Gewasfen; m.akende ook geen onaangenaam gezigt tusfchen ander Gewas, inzonderheid in de
Bloei^tydt, in de May, wegens de mooije, witte, en grote Bloem-trosfchen die dezelve voort-
brengt, en de Vrugten die daar opvolgen, welke eerft groen zyn, maar in het Na-jaar rood, cn
ten laatften zwart worden.
In die Geweften daar ze van zelfs in hec wild groeijen, doec men zo veel moeité niet om ze_te
kweken, maar men haalt de nodige jonge Boomtjes tot de planting, van daar men ze in hec wild
vind.
6. De jonge Takken van deze Heefter zyn zeer taai en buigzaam, en kunnen derhalven ge-
bruikt Wörden op die wyze als de wilge Teenen, tot binding van allerlei dingen.
§. 7. Men zegt, dat de Schors van de Wortel dezer Heefter geftampt, en daar na een tydt lang
onder de Aarde, ofm broeijende Meft begraven wordende om te rotten, vervolgens met Water ge-
kookt, een Lym uitlevert, bekwaam voor de Liefhebbers, om daar mede Vogels te vangen..
8. Daar zyn nog eenige zoorten van vreemde Fiburnum\'s, deze behoren tot de Bloem-tuin,
dat ze meeft om de Bloemen gecultiveert worden.
D
Van
I.
, E VLIER-BOOM. Deze Heefter-agtige Boom heet in het Nederduitfcb , Vlier-
boom. Vlier. Vlaar-boom. Vleer-boOm, Holder-boom. Latynfcb, Sambucus.
______ Hoogduitfcb, Holder-baum. Llolder. Hollunder. Franfcb, Sureau. Sefeau.
Elder-Tree. Deenfcb, Plylde-Trée. Zweedfcb, Fläder-Traed. Fläder.
§, 2. Verfcheide Zoorten van/^/fer worden\'er gevonden, als:
^ ^ . ■ I. GEMENE VLIER.
Sambucus fruäa in umbeiio nigro. C. B. Fin. 455. Tournef. Inß, 606, Boerb. A. 2. 223.
Sambucus vulgaris. J. Baub. 1.544.
Sarnbucas. Dodon. Lob.nbsp;.
Sambucus caule perenni ramofo. Linn. H. Clif. lop.
Sambucus caule arboreo ram.ofo, floribus umbellatis. Linn. Flor. fuec. 69. Mat. med. 14.S.
Prodr. 243.
2. VLIER, met groenagtige of witte Befien.
Sambucus fruflu in umbella viridi. C. B. Pin. 456. Tournef. Inft. 6o6i Boerb. A, 2. 223.
Sambucus fruftu albo. Lob.nbsp;\' -
3. BERG-VLIER, met roode Befien.
Sambucus racemofa rubra. C. B. Pin. 456. Tournef. Inft. 606. Boerb. J. A. 2. 223.
Sambucus racemofti acinis rubris. J.Baub. i.JJi.
Sambucus fylveftris. Dodon. ■
Sambucus montana racemofa. fob.
Sambucus caule arboreo ramofo, floribus racemofis. Roj. Prodr. 243.
4. LAAGE VLIER, ofHadig.
Sambucus humilis, five Ebulus. C. B. Pin. 4.56. Tournef. Inft. 606. Boerb. J. A. 2. 223.
Ebulus five Sambucus herbacea. y. Bizw/.). I. 45lt;5.
Ebulus. Dodo?!. Lob.
Sambucus caule herbaceo fimplicisfimo. Linn. H. Cliff. i io. Firid. Cliff. 25. Flor. fuec. 251*
Mat. med. 149 Roj. Prodr. 243
3. De eerfte zoort is de gemeenfte en bekendfte; dezelve groeit zo wel in Neder- als Hoog-
dnitfcbland, Frankryk, ïtalien, Engeland, enz., veel in de Heggen: omcrenc de Pluizen, opfch^quot;
duwagtigc vogte plaatzen.
Daar zyn twee Veranderingen van , als de eerfte met geel-bonte Bladen, en de twede met ge-
fnippelde Bladen, ó.oox^;;x?Lm Vlier met Bladen als Peterfelie gemcmf, maar deze zyn zeldzaam,
worden niet anders gevonden als by de Liefhebbers van verandering van Gewasfen.
De twede gemelde zoort (§. 2. No. 2._) is ook maar een verandering van de eerfte en daarvan niec
onderfcheiden, dan dat ze witte of groen-agtige Befien voortbrengt, maar men ziet ze zeldzaam. •
Dc derde zoort (§. 2. No. 3,) groeit \\n Hoogduitfchland, Zwitzerknd, Lottbaringen, Frankryk9
en elders, in de Berg- en Bofch-agtige plaatzen, dog zeldzaam.
De vierde zoort 2. No- 4.) word groeijende gevonden in Hoog- en Neder-duitfcbland, THnk-
ryk, en elders, in vogte, onbebouwde gronden, naaft de Weegen: Het is een Kruid-agcig Hees-
tèr-gev/as, dat maar Voeten hoog groeit. Daar is een Mede-zoort van, die bonte Bladen
heeft, welke van dc Liefhebbers van bonte Gewasfen gecultiveert word.
. 4. Deze Gev/asfen willen alle in allerlei goede, losfe gronden zeerwel tieren, en beminnea
het vogt en de_fchaduwe, behalven de derde zoort of .Ser^-v^/er, die liefft in een drooge zand-ag-
tige grond groeit.
j. De Vermeerdering der drie eerfte z®prten gefchied door Uitlopers, of door Sceekiag vaa
-ocr page 236-ÊÊSCHR YVING VAN 33 E FLIÊR-BOOM. 8t
Takken, #eike in hét Voor jaar Duimén diep geflooken wordende j gemakkelyk ifli
doorha geplant kunnen worden, daar men begeerd: Men kan ze ook wel
cn L n 1nbsp;5 \'twelk meh in het vroege Voorjaar in een goede, loffe grond zaait,
WnrH ï^ c^\'y^ Opkomt ; maar dewyl zulks door üitlobpen of Stekken fehielyker gefchied, zoo
Dn ffnbsp;melden gedaan.
ru^^\'nbsp;No. 4. ) word ligtelyk vermeerdert door de kruipende Wortel-fpruiten, die in
Gortkomen.nbsp;amp; - ■
noee hnbsp;quot;^at men van denbsp;Vlier ih de Tuinen maakt, is weinig, om dat ze ge-
wordnbsp;in het Wild groeijen, te weeten de eerfle zoort, en vooreen gemeen Gewas geagc
anrW -r!™ Pl^nt ze egter zomtyds aan de kanten vanSlooten, Gi-agten, in de Bofquets onder
witr PInbsp;\' of elders, om de verfclieidentheid van Gewaffen, en inzonderheid om de mooijs
bruiic dernbsp;^^^ dezelve in de May tyd in menigte voortbrengen , als meede om het ge-
\'ö\'Scheer-hesgen van, dög welké van weinig cieraad zyri, dewyl ze wel haall
van onderen naala, cn dus onaaniLlyk wordem
, ^ Utrüe en vierdp \'7nrM•^nbsp;nnV nllppn O!
evF/rhnbsp;—nbsp;gCUiUlK Vhll ue V nci lU uc iJiuioiJULutiuig . JLVI. .tjiv^^ni-iinbsp;vccxnbsp;wiii
-^ananbsp;m^aaken, die men in plaats van gemeene Edikby de Spyzen gebruikt, welke niet on-
van fmaak, en zeer gezond is, verwekt, appetyt en helpt de Spyze verdouwen; van
JJmten is hy zeer dienftig voor dè Roos^ heete Gezwellen, Ontfteekingen en Hooft pyn, op doe-
^n gedaan en dus lauw warm omgëflagen wordende; waar toe ook de verfche of gedroogde Bloe-
den. dienftig zyn, als \'er een oirilag van gemaak^word,
Om dezen Vlier-Edik te malcen , \'zulks gefchied aldus: De geplukte en Van haare groove, groe-
ne Steelen gezuivert zynde Bloemen worden langzaam in de fchaduwe iets gedroogt, daar na doet
men die in een Flefch met befte Wynazyn, te weeten op ieder Mengelen ongeveer een handvol
öioemen; vervolgens laat men de Flefch,j wel geflooten zynde, Weeken in de Zon ftaan, de-
^^Ive altemets ecnsOmfchuddendei daar aa giet men die Edik door een fyne Doek, en bewaart die
tot het gebruik. Groen of verfch moet men de Bloemen niet in de ^cfo\'y^ doen, want dan verkrygC
eene purgeerende kragt, of ontftelt.de Maag.
-dommige maaken ook een roode Edik van de rype gedroogde Befien, dog die word by veele zoo
goed niet geagt.
8.nbsp;Van de verfche Bloemen word ook een Conferf gemaakt, die zeer gezond eii Bloedzuive-
ïCBde is, en zagtjes doet laxeren.
9.nbsp;Tot dien einde bakt men ook Panne-koeken van deeze Bloemen in de Bloei-tyd, op deeze
^yze, men breekt de Bloem Troffen af met lange fteelen, daarna maakt men een Beflag van Meel
en Melk, waarinde Eyers niet moeten gefpaartzyn, hierby doet men behoorlyk Zout, en een
quot;^ifcht ze^dan\'opquot; Maar \'t ftaat aan te merken, dat men \'er niet te veel van eeten m.oet, aTndêrs ont-
ftellen ^^e de maao-en doen zomtyds braken of purgeren; zynde anders, als ze matig gegeten wor.» .
gt; zeer pezond
10. De •^\'e^rooïïde Vlier-bloefem in een Linne zakje gedaan en in de Wyn of niéuwe Moft
benige tyd geWen geeft aan dezelve een Mufcatelle fmaak.
§■\' II. De jonge te\'dere uitfpruitzels worden gezoodheidshalvenifi ds Voorjaars tyd ook wel ge-
geten onder eenlooo\'enaamde Capucyner-Salaad met andere Salaad kruiden. Of ze worden on-
^\'er ander Grocn-moes geftooft, en dus genoten; ook worden ze wel in Edik gelegt om ze dus het
wel zweeten, cn verdryft daar door de gemelde en andere ongemakken; is ook zeer dienftig voor
de Buik- en Roodedoop. Daar is byna geen wel geftek Huisman in veel Geweften van JJUiciui
land die die Sap niet jaarlyks of om de twee Jaaren maakt. Dc wyze hoe zulks geprepareert wom»
iffe, enVchied ais volgt; neemt vypt Vlier Befien, perft of wringt \'er het Sap uit, doet zulks
door een doek of Hair-ïeems, en vervolgens in een kopere Ketel, laat het daarna over het vuur
allensskens koiscn tot de dikte van een dikke ftyve Syroop, \'t Sap dikwyls met een houte Lepel or
Soatel roerende, inzondcrheit op\'t laatfte, op dathet nictaanbrande; gaar zynde, doet het in eeu
of meer ileene potten, en giet\'er, als hec koud is, wac goede Brande wyn boven op, waardoor
hfgt;r voor het fchimmelen bewaart wort; bind dan de potten wel toe, en bewaart ze op een dro^c
Shats • kunnende dit Sap, als \'t bchoorlykdik gekookt is, wel 2 A 3 Jaaren goed blyven. Daar zyn
een lt;^oede quantiteit Befien hier toe nodig, dewyl \'t Sap tot op wemig na verkookt. Men kan, zquot;
men wil, Zuiker onder het uitgeperfte Sap mengen, om het S^ zoet te hebben, dog het geen zon-
der Zuiker bereid word, is even zo goed, zoo niet beter. De Dofis, hoe veel men daar van m-
neemt, Is een brok als een groote Okernoot groot.nbsp;^ ^ ^nbsp;en
S IT De Vlier-befien gedroogt, en vervolgens op goede Brandewyn of Jenever gezet,
remsc tvd laaten trekken, daarby voegende een weinig Caneel, Nagels en Zuiker na beheven oiquot;
Lr 7oet te hebbes, geeft een fchoon rood Liquer, dat gezond, en in voorgemelde gebreeken
( § 14.) dienftig is. quot;\'t Welk men ten laatften door een Doek of Vloeipapier laat loopen, om
Daar groeit zomtyds aan de Stam cn Takken van de bejaarde Vlier-boomen een zoorC
van Swam of Camper noelje. Judas-Oor en, ( Auriciila Jiidlt;2 ) gemd^rat\', dat meede zyne nuttig-
heid in de Medicyne heeft, wantin gemeen of Roze water geweekt zynde, wort zeer gepreze»
voor zeere geinflameerde Ooge,n. Daar is byna geen Gewas dat zoo nuttig in alle zyne deelea.ij\'
als de Vlier-boom , want daar is niets aan dat niet van veel gebruik in de Medicyne zy, dog dit
Her de plaats niet, om zulks alles aan te wyzen, hebbe hier alleen maar bygebragt het geen in ƒ ^
Oeconomie te nas komt, cn het nuttigft is. Begeert lemandt volkomen van de grote nuttigheid de-
Rooms en van de Genees-midüelen die daar van voor allerlei Zieilt;ten kunnen toebereidt wor-
den ondeiW\'chc te zyn, die kan nazien MART. BLOCKWITII ^«aïö^anbsp;Lipfis
edita l\'k zal ailecn nóg maar aanmerken, dat het geen van het gebruik des Vlierbooms hier gezeamp;
heb \' te verftaan is van 2. No. 1,2), wantde gerg-^i/fer-èoojw (§ 2. No.
word crehouden voor een fciiadelyke hoedanigheid te bezitten, en moet derhalven niet in het Me«
fchen Ligchaam genomen worden. Dog de laage Vlier of Eadig heeft diergelyke kragten als de g-
Het Hout van de gemene zoort vzn Vlier is geel-agtig van Koleur, en vry hard, te^^\'
ten het oude, dikke, want de jonge Scheuten en Takken zyn week en hol: Het word veel gcbraii;gt; .
van de Draaijers om daar allerlei cierlyk Werk van te draaijen. Dat zulks zomtydts voor Palm-b^^^
door\'^aat, heb te vooren by de Palm-boom gezegt. De Pliigfnyders zoeken zulks ook zeer, o»
er pfuggen voor de Schoenmakers van te fnyden.
Roj. Prodr.
VAN DE
i.nbsp;T oGEL-KERS. Daar zyn twee zoorten van wilde FogsZ-^^rz?«. De eerfte heet in
hetnbsp;, Zwarte Vogel-kers. Latynfcb, Cerafus aviuin nigra. Ceralquot;»
racemofa. Hoogduitfch, Zwartze Vogel-kirfchen. Eltzen-baum, Eltzen. FranfcUf
Bois de St. Lucie. Engelfcb, WMClnder-Cherry. Deenfcb, Rug. Zweedfcb, mg.
By de Botaniften wordt hy genoemt:nbsp;. ,
1.nbsp;CERASUS racemofu\'fylveftris, fruótu non eduli. C.B.P/w. 451- Tournef. Infl. 662, tioerc^-
J. A. 2. 244-
Cerafus racemofa quibusdam, aliis Padus, J.Baub. 1. 22Z.
Pfeudo-Leguftrum. Dodon.
Cerafus avium, racemofa. Lob.
Padus. foliis annuis. Linn. Flor. Lappan. 198.
Padus glandulisduabus bafifoliorum fubjedlis. Linn. H. Cliff. 185. Flor. fuec. 144.
269. Hall. Helv. 3J7.nbsp;y^^^
De twede zoort word genoemt in het Nederduitfcb, Bittere wilde Kers. Rots-Vogel-Kers. ^
haleb. Latynjcb, M^h^leb. Machaleb. Hoogduitfcb, Wittere ylt;rMeKirM\\en. Fraa/cö, Man
lob. Engeljcb, Rock-Cherry. Deenfcby Machaleb. Zweedfcb, Machaleb.
By de Botaniften wordt die geheten:
2.nbsp;CERASO AFFINLS.\'C.B.Pm.451.
Cerafus filveftris amara, Mahaleb putata. J. Baub. 2. 227. Tournef. Infl. 627.
Mahaleb Gefueri amp; Matthioli. Loè.
Cerafus foliis ovatis crenatis. Linn. H. Cliff. 487.nbsp;rr 7„, „/cq,
Cerafus foliis ovatis. Linn. Virid. Cliff. 43. Hort. Upf. 135. R^. Prodr. 263. Hall. ^
§. 2. De eerfte zoort groeit natuurlyk in het wild in zommige Geweften van H-oogdunjco^a ^
Braband, Znxiitzerland, Lottbaringen, Frankryk, ook in het Noorden, als in Zouei^ï, naar is
en elders meer, in de koude Berg- en Bofchagtige plaatzén, want ze bemind de koude. ^ ^c,
nog een Mede-zoort, van de gemelde niet verfchillende, dan dat ze roode Vrugten voortorei ö
zynde die van de ordinaire zoort zwart,nbsp;pc
D E V L I E R-B O O M.
82
SESCHRTVING vAfï D É V O G É L-K E R S. 83
, De twede zoort die, volgens de ïiieuwfte Botanici\', een ware Mede-zoort van de Kerfe-boom is,
daar in tegen ze de voria;e eerfte zoort een Mede-zoort van de Kers-Laurier Hellen ^ wordende na»
tuurlyk groeijende gevonden in zommige Geweften van Hoogduitfchland , Zwitzerland , Savojen,
en elders, in de Berg-en Rots-agtige plaatzen.nbsp;,,
, § 3- Ze wiUen in allerlei goede, los^ gronden zeer wel groeijen, en verdragen aiie ongemakken
des Winters.
, 4. De Vermeerdering; van de eerfte zoort (§1^ No. i.) geft:hied door Uitlopers, of dewyl ze
die veeltydts niet of weinig voortbrengt, door Inlegging der jeugdige Takken welke binnen het Jaar
doorgaans Wortels genoeg\\naken, om daar na verplant te kunnen worden in de Entery ot elders daar
nien43egeert.nbsp;• 1 j
De twede zoort wordt ligtelvk Vermeerdert door de Uitlopers, die ze doorgaans m overvloed
voortbrengt, of anders ook door Inlegging gelyk de vorige. De Venneerdering kan ook gefchieden
door de te meuken geftaan hebbende Zaad-fteeaen, op die wyze als de Kerfen, als men rype Vrug-
ten verkregen heeft.nbsp;\\, , , , ,, ,. .
^ §. 5. Aangaande het gebruik van deze Bomen in de Hoven: Men plant dezelve alleen hier of
daar in de Tuinen, of in dc Bosquets om de verfcheidenthied van Gewasfen, als mede de eerfte ^
mzonderheid om haar mooije witte Bloemen, die in lange nederwaarts hangende Troslen, in de May-
tydt voortkomen, waar na zwarte of roode wat langwerpige Vrugten als Kerfen volgen, die zoet-,
agtig, dog niet zeer aangenaam zyn. De twede zoort brengt ook zwarte Kerfen voort, maar die
zyn bitter; dog deze Vrugten worden by ons zelden ryp.
§. ö. Het Hout van de eerfte zoort is licht en buigzaam, en dienftig tot Wagenmakers-, Tim»
mermans- en Draaijers-werk.
VAN
I- quot;ïquot; TTET VUUR-KRÜID. Dit Krui d-a^tig Gewas word genoemt inhet Nedeniuitfchi
I-1 Vuur-kruid. Lynen. Klim. Groote Maagde-palm.nbsp;Clematitis Clematis.
X Hoogduitfcb^, Wald-Rebe. Engelfcb, Climber, or Bower. Deenfcb, Khm.
ZweedJcL), Vuur-urt. \'
Prodr. 426. _ j^ruIPEND en BRANDEND VUUR-KRUID.
Clematis ft è Su» C. B. 300. W If Boerb. J. A. . 46.
Clematis five Flammula fcandens tenuifoha alba.nbsp;Baub. 2. 12,.
Flammula. Dodon.nbsp;.
clSistSs iSo^?^ prinnatis ladniatis, iummis fimpHcibus lanceolatis integerrimu..
he\'^^w-iÄÄ^laadige vuur kruid of Wi.
Clematitis fylveftris latifolia. C. B. Pm. 300.nbsp;^oerb.J.A. u 46^
Clematitis latifolio, five Atragene qmbusdam, J. Baub. 2. 125.
Vitis alba, vel Vitalba. Dodon.
Viorna Vulgi. Lob.nbsp;.
i„ci(a-r.r,-ati,,. Linn. H.Cf..,;. R,,
Prodr. 485.nbsp;bERG-VOUR-KRUID, met gezaagde Bladen
ClematiÄa^nJGSolfo. a B. P». 3-. Proär. .35. Tourntf. Infi. .93. J. A. i. 47.
Clematis aerulea, ferrato folio. y. BmS.nbsp;,c ternati* Rai Prodr aSj-
Clematis
5. HtT VREEM Ullnbsp;quot;-J^de Peere-booms Bladen.
Clcatiti. perigrina, mS P^yH Sf. C. I. Pin. 300. To.«/, Inß.nbsp;A. r. 4..
Clematis Bffitica, Clufie. Lot. Ba»\';-\'jS.
Engeland, enz. Daar is een
veUrSl vanquot;Lrd»BÄ ^co^tzkelyk in de Tuinen geKweekt woMt, cn
l^arc Bloemen.
De twede gi
De derde zlt;
filmd, enz.
De] vierde zoort groeit in aeßciä-a^^ä\'------v T quot; quot; \'nbsp;\' \' \' \' Dp
olrioi.,^nbsp;**nbsp;Ä 2nbsp;IJV
-ocr page 239-14 B E S C H r Y V I N G V A N H E T V u Ü r ■ B O O M.
De vyfde zoorc groeit in Spanjen, Partiigal, Sicilien, en elders in warme Landen.
4. Dezelve beminnen, een goede, loffe, vecce, liefft zandagcige Grond en een opene daarby
warme plaats, inzonderheid de cweede en vyfde zoorc, wellie by ons bezwaarlyk de Wincer-kou-
de doorftaan, ten zy men de Wortel met Scroo ofScroo-agcige Paarde meftoverdekc, als wanneer
dezelve in hec Voorjaar weer nieuwe Spruicen uicfehiec.
§. j. Haar vermeerdering gelchied door Inlegging, of fcheuring der Worcel-fpruiten in de ge-
woonelyke Plant-tyd in hec Voorjaar,
§. S. Haar gebruik in de Tuinen aangaande, het zelve beftaat alleen daarin, dat men zezom^
tyds aan kleine Prielen , Bereeatix on Muuren plant, om dezelve te bekleeden, ofop andere plaat-
zen, om de verandering van Gewaflen en om de Bloemen, inzonderheid de eerfte en derde zoort5
ora dat die onze Winter-koude \'t beft kunnen verdraagen en hooger opkhmmen: Moetende mends
Scheuten altemets eens aanbinden, als men op de zindelykheid ziet.
W
i.
ATER-VLIER. Dit Gewas word genoemt in het AMerduitfch , Watql\'-vher, Swel-
ken-hout. Gelderfe-Roos., Schneuw-ballen. i^aïyn/c/^, Sambucus aquatica Oo-
pulus. Hoogduitfcb, Wafl\'er-Holunder. Schwelkenbaum. Schrteeballen-baum\'
Franfch, Obier. Engelfcb, Water-Elder. Gelderland-Rofe. Deenfcb, Snae-bäll. Zweedfchi
Snó-ball.nbsp;,
§. 2. Daar zyn twee Zoorten van, die by de Botailiften genoemt worden als volst:
I. De GEMEENE WATER-VLIER.nbsp;^
Sam^bucus aquatica flore fimpüci. C. B. Pin. 456.nbsp;\'nbsp;t:,
Sambucus aquatica.nbsp;1. 552. „Lo/i.
Opulus Ruelli. Tournef. ïnjl. Ö07. Boerh, A. s. 224-
Sambucus paluftris. T)odon.
Opulus Linn. H. Cliff. 1Ó9. Poy. Prodr. 24«5. Gron. Vifg. 149. Hall Hek. 4.6rgt;,
Viburnum foliis crilobis dencacis. Linn. H. Üpfal. 69.nbsp;■
2. de water-vlier m.etboI-rondeBloem-troft\'en, of eigentlyke
„ ,nbsp;■ 1 1 „ Sneeuw-bal, of Gelder fe Roos.nbsp;\'
Sambucus aquatica globofo flore plano. C. B. Pin. asó
Opukis flore globofo. Tournef. Inß. 607. Boerb. J. J. 2. 224.
Sambucus rolea aquatida Lob.
§. 3. De eerfte Zoort groeic in veel Landfchappen van Ein-opa in \'t wild, in de Boffchen cn Hesr^eh j
op vogte waterige Plaatzen. Maar de tweede Zoort wort alleen in de Tuinen geoeff-ent Daar
IS nog een Meede zoort van, met mooije bonte Bladen, dog deze ziet men weinig, en niet anders
als by Liefhebbers van hont-bladige Gewafl^\'en.
§. 4. Ze,willen alle in een gemeene goede grond zeer wel groeijen, dog beminnen liefft een
vogtige, verdragen de ftrcngfte koude van onze Winters, en
§. 5. Worden door Uitlopers of door Inleggers gemakkelyk voortgeteelt.
§. 6. Het gebruik dat men \'er in de Tuinen van maakt, is,quot; om ze hier of daaropbeauameDlaat-
zcn of ook m de Bofquets, onder ander wild Gewas te plaatzen, te weecenhoofdzaakelvk de twee-
de zoort, en zulks om haare fchoone wicte Bloem^croft^en, die ze in de May voorthrpnïr de-
welke geheel klooc-rond aIs e^ Bal, en zoo wit als fneeuw zyn, waarvan ze de n^am van 9«-
ballen verkreegen heeft. Welke Bloemen m der daat een heel fraai gezigt in Lw Bloei tvd mS-
ken en vermaak geeven.nbsp;,nbsp;oji^ti-uy
De Bloemen van de eerfte zoort maaken wel in allen geen zoo groot Figuur als die van de twee-
de, nogtans geven ^e wemig minder aangenaam gezigt en vermaak. Deeze brengt daar en boven
Befien vport die m de Herfft ryp worden en een fchoone roode Koleur hebben, waar door ze eet)
goed gezigt in dat Saizoen verwekken ; zynde de tweede zoorc onvrugtbaar/
I.
VAN DE
ILLIGE-BOÖM. Deze Boom word genoemc in\'t A^e-^m/mW^, Wiliige-boom.
Wilhge. Wilge. Latynfcb,nbsp;Hoog-duitfch,WQÏden-hmm. Weide Wil-
gen-baum. Felber-baum. Franfch, Sauie. Seaux, Enselfcb Willigwor.
Deenfcb, Pyl. Pile. Trse. Zweedfch, Pihl.nbsp;^ \' ^^m
Saliow-Tree
§. 2. Daar zyn een groote menigce Zoorten van Wilgen, die waarlyk aan de Botaniften veel
fpeels maken, om ze klaarlyk te onderfcheiden ; dog ik zal alleen melding doen van die Zoorten,
dienbsp;gekweekt worden, welke zyn als volgc:
Salir
-ocr page 240-BESCHRYViNÖ ta n Bi W 1 L L i G Ê-B Ö O M,
\' Salix vulgaris alba arbörefcens. C. B
Salix maxima fragilis, alba; hirfuta.
Salix. Dodon,-
Salix drofcoridis. Lob.nbsp;. .
Salix foliis lineari-lanceolatis acuminatis ferratis, utrinque pübefcerltibusgt; ferratUris infimië
glaudulofis. Linn. H. Clif. 473. Flor. fuec. 812. Mat. med. 449. P^oy, Prodr. 8j.
Mos- [f Feemina.
Salix foliis elliptico-lanceolätisfei-ratisfubtus fericeis vimine fragili. Hall. Helv. 152. No.
2. DE GEELE WILLIGE. .
Salix fativa lutea folio crenató. C. ,B. Pm. 473. Tournef. Inß. 590. Boerb. J. A. 2. 216.
Salix lutea, tenuior, lïitiva, viminea. J. Baub. i. 214.
Salix foliis fubintegerrimis lanceolato-liiicaribus longißimis acutis fubtus fericeis, ramis virga-
tis. Linn. Flor. Jiiec. 823.
Salix lauto vimine é. fquama florali flavis j foliis elliptico-lanceolatis j fiibtus fericeis. Halh
Helv. 152.
3- de roode Willige.nbsp;,
Salix vulgaris rubens. C. B. Pin. 4.73.
Salix minor, viminalis.amp; gallida. Dodon.
Salix foliis firmis vix ferratis, longe ellipticis, fubtus fubhirfutis amp; canefcentibus. HalL
Helv. 153.
4. DE BRUINE OF ZWARTE WILLIGE.
Salix vulgaris nigricans folio non ferrato, C. B. Pin. 473; Tournef. Infi. 590, Boerb. f,
A. 2. 210.
Salix rubra minimé fragilis3 folio longo anguflo. J. Baub. i; 215.
Salix minor. Dodon..
Varietas pra;ced. videtur. -
DE KORF-WILLIGE.
Salix folio amygdalino utrinque virente aurlto. C. B.
J. A. 2. 210.
Salix fpontanea fragilis, amygdalino folio, auriculata.
Salix fylveftris latifoL. Tabern.
Salix folio auricolato fplendente, flexilis. Raj. Syn.
Salix foliis glabris acu té ferratis lanceölatis petiolatis, fti\'pulistrapezi-fdrmibüs. Roy. Prodr.
83. IJnn. Flor. Sitec. 793.
Salix foliis ferratis glabris lanceölatis acuminatis appendicülatis. Linn. Flor. Lapp. 349.
SaÜK PerficjE folio auricalato. Hall. Helv. 151. No. 2.nbsp;^ J
6. DE WATER-WILLIGE,
Salix folio ex r.otunditate acuminato. C. B. Pin. 4.74.. Tournef: Infi. S9t. Boerb. J. A.\'2. 211.
■iSalix aquatica.
Salix caprea, latifolia. Tabern.nbsp;^ ^ ^
Salix caprea, acuto longoque folio. Raj. fyn. 450.
Salix foliïs infcegris, fubtus viliofis, ovatis acutis. Linn. Flor. Lapp. 36lt;2.
Salix foliis ovato-lanceolatis, margine repandis, fubtus tomentofis, fuperné pubefcentibus.
Safx\'^fomunteg^^^^nbsp;fubvillofis, fubtus tomentofis. Linn. Flor fuêc
8c6..nbsp;quot; •
Salix foliis integris utrinque birfutis lanceölatis. Hall. Helv. 155. t. 5. fig, 2.
7- WATER-WILGE met bonte Blaaden.nbsp;-
Salix folio ex rotunditate acuminato, variegato. Nobis.
8. .DÉ WILLIGE met breede welmi^endt LaiLrier^hlaaden, vsinzommigë AmeHcaan-
^ fcbe TFilg gtnoeTut. .
Salix pentandra. Linn. Flor. Lapp, Tab. VIII. fig. 2.
Salix foliis ferratis ovatis cutis glabris, fenaturis cartilagineis, petiolié Callofo-punólatis,
Linn. H Upf. 295.
Salix folio laureo, fuelato glabro odorato. Raj. Hifi. 1420.
§. 3. De eerfte en vvfde zoort zyn uer te Lande zo wei als in Iloopluitfchtanden elders ovef-
vioedig bekend, groeijende veel van zelfs in het wild, naaft Slooten, Gragten, Rivieren en
ïindere Wateren, en kunnen, als men ze niet beihoeit, vry groote Boomen worden, inzonder-
heid de eerfte zoort.nbsp;rrnbsp;-nbsp;•
De tweede, derde en vierde zoorten, wafiTen hier te Lande nérgens van zelfs, maar worden
door de cultuur voortgezet^ en groeijen niet zoo hoog als de voorige; De Teenen, dat is de
jonge Lootcn, van de tweede zoort, zvn geel ofgeel-agtig; die van de derde mooi rood of Oran je Ko-
leur; de vierde purper-agtig-groen, of ook wel donker groen; zynde alle zeer taai en buigzaam
ÏQzonderheid de derde en vierde zoort.nbsp;.nbsp;\'
De zesde zoort groeit by ons en elders veel in het wild, naaft de Slooten en andere Waateren •
ze waft Heeftcr-agtig en doorgaans maar i ä 2 Mans lengte hoog, ten waare in een heel s^oede
•grond, waar in Ée wat hooger worden kan. De kanten van haare Blaaden zyn doorgrans wac
irregulier, dat is, in cn uitgebogen.
, De zeevende zoort is een verandering van de vóórgaande, en verfchilt daar van ne^-^efis \'n
als dat ze mooi wit-bonte Blaaden heeft, en die daerom van de Liefhebbers van bondblaadige Ge-
waflquot;cn gecültiveert word.
De agcfte zOort groeit hier en daar ih Hoog-duitfchland, en in de Noordfcbe Landen^ op Bofch-
agtige wat vogte plaatzcn.
S- 4. De Willige Boomen begeeren ,\' gelyk uit hunne gemelëe groréi-plaatzen blykt, van natuur
Pin. 4734 Tournef.
f. Bauh. li 212
A.
2. 2IÖi
Pin. 473. Tournef. Inß. 591. Boerb,
J. Baub. 1. 215.
48.
^nbsp;een
m
-ocr page 241-%6 BES G H R Y V I N G. van de W I L L I G E - B O O M.
ten vogtige Aarde, weshalven ze\'t beft tieren in laage waaterige plaatzen; en om die reeden by
ons doorgaans naaft de Slooten, Gragten, Vaarten, enz., geplant worden, al koomen haare Wor-
tels \'t Waarcr te raaken, ze bederven daar door geenzins, maar groeijen te beeter,. zoo zeer be-
minnen ze \'t vogt. In drooge gronden maaken ze geen of weinig voortgang.
§. 5. Haare voortkwekicg gefchied ligtelyk door middel van Takken van i a 2 Duimen dikte ,
die op 2 , 3^4 Voeten lengte gekort, en beneden wat gefcherpt zynde, een Voet of meer diep in
de aarde gcftooken of gcftaagen wordende. Daar is geen Boom-gewas wiens Takken gewilliger
Wortels fpruiten als dit, waar van het ook fchynt da« deze Boom de Naam van WÏUige verkregen
heeft.
§. 6. Wat aangaat het gebruik der Willigen in de Tuinen, dezelve worden veel geplant, te wee-
ten, de eerfte en vyfde Zoort, dog dc eerfte meeft, tot bemanteling rondom Tuinen, Hornlegers,
Boere Plaatzen, amp;c., xls waar toe ze boven andere Gewaifen zeer\'bekwaam zyn, dewyl ze fchie-
lyk aangroeijen, vry groot worden, en wel tegen de Winden, zonder breken, opgroeijen kunnen,
nog ook niet ligtelyk om dat ze fterk bewortelen, door de Wind uit de grond gerukt worden. Wes-
halven dezelve mee veel voordcel by \'t aanleg van nieuwe Plantagien aanftonds rondom dezelve ge-
poot werden, om het andere Gewas met der haaft te dekken , en\'dus voorfpoediger te doen groei-
jen; tot dien einde worden ze ook wel in groote nieuwe Plantagien , hier of daar dwars door de-
zelve, in tuftchen verdelingen, gepoot, om dus meer mantehng en louwte te weeg te brengen,
dog met die intentie om dezelve na verloop van eenige Jaaren, als \'t Plantagie gewas wel aan de
gang is, weg te doen.
De Wilgen worden in deze vogte Nederlanden ook veel van de Warmoefiers rondom en tulfchea
hunne Moeslanden aan de Slootskanten, gepoot, niet alleen om die zoo even gemelde reden, maar
ook om het nodige Erte-en Boonen-Rys daar van te kunnen hebben, wordende tot dien einde alle
3 ä 4 Jaaren gekapt.
§. 7. Dc tweede, derde cn vierde Zoort zyn van zeer groot gebruik, en zeer noodzakelyk in
de Tuinen, inzonderheid op welgeftelde Buitenplaatzen, om daar van de Tenen tot aanbinding vaü
Eipaüevs-Bonicn en andere dins^en, by der hand te hebben, en dus niet genoodzaakt te zyn, de-
zefve van elders met moeite of koften te halen; wordende dezelve tot dien einde hier of daar op
gevocgelykc plaatzen gepoot. De geele en roode Zoort zyn \'t bekwaamft tot binding der Bomen »
inzonderheid rot kleine Takken, dewyl ze kleine fyne Teenen of Ryfen voortfpruitcn, de zwarte
Zoort maakt doorgaans groter en\'langer Teenen, weshalven die tot binhng van dikke Takken,
Takke-boftchen en andere grof werk dienftiger zyn, waar toe ook dient de vyfde Zoort ^ § 2 No. s)*
die lange Loten fchiet: De eerfte Zoort is tot binding onbekwaam, bm dat haar Tenen zeer
brosen breekbivar zyn , ten waare de Tenen enige tyd in de Zon gelegen hebben , cn wilk gewor-
den zyn, waar door ze wat taaijer worden, en des noods zynde tot binding gebruikt kunneti
worden.
8. De zesde Zoorc is van weinig gebruik in de Tuinen, dog word zomtyds gepoot tot laag®
Schecrheggen, op vogtige plaatzen, maar de heggen worden niet zeer digt en aanzienlvk.
§. 9. De zevsfnde öf bonte Zoort word alleen ora de Liefhebbery en verandering vanGewaflefi
geplant; de Liefhebbers pooten \'er om die reden Scheerheggen van, die j ä 6 Voeten hoog kunneï^
worden , en niet onbevallyk door haar bonte Koleur ftaan.
De agtfte word alleen om de verandering van Gevvaftsn hier of daar in de Tuinen, in de ßof-
quets cn elders, geplant.
§. 10. Voorts zo worden de JViUge-Teenen, ook veel gebruikc, gelyk bekend genoeg is, tot he-
maaken van allerley groote en kleine Korven, en ander gevlogte werk, waar toe de voorgemelde
ifte en 5de Zoorten het dienftigft zyn, om datze mooy lange en taaye Teenen voortbrengen»
en tot dien einde worden op zommige plaatzen geheele kleine Plantagien aangelegt, om de Teene»
daar van jaavlyks aan de Korfmakers te verkopen; waar toe derhalven die gronden, of plaatzen vaü
een Terrein , die heel vogt zyn, en daar anders niet groeijen kan, met voordeel geëmploijeert
worden. De grove Takken van deze en andera zoorten worden ook veel gebezigt tot Hoepen om
Vaatwerken, dog deze zyn zogoed of langduurend niet als de Berken-Hoepen. °
§. II. Het-PJout van deeze JSoomen is zeer week, voos, en ras vcrgankelyk, en derhalve^
van geener waarde, nog tot Timmer-nog tot Brandhout, het geeft zeer weinig vlam cn hitte-
Dog de Wagenmakers, Schrynwerkers en inzonderheid de Bee dlhyders en Draaijers gebruiken
het nog wel om dat \'t ligt te bearbeiden is, en niet door de Zon barft, tot deeze of geene Wer-
ken. En dc Xolen, inzonderheid die van de Water-wilge C § 2 No. lt;5.) worden zeer dienftigg^^)^
tot \'t maaken van Bus-kruid. Ook agten de Schilders deeze zoort zeer goed tot branding van f^O\'
len tot het teekenen.nbsp;,
§. 13. Daar groeijen zomtyds aan deeze Willij^e Boomen, inzonderheid aan de eerfte en tv/ecae
zoort, aan de einden der jonge Looten groene EÏlaadjes digt by malkander, in de gedaante vaneen
groene Roos, die \'er niet onbevaUig uit ziet, en zommige hebben zig verbeeld, dat\'teen hyzoquot;\'
dere zoort van Willigen was, die deeze Roozen voortbrengen, maar ik heb ze aan verfcheide
ten gevonden, cn het is zeeker, dat dezelve hunnen OQrl|:)rong nergens anders van hebben als doo
de Beet van een Infeft op die plaats waar de Roos groeit, waar door de loop des Saps verwal
word, en miCer Blaaden als na gewoonte op een zelfde plaats, in de gedaante van een Roos, doe
voortkomen.nbsp;, I
§. 13. Voorts zoo heeft deeze Boom ook zyne nuttigheid in de Genees-kunde. . Eepnbsp;gj^
gemaakt, is zeer nuttig voor Menfchen die vermoeid zyn of anders niet ftaapen kunnen, wanu
verwekt ftaap en zoete ruft.nbsp;\'nbsp;., »
Groote Blad-ryke Takken van Wüge-boomen in de heete Zomerdagen in do Woon-vertreKK.
gezet, verwekken koelte en maaken de hitte verdraaglyker.
Van de gemeene wilde Wyngaard, cn van de Ferginifche vyf-blaadp wüde mnga^ en vaa
haar gebruik, hebben we te ?ooren over de Tamme Wyngaard, reeds gefprookeü, waar hcenwe
den Leczer wyzen om na te zien.nbsp;,nbsp;, ,nbsp;jnbsp;j*
Behalven deeze Virginifche wilde Wyngaard, zyn\'er nog eenige andere Meede-zoorten,
by ons minder bekent cn in gebruik zyn, weshalven we daar
van nu niets zullen zeggen.
L
m
m [
1. ^
îîtfH il i\'
-T
Al; -\'r/.
- !•
■■•ïv
-y
if \'
!
yi; -
-ocr page 244-P. S
E , K
VAN DE
Welke hiei* voorea verhandelt zyn.
A-
^Al-Befie. Heefler.
jibeelboom, zie Populier.
Acacia van Robinus. Boom.
Acacia (Bafterd-), zie Acacia.
Acacia (Virginifche), zie ibidem.
Actr, zie Efch-doorn.
Adelsbeer-hoom, zie Sorben-boom»
Ahoorn-boom, zie Efchdoorn.
Alfs-ranke. Heefier.
Amandel (Naantjes). lïeefier, zie in \'c eerflè
Boek.
Anagyris, zie Ebbenhout.
Arbor JudcB, zie Judas-boom.
Arbor mortis, zie Taxis.
Arl^or vitaa, zie Boom des Leevens.
Aria mn Tbeopbrajius, zie Sorben-boom,
Baramp;a^^ow, ziejupiters-baard.
Bajierd-Acacia, zie Acacia van RobinuSi
Berberi ITe. Heefter.
Berg Effcbe, zie Sorben-boom.
herg-Peeper, zie Peeper-boom.
Berg-Sorben-boom, Zie Sorben-boom,
Berken-boom kleine-boom.
Beuken-hoorn, zie Boeke-boom. \'
Bignonia, zie Trompet-bloem.
Birk, zie Berken-boom.
Bitter-zoet, zie Alfs Ranke.
Bkax-noot, zie pimpernoot,
Boeke-booiin, groote boom.
Boonen-boom
Boog-bout, zie Efoh-doorn.
Boom des \'Deods, zie Taxus.
Boom des Leevcns, kleine beom cf Heefter^
Boom-furkel, zie Berberifle.
Boomveiel, zie Klim op.
Bosboom, zie Palni-boom*
Brambofe. Heefter.
Bi-em. Heefter.
Bryonie. kriiidagtige kHimefide Heefter.
Buxboom, zie Palra-boom.
Cürms/yn-beom, zie Eiken-boom.
Ceder-boom, zie Genever-boom.
Clematis, zie Vuur-kruid.
Colutca. kleine boom.
Cornocije boom. Heefter m kleine Mom.
Cotinus, zie Verf-loof.
CuprelTc-boom. Boom.
Cyprejfe-boom, zie Cuprefle-boom.
^mhejie-boom. zie Genever-boom.
Denne-boom, Groote Uom.
^orn-hoom, zie Hag\'edoorn.
fuifjes-wilg, zie Spirea.
Lruive-hoomCmde), zie Wilde Wyngaard
Dum-bcfie. Heefter.
Rhus, zic Olt^iktu ,
Ebben-hotit. kleine boomen.
Ebik, zie Klim-op.
Eghelo, 2;ie Ebben-hout*
Elfen-boom. Boom.
Elfen-boom (zwarte^, zie Pyl-höuc.
Eiken-bööiïi. Groote boom.
Efch-doorn. Groote boom,
Efchdoórn (vreemdefi zie Platanus.
Ëirche-boom. Groote boom.
Effcbe (kleine), zie Viornc.
Eyloof , zieKhm-op.
Eluite-hsom, zie Hoonig-bloemi
Fuftet-houi, zie Verfdoof.
G.
Gagel. Heefteri
Gafpel-deorn^ zie Brem.
Geite-blad, zie Kaper-folié.
Gelderfe Rm, zie Waater- Viier.
Gelfemyn, zie Jasrayn.
Genever-boom. Heefter en Boom.
Geneßa, zie Brem.
Ginfter, zie Brem.
Grein-böom, zie Eike-boom.
Gnajacum, zie pok-hout.
fi
Haag-boeke. kleine hoorn.
Haage-doorn. Heeder in kleine boom.
Haag-Eike, zie Eiken-boom.
Haane-fpoor, zie Haage-doora,
Hadik, zie Vlier-boom.
Hars-hooftti zie Pyn-boom.
Hafelaar. Heefter en kleine boom.
Hafelnooteboorn, zie Hafelaar, en Öok ifi het
Voorige Bock van de Vrugttuio.
Haver-Effche, zie Sorben-boom.
Hers-leer, zie Ipen-boom.
Hoe langer hoeiiever, zie Alfs-Rankc.
Holder-boom, zie Vlier-boom.
Honds-loom, zie Pyl-hout.
ilonds-kerfe. Heefter.
Honig-bloem. Heefler.
Huift. Meeßer en kleine boom.
Hypericum\'(Heefteragtig), zie Spirai«.
Tmbeer-
Li-
st.
_ . Jans-lefit, zie Aal-befie.
St. Janskruid (Boomagtig), zic Spiraea.
Jasmyn. Heefter.
Jasmyrt ( Perftaanfche) , zie Syringa
^asmyn C ^cAar/a^^j) , zie Trompèc-bloem,
Jasniyn (mide), zie Plonig-bloem.
Ipen-boom, zie Taxus.
^eften-blaaden, zie Klim-op.
Jeve, zie Klim-op.
imheer-boom, zie Genever-boom. -
Ipen-boom. Groote-hoom.
Jutfös-boom. -kleine boaft^.
JujulxX ^^^^^ ) j .zie;Oleafter.
jupitcrs-baard. Htejler.
KaperFolie. kimmende beejler.
Kaper folie (regt op groeijende^, zie Höndkers.
Kardinaals-bued, zie Papen-hout.
Kaftanje-boom, Böo?7z.
Kaftanje Equine. Groots-boom.
Katte fleert, zie Spiraea,
Keelkruid, zie Ligufter.
Kermes-hoorn, zie Eiken-boom.
Kers C Naantjes), zie in \'t eerfte Boek.
Kers Laurier. Heejier en kleine boonien..
Kers {Vogel-), zie Vogel-Kers. ,
Klaver (Heefteragtige\'), zie Ebben-houc.
Klim, zie Klim-op en Vuur-kruid;
Klim-op klimmende beeft er. ,nbsp;, ;
Klim-op (f Americaanfcbe), zie Trompet-bloem.
Klim-op ( Vrgijtifcb ), zie TrOmpet-bloem.
Klyf, zie Klim-op.
Kork-Ipe, zie Ipcn-boom.
Kornoelje, zie Gornoelje-boom.
Krammets-bejie-hoom, zie Genever-boom^.
Kruis-doorn, zie Ryn-belie.
Kurk-boom, zie Eiken-boom^
L.
Lantane, zie Vioïrie.
Laxis, zie Lorken-boom.
Laureora, zie Peeper-boom.
Laurier-kers. zie Kers-Lauries.
Ligufter. Heefter.
I.tnde-boom. Groote-boom.
Linde Schotje ), zie Eft:h doorn.
Linde ( Steen ), zie Linde-boom.
Linfen-boom, zie Colutea.
Lombardjche. Linje, zie Colutea;
Lorken-boom. \'Boom.
Luit-boiit, zie Efch-doorn. \'
Lynen, zie Vuur-kruid.
Maagde-Palr\'n ( Groote), zie Vuur-kruid.
Mabaleb, zie Vogel-kers,
Manna-boom, zie Eft:h-doorn.
Masbolder-boom, zie Efch-doorH,
Maji-boom, zie Denne-boom.
May-boeke, zie Boeke-boom.
Menijpermum, zie Klim-^op.
Êlezereon, ^ie Peper-boom;
Mifpel-boom. KÏeine-boom,*- \'
Mond-bout, zie Ligufter.
Myrtus (Hollandfcbe), zie Gagel.
Nagel-boom, zie Syringe.
?loote mufcaat QWilde), zie Pimpernoot.
Oker-Nooteboom, Groote-hoom.
Oleafter. Groote-boom.
Olm-boom, zie Ipen-boom.
Olyf-boom, zie Oleafter. \'
Olyf-boom cmide), zie Oleafter.
(j f
\'li \'
Paafde-Kaftmje, zie Kaftanje Equihe,
Palm-boom. Heefier m Boom,
Pantoffel-bout, zie Eiken-boom.
Papen-hout. Heefter en kleine Boom,
Pcipen-muts, zie Papen-hout.
Pavia-boora. Kleine-boom,
Peer-doorn. Kleine Boom en Heefter.
Peeper-boom. Heefter.
Pimpei\'-noot. Kleine-bom.
Pishamin, zie Pok-hout.
Piftacie-boom (Wilde)^ zie Pimjief-noot.
Platanus. Groote-boöm,
Pokhout. Kleine-boom. t
Populier-boom. Groote-boom.
Purgeer-doorn, zie Ryn-beficï
Py 1-hout. Heefter en kleine Boom.
Pyn-boom. Groote-boom.
Q-
Qualfter-befie-boom, zie Sorbên-boom^
Qiiartel-bejie-boom, zie Bryonie.
Quitfen^hoomi zié Sorpen-boom.
Ratelaar, zie Populien
RMbs, zie 5umak.
Rbus ( Duitfche ) zie Oleafter.
Ros-Kaftanje, zie Kafttoje EquinCi
Rofe-boom. Heefter.
Rofemaryn Wilde ), zie Ciftus.
Ryn-befie. Heefier.
ilyn-=wilg, zie Ligufter.
Saufe-boom, zie Berberiffe.
Savel-boom, zie Seven-boom.
Scharlake-befte-boom, zie Eiken-bOom.
Scbotfe Linde, zie Eft^h-doorn.
Scbyt-befie, zie Duin-befie.
Seven-boom. Heefteri
Silver-doorn, zie Jupiters-baard.
Slee-doorn. ■ Heejier , zie in \'t voorige Boek*
Sluiper-hoorn, zie Sorben-boom,
Smak, zie Sumak.
Sneeuw-hal, zie Water-vlier.
Sorben-boom. Boom.
Spaanj\'cbe Aaker, zie Eike-boom. ,
Sparre-boom, zie Denne-boom,
Sperwer-boom, zie Sorben-boom.
Spiraea. Heefter.
Sporken-hout, zie Pyl-hout.
Steek-palm, zie Huift.
Steen boeke, zie Haag-iioeke.
Steen-Eike, zie Eike-boom.
Sumak-boom, Kleine Boom en Hseftsr.
Swelken-bout, zie Water-vlier.
Syk-loof, zie Klim-op*
Syringe. kleine Boom en Heejier.
Syringe (Witte), zie Honig-bloem.
Syringe (Italiaanfcbe)-, zie Ibidem.
Tamarisken-boom. kleine Boom en Heefter,
Taxus-boom. Kleine boom en Heefter.
Trompet-bloem. Heejier.
Tros-kers, zie Vogel kers.
^^ -, zie KliiB-öp.nbsp;■ ; ;
ycrf-Ioof. Kleine ioom en Heeßen
VefHsoers-brem, zie Brem.
Viit-kruid ( Witzie Ligufter.
ViornCé Kleine boom.
/^«aièa, zieVuur-kruid.
Flaar-booW) iamp;ie Vlier-boom.
Vlier-bóom. Kleine boom.
Vlier C Italiaanfibe), zie Honig blocnl.
Vlier ( Water ), zie Water-vlier.
Vlot-hout, zie Eiken-boöm.
Vogel-kers. Kleine boom.]
Vogels-befie-hoom y zie Sörben-boom.
Vuur-kruid, ¥J,immende Heefier.
Vmren boom -, zie Denne- en Pyn-boom.
W.
Water-Vlier. Kleine-boom.
Wee winde ^ zie Kaperfolie.
Weg-doorn, zie Rhyn-befie.
Wiel-boom, zié Haag-boeke.
Wilde Wyngraad. Klimmend Heeßer.
Wilge-boom. Grote boom en Heefier.
Wilge Q Water zie Wilge-boom.
Wilge-doorui zic Duin-befie.
Witte Doorn, zie Haage-doorn.
Witte Jujube, -LicOlta^Qv. _
Witte Wm^aard, zie Bryonie.^nbsp;^
WyngaZdCWilde), zie wilde WyngSärd, Bry»
onie, en Vuur-kruid.
r.
Tpen-boom1 zie Taxus.
Tpen-hooni, zie Ipen-boom,
Tve, zie Klim-op.
Nota, Alle deeze Plantagie-gewaffen vind men
gemakkelyk in derzelver voorgaande Verhande-
lingna de order van \'t A B Q, zonder de Pagmaas
aan te wvzen; dat derhalven overtollig is.
Men heeft hier bygevoegt, of de gemelde Ge*
waffen kleine of groote Boomen zyn, of xieefier-
agtig groeijen, om zulks met een opflag van t
oog in deeze Lyft te kunnen zien.
Van de wilde Boom-gewafien, welke tot Alleés
of Lanen kunnen dienen.
Nota. Die Boomen waar de kruisjes en fterretjeè
voorftaan, zyn by ons de bekwaamfte tot \'t gemel-
de eebruik.maar die met een ftarretj e gemerkt zyn^
ftafn \'t Cierlykft voor fraaje Alleés. De Nommers
betekenen de zoort in de voorgaande verhandelmg.
Tot manteling ofwindbreking, rondom Tui-
nen, Velden,nbsp;zyn de volgende de be^
kwaamfte. \'
Abeel-boom.
Elfen-boom. ,
Efl\'chen-boom.
Ipen-boom- ^
Populier (zwarte),
Ratclaar-
Wilge boom.
Van de Bodm-en Heefter-gewaffen, welke tot
hooge cn laage Seheer-heggén kunnen dienea.
Aalbefien.nbsp;\'
Berberift\'e.
f Berkc-boom.
^ Boeke-boom.
Boom des Levens.
Brem ( Stekende.
*nbsp;Cornoelje-boom.
Cornoelje (\'t Wyije}o
- •* Denne-boom.nbsp;^
Eike-boom.
■• Elfen-boom.
Efch-doórn.
Gagel.
I Gencver-boom,
f* Haag-boeke.
Haagc-doora.
Honds-kers.
*nbsp;Huift\'.
*nbsp;Ipen-boom.
Kaftanje-boomgt;
*nbsp;Kers-Laurier,
Kruis-befie.
*nbsp;Ligufter.
f Linde.
L,orken-boom.
Mifpel-boom.
*nbsp;Palm-boom.
Papen-hout.
Peer-doorn.
Pyl-hout.
Ryn-befie.
*nbsp;Rofe^boom, \'megms dehhm^m
Seven-boom.
^ir£èa.
*nbsp;Taxus.
Vlier-boom, ^^
f Walge-boom.
Wilge (Water- ).
Water-vher.
Nota. Waar een kruisje voorftaat, de zelve
dienen, behalven voor laage, ook voor hoge
Scheer-heggen, van loa 12 en meer Voeten hoog,
de overige alleen voor lage Heggen; waar een
Sterretje voortgezet is, die geeven de cierlykfte
Heggen op \'t oog, en worden dus het meeft daar
toe gebruikt in Plaifier-Tumen.
Van de Klimmende GewaiTen, bekwaam tot bc-
klecding van Muuren ^ Priölens Berceaux, amp;.c.
Alfsranke.
Bryonie.
E G-./ I^^S^ li.) fe--
1nbsp;nbsp;Boeke-boom.
Denne-boom. i. 2.
t Eiken-boom. i.
Elfen-boom. i. 2.
t ElTenboom. i.
*nbsp;Efch-doorn. i. 2. 5.
*nbsp;Ipen-boom. i- 2. 3.
Kaftanje-boom.
*nbsp;Kaftanjc-equine.
*nbsp;Lmde-boom. i. 2.
Lorken-boom.
Oker-note-boom.
Platanus, i.
Populier, i. 2. 3.
Pyn-boom. 2.
Sorben-boom. i.
Berg-Sorben-boom, §. 12. Ho. i.
Taxus.
Wilge-boom. I.
-ocr page 247-n
t Papen-hout.nbsp;_
Peper-boom.
Perfike - boom mee dubbeelde bloemen of Roos-
jes-Perfik.
Pruim-boom mee dubbelde bloemen,
Rofe-boom.
t Sorben-boom.
Spirsea.
Siimak.nbsp;.
fringe.
Trompet-bloém.
Verfloof.
Viorne.
t Vher-boom.
Vogel-kers.
Vuur-kruid.
Water-vlier.
Nota. Daar een kruisje voorftaat, die worden
meeft om ~de bevalligheid der rype Vrugten in de
Plaifier - Tuinen hier of daar geplant, zo als by ie-
der in de voorgaande Verhandeling gemeld is.
lyst
Van de Boom - en Heefter-gewaffen mee bonte
Blaaden.
Àlfsrank.
Amandel-boom.
Appel boom»
Berberiflfe.
Boeken-boom.
Boom des Levens.
Cornoelje-boora.
Coernoelje C Vrouwelyke )i
Ebbenhout.
Eiken-boom.
Eftchen-boom»
Efch doorn.
Haag-boek.
Haag-doorn.
Honig-bloem.
Huift.
Jas myn.
Ipen-boorn.
Kaperfoelie.
Kaftanje-eqainc,
Kers-Laurier.
Kermia.
Klim-op.
Liguftef.
Linde-boom.nbsp;g
Maagde-palm.
Ooker-noot.
Palm-boom.
Papen-hout.
Peper-boom.
Perfik-boom.
Populier CZwarte),
Pruim-boom.
Seven-boom.
Sorben-boom,
fringe.
T^axus,
Viorne.
Vlier.
Vogel-kers.
Water-vlier.
Wilge-boom.
Wyngaard ( Tamme gt;
Wyngaard ( Wilde
N D E.nbsp;\'
Klim-op.
Menispei-muiti.
Troînpec-biotim.
Viiur-kFuit.
Wyngaard of Druive-booiti.
VVyngaard C Wilde virginifche),nbsp;_
Nota. JDeze moeten door middel van de jonge
Takken dikwyls in den Zomer aan te binden in or-
der gehouden worden, zonder veel met de Scheer
\'er aan te knippen, als ze haar cierlyk op \'t oog
\'vertonen zullen.
NAA M-L Y S T.
Van de Boom en Heefter gewaffen die altyd
groen\'blyv.cn, .nbsp;„ [ .
Boom des Levens.^ \'
Brem.
Cuprefle-boom.
Dcnne-boom.
Gasbel.
Geneer-boomi
^ulft.
asmyn.
.upiters-baardi
lt;aper-folic.
(ers-laurier;
Clim-op.
;^alni-boora.
\'eer-doorn,
eper-boom.
ï\'yn-boom.nbsp;• \'
loos.
Seven-boom,
Tamariske.
Taxus.
Vogel-kers.
Vuur-kruid.
A M-L Y S
Van de Boom - en Heefter-gewafTen, die meeft al-
leen om de cieraad der Bloemen of Vrugten ge-
plant worden.nbsp;° ^
Acacia van Robinus.
Alfsranke.
Amandel ( Naantjes-) met dubbelde en enkelde
Bloemen.
Appel-boom met dubbelde bloeifel.
Brambofe met dubbelde Bloemen.
Brem.
Ciftus.
Colutea.
Cytifus
f *Duin-befie.
Ebben-hout.
Hn.jï\'Sdoorn, dg dUhhelde en enkslde tuüesmaal
bloeijende.
t Honds-kers.
Honing-bloem.
Jasmyh.nbsp;\' quot;
Judas-boom.
Jupiters-baard.
Kaperfolie.
Kerfe-boom met
j es-kers.
Kers ( Naantjes- ).
Menifper mum.
N A
T.
dubbelde bloemen, ofRoos-
Ë V
p
I*
llljjj\'
ir-\'\'
iti-
i
a
i
- 1
n