-ocr page 1-

303

quot; lt; . \'

O.

-p

HANDLEIDING

TUT DK KKNNIS DKK

LODE WIJK MULDER.

OüO-INSl\'KC:Tl£Ul{ VAN HET LAG KR ONDliHWIJS IN UTHIiCIlT.

T WEKDK DEKL.

Nieiiwo G-oschiodenii

IVegendtquot; tlruk.

\'s GHAVKNHAOI-;. — (.UIAHLKS KWINGS.

I 8 8 5.

■K ) O\'

Vak 105

-ocr page 2-
-ocr page 3-

HANDLEIDING DEK ALGEMEENE GESCHIEDENIS.

-ocr page 4-

Snelpersdruk van H, C. A. THIEME te Nijmegen.

-ocr page 5-

los ivs

HANDLEIDING

TOT DE KENNIS DER

ALGEMEENE GESCHIEDENIS

DOOR

LODEWIJK MULDER,

OUD*INSPECTEDII VAN HET IiAOEIt ONDERWIJS IN UTRECHT.

TWEEDE DEEL.

NIEUWE GESCHIEDENIS-

NEGENDE DRUK.

AUGUST BROB^

Houtstraat

N 1\' M E O V ^

\'s-GRAVENHAGE. CHARLES EWINGS,

1884.

-ocr page 6-
-ocr page 7-

1 N H O U 13.

DERDE TIJDVAK.

DE NIEUWE GESCHIEDENIS.

E E R S T E A F D E E L I N G.

Van de ontdekking van Amerika tot den Westfaal-schen vrede.

liiadz.

1. üntdokkingsrei/.on on volkplantingen der Portugoozen.Ontdekking

van Amerika....................quot;l

» 2. Verdere ontdekkingen van Columbus. Veroveringen van de Spanjaarden in Amerika.................

» 3. Gevolgen van de ontdekkingen en veroveringen der Europeanen

in andere worclddeelen................7

» 4. Regeering van Karei VJ1I, Koning van Frankrijk. Zijn krijgstocht

naar Italië....................9

» 5. Hernieuwing van den oorlog in Italië. Napels komt onder de heerschappij der Koningen van Arragon. Do Franschen veroveren

Milaan. Vrede van Noyon............... IB

» 6. Arragon en Castilië van 1495! tot 1522 ......-. . . . 15

» 7. Regporing van Keizer Maximiliaan...........18

,i 8. Naijver tussohen Karei V en Frans 1. De kerkhervorming . . .19 » 9. Eerste oorlog tussohen Karei V en Frans J. Vrede van Madrid.

Tweede oorlog tussohen do beide vorsten. Vrede van Kamerijk . 23 » 10. l)e boerenkrijg in üuitsohland. Inval dor Turken in Hongarije en Oostenrijk. Het verbond van Schmalkaldon. Interim-vrede van

Neurenberg...................-26

»11. Zwingli en Calvjjn. Ue woderdoopers te Munster. Hertog Ulrich

van VVurtemberg in de regeering hersteld.........29

» 12. Tocht van Karei V naar Tunis. Derde oorlog met Frans 1. Tocht van Karei V naar Algiers Hernieuwde invallen der Turken in Hongarije. Vierde oorlog tussohen Karei V en Frans J. Vrede

van Crespy....................32

» 13. Do Schmalkaldische oorlog..............35

» 14. Oorlog van Maurits van Saksen in verbond met Hendrik 11 tegen Karei V. Verdrag van Passau. Wapenstilstand van Vaucellcs. Godsdienstvrede var. Augsburg. Troonafstand van Karei V .... 37 » 15. Engeland onder de regeering van Hendrik Vlll, Eduard VI cn

Maria......................S\'.t

» 16. Denemarken, Noorwegen en Zweden van 1513 tot 15(50. . . . 42 » 17. Oorlog tussohen Hendrik 11 en Philips 11. Frankrijk onder Frans 11.

De Guises en de Hugenoten..............43

» 18. Regeering van Karei IX. Begin der godsdienstoorlogen in Frankrijk. Do Uarlholomeus-nacht..............46

» 19. De vierde godsdienstoorlog in Frankrijk. De hertog van Anjou tot koning van Polen gekozen. Dood van Karei IX. De Heilige

Liguo. Dood van Frans van Anjou...........49

» 20. Eerste regeonngsjoren van Philips 11. Zeeslag bij Lepanto Opstand dor Nederlandscho gewesten. Verovering van Portugal . . 51 » 21. De oorlog der drie Hendrikkon. Dood van Hendrik 111. Regeering van Hendrik IV.................56

-ocr page 8-

VI INHOUD.

liladz.

§22. üuitsohland onder Ferdinand 1, Mnximiliaan II, lludolfllen

Matttiias.....................59

n 23. Engeland onder Elizabeth. De An^likaanscho Kerk. Maria Stuart. 63 » 24. De laatste regeeringsjaren van Elizabeth. Do Onoverwinnelijke

vloot. Jacobus 1.................. . 67

» 25. Spanje gedurende do laatste jaren van Philips II. Regeering van

Philips 111. üo Nederlanden in datzelfde tjjdperk......69

» 26. Do Noordsche rijken, Polen en llusland, tot de inmenging van

Zweden in den Üertigjarigen oorlog...........71

» 27. Begin van den Dortigjarigen oorlog. Het Boheemsoh-Paltsische

tijdperk.....................74

» 28. liet Deensohe tijdperk. Wallenstein ..........77

ü 29. Ei ankrijk gedurende do minderjarigheid van Lodewijk XIII. Het

Parlement van Parijs................81

» 30. Erankrjjk ten tijde van Richelieu............83

i) 31. Het Zweedsche tijdperk van den Dertigjarigen oorlog.,Gustaaf

Adolf......................87

» 32. Het Zweedsch-Eransch-Nederlandscho, of laatste tijdperk van den

Dertigjarigen oorlog. Vrede van Westfalen........89

■) 33. Engeland van de troonsbeklimming van Karei I tot aan zijnen

dood...........\'.......... . 92

» 34. Po Nederlanden en Spanje van het einde van het Twaalfjarig

bestand tot aan den Westfaalschen vrede.........97

i) 35. Overzicht van den toestand van Europa tijdens het sluiten van den

Westfaalschen vrede................08

T W E E D E APDEELIN G.

Van den Westfaalschen vrede tot aan het begin der Fransche omwenteling.

§ 1. Frankrijk onder het bestuur van Mazarin. Do Kronde. Do vredo

der Pyreneën...................105

2. Engeland als Republiek. Het stamhuis der Stuarts op den troon hersteld.....................109

3. De Republiek der Vereenigde Nederlanden na den Westfaalschen vrede, en hare deelneming aan de verwikkelingen tusschen do Noordscho rijken.................112

4. Vijandelijkheden tusschen de Vereenigde Noderlandenen Portugal. Oorlog met Kngeland en met den Bisschop van Munster . . . 115

5. Aanval vnn Lodewijk X.IV op de Spaansche Nederlanden. Triple-alliantie. Vredo van Aken...............110

0. Lodewijk XIV, zijn karakter en zijne verhouding tot do overige

mogendheden...................118

7. Oorlog van Frankrijk, Enpeland, Munster en Keulen tegen de Voreenigdo Nederlanden. Vredo van Westminster. Algemeene

oorlog. Vrede van Nijmegen.............121

» 8. De Hereenigingskamers van Lodewijk XIV. Pogingen van Willem HI tot bescherming der vrijheid van Euiopa......125

» 9. Duitsehland gedurende de laatste helft der 17de eeuw. Oorlog

van Oostenrijk tegen Hongarije en Turkije. Vrede vaii Carlowitz. 127 » 10. Voortdurende aanmatigingen van Lodewijk XIV. Herroeping van

liet Edict van Nantes. Hernieuwing van den oorlog .... 129 O 11. Omwenteling in Engeland. Willem III beklimt den Ëngelsoli6;i

troon......................130

» 12, Oorlog van Lodewijk XIV tegen het Groot Verbond van Weenon.

Vrede van Rjjswijk................134

i) 13. Aanleiding en voorbereiding tot den Spaansehon Successie-oorlog.

Dood van Willem lil................136

-ocr page 9-

INHOUD. VII

liladz.

t; 14. De Spaanacho Successie-oorlog. Vrede van Utrecht .... 130

» 15. Poter de Groote. Karei XII. De Noordsche oorlog.....quot;142

» 10. Frankrijk onder den Regent. Spanje onder het bestuur van Al-

beroni. Kuropeesche verwikkelingen...........149

» 17. De Pracmatieko Sanctie................151

» 18. De Poolsclie Successie-oorlog, lielangnjke wijzigingen bij den vrede van Weenen in den toestand van Europa gebracht. Frederik

Willem I en Frederik II van Pruisen..........153

» li). De Oostennjkscho Successie-oorlog...........155

» \'20. Vijandige stemming tegen Pruisen. Oorlog tusschon Engeland en Frankrijk over do Noord-Amerikaansche koloniën. De Zevenjarige oorlog....................158

» 21. Do Noord-Amerikaansche vrijheidsoorlog.........161

j 22. Toestand van Frankrijk bij de troonsbeklimming van Lodewijk XVI en gedurende de eerste jaren zijner regeering, tot aan de bijeen-

roeping der Staten-Generaal..............lt)4

» 23. Eerste verdeeling van Polen. Gustaaf III, Koning van Zweden . 1C(gt; » 24. Hegeering van Keizer Jozef II. Opstand in do Oostennjksche

Nederlanden...................169

n 25. De Veroenigde Nederlanden van den vrede van Aken tot aan de

Fransche omwenteling................172

» 26. Spanje, Portugal, Italië en de Europeescho volkplantingen bij

het begin dor Fransche omwenteling..........174

DERDE A F DE EL ING.

Van het begin der Fransche omwenteling tot op onzen tijd.

§ 1. De Nationale en Gonstitueorende Vergadering in Frankrijk tot de

aanneming der constitutie van 1791..........178

» 2. Frankrijk onder het constitutioneele koningschap. De Nationale Gonventie. Oorlog met Oostenrijk en Pruisen. Lodewijk XVI

onthoofd. De eerste coalitie tegen Frankrijk........182

» 3. Herovering van de Zuidelijke Nederlanden door de Verbondenen. Frankrijk onder het Schrikbewind. Opstand in de Vendée on in

het Zuiden van Frankryk..............184

i) 4. Val van Robespierre. Verovering van de Oostenrijkscho Nederlanden en van do Republiek der Vereenigdo Nederlanden. I\'rank-rijk onder hot Directoire. Veldtochten van Uonaparte in Italië tot

aim den vrede van Campo Formio...........187

» 5. A\'crdeeling van Polen.................190

» 6. Tocht van Bonaparte naar Egypte. Tweede coalitie tegen Frankrijk. Omwenteling van den 18den Brumaire. Invoering van het

Consulaat....................191

» 7. Slag bij Marengo. Vrede te Luneville. Vrede te Amions. Napoleon 1, Keizer der Franschen............195

» 8. Derde coalitie tegen Frankrijk. Slag bij Austerlitz. Vrede van

Presburg. Zeeslag bij Trafalgar............198

» 9. Napels, het Groothertogdom Berg en Holland onder vorsten van de Napoleontische dynastie. Het Rijnverbond Ondergang van het Duitsche Keizerrijk. Oorlog van Frankrjjk togen Pruisen en Rusland Vrede van Tilsit. Jeröme Bonaparte, Koning van

Westfalen. Het continentaal stelsel...........201

» 10. Kopenhagen door de Engelschen geborRbardeerd. Oorlog tusschen

Rusland en Zweden. Gustaaf IV Adolf van den troon gestooten. 204

» 11. Oorlog in het Pyreneesche schiereiland.........206

» 12. Oorlog tusschen Frankrijk en Oostónrljk. Vrede te Weenen. Onttroning van paus Pius VII. Landing der Engelschen in Zeeland. Inljjving van Holland en Noordwestelijk Duitschland bij het Fransche Keizerrijk.................209

-ocr page 10-

■rm in;ioud.

Rhuiz.

g 13. Toestand van Europa ten tjjdo van de hoogste macht van Napolron. \'212

B 14. Veldtocht van Napoleon naar Rusland..........214

i) 15, Bevrijdingsoorlog in üuitschland. Veldtocht van do verbondene mogendheden in Frankrijk. Val van Napoleon. Herstel van het

Stamhuis der Bourbons ... ...........210

» 10. liet Congres te VVeenen...............220

» 17. Terugkeer van Napoleon. De Honderd dagen. Slag van Wator-

loo. Tloili^ Verbond.................222

» 18. De koloniën van hot begin der Fransche omwenteling tot aan

het jaar IHIS................... 225

» 19. Inwendige toestand der Europeosohe Staten in de eerste jaren na

don val van Napoleon................227

» 20. Omwentelingen in Spanje, Portugal, Napels en Sardinië . . . 229

» 21. üo (iriekscho vrijheidsoorlog..............231

» 22, l\'rankrjjk tot aan de Juli-omwenteling. Opstand in België. . . 233

» 23. Opstand der Polen tegen Rusland...........230

» 24. Spanje, Portugal en Italiö van IHGO tot 1848 ....... 237

» 25. üuitschland en Zwitserland tot aan het jaar 1841......240

» 20. Engeland, de Noordsche rijken en Nederland van 1831 tot 1848, 242 » 27, Frankrijk onder Lodowjjk Philips. De Februari omwenteling. . 247 » 28, De Fransche Republiek van do Februari omwenteling tot aan

de troonsbeklimming van Keizer Napoleon 111...... . 250

» 29. Dnitschland en Denemarken, van het uitbreken der Februari-om-,

wenteling tot aan de ontbinding van het üuitsche Parlement . 254 » 30. De Oostennjksche monarchie in 1848 en 1849. Oorlog in Hongarije ......................257

» 31. Italië in 1848 en 1849................ 259

5 32. Het overige Europa nu 1848.............. 202

» 33. Oorlog van Turkije, Frankrijk en Engeland tegen Rusland , , 2(34 » 34. Oorlog in llalië in 1859. Inlijving van de Italiaansche Hertogdommen en de Romagna bjj Sardinië, en van Savoye en Nizza

bij Frankrijk...................200

» 35. Verovering van Napels door Garibaldi. Victor Emanuel, Koning

van Italië....................209

» 30. Omwenteling in Griekenland. Opstand in Polen. Inlijving van

Polen bij het Russische rijk, Turkije tot 1870 ....... 272

a 37. Oorlog van Pruisen en Oostenrijk tegen Denemarken in 1804 . 275

» 38. Oorlog tusscheu Oostenrijk en Pruisen..........278

» 39. De Noord-Duitsche Bond..............282

n 40. Italië van 18C6 tot 1870 ...............284

» 41. Omwenteling in Spanjo...............

» 42. Frankrijk tot 1870 ................. 287

» 43. Oorlog tusschen Frankrijk en Duitschland, 1870—71..... 288

» 44. Frankrijk na de capitulatie van Parijs..........292

» 45, De voornaamste der overige Furopeeseho Staten tot 1877 , . . 298 46. Oorlog tuesohen Rusland en Turkije. Rusland tot 1884. . . . 305

» 47. Egypte van 1879 tot 1884 ..............3^quot;

» 48. De koloniën, ile vroegere Spaansch-Amerikaansche gewesten en de

Vereenigde Staten van Noord-Amerika van 1815 tot op onzen tjjd. 312 Tijdrekenkundig overzicht der voornaamste gebeurtenissen . 324

-ocr page 11-

A L G E M E E N E GESCHIEDENIS.

DERDE T MD VAK.

DE NIEUWE GESCHIEDENIS.

1)(\' nieuwe geschiedenis kan in tlfie ai\'deelingen verdeeld worden, namelijk;

I. Van de ontdekking van Amerika tot aan den Westphaalschen vrede (1492-1648).

II. Van den Westphaalschen vrede tot aan het begin der Pran-.sche omwenteling (1G48—1789).

III. Van het begin der Fransche omwenteling tot op onzen tijd.

E E 11 S T E A \\\' J) E E LING.

Van de ontdekking van Amerika tot aan den Westphaalschen vrede.

t; l. Ontdelcldngsreixen en volkplantingen der Portiigeexen. Ontdekking van Amerika.

In de laatste afdeeling van het eerste deel is in § 14 met korte woorden gesproken van de aanzienlijke uitbreiding, welke de Porlugeezen in den loop der 15de eeuw aan hunne ontdekkingsreizen gaven, zoodat zij eindelijk in het jaar 1486 de zuidelijke punt van Afrika bereikten. Zij konden daardoor gegronde hoop koesteren, langs dien weg tot Indië door te dringen, met welk 11 1

-ocr page 12-

2

land de Europeesolie kooplieden tot dien tijd slechts zeer moeilijke en gevaarlijke gemeenschap onderhielden, hetzij over de landengte van Suëz, hetzij door de binnenlanden van Azië. Die hoop werd in het jaar 1498 werkelijk vervuld, toen de wakkere Portugee-sche vlootvoogd Vasco tgt;e (tajia, na eene reis van ruim negen maanden, de westkust van Voor-lndië bereikte, waar hij met de inlandsche vorsten handelsbetrekkingen aanknoopte.

Emanuel de Groote, die in 1495 op den Portugeeschen troon was gekomen, zette de met zulk een goed gevolg begonnen ondernemingen met kracht voort. In de eerstvolgende jaren werden herhaaldelijk aanzienlijke vloten en versterkingen naar Indië gezonden en verscheiden Indische vorsten met geweld gedwongen, de opperheerschappij van Portugal te erkennen en schatting te betalen. Allerwegen werden forten eii factorijen gesticht, zoodat, minder dan twintig jaren nadat Gama de Kaap de Goede Hoop had omgezeild, de Puriugeezan reeds volkomen gevestigd waren op de westkust van Voor-lndië, waar Goa tot het middelpunt van hunnen handel gemaakt werd. Met de bewoners van den Indischen Archipel hadden zij voordeelige \'handelsbetrekkingen aangeknoopt, zoodat jaarlijks eene menigte schepen, rijk bevracht met Aziatische voortbrengselen, langs de Kaap de Goede Hoop naar Portugal stevenden en Lissabon weldra de stapelplaats van den wereldhandel werd, waar de schepen van alle andere Europeesche natiën de Indische koopwaren kwamen afhalen.

Onder de stoute zeevaarders, die aan de ontdekkingsreizen der Poriugeezen in de tweede helft der 15de eeuw deelnamen, onderscheidde zich zekere Ciiiustokfel Columbus, een Genueos, die van zijne jeugd af de zee bevaren had, en zich, zoowel daardoor als door grondige studio in de wis- en sterrekunde, tot een dei-bekwaamste zeelieden had gevormd. Terwijl de Portugcezen hunne tochten langs de kusten van Afrika voortzetten, met het doel om den weg ter zee naar Indië te vinden, ontwikkelde zich bij hem het denkbeeld, dat het mogelijk zou zijn, Indië te bereiken door voortdurend westwaarts te varen. Toen zijne overtuiging omtrent de uitvoerbaarheid van dat plan gevestigd was, trachtte hij de noodige ondersteuning te vinden tot verwezenlijking van zijn denkbeeld, waartoe hem de middelen ontbraken. Hij wendde zich achtereenvolgens tot de regeering van zijne vaderstad Genua en tot koning Johan II van Portugal, die beiden, hetzij werkelijk gemeend of niet, de zaak voor onmogelijk verklaarden. Columbus vertrok daarop naar Spanje, om Feudinand en Isabella voor zijne plannen te winnen (1484), terwijl hij zijn broeder Bah-

-ocr page 13-

3

tiiolomkus met hetzelfde doel naar koning Hendbik VII van Engeland zond.

Spanje was toen sedert twee jaren met het Moorsche koninkrijk Granada (I deel, bi. 216) in een oorlog gewikkeld, die met korte tusschenpoomi omtrent tien jaren duurde. Eerst in het jaar 1492 werden de Spanjaarden meester van de hoofdstad en daarmede van het geheele rijk. Daardoor was de Mohammedaan-sche heerschappij, die gedurende bijna acht eeuwen in Spanje gevestigd was geweest, geheel vernietigd; het grondgebied werd met Caslilië vereenigd, en de laatste Moorsche koning Am Aud-ilkiii of Boabdil nam de wijk naar Afrika, waar hij kort daarna sneuvelde.

Die gewichtige zegepraal verlevendigde de hoop van Columbus, die gedurende al dien tijd tevergeefs op ondersteuning had aangedrongen, en bovendien nog tegengewerkt was geworden door de raadslieden van de kroon, die uit grove onkunde zijn denkbeeld als ten eenenmale onuitvoerbaar verwierpen. Nu evenwel werd Isabklla door den invloed van verstandige mannen tot betere inzichten gebracht, en nog in het voorjaar van 1-1:92 kwam tusschen de Koningin van Caslilië en Columbus eene overeenkomst tot stand, waaraan ook haar gemaal Fkbdinand van Arragon deelnam, en waarbij aan Columbus de erfelijke waardigheid van Groot-Admiraal en Onderkoning over alle landen en zeeën, die hij zou ontdekken, verleend werd, terwijl hem en zijnen erfgenamen bovendien een tiende gedeelte werd verzekerd van de voordeelen, welke de schatkist van zijne ondernemingen zou trekken.

Den 3den Augustus 1492 stak Columbus in zee met drie kleine en zwakke schepen, bemand niet 90 koppen, en nadat hij eerst op de Canarisehe eilanden zijne beschadigde vaartuigen had hersteld, zette hij in het begin van September stoutmoedig over den onbekenden oceaan koers naar het westen. Van zoodanigen tocht was geen voorbeeld in de geschiedenis. Tot dien tijd waren nagenoeg alle zeereizen langs de kusten ondernomen, waarbij men zelden, en dan slechts voor korten tijd, het vasteland uit het oog verloor. Geen wonder dan ook, dat. het scheepsvolk van Columbus, toen het verscheidene dagen niets dan lucht en water had gezien, en steeds verder doorzeilende over de onmetelijke, onbevaren zee, waar geen teeken van nabijzijnd land zich opdeed, ongeduldig en beangst werd, en eindelijk in opstand kwam en zelfs eene samenzwering smeedde om den Admiraal over boord te werpen. Deze bleef echter kalm en vastberaden; vol

-ocr page 14-

4

vertrouwen op de juistheid zijner berekeningen, wist hij den moed van zijn volk op te wekken en hen door beloften en bedreigingen tot gehoorzaamheid terug te brengen. In den nacht van den llden op den 12den October zag men eindelijk na eene reis van 35 dagen land; het eiland Guanahani, een der Bahama- of Lucaïsche eilanden, daagde aan den gezichteinder op; de Nieuwe Wereld was ontdekt.

§ 2. Verdere ontdelckinr/en van Columhm. Veroveringen van de Spanjaarden in Amerika.

Columbus, die het nieuw gevonden eiland, waaraan hij den naam van St. Salvador gaf, voor een der uiterste eilanden van den Oost-Indischen Archipel hield, zette zijn tocht nog eenige maanden voort, ontdekte verscheidene der overige Bahaina-eilan-den, Cuba en Haïti, dat hij Ma Eapanola (Spaansch eiland) noemde, welke naam later tot Hispaniola verbasterde, en nadat hij daar een fort had gebouwd, waarin hij eene kleine bezetting achterliet\', keerde hij in de eerste dagen van 1493 naar Spanje terug. Daar werd hij met groote eerbewijzen ontvangen en in al zijne waardigheden bevestigd, terwijl hem tevens bevel tot een tweeden tocht werd gegeven.

Deze werd in het najaar van 1493 ondernomen met 17 schepen, die rijkelijk voorzien waren van al wat tot het stichten eener kolonie noodig was. Op deze reis ontdekte CoLnrnrs eerst verscheidene der Cardihische eilanden, en begaf zich daarop naar Haiti, waar hij het aangelegde fort vernield en de achtergelaten bezetting vermoord vond. Dit was een gevolg van de roofzucht en de losbandigheid der Spanjaarden, die de vreedzame Indianen (1) tot wanhoop hadden gebracht.

Columbus herstelde het gezag, deels door zachte, deels door gestrenge maatregelen, maar toen eenigen tijd later een tweede opstand van de mishandelde inboorlingen de kolonie met den ondergang dreigde, viel hij hen met zijne geheele macht in Maart

(1 Daar hot nieuw gevonden land als het oostelijke deel van Indiï; weid aangezien, kregen de bewoners don naam van Indianen. Toon men later de onjuislhoid van dio onderstelling inzag, bleef men toch den onoigonljjlcon naam behouden on noemde do nieuw ontdekte stroken Wesl-Tndië, in to-gonoverstelling van Oosl-Indië, zooals het oigonljjko Indië voortaan genoemd word.

-ocr page 15-

1404 aan. Do Indianen, hoewel vele honderden malen sterker in getal dan de Spanjaarden, waren niet bestand tegen hunne welgewapende en geharnaste vijanden en tegen de bloedhonden, welke deze op hen aanhitsten. Duizenden werden neergehouwen ot\' verscheurd en de overigen geheel ten onder gebracht en tot het leveren eener jaarlijksche schatting van stofgoud en katoen ge. dwongen.

Van dien tijd at\' was het lot der inboorlingen van het nieuw ontdekte werelddeel geheel aan de willekeur der Spanjaarden overgelaten, te meer daar de Paus alle reeds ontdekte en later nog tu ontdekken landen in die streken eigenmachtig aan Fukdinand en Tsahella schonk, onder voorwaarde dat zij do heidensche bewoners tot het Christendom zouden bekeeren (1). Meer en meer werden in de volgende jaren do veroveringen, zoowel op de eilanden als op het vasteland van \'Zuid-Amerika, dat in 1498 ontdekt werd, voortgezet. De meest fabelachtige verhalen omtrent den rijkdom aan goud en edelgesteenten, die allerwegen in Spanje verspreid werden, lokten eene menigte gelukzoekers naar de Nieuwe Wereld, en wanneer de toevloed zelfs daardoor nog niet groot genoeg werd, ging de Eegeering nu en dan tot den aller-verderfelijksten maatregel over, om eene menigte veroordeelde misdadigers als volkplanters derwaarts te zenden. Met het zwaard in do vuist werden geheele landstreken onderworpen en de bewoners van al hunne bezittingen beroofd en tot slaven gemaakt, die gedwongen werden voor hunne onderdrukkers het land te bebouwen, terwijl deze zich vaak aan de ongehoordste gruwelen en afpersingen schuldig maakten.

Columbus deed in het geheel vier reizen naar de door hem ontdekte landen, maar zijne groote verdiensten werden met ondank beloond. Reeds toen hij zich de tweede maal in de Nieuwe Wereld bevond (1493—1496) wisten zijne vijanden en benijders hem bij koning Ferdinand verdacht te maken en zijne krachtige pogingen om den moedwil en de geweldenaijjen van vele zijner tocht-genooten te bedwingen, als willekeur en te groote aanmatiging van gezag voor te stellen. Hij achtte het daarom raadzaam in 1496 in persoon naar Spanje terug te keeren, waar hij zich volkomen rechtvaardigde. Gedurende zijne derde reis (1498—1500) evenwel gelukte het zijnen vijanden andermaal, door hunne lasteringen den argwaan van koning Ferdinand, die buitendien wan-

(1) Ue i\'aus bejiaalde, dat alle landen, die meer dan :J70 mijlen westwaarts van de Azorisrhc eilanden lagen, aan Spanje zouden behooren.

-ocr page 16-

c

trouwend van karakter was, in zoo hooge mate op te wekken, dat hij een gevolmachtigde, Frans de Bovadilla, naar de volkplanting zond, om de zaak te onderzoeken. Deze ontzette terstond bij zijne aankomst Columisus van zijne waardigheid, nam hem gevangen, en de ontdekker der Nieuwe Wereld werd, in ketenen geslagen, naar Spanje gevoerd. Een kreet van verontwaardiging over de behandeling, den grooten Admiraal aangedaan, ging door het geheele land op, en Columbus werd dan ook terstond in vrijheid gesteld en zijn gedrag gerechtvaardigd. Hij werd echter niet in zijne waardigheid hersteld; wel riep men Bovadilla terug, doch het bestuur over Utspaniola werd aan een ander opgedragen.

In weerwil van dat alles bleef Columbus op het doen eener vierde ontdekkingsreis aandringen, waartoe hem eindelijk in 1502 vier kleine schepen verleend werden. Op dien tocht vermeerderde hij, wel is waar, het aantal zijner belangrijke ontdekkingen, doch de nijd zijner vijanden vervolgde hem ook daar. Door storm bedreigd, wilde hij in eene haven van Hispaniola binnenloopen, maaide gouverneur verbood het hem. Schipbreuk geleden hebbende op de kust van Jamaica, moest hij een jaar lang, door ziekte geteisterd, tevergeefs om hulp aanhouden, tot men eindelijk een schip zond om hem af te halen, waarmede bij in November 150-i naar Spanje terug keerde. Vruchteloos hield hij bij den Koning om herstel van zijne grieven aan; beroofd van zijne ambten en waardigheden, diep gekrenkt door den ondank van zijn vorst, stierf do groote man in Moi 150(5 te Valladolid. Op zijn verlangen legde zijn zoon Diëoo de ketenen, waarmede hij geboeid was geweest, bij hem in het graf.

Zelfs do eer, dat het nieuw ontdekte werelddeel naar hem genoemd werd, viel niet aan Columbus, maar aan een Florentijnsch edelman, Amkrigo Vespucci, ten deel. Deze had in 1499 eene reis derwaarts gedaan en leverde eene beschrijving van de door hem bezochte landen, welke in het jaar 1507, tegelijk met een aardrijkskundige verhandeling in de Latijnsche taal, gedrukt werd. De vervaardiger dier verhandeling gaf voor het eerst aan het nieuwe werelddeel den naam Amerika, dien het naderhand behouden heeft.

Onder de gewichtigste ontdekkingstochten der Spanjaarden in het begin der 16de eeuw behoort die van Balboa over de landengte van Panama in 1515, waardoor voor het eerst de Groote Oceaan, die Amerika van Aiiè scheidt, bekend werd en men langzamerhand tot het juiste denkbeeld kwam, dat een geheel nieuw we-

-ocr page 17-

relddeel en niet do oostelijke lenst van Azië was ontdekt geworden. Van dien tijd af warden er pogingen in het werk gesteld om ergens eene doorvaart te vinden, waarlangs men westwaarts naar Oost-In die hoopte te kunnen /.eilen, hetgeen eindelijk in het jaar 1516 aan Magellaan, een moedig Portugeesch zeevaarder in Spaanschen dienst, gelukte. Hij voer door de zeeëngte tusschen Patar/onië en Vuurland, die thans nog zijn naam draagt, en bereikte zoo de Oost-Indische eilanden, waar hij in een gevecht inet de inboorlingen sneuvelde. Zijne schepen keerden daarop langs de Kaap de Goede Hoop naar het vaderland terug (1522), en hadden alzoo de eerste reis om den aardbol afgelegd.

Ten zelfden tijde werd Mexico door de Spanjaarden onder Pèk-ihnam) Cortez veroverd (1519—15\'21) en eenige jaren later (1526) het goudrijke Peru door Frans Pizarbo, een woest en ondernemend gelukzoeker, ontdekt en onder het plegen van vele gruwelen aan de kroon van Spanje onderworpen (15.\'51 —1541).

§ 3. Gevolgen van de ontdekkingen en veroveringen der Europeanen in andere iverelddeelen.

De ontdekking van Amerika had voor Europa de allergewichtigste gevolgen. Nieuwe bronnen voor den handel werden geopend en eene menigte nieuwe voortbrengselen, als suiker, cacao, indigo, tabak, enz., werden in steeds grooter hoeveelheden in omloop gebracht. De scheepvaart werd uitgebreid, de ondernemingsgeest nam overal in hooge mate toe en de handel strekte zich in het vervolg van tijd al verder en verder, en eindelijk over de ge-heele aarde uit. Het duurde niet lang, of die wereldhandel• nam eene geheel andere richting dan hij tot dusverre gevolgd had. Do machtige koopsteden aan do Middellandsche Zee, als Venetië, Genua, enz., die de groote stapelplaatsen waren geweest van de Indische waren, welke, hetzij door ligypte. hetzij door Azië werden aangevoerd, begonnen langzamerhand te kwijnen, toon een veel veiliger en gemakkelijker weg, zoowel langs de zuidspits van Afrika als rochtsteoks uit Amerika, do handelsvoorwerpon naar do havens van Portugal en Spanje en later ook naar die van Nederland en Ene/eland voerde.

Het. bezit van meer of minder uitgebreide volkplantingen was voorts van grooten invloed op de Europeesche Staten. Het groote belang van dergelijke bezittingen gaf meermalen aanleiding tot onderlinge oorlogen; tot verdediging van do ver verwijderde stroken werden oorlogsvloten in het leven geroepen, die dikwijls

-ocr page 18-

e

trouwend van karakter was, in zoo hooge mate op te wekken, dat hij een gevolmachtigde, Frans de Bovadilla, naar de volkplanting zond, om de zaak te onderzoeken. Deze ontzette terstond bij zijne aankomst Columbus van zijne waardigheid, nam hem gevangen, en de ontdekker der Nieuwe Wereld werd, in ketenen geslagen, naar Spanje gevoerd. Een kreet van verontwaardiging over de behandeling, den grooten Admiraal aangedaan, ging door het geheele land op, en Columbus werd dan ook terstond in vrijheid gesteld en zijn gedrag gerechtvaardigd. Hij werd echter niet in zijne waardigheid hersteld; wel riep men Bovadilla terug, doch het bestuur over Uispaniola werd aan een ander opgedragen.

In weerwil van dat alles bleef Columbus op het doen eener vierde ontdekkingsreis aandringen, waartoe hem eindelijk in 1502 vier kleine schepen verleend werden. Op dien tocht vermeerderde hij, wel is waar, het aantal zijner belangrijke ontdekkingen, doch de nijd zijner vijanden vervolgde hem ook daar. Door storm bedreigd, wilde hij in eene haven van Uispaniola binnenloopen, maaide gouverneur verbood het hem. Schipbreuk geleden hebbende op de kust van Jamaica, moest hij een jaar lang, door ziekte geteisterd, tevergeefs om hulp aanhouden, tot men eindelijk een schip zond om hem af te halen, waarmede hij in November ISO-! naar Spanje terug keerde. Vruchteloos hield hij bij den Koning om herstel van zijne grieven aan; beroofd van zijne ambten en waardigheden, diep gekrenkt door den ondank van zijn vorst, stierf de groote man in Mei 150(5 te Valladolid. Op zijn verlangen legde zijn zoon Diüao de ketenen, waarmede hij geboeid was geweest, bij hem in het graf.

Zelfs de eer, dat het nieuw ontdekte werelddeel naar hem genoemd werd, viel niet aan Columbus, maar aan een Florentijnsch edelman, Amerigo Vespucci, ten deel. Deze had in 1499 eene reis derwaarts gedaan en leverde eene beschrijving van de door hem bezochte landen, welke in het jaar 1507, tegelijk met een aardrijkskundige verhandeling in de Latijnsche taal, gedrukt werd. De vervaardiger dier verhandeling gaf voor het eerst aan het nieuwe werelddeel den naam Amerika, dien het naderhand behouden heeft.

Onder de gewichtigste ontdekkingstochten der Spanjaarden in het besjfin der 16de eeuw behoort die van Balboa over de landenste

O O

van Panama in 1515, waardoor voor hot eerst de Groote Oceaan, die Amerika van Aziè scheidt, bekend werd en men langzamerhand tot het juiste denkbeeld kwam, dat een geheel nieuw we-

-ocr page 19-

7

rfilddeel en niet de oostelijke kust van Azië was ontdekt geworden. Van dien tijd af werden er pogingen in het werk gesteld om ergens eene doorvaart te vinden, waarlangs men westwaarts naar Oost-Indië hoopte te kunnen zeilen, hetgeen eindelijk in het jaar 1516 aan Magbllaan, een moedig Portugeesoh zeevaarder in Spaanschen dienst, gelukte. Hij voer door de zeeëngte tusschen Patacjonië en Vuurland, die thans nog zijn naam draagt, en bereikte zoo do Oost-Indische eilanden, waar hij in een gevecht inet de inboorlingen sneuvelde. Zijne schepen koerden daarop langs de Kaap de Goede Hoop naar het vaderland terug (1522), en hadden alzoo de eerste reis om den aardbol afgelegd.

Ten zelfden tijde werd Mexico door de Spanjaarden onder Fjïr-dinam) Coutez veroverd (1519—1521) en eonige jaren later (1526) hot goudrijke Peru door Frans Pizarro, een woest en ondernemend gelukzoeker, ontdekt en onder het plegeti van vele gruwelen aan de kroon van Spanje onderworpen (1531 — 1541).

§ 3. Gevolgen van de ontdekkingen en veroveringen der Europeanen in andere iverelddeelen.

De ontdekking van Amerika had voor Europa de allergewichtigste gevolgen. Nieuwe bronnen voor den handel werden geopend en eene menigte nieuwe voortbi-engselen, als suiker, cacao, indigo, tabak, enz., werden in steeds grooter hoeveelheden in omloop gebracht. De scheepvaart werd uitgebreid, de ondernemingsgeest nam overal in hooge mate toe en de handel strekte zich in het vervolg van tijd al verder en verder, en eindelijk over de ge-heele aarde uit. Het duurde niet lang, of die wereldhandel• nam eene geheel andere richting dan hij tot dusverre gevolgd had. De machtige koopsteden aan de Middellandsche Zee, als Venei ié, Genua, enz,, die de groote stapelplaatsen waren geweest van de Indische waren, welke, hetzij door Egypte, hetzij door Azië werden aangevoerd, begonnen langzamerhand te kwijnen, toon een veel veiliger en gemakkelijker weg, zoowel langs de zuidspits van Afrika als rechtsteeks uit Amerika, de handelsvoorwerpen naar de havens van Porlugal en Spanje en later ook naar die van Nederland en Engeland voerde.

Het bezit van meer of minder uitgebreide volkplantingen was voorts van grooten invloed op de Europeesche Staten. Het groote belang van dergelijke bezittingen gaf meermalen aanleiding tot onderlinge oorlogen; tot verdediging van de ver verwijderde streken werden oorlogsvloten in het leven geroepen, die dikwijls

-ocr page 20-

van evenveel of zelfs van meer gewicht werden dan de land\' iTiiicht. Vooral konden de schatten, die uit de koloniën naar het moederland vloeiden, bij een doeltreffend en verstandig beheer ontzaglijk veel toebrengen tot de welvaart en het aanzien van de staten, aan welke die koloniën behoorden.

Even voordeelig intusschen als de volkplantingen voor een staat konden worden wanneer zij niet wijs overleg werden bestuurd, zoo nadeelig werkten zij in het tegenovergestelde geval. Dit laatste nu had in Spanje plaats. Door onverstandige maatregelen van de regeering werd de handel belet zich krachtig te ontwikkelen; eene menigte fortuinzoekers, die allen op hoop van spoedig schatten te verwerven naar Amerika trokken, plunderden de rijke landstreken uit, richtten de bevolking door zwaren arbeid ten gronde en beletten zoodoende, dat zich daar eene geregelde, arbeidzame maatschappij vormde, die op den duur tot eene bron van welvaart voor het moederland kon worden. De deels zeer overdreven berichten van de gemakkelijke wijze, waarop men in die verre gewesten tot rijkdom geraken kon, lokten duizenden derwaarts, hetgeen allernadeeligst werkte op de nijverheid, den landbouw en de mijnontginning in Spanje zelf. Daarenboven was de omstandigheid, dat de regeering jaarlijks een grooten toevoer van goud, zilver en edelgesteenten uit de koloniën ontving, allernoodlottigst voor de vrijheid van het volk, omdat de koningen daardoor meer en meer eigendunkelijk konden regeeren, terwjjl zij vroeger tot het bekomen der noodige gelden vaak de toestemming van de Cortes (de vergadering van de vertegenwoordigers der natie) behoefden. Met het toenemen van het onbeperkt gezag der vorsten en het vernietigen van de volksvrijheid verdween ook langzamerhand de innerlijke kracht der natie, en zóó werd, bij een slecht bestuur, het bezit van de rijkste en uitgestrektste koloniën dei-wereld in het vervolg van tijd eene der redenen van het toenemend verval der Spaansche monarchie.

Allertreurigst was het lot der Indianen ; overgeleverd aan de willekeur der Spaansche volkplanters, werden zij onder de wreedste mishandelingen tot den zwaarsten arbeid gedwongen. Honderdduizenden bezweken bij het bewerken der goud- en zilvermijnen en der uitgestrekte, velden. Wel trachtten enkele menschenvrien-den, vooral geestelijken, en onder dezen de edele Bahtholo-meus de las Casas, het lot der ongelukkigen te verzachten, maar de onleschbare gouddorst der Spanjaarden verijdelde nagenoeg al hunne pogingen. Daarop deed las Casas den voorslag, om den harden arbeid te doen verrichten door negers, wier krach-

-ocr page 21-

9

tiger lichaamsbouw hen daartoe meer geschikt mankte en die auu de westkust van Afrika konden worden gekocht en naar Amerika overgevoerd. Dat plan vond ingang en werd, hoezeer liet met goede bedoelingen was voorgesteld, do oorsprong van den gru-welijken, den mensch onteerenden slavenhandel, die in de volgende eeuwen millioenen ongelukkig heeft gemaakt en eerst in den laatsten tijd overal is afgeschaft.

Dat waren, wel is waar, treurige gevolgen van de ontdekking van Amerika, maar do voordeden voor de menschheid in het algemeen, maakten haar overigens tot eene zegenrijke gebeurtenis. Het veld der beschaving werd uitgebreid, honderden nieuwe bronnen van welvaart werden geopend, en do wetenschap, vooral de aardrijkskunde en de kennis der natuur in het algemeen, werd dooide steeds toenemende ontdekkingen op verbazende wijze verrijkt.

§ 4. Rcfjeeriny van Karei VIII, koning van Frankrijk.

Zijn krijgstocht naar Italië.

In het eerste deel (bl. 215) is vermeld, dat koning Lodewijk XI in 1483 gestorven en door zijn dertien jarigen zoon Kabel VIII opgevolgd was, wiens oudere zuster Anna de Beaujeu, voorloopig de regeeringszaken zou leiden. Na eenige jaren echter begon zich de jonge, eerzuchtige koning langzamerhand aan haren invloed te onttrekken en uitgebreide plannen van verovering te vormen. In plaats van de schrandere, hoezeer dan ook onzedelijke staatkunde van zijnen vader voort te zetten, die door zijne gewelddadige maatregelen het koninklijk gezag in het binnenland gevestigd en den hoogen adel tot gehoorzaamheid en onderwerping aan den koninklijken wil gedwongen had, vestigde Kabel VIII zijne blikken op het buitenland, en wel in de.eerste plaats op het koninkrijk Napels.

Daar regeerde sedert het jaar 1458 Feudinand I, wiens vader Alphonsus V, koning van Ar rag on, zich met geweld van den Napelschen troon had meester gemaakt, welke sedert twee eeuwen door het huis van Anjou was bezet geweest (I deel, bl. 216). De leden van laatstgenoemd geslacht gaven echter hunne aanspraken op het koninkrijk Napels niet op, en toen Lodewijk XI in 1481 de bezittingen van het huis van Anjou erfde, kwam hij daardoor te gelijkertijd ook in het bezit van die aanspraken. Hij was evenwel veel te schrander om die te doen gelden, voordat hij met eenige zekerheid een goeden uitslag kon voorzien, en hield zich

-ocr page 22-

10

liever met de krachtige regeling der binnenlandsche aangelegenheden van Frankrijk bezig. Kauel Vilt daarentegen, die niets van het staatkundig doorzicht zijns vaders bezat en zich veeleer met ridderlijke droombeelden van roemrijke heldendaden en overwinningen vleide, stelde zich de verovering van Napels als de eerste verwezenlijking daarvan ten doel. Zijne eerzuchtige plannen gingen echter nog veel verder. Nadat hij in hot bezit van Napels gekomen zou zijn, wilde hij naar Turkije oversteken, de Mohammedanen uit Europa verdrijven, zich tot G-rieksch keizer verheffen en daarna het llcilic/e Land aan de ongeloovigen ontrukken.

De toestand van het hertogdom Milaan verschafte hem bij zijn voorgenomen tocht naar Italië oen krachtigen bondgenoot. De jonge hertog Joiian Galleazzo Sforza, die daar de regeering van zijn vader geërfd had (I deel bi. 217), was geheel uit het bestuur gedrongen door zijn oom Lodewi.ik Mono, die zich het gezag eigendunkelijk had toegeëigend en zijn neef nagenoeg in gevangenschap hield. Sfoiiza was gehuwd met eene dochter van den koning van Napels, en daar Lodfavi.ik Mono dus voortdurend verwachten kon, dat deze laatste zijnen schoonzoon zou tor hulp komen, was de aanval van den Franschen koning op Napels hem zeer welkom. Hij sloot dus een verdrag met IvAuun VUT, om hem in zijne ondernoming te ondersteunen. Kort daarop stierf Joiian Gat.t.kazzo, naar men vermoedde door zijn oom Lodewi.ik Mono vergiftigd, en deze werd nu door keizer Ma.mimiliaan (T deel, bl. 215), die zijnen vader Fruderik Til in 1493 opvolgde en met Mono\'s nicht gehuwd was, met het hertogdom Milaan beleend, hetwelk nog altijd in naam tot het Duitsche rijk behoorde.

In het najaaiv van 1494 brak Kabel VIII met een talrijk leger naar Italië op. Florence en Rome, hoezeer zij zich met Ferdinand van Napels verbonden hadden, openden hem hunne poorten, zonder wederstand (1), do Napolitaansche troepen namen bij den eersten aanval der Franschen de vlucht, en in Februari 1495 trok Kauel VIII als overwinnaar de hoofdstad binnen en had hij het geheele koninkrijk, op enkele vestingen na, in zijn bezit.

Intusschen was Ferdinand I van Napels, nog voordat do Franschen werkelijk tegen hem in aantocht waren, gestorven; zijn zoon en opvolger, die om zijne wreedheid bij zijne onderdanen

(1) In Florence geriuikto het verontwaardigde volk in opstand on verdreef I\'etkii de Medici (I doel, bi, \'21S,) wiens rijke goederen verbeurd verklaard werden.

-ocr page 23-

11

zeer gehaat was, had in Januari 1495 de regeering nedergelegd, en diens zoon, die nu als Ferdinand H aan de regeering kwam, week bij het voortdringen des vijands naar het eiland Ischia.

De voorspoed van Kabel VIII was intusschen slechts van korten duur. De buitensporigheden der Franschen maakten hen weldra in Napcis gehaat en de snelle voortgang hunner wapenen wekte de bezorgdheid op van verscheidene vorsten, die de uitbreiding van de macht van Frankrijk voor gevaarlijk hielden. Dientengevolge werd in Maart 1495 een verbond tegen Frankrijk gesloten tusschen Lodewijk Mono, keizer Maximiliaan, Peudinaxd den Katholieke, do republiek van Venetië en den Paus.

Ieder van deze vorsten had een bijzonder belang om tot dit verbond toe te treden. Lodewijk Mono wist dat de Hertog van Orleans, de neef en vermoedelijke opvolger van Kabel Vlfl aanspraak maakte op het hertogdom Milaan (1), en hij trachtte zich daarom de ondersteuning van machtige bondgenooten te verwerven. Keizer Maximiliaan wilde den invloed herstellen, dien de Duitsche keizers in vroegeren tijd steeds in Italië hadden uitgeoefend en waarvoor do invloed van Frankrijk geheel en al in de plaats dreigde te treden. Pebdinand de Katholieke, koning van Arragon, vreesde voor Sicilië, welk eiland tot zijn rijk behoorde (I deel, blz. 21(3), en dat, indien de Franschen in Italic te machtig werden, gevaar liep door hen aangevallen en veroverd te worden. De Paus en Venetië wilden eveneens de uitbreiding van de Fransche macht in Italië tegengaan.

Behalve die beweegredenen van bijzonderen aard, trad evenwel bij dit verbond nog een meer algemeen beginsel op den voorgrond, dat van dien tijd af meer en meer in de staatkunde der JSuropeesche natiën in toepassing werd gebracht.

Tot nu toe namelijk hadden de verschillende volken, of liever de vorsten, bij al hunne oorlogen of vredesverdragen, in één woord bij al hunne politieke handelingen, enkel en alleen op hunne eigen

(I) üo grootvader van den Hertog van Orleans was golmwd geweest met Vai.knti.ne Visconti, do laatste aftitammoliiige van hot vroegere hertogelijke stamhuis der Viscgnti\'s, dat m het midclen dt\'i\' vjjftiendo eeuw in Je mannelijke linie uitgestorven was (1 deel bl. ±17). l)e oondottiere Imian* Sror.za, do grootvader van Johan üau.kazzo, had zich daarop van hot bewind meester gemaakt doch dewijl bjj het huwelijk van Vai.u.ntixh bepaald was, dat liaie nakomelingen, indien do Visconti\'s in de mannelijko lijn uitstierven, recht zouden hebben op de opvolging in Milaan, vloeiden hieruit van zelve de aanspraken van haren kleinzoon, den lleitog van Orleans, voort.

-ocr page 24-

12

belangen gelet, zonder daarbij eenigszins die van het algemeen iu ueht te nemen. Bij de oorlogen, die gevoerd en de verdragen, die gesloten werden, gold slechts het recht van den sterkste, en meestal had men daarbij alleen de belangen van het oogenblik op het oog. Daardoor hadden ook de kleinere staten hoegenaamd geen waarborg voor hunne zelfstandigheid en stonden zij voortdurend bloot aan het gevaar van door hunne machtiger naburen aangevallen en vernietigd te worden, tenzij eene ol\' andere toevallige omstandigheid hun een krachtigen bondgenoot verschafte, wiens behing op dat oogenblik medebracht, dat hij tot hunne verdediging optrad. Naarmate evenwel de beschaving en daarmede het onderlinge verkeer tusschen de verschillende volken toenam, begon men te begrijpen hoe noodig het voor de welvaart van het algemeen was, dat de onafhankelijkheid en do zelfstandigheid van des verschillende staten, zoowel van de kleinere als van de grootere, gewaarborgd bleef, en welk belang allen er bij hadden, dat niet een enkele staat door gewold en misbruik van macht een overwicht verkreeg, hetwelk voor de vrijheid en het bestaan der overigen gevaarlijk werd. Men begon er dus naar te streven, een zoogenaamd staatkundig evenwicht van macht in Europa te grondvesten, waardoor de kleine mogendheden beschermd en de heersch-zuchtige bedoelingen van sommige vorsten door de overigen, in het belang van bet algemeen, in toom gehouden werden.

Dit beginsel, om hot ovenwicht tusschen de onderscheiden staten te handhaven, hetgeen voortaan op alle politieke hande-jingen van grooten invloed bleef, had ook het verbond, waarvan hierboven gesproken is, in het leven geroepen, daar men beletten wilde, dat Frankrijk te machtig en daardoor voor de andere Europeesche landen gevaarlijk werd.

Kakel Vlll was niet in staat zich tegen zoovele vijanden in Italië staande te houden. Hij verliet Napcis in Mei 1495 mei een gedeelte zijner krijgsmacht, sloeg zich door de troepen van Venetië en Milaan heen en bereikte Frankrijk met het overschot van zijn leger. Intusschen had do verdreven koning van Napels zijn rijk weder in bezit genomen, waarbij hij ondersteund was geworden door Spaansche hulptroepen onder Gonsalvo ijk Cordova, oen der beroemdste veldheeren van dien tijd.

In 1498 stierf Kaiiel VIII, zonder het plan, dat hij gevormd had, om weder naar Italië te trekken, te hebben kunnen uitvoeren. Daar hij geen kinderen naliet, werd hij opgevolgd door zijn neef, den hierboven genoemden Hertog van Orleans, die als Lodkwijk XII den troon van Frankrijk beklom.

-ocr page 25-

13

§ 5. Hernieuwinfi van den oorlog ia Tlalië. Napels komt onder de heerscluippij der Koniiifien van, Arrayon. De Franschen veroveren Milaan. Vrede van Noyon.

De regeering van Lodewi.ik XII was, wnt het, binnenlandsche beheer aangaat, weldadig voor Frankrijk. Hij verminderde de drukkende belastingen, herstelde de krijgstucht bij het leger en maakte zich bij zijne onderdanen door een gematigd en rechtvaardig bestuur zeer bemind. Met betrekking tot het buitenland evenwel wikkelde zijne staatkunde hem nl zeer spoedig in oorlogen, die gedurende den geheelen tijd zijner regeering voortduurden en Frankrijk ten slotte geen enkel voordeel verschaften. Hij begon met terstond na zijne troonsbeklimming /.ijne hierboven vermelde aanspraken op Milaan te doen gelden, veroverde dat hertogdom in 1500 en zond Lodfavijk Mono naar Frankrijk, waar hij hem tot aan zijnen dood in 1508 gevangen hield. Daarop hernieuwde hij de aanspraken van het Fransche koningshuis op Napels, hetwelk hij besloot te veroveren. Tegen dat plan echter verzette zich de koning van Arragon, l\'1niiDiN\'AN\'igt; de Kalholieke, die, wanneer het stamhuis van den koning van Napels uitstierf\', recht zou kunnen verkrijgen op diens troon (1). Hij stelde nu in het geheim den koning van Frankrijk voor, zich gezamenlijk van het koninkrijk Napels meester te maken en het daarna onderling te verdeelen. Het schandelijk verdrag, dat zij te dien einde sloten, kwam nog in het jaar 1500 tot stand en werd in het jaar 1501 ten uitvoer gelegd. De koning van Napcis, tegen den onverwachten en verraderlijken aanval niet bestand, gaf zich aan Lodkwijk XII over, die hem tot aan zijnen dood een verblijf in Frankrijk aanwees (2).

Weldra ontstond er tusschen den Franschen en den Spaanschen Koning twist over de verdeeling van den buit. Dit gaf aanleiding tot een oorlog, die geheel ten nadeele van Lodkwi.ik Xll afliep en zijne verdrijving uit Napels ten gevolge had, hetwelk nu geheel

1

Men herinnere zich hierbij, dat Napels geregeerd werd door de nakomelingen van een oom van Ferdinand den Kalholietic, dus door cene zijlinie van liet huis van Arragon (1 doel, bl. 210).

-ocr page 26-

14

rn al door Pebdixand den Katholieke werd in bezit genomen (1504).

Eenige jaren later ondervond Lodewi.ik XIl nog meer tegenspoed. Een machtig verbond, de Heilige Ligue genoemd, tussohen den toenmaligen paus Julius II, een zeer krijgszuchtig vorst, Ferdinand den Katholieke, de republiek Venetië en Hendkik VIII van Engeland, die mot Kaïiiauina, de dochter van Fbkdinand, gehuwd was, werd in het jaar 1511 gesloten met het doel, om de Franschen uit geheel Italië te verdrijven. Milaan werd met overmacht aangegrepen en veroverd en Maxijiiliaan Sforza, de zoon van Lodrwijk Mono, in de waardigheid van zijn vader hersteld (1512). Te gelijkertijd maakte Peudinand de Katholieke zich meester van het Spaansche gedeelte van Navarre, welks koning Jan D\'awieüt (I deel, bi. 216) met Frankrijk verbonden was. Eindelijk leden de Franschen in het noorden van hun rijk. waar Hendrik VIII met een Engelsch leger geland was, eene schandelijke nederlaag bij G ui negate (1513) (1). Door dat alles was Louewi.ik XII genoodzaakt, achtereenvolgens met zijne vijanden vredesverdragen of\' wapenstilstanden te sluiten, en toen hij den Isten Januari 1515 stierf, had bij van al de veroveringen

o \'

welke hij in den loop zijner regeering gemaakt had, niets overgehouden.

Daar hij geen mannelijke nakomelingen naliet, werd hij opgevolgd door zijn neet\' en schoonzoon Frans, hertog van An-goulême, die als Frans 1 den troon beklom. Deze twintigjarige vorst, door zijne opvoeding tot een dapper en prachtlievend ridder gevormd, ten gevolge van zijnen levenslustigen en verkwistenden aard door zijne hovelingen en edellieden bemind, was in vele opzichten het tegenbeeld van zijn bedaarden en spaarzamen voorganger, die door het volk de vader des vaderlands genoemd werd. Doch door de hem aangeboren vriendelijkheid en geestigheid, door zijn ridderlijken moed, zijne luisterrijke hofhouding, zijn levendig vernuft en zijne liefde voor kunsten en wetenschappen, wist hij het Pransche volk voor zich in te nemen en aan zijn persoon te verbinden.

Terstond na zijne komst tot de regeering hernieuwde hij de aanspraken zijner voorgangers op Milaan en rukte in den zomer van 1515 dat hertogdom binnen, terwijl de Paus, keizer Maximi-ii a an, Ferdinand dc Katholieke en de Zwitsers zich verbonden

(1) Giiinegate ligt in hot N. W. van Frankrijk tussohen Rijssel en Boulogne.

-ocr page 27-

hadden om Maximiliaan Sfouza te ondersteunen. Bij Marignano kwam het in September tot een veldslag, die twee dagen duurde en den naam van Rauzcnsluy verkregen heeft. De Franschen behaalden eene schitterende overwinning en dwongen daarna Ma.xi-miIjIaan Sfoeza, die zich in het kasteel van Milaan opgesloten had, zich over te geven en zijn hertogdom voor een jaargeld aan Frans I af te staan, die daarop nog voor het einde van het jaar niet den Paus en de Zwitsers vrede sloot.

In het volgende jaar (1516) stier!\' Pkbdinand de Katholieke en werd door zijnen kleinzoon Kabel I opgevolgd, met wien Frans 1 kort daarna (1516) te Noxjon eveneens vrede sloot, tot welken ook keizer Maximiliaah later toetrad. Daardoor kwam een einde aan den langdurigen en bloedigeri oorlog, die Frankrijk in het bezit bracht van Milaan. De verdreven Hertog stierf\' vijftien jaar later in Frankrijk.

In de republiek Florence waren de Medici, die in 149-1 uit het bewind waren verdreven (ld. 10 in de aanteekening), in het jaar 1512 door eene omwenteling weder in het hoogste gezag hersteld.

§ 6. Arragon oi Custilië van 1492 tot 1522.

Daar de voornaamste regeeringsdaden van Ferdinand den Katholieke met betrekking tot de Italiaansche zaken hierboven zjju vermeld, zal in deze paragraaf slechts datgene, wat meer bijzonder tot de inwendige aangelegenheden van Arragon en Castilië betrekking heeft, in korte trekken worden aangegeven. Daarbij moet in het oog worden gehouden, dat deze beide rijken niet met elkander vereenigd waren: Ferdinand regeerde in Arragon en zijne gemalin Isabella in Castilië.

In laatstgenoemd rijk was het beleid der regeeringszaken opgedragen aan Ximenes, den schranderen biechtvader der koningin, aan wien deze haar volle vertrouwen schonk. Met krachtige hand voerde hij het bewind en bevestigde het koninklijk gezag, dat hij voornamelijk tegen de aanmatigingen van den trotschen Cas-tiliaanschen adel beschermde. Daarentegen woedde hij op eene onbarmhartige en tevens onverstandige wijze tegen de Mohammedanen, die na de verovering van Granada in 1492 (bl. 3) in hunne vroegere woonplaatsen waren gebleven, terwijl hun godsdienstvrijheid was toegezegd. Deze werd hun zeven jaren later ontnomen, en van toen af begon eene vreeselijke vervolging tegen al degenen, die zich niet wilden laten doopen noch het land verlaten.

-ocr page 28-

10

Eenn geestelijke rechtbank, rle Inquisitie genoemd, die sedert meer dan twee eeuwen in de onderscheiden Christenrijken bestond, was in Spanje in 1484 niet eene uitgebreide macht bekleed en alleen van den koning afhankelijk gemaakt. Dat verschrikkelijke gerechtshof, hetwelk onder den naam van de Spaansche Inquisitie berucht is geworden en meer dan dertig duizend menschen tot den dood op den brandstapel veroordeeld en honderd duizenden ongelukkig gemaakt heeft, woedde niet alleen tegen de Mohammedanen, maar ook tegen de Joden, en in het algemeen tegen allen, die beschuldigd werden van ketterij, dat wil zeggen, van afwijking van de Katholieke kerkleer. Duizenden inwoners, waaronder velen, die door vlijt en spaarzaamheid do algemeene welvaart bevorderden, werden uit het land verdreven, en die blinde vervolgzucht was eene van de voornaamste oorzaken van hel latere verval dei-vroeger zoo bloeiende Spaansche rijken.

Isahella overleed in het jaar 1504, en dewijl haar eenige zoon en hare oudste dochter reeds vroeger gestorven waren, zonder kinderen na te laten, werd zij opgevolgd door hare tweede dochter Johanna, die gehuwd was met Philips den Schoone, graaf van Holland, den zoon van keizer Maxi mi ma an en van Maiita van Bourgondië. Daar Johanna reeds sedert eenigen tijd zwak van geestvermogens was en ten laatste geheel krankzinnig werd, was bij het testament van Isabem.a bepaald, dat Ferdinand de Katholieke tot op de meerderjarigheid van Kaiiei,, den oudsten zoon van Philips en Johanna, gedurende de afwezigheid van deze laatste of bij haar onvermogen om zelve het bestuur te leiden, als Regent in Castilië het bewind zou voeren.

Het spreekt van zelf, dat die bepaling de ontevredenheid van Philips den Schoone opwekte, die in het begin van 1506 met zijne gemalin uit de Nederlanden naar Spanje vertrok en zelf de regeering van Castilië in handen nam, zonder dat Puudinand in staat was hem dit te beletten. Nog in datzelfde jaar echter stierf hij onverwacht te Burgos, waarop Pebdinand het regentschap over Castilië aanvaardde, omdat Johanna nog steeds in denzelfden betreurenswaardigen toestand verkeerde en haar oudste zoon Kakel, in het jaar 1500 te Gent geboren, nog minderjarig was (1).

Tot aan zijn dood in het jaar 1515 voerde Ferdinand alzoo het bewind als Regent in Castilië en als koning in Arragon, welk laatste

(I) Philips rfe Schoone liet twee zonen, Kakel en Ferdinand, on drie dochters na, terwijl oone vierde dochter kort na zijnen dood word geboren.

-ocr page 29-

17

rijk lijj, zooals boven (lil. 14) gezegd is, met liet Spaansche gedeelte van Navarre vergrootte, dat hij in 1512 op Jan d\' Amuuct veroverde en kort daarna bij Arragon inlijfde. Daar de vele amp;or-logen en de staatkundige verwikkelingen van die onrustige jaren hem meestal elders bezighielden, had hij het bestuur over Caslilii-aan Xtmenes opgedragen, die na don dood van Isabella door den Paus tot Kardinaal was benoemd, en geheel in overeenstemming met den Koning, voortdurend arbeidde aan de vergrooting van het gezag der kroon en aan het brengen van orde en regelmaat in het bestuur.

Toen Furdinand in Februari van het jaar 1516 stierf, ontstonden in beide rijken groote moeilijkheden, zoowel door de krankzinnigheid van JoirANNA, als door de afwezigheid van haren zoon Kakel, die zich in de Nederlanden bevond, waar hij in het vorige jaar de regeering op zich genomen had. Wel wist Ximenes met zijne gewone geestkracht door te zetten, dat Kakel in Arragon als koning en in Castilic als plaatsbekleeder zijner moeder erkend werd, maar verscheiden oorzaken liepen samen om eene alge-meene ontevredenheid te doen ontstaan. Verkeerd geleid door «Ie raadgevers, welke hem omringden, beging Kakel den misslag, dat hij eene menigte Nederlandsche edelen naar Spanje zond en daar in onderscheiden regeeringsposten plaatste. Daardoor verbitterde hij den Spaanschen adel, terwijl hij te gelijkertijd het misnoegen van de burgerij opwekte, door aanzienlijke geldsommen uit Spanje naar de Nederlanden over te zenden en daarmede zijne gunstelingen te verrijken.

Eindelijk kwam bij, op aandringen van Ximenes, in 1517 in persoon naar Spanje, doch vergezeld door een aanzienlijken stoet Nederlandsche, vooral Belgische edellieden, die door hunne lichtzinnigheid en hunne Pransche zeden en gewoonten eene ergernis waren voor de ernstige en deftige Spanjaarden, en te gelijk door hunne hebzucht het volk tegen zich innamen. De groote diensten van Ximenes werden met schandelijken ondank beloond, daar de tachtigjarige staatsman onverwacht zijn ontslag ontving, zonder tot den koning, wien hij te gemoet gereisd was, te zijn toegelaten. Hij stierf eenige weken later.

Kakel bezwoer nu de rechten en vrijheden des volks, en werd daarop, zoowel in Castilié als in Arragon, als Koning gehuldigd, evenwel onder voorbehoud, dat hij in eerstgenoemd rijk slechts in naam zijner moeder zou regeeren, en haar, indien zij het gebruik harer geestvermogens terugkreeg, het bewind zou afstaan.

Do hierboven vermelde redenen tot ontevredenheid bleven echter

11. 2

-ocr page 30-

18

bestaan en deze nam eindelijk zoodanig toe, dat in het jaar 1520 in Castilië een opstand uitbarstte, dio een korten doch lievi-gen burgeroorlog ten gevolge had. Kakel, die eenigen tijd te voren na den dood van zijnen grootvader Maximiliaan tot keizer van Duitschland was verkozen (bl. 20), bevond zich toen in het laatstgenoemd rijk, en keerde in 1522, nadat de opstand door de koninklijke troepen onderdrukt was, naar Spnnjo terug en herstelde de rust.

§ 7. Regeeriny van keizer Maximiliaan.

Maxijhtjaan I, van wiens inmenging in de Italiaansche aangelegenheden vroeger reeds gesproken is, was zijnen vader Prh-dbkik III (1 deel, bl. 210) in 1493 in de regeering van het aartshertogdom Oostenrijk en op den Duitschen troon opgevolgd. Bovendien waren de Nederlandsche gewesten in 1-177 door zijn huwelijk met Mama van Bouryondië (I deel, bl. 215) in zijn geslacht overgegaan.

De laatsto bezitting baarde hem veel onrust. De krachtig ontwikkelde volksgeest in de vrijheidlievende Vlaamsche steden, die met geweld hunne rechten en vaak ook hunne overdreven eischen tegen hem deden gelden, do onderlinge tweedracht dei Hoeksche en Kabeljauwsche partijen, de opstand van het Kaas-en Broodvolk, — dat alles dwong hom vijftien jarenlang (1477 — 1492) tot telkens herhaalde maatregelen om zijn gezag te handhaven (1).

Wat zijn buitenlandsch bestuur aangaat, dit bracht over het algemeen Duitschland weinig voordeel aan, zooals reeds gebleken is uit hetgeen omtrent zijne oorlogen in Italië en met Frankrijk gezegd is.

Een strijd, dien hij in 1499 mot Zwitserland voerde, dat zich sedert ongeveer twee eeuwen als eene onafhankelijke republiek beschouwde (I deel, bl. 190), en dat hij dwingen wilde, zich weder als een onderdeel van het Duitsche rijk onder zijn gezag te stellen, eindigdo geheel te zijnen nadeele, zoodat hij nog in datzelfde jaar tot den vrede te Bazel gedwongen werd, waarbj de onafhankelijkheid der Zwitsers van het Duitsche rijk bevestigd, hoewel niet openlijk erkend werd.

Over het algemeen was Maximiliaan geen vorst van een

(l) Zie hieromtrent meer uitvoerige bijzonderheden in de Uandleidin\'i tot de kennis dor vaderlandsche geschiedenis, II Tijdperk, §§ 8 en 9.

-ocr page 31-

19

krachtig en doortastend karakter. Ridderlijk en dapper van aard, greep hij gretig ieder nieuw plan aan, waarvan hij zich roem en voordeel beloofde, maar miste gewoonlijk de noodige geestkracht om zijne ondernemingen tot een goed einde te brengen, terwijl hij nog bovendien werd belemmerd door den verwarden staat, waarin zich zijne geldmiddelen meestal bevonden.

Voor do binnenlandsche aangelegenheden van Duitschland was zijne regeering daarentegen van groot belang. Om een einde te maken aan de onophoudelijke twisten en veeten tusschen de vele onafhankelijke vorsten en heeren en aan de voortdurende kwellingen en vervolgingen, waaraan de burgers blootstonden, en die allernadeeligst waren voor de veiligheid en de welvaart van het algemeen, schreef hij in 1495 een zoogenaamden eouvjigen landvrede uit en stelde een hoogste gerechtshof, onder den naam van rijkskamer gerecht in. Alle geschillen moesten door deze rechtbank worden beslist, terwijl het voortaan aan een iegelijk verboden was, zich zeiven met geweld recht te verschaffen, of, zooals men het noemde, het vuislrcchl uit te oefenen. 13ovon-dien verdeelde hij het rijk in tien onderdeelen, kreitsen genoemd, en maakte zich ook door eene betere inrichting van het krijgswezen verdienstelijk.

Maximimaan was de eerste Keizer van Duitschland die terstond na zijne troonsbeklimming dien titel gevoerd had, welke door zijne voorgangers niet werd aangenomen dan na hunne kroning door den Paus. Zijne opvolgers volgden zijn voorbeeld, en voortaan werd de titel van Iloomsch-Koning (I deel, bl. 178) gegeven aan hem, die nog gedurende het leven van den Keizer tot zijn opvolger bestemd werd.

Maximiltaax stierf in Januari 1519 en daar zijn eenige zoon Philips de Schoone reeds in 1500 was overleden (bl. 16), volgde zijn kleinzoon Kakel hem in zijne erfstaten op.

§ 8 Naijver tusschen Karei V en Frans I.

De Kerkhervorming.

De twee machtigste vorsten van Europa, Fuans I, koning van Frankrijk, en Kakel I, koning van Spanje fl), dongen na den dood van Maximiliaan naar de keizerlijke waardigheid. De her-

(!) In do Nederlanden voerde hjj don naam van Karel II, en later als Duitsoho Keizer dien van Kmiei, V. Dewijl de keizerlijke waardigheid de hoogste was, wordt hij gewoonlijk in do gesehiedenis Kakel V genoemd.

-ocr page 32-

20

tog van Saksen, Puedeuik de Wijze, wien zijne medekeurvorsten de kroon aanboden, sloeg haai* af, en drong er op aan, dat men een machtigen vorst zou kiezen, die in staat was het Duit-sche rijk tegen den steeds toenemenden aandrang der Turken te beschermen. Voornamelijk door zijn toedoen werd dan ook Ka hel nog hetzelfde jaar (1519) tot Keizer gekozen, en in het volgende jaar te Aken gekroond. Hij stond Ijij die gelegenheid de Oosten-rijksche erfstaten aan zijnen broeder Ferdinand en diens mannelijke erven af. Het Habsburgsche huis verdeelde zich alzoo in twee liniën: do Spannsch-llabsburgschc linie, do nakomelingen van Kakel V, die hem in Spanje opvolgden, en de Oostenrijksch-Habsburgsche linie, de nakomelingen van Ferdinand, die in Oostenrijk aan het bewind bloven.

Bij de beschouwing van de regeering van Karei, V moet de aandacht vooral op twee hoofdpunten gevestigd blijven, die den grootsten invloed op de gebeurtenissen van dien tijd hebben uitgeoefend, namelijk op don naijver tusschen hom en Frans I, die tot vier bloedige oorlogen aanleiding heeft gegeven, en op de Kerkhervorming, welke twee jaren vóór zijne verkiezing tot Keizer begon en de gewichtigste gevolgen voor geheel Europa gehad heeft.

Do naijver tusschen Karel V on Frans I had, behalve in do grief van don laatste, dat hij bij do keizerskouze voor zijnen tegenstander had moeten onderdoen, zijnen grond hoofdzakelijk in beider tegenstrijdige belangen.

In de vorige paragrafen hebben wij gezien, hoe de aanspraken op onderscheiden gedeelten van hot grondgebied van Italië eene reeks van oorlogen in het loven hadden geroepen, waarin Frankrijk en Spanje vaak vijandig tegenover elkander stonden. Napels dat door Ferdinand den Katholieke en Lodewi.ik XII gezamenlijk was veroverd, was door eerstgenoemde kort daarna mot geweld in bezit genomen, en sedert dien tijd aan het Spaansche vorstenhuis gebleven (bl. 1-1). Daarentegen was Milaan door den Franschon koning aan Maximiliaan Sforza ontrukt (bl. 15), in weerwil dat de Keizer van Duitsehland en de Koning van Spanje zich tot diens handhaving op den hertogelijken zetel haddon verbonden.

Wel is waar hadden de verschillende partijen door latere vredesverdragen dien stand van zaken bevestigd, maar bij de vijandige gezindheid der beide vorsten werden er weldra genoegzame aanleidingen gevonden om de vroegere aanspraken te hernieuwen.

Daarbij kwam nog, dat hot hertogdom Bourgondië in het jaar

-ocr page 33-

21

1477 door koning Lodewi.ik XI wederrechtelijk aan Mauia van Bouryondic, de grootmoeder van Kabel V, ontnomen en met Irankrijk vereenigd was geworden. (1 deel, bl. 214), terwijl Ka-rel dat land als zijn wettig erfdeel beschouwde, waarop hij derhalve zijne rechten meende te moeten doen gelden. Eindelijk weigerde hij Spaaitsch Navarre aan Jan d\'Albret terug te geven (bl. 14); hetgeen dcor Fbans I uitdrukkelijk verlangd werd. Al die verschillende redenen tot vijandschap deden reeds zeer spoedig voorzien, dat de vrede tusschen de beide vorsten niet lang bewaard zou blijven.

I)e tweede hoofdzaak, waarop bij de beschouwing der regeering Viin Karel V de aandacht gevestigd moet worden, is de Kerkhervorming, die niet alleen op den godsdienstigen, maar ook op den staatkundigen toestand van Europa een grooten invloed had.

In het eerste deel hebben wij gezien, hoe reeds in de 14de en in het begin der 15de eeuw door Wicleffe en Huss leerstellingen verkondigd werden, die met de heerschende kerkbegrippen in strijd waren, terwijl zij tevens op eene hervorming in de Kerk zelve aandrongen. Huss boette zijne stoutheid met den dood (I deel, bl. 210), doch zijne meeningen werden wijd en zijd verbreid, en verscheiden geleerden, waaronder vooral Erasmus van Rotlcrdam (1467 tot 1536) genoemd moet worden, drongen in hunne geschriften op herstel van de misbruiken aan, welke naar hun oordeel in de Katholieke Kerk ingeslopen waren.

De krachtigste ijveraar evenwel was Maarten Luther, die tot de geestelijke orde der Augustijnen behoorde, en in het jaar 1508 door den keurvorst van Saksen, Preuerik den Wijze, tot hoogleeraar aan de universiteit te Wittenberg was aangesteld. Hij trad in het jaar 1517 openlijk op tegen een Dominicaner monnik. Jon an Tetsel genaamd, die op last van den Aartsbisschop van Maagdenburg zoogenaamde aflaatbrieven, waarbij vergeving van zonden beloofd werd, aan het volk verkocht. Tegen dien handel verzette zich Luther en deed in het voornoemde jaar 1517 aan de kerk te Wittenberg eenige stellingen tegen den aflaat aanplakken, terwijl hij ieder geleerde uitnoodigde, die in een openlijken redetwist te komen bestrijden.

Deze zaak, die aanvankelijk van weinig beteekenis scheen, had van lieverlede de gewichtigste gevolgen. De gevoelens van Luther werden zeer spoedig algemeen verbreid en vonden een groot aantal aanhangers, en ook hevige bestrijders. Te vergeefs eischte de geestelijkheid, dat hij zijne stellingen zou herroepen, en op zijne standvastige weigering deed de Paus hem in 1520 in den

-ocr page 34-

22

kerkelijken ban. Lutiieii scheurde zich nu openlijk van de Kerk af, verbrandde de pauselijke bul voor een der poorten van Wittenberg en greep daarna in een aantal geschriften, die bij duizenden verspreid en gelezen worden, verscheiden leerstellingen der Kerk, welke hij voor dwaalbegrippen verklaarde, met groote hevigheid aan.

Kakel V, die deels als beschermer der Kerk, deels omdat hij uit staatkundige redenen den Paus wilde believen, vijandig tegen de meer en meer veld winnende meeningen optrad, daagde Lu-theu in het volgende jaar voor den Rijksdag te Worms. Ook hier weigerde deze zijne meeningen te herroepen, indien men hem niet uit den bijbel aantoonde, dat hij dwaalde, en verliet Worms, beveiligd door het vrijgeleide, dat de Keizer hem vooraf verzekerd had. Eenige dagen later vaardigde deze een besluit uit, waarbij Luther en al zijne aanhangers in den Rijksban (1) werden gedaan (Mei 1521). Door den keurvorst Fheüeiuk den Wijze, die hem krachtig beschermde, in het geheim naar den Wartburg, een kasteel in de nabijheid van Eisenach, gebracht, bleef hij daar tien maanden verborgen, gedurende welken tijd hij de vertaling van den bijbel in het Hoogduitsch begon, die hij in de volgende jaren voltooide.

De godsdienstige scheuring was nu geheel tot stand gekomen; eene groote menigte aanhangers van Lutiieb, zoowel onder de aanzienlijken als onder het volk, scheidden zich van de Katholieke Kerk af en de strijd der meeningen breidde zich weldra over Europa uit.

Een grooten steun vond het pausdom hierbij in eene nieuwe geestelijke orde, die der Jezuilen, welke in 1535 door een Spanjaard, Ignatius de Loyola, gesticht en in 1540 door den Paus bevestigd werd. Deze orde, die zich weldra over een groot gedeelte van Europa en zelfs in andere werelddeelen verspreidde, en in minder dan 20 jaren vele duizenden leden telde, kreeg door den aard harer grondbeginselen en vooral door de blinde gehoorzaamheid, welke ieder dor leden aan zijne meerderen verschuldigd was, een machtigen invloed niet alleen op de godsdienstige, maar ook op de staatkundige aangelegenheden van do landen, waar zij zich vestigde.

(1) Men lotto hier op het onderscheid tusschen don Kerkelijkoii en den Rijksban. De Kerkelijke ban of excommunicatie, die dooi\' de hoogo goef-telijkheid werd uitgesproken, sloot den veroordeelde van de gemeenschap met do Kerk uit; do Rijksban stolde hem buiten de bescherming dor wetten van het Ujjli.

-ocr page 35-

23

§ 9, lüerslc oorlog tusschen Karei V en Frans I.

Vrede van Madrid. Ttveede oorlog tusschen de beide vorsten. Vrede van Kamer ijl;.

Intusschen was de vijandige stemming tusschen Kaukl V en Fiiams I voortdurend toegenomen, en eindelijk brak in 1521 de eerste der vier tusschen hen gevoerde oorlogen uit.

Kakel lind zich in liet begin van dat jaar de medewerking verzekerd van den Paus, wien hij de onderdrukking der Luther-sche leerstellingen en eene vergrooting van liet gebied vun den Kerkelyken Slaat beloofde, en te gelijkertijd had hij door geschenken en beloften den kardinaal Wolsey, den alvermogenden eersten minister van koning Hkxduik VllI van Engeland, voor zich weten te winnen. Tusschen die vorsten kwam een verbond tot stand, waarbij bepaald werd, dat men de Franschen uit Milaan verdrijven, en Frans Skoeza, den broeder van Maxijiiltaan Sforza, die zijn land aan den Franschen Koning had afgestaan, \'hl. 15) en sedert dien tijd in Frankrijk woonde, in de regeering van dat Hertogdom zou stellen.

Dat plan werd in de eerstvolgende jaren ten uitvoer gelegd. Milaan en Genua werden veroverd, en vóór het einde van het jaar 1524 waren de keizerlijke troepen zelfs tot in Frankrijk voortgedrongen, welk land zij echter weldra weder moesten verlaten.

Nu besloot Frans I zich in persoon aan het hoofd van een machtig leger te stellen, en de herovering van het verloren grondgebied te beproeven. In October 152-1 trok hij de Alpen over, maakte zich meester van het grootste gedeelte van het Hertogdom Milaan en sloeg het beleg voor Pavia. Intusschen rukte het keizerlijke leger tot ontzet aan, en in Februari 1525 kwam liet voor de muren dier stad tot een geweldigen slag, waarin de Franschen volkomen werden geslagen en de Koning zelf gevangen genomen werd.

Naar Madrid gevoerd, werd hij daar tot in het begin van het volgende jaar in gevangenschap gehouden, en om zijne vrijheid terug te bekomen, tot het sluiten van een hoogst nadeeligen vrede gedwongen, waarbij hij van zijne aanspraken op Napels, Milaan en Genua afzag, Dourgondië aan Kaukl V afstond, en beloofde, dat hij het huis van Alrret niet meer zou bijstaan tot de verovering van Spaansch Navarre.

Frans verbond zich door een plechtigen eed tot naleving vim dat verdrag doch had, kort voor liet sluiten daarvan, in het ge-

-ocr page 36-

24

heini aan de personen van zijn gevolg, die hij te dien einde om zich vergaderd had, de trouwelooze verklaring afgelegd, dat hij zich niet gebonden rekende tot het nakomen van beloften, waartoe hij door geweld werd gedwongen.

Hij werd in vrijheid gesteld, en nu bleek liet terstond, dat hij voornemens was, geen zijner verplichtingen te vervullen, terwijl de gebeurtenissen in Italië bovendien zijne plannen tegen Ka li Kr. V begunstigden. De Spaansche troepen daar te lande maakten zich door hunne afpersingen gehaat en Fuans Sforza, welke zich tegen den Keizer verzette, die hem onder zeer drukkende voorwaarden met Milaan beleend had, werd door dezen van zijne waardigheid vervallen verklaard, ten gevolge waarvan er een verbond tusschen hem, Venetië en den Paus tot stand kwam, met het doel, geheel Italië van de Spanjaarden te bevrijden. Tot dat verbond trad Frans I, door den Paus ontbonden van den eed, dien hij ter nakoming van den vrede van Madrid gezworen had, in Mei 1526 toe, terwijl Hendrik VIII, die reeds vroeger met Frankrijk vrede had gesloten en wien een gedeelte van het Napelsch grondgebied beloofd werd, er zich later ook bijvoegde.

Aanvankelijk voerden de keizerlijke troepen den oorlog voorspoedig. Frans Sforza werd nog in den loop van het jaar 152ti uit zijne hoofdstad verjaagd en in het volgende jaar (1527) werd r{o)-ne door den hertog van Bourbon, een der machtigste leenmannen van Frankrijk, die reeds in den vorigen oorlog tot de zijde des Keizers was overgegaan, bestormd en na een hevig gevecht, waarin Bourbon sneuvelde, ingenomen en geplunderd, terwijl de Paus zelf werd gevangen genomen. Daarentegen werd Genua door Andreas Doria, een geboren Genuees en admiraal in dienst van den Franschen Koning, voor dezen veroverd.

Intusschen had Frans I een leger verzameld, dat hij naar Italië zond, en hetwelk in korten tijd meester was van een groot gedeelte van Milaan. In plaats van nu echter do daar behaalde voordeelen te vervolgen, trokken de Franschen naar Napels, om dat rijk aan de Spanjaarden te ontrukken, en dit deed de oorlogskans keeren. De Keizerlijken, onder aanvoering van Philibert van Ciialon.s, Prins van Oranje, verdedigden do hoofdstad hardnekkig gedurende meer dan vier maanden ; besmettelijke ziekten in het Fransche leger sleepten duizenden weg, en eindelijk werd hun lot beslist toen Andreas Doria, die met de Fransche vloot den toevoer van levensmiddelen naar Napels belette, hunne zijde verliet en in dienst van den Keizer trad, daar hij ontevreden was over de

-ocr page 37-

25

wij/.e, waarop zijne vaderstad Genua door Frankrijk behandeld werd. Het overschot van het Fransche leger, tot slechts weinige duizenden weggesmolten, moest het beleg opbreken (Augustus 1528) en werd op den aftocht door den Prins van Oranje ingesloten en gevangen genomen. Doiua zeilde naar Genua, verjoeg de Franschen en herstelde den ouden republikeinschen regee-ringsvorm, terwijl hij de opperheerschappij, welke Kakkl V hem aanbood, van de hand wees en alleen de onafhankelijkheid van zijn vaderland verlangde, die dan ook tot in onze eeuw in stand gehouden is.

Inmiddels verlangden beide partijen naar het einde van den oorlog, zoodat er te Kam er ijk onderhandelingen werden aangeknoopt en in Augustus 1529 de vrede daar ter plaatse gesloten werd. Daar het leiden dier onderhandelingen opgedragen was geweest aan Louise van Sauoije, de moeder van Frans T, en aan Makoauktua van Oostenrijk, de tante van Kar kr, V (1 deel bl. 215), werd aan den door haar gesloten vrede de naam van Bamesvrede gegeven. De voornaamste bepalingen waren, dat Frans van alle aanspraken op Italië afzag, doch in het bezit bleef van het hertogdom Bourc/ondië; tevens zou hij twee milli-oen dukaten betalen als losgeld voor zijn zonen, die hij bij het sluiten van den vrede van Madrid als gijzelaars in Kabels handen had moeten stellen.

De Paus, meer en meer verontrust over de uitbreiding dei-Hervormde leerbegrippen, had inmiddels ook vrede inet den Keizer gesloten en hem kort daarna plechtig als Koning van Italië en Roomsch-Keizer gekroond (Feb. 1530). Hij was de laatste Duitsche Keizer, die zich door deze plechtige handeling van den Paus in zijne waardigheid liet bevestigen.

ïusschen de overige oorlogvoerende partijen kwamen ook achtereenvolgens vredesverdragen tot stand. Aan Fuans Sforza werd zijn Hertogdom teruggegeven en in Florence werd, in weerwil van den tegenstand van het volk, dat zijn vrijen republikeinschen regeeringsvorm wenschte te behouden, Alexander de Medici met de waardigheid van erfelijk Hertog bekleed (1).

(1) Ongeveer eene halve eeuw later werd het grondgebied vjm Florence vergroot, en verkreeg het den naam van groot-hertogdom Toscane, dien het tot op onzen tijd behouden heeft.

-ocr page 38-

20

§ ]0. De Boerenkrijg in Duitschland. Inval der Turken

in Hongarije en Oostenryk. Tiet verbond van SeJnnal-kalden. Interim-vrede van Neurenberg.

De vrede van Kamer ijk was van de zijde van Kakel V voornamelijk bevorderd geworden, omdat de aangelegenheden in Duilschland hem groote zorg veroorzaakten. Gedurende den tijd, dat de hierboven omschreven oorlogen in Italië woedden, had de Hervorming aanzienlijke vorderingen in het Duitsohe rijk gemaakt en was er veel voorgevallen, dat niet alleen ten opzichte van de godsdienstige vraagstukken, maar ook met betrekking tot den maatschappelijken en staatkundigen toestand van het grootste gewicht was.

Door op den Rijksdag te T Forms Lutiihr en zijn aanhangers in den Rijksban te doen, had de Keizer eene zaak, die oorspronkelijk slechts tot het gebied van den godsdienst behoorde, tot eene staatszaak gemaakt, en zij werd zulks natuurlijk nog meer, toen verscheiden vorsten, waaronder voornamelijk Pueürrtk do Wijze, keurvorst van Saksen, en Philips de Grootmoedige, landgraaf van Hessen, genoemd moeten worden, de Hervormde leer omhelsden en hare belijders tegen vervolging beschermden, zoodat aan het besluit van Worms geen gevolg kon worden gegeven.

Dit wekte het misnoegen op van de tegenstanders der Hervorming, wier verbittering nog meer toenam toen in het jaar 1524 een verschrikkelijke opstand onder het zwaar verdrukte landvolk in Zuid-Duitschland uitbarstte. De onmenschelijke behandeling en de willekeur van de aanzienlijken en van de adellijke grondbezitters hadden reeds in vroeger jaren meermalen hier en daar oproerige bewegingen teweeg gebracht, en toen nu met de Hervormde leerstellingen, welke vrijheid van denken in het godsdienstige op den voorgrond stelden, ook de zucht naar vrijheid in het maatschappelijke ontwaakte, was het voor sommige dwepers en geestdrijvers niet moeilijk, de zwaar mishandelde boeren in opstand te brengen, en hen tot het plegen van de vreeselijkste gruwelen tegen hunne verdrukkers aan te sporen. Kerken, kloosters en kasteelen werden door het woedende volk geplunderd en verwoést, en duizenden op de onmenschelijkste wijze om het leven gebracht, totdat het eindelijk aan de vereenigde pogingen van onderscheiden Duitsche vorsten, waartoe ook de landgraaf van Hessen behoorde, in het jaar 1525 gelukte, de opstandelingen ten onder te brengen en met bloedige gestrengheid de rust te herstellen.

-ocr page 39-

27

Dlt;gt; noodlottige boerenkrijg vermeerderde den godsdiensthaat en de tweedracht tusschen do Hervormden en de Katholieken, en de aanhangers der verschillende partijen begonnen zich allengs ieder van hunne zijde nauwer aaneen te sluiten.

De Keizer, die omtrent dezen tijd in den tweeden oorlog met Frankrijk werd gewikkeld (bl. 24) was daardoor verhinderd zijn (dan om de Hervorming met geweld te onderdrukken ten uitvoer te brengen, terwijl hij daarenboven de vorsten en rijkssteden, die haar toegedaan waren, niet tegen zich in het harnas wilde jagen, omdat hij hunne hulp noodig had tegen de Turken.

Een groot gevaar bedreigde namelijk van die zijde het Duit-sche rijk en geheel Europa. In het jaar 1520 was de troon van Turkije beklommen door Somman den Groole, den kleinzoon van Ba.iasid 11 (1 doel, bl. 221), een ondernemend vorst, dio zijne wapenen weldra tegen het Christelijk Europa richtte. Na in het jaar 1521 Belgrado te hebben veroverd, drong hij eenigo jaren later verder in Hongarije door on leverde den jeugdigen on onbedreven koning Lodkwi.ik II, die Ladislaus II (I deel, bl. 222) in Bohcmcn on Hongarije was opgevolgd, in 1526 slag bij Mohacz, waarin hot Hongaarsche leger volkomen geslagen werd en koning Lodkwi.ik sneuvelde.

Eon doel dor Hongaren verkoos nu Joiian Zapolya, den dapperen Woiwodo van Zevenbergen, tot koning, doch de kroon word hem betwist door Pkudinand van Oostenrijk, don broeder van keizer KahicIj V, die reeds terstond na Lodewijk\'s dood tot koning van Bohemen was benoemd en wien nu door hot overige gedeelte der Hongaarsche natie de regeoring werd aangeboden. Zai\'Olya, zich niet kunnende staande houden togen Fkudixand, die door Duitsche troepen word ondersteund, verbond zich met Somman, die in 1529 Hongarije veroverde, met een talrijk leger de Oostenrijksche grenzen overtrok en het beleg sloeg voor Ween en, dat evenwel hardnekkig verdedigd werd, zoodat hij de belegering na eenigo weken moest opbreken en, na grooto verwoestingen te hebben aangericht, naar Turkije terugkeerde.

Hoezeer de Keizer door dat alles, zooals boven gezegd is, verhinderd werd tot openlijke vijandelijkheden togen de Hervormden over te gaan, ondervonden zij desniettemin voortdurend grooten tegenstand bij den Rijksdag.

In het voorjaar van 1529 word door dezen een besluit uitgevaardigd, waarbij allo verdere nieuwigheden in den godsdienst tot op de bijeenroeping van eene algomeene kerkvergadering verboden

-ocr page 40-

28

werden, tegen welk besluit de Hervormden in April van datzelfde jaar eene plechtige verklaring of protest indienden, van welk geschrift zij den naam ontvingen van Protestanten, die later aan nlle belijders der Hervormde leer gegeven werd.

Eenige maanden later gaf het sluiten van den vrede van Karn er ijk (bl. 25) aan Kakel V gelegenheid, zich naar Duitschland te begeven en in 1530 in persoon den Rijksdag te Augsburg te openen. Hier gaven de Lutherschen schriftelijk hunne geloofsbelijdenis over, die door Mblanchton, den geleerden vriend van Lutheb, was opgesteld en onder den naam van de Augsburg-schc confessie bekend is. Eene poging om de uiteenloopende gevoelens te vereenigen mislukte, en de Rijksdag bepaalde, dat de aanhangers der nieuwe leer binnen een bepaalden tijd tot de Katholieke kerk moesten teruggekeerd zijn, op straffe van in den Rijksban te worden gedaan.

Nu besloten de Protestantsche vorsten, zich nauwer aaneen te sluiten tot onderlinge verdediging, wanneer zij om des gods-diensts wil werden aangevallen, en den 27sten Februari 1531 kwam te Schmalkalden (1) een verbond tot quot;stand tusschen den keurvorst van Saksen, Johan den Standvastige, die zijn vader Frbdkiuk den Wijze in 1525 was opgevolgd, den landgraaf van Hessen, Philii\'S den Grootmoedige, zes andere Duitsche vorsten en elf vrije rijkssteden.

Wellicht zou het reeds toen tot eene uitbarsting gekomen zijn, indien niet kort daarna de Turken hunne invallen hervat en Duitschland ernstig bedreigd hadden, hetgeen ten gevolge had, dat de Keizer, die de hulp der Protestanten niet ontberen kon, voor-loopig van zijne vijandige voornemens afzag, en te Neurenberg den zoogenaamden Interim-vrede (voorloopige vrede) sloot, waarbij, als het ware, eene soort van wapenstilstand werd vastgesteld, totdat de Paus een concilie zou hebben bijeengeroepen om in zake van godsdienst eene beslissing te nemen (1532).

De Keizer bracht daarop een aanzienlijk leger te velde, waarmede hij de Turken belette iets tegen Duitschland te ondernemen, en Soliman tot den aftocht noodzaakte. Eerst zes jaren daarna (1538) sloten Ferdinand en Zapolya vrede; de laatste werd als Koning van Hongarije erkend, met bepaling, dat Ferdinand hem na zijn dood zou opvolgen.

(1) liet stadje Schmalkalden ligt in Hessen-Kassei.

-ocr page 41-

§ 11. Zicingli m Calvyn. De. Wederdoopers Ir Munster. Hertog Ulrich van Wurtembercj in de reyeerimj hersteld.

Nagenoeg in denzelfden tijd, dat. Lctiirk in Duitschland als hervovmei- optrad, begon Ulhicii Zwinoli in Zwitserland eve)i-eens tegen onderscheiden leerstellingen en gebruiken van de Katholieke kerk te prediken. Te gelijkertijd ijverde hij tegen verschillende maatschappelijke misbruiken, die in zijn vaderland bestonden, en voornamelijk tegen het dienstnemen bij vreemde mogendheden, dat in den laatsten tijd in Zwitserland algemeen geworden was, waardoor de eenvoudigheid der voorvaderlijke zeden verloren ging en de Zwitsersche jongelingen, die zich alleen voor geld in de vreemde legers lieten aanwerven, van liun vaderland vervreemd werden. In de kantons Zurich en Bern ver-wier!\' liij vele aanhangers: zijne godsdienstige, zoowel als zijne staatkundige meeningen breidden zich langzamerhand ook over andere gedeelten van Zwitserland uit, doch vonden hevigen tegenstand in de zoogenaamde kantons der Vier Woudsleden. Deze hielden niet alleen vast aan het Katholieke geloot\', maar waren bovendien onder den invloed van eenige aristocratische 1\'amilifin. die van vreemde vorsten jaargelden trokken, om de werving van Zwitsers voor hunne legers te bevorderen. Daar vermengden zich dus, zooals later nagenoeg overal het geval was, de staatkundige en godsdienstige belangen, en in 1529 werden er door de beide partijen van weerszijden verbonden gesloten. Twee jaren daarna braken er vijandelijkheden uit; bij Kappel, niet ver van Zurich, kwam het tot een gevecht, waarin de aanhangers van ZwiNGLi verslagen werden, en hij zelf sneuvelde (Oct. 15-il).

Een ander hervormer, die zich nog meer dan Zwinqu vermaard gemaakt heeft, was -Tan Calvijn, die eerst in zijn geboorteland Frankrijk voor do beginselen der Hervorming ijverde, en in het jaar 1536 te Gcnève tot hoogleeraar in de godgeleerdheid werd aangesteld. Die stad, vroeger eene vrije rijksstad onder het bestuur van een Bisschop, had in het vorige jaar de Hervormde leer als staatsgodsdienst aangenomen, den Bisschop verdreven en zich tot een vrij gemeenebest verklaard. Hier kreeg Calvlin weldra grooten invloed, niet alleen in het godsdienstige, maar ook in de regeling van het republikeinsche bestuur. Met ernst drong hij op de verbetering der zeden aan en handhaafde zijne godsdienstige leerstellingen, welke met die van Zwinoli overeenkwamen en in verschillende punten van die van Lutiikii

-ocr page 42-

30

afweken, mot grooto gestrengheid en zelfs door vervolging van andersdenkenden.

Nadat hij voor korten tijd, ton gevolge van oen twist met de regeering, de stad had moeten verlaten, keerde hij or in 1541 terug en bleef er tot zijn dood in 1564. Het verschil tusschen zijne meeningen en die van Luïheji had eeno blijvende verdeeldheid in de Protestantsche kerk ten gevolge. Zijne leer, die men do Calvinistische, of later meer gewoonlijk (1(! Gereformeerde noemde, en die in 1559 in den zoogenaamden Heidelberrjer Catee/iis-mus werd vastgesteld, breidde zich voornamelijk in Zwitserland, de Nederlanden, Schotland en hier en daar in Frankrijk en Zwitserland uit, terwijl do Luthersche leer in Noord-Duitschland en de drie Noordsche rijken do moeste aanhangers vond.

In Duitschland hadden ongeveer in denzelfdon tijd dat Genève zich tct eene onafhankelijke republiek verklaarde, do buitensporigheden van enkele geestdrijvers aanleiding gegeven tot geweldige ongeregeldheden. Eene secte van dwepers, die zich wederdonpers noemden (1), had zich in het jaar 1534 van do stad Munster in West-phaUn meeste)\' gemaakt en daar, onder aanvoering van oen bakker, Jan Maïïhijszoon uit Haarlem, en een kleedermaker. Jan Beu-kelszoon uit Leiden, gewoonlijk Jan van Leiden genoemd, eene despotieke regeering ingevoerd, die op de verderfelijkste grondbeginselen berustte. Allo bezittingen moesten gemeen zijn; het goud en zilver en alle kostbaarheden moesten op doodstraf uitgeleverd en onder alle loden der gemeente verdeeld worden. Jan van Leiden, die zich voor een profeet uitgaf en voorwendde door goddelijke openbaringen bestuurd te worden, nam, na den dood van Mattiiijszoon, den koninklijken titel aan en hoerschte onbeperkt, terwijl hij ieder, die zijne verheven zending in twijfel durfde trekken, om het leven liet brengen.

Om aan die grenzenlooze verwarring, welke het geheele jaar 1534 duurde, een einde te maken, bracht de Bisschop van Munster wel eenige troepen bijeen, maar hij was niet machtig genoeg om de stad, waarvoor hij het beleg sloeg, te vermeesteren, terwijl eene gewichtige gebeurtenis, die inmiddels in het zuiden van Duitschland was voorgevallen, don Keizer en do rijksvorsten belette hem te ondersteunen.

Deze gebeurtenis, welke tevens vermelding verdient als oen groot bewijs van don invloed, dien de Hervorming op den staatkundigen

(1) Zij voordon don naam van Wodoi doopors of llordoopors, omdat zij leerden, dat do doop niet aan do kinderen, maar aan do volwassenen moest toegediend worden, en dus a) hunne aanhangers opnieuw werden gedoopt.

-ocr page 43-

31

toestand van Duilschland uitoefende, was de strijd, die in 1534 om het hertogdom Wurlamberg gevoerd werd.

In het jaar 1519 was de regeerende vorst van dat land, hertog Ulrioh, om de willekeurige wijze, waarop hij hot bewind voerde en zijne onderdanen verdrukte, uit zijne staten verdreven door den zoogenaamden Zwabischen Hond, eene vereeniging van vorsten en heeren, die ten doel had de rust in dat gedeelte van Duitschtand (1) te handhaven. Tevergeefs had zijn neef, Fiiii.ii\'S de yrootmoeduie, partij voo:1 hem getrokken en herhaaldelijk op zijne herstelling aangedrongen. De Keizer, die het hertogdom van den Zwabischen Hond had gekocht, schonk het in het jaar 1530 als mannelijk leen aan zijn broeder Feudinanb, die het met de Oos-tenrijksche erfstaten, welke hem reeds vroeger waren afgestaan (bi. 20), vereenigde. Die vermeerdering van de macht van het Habsburgsche huis wekte de bezorgdheid van vele rijksvorsten op, en zulks te meer omdat Karel V in het volgende jaar wist te bewerken, dat zijn broeder Ferdinand door de Keurvorsten, met uitzondering van dien van Saksen, tot zijn toe-komstigen opvolger op den keizerstroon, met den titel van Boomsch-Koning, benoemd werd. Het werd meer en meer duidelijk, dat de Keizer en zijn broeder langzamerhand tot) een onbeperkt en erfelijk gezag in Duilschland trachtten te komen, en om die heersch-zuchtige plannen der Habsburjers tegen te werken, besloot de wakkere Philips van Hessen geweld te gebruiken en de aanspraken van zijn neef Ulrich met de wapenen te doen gelden. Hij rekende daarbij op de ondersteuning van de leden van het Schmal-kaldische verbond, die evenals hij in de aangroeiende macht van Ferdinand een groot gevaar voor hun godsdienst zagen, en op de medewerking der inwoners van Wurtemberg, die meeren-deels Protestanten waren en de terugkomst wenschten van hun vroegeren Hertog, die insgelijks tot den Hervormden godsdienst was overgegaan.

Toen de landgraaf Philips zag, dat met onderhandelingen niets te verkrijgen was, bracht hij in het begin van 1534 een talrijk leger op do been, en leverde daarmede in Mei den Stad-

1

Zwaben was in dc middoloeuwoii eon machtig Hertogdom in liet zuidwesten van Duilschland. Het werd langzamerhand verdeeld in eene menigte kleinere vorstendommen, waarvan Wurtendiery het voornaamste was. Bij do indceling van liet üuitsoho rijk in Kroitsen (bl. 10) was de /.wahkchc Kruils, die ongeveer uit do gezamenlijke ondordeelen van het vroegere Hertogdom Zwaben bestond, eene der voornaamste en welvarendste.

-ocr page 44-

houder van Ferdinand bij Laufen aan den Neckar een slag waarin hij eene volkomen overwinning behaalde, die het geheele Hertogdom in zijn bezit bracht. Pebdinand, wien bet vooral aan geld ontbrak om den krijg voort te zetten, was nu genoodzaakt onderhandelingen aan te knoopen en Wurtemberg aan Uluich af te staan, met bepaling evenwel, dat deze het als een achterleen van Oostenrijk zou bezitten.

Dat krachtig optreden van de hoofden van het Schmalkaldische verbond verbitterde den Keizer in de hoogste mate, te meer omdat hij, hoezeer geheel ten onrechte, bun ook de ongeregeldheden der Wederdoopers te Munster toeschreef. De wensch om aan de wanorde daar ter stede een einde te maken, was mede eene van de redenen, die Piïudin\'and aanspoorde zoo spoedig vrede te sluiten en daarbij de voorwaarde te stellen, dat Piiiups van Hessen den Bisschop van Munster tegen de dweepzieke oproerlingen zou ondersteunen. Deze voldeed daaraan en onder medewerking zijner troepen werd Munster in .lull 1535 na een wan-hopigen tegenstand veroverd. Jan van Lkidrn werd gevangen genomen, een halfjaar lang ter bespotting door Duitschland rondgevoerd en eindelijk op eene barbaarsche wijze te Munster ter dood gebracht.

§12. Tochi van Kavel V naar Tunis. Devde oorloc/met Frans I.

Tocht van Karri V naar Algiers. Hernieuwde invatlen der Turken- in Hongarije. Vierde oorlog tussehen Karei V en Frans I. Vrede van Cr espy.

Hoezeer Kauel V ook- wenschte krachtige maatregelen tegen de Protestanten te nemen, werd hij ook nu nog door verschillende omstandigheden daarin verhinderd.

In de eerste plaats bad hij het voornemen opgevat, een krijgstocht te ondernemen tegen Tunis, dat in het jaar 1534 veroverd was geworden door een stoutmoedig zeeroover, Haiuaüin Barba-rossa, die zich ook meester had gemaakt van Algiers en zich onder de heerschappij van den Sultan van Turkije had gesteld, waarna bij door aanhoudende strooptochten en geweldenarijen de kusten van Spanje en Italië op eene vreeselijke wijze teisterde en de geheele Mtddellandsche Zee onveilig maakte. In Juli 1535 volvoerde Karet, zijn voornemen ; bij stak met een voortreffelijk leger naar Afrika over, rukte op Tunis aan en leverde Bar-barossa een beslissenden slag, waardoor hem do stad in handen

-ocr page 45-

33

viel. Hij herstelde nu den verdreven vorst van Tunis, die den Spaanschen Koning als zijn leenheer erkende, gaf aan omtrent 20 000 Christenslaven de vrijheid weder, en keerde, eene maand na zijne landing in Afrika, niet roem beladen naar Spanje terug.

Eenige weken later (Oct. 1535) stierf Fuans Sforza, hertog van Milaan, zonder kindoren na te laten, en dat overlijden gaf aanleiding tot een derden oorlog tusschen Kakel en Fuans, dewijl de eerste het opengevallen Hertogdom als oen loon van het Duitscho rijk bezette en do andere zijne vroegere aanspraken vernieuwde.

Tot in 1538 duurdo do krijg, die van bolde zijdon zonder be-langrijke voordoelen gevoerd werd, toen het eindelijk aan den Paus gelukte te Nizza tusschen do beide vorsten een wapenstilstand voor den tijd van tien jaren tot stand to brengen, die eigenlijk niets besliste, on waarbij bepaald werd, dat ieder hunner in het bezit zou blijven van datgene, waarvan hij op het oogenblik meester was.

In dien oorlog had Fbans de verontwaardiging van geheel Europa gaande gemaakt door een verbond tegen den Keizer te sluiten met den Turkschen sultan Somman, die eene sterke vloot, waarover Baiibakossa als admiraal het bevel voerde, tot zijne ondersteuning had afgezonden. Hot bestrijden der \'onge-loovigen was een van de groote plannen, waarop Karei, to midden zijner overige ontworpen steeds het oog gevestigd hiold, en dat hij ook thans, nu de dordo oorlog met Frankrijk geëindigd was, weder opvatte.

Evenals in 1535 waren het ook nu weder de zoerooverijen der Mohammedanen op do noordkust van Afrika, die de onmiddellijke aanleiding gaven tot een nieuwen tocht derwaarts. Ditmaal richtte de Keizer zijne wapenen togen Algiers, maar zijne onderneming had een zeer noodlottigen uitslag. In het najaar van 1541 met eon stork leger naar Afrika overgetrokken, had hij al zeer spoedig, tengevolge van het ongunstige jaargetijde, geweldig te lijden van stormen en hevige stortregens; een uitval van de Algerijnen bracht hem te gelijkertijd zware verliezen toe, en een gedeelte zijner vloot werd vernield. Onder de allerongunstigste omstandigheden moest hij den terugtocht aannemen naar het overschot zijner schepen, dat vior dagreizen van Algiers dooiden admiraal Dokia in veiligheid gebracht was. Op dien marsch door woeste en bijna onbegaanbare streken, onophoudelijk dooide Mooren bestookt, vorloor hij nog duizendon manschappen zoowel door honger on gebrek als door hot zwaard van den vijand,

H. \' 3

-ocr page 46-

34

en toen hij zich eindelijk, na het doorstaan van tallooze gevaren, met het overschot van zijn leger had ingescheept, had hij op zee nog een geweldigen storm te verduren en kwam niet voor het einde van 1541 in zijn rijk terug.

Intusschen hadden de Turken ook in het oosten van Europa groote voordeelen behaald. Zapolya (bl. 28) was in het vorige jaar gestorven, en toen Pebdinand van Oostenrijk volgens het verdrag van 1538 do regeering over Hongarije wilde aanvaarden, kwam sultan Soliman tusschenbeide, en nam den schijn aan alsof hij partij trok voor den pasgeboren zoon van Z a vol va. Hij veroverde nu bijna geheel Hongarije, maar nam het voor zich zeiven in bezit. Ferdinand bleef den oorlog nog wel eenige jaren volhouden, maar was eindelijk in 1546 genoodzaakt een wapenstilstand te sluiten, waarbij hij Soliman in het bezit van het veroverde liet en er zelfs in moest toestemmen den Turkschen sultan voor dat gedeelte van Hongarije, hetwelk deze hem overliet, eene jaarlijksche schatting te betalen. De zoon van Zapolva behield niets dan Zcvenberyen.

De groote onheilen, welke den Keizer in den laatsten tijd getroffen hadden, openden den Fransehen Koning het vooruitzicht, dat het hem nu mogelijk zou zijn, gewichtige voordeelen op hem te behalen, en hem te dwingen, zijn tweeden zoon, den Hertog van Orleans, te beleenen met Milaan-, iets hetgeen Kabel hem bij het verdrag van Nizza wel niet rechtstreeks beloofd, maar waarop hij hem toch het uitzicht geopend had. Frans verbond zich met hertog Willem vati Gulik en Kleef, die zich kort te voren in het bezit had gesteld van Gelderland en Zutphen, welke Karel van Gelder (I deel, bl. 213) hem bij zijnen dood had nagelaten (1538), in weerwil van een verdrag vroeger met den Keizer gesloten, waarbij bepaald was, dat deze de genoemde landen erven zou, indien Karel van Gelder zonder kinderen stierf. Willem van Gulik hoopte zich nu met hulp van den Franschen Koning tegen den Keizer te zullen kunnen handhaven.

Tevens zond Frans I in het geheim twee afgevaardigden aan den Turkschen Sultan, om over een nieuw verbond tegen Karei, V te onderhandelen. Deze werden op hun doortocht door Milaan aangehouden en vermoord, en hieruit nam Frans I aanleiding om, lang voordat de wapenstilstand van Nizza (bl. 33) verstreken was, een vierden oorlog te beginnen (1542).

De Keizer sloot nu een verbond met koning Hendrik VIII van Engeland, bracht een sterk leger op de been en dwong daar-

-ocr page 47-

35

mede eerst den Hertog van Gulik en Kleef tot onderwerping en tot afstand van Gelderland. Daarop rukten hij en Hhndkik VIII van verschillende kanten het noorden van Frankrijk binnen, niet het voornemen op Parijs aan te trekken (1544). De weinige samenwerking tusschen de beide legers was echter oorzaak, dat men tot geen beslissing kwam, en dit gaf aanleiding tot het aanknoopen van onderhandelingen, welke nog voor het einde van het jaar 1544 tot den vrede van Gr espy (1) tusschen Karel en Fhans leidden. Hendrik VIII bleef, hoezeer met weinig gevolg, den oorlog nog tot 1546 voortzetten.

Bij den vrede van Crespij die een einde maakte aan de langdurige oorlogen tusschen Karel en Frans, werd hoofdzakelijk bepaald, dat de eerste afstand zou doen van zijne aanspraken op het hertogdom Bourgmdië, en de laatste van die op Napels. Het hertogdom Milaan zou in leen gegeven worden aan den hierboven genoemden tweeden zoon van Frans I, den Hertog van Orleans, die huwen zou met de dochter van \'s Keizers broeder Ferdinand. Die laatste bepaling werd echter niet vervuld, dewijl de Hertog van Orleans kort daarna stierf, waarop Karel V zijn eigen zoon, den lateren koning Philips II, tot hertog van Milaan verhief.

Eenigen tijd daarna kwam een wapenstilstand met Soliman tot stand, die evenwel slechts zeer kort duurde.

§ 13. J)(t Schmalkaldische ooi\'loy.

De Keizer was des te eerder overgegaan tot de onderhandelingen, dien den vrede van Cr espy ten gevolge hadden, omdat de houding der Protestantsche vorsten in Duitschland hem steeds meer bezorgdheid inboezemde, terwijl hij vast besloten had, niet alleen het keizerlijk gezag te herstellen, maar het veel uitgebreider te maken dan het onder zijne voorgangers geweest was, en hij te gelijkertijd de Hervorming met alle geweld wilde tegengaan. Het doel, dat hij zocht te bereiken, was dus zoowel van staatkundigen als van godsdienstigen aard.

Ondersteund door den Paus, die hem aanzienlijke geldsommen verstrekte, bracht Karel V nu een leger op de been (154ö), waarop ook do Schmalkaldische verbondenen zich tot den oorlog uitrustten (2). In plaats evenwel, dat zij den Keizer aanvielen

(1) Crespy is oon stadje nabjj Meaux in het Departement Seine el Marne, ten O. vuil Parijs.

(\'2.) Luther beleefde de lan;; voorziene uitbarsting der vijandelijkliedeii niet; hij stierf in Februari 154(j.

-ocr page 48-

36

voordat hij zijne strijdkrachten verzameld had, waarbij zij groote voordeelen hadden kunnen behalen, gingen zij zeer langzaam en weifelend te werk, hetgeen Kahel gelegenheid gaf zich aanzienlijk te versterken. Nu trachtten de verbondenen, maar tevergeefs, met hem in onderhandeling te treden; hij weigerde alle toenadering en eischte dat de twee voornaamste hoofden van het verbond, de keurvorst Johan Frkdkuik van Saksen (1) en de landgraaf Philii\'S van Hessen, zich met leger, land en onderdanen op genade en ongenade zouden overgeven. Deze wilden zich daaraan niet onderwerpen, doch trokken met hunne troepen naar hunne Staten terug, omdat, er inmiddels in Saksen gebeurtenissen waren voorgevallen, die den terugkeer van den Keurvorst dringend noodzakelijk maakten.

Gedurende zijne afwezigheid namelijk had zijn neef, hertog Mauiuts van Saksen, de afstammeling van een anderen tak van het oude Saksische geslacht, wiens gebied in de zuidelijk en oostelijk gelegen landen tusschen Leipzig en Bohemen lag, en die sedert lang met zijn neef in onmin was, een inval in het Keurvorstendom gedaan en het nagenoeg geheel veroverd. Hij was daarbij opgetreden als bondgenoot van den Keizer, die hem de keurvorstelijke waardigheid had toegezegd en aan wien hij zijne medewerking uit staatkundige redenen verleende, hoezeer hij zelf den Hervormden godsdienst beleed en gehuwd was met eene dochter van Philips van Hessen.

De Keurvorst heroverde zijn land binnen korten tijd, in het begin van 1547, en viel daarop Mauiuts in zijn eigen gebied aan. Deze trad om tijd te winnen in onderhandeling, toen de Keizer in aller ijl naar Bohemen rukte, zich met de troepen van zijn broeder Ferdinand vereenigde en zijn leger, onder het bevel van den hertog van At a, een der bekwaamste krijgsoversten van zijn tijd, met snelle marschen naar Saksen deed trekken. De Keurvorst week terug, doch werd bij Mühlherg, een plaatsje op den rechteroever der Elbe, tot het geveent gedwongen. Na een hardnekkigen strijd van acht uren behaalden de Keizerlijken de overwinning, de Keurvorst werd gevangen genomen, zijne hoofdstad moest zich eenige weken later overgeven en zijn land, met uitzondering van een klein gedeelte, werd met de keurvorstelijke waardigheid aan Mauiuts van Saksen geschonken.

(1) Joiian Furdhhik was zjjn vader, .[oiian\' den Slandnastige, in quot;153 opgevolgd.

-ocr page 49-

Dn slat; bij Mühlherg maakte een einde aan den Schmalkaldi-schen oorlog, daar de overige verbondenen niet in staat waren, zich tegen den Keizer te verzetten. Philips van Hessen zag geen andere uitkomst dan zich te onderwerpen. Maukits van Saksen, zijn schoonzoon, bood zijne bemiddeling aan en bracht een verdrag tot stand, ten gevolge waarvan de Landgraaf zich in persoon tot den Keizer begaf en hem knielend om vergiftenis smeekte. Niettegenstaande Mauthts zich borg gesteld had, dat hij niet gevangen zou genomen worden, en de Landgraaf dat uit de woorden van het verdrag ook had begrepen, werd hij dooiden Keizer in hechtenis gehouden en uiterst streng behandeld; het bewind over zijn land werd echter aan zijne zonen gegeven.

{5 14. Oorlog van Maurits van Saksen, in verbond niet Ileu-drilc II, tegen Karei V. Verdrag van Passau. Wapenstilstand van Vaucelles. Godsdienstvrede van Augsburg.

Troonsafstand van Karei V.

Keizer Kabel V stond na het onderwerpen van het Schmalkal-disohe Verbond op het toppunt zijner macht. In Spanje, Napels en Milaan heerschte hij nagenoeg met onbeperkt gezag; de Ne-derlandsche gewesten waren alle onder zijn bestuur vereenigd; de verovering van Peru (bl. 7) had eenige jaren te voren zijn reeds zoo uitgebreid gebied in Amerika aanzienlijk vermeerderd, en in al die landen had hij de nieuwe begrippen in het godsdienstige onderdrukt, of wel met geweld tegengegaan en hunne verspreiding belemmerd. Nu was ook de kracht zijner tegenstanders in Duitschland gebroken, zoodat de omstandigheden gunstig schenen om ook hier tot meer onbeperkt gezag te geraken, en hij koesterde het voornemen, zijn zoon Philii\'s, in plaats van zijn broeder Feiidinand, de opvolging op den keizerstroon te bezorgen en misschien de keizerlijke waardigheid erflijk in ■zijn geslacht te maken.

Dat plan, welks verwezenlijking aan het Oostenrijksche huis een overwicht zou bezorgen, dat allerverderflijkst kon worden voor de vrijheid van Europa, werd verijdeld door Maurits van Saksen, die eenige jaren na den zegepraal van Kauel over het Schmalkaldische Verbond, op het onverwachtst met groote vastberadenheid als zijn tegenstander optrad. Herhaalde malen, doch tevergeefs, had hij er bij den Keizer op aangedrongen, dat deze

-ocr page 50-

08

zijn schoonvader Philips van Hessen, voor wiens vrijheid hij zijn woord verpand had, uit zijne gevangenschap zou ontslaan. De verbittering over de weigering van Kakel en de overtuiging, die zich bij hem begon te vestigen, dat de staatkundige zoowel als de godsdienstige vrijheid van Duitschland meer en meer gevaar liep, deden hem besluiten de wapenen op te vatten. In het diepste geheim verbond hij zich met eenige andere Duitsche vorsten, en sloot zelfs een verdrag met Hendrik II, koning van Frankrijk, die zijn vader Fii.ws I in het jaar 1547 was opgevolgd en de verbondenen met geld en troepen zou ondersteunen. Daarvoor zou hij de steden Metz, Tout, Verdun en Kamerijk, welke toen nog tot Duitschland behoorden, mogen bezetten en er het bewind voeren.

In het voorjaar van 1552 barstte de oorlog uit. De Keizer, die zich in Tyrol bevond, werd door Maubiïs van Saksen, die met snelle dagmarschen door Zuid- Duitschland derwaarts rukte, overvallen en kon zich ternauwernood met de vlucht redden; zijne troepen werden geslagen en hij was genoodzaakt, den gevangen Landgraaf in vrijheid te stellen en te Passau een verdrag te sluiten (Juni 1552), waarbij aan de Protestanten vrije godsdienstoefening en het bezit hunner goederen werd gewaarborgd, en de beslissing der geschillen op een binnen korten tijd uit te schrijven Rijksdag bepaald werd. Daarmede was het doel van Mai\'rits bereikt en aan de heerschzuchtige plannen van Kakel V ten aanzien van Duitschland voor goed do bodem ingeslagen.

De oorlog met Frankrijk, die inmiddels ook uitgebarsten was, bleef nog ruim drie jaren voortduren en had wel eene gruwelijke verwoesting der wederzijdsohe grenslanden, maar geen degelijke beslissing ten gevolge, totdat eindelijk beide partijen uit gebrek aan gold naar het einde der vijandelijkheden verlangden. Over een bepaalden vrede kon men het echter niet eens worden, doch in Februari 1556 werd te Vauoelles, nabij Kamerijk, een wapenstilstand voor vijf jaren gesloten, waarbij Hendrik II zijne veroveringen behield.

De oorlog met Frankrijk en eenige binnenlandsche onlusten hadden het houden van een en Rijksdag, hetgeen bij het verdrao-van Passau beloofd was, herhaaldelijk uitgesteld. Eerst in het begin van 1555 werd hij belegd en na eene onderhandeling van zeven maanden kwam men tot eene overeenkomst, die den naam van den Augsburyschen godsdienstvrede verkregen heeft. De voornaamste bepalingen daarvan waren, dat men elkander van weerszijde niet over den godsdienst zou verontrusten, dat in elk land

-ocr page 51-

39

liet burgerlijk bestuur het recht had, rlion godsdienst in te voeren, welken het voegzaam oordeelde, en dat andersdenkenden de vrijheid zouden hebben met hunne goederen ongehinderd hot land ie verlaten, dat eindelijk ieder Katholiek geestelijke, die tot de Hervorming overging, zijne waardigheid en zijne inkomsten zou verliezen, en door een ander, die de Katholieke leer was toegedaan, zou vervangen worden. Deze laatste voorwaarde, het kerkelijk voorbehoud genoemd, was niet dan na hevigen tegenstand van de zijde der Protestanten in het verdrag opgenomen, en wel met bijvoeging, dat men liet over dit punt niet had kunnen eens worden.

Enne maand na het sluiten van den Augsburgschen godsdienstvrede stond Kabel V de regeering over üe Nederlanden, min het begin van 1550 die over Spanje, Sicilië, Sardinië, Franche Comtê en de Spaansche bezittingen in Amerika aan zijn zoon Philips af, aan wien hij twee jaren te voren, bij gelegenheid van diens huwelijk met Maria, koningin van Engeland (bl. 42), reeds het koninkrijk Napels geschonken had. In September droeg hij de keizerlijke waardigheid ann zijn broeder Pkrdinand op, en be-o-af zich naar Spanje, waar hij zijn intrek nam in het klooster Sl.-Jusl in Estremadura. Mismoedig over het mislukken zijner groote ontwerpen, teleurgesteld in zijne heerschzuchtige plannen om in al zijne landen een krachtig en onbeperkt vorstelijk gezag te vestigen en de eenheid in de Christelijke Kerk te herstellen, ter neergebogen door lichamelijk lijden, verlangde hij het overschot zijner dagen in rust door te brengen. Hij leefde nog twee jaren afgezonderd van de wereld, hoezeer hij steeds belang bleef stellen in do aangelegenheden van het rijk en daarop nog eenigen invloed bleef uitoefenen, en stierf in het jaar 1558.

Zijne moeder Johanna (bl. 16), die tot haren dood krankzinnig bleef, was in 1555 in zeer hoogen ouderdom overleden.

§ 15. Engeland ouder de regeering van Hendrik VIII, Kdnard VI en Maria.

Hendrik VTTT, koning van Engeland, van wiens deelneming aan de oorlogen tusschen Kabel V en Pbans I reeds vroeger melding is gemaakt, was zijn vader Hendrik Vil in 1509 opgevolgd. Zijne regeering was eene aaneenschakeling van gruwelen, en de uitgestrekte macht, welke zijn voorganger reeds aan de kroon had weten te bezorgen, werd door hem misbruikt tot ver-

-ocr page 52-

40

krachting van alle wetten en rechten van liet Engelsche volk, dat liij door bloedige terechtstellingen in bedwang hield. De gewichtigste daad vau zijne regeering was zijne afscheiding van de Katholieke Kerk. Hij werd daartoe gebracht, omdat hij zich wilde doen scheiden van zijne gemalin, Kathabina va» Arragon, eene dochter van Ferdinand en Isabella, en dus eene tante van Ka hei, V (lil. 15), tot welke scheiding de Paus volstandig weigerde zijne toestemming te geven. In weerwil daarvan liet Hendutk door eenige hem toegedane geestelijken zijn huwelijk ontbinden (1532), en toen de Paus dientengevolge den banvloek over hem uitsprak, verklaarde hij zich zelvon tot hoofd van de Engelsche Kerk, liet eene geloofsleer afkondigen, die weinig van de Katholieke leer afweek, en vorderde van zijne onderdanen op doodstraf onderwerping aan zijne voorschriften en aan al de wijzigingen, welke hij nu en later daarin bracht. Van de leerstellingen van Lutiieü en andere hervormers was hij oen hevig tegenstander, en daar hij op de gruwelijkste wijze woedde tegen allen, die zelfs maar in het geringste afweken van hetgeen hij als geloofspunten vaststelde, stonden zoowel de Protestanten als de aanhangers van den Paus aan gedurige vervolgingen bloot.

Vijf malen huwde hij na zijne scheiding van Katiiaiuna van Arrayon ; twee zijner gemalinnen liet bij onthoofden; van eeni\' andere liet hij zich scheiden ; eene stierf na een jaar met hem gehuwd te zijn geweest, en de laatste overleefde hem (1).

Na eene regeering van achtendertig jaren stierf de dwingeland (1547) met nalating van twee dochters, Maria en Eliza-hetji, en een zoon Eduard. De oudste, Maria was eene dochter van Katiiaiuna van Arrayon en door haren vader voor onwettig en onbevoegd tot de troonsopvolging verklaard. Hij wendde te dien einde voor, dat zijn huwelijk met Kathabina volgens de voorschriften der Kerk eigenlijk nooit geldig had kunnen zijn, omdat zij vroeger met zijn ouderen broeder Arthur gehuwd was geweest, iets hetgeen hij ook als eene reden tot echtscheiding had opgegeven, niettegenstaande do Paus de kerkelijke vergunning tot zijn huwelijk had verleend.

(1) Doze vijf gemalinnen waron; Anna Holeyn, die in 1536 onthoofd werd; Johanna Seymour, die in 1537 stierf; Anna van Kleef, mot wie hij in 1540 eon huwoljjk sloot, dat hij terstond wodor verbrak; Kathabina Howard, dio hij in 1542 liet onthoofden, on Katiiaiuna Park, die nu den dood van Hendrik Vlll met den broeder van Johanna Seymour in don echt trad.

-ocr page 53-

41

Elizabeth, de dochter zijner tweede gemalin, verklaarde hij *iven eigendunkelijk insgelijks voor onecht en sloot haar ook van de troonsopvolging uit. Het een zoowel als het ander herriep hij nog voor zijnen dood, doch bepaalde bij uitersten wil, dat zijn zoon Eduaud, die toen nog slechts negen jaren telde, hem zou opvolgen.

De korte regeering van dezen jeugdigen vorst (1547—1553) werd gekenmerkt door kuiperijen en openbare vijandelijkheden van de aanzienlijkste leden van den Engelschen adel, die elkander het gezag gedurende de minderjarigheid des Konings betwistten. Een hunner, de hertog van Northumberland, die in 1552 het hoofd van het bewind werd, vormde het plan, de Koningskroon in zijn geslacht over te brengen. Daar namelijk de zwakke gezondheid van Edi\'abd VI hem geen lang leven voorspelde en bij zijn dood de regeering aan zijne oudste zuster Maria zou komen, die evenals hare moeder, Kathaiuna van Arragon, eene ijverige -aanhangster was van den Katholieken godsdienst, maakte Nou-ïiiumbkrland gebruik van de gehechtheid des jongen Konings aan de hervormde beginselen, om hem tot het onrechtvaardige besluit te brengen, zijne zuster Maria van de troonsopvolging uit te sluiten en eene kleindochter van eene zuster van Hendrik VIII, de jeugdige en beminnenswaardige Johanna Gray, die met NoiiTiirjniERLANDS zoon gehuwd was, tot erfgenaam van de kroon te bestemmen. Edtaud Yl gaf aan dien wensch gehoor en stierf kort daarna, nog geen zestien jaren oud (1553).

Terstond daarop werd Johanna Gray door de aanhangers van haren schoonvader tot koningin uitgeroepen, doch Maria, die met groote geestkracht te werk ging en door het grootste gedeelte van het volk als wettige koningin erkend werd, verzamelde hare aanhangers om zich, trok Londen, dat zich voor haar verklaard had, eenige dagen later zegevierend binnen, en nam Johanna Gray, barer, echtgenoot en haren schoonvader gevangen, die allen, benevens vele hunner aanhangers, binnen weinige maanden den dood op het schavot vonden.

Maria begon terstond na hare troonsbeklimming met de Katholieke kerk in Engeland te herstellen, en de Hervorming, die gedurende de regeering van Eduard VI vele vorderingen gemaakt had, met klem tegen te gaan. Zij voerde eerst de Kerk van haren vader Hendrik VIII opnieuw in, doch erkende kort daarop de heerschappij van den Paus weder, met wien zij zich verzoende. Tn stede intusschen van zich te bepalen tot het herstellen van de kerkleer, die zij uit overtuiging was toegedaan, ging zij

-ocr page 54-

42

op de wreedaardigste wijze tegen alle andersdenkenden te werk, en trachtte de Hervorming door bloedige straffen uit te roeien. Hare vervolgzucht nam nog toe, nadat zij in 1554 niet den dweepzieken Philips van Spanje, den zoon van Kabel V, in het huwelijk was getreden, welke verbintenis haar in een oorlog niet Frankrijk wikkelde (bl. 44), in welken Engeland het gewichtige Calais verloor.

Madia stierf in 1558 zonder kinderen na te laten, en dewijl haar huwelijk met Piiilii\'s aan dezen volstrekt geen recht had gegeven op de regeering van Engeland, waar hij ook maar zeer kort vertoefd had, kwam de kroon aan Maria\'s zuster, Elizaubtii.

§10. Drneinarkni, Noonvegen en Ztvcden vnn 1518 tof 1560.

Koning Johan TI, die in Denemarken en Noorwegen, en in naam ook in Zweden regeerde (I doel, bl. 221), stierf in het jaar 1513 en werd opgevolgd door zijn zoon Christiaan II. Deze wilde zijn gezag in Zweden herstellen, waar do Eijksbestuur-der Sten Stuhe, geheel onafhankelijk van don Deenschen Koning, de regeering in handen had. In het jaar 1518 begon bij de vij-andelijkbeden, behaalde onderscheiden voordoelen op de Zweden, die zich tegen hom verzetten, en noodzaakte hen in 1520. nadat Stex Stuiie in een gevecht doodolijk gewond was, tot den vrede, waarbij hij eene volkomen vergiffenis beloofde. Nauwelijks echter was hij in Stokholm gekroond, of hij ging plotseling tot eene vreeselijko gruweldaad over, om zich op zijne vijanden te wreken. Op het onverwachtst deed hij 94 der aanzienlijkste Zweden gevangen nomen en voor zijne oogen door beulshanden om het leven brengen. In do volgende dagen werden er nog 500 monschen op dezelfde wijze vermoord.

Dit Slokholmer bloedbad, zooals deze euveldaad genoemd word, bracht hem in Zweden ten val. Onder aanvoering van Gustaap Wasa, oon heldhaftig jongeling en een bloedverwant der Sture\'s, die zich, om de vervolging van Christiaan te ontgaan, onder de mijnwerkers van Dalekarlië had verborgen, grepen de Zweden naar do wapenen. Do troepen des Konings werden geslagen, en Gustaap Wasa word tot Rijksbestuurder benoemd (1521). Twee jaren later bood de Rijksdag hem do Zweedsche kroon aan. Met zijne troonsbeklimming word Zweden van de beide andere Noordsche rijken gescheiden, en was de Unie van Calmar (I deel bl. 221), die in den laatston tijd slechts in naam bestaan bad,

-ocr page 55-

43

voor goed ontbonden (1523). Zeventien jaren daarna werd de troon erfelijk in zijn geslacht verklaard. Tot aan zijn dood, in 1560, wist hij op gematigde wijze orde en regel in het bestuur te brengen; hij bevorderde den landbouw, den handel en de nijverheid, bracht de Zweedsche krijgsmacht op een goeden voet en voerde zijn rijk tot een hoogen trap van bloei en welvaart. Na zijn dood volgde zijn oudste zoon, Erik XIV, hem als koning op.

Op het oogenblik dat Gustaaf Wasa door de Zweden tot Koning werd uitgeroepen, was Ciiiiistiaan IE ook in Denemarken niet meer in het bezit van de kroon. Zijn willekeur en de wreedheden, waaraan hij zich schuldig maakte, berokkenden hem vele tegenstanders; bovendien maakte hij zich do geestelijkheid en den adel van zijn rijk tot vijanden; de eerste door de Hervorming te begunstigen, den laatste door den burger- en boerenstand te bevoordeelen en daarentegen de rechten der edelen, die zijn gezag in den weg stonden, te verkorten. Eindelijk brak in Januari 1523 de algemeene ontevredenheid los; de Koning-werd van den troon vervallen verklaard en de regeering opgedragen aan zijn oom Fueduuik, hertog van Sleeswijk en Holsfein, die als Pukdhiiik I kort daarna ook in Noovwerjen gehuldigd werd, en Gustaaf Wasa nis koning van Zweden erkende.

Ciiristiaan II trachtte zich later weder van den troon meester te maken. Eene landing, die hij in 1531 met een leger in Noorwegen ondernam, gelukte wel is waar aanvankelijk, maar kort daarna keerde de kans; uit gebrek aan geld en levensmiddelen was hij in 1532 genoodzaakt zich over te geven en bracht de zevenentwintig laatste jaren zijns levens in gevangenschap door.

Fkederik I stierf in 1533 en werd door zijn zoon Ciiris-tiaan III opgevolgd, die in 1559 do regeering aan zijn zoon Prederik II naliet. Vermits de Deensche kroon, volgens de vastgestelde bepalingen, niet erfelijk was, waren deze beide vorsten evenals hunne voorgangers door den adel verkozen.

In Denemarken en Noorwegen, zoowel als in /weden, maakte de Hervorming voortdurend vorderingen, en in het laatste rijk-werd zelfs de Luthersche leer tot godsdienst van den Staat verklaard.

§ 17. Oorlog tusschen Hendrik II en Philips II. Frankrijk onder Frans II. De Guises en de Ihnjowten.

De wapenstilstand van Vaucellen, die in het jaar 1556 voor

-ocr page 56-

44

flen tijd van vijf jaren tusschen Frankrijk en Spanje gesloten was (bl. 38), werd in het begin van het volgende jaar door de Fran-schen weder verbroken, en de oorlog werd met nieuwe woede hervat. Pmui\'s 11 van Spanje, die gehuwd was met Maria, koningin van Encjeland (bl. 42), wist haar te bewegen, insgelijks den oorlog aan Frankrijk te verklaren en hem hulptroepen te zenden, zoodat hij het noorden van dat lijk met overmacht kon aanvallen. In twee veldslagen, bij Sl. Quiniijn (1557) en bij Grevelingen (1558) (1) bleven de Spanjaarden, voornamelijk door het beleid en den moed van Lamohaal, graaf van Egmont, bevelhebber der Spaansehe ruiterij, overwinnaars, terwijl daarentegen de Franschen een zeer gewichtig voordeel behaalden door de verovering van Calais (1558). de laatste bezitting, die de Engelscben nog in Frankrijk hadden overgehouden (I deel, bl. 20(5). Eenigen tijd daarna stierf Mahia van Engeland en werd door hare zuster Elizabeth opgevolgd (bl. 42), hetgeen Philips, in de overtuiging dat hij van deze geen onderstand verkrijgen zou, naar het einde van den oorlog deed verlangen. Dewijl de Franschen, ten gevolge der ondervonden nederlagen, insgelijks tot onderhandelen geneigd waren, kwam in het jaar 1558 de vrede te Cdteau-Cumbresis (2) tusschen Spanje, Engeland en Frankrijk tot stand. Hij dien vrede werd bepaald, dat Philips II de dochter van Hendkik II van Frankrijk zou huwen. Die echtverbintenis kwam kort daarna tot stand en werd te Parijs met schitterende feesten gevierd, die voor Hendkik II een noodlottig einde namen. Hij werd namelijk op een tournooi door den graaf De Montgo.mmf.uy doodelijk aan het hoofd gekwetst, en stierf eenige dagen later, de kroon nalatende aan zijn zestienjarigen zoon Frans II, die in 1558 gehuwd was met Maria Stuart, koningin van Scholland (bl. 65.)

Met de regeering van dezen vorst begint een tijdperk van bijna dertig jaren, gedurende hetwelk Frankrijk ten prooi was aan al de jammeren en do ellende van een vreeselijken burgeroorlog, die het ten gronde dreigde te richten. De aanleiding daartoe was deels van godsdienstigen, deels van staatkundigen aard, en vereischt tot goed begrip der volgende gebeurtenissen eene korte vermelding.

In de oorlogen van Hendrik 11 tegen Spanje, waarvan hier-

(I ) Sl.-Quiniijn ligt uan du Somwie ten /. van Kamcryk; Grevelingen tassohen Duinkerken en Calais.

(i) Ten ü. van Kamer ijk.

-ocr page 57-

•45

hoven gesproken is, had zich eon uitstekend krijgsman. Frans van Lotharingen, hertog van Guise, roemrijk onderscheiden eu zoowel door de diensten, welke hij had bewezen, als door zijne eerzucht, grooten invloed aan het hof verkregen. Gesproten uit het oud adellijk geslacht der hertogen van Lotharingen, en zelfs bewerende in de vrouwelijke lijn van Kakel den Groole at\' te stammen, had zoowel deze Piuns de Guise als zijn broeder, de kardinaal Kahi.i, de Guise, een bekwaam staatsman, zich spoedig tot groot aanzien weten te verheffen. De luister van hun geslacht werd nog bevorderd door het huwelijk hunner zuster mot koning Jakobus V van Schotland (1), en hun invloed in Frankrijk was aanmerkelijk toegenomen, toon de troonopvolger, de latere koning Frans II, met Maria Stuart, de dochter van Jakobus, huwde.

De macht der Guises wekte natuurlijk den naijver van vele aanzienlijken in Frankrijk op, en vooral waren het de twee prinsen van den bloede, Anton, koning van Navarre (2), en zijn broeder Loüewi.ik van Gondé, de naaste bloedverwanten des Konings, die zich door de trotschheid en de aanmatigingen van de Lo-tharingsche Heeren gekrenkt gevoelden.

De Guises, die ijverige aanhangers waren van het Katholieke geloof, tradon op als krachtige verdedigers van hot Pauselijk gezag tegen den meer en meer toenemenden invloed der Hervorming, wolke in Frankrijk steeds vorderingen maakte, in weerwil der bloedige vervolgingen, waaraan do belijders der nieuwe leer, zoowel ondor de regeering van Frans I als van Hkndhik II, blootstonden.

De Hervormden, die in Frankrijk den naam van Hugenoten droegen (3), vonden ondor die omstandigheden on bij de vervolging, welke zij van de Guises en hunne aanhangers te lijden hadden, steun bij de voornoemde Prinson van den bloede, die zich van hunne zijde, gedeeltelijk uit godsdienstige overtuiging, gedeeltelijk om zich tegen hunne tegenstanders te versterken, aan de Hervormden aansloten. Ondor dozen telde men bovendien verscheidene mannen van aanzien, als de Admiraal

-ocr page 58-

4(5

Casi\'ahd de Cüligny en zijn broeder Fjians van Anuf.lot, bevelhebber vun het Pransche voetvolk, die al zeer spoedig met den Prins van Condé en den zwakken, onbeduidenden Anton van Navarre als hoofden van de partij der Hugenoten optraden.

Na den dood van Hendrik II en de troonsbeklimming van den zwakken F kans II was do macht voornamelijk in handen van do weduwe des overleden Konings, Katiiaeina de Medici (1), eene heerschzuchtige, listige en gewetenlooze vrouw, en van de Guises, die als ooms van de jonge Koningin grooten invloed hadden op de leiding der regeeringszaken. De onderdrukking, die zij op het volk uitoefenden, en de wreedaardige vervolging der Hervormden hadden reeds in het jaar 1560 eene samenzwering ten gevolge van verscheiden onbezonnen aanhangers van de Bourbonsche Prinsen, die het plan vormden, zich van de Guises en zelfs van den persoon des Konings meester te maken, en Anton van Navarre als Regent aan het hoofd van het bewind te stellen. De aanslag mislukte; de aanleggers werden streng gestraft, en de Prins van Condé, die van medeplichtigheid werd beschuldigd, werd gevangen genomen en ter dood veroordeeld. Eer dat vonnis echter ten uitvoer gebracht was, stierf Frans II (Dec. 1560), en zijn dood bracht voor het oogenblik eene geheele verandering in Frankrijk teweeg.

§ 18. Regeering van Karei IX. Begin \'der godsdienstoorlogen in Frankrijk. De St.-Bartliolomeus-nacht.

Dewijl Frans II geen kinderen had nagelaten, werd hij opgevolgd door zijn broeder Karei, IX, die slechts tien jaren oud was, en dus onder de voogdij kwam van zijne moeder Kaïha-hina de Medici. Deze doorslepen vrouw, die de toenemende macht der Guises wilde tegengaan, besloot haar eigen gezag staande te houden door do beide partijen meer en meer tegen elkander op te zetten. Zij liet daarom Condé uit de gevangenis ontslaan en onschuldig verklaren en stond den Hugenoten vrijheid van godsdienstoefening buiten de steden toe.

Frans de Guise besloot zich mot kracht daartegen te verzetten, cn beraamde met koning Pmovs II van Spanje, die evenals

(H Zij wus cone doclitor van Lorenzo de Medici, dio tongevolgo van do omwetoling van 15J\'2 (bl. IS) to Florence, weder aan hot bewind was gekomen.

-ocr page 59-

hij liet onwrikbaar voornemen had opgevat, geen afwijking hoegenaamd van de kerkleer te dulden, in het geheim maatregelen om de Hugenoten uit te roeien en zich te gelijkertijd weder van het gezag meester te maken. Van alle kanten nam de spanning toe, tot het eindelijk in Maart 1562 tot eene uitbarsting kwam. Een aanval, door het gevolg van den hertog Dk Guisk op een aantal Hugenoten gedaan, die in het stadje Vassy in Champagre godsdienstoefening hielden, was het sein tot het ontbranden van den biu-geroorlog.

Van beide zijden werden troepen op de been gebracht; Condk, door de partij der Hugenoten tot hun opperhoofd gekozen, verbond zich met Elizabeth van Engeland; Puans dk Guisn werd door Pinups II met hulptroepen bijgestaan; beiden wierven in Duitschland en Zwitserland manschappen, en weldra was Frankrijk van het eene einde tot het andere aan al de gruwelen van bin-nenlandsche verdeeldheid en burgeroorlog ten prooi.

Herhaalde gevechten werden geleverd, die, in weerwil van den moed en het beleid van Condk en Colignv, meestal ten voor-deele van de partij dor Guises beslist werden. Anton van Navarre, door Katiiahina de Medici met schoone beloften overgehaald om de zijde van zijn broeder, den Prins van Condé te verlaten, werd reeds in bet begin van den oorlog doodelijk gewond (1562), en liet bij zijn overlijden een zoon na, Hendiuk, prins van Béarn, die door zijne moeder, Johanna d\'Albbet, in de Hervormde leer werd opgevoed. In het volgende jaar viel Puans de Guise als het slachtoffer van een sluipmoord, door de hand van een Protestantschen dweper (1563), en nadat de oorlog verscheiden jaren met verbittering was gevoerd, hoewel tweemaal afgebroken door het sluiten van een vrede, welke slechts van zeer korten duur was, werd ook Coxdb, die in een gevecht gevangen was genomen, verraderlijk door een pistoolschot gedood (1560). Colignv hield evenwel met onwankelbaren moed den strijd vol, en verklaarde den jeugdigen Hendrik van Béarn en den zoon van Condé tot hoofden der Hugenoten.

Intusschen waren ook de Nederlanders, onder do leiding van prins Willem van Oranje, in opstand gekomen tegen Philips II, en daar ook hier het verkrijgen van godsdienstvrijheid de voornaamste beweegreden van den strijd was, kwamen zij in verbinding met de hoofden der Protestantsche partij in Frankrijk. Lo-dewijk van Nassau, een broeder van den Prins van Oranje, nam in 1569 een werkzaam deel aan de krijgsverrichtingen der Hugenoten, en streed in het leger van Colignv aan het hoofd

-ocr page 60-

48

der troepen, die Oranje in dat jaar naar Frankrijk had gezonden, toen hij het leger had moeten afdanken, waarmede hij tevergeefs gehooiit had de Spanjaarden uit de Nederlandsche gewesten te verdrijven (1).

Deze ondersteuning en die, welke zij bovendien nog uit En-yeland en Didtschland bekwamen, stelden de Hugenoten in staat den strijd vol te houden tegen de Katholieke partij, welke in Hendrik dk Gnsn, den zoon van den vermoorden Frans, een uitstekend aanvoerder had verkregen, die met dezelfde geestkracht en denzelfden moed als zijn vader, diens plannen tot uitroeiing der Hugenoten en tot vermeerdering van liet aanzien van zijn geslacht voortzette.

ïe midden van dat alles was de jeugdige Kabel IX niet veel meer dan een koning in naam. Zijne moeder en de machtige partij der Guises hadden het gezag in handen, en bestuurden de zaken van het ongelukkige rijk, dat in alle richtingen evenzeer door Spaansche, Engelsche, Duitsche en Zwitsersche soldaten als door de ingezetenen zeiven, doorkruist en verwoest werd.

Eindelijk kwam er weder een korte tijd van verademing, toen in 1570 voor de derde maal vrede tusschen de vijandige partijen gesloten werd, met bepaling dat de Hugenoten hunnen godsdienst vrijelijk zouden mogen uitoefenen, behalve te Parijs en ter plaatse waar het hof zich ophield, terwijl zij tevens gerechtigd werden tot het bekleeden van ambten en waardigheden. Die vrede was gedeeltelijk een gevolg van den jammerlijken toestand, waarin het land zich bevond, en van gebrek aan het benoodigde geld om de koninklijke troepen te betalen, maar in den grond dei-zaak was deze verdraagzaamheid slechts schijnbaar, en diende de tijdelijke verzoening alleen om de Hugenoten in slaap te wiegen en aan de partij des Konings tijd te geven om een afschuwelijk plan tot hunne vernietiging voor te bereiden.

In het diepste geheim, werden door Katharina de Medici en enkele barer vertrouwelingen uitgebreide maatregelen genomen om de aanzienlijkste Hugenoten naar Parijs en anderen met koninklijke troepen bezette plaatsen te lokken, ten einde daarna door een algemeenen moord al de gehate tegenstanders op eenmaal uit. te roeien. Men nam den schijn aan, alsof de bepalingen van den vrede ernstig gemeend waren, en dreef de geveinsdheid zoover, dat men onderhandeling met Engeland en met de Nederlanders aanknoopte, en zelfs aan Coliony beloofde, dat men hem

d) Zie do Handleiding tol de kennis der Vaderlandsche gcschiedcnisy S 10 van liet II. Tijdperk.

-ocr page 61-

49

liet opperbevel zou geven over eene troepenafdeeling, die de Nederlanders tegen Piiilii\'s II zou ondersteunen.

Of koning Ka rul IX van den aanvang af met dezen vreeselij-ken moordaanslag bekend is geweest, of dat die hem eerst kort voor de uitvoering is medegedeeld, is niet met volkomen zekerheid bekend; de Guises werden eerst in het geheim getrokken toen de voorbereiding reeds verre gevorderd was.

Om eindelijk de verzoening schijnbaar geheel tot stand te brengen, werd tot een huwelijk besloten tusschen Hendhik van Bé-urn en Maboaretha van Valais, de zuster van Kaüel IX, hetgeen tevens een voorwendsel was om de aanzienlijke Hugenoten tot viering van het bruiloftsfeest naar Parijs te lokken. In liet voorjaar 1572 kwam Johanna b\'Albhet met haren zoon, den Prins van Beam, en een . aanzienlijk gevolg in de hoofdstad aan, doch stierf eenige weken later, zooals men vrij algemeen geloofde, aan vergif. Daardoor erfde Hendrik van Béarn hare kroon, en nam den titel aan van Koning van Navarre.

Den 18den Augustus werd het huwelijk gevierd, en zes dagen later, in den nacht voor den 24sten Augustus (St.-Bartholomeus-nacht), word het afgesproken teeken gegeven, waarop de verraderlijke moord een aanvang nam. Coligny en verscheidene andere edelen waren de eerste slachtoifers; verscheidene dagen duurden do gruweltooneelen, niet alleen in Parijs maar ook in de overige groote steden van Frankrijk. Volgens de meest gematigde opgaven werden er 25000 Hugenoten om het leven gebracht. Hendrik van Navarre en de Prins van Condé ontkwamen slechts aan het algemeene bloedbad door het Protestantsche geloof af te zweren.

§ 19. Bc vierde godsdienstoorlog in Frankrijk. De Hertog van Anjou tot koning van Polen gekozen. Dood van Karei IX. Be Heilige Ligue. Bood van Frans van Anjou.

De gruwelijke moord in den St.-Bartholomeus-nacht, die onder den naam van de Parijsehe bloedbruiloft berucht is gewordenr bracht natuurlijk terstond alle Hugenoten weder onder de wapenen, en een vierde burgeroorlog brak uit. Met groote kloekmoedigheid verdedigden zij zich in La Kochelle, dat acht maanden lang tevergeefs door Hendrik, hertog van Anjou, den broeder van Ka-rel IX, werd belegerd, totdat eindelijk in 1573 een verdrag tot II. 4

-ocr page 62-

50

stand kwam, waarbij hun opnieuw onbeperkte vrijheid van godsdienstoefening werd toegestaan.

Eenigo weken te voren was de Hertog van An jou tot koning van Polen verkozen (April 1573).

Het stamhuis der Jayellonen (1 doel, bi. 222) was namelijk in het vorige jaar uitgestorven, en het was Katiiahina de Medici gelukt, de Poolsche edelen, wier onderlinge naijver hun belette, een koning uit hun midden te benoemen, door kuiperij en om-kooping te bewegen, hunne keuze op haren zoon, Hbnduik van An jou, te vestigen. Deze vertrok kort daarop naar Polen om zijne nieuwe kroon in bezit te nemen.

In het volgende jaar stierf koning Kakhi, IX zonder kinderen na te laten, zoodat de regeering overging op zijnen broeder Hkn-dbik, die uit Polen terugkeerde zonder daar eenige orde op het bestuur te stellen, en als Hun duik III den troon van Frankrijk beklom.

Onder de regeering van dezen nietswaardigen en aan de meest schandelijke vermaken overgegeven vorst, werd Frankrijk het tooneel van de vreeselijkste verwarring. Naarmate het aanzien van den algemeen verachten Koning daalde, klom dat der Guises des te hooger. Steeds even krachtig ijverende voor het Katholieke geloof en voor de uitroeiing der Hugenoten, en meer dan ooit vervuld met het vaste voornemen om de heerschzuchtige plannen tot verheffing van hun geslacht door te zetten, brachten zij eindelijk in 1570 tusschen de aanhangers hunner partij een verbond tot stand, dat den naam van de Heilige Lirjuc verkreeg, en in het geheim begunstigd werd door Philips van Spanje.

Het openlijk aangegeven doel dezer Ligue was bescherming van het Katholieke geloot\' en uitroeiing der Hervormde leer, doch in het geheim reikten de plannen der hoofden van het verbond veel verder, en dachten sommigen wellicht toen reeds aan de mogelijkheid om Hendrik de Guise op den troon van Frankrijk te brengen. Die mogelijkheid toch bestond inderdaad: Koning Hendrik Hl was door alle partijen gelijkelijk veracht, en wanneer men hem al niet bij zijn leven van de regeering ontzette, dan zou toch zijn dood tot eeno verandering kunnen leiden. Hij had geene kinderen en slechts éénen broeder, hertog Frans van Alengon, die kort na de troonsbeklimming van Hendhik Hl den titel verkreeg van hertog van Anjou, onder wolken hij, ook in de geschiedenis der Nederlanden, meer bekend is. Deze hertog van Anjou echter was een ijdel, onbeduidend en woelziek vorst, die herhaaldelijk onlusten in het rijk verwekte, en zich zelfs met de Hugenoten

-ocr page 63-

51

vereenigde om zijne eerzuchtige plannen, zoo hij voorgaf tot horvorming van de staatsinrichting, te bereiken. Hij kwam dus aan » de Ligue reeds verdacht voor, en haalde zich nog meer hare vijandschap op den hals, toen hij in 1578 naar de Nederlanden trok, om daar den opstand tegen Philips 11 gewapenderhand te ondersteunen, terwijl hij zei t\' daarna de heerschappij over die gewesten aanvaardde.

Wanneer eindelijk ook die prins kinderloos mocht komen te overlijden, zou Hendrik van Navarre de erfgenaam zijn van de Fransche kroon, en de troonsbeklimming van dien vorst, die evenals zijn neef, do Prins van Con dé, eenige jaren na de Parij-sche bloedbruiloft weder tot de Hervormde leer was teruggekeerd,

wilde de Ligue met alle geweld beletten.

Hknduik 111 vermoedde de gevaarlijke bedoelingen, welke de Ligue tegen zijn persoon koesterde, en om die zooveel mogelijk tegen te gaan, verklaarde hij zich tot haar hoofd, en dus tot vijand van al zijne onderdanen, die den Hervormden godsdienst beleden. Daardoor brak natuurlijk de binnenhmdsche oorlog weder uit, en woedde, door een korten vrede afgebroken, tot het jaar 1580.

In 1584 stierf hertog Frans van An jou en daardoor werd,

zooals boven gezegd is, Hendkik van Navarre de toekomstige troonopvolger. Krachtiger dan ooit trad nu de Ligue op; de Paus sprak den banvloek over Hbnduik van Navarre en den Prins van Condé uit, en Hknduik de Guisk werd tot algemeen Stedehouder dos rijks benoemd. Om zoolang de Koning leefde, den schijn van wettigheid en van eerbied voor de rechten van het vorstelijk stamhuis te bewaren, verklaarde do Ligue den bojaarden Kardinaal van Bourbon, een oom van Hknduik van Navarre, tot erfgenaam van den troon.

Van dien tijd af trad ook Pniurs van Spanje in nauwere verbinding met de Ligue, en daar hij er eenige jaren later zelfs openlijk partij voor trok, on zich in do binnenlandsche aangelegenheden van Frankrijk mengde, is het noodig vooraf een blik te slaan op de eerste regeeringsjaren van dien vorst.

§ 20. Eerste regeeringsjaren van Philips 11. Zeeslag hij Lepanto. Opstand der Nederlandsche gewesten.

Verovering van. Porlngal.

Zooals vroeger (bl. 39) is gezegd, aanvaardde PniLirs II in het jaar 1556, ten gevolge van den troonsafstand zijns vaders.

-ocr page 64-

52

de regeering over Spanje, Sicilië, Sardinië, Franche Com Ié on de koloniön in Amerika, terwijl hem reeds vroeger liet bewind over Milaan, Napels en de Nederlanden was gegeven. Aan het hoofd van die uitgestrekte en welvarende landen had hij de machtigste monarch van zijnen tijd kunnen zijn, indien niet zoowel zijn persoonlijk karakter als zijne hoogst verderfelijke staatkunde hem op eenen weg hadden gevoerd, die tot het verlies of het verval der aan zijne heerschappij onderworpen rijken leidde. Uitbreiding van zijn vorstelijk gezag door vernietiging van de rechten zijner onderdanen was zijn voortdurend streven, terwijl zijne overdrevene begrippen in het godsdienstige hem niet alleen de verdediging van de Katholieke Kerk, maar ook de hevigste onverdraagzaamheid jegens andersdenkenden, en zelfs de geheele uitroeiing van hen, wier overtuiging met de zijne in strijd was, tot een heiligen plicht maakte. Somber en achterdochtig van aard, wilde hij alles tot in de kleinste bijzonderheden zelf leiden en besturen, hetgeen zelfs bij de zeldzame arbeidzaamheid, die hem eigen was, in zulk een uitgestrekt gebied en in de moeilijke en onrustige tijden, die hij beleefde, eene onmogelijkheid was. Daarbij was hij besluiteloos en miste hij de noodige helderheid van doorzicht, zoodat het rechte oogenblik van handelen vaak verloren ging, en xle meeste zijner plannen mislukten. De ontzaglijke sommen, die hij voor het najagen van zijne veel omvattende oogmerken besteedde, en het slechte bestuur der geldmiddelen verslonden al de opbrengsten van zijne rijke landen en koloniën, en de uitputting der schatkist dwong hem tot het opleggen van zware belastingen, die het volk geheel verarmden, de ontwikkeling van nijverheid en handel tegenhielden, en eindelijk tot een verval leidden, waaruit het eens zoo rijke Spanje zich later nooit weder heeft kunnen oprichten.

Zijne godsdienstige onverdraagzaamheid dreef hem reeds in het begin zijner regeering tot de onderdrukking van de afstammelingen der Moor en of Arabieren, die na de onderwerping van Granada {hl. 3) nog in Spanje gebleven, en, hoezeer in naam Christenen, grootendeels nog in het geheim aan het geloof hunner voorvaderen gehecht waren. Een lievige opstand was daarvan het gevolg, welke na een hardnekkigen oorlog gedempt werd door Don Jan van Oostenrijk, den onechten broeder van Philips II, die de Mooren weder tot onderwerping bracht (1570).

Nog grooteren roem verwierf zich Don Jan in het volgende jaar in den oorlog, dien Phiups, in verbond met Venetië tegen den Sultan van Turkije had ondernomen. Bij Lepanto behaalde hij, aan het hoofd der verbondene zeemacht, eene schitterende over-

-ocr page 65-

winning (1571), die wel is waar door de verkeerde maatregelen, welke men later nam, zonder gevolgen bleef, maar aan Don Jan, die eenige jaren later door zijnen broeder Philips II als Landvoogd naar de Nederlanden werd gezonden, een luisterrijken naam door geheel Europa verschafte.

De voornaamste gebeurtenis gedurende de regeering van Philips II was de opstand der Nederlandsche gewesten. Daar deze echter in de geschiedenis van ons vaderland meer bijzonder wordt behandeld, behoeven hier slechts enkele hoofdpunten van dien ge-denkwaardigen strijd in herinnering gebracht te worden.

De weigering van Philips 11 om den Hervormden vrijheid van godsdienst toe te staan, en zijn streven om langzamerhand tot een onbeperkt gezag in deze gewesten te geraken, hadden do ontevredenheid der vrijheidlievende \'Nederlanders opgewekt. De strenge plakkaten tegen de belijders dei\' Protestantsche leer en de vrees voor de invoering der Spaansche Inquisitie riep het verbond der edelen in het leven (1565), welks oprichting eenigen tijd latei-gevolgd werd door de dolzinnig verwoestende uitspatting van de opgeruide lagere volksklasse, die in de voornaamste gewesten de kerken en kloosters vernielde (1566). Die beeldenstorm en de steeds meer toenemende spanning was oorzaak, dat Philips II, tot tuchtiging van de weerspannigen en tot uitroeiing der nieuwe o-odsdienstleer, een leger onder den hertog van Al va naar de Nederlanden zond (1567). De onverbiddelijke wreedheid en willekeur van Alva en zijne gruwelijke vervolgingen deden den oorlog uitbreken. Onder de leiding van Prins Willem van Oranje begon het verdrukte Nederlandsche volk den beroemden worstelstrijd (1568), die eerst tachtig jaren later met het verkrijgen van eene volkomen onafhankelijkheid eindigde.

De inneming van den Briel door de Watergeuzen gaf, nadat een inval van den Prins en zijne broeders in 1568 mislukt was, in 1572 voor het eerst een hechten steun aan de opgestane gewesten, en reeds vleide zich Willem van Oranje met de bedrieglijke hoop, dat koning Kakel IX van Frankrijk hem in den strijd tegen Spanje zou ondersteunen (bl. 49), toen de gruwelijke moord in den St.-Bartholomeus-nacht al zijne uitzichten van die zijde vernietigde, en hij gedwongen werd zijn leger ten tweeden male af te danken.

Intusschen werd de strijd door de Nederlanders met heldenmoed volgehouden. De eene stad na de andere koos de zijde van Oranje; Alva verliet het land, wanhopende aan de onderwerping van het kleine, zoozeer door hem geminachte volk, en werd door

-ocr page 66-

54

den veel minder bekwamen Eequesens nis Landvoogd opgevolgd. De overmacht der Spanjaarden bezorgde bun evenwel wed^r herhaalde voordeden, en de drang der omstandigheden noodzaakte de Nederlanders, de souvereiniteit eerst aan Elizabeth van Engeland, en daarna aan Hendhik III van Frankrijk aan te bieden (1575). Beide weigerden; doch de dood van Eequesens en de daarop gevolgde muiterij der slecht betaalde Spaansche troepen gaf uitkomst. Een verbond, onder den naam van Pacificatie, te Gent gesloten, vereenigde voor korten tijd de Zuidelijke en Noordelijke gewesten, en de komst van Don Jan van Oostenrijk, die Eequesens in de landvoogdij verving, scheen tot bevrediging te zullen leiden (1576). Die hoop bleek weldra ijdel te zijn; Don Jan, die zich niet geweld een onbeperkt gezag wilde aanmatigen, werd door de Nederlanders niet meer als Landvoogd erkend, en het oewind, meer in naam dan inderdaad, door hen aan den aartshertog Matthias van Oostenrijk opgedragen, wien de Prins van Oranje als raadsman ter zijde stond (1578). De oorlog werd hervat, en de voordeelen door de Spanjaarden behaald, brachten teweeg, dat men zich op nieuw, en ditmaal met beter gevolg, tot Engeland en Frankrijk wendde. Eli/.abhth zond onderstands-gelden, en Hendkik III vergunde zijnen broeder, den ijdelen en eerzuchtigen hertog Frans van Anjou (1)1 50), die voor het oogen-blik de zijde der Hervormden koos, en de hand hoopte te verwerven van Elizabeth, zich met een leger van 10000 man naar de Nederlanden te begeven, waar hem de titel van Beschermer der Nederlandse/ie vrijheid werd opgedragen, met belofte, dat bij verandering der regeering de keuze op hem zou vallen (1578).

Weinig baatte intusschen die hulp; alleen de Unie van Utrecht. die de noordelijke gewesten nauwer aaneensloot, verzekerde betere uitzichten in de toekomst (1579). Intusschen was Don Jan gestorven, en het beleid van den oorlog door Philips II aan den Prins van Parma opgedragen, wiens groote bekwaamheden het gevaar voor de Nederlanden nog vergrootten. Toen besloot men zich plechtig aan de heerschappij van den Spaanschen Koning te onttrekken, en het bewind aan een ander vorst op te dragen. Philips werd afgezworen (1581), en aan den Hertog van Anjou het souverein gezag, doch onder beperkende bepalingen verleend.

Weldra echter bleek bet, dat ook deze zich van eene meer uitgebreide macht wilde meester maken; een aanslag door hem met dat doel op Antwerpen gedaan, mislukte (1583), en te midden der onderhandelingen tot verzoening, tusschen hem en de Staten gevoerd, stierf hij in Juni 1584, eenige weken voordat

-ocr page 67-

55

Willem van Oranje het slachtoffer werd van den inoorddadigen aanslag van Halthasar Geüauds.

Intussohen had Piiilii\'s IE in het jaar 1580 zijn grondgebied aanzienlijk vermeerderd door de verovering van Portugal. Dat rijk had gedurende do regeering van Emanuel den groole (bl. 2) en van zijnen zoon Jon as III (1521—1557) zijne ontdekkingen en veroveringen in do andere werelddeelen voortgezet, en was onder den laatstgenoemde tot het toppunt van luister geklommen.

De uitgestrekte koloniën in Oost-In dié en het rijke limzüië in Zuid-Amerika, hetwelk in 1500 door den Portugeeschen zeevaarder De Cabbal ontdekt was, werden eene bron van rijkdom, die echter langzamerhand verderfelijk werd voor den geest der natie, omdat met het toenemen der weelde ook de oude heldenmoed verdween, en de zucht om spoedig en gemakkelijk geld te winnen in de plaats trad van den vroegeren ondernemingsgeest, die door het trotseeren van gevaren en zelfopofferende vaderlandsliefde de grootheid van het rijk had gevestigd. Daarbij kwam nog de verderfelijke invloed, welken de Jezuïeten op het staatsbestuur wisten te verkrijgen, terwijl de godsdienstige onverdraagzaamheid, te gelijk met het invoeren van de Inquisitie nog meer toenam dan in Spanje. De treurige gevolgen daarvan deden zicli in den hoogsten graad gevoelen onder de regeering van Sebastiaan, den kleinzoon en opvolger van Johan lil, die in 1557, nauwelijks drie jaren oud, den troon beklom. Door de Jezuïeten opgevoed, bleef hij ook na zijne meerderjarigheid aan hunnen invloed onderworpen, en ondernam in het jaar 157.8, op hunne aansporing, een tocht naar Afrika, om Marokko te veroveren en daar het Christendom te verbreiden. Die slecht beraamde onderneming had een noodlottigen uitslag: het Portu-geesche leger werd bij Alkassar geheel verslagen, en Skbastiaan zelf kwam nimmer weder te voorschijn.

Zijn zesenzestig)arige oudoom Hkxdbtk beklom nu den troon en toen ook deze twee jaren later (1580), evenals zijn voorganger, kinderloos gestorven was, dongen verscheidene afstammelingen van Emanuel den Grootc naar de kroon van Portugal. Een hunner was Anton van Crato, wiens vader een zoon was van Emanuel, doch die de wettigheid van zijne geboorte niet bewijzen kon; de tweede was Katiiakina, hertogin van Draganza, die een jongeren zoon van Emanuel tot vader had, en de derde was Pm-lii\'s II van Spanje, die geboren was uit het huwelijk van Kabel V met de dochter van Emanuel.

Van die drie mededingers vond Anton van Crato terstond den

-ocr page 68-

56

meesten aanhang bij liet volk, dat geen vreemd vorst tot koning wilde; doch Philips wist zijne aanspraken met een krachtig leger te ondersteunen, hetwelk hij onder bevel van den hertog van Alva naar Portugal zond. Deze versloeg do troepen van Anton, die daarop naar Frankrijk week, en veroverde het rijk voor Philips, die nog in het najaar van 1580 tot koning werd uitgeroepen. Die gebeurtenis verhaastte het diepe verval van Portugal; de Nederlanders, die vroeger grooten handel op Lissabon dreven werden nu als vijanden geweerd, en kregen daardoor aanleiding zelve naar Indië te varen, waar zij de meeste Portugee-sche koloniën veroverden, on zoodoende den wereldhandel tot zich trokken.

Herhaalde pogingen van de Por lug enen, om zich van het Spaansche juk te ontslaan, bleven in de eerstvolgende jaren zonder gevolg.

§ 21. Dc- \'oorloij der drie IJcndrikken. Dood van Hendrik III. Regeering van Hendrik IV.

De dood van den hertog van Arrjou had allergewichtigste gevolgen voor Frankrijk. Hendrik III, geheel een speelbal geworden van de Ligue, ontnam den Protestanten de godsdienstvrijheid, die hun in 1580 (bl. 50), zeer tegen den zin van de partij der Guises, was toegestaan. Een nieuwe burgerkrijg ontbrandde (1587), die de achtste was sedert het begin van den strijd in 1502, en naar de hoofdpersonen, Hunduik III, Hendrik van Navarre en Hendrik de Gl-ise, den naam heeft verkregen van de oorlog der drie Hondrikken. De Koning, mot de Jiigue, stond in dien oorlog tegen over do Hugenoten, die door Hendrik van Navarro werden aangevoerd.

Deze laatste, die groote veldheerstalenten bezat, behaalde in October 1587 bij Coutras (1) eene volkomen overwinning, welke de verbittering der Ligue nog deed toenemen. Hare hevigste aanhangers, zonder vertrouwen op den ellendigen Koning, die alleen uit vrees en krachteloosheid tot hunne zijde was overgegaan, vormden in Parijs een vereeniging, welke luide de afzetting van Hendrik Hl en de troonsbeklimming van Hendrik de Guise begeerde. De burgers trokken partij voor hen, en verjoegen den Koning, die do stad met geweld wilde bedwingen, en nu in den uitersten nood, door alle partijen evenzeer veracht,.

(1) Coutras ligt in het zuidon van Frankrijk, omtrent 5 mijlen ton N. ü van Bordeaux.

-ocr page 69-

57

tot sluipmoord zijne toevlucht nam, en op het onverwachtst (December 1588) Hendrik de Guise en een zijner broeders door gehuurde moordenaars om het leven liet brengen. Nu verklaarde de Ligue hem van den troon vervallen, en erkende Kabel van May enne, een jongeren broeder van Hendrik de Gcise, als hoofd van de Ligue en Algemeen Stadhouder des Rijks.

Weinige dagen na den moord der Guises stierf Kathakin.v de Medici, nadat zij op haar doodlied aan haren zoon den raad had gegeven, zich met Hendrik van Navarro te verzoenen, en met hem hun gezamenlijk recht op den Franschen troon tegen de Ligue te verdedigen. Hij gaf daaraan gehoor, verbond zich met Navaiibe, en sloeg met hem het beleg voor Parijs; doch eer zij de stad, door hongersnood geteisterd, konden meester worden, werd Hendrik III door een dweepzieken monnik. Jacob Clement, met een mes doorgestoken (Augustus 1589).

Hendrik van Navarre werd nu terstond onder den naam van Hendrik IV door zijn leger tot koning uitgeroepen; maar de hevigste tegenstand der Ligue was oorzaak, dat hij in verscheidene jaren niet tot het rustige bezit van den troon kon geraken. Toen de Kardinaal van Bourbon (bi. 51), die door de Ligue voor de leus tot koning was verheven, gestorven was, trachtte Philips 11, die zich nu openlijk in de Pransche zaken mengde, en den Hertog van Par ma met een Spaansch leger uit de Nederlanden tot ondersteuning der Ligue naar frankrijk zond, do kroon van dat rijk voor zijne dochter Isabella Claba Eugenia te verwerven. Hij grondde zich daarbij op de omstandigheid, dat hare moeder eene zuster van de drie laatste Pransche koningen was geweest, hoewel de bestaande wetten de vrouwen in Frankrijk van de troonsopvolging uitsloten.

Zijne pogingen leden echter schipbreuk. Ruim drie jaren had de oorlog na den dood van Hendbik III geduurd, en had zijn heldhaftige opvolger met groot beleid de overmacht van Pauma zoowel als Mayenne in meer dan één veldslag, waaronder de slag bij Ivrxj (1590) de beroemdste was, overwonnen, toen de Ligue eene vergadering der Algemeene Staten bijeenriep, om een katholieken koning te verkiezen (1593). Hier deed Puilips de voorgewende rechten zijner dochter bepleiten; doch het nationaal gevoel der Franschen verzette zich tegen zijne voorstellen. Mayenne, die op verre na de geestkracht en de bekwaamheden van zijnen vader en van zijnen oudsten broeder niet bezat, bleef besluiteloos, en had ook buitendien geen aanhang genoeg om hoop te kunnen koesteren, dat hem de kroon gegeven zou worden.

-ocr page 70-

58

In dien stand van zaken besloot Hendrik IV tot een beslissen-den stap over te gaan om de burgeroorlogen te doen eindigen, die nu reeds meer dan dertig jaren woedden, en het rijk op den duur dreigden te gronde te richten; hij verliet de Hervormde Kerk, en ging weder tot de Katholieke over (Juli 1593). Daardoor was aan de Ligue elk voorwendsel tot verdere vijandelijkheden ontnomen; de meeste harer hoofden verzoenden zich met den Koning; Parijs en do andere groote steden openden hem hare poorten, en twee jaren later (1595) onderwierp zich Mayenne, waardoor aan den eigenlijken burgeroorlog een einde kwam. Ondersteund door do Engelschen en Nederlanders voerde Hendrik IV nog met afwisselend geluk den oorlog tegen Spanje, totdat in 1598 te Vervins do vrede tusschen de beide rijken tot stand kwam.

Kort te voren had hij een edict uitgevaardigd, hetwelk, omdat het te Nantes werd bekend gemaakt, het Edict van Nantes genoemd wordt, en waarbij hij aan zijne vroegere geloofsgenooten, de Hugenoten, nagenoeg volkomen godsdienstvrijheid verleende, en bun alle rechten van staatsburgers toekende.

Na het sluiten van den vrede wijdde Hendhik IV, die weldra als een der beste koningen, die ooit geregeerd hebben, de lieveling zijns volk werd, zich geheel on al aan het herstel der welvaart van het zoozeer geschokte rijk. Hij werd in zijne pogingen trouw ter zijde gestaan door zijnen vertrouwden vriend en raadsman, den Hertog van Sidly, die met eene onkreukbare eerlijkheid en een helder verstand nagenoeg het geheele binnen-landsche bestuur regelde, de belastingen verminderde, landbouw en nijverheid opbeurde en kunsten en wetenschappen bevorderde.

Naarmate Frankrijk in het binnenland welvarender en krachtiger werd, nam ook zijn invloed in het buitenland toe. Te gelijkertijd trad ook de naijver weder meer op den voorgrond, die in de laatste honderd jaren steeds tusschen de Pransche koningen en de vorsten uit het Habsburgsche huis bestaan had. Het uitgestrekte grondgebied, dat door de leden van dat geslacht in Spanje, Portugal, Italië, de Nederlanden, Duitschland en Amerika beheerscht werd, gaf het een overwicht in Europa, dat de Pransche Koning besloot te vernietigen, terwijl hij het aanzien van zijn eigen rijk daarentegen wilde verhoogen. Hij vatte het voornemen op, de Nederlanders opnieuw in hunnen strijd tegen Spanje bij te staan, de Hongaren en Bohemers, die door de Oostenrijksche vorsten van hunne vrijheid beroofd waren, te ondersteunen, en voor de Protestanten in Duitschland, die door keizer Rudolf H op wille-

-ocr page 71-

59

keurige wijze werden onderdrukt (bl. 60), partij te trekken. Daarbij vormde hij het menschlievende doch onuitvoerbare plan tot hot stichten van een algemeen Christelijk statenverboml, waarin godsdienstvrijheid voor allen zou heerschen, en welks leden hunne geschillen /ouden doeti beslechten door een Raad, waarin alle natiën vertegenwoordigd zouden zijn, om zoodoende een algemeenen vrede te handhaven.

Een twist, die in het jaar 1G09 in Duitschland uitbrak over het bezit van Gulik en Kleef, gut\' hom aanleiding zich in do aangelegenheden van dat rijk te mengen. Reeds was zijn voortreffelijk uitgerust leger do grenzen genaderd, en een algemeone oorlog op het punt van uit te barsten, toen hij in Mei 1010 dooreen sluipmoordenaar, {\'\'kans R.vvaillao, te Parijs werd doorstoken.

Zijn dood hield het uitbreken van den oorlog tegen, dewijl hot Fransche hof gedurende de minderjarigheid van zijnen zoon en opvolger, Lodewi.ik XTTI, eeno geheel tegenovergestelde staatkunde volgde, en zich met Oostenrijk en Spanje verzoende.

§ 22. Buitschlnncl onder Ferdinand T, Maximüiaan II, Rudolf II en Matthias.

Ferdinand I, de opvolger van Kabel V op den troon van Duitschland, regeerde ook in do Oostenrijksche erfstaten (1) die hem reeds waren afgestaan toen zijn broeder den keizerlijken zetel beklommen had (bl. 20). Hij was bovendien tot koning vei\'kozen in Bohomen en in Hongarije, voor welk laatste rijk hij evenwel, na do nadeelige oorlogen, die hij met den Turkschen sultan Somman had gevoerd, een jaarlijksche schatting moest betalen (bl. 34). Zijne regeering (1556—1564) was rustig en weldadig voor Duitschland; do godsdienstvrede bleef ongeschonden, daar do Keizer, hoezeer voor zijn persoon gehecht aan de Katholieke loer, waarin hij was opgevoed, de meest verdraagzame begrippon koesterde omtrent andersdenkenden.

Datzelfde was eveneens het geval met zijnen voortreftelijkon zoon Maximiliaan 11, die hem in 1564 als keizer van Duitschland en tevens in Oostenrijk, Bohemen on Hongarije opvolgde. Ook deze bevestigde de godsdienstvrijheid, en toonde zich door zijn wijs, gematigd en krachtig bestuur een der uitstekendste vorsten zijner eeuw. Zijne regeering was, evenals die van zijnen vader, een tijdvak van verademing voor Duitschland, dat echter

(l) Oostenrijk, Tyrol, Stiermarken, Karinthië en Krain.

-ocr page 72-

60

spoodio- na zijnen dood weder het tooneel van hevige binnen-landsche oneenigheden werd, welke hoofdzakelijk in den strijd der godsdienstige partijen haren oorsprong hadden.

Rl\'polf II, de oudste der zes zonen van Maximiliaan II, volgde dezen in 1576 in zijne verschillende waardigheden op (1). Ten eenemale ongeschikt voor de regeering, legde hij gedurende zijn zesendertigjarig bewind, door krachteloosheid en verkeerde maatregelen, den grond tot de onheilen, die Duilschland weinige jaren na zijnen dood troffen. De inwendige toestand van het Rijk was van dien aard, dat alleen het bestuur van een krachtig, verlicht en werkzaam vor.st de steeds meer dreigende gevaren zou hebben kunnen te boven komen.

De Augsburgsohe godsdienstvrede (bl. 38) had, wel is waar de rust hersteld, die dan ook gedurende de regeering van Fuudisand 1 en Maximiliaan II niet was verstoord, maar eene wezenlijke verzoening tusschen de beide godsdienstige partijen was daarom toch niet tot stand gekomen. Het was meer uit behoefte aan rust dan uit werkelijke eerbiediging van elkanders overtuiging, dat de strijd een einde genomen had; in stilte bleef de tweedracht in de gemoederen bestaan, en noch bij de Hervormden, noch bij de Katholieken was de ware verdraagzaamheid te vinden. Beider tegenstrijdige belangen deden onder de reo-eering van den zwakken Rudolf IT herhaalde twisten ontstaan, die eindelijk tot openbare vijandelijkheden leidden. De oorzaken tot die oneenigheden waren van verschillenden aard; enkele daarvan willen wij tot verduidelijking aanvoeren.

Zooals vroeger gezegd is, waren er onder de vele regeerende vorsten van Duilschland verscheidene, die tevens eene geestelijke waardigheid, als aartsbisschop, bisschop enz., bekleedden. Wanneer zoodanig vorst tot de Hervormde leer overging, trachtte hij zich in zijn wereldlijk gezag te handhaven, en werd daarbij door de Protestantsche partij ondersteund, die beweerde, dat hij, als regeerend vorst van het Duitsche rijk, zijn grondgebied moest behouden, onverschillig welken godsdienst hij beleed. De Katholieken daarentegen hielden staande, dat het wereldlijke gebied aan de

(1) Van in vijf\' andere zonen van keizer Maximiliaan II zijn er drie, Matthias, Ernst en Ai.bkutus, Landvoogden in de Nederlandsche gewesten geweest. De eerste was door de Staten in 1578 gekozen; Kunst was in 1594, ruim een jaar na den dood van IV.hma, door Philips II benoemd, en Ai.niiHTUS werd in 1590 met die waaidigheid bekleed, huwdo twee jaren later met Isabella, de dochter van Philips 11, en ontving daarbij de heerschappij over de Nederlanden.

-ocr page 73-

61

geestelijke waardigheid verbonden was, en dat het nederleggen dier waardigheid dus den afstand van het gebied noodzakelijk inoest ten gevolge hebben. Zij beriepen zich daarbij op de vroeger vermelde bepaling in den godsdienstvrede van Augsburg, welke de Protestanten echter nimmer als geldig hadden willen erkennen.

Over dat punt barstte een strijd uit in het jaar 1583, toen de Aartsbisschop van Keulen, Truohsesz van Waldbuho, tot de Hervormde leer overging, en zijne keurvorstelijke waardigheid zoowel als zijn wereldlijk gebied wilde behouden. Hoewel door de Nederlanders met de wapenen ondersteund, inoest hij onderdoen voor zijnen tegenstander Ernst van Beieren, die in zijne plaats tot aartsbisschop van Keulen was benoemd. Bij de Hervormde vorsten in Duilschland, die bijna allen den Lutherschen godsdienst beleden, vond hij slechts zeer weinige hulp, en wel hoofdzakelijk omdat bij tot de Gereformeerde leer was overgegaan, en de aanhangers dier beide leerstellingen elkander, ten gevolge van hevige twisten over godsdienstige geschilpunten, wederkeerig met de meest mogelijke onverdraagzaamheid bejegenden.

Een dergelijke strijd als in Keulen had in 1592 in het Bisdom Straatsburg plaats, toen de Hervormden, na den dood van den Bisschop, een Protestantschen prins tot zijn opvolger wilden benoemd zien, hetgeen een oorlog ten gevolge had, die verscheidene jaren duurde.

Een andere strijd van nog meer belang ontbrandde bij gelegenheid van het kinderloos overlijden vim den Hertog van Kleef, Gulik en Berg, op wiens nalatenschap verscheidene vorsten aanspraak maakten (1609). De voornaamste waren de Keurvorst van Brandenhxirg en do Paltsgraaf van Neuburg, die overeenkwamen om het grondgebied onderling te verdoelen, doch tegen wier aanspraken keizer Ri dolf zich verzette, daar hij die rijke erflanden niet. in de handen van twee Protestantsche vorsten wilde zien. Het was bij die gelegenheid, dat Hkndiuk IV van Frankrijk, zooals hier boven gezegd is, het voornemen opvatte, in vereeniging met de Protestanten in Duilschland, zijne plannen tot vernedering van het Oostenrijksche huis ten uitvoer te leggen, toen hij door Ravaillao vermoord werd (bl. 59). De Paltsgraaf ging eenigen tijd daarna (1613) tot den Katholieken godsdienst over, waardoor een strijd tusschen hem en den Keurvorst van Brandenburg ontstond. De laatstgenoemde werd door de Nederlanders, en de Paltsgraaf door de Spanjaarden ondersteund, doch het twaalfjarig bestand, dat in het jaar 1609 tusschen de beide oorlogvoerende partijen gesloten was, belette, dat er eene beslissing met de wapenen volgde. De

-ocr page 74-

strijd duurde daarna nog vele jaren, en eindigde met eene verdeeling van liet betwiste land.

Intussohen had de toenemende vijandige houding der heide partijen in Duilschland van weerszijden aanleiding gegeven tot het sluiten van vereenigingen tot onderlinge bescherming. Zoo kwam er in 1G08 eene Prolestanlsche Unie, en in het volgende jaar eene Katholieke Liyue tot stand, waardoor /htiVscManc/weder openlijk in twee vijandige partijen was verdeeld, en er slechts eene geringe aanleiding noodig was om het vuur van den burgeroorlog opnieuw te doen ontbranden. De voornaamste vorsten aan de zijde der Unie waren de Keurvorsten van de Palls (1) en van Braticl.enhurg, de Landgraaf van Hessen en de Hertog van Wur-temberg. Aan de zijde der Ligue was de hoofdpersoon hertog Maxijiiliaan van Beieren, een krachtvol, dapper en schrander vorst, die weldra de gevaarlijkste vijand der Hervormde partij werd.

gelegenheid van den Gulik-Kleefschen successie-oorlog kwam men van weerskanten onder de wapenen; maar het kwam nog tot geen dadelijken strijd.

Intussohen was de krachtelooze regeering van keizer Eudolk niet alleen noodlottig voor het Duitsche rijk, maar ook het aarts-hertogdom \\Ooslenrijk en de koninkrijken Bohemen en Hongarije ondervonden de nadeelige gevolgen van zijn slecht bestuur. Dit werd eindelijk zoo gevaarlijk voor de belangen van het Habs-burgsche stamhuis, dat de drie nog levende broeders des Keizers het besluit namen, den oudsten hunner, den aartshertog Matthias, tot hoofd van het geslacht te verklaren, terwijl zij Rudolf noodzaakten hem Oostenrijk en Hongarije af te staan (11)08). Bohemen lt;vas nu het eenige grondgebied, dat den Keizer was overgebleven, en ook daar was hij niet zeker van de trouw zijner onderdanen, die meerendeels de hervormde leer belijdende, op godsdienstvrijheid aandrongen, en eindelijk naar de wapenen grepen om hunne eischen met geweld ingang te doen vinden.

Daardoor werd Rudolf genoodzaakt den zoogenaamden Majes-teitshrief te onderteekenen, waarbij den Protestanten vrije uitoefening van hunnen godsdienst en het bouwen van kerken en scholen

(1) Mot grondgebied van den Keurvorst van do Palts bestond uit twoo tamoljjk ver uit elkander liggende doelen. Het eene, do Opper-l\'alls, grena-de aan Bohemen, en is tegenwoordig een der oostelijke provinciën van het koninkrijk Beieren, Het andere, de Neder-PaU$, ook wel hot Paltsgraafschap aan den Itijn genoemd, lag aan do beide oevers van den Rijn ten \'L. van Mainz. Hot is tegenwoordig geen op zich zelf staand land meer, maar is verdeeld tusselien Heieren, Hessen-JJarmstadl, Baden en Pruisen.

-ocr page 75-

G3

wevd toegestaan (1609), I )c oneenigheid tusschen Rudolf en Matthias bleef echter voortduren, en eindelijk werd de eerste gedwongen ook de kroon van Bokemen aan zijn broeder af te staan (1611), zoodat hem niets meer dan do keizerlijke waardigheid overbleef. Hij stierf in het begin van het volgende jaar, waarop Matthias in zijne plaats tot keizer van üuilschland werd gekozen (1612).

De zevenjarige regeering van dezen vorst was van weinig be-teekenis. Wel trachtte hij den vrede tusschen de vijandige partijen te bewaren, maar door zijne halve maatregelen voldeed hij noch de eene noch de andere. Daar hij kinderloos was, mini hij zijnen neef IV.udinand van Stiermarken tot zoon aan, en wist te bewerken, dat deze tot zijn opvolger in Boliomen en Hongarije benoemd werd. Nog voor zijn dood (Mei 1610) braken er in eersi-genoemd rijk onlusten uit, die de aanleiding waren tot eenen oorlog, welke dertig jaren duurde. Zijn neef Pkiidixand volgde hem in de Oostenrijksche erflanden, in do koninkrijken Bohemen en Hongarije, en als keizer vau Duitschland op.

§ 23. Encjelcmd onder Elixnheth. De Anglikaansche Kerk.

Maria Stuart.

De rogeering van Elizahetii (1558—1608) (bl. 42) was een der merkwaardigste tijdperken in do geschiedenis van Engeland. Haar krachtig en verstandig bestuur legde den grondslag tot do latere grootheid van het rijk en tot don bloei van handel, nijverheid, landbouw en scheepvaart, terwijl zij te gelijker tijd kunsten en wetenschappen bevorderde. Bijgestaan door voortreffelijke ministers voordo zij het bewind, wol is waar dikwijls mot strengheid en willekeur, maar doorgaans rechtvaardig, hoewel hare onverdraagzaamheid in het godsdienstige, hare vervolgingen van andersdenkenden, en de geheel eigendunkelijke wijze, waarop zij eene nieuwe kerkregeling in .haar rijk invoerde, ongunstig tegen hare groote eigenschappen afstaken.

Evenals nagenoeg alles, wat in dien tijd in Europa voorviel, met de grooto beweging op kerkelijk gebied in verband stond, was dit ook in Engeland het geval, en het is daarom van belang, zich in groote trekken bekend te maken mot hetgeen in dat opzicht daar te lande plaats vond.

Zooals vroeger gezegd is, had haar vader Hendrik VHI de Engolsche Kerk aan do heerschappij van den Paus onttrokken i

-ocr page 76-

04

zonder daarom de Hervorming in zijn rijk te dulden. Met dezelfde dwingelandij, die liij in het staatsbestuur uitoefende, was hij ook in het godsdienstige te werk gegaan, en had hij zijne onderdanen gedwongen zich geheel en al naar zijne eigene geloofsbegrippen, die dikwijls met zijne luimen afwisselden, te voegen. Onder de regeering van zijnen zoon Eduakd VI had de Hervorming daarentegen groote vorderingen gemaakt, welke evenwel weder met kracht waren tegengegaan onder het daarop gevolgde bestuur van Mauia, die den Katholieken godsdienst met gestrengheid herstelde. Hare zuster Elizabeth daarentegen, in de Protestantsche teer opgevoed, voerde hare geloofsbegrippen als godsdienst van den staat in. Zij deed dit gedeeltelijk uit overtuiging, gedeeltelijk uit staatkundige beweegredenen. De Paus namelijk verklaarde hare geboorte voor onwettig, en haar derhalve onbevoegd om haren vader op te volgen. Dat gevoelen, door vele Katholieken in Engeland gedeeld, was gevaarlijk voor de handhaving van haar gezag, en noodzaakte haar tot doortastende maatregelen. Zij verklaarde zich derhalve, evenals haar vader gedaan had, tot hoofd van de Kerk in Engeland, en vergde van hare onderdanen, dat zij haar als zoodanig zouden erkennen (1559). Te gelijker tijd regelde zij hot kerkelijk bestuur, waaraan zij eene inrichting gaf, die eenige overeenkomst bad met die der Katholieke Kerk, en waarbij verschillende rangen van geestelijken, aan bisschoppen onderworpen, werden ingesteld, terwijl, zooals gezegd is, de hoogste geestelijke macht aan de kroon bleef. Krachtens die bepalingen achtte zij zich ook bevoegd, de geloofspunten vast te stellen, welke door de leden dezer Kerk, die de Anglikaansche of Episcopale (Bisschoppelijke) genoemd wordt, moesten beleden worden. Deze werden in 1563 door eene vergadering van geestelijken in 39 artikelen vastgesteld, en maken nog heden den geloofsre-gel van de Engelsche Kerk uit.

Het is natuurlijk, dat dit alles de Katholieken tegen haar moest verbitteren; maar ook onder de Protestanten waren er velen, die zich aan zoodanige regeling, welke niet alleen het bestuur der Kerk, maar ook het godsdienstig geloof geheel en al aan de regeering in handen gaf, niet wilden onderwerpen. Deze weigelden dus hunne toetreding tot de staatskerk, en vormden, onder den naam van Preshijterianen of Puriteinen (1), een

(1) Zij noemden zicli Preshijterianen, omdat zij de regeling hunner kerkelijke aangelegenheden in handen gaven van Presbyters ol\' Oudsten; Puriteinen, omdat zij de zuivere leer der Apostelen wilden herstellen.

-ocr page 77-

05

afzonderlijk kerkgenootschap , dat in Engeland veel aanhangors telde, maar zich vooral in. Schotland uitbreidde, waar het a!s godsdienst van den staat werd aangenomen.

In het laatste rijk regeerde Maiha Stuatit, die eene kleindochter was van eene zuster van Hkmhük VIII (I deel, bl. 212), en als naaste bloedverwant van Elizabeth, ingeval deze kwam te overlijden, de Engelsche kroon zou erven. Die vorstin, welke den Katholieken godsdienst beleed, werd door vele harer geloofs-genooten, die, zooals gezegd is, aan Em/.aiiktii hot recht op den troon van Engeland betwistten, als de wettige koningin van dat rijk erkend, en zij had zelfs na den dood van Mama den titel van koningin van Engeland aangenomen. Dat was eene der voornaamste oorzaken van de vijandelijke gezindheid, welke Euzabktii jegens Mama Stuart bleef koesteren, en die voor deze laatste de noodlottigs te gevolgen had.

Wij hebben reeds vroeger (bl. 44) vermeld, dat Maria Stuaht, wier moeder eene zuster was van hertog Frans nu Guisk, in bet jaar 1558 in het huwelijk was getreden met Frans II, toenmaals kroonprins, en later koning van Frankrijk. Op zeer jeugdigen leeftijd reeds was zij naar het Fransche hof gezonden, waar zij door hare schoonheid en bevalligheid allen voor zich innam, maar tevens, te midden der schitterende hoffeesten, zich eene lichtzinnigheid en zucht tot genot eigen maakte, welke haar verderfelijk werden. Na den dood van haren gemaal, in 1500, keerde zij naar Scholland terug, waar hare moeder, die gedurende hare afwezigheid als Regentes het bewind had gevoerd, kort te voren was overleden. Zij kwam hier in zeer moeielijke omstandigheden. De Puriteinen, die, door hevige ijveraars aangevoerd, hadden weten te bewerken, dat hunne kerkleer als godsdienst van den , staat was aangenomen, waren haar om haar geloof vijandig, en werden in het geheim door Emza iuotii, die anders den Puriteinen volstrekt niet genegen was, ondersteund. In 1505 huwde Mama haren neef, Hhndrik Dahnmov, een ijdel en trotsch mensch, die zich weldra door zijne ruwe zeden verachtelijk maakte bij de fijn beschaafde koningin, wier afkeer jegens hem ten top steeg toen hij door jaloerschheid gedreven, haren geheimschrijver en vertrouweling, Rizzro, die hoog bij haar in gunst stond, onder hare oogen liet vermoorden. Kort daarna kwam Darnlky op gewelddadige wijze om het leven; een landhuis buiten Edinhurg, waarin hij ziek te bed lag, vloog door buskruit in de lucht (Febr. 1567). Het algemeen gevoelen wierp de schuld van den moord des Konings op den graaf van Botiiwkll, een Schotsch edelman

II. \' , 5

-ocr page 78-

66

en gunsteling van Maria Stüaiït, welke laatste echter, toen de zaak voor de rechtbank kwam, zijne vrijspraak wist te bewerken. Daarop deed zij den megst onbezonnen stap haars levens, door drie maanden na Daunley\'s dood, den graaf van Bothwell tot haren gemaal te nemen. Daarover kwam het verontwaardigde volk in opstand; dn Koningin werd gevangengenomen, en genoodzaakt de regeering neder te leggen ten gunste van haren eenigen zoon Jagoiius VI, die nu tot koning van Schotland weid uitgeroepen, met bepaling, dat do graat\' van Muuray, gedurende zijne minderjarigheid, als Rogent het bewind zou voeren (Juli 1567). Botiiwkll ontvluchtte, zwierf eenigen tijd in den vreemde om, werd later in Denemarken gevangengezet, en stierf krankzinnig.

\'In het volgende jaar ontsnapte Madia uit hare gevangenis, verzamelde eenige duizenden barer aanhangers, en herriep haren troonsafstand. Zij werd evenwel door de troepen van Murray geslagen, en vluchtte over de Engelsche grenzen, om van Eliza-betii bescherming af te smeeken. Dat bewerkte haren geheelen ondergang. Elizaüktii was, om de boven vermelde reden, reeds vijandig tegen haar gestemd, en toonde zich bovendien zeer ge-ergerd over hare lichtzinnige levenswijze, terwijl zij tevens naijverig was op de schoonheid en bevalligheid van Maria Stuart, die door een ieder werden geroemd.

Elizabeth weigerde dus eene samenkomst met de Schotsche Koningin, vorderde dat deze zich van do beschuldigingen, die op haar rustten, zou zuiveren, en behandelde haar eindelijk geheel als gevangene. Van toen af worden er voortdurend samenzweringen gesmeed om Maria Stuart te bevrijden. Hare aanhangers werden daartoe in het geheim aangemoedigd door Piiilii\'s II van Spanje, en door de Guises in Frankrijk, hetgeen eene aanleiding te meer voor Elizabeth werd, om de Nederlanders in hunnen opstand tegen Spanje, en de Hugenoten in hunne oorlogen tegen de partij der Guises to ondersteunen, terwijl bij elke nieuwe poging om de ongelukkige Maria Stuart uit hare langdurige en harde gevangenschap to verlossen, de vervolging der Katholieken in Engeland in hevigheid toenam.

Eindelijk werd in het jaar 1586 een aanslag ontdekt, die ten doel had, Elizabeth to vermoorden, den Hervormden godsdienst in Engeland uit te roeien, en Maria Stuart op den troon te plaatsen. Deze laatste werd van medeplichtigheid beschuldigd, door eene rechtbank ter dood veroordeeld, en in het begin van 1587, na eene gevangenschap van 19 jaren, binnenskamers onthoofd.

-ocr page 79-

67

Jacodus VI, die eenigen tijd te voren de regeoring zelf in handen had genomen, had geene of slechts zeer zwakke pogingen in het werk gesteld om zijne moeder te redden, dewijl hij vreesde in vijandschap te geraken met Elizabeth, die hij, als naaste bloedverwant, na haren dood op den troon van Engeland moest opvolgen.

§ 24; De laatste regeeringsjaren van Elizabeth. De Onoverwinnelijke Vloot. Jacobus I.

De onthoofding van Maria Stuaut, waardoor de haat der Katholieken in Engeland tegen Elizabeth ten top gevoerd was, scheen Philh\'S II van Spanje eeno gewenschte gelegenheid aan te bieden om zijne plannen te volvoeren. Reeds was hij hevig op de En-gelsche koningin verbitterd, die op alle wijzen zijne ontwerpen trachtte te dwarsboomen. Sedert vole jaren had zij de Nederlanders in het geheim ondersteund, en eindelijk in 1585 een verdrag met hen gesloten, en hun een aantal hulptroepen onder den graaf van Leicester toegezonden, flare schepen beroofden de Spanjaarden op den Oceaan en in de Amerikaansche koloniën, en daarenboven begunstigde zij in de laatste jaren do herhaalde pogingen van Anton van Cralo (bl. 55), die zich van den door Pmi.irs II overweldigden troon van Portugal trachtte meester te maken.

Om zich over dat alles te wreken, vatte de Spaansche koning het plan op, Engeland te veroveren, en rustte te dien einde de ontzaglijke vloot of Armada uit, die onder den naam van Onoverwinnelijke Vloot bekend is. In Mei 1588 stak zij in zee onder het bevel van den admiraal Medina Sidonia, die in last had, zich te vereenigen met de troepen, welke de hertog van Par ma in Vlaanderen had bijeengebracht, waarop deze zich aan hot hoofd zou stellen van het voreenigde leger, en naar Engeland oversteken. Die geheele onderneming, welke ontzettende sommen gekost had, ging te niet; hevige stormen vernielden een gedeelte der vloot; Parma werd door de Nederlanders belet de Vlaamsche havens uit te loopen; de verkeerde maatregelen der Spaansche bevelhebbers deden het overige, en van de 140 schepen keerden er slechts 58 in do havens van Spanje terug.

De laatste regeeringsjaren van Elizabeth gingen in voortdurende onrust voorbij. Ierland, dat sedert omtrent vier eeuwen aan de Engelsche koningen onderworpen was (I deel, bl. 158), en in beschaving en welvaart verre bij Engeland ten achter stond, werd op den duur meer als een wingewest dan als eene provin-

-ocr page 80-

68

cie van het rijk behandeld, hetgeen een opstand ten gevolge had, waarbij de leven, die over het algemeen ijverige Katholieken waren, door de Spanjaarden werden ondersteund. De opstand werd met geweld onderdrukt, en deed zoowel in Ierland als in Engeland de onverdraagzaamheid tegen de Katholieken steeds toenemen.

Eene andere bron van onrust was de voortdurende uitbreiding-van de sekte der Puriteinen. Tn weerwil van de vijandschap der regeering en van de vervolgingen, welke zij vaak moesten ondergaan, vermeerderde het aantal dergenen, die zich niet wilden onderwerpen aan de regeling, welke de Koningin omtrent den godsdienst had voorgeschreven, en met de ontevredenheid op kerkelijk gebied ging de ontevredenheid van een groot gedeelte van het volk ten opzichte der willekeurige regeering van Euzabetii hand aan hand. De toenemende beschaving en de welvaart der burgers was oorzaak, dat zij meer en meer onwillig werden, de eigendunkelijke maatregelen der Koningin, die inbreuk maakten op hunne godsdienstige en staatkundige vrijheid, te verdragen. De krachtige hand evenwel, waarmede Euzmif.tii de teugels van het bewind voerde, belette of strafte iedere poging van verzet met groote gestrengheid, doch het misnoegen nam in stilte toe, en zoo werd langzamerhand de grond gelegd tot eene geweldige uitbarsting, die, zooals wij in het vervolg zien zullen, eene halve eeuw later den koninklijken troon omverwierp, en aan den zoon van Elizabeths opvolger het leven kostte.

De oorlog tusschen Engeland, en Spanje bleef voortduren tot na den dood van Elizabeth in 1608. Zij werd opgevolgd door Jacobus VI van SchdtUmd, die als Jacobus 1 den troon van Engeland beklom, en den titel aannam van koning van Groot-Bri-tannië.

Jacobus I was een vorst van een zwak weifelend karakter, die eene groote mate van nuttelooze geleerdheid aan zeer weinig gezond verstand paarde, en in tegenoverstelling van Elizabeth, die zich met krachtvolle en bekwame staatsdienaars omringd had, zich door onbeduidencte gunstelingen liet beheerschen. In plaats van de vrijheidsliefde van het Engelsche volk op eene verstandige wijze te leiden, had hij een overdreven denkbeeld van de koninklijke macht, welke bij beweerde dat onbeperkt was, terwijl de voorrechten en vrijheden des volks, volgens hem, slechts van het welgevallen der vorsten afhingen, en dus niet als een wettig verkregen recht der onderdanen, maar alleen als uitvloeiselen van de koninklijke genade mochten aangemerkt worden. Als hoofd der- Anglikaansche

-ocr page 81-

69

Kerk koesterde bij soortgelijke begrippen, en maakte zich daardoor zoowel de Katholieken als de Puriteinen tot vijand. De vervolging, waaraan de eerstgenoemden blootstonden, gaf aanleiding dat eenigen hunner het misdadige voornemen opvatten, den Koning om het leven te brengen. Reeds in 1004 werd er eene samenzwering gesmeed, die ten doel had, het parlements-gebouw, op een oogenblik dat do leden en de Koning zich daarin bevonden, door middel van buskruit in de lucht te doen vliegen. Dat gruwelijk voornemen, hetwelk den naam verkregen heeft van hot huskruit-verraad, en waarvan zekere Guy Pawkbs de uitvoering had op zich genomen, werd weinige dagen voor den vastgestel-den tijd ontdekt (5 Nov. 1605), en had eene verdubbelde gestrengheid tegen de Katholieken ten gevolge.

Aan den anderen kant nam Jacobus verscheidene maatregelen, die zijne onderdanen hevig tegen hem innamen. In plaats van, volgens den wenscb van het Engelsche volk, partij te kiezen voor de Protestantsche vorsten in den oorlog, die in 1618 in Duüsch-land was uitgebroken (bl. 74), en zijnen schoonzoon, den keurvorst Peedemk van de Pulls, die door do Katholieke Ligue uit zijne staten was verdreven, te ondersteunen, trachtte hij een huwelijk tot stand te brengen tussohen zijnen zoon en troonsopvolger en de dochter van Piumi\'s [I[ van Spanje, en toen dat mislukte, verwierf hij voor hem de hand van eene andere Katholieke prinses, de zuster van Lodbwijk XIII van Frankrijk.

Do algemeene ontevredenheid nam steeds toe; hot Parlement koos de zijde van hot volk, en trachtte zijne rechten en belangen te verdedigen te\'gen de willekeur des Konings, die eindelijk genoodzaakt was toe te geven aan den krachtigen aandrang zijner onderdanen, en ter verdediging der rechten van zijn schoonzoon, den oorlog te verklaren aan Spanje en aan den Keizer van Üuilschland (1624).

In hot volgende jaar stierf hij, en tiet de kroon na aan zijnen zoon Ka hel l (1625).

§ :2p. Spanje gedurende de laatste jaren van Philips IJ. licycenny van Philips UI. JJe Nederlanden in datzelfde tijdperk.

De laatste regeeringsjaren van Philii\'s II waren voor Spanje even noodlottig als de vroegere. De welvaart van het rijk, zoo-wel als van het daarmede verbonden Portugal (bl. 56), werd geheel aan zijne heerschzuchtige plannen opgeofferd. Millioenen werden verspild om den oorlog in de Nederlanden vol te houden

-ocr page 82-

70

om de ontzaglijke toebereidselen te voltooien tot verovering van Engeland door middel van de Onoverwinnelijke Vloot, en om de Ijigue in Frankrijk te ondersteunen, in de ijdele hoop om aan zijne dochter, de infante Isabella, de kroon van dat rijk te verschaffen (bi. 57). /VI die plannen mislukten, en wel hoofdzakelijk daardoor, dat l\'inui\'s te veel tegelijkertijd wilde ondernemen, in plaats van al zijne krachten onverdeeld aan een enkel doel te wijden.

Die karaktertrek van den Spaanschen koning had gelukkige gevolgen voor de Nederlanders, die nog steeds in hunnen krachti-gen tegenstand volhardden, want daardoor ontkwamen zij het gevaar, dat Philips zijne geheele macht en al de groote hulpmiddelen waarover hij beschikken kon, uitsluitend tegen hen richtte.

Na den dood van Willem van Oranje (1584) hadden zij zich opnieuw tot Hendiur III van Frankrijk om onderstand gewend en hem de heerschappij aangeboden, en toen deze, uit vrees voor de Ligue, een weigerend antwoord had gegeven, namen zij hunne toevlucht tot Elizabeth, die wel is waar du heerschappij afsloeg, maar den graaf van Leicester met een hulpkorps naar de Nederlanden zond, waar hem de waardigheid van Landvoogd werd opgedragen (1585). Toen doze, na een tweejarig hoogst onverstandig bestuur, het bewind had nedergelegd (1587), besloten de Staten eeno republikeinsche regeering in te stellen en een on-afhankelijken Nederlandschen staat te vestigen. Ondersteund door koningin Elizabeth, aan wie zij gewichtigen bijstand hadden verleend in den strijd tegen de Armada (1588), werd nu de oorlog onder het beleid van prins Maukits, den zoon van Willem van Oranje, voortgezet, en wel met zulk een goeden uitslag, dat do vijand voor het einde van 1597 uit het geheele grondgebied der Vereenigde Provinciën verdreven was. In het volgende jaar (1598) stond] Philips II de Nederlanden af aan den aartshertog Albeii-tus van Oostenrijk (bl. (50 in de aanteekening), die kort te voren met de hierboven genoemde infante Isabella gehuwd was, en hij voegde daarbij de bepaling, dat dit gebied weder aan hem of zijne opvolgers zou toevallen, indien Isabella kinderloos kwam te overlijden. In hetzelfde jaar had hij ook te Veruins vrede met Hkmjuik IV gesloten (bl. 28), en stierf kort daarna, de kroon aan zijnen onbeduidenden zoon Philips III nalatende (1598).

Onder diens drieëntwintigjarige regeering (1598—1621) geraakte Spanje tot het diepste verval. De inkomsten van het rijk werden door onwaardige gunstelingen verspild; handel en nijverheid gingen nagenoeg geheel te gronde, en de dweepzieke onverdraag-

-ocr page 83-

71

zaamheid des Konings In-acht er den laatsten slag aan toe, toen hij in 1C09 bevel gaf, alle Moriskos of nakomelingen der Arabieren (bl. 52) uit Spanje te verdrijven, waardoor meer dan een half niillioen arbeidzame inwoners gedwongen werden naar Afrika over te steken, en geheele steden en dorpen werden ontvolkt.

Inmiddels werden Albeetüs en Isabella voortdurend door Spaansche troepen en Spaansch geld ondersteund tegen de Nader-landers, welke laatsten echter zoowel te land als ter zee in het voordeel bleven, in 1600 bij Nieuwpoort, onder aanvoering van Maukits, eene luisterrijke overwinning behaalden, en hunne heerschappij ook in andere werelddeelen begonnen te vestigen De verovering van Forluyal door Philips 11 had hen van den aanzienlijken handel op dat rijk beroofd, en hen genoodzaakt, zelf zeetochten naar Indië te ondernemen. Na do oprichting eener Ooslindinche Compagnie in 1G02, breidden zij hunne macht aldaar aanzienlijk uit, voornamelijk ten koste van de Portugeesche koloniën, die grootendeels in hunne handen vielen, en na de stichting van Batavia, de hoofdstad der Nederlandsche Oostindische\' bezittingen, eene rijke bron van welvaart werden voor hot jeugdige gemeenebest.

De wapenstilstand, in het jaar 1G09 voor den tijd van twaalf jaren tusschen Spanje en de Nederlandsche gewesten gesloten, was voor de laatste een tijd van binnenlandsche beroering en godsdienstige verdeeldheid, waarvan de bijzonderheden in de geschiedenis des vaderlands meer uitvoerig worden geschetst. Voor den vervallen toestand van Spanje bracht die tijd geen herstel aan; in het slechte binnenlandsche bestuur kwam geene verbetering, en toen Philips III in 1G21 stierf, liet hij zijnen zoon. Philips IV, het eens zoo machtige rijk in een staat van volslagen machteloosheid na.

§ 26. Be Noordschc Rijken, Polen rn Rusland, tot aan de inmenging van Zweden in den Dertigjarigen Oorlog.

Denemarken nam gedurende het bestuur van Kreueiuic II (1559- 1588 (bl. 43) en van zijnen opvolger Ciihistiaan IV, die zestig jaren (1588 —1618) regeerde, in bloei en welvaart toe, en genoot onder deze beide bekwame vorsten eene groote mate van binnenlandsche rust. De gewichtigste gebeurtenis was de inmenging in den Dertigjarigen Oorlog in Duitschland (1025), waarvan in § 28 uitvoeriger zal gesproken worden.

-ocr page 84-

72

Zweden was gedurende hetzelfde tijdvak aan binnenlandsohe beroering ten prooi. Erik XIV (1560—1569), de zoon en opvolger van Gust a ar\' Wasa (bl. 42), leed aan vlagen van krankzinnigheid, gedurende welke hij herhaaldelijk groote wreedheden pleegde, en die eindelijk ten gevolge hadden, dat hij in 1569 door zijnen broeder Joiian van den troon gestooten, gevangengezet, en eenige jaren later door vergit\' om het leven gebracht werd.

Joiian, die onder den naam van Joiian III den troon beklom, trachtte in het begin zijner regeering don Katholieken godsdienst weder in Zweden te her,stellen, hetgeen oorzaak was, dat zijn zoon Sioismund, die hem bij zijn overlijden in 1592 opvolgde, de kroon van Zweden verloor. Deze was vijf jaren voor den dood zijns vaders tot koning van Polen verkozen, en wekte na zijne troonsbeklimming in Zweden de ontevredenheid in laatstgenoemd rijk op, zoowel door zijn ijveren voor het herstel van den Katholieken godsdienst, waarin hij was opgevoed, als door het vestigen van zijn verblijf in Polen. Onder de leiding van zij. nen heerschznclitigen oom, hertog Kakel, den derden zoon van Gust a af Wasa, kwam de Zweedsche Eijksdag herhaalde malen tegen den Koning in verzet, en vorderde eindelijk bepaaldelijk, dat hij zijnen zetel te Slokholm zou vestigen, of anders zijn jeugdigen zoon naar Zweden zenden om in de Luthersche leer te worden opgevoed, en bij zijne meerderjarigheid de regeering te aanvaarden. Sioismund voldeed noch aan het een noch aan het ander, en werd dientengevolge van den troon vervallen verklaard (1600). Vier jaren later werd hertog Kakel, die eerst als Regent het bewind had gevoerd, als Kakel IX tot koning gehuldigd, en de kroon in diens geslacht in de mannelijke en vrouwelijke linie erfelijk verklaard.

Daar Sioismund zijne aanspraken op den Zweedschen troon niet opgaf, hadden die gebeurtenissen een oorlog met Polen ten gevolge, welke do Zweedsch-Poolsche Successie-oorlog genoemil wordt en die, nu en dan door wapenstilstanden afgebroken, zestiquot; jaren duurde.

In het jaar 1611 stier! Kakel IX, en werd door zijnen zoon Gustaaf Adole opgevolgd. Deze vorst, die aan een edel karakter en een wetenschappelijk ontwikkeld verstand, groote veldheerstalenten paarde, had in de eerste jaren zijner regeering oorlog te voeren met Denemarken, Rusland en Polen, waarbij hoofdzakelijk gestreden word om het bezit van de gewesten Eslhland, Lijfland en Koerland, die vroeger aan de Orde der Zwaardbroe-

-ocr page 85-

i ö

tiers hadden behoord (I deel, hl. 187). In 1561 was die orde ontbonden: Eslhlancl was aan Zweden gekomen, Lijfland aan Polen en Koerland was, als leen van Polen, een afzonderlijk hertogdom geworden. De oorlog tusschen de koningen van Polen en Zweden gaf natuurlijk aanleiding tot den strijd over het bezit van Esthland en Lij/land, waarin zich ook de Itussen mengden, welke zich aan die zijde zochten uit te breiden, lieeds KakeIi IX was bij dien strijd in het voordeel geweest, en Gustaaf Adolf zette de veroveringen zijns vaders met zooveel beleid voort, dat in het jaar 1629 die geheele oostelijke kust van de Baltisehe Zee tot aan Koerland, en zelfs eenige steden in hot meer westelijk gelegen Poolsch-Pruisen (I deel, bl. 222) aan Zweden onderworpen waren.

In het koninkrijk Polen bleef, zooals vroeger reeds gezegd is, de gebrekkige staatsregeling eene voortdurende bron van inwendige onlusten. De koning had slechts een zeer beperkte macht, dewijl de adel langzamerhand het geheele gezag aan zich had go-trokken, en, hetzij in persoon, hetzij door afgevaardigden, in algemeene vergaderingen. Landdagen genoemd, omtrent alle aangelegenheden van het rijk besliste. Daar in deze Landdagen ook de koning verkozen werd, was het natuurlijk voor de edelen niet moeilijk iederen nieuw benoemden vorst voor zijne huldiging de voorwaarden voor te schrijven, op welke zij hem do kroon aanboden, en zoodoende hun gezag telkens meer uit te breiden.

Toen het stamhuis der Jaoello^Kn in 1572 was uitgestorven had men den hertog van Anjou, later koning Hkndrik III van Frankrijk, tot koning verkozen (bl. 50). Deze verliet het rijk echter terstond na den dood zijns broeders Kakel IX, om den Fransohen troon te beklimmen (157-1). Hij werd nu in Palm van de regeering vervallen verklaard, en Stephanl-s. vorst van Zeven-bercjen, tot zijn opvolger benoemd. Na diens overlijden in 1586, verkoos men in het volgende jaar Siglsmund Wasa, kroonprins van Zweden, wiens troonsbeklimming de aanleiding was tot den oorlog met laatstgenoemd rijk, waarvan op de vorige bladzijde gesproken is.

Rusland, welks grondgebied bij het einde der middeleeuwen beperkt was tot de kleinste noordelijke helft van het tegenwoordige Europeesche Rusland, met uitzondering van de kusten langs de Oostzee, die door de Zweden, de Polen en do Zwaardridders bezet waren, breidde zich in de 16do eeuw aanmerkelijk uit.

-ocr page 86-

74

Zuidwaarts werd liet land der Tartaren tot in de nabijheid der Zwarte Zee veroverd, oostwaarts in Azië doorgedrongen, en een groot gedeelte van Siberië bij het Russische rijk gevoegd (1581). Vóór het einde der 16de eeuw was nagenoeg al het land ten westen van de Jenessei veroverd, en in 1646 was het gezag van den Russischen Czaar uitgebreid tot aan de Vehring-straat, die Azië van Amerika scheidt.

Intusschen werd het binnenland vaak door bloedige twisten over de troonsopvolging geteisterd. In 1586 stierf het stamhuis van Ruuik (I deel, bl. 153), dat ruim zeven eeuwen had geregeerd, in de mannelijke linie uit, en na een tijdvak van geweldige beroering werd de jeugdige Michaiól Romanow, die in de vrouwelijke linie vim het uitgestorven vorstenhuis afstamde, tot Czar verkozen (1613).

De beschaving in het Russische rijk stond nog op een zeer lagen trap; het volk was ruw, onwetend en bijgeloovig, en als lijfegenen geheel onderworpen aan de adellijke grondbezitters. De heerschende Kerk was de Grieksche, die tot aan den val van het Oostersch-Romeinsche rijk den Patriarch van honslantinopel als haar hoofd had erkend, doch daarna onafhankelijk werd onder het beheer van den Patriarch van Moskou, totdat in het begin van de 18de eeuw de Czaar zelf het hoofd werd der Russische Kerk en daardoor het hoogste geestelijke gezag met het wereldlijke in zijn persoon vereenigde, hetgeen tot in den tegenwoordi-gen tijd is blijven voortduren.

§ 27. Begin van den Dertigjarigen oorlog. Het Boheemsch-Palisische Tijdperk.

De spanning tusschen de Katholieken en Hervormden, die, zooals in § 22 gezegd is, in het Duitsche rijk meer en meer toenam, werd eindelijk, hetgeen lang te voorzien was geweest, door eene geweldige uitbarsting gevolgd. De naaste aanleiding daartoe was echter eene gebeurtenis, die niet in Buitschland zelf, maar in het naburige Dohemen voorviel, waar keizer Matthias als koning regeerde.

De Protestanten daar te lande hadden twee kerken gebouwd op het grondgebied van de geestelijkheid, en beriepen zich daarbij op bepalingen van den Majesteitsbrief (bl. 62), welke zij in hun voordeel uitlegden. De Katholieken beweerden daarentegen, dat hun het recht daartoe niet geschonken was, en deden de eene

-ocr page 87-

kerk afbreken en de andere sluiten. Matthias, aan wien de Protestanten hunne bezwaren bekend maakten, stelde hen in liet ongelijk, en bracht daardoor de gemoederen nog meer in beweging, zoodat eenige aanzienlijken met een gewapend geleide naar het koninklijk slot te Praag trokken en twee der meest gehate regeeringsleden met hunnen geheimschrijver uit het venster wierpen (Mei 1618), Dat was liet sein tot eenen opstand, die zicli in korten tijd over het geheele land uitbreidde. Onder de leiding van den graaf van Thukn werd liet volk te wapen geroepen, en een bestuur ingesteld om voorloopig de regeering te voeren.

Matthias, hoezeer in den beginne geneigd tot onderhandelen, bracht nu, om den opstand te onderdrukken, op dringend aanraden van zijn neef Ferdixakd (bi. 03), troepen op de been, die echter door de Bohemers teruggeslagen werden. Deze rukten daarop onder aanvoering van Thuhn het aartshertogdom Oostenrijk binnen, en legerden zich voor de poorten van Weenen, waar keizer Matthias weinige dagen te voren gestorven was. Fhrdinand aanvaardde nu de regeering over de Oostenrijksche erflanden, en betoonde in de gevaarlijke omstandigheden, waarin hij verkeerde, eene zeldzame geestkracht. Niettegenstaande een groot gedeelte zijner Frotestantsche onderdanen in Oostenrijk de zijde der Bohemers kozen, of zich daartoe geneigd toonden, besloot hij niet toe te geven, doch knoopte voor de leus onderhandelingen aan totdat er hulptroepen kwamen opdagen, waardoor Thuen zich in de noodzakelijkheid zag, af te trekken.

Twee maanden later werd Fekdinand tot keizer van Duitschland verkozen, waarop de Bohemers hem vervallen verklaarden van de kroon, die zij aan Frkdeiuk V, den keurvorst van de Palts, het hoofd van de Frotestantsche Unie (bl. 02), aanboden. Hunne keuze viel op laatstgenoemden vorst, zoowel omdat zij daardoor hulp hoopten te verkrijgen van de overige Duitsche vorsten, die tot de Unie behoorden, als omdat hij gehuwd was met de dochter van Jaoodus 1 van Engeland, en een neef was van prins Maurits van Oranje (1), en zij alzoo in die beide Frotestantsche vorsten bondgenooten tegen den Keizer dachten te vinden.

Fkederik was intusschen volstrekt de man niet, om de gewichtige en moeilijke taak, welke hij door het aanvaarden van de Boheemsche kroon op zich nam, tot een goed einde te brengen. Lichtzinnig en zorgeloos van aard, hield hij zich meer bezig met

^1) Zijne moeder was eone doolitei\' van Willem van Oranje, en dus eene zuster van Maurits.

-ocr page 88-

de vermaken van y.ijn koninklijk liof\' in Praag, waardoor zijne ijdelheid gestreeld werd, dan mot krachtige toebereidselen tegen de geduchte vijanden, die hij weldra te bestrijden zou hebben, terwijl \'de hulp van de bondgenooten, waarop hij gerekend had, achterwege bleet\'. Zijn schoonvader Jaooiuts I had, zooals vroeger gezegd is (bl. 09), hot plan opgevat, de hand van de dochter des Konings van Spanje voor zijn zoon en troonopvolger te verwerven, en was daarom afkeerig van vijandelijkheden jegens het Habsburgsche huis; Macrits van Oranje was niet bij machte hem krachtig te ondersteunen, en do l\'rotestantsche vorsten van Duitschland bleven werkeloos.

Fkrdinand van Oostenrijk daarentegen rustte zich onvermoeid ten oorlog toe. Daal\' hij in zijne erfstaten geene genoegzame macht bijeen kon brengen om Bohemen te heroveren, riep hij de hulp in van de Katholieke Ligue (bl. (32), en vooral van haar opperhoofd, den krachtvollen en bekwamen hertog Maximiliaan van Beieren, die deels als hevig tegenstander der Hervorming, deels gewonnen door de belofte van vermeerdering van grondgebied, met ijver de zaak van don Keizer omhelsde, wien ook door Philips UI van Spanje en door den L\'ans ondersteuning in manschappen en geld werd toegezegd.

In 1(320 werd het lot van Bohemen beslist. Met een leger van 50000 man rukte Maxi.iii maan van Beieren voor Praag, en leverde den slecht voorbereiden Fkhdeuik, die niet meer dan 21000 man om zich verzameld had, slag op den Wittenberg nabij die stad (November 1(320). Binnen een uur tijds was bet l!o-heemscho leger volkomen geslagen, en de Keurvorst vluchtte naar Berlijn, van waar hij naar de Nederlanden week. Ongeveer tenzelfden tijde, had de Spaanscho veldheer Sfinola met een sterk leger, dat de aartshertog Auihhïus bijeengebracht had, in korten tijd de geheele Neder-Palis (bl. 62 in de aanteekening) veroverd.

Keizer Ferdinand hield nu een vroeselijk streng gericht in Bohemen. De aanzienlijksten onder de deelnemers aan den opstand verloren het leven op het schavot; bijna alle adellijken werden van het grootste gedeelte hunner goederen beroofd; do J Votes-tantsche predikers worden verbannen, en meer dan 3000 fami-liën weken het land uit, terwijl de Majosteitsbrief, en daarmede al de rechten van hot volk, door den Keizer werden vernietigd. Te gelijkertijd werd do keurvorst Frederih in den rijksban gedaan en van zijne waardigheden vervallen verklaard, terwijl de Opper-Palls aan hertog Maxishliaan van Beieren werd gegeven, aan

-ocr page 89-

77

wien ook eenigen tijd later de waardigheid van Keurvorst, die aan Fred krik ontnomen was, geschonken werd.

Drie krijgsoversten. Ernst van Manskeld, de Markgraaf vai; Daden en Oiiristiaan va» Drumwijk, een broeder van den regeerenden Hertog van Brunsivijk, trachtten nog in het westen van Duitschland de zaak van Krederik tegen de overmacht der Licjue te verdedigen, maar hunne heldhaftige pogingen bleven zonder gevolg. Hoewel zij in het jaar 1622 aanvankelijk eenige voordeelen behaalden, moesten zij eindelijk onderdoen voor den bekwamen en dapperen aanvoerder der Ligue, den graaf van Tnxy, een der grootste veldheeren van zijnen tijd, en toen Fredehik in de ijdele hoop zich daardoor met den Keizer te verzoenen, zijne bevelhebbers had ontslagen, gingen Mansfei.d en Brunswijk met hunne troepen in dienst van de Staten der Vm-eeniyde Nederlanden over (Augustus 1622), en ondersteunden Maujuts eenige weken later bij het ontzet van liergen op Zoow, dat door SvisonA werd belegerd. In het volgende jaar uit den Nederlandschen dienst ontslagen, traden zij nogmaals tot bescherming hunner geloofsge-nooten in Duitschland tegen Tilly op; maar de bloedige nederlaag, die Üri sswi.ii; l)ij Stadllohn in het bisdom Munster leed, dwong hen ten tweedenmale het land te verlaten (1623).

§ 28. Hat Decnsche iijdperlc, Wcillenslein.

Nu stond geen vijand meer tegen den Keizer onder de wapenen, en wanneer hij op dit oogenblik met gematigdheid en verdraagzaamheid ware te werk gegaan zou de macht van het Habsburgsche huis in het Duitsche rijk aanzienlijk zijn vermeei-derd geworden. Doch hij was met de bereiking van dit staatkundig doel niet tevreden ; zijn overdreven godsdienstijver leidde hem tot voortdurend vervolgen der Protestanten, die met bezorgdheid vervuld bleven omtrent zijne plannen, welke zoowel hun geloof als hunne staatkundige rechten bedreigden. Het leger der Ligue onder Tilly bleef niet alleen onder de wapenen, maar leefde geheel ten koste der gewesten van Noord- Duitschland, waar het was ingekwartierd, en met het meest willekeurige geweld te werk ging.

Do handelingen van Peudinand maakten intussehen ook het wantrouwen van verscheidene buitenlandsche vorsten gaande. Jaoobus F van Engeland, wiens bemoeiingen om het huwelijk van zijn zoon met de Spaansche prinses tot stand te brengen, mislukt waren, begon zich eindelijk de belangen van zijnen

-ocr page 90-

78

schoonzoon, Fredhiuk van dc Palts, aan te trokken. Lodewijk XIII van Frankrijk, of liever diens bekwame minister, de kardinaal De Richelieu (zie § 30), besloot de vroegere staatkunde van het Pransohe hof weder te volgen, en de toenemende macht van het Oostenrijksche huis in Europa te keer te gaan. Ohkistiaan IV van Denemarken, die als hertog van Holslein tot de vorsten van het Duitsche rijk behoorde (hl. 43), en een ijverig Protestant was, vatte insgelijks het voornemen op als verdediger van zijne geloofsgenooten tegen de onverdraagzaamheid des Keizers op te treden. De Vereenigde Nederlanden eindelijk schaarden zich eveneens aan do zijde van do voorstanders der staatkundige en godsdienstige vrijheid, voor welke zijzelve nu reeds meer dan eene halve eeuw den oorlog voerden, en besloten voor fitudeim; van de Palis partij te trekken. De omstandigheden veroorloofden hun evenwel niet, onmiddellijk aan den oorlog buiten hunne grenzen deel te nemen, daar Swnoi.a, na het einde van het twaalfjarig bestand, in 1621, terstond met kracht aanvallend was te werk gegaan.

In het jaar 1625 werd CimisTiA.w IV door de Protestanten in Noord-Diiilsehland- tot hun legerhoofd gekozen, en er werden troepen op de been gebracht, hoewel de Duitsche vorsten, ten gevolge van onderlinge twisten, kleingeestigheid en naijver, weinig of niets tot krachtige ondersteuning hunner eigene zaak medewerkten.

Bij de meer en meer dreigende houding zijner tegenstanders, besloot de Keizer zijne strijdkrachten te vermeerderen, en een eigen leger op de been te brengen. In de eerste plaats scheen hem het leger der Ligue, waarvan hij zich tot dusverre ter bereiking zijner oogmerken bediend had, niet sterk genoeg, en ten andere wilde hij een einde maken aan do afhankelijkheid, in welke hij zich min of meer bevond ten opzichte der Ligue en van haren aanvoerder Maximimaan van Beieren, in wiens handen de leiding der Duitsche aangelegenheden voor een groot deel berustte. Het was hem evenwel niet mogelijk, in zijne Oostenrijksche Staten een genoegzaam sterk leger te verzamelen, en de daaraan verbondene uitgaven op den duur te bestrijden, en daarom nam hij het voorstel aan van een zijner krijgsbevelhebbers, den graaf Albreciiï van Wai.mnsïein, die hem aanbood op eigen kosten 50000 man aan te werven en te onderhouden, indien de Keizer hem met het opperbevel bekleedde, en hem latei-uit de veroverde landen schadeloosstelde (1625). Duizenden stroomden nu naar Wallenstein\'s vanen. Do roem zijner dap-

-ocr page 91-

79

perheid, die reeds in verscheidene gevechten schitterend gebleken was, en het vooruitzicht op den buit, dien hij hun voorspiegelde, lokten uit nlle landen van Europa vrijwilligers naar hem toe, en binnen weinige maanden had hij oen talrijk leger bijeen, dat hij geheel onderhield ten koste van do landstreken, welke hij doortrok, en door zware brandschattingen en oorlogsbelastingen teisterde.

Intusschen waren Chmstiaan IV en Tilly to velde gekomen; doch in het jaar 1625 werd er niets beslissends ten uitvoer gebracht. Het volgende jaar was daarentegen voor don Deonschen Koning noodlottig. CimisTiAAy van Drunswijk, die weder to wapen gesneld was, stierf in Mei; Mansfeld, dio oveneens aan het hoofd van een aanzienlijk tróepengedeelto was opgetreden, werd in A\'pril door Wallunstein met overmacht geslagen, en stierf eenigen tijd daarna in Dalmatië, werwaarts hij de wijk genomen had; koning Ciijüstiaan zelf, door zijne Duitsche bondgenooten slecht ondersteund, leed in een gevecht togen Tilly, bij het stadje Littler in Drunswijk, eone nederlaag (Aug. 1626). Kort daarna rukte ook Wallüxstein tegen hem op, dwong hem de wijk te nemen naar Denemarken, drong dat rijk binnen, en veroverde in korten tijd Sleeswijh en Jutland, dus het gehoele vasteland, terwijl de Deensche troepen op do eilanden weken, waar zij vooreerst veilig waren, omdat de vijand geen vloot had.

De roovende bendon van Wallknsticin breidden zich thans over geheel Noord- Duitschland uit, en terwijl haar aantal tot meer dan 100000 man aangroeide, die alleen door de landen, welke zij bezet hielden, moesten onderhouden en bezoldigd worden, waren daardoor do ongelukkige inwoners aan onbeschrijfelijke ellende ten prooi. De rijke machtige stad Stralsund, die zich moedig tegen Wallensïein bleef verzetten, werd elf weken lang belegerd, herhaaldelijk bestormd en lievig beschoten, doch noodzaakte door haren heldhaftigen tegenweer den vijand eindelijk mot een verlies van 12000 man af te trekken. Do bezetting was daarbij ondersteund geworden door den koning van Denemarken, die haar met zijne vloot versterking toezond, en door koning Gustaaf Adolf van Zweden, dio roods vroeger hot plan had opgevat, zijne geloofsgenooton in Duitschland tor hulp te komen, maar daarin verhinderd word door deu oorlog, dien hij tegen Polen voerde (bl. 72). Nu echter begon hij de plannen dos Keizers te doorzien, die voornomons was, de kusten van de Oostzee in bezit te nemen, eene vloot to bouwen, en don handel op die zee aan zich te trekken, hetgeen allernoodlottigst voor

-ocr page 92-

80

dc belangen van Zweden, zoowel als van Denemarken /,on ge-woest zijn. Wallknstein, die reeds tot Admiraal der Oostzee was benoemd, vreesde daarom de samenwerking dier beide rijken, en opende in naam des Keizers onderhandelingen met Chims-tiaax IV, welke tot den vrede te Luheh leidden (Mei 1G29). De Deenscbe koning kreeg zijne landen terug, en beloofde zicli in het vervolg met niemand tegen den Keizer te zullen verbinden.

Intussohen ging Fehdinakd voort zijne plannen tegen de Hervorming, welke hij in zijne eigene staten reeds geheel uitgeroeid had, ook in het Duitsche rijk door te zetten, en gelastte eindelijk in 1629, dat al de geestelijke goederen, die sedert den vrede van Passau in het midden der vorige eeuw in het bezit waren gekomen van Protestanten, aan de Katholieke Kerk moesten worden teruggegeven. Dat besluit, het reslitulie-edict genoemd, was een gevoelige slag voor de Hervormden, maar geen der Duitsche vorsten waagde het, zich er tegen te verzetten, daalde troepen van Wai.licnsïein en van de Ligue aangewezen waren om, ingeval van tegenstand, de bevelen des Keizers met geweld te doen gehoorzamen.

De macht van Fkudixaxd II, ondersteund door het gevreesde leger van Wallbnstejx, was thans tot zulk eene hoogte gestegen, dat zelfs den Keurvorsten, die zijne partij hielden, bezorgdheid werd ingeboezemd, dewijl zij, zoo het schijnt niet zonder grond, begonnen te vreezen, dat Fhkdinam), evenals vroeger Kakel V (hl. 37), het voornemen koesterde, het keizerlijk gezag in het Duitsche rijk onbeperkt te maken, en daardoor de grootheid van het Habsburgsche stamhuis voor altijd te vestigen Niemand doorzag dit beter dan de schrandere en staatkundige keurvorst Maxtmiijaan van Beieren, die bovendien reeds lang vijandig jegens Wai/lunstein gezind was. Hij was het dan ook voornamelijk, die op den Rijksdag, welken de Keizer in 1(330 in Regensburg bijeenriep, in overeenstemming met de overige vorsten, op de afzetting van den machtigen veldheer aandrong. De klachten, die van alle zijden over de teugelloosheid van het ruwe krijgsvolk en over de jammerlijke verwoesting der Duitsche landen werden ingebracht, noopten eindelijk Feüdtn\'and toe te geven, te meer daar hij den rijksdag te zijner gunste wilde stemmen, omdat hij hoopte zijnen oudsten zoon tot Roomsch koning te doen verkiezen. Hij gelastte dus aan Wallenstein het opperbevel neder te loggen, waaraan deze, tegen de verwachting van velen, oogen-blikkelijk voldeed, dewijl hij schrander genoeg was om te begrijpen, dat de omstandigheden Ferdinand II eerlang wel weder

-ocr page 93-

81

zouden dwingen, zijne toevlucht tot hem te nemen; want terwijl de keizerlijke troepen aanmerkelijk werden verminderd, sloten zich Frankrijk, Engeland, de Nederlanden en Güstaaf Adolf van Zweden nauwer aaneen, en had de laatste eindelijk besloten, gewapenderhand in Duitschland op te treden. Alvorens den uitslag van die tusschenkomst te vermelden, is het noodig een blik te slaan op Frankrijk, om te zien hoedanig op dit oogen-blik de binnenlandsche toestand was van dat rijk, en door welke redenen het bewogen werd, zich aan de zijde der Duitsche Protestanten te scharen.

§ 29. Frankrijk gedurende de minderjarigheid van Lodewijh XIIl. Het Parlement van Parijs.

Daar Lodewi.ik XTII, de zoon en opvolger van Hendrik IV, bij diens dood (bl. 59) slechts negen jaren oud was, werd zijne moedor Maria de Medici (1) door het Parlement van Parijs tot Regentes benoemd. Die benoeming had behooren te geschieden hetzij door den overleden Koning, of door de Algemeene Staten des lands, en was dus eene aanmatiging van het Parlement, dat door kuiperijen van de Koningin-weduwe tot die handeling was overgehaald.

Dewijl in het vervolg der geschiedenis van Frankrijk meermalen gesproken zal worden van het Parlement van Parijs en van den invloed, dien het op de regeeringszaken uitoefende, is het noodig zich daaromtrent een juist denkbeeld te vormen. Sedert ongeveer drie eeuwen waren in de verschillende provinciën van Frankrijk opperste gerechtshoven onder den naam van Parlementen gevestigd, die met de rechtspleging belast, maar niet tot inmenging in de regeeringsaangelegenheden bevoegd waren. Daaronder bekleedde het Parlement van Parijs do voornaamste plaats. In het laatst der 14de eeuw was bepaald geworden, dat de verordeningen en edicten des Konings in do registers van de parlementen moesten worden ingeschreven (geënregistreerd), en dat zij van dat oogonblik kracht van wet hadden. Daardoor kreeg het Parlement van Parijs gelegenheid, nu en dan bezwaren tegen die wetten te opperen, en tegenvoorstellingen te maken, ja zelfs

(1) Hkndhik IV was in 1599 goselicidon van Maugaretha van Valais, dio hij in 1572, weinige dagen voor don .S/.-TJnW/io/oHicü.s iiaclit, gehuwd liad (bl. 40). Zijno tweede geaialin, Maria de Medici, was ocno dochtei\' van den Grootliortog van Tos\'.ane.

C

-ocr page 94-

de inschrijving te weigeren, aan hetwelk evenwel de koning iu eene plechtige vergadering, die IJl de justice genoemd werd, door de uitdrukking van zijn stelligen wil, een einde kon maken. Het gebeurde dikwijls, dat het Parlement, bij voorbeeld wanneer het koninklijke bevelen omtrent het opleggen van belastingen gold, groote ondersteuning vond bij het volk, zoodat de Koning uit vrees voor ernstige onlusten, genoodzaakt was in eene schikking te treden. Do invloed, dien het Parlement van Parijs daardoor reeds verkreeg, vermeerderde nog, doordien de Regeering, die in den regel niet gaarne de Algemeene Staten ot\' afgevaardigden .der natie bijeenriep, dikwijls met het Parlement van Parijs raadpleegde over de aangelegenheden van het binnenlandsch bestuur, zoodat dit lichaam zich langzamerhand een gezag aanmatigde, hetwelk gewoonlijk onder een zwak vorst het grootst was.

Het is van belang, bij deze gelegenheid op hot onderscheid te letten tusschen het Parlement in Engeland en de Parlementen in Frankrijk, omdat men zich door de gelijkheid van naam lichtelijk zou laten verleiden, ook de zaken met elkander gelijk te stellen, terwijl de beide lichamen ten eenenmale in aard en betee-kenis verschillen. In Engeland was het parlement samengesteld uit de afgevaardigden van den adel, de geestelijkheid en het volk, die een wettig [aandeel hadden aan de regeering van het land, terwijl de Parlementen^ in Frankrijk, zooals gezegd is, hooge rechterlijke collegium of oppergerechtshoven waren, uit raads-heeren bestaande door den Koning aangesteld, en die alleen dooiden loop der omstandigheden een invloed op de aangelegenheden van het bestuur verkregen, welke eigenlijk in strijd was met hunne oorspronkelijke bestemming.

Maria, de Medici, eene zwakke, doch heerschzuchtige vrouw, liet zich geheel door hare gunstelingen leiden, en daar verscheidene leden van den hoogen adel, zelfs prinsen van den bloede, onder welke de Prins van Condé, de kleinzoon van Lodewijk van Condé (bl. 45), de voornaamste was, over haar bestuur ontevreden waren en herhaaldelijk onlusten verwekten, besteedde zij een groot gedeelte van de schatten, die Hendrik IV en Sully door wijs overleg en spaarzaamheid hadden bijeengebracht, om de misnoegde grooten, welke alleen hun eigenbelang op het oog hadden, door rijke geschenken en jaarwedden voor zich te winnen. Dat middel mocht evenwel niet baten; telkens braken er onlusten uit, die vooral gericht waren tegen den voornaamsten raadsman der Koningin, den maarschalk d\'Ancre, en nog daar-

-ocr page 95-

83

door vermeerderd werden, dat de Hugenoten insgelijks met liet bestuur der ijverig Katholieke koningin ontevreden, herhaaldelijk in opstand kwamen. Ook in de buitenlandsche staatkunde van Frankrijk kwam terstond na den dood van Hendhik IV eene groote verandering. Mama nu Mudici, die zich door eene nauwere vereeniging met Spanje en den Paus zocht staande te houden, liet de vroeger (bl. 59) vermelde vijandige plannen tegen liet Habsburgsche huis varen, en bewerkte zelfs een huwelijk tusschen den jongen koning Lodewijk XIII en Anna Makia, de dochter van don Spaanschen koning Philips III.

In het jaar 1613 werd de Koning, ofschoon nog geen dertien jaren oud, meerderjarig verklaard, doch de Koningin-moeder bleef aan het bewind, en de kuiperijen, samenzweringen en onlusten bleven voortduren tot het in het jaar 1(317 aan hare vijanden gelukte, den Koning tot het besluit te brengen zelf de teugels van het bewind in handen te nemen. De algemeene gehate maarschalk d\'Anore werd verraderlijk vermoord en Maria db Mkdioi uit Parijs verbannen.

De rust werd voor eenigen tijd hersteld, en de Koning verzoende zich in KJIO met zijne moeder, door tusschenkomst van den schranderen Akmand Jean du Plessis, bisschop van Lur.on, die kort daarna tot hertog van Richelieu werd verheven, en door den Paus tot Kardinaal werd aangesteld. Eenige jaren later werd hij aan het hoofd van het ministerie geplaatst, en vermits hij weldra het geheele bestuur in handen kreeg, begint met zijn optreden een nieuw en merkwaardig tijdperk voor de geschiedenis van Frankrijk.

§ 30. Frankrijk ten tijde van Richelieu.

Richelieu was een der grootste staatslieden, die in de geschiedenis bekend zijn. Zijn helder doorzicht, zijn ijzeren wil, zijne onverbiddelijke gestrengheid en de onwankelbare vastheid, waarmede bij iedere onderneming, tot welke hij eenmaal besloten had, hetzij met rechtvaardige of onrechtvaardige middelen doorzette en ten einde bracht, maakten hem volkomen geschikt tot bereiking van het doel, dat hij zich liad voorgesteld. Dat doel was de vergrooting der macht van Frankrijk tegenover het buitenland, en het vestigen van een onbeperkt koninklijk gezag in het binnenland. Het een zoowel als het ander bracht hij tot stand in de achttien jaren (1624—1642), gedurende welke hij de staatsaangelegen-heden leidde, in weerwil der menigvuldige en dikwijls zeer ge-

-ocr page 96-

84

vaarlijke samenzweringen, ilie gesmeed werden om hem ten val te brengen, en welke hij met onmeedoogende gestrengheid strafte. Zelfs toen eenmaal de Koningin-weduwe en do hertog van Orleans, de broeder van Lodewijk XIII, met eeniga misnoegde grooten tot zijnen val samenspanden, was zijn invloed op den Koning zoo groot, dat beiden verbannen werden, en Mauia de Medici, na vele jaren in den vreemde te hebben rondgezworven, zonder zieli me,t haren zoon te hebben kunnen verzoenen, in 1642 te Keulen in bekrompen omstandigheden overleed.

De staatkundige scherpzinnigheid van Richelieu had met groote juistheid opgemerkt, welke de voornaamste hinderpalen waren, die de vestiging van een onbeperkt koninklijk gezag en de daarmede gepaard gaande eenheid en kracht van bestuur in den weg stonden; namelijk de trotsche aanmatigingen van den hoogen adel des rijks, de eigendunkelijke handelwijze van het Parlement van Parijn, en de vergunning, die de Hugenoten zich vroeger met de wapenen in de hand hadden weten te verwerven, om tot hunne veiligheid eene krijgsmacht op de been te houden en verscheidene vestingen met hunne troepen te bezetten.

Wij hebben vroeger gezien (I deel bl. 212), hoe Lodewijk XI de macht der groote leenheeren van het Fransche rijk met geweld vernietigde, en het koninklijk gezag vestigde. De machtige vazallen der middeleeuwen waren door hem gedwongen geworden, voortaan den koning als onderdanen te gehoorzamen. Dat was onder de regeering zijner opvolgers zoo gebleven, doch in do verwoestende godsdienstoorlogen, waaraan Frankrijk in de laatste helft der Kide eeuw ten prooi was, word, zooals wij gezien hebben, het gezag van de kroon geweldig geschokt, waardoor de hooge adel in de gelegenheid gesteld werd zich langzamerhand moer en meer macht toe te eigenen. Voortdurend onder de wapenen, hetzij voor, hetzij tegen den koning, hadden de hoofden dei-aanzienlijke geslachten in het eerste geval weder grooter invloed op de regeering verkregen, en in het tweede geval zich aan eene onafhankelijkheid gewend, die beiden nadeelig waren voor de eenheid van hot bestuur. Onder de weldadige en toch krachtige

0 o

regeoring van Hendkik IV, die hen door zijne grootmoedigheid en door geschenken en gunstbewijzen aan zich verbonden had, was dit nadeel wel is waar tijdelijk weggenomen, doch goduren-de het regentschap van Mauia de Medici trad de adel opnieuw met overdreven eischen dreigend op, on vermeerderde zijn gezag tegenover do zwakheid van hot koninklijk bewind.

Een machtig werktuig in de handen van de misnoegde edel-

-ocr page 97-

85

lieden waren de Hugenoten, die, sterk door het voorrecht, dat hun bij het Edict van Nantes was toegestaan om verscheidene zoogenaamde veiligheidsplaatsen met hun eigen krijgsvolk te bezetten, zich bij elke ware of vermeende krenking hunner rechten met den adel vereenigden ter bestrijding van het bewind. Om die reden besloot Richeijeu in de eerste plaats de Hugenoten van dat voor de onbeperkte koninklijke macht zoo nadeelig voorrecht te berooven, hetgeen echter eerst na het voeren van twee oorlogen (1G25 tot 1626 en 1627 tot 1629) gelukte. De laatste veiligheidsplaats, die de Hugenoten hadden overgehouden, was de sterke vesting La liochelle (1), welke na eene heldhaftige verdediging den Kardinaal, die in persoon het beleg had bestuurd, in handen viel. In 1629 werd de vrede gesloten, en sedert dien tijd hielden de Hugenoten op, een op zich zelf\' staand staatslichaam te zijn. Riohelieu was echter veel te groot staatsman om zich door verkeerd geplaatsten godsdienstijver tot het verdrijven of uitroeien der Hugenoten te laten verleiden. Terwijl de vorsten uit het Habsburgsche huis, zoowel in hunne Oostenrijksche erf-staten als in Span ju, door hunne godsdienstige onverdraagzaamheid hunne landen in het verderf stortten, had de schrandere Kardinaal slechts zijn staatkundig doel voor oogen gehouden, en zoodra hij dat bereikt had, stond hij aan de Hugenoten vrije godsdienstoefening toe, en verleende hun volkomen dezelfde rechten als aan alle overige staatsburgers.

Hoor hunne onderwerping had hij aan den weerspannigen adel een krachtigen steun ontnomen. Intusschen werden er nog herhaalde samenzweringen gesmeed om den machtigen minister ten val te brengen, en zelfs barstten er eenige malen gevaarlijke onlusten uit, die met de wapenen moesten bedwongen worden. Ten gevolge van een dier aanslagen, werd de hertog Phans van Lotharingen, welk land toen nog tot het Duitsche rijk behoorde, van zijn gebied beroofd, omdat hij de vijanden van den Kardinaal had ondersteund; zijn hertogdom werd door de Franschcn bezet (1634).

Hoe dreigend ook het gevaar was, waaraan Riohelieu herhaaldelijk blootstond, en hoe dikwijls hij zijnen val nabij scheen, hij wist alles door zijn geestkracht en zijn beleid te boven te komen. Met onverbiddelijke hardvochtigheid vervolgde hij zijne vijanden: eenige verloren het leven door beulshanden, andere

(1) La liochelle ligt op de westkust van Frankrijk, togonover het eiland Hé. ■

-ocr page 98-

8G

werden verbannen, of met gevangenis of verbeurdverklaring liunner goederen en verlies hunner waardigheden gestraft.

Tegen de Parlementen ging lüj mot dezelfde vastberadenheid en volgens hetzelfde onwrikbare beginsel als tegen de Hugenoten en tegen de groeten des rijks te werk. In weerwil van hunnen te genstand, moesten zij voor zijn vasten wil buigen, en zagen zij zich teruggebracht tot eenvoudige gerechtshoven, wien het verboden was eenige aanmerking te maken op de besluiten, die door den koning werden uitgevaardigd. Ook de Algemeene Staten, die, als afgevaardigden van adel, geestelijkheid en burgerij, vroeger eenig aandeel aan het bestuur hadden gehad, of daarop ten minste vaak een krachtigen invloed hadden uitgeoefend, werden nimmer dooi\' hem bijeengeroepen. De rechten van het volk, dat zich vroeger, hetzij door middel van het Parlement, hetzij door middel van de Staten, ten minste eenigszins kon doen gelden, werden dus feitelijk niet meer erkend. Richelieu bereikte zijn doel: de eenheid van het gezag in Frankrijk was hersteld; er bestond geen macht in het rijk naast die des konings.

Bij het verminderen van de staalkundige rechten der onderdanen verloor hij echter hunne belangen niet uit het oog, daar hij voor handel en nijverheid, voor zeevaart en koloniën, voor kunsten en wetenschappen onvermoeid werkzaam was (1).

Ook ten opzichte der buitenlandsche staatkunde bleef hij met dezelfde vastheid den weg betreden, dien hij eenmaal had ingeslagen. Hij besloot niet alleen het aanzien van Frankrijk te verheffen, maar aan dat rijk het overwicht in Europa te verschaffen. Daartoe was in de eerste plaats noodig, dat do macht van het Habsburgsche huis, zoowel in Duilschland als in Spanje, gefnuikt werd, en dit bleef dan ook zijn voortdurend streven. Niet alleen door sluwe onderhandelingen, maar ook door geheime en openbare vijandelijkheden, werkte hij de plannen van Spanje en Oostenrijk tegen, ondersteunde de Nederlanders in hunnen oorlog tegen eerstgenoemden staat, en mengde zich in den dertigjarigen oorlog, toen de overwinningen van Wallenstein de heerschappij van Keizer Ferdinand II in Duilschland schenen te zullen vestigen,

Na achttien jaren aan liet hoofd van het bewind te zijn geweest, stierf Richelieu in 1642, en in het volgende jaar over-

(1) Tot bevordering der Fransche taal- en letterkunde riclitto hij in 1045 de zoogenaamde Fransche Academie op, die slechts 40 leden mocht tellen, waartoe later de meest beroemde geleerden werden gekozen.

-ocr page 99-

87

leed Lodewi.ik XIII, do kroon van Frankrijk nalatende aan zijnen zoon Lodewijk XIV, die den leeftijd van vijf jaren nog niet bereikt had.

§ 31. Het Zweedse!ie tijdperk van dm Bertiyjarigen Oorlog. Gustauf Adolf.

In het jaar 1030 mengde zich koning Gustaaf Adolf van \'/weden in den oorlog in Duitschland. Reeds sedert geruimen tijd had hij zijne Protestantsche geloofsgenooten daar te lande willen te hulp komen; maar verschillende oorzaken, waaronder voornamelijk do oorlog, dien hij mot Polen voerde (hl. 73), hadden hem daarin verhinderd. Richelieu, die begreep van hoeveel belang het was tot bereiking zijner staatkundige oogmerken, dat de bekwame en krijgskundige Zwoedsche koning tegen den Keizer optrad, bewerkte in September 1629 dat tusschon Zweden en Polen een wapenstilstand voor den tijd van zes jaren werd gesloten. Gustaaf Adolf stak nu met 15 000 uitmuntend geoefende troepen naar Po mm eren over, en begon den oorlog tegen Ferdisand II, deels om de Protestanten te ondersteunen, deels omdat hij do uitbreiding van des Keizers macht aan de oevers der Oostzee (bl. 79) wilde beletten, en daarentegen die van Zweden bevestigen, en tevens omdat hij de rechten wilde handhaven van de hertogen van Mecklenburg, zijne bloedverwanten, wier grondgebied was veroverd door Wallenstkin, die er daarna dooiden Keizer mede beleend was. Hoezeer hij in den beginne nagenoeg geene ondersteuning vond bij de Duitsche vorsten, die de wraak dos Keizers vreesden en daarenboven beducht waren voor het aangroeien van de Zwoedsche macht, voerde hij den oorlog met goed gevolg, en noodzaakte den weifelenden Keurvorst van Brandenburg, zijne partij te kiezen (1631). Ook de Keurvorst van Saksen sloot zich aanvankelijk niet bij hem aan, doch vormde het plan onzijdig to blijven, en aan het hoofd der Duitsche Protestanten eeno afzonderlijke staatspartij te vormen tusschon den Keizer on de Zweden.

De werkeloosheid van de beide machtigste Protestantsche vorsten was allernoodlottigst voor de bloeiende en rijke stad Maagdenburg, die door Tilly met het leger des Keizers en dat dor Ligue word ingesloten, omdat zij de zijde van Gustaaf Adolf had gekozen. Deze was niet in staat haar te hulp te komen, zoodat zij na een heldhaftigen tegenstand stormenderhand ingenomen, geplunderd, bijna geheel uitgemoord, en op eenige weinige ge-

-ocr page 100-

bouwen na, verbrand werd (Mei 1631). Toen ïilly kort daarna zijne wapenen tegen den Keurvorst van Saksen keerde, zonder zich om diens onzijdigheid te bekommeren, riep deze eindelijk de hulp van Gustaaf Adolf in, die een verbond met hem sloot, te zijner ondersteuning naar Sulatu snelde en niet ver van Leip-zl!/gt; bij liet dorp Dreitenfeld, eene schitterende overwinning op Tilly behaalde. Van daar rukte hij met zijn overwinnend leger naar \'Zuid- Duitschland, en strekte zijn veroveringen in het westen tot over den Rijn uit, terwijl de Keurvorst van Saksen in Bohemen rukte en Praag veroverde.

In den uitersten nood zag keizer Fjsudinanu zich genoodzaakt weder de hulp in te roepen van Wallenstein, die, sedert hij het opperbevel had moeten nederleggen, met koninklijke pracht op zijne rijke Boheemsche landgoederen leefde. Aanvankelijk sloeg de trotsche veldheer alle aanbiedingen des Keizers af, maar liet zich eindelijk, togen het einde van het jaar 1631, overhalen opnieuw een leger te werven. Do voorwaarden, welke hij daarbij bedong, waren zoo buitensporig, als nog nooit door een onderdaan aan zijnen vorst gesteld waren. Hij moest onbeperkt opperbevelhebber zijn; noch de Keizer noch zijne zonen mochten zich in het leger vertoonen; een der Oostennjkscho erflanden moest hem worden toegezegd, en over al do landen, welke hij zou veroveren, moest hem de opperheerschappij worden verleend, terwijl hem, bij het sluiten van den vrede, liet hertogdom Mecklenburg, dat in het begin van het jaar door Gustaaf Adolf was heroverd, moest worden teruggegeven.

Binnen drie maanden tijds had do roem van zijnen naam en do hoop op rijken buit 40 000 vrijwilligers onder zijne vanen gebracht, waarmede hij in korten tijd do Sccksers uit Bohemen verdreef (Mei 1632). Inmiddels had Gustaaf Adolf Beieren veroverd, waardoor do keurvorst Maximiliaan gedwongen werd, hulp te zoeken bij Wallknstein, dien hij twee jaren vroeger ten val had gebracht. Deze behandelde den Keurvorst mot dezelfde trotschheid als den Keizer, stolde eerst zijne voorwaarden, en beloofde na lang dralen zijnen bijstand. Hij dwong daarop met driedubbele overmacht, Gustaaf Adolf Beieren te ontruimen, maar in plaats van hem verder te vervolgen, wondde hij zich naar Saksen, om don Keurvorst te noodzaken van het verbond met de Zweden af te zien. Deze nep nu ton tweeden male de hulp van Gustaaf Adolf in, die terstond noordwaarts rukte, en Wallenstein op don 16den November 1632 bij Lützen (1) een Moedigen slag leverde, waarin

(1) Lützen ligt ten zuidwesten van Leipzig.

gt;

-ocr page 101-

89

de Zweden eene luisterrijke overwinning behaalden, doch hun koning den heldendood stierf.

Hij werd opgevolgd door zijne zesjarige dochter Christina, gedurende wier minderjarigheid een Rijksraad het bewind voerde, in welken de rijkskanselier Oxknstiebna, de beroemde raadsman van Gustaak Adolf en een der schranderste staatslieden van zijnen tijd, den grootsten invloed had.

§ 32. Het Zwcedsdi-Fmnsch-Nederlandse]ie of laatste tijdperk van den Dertigjarigen Oorlog. Vrede van West falen.

De Zweden besloten den oorlog voort te zetten, en voerden dien met goeden uitslag onder aanvoering van den bekwamen hertog Beunaud van Saksen-Wcimar, een der weinige Duitsche vorston, die zich van den beginne at\' bij Gustaaf Adolf hadden aangesloten, en van deu Zweedschen generaal Gustaak Homn. De voorspoed hunner wapenen werd nog bevorderd door het dubbelzinnig gedrag van Wallknstkin, die na den slag bij Lülzcn met weinig veerkracht te werk ging. Zijne onbegrensde eerzucht vervulde hem met plannen voor de toekomst, waarbij hij zijne eigene grootheid voornamelijk op het oog had; ja, men wil zelfs, dat hij zich tot koning van Dohemen wilde verheffen. Tot heden toe is het niet volkomen bewezen, of hij werkelijk verraad wilde plegen, hoewel het moer dan waarschijnlijk is, dat hij het voornemen koesterde, langs welken weg dan ook, van de uitgebreide macht, die hij in handen had, tot zijne eigene verheffing gebruik te maken. Zeker is het, dat hij in het geheim onderhandelingen aanknoopte met Sakien, Brandenburg, Zweden, en zelfs met Frankrijk, maar altijd zoo, dat het twijfelachtig bleef of hij hen w ilde misleiden of zich met hen tegen den Keizer verbinden. Deze, door de vijanden van Wallenstein aangespoord, besloot eindelijk zich van hem te ontslaan, en daar hij het niet waagde hem ten tweedenmale af te zetten, werden eenige onderbevelhebbers in het geheim tot een verraderlijken aanslag tegen hunnen veldheer gewonnen, en hun gelast, zich van hem. dood of levend, meester te maken. De verraderlijke toeleg gelukte, en in Februari 1634 werd Wallenstein te Eger in Bohemea door eene bende moordenaars in zijn slaapvertrek overvallen en om het leven gebracht.

De oorlog werd nu met meer kracht voortgezet, en de krijgskans keerde zich ten voordeele der keizerlijken, die de Zweden uit Zuid-DuilscJdand verdreven, en met den Keurvorst van Sak-

-ocr page 102-

90

sen, in 1G35, te Vraag een vredesverdrag sloten, waarbij de meeste Protestantsche vorsten, uit vrees voor den Keizer en uitgeput door de verwoesting hunner landen, /.icli aansloten.

De toestand der Zweden werd nu zeer hachelijk. De Keurvorst van Saksen, wiens land /.ij tweemaal van den ondergang hadden gered, had de zijde des Keizers gekozen; de Polen dreigden den oorlog te hervatten, daar de zesjarige wapenstilstand van 1029 (bl. 87) ten einde liep; op de medewerking der Duit-sche vorsten, met uitzondering van eenige weinige, viel niet te rekenen, en de schatkist was uitgeput. In dat gevaarlijk oogen-blik snelde Oxf.nstierna naar Parijs, en sloot een verbond met Richelieu, die begreep, dat liet meer dan ooit ter bereiking zijner plannen noodig was, openlijk en krachtdadig tegen Oostenrijk en Spanje op te treden, en eenige maanden te voren met de Nederlanders oen verbond tegen laatstgenoemd rijk had gesloten (Febr. 1(535). Daarbij zag de scherpzinnige staatsman zeer goed in, dat juist nu, bij den ongunstigen toestand, waarin Zweden zich bevond, niet alleen de gelegenheid voor Frankrijk was geopend om grooten invloed op den loop der zaken te verkrijgen, maar dat ook het vooruitzicht bestond om het Pransche grondgebied ten koste van het Duitsche uit te breiden. Het werd dan ook in de eerstvolgende jaren meer en meer duidelijk, dat het streven van Rioiieliki\' was, in het bezit te geraken van den Elzas. Door zijne bemiddeling kwam nog datzelfde jaar (1G35) tusschen Zweden en Polen eene verlenging van den wapenstilstand voor den tijd van 20 jaren tot stand.

Mot nieuwe kracht werd nu de oorlog hervat, die nog dertien jaren met afwisselend geluk, maar doorgaans ten nadeele van den Keizer gevoerd werd, en waarbij vooral hertog Bernard van Saksen-Wei mar (die in 1039 stierf), en de uitstekende Zweed-sche veldheeren Banner, Torsïenson en Wkangel, die achtereenvolgons het Zweedsche leger aanvoerden, zich onsterfelijken roem verwierven. Het zou tot te groote uitvoerigheid leiden, wanneer wij den verderen loop van dezen oorlog, die Builschland op eene gruwelijke wijze verwoestte, in zijne bijzonderheden wilden nagaan; het is voor een algemeen overzicht voldoende, nog eenige hoofdgebeurtenissen uit dit laatste tijdvak te vermelden.

In het jaar 1G37 stierf keizer Fkkdinand H, en werd, zoowel in zijne Oostenrijksche staten als op den keizerstroon van Ihdlschland, door zijnen zoon Ferdinand HI opgevolgd, die de staatkunde van zijnen vader, hoewel met minder veerkracht, voortzette.

-ocr page 103-

91

In IG-iO stierf de Keurvorst van Brandenburg, die steeds een tegenstander of een zwak bondgenoot van de /weden was geweest, terwijl /.ijn zoon en opvolger Piiedekik Willem, die later te recht den naam van den Grooten Keurvorst verwierf, zich geheel aan do Zweedsche zijde schaarde.

In 1643 mengde Christiaan IV van Denemarken zich weder in den strijd. Hij was naijverig op do toenemende macht van Zweden, en meende gebruik te kunnen maken van de omstandigheden om, schijnbaar tot herstel van den vrede, tusschen de twee partijen op te treden, en 7,iju aanzien ten koste der Zweden te verhoogen. Oxenstierna, die deze plannen doorzag, gelastte den generaal Toustenson, een inval in Jutland te doen. Het geheele vasteland van Denemarken werd door dezen in korten tijd veroverd, en cimistiaax IV in 1645 tot een nadeeligen vrede gedwongen, welke tot stand kwam onder bemiddeling der Nederlanders, die eene vloot ter ondersteuning der Zweden naar de Oostzee hadden gezonden.

Eeeds in het jaar 1643 waren te Osnabrug tusschen den Keizer en de Zweden, en te Munster tusschen den Keizer en Frankrijk, vredesonderhandelingen begonnen, maar de afwisselende loop der gebeurtenissen en de vele en zeer ingewikkelde belangen, die in overeenstemming moesten gebracht worden, waren de voornaamste redenen van den langen duur der beraadslagingen. Eindelijk kwam, in het najaar van 1648, de vrede tusschen den Keizer aan de eene zijde, en de Zweden, de Protestantsche rijksvorsten en de Franschen aan do andere zijde tot stand, en werd den 24sten October te Munster ge-teekend. Alleen Frankrijk en Spanje- konden onderling niet tot eene overeenkomst komen, en bleven den oorlog voortzetten.

Deze zoogenaamde Westfaalsehe of Munstersche vrede bracht groote veranderingen in de verdeeling van het grondgebied van het üuitsche rijk teweeg, zoowel door het bevestigen van veroveringen, door onderscheidene vorsten gedurende den loop van den oorlog gemaakt, als door het toekennen van schadeloosstellingen aan hen, die daarbij grondgebied verloren hadden. Om dit laatste te kunnen doen, werden verschillende geestelijke landen, als aartsbisdommen, bisdommen, abdijen enz., waar derhalve geene erfelijke opvolging bestond, tot wereldlijke landen gemaakt, of zooals men het noemde, geseculariseerd, en aan de onderscheidene vorsten, wien men eene vermeerdering van land wilde toekennen, als erfelijk grondgebied geschonken.

-ocr page 104-

92

Zweden verkreeg Voor-Pommeren, een gedeelte vim Achtcr-Pomme-ren, waarvan het overige aan den Keurvorst van Brandenburg werd gegeven, en een aanzienlijk grondgebied tussohen den Wezer en de Elbe, dat vroeger de bisdommen Bremen en Verden had uit-gemaakt. Het had daardoor vasten voet in Duitschland en een belangrijk gedeelte van de zuidkust der Oostzee verworven.

Do Elzas, eene bezitting van het Oostenrijksche huis, werd aan Frankrijk afgestaan, met uitzondering van eenige steden, die niet aan Oostenrijk, maar onmiddellijk tot het Duitsche rijk behoorden, en waarvan Straatsburg de gewichtigste was. Ook behield Frankrijk de steden Metz, Tuut en Verdun, die omtrent eene eeuw te voren in het bezit van Hkndrik II waren gekomen (bl. 38), en waarop hot Duitsche rijk nog altijd zijn recht had doen gelden.

De ongelukkige keurvorst Predbiuk van de Palts was reeds in 1()32, elf dagen na Gustaaf Adolf, gestorven; zijn zoon Ka kei. Lodfwi.ik kreeg bij den Westfaalsclien vrede de Neder- Palts en de waardigheid van keurvorst terug. Maximiliaan van Beieren behield de Opper-Palts en de waardigheid van keurvorst, die hem reeds vroeger geschonken was (bl. 77), zoodat het Duitsche rijk nu acht keurvorstendommen telde.

Eindelijk werden Zwitserland en do Nederlanden voor geheel van het Duitsche rijk onafhankelijke landen verklaard.

Met betrekking tot don godsdienst word gelijkheid van rechten aan do belijders van de Katholieke, de Luthersche en Gereformeerde gezindheden toegestaan.

Te gelijker tijd werd ten opzichte van de verhouding der rijks-vorston en der steden tot den koizor bepaald, dat zij allen stem zouden hebben op don Rijksdag, zonder welks inwilliging de keizer in het vervolg geeno wetten mocht uitvaardigen, geen oorlog voeren en goene belastingen uitschrijven. Eigenlijk was dus liet Duitsche rijk inderdaad niet moor dan oen bondgenootschap van ruim driehonderd onderling onafhankelijke loden, onder een beperkt opperhoofd, en was, voor het vervolg, van eene krachtige samenwerking weinig of niets te verwachten, te meer daar aan de rijksvorsten het recht word toegekend om, hetzij onderling, hetzij mot vreemde mogendhoden, verbonden te sluiten, mits deze niet tegen het Kijk waren gericht.

g 33. Engeland van de troonsbeklimming van Karei I tot aan zijnen dood.

Engeland had, zooals uit do voorgaande paragraaf gebleken is,

-ocr page 105-

93

zich niet in den dertigjarigen oorlog gemengd, niettegenstaande Frbderik van cle Palts, toen hij de kroon van Bohetnen aanvaardde, op de hulp van zijn schoonvader koning Jakobus I, gerekend had (bl. 75). Eerst in het laatste jaar zijner regeering (1624) had deze den oorlog aan Spanje en aan den Keizer verklaard (bl. 69).

Zijn opvolger, Kabel 1, was niet in staat, zijnen zwager en de Protestanten in Duüschland te ondersteunen, daar eene reeks van binnenlandsche onlusten, die hem eindelijk de kroon en het leven kostten, hem daarin verhinderden. Ook hij was evenals zijn vader van meening, dat het koninklijk gezag onbeperkt moest zijn en blijven, en dat de rechten des volks slechts uitvloeisels waren van de genade des konings, die ze kon intrekken wanneer hij dit noodzakelijk oordeelde. Het Parlement daarentegen bleef met te meer kracht die rechten voorstaan, naarmate de Koning ze minder eerbiedigde. Buitendien was er nog eene reden van godsdienstigen aard, welke de spanning tusschen den Koning en het volk vermeerderde. In de laatste jaren was in Engeland liet aantal der Puriteinen (bl. 64) zeer toegenomen, wier ver gedreven Gereformeerde begrippen hen afkeerig maakten van de An-glikaansche of Bisschoppelijke Kerk, die, zooals vroeger gezegd is, tot godsdienst van den Staat was aangenomen, en den Koning, ook in kerkelijke aangelegenheden, als haar hoofd erkende. Ook hier vermengden zich derhalve de staatkundige met de godsdienstige geschillen, en de Puriteinen, die aan de regeering geen gezag in zaken van godsdienst wilden toekennen, waren dus reeds daarom vijandig gezind, terwijl de willekeur, waarmede Kabel in het bestuur des lands te werk ging, hun tegenstand nog meer opwekte. Zoo ontstond er eene den Koning vijandige partij, die weldra de meerderheid had in het Parlement, en van de geldverlegenheid, waarin hij zich ten gevolge van den oorlog met Spanje bevond, gebruik maakte om op het bevestigen dei-oude rechten en het verkrijgen van nieuwe aan te dringen. Drie malen riep de Koning in de vier eerste jaren zijner regeering het Parlement bijeen, omdat hij tot het opleggen der noodige belastingen do toestemming van de afgevaardigden dos volks behoefde, doch even zoovele malen ontbond hij het weder, omdat het zich niet naar zijnen wil wilde voegen. Toen besloot hij zonder Parlement te regeeren, en oefende elf jaren lang (van 1629 tot 1640) het koninklijk gezag zonder eenige beperking uit.

Ondersteund door zijnen bekwamen en eerzuchtigen minister Thomas Wkntwouth, dien hij eenigen tijd later tot graaf van

-ocr page 106-

94

Strafford verhief, schreef hij nu drukkende en willekeurige belastingen uit, en trachtte op allerlei onwettige wijzen geld te verkrijgen. Met Spanje werd uit geldgebrek vrede gesloten (1630), zonder dat de belangen van Fkedemk van do Palts eenigszins behartigd werden, en om dezelfde reden verzoende de Koning zich ook met Frankrijk, met hetwelk hij zich eenige jaren geleden onbezonnen in een oorlog gewikkeld had om de Hugenoten in La Rochelle bij te staan (lil. 85), hetgeen evenwel, ten gevolge van de onbekwaamheid van den bevelhebber, die met de onderneming was belast, tot niets had geleid. Engeland had nu al zijnen invloed op het vasteland, die onder de krachtige regeering van Elizadeth zoo groot was geweest, geheel verloren.

De ontevredenheid des volks nam intusschen voortdurend toe, en kreeg nieuw voedsel door de onverdraagzaamheid, waarmede de Koning ook op godsdienstig gebied zijn gezag deed gelden, en die eindelijk eene uitbarsting teweegbracht. In het jaar 1(537 namelijk besloot hij de Anglikaansche kerkgebruiken ook in Schotland in te voeren, waar, zooals vroeger (bl. 64) gezegd is, de Puriteinsche godsdienst de heerschende was. ])e Schotten kwamen daardoor in het volgende jaar in opstand, vernieuwden een daar te lande reeds vroeger bestaan hebbend verbond, het Covenant genoemd, dat ten doel had hunne rechten en vrijheden te beschermen, en grepen te gelijker tijd naar do wapenen, om hunnen godsdienst te handhaven. Uit gebrek aan geld knoopte Kabel I in den beginne onderhandelingen met hen aan, maar toen deze zonder gevolg bleven, besloot hij zijne toevlucht tot geweld te nemen. Daardoor was hij na lang weifelen genoodzaakt in 1640 weder een Parlement bijeen te roepon, doch toen dat terstond, en nu met dubbelen nadruk, de oude bezwaren herhaalde, ontbond de Koning het zes weken daarna, en deed verscheidene der stoutste sprekers in de gevangenis werpen. Door zijne ministers, hovelingen en de hooge Anglikaansche geestelijkheid met geld ondersteund, bracht hij troepen op de been, en begon daarmede den oorlog tegen de Schollen, doch werd geslagen en tot een wapenstilstand genoodzaakt.

Eene nieuwe bijeenroeping van het Parlement was nu onvermijdelijk geworden, en den 3den November van datzelfde jaar (1640) werd de vergadering geopend, die in de geschiedenis onder den naam van het Lange Parlement bekend is geworden.

Het begon dadelijk met op krachtige wijze de herstelling dei-gekrenkte rechten te vorderen, en toen de Koning, door de omstandigheden gedwongen, toegaf, werd het voortdurend stou-

-ocr page 107-

95

tei- in zijne eischen. Sïakfoud werd van hoogverraad beschuldigd, en verloor, in weerwil van de pogingen, welke Kauel I aanwendde om hem te redden, het loven op het schavot (1641). Kort daarna werd de Koning genoodzaakt eene wet. te bekrachtigen, volgens welke de volksvertegenwoordiging zonder hare eigene toestemming niet konde ontbonden worden. Voortdurend namen nu do eischen van het Parlement toe, terwijl te gelijker, tijd hot volk in beweging kwam, zoodat de Koning zich te Londen niet meer veilig achtte en naar York vertrok. Eone verzoening was nu zoo goed als onmogelijk geworden: aan den oenen kant vertrouwde men den Koning niet, ook wanneer hij voel inwilligde van hetgeen het volk verlangde, en aan den anderen kant vormde zich langzamerhand eene overwegende partij in het Parlement, welke zich die der Independoiten noemde, geen gezag hoegenaamd in kerkelijke zaken erkende, en meer en meer streefde naar het afschaften van de koninklijke waardigheid en het instellen van oen republikeinschen regeeringsvorm.

Het kwam eindelijk in 1G42 tot een openbaren oorlog. Do Koning riep zijne aanhangers te wapen, en het Parlement bracht een lecer op de been, dat zich met do Schotsche troepen ver-eenigde. Onderscheiden gevechten werden geleverd, waarin aanvankelijk het koninklijke leger eenige voordooien behaalde tot het in 1644 bij Marstonmoor en in 1645 bij Naseby volkomen geslagen werd.

Die overwinningen hadden de Puriteinen hoofdzakelijk te danken aan het beleid van Olivier Orojiwell, een hunner hevigste ijveraars, die zich weldra ook in het Parlement, waarvan hij lid was, op den voorgrond plaatste. Sluw en dweepziek, met uitstekende eigenschappon als staatsman en als veldheer begaafd, wist hij door zijne geslepenheid zoowel als door den schijn van groote vroomheid, een onbeperkten invloed op de Indcpcndcnlen te verwerven, en met hen do meer gematigde Puriteinen te bo-heerschen, zoodat hij langzamerhand met do hevigste dwepers de overhand in het Parlement verkreeg.

Eindelijk geraakte de Koning door den herhaalden tegenspoed zijner wapenen in zulk een neteligen toestand, dat hij het besluit nam naar het leger der Schollen te vluchten, en zich toe te vertrouwen aan de edelmoedigheid van liet volk, waarover zijne voorvaderen zoovele eeuwen hadden geregeerd (1646). Die hoop werd verijdeld. Door dwepende predikers aangespoord, behandelden de Schotten hem als een gevangene, en toen het Engelsche Parlement zijne uitlevering eischte, en die vordering desnoods met do

-ocr page 108-

96

wapenen dreigde door te zetten, gaven zij hem aan zijne vijanden over, en ontvingen eene som van 400 000 pond sterling, waarop zij hunne troepen afdankten (Januari 1647).

Intusschen was de invloed van het Engelsche leger, dat hoofdzakelijk uit In depend enten bestond, door de gebeurtenissen van den laatsten tijd, welke bijna alle door geweld van wapenen beslist waren, zeer toegen.nnen; op steeds hooger toon vorderde het, dat de volksvertegenwoordiging, die voor het grootste gedeelte uit mjaer gematigde Puriteinen was samengesteld, zich naar zijnen wil zou voegen, en stond eindelijk vijandelijk tegenover het Parlement. In het geheim aangezet door Ckomwbll, die daarentegen in het Parlement op de meest huichelachtige wijze de rol van bemiddelaar en vredemaker speelde, dedon de soldaten steeds hooger klimmende, willekeurige eischen, en rukten eindelijk Londen binnen na zich met geweld van den Koning te hebben meester gemaakt, omdat zij vreesden, dat de Puriteinen zich met dezen zouden vereenigen om hen te bestrijden (Augustus 1647).

Kort daarna wist Kakel I uit zijne gevangenis naar het eiland Wight te ontvluchten, en knoopte van daar herhaalde doch vruchtelooze onderhandelingen met het Parlement aan, terwijl zijne aanhangers in het noorden van het rijk een gewapenden opstand hadden weten te bewerken, die evenwel door Chomwelt. aan het hoofd der Parlementstroepen met geweld werd onderdrukt (Aug. 1648). Daarmede was Kakels lot beslist. Het teruggekeerde leger nam hem opnieuw gevangen, en vorderde luide zijne terechtstelling en de invoering van eene republikeinsche regeering. Het parlementsgebouw word door eenige regimenten omsingeld, en alle leden, behalve een zestigtal der hevigste Independenten, daaruit gejaagd (6 Dec. 1648). Den volgenden dag kwam CitOMWKLL, die nu het masker afwierp, in Londen aan, keurde de zoogenaamde ^Zuivering van hel Parlement\'\' goed, en verkreeg een overheerschenden invloed in het overblijvende gedeelte van dit staatslichaam, dat zich de rechtmatige vertegenwoordiging van het volk noemde en in de geschiedenis den naam van het Romp-Parlement verkregen heeft. Kort daarna werd er een buitengewoon gerechtshof benoemd om den Koning te vonnissen ; hij werd ter dood veroordeeld, en op den SOsten Januari 1649 in het openbaar onthoofd. De koninklijke waardigheid werd afgeschaft, en Engeland tot eene republiek verklaard; het llornp-Parlement, waarvan het aantal leden tot 150 werd vermeerderd, aanvaardde dc hoogste macht, en droeg het uit-

-ocr page 109-

97

voerend bswind op aan een staatsraad, waarin CnoiiwKi.i, weldra den grootsten invloed uitoefende.

§ 34. De Nederlanden en Spanje van het einde van het Twaalf jar if/ Bestand tot aan den Westfaatschen vrede.

Na het eindigen van het twaalfjarig bestand (1)1. 71) werd de oorlog in 1021 hervat, doch zonder beslissende uitkomst. Bergen op Zoom, iu 1022 door den Spaanschen veldheer Spinola belegerd, werd met behulp van de troepen, die de Graaf van Mansfeld en de Hertog van Brunswijk uit Duilscldand herwaarts voerden (bl. 77), door l\'rins Mauhits ontzet.

Toen deze drie jaren later gestorven was, werd hij in het opperbevel over het leger door zijnen voortreffelijke!! broeder Pbk-dkrik Hendiuk opgevolgd, die den oorlog met uitsteken le bekwaamheid voortzette. Een aantal gewichtige vestingen werden door hem op do Spanjaarden veroverd, en in het jaar 1629 werd, vooral door de kloeke medewerking van do burgerij, die tot verdediging van het vaderland te wapen snelde, een aanval afgeslagen, welke door een leger van den Keizer van Üuilschland op het grondgebied dei- Republiek gedaan werd. Die aanval geschiedde kort nadat de Keizer, door zijne zegepraal over den koning van Denemarken, zijne vijanden tijdelijk tot onderwerping gebracht had (bl. 80). Later hadden ook de gebeurtenissen van den Dertigjarigen oorlog grooten invloed op de Republiek der Vereenig de Nederlanden, die steeds meer in aanzien kwam in Europa, en voortdurend grooter invloed verkreeg, zoowel door de veerkracht van het volk als door het beleid van zijne bestuurders, die in bun midden mannen telden, welke tot de grootste stautkundigen van hunnen tijd werden gerekend.

In 1035 sloten de Staten, zooals boven gezegd is (bl. 90), een verbond met Frankrijk, gedeeltelijk in de hoop, dat met gemeenquot; schappelijke krachten de Zuidelijke Nederlanden aan iS^coye zouden kunnen ontrukt worden, welk plan verijdeld werd, zoowel dooi\' de verstandige leiding van den Spaanschen landvoogd Fuuuinand, den broeder van koning Philips IV, als door de geringe medewerking der Fransche troepen. Het voordeel van den oorlog bleef •■(.■hter bestendig aan de zijde der Staten, zoodat zjj bij de vredesonderhandelingen te Munster krachtig voor hunne rechten konden optreden. In 1G40 hadden zij hunne afgevaardigden der-H. \'7

-ocr page 110-

98

waarts gezonden, en hoewel liet verdrag met Frankrijk do be-paling inliield, dat geene der beide partijen afzonderlijk vrede zou sluiten, oordeelden de Staten dat zij, bij de halsstarrige weigering van dat rijk, om zieh op billijke voorwaarden met Piiilu\'S IV te verstaan, de welvaart van het land niet in de waagschaal mochten stellen, om de staatkunde van hunnen bondgenoot tegen het geheel in verval geraakte Spanje te dienen. In 1648 werd de vrede te Munster gesloten, omtrent een jaar nadat Pkedkhik Hkxduik gestorven en door zijn zoon Willem 11 in zijne verschillende waardigheden opgevolgd was.

De Republiek was op dat oogenblik, in weerwil van het kleine grondgebied, dat zij in Europa bezat, een der meest invloedrijke staten van dat werelddeel, en door hare uitgebreide koloniën en belangrijke scheepvaart de eerste handelsmogendheid dei-wereld.

In denzelfden tijd, dat de Republiek der Zeven Verecnigde Provinciën voortdurend in bloei en luister toenam, zonk Spanje steeds dieper. De oorlog in de Nederlanden, in Frankrijk en in Duitschland verslond onnoemelijke schatten; drukkende belastingen vernielden de laatste sporen van vroegere welvaart; handel, landbouw en nijverheid kwijnden, en het slechte bestuur van de gunstelingen des zwakken konings Piimes IV verwekte eene algemeene ontevredenheid, die eindelijk in IMO in Catatonic tot een opstand en een binnenlandschen oorlog leidde, welke twaalf jaren duurde.

In hetzelfde jaar maakte zich ook Portugal weder vrij van de Spaansche overheersching, en riep den Hertog Joiiax van Braganza, een afstammeling van Kathaiuna van Braganza (bi. 55), als Jou an IA\' tot koning uit. Het maehtelooze Spanje was niet tot de herovering in staat.

In Napels, dat evenzeer door zware belastingen gedrukt en door een slecht bestuur ten gronde gericht werd, kwam in het jaar 1647 het volk, onder de leiding van een armen visscher, Thomas Aniello, gewoonlijk Masamello genoemd, in opstand, en hield zeven maanden lang den strijd tegen de Spanjaarden vol. die eindelijk in 1648, deels door toegevendheid deels door geweld, er in slaagden de rust te herstellen.

§ 35. Overxicht van den locstatui van Europa tijdens hrt sluiten van, dett Wcstfaalschen vrede.

De onderscheidene gebeurtenissen, welke in de vorige para-

-ocr page 111-

99

graten vermeld zijn, hadden, zooals gebleken is, hier en daar groote wijzigingen in den toestand van landen en volken teweeggebracht, en het is daarom tot juister begrip van hetgeen volgen zal, noodzakelijk, na te gaan, hoedanig die toestand was in het jaar 1H48, bij het einde van het tijdperk, dat in deze Afdeeling is behandeld geworden. Het is van veel belang, zich daarbij te herinneren, hoe die toestand in 1492, bij liet begin van dit tijdperk, was.

Hel Iberische Schiereiland, dat bij het einde der middeleeuwen nog uit vijf staten, Castilic, Arragon, Portugal, Spa a n sch • Navarre en Granada bestond, telde er nu slechts twee; Spanje en Portugal.

Het huwelijk van Fioklunaxd en Isabella had den grond gelegd tot de vereeniging van Arragon en Castilië, waarbij Perdinaki) in 1499 (Ir aim da (bl. 3), en in 1515 Spaansch-Navarre (hl. 14) voegde, welke hij beide door geweld van wapenen in bezit had genomen. Uit de vereeniging der vier rijken was het koninkrijk Spanje ontstaan, waarover in 1648 de zwakke koning Philips IV regeerde, en dat, in weerwil van de schatten, welke het uit zijne uitgebreide koloniën, vooral uit Amerika, ontving, in geheel machteloozen toestand verkeerde.

Poriugal, door de Spaansche overheersching, die zestig jaren geduurd had (1580—1640), geheel verzwakt, en door de Vereenigde Nederlanden van zijnen aanzienlijken handel en zijne voornaamste koloniën beroofd, was sedert acht jaren weder een onafhankelijk koninkrijk onder •Tonan IV, uit het huis van Jlragama. Met de Nederlanders had het in 1641, terstond na de afschudding van het Spaansche juk, een wapenstilstand voor den tijd van tien jaren gesloten.

Buiten hel Iberische Schiereiland regeerde do Spaansche koning over Napels. Sardinië en Sieilië, die door Peudinand den Katholieke waren veroverd (bl. 14); over de Zuidelijke of Spaansche Nederlanden, die, evenals bet graafschap Franehe Comté, door Piiilii\'.s den Sehoone, als erfgoed zijner moeder Mak ia van llour-gondië (zie I deel, bl. j 128) aan de Spaansche kroon waren gebracht, en die bij den Westfaalschen vrede aan den koning van Spanje waren gebleven, en over het hertogdom Milaan, waarmede Kabel V, als keizer van Didtschland. in 1545 zijnen zoon Philips II had beleend (bl. -35).

Italië had sedert de middeleeuwen insgelijks vele veranderingen

-ocr page 112-

100

ondergaan, waarvan evenwel slechts ile voornaamste in het voor gaand overzicht vermeld /ijn. Behalve dp aan Spanje onderworpen staten, telde men er in 1(!48:

De republiek Venetië, nog altijd de rijkste en machtigste Ita-liaansche mogendheid, hoewel haar wereldhandel, ten gevolge yan het vinden van den weg naar In die om de kaap dc Goede Hoop, en het ontdekken van Amerika. zeer gedaald was.

Het hertogdom Savoye, waartoe Piëmonl en Nizza behoorden.

De republiek Genua, welk grondgebied vroeger tot Milaan had behoord, en die in 1528 door Andkkas Dotita tot een vrij ge-meenebest was gemaakt (bl. 25). Het eiland Goraika behoorde tot haar gebied.

Het hertogdom Panna, dat eveneens bij het einde der middeleeuwen tot Milaan behoorde, was later aan den Kerkelijken Staat gekomen, en in 1545 door den Paus tot een erfelijk hertogdom gemaakt, onder bewind van het geslacht van Pauxesk. De kleinzoon van den eersten hertog was Alkxamwh Faünrsk. die zich in het laatst der 16de eeuw in de Nederlanden en Frankrijk grooten krijgsroem verwierf.

Het groothertogdom Toscane, vroeger de republiek Florence, waar het geslacht der Medici zich in 1530, met hulp van keizer Kakel V, van het eenhoofdig bestuur had meester gemaakt (bl. 25).

De Kerkelijke Slaat, waartoe, behalve het gebied in Midden-Italië, ook nog Aviynon en liet zoogenaamde Gomtal Venaissin in het zuidoosten van Frankrijk gelegen, behoorde.

Het hertogdom Modena, onder het huis van Kale.

De republiek Lucca.

Over het algemeen was de staatkundige beteekenis van al die landen, met betrekking tot het overige Europa, reeds in dez entijd en ook in het vervolg, van zeer weinig belang.

Frankrijk had sedert de middeleeuwen in alle opzichten veel gewonnen. In de eerste plaats was het grondgebied des rijks vermeerderd met Beam en het ten noorden van de Pyreneën gelegen gedeelte van Navarre, het erHand van koning Hendrik IV, die het aan de Pransche kroon bracht, verder met de bisdommen Melz, Toul en Verdun, in 1552 aan het Duitsche rijk ontnomen (bl. 38), en evenals de Elzas, die in den Dertigjarigen oorlog veroverd was (bl. 92), bij den Weslfaalschen vrede aan Frankrijk afgestaan. Galais, de eenige stad, die de F.ncjelschen nog van al hunne vroegere bezittingen in Frankrijk hadden overge-

-ocr page 113-

101

houden, was in 1558 veroverd (bl. 42), en sedert dien tijd aan laatstgenoemd rijk gebleven.

Zijne grootste kracht had Frankrijk evenwel te danken aan de maatregelen van Rioiikliku, die eenheid in het bestuur had gebracht, den tegenstand van den hoogen adel tegen de kroon had vernietigd, hel koninklijk gezag op hechte grondslagen had gevestigd, den invloed op het buitenland aanzienlijk had vermeerderd, en op het voetspoor van Sully, den grooten minister van Hen-luuK IV. de binnenlandsche welvaart had bevorderd. Frankrijk was oi) dat tijdstip de machtigste staat van Europa,

Ene/eland was, vooral gedurende de luisterrijke regeering van Em/abktii, zeer in macht en aanzien toegenomen, en na haren dood, bij de troonsbeklimming van Jacobus I, onder éénen schep-ter gekomen met Schotland, hoewel de beide koninkrijken niet met elkander waren vereenigd. De vrijheidszin der Engelsche natie had haar tot handhaving harer rechten in verzet doen komen togen koning Kaiiet, I, die zich van een onbeperkt gezag wilde meester maken, hetgeen, zooals wij gezien hebben, tot een opstand leidde, die den Koning het leven kostte, en Engeland tot eene republiek maakte. In de laatste jaren van hot vorige tijdperk had de overdreven partij der Independenten de overhand over het meer bezadigde gedeelte des volks verkregen, en had zich eene soldaten-heerschappij onder CiumwuLi, gevestigd, die het Parlement beheerschte, waardoor een jammerlijke toestand van regeering-loosheid in het leven was geroepen.

Ierland, altijd als wingewest behandeld, en met haat bezield tegen Engeland, stond steeds vijandig tegenover de verdrukkers van /.jjne vrijheid en van zijnen godsdienst.

Het Duilschc rijk was, ten gevolge van de langdurige verwoestende oorlogen van het vorige tijdperk, zeer verzwakt. De tien kreitsen, waarin Maximiliaan I het rijk verdeeld had (bl. 19), waren met één verminderd, daar de Nederlanden, die een dier kreitsen uitmaakten, bij den Westfaalschen vrede onafhankelijk verklaard waren. Het aantal keurvorsten, in 1356 op zeven bepaald (I deel, hl. 195), was met één vermeerderd door het ver-leenen van de keurvorstelijke waardigheid aan den hertog van Beieren (bl. 77). De machtigste der Keurvorsten was die van Brandenburg, Frederik Willem, de Gr ode Keurvorst bijgenaamd, die ook het bewind voerde in het hertogdom Pruisen, dat een leen was van Polen.

-ocr page 114-

102

De, keizerlijke waardigheid was zoo o-oed als erfelijk geworden in het geslacht van Hdbshurg. De vorsten uit dat Huis, wier grondgebied bij het einde der middeleeuwen van weinig be-teekenis was, hadden hunne heerschappij sedert dien tijd aanzienlijk uitgebreid. Behalve in hun stamland, het aartshertogdom Oostenrijk, regeerden zij als erfelijk vorst in Tyrol, Stiermarken, Karinlhië en Kr a in, en in het koninkrijk Dohemen. Hongarije wan een kiesrijk gebleven, waar tijdens het sluiten van den Westfaal-schen vrede, keizer Pehdinand [II den titel van koning droeg, ofschoon hij slechts in een gedeelte het bewind voerde; het overige was aan den sultan van Turkije en aan den vorst van Zevenbergen onderworpen.

Zwitserland, in 1048 voor een vrij geineenebest verklaard, bestond uit 13 met elkander verbondene kantons.

De Republiek der Vereenigde Nederlanden bestond uit 7 souve-reine provinciën en de Generaliteitslanden. In iedere provincie voerden de gewestelijke Staten, en over de geheele Unie als mogendheid, de Algemeene Staten bet bewind. In lti47 was aan Prins Willem II van Oranje de waardigheid van stadhouder opgedragen in allo provinciën, behalve in Friesland, waar zijn neef, Willem Predebik van Nassau, stadhouder was.

De drie Noordsche rijken, bij het einde der middeleeuwen nog te zamen vereenigd, waren in het begin der zestiende eeuw gescheiden, en verdeeld in twee rijken: Zweden en Denemarken met Noorwegen.

Zweden, aanvankelijk weinig beteekenend, had zich in de laatste jaren van het vorige tijdperk tot de machtigste mogendheid van het Noorden verheven. Het Zweedsche rijk strekte zich uit over de tegenwoordig aan Rusland behoorende kustlanden aan den oostelijken oever der Oostzee, van het noordelijkste gedeelte af tot aan de stad Riga; bovendien had het bij den Westfaalschen vrede een aanzienlijk grondgebied in het noorden van Duitschland verkregen (bl. 92). De oorlog met Polen was, zooals vroeger gezegd is, in 1029 afgebroken door een wapenstilstand, die in 1035 voor den tijd van 20 jaren verlengd werd (bl. 90).

Denemarken, waartoe Noorwegen, de Far-ör, IJsland en Groenland behoorden, was uitgeput door de gevoerde oorlogen. In 1048 was Prederik III, bij den dood van zijnen vader Ciiristiaan IV. tot koning verkozen.

Het koninkrijk of de republiek Polen (I deel, bl. 222) had nog wel steeds een uitgebreid grondgebied, maar de gebrekkige

-ocr page 115-

103

staatsregeling en de aanmatigingen van den woelzieken adel, waardoor de koning in al zijne handelingen belemmerd werd, maakten het rijk voortdurend krachteloozer. Sigismünp Was a was in 1(182 overleden en door zijn broeder Wladislaus opgevolgd, na wiens dood in ltj-18, zijn jongere broeder Jojian (Jasimih Wasa, door de keuze van den adel aan de regeering was gekomen.

Rusland had het meest van alle Europeesche staten aan uitgestrektheid ■ gewonnen, en wel voornamelijk in Azië, waar het de Tartaarsche rijken van Kasan, Astrakan en Siberië (bl. 74) aan zich onderworpen had. Echter reikte het in 1648 noch aan de Zwarte- noch aan de Oostzee, en was bij de meeste rijken van Europa nog zeer verre in beschaving ten achteren. De toen re-geerende czar Alkxei legde zich met ijver op de verbetering vau \'len inwendigen toestand zijns rijks toe.

Het Turksche rijk was eveneens bij het einde van dit tijdperk veel grooter dan bij het begin. In Azië had het zijn gebied uitgebreid tot over den Tigris. In Europa had het een gedeelte van Hongarije veroverd (bl. \'34), de opperhoogheid over Zevenbergen verkregen, en strekte het zich in 1048 ongeveer uit over het grondgebied, hetwelk het tegenwoordige Turkije en het koninkrijk Griekenland uitmaakt. In Afrika was Egypte aan den Sultan onderworpen, en erkenden Tripoli, Tunis en Algiers zijn oppergezag.

Het gevaar, hetwelk Europa in vroegere eeuwen onophoudelijk van de zijde der Turken dreigde, was, wel is waar, niet geheel verdwenen, maar toch zeer verminderd. Voortdurende binnen-landsche onlusten, de slechte regeering van verscheidene zwakke en verwijfde sultans, en herhaalde oorlogen met Perzië hadden de vroegere kracht grootendeels vernietigd.

Van veel gewicht voor Europa waren de koloniën, welke verscheidene staten gedurende het hiervoren behandelde tijdperk in de andere werelddeelen gesticht hadden. Eene uitvoerige geschiedenis van hare vestiging en uitbreiding zou in deze beknopte handleiding misplaatst zijn, en wij kunnen dus slechts het belangrijkste in hoofdtrekken mededeelen, en tevens aangeven, welke de toestand was van de volkplantingen dei- voornaamste Europeesche staten bij het sluiten van den Westfaalschen vrede.

De Republiek der Vereenigde Nederlanden was in het bezit van de uitgebreidste koloniën; de ontdekkingsreizen en veroveringen, die haar in dat bezit, gebracht hadden, worden meer bijzonder

-ocr page 116-

104

iu de geschiedenis des vaderlands behandeld. In 1(548 was de Oost Indische Compagnie de eerste handelsmogendheid der aarde. Hare bezittingen in Azié, die Batavia tot hoofdplaats hadden, breidden zich uit over de Moluksche eilanden, op de kusten van Voor-In die, op het schiereiland Malakka, op Ceylon en op Formosa, terwijl /.ij op hot Japansche eiland Decima eene factorij had.

De Westindische maatschappij, die in 1(521 was opgericht, had zich in 1(530 in Brazilië gevestigd, en binnen (5 jaren een groot gedeelte van dat land op de Porluycezm veroverd. Later was die gewichtige bezitting door de verkeerde en weinig krachtige maatregelen van het bestuur bijna geheel verloren gegaan, zoodat In 1()48 nog slechts drie torten aan de Nederlanders onderworpen waren. Verder bezat de maatschappij liet eiland Curasao, dat in 1(534 op de Spanjaarden was veroverd,

In iSoord-Amerika waren reeds in 1(540 door eenige Holland-sche kooplieden volkplantingen aangelegd aan den mond der Hudson-riviev. Deze landstreken, weldra Nieuw-Nederland genoemd, werden later overgenomen en verder uitgebreid door de Westindische maatschappij, die er de stad Nieuw-Amsterdam stichtte, welke tegenwoordig den naam van New-York draagt.

De Engelsehen begonnen reeds in het laatst der 15de eeuw ontdekkingsreizen te ondernemen, die zich vooral naar het noorden richtten. Later legden zij langs de oostkust van Noord-Amerika onderscheidene volkplantingen aan, als in Virginia (IfiOT). en in het tegenwoordige Maine (de noordoostelijkste der Ver-cenigde Staten) (1620). De laatste kolonie kreeg den naam van Nieuw-Engeland, en werd voornamelijk door Puriteinen bevolkt, die daar de vrijheid van godsdienst zochten, welke hun in hun vaderland geweigerd werd. Zij erkenden wel den koning van Engeland voor hun opperheer, maar kozen verder hun eigen bestuur. Virginia daarentegen, hoewel door eene maatschappij van kooplieden aangelegd, werd spoedig een eigendom van de kroon, en geregeerd door een Raad, die door den Koning werd benoemd. Onder Kakel I kwam deze volkplanting tot grooten bloei, en weigerde bij den dood des Konings de republikeinsche regeering te erkennen.

Met minder goed gevolg trachtten de Engelsehen zich ook in Oost-Jndiè te vestigen. In 1600 werd door eenige kooplieden te Londen eene Oostindiselie Compagnie opgericht, die in Azië op verscheidene punten van het vasteland en op de eilanden factorijen aanlegde en kantoren stichtte, welker uitbreiding evenwel dooiden naijver der Nederlanders belemmerd werd. Zij gin» dan ooi:

-ocr page 117-

105

limgzumerhand achteruit, on was in lij48 haren ondergang nabij.

De Fransche» trachtten zich ook reeds in de Itide eeuw in Noord-Amerika te vestigen, doch hunne pogingen mislukten aanvankelijk. Eerst in het begin der 17de eeuw kregen zij vasten voet in Kanada en in het tegenwoordige Nieuw-Schollami, en gaven aan hunne volkplantingen, die echter van weinig belang waren, den naam van Niemv- Fr a n h gt;■ j k.

Eindelijk stichtten ook de /weden in 1634 eene volkplanting, JSipuiv-Zweden genaamd, aan den mond der Delaware.

In 1(548 vond men dus langs de oostkust van Noord-Amerika. van het noorden naar het zuiden, de volgende koloniën : In het tegenwoordige Kanada de kolonie Nieuw-Frankrjk; daarop volgde zuidwaarts, in den tegenwoordigen staat Maine, Nieuw-l\'hgeland; aan de oevers der //wrfson-fivier kig Nieuw-Nederland-, ton zuiden daarvan, aan do Delaware, do kolonie Nieuw-Zweden, en eindelijk-de Engelsche kolonie Virginia.

Do Spanjaarden bezaten nog aanzienlijke volkplantingen, vooral in de Nieuwe Wereld, waar do Groote Antillen, Mexico en bijna geheel Zuid-Amerika, met uitzondering van Palagonië en Brazilië, tot hun gebied behoorden. In Azië waren zij in het bezit van de Manillen.

Brazilië behoorde, behalve drie sterkten aan de kust, die de Nederlanders nog bezet hielden, aan Portugal, hetwelk eveneens in het bezit was van do Azorisehe eilanden, Madera met Porto-Santo, de Kaap ver dische- on Guinea-eilanden, in Afrika, on van eenige eilanden en sterkten in don Oostindischen Archipel en op de kust van Voor-lndië. De vroegere grootheid der Portugeezon als koloniale mogendheid was evenwel verdwenen en op do Nederlanders overgegaan.

T W E E U E A F 1) E E L I N G.

Van den Westfaalschen vrede tot aan het begin der Fransche omwenteling.

§ 1. Frankrijk onder het beduur van Maxarin. De Fronde, De rrede der Pyreneëu.

Bij het overlijden van den kardinaal Riciikuui in 1642 (bi. 86)

-ocr page 118-

100

had ile kardinaal Mazaiiin hem als eerste minister vervangen, en deze leidde de staatsaangelegenheden van Frankrijk gedurende injiia 19 jaren in den/elfden geest als /.ijn voorganger: ook liij zocht de macht en het aanzien van het rijk en het on-beperkto gezag des Konings meer en meer te bevestigen en uit te breiden. Ij odewijk XHl, die UioiiHLiEr slecht weinige maanden overleefde, had bij zijn uitersten wil bepaald, dat de regeering gedurende de minderjarigheid van zijnen opvolger, Lo-dewi.ik XIV, gevoerd zou worden door een raad van regentschap, bestaande uit de koningin-weduwe Anna van Oostenrijk met eenige prinsen en voorname staatslieden, onder welke Mazaiun de hoofdpersoon was. De hooge adel des rijks en het Parlement van Parijs, die beide door Riohkweu met krachtige hand bedwongen en in toom gehouden waren, hadden gehoopt, dat Annv van Oostenrijk alleen aan het hoofd van het bestuur zou gesteld geworden zijn, omdat zij gedurende eene vrouwenregeering het gezag, dat zij verloren hadden, meenden te kunnen herwinnen. Zij wisten daarom weinige dagen na den dood van Lodewi.ik XHI te, bewerken, dat de door hem gemaakte bepalingen werden vernietigd, en aan de Koningin-weduwe een onbeperkt gezag verleend werd. Deze zag evenwel zeer goed in, dat eigenbelang en heerschzuclit de drijfveeren van den adel geweest waren, en daar zij het uitgebreide gezag, hetwelk Ricukmeu aan de kroon had weten te verschaffen, ook voor haren zoon wenschte te bewaren, begreep zij te recht, dat zij de leiding der staatszaken niet moest opdragen aan aanzienlijke gunstelingen, maar aan den bekwamen Mazaiun, die geheel en al de denkbeelden van Ki-ciiKLiEr was toegedaan, en wien zij haar volle vertrouwen schonk. Daardoor ontstond weldra vijandschap tusschen de teleurgestelde edelen en den eersten minister, dien zij ten val zochten te brengen. Het Parlement sloot zich aan den misnoegden adel aan, en vond al zeer spoedig gelegenheid zich tegen de regeering te verzetten, dewijl de oorlog met Spanje (bl. 91) groote geldsommen kostte, waardoor voortdurend zwaardere opbrengsten vau de natie gevorderd werden en eene algemeene ontevredenheid ontstond. Het Parlement van Parijs nam daaruit aanleiding om onder den schijn van alleen voor het welzijn van het volk te waken, zijn vroeger aanzien te herwinnen door tegenvoorstellingen te doen tegen de willekeurige uitschrijving van de steeds toenemende belastingen, waaronder het volk zuchtte.

De spanning, welke hierdoor aan alle kanten ontstond, gaf eindelijk na eenige jaren aanleiding tot het uitbarsten van een

-ocr page 119-

107

liinnenlandschen oorlog, die de Fronde genoemd wordt (1), quot;n vijf jaren duurde (1048 tot 1653). Ma/.auin wist zich, niettegenstaande liij tweemaal gedwongen werd Parijs te verlaten, tegen al zijne vijanden staande te bonden, en ten laatste liet gezag weder geheel en al in lia iden te krijgen. Hij had zijne zegepraal voornamelijk te danken aan het vertrouwen, dat de Koningin in hem bleef stellen, en aan zijne groote bekwaamheden, zijne sluwheid en de baatzucht zijner tegenstanders. Als staatsman mindw geslepen dan Riciieuei;, had hij denzelfden onverzettelijken wil om zijne, plannen door te zetten, maar hij trachtte zijn doel niet zooals deze, hoofdzakelijk door geweld, maar meer door list, omkooping en kuiperij te bereiken. Waar hij zijne vijanden niet dooi\' openlijk geweld kon ten onder brengen, zocht hij hen in het. geheim door geschenken en beloften te winnen, en dat gelukte hem te meer, vermits het hun over het algemeen slechts om eigen grootheid en voordeel te doen was. Wel is waar, gaf de tegenstand van het Parlement tegen de drukkende belastingwetten de eerste aanleiding tot het uitbreken der vijandelijkheden, maar om het welzijn van het volk bekommerde zich eigenlijk niemand. Men zocht wel den Kardinaal ten val te brengen en do kracht van de regeering te breken, maar alleen om in zijne plaats te treden, en zelf deel te verkrijgen aan het bewind: geenszins om de rechten en vrijheden der natie te verdedigen tegen een despotiek bestuur.

Het mededeelen der bijzonderheden van die binnenlandsche onlusten zou voor het bestek dezer handleiding te uitvoerig worden, en wij willen dus alleen vermelden, dat de rust in l et jaar 1(353 geheel was hersteld ; de Kardinaal had over al zijne vijanden gezegevierd, en was vaster dan ooit in het bewind bevestigd, terwijl de jeugdige Lodewi.ik XIV, die in 1(551 meerderjarig verklaard was, de leiding der staatsaaiigelegenheden geheel en al aan hem overliet.

De prins van Con dé (2), in den laatsten tijd der Fronde de voornaamste tegenstander van Mazakin, had zich in 1051 met

(1) De aanleiding tot dezo benaming is niot met zekerheid bekend, h\'von-dcr beteekent mal ecu slinger werpen. Volgens sommigen wei d de afwis seling van vrees en aanmatiging van het Parlement door de vrienden van den Kardinaal vergeleken bij de houding van straatjongens, die met slingers spelende, bij het verschijnen van een gerechtsdienaar do vlucht nemen, en na diens verwijdering stoutmoedig terugkeeren.

(\'2) lljj was de zoon van Hknijuik van Condé, die in de godsdienstoorlogen der vorige eeuw vermeld is (bl. 49).

-ocr page 120-

108

du Spanjaarden verbonden, en werd, omdat hij den oorlog tegen zijn vaderland bleef voeren, van al zijne waardigheden vervallen verklaard.

De oorlog met Spanje werd na het eindigen van de binnenlandsche tweedracht met kracht voortgezet. De twee grootste veldheeren, van die dagen stonden in dien strijd tegen elkander over; Condk. die de Spanjaarden aanvoerde, en de Burggraaf van Turenne, een niet minder groot krijgskundige die aan het hoofd van het Pransche leger stond. Heiden hadden reeds in de laatste jaren van den Dertigjarigen oorlog grooten roem verworven.

Tot in 1659 duurde de oorlog, die door Tuhhnne over hel algemeen met goed gevolg gevoerd werd, en in dat jaar met den vrede der Pyreneën eindigde, waarbij Frankrijk geheel in het voordeel bleef, en, onder anderen, verscheiden steden van de Spaan,iche Nederlanden verkreeg, zoodat de grenzen van het rijk noordwaarts werden uitgebreid. Aan Cokdé werden zijne waardigheden teruggegeven, en te gelijker tijd werd Kahel IV. hertog van Lotharingen, wiens land in het jaar 1634 door de Franschen was bezet (bl. 85), in zijn hertogdom hersteld.

De gewichtigste bepaling van den Pyreneeschen vrede was, dat Lodewi.ik XIV in het huwelijk zou treden met Maria Thkresia, de oudste dochter van Puimi\'s IV van Spanje, welke vorst geen zoon had, zoodat zij bij hot overlijden van haren vader, de erfgename zou zijn van de Spaansche kroon (1). Daar echter eene vereeniging van Frankrijk en Spanje voor de onafhankelijkheid van laatstgenoemd rijk hoogst nadeelig zou zijn, werd bepaald dat lodewrjk XIV en Mauia Thbresia, zoowel voor zich als voor hunne nakomelingen, afstand zouden doen van alle rechten op de erfopvolging in de landen en rijken der Spaansche kroon. Ma zak in zag daardoor, wel is waar, schijnbaar zijn doel verijdeld om mettertijd de heerschappij over Spanje aan het Pransche koningsbuis te brengen, maar hij voorzag, dat Frankrijk bij het uitsterven van de mannelijke linie van het Spaansche huis wel een voorwendsel zou weten te vinden om zich in het bezit van de rijke nalatenschap te stellen. Zooals wij later zien zullen, had de sluwe staatsman daarin zeer juist geoordeeld.

In Maart 1661 stierf Mazauin, die tot aan zijnen dood de re-geeringszaken als eerste minister had geleid. Hij liet Frankrijk na als de machtigste mogendheid van Europa, in binnenlandsche rust, en in vrede met het buitenland. Het werk, door Ei-

(1) Twee jaren later (I6G1) werd l\'inurs IV oen zoon geboren.

-ocr page 121-

109

■ liki,iku begonnen, had liij voltooid: LOdkwi.ik XIV was oppei--maclitio\' gebieder in den Staat, en oefende liet hoogste gezag zonder eenige beperking uit; de hooge adel was geheel onderworpen, het Parlement tot zwijgen gebracht, en het volk, dat geen enkel voordeel, maar wel veel nadeelen had ondervonden in den strijd tusschen de baatzuchtige grooten, zag hunne vernedering met welgevallen, en onderwierp zich met onvoorwaardelijke gehoorzaamheid aan den wil van zijnen vorst, die geen eersten minister in plaats van Ma/a kin benoemde, maar verklaarde zelf te willen regeeren.

ij li. Enr/elaiKl nis repuhliek. Hel stamhuis dr.r Slnarts op deii troon l/crstótil.

De omwenteling, die Knc/elaiul tot eene republiek had gemaakt, (bl. 96) had zoowel in Schotland als In Ierland hevige tegenstanders gevonden. De meerderheid der Schuilen en Ieren erkenden den zoon van den onthoofden Koning, die in Breda een toevluchtsoord had gevonden, onder den naam van Kakul 11, als koning, en het Engelsche Parlement besloot derhalve, hen met geweld van wapenen tot gehoorzaamheid te brengen. Ouviku CnnMwuix werd met een sterk leger naar Ierland gezonden (1(54:9), en bracht, deels door het overwicht zijner krijgskundige bekwaamheden, deels door de gruwelijke wreedheid, waarmede zijne troepen tegen de overwonnelingen te werk gingen, in korten tijd het geheele eiland tot onderwerping. Van toen af werden de Ieren met omnenschelijke strengheid in toom gehouden, en later vele hunner als slaven naar het eiland Jamaiha gevoerd, dat in K!5Ti op de Spanjaarden veroverd werd.

Nu Ierland bedwongen te hebben, keerde (\'iio.mwkix zijne wapenen tegen Schotland, waar Kaukt, II. in het jaar 1050 was geland, en sloeg in datzelfde jaar en in 1051 de koninklijke troepen zoo volkomen, dat Kauki, de vlucht moest nemen, en na ruim zes weken, onder de grootste gevaren, vermomd te hebben rondgezworven, naar Frankrijk ontkwam. (Jiuniwiai, keerde daarop naar Engeland terug, en liet aan den generaal Monk de verdere onderwerping van Schotland over, dat in 1052 gedwongen werd, zich met de Engelsche Republiek tot één rijk te vereenigen, hetwelk bestuurd zon worden door een Parlement, waarin ook Schotsche afgevaardigden zitting zouden hebben.

Intusschen waren er oneenigheden met de Republiek der Ver-eenigde Nederlanden ontstaan, die grootendeels een gevolg waren

-ocr page 122-

110

van den naijver, vviiarinede do Enyclschm den grooten bloei van don handel en de scheepvaart der Nederlanders aanzagen. Reeds had do Akte van navic/atie, die in hot jaar 1(551 door hot Parlement was uitgevaardigd, en waarbij bepaald word, dat vreemde schopon alleen do koopwaren uit hun eigen land naar Engeland moehton voeren, oen groot nadoel toegebracht aan don zeehandel der Nederlanders, toen de Engelschcn bovendien eone belasting van hen vorderden voor do visscherij in de zeeön, die Engeland omringden, en buitengewone eerbewijzingen voor hunne vlag verlangden.

Dit alles leidde tot een oorlog, die door do Nederlanders mot grooten heldenmoed, maar ten gevolge van de slechte maatregelen van hot bestuur, met groot nadoel gevoerd werd, en in 165-1 met den vrede van Westminster eindigde, welke in alle opzichten voor Engeland voordeelig was.

Gedurende den loop van dien oorlog waren in Engeland belangrijke. veranderingen in hot binnenlandsche bestuur gekomen. CiioMwui-i.. die naar hooger gezag streefde, en wel inzag, dat de groote meerderheid der natie niet tevreden was met de inrichting van hot bestuur, wist in hot geheim en schijnbaar zonder dat hij zich met iets inliet, tweedracht te verwokken tusschon het leger en het Parlement. Toen eindelijk do ontevredenheid van officieren on soldaten tot oene groote hoogte geklommen was, wierp hij hot masker af, omsingelde het parlementsgebouw met troepen en joeg daarop do vergadering met geweld uiteen (April l()53j. Eveneens ontbond hij den Staatsraad (blz. 97) en vormde een nieuwen, hoofdzakelijk uit officieren samengesteld. Deze kozen een nieuw Parlement, dat echter uit geheel ongeschikte personen bestond, en nog voor het einde van het jaar 1653 insgelijks werd ontbonden, waarop de gelioelo staatsregeling gewijzigd werd. Het hoogste gezag werd nu opgedragen aan Cuomweli,, wien do titel verleend werd van Lord Protector van Engeland, Schotland en Ierland, en die met oen Parlement van 460 loden de wetgevende macht zou doelen.

Van toen af hoerschte Cbomweli, mot koninklijke macht, en wist zijn gezag door middel van hot hom toegedane krijgsvolk te handhaven. Door zijno krachtige staatkunde herkreeg Engeland den invloed op do Europeescho aangelogenhoden, welke bet sedert den tijd van koningin Elizabeth geheel verloren had. Hij trad als bondgenoot van Frankrijk op in den oorlog tegen Spanje (bl. 108), on bezorgde, daardoor aan Engeland hot bezit van het eiland Jamaika en van de stad Duinkerken op do kust

-ocr page 123-

Ill

van Vlaanderen, clip beide op de Spanjaarden veroverd werden.

In het binnenland daarentegen vermeerderde het aantal zijner tegenstanders. De aanhangers van het verdreven koninklijk stamhuis waren hem natuurlijk als overweldiger vijandig, en de republikeinen waren niet minder ontevreden, omdat Engeland, hoewel in naam eene republiek, inderdaad aan een veel onbeperkter gezag onderworpen was, dan onder een der vorige koningen het geval was geweest. Herhaalde samenzweringen werden gesmeed, die echter allen door de tal rijke verspieders van den Protector ontdekt en bloedig gestraft werden. Deze vormde eindelijk het plan, zich tot erfelijk koning te doen uitroepen. Mei zijne gewone huichelarij hield bij zich echter persoonlijk buiten ulle bemoeiingen, welke met dat doel in het werk werden gesteld. Zijne vrienden wisten te bewerken, dat een voorstel om hem de koningskroon aan te bieden in het Parlement gedaan, en met eene groote meerderheid aangenomen werd (1657). Weldra echter bemerkte Ciioinvm.i,, dat zich van onderscheidene kanten een groote tegenstand tegen dat besluit openbaarde, en vooral dat het leger zich tegen de wederinvoering van het koningschap verklaarde. Hij sloeg dus, nadat hij vruchteloos getracht had de meest invloedrijke officieren voor zijn plan te winnen, na eenige weken beraad, den koninklijken titel af, en bleef tot aan zijnen dood in het volgende jaar (1658) als Protector de hoogste macht uitoefenen. Daar het Parlement hem de bevoegdheid had toegekend, zijn opvolger te benoemen, had hij daartoe zijn zoon Uiciiaiip, een zwak, vredelievend en onbeduidend man, anngewezen. Deze aanvaardde de moeilijke waardigheid met tegenzin, en was niet bij machte krachtdadig op te treden in de tweespalt, die weldra tusschen het Parlement en het leger ontstond. Het laatste verkreeg de overhand; Eioiiaiii) Caoaiwiai, legde zijne waardigheid neder om tot het ambtelooze leven terug te keeren (1659), en van toen af breidde zich eene volslagen soldatenheerschappij over het rijk uit. Het Parlement werd gedwongen, uiteen te gaan, terwijl het bewind door de officieren aan een veiligheid*-comité werd opgedragen. Eene grenzelooze verwarring heerschte nu in Engeland: de hoofden dor verschillende partijen zochten hunne eerzucht te bevredigen; de meesten slechts hunne eigene belangen te bevorderen, terwijl het volk, dat nu gedurende achttien jaren in een toestand van onrust en spanning had verkeerd, reikhalzend uitzag naar het herstel van orde en rust.\'

Van die stemming der gemoederen besloot de generaal Monk, die nog altijd in Schotland het opperbevel voorde (blz. 109), ge-

-ocr page 124-

112

bniik te maken, om het huis van Stuart op den troon te herstellen. Zonder iets van zijn voornemen te doen blijken, rukte liij met zijn leger, op hetwelk hij geheel vertrouwen kon, naar Londen, onder voorwendsel van de oude vrijheden des lands tegen de aanmatigingen der verschillende partjjen te verdedigen. Daar wist hij de genegenheid der burgerij te winnen, en bewerkte, toen het Parlement weder bijeen was gekomen, dat eene menigte leden, die vroeger met geweld uitgedreven waren, weder zitting verkregen. De meerderheid was nu, evenals het grootste gedeelte der natie, voor het herstel van Kaket. 11 gestemd, en toen deze in April löGO een afgevaardigde naar London zond, die in zijnen naam vergiffenis van het verledene en godsdienstvrijheid voor de toekomst beloofde, werden zijne voorstellen aangenomen en hij tot koning uitgeroepen. Tn Mei van datzelfde jaar deed hij zijn plechtigen intocht in Londen.

$ De Republiek der Vereeiiiyde Nederlanden na den Westfacdsehen vrede, en hare declneiniiig aan. de venviklceiin;/ las.se/ien de Xoordsehe rijken.

In de Republiek der Vereenigclc Nederlanden waren kort na het sluiten van den Westfaalschen vrede tusschen de Algemeene Staten en de Staten van Holland oneenigheden ontstaan, die voornamelijk haren grond hadden in de onnauwkeurige bepaling van beider bevoegdheid tot het regelen der staatsaangelegenheden en in den eisch van Holland tot het afdanken van meer krijgsvolk dan de Algemeene Staten raadzaam oordeelden. De stadhouder Willem H, de zoon van Fiikdeiiik Hhmmiik, handhaafde het gezag van de laatste, en herstelde de binnenlandsche rust (ItiöO), doch overleed nog in datzelfde jaar, acht dagen voor dat hem een zoon geboren werd.

Met zijnen dood ving het eerste stadhouderlooze tijdperk in Nederland aan, daar alleen de provinciën Groningen en friesland hunnen stadhouder, Willem Fkeueiuk van Nassau, behielden. Jan de Witt, in 1053 tot Raadpensionaris van Holland benoemd, werd, hoewel niet in naam dan toch in werkelijkheid, het hoofd van de regeering, en vooral do hoofdleider der buitenlandsche aangelegenheden.

Reeds is in de vorige paragraaf vermeld, hoe in het jaar 1652, ten gevolge van den naijver van Engeland, een oorlog met die mogendheid was uitgebroken, welke in 1654 met den nadeeligen vrede van Westminster eindigde. Weinige dngen na het sluiten

-ocr page 125-

113

van het verdrag vaardigden de Staten van Holland de zoogenaamde Akte van Seclusie uit, waarbij zij den jongen Prins van Oranje en zijne nakomelingen voor altijd uitsloten van de waardigheid van Stadhouder en Admiraal hunner provincie. Zij waren daartoe overgegaan op aandringen van Cromwell, die vreesde, dat de Prins, wanneer hij eenmaal het Stadhouderlijk gezag in handen kreeg, pogingen zou kunnen aanwenden om zijnen oom (1), den verdreven zoon van koning Kakel I, op den Engelschen troon te herstellen.

Eenige jaren later werd Nederland in eenen oorlog gewikkeld tusschen Zweden en Benemarken, waarvan wij de oorzaak en de voornaamste gebeurtenissen in korte trekken willen vermelden.

Koningin Chbistina van Zweden, de dochter en opvolgster van Ou staak AmiLF (bl. 89), had in het jaar 1(J54 afstand gedaan van de regeering ten behoeve van haren neet\', den Paltsgraaf Kakel van Tweebruggen, die als Kakel X Gustaaf den troon beklom. Deze oorlogzuchtige vorst wilde de plannen van Grs-taaf Adolf, om de kusten der Oostzee achtereenvolgens aan Zweden te onderwerpen, verder voortzetten, en vestigde in de eerste plaats zijne aandacht op Polen, dat ten noorden aan de Oostzee grensde.

Omdat de koning van dat rijk. Jon an Casimik (bl. 103), weigerde hem als koning van Zweden te erkennen (vergelijk bl. 72), nam hij daaruit aanleiding den wapenstilstand te verbreken, die in 1635 voor den tijd van 2(5 jaren tusschen de beide rijken gesloten was (bl. 90), en veroverde binnen korten tijd nagenoeg geheel Polen (1050).

Toen begrepen de Algemeene Staten der Vereeniyde Nederlanden dat hun handel op de Oostzee geheel zou afhangen van de willekeur van Kakel Gustaaf, indien deze door de verovering van ile kustlanden meester van die zee werd, en zij zonden dus eene vloot onder den admiraal Van Wassenaak derwaarts, om de gevaarlijke uitbreiding van de macht der Zweden tegen te gaan, en hen in de eerste plaats te beletten, de gewichtige Poolsche handelstad Dantzirj te veroveren, die, door de Zweden belegerd, zich metf groote dapperheid verdedigde.

Te gelijker tijd begon ook koning Fkedkkik lil van Denemarken bezorgd te worden voor de veroveringszucht van Kakel Gustaaf. Hij besloot derhalve, zich met diens vijanden te vereenigen en verklaarde hem in 1057 den oorlog. Kakel Gustaaf echter,

(1) Zijne moeder wns ecne dochter van den onthooi\'den konine; Karf.i, i. 11. 8

-ocr page 126-

114

die een uitmuntend veldheer was, en uiin hel hoofd stond van een voortreffelijk leger, rukte onmiddellijk met snelle dagmar-schen uit Polen op, overviel de Boten, maakte zich meester van geheel Jutland, en trok in Februari 1G58 over den toegevroreu Belt naar Funen, veroverde dit en verscheidene andere Deensche eilanden, en dwong daardoor Fkedemk III tot een nadeeligen vrede.

Weldra echter verbrak hij dien weder op de onrechtvaardigste wijze, daar hij meende /.ich gemakkelijk van Denemarken te zullen kunnen meester maken, en dan door de vereeniging der drie Noordsche rijken zijne heerschzuohtige oogmerken te volvoeren. Dit werd hem intusschen belet, zoowel door den moed, waarmede Fukukrik III zijn rijk verdedigde, als door de krachtige hulp, die de Nederlandsche vloot onder Miohiel dk Ui vteu den Benen verleende (1659). In het volgende jaar stierf\' Kauel Gcstaaf onverwacht, hetgeen het sluiten van den vrede bevorderde, die kort daarop tusschen Zweden en Denemarken en tusschen Zweden en Polen tot stand kwam (1060). Bij dezen laatsten vrede deed de Poolsche koning afstand van allo rechten op den Zweedschen troon, en daarmede eindigde de Zweedsoh-Foolsche successie-oorlog, die iu 1600 begonnen was (bl. 72). Kauel X Gi staak werd door zijnen minderjarigen zoon Kauel XI opgevolgd.

Het grootste voordeel had Fubdeuik Willem, de Groote Keurvorst van Brandenhunj, van al deze verwikkelingen getrokken. Toen Kauel Gustaaf in 165G togen Polen optrok, veroonigdc de Keurvorst zich met do Zweden, op voorwaarde dat zij hem zouden helpen om tot het onafhankelijk bezit te geraken van het hertogdom Pruisen, hetwelk hij als een leen van Polen regeerde, en toen hij een jaar later, vreezende dat de macht der Zweden te veel zou toenemen, weder de zijde van den Koning van Polen koos, verkreeg deze zijn bondgenootschap slechts op dezelfde voorwaarde, liij den vrede van 1660 werd dan ook de onafhankelijkheid van Pruisen door Polen bevestigd.

In Denemarken had de oorlog eene gewichtige verandering in het bestuur ten gevolge, doordien het volk uit dankbaarheid voor de groote diensten, door Fuedeuik III aan het vaderland bewezen, hem niet alleen een onbeperkt gezag verleende, maar ook de koninklijke waardigheid erfelijk maakte in zijn geslacht, terwijl Denemarken tot dien tijd een kies rijk was geweest.

-ocr page 127-

115

§ 1, Vijandelijkheden ttmehen de Vereermjde Nederlanden en Portugal. Oorlog met Engeland en met den Itis-schop vav Munster.

Behalve den oorlog met Engeland en de deelneming aan den strijd tusschen de Noordsche mogendheden , had de Republiek der Vereenigde Nederlanden in de eerste jaren, welke op den Wostfaalschcn vrede volgden, nog een oorlog te voeren met de Porluycczon. die zich echter alleen tot vijandelijkheden in Brazilië en in de Oostindische bezittingen bepaalde. Zooals vroeger gezegd is (bl. 99), had de Republiek in 1641, toen Portugal zijne onafhankelijkheid herkregen had, een wapenstilstand voor den tijd van tien jaren met dat rijk gesloten. In 1651, toen de tien ja: ren verstreken waren, begon men onderhandelingen om tot den vrede te geraken, doch men kon het over de voorwaarden niet eens worden. De vijandelijkheden werden dus hervat, maar door de Nederlanders in Amerika met weinig kracht gevoerd, hetgeen ten gevolge had, dat men in 1661 tot eene schikking kwam, en Brazilië voor 8 millioen gulden aan Portugal afstond. In Oost-Indië daarentegen werden de Portugeezen uit nagenoeg al hunne bezittingen verdreven, en werd de macht der Nederlandsche Oostindische Compagnie door deze belangrijke veroveringen tot eene aanzienlijke hoogte opgevoerd.

Hoezeer de Nederlanden nu met allo mogendheden in vrede waren, zagen de Algemeene Staten, en vooral de schrandere Raadpensionaris De Witt, zeer goed in, dat er nog van onderscheidene zijden gevaren dreigden. Engeland bleef voortdurend naijverig op den uitgebreiden handel der Republiek en op den grooten invloed, dien zij op de staatkundige aangelegenheden van Europa uitoefende, terwijl daarenboven koning K.uikl 11 na zijn herstel op den troon (bl. 112), het den Staten niet vergaf, dat zij hem vroeger niet tegen Obomwell hadden ondersteund, on dat zij zijn neef, den jeugdigen Prins van Oranje, niet in do waardigheid •zijner voorouders herstelden, hoewel Holland, om Kakel 11 te believen en de Stadhouderlijke partij te bevredigen, de akte van seclusie (bl. 113) in 1660 had ingetrokken. Ten einde zich zooveel mogelijk tegen Engeland te versterken, sloot men in l(i62 een verbond van onderlinge bescherming met Frankrijk.

Van die zijde dreigde evenwel een gevaar van anderen aard. Meer en meer werd het duidelijk, dat de heerschzuchtige Lo-dbwi.ik XIV het voornemen koesterde, zich zoodra de omstandig-

-ocr page 128-

lit)

heden daartoe gunstig mochten zijn, van de Spaanscha NederUmdcii meester te maken. Gelukte dat plan, dan werden de grenzen van Frankrijk noordwaarts tot aan de Nederlanden uitgebreid, en die nabuurschap kon, bij de blijkbare veroveringszucht van Lodewi.ik XIV, hoogst gevaarlijk worden voor de onafhankelijkheid der Republiek. Daar De Witt wel begreep, dat Engeland eene dergelijke machtsvergrooting van Frankrijk niet kon goedkeuren, knoopte hij ook onderhandelingen niet eerstgenoemd rijk aan, die insgelijks in het jaar 16G2 tot een verbond van vriendschap leidden.

Al spoedig echter bleek het, hoe weinig men op die vriendschap kon vertrouwen. C4ewelddadige aanvallen op de NederlUnd-sche bezittingen in Afrika waren in 16(54 hot begin van een bloedigen zeeoorlog, die drie jaren duurde, en na den luisterrijken tocht van Dn IIuythu naar Chatham, in 1(507 met den vrede van Breda eindigde.

Frankrijk, dat volgens het tractaat van 1(5(52 tot ondersteuning van de Republiek verplicht was, had wel is waar in 1(5(5(5 den oorlog aan Engeland verklaard, maar Lodkwi.ik XIV, vervuld met zijne eerzuchtige plannen voor de toekomst, had er te veel belang bij, dat de beide mogendheden, die hem later zouden kunnen tegenwerken, elkanders krachten door een vernielenden oorlog verzwakten, dan dat hij door krachtdadige hulp tot het eindigen van den krijg zou willen medewerken.

Bij den vrede van Breda werd Nieuw-Nederland (bl. 104) aan Engeland afgestaan, terwijl de Republiek de kolonie Suriname in de plaats verkreeg.

Gedurende den oorlog met Engeland hadden de Nederlanders nog een krijg te voeren met don Bisschop van Minister (1(5(55 tot 1(560), die eenigen tijd te voren verscheidene geschillen met de Staten had gehad, en nu, door Kauel II met geld ondersteund, in de oostelijke provinciën viel. Tengevolge van de verwaarloozing der Nederlandsche landmacht werd de verdediging aan die zijdf met weinig kracht gevoerd, en eerst nadat de Staten in het begin van 1606 een verbond hadden gesloten met den Keurvorst van Brandenburg, neigde de Bisschop van Munster tot den vrede, die eenige weken daarna te Kleef tot stand kwam.

tj 5. Aanval van Lodewijh XIV op de Spaanschc Neder-landen. Triple Alliantie. Vrede van Aken.

Reeds vóór het sluiten van den vrede van Bredn waren de eer-

-ocr page 129-

117

zuchtige plannen van Lo nu wij k XIV tot oen begin van uit voering gekomen.

In het jiuw lt)65 namelijk stierf l\'inupg IV van Spanje, eu werd opgevolgd door zijnen vierjarigen zoon Kaubl II (hl. 108 in de aanteekening), voor wien zijne moeder als Regentes het bewind voerde. Dat overlijden gat\' Lodewijk XIV aanleiding om op de willekeurigste eu onrechtvaardigste wijze op een gedeelte van de Spaansche nalatenschap aanspraak te maken. Wel is waar had hij, zoowel als zijne gemalin, bij hun huwelijk afstand gedaan van het erfrecht op eenig gedeelte van de Spaansche monarchie, maar hij handelde alsof die afstand nimmer had plaats gehad. Om een schijn van recht aan zijne eischen te geven, maakte hij gebruik van eene bepaling, die in sommige gewesten van de Spaan ache Nederlanden bestond, volgens welke de kinderen uit een tweede huwelijk geen recht hadden bezittingen te erven, welke aan de ouders vóór het aangaan van dat tweede huwelijk reeds hadden toebehoord, in geval er namelijk nog kinderen leefden uit het eerste huwelijk, die dan de rechtmatige erfgenamen van die bezittingen waren. Kabel II, de nieuwe koning van Spanje, was een zoon uit het tweede huwelijk van I\'iiimi\'s IV, en had derhalve, volgens Lodewijk XIV, geen aanspraak op die gewesten in de Spaansche Nederlanden, waar het voormelde recht, dat het devolutie-reehl genoemd werd, in zwang was. Op die landstreken maakte de Pransche Koning aanspraak als het wettige erfgoed van zijne eigene gemalin, die eene dochter was uit het eerste huwelijk van PiiiLirs IV. Klaarblijkelijk was dat slechts een voorwendsel, vermits die bepaling alleen betrekking had op het erven van eigendommen van bijzondere personen, en niet op het al of niet aanvaarden van de regeering in die gewesten.

Toen Lodewijk XIV zag, dat hij de Spaansche regeering door onderhandelingen niet tot afstand brengen kon van het grondgebied, waarop hi] aanspraak maakte, viel hij met een sterk leger in de Spaansche Nederlanden, die op een aanval volstrekt niet voorbereid waren, veroverde in korten tijd verscheidene gewichtige steden (1667), en maakte zich daarna op even onwettige wijze van Franche Comté meester (1668).

Het machtelooze Spanje riep intusschen de hulp in van de Ver-eenigde Nederlanden, die kort na den inval dor Franschen in de Spaansche Nederlanden vrede met Engeland hadden gesloten (bl. 116), en nu tot beveiliging hunner grenzen troepen op de been brachten. De meerderheid des volks wenschte, dat het opperbevel daarover aan den Prins van Oranje zou gegeven worden, die eer-

-ocr page 130-

118

lane zijn achttiende jaar zou bereikt hebben. De Staten van Holland echter vreesden, dat zulks tot liet herstel van de stadhouderlijke waardigheid zou kunnen leiden, en daar zij wel voorzagen, dat het benoemen van den l\'rins tot het krijgsambt, hetwelk zijne voorouders altijd bekleed hadden, op den duur niet zou te beletten zijn, namen zij (Aug. 1(107) een besluit, waarbij het stadhouderschap in hun gewest voor altijd werd afgeschaft, terwijl zij tevens verklaarden, dat zij de vereeniging van de waardigheid van Stadhouder in eenig ander gewest met die van Opperbevelhebber van het leger gevaarlijk oordeelden voor de vrijheid van het land, en dat, dientengevolge, beide ambten onvereenig-baar waren. Dat besluit, hetwelk het Eeuwig Edict genoemd werd, verbitterde de I \'rinsgezinden hevig tegen de regeering van Holland en vooral tegen De Witt, die te recht voor den voor-naamsten bewerker gehouden werd.

Inmiddels werden er met Engeland, dat insgelijks beducht werd voor de veroveringszucht van Lodewi.ik XIV, onderhandelingen aangeknoopt, die in Januari l(i68 het sluiten van een verdrag ten gevolge hadden, waarbij zich ook Zweden voegde, en hetwelk daarom den naam van Triple Alliantie verkreeg. De drie mogendheden verklaarden zich tot onderlinge verdediging bereid, en stelden de grondslagen vast tot een vergelijk tusschen Spanje en Frankrijk, met bepaling, dat men het eerstgenoemde rijk gewapenderhand zou ondersteunen, indien Lodewi.ik XIV niet op redelijke voorwaarden vrede wilde maken. Deze werd daardoor genoodzaakt, zijne verdere veroveringsplannen te laten varen, en te Aken vrede te sluiten met Spanje, waarbij hij intusschen de veroverde plaatsen in de Spuamche Nederlanden behield, doch Franche Comté teruggaf (1668).

§ 6, Lodeivyk XIV. Zijn karakter en zyne verhouding tot dn overige mogendheden.

De aanval op de Spaansche Nederlanden, ofschoon ten gevolge van het sluiten der Triple Alliantie slechts gedeeltelijk gelukt, deed genoegzaam zien, welke gevaren de zwakkere staten dreigden van de zijde van een vorst als Lodewi.ik XIV, die een onbeperkt gezag uitoefende, en ter bereiking van zijne eerzuchtige oogmerken, vrijelijk beschikken kon over al de krachten van Frankrijk, het machtigste rijk van Europa. Het karakter van den Pranschen Koning en de omstandigheden, waarin hij geplaatst was, waren ook niet geschikt om de vrees voor die gevaren te

-ocr page 131-

119

vemiinderen. Van nature eerzuchtig en trotsch, met een vasten wil en veel scherpzinnigheid begaafd, was hij als tot heerschen geboren; zijn voornaamste karaktertrek evenwel was zijne buitensporige ijdelheid. De grootheid en de roem van zijn persoon was het hoogste doel, waarnaar ieder onderdaan streven moest; de gunst van den vorst was de hoogste belooning; alleen om den luister van zijne regeering te vergrooten, gingen zijne veldheeren en zijne legers onverschrokken den dood te gemoet: wetenschappen en kunsten werden op milde wijze door hem ondersteund, maar beiden werden evenzeer dienstbaar gemaakt aan de voldoening zijner ijdelheid; de beoefening der wetenschappen in Frankrijk en de ondersteuning van geleerden verbreidden zijn roem in het buitenland, en kunstenaars moesten dien roem door de geheele wereld verkondigen, en in schilderijen en verzen zijne groote daden vereeuwigen; hij was het middelpunt, waarom allen zich moesten bewegen; zijn wil was eene wet, die door niemand mocht overtreden worden. En het was niet alleen tegenover zijne onderdanen, maar ook tegenover het buitenland, dat hij zulk eene gebiedende houding aannam: hij wilde heerschen in Europa, zoo-als hij heerschte over het gedweëe Fransche volk.

Behalve zijne persoonlijke hoedanigheden werkten ook de omstandigheden mede om hem tot het bevredigen zijner eerzucht in staat te stellen. Zooals wij vroeger gezien hebben, was reeds gedurende de regeering van zijnen vader en gedurende zijne eigene minderjarigheid alles door de kardinalen Ricimcmru en Ma-zauin voorbereid om hem een onbeperkt gezag te verschaffen. De vroeger vaak zoo weerspannige adel was geheel en al machteloos gemaakt en aan de kroon onderworpen, en was er nu slechts op bedacht den luister van den Koning te verhoogen, en door diens gunst aan het hof te schitteren; het Parlement van Parijs, welks wederstand in den oorlog der Fronde tot zwijgen was gebracht, was niets meer dan een hoogst gerechtshof, dat het niet waagde iets tegen de bevelen des Konings in te brengen; van vrijheden of rechten van het volk was geen sprake meer.

Daarbij kwam nog, dat Lodbwi.tk XIV, vooral in het begin zijner regeering, zeer gelukkig was in de keuze van zijne staatsdienaren en veldheeren. Het bestuur over de geldmiddelen droeg hij op aan den bekwamen en arbeidzamen Cot.uekt, die den koophandel en de fabrieken met kracht ondersteunde, en daardoor, maar ook vooral door het opleggen van zware belastingen, die op den duur de krachten van het rijk uitputten, aanzienlijke som^ men in de schatkist deed vloeien, welke gebruikt konden wor-

-ocr page 132-
-ocr page 133-

120

dun tot het onderhouden van talrijke legers, tot het bouwen van oorlogschepen en tot bestrijding der kosten van eene hofhouding, die de schitterendste was van geheel Europa. Niet minder bekwaam waren de overige ministers, die met de belangen van het krijgswezen, en met de binnen- en buitenlandsche \'aangelegenheden belast werden, en de veldheeren, die aan het hoofd^er krijgsmacht werden geplaatst, als Condé, ïijuknne, de hertog van LuxKMuuiio en Vauban, een der grootste vestingbouwkundigen van zijnen tijd.

Hetgeen eindelijk den roem van Lodewijk XIV nog meer deed uitkomen, was de onbeduidendheid van nagenoeg alle andere vorsten van Europa. Een kort overzicht van den toestand der voornaamste rijken zal dit duidelijk maken.

In Engeland regeerde Kauel TI (bi. 112), een der nietswaardigste vorsten, die de geschiedenis kent. Zonder zich om het welzijn van zijn volk te bekommeren, verwaarloosde hij de belangen van het rijk op de schandelijkste wijze. Een aanzienlijk gedeelte der gelden, die voor de staatsuitgaven, voor het onderhoud van leger en vloot moesten dienen, verkwistte hij in losbandigheid met onwaardige gunstelingen, en om meer geld voor zijne uitspattingen te verkrijgen, verkocht hij in 1662 aan Frankrijk het gew^htige Duinkerken, dat in 1658 veroverd was geworden (bi. 110). cl had de kortstondige invloed van verstandige raadgevers hem in 1668 bewogen tot het sluiten van de Triple AW-antie tegen de heerschzucht van Lodewijk XIV, doch deze wist maar al te goed partij te trekken van de laagheid des Engelschen Konings, en haalde hem geheel naar zijne zijde over, door hem in het geheim aanzienlijke geldsommen te schenken, waarmede hij zijne losbandige levenswijze kon voortzetten.

Li Spanje, waar de vierjarige Kabel II in|1665 zjjnenTvader I hilips R was opgevolgd (bl. 117), was de regeering aan de handen zijner moeder toevertrouwd, die geheel door onbekwame

uiiuuiiWctllie

raadslieden geleid werd. Nadat hij bij zijne meerderjarigheid zelf het bestuur in handen had genomen, betoonde hij zich tot aan zijnen dood een zwak en nietsbeteekenend vorst, die niet in staat was het steeds toenemend verval van Spanje te stuiten.

Ia Duitschland was keizer Ferdinand \' III in 1657 gestorven en m het volgende jaar op den keizerlijken troon en in zijné Oostenrijksche erflanden, zoowel als in Bohemen en Hongarije opgevolgd door zijnen zoon Leopold I, een besluiteloos en zwak vorst, die noch doorzicht noch geestkracht genoeg bezat om het Kijk tegen de aanmatigingen van Lodewijk XIV te beschermen.

-ocr page 134-

121

De verschillende, onderling dikwijls tegenstrijdige belangen van de groote menigte vorsten, die tot het Duitsche rijk behoorden, maakten het ten eenenmale krachteloos tegenover den Franschen Koning, die op listige wijze, zoowel door geheime onderhandeling als door omkooping, de oneenigheid bevorderde.

Dezelfde middelen gebruikte Lodewijk XIV ook met goeden uitslag in \'/.weden, waar gedurende de minderjarigheid van Ka-«el XI (bl. 114) het bewind in handen was van een Rijksraad, die de belangen des lands geheel aan eigen baatzucht opofferde. Wel werd in 1668, toen Zweden zich door de Triple Alliantie met Engeland en de Nederlanden tegen Frankryk verbond (bl. 118), voor korten tijd eene betere staatkunde gevolgd, maar weldra wist Lodewijk XIV de leden van den Rijksraad door omkooping en zelfs door het toeleggen van aanzienlijke jaargelden, weder tot zijne belangen over te halen.

Alleen in de Nederlanden vond Lodewijk XIV een krachtiquot;en tegenstander in prins Willem 111 van Oranje, een vorst, quot;lie hem in groote hoedanigheden verrt overtrof, en die, nadat hij, zooals wij later zien zullen, in 1672 op het wereldtooneel was opgetreden, de groote verdediger van Europa\'s vrijheid tegen de heerschzucht van Frankrijk werd. y

§ 7. Oorlog van Frankrijk, Emjeland, Munster en Keulen

tegen de Vereenigde Nederlanden. Vrede van Westminster. Algerneene oorlog. Vrede van Nijmegen.

Het sluiten van de Irijile Alliantie, waardoor de franse/ten belet waren geworden, hunne plannen tegen Spanje uit te voeren, had de verbolgenheid van den trotschen Lodewijk XIV in dé hoogste mate opgewekt, en was eene der hoofdredenen van zijne vijandige gezindheid tegen de Republiek dei\' Vereenigde Nederlanden. Korten tijd na den vrede van Aken werd dan ook besloten tot de verovering der Nederlandsche gewesten, die met hunne rijke hulpbronnen, hunnen uitgestrekten handel en hunne belangrijke koloniën, een zeer wenschelijken buit en eene aanzienlijke machtsvermeerdering aan Frankrijk beloofden, terwijl tevens daardoor later de verovering der tusschenliggende Spaansche Nederlanden gemakkelijk zou worden gemaakt. Tot de voornaamste eerzuchtige plannen van Lodewijk XIV behoorde het voornemen om Frankrijk noord- en oostwaarts tot aan den Rijn uit te breiden, ten einde daardoor niet alleen het grondgebied van het rijk te vergrooten, maar het ook veel sterker te maken. Het is dan ook

-ocr page 135-

duidelijk, dat een rijk gemakkelijker tegen een vijandelijken inval te verdedigen is, wanneer zich aan de grenzen natuurlijke beletselen bevinden, als bij voorbeeld eene zee, eene breede, moeilijk over te trekken rivier, ot\' ontoegankelijke gebergten. Het denkbeeld, dat de afscheiding van de streken, waar de onderscheiden» volken hunne woonplaats gevestigd hebben, door rivieren en bergketenen, en dus als het ware door de natuur zelve wordt aangewezen, heeft aanleiding gegeven, dat men van de zoogenaamde natuurlijke grenzen van een land sprak, en zoo beweerde men in Frankrijk, dat de Rijn eigenlijk de natuurlijke grens van dat rijk was, tot welke het zich langzamerhand, door verovering van het tusschenliggende land moest uitbreiden, een beweren, dat ook in onzen tijd nog dikwijls gehoord wordt. Do verovering van do Spaansche Nederlanden en van de Republiek zrn Frankrijk reeds in het noorden die zoogenoemde natuurlijk grens bezorgen.

Voordat Lodkwijk XIV den oorlog begon, begreep hij door geheime onderhandelingen de Republiek van hare bondgenooten te moeten berooven, en zich zeiven door het sluiten van verbonden te moeten versterken. Het gelukte hem door omkooping Engeland en Zweden tot het verbreken der Triple Alliantie en tot het kiezen van zijne partij te bewegen, terwijl hij te gelijker tijd verbonden sloot met den Bisschop van Munster, die den Staten steeds vijandig was gebleven, en met den Keurvorst van Keulen die met hen in onmin was over het bezit der stad Rijnberk.

Tegenover al die vijanden stond de Republiek nagenoeg alleen. Spanje, waarmede zij een verbond tot onderlinge verdediging had aangegaan, was, vooral in den beginne, niet krachtig genoeg om eenige hul]) van belang te kunnen verleenen; doch van meer gewicht was een verdrag, dat de Keurvorst van Brandenburg, kort na het uitbreken van den oorlog, met do Nederlanden sloot. Die vorst, een oom van den jeugdigen Willem van Oranje, koos de zijde der Staten, zoodra dezen den Prins (Februari 1(572) aan het hoofd van het leger hadden geplaatst.

In April 1(572 verklaarden Lodewijk XTV en Kauel TT, en eenige weken later de Keurvorst van Keulen en de Bisschop van Munster, den oorlog aan de Republiek.

De bijzonderheden van dien gedenkwaardigen krijg worden, voor zoover zij de Vereenigde Nederlanden betreft, meer uitvoerig in de geschiedenis onzes vaderlands behandeld, en behoeven dus hier slechts in enkele trekken te worden aangegeven.

Met meer dan 100 000 man de oostelijke provinciën binnenge-

-ocr page 136-

123

rukt, waven de Fmnsohen binnen den tijd van zes weken doorgedrongen tot aan de grenzen van Holland, waar /ij in hunnen voortgang gestuit werden door de uitmuntende verdedigingsmiddelen van Willem III, die door onderwaterzettingen en door het versterken van de toegankelijke punten het binnentrekken in die provincie belette.

Te gelijker tijd rukten de Munsterschen en Keulschen naar het noorden, doch ook daar liield eene goed bestierde verdediging hen aan de grenzen van Groningen en Friesland tegen, terwijl De Ruyteu de vijandelijke vloten bij Solebay overwon, en met uitstekend beleid eene landing op de kusten belette.

Het dreigende gevaar vermeerderde intusschen bet sedert lang heerschend misnoegen van het volk tegen de regeering; de aanhangers van Oranje wisten het eindelijk zoover te brengen, dat het Eeuwig Edict vernietigd, en Willem III tot Stadhouder van\' Holland en Zeeland benoemd werd. Kort daarna had de afschuwelijke moord der beide gebroeders Die Witt plaats, en geraakte de staatsgezinde ot\' tegenstadhouderlijke partij geheel uit het bewind. Do onderhandelingen, die met Engeland en Frankrijk waren aangeknoopt, werden afgebroken en het heldhaftig voorbeeld van Willem van Oranje wekte de natie tot de hardnekkigste verdediging op. Lodewijk XIV, aan de verovering van Holland wanhopende, was inmiddels naar f rankrijk teruggekeerd, en moest in September een gedeelte van zijn leger onder Tubenxe naaiden Rijn zenden, om den Keurvorst van Brandenburg in het oog te houden, die met hulptroepen in aantocht was. Ue Hertog van Luxemburg, die een gedeelte der in de Nederlanden teruggebleven troepen aanvoerde, trachtte in de laatste dagen van 1672 tevergeefs over het ijs Holland binnen te dringen, en oer het jaar ten einde was had de herovering van de vesting Koever den aan de wapenen der Republiek een groot voordeel in het oosten des lands bezorgd.

In 1673 werd de verdediging met even goed gevolg voortgezet, zoodat de Fransehen nog vóór het einde van dat jaar nagenoeg alle steden moesten ontruimen, die zij in de Nederlanden hadden bezet. Inmiddels hadden de Koning van Spanje en keizer Leopold I, verontwaardigd over de willekeur der Franschen, die herhaaldelijk hun grondgebied schonden, en alle tegen voorstellingen met trotsch-heid beantwoordden, aan Lodewijk XIV den oorlog verklaard, terwijl ook de Koning van Denemarken een verbond met de Republiek sloot.

In het begin van het volgende jaar werd Karel II van Engeland

-ocr page 137-

124

dooi den aandrang van zijn volk en van het Parlement, die van don kostbaren en nutteloozen oorlog afkeerig waren, genood-zaakt te Wesinunsler vrede met de Verecügde Nederlanden te h uiten (Febiuan 1674), terwijl ook de Bisschop van Munster en de Keurvorst van heulen, als vorsten van het Duitsche rijk, dat nu met Frankrijk m oorlog was, hun bondgenootschap met Lodk-

7quot;:, V moestequot; 0Pgeven, waarop de vrede tusschen hen en de Republiek insgelijks tot stand kwam.

üe oorlog werd nu algemeen. Willem III vestigde zijn krijas-roem door zijne oorlogvoering in de Spaamche Nederlanden, hoe-wal hij m den slag bij Senef (1674) geen beslissend voordeel behaalde, en bij Mont-Cassel (1677) door Luxkmbuuo geslagen weid. In 16,8 daarentegen overwon hij dezen bij St.-Denis, doch weid door het sluiten van den vrede belet, partij te trekken van z^ne overwinning (1), De Duitsche grenslanden\' werden op de gruwelijkste wijze door de Kramohen verwoest; vele dorpen werden verbrand en geheele landstreken met schandelijke bar-baarschheid m woestenijen herschapen.

Ook de Zweden namen op aandringen van Lobewuk XIV in

674 een meer werkzaam aandeel aan den oorlog, en vielen in het

grondgebied van don Keurvorst van Brandenburg, die evenwel

m vereenigmg met de Deensche troepen, den oorlog met voordeel\' tegen hen voerde.

Ter zee werden evenzeer de vijandelijkheden voortgezet: in de Middel andsche Zee door D,: Ruvter, die in 1676, na in het gezie it van de Etna eene overwinning op de Pransche vloot te hebben behaald aan eene in dat gevecht bekomen wond overleed; en m do Oostzee, waar Coenelis Tuomo, die met toe-stemnung van Wulk. Ill en van de Algemeene Staten door Koning van Denemarken tot opperbevelhebber der Deensche zeemacht was benoemd, met niet minder roem do Zweden be-vocht.

In 1677 trad Willem III in het huwelijk mot Mabia, do doch er van den Hertog van York, broeder van Kakel 11 van

tZhZ r0quot; quot;f ZOndei\' inVl0ecl WaS 0P cle vi-edesonder-andelmgen, die reeds eemgen tijd te voren met Frankrijk o-e-

mede eindelök de diende, waar

de veroveringszucht van Lodbwijk XIV Europa bedreigde

vei bond zich mot de Nederlanden, en noodzaakte hom daardoor

-ocr page 138-

125

tot het aannemen van billijke voorwaarden. Zoo kwam in 1678 cle vrede te Nijmegen tusschen Frankrijk en de Republiek tot stand, waarbij de laatste alles behield, wat zij voor het begin van den oorlog bezeten had.

Nog in hetzelfde jaar en in het begin van het volgende sloten ook de overige mogendheden vrede. Spanje verloor daarbij Fran-sche Comté, dat bij Frankrijk werd ingelijfd, en verscheidene gewichtige grenssteden in de Spaansche Nederlanden. In den toestand der overige staten kwam weinig of geene verandering, zoodat Lodkwi.ik XTV eigenlijk de eenige was, die van den 011-rechtvaardigen oorlog aanzienlijke voordeden trok. Door zijn uitmuntend leger had hij zijne veroveringen verkregen, en dooide bekwaamheid der staatslieden, die hij bij zijne onderhandelingen gebruikte, en die er zich altijd met sluwheid op toelegden, tweedracht tusschen zijne vijanden te verwekken en hen alzoo tot afzonderlijke vredesverdragen te brengen, had hij ze nagenoeg alle weten te behouden.

S 8. De Ilereenigingskamers van Lodetuijk XIV. Pogimjcn van Willem III lot hescherini)i(i der vrijheid rem Europa.

Niet tevreden met de belangrijke aanwinst van grondgebied, bij den laatsten vrede verkregen, begon Lodkwi.ik XIV kort daarna zich op de meest eigendunkelijke wijze meester te maken van aanzienlijke landstreken, aan het Duitsche rijk en aan Spanje toebehoorende. Hij beweerde namelijk dat tot het grondgebied, hetwelk bij den Westfaalschen en bij den Nijmeegschen vrede aan Frankrijk was afgestaan, ook alle steden en landschappen moesten gerekend worden, die daarvan vroeger een deel hadden uitgemaakt. Om aan deze schreeuwende onrechtvaardigheid een schijn van recht te geven, richtte hij in 1080 zoogenaamde Ilereenigingskamers {Chambres de reunion) op, die, zoo het heette, onderzoeken moesten, welke onderhoorigheden, zelfs in overoude tijden, tot de bedoelde, aan hem afgestane landen hadden behoord. Eene groote menigte plaatsen en een aanzienlijk grondgebied werden hem toegewezen, terstond met krijgsvolk bezet en bij Frankrijk ingelijfd. Wel deden de Keizer en de overige daardoor benadeelde vorsten tegenvoorstellingen, maar Lodkwi.ik XIV stoorde zich daaraan volstrekt niet; integendeel, in September 1G81 zond hij onverwacht een leger van 20 000 man naar Slraatshurg, en nam die gewichtige stad, niettegenstaande bij

-ocr page 139-

126

met hot Duitsohe njk in vollen vrede was, voor Frankrijk in bezit; ja zelfs ging de willekeur van den trotschen monarch zoover, dat hij Aalst en eenige andere plaatsen in Vlaanderen op-eischte, onder voorwendsel, dat luon vergeten had, die bij het vredesverdrag van Nijmegen aan hem af te staan.

Europa was machteloos tegenover den Franschen Koning, die meer dan honderdduizend man onder de wapenen hield en eene sterke oorlogsvloot bezat, terwijl de andere mogendheden hare strijdkrachten aanzienlijk hadden verminderd. Spanje was uitgeput. Karel II van Engeland ontving voortdurend oroote geldsommen van Lodewi.jk XIV, en was daardoor geheel aan de belangen van Frankrijk verkocht. De Keurvorst van Brandenburg was misnoegd op zijne vroegere hondgenooten, en vooral op de Vereenicjde Nederlanden, omdat zij, door het sluiten van een afzonderlijken vrede, hem aan zijn lot hadden overgelaten, en hem daardoor hadden gedwongen hoogst nadeelige vredesvoorwaarden van Lodewxjk XIV aan te nemen. Het Duitsehe rijk was door de weinige samenwerking der vorsten en door het gevaar, dat van de zijde van Turkije dreigde (bi. 128), buiten staat zijne rechten krachtdadig te verdedigen, en in de Nederlanden werkte eene machtige partij de pogingen van Willem III tegen omdat zij vreesde, dat die vorst, in 1674 benoemd tot Erfelijk Stadhouder. Kapitein- en Admiraal-Generaal van Holland, zèa-land^ Utrecht, Overijsel en Gelderland, en tot Erf-Kapitein en Admiraal van de Unie, tot uitgebreider gezag in de Republiek-zou trachten te geraken.

Willem III was eigenlijk de eenige vorst, die aan een juist inzicht m de plannen van Lodewijk XIV, den vasten wil paarde om de vrijheid van Europa tegen diens heerschzucht te verdedigen. Door langdurige onderhandelingen bewerkte hij in 1683 liet sluiten van een verdrag tusschen de Republiek, Zweden, Spanje en den Keizer; maar men ging niet tot handelen over De al-gemeene Staten, die den vrede wenschten te bewaren, werken den Prins tegen, en brachten eindelijk eene overeenkomst tot stand tusschen Frankrijk, den Keizer en den Konino- van bpanje, waarbij een wapenstilstand voor den tijd van 20quot;jaren werd vastgesteld, terwijl aan Lodewi.ik XIV alles werd afWe-staan, wat hij zich wederrechtelijk had toegeëigend (1684).

-ocr page 140-

127

§ 9. Duitschland /jcdaremk de laalale helft der 11 dc eeuw.

Ooiiofi van Oodenrijh leyen Honciarije en Turkije.

Vrede van C\'arlo/cilX:

De gebeurtenissen in het oosten van Duilschland gedurende de laatste helft der 17de eeuw hadden grooten invloed gehad op den voorspoed van Lodewi.ik XIV, omdat, zooals met een enkel woord is gezegd, do kracht van den Keizer en van het rijk daardoor verlamd waren geworden.

Reeds in 1663 was er een oorlog tusschen Oostenrijk en Turkije uitgebroken, toen de vorst van Zevenbergen, die de beheerschers van beide rijken voor zijne besèhermheeren erkende, door de Turken tot het betalen eerier hoogere schatting werd gedwongen, en de hulp van Keizer Luopoi.ü inriep. De oorlog eindigde wel in het volgende jaar door eene schitterende overwinning, welke de keizerlijke veldheer Montjïol\'clli bij het klooster van St.-Gotli.ard aan de Itaab (1) op het Turksohe leger behaalde, maar had later nog gewichtiger gevolgen. De Hongaren namelijk, die ook aan den oorlog tegen de Turken een werkzaam aandeel hadden genomen, waren reeds sedert lang ontevreden over de willekeurige regeering van keizer Leopold, die Hongarije, waar hij slechts door keu/.e en niet door erfrecht tot de koninklijke waardigheid was geroepen, van zijne oude vrijheden scheen te willen berooven. en tevens eene vijandelijke houding aannam tegen do Protestanten daar te lande, wier aantal zeer aanzienlijk was. Toen nu, na het sluiten van den vrede met Turkije, de Oostenrijksche troepen in Hongarije bleven, en eene menigte Oostenrijksche ambtenaren de ingezetenen onderdrukten, smeedden eenige der voornaamste edelen eene samen\'/.wering, die echter ontdekt en streng gestraft word (1670). Daarvan maakte Leopold gebruik om den Hongaren hunne rechten en vrijheden te ontnemen, hun het onderhoud van een aanzienlijk Oostenrijksch leger op te leggen, en het koninklijk gezag onbeperkt te verklaren (1671). Te gelijker tijd werden de Hervormden streng vervolgd, en een aantal hunner predikanten gevangen genomen.

Lodewijk XIV, die eenigen tijd daarna in vijandelijkheden met de Nederlanden en met den Keizer gewikkeld werd, zette in bet geheim Hongarije aan tot een opstand, die eindelijk in 1678 uitbarstte. Onder aanvoering van den wakkeren B.mkricii

(1) Dit klooster St.-Gothard ligt in Hongarije, nabij de grenzen vaii Stiermarken.

-ocr page 141-

128

J I r l!0ng?:en naai- de wapenen, en verbonden zich

met de lurken, dae ïököi.i als Heer van Hongarije erkende

een oorlog met Oostenrijk begonnen (1(583), welke tot het einde

, 1t7deA eraquot;\' duui\'de- Met ^n leger van 200 000 man rukten zij het Aartshertogdom binnen, dreven het keizerlijk leger dat

ygen (1), doch te zwak was om hen tegen te houden, voor zich uit en sloegen eindelijk (Juli 1683) het beleg voor Weenen \'

n00 was het gevaar, waarmede niet alleen Oostenrijk maar het geheeie beschaafde Jsuropa door dien geweldigen inval der Sm ken bedreigd werd, doch het werd afgewend /oowpI

equot; .m0e(1 clei; Weenei\' 1jui\'gerij, die zich zestig dagen\' lang hard nekkig verdedigde, als door de medewerking van de Keurvorsten van Saksen en Beieren, die hulptroepen aanvoerden en voor. van den heldhaftigen koning van Polen, Johan Sobieskv een der beste^ ve dheeren en tevens een der beste vorsten van zijnen

lioJn l\'1 had W 611 6611 vei\'boild

Ü 1 n ! en\' Wlen quot;quot;J uu met 20000 man ter hulp

12dP q l , 74,n! ,aailVOeril^ levei,dequot; vereenigde legers den

z rquot;, °»°S\'X r 5 zstzz :=rs

veiovering van nagenoeg geheel Hongarije (1087) dat nu door vi-eesehjke geimgJ ^ ^

pen en de koninklijke waardigheid erfelijk te verklaren in hot

.s lleizeis, de aartshertog Jozef, tot koning van IJonaariie ap vioond, en bij die gelegenheid den Protestanten vrije godsdienst-

waarvan -dlfen S •en eene .algemeene afgekondigd,

Dm Lf o 7 -7 21,116 aanhai«ei\'s waren uitgesloten.

eerst in ICw\'V VT\'\'iquot;\'1 del1 001\'l0g voortzetten, welke

Z k in 2 bquot; fn f00r den Vredevan waarbij 00S.

J 1,1 het beZlt ,)leef van Zevenbergen, Slavonie en Hongarije.

r quot;dquot;\' quot;s *

llad bquot; het van (len Nijmeegsohen vnde Th quot;iet werpen aan de harde voorwaarden, die de Fransohe Knn i 7

S.dc« diende ,„3

-ocr page 142-

129

§ 10. Voortdurende aanmatigingen van Lodewyk XIV.

Herroeping van het Edict van Nantes. Hernieuiviruj van den om-log.

De twintigjarige wapenstilstand (bl. 126) had de rust van Europa wel voor het oogenbiik verzekerd, maar geen perk gezet aan de heerschzuchtige aanmatigingen van Lodewi.tk XIV. Dat bleek onder anderen toen de Keurvorst van de Palts in 1685 stierf zonder kinderen na te laten, waardoor de regeering op eene zijlinie van het keurvorstelijke huis, de Paltsgraven van Neuherg, moest overgaan. Lodkwijk XIV evenwel maakte aanspraak op een gedeelte van dat gebied voor zijne schoonzuster, de Hertogin van Orleans, die eene zuster was van den overleden Keurvorst, doch bij haar huwelijk van al hare rechten op de Palts afstand gedaan had. liij de daarover gevoerde onderhandelingen bleek het weldra, dat Lodewijk niet dan door geweld tot het opgeven van zijne onrechtmatige eischen te brengen zou zijn. Tenzelfden tijde verbitterde hij alle Protestanten in Europa door hunne geloofs-genooten in Frankrijk de vrijheid van godsdienstoefening te ontnemen, die hun in het jaar 1598 door het Edict van tantes was gewaarborgd (bl. 58). Dat edict werd in 1685 door Lodewijk XIV opgeheven, nadat hij reeds verscheidene jaren te voren de Protestanten op allerlei wijze had vervolgd en onderdrukt. Ten gevolge dier onverdraagzaamheid verlieten meer dan een half millioen, grootendeels zeer nijvere en arbeidzame ingezetenen het land, en vestigden zich met het vermogen, dat zij hadden kunnen redden, in Engeland, de Nederlanden, Denemarken en Brandenburg, waar zij met toegenegenheid werden ontvangen, en door hunne arbeidzaamheid groot voordeel aanbrachten aan industrie en fabriekwezen. Aan frankrijk daarentegen berokkende de opheffing van het Edict van Nantes en het uitwijken van zoovele vlijtige bewoners een onherstelbaar verlies. Zij, die hun vaderland niet verlieten, en hunnen godsdienst in het geheim getrouw bleven, werden wreedelijk vervolgd, en duizenden hunner, vooral in het zuiden van het rijk, verloren daarbij het leven.

Door die handelwijze wekte Lodewijk XIV de verontwaardiging der Protestantsche vorsten in dezelfde mate op, als hij vroeger door zijne heerschzucht zich de voornaamste Katholieke vorsten, als den Keizer van Duitschland en den Koning van Spanje tot vijand gemaakt had, en daardoor gelukte het dan ook aan prins Willem III, die met onbezweken ijver de zaak der vrijheid van Europa bleef behartigen, in 1686 te Augsburg een verdedigend

-ocr page 143-

130

verbond tot stand te brengen tussohen den Keizer, Spanje, Zweden, den Keurvorst van Beieren en de Duitsche vorsten langs den rechteroever des Boven-Jiijns.

Eenigen tijd later ontstond er eene nieuwe aanleiding tot verwikkelingen, toen de Aartsbisschop van Keulen stierf, en zijne waardigheid, waaraan tevens die van keurvorst was verbonden, door den Paus, op aandringen van den Keizer, aan een prins van Beieren was verleend (1688), terwijl Lodewijk XIV, om zijn invloed in Duitschland te vermeerderen, de verkiezing van den Pranschgezinden Bisschop van Straatsburg had zoeken door te drijven. Onmiddellijk daarop verklaarde hij den oorlog aan keizer Leopold en het Duitsche rijk, en aan den Paus, in diens hoedanigheid van wereldlijk vorst. Weldra volgde de oorlogsverklaring aan de Vereenigde Nederlanden en aan Spanje; doch kort te voren had in Engeland eene omwenteling plaats gegrepen, die den Pranschgezinden koning Jacobus II, den opvolger van Kakel II, de kroon deed verliezen, en Willem van Oranje, den standvas-tigen vijand van den Pranschen overweldiger, in zijne plaats op den Engelschen troon bracht.

§11. Omiventeliny in Emjeland. Willem III beklimt den Engelschen troon.

Vroeger (bl. 120) is reeds gezegd, op welke schandelijke wijze Kakel 11 de belangen van zijn rijk verwaarloosde en jaren achtereen, in het geheim, aanzienlijke geldsommen van Lodewijk XIV ontving, die hem in staat stelden zijne lichtzinnige en verkwistende levenswijze voort te zetten. De leiding der staatszaken had hij sedert het jaar 1670 aan een ministerie van vijf mannen toevertrouwd, die, in strijd met den vrijheidlievenden geest van het Engelsche volk, aan den koning een onbeperkt gezag wilden verschaften (1), en daarbij rekenden op de ondersteuning van Lodewijk XIV, die in datzelfde jaar in het geheim aan den Engelschen Koning beloofd had, dat hij hem met een leger zou ondersteunen, indien zijne onderdanen tegen hem in opstand kwamen.

Tenzelfden tijde begonnen Kakel II en zijne ministers de Katholieken te begunstigen, niet uit een beginsel van verdraagzaam-

(1) Dat ministerie werd naar de aanvangletters van de namen der leden Clifford, Arlington, Buckingham, Ashley en Lauderdale, het cabat-mi-nisterie genoemd.

-ocr page 144-

131

heid, maar om te trachten zich daardoor bij een gedeelte der natie een steun te verwerven. De Hertog van York, broeder des Konings, die, omdat Kabel II geene wettige kinderen had, de naaste erfgenaam van den troon was, ging tot den Katholieken godsdienst over, en vermeerderde daardoor de bezorgdheid van het volk, dat algemeen aan de Anglikaansehe Kerk, als godsdienst van den Staat, gehecht was, en vreesde, dat die door de Katholieke zou .verdrongen worden. De algemeene ontevredenheid, welke daardoor ontstond, bracht teweeg, dat de Koning op aandringen van het Parlement eene acte uitvaardigde, volgens welke van alle ambtenaren een eed afgevorderd werd, waaruit bleek, dat zij de Anglikaansehe leerstellingen waren toegedaan. Ten gevolge daarvan waren de Katholieken van alle openbare ambten uitgesloten, zoodat ook de Hertog van York de waardigheden, die hij bekleedde, moest nederleggen (1673). In het volgende jaar werd het Cabal-ministerie ontbonden.

Van nu af richtten zich de aanvallen van het Parlement tegen den Hertog van Vork. Een valsch gerucht werd verspreid, dat de Katholieken eene samenzwering hadden gesmeed om den Hervormden godsdienst in Enrjdand uit te roeien, hetgeen hevige vervolgingen tegen do Roomschgezinden in het leven riep. Het Parlement werd voortdurend stouter in zijne eischen, en vorderde herhaaldelijk, dat de Hertog van York van de troonopvolging zou uitgesloten worden. Onderscheidene malen werd het in de eerstvolgende jaren ontbonden, totdat Kabel II het eindelijk, na 1681, niet meer bijeenriep, en voortaan zonder Parlement regeerde. Willekeur trad nu in de plaats van een wettig bestuur, en alleen de vrees voor de buitensporigheden eener omwenteling, waarvan de herinnering nog algemeen levendig was, hield het volk van een opstand terug. Omtrent dien tijd vormden zich in Engeland twee staatkundige partijen, waarvan de eene de Whigs genoemd, zich tegen de willekeur van den vorst verzette, en het beginsel handhaafde, dat het volk recht had, den Koning tot het eerbiedigen van de vrijheden zijner onderdanen te noodzaken; terwijl do andere partij, die der Tories genoemd, dat recht verwierp, en tot grondregel aannam, dat het volk aan den vorst eene lijdelijke gehoorzaamheid verschuldigd was. Die beide benamingen, waarmede de twee staatkundige hoofdrichtingen in Engeland worden aangeduid, zijn tot heden toe daar te lande in gebruik gebleven (1).

(1) Do oorsprong der namen Tory en Whig is niet mot zekerheid be-

-ocr page 145-

1ji het jaar 1683 werd eene samenzwering ontdekt, die ten doel had den Koning te vermoorden. Zij was door eenige heethoofden aangelegd, en had ten gevolge dat de geheele partij der Whiys en daaronder verscheidene aanzienlijke en rechtschapen mannen, die van het verfoeielijk plan geen kennis droegen, mede beschuldigd en te recht gesteld werden. De Hertog van Monmouth, een onechte zoon van Karei, II, werd, ofschoon van de zaak onkundig, ook als een der hoofdaanleggers genoemd, en vluchtte naar Holland; hij keerde echter kort daarna terug en verkreeg vergiffenis. Die samenzwering had juist het tegenovergestelde gevolg va)] hetgeen de aanlegger* gehoopt hadden; de bevolking keerde zich met weerzin van dergelijke middelen af, en bleef rustig; de Hertog van York werd in zijne vroegere waardigheden hersteld, en de beide laatste jaren der regeering van Karel II gingen zonder verdere onlusten voorbij. Hij stierf in Februari 1(585.

Zijn broeder, de Hertog van York, volgde hem op onder den naam van Jacobus II. Al zeer spoedig wekten zijne maatregelen om den Katholieken godsdienst weder in den staat in te voeren, eene groote ontevredenheid, die nog vermeerderde door zijne eigendunkelijke handelingen met bet-rekking tot het inwendig bestuur. De Hertog van Monmouth meende van deze stemming der gemoederen gebruik te kunnen maken, om zijnen oom van den tioon te stooten; op de medewerking der Whigs rekenende, verwekte hij een opstand, en gaf zich den titel van koning. Hij vond echter geen bijval onder de bevolking, de kleine schaar zijner aanhangers werd verslagen, en hij zelf gevangengenomen en onthoofd (1685). Jacobus II wreekte zich op bloedige wijze op allen, die van medeplichtigheid beschuldigd werden: honderden verloren het leven op het schavot, of werden naar West-In die gebannen om slavenarbeid te verrichten.

Inmiddels had in Frankrijk de opheffing van het Edict van Nantes plaats (bl. 129), en stroomden duizenden Protestanten, om de vervolgingen in hun vaderland te ontgaan, naar Engeland. waar zij eene veilige schuilplaats vonden, en de reeds bestaande opgewondenheid deden toenemen. Voortdurend vermeerderde het wantrouwen in den Koning, die evenals zijn voorganger in nan-

kend. Waarschijnlijk word de nnam Tory oor8|.ionkelijk aan do Katholieke bewonevs van Ierland Regeven, die van hunne bezittingen beroofd in hun onderhoud door struikrooverij zochten te voorzien, en do voorbijgangers met hel woord itoreequot; (geef oven aanhielden Het woord Whig is oorspronkelijk Schotsch. en betoekent «zure melk\' : het werd als scheldnaam aan de Schóf-.che landlieden gegeven, die de strenge Puriteinsche beginselen aankleefden

-ocr page 146-

133

we verbinding stond met Lodrwijk XIV, zich meer en meer een onbeperkt gezag in de Kerk en Staat aanmatigde, de Katholieke partij openlijk begunstigde, en geheel zonder het Parlement regeerde.

Het volk bleef intusschen lijdelijk onder de verdrukking, omdat het vooruitzicht bestond, dat Jacobus 11 bij zijn overlijden opgevolgd zou worden door zijne oudste dochter Maria, die met prins Willem III van Oranje gehuwd was (bl. 124). Doch die verwachting werd verijdeld, toen den Koning in Juni 1688 een zoon geboren werd, die derhalve zijn opvolger zou wezen (1).

Het vooruitzicht, dat het regeerend stamhuis voortaan den Katholieken godsdienst zou belijden, deed het misnoegen der natie ten top stijgen. De hoofden der Whigs en Tories vereenigden zich nu tot verzet tegen den Koning. Het gerucht werd verspreid, dat de pasgeboren zoon een ondergeschoven kind was, en dat men alzoo Maria van haai\' wettig recht op den troon wilde be-rooven. Eene menigte aanzienlijken wendden zich thans tot Willem van Oranje, en verzochten hem, dat hij zich de belangen van het Engelsche volk en van zijne gemalin zou aantrekken. Deze gaf aan dat verlangen gehoor: ondersteund door de Alge-meene Staten, stak hij in November 1688 met eene aanzienlijke vloot en een leger van 15 000 man naar Engeland over, en verklaarde gekomen te zijn, om de vrijheid van het Engelsche volk tegen de willekeur des Konings te beschermen. Jacobus II, die nu eerst het gevaar inzag, waarin hij verkeerde, trachtte het tevergeefs, door inwilligingen en beloften voor de toekomst, af te weren; hij had het vertrouwen zijner onderdanen geheel verloren. De troepen, welke hij tegen Willem III afzond, liepen tot dezen over; de eene stad na de andere opende hare poorten voor den l\'rins van Oranje, die den 29sten December 1688 Londen binnentrok. Jacobus 11, die eenige dagen te voren reeds eene ver-geefsChe poging gedaan had om te vluchten, stak den 2den Januari 1689 naar Frankrijk over, waarheen de Koningin met haren zoon insgelijks de wijk genomen had, en waar zij door Fjo-dkwijk XIV gastvrij werden ontvangen.

Willem III en zijne gemalin werden in de volgende maand als koning en koningin van Engeland gehuldigd, met bepaling

(I) Iacouus II had uit zjjn ciorsto huwelijk twee dochters, Maria, do gemalin van Willem 111, en Anna, die met den piins üiionde van Denemarken, den broeder van koning Ciiristiaan V, was gehuwd. Beido waren in den Protestantschen godsdienst opgevoed. Na den dood zjjnor eerste gemalin, was Jacoisus in den echt getreden met eene prinses van Modena.

-ocr page 147-

1-34

dat de kroon nimmer door een Katholieken vorst zou mogen gedragen worden. Bij die gelegenheid bekrachtigde Willem til eene verklaring der rechten van het Engelsche volk, waarbij hoofdzakelijk bepaald werd, dat de koning de uitvoering dei-wetten niet mocht tegengaan, dat hij zonder toestemming van het Parlement geene belastingen mocht uitschrijven, en in tijd van vrede geen staand leger onderhouden.

Schotland volgde het voorbeeld van Engeland, vooral omdat Willem III daar te lande in de herstelling van de Presbyteri-aansche Kerk bewilligde, die ook spoedig de heerschende werd. Het Katholieke Ierland daarentegen bleef de zijde van Jacobus TI honden, die, drie maanden na zijne vlucht, met Pransche troepen op dat eiland landde, waar hij den strijd tot in het midden van het jaar 1690 volhield, toen hij door Willem III in een slag aan de rivier de Boyne volkomen geslagen, en tot de vlucht naar Frankrijk genoodzaakt werd. In 1(591 werd de onderwerping van Ierland door den Nederlandschen generaal van Riieede Ginokei. voltooid.

§ 12. Onrlofi van Lodewijk XIV fefjcn het Groot Verbond ran Weenen. Vrede van Ttijswyh.

Korten tijd nadat Jaoohus II, door Lodewijk XIV ondersteund, in Ierland geland was, verklaarde Engeland aan Frankrijk den oorlog (Mei 1(582), en werd te Weenen een verbond gesloten tusschen de Vereenigde Nederlanden en den Keizer, waaraan achtereenvolgens ook Engeland, Spanje en do Hertog van Savoye, die door Frankrijk\'\'s aanmatigingen beleedigd was,^deelnamen. Dat verbond, hetwelk ten doel had de zaken in Europa te herstellen op den voet der vredesverdragen van M?est falen en van de Pyreneën, en om de kroon van Spanje, wanneer konino-Kabel II kinderloos mocht komen te overlijden, aan het Huis van Oostenrijk te verzekeren, werd het Groot verbond van Weenen genoemd, en bracht zooals men ziet, half Europa tegen deheersch-zucht van Lodewijk XIV ondGr cIg wapGiien.

De oorlog, die acht jaren (1(589-1697) duurde, werd voornamelijk in de Spaansche Nederlanden, aan den Rijn en in J/aliè gevoerd, terwijl in de eerste jaren twee groote zeeslagen werden geleverd; bij Bevezier (1690), waar de Engelsch-Nederlandsche vloot door de Pransche vloot geslagen werd, en bij Kaap La Uogue (1692), waar de Pransche vloot eene volkomen nederlaag leed

-ocr page 148-

135

en Lodewi.tk XIV do heerschappij ter zee verloor, welke sedert dien tijd aan de Engelschen behoorde.

De Spaansche Nederlanden waren het gewichtigste oorlogstooneel; drie veldslagen, bij Fleurus (1690). bij Steenkerken (1()92) en bij Neerwinden en Landen (1694), werden bier door de Franschen onder den Hertog van Luxemburg gewonnen, doch in weerwil daarvan wist Willem III met zooveel beleid den oorlog te voeren, dat de vijand van zijne overwinningen weinig of geen voordeel kon trekken. Merkwaardig was ook die oorlog daardoor, dat de twee grootste vestingbouwkundigen van hunnen tijd, V.ukax aan de zijde der Franschen, en Coehoorn aan de zijde der \'Nederlanders, de voornaamste belegeringen bestuurden.

Aan den Bijn werd de krijg op eene gruwelijke wijze door de Franschen gevoerd, daar zij weder, evenals vroeger, door bar-baarsche verwoestingen, en door bet plunderen en verbranden van eene menigte welvarende steden en dorpen, de Duitsche grenslanden in woestenijen herschiepen. Ook in dien oorlog betoonden de Duitschers weinig veerkracht; voortdurende oneenigheden, onderlinge twisten, naijver tusschen de vorsten en de krijgsbevelhebbers stonden eene behoorlijke samenwerking in den weg, en waren oorzaak, dat de Franschen nagenoeg overal in het voordeel bleven. De hevigste binnenlandsche verdeeldheid in bet Duitsche rijk brak in het jaar 1692 uit, toen de Keizer op eigen gezag, en tegen het gevoelen der meeste rijksvorsten, de Keur-vorstelijke waardigheid verleende aan den hertog Ernst August van Brunswijk-Lunenhury, die aan het rijk gewichtige diensten had bewezen in den oorlog tegen de Turken. Die benoeming, waardoor een negende Keurvorstendom, dat van Hannover, in her, leven geroepen werd, verwekte zulk een hevige tweespalt, dat te raidden van den strijd met Frankrijk een binnenlandsche-oorlog op het punt was van uit te breken. Behalve die verdeeldheid was de oorlog, welken de Oostenrijkers tenzelfden tijde met de Turken hadden te voeren, eene groote belemmering tegen bet krachtig optreden aan den Rijn.

Ook in Italië waren de Franschen in het voordeel. De Paus (bl. 130) verzoende zich reeds in 1693 met Lodewi.tk XIV; de Hertog van Savoye trad insgelijks al zeer spoedig in geheime onderhandeling, en sloot in 1696 een vredesverdrag, waarbij hij alles terugkreeg, wat hij gedurende den oorlog verloren had, terwijl hij zells kort daarop de zijde van Frankrijk koos.

Eindelijk begon men algemeen naar den vrede te verlangen. Eene krachtige samenwerking der bondgenooten was, in weerwil

-ocr page 149-

136

van den aandrang van Wu.lkm III, niet te verkrijgen enten

frlfde E: \'mhr\\ 001\'logskosten deed «ich, zoowel in Engeland de Republiek, een nijpend geldgebrek gevoelen. Dit laatste was eveneens m Frankrijk het geval; maar er was no« ee.e voorname reden, die Lodewmk XIV naar het einde van den oorloo-d«d wenschen. Bij de Ummml. .w.kte v.„ de„ K„ni„: van Span,.- kon men dezen geen lang leven meer toeschrijven en wanneer lu, mocht komen te overlijden, was het van hoog belang voor Lodewuk XIV, die voornemens was zich zijne nalaten

schap hetzij geheel, hetzij gedeeltelijk, toe te eio-enen dut het ™htlge bondgenootechap, h.lw.H .id, ^ C d

r, in!c,;TSk\' rcr: «;■

slot mei de XedeHmdm ee„ voorieelig hmdelsverdrsg, en mf

vrede^SZ^rf O \'d™8\' quot;\'!■ *»quot;»■

\' l3 dle gunstige voorwaarden sloten de drie

rzi ófquot; ■■, quot;\'ffde jquot;\' *• quot;*• - \'

welke hquot; ™ \'»«gt;

vviarder f ^1\' quot;enoodzankt veel onvoordeeliger voor

wal den aan te nemen, en den geheelen Elzas, met het gewichtige

zsTjz ir; rr

£ sZeioS,™ ™;x:r c::

dlita hT^quot;\' Tquot; 1670 wm\\m*

.11 zijn Hertogdom hersteld (2). r\',

§ 13. Aanleidiy c,n voorbereiding tot den Spaamchen buccessie-oorloy. Dood van Willem III.

4° Z ST Geheel .....^

volger zou zijn, omdat, indien de uitgebreide sti d^In sche monarchie, als Spanje, het koninkrijk Napels, de

(■\') Jacobus II stierf in 1701 in Frankrijk.

^ ) ^lj\'1 vader, Karki l\\* /1»I -ioö ;,s ,1 , ,

storven. ( quot; de aanteekeniiig) was in 4690 go-

-ocr page 150-

137

Nederlanden, Milaan en do rijke koloniën, gaMtmenlijk bij een ander rijk gevoegd werden, dat rijk daardoor een overwicht van macht zou verkrijgen, hetwelk gevaarlijk zou kunnen worden voor de overige. Vooral zou zulks het geval zijn, wanneer Frankrijk in het bezit dier rijke nalatenschap kwam, omdat het dan den heersch-zuohtigen Lodewijk XIV niet moeilijk zou vallen zijn wil overal als wet te doen gelden. Wel is waar had hij, bij zijn huwelijk met do oudste zuster van Kakel II, afstand gedaan van alle rechten op het Spaansche grondgebied, maar het gebeurde in de laatste jaren had reeds bewezen, hoe weinig hij zich daaraan stoorde, en hij verklaarde nu zelt\', dat noch hij noch zijne gemalin bevoegd waren geweest, over de rechten hunner nakomelingen te beschikken. Om evenwel te gemoet te komen aan het bezwaar, dat men zou kunnen maken tegen eene vereeniging van Frankrijk en Spanje onder één vorst, droeg hij zijne aanspraken over op zijnen tweeden kleinzoon, den hertog Pniui\'s van An jou, waardoor dan toch de Spaansche kroon in zijn stamhuis zou komen.

Ren tweede mededinger (naar die kroon was keizer Leopold I van Puitschland, die gehuwd was geweest met eene jongere zuster van Kabel II, welke van haar erfrecht geen afstand gedaan had, terwijl hij bovendien met grond beweerde, dat, wanneer de Spaansche linie van het Habsburgsche Huis (bi. 20) uitstierf, de Oostenrijksche linie aanspraak op de nalatenschap had. Oin echter eveneens het bezwaar te vermijden, dat men tegen eene te groote inachtsvermeerdering van het Oostenrijksche Huis zou kunnen maken, deed hij afstand van zijne rechten ten behoeve van den aartshertog Kaukl, zijn tweeden zoon, die dus niet bestemd was hem in de Oostenrijksche erflanden op te volgen.

Eindelijk was er een derde mededinger naar de Spaansche kroon, de zesjarige Keurprins van Beieren, do zoon van den Keurvorst, die van moederszijde van Piiilii\'.s IV afstamde.

De gewichtige vraag omtrent de toekomst van Spanje hield in de laatste jaren der 17de eeuw geheel westelijk Europa bijna uitsluitend bezig, en het was vooral Willem III, die ook hier weder met groot staatkundig beleid liet gevaar zocht af te wenden, dat de rust van Europa bedreigde. Dooi- zijn toedoen kwamen de belanghebbende mogendheden overeen, dat de Spaansche monarchie na den dood van Kaukl II verdeeld zou worden, en sloten zij te dien einde in 1698 een verdeelings-tractaat, waarbij aan den jeugdigen Keurprins van Beieren het grootste gedeelte der Spaansche heerschappij werd toegekend.

-ocr page 151-

138

Koning Kakel fl zelf was echter, evenals zijn volk, van elke verdeeling afkeerig, en\' hij maakte bij testament den Keurprins erfgenaam van het geheel. Kort daarna stierf deze laatste, en dientengevolge werd er in het begin van 1700 een nieuw verdeelings-tractaat gesloten, terwijl de Spaansche Koning zich voor den aartshertog Kakel, als zijn eenigen erfgenaam verklaarde.

Nu begon Lodewijk XIV, ziende dat de rijke buit, waarnaar hij zoovele jaren gestreefd had, op het punt was hem te ontsnappen. eene reeks van kuiperijen en omkoopingen aan het Spaansche hof, en bereikte daardoor zijn doel. Kauel II maakte in het geheim een nieuw testament, en toen hij den Isten November 1700 overleed, bleek het, dat hij Philips van Anjou tot eenigen erfgenaam der geheele Spaansche monarchie had benoemd. Lodewijk XIV verwierp nu terstond het laatste verdeelingsver-drag, en aanvaardde de nalatenschap voor zijnen kleinzoon, dien hij plechtig als opvolger van Kakel II in al diens landen erkende. Dat gaf aanleiding tot den Spaanschen Successie-oorlog, die Europa langer dan dertien jaren op eene ontzettende wijze teisterde.

Keizer Leopold I greep terstond naar de wapenen tot verdediging der ^ rechten van zijnen zoon, den aartshertog Kakel, en zond prins Ei-qenius van Savoye, den grootsten veldheer van zijnen tijd, met een leger naar Milaan, om dat hertogdom in bezit te nemen. Engeland en de Nederlanden trachtten aanvankelijk nog door onderhandelingen een dreigenden oorlog af te wenden en eene billijke schadeloosstelling voor Oostenrijk te bedingen; doch Lodewijk XIV verwierp alle voorslagen, waarop de Republiek in September 1701 te \'s-Gravenhage een verbond sloot met den Keizer. Tot dat verbond trad ook weldra Engeland toe, vooral omdat Lodewijk XIV de Engelsche natie hevig verbitterd had door in 1701, bij den dood van Jacobus, die zich steeds in Frankrijk bad opgehouden, diens zoon als koning van Groot-Britlanië te erkennen. De Duitsche vorsten met uitzondering van den Keurvorst van Keulen en zijn broeder, den Keurvorst van Beieren, die door Lodewijk XIV met schitterende beloften gewonnen was, kozen partij voor Kakel van Oostenrijk-, de voornaamste onder hen waren de Keurvorst van Hannover en de keurvorst Pkedekik van Brandenburg (1), welke laatste in het begin van 1701, met toestemming des Keizers, het hertogdom Pruisen, het markgraafschap Brandenburg en de overige landen, waarover

(I) liy was een zoon van den Orooten Keurvorst, die in 1688gestorven was; zijne moeder was de oudste dochter van Prins Krrdehik Hendrik.

-ocr page 152-

139

hij het gebied voerde, tot een koninkrijk luid vereenigd, en den titel had aangenomen van Fredebik I, koning van Pruisen.

Ook de hertog Victor Amadeus van Savoye en koning Pe-imo 11 van Porlugal (1), die eerst de zijde van Frankrijk hadden gekozen, werden in de eerste jaren van den oorlog door beloften van vermeerdering van grondgebied voor Karei, van Oostenrijk gewonnen.

Nog voordat de algemeene oorlog een aanvang nam, leden de verbondenen een gevoelig verlies door den dood van Willeh III, den grooten beschermer van Europa\'s vrijheid, die in Maart 1702 aan de gevolgen van eenen val van het paard overleed. Dewijl hij geene kinderen naliet, en zijne gemalin Maria reeds in het jaar 1695 was overleden, werd hij in Ene/eland opgevolgd door zijne schoonzuster Anna, de tweede dochter van Jacobus II (bl. 133 in de aanteekening). In de vijf Nederlandsche gewesten, waar hij de waardigheid van Stadhouder had bekleed (bl. 126), werd hem geen opvolger gegeven.

Beide mogendheden bleven de staatkunde van den overleden vorst volgen; in Engeland was een ministerie aan het bewind, uit de partij der Whigs samengesteld, waarop de graaf (latei-hertog) van Marlborough, die door Willem III. tot opperbevelhebber over het verbondene leger in de Nederlanden bestemd was, grooten invloed uitoefende, en in de Nederlanden kreeg de bekwame Raadpensionaris Heinsius de leiding der zaken in handen.

^ 14. De Spaanschc Successie-oorlog. Vrede van Utrecht.

Twee maanden na den dood van Willem III (Mei 1702) verklaarden de verbondenen achtereenvolgens den oorlog aan Lode-wijk XIV en aan Philips van Anjou, die reeds in het begin van het vorige jaar als Pim/ii\'s V zijnen intocht in Madrid had gedaan.

In de Zuidelijke Nederlanden, Duitschland, Italië en Spanje werd de krijg gelijktijdig gevoerd. Aanvankelijk waren de Franschen, die omtrent 300 000 man onder de wapens hadden, in het zuiden van Duitschland eenigszins in het voordeel, te meer, omdat de Keizer een gedeelte zijner troepen naar Hongarije moest zenden, waar weder een bedenkelijke opstand was uitgebroken, die eerst na verscheidene jaren (1711) geheel gedempt kon worden. In de Nederlanden en aan den Bijn daarentegen werden zij door de verbon-

(1) Hij was een jongere zoon van .Iohan IV (bl. 99), en had zijn ouderen broeder AlpiionsUs in 10(17 van den troon gestooten.

-ocr page 153-

140

vrTrTp te/U/g.edr011gen:- M\'UU\'n0quot;0ÜGI[\' di0 het opperbevel

voeide, had die gunstige uitkomsten voornamelijk te danken aan

de voortreffelijkheid van de Engelsche en Nederlandsche troepen en

door Wrf quot;quot;\'\'\'m hlJ 0nder Zijne bevelen had\' en die quot;»en

,\' | i \' i- f Waren gev01\'md\' tervvlJ1 juist de Pransche be-ve hebbers, die tegenover hem stonden, over het algemeen zeer onbekwaam waren, en door hofgunst of kuiperijen tot hunne waardigheid waren geraakt. Mahluorough zelf was geen veldheer van den eersten rang, en werd bovendien geleid door lage eigenbaat en geldzucht, die hem meestal de belangen van het algemeen aan zijne eigene belangen deden opofferen. Het geluk,

ooLcr^n •? TKle\' 6,1 V00ral in de Iailtste jaren va» den oo log, de medewerking van E.;GBNirs va, Savoye, die een

uitstekend krijgsoverste was, hebben hem bij zijne tijdgenooten

een loemnjken naam bezorgd, dien hij niet verdient.

NpÏ lheV\'7 !7,M tr0k hii met een S\'r00t deel der Engelsche en . edei landsche troepen naar het zuiden van Duilschland, waar

eene schitterende overwinning bij Höohsladf door liet vereeni^de

leger behaald aan de Franschen al de door hen verkregen vooi-deelen ontrukte.

In Spanje werwaarts de aartshertog Kak ei, zich in persoon ogeven had, werd de oorlog aanvankelijk met afwisselende kans gevoerd, maar bleet het overwicht ten laatste aan de zijde der franschen en Spanjaarden.

Inmiddels was keizer Leopom, I i„ 1705 gestorven, en opo-e-voigd door zijn oudsten zoon Jozef I,

Nieuwe overwinningen, door de verbondenen, zoowel in de Nederlanden bij RamilUes (1701) als in Italië bij Turin (1706) mvoc i on, w\'iiien oorzaak, dat Lodewijk XIV onderhandelingen met de Republiek aanknoopte, en zelfs aanbood een aanzienlijk gedeelte der betwiste landen aan den aartshertog Kahei, af te staan ; maar daar vooral Encjeiand voordeeliger voorwaarden wenschte te verkrijgen, werd de oorlog met nadruk voortgezet. Eene nieuwe nederlaag der hransehen bij Oudenaarden (1708,) en het verlies der gewichtige vesting lïyssel in hetzelfde jaar, deed Lui.ewuk I nog sterker naar den vrede verlangen, te meer omdat de hulpmiddelen van l\'rankrijk door de ontzettende oorlogslasten uitgeput waren en toen eindelijk de moorddadige veldslag bij Mal-Placjuct (1709), waar 42 000 menschen sneuvelden, ook te zijnen nadeele was uitgevallen, scheen hij geneigd de voorwaarden, welke men hem stelde, aan te nemen, en Kakel van Oostenrijk als konmg van Spanje en heer der overige Spaansche landen te

-ocr page 154-

141

erkennen. Maar toen men van hem eischte, dat hij zelf zoude medewerken om 7,ijn kleinzoon met geweld van wapenen uit Spanje te verdrijven, weigerde hij volstandig, en de onderhandelingen werden nogmaals afgebroken.

Eindelijk veranderden de zaken op het onverwachtst in 1710 te zijnen voordeele. Tn Engeland werd het ministerie ten val o-e-bracht door de kuiperijen der Tories, die tegen den oorlog waren. Nieuwe ministers, tot die partij behoorende, kwamen aan het bewind, en weldra werden in het geheim aan Lodewi.ik XIV zeer aannemelijke voorstellen gedaan. Bovendien stierf Keizer Jozef I in 1711, en daar hij geen zoon naliet, volgde zijn broeder, de aartshertog Karei,, hem in de Oostenrijksche landen op. Toen deze kort daarna als Karet, VI den Keizerstroon beklom, werd het bedenkelijk hem verder te ondersteunen om in het bezit te komen van de geheele Spaansche nalatenschap. Engeland was het nu weldra met Frankrijk over de vredesvoorwaarden eens, en verried op de schandelijkste wijze zijne bondgenooten. Maklbohouqh, terecht beschuldigd van zich met \'s lands gelden verrijkt te hebben, werd van zijne waardigheden ontzet, en zijn opvolger in het opperbevel kreeg last zich van alle aanvallen te onthouden, zoodat de krijgskans zich in de Nederlanden ten voordeele der Franschen keerde, en zij bij Donain door hunne groote overmacht eene overwinning op de Nederlandsche troepen behaalden (Juli 1712).

Inmiddels waren te Utrecht onderhandelingen tusschen Lodewi.ik XIV en de verbondenen geopend, welke laatste door de trouwe-looze handelwijze van het Engelsche bewind genoodzaakt waren de voorwaarden aan te nemen, die reeds vooraf tusschen Engeland en Frankrijk waren vastgesteld. De Keizer alleen weigerde zich daaraan te onderwerpen. Zoo kwam in April 1713 de vrede te Utrecht tot stand, waarvan de voornaamste bepalingen de volgende waren:

Philips V verkreeg Spanje en de koloniën, met bepaling evenwel dat de kroon van dat rijk nimmer met die van Frankrijk mocht vereenigd worden,

Engeland behield de sterke vesting Gibraltar, die in 1704 dooide Engelsche en Nederlandsche troepen was veroverd geworden, en verkreeg in Noord-Amerika eenige Pransche volkplantingen, waarvan Akadië, later Nieuw-Schotland genoemd, de voornaamste was. Lodewlik XIV erkende koningin Anna en de Protestantsche opvolging, en beloofde tevens den zoon van Jacobus II geene schuilplaats meer te zullen verleenen.

-ocr page 155-

142

De Hertog van Savoxje verkreeg eenige uitbreiding van grondgebied en het eiland Sicilië, benevens de koninklijke waardigheid.

De Koning van Pruisen, Fbederik Willem I, die eenige weken vóór den vrede zijnen vader Pbedebik I was opgevolgd, werd in zijne koninklijke waardigheid door Frankrijk erkend, en stond aan dat rijk zijne rechten op het prinsdom Oranje af (1).

De Vereenigde Nederlanden verkregen een voordeelig handelsverdrag met Frankrijk, en het recht eene reeks van vestingen in de Zuidelijke Nederlanden langs de Pransche grenzen gelegen, met hunne troepen te bezetten. De nadere bijzonderheden omtrent dit laatste punt werden in 1715 bij het zoogenaamde Bar-rière-traQtaat geregeld.

Aan Oostenrijk, dat de onderhandelingen afgebroken en de vijandelijkheden hervat had, zouden indien het tot den vrede toetrad do Zuidelijke Nederlanden, Napels, Sardinië, Milaan en Mantua afgestaan worden.

Dat gebeurde eerst in het volgende jaar, nadat de Keizer, die nog eenigen tijd met nadeel den oorlog had volgehouden, te nasladt m onderhandeling was getreden, en kort daarna te Baden met Frankrijk vrede had gesloten (September 1714). Daarmede eindigden de langdurige vijandelijkheden, hoewel er geen vrede tot stand kwam tusschen Philii\'s V en keizer Kakel VI.

§ 15. Peter de Grooie. Karei KIL De Noordsche oorlog.

ferwijl de heersehzucht van Lodewijk XIV in het laatst der 17de eeuw het westen van Europa in aanhoudende oorlogen wikkelde, hadden er in het Noorden en Oosten gebeurtenissen plaats, die gewichtige veranderingen teweegbrachten.

Czar Alexeï (bl. 103) van Rusland was in 1676 overleden, en nadat zijn oudste zoon Peodoh zes jaren later kinderloos gestorven was, kwamen diens jongere broeders Iwan en Peteh, onder

(1) Na den dood van Willem 111, dio zijnon neef johan Willem Friso tot zijn eenigen erfgenaam benoemd had, ontstond er over zijno nalatenschap een twist tusschen dezen en koning Frkderik 1 van iVuisen, die zijne rechten als kleinzoon van Frudehik Hendrik deed gelden, de Graafschappen Meurs en Lingen in bezit nam en aanspraak maakte op het prinsdom Oranje dat in den Spaanschen Successie-oorlog door Lodewijk XIV bezet weid\' Eerst in 1732 kwam men tot eene schikking, waarbij onder anderen het prinsdom Oranje aan Frankrijk verbleef, doch de stadhouder Willem Karel Hendrik Friso voor zich en zijne nakomelingen het recht behield den titel en de wapens van hot prinsdom te blijven voeren.

-ocr page 156-

143

de voogdij hunner zuster Sophia, op den troon. De jongste, Peteb, die aan een buitengewonen aanleg eene zeldzame vastheid van karakter paarde, vatte reeds in zijne jongelingsjaren het plan op, om Rusland op te beuren uit den staat van onbeschaafdheid, waarin het nog verzonken lag, en het tot eene krachtige Europeesche moo-endheid te verheffen. In 1689, toen hij tien leeftijd van 17

o

jaren bereikt had, noodzaakte hij zijne zuster het regentschap neder te leggen, sloot zijnen zwakken broeder Iwan, die zeven jaren later stierf, van de regeering uit, en begon zijne groote hervormingsplannen ten uitvoer te leggen. Met een ijzeren wil, die allen tegenstand met geweld vernietigde, dwong hij zijne onderdanen, zoowel de aanzienlijkste als de geringste, de verordeningen na te komen, welke hij in het belang van beschaving en vooruitgang uitvaardigde. Zonder zich aan de oude nationale gewoonten en vooroordeelen van zijn volk te storen, voerde hij in alle onderdeden van het rijksbestuur nieuwe bepalingen in, en strafte, vaak met onmenschelijke wreedheid, elk verzet. Om door eigen aanschouwing de beschaving van het westelijk Europa te leeren kennen, deed hij in 1697 eene groote reis, op welke hij, onder anderen, ook de Nederlanden bezocht, en zich te Zaandam in den scheepsbouw liet onderrichten. Eene menigte handwerkslieden, kunstenaars en zeelieden voerde hij mede naar zijn rijk, en legde zich, terwijl hij overal scholen oprichtte, met onver-moeiden ijver toe op de uitbreiding van scheepsbouw en handel, van fabriekwezen en landbouw.

Om Rusland in de rij der Europeesche volken de plaats te verzekeren, welke hij het wilde doen innemen, begreep hij, dat een geregeld leger en eene welgeoefende zeemacht noodzakelijk waren, en wijdde daaraan dan ook eene bijzondere zorg. De kern van de Russische krijgsmacht bestond uit de zoogenaamde Strelitzen (Slrelzi, of schutters), die in het midden der 16de eeuw door Iwais VI waren opgericht. Toen zij, ontevreden over de door Peter ingevoerde nieuwigheden, en opgezet door misnoegde edelen, tweemaal togen hem in opstand waren gekomen, liet hij duizenden op barbaarsche wijze ter dood brengen, en vernietigde daardoor deze voor /.ijne plannen zoo gevaarlijke macht (1698). Om zijn rijk tot eene zeemogendheid te maken, moest hy zijne grenzen tot de Zwarte Zee en tot de Oostzee uitbreiden. Het eerste bereikte hij door herhaalde oorlogen met Turkije, die hem steeds meer grondgebied in het zuiden van het tegenwoordige Rusland, en eindelijk in (1686) het gewichtige Azof aan den mond van den Don bezorgden. Bij den kort daarop ge-

-ocr page 157-

144

volgden vrede verkreeg hij den vrijen handel op de Zwarte zee.

Van de Oostzee was hij geheel afgescheiden, daar het grond, gebied van Zweden zich te dien tijde langs de geheele oostkust van die zee tot aan het koninkrijk Polen uitstrekte (bl. 102), en zijn wensch om zich aan die kust uit te breiden, was eene der voornaamste oorzaken van een bloedigen oorlog tegen Ziveden, die van het jaar 1700 tot 1719 duurde, en waaraan ook Polen en Denemarken deelnamen.

In Polen was na den dood van Johan Sobibskv (bl. 128) de keurvorst van Saksen, Predkuik August, onder den naam van August II tot koning verkozen (1097), die den woelzieken Pool-schen adel, welke zich gedeeltelijk tegen zijne verkiezing had verzet, afleiding wilde verschaffen door een veroveringsoorlog, en zich te dien einde meester wilde maken van Lij/land, dat tot Zweden behoorde.

Koning Fbkdehik IV van Denemarken, de kleinzoon van Pke-ükrik III (bl. 102), die in 1(599 zijnen vader Ciiuistiaan V was opgevolgd, wilde zich eveneens onder een gezocht voorwendsel bevoordeelen ten koste van Zweden, dat nog altijd het machtigste rijk in het noorden Europa was.

De toestand van Zweden scheen gunstig voor de oogmerken dei-drie vorsten, dewijl koning Kauki, XI (bl. 121) in 1697 was gestorven, en opgevolgd door zijn vijftienjarigen zoon Karei. XFI, die aanvankelijk meer behagen schepte in hoffeesten en jachtpartijen dan in ernstigen toeleg op de staatszaken.

Doch nauwelijks bemerkte hij dat zijne naburen vijandige plan-nen jegens hem koesterden, of zijn ware karakter kwam plotseling aan den dag. Op eens alle ijdele vermaken ter zijde zettende, greep hij naar de wapenen, om niet alleen den onrecht-vaardigen aanval af te weren, maar ook zijne vijanden voor hunne trouweloosheid te straften. Hij wendde zich eerst met onstuimigen spoed tegen Denemarken, en ondersteund door eenige schepen van Engeland en de Vereenigde Nederlanden, die met Zweden een verbond hadden gesloten, dwong hij, binnen den tijd van drie weken, koning Puederik [V tot den vrede en tot het verbreken van zijn verbond met August II en Petek I.

De eerste was inmiddels in Lijfland gevallen en had, doch tevergeefs, de stad liiga belegerd, en de Czar rukte met 80 000 man in Esthland waar hij het beleg voor Narwa sloeg. Zonder tijd te verliezen, stak nu Kakel XII naar Esthland over, greep de Russen met 8000 man aan, en bracht hun, in weerwil van hunne groote overmacht, een geweldige nederlaag toe (November 1700),

-ocr page 158-

145

Wanneer Kauki, XII daar zijne overwinning had voortgezet, zou hij den Czar waarschijnlijk tot den vrede hebben kunnen dwingen, maar hij was te zeer op August II vsrbittsrd, om zich nu niet terstond tegen dezen te wenden. Welke goede hoedanigheden Kakel XII ook mocht bezitten, hij was even ongeschikt tot veldheer als tot koning. Zijne aangeborene dapperheid ontaardde in dolzinnige roekeloosheid, die hem alle omzichtigheid en het wijs overleg, dat een krijgsbevelhebber bezitten moet, geheel uit het oog deed verliezen; zijne vastheid van wil ging over in blinde halsstarrigheid, die hem de dure lessen der ondervinding en de verstandige raadgevingen zijner vrienden in den wind deed slaan. Daardoor bracht hij zich zeiven ten val, en vernietigde de vroegere grootheid van Zweden door een verderle-1 ijken oorlog, die ruim achttien jaren duurde, en welks beloop liier slechts in hoofdtrekken kan worden medegedeeld.

In korten tijd had Karet, XII bijna het geheele koninkrijk Polen veroverd, en dwong toen den Rijksdag in 1lt;04, August II vervallen te verklaren van den troon, en den Woiwode van Po-soi, Stanislaus Lesoinsky, een gunsteling van den Zweed-schen Koning, in zijne plaats te verkiezen. August, die zijn rijk vruchteloos zocht te heroveren, en den oorlog alleen met zijne Saksische troepen moest voeren, leed herhaalde nederlagen, en werd ten slotte, toen Kakel XII ook het keurvorstendom Saksen was binnengetrokken, tot een nadeeligen vrede genoodzaakt (1706).

Intusschen was czar Peter rusteloos voortgegaan zijne plannen tot uitbreiding van zijn rijk naar de Oostzeekust te volvoeren, en had eindelijk vasten voet gekregen in Ingermanland, ten zuiden van de golf van Finland (1703). Vast besloten, wat er ook gebeuren mocht, deze verovering nimmer uit zijne lianden te geven, begon hij hier terstond de grondslagen te leggen van eene groote stad, die hij tot hoofdstad van zijn rijk bestemde. Door ontzaglijke krachtsinspanning en met opoffering van duizenden menschenlevens, bereikte hij zijn doel, en binnen weinige jaren was de nieuwe stad, waaraan hij den naam van St.- Petersburg gaf, eene der gewichtigste steden van Europa.

Hoewel het Russische rijk onder een krachtig en verstandig bestuur ieder jaar machtiger werd, en de Russische troepen meer en meer in geoefendheid en zelfvertrouwen wonnen, meende Kakel XII, na August onttroond te hebben, den machtigen Czar nu even gemakkelijk tot onderwerping te zullen brengen. Zonder te willen hooren naar de raadgeving zijner meer voor-

II. 10

-ocr page 159-

. 146

üiclitige vrienden, rukte hij in 1708 Rusland binnen, en, om zich te vereenigen met Mazeppa, hetman of hoofd der Kozakken in het zuiden van het rijk, die zich onafhankelijk wilde maken en daarom een verbond met de Zweden gesloten had, trok hij zuidwaarts door dichte bosschen, uitgestrekte woestijnen en bijna ontoegankelijke moerassen. Daar verloor hij duizenden zijner manschappen, en toen czar Peteu, die hem langzaam gevolgd was, hem in Juli 1709 bij Pultawa (1) met overmacht aangreep, werd het Zweedsche leger in een paar uren volkomen geslagen, en bijna geheel vernietigd. Karei, XII vluchtte met eenige honderden manschappen naar Turkije.

Hij werd hier gastvrij ontvangen en hield er vijf jaren zijn verblijf, gedurende welken tijd hij den Sultan onophoudelijk aanspoorde, den vrede met Rusland te verbreken. Dat had werkelijk in 1710 een oorlog ten gevolge, waarin de Czar door overmacht gedwongen werd tot den vrede, en tot teruggave van het gewichtige Azof (1711),

Intusschen gingen de zaken in Zweden voortdurend achteruit: de drukkende oorlogslasten veroorzaakten eene algemeene ontevredenheid ; al de kustlanden langs de Golven van Riga en van Finland werden door de Russen veroverd; August TI van Saksen verbond zich met den Koning van Benemarken; Polen werd heroverd en Stanislaus Lesc\'inskv verjaagd; de Denen maakten zich meester van de hertogdommen Bremen en Verden, die Zweden bij den Westfaalschen vrede verworven had (bl. 92). en Pkederik Willem I van Pruisen bezette Zweedsch-Pommèren zoo het heette, om te beletten dat de Russen het in bezit namen!

Eindelijk besloot Kakel XII, na zich eerst met geweld van wapenen verzet te hebben tegen den Sultan, die den woelzieken vorst van zijn grondgebied wenschte te verwijderen, naar zijn land terug te keeren. In het voorjaar van 1714 verliet hij Turkije, en reed grootendeels te paard, in veertien dagen en nachten, door slechts een officier vergezeld, naar Strohond, waar hij den 22sten November in den nacht onverwacht aankwam.V Een jaar lang hield hij zich in Pommeren tegen zijne vijandenstaande, en stak toen naar Zweden over, om een inval in Noorwegen te doen, hetwelk hij aan Denemarken wilde ontrukken (1716). Toen dat\'mislukt was, gaf hij eindelijk gehoor aan de dringende vertoogen van zijnen bekwamen minister, den baron Van Göez, die door het

r^r ligt het ZUiden Van Rusland aa» Rivier van

-ocr page 160-

147

sluiten van verbonden en door onderhandelingen den vervallen staat van zaken hoopte to herstellen. Te midden daarvan wilde IvuiKi- XIT intusschen eene nieuwe poging doen tot verovering van Noorwegen. In November 1718 rukte hij de grenzen over, sloeg hot beleg voor Vrederikshcdl, en werd voor die vesting in den\' nacht van den Uden December van dat jaar doorschoten. Men beweerde later, ofschoon het nooit bewezen is, dat hij dooide hand van een sluipmoordenaar viel.

Na zijn dood kwam er eene groote verandering in den toestand van Zweden. De adel trok partij van de onheilen, die do onbeperkte macht des Konings over het land gebracht had, en herwon zijn vroegeren invloed, daar de jongste zuster des Konings, üi.-luo.v Eleonoua. die hem opvolgde, vóór het aanvaarden van de kroon, van do onbeperkte heerschappij afstand moest doen (1719). In het volgende jaar droeg zij, met toestemming van den Rijks-dag, de rogeering over aan haren gemaal, Fükdkimk van Hessen-Kassei, die als Fuedkuik I het bewind aanvaardde (1720).

Achtereenvolgens werden nu met de vijanden van Zweden vredesverdragen gesloten, ten gevolge waarvan onderscheidene wijzigingen In den toestand van noordelijk Europa gebracht werden. De voornaamste daarvan waren de volgende:

Het grondgebied van het keurvorstendom Hannover werd vermeerderd met de twee hertogdommen Bremen en Verden, welke de keurvorst öbokob I (die tevens koning van Grool-Brilannic was (1) van Dpnemarken had gekocht.

Pruisen verkreeg Stettiu en Voov• Poyyiweven.

Husland behield zijne veroveringen Lijtlund, listhland, Inger-manland en Kareliè m\'et de eilanden langs de kusten, doch gaf

Finland aan \'/.weden terug.

Axgvst II eindelijk werd als koning van l\'olen erkend, terwijl

St\\nist,aus Lksczinskv don koningstitel behield.

Door dat alles had Zweden zijn overwicht in het Noordon geheel verloren \' en was Rusland aan het hoofd der Noordsche staten o-etreden. Do Czar werd bij het afkondigen van den vrede dooi-

(1) Toon koningin Anna (bl. 13\'J, haro dertien kinderen allen overleefd had, wildon oonigc haren broeder (bl. 133), die var, do regeer.ng^was uitgesloten, tot haren opvolger bestemd zien ; doch het 1 ar ement beslis t, dat alleen do Protestantaelie afstammelingen van het koninklijk geslacht m tiïand zouden regeeron. De naaste erfgenaam wa, in dit g-al de k^ GEOROK van Hannover, een kleinzoon van de dochter van Jacob b 1, die met den keurvorst FaEDEanc van do Palis gehuwd was geweest (bl, 7,). Toen Anna in 1714 stierf, beklom ükorok I den troon.

-ocr page 161-

148

Z/:l;:et aen nrn; r Prter den Groo,e\' ^ ^

lands, Keizer van geheel Rusland, begroet (17-gt;li Mpf

r ,aW..gt;Pr , ™ \'„s zJamp;\'ZStelZZ

verschafte bW • ?,?quot; toenemend naar buiten

vei schafte, bleef /.„ne aandacht onafgebroken aan de verbetering

len iter. ln;,n]aUdrhen t0estand ^w!id\' «» bedwong hij )■ 1 j quot; tequot;enstand\' waarmede de oud-Russische D-irtii

r •wr 2Jy-2

•T .kt6, üubbel gnevend was het daarbij voor Petkk dit Jün een\'ge zoon een zedeloos, ston.pzinni, P11 a \' (t

f verslaafd Hiensch, niet alleen de troon onvol o-Z vo

komen onwaardig was, maar ook waarschijnlijk al het .^ecle Zn

riUedelgec;aratbÖn Tfquot;\' ^ ^ ^ middelen,

Lzai beproefde om zijnen zoon te verbeteren waren

vuchteloos, en toen het eindelijk bleek, dat hij het werktuk\' was van eene partij, die de oude orde van zaken wilde hequot;te^ het kier hem vonnissen door eene rechtbank, die hen, eenstemmig ter dood veroordeelde. Den volgenden dag stierf hij

J ,e quot;wmgenis, met zonder vermoeden dat hij in het o-eheim Was ter dood gebracht (1718).

In het jaar 1722 bepaalde IW de Groote, dat de keizerliike tioon met erfelijk zon zijn, maar dat elk beheerscher des rijks in de toekomst het recht zou hebben den waardigste tot opvolo-er te benoemen, hetgeen later noodlottige gevolgen had, dewi l d-m dooi onophoudelijke kuiperijen om het bezit van den troon in het leven werden geroepen. Prtkr rfe ^ stierf in mt z!le\' njn opvolger benoemd te hebben. Pktek, de tienjarige zoon

ZJr^ ; rlgens

aanspiaken op den troon, doch door toedoen van vorst Mpnzïkow Jen vriend en vertrouweling van den overleden Czar werd dé keizerin-weduwe Katiiaiuka tot opvolgster benoemd De onjuiste bepalingen omtrent de troonopvolging en de daar

door veroorzaakte kuiperijen brachten in het tijdval \' n de lt;1727\\........~ ^ * *

ha ° m, j * T* ™ Hm. *»

::rt ^

vm, J?,!™\'quot; ^1\' mquot;cbti(»\'« moKmdl,ed«„

-ocr page 162-

149

§ 1(5. Frankrijk onder den Regent. Spanje onder het bestuur van Alheroni. Europeesehe verwikkelingen.

Lodevvijk XIV overleefde den vrede van UlreclU niet lang : hij sliert\' in 1715 in hoogen ouderdom, nadat hij bijna al zijne wettige nakomelingen had zien ten grave dalen, en werd opgevolgd door zijn achterkleinzoon, den vijfjarigen Loübwi.ik XV.

Gedurende diens minderjarigheid (1715-1723) voerde de naaste prins van den bloede, de Hertog van Orleans, een schrander doch uiterst zedeloos mensch, het bewind als Regent, terwijl zijn vertrouweling, de niet minder verachtelijke abt (later kardinaal) Dubois, als eerste minister voornamelijk de staatszaken leidde. De toestand van Frankrijk was hoogst ongunstig ten gevolge van de ontzaglijke geldsommen, welke zoowel door de menigvuldige oorlogen, als door de prachtige hofhouding van Lodkwi.ik XIV waren verslonden. De schulden van den staat waren tot eene ontzettende hoogte geklommen, en de belastingen daardoor drukkender dan ooit. In plaats van door zuinigheid en een geregeld beheer verbetering aan te brengen, nam do Regent hoogst verderfelijke maatregelen, die duizenden ongelukkig maakten, en het finantiewezen van het rijk nog meer in verwarring brachten, zoodat de schuld nog veel grooter was geworden, toen de Koning, in 1728. meerderjarig werd verklaard. In datzelfde jaar stierven de Hertog van Orleans en de kardinaal Dubois aan de gevolgen hunner buitensporige levenswijze.

De tijd van hot Regentschap on de eerste regoeringsjaren van LiidKwi.ik XV waren een tijdvak van algemeene Europeesehe verwikkel in «en, waarvan de bijzonderheden voor de geschiedenis dier dagen zeer gewichtig zijn, doch in oen algemeen overzicht niet in haren geheelen omvang kunnen worden medegedeeld. Wij zullen ze hier dus slechts in groote hoofdtrekken vermelden, en voornamelijk hare gevolgen in het oog houden, om de wijzigingen, welke daardoor in den toestand van Europa werden ge. bracht, na te gaan, en het verband met latere gebeurtenissen te bewaren.

De eerste aanleiding tot de verwikkelingen, die nagenoeg alle landen in beweging brachten, ging uit van Spanje, dat voor korten tijd ontwaakte uit den toestand van volslagen onbeduidendheid, waarin het, zooals wij vroeger gezien hebben, sedert meer dan eene eeuw verzonken lag.

Pu li.u\'s V, de eerste Spaansche koning uit het stamhuis van

-ocr page 163-

150

Bourbon (1700-1746), was een zwak, krachteloos en tot roo-eeren ten eenenmale ongeschikt vorst, die zich geheel en al liet beheer-schen door zijne tweede gemalin, Emsabeth Faunrse de nicht van den regeerenden Hertog van Panna, den laatsten mauneiy. ken afstammeling mt het huis van Faknhse. Daar I\'murs V uit zijn eerste huwelijk twee zonen had en er derhalve voor de mdeien van Eijzabkti. wemig of geen vooruitzicht op de troonopvolging in i,pa»je bestond, wenschte de heersch/.uchti^, vorstin voor deze ook onafhankelijke vorstendommen te verwerven In de plannen, welke zij te dien einde smeedde, vond zij een krach\' ige-i steun bij den schranderen en ondernemenden kardinaal A,,„KaoM die als minister de Spaansche zaken leidde. Met uitstekende bekwaamheid wist hij den inwendigen toestand van .Span/o i koiten tijd te verbeteren; door bevordering van nijverheid en landbouw vermeerderde hij de inkomsten van het rijk,\' bra.-bt een goed mgencht leger op de been, en herstelde de vervallen zee-macht. Wanneer het welzijn van Spanje daarbij op den voor-gi .nd had gestaan, zou zijn bestuur eene weldaad voor de natie zijn geweest, maar alles strekte slechts om de eerzucht der Koningin te bevredigen en om een onrechtvaardige., oorlog te i.eo-i,,-

uZèJT 1 t la,l,Ir te heroveren\' die blJ den vrede van . aal\' ,le \'Sl,annsche monarchie waren ontnomen (1,1. 141)

wo den TVZ Weinig m0gelijk in Z«ne l)lanne11 verhinderd té wo, den, breidde Au.kuox, als het ware over geheel a een net

van staatkundige kuiperijen uit. Om England, dat evenals Wc-J l quot;iftandhoudmg van den ütrechtschen vrede wenschte van krachtige tegenwerking terug te houden, ondersteunde hij de pogingen van den Pretendent (1), die in 171G eene landing in Schotland deed om Geohoe I van den troon te stooten. welke poging echter geheel en al mislukte.

In Frankrijk smeedde hij in het geheim eene same.mverim. — den Hegent, die evenwel ontdekt en verijdeld werd

te brelT^ V0,k Oostenrijk i,[ opstand

Toen hij eindelijk meende genoegzaam voorbereid te zijn zond

r;™htS 6611 ^ — ^nic, dat spoedig ve 0 ° werd (1717), en maakte zich daarna ook van een gedeelte v n Sicdie meester (1718). o^eeut van

I.itaa,),,,, .......... in luntgenoemj ,j«„ „„ ve,.bod llls.

In

-ocr page 164-

151

sell en Frankrijk, Engeland 011 den Keizei\' totstiinJ. hetwelk de Quadruple Alliantie [viervoudig verbond) genoemd werd, omdat nien vooronderstelde dat de Republiek der Vereenigde Nederlanden, die zich evenwel uit vrees voor eenen oorlog aan alle deelneming aan de staatkundige onderhandelingen onttrok, zich ook daarbij zou voegen. Nu eindigde het oorlogsgeluk van Spanje. Door Engeland en Frankrijk met de wapenen bedwongen, was het genoodzaakt, vrede te sluiten, en de voorwaarden, door de verbondenen gesteld, aan te nemen (1720). De Utreohtsche vrede werd gehandhaafd, en het eenige wat Spanje, ot liever Koningin Elizabeth, won, was dat haar oudste zoon, don C ah los, na den dood van den Groothertog van Toscane, den laatsten afstammeling uit het beroemde Huis der Medici, en van den Hertog van Par ma, die beide kinderloos waren, in die staten zou opvolgen. Dat geschiedde ook werkelijk eenige jaren later.

Eene tweede gewichtige bepaling van het vredesverdrag was, dat de Hertog van Savoye, die zich zeer dubbelzinnig had gedragen, en zich nu eens aan de zijde van Spanje, dan weder aan die dei-verbondenen had gevoegd, door de laatsten genoodzaakt werd, Sicilië aan keizer Kauel VI af te staan, en daarvoor het veel minder gewichtige eiland Sardinië in ruil te nemen. Van dat oogen-blik af voerde hij den titel van Koning van Sardinië, welken zijne nakomelingen tot in onzen tijd hebben gedragen.

Te gelijker tijd werd Auseuoni ten val gebracht en uit Spanje

verbann en.

^ § 17. De PrcupwUieke Sanctie.

Het tijdvak, dat nu volgde, was niet minder dan het vorige door eene menigte staatkundige verwikkelingen gekenmerkt, daar tusschen de meeste mogendheden van Europa redenen van onderlinge oneenigheid bestonden, die men deels door het bijeenroepen van congressen, deels door het sluiten van tractaten zocht uit den we» te ruimen. Eene zaak van groot belang, en die later de gewichtigste gevolgen na zich sleepte, was de omstandigheid, \'dat keizer Kabel VI geen zoon had, zoodat de uitgebreide erflanden van het Oostenrijksche Huis, waarin alleen de opvolging in de mannelijke linie geldende was, bij zijnen dood in een ander geslacht zouden moeten overgaan. Zijn streven was derhalve, die lijke nalatenschap te verzekeren aan zijne eenige dochter, Maria 1 iik-kksia, en om daartoe te geraken vaardigde hij een besluit uit, de Pragmatieke Sanctie genoemd, waarbij de erfopvolging in zijne

-ocr page 165-

Oostennjksche landen govvij/igd . en Maiua Thbubs, v tot /ijue opvolgster benoemd werd. Do Staten of Stenden ^ier landen\'in-men met deze schikking genoegen, en ook de beide dochters van den vongen ke.zer W I, waarvan de oudste met den W-

gehuwd\'w.f rW 7 j0n?Ste met den van Beieren

van Fiimnn L i overige mogendhaden

ZL p WC8\'en\' Zljne dochte1, llil «Jnen dood ah /ij,.,,

rechtmatige erfgename in de landen van hot Oostenrijksch-Habs-

buigsche Huis te erkennen, en de Pragmatieke Sanctie nisi alleen goed te keuren maar ook te waarborgen, dat wil zeggen /iel,

hetTmdl H1\'\'1\' TlIERESIA\' des noods \'«et de wapenen, in het handhaven daarvan te ondersteunen. Hij hooote dit ..ll,.,,

door onderhandelingen en verdragen te zullen verkrijgen, en wa. onvoorzichtig genoeg niet in te -zien, dat het de beste waarbor-.--on \'4)n, wanneer hij aan zijne dochter een krachtig lelt;.er en eene goed gevulde schatkist naliet.

Ingevoige z|n wensch tot het verkrijgen van de erkenning der ItaymaUeke Sanctie, was Kakei, VI genoodzaakt, toe te ^even onderscheidene geschilpunten, welke in die jaren in htZ aanleiding tot onderhandeling gaven. Zoo verwierf hij b 7Z . kenning van de Verecnicjde Nederlanden en van Engeland, door

welke hij in 1722 ten ^e^illdisc\'le m-tschappi,quot; op te heffen.

noemde zeemogendheden \'groot nttdeTvoof\' t f

vreesden. Zoo wilde ook Spanje „iet in de erfopVo^vaÏ

TiiA l-iiERLSiA bewilligen rlfm iTiriof i t/- • i t , o gt; lcin nadat de Keizer zijne toestem ju in

Hertogdommen (bl ^ÖO^^door11]! |01)VOlgen] !n cle Italiaansche het Mtech. riik \'»»■ v«

=r xv,quot; w™;;,™

van Geohqu II van Engeland, die in 1727 zij^ vafeGrquot;1\'^

-ocr page 166-

153

jaar 1733, toen de dood van koning Aroust II van l\'otoi df aanleiding was tot het uitbreken van vijandelijkheden, die weder gewichtige veranderingen in den toestand van Europa teweegbrachten.

S 18. De Poolsche Successie-oorlog. Belangrijke wijzigingen bij den vrede van Weenen in den toestand van Europa gebracht. Frederik Willem I en Frederik II van. Pruisen.

Toen na den dood van August 11 in 1733 een nieuwe koning in Polen moest verkozen worden, zocht Frankrijk die kroon te verwerven voor den gewezen koning Stanislaus Lusc/.insicv (bl. 145), wiens dochter in het jaar 1725 met Lodkwi.ik XV gehuwd was. Oostenrijk en Rusland daarentegen ondersteunden zijnen mededinger, den keurvorst August van Saksen, zoon van den overleden koning August II, omdat deze aan den Keizer beloofde de Pragmatieke Sanctie te erkennen, en aan Husland bet uitzicht opende in het bezit te komen van het Hertogdom Koerland, dat een leen was van Polen (bl. 73).

Stanislaus, door den Poolschen Rijksdag met groote meerderheid tot Koning gekozen (Sept. 1733), begaf zich naar Warschau, maar daar hij door Frankrijk nagenoeg niet werd ondersteund, werd hij door de Saksische en Russische troepen binnen weinige maanden verdreven.

Intusschen was de hulp, door Kakel VI aan August van Baksen verleend, een welkom voorwendsel voor Frankrijk om den Keizer den oorlog te verklaren, en te trachten zich ten koste van het Duitsche rijk uit te breiden. Frankrijk had daarbij Spanje en Sardinië, die zich van de Oostenrijksche bezittingen in Italic wilden meester maken, tot bondgenooten. Engeland en de Vereenigde Nederlanden bleven onzijdig.

De oorlog, die daarop uitbarstte (1733), en de Poolsche Successie-oorlog wordt genoemd, werd door Oostenrijk op alle punten met nadeel gevoerd. De Franscheti begonnen niet Lotharingen in bezit te nemen, omdat hertog Piians III, die in 1729 zijnen vader Leopold was opgevolgd, verloofd was met Maiua Tiikresia, en dus de zijde des Keizers had gekozen ; daarop trokken zij den Rijn over, en maakten veroveringen in Duitschland. Tenzelfden tijde rukte don Carlos met een Spaansch leger naar Zuid-Italië, en veroverde binnen korten tijd het geheele Napelsche grondgebied en het eiland Sicilië, waarop hij zich tot Koning der Reide Sici-

-ocr page 167-

154

F vu -n i ii I1\'0? I00 an gen0enid wei\'d\' liet kronen. [™iddels Imd de kardinaal Fmcuy (hl. 15Ö) onderhandeling,,

te Weenen aangeknoopt, die weldra tot eene overeenkom,st leidden waardoor in 1.35 de vijandelijkheden ophielden, terwijl de vrede in u.J» gesloten werd.

De voornaamste bepalingen van die overeenkomst waren de volgende: August III werd als koning van Polen erkend. Aan hT.™Aü« LKSOfSSKV wei\'d het Hertogdom Lotharingen gegeven

quot;Ihif\'d n tquot;8\' 1 lt let na d00Cl b« FrmkW ™ worden in-ge ijfd. Dat gebeurde ook toen hij in 1766 stierf, waardoor dus

het ansche grondgebied weder aanmerkelijk vergroot werd.

J-ua.vs III van Lotharingen, die inmiddels met Mama. Tiiit.fsu gehuwd was, werd voor liet verlies van zijn hertogdom schadeloos gesteld met het Groothertogdom Toscane, dat vroeger aan don Caiilos was toegewezen (bl. 151). Hij zou er na den dood van den laatste der Medici bezit vnn nemen, hetgeen in 1737 plaats had. De Keizer verkreeg de hertogdommen Parma en Piacenca Jüe vroeger insgelijks aai, don Oaiilos waren afgestaan, en de/Ó behield het koninkrijk der beide SieUitn, waar alzoo de reg eÏquot;

Bourbon levens werd daarbij vastgesteld, dat dit rijk nimmer met Spanje onder één vorst zou mogen komen.

Frankryk eindelijk waarborgde de Pragmatieke Sanctie. De voor Oostenrijk nadeelige uitslag van dezen oorlog was

Duitschequot; Sk6 6 T rjtel1 ^11 tle Weinige lnedewei-king van het .. quot; J \' le\' 8ewoiie gevolg van onderlinge oneenioheid Bovendien was er langzamerhand eene wijziging in de Went wijze en de zeden van de hoogere standen-gekomen, die de in-nei hjke kracht vernietigde, en allernoodlottigst was voor het algemeen welzijn. De rijke en schitterende hofhouding van Lo-bewj..k XIV en de uitspattingen van den Regent vonden aan de Duitsche hoven m de 18de eeuw bewonderaars en navolgers /oodat de oude Duitsche eenvoudigheid verdrongen werd dooi\' een zucht naar weelde en pracht, die de zeden verbasterde ui door de groote uitgaven, welke daarvoor gevorderd werden de onderdanen verarmde, terwijl daarenboven het slechte voorbeeld der hoogere standen verderfelijk werkte op het volk in net algemeen.

Eene uitzondering op dezen vrij algemeenen regel was koning

[:;K \'U\'KM 1 PrUiSen (bL 141gt;\' eel1 vorst, wiens ka aktei wel is waar door ruwheid, overdreven gestrengheid,

kern en afkeer van wetenschap en fijnere beschaving ont-

-ocr page 168-

155

sierd werd, maar die door eenvoudigheid, spaarzaamheid, eerlijkheid en onvermoeide zorg voor het welzijn van zijn rijk uitmuntte. Zijne hofhouding was de eenvoudigste van geheel Europa, zijne levenswijze die van een gewoon burger, en terwijl elders schatten verspild werden aan schitterende feesten en vermakelijkheden, zorgde hij voor eene geregelde inrichting van het staatsbestuur, waardoor de inkomsten aanzienlijk vermeerderden, en vormde hij langzamerhand een sterk en aan strenge krijgstucht gewoon leger, vermits hij wel inzag, dat Pruisen alleen daardoor, te midden der Europeesche verwikkelingen, zijne onafhankelijkheid kon handhaven en in macht en aanzien stijgen. Hij was dan ook nagenoeg de eenige Duitsche vorst, die zijne verplichtingen jegens het Kijk eerlijk vervulde, door gedurende den Poolschen Successie-oorlog een aantal uitmuntend geoefende troepen naar het rijksleger te zenden.

Toen hij in 1740 overleed, liet hij zijn zoon FiiEDEiuiv II, later de Groole bijgenaamd, eene krijgsmacht van nagenoeg 80,000 man en eene goedgevulde schatkist na.

Het karakter van dezen koning was in vele opzichten geheel het tegendeel zijns vaders, hoewel hij nagenoeg al diens goede hoedanigheden bezat. Hij was even matig, spaarzaam en arbeidzaam, doch een voorstander van wetenschap en kunst. Aan eene zeldzame levendigheid van geest en een scherp vernuft paarde hij een helder doorzicht in de staatszaken en een krijgsmansgenie, dat hem tot een der grootste veldheeren maakte, die de wereldgeschiedenis kent. Zijne liefde tot de wetenschap bracht hem in aanraking met een menigte geleerden in het buitenland; zijne ingenomenheid evenwel met de Pransche taal, poëzie en wijsbegeerte was oorzaak, dat hij in de vele werken, die hij zoowel in proza als in verzen schreef, zich meestal van de Fransche taal bediende, terwijl hij met de beroemdste Fransche schrijvers eenu levendige briefwisseling onderhield.

4; 19. T)c Oostcnrjksche Successie-oorlog.

In October 1740 stierf keizer Kaukl VI, de laatste mannelijke afstammeling van het Habsburgsche Huis, dat sedert het jaar 1278, en dus ruim vier en eene halve eeuw, over Oostenrijk geheerscht had (I deel, bl. 179), en het bleek reeds terstond na zijnen dood, hoe weinig staat te maken was op de beloften eu verdragen, die de opvolging van Mahia Tiieuesia moesten verzekeren.

-ocr page 169-

quot;quot; ™\'1\' *• 0\' ^ tle P\'-Wmalieke Sanctie erkend had maakte

zTStmTr*.oquot; *o°quot;quot;\'st«h« ...i—::t

d n n, T j 6 Van de oudste échter van keizer PE,-

\' NI . Wlens quot;«komelingen in do mannelijke linie nu met Ka ma VI waren uitgestorven.

Koning Philips V van Spanje deed hetzelfde, hoewel hii de métquot;! \'too vquot;quot;\' *** lt;hl 1gt;Ü

tweeden zoon Pïm L , ■\' iquot;1 00 -el^e,lheid ™cht haren zoigen. 66,1 onafh^lük gebied te he-

August III, keurvorst van Sa\'tsen on koning van Polen eischte ^ \'quot;«ttegoi,staande hij de rechten van Maiua Tu.uksia h.d

SS., i. t* Tquot;quot; ™ wTSLii

(W. ioJj, de geheele nalatenschap voor zich.

TPimii I* ____li , ....

- --------

heel\'Tii \'1Welks VerachtellJke konitlg Lodkwijk XV zich heerschen Z 0T gÖ 611 eergiei^e gunstelingen liet be-

I™.-;r * ■

V\'-affmatieke Sattelie tinil erkend (lgt;l i\'r. i i \' \'\' l \' \'let

«r. \'.rf - ïr

1741).\' Wri,quot;8wt\' |0°S\'0quot;quot;jlquot;idquot;! quot;«quot;J®» be,,,,,],] „erf (Mei

«quot; A™ V1 T ; quot;J......... overgehaald door Kv

v- SSSJT tf~\' *• f* vooruitaleht had lot kei»,

lotte aflegde, dal n„quot; g .T,,quot;quot;quot;\' hsl fc\'eMm de be-

£i-1de oo.,.„^ •:::

J)p gevaarJjjkste vijand evenwel voor Mvfr» \'r,

Konino\' van Pruisen tw.,, i i \' 1 \' quot;J\'-hksja was de

- - ï-— ^rHES

-ocr page 170-

157

iiidien zij hem Sileziö afstond. Toen zij dat weigerde, maakte hij er zich met geweld van meester, en opende alzoo door dien onrechtvaardigen en gewelddadigen root\', den langdurigen oorlog, die acht jaren lang Europa beroerde.

De toestand van Mama Tukhesia was allerhachelijkst; zonder geld en zonder leger, kon zij bovendien op geen van hare bond-genooten rekenen. De \'Vereenigde Nederlanden, die vroeger steeds zoo fier waren opgetreden en zoo krachtig hadden gehandeld, huldigden sedert den vrede van Utrecht het beginsel, den oorlog tegen eiken prijs te vermijden, en zich geheel en al buiten de twisten der overige mogendheden te houden, zelfs al waren hunne eigene belangen er ten hoogste mede gemoeid. Engeland verleende evenmin den bijstand, tot welken het volgens de trac-taten verplicht was, omdat koning Geodoe II, die tevens keurvorst van Hannover was, met Pruisen niet in oorlog wilde geraken. In dien dringenden nood vond Maria Tjieuesia steun en redding bij hare onderdanen, en vooral bij de Hongaren, die niet geestdrift te wapen snelden, en haar in staat stelden, binnen korten tijd een aanzienlijk leger op de been te brengen.

Nu werd de oorlog algemeen. De Keurvorst van Beieren, die in Januari 1742 tot keizer van Duüschland was verkozen, en onder den naam van Kakel VII den troon beklom, werd herhaaldelijk geslagen door het leger van Maiua Theuesia, die kort daarna, om zich van haren machtig,sten tegenstander te ontslaan, vrede sloot met Pruisen, waarbij zij nagenoeg geheel Silezië afstond (1742). Eindelijk besloten de Engelse/ian en Nederlanders haar met troepen bij te staan; de eerste brachten nog in 1743 een leger op de been, dat een werkdadig aandeel aan den oorlog nam, en, nog voordat de Republiek met hare krijgstoerustingen gereed was, bij Detlingen een overwinning op de Franschen behaalde. Kort daarna verklaarde Frankrijk, dat tot nu toe slechts als bondgenoot van Beieren was opgetreden, den oorlog aan Oostenrijk en aan Engeland (1744), ondersteunde Kakel Eduard, den zoon van den Pretendent (bl. 150), bij een inval m Sciwtland, die echter geheel mislukte (1), en rukte de Zuidelijke Nederlanden binnen, die voor het einde van 174G geheel veroverd werden. In het volgende jaar greep Look wijk XV de Vereenig de Nederlanden aan, waar de algemeene aandrang des volks de regeering

(1) De Pretendent had kort te voren zijno aanspraak op de liritschc kroon aan zijn oudsten zoon kaliei- Em akd afgestaan. Deze overleed kinderloos in 1788, en zijn jongere broeder, de Kardinaal van York., in 1807. Met dezen laatste stierf hot huis van Stuart in de manneljjke linie uit.

-ocr page 171-

Mt\'ll\'quot;\'T ^ lr\'r\'MI \'VAK,\'\'J\' Hbxdiuk Pmso, als WirjjEM IV

ic nd -.n10derr U VTquot; geWeSten en tot ^pitein-Generaal en Admuaa dei Urne te benoemen (1747), en kort daarna hot stad-

SrtXV0 mtarelÖke 6,1 ^\'ouwelijke linie van zijn gp-• J }e verk,aren- De slechte toestand van de verdedi

koXTt 1 • ri5Ubliek ^ binned

m ten tijd aanzienlijke voordeelen behaalden, en zich zelfs vin de gewichtige vesting Dergen op Zoom, die nog nooit veroverd was en van Maastricht meester maakten (1747)

Inmiddels was keizer K.uua VIT in Januari 1745 onverwacht gestorven, en nog voor het einde van dat jaar werd iCI vt Lotharmgen, gemaal van Maiua T,.™a en regeerend Herlo van 2osca/?e (bl. 154), tot keizer verkozen. Over het l.\'omeen

druH.emÏlSen^1\' ^ equot; b^onneH

uitgeputte landen meer en meer naar vrede te verlano-en De

onder,aan delingen werden te Aken geopend, en hadden in 1748

tenen vrede ten gevolge, waarbij Ma hi a Thkukhia als erfWn-.me

1 taKen lum erkefrVA- z8 ,quot;0est «venwel^

u 1 iaten! en de Jtahaansche hertogdommen Panna

......... H - ^

«.p\'jit:::ymminsm - ^ - * \'««£

11111.11 S \\ van Spanje was twee jaren te voren overleden en door zijnen zoon Peiidinand VI opgevolgd (1746).

20 Vijandifje stemmimj tegen Pruisen. Oorlog tussc/ien ingeland en Frankrijk over de Noord-Amerikaan-sche koloniën. De Zevenjarige Oorlog.

Na den vrede van Aken, o-enoot l\'uror,,, ■

voornamelijk door KWkkik den Groole en MAiar?!,^\' J0

tT verbef ^ZZt^ ^ ^

-ocr page 172-

159

begon te gelden dan de overige Duitsche Staten, en blijkbaar vast besloten was, zich op dat standpunt te handhaven. Oostenrijk vooral kon het niet verkroppen, dat liet gedwongen was geworden Silezië af te staan, en vormde het plan zich weder van dut gewest meester te maken, en do aangroeiende macht van Pruisen tegen te gaan. Makia Tiiebesi\\ gebruikte dan ook den tijd na den Akenschen vrede om zich bondgenooten te verwerven. Reeds in 1746 had zij een verdrag met keizerin Elizaheth van .Rusland gesloten, die hevig verbitterd was op Fuedeiuk II, omdat deze zich steeds met bijtende spotternij over haar uitliet, terwijl zij tevens de hoop koesterde, zich van de Pruisische provinciën aan de Oostzee meester te maken. Aucjust III, keurvorst van Saksen en koning van Polen, die in den vorigen oorlog ook menige vernedering van de zijde van [\'ruisen had ondergaan, voegde zich insgelijks, hoewel niet openlijk, aan de zijde van Oostenrijk, dat in geheime onderhandelingen met Rusland het plan geopperd had, te trachten de kroon van Polen erfelijk te maken in het Saksische Huis, welk plan echter nooit tot uilvoering is gekomen. Te gelijker tijd knoopte Mama Tiiehesia ook onderhandelingen met Frankrijk aan, en spiegelde daarbij aan dat rijk het uitzicht voor, hoe eene nieuwe verbintenis dei-beide staten, die zoovele eeuwen vijandig tegenover elkander hadden gestaan, hun het overwicht in geheel Europa zou ver-scharten. Zweden eindelijk, waar de baatzuchtige Rijksraad geheel onder Pranschen invloed stond, en koning AdoiiF Fkkdk-mk (1) nagenoeg van alle gezag beroofd had. was bereid vijandelijk tegen Pruisen op te treden. \'

Terwijl de onderhandelingen nog in gang waren, ontstond er tusschen ingeland en Frankrijk een twist over de grensscheiding hunner bezittingen in Noord-Amcrika, waaruit in het jaar 1754 een oorlog ontstond, die ter zee en in do koloniën gevoerd werd. Daar CrEOiiöE II vreesde dat de Franschen hem ook in zijn keurvorstendom Hannover zouden aanvallen, sloot hij oen verdrag met Fkedemk II, hetgeen terstond tengevolge had, dat er een verbond tusschen Oostenrijk en Frankrijk tot stand kwam (1756). Zoo waren de wederzijdsche partijen tot het aanvangen der vijandelijkheden gereed, toon Predemk de Groote, die door een omgekochten geheimschrijver te Dresden, kennis droeg van al do

(t) Frederik I (bl. 147) was kinderloos gestorven en volgens de keuze van den Rijksdag opgevolgd door Anoi.p Frederik van Holstein-Gotlorp, lt;(oii neef van de reeds vroeger overleden koningin.

-ocr page 173-

160

plannen, welke tegen hem gesmeed werden, besloot zijne vijanden te voorkomen, en plotseling, zonder oorlogsverklaring, met een talrijk leger Saksen binnenrukte, en binnen zes weken het geheele Keurvorstendom veroverde (1756).

Die mval was bet begin van eenen oorlog, die zeven jaren duurde, en waarbij Fbederik IT meer dan half Europa tot vijand had, namelijk Oostenrijk, Saksen, Frankrijk, Rusland, Zweden en het geheele Duitsche rijk, met uitzondering van Hannover, Hessen-Kassei, Brunswijk en Gotha, die zijne zijde kozen. Behalve die kleine staten was Engeland zijn eenige bondgenoot.

Dat Pruisen behouden bleef, en zelfs zegevierend te voorschijn trad uit dien geweldigen strijd, waarvan hier niet alle bijzonderheden kunnen worden medegedeeld, bad het alleen aan de groote eigenschappen van zijnen koning te danken, die behalve dat hij een der grootste veldheeren was, welke de geschiedenis kent, ook nog door zijne persoonlijke hoedanigheden zijn volk zoodanig aan zich wist te verbinden, dat het tot de zwaarste opofferingen bereid was. Geen oorlog heeft in zulk een kort tijdsbestek zulk eene reeks van bloedige veldslagen opgeleverd. De meeste werden door PiiEDKiiiK II tegen eene groote overmacht gewonnen als de bloedige slag bij Praag (1757), waar bij de zegepraal met het verlies van 16 000 man aan dooden en gekwetsten moest koopen; de slag bij Boszbach in hetzelfde jaar, waar het Rijksleger met dat der Franschen vereenigd, eene schandelijke nederlaag leed; de slag bij Leulhen insgelijks in 1757, waar hij met een leger, dat nog geen 30 000 man telde, het driemaal zoo sterke Oostenrijkscbe leger versloeg en 21 000 gevangenen maakte. Doch ^ ook enkele bloedige nederlagen werden hem toegebracht als bij Hochkirch (1758), en bij Kunersdorf (1759), waar de Oostenrijkers en Russen bijna zijn geheele leger vernielden.

Door de ontzettende opofferingen, welke Pruisen in dien oorlog doen moest, geraakten eindelijk de hulpmiddelen van het land uitgeput, en toen Geokgk III van Engeland, die in 1760 zijnen vader George II was opgevolgd, ophield hem met hulpgelden te ondersteunen, toen Spanje zich ook door een nauw verbond met Frankrijk (1) bij de vijanden van Pruisen aansloot en de Franseben met meer dan 150 000 man Buitschiand binnenrukten, scheen

(I) Dat verbond werd het Bourbonsehe familie-verbond genoemd, omdat het tusschen de boide takken van het huis van Bourbon, die in Frankrijk en in Spanje regeerden tot onderlinge bescherming gesloten werd, terwijl men ook Napels en Parma, waar insgeljjks vorsten uit dat stamhuis hét bestuur m handen hadden, tot toetreding zou uitnoofligen.

-ocr page 174-

IGl

er scene mogelijkheid voor Pukdkhik den Groots om uit Zijnen hopeloozen toestand te geraken. Uit dien uitersten nood werd hij echter onverwacht gered door den dood van keizerin Elizabeth van Rusland (Januari 1762), daar haar opvolger, 1 eteu ITl (1), die reeds lang een bewonderaar van den Koning van Prutsen geweest was, terstond een wapenstilstand, en kort daarna vrede en zelfs een verbond niet hem sloot (Mei 1762). Wel werd et uk 1 eenice maanden later door zijne gemalin Katiiarika van den troon gestooten, doch deze handhaafde den met Pruisen gesloten vrede, quot;ook de Zweden, die bij het begin van den oorlog m Pom-meren waren gevallen, namen geen verder deel aan den krijg.

Door dit alles was Fukderik de Groole in staat zich wedei eeni-szins te herstellen, en daar de uitputting van alle oorlogvoe-rende mogendheden een algemeenen wensch naar het einde van den krijg deed ontstaan, werden nog vóór het eind van 1762 onderhandelingen geopend, en kwam in het begin van het volgeuc e iaav de vrede te Hubertsburcj in Saksen tot stand, waarbij Ihe-derik II geen duimbreed grond verloor, en in het bezit van Si-

lezië bevestigd werd.

Omtrent denzelfden tijd werd er ook te P«nJS vrede gesloten tusschen Engeland en Frankrijk, die gedurende al die jaren den

oorlog in Noord-Amerika hadden voortgezet. Bij dien vrede werd Aa-

nada door Frankrijk, en Florida door Spanje aan Engeland afgestaan.

8 21. De Noord-Ameriliaansche vrijheidsoorlocj.

De Britsche volkplantingen in Noord-Amerika waren sedert het midden der 17de eeuw aanzienlijk in uitgebreidheid en bloei toe-gnomen. Het grondgebied, dat de Engelschen toenmaals daar bezaten (bl UI), was bij den vrede van Breda vermeerderd met Sieuw-Nederland (bl. 141), bij den vrede van Utrecht met Nieuw-Schotland (bl. 141), en bij den vrede van Parijs met Kunada en

Florida, terwijl bovendien in dat tijdsverloop nog eemge nieuwe koloniën gesticht waren. Ieder van die gewesten had een eigen inwendig bestuur, onder een door den koning benoemden stadhoudei.

Kort na het einde van den Zevenjarigen Oorlog ontstonden in die koloniën ernstige onlusten, welke tot eenen oorlog leidden die ten gevolge had, dat een groot gedeelte zich ^Engeland onafhankelijk maakte. De aanleiding daartoe was, dat

m Ei izvbetii was nimmer gehuwd geweest. Zij had in 17W den zoon haver oudste zuster, Kauk., Peter Uuk.CII, hertog van IIoMeMtorp, die „u als Peter UI don troon beklom, tot naren opvolger benoem .

II.

-ocr page 175-

162

gelsche gouvernement in liet jaar 1765 eiscbte, dat ook de volkplantingen een deel zouden opbrengen van de gelden, die tot d( staatsuitgaven gevorderd werden, en derhalve eene wet voordroeg, om aan de Noord-Amerikaansclie koloniën eene belasting op te leggen, welke wet door liet Parlement werd aangenomen, lu den grond der zaak was daarin niets onbillijks gelegen, omdat het moederland zich groote opofferingen had getroost in den oorlog, die gedeeltelijk voor de belangen der koloniën was gevoerd: maar het was onbillijk, dat over zoodanige belasting beraadslaagd en beslist werd door het Parlement, hetwelk alleen uit vertegenwoordigers van de Engelsche natie was samengesteld, en waarin geen Amerikanen zitting en stem hadden. Deze beweerden dus, dat zij, wanneer zij belastingen moesten opbrengen, ook het recht hadden, vertegenwoordigers uit hun midden naar het Parlement te zenden, opdat over hun eigendom niet willekeurig zou worden beschikt. Daar het Engelsche gouvernement dit niet wilde toegeven, en het invorderen der belasting met geweld wilde doorzetten, nam de spanning in de volgende jaren meer en meer toe, en toen eindelijk in 1774 een congres van afgevaardigden uit dertien Noord-Amerikaansche gewesten (1) te Philadelphia bijeenkwam, en in gematigde doch krachtige taal zijne bezwaren te kennen gaf, verklaarde het Parlement de Amerikanen voor opstandelingen (1775), en werd er een leger naar de koloniën gezonden, om het gezag der regeering met kracht van wapenen te handhaven. Nog in datzelfde jaar werd het eerste gevecht tus-schen de koninklijke troepen en de Amerikanen geleverd ; en daardoor brak de oorlog uit, die acht jaren met afwisselende kans gevoerd werd. De aanvoerder der volkplanters was Geohge Washington, die zich door zijne onbaatzuchtige vaderlandsliefde, door zijne groote bekwaamheden en door de volharding, waarmede hij zelfs in de moeilijkste omstandigheden den strijd volhield, onsterfelijken roem verwierf. Niet minder verdienstelijk maakte zich de vrijheidlievende Benjamin Franklin, de vermaalde uitvinder der bliksemafleiders, die als ijverig voorstander van de rechten der Amerikanen reeds in 1767 door zijne landgenooten naar Engeland was afgevaardigd, en in 1776 naar Parijs ging om den bijstand van Frankrijk in te roepen. Dar.r

(1) Deze gewesten waren : Nieuiv-IIampshire, Massachusetts, Rhode-Island en Connecticut (te zamen Nieuw-Engeland), Nieuw- York, Nieuw-Jersey en Delaware (vroeger te zamen Nieuw Nederland), Pennsylvanië, Maryland, 1 quot;\'ffquot;quot;quot;. Noord-Carolina, Zuid-Carolina en Georgië. Het laatste, nam niet terstond aan hot congres deel, maar trad in het volgende jaar toe.

-ocr page 176-

was het volle aocv to nL staatkundige

langzamerhand ondei - ;i i„ino- in den willekcurigen

vrijheid en een verian^n later de gewichtigste

regeeringsvorm hegon t tdl.ift deed ontstaan voor gevolgen had (zie . j\'tot verdediging van hunne

den strijd, die clooi O,pvoerd werd. De Fransche regeering

vrijheid en hunne reoi e toegedaan, maar de naijver

was natuurlijk die Jeginse m Enyela)ul en

en vijandschap, die secie o-unstig oor leende

franke heersohten, was o- ^ ^ ^ het benadeeleu van aan de voorstellen val1 \' mee;de te vermeerderen. Dat alles

Engeland haar eigen ^vl.;jwiuigers, waaronder de bracht teweeg, ],lter het meest beroemd is ge-

-r».»a», .».■ - ^

.toten, toe» tojdquot;\'* f ^ m «iel. voor vrij en

to 17,6 vim t» *

onafhankelijk verklaaid, e t neigen) siaagde

ïioh „» k ^ I.

PiiAKKLiN ei in, eei stand te brengen (Febr. 17(8).

Vereenicjde Staten en vijk in den oorlog gewik-

Daardoor werd nn oc ,vquot;endGn van schepen en hulptroepen

keld, waaraan het dooi - Spanje, door het Bourbon-

weldra een werk— aandoe ^ ondersteuning van Frankrijk Sehe familieverbond (bl. 1 ) den 00l.log aan Engeland,

verplicht, verklaarde ™ J7™,Kederlttnden, die sedert het terwijl de Bepubliel 1(lvndio- handelsverkeer met de Ame-

begin van de onlusten een et ^ai. 1780 00k in den strijd ge-

rikanen onderhouden had, ,JaemeeI1 geworden: in Amerika

wikkeld werd. De oor og W\'. 0 h met bewonderens-

„ieM washington »«\' •1quot;1 quot; 1to»=m «quot; 1,81

waardige volharding, den J toe_ door in vereemging

den Engelschen een onheist - n omsingelen en krijgsge-

-• rro,rr—v»; ^ ^

sl:: z -r-

-ocr page 177-

104

volgende jaar eene vergeefsche poging deden 0111 zich van het uitmuntend verdedigde Gibraltar meester te maken (1782).

Eindelijk werden in het laatstgenoemde jaar te Versailles onderhandelingen geopend, die ten gevolge hadden, dat Engeland aldaar in 1788 met de Vereenigde Staten, Spanje en Frankrijk, en in 1784 met de Vereenigde Nederlanden vrede sloot.

De dertien Noord-Amerikaansche Staten werden voor vrij en onathankelijk verklaard, en namen een republikeinsohen regeerings-vorm aan. Zij vormden onderling een bondgenootschap, waarbij iedere staat zijn inwendig bestuur behield, terwijl de algemeene belangen werden behartigd door een Congres, uit eene Kamer van volksvertegenwoordigers en een Senaat samengesteld. De uitvoerende macht was opgedragen aan een President, die voor den tijd van vier jaren verkozen werd.

§ 22. Toestand van Fvankvijk hij de Ivoonsheklinwiing van

Lodewijk X VI en, (fedurende de eerste jaren zijner re-(jeering, tot aan de hijeenroeping der Staten-Generaal.

Een jaar vóór het uitbreken van den Amerikaanschen vrijheidsoorlog was Lodewijk XV gestorven (1774). Door zijn verachte-lijken levenswandel, zoowel als door zijne ongehoorde verkwistingen, had hij den eerbied voor de koninklijke waardigheid bij het volk bijna geheel vernietigd, en het rijk in eenen jammerlijken toestand gebracht. Een ontzettende schuldenlast drukte op de natie, en hoewel de belastingen tot eene ongekende hoogte waren geklommen, waren de inkomsten van den Staat op verre na niet toereikend om de buitensporige uitgaven te dekken. Daarbij was de ontwikkeling van de algemeene welvaart vooral daardoor belemmerd, dat de derde of burgerstand {le tiers élat). do eigenlijke arbeidende klasse, bijna geheel alleen die zware belastingen moest opbrengen, terwijl de beide andere standen adel en geestelijkheid, die de hooge, winstgevende posten bekleedden en omtrent twee derde gedeelten der oppervlakte van hrankrijk in eigendom bezaten, nagenoeg niets behoefden te betalen, en nog daarenboven het recht hadden, gedwongen diensten en opbrengsten in geld te vorderen van de boeren, die op hunne landgoederen woonden. Eindelijk had het volk, zooals vroeger gezegd is, hoegenaamd geene staatkundige rechten; het koninkiijk gezag was onbeperkt, en van het bezetten van ambten en waar. digheden was do derde stand zoogoed als geheel uitgesloten.

Die gebrekkige inrichting van de maatschappij, waardoor do

-ocr page 178-

165

groote meerderheid des volks, .onder

lekeur en dwingelandij, on eiwoip • Scanden had, verwekte

dat door l^^^\'^f^tevred^nheid. naarmate het zedenbe-

rrtf:r.;t

„.t volk t. sdp» fjd «,. ULw.» XV 8„..

0i,f p.. ppfden namelijk teu gem t sch iiver die in hunne werken de gelijkheid van rechten

droegen, vonden /ij giooten oo- niet aileen het ver-

verscheidene hun^ en ^ ^ ^

keerde m de ma \' 11J het christendom ondermijn- ,

rfio-e spotternij ® 8J°quot; yaerhand een geest van ongodsdienstig-den, verbieidde / • n ^ ^ vl.oewei. v001. heilig en eerbiedwaar-

J J;6\'\'1 eU TJhouden11 die meer en meer onder alle standen doordrong. f *£«*••**** \'li°

1 t fwne kvaclitige hervorming, M» geUoele wg/.igms m

\'*■***.........\'t-Ttr h s-

Trin^ t r

• \'\'onderdanen te bevorderen, door zijne goedhartigheid en T . ..pdeliike beginselen verre boven zijne voorgangers uitmuntte, ^ \' , f.,0/Wak en te besluiteloos, en miste te zeei de ge was evenwel ü 1 n .. denheid om de zware taak,

-T* ■quot;\'■X\'\':- ..i: St vlong». Hij wijdde

f% d m^ het \'aanvaarden der regeering zijne zorgen aan het terstond nc _ «taat lietceen noclitans

, i v^f finnntiftwezen van cieu siatit, ncug^

liik was zoolang de bestaande ongelijkheid in het opbren-ondoenlijk was g ^ wei,d vernietigd. Daartegen echter ver-

gen der ^ksUng^ «tanden zoo hevig, dat het den

U \'niet mogelijk was, een einde te maken aan de bestaande Koning niet mo enj bekwame Nkckbu, wien hij in

^-i\'^besUiur\'E geldmiddelen had opgedragen, met kracht 171\' liet cn- quot; der schatkist vermeerderde nog

fcr^cs ■»L

-ocr page 179-

106

sche volkplantingen tegen Engeland (bl. 1(33), welke bovendien ten gevolge had, dat eene menigte jonge lieden, ten deele van de rijkste en aanzienlijkste familiën, als Dk Lafavette en anderen, die met geestdrift aan dien. oorlog hadden deelgenomen, later naar hun vaderland terugkeerden, en algemeen de meest opgewondene denkbeelden verspreidden aangaande de vrije staatsinstellingen, welke zij in de jeugdige Republiek der Vereenigde Staten hadden leeren kennen, en ook in l\'rankrijk wilden ingevoerd zien.

Zoo vermeerderde te gelijk met de staatsschuld, die tot eene ontzettende hoogte klom, ook de gisting onder het geheele volk, en drong men van alle kanten aan op de bijeenroeping der Staten-Generaal, als afgevaardigden van de drie standen, welke sedert het jaar 1()14 niet meer vergaderd waren geweest. De adel en de geestelijkheid hoopten daardoor bunne rechten te zullen beschermen tegen de maatregelen, welke de regeering voorstelde, om tot eene meer gelijke verdeeling der belastingen en bet afschaften der verouderde misbruiken te geraken. Zij konden dit met grond verwachten, omdat in die Staten-Generaal vroeger altijd uit ieder der drie standen een gelijk aantal vertegenwoordigers zitting hadden, en zij dus gezamenlijk een overwicht over den derden stand konden verkrijgen, te meer daar over de te nemen besluiten niet door eene hoofdelijke stemming beslist werd, maar ieder der drie standen afzonderlijk beraadslaagde en daarna éene stem uitbracht, zoodat de ééne stem van den derden stand nimmer de overhand kon verkrijgen, wanneer de adel en de geestelijkheid ééne lijn trokken. Daartegen verzette zich evenwel het volk, welks rechten door eene menigte schrijvers verdedigd werden, die eene hoofdelijke stemming verlangden, en er tevens op aandrongen, dat de derde stand, welke nagenoeg het geheele volk vertegenwoordigde, tweemaal zooveel afgevaardigden moest tellen als ieder der beide anderen. Aan het laatste verlangen gaf Lodewi.tk XVI toe, en bepaalde in November 1788, dat de Staten-Generaal in Mei van het volgende jaar te Versailles zouden bijeenkomen, en bestaan uit (300 afgevaardigden uit den derden stand, 300 uit den adel en 300 uit de geestelijkheid.

§ 23. Eerste verd-eeMmj van Polen. Gustnaf T1T, Koning

van Zweden.

Terwijl zich, zooals in de vorige paragraaf gezegd is, in Frankrijk langzamerhand de dreigende voorteekenen openbaarden van eene omwenteling, die nog vóór het einde der eeuw geheel Eu-

-ocr page 180-

Iö7

op mm d.t werelddeel, gf

Kort „» 1..1 eindigen ™ Po J (1763,. »„

oust III, keurvoist vai - veaeerino- in Saksen op

weinige weken 1«. ^ OVerging, quot;die, nog nnnderjavig zijn kleinzoon 1 RnnnniK crekozen worden. Dienten-

zijnde, niet in ^cn tot ^Jvml delfde binnen-

gevolge werd dat njk 01 nu u\\ lneni\'anaal bij de keuze van

landsciie twisten, welke het reeds z £vnlA]UNA H, keizerin

een nieuwen koning hadden mh p \' llKUohtie vrouw, die in van Rusland, eene schrandere en y Ifr vall den troon

liel vorige jaar haren S^ng had mester ge-

had gestooten (bl. lol), lt;quot; , --i ,.0i„.nl;v te maken, om

5J ÜSMT1 \'1-

wendde zij alle pogingen aan om hai g ■ n en dewijl

g,„, Sr..» tZ hLwle... hoe-

rij onder M voorwendsd »»* ^ grf|gt;e,te v

pen naar Warschau zon , doel Stsnislaus werd nog

Lta „del on,kooi,1 ^^Ci geCn.

voor het. einde van he jn.n vaderland daor-

Weldra echter *££££7^ w.e gebracht, en er door geheel ondei de onafilankelijkheid van het rijk

vormde zich eene P\'\' staatsi.eaeling verbeteren. Ongeiukkiger-wilde herstellen en . quot; ^ di( Verdeeldheid nog door wijze werd te Kel#ert# Je o ^ en dat

godsdiensthaat en o-eid^zaamh^ ^ ^ wa,en

verhaastte den val y. Lutherschen, Gereformeerden,

de uiet-Kathoheke bewoners. Is Luthem ^ ^

«rieken enz., die gezamen «c ^^teu uitgesloten, welke

grepen werden\' ^ \' MSja;rf en Pruisen ondersteunden hen

zij nu terugvoideut . ,nncxpliik de tweedracht in Polen

danrhij opetMijk, om r.oove .north de ^

te onderhonden, en dooi hl , , |, de Katholieken.

i„ 1768 van den Kljked.g e~ quot; ,.,„.„,4

,1) [\'[Ti l; 111 werd gevangen go.ei ea o.mge ««gen

-ocr page 181-

168

Nu vereenIgden zich de hevige Katholieken met de overige misnoegden, en grepen naar de wapenen, om den zwakkenen on-beduidenden koning Stanislaus van den troon te stooten, en hun vaderland van den vreemden invloed te bevrijden. Een gruwelijke burgeroorlog was daarvan het gevolg (1768), waarbij de misnoegden door Frankrijk, dat het overwicht van Rusland in het Noorden zocht te verminderen, met geld ondersteund werden, terwijl Ka-

tiiarina te gelijker tijd in eenen oorlog met Turkije werd gewikkeld, Onder die omstandigheden beraamden Pruisen, Oostenrijk en /iusland onderling het onrechtvaardige plan, hun grondgebied ten koste van Polen ie vergrooten, en zoo kwam in 1772 te Peters-hurr, een verdeelingsverdrag tusschen de drie mogendheden tot, stand. Bij dat verdrag, hetwelk gedeeltelijk op voorgewende oude aanspraken op een gedeelte van het Poolsche gebied gegrond werd doch eigenlijk geheel alleen op het recht van den sterkste berustte werd aan Rusland «ene groote streek lands in het oosten van Pden, aan Pruisen geheel Poolsch- of West-Pruisen, en aan Oostenrijk de provinciën Galicië en Lodomirië, en alzoo te zamen nagenoe»-een derde gedeelte van hot geheele koninknjk toegewezen.

Tevergeefs maakten Stanislaus en de Rijksdag hevige tegen-voorstellingen; het verdeelde en verzwakte volk was niet in staat den weden-echtelijken roof te beletten, en werd in 1773 met Geweld genoodzaakt zich te onderwerpen. Van dat oogenblik af was bet eenmaal zoo machtige rijk in een toestand van volkomen onbeduidendheid verzonken.

In het volgende jaar eindigde Katuauixa II den oorloo- met Jurkije door een voordeeligen vrede, waarbij de vnje^aart

op alle Turksche zeeën verkreeg, en de Keizerin wijdde zich van toen af met nog meer ijver dan vroeger aan de inwendige verbetering van haar rijk. Landbouw, handel en fabriekwezen werden don-haar bevorderd; wegen en kanalen aangelegd; kunsten en wetenschappen aangemoedigd; het onderwijs verbeterd, en meer dan tweehonderd nieuwe steden gebouwd. Hoewel verachtelijk door haar zedeloos karakter, was Kathaiüna II groot als vorstin, en heeft zij, na czar I\'ktdii den Groote, het meest tot de ontwikkeling van Uusland bijgedragen. Voortdurend hield zij de oogen op Turkje gevestigd, en onophoudelijk streefde zij er naar, haar lt;*-bied aan die zijde uit te breiden, en in het bezit te geraken ™n Konstantinopel, welk doel zij evenwel niet heeft kunnen bereiken.

In 1787 braken opnieuw vijandelijkheden met Turkije uit terwijl Uusland in het volgende jaar ook in oorlog met Zweden gewikkeld werd.

-ocr page 182-

169

Tm laatstgenoemd rijk was koning Aüolk Fuederik (bl. 159) • 1771 o-estorven en opgevolgd door zijnen bekwamen en moe-

quot; 0\'n [Tl Deze besloot, terstond na zijne troons-

digen zoon GU8TAA» Hl üue b ovei.heel.scliend gezag

beklimming^ een ein e alles in /wcden bestuurde, den

van den R# ^d, die ei J ^ z ovei,lieti slecbts op

kquot;mg .rSISi 1. « quot;«quot;fi»»quot;«»■

f!? air 1.1 toegedaim w», e.»» omw.nt.lmg tot gt;quot;quot;1 t,

Xquot;\' \'***-»»»r,:r*:sittvquot;:;;s

bestuur van ^ den adel daal.entegen,

tus t 5- maclit beroofd, maakte bij zich daardoor tot een

m vervolgens, in de eerste jaren zijner regeering,

^ tedfan had om de binnenlandsche welvaart te vermeerde-veel gedaan ^ den rang terug te geven,

ren, vatte hij het i \' F esclie mogendheden had bekleed,

quot;iequot;quot;quot;rz™i—aHü«... « TT? quot;quot; *• »*•a» ,m*m

tot da un \' j uitgebroken, en begon een oorlog met

aoe! S, ..............

..t w- w * •«.

Kij 1 .t (Froot.n huWenmoed voerde, was Inj tegen

r, ZSi™ quot;l-quot;. amp; en \'noest hij in 1790 .rede

het mach tip n tusschen de beide rijken bleven,

«iteeke. de, vJendelSjkheden geweest «ren.

Iriwr Jo\\ef 11 ■ Opstand in de Oos-s -\'4. Ilcqeertng van uw,ui i /

icnrijksche A\' edcvlaiiden.

t i x 17tiri was Fuans 1, de gemaal van Maiua Tiieuesia,

quot; 16 .lls\' keizer van Duilschland opgevolgd door zijnen

gestorven, • • wera te gelijker tijd door zijne moeder

tof mede-^ge\'ut\' in de o\'ostelksche staten benoemd, doch ver-

-ocr page 183-

170

kreeg weinig invloed op het bestuur, hetwelk Mama T.ikkesi, nagenoeg geheel aan zich behield, en met veel beleid voerde

Jozra- II was een schrander en verlicht vorst, met vurigen ijver voor het welzijn van zijne onderdanen bezield, en vast besloten niet eene krachtige hand eene menigte verouderde instellingen at te schaffen en te vervangen door nieuwe, die meer met den geest des tijds overeenkwamen. Hoezeer hij gedurende het leven zijner moeder zijne uitgebreide hervormingsplannen nog niet kon ten uitvoer leggen, bewerkte hij toch door zijnen invloed en raad vele gewichtige verbeteringen in het inwendig bestuur en vooral quot;1. (,e 1-ecl,tsp]eging van den Oostenrijkschen staat. Daarbij zocht .V V£M1 °lke gelegenheid gebruik te maken om het grondgebied zijner erflanden te vergrooten. Het was voornamelijk op zijn aandrang dat Oostenrijk aan de berooving van Polen deelnam waartoe de edeldenkende Mai.ia Tiiuresia slechts met weêrzin Hare toestemming gaf. Evenzoo trachtte bij zich in 1778 van een gedeelte van Beieren meester te maken, toen de keurvorst maxnniuan Jozef, de zoon en opvolger van Kakel Ai.dkht (keizer Kabkl VIT) (bl. 157), kinderloos was overleden, en zijn gebied aan zijn naasten erfgenaam, den Keurvorst van den Palts was gekomen, die reeds te voren, door beloften en bedreigingen overgehaald, in het geheim een verdrag met den Keizer luid gesloten waarbij hij hem een groot gedeelte van zijn grensgebied afstond! JJewijl de Keurvorst van de Palts ook geen wettige nakomelingen had, verzette zijn vermoedelijke opvolger, hertog Kak kt, van iweehruqgen, zich tegen die plannen van Jozef II, welke bovendien door de iluitsche rijksvorsten algemeen afgekeurd werden iKELEmK de Groole trad als bemiddelaar op, en greep, toen de f.izei zijn voornemen met wilde opgeven, naar de wapenen. Weldra evenwel kwam men tot onderhandelingen, en de zoogenaamde Beiorsche Successie-Oorlog eindigde in 1780 met een vredesverdrag waarbij Oostenrijk eene kleine streek lands ten oosten van de Inn veiJvieeg, en van verdere aansprakeii afzag.

Vijf jaren later trad Jozef IF nogmaalsquot;met den Keurvorst van

JTr 0n ., n f,lllg\' en b00d henl (]e Zuidelijke Nederlanden Beieren m ruil aan; maar ook nu werd hij daarin dooiden Koning van Pruisen verhinderd, die tusschen de voornaamste forsten een verbond tot stand bracht, om zich te verzetten tegen de willekeurige handelwijze des Keizers , waardoor deze genoodzaakt was andermaal van zijne plannen af te zien (1785) In het volgende jaar stierf IWrik Groote, en werd opgevolgd door FREDEniK Wn,LBI 11, den zoon zijns overleden broe-

-ocr page 184-

171

der., wien hij een welvarend rijk, een leger van 200000 man en eene goedgovulde scliïitkist nnliet.

Inmiddels was Maria Theuesia in 1780 overleden, en Jo.kf TI die nu het bewind over de Oostenrijksche erflanden aanvaardde begon met kracht zijne hervormingsplannen door te zetten. Hoezeer hij daarbij door edele, menschlievende gevoelens bezield was en het welzijn zijner onderdanen op het oog had, zag In) veel van zijne voornemens mislukken, omdat hij over het algemeen te overijld en niet met de noodige gematigdheid te werk ging. Hii wilde alle misbruiken, als het ware, op éénmaal atschaffen, J in al zijne landen tenzelfden tijde eene gelijke wetgeving en een gelijk bestuur invoeren, zonder acht te slaan op de oude rechten, zeden en gebruiken, welke in zijne onderscheidene staten zeer van elkander verschilden, en waaraan het volk uit aloude gewoonte o-ehecht was, ook zelfs wanneer datgene, wat hij er voor in de plaats wilde stellen, in het algemeen belang veel beter was. Daarenboven verwekte hij groot misnoegen bi) de Katholieke, feestelijkheid, door niet alleen in 1781 een besluit uit te vaai dieven \' waarbij hij aan alle onroomschen gelijke burgerli)ke rechten als aan zijne overige onderdanen verleende, maar ook door omtrent 700 kloosters op te heffen, en den invloed van den I am op de kerkelijke\'zaken in zijne staten te verminderen.

Den hevigsten tegenstand vonden zijne verordeningen in de Oostenrijksche Nederlanden, waar in het jaar 178(5 oproenge bewegingen ontstonden, die voornamelijk door den sluwen volksleider Hendrik van dku Noot geleid, en door de geestelijkheid aangemoedigd werden. In den beginne met geweld tegengegaan, yagen zich vele misnoegden, die zich Palriolten (vrienden ces vaderlands) noemden, genoodzaakt naar de VereenCgde Nederlanden te wijken, vanwaar zij evenwel in 1789 terugkeerden, en een ge-wapenden inval in Brabant deden. De opstandelingen wonnen nu meer en meer veld, dwongen het, zwakke Oostenrijksche leger over de aren/en teruo- te trekken, en verklaarden Zuid-Nederland voor onafhankelijk onder den naam van Vereenigde Belgische Stat™ De reo-eering werd opgedragen aan eeu Souveretn Cong, es, dat Van deu Noot tot voorzitter koos (Januari 1790). Kort daarna echter ontstond er oneenigheid tusschen de Belgen che weldra m twee partijen gewapenderhand tegen elkander overstonden en aan Oostenrijk het uitzicht opertden tot herstel der vroegere orde van zaken. Onder die omstandigheden stierf Jozef Tl zonder kinderen na te laten (Februari 1790), en liet de regeermg over zijne erflanden

-ocr page 185-

lui clan zijnen broeder Leopold U, die nog in datzelfde jaar ook tot Keizer van Duitschland verkozen werd. Deze maakte van de inwendige verdeeldheid der Belgen gebruik, en toen zijn verzoenend voorstel, om de vroegere voorrechten en staatsregeling te herstellen, met aangenomen werd, versterkte hij zijn leger aanzienlijk, en nog voor het einde van 1790 waren zijne\'troepen overal nieester en was het Oostennjksche bestuur in de zJidc Ijkc Nederlanden hersteld, waar alles op den ouden voet werd teruggebracht.

§ 25. De Veveenigdc Nederlanden van den vrede van Aken lol aan de Fransche omiventelim/.

De Republiek der Vereeniyde Nederlanden nam in de laatste heltt der achttiende eeuw zeer toe in stoffehjke welvaart, maar daarentegen werd zij door inwendige verdeeldheid meer en meer verzwakt, en had zij hare vroegere staatkundige beteekenis met jeü ekking tot de overige Europeesche mogendheden, nagenoeg geheel en al verloren. De gebrekkige regeoringsvorm, do steeds toenemende invloed van de in heerschende begrippen,

flauwheid en zorgeloosheid van het bestuur en het toenemende zedenbederf, waardoor met de voorvaderlijke eenvoudi--J^id ook de veerkracht der natie verloren ging, waren zoovele staat V 8,1 flChteruitganfer in dei1 eens zoo machtigen

Prins Will hm IV (bl. 175) stierf in 1751, weinige jaren na zijne verheffing tot de stadhouderlijke waardigheid, en gedurende de minderjarigheid van zijnen zoon (1751-1766), die hem ah

.\'\'Tr , WaS gevolgd, werd de toestand der Republiek steeds bedenkelijker. De invloed van FmnhnjA was oorzaak, dat zij in den Zevenjarigen oorlog (bl. 159) onzijdig bleef, en door hare kiachtelooze houding steeds meer in minachting kwam

V\\iLLEM die in 1766 zelf het bewind aanvaardde, was, in weeiwii zijner goede hoedanigheden als mensch, niet schran r equot; vastberaden genoeg om, te midden der algemeene gistin-en ontevredenheid, met kracht op te treden; zijne zucht om alle pai ijtn tot vriend te houden, en de halve maatregelen, welke hij dientengevolge nam, werkten hoegenaamd niets ten «oede n\'t. De ingenomenheid met h-anlcr^ en met de begrippen van vnjheid en volkssouvereiniteit, welke daar te lande werden ver-voiKbgd. werd door den sluwen Pranschen gezant La Vauouvon

-ocr page 186-

173

voortdurend aangekweekt, hetgeen ten gevolge had, dat de Ver-eenigde Nederlanden eindelijk in 1780 in den oorlog gewikkeld werden, die door frankrijk tot ondersteuning van de Amenkaan-sche koloniën tegen Ene/eland gevoerd werd (bl. 163).

De onmacht der Republiek, die bij haar angstvallig streven om zich buiten alle Europeesche verwikkelingen te houden, hare landen zeemacht schandelijk had verwaarloosd, bleek nu ten dmde-liikste. Onberekenbaar was de schade, die haren handel door de Enqelschen werd toegebracht, en hoewel de Nederlandsche zeelieden in den scheepsstrijd bi] Doggershank (1781) hunnen ouden roem waardiglijk handhaafden, wist de Republiek zich in dien oorlog zoo weinig te doen gelden, dat zij in 1781 den vrede met Engeland slechts op nadeelige voorwaarden sluiten kon.

Evenmin kon zij zich verzetten tegen de willekeurige handelingen van keizer Jozef II, die in 1784 eigendunkelijk het Barrière-tractaat (bl. 142) vernietigde, en voor de Oosienrijksche Nederlanden de vrije vaart op de Scheldt: eischte, hetgeen m strijd was met het vredesverdrag van Munster. Door bemiddeling van Frankrijk zag Jozef 11 wel af van dien onrechtvaardigen eisch, maar de Republiek moest zich getroosten, hem 9/2 mil-lioen gulden te betalen, en hem de forten Lillo en Uefkenshark

anil cIg Scheldc af te staan.

De vijanden van den Stadhouder, die zich Patriotten noemden, trokken van al die jammerlijke omstandigheden partij om hem te lasteren, en op hem de sclmld te werpen van den ongunstigen toestand, waarin zich het land bevond. Onder het voorwendsel van zich tegen Oostenrijk te wapenen, werden overal zoogenaamde exercitie-genootschappen opgericht, met het geheime doel om de burcrerij de wapenen in de hand te geven tegen den 1 rins en zijnen aanhang. Aan alle kanten ontstonden ongeregeldheden, volksoploopen en zelfs bloedige twisten, totdat eene onverwachte gebeurtenis eene tijdelijke verandering te weeg bracht.

De gemalin van Willem V, eene zuster van Ebedebik Willem II, koning van Pruisen, werd in Juni 1(8lt; op eene reis van Nijmegen naar \'s-Cravenhage door gewapende patriotten aan de grenzen van de provincie Holland tegengehouden, en tot te-ruo-keeren gedwongen. Dat gaf haren broeder aanleiding om voldoening te vragen voor de beleedigiug zijner zuster aangedaan, en toen dit geweigerd werd, zond hij een leger van 20 000 man onder hertog Kabel van Brunswijh naar de Vereenigde Nederlanden (Sept. 1787), en dwong daardoor de patriotten, die tevergee n op de hulp rekenden, welke Frankrijk hun beloofd had, in wei-

-ocr page 187-

174

nigo woken tot onderwerping. De Prins werd in üjn geza* her-

hiiiLr t UT 1 Patl\'i0tten verlietequot; het l«nd, en zochten eene solmilplaats jn h-anknjk en Brabant. Voor het oogenblik was het

n« i\'ustig; quot;laar do tweedracht, die wol onderdrukt do n ~ was had, zooals in de volgende afdoeling .al worln

wX to r quot;0g f00t0n illvl0ed ^ de gebeurtenissen, welke ten gevolge van de omwenteling in l\'mnkrijk in ons va deiuand voorviolen.

S 2(5. Sjmnje, Portugal, Italië en de Miropeesche volk-plaatmrien bij hel begin der Fransche omwenteling.

in^rw/0\' At\'de0ling 0VGr tfl ^ « hot noodig,

Ütn V11 overzichl- don toestand te schetsen, waarin oenige huropeesche staten, welker geschiedenis in do vorige paragrafen

afzonderlijk is behandeld, zich bij het begin der Fransche omwenteling bevonden. cm

In Spanje was koning Peumxa^ VI (bi. 158) in het jaar 1759 k aderloos gestorven, on opgevolgd door zijnen broeder (W. 1 Ka,. koning van Napels fbl. 156), die dit laatste rijk, het-

vorst \'mocht f geimU\'kt0 b?Pallngequot; lliet ™t Spanje onder éénen ois mocht komen, aan zijnen derdon zoon Pehdinan.. IV af-

Oquot;!/1)\' quot;u nis Kakel III den Spaanschon troon beklom. Zijne legeermg was over het algemeen weldadig voor hot land daar nj in het binnonlandscho bestuur vele beteringen aanbraÏ oezeoi de deelneming aan den Zevenjarigen oorlog (bl. 139), en latei aan den Amenkaanschon vrijheidsoorlog (bl. 162) nadeeli-aS V(T (len geWelijken toestand van het rijk. In 1788 stierf hij m weid opgevolgd door zijnen zoon Kakel IV, een onbeduidend voist, ouder wiens bewind de door zijn vader ingevoerde vor-betei ingen spoedig weder te niet gingen.

1\'orluc/al was in do eerste helft dor 18de eeuw onder de re«eerin.r van JoHA. V (1705-1750), den zoon van Peoko ][ (bl 138) M het diepste verval geraakt, waaruit het na diens dood ondoi

doorquot; d.\'^\'l-nu\'lV .EMAN,L,,iL echter eonigszins werd opgewekt r 1 \'lc 1 *8° l)0gln8\'en van den doortastenden minister Pon-

w t eVrW rn0n te Veel hevi«hGid\' «quot; vaak mot weinm ovor-1° \' , ?(\'\' ^,mg\' aarc|oor maakte hij zich zoowel het volk als rfen adel en de geestelijkheid tot vijand, en hielden de vt^

-ocr page 188-

175

denno-en, welke hij in alle takken van hot bestuur met geweld had Ingevoerd, geen stand, toen Jozef Emanükt,, die hem alles had overgelaten, in 1778 stierf, en door zijne dochter Mauia werd opgevolgd, onder wier regeering Portugal weder terugzonk tot zijne vroegere onbeduidendheid, waaruit de krachtige maar te willekeurige maatregelen vau Pomuai- het te vergeefs hadden zoeken op te beuren. Daar Mauia na eenige jaren aan vlagen van waanzin begon te lijden, werd haar zoon Joiiax, die den titel^ van l\'rins van Brazilië vperde, tot Regent des Rijks benoemd (1(92). Do toestand van Italic was te dien tijde als volgt:

In het koninkrijk der Beide Siciliën was, zooals boven gezegd is, Fkmhnand IV, do zoon van Kaukt, Til van Spanje, in bet jaar 1759 op don troon gekomen. Hij was weinig voor de regeering geschikt, en word geheel boheorscht door zijne gemalin Mauia Cakomna. eene dochter van Mauia Thbbbsia, door wier toedoen de Oostenrijksche staatkunde in Napels grooten invloed verkreeg.

In het groothertogdom Toscane was in 1737 Frans van Lotharingen (bl.ni56), de gemaal van Mauia Tiikuksia. en na diens dood zijn\' tweede zoon Leopold, aan het bewind gekomen. Toen deze in 1790 zijn broeder Jozef 11 in de Oostenrijksche erflanden opvolgde (bl 169), gaf hij Toscane, dat niet met Oostenrijk vereenkjd mocht worden, aan zijn tweeden zoon Feudinako Jozef over.

Het hertogdom Milaan met Mantua behoorde tot de Oostenrijksche

erflanden. i , i

In het hertogdom Parma had tot 1765 Pmui\'s, do tweede

zoon van koningin Elizabeth van Spanje (bl. 158), geregeerd. Hij was na zijnen dood door zijnen zoon Eeudinand opgevolgd.

Het koninkrijk Sardinië, dat uit Savoije, Ptemont, Nizza en het eiland Sardinië bestond, werd geregeerd door Victor Amadeus UT, die in 1774 aan het bestuur was gekomen.

De Kerkelijke Staal, waar Pius VI sedert 1775 den Pauselijken zetel bekleedde, was buiten het grondgebied in Italic, nog m het bezit van Avignon en het Comté- Venaissin in hot zuiden van Prankrjk.

De republiek Venetië had in de 18de eeuw weinig verandering ondergaan. Sedert lang afgedaald van haar hoog standpunt als eerstequot; handelsmogendhoid der aarde, oefende zij nagenoeg geen invloed uit op de aangelegenheden van Europa.

De republiek Genua had gedurende een groot gedeelte van do 18de eeuw een hevigen strijd gevoerd met het eiland Corsica, dat onder hare opperheerschappij stond. In 1729 was er een opstand uitgebroken, die herhaaldelijk gedempt, telkens weder uitbarstte. In 17;.amp; stelde zich een dapper en uitstekend aanvoerder. Pascal Paoli, aan

-ocr page 189-

17(3

liet hoofd der Corsicanen, en hield nno- ypcHo,, • i stnjd vol tegen de Genueezen, die door F~he ïquot; 1 quot;

ondersteund werden, totdat Corsica in Mei 1768 door

^

Van minder beteekenis waren de drie overige Italiaansche pa,en het hertogdom Modena, waar het huis van Este aan het ewmd wae de kleine republiek Lucca en de ridderstaat Malta lie bestuurd werd door de Ridders der Orde van St. Jan welke\' zich daar m 1522 had gevestio-d (I deel li) i \'i t

lt;» gmoonlijk „ MteL orde g™»., tif\'\' quot;quot;quot;

In den toestand van de volkplantingen der onderscheidene Europeesche mogendheden waren gedurende het tijdvak, hetwelk n deze afdeelmg is behandeld,. groots veranderingen .ekomen t n gevolge van eene reeks van gewichtige gebeurtenfssen, 2 a em in algemeene trekken kunnen worden medegedeeld. Bf Rqmbhek der Vereenigde Nederlanden, ten tijde van den Munsterscheii vrede de eerste koloniale mogendheid der aarde hield zich gedurende de tweede helft der .17de eeuw op dat\' hoog, .tadpurt ^.„de lt;l„ch begon toon Imgzm.rh.nd dirj at te dalen. De Oostmdisclie Compagnie bereikte haren hoogten bloei m t begin der 18de eeuw, doch geraakte langzamerhand ten

gevolge van verkeerd bestuur, zoodanig in verval dat H n. O» geldelijke o.nWe.ni.g van de redering ^ t» ihe ondeigang kon bewaard blijven, ofschoon haar landbezit th, lenlijk was vermeerderd, en zich uitstrekte over /21 Mo lukken, de westkust van Sumatra, de West- en ZmVWtt f Borneo, Makasser, Riouvj, Malakku, Ceylon en de Kaan de C T waar in 1652 eene volkplanting ^

U estindische Compagnie, die in de tweede helft dpv 171 eeuw Brazilië aan de Por tuneezen Cbl lin , \' 17(3,1

aan Engeland (1,1. 116) nZTl^t ^ T volkplantingen au, in Fmeq,„ba m \'

■?e,olf r *• »êt

j u, van UÖU en 1,84, ging zij zoodan g achteruit dat ,1,.

~ Tssn. trrr

Oompacrnie fbl 104.i ,i;„ • ^-.,0 9 Uostindischc

(bl. 104), die m 1648 haren ondergang nabij scheen,

-ocr page 190-

177

hield zich tot het begin der 18de eeuw met moeite staande, en vereenigde zich toen met eene andere dergelijke maatschappij, onder den naam van Vereenigde Compagnie van Engelsche kooplieden handelende op Oost-Indië, die zich binnen anderhalve eeuw tot eene macht en aanzien verhief, waarmede die van geen ander handelslichaam konden vergeleken worden. Inde eerste helft der 18de eeuw breidde zij haar landbezit in Azië weinig uit, doch m de tweede helft leo-de zij, door veroveringen en door partij te trekken van de on- • eenigheden tusschen de inlandsche vorsten, den grondslag tot een uitgebreid rijk in Voovlndië. De verschillende oorlogen tusschen de ^Engelschen en Franschen deden zich ook in de koloniën gevoelen- doch de eersten waren daarbij geheel m het voordeel. Len tiidè van het uitbreken der Fransche omwenteling, bezaten zij uitgestrekte bezittingen langs de kusten van Voor-Indic, waarvan Calcutta, Madras en Bombay de hoofdsteden waren. Op de eilanden van den Oostindischen Archipel hadden zij alleen Benkoelcn

op Sumatra bezet. . ,

De overige volkplantingen van Engeland waren: in Amerika de landstreken in het noorden, die hun na den vrede van Versailles, (bl. 163) overgebleven waren, en waarvan Kanada de voornaamste was; Jamaica en verscheidene der Kleine Antillen-, m Afrika eeniae forten op de kust van Guinea, en in eene kolonie

aan0de Botany-haai, die in 1788 was gesticht. De kennis van den aardbol, en vooral van de eilanden m de Groote Zmd-Zee werd in het laatst der 18de eeuw aanmerkelijk bevorderd dooi drie tochten, welke de beroemde reiziger Cook rondom de wereld

maakte (1768—1780). .

Frankrijk, hetwelk in het eerste gedeelte van dit tijdvak onderscheidene koloniën in Noord-Amerika bad aangelegd, verloor ze nagenoeg alle in den oorlog, dien het van 1754 tot 1lt; 63 met Engeland te voeren had (bl. 159). In bezat het nog de ei

landen Martinique en Guadeloupe en de westelijke helft van St-Domingo of Haiti, waarvan de oostelijke helft in het hemt dev Spanjaarden was. In Oost-lndië had het niet veel meer dan PoMerg op de oostkust van Voor-lndië overgehouden. Wijders bezat het nog eenige koloniën in Afrika, van welke de eilanden Bourbon engste de France de voornaamste waren.

De koloniën der Spanjaarden hadden weinig verandering ondergaan. In Amerika waren zij vermeerderd met Florida en Louisiana die bij de vredesverdragen van Parijs (1763) (bl. 161) en van Versailles

(1788) (bl. 164) waren afgestaan.

De koloniën der Portugeezen ondergingen eveneens m dit tijdpet

II. 1

-ocr page 191-

178

weinig veranderingen. In Azië liadden zij bij het einde daarvan niets overgehouden dan het schiereiland Macao op de kust van China, het noordoostelijk gedeelte van Timor, en liet gebied van üoa op de westkust van Voor-Indië.

Brazilië, in Zuid-Amerika, was hunne belangrijkste bezitting.

Van de overige Europeesche Staten waren alleen Zweden m.Denemarken in het bezit gekomen van weinig beteekenende koloniën, terwijl Rusland in het midden der 18de eeuw eenige volkplantingen had gesticht op de Koer Uien en Aleuten en op de noordwestkust van Amerika.

DERDE AFDEEL ING.

Van het begin der Fransehe omwenteling tot op onzen tijd.

§ 1. De Nationale en ConsiUueerende vergadering in Frankrijk, tot de aanneming der constitutie van 1791.

Den 5den Mei 1789 werd de vergadering van de Staten-Geue-raal (bl. 1G6) te Versailles geopend, en weldra bleek het dat de afgevaardigden van den derden stand zich met kracht zouden doen gelden. Toen men het namelijk na langdurigen strijd niet eens kon worden over de vraag, of ieder der standen afzonderlijk zou vergaderen, of dat men gezamenlijk zou beraadslagen met hoofdelijke stemming, verklaarden zij de wettige vertegenwoordigers van het Fransehe volk te zijn, en niet uit elkander te zullen gaan voordat de rechten van de natie erkend en gewaarborgd zouden wezen; zij namen tevens den naam aan van Nationale vergadering. Een groot gedeelte van de afgevaardigden der geestelijkheid en verscheidene van den adel sloten zich bij hen aan, en de Ivoning, die zich eerst met geweld tegen hen had willen verzetten, besloot toe te geven, en beval, dat de drie standen gezamenlijk en met hoofdelijke stemming zouden beraadslagen. Het duurde evenwel niet lang, of de hofpartij wist den wankel-moedigen Koning te bewegen minder toe te geven aan de eischen der Nationale Vergadering, en liever te trachten zijn gezag met geweld van wapenen te herstellen. Met dit doel werden er troepen in den omtrek van Parijs bijeengebracht, doch dit had den 13den Juli een geweldig oproer ten gevolge, waarbij het volk een

-ocr page 192-

179

aanval deed op de Bastille, eene beruchte gevangenis in eene dei-voorsteden van Parijs gelegen, waarin onder de vorige koningen de staatsgevangenen, en in het algemeen al degenen, die zich, schuldig of onschuldig, de ongenade van het Hof op den hals hadden gehaald, werden opgesloten; het gebouw werd tot den grond toe gesloopt. Te gelijker tijd werd er eene burgerwacht, ot nationale aarde opgericht, waarover Lafayette (bl 163), die zien van den aanvang af de zaak des volks met geestdrift had aangetrokken. het bevel verkreeg, en die de kleuren van het wapen der stad Parijs (blauw en rood) met de kleur van het Huis van Bourbon (wit) vereenigd, tot hare kokarde en haar vaandel aannam. Dat driekleurige vaandel, blauw, wit en rood, (la tricolore) werd voortaan als het nationale beschouwd.

Do oproerige bewegingen breidden zich weldra over het ge-heele land uit; allerwegen werden nationale gardes opgericht en gruwelijke ongeregeldheden gepleegd, waarvan vooral de bevoorrechte standen het slachtoffer werden. Een gevolg daarvan was, dat eene menigte edellieden, waaronder verscheidene prinsen van den , bloede, hunne veiligheid buitenslands zochten, waar langzamerhand een groot aantal dier uitgewekenen (émigrés) zich vereemg-den die plannen smeedden, om, in verbinding met andere mogendheden, welke de beginselen der Fransche omwenteling vijandig waren, eene gewelddadige herstelling der vorige orde van zaken

te beproeven. . , ,

Inmiddels ging de Nationale Vergadering voort met het vaststellen der grondslagen voor eene constitutie of grondwet, waardoor de macht des Konings beperkt, en de rechten der natie bepaald zouden worden, waarom zij ook Oonstitueerende Vergadering (la Constituante) genoemd werd. Tevens nam zij achtereenvo gens eene menigte besluiten, welke eene geheele wijziging m den m-wendiaen toestand des rijks teweegbrachten. Dit alles ging gepaard met een hevigen strijd in den boezem der vergadering, waar zich langzamerhand verscheidene partijen begonnen te vormen. Een gedeelte, waartoe de meeste afgevaardigden van den adel behoorden en die de Aristocraten genoemd werden, bleven zich tegen alle hervormingen verzetten; een ander gedeelte, waartoe de minderheid van den adel en een gedeelte der hooge geestelijkheid behoorden, was gestemd voor een beperkt constitutioneel koningschap zooals het in Engeland bestond; de groote meerderheid, de partij des volks of de Democraten, waren voor veel verder ingrijpende veranderingen. De meesten, met Lafayette aan het hoofd, wilden de vrije staatsinstellingen van Noord-Amenka met

v

-ocr page 193-

180

de instandhouding der koninklijke waardigheid vereenigen, terwijl eindelijk de hevigste omwentelingsgezinden, die hunne plannen door woest geweld en door het opruien van het gepeupel zochten door te drijven, den val van het koningschap op het oog hadden. Aan die partij, welke wel is waar vooreerst nog de minderheid had, maar een krachtigen steun vond in de oproerige menigte, had zich de Hertog van Orleans, een achterkleinzoon van den Eegent (bl. 148), een verachtelijk en zedeloos mensch, aangesloten, die zich zeiven door den val des Konings wilde verheffen, en op de laagste wijze de gunst van de volksmenigte zocht te verwerven.

Nog voor het einde van het jaar 1789 werd de Koning door het grauw der hoofdstad, dat door de kwaadwillige volksmenners tegen hem was opgeruid, en met geweld zijn paleis te Versailles binnendrong, genoodzaakt naar Parijs te komen, waar hij voortaan zijn verblijf hield, en waarheen ook de Nationale Vergadering haren zetel verplaatste (1).

Hier werden nu de zittingen voortgezet, waarin de hevigste democraten weldra meer en meer de overhand verkregen, en onder welke te dien tijde de advocaat Robespierre, een eergierig, koelbloedig en hardvochtig man, die zijne heerschzuchtige plannen zocht te verbergen onder den schijn van deugd en liefde tot de menschheid, zich begon te onderscheiden en langzamerhand op den voorgrond te treden. Eene reeks van besluiten werden uitgevaardigd; de gelijkheid van alle staatsburgers werd vastgesteld; het betalen der belastingen voor elk verplichtend gemaakt; alle bijzondere voorrechten opgeheven; de adel afgeschaft; de geestelijke orden en kloosters vernietigd en de geestelijke goederen tot eigendom van den staat verklaard. Voorts werd het rijk verdeeld in 83 departementen (2) ^ eene gelijke rechtsbedee-ling ingevoerd; de Parlementen opgeheven en door eene geheel nieuwe inrichting van het rechtswezen vervangen; over geheel Frankrijk werden gelijke maten en gewichten aangenomen, en over het algemeen vele hoogst nuttige hervormingen tot stand gebracht, waarvan het volk in later tijd, toen de storm der omwenteling bedaard was, de zegenrijke gevolgen ondervond.

(1) Sedert het begin dor regeering van Lode wijk XIV was Versailles met eene zeer korte tussohenpoozing steeds de residentie van het Franseho hot geweest. Lodewijk XVI hofrok nu in Parijs weder het paleis der Tui-lerieën, waar ook reeds Lodewijk XIII zijn verbljjf had gehouden.

(\'2) Deze departementen worden over het algemeen genoemd naar de rivieren, bergen enz., die er gevonden werden, als: hot departomont van do Seine, van den Rlwne, van de Jura enz,

-ocr page 194-

181

In die oo-enblikken zelve echter heerschte, ten gevolge van de

TSJa van een -root gedeelte van de bestaande, en het

invoeren eener geheele nieuwe orde van zaken, eene ontzettende

verwarring in alle deelen van het rijk. Het is te begrijpen a ,

L wS vele edele en achtenswaardige mannen met onvermogen terwijl veie ea ^ vaderland werkzaam waren, ook

TZ duizenden van de bestaande wanorde partij zochten te trekken hunne overdrevene en grootendeels op eigenbelang gegronde 0r 1° te zetten Een aantal vereenigingen, clubs genaamd,

tZL t Ind ^

,1 werd en gewoonlijk de hevigste omwentelingsge-

0.ri vó»a!ro.ds.- d»e club, i, di. d»

quot;\'quot; quot;j hulllll,n ontleenden nan een voorm.lig klooster ï.n

s I««. quot;vquot; »i bijeenkwamen, het meest b.moht geworf.n. Hoewel \'.ij bnegenaaiml «een wettig ge»g had, «etende do ffiToÏhitsen van de lagere volksklasse, door het oprichten van meei

d n TJS dergelijke verenigingen over geheel Franknjk, endoor p versm-eiden van een aantal dagbladen, een grooten invloed uit. L oïtand van LonEWim XVI werd intusschen te midden van

dat alles hoe

dtlLZdo^dhed» te beteken ^

.nter besloot hii eindelijk met zijn gezin Parijs en Franknjk J vel-lat», en ^ ^ f ^

: Uongen n» de te^en^n

rrirr tsssrJamp;z

quot; Se^nbev \' w.der i. v.ijheid gesteld toen de eonst.t.t.e voltooid wJ, die nu „leohtig door hem werd teworen.

-ocr page 195-

182

§ 2. Frankrijk onder het constitutioneel Koningschap. De

Nationale Conventie. Oorlog met Oostenrijk en Pruisen.

Lodeivijk XVI onthoofd. De eerste coalitie tegen Frankrijk.

De Constitueerende Vergadering werd nu ontbonden, en vervangen door eene andere, die de Wetgevende Vergadering {legislative) genoemd werd, waarin de Jacobijnen den meesten invloed hadden. Inmiddels werden door verscheidene Europeesche mogendheden, als: Oostenrijk, Pruisen, Engeland, Zweden, en Rusland, onderhandelingen gevoerd om de revolutie in Frankrijk mei geweld van wapenen te bedwingen, maar men kwam niet tot gemeenschappelijk overleg.

Koning Gustaaf III van Zweden was de eenige, die het bepaalde plan opvatte, met een leger naar Frankrijk te trekken en Lodewijk XVI in zijn gezag te herstellen. Het Zweedsche volk was echter volstrekt niet ingenomen met dat roekelooze voornemen des Konings, dat de geldmiddelen van den Staat ten gronde dreigde te richten: de aanzienlijken, die nog eens hoopten het gezag te herkrijgen, dat zij vroeger bezeten hadden (bl. 169), verzetten zich insgelijks, zoodat de Rijksdag, die in Januari 1792 dooiden Koning was bijeengeroepen, do door hem aangevraagde gelden weigerde\'. Nu verbreidde zich het gerucht, dat Gustaaf III de staatsregeling wilde omverwerpen en zijne plannen met geweld doorzetten, ten gevolge waarvan door eenige der misnoegde edelen eene samenzwering werd gesmeed, en de Koning, den 17den Maart 1792, door een hunner, den kapitein Ankahstuöm, op een gemaskerd bal te Stokholm werd doorschoten. Hij stierf twaalf dagen later, na zijnen broeder tot regent en voogd over zijnen minderjarigen zoon Gustaaf IV Adolf te hebben benoemd.

Omstreeks dien tijd stierf ook keizer Leopold TI, en zijn jeugdige zoon en opvolger Frans II nam terstond eene meer dreigende houding tegen Frankrijk aan, waarop de Wetgevende Vergadering tot den oorlog tegen Oostenrijk besloot (April 1792), en terstond de vijandelijkheden deed beginnen door een plotselingen inval in de Zuidelijke Nederlanden, die evenwel, daar het ongeoefende Fransche leger niet tegen de geregelde Oostennjksche troepen bestand was, geheel verijdeld werd.

Die tegenspoed dei- Fransche wapenen versterkte den vijand in de meening, dat Frankrijk gemakkelijk te beteugelen zou zijn, maar had daarentegen eene hevige gisting in Parijs ten gevolge,

-ocr page 196-

183

waar de Jacobijnen liet volk in beweging brachten door te verspreiden, dat Lodewuk XVI met de Oostenrijkers m geheime vei-

standhouding stond, « eind.lijk de MMX». quot;quot;

ïerUijf hield, deden hestomen. De troepen, die het p.leis

verdedigden, en waaronder vooral eenige honderden Zwitsers, di met onwankelbare trouw den heldendood stierven, werden g -deeltelijk verjaagd, gedeeltelijk vermoord, en de Koning nog steeds weifelende, e i vreezende een burgeroorlog te zien ontbranden het S bewegen, met zijn gezin zijne toevlucht te nemen to de Wetgevende Vergadering (10 Augustus 1792). De zegepiaa van . gepeupel was volkomen; de Wetgevende Vergadering besloot tot het biieenroepen eener Nationale Conventie, die het bewmd ov

op Ziel nemen; de Koning werd in wn»d.g-heid geschorst, en, »0 het heette, tot .ijne hev.rl.gmg, met ziin gezin naar de gevangenis overgebracht.

Pruisen dat inmiddels een verbond met Oostennj/r had gesloten, tvok T\'aan de noordelijke grenzen van Frankrijk een leger van (JOOOO man, onder aanvoering van den Hertog van Brum wijk, bijeen, dat in Augustus 1792 Champagne binnenrukte; maar do go ^ maatregelen van den generaal Dumouriez, die daar aan het hon.. ; he! Fl.ansche leo-er geplaatst werd, en de langzame en krach-

tdooze wijze, daarop d\'e\' aanvallers den oorlog voerden, waren

oorzaak dat zij in zes weken tijds gedwongen werden den teiu cOnt 1792) Nu werd, op voorstel van Di tocht aan te nemen (0^ ^ ZuidemJNederlanden besloten;

gepastquot; en aan België eene staatsregeling gegeven, die geheel op ~ g^

schuldigmg wei Bnt eerie niaanci duurde, werd Lo-

een - met eene geringe .«eer-SS ™ .t—, ter dood veroordeeld en den «eten «,. het schavot onthoofd.

-ocr page 197-

184

Die moord en de hevige taal door de Conventie tegen alle gekroonde hoofden gevoerd, waarbij zij luide verkondigde, dat JVaw/o-rijk aan alle volken de vrijheid zou brengen, en hunne tyrannen van den troon stooten, brachten teweeg, dat do meeste Europee-sche mogendheden zich vereenigden, zoodat in den loop van 1798 een verbond (Coalitie) tegen Frankrijk tot stand kwam, aan hetwelk Engeland, Pruisen, Oostenrijk, Spanje, de Vereenigde Nederlanden, het Duilsche rijk. Rusland, Portugal, do Kerkelijke Staat, Napels en Toscane deelnamen.

De Nationale Conventie, wel verre van zich daardoor te laten afschrikken, vaardigde een decreet uit, waarbij 300 000 man onder de wapenen wei-den geroepen, en verplichtte later alle Franschen zonder onderscheid tot den krijgsdienst.

*5 3. Herovering van de Zuidelijke Nederlanden door de ver-

hondenen. Frankrijk onder het Schrikbewind. Opstand in de Vendée en in het Zuiden van Frankrijk.

De vijandelijkheden begonnen in den aanvang van 1793 met den aanval van Dümouriez op de Republiek der Vereenigde Nederlanden, die evenwel mislukte, waarop het leger der verbondenen België binnentrok. Dumouhiez werd bij Neerwinden door de Oo.s-tenrjkers geslagen, verloor daardoor het vertrouwen 4e1, Conventie, en besloot toen do zaak, waarvoor hij de wapenen voerde, te verraden. Hij knoopte onderhandelingen aan met den vijand, en koesterde in het geheim het plan, met zijn leger naar Parijs te rukken, het revolutionnair bewind omver te werpen, en den twintigjarigen zoon van den Hertog van Orleans (bl. 180) die in zijn leger als generaal diende, tot constitutioneel Koning te verheffen (1). Dat plan werd ontdekt, en het bevel tot zijne inhechtenisneming uitgevaardigd, waaraan hij zich onttrok door naar het Oostenrijksche leger te vluchten. De verwarring, welke daardoor bij het Fransche leger ontstond, bevorderde de herovering van België, dat weldra in bezit genomen werd door de bond-genooten, die nu ook Frankrijk binnentrokken en er eenige vestingen veroverden. Ook aan de oostelijke grenzen voerden de Oostenrijkers den oorlog, maar met weinig kracht, terwijl in het zuiden de Spanjaarden in den loop van 1794 eenige voordeden behaalden.

(1) De Hertog van Orleans had eenigen tijd te voren, om zich meer in de gunst van het volk te dringen, zijnen aristocratischen familienaam afgelegd en daarvoor dien van Egalité aangenomen.

-ocr page 198-

185

Terwiil die gebeurtenissen aan de grenzen plaats grepen weid het binnenland en vooral de hoofdstad meer en meer het ooneel van den toenemenden strijd der partijen. De hevigste omwentelings o-ezinden in de Conventie maakten zich, onder de leiding van besviebbe, van het geheele gezag meester, \'ieveigeefs had ziel eene meer gematigde partij, die der Girondijnen (1), tegen hem verzet- de aanhangers van Robesi-iebbe hadden de geheele lage^ . volksklasse op hun hand, hielden de betergezinde bevolking dooi lÏt geweld in bedwang, en bewerkten eindelijk een oproer, waarbij0 het gemeen de vergaderzaal der Conventie omsingelde en haar dwono- de Girondijnen als verraders des vadeilands m , . van beschuldiging te stellen (2 Juni 1798). Van.toen af was I\'rankryk onder den dwang der hevigste Jacobijnen; een zoogenaamd Com van algemeen welzijn {Comité waarvanRobespieube

het hoofd was, heerschte met onbeperkt gezag, en eene revolution-^re Zllan, woedde met ontzettende wreedheid tegen a en die den argwaan opwekten vnn het bewind, dat te recht onde -i m van het Schrikbewind [la terreur) m de geschiedenis

bekend is geworden. Vele duizenden werden onder de guillotine C ) ter dood gebracht, waaronder de koningin Maria Antoinette (16 October 1793), die tot dien tijd in hechtenis was gehoude , en de Herto- van Orleans, die, door alle partijen veracht en verlaten beschuldigd werd, zich ten koste der repubhkeinsche vrijheid \' te willen verheffen. Kort daarna werd een besluit genomen, : rl| Christelijke godsdienst werd afgeschaft en doo. d.

, J , rede vervangen, en eene nieuwe republikeinsche

die niét meer met « geboorte maar meiden 22sten September 1792, den dag na dien waaroi de Republiek was uitgeroepen (bl. 183), beginnen zou (3).

assssasissssEi

wmsmssm

\\ , 3 r\' ,lhliek Verder werd het jaar in twaalf maanden van 30 dagen feestdagen besterad werden.

v

-ocr page 199-

186

Om het vaderland tegen den buitenlandsehen vijand te verdedigen, werd tot eene algemeene wapening {levée en masse) besloten (Aug. 1793), waardoor weldra meer dan een millioen strijders onder de wapenen waren.

Een gedeelte dier krijgsmacht moest gebruikt worden tot het dempen van binnenlandsche onlusten, die inmiddels waren uitgebroken. Do voornaamste was de opstand in het Departement der Vendée, waar de bewoners, over het algemeen eenvoudige landlieden, die door de adellijke grondbezitters altijd met welwillendheid waren behandeld geworden, steeds gehecht waren gebleven aan de oude orde van zaken, waarbij zij zich gelukkig gevoelden. Eeeds in 1791 en 1792 hadden de maatregelen van de Nationale Vergadering hun misnoegen opgewekt, en toen in 1793 de levée en masse het landvolk tot den krijgsdienst dwong, brak er een hevige opstand uit, die weldra in een geregelden oorlog veranderde, welken de Vendéers, door Engeland met geld en wapenen ondersteund, onder de leiding van eenigen uit hun midden en van verscheidene edelen, die zich bij hen voegden, met onwrikbaren heldenmoed tegen de overmacht der Republikeinen voerden. Eerst in het jaar 1796 werden zij, na een wanhopigen tegenstand, ten onder gebracht.

Een andere opstand werd in het zuiden van Frankrijk verwekt door de Girondijnen, die in Juni (bl. 185) uit Parijs ontkomen waren. Lyon, Marseille, Toulon en eene menigte andere steden grepen naar de wapenen om zich tegen het Schrikbewind te verzetten, en traden in verbinding met de Engelsch-Spaansche vloot, welke in de Middellandsche Zee kruiste. De krachtige maatregelen van het bewind en de ontzettende wreedheid, waarmede het de opstandelingen strafte, overwonnen intusschen nog voor het einde van 1793 allen tegenstand; Lyon werd zes weken lang allerhevigst gebombardeerd en tot de overgave gedwongen, waarop omtrent 1700 menschen door de guillotine, en toen deze te langzaam werkte, met schrootvuur ter dood gebracht werden. Toulon hield een geregeld beleg uit van drie maanden, en werd eindelijk ingenomen (19 December 1793), ten gevolge van de doeltreffende maatregelen van den jeugdigen kapitein der artillerie Napoleon Bom ai\'akte, die liet belegeringsgeschut bestuurde (1).

(1) Napoi.kgn Bonaparte was den loden Augustus 1769 te Ajaccio op Corsica geboren. Zjjn vader had vijf zonen: .Iozkf, Napolkon, Lucikn, Lodewijk en Jeróme, en drie dochters; Eliza, Paulina en Carolina Nafoleox ontving zijne opleiding op do militaire school ta SWenjje en latei-op die te Parijs-, in 1785 weid hij tot Sous-lieutenant en in 1787 tot Luitenant der artillerie aangesteld.

-ocr page 200-

187

8 4. Val van Robespierre. Verovering van de Oostenrijk-sche Nederlanden en van de Republiek der Vereemgde Nederlanden. Frankrijk onder het Directoire Veldtochten van Bonaparte in Italië tot aan den vrede van Campo-Formio.

In het jaar 1794 duurde dezelfde toestand in Frankrijk voort; het Schrikbewind ontwikkelde eene geweldige veerkracht tegen de buitenlandsche vijanden, en woedde met onmenschehjke wi eedheid in het binnenland. Doch eindelijk werd Eobhspif.iim., die allengs van het oppergezag, wel niet m naam maar oe i m ei daad, was meester geworden, en zich daardoor zijne ®

partijgenooten tot vijand had gemaakt, ten val gebracht Den 27sten Juli 1794 (9 Thermidor van het jaar II) werd Inj met vei-scheidene zijner aanhangers, op last der Conventie, m hechtenis genomen, en. nadat hij tevergeefs getracht had zich dooi een pistoolschot van het leven te berooven, onder de guillotine^ te dood gebracht. Daardoor was aan liet Schrikbewind een einde gemaakt; wel trachtten eenige zijner aanhangers de macht wedei in handen te krijgen door het volk tegen de Conventie op te hitsen maar zij werden met geweld van wapenen bedwongen en in het laatst van 1794 werd de club der Jacobijnen gesloten. Sedeit dat oogenblik behielden de meer gematigden de overhand.

In den loop van 1794 waren do Fransche wapenen zeer voorspoedig geweest. De toestand der krijgsmacht was langzamei-hand aanzienlijk verbeterd; de algemeene wapening bracht bijna 800 000 man in de gelederen, en de officiersplaatsen, die vroegei bijna uitsluitend door edellieden waren bezet, waarvan de meeste uitgeweken waren, werden allengs ingenomen door jeugdige e talentvolle mannen, die, met geestdrift voor de zaak der omwenteling bezield, zich in den strijd tegen de vijanden des vaderlands tot uitmuntende aanvoerders vormden. Daarentegen heerschte tusschen de tegen Frankrijk verbondene vorsten tweediac . wantrouwen omtrent elkanders bedoelingen. Het gevolg van het een en ander was, dat een hernieuwde aanval van de Franschen onder den generaal Pichegiiu op de Oostenrijksche Nederlanden volkomen gelukte, en zij die gewesten omtrent het midden va. 1794 voor de tweede maal in hun bezit kregen. 14..,,

De Republiek der Vereenigde Nederlanden, door tweedrac 1 - v ■ ! f Ird nu het doel van hunnen aanval; tevergeefs trachtte

-ocr page 201-

188

aantal Oranjegezinden de natie, die voor een groot gedeelte Pranschgezind was, tot tegenstand op te wekken. Hunne staatkundige tegenstanders belemmerden hunne pogingen, en begunstigden de Franschen, die eindelijk, in Januari 1795, over de bevroren rivieren de Noordelijke provinciën binnenrukten, in denzellden tijd, dat de Prins met zijn gezin de w^k nam naar Engeland. Twee dagen daarna deed Piciiegbu onder het gejuich der menigte zijne intrede in Amsterdam.

De inrichting van den Staat, aan welken men den naam van Bataafsche Bepubliek gaf\', werd nu geheel veranderd. Het nieuwe bewind kwam onder den invloed van Frankrijk, dat voor 100 millioen gulden de onafhankelijkheid van het gemeenebest erkende, en er een leger van 25 000 man in garnizoen legde, dat door de Nederlanders gekleed en onderhouden moest worden. Te gelijk werd tusschen de beide Republieken een verbond gesloten, waardoor de kracht van Frankrijk, nu door de rijkdommen der Hollanders ondersteund, aanzienlijk toenam. Engeland verklaarde kort daarna den oorlog aan de Bataafsche liepuhliek, waardoor de handel ontzettend leed, zoodat de vroegere welvaart bijna geheel vernietigd werd. Eerst in 1798 kwam, na langdurige bin-nenlandsche onlusten, eene nieuwe constitutie en een geregeld bestuur tot stand.

Nog in April van het jaar 1795 zag Frankrijk, het aantal zijner vijanden door vredesverdragen aanzienlijk verminderen. De Hertog van Toscane, de Koning van Pruisen, de Koning van Spanje en al de Noordduitsche staten, behalve Saksen, onttrokken zich aa,ii den oorlog, die nu nagenoeg alleen door de Oostenrijkers gevoerd werd, dewijl de overige verbondenen weinig of geen deel aan den krijg namen.

Intusschen was eene nieuwe constitutie voor het Pransche volk ontworpen, die den 22sten Augustus 1795 door de Conventie werd aangenomen. Volgens die staatsregeling werd de wetgevende macht opgedragen aan twee Raden, den Raad der vijfhonderd, die de wetten voorstelde, en den Raad der Ouden, die ze aannam of verwierp. De uitvoerende macht werd opgedragen aan een Directoire van vijf leden, die op gezette tijden aftraden en door nieuwe vervangen werden. De bepalingen dier constitutie, welke door de gematigde partij ontworpen was, vonden hevigen tegenstand bij een gedeelte der burgerij, hetgeen een opstand in de hoofdstad ten gevolge had, welke gedempt werd door de krachtige maatregelen van Napoleon Bonaparte, die inmiddels tot brigade-generaal was opgeklommen, en zich zoowel door zijne

-ocr page 202-

189

bekwaamheden als door de vastheid van zijn karakter gunstig had onderscheiden. Eenige maanden later droeg het Divectoue he. het bevel op over het leger, dat bestemd was om Oostenrijk en Italië aan te vallen, en gaf daardoor den zevenentwintigjarigen generaal in 1796 en 1797 de gelegenheid om zich te doen kennen als een der grootste veldheeren, waarvan de wereldgeschiedenis melding maakt. De bijzonderheden dier veldtochten kunnen in dit beknopt overzicht niet opgenomen worden; genoeg zij ie te vermelden, dat Bonapatvie door eene reeks van overwinmn-gen den Koning van Sardinië tot den vrede en tot den afstand van het hertogdom Savoye en van het graafschap Wma dwong (Mei 179G), Milaan veroverde en daar een revolutionair bewmc instelde. Par ma, Napels, en den Kerkdijken Staat tot den vrede, Genua tot het sluiten van een verdrag noodzaakte, en Modena Toscane en Lucea met Fransche troepen bezette. Daarop zette hii den oorlog tegen Oostenrijk met kracht voort. He p _ was,\' dat ook van den Rijn een Fransch leger dat rijk zou binnenrukken; doch de aartshertog Kakel, een broeder van Keizer Frans II, en een der grootste krijgskundigen van zijnen tijd, voei de daar den oorlog met zooveel bekwaamheid, dat de aanval aan tie zijde geheel verijdeld werd. Bonaparte oordeelde het nu iaad-zaam, van de overwinningen, welke hij behaald had, pai ij ■ trekken, om onderhandelingen aan te knoopen, die m het begin van het iaar 1797 to^ een voorloopigen vrede te Leohen leidden, ie geliiker tijd braken er onlusten uit in de Eepubhek van Venetie, die\' zich in den oorlog onzijdig had gehouden, en waar zich eene partij had gevormd, welke door de Franschen begunstigd, het aristocratische bewind wilde omverwerpen. Bonatarte maakte gebruik van den daardoor ontstanen binnenlandschen oorlog, rukte het grondgebied der republiek binnen, en maakte er zich binnen

veertien dagen meester van (Mei 1797).

In October daaraanvolgende kwam een bepaalde vrede met Üos-tenrijk te Campo-Formio tot stand, waarvan de hoofdbepalingen waren dat de Zuidelijke Nederlanden aan Frankrijk werden atge-

staan. Oostenrijk zou daarvoor als schadeloosstelling het grondgebied

van Venetië bekomen, met uitzondering van de Ionische eilanden met Albanië, welke Frankrijk voor zich behield, en van de westelijke provinciën, die met de hertogdommen Milaan ^

en een gedeelte van het grondgebied van den Kerkdijken Staat tot eene democratische republiek vereemgd werden, welke den naam van Cisalpijnsche republiek ontving, en natuurlijk geheel van Frankrijk afhankelijk werd.

(:

JL

•■r—

-ocr page 203-

190

Evenzoo werd de aristocratische staatsregeling van Genua veranderd en ontving die staat van Bonaparte een democratisch-bestuur en den naam van Ligurische republiek (1).

§ 5. Verdeeling van Polen.

In denzelfden tijd dat in Frankrijk de omverwerping der be staande orde van zaken op de hierboven beschreven wijze tot stand kwam, had elders eene gebeurtenis plaats, die voor den toestand van Europa evenzeer gewichtige gevolgen had, namelijk de ondergang van het koninkrijk Polen.

Na in 1773 wederrechtelijk van een derde van zijn grondgebied beroofd te zijn geworden (bl. 168), was dit rijk geheel onder den invloed gebleven van Rusland, dat opzettelijk de gebrekkige staatsinrichting zocht in stand te houden. Langzamerhand begonnen echter de heerschzuchtige bemoeiingen van Kathabina den Polen onverdragelijk te worden, en begrepen zij in 1780 gebruik te moeten maken van eenen oorlog, waarin Rusland met Turkije crewikkeld was, om te trachten den gehaten llussischen invloed te vernietigen. A.ls het voornaamste middel daaitoe Ijl acht de Rijksdag eene nieuwe staatsregeling tot stand, en in 1791 weid eene constitutie aangenomen, waarbij de kroon erfelijk werd verklaard, terwijl de koning de wetgevende macht zou deelen met den rijksdag, die voortaan met meerderheid van stemmen zou beslissen. Een gedeelte van den Poolschen adel evenwel, dat geheel de Russische belangen was toegedaan, verklaarde zich tegen de wijziging, en onder voorwendsel dat zij deze partij wilde bijstaan, verklaarde Kathauina, die inmiddels vrede met Turkije gesloten en zich in het geheim met Pruisen verbonden had, den oorlog aan de Polen (1792). Hoewel deze, onder aanvoering van den \'heldhaftigen Kosciusko, verscheidene roemrijke gevechten tecren de overmacht leverden, waren zij na een paar maanden genoodzaakt den strijd op te geven. Het gevolg daarvan was, dat Rusland en Pruisen onder het gezochte voorwendsel, dat do omwentelingszucht der Polen de rust in hun eigen land bedreigde, eene overeenkomst sloten tot eene tweede verdeeling van Polen,

(1) Lirjurië waa de naam, dien het grondgebied van Genua in de vroegste tijden droeg. Over het algemeen riepen do Fransche Republikeinen, «ooals later meermalen blijken zal, in de staten, welke zij veroverden en waar zij den regeeringsvorm veranderden, de namen weer in hol leven, waaronder die landstreken in de oudheid bekend waren.

-ocr page 204-

191

en zich opnieuw een groot gedeelte van het grondgebied toeeigenden (April 1793). Oostenrijk, dat de hulp der beide mogendheden in zijnen oorlog tegen Frankrijk noodig had, gaf zijne toestem-minquot; tot die nieuwe schending van het volkenrecht.

Veel drukkender dan vroeger werd thans de inmenging van Rusland dat bij den vrede zelfs het recht verkregen had, Warschau met\' een leger van 10 000 man te bezetten. Nog eenmaal ontwaakte de nationale geest der Polen, en eene uitgebreide samenzwering werd gesmeed om zich aan den vreemden dwang te onttrekken. In Maart 1794 barstte de opstand uit, en greep het rreheele volk, nogmaals onder de leiding van Kosciusko, naar de wapenen. Doch Rusland, Pruisen en Oostenrijk verbonden zich om aan het ongelukkige volk den laatsten slag toe te brengen. Tegen die overmacht was Kosciusko niet bestand: na in verschillende gevechten met roem te hebben gestreden, werd hij m October 1794 geslagen en gevangengenomen. Warschau werd door Ln Rus ischen geleraal SuwAnow, een der bekwaamste veldhee-ren van zijnen tijd, veroverd, en in 1795 verdween het eens ./oo machtige Polen uit de rij der staten, en werd het tusschen ZslTnt Pruisen en Oostenrijk verdeeld. Sta^ Po^towskv deed afstand van den troon en begaf zich naar Petersburg, waar hij drie jaren later stiert.

s 6. Tocht van Bonaparte naar Egypte. Tweede Coalitie tegen Frankrijk. Omwenteling van den ISden Bru-maire. Invoering van het Consulaat.

De luisterrijke overwinningen van het Fransche leger m Italic vermeerderden de macht van het Directoire. Wel was het m den beginne bedreigd geworden door de woelingen zoowel van de Jacob nen als van de Koningsgezinden, die na den val van he Schrikbewind meer en meer invloed begonnen te verken mm het had in 1797 met geweld van wapenen zijn gezag gehandhaa en oefende nu, onder republikeinsche vormen, een despotisch ge-Zacr uit De rust in het binnenland was hersteld, en de staat dei geldmiddelen, die in schromelijke verwarring waren geraakt, vei-beterde eenigermate door de groote geldsommen, welke Bona™ door de overwonnenen liet betalen, en tegelijk met eene menigte

waarde als zegeteekenen naar Parijs zond.

L ken vrede van Campo.For.no was Engeland de eemge mo-

-ocr page 205-

192

gendheid, die den oorlog voortzette, en het Directoire nam nu den schijn aan, alsof het door eene landing de vijandelijkheden in dat land wilde overbrengen. In het geheim echter werd op aanraden van Bonavahte een geheel ander plan gevormd, name-lijk Egypte te veroveren, daardoor de heerschappij van Frankrijk over de Middellandsche Zee te grondvesten, en door de Roode Zee naar de Engelsche bezittingen in Azië door te dringen. Het Directoire keurde dat plan goed, te meer omdat het daardoor eene gewenschte gelegenheid verkreeg den eerzuchtigen veldheer te verwijderen, die zoowel deu oorlog in Italië als de daarop gevolgde vredesonderhandelingen geheel naar zijn eigen wil had gevoerd en ten einde gebracht, en wiens invloed op het leger en op het volk steeds toenam.

In Mei 1798 stak Bonai-ahte met eene vloot en een leger van 36 000 man# te Toulon in zee, bereikte na eenige dagen het eiland Malta, dat door de üauwhartige Ridders (bl. 176) aan Frankrijk werd overgegeven, en landde den Isten Juli in Egypte, dat hij binnen weinige maanden veroverde. Niettegenstaande zijne vlooi; door den Engelschen admiraal Nulson bij Abonkir volkomen geslagen en vernield werd, en hij dus geheel van Frankrijk was afgesneden,, rukte hij in het begin van het volgende jaar (1799) naar Syrië om ook dat gewest te onderwerpen; doch de hardnekkige verdediging van de hoofdstad St.-Jean d\'Acre, aan de zeezijde dooreen Engelsch smaldeel ondersteund, en de pest, welke vreeselijke verwoesting in zijn leger aanrichtte, dwongen hem naar Egypte terug te keeren. Hier kreeg hij kort daarna tijdingen uit Europa, die hem deden besluiten, zich naar Frankrijk in te schepen. Hij gaf plotseling het bevel over zijn leger aan den generaal Klebeu over, stak in zee, en stapte, na de Engelsche oorlogschepen, die in de Middellandsche Zee kruisten, gelukkig ontkomen te zijn, den 9den October 1799 in de nabijheid van Toulon aan wal.

De oorlog in Egypte werd nog twee jaren onder zeer ongunstige omstandigheden voortgezet, en nam eindelijk voor de Fran schen eene zoo nadeelige wending, dat zij in de laatste helft van 1801 genoodzaakt waren Egypte te verlaten, en het overblijfsel hunner troepen naar Frankrijk te doen terugkeeren.

In Europa hadden intusschen gewichtige gebeurtenissen plaats gegrepen. Het bleek steeds meer, dat het Pransche bewind er naar streefde, zijnen invloed ook buiten zijne grenzen uit te breiden, en eigendunkelijk in de binnenlandsche aangelegenheden van andere staten in te grijpen. Zoo rukte in 1799, onder een nietig voorwendsel, een Pransch leger den Kerkelijken Staat bin-

-ocr page 206-

193

nen, dwong paus Pius VI afstand te doen van zijn wereldlijk o-ezao- en verklaarde hei, land tot eene Homemsche Republiek. In het quot;volgende jaar mengde Frankrijk zich eveneens in de bmnen-landsohe oneenigheden, welke in Zwitserland waren uitgebroken, en dwong de Zwitsers hun land, dat tot dien tijd toe een bondgenootschap van verschillende kantons was geweest, tot eene democratisch ingerichte Helvelische Republiek te verklaren (1^)8). Op o-elijke wijze moedigde het Directoire de leren aan, die m datzelfde jaar tegen het steeds door hen gehate Engelsche bewind in opstand kwamen, en de lersche Republiek uitriepen, welke

opstand evenwel spoedig gedempt werd. .

Door dat alles werd eene tweede coalitie tegen bravknjk m

het leven geroepen. TT

Rusland, waar Paul I in 179G zijne moeder Kati.aiuka II was

opcevolcd, verbond zich met Turkije, om de Franschen vut de Middellandsche Zee te verdrijven. Oostenrijk was begeeng, de vorige verliezen te herstellen. Koning Peminand IV van Napels voegde zich insgelijks bij de verbondenen, omdat de stichting der Romeinsche Republiek hem bevreesd maakte, dat de Franschen ook de ontevredenen in zijn rijk zouden ondersteunen, terwijl ook zijne ge-

mnlin Maria Carolina, eene zuster van Mauia Antoixf.tïi. (1..1. 18..) den Franschen een onverzoenlijken haat toedroeg PoW«£/«?, waai .Engeland steeds veel invloed had, sloot zichook b;, de coahüe mm.

Pruisen, waar koning Frudf.rik WiLtBM II m •

ven en door zijn zoon Fuf.dk.uk Willem ITI opgevolgd, bleef onzijdig, deels uit naijver jegens Oostenrijk, deels om /.ijne uitgeput lt;

schatkist te herstellen.

Om aan al die vijanden het hoofd te kunnen bieden voelde

het Pransche bewind eene nieuwe wijze van voltallig maken van het leger in, door namelijk te bepalen, dat ieder In-anschraan van 20 tot 25 jaren tot den krijgsdienst verplicht was, doch dat alleen zooveel manschappen als tot aanvulling van het leger noodig waren onder de wapenen behoefden te komen en daartoe door loting zouden worden aangewezen. Dit stelsel, de militaire conscriptie genoemd, werd later in de meeste Europeesche staten nagevolgd. quot; De oorlog begon in November 1798 met een onberaden inval van den Koning van Napels in de Eomeinsche Republiek, die geheel mislukte, en hem zijn koninkrijk kostte, dat binnen twee maanden door de Franschen werd veroverd en in eene republiek, ondei den naam van de Parthenopeïsche Republiek, veranderd. Kort daarna werd ook Kauk.l Emanuel IV van Sardinië onder voorwendsel dat hij met Napels in verbinding stond, door de Franschen geil.

-ocr page 207-

194

dwongen naar het eiland Sardinië te wijken en afstand te doen van de regeenng over Piemont, waar door het Directoire een voorloo-pig bewind werd ingesteld (Dec. 1798). Italië, met uitzondering van Venehe, stond nu geheel onder den invloed van Frankrijk In het volgende jaar (1799) echter keerde de kans. De aartshertog Kakel (hl. 189) voerde den oorlog met goed gevolg aan onnn?quot;\' llet 0oftenrijksche leger in Italië (1), versterkt door ^ÜOOO Russen onder den bekwamen Suwahow, veroverde in weinige maanden nagenoeg geheel Noord-Italië. Te gelijker tijd grenen de Napohtanen, verbitterd door de geldafpersingen der Franschen naar de wapenen en ondersteunden Pekdinand IV in de hero verin o-van zijn rijk en in het verdrijven der Franschen uit J{ome. FAn-dehjk bemachtigde de Russisch-Turksche vloot de Ionische eilanden zoodat tegen het einde van 1799, de Franschen overal in hef\' nadeel waren, behalve in de Bataafsche Republiek, waar zij met medewerking der Nederlandsche troepen een Engelsch-Russisch leger, dat m Augustus 1799 in Noord-Holland was geland, teiug geslagen en tot den aftocht genoodzaakt hadden

Door al de onheilen, die de Pransche wapenen troffen, en de zware oor ogslasten, die het volk werden opgelegd, werd eene hevige verbittering tegen het Directoire opgewekt; de ontevredenheid in Frankrijk nam hand over hand toe; de vijanden der regeering, door geweld m toom gehouden, begonnen opnieuw hunne stem te verheffen; de Jacobijnen vleiden zich weder met de hooi dat zij hot bewind ten val zouden kunnen brengen en de vroegere zuiver repubhkeinsche regeering herstellen: op verscheidene plaatsen braken zelfs onlusten uit. Wel voorziende dat het bewind

staLleaf T T0eg Z0Vijnc 0111 Zich tegen ;l1 die aanvallen staande te houden, vormde Sieyes, een der vijf leden van het

Dnectoire, het plan de bestaande staatsregeling omver te werpen en eene meuwe in te voeren, die de verschillende partijen zou bevredigen, Terwijl hij met zijne staatkundige vrienden het noodige voorbereidde om dit ontwerp ten uitvoer te brengen keerde Bonapaute onverwachts uit Egypte teruo- (bl 192ï \' \' Ook deze had zijne plannen. Beziel/met eene olgreL eerzucht, _ begreep hij, dat nu de tijd gekomen was om zich van de regeering meester te maken : het volk had hem, den voor onoverwinnelijk gehouden veldheer, met uitbundige geestdrift verwelkomd;

(1) Hot opperbevel over dit leger was voor liet openen van den veldtocht aan puns Jrederik van Oranje, den zoon van Willem V, opgedra-en die echter in Januari 4799 to Padua stierf. opgeara0en.

L

-ocr page 208-

1%

de gi-oote menigte was den voortdurenden revolutionairen toestand moede, en verlangde een vast en krachtig bewind, en op de gehechtheid van het leger kon hij met het volste vertrouwen rekenen. Eenigen tijd nadat hij in Parijs teruggekeerd was, verbond hij zich met Sieves, die wel is waar vreesde, dat de eerzucht van Bonaparte gevaarlijk zou worden voor de constitutioneele vrijheid, maar toch begreep, dat er een krachtig en doortastend krijgsman noodig was om het bestaande bewind ten val te brengen.

Den 9den November 1799 (18 Brumaire van het jaar VIII) werd de staatsaanslag (coup d\'état) ten uitvoer gebracht en met een gunstig gevolg bekroond. Hot Directoire werd ontbonden, den volgenden dag de Raad der Vijfhonderd (bl. 188), die zich wilde verzetten, door een bataljon grenadiers uiteengejaagd, en nog dienzelfden avond het uitvoerend gezag voorloopig opgedragen aan drie Consuls Bonapaute, Sieves en Eogee-Ducos, die in ver-eeniging met eene commissie uit den Raad der Ouden en uit dien der Vijfhonderd eene nieuwe constitutie zouden ontwerpen. Het volk bleef rustig, gedeeltelijk in ontzag gehouden door de troepen, die idle voor Bonapaute gestemd waren, gedeeltelijk niet ontevreden, dat aan de krachtelooze regeering van het Directoire een einde was gemaakt.

Nog voor het einde van het jaar 1799 werd de nieuwe constitutie afgekondigd, waarin evenwel weinig van de republikeinsche vrijzinnige denkbeelden van Sieves was opgenomen. Frankrijk bleef nog slechts in naam eene republiek: het bewind werd opgedragen aan drie Consuls voor den tijd van tien jaren; de Eerste Consul, waartoe Bonapaute benoemd werd, had eigenlijk alleen het gezag in handen. De wetgevende macht bestond uit twee Kamers, waarvan de leden benoemd werden door den Senaat uit eene lijst van notabelen, welke door het volk, doch onder zeer beperkte bepalingen werden gekozen.

Alzoo kreeg Frankrijk na eene worsteling van tien jaren eene staatsregeling, waarbij de invloed des volks nagenoeg geheel vernietigd was, en het hoogste gezag wel niet in naam maar toch inderdaad, was nedergelegd in de handen van één man.

§ 7. Slarj bij Marengo. Vrede te Lunevüle. Vrede te Amiens. Napoleon I, Keixer der Franschen.

Daar Engeland en Oostenrijk, die de behaalde voordeelen hoopten te zullen vervolgen, de vredesvoorstellen van den Eersten Consul niet aannamen, werd de oorlog in 1800 hervat. Bonaparte

-ocr page 209-

196

verzamelde zijn hoofdleger in Zwitserland, voerde liet door een beroemden tocht over den St.-Bernard naïiv de vlakten van Piëmont, rukte voorwaarts naar Milaan, herstelde dc Gisnlpijnsche Rcjiuhliek, -waar hij een voorloopig bewind instelde, en overwon daarop (14 Juni 1800) de Oostenrijkers in een beslissenden slag bij Maren-go (1). Toen het Pransche leger daarna zijne overwinningen verder voortzette, en de Oostenrijkers ook aan den Rijn in liet nadeel waren, werden er onderhandelingen geopend, die in Februari 1801 een vrede te Luneville met Oostenrijk en Duitschland ten gevolge hadden.

Volgens de voornaamste bepalingen van dat vredesverdrag behield Oostenrijk het Venetiaansche gebied : de C.isalpijnschc Republiek bleef bestaan; de \'Zuidelijke Nederlanden bleven aan Fran/;rijk, dat ook den geheelen linker fiyn-oever verkreeg, en daardoor aan die zijde tot zijne zoogenaamde natuurlijke grenzen (bl. 122) werd uitgebreid. Toscane werd aan Frankrijk afgestaan en als een koninkrijk, Etruric, gegeven aan den Erfprins van Panna, die gehuwd was met de dochter van Karei, IV van Spanje, een bondgenoot van Frankrijk. Om den Groothertog van Toscane en de erfelijke vorsten vau den linker Rijn-oewev schadeloos te stellen, zouden de voornaamste geestelijke staten van Duitschland geseculariseerd worden.

Duitschland, welks belangen schandelijk werden verwaarloosd, verloor bij dien vrede een grondgebied van meer dan 1000- vierkante mijlen, en onderging in zijn inwendigen toestand eene groote verandering. Bijna alle geestelijke staten werden tot wereldlijk gebied gemaakt, en onder de verschillende rijksvorsten verdeeld. De (iTOothertog van Toscane kreeg hot vroegere aartsbisdom Saltz-burn en den titel van Keurvorst, die ook aan de vorsten van Wurtemberg, Baden en Hessen-Kassei gegeven werd.

Kort daarna kwam ook de vrede met Napeh tot stand. De Romeinsche Republiek werd niet hersteld; paus Pius VII, die Fins VI (bl. 193) in 1800 was opgevolgd, bleef in het bezit van den Kerkelijken Staat.

Nog vóór het einde van het jaar 1801 sloot Frankrijk ook vrede met Portugal en met Rusland. In laatstgenoemd rijk was czar Pan, I door eenige saamgezworen edelen vermoord, en had zijn zoon Alexandku I den troon beklommen (Maart 1801).

In 1802 eindelijk kwam ook de vrede met Engeland te Amien*, en met Turkije te Parijs tot stand.

(1) Het dorp Marengo ligt ten oosten van Alessandria in Piëmont.

-ocr page 210-

197

Het binnenlandsohe bestuur werd inmiddels door Bosapautk op oen hechten grondslag gevestigd; doch uit alles bleek, dat •zijn streven was, zich de onbeperkte heerschappij te versohaffen. Hij voerde evenwel het bewind met groote gematigdheid, begunstigde geene der partijen, doch trachtte allen aan zich te verbinden, en bevorderde door verstandige en krachtige maatregelen het herleven van handel, landbouw en nijverheid. Eene overeenkomst {concordaat), met Pius VII gesloten (1801), regelde de aangelegenheden der Kerk; do Zondag en de oude namen der dagen werden hersteld, hoewel overigens de nieuwe tijdrekening (bl. 185) nog tot den Isten Januari 1806 behouden bleef. Een nieuw wetboek (Code Napoléon) werd ontworpen, dat in 1804 voltooid was, en tot belooning van militaire en burgerlijke verdiensten werd eene ridderorde ingesteld, onder den naam van het Legioen van eer (1802).

In datzelfde jaar werd aan Bonapaute, als een bewijs van de erkentelijkheid der natie, de waardigheid van Consul levenslang opgedragen. Hij verkreeg ook het recht zijn opvolger te benoemen, zoodat hij slechts nog éene schrede had te doen om tot het bezit te geraken van het erfelijk gezag over de Republiek, van welke inderdaad niets meer dan de naam was overgebleven.

De goede verstandhouding met Engeland was niet van langen duur. quot;Het Engelsche volk was ontevreden over de nadeelige voorwaarden, waarop de vrede te Amiens gesloten was, en beschuldigde het bewind, dat het de belangen van het rijk daarbij verwaarloosd had. De steeds toenemende invloed van Frankrijk op de omliggende staten vermeerderde de spanning, en ruim een iaar na den quot;vrede van Amiens brak de oorlog opnieuw uit (Mei 1803). De Engelsche vloten blokkeerden de Fransche havens en kusten terwijl quot;een Fransch leger naar Hannover trok, waarvan George III keurvorst was, en dat land bezette, zonder dat de Duitsche vorsten iets deden om dien weden-echtelijken aanval op het rijksgebied te beletten. Te gelijker tijd verzamelde de Eerste Consul langs de kusten van het Kanaal een leger, dat bestemd was een inval in Engeland te doen, en waartoe alle onder Fran-schen invloed staande staten manschappen of hulpgelden moesten

^Korten tijd na het hervatten der vijandeliikheden werd door eenio-e koningsgezinden eene samenzwering gesmeed om het huis van^BouBnoN op den Franschen troon te herstellen. De toeleg werd ontdekt en de deelnemers gevangengenomen. Te gelijker tijd

-ocr page 211-

198

werd aan Bonai-akte kennis gegeven, dat een Prins van het Huis van Boürbon, de Hertog van Engiiien, die zich in pen klein stadje in Duilschland nabij de Pransche grenzen ophield, het eigenlijke hoofd der samenzwering was. Zonder zich eenigszins om het recht der volken te hekommeren, zond Bonaparte in den nacht een troep ruiters over den Bijn, die den Prins gevangen-namen en hem naar het kasteel van Vincennes voerden, waar hij in denzelfden nacht van zijne aankomst, op last van den Eersten Consul, zonder dat zelfs het geringste tegen hem bewezen was, door een krijgsraad gevonnisd en onmiddellijk doodgeschoten werd. Deze staatkundige moord, die opzettelijk door Bonaparte schijnt volvoerd te zijn, om zijne vijanden door schrik van alle verdere aanslagen tegen zijn persoon te doen afzien, maakte den haat der koningsgezinden onverzoenlijk.

De bovengemelde samenzwering gaf den Senaat korten tijd daarna aanleiding tot het doen van een voorstel en later tot het afkondigen van een besluit, waarbij de Eerste Consul onder den naam van Napoleon I tot erfelijk keizer der Franse hen werd verheven (18 Mei 1804). Verder werd bepaald, dat wanneer hij geene mannelijke nakomelingen naliet, de kroon op zijne broeders Jozef en Lodewt.tk, volgens het recht van eerstgeboorte, zou overgaan (1), en dat zijne broeders en zusters den titel van Prinsen en Prinsessen zouden dragen.

Alle vorsten van Europa, met uitzondering van Engeland, Rusland, Zweden en Turkije, erkenden Napoleon als keizer, en den 2den December van hetzelfde jaar (1804) dwong hij Paus Pies VII naar Parijs te komen, om hem bij zijne kroning, die met schitterenden luister plaats had, te zalven.

Vijf dagen later werd ook Frans II, die met het oog op het toenemend verval van het Duitsehe Rijk, den titel van keizer van Oostenrijk had aangenomen, als zoodanig in zijne hoofdstad Weenen gekroond.

§ 8. Derde Coalitie tegen Frankrijk. Slag bij Amterlits.

Vrede van Presburg. Zeeslag bij Trafalgar.

Niet lang na de kroning van Napoleon gelukte het Engeland, voor de derde maal eene coalitie tegen hem tot stand te brengen. Niet alleen was het voor de vorsten van Europa onmoge-

(1) Zijne andere broeders, Lucien en Jerómk (bi. 180; werden van do opvolging uitgesloten, omdat zij een huwelijk togen den zin van Napoleon\' hadden aangegaan.

-ocr page 212-

199

lijk, zich op den duur te voegen naar de buitenlandsche staatkunde van Frankrijk, die uit eene reeks van inbreuken op het recht der volken bestond, maar de macht van den Pranschen Keizer was tot zulk eene hoogte geklommen, dat daaruit een steeds dreigend gevaar voor Europa ontstond. Bovendien bleek het ten duidelijkste, dat zijne onverzadelijke heerschzucht steeds op vermeerdering van zijn gezag bedacht was. Tn Maart 1805 namelijk liet hij zich door afgevaardigden der Cisalpijnsche, ot\', zooals zij sedert 1802 genoemd werd, der Italia an sche republiek den titel van Koning van Italië aanbieden, en begaf zich kort daarop naar Milaan, waar hij zich in de hoofdkerk de ijzeren kroon, waarmede in vroegere eeuwen de keizers van Duilschland tof, Koningen van Lombardije gekroond werden, op het hoofd plaatste (Mei 1805). Eenigen tijd later werden de Ligurische Republiek (het vroegere Genua) (bl. 190), Parma, Piacema en Guastalla by Frankrijk ingelijfd. Auoxandeh I van Rusland sloot nu na lang aarzelen een verdrag met George III van Engeland. Gustaaf IV Adolf van Zweden, een hoogst onbekwaam vorst, die evenals zijn vader (bl. 180) een hartstochtelijken haat tegen de Fransch ) omwenteling en tegen Keizer Napoleon koesterde, doch door zijne besluiteloosheid en grilligheid niet in staat was eenig degelijk ontwerp te vormen en uit te voeren, trad evenals de Keizer van Oostenrijk tot het verbond toe. Fbbderik Willem III van Pruisen echter, die eene weifelende en besluitelooze staatkunde volgde, welke hem later allernoodlottigst werd, hoopte den vrede te kunnen bewaren, en verklaarde onzijdig te willen blijven.

Nairwelijks was Napoleon van het sluiten dier coalitie en van de krijgstoerustingen van Rusland verwittigd, of hij besloot zonder dralen tot de meest doortastende maatregelen. De troepen, die hij ten bedrage van 160 000 man aan de kusten van het Kanaal, vooral in het kamp bij Boulogne, tot een inval in Engeland had bijeengebracht, ontvingen plotseling bevel met versnelde marschen naar den Rijn te rukken (Aug. 1805). Raden, Wurtem-herg en Beieren kozen zijne zijde, vereenigden hunne krijgsmacht met het Fransche leger, en nu trok Napoleon met groote snelheid tegen het Oostenrijksche leger op, dat Beieren was binnengerukt en bij Ulm had post gevat, om een Russisch leger, hetwelk in aantocht wffe, af te wachten. De maatregelen van den Keizer waren met zulk een uitstekend veldheerstalent genomen, dat de vijand, na in onderscheidene gevechten geslagen te zijn, met de hoofdmacht van zijn leger binnen Ulm gedrongen, geheel omsingeld,

-ocr page 213-

200

en daardoor genoodzaakt werd /.icli met 25000 man krijgsgevangen te geven (20 October 1805).

Het overschot van liet Oostenrijksche leger vereenigde zich met de Bussen, doch werd door de zegevierende Franschen steeds teruggedrongen. Ween en gaf zich aan Napoleon over, die daarop de verbondenen bij Auslerlitz (1) aangreep, en in weerwil hunner overmacht, eene schitterende overwinning behaalde (2 Dec. 1805).

De Keizer van Oostenrijk verzocht nu een wapenstilstand, waarin Naimiluon toestemde, op voorwaarde dat de Russen naar hun vaderland zonden terugkeeren. Daarop werden onderhandelingen geopend, en nog voor het einde van 1805 werd te Pretbury een voor Oostenrijk zeer nadeelige vrede gesloten. Het moest Venetië aan het koninkrijk Italië, Tyrol aan Beieren en eenig grondgebied in het westen van het rijk aan Baden en Wurlemherg afstaan. Bovendien ontvingen de Keurvorsten van Beieren en Wurtembery den koningstitel.

De Koning van Pruisen, die nooit te rechter tijd tot krachtige maatregelen kon overgaan, had zich voor den slag bij Austerlit: aan de coalitie aangesloten, maar waagde het nu niet meer zich tegen Frankrijk te verzetten. Hij gaf toe aan den dreigenden eisch van Napoleon, die hem de keus liet tusschen een verbond of den oorlog, en stond het hertogdom Kleef aan Frankrijk af, waarvoor hij als schadeloosstelling het keurvorstendom Hannover (bl. 197) ontving, hetgeen hem natuurlijk terstond in vijandschap wikkelde met Engeland.

Laatstgenoemd rijk had in dezen oorlog niet alleen de verbondenen met geld ondersteund, maar ook een beslissend voordeel ter zee op de Pransche vloot behaald. Deze was namelijk, onder het bevel van den admiraal Du Vili,uneuve, in October 1805 in vereen i-ging met de Spaansche vloot uit Gadix in zee gestoken, om zich naar Toulon te begeven, toen zij op de hoogte van kaap Trafalgar aangevallen werd door Nelson, die bijna de geheele vijandelijke scheepsmacht vernielde of veroverde, doch zelf te midden der overwinning sneuvelde. Daardoor werd de heerschappij der Engel-schen ter zee bevestigd en de hoop van Napoleon om zich ook op den Oceaan te doen gelden, verijdeld.

(1) Auslerlitz ligt in Moravië ton Z. ü. van Brünn.

-ocr page 214-

201

4-. 9. Napels, het Groothertoydoiii Ben/ en Holland ouder vorsten van de Nnpoleontische dj/nastie. Het Jlijnvet -hond. Ondergany van hel Duitsche Kekerrijk. Oorlog van Frankrijk tenen Pruisen en Rusland. Vrede van Tilsit. Jerome Bonaparte, konimj van West-falen. Het continentaal-s/elsel.

De overwinning bij Amlerlilz had de macht van Napoleon aanzienlijk vermeerderd en stelde hem in staat zijne heersohzuchtige plannen nog verder uit te breiden. Niet voldaan met^ het^ vestigen van liet onbetwistbare overwicht van Frankrijk in Europa. wilde hij dat rijk omringen door staten, welker vorsten door bloedverwantschap of aanhuwelijking aan hem verbonden en geheel van hem afhankelijk zouden zijn. Het eerste rijk, waarop hij dit stelsel toepaste was .\\apels, waar, kort nadat Napoleon den veldtocht teo-en Oostenrijk geopend had, een ilussisch-Engelsoh leger was geland in weerwil dat koning Feudinani. IV zich verbonden had, zijne havens voor de Engelschen te sluiten. Eén dag na het sluiten van den vrede van Presburg teekende Napoleon een besluit, waarin hij verkondigde, dat het Huis van Bouriion in Napels opgehouden had te regeeren. Zijn broeder Jozhf rukte in de eerste dagen van 1806 met een leger derwaarts, trok, zonder noemens-waardigen tegenstand te ontmoeten, de hoofdstad binnen, en werd door Napoleon tot koning der Beide Siciliën benoemd. De Engelschen en Bussen hadden zich bij zijne nadering weder ingescheept, en koning Ferdinand IV was met zijn gezin naar het eiland «SVci/iV-overgestoken, dat hij, ondersteund door de Engelschen, bezet hield.

Te gelijker tijd vereenigde Napoleon de hertogdommen Kleef en Berg, quot;die hem vroeger door Pruisen en Beieren waren afgestaan, tot een hertogdom Berg, dat hij aan zijn schoonbroeder Joachim Mukat (1) schonk, die eenigen tijd later den titel van groothertog aannam.

Ook de Bataafsche Bepuhliek hield op te bestaan. Reeds in het jaar 1805 was de veelhoofdige regeering in eene eenhoofdige veranderd. toen Schimelpenninok, volgens de uitdrukkelijke begeerte van Napoleon, als Raadpensionaris aan het hoofd van het

(D M i;uat, ile zoon vnn een herbergier, Imd «c.h door zijne dapperlieid tot do hoogste militaire waardigheden weten Ie verheffen lüj was in 1800 gehuwd mot Taiiounk, de jongste zuster van Napoleon (bl. ISo).

-ocr page 215-

202

bewind was geplaatst. Dit was slechts de overgang van een re-publikeinscli tot een monarchaal bestuur. In 1806 noodzaakte de Keizer de natie, hem zijn broeder Lodewi.ik tot koning te verzoeken, die dan ook in Juni van dat jaar de regeering aanvaardde over het Koninkrijk Holland, zooals de staat toen genoemd werd.

Al die verschillende vorsten, zoowel als die, welke later nog op dezelfde wijze benoemd werden, waren eigenlijk niet meer dan vazallen van den Keizer, die van ben vorderde, dat zij hem onvoorwaardelijk gehoorzaamheid zouden bewijzen, en de belangen van Frankrijk boven die van de volken, welken zij regeerden, zouden behartigen.

Van niet minder belang was hetgeen in Duilschland geschiedde. Verscheidene vorsten, waaronder de Koning van Beieren en die van Wurtemherq, de Keurvorst van Daden, de Hertog van Berq (Mubat) en de Landgraaf van Hessen-Darmstadt (1) de voornaamste waren, lieten zich, door de hoop op uitbreiding van grondgebied en macht, voor Napolhon winnen, sloten een onderling verdrag, waarbij zij zich van het Duitsche rijk afscheurden en een Rijn-verbond vormden, van hetwelk de Pransche Keizer onder den naam van Protector, het hoofd werd (Juli 1806). Deze verklaarde nu aan den Rijksdag te Regensburg, dat hij het Duitsche rijk niet meer erkende, waarop keizer Frans 11 de Duitsche keizerskroon nederlegde, en zich voortaan alleen Fuans I, keizer van Oostenrijk, noemde.

Door die nieuwe inrichting van Zuid-Duilschland, hetwelk daardoor genoegzaam geheel onder de heerschappij van Napoleon kwam, was Pruisen van allen invloed in Duilschland beroofd, en wilde dien nu terugwinnen door de nog onafhankelijk gebleven staten te vereenigen tot een Noord-Duilsch verhond. Napoleon die\' in Pruisen de eenige mogendheid zag, welke hem bij de ^eheele onderwerping van Duilschland nog in den weg kon staan, werkte dit plan in het geheim tegen, en behandelde overigens Pruisen met de meeste minachting. Zoo maakte hij bij voorbeeld niet de minste zwarigheid, aan Engeland, met hetwelk hij noo\' steeds over den vrede onderhandelde, de teruggave van Hannover voor te slaan, hetwelk hij in het begin van het jaar, in ruil voor het hertogdom Kleef, aan koning Prederik Willem III had afgestaan (bl. 200).

Door dat alles zag deze zich eindelijk genoodzaakt toe te geven aan den aandrang van zijn volle, dat algemeen den oorlog boven

(1) Ue drie laatsten namen den titel van Groothertog aan.

-ocr page 216-

203

de schande diev herhaalde vernederingen verkoos. Hij bracht dus zijn leger onder de wapenen, doch zijne besluiteloosheid en de hoop den vrede nog te (kunnen bewaren, waren zoo groot, dat toen hij den 8sten October 1806 aan Napoleon den oorlog verklaarde, deze reeds met een talrijk leger, waartoe ook de troepen van het Rijn-verbond behoorden, nabij zijne grenzen stond, en eigenlijk den vorigen dag de vijandeliikheden reeds begonnen had. Zes dagen later werd bij Jma en Auersladt een beslissende veldslag geleverd, waarin de Pruisen eene volkomen nederlaag leden, en den 27sten October deed de Fransche Keizer zijn intocht in Berlijn, nadat bijna alle Pruisische vestingen aan deze zijde van den Oder zich op de schandelijkste wijze hadden overgegeven. De

Keurvorst van Saksen, die zich bij het begin van den oorlog, hoewel aarzelende, aan de zijde van Pruisen geschaard had. werd door Napoleon met veel voorkomendheid behandeld, sloot kort daarop vrede, verkreeg den titel van Koning van Saksen, trad tot het Rijn-verbond toe, en voegde zijn leger bij het Fransche. Te gelijker tijd kwam Pruisisch-Polen in opstand, en vatte onder Jozef Poniatowski de wapenen op voor de Franschen, die als

bevrijders ontvangen werden.

Reeds eenigen tijd te voren had keizer Alexander zich bereid verklaard Pruisen te ondersteunen, en een leger op de been gebracht, dat zich thans met het overschot van het Pruisische ver-eenigde, terwijl Engeland ook vrede sloot met Fheleuik Willem III, waarbij deze van Hannover afzag.

Eene reeks van gevechten volgde nu in de eerste maanden van het jaar 1807, waarin de Franschen steeds in het voordeel bleven, \' totdat eindelijk eene luisterrijke overwinning van Napoleon bij Friedland (14 \' Juni 1807) den oorlog besliste. Het Russische leger trok over de grensrivier, de Niemen, naar het Russische grondgebied, en de geheele Pruisische monarchie was, op enkele vestingen na., in de macht van den 1 ranschen Keizei.

Eenige weken later kwam te Tilsit de vrede tusschen de oorlogvoerende partijen tot stand. Pruisen verloor daarbij al zijn grondgebied tusschen den Rijn en de Elbe, en al de Poolscho landen, die het bij de eerste en tweede deeling van Polen (bl. 108 en 191) verkregen had. He laatste werden als een Hertogdom Warschau aan den koning van Saksen gegeven; de Pruisische landstreken tusschen Rijn en Elbe werden vereenigd met Hessen-Kassei en Brunswijk, welke eigendunkelijk door Napoleon in bezit genomen werden, en daaruit werd het koninkrijk West falen gevormd, waarbij ook een gedeelte van Hannover gevoegd werd, en

-ocr page 217-

204

waarover Napoleon zijnen jongsten broeder Jeróme als koning aanstelde. Oost-Friesland werd bij het koninkrijk Holland gevoegd (1).

Verder moest Pruisen alle oorlogskosten betalen, en mocht in de eerstvolgende tien jaren niet meer dan 42000 man onder de wapenen houden.

Gedurende zijn verblijf te Berlijn had Napoleon een maatregel genomen, waardoor hij den handel van Engeland meende te gronde te zullen richten. Hij vaardigde namelijk den 21sten Nov. 1806 een besluit uit, waarbij alle handel, gemeenschap en briefwisseling met dat rijk verboden werd, en beval zelfs eenigen tijd later, dat alle Engelsche waren, die gevonden mochten worden in de aan Frankrijk onderworpen of daarmede verbonden landen, verbrand moesten worden. De ondervinding leerde evenwel, dat Engeland, hoezeer het eenige schade leed, door zijn uitgebreiden handel op de andere werelddeelen, zich nieuwe hulpbronnen schiep, terwijl het, in het bezit van de heerschappij ter zee, den handel der overige rijken kon vernietigen. Alle staten van Europa, met uitzondering van Portugal en Turkije, voerden op aandrang van Napoleon dit zoogenaamde continentale stelsel in, waardoor de prijzen dei-koloniale waren tot eene ontzettende hoogte stegen, en het verval van handel en welvaart een algemeenen haat tegen de dwingelandij van Frankrijk deed ontstaan.

§ 10. Koppenhafjen door de Ëngelschen gebombardeerd. Oorlog tusschen Rusland en Zweden. Guslaaf IV Adolf van den troon gestootcn.

De vrede van Tilsit, en in het bijzonder eenige geheime artikelen welke tusschen Napoleon en Alexandeb\' waren vastgesteld, en die aanvankelijk tegen Engeland waren gericht, legden den grond tot eene vijandige stemming tusschen Rusland en laatstgenoemd rijk, die door onderlinge geschillen van minder belang meer en meer aanwakkerde, en eindelijk tot eene vredebreuk tusschen de beide staten voerde (Nov. 1807) ten gevolge van eene daad van ruw geweld, welke de Ëngelschen zich tegenover Denemarken veroorloofden.

Dat rijk had te midden der Europeesche verwikkelingen zijne onzijdigheid weten te handhaven, en daartoe voortdurend zoowel zijn leger als zijne vloot in goeden staat onderhouden.

Cl) liet vroegere hertogdom Cost-Friesland was in 177^, toon het geslacht dor regeereudo vorston was uitgestorven, door Frederik den Groote in bezit genomen, op grond dat do Duitsche Keizer Leopold eene halve eeuw vroeger hot recht van opvolging afin Brandenburg had toegekend.

-ocr page 218-

205

Tevergeefs had Napoléon gevorderd, dat Denemarken zijne havens voor de Engelsche schepen zon sluiten, en toen dat volstandig \'geweigerd werd, was hij, ten minste zooals de Engelsehen beweren, bij de onderhandelingen in Tilsit met keizer At.f.xandf.i; in het geheim overeengekomen, dat Uotstein door Pransehe troepen zou worden bezet, en de Deensche vloot, die uit 18 linieschepen, 15 fregatten en vele kleinere vaartuigen bestond, in bezit zou worden genomen om tegen Engeland te worden gebruikt. , • i ,

Dat plan, hetzij waar ot\' vermeend, besloten de hnyelschen te

voorkomen. In Augustus 1807 zonden zij eene vloot niet een lecrer naar den Sond, en eischten, dat Denemarken zijne vloot m eene Engelsche haven in veiligheid zou brengen. Met verontwaardiging wees de kroonprins, die voor zijnen vader Ohuis-TIAAN vil (1) het bewind voerde, dat voorstel at, waarop hoppenhagen drie dagen lang geweldig werd beschoten, en de Denen, in weerwil van hunnen dapperen wederstand, genoodzaakt werden voor de overmacht te bukken, en al hunne schepen te laten weervoeren (Sept. 1807). Ten hevigste verbitterd, sloot Denemarken nu onmiddellijk een verbond met Frankrijk. Eemge maanden later stierf Chuistiaan VII, waarop zijn zoon Fuki.ekik m den

troon beklom.

Rusland verklaarde nu aan Engeland den oorlog.

Gustaaf IV Adolf van Zweden had zich, getrouw aan zijnen haat tegen Frankrijk, gedurende den laatsten krijg aan de zijde van Pruisen geschaard, en zelfs troepen naar Pommeren gezonden die echter te zwak waren om iets tegen de Kranschen te ondernemen. In plaats dat hij nu het voornemen, hetwelk hij had opgevat, met verstandig overleg en met kracht trachtte ten uitvoer te leggen, liet hij zich geheel en al door zijne luimen en zonderlinge invallen beheerschen, en nam den eenen ondoor-dachten maatregel na den anderen. Zelfs toen de vrede van ÏV-sit reeds gesloten was, bleef hij zijne verkeerde inzichten volgen en beleedifde bovendien keizer Albxandkh herhaaldelijk, zon-

m Na Fkf.uebik IV (bl. \'144), dio in 1730 atierf, werd del^ensoho troon achtereenvolgens bekleed door Christiaan VI (1730--I74C.), l-UKüh-r.k V (1740—1706) on cim.stiaan VII. Do laatste was wegens zwakhe.d van o-eest ten eenemale ongeschikt voor de regeering, zoodat zijn zoon l\'w-DK1ÜK in 1784, als mederegent de teugels van het bewind in bandon genomen had.

-ocr page 219-

206

der nochtans eenige voorzorg te nemen om de gevaren af te wenden, waaraan hij zoodoende /weden aan alle kanten blootstelde. De Keizer van Rusland, wien het eigenlijk niet onwelkom was, eens gelegenheid te vinden zijn rijk ten koste van Zweden, te vergrooten, zond daarop, in het begin van 1808, een Russisch leger naar [\'inland, dat in korten tijd veroverd en door Alexan-BKit bij zijn rijk ingelijfd werd.

Inmiddels kwamen de Zweden tot de overtuiging, dat de aan waanzin grenzende halsstarrigheid van den onbekwamen Koning hun vaderland ten ondergang zou voeren; het gevolg daarvan was, dat er eene samenzwering in de hoofdstad en in het leger gesmeed weid, en de Koning in naam des volks werd gevangengenomen, en genoodzaakt afstand te doen van de regeering (Maart 1809). De Rijksdag verklaarde hem en zijne nakomelingen vervallen van den troon, en koos zijn oom, hertog Kakel van Sü-devmauland, onder den naam van Karel XIII tot koning. Daar deze geene kinderen had, werd prins Chuistiaan van Uolslein tot troonopvolger benoemd (1).

Eenigen tijd daarna sloot Zweden, tegen afstand van Finland en de Alandsche eilanden, vrede met Rusland, en kort daarna ook met Frankrijk.

§ 11. Oorlo;/ in het Pyreneesche Schiereiland.

Nadat Napoleon door den voorspoedigen veldtocht tegen Pruisen en Rusland, en door den daarop volgenden vrede van Tilsit zijne macht aanzienlijk had vergroot, besloot hij ook zijne heerschappij zuidwaarts over hot Pyreneesche Schiereiland uit to breiden, en zich daartoe in de eerste plaats van Portugal meester te maken. Dat rijk, hetwelk in de eerste revolutie-oorlogen met Frankrijks vijanden was verbonden geweest, was sedert het jaar 1801 onzijdig gebleven; doch in het najaar van 1807 vorderde Napoleon van den Prins-regent, die voor zijne krankzinnige moeder, koningin Mama, het bewind voerde (bl. 175), dat bij zich met hem tegen Engeland zou verbinden, en zijne vloot ter beschikking van l\'rankrijk stellen. Na eenige onderhandelingen, waarbij de Portugeesche regeering gedeeltelijk aan de eischen van

d) Gustaaf 1\\ Aüolf verliet Zweden, nam den naam aan van kolonel Gustakson, en stierf in d837 in Zwitserland in behoeftige omstandigheden, vermits hij allen onderstand weigerde. Zijn zoon, die den titel van Prins Wasa voerde, overleed in 1877 als Luitenant Veldmaarschalk in üosten-njkschen dienst.

-ocr page 220-

207

Napoleon scheen te willen toegeven, zond deze, die do verovering van Portugal reeds besloten had, een leger derwaarts, waarop quot;de Prins-regent, die het niet waagde zich te verzetten, zich met zijn gezin en zijne schatten inscheepte, en naar Brazilië vlucht .e (Nov. 1807). Het Huis van Braganza werd daarop door Napoleon

van den troon vervallen verklaard. , ,

De onderneming tegen Portugal, waartoe liet l ransche legei over het Spaansche grondgebied had moeten trekken, was gemakkelijk gemaakt door den ellendigen toestand, waarin zich de reo-eering van Spanje bevond. De zwakke koning Kauel R had sedert het jaar 1792 het bestuur geheel en al m handen gegeven van den verachtelijke.! en baatzuchtigen minister don Emanuel De Godoy, die met den Franschen Keizer heulde, en zelfs (Oct. 1807) een geheim verdrag had aangegaan, waarbij tot de vei-deelino- van Portugal besloten werd. Het noordelijk gedeelte zou onder quot;den naam van het koninkrijk Lusilanië gegeven worden aan den Koning van Etrurië (het vroegere r0Scam.) (bl. lJO wiens koninkrijk nu reeds terstond bij Frankryk werd ingehjfd. De twee zuidelijke provinciën waren tot een vorstendom voor Gorov bestemd, terwijl Napoleon zich de beschikking over het overige voorbehield. Inmiddels begonnen de bedoelingen van Napoleon, die het ook op den val der Spaansche monarchie gemunt had meer en meer duidelijk te worden. Eene gevaarlijke gisting openbaarde zich onder het Spaansche volk, dat zijne onafhankelijkheid met verliezen wilde. Verscheidene aanzienlijken, verontwaardigd over het slechte bestuur van Gooov, wisten den kroonprins Feudi-KvnD over te halen, bij den Koning aan te dringen op het ont-Slag van den algemeen gehaten gunsteling. Daardoor ontstond eene hevige verdeeldheid tusschen den Prins en zijnen vader, die zijne toestemming tot de verwijdering van Godoy weigerde te geven Kort daarna eischte Napoleon, dat de Spaansche provinciën tusschen de Pyreneën en den Ebro aan Frankrijk zouden worden iifgestaan, waarvoor Spanje het koninkrijk Portugal zou verkrijgen (Febr 1808). De lafhartige Kabel IV onderwierp zich aan dien eisch, doch toen een Fransch leger onder Muu.vr de grenzen ove,•getrokken was en met langzame marschen tegen Madnd oprukte, kwam het volk in opstand en dwong den Koning afstand te doen van den troon ten behoeve van zijnen zoon, die nu als Febdi-,VND VII de regeering aanvaardde, en zijne, waardigheid weigerde neder te leggen toen zijn vader twee dagen later zijnen afstand herriep. Te gelijker tijd trok Mukat Madrid met zijne troepen binnen en weigerde Ferdinand als koning te erkennen. In plaats

-ocr page 221-

208

lat deze _ mi den moed had, gebruik te maken van de stemming, lie bij /1)11 volk heerschte, en hét besluit te nemen zich aan

h0Cf ^ eu met kracht van wapenen zijne kroon en

de onafhankelijkheid zijner onderdanen te verdedigen «-as hii onverstandig en kortzichtig genoeg, te trachten de gunst\' van Napoleon te verwerven, in de hoop dat deze zijne zijde zou kiezen in zijnen twist met zijnen vader. Toen echter Ka uk,, IV door ■ ov overreed, de tusschenkomst van den Franschen Keizer in-nep, zag deze daarin een middel om door list zijn doel te bereiken.

n00dlgdc ,le Spaansche vorsten uit, zich te Rayonne bij hem vervoegen, waar ergerlijke tooneelen tusschen vader en zoon voorvielen, I fiUDiNAND weigerde aanvankelijk het bewind neder te leggen, waarop de zwakke Kaukl IV, gedreven door vijandschap\' jegens zijnen zoon, een verdrag met Nai-olkon sloot, waarbij h j aan dezen al zijne rechten op Spanje de koloniën afstond vL -nand, als gevangene behandeld en buitendien te zwak van karakter

toe \'en ,lnarlfl te ^harden, gaf

toe en deed eveneens met zijne broeders afstand van hunne

i echten op den Spaanschen troon (Mei 1808) (1). Jozef Na.-oikov

weid nu tot koning van Spanje benoemd, en moest aan Mriu-r

foothertogdom Berg aan Napoleon afstond, de Icroon\' van Napels overgeven.

Het Spaansche volk evenwel, aan zijne oude zeden, gewoonten en godsdienst, zoowel ,üs .ij,, v„rste„tais K.hec,lt; ® aoquot;quot;!quot; Zich met aan de willekeurige schikkingen van den Franschen Keizer Aangevuurd door de geestelijkheid, die met recht voor haren invloed en voor hare rijke bezittingen vreesde, kwam het in opstand. I evergeefs trachtte koning Jozee zijn gezag met geweld van wapenen te handhaven: hij was binnen eenige maanden o-,,-noodzaakt te verlaten en naar het noorden van zijn rijk

te wijken (Aug. 1808). Te gelijker tijd stonden ook de PoHuqeeS, op, en \\ erdreven, ondersteund door 10 000 Engelschen die onder aanvoering van Aivmun Welleslev (2) in Portugal ^land marmi^de Franschen uit dat koninkrijk.

(1) Kahel IV vestigde zich eerst in Frankrijk, waar hij van een iaai^oM van .Napoleon leefde, en later te Rome. Hij stierf in 1810. Aan Ffrm

bewaakt\'werd! waar hij

(2) Am Wêj.lesi.ey, die later als lord VVicll.noton beroemd werd

ü S inlw all\' rquot;18\'61\'0^6 dadCn onderscheiden, van i f i . tiBnernal-majoor was teruggekeerd. Hij voerde hot bevel «.«■ liet Imlplegor ,n Po,.......

-ocr page 222-

209

Onder die omstandigheden achtte do Fransche Keizer het noodzakelijk zich in persoon tot onderdrukking van den gevaarlijken opstand naar Spanje te begeven. In November 1808 rukte hij met 200 000 man do grenzen over, versloeg in verschillende gevechten de ongeoefende en ongeregelde Spaansche benden, die, met hoeveel geestdrift ook bezield, met te weinig eenheid te werk gingen om tegen een veldheer als Napoleon bestand te zijn, en trok reeds in December zegevierend de hoofdstad des rijks binnen. De Engelschen, die tot ondersteuning waren aangerukt, werden genoodzaakt te wijken en zich in te schepen, en de^ stad Saragossa. die zich met een heldenmoed verdedigde, welke in de geschiedenis weinig voorbeelden telt, werd, na een beleg van twee maanden, in bet begin van 1809 stormenderhand veroverd. Jozef Napoleon werd nu op den troon hersteld, doch de oorlog was verre van geëindigd; eene menigte zwervende benden {guerillas) hielden, begunstigd door het bergachtige terrein, den strijd hardnekkig vol, en bleven, door Engeland ondersteund, de rechten van Febdtnand VII verdedigen.

g 21. Oorlog tusschen Frankrijk en Oostenrijk- li ede te Weenen. Onttroning van Paus Fins VIL Lanchng der Engelschen in Zeeland. Inlijving van Holland en Noordwestelijk Duitschland hij het Fransche Keizerrijk,

Napoleon was in Januari 1809 naar teruggekeerd,

omdat hij van de zijde van Oosfcnnjfe met een nieuwen oorlog bedreigd werd. Do vernederende toestand, waarin dat rijk dooiden oorlog van 1805 gebracht was (bl. 200), de hoop, dat ten gevolge van den strijd op het Pyreneesche schiereiland het oogenblik cmnstig zou zijn om met goed gevolg tegen de onbegrensde heerschzucht van den Franschen Keizer op te treden, de ontevredenheid, die zich allerwege bij het Duitsche volk begon te openbaren dat alles deed keizer Frans besluiten, ten vierden male de wapenen op te vatten. In het geheim in verbinding getreden met Engeland en met de Spanjaarden, bracht hij zijn leger tot eene aanzienlijke sterkte, en wist door de oprichting van eene landweer de geestdrift van zijn volk voor de nationale zaak op te wekken.

onderen generaal over; de behaalde voordcelen waren echter aan zijn beleid

to danken. 1 ,

-ocr page 223-

210

Den 15den April 1809 verklaarde hij Napoleon den oorlog, om, zooals hij te kennen gaf, Europa van het juk der Pransche0 over-heerscliing te bevrijden.

Doch ook nu was het krijgsgeluk hem niet gunstig. In weerwil van het uitstekend beleid, waarmede de aartshertog Karel het Oostennjksche leger aanvoerde, bleef Napoleon, die de troepen van het Rijn-verhond met zijn leger vereenigd had, overwinnaar in eene reeks van bloedige gevechten, waaronder dat bii Eckmühl (22 April 1809) het beslissendste was. De oproepincr aan de Duitsche natie gedaan om de wapenen op te vatten, bleef uit vrees voor Frankrijk onbeantwoord; alleen de Tyrolers, wier land in 1805 aan Beieren was afgestaan (bl. 200), grepen onder aanvoering van den wakkeren herbergier Andkeas Hofhu naar de wapenen, verklaarden zich weder onder de heerschappij van het keizershuis te stellen, en hielden met heldenmoed den strijd te-ren de Fmnschen en Beieren vol.

Den 13den Mei 1809 trok Napoleon, na de Oostenrijkers op alle punten tot wijken te hebben gebracht, de hoofdstad Ween en binnen. Acht dagen later greep hij den aartshertog Kakel aan die m de nabijheid van Grool-Aspern en Esslingen, eene stelling had genomen, doch werd met groot verlies geslagen. De toestand der Fransehen was nu gedurende eenige weken zeer hacheliik doch eene overwinning, die zij den 5den en 6den Juli bij Wanrmn behaalden, besliste den krijg. Ten gevolge daarvan kwam do vred.gt; te Weenen tot stand (Oct. 1809). Oostenrijk moest tot het conti-nentaal-stelsel toetreden, de verandering erkennen, die Napoleon m Spanje, Portugal en Italië gemaakt had, en een grondgebied van meer dan 2000 vierkante geographische mijlen, met S^milli-oen inwoners afstaan. Een aanzienlijk gedeelte daarvan werd aan Vciercn gegeven en dus bij het Rijn-verbond gevoegd, de Ulyrische provinciën werden bij Frankrijk ingelijfd. De Tyrolers werden aan hun lot overgelaten, en eerst in het einde van het jaar ondei-worpen, Anuheas Hoper werd gevangen genomen en in het be^\'n van 1810 doodgeschoten. 0

In denzelfden tyd, dat Napoleon den oorlog tegen Oostenrijk voerde, beroofde hij paus Pius VII eigendunkelyk van zijn nt leldhjk gezag. De groote macht, welke deze als hoofd der Kerk over de gemoederen der geloovige Katholieken uitoefende, mishaagde den Keizer, en spoedig had hij een voorwendsel tot twist gevonden in de weigering van Pms om een aanvallend en verdedigend verbond met Frankrijk te sluiten en tot het continen-

-ocr page 224-

211

taai-stelsel toe te treden. Daarenboven vorderde hij op geestelijk crebied eone menigte wijzigingen in de inrichting der Kerk m Frankrijk, waartoe de Paus noch door onderhandelingen, noch door bedreigingen te bewegen was. Evenmin week deze voor het ruwe geweld, waarmede Napoleon toen te werk ging. Rome werd in Februari 1808 door Fransche troepen bezet; een gedeelte van den Kerkelijken Staat bij het koninkrijk Italië gevoegd, en de Paus aan voortdurende beleedigingen blootgesteld. Toen de standvastigheid, waarmede hij dit alles lijdelijk verdroeg, door niets geschokt bleek te kunnen worden, verklaarde de Keizer het wereldlijk gezag van den Paus voor vernietigd, en lijfde zijn grondgebied bij Frankrijk in (Mei 1809). De Paus sprak nu den kerkelijken ban over Napoleon uit, waarop deze hem met geweld deed oplichten en gevankelijk naar Frankrijk voeren (Juni 1809), waar hij met de meeste strengheid behandeld werd.

Een jaar later werd ook het koninkrijk Holland bij het 1\'ran-sche rijk gevoegd. Koning Lodewuk, die zich door een weldadig enquot; verdraagzaam bestuur bij zijne nieuwe onderdanen had weten bemind te maken, zag al zeer spoedig in, dat het hem op den duur onmogelijk zou wezen do belangen van zijn rijk, welke hij met ernst wilde behartigen, in overeenstemming ^ te brengen met de eischen van den Keizer, die hem dwong zich in alles naar zijne eerzuchtige plannen te voegen. De Neder-landsche troepen moesten aan de onophoudelijke oorlogen van Frankrijk deelnemen; de drukkendste belastingen richtten het land ten «■ronde; het continentaal-stelsel vernietigde het laatste overblijfsel van den eens zoo uitgebreiden handel, en eindelijk werden deze gewesten ook het tooneel van den oorlog. Eene Engel-sche vloot, met een aanzienlijk aantal troepen aan boord, verscheen in Juli 1809 aan de Zeeuwsche kusten, en deed eene landing op Walcheren, met het doel om een gedeelte van Zeeland te bemachtigen, en daarna naar Antwerpen te stevenen, waar Napoleon uitgebreide scheepstimmerwerven eu tuighuizen had aangelegd, en voortdurend toebereidselen maakte tot de landing in Engeland, waartoe hij het plan niet had opgegeven.

De onderneming der Ene,eischen mislukte echter geheel: wol werd Vlissingen door een bombardement tot de overgave gedwongen en Zuid-Beveland, Schouwen en Duiveland bemachtigd, doch de \'goede verdedigingsmaatregelen der Fransche bevelhebbers, en de Zeeuwsche koortsen, die de landingstroepen teisterden, waren oorzaak, dat de Engelschen van verder doordringen moesten

-ocr page 225-

212

afzien, en zich voor het einde van 1809 weder inschepen».

Intusschen bleek het meer en meer, dat Napoleon liet plan had gevormd. Holland bij zijn rijk te voegen. Hij overlaadde zijn broeder met verwijtingen, dat hij de belangen van zijne onderdanen aan die van Frankrijk voortrok, dat hij den vijandelijken inval niet met genoeg kracht had weerstaan, dat hij het continet)taai-stelsel niet handhaafde, en in het geheim den sluikhandel met Engeland begunstigde. In Maart 1810 nam hij hem eigendunkelijk een gedeelte van zijne zuidelijke provinciën at\', en dwong hem eindelijk, door herhaalde vernederingen, tot het neder-leggen van de kroon. Het koninkrijk Holland werd nu bij Frankrijk ingelijfd (9 Juli 1810) en ging in volslagen afhankelijkheid een tijdperk van diepe ellende te gemoet.

Kort daarna werd het grootste gedeelte van Hannover, dat nog steeds met Fransche troepen was bezet, met het gebied der vrije steden Bremen, Hamburg en Luhek en het Hertogdom Oldenburg, hetwelk op wederrechtelijke wijze in bezit genomen was, veree-nigd, en bij het Fransche keizerrijk gevoegd (Dec, 1810). dat nu tot zijne grootste uitgestrektheid gekomen was.

8 13- Toestand van Europa ten tijde van de hooyste macht van Napoleon.

In 1811 stond Napoleon op het toppunt zijner macht. Den 20sten Maart van dat jaar werd hem een zoon geboren, die den titel van Koning van Rome verkreeg, en het voortduren van zijne dynastie scheen te verzekeren.

Het Fransche Keizerrijk, waarover hij onbeperkt heerschte, breidde zich, behalve over het grondgebied van het tegenwoordige Frankrijk, zuidwaarts uit over het noordwestelijk quot;gedeelte van Italië, het vroegere Piëmont. Genua, Parma, Toscane en dat gedeelte van den Kerkdijken Staat, hetwelk ten westen der Ap-penjnen ligt. In het oosten was de Rijn de grens, tot bij Wezel. In het noorden bevatte het het tegenwoordige België, Nederland, en het noordwesten van Duitsehland en grensde bij Luhek aan de Oostzee. Verder behoorden de llhjrische provinciën en de Ionische eilanden, die Rusland (bl. 194) in 1807 had afgestaan, tot het Fransche rijk.

Bovendien regeerde Napoleon over het koninkrijk Italië, en had hij een krachtigen invloed op het Rijn-verhond, waartoe behalve Pruisen en Oostenrijk, geheel Duitsehland en het hertogdom Warschau behoorden, op de Helvetische Republiek, op Napels,

-ocr page 226-

213

waar Mui.at, en op Spanje waar Jozef Napoleon den troon bekleedde, ofschoon in het laatste rijk de bewoners nog in vollen

opstand waren. . ^

Van de overige Europeesche staten was Pruisen sedert den

vrede van Tilsit (bl. 203) geheel machteloos. Oostenrijk was m den laatsten tijd nauwer met den Franschen Keizer verbonden, die zich in 1809 van zijne gemalin Josephine, welke hem geene kinderen had geschonken, had laten scheiden (1), en in het volgende jaar in het huwelijk was getreden met Maiua Louise ■ de oudste Joehl.r Mm fcMJ ]■

den «ewelddadigen aanval der Engelschen m 1S07 (I I. - J5) de trouwe bondgenoot van Frankrijk. In Zweden was de kroonprms Cimisïi \\ vn August (bl. 206) plotseling gestorven, waarop de lliiksdacr, deels om Napoleon voor de Zweedsche belangen te winnen0 deels om iemand van militaire bekwaamheden aan het hoofd te krijgen, die wellicht eenmaal Finland (bl. 20b) zou kunnen heroveren, den Franschen maarschalk Beiinadotte, die zie in den oorlog van 1806 door welwillende behandeling der Zweedsche krijgsgevangenen bemind had weten te maken, tot troonopvolger verkoos. Hij nam, met toestemming van Napoleon, de hem opgedragen waardigheid aan, en vertrok naar Zweden, waar hij tot den Lutherschen godsdienst overging, en onder den naam van Kakel Jan door den bejaarden koning Kabel Xli tot

zoon werd aangenomen (2). , , ,

Rusland, hoewel sedert den vrede van Idsit verbonden met

Frankrijk, stond echter sedert eenigen tijd m minder goede verstandhouding niet dat rijk. De uitbreiding van Napoleons macht begon keizer Albxandeb bezorgd te maken en gaf weldra aanleiding tot verwikkelingen. ^

De Enqelschen hielden hunne vijandige staatkunde tegen a-poleon standvastig vol, en ondersteunden overal zijne vijanden

(1) Josephine Tascueu de la Pagerie, in 1703 op het eiland Mart,-

niaue geboren, Was vroeger gehuwd geweest met den generaal Beauharna s, Uie ten tijde van het Schrikbewind geguillotineerd werd, en haai twee kinderen naliet, Eugenius beau..ahna.s, die in 1805 door Napoleon tot Onderkoning van Italië werd benoemd, en Houtense, d.e later met kon.ng Lodewijk (bl. 202) huwde, en moedor werd van keizer Napoleon 111. in 1790 was Josephine in den echt getreden mot don generaal Napoleon Bo-

\'Xbernadoïte in 1774 to iJ(t« in het Z. van Frankrijk geboren, was de zoon van een rechtsgeleerde. Hij trad in 1780 in krijgsdienst en was by het uitbreken der omwenteling sergeant.

-ocr page 227-

214

met geld. Meester van de zee, handhaafden zij Ferdinand IV, den verdreven koning van Napels, op het eiland Sicilië, en Victor Emanuel, den opvolger van Karel Emanuel IV (bl. 193), op Sardinië. De Portugeezen en Spanjaarden ondersteunden zij met kracht van wapenen. Hun handel bleef bloeien, in weerwil van het continentaal-stelsel, en alle koloniën van Denemarken, Nederland en Frankrijk waren in hunne handen gevallen. In Februari 1811 had de oudste zoon van koning George III damde geestvermogens zijns vaders geheel verzwakt waren volgens een besluit van het Parlement, als Regent het bestuur in han-den genomen.

Terwijl de macht van Napoleon alzoo hare grootste uitgebreidheid had verkregen, en de overige vorsten van Europa, met uitzondering van Engeland, als zijne bondgenooten of als zijne vazallen konden beschouwd worden, was de hardnekkige tegenstand van het Spaansche volk de eerste aanleiding tot zijnen va!.

n ,d001\' een EngeLsch hulPkorps onder Wellesley

(bi 208),_ die kort na het vertrek van Napoleon uit Spanje (bl 209) opnieuw in Portugal geland was, hielden zij den oorloo\' met ongelooflijke volharding en verbittering verscheidene jaren

T i\' isnüLESLEY\' di0 SpCinie WaS binnengerakt, behaalde in Juli 1809 eene overwinning bij Talavera (1), waarvoor hij dooiden Koning van Engeland verheven werd tot Burggraaf van Wei -lington van Talavera, en voerde den oorlog met veel beleid De Framchen, aangevoerd door uitstekende veldheeren, als do Maarschalken Joxjrdan, Soult, SucHKT, Massena en andere wa ren met m staat blijvende voordeelen te behalen, en de \'vijan-

.a hef w SSquot; quot;\'T;-quot;quot;\'quot;quot;8 kquot;S quot;0rtSM- »■

m het jaai 1812 eene gewichtige verandering in den toestand van

ZZL \' quot;quot; \'lsn «

§ 14. Veldtocht van Napoleon naar Rusland.

De vriendschappelijke betrekking, die sedert den vrede van Til-sit tusschen keizer Alexander I en Napoleon bestaan had, was langzamerhand verflauwd. De willekeurige handelingen vail den

WwfT ^ T;-- 6- eigendunkellJke inlijving van Noord-Weste-jk Duitschland bij zijn rijk, waardoor de Hertog van Oldenhura een bloedverwant van Alexander, zonder eenig recht van zijn\'

(1) Talavera ligt aan den Taag ten Z. VV. van Madrid.

-ocr page 228-

21E

srondcrebied was beroofd, de eischen van Napoleon, dat, tot onberekenbaar nadeel van Buslavd, de bepalingen van het continen-taal-stelsel met meer gestrengheid zouden worden toegepast dat li TaT aanleiding tot onderhandelingen, die van weerszoden met toenemende verbittering gevoerd werden, en ™aake^dJ eene vredebreuk onvermijdelijk. Beide mogendheden i^ten .ic reeds in 1811 tot den oorlog toe, die echter eerst m het midden ,„ het volgend, j» I» «m tussehentyd trachtte „

Zich van beide zijden door bondgenooten te versterken ^eriequot;\' dat zich noch door de bedreigingen,_ noch door de beloften va ^ Napoleon liet bewegen zijne zijde te kiezen, sloot ®elJ drag met Rusland (April 1812), waarbij bepaald weid, dat Noo

quot;n aan Denemarken, den getrouwen bondgenoot van h-aukyjk ■son ontnomen en bij Zweden gevoegd worden, terwijl een Zweedsch equot;ei tot ondersteuning van Busland onder de wapenen zou worden gebracht. Kort daarop volgde een vredesverdrag tusschen de beide staten en Engeland. Pruisen, waar, evenals m het ove rice DuitscMand, onder het volk eene groote verkttenng tegen ,

de Franschen heerschte, was desniettegenstaande dooi de moei

Hike omstandigheden, waarin het verzwakte land zich bevond Genoodzaakt een verbond met Napoleon te sluiten en 20 000 , , lp beschikkino- te stellen. Ook Oostenrijk koos, met ZuSclV^oi van grondgebied, hoewel aarzelend,

eia\' 1 si\'s\' quot;b eg af Napoleon zich naar het leger, dat inmiddels In VuitschuJ™ bijeengebracht, en waaraan hij den naam Innt Cr rote Lener gaf. Het was de grootste krijgsmacht, diequot; in de\' nieuwe tijden te velde was getrokken, en bestond uit een half millioen strijders en ruim twaalf honderd stukken gesc iu .

Het Russische leger telde omtrent 150 000 man.

Den 23sten Juni 1812 trok Napoleon met zijne hootdmaci , over de orensrivier den Niemen, met het plan, tot m het ha

n f n i door te dringen. Moskou te bezetten, en vandaal I: S I™ de vredesvoorwaarden voor te schrijven. De wd overlegde wijze, waarop de Bussen den oorlog voerden, brach evenwel de Franschen ten verderve; zij weken namelijk van een alnvano- af geregeld en in goede orde terug, en verwoes ten op hunnenquot; tocht alles, wat tot onderhoud van den vijand zou kunn dienen. Slechts tweemaal, bij Smolemko en blJ Jj0r0f i stand om den Fransehen slag te leveren, en hoewel deze daaibfl ! het voordeel bleven, leden zij. zoowel door het zwaard des vijands als door het ontzettende gebrek, waaraan zij m het weini0

-ocr page 229-

216

bebouwde en g\'elieel verwoesf-p hm,1 i.i„ l , ,,

weldige en onherstelbare verliezen dat te r gequot;

aanzienlijk verzwakt was, toen NaWeon den IMen quot;T

zijnen intocht in Moskou deed \'IVwo.. c September

* Me» ™et gs,f! 7,quot;wel kou. h lt;■»

lieretelleji; een hevim h-u\'.d ,r ° Iquot;quot;rj\'quot; ^0quot; «gt;quot;«« rast te

gchdn, „.s voorbS, iV LÏ^

vernielde bijn. de „ehee,, shd V ait\' «

Kei.» i„ het vmly„ li°5:u quot;f\' * F~«lquot;

vredes.oorstellen, die eehter onbe»twoo°d M.quot;n EindehT de oiiniofifeliikheid in 7,7.1, -v, • 11 . \' ^^deiijk zag

waar alle middelen tot onderhoud Tan he^hJor Xquot;delko ^ staande te hóuden. Den 19den Orfnh ■ i . f Pl raakteilgt; aan, die een der vree eliikste ^ lllJ tei^ocht

opleverde welke in rU u ^afereeIen van immer en ellende

het Russische leger, van aUe\'k\'nZ^ ^ ^ VervolSd d°or

omringd, hadden de troepen dag noch nachtquot;11 d\'quot; ^0^611

vroegtijdig een strenge winter in • hn, Vlel er

en ziekte raapten dagelijks duizenden weg\' dl

vertrek uit Moskou was t,„f i , ®\' «eken na het

^stucht en orde 1^7 f ^ ^ ^ \'

ellende. Zoo kwam het overschot d V .quot; der 0,luitstaanbarc

van November aan de 7 ^er Pransche troepen in het laatst

waar de ZJT ht ^ Van t5e»

van hen geheel te zullen\'LïïÏef de hool\'

allermoorddadigst gestreden • vele d •quot; i agequot; Werd daai\' en het kleine gedeel 7! !^ / enden VOnden del1 dood. den anderen oever vlortfe tf tl ^ terUgtocht

al het overige .vas een . ^ d,ln 8000aquot;!

op eigen behoud bedacht waren T-\' Vlufltelm|en\' die s]echts staat waren de wapenen té d\' ï quot;li5eiKl man\' die iquot; van December over dl Zjn ^

leon het opperbevel -.ati Mn VOren had Nai\'(|-

rzr* .....

\' vvT\' 7 *

Voleo». Herstel van hH Sta,„kJl,.

-ocr page 230-

•217

grootendeels door Fransche troepen was bezet, waagde het aau-vankelijk niet, openlijk de partij van Rusland te kiezen doch toen het Russische leger door Poten naar Prwen was getrokken en prins Eüqeniüs, onderkoning van llahe (bl. 213 in de aan teekening), die Mueat in het opperbevel had vervangen, daardoor genoodzaakt werd Berlijn te verlaten en zijne troepen achter de Elbe te verzamelen, sloot Pbedkbik Willem III met keizei AxEWNDEii een verbond (28 Februari 1813), en riep daaiop .üu\' volk te wapen, dat .net geestdrift aan die roepstem gehoor Srf, bi.™., korten tijd e„ l.g.r 100 000 m„ .J. d.

heen was, door eens talrijke landweer ondersteund. Het Ilijn-vrrhond werd voor ontbonden verklaard, en tot het herstel van Duitschlands onafhankelijkheid besloten. Tegelijker tijd beloofe Zweden, door Engeland met geld ondersteund, een ^ pkoips van 80 000 man, onder aanvoering van den kroonprins Bei^adot ,

naar Pom meren te zenden.

Geen der Duitsche staten behalve Pruisen, waagde het even wel noo- van Napoleon af te vallen. De Keizer van Oostenrijk hoopte als bemiddelaar tusschen zijn schoonzoon, keizer Napole ^ on en de verbonden Monarchen van Rusland en prutsen te zullen kunnen optreden. De Koning van Saksen bleet de ^de Frankrijk houden, waarop zijn koninkrijk gedeeltelijk

verbondenen in bezit genomen werd. nw

Tegen het einde van April 1813 verscheen Napoleon opiueuw in Duitschland, en werd de oorlog met kracht herva . en v wapenstilstand, door bemiddeling van Oostennjk gesloten, a gelegenheid tot het aanknoopen van onderhnndehngen; doth^ de overdreven eischen van den Pranschen Keizer bleek het spo dio- dat hij den vrede niet wilde, en zijne eerzuchtige planner niet opcaf. Nu sloot Oostenrijk zich aan Rusland en Pru.e» aan Ontzaglijke strijdkrachten werden van beide zijden op de been gebracht, en er volgde in den zomer van 1813 eene reeks van gevechten en veldslagen, waarin, over het algemeen, de verbondenen in het voordeel bleven. Eindeüik beshste de f1001 si,, van Leipzig, op den 16den, 18den en 19den Octobei 1813, het lot\'van Europa. Napoleon werd volkomen geslagen, en gedwongen over den Rijn terug te trekken. Het koninkrijk Saksen werd nu

geheel door de overwinnaars bezet en de Koning krijgsgevangen verklaard; het koninkrijk West falen en het E^-^erbond werden ontbo den : de verdreven Duitsche vorsten namen hun vroeger gebied wedei in bezit; Beieren, Wurtemberg en andere leden van het vroegme Rijn-verbond voegden hunne troepen bij die dei \\ ei bon t gt;

-ocr page 231-

218

Denemarken werd door Bernadottf fof ^ ,

Pn moest Noorwegen uan Zweden afstaan 10 l gedwongen

Pommeren in de plaats vTl./ \' Tquot;^001\' het

het ^ .tv z\': ***»*quot; quot;»■quot;

lt;gt;quot; zoon ,1« laatsten sWhoi W™, vquot;!quot;quot;

vorst „it (17 No,. 1813). Immdaels M ZjUKto°T\'\'\'T

r wiT ST\' S hTt

^Wjz lsr:ir£f\'■quot; ocquot;-°

om de Spanjaarden voor zich te winnet IJaT TAI\'0lE0N\'

=s.;J:,. ~

ken. Nog- eenmaal verzamelde Nvpoi^T

die echter erootendeels nif v Jne sti\'ydkrachten,

bestonden, en voerde daarmede ^ Wan8C^quot;

verdedigine-soorloo- wnm-ln , ö100te overmacht een

veldheer wellicht^\'meer\' dan \'!r éTir611^ h0edan^heden als schitterden. Doch hoewel hii \' i •? vroe8\'ei\'e veldtochten hand behield, was hTon d „ ï de 0-1-

stand, en to^n hg Jl in Zh18U ^ 0-quot;»^

wendde, om zoodoende de vpvI i laal oostelijke grenzen

^ af te «.et L::^t7L:z arquot;!quot;.....-

zich daardoor niet weerhouden mm,- • u lokkeilgt; heten deze

marsch voort, en maakten zich den SOsten aanVnl,enden

gevecht, meester van de toe-ano-en tol- j / « llevig

volgenden dag werd overgegeven. ^ quot; oofdstad, die den

Nu bleek het, hoe weinig de Keizer vul- i hechtheid van hen die hii mpf „• .r i , \' 011 0P de ge-overladen. Wel was\' notr oen ^mnt quot;quot;VM equot; quot;J1quot;\'0quot;\'quot;1611 1|;quot;J

•1 Je oude soldaten V LC^e ^9/quot; f quot;» quot; ™quot;-

maar de groote menigte der l,,,,,?,,,,,,,!,, , \'1\' \'\'quot;quot; wegedaan ;

«0 den oorlog Lrf. „ZTlm™ ****»■

wenschten te genieten, vielen in „root™ .„u., 1, ™\'

-ocr page 232-

219

vallen van den troon (2 April 1814). Te gelijk drong men van vele kanten aan op liet herstel van liet stamhuis der Boukbons, waartoe de verbondenen reeds hadden besloten, doch hetgeen zij nu deden voorkomen als een gevolg van den algemeen uitge-

drukten wensch der Pransche natie.

Napoleon, niet in staat zich verder te verzetten, on door zoovele zijner aanhangers verlaten, trachtte nog door onderhande-lino-en\'de kroon te redden voor zijnen zoon, doch tevergeefs, Den lOden April 1814 deed hij te Fontainehleau afstand van den troon van Frankrijk en Italië, en verkreeg het souverem bezit van het eiland Elba, met behoud van den keizerlijken titel, terwijl aan zijne gemalin Maria Louise de hertogdommen Par ma, Piacenza en Guastalla werden afgestaan. Hij verliet Frankrijk, en stapte den 5den Mei op het eiland Elba aan land.

Zijn stiefzoon Eugenius, die zich intusschen roemrijk m Jlalw had staande gehouden, en de hoop koesterde, dat de mogendheden hem in het bezit van dat koninkrijk zouden laten, werd genoodzaakt zijne waardigheid neder te leggen, waarop het ge-beele land door den Keizer van Oostenrijk werd m bezit ge-

nomen. , , . , i • i

Joaohim Murat, koning van Napels, had zich reeds m het

begin van 1814 tegen Napoleon verklaard, in de hoop daardoor zijnen troon te behouden, en een verbond met den Keizer van Oostenrijk gesloten, waarbij deze hem het bezit van Napeh waarborgde, hoezeer hij daarna aan den oorlog tegen Frankrijk op eene wijze deelnam, die het wantrouwen zijner bondgenooten

opwekte. T _ vttt

De o-raaf van Provence, de oudste broeder van Lode wijk XVi,

werd nu onder den naam van Lopkwi.ik XVIII als koning erkend (1), keerde uit Engeland naar Frankrijk terug (4 Mei) en «af eenige weken later eene nieuwe staatsregeling, het ( har-ter (la Char te) genoemd, waarbij de vrijheden der natie tegen de vroegere willekeur der koningen werden beschermd.

Den 30sten Mei 1814 sloot Frankrijk te Parijs vrede met Ln-neland. Rusland, Oostenrijk, Pruisen, Portugal en Men, waarbij zich kort daarna ook Spanje voegde, hrankrijk werd daarbij met eene geringe wijziging teruggebracht tot de grenzen, zooals zij den Isten Januari 1792 waren, doch behield Avignon en

Cl) üc Bourbonsgezinden hielden den zoon van Lodkwijk XVI, die in •1792 in do gevangenis overleden was, voor den wettigen koning Lode wijk

XVII.

-ocr page 233-

iiot Comlal Venaissin, die vroprj-pr fnf rlat, i i r.

behoord rhl 17^ v « ^o^eitot den Herkelyken Slaathaddm \'^ooid (W. 175) Engeland gaf de koloniën terug, die het on y. veroverd had, doch behield MalUi (hl 192) waai-van e ■* „ 1800 had mee.ler g..„„ltt. Overigens ™d KST

§ 16. liet (JoiKjrcH te Weenen.

Het Congres werd den Isten November 1814 geopend en «af quot;™ng, T ^ ^ inwikkelde onderhandelingen vermoldl \' ^ ^ ^ ^ ^oote trekken kan wo^

tt\'k\'lif JIM!(eljllr Van . :l\'\'uroPa werd, behoudens eenige minder cre-ichtige bepalingen, m hoofdzaak aldus geregeld- \' 0 \'

\'quot;quot;«S*\'quot; *t vroeger door

a cllo.n aan den Koning van Saksen gegeven was /hl c-.il.» tot eelt w„, * (H 2»3)

Uoslenrjlt stond de Zuidelijke Nederlands, .,f ,

voor de landen in OpVer-Italiö tusschen den\' 2^«\' deTi^\'quot;1quot;

tl,!, clie tot een Lomhardisch.VeJZlÏVn T\'

rijk werden verheven. Verder de ///„..,-^/ • • ch ter. jjl Jw Jf. %^\'e »•\'

^iquot;\'SeW kfee het grondgebied teruo-, dat het bii l

VJ\'ede van 2«si( verloren h-id p,, i ,■ let ,J1J dei1

fbl 92) Dnnv i f i i \' ovendien Zweedsch-Pommeren

«rd^gquot;:: \'«. tfx.Z\'t:quot;;iquot;quot; * *

**r W. eischte «JTV^\'STMr 17

togdo.» (do tese.1„„.rdige\';„^c,?C,.r\\SwI

ZZSTquot;** •-\'«««-» - la

, uu Moegei tot J\'vuisen behoorde (bl 2041

-ocr page 234-

221

steld maar de 39 souvereine staten, welke Duitschland thans bevatte vereenigden zich tot een Duitsch verhond. welks aauge-legenhe\'den voortaan behandeld zouden worden door «ene Bondsvergadering te Frankfort aan den Mam, onder vooi/xt „ ■

O0tTztid%ke Nederlanden, door Oostenryk afgestaan werden met de Noordelijke en met het vroegere bisdom Lm* tot Koninkrijk der Nederlanden vereemgd, ondei het bpstuu kon inquot; Willem I. Het gedeelte der Nassausche erflanden, waarop die vorst aanspraak kon maken, werd bij het hertogdom Nassau gevoegd en in ruil daarvoor, werd hem het groothertogdom luxemburg gegeven, dat tevens tot het Vuitsche verbond zou b -

^\'^Zwitserland werd als een onafhankelijk bondgenootschap van

22 kantons hersteld. .

In Spanje aanvaardde Frrdtnand VII de vegeonng wede üe Recent van Portugal (hl. 175), die eerst m het iaai 181(gt; -nine mSer, koningin Maiua, als Joha. VI opvolgde, bleet , viorloopio- in Brazilië, waarheen de koninklijke familie in 18 gevlucht quot;was (1)1. 207), en liet zijn rijk door een gevolmac i ,ig -

^TlUdië kwam de Koning van Sardinië, Victou Emam-.cl I (2) weder in het bezit van zijne staten op het vasteland, die met

voormalige republiek vergroot werden.

Toscane en Modena kregen vorsten uit het Oostem^ksche flus, Parma bleef onder het l.estuur van Maiua Louise (bl. - • •

Zs Vu-s VII werd in den Kerkdijken Staat hersteU Over ,len Napelschen troon heerschte groote vevdeeldheul: Oostem (/ Z Zmübat. toen deze zich tegen Napoleon verklaarde het

bezit van zijn koninkrijk gewaarborgd, doch verscheidene aridere

mogendheden, als Frankrijk, Spanje en Engeland eischten mogenanec \' v u Siciliamp; on(lei- de bescherming

TIZJZZ w- *......«-7 se,0Squot;

i \\ (hl 224) werd die zwarigheid van zelve opgelost,

gebeurtenissen (bl. ^ tegenstaiid van de zijde van De-

Noorwegen bleef na ^ quot; v001. „hunne üuitsche lau-

(.,) wiifii,toc alzoo niet bcho0rdeii ,1e Pruisische

den aangaat, lldvan ^Cp , . Honeaarsche en Italiaansoho landen van het

provincie Posen en de F oolBche^ ^ Remarken was lid van het Duitsche

mj...... .1«

hertog van Luxemhurcj. iy (bl. 193), die lietn in

«(lln was een broeder van Kahki. Manlei. iv (di.

■1802 do kroon van Sardinië Imd afgestaan.

-ocr page 235-

222

ZIT\'\' quot;quot; 0quot;afl,quot;»le\'Sk «« lt;1». Koning „n

§ 17. Nvolem. De kmMri iagen. Sl,«j

van Waterloo. liet Heilig Verbond.

reden vreesde voor W „\'ti i n\' ctat iquot;en met

eendracht op eens herLk 1 ^ 1Vljan.delÜkhedequot;\' toen de Elba verlaten had en in Frankrijk w\'tT 1° ^ Naigt;oleox

Een groot gedeelte deJt^rnattad de Bo\' ^15\' weerzin of onverschilligheid uien teruo-keeren Hef \'iTTT dien al zeer spoedio- dat ynn .1 • i0t \' boven-

toch de Prinsen van zt Zt metrLoi,EWIJK XVI11 dan

in het buitenland hadden dooro-ebr-icht6 dan JareU

vreemde legers herstnld Ct00^eblacht. en nu met behulp van

in FranCCiJZX *rZL T ^ dtt» a11-

het uitbreken der revolutiequot; verkeerde6quot; De t Y ^

gr an ten, waaronder er vele waren d\'quot; 1 tei ^gekeerde emi-vaderland hadden gevoerd deden al h f WaPe!ien ^^611 hun en betrekkingen te verkregen, en weldra wa officiersplaatsen door hen bezet He7 1 quot;l T 66116 memgte en het Keizerrijk werd als hei \' i ^ de EePubliek wischt, en alsof het slechts een zeker ^tati geSChledenis gaande oproerigheid geweest witp,, I t quot; Viiri V00rblJ-

j.« t,™ew8 Tl nZLT?quot; quot;quot;quot;XVIquot;he\'

was dat tijdvak, in weerwil v^ d» . 01\' En tocl\'

gevorderd, voor de here en pp\' ) • Z^le offersgt; die het had

vit v„ Ll .nquot; 80 \'!Ch° - «f»

van den mensch o» de vp,v f i Z1J eei\'st de rechten

had doen zegevieren en dT f raiddel^che misbruiken en op alle slagvelden oTertquot; ï ^ ^teld ^ **T

levendigste bg de wapenbroed^van Z 77 ^

xm de plaats van den groeten veldheer in \' genquot;

gedeeld, za^en ineenompn l ^ 111 Wleils roem «j hadden

U en dij d. TnTklll\'quot; r\'; ï ******* hoog in eere stond, uit Parijs liet verf Tl J , VOlk Z00 door lijfwachten en hoftroeZ met „I f ** Vg het hoofd. 1 et onbedreven edellieden aan

Op di. stemming de,- gen.o.de™. „kende teen hö

-ocr page 236-

223

het besluit opvatte, zich weder van den troon meester te maken, en het bleek al spoedig, dat hij zich in den geest, die in het leger heerschte, niet bedrogen had. Zijn tocht naar Parijs geleek een zegetocht; overal kozen de troepen zijne zijde, en openden de steden hein hare poorten. Den 20sten Maart trok hij de hoofde stad binnen, en nam opnieuw bezit van den troon; Lodewijk aVil was met de zijnen naar Gent gevlucht.

Zoodra het bericht van Napoleons terugkomst te Ween en bekend werd, verklaarden de verbonden mogendheden hem buiten de wet, en besloten een leger van meer dan een millioen man op de been te brengen, om de bepalingen van den vrede van Parijs (bl. 219) te handhaven. Muuat daarentegen, die nog in voortdurende onzekerheid was of de mogendheden hen de kroon van Napels zouden laten behouden (bl. 221), voegde zich terstond aan de zijde des Keizers, stelde zich aan het hoofd van een leger, en nep de Italianen op om de Oostenrijkers te verjagen, en zich onder hem tot een éénig koninkrijk te vereenigen. Hij vond echter den bijval niet, dien hij verwachtte, en werd weldra door de Oos-tenrijkers geslagen,, en gedwongen naar Frankrijk te vluchten (Mei 1815). Ferdinanh IV keerde naar Napels terug, en aanvaardde als Fkudinand I, zooals hij zich voortaan noemde, de regeering over het Koninkrijk der Beide Siciliën.

Inmiddels had Napoleon zich zooveel mogelijk gewapend, en pogingen aangewend om, door beloften van eene meer vrijzinnige regeering, de natie, die grootendeels zijn vroeger despotiek bestuur moede was, voor zijne belangen te winnen. Daar het evenwel spoedig bleek, dat hij slechts gedeeltelijk en met weerzin daartoe overging, werden velen, zoowel daardoor als door de vrees voor een quot;mogelijken terugkeer der Boubdons, van eene krachtige medewerking weerhouden, hetgeen zijne maatregelen zeer belemmerde. , ...

Van verschillende kanten rukten de verbondenen op hranknjk

aan Een sterk Oostenrijksch leger, onder bevel van Sohwar-zenbebo naderde den Rijn; een Engelsch-Nederlandsch leger onder Wellington, en een Pruisisch onder Blücher stonden reeds in de Zuidelijke Nederlanden toen de Keizer den 12den Juni uit Parijs vertrok, en zich den 14den aan het hoofd zijner troepen stelde, waarmede hij den volgenden dag de Nederlandsche orenzen overtrok. Daarmede namen ook de vijandelijkheden terstond een aanvang. Den 16den sloeg hij Blücueb bij Ligny terwijl eene legerafdeeling, onder den maarschalk Ney, een aanval deed op de Engelsch-Nederlandsche troepen bij Quatre-Bras, waar

-ocr page 237-

224

prins Willem van Oranje, de oudste zoon van koning Willem

I, met heldenmoed den strijd tegen de groote overmacht volhield

en daardoor aan Wellington den tijd gaf, zijne troepen bijeen te trekken. J

Den 18den Juni had de gedenkwaardige slag bij Waterloo plaats. Het Engelsch-Nederlandsche leger onder Wellington werd door Napoleon aangevallen, en hield het gevecht met groote dapperheid vol, tot in den namiddag de komst van het I ruisische leger op het slagveld den strijd besliste. Napoleon werd volkomen geslagen en vluchtte naar Parijs. Tevergeefs zocht hij de volksvertegenwoordiging tot nieuwen wederstand aan te sporen; men was zijn bestuur moede, en eischte dat In) de kroon zou nederleggen, waaraan hij den 22sten Juni voldeed door eenen afstand ten behoeve van zijnen zoon. Toen daarop de overwinnende vijand ten tweeden male vóór Parijs verscheen, gmg hij naar Bochefort, met het voornemen de wijk te nemen naar Amerika, hetgeen hem evenwel niet mogelijk was omdat de Engelsche schepen voor de haven kruisten. Hij besloot nu zich aan de edelmoedigheid van de Engehchen toe te vertrouwen en begaf zich aan boord van een hunner schepen, doch werd terstond als gevangene beschouwd. Ten gevolge van eene overeenkomst tusschen de verbondenen werd hij naar het eiland öl.-Helena gevoerd, waar hij in 1821 overleed (1).

Lodetojk XVIII werd op den troon hersteld, en in November 181;. sloot Frankrijk met de overige mogendheden een verdrag, dat de tweede vrede van Parijs genoemd wordt. Aan Frankrijk werd eene oorlogsbelasting van 700 millioen franken opge-egd, met bepaling dat de grenzen en eenige gewichtige vestingen gedurende ten hoogste vijf jaren, door een sterk leger der bondgenooten zouden bezet blijven. De familie Bonaparte werd voor altijd uit Frankrijk verbannen (2).

Kort daarna vond ook Murat een roemloos einde. Na den va van Napoleon naar Corsika geweken, deed hij vandaar een onbezonnen inval in het koninkrijk Napels, werd gevangengeno-

MiÜ/7 d0^ve073dek0,\'tst0ndig0 peering van Napoleon, vanden20sten \\Vm W h , T b,nnenrakt0\' tot 288ten Juni, toen Lodewuk iZ gegeven \'\' heeft \'quot;equot; naam van

Jir01, t V010 ;e,\'d,\'aS011\' dio tot regeling van den Europeeschen

Ooi 7We nquot; S0 \' b0l!00ri 60110 overeenkomst tussclien /txslaw/

Ooslonnjk en I ruisen. waarbij do \'onisdie eilanden (bh tot ooncRcmi-

bliek werden verklaard onder besoliernn\'ng van Engeland.

-ocr page 238-

225

men, door een krijgsraad ter dood veroordeeld en den 18den

October 1815 doodgeschoten.

Men rekende nn de rust van Europa verzekerd. Op voorstel van keizer Alexander III vereenigden keizer Frans I en koning Fredehik Willem III zich met hem tot een zoogenaamd Heilig Verbond, waarbij zij de verplichting op zich namen, hunne onderdanen vaderlijk te regeeren, vrede en godsdienst te handhaven, en elkander bijstand en hulp te verleenen (Sept. 1815). Bijna alle vorsten van Euvopct traden \'jot dit verbond toe.

§ 18. De Koloniën van het begin der Fransche omwenteling tot aan het jaar 1815.

De gebeurtenissen in Europa, en vooral de daardoor veroorzaakte horlogen sedert het uitbreken der Fransche omwenteling tot het jaar 1815, hadden natuurlijk grooten invloed op de koloniën

der verschillende mogendheden.

Engeland, in het bezit van eene aanzienlijke zeemacht en daardoor meester van den oceaan, trok daarvan partij om zijne koloniale macht door veroveringen uit te breiden. Nadat in 1793 de oorlog met Frankrijk (bl. 184), en twee jaren later die met de Vereenigde Nederlanden was uitgebroken, maakten de Engelschen zich van de meeste Fransche en Nederlandsche koloniën meester, die zij evenwel, met uitzondering van Ceylon, in 1802 bij den vrede van Amiëns alle teruggaven. De Nederlandsche Oostindi-sche Compagnie was intusschen geheel vervallen en m 1800 ontbonden, terwijl hare bezittingen aan den Staat waren overge-

^Toen de oorlog in 1803 weder was uitgebroken, hervatten ook de Engelschen hunne veroveringen. Achtereenvolgens vielen nagenoeg alle Nederlandsche, Fransche en Deensche volkplantingen in hunne handen; doch bij het herstel van den vrede m 181;gt; waven zij die terug, met uitzondering van de Nederlandsche koloniën Demerary, Essequebo, Berhice, de Kaap de goede Hoop, Ceylon en Cochin op de kust van Malabar, waarvoor zij de tin-rijke eilanden Eanka en Billiton in ruil afstonden, en van het eiland Me de France, dat Frankrijk hun liet behouden.

Gedurende hetzelfde tijdvak breidden zij hunne macht m Voor-Indië tot aan gene zijde van den Ganges uit, en onderwierpen, hoewel niet dan na hevigen strijd, verscheidene inlandsche vorsten

op dat schiereiland aan hun gezag. , , ,

Yan veel gewicht voor de Westindische koloniën was het, dat

TT

-ocr page 239-

22(3

zich langzamerhand in Europa meer on meer stemmen deden hooren tegen den onmenschelijken slavenhandel, en in Engeland zelfs eene maatschappij tot stand kwam, die zich de afschaffing daarvan ten doel stelde, en door volhardende pogingen het zoover wist te brengen, dat het Parlement in 1807 eene wet uitvaardigde, waarbij de slavenhandel verboden werd. Ook m Frankrijk kwam men, bij de heerschende begrippen over de rechten en de vrijheid van den mensch, tegen dat afschuwelijke gebruik op.

Ten gevolge van een en ander braken er onder de Negerslaven, vooral in de Fransche Westindische koloniën, herhaaldelijk opstanden uit. De belangrijkste daarvan was die op het eiland St.-Domingo (bl. 177), waarvan ook het oostelijke gedeelte in 1795 door Spanje aan Frankrijk was afgestaan, en waar de neger Toussaint-Louveuture een grooten aanhang onder zijne stamge-nooten vond, en in 1801 het eiland, aan hetwelk hij den ouden naam van Haïti (bl. 4) teruggaf, voor vrij en onafhankelijk verklaarde. In 1802 door een sterk leger, hetwelk de Eerste Consul derwaarts zond, verslagen, werd hij naar Frankrijk gevoerd, waar hij in het volgende jaar stierf. Kort daarna kwamen de Negers weder in opstand; één hunner, de onbeschaafde cn bloeddorstige Dessalines, nam in 1804, als Jacques I, den titel aan van Keizer van Haïti, en weid, toen bij twee jaren later vermoord was geworden, in het bestuur opgevolgd door den neger Ciikistophe, die zich in 1811, als Hemu I, tot erfelijk koning van Haïti verhief.

In de uitgebreide Spaansche koloniën van Middel- en Zuid-Am er ika, die in vier Onder-koninkrijken (1), en eerst in acht en daarna in zes Kapitein-generaalschappen (2) verdeeld waren, braken insgelijks onlusten uit, doch van een anderen aard. Daar waren het de Kreolen, dat zijn blanken van Spaansche afkomst maar in Amerika geboren, die in opstand kwamen tegen de geboren Spanjaarden, welke zich uitsluitend het recht aanmatigden ambten en bedieningen te bekleeden, en zich ten koste der Kreolen verrijkten. Eeeds ten tijde van den Amerikaanschen vrijheidsoorlog (bl. 161), waarbij de Engelsche kolonisten hunne rechten tegenover het moederland handhaafden, was de zucht der Kreolen naar meerdere vrijheid aangewakkerd, zonder dat zij toen onmiddellijke pogingen tot verkrijging daarvan hadden aangewend.

Toen echter in 1808 het huis van Bourdon van den Spaan-schen troon werd verjaagd, verklaarden alle kolonisten, zoowel de

(1) Mexico, Peru, Nieuw-Gmnada en Rio clc la Plata.

(2) Nieuw-Mexico, Guatemala, Chili, Caraccas, Cuba, en Porto-Itico.

-ocr page 240-

C» • ok rip Kreolen. zich voor den verdreven koning Fbr-

D^: VII en vnn die omstandigheid maakten de Kreolen gebruik om gelijkheid van rechten met de Spayarden en deelue-ming aan het bestuur te verlangen. Toen hun dat geweigerd weid, bnken in 1810 allerwege opstanden uit: in Venezuela, Nieuw Granada Buenos-Ay res en Chili voerden de Kreolen een eigen bestuur in, zonder zich intusschen van het moederland af te scheuren Toen evenwel de regeering in Spanje, die den strijd vooi Efiidin \\ntgt; VII tegen Na.olf^ volhield, onverstandig genoeg was Z Zolen de door hen gevorderde rechten te weigeren, ver-klaarden de bovengenoemde staten zich onafhankelijk, en verzet-

S1 vattu-otoN op In\'toon hmtl^lSU). Hij beloofde eene

rechten en tevens de opheffing van eene menigte bepalingen waai-door de vrije ontwikkeling van hunne nijverheid en van hunnen handel belemmerd werd. In plaats van daarin te bewi ligen zond Ekudinvnd een leger naar Amerika, om zijn gezag met geweld herstellen (1816), waardoor een langdurige oorlog uitbrak, in wrelken de bekwame en vrijheidlievende Kreool, SrMOK Bo™ de aanvoerder en bevrijder zijner landgenooten werd en die na vei loop van 20 jaren voor Spanje het verlies van al zijne volkplan-tino-en op het vasteland van Amerika ten gevolge had.

BraJië de gewichtigste volkplanting der Portugeezen, nam zeer in bloei toe, vooral nadat de Prins-regent,

Uit Portugal verdreven (bl. 207), zijnen zetel in de hoofdstad

Janeiro had gevestigd.

§ 19 Imvendige toestand der Europeesche Men in de quot; quot; eerste jaren na den val van Napoleon.

De val en de verbanning van Napoleon in 1815 had het herstel van de rust in Europa ten gevolge, en daarmede was een • ,w tiidvak geopend, waarin de onderlinge vrede tusschen de v Srai vE vérscheideM |en b.w..ri Werf. D. .«w„-2, „.Ind .l. r meeste Mm «. *—*»«quot;

ï lt;gt;« -. fzzrzxirszX

-ocr page 241-

228

gere orde van zaken als hoogst verderfelijk beschouwd en met kracht tegengewerkt werd.

De Pransche omwenteling had, in weerwil van de gruwelen, waarmede zij was bezoedeld geworden, en van de bloedige en verwoestende oorlogen, waartoe zij aanleiding had gegeven, groote en nuttige gevolgen, niet alleen voor Frankrijk, maar ook voor geheel Europa gehad. Eene menigte misbruiken, deels een gevolg van het regeeringstelsel, zooals het zich algemeen uit den middeleeuw-schen toestand had ontwikkeld, deels door toenemende verbastering en zedenbederf ingeslopen, waren met geweld te keer gegaan en vernietigd. De stellingen, dat alle menschen gelijk moeten zijn voor de wet; dat geene bevoorrechte standen gerechtigd zijn om, vrij van het opbrengen van belastingen, ten koste te leven van de groote menigte, die door hare nijverheid hoofdzakelijk de maatschappij in stand houdt; dat niet de geboorte maar de bekwaamheid recht geeft tot het bekleeden der staatsambten en bedieningen, en dat de natie recht heeft door hare vertegenwoordigers mede te werken tot het vaststellen van wetten en het regelen harer belangen; — dat alles waren beginselen, die zich langzamerhand bij het toenemen van verlichting en beschaving, hadden ontwikkeld, en waarvan men nu, bij het herstel van den vrede, algemeene toepassing verlangde. Het is intusschen natuurlijk, dat die denkbeelden ook van onderscheidene kanten grooten tegenstand ondervonden. Zij, die bij den vorigen staat van zaken bevoorrecht waren, zagen daarin eene verkorting van hunne rechten, en wilden van geene verandering hooren waardoor hun vroegere invloed en macht verloren zouden gaan. De\' vorsten waren over het algemeen ongeneigd hunne macht te verkorten door hunne onderdanen deel te doen nemen aan de regeerino-welke zij en hunne voorgangers weinig of niet beperkt hadden uitq-\'e-oefend, en zoo vormde zich langzamerhand een krachtig verzet tegen

de eischen van het volk, dat in de pas verloopen jaren met geestdrift

de zaak zijner vorsten had omhelsd, en goed en bloed vrijwillig had opgeofferd in den geweldigen strijd tegen de overheersching van den Pranschen Keizer. Dientengevolge ontstonden in Europa twee tegenstrijdige partijen : de eene, de partij der Liberalen (vrijzinnigen), drong aan op de vervulling van de belofte, welke bijna alle vorsten hadden afgelegd, toen zij hunne volken tot herstel van hunne heerschappij te wapen riepen, dat zij eene constitutie ot grondwet zouden verleenen, waarbij de rechten en vrijheden hunner onderdanen in overeenstemming met den geest des tijds werden gewaarborgd; de andere, de partij van het behoud

-ocr page 242-

229

to AA tegen verandering -» M Utrnf « «fquot;* •na rlor zoooenaamde revolutionnaire begrippen verzette.

\'voolZste voorstander van deze ^te pa^ w^de

Oostenrijksche minister pms WIU

invloed zoowel ^ ^ aan Ie vorderingen der libe-

Wt teg nstd, die zich allerwegen in Du^oWan.,

Duitsche regeeung ^ de vroegei. gedane beloften, werd

rdeSS\' L rnsouvereine vorsten in het Duitsch Verbond ver-P ^ dooÏ o-eene constitutie in de vervulling hunner verphch-fenl0 \' 1 leden van het Verbond mochten beperkt worden, en tingen als leden oplicht waren, elkander niet alleen

ttn •».« nok tegen weinigheid hunner

onderdanen bij te staan.

aTHlUW:-

§ 20. Omwentelingen in Spanje, Portugal, Napels en

Sardinië.

In de zuidelijke landen van Europa gaf de strijd der partijen aanleiding tot ^ mogendheden op den troon

KTcL hersteld, voerde den vroegeren regeeringsvorm met al van opanje neiswiu, , . • en WOedde met onmen-

meer vrijzinnige begrippen schehjke wieedh menschen Werdeii binnen weinige

quot;T Jdood of gevangengenomen en uit het land verbannen.

jaren gedood 01 S ° - 0 tand U1t, waardoor hij

Dientengevolge b ak n 18^ ^ en tot het

gedwongen weid t vergadering van volksvertegenwoor-

^quot;^rarmede was denwel Ie toestand van Spanje niet ver-ff\'d- Weldra verhief zich eene machtige partij, door den adel

? \' rppsteliikheid ondersteund, tot omverwerping van den

en de geeamp;ttagt; het heele land werd het tooneel

nieuwen staat ™ 0ndel. zulke omstandigheden besloot

van oproer ^ behcradende partij de heerschende

.\'n „renstonming „.et P~.,

-ocr page 243-

230

tot eene gewapende tusschenkomst (1822). In het begin van het volgende jaar rukte een Pransch leger onder den hertog van Angoulême Spanje binnen, bracht de liberalen tot onderwerping, en herstelde het onbeperkte gezag van Peedinand VII, die door hevige vervolgingen en zware straffen de partij der otmvente-lingsgezinden zocht te vernietigen. Tot in 1828 bleef een gedeelte der Pransche troepen in Spanje, welks finantiën, zoowel daardoor als door den gelijktijdigen oorlog in de Zuid-Amerikaan-sche koloniën (bl. 227), in een jammerlijken toestand begonnen te verkeeren.

fa Portugal kwam in dio dagen eveneens eene gewichtige omwenteling tot stand. De Prins-regent, in 1807 met het koninklijk gezin naar Brazilië geweken, bleef daar zijn verblijf houden, zelfs nadat de Framchen in 181-1 zijn rijk verlaten hadden, en hij in 1816, bij den dood zijner krankzinnige moeder, als Johan VI den troon had beklommen. Toen zich evenwel kort daarna in Portugal een algemeene geest van ontevredenheid openbaarde, daar men evenals in Spanje eene constitutie verlangde, en er eindelijk in 1820 een opstand uitbarstte, achtte Johan VI het noodig Brazilië te verlaten. Hij gaf het bestuur daar te lande aan zijnen oudsten zoon don Pedro over, en keerde naar Lissabon terug, waar hij aan den wensch der liberalen toegaf, de bijeenroeping der Cortes goedkeurde, en eene constitutie verleende (1822).

Inmiddels was bij de Brazilianen reeds lang de zucht levendio-geweest zich, evenals de Engelsche volkplantingen in Amerika in de vorige eeuw gedaan hadden, onafhankelijk te maken van het moederland.

Na het vertrek des Konings kwam dat plan tot uitvoerino- • zij verklaarden Brazilië tot een onafhankelijk, constitutioneel leerrijk en riepen don Pedko tot keizer uit (1822). Na langdurige

onderhandelingen erkende Johan VI de onafhankelijkheid vin Brazilië (1825).

Een jaar later stierf hij (1820) en zijn oudste zoon, keizer I\'edho die volgens een artikel der liraziliaai.sohe constitutie, in Dra-Uil zijn verblijf moest houden, en dus de kronen der beide rijken bezwaarlijk kon vereenigen, stond de regeering over Portugal aan zijne zevenjarige dochter donna Mauia ba Gloria af, en be\'noemde gedurende hare minderjarigheid zijn broeder don Miguei, tot egent. Deze laatste evenwel, een vijand van den constitutioneelen regeenngsvorm, maakte van de ontevredenheid, die ook hier evenals m Spanje door de voorstanders van de vroegere orde van zaken werd aangestookt, gebruik, om zich van den troon meester

-ocr page 244-

te maken. In 1828 deed hij zich door zijne tot

uitroepen, bracht de aanhangers van koningin Maku met weid van wapenen tot onderwerping, vernietigde de constitutie en hield zijn onbeperkt gezag door vreeselijke stratoefemngen /...

iflvpn lanff staandG. _ ,

\'\' In de koninkrijken Napels en Sardinië namen de zaken nagenoeg denzelfden loop als in Spanje en Portugal. Oo\\t Ami ^ ken in 1820 en 1821 opstanden uit,

P ^x,.vn F rtil 223) als Viotou Emanuki. I (bl. 221) genooa 7aakt\' werden, hunnen onderdanen eene constitutie te verleenen terwiil de laatste te gelijker tijd afstand deed van de regeenng rtijnen broeder kLk:, Pkuk. Nauwelijks echter waren die veranderingen tot stand gekomen, of Mkttrunk ii (b . --•) ^ Pruisen en Rusland te winnen voor zijn plan om m Itolw gewapenderhand tusschenbeiden te komen. Oostennjksehe troepen nikten daarop naar Napels en Pi^ont, herstelden het onbe perkte koninklijke gezag in beide rijken, waar weldra ondei hevige vervolging van de aanhangers der liberale partij, allevio „„■„quot;nmWoiï» teragkeerden. In 1825 MM 1\'quot;™«» I, t S «pg-volgd a™, sijnen »on Frans I. .1» .» 1830 ov.rle«l en de kroon van Napels aan zijnen zoon Ferdinand na i .

§ 21. De Orieksche vrijheidsoorlo(j.

Sedert den ondergang van het Byzautijnsche Rijk in 1453 (I deel bl. 220) was de Grieksche bevolking door de opvolgende Sultan \' van Arkije steeds met hardheid behandeld. Veracht om hunnen godsdienst, werden de Grieken door hunne Mohamme-daansche beheerschers in staat van volslagen afhankelijkheid gehouden, die een nadeeligen invloed op hun karakter en hunne beschaving uitoefende. In weerwil daarvan had eene onderdiuk-ki,,..- van bijna vier eeuwen de zucht naar vnjheid en onafhankelijkheid niet bij hen uitgedoofd; doch de groote macht waai-ow de Sultans, zoowel in Europa als in ^ en Afrika, konden beschikken, maakte elk veraet tegen de dwingelandij, waaraan

zii ten prooi waren, onmogelijk.

Intusschen geraakte het Turksche Rijk, ten gevolge van de slechte inrichting van het staatsbestuur, meer en meer in verval Verscheidene onderdeelen als Moldavië, Wallachye en Serve hadden zich, gedeeltelijk met medewerking van Rusland, een. ■zekere mate van onafhankelijkheid weten te verwerven en weiden niet veel meer dan schatplichtige landen. De macht van den Sultan was bovendien in het -begin der 19de eeuw zeer vermm

-ocr page 245-

232

derd, doordien de bekwame en stoutmoedige Mehemkd-Ali paeha van Egypte, zich tot onderkoning van dat land had weten\' te doen verheffen, en nagenoeg een onafhankelijk bewind voerde ^ De toenemende verzwakking van het rijk maakte eindelijk bij de Grieken de hoop levendig, dat zij hunne vrijheid zouden kunnen herwinnen. In het jaar 1821 brak in het noorden van Turkije een opstand uit, die weldra eene groote uitgebreidheid verkreeg en voornamelijk de bewoners van het schiereiland Morea en van de eilanden van den Griekschen Archipel onder de wapenen bracht Een geweldige oorlog, die vooral van de zijde der rurkcn met ont. zettende gruwelen gepaard ging, was hiervan het gevoK Acht jaren lang hielden de Grieken met bewonderenswaardigen quot;heldenmoed den strijd tegen de overmacht vol, en verwierven zich het medegevoel der volken van Europa. Van alle kanten werd hun ondersteuning in geld toegezonden, en eene menigte vrijwilligers stroomden derwaarts om aan den strijd voor de vrijheid en de be-schaving tegen onderdrukking en barbaarschheid deel te nemen Te vergeefs echter hoopten zij op ondersteuning der vorsten, omdat deze den Griekschen opstand op ééne lijn stelden met de oproerde bewegingen in Spanje, Portugal en Italië, en hunnen bijstand weigerden aan eene zaak, die zij niet als een rechtmatig verzet tegen onlijdelijke dwingelandij, maar als eene miskennin» der rechten van een wettigen vorst beschouwden.

Nadat de strijd vijfjaren geduurd had, en de Grieken meer dan eens, ook ten gevolge van onderlinge verdeeldheid, hunnen ge-heelen ondergang nabij waren geweest, besloten Engeland, Rusland en Frankrijk zich hunne zaak aan te trekken (1826)

Keizer Alexander was in 1825 gestorven en opgevolgd door zijnen tweeden broeder Nicolaas I (1), die ten opzichte van Wie een andere gedragslijn volgde dan zijn voorganger, en van den bultan het ophouden van de gruwzame vervolging der Christenen en waarborgen voor hunne veiligheid in de toekomst vorderde.

Door die staatkunde, welke, wanneer zij met kracht werd voke-houden, aan Rusland een groot overwicht in het Oosten zou kunnen geven, werd de ijverzucht der Engehehen opgewekt, die den Kus-sischen invloed niet te zeer wilden doen toenemen. Daardoor gelukte het aan George Canning, den bekwamen minister van koning Geok-

ge , die sedeit 1822 aan het hoofd van het ministerie stonden den Grieken steeds zeer genegen was geweest, in 1826 een ver-

(1) Zijn oudere broeder Constantuk had reeds vroeger afstand van win iech^ op de troonopvolging gedaan.

-ocr page 246-

233

bond tusschen Engeland en Rusland tot stand te brengen, met W doTom het «ideip g.d.elt. «. I***. 0quot; *•

van Griekenland tot een zelfstandigen staat te maken. Frankri^\' waar de openbare meening zich insgelijks zeer ten gunste Grieken deed kennen, trad ook tot dit verbond toe.

Van toen af nam de zaak der Grieken eet* gunstiger wending. De Sultan sloeg alle voorstellen, die hem gedaan wei\'den\' ^ nekkig af, waarop keizer Niooiaas I in het begin van

del1 iTL 7lootl deÏ dTie wbolLrrogendSLnbij Navarino (1)

Imav n-iffenoeo- geheel vernietigd (Uot. U1 / °

haai n-l«en0equot; ^ . he leael, dat door een stouten tocht over den

»s;;g.n a. ...

m° ° u..-»» ... *• »«hoon Tquot; Tg

gZ» IV •» aie hquot;r ,,\\TS\'!/ I

L«nS», .Mo.g »;f ^«

— otto x a» u,o.

beklom.

,§ 22. Frankrijk tot aan de Juli-omwenteling. Opstand in

België.

Tn Frankrijk waar de dynastie der Bourbons in 1815 op den In \' quot;T\' d wis kreeg de partij van het behoud, ot liever troon fde rLionnairen), al zeer spoedig een

booten invloed. Lodewuk XVIII zelf was oprecht gezind om het .. voiit te bevorderen, en was verstandig genoe0

om\'spoeaig in te »quot;■ i1quot;\' h,t \'quot;\'«g11™ \'ot re8e,1\'i,18a\'

s

was reeds in 1817 overleden.

-ocr page 247-

234

stelsel van vóór 1789 (het 0Mrfe ré^ne) eene onmogelgkheid was it wexd mtusschen verlangd door de partij der overdrevene Ko-gsgezinden (Ultra-Hoyalisten), voor een groot gedeelte uit teruggekeerde emigranten bestaande, die alles verfoeiden wat door de i evolutie m liet leven was geroepen, en een grooten steun vonden bij den broeder de» Koning», den graaf van Ah.ozs, niet quot;lÏe i zonen, de hertogen van Angoulêmb en van Berrv Door hunne bemoeiingen nam de invloed van den adel en de o-eesteliik-

id\' die wj als den eenigen steun der regeering beschouwden

voortdurend toe en werd de toestand van Lodewl.k XVIII tus-schen de beide partijen zeer moeilijk. Hij voerde desniettemin zooveel mogelijk het bewind in een liberalen geest totdat eene afechu-wehjke misdaad daarin eene verandering bracht.

Lodewjjk XVIII had geene kinderen, zoodat bij zijn overlijden -jn broeder, de graaf van Autois, hem in de regeeino zou op-!®n- Da^ dieils oudste ^00quot;, de hertog van Angoulême ins-

Lwaard Te zSr Tv\'- ^ heerschaPPö de Bou^oks

bewaaul te zullen blijven m het geslacht van zijn tweeden zoon

den hertog van IW, die niet eene ^pelsche prinses gehZi

was en nog geen zoon, maar wel eene dochter had. Deze hertoc . 15Kquot;,tY\' 0P WJfin de hoop der Koninesffezinden rn^ p i m Februari 1820 door een dweepzieken slulploordenr Lo^ m het leven gebracht. Twee maanden later beviel zijné „en, al in

ontvingquot; Z00n, quot; naRm Van HENI,liIK\' hei-t0« nordPauX,

ynnïZ aISememei1 scbl\'ik ^ Frankrijk veroor

zaakte, en als een gevolg van de verbreiding der libemlo i i beelden we.-d v«o1W!w,l, g.f „n u l quot;tquot;

om de liberale partij daar te lande met lt;rPWelcl tot on lo te brengen (1823). onderwerping

In 1824 stierf Lodewijk XVIII, en werd opgevolgd door zü hoeder, den graaf van Artois, die als K L. v i \' Jquot;

ministerie benoemS h.-l hetwelk geheel „it cie meê.t „v«d! koningsgezinden beet, .1, Ketnpr *, **„*££££

-ocr page 248-

vertrouwen der natie niet bezaten, waarop Kakel X de

\'quot;\'renzelfden tijde )zocht de regeering de openbare meemng van

de staatszaken af te leiden door in April den oorlog te verklaien

1 den Dey van Al^rs, die den Pranschen Consul zwaar be-

leedigd bad, en hardnekkig weigerde, daarvoor e gevoicei e voldoening te geven. Men hoopte zoodoende de Fransche natie, die zoozeer op krijgsroem gesteld is, voor zich m te nenion maar te vergeefs. Wel werd de oorlog met voorspoed gevoeld on do stad Algiers, den éden Juli 1880, ingenomen, doch de v«-„ndiae stemming van het volk veranderde met. De verkiezing , , V 0 nt bet samenstellen van eene nieuwe Kamer waren uitge-

lev n, hadden ten uitslag, dat de meerderheid der volksvei--v • nnu tPCTpnstaiiders van het bewind bestond. In SnfS nu naaiquot; de wenschen zijner onderdanen te voegen,

i innt llt; AltKT, X zijn gezag door eene daad van willekeur te handha

ven Den 26sten Julil830 vaardigdehij eenigebesluiten {ordonnantie^ uit waarbij de Kamer der Afgevaardigden op nieuw ontbon en _

vrijheid van drukpers vernietigd, en eene nieuwe kieswet vastgeste 3 Die onverwachte maatregel, waardoor inbreuk werd ge. m„kt op de grondwet, had de uitbarsting van een opstand n

r: z -

quot; Z JCl\'sWdioml» te Rijl» 01.J.-0.g (1).

het gebate ministerie, maai het wlt; ■ npfi nlld deed

IZ ÈJST i»\' «— * Tf

te erkenmn. Hij n.m dMaop met de .iinen de w.jt mar

zich in do revolutie, on itenubliek in de getedoren der Fraiischcn

Hij had in den eersten ooi g P 01,sohoidene jaren in Europa cn

gestreden, verliet daarna „aam. les al.

»- r f rr; tzx;^ z

wijze der regeering ton lioogsto af.

-ocr page 249-

236

waar hij eenigen tijd zijn verblijf hield, en .stierf in 1836 in Ulyric (1).

De kroon werd nu opgedragen aan den Hertog van Orleans,

dle 5r\\9dequot; quot;gUStUS 1830 clen 66(1 0P de eenigszins gewijzigde constitutie aflegde, en als Lodewijk Philips, koning der Franschen de regeering aanvaardde.

De zoogenaamde Juli-omwenteling in Parijs gaf, nog eer de maand Augustus ten einde was, het sein tot een opstand in België waar sedert lang eene bedenkelijke gisting had geheerscht. Daar de oorzaken van dien opstand, de daaruit voortgevloeide omwenteling, de oprichting van het koninkrijk België, waar prins Leopold van Saksen-Coburg, die in het vorige jaar de kroon van Griekenland had afgeslagen (bl. 233), ten troon verheven werd (4 Juni 1831), en de kort daarop gevolgde Tiendaagsche Veldtocht in de geschiedenis van ons vaderland meer omstandig zijn beschreven, worden deze hoofdfeiten hier alleen, zonder verdere ontwikkeling hunner nadere bijzonderheden, aangegeven.

§ 23. Opstand der Polen legen Rusland.

Volgens de besluiten van het Weener Congres was het hertogdom Warschau, met uitzondering der provincie Posen die bij Pruisen gevoegd werd, tot een koninkrijk Polen verheven (bl 220) Waarover keizer Alexander I als constitutioneel koning het bewind aanvaardde. Ofschoon zijn bestuur, vooral in de laatste jaren de stoffelijke welvaart vermeerderde, en handel en nijverheid begonnen te bloeien, bleven de Polen afkeerig van de vreemde heerschappij waaronder men hen had gesteld. De herinnering aan de grootheid van hun vaderland in vroegere eeuwen en aan hunne nationale onafhankelijkheid, waarvan zij bij de verdeeling van het rijk op de meest wederrechtelijke wijze waren beroofd geworden bleef bestaan m de gemoederen der geheele natie, en hield hét verlangen naar het herkrijgen barer zelfstandigheid voortdurend levendig. Die stemming vermeerderde nog, toen in 1825, bij den

(1) Do hertog van Anüoulême stierf in 1844. Do hertog van Bordeaux die door de voorstanders van het wettig erfrecht der Bouhbons (de legili-misten) als koning van Frankrijk onder den naam van Hem,kik V erkend werd en zijne aanspraken op den Franschen troon nooit heeft opg\'eeeven restigde zich onder den naam van graaf van Chambordia Frohsdorf in Oosten-ryk waar hij m 1883 overleed. Hij was gehuwd met eene Oostennjksche lnnses, doch had goene kinderen.

-ocr page 250-

237

clnnd von Alex^deb, fie troon beklommen werd door zijn broeder N.1quot;quot; (U 282), lie, ov.v M %«»». v.n .11. vr,»nn,g.

^.«4, «• *■»-««

„.el, J717 J^r^oviUie v» het Russische

ïf u- maken \' De «Igemeene ontevrodenheM, mgewakkerf dom I Wik «htS. genootschappen, nam in de volgend, jaren stee -frip totdat eindelijk in November 1830 te Warschau een opstand W Ï waaraan weldra de geheele natie deelnam. Do Rus-uitbarstte, wasu „edwoncren naar de grenzen te wijken, en

siscbe troepen werden datVstond afgevaardigd

r lan den Keizer zond om op eene getrouwe uitvoering der den aan den . r)aai, (1eze echter eene onvoorvvaarde-

» t. ^ kl,.g de di.

. de quot;èheelo quot;onafhankelijkheid in Polen ijverde, de overhand, vooi cig ö i i. • 1 qqi -ittpT(1 lipt RvTssische

- T quot; atbadeen

zersbuis verveen v~klmd ^ ^ ^ met heldem0ed

bloedigen ooilog ten § manl. iu weerwil daarvan niet tegen voor hunne V11J waVen. Bovendien kwamen de

^breken ^ie vroeger den ondergang van het rijk hadden oude gebreken mi en omlei.llnge tweedracht

T lden de aanvoerders, en maakten de uitstekende dapperheid ff lik nutteloos. In September 1831 viel Warschau, na een van het yo v twee d n del1 Bussen in handen, en nog

moorddadig gevt w wal.en de laatste overblijfselen van

S Poolsche le^er genoodzaakt de wapenen neder te leggen. Polen Poolsche 0 o che rijk ingelijfdi en de voornaam-

T V fden van den opstand met verbanning gestraft. Duizenden ste hoofden v » aderland. de rust werd door strenge maat-Men verheten hun vadj* ^ nationalu

SÏ-eSeid - worden hersteld, hleet in de harten van het

volk voortleven.

Spanje, Portugal en Italië, van 1830 tot 1848.

§ 24.

In Spanje, «a,r Z

dien vorst («33) een 0.rl? de U—eiU-g * «. hevige verhittenng van weeis-

zijden gevoerd werd.

-ocr page 251-

238

Fkrotxa nd V 1, die m 1829, na den dood zijner derde gemalin n het huwehjk getreden was met Maria Cühistina, dochter van \' k0nU1quot; dei\' Seide-Siciliën, had in 1880, kort voor de

f \'„rdeT \'rquot;quot; *....... ™ j™»quot; .*4

et 0P de troonopvolging, waardoor de vrouwen van do re-0 ei mg waren uitgesloten, veranderd, en daarna Isabella tot erfgename van den troon verklaard (1). Daartegen verzette ziel, de oudste broeder des Konings, don Carlos, die een sterken aan-lang vond kj de voorstanders van het onbeperkt monarchaal cre.

rifuwe rï n K^h0]ieke 8eestelijkheid) die afkeerig van\'de meuwe denkbeelden, welke zich allerwegen openbaarden, door den

W il,- r 0P d0n CAHL0S uitoefende. ook haren invloed op het volk hoopte te herwinnen. Zoodra Ferdinanu VII was ovei-

leden, en de driejarige Isabella II tot koningin was uitgeroepen

nde! iegentschap harer moeder Maria Christina (1833)? barstte

cb nu\'gerooilog tusschen de Carlisten en de ChrisLs, zooals de

beide paitijen genoemd werden, met hevigheid los

Maria Christina zocht haren steun bij de en verieende

waatbT.r de \'T111\' T 1834 haren 01,del\'dai,en -ne constitutie,\' aai bij aan de volksvertegenwoordiging of Cortes eenige beperkte

SSLT*quot; quot;ie quot;1,l#r J™ \'•\'» Sn

Zeven jaren duurde de strijd, waarbij vooral de Garlistische

;zi z:::ÏI ^ ^door ^

heklennioed uitstekenden roem verwierf, en aan de zijde der

Eindeliilc \'l J ? , feneal Esigt;autei10 «ch bijzonder onderscheidde Eindelijk behielden de CkrMno\'s de overhand, vooral door de on-\'

^rSLT. fquot;quot;*\'* ?quot;Jquot;°nd quot;

Jo i quot;NA een viervoudig verbond had gesloten In 1840

M. h,t Jel. Clistische bmaen

Dciaimede was evenwel de rust in het land niet hersfel,! • \'

jaien lang duurde de strijd tusschen de meer gematigde én^f

verdreven liberale partijen, die zich beurtelings met geweld Tn de elkander opvolgende mmisteriën wisten te dringen. In 1846 ti-ul Isabella II, die drie jaren te voren meerderjarig verleid was

(1) In vroegere eeuwen waren in Spanje do vrouwen tof rln i-™ , •

fr ff ::tTrquot;rr*r *quot;quot;

te

-ocr page 252-

239

en de regeering zelve land aanvaard, in het huwelijk met haren neet\' Frans, een zoon van den jongeren broeder van don Carlos. De laatstgenoemde week naar Frankrijk, en stierf in 1855 te Triest, nadat hij van zijne aanspraken op den Spaansohen troon afstand had gedaan ten behoeve van zijnen oudsten zoon, den gl-aat\' van Montemolin die in 1861 kinderloos overleed.

In hetzelfde tijdvak werd ook Portugal, waar zooals vroeger (bl. 231) gezegd is, don Miguel zich met geweld van den troon had meester gemaakt, het tooneel van langdurige binnenlandsche onlusten. Keizer Pedro van Brazilië, die ten gevolge van voortdurende oproerige bewegingen in 1831 afstand deed van den Bra-ziliaanschen troon ten behoeve van zijn zoon, besloot de rechten van zijne dochter Maria da Gloria tegen don Miguel te verdedigen. Hij verzamelde in Engeland en Frankrijk eenige troepen, waarmede hij in 1832 in Portugal landde, en den strijd tegen don Miguel begon, die na twee jaren te zijnen voordeele beslist werd. Don Miguel deed afstand van den Portugeeschen troon, en begaf zich in het buitenland (1); Pedro nam het bestuur in handen voor zijne nog minderjarige dochter, die, toen hij eenige maanden later overleed, zelve de regeering aanvaardde als Maria H (1834), en kort daarna in het huwelijk trad met den hertog van Leuchtenherg, den zoon van Eugenius deBeauiiarnais (bl. 219). Twee maanden later weduwe geworden zijnde, hertrouwde zij in 1886 met prins Ferdinand van Saksen-Coburg.

De onlusten in Portugal bleven intusschen nog vele jaren voortduren: het volk was in verschillende partijen verdeeld, die herhaalde oproeren verwekten, waardoor de binnenlandsche welvaart natuurlijk zeer leed en de toestand der geldmiddelen van het rijk meer en meer veraohterde.

Geen land van Europa was gedurende het tijdsverloop van 1830 tot 1848 meer aan binnenlandsche beroeringen ten prooi dan Italië. De vorsten, door Oostenrijksche wapenen in hun verzet tegen de eischen der liberale partij ondersteund, bezaten noch liet vertrouwen noch de liefde hunner onderdanen, en weigerden ten stelligste, meer vrijzinnige regeeringsbeginselen in te voeren. Herhaalde opstanden in den Kerkdijken Staal, Modena, Far ma, Napels, em. moesten telkens met geweld worden onderdrukt. De vervolgingen duurden onophoudelijk voort, de kerkers waren met gevangenen

(■1) Don Miguel herriep kort daarna den gedanen afstand. Hij woonde later op liet kasteel BrmnhavU in hut groothertogdom Baden en stierf in \'1866.

-ocr page 253-

240

opgevuld, duizenden vluchtelingen zwierven in het buitenland. Te gelijker tijd vormden zich eene menigte geheime genootschappen waaronder één het Jonge Italië genoemd, voornamelijk bestuurd door den hevigen volksleider Mazzini, zijne vertakkingen over het geheele schiereiland uitbreidde, en het tot stand brengen van een eemg Italië onder een republikeinschen regeeringsvorm %n met Rome tot hoofdstad ten doel had.

In 184(5 werd de hoop der voorstanders van meer vrijzinnige regeenngsbeginselen verlevendigd, toen Pms IX den Pauselijken stoel ^ beklom, en terstond verscheidene algemeen gewenschte hervormingen in het bestuur van den Kerkelijken Staat invoerde De algemeene geestdrift, die daardoor ontstond, drong de meeste regeeringen van Italië, eenigermate aan den volkswensch gehoor te geven, en zoo verkregen Napels, Sardinië, Toscane en de Kerkelijke Staal in het begin van 1848 min of meer liberale constitution.

Daarmede kwam echter aan de woelingen nog geen einde; het Jonge Italië zette in het geheim zijne republikeinsche plannen voort, zoodat Oostenrijk, dat in zijne Italiaansche landen van ^eene vrijzinnige wijzigingen in den regeeringsvorm wilde weten,quot; zich gereed maakte, weder in Italië tusschenbeide te komen, toen de gewichtige gebeurtenissen, die in Frankrijk voorvielen (bl. 250) plotseling eene geheele verandering teweegbrachten.

Intusschen was Makia Louise, de weduwe van keizer Napoleon (bl. 219), in 1847 overleden, en ten gevolge van vroeger gemaakte bepalingen, in het hertogdom Par ma opgevolgd door xvarel Lodewuk van Bourbon (1).

§ 25. Duüsdtland en Zwitserland tot aan het jaar 1848.

Terwijl de in de vorige paragraaf vermelde gebeurtenissen in het zuiden van Europa voorvielen, was het in Duiischland verre van rustig. De nieuwe denkbeelden, door de Fransche revolutie

(1) Karkl Lodewuk van Bourbon was de zoon van den vrooeoren Kn nmg van (bl. 190), welk land i„ 1808 bij Frankrijk was ingelijf l

(bl. 20/), on in 1814 als groothertogdom Toscane was hersteld (bl. 221) De zoon van keizer Napoleon en Maria Louise (bl. 212), die na 1815 aan het Oostenrijksche hof was opgevoed, en in 1818 van zijnen grootvader, keizer 1 hans I, den titel van hertog van Reichstadt had verkregen was in 1832 aan de tering gestorven.

-ocr page 254-

241

in liet leven geroepen, vonden zoowel hevige bestrijders ondei de aanhangers van het onbeperkte gezag der vorsten, als warme voorstanders onder de meerderheid dor natie. Zelfs de meest bezadigde onder de laatsten waren van oordeel, dat het algemeen belang medebracht, dat de verouderde regeeringsvormen gewijzigd werden, en dat bij de toenemende beschaving en verlichting aan de natie het recht toekwam door hare vertegenwoordigers deel te nemen aan hot bestuur, hetgeen haar bovendien was toegezegd in do dagen toen zij, op de roepstem der vorsten, to wapen snelden om do Franschen te bestrijden. De bedaarde en ernstige voorstellen echter der gematigden, zoowel als do buitensporige eischen der overdreven voorstanders van de nieuwe begrippen, die door hevige en oproerige middelen allerlei onuitvoerbare plannen tot omverwerping van het bestaande en hervorming der maatschappij wilden verwezenlijken, stuitten af op den tegenstand der regeo-ringen, die, op aansporing vooral van Oostcnrjjk en rvuisen, de publieke meoning met gewold onderdrukten, in plaats van haar niet verstand te leiden. Wel worden in verscheidene staten, als Brunswijk, Saksen, Hessen-Kassei enz., ten gevolge van oproerige bewegingen, constitution of verbeteringen in de staatsregeling ingevoerd, maar die gedeeltelijke liervonningen voldeden niet aan deD meerderheid der natie. De wensch naar eene geheele verandering in het bestuur van hot Duitsche Verhoud werd meer en meer algemeen. Men verlangde eene nauwere aaneensluiting en verbinding tusschen de onderscheidene doelen van hot gemeenschappelijk Duitsche vaderland, en in plaats van do weinig be-teekenonde Bondsvergadering in Fmnklort, die alleen uit gevolmachtigden van de vorsten bestond, wenschte men een Duitsch Parlement, samengesteld uit het Hoogerhuis, waarin de vorsten en een Lagerhuis, waarin het volk door hunne afgevaardigden vertegenwoordigd werden.

In 1840 stierf koning Fuedemk Willem III van Prinsen, en werd opgevolgd door zijnen zoon Fkedekik Willem IV, een vorst, die aan groote gaven van geest en verstand, een weifelend karakter paarde, die met eigenzinnigheid aan zijne eigene denkbeelden o-ehocht, nu eens uit vrijen wil hervorming beloofde, dan weder, door tegenovergestelde gevoelens belieerscht, de verwachtingen

zijner onderdanen te leur stelde.

\' In Hannover ging in 1837 de regeering insgelijks m andere handen over, toen koning Willem IV van Engeland (1) stierf

cl) Geokge 111 (bl. 214) was in 1820 gestorven, cn door don l\'iins

TT 16

-ocr page 255-

9 i o

i\'.GuJtr kinderen na te laten. Zijne nicht Victoiua, de dochter van zijnen overleden broeder, den hertog van Kent, volgde hem als naaste erfgenaam in het Britsche rijk op, doch in Hannover, waar de vrouwen van de regeering zijn uitgesloten, werd de kroon aanvaard door Eknsï August, hertog van Cumbevlcind, den oudsten zijner nog levende broeders, die terstond de constitutie van het koninkrijk ophief, doch eenige jaren later toegaf aan de algemeene ontevredenheid, welke hij in het eerst met gestrengheid en kracht onderdrukt had, en eeno nieuwe constitutie verleende, die meer met zijne inzichten overeenstemde (1840).

In Oostenrijk, waar, ten gevolge der behoudende staatkunde van prins Mhttebnich, van geene verandering of wijziging in den regeeringsvorm sprake was, stierf keizer Frans I in Issö, en liet do kroon na aan zijnen zoon Pkrdinand 1.

Zwitserland werd in dit tijdvak door binnenlandsche twisten geteisterd, die zelfs tot eene scheuring van het verbond aanleiding gaven. Hier werd de godsdienst in het geschil over do staatkunde gewikkeld ; dewijl de liberalen den toenemenden invloed der Katholieke geestelijkheid tegenwerkten, en deze door do behoudende partij gesteund werd. Do twist liep zoo hoog, dat zeven Katholieke kantons zich in 1845 onderling tot een aanvallend en verdedigend verbond (Sonderhund) vereenigden, waartegen de Landdag een leger op de been bracht, dat binnen zeer korten tijd do rust herstelde. Overal werden nu liberale regeeringen aangesteld, en de Sonderhund tot vergoeding der oorlogskosten veroordeeld.

§ 21), Engeland, de Noordsehe rijken eti\' Nederland noi

1881 tot 1848.

Engeland bleef evenmin als de meeste staten van het vasteland vrij van binnenlandsche onlusten, doch deze vloeiden groo-tendeels uit andere oorzaken voort dan elders. Zij hadden niet zoozeer hunnen grond in een verlangen naar eene verandering-in den bestaanden regeeringsvorm, die sedert eeuwen in Engeland zeer vrijzinnig was, als wel in den maatschappelijken toestand, die veel te wenschen overliet.

In geen land ter wereld is zooveel rijkdom als in Engeland,

regent als George TV opgevolgd. lij] diens dood in 1830 had zijn brooder Willem IV den Britschen troon beklommen.

-ocr page 256-

243

maar ook nergens lieersoht eene zoo diepe armoede onder de lagere standen der maatschappij. Het grondbezit is er bijna uitsluitend in handen van de liooge aristocratie, zoodat er nagenoeg geen onafhankelijke boerenstand bestaat, en de groote menigte der bewoners van het platteland als daglooners van de pachters hun brood moeten verdienen, terwijl de rijke opbrengsten van den landbouw, die in Engeland op een hoogen trap van ontwikkeling staat, aan de aanzienlijke grondeigenaars toevloeien. Eene andere bron van welvaart vindt Engeland, behalve in zijn wereldhandel, voornamelijk in zijn uitgebreid fabriekwezen; maar ook daar worden dezelfde maatschappelijke gebreken aangetroffen. Een betrekkelijk klein aantal kooplieden en fabrikanten hebben den handel en de nijverheid in hunne macht, en vele honderdduizenden arbeiders, die voor een sober loon moeten werken, en slechts ternauwernood hun gezin voor gebrek kunnen bewaren, leven daardoor in groote afhankelijkheid. Een gevolg daarvan is, dat bij iedere storing in den gewonen loop der omstandigheden, bijv. een mislukte oogst, duurte van levensmiddelen, een oorlog, die den handel en de nijverheid belemmert enz. de armoede van het volk, dat in gewone tijden nauwelijks in zijne behoeften kan voorzien, vaak tot eene ontzettende hoogte stijgt, hetgeen dan aanleiding geeft tot oproer. Een zoodanige toestand kan alleen verbeterd worden door een verstandig bestuur, dat door spaarzaamheid de uitgaven beperkt, door goede wetten de algemeene welvaart bevordert, cn de belastingen zooveel mogelijk vermindert, en daartoe is het noodig, dat in het Parlement vooral zoodanige leden zitting nomen, die do belangen van het algemeen begrijpen en met kracht bevorderen. Dat nu was in Engeland niet het geval; volgens de oude bepalingen op het kiezen der volksvertegenwoordigers, was slechts een betrekkelijk klein gedeelte der bevolking tot de keuze gerechtigd, en werd daarop de grootste invloed door de rijksten en aanzienlijksten uitgeoefend, terwijl bovendien vele onbeduidende gehuchten, die in aloude tijden van meer belang waren geweest, afgevaardigden naar het Parlement zonden en daarentegen sommige der welvarendste en volkrijkste steden, wier opkomst en bloei eerst van lateren tijd dagteekende, in het geheel niet vertegenwoordigd waren.

De aandrang tot het veranderen der oude kieswetten werd dan ook zoo groot, dat de regeering, kort na de troonsbeklimming van Willem IV, in 1831 een voorstel tot hervorming daarvan indiende, volgens hetwelk het aantal kiezers aanzienlijk vermeerderde, cn de middelstand niet langer van invloed op het landsbestuur

-ocr page 257-

244

was uitgesloten. Dat voorstel werd, na veel tegensband, die tot bedenkelijke volksoploopen aanleiding gaf, in 1833 aangenomen.

Eene andere bron van onlusten was de toestand van Ierland, dat sedert eeuwen niet veel beter dan als een wingewest behandeld werd. Bijna alle grondeigendommen op dat eiland zijn in handen van Engélschcn, die de rijke opbrengsten hunner landerijen in Engeland en niet in Ierland verteren, zoodat dit laatste land zich onmogelijk tot een staat van bloei kon verheffen, en het volk meer en meer verarmde, en daardoor tevens voortdurend in beschaving terugging. Bij die grieven der Ieren kwam eene tweede van niet minder belang. In hot Brilsche rijk waren sedert den val der Stuarts de Katholieken niet alleen van alle staatsambten uitgesloten, maar zij mochten ook geene leden van het Parlement zijn, zoodat, niettegenstaande de lersche bevolking voor verre hot grootste gedeelte Katholiek is, alle posten en bedieningen door Protestanten werden ingenomen, en geen enkel Katholiek de belangen zijner geloofegenooten in het Parlement kon voorstaan.

Dat alles wekte in hooge mate de ontevredenheid op der leren, die in den bekwamen en wolsprekenden Daniel O\'Oonnml een krachtigen voorstander hunner rechten vonden. Aan zijne dringende vertoogen, zoowel als aan de toenemende gisting in Ierland, gelukte het reeds in 1829 eene wet te doen aannemen, die aan de Katholieken gelijke staatkundige rechten als aan de Protestanten verzekerde, en van toen af bleef hij onvermoeid streven naar de wegruiming der vele misbruiken, die de opbeuring van Ierland in den weg stonden.

In 1837 stierf Willkm IV en werd opgevolgd door koningin Vic-toüia I (bl. 242), die in 1840 in het huwelijk trad met prins Albert van Saksen-Cohure/, en door haar verstandig en gematigd bestuur de liefde barer onderdanen in hooge mate verwierf (1). In den toestand van Ierland kwam, deels door het aanstellen van bekwame stadhouders, deels door het krachtdadig bedwingen van oproerige bewegingen, eenige verbetering, doch de gevolgen van een verkeerd bestuur van zoovele eeuwen konden niet in zoo korten tijd uit den weg geruimd worden, zoodat zelfs in onze dagen die toestand verre van gunstig is te noemen.

De toenemende armoede der lagere klasse baarde der regeering

(1) Prins Albeht, dio zioli lt;iü achting on toegonegeviiioid van liet Kngel sche volk door zijno voorti-ulfelijke oigonsoliappon wist waardig to malion overleed algomeon betroard den liden Decombor- 1801, zijne gemalin vier zonen cn vijf doolitof» nalatende.

-ocr page 258-

245

groote zovg, en gaf meermalen aanleiding tot hevige opschuddingen, te meer doordien zich eene uitgebreide vereeniging had gevormd, dio den maatsch appelijken toestand door eene belangrijke wijziging van den regeeringsvorm wilde verbeteren, en daartoe eene nieuwe grondwet of Charier had ontworpen, naar hetwelk hare leden den naam van Chartisten ontvingen. Door beteugeling der ongeregeldheden en gedeeltelijke bevrediging der billijke volkswensoheu, wist evenwel de regeering de rust te handhaven, en al te groote en plotselinge omwentelingen in de bestaande orde van zaken te keer te gaan, terwijl de bloei van den handel, en daardoor de welvaart van den middelstand, door verstandige wetten werd bevorderd.

Met het buitenland bleef Engeland in het tijdvak van 1815 tot 1848 in vrede, met uitzondering van de expeditie tegen Algiers, die in 1816 in vereeniging met de Nederlandsche zeemacht werd ondernomen, om den Dey door het bombardeeren zijner hoofdstad voor het plegen van onophoudelijken zeeroof te tuchtigen en tot de teruggave der gevangen Christenslaven te dwingen. Eveneens werd een oorlog tegen China (1839 —1842) tot bescherming der Britsche handelsbelangen, door een voordeeligen vrede geëindigd.

In Zweden, Noorwegen en Denemarken hadden sedert do Fran-sche revolutie van 1830 geene gebeurtenissen van algemeen belang plaats. De beide eerste rijken bloeiden onder de uitmuntende regeering van Bèiinadotte (bl. 213), die in 1818, als Kakel XIV Jan, koning Kakel XIII was opgevolgd, en bij zijn overlijden in 1844 de kroon aan zijnen zoon Oscar I naliet.

FiiEDEiiiK VI van Denemarken maakte zich eveneens door een verstandig bestuur bij zijne onderdanen bemind. Onder zijnen neef Chuistiaan VIII, die hem in 1839 opvolgde, begon een geschil te ontstaan over het recht van opvolging in Denemarken en in de hertogdommen Sleeswijk, Uolslein en Lauenhurg, welke beide laat-sten een deel uitmaakten van het Duitsche Verbond. Het recht van opvolging was verschillend voor bet Koninkrijk en voor do Hertogdommen. In beide waren de mannelijke nakomelingen van de regeerende linie het eerst gerechtigd tot de kroon, en zoolang dus de Deensche koningen, zooals tot hier het geval was geweest, mannelijke erfgenamen hadden, die hen opvolgden, was er geene reden tot bezwaar. Maar thans bestond het vooruitzicht, dat het regeerend stamhuis in de mannelijke lijn zou uitsterven. Chuistiaan VIH had slechts één zoon en één broeder, die beide

-ocr page 259-

24Ö

kinderloos waren. Bij hun overlijden zou dus do vrouwelijke lijn nan het bewind komen, doch de bepaling, welke erfgenaam in de vrouwelijke lijn het naaste recht tot opvolging had, was niet dezelfde in Denemarken als in de Hertogdommen, en het liet zich dus voorzien, dat de beide deelen van het rijk niet meer onder éénen vorst zouden vereenigd blijven. Het Deenscho volk wilde die verbrokkeling niet,, terwijl de Hertogdommen, wier bevolking voor verre het grootste gedeelte uit Duitschem bestond, zeer voor de afscheiding van Denemarken gestemd waren. De zaak werd nog ingewikkelder doordien er eene oude verordening uit de middel-oeuwen bestond, volgens welke Sleeswjk, dat niet tot het Duitsche Verbond behoorde, nooit van Holstein mocht gescheiden worden. Te midden van den strijd der meeningen, die daarover ontstond, en waarbij de Duitsche natie over het algemeen zeer voor de rechten der Hertogdommen ijverde, verklaarde Oiieistiaax VIH iu 1846, dat de in Denemarken bestaande erfopvolging ook in do Hertogdommen geldende was. Daartegen leverden de Stenden van Holstein een protest in, en wendden zich tot de Duitsche Bondsvergadering, die wel is waar den Deenschen koning het recht otitzegde zoodanige bepaling te maken, maar buiten machte was, zich met eenige kracht tegen hem te verzetten. De strijd der partijen, die den nationalen haat tusschen de Denen en Duitschers steeds vermeerderde, was nog geenszins beslist toen Ciiristiaas VHI in Januari 1848 stierf, en door zijn zoon Frkdf.kik Vil opgevolgd werd.

Nederland bleef in dit tijdperk, te midden der woelingen, die een groot gedeelte van Europa beroerden, eene ongestoorde bin-nenlandsche rust genieten. In 183!) gat\' koning Wii.lkm I toe aan den drang der omstandigheden, en erkende de onafhankelijkheid van het koninkrijk België. Met den wensch van een groot gedeelte der natie naar eene meer vrijzinnige grondwet, waardoor men ook eene verbetering zocht te verkrijgen in den slechten toestand, waarin de financiën van den staat zich bevonden, kon hij zich niet wel vereenigen. De tegenstand, dien hij daardoor ondervond, gevoegd bij den last van een hoog gevorderden leeftijd, deden hem besluiten afstand te doen van den troon ten behoeve van zijn oudsten zoon, den Prins van Oranje (bl. 224), die in 1840 als Willem II de regeering aanvaardde en onder wiens bestuur in 1W44 de verbetering van het financiewezen, en in 1848 de vrijzinnige herziening der grondwet tot stand kwamen.

-ocr page 260-

247

§ 27. Frankrijk ouder Lodcwjk Philips. I)c Februari-

omwcntelim/.

De vegeering van Lohkwi.ik Piirui-s (1880 1848) word gekenmerkt door een voortdurendon strijd der partijen. Zoowel de aanhangers van den verdreven tak der Bornnoxs (de legilimiMen) nis de Republikeinen en de Bonapartisten waren liet nieuwe bestuur vijandig, en belemmerdon hot op allerlei wijzen. Om zich staande te houden, zocht Lopkwi.ik Pjiiijivs voornamelijk zijn steun liij den gegoeden burgerstand, en trachtte tusschen do verschillende staatkundige partijen zooveel mogelijk het juiste midden te houden. Eene nieuwe kieswet, die in 1831 werd aangonomon, bevatte zoodanige bepalingen, dat het recht om volksvertegenwoordigers te kiezen, voornamelijk aan do gegoede burgerklasse gegeven word, zoodat de Kamer der Algevaardigden dan ook langzamerhand voor het grootste gedeelte uit rijke grondbezitters, fabrikanten, bankiers en kooplieden word samengesteld.

Ten opzichte van liet buitenland volgde Lodewi.ik Pimji\'s eene dergelijke staatkunde: terwijl hij zich nergens met kracht aansloot, zocht hij, meest door onderhandolingon, den vrede to bewaren. Te vergeefs wenschte een groot gedeelte der natie, dat Frankrijk zich als oene groote liberale ihogondheid in Europa zou doen gelden, dat het in Polen (bl. 236), in Italië (bl. 139) enz. zou tus-schenbeide komen; de Koning vermeed zooveel mogelijk alles wat Frankrijk in een oorlog zou kunnen wikkeion. Daardoor bleef wel is waar de vrede vele jaren behouden, maar de invloed van Uusland en Oostenrijk op de Europeescho aangelegenheden nam daardoor in dezelfde mate toe, als die van Frankrijk verzwakte. Alleen ton opzichte van België gaf Lodewi.ik Piiiliivs aan het verlangen dor liberale partij gehoor, door in 1831 een Pransch leger over do grenzen te zenden, dat den Prins van Oranje in zijne overwinningen stuitte (bl. 236), en daarna de citadel van Antwerpen veroverde (1832).

Om aan den krijgsziiclitigen geest van hot Pransche volk te voldoen, en tegelijk het leger bezigheid te verschaften, besloot hij de verovering van Algerië, welks hoofdstid Algiers reeds in 1830 was bemachtigd (bl. 235), te voltooien. Dat gelukte eerst na oen oorlog van verscheidene jaren, daar de krijgshaftige Arabieren en Kabylen (de oorspronkelijke bewoners van het land) een uitstekenden aanvoerder vonden in den Emir Abd-El-Kadek, die do geestdrift zijnor goloofsgenooten, welke hem als een afstammeling van Mohammed en als een heilige vereerden, wist op te wekken.

-ocr page 261-

248

en zich vijftien jaren lang door zijn heldenmoed en beleid wist staande te houden. Eerst in 1847 werd aan zijn wanhopigen tegenstand een einde gemaakt; hij moest zich gevangen geven, werd naar Frankrijk gevoerd, en verkreeg eenige jaren later (1852) de vergunning, zich te Broesa in Klein-Azië te vestigen.

Inmiddels bleef de ontevredenheid in Frankrijk steeds toenemen. De legitimisten, meerendeels uit den ouden adel bestaande, bleven den Burgerkoning, zooals Lodewijk Philips genoemd werd, als een overweldiger beschouwen, onttrokken zich aan alle verkeer met het hof en aan allo staatsambten, en voerden in do legitimis-tische dagbladen een onophoudelijken strijd tegen de handelingen van het bewind. De republikeinen, die bij het uitbreken der Juli-revolutie op do herstelling van de republiek hadden gehoopt, zetten hunne plannen in geheime vereenigingen voort, en werkten voornamelijk op de lagere volksklasse, welke nog bovendien op het dwaalspoor werd gebracht door de zoogenaamde Socialisten en Communisten, die door schoonschijnende redeneeringen het volk in den waan brachten, dat door eene geheele omverwerping van den bestnanden toestand der maatschappij, een tijdperk van algemeen geluk en eene gelijke verdeeling van bezittingen te verkrijgen was.

Van dio stemming der gemoederen meende Lodewijk Napoleox Bonaparte, de zoon van den gewezen Koning van Holland (bl. 202) (1), gebruik te kunnen maken om zich tot keizer te doen uitroepen. Hij wist daartoe in Straatsburg een aanhang te winnen, doch toen hij in 1837 daar verscheen, werd hij, bij do eerste poging tot opstand, met de zijnen in hechtenis genomen. Tot verbanning naar Amerika veroordeeld, keerde hij in het volgende jaar naar Europa terug, begaf zich naar Zwitserland, en vandaar naar Engeland. In 1840 beproefde hij eenen tweeden aanslag; hij stak naar Boulogne over; doch ook ditmaal mislukte zijne onderneming. Hij werd tot levenslange gevangenschap veroordeeld en naar het kasteel van Ham gebracht, vanwaar hij in 1846 ontsnapte.

In 1842 trof Lodewijk Philips een zware slag door den dood van zijnen oudsten zoon, den algemeen beminden Hertog van

(1) Hij was in liet, jaar ISOS geboren. Zijn oiulsto broeder was in 1807 to \'s-Gravauhage gestoi ven ; do tweede was in 1838 in oen volksoploop (o Firli in don Keiketijlen Slaat, door do Pauselijko troepen doodgesolioten. Daar do zoon van keizer Napolkon (bl. 240) in 183-2 was overleden, zou Lodewijk N.uomon bij een herstel van zijno dynastie, na den dood zijns vaders, die in 1S46 stierf, de naaste erfgenaam van den Kranachon troon zjjn.

-ocr page 262-

249

Orleans, die door het hollen dor paarden van zijn rijtuig om het leven kwam. Diens oudste zoon, de vierjarige Graaf van Parijs, werd nu de vermoedelijke troonopvolger.

Sedert 1840 was de leiding der staatsaangelegenheden voornamelijk toevertrouwd aan den rechtschapen minister Guizoï, die geheel de inzichten van den Koning was toegedaan. Hardnekkig vasthoudende aan de eenmaal opgevatte regeeringsbeginselen, zag hij niet in, dat de binnenlandsche toestand van Frankrijk hoe langer hoe gevaarlijker werd. Do woelingen en ongeregeldheden, die van dag tot dag toenamen, ging hij door steeds strengere maatregelen te keer, en wist de leden der Kamer van Afgevaardigden door gunsten, geschenken, beloften enz. te winnen, en zich zoodoende zeven jaren aan het hoofd van het ministerie staande te houden.

De tegenstand werd intussehen voortdurend heviger, en daar men begreep, dat Guxzot, tegen wien de aanvallen voornamelijk gericht waren, niet ten val zou te brengen zijn zoolang hij de meerderheid in de Kamer voor zich had, stelde men alle pogingen in het werk om zooveel mogelijk volksvertegenwoordigers tu doen verkiezen, die tegenstanders waren van hot bewind. Dat gelukte evenwel niet, omdat door de bepalingen der kieswet van 1831 (bl. 247) de keuze voornamelijk gedaan werd door hen, die het gouvernement ondersteunden, en zoo werd van alle kanten eene wijziging van die wet geëischt, waardoor het aantal der stemgerechtigden zou worden uitgebreid.

Om hunne vorderingen meer kracht bij te zetten en op do openbare meening te werken, vereenigden zich de tegenstanders der regeering in den loop van 1847 aan groote openbare maaltijden (reform-banketten), waarbij heftige redevoeringen werden gehouden, die de opgewondenheid der volksmenigte voortdurend vermeerderden. Het aantal dier banketten nam steeds toe, en bijna in iedere stad van het rijk gaf men door dat middel zijne afkeuring van de daden van het ministerie te kennen. Noch de Koning noch zijne ministers waren intussehen door de toenemende spanning tot eenige wijziging van hun regeeringsstelsel te bewegen ; zij beschouwden de bestaande gisting als het uitwerksel van vijandige en blinde hartstochten, en toen in Februari 1848 een reform-banket in Parijs werd aangekondigd, besloot do regeering dit met geweld te verhinderen. Zoodra de leiders der beweging dit vernomen hadden, zagen zij van hun voornemen af, doch het volk, eenmaal in beweging gekomen, was niet zoo licht weder tot rust gebracht. Den 22sten Februari 1848 hadden er groote

-ocr page 263-

250

ongeregeldheden plaats, die wel aanvankelijk door de troepen werden gestild, doch den volgenden dag, in weerwil dat de Koning zijn ministerie ontsloeg, met verdubbelde woede hervat werden. Het volk werd overal meester, en den 24sten Februari zag Lodewijk Pim.ii\'s, wien /.elfs de troepen on de meerderheid der officieren ontrouw werden, geene andere uitkomst dan afstand te doen van den troon ten behoeve van zijnen kleinzoon, den Graaf van Parijs. Ofschoon er nog velen waren, die op deze wijze den monarchalen regeeringsvorm wejischten te behouden, kregen de Republikeinen de overhand. Te midden van eene on-uitsprekelijke verwarring, werd in de vergaderzaal der volksvertegenwoordigers, onder het geschreeuw van gewapende opstandelingen, die binnengedrongen waren, een Voorloopig Bewind ingesteld, van hetwelk de beroemde en welsprekende dichter Dn Lamahïine een der meest invloedrijke leden was, en dat dadelijk de Kepubliek afkondigde. Lokkwijk Piiilii\'s vluchtte met de zijnen uit Parijs, en nam de wijk naar EMdaiid, waar hij zijn verblijf vestigde en in 1850 overleed.

§ 28 De Fransche RcpuhUek, ran dc Fehraari-omwentelinq

tot aan de troonsheldimmiiui ran keixcr Napoleon UI.

Het jaar 1848 ging voor Frankrijk onder ontzettende woelingen en herhaalde opstanden voorbij. De arbeidende klasse, opgeruid door de Socialisten, vorderde dat de staat aan allen werk zou verschaffen, of hen bij gebrek aan werk ondersteunen. De geheele maatschappelijke orde werd bedreigd; meer dan honderdduizend arbeiders uit alle oorden van Frankrijk vloeiden naar Parijs, en vermeerderden de verwarring. De Nationale Vergadering, die door het algemeene stemrecht was bijeengeroepen, en wier taak het was, eene constitutie voor de Fransche Republiek te ontwerpen, werd in Mei 1848 geopend. Daar het Voorloopig Bewind nu het gezag nederlegde, benoemde de Vergadering eene Regeerings-commissie van vijf leden, om de leiding der zaken op zich te nemen, totdat de inrichting van het bestuur door de constitutie zou bepaald zijn. Weldra echter was die commissie niet meer bestand tegen de steeds toenemende onlusten, aangestookt door de Socialisten en de hevige Republikeinen, die de geheele maatschappij met geweld wilden omverwerpen, enderoode of bloedvlag voor hunne leus namen, van waar zij den naam van roode republikeinen ontvingen..

-ocr page 264-

251

Den 22sten Juni 1848 brak eindelijk een allerhevigst oproer uit. De Eegeerings-commissie, die geheel radeloos was, legde het bewind neder, en de Nationale Vergadering bekleedde den generaal Cavaionao met een dictatoriaal gezag. Eerst na een verwoeden strijd van vijf dagen gelukte het dien wakkeren aanvoerder het oproer- te dempen, en daardoor Frankrijk voor onafzienbare ellende te bewaren. De hoofdleiders werden streng gestraft, en krachtige maatregelen voor het vervolg genomen, terwijl 0avaig-nac, die terstond na het volbrengen van zijne taak zijne waardigheid had nedergelegd, opnieuw met de uitvoerende macht bekleed werd.

In November was de nieuwe constitutie voltooid, en werd zij plechtig afgekondigd. Daarbij was onder anderen bepaald, dat de wetgevende macht bij eene Kamer van Afgevaardigden zou berusten, dat ieder Franschman boven de 21 jaren recht had tot de verkiezing der volksvertegenwoordigers mede te werken, en dat de uitvoerende macht zou opgedragen worden aan eenen President, die eveneens door het volk voor den tijd van vier jaren zou verkozen worden, en bij zijne aftreding niet terstond herkiesbaar zou zijn. Den lOden December had de keuze van eenen President plaats; van de quot;Va millioen stemmen, die uitgebracht werden, vereenigden zich l1^ millioen op Cavaignac en ruim 5Va millioen op Lodkwijk Napoleon Honapahtu, die eenige maanden te voren tot volksvertegenwoordiger was gekozen, en wiens aanhangers de geestdrift van een groot gedeelte der natie dooide roemrijke herinneringen van het Keizerrijk hadden weten op te wekken. Bovendien hadden eene groote menigte ligitimisten, Orleanisten en gematigde republikeinen, die het behoud der orde en binnenlandsche rust wenschten, voor Bonapaute gestemd, opdat het aan de socialistische partij niet gelukken zou, een dei-hunnen aan het hoofd van den staat te brengen. Vele van deze laatsten eindelijk, die wel inzagen, dat óf Bonaparte óf Ca-vatgnao de meerderheid van stemmen zou verkrijgen, hadden hunne stem op den eerste uitgebracht, uit haat tegen Cavaionao, die het socialistische oproer in Juni met zooveel veerkracht had onderdrukt en naderhand hunne woelingen zoo krachtig had tekeer gegaan.

Den 20sten December 1848 aanvaardde Bonai\'arte het gezag, en het bleek al zeer spoedig, dat zij, die hem naar den uitslag zijner onbezonnen ondernemingen in Straatsburg en Boulocjne (bl. 248) beoordeeld hadden, zich zeer hadden vergist. Aan eene groote helderheid van inzichten in de bestaande toestanden en eene

-ocr page 265-

252

onverzettelijke wilskracht, paarde de nieuwe President do gave om met geduld het juiste oogenblik van handelen af te wachten, en eene zeldzame mate van stilzwijgendheid, waardoor hij zijne vooruitziende plannen, die het verkrijgen der erfelijke monarchie ten doel hadden, verborgen wist te houden. Langzamerhand evenwel werd het duidelijk, dat hij naar machtsvermeerdering streefde, waarin do republikeinsche partij hem met kracht besloot tegen te gaan. In 1850 bleek hot dat dio partij, zoowol als de Socialisten, nog grooton invloed op hot volk uitoefenden, daar zij do verkiezing van vier roode republikeinen tot leden van de Wetgevende Vergadering wisten te bewerken. Te gelijkor tijd verzamelde zij hare krachten tegen het jaar 1852, om dan, bij gelegenheid der keuze van oenen nieuwen President en van eone nieuwe Kamer van Afgevaardigden, hare beginselen en plannen te doen zegevieren. De bezorgdheid van do voorstanders der orde werd daardoor in hooge mate opgewekt, en de Bonapartisten maakten er van hunnen kant een ijverig gebruik van, om op hot gevaar to wij-zon, dat do maatschappij bedreigde. Intussohen ging de President langzaam, maar mot grooto schranderheid op den weg voort, die hem tot zijn doel moest leiden; hij omringde zich met bewindslieden, die hem persoonlijk toegedaan waren, wist het leger voor zich in te nemen, en op zijne reizen door do verschillende departementen de gunst van het volk te winnen. Zoo spoedde het jaar 1851 ton einde, en nam do vrees voor hetgeen in hot volgende jaar gebeuren moest, hand over hand toe. Een voorstel om do constitutie te doen herzien, en daardoor te bewerken, dat Bona-varïe na het eindigen van zijn vierjarig bestuur terstond herkiesbaar zou wezen, werd door de Wetgevende Vergadering verworpen, hetgeen een groot gedeelte van de natie, zoowel de voorstanders dor maatschappelijke orde als de ijverige Bonapartisten, tegen do volksvertegenwoordiging innam.

Toen meende . Bonaparte, dat hij genoog op do algemeeno stemming der gemoederen mocht rekenen om de bestaande staatsregeling omver te werpen. In het diepste geheim bereidde hij mot oenige weinige aanhangers alles voor tot een zoogenaamden staatsaanslag {cuup d\'étal), en in den nacht van den 2don December 1851 bracht hij dien ten uitvoer. In dezelfde oogenblikken dat hij in zijn paleis een luisterrijk bal gaf, en zich, zonder eenigo gemoedsaandoening te doen blijken, mot zijne gasten onderhield, werden een groot aantal der meest invloedrijke volksvertegenwoordigers in hunne woningen gevangen genomen en naar het kasteel van Ham gevoerd. Den volgenden morgen vaardigde hij

-ocr page 266-

253

eenc proclamatie uit, waarbij hij de Kamer ontbond, Parijs in staat van beleg verklaarde, en een beroep deed op de natie, om hare goed- of afkeuring te geven aan eene constitutie, waarbij de tijd van zijn gezag met tien jaren verlengd word. Zijn stoute toeleg gelukte volkomen; de oproeren, die hier en daar uitbraken, werden met geweld onderdrukt en streng gestraft, en van de 8 millioen stemmen, die op den 20sten en 21sten December werden uitgebracht, verklaarden bijna 71/2 millioen zich voor liet ontwerp van Bonapahte.

De nieuwe constitutie bevatte bepalingen, die nagenoeg de ge-heele macht in handen gaven van den President en een door hem benoemden Senaat; de Wetgevende Vergadering mocht niet meer in het openbaar beraadslagen en geene voorstellen doen. Eigenlijk was dus het monarchaal gezag hersteld, met uitzondering alleen, dat het hoofd van den Staat zijne waardigheid niet voor het geheele leven bezat, en dat zij niet erfelijk was in zijn geslacht.

Dat veranderde echter weldra: de nieuwe staatsregeling was niets dan een overgang van de republiek tot de erfelijke monarchie. Op eene reis, die de President, in het najaar van 1852 door het zuiden van Frankrijk ondernam, werd hij overal met den kreet van: „Leve de Keizerquot; ontvangen. Kort na zijne terugkomst in Parijs nam de Senaat een besluit, waarbij de keizerlijke waardigheid werd hersteld, en erfelijk in de mannelijke linie opgedragen aan Lodewijk Napoleon Bonapaete, onder den naam van Napoleon III (1). Ook dat besluit werd aan het volk ter goed-of afkeuring gegeven, en van de 8 millioen stemmen verklaarden ruim 7,800,000 zich er voor. Den 2den December 1852, den verjaardag der kroning van Napoleon I (bl. 198), werd het herstel van het Keizerrijk afgekondigd.

In het begin van 1853 trad de Keizer in het huwelijk met de Spaansche gravin Eugenie van Teda, en den 16den Maart 1856 werd hem een zoon geboren, wien de naam van Lodewijk Napoleon gegeven werd. Bij het uitsterven zijner mannelijke nakomelingen, zou de kroon overgaan op Jekóme, den toen nog levenden broeder van Napoleon I, of diens afstammelingen (2).

1

De hertog vun Ueiohstadt (bl. 24S in de aantookoning), ton wiens gunste zijn vader Napoleon J in 1815 afstand van den troon had gedaan ibl. \'224), word als iNapoleon 11 beschouwd.

(•2) Jüróme Uo.N\'Ai\'AiiTK overleed in -18(30. Zijn zoon prins Napoleon, geboren in 1822, is thans (188\'i) na don dood van Keizer Napoleon III en diens zoon. hot hoofd van zijn geslacht.

-ocr page 267-

254

§ 29. Duitschland en Boiemarkcu, van het uitbreken der Februari-omwenteling tot aan de ontbinding van het Duitsche Parlement.

De Pebruavi-omwenteling van 1848 iu Frankrijk had voor .Duitschland, waar over het algemeen groote ontevmleiiheid heerschte, allergewichtigste gevolgen. Bijna overal ontstonden onlusten, en vorderde men de vroeger beloofde en nooit verleende vrijzinnige staatsinstellingen, als volksvertegenwoordiging, vrijheid van drukpers, afschaffing der voorrechten van enkele standen enz. Nagenoeg alle vorsten van Duitschland zagen zich binnen weinige weken genoodzaakt, aan den wensch der natie gehoor te geven, en hunne ministers uit de liberale partij te kiezen: alleen Pruisen en Oostenrijk weigerden iedere verandering in hun regeerings-stelsel. en steunden daarbij op hunne krijgsmacht, waarmede zij elke revolutionnaire beweging lichtelijk meenden te zullen onderdrukken. Het tegendeel bleek spoedig; nog in de eerste helft van Maart brak in Berlijn een hevig oproer uit, hetwelk in weinige dagen zoo toenam, dat Fhedeiiik Willem IV, na een Moedigen strijd tusschen de troepen en het volk, zich genoodzaakt vond toe te geven, en het bijeenroepen eener volksvertegenwoordiging te beloven, die over eene constitutie zou beraadslagen. Daarbij verklaarde hij, zich aan het hoofd der vrijzinnige beweging te stellen, en de eenheid en grootheid van Duitschland op alle wijzen te willen bevorderen.

In Ween en hadden tenzelfden tijde oproerige bewegingen plaats, die den zwakken keizer Pebmnanj) I tot dergelijke inwilligingen dwongen, en den val veroorzaakten van Meïtebnioh, die naar Engeland week.

Inmiddels openbaarde zich door geheel jDwi\'iscWaHd een algemeen verlangen naar de hervorming van het bondsbestuur en de instelling van een Parlement van volksvertegenwoordigers. Eene oproeping aan de Duitsche natie gedaan, bracht in het laatst van Maart in Frankfort aan den Main eene vergadering bijeen van meer dan 500 mannen, die het vertrouwen der natie bezaten, en onder den naam van het Voor-Parlement de voorloopige schikkingen beraamden en aan de Duitsche regeeringen de noodige voorstellen deden tot het uitschrijven van verkiezingen ter samenstelling van een Duitsch Parlement. Kort daarna hadden die verkiezingen, met toestemming der onderscheiden regeeringen plaats, en den 18den Maart 1848 werd te Frankfort de ver-

-ocr page 268-

255

gadering geopend, die in de eerste plaats eeno constitutie zou ontwerpen voor het Duitsche rijk, zooals men do vereeniging der verschillende staten weder noemde.

In dien tusschentijd was het vroeger vermelde geschil tusschen Denemarken en Duüschland (bl. 215) weder opgerezen. Sleeswijk en llolstein waren in opstand gekomen tegen het besluit van Pkeüe-liiK VII, waarbij Sleeswijk onafscheidelijk met Denemarken verbonden werd, en hadden eon voorloopig bewind ingesteld, dat do hulp van Duitschland inriep. Gedrongen door de algemeene geest-drilt, die plotseling in het geheele land ontstond, stemde de Bondsdag in den wensch der Hertogdommen toe. Een leger, voornamelijk uit Pruisische en Hannoversche troepen bestaande, waarbij zich vele duizenden vrijwilligers, tot zoogenaamde vrijscha-ren vereenigd, aansloten, trok in April onder het opperbevel van den Pruisisohen generaal Von Wbangkl de grenzen over, en maakte zich van llolstein, Sleeswijk en een gedeelte van Jutland meester.

De Denen tegen de overmacht niet bestand, trokken na eenige gevechten terug naar do eilanden, waar zij voor den vijand onbereikbaar waren; hunne vloot blokkeerde de Duitsche havens, en maakte alle schepen prijs, die onder Duitsche vlag voeren. Daardoor en door de bemiddeling van Rusland, Zweden en Encje-land, kwam er in Augustus een wapenstilstand voor den tijd van zeven maanden tot stand, die voorloopig een einde aan do vija nd el ijk heden m a akte.

Het Duitsche Parlement had inmiddels met onnoemelijke zwarigheden te kampen. In weerwil dat het een aantal bekwame mannen onder zijne leden telde, waaronder vooral de Voorzitter, Hendkik van GrAOEitN, genoemd moet worden, was het groots verschil in do belangen der onderdeelen van het rijk, de geheime onwil der vorsten om eene vergadering te ondersteunen, die uit het verzet tegen hunne onbeperkte macht was ontstaan, en de overdreven eischen, zoowel van de hevige liberalen als van velen, die met de beste bedoelingen de meest onuitvoerbare ontwerpen voorstelden, de aanleiding dat de werkzaamheden weinig of niet vorderden, en dat er wel zeer veel werd gesproken, maar zeer weinig werd verricht. Het is niet mogelijk in dit beknopte verhaal in uitvoerige bijzonderheden te treden omtrent al hetgeen in de zittingen van het Duitsche Parlement, die ongeveer een jaar duurden, werd behandeld en besloten; slechts het voornaamste daarvan kan in hoofdtrekken worden medegedeeld.

In Juli 1848 besloot de vergadering, voorloopig en totdat de geheele staatsregeling door eene Eijks-constitutie zou zijn vast-

-ocr page 269-

250

gesteld, liet bewind aan eenen rijksbestuurder op te dragen, waartoe de aartshertog Johan van Oostenrijk, de oom van keizer Pek-dinand I, die algemeen geacht en bemind was, verkozen werd. Hij aanvaardde den 12den Juli het bewind, hetgeen de ontbinding van den Bondsdag, die tot hiertoe de algemeene aangelegenheden had geleid, ten gevolge had.

Eindelijk, na eene i-eeks van deels zeer onstuimige, deels zeer langdradige zittingen, kwam in Maart 1849 de Rijks-constitutie tot stand, waarbij onder anderen bepaald werd, dat de waardigheid van erfelijk Keizer der Duit schar s aan een der regeerende vorsten zou worden opgedragen. Den 28sten Maart werd daartoe de koning van Pruisen verkozen, die evenwel de hem aangebodene keizerskroon afwees. Eenige maanden te voren had hij de Ver-«i.ideiing te Berlijn, aan wie de vervaardiging eener constitutie voor het Koninkrijk Pruisen was opgedragen (bl. 254), en die door hare verwarde en hartstochtelijke beraadslagingen eene voortdurende gisting onder het volk onderhield, zonder daarbij iets degelijks tot stand te brengen, ontbonden, en daarna zelf eene constitutie aan zijne onderdanen verleend.

Het was er intusschen verre van af, dat de Rijks-constitutie, door het Prankforter Parlement vastgesteld, in alle staten van Duitsühland werd aangenomen. Wel drong het volk er overal op aan; doch de vorsten der voornaamste rijken, als Oostenrijk, Pruisen, Hannover, Saksen, Beieren, Wurtenherg, Baden enz! ei kenden haai niet, ol verlangden ten minste eenige wijzigingen. Dat gaf aanleiding tot dreigende volksbewegingen: in Dresden brak een hevig oproer uit (Mei 1849), dat na een bloedigen strijd van verscheidene dagen door de Saksische en Pruisische troepen gedempt werd. Rijn-Beieren (een gedeelte van de vroegere Palts) (bl. G2) en Baden kwamen in volslagen opstand.

Door dat alles werd het Duitsche Parlement, dat reeds lang dooide tweedracht der partijen verscheurd en machteloos was geworden, in een onhoudbaren toestand gebracht; liet moest óf van de invoering der Rijks-constitutie afzien, öf zich aan de revolutionnairen aansluiten. De gematigde leden, van onwettige maatregelen af-keerig, namen hun ontslag, en daarmede kon de vergadering als ontbonden beschouwd worden. De overgeblevenen, het Bomp-porlement genoemd (vergelijk bl. 96), vergaderden eerst te Stuit-!/art, en toen zij gewapenderhand vandaar verdreven werden, begaf zich het grootste gedeelte naar Baden en Rijn-Beieren, om zich met do opstandelingen te vereenigen. Intusschen had de Groothertog van Baden, die de wijk had moeten nemen naar den Elzas,

-ocr page 270-

do hulp van Fkedurik Willem IV ingeroepen, waarop diens broeder, de Prins van Pruisen, met een leger naar Zuid-Duitschland rukte en de opstandelingen, die door Miebosl.vwski, een Poolsch uitgewekene, werden aangevoerd, in herhaalde gevechten versloeg.

Tenzelfden tijde was de oorlog met Denemarken hervat; de Rijkstroepen met de Sleeswjk-llolsteine.rs vereenigd, drongen weder tot in Jutland door, doch ook nu waren er, evenmin als in het vorige jaar, blijvende voordeelen te behalen, dewijl 7)e)tema)\'/«en alleen met behulp eener vloot kon overwonnen worden. Bovendien deelden de Duitsche vorsten, wier troepen den oorlog voerden, volstrekt niet in de algemeeiie geestdrift, die de natie voor de Sleeswijk-Holsteinsche zaak bezielde, en daar bovendien Zweden en Rusland weder ten gunste vnn Denemarken onderhandelingen aanknoopten, werd andermaal een wapenstilstand gesloten (Juli 1849). Deze leidde in liet volgende jaar tot een vrede : Sleesw\'jk-llolstein werd aan zichzelf overgelaten, en weder door de Denen in bezit genomen, terwijl in Mei 1852, na langdurige onderhandelingen, bepaald en door de groote mogendheden goedgekeurd werd, dat zoo koning Phedhuik VIT en diens oom, de troonopvolger Perdixanii, zonder mannelijke afstammelingen kwamen te overlijden, de kroon van de geheele Deensche monarchie op prins Oiiristiaax van Sleesivijk-Holslein-Sonderburg-Glücksburg en diens mannelijke nakomelingen zou overgaan.

Na de ontbinding van het Prankforter Parlement besloten do vorsten onderling de aangelegenheden van Duitschland te regelen. Eene reeks van onderhandelingen was daarvan het gevolg: maar de uiteenloopende belangen der verschillende staten, en vooral de naijver tusschen Oostenrijk en Pruisen, waren oorzaak, dat men onmogelijk tot eenigen goeden uitslag\' kon geraken. Zoo werd dan eindelijk besloten, de zaken weder op haren ouden voet te brengen ; de oude Hondsdag werd hersteld en in Juni 1851- weder geopend, en het droombeeld der Duitsche eenheid, dat meer dan drie jaren geheel Europa in spanning had gehouden, verdween, zonder dat iets tot stand was gebracht waardoor het te eenigen dage zou kunnen verwezenlijkt worden.

^ 30. De Oostenryksche Monarchie in, 1848 en 1849.

Oorlofi in Ilorujarije.

Terwijl de hierboven beschreven gebeurtenissen in Duitschland voorvielen, was de Oostenrijksche monarchie het tooneel van ge-weklio\'e verwarringen en bloedige oorlogen.

n.quot; 17

-ocr page 271-

258

Nauwelijks had keizer Pkudixaxd I, een welwillend, maar door ziekelijkheid en zwakke geestvermogens weinig voor de regeering geschikt vorst, in Mei 1848 de door hem beloofde constitutie (hl. 254) verleend, of er braken in Weenen nieuwe ongeregeldheden uit, dewijl de partij der revolutionnairen meerdere vrijheden en rechten verlangde. Feudinand I nam de wijk naar Tyrol, en was door de gevaren, die aan alle kanten de monarchie bedreigden, verplicht toe te geven en de verleende constitutie in te trekken, onder belofte, dat eone constitueerende Vergadering zou bijeengeroepen worden tot het ontwerpen van oene nieuwe.

Inmiddels waren in Bohemen, Hongarije en bet Lombardisch-Venetiaansch Koninkrijk eveneens dreigende onlusten ontstaan. In eerstgenoemd land werden zij, na eenen hevigen strijd binnen de hoofdstad Praag, door de gewapende macht onderdrukt.

In Hongarije daarentegen kreeg de opstand eene groote uitbreiding. Onder de leiding van Lodkwijk Kossuth drongen de Hongaren op een zelfstandig bestuur en eone afzonderlijke constitutie aan, terwijl de keizerlijke regeering verklaarde, dat het voor het behoud der monarchie volstrekt noodig was, dat de verschillende landen, waaruit zij was samengesteld, één ondeelbaar geheel vormden. Het grootste gedeelte van het jaar 18-18 ging met onderhandelingen voorbij, die de wederzijdsche verbittering slechts deden tosnemen, en in September brak de oorlog-uit. De omwentelingsgezinden in Weenen trokken partij voor de Hongaren, en toen in het begin van October 1848 een gedeelte van de bezetting der stad bestemd werd om het Oostenrijksche leger in Hongarije te gaan versterken, verzette zich het volk daartegen, en barstte er een vreeselijk oproer los (6 October). Onder het bedrijven van allerlei gruwelen maakten de opstandelingen zich van Weenen meester, versterkten zich binnen weinige dagen tot 25 000 man, dwongen de trouw gebleven troepen de stad te verlaten, en verdedigden haar met de grootste hardnekkigheid tegen bet Oostenrijksche leger, dat den 23sten October tot herstel van het keizerlijk gezag was aangerukt. Na herhaalde bloedige gevechten in de voorsteden en een bombardement, dat eene menigte huizen in do asch legde, werd de stad op den •Sisten October stormenderhand ingenomen, en de rust door Gestrenge maatregelen hersteld.

Eenige weken later deed keizer Ferdinand I afstand van den troon. Daar hij kinderloos was, had zijn broeder de aartshertog Frans Karel hem moeten opvolgen, doch deze zag van het bewind af ten behoeve van zijnen achttien jarigen zoon Frans

-ocr page 272-

259

Jozef, die den 2den December 1848 de keizerlijke waardigheid aanvaardde.

Intusschen hadden de Hongaren eene krijgsmacht van 200 000 man onder de wapenen gebracht, waarmede zij in de laatste maanden van 1848 en in het begin van 1849 met zulk een goed gevolg den oorlog voerden, dat de Oostenrijkers, bijna op alle punten geslagen, tot den terugtocht genoodzaakt waren. Hongarije werd nu (April 1849) tot een vrijen en onafhankelijken staat, en het Habsburgsche Huis van den troon vervallen verklaard, terwijl Kossuth voorloopig tot Dictator werd aangesteld, in afwachting van den regeermgsvorm, dien men later aan het land geven zou.

De toestand van Oostenrijk was door dezen oorlog, zoowel als door dien in Italië (zie de volgende §), en door de oproerige stemming m onderscheidene deelen des rijks zoo bedenkelijk geworden, dat keizer Fuans Jozhk geen andere uitkomst zag, dan de hulp m te roepen van keizer Nicolaas I van Rusland. Deze vorst beducht dat de Hongaarsche opstand zich eerstdaags ook over zijne 1 oolsche gewesten zou uitbreiden, voldeed aan dat verlangen en zond een leger van 140 000 man naar Hongarije. Nu was\'^de uitslag van den oorlog niet twijfelachtig meer, vooral daar er tweedracht tusschen de voornaamste aanvoerders der Hongaren ontstond. Met onbedwingbare dapperheid boden zij nog eenio-e maanden tegenstand aan de gropte overmacht, en behaalden nolt;gt;-menige overwinning, totdat eindelijk de generaal Görgf.v die het opperbevel over do hoofdmacht voerde, hetzij uit overtuiging dat de strijd met langer vol te houden was, hetzij uit andere beweegredenen, den 13den Augustus 1849 met de Russen in onderhandeling trad, en met 80 000 man de wapenen nederlegde Daarmede was de oorlog geëindigd; Kossuth en de voornaamste aanvoerders namen de wijk op Turksch grondgebied, en Hongarije kwam onder de militaire heerschappij van den wreeden Oosten-rijkschen veldmaarschalk Hav.au, die met onmenschelijke strengheid tegen het ongelukkige land woedde, en eene menigte Hongaren waaronder verscheidene, die tot de edelste geslachten behoorden\' door strop en kogel ter dood liet brengen.

S 31. Italië in 1848 en 1849.

bij de reeds zoolang bestaande spanning in Italië was het geen wonder, dat de omwenteling, die in Februari 1848 in Frankrijk uitbrak, groote gevolgen voor de onderscheidene staten van dat

-ocr page 273-

260

schiereiland had. Oostenrijk, dat zich juist gereed maakte de Italiaansche vorsten te hulp te komen, die door hunne onderdanen tot het verleenen van meer vrijzinnige staatsinrichtingen gedwongen waren (bl. 240), word belet aan dat voornemen gevolg te geven, zoowel door de hierboven beschreven onlusten in Weenen, Dohemen en Hongarije, ais door een opstand, die in Maart 1848 in Milaan uitbrak, en zich binnen weinige dagen over hel geheele Lombardisch- Veneliaansch Koninkrijk uitbreidde. De tweeëntachtig-jarige veldmaarschalk Eadetzky, een der bekwaamste en krachtvolste bevelhebbers van het keizerlijke leger, was genoodzaakt Milaan te verlaten en naar de zijde van Oostenrijk terug te trekken.

Tenzelfden tijde besloot Kabel Amsrrt, koning vnn Sardinië {!), zich geheel en al aan de zijde der liberale partij te scharen, en daardoor zijnen invloed en zijne heerschappij over Italië uit te breiden. In de laatste dagen van Maart rukte hij met een Sar-diiusch leger Lonibardije binnen, cn drong Hadht/.kv na eenige voorspoedige gevechten naar Verona terug.

De Hertogen van Modena en Par ma waren intusschen ten gevolge van opstanden uit hunne staten verdreven. Paus Pics IX, koning Pkiïdinami II van Napels en de Groothertog van Toscane konden den algemeenen aandrang niet wedersfcaan, en moesten toegeven aan het verlangen hunner onderdanen, om de Oostenrijkers uit Italië te verdrijven, /ij sloten zich derhalve, hoezeer teffen hunne overtuiging, aan het Sardinische gouvernement aan.

De toestand der Oostenrijkers werd door dat alles zeer bedenkelijk : doch de zeldzame veerkracht van den grijzen Kauhtzkv wist het gevaar at\' te wenden, en de Oostenrijksche monarchie, die van alle kanten bedreigd werd en haren ondergang nabij scheen, te redden. Met uitstekend beleid voerde hij den oorlog teu-en de overmacht, heroverde binnen weinige weken het geheele Venetiaansch gebied, behalve de stad Venetië, waar kort daarna d\'e Republiek werd uitgeroepen, rukte daarop Lomhurdije binnen, bracht Kabel Alheut herhaalde nederlagen toe, en noodzaakte hem daardoor een wapenstilstand te sluiten en het geheele Lombardisch-Venetiaansch Koninkrijk te ontruimen (9 Aug. 1848). De Hertogen van Modena en Par ma werden door de Oostenrijkers in hun gebied hersteld.

Aldus in het noorden van Italië bedwongen, trachtte de bewc-

(1) Karei. Albert, prins van Carignana, uit eeno zijlinie van liet Huis van Savoye, had in 1831 bij ilou dooil van Karki. Felix (bl. 231), dio zonder kinderen gestorven was, den troon van Sardinië beklommen. ,

-ocr page 274-

261

gingspnrtij zich met des te meer kracht in het midden van het schiereiland te doen gelden, en daar het ook den Koning van Napels gelukt was, vooral met behulp der Zwitsersche huurtroepen, die hij in dienst had, zijn gezag te herstellen, werd Itome het middelpunt der woelingen van de aanhangers van Mazzini (bl. 240), die de eenheid van Italië en de invoering van den repu-blikeinschen regeeringsvorm zochten door te drijven. Paus Pius IX, niet meer bij machte het hoofd te bieden aan de steeds toenemende woelingen der Mazzinislen, vluchtte den 29sten November 1848 uit Rome, en nam de wijk naar Gaëta op Napelsch grondgebied. De republiek werd nu in Itome uitgeroepen, en de Paus van zijn gezag vervallen verklaard (Febr. 1849). Eveneens werd de Groothertog van Toscane gedwongen naar Gaëta te wijken, en het bestuur over zijn land aan een voorloopig bewind opgedragen. Te gelijker tijd was de republikeinsche partij niet minder ijverig bezig om in Sardinië de gisting gaande te houden, omdat zij wel begreep, dat zonder de medewerking van het wel ingerichte en goed geoefende Sardinische leger niet mogelijk zou zijn haar oogmerk, de verdrijving der Oostenrijkers uit Italië, te bereiken. De houding der Mazzinisten werd eindelijk zoo dreigend, en hun invloed op het volk zoo groot, dat aan Kabel Alhert geen keus meer overbleef; wanneer hij zich niet opnieuw aan het hoofd stelde van de nationale beweging, dan liep hij groot gevaar door eene omwenteling zijne kroon te verliezen. Hij besloot tot het eerste, en zeide in Maart 1849 Oostenrijk den wapenstilstand op; de vijandelijkheden werden hervat, doch met een allernood-lottigsten uitslag voor het Sardinische leger, In plaats van den vijand af te wachten, drong Kadktzky terstond voorwaarts, greep den 23sten Maart Kabel Albeut bij Novara aan, en behaalde, in weerwil dat diens leger meer dan dubbel zoo sterk was als het zijne, zulk eene beslissende overwinning dat de Koning, aan het herstel der zaken wanhopende, nog denzelfden dag afstand deed van de regeering ten behoeve van zijn zoon Victor Emanfel II, en de wijk nam naar Portugal, waar hij kort daarna overleed. De nieuwe Koning haastte zich met Hadbtzky een wapenstilstand te sluiten, waarop eenige maanden later de vrede tusschen Sardinië en Oostenrijk volgde,

Nu was de omwenteling nog slechts meester in Toscane, Itome en Venetië. In het eerstgenoemde land werd de verdreven Groothertog door zijne onderdanen, die hem over het algemeen zeer genegen en de woelingen der republikeinen moede waren, kort na den slag van Novara in zijn bewind hersteld.

-ocr page 275-

2C2

Venetië werd door een Oostenrijksch legerkorps belegerd, doch verdedigde zich van Maart tot in het laatst van Augustus, toen het zich uit gebrek aan levensmiddelen en munitie moest overgeven.

Inmiddels besloten de voornaamste Katholieke mogendheden, Oostenrijk, Napels, Spanje en Frankrijk, den Paus in zijn wereldlijk gezag te herstellen, en deden zij hunne troepen van verschillende kanten den Kerkelijken Slaat binnenrukken (Mei 1849). Een Pransch leger onder den generaal Oudinoï trok op Rome aan, waar een Driemanschap, van hetwelk Mazzini de hoofdpersoon was, het bewind in handen had genomen, terwijl de onverschrokken partijganger Gaiïiiialdi, die zich in den oorloo\' in Lombardije reeds door zijne warme vaderlandsliefde en onwrikbaren moed had onderscheiden, voornamelijk de verdediging leidde. Verscheidene weken hield hij zicli staande tegen de Pransche krijgsmacht, die langzamerhand tot 28001) man aangroeide en tot een geregeld beleg moest overgaan. Den 3den Juli 1849 eindelijk werd Home na een hardnekkigen strijd gedwongen, zich bij verdrag over te geven. Mazzini, Gaiuhaldi en anderen ontkwamen door de vlucht, en de Kerkelijke Staat, waar paus Pius IX eerst in het volgende jaar terugkeerde, werd door Pransche en Oostenrijkscho troepen bezet gehouden. Daarmede was liet vroegere gezag in Italië overal hersteld; in verscheiden staten, vooral in Rome en Napels werden de voorstanders der liberale beginselen hevig vervolgd. Alleen in Sardinië keerde de regeering niet tot de oude orde van zaken terug, maar voerde Victoh Emanuel II eene menigte verbeteringen in wetgeving en bestuur in, zoodat de ge-heele vrijzinnige partij in Italië het oog op hem gevestigd hield, en van zijne bemoeiingen in de toekomst het tot stand komen van de eenheid van Italië verwachtte.

§ 32. Het overige Europa na 1848.

Op de overige rijken van Europa had de geweldige beroering, die het grootste gedeelte van dat werelddeel in 1848 en in de eerstvolgende jaren schokte, een minder rechtstreekschen invloed uitgeoefend.

In Engeland en Ierland hadden wel is waar ongeregeldheden plaats; maar deze waren meer een gevolg van den vroeger be-schi even maatschappelijken toestand (bl. 242) dan van pogingen tot het omverwerpen van het staatsbestuur, en de rust werd dan ook met medewerking van het ordelievend gedeelte der bevolking spoedig hersteld.

-ocr page 276-

263

In Zwitserland had in 1848 eene herziening van de staatsinrichting plaats, waardoor meer eenheid en samenhang in de regeering werd gebracht. De Republiek, welke vroeger eigenlijk een bondgenootschap was van 22 kantons, die elk voor zich onafhankelijk / waren, werd nu meer één geheel, een zoogenaamde bondsstaat, welks algemeene aangelegenheden werden geregeld door eene vergadering van volksvertegenwoordigers, uit het geheele Zwitser-sche volk gekozen.

Spanje werd in de eerstvolgende jaren nog meer dan eens dooide binnenlandsche twisten dor onderscheidene staatkundige partijen geteisterd, maar de algemeene geest der natie ondersteunde het vrijzinnige bestuur van koningin Isabella II. De welvaart nam toe, het financiewezen van den staat, dat in een jammerlijken toestand verkeerde, werd door krachtige maatregelen verbeterd, en terwijl daardoor het algemeene vertrouwen meer en meer versterkt werd, begon Spanje zich allengs te verheffen uit den diep gezonken toestand, waarin het verscheidene eeuwen had verkeerd.

Ook in Portugal was dezelfde verbetering merkbaar. Koningin Mahia II (bl. 239) overleed in 1850 en werd door haren zoon i\'KDiio V opgevolgd, die in 1861 kinderloos stierf, en de kroon naliet aan zijnen broeder, den tegenwoordigen koning IjOdewi.ik I. die in het volgende jaar met eene dochter van Victor Emanuel, koning van Italië (bl. 271), huwde.

Op België hadden de gebeurtenissen van 184-8 weinig invloed. Wel deden eenige Pransche vrijkorpsen eene poging om republi-keinsche denkbeelcten op te wekken en eene omwenteling te bewerken, maar dat mislukte te eenenmale door de gehechtheid van het Belgische volk aan zijne nationale onafhankelijkheid en door het algemeene vertrouwen op koning Leopold I. Deze vorst, een der verstandigste en meest verlichte van zijnen tijd, voerde met zeldzame scherpzinnigheid en beleid het bewind te midden van den strijd tusschen twee partijen, die elkander in België den invloed op het landsbestuur zoeken te betwisten, namelijk die der liberalen en die der clericalen of voorstanders van het gezag der Katholieke geestelijkheid; een strijd, die, hoewel nu en dan tot gewelddadigheden aanleiding gevende, voornamelijk in de vergadering der volksvertegenwoordigers gevoerd wordt, en in onze dagen nog met onverminderde hevigheid voortduurt. In December 1865 stierf Leopold I en werd opgevolgd door zijnen zoon Leopold II.

In Nederland werd de rust geen oogenblik verstoord. De nieuwe grondwet, in 1848 afgekondigd, werd door verscheidene andere

-ocr page 277-

264

belangrijke wetten gevolgd, die in de verschillende onderdeelen van liet staatsbestuur verbetering brachten, en den staat dei-geldmiddelen op eenen goeden voet herstelden. In Maart 1849 was koning Willem II overleden, en opgevolgd door zijnen zoon Willem III, den tegenwoordigen koning.

In Zweden en Noorwegen bleef de Februari-omwenteling eveneens zonder gevolgen. In 1859 overleed koning Osoau I (bl. 245) en werd opgevolgd door zijnen zoon Kauel XV, die, nadat zijne gemalin Louise, dochter van prins Fkbdbiuk der Nederlanden, in 1871 was gestorven, in 1872 overleed, en daar hij geen zoon naliet, opgevolgd werd door zijn broeder, den tegenwoordigen koning Osoau II.

§ 33. Oorlog van Turkije, Frankrijk en Engeland tegen

Rusland.

De gebeurtenissen in het laatste tijdperk der Algemeene Geschiedenis, tot hetwelk wij thans genaderd zijn, zullen hier slechts in zeer algemeene trekken worden vermeld. Het is reeds in het begin dezer Handleiding gezegd, dat de studie der geschiedenis vooral dan haar nut heeft, wanneer men de oorzaken der gebeurtenissen en hare gevolgen in het oog houdt. Dit is echter ten opzichte van datgene wat voorvalt in de dagen, welke wij zelve beleven, ten hoogste moeielijk en dikwijls geheel onmogelijk. He oorzaken toch zijn vaak geheel andere dan men oppervlakkig meent, en de dnjfveeren tot de handelingen van hen, die de gebeurtenissen leiden, welke wij om ons heen zien plaats hebben, komen doorgaans eerst in veel later tijd aan het licht, terwijl de gevolgen zelden onmiddellijk wenken, en gewoonlijk eerst na eene reeks van jaren zichtbaar worden. Wij zullen ons dus, met betrekking tot dit laatste tijdperk der algemeene geschiedenis, slechts hoofdzakelijk tot eene vermelding der feiten bepalen, omdat de juiste kennis, zoowel van oorzaken als gevolgen, tot de toekomst behoort.

Nog geen vijf jaren waren sedert het uitbreken der Februari-omwenteling verloopen, toen een belangrijke oorlog uitbarstte, die een gevolg was van geschillen, welke in het jaar 1853 tus-schen Rusland en Turkije ontstonden (1), en waarbij Frankrijk en Engeland de zijde van den Sultan kozen, voornamelijk omdat zij

(1) De naaste aanleiding tot die geschillen waren inwilligingen, die Turkije met betrekking tot de Heilige plaatsen in Palestina aan l\'i\'aulivijk had gc-daan ten gunste van de Katliolielce Kerk, waardoor keizer Nicolaas i de rechten der Grieksehe Kerk daar te lande geschonden achtte.

-ocr page 278-

265

vreesden, dat de Keizer van Rusland te veel invloed in het Turk-sche rijk zou verkrijgen. Zij achtten dat te meer gevaarlijk, omdat Turkije, ten gevolge van een ellendig bestuur, meer en meer in verval geraakte, en het dus wellicht binnen korten tijd eene P\' ooi zon kunnen worden van ftuslctnd, welks overwicht in Ku-ropa door zulk eene aanzienlijke vermeerdering van grondgebied ontzaglijk zou toenemen.

In Juli 1858 rukte een Russisch leger Moldavië en Walachije binnen, waarop de Sultan in September aan keizer Nioolaas den oorlog verklaarde. Gedurende verscheidene maanden trachtten de overige mogendheden door onderhandelingen eene schikking tot stand te brengen, en toen dit mislukte, verbonden Engeland en Frankrijk zich in Maart 1854 met Turkije, en verklaarden insgelijks aan Rusland den oorlog.

Deze werd in den beginne hoofdzakelijk in Turkije gevoerd, terwijl eene Engelsch-Fransche vloot de Oostzee binnenliep, doch gedurende den geheel en duur van den oorlog weinig belangrijks kon uitrichten. In September 1855 werd de strijd overgebracht naar het Russische schiereiland de Krim, waar de bondgenooten, na den vijand in een slag bij de rivier de Ahna overwonnen te hebben, het beleg sloegen voor de belangrijke vesting Sebastopol, aan de zuidwestelijke kust van de Krim gelegen. Bijna een jaar lang (Sept. 185-1 Sept. 185u) duurde de belegering, eene der gewichtigste, die in de krijgsgeschiedenis bekend zijn, en waarbij de heldenmoed en volharding der beide partijen luisterrijk uitblonken, zoowel bij den aanval en de verdediging der stad, als bij onderscheidene gevechten, die nog buitendien in dat tijdsverloop geleverd werden.

In de eerste dagen van 1855 voegde zich Vicïok Emanuel 11, koning van Sardinië, aan de zijde der verbondenen, waarschijnlijk in de hoop. dat hij daardoor Napoleon III zou winnen voor de plannen, welke hij in de toekomst op het oog had tot uitbreiding zijner heerschappij in Ualië. De overige mogendheden bleven onzijdig.

In het laatst van 1855, na do inneming van Sebastopol, werden de vredesonderhandelingen geopend, en den 30sten Maart van het volgende jaar kwam de vrede te Parijs tot stand. De weder-zijdsche veroveringen werden teruggegeven. Rusland en \'lurkije mochten voortaan geene oorlogshaven aan de Zwarte Zee bezitten, en elk niet meer dan twaalf kleine schepen voor den dienst aan do kusten op die zee onderhouden. De Zwarte Zee werd onzijdig verklaard. De Sultan eindelijk kende aan zijne Christen-onderdanen dezelfde rechten als aan de Muzelmannen toe.

-ocr page 279-

266

Keizer Nicola as I was inmiddels in Maart 1855 gestorven, en door zijnen zoon Alexander IT opgevolgd.

§ 34. Oorlog in Italië in 1859. Inlijving van dc Itali-aanscke Hertogdommen cn de Romagna bij Sardinië, en van Savoye on Nixxa bi) Frankrijk.

Ongeveer drie jaren bleef de vrede in Europa ongestoord, totdat in 1859 een oorlog tussohen Sardinië en Frankrijk aan de eene, en Oostenrijk aan de andere zijde uitbarstte. Die oorloo\' stond in verband met den vroeger beschreven toestand van Italië, waar, zooals gezegd is, de invloed van Oostenrijk, ten gevolge der gebeurtenissen in 1849, weder zeer was toegenomen, hetgeen oorzaak was, dat do invoering van meer vrijzinnige regeeringsbeginse-len in de onderscheidene staten werd tegengehouden. Het voorbeeld van Sardinië, den eenigen Italiaanschen staat, waar eene Jibe-rale constitutie en vele daarmede gepaard gaande verbeteringen ingevoerd waren, deed natuurlijk elders de ontevredenheid met den bestaanden regeeringsvorm toenemen, en verwekte vooral in her. naburige Lomhardije eene groote spanning. Oostenrijk was daardoor, om dat gewest in bedwang te houden, genoodzaakt zijne strijdkrachten voortdurend te versterken, hetgeen Victou Emanuel, die buitendien veroveringszuchtige plannen koesterde en zijn gebied in Italië wenschte te vergrooten, aanleiding gaf ook van zijne zijde belangrijke krijgstoerustingen te maken. Bovendien stroomden uit alle oorden van Italië vrijwilligers naar Sardinië, en vereenigden zich daar tot vrijkorpsen, terwijl eindelijk Gahi-baldi, de bekende verdediger van Rome, tot generaal in Sardi-nischen dienst werd aangesteld. Er bleef nu den Keizer van Oostenrijk geen twijfel meer over omtrent de vijandige voornemens, die tegen hem gekoesterd werden, en toen eene poging tot bemiddeling, door Engeland beproefd, mislukte, deed Fbans Jozef den 23sten April 1859 bepaaldelijk aan Victor Emanuel afvragen, of hij zijn leger terstond op voet van vrede wilde brengen en de vrijkorpsen ontbinden, met bedreiging van tot de wapenen zijne toevlucht te zullen nemen, indien daarop binnen drie dagen geen voldoend antwoord werd gegeven.

Ten gevolge daarvan brak de oorlog uit. Keizer Napoleon ITT, die de zijde van Victoe Emanuel koos, verklaarde, dat hij een inval van de Oostenrijkers in Sardinië als eene oorlogsverklaring aan Frankrijk zou aanmerken, en toen die aanval drie dagen latei-plaats had, verkondigde hij, dat hij de wapenen opvatte tot on-

-ocr page 280-

267

dersteuning van Sardinië en tot vrijmaking van Italië van de Alpen tot de Adriatische Zee. Te gelijker tijd braken er omwentelingen uit in Toscane, Parma (1) en Modena, waar liet volk zich voor den Koning van Sardinië verklaarde, en de souvereinen verplicht werden hunne landen te verlaten.

De vijandelijkheden namen nu een aanvang, en hadden een hoogst ongunstigen loop voor het Oostenrijksche leger, dat, hoezeer het met heldenmoed streed, niet bestand was tegen de verbondenen, die door keizer Napoleon zeiven werden aangevoerd, onder wien verscheidene voortreffelijke generaals het bevel hadden. Behalve in eenige kleinere gevechten, werd het den 4den Juni bij Magenta en den 24sten dier maand bij Solferino geslagen, en daardoor genoodzaakt achter den Min oio terug te trekken, met het voornemen om de sterke vestingen aan die rivier en aan de Adiye gelegen, hardnekkig te verdedigen. Te gelijker tijd hadden de Oostenrijkers den Kerkelijken Staat moeten ontruimen, dien zij sedert 1849 voor een gedeelte bezet hadden (bl. 2(52). Een gevolg daarvan was, dat liet noordelijk deel van het Pauselijk gebied, of de zoogenaamde Romagna, in opstand kwam, en zich voor Victok E.ma-kuel verklaarde.

Inmiddels waren Duitschland en Pruisen niet\'geheel onverschillig gebleven omtrènt hetgeen in het zuiden voorviel. De Prins van Pruisen (bl. 257), die ten gevolge van de toenemende geestverzwakking- van zijnen broeder koning Predeuiic Willem IV, in October 1858 als Regent het bewind in handen had genomen, hield zicli wel geheel onzijdig, maar begreep bij den toenemenden voorspoed der Pransche wapenen, dat het belang van Duitschland eene krachtige tusschenkomst ten behoeve van Oostenrijk vorderde. Hij bracht oen groot gedeelte van het Pruisische leger op de been, en stelde aan de Bondsvergadering te Frankfort het samentrekken van Duitsche troepen aan den Rijn voor, waartoe den 2den Juli besloten werd.

Dat alles, en wellicht nog andere minder bekende redenen, deed keizei- Napoleon onverwacht het besluit nemen, keizer Frans Jozef liet voorstel te doen tot het sluiten van eenen wapenstilstand, hetwelk terstond werd aangenomen (8 Juli 1859). Drie dagen later hadden de beide vorsten eene bijeenkomst te Viüa-f ran ca, waar de grondslagen bepaald werden, op welke men over

(1) In Farm a was hertog Karel II in 1854 door een sluipmoordenaar om het leven gebracht. Zijne weduwe, eene zuster van den graaf van Cham-iïord (bl. 236 in de aanteekening), voerde sedert dien tijd als Regentes het bewind voor haren vijfjarigen zoon Robert I.

-ocr page 281-

268

..... Ajswsftacsa

zou aan Oostenrijk blijven, doch een deel uitmaken van Itahaamche Verbond; verder zouden de Groothert^ van Tos

oeii ln zijne staten in te voeren T)p i i-\'i i i

.....

7WaLVTóJldeeu Pa haddea verklaarden

clou troon, eT wd eveTeeÏ J^üm va.

wereldhjk gezag vervallen verklaard; teveiTsprxk de bUS nquot;

vL\'eenic^L^Toe^VFUi^\' nie^ ^ te worden

redenen5 weigerde, \'sloten

au1: :S\' ifc ve:t^ ^ri:.reirn

In November 1859 kwa.n de mien, en 1\'rankrijk en Sardinia aan den anderen kant tot \'sl Laatstgenoemd rijk verkreeg daarbij, zooals reeds to t/,, ,

bepaald was. geheel Lo.nhardye tot aan den Mineio lénlZZo vestingen Mantua en Peschiera \'

\'iï .rz:quot;quot; -«*«.

■ie». « * aanhechting **amp;%£££% t

komst te laten beslissen. Dat «esohiedde ^en™1quot;8^ ^61 hare t0e\'

S/rd/ntó. Toen alzoo tot de nmW-i vereemgmg met

besloten was, verkondigde keiaer N.n\'oiEox rquot;i ^

v;J: ^»»rt: ^

-^eZr2ZiSrtT~:

daiu-na toj i„gel#fd, torwiil Vioto,. .

,sto be2,t -....... «• «.4^Tzzz**

-ocr page 282-

2 Cl)

§ 35. Verovering van, Napels door Oaribaldi. Victor Emanuel, koning van lialië.

Hot Koninklijk dfit üiin do liioi\'ljoV6ii I)osc 111\'cvg11 ir0-

beurtenissen geen werkzaam aandeel had genomen, verkeerde intusschen in een toestand, die vroeg of laat eene uitbarsting moest doen verwachten. Koning Pekdixand 11, die in 1849 zijn onbeperkt gezag met geweld had hersteld (bl. 261), en na dien tijd de rust door de wreedaardigste maatregelen had gehandhaafd, was in Mei 1859 gestorven, en opgevolgd door zijn zoon Fuaxs IL Deze drieëntwintigjarige vorst luid noch ondervinding noch vastheid van karakter genoeg om in de moeielijke omstandigheden, onder welke hij aan de regeering kwam. een krachtig besluit té nemen. Van den eenen kant aangezocht om toe te geven aan den wensch zijner onderdanen, en zich openlijk aan te sluiten aan do algemeene nationale beweging, die Italië krachtig wilde maken door vrije staatsinstellingen, en door het te onttrekken aan vreemden invloed, werd hij van den anderen kant, vooral door do Koningin-weduwe, eene Oostennjksche Prinses, aangespoord het stelsel van zijnen vader te blijven volgen, en zich door onderdrukking van eiken tegenstand te handhaven. Door die weifelende houding werd natuurlijk zijn gezag nog meer verzwakt. Het leger, dat in de krachtige hand van zijnen vader het werktuig was geweest 0111 zich tegenover zijn volk staande te houden, begon het vertrouwen op den Koning en daardoor het vertrouwen op zich-zelven te verliezen, terwijl de algemeene geest van ontevredenheid zich ook langzamerhand in de gelederen begon te openbaren.

Onder zulke omstandigheden braken in April 18(50 in Palermo oproerige bewegingen uit, die zich binnen weinige weken over geheel Sicilië verspreidden, terwijl zich te gelijker tijd in Genua eene menigte vrijwilligers verzamelden met het doel om den opstand te gaan ondersteunen. Aan hun hoofd stelde zich de wakkere Gatitbaldi, die vervuld met geestdrift voor de bevrijding van zijn vaderland, in den oorlog tegen Oostenrijk uitstekende diensten had bewezen, en door zijn edel en onbaatzuchtig karakter, zoowel als door zijne vastberadenheid en dapperheid, de held en de lieveling van het Italiaansche volk was geworden. In den nacht van den 5den op den 6den Mei 1860 scheepte bij zich met 1000 vrijwilligers te Genua in, en landde vijf dagen later te Marsala op de westkust van Sicilië. Nog vóór het einde der maand had hij Palermo veroverd, rukte daarop langs de noordkust van

-ocr page 283-

270

to. h l\' quot; , \'quot;quot;H voorMuquot;»quot;3 vnjmllig.i-s nit geh»! UM,

Ïve hrbri(2.. quot; fc quot;quot;l»» » «• h\'vig

Sen Sten TuH vnn , t quot;quot; quot;quot;quot;quot;S8quot;

en „„sten Juh voor laatstgenoemde stad

Intusschen had koning Fuans 11, ten einde raad, den 2den Juli

- /ijn volk eene constitutie verleend, en aan Victor Emanuel

muiten van een bondgenootschap voorgedragen waarom trent evenwel nog niets beslist wne w; 1 \\ waai om-

randschrift y ll®t afle^en\' eii quot;quot;-inten liet slaan niet het laiulschiift Victor Emanuel, Koning van Italië.

.. ihS ri,ï\' tr....... rquot;-*quot;» \'» « een groot

\'LT aft M (S •*— * quot;* w in die dV

r». jJS, rr-

«elks inlijving bjj R-aninJi ll01mel bilte™ Tolquot; hri\'wmtw\' weder aan de Fmmchon zou ontrukken Uld\'

««..• het vasteland van quot;«f»™

ket volk, zijnen intocht bimm ll ZT^l\' Tf\'quot;! 1quot; bewind aanvaardde in naam van Virrn i.^ \'1J eistond__het koning van Italië uitriep \' quot; MANUEI\'\' diei1 hÜ als

JwL^s ^Vquot;\'^ dr: ^-m.

schot van liji, 1 ™ Ü\'^T\'quot;\' quot; Fquot;quot; quot; bquot; quot;«■

t r :\'r«

-ocr page 284-

oen Savdiniscli leger tot ondersteuning der vrijscharen aanrukte.

Reeds in liet begin van September had Vicïon Emanuel zijne troepen den Kevkelijkeu. Slaal doen binnenrukken om de oostelijke provinciën, ümbrië en de Marken, die tegen den Paus waren opgestaan, ter hulp te komen. Het Pauselijke leger, onder bevel van den generaal Lamoiucikiik, was den 18den September bij Caslelfidardo verslagen en nagenoeg geheel vernietigd, en de vesting Ancona, aan de Adrialische Zee, in de volgende week genoodzaakt geworden zich over te geven, waarop de Sardiniër.t met VicTOii Emanuel zuidwaarts getrokken waren, om zich met de troepen van Garibaldi te vereenigen. Tegen die overmacht was Frans II niet bestand; hij trok terug naar Gaëla, en verdedigde die vesting nog ongeveer drie en een halve maand (4 Nov. 1860 tot 13 Februari 1861), waarop hij haar bij capitulatie overgaf, en zijn koninkrijk verliet om de wijk te nemen naar Home,

Inmiddels was de bevolking van het koninkrijk Napels en die van Umbrië en de Marken tot eene stemming opgeroepen, en had zich nagenoeg zonder uitzondering, voor Victor Emanuel verklaard. Deze aanvaardde het bewind, hetwelk hem door den al-gemeenen wensch des volks was opgedragen, riep een Italiaansch Parlement bijeen, dat den 18den Februari 18(jl te Turin geopend werd, en den 17den der volgende maand werd de wet afgekondigd, waarbij Victor Emanuel voor zich en zijne nakomelingen den titel van Koning van llalië aannam.

De onttroonde vorsten en paus Pius IX protesteerden tegen de inbezitneming hunner landen; doch de vestiging van liet Koninkrijk Italië werd achtereenvolgens door nagenoeg alle Europeesche gouvernementen als een voldongen feit (fail accompli) beschouwd en Victor Emanuel als koning van Italië erkend.

De wensch der Italianen om den Kerkelijken Staat en het Ve-netiaansche grondgebied met het overige tot één geheel te vereenigen, bleef toen echter nog onvervuld. In Rome werd eene sterke Fransche bezetting gelegd om de wereldlijke macht van den Paus te beschermen. Aan deze bezetting evenwel werd voor het einde van 1866 een einde gemaakt, volgens de bepalingen eener overeenkomst (conventie), die den 25sten September 1864 te Parijs tusschen Frankrijk en het koninkrijk Italië gesloten werd. Daarbij werd bovendien overeengekomen, dat het Italiaansche gouvernement het tegenwoordige grondgebied van den Paus zou eerbiedigen en tegen aanvallen van buiten verdedigen.

Eene poging van Garibaldi, die zich in Augustus 1862 aan het hoofd stelde van eenige honderden vrijwilligers, in de hoop

-ocr page 285-

van zijne landgenooten tot een aanval rm /?

ken, ging Victor Emanuei, met cevveld vZ^w Gtambaldi zelf werd bij hef 1 wai)euen te keer

lijke troepen bij yl.sp.oLnL T, 1 fSamequot;treffen met de konink-^apels, zwaar gewond en o-èvni ^ /UU ^ Van llet koninkrijk later weder «quot;vrpeM A^dTrT6quot;\' doCb «jd

iquot; het Napolitaansche grondgebied yen-! ^ ^ 0rde en ^ scheidene aanhangers van l^nin. i^^^ ^^ ^rzekerd daar ver-streken onder stoute aanvoerders tot h i quot; \'^^^chtige

gljOt van het land onv^UaS\' ^ ^

overgebracht ^ van1 It,aliaansche regeering

rijk was verklaard. quot; 0\'equot;ce. dat tot hoofdstad van het

■va!ïti1I;r^elt.!!;eillt;\'\',;;^om^ niet \'«»» de ver-

h van Tur/aje had loso-eschenrrl \'l ?e 0®stei\'d toen dat rijk goeden wil bezield, miste de ceestkrachf0quot;lquot;quot; quot;r ^ hoeWel met hij het volk bemind te makenquot;en de beJ \' g ^ 0m zich

namelijk een gevolg waren van de armopdeTquot; J31\' 1° lleffen\' die voor-toestand der tinanciën. Daarbij w-r e des Iands en den slechten

Kich ten koste van het meer \' \' roeping was,

te breiden en eenmaal on de , ^ Vmwakkequot;de Tu,^e uit Byzantjjnsch rijk te stichten «quot;quot;h\'001\'0quot; ^ Staat een nieuw 7,ame houding des Konings tijdens de./Kri\'1 \'T\'quot; de V1\'eed-andere redenen hadden in Februari 1862 ^00\\Io(f\' Dez6 equot; me^ ten gevolge, die evenwel binnen t \' quot; ^ gerKlei1 0Pstand October brak er een tweede ^

dagen over het a-eheele lanrl ,ro -n \'jmnen weinige

het leger aa^Ioot ^ ***** °°k

mogeiyk zou z.jn, zich te0 handhLvl y^Zl quot;f ^ ^ van de regeering vervallen verklaard. Een vnn 1 • ?quot; ^ terstond daarop ingesteld werrl 1 i ■, oiloopig bewind, dat de kroon Tquot; quot;* * «*»-gt;•

koningin Victoria aan, en toen , \' \' 1\'\' tweeden ™on van

-ocr page 286-

273

hem aangebodene waardigheid aan te nemen. Onder den naam van Geo li ge I, koning der Hellenen, aanvaardde hij in het laatst van het jaar de regeering.

In het voorjaar van 1864 deed Engeland afstand van zijn beschermheerschap over de Ionische eilanden, die met Griekenland werden vereenigd.

De Grieksche omwenteling was nagenoeg zonder bloedvergieten tot stand gekomen, doch geheel anders was het in dat opzicht met den opstand, die den 22sten Januari 1863 in Polen uitbrak, waar reeds sedert geruimen tijd eene groote gisting heerschte, die slechts met moeite door de Russische krijgsmacht bedwongen werd. De lichting \' van rekruten voor het leger werd het sein tot eene geweldige uitbarsting; de Polen grepen naar de wapenen, en het ongelukkige land werd weder het tooneel van een bloe-digen oorlog, die, aangewakkerd door den nationalen haat, welke reeds sedert zoo vele eeuwen tusschen de Bussen en Polen bestaat, van weerszijden met de grootste verbittering gevoerd werd. Het duurde ongeveer een jaar eer de opstand door de geweldige krachtsinspanning van het Russische gouvernement was gedempt. Sedert dien tijd trachtte keizer Alexander II door bevordering van welvaart en beschaving en door uitbreiding van het schoolonderwijs in den toestand van Polen zooveel mogelijk verbetering aan te brengen, doch te gelijker tijd nam hij maatregelen om de Poolsche nationaliteit geheel en al te vernietigen, door in Maart 1867 het vroegere koninkrijk Polen tot eene provincie van het Russische rijk te verklaren. Wijders word gelast, dat voortaan in alle openlijke geschriften, in de kerken, in de scholen, in de gebedenboeken, ja zelfs in de schouwburgen, koffiehuizen, enz. de Russische taal moest worden gebruikt, en werden vele duizenden Poolsche beambten door Russische vervangen.

In Rusland werd in het jaar 1862 de lijfeigenschap, die in geen ander land van Europa meer bestond, afgeschaft, en werden allo lijfeigenen door keizer Alexander II voor vrije burgers verklaard.

Over het algemeen begon zich in dien tijd een streven van Piusland te openbaren om invloed uit te oefenen op de bewoners van andere rijken, die evenals de Russen van Slavischen oorsprong zijn, zooals in Bohemen, in Rumenië (1), in het noorden van Turkije enz.

^1) In liet jaar 1801 werden dc Donau-vorsfondommen Walachijc en Moldavië tot één staat vereenigd onder den naam van Riwienië.

II. J 18

-ocr page 287-

274

In het begin van 1866 brak een oosUinrl in /? •

regeerende vorst Cou/a wp.tI •• , Rumente uit; de

klaard, en nadat de Graaf van rf116 Jaai\'dl^lleid vervallen ver-lkopold ii van de heT hroedev van ^ning

verkoos men prins KaKFT v ^quot;o6 en \'croon had geweigerd,

Koning van Pruisen, tot erfelijk vorst^Tquot;quot;e,\'W\' ^ Vgt;m de\'1 lief. bewind, en weU een/^i ^ KaKBI 1

door de overige Europeesche mogendheden erkend quot;* ^ ^

uit?Trdrb^trhrrn opstand op het ^ ^

door Gr^enlana ondersteund w«Z ^

van Turkije onafhankpliilr ia i pogingen om zich

ï...tah. Le°„. r /fr-, 8 quot;** «.

Iiaalde pogi,^ quot;quot; 0Z~ Z tquot;quot;*\'\'quot;- quot;quot;\'i\' »1. h.,.

f\' bemiddelend \'nsselioab.ide ««„quot;quot;Swo

JanutM 1869, toen de om-lna- i \' J 8 waren, In

onvermijdelijk scheen, kwam quot;te eJ/quot; GHekenland

volmachtigden van Frankrük i\\ i , T C0Jllerentle van ge-la»c\', HaM, en Tu.iT\\!tn V \' \'^***\' *«*

(\'•riekenland in liet ongelijk werd \' quot; tTlquot; namen, waarbij

billijke eischen van den Sul an tP T aan de

vijandelijke hTndelWen Te ^ Cn ^ van

onderhandsche ondersteunino- van f!\'\'quot;/ C\'quot;nd,a\' Jlu van de iquot; den loop van het iZ t, / f Verstoken\' kwam

werd, ten minste uiterlijk de en langzamerhand

laatstgenoemd rijk en Turkije herfteld\' Verstandhouding tusschen

Inmiddels beq-on de Rulfnn /i.v • i j •

staten van Europa bezocht iiefo-o,!11 16 ,jaar 1867 ^quot;s^eidene voorgangers gedaan was èeniae0 hL iquot;0^ d001quot; eequot; zlJner bestuur in te voeren. De ClnW \' v llei\'V01\'mingen in het hadden mogen bekleeden hoew l mitimer staatsambten

d- bevolkiiig uitm kt \' zoudln ^ ^ quot; ^lten digheden, zelfs tot d e van Grol T 404 de hoo^e waar-en in den nieuwen

namen verscheidene Christenen „„ . \\ T t Werd quot;\'^«^Id, terwijl een Christen, Agatjiox sraëiiete^ zitting,

werken werd benoemd, \' minister van openbare

De verhouding- tusschen rin„ a i.

s\'requot;iK - .......w t° .:tt zr.Tr,::

-ocr page 288-

\'275

tijd veel te wenschen over. De doorgraving van de landengte van Suez, welke grootsohe onderneming vooral door den krachtigen invloed van Frankrijk tot stand kwam, gaf den Onderkoning aanleiding, met verschillende mogendheden onderhandelingen aan te knoopen, tegen welke handelwijze de Turksche regeering zich met kracht verzette, daar zij aan Ismael Paciia het recht ont-zeide, met andere vorsten zelfstandige verdragen te sluiten.

Nadat den 17den November 1869 het Kanaal van Suez, dat de Mid-dellandsche Zee met de Boode Zee verbindt, waardoor alzoo een nieuwe en veel kortere weg te water naar Indic werd verkregen, plechtig geopend was, gaf de Onderkoning aan de eischen van den Sultan toe, zoodat de spanning, die tusschen beide vorsten ontstaan was, voor liet oogenblik weder als geweken kon beschouwd worden.

§ 37. Oorlog van Pruisen en Oostenrijk tegen Denemarken in 1864.

Het moeielijke vraagstuk van de erfopvolging in de hertogdommen Sleesivijk, Holstein en Lauenburg (bl. 245 en 257) gai eindelijk aanleiding tot eenen oorlog, waarvan de gevolgen zich thans nog door geheel Europa doen gevoelen.

Groote bezwaren waren te verwachten indien koning Fubdkkik VII kwam te overlijden (1), dewijl het dan te voorzien was, dat de bewoners der Hertogdommen zich niet gewillig zouden ïoegen naar de bepalingen omtrent de opvolging, volgens welke de regeering, zoowel over Denemctrken als over Sleeswijk*Holstein en Lauenburg, aan prins Ciihistiaan van Sleeswijk-Ilolstein-Sonder-hurg-Glückshurg zou komen. Het tractaat, waarbij die opvolging bepaald werd, was den 8sten Mei 1852 te Londen gesloten tusschen de vijf groote mogendheden, Zweden en Denemarken. De Duitsche Bond evenwel had het niet erkend, dewijl de Duitsclie natie over het algemeen, evenals de meerderheid der bevolking in de Hertogdommen, beweerde dat niet prins Ciiristiaan, maar prins Predebik van Augustenburg, uit eene andere linie van het huis van Holstein, de wettige opvolger in de hertogdommen was.

In do jaren, welke na den vrede van 1850 (bl. 257) volgden, hadden de Denen alles aangewend om in de Hertogdommen zooveel mogelijk het Duitsche element te verdringen. Deensche beambten werden overal aangesteld, de Deensche taal in ker-

(1) Zijn oom Ferdinand, die tot zijn opvolger was bostemd (bl. \'257), stierf in Juni 1860 zonder kinderen na te laten.

-ocr page 289-

27«

ken on scholen ingfevoerd pnv /1

ring onder de bevoJkinc- steeds\'Vr, ^ ^ h®twelk de verbitte-Duitsche bondsvergaderintr tmr» enilm- ^ei\'haalde]ijk diende de vertoogen in bij dquot;e Deenschequot; reo-I ^ dergellJke maatregelen voor korten tijd gehoor Ïf S dan wel

verandering in den staat quot;van /aken 60116 afdoende

J ^ Bonemarken maatregelen Werd\' Toen einde-

kelyk ten doel hadden he4eTkToïJmfklRarbly-

5,1 e quot;olstein vereenigd moest b w! g 6 0Ude bepalin^ b-oners DuitscLs w\' en ^ quot;het ^

T de bondsvergadering i„ Óctober ISe^b tf jquot; ^ 1amp;Vei1\' pbkde7uk vii, die als hertoo- v J T, , het beslmt, koning Dmtsche verbond behoorde door em 611 Lauenhury tot het

noodzakenerb\'elt;^igen ^ ^

P^8 Squot;a^rï S.^.WK VII en

over de gezamenlijke landen der I) \' IX (le 1\'pS\'eeriiig

derheid van de bevolW der ^?8?6 m01lBrohi«- ^ meer\' FnEDEnnc van ;luf/us/enbugt;y ;üs hWn ^ ^ re(gt;btev (irkem]\'! stond na den dood des lln.inot , T\'6111\' ^ dan ook ter-

vi11\' \'-tog van herd ais

De opgewondenheid in Ihdlschln-n i aanvaai-den.

plaatsen werden volksvergaderingen li T illgemeei1\' 0P vele 1\'ezen stemmen op om de reo-eerino-en quot;quot;m 0U/Vai1 aIie lcant6quot; Sleeswijk-Holsleiners tegen de aannnt\' \'quot; ,sl:,orei1 de reeliten dei-ondersteunen. In de Bondsver^aderinf te

als gewoonlijk, groote verdeeldheid v« Fmn/^ heersebte, der leden wilde de HertoSn ne, ^0616quot;- Een Veelte nemen en Fbedetuk van 1,1

ander gedeelte, waartoe voornamelijk\'• g llltl\'0epeneen boorden, wilde vasthouden aan de bonlr^ 0oS,enrVk b«-sche tractaat, Chmstiaan ix .,1s sn 1 quot;f11 van hei Londen-e^ennen, en hem, daar hij gelee TTd 1\\Vertogdoni»1^ voorganger bleek te willen volgen door 1™ \'m het erkennen van de rechten der V/ ^executie tot

Dientengevolge rukte een korps honZ^ \'-\'^ ^vingen.

en Saksen bestaande, (December 18G3)\' Zn //aquot;ovrnquot;gt;equot; binnen. U\'^ Uolslem en Lauenhunj

quot;quot;quot;«quot;quot; £ Wr ia-rs

-ocr page 290-

277

zuchtige bijbedoeling in het oog. In 18Ö2 was daar te lande de vrijheer (later graaf) Von Bismabck-Soiiönhausen, een man van een despotiek karakter en groote wilskracht, aan het hoofd van het ministerie geplaatst, die, terwijl hij de rechten der Pruisische volksvertegenwoordiging ten opzichte der binnenlandsche aangelegenheden op alle wijzen zocht te verkorten, tevens het voornemen opvatte om de macht van Pruisen als Europeesche mogendheid met geweld van wapenen uit te breiden. De verovering en inlijving der Hertogdommen bij den Pruisischen staat was het geheime oogmerk, dat hij, gesteund door de partij van den adel en door de zeer oorlogzuchtig gestemde militaire partij, wilde bereiken, en dat was de voorname reden, waarom hij weigerde tot eiken maatregel mede te werken, die de verheffing van \'PiiKDEiiiK van Aucjustenburg tot hertog van Sleestuijk-Holstein ten gevolge kon hebben. Oostenrijk werd tot medewerking overgehaald, en toen de meerderheid in de Bondsvergadering -Aich wei-werachtiquot; bleef betoonen de inzichten van het Pruisische kabinet te volgen, verklaarden de beide groote mogendheden, in Januari 1864, dat zij alleen de zaak der Hertogdommen zouden in handen nemen.

Daar de Koning van Benemarken, vooral op aandrang van zijn volk, de hem gestelde eischen afwijzend beantwoordde, rukten een Oosten rijksch en een Pruisisch leger nog in dezelfde maand Januari Holstein binnen, en overschreden den laten Februari de Eider, de grensrivier, die dit hertogdom van Sleeswijk, en dus het Duitsche van het Deensche grondgebied scheidt.

De oorlog, die met eene korte tusschenpoozing van den Isten Februari tot den 20sten Juni 1864 duurde, was voor de Denen allernoodlottigst. Hoewel het leger met dapperheid streed, was het niet bestand tegen de groote overmacht. Achtereenvolgens vielen Sleeswijk en Jutland in handen van den vijand, en eindelijk werd ook het eiland Alsen door de Pruisen in bezit genomen. Door geheel Europa verlaten, kon het kleine koninkrijk niet langer weerstand bieden.

Nadat van April tot Juni reeds eene conferentie te Londen had plaats gehad, die vruchteloos pogingen in het werk had gesteld om den vrede te herstellen, werden in Juli onderhandelingen te Weenen geopend, welke eindelijk tot den vrede leidden, die den SOsten October 1864 daar ter stede gesloten werd.

De Koning van Denemarken stond daarbij al zijne rechten op Sleeswijk, Holstein en Lauenhurg aan den Keizer van Oostenrijk en den Koning van Pruisen af, terwijl bepaald werd, dat de oorlogskosten door die landen aan de beide genoemde mogendheden zouden worden terugbetaald.

-ocr page 291-

278

Zes weken later ontruimden de bondstroepen Uolstein en Lauen-hurg, en werden de Hertogdommen door de Pruisen en Oostenrijkers bezet,

§ 38. Oorlog tusschen Oostenrijk en Pruisen in 1861).

Langzamerhand trad nu de geheime bedoeling van Pruisen, inlijving der Hertogdommen bij den l\'ruisischen staat, duidelijker op den voorgrond. Gebruik makende van bezwaren in het bin-nenlandsch bestuur, waarmede de Oostenrijksche monarchie te kampen had, en van de financiëele ongelegenheden, waarin dat rijk ten gevolge van een /,waren sclmldenlast gewikkeld was, bood Pruisen eene aanzienlijke som gelds voor den afstand der rechten van Oostenrijk op de Hertogdommen. Dit aanbod werd afgeslagen, en in eene bijeenkomst van den keizer van Oostenrijk en den Koning van Pruisen in Augustus 1865 te Gaste in werd bepaald, dat voorloopig de eerste in Holstein en de tweede in Slecswijk het bewind zoude voeren, terwijl Lauenburg tegen eene vergoeding van 21/2 millioen rijksdaalders aan den Koning van Pruisen werd afgestaan.

Voor het oogenblik scheen de eendracht hersteld, doch het bleek weldra dat de eigenlijke reden tot tweespalt niet was weggenomen. Terwijl Pruisen het hertogdom Sleeswijk door strenge maatregelen in bedwang hield, den Hertog vim Augmtenhurg het verblijf in dat land ontzegde en alle vergaderingen, waarin het volk zijne rechten wilde bespreken, verbood, bleef Oostenrijk beweren, dat aan den Duitschen Bond het recht toekwam, het vraagstuk omtrent de erfopvolging in Sleesvjijk-Holstein te beslissen; het belette in Holstein de volksvergaderingen niet, waarin de rechten van het land en die van den Hertog van Augustenburg wei-den overwogen, en stond dezen laatste het verblijf in Holstein toe.

De verbittering van Pruisen vermeerderde door deze handelwijze van Oostenrijk, dat klaarblijkelijk do inlijving van de hertogdommen in den Pruisischen staat tegenwerkte. Langzamerhand begon de oude veete tusschen de beide monarchieën, die elk voor zich het overwicht in Duitschland verlangden, zich in liet geschil te mengen. Eene wijziging der inrichting van den Duitschen Hond, die in het jaar ISIS beproefd, maar toen geheel mislukt was (zie § 29), bleef nog altijd de algemeene wensch der Duit sellers, en de scherpziende graaf Bismarck, die in de voldoening van dien wensch het middel zag om de gemoederen voor zich te winnen en tevens de macht van Pruisen te vergrooten,

-ocr page 292-

279

sloeg in April ^X weto

SnrfecSvXehe voting uit het «e ^.ouden gekozen worden. nnin„ tusschen de beide groote mogend-

Intusschen nam de spannu g oorlogstoebereulselen

heden dogeip» to* ^ ^ ^ Pruisen

werden gemaakt. Le r, oo1c in het zuideu werd

Z£S. -f - welks bKit ,oort\'

*r%£ezz rscr

lenrijk, Pruisen en » 1 ^ de 1)uitsche bond zon deelnemen: conferentie voor, wat \' iddeling mislukte, en toen Ooslennjk .leze laatste poging toUmm Jclc - s^uijk-Hohlem

den Isten Juni ^^^wtlde dtn beslissen, en te gelijker tijd

door de Bondsvergadeimg ^ ^ te ten emde

last gaf om de stenden va ^ te doen ken

hunne dat hierdoor de bepalingen van het ,

verklaarde Giaat honden, en dat verdrag alzoo vei

verdrag van in Siees^ kreeg nulast

-ru;» ^

\':t2J£ »quot;quot;r quot;quot;quot;quot;r \'quot;squot;

trokken. zi^e dat Pruisen door dien

Oostenrijk verklaarde m vei.bl.oken, en eischte den

maatregel het verdrag ^ one vei.„adering van den Bondsdag

llden Juni m eene bu 8 . in Pruisische contingent)

dat het bondsleger (met gondeli^^^^ bewal,en van den

zou worden mobiel ^ ^ 14don juni worden gestemd,

vrede te dwingen. (n,naf Bismaiiok een nieuw voorstel m

doch vóór dien tijd c T)uitechen Bond, in welks eerste arti-tot hervorming van de. „rondgebied van den Bond

** bepaald werd a -oitaan ^ ^ hnMe

zou bestaan uit de ^611\' teTirijksche landen en van Limburg. met uitsluiting quot;an t w01,den bijeengeroepen; eene

Wijders zou een Duitsch P\' oiiaer het opperbeheer van

Duitsche marine worden ® en worden gevormd, waarvan een Pruisen; twee bondslegei. _ ^ Koning van Pruisen en een noordelijk onder het beve ^ Beieren, terwijl de betrek-

ïï!ïïf ^BoXtot de Duitsche landen van den Oostenrijk-

-ocr page 293-

280

schen keizerstaat later door het Parlement en door nadere zouden worden g\'eregeld. ^

Den 14den Juni werd het Oostennjksche voorstel tot mobiel making van het bondsleger in stemming gebracht en mj

anngen0men\' waal\'0P de Pruisische gevolmach-

g ^ veigadenng verliet, na de verklaring te hebben afgelegd

h, lt;,equot; lt;- »,s *•*gt;**£££

Nu was de oorlog onvermijdelijk, en Pruisen, hetwelk ziine toequot;

»kquot;™^1 ;s \'?rw **• quot;egrquot;quot; ^quot;quot;

e: met kiaoht te handelen, een groot voordeel op Oostenrijk en de daarmede verbonden staten zou verkrii™. LhT

JT f hadden „3

,ƒ, Beieren\' Wurlemberrj, Hessen-Darmstadt en Nassau vóór het voorstel van Oostenrijk gestemd. Vermits de Pruisische re^ee

regeeringen van Uanover, Hessen-Kassei en «aksen dat /iiT

ojiiniddellyk vd8

binnen twaalf m aan m l.elÜ d \'

geval hunne rechten zou eerbiedigen. Die eisch werrl f -v»,»,, ,1U„ den l5den J.ni

den volgenden dag zijne troepen in de drie rijken deed bi

rukken. Bmnen eene week tijds waren zij door de PruisiscTquot; legerkorpsen bezet; het Saksische lew t.-ni- . \'uisische

het Oostennjksche te vereenigen; de Keurvorst vm /T werd als staatsgevangene na\'ar ^Te^Tet sche leger week zuidwaarts om zich met de Beiers clip t verbinding te stellen, doch werd omsinoeld en iT\'1 111

gevecht bij Langensaha genoodzaakt den 29sten Ju \'T g eeren De manschappen werden ontward huis

den de officieren moesten beloven nie tegen Pru se^Z ^\'T\'

^JVvSo^-v k- —girtet;:;:

Konfng \'T

en het Italiaansche le-er rukte de J. 00 g verklaai,d.

grondgebied over, doch ^

SZZÏ* * « W deif teragtojht

Inmiddels hadden ook de ie ^

-ocr page 294-

281

schreden, en trokken onder hot leveren van eene reeks voorspoedige gevechten Bohemen binnen. Eindelijk werd op den 3den Juli bi het dorp Sadowa, niet ver van Königgratz, een beslissende veldslag geleverd, waarin de Pruisen eene volkomen overwinning behaalden. Het Oostenrijksche leger week terug naar den Donnu, eevoW door de overwinnaars, die binnen weinig tijds Bohemen veroverd hadden en tot op korten afstand van Weenen door-drongen. Gedurende al - dien tijd bleef het bondsleger, aangevoerd doorquot; prins Karkl van Beieren werkeloos, of wel verspilde zijne krachten in deels zeer bloedige maar altijd ongelukkige gevechten in het Z. W. van Duitschland, waardoor aan de zaak van Oostenrijk hoegenaamd geen voordeel werd toegebracht.

Terstond na de nederlaag bij honig(jriilz besloot keizer Frans Jozef op het onverwachtst Venetië af te staan aan keizer Napoleon, en diens bemiddeling aan te nemen tot herstel van den vrede tussohen de oorlogvoerende partijen. Eene schorsing dei-vijandelijkheden tusschen Oostenrijk en Pruisen en het openen van onderhandelingen tusschen de onderscheidene krijgvoerende mogendheden was hiervan het gevolg. Oostenrijk en zijne bondge-nooten waren genoodzaakt aan de vorderingen van Pruisen toe te geven, dat ten gevolge van den zoo voorspoedig gevoerden krijg niet alleen eene aanzienlijke som als schadevergoeding voor oorlogskosten, maar vooral eene belangrijke vergrooting van grondgebied verkreeg. Den 17den Augustus deed koning Willem I aan de Pruisische volksvertegenwoordiging het voorstel tot inlijving van Hanover, Hessen-Kassei, Nassau en Frankfort bij de Pruisische monarchie, welke voorstel eenige weken later met bijna algemeene stemmen werd aangenomen.

De vermeerdering van grondgebied, welke Pruisen hierdoor verwierf, bedroeg, met inbegrip van Sleeswjk-Holstein, hetwelk, nadat de vrede met Oostenrijk geteekend was, den 24sten December werd ingelijfd, niet minder clan 1278 vierkante Duitsche mijlen

met ruim 4 millioen inwoners.

De Koning van Hanover protesteerde later tegen het in bezit nemen zijnequot;- staten, terwijl hij verklaarde nimmer van zijne souvereiniteitsrechten afstand te zullen doen, en toen hij in Juni 1878 te Parijs was overleden, bleef ook zijn zoon Ernst August, die in datzelfde jaar met eene dochter van den Koning van Benemarken huwde, zijne rechten op den troon handhaven.

Achtereenvolgens sloot Pruisen in de laatste dagen van Augustus en in September op voordeelige voorwaarden vrede met Wurtem-berg. Beieren, Baden, Hessen-Darmstadt en Oostenrijk. Bij het

-ocr page 295-

282

si—

ZOU worden geregeld. Hij deedquot; afstan/^ai^^JjL^fTsW

\'I li , 10oS\'equot;rö/£ Zlcl\'. 20 millioen Pruisische tlialor al.

schadevergoeding voor oorlogskosten te betalen.

Hij den vrede met Hessen-Darmsladt werd een Ssdeelte van dnf ^«..rtogdo,. „ eene kleine ] and

S » quot;quot;quot;\'quot;*elr quot;quot; het «™4-« v /ta :

A~»l, „ R,,.4/-„, bi, iian ^ io^~..

«•«\'?.quot; t Ur\'t quot;quot;\'quot;Jquot;1 * \'«-«S\'l\'rfquot; tnsschen hunne ziidc den T-d g 01st waren\' b\'eve,l Itaiianm van xvi f V nj n0g V001,betten, zonder dat evenwel eenilt;.

-Penfei van belang plaats had, met uiteonderW ^

gevecht bij in de Zcegt; waarin de SoZX J dê

overwinning behaalden. In het begin van Aimistus wlT T wapenstilstand tusschen Oostenrijk en ^ gesloten « terstoni daarop werden onderhandelingen aangeknoopt die to 1 ! leidden, welke den 3den October 1866°te Weencn gesloten Urd quot;

OcfotTe\'Xnd1:1quot; ^0116quot; 6,1 ^ ^ 21sten

§ 39. De Noord-Didtsche Bond.

Terwijl de vredesonderhandelingen ffevoerd werrlo,, • ■.

quot;quot; IWquot; het lot Shnd^:jn Zblj

-ocr page 296-

283

/

de Noord-Duitsche bond werd gevestigd. De staten, welke gedeeltelijk toen en gedeeltelijk later tot dien Bond toetraden, waren : Pruisen, Saksen, Mecklemburg-Schwerin, Saksen-Weimar, Mecklem-hurcj-Slrelüz, Oldenburg, Drunsivijk, Saksen-Meiningen, Saksen-Altenburg, Saksen- Coburg-Gotha, Anhalt, Schivarzburcj- Rudolstadt, Schwarzburg-Sonderhausen, Waldeck, Heuss oudere linie, heuss jongere linie, Schaumburg-Lippe, Lippe-üetmold, de vrije steden Lubek, Breinen en Hamburg en Hessen-Darmstailt (voor dat gedeelte van liet groothertogdom, hetwelk ten Noorden van den Main gelegen is).

De gezamenlijke oppervlakte dezer landen is ruim viermaalhonderdduizend vierkante kilometers (ruim 7500 □ geogr. mijlen) met

30 millioen inwoners.

De voornaamste bepalingen van het tractaat waren, dat genoemde staten onderling een aanvallend en verdedigend verbond sloten en elkanders grondgebied waarborgden ; dat er eene constitutie zou worden vastgesteld door een Bondsparlement, bestaande uit afgevaardigden van alle staten, en dat de troepen der verbondenen onder het opperbevel zouden staan van den Koning vam Pruisen.

Den 24sten Februari 1867 werd de eerste vergadering van de afgevaardigden uit de verschillende bondstaten te Berlijn geopend, en den 16den April de constitutie van den Noord-Duitschen Bond aangenomen.

Ingevolge de daarin opgenomen bepaling werd de Bond samengesteld uit de hierboven genoemde staten, en de wetgeving opgedragen aan een Bondsraad en een Rijksdag. De Bondsraad zou bestaan uit 43 leden, die de verschillende staten vertegenwoordigden, en wel zoo dat Pruisen 17, Saksen 4, Mecklemburg-Schwerin en Brunswijk ieder 2, en de overige staten ieder ééne stem hadden. De leiding der vergaderingen werd opgedragen aan een Bondskanselier.

De leden van den Rijksdag werden door het volk gekozen, in verhouding van één lid op elke 100 000 inwoneis.

Het voorzitterschap van den Bond bleef opgedragen aan den koning van Pruisen, met het recht, in naam van den Bond, oorlog te verklaren en vrede te sluiten, verdragen en verbintenissen aan te gaan met vreemde mogendheden, enz.

De koning van Pruisen was opperbevelhebber van de zee- en

landmacht.

Elk inwoner van den Bond werd verplicht persoonlijk m het staande leo-er te dienen van zijn 20ste tot zijn 21ste jaar en daarna vijf iaren in de landweer; de sterkte van het Bondslegei becioeg voorloopig in vredestijd 1 percent van de geheele bevolking.

-ocr page 297-

284

in het vredesverdrag van Praan fbl \'^Sl i i r ^ 6,1 waarvan

sprake gebracht „mr d. •, i j dmg W6rd 8\'ei,,aaktgt; ter

new acht, maai daaraan werd geen nader gevolg gegeven,

§ -iO. Italië van 1866 tot 1870.

Geinige dagen nadat de vrede tussebpn hnv rgt;

sloten was (bl. 282) rien V, „ F f 611 0oslegt;quot;^ fS*

eene volksstemming L \' quot;quot;quot;\'«quot;f» •»

ninkrijk Itali wilden ino-eh\'ifd wn ^ \'1J \'\' quot; ^ ■\'let ko\'

ilaarvau, teekend, de Konuw quot;

slnit, waarbp te,„« tot een quot;fquot;\' 1866 1,01 b\'quot;

landen

genoeg opbrachten, dat alles maakte den toeÏÏ 1 Tl ^ ^ De moeiehjkheden, waarin de reapp,.- 0est]and zeei\' bedeiike]ijk.

king tot het binnenlandsch bestuur beTond ve6^\'

toen de partij, die steeds op hTbJTt vï ^ ^ ^

waarvan Gaiiijialdi de ziel was hef Vl iome aandronggt; en

!\'f »p lt;1« .o.;K:,;,d £:«\' J»

.»1™ «-sz t ot -

richt, die het aanwerven van vXi 7?

gelden en wapenen en/ ten lt;1 I i ^ verzamelen van

het niet waaide zich daa quot; \\ fde ^S\'^ring

September trokken eindeliik eene tesen te vei-zetten. In

anen met kleine g d e t

nuialdj, die zich on ZT T Komemsche grenzen. Ga-

sen, werd op last van de iLf 011J hUU ll00f,d te Plaat-

en naar zijne woonplaats ^1^80116 regeenng gevangen genomen

-ocr page 298-

285

waarschijnlijk tot eenen algemeenen opstand hebben geleid, terwijl aan den anderen kant een oorlog met Frankrijk dreigde, indien de Septemberconventie van 1866 (bl. 271) waarbij eerbiediging van het grondgebied van den Paus werd beloofd, niet werd nagekomen.

G vribalüi intusschen stoorde zich volstrekt niet aan de bezwaren van het gouvernement; in het laatst van October drong hij met eenige duizenden vrijwilligers tot in de nabijheid van Rome door, waar een opstand uitbrak, die echter spoedig gedempt werd, waarop de stad in staat van beleg werd verklaard. Nu besloot keizer Napolkon tusschenbeide te komen en eene troepenafdeeling naar Rome te zenden, waarop ook een Italiaansch korps den Kevie dij ken Slaat binnentrok.

De Gnribaldianen werden daardoor in de onmogelijkheid gebracht, een aanval op Rome te ondernemen, en genoodzaakt tot den terugtocht, op welken zij den 3den November bij het dorp Mentana door de Franschen en de Pauselijke troepen werden aangevallen en totaal verslagen. Gatuiialmi week terug naar de zijde van het Italiaansche leger; hij werd in hechtenis genomen, doch eenige weken later weder vrijgelaten zijnde, keerde hij naar het Eiland Caprera terug. De geheele onderneming was alzoo verijdeld, en nadat de Italiaansche troepen het pauselijk grondgebied hadden ontruimd, verlieten ook de Franschen de stad \'home, doch bleven Civila Vecehia met een garnizoen bezetten.

§ 41. Omwenieling in Spanje.

De gunstige verwachtingen, die men aanvankelijk van de regeering van koningin Isabella voor eene betere toekomst voor Spanje gekoesterd had, werden later niet vervuld, zoodat zich weldra eene groote ontevredenheid begon te openbaren onder hen, die de meer vrijzinnige begrippen van onzen tijd ook op het bestuur van hun land wenschten toegepast te zien. Die ontevredenheid steeg ten top toen de Koningin zich in Juni 1866 door een geheel reactionair ministerie omringde, waarvan de maarschalk Nauvaez het hoofd was. Op verschillende plaatsen braken onlusten uit die met geweld werden onderdrukt. Eene menigte aanhangers van de liberale partij werden met den dood of met depoitatie gestraft, en in het jaar 1867, dat door herhaalde opstanden in onderscheidene gedeelten van het koninkrijk werd gekenmerkt, steeg het misnoegen der bevolking tot zulk eene bedenkelijke hoogte, dat het ministerie zelf erkende, dat het behoud van den koninklijken troon alleen nog slechts op het leger berustte. In het vol-

-ocr page 299-

286

dene harer tegenstanders, waaronder de generaal v,,\'

(Ie „„te,L».r 8 quot; «—»• «quot;* —M. ■■■=\'

Dat alles had den val van Isabella ten rrevolw n-.., 17 a teinber 1868 mf de admimnl \'r • ? V0joe- Den 17enSep-

1 irr r

neuials keorden terug, eene provisioneele regeering werd IX-

, clle het geslacht der Bourbons voor altijd ™i rC ^

troon vervallen verklaarde, en aan den ^^8^ ,,^Che,, een voorloopig ministerie te vormen, totdat de Cortes bijeen .oï den geroepen Zljn om eene nieuwe constitutie in liberatquot;st

Lomstigen regeermgsvorm. De invloedrijkste leden quot;4n hetquot;0 oupjg bewind waren voor een monarchaal bestimv t- 1 vnj talrijke partij eischte, dat de republiek zou woidenTeproT leeid, terwijl ook de tweede zoon van don Gauws (bl 238) (2) zijne aanhangers had. Deze laatste stond in Octobe 1868 ■ ^

1 ofjn c \' 1111 ltABEL Vn noemde, en in den zomer

18bJ eeno Poging waagde om zich dooi- middel v™

\'T- ratrzzzz :=•££ T~

-ocr page 300-

287

De voorstanders van een monarchaal bestuur behielden evenwel de meerderheid, en terwijl Sehkano, die in Juni voorloopig tot Regent was benoemd, de herhaalde onlusten door de oarlis-tisohe en republikein sche partijen verwekt, met kracht wist te onderdrukken, knoopte de Regeering achtereenvolgens met verschillende Europeesche vorsten onderhandelingen aan over het aanvaarden van de Spaansche kroon. Nadat koning Ferdinand, de vader van den regeerenden koning van Portugal (bl. 239 en 263), de hertog van Ao.ila, een zoon, en de hertog van Genua, «en neef van Koning Victor Emanuel, geweigerd hadden, wendde het voorloopig bewind zich tot prins Leopold van Hohenzollern, die den len Juli de kandidatuur tot den troon verklaarde te aanvaarden. Toen echter keizer Napoleon zich daartegen verzette (zie § 43), trok hij zich weder terug om aan Frankrijk het voorwendsel tot een oorlog te ontnemen, welke verwachting evenwel, zooals later vermeld zal worden, niet werd vervuld.

Nieuwe onderhandelingen met den hertog van Aosta geopend, hadden een gunstiger gevolg dan vroeger. Den 16en October 1870 werd deze door de Cortes gekozen en den 2en Januari 1871 aanvaardde hi) als Ahadeus I het bewind.

S 42. Frankrijk tot 1870.

In Frankrijk werd de staatkunde van keizer Napoleon door eene kleine maar krachtige partij hevig aangevallen. Men verweet hem den ongelukkigen afloop der Mexicaansche expeditie (zie § 48), zoowel als de lijdelijke houding, die Frankrijk had aangenomen ten overstaan van den strijd tusschen Oostenrijk en Pruisen, waarvan de machts-vergrooting van laatstgenoemd rijk het onverwachte gevolg was geweest, zoodat velen in het ontstaan van zulk een krachtigen nabuur eene voortdurende bedreiging van Frankrijk zagen. Een tijd lang heerschte er tusschen de beide rijken eene gevaarlijke spanning, die eene steeds toenemende versterking der wederzijd-sche strijdkrachten ten gevolge had, en die tot eene uitbarsting dreigde te komen, toen in het voorjaar van 1867 tusschen keizer Napoleon en den koning der Nederlanden als groothertog van Luxem-burg onderhandelingen waren geopend over den afstand van dat groothertogdom aan Frankrijk. Eene conferentie te Londen bijeengekomen, bracht een tractaat tot stand, dat den llden Mei gesloten werd en waardoor het dreigende oorlogsgevaar werd afgekeerd. Daarbij werd bepaald, dat het groothertogdom voortaan een onzijdige staat zou zijne onder de souvereiniteit van het huis van Oranje; do vestingwerken van de hoofdstad zouden worden

-ocr page 301-

288

geslecht en de Pruisen zouden het garnizoen dit 7n w ,

c aann als bondsvesting ondeifcouden hadden/teragtrekken™ Te-

bi„i:eaiem Cilt Tei\'drfg de bePElling opgenomen, dat de vev-

f\' 0116 vroegei- tusschen Duilschland en Limbura had l,B.f voo. dat hertogdom evenals voor Lu.em.unj \'

Evenals de buitenlandsche staatkunde van keizer Nu-oimvquot; scherpe en afkeurende beoordeeling van een Zot de I r »he W „botgestaa,,, Z . . ,Z

stemmen tegen het inwendig bestuur hetvvell- Inl heel alleen in handen had. Toegevmd a^f s - Tfquot; wordende eischen stond hij achtereenvolgens verscheidenrifeiquot; \' r?quot; m6er - toe. waardoor

Tn SsTo STv\' ^ ^ -^-schonSn

Mei 1870 deed hij een beroep op de natie om door eene il

gemeene stemming eene verklaring (pieöiscil) te verwerven dat

keurde6 111 clen ^geeringsvorin aangebracht, goed-

euide Zulk eene algemeene stemming kon evenwel onmogelijk et juiste gevoelen van het volk doen kennen. Op de vLV gedaan werd, mocht slechts met inquot; nf - g\'

™lt;len. Velen, ,lie LT^fh. VeM gquot;n\'™ri

7 z:„r:/0

daar bovendien de regeerinff -il hnrPn i i «Htwooidden, en

wetgevende vergadering als onder het volk, nam dan 0I !l -oe zoodat de toestand meer en meer gespannen werd- totLt eindelijk eene onverwachte gebeurtenis de aanleidino. f vreeselijke ontknooping en tot den val van ^

§ 43. Oorlog tusschen Frankrijk en Luitschland, 1870-71.

In het begin van Juli 1870 bood de voorloopige Spaansche re geering de kroon aan den erfprins L.oimo nnHokenzTZ (1)

(I) Luopoi.u vnn HohenzoUern is do oudere broedei\' van K\' vmr In i • van Rumeniè (bl. 30!) in do aant). Hun vader. I\'rins K uu.-,\' Itl\' . T\'-zijn vorstendom aan den Koning van Pruilen afsiond quot;N\'d,e 111\',8t!) van oone prinses Mrrat, on ^d „ot

-ocr page 302-

289

aan, doch toen deze zich bereid had verklaard haar te aanvaarden, kwam plotseling keizer Napoleon er tegen op, dat die prins., een neef van den Koning van Pruisen, den troon van Spanje zou beklimmen, daar hij beweerde, dat de invloed van Pruisen, die door de benoeming van Katiel van* Hohenzollern tot vorst van Rumenië reeds in het Oosten van Europa was toegenomen, nu ook in Spanje ten nadeele van Frankrijk zou kunnen werken. De Fransche gezant bij het hof van Berlijn, Benedeïïi, ontving last, van koning Willem te vorderen, dat hij zijn bloedverwant zou verbieden de Spaansche kroon aan te nemen, en toen eenige dagen later de tijding kwam, dat do prins van Hohenzollern uit eigen beweging verklaard had van het aanvaarden der kroon af te zien, verlangde het Fransche gouvernement den lilden Juli, dat de Koning van Pruisen de belofte zou afleggen, dat hij in het vervolg, wanneer deze zaak weder mocht ter sprake komen, nimmer zijne toestemming zou geven, dat prins Leoi\'GLu den Spaan-schen troon beklom. De weigering van den Koning om zich aan dien eisch te onderwerpen werd door de Fransche regeering als eene beleediging voor Frankrijk opgevat, en den 15den Juli werd de oorlog aan Pruisen verklaard.

De hoop, door het Fransche gouvernement gekoesterd, dat de Zuid-Duitsche staten en Oostenrijk, uit naijver jegens Pruisen en tevens om zich over de in 186(5 geleden nederlagen te wreken, zich aan Frankrijk zouden aansluiten, bleek spoedig ijdel te zijn. Terwijl Oostenrijk verklaarde onzijdig te zullen blijven, kozen de Zuid-Duitsche staten Beieren, Baden, Wurtemherg en Hessen partij voor de zaak van Pruisen en den Noord-Duitschen Bond, welke zij als de algemeene zaak van Duitschland beschouwden. Met geestdrift snelde nu alles te wapen om de vaderlandsche grenzen te verdedigen tegen de vijandelijke legers, die in het Oosten van Frankrijk werden bijeengetrokken met het doel om een inval in Zuid-Duitschland te doen. Het bleek intusschen weldra, dat de Fransche krijgsmacht op verre na niet genoegzaam toegerust was om een aanvallenden oorlog te voeren. Na op den 2den Augustus bij het stadje Saarhrücken een onbeduidend voordeel op de Pruisen te hebben behaald, werden de Franschen al zeer spoedig tot de verdediging van hun eigen grondgebied genoodzaakt. Drie Duitsche legers rukten de grenzen over, en op den 4den Augustus behaalden zij bij Weissenhurg eene eerste overwinning, die

Beauharnais, aangenomen doohtor van Napoi.eon 1. Zjjn geslacht staat al-zoo eenigermato in familiebetrekking met het stamhuis van keizei\' Nal\'oi.f.on. Prins Lkopoui zelf is gehuwd mot oeno zustei\' van den koning van Porltifjal.

n. 19

-ocr page 303-

290

gevolgd werd door eene reeks van bloedige veldslagen en ge-vecliten, waarin de Franschen, op weinige uitzonderingen na voortdurend geslagen werden.

Drie hevige gevechten in den omtrek van Metz, waarvan de

moorddadige slag bij Gravdolle op de.! 3den Augustus de meest

beslissende was, dwongen den maarschalk Bazainb, die een der

lu-ansche legers aanvoerde, met zijne troepen binnen Metz de

wijk te nemen, waar hij door eene Duitsche legerafdeelin- werd ingesloten. o u

De maarschalk Mac-Mahok, die met een ander leger, waarbij zich keizer Napoleon als opperbevelhebber bevond, Bazaine ter hulp snelde, werd eveneens herhaaldelijk geslagen en binnen amp;-dan gedrongen, waar hij door de Duitsche,-s werd omsin-reld. Napoleon gaf zich den 2den September aan den Konincr\'^van Pruism over, en het geheele leger van Mac-Mahon legde de wapens neder en werd naar Duilschland in krijgsgevangenschap gevoerd

Nauwelijks was de tijding van dit laatste onheil in Parijs aangekomen of er had eene omwenteling plaats; keizer Napoleon wien het verbitterde volk de schuld gaf van de ongelukken, dié frankrijk troffen, werd vervallen verklaard van de regeerin^ en de republiek werd uitgeroepen. Er vormde zich een zoogenaamd gouvernement der nationale verdediging, dat de geheele natie op-nep om den oorlog voort te zetten totdat de vijand van het 1\' ransche grondgebied zou verdreven zijn.

Inmiddels rukten de Duitsche legers steeds voorwaarts naar , 7s\' Z1J den 1!)don September geheel insloten. Te vero-eefs trachtten de Franschen te onderhandelen: hunne stellio-,, verklaring, dat zij geen duimbreed grondgebied wilden afstaan, maakte elke overeenkomst onmogelijk met de Duitschers, die het voor nemen hadden opgevat, een gedeelte van het grondgebied, dat zi] leeds be-set hadden, te behouden en bij Duilschland te voeden De oorlog werd derhalve voortgezet, deels rondom 7Ws\' waar herhaalde uitvallen van de bezetting in den loop van den winter tot bloedige gevechten aanleiding gaven, deels in het noorden en oosten van Frankrijk, waar de Duitschers in alle beslissende gevechten de overhand behielden. Langzamerhand weiden de^ krachten van Frankrijk uitgeput; Metz gaf zich deil 276ten October over, en het geheele leger van Bazaine werd als enjgsgevangen naar Duilschland gevoerd; de vrijwilligers, waaruit men meuwe legers trachtte samen te stellen, waren niet te-en de overmacht der goedgeoefende en van alles voorziene Duitsche tioepen bestand, en in Parijs begon gebrek aan levensmiddelen

-ocr page 304-

291

te ontstaan, terwijl de regeering niet weinig in hare handelingen verlamd werd, doordien een deel der ministers binnen de ingesloten hoofdstad was gebleven en do anderen zich naar Tours begeven hadden, van waar zij in het begin van December, tengevolge van het meer en meer voortrukken der Duitsche legers naar Bordeaux moesten wijken.

In de eerste dagen van het jaar 1871 begonnen de Duitschers Parijs te bombardeeren en nadat den 19den Januari nog een laatste groote uitval beproefd maar mislukt was, werd de bevolking, door honger en gebrek geteisterd, moedeloos, en toen zich bovendien onder de lagere volksklasse pogingen tot oproer begonnen voor te doen, was Parijs niet langer houdbaar. Nog voor het einde der maand werden onderhandelingen aangeknoopt, en den 28sten Januari capituleerde de stad na 130 dagen ingesloten te zijn geweest.

Tegelijkertijd werd een wapenstilstand van drie weken gesloten, en bepaald, dat er door geheel Frankrijk verkiezingen voor eene nationale vergadering zouden worden uitgeschreven, die binnen veertien dagen te Bordeaux zou bijeenkomen om over vredesvoorwaarden te beraadslagen. Den 13den Februari werd die vergadering bijeengeroepen ; de regeering der nationale verdediging legde nu haar gezag neder, en met eenparigheid van stemmen werd Ti heus (1) tot hoofd van het uitvoerend bewind gekozen in afwachting van de beslissing, welke de natie later nemen zou omtrent don in te voeren regeeringsvorm.

Bij den wapenstilstand was bepaald dat de bezetting van Parijs krijgsgevangen zou zijn, met uitzondering van 12000 man tot handhaving van de oide, en dat de nationale garde hare wapens niet zou behoeven af te geven. De verschillende legers te velde zouden de stellingen blijven behouden, die zij op dat oogenblik bezetten, met uitzondering van die in het oosten des lands, waar de generaal Bouuuaki met een vrij talrijk maar gebrekkig geoefend en slecht voorzien leger den strijd trachtte vol te houden. Deze laatste poging mislukte evenwel op jammerlijke wijze, en na weinige dagen werd ook dit leger, 87001.) man sterk, aan alle zijden door de Duitsche troepen omsingeld en genoodzaakt den Isten Februari de wijk te nemen naar het onzijdige Zwitserland waar het de wapenen nederlegde.

(1) Adom\'iik Thiers, een dor beroomdste staatslieden van Frankrijk, ook bekend als uitstekend geschiedschrijvor en redenaar, was vroeger minister geweest onder Lodewijk Philips, en was in do laatste jaren een der voornaamste leden van de oppositie in de Fransche Kamer. \'

-ocr page 305-

Na eenige onderhandelingen werd men het den 26sten Februari

Z Wil Zeggen de PUntei1\' die

later tP .1 / /\'1J ^001\'100^ als de grondslagen voor een latei te sluiten vrede vaststelde. Nadat een klein gedeelte van

Panj* door eene afdeeling van het Duitsche leger gedurende twee dagen was bezet geworden, trokken de wederzijdsche legers m ck vooraf bepaalde stellingen terug. De hoofdbepalingen der vi edesjjrelnnmairen waren ;

quot;edSÏ\'tl\'T.r1- het ;;UitSChe n:jk ai,Stailn het ^rdoostelijk waartoe de (het zogenaamde Duüsch.Lotharingen),

nZZrit geW1f ^ ,vesting Met* behoorde, en den Sza. met

van ruim Vsquot; ,Ve g Belfort: gezamenlijk eene oppervlakte van luim 263 vierk. geogr. mijlen met 1 600 000 inwoners Ver-

rnmioe^ ^ jaren Vquot;r milliai\'de» (vijfduizend

ilhoen) fianken oorlogskosten betalen. Een gedeelte van het

H ansehe grondgebied zou door de Buitschers bezet blijven, en \'\' 0eang de oorlogskosten bij gedeelten voldaan werden achtereenvolgens worden ontruimd.

Deze bepalingen werden den Isten Maart door de nationale veigadenng te Bordeaux goedgekeuvd, en bleven de arondsla^ waarop ongeveer twee maanden later, den lOden Mei l871 Te\' vi ede te Frankfort aan den Main geteekend werd

In dezelfde zitting (1 Maart), waarin de vredespreliminairen weiden goedgekeurd, bevestigde de nationale vergadering de afzetting van Napol.oN 111 en van zijne dynastie, en vSj .

hadden.81 ail lk ^ ^ 0nheilen\' die getroffen

S \'14. Fraukryk na da capitulnUe van Parijs.

Boor de capitulatie van den 28steii Januari 1871 was het oor-og^gevaar voor Parijs geweken, en kon aan het nijpende «ebrek

ooi luimen aanvoer van levensmiddelen worden voorzienquot; man-

Srr ü 6 T\'Tr de ln\'ooi van veel onteettender on-«edum A /\' quot;7?quot; quot;gdquot;li« quot;quot;Sta, doo,

\' Jquot;.-gt;l-vtiei ouu I. an zenaars van wapens voor/iVn geworden, om als nationale garde dienst te doen teUi Z

brek IT ^111, /2 ^ daagS\' waiaoorzij tevens bij het «e-

b ek aa„ v j voor honger ellende ^ wei.; e ff t

giootste gedeelte waren lieden uit de laagste volksklasse d e

getril rquot; aan quot;erequot;elclen ai\'beid ontwend, een

gevaaihjk werktuig werden in de handen van eene woelzieke

-ocr page 306-

293

partij, uit roode republikeinen en socialisten samengesteld, die eerst in het geheim en langzamerhand meer openlijk allergevaarlijkste plannen tegen de maatschappelijke orde begonnen te smeden.

Het was derhalve eene zeer groote fout van de Regeering, dat zij in de capitulatie met de Duit schar s de bepaling verlangde opgenomen te hebben, dat de nationale garde niet zou worden ontwapend. Al zeer spoedig begreep de partij der omwentelings-gezinden, daarvan gebruik te kunnen maken: eene vereeniging, die zich aanvankelijk in het verborgen vormde, en zich cenlranl comité der nationale garde noemde, zette de volksklasse tot allerlei onwettige maatregelen aan. Zoo werden nog op denzelfden dag dat de vredespreliminairen met den vijand werden vastgesteld, 27 stukken geschut, onder voorwendsel, dat men ze voor den vijand in zekerheid wilde brengen, door de nationale garde overgebracht naar de voorstad St. Antoine, die hoofdzakelijk door werklieden wordt bewoond. Toen de regeering dit niet belette, hetzij dat zij vreesde de hartstochten gaande te maken, of wel zich tegenover zulk een groot aantal goed gewapende nationale gardes niet sterk genoeg gevoelde, nam de beweging weldra in dreigende mate toe, zoodat er den 9den Maart 417 stukken geschut, in hot bezit van de nationale gardes, op de hoogte Montmartre in het noorden van Parijs opgesteld en op de stad gericht waren. Nu trad het Centraal comité openlijk met zijne eischen op en verlangde ten eerste dat alle officieren van de nationale garde voortaan niet meer door de llegeering aangesteld maar door de manschappen zelve zouden gekozen worden, en ten tweede dat de soldij van 1 Va franc daags nog steeds zou worden uitbetaald totdat aan de manschappen achtereenvolgens weer arbeid of eenige aanstelling zou gegeven zijn.

De Regeering kon dat niet toegeven, maar hield de zaak slepende, terwijl zij intusschen de bezetting van de stad tot op 30 000 man versterkte, en maatregelen nam om met geweld aan de oproerige bewegingen een einde te maken.

In den vroegen morgen van den 18den Maart deden de troepen een onverhoedschen aanval op den Montmartre, die aanvankelijk gelukte; maar weldra toen al de nationale gardes te wapen liepen en een deel der troepen zich bij hen aansloten, was de zaak voor de Regeering verloren: twee generaals, die dooide opstandelingen gevangen waren genomen, werden in een tuin gefusilleerd, en des avonds nam het Centraal comité bezit van het stadhuis. Den volgenden dag hadden de troepen Parijs

-ocr page 307-

294

tcrm:zzLZ r-gebo™-

gemeentebestuur van Parijs dat vm • 1 % ,V001 een nieuw

«r ™ - r:—■

7^zztz:\'^ quot;i —w ™trt

regeeringsvom beoogden, waven^ht ® .0mv\',nvei\'Pln§\' van den

.■«•lp... «n^-wZ?hZ„Tr::r r-

tz£r™Fr-

dat P«ryS Zij„ afzonderlijk deel /ou quot; T T\'0quot; U\'0rden;

gaven der Eepubliek en Weval van een ,Z algemeene uit-contingent aan inanscIiaDnen0 n i-t ationalen oorlog zijn

^^TTJrz:z

m de staatskassen werden in beslag benomen kei-kequot;\' quot;\'4dm gen geplunderd, eene menigte personen in d \' quot;quot; WOmquot;quot;

pen, waaronder de Aartsbisschop van P .•• \' 0 fn8enis gewor-die men als gijzelaars gevangen hield ^ 8\'epstelijken,

JXJTZZÏ SSTTZX 1^1 T ZtZLZ^tiSl.™ isc

De Regeering te Versailles benoemde nn Iquot; \\ n

— maomaj.on «.p,».wiS:bb.,. *1\'tn. quot;T

tot een ,.«,.„1 b(,stlt;lmij ^ , »«1».., die

r bloedige ZSSX\'VTT Tquot; d^,«hclquot;

—0,«., .or.1^

-ocr page 308-

295

aanval, ondersteund door het geschutvuur uit 128 batterijen, een aanvang nam. De Comlnune verdedigde zich met de razernij der wanhoop. Van de eene stelling tot de andere teruggedrongen, hield zij nog weken lang den strijd vol. Den 21sten Mei drongen eindelijk de regeeringstroepen de stad binnen, en nu besloten de oproerlingen, die begrepen dat hun laatste uur geslagen had, tot de meest barbaarsche maatregelen. Onder eene vreeselijke slachting, waarbij onder anderen de aartsbisschop en de overige gijzelaars werden vermoord, stak het razende gepeupel den 26sten Mei de voornaamste openbare gebouwen, als het paleis der Tui-leriën, het prachtige stadhuis, de prefectuur van politie, het ministerie van financiën, en vele anderen, in brand.

Eindelijk waren den 28sten Mei de troepen meester van de stad die op vele plaatsen niet meer dan een rookende puinhoop was; 30000 communards werden gevangen genomen; ongeveer 14000 waren gesneuveld. Een decreet van Thiers van den volgenden dag beval de ontwapening van Parijs en de ontbinding vnn do nationale garde.

De opstand was alzoo met geweld onderdrukt, zoodat nu de nationale vergadering hare geregelde werkzaamheden kou hervatten en een begin maken met hare groote taak, hot herstellen van orde en regelmaat, en het nemen van de noodige maatregelen om de gelden voor de zware oorlogsschatting bijeen te brengen, wier betaling de voorwaarde was voor het ontruimen van het Fransche grondgebied door de Duitsche troepen.

Met groot beleid voerde Tiiieus, die in Augustus tot President der Republiek werd gekozen, iii de beide jaren, die nu volgden, het bewind, en het gelukte hem, voornamelijk door het sluiten eener leening van 2500 millioen franken, do vereischte gelden bijeen te brengen, zoodat in September 1873 de laatste termijn der oorlogskosten betaald was en de laatste Duitsche troepen het Fransche grondgebied hadden verlaten.

Intusschen was do regeeringsvorm nog niet voor goed vastgesteld en begonnen de verschillende partijen langzamerhand meer en meer het hoofd op te steken. De aanhangers van den ouderen tak der Bourbons (de legitimisten) wenschten den graaf van C/mm-bord (bl. 236), die van den jongeren tak (de Orleanisten) den graaf van Parijs (bl. 250) op den troon hersteld te zien. De aanhangers van Navoleon (de Bonaparlisten) ijverden voor den zoon van keizer Napoleon (1), terwijl de republikeinen op de handhaving van den republikeinschen regeeringsvorm aandrongen.

(I) Napoi,eon IIIj dio gpcn afstand van don troon had gedaan, was den !)den Januari \'1873 te Chhtehurst in Engeland overleden.

-ocr page 309-

296

■Jol Je\' \'■•Pub°L1rtajT!!êwToor1iquot;t \'quot;\'\'quot;quot;quot;quot;l overtn«lt;\'.

« zamp;zrjs, quot; \'quot;i:r-

twee jaren bleef hij aan liet- I 18lleid te bewaren. Ruim zijnen tegenstanders in Mei 1873° o-J\'Tf2! bestuiu\'\' totdat het wijderen. Te dien oiude ™ ^ ^17** ^ ^

nationale vergaderino- die de „in v.? , 1 van dtJ

quot;■■en«j. 1... L.1 T, ; r, siquot;squot;equot;

plannen, om bs ^

ters een voorstel tot afkeurino- v,,n , •• 0. ,lleuwe mmis-

meerderhoid van slechts ^geZZ^ZT^ ^

de President dientengevolge ziin n,Z v quot;3quot;16quot;\' en toequot;

dellijk daarop de maarschalk MAoMAno^fblquot; 294|C\' Wequot;fl 0nmid\' benoemd (1). ^ ^ 1,1 zijne plaats

i,:T rrr** «—

■misten, nadat de graaf van P„\'. •quot;\'iquot;\' ®fltlmisten en lt;ie Orle-zoek had afgelegd bij den Cmf \' ^6quot; \' \' Au8\'ustu-s een be-

nis het wettige hoofd van hei 1-n -\'ir- J ge]egenheid

had begroet. (2) Hierdoor werdquot;^ \\\'.mtaimhUif4-^11 oogenblik met een verminderd ,lr, .1 i / n P^\'tijen voor het onderlinge naijver bracht n \' 01 uui\'de niet lang of de

Tegelijkertijd stelüTj^Z ^

werk om de troonsbeklimming van den Graaf in het

te bereiden. Een ogenblik JhLT , Va,1 C/la\'nho^ voor reiken, doch toen df Gi ^f^TTi ^ 1UU1 d0eI te z^en be-drukkelijk verklaarde, de kroon \'vieén quot;1 ^ 0ctober 1873 uit-indien zij hem zonder eenige voorwaarden T 1 ^110quot; aannemen liet geheele plan in duigen daar W \' T- aangeboden, viel de meerderheid der volksverteow 0Uquot;.10gellJk ^011 geweest zijn, het oude koningshuis te bewogen zldfe ^ ^ ^ ^ gegeven werd, dat de reaper,\'n i ■ quot; , eemge waarborg

tijd. waaraan de natie gehecht^Tookquot; dr

wind in toepassing zouden worden gebracht Ep bequot;

geoiacnt. Eenige weken later

1

TmE| overload don Men September 1877

2

Jaar do graaf van Chambord (zie hl 2Sr. ; ,

3

1883 overleden. De e\'aut 10,1 dambord isin Augus-

4

vermoedelijke troonopvolger worden Do V:gt;U 0!,vc\'^8 de

-ocr page 310-

297

nam de Nationale Vergadeving een besluit waarbij bepaald werd, dat de waardigheid van President der Republiek voor den tijd van zeven jaren (dus tot het laatste van 1880) aan den maarschalk Mac-Mahon zou opgedragen blijven.

In het begin van 1875 nam de Nationale Vergadering twee-wetten aan, waarbij de regeeringsvorm, die nog altijd slechts als voorloopig te beschouwen was, geregeld werd. Ingevolge die wetten wordt de wetgevende macht uitgeoefend door eene Kamer van afgevaardigden en een Senaat. De President der Republiek, aan wien de zorg voor de afkondiging en de handhaving dei-wetten is opgedragen, wordt door deze beide lichamen en wel voor den tijd van zeven jaren gekozen, en blijft na verloop van dien tijd herkiesbaar. Hij heeft het recht om, in overleg met den Senaat, de Kamer van afgevaardigden te ontbinden. De ministers zijn voor de regeeringsdaden verantwoordelijk.

Het presidentschap van MaoMaieok duurde evenwel geen zeven jaren. Toegevende aan den aandrang der monarchale partijen, omringde hij zich in 1877 met ministers, wier regeeringsbegin.se-len niet in overeenstemming waren met die van de groote meerderheid der Kamer van afgevaardigden. Eene hevige oppositie was daarvan het gevolg, en toen de Maarschalk in den zomer van dat jaar tot eene ontbinding van de Kanier was overgegaan, was de uitslag der verkiezingen bepaald ten gunstj?, van de republikeinen. Mac-Maiion voegde zich daarop naar den wil der meerderheid, en benoemde een liberaal ministerie, dat krachtige maatregelen nam tot bevestiging der republikeinsche orde van zaken. In Januari 1879 evenwel ontstond er weder tusschen hem en het wetgevend lichaam een verschil, dat hem noopte zijn ontslag als President der Republiek te nemen, waarop Jules Gtbévy, de voorzitter dei-Kamer, in zijne plaats met die waardigheid werd bekleed.

In weerwil van het verschil van meening tusschen do onderscheidene partijen, bleef de rust in Frankrijk ongestoord, en bij do algemeen toenemende welvaart heeft het land zich reeds grooten-deels hersteld van de zware wonden, door den oorlog met Duitsch-land geslagen.

Aan de partij der Bonapartisten werd een gevoelige slag toegebracht door den dood van prins Lobewijk Napoleon (bl. 253), die als officier in het Engelsche leger den oorlog tegen de Zoeloes in Zuid-Afrika mede maakte, en bij eene verkenning dooiden vijand werd overvallen en vermoord (Juni 1879),

-ocr page 311-

29«

§ 46. De del. R ^

staten tot 1877.

a\' Engeland.

j.»\'««\'\' X™t.le\\i;ziquot;hèa \'to\'tfaTdte kquot;quot;quot;\'fï quot;T

ïïz KTïi ^

K«*. Vquot; «i

waarbij de Sta.l.k.rk i„ r„;„d „„„el quot; °

gewichtige „de,, tot «„tevredenheid. ioleZ iM verhouding tusschen de pachters Pn 1 \' ■, onS\'unstige lt;3e meest willekeurige handel nL (le «^igeuam-s, die tot gaf, werd weggenomen door dp . ^ V\'ln e/:0 aatsten aanleiding

bij de onderlinge verhouding der bSXbbeT

Ierland was in de laatste iivB 1 / 0 bbenden gekegeld werd.

regeldheden, die hta .. di t„t „iT\' quot;quot;

een tal van moorden gepleecrd wp 1 quot;ï ovei\'amp;ln8\'en. terwijl

•1«« ee,,., „et Wht^Xquot;» ^ 7d \'

heeft daarbij voornameliik te £1 ! 1110est her^llen. Zij

genaamde Fenians, die hunnen mT6quot; ^f6\'1 het verboild der zoo-

een held uit den omSle^Z CT/f r6quot; ^ ^

losscheuring van Engeland en hit \\tidit \' WelkVeiquot;b0nd:SiCh 60110

publiek ten doel stelt, en zijne vert-il-Hn T 00116 Imclle re-

tot zelfs in Noord-Amerika ^ ^

poging deden tot een o-ewLPnl r®MWquot;s ln Juni 1866 eene

mislukte. quot; 111 lnva 111 Canada, die evenwel

welks konin^TjrEOMoirt^sederfc vtïheid 00rl0g lnet Ah^in^ onderdanen wederrechtelijk gevano-en hÏÏd^Efflr,geIscho van 12 000 man dat In Ooiti n expeditie-leger

derwaarts gezonden werd, gtg

zwaren, welke daaraan verbonden wir^ J gV00te bequot; werk, dat in April van het vnl i zoveel beleid te

het laatste toevluchtsoord van konhic,\'\'T,;\'\'1\'11\' VeStlquot;8\' A\'/affcla/a\' werd ingenomen, waarop die vor t ? Ilre0D0Rü^ stormenderhand en de bevrijding ^ 0m ,iet inbracht

gebeurtenissen, die in \'\'Enadan /quot; V0 8-^ lei\' (le merkwaardige

voorvielen, moet wijders nog ver-

-ocr page 312-

299

meld worden liet tot stand komen van eene nieuwe kieswet, waarbij de bevoegdheid tot liet kiezen van volksvertegenwoordigers aanmerkelijk werd uitgebreid (Aug. 18G7), en het leggen van een telegraafdraad door den Oceaan, die Engeland met Noord-Amerika in verbinding bracht (Juli 1866) (1)

Gedurende den oorlog tusschen Frankrijk en Duitschland bleef Engeland onzijdig, terwijl een geschil met de Vereenigde Stalen van Noord-Amerika, die van Engeland vergoeding vorderden voor de schade, die hun was toegebracht door kaperschepen, welke de geconfedereerden (bl. 314) in Engelsche havens hadden uitgerust, op minnelijke wijze werd vereffend. Beide partijen kwamen namelijk overeen, zich te zullen onderwerpen aan de uitspraak van een scheidsgerecht van vijf leden, te benoemen door den President der Vereenigde Staten, de Koningin van Engeland, den Koning van Italic, den President van den Zwitserschen hond en den Keizer van Brazil!è. Na eene beraadslaging van negen maanden volgde in September 1872 de beslissing, die aan de Amerikaansche republiek eene schadevergoeding van 15 Va 1T1ilquot; lioen dollars toekende, aan welke beslissing Engeland zich onderwierp .

Toen in 1875 ten gevolge van den opstand in Herzec/owina, waarvan hieronder zal gesproken worden, de zoogenaamde Ooster-sche kwestie weder op het tapijt werd gebracht, nam Engeland weder een werkzaam aandeel aan de politieke onderhandelingen, die daarover tusschen de groote mogendheden gevoerd werden, en had later een grooten invloed op den loop der Oostersche aangelegenheden (zie § 46 en 47).

b. Italië.

De binnenlandsche toestand van Italië, waar in de laatste jaren eene volslagen omkeering in het bestuur had plaats gehad, leverde aan het bewind natuurlijk bijna onoverkomelijke moeielijk-heden op, waartoe de uitgeputte staat der schatkist en de groote schuldenlast niet weinig bijdroeg. Toen tijdens den Pransoh-Duitschen oorlog do Fransche bezetting van Civita - Vecchia (bl. 285) werd teruggeroepen (30 Juli 1870), werd de wensch om Rome als hoofdstad van het Italiaansche rijk te bezitten, bij het geheele volk voortdurend levendiger. De volksvertegenwoordiging drong er bij de Regeering op aan, dat zij Rome zou in be-

(1) Drie jaren later (Juli 1809) word cone twoedo telografisclie gemcen-sohap tusaohnn Europa en do Nieuwe wereld geopend door hel leggen van een draadkabel tusschen Frankrijk en Noord-Amerika.

-ocr page 313-

300

dL Z \\ J rï 111 11 l00p der maand Aug^tus zich ook tei1 hted? teekeileli van muiterij ouder de troepen, en on-rustige bewegingen ouder bet liberaal gezinde deel der Romeinse e bevolking begonnen te vertoouen, besloot Victor Emanuel tot een beslissenden stap over te gaan. Nadat de Paus volstandig

deeTb6 d 11 lquot;1 q611^6 0nderllandelinquot; met hem te treden, I • J ®n llclen September zijne troepen den Kerkdijken Staal binnentrekken en op Rome aanrukken. Do overgave der .stad werd geweigerd doch toen in een der muren bres geschoten as, ve. bood de I aus allen verderen tegenstand, tengevolge waarvan Rome door do Italiaansche troepen werd bezet. Den en .0ctobe1, d^raanvolgende had er eene volksstemming „laats waarbij aan de bewoners van den Kerkelijken Staal de beslissina werd overgelaten of zij voortaan tot liet koninkrijk Italië zouden behooren. Ruim 133000 stemden met ja, ruim 1500 met neen waai op dat gebied eemge dagen later door een decreet van Vic-tok Emjnübl bij Italië werd ingelijfd. Rome werd eenigen tijd atei tot hoofdstad van Italië en tot zetel van hot bestuur verklaard In Juni 1871 deed de Koning zijn plechtigen intocht in de stad, en opende _ er m November de zitting van hot parlement. Do I aus, die tegen de inbezitneming van zijn gebied bleet protesteeren, hield wel zijn verblijf te Bome, doch verliet sedert dien tijd zijn paleis, het Vaiicaan, niet.

Hij had m het laatst van 1869 oen algemeen concilie bijeonge-i o op on, tot het bespreken en vaststellen van kerkelijke leerstukken, van welke het voornaamste was, dat de Paus in alles wat hij m zaken van geloof en zedeleer vaststelt, onfeilbaar is Nadat deze en nog oomge andore bepalingen, die hoofdzakelijk het katholieke geloot en do kerkelijke inrichting betroffen, in don zomer van 1870 waren aangenomen, werd het concilie, op grond van de hierboven vermelde gebeurtenissen in Rome, tot op on-bopaaldon tijd door don Paus verdaagd. 1

Tot do merkwaardige feiten, die in dit tijdsverloop in lla-^ vooi vieien, behoort de opening van den tunnel door den Mont-Cems (Sept. 1871), waardoor eene rechtstreoksche spooi-

bnfcht 1 18\' ^ 611 Ilalië Werd t0t ge-

In het begin van 1878 stierven koning Vicm. Emak.kl enpaus

las IX. De eerste werd opgevolgd door zijn zoon Humbeet I

de tweede door den kardinaal Pecoi, die den naam van Leo XIII aannam. 1

-ocr page 314-

301

e. Het Duitsche Rijk.

De oorlog met Frankrijk had voor Duilschtand behalve de aanzienlijke vermeerdering van grondgebied nog een ander hoogst owichtig gevolg, namelijk de vereeniging van alle Duitsche staten tot één geheel. Sedert 18G6 toen de Noord-Duitsche bond was opgericht, waren de Zuid-Duitsche staten Beieren, Wurtem-berg. Baden en Hessen-Darmstadt op /.ichzelven gebleven zonder nadere aansluiting, noch onderling noch aan het Noordelijk Duitsch-land. Nu evenwel het geheele Duitsche volk ter afwering van het gevaar, dat van de zijde van Frankrijk dreigde, te wapen «esneld was en zich onder eene vaan had geschaard, en daardoor de herinneringen aan de vroegere tweedracht en den ooilog van 18(5(5 werden uitgewischt, begonnen zich al zeer spoedig in het Zuiden stemmen te verheffen, die den wensch naar eene vereeniging met het Noorden en de vestiging van een eenig Duitscli-land steeds levendiger uitspraken. In September 1870 richtte de regeering van het Groothertogdom Baden eene verklaring in dien zin tot quot;graaf Bismarck, waarop nog in dezelfde maand onderhandelingen met Beieren, Wurtemberg en Hessen volgden. Toen men het over de grondslagen der vereeniging eens geworden was, werd, op voorstel van den Koning van Beieren, door de Duitsche vorsten besloten, den Koning van Pruisen de keizerlijke waardigheid erfelijk in zijn geslacht aan te bieden, en zoo werden de staten van den Noord-Duitschen Bond met die van Zuid-Duilschtand tot één geheel, het Duitsche rijk, vereenigd.

Den ISden Januari 1871 had in het slot te Versailles, waar toen het groote Duitsche hoofdkwartier gevestigd was, de plechtige verkondiging van het aanvaarden van de keizerlijke waardigheid door koning Willem I plaats.

De constitutie, zooals die in 1867 voor den Viord-Duitschen Bond was vastgesteld (bl. 283) bleef met eenige wijziging ook van-kracht voor het Duitsche rijk, dat uit 25 staten (waaronder de vrije steden Lubek, Bremen en Hamburg) met eene oppervlakte van 540 000 vierkante kilometers en eene bevolking van -11 mil-lioen inwoners (1) bestaat. In den Bondsraad werden aan Beieren (5, aan Wurtemherg 4, aan Daden 3 en aan Hessen (dat als lid van

(l) Hieronder zijn begrepen ruim anderhalf millioen inwoners van ö-as-Lotharingen, dat voorloopig als afzonderlijk rijksgebied door den Ke.zor en den Bondsraad zou bestuurd worden.

-ocr page 315-

302

\'oesequot;equot;d\'

voistehjke waardigheid verheven. tschen Ke^r tot do

^r;idat de vrede te Franl-fn,./ i i deelte van het Duitsche leger in fra ^ nog 6(511 S6\'

873 de 5000 millioen franken ooi-l quot; tot,:lat ln September worden. Ilanken 001\'%skoSten waren betaald ge-

bied een strijd^w^arvan voor^df0P godsdiens% ge-te W-achten zijn. Een gedeelte* der belT^ belangnJke gevolgen godsdienst, die zich nift vetentln ^ ^

\'loer het concilie te /W fbl 30oT f ^ondstelUugen,

** het leerstuk der onfeïbaarheTd 011 voornamSp

van hunne geloofsgenooten af en r , US\' sclleidden zich Bö deze inleiding J weedra mJen ZiCh ^^olieken. *gt;* ^che rijksdag nLnelÏ ^ onll^ ^ ^ ^eede. ten doel hadden de inmenging vl de ^ ^

telijkheid in wereldliil». „ quot;gt; , Roomsch-Katholieke o-ees-

sr T™ * ^

lOden Juli 1872 eene wet werd nï\' ^P61^011! terwijl den r Jezuïeten en de daarmede verwan ! T .gd VVaarblJ de «rdo werden opgeheven. De strijd welke 0ldcn 111 het Duitsche rijk de re^nng en de geestent^T ^ ^

nog steeds voort. \' d\'dum\'t op dit oogenblik

^aldeiocrii^Zeei^ meerTnvf\'d clie do1

^■de; vooral lt;le lotsverbetering v l ^ /\'fT\'1\' ^

het oog te hebben, en vond dak.Z f beidende\'i stand op inaatschappjj veel bijval. Hoewel\' I i JIJi lagei\'e klasse dei-edele beweegredenen gdeid TeL ^ door

jan de meeste hunner, die de m-om! , de herstellingen

dreigden, allerverderfehjkst op den quot;ee\'stT 1\' ™llatschaPPÜ be-

vooral toen in het jaar 1878 kort . Ï\'\' b®Vollcing- ^t bleek slagen op Keizer WnL ged n w d \' ^ ^oMaan-

^aar aanleiding gaven, dat de ^

jaar eene strenge wet uitvaardigde om df ^ ^ datzelfde woelingen te beteugelen. \' zogenaamde socialistische

-ocr page 316-

303

d. Spanje.

Do regeering van koning Amadeus I duurde nauwelijks tweo jaren. Ot\'sclioon met den besten wil bezield, mocht het hem niet gelukken, de verschillende partijen te bevredigen. Noch door herhaalde veranderingen van ministerie, noch door ontbinding van de Cortes kon aan de heerschende oneenigheid een einde worden gemaakt. Daarbij kwam dat de trotsche oude Spaansche adel, ofschoon de goede hoedanigheden des Konings niet miskennende, het denkbeeld niet verdragen kon, dat Spanje door een vreemd vorst werd geregeerd. De Oarlisten van hunne zijde begonnen bij den aanvang van het jaar 1872 op nieuw pogingen te beproeven om zich van het bestuur meester te maken, en trokken herhaaldelijk met gewapende benden over de grenzen, terwijl de republikeinen en vele andere ontevredenen door het geheele land onlusten verwekten. Den 19den Juli 1872 werd een moordaanslag op den Koning en de Koningin gepleegd, die evenwel mislukte. Ten gevolge van dat alles, besloot Amadeus de kroon neder te leggen, welk voornemen hij in Februari 1873 ten uil-voer bracht, waarop hij naar Jlalié terugkeerde. Er werd nu weder een republikeinsche regeeringsvorm ingevoerd, maar de strijd der partijen maakte het onmogelijk, een geregeld en duurzaam bestuur te vestigen. In het zuiden bewerkten de communisten in den zomer van 1873 een hevigen opstand; verscheidene steden, waaronder Cartagena de voornaamste was, onttrokken zich aan het «ezag der regeering, en te midden der algemeene verwarring betrad Don Cablos den Spaanschen bodem en begon met een aantal gewapende benden, die weldra tot een aanzienlijk leger aangroeiden, in het noorden een burgeroorlog, die in korten tijd de noordelijke provinciën geheel onder zijne heerschappij bracht. Het jaar 1874 verliep onder deze steeds aangroeiende beroeringen, totdat onverwacht in het einde van December een deel van het lecrer den Prins van Asturië, oudsten zoon van de vroegere konin. gin Isabella (bl. 286) tot koning uitriep. Het gevolg daarvan was eene plotselinge omwenteling, die zonder bloedvergieten tot stand kwam; de koninklijke waardigheid werd hersteld en de jeugdige prins, die eene maand te voren den ouderdom van 17 jaren bereikt had, beklom als Alfonsus XH den troon. (1)

De eerste zorg der nieuwe regeering was het bestrijden van

(1) In 1870 had koningin Ismüïli.a hem have aanspraken op den troon van Spanje afgestaan.

-ocr page 317-

304

Don Cahlos, die intusschen groote vorderingen gemaakt had, en onder den naam van Kakel VII als koning van Spanje optrad, ministers benoemde enz. Het duurde evenwel nog tot in Februari 1876 eer bet den troepen van Alfoxsus gelukt was, de Carlisten ten onder te brengen, en Don Carlos te noodzaken de grenzen over te trekken en de wijk te nemen naar Frankrijk. Sedert dien tijd kan de regeering hare krachten meer uitsluitend wijden aan de jwederopbeuring van de binnenlandsche welvaart, die ten gevolge van de onophoudelijke onlusten, ontzettend geleden had.

o. Do Oostenrijksch-Hongaarsche monarchie tot 1880.

In Oostenrijk,, of liever zoo als dat rijk sedert den 14den November 1868 genoemd moet worden, in de Ooslenrijksch-Hon-gaarsche monarchie, hadden met betrekking tot het inwendige staatsbestuur, gewichtige veranderingen plaats. Na de noodlottige gebeurtenissen van het jaar 1866 begreep het volk zoowel als de regeering, dat eene hervorming van vele verouderde instellingen dringend noodzakelijk was, en het bleek al zeer spoedig, dat men het voor het behoud en de ontwikkeling der monarchie onontbeerlijk oordeelde, voortaan uit te gaan van liberale beginselen, die meer in overeenstemming waren met den geest der eeuw. Die veranderde zienswijze en de daaruit voortvloeiende inrichting van het bestuur waren voornamelijk te danken aan den vroecferen Saksischen minister vox Beüsï, die in October 1866 dooiquot; den Keizer van Oostenrijk tot minister van buitenlandsche zaken, en in het volgende jaar tot Rijkskanselier werd benoemd, en eene groote veerkracht en werkzaamheid ontwikkelde. De grootste moeielijkheid, welke hij eerst te overwinnen had, bestond in de sedert jaren bestaande ontevredenheid der Hongaren, die zich teruggezet voelden bij het Duitsche gedeelte der bevolking van het eigenlijk Oostenrijk, en voor zich een meer zelfstandig bestuur in hunne eigen aangelegenheden vorderden. De spanning en de tweedracht, die hiervan het gevolg was, hielden eindelijk op, toen de Keizer bewilligde in eene splitsing van de monarchie in twee hoofddeelen, waarvan het eene de landen ten oosten van het riviertje de Leilha {Hongarije, Kroatië, Slavonic, de Militaire grenzen en Transilvanië) en het andere de overige Oostenrijksohe landen zou omvatten. Aan het verlangen der Hongaren naar een afzonderlijk ministerie werd voldaan.

Door dit alles kwam wel is waar eene verzoening met Hongarijn tot stand, die voor de herstelling van het geschokte staatswezen

-ocr page 318-

305

zeer noodig was, en konden nu ook eene reeks van zeer vrijzinnige wetten worden ingevoerd, doch een der nadeelige gevolgen was, dat nu ook andere volksstammen, als de Czechen in Bohemen, de Polen in Galicië, op eene dergelijke afzonderlijke bestuursinrichting begonnen aan te dringen, een streven, dat tot nu toe door de Regeering is kunnen tegengegaan worden, doch voor de innerlijke kracht van de Oostenrijksch-Hongaarsche monarchie in de toekomst gevaarlijke gevolgen kan hebben.

In den Duitsch-Franschen oorlog bleef Oostenrijk geheel onzijdig. Bij de verwikkelingen in Turkije sloot keizer Frans Jozef zich, zooals in de vorige paragraaf gezegd is, aan bij de Keizers van Duitschland en Rusland om pogingen in het werk te stellen tot het bewaren van den Europeeschen vrede en het herstellen van de rust in Turkije, en verklaarde terstond na het uitbreken, van den oorlog tusschen laatstgenoemd rijk en Rusland, dat Oostenrijk ook daarbij zijne onzijdigheid zou bewaren. (Zie verder de volgende paragraaf.)

§ 4t). Oorloy tusschen liuskmd en Jurkye.

Rusland tot 1884.

Evenals de overige staten van Europa bleet Rusland in den oorlog tusschen Frankrijk en Duitschland zijne onzijdigheid bewaren. Terwijl de Regeering zich op de verbetering der binnen-landsche toestanden, voornamelijk ook door het aanleggen van een aantal spoorwegen toelegde, nam zij op het onverwachtst in 1870 een maatregel, waardoor zij een der voor Rusland nadee-ligste gevolgen van den Krimoorlog (1853-56) uit den weg ruimde, lüj den vrede van Parijs, welke aan dien oorlog een einde maakte (bl. 265), was bepaald, dat Rusland en Turkije geene oorlogshavens aan de Xwarte zee mochten hebben en in die zee slechts een beperkt getal kleine oorlogschepen mochten onderhouden. Keizer Alexander 11 verklaarde nu (31 October 1870), dat die bepaling op den duur met Ruslands eer en belangen met meer was overeen te brengen, en hij gaf aan de overige Mogendheden, die het vredesverdrag va» 1856 mede onderteekend hadden, te kennen, dat hij aan den Sultan zijne rechten in dat opzicht teruggaf en hij eveneens zijn eigene terugnam. Deze eigendunkelijke handelwijze verwekte groote verontwaardiging m het overigequot; Europa, doch te midden van den geweldigen oorlog, die het geheele werelddeel in spanning hield, kwamen de vijandige gevoelens, die in den beginne vooral in Engeland en m

-ocr page 319-

30 G

Oostenrijk ontstonden, niet tot uitbarsting. Graaf Bismauck, die het van het uiterste belang oordeelde den vrede tusschen de onzijdige mogendheden te bewaren, sloeg eene conferentie te Londen voor, om over de zaak te onderhandelen. In het begin van 1871 kwamen daartoe gevolmachtigden bijeen, en het gevolg was, dat den l-\'ideu Maart een verdrag werd gesloten, waarbij Rusland volkomen inwilliging van zijne eischen verkreeg.

In Turkije was de rust sedert het onderdrukken van den opstand op Candia (bl. 274) niet meer verstoord geworden, totdat in het midden van het jaar 1875 in eenige provinciën van het lijk onlusten uitbraken, die tot een oorlog voerden, waarvan de gevolgen, zoowel voor Turkije zelf als voor het overige Europa op dit oogenblik nog niet te voorzien zijn. De eerste openlijke aanleiding moet gezocht worden in den jammerlijken toestand, waarin zich de Turksche financiën, ten gevolge van liet slecht beheer en de onverantwoordelijke verkwistingen van den sultan Abdul-Aziz bevonden, en waarin de regeering zocht tegemoet te komen door het sluiten van zeer nadeelige leeningen^n het verzwaren van den druk der belastingen. De afpersingen, die met dit laatste gepaard gingen, veroorzaakten in Juli 1875 in Herzegowina en eenige weken later ook in Bosnië een opstand, die meer en meer uitbreiding verkreeg, vooral ook omdat de opstandelingen, deels openlijk deels in het geheim, grooten steun vonden bij de bevolking van het naburige Servië en Montenegro (1), die evenals zij van Slavischen oorsprong waren en ook nagenoeg uitsluitend den Christelijken godsdienst beleden. Door die ondersteuning en door de gesteldheid van het bergachtige terrein, dat voor een verdedigingsoorlog tegen eene aanzienlijke overmacht groote voordeelen opleverde, was het hun mogelijk den strijd vol te houden, die van weerszijden met hevige verbittering gevoerd werd.

Inmiddels waren de Keizers van Rusland, Oostenrijk en Duilsch-land, waarvan vooral de beide eersten het grootste belang hadden bij hetgeen aan hunne grenzen gebeurde, met elkander in oveileg getreden tot het beramen van middelen om den vrede te herstellen, Op hun aandrang vaardigde de Sultan in December 1875 een decreet uit, waarbij hij hervormingen in het bestuur en daardoor ook tegemoetkoming aan de eischen van de opge-

(!) Do vorstendommen Servië en Montenegro waren aan don Sultan van Hrkije schatplichtig, maar hadden overigens een onafhankelnk bestuur liet eerste onder vorst Milan IV, het tweede onder Nikoi.aas 1.

-ocr page 320-

807

stane provinciën beloofde, doch niemand schonk aan die beloften vertrouwen. Eene nieuwe poging, ook door de drie andere groote Mogendheden, Frankrijk, Ene/eland en Italië ondersteund, had even weinig gevolg, zoodat de drie Keizers in Mei 1876 een derde nota of zoogenaamd memorandum opmaakten, om aan den Sultan te worden overhandigd.

Dit stuk, door den Russischen rijkskanselier opgesteld, werd door Italië goedgekeurd. Frankrijk weifelde nog eenigermate, doch Engeland weigerde bepaaldelijk tot de indiening aan den Sultan mede te werken, dewijl het de strekking afkeurde, die er in doorstraalde, om de Turksche regeering geheel en al tegenover hare opgestane onderdanen in het ongelijk te stellen, en ten andere er den geheimen toeleg van Rusland in meende te ontdekken, zich langzamerhand van Turkije meester te maken. Te midden van de hieruit ontstane onzekerheid en de spanning, die er allerwege in Europa door teweeg gebracht werd, had onverwachts den 30stenMei eene omwenteling in Conslanlinopel plaats;, sultan Abdul-Aziz werd van den troon gestooten en zonder dat er eenig verzet plaats vond werd zijns broeders zoon, de wettige troonopvolger, onder den naam van Mubad V tot sultan uitgeroepen (1); de onttroonde vorst stierf eenige dagen later, zoo men zegt, door zelfmoord.

Daar de nieuwe Sultan aan de opstandelingen de vroeger beloofde hervormingen en aan hen, die de wapens nederlegden, vergiftenis toezeide, werd het memorandum der drie Keizers, deels ten gevolge van de houding van Engeland, deels om af te wachten welke de gevolgen zouden zijn van de omwenteling in Cons tan tin opel, vooreerst niet ingediend; maar de hoop, dat de vrede spoedig hersteld zou worden, werd niet vervuld. In Servië zoowel als in Montenegro was de opgewondenheid der bevolking ten gunste van Herzegowina en Bosnië tot zulk eene hoogte gestegen, dat eene uitbarsting onvermijdelijk scheen. Ook in Rusland was de natie van dezelfde gevoelens bezield, en eene menigte Russische officieren en manschappen namen, zonder dat de Regeering dit belette, dienst in het Servische leger, dat reeds sedert lang geheel ten oorlog was uitgerust. Eindelijk, den Isten Juli 1876, verklaarden Servië en Montenegro den Sultan den oorlog, en deden tegelijkertijd

(1) Volgens de Turksche wot op de troonopvolging is altijd de oudste prins van den bloede erfgenaam van de kroon, hetzij hij de zoon van den sultan is of niet. Abdul-Am had vier zonen, doch deze waren allen jonger dan Muiud, de zoon van een vroegeren sultan, zoodat deze de wettige troonopvolger was.

-ocr page 321-

308

hunne troepen over de grenzen trekken. In den beginne werd met afwisselend geluk gestreden, maar weldra keerde de kans ten voordeele van het Turksche leger, dat de Serviërs op hun eigen grondgebied terugdrong en meer en meer voorwaarts rukte, totdat in de eerste dagen van November door bemiddeling der Mogendheden een wapenstilstand voor den tijd van zes weken tot stand kwam, die vier maanden later door het sluiten van een vredesverdrag gevolgd werd.

Tntusschen was het reeds zeer spoedig na de troonsbeklimming van Mu it ad V gebleken, dat zijne zwakke geestvermogens hem geheel en al voor de regeering ongeschikt maakten, zoodat hij weinige maanden daarna vervallen verklaard werd van den troon, en opgevolgd door zijn broeder Abdul Hamed, die nieuwe hervormingen beloofde en zelfs nog voor het einde van het jaar 1876 aan zijne onderdanen eene constitutie verleende, waarbij een parlementaire regeeringsvorm werd ingevoerd. In Maart 1877 werd ook werkelijk de eerste vergadering van volksvertegenwoordigers in Constantinopel geopend, doch het bleek al zeer spoedig, dat het Turksche rijk nog niet rijp was voor eene con-stitutioneele regeering. Binnen het jaar werd het Parlement door den Sultan ontbonden en sedert niet weder bijeengeroepen.

De onderhandelingen tusschen de groote Mogendheden, zoowel onderling als met de Porte, werden inmiddels ijverig voortgezet, doch met ongunstigen uitslag, zoodat de Keizer van Rusland den 24sten April den Sultan den oorlog verklaarde en zijne troepen onmiddellijk over de grenzen liet rukken. Aanvankelijk drongen de Russen, zoowel in Azië (in Armenië) als in Europa zegevierend voorwaarts, doch in Juli keerde de krijgskans en werden zij door de Turken, die zich met meer veerkracht verdedigden dan men verwacht had, genoodzaakt tot over den Balkan in Europa en over den Kaukasus in Azië terug te wijken.

Die voorspoed der Turken was evenwel van korten duur. Versterkt door nieuwe legerkorpsen en door troepenafdeelingen uit Rumenië, dat even als Servië zich aan Rusland had aangesloten, rukten de Russen weder over den Ralkan, en dwongen eindelijk den dapperen Turkschen opperbevelhebber Osman Paoha, zich, na eene heldhaftige verdediging van verscheidene maanden in de versterkte stad Plewna, met zijn leger, dat nog 40 000 man telde, over te geven (10 December 1877). Daar de Russen tegelijkertijd in Azië nieuwe voordeelen behaalden, was het den Turken niet meer mogelijk zich langer tegen de Russische legers, die naaide zijde van Constantinopel oprukten, staande te houden, en don

-ocr page 322-

309

oden Maart 1878 kwam te San Sief an o een vredesverdrag tusschen de beide oorlogvoerende mogendheden tot stand.

De bepalingen van dit vredesverdrag waren zoo nadeelig voor Turkije en verzekerden Rusland voor het vervolg zulk een groeten invloed in de binnenlandsche aangelegenheden van dat rijk, dat de Engelsohe regeering, die tot eiken prijs de uitbreiding der Russische macht ten koste van Turkije zoowel in Europa als in Azië wil beletten, zich ten stelligste daartegen verklaarde. Eeeds gedurende het las.tste tijdperk van den oorlog had Engeland duidelijk doen blijken, dat het niet geneigd was, lijdelijk te blijven wanneer het zijne belangen in gevaar oordeelde. Toen de Russische legers Constantinopel naderden, had het zijne vloot naar den Bosporus gezonden, en tegelijk twee expeditiekorpsen, elk van 35 000 man, uitgerust, zoodat keizer Alexander, toen ook Oostenrijk ernstige bezwaren tegen den vrede van San Slefano maakte, bewilligde in het bijeenroepen van een congres te Berlijn, aan hetwelk, volgens de begeerte van Engeland, de bepalingen van dien vrede ter beslissing zouden worden onderworpen.

Terwijl daarover nog onderhandelingen gevoerd werden, sloot Engeland in het geheim een verdrag met Turkije, waarbij het den Sultan ondersteuning beloofde tegen eiken aanval, dien Ilusland tegen Klein-Azië, Syrië of Mesopotamiö mocht ondernemen, en daarvoor het recht bedong om het Turksche eiland Cyprus te bezetten en te besturen.

Den 13den Juni 1878 werd het congres te Berlijn onder voorzitterschap van Prins Bismaeck geopend, en na langdurige en moeielijke onderhandelingen werd men het eens over een vredesverdrag, dat den 13den Juli geteekend werd.

De hoofdbepalingen waren de volgende:

De provincie Bulgarije zou voortaan een afzonderlijk vorstendom zijn onder opperhoogheid van den Sultan en aan hem schatplichtig. De vorst, die den Christelijken godsdienst moet belijden, zou door de bevolking worden gekozen (1).

Montenegro, Servië en Rumenië werden tot onafhankelijke staten verklaard; hun grondgebied werd vergroot en hunne grenzen werden geregeld (2).

-ocr page 323-

310

nessarabic, dat in 1856 aan Servië was gegeven, werd weder afgestaan aan Rusland, dat ook eenige vergrooting van grondgebied in Azië verkreeg.

De vestingen aan den Bon au. zouden worden ontmanteld, en Griekenland, dat in het begin van 1878 aan Turkije den oorlog had verklaard, zon eene wijziging van zijne noordelijke grenzen verkrijgen.

Bosnië en llerzegowina zouden tijdelijk door Oostenrijk worden

bezet en bestuurd.

In geheel het Turksche rijk zouden aan alle godsdiensten gelijke rechten worden toegekend.

Het kussische leger ontruimde in den loop van het jaar 1879 het grondgebied van Turkije, doch de bezetting van Bosnië en Her-zegowina vond zooveel tegenstand bij de bevolking, dat de Oos-tenrijksche troepen niet dan met geweld van wapenen daartoe

konden geraken.

In Rusland was de binnenlandsche toestand in de laatste jaren zeer bedenkelijk. De Keizer, die als onbeperkt alleenheerscher in het onmetelijke rijk het gebied voert, is buiten staat, de tallooze misbruiken, \'die in alle onderdeden van het bestuur zijn ingeslopen, tegen te gaan. Dien ten gevolge heerscht er eene algemeene ontevredenheid, ook onder het meer beschaafde gedeelte der bevolking, en wordt de wensch naar constitutioneele waarborgen en vrijheden voortdurend grooter. Van deze ontevredenheid tracht eene machtige, diep in het geheim werkende partij, die alle bestaande toestanden wil vernietigen, en zich daarom Nihilisten noemt, gebruik te maken om den Czar door de meest gewelddadige middelen tot eene verandering in den regeeringsvorm te dwingen. Gedurende de drie jaren, die op den Turkschen oorlog volgden, hielden moordaanslagen en brandstichtingen, waarvan de daders dikwijls geheel onbekend bleven, het geheele rijk in voortdurende onrust en nadat verscheidene pogingen om Keizer Alexander II te vermoorden, mislukt waren, viel hij eindelijk den 13den Maart 1881 als een slachtoffer van de Nihilisten, die hem door middel van eene bom, die zij in zijn rijtuig wierpen, eene doodelijke wonde toebrachten. Zijn zoon volgde hem als Alexander III op.

§ 47. Egypte van 1879 tot 1884.

Het bestuur van den Khedive Ismael Pacha (bl. 275) had de geldmiddelen van Egypte in eenen allertreurigsten toestand gebracht.

-ocr page 324-

311

De staatsschuld was tot eene ontzaglijke hoogte gestegen en de rente daarvan kon niet meer worden betaald, hoezeer het volk onder de meest drukkende belastingen gebukt ging. In 1879 besloot de Sultan, vooral op aandringen der groote mogendheden, Ismael af te /.etten en zijn zoon Tbwfik in zijne plaats te benoemen. Tevens werd door de mogendheden eene commissie benoemd om de rechten der Europeesche schuldeischers te vrijwaren en in het tinantiëel beheer van Eryplc orde en regelmaat te brengea. Deze commissie, waarin Engeland en Frankrijk grooten invloed hadden, bracht werkelijk belangrijke verbeteringen in het geldelijk beheer tot stand en schafte eene menigte misbruiken af. Dit laatste vooral wekte de ontevredenheid van velen op, en hiervan maakten eenige hooggeplaatste officieren gebruik om, terwijl zij hunne eigene belangen op het oog hadden, zich als de beschermers van het Egyptische volk tegen vreemde inmenging voor te doen, en door oproerige bewegingen, ondersteund door de onder hunne bevelen staande troepen, den Khedive tot hun wil te dwingen. Aan hun hoofd stond de kolonel Arabi, in geheime verbinding met den Sultan van Turkije, die zijne zeer verzwakte, heerschappij over Egypte hoopte te herwinnen.

Het groote belang, dat er voor Europa in is gelegen, dat in Egypte, waarlangs de groote handelsweg naar Indië loopt, een geregeld en rustig bestuur is, noopte nu Engeland en Frankrijk, tot het herstel van het wettig gezag tusschenbeiden te komen.

De jaren 1880 en 1881 gingen intusschen onder onophoudelijke onlusten en voortdurende onderhandelingen met de vreemde mogendheden voorbij, totdat eindelijk in 1882 eene uitbarsting volgde. De willekeurige handelingen van Akahi en de onmacht van den Khedive om zijn gezag te handhaven waren zoodanig toegenomen, dat Engeland en Frankrijk tot krachtiger maatregelen besloten en twaalf gepantserde oorlogschepen naar Alexandria zonden, hetgeen evenwel niet belette dat in Juni in die stad eene oproerige beweging ontstond, waarbij het gepeupel meer dan drie honderd menschen, meest Europeanen, vermoordde. Toen Ar,mst kort daarna naar Alexandria kwam en de haven begon te versterken, eischte de Engelsche admiraal Seymour, dat die arbeid gestaakt zou worden, en toen hieraan niet werd voldaan, bombardeerde hij de stad en ontscheepte 4000 man landingstroepen. Araiu trok nu met zijne troepen landwaarts in en nam eene stelling nabij Kairo. Nadat uit Engeland aanzienlijke versterkingen waren gezonden, viel de opperbevelhebber, generaal Wolseley, den 13en September 1882 het leger van Arabi bij Tel el Kei if aan en versloeg het volko-

-ocr page 325-

312

men. Aairo werd bezet, en Arabi gevangen genomen en ter dood veroordeeld, welk vonnis evenwel door den Khedive, wiens gezacr hersteld werd, in ballingschap werd veranderd.

Frankrijk had aan de laatste krijgsverrichtingen geen deel tfe-noinen, daar de regeering huiverig was, zich te ver met de Egyptische zaken in te laten en de volksvertegenwoordiging weigerde er gelden voor toe te staan, zoodat de vloot nog voor het bombardement Alexandrië verliet en naar Port-Send stoomde om eeniceu tijd later naar Frankrijk terug te keeren.

Engeland had door zijn krachtig optreden den gevaarlijken opstand bedwongen, het gezag van den Khedive hersteld, het gevaar afgewend, dat het kanaal van Suez bedreigde en vooral zich zeiven een blijvenden invloed in Egypte verzekerd, doch het is er nog verre van af, dat de rust daar te lande hersteld zou zijn dewijl van de zijde van Soedan een nieuw gevaar dreigt, waar in 1883 een aanzienlijk gedeelte der bevolking in opstand is gekomen onder aanvoering van zekeren Aoiimet Mohammed, die zich voor een MaMi of door God gezonden profeet uitgeeft en in het laatst van het jaar aan de Egyptische troepen eene geweldige nederlaag toebracht, die m de eerste maanden van 1884 door meer zware verhezen werd gevolgd.

§ 48. De koloniën, de vroegen Spaamch-Amenkaamche

gewesten en de Veroenigde Staten van Noord-Ameriki, van 1815 tot op on, ren tijd.

De Nederlandsche koloniën in Oost-lndiè, in 1815 weder onder het bewind van het moederland gekomen, namen sedert dien tijd zeer in bloei toe. Tegenover de Indische vorsten werd liet aeza-r met klem gehandhaafd, maar niet zonder het voeren vanquot; herhaalde, deels zeer bloedige oorlogen. Een der voornaamste daarvan was een oorlog van 1819 tot 1821 tegen den Sultan van Pa-lemhamj op het eiland Sumatra, welke de nederlaag van dien vorst

W Jquot;,,--!824\' ^ ondeiquot;wei\'l)ill8\' van zijn grondgebied aan\' het onmiddellijk gezag van Nederland ten gevolge had. Een tweede oorlog van nog meer belang was die, welke in 1825 op Java uitbrak, ten gevolge van den opstand van Dibi-o Negoro een der inlandsche prinsen in het rijk van Djokjakarta, die van den invloed, welken hij op zijne landgenooten uitoefende, quot;-ebruik w\'st te maken om vijfjaren lang den strijd vol te houden. Eerst m 1830 werd de oorlog, vooral door bet uitstekend beleid van den opperbevelhebber van het leger, den luitenant-generaal De

-ocr page 326-

313

Kock, ten voordeele der Nederlanders beslist, wier gezag in den Indischen Archipel daardoor hechter werd dan ooit te voren.

Tot hiertoe hadden de Oostindische bezittingen, in plaats van voordeelen aan het moederland op te leveren, jaarlijksche ondersteuning uit de Nederlandsohe schatkist noodig gehad, hetgeen gedeeltelijk was toe te schrijven aan de kostbare oorlogen, gedeeltelijk aan de minder voordeelige wijze, waarop de landbouw en de opbrengst der schattingen en belastingen geregeld waren. Hierin werd eene gewichtige verandering gebracht door den gouverneur-generaal Van den Bosch, die in 1830 het bewind aanvaardde, en op Java het zoogenaamde cultuur-stelsel invoerde, dat weldra groote voordeelen bleek op te leveren, en jaarlijks aanzienlijke sommen in de Nederlandsche schatkist deed vloeien.

Tegen dit stelsel werden intusschen vooral in de laatste jaren groote bezwaren ingebracht; voornamelijk omdat het berustte op gedwongen arbeid, die den Javanen werd opgelegd. Een hevige strijd ontstond tusschen de voor- en tegenstanders, en het zoogenaamde koloniale vraagstuk, waartoe ook nog de beslissing omtrent andere regeeringsbeginselen in Indië behoort, trad meer en meer op den voorgrond. De oplossing daarvan heeft in het jaar 1870 eene belangrijke schrede voorwaarts gedaan door het aannemen van eene wet, waarbij onder anderen aan de Javanen de gelegenheid wordt geopend, gronden in eigendom te bezitten, i\'ii ook bepaald is, dat in het algemeen gronden ter bebouwing in erfpacht zullen kunnen worden uitgegeven.

Een opstand op het eiland Bali in 1844 uitgebroken, werd, nu twee mislukte krijgstochten, in 1849 door den generaal Michikls en den kolonel Van Swieten bedwongen, terwijl eveneens een dreigende opstand in 1859 in Bandjermasing op het eiland Borneo uitgebarsten, met groot beleid door den majoor Verspijok werd gedempt.

Het niet naleven der verdragen, door de regeering van Japan met Engeland en Frankrijk gesloten, gaf in het jaar 1862 aanleiding tot een oorlog met dat rijk, waarin ook Nederland werd betrokken. In de maand Juli van dat jaar werd door een der Japansche rijksgrooten, den vor.st van Nagalo, het Nederlandsche stoomschip Medusa, dat de straat van Simonoseki doorvoer, beschoten. In het volgende jaar werd die beleediging schitterend gewroken door een Nederlandsch eskader, dat onder bevel van den kapitein ter zee De Man in vereeniging met een Engelsch en Fransch eskader den 6den September 1864 de forten en batterijen, aan die straat gelegen, beschoot en gedeeltelijk veroverde. Het Japansche gou-

-ocr page 327-

314

vernement werd daardooi1 genoodzaakt tot liet sluiten van een tractaat, waarbij bepaald werd, dat de binnenzee, tot welke de genoemde straat toegang verleent, voortaan voor alle natiën zou geopend zijn. Het vooruitzicht, dat de staat van afzondering, waarin Japan sedert zoovele eeuwen niet betrekking tot de overige volken verkeerde, zal ophouden, is in den laatsten tijd wel verbeterd, doch de verwezenlijking daarvan stuit nog op vele bezwaren, die voornamelijk hunnen grond hebben in den staatkundigen toestand, waarin dat rijk verkeert (1).

In het jaar 1872 werden de koloniën, die Nederland op de westkust van Afrika bezat, Elmina en de kust van Guinea, bij tractaat aan Engeland afgestaan.

In het volgende jaar brak een oorlog uit met den Sultan van Aijeh, het noordelijkste gedeelte van Sumatra. Een derwaarts gezondene expeditie mislukte na een hevigen strijd, waarin de Nederlandsche bevelhebber, de generaal Köhleb, den heldendood stierf. Eene tweede expeditie, waarover het opperbevel gegeven werd aan den gepensioneerden generaal van Swieten, verliet Java in het laatst van November, en den 24en Januari 1874 werd de kraton, de voornaamste versterking der Atjeneezen, veroverd. Drie maanden later keerde de generaal van Swieten met het grootste gedeelte der troepen naar Java terug, in de meening, dat de vijand zich van lieverlede aan het Nederlandsche gezag zou onderwerpen en er dus geene belangrijke militaire maatregelen meer noodig zouden zijn. Het bleek ■ intusschen spoedig, dat die verwachting niet vervuld werd, en dat de troepen, die onder den wakkeren kolonel Pel — eenigen tijd later tot gene-raal-majoor benoemd — waren achtergebleven, zich slechts met de meeste inspanning konden staande houden in een aanhoudenden strijd, die voortdurend groote offers kostte. Met groot beleid voerde de generaal Pel den oorlog en zag zijne pogingen aanvankelijk met een goeden uitslag bekroond, toen hij den 25en Februari 187G plotseling overleed. Door de bevelhebbers, aan wie na hem achtereenvolgens het beleid van den oorlog werd opgedragen, werd ingevolge den hun gegeven last, meer verdedigend dan aanvallend te werk gegaan, totdat de kolonel van dek Heyden, die in 1877 aan het hoofd der troepen gesteld was, in Juli van het volgende jaar tot eene meer doortastende oorlogs-

1

In 1866 sloot de Japansche regeerinp een verdrag mot Engeland, Amerika, Frankrijk en Nederland, waarbij zij verklaarde aan het vrije handelsverkeer geenerlei hinderpaal meer te zullen in den weg leggen.

-ocr page 328-

315

voering besloot, die met. een gewenschten uitslag werd bekroond. Na eene reeks van weldoordachte wapenfeiten, die zoowel het uitstekend beleid van den aanvoerder als de dapperheid en volharding der troepen in liet licht stelden, was eindelijk in Augustus 1879 een betere toestand in het leven geroepen, hoewel van eene geheele onderwerping en een rustig bezit van Atjeh vooreerst nog geen sprake is.

In 1883 had er eene hevige vulkanische uitbarsting plaats op het in straat So en da gelegen eiland Krakatou, die vreeselijke verwoestingen, vooral op de oostkust van Java, te weeg bracht, aan duizenden menschen het leven kostte, en eene schade van vele millioenen veroorzaakte.

De gescliiedenis der Westindische koloniën levert in dit tijdvak weinig belangrijks op. Zij keerden nimmer tot haren vroegeren bloei terug. In het jaar 1862 werd de slavernij afgeschaft, en werden al de negerslaven met het begin van 1863 voor vrije menschen verklaard.

De Engelsche Oostindische Compagnie breidde in dit tijdperk hare bezittingen in in dié aanzienlijk uit, doch niet dan ten gevolge van herhaalde oorlogen, die voortdurend groote inspanningen vorderden, en gepaard gingen met zware onderdrukking dei-inlanders. Dit laatste had in 1857 een vreeselijken opstand in de noordelijke provinciën van Indië ten gevolge, die de Engelsche heerschappij op den rand van haren ondergang bracht, en eerst in 1859 na eene reeks van gevechten kon bedwongen worden. Daar die opstand voornamelijk aan de verkeerde maatregelen van het bestuur der Oostindische Compagnie werd toegeschreven, drong men er in Engeland algemeen op aan, dat het bewind over de koloniën rechtstreeks aan de Kroon zou worden opgedragen. Dit geschiedde werkelijk in 1858; een verantwoordelijk minister, bijgestaan door eenen Raad van Indië, werd met het beheer der Oostindische zaken belast, en hem al de macht opgedragen, die vroeger bij de Compagnie en hare bestuurders berustte. Hierdoor is aan het parlement een rechtstreekschen invloed op het beheer der volkplantingen verleend. In 1876 nam koningin Victobia den titel aan van Keizerin van Indië.

Terwijl de hierboven beschreven opstand in Indië woedde, voerden de Engelschen, verbonden met de Franschen, eenen oorlog tegen China, met welk rijk Engeland vroeger (1839) ook reeds in vijandelijkheden gewikkeld was geweest. In Juni 1858 werd do Keizer van China tot den vrede gedwongen; maar in het volgende jaar ontstonden er nieuwe oneenigheden, die het hervatten

-ocr page 329-

314

vernement werd daardoor genoodzaakt tot het sluiten van een tractaat, waarbij bepaald werd, dat de binnenzee, tot welke de genoemde straat toegang verleent, voortaan voor alle natiën zou geopend zijn. Het vooruitzicht, dat de staat van afzondering, waarin Japan sedert zoovele eeuwen met betrekking tot de overige volken verkeerde, zal ophouden, is in den laatsten tijd wel verbeterd, doch de verwezenlijking daarvan stuit nog op vele bezwaren, die voornamelijk hunnen grond hebben in den staatkundigen toestand, waarin dat rijk verkeert (1).

In het jaar 1872 werden de koloniën, die Nederland op de westkust van Afrika bezat. El mi na en de kust van Guinea, bij tractaat aan Engeland afgestaan.

In het volgende jaar brak een oorlog uit met den Sultan van Atjeh, het noordelijkste gedeelte van Sumatra. Een derwaarts gezondene expeditie mislukte na een hevigen strijd, waarin de Nederlandsche bevelhebber, de generaal Köiileh, den heldendood stierf. Eene tweede expeditie, waarover het opperbevel begeven werd aan den gepensioneerden generaal van Swieten, verliet Java in het laatst van November, en den 24en Januari 1874 werd de kraton, de voornaamste versterking der Atjeneezen, veroverd. Drie maanden later keerde de generaal van Swieten met het grootste gedeelte der troepen naar Java terug, in de meening, dat de vijand zich van lieverlede aan het Nederlandsche gezag zou onderwerpen en er dus geene belangrijke militaire maatregelen meer noodig zouden zijn. Het bleek ■ intusschen spoedig, dat die verwachting niet vervuld werd, en dat de troepen, die onder den wakkeren kolonel Pel — eenigen tijd later tot gene-raal-majoor benoemd — waren achtergebleven, zich slechts met de meeste inspanning konden staande houden in een aanhoudenden strijd, die voortdurend groote offers kostte. Met groot beleid voerde de generaal Pel den oorlog en zag zijne pogingen aanvankelijk met een goeden uitslag bekroond, toen hij den 25en Februari 1876 plotseling overleed. Door de bevelhebbers, aan wie na hem achtereenvolgens het beleid van den oorlog word opgedragen, werd ingevolge den hun gegeven last, meer verdedigend dan aanvallend te werk gegaan, totdat de kolonel van deu Heyden, die in 1877 aan het hoofd der troepen gesteld was, in Juli van het volgende jaar tot eene meer doortastende oorlogs-

(1) In 1866 sloot de Japansche regeerinp een verdrag mot Enyeland, Amerika, Frankrijk en Nederland, waarbij zij verklaarde aan het vrije handelsverkeer geenerlei hinderpaal meer te zuilen in den weg leggen.

-ocr page 330-

315

voering besloot, die met een gewenschten uitslag werd bekroond. Na eene reeks van weldoordachte wapenfeiten, die zoowel liet uitstekend beleid van den aanvoerder als de dapperheid en volharding der troepen in het licht stelden, was eindelijk in Augustus 1879 een betere toestand in het leven geroepen, hoewel van eene geheele onderwerping en een rustig bezit van Atjeh vooreerst nog geen sprake is.

In 1883 had er eene hevige vulkanische uitbarsting plaats op het in straat Soenda gelegen eiland Kvakalou, die vreeselijke verwoestingen, vooral op de oostkust vanJawa,te weeg bracht, aan duizenden menschen het leven kostte, en eene schade van vele millioenen veroorzaakte.

De geschiedenis der Westindische koloniën levert in dit tijdvak weinig belangrijks op. Zij keerden nimmer tot haren vroegeren bloei terug. In het jaar 1862 werd de slavernij afgeschaft, en werden al de negerslaven met het begin van 1863 voor vrije menschen verklaard.

De Engelsche Oostindische Compagnie breidde in dit tijdperk hare bezittingen in hnlië aanzienlijk uit, doch niet dan ten gevolge van herhaalde oorlogen, die voortdurend groote inspanningen vorderden, en gepaard gingen met zware onderdrukking dei-Inlanders. Dit laatste had in 1857 een vreeselijken opstand in de noordelijke provinciën van In die ten gevolge, die de Engelsche heerschappij op den rand van haren ondergang bracht, en eerst in 1859 na eene reeks van gevechten kon bedwongen worden. Daar die opstand voornamelijk aan de verkeerde maatregelen van het bestuur der Oostindische Compagnie werd toegeschreven, drong men er in Engeland algemeen op aan, dat het bewind over de koloniën rechtstreeks aan de Kroon zou worden opgedragen. Dit geschiedde werkelijk in 1858; een verantwoordelijk minister, bijgestaan door eenen Baad van Jndië, werd met het beheer der quot; Oostindische zaken belast, en hem al de macht opgedragen, die vroeger bij de Compagnie en hare bestuurders berustte. Hierdoor is aan het parlement een rechtstreekschen invloed op het beheer der volkplantingen verleend. In 1876 nam koningin Victoria den titel aan van Keizerin van Indië.

Terwijl de hierboven beschreven opstand in Indië woedde, voerden de Engelschen, verbonden met de Fransehen, eenen oorlog tegen China, met welk rijk Engeland vroeger (1889) ook reeds in vijandelijkheden gewikkeld was geweest. In Juni 1858 werd de Keizer van China tot den vrede gedwongen; maar in het volgende jaar ontstonden er nieuwe oneenigheden, die het hervatten

-ocr page 331-

316

der vijandelijkheden ten gevolge hadden. In den oorlog, die nu volgde, werd Peking, de hoofdstad van het Chineesche rijk, in October 1860 door de verbondenen veroverd, en aldaar veertien dagen later de vrede goteekend. China had eenige jaren later te kampen met belangrijke opstanden in onderscheidene gedeelten van het rijk, en is tegenwoordig met Frankrijk in moeilijkheden gewikkeld over Tonkin (zie bl. 323).

In 1878 had Engeland een oorlog te voeren met Afghanistan, een tusschen de Engelsche en Russische bezittingen in Azië gelegen land, waar zich gedeeltelijk door Russischen invloed een hoogst vijandige geest openbaarde, zoodat zelfs aan een Engelsch gezantschap het overtrekken der grenzen werd geweigerd. Nadat de vijandelijkheden tot Mei 1879 hadden geduurd, kwam een verdrag tot stand, waarbij Engeland het recht verkreeg drie bergpassen te bezetten, die tot Afghanistan toegang verleenden. Een Engelsch gezant zou een vast verblijf houden in de hoofdstad Kaboel, en de vorst Yakokb-Kiiak eene jaarlijksche toelage van ongeveer 11l.1 millioen gulden genieten. Nauwelijks echter was dit gezantschap zes weken in Kaboel gevestigd, of het werd overvallen en op gruwelijke wijze vermoord. Opnieuw rukten de Engelsche troepen nu het land binnen en vóór het einde van 1879 waren de voornaamste punten weder bezet. Yakoeb-Khan werd van de regeering vervallen verklaard en Abdoebbaumak in zijne plaats benoemd, wien het evenwel eerst in 1881 gelukte in het bezit van de regeering over geheel Afghanistan te geraken.

In 1877 werd de Transvaalsche republiek in Zuid-Afrika, die ongeveer dertig jaar te voren gesticht was door de zoogenaamde Boeren, nakomelingen van vroegere Hollandsche kolonisten, dooide Engelsche regeering op de meest willekeurige wijze bij het Britsche koloniaal grondgebied ingelijfd.

In 1880 kwamen de Boeren in opstand tegen het hun optre-drongen bestuur, herstelden de Transvaalsche Republiek onder den president Paul Kuügeii en kozen Joudhrt tot hunnen opperbevelhebber. Nog in December van dat jaar behaalden zij eene belangrijke overwinning op de Engelsche troepen en wekten door hunne vastberadene houding de belangstelling op van geheel Europa en vooral van Nederland, waar uit den boezem der natie een krachtig protest tot Engeland gericht werd. Nadat de Boeren nogmaals in Februari 1881 in twee hardnekkige gevechten overwinnaars gebleven waren, knoopte de Engelsche regeering onderhandelingen aan en sloot in Augustus een vredesverdrag met hen, waarbij het republikeinsche bestuur hersteld werd. In het begin

-ocr page 332-

317

van 1884 werd in Londen eene overeenkomst met het Engelsoho gouvernement gesloten, waarbij onder anderen de grenzen geregeld werden en enkele bepalingen gemaakt, die aan Engeland nog eeni-gen invloed op het verkeer met buitenlandsche mogendheden toekennen. De bhmenlandsche onafhankelijkheid der Republiek die voortaan den naam zal dragen van Zuid-Afrikaansche Republiek, werd bij deze overeenkomst gewaarborgd.

In December 1877 eischte de Engelsche gouverneur van het Kaapland, dat Ceïowavo, de koning van het meer zuidwaarts gelegen land der Zoeloe-Kaffers, een gedeelte van zijn land zou afstaan. Zijne weigering had in 1879 een oorlog ten gevolge, waarin de Zoeloe\'x in den beginne groote voordeelen behaalden, doch die in den zomer van dat jaar met de gevangenneming en afzetting van Cetowayo eindigde. In 1882 werd hij evenwel onder bezwarende voorwaarden in zijn gebied hersteld, en overleed in 1884.

De Engelsche volkplantingen in Australië nemen van jaar tot jaar in belangrijkheid toe.

In de Engelsche koloniën in Amerika vielen weinig veranderingen van belang voor. De poging van eenige ontevredenen, in 1837, om Canada in opstand te brengen en het met de Veree-nigde Staten te vereenigen, mislukte ten gevolge van de krachtige houding van het bewind, eveneens als de in 1866 beproefde pogingen der Fenians (bl. 298.)

In 1833 was in de Engelsche koloniën de slavernij afgeschaft geworden.

Zooals vroeger gezegd is (bl. 297), verloor Spanje door den opstand der Kreolen al zijne bezittingen op het vasteland vaii Amerika, welker onafhankelijkheid in 1836 door Koningin Makia Christina erkend werd; van al de vroeger zoo uitgebreide koloniën hield het alleen de eilanden Cuba en Porto-Rico over. Ten gevolge van deze afscheiding, vormden zich, na langdurigen strijd en binnenlandsche oneenigheid, in Zuid-Amerika negen onafhankelijke Republieken (1); in Midden-Amerika ontstond een bondgenootschap onder den naam van Vereenig de Stalen van Midden-

li) Venezuela, Nieuw-Granada, Ecuador, Peru, Bolivia (dat zijnen naam ontving van Bouvar (bl. 277), aan wien de volkplantingen voornamelijk hare onafhankelijkheid te danken hadden). Chili, Vereeniqde Staten van den Rio de la Plata (Buenos-Ayres), Paraguay en Uruguay. In Paraguay voerde sedert 18C2 de president Lopez een tyranniek bestuur; hij wikkelde het land met Brazilië en do Argentijnsche republiek in een allor-noodlottigsten oorlog, die van het voorjaar van ISCri tot April 4870 duurde, en den geheelen ondergang van het land ten gevolge had. Lopez sneuvelde in een der laatste gevechten.

-ocr page 333-

318

Amerika, dat zich evenwel eenigen tijd later in vijf op zich zelve staande Republieken oploste (1), terwijl ook Mexico zich onafhankelijk had gemaakt, en als Keizerrijk Mexico den constitutioneel-monarchalen regeeringsvorm had ingevoerd, die echter in 1824 in den republikeinschen veranderd werd, waarbij de naam van Ver-eenigde Staten van Mexico werd aangenomen.

Het lot van al deze Amerikaansche republieken is verre van benijdenswaardig. De lage trap van ontwikkeling, waarop het volk staat, de eerzucht en de onderlinge naijver der aanzienlijken zijn oorzaken van onophoudelijke twisten en herhaalde bloedige burgeroorlogen, ten gevolge waarvan die landen in een voortdu-renden staat van gisting en onrust en hunne financiën in een jammerlijken toestand verkeeren. In 1864 braken vijandelijkheden uit tusschen Spanje en Peru, die in Januari 1865 met een vrede eindigden, welke geheel ten voordeele was van eerstgenoemd rijk. Ook tusschen Chili en Spanje ontstonden in 1865 oneenigheden, die een oorlog ten gevolge hadden, waarbij Peru en Ecuador als bondgenooten van Chili optraden, en die eerst in 1867 eindigde.

In April 1879 brak er een oorlog tusschen Peru en Chili uit, die eerst in 1883, met een voor Peru zeer nadeeligeu vrede eindigde.

In Mexico werd de financiëele toestand de aanleiding, dat dit land in het jaar 1861 in een buitenlandschen oorlog werd gewikkeld. In Juni 1861 nam de regeering, aan welker hoofd de president Juaeez stond, een besluit, waarbij bepaald werd dat alle betalingen aan het buitenland voor twee jaren geschorst zouden worden. Dit had ten gevolge, dat Spanje, Frankrijk en Engeland nog vóór het einde van het jaar een leger derwaarts zonden om de Mexicanen tot het nakomen hunner verplichtingen te noodzaken. Na eenige onderhandelingen kwam er in Februari 1862 een tractaat tot stand, dat door Engeland en Spanje goedgekeurd, doch door keizer Napoleon verworpen werd. De beide eerstgenoemde mogendheden trokken nu hare troepen terug, doch de Franschen bleven den oorlog voortzetten, veroverden in den zomer van 1863 de hardnekkig verdedigde vesting Puebla, en trokken daarop zegevierend de hoofdstad Mexico binnen. Eene vergadering van notabelen, welke kort daarop werd bijeengeroepen, bepaalde met algemeene stemmen, dat de repu-blikeinsche regeeringsvorm zou worden afgeschaft en eene beperkte erfelijke monarchie onder een katholiek vorst met den titel

(1) Guatemala, San Saloador, Honduras, Nicaragua en Costa-Rica,

-ocr page 334-

319

van Keizer van Mexico zou worden ingevoerd. Te gelijker tijd werd de kroon opgedragen aan den aartshertog Ferdinand M.axi-miliaan van Oostenrijk, broeder van den Keizer van Oostenrijk, met wien keizer Napoleon eenigen tijd te voren daaromtrent onderhandelingen had aangeknoopt. Den 12den Juni 1864 deed de aartshertog als keizer Maximiliaan I, met zijne gemalin, eene dochter van koning Leovold I van België, zijn intocht in de hoofdstad Mexico, doch het mocht hem niet gelukken zijn gouvernement op hechte grondslagen te vestigen. De republikeinen onder Juahez gaven hunnen tegenstand niet op, en alleen door de aanwezigheid der Fransche strijdkrachten was het den Mexi-caanschen Keizer mogelijk zich staande te houden. Intusschen kon keizer Napoleon op den duur geen weerstand bieden aan de algemee-ne ontevredenheid, die zich bij de Fransche natie over de zoogenaamde Mexicaansche expeditie openbaarde, terwijl de regeering van de Vereenicjde Staten van Amerika hem niet onduidelijk te kennen gaf, dat zij nimmer zou dulden, dat zich door hulp van een Europeesch leger eene vreemde dynastie in Mexico vestigde. Hij verklaarde derhalve in 1866, dat hij binnen korten tijd zijne troepen uit Mexico zou terugtrekken, en nu werd de toestand van Maximiliaan hopeloos. Den 8sten Maart verliet het laatste gedeelte van het Fransche expeditie-corps den Mexicaan-schen bodem; het leger van Juarez drong meer en meer voorwaarts en omsingelde eindelijk de stad Querelaro, waar Maximiliaan de wijk genomen had. In Mei 1867 viel hij, door een zijner oversten verraden, in handen van den vijand, en in de volgende maand werd de ongelukkige vorst voor een krijgsraad gesteld en den 19den Juni doodgeschoten. Zes dagen later was de republikein-sche regeering weder door het geheele land erkend, doch de bin-nenlandsche partijstrijd bleek weldra nog niet te zijn uitgebluscht, zoodat de toestand lang daarna nog verre van bevredigend was te noemen. Juarez werd in December 1867 voor een tijdvak van vier jaren, en toen deze verstreken waren,, weder voor vier jaren tot President herkozen. Hij stierf den 18den Juli 1872, en werd opgevolgd door Lerda de Tejada, die in 1876 uit het bewind werd verdreven en opgevolgd door den tegenwoordigen president PoRFiitio Diaz.

De Vereenigde Staten van Noord-Amerika namen in dit tijdperk op eene buitengewone wijze in stoffelijke welvaart en ook in uitgebreidheid toe, zoodat hun aantal, dat oorspronkelijk slechts 13 bedroeg, thans tot 37 vermeerderd is, welker bevolking in 1870 reeds tot bijna 39 millioen zielen was geklommen.

-ocr page 335-

Tot deze bevolking behoorden vroeger ongeveer 4 millioen negerslaven, die in de zuidelijke staten het werk in de plantages verrichtten, terwijl de slavernij in de noordelijke niet meer bestond. De strijd over de afschaffing der slavernij, waartoe de zuidelijken niet wilden besluiten, omdat zij daarvan het verval hunner plantages en den ondergang van hunne welvaart voorzagen, werd sedert vele jaren met hevige verbittering gevoerd, en kwam in 1861 tot eene geweldige uitbarsting. Elf\' zuidelijke staten scheidden zich van de Unie at\' om eene onafhankelijke confederatie te vormen, die den vroegeren minister van oorlog, Jr.fferson Davis, tot President verkoos, en weldra ontbrandde een der vreeselijkste oorlogen, die in de geschiedenis bekend zijn. De Zuidelijken, of Gccon federeer den, die door de Noordelijken (de Federalisten) voor oproermakers werden verklaard, waren aanvankelijk, vooral ten gevolge der grootere krijgskundige bekwaamheden hunner aanvoerders, in het voordeel, maar de eerstvolgende jaren brachten, in weerwil van eene reeks van bloedige gevechten te land en ter zee, geene beslissing aan. In 1864 evenwel neigde eindelijk de krijgskans ten voordeele der noordelijken, die over veel grootere hulpbronnen te beschikken hadden dan de zuidelijken, wier land bovendien bijna uitsluitend het tooneel van den oorloo-bleef en op eene ontzettende wijze verwoest werd.

In Januari 1865 nam de volksvertegenwoordiging een besluit, waarbij de skvernij in al de staten der Unie afgeschaft werd. In den zomer van datzelfde jaar kwam aan den vernielenden oorlog een einde; de verschillende legers der geconfedereerde!! werden achtereenvolgens genoodzaakt de wapenen neder te leggen, en Jefferson Davis werd gevangengenomen. Weinige weken te voren was Abraham Lincoln, de President der Vereenigde Staten, die sedert 1861 die waardigheid bekleedde en eerst kort te voren opnieuw voor een tijdvak van vier jaren herkozen was, door een sluipmoordenaar doodgeschoten. Zijn opvolger, Andrew Johnson. aanvaardde de moeielijke taak om de verzoening tusschen de beidu vijandige deelen der Unie tot stand te brengen en de rampen te herstellen van den ontzettenden burgeroorlog, die aan honderdduizenden het leven had gekost en behalve eene onberekenbare schade aan handel, landbouw en nijverheid ook nog ten gevolge had, dat de staatsschuld, die in 1860 nog geen 162 millioen gulden bedroeg, tot ruim 6890 millioen was gestegen.

Het duurde evenwel niet lang of hij begon eene gedragslijn te volgen, die noch door de volksvertegenwoordiging, noch door de openbare meening in de noordelijke staten werd goedgekeurd.

-ocr page 336-

321

Terwijl hij de belangen der vroeger slavenhoudende staten met kracht voorstond en ze weder eenvoudig in de Unie wilde opgenomen zien, meende het Congres, dat men de gunstige uitkomst, welke door den bloedigon oorlog verkregen was, niet zoo onvoorwaardelijk mocht prijs geven, terwijl men oordeelde dat voortaan aan de negers en de kleurlingen met de vrijheid ook gelijke staatkundige rechten als aan de blanken moesten worden gewaarborgd.

Zoowel over dit als over verschillende andere punten ontstond een onafgebroken strijd tusschen het Congres en den president Johnson, die meer en meer bleek niet voor zijne hoogst gewichtige betrekking berekend te zijn. Toen dan ook in November 1868 de keuze van een nieuwen president moest plaats hebben, werd de generaal Grant, een der bekwaamste tegenstanders van Johnson, met eene groote meerderheid verkozen; hij aanvaardde zijne waardigheid den 4den Maart 1869, en werd na vier jaren opnieuw gekozen.

Hoewel de sporen van den geweldigen oorlog, vooral in de zuidelijke staten, nog verre van verdwenen zijn, neemt de Republiek der Vereenigde Stalen voortdurend in aanzien en macht toe. De bevolking, volgens de volkstelling in 1880 ruim 50 millioen zielen, was in de daaraan voorafgaande tien jaren met meer dan 11 millioen zielen vermeerderd, terwijl de staatsschuld tot 1881 met ruim 2340 millioen gulden is verminderd. Onder de grootsche ondernemingen, die in den laatsten tijd tot stand werden gebracht, moet in de eerste plaats genoemd worden het aanleggen van een spoorweg, die den lOden Mei 1869 voltooid was, en waardoor Nieuw York met San Francisco werd vereenigd, zoodat de eerste rechtstreeksche verbinding tusschen den Allanlischen Oceaan en de Stille Zuidzee werd verkregen.

Op het eiland Cuba brak in 1868 onder de Negers en Mulatten, die zich van het moederland onafhankelijk wilden maken, een opstand uit, die de opvolgende Spaansche regeeringen de grootste moeilijkheden berokkende en eerst na twaalf jaren gedempt werd.

In de Pransche volkplantingen viel gedurende dit tijdvak weinig merkwaardigs voor, doch wel streefde Frankrijk er met goed ge-volo- naar, zijne bezittingen zoowel als zijnen invloed in de andere werelddeelen uit te breiden.

Met Haïti, vroeger eene Fransche kolonie, die zich onafhankelijk verklaard had (bl. 226), kwam in 1825 eene overeenkomst tot stand, waarbij die onafhankelijkheid erkend werd.

Sedert vormden zich op dat eiland twee republieken: in het westen die van Haïti, welke thans nog bestaat, en in het oosten

IT. 21

-ocr page 337-

322

die van St.-Bomirtgo, welke zich in 1861 weder vereenigde met Spanje, tot hetwelk dit grondgebied vroeger behoorde (bl 177) De bewoners kwmnen evenwel in 1863 in opstand en in het begin van 18(,o hief de Spaansche regeering het decreet van 1861 waarbij de inlijving bij Spanje bepaald werd, weder op.

In/quot;S\'mquot;f kwam Frankrijk in het bezit van de Marquesas (1842) van het Gamher-eiland (1844) en van Nieuw-Caledonië (1853) en\' verkreeg m 1842 het beschermheerschap over de Gezelsch\'aps-eilanden, en m 1880 de opperheerschappij over het voornaamste dier eilanden, Tahiti of Olaheite.

Om zooveel mogelijk hare gemeenschap met de koloniën in Australië en Indië te bevorderen, ijverde de Fransche regeerin- zeer voor de doorgraving der landengte van Suez, die door den fran-schen xngemeur db Lesseps in 1859 begonnen, en, zooals boven (bl. 27o) gezegd is, in 1869 voltooid werd.

n 1858 begonnen de Franschcn, in vereeniging met de Spanjaarden een oorlog tegen Cochin china, waartoe het vervolgen en vermoorden van Christen-zendelingen de eerste aanleiding was

ruim 5 Of)611 ^ een g^ndgebied van\'

imm oOO vierkante mijlen met ruim 1 millioen inwoners werd

afgestaan hetwelk thans de kolonie Framch-Cochinchina vormt ilet den keizer van Anam werd in 1874 een verdrag gesloten waarbij de Franschen eenige voordeden voor hunnen handel verwierven. Toen Frankrijk zich over het niet naleven van sommige daann voorkomende bepaHng611 meende te moeten beklagen, ontwikkelde zich daaruit m 1882 en 1883 een strijd, in welken ook Onna, waarvan en vasalstaat is, gemengd werd. Eene Fran-

sche expeditie, m 1883 derwaarts gezonden, maakte zich nog voor het einde van dat jaar meester van eenige gewichtige punten in

het bTsc\'he611,0 61 1 van waarover de Frans^he\'regeeWng

het bescheimheerschap eischte, terwijl zij er blijkbaar naar streeft ^e landstreek geheel onder haar gezag te brengen. \'

Reeds sedert eenigen tijd hadden Frankrijk en Italië een be-

00g. ^ Iunis gelagen, hetgeen in het begin van 1881 eens spanning tusschen beide rijken deed ontstaan. Toen in Maart van dat jaar eenige roofzuchtige stammen van de ziide van 7W,

rquot;quot; ««de. lt;1. Framchen eJtLZrfZ

mg naar de Puneesche grenzen en vorderden van den Bey dat

sit JeW 8 Z0U tegengaan- Da«- deze hiertoe buiten

-ocr page 338-

323

weid gelaten Het geheele jaar 1881 ging voorbij met het bedwin-

totd.Jan TS ?tTden 111 het ZUideI«k ^edeelte van het rijk, totdat eindelijk in October ook de stad Tunis door de Franschen

werd bezet, en ten slotte de laatste schaduw van gezag van den Ley verdwenen was, die wel in naam het hoofd van den staat bleef, maar wiens grondgebied sedert als geheel aan Frankrijk ondeigeschikt kan worden beschouwd.

-ocr page 339-

TIJDREKENKUNDIG OVERZICHT

DER

VOORNAAMSTE GEBEURTENISSEN.

13

14 10 10 0 39

14

22

NIEUWE GESCHIEDENIS.

Bladz.

1492 Verovering van Granada 8 Ontdekking van Amerika........

1493 Maximiliaan I wordt keizer van Duitschland . . .10

1494 Tocht van Karei VIII naar Italië.....10

De Medici uit Florence verdreven . . . . .10

1495 Verbond tegen Karei VIII........

De Franschen uit Italië verdreven . . . . ,12 Eeuwige landvrede en oprichting van het Rijkskamer-gericht in Duitschland . . , . . jy

1498 Dood van Karei VIII. Lodewijk XII, Koning van Frankrijk 12 Het vasteland van Zuid-Amerika ontdekt. . . .5

1499 De onafhankelijkheid der Zwitsers van het Duitsche rijk

bij den vrede van Bazel bevestigd . . . , .18

1500 Lodewijk XII verovert Milaan .....

1501 Napels door Lodewijk XII en Ferdinand den Katholieke veroverd en verdeeld ..... i;j

1504 Ferdinand de Katholieke neemt Napels voor zich alleen in bezit .......

Dood van Isabella van Castilië.

150ü Philips de Schoone vertrekt naar Spanje en sterft .

Dood van Columbus. ....

1509 Hendrik VIII beklimt den Engelschen troon

1511 De Heilige Ligue tegen Frankrijk . . 14

1512 De Medici in Florence hersteld.....15

Ferdinand de Katholieke verovert Navarre

1513 Christiaan II beklimt den Zweedschen troon .

-ocr page 340-

325

1515 Lodewijk XII sterft en wordt opgevolgd door Frans I ^ U Frans I herovert Milaan . ^

irifl r,00^ van ^a^oa over de landengte van Panama . . 6

D°0f Jan Ferdjnand dequot; Katholieke. Zijn kleinzoon Karei I volgt hem op . . .

Vrede te Noyon 15

1MQ MUthlt;nr beStrij,dt deri aflaathandeL I,egin der Hervorming! 21 Magellaan onderneemt de eerste reis rondom den aardbol. 7 Dood van keizer Maximiliaan I. . . . jg

Karei V tot Keizer van Duitschland verkozen\'. \' 20

1520 Luther door den Paus in den ban gedaan . . . 21 Soliman de Groote beklimt den troon van Turkiie . \' 27 Het Stokholmer bloedbad . . . . quot;42

1521 Ferdinand Cortez verovert Mexico . \' \' 7 , Luther en zijne aanhangers worden in den Eijksban gedaan Eerste oorlog tusschen Karei V en Frans I . . .23

lt)23 Gustaaf Wasa tot Koning van Zweden verkozen . . 42

Christiaan II wordt van den Deenschen troon vervallen 1 ro verklaard. Prederik I tot Koning van Denemarken verkozen 43

lo24 De boerenkrijg in Zuid-Duitschland . . oc

1525 Slag bij Pavia............2S

1526 Pizarro ontdekt Peru ... \'7

Vrede van Madrid..........23

Tweede oorlog tusschen Karei V en Frans I . . 24 Soliman de Groote slaat Lodewijk II van Hongarije bij Mohacz............27

1528 Andreas Doria herstelt den republikeinschen regeerings-vorm in Genua. . ■ . . _ 25

1.)29 Vrede te Kamerijk (de Damesvrede) ... 25 Soliman de Groote belegert Weenen tevergeefs . 27 I rotest van de belijders der Hervormde leer . . .28

1530 Karei V door den Paus tot Roomsch Keizer en Koning van Italtó gekroond ..... 0 25 Alexander de Medici wordt erfelijk Hertog van Florence 25 Overgave der Augsburgsche confessie . . . .28

1531 Verbond van Schmalkalden .... \'28 Zwingli sneuvelt in het gevecht bij Kappel . .quot; ! 29

1532 Interim-vrede van Neurenberg ... 28 Hendrik VIII laat zich van zijne gemalin Katharina van Arragon scheiden.....

1534 ülrich van Wurtemberg in zijn Hertogdom hersteld \'. 32

-ocr page 341-

326

Bladz.

1535 Stichting van de orde der Jezuïeten.....22

De Wederdoopers te Munster ten onder gebracht. . 32

Tocht van Karei V naar Tunis.......

Derde oorlog tusschen Karei V en Frans I

1536 Calvijn te Genève tot Hoogleeraar in de godgeleerdheid aangesteld.....

1538 De wapenstilstand te Nizza maakt een einde aan den

derden oorlog tusschen Karei V en Frans I . . .33

1541 Tocht van Karei V naar Algiers ... gg

1542 Vierde oorlog tusschen Karei V en Frans I . , 34

35 99

100

Frans I sterft, en wordt opgevolgd door Hendrik II

38

41

39

38

39

38

39

44 39 44 44

Hendrik VIII sterft, zijn zoon Eduard VI volgt hem op 40

1552 Oorlog van Maurits van Saksen tegen Karei V. Verdrag van Passau ......

1553 Eduard VI van Engeland sterft. Zijne zuster Maria voM hem op. Johanna Gray onthoofd

lod4 Karei V geelt het koninkrijk Napels aan zijnen zoon Philips 39

1555 De Augsburgsche godsdienstvrede . . . . 38 Karei V staat de Nederlanden aan zijnen zoon Philips af

1556 Wapenstilstand van Vaucelles tusschen Karei V en Hendrik H.......

Karei V staat de regeering over Spanje, Sicilië, Sardinië, Franche Comté en de Spaansche bezittingen in Amerika aan Philips II al, en draagt de keizerlijke waardigheid aan zijnen broeder Ferdinand I over

1557 Hervatting der vijandelijkheden tusschen Frankrijk en Spanje. Slag bij St.-Quintijn . .

1558 Dood van Karei V.

Slag bij Grevelingen Galais door de Franschen veroverd Maria, koningin van Engeland, sterft en wordt door hare zuster Elizabeth opgevolgd ... 4^

1559 Vrede te Cateau-Cambresis ... 44 Hendrik II sterft. Zijn zoon Frans H volgt hem op ! 44

1560 Dood van Gustaaf Wasa. Zijn zoon Erik XIV volgt hem op. 43

33 29

1544 Vrede van Crespy tusschen Karei V en Frans I

1545 Karei V beleent zijnen zoon Philips met Milaan

Parma wordt door den Paus tot een erfelijk Hertogdom gemaakt ......

1546 De Schmalkaldische oorlog .... \' qi-

1547 Slag bij Mühlberg ..... 36

88

-ocr page 342-

327

Samenzwering van Amboise . . . 11\'\'\'l!.\'

Frans II sterft. Zijn broeder Karei IX volgt hem op \' 46 Mam Stuart, de weduwe van Frans II, keert naar Schot-

65 47 64

59 53 53

66

1562 Begin der godsdienstoorlogen in Frankrijk 1604 \'Jquot; \'k Selo«fe«rtikelen d«i- Eng.lsch.Kert v.st

quot;f? quot;quot; K™« t Zijn Zoo„ MiiKimiliaan 11

volgt hem op.

1565 Verbond der Nederlandsche édelen tegen Philips II \'

Beeldenstorm m de Nederlanden 1567 Maria Stuart huwt den Graaf van Both well \' \' fifi lieamp;rln van den tachtigjarigen oorlocr \' quot; \'

Maria Stuart vlucht naar Engeland en wordt doo^ Elizabeth gevangen gehouden..........quot;ewi

1569 Erik XIV Koning van Zweden, door zijnên broeder Johan

van den troon gestooten . . _i

10\' 1 Zeeslag bij Lepanto . . \'

1572 Inneming van den Briel. . . \' \' t\'2 De Panjsche bloedbruiloft. . \' quot;

1573 Hendrik van Anjou tot koning van Pokn ve\'rkozen \' 50 74 Kaiel IX sterft. Zijn broeder Hendrik III voM hem nn r,, \'75 De Nederlanders bieden de souvereiniteit aa.rElizabeth quot;

K76 nnp1?: ind en Hendrik II[ van aan . 54

l\'j/ö De Pacificatie van Gent. . . \' r

Rudoif H yolgt zijn vader Maximiliaan II als Keizêr van ^ Duitschland op . , .

1578 De Hertog van Anjou, beschermer der Nederlandsche\' ^

vrijheid . . . . .

Sebastiaan van Portugal bij Alkassa\'r door de Marokkanen ^ verslagen

1579 De Unie van Utrecht ... ■■■ 00

1580 Philips II verovert Portugal ...

1581 Philips II door do Nederlanders afgezworen .\' \' \' 54

1 r.«- quot;et «ro°tste gecleelte Siberië door de Russen veroverd 74 .lo84 Ue Hertog van Anjou sterft . . r,

l.«r ™ra ?n 0rnnje d001\' Balthasai- vermoord .\' 55

lo8d Verdrag tusschen koningin Elizabeth en de Nederlanders

1 rQp k0mt met hulPtroel,fiu in de Nederlanden 67

1586 Het stamhuis van Rurik sterft in de mannelijke linie uit 74

Wasa, Kroonprins van Zweden, tot Koning van Polen verkozen . .

t o

-ocr page 343-

828

Do oorlog der drie Hendrikken .

Maria Stuart onthoofd 0

Leicester verlaat de Nederlanden

1588 De Guises op last van Hendrik III vermoord

^r6 n0VRrwinr,elijke Vloot vernield

1M0 T111 d00r JaC0b Clement doodgestoken

ioyu blag bij Ivry .

LWS m\'l\'quot;1 \'Vquot;\' ^ K.ll.oii.ki, Kerk\'ov,;

lo98 Edict van Nantes .

Vrede te Vervins tusschen Frankrijk en Spanje .

PhZ n taatf,de Nederl^den aan Albertus en Isabella af

opgevolgd \' quot; d»0r PMip. III

1600 Slag bij Nieuwpoort

Begin van den Zweedsch-Poolschen\' Successie-oorlo-

1 fift9 ;J L0quot;den w°rdt eene Oostindische compagnie oP4-icht

1602 Oprichting der Nedprlnndsnho t i 10eiicnt

Ifioq nL^i ë quot; / f euanclsche 0ostindische compaffnie. 71

- 1 r ^

1605 Het buskruitverraad in Londen . . \' \' \' «n

irnn ?e Protestantsche Unie in Duitschland . \' \' r?

Strijd over de opvolging in Gulik, Kleef en Berg\' \' 61 Ivvaaifjarig bestand tusschen Nederland en Spanje

Katholieke Ligue in Duitschland . . \'

Rudolf H verleent den Bohemers den Majestêitsbrief De Monsco s uit Spanje verdreven 1610 Hendrik IV door Ravaillac vermoord quot; .q

\' Zwed« r\' ,ijnaer IX ^ KOnin,t

1612 h1™ oquot;quot; ***■ • *** Mattliia.s volgt ^

1613 Michael Romanow tot Czar van Rusland uitgeroepen

1618 h ^ ^11 neemt de reSeerin8 ^ handen .

8 Begin van den dertigjarigen oorloo-

1620 pei\'flTd 11 V°lgt MatthiasalsKeil van Duitschland op

sk\' en .Van Z 0P den Wittenbe^ blJ P^ag ge-

63 74

ifiis u quot;7quot; Tquot;quot;v quot;quot;= iBëeei\'ing in handen . , 74

Begin van den dertigjarigen oorloo-

J TT 0 \' • • • OO

63

1621 van Spanje sterft,\' en wordt\'door quot;zijnen .ooii 76

Philips IV opgevolgd ... J

1,504 dei\' ^edei\'landsche Westindische maatschappij 104

16.4 Jacobus I van Engeland verklaart den oorlog aan Spanje

66 70 57 67 57

57

58 58 58 7»

71

72 104-

/

61 62 63 71

-ocr page 344-

329

en aan den Keizer van Duitschland. .

w..2r ®lchelieu aa^ te* hoofd van het ministerie van Frankrijk 88 1620 Dood van Jacobus L Zijn Zoon Karei I volgt hem op 60 Chnstiaan IV van Denemarken mengt zich in de Dertigjarigen Oorlog . 0 0611

WaUenstein werft een leger ^oor keizer\' Ferdinand. quot; H 1626 Denemarken door WaUenstein veroverd . quot; 70

1629 Vrede te Lubek . .

Het Kestitutie-edict in Duitschland quot; on

De Hugenoten door Richelieu tot den vrede gedwongen\' 85 Inval der kmerlijke troepen in de Republiek der C eemgde Nederlanden door Frederik Hendrik afgeslagen. 97 Wapenstilstand tusschen Zweden en Polen

30 Zd?rnSte[n het 0PPerbeVel over het keizerlijke\' leger

KareW Ad0-lmeigVi? ^ den Dei\'tiaa^n Oorlog.\' 1r!1 ^aieV 1van EnSel™\'l sluit vrede met Spanje .

lodi Maagdenburg verwoest

Gustaaf Adolf slaat Tilly bij Leipzig . quot; \' quot;

1632 Grustaaf Adolf sneuvelt bij Lutzen/Zijne dochter Christina volgt hem op . . .

1634 WaUenstein vermoord . . \' \'

1635 Verbond tusschen Frankrijk en de Nederlanden .\' quot; on

De wapenstilstand tusschen Zweden en Polen voor 26 jaren verlengd .

1687 Keizer F»di„.„d II sterft „ wdt joor qn..,\' 90

Ferdinand III opgevolgd

mo Frederik Willen., de éroole Keurverst v» Br.„de„b.„ ^ y- volgt zijnen vader op . . ö

91

94 98 98

Opening van het Lange Parlement in Engeland Opstand en binnenlandsche oorlog in Cataloniö

1641 Po1^! m,aaït zich van (le Spaansche overheersching vrij 1641 Poitugal sluit een wapenstilstand met de Nederlanden

iri S8.1!. VanTfen blu^erooi\'log in Engeland . 95

87

80 87 94 87

89 89

\' \' *« * Zweden lotden

/-JS, kquot;quot;! ï Jquot; \'lquot;eht de Sehotten ! \' %

«%lv8.d0quot; m •* ***«•

1648 tüzïzz»*:*leidine~ •\'»

91

-ocr page 345-

330

Bladz.

Begin van den burgeroorlog der Fronde in Frankrijk . 107 1G49 Karei I te Londen onthoofd ...... 96

1051 Het Engelsche Parlement vaardigt de Acte van navigatie uit..........HO

1052 Begin van den eersten oorlog tusschen Engeland en de Nederlanden . . . . . , . . .110

1053 Einde van den burgeroorlog der Fronde . . . 107 / Cromwell tot Lord Protector van Engeland verheven . 110

Jan de Witt wordt Raadpensionaris van Holland . , 112

1054 Vrede van Westminster tusschen Engeland en de Nederlanden . . ........112

De Staten van Holland vaardigen de Acte van Seclusie uit. 113 Christina van Zweden doet afstand van den troon ten behoeve van haren neef Karei X Gustaaf . . . .113

1057 Keizer Ferdinand HI sterft, en wordt door zijnen /.oon Leopold I opgevolgd . . . , , . .120

1058 Dood van Cromwell . . . . , . .111 /\' 1059 Vrede der Pyreneën tusschen Frankrijk en Spanje. . 108

Huwelijk van Lodewijk XIV met de oudste dochter van Philips IV ......... 108

De Nederlandsche vloot onder De Ruyter ondersteunt Denemarken tegen Karei X Gustaaf . . . .114 1660 Het Huis der Stuarts in Engeland hersteld . . .112 Dood van Karei X Gustaaf. Einde van den Zweedsch-Poolschen Successie-oorlog . . . . . .114 Het hertogdom Pruisen wordt onafhankelijk van Polen. 114 1061 Dood van Mazarin. Begin der zelfregeering van Lodew. XIV 108 De Nederlanders staan Brazilië aan de Portugeezen af . 115 1662 De Republiek der Vereenigde Nederlanden sluit verbonden met Frankrijk en met Engeland . . 115 en 11(5 1063 Oorlog tusschen Oostenrijk en Turkije . . , .127 1604 Begin van den tweeden oorlog tusschen Engeland en de

Nederlanden . . . . , . , . .116 1005 Oorlog tusschen de Nederlanden en den Bisschop van

Munster. . . . . . . . , .110 Philips IV van Spanje sterft en wordt opgevolgd door

zijnen zoon Karei II . . . . . . .116

1606 Frankrijk verklaart den oorlog aan Engeland . . 117 De bisschop van Munster sluit te Kleef vrede met de

Nederlanden . . . . . . . . .110

1067 Vrede van Breda . . . . . . . .116

/ /

-ocr page 346-

331

Bladz.

Inval van Lodewijk XIV in de Spaansche Nederlanden. 117 De Staten van Holland vaardigen het Eeuwig Edict uit. 118

1668 Triple Alliantie tussclien Engeland, de Vereenigde Nederlanden en Zweden , . . . . . .118 ^.Vrede te Aken . . . . . . . .118

1670 Karei IV van Lotharingen door Lodewijk XIV uit zijn land verdreven ........ 128

1671 Leopold I verklaart het koninklijk gezag in Hongarije onbeperkt ...... . . . .127

1672 Frankrijk, Engeland, Munster en Keulen verklaren den oorlog aan de Vereenigde Nederlanden. Inval van Lodewijk XIV in de Republiek . . . . , .122 De Staten van Holland vernietigen het Eeuwig Edict. 123 Moord der gebroeders de Witt . . . . .123

1673 Keizer Leopold I verklaart den oorlog aan Frankrijk . 123

1674 Vrede te Westminster tusschen Engeland en de Vereenigde Nederlanden ....... . 124

Willem III tot Erfstadhouder verheven .... 126

1676 De Iluyter sneuvelt...... . 124

Czar Alexeï van Rusland sterft, en wordt door zijne zonen Iwan en Peter opgevolgd ..... 142

1677 Willem III huwt met Maria, de dochter van den Hertog van York ......... 124

1678 Vrede te Nijmegen ........ 125

Opstand in Hongarije...... .127

1680 Lodewijk XIV richt de Hereenigingskamers op . . 125

1683 Oorlog tusschen Turkije en Oostenrijk. De Turken belegeren Weenen, dat door Johan Sobiesky ontzet wordt 128

1684 Wapenstilstand voor den tijd van twintig jaren tusschen Frankrijk, den Keizer en Spanje.....126

1685 Herroeping van het Edict van Nantes . . . .129 Karei H van Engeland sterft en wordt door zijn broeder Jacobus II opgevolgd ...... 132

Aanslag van den Hertog van Monmouth . . . 132

1686 Verbond te Augsburg tegen Lodewijk XIV . . . 129

1687 Hongarije met geweld onderworpen en de regeering erfelijk verklaard in het Habsburgsche Huis . . .128

1688 Lodewijk XIV verklaart den oorlog aan den Keizer, het Duitsche rijk, de Vereenigde Nederlanden en den Paus 130 Willem III steekt naar Engeland over .... 133

1689 Lodewijk XIV verklaart den oorlog aan Spanje . . 130

-ocr page 347-

332

J-.l .

Bladz.

Jakobus II vlucht naar Frankrijk ..... 133 Engeland verklaart den oorlog aan Frankrijk . . 134 Groot Verbond te Weenen tegen Lodewijk XIV . .134 ^ Peter I wordt Alleenheerscher van Rusland . . . 148

1690 Willem III slaat Jacobus II aan de Boyne . . . 134 Zeeslag bij Bevezier . . . . . . .134 Slag bij Fleurus . . . . . . . . 135

1692 Nederlaag der Fransche vloot bij Kaap La Hogue . 135 Slag bij Steenkerken . . . . . . .135 Hannover wordt een Keurvorstendom .... 135

1693 Slag bij Neerwinden en Landen ..... 135

1697 Vrede te Rijswgk ........ 136

August, Keurvorst van Saksen, tot koning van Polen verkozen.......... 144

Karei XII volgt zijnen vader Karei XI als koning van Zweden op ........ . 144

1698 Eerste verdrag over de verdeeling der Spaansche nalatenschap . ........ . 137

1699 Vrede te Carlowitz tusschen Oostenrijk en Turkije . 128

1700 Tweede verdrag over de verdeeling der Spaansche nalatenschap . ........ 138

Karei II van Spanje sterft ...... 138

Karei XII van Zweden dwingt Denemarken tot den vrede en slaat de Russen bij Narwa .... 144

1701 De Keurvorst van Brandenburg verheft zich tot Koning van Pruisen .........138

1702 Dood van Willem III. Koningin Anna volgt hem in / Engeland op. Begin der tweede Stadhouderlooze regeering in Nederland ........ 139

Begin van den Spaanschen Successie-oorlog . . .139

1703 Peter I legt de grondslagen van St. Petersburg . . 145

1704 De Franschen bij Höchstiidt geslagen .... 140 De Engelschen en Nederlanders veroveren Gibraltar . 141 Karei XII dwingt de Polen Stanislaus Lesczinsky tot Koning te verkiezen ....... 145

1705 Keizer Leopold I sterft, en wordt opgevolgd door zijn zoon Jozef I ........ . 140

1706 Nederlagen der Fraflschen bij Ramillies en bij Turin . 140

1708 Karei XII rukt Rusland binnen ..... 146

1709 Slag bij Malplaquet ....... 140

Peter I verslaat Karei XII bij Pultawa .... 146

/

-ocr page 348-

333

Bladz.

1710 Het Whig-ministerie in Engeland ten val gebracht . 141

1711 Keizer Jozef I sterft en wordt opgevolgd door zijnen . broeder Karei VI ....... . 141

1712 De Franschen behalen eene overwinning bij Denain . 141

1713 Frederik I van Pruisen sterft en wordt opgevolgd door zijnen zoon Frederik Willem I. . . . . .142 Vrede te Utrecht ........ 141

De Hertog van Savoye verkrijgt het eiland Sicilië met

de koninklijke waardigheid......142

1714 Vrede te Baden tusschen Frankrijk en Oostenrijk . 142

Karei XII verlaat Turkije......140

Koningin Anna van Engeland sterft, en wordt opgevolgd door George, Keurvorst van Hannover .... 147

1715 Sluiting van het Barrière-tractaat ..... 142 / Lodewijk XIV sterft en wordt door zijn achterkleinzoon

Lodewijk XV opgevolgd....... 149

De Hertog van Orleans wordt Regent van Frankrijk . 149

1717 Spanje verovert Sardinië ...... I5O

1718 Dood van Karei XII van Zweden ..... 147

Spanje verovert Sicilië ....... 15Q

Quadruple-alliantie tegen Spanje ..... 1.50

1719 Ulrica Eleonora volgt haren broeder Karei XH op. , 147

1720 Zweden sluit vrede met Polen, Pruisen en Denemarken. 147 Spanje sluit vrede met Engeland en Frankrijk . . 151 Het eiland Sardinië wordt met Savoye vereenigd tot een koninkrijk Sardinië. . . . . . . .151

1721 Zweden sluit vrede met Rusland ..... 147

1723 Lodewijk XV meerderjarig. Dood van den Regent . 149

1725 Dood van Peter den Groote. Zijne gemalin Katharina

y volgt hem op ........ . 148

1733 Dood van August, Keurvorst van Saksen en koning van

Polen. Begin van den Poolschen Successie-oorlog . . 153

1735 Don Carlos wordt koning der beide Siciliën . . . 153 Overeenkomst te Weenen, waardoor een einde gemaakt wordt aan den Poolschen Successie-oorlog . . .154 Panna en Piacenza komen aan het Oostenrijksche Huis. 154

1787 Toscane komt aan hertog Frans van Lotharingen . 154

1740 Frederik H volgt zijnen vader Frederik Willem I in

Pruisen op ........ . 155

Dood van Keizer Karei VI ..... . 155

Frederik H valt in Silezië . , , . . .156

-ocr page 349-

434

Maria Theresia sluit vrede met Prederik II, en staat hem nagenoeg geheel Silezië af ... .

1745 Dood van Keizer Karei VII. Frans van Lotharingen beklimt als Frans I den keizerstroon . . , 25g

1746 De Franschen veroveren de Zuidelijke Nederlanden . 157 Philips V van Spanje sterft, en wordt door zijnen zoon Ferdinand VI opgevolgd. ..... i

1747 Willem Karei Hendrik Friso wordt Stadhouder in de zeven Vereenigde Provinciën. Het Stadhouderschap erfelijk verklaard...........

De Franschen veroveren een gedeelte van het grondgebied der Republiek en do vesting Bergen op Zoom . 158

1748 Maastricht door de Franschen ingenomen. Vrede te

Ake11..........158

1750 Jozef Emanuel volgt zijnen vader Pedro II in Portugal

op. Pombal wordt eerste minister. . . .. 174

1751 Prins Willem IV van Oranje sterft, en wordt in zijne Stadhouderlijke waardigheid opgevolgd door zijnen zoon Willem V _

1754 Oorlog tusschen Engeland en Frankrijk over hunne bezittingen in Noord-Amerika ....

1756 Begin van den Zevenjarigen Oorlog . . . .160

1759 Ferdinand VI van Spanje sterft, en wordt opgevolgd door zijnen broeder Karei, Koning van Napels. Diens derde zoon Ferdinand IV beklimt den Napelschen troon 174

1760 George III van Engeland volgt zijnen vader George II op 160

1762 Keizerin Elisabeth van Rusland sterft en wordt opgevolgd door haren neef Peter III, die kort daarna door zijne gemalin Katharina van den troon gestooten wordt . 161

1763 Vrede te Parijs tusschen Engeland en Frankrijk . , 161 De vrede te Hubertsburg maakt een einde aan den Zevenjarigen Oorlog ....... 161

Dood van August III, Keurvorst van Saksen en Koning van Polen. . . . . . . _ .167

1764 Stanislaus Poniatowski tot Koning van Polen gekozen 167

1765 Misnoegen van de Britsche volkplantingen in Noord-Amerika tegen het moederland ..... 161 Dood van keizer Frans I. Hij wordt door zijnen zoon

. . . ISliidz.

1741 Begin van den Oostenrijkschen Successie-oorlog . .156

/ 1742 De Keurvorst van Beieren beklimt als Karei VII den Duitschen troon

157 157

172

159

-ocr page 350-

335

Bladz.

Jozef II opgevolgd. . . . . . . .169

1768 Het eiland Corsika door Genua aan Frankrijk verkocht. 176

1771 Koning Adelt\' Frederik van Zweden sterft, en wordt door

zijnen zoon Gustaaf III opgevolgd. .... 169

1773 Eerste verdeeling van Polen ...... 168

1774 Congres van dertien Noord-Amerikaansclie gewesten te Philadelphia . . . . . . . . .162 Lodewijk XV sterft en wordt door zijnen zoon Lodewijk XVI opgevolgd . . . . . . . .165

1775 Begin van den Noord-Amerikaanschen vrijheidsoorlog . 162

1776 De dertien vereenigde Noord-Amerikaansche staten ver-klaren zich onafhankelijk ...... 163

1777 Jozef Emanuel, Koning van Portugal, sterft en wordt door zijne dochter Maria opgevolgd .... 175

1778 Begin van den Beierschen Successie-oorlog . . .170.

1780 Nederland in den oorlog tusschen Engeland en Amerika gewikkeld . . . . . . . . .163 Einde van don Beierschen Successie-oorlog . . .170 Dood van Maria Theresia. Jozef II aanvaardt het bewind

\' in de Oostenrijksche erflanden. ..... 171

1781 Slag bij Doggersbank .... ... 163 Jozef II vernietigt het Barrière-tractaat. . . . 173

1783 De vrede te Versailles maakt een einde aan den Noord-Amerikaanschen vrijheidsoorlog ..... 164

1784 Vrede tusschen Engeland en de Vereenigde Nederlanden 164

1786 Dood van Frederik den Groote. Zijn neef Frederik Willem II volgt hem op . . . . . . .170 Begin der onlusten in de Oostenrijksche Nederlanden . 171

1787 Gewapende tusschenkomst van Pruisen in de Republiek

der Vereenigde Nederlanden ...... 173

1788 De Engelschen stichten in Australië eene kolonie aan de Botany-baai . . . . . . . . .177 Oorlog tusschen Rusland en Zweden .... 169 Karei III van Spanje sterft, en wordt door zijnen zoon Karei IV opgevolgd . . . . . . .174

1789 De Oostenrijksche troepen uit België verdreven . . 171 De Vergadering der Staten-Generaal te Versailles geopend 178 Zij wordt naar Parijs verplaatst ..... 180

1790 Vrede tusschen Rusland en Zweden .... 169 De opgestane Zuid-Nederlandsche gewesten verklaren zich tot een onafhankelijken staat ..... 171

-ocr page 351-

33(3

BWz.

Keizer Jozef II sterft en wordt door zijnen broeder Leopold II opgevolgd............271

Het Oostennjksche bewind in de Zuidelijke Nederlanden hersteld............

1791 De Nederlandsche Westindische Compagnie wordt ontbonden ..............27g

Lodewijk XVI neemt de voor Frankrijk ontworpen con-stitutiG aan • • • . , 181

De Poolsche rijksdag neemt eene constitutie aan, waarbij

de kroon erfelijk wordt verklaard .... 190

1792 Johan, zoon van koningin Maria van Portugal, wordt tot

Regent van het Rijk benoemd.....I75

Gustaaf III van Zweden doodgeschoten. Zijn zoon Gus-

taaf IV Adolf volgt hem op.....Ig2

Keizer Leopold II sterft, en wordt door zijn zoon Frans

II opgevolgd............

Frankrijk verklaart den oorlog aan Oostenrijk . .182

Inval van de 1 ruisen en Oostenrijkers in Champagne . 183

Dumouriez verovert de Oostenrijksche Nederlanden . 183

Frankrijk tot eene Republiek verklaard . . . 133

Rusland verklaart den oorlog aan Polen . . . 190

183

184

De Oostenrijkers heroveren de Zuidelijke Nederlanden. 184

185

186 186 191 187

187

188

Het Schrikbewind in Frankrijk Opstand in de Vendée .

Opstand der Girondijnen. Beleg van Toulon Tweede verdeeling van Polen ....

1794 Val van Robespierre en het Schrikbewind De Franschen veroveren de Oostenrijksche Nederlanden voor de tweede maal ....

1795 De Franschen maken zich meester van de Vereenigde Nederlanden, die in eene Bataafsche Republiek veranderd worden ......

De nieuwe Fransche constitutie ingevoerd. De uitvoerende macht aan een Directoire opgedragen . . 188 Derde en laatste verdeeling van Polen . . . 291

1796 Einde van den oorlog in de Vendée . . . jgg Veldtocht van Napoleon Bonaparte in Italië . . 189

1797 Vrede te Campo-Formio. . . .

Frederik Willem II van Pruisen sterft, en wordt door

o

1793 Lodewijk XVI ter dood gebracht Eerste Coalitie tegen Frankrijk

-ocr page 352-

337

Uladz.

•zijnen zoon Frederik Willem III opgevolgd . . . 193

1798 Eene constitutie voor de Bataafsche Republiek aangenomen 188 Napoleon Bonaparte in Egypte . ... 192

Tweede Coalitie tegen Frankrijk.....193

Het koninkrijk Napels door de Franschen veroverd en

in eene ParthenopeVsohe republiek veranderd . . 193

1799 Ferdinand VI herovert Napels.....194

Landing der Engelsohen en Russen in Noord-Holland . 194

Bonaparte keert uit Egypte terug.....192

Coup d\'ëtat van den 18den Brumaire . . . .195 Bonaparte wordt eerste Consul.....196

1800 Slag bij Marengo........195

De Nederlandsche Oostindische Compagnie wordt ontbonden \'^25

1801 Czaar Paul I van Rusland vermoord. Zijn zoon Alexander I volgt hem op.......196

Vrede te Luneville ....... 196

Portugal en Rusland sluiten vrede met Frankrijk. . 196 Toussaint Louverture verklaart Haïti voor onafhankelijk 226

1802 Vrede te Amiens tusschen Engeland en Frankrijk . 196 Stichting van het Legioen van eer .... 197 Bonaparte wordt Eerste Consul voor zijn leven . . 197

1803 De oorlog tusschen Engeland en Frankrijk hervat . 197

1804 De Hertog van Enghien ter dood gebracht . . .198

Napoleon I Keizer der Franschen.....198

Frans II neemt den titel aan van Keizer van Oostenrijk 198 Dessalines neemfe als Jacques I den titel aan van Keizer van Haïti.........226

1805 Napoleon I Koning van Italië. ..... 199 Eugenius Beauharnais Onder-Koning van Italië . .213

Derde Coalitie tegen Frankrijk.....198

Nelson slaat de Spaansch-Fransche vloot bij Trafalgar. 200 Schimmelpenninck wordt Raadpensionaris van de Bataafsche Republiek........201

Slag bij Austerlitz.......200

Vrede te Presburg tusschen Frankrijk en Oostenrijk . 200

1806 Jozef Napoleon Koning van Napels .... 201 Joachim Murat Hertog van Kleef en Berg . . . 201 Lodewijk Napoleon Koning van Holland . . . 202 Stichting van het Rijnverbond en ontbinding van het Duitsche rijk............202

II. 22

-ocr page 353-

338

Pruisen verklaart Frankrijk den oorlog. . . \'^qq

Slag bij Jena en Auerstadt . . , . \' \' Lo Het continentale stelsel . . . . 204. Saksen wordt een koninkrijk. \' quot; oaq

1807 Vrede te Tilsit . • • • • . 203

203

Jerome Napoleon Koning van Westfalen quot; \'003

De Engelsohen bombardeeren Kopenhagen en voeren Deensche vloot mede

de

205

207

211 211

Rusland verklaart den oorlog aan Engeland. . \' 205

Geheim verdrag tusschen Frankrijk en Spanje . \' 207

Napoleon I verklaart het huis van Braganza vervallen van den troon

1808 Christiaan Vil van Denemarken sterft, en wordt door

zijnen zoon Frederik VI opgevolgd. , 20r

De Russen bemachtigen Finland . \' \' 20«

Napolebn onttroont het Huis van Bourbon in Spanje quot; 208 Het Spaansche volk komt in opstand . . ..os

De Franschen uit Portugal verdreven quot; \' on»

1800 önstjmf IY Adelt „„ d.. 2wMasch.„ boon „„.Ita verklaard. Karei XIU i„ „j„e fl.at, .

Vrede tusschen Rusland en Zweden . . .,06

Oostenrijk verklaart den oorlog aan Frankrijk ojQ

De Tyrolers staan onder Andreas Hofer tegen Beieren op 210

quot;g Ij!] ^ agram. Vrede te Weenen tusschen Frankrijk en Oostenrijk . . . ,

Napoleon I verklaart den Paus van zijn wereldlijk gezag ^ vervallen..........w o o

Landing der Engelschen in Zeeland

WeHesley behaalt eene overwinning op de\' Franschen bij lalavera . . , .

1810 Het koninkrijk Holland wordt bij Frankrijk ingelijfd \' 212

Napoleon I, van zijne gemalin Josephine gescheiden, huwt

Maria Louise, Aartshertogin van Oostenrijk . . oio

Bernadotte wordt kroonprins van Zweden . \' j-iq

Begin van den opstand in Spaansch-Amerika \' 227

Noordwesteiijk Duitschland bij Frankrijk ingelijfd\'. \'. 212

Geboorte van den Koning van Rome oio

1812 Veldtocht van Napoleon I naar Rusland \' \' \' oi r De Franschen trekken Moskou binnen . quot; \' 01« Overtocht over de Beresina \' \' quot;

1813 Verbond tusschen Rusland en Pruisen\'tegen Frankrijk 217

-ocr page 354-

339

Bladz.

Slag bij Leipzig . . ...... 217

De onafhankelijkheid van Nederland hersteld. . . 218 Ferdinand VII van Spanje door Napoleon I in vrijheid gesteld .......... 218

1814 De verbondenen trekken Parijs binnen .... 218 Napoleon I doet afstand van den troon van Frankrijk en

Italië..........2ia

Lodewijk XVIII Koning van Frankrijk .... 219

Eerste vrede te Parijs ....... 219

Congres te Weenen ....... 220

1815 Napoleon I keert van Elba terug ..... 222 Murat verklaart zich voor Napoleon I en wordt door de Oostenrijkers verslagen en verdreven .... 223 Ferdinand IV aanvaardt als Ferdinand I de regeering over

het Koninkrijk der Beide-Siciliën ..... 223 •

Slag bij Waterloo ........ 223

Napolpon I wordt gevangengenomen en naar St.-Helena gevoerd .......... 224

Het Heilig Verbond . 225

Murat doet een inval in Napels en wordt doodgeschoten. \'225

1810 Tuchtiging van Algiers door de Engelsohen en Nederlanders 245

1818 Bernadotte beklimt als Karei XIV Jan den Zweedschen

troon .......... 245

1820 De Hertog van Berry vermoord ..... 234

Ferdinand VII van Spanje wordt door een opstand gedwongen tot het verleenen eener constitutie . . . 229 Opstand in Portugal ....... 230

Opstand in Napels ........ 231

1821 Begin van den vrijheidsoorlog der Grieken . . . 232 Opstand in Sardinië . , . . . . . 231 De Oostenrijkers herstellen het onbeperkte koninklijke gezag in Napels en Sardinië ...... 231

1822 Brazilië wordt een onafhankelijk Keizerrijk onder Don Pedro ......... . 230

1823 Een Fransch leger onder den Hertog van Angoulême herstelt het onbeperkte gezag van Ferdinand VII . . 230

1824 Lodewijk XVHI sterft, en wordt door zijnen broeder Karei X opgevolgd ...... . 234

Palembang aan het Nederlandsch gezag onderworpen . 310

1825 Dood van keizer Alexander I van Rusland. Hij wordt opgevolgd door zijn broeder Nicolaas I. . . . 232

-ocr page 355-

;340

Begin van den oorlog op Java tegen Diepo Negoro rankrijk erkent de onafhankelijkheid van Haïti

119

1ÖO^ O J • .....quot;.quot;n.Ciy».u01u van itaitl .

1826 Pedro, Keizer van Brazilië, staat bij den dood van zijnen

vader Johan VI de kroon van Portugal aan zijne dochter Maria da Gloria af. . . . 0Qn

1827 Zeeslag bij Navarino . . quot; 230

1828 Don Miguel doet zich als onbeperkt koning van Portugal uitroepen . . .

Rusland verklaart den oorlog aan Turkije \' quot; 9\'n

1829 De onafhankelijkheid van Griekenland erkend ! ] 233 De Katholieken in Engeland verkrijgen dezelfde staatkundige rechten als de Protestanten . . 041

1830 De Pranschen veroveren Algiers . . quot; \' \' oqr De Fransche Juli-revolutie 0Sr Lodewijk Philips Koning der Pranschen

Oproer te Brussel .... 236

De Polen komen in opstand tegen Rusland . \' oq?

Ferdinand VII verandert de troonsopvolging in Spanje \' 238 Het cultuur-stelsel *, ,1.,, Y\'m quot;dm B ;

•Java ingevoerd . . 1

1831 De Poolsche opstand bedwongen . \' quot; \' tl?

Pedro 11 r tr00n Van T!,\'aZiIiü ilan \'zlJnen

Leopold I wordt Koning der Belgen o^fi ïiendaagsche veldtocht . . . |

1832 Polen bij het Russische rijk ingelijfd . . quot; oU Otto T beklimt den Griekschen troon , . oqo

1833 Ferdinand VII van Spanje sterft. Begin van den burgeroorlog der Christino\'s en Carlisten 2o8

1 oo i ?e *laveraiJ iquot; de Engelsche koloniën afgeschaft ! \' 314

1834 Einde van den burgeroorlog in Portugal. Don Miguei isqr ï afstand van den Portugeeschen troon . . \' 239

1835 Frans I, Keizer van Oostenrijk, sterft en wordt opgei volgd door zijn zoon Ferdinand I

1830 ssur*quot;quot;Lodewst ^0160quot; *»

248

Maria Christina erkent de onafhankelijkheid der Spaan-scne koloniën ...

1837 Willem IV Koning van Engelandquot; en Hannover, sterftquot; ^ Zijne nicht Victoria wordt Koningin van Engeland . 241 o t Koning van Hannover. 242

Bladz.

. 312

242

-ocr page 356-

341

Bladz.

1839 Oovlog tusschen Engeland en China .... 245 Christiaan VIII volgt Frederik VII als koning van Denemarken op ...••••• ■ 245 Willem I, Koning der Nederlanden, erkent de onafhankelijkheid van België ...... 246

1840 Einde van den strijd tusschen de Ohristino\'s en Carlisten 238 Frederik Willem UI van Pruisen sterft en wordt opgevolgd door zijn zoon Frederik Willem IV . . . 241 Willem I, Koning der Nederlanden, doet afstand van den troon. Zijn zoon Willem II aanvaardt de regeering 246 Mislukte aanslag van Lodewijk Napoleon Bonaparte te Boulogne.........248

1842 Dood van den Hertog van Orleans .... 248 Frankrijk komt in het bezit van de Marquesas-eilanden en verkrijgt het beschermheerschap over Tahiti . . 319

1844 Oscar I volgt zijn vader Karei XIV Jan als Koning van Zweden op . . • ......24.gt;

1845 De Zwitsersche Sonderbund ...... 242

1846 Pius IX beklimt den Pauselijken Stoel en voert hervormingen in den Keikelijken Staat in ... • 240 Christiaan VIII regelt de erfopvolging in Denemarken

en in de Hertogdommen......246

1847 Dood van Maria Louise ...... 240

Gevangenneming van Abd-el-Kader .... 248

1848 Liberale constitutiën in Napels, Sardinië, Toscane en

den Kerkelijken Staat verleend . . . . • 240 Christiaan VIII van Denemarken sterft en wordt opgevolgd door zijn zoon Frederik VII . . • • 24b De Februari-omwenteling in Frankrijk .... 250 Grondwetsherziening in de Nederlanden . . • 246 Herziening van de Staatsinrichting in Zwitserland . 263

Oproeren in Berlijn en Weenen.....254

Opstand in Milaan....... • 2^0

Opening van het Duitsche Parlement te Frankfort . 254 De Bondstroepen rukken Denemarken binnen . . 255 De Aartshertog Johan van Oostenrijk wordt tot Rijksbestuurder benoemd en de Duitsche Bondsdag ontbonden. 2o6 Hongarije tegen Oostenrijk in opstand . . . ■ 258 Ferdinand I doet afstand van den troon, en wordt als Keizer van Oostenrijk opgevolgd door zijnen neef Frans Jozef I..........258

-ocr page 357-

342

Bladz.

W Piu. IX „n agt; w..,ld?sl/eg _ »•

vastgesteld ^ Duitsche keizerskroon . \'quot; msen wejgert de

Oproeren in Riin-Beieren rlo p ij.

ding van h.l Duitsche P„Wt. \' quot; ()\',lbiquot;-

Sirf,*«»•\'; ■ •2!76

Victor Emanuel ? 0 U1 hoeve van Z1jnen zoon

De opstand in Hongarije met lioVmi \' \' \'

leger onderdrukt . 11 Van een Russisch

De Franschen bemachtigen en\' beze\'tten Kome\' quot; quot; ïlt

1RK-\\ S 1 0P het eiland Bali credemnt \' \'

■\' ^er,felllllf van den Duitschen Bondsdag \' \' \' f-t Staatsaanslag van JiO^pwiilr quot;\\r i -r-P * * *

ISs Kr111 ^ *»£r quot;quot;quot;quot;e ■ • s

I\'S sr: r ^ ■\' ■ ™

verklaren Eusland den quot;quot;quot; Tlu\'k5e

SS .,°eS\', ïi0h - * * quot;»• Verbondenen tegeii ^ Keizer Nicolaas I sterft ^ü \' \' quot; 265 11 en zoon Alexander II W 0Pgevolgd door zij-

l«r« l™Jin8 van Sebastopol \' \' 1 ■ 265

- * verbonden ^ 265 is?! °pstand in Britsch-Indië ;••••• 265 ha^f.™ »quot; het\'bewind in ^

to\'TfT\' ^ ■WM.W *quot;

opgedragen \' S «n de kroon

üoriogsk !n\'\'rquot;k\'«kte«quot; lt;*«•:

1859 Oorlog van Frankrii Q tegen Cochinchquot;ia liankujk en Sardinië tegen Oostenrijk

315 315 322 266

-ocr page 358-

343

Veldslagen bij Magenta en bij Solferino . . . 267 De Romagna onttrekt zich aan het gezag van den Paus. 267 Wapenstilstand van Villafranca ..... 267 De regeevende stamhuizen in Toscane, Modena en Panna worden van het bewind vervallen verklaard . . . 268 Vrede te Zurich. Lombardijs tot aan den Mincio wordt

aan Sardinië afgestaan . ......268

Ferdinand 11 van Napels sterft, en wordt door zijnen zoon Frans II opgevolgd ...... 269

Oscar I van Zweden sterft, en wordt door zijnen zoon Karei XV opgevolgd ....... 264

Begin der doorgraving van de landengte van Suez . 322

1860 De bevolking in de Hertogdommen en de Bomagna verklaren zich voor de aanhechting aan Sardinië . . 268 Savoye en Nizza aan Frankrijk afgestaan . . . 268 Oproer in Palermo. Garibaldi landt te Marsala . . 269 Garibaldi trekt Napels binnen ..... 270 Het pauselijke leger onder Lamoricière bij Gastel fidardo door de Sardiniërs verslagen . . . . . .271 Peking door de Engelschen en Franschen veroverd . 316

1861 Overgave van Gaëta ....... 271

Victor Emanuel aanvaardt den titel van Koning van Italië 271 Begin van den burgeroorlog in de Vereenigde Staten van

Noord-Amerika...........320

Spanje, Frankrijk en Engeland zenden een leger naar Mexico .......... \'518

Walachije en Moldavië tot één staat vereenigd onder

den naam Rumenië. ....... 273

1862 Napoleon III verwerpt het tractaat met Mexico, dat door Engeland en Spanje wordt goedgekeurd.... 318

Garibaldi bij Aspromonte gewond en gevangengenomen 272 De slavernij in de Nederlandsche Westindische koloniën afgeschaft ......... 315

Opstand in Griekenland. Koning Otto van den troon vervallen verklaard. . . , . . . .272

1803 Opstand in Polen ........ 273

De Medusa door de Japanneezen beschoten . . . 313 Troonsbeklimming van George I, koning der Hellenen. 273

1864 Oorlog van Oostenrijk en Pruisen tegen Denemarken . 275 Vijandelijkheden tusschen Spanje en Peru . . . 318 De Ionische eilanden met Griekenland vereenigd . . 273

-ocr page 359-

344

Keizer Maximilian I doet zijn intocht in Mexico . ^19

tot „ÏTf0 g0UVernement met geweld van wapenen tot het sluiten van een tractaat gedwongen . qU

Conventie tusschen Frankrijk en Italië omtrent dé ont- \' luimmg van Rome door de Franschen . r,71

locs ^ede Denemarken te Weenen gesloten . ! quot;277 0 gebracht. tilllaanSChe re®eeri^ na^ Florence over-

Einde van den Amerikaanschen burgeroorlog. \' quot; 300 Verdrag van Gastein . .

Leopold I, koning der Belgen sterftquot; 7iin ™ quot; t \' 278 pold II volgt hem op . 0 ZlJU Z00n Le0-

1866 Oorlog in Duitschland en Italië Hl

Slag bij Custozza . \' \' • 280

Slag bij Königgratz. \' \' \'\' \' \' 280

Trede to Praag tuerten I\'misen en Oostom-ijk. \' \' 281

H..».e, Hessen-Knssel, en P^tfortbS

Vestiging vm Jen Komdduilschc,\' BonJ \' \' \' fl De Japansche regeering sluit een v.rir.g .„.^ngchnd; Ameiika, Frankrijk en Nederland

l- 4 i\\r g-\\ i I . I /^i 1 • 1 . . • •

Het eiland Candia komt in opstand \' \' 07!

Opstod in Rumeniè\'. Prins Karei van Hohenzollern tot \' eiielyk vorst verkozen . ,

Inval van de Fenians in Canada

1867 tol -A-ik. ; 299

lolen tot eene provincie van Rusland verklaard . 273

De constitutie van den Noord-Diiifsr^m, p,. ,i \'

O^eii,,,. ever aen^r^e\'S— 288

Garibaldi bij Montana geslagen quot; \' \' \' \'frl

Oorlog tusschen Engeland en Abyssinifi . \' \' \' fat

Maximihaan, keizer van MexicJ. gevangengenomen en

----------» Wl\' J- - i • -

i epubÜGk Mexico verkozen

maximiliaan, keizer van Mexico, gevangengenomen en doodgeschoten. J„u„ voor vier j,L tot pLiZt dquot; lepubhek Mexico verkozen

1868 Opstand in Sp„je. De Bonrbe™ voor altijd van den Spaanschen troon vervallen verklaard . . ,,,, Het eiland Cuba komt in opstand . \' o.n\'

Wn-rk^ t0t/resident ^ ^ republiek dei\'-IfifiQ r, quot; Staten van Amerika gekozen . 321

1869 De opstand op Candia gedempt . , . _ ; ^

-ocr page 360-

345

Bladz.

De nieuwe constitutie in Spanje aangenomen . . 286 Serrano voorloopig in Spanje tot regent benoemd . . 286 De Staatskerk in Ierland opgeheven .... 298 Telegraafkabel tussclien Frankrijk en Noord-Amerika . 299 Opening van het kanaal van Suez..... 322 Opening van het Algemeen Concilie te Rome . . 300 Opening van den spoorweg, die New-York met San Francisco vereenigt. . ......321

1870 De regeeringsbeginselen van keizer Napoleon III door de natie bij algemeene stemmen goedgekeurd . . . 288 Napoleon III verzet zich tegen het aannemen van de Spaansche kroon door prins Leopold van Hohenzollern 289 Frankrijk verklaart den oorlog aan Pruisen . . . 289 Napoleon III geeft zich na de nederlaag bij Sedan aan den koning van Pruisen over ..... 290

Parijs ingesloten ........ 290

Rome door de Italiaansche troepen bezet en tot hoofdstad van Italiö verklaard ...... 300

De hertog van Aosta tot koning van Spanje verkozen . 287 Keizer Alexander 11 verklaart zich niet meer gebonden

aan sommige bepalingen van het vredesverdrag van Parijs. 305

1871 Het Duitsche keizerrijk hersteld ..... 301

Thiers tot hoofd van het uitvoerend bewind gekozen . 291 Napoleon III en zijne dynastie van de regeering vervallen verklaard ......... 292

Vrede te Frankfort aan den Main. .... 292

De Commune te Parijs ....... 294

Thiers tot president der Republiek gekozen . . . 295 Opening van den Mont-Cenis-tunnel .... 300

1872 Een scheidsgerecht beslist in een geschil tusschen Engeland en Noord-Amerika ......299

Opheffing van de orde der Jezuïeten in Duitschland . 302 Nederland staat zijne bezittingen op de Westkust van Afrika aan Engeland af . . . . . . . 314

1873 Napoleon III overlijdt te Chislehurst .... 295 Amadeus I legt de Spaansche kroon neder. . . 303 De laatste Duitsche troepen verlaten Frankrijk . . 295 Oorlog tusschen Nederland en den Sultan van Atjeh . 314 Mac-Mahon President der Fransche Republiek . . 296 Aaneensluiting van de partij der Legitimisten en der Orleanisten . ........ 296

-ocr page 361-

346.

1874 Inneming van den Kraton in Atjeh Bi^z;

De Prins van Asturië als Alfonso YTl\' ^ i ■ \' \' Spanje uitgeroepen . . XI1 tot komnS van ^

1S7r p0lgt;fand ^n^gewia en Bosnië \' ^

X1/!quot; ^1^011611 0^ - Spanjequot; quot; \' ^ • ^ ~ en opge-

sX w

door Abdul ]

l\'11 ^ den oorlog lt;»11 x urKije

.a ter* quot;°\'gt;ub\'iek ,,oquot; * *•**- lt;- »►

Nader vredesverdrag tusschen Rusland en Turkiiequot; quot; Jno

1879 ? f ptUTChen EngeIand en A%hanistan J \' i ?(9 Ismael Pacha als khedive van Fo-vn c 1 \'

hammed Tewfik opgevolgd ^ ^ Z00n ^0quot;

v^L»,~derquot;quot;^t0\' vquot;275

Oorlog tusschen de Engelschen en de Zoeloe-kaffer\'s \' 817 Oorlog tusschen Peru en Chili \' 317

1880 De opstand op Cuba gedempt ! quot; \' \' \' f18

Frankrijk verkrijgt de opperheerschappij\' overquot; Tahiti quot; S - -

^op8 zijn1 zoon\'Alex^andei- ffi1Vem00rd ^

De Pranschen vestigen hun gezag in Tunis ! quot; quot; 332

nede^rtoe g:n ^ ^rhaalde ^

1882 Servië tot een koninkrijk verhevenquot;. quot; \' quot; quot; 1000 Opstand in Egypte onder Arabi \' \' \' ^

1883 Opstand in Soedan... • • • • 311

Vrede tusschen Peru en Chili. . \' \' \' f12

188^ nrankn? Zendt 66110 eX1Jeditie naar Tonking .\' \' \' 3^

1884 Overeenkomst tusschen Engeland en dfzuidW

kaansche Republiek gesloten

lt;,e Enee,soh; ■■■ 317

. 312

1877 E ri)fVOlquot;d d001\' ^uTH^1\'\'8 Vfil\'Vallen Vei\'klaard

309

-ocr page 362-

\\

);

-ocr page 363-

CHARLES EWINGS te \'h öraveuhage geett uit;

LuDEWUli Mui.heu, llandleitling tol de kennis der Vaderlandsche

Geschiedenis. Tiende druk.........../\'1

__________________________________________ Idem, Algemeene Geschiedenis. Eerste doel.

Negende druk...................quot; \'ü

Eerste onderricht in de Vader!. Gesch. 3e druk » 0

J i\'. UE Kemskü. Neerlands Letterkunde in tlo ■Irte eeuw. Bloemlezing ten gebruike bij do oefeningen onzer ietterk. \'2 dln. ingenaaid » 13i \'

,1 1\'. de Keiisku. Neerlands Letterkunde in do 19e eeuw. Schooluitgave bewerkt door A. W.Steuavaoun Proza I » 1, idem idem Proza 11 » 1 idem idem Poëzie » 1

11 an|)ki,su0u«bsi\'0ndentie. Verzameling van koo|imansljrioven in do Engelscho taal, oorspronkelijk bijeengebracht door IIakbui.,

en op nieuw aanmerkelijk gewijzigd door A. van Otteruk) , Leeraar in de Handelswetenschappen aan de. openbare handelsschool to Amsterdam. Vierde druk................» \'•

knoelsche koopmanscohivespondentik. Vierde druk.......» 0.

Fhansc.he idem Vijfde » .......»0.

üuitsc.ue \'dcm Vierde » .......»0.

S. Susan. Deutsche Handelscorresponden/,..............» 0,

J. A. v. Dijk. Nederlandsche Spraakkunst naar de handleiding

van Dr. H. Keun. Derde druk...........» Ü.l

Beknopte Ncderl. Spraakkunst voor lagere scholen naar de handleiding van Dr. M. Kekn. Derde druk » 0.

!•\'. G. MKI.1-1nk 1\'z., D. van Pei.t en H. C. I;aan. Het dagelijkscli leven. Serie Schoolboeken voor do lagere school:

Eerste stukje. Hel huisgezin van Wouters. Tweede druk ...» 0.

Tweede stukje. In den Wintertijd.................» 0.

Derde stukje. Op het Land.....................11 0-

Vierde stukje. Aan het Strand...................» O-

F. M. J AEG EU. Beginselen der Analytische Meetkunde van let

platte vlak ......................quot; M

Leiddraad bij hel onderwijs in do Wiskunde:

I Rekenkunde....................^ \'•

II Algebra......................» 1

lil Vlakke Meetkunde................» ^

Mr. T. W. .1. G. Snijder van Wissenkehke. Neerlands Staatsinrichting en die zijner Koloniën..................» ^