-ocr page 1-
-ocr page 2-
-ocr page 3-

fl

-ocr page 4-
-ocr page 5-

KEVELAERSBOEKJE.

f-t-x /{(f

dMto en (iezangm

PELGRIMS

DEK

WEST-FRIESCHE PROCESSIE

VAN

ZW^^Gr.

TWEEDE EN VERMEERDERDE UITGAVE.

KEBKELIJK GOEDGEKEURD.

: \'OO-\'

Voiqnurnmer LjI

Liturgische Vereeniging

ibiiotheek

Gedrukt in het St. Jacoks-Godsuijis te Haarlem. Voor rekening van voormelde Processie.

-ocr page 6-

IMPRIMATUR.

Harlenii, die 21 Apvilis 3 883.

J. A. vak den Akker, Lib. Cens.

-ocr page 7-

DE DEVOTIE TOT O. L. VROUW VAN KEVELA.EE.

OORSPIIONG DER BEDEVAART.

Kevelaer, als bedevaartplaats alom bekend, is een groot, welvarend en genoegzaam geheel katholiek dorp van ruim drie duizend zielen, gelegen in het koningrijk Pruisen, kerkelijk behoorende tot het bisdom van Munster, en het dekenaat Gelder, Yoor 400 jaren was dat Kevelaer nog slechts een klein gehucht, met eenige weinige huizen en eene kapel, toegewijd aan den H. kluizenaar Antonius, behoorende tot de parochie van Weeze. In het jaar 1472 werd het eene zelfstandige gemeente, en de kapel Keylaer, toegewijd aan den H. Hubertus en op 25 minuten afstands van het dorp gelegen, werd de parochiekerk. Aanvankelijk behoorde deze nieuwe parochie, met geheel het district Gelder, tot het bisdom van Keulen. Na de oprichting der nieuwe bisdommen in Nederland, omstreeks 1559, kwam Gelder en dus ook Kevelaer, onder het bisdom van Roermond, later onder dat van Aken, en in 1823 onder Munster.

Hoewel Kevelaer nu in 1472 eene zelfstandige gemeente was geworden, bleef het nog

-ocr page 8-

INLEIDING.

lang een klein , onbeduidend dorp; en in de tijdruimte van 170 jaren levert deszelfs geschiedenis niets merkwaardigs op, behalve deze enkele treurige gebeurtenis, dat op den 1 Augustus 1635 het dorp schromelijk geteisterd werd door een woeste volksbende, de Croaten, die ter plaatse, thans n\'t Roode-Kruisquot; genoemd, bij de 100 menschen wreedaardig vermoordden.

Met het jaar 1641, zes jaren na dat treurig voorval, begint de eigenlijke geschiedenis van Kevelaer. Er had toen eene allerheuglijkste gebeurtenis plaats, waardoor de Hemel deed zien dat Kevelaer was uitverkoren, om een geheiligd oord te worden, waar de Godmensch aan de geloovigen, die daar zijne gezegende Moeder zouden komen vereeren en hare voorspraak inriepen, de volheid zijner genaden op geheel bijzondere wijze wilde mededeelen.

Een eenvoudig doch zeer godsdienstig man, llendrilc BuscJimann, die te Gelder, twee uren boven Kevelaer gelegen, woonde en met een kleinen handel voor zich en zijne brave huisvrouw het brood verdiende, kwam in genoemd jaar 1641, omstreeks Kerstmis, van Weeze over de Kevelaersche heide gaande, ter plaatse waar thans de Miraculeuse-kapel staat. Destijds stond daar een eenvoudig houten-kruis, en de brave koopman knielde er een wijle neder, om een kort doch zeker vurig gebed te storten. Terwijl hij daar geknield lag, hoorde hij, zonder

IV

-ocr page 9-

INLEIDING,

iemand iu de nabijheid te zien, eene stem hein toeroepen: n Kier moet gij mij een Heilig huisje houwenquot; — Heilighuisje noemt men een nis, een kapelletje, met een Kruis of Beeldje er in, die in katholieke landen veelvuldig langs de wegen en op hoeken der straten gevonden worden. — Buschraann sloeg aanvankelijk op die woorden weinig acht Doch eenige dagen later ter zelfder plaatse komende, hoorde hij ten tweede, later nog weer ten derde male dezelfde stem, dezelfde woorden, en hij nam toen het besluit, dagelijks iets van zijne kleine winsten af te zonderen , ten einde zoodoende in staat te geraken een dusdanig kapelletje te kunnen bouwen. De winter ging daarmede voorbij. In \'t voorjaar van 1642, toen Buschmann reeds een klein sommetje bijeen had, kreeg ook zijne vrouw op zekeren nacht eene verschijning. Het vertrek was op eenmaal helder verlicht, en in \'t midden der kamer zag zij een kapelletje staan, met een Plaatje er in, voorstellende de nLieve-Vromo van Luxemburgquot; Zij herinnerde zich daarbij dat, eenige dagen geleden, haar een zoodanig //Plaatjequot; door twee soldaten was vertoond geworden. Die soldaten, van Luxemburg, eene destijds beroemde bedevaartplaats komende, hadden voor hunnen Luitenant, die toen te Kempen, eenige uren boven Gelder, gevangen zat, twee afbeeldingen van O. L. Vrouw medegebracht, en wilden, door geldgebrek gedwongen, eene

-ocr page 10-

INLEIDING.

er van voor weinige centen aan vrouw Buschmann verkoopeu. Wijl het prentje voor haar weinig of geen waarde had, had zij het aanbod niet aangenomen, en de soldaten waren daarop verder gegaan.

Toen Buschmann een en ander van zijne vrouw vernam, en door vele omstandigheden vau de waarheid der verschijning overtuigd werd, zag hij daarin eene volmaakte overeenstemming met hetgeen hemzelven was wedervaren, en hij besloot nu zonder dralen met den bouw van \'t Heilighuisje te beginnen. Zijne vrouw zond hij inmiddels naar Kempen, om de soldaten op te sporen en een der Plaatjes machtig te worden. De soldaten hadden ze aan den Luitenant reeds terhand gesteld, en deze was in den beginne niet geneigd eene er van aan vrouw Buschmann af te staan. Daar zij echter aanhield, en hem de reden van haar verlangen openbaarde, stond hij haar ten laatste toe om van de twee eene uit te kiezen. Hoogst verblijd keerde nu vrouw Buschmann met dien dierbaren schat naar Gelder, naar haren man terug; en deze liet toen een houten tafeltje maken en daarop het Plaatje vasthechten, om het zoo in \'t Heilighuisje te Kevelaer te kunnen plaatsen.

Een en ander werd al spoedig in Gelder bekend , en in groot getal kwam men naar de woning van Buschmann, om zijne uLieve- Vrouwquot; te zien, en door kaarslicht als anderszins te ver-

VI

-ocr page 11-

INLEIDING.

eeren. Buschraaim, die zulks niet wilde, bracht zijn schat in stilte naar de paters Capucijnen. Drie dagen bleef het Plaatje in de paters-kerk, en de toeloop van menschen werd nog hoe langer hoe grooter. Inmiddels was het Heiligdommetje te Kevelaer voltooid, juist zoo als vrouw Busch-mann het bij de verschijning gezien had; en de pastoor van Kevelaer, Joannes Schink, haalde nu op Zaterdag-avond, in stilte het Wonder-Plaatje uit Gelder, en plaatste het den volgenden morgen, Zondag 1 Juni 1642, in \'t Kapelletje of Heilighuisje te Kevelaer. Op denzelfden dag reeds stroomde eene groote menigte uit Gelder en omliggende plaatsen als de eerste bedevaartgangers naar Kevelaer, en mede terzelfder tijd hadden reeds wonderbare genezingen plaats. — Zoo ontstond de vereering van O. L. Vrouw van Kevelaer, onder den titel van: nTroosteres der Bedrukten — Consolatrix af-jlictorumquot;, welke woorden op de afbeeldingen van O. L. Vr. van Kevelaer, en boven de Mira-culeuse-kapel aldaar, geschreven staan.

Wijl nu God, door onderscheidene wonderen, deed zien, dat eene bijzondere vereering der Moedermaagd, daar ter plaatse, Hem aangenaam was, nam de toeloop van pelgrims zoo spoedig en in zoo groote getallen toe, dat men reeds in de eerste dagen, in het veld eenige tenten moest opslaan, en spoedig huizen begon te bouwen om de vreemdelingen te kunnen her-

VII

-ocr page 12-

INLEIDING.

bergen. Ook zond de bisschop van Roermond den een

pastoor van Kevelaer een paar priesters toe, een

om Z. Ew. bij de kerkelijke Diensten en het past

biechthooren behulpzaam te zijn Lae

De parochiekerk te Oud-Kevelaer werd mede jare

te klein om al de pelgrims te kunnen bevatten, en ziJyi

vóór nog een jaar verloopen was begon men in de bed(

nabijheid van het Kapelletje een grootere kerk te laer

bouwen, de daar nog staande uKaarsen-kapelquot;, op \'

ook Groote-kapel genoemd. In 1645 was deze jyiii

voltooid. Terzelfder tijd werd, door het Bis- lw:

schoppelijk bestuur, te Kevelaer eene Congre- gel,

gatie van priesters gevestigd, aan wie de regeling voc

der bedevaarten en \'t verrichten der kerkelijke Jje

Diensten werd toevertrouwd. Voor die Geeste- en

lijken werd, tegenover de Kapel, een Oratorium en of priesterhuis gebouwd, wat in 1(547 door hen

betrokken werd, en thans u\'t Kloosterquot; ge- voc

noemd wordt. soi

Tot toen stond het kleine Kapelletje daar nog Coi

geheel vrij, met het tafeltje en de Miraculeuse vai

Afbeelding van O. L. Vrouw er in, zooals dai

Buschmann het daar gezet had. In 1654 liet eir

de Geestelijkheid om hetzelve heen de bekende bij

zeshoekige Miraculeuse-kapel {Gnaclenkupellè) Di

bouwen, en wel zóó, dat het eerste Heilig- sc]

dommetje geheel bestaan bleef, alleen werd in- ja

gesloten , en dat dus ook het tafeltje met de ]lt;;■ Wonderbeeltenis dezelfde plaats behield. In 1664 werd de Afbeelding van O. L. Vrouw in

VIII

-ocr page 13-

INLEIDING.

:n een sierlijk gewerkt zilver-verguld raam gezet, een geschenk van den Eerw. Heer Boxmeer, et pastoor te Eindhoven, en van den Heer Van de Laer, zilversmid te 5s Hertogenbosch. Eenige jaren later werd ook het tafeltje met een groote !n zilveren, met vergulde beelden versierde plaat, \'e bedekt. — Zoo berust en staat nu nog te Keve-£ laer, ter zelfder plaatse, in hetzelfde Kapelletje, gt; op hetzelfde houten-tafeltje en in dezelfde lijst de ;e Miraculeuse-Afbeelding van O. L. Vromo van Luxemburg; en duizenden en duizenden van geloovigen stroomen sinds den 1 Juni 1642

0 voortdurend derwaarts, om neer te knielen op e die geheiligde plek, en Maria, de Moeder Gods quot; en Troosteres der Bedrukten, aldaar te vereeren Q en aan te roepen.

11 Daar de Kaarsen-Jcapel sinds lang te klein was voor het al grooter wordend getal pelgrims, die op sommige dagen bij duizendtallen aldaar moesten

1 communiceeren, zoo besloot de vorige Bisschop 3 van Munster een beroep te doen op de lief-3 dadigheid der vrome vereerders van Maria, ten ^ einde eene meer doelmatige groote kerk, met 5 bijbehoorende biechtkapellen, te kunnen bouwen. ) Die nieuwe, prachtige en ruime kerk werd, ofschoon nog niet geheel afgewerkt, voor eenige jaren in gebruik genomen; zoo ook de biecht-

: kapel.

Ter bevestiging en tot bevordering van de devotie tot O. L. Vr. van Kevelaer hebben de

IX

-ocr page 14-

X INLEIDING.

Pausen achtereenvolgend een vollen aflaat toegestaan, door de geloovigen, na gebiecht, gecommuniceerd en dailr ter plaatse eenigen tijd voor het welzijn der H. Kerk gebeden te hebben , te verdienen :

1. Eens in \'t jaar, op een dag naar verkiezing; alzoo bij de jaarlijksche bedevaart.

2. Op den 1 Juni, den dag waarop de Mira-culeuse-Afbeelding daar geplaatst werd.

3. Op den 25 Maart, Maria-Boodschap.

4. Op den 8 September, Maria-Geboorte.

Die aflaten kunnen ook aan de Geloovige-zielen, bij wijze van voorbidding, worden toegevoegd.

Heel \'t jaar door wordt Kevelaer door pelgrims bezocht, doch de Processies komen veelal in de maanden Juli, Augustus en September, en wel omstreeks het feest van Maria-Visitatie (2 Juli), in de week van Maria-Tenhemelop-neming (15—22 Aug.), en in \'t Octaaf van Maria-Geboorte (8-15 Sept.). Behalve de vele komen jaarlijks ruim 360 Processies

te Kevelaer,

DE WEST-rRIESCHE PROCESSIE VAN \' ZWAAG.

Een der oudste Processies is de Amsterdamsche; zij bestaat reeds sinds 1715, en telken jare wordt te Kevelaer door haar een kaars van 100 pond

-ocr page 15-

INLEIDING.

geofferd , die iu \'t midden der kapel de eereplaats inneemt. De pelgrims van Alkmaar hebben zich, vóór een dertigtal jaren, van Amsterdam afgescheiden en een eigen processie gevormd, de Noord- Hollandsche Processie van Alkmaar.

Met Alkmaar gingen nu en dan ook enkelen van Hoorn en omstreken ter bedevaart. Om in die West-Friesche streek de devotie tot O. L. Vr. van Kevelaer op te wekken, de reis van Hoorn te vergemakkelijken, en tevens den pelgrims gelegenheid te geven \'s morgens vóór het vertrek de H. Mis, en bij terugkomst eene laatste Oefening te kunnen bijwonen, besloot de pastoor van Zwaag eene afzonderlijke processie te formeeren, de West-Friesche Processie van Zwaag. Hij trok in 1871 voor de eerste maal met 100 pelgrims, in het volgend jaar met 180, spoedig met ruim 200 en daarna geregeld met 300 personen ter bedevaart naar Kevelaer. Groot kan men deze processie niet noemen, bij vergelijk met andere die te Kevelaer komen , maar wel mocht men van den beginne af haar een stichtende processie noemen: onze pelgrims werden altijd gesticht door \'t geen zij te Kevelaer zagen, en op hunne beurt waren zij aldaar telkens tot stichting voor anderen. Hierbij mag nog vermeld worden, dat door die betrekkelijk kleine processie toch ieder jaar een groote kaars van 60 tot 80 pond aan O. L. Vrouw te Kevelaer geofferd wordt, en dat de pelgrims nog gelijktijdig, gedurende de

XI

-ocr page 16-

inleiding.

drie ti vier dagen hunner bedevaartreis, een groot getal kaarsen laten branden in de Grot te

Lourdes. 1)

Sinds 1875 werden de processies naar Kevelaer door het Pruisisch Gouvernement bemoeilijkt. Eerstens mochten zij niet meer van Kranenburg v. of Goch uittrekken, gelijk vroeger, en ten a. anderen werden alleen die processies toegelaten v. die reeds 25 jaren bestaan hadden. Dientenge- a. volge trok onze processie in dat jaar niet naar Kevelaer , maar naar Sittard, in Hollandsch- 0 Limburg, alwaar de H. Maagd, onder den titel (Jqqj van O. L. Vrouw van het H. Hart, op bijzondere aan wijze vereerd wordt. Daar een jaar later dat j1( verbod noch niet was opgeheven, sloten de eene onzen zich toen aan bij de pelgrims van Amers-foort, in 1877 bij die van Alkmaar, en trokken Jjggjj zoo gezamenlijk Kevelaer binnen. In 1878 ver-leende de burgemeester van Kevelaer aan de j~)ool Processie van Zwaag, weer vrijen toegang; en laatstelijk in 1883 werd ook het in processie uittrekken van Goch en Weeze weer algemeen ^ H toegestaan. Besc

u of

Evenals andere, heeft ook de IFest-Frieschè^^ Processie van Zwaag een dusgenaamd Broeder-

XII

1

Zal weldra het Spoor naar Hoorn klaar zijn , en daar-^^ mee de voor velen hoogst onaangename onnoodi ^

worden, vermoedelijk wordt het getal pelgrims dan groote) .^OUU

-ocr page 17-

GEBEDEN.

,er EEISGEBEDEN.

ct. (Getrokken uit het Roomsch Getijdeuboek).

rg v. God heeft zijnen Engelen bevolen,

en a. Dat zij u bewaren zouden op al uwe wegen,

en v. Heer, verhoor mijn gebed.

;e- a. En mijn geroep kome tot U.

iar Laat ons bidden.

1quot; o God, die de kinderen Israels droogvoets door het midden der zee hebt doen gaan, en jquot;16 aan de drie Wijzen door eene ster den weg tot i* Ü hebt aangewezen, geef ons, smeeken wij U, e eene voorspoedige reize, opdat wij onder het rs\' geleide van uwen H. Engel op de plaats waar-equot; heen wij ons begeven, en eindelijk in de haven der eeuwige zaligheid gelukkig mogen aankomen. Door Jesus Christus, onzen Heer. Amen,

611

sje Tot den H. Engelbewaarder,

en Hemelsche Geest, mijn Bewaarder en trouwe Beschermer, ik bid U, dat ik vandaag door u op den weg van vrede, voorspoed en heil ^geleid , en altijd en overal tegen eiken boezen er.geest beschermd worde. Ook smeek ik u, goedgunstig mij hulp en bijstand te willen verleenen, om volgens den wil van God het kwaad te vluch-^ .ten en de christelijke deugden te beoefenen , tei. otdat ik eens met u in het hemelsche vader-

1

en te

-ocr page 18-

2

land verblijd voor \'t aanschijn van ons beider Heer moge staan om Hem te dienen. Amen.

v. Laat ons in vrede vertrekken, j

a. In den naam des Heeren. Amen. vol

MORGENGEBEDEN.

Aanbidden xoj ootmoedig Gods majesteit. Allerheiligste en allerhoogwaardigste Drievuldigheid , één God in drie Personen, wij gelooven en belijden dat Gij overal en ook hier waarachtig tegenwoordig zijt; wij aanbidden U met de allerdiepste gevoelens van ootmoedigheid, en geven li met al ons hart de eer, die men aan uwe opperste Majesteit verschuldigd is.

Bedanken tvij God, en wijden tvij ons geheel aan zijnen H. Dienst toe.

Mijn God, wij bedanken U zeer ootmoedig voor al de genaden, die Gij ons tot heden toe, in uwe allergrootste barmhartigheid, verleend hebt, en wel bijzonder dat Gij ons alle middelen ter hand gesteld hebt, om U ijverig te kunnen dienen. Is het niet evenzoo wederom door eene uitwerking uwer goedheid dat wij dezen dag aanschouwen? Wij willen dien ook alleenlijk tot uwen heiligen dienst besteden; wij dragen U al onze gedachten, woorden en werken van dezen dag op : zegen ze, o Heer, opdat er geene moge wezen die niet bezield zij door uwe liefde, en die niet strekke tot uwe meerdere eer.

-ocr page 19-

3

|er Laat ons een vast voornemen maken, om de zon-! den te vluchten en de deugd te beoefenen.

Aanbiddelijke Jesus, goddelijk voorbeeld der volmaaktheid, naar hetwelk wij moeten leven, wij gaan alles aanwenden om ons gelijkvormig aan U te maken: ootmoedig, gehoorzaam, zuiver, geduldig, ijverig in het gebed en in het ^ vervullen der plichten van onzen staat; verdraag-en zaam en liefderijk jegens elkander, en onder-r_ worpen aan Gods heiligen wil; en wij zullen ons e(. bevlijtigen, niet meer in die zonden te hervallen, _,n welke wij zoo dikwijls bedreven hebben, en die wij oprechtelijk begeeren te verbeteren. Ook wensch ik vandaag al de aflaten te verdienen waaraan

ik heden kan deelachtig worden.

tl „.

Bidden wij God om den hijstand zijner genaden.

Mijn God, Gij kent onze zwakheid, wij ver-ea mogen niets zonder den bijstand uwer genade; weiger ons dezelve niet, schenk ze, o mijn God, naar onze behoeften ; geef ons krachten genoeg

jjj 7 O O O

| om te vluchten al het kwaad dat Gij ons verbiedt, te oefenen al het goed, dat Gij van ons verwacht, en om geduldig te lijden alle tegenspoeden, ^ die het U zal believen ons over te zenden. Amen,

jj Hoepen wj de voorspraak in van de II. Maagd, n van onzen Engelbeivaarder, van den

e K. Joseph en onze HU. Patronen.

n Maria, O, L. Vrouw van \'t H. Hart, onze Moeder, en naast God onze eenige hoop, wij

-ocr page 20-

werpen ons met het volste betrouwen in den schoot uwer barmhartigheid. Zie, dierbare Moeder, met een meedoogend oog op deze uwe pel-grimsschaar, die zich aan uwen dienst heeft toegewijd; beveel ons aan \'t Hart van uwen aanbiddelijken Zoon, opdat er geen van ons verloren ga, maar dat wij allen door uwe voorspraak tot het geluk mogen komen van Hem met L\', na dit aardsche pelgrimsleven, eeuwiglijk te beminnen en te aanschouwen. Amen.

Engel des hemels, mijn liefdadige leidsman, verwerf mij zóó gehoorzaam te zijn aan uwe ingevingen, dat ik in niets afdwale van den weg der geboden van mijnen God.

H. Josef, vriend van het H. Hart, bid voor ons; wees onze raadsman, onze hulp en voorspraak, opdat wij in gehoorzaamheid, eendracht, üefde en oprechte godsvrucht onder elkander verkeerende, door u aan Jesus en Maria dagelijks meer en meer mogen behagen.

Groote Heiligen, wier namen wij de eer hebben te dragen, beschermt ons; heilige Patronen en Patronessen van onze kerken en van ons vaderland, bidt voor ons, opdat wij God gelijk gij mogen dienen op de aarde, en Hem met u eeuwiglijk verheerlijken in den hemel. Amen.

Hierbij kan men als leden van het fApostolaat des gebedsquot;, en van het „Broederschap van het H. Hartquot;, de dagelijksche opdracht doeu aan het H. Hart van Jesus, en nog bidden: Onze Vader; Wees-gegroet; Ik geloof in God; oefening van Geloof, Hoop, Liefde, enz.

-ocr page 21-

5

AVONDGEBEDEN.

Kom, H. Geest, vervul de harten uwer ge-loovigen, en ontsteek in hen het vuur uwer liefde. Amen.

Bedanken wj God voor al zijne weldaden.

Hemelsche Vader, welken dank zullen wij Ü bewijzen voor al het goede, dat wij van ü genoten hebben; Gij hebt ons geschapen, met het dierbaar bloed van uwen eenigen Zoon verlost, met zoovele onwaardeerbare genaden begunstigd, en nog heden hebt Gij ons Pelgrims, volgens ziel en lichaam, zoo weldadig gespijzigd. O Heer, geef dat wij aan zoovele weldaden met een dankbaar hart mogen beantwoorden, U oprecht dienen en beminnen en nooit ophouden U te loven. Amen.

Onze Vader; Wees gegroet; Ik geloof in God.

Heilige Geest, oorsprong des lichts, doe ons nagaan, in de droef held onzer harten, liet kwaad dat wij lieden gedaan, en hetsroed dat wij verzuimd hebben.

Onderzoeken wij ons geiveten.

Oefening van Berouw,

Mijn Heer en mijn God, het is ons leed uit den grond van ons hart, dat wij niet beter uwen

-ocr page 22-

6

H. Wil volbracht en tegen U gezondigd hebben, omdat Gij het hoogste goed en bovenal beminnelijk zijt en Gij de zonden oneindig verfoeit. Wij bidden ü ootmoediglijk om vergiffenis, door de verdiensten van onzen Heer Jesus Christus, en nemen ons vastelijk voor, met de hulp uwer genade boetvaardigheid te doen, en U nooit meer te vergrammen. Amen.

Laat- ons hidden voor de levende en overledene geloovigen.

Stort, o Heer, uwe zegening uit over onze ouders, (kinderen), weldoeners, vrienden en vijanden ; bescherm al onze overheden, zoo geestelijke als wereldlijkei help de armen, de gevangenen, de bedroefden, de reizigers, de zieken en de stervenden; bekeer de zondaars en onze dwalende broeders, en verlicht de ongeloovigen.

God van goedheid en genade, heb ook medelijden met de zielen die in het vagevuur lijden, maak een einde aan hare pijnen en verleen aan allen de eeuwige rust. Amen.

Laien mij ons aan de 11. Maagd en aan onze UIL Engelen aanbevelen.

Wij stellen ons onder uwe bescherming, H. Moeder Gods, verstoot onze gebeden niet in onzen nood, maar verwerf ons van alle gevaren altijd bevrijd te zijn, o Maagd, vol heerlijkheid en zegen. Amen.

-ocr page 23-

1

7

Wij bidden U, o Heer, bezoek onze woning, en weer verre van haar alle listen des vijands; dat uwe heilige Engelen daarin wonen, om ons in vrede te bewaren, en dat uw zegen altijd over ons blijve. Door Christus, onzen Heer. Amen.

(Bult hier de Litanie der H. Maagd.)

Bescherm ons, o Heer, terwijl wij waken, bewaar ons terwijl wij slapen, opdat wij met Christus gewaakt hebbende, in vrede mogen rusten. Amen.

Jesus, Maria, Joseph,

Ik geel\' L mijn lichaam en mijn ziel.

Jesus, Maria, Joseph,

Staat mij bij in mijnen doodstrijd.

Jesus, Maria, Joseph,

Laat mijne ziel met U in vrede rusten. Amen.

GEBEDEN BIJ DE H. MIS.

Bij het hegin der H. Mis.

God, hemelsche Vader, Gij, die mij naar uw beeld geschapen hebt; o God, de Zoon, Gij, die om mij te verlossen de menschelijke natuur hebt aangenomen, uw Bloed voor mij vergoten en den bitteren dood geleden hebt; o God, Heilige Geest, Gij die mij in den Doop geheiligd en tot de ware Kerk gebracht hebt;

-ocr page 24-

8

o Gij, allerheiligste Drievuldigheid, geef mij de genade, dat ik dit H. Misoffer aandachtig bij-wone en het met den priester opdrage: tot roem en eere vau uwen H. Naam, om te belijden, dat Gij de eenige hoogste God en Heer over ons menschen en alle schepselen zijt, wien alléén dit offer toekomt; — ter gedachtenis, o Jesus, van uw bitter lijden en sterven, tot welk einde Gij dit H. Oifer hebt ingesteld; — tot dankzegging voor alle mij bewezen genaden en weldaden; — tot voldoening voor al mijne zonden en misdaden; — tot verwerving der goddelijke hulp en bijstand in al mijnen nood; — voor mijne ouders (echtgenoot, kinderen), bloedverwanten en vrienden, voor mijne geestelijke en wereldlijke overheden en al mijne weldoeners; — voor alle overledene geloovigen die in het vagevuur lijden, bepaaldelijk voor.....

Neem, o barmhartige God en Heer, dit offer gunstig aan, laat dit mijn voornemen Ü welgevallig zijn en verhoor mijn gebed ; door onzen Heer Jesus Christus, uwen Zoon, die met U leeft en heerscht in de eenheid des H, Geestes, God, door alle eeuwen der eeuwen. Amen.

Introïtus.

Gezegend zij de H. Drievuldigheid en onverdeelde Éénheid; wij zullen haar loven, omdat zij ons barmhartigheid heeft bewezen. Glorie zij

-ocr page 25-

9

den Vader, die ons geschapen heeft. Glorie zij den Zoon, die ons verlost heeft. Glorie zij den H. Geest, die ons heilig gemaakt heeft.

Heer, ontferm TJ onzer. {Driemaal.)

Christus, ontferm ü onzer. //

Heer, ontferm U onzer. //

Gloria in excels is.

Glorie aan God in den allerhoogste, en vrede op aarde den menschen van goeden wil. Wij loven U; wij zegenen U; wij aanbidden TJ; wij verheerlijken U ; wij danken U om uwe groote glorie. Heer God, hemelsehe Koning, God Almachtige Vader. Heer Jesus Christus, ééniggeboren Zoon. Heer God, Lam Gods, Zoon des Vaders. Die de zonden der wereld wegneemt, ontferm IJ onzer. Die de zonden der wereld wegneemt , neem onze smeeking aan. Die aan de rechterhand des Vaders gezeten zijt, ontferm U onzer. Want Gij alleen zijt de Heilige , Gij alleen de Heer, Gij alleen de Allerhoogste : Jesus Christus, met den H. Geest, in de glorie van God den Vader. Amen.

Collecten en Epistel.

Verhoor, o God, de gebeden van uwe H. Kerk, die U in den Naam van uwen welbeminden Zoon, onzen Heer, Jesus Christus, ootmoedig smeekt, dat Gij ons uwe hulp en bijstand wilt verleeuen , opdat wij daardoor van

1*

-ocr page 26-

10

alle rampen bevrijd en in uwe genade versterkt mogen worden. Amen.

Oefening van Geloof. Mijn Heer en mijn God, ik geloof al wat Gij door uwen eenigge-boren Zoon, onzen Heer, Jesus Christus, door de Profeten en door de Apostelen geopenbaard hebt, en mij door de onfeilbare H. Kerk te gelooven voorstelt, omdat Gij de eeuwige waarheid zijt. In en voor dit geloof wil ik, door uwe genade, leven en sterven.

Oefening van Hoop. Vader van barmhartigheid en God van alle vertroosting, op Ü vestig ik al mijne hoop en mijn vertrouwen. Groot en menigvuldig zijn wel mijne zonden, maar oneindig veel grooter is toch uwe goedheid, die den dood des zondaars niet wil, maar dat hij zich bekeere en leve. Op deze uwe grenzenlooze goedheid vertrouwend, hoop ik vastelijk de vergeving van al mijne zonden en het eeuwig leven te zullen verwerven.

Oefening van Liefde. Wie zou Ü niet beminnen, o liefdevolle God, die, om uw eigen zeiven, aller liefde waardig zijt, en die ons met eene eeuwige liefde bemind, en uwen eenig-geboren Zoon voor ons ten beste hebt gegeven! Niets wensch ik in den hemel, niets zoek ik op aarde buiten U, mijn Heer en mijn God. In U verlang ik te leven en te sterven. Wanneer zal ik komen en staan voor uwen troon, om ü in eeuwigheid te bezitten?

-ocr page 27-

11

Bij het Evangelie.

Heere Jesus, die volgens den wil uws he-rnelschen Vaders aan de wereld de blijde boodschap van bet Evangelie hebt gebracht, schenk mij, bid ik U, de genade om er de waarheid van te vatten, mijnen wil er naar te regelen, het in mijn geheugen te bewaren en er de voorschriften van te vervullen, opdat ik met de schaar uwer uitverkorene schapen, die hier naar uwe stem geluisterd hebben, in dit leven zóó vereenigd worde, dat ik eens, op den jong-sten dag, met hen aan uwe rechterhand moge staan, en de troostvolle woorden hoore: Komt, gezegenden mijns Vaders, bezit het rijk, dat voor li van de grondvesting der wereld bereid is. Amen.

Bij de Offerande.

O God, hemelsche Vader, Gij die deze allerheiligste offerande des Nieuwen Verbonds door Jesus Christus, uwen ééniggeboren Zoon, hebt ingesteld, die zich daarin zelf door de handen uws priesters voor ons opdraagt; ik breng eveneens mij zeiven hier mede ten offer aan uwe goddelijke Majesteit. Neem deze onbloedige offerande genadig aan; ik wijde U daarbij mijn lichaam en mijne ziel, ja, alles wat ik beu en bezit. Laat dit al te zamen vereenigd zijn met de bloedige offerande, welke Jesus Christus eens aan het kruishout voor geheel het men-

-ocr page 28-

12

schelijk geslacht IJ, o almachtige God, heeft opgedragen. Ik draag al mijne verdiensten op in vereeniging met de eindelooze verdiensten van Jesus; in Mem en in zijn bitter lijden en sterven berust mijne hoop en mijn vertrouwen; op Hem is mijn geloof gegrond en gevestigd; Hij is de bron mijner liefde en van mijn iieil in eeuwigheid.

Tk breng U hiermede, o heraelsche Vader, ook al mijn lijden en geluk, (mijne ouders, echtgenoot en kinderen), ootmoedig ten offer. Laat mij, en al de mijnen, Ü een welgevallig olfer zijn, en neem ons allen op in nw rijk, waar wij U en uwen Zoon, onzen Heer, tegelijk met den H. Geest, altijd en eeuwig zullen loven en prijzen. Amen.

lij de Praefatie.

Tot U, o God, verheffen wij onze harten en zeggen uwe goddelijke majesteit dank. Waarlijk, het is waardig en rechtvaardig, billijk en heilzaam, dat wij U altijd en overal dankzeggen: heilige Heer, almachtige Vader, eeuwige God, door Christus onzen Heer. \'t Is door Hem dat de Engelen uwe majesteit loven, de Heerschappijen U aanbidden, de Machten beven, de Hemelen en de Krachten der hemelen, en de gelukzalige Serafijnen U met eenparig gejuich verheerlijken. Gelief, bidden wij L1, met deze ook onze lofzangen aan te nemen, terwijl wij

-ocr page 29-

13

ootmoedig belijden en spreken : Sancfus, Sanctns, Sancius: Heilig, Heilig, Heilig, is de Heer, de God der heerscharen. Vol zijn de hemelen en de aarde van uwe glorie. Hosanna in den hooge. Gezegend Hij die komt in den naam des Heeren. Hosanna in den hooge.

Vóór de Consecratie.

Barmhartige God en Heer, zie op mij en allen, die tot glorie van uwen groeten Naam deze tl. Offerande bijwonen, genadig neder; en opdat mijn gebed U te behaaglijker zij, vereenig ik het met de voorbede van de Onbevlekt - Ontvangen Maagd en Moeder Gods Maria, van de heilige Apostelen, Martelaars en Belijders, Maagden, en van alle Heiligen. Laat, hemelsche Vader, deze Offerande, waarin uw ééniggeboren Zoon zich op eene onbloedige wijze opdraagt, mij en ons allen tot eeuwig heil verstrekken.

Ik smeek U, Heer, dat Gij uwen dienaar onzen Paus, onzen Bisschop, onze herders en zielzorgers wilt verlichten en besturen; opdat allen die hun aanbevolen zijn, door hun woord en voorbeeld, met uwe Uitverkorenen mogen vergaderd worden.

Ik smeek U, dat Gij aan mijne geliefde ouders, bloedverwanten, vrienden en weldoeners, en aan allen voor wie ik verplicht ben te bidden, tijdelijk en eeuwig welzijn wilt verlee-

-ocr page 30-

14

nen, en gewaardig U, dit mijn gebed te ver-hooren.

Ik smeek U, dat Gij alle zondaren, en vooral. ,., tot ware boetvaardigheid wilt brengen, en alwie in zware bekoringen zijn, met uwe krachtige genade versterken en voor den val behoeden wilt. Gelief ook, bid ik U, alle dwa-lenden en afvalligen, vooral in ons vaderland, gelief alle ongeloovigen tot de kennis van het ware geloof te roepen en te geleiden. Gedenk, hemelsche Vader, dat uw ééniggeboren Zoon J. C. ook voor hen allen den bitteren kruisdood heeft uitgestaan, en verhoor ons om zijne oneindige verdiensten. Gij die den dood des zondaars niet wilt, maar dat hij zich bekeere en leve. Amen.

Bij de opheffing van de //. Hostie.

Mijn God en Zaligmaker, ik aanbid U; ik dank U voor uwe liefde; o Jesus, door uwe wonden, vergeef mij mijne zonden.... Barmhartige lioogepriester, geef mij uwe genade, voor al deze.. .. Amen.

Bij de opheffing van den H. Kelk.

Erbarming, mijn Jesus! .. . Eeuwige Vader, ik draag U het allerkostbaarste Bloed van Jesus Christus op, tót voldoening voor mijne zonden, voor de behoeften der H. Kerk, en om te verkrijgen deze gunst.... Amen.

-ocr page 31-

15

Na de Consecratie, O allerbeminnelijkste Jesus , meteen onwrikbaar geloof belijde, vereere en aanbid ik U, hier onder de gedaante van brood en van wijn op het altaar tegenwoordig. Ik smeek U ootmoedig, laat mij ten jongsten dage C onverhuld met een verblijd oog aanschouwen, bij het aantal uwer Uitverkorenen medegeteld worden , en in de hoogste vreugde uwe liefderijke stem hooren: Kom, gij gezegende! Ontferm U mijner, o Jesus, en laat uw bitter lijden en sterven voor mij niet verloren zijn; laat uw kostelijk Bloed voor mij niet tevergeefs vergoten wezen, maar laat het mij tot eeuwige vreugde en zaligheid verstrekken. Amen.

Gedenk ook, genaderijke Jesus, allen die in het ware geloof uit dit leven zijn verscheiden ; vooral de ziel van ... en de zielen die nu de eerste pijnen van liet vagevuur ondervinden , en die het meeste verlaten zijn. Wij smeeken U, Heer, verleen haar en allen die in Christus rusten, de plaats van verkwikking, van licht en vrede. Amen.

Pater noster.

Bid het uOnze Vaderquot;, en zeg daarna: Verlos ons, bidden wij U, o Heer, van alle verleden, tegenwoordig en toekomstig kwaad; en geef ons, op de voorspraak van de gelukzalige en glorierijke Moeder Gods Maria, altijd

-ocr page 32-

16

Maagd, van de gelukzalige Apostelen Petrus en Paulus en van Andreas, en van alle Heiligen, genadiglijk vrede in onze dagen, opdat wij, door uwe barmhartigheid geholpen, altijd vrij mogen zijn van zonden, en veilig voor alle ontsteltenis. Door denzelfden J. C. onzen Heer, uwen Zoon, die met U leeft en regeert in de eenheid des H. Geestes, God, door alle eeuwen der eeuwen. Amen. De vrede des Heeren zij altijd met ons. Amen.

Agnun Bei.

Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, ontferm U onzer.

Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, ontferm U onzer.

Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, schenk ons den vrede.

Voorier elding tot de Communie.

(ïoedertierene Jesus, daar Gij ons zoo minnelijk toeroept: Komt allen tot mij, die vermoeid en beladen zijt, en Ik zal u verkwikken! zoo kom ik met een diep gevoel van mijne onwaardigheid , maar ook vol vertrouwen tot IJ, be-geerig om zooveel mogelijk in de vruchten van dit H. Offer te deelen, en uw U. Lichaam en Bloed geestelijker wijze in mijn hart te ontvangen. Kom, o Jesus, kom binnen in mijn hart, verkwik en vervul het niet uwen geest en uwe genade. Gij zoete vreugd mijns harten.

-ocr page 33-

17

Gij, leven mijner ziel, schenk mij de vergiffenis van al mijne zonden en gebreken; neem alles van mij weg, wat mij afkeerig van TJ maakt. O dierbare Jesus, leid mij tot U, bereid ü eene aangename woning in mijn binnenste, zoodat Gij steeds blijven moogt in mij en ik in U; die leeft en regeert met den Vader en den H. Geest van eeuwigheid tot eeuwigheid. Amen.

Domme non sum dignus.

Heer, ik ben niet waardig, dat Gij ingaat onder mijn dak, maar spreek slechts een woord en mijne ziel zal gezond worden. {Driemaal.\')

Denk hier, dat gij met den priester communiceert, en zeg ;

Het Lichaam van onzen Heer Jesus Christus beware mijne ziel ten eeuwigen leven, Amen.

Bid dan in stilte tot Jesus wat uw hart u ingeeft; aanbid Hem, dank Hem, en zeg;

Goede Jesus, laat niet toe, dat ik ooit van ü gescheiden worde. Amen.

Na de Communie.

Ik dank TJ, Heere Jesus, dat Gij mij deelachtig gemaakt hebt aan dit uw allerheiligst Offer, waarbij ik de gedachtenis van uw bitter lijden en sterven vernieuwd heb. Maak, bid ik U, dat ik door de kracht en werking van dit heilig Geheim in het geloof, de hoop en liefde volharden, en het eeuwig leven verwerven moge. Amen.

-ocr page 34-

18

Laat, bid ik ü. Heilige Drievuldigheid, de hulde mijner onderwerping U aangenaam zijn, en geef dat dit Offer, hetwelk ik onwaardige met den priester voor de oogen uwer Majesteit opgedragen heb, U behaaglijk zij, en mij en allen, voor wie ik het heb opgedragen, door uwe genade tot verzoening strekke. Door Christus, onzen Heer. Amen.

Ons zegene de almachtige God, de \\ader de Zoon en de H. Geest. Amen.

Bij het einde der II. Mis,

O hemelsche Vader, neem van mij aan dit U verschuldigd dienstoffer, dat ik U door de bijwoning dezer H. Mis heb gebracht, en vergeef mij alle daarbij bedreven zonden, verstrooiing eu nalatigheid. Ik beveel mij U aan, nu en ten allen tijde, terwijl ik mij in de hand uwer goddelijke barmhartigheid geheel en al overgeef. Laat uw heilige wil steeds aan mij voltrokken worden, en moge ik eenmaal een zaligen dood sterven en in uw eeuwig rijk opgenomen worden. Dit vraag ik U voor mij zeiven en al de mijnen, door de verdiensten van Christus, uwen Zoon , en door de voorspraak der Zalige Maagd Maria, zijne allerliefste Moeder, van den H. Joseph, en van alle Heiligen. Amen.

-ocr page 35-

19

de BIECHTGEBEDEN.

n,

ge GEBEDEN VÓÓR DE BIECHT.

sit _

en

or Voorbereidend Gebed.

s- Liefdevolle Verlosser en Zaligmaker, Jesus, mijn God en mijn Heer, die mij zoo teeder er bemint, en Wien ik wederkeerig uit geheel mijn hart beminnen en nooit door eenige zonde bedroeven moest, ach! met schaamte over mijne veelvuldige onvolmaaktheden en bedreven zon-it den kom ik tot Ü, en werp ik mij voor uw \'e aanschijn neder. Heer, handel niet met ons naar onze zonden, en vergeld ons niet naar g onze boosheden. Gij zijt oneindig barmhartig, 11 Gij wilt den dood des zondaars niet, maar dat ;r hij zich bekeere en leve. Daarom heb ik het f. zoetst vertrouwen dat Gij mij nog niet ver-n stooten zult, ja, dat Gij mij nogmaals door d het H. Sacrament der biecht mij mijne misslagen en bedreven zonden zult willen vergeven, e • Daarom smeek ik Ü, o Heer, wil in mij die n heilige gevoelens opwekken van nederigheid, 3 van berouw en van vertrouwen , waarmede ik tot dat Sacrament naderen moet om er de heilzame uitwerkselen van te bekomen.

En gij, H. Maagd Maria, mijne liefste Moeder, gij ook mijn H. Engelbewaarder helpt mij | om deze biecht met veel vrucht te mogen doen.

.

-ocr page 36-

20

Gebed vóór het gewetensonderzoek.

Kom, o Heilige Geest, drijf de duisternissen ^ weg van mijnen geest en verlicht mijn verstand,

opdat ik moge kennen al wat ik misdaan heb, met gedachten, met begeerten, met woorden,

werken en verzuimenissen, tegen Ü, tegen mijnen naaste en tegen mij zelven; help mij,

opdat ik een oprecht leedwezen daarover gevoele, een vast voornemen make voor de toekomst, en openhartig al mijne fouten ootmoedig aan den priester belijde.

Onderzoek nu oplettend uw geweten ; wat gij gedacht» geaprokeo, gedaan of verzuimd hebt; ga ook de plichten na van uwen staat, en bid daarna:

Jkte van heroiiw.

O mijn God, ik beken dat ik vele en groote zonden bedreven heb. Ach, hoe smart het mij,

dat ik U, het hoogste en opperste goed, die boven alles moet bemind worden, daardoor be-leedigd en bedroefd heb. O mijn God, heb medelijden met mij, en wil mij mijne zonden vergeven. Zij zijn mij leed uit den grond van mijn hart, omdat ik U, die zoo goed, zoo beminnelijk zijt, daardoor beleedigd heb.

Ik neem mij vastelijk voor, niet meer te zondigen, alle gelegenheden van zonden te vluchten, nu rouwmoedig en openhartig te biechten , en de poenitentie, die mij opgelegd zal worden , godvruchtig te volbrengen.

-ocr page 37-

21

En tot voldoening voor mijne zonden draag ik U, lieve Jesus, uw heilig leven, en sterven en al den prijs van uw voor ons vergoten Bloed op, met al de verdiensten van uwe Onbe-vlekt-Ontvangen Moeder Maria, van uwen beminden Voedstervader Joseph, van mijne geliefde Beschermheiligen en van al uwe Heiligen. En ik vertrouw van uwe oneindige barmhartigheid, dat Gij mij al mijne schulden zult vergeven, en genaden zult verleeaen, om een heilig leven te gaan leiden en Ü ten einde toe getrouw te dienen.

God, wees mij, zondaar, genadig. Jesus, Davidszoon, ontferm U mijner. Amen.

GEBEDEN NA DE BIECHT.

Loof, mijne ziel, den Heer, en al wat in mij is, zijn heiligen Naam.

Loof, mijne ziel, den Heer, en vergeet zijne weldaden niet.

Die al uwe schuld vergeeft, die al uwe krankheden geneest.

Die uw leven verlost van het bederf, die u kroont met goedheid en barmhartigheid.

Barmhartig en genadig is de Heer, lang-moedig en groot is zijne goedertierenheid. Hij doet ons niet volgens onze zonden, en

Hij vergeldt ons niet naar onze ongerechtigheden.

o

-ocr page 38-

22

Zoo ver het Oosten verwijderd is van het Westen, zoo ver doet Hij de zonde van ons weg.

Gelijk een vader zich ontfermt over zijne kinderen, zoo ontfermt zich de Heer over hen die Hem vreezen.

Looft den Heer, gij, zijne engelen, looft den Heer, gij, zijne dienaars, die wat Hem behaagt volvoert.

Looft den Heer, al zijne werken, op alle plaatsen zijner heerschappij: loof, mijne ziel, den Heer. Amen.

Ik dank U, allerbarmhartigste Jesus, dat Gij met mij, onwaardigen zondaar, zooveel mededoogen en geduld hebt getoond, mij tot U getrokken en mij in uwe goedertierenheid weder vergiffenis en kwijtschelding van schuld verleend hebt.

Neem, Heer , de ootmoedige schuldbelijdenis die ik gedaan heb goedgunstig aan; en wat er ontbroken mocht hebben aan het belijden mijner zonden, of aan mijn berouw: gelief dit door uwe oneindige barmhartigheid aan te vullen, en mij voor geheel ontbonden te houden in den hemel.

Geef mij uwe hulp, dat ik U niet meer mishage, maar U getrouw diene; geef het. Heer, op de voorspraak van uwe glorierijke Moeder, altijd Maagd, en van al uwe Heiligen, die van het begin der wereld U hebben behaagd,

-ocr page 39-

23

God van ontferming, die leeft en regeert door al de eeuwen der eeuwen. Amen.

COMMUNIEGEBEDEN.

VÓÓR DE H. COMMUNIE.

O zachtmoedige en liefdevolle Jesus, zie, ik het onwaardigste van al uwe schepselen, nader tot het allerheiligste Sacrament van uw Lichaam en Bloed; ik kom tot U, om bij ü het geneesmiddel te vinden voor al de wonden van mijn lichaam en van mijne ziel. Ik geloof dat ik door het ontvangen van dit II. Sacrament uwer liefde voorzien kan in al mijne behoeften, en tevens de grootste eer aan uwe goddelijke Majesteit, en aan alle Hemellingen de grootste vreugde kan geven. Maar, o God van eeuwige heiligheid, voor wiens oog de hemelen zelfs niet zuiver zijn, hoe zal ik, ellendige en zondige mensch, met een door zoo vele onvolmaaktheden bezoedeld hart, durven naderen tot U, de bron van alle zuiverheid? Hoe zal ik mij verstouten om U eene plaats aan te bieden in eene ziel waarin zoo vele doornen en distelen groeien, in eene ziel waarin zoo veel aardsche en zondige neigingen hebben wortel geschoten ?

Inderdaad, o mijn Jesus, dierbare vriend mijner ziel, ik gevoel mij diep beschaamd eu

-ocr page 40-

24

vernederd in uwe tegenwoordigheid, en vrees Ü grootelijks te zullen beleedigen met U in eene uwer goddelijke Majesteit zoo onwaardige woonplaats binnen te leiden.

Dan, o goede Jesus, ik herinner mij een troostvol woord, dat Gij zelf gesproken hebt: //Niet de gezonden, maar de zieken hebben eenen geneesheer noodig.quot; Ook weet ik, dat Gij tot uw bruiloftsmaal al de blinden en kreupelen, zieken en armen hebt uitgenoodigd. Welnu, o goddelijke Bruidegom der zielen, ik hoor onder het getal van die ongelukkigen, ik ben zelfs de ellendigste van allen; ook mij hebt Gij dus uitgenoodigd, en ik mag aan uwe uit-noodiging niet weerstaan. Ik nader dan tot uwe H. Tafel, overtuigd van mijne onwaardigheid, maar tevens vol moed en betrouwen, bij de gedachten aan uwe mij zoo teer uitnoodigende liefde.

O Jesus, eenig voorwerp van al mijne verlangens, het gelukkig oogenblik is daar, waarop ik U, mijn God, ü den welbeminde mijns harten, in mijn iiart mag ontvangen. Zie, mijn Jesus, ik kom tot Ü, met al de liefde en godsvrucht, waartoe ik in staat ben, ik ga Ü tegemoet. Open dan uwe heilige armen, om mijne ziel te omhelzen en aan uw goddelijk Hart te drukken; open uwe armen, gelijk Gij die geopend hebt op het oogenblik dat Gij uwe handen hebt uitgestrekt op het kruis, om ze uit liefde voor de zondaren te laten doornagelen.

-ocr page 41-

25

O mijn gekruiste Jesus! waarom brandt in mijn hart niet al het vuur dat ooit het hart der Heiligen ontstoken heeft! Waarom lieb ik niet al de heilige verlangens, waarmede de Heiligen tot U verzuchtten. O mijn Jesus ! o hoezeer wensch ik Ü te kunnen naderen, met de zuiverheid der Engelen, de liefde der Apostelen, de onschuld der Maagden , ja, met al de godsvrucht en liefde, waarmede uwe H. Moeder U bij uwe menschwording en daarna zoo dikwijls in het H. Sacrament uwer liefde ontvangen heeft! O had ik uw eigen goddelijk Hart, dan kon ik li in uw eigen Hart ontvangen, U binnenleiden in eene met uwe goddelijke Majesteit geheel en al overeenkomstige woning.

Dan, hoewel ik zoo gelukkig niet zijn kan, de liefde van alle Heiligen, de liefde van uwe allerheiligste Moeder, en de liefde van uw goddelijk Hart in mijn hart te dragen, ik ben toch zoo gelukkig U dat alles te kunnen opoü\'eren.

Ik draag U dan op, o mijn Jesus, tot vergoeding van mijne onwaardigheid, al de voorbereiding, al de godsvrucht, al de liefde waarmede uwe Heiligen, en vooral uwe gelukzalige Moeder, U in dit allerheiligste Sacrament hebben ontvangen. Ik offer U, o goede Jesus, uw eigen goddelijk Hart, met alle goddelijke deugden en genaden, waarmede het. door de aanbiddelijke Drievuldigheid is verrijkt geworden. Al die schatten bied ik U aan, om daarmede aan te

-ocr page 42-

26

vullen wat mij ontbreekt, en L\' eene aangename en waardige woonplaats in mijn hart te bereiden.

Kom, o goede Jesus, kom. Bruidegom mijner ziel, en treed mijn hart binnen met de liefde, waarmede Gij in den maagdelijken schoot uwer Moeder zijt neergedaald. Amen.

NA DE H. COMMUNIE.

O goede Jesus, o zoete Jesus, o allerbeminnelijkste Jesus, o Jesus, mijn eenig geluk en mijn eenige troost, hoe hebt Gij U kunnen verwaardigen tot mij te komen, en in mijn ellendig hart binnen te gaan.

Gezegend zij, o Jesus, uwe komst in mijn hart, en gezegend zij de goedheid uwer liefde, die TJ bewogen heeft om mij armen zondaar met zulk een bezoek te vereeren.

In de diepste nederigheid, werp ik mij voor U neer, Ü uit geheel mijn hart vergiffenis vragend, dat ik ü met niet meer godsvrucht, met niet meer liefde heb ontvangen. Heere Jesus, die, niettegenstaande mijne onwaardigheid, in mijn zondig hart hebt willen afdalen, voltrek nu het werk uwer liefde, met mijn hart te heiligen door uwe aanbiddelijke tegenwoordigheid. Laat deze H. Communie en nauwe vereeniging met Ü mij strekken tot voortgang in de deugd, opdat mijne ziel eene bestendige woonplaats blijve van uwe driemaal heilige Majesteit. Ver-

-ocr page 43-

I ;

sterk mijn zwak geloof; ondersteun mijne wankelbare hoop; vermeerder mijne weinige liefde, en schenk mij uwe goddelijke genade, om van nu af meer voortgang in de deugd te maken Heere Jesus, sta mij toe van dit gunstig , oogenblik, nu Gij in mijn hart rust, gebruik te maken, nog andere genaden en gunsten af te smeeken, niet slechts voor mij zeiven maar ook voor anderen, die U en mij dierbaar zijn. Zegen, lieere .lesus, op eene bijzondere wijze die menschen, die bij mij de plaats van God op aarde bekleeden, mijne ouders, mijne geestelijke en wereldlijke overheden. Zegen (mijn echtgenoot, mijne kinderen) mijne broeders en zusters. Gelief ook aan uwe barmhartigheid deelachtig te maken mijne vrienden en weldoeners, bijzonder...; en daar ik onbekwaam ben hunne goedheid ten mij-! tien opzichten te vergelden, gelief Gij hun allen zegen naar ziel en lichaam te verleenen.

Laat mij, o goedertierene Jesus, Ü ook indachtig maken de zielen in het vagevuur. Heb medelijden met hunne tranen en verzuchtingen. Ontferm ü over die iieilige zielen, die zoo vurig verlangen U te aanschouwen in den hemel; deel bijzonder uwe genaden mede aan de zielen van mijne afgestorvene ouders, vrienden, bloedverwanten en weldoeners, en aan allen voor wie ik wil en verplicht ben te bidden.

Heere Jesus, Opperherder en hoofd der H. Kerk, bescherm onzen H. Vader den Paus, de

-ocr page 44-

28

Bisschoppen en Priesters. Verneder de vijanden uwer H. Kerk; roei de ketterijen en de kerkscheuringen uit; laat er algemeene vrede zijn op aarde, vooral onder de Christen-vorsten; dat uw Rijk kome, en uw Kaam gezegend zij door de gansche wereld. Amen.

Hierna kan men nog bidden de Litanie van den Zoeten Naa?n, van het H. Hart van Jesus, enz,

AFLAAT-GEBEDEN.

1. Voorbereidend Gebed,

Almachtige en eeuwige God, ik betrouw, dat mijne zonden mij in het Sacrument van boetvaardigheid zijn vergeven, wat de schuld en de eeuwige verdoemenis betreft. Maar daar ik aan uwe rechtvaardigheid wellicht nog door tijdelijke straffen moet voldoen, neem ik mijne toevlucht tot den schat der overvloedige voldoeningen van onzen Heer Jesus Christus, van de H. Maagd en van al de Heiligen. Uwe Kerk , die daarvan de uitdeelster is, veroorlooft mij lieden uit die onuitputtelijke bron te genieten, om aan te vullen wat aan mijne werken ontbreekt. Laat mij deelen, o God, in dien kostbaren aflaat, welken ik afsmeek. Ik verfoei op nieuw mijne zonden, en ik neem mij vast voor, met de hulp uwer genade daarin niet meer te vervallen.

Onze Vader; Wees gegroet; Glorie zij den Vader, enz.

-ocr page 45-

29

2. Gebed voor de H. Kerk.

O allergoedertiereuste Jesus, die de H. Kerk tot uwe bruid hebt uitverkoren, haar bemint, en uw leven voor haar hebt opgeofferd, wij bidden IJ, wil uwe Kerk altijd bewaren, beschermen en verdedigen tegen de woedende aanvallen van de poorten der hel. Geef dat zij meer en meer moge bloeien. Zend ijverige priesters in uwen wijngaard. Geef ook, o Jesus! dat al uwe geloovigeu aan uwe Kerk de verschuldigde gehoorzaamheid bewijzen, hare geboden onderhouden, en tot uwe meerdere glorie dagelijks meer voortgang maken op den weg der deugd en der volmaaktheid.

Onze Vader; Wees gegroet-, Glorie zij.

3, Gehed ter be/ceering der ongef.oovigen,

O eeuwige God, Schepper van al wat bestaat, gedenk dat de zielen der ongeloovigen , der ketters en zondaren door U zijn geschapen, en naar uw beeld en gelijkenis gevormd zijn. Zie, Heer, U ten smaad wordt de hel door dezen opgevuld. Wees gedachtig dat Jesus, uw welbeminde Zoon , voor de zaligheid dier zielen den bittersten dood heeft onderstaan. Heer, wij bidden U, gedoog niet langer dat uw Zoon door de ongeloovigen , de kettert\' en zondaren versmaad worde; wees bevredigd door de gebeden der Heiligen en van de H. Kerk de bruid van uwen Zoon j gedenk uwe barmhartig-

-ocr page 46-

30

heiii, en vergeet de afgoderij, de verhardheid en boosheid dier ongelukkigeu; maak dat. ook zij gaan erkennen, vreezen en beminnen Hem, dien Gij gezonden hebt, Jesus Christus, onzen Heer, die onze zaligheid , ons leven en onze verrijzenis is, door wien wij verlost en bevrijd zijn, en die moet verheerlijkt worden door de eindelooze eeuwen der eeuwen. Amen.

Onze Vader-, Wees geyrott; Glorie zij. ■i. Gebed voor den vrede.

O Jesus, oorsprong en minnaar des vredes, wij bidden uwe goedertierenheid, dat gij aan alle Christen-vorsten den vrede en de ware eendracht wilt scheuken, opdat uwe Kerk zich voortdurend in de rustige uitoefening van haren heiligen eeredienst moge verheugen. Zie, o Jesus. hoezeer de geesel des oorlogs over de wereld woedt, en hoeveel onschuldig bloed er vergoten wordt. Zie, hoevelen daardoor tot de uiterste ellende gebracht, en aan liet vreeselijkste lijden naar ziel en lichaam worden overgeleverd. (Jeef ons vrede in onze dagen, en maak dat de Vorsten door den namvsten band der eendracht verbonden worden, opdat uw volk in rust en vrede moge leven.

Onze Vader; W/es gegroet; Glorie zij. 5. Gebed voor den Pans.

O God, Herder en Bestuurder aller geloovi-gen, zie op uwen dienaar onzen Paus N. dien

-ocr page 47-

31

Gij tot Opperherder uwer Kerk hebt gesteld, genadiglijk neder. Geef hem, bidden wij U, dengenen over wie hij gesteld is, door woord eu voorbeeld tot heil te zijn, opdat hij, te zatnen met de hem toevertrouwde kudde, tot het eeuwige leven moge geraken. Amen Ome Vader; IFees gegroet-, Glorie zij.

LITANIE

TOT DE H. DRIEVULDIGHEID

Heer, ontferm U onzer.

Christus, ontferm U onzer.

Heer, ontferm U onzer.

God, hemelsche Vader, ontferm U onzer, j God, Zoon, Verlosser der wereld. God, Heilige Geest,

Heilige en ondeelbare Drievuldigheid, één God, Onbegrijpelijke Majesteit, 2

Onbeperkte Macht, ^

Oneindige Wijsheid, g

Onuitputbare Goedheid,

Heer der Heerschappijen, 0

; Eeuwige Wet, 5

Eeuwige Waarheid, p

God, Almachtig Koning,

Hie alleen God, en één God zijt,

In wien wij leven, ons bewegen en zijn,

-ocr page 48-

32

Wiens majesteit de aarde vervult,

Aan wien alleen men alle eer en glorie

schuldig is,

Die ons troost in onze kwellingen,

Die alleen groote wonderen doet.

Die zijt, die waart, en die wezen zult, Rechtvaardig en sclirikkelijk in het oordeel, Heerlijk en wonderbaar in uwe werken. Ongeboren Vader,

Eéniggeboren Zoon,

H. Geest, van Beiden voortkomende, H. Drievuldigheid, één God,

Wees genadig, spaar ons, Heer.

Wees genadig, verhoor ons, Heer.

Van alle kwaad, verlos ons. Heer.

Van alle zonden,

Van alle ongeloovigheid.

Van het overtreden uwer geboden,

Van het versmaden uwer gaven.

Van het verzuimen van uwen heiligen dienst, Van den eeuwigen dood.

Door uwe almacht.

Door uwe wijsheid,

Door uwe oneindige goedheid, •\'

Door uwe groote barmhartigheid,

Door uw geduld en uwe langmoedigheid, Wij zondaren, wij bidden U, verhoor ons. Dat gij ons de genade wilt verleenen om altijd en overal te belijden, dat Gij de ware God zijt, wij bidden U, verhoor ons.

Dat

U

c

hc

c-*-

he

bi

5

Dat

a

ui

c

Dat

N CT

n

Z!

Dat

lrj

h

Dat

g

Dat

lt;

C

2

C

cT

V)

c

O

11 ee

V)

Chr

n:

llee

-ocr page 49-

33

Dat Gij ons de genade wilt verleenen, oin U te eeren als één God in Drievuldigheid van Personen, en de H. Drievuldig- ^ heid in de éénheid der natuur te aan-bidden, H!

Dat Gij ons de genade wilt verleenen, U g-uit geheel ons hart te beminnen, 3

Dat Gij het volk, hetwelk uwen heiligen ci naam toegeheiligd is, wilt bewaren en lt; zaligmaken, 2.

Dat Gij aan de dwalenden genade wilt ver- g leenen, om tot den weg der rechtvaardig- ^ heid terug te keeren, |

Dat Gij U gewaardigt aan de overledene

geloovigen de eeuwige rust te geven, Dat Gij IJ gewaardigt ons te verhooren, O H. Drievuldigheid, verlos ons. O II. Drievuldigheid, maak ons zalig. O H. Drievuldigheid, maak ons levend. Heer, ontferm U onzer.

Christus, ontferm U onzer.

Heer, ontferm IJ onzer.

Onze Vader, enz.

Laat ons loven den Vader, en den Zoon, met den II. Geest.

Laat ons Hem loven en verheerlijken in alle eeuwen.

Geloofd zijt Gij, Heer, in het uitspansel des hemels.

-ocr page 50-

34

En alle eer, glorie en lof waardig in alle H. I

eeuwen. H. C

Dat God ons zegene, onze God, dat God vo

ons zegene. Gees

Dat geheel de aarde 11 em vreeze. H. (

Heer, verhoor mijn gebed, nu

En mijn geroep kome tot U. H. (

t . , • , , H. (

Laat ons bidden. HG

Almachtige, eeuwige God, die uwen dienaars, H. ( in de belijdenis van het ware geloof, de glorie Gees der eeuwige Drievuldigheid deedt kennen , en ei in de macht der Majesteit de Eenheid aanbid- Gees den; wij bidden U, dat wij door de vastheid Gees van hetzelfde geloof voor alle tegenspoeden mogen beveiligd worden. Door Christus, onzen Heer. Amen.

LITANIE

TOT BEN HEILIGEN GEEST.

Heer, ontferm U onzer.

Christus, ontferm U onzer,

Heer, ontferm U onzer.

Christus, hoor ons.

Christus, verhoor ons.

God, hemelsche Vader, ontferm U onzer. God, Zoon, Verlosser der wereld, ontferm U onzer.

God, Heilige Geest, ontferm U onzer.

-ocr page 51-

35

11. Drievuldigheid, één God,

H. Geest, die van den Vader en den Zoon

voortkomt,

Geest des Heeren, God van Israël, H. Geest, die de heerschappij over het

menschdom hebt,

H, Geest, die de geheele aarde vervult, H. Geest, die alle krachten bezit,

H. Geest, die alle goed werkt en alles voorziet, H. Geest, die de hemelen versiert.

Geest der waarheid, die alle waarheid leert,

en alle gaven uitdeelt.

Geest van wijsheid en verstand,

Geest van raad, sterkte, wetenschap en godvruchtigheid ,

Geest van de vreeze des Heeren en van

voorzichtigheid,

Geest van liefde, blijdschap en vrede.

Geest van langnrioediglieid, weldadigheid en

goedertierenheid.

Geest van zachtmoedigheid, trouw en matigheid,

Geest van eerbaarheid en reinheid.

Geest van genade en heiligmaking, H. Geest, die in ons woont,

H. Geest, door wiens ingeving de heilige

mannen Gods gesproken hebben, H. Geest, die de dolende zondaars terugbrengt,

H. Geest, die de ware wijsheid verleent.

-ocr page 52-

36

H. Geest, die al uwe ware geloovigen één

van hart en ziele maakt, 3

H. Geest, die ons de verborgenheden der 5. H. Schriften, door de onfeilbare Kerk 5 verklaart, ^

H. Geest, uit vvien wij herboren worden, ^ H. Geest, door wien de liefde Gods in 2 onze harten uitgestort is, m

H. Geest, die ons in onze zwakheden te *

hulp komt,

Wees genadig, spaar ons, H. Geest.

Wees genadig, verhoor ons, H. Geest.

Van den geest der dwaling, verlos ons, H. Geest. Van den geest der onkuischheid,

Van den geest der godslastering.

Van alle verhardheid in het kwaad en van wanhoop.

Van alle boosaardigheid en kwade gewoonte, S Van het krenken der broederlijke liefde, cT Van onboetvaardigheid in ons sterfuur,

Door uwe eeuwige voortkomst van den =

Vader en den Zoon,

Door uwe onzichtbare zalving, H

Door de volheid der genade, waarmede Gij ^ de H. Maagd Maria begunstigd hebt, g Door uwe heilige verschijning bij het Doopsel r-

van Christus,

Door uwe heilrijke komst over de Apostelen, Door de onuitsprekelijke goedheid, waarmede Gij de H. Kerk bestuurt, de Opper-

-ocr page 53-

37

hoofden vereenigt, de Martelaren versterkt, de Leeraars verlicht, en de geestelijke Orden instelt, verlos ons, H. Geest.

Wij zondaars, wij bidden U, verhoor ons.

Dat wij naar den geest mogen wandelen, en de begeerte des vleesches niet volbrengen, wij bidden U, verhoor ons.

Dat wij U nooit bedroeven, wij bidden U, verhoor ons.

Dat Gij alle Kerkelijke-Orden in den heiligen godsdienst en den waren geest wilt bewaren, wij bidden U, verhoor ons.

Dat Gij aan alle christenen één hart en ééne ziel wilt geven, wij bidden U, verhoor ons.

Dat Gij ons de volharding, de vervulling aller deugden, wilt verleenen, wij bidden D, verhoor ons.

Geest Gods, wij bidden U, verhoor ons.

Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, stort uwen Geest over ons uit.

Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, zend ons den beloofden Geest des Vaders.

Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, geef ons den goeden Geest.

Christus, hoor ons.

Christus, verhoor ons. Onze Vader, enz.

Schep in mij, o God, een zuiver hart.

En vernieuw den rechten geest in mijn binnenste.

Verwerp mij niet van uw aanschijn.

3

-ocr page 54-

38

En neem uwen heiligen geest van mil niet weg.

Ben

Heer, verhoor mijn gebed.

Wo

En mijn geroep kome tot U.

Jes

Laat ons bidden.

Jes

0 God, die de harten der geloovigen

door

Jes

de verlichting van den H. Geest hebt onder

All

wezen, geef ons, dat wij in denzelfden

Geest

All

de ware wijsheid bezitten, en ons over

zijne

All

vertroosting altijd mogen verblijden. Door

onzen

Jes

Heer Jesus Christus, uwen Zoon. Amen.

Jes

Jes

LITANIE

Jes

Jes

VAN DEN ZOETEN NAAM JESUS.

Jes

(300 dagen Aflaat voor de geloovigen van het Bisdom

Jes

van Haarlem.)

Jes

Heer, ontferm U onzer.

Jes

Christus, ontferm U onzer.

Je

Heer, ontferm ü onzer.

Je

Jesus, hoor ons.

Je

Jesus, verhoor ons.

l Je

God, hemelsche Vader, ontferm U onzer.

Je

God, Zoon, Verlosser der wereld.

Q

Je

God, Heilige Geest,

lt;r*-

Je

Heilige Drievuldigheid, één God,

O »-s

Je

Jesus, glans des Vaders,

5

Je

Jesus, gloed van het eeuwig licht,

c

Je

Jesus, Koning der glorie.

O

Je

Jesus, zon der rechtvaardigheid,

N O

Je

Jesus, Zoon van de Maagd Maria,

-ocr page 55-

39

Beminnelijke Jesus,

Wonderbare Jesus,

Jesus, sterke God,

Jesus, Vader der toekomende eeuw,

Jesus, Verkondiger van het groote raadsbesluit.

Allermachtigste Jesus,

Allergeduldigste Jesus,

Allergehoorzaamste Jesus,

Jesus, zachtmoedig en ootmoedig van harte,

Jesus, minnaar der zuiverheid,

Jesus, onze Minnaar,

Jesus, God des vredes,

\' 1 O

Jesus, oorsprong des levens, 2.

Jesus, toonbeeld der deugden,

Jesus, ij veraar der zielen,

Jesus, onze God, cj

Jesus, onze toevlucht, o

Jesus, Vader der armen, §

Jesus, Schat der geloovigen, •\'

Jesus, Goede Herder,

Jesus, waarachtig licht,

Jesus, eeuwige wijsheid,

Jesus, oneindige goedheid,

Jesus, onze weg en ons leven,

Jesus, blijdschap der Engelen,

Jesus, Koning der Oudvaders,

Jesus, Meester der Apostelen,

Jesus, Leeraar der Evangelisten,

Jesus, sterkte der Martelaren,

Jesus, licht der Belijders,

-ocr page 56-

40

Jesus, zuiverheid der Maagden, ontferm U onzer.

Jesus, kroon van alle Heiligen, ontferm U onzer.

Wees genadig, spaar ons, Jesus.

Wees genadig, verhoor ons, Jesus.

Van alle kwaad, verlos ons Jesus.

Van alle zonde.

Van uwe gramschap,

Van de lagen des duivels,

Van den geest der onkuischheid.

Van den eeuwigen dood.

Van de venvaarloozing uwer inspraken.

Door het geheim uwer H. Menschwording, ^

Door uwe geboorte, 5-

Door uwe kindsheid.

Door uw goddelijk leven, |

Door uwen arbeid,

Door uwen doodstrijd en uw lijden, ^

Door uw kruis en uwe verlatenheid, g

Door uwe droefheden.

Door uwen dood en uwe begrafenis,

Door uwe Verrijzenis,

Door uwe Hemelvaart,

Door uwe vreugden.

Door uwe glorie.

Lam Gods, dat wegneemt de zouden der wereld, spaar ons, Jesus,

Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, verhoor ons, Jesus.

Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, ontferm U onzer, Jesus.

Jesus, hoor ons. Jesus, verhoor ons.

-ocr page 57-

41

Laat ons bidden.

Heere Jesus Christus, die gezegd hebt: vraagt en gij zult verkrijgen, zoekt en gij zult vinden, klopt en u zal worden opengedaan: wij smee-ken U, geef ons, op ons bidden, het vuur uwer goddelijke liefde, opdat wij U met geheel ons hart, onzen mond en onze werken beminnen, en nimmer ophouden U te loven.

Maak, o Heer. dat wij altijd uwen heiligen Naam vreezen en te gelijk beminnen; nooit immers houdt Gij op, hen te besturen, die Gij stelt in de vastheid uwer liefde. Door denzelfden Jesus Christus, onzen Heer. Amen.

LITANIE

VAN DE HH. ENGELBEWAARDEHS.

Heer, ontferm T) onzer.

Christus, ontferm U onzer.

Heer, ontferm U onzer.

Christus, hoor ons.

Christus, verhoor ons.

God, hemelsche Vader, ontferm Ü onzer. 3od, Zoon, Verlosser der wereld, ontferm U onzer. God, Heilige Geest, ontferm U onzer.

Heilige Drievuldigheid, één God, ontferm ü onzer. H. Maria, Koningin der Engelen, bid voor ons. HH. Engelen en Aartsengelen, bidt voor ons. Alle HH. Koren der zalige Geesten, bidt voor ons.

-ocr page 58-

42

H. Michaël, beschermer van Gods volk, H. Michaël, die Lucifer en zijnen aanhang

uit den hemel verdreven hebt, H. Eaphaël, leidsman van den jongen Tobias, H. Eaphaël, die den blinden Tobias het gezicht hebt weergegeven,

11. Gabriël, die aan den profeet Daniël verschenen zijt,

H. Gabriël, die aan Zacharias de geboorte en het ambt van den H. Joannes den Dooper hebt voorzegd,

H. Gabriël, die van God tot Maria gezonden zijt,

H. Engel, die aan de herders de geboorte

van Christus verkondigd hebt,

H. Engel, die door God mij tot bewaarder

gegeven zijt,

H. Engelbewaarder, die mij liefderijke vermaningen geeft,

die mij met heilzame raadgevingen voorkomt,

die in al mijne noodwendigheden voorziet, ^ die mij teederlijk bemint,

« die mijn trooster zijt in droefenis, amp; die mij mijne plichten leert,

-c die mij een goede herder zijt, amp; die getuigen zijt van alle mijne werken,

die mij bijstaat in alle voorvallen, j—- die mij in mijne ondernemingen helpt, die mij als op uwe handen draagt,

-ocr page 59-

43

„• die mij geleidt op alle mijne wegen, — _S die mij beveiligt tegen de gevaren, — quot;5 die mijn voorspreker zijt bij God, o

die al mijne werken aan God opdraagt, quot;■ ^ die mij in het oordeel zult bijstaan, 2

die mij den hemel moet binnenleiden,

Alle heilige Engelbewaarders, bidt voor ons. Lam Gods , dat wegneemt de zonden der wereld, spaar ons, Heer.

Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, verhoor ons Heer.

Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, ontferm L onzer.

Christus, hoor ons.

Christus, verhoor ons.

Laat ons bidden.

O God, die door eene onuitsprekelijke voorzienigheid uwe heilige Engelen tot onze bewaring gezonden hebt, verleen ons, bidden wij Ü, dat wij door hunne hulp altijd beschermd worden, en hun gezelschap eeuwiglijk mogen genieten. Door Christus, onzen Heer. Amen.

GEBEDEN TOT DEN H. ENGELBEWAAKDEK.

Engel Gods die mijn bewaarder zijt, en aan wiens zorg ik door de opperste goedheid ben toevertrouwd, gewaardig U mij te verlichten, te bewaren, te besturen en te geleiden. Amen.

(100 dagen ajlaat.)

-ocr page 60-

44

Heilige Engel, door God mij tot bewaarder (}oi

en beschermer gegeven , ik dank XJ voor de Go

weldaden die gij mij tot hiertoe naar lichaam £[.

en ziel bewezen hebt. Ik vereer en loof\' U, o Jje

goede Engel, omdat gij mij, ellendig zondaar ]5e als ik ben, zoo getrouw wilt bijstaan, en tegen

alle aanvallen van de vijanden mijner ziel wilt Ye

verdedigen. Gezegend zij de stond, waarop gij \\Y

mij tot beschermer, verdediger en voorspreker Ze

gegeven zijt. Gezegend zij de groote liefde en Xs

bijzondere zorg waarmede gij mijne zaligheid \\V

tracht te bewerken. Tot dankbaarheid voor al Q

de goede diensten , die gij mij , van af mijne St

eerste kinderjaren, bewezen hebt, ofl\'er ik ü het G allerwaardigste, het alleredelste en allerzaligste Hart van mijnen en uwen Heer, Jesus Christus. \' (]

Ik vraag U vergiffenis, dat ik zoo dikwijls U ^

bedroefd, en aan uwe heilige ingevingen weer- f-stand geboden hebt, en ik maak het vaste besluit, L) voortaan beter te gehoorzamen, en God getrouwer te dienen. Amen.

LITANIE

VAN HET H. SACHAMEKT DES ALTAARS.

Heer, ontferm U onzer.

Christus, ontferm Ü onzer.

Heer, ontferm U onzer.

Christus, hoor ons.

Christus, verhoor ons.

-ocr page 61-

45

God, hemelsclie Vader, ontferm U onzer,

trod, Zoon, Verlosser der wereld,

God, Heilige Geest,

H. Drievuldigheid, één God,

Levend Brood, dat uit den hemel gedaald zijt, Eeuwig Woord Gods, mensch geworden en

onder ons wonende,

Verborgen God en Zaligmaker,

Wonderbaar geheim van ons geloof.

Zeer hoogwaardig en levendmakend Sacrament, Tarwe der uitverkorenen,

Wijn die maagden voortbrengt,

Geestelijke spijs onzer zielen.

Sterk soiiild tegen alle bekoringen.

Geestelijk hulpmiddel voor alle zonden en s krankheden,

Onuitputbare schat van genaden, o

Lam zonder vlek, g

Goede Herder, die uw leven voor uwe schapen

gegeven hebt.

Goedhartige Vader, die uwe kinderen spijst

met uw heilig Lichaam en Bloed, Opperpriester, die U zeiven dagelijks in de H. offerande der Mis opdraagt aan uwen hemelsehen Vader,

Waardige offerande, waardoor wij God voor

al zijne weldaden bedanken,

Welbehagelijke offerande, waardoor wij Gods genade verzoeken en overvloedig verkrij-

-ocr page 62-

46

1

Offerande van verzoening voor levenden en

dooden, o

Wonder van Gods wonderen, ë;

Allerheiligste gedachtenis van het lijden des 1 Heeren,

Voortreffelijk gedenkteeken der goddelijke ^ liefde, §

Teerspijs en versterking dergenen die in den 3

Heer sterven.

Wees genadig, spaar ons, Heer.

Wees genadig, verhoor ons, Heer.

\\ an de begeerlijkheid deroogen, verlos ons. Heer. Van de begeerlijkheid des vleesches,

^an de hoovaardij des levens.

Van het onwaardig nuttigen van uw Lichaam en Bloed,

Van alle ketterij, dwaling en onsreloovigheid lt; des harten, quot; t

Van alle oneerbiedigheid en misbruik van ° dit heilig Sacrament, 2

\\an alle zwakheden en zonden , die do * vruchten van dit H. Sacrament vermin- ^ deren en beletten, S

Door de onschatbare liefde, waarmede Gij

dit H. Sacrament hebt ingesteld.

Door uw dierbaar Bloed, dat Gij\' ons op het altaar hebt nagelaten,

^ Wij zondaars, wij bidden U, verhoor ons. I Dat het U believe, het geloof, den eerbied en de begeerte tot dit wonderbaar Sacrament in

-ocr page 63-

47

ons te vermeerderen en te bewaren, wij bidden U, verhoor ons.

I)at het U believe, ons, door eene ware belijdenis onzer zonden, tot het dikwijls nuttigen dezer geestelijke spijs te bereiden , Dat het U believe, ons mildelijk deelachtig ^ te maken aan al de geestelijke vruchten ^ van dit heilig Sacrament, 5^

Dat wii door het nuttigen van uw 11. Li- c-

. . . T-r ^

chaam en Bloed mogen blijven in L en -Gij in ons, £3

Dat wij ü mogen navolgen in ootmoedig-heid, zachtmoedigheid en in alle andere rL deugden, g

Dat wij, alle boosheid en wereldsche genegen- ^ heden verlatende, altijd in matigheid, recht- = vaardigheid en godsvrucht mogen leven, Dat het U believe, ons in het uur des doods met deze hetnelsche spijs te versterken en te beschermen.

Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, spaar ons. Heer.

Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, verhoor ons, lieer.

Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, ontferm U onzer.

Christus, hoor ons.

Christus, verhoor ons.

Heer, ontferm U onzer.

Onze Vader. enz.

-ocr page 64-

48

Heer, verhoor mijn gebed.

En mijn geroep kome tot U. Jesus

ge

Laat ons bidden, Jesu;

O God, die ons onder dit wonderbaar Sacra- w: ment de gedachtenis van uw lijden hebt nage- ^esu, laten: wij bidden U, geef dat wij de heilige vc geheimen van uw Lichaam en Bloed zóó eer- ^esu biedig eeren, dat wij de vrucht van uwe verlossing u gedurig in ons mogen gevoelen. Die met den ^esu Vader, in de eenheid des H. Geestes, leeft en ^esu heersciil, God, in alle eeuwen der eeuwen. Amen. ^

■ Jesi d

Jesi

op het lijden van christus. v

Heer, ontferm ü onzer. ^ I t ^

Christus, ontferm U onzer. es

Heer, ontferm Ü onzer.

Christus, hoor ons.

Christus, verhoor ons.

God, hemelsche Vader, ontferm U onzer.

God, Zoon, Verlosser der wereld, c

God, Heilige Geest,

Heilige Drievuldigheid, één God,

Jesus, Zoon van den levenden God, 5

Jesus, die voor ons zijt mensch gevvorden, cj Jesus, die 33 jaren op aarde geleefd hebt, o Jesus, die voor onze zaligheid het bitterste g lijden hebt doorstaan,

LITANIE.

-ocr page 65-

49

Jesus, die naar den hof van Olijven zijt gegaan,

Jesus, wiens ziel tot stervens toe bedroefd was,

Jesus, wiens bloedig zweet de aarde bevochtigde,

Jesus, die bereidvaardig U aan den wil van uwen hemelschen Vader onderworpen hebt, Jesus, die door een kus verraden zijt, Jesus, die wreedelijk gebonden en gevangen

werdt weggevoerd,

Jesus, die in de gerechtszaal bespot, geblinddoekt en in het aangezicht geslagen zijt, Jesus, die, getuigende dat Gij Gods Zoon waart, als een godslasteraar werdt ter dood veroordeeld,

Jesus, door Petrus driemaal verloochend, Jesus, die als een boosdoener aan Pilatus

werdt overgeleverd,

Jesus, die naar Herodes gebracht, endoor

hem en zijn hof bespot werdt,

Jesus, die achter Barabbas zijt gesteld, Jesus, die wreedelijk gegeeseld zijt,

Jesus, met scherpe doornen gekroond, Jesus, die, met een spotmantel omhangen en een rietstok in de hand, als koning bespot werdt,

Jesus, door Pilatus lafhartig ter dood veroordeeld,

Jesus, die zelf uw kruis moest dragen,

-ocr page 66-

50

Jesus, wiens schouder door het kruis zoo

pijnlijk gewond werd,

Jesus, tot driemaal onder uw kruister aarde gevallen,

Jesus, wien de kleederen van het verwonde

lichaam werden gescheurd,

Jesus, wiens ledematen op het kruis werden uitgerekt,

Jesus, wien men gal te drinken gaf,

Jesus, die aan het kruis werdt vastgenageld, Jesus, die drie uren levend aan het kruis

gehangen hebt,

Jesus, liangende tusschen twee moordenaars, Jesus, die, aan het kruis hangende, gehoond

en bespot werdt.

Jesus, die voor uwe vijanden gebeden, en den rouwhebbenden moordenaar vergeven hebt, Jesus, die, aan het kruis hangende, als door

God verlaten waart,

Jesus, die aan het kruis een brandenden dorst geleden hebt, en met edik gelaafd werdt,

Jesus, die al wat van U geschreven was

hebt volbracht,

Jesas, die het hoofd buigende, vrijwillig voor

ons gestorven zijt,

Jesus, wiens zijde met een lans werd doorstoken,

Jesus, uit wiens zijde water en bloed gevloeid is,

-ocr page 67-

51

1

Jesus, die van het kruis afgenomen en in een

nieuw graf begraven zijt, ontferm U onzer. Wees genadig, spaar ons, Jesus.

Wees genadig, verhoor ons, Jesus.

Van alle kwaad, verlos ons, Jesus.

Van een haastigen en ongelukkigen dood,

Door de smarten die Gij in geheel uw lichaam

verduurd hebt.

Door de pijn, die Gij geleden hebt in uw H. Hart,

Door uwe gebeden en tranen, g

IDoor al de druppelen van uw goddelijk Bloed, g-Door uw geduld, en uwe ootmoedigheid, ^ Door de liefde van uw allerbeminnelijkst g Hart,

Door de liefde, waarmede Gij voor de zon- g daars gebeden hebt, S

Door de liefde, waarmede Gij al de pijnen

en folteringen geleden hebt.

Door de volmaakte gehoorzaamheid die Gij, in al uw lijden, aan uwen hemelschen Vader betoond hebt.

Wij zondaars, wij bidden U, verhoor ons. Dat Gij ons de vruchten van uw lijden wilt me-

dedeelen, wij bidden U, verhoor ons.

Dat wij al ons betrouwen altijd stellen op uw

I lijden en kruis, wij bidden U, verhoor ons. Dat uw heilig lijden ons leere, hoe zwaar en schrikkelijk de zonde is, wij bidden U, verhoor on.«

-ocr page 68-

52

Dat wij door uw kruis de bekoringen van S duivel, wereld en vleesch mogen over-winnen, £.

Dat wij, bij kruis en lijden, altijd geduldig 2 mogen zijn en onderworpen aan Gods c heiligen wil, %

Dat het kruis, in ons stervensuur, ons tot %■ troost zij, §

Dat wij met U, door het kruis, tot de glorie ^ mogen komen, =

Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, spaar ons, Jesus.

Lam Gods, dat wegneemt de zouden der wereld, verhoor ons, Jesus.

Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, ontferm U onzer, Jesus.

Christus, hoor ons.

Christus, verhoor ons.

Heer, ontferm U onzer.

Onze Vader, enz.

Heer, verhoor mijn gebed.

En mijn geroep kome tot ü.

Laat ons bidden.

Almachtige, eeuwige God, die onzen Zaligmaker het vleesch hebt doen aannemen, en den dood des kruises doen lijden, opdat de mensch het voorbeeld van zijne ootmoedigheid zou na-volgen; geef genadiglijk, dat wij leven naar de lessen zijner lijdzaamheid, en deel verkrijgen in

-ocr page 69-

53

zijne Verrijzenis. Door denzelfden Christus, onzen Heer. Amen.

y. Wij aanbidden U, Christus, en loven U. ijt. Omdat Gij door uw kruis de wereld hebt verlost.

Laat ons bidden.

O Jesus, God van liefde, zie, in den geest kniel ik neder aan den voet van het kruis, waarop Gij gestorven zijt, en bid ü, door de eindelooze liefde, die Gij door uwen kruisdood aan het menschdom bewezen hebt, medelijden te hebben met mijne ziel, als zij van deze wereld zal scheiden. Amen.

LITANIE

VAN 1IJSÏ H. HAllï VAN JESUS.

Heer, ontferm U onzer.

Christus, ontferm U onzer.

Heer, ontferm U onzer.

Christus, hoor ons.

Christus, verhoor ons.

God, hemelsche Vader, ontferm U onzer. God, Zoon, Verlosser der wereld,

God, Heilige Geest, ^

Heilige Drievuldigheid, één God, S

Hart van Jesus, zelfstandig vereenigd met ^ het Woord Gods, g

Hart van Jesus, heiligdom der Godheid, S

-ocr page 70-

54

g eigen en waardige woonplaats van den o Heiligen Geest,

c tempel der allerheiligste Drievuldigheid, gt; glorie en vreugd der Engelen,

quot;g oneindig in majesteit,

ffl voorwerp van alle liefde,

Allerootmoedigst Hart van Jesus, Allerminnelijkst Hart van Jesus,

Hart van Jesus, vol van zegen en genade, genoegen van hemel en aarde,

licht van geheel de wereld,

sterkte tegen alle onze vijanden,

bron van alle rechtvaardigheid, g.

vol van goedheid en barmhartigheid, g5 vol van medelijden en teederheid, 5

g oneindig beminnend en oneindig be- cr! £ minnenswaardig, o

^ woonstede aller deugden, ^

5 allen lof en eer waardig,

^ aan wien alle aanbidding toekomt,

afgrond van alle hemelsche gaven, ^ springbron ten eeuwigen leven,

verzoening onzer zonden,

troost van alle bedrukte harten,

hoop van die in U sterven,

ons leven en onze verrijzenis,

toevlucht van alle zondaren,

met bitterheid voor ons vervuld, met versmaadheden verzadigd,

om onze boosheden doorwond,

-ocr page 71-

55

Hart van Jesus, voor ons aan het kruis ee- o

I\' \' op

storven, g;

Hart van Jesus, met een lans doorstoken, g Hart van Jesus, nu nog door ondankbaren ^ verscheurd, o

Hart van Jesus, levende, heilige en Gode § welbehagelijke offerande, quot;■

Lain Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, spaar ons, Jesus.

Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, verhoor ons, Jesus.

Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, ontferm U onzer.

Christus, hoor ons.

Christus, verhoor ons.

v. Hart van Jesus, brandende van liefde voor ons.

E. Ontvlam in ons hart eene brandende liefde voor U.

Laat ons bidden.

Heere Jesus, die de onbegrijpelijke rijkdommen van uw allerheiligst Hart aan de gelukzalige maagd Margaretha op wonderbare wijze veropenbaard en aan uw Kerk hebt kenbaar gemaakt: verleen ons, dat wij aan de liefde van dit allerheiligste Hart mogen beantwoorden, en dat wij, door waardige dienstbewijzen, vergoeden mogen de verongelijkingen die dat zelfde bedrukte Hart van de ondankbare menschen [ worden aangedaan.

-ocr page 72-

56

Maak, o Heer, dat wij door de verdiensten uwer dienares Margaretha, en naar haar voorbeeld, U in alles en boven alles beminnen, en aldus waardig worden bevonden om altijd in uw Hart te wonen. Die met den Vader, in de eenheid des H. Geestes, leeft en heerscht, God, in alle eeuwen der eeuwen. Amen.

AKTE VAN TOEWIJDING AAN HET H. HA11T,

O beminnelijke Jesus, om ü mijne dankbaarheid te betuigen en mijne ongetrouwheden te herstellen, schenk ik U mijn hart; ik wijd mij geheel aan U toe, en neem mij voor, met de hulp uwer genade, ü nimmer meer te vergrammen.

AKTE VAN EEIIEBOETE.

O aanbiddelijk Hart van mijnen goddelijken Zaligmaker, van droefheid doordrongen werp ik mij voor U neder, om U vergeving te vragen en eereboete te brengen voor de beleedi-gingen die U dagelijks worden aangedaan, en waaraan Gij op bijzondere wijze blootgesteld zijt in het Sacrament uwer liefde. Ik smeek U om genade en vergiffenis voor zoo vele ongelukkige zondaars, die U onophoudelijk vergrammen ; voor zoo vele\' ketters en goddeloozen, die U miskennen en lasteren; voor zoo vele christenen, die U onteeren door hunne heilig-schennende Communiën, die U bedroeven door hunne oneerbiedigheid in de kerk, door hunne

-ocr page 73-

57

onverschilligheid en lafhartigheid. Ik vraag U ook vergiffenis voor mijzelven : vergeef mij, lieve

IJesus, al de ongetrouwheden, de ondankbaarheid en oneerbiedigheid en traagheid waardoor ik uw H. Hart heb bedroefd. Gedenk dat uw liefdevol Hart, zuchtend onder het gewicht mijner zonden, daarover tot den dood toe is bedroefd geweest; gedoog niet dat uw lijden en uw Bloed vruchteloos voor mij zijn. O Jesus verander mijn boos hart in mij, en schenk mij een hart zuiver en vlekkeloos, vol afkeer van de zonde en vol liefde tot U, Ik wil voortaan door mijne ingetogenheid in de kerk, door veelvuldig bezoek van het H. Sacrament, door ijver in \'t ontvangen der H. Communie en door godvruchtig bijwonen der H. Mis de beleedigin-gen herstellen die ik U heb aangedaan, alsook de oneerbiedigheden en heiligschennissen, tegen U de gansche wereld door bedreven. Maar opdat mijne hulde U welgevalliger zij, vereenig ik haar met die welke de zalige Geesten bij uwe tabernakels in onze tempels U brengen. Verhoor de smeekingen, aanvaard de hulde van een hart, dat tot U wederkeert, o mijn God, met het voornemen U alleen te beminnen en in alles naar uwe liefde en tot uwe glorie te handelen.Jesus, al de ongetrouwheden, de ondankbaarheid en oneerbiedigheid en traagheid waardoor ik uw H. Hart heb bedroefd. Gedenk dat uw liefdevol Hart, zuchtend onder het gewicht mijner zonden, daarover tot den dood toe is bedroefd geweest; gedoog niet dat uw lijden en uw Bloed vruchteloos voor mij zijn. O Jesus verander mijn boos hart in mij, en schenk mij een hart zuiver en vlekkeloos, vol afkeer van de zonde en vol liefde tot U, Ik wil voortaan door mijne ingetogenheid in de kerk, door veelvuldig bezoek van het H. Sacrament, door ijver in \'t ontvangen der H. Communie en door godvruchtig bijwonen der H. Mis de beleedigin-gen herstellen die ik U heb aangedaan, alsook de oneerbiedigheden en heiligschennissen, tegen U de gansche wereld door bedreven. Maar opdat mijne hulde U welgevalliger zij, vereenig ik haar met die welke de zalige Geesten bij uwe tabernakels in onze tempels U brengen. Verhoor de smeekingen, aanvaard de hulde van een hart, dat tot U wederkeert, o mijn God, met het voornemen U alleen te beminnen en in alles naar uwe liefde en tot uwe glorie te handelen.

Jesus zachtmoedig en ootmoedig van harte, maak mijn hart gelijkvormig aan het uwe.

(300 dagen aflaat. Pius IX 25 Jan. 1868.)

4

-ocr page 74-

58

LITANIE

TOT DE H, MAAGD MARIA,

Kyrie eleïson.

Christe eleïson.

Kyrie eleïson.

Christe, audi nos.

Christe, exaudi nos.

Pater de eoelis, Deus, miserere nobis.

Fili, Redemptormundi, Deus,

miserere nobis.

Spiritus sancte, Deus, miserere nobis.

Sancta Trinitas, unus Deus,

miserere nobis,

Saneta Maria, ora pro nobis. Saneta Dei Genitrix,

Sancta Virgo virginum. Mater Christi,

Mater divinae gratiae,

Mater purissima.

Mater eastissima,

Mater inviolata, o

Mater intemerata, 50

Mater amabilis, ^

Mater admirabilis.

Mater Creatoris, :

Mater Salvatoris, sr

Virgo prndentissima,

Virgo veneranda,

Virgo praedicanda,

Virgo potens,

Virgo clemens,

Virgo fidelis.

Speculum justitiae.

Heer, ontferm U onzer. Christus, ontferm U onzer. Heer, ontferm U onzer. Christus, hoor ons. Christus, verhoor ons. God, hemelsche Vader, ontferm U onzer. God, Zoon, Verlosser der wereld, ontferm U onzer. God, Heilige Geest, ontferm

U onzer.

Heilige Drievuldigheid , een

God, ontferm IJ onzer. Heilige Maria, bid voor ons. Heilige Moeder Gods, H. Maagd der maagden Moeder van Christus, Moeder der goddelijke

genade,

Allerreinste Moeder, Allerzuiverste Moeder, Ongeschondene Moeder, Onbevlekte Moeder, EI Beminnelijke Moeder, lt; Wonderbare Moeder, o Moeder des Scheppers, o Moeder des Zaligmakers, ^ Allervoorzichtigste Maagd, * Eerwaardige Maagd, Lofwaardige Maagd, Machtige Maagd, Goedertierene Maagd, Getrouwe Maagd,

Spiegel d. rechtvaardigheid,


-ocr page 75-

59

T

1 Sedes sapientiae,

Causa nostrae lactitiae,

IVas spirituale,Vas spirituale,

Vas honorabile,

Vas insigne devotionis,

, Rosa mystica,

J Turris Davidica,

Turris eburnea,

Domus aurea,

Foederis area.

Janna coeli, S

Stella matutina, ^

Salus infirmorum, o

Refugiura peccatorum, 3 Consolatrix afflictorum, Auxilium Christianorum, ™ j Regiua angelorurn,

Regina patriarcharum, Regina prophetarura,

Regina apostolonim,

Regiua raartyrum,

Regina confessorum,

Regina virginum,

Regina sanctorum omnium, Regina sine labe con-eepta,

Agnus Dei, qui tollis peccata

mundi,

paree nobis, Domino.

Agnus Dei, qui tollis peccata

mundi,

exaudi nos, Domine.

Agnus Dei, qui tollis peccata

mundi,

miserere nobis.

Christe, audi nos.

Christe, exaudi nos.

Zetel der wijsheid.

Oorzaak onzer blijdschap. Geestelijk vat,

Eerwaardig vat.

Uitmuntend vat van godsvrucht.

Geheimzinnige roos,

Toren van David,

Ivoren toren.

Gulden huis,

Ark des verbonds.

Deur des hemels, ^

Morgeuster, lt;

Behoud der kranken, o Toevlucht der zondaren. Troost der bedrukten, = Hulp der Christenen, Koningin der engelen. Koningin der aartsvaders. Koningin der profeten. Koningin der apostelen, Koningin der martelaren, Koningin der belijders. Koningin der maagden. Koningin van alle heiligen, Kouingiu zonder vlek

ontvangen,

Lam Gods, dat wegneemt do

zonden der wereld,

spaar ons Heer.

Lam Gods, dat wegneemt do

zonden der wereld, verhoor ons Heer. Lam Gods, dat wegneemt de

zonden der wereld, ontferm TJ ouzer.

Christus, hoor ons.

Christus, verhoor ons.


_

-ocr page 76-

60

Sub taum praesidium con-fugimus, sancta DeiGenitrix, nostras deprecationes ne de-spicias in necessitatibus nos-tris, sed a periculis cunctis libera nos semper, Virgo glo-riosa et benedieta, Domiua nostra, Mediatrix nostra, Ad-vocata nostra, tno Filio nos reconcilia, tuo Filio noscom-menda, tuo Filio nos reprae-senta.

v. Ora pro nobis sancta Dei Genitrix.

R. Utdigniefficiamur pro-missionibus Christi.

O r em u s.

Concede nos faraulos tuos, quaesumus Domine Deus, perpétua mentis et corporis sanitate gaudere: et gloriosa ueatae Mariae semper Virginia intercessione, a praesenti liberari tristitia, et aeterna perfrui laetitia. Per Christum Dominum nostrum. Amen.

Onder uwe bescherming nemen wij onze toevlucht. Heilige Moeder Gods, verstoot onze gebeden niet in onzen nood, maar verlos ons altijd van alle gevaren, o glorierijke en gezegende Maagd, onze Vrouwe, onze Middelares, onze Voorspreekster, verzoen ons met uwen Zoon. beveel ons aan uwen Zoon, vertoon ons aan uwen Zoon, v. Bid voor ons, Heilige Moeder Gods.

r. Opdat wij waardig worden de beloften van Christus.

Laat ons bidden. Wij bidden U, Heer God, verleen dat wij uwe dienaren ons in een voortdurenden welstand van geest en lichaam mogen verheugen, eu door de glorierijke voorspraak der zalige Maria, altijd Maagd, van de tegenwoordige droefheid mogen verlost worden en de eeuwige zaligheid genieten. Door Christus, onzen Heer. Amen.


SMEEKBEDEN TOT DE H. MAAGD.

Salve Regincx.

(Dagelijksch gebed voor hen die het Scapulier dragen van O. L. Vr. van den Berg-Karmel.)

Wees gegroet, o Koningin, Moeder van barmhartigheid.

-ocr page 77-

61

Ons leven, onze zoetheid en hoop, weesgegroet.

Tot Ü roepen wij, ballingen, kinderen van Eva,

Tot U verzuchten wij treurend en weenend in dit tranendal

O dan, onze Voorspreekster, sia die uwe barmhartige blikken op ons.

En na deze ballingschap, toon ons Jesus, de gezegende vrucht van uwen schoot.

O goedertierene, o goede, o zoete Maagd Maria.

v. Bid voor ons, Heilige Moeder Gods.

K. Opdat wij waardig worden de beloften van Christus,

Laat ons bidden.

Almachtige, eeuwige God, die het lichaam en de ziel der glorierijke Maagd en Moeder Maria door de medewerking van den Heiligen Geest hebt bereid, om eene waardige woonplaats van uwen Zoon te mogen zijn: geef, dat wij door de liefderijke tusschenkomst van Haar, in wier gedachtenis wij ons verblijden, van het aanstaande kwaad en den eeuwigen dood verlost worden. Door denzelfden Christus, onzen Heer. Amen.

BIJ HET MIRACULEUSE BEELD DER H. MAAGD,

O Allerheiligste Maagd en Moeder Gods, Maria, tot U komen wij, zondaren en zondaressen, onze toevlucht nemen. Onze zonden en zwakheden doen ons huiveren onmiddellijk tot

4*

-ocr page 78-

63

God te gaan. Wij komen derhalve tot U, om voor U ons hart uit te storten, U onze geestelijke en tijdelijke belangen bloot te leggen en uwe machtige voorspraak in te roepen, zoo voor ons zeiven als voor anderen, die ons gebed verzocht hebben. En wij hebben het zoetst, vertrouwen, o Moeder, dat gij ons kinderlijk gebed welwillend zult aanhooren, Wij komen immers van verte, en met veel opoffering, om U op deze gezegende plek te vereeren. Gij weet zulks, en ongetwijfeld ziet gij met een oog van welgevallen ons aan. Wij liggen hier neder-geknield voor uwe Miraculeuse beeltenis, waar duizenden en duizenden vóór ons neerknielden, die uwe hulp inriepen, en door U zijn verhoord geworden; ook wij zullen niet ongetroost van hier gaan.

Allerliefste Moeder! bid voor ons, bij God, den Vader, wiens beminde Dochter gij zijt; bij God, den Zoon, die U niets weigeren kan, daar gij zijne Moeder zijt; bij God, den H, Geest, wiens onbevlekte Bruid gij zijt. Zie vnn uit de hoogte der hemelen goedgunstig op ons neder. Sla geen acht op onze zonden en onvolmaaktheden maar enkel op onze ziels- en lichaamskwalen. Uwe moederliefde tot ons, die uwe kinderen zijn, is zoo groot! En wat gij voor ons vraagt wordt U niet geweigerd. Vraag dan, o Moeder, voor ons: eerstens, dat wij ootmoedig en nederig worden, zooals gij nederig

-ocr page 79-

63

van harte waart; dat ons geloof levendiger, onze hoop vaster en onze liefde tot God, tot uwen Zoon en tot zijn H. Hart vuriger worden, en dat wij meer en meer toenemen in die deugden welke gij zoo volmaakt beoefend hebt. Verwerf ook voor ons, o Maria, geduld en onderwerping aan Gods heiligen wil, wanneer tijdelijke rampen ons tretfen, en maak dat wij de kwellingen van dit leven zoo dragen dat wij daardoor het eeuwig geluk waardig worden. In het volste vertrouwen vraag ik L\' ook, o Moeder, om troost, hulp, bijstand, bescherming, verlossing, gelukkig uitkomst, in deze znak vooral...; ik vraag het ü voor mijzelven, en mede voor hen die mijn gebed verzocht hebben....

Ach, gij //Consolatrix afflietorum — Troos-

I teres der bedrukten,quot; wend uw aanschijn niet van ons af, maar aanhoor onze smeekingen en verhoor ze. Dat uw teeder moederhart daartoe bewogen worde om de blijdschap die gij hebt ondervonden, bij de Boodschap des Engels, bij het Bezoek bij Elisabeth, bij de Opdracht en de Vinding van Jesus in den tempel. Verblijd ons bedrukt hart en verhoor onze gebeden, om de vertroosting die gij hebt mogen smaken bij de glorierijke Verrijzenis en wondervolle Hemelvaart uws Zoons, bij de Nederdnling des H. Gees-tes, en bij uwe Opnemingen luisterrijke Kroning in den hemel. Wil ons niet ongetroost van hier laten gaan: bid voor ons en help ons. Weer teres der bedrukten,quot; wend uw aanschijn niet van ons af, maar aanhoor onze smeekingen en verhoor ze. Dat uw teeder moederhart daartoe bewogen worde om de blijdschap die gij hebt ondervonden, bij de Boodschap des Engels, bij het Bezoek bij Elisabeth, bij de Opdracht en de Vinding van Jesus in den tempel. Verblijd ons bedrukt hart en verhoor onze gebeden, om de vertroosting die gij hebt mogen smaken bij de glorierijke Verrijzenis en wondervolle Hemelvaart uws Zoons, bij de Nederdnling des H. Gees-tes, en bij uwe Opnemingen luisterrijke Kroning in den hemel. Wil ons niet ongetroost van hier laten gaan: bid voor ons en help ons. Weer

-ocr page 80-

64.

van ons, door uwe machtige voorspraak bij God, alles af wat ons naar ziel en lichaam zou kunnen schaden, en verkrijg voor ons de genade van volharding in het goede ten einde toe; opdat wij eens het geluk hebben ons, in uw gezelschap, eeuwig in de aanschouwing en het bezit van God te verheugen. Amen.

VOOR EENE GELUKKIGE VEELOSSING.

Heilige Maagd en Moeder Gods, Maria, die door eene wonderbare genade en weldaad, zonder verlies uwer zuiverheid, en zonder smarten uwen allerliefsten Zoon ontvangen en gebaard hebt, ik, arme zondares, bid U ootmoediglijk: wil mij de genade verwerven, dat de ontvan-gene vrucht mijns lichaams, na gelukkige geboorte het H. Doopsel moge ontvangen, en dat wij te zamen, na dit aardsche leven tot het eeuwig leven en de aanschouwing van Gods aanschijn mogen geraken. Amen.

VERZUCHTINGEN TOT MARIA, OJI HARE ZEVEN VREUGDEN.

1. O Maria, om de vreugde die uw hart vervulde, toen de Engel des Heeren U boodschapte, dat gij door de allerheiligste Drievuldigheid waart verkoren, om de Moeder te zijn van den eeuwenlang verwachten Verlosser; om die vreugde, bidden wij U, wil door uwe voorbede ons verwerven, dat wij die blijde uitver-

-ocr page 81-

65

kiezing dikwijls godvruchtig gedenken, en ter bevordering van ons heil wel beseffen, hoezeer de God van ontferming en liefde de verlossing onzer zielen heeft gewild, en hoe hoog wij daarom onze onsterfelijke ziel moeten schatten.

Wees (j eg roet.

2. O Maria, om de zoete vertroosting, welke uw hart vervulde, toen gij zonder smarten uwen Zoon baardet; wij bidden U, verwerf ons door uwe voorspraak, dat wij nooit vergeten, welk een oneindigen schat van genaden wij ann de geboorte van uwen goddelijken Zoon te danken hebben, en hoezeer wij verplicht zijn, daarvan een erkentelijk en waardig gebruik te maken.

Wees gegroet.

3. O Maria, om de vreugde, welke gij smaak-tet, toen de Oostersche Wijzen aan uwen Zoon wierook, goud en mirre offerden, en daarmede zijne godheid, zijn koningschap en zijne mensch-heid beleden; wij bidden U, verkrijg voor ons door uw gebed, dat wij, naar het voorbeeld der Oostersche Wijzen, Jesus, uwen Zoon, in ootmoedigheid des harten verheerlijken, en aan Hem ons verstand, ons geheugen en onzen wil ten offer brengen: opdat wij in geloof, hoop en liefde niet verzwakken, maar altijd toenemen.

Wees gegroet.

4. O Maria, om de overgroote blijdschap, welke U doorstroomde, toen gij uwen twaalfjarigen Zoon wedervondt in den tempel in het

-ocr page 82-

66

midden der leeraren; wij bidden U, verzoek voor ons de genade, dat, mochten wij het ongeluk hebben door zonden Jesus, uwen Zoon, te verliezen, wij ons dan haasten, Hem te zoeken en door oprechte boetvaardigheid weder te vinden. IFees gegroet.

5. O Maria, om de onbegrijpelijke vreugde, waarvan gij overstelpt werdt, toen uw beminde Zoon, van den dood verrezen, zich aan ü vertoonde; wij bidden ü, wil door uwe voorbede ons de genade verwerven, dat wij altijd vurig verlangen, uwen goddelijken Zoon te zien, en verdienen mogen, tot dat einde op den jong-stendag zalig te verrijzen. Wees gegroet.

6. O Maria, om de overgroote vreugde, welke uw hart vervulde, toen gij Jesus, uwen Zoon, door eigen kracht zaagt ten hemel klimmen; wij bidden Ü, wil ons de genade verwerven van zóu te leven, dat wij eenmaal waardig bevonden worden, bezit te gaan nemen van de plaats, welke Hij ons bereid heeft, en daar te genieten wat geen oog gezien, geen oor gehoord heeft, noch in het hart van den mensch ooit is opgekomen. Wees gegroet.

7. O Maria om de vreugde, waarmede gij vervuld werdt, toen de H. Geest in de gedaante van vurige tongen over de leerlingen uws Zoons nederdaalde; wij bidden U, verkrijg voor ons de genade, dat ook wij met de gaven van den Vertrooster verrijkt, en bestraald worden door

-ocr page 83-

67

\'

zijn licht, opdat wij den weg, ons door Jesus getoond, getrouw bewandelen, en ten einde toe volharden mogen, l^\'ees yegroel.

LITANIE

IVAN O. L. VK. VAN HET H. HART VAN JESUS.

Heer, ontferm U onzer.

Christus, ontferm U onzer.

Heer, ontferm U onzer.

Christus, hoor ons.

Christus, verhoor ons.

God, heinelsche Vader, ontferm U onzer. God, Zoon, Verlosser der wereld, ontferm U onzer.

God, Heilige Geest, ontferm U onzer.

Heilige Drievuldigheid, één God, ontferm U onzer.

Heilige Maria, bid voor ons. Onze-Lieve-Vrouw van het Heilig Hart, -gquot; Koningin des vredes en der gaedertieren-^ hcid,

. uitdeelster van Gods gaven, ^

veroveraarster der harten, SI

Moeder der barmhartigheid, g

= Moeder der goddelijke genade, 3

^ zoet geschenk des Hemels, o

opperste Weldoenster, i®

j onvergelijkelijke Schatmeesteres, C doorluchtige Middelares,

-ocr page 84-

68

zekere hulp in alle gevaren,

hoop en bijstand der hopeloozen, Moeder der weezen en verlutenen, gij, wie de geslachlen zegenen, gij, wier lieflijkheid de zoetheid van

honing overtreft,

-

^ gij, wier gebeden bij den Almachtige s J2 alles vermogen, lt;

S gezegende aarde, die de vrucht des levens \' ^ hebt voortgebracht, §

gt; onbevlekte lelie, welker geuren het heelal • t4 vervullen,

O geheimzinnige bron,

veilige schuilplaats tegen de gevaren

der wereld,

zuiverste en beminnelijkste der schepselen, Dat het U behage onze lofzangen aan te nemen en onze smeekingen te verhooren, O. L. Vr. van het H. Hart.

Dat de hemelen U eeren, C

Dat de aarde uwe weldaden verkondige, 1 Dat de jeusjd onder uw maagdelijken mantel schuile,

Dat de moeders U hare familie toevertrouwen. Dat de sn\'ijsaards U aanroepen en zegenen, Verkrijg de bekeering der verhardste zondaars. Vraag de vermorzeling onzer harten,

Verwerf ons tranen van berouw,

Wees onze wapenrusting als Satan ons belaagt.

-ocr page 85-

69

Dat het ü behage ons in \'t heiligen van ons

leed behulpzaam te wezen,

Dat het U behage Gods zegen over onze

werkzaamheden af te smeeken,

Dat het U behage ons onder uwe bescherming te bewaren,

Laat Ü bewegen door onze wonden, gevaren en kwalen.

Dat uwe liefde ons uwe armen ten toevluchtsoord moge openen,

Dat uwe meewarigheid ons helpe onze fouten O te verbeteren, tquot;1

Dat uwe teederheid ons nimmer moge verlaten, ^ Dat uwe nederigheid over onzen hoogmoed

o O lt;3

moge zegepralen, §

Dat uwe liefde ons tot het Hart van Jesus ^

moge geleiden,

Dat uw gebed ons in ons laatste uur moge • bijstaan,

Dat uwe verdediging ons voor Gods rechter- 5-

stoel moge beschermen,

Be waar door uwe tusschenkomst den Paus-Koning,

Verkrijg, dat het ware geloof in ons vaderland steeds bloeie.

Verkrijg, dat de Bisschoppen en de geestelijkheid op den weg der heiligheid bestierd worden.

Bescherm de wereld tegen de pogingen der goddeloosheid.

-ocr page 86-

70

Breng door uwe voorspraak de ketters en scheurmakers terug tot de Kerk van Christus, O.L.Vr, van het H. Hart.

quot;Verwerf, dat het licht des Evangelies schittere voor de oogen der ongeloovigeu, O.L.Vr. van het H. Hart.

Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld,

spaar ons, Heer.

Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld,

verhoor ons. Heer.

Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld,

ontferm U onzer.

Christus, hoor ons.

Christus, verhoor ons.

Heer, ontferm U onzer.

Christus, ontferm IJ onzer.

Heer, ontferm ü onzer.

v. Bid voor ons, vermogende en onverwinlijke Vrouwe van het H. Hart,

e. Opdat wij door U, verhevene Hoop der hopeloozen, mogen waardig worden de beloften van Jesus Christus, uwen Zoon.

Laat ons bidden.

O God, die, om de zegepraal uwer barmhartigheid en het heil onzer zielen, aan Maria, de onbevlekte Maagd, den grootsten invloed hebt willen geven op het Hart van Jesus: verleen ons, door hare gebeden en tusschenkomst, de genade in uwe heilige liefde te leven en te ster-

-ocr page 87-

71

ven. Wij vragen het Ü, door denzelfden Jesus i Christus, onzen Heer. Amen,

HET //MEMORARE VAN O. L. VROUW VAN HET H. HART,

100 dagen aflaat (PiusIX, 13 Junij 1870.)

Gedenk, Onze-Lieve-Vrouw van het Heilig Hart, den onweerstaanbaren invloed, dien gij bezit op het Hart van uwen aanbiddelijken Zoon. Vol vertrouwen op uwe verdiensten komen wij uwe bescherming afsmeeken, liefderijke Moeder van Jesus, die de onuitputbare bron van alle genade is, welke gij naar welgevallen kunt openen, om er over \'t menschdom te doen uit-stroomen de schatten van liefde en barmhartigheid , van licht en zaligheid, die er in zijn opgesloten. Verleen ons, smeeken wij U, de gunsten die wij verzoeken. Neen, wij zullen niet afge wezen worden, en, omdat gij onze Moeder zijt, Onze-Lieve-Vrouw van het li. Hart, neem onze gebeden gunstig op, en gelief ze te ver-hooren. Amen.

LITANIE

DER ONBEVLEKTE ONTVANGENIS.

Heer, ontferm U onzer,

Christus, ontferm II onzer.

Heer, ontferm U onzer,

Christus, hoor ons.

-ocr page 88-

72

Christus, verhoor ons.

God, hemelsche Vader, ontferm U onzer. God, Zoon, Verlosser der wereld, ontferm C onzer.

God, Heilige Geest, ontferm U onzer. H. Drievuldigheid, één God, ontferm U onzer. 11, Maria, bid voor ons.

Maria, van af het begin en voor alle eeuwen uitverkoren en voorbereid om de Moeder van Gods eenigen Zoon te worden, Maria, meer dau alle schepselen door God bemind,

Maria, in wie God, door eene geheel buitengewone voorliefde, zijn grootste welbehagen vond,

Maria, onvergelijkelijk boven alle Engelen

en Heiligen verheven , Squot;.

. . f\' ■ Maria, zoo wondervol begiftigd met den lt;

overvloed der hemelsehe gunsteu , dat gij g altijd geheel vrij bleeft van elke zon denvlek, S

Maria, gansch schoon en volmaakt, verrijkt met de volheid van onschuld en heiligheid, Maria, wier heiligheid de grootste is, die men zich beneden God kan voorstellen , en welke niemand, behalve God, begrijpen kan. Maria, die de volslagenste overwinning op

den helschen slang behaald hebt,

Maria, van af den eersten stond uwer Ontvangenis onbevlekt gebleven.

o

-ocr page 89-

73

Maria, door genade en een bijzonder voorrecht , ter wille van de verdiensten van Jesus Christus, vrij bewaard van de smet der erfzonde,

Maria, van het eerste oogenblik uwer schepping af met de genade van den H. Geest toegerust,

Maria, op eene meer wonderbare wijze vrijgekocht, dan alle andere menschen , Maria, die met uwen goddelijken Zoon in diens onverzoenbare vijandschap tegen den duivel hebt gedeeld,

Maria, die met uwen onbesmeurden voet

den kop der helleslang hebt verplet. Gij, de arke van Noë, die zonder letsel aan het algemeen bederf der wereld ontkomen zijt.

Gij, het. braambosch, dat Mozes geheel vlammend zag en tegelijk met groen en bloesem bedekt,

Gij, die gesloten tuin waarin geen bederf

kan binnensluipen,

Gij, het huis wat de eeuwige Wijsheid zich bouwde , versierd met zeven pilaren , het zinnebeeld der zeven gaven van den H. Geest,

Gij, dat onbederfelijk hout, waarde worm

der zonde nooit aan knaagde,

Gij, die altijd heldere bron , door de kracht van den H. Geest verzegeld,

-ocr page 90-

74

Gij, het eigen kunstgewrocht der H. Drievuldigheid,

Gij, die God alleen boven u, en alle schepselen beneden u hebt.

Gij, wier lof door geen tong op aarde noch in den hemel naar waarde kan verkondigd worden,

Gij, de lofspraak der Profeten en Apostelen, Gij, de eer der Martelaren, de vreugde en

kroon van alle Heiligen,

Gij, de zekere schuilplaats en onverwonnen

hulp van allen die in nood zijn. Gij, alvermogende middelares, die de aarde

met uwen Zoon verzoent,

Gij, roem, luister en bolwerk der H. Kerk, Verkrijg voor ons een groot berouw over onze

zonden, O Maria, zonder smet ontvangen. \\ erkrijg voor ons eene ware bekeering, O Verkrijg voor ons de genade van altijd goede S biechten te spreken, 2.

herkrijg voor ons het geluk om in dit leven -aan de goddelijke gerechtigheid voor alle g onze zonden te voldoen,

Verkrijg voor ons de uitstekende gunst van S onze zielen zuiver en zonder smet te was- g schen in het bloed van uwen Zoon, en in 2-de werken eener heilige boetedoening, § \\ erkrijg voor ons eene heldhaftige liefde ? voor de zuiverheid, en een grooten af- cg schrik voor de onzuiverheid, §

Vei

c

He

e

O-

Ve

lt;

O

La

c

co

La

La

Ch

-ocr page 91-

75

Verkrijg voor ons eene steeds toenemende liefde tot God, en een onverzoenbaren haat tegen de zonde, o Maria, zonder smet ontvangen. Help ons, troost ons in al onze noodwendigheden

en smarten, o Maria, zonder smet ontvangen. Verkrijg ons de genade van in Gods liefde te mogen sterven, o Maria, zonder smet ontvangen.

Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, spaar ons, Heer.

Lam Gods, dat wegneemt de zonden der we-

\' O

reld, verhoor, ons. Heer.

Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, ontferm U onzer.

Christus , hoor ons.

Christus, verhoor ons.

Laat ons bidden.

O God, die door de Onbevlekte Ontvangenis der allerheiligste Maagd Maria, voor uwen Zoon eene waardige woonplaats hebt bereid; wij bidden U, die haar uit kracht van den vooruitgezienen dood van uwen zelfden Zoon tegen alle smet hebt behoed, verleen ons door hare voorspraak, dat ook wij rein en onbesmet tot U mogen komen. Door denzelfden Christus, onzen Heer. Amen.

O Maria, zonder vlek ontvangen! bid voor ons, die onze toevlucht tot u nemen.

-ocr page 92-

76

LITANIE

TEll EERE VAN O. L. VB,. VAN LOUK.DES,

Heer, ontferm U onzer.

Christus, ontferm U onzer.

Heer, ontferm ü onzer.

Christus, hoor ons.

Christus, verhoor ons.

God, hemelsche Vader, ontferm U onzer. God, Zoon, Verlosser der wereld, ontferm onzer.

God, Heilige Geest, ontferm U onzer. Heilige Drievuldigheid, één God, ontferm U 0112 Heilige Maria, bid voor ons.

Heilige Moeder Gods,

Heilige Maagd der maagden.

Behoud der kranken.

Toevlucht der zondaren.

Troosteres der bedrukten.

Reine lelie van zuiverheid.

Onbevlekt Ontvangene,

Onbevlekt Ontvangene, die in \'t jaar 1858 achttien maal aan Bernadetta, een veertien jarig meisje, in de grot te Lourdes hebt willen verschijnen,

Onbevlekt Ontvangene, die de eerste maal haar verschenen zijt op Donderdag den II Februari, omstreeks het middaguur, toen zij nabij de grot hout kwam sprokkelen ,

-ocr page 93-

77

die toen, en al de volgende malen, haar verschenen zijt, gekleed in een lang, helder wit gewaad, met hemelsblauwe sjerp om de lendenen, gouden rozen op uwe voeten en een rozenkrans van witte kralen, aan een gulden snoer geregen, in uwe handen,

die het onthutste kind beduiddet dat zij het rozenhoedje, wat zij in de hand had, moest bidden, en zelve het kruis-teeken maaktet,

die onder haar gebed de kralen uws rozenkrans de eene na de andere door uwe vingers liet glijden, en na het laatste //Glorie zij den Vaderquot; uit hare oogen verdweent,

die drie dagen later op dezelfde wijze

U aan Bernardetta vertoondet, die, daar gij toen en later eerst dan aan Bernadetta U vertoondet ais zij begonnen was het rozenhoedje te bidden, en zelve altijd een rozenkrans in de hand hadt, ons duidelijk hebt doen zien dat het rozenkransgebed ü aangenaam is, die bij uwe derde verschijning, op den 18 Februari, door Bernadetta, op aandrang van twee die met haar bij de grot waren, gevraagd werdt, op te willen schrijven, wie gij waart en wat gij begeerdet.

-ocr page 94-

78

die toen tot haar zeidet; vDoe mij het genoegen gedurende veertien dagen hier te komenquot;, en, als zij U dit beloofd had, er bijvoegdet: //En ik beloof u, dat ik u zal gelukkig maken, niet in deze, maar in de andere wereldquot;, die, toen de twee gezellinnen Eeruadetta deden vragen of zij gedurende die 14 dagen haar begeleiden mochten , ant-woorddet: //Zij kunnen met u hier komen, zij en ook nog anderen, ik wensch hier een grooten toeloop te zienquot;, die op al de veertien volgende dagen, den 22 en 26 februari uitgezonderd, door o: Bernadetta in de grot gezien werdt, g die bij uwe zesde verschijning, op Zondag ° den 21 Februari, toen meer dan dui- o zend personen bij de grot waren, een treurigen blik over het aardrijk liet gaan, en Bernadetta bevaalt voor de zondaars te bidden,

die toeliet dat, op dienzelfden Zondag, het onschuldige kind door velen werd bespot, door de politie in verhoor genomen, en door hare ouders belet werd om weer naar de grot te gaan, die den volgenden Maandag haar wel met onweerstaanbare kracht naar de grot dreeft, maar toen U niet. aan het bedrukte kind vertoond hebt,

-ocr page 95-

79

die, toen Bemadetta Dinsdags weder vrij naar de grot mocht gaan, voor de zevende maal haar verschenen zijt, en haar toen een bijzonder geheim meedeeldet, wat zij niet mocht bekend maken, die daarna haar zeidet: //Ga nu naar de Geestelijken der parochie, en zeg hun dat hier eene kapel moet gebouwd worden, en dat men in processie naar hier komen moet,

die glimlachtet toen Bemadetta U den volgenden dag zeide, dat de pastoor van Lourdes een bewijs verlangde en gevraagd had, dat gij den wilden rozelaar, waarop uwe voeten rustten, toen in ïebruari, zoudt doen bloeien, die daarna haar bevolen hebt, voor de zondaars te bidden, en op hare knieën tot achter in de grot te klimmen, die, toen Bernadetta volgens uw bevel naar de grot kwam, driemaal geroepen hebt; //Boetvaardigheid, boetvaardigheid, boetvaardigheidquot;, welke woorden zij, verstaanbaar voor de aanwezigen, U nazeide,

die op denzelfden dag haar nog een tweede geheim hebt willen openbaren, die op den 25 Februari, bij uwe negende verschijning, haar nog een derde blij £reheim meedeeldet. en daarna zeidet:

-ocr page 96-

80

«Ga nu drinken bij de Bron, en er u wasschen, en eet van het gras wat er neven opschietquot;,

die daarop aan Bernadetta, toen zij naar de rivier achter haar wilde gaan, met uwe hand ter rechterzijde in de\' grot den droogen hoek aanweest, waar zij de Bron zoeken moest,

die terwijl het meisje mét hare handen den harden grond krabde, aldaar een o geheimzinnig water uit den grond g deedt opborrelen,

|D die gewild hebt dat, reeds op den vol-^ genden dag, een arm werkman van O Lourdes, die ruim 20 jaren aan eene ^ oogkwaal leed en genoegzaam geheel ^ blind was, bij wassching met dit water Jj wonderdadig genezen werd,

^ die op den laatsten der U dagen, den 4 Maart, toen duizenden bij de grot waren, voor de vijftiende maal aan -Bernadetta wildet verschijnen,

die toen haar gelast hebt, ten derde male den pastoor van Lourdes te gaan zeggen, dat gij bij de grot een heiligdoniTer-\' langdet, en processies zien wildet die, als zij U bad, haar dan te willen zeggen wie gij waart, daarop no^ geen antwoord gaaft,

die, op uw Feestdag van 25 Maart, voor

-ocr page 97-

81

de zestiende maal aan Bernadetta ver-schenen zijt, en toen uw naam hebt villen noemen,

die, als zij tot viermaal U gesmeekt had : //Vrouwe, zeg mij wie gij zijt, hoe gij heetquot;, toen uw rozenkrans op den rechterarm Het glijden, de handen te zamen voudet, en uwe oogen hemelwaarts slaande zeidet: wjk ben de

ONBEVLEKTE ONTVANGENIS, 1)

QJ . .

g die, na het uitspreken dier woorden, terstond uit Bernadetta\'s oogen ver-dweent.

die gewild hebt dat bij de zeventiende ^ verschijning, op den 5 April, de vlam o eener kaars, door Bernadetta vastge-S houden, hare handen raakte, en, door = den wind bewogen, gedurende ruim een kwartier uurs tusschen en om hare vingers speelde, zonder haar eenig leed te doen,

die voor de achttiende en laatste maal verschenen zijt op den avond van den 16 Juli, toen tot Bernadetta niet meer gesproken hebt, maar zeer minzaam haar toelachtet en het hoofd naar haar neigdet alvorens gij uit hare oogen verdweent,

1

Souv l\'Immaculado Counceptioim.

-ocr page 98-

82

die bij al uwe verschijningen alleen door het bevoorrechte kind gezien werdt, maar aan anderen, die gelijktijdig bij de grot waren, uwe tegenwoordigheid deedt gevoelen door den glans die alsdan afstraalde van Bernadetta\'s gelaat, die al de pogingen der Ongeloovigen, om den toeloop van pelgrims tijdens en na de verschijningen tegen te gaan, hebt weten te verijdelen,

die eene kapel verlangdet boven de grot der verschijning, en nu er een heerlijken tempel ziet, door Pius IX tot Basiliek verheven ,

die bij de grot processies zien wildet, en thans door pelgrims uit alle landen te Lourdes vereerd wordt, die immer voort uit de Bron het heilzaam water doet vloeien, wat naar alle oorden der wereld verzonden wordt, die ons de waarheid uwer verschijningen

door wonderen blijft bevestigen, die voor blinden het gezicht, voor dooven het gehoor, voor stommen de spraak, en voor lammen het gebruik hunner ledematen van God afsmeekt,

die aan allen, welke met vertrouwen het water der grot drinken en er zich mede wasschen, de kracht uwer alvermogende voorspraak doet oudervinden,

-ocr page 99-

83

Onze-Lieve-Vrouw van Lourdes, zonder smet

ontvangen, bid voor ons.

Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, spaar ons, Heer.

Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, verhoor ons. Heer.

Lam Gods, dat wegneemt de zonden der ive-

reld, ontferm U onzer.

Christus, hoor ons.

Christus, veriioor ons.

Laat ons bidden.

O Jesus, God van oneindige goedheid, die uwe allerheiligste en Onbevlekt-Ontvangene Moeder op bijzondere wijze te Lourdes wilt vereerd zien, en daarom ook aan hen, die het heilzaam water, daar wonderdadig ontsprongen, godvruchtig gebruiken, uwe genade in ruime mate mededeelt: wij bidden Ü, geef aan ons, en aan allen die haar onder den titel van Onze-Lieve- Vrouw van Lourdefs vereeren, en hare hulp inroepen, al wat ons heilzaam is naar ziel en lichaam, en bovenal de onschatbare genade van U meer en meer lief te hebben; opdat wij, na U op aarde getrouwelijk gediend te hebben, in den hemel met Maria U mogen loven en danken in eeuwigheid. Amen.

Gezegend zij de heilige en Onbevlekte Ontvangenis der allerheiligste Maagd Maria! Amen.

-ocr page 100-

84

MEMORARE.

Gedenk, o goedertierenste Maagd Maria, hoe het nooit is gehoord dat iemand die tot U zijne toevlucht nam, uwen bijstand verzocht, of uwe voorspraak inriep, door U verlaten is. Vol van dit vertrouwen, kom ik tot U, o Maagd der maagden, en zuchtend onder het gewicht mijner zonden, werp ik mij rouwmoedig voor uwe voeten neder. O Moeder van het eeuwige Woord, versmaad mijne gebeden niet, maar neem die goedgunstig aan, en gewaardig U mij te ver-hooren, Amen.

O Maria, zonder vlek ontvangen! bid voor ons, die onze toevlucht tot U nemen. Amen.

LITANIE

DER ZEVEN DROEFHEDEN VAN MARIA.

Heer, ontferm Ü onzer.

Christus, ontferm U onzer.

Heer, ontferm U onzer.

Christus, hoor ons.

Christus, verhoor ons.

God, hemelsche Vader, ontferm U onzer. God, Zoon, Verlosser der wereld, ontferm U onzer.

God, Heilige Geest, ontferm ü onzer. H. Drievuldigheid, één God, ontferm U onzer. Maria, diepbedroefde Moeder, bid voor ons.

-ocr page 101-

85

die te Bethlehem in de herberg geene plaats hebt gevonden , en in een stal uw verblijf hebt moeten nemen, die uwen eerstgeboren Zoon moest neder-

leggen in eene kribbe,

die de pijn der besnijdenis uws Zoons

in uw moederhart hebt gevoeld, die hooren moest dat uw Zoon tot een teeken gesteld was, hetwelk velen zouden tegenspreken,

die van den grijzen Simeon vernomen hebt, dat uw hart met een zwaard van droefheid zou doorgriefd worden, die in den nacht met uw goddelijk Kind

naar Egypte moest vluchten, die uwen verloren Zoon drie dagen moest zoeken, eer gij Hem in den tempel wedervondt,

die vaak treurdet over den haat der Joden tegen uwen Zoon, hunnen Messias, die, na het laatste Avondmaal, van uwen Zoon een droevig afscheid genomen hebt, die uwen Zoon door Judas verraden, en door de Joden zaagt gevangennemen, die vernemen moest, dat uw Zoon als een misdadiger aan het gerecht was overgeleverd,

die gehoord hebt dat uw Zoon als een godslasteraar beschuldigd en ter dood veroordeeld was,

-ocr page 102-

86

die vernomen hebt, dat het H. Aangezicht uws Zoons door kaak- en vuistslagen onteerd werd,

die Jesus aan den heidenschen landvoogd

Pilatus hebt zien overleveren,

die Hem door Herodes en diens hof bespot zaagt,

die uwen Zoon gegeeseld en met doornen

hebt gekroond gezien,

die Barabbas boven uwen Jesus zaagt kiezen,

rS die het onrechtvaardigst doodvonnis tegen o uwen Zoon hebt hooren uitspreken, ^ die uwen met het kruis beladen Zoon

zijt te gemoet gegaan,

g die de gezegende handen en voeten van -o uwen lieven Zoon met folterende nagelen hebt zien doorboren,

die hooren moest hoe uw Zoon, aan

\'t kruis hangend, nog bespot werd, die de laatste woorden uws Zoons van

\'t kruis hebt opgevangen,

die van Hem hooren moest hoe Hij

zich als van God verlaten gevoelde, die Hem hoordet klagen dat Hij dorst had, die uwen Zoon in den doodstrijd zijt

bijgebleven,

die zaagt boe de zijde en het Hart uws

Zoons met een lans doorstoken werd, die \'t ontzielde lichaam van uwen Zoon

-Q

-ocr page 103-

87

in uwen moederlijken schoot ontvangen hebt, a-

Diepbedroefde Moeder, die uwen Zoon zaagt

begraven, en zielsbedroefd het graf verliet, o Maria, spiegel aller bedroefden, S

Maria, bijstand der kranken, 2

Maria, steun der kleintnoedigen, quot;

Maria, toevlucht der zondaren,

Maria, Koningin der Martelaren,

Door het bitter lijden en den dood van uwen

Zoon, help ons, o Maria.

pin de folteringen van uw moederhart, help ^ ons, o Maria.

Spin uwe overgroote droefenis en zielesmart, lt; help ons, o Maria,

gOm uw mateloos zielelijden, help ons, o Maria cOm uw zuchten en geween, help ons, o Maria. ^Door uwe vermogende bescherming, help ons, o Maria.

Wij, zondaren, wij bidden u, verhoor ons. Dat gij ons voor kleinmoedigheid, ongedul-digheid eu overmatige droefheid wilt ^ bewaren, ^

Dat gij ons voor alle gelegenheid en ge- 2 vaar van te zondigen wilt behoeden, cj Dat gij ons voor onboetvaardigheid en ver-

steendheid des harten wilt bewaren,

Dat gij ons voor een onvoorzienen en on- g gelukkigen dood en voor de eeuwige ver- ^ doemenis wilt behoeden,

J____

-ocr page 104-

Dat gij ons, door uwe voorbede, in het ge- g.

loof, de hoop en de liefde wilt bewaren,

Dat gij ons bij uwen Zoon eene volmaakte droefenis en een oprecht berouw over gquot;

onze zonden wilt verwerven, cr;

Dat gij ons, die Ü aanroepen, steeds troost 1-en hulpe wilt verleenen, ÊL

Dat gij ons in het uur des doods wilt g bijstaan, 2

Koningin der Martelaren, 5

Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, spaar ons, Heer.

Lam Gods, dat wegneemt de zonden der we- der 1

reld, verhoor ons, Heer.

Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, ontferm U onzer.

Christus, hoor ons, gedu:

Christus, verhoor ons. staan

T i J n UW Z

Laat ons bidden, dadin

O Koningin der Martelaren, die het zwaard, gave ü door Simeon in den tempel voorspeld, met de grootste smart, doch met geduld en liefde, gedurende al het lijden van uwen Zoon, in uwe ziel gevoeld hebt: wij bidden U, laat dit zwaard ook onze harten doorsteken, opdat wij de onuitsprekelijke smarten uws Zoons, en uwe allergrootste droefheid, in onze zielen mogen gevoelen, om ons daarna met U te verblijden in eeuwigheid. Amen.

-ocr page 105-

89

vereeuing dee zeven smarten van mama\'s moederhart,

God, geef acht op mijne hulp.

Heer, haast U, mij te helpen.

Glorie zij den Vader.

1. Ik heb mededoogen met uwe droefheid, o droevige Moeder Maria, om de smart, welke uw teeder hart verduurde bij het hooren der voorspelling van den grijzen Simeon. Dierbare Moeder, verwerf mij, door uw zoo diepbedroefd hart, de deugd van nederigheid, en de gave der heilige vreeze Gods. Wees gegroet.

2. Ik heb mededoogen met uwen kommer, o diepbedroefde Moeder Maria, om de angsten, welke uw teedergevoelig hart bij uwe vlucht, en gedurende uw verblijf in Egypte, heeft uitgestaan. Geliefde Moeder, verwerf voor mij, door uw zoo beangstigd hart, de deugd van milddadigheid, bijzonder jegens de armen, en de gave der godsvrucht. Wees gegroet.

3. Ik heb mededoogen met uw lijden, o diepbedroefde Moeder Maria, door de bedruktheid, welke uw bekommerd hart bij het verlies van uwen welbeminden Zoon heeft ondervonden. Beminnelijke Moeder, verwerf voor mij, door uw zoo gefolterd hart, de deugd der zuiverheid, en de gave der ware wetenschap.

]Vees gegroet.

■i. Ik heb mededoogen met uwe smarten.

-ocr page 106-

90

o diepbedroefde Moeder Maria, om die verslagenheid , welke uw moederhart gevoelde, toen gij Jesus, met zijn kruis beladen, hebt ontmoet. Geliefde Moeder, verwerf voor mij, door uw minlijk hart, zoo vreeselijk gepijnigd, de deugd van geduld, en de gave der sterkte. Wees gegroet.

5, Ik heb mededoogeu met uwe smarten, o diepbedroefde Moeder Maria, om de marteling, welke uw weenend hart verduurde bij het aanschouwen des doodstrijd? van Jesus, uwen Zoon. Dierbare Moeder, verkrijg voor mij, door uw zoo gemarteld hart, de deugd van matigheid, en de gave der voorzichtigheid.

Weet gegroet.

6. Ik heb mededoogen met uwe smarten, o allerbedroefdste Moeder Maria, om de wonde welke uw hart ontving, toen de scherpe lans Heer, de zijde van Jesus opende en tot zijn allerbe- Chris minlijkst Hart doordrong. Beminde Moeder, Heer, verwerf voor mij, door uw aldus doorboord Chris

Chris God, God, God,

H.

H. \\ Heili;

hart, de deugd van christelijke broederliefde,

en de gave der kennis. Wees gegroet.

7. ik heb mededoogen met uwe smarten, o zielsbedroefde Moeder Maria, om deu weedom,

welke uw allerbeminlijkst hart bij Jesus\' Heilii begrafenis vervulde. Dierbare Moeder, verwerf H. IV voor mij, door uw hart, in zulk eene zee van H. ]\\\' bitterheid gedompeld, de deugd van ijver, en de gave der wijsheid. Wees gegroet.

v.

R.

Chris

Wi en in uwe kome van i Door die i] heers(

-ocr page 107-

91

v. Bid voor ons, allerbedroefdste Maagd. 11 a. Opdat wij waardig worden de beloften van

(Christus.

v Laatonsbidden.

^ Wij bidden U, Heer Jesus Christus, dat ons nu \'■ jen in het uur onzes doods de zalige Maagd Maria, \' uwe Moeder, bij uwe goedertierenheid te hulp kome, zij, door wier allerheiligste ziel in het uur ^ van uw lijden het zwaard van smart is gegaan. 11 Door U, Jesus Christus, Zaligmaker der wereld, r die met den Vader en den H. Geest leeft en heerscht door alle eeuwen der eeuwen. Amen.

LITANIE

VAN DEN H. JOSEPH.

e

s Heer, ontferm U onzer.

Christus, ontferm U onzer.

Heer, ontferm U onzer.

di Christus, hoor ons.

Christus, verhoor ons.

God, hemelsche Vader, ontferm U onzer, o [God, Zoon, Verlosser der wereld, ontferm U onzer. jGod, Heilige Geest, ontferm U onzer. \' Heilige Drievuldigheid, één God, ontferm ü onzer, rf H. Maria, ET

n H. Moeder Gods.

H. Maagd der maagden, §

H. Maria, Joseph\'s bruid, o

Heilige Joseph, bruidegom van Maria, S

L

-ocr page 108-

92

voedstervader vau Jesus,

man naar Gods hart,

getrouwe en wijze dienaar Gods,

bewaarder der zuiverheid van Maria,

medehulp van Maria,

die om Maria met bijzondere genaden

begunstigd zijt,

zoo zuiver in maagdelijkheid,

zoo diep in ootmoedigheid,

zoo vurig in liefde,

zoo hoog in beschouwing,

die door den H. Geest zei ven rechtvaardig zijt verklaard,

die in de goddelijke verborgenheden boven anderen verlicht zijt geweest, die door den Engel in het geheim der

Menschwording zijt onderwezen, die met Maria naar Bethlehem zijt gereisd,

die, in de herberg geene plaats vindende, in een stal zijt gaan vernachten, die waardig was, bij Christus te zijn, toen llij bij zijne geboorte in eene krib gelegd werd,

die, toen Christus besneden werd, zijnen

naam Jesus genoemd hebt,

die met Maria het Kind Jesus in den

tempel hebt opgedragen,

die op het woord des Engels, met Jesus en Maria naar Egypte gevlucht zijt.

-ocr page 109-

93

die, na Herodes\' dood met het Kind en zijne Moeder naar het land van Israël zijt wedergekeerd,

die, toen het Kind Jesus te Jerusalem gebleven was, liet vol droefheid met ^ jf Maria, zijne Moeder, gezocht hebt, •b? die Hem, zittende te midden der leer- g ^ aren, na drie dagen met blijdschap S ~ gevonden hebt, o

^ aan wien de Heer der heeren op aarde ? is onderdanig geweest,

wiens lof in het Evangelie vermeld wordt, man van Maria, uit welke Jesus se-boren is.

Onze voorspreker, hoor ons, H. Joseph.

Onze beschermer, verhoor ons, H. Joseph. In onzen nood, help ons, H. Joseph. —

In al onze benauwdheden, ^

jln het uur van onzen dood, £

Door uwe allerheiligste echtvereeuiging,

Door uwe vaderlijke zorg en teederheid, H Door al uw arbeid en zwoegen, =-i

s O

Door al uwe deugden, %

Door al uwe verdiensten, ^

Wij, die u als beschermer aanroepen, wij bidden u, verhoor ons.

Dat gij Jesus wilt bidden, om vergiffenis onzer zonden te verkrijgen, wij bidden ü, verhoor ons.

Dat gij ons steeds aan Jesus eu Maria wilt

6

-ocr page 110-

94

aanbevelen, wij bidden U, verhoor ons.

Dat gij voor alle maagden en ongehuwden de gaaf van zuiverheid wilt verwerven,

Dat gij voor de gehuwden eene onbevlekte ^ getrouwheid en heilige eendracht wilt ^ verkrijgen, EH

Dat gij alle ouders en overheden in het chris- S telijk opvoeden en bewaken hunner kin- »

deren en onderdanen wilt behulpzaam zijn, c; Dat gij alle gemeentens, die u bijzonder ^ vereeren, wilt begunstigen, 5

Dat gij allen, die op uwe hulp betrouwen, 5

altijd en overal, wilt beschermen,

Dat gij al de geloovigezielen door uwe 2

krachtige voorbede wilt helpen.

Reine Bruidegom van Maria,

Getrouwe Voedstervader van Jesus,

Heilige Joseph, Patroon der H. Kerk,

Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, spaar ons, Heer.

Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, verhoor ons. Heer.

Lam Gods, dat wegneemt de zonden der we- a .erquot; reld, ontferm U onzer. 11

Christus, hoor ons. Amei1

Christus, verhoor ons.

v. Heilige Joseph, vriend van het H. Hart, j-j, bid voor ons, gezin

e. Opdat wij waardig worden de beloften uwe van Christus. fcichtii

diens Moec door door die 1 eenht der e

Hf

getro bestu weg bij. 1 boder besch ik ei reikei

-ocr page 111-

95

Laat ons bidden.

Wij bidden U, o Heer, dat wij door de verdiensten van den Bruidegom uwer allerheiligste Moeder mogen geholpen worden, opdat ons door zijne voorspraak gegeven worde, wat wij ^ door onszelven niet kunnen verkrijgen. Gij g- die leeft en heerscht met den Vader, in de 0 eenheid des li. Geestes, God in de eeuwen

5^ der eeuwen. Amen,

lt;

£= GEBEDEN TOT DEN H. JOSEPH.

8 Smeekgebed.

o Heilige Joseph, die als een goede vader en ? getrouwe leidsman Jesus Christus in zijne jeugd bestuurd hebt, ik bid u, sta ook mij op den weg mijns levens als een getrouwe leidsman bij. Duld niet, dat ik ooit van den weg der ge-,e_ boden Gods afwijke. Wees in tegenspoed mijne bescherming, in droefheid mijn troost, tot dat ,e_ ik eindelijk het land der levenden moge bereiken, waar ik in eeuwigheid, met u, en uwe ,ejjallerheiligste bruid Maria, en met alle Heiligen, mij in Jesus, mijnen God, moge verheugen. Amen.

Gebed van ouders en overheden.

H. Joseph, hoofd van het allerheiligste Huisgezin, ik bid u ootmoedig, dat gij mij door tiwe voorspraak de noodige wijsheid en voor-sichtigheid wilt verwerven om mijn huisgezin

rU

;eii

-ocr page 112-

96

T

christelijk te besturen, en door arbeidzaamheid, godsvrucht en getrouwheid in al mijne plichten, een voorbeeld te wezen voor allen die aan mijn bestuur zijn toevertrouwd; opdat ik God, in al de betrekkingen, waarin zijne quot;Voorzienigheid mij op aarde geplaatst heeft, getrouwelijk dienen en in het gelukzalig leven eeuwig, in uw gezelschap, verheerlijken moge. Amen.

Gebed om een zaligen dood.

Heilige Joseph, gij, die in de armen van uwen Voedsterzoon Jesus, en van uwe allerheiligste bruid Maria, zijt gestorven; kom mij bid ik u, met Jesus en Maria ter hulpe, voornamelijk wanneer de dood mijn leven eindigen zal; en verwerf mij dan, ik smeek het u ootmoedig, de genade en den troost dat ook ik, in de teedere omarming van Jesus en van Maria, mijne ziel aan God moge geven.

In uwe handen beveel ik, bij leven en sterven, mijnen geest, o Jesus! o Maria! o Joseph! Amen.

Voor de keuze van een staat.

O glorierijke H. Joseph, Bruidegom der allerheiligste Maagd en Moeder-Gods Maria, Voedstervader van den Heer der heerlijkheid ; ik bid u ootmoedig, dat gij door uwe voorspraak de verlichting mijns verstands w-ilt verwerven, opdat ik eenen staat moge kiezen waarin ik mijne roeping opvolge, mijnen God en Zaligmaker

-ocr page 113-

97

..

verheerlijke, mijnen evenmensch stichte en mijne \' zaligheid bevordere. Verwerf mij de genade van ^ dit aardsche leven zoo heilig door te brengen, 11 dat ik verdienen moge, in uw gezelschap God quot; eeuwiglijk te verheerlijken. Amen.

j. Na de verkiezing van den ongehuwden staat.

w Maagdelijke echtgenoot der maagdelijke Moeder van het Lam Gods, met ootmoedig vertrouwen op den bijstand van flem die gezegd heeft: //mijne genade is u genoegquot;, heb ik mij voorgenomen, de roeping, die ik tot den maagdelijken staat gevoelde, op te volgen; ondersteun mij bestendig door uwe gebeden, gij, die de bijzondere voorspraak der maagden zijt. Verwerf

Imij de genade, dien heiligen staat zuiver en heilig te beleven ; opdat ik aan mijn voornemen tot mijnen dood toe getrouw blijve, en, na dit 1 aardsche leven in onbesmette zuiverheid te hebben doorgebracht, in de eeuwige heerlijkheid het I Lam moge volgen, waar het ook ga. Amen.

LITANIE

r. VAN DE H. MOEDER ANNA.

\' Heer, ontferm U onzer.

^ Christus, ontferm U onzer.

\'e Heer, ontferm U onzer.

}quot; Christus, hoor ons.

ie Christus, verhoor ons.

6*

-ocr page 114-

98

God, hetnelsche Vader, ontferm U onzer. God, Zoon, Verlosser der wereld, ontferm II onzer.

God, Heilige Geest, ontferm U onzer. 2

H. Drievuldigheid, één God, ontferm U onzer, -H. Maria, bid voor ons.

H. Moeder Gods,

H. Maagd der maagden,

H. Moeder Anna,

H. Anna, Moeder der H. Moeder Gods, Grootmoeder des Zaligmakers,

wortel van Jesse,

vruchtbare boom,

vruchtdragende roede,

van koninklijke afkomst,

vreugd der Engelen, cr

dochter der Aartsvaders,

roem der Profeten, g

c glorie van alle Heiligen, S

vruchtbare wolk, £

. vat vol genade, T

3 spiegel van gehoorzaamheid,

spiegel van geduld,

spiegel van barmhartigheid,

spiegel van godsvrucht,

bolwerk der H. Kerk,

toevlucht der zondaren,

hulp der Christenen,

vertroosting der gehuwden,

moeder der weduwen,

-ocr page 115-

99

leidsvrouw der maagden,

veilige haven der reizigers,

weg der vreemdelingen,

c: genezing der zieken,

3r ^ gezondheid der kwijnenden,

■lt; licht der blinden,

ir tonge der stommen,

^ oor der dooven,

vertroosting der bedrukten,

hulp van allen, die u aanroepen, Lam Gods, dat wegneemt, de zonden

reld, spaar ons. Heer.

Lam Gods, dat wegneemt de zonden

reld, verhoor ons. Heer.

Lam Gods, dat wegneemt de zonden

reld, ontferm U onzer.

Christus, hoor ons.

Christus, verhoor ons.

ji. De Heer heeft de H. Anna bemind. En Hij heeft hare schoonheid liefgehad.

Laat ons bidden.

Almachtige en eeuwige God , die de H. Anna verkoren hebt, om de moeder te wezen van Haar, die uwen ééniggeboren Zoon gebaard heeft; vergun ons, dat wij, door een waren eerbied hare gedachtenis vereerende, door hare verdiensten en voorspraak, tot de glorie des eeuwigen levens mogen toegelaten worden Door Jesus Christus, onzen Heer. Amen.

O ö

der weder weder we-

-ocr page 116-

98

God, hemelsche Vader, ontferm U onzer. God, Zoon, Verlosser der wereld, ontferm U onzer.

God, Heilige Geest, ontferm U onzer.

H. Drievuldigheid, één God, ontferm U onzer.

H. Maria, bid voor ons.

PI. Moeder Gods,

H. Maagd der maagden,

H. Moeder Anna,

H. Anna, Moeder der H. Moeder Gods, Grootmoeder des Zaligmakers,

wortel van Jesse,

vruchtbare boom,

vruchtdragende roede,

van koninklijke afkomst,

vreugd der Engelen, cr

dochter der Aartsvaders, ^

j- roem der Profeten, g

c glorie van alle Heiligen, 3

^ vruchtbare wolk, g

. vat vol genade,

S spiegel van gehoorzaamheid,

spiegel van geduld,

spiegel van barmhartigheid,

spiegel van godsvrucht,

bolwerk der H. Kerk,

toevlucht der zondaren,

hulp der Christenen,

vertroosting der gehuwden,

moeder der weduwen.

-ocr page 117-

99

leidsvrouw der maagden,

veilige haven der reizigers,

weg der vreemdelingen, c-

« genezing der zieken,

S gezondheid der kwijnenden, g

lt;3 licht der blinden, S

tonge der stommen, g

oor der dooven, .M

vertroosting der bedrukten,

hulp van allen, die u aanroepen, Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, spaar ons, Heer.

Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, verhoor ons, Heer.

Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, ontferm U onzer.

Christus, hoor ons.

Christus, verhoor ons.

Sr. De Heer heeft de H. Anna bemind, IK En Hij heeft hare schoonheid liefgehad.

Laat ons bidden.

Almachtige en eeuwige God, die de H. Anna verkoren hebt om de moeder te wezen van Haar, die uwen ééniggeboren Zoon gebaard heeft; vergun ons, dat wij, door een waren eerbied hare gedachtenis vereerende, door hare verdiensten en voorspraak, tot de glorie des eeuwigen levens mogen toegelaten worden Door Jesus Christus, onzen Heer. Amen.

-ocr page 118-

100

GEBED TOT DE H. MOEDE]!, ANNA.

Wij groeten u, o gelukzalige Anna! Gij zijt, °r na Maria, gezegend boven alle vrouwen, omdat \' gij het geluk hebt gehad de Onbevlekt-Ont-vangen Maagd in uwen schoot te dragen. Wij bidden u , o heilige Anna, wil ons aan uwe geliefde dochter Maria, en aan Jesus, haren Zoon, aanbevelen; wees onze voorspreekster en beschermster bij Jesus en Maria, en verkrijg voor ons de genaden die ons noodig zijn om christelijk te leven. Vraag voor de vaders en moeders der huisgezinnen de noodige hulp, om hunne kinderen deugdzaam op te voeden, en ze op te leiden tot den staat waartoe de goddelijke Voorzienigheid hen roept. Bid ook voor de kinderen, opdat zij, naar het voorbeeld uwer heilige Dochter, de vertroosting en het sieraad hunner ouders mogen wezen. Verwerf\', dat wij allen het geluk hebben in de zalige eeuwigheid met u gelukkig te zijn. Amen.

LITANIE

VAN DEN H. JOACHIM.

Heer, ontferm U onzer.

Christus, ontferm IJ onzer.

Heer, ontferm U onzer.

Christus, hoor ons.

Christus, verhoor ons.

God, hemelsche Vader, ontferm U onzer.

God. or

H. I vc H. J H.: \\ (

i ]

-ocr page 119-

101

T

God, Zoon, Verlosser der wereld, ontferm U |. onzer.

£ God, Heilige Geest, ontferm U onzer.

H. Drievuldigheid, één God, ontferm U onzer. •• H. Maria, dochter van den H. Joachim, bid e voor ons.

Q H. Anna, huisvrouw van den H. Joachim, n H, Joachim, door God iioog bevoorrecht, a vriend van den eeuwigen Vader, ^ Grootvader des Zaligmakers,

Afgezant van den H. Geest, n Echtgenoot van de H. Anna,

Vader der H. Maaj\'d Maria,

[J

wortel der menschheid van Jesus, r levendig in geloof,

r sterk iu hoop,

brandende van liefde Gods, ^

jj voorbeeld van huwelijkstrouw. c

voorbeeld van ootmoedigheid,

ijverig in het gebed, £

jT beminnaar der armoede,

IS verdediger van Gods eer,

O . .

g standvastig in het onderhouden der god-^ delijke wet,

zz, spiegel van verduldigheid,

vat van volmaakte zuiverheid,

toonbeeld van ware versterving,

troost der weduwnaren,

beschermer der weezen,

helper der bedrukten,

-ocr page 120-

102

voorspraak der zondaren,

■J: vreugde der Engelen, lt;.

« zoon der Patriarchen, o

O . ^

•-s afstamineling der Profeten, o

S vader der Koningin van alle Heiligen, ;■» Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, spaar ons, Heer.

Lam Gods, dat wegneemt de zonden der we-

reld, verhoor ons. Heer.

Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, ontferm U onzer.

Christus, hoor ons.

Christus, verhoor ons.

Laat ons bidden.

O God, die onder alle uwe Heiligen den gelukzaligen Joachim verkoren hebt om de vader te wezen van haar die uwen Zoon heeft gebaard: geef, bidden wij, dat wij zijne gedachtenis vereerende, ook zijne altoosdurende bescherming mogen ondervinden. Door denzelfden Christus, onzen Heer. Amen.

«■

LITANIE

VAN DEN H. ANTONIUS VAN PA DU A.

Heer, ontferm U onzer.

Christus, ontferm Ü onzer.

Heer, ontferm U onzer.

Christus, hoor ons.

Christus, verhoor ons.

God God 01 God H. H.

H

Vi

H. H.

-ocr page 121-

103

I

;

£ God, hemelsche Vader, ontferm U onzer. § God, Zoon, Verlosser der wereld, ontferm U 3 onzer.

§ God, Heilige Geest, ontferm U onzer. quot; H. Drievuldigheid, één God, ontferm U onzer. s\' H. Maria, moeder en beschermster van den tl. Antonius, bid voor ons.

H. IVanciscus van Assisië, vader en leeraar van den H. Antonius,

equot; H. Antonius van Padua,

H. Antonius, zalige vrucht van Spanje,

nieuw licht van Italië,

beschermer en luister van Padua,

apostel van Trankrijk,

in navolger van den H. Franciscus van le Assisië,

ft lelie van zuiverheid,

e- kostbare parel van armoede, lt;.

Ie m klaarsehijnend licht van gehoorzaamheid, § f- -s spiegel van boetvaardigheid, 0

-2 roos van geduldigheid, S

-5 blakende vlam van liefde,

• zuiver vat van heiligheid,

\' steunpilaar der H. Kerk,

verkondiger der genade,

uitroeier der zonden,

vertreder der wereld,

verheffer van Gods glorie,

leeraar der waarheid,

blinkende ster der serafijnsche Orde,

1

-ocr page 122-

104

Arke des verbonds,

stem des Allerhoogsten,

van het geloofspunt

van het

verdediger

Christus\' tegenwoordigheid 111

H. Sacrament,

brandende naar den marteldood,

geesel der ketters,

schrik der ongeloovigen,

ijveraar voor \'t huis van God,

^ ijveraar der zielen, cr

quot;5 wonderbare mirakelendoener, ^

-g hulp voor verloren zaken, o

^ toevlucht der armen, S

~ vertrooster der bedrukten, °

hof van deugden, quot;

kenner der harten,

voorzegger van toekomende dingen, opwekker van dooden,

schrik der duivelen,

navolger der Patriarchen,

afbeeldsel der Apostelen,

uitstekende onder de Leeraren,

luister der Heiligen,

beschermer van allen, die u aanroepen, Wees genadig, spaar ons, Heer.

Wees genadig, verhoor ons. Heer.

Van alle kwaad, verlos ons, Heer.

Van de macht des duivels, verlos ons, Heer. Van pest, hongersnood en oorlog, verlos ons. Heer. Van een ongelukkigen dood, verlos ons. Heer.

-ocr page 123-

105

Door de verdiensten van den H. Antomus, Door zijne brandende liefde.

Door zijn ijver ter bekeering der zondaren. Door zijne vurige begeerte naar den marteldood,

Door zijne volharding in de geloften van armoede, zuiverheid en gehoorzaamheid. Door zijne onvermoeidheid in den arbeid, _ Door de wonderbare verscheidenheid zijner cL mirakelen,

lt; In den dag des oordeels,

O \',, ^ ... T

o Wij, zondaren, wij bidden ü, verhoor ons, o Dat gij ons een waar berouw over onze m zonden wilt schenken,

Dat gij het vuur der goddelijke liefde in

ons wilt ontsteken.

Dat gij ons deelachtig wilt maken aan de c-voorspraak en de verdiensten van den ~ H. Antonius, c

Dat gij allen, die hunne toevlucht tot hem nemen, gezondheid naar ziel en lichaam S wilt verleenen, c

Dat wij door de verdiensten van den H. Antonius in alle deugden mogen vooruitgaan, 2 Dat gij U gewaardigt ons te verhoeren, quot; Zoon Gods,

Lam Gods, dat wegneemt de zonden der we-ir reld, spaar ons. Heer.

ir i Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, verhoor ons. Heer.

Cu

O

-ocr page 124-

106

Lam Gods, dat wegneemt de zouden der wereld, omtferm U onzer.

Christus, hoor ons.

Christus, verhoor ons.

v. Bid voor ons H. Antonius.

r. Opdat wij waardig worden de beloften van Christus.

Laat ons bidd en.

O God, die U gewaardigd hebt aan de ge-loovigen een zoo heiligen en machtigen voorspreker te geven in den persoon van uwen dienaar, den H. Antonius; schenk ons de genade van zijne deugden na te volgen en in alle onze noodwendigheden zijne veelvermogende voorspraak en bescherming te mogen ondervinden. Door Christus, onzen Heer. Amen.

LITANIE

VAN DEN H. MAKTINUS,

Pair0071 van Zwaag.

Heer, ontferm U onzer.

Christus, ontferm U onzer.

Heer, ontferm Ü onzer.

Christus, hoor ons.

Christus, verhoor ons.

God, hemelsche Vader, ontferm U onzer. God, Zoon, Verlosser der wereld, ontferm U onzer.

God, Heilige Geest, ontferm U onzer.

-ocr page 125-

107

H. Drievuldigheid, één God, ontferm U onzer. H. Maria, Koningin der Belijders, bid voor ons, H. Martinus,

roem der christen-soldaten,

soldaat van Christus, gewapend met het

heilzaam teeken des kruises,

man des gebed?,

voorbeeld van boetvaardigheid en versterving,

nederige dienaar Gods,

fakkeldrager des geloofs,

getrouwe aanbidder van den waren God, ijverige leerling en navolger van den oT H. Hilarius, in zijn apostolisch leven, cr .5 die de grootste gevaren getrotseerd hebt ^ g om den afgodsdienst uit te roeien, o § gansch schitterend door den goddelijken quot;» «j glans der mirakelen, §

S die drie dooden hebt opgewekt, en over quot; 3 de duivelen hebt gezegevierd,

die groote werken hebt tot stand gebracht,

vurige ijveraar voor het heil der zielen,

zeer bewonderenswaardig in uwe heiligheid,

vader en leeraar eener ontelbare familie

van Heiligen,

martelaar door verlangen en verdiensten, in den hemel gekroond om uwe deugden en goede werken.

-ocr page 126-

108

g hulp en troost voor allen, die uwe be- cr ,5 scherraing inroepen,

a patroon van vele steden en dorpen, g S bisschop van ïours, 2

S patroon van Zwaag, S ^

Lam Gods, dat wegneemt de zonden der we-l\'5arlr reld, spaar ons. Heer. ootir

Lam Gods, dat wegneemt de zonden der we- ze^

reld, verhoor ons, Heer, 611

Lam Gods, dat wegneemt de zonden der we- ^

reld, ontferm U onzer.

Christus, hoor ons.

Christus, verhoor ons.

Heer, ontferm U onzer.

Ome Vader,

v. Bid voor ons. Heilige Martinus.

r. Opdat wij waardig worden de beloften van Christus.

Laat ons bidden.

O God, die hen verheerlijkt welke Ü verheerlijken, en geëerd wordt door de eer aan uwe Heiligen bewezen; wees ons genadig, en geef dat wij die de deugden en verdiensten van Als den H. Martinus vereeren, diens bescherming mogen ondervinden in ons leven, en met hem in den hemel U eeuwig mogen loven en prijzen.

Door Christus, onzen Heer. Amen.

(10

k(

§\'

d: Als k: Vf b( Als di ti Als d jN

b

zi

Vi

Zl

Als v

-ocr page 127-

109

cr LITANIE

SI

C VOOR EEN ZALIGEN DOOD.

o

lt;1 (100 dagen aflaat, eens daags. Leo XII. Aug, 1824.)

g Heere Jesus, God van goedheid, Vader van •quot;e. barmhartigheid, ik verschijn voor U met een ootmoedig, bedrukt en door droefheid vermor-e. zeld hart; ik beveel ü mijnen laatsten stond,

en hetgeen daarop volgen moet.

e. Als mijne onbeweegbare voeten mij zullen aankondigen, dat mijne loopbaan in deze wereld gaat eindigen, barmhartige Jesus, ontferm U dan mijner.

Als mijne verstijfde en bevende handen geen ^ kracht meer zullen hebben om het kruis ^ vast te houden, en het op mijn lijdens- g-ell bed zullen moeten laten vallen, S

Als mijne verduisterde, en om de nadering a5\' des doods verwilderde oogen, tot U hun ^ treurige en stervende blikken zullen slaan, ^ ir- Als mijne koude en trillende lippen voor Jquot; an de laatste maal uwen aanbiddelijken 2 en Naam zullen uitspreken, 5^

an Als mijne verbleekte en doodskleurige wangen § ng bij de omstanders medelijden en afschrik d

zuilen verwekken, en als mijn haar, nat :n. van het doodszweet, mijn naderend einde ® zal aankondigen,

Als mijne ooren zich voor altijd gaan sluiten S

voor de taal der menscheu, en opengaan quot;

7

-ocr page 128-

110

om te hooren uwe stem, die het onherroepelijk vonnis zal uitspreken wat mijn lot voor gansch de eeuwigheid zal vaststellen,

Als vervaarlijkeen ijzingwekkende schrikbeelden mij zullen ontstellen, als ik in doode-lijke droefheid gedompeld zal zijn, en mijne ziel, ontrust bij \'t zien mijner ongerechtigheid en bij de vrees voor uwe rechtvaardigheid, strijd zal voeren tegen den engel der duisternis, die mij de troostrijke hoop ere op uwe barmhartigheid zal willen ontnemen , en tot wanhoop zal willen brengen, Als mijn traagkloppend hart, door ziektepijnen verzwakt, overweldigd zal worden door de vrees voor den dood, en afgemat zal zijn bij den zwaren strijd tegen de vijanden mijner zaligheid, a

Als mijne laatste tranen, het bewijs van mijn ^ naderend einde, zullen vloeien, neem die g-1-dan aan ais boete-tranen, opdat ik als een boetdoenend slachtoiler sterve; en in dat benauwd oogenblik,

Als mijne nabestaanden en mijne vrienden, die om mij zullen staan, medelijden zullen hebben met mijn pijnlijken toestand, en tot U bidden zullen voor mij.

Als ik het gebruik van al mijne zintuigen zal kwijt zijn, en de gansche wereld voor mij zal verdwenen zijn, en ik in de be

O

ts

-ocr page 129-

Ill

iiauwdlieden van den laatsten strijd zal zijn, en worstelen zal met den dood,

ds de laatste snikken van mijn hart mijne » ziel zullen dwingen het lichaam te ver-laten, neem dan die doodssnikken aan als uitingen van een heilig verlangen cïq\' om tot li te gaan, ^

gtls mijne ziel, op mijne lippen zwevende, g voor altijd deze wereld verlaat en mijn „S lichaam laat lissen, bleek, koud en leven- o

\'S OO \' \' ■ - ö

^ loos, neem dan die verdelging van mijn ^

0 aardsch bestaan voor een huldebetoon g

aan uwe goddelijke Majesteit; en dan,

gfen ten laatste: als mijne ziel voor U ver- ^

schijnt, en voor het eerst den onsterfe- g-1

gj lijken luister uwer Majesteit aanschouwt, p

ach, verwerp haar dan niet van uw aan-

5 schijn, maar wil mij liefderijk opnemen g

Cj in den schoot uwer barmhartigheid, op- ^ dat ik U moge lofzingen in eeuwigheid.

B

GEBED.

O God, die ons ter dood veroordeeld hebt maar het oogenblik en het uur van sterven verborgen houdt, geef dat ik al de dagen mijns levens doorbrenge in gerechtigheid en heilig-sheid, en verdienen moge te sterven in uwe liefde; door de verdiensten van onzen Heer Jesus j Christus, die leeft en heerscht met U, in de j eenheid des Heiligen Geestes. Amen.

-ocr page 130-

110

om te hooren uwe stem, die het onherroepelijk vonnis zal uitspreken wat mijn lot voor gansch de eeuwigheid zal vaststellen,

Als vervaarlijke en ijzingwekkende schrikbeelden mij zullen ontstellen, als ik in doode-lijke droefheid gedompeld zal zijn, en mijne ziel, ontrust bij \'t zien mijner ongerechtig- » heid en bij de vrees voor uwe rechtvaar- B_ digheid, strijd zal voeren tegen den engel S. der duisternis, die mij de troostrijke hoop Si\' op uwe barmhartigheid zal willen ontne-men, en tot wanhoop zal willen brengen, ggt; Als mijn traagkloppend hart, door ziektepijnen S verzwakt, overweldigd zal worden door 0 de vrees voor den dood, en afgemat zal S-zijn bij den zwaren strijd tegen de vijanden S mijner zaligheid,

Als mijne laatste tranen, het bewijs van mijn ^ naderend einde, zullen vloeien, neem die gquot; dan aan als boete-tranen, opdat ik als 1=1 een boetdoenend slachtofier sterve; en in J?. dat benauwd oogenblik, g

Als mijne nabestaanden en mijne vrienden, •quot; die om mij zullen staan, medelijden zullen hebben met mijn pijnlijken toestand, en tot U bidden zullen voor mij.

Als ik het gebruik van al mijne zintuigen zal kwijt zijn, en de gansche wereld voor mij zal verdwenen zijn, en ik in de be-

-ocr page 131-

Ill

nauwdheden van den laatsten strijd zal zijn, en worstelen zal met den dood.

Als de laatste snikken van mijn hart mijne »

ziel zullen dwingen het lichaam te ver- 3,

laten, neem dan die doodssnikken aan S

als uitingen van een heilig verlangen ciS\'

om tot Ij te gaan, ^

Als mijne ziel, op mijne lippen zwevende, S

voor altijd deze wereld verlaat en mijn S

lichaam laat liggen, bleek, koud en leven- o

loos, neem dan die verdelging van mijn 5-

aardsch bestaan voor een huldebetoon S

aan uwe goddelijke Majesteit; en dan, ^

En ten laatste; als mijne ziel voor U ver- ^

schijnt, en voor het eerst den onsterfe- g-1

lijken luister uwer Majesteit aanschouwt, 3

ach, verwerp haar dan niet van uw aan- J?.

schijn, maar wil mij liefderijk opnemen g

in den schoot uwer barmhartigheid, op- ^ dat ik U moge lofzingen in eeuwigheid,

GEBED.

O God, die ons ter dood veroordeeld hebt maar het oogenblik en het uur van sterven verborgen houdt, geef dal ik al de dagen mijns levens doorbrenge in gerechtigheid en heiligheid, en verdienen moge te sterven in uwe liefde : door de verdiensten van onzen Heer Jesus Christus, die leeft en heerscht met U, in de éénheid des lieiliiren Geestes. Amen.

-ocr page 132-

112

LITANIE

Heer, ontferm U onzer.

Christus, ontferm U onzer.

Heer, ontferm U onzer. Wpps

Christus, hoor ons Christus, verhoor ons.

God, hemelsche Vader, ontferm U over de

overledene geloovi^en.

God, Zoon, Verlosser der wereld, ontferm U

over de overledene geloovigen.

God, H. Geest, ontferm U over de overledene

geloovigen. yaii

Heilige Drievuldigheid, één God, ontferm U on over de overledene geloovigen. Yan

H. Maria, bid voor hen. je!

H. Moeder Gods, bid voor hen.

H. Maagd der maagden, bid voor hen.

Alle H.H. Engelen en Aartsengelen,

Alle H.H. Koren der zalige Geesten,

Heilige Joseph, bid voor hen.

Alle H H. Aartsvaders en Profeten, ^ ,

Alle H.H. Apostelen en Evangelisten,

Alle H.H. Leerlingen des Heeren,

Alle H.H. Onnoozele-Kinderen,

Alle H.H. Martelaren,

Alle H.H, Bisschoppen en Belijders,

Alle H.H. Leeraren der Kerk,

Alle H.H. Priesters en Levieten,

Alle 1

VOOR DE GELOOVIGEZIELEN, llCTl

Alle I

Alle ( Wees

Vau i Van i Van

zoi Van zoi

VO

dt

Van

Van Ik hi Van

Z(

Van

vi

Van h vgt;

-ocr page 133-

m

Iyie H.H, Monniken en Kluizenaars, bidt v hen.yie H.H, Monniken en Kluizenaars, bidt v hen.

:Ule H.H. Maagden en Weduwen, bidt voor h Alle Gods lieve Heiligen, bidt voor hen. Wees genadig, vergeef hun. Heer.

Wees genadig, verlos hen, Heer.

[Van de schrikkelijke vlammen,

iVan de vervaarlijke duisternis.Van de vervaarlijke duisternis.

Van de pijnen die zij door de dagelijksche

zonden verdiend hebben.

Van al wat zij moeten lijden om de doodzonden, voor welke zij nog niet ten volle voldaan hebben.

Van alle straffen voor hunne traagheid en

onachtzaamheid,

Van hun geween over het verzuim der gelegenheden die zij gehad hebben om in de deugd meer voortgang te maken. Van hun geschrei over het verzuim des gebeds.

Van de kastijding die zij om hunne ongehoorzaamheid, en geringen eerbied voor hunne overheden, moeten lijden, Van hetgeen zij moeten lijden voor te weinige zorg voor hunne kinderen en onderdanen, Van hetgeen zij lijden voor onmatigheid, en

voor het verbreken der vastendagen, Van de pijnen die zij moeten lijden om hunne grammoedigheid, afgekeerdbeid en weinige liefde jegens den evennaaste.

-ocr page 134-

114

Van de voldoening die zij moeten geven voor kwaadspreken, verwenschingen en ü beleedigingen anderen aangedaan, S

Van alles wat zij moeten lijden voor vloe- S

ken, zweren en onzedige gesprekken. Van al het lijden voor hunne kwade ge-

dachten en inwendige zonden, 3

Wij zondaren, wij bidden ü, verhoor ons. Dat wij, door barmhartig te zijn, voor hen

barmhartigheid mogen verwerven.

Dat wij, door ootmoedigheid, voor hunne hoovaardigheid kwijtschelding mogen erlangen,

Dat wij, met ons te versterven, voor hunne

zinnelijkheid mogen voldoen,

Dat wij, door onze geduldigheid, vergiffenis cr : voor hun ongeduld mogen bekomen, §1 Dat wij, door onze zachtmoedigheid, voldoen S mogen voor hunne zonden van haat, nijd „C en gramschap, lt;

Dat wij, door ijverig te bidden, voor hunne i.

traagheid in \'t gebed mogen voldoen, § Dat wij, door het oefenen van alle deugden, ^ voor hen vergiffenis van al hunne mis- S slagen mogen verkrijgen.

Dat gij alle overledene geloovigen van hunne

straffen wilt vrijspreken.

Dat gij de zielen van de leden onzer Broederschap, die de pijnen des vagevuurs lijden, wilt genadig zijn.

-ocr page 135-

115

Dat gij onze overledene ouders, vrienden en weldoeners uit hunne pijnen wilt verlossen,

Dat gij U over hen, die geene bijzondere voorbidders op aarde hebben, wilt ontfermen, Dat gij hun verlangen wilt vervullen,

Dat gij hen onder het getal der Uitverkorenen wilt aannemen,

Koning van ontzaglijke Majesteit,

Zoon Gods,

Lam Gods, dat wegneemt de zonden der

reld, geef bun rust.

Lam Gods, dat wegneemt de zonden der

reld, geef hun rust.

Lam Gods, dat wegneemt de zonden der

reld, geef hun de eeuwige rust.

Christus, hoor ons.

Christus, verhoor ons.

Laat ons bidden.

O God, Schepper en Verlosser aller geloo-vigen, schenk aan de zielen uwer dienaren en dienaressen vergiffenis van al hunne zonden, opdat zij de genadige kwijtschelding, waarnaar zij altijd verlangd hebben, door onze godvruchtige gebeden mogen verwerven. Gij die leeft en heerscht in de eeuwen der eeuwen, Amen. Heer, geef hun de eeuwige rust.

En het eeuwig licht verlichte hen.

Dat zij rusten in vrede. Amen.

cr

£ 2

Cl

o o

we-

we-

we-

-ocr page 136-

116

GEBEDEN VOOR DE OVERLEDENEN.

GEBED OP OF BIJ EEN KEKKHOF.

O God, licht der Geloovigezielen, hoor goedgunstig onze smeekingen, en geef aan uwe dienaren en dienaressen wier lichamen alhier, of waar ook ter aarde in Christus rusten, de plaats der verkwikking, de zaligheid der rust en de klaarheid van het licht. Door denzelfden Christus, onzen Heer. x\\men.

GEBEDEN TOT DEN GEKRÜISTEN CHRISTUS.

I. O Jesus, ons leven en onze verrijzenis, die, toen Gij uit deze wereld gescheiden zijt, ons uw Lichaam en Bloed tot spijs en drank hebt nagelaten; ik bid U ontmoedig door deze uwe oneindige liefde, ontferm U over alle overledene geloovigen, en bijzonder over..,; geleid hen naar de bronnen des levens, en geef, dat zij weldra met U aanzitten in uw rijïc.

Onze Vader; Ween gegroet; Glorie zij.

II. O Jesus, onze bescherming en onze zaligheid, die voor ons in den hof zulk een vreeselijken doodsangst hebt uitgestaan, dat uw zweet geworden is als druppelen bloeds, dat op aarde nedervloeide: ik bid U ootmoedig, door dit uw dierbaar Bloed, ontferm U over alle overledene geloovigen, en bijzonder over...; verlos hen uit al hunne benauwdheden, en wisch alle tranen van hunne oogen af.

Onze Vader; Wees gegroet; Glorie zij.

-ocr page 137-

117

III. 0 Jesus, onze Verlosser en Zaligmaker, die om onze zonden gevangen zijt genomen: ik bid U ootmoedig door deze harde ketenen en banden, ontferm U over alle overledene geloovigen, en bijzonder over....; slaak alle boeien van hunne zonden, met welke de men-■schelijke zwakheid hen in dit leven gebonden heeft; opdat zij in blijdschap U het offer van dankzegging mogen opdragen.

Ome Vader; Wees gegroet; Glorie zij.

IV. O Jesus, blijdschap onzer harten, die uw aanbiddelijk Aanschijn, dat de Engelen met heilige vreeze aanschouwen, hebt laten bedekken, bespuwen en mishandelen: ik bid ü ootmoedig door dit uw onuitsprekelijk geduld, ontferm U over alle overledene geloovigen, en bijzonder over....; ontvang hen in de aanschouwing van uw zaligend licht, en vervul hen met blijdschap voor uw aanschijn.

Onze Vader; Wees gegroet; Glorie zij.

V. O Jesus, de kroon onzer heerlijkheid, die om onze zonden en onzen hoogmoed met geeselen geslagen en met doornen wreedaardig en smadelijk gekroond zijt: ik bid U ootmoedig door deze uwe uiterste vernedering, ontferm U over alle overledene geloovigen , en bijzonder over....; verleen hun genadiglijk, dat zij weldra de kroon der eeuwige heerlijkheid verkrijgen; want Gij zijt het, die ons bekroont in barmhartigheid en ontferming.

-ocr page 138-

118

Onze Vader; Wees gegroet; Glorie zij.

VI. O Jesus, onze Voorspreker en onzei Rechter, die U door een onrechtvaardig vonnis tot den bittersten dood hebt laten veroordeelen om ons van het vonnis der eeuwige verwerping ^ te ontheü\'en; ik bid U ootmoedig door de Isra diepte uwer barmhartigheid, ontferm LT over alle overledene geloovigen, en bijzonder over....;

laat ben weldra dit woord van vertroosting hooren: //Uwe zonden zijn u vergeven!quot;

Onze Vader; Wees gegroet; Glorie zij.

Vil. O Je sus, ons eenig en opperste Goed, die al ouze zonden in uw lichaam gedragen hebt aan het kruis: ik bid U ootmoedig door deze uwe onwaardeerbare weldaad, ontferm U over alle overledene geloovigen, en bijzonder over....; ontsluit hun weldra den toegang tot de eeuwige heerlijkheid, en laat hen in blijdschap hooren: //Komt, gezegenden mijns Vaders! bezit het rijk, dat u bereid is van den beginne der wereld.quot;

Onze Vader; Wees gegroet; Glorie zij.

DE P B O F U N DIS.

De profund\'s clamavi ad te, Domine : Domine exaudi vocem meam

Kant aures tuae intendentes, in vocem deprecationis meae.

Si iniquitates observaveris, Domine: Domine qais sustinebit?

lege

aniE

-ocr page 139-

119

Quia apud te propitiatio est: et propter legem tuam sustinui te, Domine.

Sustinuit anima mea in verbo ejus: speravit anima mea in Domino.

A custodia matutina usque ad noctem, speret Israël in Domino.

Quia apud Dominum misericordia : et copiosa apud eum redemptio.

Et ipse rédimet Israël, ex omnibus iniqui-tatibus ejus.

v. Eequiem aeternam dona eis, Domine. u. Et lux perpetua luceat eis.

Kyrie eleïson.

Christe eleïson.

Kyrie eleïsou.

Pater noster. v. Et ue nos inducas in tentatiouem.

r. Sed libera nos a malo.

v. A porta inferi,

r. Erue Domine animas eorum.

v. Requiescant in pace. r. Amen.

v. Domine exaudi oratio-nem me am.

r. Et clamor mens ad te veniat.

v. Dominus vobiscum. r. Et cum spiritu tuo.

Oremus. Fidelium, Deus, omnium Conditor et Redemptor, ani-

Heer, ontferm ü onzer. Christus, ontferm U onzer. Heer, ontferm XJ onzer.

Onze Vader, v. En leid ons niet in bekoring.

k. Maar verlos ons van den kwade.

v. Van de poorten desgrafs. r. Red, o Heer, hunne zielen.

v. Dat zij rusten in vrede. r. Amen.

v. Heer, verhoor miju gebed.

r. En mijn geroep kome tot 17.

v. De Heer, zij met u. r. En met uwen geest.

Laat ons bidden. God, Schepper en Verlos-aller geloovigen, schenk aan


-ocr page 140-

120

raabus famulorum famula-rumque tuarum remissionem cunctorum tribue peccato-rum• ut indulgentiam, quam semper optaverunt, piis sup-plicationibus consequantur. Qui vivis et regnas in sae cula saeeulorum.

R. Amen.

v. Ecquiern aeternam doua eis, Domine.

b. Et lux perpetua luceat eis.

v. Requiescant in pace.

r. Amen.

de zielen uwer dienaren en dienaressen vergiffenis van al hunne zonden , opdat zij de genadige kwijtschelding, waarnaar zij altijd verlangd hebben, door onze godvruchtige gebeden mogen verwerven. Gij die leeft en hecrscht in de eeuwen der eeuwen. r. Amen.

v. Heer, geef hun de eeuwige rust.

r. En het eeuwig licht verlichte hen.

v. Dat zij rusten in vrede. r. Amen.

fesus, ijke s poor i Dit ki ik hie O ( de oe tenis

giug

als e( de H eendi

Ikeeri rechtkeeri recht

Ik


RRIIISWEG-OEFEKIKG.

VOOEBEEICHT.

Eerst ouder het Kruis ontving Joannes Maria tot moeder. Geen wonder, want eerst onder liet Kruis leert men Maria en haar moederlijk hart volkomen kennen; onder het Kruis leert men, hoe Maria ons in smarten baarde en hoe groote rechten Zij op ons heeft.

Daar leert men ook, wat men aan Maria verschuldigd is: hoe groot een eerbied en vertrouwen, welk acne liefde men aan Haar moet schenken.

GEBED VAN VOOKBEEEIDING.

O God, ik aanbid uwe liefde, dewijl Gij uw eénigen Zoon voor mij gegeven hebt, en U, lieve

-ocr page 141-

121

en Jesus, dank ik duizendmaal voor de onbegrijpe-\'i! ijke goedheid, die Gij mij betoond hebt, door gIJ voor mij aan een schandelijk Kruis te sterven, gd üit kinderlijke dankbaarheid en wederliefde kom h- ik hier uwen bloediger) Kruisweg overwegen.

O God, ontvang volgens uwe barmhartigheid de oefening die ik ga beginnen, als eene erkentenis uwer opperheerschappij, als eene dankzeg-ging voor het groote werk der verlossing, en it als eene bede tot verheffing van onze moeder de H. Kerk, tot uitroeiing der ketterijen, tot ■■ eendracht onder de Christen-vorsten, tot bekeering der zondaren en tot volharding der rechtvaardigen.

Ik offer U deze oefening op in vereeniging der verdiensten van Jesus Christus, van de H. Maagd Maria en van alle Heiligen. Ik bid Ü, barmhartige God, de aflaten, de gunsten en genaden, aan de beoefening van den Kruisweg verbonden, te willen toevoegen, aan mij, en aan de zielen in het vagevuur, bijzonderlijk aan N. N.

Lieve Jesus, op het punt van den H. Kruisweg te gaan overwegen, werp ik mij in ootmoed voor U neder. Ik bid Ü, wek die heilige gevoelens in mij op, welke mij betamen bij het aanschouwen uwer smarten. Geef ook, o Heer, dat deze oefening eene hartelijke liefde bij mij opwekke jegens Maria, uwe Moeder, die zoozeer met U geleden heeft. Amen.

i

-ocr page 142-

122

*

I STATIE.

JESUS WORDT TER DOOD VEROORDEELD.

kn

drc

O

hei

hai

vai je§

mt

ze\' m:

Wij aanbidden U, Christus, en loven U.

Omdat Gij door uw Heilig Kruis de werelc verlost hebt.

Toen Pilatus den onschuldigen Jesus ter dood veroordeelde, heeft hij ook het hart der Moeder doorboord. Toen de Joden riepen: Weg met Hem, weg met Hem! toen hebben zij ook Maria verworpen, want de moeder is niet van den Zoon te scheiden.

Lieve Jesus, ik zie uwe moeder in mate-looze smart, omdat Gij veroordeeld wordt. Gij kondet mij dan niet verlossen door uw heilig Bloed, zonder dat Maria bitter leed; geef dan, dat ik nimmer de smarten van Maria vergete, en dat ik Haar met kinderlijke liefde beminne.

O Maria, gij zijt mijne moeder, maak, dat ik u met kinderlijke gevoelens beminne.

Onze Vader; Wees gegroet; Glorie zij.

Ontferm U onzer, Heer, ontferm ü onzer.

O, God, wees ons, zondaars, genadig.

-ocr page 143-

123

*

IT STATIE.

JESUS NEEMT HET KRUIS OP ZIJXE SCHOUDERS.

Ij Wij aanbidden U, Christus, en loven U.

Omdat Gij doov uw Heilig Kruis de wereld verlost hebt.

d

;r Jesus neemt ter onzer verlossing het zware kruis op zijne schouders, en het zwaard van ^ droefheid dringt dieper door in Maria\'s hart. d O zie, hoe die bedroefde moeder de oogen ten hemel slaat; tranen vloeien overvloedig langs hare wangen. Doch zij brengt gewillig het otfer van haren Zoon, en zegt: Uit gehoorzaamheid j jegens den hemelschen Vader, en tot heil der r menschen, draag ik Jesus op.

O lieve Jesus, geef, dat ik nooit vergete hoe \' zeer de smarten van Maria verbonden zijn aan \' mijne verlossing.

O Maria, gij zijt mijne moeder, maak, dat ik u met kinderlijke gevoelens beminne.

Onze Vader; Wees gegroet; Glorie zij.

Ontferm U onzer. Heer, ontferm U onzer.

O, God, wees ons, zondaars, genadig.

I

-ocr page 144-

124

m

III STATIE.

JESUS VALT DE EBKSTE MAAL ONDER HET KIIUIS.

Wij aanbidden U, Christus, en loven ü.

Omdat Gij door uw Heilig Kruis de wereld verlost hebt.

Wie durft Maria van Jesus scheiden? Zie eens, geen oogenblik verliest zij haren Zoon uit het oog. Jesus was steeds haar geluk, hare vreugde, hnre liefde, niets kon Jesus hinderen, wat Maria niet kwelde. Ach, hoe werd haar moederlijk hart van droefheid gebroken , toen zij Jesus met moeite zag voortkruipen, zag waggelen en vallen onder het kruis,

O goede Jesus, Gij hebt mij vrijgekocht; om mijnentwille zijt Gij vertrapt en geslagen; om mijnentwille zijt Gij gevallen onder het kruis! Maar dit alles kostte ook overvloedige tranen aan Maria! Geef dan, dat ik Haar be-minne, die zoo veel om mij heeft geweend.

O Maria, gij zijt mijne moeder, maak, dat ik u met kinderlijke gevoelens beminne.

Onze Vader; Wees gegroet; Glorie zij.

Ontferm U onzer. Heer, ontferm U onzer.

O, God, wees ons, zondaars, genadig.

-ocr page 145-

125

*

IV STATIE.

Jesus ontmoet zijne bediioefdb moedes.

Wij aanbidden U, Christus, en loven U. Omdat Gij door uw Heilig Kruis de wereld verlost hebt.

Hier onfmoette Maria haren lijdenden Zoon. n Niemand vroeg: Wie is die vrouw, die daar e in tranen baadt, en waarom heeft eene stomme smart haar overweldigd? Allen, die Maria zagen, lr zeiden aanstonds: uZiet, deze is de moeder, n ivcm( nimmer was eene vrouw zoo bedroefdquot;.

01 • •• i

O lieve Jesus, met hoeveel medelijden hebt

Gij uwe lieve moeder aangezien! In uw lijdend ; oog kon men uwe overgroote liefde jegens haar ; lezen. Zoude ik Haar niet beminnen, die zoo t zeer door U wordt bemind? O geef, goede e Jesus, dat ik uwe moeder hartelijk liefhebbe. O Maria, gij zijt mijne moeder, maak, dat ik u met kinderlijke gevoelens beminne Onze Vader; Wees gegroet; Glorie zij.

Ontferm ü onzer. Heer, ontferm U onzer. O, God, wees ons, zondaars, genadig.

-ocr page 146-

126

*

V STATIE.

SIMON WOEDT GEDWONGEN HET KRUIS TE DRAGEX.

__jERON

Wij aanbidden TJ, Christus, en loven Ü,

Omdat Gij door uw Heilig Kruis, enz. Wi

Met stomme smart ziet Maria, dat er niemand Om

quot;erlos

O,

nerkt lopt(

eloo O

is, die Jesus zijn Kruis wil helpen dragen. O

mijn volk, zoo zucht zij, waardoor heeft Jesus

uwen haat en uwe onverschilligheid verdiend?

Hij heeft uwe bedroefden getroost, uwe zieken

genezen, uwe cngelukkigen bijgestaan. Ach, Yeroi

wie heeft u misleid? O wildet gij maar luisteren Loe^

naar mijne stem; ik zoude u zooveel van Jesus Yeroi

goedheid en liefde verhalen , dat sij Hem met ,i„„„ a .. , . 0 J door

mij zoudet beminnen. ^

O lieve Jesus, ik zie uwe moeder in diepe smart over de zonden van haar volk, maar zij vloekt, of beschuldigt de ondankbaren niet; zij blijft eene teedere moeder, die verschoont in hare [U ni smarten, en met geduld op de bekeering wacht, te ve Geef, goede Jesus, dat ik steeds mijn toevlucht liefh( neme tot Haar, die geen bitterheid kent, en die dan, Gij ons gegeven hebt als toevlucht der zondaren. O

O Maria, gij zijt mijne moeder, maak, dat ik u ik u met kinderlijke gevoelens beminne. Q.

Onze Vader; Wees gegroet; Glorie zij.

Ontferm ü onzer. Heer, ontferm U onzer.

O, God, wees ons, zondaars, genadig.

-ocr page 147-

127

*

VI STATIE.

x.

fERONICA DROOGT HET AANGEZICHT VAN JESUS AF.

Wij aanbidden U, Christus, en loven U. ui Omdat Gij door uw Heilig Kruis de wereld O Eerlost hebt.

l® ■ O, hoe verheugd was Maria, toen zij be-quot; merkte, dat het hart van Veronica voor Jesus n klopte. Het was wel een geringe dienst, dien l\' Veronica bewees, maar het kostte haar toch veel n moeite, dat weinige aan Jesus te schenken. 15 Veronica werd bespot, uitgelachen, gescholden ^ door de booze Joden; in de liefde van Jesus en Maria vond zij echter eene honderdvoudige belooning.

ij O lieve Jesus, ik zie het duidelijk, ik kan e U niet liefhebben, zonder het hart van Maria te verkwikken; maar evenmin kan ik Maria t liefhebben, zonder U genoegen te geven; geef e dan, dat ik Maria beminne.

O Maria, gij zijt mijne moeder, maak, dat t ik u met kinderlijke gevoelens beminne.

Onze Vader-, Wees gegroet; Glorie zij.

Ontferm U onzer. Heer, ontferm TJ onzer. O, God, wees ons, zondaars, genadig.

-ocr page 148-

128

*

VII STATIE.

JESUS VALT DE TWEEDE MAAL ONDER HET KRUIS. jEs

Wij aanbidden U, Christus, en loven IJ.

Omdat Gij door uw Heilig Kruis de wereld ^ verlost hebt. ^

Met welk eene boosaardigheid wordt Jesus ver^ door de Joden bespot, als Hij weder machteloos i g ter aarde valt! Ach, het hart van Maria is van droefheid overstelpt! Mijn volk, zoo zucht zij, wat heeft mijn Zoon u misdaan, dat gij Hem zoo mishandelt? Maar Maria vloekt de booswichten niet. Men lean haar hart bedroeven,

doch niet verbitteren, want haar hart is het hart eener moeder. Zij lijdt in stille smart met haren Jesus, en zij bidt, dat allen zich tot Jesus mogen bekeeren.

O goede Jesus, waarom is het hart uwer moeder zoo goed? waarom hebt Gij haar gemaakt tot eene teedere moeder, die zoo gaarne i de verschoont en beschermt? Opdat wij Haar zouden dat beminnen, die zoozeer door Ü wordt bemind, j lier Geef dan, lieve Jesus, dat ik Haar liefhebbe. 1

O Maria, gij zijt mijne moeder, maak, dat ik ik u met kinderlijke gevoelens beminne.

Onze Vader; Wees gegroet; Glorie zij.

Ontferm U onzer, Heer, ontferm li onzer. !

O, God, wees ons, zondaars, genadig.

een hare zwij der loos doo wee Jes uur

(

-ocr page 149-

129

*

VIII STATIE.

JESUS SPREEKT TOT DE WEENENDE VROUWEX.

Wij aanbidden U, Christus, en loven TJ.

Omdat Gij door uw Heilig Kruis de wereld verlost hebt.

Gedompeld in eene zee van smarten, en met een van droefheid gebroken hart, volgt Maria haren Zoon op den bloedigen Kruisweg. Zij zwijgt; maar hoor de weeklachten en het gesnik der vrouwen, en gij kunt begrijpen, hoe mateloos de smart van Maria was. De angsten des doods hebben haar omgeven; zij doet niets dan weenen. Ach, zoo lang zij leeft, zal Maria aan Jesus\' lijden deuken; nooit zal zij dit vreeselijk uur vergeten.

O goede Jesus, altijd zal Maria denken aan de smarten, die ik haar heb gekost. Zij is dan mijne moeder; geef, dat ik mij dit steeds herinnere.

O Maria, gij zijt mijne moeder, maak, dat ik u met kinderlijke gevoelens beminne.

Onze Vader; Wees (jegroet; Glorie zj.

Ontferm U onzer. Heer, ontferm U onzer.

O, God, wees ons, zondaars, genadig.

8

-ocr page 150-

130

*

IX STATIE.

JESUS VALT DE DEUDE MAAL ONDER HET KKTJIS.

Wij aanbidden U, Christus, en loven U.

Omdat Gij door uw Heilig Kruis de wereld verlost hebt.

Jesus valt en hervalt; zijn lijden stijgt tot aan deu dood. Wilt gij weten, wat Jesus leed bij zijn derden val, vestig slechts uwe blikken op Maria. Geen slag heeft Jesus ontvangen, waarvan Maria den weerslag niet gevoelde; geen nieuwe smart werd Jesus aangedaan, die niet doordrong in het hart der moeder. Aan het smartelijk gelaat van Maria kon men zien, hoe zeer het lijden van Jesus met nieuwe smarten werd vermeerderd.

O goede Jesus, hoe innig is Maria met ü verbonden. Uwe smart is hare smart; waarom zouden uwe leerlingen ook niet hare kinderen zijn? Zie, Heere Jesus, Gij wilt, dat ik U beminne, geef dan, dat ik ook Haar beminne, want zoo lang ik Maria niet liefheb, behoor ik niet geheel aan U.

O Maria, gij zijt mijne moeder, maak, dat ik u met kinderlijke gevoelens beminne.

Onze Vader; IVees gegroet; Glorie zij.

Ontferm U onzer. Heer, ontferm U onzer.

O God, wees ons, zondaars, genadig.

-ocr page 151-

131

*

X STATIE.

JESUS WORDT VAN ZIJNE KI,EBDEKEN BEROOFD EN MET GAL GELAAFD.

Wij aanbidden U, Christus, en loven U. Omdat Gij door uw Heilig Kruis de wereld verlost hebt.

Zie Jesus daar staan, badende in zijn bloed;, al zijne wonden zijn opengescheurd, er is geen gezondheid meer in zijn vleesch. O, wie siddert niet bij zooveel ellende en smart? Maar welk een schouwspel voor Maria!

O goede Jesus, waarom vvildet Gij, dat Maria U in dezen ellendigen toestand zoude aanschouwen? Het was immers niet noodig, dat zij U zoo zag lijden? Hadt Gij het maar gewild, zij zoude in dit uur der smarte niet op Golgotha zijn geweest. — Mijn kind, zoo hoor ik U antwoorden : Ik wilde u Maria tot moeder geven, en zij moest u dus in smarten baren! Geef dan, goede Jesus, dat ik Maria altijd als mijne moeder beminne.

O Maria, gij zijt mijne moeder, maak, dat ik u met kinderlijke gevoelens beminne. 1 Onze Vader; Wees gegroet; Glorie zij;

l Ontferm U onzer. Heer, ontferm U onzer.

L ^

-ocr page 152-

132

*

XI STATIE.

JESUS WORDT AAN HET KUUIS GENAGELD.

it

Wij aanbidden U, Christus en loven U. Omdat Gij door uw Heilig Kruis de wereld verlost hebt.

Jesus\' handen en voeten worden met nagelen doorboord. Hoort gij die wreede hamerslagen? Ook Maria hoort ze; zij siddert eu beeft; bij iederen slag steekt en dringt het zwaard der droefheid in haar hart. Wat denkt, wat doet Maria? Zij heft hare roodbeschreide oogen ten hemel, en bidt, zooals Jesus bidt. Den Vader biedt zij haren Zoon, en zegt: O God, uit gehoorzaamheid aan U, en uit liefde tot de men-schen, breng ik U een offer, grooter dan ooit eene moeder gebracht heeft.

O goede Jesus, zoo zeer heeft Maria de wereld bemind, dat zij gaarne het smartelijkste offer voor ons bracht. Zij zal ons dan nooit vergeten! Geef, dat wij ook Maria niet vergeten.

Ö Maria, gij zijt mijne moeder, maak, dat ik u met kinderlijke gevoelens beminne.

Onze Vader-, Wees gegroet; Glorie zij.

Ontferm U onzer. Heer, ontferm U onzer. O, God, wees ons, zondaars, genadig.

-ocr page 153-

133 *

XII STATIE.

JESUS HANGT EN STERFT AAN HET KRUIS.

Wij aanbidden U, Christus, en loven U.

Omdat Gij door uw Heilig Kruis de wereld verlost hebt.

Daar staat Maria onder het Kruis. Het is de wil van Jesus, dat zij er staat, en er zooveel smarten lijdt. Jesus wil, dat de moeder zien zal, hoe zeer Hij bemint en zegent; dat Maria zien zal, hoe Jesus zijne armen uitstrekt tot die Hem vloeken. Zij ziet het, en gevoelt tot in het diepst harer ziel, hoe duur wij zijn vrijgekocht. Zij bemint nu de wereld met gren-zenlooze liefde; zij heeft een mateloos verlangen naar de zaligheid van hen, voor wie Jesus sterft; zij wordt geheel en al eene feeder bezorgde moeder. Jesus zegt dan ook tot haar: Vrouw, ziedaar uw zoon!

O goede Jesus, Gij hebt mij Maria tot moeder

(gesteld; geef, dat ik Haar als kind beminne.gesteld; geef, dat ik Haar als kind beminne.

O Maria, gij zijt mijne moeder, maak, dat ik u met kinderlijke gevoelens beminne.

Onze Vader; Wees gegroet-, Glorie zij.

Ontferm U onzer. Heer, ontferm U onzer, O, God, wees ons, zondaars, genadig.

8*

-ocr page 154-

134

*

XIII STATIE.

JESUS

W Or verlo Je

Bloe zijn Jesu schei zijn \\7 en \\ zend aan O sc moe 0 ik u C

HET LICHAAM VAX JESUS W011DÏ VAN HET KRUIS AFGENOMEN.

Wij aanbidden IJ, Christus, en loven U.

Omdat Gij door uw Heilig Kruis de wereld verlost hebt.

zorg\\

Aanschouw het gestorven lichaam van Jesus moed op den schoot van Maria; kniel daar neder; de \\i Maria zal u Jesus\' wonden toonen; zij zal u zoon van Jesus liefde verhalen. Ziet gij wel, welk gist eene teedere liefde daar straalt uit haar droevig ]iaar oog? De wonden van Jesus spreken tot haar hart; iedere wonde zegt tot Maria : Lieve Moeder, uw Jesus heeft de menschen ten einde toe bemind; wees gij dan ook hunne moeder; wees gij de toevlucht der zondaren, de troosteres der bedrukten, de bijstand der Christenen.

O goede Jesus, ik dank U, dat Gij mij Maria geschonken hebt; geef, dat ik Haar steeds als eene moeder beminne.

O Maria, gij zijt mijne moeder, maak, dat ik u met kinderlijke gevoelens beminne.

Onze Vader; Wees gegroet-, Glorie zij,

Ontferm IJ onzer. Heer, ontferm U onzer.

O, God, wees ons, zondaars, genadig.

-ocr page 155-

135

*

XIV STATIE.

üESUS WORDT IN EEN NIEUW GRAF BEGRAVEN,

■ld

Wij aanbidden U, Christus, en loven U. Omdat Gij door uw Heilig Kruis de wereld verlost hebt.

Jesus wordt in het graf gelegd, en het graf zorgvuldig gesloten. Daar stant nu de arme us moeder, even eenzaam en verlaten, als weleer de weduwe van Nairn, die ook haar eenigen zoon verloor. Doch neen, die dit denkt vergist zich. De aarde, die Maria bewandelt, is

ig haar zoo dierbaar, zij is besproeid met het Bloed van haren Zoon ; de leerlingen van Jesus zijn haar zoo dierbaar, want zij behooren aan Jesus, en daarom ook aan haar; voor alle men-schen koestert zij de teederste zorgen, want zij zijn vrijgekocht door het Bloed van Jesus.

Van Golgotha keert zij terug, niet eenzaam en verlaten, maar als eene moeder van duizenden , die allen de grootste behoefte hebben aan hare liefde en zorgen.

O goede Jesus, ik dank U, dat Gij ons Maria geschonken hebt; maak, dat ik Haar als eene moeder beminne

O Maria, gij zijt mijne moeder, maak, dat ik u met kinderlijke gevoelens beminne.

Onze Vader; Wees gegroet; Glorie zij.

-ocr page 156-

136

Ontferm U onzer, Heer, ontferm U onzer.

O, God, wees ons, zondaars, genadig.

SLUITGEBED.

Hartelijk dank, lieve Jesus, voor de verlichting die Gij mij op dezen Kruisweg geschonken hebt. Thans zie ik duidelijk, dat ik U niet kan liefhebben, als ik onverschillig jegens uwe moeder ben. Gij hebt mij vrijgekocht door uw H. Bloed, t maar Gij hebt gewild dat dit niet zoude ge-:en ^ schieden, zonder dat een zwaard van droefheid Ik het hart uwer lieve moeder doorboorde; Gij Schej hebt gewild, dat zij mij onder het Kruis in Ei smarten zoude baren; steef dan, dat ik Haar onzei

H. G Die i kruis geda;

steeds als moeder eere

Hartelijk dank, lieve Jesus, dat Gij mij zulk eene teedere, zorgvuldige en verschoonende moeder geschonken hebt; geef, dat ik Haar aanroepe in allen nood; dat ik Haar eere en beminne, van als toevlucht der zondaren, als troosteres der heme

Alm: deele Ik

Kath — ^

Vlees

Uw Geef

bedrukten en bijstand der Christenen; geef,

dat ik tot U nadere aan de moederlijke hand van Maria.

O Maria, gij zijt mijne moeder, maak, dat ik u steeds met kinderlijke gevoelens beminne.

Bid vijfmaal: Onze Vader; Wees gegroet;; Glorie zij den Vader. Oi

En nog één Onze Vader; Wees gegroet; en ligd Glorie zij den Vader, tot intentie van Z. H, rl den Paus.

-ocr page 157-

137

ROZEMRAP-GËBEDEN.

-

n

n I. DE GEWONE ROZENKRANS,

iil

f In den naam des Vaders, en des Zoons, en des Heiligen Geestes. Amen.

;r

Ik geloof in God, den Vader Almachtig, Schepper des hemels en der aarde.

En in Jesus Christus, zijnen eenigen Zoon, onzen Heer; — Die ontvangen is van den H Geest, geboren uit de Maagd Maria; — Die geleden heeft onder Pontius Pilatus, is gekruist , gestorven en begraven; — Die nedergedaald is ter helle, ten derden dage verrezen van den dood; — Die opgeklommen is ten hemel, en zit ter rechterhand Gods zijns Vaders Almachtig; — van daar zal Hij komen oor-deelen levenden en dooden.

Ik geloof in den Heiligen Geest; — de Heilige Katholieke Kerk, Gemeenschap der Heiligen; — Vergiffenis der zonden; — Verrijzenis des . Vleesches; — En het eeuwig leven. Amen.

Onze Vader, die in de Hemelen zijt! Gehei-n|ligd zij uw Naam! Laat toekomen uw Rijk! ?. Uw wil geschiede op aarde als in den Hemel! Geef ons heden ons dagelijksch brood ! En ver-

-ocr page 158-

138

geef ons onze schulden, gelijk wij ook vergeven onzen schuldenaren! En leid ons niet in bekoring! Maar verlos ons van den kwade. Amen J2e

Wees gegroet, Maria, vol van genade! üe jge Heer is met U! Gezegend zijt gij boven alle vrouwen ! En gezegend is de vrucht uws lichaams, Jesus! Heilige Maria, Moeder Gods, bid voor ons, zondaren , nu en in het uur van onzen dood. Amen. (Driemaal.)

Glorie zij den Vader, en den Zoon, en den H. Geest.

Gelijk het was in den beginne, en nu, en altijd, en door de eeuwen der eeuwen. Amen.

1. DE V BLIJDE GEHEIMEN.

le Geheim : De Boodschap des Engels.

Onze Vader, enz.

Wees gegroet, enz. (10 maal).

Glorie zij den Vader, enz.

2e Geheim; Het Bezoek lij Elisabeth.

3° ,/ De Geboorte van Christus.

4e // De Opdracht in den Tempel.

5e // De Wedervinding in den Tempel,

3. DE V DROEVIGE GEHEIMEN.

6C Geheim; De Bloedzioeeting van Christus.

7C // De Geeseling van Christus.

8e ,/ De Kroning met doornen.

9e // De Kruisdraging van Christus.

10° // Be Kruisiging van Christus.

-ocr page 159-

139

3. DE V GLORIEUSE GEHEIMEN. 11° Geheim: De Verrijzenia van Christus. 12® n Be Hemelvaart van Christus. 13e u De zending van den 11. Geest. 149 n De Tenhemelopneminr/ van Maria. 15e (/ De Kroning van Maria.

II. ROZENKRANS

DER ZEVEN SMARTEN VAN MAKIA.

| In den naam des Vaders, enz.

Ik geloof in God den Vader, enz.

(Naar verkiezing.)

1c Smart: Bij de voorspelling van Simeon. Ouze Vader.

Wees gegroet. (7 maal.)

Glorie zij den Vader,

2e Smart; Bij de vlucht naar Egypte. 3e // B j het 3 dagen zoeken naar Jesus,

4° // Bij de ontmoeting op den Kruisweg.

5G // B j het staan onder het kruis.

u Bij de doorhoring van Jesus zjde, en de afneming van het kruis. 7C u Bj Jesus\' begrafenis.

Hierna biddc men nog driemaal //Wees gegroetquot;, om de tranen te vereeren, die Maria gestort heeft, om een oprecht berouw over de zonden te bekomen, en om deelachtig te worden aan de aflaten, aan het bidden van dezen rozenkrans verbonden.

-ocr page 160-

140

III. KLEINE ROZENKRANS

TER EERE DER ONBEVLEKTE ONTVANGENIS DEll H. MAAGD MARIA.

f In den «aam des Vaders, enz. Gezegend zij de Heilige en Onbevlekte Ontvangenis der allerzaligste Maagd Maria.

Onze Vader.

Wees gegroet. (4 maal})

Glorie zij den Vader.

Dit zelfde wordt driemaal herhaald.

itf. KLEINE ROZENKRANS

VAN O. L. VROUW VAN HET H. HART.

t In den naam des Vaders, enz

x\\an de medaille bidt men het schietgebed : Moge het 11 Hart van Jesus alom bemind worden. Aan de groote koraal wordt gebeden;

Zoet Hart van Jesus, ontferm. U onzer.

Daarna bidt men bij de 3 kleine koralen: Onze-Lieve- Vrouw van het 11. Hart, hid voor ons.

Hierop volgen drie tientjes.

Bij iedere groote koraal zegt men:

Zoet Hart van Jesus, ontferm U onzer. En bij iedere kleine koraal: Onze-Lieve- Vrouw van het 11. Hart, bid voor ons.

Met het doeo van elk dezer drie gebeden is een Uiaat van 100 dagen te verdienen.

-ocr page 161-

141

GEZANGEN.

1. RIJ DE BENEDICTIE.

Tantum ergo Sacramentum

Veneremur cernui,

Et antiquum documentum

Novo cedat ritui;

Praestet fides supplementum Sensuum defectui.

Genitori, Genitoque Laus et jubilatio,

Salus, honor, virtus quoque,

Sit et benedictio;

Procedenti ab utroque Gompar sit laudatio. Amen.

v. Panem de coelo praestitisti eis,

n. Omne delectamentum in se habentem.

2. AANROEPING VAN DEN H. GEEST.

Kom, Heil\'ge Geest, daal in dit uur, (bis.) In onze harten neèr; ontsteek ze in liefde vuur.

Komt Gij onze oogen niet verlichten. Dan dwalen wij van \'t ware pad:

Geen mensch zoo wijs, die niet moest zwichten. Als Gij aan zijn verstand uw licht onttrokken Kom, Heil\'ge Geest. enz. [hadt.

-ocr page 162-

142

De hel alleen kon niet ons hart vermannen. Zij riep om hulp de list der wereld aan,

En meer dan duizend strikken zijn gespannen; Ach! God, help ons, opdat wij niet vergaan.

Kom, Heil\'ge Geest. enz.

Verlicht ons hart door uwer wijsheid stralen, Dan missen wij het ware welzijn niet;

Dan in de jeugd behoedt Gij ons voor dwalen, En redt eenmaal ons einde van verdriet.

Kom, Heil\'ge Geest. enz.

3. LIED VÓÓR DE BEÊVAARTREIS.

W ij z e: Wien Neérlmdsch bloed.

Kom, Pelgrimschaai\'! verheerlijk Haar, Die Moeder is en Maagd;

Dat lofzang en gebed zich paar\' :

Zij is een toevlucht in gevaar. Kom, Pelgrimschaar! te Kevelaer ) ^ Haar moederhulp gevraagd. i quot;

De wereld! ... zij bespotte vrij

Uw vromen kinderzin;

De beevaart noem\' zij dweeperij:

Maar dat die smaad u dierbaar zij, Want met Gods Eng\'len eeren wij ) , ■ De Hemelkoningin. \\ \'i\'squot;

Wie \'t rein gemoed voor smet behoedt,

En leeft naar \'s Heeren woord; Wie zuchtend om het eeuwig goed,

Naar Kevelaer te beêvaart spoedt,

Zijn Moeder bidt, zijn zonden boet; I Hij keert niet onverhoord. j 18\'

-ocr page 163-

143

Komt, Pelgrims! komt, nu vóór den tocht

Gods zegen afgevraagd;

Dan Kevelaers kapel bezocht,

Die vaak getuige wezen mocht Van wond\'ren, dooi-zijn hand gewrocht, j ,. Bij \'t beeld der Moedermaagd. j \'!,s\'

4. LIED OP DE HEENREIZE.

W ij z e: o lieeld der schoone.

O heil\'ge Maagd Maria!

Wij komen hier te zaam. Om met een hart vol liefde

Te loven uwen naam.

Naar Kevelaer, o Moeder!

Trekt onze schare voort:

Daar hebt gij, Troost der droeven ! Zoo menig beê verhoord.

Gij zijl, de Koninginne

Van heel het hemelsch hof. En al de zaalge Koren

Bezingen uwen lof;

Bezingen, hoe uw bede

Aan uwen Zoon behaagt, En hoe gij voor uw kind\'ren,

Zijn schoonen hemel vraagt.

Gij Toevlucht onzer zielen!

Gij staat den zondaar bij; Gij, Troost in \'t aardsche lijden! Gij maakt de droeven blij;

-ocr page 164-

144

De dooven, kreup\'len, blinden, Zij hooren, zien en gaan:

Neen, nooit nog, trouwe Moeder ? Riep men vergeefs U aan.

Gij, reiner dan de zonne, En blanker dan de maan!

Zie ons, zoo vol van zonden. Zie ons ontfermend aan !

quot;Wij gaan te beevaart henen Van Zwaag naar Kevelaer:

O, dat uw moederbede Voor onheil ons bewaar.

Wil onze schreden leiden Op onze pelgrimsbaan;

Bied ons en onze beden Uw lieven Jesus aan;

Wil Moeder ons bewaken. Ons leiden aan uw hand.

Dat wij in vrede keeren In \'t dierbaar vaderland.

5. LIED TE KEVELAER.

W ij z e; Maria\'s beeld.

Weest welkom, Zwaagsche leden In \'t dierbaar Kevelaer;

Stoii lofzang en gebeden,

Gelijk in vroeger jaar.

t Zie, Moeder, zoet en feeder!

Uw Zwaagsche kind\'ren weder;

Maria, Maria, Moeder! bid voor ons.

-ocr page 165-

145

Hoe zoet is \'t, zonder schromen

Voor smaad of spotternij, Lofzingend saam te komen In lange pelgrimsrij !

t Zie, Moeder, enz.

Hoe zoet is \'t hier, te midden

Van broed\'ren zonder tal. Hem openlijk te aanbidden. Die Heer is van \'t heelal! f

Hetzij we in dichte scharen.

Bij loflied en gebeèn, Of zwijgend saam vergaren : Ons aller doel is één. f

Gods Moeder zalig spreken

Tot glorie van haar Zoon;

Haar vragen dat ze ons smeeken Hem aanbiede op zijn troon, t

Wordt straks door maagdenhanden

Ons offer-licht gebracht,

\'t Zal Haar ter eere branden, Bij dagen en bij nacht, t

Laat luid uw loflied schallen. Der Moedermaagd ter eer: Het rijst ten welgevallen Van Jesus, onzen Heer. f

Laat ons godvruchtig trekken,

Rondom haar bedehuis: En later d\'optocht rekken Tot aan het Roode-Kruis. f

-ocr page 166-

146

Weest welkom, Zwaagsche leden !

In \'t zoete Kevelaer;

Stort lofzang en gebeden,

Gelijk in vroeger jaar. t

6. AAN 0. L. Vr. VAN KEVELAER.

Wijze: o Moeder Gods, en Creator alms siderum.

lie, Moeder! \'t Zwaagsche broedertal ü nadertreên met blij geschal;

0 Moeder van barmhartigheid! Wij bidden u, dat ge ons geleidt.

Wij brengen dank, en lof en eer, U, Moeder van den Opperheer 1 0 hoor uw trouwe pelgrinisschaar In ?t U gehelde Kevelaer.

Gij, onze hoop en toeverlaat!

Uw beè behoedt voor alle kwaad; Ach, bid bij uwen lieven Zoon,

Dat Hij ons zijn gena betoon\'.

O Moeder Gods en altoos Maagd! Gij hebt van eeuwig Hem behaagd; Gij zijt de tent, waar God in rust.

Mijn zoete hoop en zielelust.

O Koningin van \'s hemels hof!

Gods Eng\'len zingen daar uw lof: En wij te dezer heil\'ge steê.

Wij zingen met hun Koren mee.

-ocr page 167-

147

Laat. Cherubijn en Serafijn De tolken onzer liefde zijn: Wij, zondaars, vallen voor u neer, O Moeder van den Opperheer!..

Maar toch gij hoort ons pelgrimslied. En smaadt ons lofgestamel niet;

1 Vertoon ons aan uw lieven Zoon : Gij zijt zoo dicht bij zijnen troon. Vertoon ons aan uw lieven Zoon : Gij zijt zoo dicht bij zijnen troon.

7. MARIA, HULP IN ALLEN NOOD. Wijze: O vijf werelds Idnre lichten!

(Weinige stemmen;)

Wie kan \'s werelds wee ontvluchten. Wie moet niet in tranen zuchten; Ja! \'t is hier een tranendal,

Waar men immer weenen zal: Wie zal ons beschermen\'?

( Allen;)

f Pelgrim ! laat, laat af van klagen, Ga Maria hulpe vragen En vertrouw: want haar gebed Heeft oo menigeen gered:

Zij zal u beschermen.

Waar ik wende mijne schreden.

Naar de velden, naar de steden,

Overal is \'t ramp en druk.

Overal is \'t ongeluk:

Wie zal ons beschermen ? t Pelgrim! enz. als boven.

_

-ocr page 168-

148

Ginds zijn kreup\'len, lammen, blinden,

Hier is ziekte en pijn te vinden; Werwaarts ik mijne oogen wend, Zie ik anders dan ellend\'

Wie zal ons beschermen ? t

Doet de dood geen tranen vloeien,

En ons tal van jamm\'ren groeien,

Zij \'t ook, dat hij \'t einde ons is Yan des levens droefenis;

Wie zal ons beschermen ? f

Had ik rampen slechts te vreezen,

O \'t zou nog te dragen wezen :

Ach 1 de duivel briescht ook rond, Dreigt mijn ziel op eiken stond; Wie zal ons beschermen ? f

Hier door \'t zondig vleesch geprikkeld.

Daar in oogenlust gewikkeld.

Ginds in \'s levens hoovaardij. Nimmer van bekoring vrij :

Wie zal ons beschermen ? f

Wat, wat stem gebiedt mij \'t zwijgen?

Zal ik troost en hulp verkrijgen.

Als ik \'t aan Maria vraag.

Zwijgend bid en niet meer klaag\'? Zal zij mij beschermen ?

{Allen :)

Ja, gij kunt met vol vertrouwen,

Pelgrims ! op haar voorspraak bouwen. Want haar moederlijk gebed Heeft zoo menigeen gered:

Zij zal u beschermen.

-ocr page 169-

149

8. DE LITANIE VAN O. L. VROUW.

Kyrie eleïson, Christe eleïson,

Christe, audi nos. Christe, exaudi mos.

t Maria, Maria! wij bidden U,

Ach, help ons nu, en in den dood! O allerzuiverste, o Maagd, Maria!

Pater de coelis, Deus,

Fili, Redemptor mundi, Deus,

Spiritus sancte, Deus, miserere nobis. f Maria, Maria! wij bidden U, enz

Sancta Trinitas, Sancta Trinitas,

Sancta Trinitas, unus Deus, miserere nobis. f Maria, Maria! wij bidden t\', enz.

Sancta Maria,

Sancta Dei Genitrix,

Sancta Virgo virginum, ora pro nobis. f Maria, Maria! wij bidden U, enz.

Mater Christi. enz. Zie bladz. 58.

9. SMEEKZANG TOT DE MOEDER DER ZEVEN SMARTEN.

W ij z e: Stabat Mater.

O gij, droevigste aller -vrouwen !

Laat ons. Moeder ! vol vertrouwen

En vol deernis tot u gaan ;

Ziet ge ons met uw smart bewogen, Heb met ons ook mededoogen :

Hoor, ach hoor uw kind\'ren aan!

-ocr page 170-

150

Hoor, hoor ons om de eerste smarte, Die ii ging door \'l moederharte,

Bij het woord van Simeon; Hoe doorgriefde u \'t vreeslijk lijden. Dat uw Jesus door moest strijden, Eer Hij dood en hel verwon.

Hoor ons om de tweede smarte,

Die ii ging door \'t moederharte.

Bij den wreeden kinderdood;

Toen gij Bethl\'em hoordet kannen, En gij, met uw Kindje in de armen. Bevend naar Egypte vlood t.

Hoor ons om de derde smarte.

Die u ging door \'t moederharte,

Bij \'t verliezen van uw Kind;

Dat ge eerst na drie lange dagen, Na veel vragen en veel klagen,

In den tempel wedervindt.

Hoor ons om de vierde smarte,

Die u ging door \'t moederharte,

Toen ge uw\' Zoon ter dood zaagt gaan; Toen ge \'em onder \'t kruishout hijgend. Afgemarteld, nederzijgend,

Smartlijk \'t oog op u zaagt slaan.

Hoor ons om de v ij f d e smarte,

Die u ging door \'t moederharte.

Toen gij onder \'t kruishout stondt; Toen gij Jesus, zooveel lijdend.

En den wreeden doodkamp strijdend. Ach, geen laafnis brengen kondt.

-ocr page 171-

15 1

Hoor ons om de zesde smarte,

Die u ging door \'t moederharte, Als reeds alles was volbracht;

Toen ge uw\' Zoon, van \'t kruis genomen, In uwe armen neer zaagt komen, En aan al uw kind\'ren dacht!

Hoor ons om de laatste smarte, Die u ging door \'t moederharte.

Als ge uw\' Zoon hegraven ziet; Als gij met betraande oogen,

Diep bewogen, neergebogen

Eenzaam, Moeder! \'t graf verliet.

Moeder dan der Zeven Smarten!

Trouwe troost der droeve harten,

Sta, o sta uw kind\'ren hij;

Dat we dragen al de dagen \'s Levens plagen zonder klagen.

Leer ons lijden zooals gij.

Ach, dat ik genezing vonde Van de wonde mijner zonde

Die ik pleegde keer op keer;

Ach, dat mij uw heê verwerve.

Dat ik leve, dat ik sterve In de liefde van den Heer!

10. \'s HEEREN VIJF WONDEN.

(Kan gezougen worden bij dc Kruiswegoefening).

W ij z e: O vij/\' werelds.

1. Zing, mijn ziel ! het vijftal wonden. Die uw God draagt voor uw zonden.

-ocr page 172-

152

Eens aan \'t kruis bebloed, gehoond, Thans in heerlijkheid gekroond;

Heer ! ontferm U onzer.

f O Maria, Koninginne,

Moeder Gods en Kruislteldinne!

Gij , die, met uw Zoon gewond ,

Onder \'l bloediq kruishout stondt, Bid voor ons, Maria!

2. Weest gegroet dan, vijftal bronnen! Waar het bloed kwam uitgeronnen,

Dat eens \'s werelds heil beslist En haar schuld heeft uitgewischt:

Heer! ontferm U onzer, f O Maria, enz.

3. \'k Zie, o Jesus! hoe Ge uwe armen Tot mij uitbreidt in erbarmen.

Dat ik, zondaar, vol van rouw. Trouwvol tot U vluchten zou.

Heer! ontferm U onzer, f

4. \'k Zie uw handen openscheuren.

Heel het wicht uws lichaams beuren.

Opgezwollen, uitgerekt,....

Mij, ja mij nog toegestrekt! -}-

5. Goede Jesus! laat mij groeten Uw zoo diep doorboorde voeten,

Ach hoe zwollen zij niet op Van den wreeden hamerklop! f

6. Als de hand U niet kon dragen,

Moest de voet uw lichaam schragen.

Ach hoe vlijmend was dan \'t wee Dat uw scheurend vleesch doorsnêe. f

-ocr page 173-

153

7. Wees gegroet, doorstoken borste, Hartewond, waar ik naar dorste,

Gij, o teed\'re Pelikaan!

Biedt uw bloed ter laving aan. -f

8. Open zij\'! voor mij doorstooten. Waaruit bloed en water vloten,

\'k Ving reeds zoeten drop bij drop Uit uw heil\'ge bronwel op. f

9. Mocht ik dieper nog doorgronden \'t Eindloos lijden al dier wonden;

Maatloos als uw boezempijn,

Jesus! moest mijn liefde zijn. f

10. Goede Jesus! door uw wonden, Zuiver mij- van al mijn zonden.

Handen, voeten, open zij\'!

Vijftal bronnen! heiligt mij. t

11. Waarom, Heer! ik mag \'t U vragen. De aardsche wonden nog gedragen.

Nu Gij in uw rijksgebied Reeds de gloriekroon geniet?., f

12. \'t. Is. opdat de zaalge kringen Heer, uw zegepraal bezingen.

En Gij voor het zondig kind.

Bij uw Vader gnade vindt, f

13. Laat nog eenmaal mij u groeten, Dierb\'re handen, dierb\'re voeten.

Open wond van \'s Heeren zij\'! Heiligt, heiligt, heiligt mij! f

14. Lof zij God in drie Personen,

Lof zij Hem wien doornen kronen. En hel vijftal wonden draagt;

Lof zij ook de Moedermaagd, f

-ocr page 174-

154

11. SMEEKLIED VOOR DE OVERLEDENEN.

W ij z e; 0 vijf werelds.

Uit de diepe boetekolken,

Dringt de weeklacht naar de wolken Al der dooden, die dit uur Lijden in het Vagevuur:

Heer! ontferm U hunner.

En gij, Moeder der genade!

Sla hun smartlijk zuchten gade,

Ach, wil hun (en toevlucht zijn Ln hun onuitspreekb\'re pijn :

Bid voor hen, Maria !

Aan des levens leed ontheven,

Is aan \'t lichaam rust gegeven;

Maar de ziel! zij rust niet eer Voor zij opgaat tot den Heer:

Heer! ontferm U hunner.

f En gij. Moeder, enz

Uit Gods ademing ontsproten,

Uit zijn leven voortgevloten,

Is voor haar geen heilgenot.

Dan in \'t blij bezit van God:

Heer ! ontferm U hunner. -|-

Wat al smart de ziel ook drage, Hoe de wroeging rustloos knage:

Verre van haar God te zijn Is haar de allerfelste pijn!

Heer ! ontferm U hunner, f

Hoe doorfolterd ook van binnen, God toch. God alléén beminnen

\'

-ocr page 175-

155

En Hem derven! . .. wat gemis !.. Groot, ach! als Gods glorie is: Heer! ontferm U hunner, -j-

Of zij zuchten, smeeken, kermen, Rustloos roepen om ontfermen,

Neen! het baat bij Gods gemis, \'t Baat hun lot geen lafenis;

Heer! ontferm U hunner. -|-

Zij dan, in hun onvermogen.

Klagen ons met srneekende oogen: «Wist gij, die op aarde zijt, . «Wist gij, wat een ziel hier lijdt! » Heer! ontferm U hunner.

Zij, ach! die zoo droevig klagen, \'t Zijn onze ouders, kind\'ren, magen, \'t Is een ziel, — ach wat verwijt! Die door ons die smarten lijdt!.. Heer! ontferm ü hunner. -|-

Wil, genadig God! vergeven Wat zij tegen U misdreven.

Eindig, eindig hunne straf,

Wisch hun laatste smetten af: Heer! ontferm U hunner, t

Laat hen, die toch U beminden.

Laat hen nu ontferming vinden: Om het lijden van uw Zoon,

Geef hun \'t langverbeide loon: Heer! ontferm U hunner, f

Geel\' hun, die in kerkernachten Naar uw vaderblik versmachten.

-ocr page 176-

156

Geef hun in uw aangezicht De eeuw\'ge rust en \'t eeuwig licht Heer! ontferm U hunner, f

12. PELGRIMS-AVONDLIED.

W ij z e: Heuvels, dalen, of Puer nobis.

Minlijk-lichtend van den hoogen,

Diep in \'t blauw van \'s hemels bogen, Ziet gij als met mededoogen,

Goedige avondster! ons aan: Vriendlijk straalt gij altijd neder, 01\' \'t een blik is, zoet en teeder,

Dien een Moeder altijd weder Op ons kindertal laat gaan.

Dooft de vreugdezon haar stralen.

Zien wij d\' avond om ons dalen. Gij gedoogt niet, dat wij dwalen,

Trouwe Ster! gij toont uw licht: \'tls ons in ons pelgrimsleven,

Van den lijdensnacht omgeven,

Als een straal, die uit komt zweven Van M a r i a\'s aangezicht.

Zal het laatste licht ons stralen, \'s Levens avond voor ons dalen, \'t Brekend oog in nacht gaan dwalen:

Hemelster! blijf voor ons staan; In den doodsnacht, vol verschrikken. Wil ons, Moeder! met uw blikken, Vol van liefde en licht, verkwikken; Wenk ons, tot u op te gaan!

-ocr page 177-

157

13. AVONDBEDE.

W ij z e; Creator alme, en 0 Moeder Gods.

De zon, die onzen weg verlicht,

Is weer onttogen aan \'t gezicht;

Maar Christus, \'s werelds licht en zon. Blijft onze toorts en zegenbron.

O Heer! zoo eind\'loos groot en goed. Die zeegnend waakt en zorgend hoedt, Schenk ons opnieuw een veil\'gen nacht. Beschut ons door uwe Eng\'lenwacht.

O dat de slaap ons zacht verkwikk\'; Dat ons de vijand niet verschrikk\'.

Maar wij, beducht voor alle kwaad. Ontvluchten wat der zielsrust schaadt.

Dat zich ons hart met U vereen\'. Aan zinnedrift geen toegang leen\'. Dan sluim\'ren wij, door niets bekoord, In uw bescherming ongestoord.

Gedenk ons, Heer! in vreugd en smart. Aan U alleen zij heel ons hart.

Dat dan slechts rust en blijdschap heeft. Als \'t naar uw heil\'ge liefde streeft.

U, Vader! zij steeds lof en eer Met Jesus, onzen God en Heer,

En met den Geest, die troost bereidt. En nu en tot in eeuwigheid.

-ocr page 178-

158

14. UITNOODIGrlNG TOT MARIA\'S LOF.

W ij z e : Mijn stem, nu laat.

Komt, spoedt u! komt Maria prijzen:

Zij is zoo groot;

Met snaar en stem haar eer bewijzen, Tot aan den dood.

-|- Broeders, Zusters! zwijgt nu niet. Zwijgt Maria\'s grootheid niet,

Maar verheft haar in uw lied.

Wees gegroet, wees gegroet,

Wees gegroet, Maria!

Lokt uit uw speeltuig zoete klanken !

Zij is zoo goed;

En laat uw stem haar zingend danken. Met blij gemoed.

-j- Broeders, Zusters! cms. ah hoven.

Vlecht, maagden! om Maria te eeren

Een lelieki ans;

Eens moge uw leliewit verkeeren In hemelglans, -j-

0 moeders! reeds uw zuigelingen

Zijn haar gewijd:

Vrij moogt gij hare zorg bezingen: Zij waakt altijd, -j-

Gij, vaders! hoe vermoeid van \'t zwoegen.

Zingt haar ter eer;

\'t Wordt offerand en zielsgenoegen: Wat wilt gij meer?

-ocr page 179-

159

Gij jong\'ling! wijd uw schoonste jaren Aan deze Maagd:

Zij redt uw onschuld uit gevaren, Zoo gij \'t haar vraagt.

Als de ochtendzonne met haar stralen In \'t Oosten glimt ;

Zij hoore hoe tot haar drie malen Het « Ave » klimt. -|-

En spreidt de middagzon in \'t Zuiden Haar glans en gloed,

Weer moet de bedeklok Jan luiden Het «Wees gegroet».

Zinkt weer het licht in \'t Westen neder En daalt de nacht,

De «Engelgroet» verkonde weder Maria\'s macht, y

Wij, op deze aarde vreemdelingen,

Gaan bevend voort;

Zij leidt ons, die haar liefde zingen Naar \'t vaderoord. -j-

15. AFSCHEIDSLIED TE KEVELAER W ij z e : Adieu, adieu.

Vaarwel, vaarwel, wij scheiden. Vaarwel, o Kevelaer!

Kon zij hier langer beiden,

Nog bleef de pelgrimsschaar.

Maar, Moeder Gods! blijf gij Uw Zwaagsche pelgrims bij.

-ocr page 180-

160

Ofschoon wij huiswaarts streven Wij laten \'t harte daar:

Zoo zoet is \'t ons te leven In \'t vriendlijk Kevelaer.

-j- Maar Moeder Gods! enz.

O mocht hij, wie vermeten Durft spotten met ons lied,

O mochte hij eens weten. Wat daar de ziel geniet.

Wij zullen \'t luid verkonden, ïe huis teruggekeerd,

Hoe daar uit duizend monden Gods Moeder wordt vereerd.

Door onze tempeldreven Weerklinke \'t pelgrimslied;

En neen, zoolang wij leven, Zwijge onze lofzang niet. -[-

Moge aller hart ontgloeien, Maria! in uw min,

De godsvrucht lot U bloeien in \'t Christen huisgezin! -|-

Vaarwel, vaarwel, wij scheiden, O dierbaar Kevelaer!

Moog God ons hier weer leiden Te beevaart, \'t ander jaar!

En, Moeder Gods! blijf gij.

Blijf uwe pelgrims bij.

-ocr page 181-

161

16. LAATST PELGRIMSLIED.

W ij z e : Wee.s\' gegroet op.

Wees nog eens, o Kruis! gegroet, Zielverkwikkend liefdeteeken!

Dat, besproeid met godlijk bloed, Nog voor ons gena blijft smeeken; Troostend zijt ge ons voorgegaan, Wees gegroet, o zegevaan!

Weest aan \'t eind van onzen tocht, Weest gegroet, geliefde vanen!

\'k Heb zoo vaak liet beeld gezocht, Dat er wegdook in uw banen.

\'tquot;Vriendlijk beeld, dat ons behaagt. Van de lieve Moedermaagd.

O die zoete bedevaart!

O die zangen, en dat smeeken !

Dat ons ophief boven de aard\', \'t Smart ons dat wij \'t onderbreken, Dat hier de optocht zich ontbindt En ik straks de wereld vind.

Wachten \'s werelds zorgen weer, Dreige weer \'t geweld der zonden;

Gij, o Moeder van den Heer!

Is de beevaart ook ontbonden,

Waar de pelgrimsschare zij, Gij toch blijft uw kind\'ren bij.

Broeders! neen, \'t ontga ons niet: Pelgrims zijn we heel ons leven.

-ocr page 182-

J 62

Hij, die \'s hemels rust u biedt,

Heeft als vreemdling hier verbleven: Goddelijke Pelgrim! Gij,

Blijf ons, aardsche Pelgrims, bij !

17. AKTEN VAN GELOOF, HOOP, LIEFDE EN BEROUW.

Wijze: als Lcuida Sion.

AKTE VAN GELOOF.

Ik geloof en zal gelooven,

Wat Gods Kerk, verlicht van boven.

Voorstelt als geopenbaard;

Gij, mijn God! Gij kunt niet falen. En uw Kerk kan nimmer dwalen.

Naar Gij zélf ons hebt verklaard.

U belijd ik, nooit volprezen Drie Personen, één in Wezen,

God de Vader, Geest en Zoon! God de Zoon kwam tot ons neder, Stierf, verrees en keert eens weder, \'t Kwaad ten straf, en \'t goed ten loon.

AKTE VAN HOOP.

Vader! \'k hoop, dat Ge ons zult geven, Om uw Zoon, het eeuwig leven.

Met al \'t geen ons heil vervult;

\'k Hoop het vast, daar Gij, almogend. Goed, getrouw en mededoogend,

\'t Geven kunt, en wilt, en zult.

-ocr page 183-

163

AKTE VAN LIEFDE.

Heer! ik wil uit hart en zinnen U steeds bovenal beminnen,

Want Gij zijt het Opperst Goed; En om U bemin ik allen,

Die ik, naar uw welgevallen,

Als mij zelv\' beminnen moet.

AKTE VAN BEROUW.

God van goedheid! heel mijn harte Is vol rouw en boetesmarte,

Om al \'t kwaad door mij begaan; \'k Wil het U ter liefde haten,

Nooit, o nooit U meer verlaten:

Neem mij in ontferming aan!

18. AAN JESUS EER!

W ij z e : Dut Jesus leev\\

Aan Jesus eer!

Zoo stijge ons dankbaar smeeken. Aan Jesus eer ! door aardeen hemelsheer! O zoele naam, dien ik nimmer kan spreken. Of \'k voel te feller in liefde me ontsteken, Aan Jesus eer! Aan Jesus eer!

Aan Jesus eer!

\'t Is \'t lied der christenscharen, Aan Jesus eer! Hem onzen God en Heer, Uie al wie trouw om Hem henen vergaren, Trouw in den strijd voor zijn naam zal bewaren Aan Jesus eer! Aan Jesus eer!

-ocr page 184-

164

Aan Jesus eer!

Mag ook de zondaar zuchten, Aan Jesus eer! roept hij rouwmoedig weer; De boetling, neen, heeft zijn wraak niet te duchten, Hij heeft alleen in zijne armen te vluchten, Aan Jesus eer! Aan Jesus eer!

Aan Jesus eer!

\'t Is \'t lied van \'t zielsvertrouwen, Aan Jesus eer! zoo roepen we immer weer; Hoe langer toch wij zijn wonden beschouwen, Hoe meer ons ook onze zonden berouwen; Aan Jesus eer! Aan Jesus eer!

Aan Jesus eer!

\'t Is \'t lied der hemelzalen.

Aan Jesus eer! is\'t lied van\'t Eng\'lenheer; Dat moet heel de aard\', alle tongen en talen. Dat al wat is door alle eeuwen herhalen, Aan Jesus eer! Aan Jesus eer!

Aan Jesus eer!

Nog eens het aangeheven.

Aan Jesus eer! en immer immer meer! Aan Hem alléén zij van nu af ons leven, Aan Hem gehéél ons ten offer gegeven! Aan Jesus eer! Aan Jesus eer!

Aan Jesus eer!

Zoo blijve ons danklied stroomen. Aan Jesus eer! voor eeuwig onzen Heer! Hij zelf heeft ons tot de zijnen genomen. Hij is als spijze in ons harte gekomen! Aan Jesus eer! Aan Jesus eer!

-ocr page 185-

167

Zij lijdt en strijdt alom Voor U, haar Bruidegom.

U is zij gansch gewijd,

U, die haar Koning zijt.

Hoe voelt zij telken stond, Wat uw Hart heeft doorwond.

Zij staat in liefdevlam,

De Bruid van \'t godlijk Lam!....

Als Gij, of men \'t vermocht, ^ ^

Wordt zij ter dood gezocht. 5 2-

Uw Bruid, o Zoon van God! | ^ Uw Bruid gehoond, bespot!....

CD (tgt;

5 S

2L w

Ui

lt;:

U draagt, zij \'t achteraan, ^ ^

Het Kruis, haar opgelaan.

Haar zichtbaar Hoofd, uw beeld, Is «kruis uit kruis» bedeeld. -

quot;quot; O TT O

Vervaarlijk krijscht de stem: Voort, vóórt nu, weg met hem !.,

Hoe lang, hoe lang, o Heer! Zie op uw Bruid toch neer.

Ach, met haar smart begaan. Hoor onze Moeder aan!

Ach, om uw Hart vol min, Geef, dat uw Kerk verwinn\'.

Geef haar ten liefdeloon Een nieuwe gloriekroon.

-ocr page 186-

168

21. HET H. HART VAN JESUS TER EERE.

W ij z e: Maria\'s beeld.

Voor Jesus\' Harte zinge

Mijn ziel in mingeneugt,

Door alle wolken dringe

De luide toon der vreugd.

Mijn hart blijft Jesus minnen,

\'k Zal and\'ren voor Hem winnen;

O Jesus, o Jesus, Heer! aan U mijn hart!

O Hart, voor mij gebroken Uit louter liefdepijn,

Om mijne schuld doorstoken,

Moogt gij mijn Redder zijn.

-}- Mijn hart, enz. als boven.

Uit breede Hartkwetsure Sprong water uit, en bloed;

Hoe rijk stroomt sinds die ure, Ons uw genade vloed. -{-

Heer Jesus, ééne bede.

Slechts éóne. gun ze mij,

Ruim mij een zoete stede In uw doorboorde zij\'. -[-

Dan word ik, naar de trekken Die \'k in uw Hart bemin.

Zachtmoedig, rein van vlekken. En nederig van zin.

-ocr page 187-

169

Verschuilend in uw Wonde,

Vind ik mijn zielerust;

In zoete en bittre stonde Veracht ik \'s werelds lust. -j-

En als mij de oogen breken,

Zich sluitend voor den schijn. Wil ik nog stervend spreken;

Heer Jesus, eeuwig mijn. -j-

22, TOEWIJDING AAN JESUS\' H. HART.

W ij z e; als het Pius-lied.

Pius negen heeft gesproken.

Zeetiend op Sint Petrus\' rots:

«Wijdt u aan het wreed doorstoken, «\'t Zoet geopend Harte Gods.quot;

Godlijk Harte! vreugd en lijden,

Heel ons harte, heel ons lot.

Alles, alles U te wijden Is ons zaligst zielsgenot.

Hart van Jesus! liefde en leven.

Ziel en lichaam, goed en bloed. Zie, wij komen alles geven,

U ter eere, ons hoogste Goed! Ach, vermochten we ook te geven

Aller hart aan U, o Heer;

Alle harten die nog bleven Blind, gevoelloos voor die eer!

Heer! begrepen alle harten,

Kind\'ren van uw reine Bruid,

40*

-ocr page 188-

170

Welk een zegen, zonder smarten,

Zulk een offer in zich sluit!

Hart van Jesus! hoog in glorie,

Hoor ons, neem ons offer aan; En verleen ons uw victorie.

Daar voor U wij strijden gaan.

Hart van Jesus, Gloriezonne!

Licht ons voor, stort zegen neer, Tot wij eens ter Liefdebronne

Rusten aan uw Hart, o Heer!

Pius negen heeft gesproken, mz.

23. DE VERSMADE LIEFDE.

Gij hebt mij lief, o Heer, En smacht naar wederliefde;

En of mijn schuld U keer op keer Het teeder Hart doorgriefde:

Geen zee van smarten bluscht de vlam Van Uwe liefde, o Godlijk Lam!

Gij rust op ons altaar.

Schier dag en nacht verlaten! En valt die eenzaamheid U zwaar. En kent Ge er, die U haten: Gij blijft: geen ondank bluscht de vlam Van Uwe liefde, o Godlijk Lam !

En of het hoonlied schalt:

«Hier is Hij niet, uw Koning, «\'t Is brood, waarvoor gij nedervalt: «Daar boven is Zijn woning!quot; Gij blijft: geen spotter bluscht de vlam Van Uwe liefde, o Godlijk Lam.

-ocr page 189-

171

Gij blijft, schoon niemand daagt, Om liefdes disch te deelen;

En ot \'t doorwonde Harte klaagt Bij d\' ondank van zoo velen; Gij blijft: geen koelheid bluscht de vlam Van Uwe liefde, o Godlijk Lam.

Vergeten en gehoond.

Of in een ziel ontvangen Waar Satan woont en troont.

Blijft Gij naar ons verlangen:

Geen heiligschennis dooft de vlam Van Uwe liefde, o Godlijk Lam.

Versmade Majesteit Te lang miskende minnaar!

In aller eeuwen eeuwigheid Blijft Gij, o God, verwinnaar!

Doch, o, vertere ons hier de vlam Van Uwe liefde, o Godlijk Lam.

24. TOT HET H. HART VAN JESUS.

W ij z e: als het Pius-lied.

Laten wij ons nederbuigen

Werpen we ons in \'t stof ter neer, Om onz\' liefde Ie betuigen

\'t Hart van Jesus, onzen Heer.

Hart van onuitspreekbre waarde.

Levensbron en hoogste schat. Dat voor ballingen op aarde Overvloed van troost bevat.

-ocr page 190-

172

Hart van Jesus, vol van liefde

Dat aan \'t kruis ons harte won Toen U \'t schriklijkst leed doorgriefde

Dat een Godmensch lijden kon.

Hart, dat door een lans geopend,

Altijd voor ons openstaat,

En voor allen op U hopend Steun hen zijt en toeverlaat.

Hart, zoo minzaam en zoo teeder,

Neédrig en oneindig groot!

Zie met mededoogen neder

Op ons, armen, gansch ontbloot: Wil ons hart naar \'t Uwe vormen. Toonbeeld van volmaakte deugd. Om met U na \'s levens stormen.

Saam te zijn in hooger vreugd,

25. HET SCAPULIER VAN JESUS\' HART.

Wijze; 0 beeld der schoone.

Mijn borst prijkt met de beelt\'nis

Van Jesus\' heilig Hart;

\'k Krijg lessen vol geheim\'nis.

En hulp bij zielesmart!

Getrouw blijf ik u dragen

O scapulier, mij zoet!

Gij zegt mij, wat ih vragen,

En, hoe ik strijden moet.

Het bloedig Hart geteekend

Op wolle, blank en fijn,

Verbeeldt ons wondersprekend, Hoe rein ons hart moet zijn.

Getrouw blijf ik, enz.

-ocr page 191-

m

De vlammen die \'t omstralen In wonder liefdegloed,

Doen in ons harte dalen De liefde, lust en moed.

Getrouw blijf ik, enz.

Het kruis, daarop verheven Als op zijn glorietroon.

Wekt in ons hart het leven.

Door \'t leven van Gods Zoon.

Getrouw blijf ik, enz.

De Doornen om dat Harte,

Niet scherp, maar heerlijk thans,

Zij loonen \'t hart in smarle Tot loon den lauwerkrans.

Getrouw blijf ik, enz.

De Wond, voor eeuwig open. Als rust- en vredegrot,

Hoe veel doet ze ons verhopen Van \'t heilig Hart van God.

Getrouw blijf ik, enz.

Het Bijschrift zegt, \'k moet smeeken Laai komen., Heer, uw rijk!

En in bekoring spreken:

Laat af, gij Satan, wijk!

Getrouw blijf ik, enz.

Zoo is in vreugd en lijden Gods Hart de gloriezon.

Ons harteschild bij \'t strijden. Bij smart de liefdebron.

Getrouw blijf ik, enz.

-ocr page 192-

174

26. LIEFDEGROET AAN DE H. MAAGD.

W ij z e: Creator alme, en o Moeder (Joils.

Wij groeten u, o zuiv\'re Maagd!

Door wie ons \'t heillicht is gedaagd; quot;Wij groeten u op uwen troon ,

O Moeder van Gods een\'gen Zoon!

Gij, oorzaak onzer zielevreugd,

Wier komst heel de aarde heeft verheugd, Ontvang uit kinderlijk gemoed,

O Moeder! onzen liefdegroet.

Gij zijt die onbevlekte Maagd,

Wier moederbeè aan God behaagt: Die, alvervvinnend in den strijd.

Der Kerk een trouwe toevlucht zijt.

Beveel ons aan uw godlijk Kind,

Dat ons ten eind\' toe heeft bemind. Dat in den smartelijksten dood Voor ons zijn laatste Bloed vergoot.

Gij, Toevlucht der verloren ziel Die jammerlijk van God verviel, O Troosteres in allen nood!

Gij redt ons uit den eeuw\'gen dood.

O Hulp van \'t Christelijk gezin.

Gij aller Heil\'gen Koningin!

Ach, toon in onzen jongsten strijd. Dat gij ons aller Moeder zijt!

-ocr page 193-

175

Gegroet, Gods Dochter, op uw troon!

Gij, Moeder van Gods eeuw\'gen Zoon!

Gij, Bruid va.n God den Heil\'gen Geest!

Die vóór en na zijt Maagd geweest!

27. HULDE EN BEDE AAN MABIA.

W ij z e: Wicn Neêrlandsch bloed.

Komt! heffen wij een loflied aan.

Luid klimm\' het op van de aard\',

Tot voor den troon, waar de Eng\'len staan: \'t Zij met hun lied gepaard.

Wij zingen op den toon van \'t stof, En knielen voor u neer.

Wij staamlen dankbaar uwen lof, O Moeder van den Heer! (bis.)

Uw ootmoed was zoo gadeloos, Zoo minlijk in Gods oog.

Dat u zijn Zoon tot Moeder koos En neerkwam van omhoog;

O Morgenster der zaligheid!

Hij daalde op aarde neer.

De Hcdder eeuwenlang verbeid,

0 Moedei\' van den Heer! {bis.)

Hoe lieflijk klonk der Eng\'len toon Voor de eerste maal op aard\',

Toen Gij, o zuiv\'re Maagd ! Gods Zoon In Bethl\'em hebt gebaard;

Het hemelkoor juichte in ons lot En daalde om \'t kribje neer;

Het zag - een mensch geworden God t U - Moeder van den Heer! (bis.)

-ocr page 194-

J 76

Wij roepen nóg met heel de Kerk Door de eeuwen heen u aan;

Heeft Jesus \'t eerste wonderwerk Niet op uw bee gedaan?

Ach , zie beschermend van omhoog Hier op uw kind\'ren neer,

Aanschouw ons met meedoogend oog, O Moeder van den Heer! {Ins.)

Ach, Moeder van barmhartigheid! Onttrek uw hulp ons niet;

Als ons de wereld lokt en vleit En gij ons wank\'len ziet;

Als Satan ons zijn strikken zet.

Door wellust, goud of eer:

Ach, dat uw voorspraak ons dan redd\', O Moeder van den Heer! (bis.)

Wanneer behoefte ons dreigt of drukt, Of ramp bij ramp ons slaat;

Als wat we ook pogen wreed mislukt, Ons alle hoop vergaat;

Als ons deze aard\' geen troost meer bie Zie gij dan op ons neer,

En weiger ons uw hulp toch niet, O Moeder van den Heer! {bis.)

Als \'t albeslissend sterfuur slaat. En \'s levens licht verdwijnt

Voor de eeuwigheid, die open gaat En aan de ziel verschijnt;

Ach, dat ik dan mijn brekend oog,

Mijn Moeder! tot u keer.

Uw zoeten blik ontmoete omhoog, O Moeder van den Heer! {bis.)

-ocr page 195-

177

28. AAN MARIA EER!

W ij z e: Maria leev\'!

Maria eer! Wat liefde en luister meng\'len Zich in dit hart, van alle smetten vrij!

Maria eer! U, Koningin der Eng\'len! U, Moeder vol gena I u zingen wij.

-j- Maria, Moeder!

Ach, hoor nw kind;

Eer aan Maria!

Die ons zoo teer bemint.

Maria eer! Komt, laat ons nederknielen,

Ze is Dochter Gods, Gods Moeder, Godes Bruid;

Maria eer! De toevlucht onzer zielen :

Door hare hand stort God zijn gunsten uit.

-]- Maria, Moeder! enz.

Maria eer! Zou ik haar ooit vergeten?

\'k Zonk liever neer in \'t immer-zwijgend graf;

En zou ik eens geen dankbaar kind meer heeten: Breek liever dan, o God! mijn dagen af.

-j- Maria, Moeder! enz.

Maria eer! Zoo \'k in haar liefde leve, [ducht; \'k Ben, als haar kind, voor kwaad noch dood be-

De laatste klank, die van mijn lippen zweve. Zij, Moeder! nog een teed\'re liefdezucht. Maria, Moeder! enz.

-ocr page 196-

178

29. MARIA! WEES GEGROET.

{Allen.)

Maria! wees gegroet, Maria! wees gegroet.

(Eenigen.)

Gegroet een tweede maal. Nog duizend, duizendmaal;

Gegroet oneindigmaal Door alle tong en taal;

Van eiken Serafijn,

Van eiken Cherubijn;

Van heel het Eng\'lenkoor, Het klink\' den hemel door;

En met het hemelhof,

Paar\' heel deze aard\' haar lof;

En al haar stemgeluid Roepe onverpoosd het uit;

Van alle stroomgebied Weerklink\' het zoete lied;

De wijde wereldzee Herhaal\' van reè tot reê;

Met al dat lofgezang,

Roep ik mijn leven lang;

Ik roep in allen nood,

In \'t uur nog van mijn dood;

En eens in \'s hemels woon Juich ik nabij uw troon;

-ocr page 197-

]81

32. MEIMAAND-LIED.

Heuvels, bosschen, veld en dalen, Vloeden! wilt den lol\' herhalen.

En den luister, niet te malen,

Dien Maria\'s naam omsluit, (bis.)

Beekjes! met het zacht geklater Van uw zil verhelder water.

Vogelkoor! met zoet geschater,

Roept Maria\'s glorie uit. (bis.)

Zingt de Moeder, Koninginne,

Zingt de Maagd en Rijks vorstinne.

Zingt de trouwe Kruisheldinne,

Die haar Kind ten oiïer gaf. (bis.)

Onder Juda\'s maagdentallen.

Was zij ned\'rig boven allen.

En met eind\'loos welgevallen.

Zag God op Maria af. {bis.)

Zij, van eeuwig uitverkoren.

Zal van wond\'ren luister gloren.

Haar is \'t moederschap beschoren Van Gods ééngeboren Zoon. {bis.)

\'t Onbevlekt Ontvangen leven Heeft zij vlekloos weergegeven. En door alle deugd verheven:

Naar haar offer is haar loon. {bis.)

Nu, in \'s hemels wijde zalen.

Spreidt zij hare gloriestralen;

Wat kan bij de Moeder halen.

Wie een Zoon, die God is, kroont, {bis.)

11

-ocr page 198-

182

Aarde en hemel! zingt de Moeder Van uw Schepper en Behoeder,

Mijn Verlosser en mijn Broeder,

Zingt de glorie waar ze in troont! (his.)

33. LOFGEZANG TOT MARIA.

[Twee.) Gij zijt des hemels Koningin, (Allen.) o Maria!

» Gij zijt der Zaal\'gen Pronkvorstin, (Allen.) o Maria!

(Eenigen.) Loof en prijs haar Serafijn! {Anderen.) Loof en prijs haar Cherubijn! (Allen.) ■]quot; Z ij geprezen schoon Vorstin! (Eenigen.) Prijs haar dan,

(Anderen.) Wie maar kan,

(Allen.) Groot zijt gij, o Koningin!

Gij zijt des hemels liefderoos,

O Maria!

Die God tot zijne bruid verkoos,

0 Maria!

Loof en prijs haar Eng\'lenheer,

Loof en prijs haar keer op keer!

-j- Z ij geprezen, enz. als boven.

Welriekend als een bloemprieel,

Zijt Gij der aarde pronkjuweel,

Loof en prijs haar vooglenkoor,

Loof haar alle tijden door! -|- Z ij geprezen, enz.

-ocr page 199-

183

Wanneer de zonde ons vreezen doet, Stort gij weer hoop in ons gemoed, Loof haar, al wat adem heeft,

Loof en prijs haar, al wat leeft! 7 Z ij geprezen, enz.

Wanneer de hel ons siddren doet, Vertrapt uw voet dat helsch gebroed, Zondaars, prijst dan hare macht. Zwakken, steunt op hare kracht! -}- Z ij g e p r e z e n, enz.

Blijf ons ten bijstand in den nood, Verlaat ons niet bij onzen dood, Ach, beveel ons dan aan God, En verjaag het hellerot;

Wees dan onze Koningin, En geleid De eeuwigheid Ons bij uwen Jesus in!

34. VERTROUWEN OP MARIA.

1. O gij, schoonste der vrouwen, O gij. Moeder van God, Op u rust ons betrouwen, In uw hand is ons lot.

o Zend ons uw ontfermen In \'t aardsche tranendal,

o Blijf ons toch beschermen Voor eiken zondeval.

O gij, schoonste, enz. als boven.

-ocr page 200-

184

2. O gij, machtige Moeder, Zie uw Jesus, uw troost,

Blijft ook steeds onze Broeder, En wij blijven uw kroost.

Zie hoe uw kind\'ren lijden In dit rampzalig oord;

Zie hoe zij moeten strijden, Hoe alles hen bekoort.

0 gij, machtige Moeder, enz.

3. Laat ons nimmer bezwijken Voor der duivelen kracht, Doe hen steeds van ons wijken: Toon, Maria! uw macht.

Zie, hoe des vijands lagen Voor ons gespannen staan,

Hoor, hoe wij tot u klagen En schier in wanhoop slaan.

Laat ons nimmer, enz.

4. O gij, steun van de kranken. Gij, hun toevlucht in nood. Geef hun moed als zij wanken, Sta hen bij in den dood.

Als wij dan zullen sterven,

o Leid ons aan uw hand;

Doe ons den hemel erven In \'t schoone Vaderland.

O gij, steun van de kranken, enz.

-ocr page 201-

185

35. SALVE RE GIN A.

W ij z e : O vijf werelds.

Wees gegroet, o Koninginne!

Moeder, gij vol teed\'re minne, Gij, ons leven, hoop, zoo zoet. Wees, Maria! wees gegroet;

Bid voor ons, Maria!

\'t Is tot u dan, dat wij vluchten.

Onder tranen en veel zuchten,

Tot u rijst ons klaaggeschal In dit aardsche tranendal;

Bid voor ons, Maria!

O dan nu, wil voor ons spreken,

\'t Goedig oog slaan op ons.smeeken, Gij, die altijd voor ons pleit. Moeder van barmhartigheid!

Bid voor ons, Maria!

En na dit ons ballingsleven.

Toon ons Jesus, hoog verheven, lleil\'ge vrucht van uwen schoot, Toon Hem ons bij onzen dood;

Bid voor ons, Maria!

O dan Moeder vol ontferming!

Toon ons, kind\'ren, uw bescherming, O gij Maagd! zoo vroom, zoo zoet. Wees, Maria! weesgegroet;

Bid voor ons, Maria!

-ocr page 202-

186

36. MARIA TROOSTERESSE.

Moeder des Heeren!

\'k Wil u vereeren,

O troost voor \'t hart in smart; Groot als uw lijden,

Is uw verblijden,

0 gij zoo goed, zoo zoet! (bis.)

(Eenigen.)

Gij schenkt verkwikking aan de zielen, Die tot ii roepen in den nood;

Gij pleit voor wie in zonden vielen En redt hen van den eeuw\'gen dood,

{Allen.) -j- Moeder des Heeren. em.

Uw teed\'re hand droogt onze tranen. Uw zoete stem verzacht ons wee;

Wie zich het diepst verlaten wanen. Gij zijt hun bij met uwe beè. -j-

Uw moederhart, zoo vol meêdoogen, Is met ons aller leed begaan.

Gij ziet ons met verblijdende oogen, In leven en in sterven aan. -j-

Wat ramp of kruisen mij dan treilen, Ik wijd ze aan u, mijn Moeder! toe;

Ik zal tot u mijn blik verheffen. En blijf in smart nog blij te moè.

{Allen.) Moeder des Heeren. enz.

-ocr page 203-

187

37. BEDE TOT ONZE 11. MOEDER.

O Moeder Gods, o reinste Maagd! Naar \'t voorbeeld onzer vad\'ren,

Zoo komen wij, daar \'t u behaagt, Uw\' zetel biddend nad\'ren. {his.)

Wij smeeken u, laat uit het. licht. Waarin wij u zien stralen,

Een troostblik van uw aangezicht Op uwe kind\'ren dalen, (his.)

Ach, verre van ons Vaderland,

Zijn wij hier bannelingen,

En zien gestaag, van allen kant. Den vijand ons bespringen. (Ins.)

O gij dan, troost in allen nood ! Wil onzer u erbarmen !

O Moeder, die geen kind verstoot. Wij vluchten in uwe armen. (Ins.)

Gij weet het toch, hoe Satan woedt, En briescht om onze schreden;

Maar, als weleer, zal hem uw voet Den helschen kop vertreden, (ftis.)

De wereld tergt, verlokt en vleit, Dat zij mijn liefde winne;

Ach! dat zij nooit uw kind verleid\', En \'k Jesus trouw beminne. (bis.)

Diep in mij zelf, en zwaar gewond, Draag ik mijn vijand mede;

Het vleesch bedreigt mij telken stond, Hoe zelden smaak ik vrede! {bis.)

-ocr page 204-

188

O Moedei\' dan! vraag van uw Zoon,

Ons dag aan dag te sterken, Dat wij, het oog op \'t hemelsch loon, Ons eeuwig heil bewerken, (bis.)

O Moeder dan! o vraag, dat wij

In Jesus\' liefde sterven,

En in dat uur: sta dan ons bij, Dat wij genii verwerven, {bis.)

38, TER EERE VAN MARIA.

W ij z e : O beeld der schoone liefde.

(Eenigen.)

O beeld van \'t reinste leven,

Maria, Josephs Bruid!

Zoo wij ons hart u geven, Gij deelt uw gunsten uit.

(Allen.)

t Ach, dat ik u beminne,

In blijdschap en in smart;

Druk diep, mijn Koninginne! Uw beelt\'nis in mijn hart.

{Eenigen.)

O Josephs Bruid, mijn Moedei !

Mijn trouwe toeverlaat!

Werd niet uw Zoon mijn Broeder, Die nooit uw beé versmaadt ?

{Allen) f Ach, dat ik u beminne. enz.

Ach, was ik rein van zonden, O vlekkelooze Maagd!

-ocr page 205-

189

Ik zou uw lof verkonden. Gelijk het u behaagt. -|-

\'k Zou met uw trouwe scharen, En \'t juichend hemelheer,

Mijn dankbaar loflied paren. En jub\'len u ter eer. -j-

Holaas! hoe moet ik klagen. Dat ik onwaardig mensch,

U zóó niet kan behagen.

Als ik het vurig wensch. -j-

Maar \'k wil mij alle dagen, Mijn Moeder! u ter eer,

Godvruchtiger gedragen. En dienen mijnen Heer.

(Allen.) Ach, dat ik u beminne. enz.

39. VERZUCHTINGEN TOT MARIA.

W ij z e : Maria Lcev\'.

Maria! gij, die boven de Eng\'lenkoren,

De Moeder zijt van \'s Vaders Zoon, uw Kind ! Mijn Moeder ook ! wil onze bede hooien. Gij, die ons heil zoo teedeiTyk bemint.

Moeder des Heeren,

Troost in mijn smart,

U wil ik eeren.

Met dankbaar kinderhart.

Gij, Moedermaagd ! schonkt ons den God van \'t Die door zijn dood ons \'t leven wedergaf: [v Uw naam heeft ons de zoete hoop gegeven. Zoolang wij gaan met onzen pelgrimsstaf. Moeder des Heeren, enz.

11*

-ocr page 206-

190

Wij allen dan, rampzalige Eva\'s zonen En ballingen, wij zien tot u omhoog,

Wij die helaas! een tranendal bewonen, Wij slaan tot u ons heilverwachtend oog. 4-

o Mogen wij met eiken stap Hém naken,

Wiens Moeder gij, zoowel als de onze, zijt; En komt de dood onze aardsche boeien slaken, Dat in dit uur Gods aanschijn ons verblijd\'. -}-

O Troosteres van droeve bannelingen!

O Moeder, die uw kind\'ren niet verlaat! Moog dan mijn ziel uw goedheid eeuwig zingen. Als zij dit stof en tranendal ontgaat. -}- Moeder des Heeren, enz.

40. AVONDGROET AAN MARIA.

W ij z e ; Maria\'s beeld te midden.

Komt, nóg een groet en bede

Maria toegebracht,

En dan in \'s Heeren vrede

Den slaap weer ingewacht,

Gerust en wel te moede.

Vertrouwend op haar hoede;

Maria, Maria, Moeder ! z e g e n ons.

In \'t beeld omgloord van stralen.

Met dat gelaat zoo zacht.

Zien we u in \'s hemelszalen

Van waar ge ons tegenlacht,

Ons, die hier aan uw voeten U, liefste Moeder ! groeten ;

Maria, Maria, Moeder! wees gegroet.

-ocr page 207-

191

Maria, zoo vermogend !

Bid gij voor ons den Heer; Ach Moeder! zie meêdoogend Op d\' armen zondaar neer ;

Geleid der zwakken schreden Hoor aller vromen beden,

Maria, Maria, Moeder! bid voor ons.

Wij bidden u te gader,

Bij \'l einde van deez\' dag:

Vraag, Moeder! onzen Vader,

Wiens alziend oog ons zag. Dat Hij ons \'t kwaad verschoone. Het goede ons eenmaal loone,

Maria, Maria, Moeder! bid voor ons.

Beveilig uwe kind\'ren,

Waak, Moeder! dezen nacht; Dan zal geen ramp ons hind\'ren.

Dan is ons rusten zacht;

Dan ziet ge ons spoedig,weder, O Moeder, goed en teeder!

Maria, Maria, Moeder! wees gegroet.

41. LIED VAN DEN H. CASIMIRUS. W ij z e: O Mosder Gods.

O Gij die troont -- waar Jesus woont,

Zie gunstig op ons neder ; Ons zondig hart — verkwijnt van smart; Toon u ons Moeder teeder.

Stil het geween — verhoor de heên

Van die uw zegen vragen;

Ten allen tijd — zal \'t hart verblijd U dankend hulde dragen.

-ocr page 208-

192

Weer van ons af — der zonden straf, En \'t onboetvaardig sterven ;

Neen, neen, het kind — door u bemind Zal niet den hemel derven.

Klimm\' kindertoon — tot voor den troon Waarop gij zijt verheven;

Dan volgen wij — mv kinderrij In Sion\'s zaalge dreven.

42. HET WEES GEGROET.

W ij z e : als Pius-lied.

Wees gegroet, gij vol genade,

O Maria, Moedermaagd!

Die van alle Juda\'s docht\'ren

\'t Meest den Schepper hebt behaagd.

Gij die onder alle vrouwen Uitverkoren zijt geweest,

Om den Zoon van God te baren Door de werking van zijn Geest.

Mét u zij de Vrucht gezegend, Die, dooi- uwen maagdenschoot

Aan de zondige aard\' geschonken. Ons verloste van den dood.

O Maria! om uw deugden

Thans verheven bij Gods troon,

Stort, o Moeder! uw gebeden Voor ons, zondaars, tot uw Zoon.

Bid, zoolang we in zielsgevaren Zwerven in dit aardsche dal;

Maar vooral wil ons gedenken Als de dood ons naken zal.

-ocr page 209-

193

Amen, Amen ! het geschiede,

Wat ons kinderhart u vraagt;

O dan juichen we eeuwig, eeuwig Met u mee, o Moedermaagd!

43. SMEEKLIED BIJ MARIA\'S BEELD.

W ij z e : Heuvels, dalen.

Als van hemelglans omtogen,

Prijkt uw beeld hier voor onze oogen , Of gij neerkwaamt van den hoogen. En uw Moedergroet ons biedt, (bis.)

\'t Vriend\'lijk oog op ons geslagen.

Ziet ge ons aan met welbehagen, Luist\'rend wat we u komen vragen Luist\'rend naar ons smeekend lied. (bis.)

Moeder! arm en vol gebreken Komen -wij uw voorspraak smeeken; Wil voor ons bij .lesus spreken,

Nooit wijst Hij uw beden af. (bis.)

Hoor wat uwe kind\'ren vragen,

Dat wij niet dien naam slechts dragen. Maar dooi- deugd uw Zoon behagen Die ons u tot Moeder gaf. (bis.)

Trouw naar onzen staat te leven.

Deugd en godsvrucht na te streven, \'t Is uw voorbeeld, ons gegeven,

\'t Is uw wensch, \'t is onze plicht, (bis.)

Dat ook willen wij betrachten :

Moeder! laat uw hulp niet wachten.

-ocr page 210-

194

Steun toch altijd onze krachten Met uw troostend aangezicht, (bis.)

Dankbaar voor uw zegeningen,

Blijven wij uw beeld omringen,

En te saam uw liefde zingen.

Die gij ons, uw kind\'ren, boodt. (bis.)

En wat rampspoed ons moog\' kwellen,

O tot u is \'t, dat wij snellen In wier hoede wij ons stellen Bij het leven, bij den dood. (bis.)

44. DE ENGEL DES HEEREN.

W ij z e : Ave, Ave, Maria.

Begroet is Maria door d\' Engel geweest:

En zij heeft ontvangen van den Heiligen Geest. Gegroet, gegroet, gegroet, Maria, (bis.)

Ziehier \'s Heeren dienstmaagd, die ned\'rig Hem Dat alles geschiede met mij naar uw woord, [hoort;

En Vleesch is geworden het Woord, God de Zoon; En \'t heelt willen nemen bij ons zijnen woon.

Bid gij voor ons, Moeder die God hebt gebaard ; Dan worden wij Christus\' beloften eens waard\'.

-ocr page 211-

195

45. TOT MARIA\'S MOEDERHART.

O Maagd, o schoonheid nooit volprezen !\' O Moeder van \'t oneindig Wezen!

Wat luister schittert van uw troon; De Seraf, aan zich zelf onttogen,

Juicht, voor uw glorie neergebogen : O Koningin! wat zijt gij schoon! (bis.)

Wij derven in het aardsche duister quot;t Genot nog van uw hemelluister.

Maar smaken toch uw liefdegloed: De Seraf zinge uw heerlijkheden;

Wij dan, wij juichen hier beneden: Ó Moedermaagd! wat zijt gij goed! [hu )

Ach, konden onze kinderklanken U voor de ontelb\'re gaven danken. Ons toegevloeid door uwe hand:

Ontvang voor al die zegeningen,

Maria! van uw gunstelingen,

Hun hart ten eeuwig liefdepand, (bis.)

Zie, Moeder, altijd goed en feeder !

O zie met welbehagen neder.

Op \'t offer van ons kinderhart!

O moog het immer \'t uwe wezen.

Geen onheil is ons dan te vreezen: Wij zijn getroost in alle smart, (bis.)

Dan spann\' de wereld vrij haar strikken. Dan dreig\' de hel ons met haar schrikken.

Wat vijand onze ziel bestrijd\'; Wij weten, wij, op wie wij hopen. Uw moederhart staat voor ons open.

O gij, die onze toevlucht zijt! (liis.)

-ocr page 212-

196

Met u dan zullen wij verwinnen, Wij blijven eeuwig u beminnen,

En zien u op uw glorietroon;

Dan zullen met de hemelkringen,

Ook wij, o Moeder ! eeuwig zingen;

Wat zijt gij goed, wat zijt gij schoon ! (bis.)

46. HET ONBEVL. HART VAN MARIA. Wijze: Wees gegroet op kindertoon.

Laat nu de aarde op blijden toon \'t Duizendsternmig feestlied zingen.

Reeds weerklinkt om \'s Heeren troon, \'t Lofgezang der hemellingen,

\'t Ruisch\' der Moeder van den Heer, J . En haar heilig Hart ter eer! i quot;s\'

Vlekloos Harl ! wie zal uw lof.

Wie uw zaligheid bezingen ■

De Eng\'len van het hemelsch hof Spreken in hun hooge klingen.

Neen, zij spreken nimmer uit, j ,. Wat dit heilig Hart omsluit. ( m

Voor het machtig zonnelicht Wijkt de stille starrenluister.

Maar de zon haalt \'t aangezicht En haar stralen weg in \'t duister Voor de glorie van de Maagd, li. Die aan \'t hart van God behaagt. I

Heilig Harte! vrij van smet,

Troost voor wie op u vertrouwen.

Hoor ons kinderlijk gebed,

O gezegendste aller vrouwen!

-ocr page 213-

197

Vraag, o vraag van \'t godlijk Lam, ) ^ . Dat zijn liefde ons hart ontvlamm\'. I

47. MARIA ONBEVLEKT-ONTVANGEN.

W ij z e : Wees gegroet op kindertoon

Lieve Moeder van den Heer!

Laat ons om uw zetel dringen,

Laat uw kind\'ren u ter eer \'1 Zielverrukkend feestlied zingen.

\'t Moet weerklinken luid en blij:) ^ Moeder, Onbevlekt zijt gij ! j v

\'t Heeft het wijde wereldrond, En herscheppend overklonken.

\'t Woord door Pius\' mond verkond ; En uw kind\'ren vreugdedronken

Juichten op uw feestgetij: i ^ Moeder, Onbevlekt zijt gij! (

Neen dat lollied zwijgt niet meer; Tot aan \'s werelds verste palen Blijven met het hemelschheer Al uw kind\'ren \'t luid herhalen,

\'t Woord van \'t zalig jubeltij: i ^ Moeder, Onbevlekt zijt gij ! (

Zonnezuiv\'re Moedermaagd!

Om de glorie u gegeven,

Hoor ook wat ons hart u vraagt: Bat we na een schuldloos leven

Eeuwig juh\'len aan uw zij: ) ^ Moeder, Onbevlekt zijt gij ! \\ lgt;i\'

-ocr page 214-

198

48. O. L. VR. VAN LOURDES.

W ij z e : Gij zijl des hemels Koningin.

1.

Een grot die oog en hart bekoort, 0 Maria!

Koost gij te Lourd\' tot beévaartoord, O Maria!

Gij vertoond\' u zonneklaar,

In \'t jaar Acht-en-vijftig\' daar, Hemelschoon, aan Bernadet;

Acht tien keer Zag ze u weer,

Wond\'ren, nu nog, tuigen het.

2.

Het kind komt sprokklen bij de beek, O Maria!

Die toen langs \'t rotsgebergte streek\', O Maria!

Takjes en laagwatertij Lokken haar naar de overzij :

Doch zij schrikt... een stormwind jaagt! \'t Hoofd omhoog,

Ziet haar oog In de grot de Moedermaagd!

3.

Gij draagt noch hoofd- noch halssieraad, O Maria!

Maar blauwe sjerp en wit gewaad, O Maria!

Gouden rozen op uw voet,

In uw hand een Rozenhoed! \'t Kruis maakt gij met Bernadet:

-ocr page 215-

] 99

Vij ft ig maal Vat, ge een kraal, En verdwijnt na \'t laatst gebed.

4.

Met twee is \'t kind teruggekeerd, O Maria!

En vraagt op schrift wat gij begeert, O Maria!

«Luister - zegt gij - doe wat \'k vraag: «Kom bier daaglijks veertien daag, «En ik loon u, na den dood : «Ook deez\' twee «Komen mee,

«\'k quot;Wil de toeloop worde groot.»

5.

«Ga tot de priesters,» spraakt ge eens O Maria! [weer,

«Zeg, dat \'k hier een kapel begeer ! » O Maria!

Op de Masbiëlla-rots,

U ter eer een tempel Gods, Bernadetta juicht alree !

\'t Woord der «Vrouw»

Deelt zij trouw D r i e k e e r Lourdes\' Herder mee.

6.

Gods dienaar, meldt ze u. hoort mij niet, O Maria!

Vóór hij deez\' rooslaar bloeien ziet, O Maria!

«Bid voor \'t zondig menschdom God; «Kom, geknield, naar \'t diepst der grot;» Dus spreekt gij, vol teederheid!

-ocr page 216-

200

En nu zij,

Roept als gfy,

Driemaal, luid : Boetvaardigheid !

7.

i)e.s and\'rendaags beveelt gij haar, O Maria!

«Drink, wasch u, bij de bronne daar!» O Maria 1 Bernadetta ziet, ziet rond,

In dc grot krabt zij den grond, En, o wonder 1 diep uit de aard\' Borrelt op.

Drop bij drop.

Water van onschatb\'re waard\'!

8.

Op \'t Feest van Boodschap ziet ze U O Maria I [weer;

Nu vraagt, nu smeekt zij, ach zoo teer, O Maria I Ja, tot viermaal bidt, bidt zij: Vrouw! wie zijtgij? zeg, zeg \'tmij. Zeg mij hoe uw naam toch is ! Nu hoort zij :

\'k Ben, zegt gij, De Onbevlekte Ontvangenis!

9.

Met duizendtallen komt zij weer, O Maria!

Met duizend lichten u ter eer, O Maria!

Aller blik op \'t kind gericht.

Leest op \'t stralend aangezicht. Dat zij «de Onbevlekten ziet!

-ocr page 217-

201

En daar brandt,

Om haar hand \'t Licht der kaars, en deert haar niet

10.

Nog eens, op \'t feest van \'t Scapulier,

O Maria!

Zag Bernadet voor \'t laatst u hier, O Maria!

Zwijgend stond ge er in de nis, Onbevlekte Ontvangenis,

Minlijk lachend, godlijk schoon! En hoe zoet Was uw groet.

Haar tot afscheid aangeboón!

li.

Nog altijd vloeit het water voort; O Maria!

Millioenen gaan naar \'t beêvaartoord; O Maria!

De Kapel is u gesticht;

Dag en nachl brandt offerlicht; En wat wond\'ren afgesmeekt: Lammen staan,

Kreup\'len gaan.

Blinden zien, de stomme spreekt!

12.

Dat ik naar Lourd\' ter beêvaart kon, O Maria!

Daar zag die kerk, die grot, die bron O Maria!

Een kapel werd hier gesticht.

Grot en bron hier opgericht, \'k Voel dat hier ons Lourdes is;

42

-ocr page 218-

202

Hier roept gij;

Komt tot mij,

De Onbevlekte Ontvangenis.

49. O.L.Vr. VAN HET H. HART.

W ij z e : Wonderschoon prachtige.

Eeuwig verkorene,

Vlekloos geborene.

Lieflijke Vrouwe van \'t goddelijk Hart! Leidster der zwervenden,

Hope der stervenden.

Toevlucht en Redster in kwelling en smart Hoor onze beden,

Ginds in Gods Eden,

Het er uwe oogen voor ons naar Gods troon, Moeder ! beveel ons aan \'t Hart van uw Zoon

Opperst weldadige.

Altoos genadige.

Lieflijke Vrouwe van \'t goddelijk Hart! Wonderbaar machtige,

Wondervol krachtige,

Smeekende almogende, noemt U Bernard ! Hoor onze zangen.

Zie ons verlangen:

Ons hart te geven aan \'t Hart van uw Zoon, Zijn Hart te winnen, o Moeder! tol loon.

Liefdevol gloeiende.

Zegenrijk bloeiende,

Lieflijke Vrouwe van \'t goddelijk Hart! Hemelzoet minnende.

Alles verwinnende,

Hoe ook én duivel én wereld ons tart.

-ocr page 219-

203

Goed, bloed en leven Wil ik u geven;

\'k Hoop te volharden door u in den strijd; Mijn hart blijv\' \'t Harte van Jesus gewijd I

Hemelsch verhevene,

Maagdüjk geblevene,

Lieflijke Vrouwe van \'t goddelijk Hart! Zalving der lijdenden,

Sterkte der strijdenden.

Hulp der bekoorden door Satan gesard; Gij, o getrouwe;

Machtige Vrouwe !

Leid ons ten hemel in onschuld en deugd , \'t Harte van Jesus tot eeuwige vreugd!

50. SMEEKLIED VOOR KERK EN PAUS.

W ij z e : Wees geciroet op kindertoon.

Lieve-Vrouw van \'t Heilig Hart,

Die we als smeekendf, almacht eeren.

Ach, wil door uw beè de smart

Van den Heil\'gen Vader weren:

Kerk en Paus verkeert in rouw, j ^

Wees ten voorspraak, Lieve-Vrouw! j ls

Moeder! sta Paus Leo bij,

Om uw Pius, die \'t verkondde.

Dat Gij hleeft van smetten vrij, Onbevlekt van Adarns zonde:

\'t Zij niet langer, Hu onttroond, | Gij als onbevlekt gekroond. I \'!\'v

-ocr page 220-

204

Meerdert daaglijks Leo\'s smart,

Grijnzen ook de helsche machten, Leo blijft van \'t godlijk Hart,

En door u, verlossing wachten:

Schenk dan. Moeder! door uw Zoon, | ^ Kerk en Paus de gloriekroon. I

Niemand roept vergeefs u aan.

Droefheid zal in vreugd verkeeren,

\'t Uur der redding moet dra slaan.

Kerk en Paus zal triomfeeren!

Moeder! van uw wondermacht gt; ^ Wordt die zegepraal verwacht, i

51. HET H. HUISGEZIN. J. M. J.

{Eenigen.)

U, Joseph! wijd ik mijnen zang;

Maria zing ik levenslang;

U, Jesus ! mijnen God en Heer,

Geve aarde en hemel eindloos eer.

(Allen.) O Heilig Huisgezin I Ik eer er Joseph in;

Ik eer Maria, Moedermaagd; Ik aanbid uw Kind,

Dat ons teer bemint.

En enkel wederliefde vraagt.

Was ooit gezin zóó goed en groot, En tevens in zoo diep een nood, Als \'t allerheiligst Huisgezin ? Dat storte ons troost bij \'t lijden in. (Allen.) O Heilig Huisgezin! enz.

-ocr page 221-

205

Was ooit gezin op heel deze aard\' Zoo heilig, zoo vereerenswaard? Het hoofd gebogen in het stof,

Zing ik dit Heilig Drietal lof.

(Allen.) O Heilig Huisgezin! enz.

Was ooit op aarde een huisgezin, Zoo mild, zoo vol van menschenmin? Ik werp mij dan, mijn God en Heer! Voor U ten dankbaar ofTer neer.

(Allen.) O Heilig Huisgezin! etiz.

52. TOT DEN H. JOSEPH.

(Op eigen zangwijze of ah: Tantum ergo.)

Heil\'ge Joseph! trouwe hoeder

Van uw godlijk Voedsterkind, Die uw\' Jesus heel uw leven Onuitspreeklijk hebt bemind :

Heil\'ge Joseph! vraag, dat wij j .. Hem beminnen zoo als gij. ( n \'

Heil\'ge Joseph \' die uw\' Jesus In uw stulpje met u liadt.

Vaak, van d\'arbeid tot Hem opziend. Stil en innig Hem aanhadt;

Heil\'ge Joseph! vraag, dat wijf Jesus dienen zoo als gij. I

Heil\'ge Joseph ! door Gods Zone In uw ned\'rig werk verlicht.

Daar Maria \'t oog, vol liefde,

Op haai- Kind en Bruigom richt: Vraag, dat in hun aanschijn wij } , ■ Ons verblijden zooals gij. J s

12\'

-ocr page 222-

206

Heil\'ge Joseph! die in de armen Van uw Bruid en Pleegkind stierft;

En voor uw getrouwe liefde

\'t Loon der eeuwigheid verwierft: Heil\'ge Joseph! vraag, dat wij ) ^ Zalig sterven zoo als gij. i

53. BEDE TOT DEN H. JOSEPH.

W ij z e : O bedd der schoone liefde.

O Joseph! Voedstervader

Van Jesus, onzen Heer, Wij treden biddend nader. En knielen voor, u neer;

Want in uw vaderarmen

Draagt gij het godlijk Kind; \'t Zal onzer zich erbarmen.

Wijl \'t uw gebed bemint.

Wil, Joseph! voor ons vragen.

Dat wij in \'s levens lot Ons naar zijn wil gedragen.

Getrouw aan zijn gebod. Wil door uw beé verwerven,

O trouwe Toeverlaat!

Dat wij den hemel erven.

Als eens ons sterfuur slaal.

Wij smeeken u te gader,

O Vriend van \'t Heilig Han ! Blijf, Joseph! ons ten vader In blijdschap en in smart.

Vraag ons, met Jesus\' Moeder,

Zijn hulp in allen nood,

-ocr page 223-

207

En blijf ons trouw ten hoeder Van nu tot in den dood.

54. GAAT TOT JOSEPH.

W ij z e : Wees gegroet op kindertoon.

Gaat tot Joseph ! O hoe zoet Klinkt die toon in onze zielen !

Laat ons met een blij pemoed Voor zijn beelt\'nis nederknielen;

Hem die ons als Vader leidt, ( ..

Hem zij dit ons lied gewijd. \\ \'

U, wien Christus\' Kerk vereert Als haar Leidsman en Behoeder,

U, die als Patroon regeert, Smeeken wij voor onze Moeder.

En haar waardig Opperhoofd, i ,

Van zijn wettig recht beroofd. ( \'

Bruidegom der Moedermaagd,

Hoed de jeugd op al haar wegen.

Waar haar Satans list belaagt,

Blik haar uit den hemel tegen;

Stort haar ziele, stort haar zin ( . .

Liefde voor de kuischheid in. i

Schenk aan \'t oog der ouders licht, Om hun kind\'ren zóó te leiden,

In quot;t betrachten van hun plicht, Dat zij zich een plaats bereiden.

Waar gij met uw Jesus woont, ) ,.

En u hun beschermer toont. \\ quot;

-ocr page 224-

208

55. AANROEPING VAN DEN H. JOSEPH,

Wijze: Heuvels, dalen.

Zij, die wij als Moeder eeren, De onbevlekte Bruid des Heeren, Jesus\' Kerk, uw zorg vertrouwd,

Zij, o Joseph, waar men schouwt, Zij wordt smaadlijk uitgestooten En met laster overgoten,

Zij is, als haar godlijk Hoofd,

Door geweld, van recht beroofd.

\'t Opperhoofd, de Paus en Koning, Is gevangen in zijn woning; Herdervorsten, trouw aan God, Zuchten achter vestingslot;

Priesters worden uitgedreven.

Om in ballingschap te leven.

Of zij boeten snoode straf Schuldeloos in kerkers af.

Nu dan, Jesus\' Voedstervader!

Treed met uwe Bruid Hem nader. Met de Moeder tot den Zoon: Gij door Pius tot Patroon Aan geheel de Kerk geschonken. Gij nu met die macht omblonken, Joseph! sta uw kind\'ren bij.

En bid Jesus\' Kerk weer vrij!

-ocr page 225-

209

56. H. JOSEPH PATROON DER H. KERK. Wijze: Wien Ne.êrlandsch blond.

Nu rijze op heel liet wereldrond,

Als in de hemelsfeer,

Een nieuw gezang uit aller mond,

O Joseph! u ter eer;

Want u, Maria\'s Bruidegom

En Hoedei\' van Gods Zoon,

U vroeg \'t geloovig volle alom

Der Kerk tot Schutspatroon, (bis.)

Do Bisschopsschaar van \'t Vatikaan,

Het drong met \'s Heeren volk Vereend op uw verheffing aan.

Bij Gods onfeilh\'ren tolk;

En Pius, in wiens vaderhart

Men \'t uwe wedervindt,

Hoe heelt hij, in zijn vreugd en smart, O Joseph! u bemind, {bis.)

Uw Onbevlekt-Ontvangen Bruid

Heeft hij met eer gekroond.

En op haar Feestgetij ook luid

Zijn liefde aan u getoond;

Hij gaf u op dat dubbel Feest Tot Schutspatroon der Kerk,

Opdat nu tegen Satans geest Uw Vadermacht haar sterk\' {bis.)

O gij, eens zwoegend in een stulp

En toch zoo vorstlijk groot!

O reik der Kerk die vaderhulp,

Die ge in haar oorsprong boodt.

-ocr page 226-

210

Toen gij Maria en Gods Zoon

Zoo trouw hier hebt behoed:

Wees, koninklijke Schutspatroon!

Wees van Gods Kerk gegroet. (Im.)

Tot u roept zij, vervoerd van min,

Wijd over \'t gansch heelal.

Tot u, o Hoofd van \'t Godsgezin!

Met dankbaar lofgeschal,

Die in Maria en Gods Zoon

De Kerk reeds hebt behoed;

Wees, Patriarch en Schutspatroon! Wees, Joseph! wees gegroet, (bis.)

57. AAN JOSEPH EER.

W ij z e : Dat Joseph leev\'.

Aan Joseph eer! dienaam doet liefde ontvonken.

— die naam vervoert ons hart;

— — ik voel mij vreugdedronken,

— — die naam verbant de smart. Aan Joseph eer! Aan Joseph eer!

AanJoseph eer! zoo juichen deEng\'lenscharen,

— — zoo juicht de sterveling;

— — zoo juich ik aan de altaren,

— — zoo dikwerf ik daar zing. Aan Joseph eer! Aan Joseph eer!

Aan Joseph eer! naam die de kind\'ren minnen,

— — die naam is troost in smart;

— — die naam helpt ons verwinnen;

— aan Joseph heel ons hart. Aan Joseph eer! Aan Joseph eer!

-ocr page 227-

211

Aan Joseph eer! als droefheid mij komt plagen.

— — wat God ook mij beschikk\';

— — bij nachten en bij dagen

— — tot aan mijn laatsten snik. Aan Joseph eer! Aan Joseph eer!

En kom ik eens in \'t rijk der zaligheden. Geniet mijn ziel het alvergeldend goed, Dan is \'t uw naam, o Joseph ! \'t zijn uw beden. Waaraan ik dan mijn heil ook danken moet. Aan Joseph eer! Aan Joseph eer!

58. LOFLIED AAN DE H. ANNA.

W ij z e: Wees gegroet op kindertoon.

Moeder Anna! luid en blij Moet ook u ons loflied rijzen;

Moeder van Gods Moeder, gij,

\'k Moet uw nieuwe glorie prijzen:

Straalt er op de dochter eer, t ^ quot;t Schittert op de moeder weer. ^

Wonder zonder wederga!

Vlekloos hebt gij haar ontvangen.

Door uws Heeren heilgena,

\'t Kind dat ge aan uw hart mocht prangen;

Anna! ja, alleen uw kind, I ...

Is aldus door God bemind ! j ns\'

En ik zou niet luid en blij U in uwe Dochter prijzen!

Moet niet aller eeuwen rij \'t Loflied voor u op doen rijzen!

Wie is als uw vlekloos kind, ) ,. Wie ooit heeft als zij bemind! ( ts\'

-ocr page 228-

212

Van uw dochter zonder smet Straalt de weerglans op u neder:

Keert, o Anna! uw gebed Tot haar Zoon ooit vruchtloos weder? Moeder van Gods Moeder, gij, I .. Bid dan, Anna! bid voor mij. j lS\'

59. TOT DEN H. ENGELBEWAARDER.

Wij ze: Vreedzaam wandelt, en I\'uer nobis.

U, die om den zetel dient Van den Heer der Heeren,

Zijn gezant, mijn Zielevnend,

\'k quot;Wil u dankbaar eeren.

Gij, die eeuwig u verblijdt in het godlijk Wezen,

Maar ook mijne vreugd hier zijt. Engel! wees geprezen.

Gij omzweeft mij nacht en dag, Schutsgeest, mij gegeven !

Moge ik rein, in vroom ontzag Voor uw bijzijn leven!

Gij, ja, blijft mij onverdiend Al uw liefde toonen:

Laat mij, teedre Hemelvriend!

U met liefde loonen.

Gij geleidt, verlicht, behoedt.

Trouwe Gids! mijn schreden;

Gij ook sterkt, mijn zwak gemoed Door uw smeekgebeden.

-ocr page 229-

213

Veilig is mijn levensbaan,

Wie mij ook bestrijden;

U, mijn Engel! roep ik aan,

Gij zult mij bevrijden.

Blijf, o blijf\' in allen nood

Mijner u ontfermen Maar vooral, wil bij mijn dood, Wil mij dan beschermen!

Als mijn ziel aan de aarde ontgaat.

Wil mij niet begeven:

Voer haar, trouwe Toeverlaat!

In het eeuwig leven.

60. AAN ONZE PATROON-HEILIGEN.

Wijze; Maria\'s beeld te midden.

Na \'s werelds strijd en lijden,

In Jesus\' kracht volbracht.

Geniet gij zijn verblijden.

En deelt zijn gloriemacht;

O dat, mijn goede Heil\'ge! Uw voorspraak mij beveil\'ge, Bid, Heil\'ge! Beschermer, bid, o bid voor ons.

Wij nog bij \'s levens plagen,

Wij zijn in zielsgevaar;

Ach, hoor ons klagen, vragen. Dat ons uw hulp bewaar\'.

O dat dan, goede Heil\'ge! enz.

Komt Satan ons bekoren.

Lokt vleesch, of wereld aan;

-ocr page 230-

214

Wil onze smeekStem hooren, Ach help! of -wij vergaan, -j- O dat dan, goede Heil\'ge! en-.

God kroonde uw heilig leven Met glorierijken dood: . \'

Mogt op uw beè Hij geven. Dat \'k zalig de oogen sloot. Dat dan, mijn goede Heil\'ge! enz.

O waai- ge in d\' eeuw\'gen vrede

Nu Jesus\' aanschijn ziet: Verwerf mij door uw bede,

Dat ik uw heil geniet\'.

f O dat, mijn goede Heil\'ge! enz.

61. MAGNIFICAT.

Magnificat* anima mea Do-mi nu m:

Et exultavitspiritusmeus,* in Deo salutari meo.

Quia respexit humilitatem ancillae suae:* ecce enim ex hoe beatam me dicent omnes generationes.

Quia fecit raihi magna qui potens est ;* et sane\' n nomen ejus.

Et misericordia ejus a progénie in progéuies, * timen-tibus eum.

Fecit potentiaru in bra-chio suo; * dispersit superbos mente cordis sui.

LOFZANG VAN MARIA.

Mijne ziel maakt groot den Heer!

En gejuieht heeft miju geest in God mijnen Zaligmaker.

Daar Hij neergezien heeft op de geringheid zijner dienstmaagd ; want zie, van nu af zullen mij zalig noemen alle geslachten.

Omdat Hij groote dingen aan mij heeft gedaan, de Machtige, en heilig is zijn Naam.

Eu zijne barmhar\';o,heid is van geslacht tot ^cht, voor die TIeiS ifeezéb.

Hij heeffJ kracht gedaan door zijnen arm; verstrooid heeft Hij de hoogmoedigen in de gedachten huns harten.


-ocr page 231-

INHOUD.

Kladz.

Kerkelijke goedkeariug.........II

De devotie tot O. L, Vrouw van Kevelaer. . . Ill

Oorsprong der bedevaart........ITT

De West-Friesehe Proeessie van Zwaag ... X

GEBEDEN.

lieisgebeden............1

Morgengebeden...........2

Avondgebeden ......................5

Gebeden bij de H. Mis............7

Bieelitgebeden ...........] 9

Communiegebeden..........23

Gebeden om den vollen aflaat te verdienen 28

Litanie voor den Zondag. Tot de H. Drievuldigheid. 31

w „ „ Maandag. Tot den H. Geest. . 34

„ u u Dinsdag. Van den Zoeten Naam. 38

» ,, „ Woensdag. Van H. Engelbew. 41

„ „ „ Donderdag. Va , H.Sacrament. 44

// „ Vrijdag. Op\'tLijden van Christus. 48

; van het H. Hart van Jesus. ... 53 Akte van To wijding aan het H. Hart. .50

Akte van Eereboete..........56

Litanie voor den Zaterdag. Tut de H. Maagd . 58

-ocr page 232-

220

Bladz.

Smeekbeden tot de H. Maagd......60

Verzuchtingen tot Maria, om hare 7 Vreugden . 64

Litanie vau O. L. Vrouw van het H. Hart . 67

„ der Onbevlekte Ontvangenis.....71

„ ter eere vao O. L. Vr. van Lourdes 76

„ der Zeven Droefheden van Maria ... 84

Vereering der 7 Smarten van Maria\'s moederhart. 89

Litanie van den H. Joseph.......91

Gebeden tot den H. Joseph.......95

Litanie van de H. Moeder Anna.....97

tf „ den H. Joachim.......100

n „ den H. Antonius van Padua . . .102

„ ,, deu H. Martinus, Patroon van Zvvaag. 106

Litanie voor een zaligen dood......109

Litanie voor de Geloovigezielen......112

Gebeden voor de Overledenen......116

De profundi s..........118

Kruisweg-oefening..........120

.Rozenkransgebeden..........137

GEZANGEN.

1 Bij de Benedictie. Tantum ergo.....141

2 Aanroeping van den H. Geest. ■ .141

3 Lied vóór de beêvaartreis.......142

4 Lied op de heenreize........143

5 Lied te Kevelaer.........144

•iU

6 Aan O. L. Vrouw van Kevelaer. .... 14G

7 Maria, hulp in allen nood . . ^ . 147

8 De Litanie van O. L. Vrouw .\' . . . 149

9 Smeekzang tot de Moeder der Zeven Smarten. 149 10 \'s Heeren Vijf Wonden.......151

-ocr page 233-

221

Bladz,

11 Smeeklied voor de Overledenen.....154

12 Pelgims-avondlied. Minlijk-lichtend , . .156

13 Avondbede: De zon die onzen weg verlicht . 157

14 Uitnoodiging tot Maria\'s lof. Komt, spoedt V. 158

15 Afscheidslied te Kevelaer.......159

16 Laatst Pelgrimslied.........161

17 Akten van Geloof, Hoop, Liefde, en Beronvv. 162

18 Aan Jesus eer! {Bat Jesus leev*.) . . .163

19 Jubelzang aan Jesus\' H. Hart.....165

20 Smeekzang tot Jesus\' H. Hart, voor de H. Kerk. 166

21 Het H. Hart van Jesus ter eere .168

22 Toewijding aau Jesus\' H. Hart.....169

23 De versmade liefde.........170

24 Tot het H, Hart van Jesus......171

25 Het Scapulier van Jesus\' H. Hart . .172

26 Liefdegroet aan de H. Maagd .174

27 Hulde en bede aan Maria. Komt! heffen wij. 175

28 Aan Maria eer ! {Maria leev*.).....177

29 Maria! Wees gegroet.....178

30 Loflied aan de H. Maagd. Maria! Wees gegroet. 179

31 Lied op Maria\'s Naam.......180

32 Meimaand-lied: Heuvels, losschen . . . .181

33 Lofzang tot Maria: Gij zijt des hemels . .182

34 Vertrouwen op Maria: O gij schoonste . .183

35 Salve Regina.........185

36 Maria Tro iteresse : Moeder des Heeren . . 186

37 Bede tot ooze H. Moeder: O Moeder Gods. 187

38 Ter eere vai- Maria: O beeld van* t reinste leven. 188

39 Verzuchtingen tot Maria: Maria! gij, die. . 189

40 Avondgroet. {Maria\'s beeld te midden,) . . 190

41 Lied van den H. Casimirus......191

-ocr page 234-

222

B!adz.

42 Het AVees gegroet.........192

43 Smeeklied bij Maria\'s beeld......193

44 De Engel des Heeren........194

45 Tot Maria\'s Moederhart: O Maagd, o schoonheid. 195

46 Het Onbevlekt Hart van Maria.....196

47 Maria Onbevlekt-Ontvangen : Lieve Moeder . 197

48 O. L. Vrouw van Lourdes......198

49 O. L. Vrouw van het H. Hart.....202

50 Smeeklied voor Kerk en Paus.....203

51 Het H. Huisgezin. J. M. J......204

52 Tot den H. Joseph: ReiVge Joseph. . . 205

53 Bede tot den H. Joseph.......206

54 Gaat tot Joseph..........207

55 Aanroeping van den H. Joseph.....208

56 Loflied aan den H. Joseph, patroon der H.Kerk. 209

57 Aan Joseph eer! {Dat Joseph leev*.) . . .210

58 Loflied aan de H. Anna.......211

59 Tot den H. Engelbewaarder......213

60 Aan onze Patroon-Heiligen......213

61 Magnificat. Lofzang van Maria . . . 214

62 Het Kerklijk danklied: Te Deurn laudamus . 215

-ocr page 235-
-ocr page 236-
-ocr page 237-