nnn AAr.TSBROEDERSCIIAP
Tai let AUerWiistE HART VAN JESÜS,
door den IT. Stoel
EN
ten gebruike in do Kerken van hot Aartsbisdom Utrecht aanbevolen door D. II. Mgr. den Aartsbisschop A. I. SCHAEPMAN.
5
ÜTr.ECIIT ,
WED. J. R. A\'AN ROSSUM. J
i
GEESTELIJKE OEFENINGEN.
f
der aartsbroederschap
Tai let Allerlieilitste HART VAN JESÜS,
door den H. Stoel
EN
ten gebruike in de Kerken van het Aartsbisdom Utrecht aanbevolen door Z. D. H. Mgr. den Aartsbisschop A. I. SCHAEPMAN.
Utrecht,
Wed. J. R. VAN ROSSUM.
GOEDKEURING.
Wij veroorloven dat deze „Geestelijke Oefeningquot; gedrukt worde en in de kerken en bedeplaatsen van het Aartsbisdom Utrecht worde gebruikt, ook (waar men gerechtigd is het Allerheiligste te bewaren) met uitstelling van het heilig Sacrament in Ciborio aan het einde der oefening.
f A. I. Schaepman.
Aartsbisschop van Utrecht.
Utrecht, 5 April 1880.
TER EERE
van het ALLERHEILIGSTE HART VAN JESUS.
V. Deus in adjutorium meurn intende.
R. Domine ad adjuvandum me festina.
Men zingt den volgenden Psalm 116.
Laudate Dominum omnes gentes, *laudate eum omnes populi.
Quoniam confirmata est super nos misericordia ejus; *et Veritas Domini rnanet in aeternuni.
V. Gloria Patri, et Filio, et Spiritui Sancto.
R. Sicut erat in principio, et nunc et semper, et in secula saeculorum. Amen.
Men leest vóór met luider stem:
Laat ons opwekken een levendig geloof van ons te bevinden in de tegenwoordigheid Gods. Laat ons al onze werken opdragen tot Zijn meerdere glorie; en laat ons bidden om Zijne goddelijke hulp, ten einde vruchten te trekken uit deze vroome oefening.
Wij allen in den naam des Heeren in deze Kerk vergaderd, nemen ons voor te vereeren en te aan-
6
bidden hel allerheiligste Hart van Jesus, brandend van liefde tot onze zielen, vooral omdat Hij in het lijden en den dood Zijn kostbaar bloed heeft gestort voor alle menschen, omdat Hij is gebleven met ons tot aan de voleinding der eeuwen in het allerheiligste Sacrament des Altaars, en zich op deze wijze maakte onze spijs in het leven, onzen gezel, onzen vriend, en onze teerspijs in den dood. Hier betuigen wij, Hem altijd te willen danken voor zooveel liefde. Hem altijd trouw te willen dienen, en beminnen met geheel ons hart, en te maken dat Hij gekend en bemind worde door anderen. Uit dankbare beantwoording aan Zijne zoo groote liefde zijn wij nog besloten, met alle godvruchtige hulde van aanbidding en van liefde te willen zamenwerken om te vergoeden, en te herstellen de oneerbiedigheden, de beleedigingen, de minachtingen en de ondankbaarheden, die Hij ontvangt in het Allerheiligste Sacrament des Altaars.
II.
ROZENHOEDJE van het Goddelijk Hart van Jesus.
1°. Mijn allerminnelijkste Jesus, bij het denken aan Uw goed Hart, en bij het zien hoe het geheel toegenegenheid en zoetheid is jegens de zondaars, voel ik het mijne zich verheugen en vervuld worden met vertrouwen dat ik door U goed zal ontvangen worden. Helaas! wat al zonden heb ik bedreven! Maar, met Petrus, met de boetvaardige Magdalena
7
beween ik ze thans, en verfoei ze, omdat zij U beleedigd hebben, U, mijn opperste Goed! Ik smeek ü, schenk mij algeheele vergeving, en o, dat ik sterve, ja ik bid U door Uw goed Hart, dat ik sterve liever dan U te beleedigen, en zekerlijk dat ik leve alleen om ü op nieuw te beminnen.
Men bidt één Onze Vader, vijfmaal Eere zij den Vader, ter eere van de vijf wonden en van het goddelijk Hart van Jesus.
O Zoet Hart van Jesus!
Maak dat ik U steeds meer beminne!
2°. Ik zegen, mijn Jesus, Uw allerootmoedigst Hart en dank U dat Gij het ten voorbeeld mij stellend, niet alleen met teedere bezorgdheid mij uitnoodigt het na te volgen, maar ook door Uwe groote vernederingen mij den weg daartoe hebt aangewezen en voorbereidt.
Dwaze en ondankbare, die ik was! Hoe verre heb ik afgedwaald. Vergeef mij. Neen geen hoo-vaardigheid meer en zelfverheffing, maar met een ootmoedig hart wil ik U, door de vernederingen henen volgen, en vrede en zaligheid vinden.
Geef, mij moed, en eeuwig zal ik Uw Hart zegenen.
Één Onze Vader, vijfmaal Eere tij den Vader, enz.
O Zoet Hart, enz.
3°. Ik bewonder, mijn Jesusl Uw allergeduldigst Hart en ik dank U voor de groote voorbeelden van onoverwinnelijke gelatenheid, die Gij ons hebt verstrekt. Ik betreur het, dat zij mij tot heden vruchteloos mijne lafhartigheid, die niets verdragen kan, verweten hebben.
8
Ach, geliefde Jesus! stort in mijn hart een vurige en blijvende liefde tot wederwaardigheden, kruisen, verstervingen en boetvaardigheid, opdat ik U volgende naar Galvarië, met U de glorie en de zaligheid des hemels bereike.
Één Onze Vader, vijfmaal Eere zij den Vader, enz.
0 Zoet Hart, enz.
4°. Bij het aanschouwen van Uw allerzachtmoe-digst Hart, dierbare Jesus, wordt ik van afschrik vervuld voor het mijne zoo verschillend van het Uwe. Helaas! eene niets beduidende zaak, een enkel gebaar, een woord van tegenspraak verontrust mij en doet mij klagen.
Vergeef mij mijne opwellingen van gramschap en verleen mij de genade, van voortaan bij elke tegenkanting Uwe onveranderlijke zachtmoedigheid na te volgen en alzoo immer een heiligen vrede te smaken.
Eén Onze Vader, vijfmaal Eere zij den Vader, enz.
O Zoet Hart, enz.
51. Anderen mogen, o Jesus! den lof bezingen, dien Uw alleredelmoedigst Hart, over dood en hel zegevierende, zoo rechtmatig verdiend heeft. Ik, voor mij, ben meer dan ooit beschaamd bij den aanblik van het mijne wat zoo kleinmoedig is, wal ieder onaangenaam gezegde vreest en alles wat schrik kan aanjagen; maar niet langer zal het zoo zijn. Van U smeek ik daartoe zooveel sterkte en moed, dat ik strijdende en overwinnende op aarde, daarna blijde zegesiere in den Hemel.
Eén Onze Vader, vijfmaal Eere zij den Vader, enz.
O Zoet Hart, enz.
9
Keet-en wij ons tot Maria, dragen wij ons nogmaals aan haar op en zeggen wij met het volste vertrouwen op Haar moederlijk Hart:
O machtige Moeder van God, en mijne Moeder Maria, verkrijg- mij door de hooge voorrechten van Uw allerzoetst Hart, eene ware en duurzame gods vrucht tot het H. Hart van Jesus, Uwen Welbeminden Zoon, opdat ik door mijne gedachten en genegenheden met Hem vereenigd, al mijne plichten getrouw vervulle en altijd, maar voornamelijk op dezen dag, met een vreugdevol hart Jesus diene.
V. Cor Jesu flagrans V. Hart van Jesus! amore nostri. brandende van liefde tot
ons,
R. Inflamma cor nos- R. Ontvlam ons hart trum araore tui. van liefde tot U.
OREMUS. Ulo nos igne, quaesu-mus Domine, Spiritus Sanctus inflammet, quem Dotninus noster Jesus Christus e pene\'ralibus Cordis sui misit in terram, et voluit veheraenter ac-cendi: qui tecum vivit, et regnat in unitate ejus-dem Spiritus Sancti Deus per omnia saecula saecu-lorum. Amen. |
LAAT ONS BIDDEN. Wij smeeken U, o God! dat de H. Geest ons door dat vuur ontvlamme, wat onze Heer Jesus Christus uit hel binnenste Zijns Harten op aarde gezonden heeft, en dringend gewild dat het zou ontstoken worden: die met U leeft, en heerscht, in de eenheid van den zelfden Heiligen Geest God door alle eeuwen der eeuwen. Am. |
10
Ook toepasselijk op de Zielen in het Vagevuur.
De H. Stoel heeft verleend aan alle geloovigen, die met een rouwmoedig hart bovenstaand Rozenhoedje zullen hidden, een aflaat ven 300 dagen tölkens, en een volle aflaat, eenmaal in de maand aan hen, die het minstens eenmaal daags zullen gedaan hehhen, mits men gebiecht en gecommuniceerd hebbend, dien dag bidde ter intentie van Zijne Heiligheid.
Bidden wij godvruchtig voor de leden van dit Broederschap en voor de weldoeners dezer Kerk; Één Onze Vader, Wees gegroet en Eer zij den Vader.
Gebed voor de overledene leden.
Men noemt do namen der laatst overledene leden van het Broederschap en hidt:
PSALM 129.
De profundis clamavi ad te, Domine, Domine! exaudi vocem meam. Fiant aures tuae inten-dentes, in vocem deprecation is meae. |
Si iniquitates observa-üit de diepten heb ik tot U geroepen, o Heer, o Heer! verhoor mijne stem. Laat uwe ooren opmerkzaam zijn op de stem mijner smeeking. Zoo gij o Heer! op de |
14
veris, Domine, Domine, ongerechtigheden acht quis sustinebit ? geeft, wie o Heer zal het
onderstaan ?
Quia apud te propitiatio Omdat bij U genade est; et propter legem is, en om uwe wet, o tuam sustinui te, Domine. Heer! heb ik mij op U verlaten.
Sustinuit anima mea Mijn ziel heeft op zijn in verbo ejus : speravit woord zich verlaten; mijuc. anima mea in Domino. ziel heeft op den Heer gehoopt.
A custodia matutina Dat Israël van de mor-usque ad noctem, speret genwake af, tot den nacht Israël in Domino. toe op den Heer hope.
Quia apud Dominum Want bij den Heer is misericordia; et copiosa barmhartigheid; en bij apud eum redemptio. Hem is overvloedige verlossing.
Et ipse redimet Israël En hij zelf zal Israël ex omnibus iniquitatibus van al zijne ongerechtig-ejus. heden verlossen.
Requiem aeternam dona Heer geef hen de eeuwi-eis Domine: et lux per- ge rust en het eeuwige petua luceat eis. licht beschijne hen.
V. A porta inferi
R. Erue Domine animas eorum.
V. Requiescant in pace.
R. Amen.
V. Domine exaudi orationem raeam.
R. Et clamor meus ad te veniat.
V. Dominus vobiscum.
R. Et cum spiritu tuo.
12
OREMUS.
Deus, veniae largitor, et humanae salutis amator, quaesumus clementiam tuam, ut nostrae Congrega-lionis fratres, propinquos, et benefactores, qui ex hoe saeculo transierunt, Beata Maria semper Virgine intercedente cum omnibus Sanctis tuis, adperpetuae beatitudinis consortium pervenire concedas. Per Christum Domlnum nostrum. R. Amen.
V. Requiem aeternam dona eis Domine.
R. Et lux perpetua luceat eis.
V. Requiescant in pace.
R. Amen.
IV.
Hier kan de Priester een stichtend woord spreken.
Het Allerheiligste wordt vervolgens uitgesteld en men zingt:
A N TI P H O N A.
Sub tuum praesidium confugimus, Sancta Dei Genitrix, nostras deprecationes ne despicias in ne-cessitatibus nostris, et a periculis cunctis libera nos semper, Virgo gloriosa, et benedicta.
13
Kyrie eleison.
Christe eleison.
Kyrie eleison.
Christe audi nos.
Christe exaudi nos.
Pater de Coelis Deus, miserere nobis.
Fili Redemptor Mundi Deus, miserere nobis. Spiritus Sancte Deus, miserere nobis.
Sancta Trinitas unus Deus, miserere nobis.
14
Regina sine labe originali concepta, ora
Agnus Dei, qui tollis peccata mundi, Parce nobis Domine.
Agnus Dei, qui tollis peccata mundi\', Exaudi nos, Domine.
Agnus Dei, qui tollis peccata mundi, Miserere nobis.
15
V. Ora pro nobis Sancfa Dei Gènitrix. R. Ut digni efficiamur promissionibus Christi.
OREMUS.
Concede nos famulos tuos, -quaesumus Domine Deus, perpetua mentis, et corporis sanitate gaudere: et gloriosae Beatae Mariae semper Virginis inter-cessione, a praesenti liberari tristitia, et aeterna perfrui laetitia.
Deus omnium fidelium Pastor, et Rector Famu-lum tuum N., quern Pastorem Ecclesiae tuae praeesse voluisti, propitius respice: da ei quaesumus, verbo et exemplo, quibus praeest, proficere, ut ad vit,am una cum grege sibi credito perveniat sempiternam.
Deus refugium nostrum, et -virtus; adesto piis Ecclesiae tuae precibus, auctor ipse pietatis, et prae-sta; ut quod fldeliter petimus, efficaciter consequa-mur. Per Christum Dominum nostrum.
R. Amen.
H Y M N 13 S.
Tantum ergo Sacramentum Veneremur cernui,
Et antiquum documentum Novo cedat ritui;
Praestet Fides supplementum Sensuum defectui.
Genitori, Genitoque Laus, et jubilatio,
Salus, honor, virtus, quoque Sit, et benedictio;
Procedenti ab utroque.
Gompar sit laudatio. R. Amen.
16
V. Panem de Coelo praestitisti eis.
R. Omne delectamentum in se habentem.
OREMUS.
Deus qui nobis sub Sacramento mirabili Passionis tuae memoriara reliquisti: tribue quaesumus, ita nos Corporis, et Sanguinis tui sacra mysteria vene-rari, ut Rederoptionis tuae fructum in nobis jugiter sentiamns. Qui vivis, et regnas in saecula saecu-lorum. R. Amen.
Men eindigt met den Zegen van het Allerheiligste Sacrament.