is ingeschreven in de Aartsbroederschap der Eerewacht van het allerheiliflst Hart van Jezus, en neemt aan. eiken dag
van......-wachtuur volgens
de statuten dezer Aartsbroederschap, bij het Goddelijk Hart van Jezus door te brengen.
De Bestuurder
/.. .......
-
Allerzoetste, beminnelijkste en teeder beminnende Jezus, ik N. N. neem heden vrijwillig eu uit ganscher harte dienst in de Eerewacht van uw allerheiligst Hart. Ik ■wensch daardoor, zooveel in mijn vermogen is, uw aanbiddelyk Hart te verheerlijken, te beminnen en te vertroosten voor de nalatigheid en de ondankbaarheid der menschen. Ik beloof U, met de hulp uwer geuade, gedurende bet uur, dat ik tot mijn wachtuur heb uitgekozen, immer getrouw op mijnen post van eer, liefde en vertroosting te zullen wezen. Amen.
DER
DE
VAN HET
UJIUK VAN M. ALBERTS. — UI CGEVEU.
IMPRIMATUR.
Buscodv.ci, 23 Sept. 1881.
Epus Buscoducen. f A, GODSCHALK.
Dcor onzen Hoogwaardigen Pater Generaal, Nicolaus Mauiion, daartoe gemachtigd, staan wij toe, dat liet werkje; Handboekje der Aartsbroederschap ,,de Eerewacht van het H. Hart van Jezusquot; worde gedrukt.
P. Ocmen cssk. Sup. Prov. Holl. |
LEO XIII. paus.
LEO P.P. XIII.
Ad perpetuum rei me-nwriani A dileoto filio C. J. Hultermans Presbytero Reotore publici Sacelli a Sanota Maria in Arena, Runemundce existentis ex-positum Nobis est sodali-tatem excuhiarum ad ho-norem Sacralissimi Cordis Jesu dio festo nativitatis S. .Toannis Baptista; anno MDCCCLXXII canonice institutam, singulari Fide-lium pietate florere et numero adeo crevisse, ut am-plius sex mille Christiflde-les eidem sodalitati nomen dederint. Quo vero cultus Sacratissimi Cordis Jesu latius propagetur, eadem-quo Sodalitas majora sus-cipiat inoremer.ta ab eodem dilecto filio supplicatur Nobis, ut prtediotam soda-litatem Anliisodalitatis nomine et privilegiis ditemus, et alias sodalitates nedum intra Hollandice fines, ve-rum etiam in Sacris per Neerlandiam Erpedilioni bus aggregandi faoultate augeamus. Nos hujusmodi votis obseoundare, omnes- |
Ter eeuiviger gedachtenis. Door Onzen geliefden zoon C. J. Hultermans, Priester en Rector der openbare Kapel van Onze Lieve Vrouw in het Zand te Roermond, is Ons uiteengezet, dat de broederschap der eerewacht van het Allerheiligste Hart van Jezus, canoniek opgericht op den feestdag der geboorte van den H. Joannes den Dooper, in het jaar \'1872, door buitengewone godsvrucht der Geloovigen bloeit, en zoozeer in ledengetal is toegenomen, dat meer dan zes duizend Chris-tengeloovigen zich in deze broederschap bobben doen opschrjjven. Opdat echter do vereering van het Allerheiligste Hart van Jezus meer worde verspreid, en gezegde broederschap grooteren wasdom ontvange, wordt door denzelfden geliefden zoon de bede tot Ons gericht, dat Wij voornoemde broederschap met den naam en de voorrechten van Aartsbroederschap |
que et singulos, quibus liaec Litterae Nostrte favet, peculiar! benevolentia pro nequi volentes, et a quibus-vis excommunieationis et interdicti. aliisque eoclesi-asticis sententiis, censuris ac posnis, quovis modo vel quavis de causa latis, si quas forte inourrerint, hu-jus tantum rei gratia ab-solventes et absolutes fore censenteSjSodalitatern prai-dictam Rureemundee in publico Sacello Sancta3 Ma-i-iEE in Arena canonioe erec-tam, in Arrhisodalitateni cum omnibus et singulis honoribus, juribus, privi-legiis ac preeeminentiis so-litis et consuetis Apostolica Auctoritate Nostra, harum Litterarum vi, perpetuum in modum erigimus et in-stituimus. Archisodalitatis autem sic ereotae Mode-ratori ac Proceribus, ut alias ejusdem noniinis et instituti Sodalitates, intra Hollandiw fines atque in Neerlandensihus Missioni-hus erectas vel erigendas, ei Archisodalitati, servatis tamen forma Constitutionis fel; reo. Clementis VIII Prsedecessoris Nostri, aliisque apostolicis Ordinati-onibus desuper editis, aij-gregare, illisque omnes et verrijken, en met de macht begiftigen, om andere broederschappen niet alleen binnen de grenzen van Holland, maar ook in damp; Hollandsche Missieën, met zich te vereenigen. Wij, deze wenschen willende begunstigen, en allen en eenieder, ten ■wier gunste dit üns schrijven strekt, met bijzondere welwillendheid willende bejegenen, en van alle excommunicatie, interdict en andere kerkelijke vonnissen, cen-suren en straffen, op welke wijze of om welke reden ook opgelegd, zoo zij er wellicht mochten beloopen hebben, ter wille van deze zaak alleen, ontslaande en ontslagen oordeelende, verheffen en stellen voor eeuwig door Ons Apostolisch Gezag, uit kracht van deze Brieven, voorzegde broederschap, te Roermond in de openbare Kapel van Onze Lieve Vrouw in het Zand canoniek opgericht tot Aartsbroederschap in, met alle eer, alle rechten, alle voorrechten en allen voorrang, die gewoon en gebruikelijk zijn. Aan den Bestuurder echter van de aldus opgerichte Aartsbroederschap en aan zijne |
— 5 —
sinrjulas indulgentias, pec-calorum reniissiones et painitentiarum relaxatio-ncs, ipsi sodalitati modo per Nos in Archisodalita-tem erecta:, ab Apostolica sede concesaas, quae tarnen communicabiles sint, com-nmnicare libere lioiteque possint et valeant Apostolica auotoritate Nostra, te-nore preesentium perpotuo concedimus et indulgemus. Decernentes has Litteras Nostras firraas, validas et effioaoes .existcre ac fore, suosque plenarios et inte-gros effectis sortiri et ob-tinere, illosque ad quos spectat et in posterum spectabit plenissime suffra-gari; sicque in prtemissis per quoscumque Judices ordinaries et delegates eti-am causarum Palatii Apostolic! audirores, Sedis A-postolici® Nuntios et S.R.E. Cardinales otiam de Latere Legatos, sublata eis et eorum cuilibet quavis ali-ter judicandi et interpre-tandi faeultate et auotoritate , judicari ac deflniri debere, atque irritum et inane si secus super his a quoquain quavis auotoritate scienter vel ignoranter con-tigerit attentari. Non ob-atantibus constitutionibus |
Opvolgers staan Wij,krachtens Apostolische macht, bij dezen voor immer toe en veroorloven Wij, dat zij andere, reeds opgerichte of nog op te richten broederschappen van denzelfden naam en aard, binnen de grenzen van Holland en in de Nederlandsche Mis-sieiin, vrij en rechtmatig met deze Aartsbroederschap vermogen en kunnen vereenigen , volgens den vorm nochtans der Constitutie van Onzen Voorganger, Clemens VIII. z. g., en volgens de andere Apostolische Verordeningen dienaangaande gegeven , en dat zij hun ulle aflaten, vergevingen van zonden en kwijtscheldingen van straffen, zoo in \'t algemeen als in \'t bijzonder, die aan de broederschap, welke nu tot Aartsbroederschap door Ons is verheven , door den Aposto-lischen Stoel zijn toegestaan , in zoover die mededeelbaar zijn, op dezelfde wijze kunnen mededeelen. Wij verklaren, dat deze Onze -lirieven geloofwaardig, geldig en van kracht zjjn en blijven, en hunne volle en algeheele uitwerking erlangen en bekomen. |
et Ordinationibus Aposto-licis, et quatenus opus sit, pradict» Sodalitatis ali-isque quibusvia etiam ju-ramento, oonfirmatione A-postolica, vel quavis firmi-tate alia roboratis statutis et oonsuetudinibus, ceteris-que in contrariuni faoien-tibuaquibuscumque. Datum Ronise apud S. Petrum sub Annulo Pisoatoris die XXVI Novembris MDCCCLXXX. Pontificatus Nostri Aimo Tertio. |
en hen, op wie ze betrekking hebben, of in het vervolg zullen hebben, ten volle begunstigen; en dat aldus in hot voorgaande door gewone en gemachtigde Rechters, welke ook, zelfs door de auditeurs der processen van het Apostolisch Paleis, dooide Nuntiussen van den Apostolischen Stoel en door de Kardinalen der Heilige Roomsche Kerk, al waren zij ook buitengewone gezanten (de Latere Legt.tos), terwjjl hun en ieder hunner in het bijzonder alle macht en bevoegdheid om anders te oordeelen of uit te leggen is ontnomen, moet geoordeeld en beslist worden, en, zoo iemand, wie hij ook zij, of met welke bevoegdheid ook, wetend of onwetend, anderszins hieromtrent mocht bestaan, dat het ongeldig is en van geener waarde, üe Apostolische C\'onstitu-tieën en Verordeningen, en, voor zoover het noodig is, de Statuten en gebruiken der voornoemde broederschap, of welke anderen ook, al waren z\'j ook door eed, Apostolische goedkeuring of welke andere bekrachtiging ook, |
I bezegeld, en al wat ver-I der, van welken aard het dan ook zijn moge , hiermede in strijd mocht zijn, i staat niet in den weg. i Gegeven te Rome bij St. I Pieter onder den Visschers-ring, den 2G November 1880, het derde jaar van Ons Pausschap.
Th. Card. Merfel.
Dioc. Buscod. no 1529. PUBLICETÜR. Dei et Apostolica: Scdis gratia Episcopus Buscodccensis i Omnibus hisce visuris salu- j tem ia Domino. Ad promovendam salu-tarem devotion em erga SSmum Cor Jesu, Nos, vi facultate apostolicee Sedis die 29 Maji 1881 in quinquennium benigne concessa, |
I Bisdom van \'s Bosch. no. 1529. KAN OPENBAAR GEMAAKT WORDEN. bij de gratie Gods en des Apostoli— scben stoels Bisschop van \'s Bosch. aan allen die dit zallen zien lieil in den Heer. Om de heilzame devotie tot het allerheiligst Hart van Jezus te bevorderen, richten wij op in de St. Jo-zefskerk der stad \'s Hertogenbosch , krachtens de |
erigimus et instituimus in Ecclesia S. JOSEPHI, in civitate Busooducensi. Con-fraternitatem seu Unionem sub titulo yiCustodia llo-norifica SS. Cordis Jesu\' cum applicatione omnium Indulgentiarum et privile-giorum, quaj summi Pon-tifioes huio Arcliiconfrater-nitati impertiti sunt, et in manuali dictee pile Lnionis enumerantur. p dum adm. Patrem Rec-torem L. J. Hootin nomi-namus Directorem hujus Confraternitatis seu piie TJnionis cum facultate sub-delegandi alium presby-terum. Dein licentiam facimus hanc confraternitatem ag-gregandi Archioonfraterni-tati hujus nominis alibi canonice erect®. Episc. Buscoducensis t A. GODSCHALK. ■ BüSCODUCI die 12 Augusti 1881. |
macht door den Apostoli-schen stoel den 29 Mei 1881 voor vijf jaren welwillend verleend, en stellen wij in i de Broederschap of Ver-1 eeniging onder den titel: | ygt;Eerewacht ven het H. Hart j van Jezus\' en wij wijzen i tevens aan haar alle aflaten en voorrechten toe,-die : de Pauzen aan deze Aartsbroederschap hebben verleend, en in het handboekje dezer vrome vereeniging worden opgeteld. Den ZEerw. Pater Rector L. J. Hoctin benoemen wij als Bestuurder dezer I Broederschap of vrorao i vereeniging met de macht om een ander Priester daartoe aan te stellen. Eindelijk geven wij verlof deze broederschap te vereenigen met de Aartsbroederschap van dien naam, op een andere plaats wettig opgericht. De bisschop van \'s Bosch. t A. GODSCHALK. \'s BOSCH 12 Aug. 1881. |
Boel , oorspong en voortgang tier Ecrcwacht.
Toen de H. Gertrudis op zekeren dag in beschouwing verzonken was, en zij zich met den H. Joanne» den Evangelist, den leerling, dien Jezus zoo lief had, mocht onderhouden, vroeg zij in de overmaat harer liefde tot Jezus\' aanbiddelijk Hart, waarom hij toch niets geschreven had over de gevoelens van dat Hart, waarop hij in het laatste avondmaal had mogen rusten. En het antwoord van Joannes was: »Ik moest voor de pasgeboren Kerk het Evangelie van het ongeschapen Woord van God den Vader schrijven ; maar God heeft zich voorbehouden, de zoetheid van dat Hart in de laatste tijden te doen kennen om daardoor de liefde weder op te wekken, welke dan in hooge mate zal verflauwd zijn.quot;
Die tijden zijn thans aangebroken. Van alle kanten zien wij den godsdienst veracht, de Kerk gehoond, ja zelfs God ontkend. In de harten der meesten vertoont zich geen geloof meer, levende door de liefde. De liefde tot God is bij hen verdwenen, en heeft plaats gemaakt voor een ellendige genotzucht, voor een geest van onafhankelijkheid, voor eene zinnelijke liefde, welke de maatschappij met den ondergang dreigen. Weshalve de onsterfelijke Pius IX met recht mocht uitroepen; «Voor de Kerk en de maatschappij is geen hoop meer dan in het Hart van Jezus; ziedaar het geneesmiddel voor al onze kwalen.quot; Dit openbaarde dan ook Jezus zelf aan zijne uitverkorene Bruid de Gelukz. Margaretha Alacoque, toen Hij haar zijn Hart toonde, met doornen omkranst, door een lans doorstoken en vlammende van liefdevuur. Dat Hart, zoo gaf Hij haar te kennen , is, ofschoon het Tan de meesten niets dan ondankbaarheid en ontee-
— 10 —
ringen ontvangt, het Heilige der Heiligen, waarin Hij zich tha7is wil doen kennen, als den middelaar tus-schen God en de menschen, die de straffen van ons afwendt, welke wij door onze zonden hebben verdiend.
«Door middel der godsvrucht tot dat goddelijk Hart wil Jezus Christus aan velen het leven wedergeven ____ overvloedig den schat zijner genade schenken____en alleen door de zoetheid zijner liefde zijn
rijk van liefde vestigen.quot;
Toen de nederige Maagd die voor allen zoo troostende openbaringen bekend maakte, moest zij vreese-lijke vervolgingen ondervinden. Zij werd uitgemaakt voor een sdweepster en huichelaarster,quot; zij werd een voorwerp van schimp en bestraffing. Tallooze vijanden en tegenstrevers stonden tegen haar op, maar ten laatste zegevierde de waarheid, en werd de godsvrucht tot het II. Hart. zooals Jezus had verlangd, algemeen over de H. Kerk uitgestrekt.
En terecht! Die devotie ia immers de godsvrucht tot het Hart, het edelste deel van \'s menschen lichaam, dat onafscheidelijk vereenigd met den goddelijkea
Êersoon van Jezus Christus, goddelijke eer toekomt. — \'at goddelijk Hart is tevens het meestsprekend zinnebeeld zijner onmetelijke liefde; eenmaal werd het uit liefde voor de menschen op het kruis geopend door een lans; en thans, ofschoon het voortdurend geestelijker wijze verwond wordt door de zonden en de ondankbaarheid dier zelfde menschen, blijven er desniettemin tallooze liefde- en genadestroomen ontspringen , als uit de bron van levend water, dat vloeit ten eeuwigen leven. \') Ja waarlijk dat liefdevol Hart is, volgens de woorden van den onvergetelijken Pius IX, »de bron vanersoon van Jezus Christus, goddelijke eer toekomt. — \'at goddelijk Hart is tevens het meestsprekend zinnebeeld zijner onmetelijke liefde; eenmaal werd het uit liefde voor de menschen op het kruis geopend door een lans; en thans, ofschoon het voortdurend geestelijker wijze verwond wordt door de zonden en de ondankbaarheid dier zelfde menschen, blijven er desniettemin tallooze liefde- en genadestroomen ontspringen , als uit de bron van levend water, dat vloeit ten eeuwigen leven. \') Ja waarlijk dat liefdevol Hart is, volgens de woorden van den onvergetelijken Pius IX, »de bron van alle goed,quot; en volgens Z. H. Leo XUI, den thans regeerenden Paus, de onuitputtelijke bron der rijkste gaven des Hemels, waaruit eenieder den vrede des harten, de verlichting zijner
1) Joïs IV. 14.
— n —
kwellingen, den zegen over zijne ondernemingen, een zoet toevluchtsoord gedurende het leven en vooral in het uur des doods putten kan.quot;
Geen wonder dus. dat die devotie, eenmaal goed begrepen, op allerlei wijzen werd verspreid, dat er tallooze vereenigingen en broederschappen in allo landen der wereld verrezen, die het zich een eer en vreugde rekenden, dat allerbeminnelijkst Hart onder een of ander bijzonder oogpunt te vereeren.
Maar hoevele vereenigingen er ook ontstonden, geen enkele had nog ten doel voortdurend en onafgebroken eer, liefde en vergoeding te geven aan het allerheiligste Hart van Jezus, dat eenmaal op het kruis werkelijk gewond, door de vergetelheid, ondankbaarheid en de zonden der mensohen dagelijks opnieuw geestelijker wijze verwond wordt. Welnu, zulk eene vereeniging kwam op den 13Jequot; Maart 1863 in het klooster der Visitandinnen te Bourg in Frankrijk tot stand. Op dien dag, feestdag der H. vijf Wonden, kozen eenige der zusters aldaar zich ieder een uur van den dag uit, waarin zij voortaan dagelijks op eene bijzondere wijze het 11. Hart zouden verheerlijken, beminnen en troosten. Zij deden dit zonder iets in hare bezigheden te veranderen. Zij begaven zich slechts in den geest naar den tabernakel, en droegen daar aan het H. Hart van Jezus alle gedachten, woorden, werken, moeielijkheden enz. van dat uur op, en trachtten verder gedurende hetzelve door schietgebeden met Jezus\' goddelijk Hart vereend te blijven. Zoo vormden zij, daar zij elkander onophoudelijk opvolgden, eene voortdurende Eerewacht rond dat van liefde brandende Hart en ontvingen zij duizende en duizende genaden.
Die vereeniging vond spoedig bij velen bijval, ja breidde zich zoo snel uit, dat zij reeds den 9 Maart i864 op kanonieke wijze als Broederschap door den Bisschop van Belley voor zijn diocees opgericht r vervolgens door Z. H. Pius IX. z. g. goedgekeurd en met tal van aflaten werd verrijkt.
— 42 —
Weldra zag men de Eerewacht van het H. Hart van Jezus ook in andere landen kerkelijk opgericht en aanstonds door haar ledental bloeien. Ook in Nederland werd zij spoedig \'gevonden, o. a. in de kapel van O. L. Vrouw in \'t Zand te Roermond, waar zij, den 24 Juni 1872 door Mgr. Paredis kano-niek ingesteld, zoozeer toenam, dat zij in 8 jaren tijd meer dan 6000 leden telde.
Toen nu Z. H. Leo XIII de Eerewacht den 26 Nov. 4878 voor Frankrijk en België, en den 42 Juni 4879 voor Italië tot Aartsbroederschap verhief en tevens voor die landen de twee hoofdzetels aanwees, Bourg en Rome, waar de overige broederschappen zich tot het ontvangen der aflaten konden agreee-ren, kwam men op de gedachte die gunst ook voor Nederland aan te vragen.
Bij Apostolische breve van 26 Nov. 4880 verhief Z. H. Leo XIII de Broederschap der Eerewacht, bestaande in de Kapel in \'t Zand, tot Aartsbroederschap en verrijkte haar met alle aflaten, gunsten en privilegiën, welke dezelfde Aartsbroederschap der Eerewacht te Bourg in Frankrijk bezit, tevens daarbij als grens der agregatie Nederland en deszelfs koloniën aanwijzende.
Deze nieuwe en plechtige goedkeuring door den H. Stoel aan de Eerewacht van Jezus H. Hart geschonken, deed den Eerw. Pater Rector der St. Jozefkerk te \'s Bosch besluiten die schoone Broederschap ook aldaar op te richten. Mgr. de Bisschop van \'s Bosch verleende daartoe volgaarne zijne machtiging, en de Broederschap, wettig geagregeerd met de Hoofdzetel te Roermond, werd aan dezelfde aflaten en voorrechten als deze deelachtig. Moge thans die zoo kostbare devotie in de stad \'s Bosch meer en meer verspreid worden en zoo het goddelijk Hart van Jezus ook ■daar voortdurend verheerlijkt, bemind en vertroost worden.
— -13 —
■der Aartsbroederschap sde Eerewacht van het allerh. Hart van Jezus,quot;
voor het Uïixdtsm \'•) Koscli.
Art. 1. De Aartsbroederschap der Eerewacht van het allerh. Hart van Jezus heeft ten doel, voortdurend en onafgebroken Eer, Liefde en Vergoeding te brengen aan hot allerheiligst Hart van Jezus, dat, eenmaal op het kruis werkelijk gewond, door de vergetelheid, ondankbaarheid en de zonden der menschen, dagelijks opnieuw geestelijker wijze verwond wordt.
Art. 2. Om dit dool te bereiken, ncmon de leden bij hunr.e inschrijving één uur per dag aan, genaamd het Uur der Eerewacht, gedurende hetwelk zij, zonder verplicht te zijn iets in hunne heiigheden te veranderen, hun best doen het H. Hart van Jezus te verheerlijken, te beminnen en te troosten.
Art. 3, Tot dat zelfde doel zal, ofschoon niet verplichtend, viermaal in het jaar, namelijk op den eersten vrijdag van do maanden Maart, Juni, September en December eene generale communie worden gehouden; en zullen op den eersten vrijdag van elke maand des avonds onder een kort lof de belangen der Broederschap en der leden aan het allerheiligste Hart van Jezus worden aanbevolen; waarbij eene onderrichting of preek met Eerboete aan het allerheiligste Hart.
Art. 4. Om lid te worden dezer Broederschap en tevens recht te hebben op de talrijke aflaten en geestelijke gunsten, daaraan verbonden, moetmen: 1°. zich persoonlijk \') doen inschrijven m\\ do
1) Volgens (ie Declaratio S. Conjr. Indulg, et Holiq. (26 Nov. 1880), ■op last Tan Z. H. Leo XIII gegeven, mogen diegene zirh door brief of
Aartsbroederscliap voor Nederland on zijne over-zeesche bezittingen, of in een der Rroedersoliap-pen, die met deze Aartsbroederschap wettig ver-eenigd zijn.
S0. zijn uur der Eerewaoht houden- of, zoo men het vergeten mocht hebben, het verrigten, als men er aan denkt.
Art. 5. Niets verplicht op zonde.
Art. 6. De inschrijving geschiedt geheel kosteloos.
Art. 7. De inrichting dezer Aartsbroederschap is de volgende: Aan het hoofd staat een Hoofdbestuurder of Moderator. Krachtens breve van Leo XIÏI van den 26 Nov. 1880, is daartoe voor altijd benoemd: do tijdelijke Rector aan de Kapel in \'t Zand te Roermond.
Elke Rroederschap heeft vervolgens een Bestuurder of Directeur. Deze wordt benoemd door den Bisschop der diocees, waar de Broederschap wordt opgericht, en ontvangt daarna zijn diploma van aanstelling van den Hoofdbestuurder.
Elke Directeur kan vervolgens zelatoren en zelatricen aanstellen, die tot den grooteren bloei, der Broederschap zullen medewerken en, even als hij zelf, binnen de grenzen der plaats, waar zij is opgericht, leden kunnen inschrijven. \')
Art. 8. De EE. HU. Bestuurders van Broederschappen der Eerewaoht, welke zijn opgericht, of die haar wensohen op te richten, en die tevens mededeeling der aflaten verlangen, behooren het diploma van ayrerjatie bij den Hoofdbestuurder aan te vragen; zonder dit diploma toch kan geen broederschap der Eerewaoht met de aflaten worden verrijkt.
Art. 9. Het hoofdfoest der Aartsbroederschap is het
door tusschenpcrsoncn laten inschrijven, die, ofschoon 1.innen de grenzen/ der Aartsbroederschap verblijvende. het niet persoonlijk kunnen doen , maar het toch uitdrukkelijk verlangen.
1) Volgens dezelfde Declaratie als voren.
— 15 —
feest van het allerh. Hart van Jezus, vastgesteld op den eersten Vrijdag na de octaaf van het feest van het II. Sacrament.
De -leden zullen dit feest met zijne octaaf zoo godvruchtig mogolijk trachten te vieren en, zoo mogelijk, zich daartoe door eene novene of drie-daagsche oefening voorbereiden.
Art. 10. De geheele maand Juni, meer bijzonder toegewijd aan het H. Hart van Jezus, zal daarenboven de maand zijn, waarin do leden meer dan anders het allerheiligst Hart van Jezus zullen verheerljjken, beminnen en troosten, Art. 11. Alle leden zullen er eindelijk op uit zijn hunne liefde en godsvrucht te vermeerderen voor het bitter lijden van Jezus, waardoor zijn Goddelijk Hart zooveel heeft verduurd, en jegens het allerheiligste Sacrament des Altaars, waar dat Hart nog immer zetelt en zoo vurig verlangt verheerlijkt, bemind en vertroost te worden. Art. 12. Deze statuten hebben slechts betrekking op de Aartsbroederschap der Eerewacht van het allerheiligst Hart van Jezus met de aan haar verbonden Broederschappen van dien naam in Nederland en zijne overzeesche bezittingen, en mogen niet dan met uitdrukkelijke toestemming van HH. DD. HH. de respectieve Disschoppen, veranderd of gewijzigd worden.
De hiervoren omschreven statuten der Broederschap onder de benaming der Eerewacht van het allerheiligst Hart van Jezus, worden en zijn hiermede, voor zoo ver ons Bisdom betreft, goedgekeurd.
\'s Bosch 12 AugusHts 1881.
De Bisschop van \'s Bosch
waarmede de Aartsbroederschap verrijkt is.
Algemeene of Pauselijke Aflaten, geschonken aan de Aartsbroederschap der Eerewacht van het H. Hart, in de Kapel in \'t Zand te Roermond, en aan alle Broederschappen in Nederland en deszelfs koloniën, welke aan deze Aartsbroederschap geaggregeerd zijn.
Aanmerkingen.
1°. Voor alle hier opgenoemde volle aflaten wordt steeds, behalve de bijzondere vereischten, die bij elke vergunning zijn aangegeven, biecht, communie en gebed tot integt;Uie van Z. H. vereischt.
2°. Allo aflaten zijn toepasselijk op de zielen in het vagevuur.
VERGUNNING VAN DEN 16 JUNI 1864.
Eerbte opgave.
Volle Aflaten.
lo. Op den dag der inschrijving.
2o. Döq eersten Vrijdag nf deu eersten Zondag der maand.
3o. Op den feestdag van het H. Hart of den Zondag daarop volgende
4o. Op twee dagen van iedere maand, naar verkiezing.
5o. In het uur den dooris, mils men den Naam van Jezus, ten minste met liet hart, aanroepe.
Gedeeltelijke Aflaten.
lo. 60 dagen voor ieder god.ruchtig werk, gedurende den dag verricht.
2o. 7 jaren en 7 maal veertig dagen op de vier Zondagen, die het feest van het H Hart onmiddellijk voorafgaan.
NB. Om de aflaten dezer eerste opgave te verdienen moet men
lo. Ingeschreven zijn in de broederschap der Eerewacht.
2o. Eiken dag godvruchtig Ier eere van het H. Hart bidden, het ygt;Onze Vader1\', vWces gen roetquot; en het »/A; geloof in God den Vader enzquot; met bet schietgebed: »0 zoet Hart van Jezus, maak dat ik U meer en meer beminne.quot;
Het vOnze Vaderquot; het » Wees gegroetquot; en het nik geloof in Godquot; enz. dat men des morgens of des avonds gewoonlijk bidl„ kan daarvoor dienen, mits het tot die meening geschiedt.
— 17 —
Op de navolgende feestdagen 2 Febr. Maria-Zuivering. 12 Maart. H. Gregorius. 19 Maart. H. Jozef. 25 Maart. Maria-Boodschap. Op Witten Donderdag. Op den eersten Paaschdag. Op ieder der zes Zondagen of zes Vrijdagen, die het feest van het H. Hart voorafgaan. |
Hemelvaartsdag. 29 Juni. HH. Petrus en Paulus, 15 Aug. Maria-Hemelvaart, 8 Sept. xMaria-Geboorte. 1 Nov. Allerheiligen. 2 Nov. Allerzielen. 8 Dec. Onbevl. Ontvangenis. 25 Dec. Kerstmis. 27 Dec. H. Joann. Evang. |
1o. 30 jaren en 30 maal veertig dagen op de navolgende feest- en andere dagen:
Beloken Paschen.
25 April H. Marcus.
De drie kruisdagen. Pinksterzondag en op ieder
der dagen van de Octaaf,
26 Dec. H. Stephanus.
27 Dec. H Joannes Kvang.
28 Dec. H.H. Onnoozele Kinderen.
1 Jan. Besnijdenis des Heeren.
6 Jan. H. Driekoningen.
Op de Zondagen Septuagesima.
» Sexagesima.
» Quinquagesima.
Goeden Vrijdag.
Paaschzaterdag.
Op den 2n en 3n Paaschdag en Op de dagen van de Octaaf 20. 25 jaren en 25 maal veertig dagen op Palmzondag. 3o. 15 jaren en 15 maal veertig dagen op :
Aschwoensdag. . Daags voor Kerstmis.
Den 4n Zondag in de Vasten. \' Kerstnacht en Den 3n Zondag in den Advent, in de H. Mis van den Dageraad, 4o. 10 jaar en 10 maal veertig dagen op:
Den In, 2n en 4n Zondag in
den advent. De Quatertemperdagen in December.
Alle overige Zondagen en dagen der vasten.
Daags voor Pinksteren.
De Quatertemperdagen in September.
5o. 7 jaar en 7 maal veertig dagen voor. hen , die eene novene houden ter voorbereiding van het feest van het H. Hart, iederen dag der novene te verdienen, — voor hen, die een driedaagsche oefening voor ditzelfde feest houden , insgelijks iederen dag van deze drie te verdienen, — voor hen, die op de feesten der Allerh. Maagd en der Apostelen, waarop geen volle aflaat verleend is, communiceeren.
A anm. Om de aflaten dezer tweede opgavete gewinnen moet men 1o. Lid zijn der Eerewacht. 2o. Bezoeken de kerk der Broederschap of, een kerk of publieke kapel, welke ook. (Pius IX, \'ö Aug. 1875). 1) 3o. Bidden tot intentie van Z. H. den Paus.
1) Bij wettige reden echter kan de Biechtvader dit bezoek in een of ander goed werk veranderen.
- 18 —
Z. H. heeft vervolgens, om de devotie tot Maria te vermeerderen, aan alle leden der Aartsbroederschap ten eeuwige dage verleend:
300 dagen aflaat, als zij des morgens, des middags en des avonds, drie malen ter eere derailerh Drievuldigheid, voor do gunsten geschonken aan de H. Maagd, bijzonderlijk voor hare ten hemelopneming, herhalen: Eere zij den Vader, den Zoon en den H. Geest, gelijk het ruas in den beginne en nu en altijd en in alle eeuiuen der eeuwen. Amen.
1U0 dagen aflaat, zoo dikwijls zij dit driemalen herhalen.
Volle \'aflaat. eens in de maand op een dag naar verkiezing, mits men gedurende den loop der maand, deze oefening driemaal daags onderhouden heeft, biecht en de H.Communie ontvangt.
7 jaren en 7 maal veertig dagen voor het uur der Eere-wacht van eiken dag, mits men het met rouwmoedig hart en volgens de wijze der Broederschap \\erricht en daarenboven eenig gebed tot intentie van Z Hl stort.
100 dagen, voor elk uur, dat men daarenboven op dezelfde wijze doorbrengt.
Volle aflaat, eens m de maand te verdienen onder de gewone voorwaarden, als men getrouw is geweest in het houden van zijn uur.
Alle leden der E^rewacht kunnen, zoo bij het verdienen van een aflaat liet bezoek der Broederschapskerk of der kerk, waar men woont, is voorgeschreven, en zij zich om afwezigheid in de onmogelijkheid hiertoe bevinden, volstaan meteene kerk of publieke bidplaats, welke ook, te bezoeken.
400 dagen voor de allerkostbaarste offerande flange formule, zie bladz. 17) en
80 dagén voor de korte formule dier offerande (zie bi. 17.)
Placet ut publicentur f A. GODSCHALK, epus Buscod.
Bijzondere of bisschoppelijke Aflaten.
Z. D. H. de aartsbisschop van Utrecht. Mgr. A. J. Schaep-man heeft den 18 Nov. 1872 voor zijn aartsbisdom den aflaat van het wachtuur vermeerderd met 40 dagen.
Hetzelfde deed Z. D. H. de bisschop van Roermond voor zijn bisdom den 24 Juni 1872..
Zoo ook Z, D. H. de Bisschop van \'s Bosch voor zijn bisdom den 12 Augustus 1881.
— 19 —
der
E E 3=1 E W -A. O ü T_ I. De inschrijving in de Eerewacht.
De inschrijving in de Eerewacht geschiedt zooals in de statuten is aangegeven, en daardoor alleen is men reeds als lid aangenomen Het is echter goed op den dag der inschrijving, hetzij persoonlijk voor zich,alleen, hetzij te zarnen bij een der openbare oeleningen, de volgende opdracht uit te spreken. In het laatste geval doet het do directeur uit, naam van allen, terwijl een ieder in stilte hetzelfde gebed uitspreekt:
Opdracht.
Allerzoetste, beminneljjkste en teeder beminnende Jezus, ik N. N. neem heden vrijwillig en uit ganscher harte dienst in de Eerewacht van uw allerheiligst Hart. Ik wensch daardoor, zooveel in mijn vermogen is, uw aanbiddelijk Hart te verheerlijken, te beminnen en te vertroosten voor de nalatigheid en de ondankbaarheid der nienschen. Ik beloof U, met de hulp uwer genade, gedurende hot uur, dat ik tot mijn wachtuur heb uitgekozen, immer getrouw op mijnen post van eer, liefde en vertroosting te zullen wezen. Amen.
Het zal ook zeer goed zijn, dit gebed jaarlijks op het hoofd-feest der Broederschap, hètzi) persoonlijk, hetzij te zamen te herhalen, ten einde alsdan zijne opdrach. te vernieuwen.
Het wachtuur is voor de leden der Eerewacht de geheele grondslag der Broederschap, het is de daad, waardoor zij werkelijk als leden optreden, en waarvan zij de overvloedigste vruchten voor hunne zielen kunnen inoogsten.
Waarin dan bestaat dit wachtuur?
In een uur, dat men zich bij de inschrijving uit-
Z. H. heeft vervolgens, om de devotie tot Maria te vermeerderen, aan alle leden der Aartsbroederschap ten eeuwige dage verleend:
300 dagen aflaat, als zij des morgens, des middags en des avonds, drie malen ter eere derailerh Drievuldigheid, voor do gunsten geschonken aan de H. Maagd, bijzonderlijk voor hare ten hemelopneming, herhalen: Eere zij den Vader, den Zoon en den H. Geest, gelijk het ruas in den beginne en nu en altijd en in alle eeuwen der eeuwen. Amen.
1U0 dagen aflaat, zoo dikwijls zij dit driemalen herhalen.
Volle aflaat. eens in de maand op een dag naar verkiezing, mits men gedurende den loop der maand, deze oefening driemaal daags onderhouden heeft, biecht en de H.Communie ontvangt.
7 jaren en 7 maal veertig dagen voor bet uur der Eere-wacht van eiken dag, mits quot;men het met rouwmoedig hart en volgens de wijze der Broederschap \\erricht en daarenboven eemg gebed tot intentie van Z H! stort.
100 dagen, voor elk uur, d;it men daarenboven op dezelfde wijze doorbrengt.
Volle aflaat, eens in de maand te verdienen onder de gewone voorwaarden, als men getrouw is geweest in het houden van zijn uur.
Alle leden der Eerewacht kunnen, zoo bij het verdienen van een aflaat het bezoek der Broederschapskerk of der kerk, waar men woont, is voorgeschreven, en zij zich om afwezigheid in de onmogelijkheid hiertoe bevinden, volstaan meteene kerk of publieke bidplaats, welke ook, te bezoeken.
400 dagen voor de allerkostbaarste offerande (lange formule, zie bladz. 17) en
80 dagén voor de korte formule dier offerande (zie bl. 17.)
Placet ut publicentur f A. GODSCHALK, epüs Büscod.
Bijzondere of bisschoppeujke Aflaten.
Z. D. H. de aartsbisschop van Utrecht, Mgr. A. J. Schaep-man heeft deti 18 Nov. 1872 voor zijn aartsbisdom den aflaat van het wachtuur vermeerderd met 40 dagen.
Hetzelfde deed z. D. H. de bisschop van Roermond voor zijn bisdom den 24 Juni 1872.
Zoo ook Z. D. H. de Bisschop van \'s Bosch voor zijn bisdom den 12 Augustus 1881.
— 19 —
der
E E 1=1 E W A. C ü T. I. De inschrijving in de Eerewacht.
De inschrijving in de Eerewacht geschiedt zooals in de statuten is nangegeven, en daardoor alleen is men reeds als lid aangenomen Het is echter goed op den dag der inschrijving, hetzij persoonlijk voor zich, alleen, hetzij te zarnen bij een der openbare oefeningen, de volgende opdracht uil te spreken, in het laatste geval doet het de directeur uit naam van allen, terwijl een ieder in stilte hetzelfde gebed uitspreekt:
Opdracht.
Allerzoetste, beminnelijkste en teeder beminnende Jezus, ik N. N. neem lieden vrijwillig en uit gansoher harte dienst in dn Eerewacht van uw allerheiligst Hart. Ik wensch daardoor, zooveel in mijn vermogen is, uw aanbiddelijk Hart te verheerlijken, le heminnen en te vertroosten voor de nalatigheid en de ondankbaarheid der menschen. Ik beloof U, met de hulp uwer genade, gedurende het uur, dat ik tot mijn wachtuur heb uitgekozen, immer getrouw op mijnen post van eer, liefde en vertroosting te zullen wezen. Amen.
Het ia! ook zeer goed zijn, dit gebed jaarlijks op het hoofd-feest der Broederschap, hetzij persoonlijk, hetzij te zamen te herhalen, len einde alsdan zijne opdracht te vernieuwen.
Het wachtuur is voor de leden der Eerewacht de geheele grondslag der Broederschap, het is de daad, waardoor zij werkelijk als leden optreden, en waarvan zij de overvloedigste vruchten voor hunne zielen kunnen inoogsten.
Waarin dan bestaat dit wachtuur?
In een uur, dat men zich bij de inschrijving uit-
— 20 —
kiest, en gedurende hetwelk men zich dagelijks in den geest en zonder zijne bezigheden te veranderen, als op wachtpost stolt bij het H. Hart, om daar dat goddelijk Hart te beminnen, te verheerlijken en te troosten. Men draagt daartoe aan het H. Hart van Jezus alle gedachten, woorden, werken en moeielijkheden op, en men zoekt in dat uur meer dan anders door schietgebeden mot Jezus\' allerbeminnelijkst Hart te spreken.
Dat aan dit uur aldus doorgebracht overvloodigo gunsten zijn verbonden, en dat zij, die het een ge-ruimen tijd hebben gedaan, de heilzaamste vruchten hiervan hebben geplukt, wie zal dit ontkennen? Zou Hij, die beloofd heeft, dat een glas water in zijnen naam gegeven, zijn loon niet zal missen, minder vrjj-gevig zijn jegens die zielen, die gedurende den tijd van een uur zich beijveren zijnen brandenden dorsè te lesschen, die hem kwelt? Zou Hij, die in dat Hart om liefde smeekt, aan hem, die ze geeft en voortdurend blijft geven zijne gunsten weigeren? Zou Hij die de gevraagde vertroosting voor de zonden en ondankbaarheid en onteeringen der wereld ontvangt, zijne vertroosting onttrekken? Voorzeker neen.
Elk lid der Eerewacht moet dan op dat bevoorrechte oogenblik met evenveel verlangen wachten als Jezus Christus zelf. Die goede Meester weet, wie van zijne getrouwen, bij het begin van elk uur, aan zijne voeten moet komen; zijn Hart wacht op hen met een heilig ongeduld der liefde, ziet verlangend naar hen uit en klopt van vreugde als Hij ziet, dat zij getrouw hunnen wachtpost innemen. Hij wacht daar met de handen vol genaden, en zoekt slechts om ze dan uit te deelen.
Maar welke zal dan wel de beste wijze zijn om dat uur heilig door te brengen?
Nog eens, bepaalde voorschriften zijn niet gegeven, en derhalve, zoo wij hier eene wijze opgeven om haar te verrichten, meene niemand, dat het juist aldus moet worden doorgebracht. Zoo men slechts het doel bereikt, dat voorgeschreven is, dan kan men dit op
— 21 —
■welke wijze ook verrichten. Ziehier echter, wat wij voor de beste wijze houden:
Zoodra de klokslag het begin van het uur aangeeft, zal men, zoo men alleen is, een kruis maken en zich in den geest naar den Calvarieberg of naar den voet van den tabernakel begeven en zich vereenigend met de Engelen en Heiligen in stilte de volgende Opdracht \') uitspreken:
Goddelijke Jezus, allerzoetste Zaligmaker, ik offer U mijn uur van Eerewacht op en verlang, gedurende dit uur, in vereeniging met de f/iier noemc men de beschermers van zijn uur) -) U op geheel bijzondere wijze te beminnen, te verheerlijken maar vooral uw aanbiddelijk Hart door mijne liefde te troosten. Neem tot deze meening al mijne gedachten, woorden, werken en moeielijkheden aan; ontvang vooral mijn hart, dat ik U zonder voorbehoud wegschenk, terwijl ik U smeek, dat te willen verteren door het vuur uwer goddelijke liefde.
Daarna zal men trachten zich gedurende zijn bezigheden zooveel mogelijk bezig te houden met bijv. zoo nu en dan aan het oogenblik te denken, waarop Jezus\' Hart doorstoken werd, of ,door in den geest zijne
1) Gaat dit moeielijk, dan wordt aangeraden deze opiracht des morgens bij het morgengebed te verrichten en ze- thans met een enkel woord te Ternieuwen.
2) Als beschermers der verschillende uren zijn in de Eerewacht aangenomen :
. De Allerheiligste Maagd. De H. Jozef. De rechtvaardigen der aarde. De Seraphijnen. De Cherubijnen. De Tronen. 12—1 i 1—2 2—3 3—4 4—5 5—6 |
G—quot; uur. De Heerschappijen. 7—3 » De Krachten. 8—9 » De Machten. 9—10 » De Vorstendommen. 10—11 » De Aartsengelen. 11 — 12 » De Engelen. |
Heeft men derhalve bijv. zijn wachtuur van 12—1 uur dan zegt men ; in vereeniging met de Allerheiligste Maagd ■
— 22 —
blikken op den Tabernakel te vestigen cn te denken hoe Jezus daar door zoovelen veracht, gehoond en verguisd wordt door de ondankbaarheid, de zonden en de verlatenheid der menschen. Zoo zullen voortdurend korte akten van liefde uit ons hart opstijgen, en zullen wij dikwijls schietgebeden als deze herhalen:
Bemind zij overal het heilig Hart van Jezus!
(100 dagen aflaat. Pius IX. 23 Sept. \'I860).
Jesu, mitis et humilis Jezus, zachtmoedig en ne-corde, fac cor meum sicut derig van hart, maak mijn cor tuum. hart geljjk aan het uwe!
(300 dar/en aflaat. Pius !X. 25 Jan. 1868.)
Zoet Hart van Jezus, maak dat ik U altoos meer en meer beminne!
(300 dagen aflaat. Pius IX 20 Nov. \'1876.)
O mijn Jezus, barmhartigheid!
(100 dagen aflaat. Pius IX 20 Sept. quot;1846.)
O allerbeminnelijkst Hart van Jezus, Gij zijt mijne kracht, mijn steun, mijne belooning, mijn heil, mijn toevlucht, mijn liefde en mijn al. ;Geiukz. Margar. Maria.)
O Hart van liefde, blijf bij mij en in mij. bestuur mij, red mij, en verander mij geheel en al in U. (Gelukz. Margar. Maria.)
Laudatum, adoratum, amatum cum grati animi atfectu sit Eucharisticum Cor Jesu singulis temporis momentis in omnibus orbis tabernaculis usque ad con-summationem sseculorum. Amen. |
Het H. Hart van Jezus, in alle tabernakelen der wereld zij elk oogenblik tot aan de voleinding dei-eeuwen, met een innig gevoel van dankbaarheid, gelooid, aanbeden en bemind. Amen. |
(100 dagen aflaat. Pius IX 29 Febr. 1868.)
Heeft men zoo een gedeelte van het uur doorgebracht, dan denke men vervolgens aan de arme zondaars en de behoeften der II. Kerk. Men brengo
— 23 —
daarvoor zoo nu en dan een klein offer, bijv. men houde zijne nieuwsgierigheid een weinig tegen, men onderdrukke een toornig woord, men bestrijde elke ongeregelde opwelling, enz. enz.
Ten slotte eindige men, zoodra het uur verstreken is, het waohtuur met de volgende offerande;
Allerkostbaarste Offerande.
Jezus, mijn allerbeminnelijkste en allerzachtmoedig-ste Zaligmaker, duld, dat ik U, en door ü aan den eeuwigen Vader, het allerkostbaarst Bloed en Water opdraag, die gevloeid zijn uit de wonde, welke men in uw goddeljjk Hart op den boom des kruises geslagen heeft. Gewaardig U de verdiensten van dit Bloed en dit Water toe te passen op al de zielen, maar in het bijzonder op die der arme zondaars en op de mijne. Zuiver, hervorm en red alle menschen door de hulp uwer verdiensten. Ja, sta ons toe, o Jezus, in uw allerbeminnelijkst Hart binnen te treden en daar voor altijd te wonen.
(100 dayen a/laal. Pius IX 13 Juni 1876.) of wel:
Heilige Yader, ontvang als zoenoffer voor de behoeften der H. Kerk en tot herstel voor de zonden der menschen, het allerkostbaarst Bloed en Water, die uit de wonde van Jezus\' Goddelijk Hart gevloeid zijn en wees ons barmhartig! Amen.
(80 dagen a/laot. j\'ius IX 13 Juni 1876.)
I!!. Heiliging van den eersten Vrijdag (of Zondag) der maand \').
MORGENOEFENING.
Bij het begin der H. Mis zingt men een of ander kerkelijk lied tot aan de Offerande.
1; De oefeningen , gebeden en gcz ingen hier aangegeven kunnen naar omstandigheden door de EE. HU. Direclours gewyzigd worden.
Algemeeiie Communie, waarna opnieuw oen of\' ander kerkelijk lied (bijv. van bladz. 27.) tot dankzegging gezongen wordt.
Na de H. Mis knielt de Priester neder en bidt het volgende gebed, hetwelk allen in stilte met hom medebidden:
»0 allerbeminnelijkst Hart van onzen Zaligmaker! Gij zijt de zetel van alle deugden, de bron van alle genaden, de brandende vuuroven, waar alle heilige zielen van hst vuur der goddelijke liefde ontvlamd worden; gij zjjt het voorwerp van Gods algeheel welbehagen; het toevluchtsoord der bedroefden, de woning van alle zielen, die U liefhebben. O Hart, dat waardig zijt over ons te heerschen en al onze liefde te bezitten! O Hart, uit liefde tot ons op het kruis door de lans geopend, maar nog meer gewond door onze zonden; sedert voortdurend op onze altaren verblijvend, gewond door de onteerende onöank-baarheid der menschen! O Hart, dat ons allen zoo teederlijk lief hebt, maar zoo weinig wederliefde vindt, herstel die zoo groote ondankbaarheid door onze harten in eene vurige liefde tot U te ontv.am-rnen. O, konden wij toch de geheele wereld door-loopen, om aan allen de genaden, de zoetheden, de schatten te verhalen, die Gij verschaft aan hen, die U waarlijk beminnen! Aanvaard ons verlangen, dat wij met U vereenigd thans uiten; wij zouden toch zoo gaarne alle harten zien branden voor U! O goddelijk Hart, wees onze troost in al ons lijden, onze rust bij onzen arbeid, onze vertroosting bij onze kwellingen, onze haven bij de stormen van dit leven. Wij wijden U heden ons lichaam, onze ziel, ons hart, onzen wil, ons leven, al onze gedachten, al onze gevoelens, al onze verlangens toe. Eeuwige Vader, wij offeren U de zoo zuivere gevoelens van het H. Hart van Jezus; zoo Gij ook de mijne verwerpt, ö die van Uwen Zoon, de Heiligheid zelve, kunt gij niet verstoeten; dat zij aanvullen, wat mij ontbreekt, dat zij mij aangenaam maken in uwe oogen. Amen.
— 25 —
(OIquot; WKI. IIKT VOLOENDE GEBED :)
Eeuwige Vader! uw goddelijke Zoon heeft ons beloofd, dat Gij ons alle genaden zult schenken, welke wij U in zjjnen Naam zullen vragen; vol vertrouwen in die belofte, smeeken wij U in den naam en door het hart van Jezus, met wien wij allen thans vereenigd zijn, om de volgende genaden, welke wij tevens voor al onze medeleden der Eerowacht afsmeeken:
Wij vragen ü opnieuw de vergiffenis van al de beleedigingen, welke wij U hebben aangedaan; wij zeggen het U nogmaals: zij zijn ons van harte leed; het spijt ons uwe oneindige Goedheid versmaad to hebben. Liever willen wij duizendmaal sterven, dan U nog ooit te beleedigen.
Wij vragen U uw goddelijk licht, om de ijdelheid der wereld en do voortreffelijkheid van het oneindig Goed, dat gij zijt, te mogen kennen.
Wij vragen U uwe heilige liefde, om onthecht te worden van de schepselen en vooral van ons zeiven, om niets meer dan U en uw 11. Wil te beminnen. Ontsteek toch in ons hart het vuur uwer liefde!
Wij vragen U een onbeperkt vertrouwen in de oneindige verdiensten van het Hart van Jezus en in de bescherming van Maria.
Wij vragen U de volharding in uwe liefde. Gij kent, o Jezus, onze zwakheid en onze ongetrouwheid, na zoovele beloften, welke wij U hadden gedaan. Als Gij ons niet aanhoudend bijstaat, dan zullen wij opnieuw het ongeluk hebben, uwe genade te verliezen. O goddelijk Hart van onzen Verlosser! laat niet toe, dat wij van U gescheiden worden. Wij maken het vaste voornemen, in alle bekoringen en noodwendigheden tot U onze toevlucht te nemen, en zijn verzekerd, dat Gij ons altijd zult bijstaan, als wij ons aan U aanbevelen; maar wij vreezen dat wij zullen verwaarloozen U aan te roepen en dat deze nalatigheid de oorzaak zal worden van onzen ondergang. O eeuwige Vader! Wij bidden U door de liefde,
2
— 26 —
welke Gij Jezus toedraagt, geef ons de genade van het gebed, dat is, de genade nooit op te houden U aan te roepen en immer te herhalen: »0 mijn Jezus, barmhartigheid; zoet Hart ran Jezus, wees mijne liefde! Maria mijne Moeder, sta mij bij! Zoet Hart van Maria, wees mijne toevlucht! H. Jozef, vriend van het H. Hart, bid voor ons.
Zoo na de H. Mis de zegen met het Allerheiligste gegeven wordt, zinge men hetj)Taiituin ergo etc.quot; zooals op bl. 34.
Na den zegen wordt door allen te zamon aangeheven :
A- do- re- mus in ae- ter- ram Sanc-tis- simum
ian-hid-den wij in eeu-ungheid het allerheiligst
Laudate Dominum om-nes i gentos: laudate 1 eum omnes populi. Allen. Adoremus etc. Quoniam confirmata est super nos I misericordia ejus; et Veritas Domini | manet in aeternum. Allen. Adoremus etc. Gloria Patri et | fllio, et Spiritui Sanoto. Allkn. Adoremus etc. Siout erat in princip o | et nunc et semper, et in gaïcula | gsüculoi um.Amen. Ali en. Adoremus etc. |
Looft den Heer alle geslachten: looft hem alle volken. Aanbidden wij enz. Want zijne barmhartigheid is over ons bevestigd; en de waarheid des Hoeren blijft in eeuwigheid. Aanbidden wij enz. Eer zij den Vader on den Zoon en den H. Geest. Aanbidden wij enz. ■ Gelijk \'t was in den beginne en nu en altijd en in alle eeuwen der eeuwen. Amen, Aanbidden wij enz. Cor Je- su. Hart van Jeztis. Tuee voorzangers gaan door in den oJcquot; kerktoon: li |
Ook kan men desverkiezende een der geestelijke liederen zingen.
I
— 27 —
Als het H. Sacrament ter aanbidding is uitgesteld, kan men een antiphoon of hymne ter eere van het H. Sacrament of een der volgende lofzangen\') zingen:
1. Cor Ar- ca le- gem con-ti- nens, non ser-
2. Te vul- ne- ra- turn Cha-ri- tas Ie- tu
3. Quisnon a- man-tem re- da-met, Quis non 5. De- cus Pa- ren- ti et Fi- li- o, Sanc- to-
m m
8 i
1. vi- tu- tis ve- te- ris, sed gra- ti- ae, sed
2. pa- ten-ti vo- la- it; a- mo- ris in- vi-
3. re- demptus di- li- gat, et Corde in is- to
4. quesit Spi-ri- tu- i, qui-bus po-tes-tas,
1. ve- ni- ae, sed et mi- se- ri- oor- di-ae.
2. si- bi- lis ut ve- ne- re- mur vul- ne-ra.
3. se- li- gat ae-ter- na ta- ber- na- cu-la?
4. glo-ri- a, regnum que in om- neestsae- ou-lum.
1) De rertaling der eerste lofzang vindt men op Bldz. 85 , Lied No 4.
— 28 —
1. Auctor be-
2. A- mor co-
3. Parous-sum ad hoc est lan- ce- a,
4. De- eus Pa- renti, et Fi- li- o,
s
Chris- te Mor- ta-pas- sum Sane- to-
a te sec- ou-li, ë- git te tu-us
1. Re- demptor o- 2. Ie oor- pus su- 3. que ad hoc est vul- |
4. que sit Spi-ri mnium, lu- men Pa- me- re, Ut no- vus ne- ra, ut nosi la- tu- i, qui- bus po- |
1. tris de lu- mi-ne, De- us- que ve- rus
2. A- dam red-de- res, Quod ve- tus 11- le abs-
3. va- ret sor- di- bus, un- da- flu- en- te et
4. tes-tas, glo- ri-a, regnumquein omne est
1. de De- o.
2. tu- le- rat.
3. san- gui-ne.
4. s»- cu- lura. A-
v. Ignem véni mittere in térram (Alleluja). R. Et quid vólo, nisi ut acoendatur. (Alleluja.) |
Vuur ben ik komen brengen op aarde. En wat wil ik, tenzij dat het ontstoken worde. |
— 29
LAAT ONS BIDDEN.
Maak, o Heer Jezus, dat wij met de deugden van uw allerheiligste Hart bekleed en door uwe liefde ontvlamd worden; opdat wij én gelijkvormig aan het beeld uwer goedheid, én deelachtig aan uwe verlossing verdienen te worden.— Die leeft en heerscht door alle eeuwen der eeuwen. Amen.
Daarna zingt men een antiphom of lofzang ter eere der allerheiligste Maagd Maria, of wel:
OREMOS.
Fao nos, Domine Jesu, sanotissimi Cordis tui vir-tutibus indui, et affeotibus inflammari: ut et imagini tu£e bonitatis conforraes, et tuie redemptionis merea-mur esse partioipes. Qui vivis et regnas in saecula soeculorum. R. Amen.
ve Mari- a, grati- a pie- na. Do-mi- nus
»■ a
Sanc-ta Ma- ri- a, Mater De- i, o- ra pro
nobis pec- ca- to- ri-bus nunc, et in ho- ra
— 30 —
Bid voor ons, heilige Moeder Gods.
Opdat wij waardig worden de beloften van Christus.
LAAT ONS BIDDEN.
Wij biddenU,Heer, stort uwe genade in onze harten, opdat wij, die door de boodschap des Engels de menschwording van Christus , uwen Zoon, gekend hebben, door zijn lijden en kruis tot de g\'.orie der verrijzenis mogen gebracht worden. Door denzelfden Christus onzen Heer.Amen.
Divinum au-xilium ma- ] De goddelijke hulp blijve neat semper nobiscum. altjjd met ons..
R. Amen. ! Amen.
Daarna geschiedt de volgende oefening: De priester bidt luide, terwijl allen in stilte medebidden:
In naam des Vaders, enz.
Opoffering van het waclituur.
Goddelijke Jezus, allerzoetste Zaligmaker, wij offeren U dit uur van Eerewacht op, en verlangen gedurende hetzelve in vereeniging met de Engelen en Heiligen des Hemels en met de rechtvaardigen der aarde, U op geheel bijzondere wijze te beminnen, te verheerlijken, maar bovenal uw aanbiddelijk Hart door onze liefde te troosten. Neem, o lieve Jezas,
v. Ora pro nobis, Sancta Dei Genitrix. (Alleluja.)
R. Ut digni efficiamur pro-missionibus Christi. (Alleluja.)
OREMUS.
Gratiam tuam , qusesu-mus Domine, mentibus no-stris infunde, ut qui An-gelo nuntiante Christi Filii tui inoarnationem cogno-vimus, per passionem ejus et cruoem ad resurrectio-nis gloriam perducamur.
Per eumdem Christum Do-minura nostrum. R. Amen.
tot deze meening al onze gedachten, woorden, werken en raoeielijkhoden aan; ontvang vooral onze harten, welke wij U zonder voorbehoud geheel en al schenken, terwijl wij ü dringend smeeken, deze te willen verteren door het vuur uwer goddelijke liefde.
Bemind zij overal het H. Hart van Jezus 1
Allen antivoorden:
Bemind zij overal het H. Hart van Jrzus !
Gebed tot Maria.
0 Maria, teederste en bedroefdste der moedors, door do onvergeljjkeliike smart: welke Gij gevoeldet naast het kruis, toen Gij den soldaat uwen dierbaren Zoon zaagt naderen om zijn goddelijk Hart te doorsteken, bidden wij u om erbarraing voor de ongelukkige zondaars. Gij toch zjjt ook hunne voorspreekster, ook hunne Moeder. Verkrjjg dan, o Maria, dat ook voor hen het bloed en water, welke toen uit dat goddelijk Hart van Jezus stroomden, niet vruchteloos gestort zijn. Verkrijg hun, door de oneindige verdiensten van Jezus\' hartelijden, eene ware eu oprechte bekeering
Gezegende Maagd! middelares en modehelpster in het verlossingswerk ! al onze hoop is op het Mart van Jezus en op u gevestigd. Verwerf allen eene teedere en innige godsvrucht tot dat H. Hart en help Gij zelve ze uitbreiden over de geheele wereld. —En ons, o Moeder, neem ons aan onder het getal uwer dierbare kinderen; open ons het inwendige van Jezus\' Hart, verkrijg ons allen, naar zijn voorbeeld, een diepe nederigheid en eene groote zachtmoedigheid. Amen.
Onze lieve Vrouw van het H. Hart,
Allen antwoorden:
Bescherm de Eerewacht.
Vervolgens staat de Priester op, beveelt in de gebeden der leden diè personen en intenties aan, waarvoor een gebed verzocht is, en bidt alsdan een Onze Vader en Ween gegroet. Ook zal bet goed zijn alsdan het nummer op te geven \'van het \\ied, dat na het lof zal gezongen worden. — Nu volgt de
— 32 —
onderrichting of preek. — Bj het einfle daarvan knielen Vc alien neder en bidt men, terwijl de Priester voorbidt, de
eerehoete tot het H. Hart van Jezus - Zoo het kan, zij daar- ,r
by het H. Sacrament ter aanbidding uilgesteid. VC
Vc
Eereboete aan ]iet U. Hart van. Jezus.
Goddelijké Zaligmaker, lieve Jezus! sla, bidden • Vc wij U, een barmhartig oog op de leden der Eere- *
■wacht, die, vereenigd in denzelfJen geest van c/eloof, Vc
herstel en lie:de, hier voor uwe voeten nedergeknield, Vc
hunne ongetrouwheden, en die van de ongelukkige i
zondaren, hunne broeders, komen beweenen. Vc
Mochten wij, om wille der eenparige en openbare Vo beloften, welke wij gaan verrigten, uw- goddelijk
Hart treffen, en uwe barmhartigheid verwerven zoo Vo
voor ons zeiven als voor de ongelukkige en schuldige Vo wereld, en voor allen, die het geluk niet bezitten U \' Vo
,1a. in de toekomst, wij allen beloven het, zullen wij Ü den grootst mogelijken troost verschaffen.
Voor de nalatigheid en de ondankbaarheid der
De aamvezigen: Zullen wij U troosten, o Heer! dg;
vet wa tin uw vk alt Dil en eev
de
Voor uwe verlatenheid in het H. Sacrament, Voor de misdaden der zondaren.
Voor den haat der goddeloozen.
Voor de godslasteringen, welke\' men tegen U uitbraakt ,
Voor de beleedigingen. uwe Godheid aangedaan, Voor de heiligschennis, waardoor men uw Sacrament van liefde onteert.
Voor de oneerbiedigheden, waaraan men zich in uwe goddelijke tegenwoordigheid schuldig maakt, Voor het verraad, waarvan Gij hot goddelijk
Slachtoffer zijt.
Voor de onverschilligheid van de meeste uwsr kinderen,
Vooi; de minachting uwer liefdevolle voorkomer.d-heid,
— 33 —
Voor de ongetrouwheden van hen, die zich uwe vrienden noemen,
Voor het misbruik uwer genade ,
Voor onze eigene ongetrouwheden,
Voor de onbegrijpelijke ongevoeligheid onzer harten,
Voor onze langdurige traagheid om U te beminnen,
Voor onze lafheid in uwen heiligen dienst,
Voor de bittere droefheid, waarin U het verlies
der zielen dompelt.
Voor uw lang wachten aan de deur onzer harten, Voor de beleedigende afwijzingen, waarmede men
u overlaadt,
Voor uwe zuchten,
Voor uwe tranen,
Voor uwe gevangenschap van liefde,
Voor uwen marteldood van liefde,
O Jezus, goddelijke Verlosser, die uit uw II. Hart deze smartvolle klacht hebt laten hooren; Ik heb vertroosters gezocht, maar er geencn gevonden.quot; ge-waardig, bidden wij U, dit klein offer onzer vertroosting aan te nemen, en ons bij te staan door de hulp uwer genade, opdat wij in het vervolg zorgvuldig vluchten wat U mishaagt, en ons in alles, overal en altijd toonen uwe getrouwe en onderdanige kinderen. Dit vragen wij U door U zeiven, die God zijnde leeft en heerscht met den Vader en den H. Geest, in de eeuwen der eeuwen. Amen.
Daarna wordt het »Tantum ergoquot; etc. gezongen en de zegen met het H. Sacrament gegeven.
— 3i —
Tan-tum er- go sa- era-men- tum Ve- ne- re-
Ee- ren wij dan diepge- bo- gen Een zoo hei-Ge- ni- to- ri Ge- ni- to- que Laus et ju-
Lof den Vader, on- ge- bo- ren, En zijn een-
T ■Fa—
A- men. A- men.
---^ | ||||
a»ÏS |
mur eer- nu- i; Et an- ti- quum do- cu-lig Sa- cra-rnenl; Da oude schaduw is verin la- ti- o: Sa- lus ho- nor vir-tus ge- bo- ren Zoon, Lof van al- le ju- bel-
— 35 —
Brood uit den hemel hebt Gij hun gegeven.
Dat alle geneugte in zich bevat.
LAAT ONS BIDDEN.
God, die ons onder het wonderbaar Sacrament de gedachtenis van uw lijden hebt nagelaten; verleen ons, bidden wij U, do heilige geheimen van uw lichaam en bloed zóó te vereeren , dat wij de vrucht uwer verlossing gedurig in ons mogen gevoelen. Die leeft en heerscht door alle eeuwen der eeuwen.
Amen.
Nadat de zegen mot het Allerheiligste gegeven is, bidde men voor do overledene leden der Eerewacht één Onze Vader en Wees gegroet met:
v. Heer, schenk hun de eeuwige rust.
R. Het eeuwige licht verlichte hen.
v. Dat zij rusten in vrede.
R. Amen. \')
v. Panem de coelo pncsti-
tisti eis (Alleluja.) R. Omne deleotaméntum in se habentem (Alleluja.)
OREMUS.
Deus, qui nobis sub Sacramento mirabili passionis tuse memoriam reliquisti: tribue, quaesumus, ita nos corporis et sanguinis tui sacra mysteria venerari, ut redemptionis tuse fructum in nobis jugiter sentiamus. Qui vivis et regnas in see-cula sseoulorum.
R. Amen.
Daarna zinge men een der liederen hierachter voorkomende.
ill. Bezoek aan het Beeld van het H. Hart van Jezus.
Z. H. Pius V( heelt aan alle geloovigen, die prodvruchtig en met een rouwmoedig hart een beeld van het H. Hart van Jezus, in eene kerk of bidplaats of op een altaar ter vereering
1) Waar het gebruikelijk is, worde ook de Engel des Heeren gebeden. Zie bl. 39 en 40.
— 36 —
uitgesteld, bezoeken en eenige oogenblikken tot intentie van Z. H. daar bidden, telken male een aflaat verleend van 7 jaar en 7 maal veertig dagen. (Rescr. 2 Jan. 1799.) Deze beeltenis moet die van een menscheliik hart zijn, uitgedrukt op de borst van het Beeld des goddelijken Zaligmakers. (S. Congr. Indulg. 12 Jan, 1878).
Z. H. Pius TX. heeft aan alle geloovigen, die gedurende de maand Juni ter eere van het allerh. Hart van Jezus gebeden en oefeningen van godsvrucht, godvruchtig en met een rouwmoedig hart, verrichten , verleend :
Een aflaat van 7 Jaren, eens per dag.
Een vollen a/laat op één dag in die maand naar hun goedvinden, mits zij biechten, communiceeren en een kerk of publieke kapel bezoeken en ;daar tot intentie van Z. H. godvruchtig bidden. (S. G. Indulg. 8 Mei 1873.)
V. Voorbereiding tot het feest van het H. Hart.
Zooals in de opgave der aflaten gemeld is, kunnen alle leden der Eerewacht, die een novene of een driedaagsche oefening voor den feestdag van het H. Hart houden, dagelijks 7 jaar en 7 maal veertig dagen aflaat verdienen. Bepaalde gebeden tot het houden dezer\'oefening zijn niet voorgeschreven. Men kan dus met elk gebed, ter eere van het H. Hart tot die intentie gestort, volstaan. Bijzonder wordt echter de novene van den H. Alphonsus Maria de Liguori aanbevolen, ■welke hierachter voorkomt. Zie bladz. 60. De novene begint op den vooravond van H. Sacramentsdag.
Daar dit het grootste feest der Broederschap is, zullen de leden zich beijveren , dien dag of op den Zondag onder de Octaaf te Communie te gaan. Zoo mogelijk worden ook alsdan de twee oefeningen gehouden, en het Beeld van het H. Hart van Jezus gedurende de geheele Octaaf zoo prachtig mogelijk uitgesteld.
, BÜ eene der oefeningen worde, in plaats van liet gebed na lt;Je Communie of der gewone Eereboete, de volgende plechtige toewijding gedaan:
Aanbiddelijk Hart van Jezus, verslonden door liefde voor de menschen en verteerd door den dorsï naar hun heil; Hart, dat zoozeer bemint en zoo weinig bemind wordt; Hart, zoo liefderijk, zoo barmhartig
— 37 —
en zoo teeder; sta toe dat wij, op dezen duizendvoudig gezegenden dag, nederig voor U knielen en U plechtig eerherstel doen voor al de beleedigingen, oneerbiedigheden, ontheiligingen en heiligschennissen, bedreven tegen het aanbiddelijk Sacrament onzer altaren.
Vergiffenis, Heer! voor de vergetelheid en ondankbaarheid der menschen, voor de verlatenheid en onverschilligheid, waarmede zij uwe onmetelijke liefde vergelden!
quot;Vergiffenis voor de arme zondaren!.... Vergeet Heer, onze ontelbare zonden, open uw allerheiligst Hart en laat daaruit, heden vooral, op ons stroomen van genaden, van ontferming en vergiffenis vloeien!
Neem onze nederige en ootmoedige eerbewijzing aan, door welke wij ieder uur alle beleedigingen zouden willen herstellen, welke U zijn aangedaan.
Duld, o allerheiligst Hart, dat wij op dit plechtig feest ons geheel cn al U toewijden; dat wij onze harten geheel en al aan U ten offer brengen. Konden wij U de harten van alle menschen der aarde aanbieden!
Wij smeeken de zegeningen van uw allerheiligst Hart af over dit bisdom en zijn Kerkvoogd, over alle priesters, maar in het bijzonder over den Paus en de geheele H. Kerk.
Bewaar ons, bescherm ons, verberg ons in uw allerheiligst Hart, totdat wij eenmaal in het hemelscho Vaderland, voor eeuwig rond uw troon geschaard, met alle Engelen en Heiligen door alle eeuwigheid zullen herhalen; «Eer en aanbidding, dank en liefde, eeuwige lof en vertroosting zij gebracht aan het zoo minnend en allerbeminnelijkst Hart van onzen god-delijken Verlosser Jezus Christus! Amen.
quot;VOOR, ZBUJKIIBISr 33^.0-. O I. Morgenoöfening.
Zoodra gij ontwaakt, verhef uw hart tot God, maak een kruis met gewijd water 3) en draag u zeiven en alles, wat gij dien dag zult doen, aan het H. Hart van Jezus op.
Verricht onder het aankleeden eenige schietgebeden en kniel daarna neder en bid.
MORGENGEBED
(getrokken uit de werken van den H. Alphonsus).
Mijn Heer en mijn God, ik geloof, dat Gij hier tegenwoordig zijt. Gij ziet en hoort mij. Ik aanbid U en bemin U uit geheel mijn hart.
Ik dank U voor al uwe weldaden en in het bijzonder, omdat Gij mij dezen nacht bewaard hebt.
Alles, wat ik dezen dag doen of lijden moet, offer ik U op; mijn lijden en mijne handelingen vereenig ik met die van Jezus en Maria, en alle aflaten waaraan ik deelachtig kan worden, wil ik verdienen.
Ik maak het voornomen, olke zonde te vluchten; (hier herinnert men zich vnnral die fout, waarin men het meest valt) en ik bid U, om de liefde van Jezus, mij de genade der volharding te geven.
Ik maak ook het voornemen mij in alle wederwaardigheden aan uwen H. wil te onderwerpen en te zeggen: Heer, uw wil geschiede!
1) Men vindt hier de meeste gebeden met aflaten verrijkt. Zij zijn genomen uit de Recueil de Prièrea etc., welke op last van Z. II. Pius IX in 1878 door de H. Congr. der aflaten werd uitgegeven.
Aan de meeste daarvan is tevens een volle aflaat verbonden. onder de gewone voorwaarden ééns per maand te verdienen, zoo men ze n. 1. eiken dag bidt. Zij zijn tevens toepasselijk op de zielen in het vagevuur.
2) Pius IX schonk den 23 Maart ISGO een aflaat van 100 dagen aan allen, die met een berouwvol hart een kruisteeken met wijwater maken, en den 28 Juli 1863 een aflaat van 50 dagen voor ieder kruis dat men met een berouwvol hart maakt.
— 39 —
O Jezus, ik stel mij in uwe H. Wonden en verberg mij in uw H. Hart.
Zoet Hart van Jezus, maak dat ik U meer en meer beminne! (300 dagen aflaat. Pius IX 26 Nov. 1876.)
Jezus zachtmoedig en ootmoedig van Hart maak mijn hart gelijk aan het uwe.
(300 dagen aflaat. Pius IX 25 Jan. 1868.)
Zoet Hart van Maria, wees mijn Heil.
(300 dagen aflaat, eens per dag. Pius IX 30 Sept. 1852.)
H. Jozef, vriend van het H. Hart, bid voor mij. (100 dagen a/iaaf, eens per dag. Pius IX. 3 Juni 1874.)
Engel Gods, die mijn bewaarder zijt, aan wien ik door de opperste Goedheid ben toevertrouwd, verlicht mij, bewaar mij, geleid mij en bestier mij. Amen.
(100 dagen aflaat. Pius VI 2 Oct. 1795.) \')
HIERNA KIDT MEN:
Onze Vader, Wees gegroet en de 12 artikelen des Geloofs en daarna, ter cere der onbevlekte zuiverheid van Maria, driemaal het Wees gegroet om de zuiverheid te bewaren. Zeg vervolgens;
H. Maria, onbevlekte Maagd, bid voor mij, wil mijn lichaam en mijne ziel dezen dag zuiver bewaren.
NB. Aan hen, die door den dag wegens hunne werkzaamheden de opoffering van hun wachtuur (zie hl. 21 j niet kunnen doen, wordt aangeraden dit thans te doen, en als het uur komt, met eene enkele goede gedachte, b. v.: Voor 6r, o mijn Jc:us, zij dit uur der Eerewacht, de meeniug te hernieuwen.
1. Da Engel des lieer en.
V. De Engel des Heeren heeft Maria geboodschapt, en zij heeft ontvangen van dm H. Geest. — Wees gegroet, enz.
1) Om (Jeze vijf aflaten te veidicnen is het noodiij. dat in( n die schietgebeden bidt met gjdsvruebt en een rouwmoedig hjrt. —
_ 40 —
V. Zie de dienstmaagd des Heeren;
mij geschiede naar uw woord. Wees gegroet enz.
V. En het Woord is vleesoh geworden,
en het heeft onder ons gewoond. Wees gegroet, enz. \\. Bid voor ons, H. Moeder Gods,
R. Opdat wij waardig worden de beloften van Christus.
LAAT ONS BIDDEN.
AVij hidden U, Heer, stort uwe genade in onze harten, opdat wij, die door de boodschap des Engels de menschwording van Christus uwen Zoon gekend hebben, door zijn lijden en kruis tot de heerlijkheid der verrijzenis mogen gebracht worden, door denzelfden Christus onzen Heer. Amen!
(in den paaschtijd).
Verheug U, koningin des Hemels, alleluja.
quot;Want dien gij verdiend hebt te dragen, alleluja.
Is verrezen, gelijk Hij gezegd heeft, alleluja.
Bid God voor ons, alleluja.
W Verheug en verblijd u. M«icigcl Maria, alleluja, r\'. Want de Heer is waarlijk verrezen, alleluja.
LAAT ONS BIDDEN.
O God. die U gewaardigd hebt door de verrijzenis van uw Zoon, onzen Heer Jezus Christus de wereld te verblijden; geef, smeeken wij U, dat wij door zijne Moeder de Maagd Maria de vreugde des eeuwigen levens mogen verwerven, door denzelfden Christus onzen Heer. R. Amen.
NB. Aan »De Engel des Heerenquot; ot in den Paaschtvjd (van Paaschzaterdag tot den vooravond van het fecst der H. Drievuldigheid) aan het v Verheug Uenz. is telkens eene aflaat van 1U0 dagen verbonden , als men deze gebeden n.1. bidt des morgens, des middags en des avonds op he. luiden van de bedektok. Hierbii valt op te merken: . .,,
1 Men moet nDe Engel des Heeren geknield bidden, uitgezonderd des Zaterdags avonds en den qeheelen /.ondag dan D. 1. staande, insgelijks immer staande het »Verheug U enz.quot;
— 41 —
2. Zij, die het n Verheug U enz.quot; niet uit \'t hoofd kennen, kunnen ook in den Paaschtijd volstaan met ygt;de Engel des Héerenquot; te bidden.
3 Bevindt men zich op een plaats, waar men het iuiden niet hoort, dan gewint men den atlaat ook, als meti de bovengemelde gebeden bidt omstreeks den tijd, dat er gewoon-Jijk geklept wordt.
quot;Bened. (XIIl 14 Sept. 1724. Bened. XIV 20 April 1742. Pius VI 18 Maart 1781;.
2. Als de klok slaat.
Maak het H. Kruisteeken en bid: Bemind zij overal het II. Hart van Jezus!
3. Als men zich aan het werk begeeft.
lieer! ik offer U dit werk. Wees gegroet enz.
4. Bij eenc bekoring of in eenig gevaar.
Jezus, Maria, Jozef, helpt mij! H. Engelbewaarder! sta mij bij!
5. Als men bemerkt een fout begaan te hebben.
O mijn God, het spijt mij, U beleedigd te hebben. Oneindige Goedheid, ik ben besloten het niet meer te doen,
6. In tegenspoed.
Gods allerrechtvaardigste, allerhoogste en allerbeminnelijkste Wil geschiede in alles, en zij in eeuwigheid boven alles geloofd en verheerlijkt.
(100 dagen aflaat. Pius VII 19 Mei 1818.)
7. Als de Jl. Communie naar een zieke gebracht wordt.
Tracht immer als getrouw lid der Eerewacht, zoo de H. Communie aan een zieke gebracht wordt, het il. Sacrament te vergezellen. Is u dit om eene of andere reden onmogelijk, kniel dan, zoodra gij de schel hoort, neder en bid een Onze Vader en een Wees gegroet tot intentie van Z. H.
42 —
De groote H. Angustinus merkt op, als hij spreekt van het H Altaarsacrament, dat de offerande der H. Mis bg God niet minder krachldadig is, dan het Offer, op het kruis opgedragen , toen het bloed en water uit de wonde van Jezus\' Hart vloeiden. Waarom? Omdat het Hart van een God daar door dezrlfde offerande als op het kruis, doch op onbloedige wijze, aan zijn hemelschen Vader eeuwige glorie, eeuwigen dank voor zijne weldaden jegens ons, en waardige voldoening voo- onze zonden schenkt: omdat het daar te zamen met ons bidt, en door de \\erdiensten van zijn lijden voor ons genaden afsmeekt. — 1 n de H Mis toont dus de Zaligmaker \'zoo overvloedig mopelijk de overmaat zijner liefde. Laten wij, als leden der Eerewacht, er op uit zijn die volmaakte, verhevene en oneindige offerande zoo dikwijls en zoo goed mogelijk bij te wonen. O wat schatten van geestelijke en tijdelijke gunsten worden ons daar geschonken 1
Bij het begin her h. mis.
Eeuwige Vader, ik draag U het offer op, dat Jezus, uw welbeminde Zoon, U eens op het kruis bracht, en dat Hij thans hernieuwt op dit altaar. Ik offer het U op in naam van alle schepselen, met de Missen, welke thans worden opgedragen, en in de geheele wereld zullen opgedragen worden, om U te aanbidden, om U de eerbowijzingen te geven, weike Gij verdient, om U ook den dank te betuigen, dien wij U schuldig zijn voor uwe tallooze weldaden, om uwen toorn te stillen, welke door onze tallooze zonden ontstoken is, en er U een waardige voldoening voor te geven; eindelijk om U genaden of te smeeken, zoo voor mij als voor de Kerk, zoo voor de geheele wereld als voor de zielen in het vagevuur.
(Aflaat van 3 jaren, eens per dag. Plus IX. 11 April 1800 )
De priester aan den voet hes altaars.
Overdenk, hoe Jezus naar den hof van Olijven ging om te bidden. — Hoe zijn H. Hart beangstigd werd tot den dood toe. - Zóó hcnig was het lijden in dat Hart, dat Jezus in doodsangst verkeerde. — Toch bad Hij lot driemalen toe: «Niet mijn wil maar uw
— 43 —
wil geschiede.quot; — Vraag aan het H. Hart van Jezus, dat ook gij in alles onderworpen moogt zijn aan Gods H. wil.
De priester gaat naar het altaar en kust het.
Denk er aan, hoe Judas door een kus Jezus verried , en hoe ook gij Jezus hebt verraden, toen gij Hem achter uwe zondige vermaken heht gesteld.... Zeg aan hel allerliefderijkst Hart van Jezus: O Hart, vol liefde voor mij, ik vraag U van harte vergiffenis mijner zonden, ik wil liever sterven dan U nog ooit verraden of vergrammen.
Kyrie kleison.
Jezus, in het huis van Caiphas gébracht, wordt door Petrus tot driemalen verloochend. Denk aan de ontzettende vernedering, welke daardoor het minnend Hart van Jezus werd aangedaan, — maar herinner u ook dat, als gij de zonden begaat, gij ook Jezus verloochent.
Gloria in exelsis.
Terwijl de engelen het Goddelijk Hart van Jezus-onophoudelijk prijzen en verheerlijken, werd hel door de Joden en de Romeinsche soldaten den ganschen
nacht bespot, verguisd en vernederd____ O ziel, die
vernederingen heeft Het uit liefde tot u doorstaan. Bemin dan toch dat Hart en zeg: O zoet Hart van Jezus, wees mijne liefde!...
Epistel.
Jezus bekent, dat Hij de Christus de Zoon van den levenden God is, en de hoogepriester en de joden ver-oordeelen Hem ter dood ... Diezelfde veroordeeling geschiedt thans nog zoo dikwerf door de ongeloovi-gen, door de zondaars, misschien ook door u, die de zonden begaat.... Smeek het H. Hart om ge-
— 44 —
nade... bidt: O mijn Jezus, barmhartigheid met de zondaars, met de ongeloovigen. O mijn Jezus, barmhartigheid met mijne arme ziel!
Evangelie.
Het hoek wordt omgedragen. De leer des Evangelies ging van de ondankbare Joden tot de Heidenen over. Verbeeld u, hoe Jezus van Catphas naar Pilatus werd gebracht, en hoe Hij daar valschelijk beschuldigd werd.. . Beloof uw Jezus naar de leer der Evangelisten te leven. Zeg hem: Ja mijn God, ik zal naar uw woord luisteren en hot onderhouden.
Credo.
Overdenk, hoe de Zoon van God van Pilatus naar Herodes iverd gebracht, en hoe Hij daar in een ivit kleed als een dwaas bespot werd... Zoo word\'. Jezus behandeld door hen, die lachen met het geloof, die het niet belijden door hunne werken, die in plaats van Hem te aanhidden. Hem met oneerbiedigheid bejegenen, vooral in de kerk. Zij betuigen hun geloof niet en bespotten Hem. O wat wordt daardoor het H. Hart van Jezus vreeselijk verwond... O Jezus, ik geloof in U, ik geloof alles wat Gij geopenbaard hebt.., Gij zijt mijn Heer en God. . . Voortaan zal ik mij met meer eerbied in uwe tegenwoordigheid gedragen en beter bidden. O zoet hart van Jezus, zoo lijdend door ons, versterk mij!
Offerande.
Verbeeld u, hoe Jezus ontkleed, aan een geesel-paal gebonden en gegeeseld werd, zoodat het bloed langs alle zijden vloeide. Daarna zette men Hem op een steen; plaatste een vreeselijke doornenkroon op zijn hoofd, gaf Hem een rietstok in de hand, een soldatenmantel om de schouderen. en groette hem spottend als den koning der joden, ja zij spuwden Hem in het aangezicht... O goddelijk Hart vin Jezus,
— 45 —
mijn zonden van onzuiverheid en hoovaaedigheid hebben U al die verachting aangedaan.. . Barmhartigheid, mijn Jezus, barmhartigheid!... Ik olfer U met den Priester dit brood en dezen wijn op, opdat zij straks, in Uw H. Lichaam en Bloed veranderd, voor mij om genade smeeken.
De priester wascht zijne handen.
Denk er aan, hoe da laffe Pilatus, bezivijkend voor het menschelijk opzicht, toegeeft. Menschelijk opzicht deed ook u misschien zoo dikwijls zondigen. Smeek het H, Hart van Jezus om genade...
Orate fratres.
Jezus wordt vertoond aan het volk. Pilatus zegt: Ziet den mensch! ... Stel U Jezus in al zijn lijden voor en denk er aan, dat de zonde aldus Jezus heeft misvormd...
Praefatie.
De Joden roepen luide: Kruisig Hem! Kruisig Hem! en herhalen onophoudelijk dien moordkreet. . . Jezus wordt dan veroordeeld, en Hij gaat uit om gekruist te worden. . . Voor dienzelfden Jezus moeten de Engelen en Heiligen nederknielen in den hemel. Ver-eenig u met hen, buig u in den geest neder en aanbid uw God en Heer. Zeg Hem:
Sanctus, Sanctus, San-ctus Dominus Deus exer-cituum: plena est terra gloria tua. Gloria Patri, Gloria Fi-lio. Gloria Spiritui Sanoto. |
Heilig, heilig, heilig is de Heer, God der heir-sóharen: de aarde is vol van uwe glorie. Eer zij don Vader, eer den Zoon, eer den H. Geest. |
(100 dagen aflaat, eens per dag. Clemens XIV 6 Juni 1769.}
Gebed voor de levenden.
Terwijl gij Jezus in den geest volgt op den weg
— 46 —
naar Calvarië, bid en verzucht in stilte met den priester:
Miin God! ik beveel U door de verdiensten van het H. Hart van Jezus, den Paus, alle Bischoppen, biechtvaders, predikers en priesters aan; schenk hun uwe overvloedige genaden, opdat zij met vrucht aan de zaligheid der zielen werken.
Ik beveel U mijne bloedverwanten, vrienden en vijanden, de leden\'der Eerewacht, de stervenden en allo geloovigen, die in staat van genade zijn; ik bid U. hun de volharding in uwe lieide te geven.
Ik beveel U de ongeloovigen, de ketters en de zondaren: verlicht en sterk hen, opdat allen U kennen en beminnen. , ,, , ,
Kom, Heer Jezus, kom Cxij op het altaar en schenk ons alle genaden, welke ik U afsmeek. Uw allerbeminnelijkst Hart kan ons niets weigeren.
Consecratie.
Overdenk, dat Jezus aan een kruis gehecht werd, van de aarde werd oprjeheoen en daar stierf tnsschen twee moordenaars. .. Door zijn dood verwierf Itij ons bamihartigheid. Smeek Hem dan:
hij de opheffmy der IL Hostie.
Dulcissirae Jesu, non sis Allerzachtmoedigstc Je-mihi Judex, sed Salvator. zus, wees niet myn Rechter maar mijn Zaligmaker.
(50 dagen afaat. Pius IX. Il Aug. 1851.)
Jesus, Deusmeus, super! Jesus, mijn God, ik be-omnia amo te. Imin U boven alles.
(50 dagen aflaat. Pias IX. 7 Mei 1854.)
Gebed voor be stervenden.
O allergoedertierenate Jezus, beminnaar der zielen, ik smeek U door den
O clementissime Jesu, amator animarum, obsecro te per agoniam Cordis tui Sanctissimi et per dolores
doodstrijd van uw aller-
— 47 —
Matris Tu;b Immaculatee lava in Sanguine Tuo pec-catorea totius mundi nunc positos in agonia et hodie morituros. Amen.
Cor Jesu in agonia factum, miserere morientium.
tICO dagen aflaat. Pius IX. 2
Bij de opheffing van het II. Bloed.
En ziet, toen Hij gestorven was, kwam een der soldalen, opende zijne zijde niet een speer, en terstond vloeide er bloed en water uit... Hetzelfde offer wordt thans vernieuwd, doch op onbloedige wijze Smeek dan: Eeuwige Vader, ik offer U het allerkostbaarst Bloed van Jezus Christus, tot uitboeting mijner zonden en voor de behoeften der 11. Kerk.
(lüO dagen aflaat. Pius Vit. 22 Sept. 1817 )
O clementissime Jesu,
salus, vita, resurreotio nostra tu solus es. Teergoquse-
heiligst Hart en door de smarten van uwe onbevlekte Moeder, wasch in uw bloed de zondaars der geheele wereld, die nu in doodstrijd zijn en heden zullen sterven. Amen.
Stervend Hart van Jezus, ontferm U over de stervenden.
Febr. 1850.)
0 allergoedertierensto Jezus, Gij alleen zijt ons heil, ons leven, onzo verrijzenis. U dan sraeeken wij, verlaat ons niet in onze kwellingen en benauwdheden , maar kom door den doodstrijd van uw allerheiligst Hart en door de smarten van uwe onbevlekte Moeder, uwe dienaren te hulp, die Gij door uw kostbaar bloed hebt vrijgekocht.
(100 dagen aflaat, eens per dag. Pius IX. 6 Oct. 1870.)
Bij dat doorwonde Hart van Jezus stonden drie personen; Maria, de Moeder van Jezus, Joannes en
sumus ne derelinquas nos in angustiis et perturba-tionibus nostris, sed per agoniam cordis tui san-ctissimi et per dolores Matris tuee immaculaue, tuis famulis subveni, quos pretioso sanguine rede-miati.
— 48 —
Maria Maydalena. Zij waren de eerste Eerewacht, zij mochten de allereerste verdiensten op zich toegepast zien, zij dat bloed en ivater niet Jezus opojfereu. Gij, leden der Eerewacht, die bij hetzelfde ojfer tegenwoordig zijt, vereenigt U met hen en draagt aan God de allerkostbaarste offerande up. (zie bladz. 23.)
Bidt verder:
Wees immer eeuwig gedankt en gezegend, o Jezus, in het Sacrament uwer liefde. O liefde, alle liemelscha en aardscho liefde waardig! Door eene liefde zonder grenzen voor mij, ondankbaren zondaar, ben ik wat ik ben; hebt Gij, o Jezus, U bekleed met onze mensch-heid, uw allerkostbaarst Bloed in uwe smartelijke geeseling gestort, en zijt Gij gestorven op een schandelijk kruis, om ons allen het behoud te bezorgen. Verlicht door een levend geloof, terwijl ik mijne ziel geheel en al voor U uitstort, en mijn hart ontvlamd is, smeek ik U thans nederig door de oneindige verdiensten van uwe wreede smarten, mij den moed en de kracht te geven, om alle hartstochten, welke in mij heer-schen, uit te roeien, U te zegenen bij mijne grootste droefheden, U te verheerlijken door de nauwkeurige vervulling van al mijne plichten, om bovenal de zonde te verfoeien en eindelijk om mij heilig te maken. Amen.
(100 dagen aflaat. Pius IX. 1 Jan. 1866.)
Gebed voor de overledenen.
Ik beveel U aan, o mijn God, de zielen mijner bloedverwanten, weldoeners, vrienden, vijanden en van hen, die door mijne schuld in het vagevuur lijden. Ik beveel U de zielen aan uwer Evangelieverkondigers, der priesters en vooral van hen, die voor mijne ziel hebben zorg gedragen.
Ik beveel U de zielen aan der overleden leden der Eerewacht, van hen die eene bijzondere godsvrucht hadden tot het allerheiligst Hart van Jezus, tot zijn H. Altaarssacraraent en bitter lijden er. tot de H. Maagd Maria; voornamelijk beveel ik U ook aan, o
— 49 —
God, de zielen van hen die het meest verlaten zijn, die het meest lijden, en die op het punt zijn den hemel binnen te gaan. Mogen zij allen rusten in vrede. Amen.
Bij het «pater nosterquot;.
Bid aandachtig, elke bede overwegend, het ytOnze Vaderquot;,
Bij iie communie.
O mijn Jezus! ik geloof dat Gij in het H. Sacrament tegenwoordig zijt. Ik bemin IJ bovenal, en ik verlang U in mijne ziel te ontvangen. Maar dewijl ik dit thans niet werkelijk doen kan, zoo smeek ik U, ten minste op eene geestelijke wijze in mijn hart te komen. Zie, ik omhels U, als hadde ik (j reeds werkelijk ontvangen, en ik vereenig mij geheel en al met U; laat niet toe, dat ik ooit van U gescheiden worde.
Aanbid hier Jezus eenige oogenblikken, als ware hij werkelijk in uw hart tegenwoordig en vraag hem de genade om dien dag uwe hoofdfouten meer en meer te overwinnen.
Verzuchtingen van den H. Ignatius.
Anima Christi, sanctifica 1 Ziel van Christus, heilig me. — Corpus Christi, sal- mij. — Lichaam van Chris-va me. — Sanguis Christi,1 tus, maak mij zalig. — inebria me. — Aqua la- Bloed van Christus, maak teris Christi, lava me. — mij dronken. — Water uit Passio Christi, conforta de zijde van de Christus, me. — O bone Jesu, ex- wasch mij. — Lijden van audi me. — Intra vulnera Christus, versterk mij. — tua absconde me. — Ne O goede Jezus, verhoor permlttas me separari a te. mij. — In uwe wonden — Ab hoste maligno de-1 verberg mij. — Laat niet fende me. — In hora mor- toe dat ik van U geschei-tis meaj voca me. — Et den worde. — Tegen den jube me venire ad te. — boozen vijand verdedig Ut cum sanctis tuis lau- i mij. — In het uur des
— 50 —
dem te. — In seecula saï culorum. Amen. |
doods, roep mij. — En beveel mij tot U te komen. Opdat ik met uwe Heiligen U prijze. — In alle eeuwen der eeuwen. Amen. |
(300 dagen aflaat telkens, en 7 jaren als men het na de communie bidt. Pius IX. 9 Jan. 1854.)
O allerbeminnelijkste Jezus, tot welk een uiterste is toch uwe overmatige liefde gegaan. Gij hebt mij een hemelsch voedsel bereid van uw Vleesch en uw allerkostbaarst Bloed, om U geheel en al aan mij te geven. Wie heeft U toch tot zoo groote liefde kunnen vervoeren, tenzij de brandende liefde, waarvan uw Hart is vervuld? O aanbiddelijk Hart van Jezus, brandend fornuis der goddelijke liefde, ontvang mijne ziel in uwe heilige wonde, opdat ik in deze school der liefde dien God leere beminnen, die mij zoo bewonderenswaardige bewijzen zijner liefde gegeven heeft. Amen.
(100 dagen aflaat, eens per dag. Pius VII. 9 Febr. 1818.)
Bu dln zegen.
Zegen mij, Hart van Jezus, zegen mijn ziel en lichaam . mijne vermogens en zintuigen. Zegen mijne tong, opdat zij niet spreke dan tot uwe glorie. Zegen mijne oogen, opdat zij niet aanschouwen, wat U zou kunnen mishagen. Zegen mijn mond, opdat ik U niet door onmatigheid vergramme. Zegen in één woord al de zintuigen van mijn lichaam, opdat zij U getrouw dienen en U niet beleedigen. Zegen mijn geheugen, opdat het zich altijd uwe liefde en weldaden herin-nere. Zegen mijn verstand, opdat het uwe goedheid kenne, mijn plicht van U te beminnen begnjpe, en goed besefte, wat ik moet vluchten en doen, om U te behagen; zegen vooral mijn wil, opdat hij niets dan U, die oneindig goed zijt, beminne, geen ander verlangen hebbe dan U te behagen, geen ander genot smake dan U verheerlijkt te zien. Amen.
IV. Gebeden gedurende het Lof of bij een bezoek aan het Allerheiligste Sacrament.
O wat zijn zij aan het H. Hart van Jezus aangenaam, zij, die Hem dikwijis bezoeken en er hun vermaak in stellen de wacht te houden hn dien H. Tabernakel, waar Jezus in zijn Sacrament rust! (ïodvruchtige ziel, gij in het bijzonder, die als lid der Eerewacht het H. Hart daar vooral moet verheerlijken, beminnen en troosten, verzuim toch geen enkelen dag eenigen lijd aan de voeten van dat H. Sacrament door te brengen. O, welk een geneugte is het, daar met dat goddelijk Hart zich te mogen onderhouden, gelijk een vriend met zijnen vriend 1 — Maar laat ook niet na eiken dag een klein bezoek te hrengen aan Maria, door wie God wil, dat alle genftden ons toevloeien, en aan den H. Jozef, den innig-sten vriend van Jezus\' H. Hart.
GEBED VAN VOORBEREIDING.
Heer Jezus Christus, die om de liefde, welke Gij den menschen toedraagt, dag en nacht, onder de gedaante van brood op onze altaren rust, terwijl Gij vol barmhartigheid en liefde, allen, die U komen bezoeken, afwacht, uitnoodigt en ontvangt; ik geloof dat Gij in het Sacrament des altaars tegenwoordig zijt; ik aanbid U daar uit den afgrond van mijn niet, en ik bedank ü voor alle genaden, welke Gij mij hebt bewezen, voornamelijk hiervoor, dat Gij mij Ü zeiven in dit heilig Sacrament geschonken, uwe allerheiligste Maria tot voorspreekster gegeven en mij geroepen hebt om U in deze kerk te bezoeken.
Ik groet dan in dit oogenblik uw allerheiligst Hart, en doe dit met een drievoudig doel; ten eerste, om U te bedanken voor deze kostbare gave; ten tweede, om de oneer te herstellen welke Gij van alle uwe vijanden in dit H. Sacrament hebt ontvangen, en ten derde, om, door dit bezoek, U te aanbidden op al die plaatsen der wereld, waar Gij het minst vereerd en het meest verlaten zijt in uw Sacrament.
Mijn Jezus, ik bemin U uit geheel mijn hart. Het doet mij leed, dat ik uwe oneindige goedheid zoo dikwijls vergramd heb. Ik maak het voornemen, door
— 52 —
uwe genade gesterkt, U niet meer te beleedigen in de toekomat; van dit oogenblik af wijd ik mij, hoe onwaardig ik ook ben, geheel en al aan U toe; ik verzaak aan mijn wil, aan mijne neigingen, aan mijne verlangens; ik geef U alles wat mij toebehoort. Doe voortaan met. mij en met al het mijne, wat Gij wilt. Ik vraag U en ik verlang niets anders dan uwe heilige liefde, de volharding ten einde toe en de volmaakte vervulling van uwen heiligen wil. Ik beveel U de zielen van het vagevuur aan en in het bijzonder haar, die het meest godvruchtig waren jegens uw II. Sacrament en jegens de allerheiligste Maagd Maria. Ik beveel U ook al de arme zondaars. Ik yereenig eindelijk, o mijn dierbare Verlosser, al de gevoelens van mjjn hart met die van uw liefdevol Hart, en. zoo vereenigd, offer ik die op aan uwen eeuwigen Vader, Hem smeekende in uwen naam, die uit liefde tot U te willen aannemen en verhooren.
(300 dagen a/laat. Pius IX 7 Sept. 1854.)
BEZOEK. \')
O lieve Jezus, welk eene heerlijke vond uwer liefde was het, onder de nederige gedaante van brood bij de menschen uw verblijf te nemen, om aldus toegankelijk te wezen, voor al die maar verlangt met U te spreken. Hij had wel groot gelijk de Profeet Isaias met te zeggen, dat men luid op en overal de liefde-vonden van onzen goeden God zou vermelden.
O allerliefderijkst Hart van mijn Jezus! overwaardig zijt Gij alle harten te bezitten U Hart van mijn Jezus, altijd brandend van de zuiverste liefde! o verslindend vuur, verteer in mij geheel en al den ouden mensoh, vernieuw mij, en laat ik voortaan 3en nieuw leven leiden van liefde en genade! Vereenig mij zoo
1) Zij, die «Iken dag een ander bezoek rerlangen te doen, raden wij aan daartoe gebruik te maken van het «Gulden boekjequot; van den H. Alphon-8us: Bezoeken bij het Allerheiligste Sacrament ; of ook van de Novene ter eere van het H Hart voortkomende op bl-lz. 6ü en volgende.
— 53 —
innig met U, lieve Jezus, dat ik nooit wederom van U gescheiden -worde! O Hart van mijn Jezus, dat altijd open staat als een toevluchtsoord voor de zielen, neem ook mij op! O Hart, om de zonden der wereld zoo doorwond op het kruishout, verleen mij een oprecht berouw over mijne zonden! Ik weet, lieve Jezus, dat Gij mij in dit goddelijk Sacrament diezelfde liefde toedraagt, welke Gij voor mij hadt, toen Gij voor mij stierft op het kruis; groot daarom is uw verlangen om mij geheel en al met U te vereenigen. En zou ik dan nog langer kunnen weigeren aan dit verlangen te voldoen en aan uwe liefde geheel mijn hart ten offer te brengen? Ach, tref Gij dat hart, doorwond het, lieve Jezus, hecht, bind het aan U en vereenig het geheel met uw Hart! Ik maak heden het vast besluit, met den bijstand uwer genade, U de hoogst mogelijke voldoening te geven, door alle men-schelijk opzicht met voeten te treden, en aan U op te offeren neigingen, vermaken, gemakken, alles in één woord, wat mij verhinderen kan volmaaktelijk aan U genoegen te geven. Help mij, lieve Jezus, dit mijn voornemen zoo getrouw na te leven, dat van dezen dag af al mijne gedachten, woorden en werken in alles overeenkomstig zijn \'aan uw goddelijk welbehagen. ü liefde van mjjn God, wees Gij het eenig voorwerp mijner liefde! En Gij, o Maria, mijne hoop, Gij die alles vermoogt bij God, verkrijg mij door uwe voorspraak de genade van tot aan mijnen dood toe getrouw te blijven aan de liefde voor het goddelijk Hart van Jezus. Amen.
SCHIETGEBED.
Liefdevol en getrouw Hart van Jezus, ontvlam mijn ellendig hart, opdat het brande voor U, gelijk Gij brandt voor mij.
GEESTt-LIJKE COMMUNIE.
Ik geloof, o lieve Jezus, dat Gij in het allerheiligste Sacrament tegenwoordig zijt. Ik bemin U, en verlang
— 54 —
mij met U te vereenigen. Kom dan in mijn hart; ik omhels U; o verlaat mij nooit meer.
Aanbid hier Jezus eenige oogenblikken, als ware hij werkelijk in uw hart tegenwoordig, en vraag Hem een of andere bijzondere genade zoo voor u zeiven als voor anderen.
Begroeting van mama.
O zondaar! roept de gelukzalige Bernardinus de Bustis uit, wanhoop niet, maar neem uwe toevlucht tot die verhevene Koningin, met het vaste vertrouwen van verhoord te zullen worden; gij zult haar vinden de handen vol barmhartigheid en genaden. Wees overtuigd, dat die medelijdende Koningin meer verlangt Ü goed te doen dan gij hare hulp verlangt. — Wees dan gegroet, o allerverhevenste Koningin, allerheiligste Moeder Gods, zorg door het allerheiligst Hart van Jezus, den Vorst des vredes, dat z,;jn toorn bedare en Hij over ons in vrede heersehe. Gedenk, o allergoedertierenste Maagd Maria, hoe het nooit gehoord is, dat iemand, die uwe hulp inriep, verlaten is geworden. Aangemoedigd door dit vertrouwen, snel ik tot U, Moeder des eeuwigen Woords, versmaad mijne gebeden niet, maar noem ze genadig aan en verhoor ze, o goedertierene, o zoete Maagd Maria.
(300 dagen aflaat. Pius IX. 23 Sept. 1846.)
Schietgebed.
Maria, Moeder Gods, bid Jezus voor mij.
Gebed.
Tot U, o allerheiligste en onbevlekte Maagd, mijn teedere Moeder Maria, tot U, de Moeder mijns Zaligmakers, de Koningin der wereld, de voorspreekster , de hoop en de toevlucht der zondaars, neem ik, de ellendigste van allen, op dit oogenblik mijne toevlucht. Met den diepsten eerbied kniel ik voor U neder, o groote Koningin, en ik bedank U voor alle genaden, die Gij mij tot nog toe hebt verworven en voornamelijk hiervoor, dat Gij mij van de hel, zoo dikwijls door mij verdiend, bevrijd hebt. Ik bemin U,
— 55 —
allerbeminnelijkste Maagd, en om die liefde, beloof ik U altijd te zullen dienen en zooveel in mijn vermogen is te maken, dat ook anderen U beminnen en dienen. 0 Moeder der barmhartigheid! op U is al mijn vertrouwen gevestigd; tusschen uwe handen stel ik mijne zaligheid; neem mij aan, ik smeek er U om, als uwen dienaar, en daar Gij zoo machtig zijt bij God, bevrijd mij van alle bekoringen, of wel verkrijg voor mij de noodige krachten, om tot aan mijn dood toe die alle te overwinnen. Aan U vraag ik de waarachtige liefde tot Jezus Christus; van U hoop ik de genade van eenen goeden dood te sterven. O geliefde Moeder, om de liefde, welke Gij aan God toedraagt, smeek ik U, mij altijd uwen bijstand te verleenen, maar voornamelijk in de laatste oogenblikken van mijn leven. Verlaat mij niet, voordat gij mij gelukzalig ziet in den hemel, waar ik U zegene en uwe barmhartigheden zal prjjzen in alle eeuwigheid. Zoo hoop ik, zoo geschiede het. Amen.
(3U0 dagen aflaat. Pius IX. 7 Sept. 1854.)
Begroeting van den h. jozef.
H. Jozef, bewaker en vader der maagden, aan wiens getrouwe bescherming Christus Jezus, de onschuld zelve, en de Maagd der maagden, Maria, zijn toevertrouwd geweest, ik bid en smeek U bij deze allerdierbaarste panden, te zorgen, dat ik van alle onreinheid bewaard, met onbesmetten geest en een zuiver hart Jezus en Maria ten alle tijde allerzuiverst diene. Am.
(100 dagen aflaat, eens per dag. Pius IX. 4 Febr. 1877.)
Groote God! ik bedank U voor alle ontvangen weldaden, voor alle gunsten en genaden, welke Gij mij heden verleend hebt; en in het bijzonder, dat Gij mij dezen dag bewaard hebt. Ik smeek TJ, mij ook dezen nacht voor alle kwaad te bewaren. Ik ga rusten om U te behagen. Elke ademhaling geschiede om U
— 56 —
te beminnen, te prijzen en te dienen, gelijk de heiligen in den Hemel dit doen!
Kom, heilige Geest, verlicht mijn verstand om mijne zonden, fouten en gebreken te kennen, welke ik beden begaan heb, en geef mij de genade, er een oprecht berouw over te hebben.
Onderzoek hier eenirje oogenblikken uw yeweten.
Daarna bidt men de akten van geloof, hoop, liefde \') en berouw.
Kyrie eleison, Christo eleisnn, Kyrie eleison , Christe audi nos, Christe exaudi nos, Pater de coelis Deus, Fili Redemptor mundi 3 Deus, ? Spiritus Sancte Deus, 3 Sancta Trinitas unus cr Deus, 5° Sancta Maria, ora pro nobis, Sancta Dei Genitrix, Sancta Virgo Virginum, Mater Christi, 9 Mater diviiue gratise, Mater purissima. Mater castissima. Mater inviolata, Mater intemerata, Mater amabilis , |
Heer. ontferm U onzer.1) Christus, ontf. U onzer. Heer, ontf. U onzer. Christus, hoor ons. Christus, verhoor ons. God, hemolsche Vader, ontferm U onzer. God Zoon, Verlosser der 2 wereld, P» 11. Drievuldigheid, eeno God, n H. Maria, bid voor ons. H. Moeder Gods, H. Maagd der Maagden, Moeder van Christus, St Moeder der goddelijke genade, o Allerreinste Moeder, -■ Allerzuiverste Moeder, g Ongeschonden Moeder, ? Onbevlekte Moeder, Beminnelijke Moeder, |
300 dagen aflaat telkens als men deze Litanie bidt u:et een god-Truchlig en rouwmoedig hart. (PiifS VII, 30 Sept. 1817.
— 57 —
Mater admirabili8. ora pro nobis. Mater Creatoris, Mater Salvatoris, Virgo prudentiasima, Virgo veneranda, Virgo preedicanda, Virgo potens, Virgo clemens, Virgo fidelis, Speculum justitiae, Sedes sapientiee, Causa nostra leetitiae, Vas spirituale, Vas honorabile, Vas insigne devotionis, Rosa mystica, o Salus inflrmorum, Refugium peccatorum, Consolatrix affliotorum, Auxilium Christianorum, Regina Angelorum, Regina Patriarcharum, Regma Prophetarum, Regina Apostolorum, Regina Martyrum, Regina Confessorum, Regina Virginum, Rigina sanctorum omnium , Regina sine labe origi-nale ooncepta. |
Wonderbare Moeder, bid voor ons. Moeder des Scheppers, Moeder des Zaligmakers Allervoorzichtigste Maagd Eerwaardige Maagd, Lofwaardige Maagd; Machtige Maagd, Goedertierene Maagd, Getrouwe Maagd, Spiegel der gerechtigheid. Zetel der wijsheid, Oorzaak onzer blijdschap, Geesteljjk Vat, Eerwaardig Vat, Uitstekend Vat van devotie Geheimzinnige Roos, Toren van David, Ivoren toren, S Gulden huis, Ark des verbonds, o Deur des hemels, i Morgenster, g Behoud der kranken, ?gt; Toevlucht der zondaars. Troosteres der bedrukten. Hulp der Christenen, Koningin der Engelen, Koningin d. Patriarchen, Koningin der Profeten, Koningin der Apostelen, Koningin der Martelaren, Koningin der Belijders, Koningin der Maagden, Koningin van alle Heili-T gen. Koningin zonder erfsmet ontvangen, |
3»
— 58 —
Agnus Dei, qui tollis peccata mundi, parce nobis, Domine. Agnus Dei etc. exaudinos, Domine. Agnus Dei etc. miserere nobis. Christe, audi nos. Christe, exaudi nos. Ant. Sub tuum presidium confugimus, sancta Dei Genitrix , nostras de-preoationes ne despicias in necessitatibusnostris, seda periculis cunctis libera nos semper, Virgo gloriosa et benedicta. v. Ora pro nobis, sancta Dei Genitrix. R. Ut digni efficiamur promissiombus Christi. oremus. Concede nos famulos tuos, qua;sumus, Domine Deus, perpetua mentis et corporis sanitate gaudere, et gloriosa beata) Marise semper Virginis interces-sione, a prsesenti liberari tristitia et interna perfrui ketitia. Per Christum Do-minum nostrum. r. Amen. |
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, spaar ons, Heer. Lam Gods enz. verhoor ons. Heer. Lam Gods enz. ontferm U onzer, Christus, hoor ons. Christus, verhoor ons. Onder uwe bescherming nemen wij onze toevlucht, o heilige Moeder Gods! verstoot onze gebeden niet in onzen nood, maar verlos ons altijd van alle gevaren, o glorierijke en gezegende Maagd. v. Bid voor ons, o H. Moeder Gods. r Opdat wij waardig worden de beloften v. Chiistus. iaat ons bidden. Wij bidden U, o Heer onze God, geef dat wij. uwe dienaren, eene altijddurende gezondheid naar ziel en naar lichaam mogen genieten , en door de glorierijke voorspraak der gelukzalige Maria, altijd Maagd, van de tegenwoordige droefheid bevrijd, tot de eeuwige vreugde mogen geraken. Door Christus onzen Heer. Amen. |
Gebed om een zaligen dood,
O Maria, zonder vlek ontvangen, bid voor ons, die onze toevlucht tot U nemen: o toevlucht der zondaars. Moeder der stervenden, verlaat ons niet in het uur van onzen dood, maar verwerf ons eene volmaakte droefheid, een oprecht berouw en de vergiffenis onzer zonden. Verkrijg ons ook, dat wij waardig de allerheiligste Teerspjjze ontvangen en door het H. Sacrament des Oliesels versterkt worden, opdat wij ons eenmaal veilig kunnen vertoonen voor den troon van den rechtvaardigen, maar ook barmhartigen Rechter , die onze God en Verlosser is. Amen.
(100 dagen aflaat, eens per dag Pius IX 11 Maart 1856.)
Jezus, Maria en Jozef, ik geef U mijn hart, mijn ziel en mijn loven.
Jezus, Maria en Jozef, staat mij bij in mijn doodstrijd.
Jezus, Maria en Jozef, laat mij sterven in uw H. gezelschap.
(100 dagen afl. voor ieder dezer drie schietgebeden. PiusVII.
28 April 1807.)
Bemind zij overal het H. Hart van Jezus!
Zoet Hart van Maria, wees mijne toevlucht!
H. Jozef, vriend van het H. Hart, bid voor ons.
De Heer gelieve ons te zegenen, tegen alle kwaad te beschermen en tot het eeuwige leven te geleiden, en dat de zielen der geloovigen door Gods barmhartigheid rusten in vrede. Amen.
Daarna bidt men gelijk des morgens de (ine Wees gegroeten om de zuiverheid te bewaren, en maakt het kruiste\'ek\'en met gewijd water. Leg u dan zedig te rusten en zeg tot u zeiven:
Ik moet eens sterven, maar weet niet tvanneer!
Ik moet eens sterven, maar weet niet waar!
Ik moet eens sterven, maar weet niet hoe!
Dit echter weet ik, dat, als \'k in doodzonde sterf, ik eeuwig verloren ben.
\'TER EERE VAN HET H. HART VAIiJEZUS.
Door den H. Alphonsus Maria de LiguorJ.
EERSTE DAG.
Het beminnelijk Hart van Jezns.
Wie zich in alles beminnelijk toont, doet zich noodzakelijk beminnen. 0! zoo wij er op uit waren om al de schoone titels te kennen, die Jezus Christus kan doen gelden om bemind te worden, we zouden allen in de gelukkige noodzakelijkheid verkeeren van Hem lief te hebben. Inderdaad, welk hart is er onder alle harten te vinden dat beminnenswaardiger is dan Jezus\' Harte? dat Hart zoo rein, zoo heilig, zoo vol van ■liefde voor God en voor ons. Immers al zijne verlangens hebben geen ander voorwerp dan de eere Gods en ons welzijn. Ziedaar dat Hart, waarin God al zijn genoegen, al zijn behagen vindt! In dit Hart tronen alle volmaaktheden, alle deugden: een allervurigste liefde, tegelijk met de diepst mogelijke nederigheid en hoogachting voor God, zijn Vader; eene algeheele beschaming over onze zonden, waarmede Hij beladen is, gevoegd bij een volslagen vertrouwen van den teederminnendsten Zoon; een allergrootste afschuw van onze zonden, gepaard met een ievendig medelijdensgevoel van onze ellenden; eene allerhe-■vigste smart, te zamen gaande met eene volmaakte gelijkvormigheid aan den goddelijken wil. In Jezus vindt men dus alles, wat maar beminnenswaardig is. Eenigen worden tot liefde jegens anderen getrokken •door schoonheid, sommigen door onschuld, anderen door lieftalligheid, wederom anderen door godsdiens-•tig-heid. Gesteld nu, dat er een persoon bestond, in wiea al deze en nog andere deugden vereenigd zijn, wie .zou zoo iemand niet liefhebben? Zoo wij wisten,
— 61 —
dat er ergens een buitengewoon schoon, nederig, lieftallig-, godsdienstig, liefdevol, jegens een ieder zackt-zinnig vorst leefde, een vorst die weldoet aan die hem kwaad doet, wij zouden hem liefhebben en ons zeiven niet kunnen weerhouden hem te beminnen, ook zonder hem te kennen of van hem gekend te zijn, en al hadden wij ook niets met hem te maken. En Jezus Christus dan, die al deze deugden in zieh vereenigt en alle in een volmaakten graad, en die ons zoo teeder bemint, hoe is \'t mogelijk, dat Hij door de mensehen slechts weinig bemind wordt, en dat Hij niet het eenig voorwerp onzer liefde is?
O God, terwijl Jezus alleen beminnenswaardig is en ons zoovele blijken heeft gegeven van de liefde, die Hij ons toedraagt, schijnt het als ware Hij ten onzen opzichte in de droevige onmogelijkheid van zich door ons te doen beminnen, als ware Hij onze liefde niet genoegzaam waardig! Ziedaar wat de Rosa\'s van Lima, do Catharina\'s van Genua, de Teresia\'s, de Maria Magdalena\'s van Pazzi tranen deed weenen. Deze ondankbaarheid der mensehen overwegende, riepen zij al weenend uit: »De liefde wordt niet bemind, de liefde wordt niet bemind!quot;
Mijn beminnelijke Verlosser, welk beminnenswaardiger voorwerp kon uw eeuwige Vader mij buiten U gebieden lief te hebben? Gij zijt de schoonheid van het paradijs, gij zijt de liefde uws Vaders, in uw hart hebben allo deugden hare woonplaats. O beminnelijk Hart van mijn Jezus, Gij hebt wel de liefde aller harten verdiend. Arm en ongelukkig het hart, dat U niet lief heeft! Zoo ongelukkig, o God, was mijn hart gedurende al dien tijd, dat het U niet beminde. Maar ik wil niet langer zoo ongelukkig wezen. Ik bemin U, o mijn Jezus, en wil U immer -beminnen.
In vroeger dagen, o Heer, heb ik U vergeten; en
wat toef ik thans? Zal ik wellicht -wachten, totdat Gij wegens mijne ondankbaarheid U verplicht vindt mij volslagen tj vergeten en aan mijn lot over to laten? Neen, mijn dierbare Zaligmaker, neen, laat het niet toe. Gij zijt het voorwerp der liefde van een God, en Gij zoudt niet het voorwerp zijn der liefde eens ellendigen zondaars, geljjk ik ben, die door U zoozeer met goedheden overladen en bemind is geworden? O schoone vlammen, die daar brandt in het minnend Hart van mijn Jezus, welaan ontsteekt gij in mijn arm hart dat heilig en zalig vuur, dat Jezus uit den hemel op do aarde is komen ontsteken. Verteert en vernietigt al de onreine genegenheden, die in mijn hart wonen en het beletten geheel aan Hem te zijn. Geef, mijn God, dat het niet leve dan om U alleen lief te hebben, U alleen, mijn dierbare Zaligmaker. Heb ik U een tijd lang miskend, weet thans, dat Gij mijne eenige liefde zijt. Ik bemin U, ik bemin U, ik bemin U, en goen ander dan U wil ik beminnen. Mijn geliefde Heer, och weiger niet een hart aan te nemen, dat U beminnen wil, een hart, dat eén tijd lang U verdriet heeft aangedaan. Het zij U eene glorie, aan de engelen een hart te toonen, dat van liefde voor U gloeit,, nadat het U een tijd lang heeft gevlucht en versmaad.
Allerheiligste Maagd Maria, mijne hoop, help mij. Bid Jezus, dat Hij mij door zijne genade zoo make als Hij mij wenscht te zien.
ö! mochten wij de liefde begrijpen, die in Jezus\' Harte voor ons brandt! Zoozeer heeft Hij ons lief gehad, dat indien alle menscheu, alle engelen en alle heiligen al hunne krachten vereenigden, zij niet het duizendste deel der liefde, die Jezus ons toedraagt, hereiken zouden. Hij bemint ons mateloos meer dan wij ons zeiven beminnen. Hij heeft ons bemind tot
— 63 —
overmaat toe. En inderdaad, is er wel grootere overmaat van liefde, dan dat een God sterft voor zijne schepselen? Hij heeft ons bemind tot de uiterste mogelijkheid: ygt;Na de zijnen geliefd te hebben — heeft Hij hen ten uiterste liefgehad.quot; \')
Immers, na ons eerst van alle eeuwigheid bemind te hebben, zoodat er niet een oogenblik in de eeuwigheid geweest is, dat die God niet aan ons gedacht en niet elk onzer bemind heeft — nmet eeuwige liefde heb Ik u bemindquot; 2) — is Hij ter onzer liefde nog mensoh geworden, heeft Hij zich om onzent wille een smartvol leven en den kruisdood gekozen. Hij heeft ons derhalve meer bemind dan zijne eer, meer dan zijne rust, ja meer dan zijn leven. Hij heeft trouwens alles ten offer gebracht, om ons te doen zien, welke liefde Hij ons toedraagt. Is dat niet eene overmaat van liefde, die in alle eeuwigheid de engelen en het paradijs verbaasd doet staan? Deze liefde heeft Hem er nog toe gebracht, met ons in het Al-lorh. Sacrament te blijven als op een troon van liefde. Immers daar is Hij aanwezig onder de gedaante van een weinig brood, opgesloten in eene ciborie, waar Hij van al zijne majesteit schjjnt ontdaan te wezen, zonder beweging en zonder het gebruik der zinnen. Geene andere bezigheid schijnt Hij dus daar te hebben, dan de menschen te beminnen. De liefde maakt, dat men de aanhoudende tegenwoordigheid der geliefde personen verlangt te genieten. Welnu deze liefde en dit verlangen maakt, dat Jezus Christus met ons in het Allerh. Sacrament blijft. Slechts drie en dertig jaren onder de menschen hier op aarde verkeerd te hebben, was onzen minnenden Heer een te korte tijd. Om dan zijn wensch te bevredigen van immer met ons te zijn, achtte Hij het noodig, het grootste van al zijne wonderen te wrochten, de instelling namelijk van het H. Sacrament des Altaars.
Maar hoe! het verlossingswerk was reeds voltooid,
0 Joa. 13, 1, 2) Jerem. 31. 3.
— G4 —
reeds waren de menschen met God verzoend: waartoe diende het, dat Jezus in dit Sacrament op aarde bleef? O! omdat Hij zich niet van ons scheiden kan, verklarende, dat Hij onder ons zijn genoegen vindt; daarom blijft Hij daar.
Die liefde heeft Hem nog bewogen, om zich tot voedsel onzsr zielen te maken, om zich met ons te vereenigen en zijn Hart met onze harten te vereenzelvigen. »Die mijn vleesch eet en mijn bloed drinkt blijlt in mij cn ik in hem.quot; \') O wonderwerk! O overmaat der goddelijke liefde! «Indien er iets was, dat mij betreffende het geheim van het H. Sacrament aan het wankelen zou kunnen brengen, zeide een dienaar Gods -), het zou niet de twijfel wezen, hoe brood vleesch wordt, of hoe .Tezus op meerdere plaatsen tegenwoordig is, of hoe Hij in zoo kleine ruimte geheel en al bevat wordt — want ik zou antwoorden, dat God alles kan; maar vraag ik mijzelvon af, hoe Hij er toe gekomen is uit liefde tot den mensch zich-ze\'lven tot voedsel te geven, dan weet ik alleen te antwoorden, dat dit eene geloofswaarheid is. die mijn verstand te boven gaat, en dat men do liefde van Jezus niet begrijpen kan.quot; O liefde van Jezus, doe U van de menschen kennen en doe U beminnen!
O aanbiddelijk Hart van mjjn Jezus, Hart, dat van liefde tot de menschen vervoerd zijt. Hart dat opzet-telvjk geschapen zijt om do menschen te beminnen! hoe is \'t mogelijk, dat Gij bij de menschen zoo weinig wederliefde vindt, zoozeer versmaad wordt? Mij ellendige, die ook een dier ondankbaren ben geweest, die U niet heb weten te beminnen! Vergeef mij, mijn Jezus, die groote zonde van U niet bemind te hebben, U, die zoo beminnelijk zijt en mij zoozeer hebt liefgehad, dat Gij, om mij te verplichten U te beminnen, niet meer doen kondet. Ik besef, dat ik, om een tijd
1) Joa. 6 , 57. 2) la Colomb. S, 20.
— 65 —
lang aan uwe liefde verzaakt te hebben, verdienen zou veroordeeld te worden U niet meer te kunnen beminnen. Maar neen, mijn dierbare Zaligmaker, geef mij liever alle andere straf, niet deze. Verleen mij de genade U te beminnen en straf mij dan zooals Gij wilt. Doch hoe kan ik vreezen, dat Gij mij die straf zult opleggen, terwijl ik hoor, hoe Gij voortgaat mij het zoet, het dierbaar gebod aan te bevelen van U, mijn Heer en God^ lief te hebben? »Gij zult den Heer, uwen God, beminnen uit rjeheel uw hartquot; \') Ja, mijn God, Gij wilt van mij bemind worden en ik wil U beminnen, ik wil zelfs niemand anders beminnen dan U, die mij zoo zeer bemind hebt. 0 liefde van mijn Jezus, Gij zijt mijne liefde. O van liefde gloeiend Hart van Jezus, ontvlam ook mijn hart. Gedoog niet, dat ik in het vervolg zelfs één oogenblik behoeve te leven, beroofd van Uwe liefde. Doe mij liever sterven, vernietig mij. Laat de wereld van zulk een schromelijke ondankbaarheid geen getuige zijn, dat ik, die zoozeer van U bemind word, na zoo vele genaden en verlichtingen van U ontvangen te hebben, opnieuw er toe overga uwe liefde te versmaden. Neen, mijn Jezus, gedoog dit niet. Ik hoop bij het bloed, dat Gij voor mij vergoten hebt, dat ik U altoos zal beminnen en ook Gij altoos mij beminnen zult; dat die liefde tusschen mij en U in eeuwigheid niet meer onderbroken zal worden.
O Maria, moeder der sehoone liefde, gij, die Jezus zoozeer wenscht bemind te zien, bind en strengel mij vast aan uwen Zoon, maar strengel mij zoo vast, dat ik mij nooit meer van Hem gescheiden zie.
DERDE DAG.
Het Hart van Jezns begeerig bemind te worden.
Jezus heeft ons niet noodig. Met of zonder onze liefde is Hij even rijk en machtig; en toch, zegt de
1) Matth. 32 , 37.
— 66 —
H. Thomas, ,) omdat Jezus Christus ons bemint, verlangt Hij zoozeer onze liefde, als ware de mensch zijn God, en als hing zijn geluk van dat des men-sohen af. De H. Man Job stond hierover verbaasd en zeide: «Wat is de mensch, dat Gij hem verheerlijkt? Of waarom stelt Gij w hart op hem?\'\' \'-) Wel hoe? Een God verlangt en zoekt met zulken aandrang de liefde van een worm? — Zoo God ons alleen hadde toegelaten -Hem te beminnen, dit ware reeds eene groote gunst geweest. Een onderdaan die tot zijn koning zou zeggen: Heer, ik bemin U, — zou doorgaan als een vermetele. Maar wat zou men zeggen, zoo de koning aan zijn onderdaan zeide; Ik wil, dat gij mij bemint? — De vorsten dezer aarde dalen zoo laag niet af. Maar Jezus, die de Koning des hemels is, Hij is het, die met zooveel nadruk om onze liefde vraagt: «Gij zult den Heer, uwen God, beminnen uit geheel uw hart.quot; Met den grootsten aandrang vraagt Hij ons hart; Mijn zoon, schenk mij uw hart.quot; 3) En wordt Hij ooit uit eene ziel weggedreven, dan vertrekt Hij niet, maar plaatst zich buiten aan de deur des harten, en roept en klopt aan om binnen te komen. )tlk sta aan de deur en klop aan\'\' 4) Hij smeekt haar van Hem open te doen, terwijl Hij haar zuster en bruid noemt: «Open mij, mijne zusier, mijne bruid!quot; gt;) Kortom, Hij vindt er zijn lust in zich door. ons bemind te zien. Hij is gansch getroost, wanneer eene ziel Hem zegt en Hem dikwerf herhaalt: sMijn God! mijn God! ik bemin U.quot; Dit alles is het gevolg der groote liefde, welke Hij ons toedraagt. Wie bemint, verlangt noodzakelijk bemind te worden. Het hart vraagt het hart De liefde zoekt liefde. Daarom alleen, zegt de H. Bernardus, bemint God, opdat Hij bemind worde.quot; 1) Reeds vroeger had God zelf dit gezegd: »Wat vraagt de Heer uw God anders van u , tenzij dat yij Hem lief hebt T\' 7) Daarom ioet Hij
Canlic. 5. 2, 4. 8. 6) Cantic. 3. 83. 7) De«t. 10:12.
— 67 —
ons beseffen, dat Hij die herder is, die, na zijn verdwaald schaap te hebben weergevonden, allen samenroept om zich met Hem te troosten: » Verblijdt u met mij, want ik heh mijn verloren schaap wedergevon-den.quot; \') Hij doet ons begrijpen, dat Hij die Vader is, die, wanneer een verloren zoon aan zijne voeten wederkeert, dezen niet slechts vergiffenis schenkt, maar teederlijk omhelst. Hij verklaart ons, dat al wie Hem niet bemint, ter dood veroordeeld blijft: »Wie niet bemint blijft in den dood.\'\' 2) Maar al wie Hem liefheeft, houdt Hij bij zich en neemt Hij tot den zijne: Wie in de liefde blijft, blijft in God en God in hemquot; \'\')
Zullen nu zoo vele smeekingen, zoo vele aansporingen , zoo vele bedreigingen en beloften ons niet doen besluiten een God te beminnen, die zoo zeer wenscht van ons bemind te worden?
Mijn dierbare Verlosser, zal ik U met den H. Au-gustinus zeggen, Gij gebiedt mij U te beminnen en Gij dreigt mij met de hel, zoo ik U niet bemin: maar kan mij wel eene vervaarlijker hel, eene grootere ongenade treffen dan van uwe liefde beroofd te zijn? AVilt Gij mij derhalve vrees aanjagen, bedreig mij dan slechts, dat ik leven zal zonder U te beminnen: deze bedreiging alleen zal mij meer doen schrikken dan duizerid hellen. Zoo de verdoemden, o mijn God, te midden der helsche vlammen van uwe liefde konden gloeien, de hel zou een paradijs worden. Konden daarentegen de zaligen in den hemel U niet beminnen, het paradijs zou eene hel worden. Aldus sprak de H. Augustinus.
Ik weet wel, mijn beminde Heer, dat ik om mijne zonden verdiende, van uwe genade beroofd te worden en hierdoor veroordeeld, om U niet meer te kunnen
1) Luc. IS ; 6. 41. S) 1 Joa. 3, 1». 3) 1 Joa. t, 16,
— 68 —
beminnen. Maar ik hoor, dat Gij voortgaat mij te gebieden, dat ik U beminne. Ook yoel ik in mij een groot verlangen om U lief te hebben. Dit mijn verlangen is eene gaaf uwer genade. Gij zelf geeft mij dit. Geef mij nu ook nog de kracht om het uit te voeren, en maak, dat ik U in waarheid en uit ganscher harte voortaan zegge en immer herhale ; Mijn God, ik bemin U, ik bemin U, ik bemin U. Gij verlangt mijne liefde, ik verlang de uwe.
Vergeet dus, o mijn Jezus, alle leed, dal: ik U voorheen heb aangedaan. Laten wij elkander steeds beminnen. Ik zal U niet los laten; laat ook Gij mij niet los. Gij zult mij altoos beminnen; ook ik zal U altoos beminnen. Mijn dierbare Zaligmaker, uwe verdiensten zijn mijne hoop. Ach, doe 0 altoos beminnen en doe U veel beminnen van een zondaar, die U veel heeft beleedigd.
Onbevlekte Maagd Maria, help mij, bid Jezus voor mij.
Onmogelijk te overwegen, hoezeer hier op aarde het Hart van Jezus ter onzer liefde is bedroefd geweest, zonder medelijden met hetzelve te gevoelen. Hij zelf heeft ons te kennen gegeven, dat zijn Hart dermate van overgroote droefheid gedrukt was, dat deze alleen zou voldoende geweest zjjn om Hem liet leven te benemen, en van loutere smart te doen sterven, hadde de kracht zijner Godheid niet door een mirakel den dood belet: »Mijne ziel is bedroeld tot den dood toe.\'\' \') De grootste smart, die zoozeer het Hart van Jezus pijnigde, was evenwel niet het zien der folteringen en der verguizingen, welke Hem de mensahen bereidden , maar het zien hunner ondankbaarheid tegenover zijne matelooze liefde. Hij voorzag duidelijk al de zonden, die wij begaan zouden na zoo vele smarten en een zoo bitteren en smaadvollen dood. Hij voorzag
1) Mare. 14 , 34.
— 09 —
in \'t bijzonder de schromelijke beleedigingen , die de menschen zijn aanbiddelijk Hart, dat Hij ons ten be-bewijze zijner toegenegenheid in het allerheiligste Sacrament naliet, zouden aandoen. O God! en wat al onteeringen heeft Jezus Christus in dit Sacrament der liefde van wege de menschen moeten verduren ! Deze heeft Hem met voeten vertrapt; gene op een vuilnishoop geworpen; een ander is er toe gekomen er eene hulde van te brengen aan den duivel. En evenwel weerhoudt hot gezicht van al die smaadheden Hem niet, ons dit groot onderpand zijner liefde te laten. Hij haat de zonde met een oneindigen haat. Maar zijne liefde Jegens ons schijnt den haat, dien Hij der zonde toedraagt, in Hem overmeesterd te hebben. Immers Hij getroost zich al die heiligschennissen toe te laten, liever dan de zielen, die Hem liefhebben, van deze goddeljjke spijze te berooven. En dit alles zal nog niet voldoende zijn om ons te doen besluiten een Hart te beminnen, dat ons dermate heeft liefgehad? Of heeft wellicht Jezus Christus er nog niet genoeg voorgedaan, om onze liefde voor zich te verdienen ? Zullen wij nog ondankbaar genoeg zijn om Jezus op de altaren alleen te laten, gelijk de meeste menschen doen? Zullen wij ons niet veeleer bij die weinige vrome zielen aansluiten, die Hem weten op prijs te stellen en van liefde wegsmelten, meer nog dan de waskaarsen, die rondom de heilige ciboriën branden? Jezus\' Hart is daar brandende van liefde jegens ons, en wij zouden in Jezus\' tegenwoordigheid niet branden van liefde jegens Hem?
O mijn aanbiddelijke en dierbare Jezus, zie hier aan uwe voeten dengene, die uw allerminzaamst Hart al te zeer bedroefd heeft. O God, hoe heb ik dat Hart, hetwelk mij zoozeer heeft bemind, en niets gespaard heeft om zich van mij te doen beminnen, zóó kunnen kwellen! Doch troost U, durf ik u zeg-
gen, mijn Zaligmaker. Weet, dat mijn hart, door uwe genade van uwe liefde getroffen, zulk een spjjt gevoelt over het verdriet U aangedaan, dat het van droefheid zou willen sterven. 0, wie geeft mij, mijn Jezus, eene smart over mijne zonden gelijk aan die, welke Gij tijdens uw leven er over hadt! Eeuwige Vader, ik offer U het leed en den afschuw, die uw Zoon over mijne zonden heeft gevoeld, en smeek U door dezelve mij zulk een groot leedwezen te geven over de beleedigingen, die ik U heb aangedaan, dat ik daardoor immer in droefheid en smart blijve leven, steeds indachtig, hoe ik een tijd lang uw vriendschap versmaad heb. En Gij, mijn Jezus, geef mij van heden af zulk een afschuw van de zonde, dat deze mij zelfs de kleinste fouten doe verfoeien, aangespoord door de gedachte, dat zij U mishagen, U die niet verdient beleedigd te worden noch weinig, noch veel, maar die veeleer eene eindelooze liefde verdient. Mijn geliefde Heer, ik verfoei thans alles, wat U mishaagt, en wil voortaan niets beminnen dan U alleen en datgene, wat Gij bemint. Help mij, geef mij kracht; geef mij de genade U, o mijn Jezus, aan te roepen en deze bede steeds te blijven herhalen: «Mijn Je2us, geef mij uwe liefde, geef mij uwe liefde, geef mij uwe liefde.quot;
En gij, allerheiligste Maagd Maria, verkrijg mij de genade van U steeds aan te roepen en U te zeggen: Mijne Moeder, doe mij Jezus Christus beminnen!
VIJFDE DAG.
Het medelijdend Hart van Jezus.
Waar zullen wij ooit een hart kunnen vinden, dat meer medelijdend en teeder is, dat grooter mededoo-
Sen met onze ellenden heeft dan het Hart van Jezus? at medelijden deed Hem uit den hemel op aarde dalen. Dit deed Hem zeggen, dat Hij die goede herder was, gekomen om zijn leven te geven tot redding zijner schapen. Om ons zondaren vergiffenis te verwerven, heeft Hij zich niet ontzien, en zichzelveu open met onze ellenden heeft dan het Hart van Jezus? at medelijden deed Hem uit den hemel op aarde dalen. Dit deed Hem zeggen, dat Hij die goede herder was, gekomen om zijn leven te geven tot redding zijner schapen. Om ons zondaren vergiffenis te verwerven, heeft Hij zich niet ontzien, en zichzelveu op
— 71 —
het kruis ten offer gebracht, ten einde door zijn lijden de straf te boeten, die ons toekwam. Dat medelijden, dat gevoel Tan erbarming doet Hem nu nog zeggen: «Waarom wilt gij sterven, huis van Israël? Keert terug en leeft.quot; \') Menschen, zegt Hij, mijne arme kinderen, waarom wilt gij u verdoemen, door van mij weg te vluchten? Ziet gij niet dat, ïoo gij u van mij verwijdert, gij den eeuwigen dood te gemoet loopt? Ik wil u niet verdoemd zien. Wanhoopt niet. Keert terug zoo dikwijls gij terugkeeren wilt, en gij zult het leven wedervinden: tKeert terug en leeft.quot; Dat medelijden doet Hem nog zeggen, dat Hij die liefdevolle Vader is, die ofschoon Hij zich van zijn zoon versmaad ziet, dezen, wanneer hij rouwmoedig wederkeert, niet verstoeten kan, maar teederlijk omhelst, zonder nog aan al de ontvangen beleedigingen te denken: »lk zal aan al deszelfs ongerechtigheden niet meer denken.quot; -) Zoo handelen de menschen niet. Vergeven zij ook al, zij bewaren desniettemin de herinnering aan de ontvangen beleediging, en voelen zich aangespoord tot wraak. En wreken zij zich niet, wijl zij God vreezen, zij worden toch immer een grooten tegenzin gewaar om met die personen, welke hun eenigen smaad hebben toegevoegd, om te gaan en te onderhandelen. Ach, mijn Jezus, Gij vergeeft niet slechts aan de rouwmoedige zondaars, maar Gij weigert zelfs niet U, geheel aan hen te schenken gedurende dit leven in de H. Communie, en later in het ander leven in den hemel door de mededeeling uwer glorie, zonder er den minsten weerzin in te gevoelen, diezelfde ziel, welke U beleedigd heeft, gedurende de gansche eeuwigheid te blijven omhelzen. Waar dan, o mijn dierbare Zaligmaker, zou men een beminnenswaardiger en medeljjdender hart kunnen vinden dan het Uwe?
1) Ezech. 18, 31. 2) Ezech. 81, S2.
— 72 —
Medelijdend Hart van mijn Jezus, erbarm U mjiner. rtAllerzoetste Jezus, ontferm U mijner.quot; (Jesu dulcis-sime, miserere mei.) Ik zeg het thans, maar geef mij de genade, het U altoos te zeggen; Allerzoetste Jezus, ontferm U mijner. Ook vooraleer ik U beledigde, o mijn Verlosser, verdiende ik gewis niet éene der vele genaden, die Gij mij geschonken hebt. Gij toch hebt mij geschapen en mij zoovele verlichtin-en gegeven, en dat alles zonder mijne verdiensten. Joch sedert ik U beleedigde, heb ik niet alleen geene gunsten verdiend, maar ik verdiende van ü verlaten te worden: ik verdiende de bel. Uw medelijden heeft bewerkt, dat Gij mij afgewasschen en mij ten tijde, dat ik in uwe ongenade waa, het leven gespaard hebt. Uw medelijden heeft mij verlicht en tot vergiffenis uitgenoodigd, heeft mij droefheid over mijne zonden geschonken,, alsook het verlangen om U te beminnen — en thans vertrouw ik, mij door uwe barmhartigheid in uwe genade te bevinden. Houd niet op, o mijne Jezus, mij uwe barmhartigheid te blijven bewijzen. De barmhartigheid, die ik ü vraag, is, dat Gij mij het licht en de kracht verleent van U niet meer ondankbaar te wezen. Neen, mijne liefde, ik betuig Nniet te verdienen, dat Gij mg opnieuw vergeeft, zoo ik U wederom den rug zou keeren. Dit te vergen zou eene laatdunkendheid wezen, die U beletten zou, mij nog ooit barmhartigheid te toonen. Maar ook welke barmhartigheid zou ik nog van U te hopen hebben, indien ik, opnieuw ondankbaar wordende , uwe vriendschap ging versmaden an mij van U scheidde? Neen, mijn Jezus, ik bemin U en wil U altoos beminnen. Ziehier de barmhartigheid, welke ik van U verhoop en afsmeek: «Gedoog niet, dat ik van U gescheiden worde, gedoog niet, dat ik van Tj gescheiden worde.quot; (Ne permittas me separari a Te; ne permittas me separari a Te.) Ook U smeek ik hier-
— 73 —
om, Maria mijne Moeder, gedoog niet dat ik mij nog ooit van mijnen God soheide.
Het milddadig Hart van Jezus Christus.
Het is eigen aan personen, die van natuur goedhartig zijn, dat zij allen zouden willen tevreden stellen, vooral de meest behoeftigen en bedroefden. Doch waar zal men ooit iemand vinden, beter van harte dan Jezus Christus? Hij is immers de eindelooze goedheid, en heeft diensvolgens een allervurigst verlangen ons zijne rijkdommen mede te deelen. »Hij Mij zijn de rijkdommen..., om hen, die Mij liefhehben, te verrijken quot; \') Het was om ons rijk te maken, zegt de Apostel, dat Hij zich arm heeft gemaakt; «Terwijl Hij rijk ivas, is Hij om uwentwil arm geworden, opdat gij door zijne armoede rijk zoudt wezen.quot; J) Tot datzelfde doel heeft Hij onder ons willen blijven in het Allerh. Sacrament, waar Hjj ten allen tijde aanwezig is, de handen vol genaden, (zoo toch zag Hem Pater Alvarez) om ze aan al, wie Hem komt bezoeken uit te deelen. quot;t Is nog daarom, dat Hij zich zeiven geheel aan ons geeft in de H. Communie. Hierdoor doet Hij ons verstaan, dat wijl Hij zelfs geheel zich zeiven geeft, Hij zijne goederen onmogelijk weigeren kan; »Hoe \'heejt Hij ons ook niet alles met Hem geschonken? 3) fn Jezus\' Harte vinden wij derhalve alle goed, alle genaden, die wij verlangen. »Gij zijt in alles rijk geworden in Hem,.,, zoodat u niets ontbreekt in eenige genade.quot; 4) Bedenken we verder wel, dat wij alle genaden, die we ontvangen hebben; verlossing, roeping, licht, vergiffenis, hulp om aan de bekoringen het hoofd te bieden, gelatenheid in tegenspoed, dat wij dat alles verschuldigd zijn aan het Hart van Jezus. Inderdaad zoo is het; want zonder zijn, bijstand waren wij niet in staat het
1) Prov. 8 , 18. 2) II Cor. 8, 9. 3) Rom. 8, 3?. 4) I Cor. 1. 5.
4
minste goed te doen: ytZonder Mij kunt gij niets doen.\'\' \') En zoo gij voorheen niet meer genaden nog ontvangen hebt, zegt de Heer, wijt het Mg quot;i®\'; maar wijt het u zeiven, daar gij verzuimd hebt Mg dezelve te vragen: »Tot nu toe licht gij nog om niets gebeden. ■ . bidt en gij zult verkrijgen.quot; \'J) O hoe rijk en vrijgevig is het Hart van Jezus voor al, wie tot Hem om hulp gaat! nliijk over allen, die Hem aanroepen.quot; 3) O wat al bewijzen van barmhartigheid ontvangen niet die zielen, welke er op uit zijn hulp te vragen aan Jezus Christus! zooals David zeide: »Want Gij, Jleer, zjt zoetaardig en zachtzinnig m vol barmhartigheid jegens allen, die U aanroepen.quot; 4) Laten we ons dus altoos tot dit Hart wenden; laten we met vertrouwen vragen, en we zullen alles verkrijgen.
Ach, mijn Jezus, Gij hebt niet geaarzeld uw bloed en leven voor mij prijs te geven: en ik zou aarzelen U mijn ellendig hart te schenken? Neen, mijn dierbare Verlosser, ik offer het U gansch, ik schenk U geheel mijn wil. Aanvaard denzelven en beschik er over naar uw welgevallen. Ik heb niets, en vermag ook niets; ik heb alleen dit hart, mij door Ij ge-schonken, en waarvan mij niemand berooven kan. Mijne goederen, mijn bloed, mijn leven kan men mij ontnemen, maar niet dit hart. Met dit hart kan ik U liefhebben; met dit hart wil ik U liefhebben. Welaan, o mijn God, leer mij mijzeiven geheel verloochenen. Leer mij, wat ik doen moet om tot uwe zuivere liefde te\'geraken, waartoe uwe goedheid mij het verlangen heeft ingegeven, ik voel in mij een vastbesloten wil om U te behagen; maar van U verwacht ik en smeek ik de:i bijstand af om dat besluit uit te voeren. Aan U de taak, o min-
1) Joa. 15, 3. 2) Joa, 26, li. 3) Rom. 10, 12. 4) I\'s.
— Tó
nend Hart van Jezus, mijn ann hart. dat U vroeger zoo ondankbaar en door eigen schuld van uwe liefde verstoken was, geheel tot het uwe te maken. Geef. dat dit mijn hart geheel gloeien moge voor U, gelijk het uwe gloeit voor mij: geef, dat mijn wil geheel met den uwen vereenigd zij, zoodat ik slechts datgene wille, wat Gjj wilt, en van stonde aan uw heilige wil de regel worde van aj mijne handelingen, van al mijne gedachten, van al mijne verlangens. Ik hoop, Heer, dat Gij mij uwe genade niet weigeren zult, om mijn besluit, dat ik heden voor uwe voeten maak ten uitvoer te brengen, het besluit namelijk van alles, wat Gij omtrent mij en mijne belangen beschikken zult, zoowel tjjdens mijn leven als bij mijn sterven, in vrede aan te nemen. Zalig gij, o onbevlekte Maria, gij wier hart immer en in alles met Jezus\' Hart overeen stemde! Verweef mij, mijne Moeder, dat ik voortaan niets anders wille noch wensche, dan wat Jezus wil en gij wilt.
Zóó dankbaar is het Hart van Jezus, dat Hij aan \'eder onzer werken hoe klein ook, wanneer Hij ziet, dat wij het te zijner liefde verrichten, aan het geringste woordje te zijner eer gesproken, aan iedere vrijwillige gedachte, die Hem genoegen geeft, eene eigene belooning schenkt. Hij is zelfs zoo dankbaar, dat Hij altoos honderd voor één geeft: »Hij zal honderdvoudig ontvangen.quot; \') Wanneer de menschen dankbaar zijn en zij eenige hun bewezen Weldaad vergelden, zoo vergelden zij slechts éénmaal. Zij maken zich, gelijk men pleegt te zeggen, van de verplichting af en denken er vervolgens niet meer aan. Zoo handelt Jezus Christus niet met ons. Elke goede daad, die wij verrichten om Hein genoegen te doen,
-- quot;k
I) Math. 19, S9. \' X
— 76 —
beloont Hij niet alleen honderdvoudig in dit leven, maar in \'t ander leven beloont Hij ze nog oneindige malen in ieder oogenblik, gedurende de geheele eeuwigheid. En wie zal dan zorgeloos genoeg zijn om niet alles te doen, wat hij kan, ten einde dit zoo dankbaar Hart tevreden te stellen? Maar, o God, hoe leggen er zich de menschen op toe om Jezus Christus genoegen te geven? Laat ik beter zeggen: hoe kunnen wij toch zoo ondankbaar zijn ten opzichte van dezen onzen Zaligmaker? Haddc Hij slechts een enkelen druppel bloeds vergoten, een enkelen traan voor onze zaligheid gestort, dan zelfs zouden wij Hem oneindige verplichtingen hebben. Immers die bloeddruppel, die traan zelfs, zou bij God van oneindige waarde zijn geweest, voldoende om ons alle soorten van genaden te doen erlangen. Doch Jezus heeft al de oogenblik-ken zijns levens voor ons willen besteden, heeft ons al zijne verdiensten willen schenken , al zijne smarten en versmadingen, al zijn bloed en zelfs zijn leven. Wij hebben derhalve niet slechts ééne, maar ontelbare verplichtingen om Hem te beminnen. Helaas! wij zijn zelfs dankbaar jegens dieren. Een hond, die ons eenig teeken van genegenheid geeft, dwingt ons als het ware hem te beminnen. Hoe kunnen wij dan zóó ondankbaar wezen jegens God? De weldaden van dezen God schijnen ten aanzien der menschen van natuur te veranderen en mishandelingen te worden , daar zij in stede van dankbaarheid en liefde, niet anders te weeg brengen dan beleedigingen en versmadingen. Verlicht deze ondankbaren, o Heer, opdat zij de liefde erkennen, die Gij hun toedraagt.
O mijne geliefde Jezus, ziehier den ondankbare aan uwe voeten. Ik ben wel erkentelijk geweest jegens de schepselen! doch jegens U alleen ben ik ondankbaar geweest, jegens U, zeg ik, die voor mij
- 77 —
gestorven zijt en niets méér doen kondet. om mij te verplichten U lief te hebben. Wat mij troost en bemoedigt is, dat ik te doen heb met een oneindig goed en vergevensgezind Hart, dat openlijk verklaart al de beleedigingon eens zondaars, die berouw heeft en bemint, te zullen vergeten.
Mijn dierbare Jezus, weleer heb ik U beleedigd en versmaad. Maar thans bemin ik U boven alles, meer dan mij zolven. Zeg mij, wat Gjj van mij wilt: ik ben ten volle bereid het met do hulp uwer genade te doen. Ik geloof, dat Gij mij geschapen, dat Gij ter mijner liefde uw bloed en uw leven hebt gegeven. Ik geloof nog, dat Gij voor mij U zeiven in het Allerh. Sacrament hebt nagelaten. Ik dank U, mijne liefde! O gedoog niet. dat ik ondanks zoo vele weldaden en blijken uwer liefde, later nog ooit ondankbaar worde. Bind en hecht mij vast aan uw Hart en laat niet toe dat ik in het leven, hetwelk mij overblijft, U nog ooit misnoegen en verdriet veroorzake. Genoeg, mijn Jezus, heb ik U beleedigd; thans wil ik U beminnen. Och! konden mijne vorige jaren eens wederkeeren! Maar neen. die keeren niet weder, en het leven, dat mij over blijft, zal kort van duur zijn. Doch kort of lang, mijn God. den tijd, die mij over blijft, wil ik gansch besteden om U te beminnen, U, mijn opperste Goed, die eene eeuwige en oneindige liefde verdient.
Maria, mjjne Moeder, duld niet, dat ik nog ooit ondankbaar zij jegens uwen Zoon: bid Jezus voor mij.
ACHTSTE DAG.
Er bestaat geen grooter smart voor een hart dat bemint, dan zijne liefde versmaad te zien. Die smart is des te grooter, wanneer de bewijzen, die men van zijne liefde gegeven heeft, groot geweest zijn, en eene groote ondankbarheid daar tegenover staat. Laat alle menschen aan al hunne bezittingen
— 78 —
vaarwel zeggen en in eene wildernis gaan leven, zich voeden met kruiden, op den blooten grond slapen, door boetplegingen zich uitmergelen en eindelijk zich om het leven laten brengen voor Jezus Christus: welke wedervergelding zou dit wezen voor de smarten, het bloed, het leven, dat de eeuwige Zoon van God ter hunner liefde heeft veil gehad? Zouden we ons ook ieder oogenblik ter dood laten brengen, we zouden voorwaar niet eens voor het kleinste deeltje de liefde terug betalen, die Jezus Christus ons bewezen heeft met zich aan ons in het Allerh. Sacrament te schenken. Een God verbergt zich daar onder de gedaante van een weinig brood, en maakt zich het voedsel van zijn eigen schepsel!
Maar, o God, welke vergelding en erkentelijkheid betuigen de menschen aan Jezus Christus? Ja, welke? Mishandelingen, versmading zijner geboden en zijner leer, zulke onteeringen, dat zij hunnen vijand, hunnen slaaf of den grootsten ellendeling der aarde dusdanige niet zouden aandoen, l.n zouden wij nu aan al die mishandelingen, die Jezus Christus ontvangen heeft en nog dagelijks ontvangt, zonder hartzeer kunnen denken? Moeten wij niet trachten door onze liefde de onmetelijke liefde van zijn goddeljjk Hart te betalen, van dat Hart, dat in het Allerh. Sacrament nog altijd van dezelfde liefde jegens ons brandt, dat nog altijd verlangt, ons zijne goederen mede te deelen en zich zelf geheel aan ons te geven , dat nog altijd bereid is ons op te nemen, zoo dikwijls als wij daar heen gaan? »Hcni, die tot Mij komt, zal Ik niet huiten werpen.quot; \') Wij zijn er gewoon aan geworden te hooren spreken van schepping, van menschwor-ding. van verlossing, van Jezus in een stal geboren, van Jezus aan het kruis gestorven. O God, wisten wij, dat een ander mensch ons ook slechts eene enkele dezer weldaden bewezen had, wij zouden ons niet kunnen weerhouden hem lief te hebben. Op
1) Joa 6, 37.
— 79 —
God alleen schijnt (om zoo te spreken) het droevig lot te drukken, dat, ofschoon Hij niets onbeproefd heeft gelaten om zich van de menschen te doen beminnen, Hij er niet in slagen kan. Ja, in plaats van bemind te worden, ziet Hij zich versmaad en verstoeten. De oorzaak van dit alles is, dat de menschen de liefde van hunnen God uit het oog verliezen.
O Hart van mijn Jezus, afgrond van barmhartigheid en liefde, hoe komt het, dat ik bij het zien dei-goedheid , die Gij mij betoond hebt en mijner ondankbaarheid, niet sterf en niet van smart verga? Gij, mijn Zaligmaker, na mij het bestaan te hebben geschonken, hebt mij nog al uw bloed en uw leven gegeven, en U ter mijner liefde overgeleverd aan de versmadingen en den dood. Hiermede nog niet tevreden, hebt Gij het middel uitgevonden om U zeiven dagebjks voor mij in de H. Mis te slachtofferen, U vrijwillig blootstellend aan de onteeringen, die Gij in dit Sacrament van liefde zoudt moeten ondergaan, en die Gij vooruit gekend hebt. O God. hoe kan ik mij herinneren zoo ondankbaar jegens U te zijn, zonder van schaamte te sterven? Maak een einde, o Heer, aan mijne ondankbaarheden door mijn hart met uwe liefde te treffen en mij geheel den uwe te maken. Herinner U het bloed en de tranen, die Gij voor mij vergoten hebt, en vergeef mij. Ach, laat deze uwe zoo groote smarten voor mij niet verloren zijn! Ofschoon Gij zaagt, hoe ondankbaar en hoe zeer ik uwe liefde onwaardig was, hebt Gij toch niet opgehouden mij lief te hebben, al beminde ik Ü ook niet, en al verlangde ik zelfs niet eens door U bemind te worden. Hoeveel meer dus moet ik nu niet op uwe liefde vertrouwen, nu ik niets anders wil noch wensch dan U te beminnen en van U bemind te worden! Welaan, bevredig dezen mjjnen wensch ten volle, of laat ik juister spreken, bevredig uwen
— 80 —
■vvensoh; want Gij zelf hebt mij dien ingegeven. Geef, dat deze dag de dag mijner algeheele bekeering zij, zoodat ik beginne U tc beminnen, om nimmer jneer op te houden ü, opperste Goed, lief te hebben. Geet dat ik in alles aan mij zeiven sterve, om voor U alleen te leven, en altoos van liefde tot U te branden.
O Maria, uw hart was dat zalig altaar, waarop het vuur der goddelijke liefde aanhoudend brandde. Mijne dierbare Moeder, maak mij aan U gelijk. Traag deze genade voor mij van uwen Zoon, die er genoegen in heeft U te eeren, door U niets te weigeren, van al wat Gij Hem vraagt.
NEGENDE DAG.
C) hoe getrouw is het schoone Hart van Jezus Christus jegens hen, die Hij tot zijne heilige liefde roept! »hij, die u c/eroepen heeft, is getrouw en zal het ook doenquot; \') Gods getrouwheid wekt in ons het vertrouwen op van alles te verhopen, al verdienen we ook niets. Zoo quot;wij God uit ons hart mochten verdreven hebben, laten wij Hem de deur wederom openen, en Hij zal terstond weder binnen komen, volgens zijne eigene belette: »Zoo iemand... mij de deur zal openen, ik zal tot hem inkomen, en met hem maaltijd houdenquot; *) Indien wi; genaden verlangen, laten wij ze dan in Jezus\' naam^aan God vragen, en Jezus heeft ons beloofd, dat wij ze verkrijgen zullen: «Indien yij den Vader om iets^ in mijtien naam zult hidden, Hij zal het u geven. ) Zijn we bekoord, laten we op zijne verdiensten ver-trouwen, en Hij zal niet dulden, dat onze vijanden ons boven onze krachten bevechten: »God nu is getrouw en IHj zal niet toelaten, dat gij beproefd wordt hoven uw vermogen*\' 4) O, wat is men er beter aan met God dan met de menschen! Hoe vaak
1) I. Thess. S. 24. 2) Apoc. 3, 20. 3) Joa 16. 23. 4) 1 Cor. 10. 13.
beloven niet de mensohen, en doen zij hun woord niet gestand, of wel omdat zij liegen bij \'t beloven, of wel omdat zij na hunne belofte van wil veranderen! n God is niet gelijk de virnsch, (zegt de H. Geest) dat Ilij zou liegen, noch gelijk de Zoon des menschen, dat Hij veranderen zouquot; i) God kan aan zijne gedane beloften niet ontrouw wezen, dewijl Hij niet liegen kan, als zijnde de waarheid zelve. Hij kan evenmin van wil veranderen, omdat alles, wat Hij wil, rechtvaardig en juist is. Hij heeft dan beloofd een ieder, die tot Hem komt, op te nemen, hulp te verleenen aan een ieder, die ze Hem vraagt, te beminnen al wie Hem bemint; en nu zou Hij dit niet doen? it/fij heeft dan gesproken en Hij zou het niet doen?quot; O waren wij God trouw, gelijk Hij ons trouw is! Wij, hoe menigmaal hebben wij Hem vroeger beloofd Hem toe te behooren, Hem te dienen, en te beminnen! En later hebben wij Hem verraden, ons aan zijn dienst onttrokken en ons zeiven als slaven aan den duivel verkocht. Laten wij Hem derhalve smeeken, ons de kracht te geven van Hem in het toekomende getrouw te zijn. O wat zullen we gelukkig zijn, zoo wij Jezus Christus in de weinige zaken, die Hij ons gebiedt te doen, getrouw blijven! Ook Hij zal getrouw zijn door ons boven alle maat te beloonen, en ons doen hooren, wat Hij zijnen trouwen dienaren beloofd heeft; Zeer wel, rjij goede en getrouwe dienstknecht\', omdat gij over weinig getrouw zijt geweest, zal ik u over veel stellen: ga in tot de vreuijde des Heeren.quot; 3)
Mijn dierbare Verlosser, o ware ik U trouw gebleven, gelijk Gij trouw geweest zjjt jegens mij! Zoo menigmaal ik U mijn hart geopend heb, zijt Gij binnengetreden, om mij te vergeven en in uwe genade
1) Num. 23. 19. S) Num ibid. 3) Mallh. 23, II.
— 82 —
op te nemen. Zoo vaak ik tot U riep, zijt Gij komen aansnellen, om mij te helpen. Gij zijt getrouw geweest jegens mij; maar ik, ik ben al te ontrouw jegens U geweest. Ik heb U beloofd U te dienen, en heb daarna onnoemelijke malen U den rug toegewend. Ik heb U mijne liefde beloofd , en die later U zoo menigwerf geweigerd, alsof Gij, mijn God, die mij geschapen en verlost hebt, minder verdiendet bemind te worden dan de schepselen en mijne ellendige voldoeningen, om welke ik U verlaten heb. Mijn Jezus, vergeef mij. Ik erken mijne ondankbaarheid en verfoei ze. Ik erken, dat Gij eene oneindige goedheid zijt, die eene oneindige liefde verdient, vooral van mij , dien Gij in weerwil der vele belee-digingen, die ik U heb aangedaan, zoozeer bemind hebt. Wee mij , zoo ik verdoemd ga. De genaden, welke Gij mij geschonken en de blijken van bijzondere genegenheid, die Gij mij gegeven hebt, zo zouden, 6 God, de hel mijner hel wezen. O neen, mijne liefde, erbarm U mijner. Gedoog niet, dat ik U op-nieuw verlate en dan in de hel, waartoe ik verdienen zou gedoemd te worden, moete voortgaan door be-leedigingen en haat de liefde te betalen, die Gij mij hebt toegedragen. Welaan, liefdevol en getrouw Hart van Jezus, ontvlam mij voor U, gelijk Gij brandt voor mij. Mij dunkt, mijn Jezus, dat ik U thans bemin, maar ik bemin U weinig. Geef, dat ik U veel be-minne en U tot mijn dood getrouw zij. Deze genade vraag ik U. tegelijk met de genade van die steeds te blijven verzoeken. Laat mij sterven, alvorens ik U opnieuw verraden zou.
ü Maria, mijne moeder, help mij om uw Zoon getrouw te zijn.
GEESTELIJKE LIEDEREN DEB AARTSBROEDERSCHAP. \')
Nlt;gt; 1.
LIED DER EEREWACHT.
(Melodie; Kommt herdb, ihr Himmelfürsten.) 2)
Daalt omlaag, gij \'s vredesenglen, Die de blijde boodschap bracht;
Wilt met ons uw tonen menglen,
Zingt het lied der Eerewacht.
Laat het met ons, stervelingen.
Luide door de wolken dringen;
Hart van Jezus, Hart zoo zoet,
Wees gedankt, bemind, gegroet! Allerreinste Seraphijnen,
Die het godlijk Hart zoo mint; En gij, vuurge Cherubijnen,
Die daar uwe ruste vindt;
Doet voor ona den juichtoon rijzen, Leert ons toch de Liefde prijzen:
Hart van Jezus, Hart zoo zoet.
Wees gedankt, bemind, gegroet! Ja, uw lof zal eeuwig schallen,
Godlijk en beminnelijk Hart!
Wat ons ook ten deel zal vallen.
Eer of schande, vreugd\' of smart, Met het heir der hemelingen Blijven wij het eeuwig zingen;
Hart van Jezus, Hart zoo zoet,
Wees gedankt, bemind, gegroet!
1) Z. H. Paus Pius VII verleende bij Rescript ran 16 Jan. 1817. om d» geloovigen aan te sporen geestelijke liederen te zingen en ze van we— reldsche af te houden: Een aflaat van één jaar aan hen , die anderen lot het zingen daarvan aanzetten.
Een aflaat van 100 dagen aan hen, die ze zelf met berouwvol hart zingen.
2) De melodiën dezer liederen zijn verkrijgbaar in den boekhandel van M. Alberts te Gulpen, alsook aan den hoofdzetel der Aartsbroederschap, Kapel in \'t Zand , Roermond.
— 84 —
LIJDENSLIED.
(Melodie: O Haupt voll Blut und Wunden).
O Hart, om onze zonden
Zoo uiterst diep gehoond,
O Hart zoo vol van wonden
Met doornen wreed omkroond; U komen wij vereeren,
U, godlijk Hart vol smart; Bemind, o lieve Jezus,
Zij steeds uw heilig Hart\'
O Hart, op \'t kruis doorstoken,
Uit louter liefdegloed.
Dat ééns voor ons gebroken,
Sints reinigt door uw Bloed; U komen wij bedanken
Voor zooveel liefdesmart: Bemind, o lieve Jezus,
Zij steeds uw heilig Hart!
O Hart, nog steeds vergeten
Door zielen zonder tal. Nog steeds vanééngereten
Door veler zondeval;
U komen wij vertroosten
Voor zooveel smaad en smart: Bemind, o lieve Jezus,
Zij steeds uw heilig Hart!
— 85 —
DE BRON DER LIEFDE.
Stervling, vindt gij hier beneden De echte bron der liefde niet:
O dan kwaamt gij haar niet zoeken,
Waar zij overvloedig vliet.
Let slechts op de bittre smarte In uws Jezus godlijk Harte,
En de liefde stroomt u tegen,
Als een uitgestorte regen.
Zie dat Hart; het is doorstoken
Door een wreede en scherpe lans. Doornen kwamen het omkronen, Saamgevlochten tot een krans.
Zie het kruis daar boven zweven,
Door de vlammen gansoh omgeven. Waarom al die hartewonden?
Christen, \'t is om uwe zonden!
Stervling, zoudt gij nu niet minnen,
Als gij \'t Hart van Jezus ziet?
Zal uw hart niet voor hem kloppen,
Daar zijn Hart slechts liefde (J biedt? Ja, mijn Jezus, mijne Liefde,
Dien \'k voorheen, helaas, zoo griefde, ü wil \'k eeuwig, eeuwig minnen, \'k Schenk U hart en ziel en zinnen.
Vertaling van dCor arca etc.quot; Zie bladz, 27.
O Hart, o Ark van \'t nieuw verbond. Waar de oude wet geen toegang vond, Waar slechts vergeving is bereid. Genade en barmhartigheid!
De liefde gaf den wreeden stoot,
Die U doorwondend opensloot,
— 86 —
Opdat de onzichtbre liefdewond Bij ons ook haar vereering vond.
Wie mint Hem, die zóó mint, niet weêr? Wie, die verlost werd, mint niet teer, En kiest niet eeuwig in dat Hart Zijn woonplaats uit in vreugde en smart!
Eer zij den Vader en den Zoon, ^
Als ook don Heilgen Geest geboon,
Aan wie is macht en majesteit En heerschappij in eeuwigheid!
Amen.
i Maria\'s Beeld te midden , of Melodic: | Kommt laszt uns fröhlich singen.
Wie kan uw hart genaken,
O Jezus, eindloos zoet.
En voelt zich niet doorblaken Van goddelijken gloed?
Goh leer ons dan beminnen,
En heersoh in hart en zinnen.
O Jezus, o Jezus, Jezus, heersch m ons!
Gij biedt in de open wonde,
O Hart, een toevluchtsoord,
Ofschoon de lans der zonde Nog immer U doorboort.
Och leer ons, enz.
Uw liefde blijft steeds boeien,
Schoon ze ook geen liefde vindt;
Zij blijft steeds sterker gloeien, En smeekt, dat men bemint.
Och leer ons, enz.
JEZUS LIEFDE VOOR DE ZIELEN.
(Naar den H. Alphonsus.)
O God, wat is de mensch gelukkig, Die sterven mag van liefdesmart
quot;Voor Jezus, die in liefde en schoonheid Elke andre liefde en schoonheid tart.
Uit liefde voor zijn arme schepslen Neemt Jezus alle vormen aan.
Om ze aan zijn godlijk Hart te boeien. En in één liefdeband te slaan.
Hij, \'t godlijk Woord, daalt neer op aarde En ziet als Kind het levenslicht;
De Liefde komt om liefde smeeken,
Zoet schreiend als een hulploos wicht.
Dan als een arme en schoone jongling. Neemt Hij een needrig handwerk aan,
Vindt in een lage werkmanswoning.
Hard zwoegend, zijn gering bestaan.
Ten laatste toont Hij zich aan allen, Als oproerling geboeid, gesard;
En eindigt zoo zijn pijnlijk leven. Gedompeld in een zee van smart.
Nu onder schijn van brood verborgen, Breidt Hij nog steeds zijn armen uit
Naar iedre ziel, die tot Hem ijlend, Hem volgen wil als zijne bruid.
O zwijg dan, zwijg, gij valsche wereld, Verwacht geen liefde meer van mij!
Een ander heeft mijn hart veroverd.
Meer min\'lijk, meer getrouw dan gij!
TER EKRE
VAN HET H. HART VAN JEZUS.
(Melodie; Heiligste Nacht.)
Heiligste nacht! heiligste nacht!
Duisternis wijkt hier, en liefelijk glanzend
Straalt van den hemel een licht in zijn pracht; Englen verschijnen, verkonden den vrede,
Vrede op de wereld den menachen gebracht. Komt dan, o Christnen, ja komt dan met spoed, Brengt met de herders aan Jezus uw groet! Jezus, uw God en Heer,
Daalde als een Kindje neer,
Komt dan met spoed!
Liefderijk Hart! Liefderijk Hart!
Gij, het geluk en de vreugde des hemels,
Schijnt zoo veracht in dit goddelijk Kind. Liefde tot ons heeft zoo diep U vernederd,
Wees dan, o Hart, van ons allen bemind! Goddelijk Kindje, vol lijden, vol smart. Wat roept Gij luide. Geef mij toch uw hart! Zie dan, o lieve Heer,
Kindje zoo goed en teer.
Hier is mijn hart!
Goddelijk Hart! Goddelijk Hart!
\'k Breng bij uw kribje mijn needrige gaven
Van een rouwmoedig en liefderijk hart;
Jezus, U min ik, \'k verzaak aan de zonden,
U slechts mijn liefde bij vreugde, bij smart. Hart van mijn Jezus, dat mij zoo bemint,
Hier voor ons kloppend in \'t hulplooze Kind: \'k Min niemand meer, o neen,
Gij zijt mjjn deel alleen.
Ik bliji\' uw kind!
filadzr
Doel, oorsprong en voortgang der Eerewacht. . !gt;
Statuten der Aartshroederachap......13
Aflaten, waarmede de Aartsbroederschap verrijkt is 16
Gebeden en oefeningen der Eerewacht .... 19
I. De inschrijving in de Eerewacht .... 19
III. Heiliging van den eersten Vrijdag (of Zondag) der maand..........23
IV. Bezoek aan het beeld van het H. Hart van Jezus............35
VI. Voorbereiding tot het feest van het H. Hart 36
VII. Feest van het H. Hart.......36
Oefeningen voor eiken dag........38
II. Oefeningen door den dag......39
III. Gebeden onder de H. Mis......42
Novene ter eere van het II. Hart van Jezus . , 60
Eerste dag. Het beminnelijk Hart van Jezus . 60 Tweede dag. Het minnend Hart van Jezus . 62 Derde dag. Het Hart van Jezus, begeerig bemind te worden.......65
Vierde dag. Het bedroefd Hart van Jezus . . 68
Vijfde dag. Het medelijdend Hart van Jezus . 70
Zesde dag. Het milddadig Hart van Jezus . . 73
Zevende dag. Het dankbaar Hart van Jezus . 75
Achtste dag. Het versmade Hart van Jezus . 77
Negende dag. Het getrouwe Hart van Jezus . 80
Geestelijke liederen der Eerewacht.....83
EIGENDOM.
In den katholieken boekhandel van M. AIgt;TiERTS»|w to Gulpen is verschenen en bij de vconiaamste boek iWj4 handelaren verkrijgbaar;
met Jesus aan den voet van het Tabernakel, gevolgd door eenè dagelijksche begroeting der
O O
DOOR DEN EKRW. PATliiR EGIDIUS VOGELS,
l\'ricslcr van de Coügtfpgatic «les Allerheilig»!en Verlossers.
Met eene levensscliet? pn een^shialgravuro van den schrijve
^f v — - \'
- \'Ongebonden. 1\' 0,75.
In zwart leder gob. f 1.01).
Verguld op snee. f 1,40.
Chagrin relief, f 2,00.
ter eere van bet Allerheiligste Hart vanl Jezus, door den Kerkleeraar Alphonsusl Maria de Liguori.
Prijs 5 Cent.
SIS