-ocr page 1-
-ocr page 2-
-ocr page 3-
-ocr page 4-
-ocr page 5-

J

-ocr page 6-
-ocr page 7-

U(

jjjiyifiin

vooi* de

INLEIDING , ELEEDING, PROFESSIE

VIERING VAN \'T VIJFTIGJARIG JURILË

VAK DE

RELIGIEUZE ZUSTERS

DER

Allcrh. Maagd en Jlocdcr Gods Maria va» den Bert; Carmcl,

AO/waa^CA*) .

Op nieuw herzien en uitgegeven volgens de verordening van het Eerw. Definitorium in het eerste Provinciaal Capittel van voornoemde Provinc;

Lilurgischo Vg--?-ig:ng Aarbbisdo-n UTft-ICHT Vo! gi\'jmmzr Oi\'b!!3lhs-sk

-ocr page 8-

Juxta praescriptura Ven. Definitorii Capituli Provincialis hoe anno Boxtne rae celebrati.

REIMPRIMATUR.

Boxmerae, 1 Nov. 1882.

Fr. Bonav. van der Velden,

Provincialis ordinis FF. B. V. M. de monte Carmelo.

-ocr page 9-

MANIER

u a it be 13 v ti i b

in te leiden in het Slot des Kloosters.

-—oexsxao .

Op den gestelden dag, waarop de Bruid in het Slot komt, wordt daartoe in de Kerk bijtijds een knielbankje met een tapijt en twee kussens bereid , teweten een, waarop zij knielt, en een, dat men boven op het knielbankje legt, met een kruisbeeld er op.

Het uur daar zijnde komt de Bruid, behoorlijk opgeschikt volgens haren staat, en knielt neder op gezegde knielbank; en de Eerw. Pater Confessor, of degene, die

-ocr page 10-

_ 4 -

de plechtigheid verricht, leest dan, of zingt voor haar de Mis van den H. Geest, naar gelang het Officie van den dag znlks vereischt, en goed gevonden wordt door den Eerw. P. Confessor en de Oversten van het klooster.

Onder deze Mis communiceert de Bruid.

Na de Mis gaat de priester naar het sacristij, en legt daar alleen het kasuifel en den manipel af, en komt dan wederom naar de Kerk; en zijne eerbewijzing aan den voet van het altaar gedaan hebbende, gaat hij naar de Bruid, en onder het zeggen van het Vers: „ Haec accipiet benedictionem * a Dominoquot;, geeft hij haar het kruisbeeld in de rechter hand, terwijl het koor antwoordt met het Resp. „ Et misericordiam a Deo salutari suoquot;. Onmiddelijk daarna zegt de pi\'iester de volgende oratie , waar-

-ocr page 11-

in hij aan de Bruid haren nieuwen naam (en toenaam) van de Religie geeft:

Oremus.

„ Domine Deus coelestium be-„ nedictionum largus infusor, qui „ manum tuam aperis, et imples „ omne animal benedictione, effun-„de, quaesumus, benedictionum „ tuarum efficacissimam abundan-„ tiam super banc creaturam tuam „ (Annam a S. Josepho bij voor-„ beeld) sanguine Jesu Christi Fi-„ lil tui Domini nostri redemptam, „ et ipsam, quam ex numero gre-„ gis tui bonus Pastor eligere, et „ad perpetuae virginitatis propo-„ situm concipiendum allicere dig-„ natus es, benedic f et sanctifica „ f, ne ulla in ea potestas inimici „remaneat, ant terror aliquis, sive „infestatio, sed tuae protectionis „ scuto eam circumcinge, et da si-

-ocr page 12-

„ gnum in faciem ejus, ut inimici „ visibiles et invisibiles illud vi-„ dentes timeant, cognoscentes con-„ tremiscant, et intelligentes mys-„ terium paveant , confundantur, „ fugiant, et recedant : ut haec „ creatura tua, benedictionis f gra-„ tia confirmata , liberius scrute-„ tur mandata tua, et exerceatur „in justificationibus tuis semper, „ per te Deum rerum omnium, cui „ benedictio competit, et claritas, „et sapientia, et gratiarum actio, „ honor, virtus, et fortitudo in sae-„ cula saeculorum. kgt;. Amen.quot;

Dit gedaan zijnde staat de Bruid op, en de priester geeft haar het einde van zijne stool in de linker hand, en de eerbewijzing aan den Bruidegom harer ziel, met Zijne Godheid en Menschheid in het tabernakel tegenwoordig, gedaan hebbende, heft de priester al lezende of al zingende de Antiphoon

-ocr page 13-

_ 7 —

lici aan : „ in domum Domini\' (zie biz. vi- 50) : waarna de Cantricen terstond an- den hier volgenden 121sten Psalm ys- van David: „ Laetatus sumquot; be-ir, ginnen te lezen of te zingen, die ec door het koor tot het einde toe a- vervolgd wordt met „ Gloria Patriquot;, e- „ Laetatus sum in his, quae dicta ir „ sunt mihi: * in domum Domini •, „ ibimus.

ii „ Stantes erant pedes nostri, *

, „ in atriis tuis Jerusalem. , „ Jerusalem quae aedificatur ut

„civitas: * cujus participatio ejus „ in idipsum.

„ Illuc enim ascenderunt tribus, „tribus Domini, * testimonium „ Israel ad confitendum nomini „ Domini.

„ Quia illic sederunt sedes in ju-„ dicio, * sedes super domum David.

„ Rogate quae ad paeem sunt „Jerusalem; * et abundantia dili-„ gentibus te.

-ocr page 14-

„ Fiat pax in virtute tua: * et „ abundantia in turribus tuis.

„ Propter fratres meos, et pro-„ ximos meos: * loquebar pacem „ de te.

„ Propter domuui Domini Dei „ nostri: * quaesivi bona tibi. Glo-„ ria Patriquot;.

Intussclien gaat de priester met de Bruid naar de deur van liet Slot, alwaar de Eerw. Mater met de Suppriorin en de Clavariae, terwijl de andere Religieuzen met gezegden Psalm in het koor voortgaan , haar van binnen te gemoet komen, en de Eerw. Mater de deur open doende, valt de Bruid op den drempel op hare knieën ; en als de geheele Psalm „ Laetatus sumquot; uit is, hervatten de Cantricen de An-tiphoon: „in dommn Dominiquot;, en liet koor eindigt dezelve, zeggende ; „ Laetantes ibimusquot;. Daarna volgt „Kyrie eleison , Christe olei-

-ocr page 15-

— 9 —

son , Kyrie eleisonquot;, met den „ Pater nosterquot;, dien men op de gewone wijze al buigende en stil leest.

Op het einde zegt de priester de hier volgende Verzen, die door het koor beantwoord worden, en daarna de Oraties.

„ f. Et ne nos inducas * in tenta-

„ tionem.

„9?. Sed libera nos * a malo. „ f. Dominus custodiat introitum

„tuum * et exitum tuum. „ jj.\'. Ex hoc nunc * et usque in

„ saeculum.

„ J. Salvam f\'ac fainulam tuam(An-„ nam) of zoo zij genoemd is met den naam van de Religie. „ ]$•. Deus meus * sperantem in te. „ f. Mitte ei Dornine * auxilium

„ de sancto.

„ if». Et de Sion * tuere earn. „ f. Nihil proficiat inimicus * in ea. „ ty». Et filius iniquitatis * non ap-„ ponat nocere ei. 1*

-ocr page 16-

„ f. Domine exaudi * orationera

„ meain.

,, Et clamor ineus * ad te veniat. „ ƒ. Dominus * vobiscum. „ Et cum * spiritu tuo.

Oremus.

„ Suscipiat te Deus in numero „ Fidelium suorum, sicut nos, li-„ eet iudigni, te suscipimus in ora-„ tionibus nostris; concedat tibi „ Deus per ünigenitum suum, Me-„ diatorem Dei et hominum, tem-„ pus bene vivendi, locum bene a-„ gendi, constantiam bene perseve-„ randi, et gratiam ad aeternae vi-„ tae haereditatein feliciter perve-„niendi: et sicut nos hodie frater-„ na charitas spiritualiter jungit in „ terris, ita Divina pietas, quae di-„ lectionis est auctrix et amatrix, „ nos cum fidelibus suis conjungere „ dignetur in coelis, per eumdem „ Christum Dominum nostrum, „ Amen.

-ocr page 17-

— 11 —

Oremus.

„ Adesto, Domine, supplicatio-„nibus nostris, et hanc famulam „ tuam N. quain sacrae nostrae Re-„ligioni sociarnus, perpetua tribue „ -firmitate corroborari, et perseve-„ ranti proposito in omni sancti-„ tate tibi valeat famulari.

„ Protege , Domine , famulam „ tuam subsidiis pacis , et Beatae „Mariae semper Virginis patroci-„ niis confidentem, a cunctis hosti-„ bus redde securam.

„ Benedicat f te Conditor coeli „et terrae Deus omnipotens, qui „ te eligere dignatus est ad Beatis-„ simae Mariae Virginis de Monte „ Carmeli Religionem, quam pre-„ camur, ut in hora obitus tui con-„ terat caput serpentis, qui tibi est „ adversarius, ut tandem tamquam „ victrix palmam et coronam sem-„ piternae haereditatis consequaris.

„ Exaudi nos, Domine Sancte

-ocr page 18-

„Pater omnipotens aeterne Deus, „ et iiiittere cligneris sanctum An-„ gelum tuum de coelis, qui cus-„todiat, foveat, protegat, et de-„ fendat oinnes habitantes in hoe „ habitaculo. Per Christum Domi-„ num nostrum, ip. Amen.quot;

Hierna geeft hij aan de Bruid den zegen met deze woorden: „ Be-„ nedietio f Dei Omnipotentis Pa-„ tris et Filii et Spiritus Sancti des-„ cendat super te , et maneat sem-„ perquot;, waarop het koor antwoordt: „ Amenquot;. Dan geeft deEerw. Mater aan de Bruid een teeken van op te staan, en dit geschied zijnde zegt de priester het Vers: „Quae pa-ratae erant * intraverunt cum eo ad uuptiasquot;, terwijl zij intusschen binnen gaat, en de Eerw. Matei-de deur toedoende , antwoorden de Eeligieuzen op het koor met het Responsorium ; „ Et clausa est * jannaquot;. En terwijl men met de

-ocr page 19-

— 13 -

Bruid naar het koor gaat, keert de priester naar het Altaar terug; en als hij aan het Altaar en de Bruid op het koor gekomen is, gaat deze op een kussen in het midden knielen, en dan begint de priester al knielende den „ Veni Creator Spiritusquot; te zingen, op den gewonen toon van de Terts op Pinksterdag en Octaaf, en het koor zingt dit Vers verder al knielende uit, en staat dan op om de rest van dien lofzang al staande te zingen volgens gewoonte, terwijl de Bruid intusschen steeds blijft knielen.

Nadat hij geëindigd is, zingt de priester het Vers : „ Einitte Spiri-tum tuum * et creabunturquot;, en het koor antwoordt „ Et reno-vabis * faciein terraequot;; waarop de priester sluit niet de Oratie :

Obbmus.

„ Deus qui corda fidelimn Sancti

-ocr page 20-

— 14 —

„ Spiritus illustratione docuisti, da „ nobis in eodem Spiritu recta sa-„ pere, et de ejus semper consola-„ tione gaudere. Per Christum Do-„ minum nostrumquot;. En het kool-geantwoord hebbende : „ Amen komt hij naar de traliën, en houdt daar eene kleine toepasselijke opwekking. En daarmede wordt de Inleiding geëindigd, en aan de Bruid de Doek aangespeld door de Eerw. Mater en de Moeder No-vicenmeesteres.

-ocr page 21-

AJANIKR

VAN DE

l\\lccbtu0 bet* Meligicuzcn.

Nadat onze Scholieren genoegzaam zullen beproefd en geoefend zijn en de dag der Kleeding bepaald , en alles daartoe gereed gemaakt, zal men haar daags voor hare Kleeding nog eens ondervragen op al de punten staande in de Statuten in het tweede Hoofdstuk van het eerste Deel, nquot; 3 , en indien er geen gebrek gevonden wordt,

Zullen de Religieuzen daags daarna , als \'s morgens na de Meditatie

-ocr page 22-

— IG-

cle vier kleine uren geëindigd zijn ,

zich bereiden , om onder de vroeg\'-1 •

mis, die om zeven uur zal geschieden, te communiceeren , uitgenomen alleen de Bruid, die ter Communie zal gaan onder de Hoogmis.

In het koor wordt bijtijds een knielbankje met een tapijt en kussen bereid voor de Bruid, om er op te knielen tijdens het sermoon en de dienst, en men plaatst eenen kandelaar voor het knielbankje. om er de kaars van de Bruid op te zetten.

Ook wordt er nabij de traliën nog een ander kussen voor haar gelegd, en daarneven hare religieuze kleedereu en Rozenkrans.

Buiten aan de traliën plaatst men het wijwatersvat met den Avij-kwast, en eenen leuningstoel voor die de preek houdt.

Men verzoekt de vrienden tegen juist negen uur, en luidt op dien

-ocr page 23-

— 17 -

tijd ook voor het Officie ; en dan komen de Religieuzen naar de gewone vergaderplaats met de Bruid , die gekleed is in haren witten tuniek van de Orde, en eenig ander wereldlijk kleedsel daarover, dat gemakkelijk is uit te doen. De Bruid heeft eene nieuwe witte kaars in de hand, die niet ontstoken is , maar de andere Religieuzen hebben geene kaarsen.

Als allen vergaderd zijn en de Overste het teeken gegeven heeft, beginnen de Cantricen op den zesden toon den 44sten Psalm van David te zingen „ Eructavit cor meum verbum bonumquot; *, waarmede de Religieuzen voortgaan terwijl men twee en twee naar het koor komt, zoolang tot dat de Bruid op het knielbankje geknield is, en de Eerw. Pater Confessor , of die de dienst doet, zijne Albe en Stool aanhebbende, voor de traliën zal

-ocr page 24-

— 18 —

gekomen zijn, terwijl men alsdan den Psalm afbreekt met het zingen van „ Gloria Patriquot; enz.

Psalmus 44.

„ Eructavit cor meum verbum „ bonum : * dico ego opera mea regi.

„ Lingua mea calamus scribae: *

\'\'o

„ velociter scribentis.

„ Speciosus forma prae tiliis ho-„ minum, diffusa est gratia in la-„ biis tuis ; * propter ea bene dixit „ te Deus in aeternum.

„ Accingere gladio tuo super fe-„ mur tuum : * potentissime.

„ Specie tua , et pulcliritudine „ tua : * intende, prospere proce-„ de, et regna.

„ Propter veritatem, et mansue-„tudinem, et justitiam : * et de-„ ducet te mirabiliter dextera tua.

„ Sagittae tuae acutae : * populi „ sub te cadent, in corda inimico-„ rum regis.

-ocr page 25-

— 19 —

ai1 „ Sedes tua Deus in saeculum en „ saeculi: * virga directionis virga „ regni tui.

„ Dilexisti justitiam , et odisti „ iniquitatem : * propterea unxit in v te Deus Deus tuus oleo laetitiae !fi. „ prae consortibus tuis.

„ Myrrha, et gutta, et casia a „ vestimentis tuis, a domibus ebur-o- „ neis ; * ex quibus delectaverunt a- „ te filiae regum in honore tuo. it „ Astitit regina a dextris tuis in „ vestitu deaurato : * circumdata „ varietate.

„Audi filia, et vide, et inclina e „ aurem tuam :*etobliviscere popu-!- „ lum tuum,et domum patris tui.

„ Et concupiscet Rex decorem „ tuum : * quoniam ipse est Domi-„ nus Deus tuus, et adorabunt eum.

„ Et liliae Tyri in muneribus vul-i „ turn tuum deprecabuntur : * om-„ nes divites plebis.

„ Omnis gloria ejus tiliae Regis

-ocr page 26-

— 20 —

„ ab intus : * in fimbriis aureis cir- h „ curaamicta varietatibus. d

„ Adducentur Regi virgines post n „ earn : * proxiinae ejus afFerentur li „ tibi.

„AfFerentur in laetitia, et exul- c „ tatione : * adducentur in tern- z „ plum regis. c

„ Pro patribus tuis nati sunt tibi i „ filii : * constitues eos principes 1 „ super omnein ter ram.

„ Memores erunt nominis tui: * „ in omni generatione , et genera-„ tionem.

„ Propterea populi confitebuntur „ tibi in aeternum : * et in saecu-„ lum saeculi. Gloria Patri.quot;

Indien er een Diaken en Subdiaken bij is , zou het betamelijk zijn, dat deze den Priester, die de dienst doet, in hunne Alben, betrekkelijk met Manipel en Stool, zonder Tunicellen, naar de traliën vergezelden, om hem daar in de

I

-ocr page 27-

— 21 —

Kleeding te helpen ; ■ terwijl er dan te voren ook stoelen voor hen moeten geplaatst worden om onder het sermoon te kunnen zitten.

De Psalm Eructavitquot; op gezegde wijze geëindigd of afgebroken zijnde, vraagt degene die de dienst doet aan de Bruid : „ Bruid, wat is uwe begeerte ?quot; Waarop zij antwoordt ;

„ Ik verzoek door de Barmhar-„ tigheid Gods beproefd te worden „ onder Gehoorzaamheid, Armoe-„de, en Zuiverheid in het gezel-„ schap uwer Orde , onder een eeu-,, wig slotquot;. Als het namelijk eene Koorzuster is ; want als het eene Leekezuster is, laat zij deze woorden „onder eeuwig slotquot; achter.

Na dit antwoord plaatst men hare kaars op den kandelaar, en begint het sermoon, waarin men handelt over de moeielijkheid en strengheid van den Religieuzen

J

-ocr page 28-

staat en der wezenlijke beloften ; en dit geëindigd zijnde, vraagt hij die de dienst doet wederom aan de Bruid : „ Bruid meent gij, dat „ gij dit zult kunnen volbrengen ?quot; Waarop zij antwoordt; „ Betrou-„ wende op de genade Gods, en „ steunende op de gebeden mijner ,, Medezusters zal ik trachten dat „alles te onderhoudenquot;.

Daarna leest hij die de dienst doet het volgende Gebed : „ Deus ,, qui te incepit in nobis , ipse te ,, perficiat. Per Christum Dominum „nostrumquot;. Waarop het koor antwoordt : „ Amenquot;.

Dan wordt de kaars van de Bruid ontstoken, en de Officiant geeft haar die in de hand zeggende : „ Ignem sui amoris accendat Deus „ in cordibus nostrisquot;. Waarop^het koor antwooi-dt: „Amenquot;.

De Versicularia begint dan al lezende of al zingende de Anti-

-ocr page 29-

plioon „Hic accipietquot;. 7 Toni. Zie het Processionaal bl. 188. En de Cantricen heffen ook al lezende of al zingende den 23stequot; Psalm van David aan : „ Domini est terra et „plenitudo ejusquot;*, dien het koor tot het einde toe vervolgt met „ Gloria Patrietc., en dan hervatten de Cantricen gemelde An-tiphoon „ Hic accipietquot;, etc. bladz. als boven.

Psalmus 23.

„ Domini est terra, et plenitudo „ejus; * orbis terrarum, et uni-„ versi qui habitant in eo.

„Quia ipse super maria funda-„ vit euin : * et super flumina prae-„ para vit eum.

„Quis ascendet in montem Do-,, mini ? * aut quis stabit in loco „ sancto ejus ?

„Innocens manibus et mundo „ corde, * qui non accepit in vano

-ocr page 30-

— 24 —

,, animam suam, nee juravit in dolo „ proximo suo ;

,, Hic accipiet benedictionera a „Domino, * et misericordiam si ,, Deo salutari suo.

,, Haec est generatie quaeren-,, tium eum, * quaerentium faciem ,, Dei Jacob.

„ Attollite portas principes ves-tras, et elevainini portae aeter-„ nales : * et introibit Rex gloriae.

,, Quis est iste Rex gloriae ? * ,, Dorninus fortis et potens : Dorni-„ nus potens in praelio.

,, Attollite portas principes ves-,, tras , et elevainini portae aeter-„ nales: * et introibit Rex glo-„ riae.

,, Quis est iste Rex gloriae ? * „ Dominus virtutum ipse est Rex „gloriae. Gloria Patri.quot;

De Antiphoon na den Psalm geheel uitgelezen of gezongen zijnde, voegt men er insgelijks al lezende

-ocr page 31-

— 25 —

oio of zingende bij ,, Kyrie eleison , „Christe eleison, Kyrie eleisonquot;, ■d en de ,, Pater nosterquot; op de ge-a wone wijze al buigende en stil gelezen zijnde, inch ten de Religieu-in- zen zich op met het aangezicht m naar het Altaar, en zingt of leest de Officiant de volgende Verzen en Oraties, die het koor beantwoordt met, de Responsoria. ,, f. Et ne nos inducas * in tenta-

„ tionem.

,, Sed libera nos * a malo. j,,^. Emitte Spiritum tuum * et

,, creabuntur.

k». Et renovabis * faciem terrae.

Oremus.

„ Deus, qui cordafidelium Sancti „ Spiritus illustratione docuisti, da „ nobis in eodem Spiritu recta sa-,, pere et de ejus semper consola-,, tione gaudere.

2

-ocr page 32-

~ 26 —

,, Actiones nostras, quaesumüs L1 „ üomine, aspirando praeveni et 1 „adjuvando prosequere, ut cuncta L1 „ nostra oratio et operatio a te sein- „\' „ per incipiat, et per te coepta L ,, finiatur. Per Christum Dominum ,, nostrum, y. Amenquot;.

Daarna staat de Bruid op, en komt met hare brandende kaars „ in de hand naar de traliën, met de „ Eerwaarde Mater aan hare rechter, „ en de Moeder Novicenmeesteres „ aan hare linker zijde, en daar ge-komen zijnde knielt zij op het „ kussen. ..

Dan zegt de Officiant wederom over haar alleen de volgende Verzen en Oraties, die door het koor met de Responsoria worden beantwoord.

„ f. Domine Deus virtutum * con-

„ verte nos.

„ij:\'. Et ostende faciem tuam * et ,) salvi erimus.

I

-ocr page 33-

— 27 —

üs „f. Doniine exaudi * orationem et „ meam.

ta „ Et clamor meus * ad te veniat. n- „ f- Dominus * vobiscum. ta K\'- Et cum spiritu * tuo.

Oremus.

ii „ Domine Deus virtutum suppli-\'s „ces deprecamur clementiam tu-e „am, ut banc Famulam tuam N. , „ miserationis tuae abundantia ab s „ omni vetustatis ereptione expur-„ ges, et capacem sanctac novita-t „ tis efficias. Per Christum Domi-„ num nostrum. Amen.

Oremus.

„ Deus iudulgentiae et misericor-„ diarum Pater, qui severitatem „tuae discretionis temperans, in-„ dulsisti ne filius portet iniquita-„ tem patris, qui mira etiam dis-„ pensatione malis bene uteris, „ tuae dignationis gratiam per pec-

J

-ocr page 34-

— 28 —

„ catorum ministerium frequenter „ largiris, quaesumus cleinentiaui „ tuam, ut huic Famulae tuae non „obsistat, quod habitum nostrac „ sacrae Religionis, ad honorem „ Beatae Virginis Mariae de Monte „ Carmeli dedicatae, per nos tam „ ac taliter indignos accipit: sed „ ministerium, quod exterius per „ nos exhibetur, tu interius per „ donum Sancti Spiritus exequaris. „ Per Christum Dominum nos-„ trum. ty. Amen.

Oremus.

„ Deus, qui per Coaeternum Fi-„ lium tuum cuncta creasti, qui-„ que mundum, peccatis invetera-„ turn , per mysterium sanctae In-„ carnationis ejus renovare digna-„ tus es, te suppliciter exoramus, „ ut ejusdem Domini nostri gratia, „super banc Famulam, abrenun-„ tiationem saeculi profitentem ,

-ocr page 35-

— 29 —

jtei 1 cleuieiiter respicere digneris, per laui „ quam in spiritu suae mentis re-1011 „novata, veterem hominem cum rat Lactibus suis exuat, et novum ho-,ei11 ,, minem , qui secundum Deuin nte creatus est, induere mereatur. aiii „ Per eumdem Christum Dominum „ nostrum, ij.*. Amen.

)er

)er Oremus.

quot;is- „ Domine Jesu Christe, qui es 3s- v via, sine qua nemo venit ad Pa-„ trem , quaesumus clementiam „tuam, ut hanc Famulam tuam , „ a carnalibus desideriis abstrac-\'i- „ tam, per iter disciplinae regularis ii- „ deducas, et qui peccatores vocare a- „ dignatus es, dicens: Venite ad i- „ me omnes, qui laboratis, et one-i- „ rati estis , et ego reficiam vos ; , ,, praesta, ut haec vox invitationis , „tuae ita in eam convalescat, qua-„tenus peccatorum onera depo-

2*

I

-ocr page 36-

-30-

I

„ nens, quain dulcis es gustans|,i ,,tua refectione sustentari me real, „tur. Et quia vestiri de tuis ovi ,, ,,bus dignatus es, agnosce eau „ „inter oves istas, ut ipsa te agnos „ ,, cat, et alienum non sequatur „ ,, sed te, nec audiat vocein alieno , „ ruin, sed tuam , quae dicit: Qu , ,, mihi ministrat, me sequatur. Qu ■ ,, vivis et regnas in saecula saecu ,, lorum. y. Amen.

Oremus.

„ Sancte Spiritus, qui te Deum „ac Dominum revelare dignatus ,, es mortalibus , postularaus im-„ inensam tuae pietatis gratiam , ut ,, sicut ubi vis spiras, sic huicFa-,, inulae tuae affectum devotionis „ indulgeas : ut quae tua Sapientia ,,est condita, tua quoque Provi-„ dentia gubernetur : qiuim juxta ,, tuam consuetam gratiam unctione „ tua illuminare digneris, et per

I

-ocr page 37-

— alius intercessionem Beatissimae Virgi-rea„nis Mariae, quam praecipuam ovi „ hujus sanctae Religionis Patro-iaiii,,nam declisti, earn a vanitate sae-ios ,,culi veraciter ccmverte ; et sicut iir ,,es omnium peccatorum remissio, no ,, ita deprimentes impietatis obli-,, gationes in ea dissolve, et ad ob-}ii „ servantiam hujus sancti propositi en „fac eain ita certatim fervere, ut „ in tribulationibus et angustiis , „tua indeficiente consolatione va-,, leat respirare, ut juste et pie per id „veram humilitatem, atque obe-us ,, dientiam, castitatem et pauper-n- ,, tatem in fraterna charitate fun-it „ data, atque radicata , quod te i- „donante proponit, felici perseve-is ,, rantia compleat. Quod ipse praes-a „tare digneris, qui cum Deo Pa-„ tre, Sanctoque Unigenito ejus Do-i „mino nostro Jesu Christo, unus ;■ ,, gloriaris Deus per infinita saecula ,, saeculorum. ij?. Amenquot;.

I

-ocr page 38-

— 32 —

Deze gebeden over de Bruid ge- ,, ? ■sproken hebbende, keert de Offi- ,,t ciant zich naar hare Religieuze kleederen, om die te wijden met „lt; de volgende Verzen en Oraties, ,,1 die door het koor met de Respon- L1 soria worden beantwoord. ,,

,, f. Ostende nobis Domine * mi- „ „ sericordiam tuam. „

„ Et salutare tuum * da nobis. „ „f. Domine Deus virtutum * con- „

„ verte nos.

,, Et ostende faciein tuam * et

„ salvi erimus.

,,f. Domine exaudi * orationem gt; „ meam. .

„ Et clamor meus * ad te veniat. „f. Dominus * vobiscum. „ 9quot;. Et cum spiritu * tuo.

Oremus.

„Domine Jesu Christe, qui nos-„ trae mortalitatis trabeam indu-„ ere voluisti, immensam tuam lar-

-ocr page 39-

I

— 33 —

*e-l,gitatem obsecrainus, ut abundan-ffi- ,,tem benefdictionem in hoc ves-zef„ timenti geirns affluere digneris, et ,,quod sancti Patres, ad innocen-s, ,,tis et humilis vitae indicium, ab-u- ,, dicatis saeculo portari sanxerunt, „ atque hoc ita benefdicas , ut i- „Fainula tua, quae eo usa fuerit, ,,te vestiri inereatur, qui vivis et i. ,, regnas in saecula saeculorum. - Amen.

Oremus.

„ Domine Jesu Christe, auctor ,, virtutum et amator poeniten-„tiuin , qui virtutibus omnibus „praeditus in hoc saeculo appa-,, ruisti, atque paupertatem et cas-„ titatein peculiariter manifestan-„ das elegisti, et peccatores ad poe-,,nitentiam misericorditer vocasti, ,, et omnes fideliter se converten-,, tes pie suscepisti, tuam ineffabi-,,lem misericordiam suppliciter ex-

I

-ocr page 40-

— 34 —

„ oramus; quatenus hunc habitum ,, sanctifficare et benefdicere dig-„neris, et concede propitius , ut „ quaecumque illum devote in sig-„ num sanctae conversationis gesta-„verit, cum veste Candida atque ,, immaculata ante tribunal tuum in ,, Sanctorum agmine giorificata, in ,, die judicii valeat apparere. Qui ,, cum Patre et Spiritu Sancto vi-„ vis et regnas Deus in saecula ,, saeculorum. Amenquot;.

Dan besproeit de Officiant de kleederen met wijwater, zeggende ; „ In nomine Patris f, et Filii, et „ Spiritus Sancti. ij,-. Amenquot;.

Daarna kust de Bruid eerbiedig hare kaars en geeft haar aan den Officiant, die ze overgeeft aan de Moeder Novicenmeesteres, door wie zij op den kandelaar voor de -e knielbank geplaatst wordt.

En dit gedaan zijnde komt zij wederom bij de Bruid en begint

-ocr page 41-

— 35 —

haar met de Eerw. Mater het wereldlijk kleed af te doen , terwijl degene, die het Officie doet, zegt: „ Exuat te Dominus veterem ho-,, minem cum actibus suis.quot; Waarop het koor antwoordt: „y.-. Amenquot;.

Daarna geeft hem de Eerw. Mater liet Religieus Habijt, dat hij de Bruid toereikt, en de Eerw. Mater met de Moeder Novicenmees-teres helpen haar dat aandoen, terwijl de Officiant zegt: „Induat „ te Dominus novum hominem, „ qui secundum Deum creatus est „in justitia et sanctitate veritatis. „In nomine Patris f, et Filii, et ,, Spiritus Sancti. ij?. Amenquot;.

Dan geeft de Eerw. Mater hem den Riem of Gordel, dien hij toereikt om de Bruid daarmede te omgorden, hetgeen de Eerw. Mater en Novicenmeesteres dan insgelijks dadelijk doen, terwijl de Officiant, zegt: ,, Cum esses junior

-ocr page 42-

— 36 —

5, cingebas te, et arabulabas ubi ,, volebas, cum autem senueris alius ,, te cinget. In nomine Patris f gt; „et Filii, et Spiritus Sancti. „vp. Amenquot;.

Daarna ontvangt hij het Scapulier van de Eerw. Mater, en het de Bruid toereikende om aan te doen, met behulp van de Eerw. Mater en de Moeder Novicenmees-teres, zegt hij :,, Tolle jugum Chris-,, ti suave et onus ejus leve. In ,, nomine Patris f, et Filii, et Spi-., ritus Sancti. Amenquot;.

Dit gedaan zijnde geeft de Eerw. Mater aan den Officiant den Witten Mantel, en helpt hem met de Novicenmeesteres om dien de Bruid aan te doen , terwijl hij zegt : „Qui sequuntur Agnum sine ma-„ cula, ambulabunt cum eo in Al-„ bis: ideo sint semper tua vesti-„ menta Candida in signum tuae „ internae puritatis. In nomine Pa-

-ocr page 43-

— 37 —

,, tris f, et Filii , et Spiritus Sancti. ,, 3^\'. Amenquot;.

Daarna wordt aan den Officiant

Idoor de Eerw. Mater de witte door de Eerw. Mater de witte Voile gegeven, die hij de Bruid op het hoofd legt, en de Eerw. Mater en de Moeder Novicenmees-teres spelden haar die verder aan, terwijl hij zegt: ,, Accipe Velum ,, sanctum, quo cognoscaris mun-I ,, dura contempsisse, et te Christo | ,, Sponso Virginum subdidisse, re-- ,, frenando concupiscentiam oculo-,, rum, ne videas vanitatem in per-niciem propositae castilatis. In no-,, mine Patris f , et Filii, et Spiri-,, tus Sancti. kgt;. Amenquot;.

Eindelijk ontvangt de Officiant A\'an de Eerw. Mater den Rozenkrans , dien hij de Bruid in hare 1 handen overgevende zegt: ,, Ac-,,cipe signum Orationum in ma-„ nibus tuis, ut more contemplan-,,tium, contempta felicitate terre-

3

-ocr page 44-

— 38 —

,j na, praesentem vitam habeas in „patientia, et in desiderio futu-,, ram, cupiens dissolvi et esse cum Christo. In nomine Patris f, et Fi-,, lii, et Spiritus Sancti. i^. Amenquot;.

Dit gedaan zijnde besproeit haar de Officiant met wijwater; daarna staat zij op, maakt eene buiging, en gaat knielen op het knielbankje in het midden van het koor; en daar begint zij het Responsorium „ Regnum mundiquot; te zingen , waar- * mede het koor tot het einde toe voortgaat gelijk het op noten staat in het Processionaal ,, de una Vir-ginequot;, blz. 140.

En dan zingt de Bruid weer alleen het Vers „ Eructavit cor meum verbum bonum : dico ego opera mea Regiquot;. Waarop het koor 1 hervat „Quem vidi, etc.quot; Dan zingt | de Bruid nog eens alleen „ Gloria Patri, et Filio, et Spiritui Sanctoquot;; waarop het koor nogmaals hervat

-ocr page 45-

—- 89 —

,, Que in vidi, etc.quot;

De Eerw. Mater, en de Moedei-Novicenineesteres vergezellen de Bruid naar het knielbankje , om haar in den zang te helpen, als zij door ontsteltenis of anderszins daarin zou missen.

N. B. Dit Responsorium wordt niet gezongen bij de kleeding der Leekezusters. £n ais eene Koorzuster hare partij niet zou kunnen zingen, dan wordt die door de Can-tricen gezongen, of wel het Responsorium achtergelaten, naar gelang het degene die het officie doet, en de Eerw. Mater zullen sroedvinden.

O

Het Responsorium geheel uitgezongen zijnde, staat de Bruid weer op, maakt met de Eerw. Mater en de Moeder Novicenineesteres eene buiging en komt nog eens voor aan de traliën knielen , nadat zij daar insgelijks eene eerbewij-

-ocr page 46-

— 40 —

zing gemaakt heeft; waarna degene die het Officie doet zijne hand boven haar hoofd reikt en zegt:

Dominus * vobiscumquot;; waarop het koor antwoordt: „ Et cum spi-ritu * tuoquot;. Dan zegt de Officiant de volgende Oratie :

Oremus.

j, Adesto Domine supplicationi-j, bus nostris , et hanc Famulam „ tuam, cui in tuo sancto nomine ,, habitum nostrae sacrae Religio-,, nis imposuimus , benefdicere dig-,, neris, et praesta, ut te largiente, „ devota in Ecclesia persistere, et ,, vitam percipcre mereatur aeter-„ nam. Per Christum Dominum „ nostrum . A\\raarop het koor we-„ derom antwoordt: „ jp. Amenquot;.

En dan vallen allen te samen op hare knieën, met don Officiant en zijne Assistenten, die met het aangezicht naar het Altaar plech-

-ocr page 47-

— 41 —

tig den lofzang ,, Veni Creator Spiritusquot; aanheft op den toon dei-Terts van Pinksteren. En zoodra hij hiermede begint, legt de Bruid haar hoofd op het kussen ter aarde, en strekt hare armen kruiswijze : uit, en blijft zoo liggen tot dat

(dezelfde lofzang, dien het koor verder uitzingt, en al de navolgende Verzen en Gebeden geëindigd zijn, en de Officiant haar nog eens met wijwater besproeid heeft.

N. B. In dezen lofzang wordt in den Paaschtijd voor het laatste couplet bijgevoegd : ,, Quaesumus „Auctor omniumquot;, enz. Zoo ook op den dag en onder het Octaaf van de Hemelvaart des Heeren: „Tu esto nostrum gaudiumquot;, enz. En op den dag en onder het Octaaf van Pinksteren : ,, üudum sa-crata pectoraquot;, enz. Doch het laatste couplet wordt nooit ver-

-ocr page 48-

— 42 —

anderd, maar blijft altijd hetzelfde: ,,Sit laus Patri cum Filioquot;, enz.

De lofzang uitgezongen zijnde, volgt daarop : ,, Kyrie eleison , „ Christe eleison, Kyrie eleisonquot;, en leest men den „ Pater nosterquot; op de gewone wijze, stil en buigende. Daarna richt de Officiant zich op, keert zich naar de Bruid, en zingt over haar al de volgende Ve rzen en Oraties, die het koor met het aangezicht naar het Altaar beantwoordt.

,, v. Et ne nos inducas * in tenta-,, tionem.

Sed libera nos * a malo. „y. Manda Deus* Vrirtuti tuae. „«\'■ Confirma hoe Deus, * quod

,, operatus es in ea.

,, v. Salvam fac * Ancillam tuani. ,,Rquot;. Deus mens * sperantem in te. ,,v. Esto ei Doinine * turris for-

,, titudinis.

,,b-. A facie * inimici.

-ocr page 49-

- 43 —

„ f. Nihil proficiat inimicus * in ea. „ty. Et ülius iniquitatis * non ap-

„ ponat nocere ei.

,, y. Ora pro ea * sancta Dei Ge-,, nitrix.

Ut digna efficiatur * promis-„sionibus Christi.

,, f. Domine exaudi * orationem ,, meaia.

„ Et clamor nieu.s * ad te ve-„ niat.

,,j. Dominus * vobisciuu.

,, ij.\'. Et cum spiritu * tuo.

Ouemus.

„ Üeus , qui corda lidelium Sancti „Spiritus illustratione docuisti, da ,, ei in eodein Spiritu recta sapere , ,,et de ejus semper consolatione ,, gaudere.

N. B. Indien de Kleeding op den day; of onder het (.)ctaaf van Pink-steren valt, moet men de voormelde Oratie aldus beginnen ;

-ocr page 50-

„Deus, qui hodierna die corrla fideliumquot;, etc.

„ Protege , Domine , Famulam „ tuam subsidiis pacis, et Beatae „Mariae semper Virgin is patroci-,, niis coirfidentem, a cunctis hos-,, tibus redde securam.

„Deus, qui justificas impium, „et non vis mortem peccatorum, „ Majestatem tuam suppliciter exo-„ramus, ut Famulam tuam de tua „ Misericordia confidentem coelesti „ protegas benignus auxilio, et as-„sidua protectione conserves, ut ,, tibi jugiter famuletur, et nullis „ tentationibus a te separetur.

„Deus misericors, Deus cle-„mens, cui cuncta bona placent, „sine quo nihil bonum inchoatur, „nihil bonum perficitur, adsint „ nostris humilibus precibus tuae „Pietatis aures, et hanc Famulam ,, tuam, cui in tuo sancto nomine „ sacrae nostrae Religionis habitum

-ocr page 51-

— 45 —

,, imposuiinus, a inuudi impedi-„mento et saeculari desiderio de-,,fende, et concede ei, ut in hoc ,, sancto proposito devota persistat, ,, et remissione peccatorum percep-,,ta, ad electorum tuorum valeat „consortium pervenire.

,, Deus, qui non vis mortem pec-,, catoris, sed poenitentiam et vi-„tae emcndationem semper inqui-,,ris,te suppliciter deprecamur, ut ,, huic Famulae tuae saecularibus „actibus renuntianti, largam tuae „pietatis gratiam infundere digne-,,ris, quatenus castris tuis inserta, ,,ita, tibi militando , stadium vitae ,, praesentis percurrere valeat , ut ,, bravium aeternae remuneratio-,, nis , te donante , percipiat , et „sicut ista, te Deo inspirante, nos-,,tris optat jungi consortiis, (prop-,, ter quod damus ei communem so-,, cietatem vivendi nobiscum, qua-

H*

-ocr page 52-

— 46 —

„terms a te, Domirie , possumus „ promereri, et nostrum est largi-ri), sic cum electis a te , Remu-,, neratore omnium bonorum , va-,, leat praemia repromissa percipe-„ re. Per Christum Dominum nos-,, trumquot;.

Het koor antwoordt:,, Amenquot;. Dan besproeit de Officiant de Bruid met wijwater, waarna deze door de Eerw. Mater en de Moeder Novicenmeesteres van de aarde opgericht, en in het midden van haar beiden naar haar knielbankje in het koor gebracht wordt.

Intusschen gaat de Officiant niet zijnen Diaken en Subdiaken (indien deze hem assisteeren) naar de sacristij, om zich verder te klee-den, en de Mis van de Allerheiligste Drievuldigheid te beginnen, met den zegen en het uitstellen van het Allerheiligste Sacrament; terwijl de Cantricen in het koor

-ocr page 53-

— 47 —

plechtig den Introïtus derzelfde Mis aanheffen, onder welke de Bruid alleen (en geene andere Religieuzen) ter Communie gaat, zooals vroeger reeds gezegd is.

Na de Mis wordt het „Tantum ergoquot;, etc. en „ Genitoriquot;, etc. gezongen , en de zegen gegeven ; waarna men het Allerheiligste wegzet. En de Ufficiant met zijnen Diaken cn Subdiaken, indien deze gekleed zijn, naar de Sacristij terug kee-rende, lego-en daar alleen de Ka-

\' Oo

zuifel, Tunicella en Dalmatica af, en komen zoo terstond wederom in hun ander gewaad naar de traliën , met de verdere dienaars van het Altaar, indien er eenige meer geassisteerd hebben. Intusschen staat ook de Bruid van haar kniel-bankje op, en nadat zij daar eene buiging gemaakt heeft, geeft men haar de kaars in de hand, en komt zij zoo tusschen de Eerw. Mater

-ocr page 54-

— 48 —

en de Moeder Novicemneesteres voor naar de traliën, waar zij insgelijks eene diepe buiging maakt, en daar stilletjes op haar kussen nederknielt.

En terstond zingt de Officiant het Vers „ Adjutorium nostrum * in nomine Dominiquot;; waarop het koor antwoordt; „ Qui fecit coe-lum * et terrain\'. Dan zingt hij de volgende Oratie;

Oremus.

„Deus omnipotens, Plasmator ,, corporum . afflatorque animarum, ,, qui nullam spernis sexus condi-„ tionem , nullam aetatem tua gra-,, tia ducis indignam, sed omnium ,, aequalis es Creator et Redemp-„ tor, tu hanc Famulam tuam, „ quam ex numero gregis tui Bo-,, nus Pastor eligere, et ad perpe-,, tuae Virginitatis propositum con-„cipiendum allicere dignatus es,

-ocr page 55-

— 49 -

,, custodire digneris: confer ei tua „ dementia feliciter servare casti-,, moniae commissum depositum, „tuaeque protectionis scuto earn ,, circumcinge, et omne opus vir-tutum et gloriae ei tua sapien-,,tia praepara, ut vincens carnis ,, illecebras , et licita connubia re-„cusans, indissolubilem Filii tui ,, Domini nostri Jesu Christi am-,,plexum mereatur percipere: o-„ mnem in ea concupiscentiae carna-,, lis ardorem imber gratiae coeles-,,tis extinguat, lumenque castita-,, tis accendat, et virtus tuae assi-,,stentiue eidem conferat, ut uni-,, versa diaboli superet figmenta, „atque contemnendo praesentia , „ t\'utura sectetur: jejunia epulis ,, carnalibus praeferat, et lectiones ,, sacras ac orationes dedciis saecu-,, laribus anteponat, ut orationibus „pasta , et eruditionibus spirituali-,, bus illuminata, opus gratiae vir-

-ocr page 56-

— 50

„ ginalis exerceat : ac praemissis ,,virtutum annis hanc Famulam ,,tuam interius exteriusque com-„muniens, praesta ei inoffensum ,, cursum sacrae virginitatis exple-,, re. Per eumdem Christum Do-„ rainum nostrumquot;.

Het koor antwoordt: Amenquot;.

Na dit gebed besproeit de Officiant de Bruid met wijwater ; daarna begint hij de Antiphoon

s

■■ ♦ ■

In do - mum Do-ini-ni iae-

tan - tes i---bimus. 4 toni.

En de Can trice n heffen terstond

-ocr page 57-

— Sl

op den vierden toon den I218ten Psalm ,, Laetatus sumquot; aan, die door het koor tot het einde toe vervolgd wordt met ,, Gloria Patriquot;, etc.

Psalmus 121.

,, Laetatus sum in his, quae dic-,, ta sunt mihi; * in domum Do-,, mini ibimus.

,, Stantes erant pedes nostri, * ,,in atriis tuis Jerusalem.

,, Jerusalem , quae aedificatur ut „civitas: * cujus participatio ejus „ in idipsum.

„ Illuc enim ascenderunt tribus, „ tribus Domini : * testimonium „ Israël ad \'confitendum noinini Do-„ mini.

„Quia illic sederunt sedes in ju-„ dicio , * sedes super domum David.

„ Rogate quae adjpacem sunt Je-„ rusalem: * et abundantia diligen-„ tibus te.

-ocr page 58-

— 52 —

„ Fiat pax in virtute tua : * et „abundantia in turribus tuis.

„ Propter fratres ineos, et pro-ximos meos, * loquebar pacem

„ de te ;

„ Propter domum Domini Dei „ nostri: * quaesivi bona tibi.

„ Gloria Patri, et Filioquot; etc.

Terwijl deze Psalm gezongen wordt, komen er zeer zedig van het achterste van het koor twee andere Religieuzen met een Kroontje in de hand om het de Bruid op het hoofd te zetten, en zij gaan zoo zacht voort, dat zij eerst aan het „ Gloria Patriquot; bij de Bruid zijn, en zich naar elkander buigende de Kroon boven haar hoofd houden, totdat het „ Gloria Patri et Filio et Spiritui Sanctoquot; gezongen is, waarna zij zich oprichten , en de Kroon zoo blijven houden, met het aangezicht naar elkander, totdat de Psalm en genoemde Anti-

-ocr page 59-

— 53 —

phoon „ In domum Domini laetan-tes ibimusquot; geheel uitgezongen zijn, terwijl gemelde Antiphoon na den Psalm door de beide Cantricen begonnen en door het koor geëindigd wordt.

Dit gedaan zijnde, maken voornoemde twee Religieuzen eene buiging voor de Bruid, en beginnen de Antiphoon „Veni sponsaChristiquot; te zingen, waarmede het koor tot het einde doorgaat.

ÉL

quot; ■

i im

m

n ■ ■

. *1 m.

Veni

veni

veni

sponsa

s; ■■

■■

■1

■b

mm

Ohristi, ac - cipe coronam

-ocr page 60-

— 54 —

H —

■ M

■ ♦ ■

M

n

quam tibi Doiuinus quam

5

tibi Dominus praeparavit

Nquot;

n

. ■ ■ ■

■■■

in aeteruum. Ï, P. Alle-luja.

En terwijl het koor dit zingt, spelden die twee Religieuzen de Bruid de Kroon op het hoofd.

(N. B. In de Kloosters, waar Pen-sionairen gehouden worden, gebruikt men daartoe somtijds twee

-ocr page 61-

— 55 —

meisjes, die men de partij dezer twee Religieuzen leert en laat volbrengen.)

Nadat zij de Kroon op het hoofd heeft, zingt de Officiant het vol-srende Vers; „ üominus custodiat * introitum tuumquot;, waarop het koor antwoordt: „Ex hoc nunc et usque * in saeculum\'quot;. Daarna zingt de Officiant deze Oratie ;

Oremus.

„ Exaudi nos, Domine Sancte „ Pater Omnipotens Aeterne Deus , „ et mittere digneris Sanctum An-„ gelum tuum de coelis, qui custo-„diat, foveat, protegat, visitet el „ defendat omnes habitantes in hoe „ habitaculo. Per Christum Domi-„ num nostrumquot;. En het koor antwoordt : „ 15.\'. Amenquot;.

Dan neemt de Moeder Novicen-meesteres de Bruid de kaars af, en plaatst die op den kandelaar ,

-ocr page 62-

— 56 —

terwijl intusschen de Bruid opstaande bij den Officiant komt, en zich eerbiedig voor hem buigende, zegt „ Ora Deum pro me Paterquot;, indien het eene Koorzuster is; maar als het eene Leekezuster is, zegt zij : „Bid God voor mij Vaderquot;, en hij geeft haar dan het einde zijner stool te kussen.

Inmiddels heffen de Cantricen op den zesden toon den 132sten Psalm van den koninklijken Profeet David aan , en zij zingen het eerste Vers; „ Ecce quam bonum et quam ju-cundum * habitare Fratres in unumquot; geheel uit, hetgeen het koor andermaal herhaalt; en achter elk Vers van denzelfden Psalm, dien de Cantricen met het „ Gloria Patriquot;, enz. uitzingen, herhaalt het koor telkens : „ Ecce quam bonum et quam jucundum * habitare Fratres in unumquot;. En nadat het koor dit voor den laatsten keer herhaald

-ocr page 63-

— 57 —

heeft als de Psalm geheel uit is , beginnen de Cantricen nog eens de helft van dit Vers, zingende: „ Ecce quam bonuin et quara jucunduin *, en het koor voltrekt het, zingende : „ habitare Fratres in unumquot;gt;

Psalmus 132.

„Ecce quara bonum, et quam „jucunduin , * habitare fratres in „ nnum:

„ Sicut unguentum in capite,* „ quod descendit in barbani, bar-„ bam Aaron :

„ Quod descendit in oram vesti-„ menti ejus : * sicut ros Herraon , „qui descendit in montem Sion.

„ Quoniam illic mandavit Domi-„ nus benedictionem, * et vitam „ usque in saeculum.

„ Gloria Patri, et Filio\'quot; etc. Zoodra de Bruid de stool van den Officiant gekust en hij haar met een woord veel geluk gewenscht

-ocr page 64-

— 58 —

heeft, gaat de Officiant niet zijne Ministers terug naar de sacristij om zich te ontkleeden , als hebbende zijn officiergedaan.

En de Bruid keert zich terstond naar de Eerw. Mater, omhelst haar eerbiedig en zegt: „ Ora Deum pro me Materquot;, of wel als het eene Lee-kezuster is: „ Bid God voor mij Materquot; ; en daarna doet zij hetzelfde aan de Moeder Novicenmeesteres, mits zij daarbij staat, en zegt tot haar: „Ora Deum pro me Sororquot;, of wel: ,, Bid God voor mij Ma-soeur , ingeval het eene Leeke-zuster ii. En dit gedaan zijnde, leidt haar de Moeder Novicenmeesteres naar de oudste gesluierde Religieuze van den rechter kant van het koor, en zoo verder tot de jongste gesluierde Religieuze toe van dien kant, die zij alle achter elkander omhelst met hetzelfde verzoek, gelijk zij aan de Moeder No-

-ocr page 65-

vicenmeesteres gedaan heeft, en komende tot de Leekezusters van dienzelfden rechter kant, zegt zij tot haar: ,, Bid God voor mij Zusterquot; ; waarna zij door de Moeder Novicenmeesteres naar den linker kant van het koor wordt geleid , om daar hetzelfde te doen, beginnende van de Eerw. Moeder Sup-priorin tot de laatste Leekezuster toe, met welke omhelzing en ootmoedig verzoek om gebed de Psalm ,, Ecce quam bonurn\', en de Ceremoniën van de Kleeding te samen geëindigd zijn.

-ocr page 66-

M ANIKR

VAN T)E

llicligtcuzcn fc professen.

De dag der Professie gekomen zijnde, moet de Eerw. Mater in tegenwoordigheid van Moeder Sup-priorin, Moeder Novicenmeesteres en de Clavariae de Bruid andermaal ondervragen over hetgeen er staat in de Statuten lste Deel , 4,le Hoofdstuk, nquot; 13, en zulks met de uitdrukkelijke protestatie aldaar vermeld, die op den Professiebrief geheel moet geschreven, en door de Eerw. Mater en de voornoemde Vocalen onderteekend , aan de Bruid (eer zij naar de kerk komt) voorgelezen en door haar geaccep-

-ocr page 67-

— til —

teerd zijn, op de wijze gelijk dit in het formulier derzelfde protes-tatie wordt uitgedrukt.

Verder worden op dezen dag \'s morgens na de meditatie al de kleine getijden tot de None inclusief geëindigd, waarna alle Religieuzen zich bereiden om te zeven uur onder de vroegmis ter H. Communie te gaan, uitgenomen de Bruid alleen die onder de hoogmis communiceert.

In het koor en voor aan de tralie wordt alles bij tijds gereed gemaakt , zooals voor den dag der Kleeding gezegd is, uitgenomen dat de Bruid het bruin Habijt der Orde nu aan heeft, en men den zwar-ten Sluier bij haren Riem, Scapulier , witten Mantel en Rozenkrans van binnen aan de tralie moet leggen, als het eene Koorzuster is, in plaats van een witten Sluier.

4

-ocr page 68-

— 62 —

Het uur van den Dienst daar zijnde, dat men te voren tijdig aan de vrienden moet laten weten, en dat altijd zooveel mogelijk op negen uur moet gehouden worden, luidt men voor het Officie, en degene, die den Dienst doet, komt uit de sacristij, gekleed in Albe en Stool, met zijne Dienaars insgelijks gekleed, naar de tralie , terwijl de Religieuzen uit de vergaderplaats, op het teeken der Presidente , de Antiphoon „ Prudentes Virginesquot; zingende, naar het koor komen met de Bruid, die eene witte kaars in de hand draagt, en gaat knielen op het knielbankje , dat voor haar in het midden van het koor bereid is.

5.........

Anlipli. Pruden-tes Virgines

-ocr page 69-

ap-tate lampades vestras,

5

A

M

■ quot;

m tm

1

ecce sponsus venit, exi - te

obviam ei.

Temp. Pascli. Alleluja.

Als de Antiphoon geëindigd is, keert zich de Officiant niet zijne Ministers met liet aangezicht naar het Altaar, en begint al knielende de Antiphoon : „ Veni Sancte Spi-

-ocr page 70-

ritus ,\' (zie het Directorium Chori, bladz. 136) die door het koor op de gewone wijze wordt doorgezongen, en daarna zingt de Officiant liet Vers „ Emitte Spiritum tuum * et creabunturquot;, en het koor antwoordt : „ Et renovabis * fa-ciem terraequot;. Dan volgen deze twee Oraties :

Okemus.

„ Deus, qui corda fidelium Sanc-„ ti Spiritus illustratione docuisti, „ da nobis in eodem Spiritu recta „ sapere et de ejus semper conso „ latione gaudere.

„ Actiones nostras quaesumus, „ Doinine, aspirando praeveni et „adjnvando prosequere, ut cuncta „ nostra oratio et operatio a te „semper incipiat, et per te coepta „ finiatur. Per Christum Dominum „ nostrum . Waarop bet koor ant-„ woordt; „ Amenquot;.

-ocr page 71-

— 65 —

N. B. Indien de Professie op den dag of onder het Octaaf van Pinksteren valt, moet de eerste Oratie aldus begonnen worden ;

„ Deus, qui hodierna die corda „ fideliumquot; etc.

Nadat het koor „ Amen \' gezongen heeft,quot;maakt de Officiant eene buiging naar het Altaar, en keert zich met de Ministers , indien er bij hem zijn, met het aangezicht naar de Bruid, en vraagt haar: „ Bruid , wat is uwe begeertequot; ? Waarop zij antwoordt : „Ik begeer „ door de barmhartigheid Gods geprofest te zijn, en te leven onder „ de Gehoorzaamheid , Armoede , „en Zuiverheid in het gezelschap „ uwer Orde , onder eeuwig slot , „ tot den dood toequot;.

Wel te verstaan, als het eene Koorzuster is , wijl de Leekezus-ters deze woorden , „ onder eeuwig

4*

-ocr page 72-

— 66 —

slotquot; moeten achterlaten , maar \\ ook niets anders, terwijl al het 1 overige hetzelfde is voor de eene | i en voor de andere.

Na dit antwoord begint het sermoen over eene toepasselijke stof; en op het einde van hetzelve vraagt degene, die het Officie doet, aan de Bruid nog eens : „ Bruid , dunkt „ ü, dat gij hetzelve wel zult kun-„ nen volbrengenquot; ? Waarop zij antwoordt : „ Betrouwende op de ge-„ nade Gods, en steunende op de „gebeden mijner Medezusters zal „ ik mijn best doen , om het te „ onderhoudenquot;.

Als zij dit gezegd heeft, wordt het Allerheiligste uitgesteld met de Benedictie, doch zonder zang, door den Diaken of iemand anders; en terzelfder tijd ontsteekt men de kaars van de Bruid.

Daarna staat de Bruid op met hare kaars in de hand, maakt eene

-ocr page 73-

— 67 —

buiging, en komt van haar kniel-bankje tusschen de Eenv. Mater en de Moeder Novicenmeesteres voor naar de tralie met haren Pro-f\'essiebrief; en daar gekomen zijnde maakt zij nog eene buiging, en knielt neder op het kussen dat daartoe bereid is, en geeft den bovensten kant van haren Profes-siebrief in de rechterhand van den-gene , die het Officie doet, den ondersten kant zelve vast houdende, om hare Professie des te beter te kunnen lezen, die geschreven en geteekend moet zijn op de manier, waarop zulks in het Formulier is uitgedrukt.

De Professie zelve leest zij eerst met eene duidelijke stem in het latijn, indien het eene Koorzuster is, en dan de Officiant haar zeggende „ wat luiderquot;, herhaalt zij dezelve voor den tweeden keer in het hollandsch met eene verheve-

-ocr page 74-

— 68 —

lier stein. En de Officiant haar wederom zeggende „ nog wat luiderquot;, \\ erlieft zij de stem nog hooger, en herhaalt ze voor den derden keer.

. Dit gedaan zijnde, zegt degene die het Officie doet op middelma-tigen toon deze woorden ; Im-inola Deo Sacrificium laudisquot;, en die hem assisteeren en daarbij staan , of de Religieuzen van het koor antwoorden daarop : „ ^». Et redde Altisshno vota tuaquot;. En na dit antwoord zegt de Bruid op den-zelfden rniddelmatigen toon : „Vota mea Domino reddam in conspectu omnis populi ejus * in atriis domus Dominiquot;.

Dan bidt de Officiant voor haar, zeggende : „ Deus , qui te incepit „ in nobis, ipse te perficiat. Per „ Christum Dominum nostrumquot;. Waarop het koor antwoordt: „ r*. Amenquot;. \' ^

En zoodra dit gezegd is, begint

-ocr page 75-

de Bruid het geheele eerste couplet te zingen van den Hymnus der Lauden van de HH. Maagden, te weten ; „ Jesu Corona Virginum, „ quem Mater ilia concipit, quae „sola Virgo parturit, haec vota „clemens accipequot;; uit den grond des harten biddende , dat haar he-nielsehe Bruidegom deze hare Geloften believe te ontvangen; en met het eindigen dezer woorden : „ Haec vota clemens accipe\'quot;, geeft zij haren Professiebrief met eene eerbiedige buiging over aan den Ofliciant, die hem bewaart, en daarna aan de Eerw. Mater overgeeft als de Dienst in de kerk geëindigd is; en ondertusschen zingt het koor den geheelen Hymnus uit.

N. B. Als het eene Leekezus-ter is, leest zij hare Professie alle drie de keeren in het Hollandsch ; en na den derden keer zegt de Officiant met eene middelmatige

-ocr page 76-

— 70 -

stem tot haar in de Hollandsche taal : „ Offer den Heer het Sacrificie des lofsquot;; waarop zij die hem assisteeren en bij hem staan, of de Religieuzen van het koor in denzelfden toon antwoorden „i^. En volbreng voor den Allerhoogste uwe geloftenquot;. Waarop de Bruid dan in denzdlfden toon deze woorden zegt ; „ Ik zal mijne Geloften volbrengen in het gezicht van al zijn volk * in de zalen van het huis des Heerenquot;. En dit gezegd hebbende, geeft zij haren Professie-brief aan den Officiant, die daarmede doet zooals gezegd is ten opzichte van den Professiebrief der Koorzusters.

Nadat de Professie op de gezegde manier gedaan , en de Professie-bi\'ief door den Officiant ontvangen en weggelegd is in zijn Ceremonieboek, en het koor den Hymnus heeft uitgezongen , zegt de Officiant

-ocr page 77-

— 71 —

al lezende over de Bruid , die daar blijft knielen , de volgende Verzen en Oraties, die door het koor met de Responsoria beantwoord worden. „ f. Adducentnr Regi Virgines *

„ post earn.

„ i(\'. Proximae ejus * afferentur tibi. „f. Dominus * vobiscmn. „ H\'. Et cura spiritu * tuo.

Oremus.

„ Sempiterne Deus, et Omnipo-„ tens Pater, qui humauae fragili-„ tatis infirmitatem agnoscis, respi-„ce, quaesumus, super hanc Fa-„ mulam tuam N. , et larga tuae „ benefdictionis abundantia imbe-„ cillitatem ejus corroborare dig-„ neris : ut jjronaissa Vota, quae „ praeveniendo aspirasti, per auxi-„ Hum gratiae tuae, sancte, pie, „ ac religiose vivendo . valeat vigi-„ lanter observare , et observando „ vitam promereri sempiternam.Per

-ocr page 78-

— 72 —

„ Christum Dorainum nostrum. „ R\'. Amen.

Oremus.

„ Deus indulgentiae et misericor-„ diarum Pater, qui severitatem „ tuae discretionis temperans , in-„ dulsisti ne filius portet iniquita-„ tem patris, qui mira etiam dispen-„ satione malis bene uteris , tuae „ dignationis gratiam per peccato-„ rumministerium frequenter largi-„ ris; quaesumusclementiam tuam, „ ut huic Famulae tuae non obsis-„tat, quod habituin nostrae sac-ae „ Religionis ad honorem Beatae „ Virginis Mariae de Monte Car-„ meli dedicatae, per nos tarn ac „ taliter indignos accipit: sed mi-„ nisterium , quod exterius per „nos exhibetur, tu interius per „ donurn Sancti Spiritus exequaris. „ Per Christum Dominum nostrum. „ Amen.

-ocr page 79-

— 73 —

Oremus.

„ Deus, qui per Coaeternum Fi-„ lium tuum cuncta creasti, quique „ mundum, peccatis inveteratum, „ per mysterium sanctae Incarna-„ tionis ejus renovare dignatus es : „ te suppliciter exoramus, ut, ejus-„ dem Domini nostri gratia, super „ hanc Faraulam tuam, abrenun-„ tiationem saeculi profitentem, cle-„ menter respicere digneris, per „ quam in spiritu suae mentis re-„ novata, veterem hominem cum „ actibus suis exuat, et novum ho-„ minem, qui secundum Deum crea-„ tus est, induere mereatur. Per „ eumdem Christum Dominum nos-„ trum. Amen.

Oremus.

„ Domine Jesu Christe, qui es „via, sine qua nemo venit ad Pa-,, trem , quaesumus clementiam

5

-ocr page 80-

— 74 -

„tuam, ut hano Famulam tuam , „ a carnalibus desideriis abstrac-„ tam , per iter disciplinae regula-„ ris deducas; et qui peccatores „ vocare dignatus es , dicens : Ve-„nite ad me omnes, qui laboratis, „ et onerati estis, et ego reficiam „ vos; praesta, ut haec vox invita-„ tionis tuae ita in earn convale-„scat, quatenus peccatorum onera „deponens, quam dulcis es gus-,, stans, tua refectione sustentari „mereatur; et quia vestiri de tuis „ ovibus dignatus es, agnosce earn „ inter oves istas, ut ipsa te agno-,,scat, et alienum non sequatur , „ sed te, nee audiat vocem alieno-„rum, sed tuam, quae dicit: Qui ,,mihi ministrat, me sequatur. Qui ,,vivis et regnas in saecula saecu-,, lorum. i^. Amen.

Oremus.

„Sancte Spiritus, qui te Deum

-ocr page 81-

— 75 —

„ ac Dominum revelare dignatus „es mortalibus, postulamus im-„ mensam tuae pietatis gratiam, ut, „sicut ubi vis spiras, sic huic Fa-„ mulae tuae affectum devotionis „ indulgeas, ut quae tua Sapientia „est condita, tua quoque Provi-„ dentia gubernetur : quam, juxta „ tuam consuetam gratiam, un-„ ctione tua illuminare digneris, et „ per intercessionem Beatissimae „ Virginis Alariae , quam praeci-„ puam hujus sanctae Religioins Pa-„ tronam dedisti, earn a vanitate „ saeculi veraciter converte: et sicut „ es omnium peccatorum remissio , „ ita deprimentes impietatis obliga-„ tiones in ea dissolve, et ad ob-„ servantiam hujus sancti propositi „ fac eam ita certatim fervere, ut „ in tribulationibus et augustijs, „ tua indeficiente consolatione va-„ leat respirare ; ut juste et pie , „ per veram humilitatem atque obe-

-ocr page 82-

„ dientiam, castitatein et paupertu-„ tem , in fraterna charitate fun-„ data atque radicata, quod te do-i, nante promittit, felici perseve-„ rantia compleat. Quod ipse praes-„tare digneris, qui cum Deo Pa-„ tre, Sanctoque Unigenito ejus Domino nostro Jesu Christo, unus „ gloriai\'is Deus per infinita saecula y, saeculorum. Amenquot;.

Deze Oraties geëindigd en beantwoord zijnde, keert zich de OfK- ( ciant naar de kleederen der Bruid , om deze te zegenen, zeggende te dien einde de volgende Verzen en Oraties, die het koor met de Responsoria beantwoordt.

„ f. Ostende nobis Domine * mi-„sericordiam tuam.

„ Et salutare tuum * da nobis.

„ f. Domine Deus virtutum * con- •

„ verte nos.

„ Et ostende faciem tuam * et „ salvi erimus.

-ocr page 83-

„ f. Domine exaudi * orationem „ tneain.

„ Et clamor meus * ad te ve-„ niat.

„ vquot;. Doininus * vobiscuui.

„ Jf-. Et cum spiritu * tuu.

Oremus.

„ Domine Jesu Christe, qui nos-„ trae mortalitatis trabeam induere „voluisti, immensam tuam largita-, „tem obsecramus, ut abundantem „ benefdictionem in boe vesti-„ menti genus affluere digneris, „ quod sancti Patres ad innocentis „ et humilis vitae indicium , abdi-„ catis saeculo portare sanxerunt, „ atque hoe ita benefdicas, ut „Famula tua, quae eo usa fuerit, „te vestiri mereatur, qui vivis • „ et regnas in saecula saeculovum, „ Amen.

-ocr page 84-

— 78 -

Oremus.

„ Domine Jesti Christe, auctor „ virtutum et amator poeniten-„ tium , qui virtutibus omnibus „ praeditus in hoe saeculo apparui-„ sti, atque paupertatem et castita-„ tem peculiariter manifestandas „elegisti, et peccatores ad poeni-„ tentiam misericorditer vocasti, et „ omnes fideliter se convertentes pie „ suscepisti, tuam ineffabilem mi-„ sericordiam suppliciter exoramus, „ quatenus hunc habitum sanctif „ ficare et benefdicere digneris, „ et concede propitius, ut quae-„ cumque illum devote in signum „ sanctae conversationis gestaverit, „ cum veste Candida atque imma-„ eulata ante Tribunal tuum in „ Sanctorum agmine glorificata, in „ die judicii valeat apparere. Qui „ cum Patre et Spiritu Sancto vivis „et regnas Deus in saecula saecu-„ lorum. if». Amenquot;.

-ocr page 85-

Na dit antwoord besproeit de Officiant de gemelde kleederen met wijwater , zeggende: „ In nomine Paftris, et Filii, et Spiritus Sancti. Amenquot;.

Dit gedaan zijnde, kust de Bruid eerbiedig hare kaars, en geeft die aan den Officiant, die ze overgeeft aan de Moeder Novicenmeesteres, door wie zij vervolgens geplaatst wordt op den kandelaar voor de knielbank.

Daarna komt deze weder bij de Bruid, aan wie de Officiant den witten Sluier van het Noviciaat dan afneemt (waarin hem de Eerw. Mater en de Moeder Novicenmeesteres assisteeren), en de Moeder Novicenmeesteres legt dien op zijde, terwijl de Eerw. Mater den Riem of\' Ceintuur aan denzelfden Officiant geeft, die hem toereikt om de Bruid daarmede te omgorden , hetgeen de Eerw, Mater en

-ocr page 86-

— 80 —

de Moeder Novicenmeesteres verder volbrengen, terwijl de Officiant zegt: „ Cum esses junior cingebas „te, et ambulabas ubi volebas, „ cum autem senueris alius te cin-„ get. In nomine Patris f, et Filii, „ et Spiritus Sancti. Amenquot;,

Daarna ontvangt hij het Scapu-lier van de Eerw. Mater, en dit naar het hoofd van de Bruid reikende om het haar aan te doen, gaan de Eerw. Mater en de Moeder Novicenmeesteres daarmede voert, terwijl hij zegt: „ Tolle jugum „ Christi suave et onus ejus leve, „ In nomine Patris f , et Filii, et „ Spiritus Sancti. Amenquot;.

Dit gedaan zijnde, geeft de Eerw. Mater aan den Officiant den Witten Mantel, dien hij naar de schouders der Bruid uitsteekt, deze woorden sprekende : „ Qui sequuntur „ Agnum sine macula, ambulabunt „ cum eo in Albis ; ideo sint sem-

-ocr page 87-

— 81 —

per tua vestimeuta Candida , in „ signum tuae internae puritatis. In \' „ nomine Patris f , et Filii, et Spi-„ ritus Sancti. if\'. Amenquot;. En terwijl hij dit leest, doet de Eerw. Mater met de Novicenmeesteres haar denzelfdeii mantel verder fatsoenlijk aan.

Daarna geeft de Eerw. Mater aan den Officiant den Zwarten Sluier, indien het eene koorzuster is, die f Professie doet, of den Witten, indien het eene Leekezuster is; dien hij de Bruid op het hoofd legt ; en de Eerw. Mater en de Novicen-meesteres spelden haar dien verder aan, terwijl hij zegt; „ Accipe Ve-„lum sanctum, quo cognoscaris „ mundum conteinpsisse, et te I „ Christo Sponso Virginum subdi-! disse, refrenando concupiscentiam ,, oculorum , ne videas vanitatem „in perniciein promissae castitatis.

-ocr page 88-

— 82 —

„In nomine Patris f, et Filii. et „ Spiritus Sancti. h-, Amenquot;.

Na dit antwoord geeft de Eerw. Mater aan den Officiant, den IRozenkrans over, dien hij de Bruid in de hand geeft, zeggende Ac-„ cipe signum Orationum in inani-„ bus tuis , ut more contemplan-„ tium contempta felicitate terrena „ praesentem vitam habeas in. pa-„ tientia, et in desiderio futuram, „ cupiens dissolvi et esse cum Chris-„ to. In nomine Patris f , et Filii, „ et Spiritus Sancti. ^». Amenquot;.

En dit geëindigd zijnde, besproeit hij de Bruid met wijwater; zij staat op, maakt eene buiging, gaat naar haar knielbankje tusschen de Eerw. Mater en Moeder Suppriorin ; en indien het eene Koorzuster is, begint zij al knielende te zingen het Responsorium „ Regnum mundi\' , zooals dat staat in het Processionaal bladz. 140, waarmede de Religieu-

-ocr page 89-

— 83 —

zen voortgaan; en het Responsorium door het koor uitgezongen zijnde, zingt de Bruid alleen het Vers: „ Eructavit cor meum verbum bonum : * dico ego opera mea Regiquot;, en het koor hervat wederom ; „ Quem vidi, quem amavi , in quem credidi , quem dilexiquot; ; waarna de Bruid nog eens alleen zingt: „Gloria Patri, et Filio, et Spiritui Sanctoquot; ; en dan hervat het koor nog eens : „ Quem vidi, quem amavi, in quem credidi, quem dilexiquot;, gelijk zulks vroeger bij de Kleeding bladz. 38 gezegd is.

N. B. Dit Responsorium wordt alleen gezongen als het eene Koorzuster is, die hare Professie doet: want, indien het eene Leekezus-ter is, dan laat men het van oudsher altijd achter.

Nadat dit Responsorium geëindigd is voor de Koorzusters; ot\' wel nadat de Witte Sluier aange-

-ocr page 90-

— 84 —

daan is aan de Leekezusters, en degene, die het Officie doet de Bruid besproeid heeft inet wijwater, geeft hij den kwispel aan den Diaken ; en de Bruid dicht aan de tralie knielende, steekt hij zijne hand een weinig boven haar hoofd uit, en dezelve zoo blijvende houden, leest hij over haar het volgende Geheel, zonder „ Dominus vobiscumquot; of eenig ander Vers, maar zegt onmiddelijk:

Oremus.

„ Dominus Jesus Christus Pater „ raisericordiarum et Consolator „ peccatorum, qui dixit: Nolo mor-„ tem peccatoris, sed magis ut con-„ vertatur, et qui non venit vocare „justos sed peccatores ad poeni-„ tentiam ; ipse sua ineffabili mise-„ i\'icordia, et solita pietate ad ve-„ ram cordis contritionem te vocet, „ et gratiam devotae poenitentiae

-ocr page 91-

— 85 —

„inspiret, ut digne habitum sanc-„ tae Professionis ge re re, et votum „ tuae Professionis, et promissa „sancti Ordinis valeas adimplere, „ ac in suo sancto servitio perse-„verare, et cum Electis ejus ad „ aeterna gaudia feliciter pervenire. „ Qui cum Patre et Spiritu Sancto „ vivit et regnat in saecula saeculo-„ rumquot;. Waarop het koor antwoordt: Amenquot;.

En dan besproeit de Officiant de Bruid nog eens met wijwater, zeggende ; „ In nomine Patris, et Filii, „ et Spiritus Sanctiquot;. En het koor antwoordt andermaal: „ Amenquot;.

Daarna keert zich de Officiant naar het Altaar en begint plechtig den Lofzang „ Te Deum laudamusquot; te zingen, gelijk die staat in het Processionaal bl. 155. En het koor zingt dien Lofzang verder uit, met het spelen en tusschenspelen van het orgel.

-ocr page 92-

Terzelfder tijd legt zich de Bruid, als de Lofzang begint, met het aangezicht op een kussen ter aarde neder , in eene allerdiepste ootmoedigheid, overdenkende hoe zij maar van stof en aarde gemaakt zijnde, en wederom in stof en aarde moetende vergaan, door eene bijzondere barmhartigheid Gods verkoren is uit zoovele duizende, om eene Bruid te zijn van den geze-genden Christus Jesus; en hem daarover van harte lovende en dankende , bidt zij hem dat hij haar ten eeuwigen dage als zoodanig wille aanvaarden, en haar in alle voorvallende gelegenheden ter hulp komen, die hij zich gewaardigd heeft met zijn dierbaar Bloed vrij te koopen.

De Lofzang uit zijnde, en terwijl de Bruid zoo blijft liggen met het hart opgeheven tot God en in eene allervurigste devotie, zegt

-ocr page 93-

degene , die het Officie doet: „ Kyrie eleisonquot;, en de eene kant van het koor antwoordt daarop : „ Chris-te eleisonquot;, en dan zegt de andere kant van het koor: „ Kyrie eleisonquot;, al lezende ; waarna allen te samen buigen , en stil het „ Pater nosterquot; bidden , op welks einde de Officiant zich opricht en naar de Bruid keert, over haar zingende : „ Et ne nos inducas in tentationemquot; niet al de andere Verzen en Oraties, die bij de Kleeding gezongen worden ; en het koor, staande met het aangezicht naar het Altaar, beantwoordt ze allen met de Responsoria, gelijk zulks hierboven bij de manier van de Kleeding bladz. 42 tot 46 gezegd is.

O O O

En al het overige, zoo ten opzichte der plechtige Mis als der verdere Ceremoniën na de Mis, wordt gedaan zooals op den dag van de Kleeding der Religieuzen. (Zie bladz. 46 tot het einde toe.)

-ocr page 94-

MANIER

VAN HET

J u b U c

te vieren voor onze religieuze Zusters der Allerh. Maagd en Moeder Gods van den Berg Carmel, die door Gods bijzondere Barmhartigheid het geluk gehad hebben van het vijftigste jaar harer Religie te bereiken.

Wanneer iemand der voormelde Religieuzen tot het vijftigste jaar van Religie gekomen is, en daarvan gaarne het Julrilé zou vieren, moet zij zulks bijtijds door eenen brief of smeekschrift verzoeken aan liet Eervv. Detinitorium, bijeen zijnde in de gewone jaavlijksche ver-

-ocr page 95-

gadering, om het op zijnen behoorlijken tijd te mogen doen.

Dit verlof bekomen hebbende , zal de Bruid zich waardig tot dit feest trachten voor te bereiden door het doen der tiendaagsche Exercitiën, en het spreken eener generale Biecht, zooals men vindt dat van oudsher gedaan is door onze Religieuzen, om zich andermaal , met het afleggen van den ouden mensch , zoo zuiver aan den Heer op te dragen voor de overige dagen haars levens , als Clemens VIII, Paus van Rome, dit in zijne Institutiën tot onderrichting derge-uen, die zich aan God willen opofferen, Art. 6, zeer loffelijk verordend heeft op den 19den Maart 1603.

Dit gedaan zijnde, zal men op den dag, die daartoe bestemd is, des morgens na de Meditatie de Prime, Terts en Sexte achter elkander aflezen.

-ocr page 96-

— 90 —

En om half negen zal op de ge-Avone manier de None in het koor gezongen worden.

Daarna zal men de Bruid pro-cessieswijze gaan halen uit het kapittelhuis of de vergaderplaats, waar zij te voren tot dat einde moet knielen, terwijl men in het derwaarts gaan koorswijze en om de beurt den Psalm „ Ad üominum cum tribularer clamaviquot; bidt. Dit bidden moet zoo gematigd worden, dat men op het einde van den Psalm bij de Bruid is.

Psalmus 119.

,, Ad üominum cum tribularer ,, clamavi: * et exaudivit me.

,, Domine libera animam meam ,,\'d labiis iniquis, * et a lingua ,, dolosa.

„Quid detur tibi,aut quid ap-,, ponatur tibi ; * ad linguam do-,, losam ?

-ocr page 97-

— 91 —

„ Sagittae potentis acutae, * cum „carbonibus desolatoriis.

„ Heu mihi, quia incolatus meus ,,prolongatus est: habitavi cum „ babitantibus Cedar; * multum in-„ cola fuit anima mea.

,, Cum his , qui oderunt pacem, „ eram pacificus: * cum loquebar ,, illis, impugnabant me gratis.

„Gloria Patri, etc.quot;

Deze Psalm geëindigd zijnde , plaatst de gemeente, na bij de Jubilaris te zijn gekomen, zich nog eens in orde, om weer processies-wijze naar het koor terug te kee-ren, terwijl de jubileerende Bruid van hare knielbank opstaat, en de waskaars, niet brandende, in de hand neemt, om de Processie te volgen, tusschen de Eerw. Mater Priorin aan den rechter, en de Moeder Suppriorin aan den linker kant; en indien er meer jubilarissen in het klooster zijn, in staat

-ocr page 98-

— 92 —

zijnde om de Processie te vergezellen , zoo komen zij op dezen dag met hare Jubiléstokjes in de hand, en gaan alzoo in de Processie omniddelijk voor de Bruid, de Eerw. Mater en de Moeder Suppriorin.

Intusschen moeten de Instrumenten van de Bruid, te weten haar Pater noster , haar Jubilaris stokje fraai versierd, en de Kroon om op haar hoofd te plaatsen, in het koor op een tafeltje liggen voor de knielbank van de Bruid.

Alles in orde zijnde om op gemelde manier naar het koor te gaan, begint de Eerw. Mater al zingende de volgende Antiphoon aan te heffen : „ Haec est Virgo sapiens et una de numero pru-dentumquot;; die door de Religieuzen vervolgd wordt tot het einde toe, terwijl zij met de Processie naar het koor gaan.

-ocr page 99-

— 93 —

(Zie deze Antiphoon op hare noten in de Lauden en Vespers ee-ner Maagd.)

Deze Antiphoon uitgezongen zijnde, beginnen de Cantricen op den zesden toon den Psalm „ Jubilate Deo omnis terra; * servite Domino in laetitiaquot; aan te heffen , en gaan daarmede voort tot het einde toe met ,, Gloria Patriquot; en „ Sicut eratquot; inclusief; terwijl het koor achter elk Vers herhaalt : „Jubilate Deo omnis terra: * servite Domino in laetitiaquot;.

Psalmus 99.

,, Jubilate Deo omnis terra: * ser-„ vite Domino in laetitia.

,, Introite in conspeetu ejus: * „ in exultatione.

,, Scitote, quoniam Dominus ipse „ est Deus: * ipse fecit nos, et non ,, ipse nos.

„ Populus ejus, et oves pascuae

-ocr page 100-

— 94 —

„ejus, introite portas ejus in con-,, fessione : * atria ejus in hymnis, „confitemini illi.

„ Laudate nomen ejus: quoniam ,, suavis estDominus, in aeternum ,, misericordia ejus; * et usque in ,, generationem et generationem ve-„ritas ejus.

„Gloria Patri, etc.

„ Sicut erat, etc.quot;

Deze Psalm aldus geëindigd zijnde, wordt die Antiphoon ,, Haec est Virgo sapiens et una de numero prudentumquot; andermaal dooide Cantricen aangeheven, en door het geheele koor uitgezon-gen.

Terwijl de Religieuzen bezig zijn met het voormelde te zingen, gaat de Jubilaris, die haar feest viert, op de knielbank knielen, met de kaars in hare hand; welke knielbank daartoe te voren moet gereed gemaakt zijn in het koor een wei-

-ocr page 101-

nig achterwaarts van de tralie met een tapijt en kussen daarop, blijvende de Eerw. Mater aan hare rechter hand staan , en de Moeder Suppriorin aan de linker; en de andere Jubilarissen , indien er ee-nige in staat zijn oin zulks te kunnen doen, staan van twee kanten neven de tralie, gelijkelijk met hare Jubiléstokjes in de hand , zooals dat gezegd is, alwaar ook stoelen moeten geplaatst zijn, om er op te kunnen zitten.

Ondertusschen komt de Otliciant met Diaken en Subdiaken in hunne Alben met Stolen en Manipels volgens gewoonte, zonder Koorkap , Kazuifel of Tunicellen voor de tralie ; en de voornoemde Antiphoon geëindigd zijnde, zegt hij met eene middelmatige stem ; „ Kyrie elei-sonquot;, waarop de eene kant van het, koor antwoordt; „ Christe eleisonquot;, en dan de andere kant : „ Kyrie

-ocr page 102-

— 96 —

eleisonquot;; waarna de Officiant met zijne Ministers en al de Religieuzen zich buigende het „ Pater nos-terquot; stil bij zich zeiven lezen volgens gewoonte, uitgenomen de Bruid alleen , die op hare knielbank blijft knielen.

Op het einde van het ,, Pater nosterquot; keeren de Religieuzen, zich oprichtende, met het aangezicht naar het Altaar. En de Officiant, zich insgelijks met zijne Dienaars oprichtende , doch met het aangezicht naar de tralie, zegt de volgende Verzen, en Gebeden; die allen door het koor met hunne respectieve Responsoria worden beantwoord.

„ f. Et ne nos inducas * in tenta-

„ tionem.

„ ^?. Sed libera nos * a malo. „ f. Manda Deus * Virtuti tuae. „ if*. Confirma hoe Deus, * quod „operatus es in nobis.

-ocr page 103-

„ x. Salvam fac * Ancillam tuam. „ ip. Deus meus * sperantem in te. „ f. Esto ei Domine * tuiris forti-

„ tudinis.

„ij?. A facie * inimici.

„ f. Nihil proficiat inimicus* in ea. „ ri. Et filius iniquitatis * non ap-

„ ponat nocere ei.

„ f. Ora pro ea * sancta Dei Ge-„ nitrix.

„ ^?. Ut digna efficiatur * promis-

„ sionibus Ghristi.

„ f. Domine exaudi * orationem „ meam.

„ Et clamor meus * ad te veniat. „ f. Dominus * vobiscum. „ ^». Et eum spiritu * tuo.

Oremus.

„ Deus, qui corda fidelium Sancti „ Spiritus illustratione docuisti, da „ ei in eodem Spiritu recta sapere, „ et de ejus semper consolatione „ gaudere. 6

-ocr page 104-

„Deus misericors, Deus cle-„ mens, cui cuncta bona placent, „ et sine quo nihil bonum inchoatur, „nihil bonum perficitur , adsint „ nostris humilibus precibus tuae „ Pietatis aures, et banc Famulam „ tuam Sororem nostrain, cui ad „ ejus religiositatis et vitae appro-„bationem, et ad tui Nominis ho-„ norem annum Jubilaeurn celebra-„ re concedimus, tua virtute illus-„ tra, annuens precibus nostris, „ ut quod libertatis figurativum ex-„ terius agimus, tuorum sanctorum ,, jubilum laetitiae in coelesti Jeru-,,salem, quae libera est, perfectius ,, percipere valeat. Per Christum ,, Dominum nostrum, Amen.quot;

Zoodra het koor op dit Gebed geantwoord heeft, gaat de Officiant zitten , en vraagt aan de Religieus, die haar Jubilé viert, indien het eene gesluierde Non is:,, Ma Soeur, Avat vraagt gijquot;?\' Doch indien het

-ocr page 105-

— 99 —

eene Leekezuster is , zegt hij : ,, Zuster, wat vraagt gij ?quot; Waarop de Bruid antwoordt ; ,, Ik vraag „door de Barmhartigheid Gods in ,,deze zwakheid mijns ouderdoms „ volharding om heilig te leven , en ,, tot dat einde mijne Professie te „ vernieuwenquot;. Als zij dit verzocht heeft, plaatst men hare kaars op den kandelaar , en dan geschiedt het Sermoon op eene toepasselijke stof, waaronder de Bruid en de andere Religieuzen mogen zitten, terwijl daartoe, zooals gezegd is, de stoelen voor de Eerw. Mater, Moeder Suppriorin, en de andere Jubilarissen bij de hand moeten zijn, om bij de Bruid te zitten.

Zoodra het Sermoon uit is, ontsteekt men de kaars van de Bruid, en iraat de Diaken naar liet Al-taar, om het Allerheiligste uit te stellen in de Monstrans met de Benedictie , doch zonder zang.

-ocr page 106-

— 100 —

De Benedictie gegeven zijnde , neemt de Eerw. Mater de brandende kaars van den kandelaar, en stelt ze de Bruid, die intusschen opstaat, ter hand, terwijl de Offi-cant deze woorden zegt: ,, Ignem sui amoris accendat Deus in cor-dibus nostrisquot;. Waarop het koor antwoordt: ,, ty. Amenquot;.

De Bruid neemt dan den brief van de vernieuwing harer Professie , en met de Eerw. Mater en Moeder Suppriorin eene behoorlijke buiging gemaakt hebbende voor het Allerheiligste Sacrament, dat uitgesteld is, komt zij van hare knielbank tusschen deze beide voor naar de tralie; en daar gekomen zijnde maken zij nog eene buiging, en de Bruid knielt neder op het kussen, dat daartoe bereid is, en geeft den bovensten kant van haren voormelden brief van vernieuwing der Professie in de rechter-

-ocr page 107-

— 101 —

hand van dengene, die het Officie doet, den ondersten kant zelve vasthoudende, om gezegde vernieuwing des te beter te kunnen lezen, die geschreven en door de Bruid onderteekend moet zijn op de wijze als volgt:

FORMULIER voor de Jubilarissen om hare Professie met een dankbaar hart te vernieuwen , en tevens vergiffenis te vragen van alle voorgaande fouten en gebreken.

,, Ik Zuster N. bedank U, mijn ,, God , uit het binnenste mijns har-„ten voor de bijzondere weldaad, „ die gij mij bewezen hebt door „ mij te roepen tot de Orde, aan ,, uwe Allerheiligste Moeder en „ Maagd bijzonder toegewijd; ik ,, ben blijde dat ik mij daarin aan „ ü door de drie wezenlijke en „plechtige Beloften heb opgedra-

-ocr page 108-

— 102 —

,,geii, en vernieuw mijne Profes-„sie,en beloof andermaalGehoov-„zaamheid, Armoede en Zuiver-„ heid aan uwe Goddelijke Majes-,, teit, en aan dezelfde H. Maagd ,, Maria van den Berg Carmel, en ,, aan den Eerwaardigst,en Pater ,, Angelus Savini {of zooals zijn ,, naam is), Prior Generaal van de ,, Broeders en Zusters derzelfde Or-„ de, en aan zijne opvolgers , en „ de Eerw. Moeder Prioi-in van deze „plaats, en aan degene, die na „ haar zijn zullen. volgens den Re-„ gel van voornoemde Orde onder „ een eeuwig slot , tot den dood „ toe. Ik ben bedroefd over de fou-„ ten en verzuimenissen tot nu toe „in de onderhouding derzelve be-„ gaan , en ik maak een vast voor-„ nemen van mij te beteren, en tot „dat einde verzoek ik,Heer,oot-„ moedig om vergiffenis en de hulp „ uwer genadequot;.

-ocr page 109-

— 108 —

Men moet bemerken, dat men de woorden : „ onder een eeuwig-slotquot; achterlaat, als het eene Lee-kezuster is, die hare Professie vernieuwt op haar Jubilé.

Nadat deze vernieuwing van Professie aldus gedaan en de brief door den Officiant in zijn Cere-uionieboekje weggelegd is, om hem daarna in de Ark te sluiten, verklaart dezelfde Ofiiciant in den naam en van den kant der Orde, dat, aangezien de Bruid zich waardig , vreedzaam en loffelijk in de H. Orde heeft gedragen, deze dag-zal gehouden worden voor den dag van haar Jubilé ; en vergunt hij haar vervolgens de Gratiën en Privilegiën, die aan onzeReligieuze Jubilarissen gewoonlijk worden toegestaan ; God verder biddende , dat hij haar de volharding en de kroon der eeuwige zaligheid gelieve te verleenen voor al haren getrou-

-ocr page 110-

— 104 —

wen dienst, zeggende als volgt:

„ Quoniam in nostro Ordine per „ quinquaginta annos bene et ho-„ neste cum omni Obedientia, Pau-„ pertate et Castitate et aliis obser-„ vantiis regularibus sine reprehen-„ sione secundum tuam possibilita-,, tem, Domino adjuvante, vixisti, „ et etiain cum Apostolo bonum „certamen certasti, fidem Deo et ,, Ordini servasti, et cursum tuum ,, quasi ad ultimos dies vitae tuae „ laudabiliter consummasti : Ideo „nos in hac die, quam tibi diem „ et Annum Jubilaeum statuimus , ,,tuae senectuti, quantum possu-,, mus, indulgentes , atque honestis „ favoribus prosequentes, nostri Or-„ dinis gratias, libertati spiritus „ inservientes concedimus et elar-„ gimur : Deum suppliciter depre-„ cantes, ut in tuis gravioribus pos-„ tremae senectutis necessitatibus „tibi propitius adsit, et desidera-

-ocr page 111-

— 105 —

r

,, tain ac promissam tibi recldat pro ,, mercede coronam , quam tideli-,, bus suis redditurus est in ilia die „Justus Judex. Qui cum Deo l3a-,, tre et Spiritu Sancto vivit et reg-,,nat in saecula saeculoruraquot;. Het koor antwoordt: „if-. Amenquot;.

Dan zegt de Officiant, drie Kruisen over de Bruid makende : „ In nomine f Patris, et f Filii, et f Spiritus Sanctiquot;, waarop het koor nog eens antwoordt; „ Amenquot;. En dan besproeit de Officiant de Bruid met wijwater, den kwispel op de gewone wijze daartoe van den Diaken ontvangen hebbende.

Als dit gedaan is, wordt haar door Moeder Suppriorin de brandende kaars afgenomen. En de Eerw. Mater geeft intusschen aan den Officiant den Rozenkrans over, dien hij aan de Bruid in handen geeft zeggende:

„ Accipe signum orationis in ma-

-ocr page 112-

— 106 —

„ iiibus tuis, ut possis die ac nocte „in lege Domini meditari, et in „ orationibus vigilare in nomine f „ Patris, et f Filii, et f Spiritus „ Sanctiquot;.

En de Bruid , met behulp van de Eerw. Mater en Moeder Sup-priorin , hangt hem aan hare zijde.

Daarna geeft de Eerw. Mater het Jubilarisstokje aan den Officiant, die het aan de Bruid overgeeft met deze woorden ;

„ Accipe Baculum Senectetis „ tuae , ut illi innixa, sed magis „ Deo tuo, sic transeas Jordanem „ hujus saeculi, ut dein cum Jacobo „ merearis videre Deum facie ad „ faciem , et salvTa fiat anima tua „ in nomine f Patris, et f Filii , „ et f Spiritus Sanctiquot;.

Terwijl dit geschiedt, geeft Moeder Suppriorin de brandende kaars aan de Eerw. Mater, en deze geeft haar aan den Officiant, die ze aan

-ocr page 113-

de Bruid toereikt, zeggende :

Accipe candelarn in manibus „ tuis in signum supernae illustra-„ tionis et inflainmatae charitatis in „nomine f Patris, et f Filii,ett „ Spiritus Sanctiquot;.

Dit eindelijk gedaan zijnde, staat de Bruid op met de brandende kaars in de eene hand, en haar Jubilarisstokje in de andere, en de Officiant zegt haar: „ Esto fide-lis usque ad mortem, et dabitur tibi corona gloriaequot; , en besproeit haar nog eens met wijwater.

Dan maakt de Bruid, benevens de Eerw. Mater en Moeder Sup-priorin, eene buiging, en gaat tus-schen dezelfde Eerw. Mater en Moeder Suppriorin naar haar kniel-bankje in het midden van het koor, en daar nedergeknield , en de kaars op den kandelaar, en het stokje tegen de knielbank gesteld zijnde , begint zij, indien het eene Koor-

-ocr page 114-

— 108 —

zuster is, het Responsorium: „ Keg-num mundiquot; te zingen, zooals dat staat onder de Manier van de Kleeding der Religieuzen, bladz. 38. En het koor gaat daarmede voort tot het einde toe , op de noten van het Processionaal, bl. 140.

Het Responsorium uitgezongen zijnde, zingt de Bruid alleen het Vers : „ Eructavit cor meum verbum bonum : * dico ego 023era mea Regi\'quot;; waarop het koor op dezelfde noten als te voren hervat: „ Quem vidi, quem amavi, in quem credidi, quem dilexiquot;. En dan zingt de Bruid nog eens alleen : „ Gloria Patri, et Filio, et Spiritui Sanctoquot;, zooals zulks staat in het Processionaal ; waarop het geheele koor andermaal hervat: „ Quem vidi, quem amavi, in quem credidi, quem dilexiquot;.

Als het eene Leekezuster is, die haar Jubilé viert , wordt dit Res-

-ocr page 115-

- 109 —

sponsorium met de gezegde Verzen achtergelaten; en indien het eene Koorzuster is, die hare partij in dien ouderdom niet kan zingen, zullen de Cantricen dezelve aanvullen.

Nadat men dit Responsorium gezongen heeft, staat de Bruid weder op, neemt de brandende kaars in de eene hand en haar stokje in de andere, en maakt met de Eerw. Mater en Moeder Suppriorin eene behoorlijke buiging voor het uitstaande Allerheiligste Sacrament, en komt tusschen haar beiden zoo nog eens voor aan de tralie, alwaar zij andermaal eene buiging gemaakt hebbende, nederknielt op het kussen dat daar ligt ; en de Officiant , naar de Bruid gekeerd zijnde, zegt; „Kyrie eleisonquot;, waarop het koor beurtelings volgens gewoonte ant-

O O O

woordt; „ Ch riste eleisonquot; en „ Kv-

7

-ocr page 116-

— 110 —

„ rie eleisonquot;. En na op de gewone wijze in stilte het „ Pater nosterquot; daarbij te hebben gebeden, leest de Officiant luid op over de Bruid de volgende Verzen en Oraties, die door het koor met hunne Responsoria worden beantwoord : „ Et ne nos inducas * in tenta-

„ tionem.

„ Sed libera nos * a malo. „f. Jubilate Deo * omnis terra. „ Servite Domino * in laetitia. „ f. Salvam fac Ancillara tuam *

„ Doraine.

ïj.\'. Deus meus * sperantem in te. „ f. Ora pro ea * sancta Dei Ge-„ nitrix.

„9*. Ut digna efficiatur * promis-

„sionibus Christi.

,, f. Domine exaudi * orationem ,,meam.

,, ty. Et clamor meus * ad te veniat. „ f. Dorninus * vobiscum.

,, ty. Et cum spiritu * tuo.

-ocr page 117-

_ 111 __

Oremus.

„ Omnipotens sempiterne Deus, „ qui mandata tua usque in finem „ custodientibus , ac in lege tua „ perseverantibus largam tuae be-,, nedictionis abundantiam promi-,, sisti, tribue quaesumus huic Fa-„mulae tuae, cujus Anni Jubilaei „ diem ab ingressu deserti nostrae „ sacrae Religionis celebramus, tuae „ gratiae largitatem , ut quae amore „ tui Nominis, jugo tuae servitutis ,,in nostro Ordine diutius se ad-,, strinxit, ac mandatis Sanctorum ,, Patrum , secundum suae fragili-„tatis et tui auxilii largitatem hu-„militer obedivit, Coelestis gloriae ,, perpetuam mereatur percipere ,, mansionem. Per Christum Domi-„ num nostrum. Amen.

Oremus.

„ Domine Jesu Christe, qui es via, ,, sine qua nemo venit adPatrem,

-ocr page 118-

— 112 —

et sine qua nemo potest in sta-dio praesentis vitae currens, ac-cipere braviuin, quique banc Fa-mulain tuain Sororein nostram ab adolescentia sua usque ad hunc diem per quinquaginta Annos a carnalibus desideriis abstractum in nostro sacro Ordine, Genitrici tuae Mariae de Monte Carmelo dedicate, ministrare fecisti, ipsam perviam regularis disciplinaegra-tiose deducendo; quique etiam peccatores vocare dignatus es, et non tantum justos, dicens: Ve-nils ad me omnes, qui lahoratis et onerati estis, et ego reficiam vos: et qui vrihi ministrat, me sequatur. Praesta, quaesumus, ut baec Fa-mula tua. Soror nostra, tua dulci refectione sustentetur, et a te, in cujus vinea usque ad decre-pitam et ultimam quasi vitae suae horam, juxta posse, fideliter la-boravit, usque in finem etiam, te

-ocr page 119-

— 113 —

„adjuvante, perseverans, promis-,, sum diurnuin praeinium pro rner-„cede, opere consurninato, fina-„ liter percipere mereatur. Qui vi-„ vis et regnas in saecula saeculo-,,rum. ly. Amen.

Oremus.

,, Protege Doinine Famulam tuam „subsidiis pacis, et Beatae Mariae „seinper Virginis Patrociniis con-„tidentem, a cuuctis hostibus redde „securam. Per Christum Dominum „nostrum. 15?. Amenquot;.

Dit antwoord door het koor gegeven zijnde , besproeit de Officiant de Bruid nog eens met wijwater, en zich naar het Altaar keerende begint hij plechtig op den toon van het orgel aan te heffen : „ïe Deum lau damnsquot;.

En Moeder Suppriorin de Bruid hare brandende kaars en stokje afnemende, zet de eerste op den

7*

-ocr page 120-

— 114 —

kandelaar voor de knielbank, en het laatste tegen de knielbank ; en de Bruid legt zich gedurende de twee of drie eerste Verzen van voorzegden Lofzang plat ter aarde uitgestrekt neder met het aange-

c? o

zicht op het kussen, en wordt daarin geholpen door de Eerw. Mater en Moeder Suppriorin ; wel te verstaan , als zij sterk genoeg is; maar als haar zulks te inoeie-lijk zou vallen om de zwakheid l van den ouderdom, of anderszins, dan zal zij mogen knielen, of ook staan, naar dat de nood zal ver-eischen; en in dit geval mag zij de kaars met het stokje in hare handen houden, tot dat de twee of drie eerste Verzen van sezes-

O O

den Lofzang door het koor gezon-

O O

gen zijn , wanneer de Officiant haar nog eens met wijwater besproeit. En indien zij plat ter aarde ligt uitgestrekt, of knielt, zullen de

-ocr page 121-

— 115 —

Eenv. Mater en Moeder Snppriorin haar dan ophelpen, en haar het Ju-biléstokje weer in de hand geven ; maar indien zij is blijven staan, zal Moeder Snppriorin haar slechts de kaars afnemen, en die op den kandelaar plaatsen, en weder bij de Bruid komen.

Intusschen maakt de Officiant met zijne Dienaars eene behoorlijke eerbewijzing aan het Allerh. Sa-crament, en keert zich nog eens met het aangezicht naar de tralie, om de Bruid te verwachten, en haar door de tralie het einde zijner Stool te kussen te geven; en de Bruid met de Eerw. Mater en Moeder Snppriorin, insgelijks eene diepe buiging voor het Allerh. Sacrament gemaakt hebbende, komen dan tot den Officiant, voor wien de Bruid nosj eene buigino: maakt, en dan neemt zij het einde zijner Stool, dat zij zeer eerbiedig kust,

-ocr page 122-

— 116 —

zecrtjende, indien het eene Koorzuster is: „ Ora Deum pro me, Paterquot;, of Avel, als het eene Leeke-zuster is: „ Bid God voor mij, Vaderquot;; waarop hij haar met een woord veel geluk wenscht; en dan keert de Bruid zich terstond naaide Eerw. Mater, omhelst haar eerbiedig, en zegt haar: „Ora Deum pro me. Materquot;; of, als het eene Leekezuster is: „ Bid God voor mij, Materquot;; en daarna doet zij hetzelfde aan Moeder Suppriorin, mits zij daar bij staat, zeggende tot baar: „Ora Deum pro me, Soror\', of wel: „ Bid God voor mij, Masoeurquot;, in geval het eene Leekezuster is; en deze wenschen haar ook veel geluk; en dit gedaan zijnde maakt de Bruid met de Eerw. Mater en Moeder Suppriorin nog eene buiging aan den Officiant, en deze met zijne Dienaars wederkeerig aan haar, en daarmede gaat de Officiant

-ocr page 123-

— 117 -

met zijne Dienaars naar de Sacris-tij, om zich voor te bereiden, zich verder aan te kleeden, en de Hoogmis te doen van de H. Drievuldigheid.

En de Eerw. Mater en Moeder Suppriorin geleiden integendeel de Bruid naar de andere Religieuze Jubilarissen, indien er eenige zijn, om deze op dezelfde wijze, en met dezelfde aanspraak te omhelzen, gelijk dit ten opzichte van Moeder Suppriorin gezegd is. En dit geschied zijnde, vergezellen haar de Eerw. Mater en Moeder Suppriorin naar de oudste gesluierde Keligfieu-

o O

ze van den rechter kant van het koor, en zoo verder tot de jongste gesluierde Religieuze toe van dien kant, (de Eerw. Mater voor haar gaande en Moeder Suppriorin haar volgende), die zij alle achter elkander omhelst, met hetzelfde verzoek, gelijk zij aan Moeder Suppriorin ge-\'

-ocr page 124-

— 118 —

daan heeft. En komende tot de Lee-kezusters van dienzelfden rechter kant, zegt zij aan haar: „Bid God voor mij , Zusterquot;. Waarna zij door de Eerw. Mater en Moeder Supprio-rin (in het midden van het koor eerst alle drie te samen eene diepe buiging makende aan het Hoogwaardig Sacrament) geleid wordt naar den linker kant van het koor, om daar insgelijks te doen , beginnende van de oudste Koorzuster tot de jongste , en dan van de oudste Leeke-zuster tot de jongste; terwijl het koor gedurende deze Ceremoniën altijd voortgaat met den voormelden Lofzang: „Te Deum laudamusquot;.

Na de omhelzing der jongste Leekezuster maken de Eerw. Mater en Moeder Suppriorin benevens de Bruid weder eene buigina: aan het

O O

Allerheiligste Sacrament, en vergezellen haar dan naar hare knielbank , alwaar de Bruid, nadat zij

-ocr page 125-

— 119 —

gelijkelijk nog eene buiging gemaakt hebben , nederknielt tot aan het einde van het „ Te Deumquot;, terwijl de Eerw. Mater en Moeder Suppriorin intusschen in het koor naar hare plaatsen gaan, om met de andere Religieuzen de Mis te helpen zingen.

Het „Te Deumquot;geëindigd zijnde, beginnen de Cantricen met jn-oote plechtigheid en begeleiding van het orgel de Hoogmis te zingen van de H. Drievuldigheid, die door het koor vervolgd wordt als naar gewoonte bij dergelijke gelegenheid.

Onder de Mis mag de Bruid met de andere Jubilarissen, indien er meerdere zijn , ten tijde van het Gloria, Graduaal, Credo en Offertorium zitten.

Voor de Mis wordt de Zegen niet gegeven, vermits men dien gegeven heeft bij het uitstellen van het Allerheiligste Sacrament, voor de

-ocr page 126-

— 120 —

vernieuwing der Professie.

Onder deze Mis gaat ook niemand anders ter Communie dan de Bruid alleen.

Na de Mis wordt het „Tantum ergoquot;, etc. en „Genitoriquot;, etc. gezongen , en de Benedictie gegeven , waarna het Allerheiligste Sacrament wordt weggezet.

En de Officiant met zijne Dienaars naar de Sacristij terugkee-rende, leggen daar de Kazuifel, Tu-nicella en Dalmatica af, benevens den Manipel van den Priester , en komen zoo te samen terstond wederom in hun ander gewaad naaide tralie; eu intusschen komen de Eerw. Mater en Moeder Supprio-rin ook bij de Bruid, die van hare knielbank opstaat, en daar eene buiging gemaakt hebbende, geeft haar de Eerw. Mater de kaars in de eene hand en het stokje in de andere; en zoo komt zij tusachen

-ocr page 127-

— 121 —

haar beiden weder voor naar de tralie, alwaar zij met haar drieën te samen nog eene diepe buiging maken; en dan knielt de Bruid stilletjes neer op het kussen , dat daar ten dien einde blijft liggen.

En degene, die het Officie doet, begint terstond het Vers te zingen: „ Adjutorium nostrum * in nomine Domini\', waarop het koor antwoordt ; „ Qui fecit coelum * et terrainquot;. Daarna zingt hij de volgende Oratie, die het koor met het Responsorium beantwoordt:

Oremus.

„Deus omnipotens. Plasmator „ corporum, Afflatorque anhnarum, „qui nullam spernis sexus condi-„ tionem , nullam aetatem tua gra-„tia ducis indignain , sed omnium „ aequalis es Creator et Redemptor, „ tu liane Famulam tuam , quam ex „numero gregis tui Bonus Pastor

-ocr page 128-

- 122 —

„ eligere, et hucusque servare,at-„ que ad perpetuae Virginitatis vo-„tum emittendum et renovandum „ allicere dignatus es, usque in fi-„nem custodi, et confer ei,quae-„sumus, tua dementia, ut felici-„ ter universa diaboli superet fig-„ menta, atque contemnendo prae-„sentia, futura sectetur, et prae-„ missis virtutum Annis, tandem „ ad immarcessibilem vitam in Coe-„ lis vaU at pervenire. Per Christum „ Dominum nostrum.

„ ip. Amenquot;.

Na dit gebed besproeit de Officiant de Bruid met wijwater, en dit gedaan zijnde, staat zij op, en met de Eerw. Mater en Moeder Suppriorin eene buiging gemaakt hebbende, keert zij naar hare knielbank in het midden van het koor terug; en daar komen haar twee Religieuzen te gemoet, die samen op het einde van het koor eerst

-ocr page 129-

— 123 —

eene buiging gemaakt hebbende, de Jubilariskroon in de hand houden, en zoo tot de Bruid komen, welke hare kaars en stokje overgeeft aan de Eerw. Mater en Moeder Suppriorin, om op den kandelaar en naast het knielbankje geplaatst te worden, en als zij dan geknield is, maken die twee Religieuzen ook aan haar eene buiging, en de kroon boven haar hoofd houdende, heffen zij de Antiphoon „Veni Sponsa Christiquot; aan, zooals die staat in de Manier van de Kleeding der Religieuzen, bl. 53; en de Religieuzen zingen die verder uit tot het einde toe, er in den Paaschtijd bijvoegende: „ Alleluiaquot;, maar buiten dien tijd niet.

Terwijl het koor dit zingt, spelden die twee Religieuzen met behulp van de Eerw. Mater en Moeder Suppriorin de kroon op het hoofd van de Bruid.

-ocr page 130-

— 124 —

Nadat zij de kroon op het hoofd heeft, zingt degene die het Officie doet, het volgende Vers: „Deus docuisti me* a juventute meaquot;; waarop het koor antwoordt: ^\'.„Usque in senectam et senium * Deus ne dereliuquas mequot;. En dan zingt de Officiant de volgende Oratie:

Oremus.

„ Exaudi nos , Domine Sancte „Pater Omnipotens Aeterne Deus, „ et mittere digneris Sanctum An-„ gelum tuum de Coelis, qui custo-„ diat, foveat, protegat, visitet et „defendat hanc Famulam tuam et „ omnes habitantes in hoe habita-„ culo. Per Christum Dominum nos-„trumquot;. Waarop het koor antwoordt : „ i^.». Amenquot;.

Daarna keert zich de Priester met zijne Dienaars naar het Altaar, en begint het ResponsoriumMedia vitaquot; te zingen zooals dat op noten

-ocr page 131-

— 125 —

staat in het Processionaal, bl. 150, en het koor gaat daarmede voort. Het Responsorium geëindigd zijnde met de gewone ceremoniën van knielen en opstaan, gelijk op andere tijden, zingen de Cantricen onder haar beiden het Vers: „Ne projicias nosquot;, etc. geheel uit, zooals het op de gezegde plaats in het Processionaal onmiddelijk volgt; waarna het koor nog eens hervat : „ Sancte Deus, Sancte Fortis, Sanc-te Misericors Salvator, amarae morti ne tradas nosquot;, op dezelfde noten, en met hetzelfde driemaal knielen en opstaan als tevoren. En daarmede eindigen de Ceremoniën van dit Feest; waarna de Officiant met zijne Dienaars naar de Sacristij gaat, en de Bruid pro-cessieswijze door de Religieuzen naar hare kamer wordt vergezeld, terwijl de Cantricen op den zesden toon den Psalm : „ Laudate Domi-

-ocr page 132-

— 126 —

num de coelis: * laudate Eum in excelsisquot; zingen , en het koor achter elk Vers op denzelfden toon herhaalt: „ Juvenes, et Virgines , senes cum junioribus laudent Nomen Domini: * quia exaltatum est Nomen ejus soliusquot;. Zoodra allen aan de cel van de Jubilaris gekomen zijn, wordt de Psalm door de Cantricen geëindigd of afgebroken

~ O O

met het „ Gloria Patri, et Filioquot;, etc., waarop het koor hervat: „Juvenes, et Virginesquot; etc. Daarna zingen de Cantricen : „ Sic ut erat in principioquot; etc., en het koor wederom: „Juvenes, et Vii\'ginesquot; etc. En als nu het koor dit Vers geheel uitgezongen heeft, zingen de Cantricen nog eens de helft daarvan, te weten: „Juvenes, et Virgines, senes cum junioribus laudent Nomen Dominiquot;, en het koor vult de overblijvende helft aan: „Quia exaltatum est Nomen

-ocr page 133-

— 127 —

ejus soliusquot;; en wenscht daarmede aan de Jubilaris nog eens in het algemeen veel geluk.

Psalmus 148.

„ Laudate Dominum de coelis : • laudate euin in excelsis.

„ Laudate eum omnes Angeli „ ejus ; * laudate eum omnes vir-„ tutes ejus.

„ Laudate eum sol , et luna : * „laudate eum omnes stellae, et „ lumen.

„ Laudate eum coeli coelorum: „ * et aquae omnes , quae super „ coelos sunt, laudent nomen Do-„ mini.

„ Quia ipse dixit, et facia sunt: * „ipse mandavit, et creata sunt.

„ Statuit ea in aeternum, et in „ saeculum saeculi; * praeceptum „posuit, et non praeteribit,

„ Laudate Dominum de terra: * „ dracones, et omnes abyssi.

-ocr page 134-

— 128 —

„ Ignis, granclo , nix , glacies, „ spiritus procellarum : * quae fa-„ ciunt verbiiin ejus.

„ Montes, et onines colles : * ligna „ fructifera, et oinnes cedri.

„ Bestiae, et universa pecora : * „ serpentes , et volucres pennatae.

„ Keges teri\'ae, et oinnes populi: „ * principes, et oinnes judicesterrae.

„Juvenes, et virgines , senes „ cum junioribus laudent nomen „ Domini : * quia exaltatum est no-„ men ejus solius.

„ Confessio ejus super coelum, „ et terram, * et exaltavit cornu „ populi sui.

„ Hymnus omnibus sanctis ejus ; „* filiis Israel, populo appropin-„ quanti sibi,

„ Gloria Patri, etc.

„ ^icut erat in principio, etc.quot;

1 M PRIMATUR.

Haaren, J. CUYTEN,

9 Mart. 1883. Vras. Sent Libr Cwm

-ocr page 135-

V ■-

■ ■

-ocr page 136-
-ocr page 137-
-ocr page 138-