-ocr page 1-
-ocr page 2-
-ocr page 3-
-ocr page 4-
-ocr page 5-

oC*

i/Z; \\

-ocr page 6-
-ocr page 7-

SCHAT

EENE VERZAMELING

UAN OEFENINGEN EN GEBEDEN

VOOR

5%

R. ü. Christeiien.

Met (locdkeiirins:.

Voignummwr (Sibliotheek /2^3

-ocr page 8-
-ocr page 9-

rr A F IC I.

DER

VERANDERLIJKE FEESTDAREN.

JAAR.

ASCHDAG.

PASCHEN.

PINKST.

1884

27 Febr.

13 April.

1 Junij.

1885

18 Febr.

5 April.

24 Mei.

1886

10 Maart.

25 April.

13 Junij.

1887

23 Febr.

10 April

29 Mei.

1888

15 Febr.

1 April.

20 Mei.

1889

6 Maart.

21 April.

9 Junij.

1890

19 Febr.

6 April.

25 Mei.

1891

11 Febr.

29 Maart.

17 Mei.

1893

2 Maart.

17 April.

5 Junij.

1893

15 Febr.

2 April.

21 MM.

1894

7 Febr.

25 Maart.

13 Mei.

1895

27 Febr.

14 April.

2 Jnnij.

1896

19 Febr.

5 April.

24 Mei.

1897

3 Maart.

18 April.

C) Junij.

1898

23 Febr.

10 April.

29 Mei.

1899

15 Febr.

2 April.

21 Mei.

1900

28 Febr.

15 April.

3 Junij.

1901

20 Febr

7 April.

26 Mei.

1902

12 Febr.

30 Maart.

18 Mei.

1903

25 Febr.

12 April.

31 Mei.

-ocr page 10-

Van het jaar en zijne deel en.

Het jaar heeft 12 maanden, 52 weken en één dag • maar 365 dagen en 6 uren, en viermaal 6 uren , maken alle vier jaren één dag, en dat jaar wordt genoemd schrikkeljaar.

Va7t de Quatertemper-dagen.

De Quatertemper-dagen worden gehouden, \'s woensdags, vrijdags en za-turdags; de eerste na den derden zondag van den Advent 5 de tweede, na den eersten zondag van de Vasten 5 de de derde, na Pinksteren 5 en de vierde, na heilige Kruis-verheffing.

Nota. Behalve de Vasten en de Qua-tertemper-dagen, is het vastendag op de Vigiliën, ofde\'dagen voor de feestdagen van Pinksteren, Petrus en Paulus, Hemelvaart van Maria, Allerheiligen en van Kersmis. Op St. Marcusdag en de drie Kruisdagen moet men vasten tot \'s middags en den geheelen dag vleesch derven.

Van den advent.

De Advent begint altijd den zondag die het naaste is aan den feestdag van den heiligen Apostel Andreas.

-ocr page 11-

KORTE ONDERWIJZING WEGENS HET GEBED.

Het gebed is eene verheffing des harten tot God, waardoor wij zijne opperste Majesteit aanbidden en eeren, zijne genade, grootheid en kracht loven. Hem vergiffenis vragen over onze zonden. Hem bedanken voor zijne weldaden of nieuwe gunsten , en hetgeen ons en anderen zalig is te vragen.

Het gebed is dan eigenlijk, de bekendmaking der begeerte van ons hart aan God, zonder welke het gebed niet kan bestaan: want hij bidt niet, die met het hart niet begeert, hetgene hij door zijne woorden vraagt. En deze bekendmaking van onze begeerte geschiedt, of door enkele beweging van ons hart, en wordt genoemd inwendig gebed : of door uitwendige woorden , en wordt alsdan genoemd mondgebed : zoo nogtans , dat het inwendig gebed altijd de ziel van het mondgebed moet zijn 5 aangezien

-ocr page 12-

I 6 KORTE ONDERWIJZING

noch de woorden, noch de enkele gedachten het gebed uitmaken, maal wel de begeerte des harten.

Om wel te bidden , moet men zich bereiden tot het gebed, liet boek Kc-clesiasticus c. 8, v. 13, zegt: « Bereidt \' uwe ziel voor het gebed, en wilt niet j; zijn als een mensch die God tergt.quot; Volgens den II. Chrysostomus, moeten wij niet alleen bidden, maar zoo bidden dat wij verhoord worden: hiertoe worden bijzonderlijk vereischt:

Ten eerste; een levendig geloof^ en \' dit leert ons Christus zelf bij Malt. c.

I 12. « Al wat gij met het geloof in het i gebed zult verzoeken , zult gij verkrijgen. quot; En aan hen wiens smeekingen en gebeden in het Evangelie verhoord zijn, heeft Christus gezegd: «uw geloof heeft u gezond gemaakt. quot;

Ten tweede, eene vaste hoop op God, |i die zegt door den mond van den konink- || lijken profeet David : « omdat hij in mij j gehoopt heeft, zal ik hem verlossen5 hij i| zal mij aanroepen en ik zal hem verhoo-ren.quot; De H. Chrysostomus zegt, schrijvende over den IV Psalm. « Vooral is

-ocr page 13-

WEGENS HKT GEBED. 7

noodig, dat , wie bidt, een vast betrouwen heeft om hetgeen hij vraagt te bekomen. quot;

Ten derde : is tot een volstandig gebed de liefde noodig * dewijl Christus, die de oorsprong van de liefde, en diensvolgens alle liefde waardig is, zegt; bij Joannes c. 15. v. 7. « Indien gij in mij zult blijven en mijne woorden in u, al hetgeen gij zult willen, zult gij vragen , en het zal u geschieden. quot;quot;

Ten vierde : wordt in het bidden de ootmoedigheid vereischt. Het boek Ec-clesiasticus zegt: «het gebed van die zich verootmoedigt, dringt door de wolken, en het zal niet weggaan, voor dat de Allerhoogste het aanziet. quot; Tot wien zal ik zien, dan tot den armen en vermorzelden van geest? (Isaïas. c. 66, v. 2.)

Ten vijfde : om wel te bidden, moeten wij het ongelijk ons aangedaan vergeven 5 en dit leert ons Christus zelf, zeggende: « Als gij zult staan om te bidden, zoo vergeeft indien gij iets tegen iemand hebt5 opdat uw Vader, die

-ocr page 14-

8 KORTE ONDERWIJZINGEN ENZ. in de.Hemelen is, u uwe zonden ver-geve. quot; Marc. cap. 8, v. 25.

Eindelijk moet men, biddende , vragen hetgeen God behagelijk en ons zalig is 5 opdat in ons niet-plaats hebbe hetgeen de H. Jacobus ( cap. 4. v. 3.) zegt: « Gij bidt en verkrijgt niet, omdat gij kwalijk bidt.quot; Willen wij dan verhoord worden, zoo moeten wij vragen hetgeen de wil Gods is, gelijk de Evangelist Joannes zegt in zijnen eersten Brief, cap. 5. v. 14. «■ Dit is het betrouwen dat wij in God hebben, dat hij ons verhoort, indien wij volgens zijnen wil zullen vragen. quot;

:i

p

-ocr page 15-

i|| ^ ^) t^quot; t^) ^ lt;^~

p;l£rV0C«fll?l?CÏgt;Ct1;»

Zoodra gij ontwaakt, zij uwe eerste ge- jij dachte, de eerste beweging van uw hart jij tot God; maak het teeken des heiligen j kruises op voorhoofd, mond en borst, om alzoo uwe gedachten, woorden en werken van den geheelen dag aan | God op te dragen en er zijnen zegen over te verzoeken. Sta op, zoo veel \'j mogelijk, op een bepaald uur ; sta op ji met eene vlijt, als zijnde onder de oogen jj van God en in de tegenwoordigheid dei-heilige engelen. U kleedende , houd u bezig met de volgende overdenkingen : i Go(/ ziet alles ; God hoort alles ; God weet alles; ik wil mij dus 7vachte?i van alle kwade gedachten, woorden en werken. — God | straft het kwade en loont het goede, dus | wil ik hem vreezen en beminnen. — De \' r eg te weg ten hemel heeft Christies aan j| het kruis getoond : dus wil ik in alles |

-ocr page 16-

10 MOltGENGEBEDKN.

geduldig zijn. Misschien is deze dag de laatste van mijn leven ; dus wil ik zoo leven, als of ik verzekerd ware heden voor mijnen goddelijken regter te verschijnen. Gekleed zijnde doe uw morgengebed.

Morg-eng-ebeden.

Hel morgengebed is een pligt, welke God als de eerstelingen van den dag aanneemt, die Hem dus met de meeste godsdiensiigheid moeten gewijd worden, j: Van de getrouwheid in het volbrengen van dezen pligt, hangt dikwijls de goe-| de uitslag der overige werken van den i dag af\'. Men zoude den dag slecht bell ginnen, indien men dien begon zonder ! God om de hulp zijner genade gebeden, !l en zonder Hem voor de nachtrust geil dankt te hebben. Ontbreek nooit aan dezen pligt5 maar alvorens te bidden, : keer in u zeiven, overdenk wie gij zijt en wie God is, voor wiens oogen gij ij verschijnt \\ dan zult gij de aangelegenheid van het werk, hetwelk gij gaat verrigten, en de gevoelens van ootmoedigheid, van berouw over uwe zonden, van eerbied, van aandacht, van zedig-

-ocr page 17-

MORGENGEBRDEN. 11

heid, van vurigheid, van liefde en van betrouwen, met welke gij altijd moet bidden, ligtelijk bevatten.

In den naam des Vaders, en des j Zoons, en des heiligen Geestes. Amen.

Laten wij ons stellen in de tegenwoor- \\ digheid Gods en Hem aanbidden.

Allerheiligste en hoogwaardigste |] Drievuldigheid, één God in drie personen ! ilc geloof dat Gij hier tegen- ! woordig zijt; ik aanbid U met de , gevoelens van den diepsten ootmoed, eu ik bewijs U uit ganscher harte j den eerbied, dien inen uwer opperste i Majesteit schuldig is.

Laten wij God danken voor de genade, die wij van Hem ontvangen hebben, en Hem de werken van dezen dag opdragen.

Ik dunk U, o weldadige God, uit den grond mijns harten voor al de genaden, welke ik ooit van U ontvangen heb. Uwe goedheid heeft mij tot op dezen dag bewaard, die ik dan ■

-ocr page 18-

13 MORGENGEBEDEN,

ook alleenlijk tot uwe heilige dienst j;

jl besteden wil. Al mijne gedachten, jj

j woorden eu werken draag ik ü op. !l

|: Zegen ze, Heer! opdat ze alle door ||j

| uwe liefde bezield, tot uwe meerdere ijl l| eer geschikt worden.

Laten wij het voornemen maken de zon-j] den te vlugten en de deugd te oefenen.

Minnelijke Jesus! goddelijk voor-j|| beeld der volmaaktheid, naar hetwelk !

wij moeten streven : met de hulp uwer !!: genade wil ik alles aanwenden, om | ji zachtmoedig, kuisch, ijverig, verdul- j dig en liefdadig te worden ; ik zal mij bevlijtigen om niet meer in de ge- jj ||| breken, die ik dikwijls bedrijf en ij waarvan ik mij opregt verlang te , i beteren , te hervallen.

Laten wij God om de genade verzoeken die ons noodig is.

U, o God! is mijne kwaal bekend: ik vermag niets in de orde der zaligheid zonder uwe genade. Weiger mij

-ocr page 19-

MORGENGEBEDEN. 13 I dezelve niet, o mijn God! geef mij genoegzame sterkte om liet kwade, dat Gij mij verbiedt, te achterlaten, het goede dat Gij van mij begeert te doen, en al het lijden, dat uwe voorzienigheid mij heden beschikt, ge-duldiglijk te verdragen.

Laten wij de akten der drie goddelijke \\ deugden verwekken.

Akte van Geloof.

Mijn Heer en mijn God! ik geloof vastelijk alles wat Gij geopenbaard hebt en de heilige katholijke Kerk mij voorhoudt te gelooven, omdat Gij de opperste en onfeilbare waarheid zijt.

In en voor dit geloof wil ik leven j en sterven.

Akte vau Hoop.

Mijn Heer en mijn God! ik hoop met een vast betrouwen dat Gij mij, door de verdiensten van Jesus Christus, de vergiffenis mijner zonden, de

-ocr page 20-

14 MORGENGEBEDEN.

genade om wel te leven, en hiernamaals liet eeuwige leven znlt verkenen ; omdat Gij oneindig goed, al-magtig en getrouw in uwe beloften ziit.

In deze hoop wil ik leven en sterven.

Akte van Liefde.

Mijn Heer en mijn God ! ik bemin U boven al, uit gebeel mijn liart, omdat Gij het opperste goed zijt, en ik bemin mijnen evennaaste gelijk mij zeiven, uit liefde tot U.

In deze liefde wil ik leven en sterven.

Onze Vader, die in de hemelen zil1-

1. Geheiligd zij uw naam.

2. Ons toekome uw rijk.

3. Uw wil geschiede op de aarde als in den hemel.

4. Geef ons heden ons dagelijksch brood.

5. En vergeef ons onze schulden ,

-ocr page 21-

MOHGENOEBEDUN. 15 gelijk wij vergeven onzen sclmlde-j: naren.

fi. En leid ons niet, in bekoring.

7. Maar verlos ons van den kwade, i t Amen.

,

Weesgegroet, Maria, vol van ge- [ j nade; de Heer is met u; gezegend j j zijt gij boven alle vrouwen, en geze- j

gend is de vrncht uws ligchaams j Jesvis. Heilige Maria, Moeder Gods, j bid voor ons arme zondaars, nu, en ! in de uur onzes doods Amen.

1. Ik geloof\'in God den Vader almag-j tig. Schepper van hemel en aarde.

3. En in Jesus Christus, zijnen j eenigen Zoon, onzen Heer.

3. Die ontvangen is van den hei-

| ligen Geest, geboren uit de maagd j ; Maria.

4. Die geleden heeft onder Pon-| tins Pilatus, is gekruist, gestorven | en begraven.

5. Die nedergedaald is ter helle, 1

-ocr page 22-

16 MORGENGEBEDEN.

ten derden dage verrezen van den i dood.

6. Die opgeklommen is ten hemel, zit ter regterhand Gods, zijns Vaders almagtig.

7. Van daar zal Hij komen oor-deelen de levenden en de doöden.

8. Ik geloof in den heiligen Geest.

9. Eene heilige, katholijke Kerk, gemeenschap der Heiligen.

10. Vergiffenis der zonden.

11. Verrijzenis des vleesehes.

12. En het eeuwige leven. Amen.

1. Boven al bemint eenen God.

2. LTdelijk nooit zweert noch spot.

S. Viert heiliglijk den dag des

Hoeren.

4. Gij zult vader en moeder eeren.

5. Met wil of met werken, slaat niemand dood.

6. Doet geen overspel noch on-knischheid snood.

7. Gij y.ult niet stelen noch on-reo-tvaardia: leven.

1

-ocr page 23-

..........■ 1

MORGENGEBEDEN. 17

8. Gij znlt geen getuigenis der jj ijl valsohlieid geven.

9. Begeert niemands bedgenoot.

10. Nocli iemands goed, het zij ij i|| klein ot\' groot.

1. De heiligdagen znlt gij vieren.

3. En ook misse hooren met goede iil j manieren. !| l\'| 3. Geen geboden vastendagen zult

{i| gij breken.

4. Gij znlt uwen priester ten min- jl j ste ééns \'sjaars uwe biecht spreken.

5. En nuttigen omtrent Paschen j het ligehaam des Heeren.

Dit gebiedt onze moeder, de heilige j Kerk, te vereeren.

Laten wij hidden voor het hehcud van !] Kerk en Staat.

|i Bewaar, o God! uwe Kerk, die af- j

j gekócht is met den prijs van het lij

j bloed mvs Zoons; bevredig haar, be- 1

f stier haar, geel\' haar herders en dio-

-ocr page 24-

18

naars naar uw hart, vervuld met ijver en liefde.

Verspreid uwen zegen over dit land , over dit bisdom, over dit huis, over ieder van ons in het bijzonder , over hen voor welke wij verpligt zijn te bidden, of die zich in onze gebeden bevolen hebben. Geef allen de noodige genade, om in de have der eeuwige zaligheid te landen.

Laten wij den bijstand verzoeken van de allerheiligste Maagd, van onzen Engelbewaarder en van onze heilige Patronen.

Salve Begina.

Wees gegroet, o Koningin , Moeder der barmhartigheid ! wees gegroet, ons leven, onze zoetigheid en onze hoop! Tot u roepen wij, verbannen kinderen van Eva. Tot u verzuchten wij, kermende en weenende in dit dal der tranen. Welaan dan, onze middelares, keer uwe barmhartige oogen tot ons, en toon ons

-ocr page 25-

SIORGF.NGKB KJ J IN. 19

j na deze halliiigsclmp de gezegende vrucht uws ligchaams Jesns. O geil nadige, o mededoogende, o zoete ? | Maagd Maria !

| v. Gewaardig dat ik u love, o hei-j lige Maagd !

il. Geel\' mij sterkte tegen uwe vij-j anden.

I v. Gezegend is God in zijne Hei- j J ligen.

E. En heilig in zijne werken.

Heilige Engel, mijn bewaarder, mijn getrouwe en liefdadige leids-1 man! verkrijg mij de genade, dat ik ![ uwe heilige inspraken navolgen en ij mijne voetstappen zoo inrigten kan, | || dat ik van den weg der geboden i, l!! Gods niet afwijke.

Groote Heilige, wiens naam ik j het geluk heb te dragen ! heilige :j ï Patronen van dit bisdom en van deze ij parochie! glorierijke H. Jösef, waar- l [i] dige bruidegom van Maria! en gij j

bijzonderlijk , wier feestdag wij he-1 den vieren! beschermt mij, bidt voor ï|

-ocr page 26-

jij 20 MORGENGEBEDEN.

i raij, opdat ik God diene, gelijk gij Hem op aarde gediend hebt, en Hem ! met u in den hemel eeuwiglijk love jj en danke. Amen.

De Groetenis des JSngels.

A/s de bcdeklok luidt.

ANGELUS.

De engel des Heeren heeft aan Maria geboodschapt; en zij heeft |j; ontvangen van den heiligen Geest. Wees gegroet, enz.

Zie de dienstmaagd des Heeren ; Ijl raij geschiede naar uw woord. Wees lj| yegroei, enz.

En het Woord is vleesch geworden; |j: en het heeft onder ons gewoond. Wees gegroet, enz.

LAAT ONS BIDDEN.

6 Heer! wij bidden U, stort uwe || genade in onze harten, opdat wij , j! die door de boodschap des Engels

-ocr page 27-

MORGENGEBEDEN. 31

de menscliwording\' van Christus, uwen Zoou, gekend hebben , door zijn lijden en kruis gebragt worden tot de uiorie der verrijzenis; door denzelfden .Tesns Christus, onzen Heer. Amen.

J

-ocr page 28-

Il - -

cxO/i c\\0/5 c\\0/? c\\Q/7 c\\0/p ^0/7 lt;^0/7 c\\0/? cxQ/? c\\0/7 cxO/p \' iTniiri ]

! | | glxTo nbrflcbcin.nt.

Indien er veel aan gelegen is den dag \' I wel te beginnen , niet minder is het van belang, dien wel te eindigen. De nieuwe i\'i genade, welke God ons gedurende den ijj dag verleend heeft, en de bescherming li! die wij van noode hebben , om den nacht jij zonder gevaar door te brengen , zijn I nieuwe beweegredenen om God te dan-il ken en te bidden.

Het onderzoek des avonds, dat als : 1 een der gewjgtigste oefeningen van het ; | christelijk leven moet beschouwd wor-. i li den, maakt een der bijzonderste deelen I van deze laatste oefening van den dag uit. [ De menigvuldige zegeningen, welke | de Heer over de huisgezinnen verspreidt, ! waar de avondgebeden gezamenlijk ver-rigt worden , dienden de vaders der huis-| gezinnen te bewegen, eene dergelijke even heilige als stichtende gewoonte in i hunne huizen tot stand te brengen. Al-1 waar er twee of drie verzameld zij ft in mij- \\

-ocr page 29-

avondgebeden.

nm naam, zegt de Heer,^ ^ midden. Wat kan er meer opwekken dan

del woorden? Wat behoorde men

te laten, om zich een zoo groot gelu te bezorgen ?

In den naam des Vaders, en des Zoons, en des heiligen Geestes. Amen.

Laten wij ons stellen in de tegenwoordig-heid Gods.

Ik aanbid U , o mijn God, met al den eerbied en de onderwerping, die mii uwe tegenwoordiglieid inboezemt, ik verootmoedig en verneder mij U , ids voor mijnen Schepper en vol | strekten Opperheer.

Laten wij God danken voor de genade , !l die wij van Hem ontvangen hebben.

Hoe zal ik U, o mijn God, genoeg-

J^danÏen \'voor \'ld de welden ,

die ik van U ontvangen heb? Gij zijt

mij van in eeuwigheid gedachtig 0

i

-ocr page 30-

24 AVONDGEBEDEN.

weest, Gij liebt mij uit liet niet ge- i trokken, Gij liebt uw leven ten beste gegeven om mij te verlossen, en Gij ^ vervult mij nog dagelijks met ontelbare genaden. Ach, Heer! wat zal ik doen tot erkentenis van zoo vele goed-|| lieden ? Vereenigt u met mij, o ge- !l

lukzalige Geesten, om den God der |: barmhartigheden te loven, die aan mij, onwaardigste en ondankbaarste | schepsel, onophoudelijk zijne welda-4 den mededeelt.

I Laten- wij God de genade vragen om onze zonden te kennen.

Eeuwige Oorsprong des lichts, heilige Geest! verdrijf de duisternissen die mij de leelijkheid cn boosheid der zonden verbergen; doe cr mij eenen zoo grooten afschrik van krijgen, o mijn God! dat ik niets zoo zeer vreeze, dan dezelve in het toekomende te bedrijven.

-ocr page 31-

AVOKDGEBEDRK.

Laten wij ons geweten onderzoeken, \\ als of wij verzekerd waren van op dezen | o ogen blik voor God te moeten verschijnen, ii

1. Tegen God, door verzuimenis der godvruchtige oefeningen, oneerbiedigheden in de kerk , vrijwillige verstrooidheden in het gebed, wederstand in de genaden, door vloeken en zweeren , door knorren en door gebrek aan betrouwen en overgeving aan den heiligen wil Gods. ;

2. Tegen de naasten^ door ligtvaar- jij dige oordeelen, versmadingen, haat, afgunst, wraakgierigheid, twist, gram- |l schap , achterklap, bespottingen, valsche ij beschuldigingen, door schade toegebragt aan goederen , aan naam en gedrag; kwade voorbeelden, ergernissen, gebrek aan eerbied, gehoorzaamheid, liefde, getrouwheid.

3. Tegen zich zeiven, door ij dele glorie, menschelijk opzigt, leugentaal, gedachten, begeerten, woorden, werken tegen de zuiverheid , onmatigheid, gramschap , onverduldigheid* door een onnuttig en zinnelijk leven, traagheid in het volbrengen van de pligten van zijnen staat.

-ocr page 32-

36 AVON DG r.B KI) EN.

Laten wij eene akte van berouw verwekken, en een vast voornemen maken van niet meer te zondigen.

Mijn God! ik verfoei al mijne zon- j den, uit liefde tot U, en omdat zij j U mishagen. Ik ongelukkige! mis- ji schien komt Jesus Christus mij deze || nacht onverwacht die ziel afvragen, | geschapen naar het beeld van God l en gansch mismaakt door de zon- i den.;., ü Vader! ik hel) tegen den |i hemelen tegen U gezondigd, ik ben niet meer waardig uw kind genoemd l| ! te word n... 0 God! zoo goed, zoo ; minnelijk en zoo waardig bemind te li worden: was dit dan hetgeen Gij van ! mijne erkentenis te verwachten hadt, [ na uw laatste druppel bloeds te 1 mijner liefde vergoten te hebben! Welk eene boosheid, welk eene ondank- 1 baarheid! welk misbruik heb ik van ii uwe verduldigheid gemaakt! Zie mij j hier, o Heer! gansch overdekt van schaamte en doordrongen van droel- j

---

-ocr page 33-

AVON DGEBR DEN. 37

||| huid bij het aanzien mijner zonden ;

ik vraag er ü zeer ootmnediglijk vcr-• giffenis van en smi-ek U, o mijn | God! door diezefde goedheid, waar-Ij van ik zoo dikwijls de uitwerksels I gevoeld heb: verleen mij de genade, dat ik van nu af\' tot aan mijnen dood er eene opregte boetvaardigheid I voor doe.

Ach, had ik ü, minnelijkste Vader, nooit vergramd! maar dewijl ik zoo li ongelukkig ben geweest van ü te mis-

I hagen, zoo wil ik U voortaan zoo veel te getrouwer dienen en door

| eene a\'ansch andere levenswijs too-| nen , hoe zeer mijne bedrevene zonden ;l mij leed zijn. Van nu af verzaak ik li alle zonden en alle gelegenheden tot ijl zondigen. Met de hulp uwer goddelijke genade, die ik ootmoediglijk vraag en met betrouwen van U hoop , i wil ik mijn best doen om ü in alles

II te behagen, en U, opperste Goed-, jl door geene zonden meer te vergram-lil men.

-ocr page 34-

] 36 AVONDGEBRDEN,

Laten wij eene akte van berouw ver-wekken, en een vast voornemeti maken | j van niet meer te zondigen.

Mijn God! ik verfoei al mijne zon- ij den, uit liefde tot U, en omdat zij lij U mishagen. Ik ongelukkige! misschien komt .Testis Christus mij deze ! naeht onverwacht die ziel afvragen, geschapen naar het beeld van God en gansch mismaakt door de zon- ■ ; den.;.. O Vader! ik heb tegen den lij hemel en tegen U gezondigd, ik ben 1 niet meer waardig nw kind genoemd Ij te word\'ii... O God ! zoo goed, zoo | minnelijk en zoo waardig bemind te Ij worden : was dit dan hetgeen Gij van |!j mijne erkentciiis te verwachten hadt, jl na nw laatste druppel bloeds te \' mijner liefde vergoten te hebben! Welk eene boosheid, welk eene ondank-|i baarheid! welk misbruik heb ik van \\ uwe verduldigheid gemaakt! Zie mij

hier, o Heer! gansch overdekt van !i : schaamte en dnordrongen van droel-

L J

-ocr page 35-

AVONDGEBEDEN. 27

heiii bij het aanzien mijner zonden ; ik vraag er ü zeer ootmoediglijk vergiffenis van en smi-ek U, o mijn God! door diezefde goedheid, waar- l|| li van ik zoo dikwijls de uitwerksels 1 jl gevoeld heb : verleen mij de genade, t

dat ik van nu af tot aan mijnen ! dood er eene opregte boetvaardigheid 1 ji voor doe.

Ach, had ik U, minnelijkste Vader, nooit vergramd! maar dewijl ik zoo | | ongelukkig ben geweest van Ü te mis- | j hagen, zoo wil ik ü voortaan zoo I ;i veel te getrouwer dienen en door ij Ij\' eene ganscli andere levenswijs too- j jij nen, hoe zeer mijne bedrevene zonden Ij! i|l mij leed zijn. Van nu af verzaak ik | alle zonden en alle gelegenheden tot |[| zondigen. Met de hulp uwer godde- | jj lijke genaue, die ik ootmoediglijk jij I vraag en met betrouwen van U hoop , j jj, wil ik mijn best doen om U in alles ! te behagen, en U, opperste Goed-, | door geene zonden meer te vergram- 1 men.

-ocr page 36-

ij 38 AVONDGEBEDEN.

Laten wij verwekken de akten van f\' I Geloofd Hoop en Liefde, en lezen het Onze !■ Vader, de Groetenis des Engels, het Sym-[j holum des Geloofs ^ de tien Geboden Gods |j jl en de vijf Geboden der heilige Kerk,

Mijn Heer en mijn God, enz. zie gt; ijj moryengébed, hladx. 13.

ij Laten wij bidden voor levenden en dooden. jij

Laat uwen zegen dalen, o Heer! ;• Ij; over al mijne bloedverwanten , wel-jlj doeners, vrienden en vijanden. Be-l| scherm mijne geestelijke en wereld- • lijke overheid; lielp de armen, de | gevangenen , de bedroefden, de rei- ijj il zigers, de zieken en stervenden; 6 bekeer de zondaren en ketters, verlicht de heidenen en ongeloovigen.

6 God van barmhartigheid ! heb ook medelijden met de zielen die in het vagevuur lijden, eindig hunne ■ pijnen en geef hun de eeuwige rust. Amen.

-ocr page 37-

j

AVONDGEBEDEN. 29 j Laten wij ons bevelen aan de allerhel- \\ ligste Maagd,aan onzen Engel-bewaarder, ji onze heilige Patronen en aan alle Heiligen.

SUB TUUM riljESIDIUM.

Onder uwe\' bescherming nemen : wij onze toevlugt, o heilige Moeder Gods! versmaad onze gebeden niet in * onzen nood, maar verlos ons van |l alle gevaren, o glorierijke en geze- ; 1 gende Maagd; onze vrouw, onze middelares, onze voorsprekeres; ver-i, zoen ons met uwen Zoon , beveel ons j aan uwen Zoon, vertoon ons aan uwen Zoon.

v. Gewaardig dat ik u love, hei-l\') lige Maagd!

a. Geef\' mij sterkte tegen uwe vijanden.

v. Gezegend is God in zijne Hei- !j

r. En heilig in al zijne werken. |i Heilige Engel, wien ik aanver- | trouwd ben; heilige Josef\'; mijne | | heilige Patronen ; alle Heiligen des

-ocr page 38-

|| 30 AVONDGEBEDEN.

: hemels! bidt voor mij, beschermt mij

|l| gedurende dezen nacht, al den tijd

|| mijns levens en in het uur mijns ||

;l| doods. Amen.

Laten wij ons bevelen aan God en Ijj |l! Hem onze nachtrust opdragen.

Zegen, o Heer! de rnst die ik ga nemen, om mijne krachten te her- Ij ||| stellen, opdat ik ü beter diene; | I bewaar mijnen geest, gedurende ik 1 zal waken, en mijn ligchaam, ge- | durende het zal rusten. Heb mede- | lijden met mijne krankheid, laat ] niet toe dat ik in den dood ontslape, ij en zend uwe heilige engelen rondom i mij, opdat zij de listen des vijands li; verwijderen.

Mijn God! ik stel mijne ziel in | jij; uwe handen: mijn avondgebed klimme | , totü, o Heer, en uwe barmliartig-:|| heid dale over mij neder.

Uil lu den naam des Vaders, en des | Zoons, en des heiligen Geestes. Amen. ,

-ocr page 39-

AVONDGEBEDEN. 31 !

Als uien zich ter rust begeeft.

I

i\\ Na uw avondgebed verrigt te hebben,

begeef u spoedig naar uwe rustplaats, • , opdat gij niet door ijdele redeneringen il de godvruchtige gevoelens verliest, die jj het gebed in u verwekt heeft5 ontkleed 1 i| 11 zcdiglijk, gedenkende dat gij in de I tegenwoordigheid Gods zijt. Houd u bezig met de volgende overdenkingen : misschien zal ik uit het bed, waarin ik ! mij begeef, niet meer opstaan; ik wil mij ; I daarin leggen als in mijn graf... Hoe 1 zeer zal ik in mij71 doodsuur wenschen ji zonder zonde geleefd, en God altijd be-I mind te hebben.... Geef ?fiij, 0 God! van j| nu af die heilige gesteltenis... Heer! ik ji Ü verfoei de zonde; ik bemin U C7i ik wil in uwe liefde leven en sterven. Voor dat gij het bed intreedt, besproei u 1 met wijwater, en zeg de volgende

UUIE SCI 11EÏG EHF. DEN.

Jesus! Maria! Josef!

I Ik geef U mijn hart en mijne ziel.

-ocr page 40-

|| 30 AVONDGEBEDEN.

: hemels! bidt voor mij, beschermt mij

|l| gedurende dezen nacht, al den tijd

|| mijns levens en in het uur mijns ||

;l| doods. Amen.

Laten wij ons bevelen aan God en Ijj |l! Hem onze nachtrust opdragen.

Zegen, o Heer! de rnst die ik ga nemen, om mijne krachten te her- Ij ||| stellen, opdat ik ü beter diene; | I bewaar mijnen geest, gedurende ik 1 zal waken, en mijn ligchaam, ge- | durende het zal rusten. Heb mede- | lijden met mijne krankheid, laat ] niet toe dat ik in den dood ontslape, ij en zend uwe heilige engelen rondom i mij, opdat zij de listen des vijands li; verwijderen.

Mijn God! ik stel mijne ziel in | jij; uwe handen: mijn avondgebed klimme | , totü, o Heer, en uwe barmliartig-:|| heid dale over mij neder.

Uil lu den naam des Vaders, en des | Zoons, en des heiligen Geestes. Amen. ,

-ocr page 41-

AVONDGEBEDEN. 31 !

Als uien zich ter rust begeeft.

I

i\\ Na uw avondgebed verrigt te hebben,

begeef u spoedig naar uwe rustplaats, • , opdat gij niet door ijdele redeneringen il de godvruchtige gevoelens verliest, die jj het gebed in u verwekt heeft5 ontkleed 1 i| 11 zcdiglijk, gedenkende dat gij in de I tegenwoordigheid Gods zijt. Houd u bezig met de volgende overdenkingen : misschien zal ik uit het bed, waarin ik ! mij begeef, niet meer opstaan; ik wil mij ; I daarin leggen als in mijn graf... Hoe 1 zeer zal ik in mij71 doodsuur wenschen ji zonder zonde geleefd, en God altijd be-I mind te hebben.... Geef ?fiij, 0 God! van j| nu af die heilige gesteltenis... Heer! ik ji Ü verfoei de zonde; ik bemin U C7i ik wil in uwe liefde leven en sterven. Voor dat gij het bed intreedt, besproei u 1 met wijwater, en zeg de volgende

UUIE SCI 11EÏG EHF. DEN.

Jesus! Maria! Josef!

I Ik geef U mijn hart en mijne ziel.

-ocr page 42-

34 GEBEDEN ONDEB,

en uwe gelieele Kerk, om U deze offerande op te dragen , met dezelfde !j bedoeling als Jesns Christus gedaan : heeft.

Laat mij niet zonder bruiloftskleed li] i in de zaal van het bruiloftsfeest nws | ; Zoons verschijnen. Zuiver mijne ziel. j 1 De heilige zaken zijn voor de Heili- 1 I a\'en; het is mij niet geoorloofd zoo lij ili digt bij ü te naderen, zonder vooraf jll li mijne schoenen te hebben uitgetrok-

ken, namelijk : mijns harten gehecht- E| Ij beid en genegenheid voor de zoiule. ||j l| Ik verfoei dan al mijne zonden , || j vraag U daarvoor vergiffenis, en | verzaak dezelven voor eeuwig.

Terwijl ile Priester aan den voet des Altaars is.

De priester, aan den voet des altaars zijnde, il !| begint met het teeken van het heilig kruis : ||| In nomine Tatris, et Filii, et Spiritus Sancti, |!j |; om de gedaehte te verwekken van de hooEre tegenwoordigheid der heilige Drievuldigheid, | en om haren bijstand te vragen.

De Confiteor wordt gelezen, om te doeu zien

-ocr page 43-

■■ —I

DE II. MIS. 35

de zuiverlieid, welke de vierinsr van deze heilige Offerande vordert, en om aan God verjriflenis te vragen voor onze zonden, door de verdiensten van Jesus Christus onzen Zaligmaker, de heilige maagd Maria en alle Heiligen.

Mijn God! geef dat ik het getal fii de afsclmwelijklieid mijner zonden kenne en gevoele; ik bid U , door de verdiensten van Jesns Christus, en door de voorspraak van de heilige Maagd en van alle Heiligen , mij dezelven te willen vergeven en kwijt te schelden.

Wanneer de Priester liet Altaar opgaat en hetzelve kust.

De priester kust liet altaar, ten teeken van de hoop die hij heeft , van met God verzoend te zijn. Beraoedigen wij ons met hem tot j een heilig vertrouwen.

Tot den Introïtus.

Mijn lt;-gt;od! zuiver, door uwe genade, mijne hart en mijne lippen; opdat ik waardig worde om met den priester TJ de dankzeggingen , welke j| hij doet, toe te brengen , en de barm-

-ocr page 44-

36 GEBEDEN ONDEU

hartigheid te verkrijgen, welke hij 1 U vraagt voor mij en voor alle geloo-vigen, zoo levenden als overledenen.

Onder liet Kyrie.

Men herhaalt drie malen ; Kyrï\'é eleison, hetwelk beteekent : Heer, ontferm TJ onzer; om de gewoonte der Kerk, die al hare gebeden met het psalmgezang begint, voor te stellen; ten einde de aandacht en beareerte der geloovi-gen op te wekken, en ons te toonen dat wij alleen door krachtig bidden de hulp van God in onzen nood kunnen erlangen.

Almagtige Vader, die ons geschapen hebt : ontferm U onzer. Eenige Zoon, die ons vrijgekocht hebt : ontferm U onzer. Heilige Geest, die alleen ons kunt heilig maken : ontferm U onzer.

Van de bewierooking des Altaars vóór en na de Offerande.

De bewierooking heeft plaats in de plegt- l| statige missen, om aan God de gebeden der geloovigen, die door den wierook voorgesteld worden, op te dragen, en Hem hunne opofferingen aan te bieden.

-ocr page 45-

DE H. MIS. 37

Tot de Gloria iu excelsis.

De Gloria in excelsis is een lofzang, waardoor de Kerk den eerbied uitdrukt, welken zij voor de Majesteit van God heelt, en de liefde, welke zij zijnen Zoon Jesus Christus toedraagt, die zich op het kruis gegeven heeft tot eene offerande, om de menschen te verlossen. Zij vernieuwt hare blijdschap, door Hem ailen verheven lof van dankzegging te geven.

O hemelsclie Vader! geef ons de genade, dat wij U verheerlijken, U aanbidden en U barmhartigheid vragen, met een waarlijk rouwig en verootmoedigd liart. O Jesus Christus, onze Zaligmaker! Gij zijt de Heilige der Heiligen , alléén de Heer, alléén de Allerhoogste, met den heiligen Geest, in de glorie des Vaders. Geef, o mijn God, dat al wat wij zullen denken, zeggen of doen , strekke tot uwe glorie, ter uwer eere en ter heiligmaking onzer zielen.

Door het Domïnus Vohiscnm, dat zeggen wil: de Heer zij met u lieden, wenscht de priester aan het volk den zegen van God; hij kust het

-ocr page 46-

^ 38 GEBEDEN ONDER

altaar, om te toonen, dat hij zelf, om dien te \' geven, denzelven eerst moet ontvangen van Jesus Christus, die door het altaar beteekend \' wordt. Men antwoordt aan den priester: M cum spiritu tuo , dat is : de Heer zij met uwen i geesti om aan te toonen den geest der liefde en des vredcs, welke tusschen de geloovigen en den priester noodzakelijk is, om gezamenlijk te bidden en de genade van God te ver-i krijgen.

Heer! stort uwen geest uit over | den priester en over ons, opdat wij U wel kunnen bidden en wij verhoord worden, tot uwe glorie en onze zaligheid.

Onder het Oremus.

Het woord Oremus, wil zeggen : laat ons hidden, en de priester voert dit woord den aan-

Iwezigen toe, om hen te kennen te geven , dat hij gaat bidden, en dat het noodig is ons met hem te vereenigen, ten einde de vervulling onzer gebeden van God te erlangen. De priester i eindigt met de woorden :wezigen toe, om hen te kennen te geven , dat hij gaat bidden, en dat het noodig is ons met hem te vereenigen, ten einde de vervulling onzer gebeden van God te erlangen. De priester i eindigt met de woorden : Fer Dominvm nos-j trim Je sum Christum, enz* dat is : Heer, M\'ij vragen TJ deze dingen , door Jesus Christus, die I onze middelaar bij U is.

Heer! gewaardig U de gebeden, j welke de priester voor ons aan U

-ocr page 47-

DE H. MIS. 39 opdraagt, gunstiglijk te verliooreu. Geef ons, als liet U beliagelijk is, | i de genade en de deugden, welke wij noodig hebben om de eeuwige | gelukzaligheid te verdienen. Vervul l\' ons hart met dankbaarheid voor uwe i1 goedheden , met afkeer van onze gebreken , met liefde tot onze naasten , li zelfs tot onze vijanden. Eindelijk, | mijn God, geef dat wij ons altijd en : bij alle gelegenheden zoo gedragen [i als U wclbehagelijk is. Wij zijn al deze gunstbewijzen onwaardig, maar wij vragen U die, in den naam en om de verdiensten van Jesus Christus, f die dezelven voor ons verdiend heeft.

Ovei\' liet Amen.

Men antwoordt op de gebeden ; Amen, hetwelk beteekent: zoo zij het, om aan te duiden, dat wij alle woorden van den priester toestemmen , en dat wij alle gebeden, welke hij aan-!■ God heeft opgedragen, bekraehtigen.

Tot den Epistel.

Se Epistel bevat de onderwijzingen der Fro-

-ocr page 48-

GEBEDEK ONDEB,

feten en Apostelen; dezelve leert ons God kennen en dienen, en bereidt ons voor tot de volmaaktheid van de wet, welke in het Evangelie vervat is.

Zeudtmel\' van Panlns aan die van Kolosse.

Broeders! doet dan aan als hei- || lige en welbeminde uitverkoornen j Gods, eene inborst vau mededoo- [ gen, goedertierenheid , ootmoedigheid, zachtmoedigheid en verduldig- ; heid; verdragende elkander, en ver- i! gevende den een den anderen. Zoo iemand eenige klagte tegen eenen anderen mogt hebben, gelijk het de ij Heer u vergeven heeft, zoo moet gij ook doen. Maar boven dit alles , zoo doet de liefde aan, die de band j der volmaaktheid is. En de vrede li van Christus hebbe de overhand in 1 uwe harten, waartoe gij ook geroe- jl pen zijt, om één ligchaam te ziju; ij! en weest goeddadig. Het woord van || Christus wone in ulieden overvloe- jl diglijk, in alle wijsheid : leert en f

40

-ocr page 49-

DE H. MIS. 41

vermaant eikanderen met psalmen., lofzangen en geestelijke liederen, zingende voor God met aangenaamheid van harte. Al wat gij doet, hetzij in woorden of in werken, doet het alles in den naam van den Heer Jesus Christus, dankende God den Vader door Hem.

Gebed ua den Epistel-

Heer ! uwe heilige Schrift leert ons, dat wij de zonden moeten vlugten als eene slang\'; dat wij ons moeten wachten voor alles wat eenigen schijn van kwaad heeft; dat wij eikanderen in liefde moeten verdragen; de beleedigingen en onregtvaardigheden, die men ons mogt aandoen , geduldig lijden; nooit kwaad voor kwaad vergelden , en degenen die ons vervolgen , moeten zoeken te winnen door hun goed te doen. Druk, oGod, al deze waarheden in ons hart, en maak, door uwe genade, dat wij

-ocr page 50-

43 GEBEDEN ONDEll

er ons geheel gedrag naar inrigten.

Over liet dragen van liet Boek, van de regter- naar de linkerzijde.

J)it dragen van het hoel: dient, om ons te . I doen zien, hoe de Joden, geweigerd hebbende de Profeten en Apostelen te hooren, verlaten werden, en dat de Apostelen zich tot de Hei- j denen hebben begeven , om liet Evangelie tot j i hen te brengen.

Tot het Evangelie.

Het \'Evangelie behelst het leven van Jesus Christus, en de wet welke Hij ons heeft bekend gemaakt : het zijn de woorden des eeuwigen levens, welke de geloovigen moeten j hooren en overwegen, om daarmede hunne zielen te voeden. Te dien einde staat men op, Ij en om te kennen te geven, dat wij alles moeten verlaten, om Jesus Christus, die in hetzelve spreekt, te volgen, en ons waardig te maken tot hetgene Hij daarin beveelt.

De drie kruisjes, welke men met den duim maikt, wanneer het Evangelie begint, hebben deze beteekenis : het eerste, op het voorhoofd, geschiedt om ons te leeren, dat wij ons niet over het Evangelie moeten schamen; het tweede op den mond, en het derde, op de \'

1

-ocr page 51-

DE H. MIS, 43 1 borst dienen, om voor te stellen , dat hetgeue i wij hooren zullen, het onderwerp van onze gesprekken en van onze gedachten moet zijn; wij moeten dan bidden om daartoe de genade : te ontvangen.

Het heilig Evangelie, Yolgcus Mattheus.

X : 20 - 33.

lu dien tijde zeide Jesus aau zijne | Leerlingen ; Daiir is niets zoo be-1 dekt, of liet zal ontdekt worden ; en i niets zoo verborgen, of bet zal bekend worden. Hetgene ik u in liet duister zeg, zegt dat in het liehtien 1 hetgeue u in het oor gezegd wordt , spreekt dat op de daken. Vreest hen niet die het ligchaam dooden , doch i vreest liever dengenen, die ziel en ! ligchaam kan verdoemen in de hel. Verkoopt men niet twee musscheu voor eenen penning; en nogtans valt er niet een van die op de aarde, zonder den wil nws Vaders. Ja, ook de haren nws hoofds zijn alle geteld. ! Vreest dan niet; gij zijt beter dan vele nmsschen. Zoo wie Mij dan zal

-ocr page 52-

44 GEBEDEN ONDEB j belijden voor de mensclien, dien zal ik ook belijden voor mijnen Vader, die in den liemel is.

Gebed na het Evangelie.

Mijn God! Gij leert ons in uw Evangelie, dat niet allen die zeggen : Heer, Heer, (dat is die zich vergenoegen met bidden, zonder eenen opregten wil om de wet te bewaren) zullen ingaan in het koningrijk der bemelen; doch dat alleen diegenen er zullen intreden, die den wil van God gedaan bebben, door zijne geboden te volbrengen, en door de pligten van hunnen staat getrouw te vervullen. Gij leert ons daarin ook, dat wij zachtmoedig en nederig van harte moeten zijn; dat wij onze vijanden beminnen, ons zei ven verzaken, zonder ophouden ouze booze neigingen bestrijden, ons kruis dagelijks dragen, en ons versterven en boetvaardig zijn moeten. Geef ons de genade om deze waar-

-ocr page 53-

DE U. MTS, 45

lieden te beminnen, dewijl wij dezelve alleen behoorlijk zullen opvolgen , door ze te beminnen.

Tot het Credo.

Men leest liet Credo en het Evangelie, om de waarheden , die daarin geopenbaard zijn , te bevestigen; het is eene geloofsbelijdenis | die men moet afleggen, om dezelve bij elke gelegenheid te belijden.

Mijn God! geef dat ik opregt dankbaar zij voorde barmhartigheid, welke Gij mij bewezen hebt, van mij | door het doopsel Christen te laten || worden, en van mij de waarheden, i welke het Evangelie leert, te doen 1 kennen; maar geef ook, mijn God, li door de hulp van uwe genade , |jj dat mijn gedrag overeenkome met ||l mijn geloof, en dat ik mij nooit ||l scha me van bij elke gelegenheid, zoo || door daden als woorden, te doen blijken, dat ik wil leven en sterven volgens uw Evangelie, en niet naar | de grondregels der wereld.

-ocr page 54-

46 GEBEDEN ONDER

Voor of na dit gehed hm men de Geloofsbelijdenis der Apostelen opzeggen.

Tot liet Dominns vobiscmn.

Mijn God I uwe genade zij met jij ons en den priester, omU deze heilige 1 Offerande behoorlijk op te dragen.

Tot het Offertorium.

De priester spreekt eeniare verzen uit de hei-liere Schrift, voor dat hij den kelk ontdekt. Alsdan Eraat men in de hoogmissen over tot de jj Offerande; hetgeen men er in geeft, wordt ann God geofferd in den persoon van zijne dienaars, ji en uit dien hoofde moet men het met vreugde 1 en van harte geven, uit erkentelijkhoid voor j zijne goddelijke goedheden, en om zijne zegeningen te ontvangen, door zich zeiven tevens I aan dezen goddelijken Vader op te dragen, j Men moet het misbruik van diegenen vermij-|; den, die van deze plegtigheid eenen ijdelen roem maken.

Vervolgens neemt de priester, den kelk ont-| dekt hebbende, het brood en den wijn , welke !| in het ligchaam en bloed vnn Jesus Christus || zullen veranderd worden ; hij heft ze een weinig omhoog, en stelt ze aan God voor, als bereid om door de Consecratie eene heilige

-ocr page 55-

1)R II. MIS. 47

en onl)ftvlektehostie te worden, Hem biddende dezelve te willen ontvangen, tot verzoening van zijne zonden, van die des volks en van die der levende en overledene geloovigen. Wij moeten ons dan in deze voor onze zaligheid zoo nuttige verrigting met den priester vereenigen, \'jj

Eeuwige Vader! ontvang liet brood en den wijn, welke U zijn opgedra- |i gen, en die weldra veranderd zullen Ij worden in het ligchaam en bloed van I Jesus Christus uwen Zoon ; die ons een slagtoffer zijn wil, zich zeiven | voor ons wil offeren, en ons met i Hem wil offeren. Hoe onwaardig wij zijn, o mijn God, wij dragen U dezen goddelijken Zoon op, om U door Hem ;[ alle glorie te geven die U toekomt, il :! om U te bedanken voor al uwe wel- i \\ daden. en om door zijne verdiensten ; |j de kwijtschelding onzer zonden te il j verkrijgen , alsmede al de genade die ! ons noodig is om tot het eeuwige ij leven te geraken.

Tot liet Lavabo.

Be priester, aijne handen gewasschen helj- |

-ocr page 56-

48 GEBEDEN ONDER

bende voor dat hij de Mis begint, wascht nu zijne vingeren, om het voorbeeld te volgen van Jesns Christus, die de voeten der Apostelen waschte, welke steeds rein waren voor het heilige Avondmaal; en tot een teeken, dat het niet genoeg is om de heilige geheimen te vieren. wanneer men met geene misdaden bezoedeld is, maar dat men zich van de minste zonden vlekken moet zuiveren.

Mijn God ! verwaardig U mijne ziel te wassclien en te reinigen van alle smetten der zonden; delg de minste onvolmaaktheden in mij uit, en maak, door uwe heilige genade, mijne ziel zoo rein als zij na het doopsel was.

Tot liet orate Pratres.

Na zich de vingeren gewasschen te hebben, doet de priester in stilte eene tweede Offerande, van het offer hetwelk hij aan de heilige Drievuldigheid gaat opdragen , ter gedachtenis van het lijden, den dood, de opstanding en de hemelvaart des Heeren Jesus Christus; en om de genade te ontvangen van ze waardiglijk te doen, keert hij zich tot het volk, zeggende : Orate fraires, dat is : Bidt hrorders, om hun te zeggen, dat zij zich door hunne gebeden met hem moeten vereenigen, ten einde

-ocr page 57-

DE H. MIS. 49

de Offerande, welke hij voor zich zeiven en voor hen gaat opdragen, aan God welbehage-lijk te maken.

Heer! verhoor de gebeden van al uwe geloovigen , liier vereenigd om U dit groote offer op te dragen, hetwelk wij U bidden te willen ontvangen tot verheerlijking van uwen naam, tot onze bijzondere nuttigheid en tot welzijn van uwe geheele Kerk. Verwaardig ü onze harten zoodanig te neigen, dat zij dit groote .geheim van onzen godsdienst met nut en vrucht bijwonen : heilig den priester, die uwe goddelijke geheimen viert, en zijne handen en zijn hart, opdat hij in staat zij uwe genade voor zich zeiven en voor ons te verwerven.

Tot de Pnefatic en den Sauetus.

De Vrafatie is de nadere voorbereiding tot het offer. Wanneer de priester zegt : Snrsum corda, dat is ; verheft uwe harten, dan antwoordt men hem : Jlahemvs ad Dominnm, dat is : JV/j hchhen onze harten tot den lieer ver-

4

-ocr page 58-

150 GEBEDEN ONDER50 GEBEDEN ONDER

keven; men moet dan doen wat deze woorden [ te kennen geven, om aan God te behagen en i!| daarvoor zijne goddelijke genade te verkrijgen, sj De schoone lofzang : Sanctus, Sanctus, Sana-tits, welke driemaal heilig wil zeggen, is eene 3 vermaning van den priester aan de geloovigen, | om God door Jesus Christns te bedanken. Deze jj lofzang is die der Cherubijnen, welken de pro- !|| feet Isaias hoorde, toen hij in een gezigt voor Gods troon gevoerd werd.

Heer! verhef onze harten tot den S hemel, opdat wij er U met de engelen |j aanbidden, en gelijk zij, zeggen ; |j Heilig, heilig, heilig is de Heer, j de God der heerkrachten; hemel en aarde zijn vol van de majesteit zij- j

Iner glorie.ner glorie.

Na deu Sanctus.

Heer! wij offeren U deze groote |j offerande voor al onze behoeften, en || vooral voor die onzer zielen; wij offeren TJ die voor de geheele Kerk, voor den Paus, voor de bisschoppen, voor de vorsten, voor alle geloovigen, die over de geheele aarde verspreid zijn. Wij offeren U die bijzonderlijk

-ocr page 59-

51

voor onze ouders, voor onze weldoeners en ook voor onze vijanden. Wij , bidden U, door de verdiensten van • Jesus Christus en door de voorbede van de heilige Maagd en van r alle Heiligen, ons den vrede te ver-leenen in dit leven , ons te redden : van de eeuwige verdoemenis, en ons ; j onder het getal uwer uitverkoornen l te stellen, opdat wij U kunnen beminnen en loven met de engelen en Heiligen , in alle eeuwigheid.

Over het Memento der Levenden.

De priester houdt dit Memento, omdat hij de offerande opoflert voor hem en voor allen die tegenwoordig zijn, en voorde geheele Kerk; dat is : voor al de geloovigen, en bijzonder voor hen die hij aan God beveelt. Laat ons het voorbeeld van den priester navolgen, en onze gebeden bij de zijne voegen.

De priester gaat voort met de Consecratie te verrigten, en begint met de teekens van het kruis te maken; om het brood en den wijn te zegenen. Wij moeten in dien tussehentijd de aandacht en den ijver verdubbelen, door aan God allerlei dankzeggingen te doen, voordat

P |

-ocr page 60-

j 53 GEBEDEN ONDER

j Hij ons op nieuw zijnen Zoon Jesus Christus 1 tot Zaligmaker geefi.

Tot 4e Consecratie.

Mijn Zaligmaker Jesus Christus! ik geloof dat Gij op liet altaar, door de bediening des priesters, datgene verrigt, wat Gij daags voor uwen dood gedaan hebt, door het brood en den wijn in uw ligchaam en bloed te veranderen door de magt van uwe genade; en geef mij een hart naar

Iuw hart.uw hart.

Tot de Elevatie.

Het is om aan God eene oneindige eer te bewijzen, dat de priester in zijne tegenwoordigheid het ligchaam en bloed van Jesus Chris-|| tus opheft: de kruisen, welke hij met de hostie op den kelk en liet altaar maakt, vertoonen aan God de bloedige offerande, welke zijn Zoon zelf Hem op liet kruis heeft opgeolferd.

Ik aanbid U, beminnelijke Zalig-maker, die wel voor mij aan het krnis hebt willen gehecht worden. O goede Jesus, die de losprijs van mijne

-ocr page 61-

DB H. MIS. 53 j

ziel geweest zijt : wees mijne zalig:-lieid en mijn leven. Ik aanbid U als i tegenwoordig; zijnde op het altaar; ik vernietig mij voor ü. Heer! vermeer- j| der mijn geloof, mijnen eerbied en ! mijne erkentelijkheid voor U.

Over het Memento der Doodeu.

De priester houdt dit Memento, dat is : hij bidt God, gedachtig te willen zij aan degenen, die in het geloof en in de genade gestorven zijnde; die nogtansniet zoo zuiver zijn bevonden geworden, om terstond na hunnen dood in den hemel te komen, en die de straiïen des vagevuurs lijden. De priester bidt God, hun verligting te schenken, en hen uit hun lijden te willen verlossen, om hen in zijne heilige rust te stellen. Wij moeten ons met den priester vereenigen en in dezelfde meening bidden voor allen, en bijzon lerlijk voor degenen in welke wij belang stellen.

Na de Elevatie.

O Vader van barmhartigheid! wij offeren U deze heilige Hostie, aanwe-: zig op het altaar, om U onze eer-Ij bewijzingen en aanbiddingen toe | te brengen; om U voor al uwe wel-

-ocr page 62-

54 GEBEDEN ONDER

!l| daden te danken; om vergiffenis van onze zonden te verkrijgen; om U idle genode te vraajen, welke wij noodig hebben tot een christelijk leven, dat vrij van zonden is en vol van goede werken. Wij bidden U ook, o Godquot;, gedachtig te willen i zijn aan de geloovigeu, welke in nwe i genade gestorven zijn, bijzonderlijk voor onze ouders, vrienden en wed-doeners, Verwaardig U de overblijfsels |i hunner zonden te vergeven, en hun 1 de eeuwige rust en de vreugd van i: uw paradijs te verleenen. Daar niets | goed is, niets ü behaagt dan in j

Jeans Christus uwen Zoon, en daar i Gij ons enkel bemint, omdat wij j Zijne ledematen zijn , is hetdoor Hem, j dat Gij ons genade schenkt Ontvang | door Hem onze dankzeggingen; wees ! in Hem, door Hem en met Hem gezegend en verheerlijkt, o God al-magtige Vader! in de eenigheid des heiligen Geestes, in alle eeuwen der eeuwen.

-ocr page 63-

DE II. MIS. 55

\'

Tot het Nobis quo que pecoatoribus.

Men slaat alsdan op de borst, om te kennen te ,!?even, dat men een zondaar is, dat men do barmhartigheid van God noodig heeft, en dat wij, om dezelve te verkrijgen, onze hoop gronden op zijne goddelijke goeder-l\'j tierenheid en de verdiensten van het olFer jij van Jesus Christus , dat door de handen van den priester op het altaar vernieuwd is.

Tot het Pater Noster.

Üe priester zegt dit gebed, omdat het door Jesus Christus zeiven onderwezen werd, en dewijl dit het heiligste en krachtigste gebed jii is, wat men kan doen, daar het alles bevat wat wij aan God te vragen hebben. Wij moeten hetzelve dan ook bidden met vurigheid en vertrouwen. De priester voegt er bij : Heer! verlos ons van alle verledene, tegenwoordige en toehomende l\'wahn; dat is : van onze verledene , tegenwoordige en toekomende zonden.

Met moet zeggen : Onze Vader, die in de jij hemelen zijl, enz.

Na liet Pater Noster.

Mijn God! verlos mij van de zonden, welke ik in mijn vorig leven begaan lieb, en waarvan ik aan uwe

-ocr page 64-

36 GEBEDEN ONDER

regtvaardigheid rekenschap moet ge-\'! ven : verlos mij van de kwade ge- | |\' woonten en van mijne zondige bell geerten, welke ik steeds bij mij heb en tot het kwade aanzetten. Ein- \'

I delijk, mijn God, verlos mij van de j | bekoringen des duivels, van het !j I; vleesch en de wereld, en van den j

eeuwigen dood.

Tot liet Agnus Dei.

De priester , voor de Communie voor het l;l

volk biddende, roept Jesus Christus aldus jll

|l aau, om te kennen te geven, dut wij zijne |ii

barmhartigheid altijd van noode hebben; lioe-:: wel hij het Lam geweest is, dat zich tot een . offer voor onze verlossing heeft daargesteld.

Mijn Zaligmaker Jesus Christus\' j|| (rij zijt het ware Lam Gods, dat ï opgeofferd is om onze zonden uit |; te wisselien; geef door uwe genade, dat wij, na de vergiffenis van onze \' zonden verkregen te hebben , een jj nieuw leven leiden; en verleen ons \' liefde en vrede met onze naasten,

II welke Gii zoo aanbevolen hebt, en

L . \' ___________________,

-ocr page 65-

DE H. MIS. 57 jij

welke zoo noodzakelijk is om deel |j[

te hebben aan de uitwerksels en de |:| genade van de heilige Communie.

Tot liet Domino non sum iligims.

Wanneer de priester gaat communiceren, ijj zegt hij driemaal, met een diep gevoel van || onwaardigheid ; Do mine, non sum dignus , • dat is : Heer, ih hen niet waardig dat Gij door :!• de communie tot mij inlcomt; maar zeg alleen één woord, en mijne ziel zal genezen zijn. Wan- \'\'j neer wij werkelijk communiceren, volgen wij hierin den priester na; doch wij moeten al- 1 tijd geestelijkcrwijze communiceren, terwijl i wij aan Jesus Christus vragen, dat Uij ons ijl door de mededeeling zijner genade zijnen geest ip geve, op den dag dat wij sacramenteol com- j municeren.

lieer! liocwel ik, wegens mijne } zonden en ongetronwheden , zeer on- :! waardig ben om tot nw altaar te |! naderen en door de Commnnie te j ontvangen, durf ik U bidden , mij eenig deel aan uwe barmhartigheid te geven. Verwaardig U mij de genade te verleenen, om deel te hebben aan de kracht van uwe offerande :

-ocr page 66-

58 GEBEDEN ON DE li verlicht mijn verstand, versterk mijnen wil en zuiver mijn hart, om al-! leen aan U te denken, om alleen U f te willen beminnen Tut liefde tot IL;

geef, door uwe genade, dat ik alleen i begeere voor ü te leven, te lijden i en te sterven.

Onder de laatste Gebeden.

j. Dc priester vraagt de vrucliten vau het ttit-1 muntende offer, dat aan God is Opgedragen , namelijk : de vergiffenis der zonden, de genade ; van een lieilig leven en de verdiensten van liet eeuwige leven.

Mijn God! verleen ons, krachtens de offerande welke wij U hebben i opgedragen , de kwijtschelding onzer : zonden, en alle genade welke ons | noodig is om ons te zaligen. Geef ons vooral eene vurige liefde tot IJ, eene groote vrees van ü te mishagen , eene sterke begeerte en zorg om U te behagen en onze pligten te vervullen ; schenk ons geduld in droefe-; nissen ; zachtmoedigheid en liefdadig-j heid, om met iedereen wel te leven ;

-ocr page 67-

DE H. MIS. 59 mensclilieveudheid, zuiverheid, matigheid eu versterving onzer zinnen ; geef dat wij geenszins gehecht zijn aan de goederen, nooli aan de ver-j maken, noch aan de eer van deze ,i wereld; geef ons eenen sterken afkeer en een heilig afgrijzen van de dwaze vreugd dezer eeuw, een\' waren geest van boetvaardigheid, die ons eeiie levendige smart inboezemt van de zonden onzes vorigen levens, i eene opregte begeerte om dezelven j ; te boeten, en een vast voornemen { om daarin niet meer te hervallen :| en alle gelegenheden daartoe te vermijden. Eindelijk, mijn God, geef 1 ons alle noodige genade tot het : leiden van een christelijk leven, ^ | waarop een heilige dood en eene j | zalige eeuwigheid volgt.

Tot het Itc Missa est.

JDe priester , zich naar het volk keerende , 1 zegt door deze woorden, dat de offerande der i Misse gedaan is; hij geeft daarop den zegen in den naam der heilige Drievuldigheid. Wij ;j

i

-ocr page 68-

1 60 GEBEDEN ONDEU : moeten onder het heenga»n ons zeiven on-|i derhouden over de hoop van de genade te verkrijgen, welke wij aan God gevraagd hebben.

Wanneer de Priester deu Zegen geeft.

Almagtige en nlbarmhartige God : j; Vader, Zoon en heilige Geest 1 Zegen | ons door Jesus Christus, en dat deze zegen ons een onderpand zij van j dien zegen, welken Gij eenmaal aan ij IJ uwe uitverkoornen zult geven.

Ouder liet Laatste Evangelie.

Heer! griffel door uwe genade uw . ,1 Evangelie in ons verstand en hart; f|[ i opdat wij niet meer de dwaling onzer lï | gedachten, de hevigheid onzer drif- 1 1 ten, noch de ongeregeldheid van ons |\' || hart opvolgen: maar, dat wij ons | geheel aan al wat Gij van ons | i eisoht onderwerpen , al ons doen f inrigten naar de voorschriften van uw heilig Evangelie, en niet naar

-ocr page 69-

BE H. MIS. f)l

de voorsclmfteu en bedorven gewoonten der wereld.

Gebod ua Je Mis.

Mijn God! ik bedank U voor de genade en de goede voornemens, welke Gij mij onder de heilige offerande der Misse gegeven hebt; geef mij de genade om dezelve in beoefening te brengen. Laat mij het overige van den dag door mijn gedrag toonen, dat ik ü niet te vergeefs met den priester dit heilig offer hel) toegebragt; herinner mij, dat ik IJ door Jesns Christus, mijne ziel, mijn ligchaam, mijn leven, mijn werk, mijne bezigheden, mijne goederen en al wat ik ben en heb, heb opgedragen. Daarom moet ik groote zorg hebben dezelven tot uwe dienst te besteden, door de voorspraak van de heilige Maagd eu van alle Heiligen. Amen.

-ocr page 70-

■ ■■iiiiiiiMiMiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiMiiiniiiiiiiimi

GEBEDEN ONDER

DE MIS VOOR OVERLEDENEN.

_

Tot den Introïtus.

Heer! ojeef hun de eeuwige rust, en doe het eeuwig licht over hen i lichten. 1

Psalm. Mijn God! in Sion moet j | men TJ loven, en in Jeruzalem zal 1 ! men U geloften doen. Verhoor mijn i ij! gebed, want alle vleeseh moet tot 1 1 U komen. Heer! geef hun de eeu-j|! wige rust, enz.

De Collecte.

0 God, die door een overmaat j Ij van barmhartigheid altijd vaardig ! ill zijt om, genade te bewijzen : wij doen 1 1 U zeer ootmoedige gebeden voor de 1 ziel van uwen dienaar N. {of van j uwe dienares N.) , die Gij heden |j

-ocr page 71-

GEBEDEN ONDER DE MIS ENZ. 68 uit deze wereld hebt doen scheiden ; ï opdat Gij haar niet aan het geweld van den vijand overgevet, en haar i * niet eeuwig\' vergetet, maar uwe hei-li ate engelen bevelet haar to ontvangen en iu den hemel te voeren; opdat zij, na in U gehoopt en ge- i ji loot\'d te hebben, de straffen der helle niet lijde, maar de eeuwige zaligheid geniete. Door onzen Heer Jesus Christus , die leeft eu heerscht, met den \' Vader en den heiligen Geest, in alle j \' eeuwen der eeuwen. Amen.

Epistel.

|i van den //. Patdus aan die van Thessalonika. IV : 13.

Maar broeders! wij willen niet dat gij onwetend zijt van hetgeen gij weten moet, aangaande degenen die !|: ontslapen zijn, opdat gij u niet be-1 droevet, gelijk de andere mensehen iji doen die geene hoop hebben. Want

-ocr page 72-

64 GEBEDEN ONDER DE MIS indien wij gelooven dat Jesus Christus gestorven en verrezen is, zoo moeten wij ook gelooven, dat God degenen die in Jesus ontslapen zijn , met Hem zal opvoeren. Ook zeggen i wij u in den itaam des Heeren dat wij, die leven, en die tot zijne toekomst bewaard worden , degenen , I die reeds ontslapen zijn, niet zullen vóórkomen. Want zoodra het roep-teeken door de stemme des aarts-| engels, en door den klank des ba-Ij zuine zal gegeven zijn, znl de Heer zelf van den hemel afdalen; en degenen , die in Jesus Christus gestorven zijn, zullen het eerste verrijzen. Daarna zullen wij, die in | leven zijn en tot dien tijd levendig j overgebleven, te zamen met hen i opgevoerd worden in de wolken, om | den Heer te ontmoeten in de Incht; en alzoo zullen wij eeuwig met den Heer leven. Troost u dan elkander met deze waarheden.

Gradnaal. Heer! geef hun de eeu-

-ocr page 73-

VOOR OVERLPIDENEN. 05 wige rust; en doe liet eeuwig licht over lien licliten.

v. De gedaclitenis des regtvaardi-gen zal eeuwig zijn; liij vreest geene kwade tijding, welke liij hoort.

u. Verlos, Heer, de zielen van alle overledene geloovigen van alle banden harer zonden.

v. En geef, door den bijstand van uwe genade, dat zij verdienen het oordeel van wraak te ontgaan.

r. En dat zij de zaligheid van het eeuwig licht genieten.

Evangelie volgens den 11. Joannes,

In dien tijde zeide Martha tot \' Jesus: Heer! waart Gij hier geweest, mijn broeder ware niet gestorven. Maar ik weet, dat thans dezelfde God U alles zal toestaan, wat Gij hem zult vragen. .Tesns antwoordde haar: uw broeder zal verrijzen. Martha zei-de Hem : ik weet wel, dat hij ver-rijzen zal in de verrijzenis, die ten

5

-ocr page 74-

06 GEBEDEN ONDEll DE MIS jongsten Angt plaats zal hebhen. Jesus hernam: Ik ben de verrijzenis en het leven; die in Mij gelooft, zal, schoon dood zijnde, leven : en die leeft en in Mij gelooft, zal nooit sterven; gelooft gij dat ? Zij antwoordde Hem , Ja, Heer, ik geloof dat Gij de Christus, de Zoon van den levenden God zijt, die in deze wereld gekomen is.

Offertorium.

Heer Jesus Christus, Koning dei-glorie ! verlos de zielen van alle ge-loovige overledenen van de straffen der helle en den diepen kuil; verlos haar van den muil des leeuws; dat de hel haar niet verslinde, en dat zij in de duisternissen niet struikele; maar dat veeleer de H. Michael, uw standaarddrager, haar tot het heilige licht brenge, hetwelk Gij voorheen aan Abraham en zijne nakomelingen hebt toegezegd.

v. Wij offeren U, Heer, hostiën en gebeden; ontvang die, bidden wij,

-ocr page 75-

VOOII GVEliXr.DEXEN. 67

voor die zielen, wier gedaelitenis wij lieden vieren. Doe haar, Heer, na den dood geraken tot liet leven, hetwelk Gij voorheen aan Abraham en zijne nakomelingen hebt toegezegd.

Secreten.

Heer! doe barmhartigheid aan de ziel van uwen dienaar N. (of aan nwe dienares N.), voor welke wij dit dankoffer opdragen, terwijl wij uwe Majesteit allerootmoedigst bidden, dat door dezen pligt, welken wij volbrengen en waardoor wij uwe barmhartigheid aanroepen, zij de eeuwige rust moge verkrijgen. Door onzen Heer, enz.

Communie.

Daar Gij barmhartig zijt, Heer, geef dat zij eeuwig, met uwe Heiligen , door het eeuwig licht verlicht worden.

v. Heer! geef haar de eeuwige rust, en verlicht haar, met uwe Heiligen, door het eeuwige licht.

-ocr page 76-

08 LITANIE TOT LAFENIS

Post-Communie.

Geef, almagtige Gnd , dnt lt;le x.iel van uwen dienaar N. {of van uwe dienares N.), die heden uit de wereld gescliciden is, door deze offeranden gezuiverd en van hare zonden ontdaan zijnde, vergiffenis ver-krijge en in de eeuwige rust kome. Door onzen Heer Jesus Christus. Am.

LITANIE tot lafenis der lijdende zielen.

Heer, ontferm U onzer.

Christus, ontferm U onzer.

Heer, ontferm U onzer.

Christus, hoor ons.

Christus, verhoor ons. God, hemelsche Vader, ontferm ü

over de geloovige zielen.

God Zoon, Verlosser der wereld, ontferm U over de geloovige zielen.

-ocr page 77-

DEE LIJDEND 13 ZIELEN. 69 j God, heilige Geest, ontferm U over |

de geloovige zielen.

Heilige Drievuldigheid, één God, ontferm U over (ie geloovige zielen. ! 1, H. Maria, bid voor de geloovige | zielen.

Heilige Moeder Gods,

: Heilige Maagd der maagden, ö H. Michaël, ^ Alle heilige Engelen en Aarts- cr 1 engelen, amp; Alle heilige Orden der zalige ^ geesten, g H. Joannes de dooper,

H. Josef, ® Alle heilige Aartsvaders en Pro- ^ feten, oquot; H. Petrus, lt;. i; H. Paulus, quot;5 H. Joannes, .2. f: Alle heilige Apostelen en Evan- £-gclisten, r3 H. Stephanus,

j[ H. Laurentius,

f Alle heilige Martelaren,

-ocr page 78-

70 LITANIE TOT LAFENIS H. Gregorius, bid voor de geloovige

zielen.

H. Ambrosius,

H. Augustinus, ö

H. Hieronimus, ^

Alle heilige Bisschoppen en Be- cr lijders, gr

(Vllo heilige Leeraars,

Alle heilige Priesters en Levie- d 0 0

ten, -lt;

Alle heilige Monniken en Klni- s?

zenaars, og

H. Maria Magdalena, óquot;

H. Catharina, |

H. Barbara, \'Jg\'

Alle heilige Maagden en Wedn- n_ wen,

Alle Gods lieve Heiligen, =

Wees genadig, spaar hen. Heer. Wees genadig, verhoor hen. Heer. Van alle kwaad, verlos hen, Heer. Van uwe gramschap, verlos hen. Heer.

Van de strengheid uwer regtvaardig-heid, verlos hen. Heer.

-ocr page 79-

DER LIJDENDE ZIELEN. 71 Van de langdurende pijnen, verlos

hen , Heer.

Van den knagenden worm des

gewetens,

Van liet ijsselijk vuur,

Van de langdurige droefheid , Van de onverdragelijke koude, Van de verschrikkelijke duister- lt;1 nissen, ü

Van het schromelijk weenen en S klagen. p-

Door uwe wonderlijke mensch-

wording, M

Door uwe geboorte, S?

Door uwen allerzoetsten naam, rquot; Door uw heilig doopsel en vasten. Door uwe diepste vernedering,

Door uwe groote gehoorzaamheid, Door uwe oneindige liefde,

Door uwe benaauwdheden en

kwellingen,

Door uw heilig zweet,

Door uwe ketenen en banden,

Door uwe doornen kroon,

Door uwe kruisdraging.

-ocr page 80-

73 LITANIE TOT LAFENIS Deor uwen bitteren dood, verlos

hen, Heer.

Door uwe allerheiligste wonden, Door uw kruis en bitter lijden,

Door uwe heilige verrijzenis, S Door uwe wonderlijke hemel- ^ vaart, J3 S Door de komst van den heiligen ^ Geest, den Vertrooster,

In den dag des oordeels , 1 Wij zondaren, wij bidden U, verhoor ons.

Die aan de zondares vergiffenis S* verleend en den moordenaar ==:: verhoord hebt,

Die uit genade zalig maakt, g-Die de sleutels van den dood en B de hel hebt, cl Dat Gij onze ouders, vrienden en ^ weldoeners uit de schrikkelijke 2 vlammen verlossen wilt ,

Dat Gij alle overledene geloovigen 2 van al hunne pijnen wilt bevrij- g den, j* Dat Gij U over hen, die geene

-ocr page 81-

DEB LIJDENDE ZIELEN. 73 bijzondere voorbidders op deze wereld liebben , wilt ontfermen, wij bidden IJ, verhoor ons.

Dat Gij hen allen sparen en hun de | vergiffenis der straffen schenken i wilt, wij bidden U, verhoor ons.

Dat Gij hunne verlangens wilt ver- | vullen, wij bidden U, verhoor ons.

Dat Gij hen in het gezelschap der j uitverkoornen wilt aannemen, wij i| bidden U, verhoor ons.

Koning der ontzaggelijke heerlijkheid, i wij bidden ü, verhoor ons.

Zoon Gods, wij bidden U , verhoor ons.

Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, geef\' hun de rust. i;

Lam Gods, dat wegneemt de zon- jï den der wereld, geef hun de rust.

Lam Gods, dat wegneemt de zon- tj den der wereld, geef hun de eeu- j| wige rust.

Christus, hoor ons.

Christus, verhoor ons.

Heer, ontferm U onzer.

-ocr page 82-

74 LITANIE TOT LAFENIS Christus, ontferm U onzer.

Heer, ontferm U onzer.

Ome Vader, enz.

v. Van de poorten der liel. r. Verlos, Heer, hunne zielen, v. Heer! verhoor mijn gebed. b. Eu mijn geroep kome tot U.

Gebed voor Vader en Moeder.

ó God, die ons geboden hebt vader en moeder te eeren : ontferm U genadiglijk over de zielen van mijnen vader en mijne moeder, en vergeef hen hunne zonden; en maak dat wij hen in de vreugde des eeuwigen lichts mogen aanschouwen. Door onzen Heer, enz.

Voor Vrienden en Weldoeners.

6 God, uitdeeler der genade en minnaar van der mensehen zaligheid ; wij bidden uwe goedertierenheid, dat Gij de broeders, vrienden en weldoeners onzer vergadering, die uit deze wereld gescheiden zijn , door de

-ocr page 83-

DEB, LIJDENDE ZIELEN. 75 voorspraak van de heilige Maria, altijd maagd, met al uwe Heiligen, wilt brengen tot de gemeenschap dei-eeuwige zaligheid. Door onzen Heer, enz.

Voor alle geloovige zielen.

o God, Schepper en Verlosser van alle geloovigen! verleen aan de zielen van uwe dienaren en dienaressen de vergiffenis van al hunne zonden , opdat zij de genadige kwijtschelding, naar welke zij altijd verlangd hebben, door godvruchtige gebeden mogen verwerven. Die leeft en heerscht, in alle eeuwigheid. Amen.

v. Heer! geef hun de eeuwige rust. it.. En het eeuwige licht verlichte hen.

v. Dat zij rusten in vrede, ii. Amen.

o-lt;gSgt;-o

-ocr page 84-

GEBEDEN troov ïgt;e ^iutljt,

Biii God, om tot dit Sakrament met de noodige gesteltenis te naderen.

Heilige God, die altijd gunstiglijk bereid zijt om den zondaar te ontvangen , en om zijne misdaden te vergeven; sla uwe oogen op eene ziel die tot U opregtelijk wederkeert, en die hare vlekken zoekt te was-scheu in de zalige wateren der boetvaardigheid. Doe mij de genade, o mijn God, (lat ik er nadere met de uoodige gesteltenissen; wees in mijn verstand, opdat ik al mijne zonden kenne; wees in mijn hart, opdat ik dezelve verzake; wees in mijnen mond, opdat ik ze belijde en er vergiffenis van bekome.

-ocr page 85-

GEBEDEN VOOU DE BIECHT 77

Roep de hulp van den heilige?! Geest aan om nwe zonden te kennen.

Heilige Geest, Oorsprong des liclits! gewaardig U eene van uwe stralen in mijn bart te schieten, en kom mij te liulp om mij mijne zonden te doen kennen. Toon ze mij aan, Heer, zoo klaarlijk als ik ze zal kennen, wanneer ik in liet uitgaan van dit leven voor U zal moeten verschijnen om geoordeeld te worden.

Doe mij kennen, o heilige God, en het kwaad dat ik gedaan, en het goed dat ik verzuimd heb. Doe mij zien het getal en de grootheid van mijne ongetrouwheden in nwe dienst; maak dat ik wete, hoe dikwijls en hoe verre ik den evenmensch belee-digd heb; het nadeel dat ik aan mij zeiven gedaan heb, en de fouten die ik bedreven heb tegen de pligten j van mijnen staat.

Verlicht mij, en laat niet toe , o God van waarheid, dat de zondige

-ocr page 86-

7 8 GEBEDEN

liefde, die ik voor mij zeiven heb, mij verleide en verblinde; neem het deksel weg, dat zij voor mijne oogen zet, opdat niets mij belette mij zeiven wel te kennen, en mij te doen kennen, zooveel noodigis, aan dengenen die hier uwe plaats bekleedt.

Onderzoek naarstig uw geweten. Zie of\' gij in voorgraamle biechten nergens aan ontbroken hebt, of ^ij met de noodi^e bereiding tot de heilige Tafel genaderd zijt, of andere Sakra-raenten ontvangen hebt; daarna overloop de tien Geboden Gods , op ieder wat blijvende staan, om te overdenken wat gij daartegen met gedachten, begeerten, woorden, werken en verzuimenissen bedreven hebt: zoo ook de vijf Geboden der heilige Kerk, de zeven hoofdzonden , de nesren vreemde zonden, de pligten en verbindtenissen van uwen staat, denkende op welke plaatsen gij geweest zijt, en met welke personen gij hebt verkeerd.

Betoon uwe droefheid door eene oefening van herouvi.

Hoe vele reden van schaamte voor mij, o mijn God, gednrig te vallen in dezelfde misdaden; zoo dikwijls,

-ocr page 87-

VOOK DE BI ECHT. 79

zoo ligtelijk, en na U zoo menigmaal beloofd te hebben van ze niet meer te bedrijven! Hoe lieb ilc kunnen zondigen in uwe tegenwoordigheid , om eene zoo geringe zaak, wetende hoe zeer de zonde U mishaagt, en zelfs uwe weldaden misbruikende om U te vergrammen. O mijn God ! mijn Vader! de beste en de verduldigste van alle vaderen ! stil uwe gramschap ; vergeef het mij, en straf mij niet naar de strengheid uwer regt-vaardigheid.

Laat U bewegen, o mijn God, door de droefheid van een hart, dat opreg-telijk berouw gevoelt; van een hart, dat meer geraakt is over zijne misdaden , om het misnoegen dat ze U gegeven hebben, dan om de straf die zij verdiend hebben. Laat U bewegen door het leedwezen van een hart, dat waarlijk bedroefd is U mishaagd te hebben; U, mijn God, die onein-diglijk goed zijt, en zoo waardig oneindig bemind te worden.

-ocr page 88-

I

80 GEBEDEN

Ik bid U, mijn God, om vergiffenis van het kwaad dat ik bedreven heb, en heb doen bedrijven; om vergiffenis van al het goed dat ik I niet gedaan heb, en dat ik moest doen, of kwalijk gedaan lieb; om : vergiffenis van al de zonden, die ! ik ken en die ik niet ken. Ik ver- I I zaak en verfoei dezelven ; ik wensehte i ze uit te wassehen met mijn bloed,

en te herstellen het ongenoegen dat ï ; zij U veroorzaakt hebben, door al j wat ik het dierbaarst bezit.

Och! of mijne droefheid gelijk | i konde zijn aan mijne zonden. Vergoed li : mijne droefheid, o Zaligmaker, zieltogende in den hof der olijfboomen; jj stort in mijn hart een druppeltje van |\' die zee van droefheid, waarmede uwe ziel alstoen overgoten was; laat mij i| bedroefd wezen over mijne zonden , ; en bedroefd tot den dood toe.

-ocr page 89-

VOOll DE BIECHT. 81

Goed voornomen.

Ik moest liever sterven, dan U vergrammen. o mijn God! maar naardien ik dit ongeluk gehad heb, en het ver-ledene niet meer in mijne magt is, ga ik zulke vaste voornemens maken voor de toekomst, dat ik met den bijstand uwer genade, voortaan op mijne hoede en oplettender zal zijn, om niets te doen dat U mishaagt. Ik zal de zonde met zorg vlugten, de oorzaken en gelegenheden der zoude, en bijzonderlijk van die zonde, welke mij de gewoonte, de boosheid of de zwakheid met meerdere ligt-vaardigheid doen bedrijven.

Ik wil opregtelijk daartoe gebruiken de middelen, die mij zullen aangewezen worden door uwen dienaar, wiens woorden ik alle zal aanhooren, alsof zij uit uwen mond kwamen; volkomenlijk verzekerd dat Gij het zijt, mijn God, die door den zijnen spreekt, in de heilzame raad-

6

-ocr page 90-

GEBEDEN

geviiigen welke liij mij geeft, en dat liet aan U is dat ik antwoord en be-love, in de antwoorden en beloften welke ik hem doe.

Hooi» op de Imrmliartiglieid Gods.

Ik weet, o mijn God, lioezeer ik U vergramd lieb, en wat ik moest verwachten van uwen toorn , indien uwe oneindige barmhartigheid en de verdiensten van Jesus Christus, mijnen Zaligmaker, uwe regtvaardigheid niet bevredigden en mijne vergiffenis bij U niet vraagden.

Neen, mijn God! Gij zult niet verwerpen het gebed, dat deze minnelijke en onschuldige Zoon U doet voor een misdadiger, die zijne wanbedrijven kent, en die ze gaat verklaren aan den dienaar, aan wien Gij de magt gegeven hebt om ze te vergeven.

In deze hoop, o God van goedheid, verschijn ik vol van betrouwen voor den heiligen regterstoel. Terwijl ik

83

-ocr page 91-

VOO 11 DE BIECHT. 83

mij volledig, opregtelijk en ootmoedig van mijne zonden beschuldig , zult Gij in den hemel bevestigen het vonnis van kwijtschelding, dat te mijnen voordeele uitgesproken zal worden op de aarde.

lieïcel ii aan de allerheiligste Maagd, en aan den heiligen Engel-hewaarder.

Allerheiligste Maagd, moeder van genade, moeder van barmhartigheid, en veilige toevlugt der arme zondaren! bid voor mij op dezen oogen-blik , opdat de biecht, welke ik ga doen, mij niet strafwaardiger make, maar dat ik integendeel vergiffenis van het verledene vinde, en de noo-dige genade, om in het toekomende niet meer te zondigen.

Mijn goede engel, getrouwe en ijverige bewaarder van mijne ziel, die getuige geweest zijt van mijnen val: help mij, bid ik u, mij oprigten ; maak dat ik in dit Sakrament de

-ocr page 92-

84 GEBEDEN VOOll DE BIECHT, genade vinde van niet meer te hervallen de zonden. Amen.

ISader tot den biechtstoel met die ingetogenheid, en zedigheid, die gij zoudt hebben, indien Jesus Christus zienlijk en in persoon in de plaats van den priester ware, cn dat gij aan Hem moest biechten. Houd u in zijne tegenwoordigheid in de gevoelens van schaamte, van droefheid en van verduldigheid eens misdadigers, die voor zijnen regter verschijnt. Kan men zich genoeg verootmoedi-gen, als men de hel verdiend heeft, en als

men genade zoekt te verkrijgen?

U

quot;W

-ocr page 93-

GEBEDEN rt a i» c ^ { e c Ij t.

Verwek eene oefening van geloof over de uitwerksels van het Saki\'am ent-

Zoude ik mij durven inbeelden, o mijn God, dat ik, van eenen misdadiger die ik nog; voor een oogenblik was, nu door de genade van n\\v Sa-krament geregtvaardigd eu te eenen-maal gezuiverd ben van mijne vlekken? Ja, God van goedheid! ik ben zoo even ontslagen, en dit vonnis van barmhartigheid herstelt mij in uwe goede gunst, indien ik, gelijk ik hoop gedaan te hebben, al de noo-dige gesteltenissen daartoe medege-bragt heb.

Het is het uitwerksel van het dierbaar bloed, dat Gij voor mij vergoten

-ocr page 94-

86 GEBEDEN

hebt, ininiielijke Verlosser der inen-sclien; liet is aan uwe heilige wonden, welker kracht de mijnen genezen heeft, dat ik mijne verzoening en mijne zaligheid verschuldigd ben.

Dank God.

ö Mijne ziel! dank den Heer uwen God, en erken de wonderen zijner barmhartigheid ten uwen opzigte. In | plaats van verschrikkelijke straffen, | tot welke gij regtvaardiglijk verwezen waart, wil de goedertierene God zich wel vergenoegen met eene ligte voldoening, alles vergevende en alles vergetende. Mijn God! men moet zijn hetgene Gij zijt, een God vol van goedheid, vol van barmhartigheid, om met zulke ellendige schepselen zoo te handelen !

Wat zijt Gij goed, o mijn God! Ik | heb er van daag eene zoete ondervinding van. Maar hoe zal ik U mijne erkentenis kunnen betuigen ? Het minste dat ik kan, o goddelijke Her-

-ocr page 95-

NA DE lilECHï.

] steller mijner ziel, is U lieden en al de dagen mijns levens eene offerande van lof op te dragen, en uwe oneindige barmhartigheid te zegenen en te verheffen zonder ophouden.

Ik doe het uit geheel mijn hart, en ik zal liet doen tot den dood toe; heel mijn leven lang zal ik eenen zoo goe-den God, den besten aller meesteren , den zachtmoedigsten en minnelijk-sten aller vaderen, verheerlijken.

Vernieuw het\' voornemen van niet meer te zondigen.

Mijn God! hetgeen Gij zoo even te j mijnen voordeele gedaan hebt, geeft ji mij eenen geheel nieuwen haat tegen de zonden, en doet mij een nieuw 1 voornemen maken van er geene meer 1 te bedrijven. Ik bid U dan ootmoe-diglijk, o mijn God, dat Gij in mij | vermeerdert de begeerte om van le-| ven te veranderen. Versterk door uwe 1 genade het voornemen, daar ik in ben , van niet meer te zondigen, en

87

-ocr page 96-

188 GEBEDEN88 GEBEDEN

bekrachtig liet voornemen, dat ik maak, van alle gelegenheden der zonden te vlugten, en vooral der zon- |i den die u in mij sedert langen tijd |\' hebben mishaagd.

Ik ga beginnen, o mijn God, en l doe van dezen oogenblik af zien , dat ik het geluk gehad heb mij met ij U te verzoenen. Men zal van dezen ! dag af, door de geregeldheid van mijn |j gedrag bespeuren, dat Gij met mij zijt. Ik zal er alle middelen toe aanwenden ; ik zal mij tot dat einde alle jl 1 geweld aandoen; ik zal mij zonder j! 1 ophouden bestrijden , daar ik verze-kerd ben van nwe hulp en van de overwinning; maar nog meer verze- j kerd, dat, indien ik den moed heb ! van mijzei ven te overwinnen op aarde, ! ik het gelnk zal hebben van eeuwig-lijk met U te heerschen in den hemel. Amen.

Stel niet uit de penitentie te volbrengen | die u opgelegd is: maar om aan God te be-toonen, dat uwe bekeering opregt is, onder- j

-ocr page 97-

VOOB, DE 11. COMMUNIE. 89

1 zoek de oorzakeu van uwe zonden, en zie hoe gij ze zult kunnen wegnemen. Voorzie de gelegenheden, die gij zult kunnen hebben, van ! in uwe gewoonlijke zonden te hervallen. Maak op dezen oogenblik een vast voortiemen om dezelve te vingten, en verwijs u zelven van ! nn af tot eenige boetedoening, die gij moet volbrengen zoo dikwijls gij er in zult hervallen zijn.

0

G-EBEDEN VOOR PE HEILIGE COMIVIUNIE.

OEFENING VAN GELOOF.

God van hemel en aarde! Zaligmaker der mensehen! Gij komt tot mij, en ik zal het geluk hebben U te ontvangen! Wie zonde een zoo groot wonder kunnen gelooven, indien Gij het zelf niet gezegd hadt? Ja, Heer! ik geloof dat Gij het zelf zijt, dien ik ga ontvangen in dit Sa-krament; Gij zelf, die geboren zijnde

r

-ocr page 98-

90 GEBEDEN VOO 11

in eene krib, voor mij hebt willen sterven aan het kruis, en die, hoe heerlijk Gij ook zijt in den hemel, niet nalaat verborgen te zijn onder deze aanbiddelijke gedaanten.

Ik geloof het, mijn God, en ik houd er mij zekerder van, dan of ik het met mijne oogen zag. Ik geloof het, omdat Gij het gezegd hebt, en omdat ik uw heilig woord aanbid. Ik geloof het, zelfs in weerwil van al wat mijne zinnen en rede mij kunnen zeggen; ik verzaak mijne zinnen en mijne rede, om mij te onderwerpen aan de gehoorzaamheid van het geloof.

Ik geloof het, en al moest ik duizend dooden lijden voor de belijdenis van deze waarheid, toch zoude ik, geholpen door uwe genade, o mijn God, dezelven liever lijden, dan op dit punt mijn geloof en mijn godsdienst te loochenen. _______

-ocr page 99-

DB H. COMMUNIE.

OEFENING VAN OOTMOEDIGHEID.

Wie ben ik, o mijn God van glorie en majesteit? Wie ben ik, (lat Gij U gewaardigt de oogen op mij te slaan? Van waar komt mij die overmaat van geluk, dat mijn Heer en mijn God tot mij wil komen ? Ik zondaar, ik worm der aarde, ver-achtelijker dan een niet, lieb het gelnk van te naderen tot eenen zoo heiligen God, te eten het brood der engelen, mij te voeden met een goddelijk vleeseh!.... Ach Heer! ik verdien het niet , ik zal het nooit waardig zijn.

Koning des hemels. Schepper en Behouder der wereld, algemeene Monarch ! ik vernietig mij voor IJ, en ik wenschte mij zoo diep te kunnen vernederen voor uwe heerlijkheid, als Gij U vernedert in dit Sakrament ter liefde van mij. Ik erken met allo mogelijke ootmoedigheid, en uwe opperste grootheid.

91

-ocr page 100-

93 GEBEDEN VOOR en mijne uiterste geringheid. De beschouwing van liet eene en andere dompelt mij in eene bescliaamdheid, die ik niet kan uitdrukken, o mijn God! Alleenlijk zal ik met eene ootmoedige opregtlieid zeggen, dat ik zeer onwaardig ben der genade, die Gij U gewaardigt mij van daag te bewijzen.

OEFENING VAN BEKOtHV.

Gij komt tot mij, God van goedheid en barmhartigheid ! Helaas, \'mijne zonden moesten er U eerder van afschuwen! Maar ik verfoei ze in uwe tegenwoordigheid, o mijn God ! Gevoelig over het ongenoegen dat zij U veroorzaakt hebben; geraakt door uwe oneindige goedheid, en opregtelijk voorgenomen hebbende van ze niet meer te bedrijven, verzoek ik ze uit geheel mijn hart, en vraag U daarvoor zeer ootmoedig vergiffenis. Vergeef ze mij , mijn Vader , mijn minnelijke Vader; dewijl

!

i

-ocr page 101-

DE H. COMMUNIE. 93

Gij mij nog zoodanig bemint, dat Gij mij toestaat ü van daag te naderen, vergeet\' ze mij.

Ik ben reeds gezuiverd, zoo als ik lioop, door het Sakrament van boetvaardigheid : maar zuiver mij, Heer, nog meer; zuiver mij ook van de minste vlek; schep in mij een nieuw hart, en vernieuw tot in den grond van mijn binnenste dien geest van onnoozelheid, die mij in staat stelt om U waardiglijk te ontvangen.

OEFENING VAN HOOP.

Gij komt tot mij, goddelijk Zaligmaker der zielen 1 Wat moet ik van TJ niet verhopen! Wat moet ik niet verwaehten van dien, die zich geheel aan mij geelt.

Ik kom dan tot U, o mijn God, met al het vertrouwen dat uwe oneindige magt en uwe oneindige goedheid mij inboezemen. Gij kent mijnen nood; Gij kunt denzelven verligten; Gij wilt het; Gij noodigt mij om tot

i

-ocr page 102-

93 GEBEDEN VOOR en mijne uiterste geringheid. De beschouwing van liet eene en andere dompelt mij in eene bescliaamdheid, die ik niet kan uitdrukken, o mijn God! Alleenlijk zal ik met eene ootmoedige opregtlieid zeggen, dat ik zeer onwaardig ben der genade, die Gij U gewaardigt mij van daag te bewijzen.

OEFENING VAN BEKOtHV.

Gij komt tot mij, God van goedheid en barmhartigheid ! Helaas, \'mijne zonden moesten er U eerder van afschuwen! Maar ik verfoei ze in uwe tegenwoordigheid, o mijn God ! Gevoelig over het ongenoegen dat zij U veroorzaakt hebben; geraakt door uwe oneindige goedheid, en opregtelijk voorgenomen hebbende van ze niet meer te bedrijven, verzoek ik ze uit geheel mijn hart, en vraag U daarvoor zeer ootmoedig vergiffenis. Vergeef ze mij , mijn Vader , mijn minnelijke Vader; dewijl

!

i

-ocr page 103-

DE H. COMMUNIE. 93

Gij mij nog zoodanig bemint, dat Gij mij toestaat ü van daag te naderen, vergeet\' ze mij.

Ik ben reeds gezuiverd, zoo als ik lioop, door het Sakrament van boetvaardigheid : maar zuiver mij, Heer, nog meer; zuiver mij ook van de minste vlek; schep in mij een nieuw hart, en vernieuw tot in den grond van mijn binnenste dien geest van onnoozelheid, die mij in staat stelt om U waardiglijk te ontvangen.

OEFENING VAN HOOP.

Gij komt tot mij, goddelijk Zaligmaker der zielen 1 Wat moet ik van TJ niet verhopen! Wat moet ik niet verwaehten van dien, die zich geheel aan mij geelt.

Ik kom dan tot U, o mijn God, met al het vertrouwen dat uwe oneindige magt en uwe oneindige goedheid mij inboezemen. Gij kent mijnen nood; Gij kunt denzelven verligten; Gij wilt het; Gij noodigt mij om tot

i

-ocr page 104-

GEBEDEN

m as Mttii

Op dit oogenblik, terwijl de volheid der Godheid ligchamelijk in u woout, treed met de heilige Maagd in eene diepe bemerking over ! de wonderen, die in u uitgewerkt worden; zie u aan als den levendigen tabernakel, waarin de Heilige der heiligen woont. Sluit door deze gedachten al de verstrooijingen van uwen geest uit, en houd u in eene volkomeae ingetogenheid.

OEFENING VAN AANBIDDING.

Aanbiddelijke majesteit van mijnen God, voor wien zelfs liet grootste en verlievcnste in hemel en op aarde zicli onwaardig kent te verschijnen ; wat kan ik hier anders in uwe tegen- i woordigheid doen, dan zwijgen en U eeren in de diepste vernietiging mijner ziel!

Ik aanbid U, heilige God; ik

-ocr page 105-

GEBEDEN NA BE H. COMMUNIE. 97 bewijs mijnen regtmatigen eerbied aan die opperste grootheid, voor welke alle knieën moeten buigen; in wiens vergelijking alle magt maar zwakheid, alle voorspoed maar ellende | is, en de allerblinkendste lichten I slechts dikke duisternissen zijn.

Aan U alleen, groote God, Koning der eeuwen, onsterfelijke God! aan U alleen behoort alle eer en glorie. Glorie, heerlijkheid, gelukzaligheid en zegen aan Hem, die komt in den naam des Heeren; gezegend zij de eeuwige Zoon van den Allerhoogsten, die zich heden verwaardigt zich zoo j innerlijk met mij te vereenigen en 1 bezit te nemen van mijn hart.

OEFENING TAN LIEFDE.

Ik heb dan eindelijk het gelnk U te bezitten, o God van liefde! Welke goedheid! Ach, dat ik die 1\' niet kan beantwoorden! dat ik niet | geheel en al hart ben om U te beminnen , om U te beminnen zoo 7

-ocr page 106-

GEBEDEN

m as Mttii

Op dit oogenblik, terwijl de volheid der Godheid ligchamelijk in u woout, treed met de heilige Maagd in eene diepe bemerking over ! de wonderen, die in u uitgewerkt worden; zie u aan als den levendigen tabernakel, waarin de Heilige der heiligen woont. Sluit door deze gedachten al de verstrooijingen van uwen geest uit, en houd u in eene volkomeae ingetogenheid.

OEFENING VAN AANBIDDING.

Aanbiddelijke majesteit van mijnen God, voor wien zelfs liet grootste en verlievcnste in hemel en op aarde zicli onwaardig kent te verschijnen ; wat kan ik hier anders in uwe tegen- i woordigheid doen, dan zwijgen en U eeren in de diepste vernietiging mijner ziel!

Ik aanbid U, heilige God; ik

-ocr page 107-

GEBEDEN NA BE H. COMMUNIE. 97 bewijs mijnen regtmatigen eerbied aan die opperste grootheid, voor welke alle knieën moeten buigen; in wiens vergelijking alle magt maar zwakheid, alle voorspoed maar ellende | is, en de allerblinkendste lichten I slechts dikke duisternissen zijn.

Aan U alleen, groote God, Koning der eeuwen, onsterfelijke God! aan U alleen behoort alle eer en glorie. Glorie, heerlijkheid, gelukzaligheid en zegen aan Hem, die komt in den naam des Heeren; gezegend zij de eeuwige Zoon van den Allerhoogsten, die zich heden verwaardigt zich zoo j innerlijk met mij te vereenigen en 1 bezit te nemen van mijn hart.

OEFENING TAN LIEFDE.

Ik heb dan eindelijk het gelnk U te bezitten, o God van liefde! Welke goedheid! Ach, dat ik die 1\' niet kan beantwoorden! dat ik niet | geheel en al hart ben om U te beminnen , om U te beminnen zoo 7

-ocr page 108-

100 GEBEDEN NA

OEFENING VAN EEN GOED VOORNEMEN. [!

O verduldigste en milddadigste aller vrienden ! Wat zal mij voortaan kunnen scheiden van U ? Ik verzaak ij van ganselier harte al hetgene mij tot nu toe van ü heeft afgetrokken, en ik neem voor, met de hulp uwer 1 genade, niet meer in mijne vroegere ■ misdaden te hervallen.

Derhalve dan, o mijn God! geene gedachten, geene begeerten, geene || woorden of werken meer, die in [; het minste ter wereld strijdig zijn met de eerbaarheid of met de ehris-telijke liefde; geene onverduldigheden , geene vloeken, geene leugens, li geen twisten, geene achterklap meer; geene nalatigheid meer in mijne plig-ten, noch laauwheid in uwe dienst; geene gevaarlijke gemeenschappen meer; geene verknochtheid meer aan j\' mijne gevoelens, noch aan mijne ge- |j makken; geene gevoeligheid meer , voor de misachting en het gepraat

-ocr page 109-

quot;1

=:n.

Ier | ■n- , ak ij ■lij =ii,

-er =re

me lil me jji quot;in :■ j

I

s- |

e-

3 j [I

f

?- 1

SP

n j\'l! ;

quot; 1\'

r

t 1

r

DE H. COMMUNIE. 101 j; der menschen; geene begeerte meer i voor de achting en aandacht der we- j reld. Liever sterven, o mijn God, liever alhier voor mv aangezigt den i geest geven, dan U ooit te mishagen.

Gij ziet in het binnenste van mijn hart, goddelijke Jesus ! het is in uwe j tegenwoordigheid, dat ik deze voornemens maak, opdat Gij ze zoudt bekrachtigen, en opdat uw aanbid- i ij delijk Sakrament, dat ik zoo even i heb ontvangen, als het zegel er van zij, hetwelk mij nooit geoorloofd is i te schenden. Bevestig dan, o God van goedheid, de begeerte die ik heb, van eeniglijk aan U te zijn, en niet meer te leven dan voor uwe glorie. Amen.

GEBED

li om de zegening van het allerheiligste Sakrament te vragen.

Goddelijke Zaligmaker onzer zie-| len, die ons uw aanbiddelijk ligchaam

— i

-ocr page 110-

102 GEBEDEN NA

en dierbaor bloed wel hebt willen aobterlaten in bet allerbeiligste Sa-krament des altaars : ik aanbid U in hetzelve met diepen eerbied; ik dank U allerootmoedigst voor de genade, welke Gij ons daarin bewijst; en dewijl Gij de bron van alle zegeningen zijt, smeek ik U, om dezelve heden nit te storten over mij en over degenen , voor welke ik voornemens ben te bidden.

Maar, opdat niets den stroom dezer zegeningen store, zuiver mijn hart van alles wat U, mijn God, daarin mishaagt. Vergeef mij mijne zonden; ik verfoei dezelven opregtelijk, uit liefde tot U; zuiver n.ijn hart, heilig mijne ziel ; zegen mij , mijn God, met eenen zegen , gelijk aan dien welken Gij aan uwe Leerlingen gaaft, toen Gij hen verliet om ten hemel te klimmen. Zegen mij met eenen zegen , die mij verandert, die mij heiligt en mij geheel met U ver-eenigt; die mij met uwen geest

quot;

[ 1

-ocr page 111-

vervult, eu die iu dit leven een zeker pand is van den zegen, dien Gij voor uwe uitverkoornen voorbereidt. Ik bid U daarom ; in den naam des Vaders, en des Zoons, en des heiligen Geestes. Amen.

-ocr page 112-

102 GEBEDEN NA

en dierbaor bloed wel hebt willen aobterlaten in bet allerbeiligste Sa-krament des altaars : ik aanbid U in hetzelve met diepen eerbied; ik dank U allerootmoedigst voor de genade, welke Gij ons daarin bewijst; en dewijl Gij de bron van alle zegeningen zijt, smeek ik U, om dezelve heden nit te storten over mij en over degenen , voor welke ik voornemens ben te bidden.

Maar, opdat niets den stroom dezer zegeningen store, zuiver mijn hart van alles wat U, mijn God, daarin mishaagt. Vergeef mij mijne zonden; ik verfoei dezelven opregtelijk, uit liefde tot U; zuiver n.ijn hart, heilig mijne ziel ; zegen mij , mijn God, met eenen zegen , gelijk aan dien welken Gij aan uwe Leerlingen gaaft, toen Gij hen verliet om ten hemel te klimmen. Zegen mij met eenen zegen , die mij verandert, die mij heiligt en mij geheel met U ver-eenigt; die mij met uwen geest

quot;

[ 1

-ocr page 113-

vervult, eu die iu dit leven een zeker pand is van den zegen, dien Gij voor uwe uitverkoornen voorbereidt. Ik bid U daarom ; in den naam des Vaders, en des Zoons, en des heiligen Geestes. Amen.

-ocr page 114-

102 GEBEDEN NA

en dierbaor bloed wel hebt willen aobterlaten in bet allerbeiligste Sa-krament des altaars : ik aanbid U in hetzelve met diepen eerbied; ik dank U allerootmoedigst voor de genade, welke Gij ons daarin bewijst; en dewijl Gij de bron van alle zegeningen zijt, smeek ik U, om dezelve heden nit te storten over mij en over degenen , voor welke ik voornemens ben te bidden.

Maar, opdat niets den stroom dezer zegeningen store, zuiver mijn hart van alles wat U, mijn God, daarin mishaagt. Vergeef mij mijne zonden; ik verfoei dezelven opregtelijk, uit liefde tot U; zuiver n.ijn hart, heilig mijne ziel ; zegen mij , mijn God, met eenen zegen , gelijk aan dien welken Gij aan uwe Leerlingen gaaft, toen Gij hen verliet om ten hemel te klimmen. Zegen mij met eenen zegen , die mij verandert, die mij heiligt en mij geheel met U ver-eenigt; die mij met uwen geest

quot;

[ 1

-ocr page 115-

vervult, eu die iu dit leven een zeker pand is van den zegen, dien Gij voor uwe uitverkoornen voorbereidt. Ik bid U daarom ; in den naam des Vaders, en des Zoons, en des heiligen Geestes. Amen.

-ocr page 116-

1 08 DE ZEVEN

Verblijdt u, in den Heer, en verheugt u, gij regtvaardigen: roemt hem, allen die opregt van harte zijt.

Eere zij den Vader, enz.

IPS ALM XXXVII.PS ALM XXXVII.

David, die boete doet, toont door zijn voorbeeld, hoe ellendig de staat van den mensch is, zoo lang hij in zonden blijft.

Heer! straf mij niet in uwe verbolgenheid, en kastijd mij niet in uwe gramschap.

Want uwe pijlen hebben mij getroffen, en Gij hebt uwe hand op mij verzwaard.

Er is geene gezondheid in mijn vleesch, ter oorzake van uwe gram-

I schap ; er is geen vrede in mijn gebeente , om mijner zonden wille. schap ; er is geen vrede in mijn gebeente , om mijner zonden wille.

Want mijne ongeregtigheden zijn boven mijn hoofd gewassen; en gelijk een zware last, zijn zij mij te zwaar geworden.

Mijne wonden zijn stinkende en

i

-ocr page 117-

BOET-PSALMKN. 109

bedorven geworden, ter oorzake mijner dwaasheid.

Ik ben ellendig geworden , en ten uiterste nedergebogen; den gan-selien dag ging ik bedroefd daarheen.

Want mijne lenden zijn met be-driegelijkheden vervuld; en er is geene gezondheid in mijn vleeseh.

Ik ben verdrukt en bovenmate vernederd , en brieschte van het gezucht mijns harten.

Heer! al mijne begeerte is voor U, en mijn zuchten is voor U niet verborgen.

Mijn hart is ontroerd, mijne kracht heeft mij verlaten; en zelfs het licht mijner oogen is bij mij niet.

Mijne vrienden en nabestaanden zijn tot mij gekomen en tegen mij opgestaan.

En die bij mij waren, stonden van verre; en zij die mijne ziel zochten, pleegden geweld.

Die kwaad tegen mij zochten,

-ocr page 118-

110 DE ZEVEN

spraken ijdelheden, en verzonnen den ganschen dag bedrog.

Maar ik, als een doove, hoorde niet; en deed, als een stomme, mijnen mond niet open.

En ik was als een menscli die niet lioort, en die geene;wederspraak in zijnen mond heeft.

Want op U,Heer, heb ik gehoopt; Gij, Heer, mijn God, znlt mij verhoeren.

Wijl ik gezegd heb, dat mijne vijanden zich niet over mij verblijden ; want als mijne voeten wankelden , spraken zij trotschelijk tegen mij.

W ant ik ben tot de geesels bereid; i mijne smart is altoos voor mijne oogen.

Want ik zal mijne boosheid openlijk verkondigen, en over mijne zonden peinzen.

Maar mijne vijanden leven , en zijn magtig boven mij; en die mij onregt-vaardiglijk haten, zijn tegen mij vermenigvuldigd.

!

i

-ocr page 119-

BOET-PSALMEN. Ill

Zij die het goed met. het kwaad | vergelden , lasterden mij; wijl ik het goede volgde.

Verlaat mij niet, o Heer, mijn God! wijk van mij niet.

Gedenk op mijne hulp. Heer, God ij mijner zaligheid.

Eere zij den Vader, enz.

PSALM L.

David leert door dese7i Psalm, hoe een rouvjmoedig zondaar de vergiffenis zijner \\ zonden aan God behoort af te smeeken.

Ontferm U mijner, o God, naar |j| uwe groote barmhartigheid.

En naar de menigvuldigheid uwer jj barmhartigheden, delg mijne boos-heid uit.

Waschmij meer eu meer van mijne |l ongeregtigheid, en zuiver mij van J mijne zonden.

Want ik beken mijne boosheid, ïj en mijne zonde is altoos voor mijne | oogen.

Tegen ü alleen heb ik gezondigd

-ocr page 120-

113 DE ZEVEX

en kwaad voor U gedaan; opdat Gij zoudet o\'eregtvaardio\'d worden in uwe Ij woorden, en overwinnen als Gij geoordeeld wordt.

Want zie, in boosheden ben ik voortgebragt, en in zonden heeft mij mijne moeder ontvangen.

Zie, Gij hebt de waarheid lief ge-I had; de onzekere en verborgene din-i gen uwer wijsheid hebt Gij mij ge-H openbaard.

Gij zult mij besproeijen met hyzop, en ik zal gezuiverd worden; Gij zult mij wassehen, en ik zal witter worden dan sneeuw.

Aan mijn gehoor zult Gij blijdschap en vreugde sehenken; en de verootmoedigde beenderen zullen van 1 vreugde opspringen.

Wend uw aanschijn van mijne zonden af, en delg al mijne boosheden uit.

Schep in mij, o God, een zuiver hart; en vernieuw eenen regten geest I in mijn binnenste.

-ocr page 121-

BOET-PSALMEN. 113

Verwerp mij niet van uw aange-zigt, en neem viwen heiligen Geest van mij niet weg.

Selienk mij wederom de vreugde uws heils, en versterk mij met eenen bereidwilligen geest.

Ik zal den boozen uwe wegen lee-ren, en de goddeloozen zullen tot U bekeerd worden.

Verlos mij van de bloedscbulden , o God, God mijner zaligheid ! en mijne tong zal uwe regtvaardigheid verheffen.

Gij zult mijne lippen openen, Heer! en mijn mond zal uwen lofverkondigen.

Want hadt Gij eene offerande begeerd , ik zou ü dezelve gegeven hebben; maar de brandoffers zijn U niet aangenaam.

Een bedrukte geest is Gode eene offerande ; een gebroken en verootmoedigd hart zult Gij, o God, niet versmaden.

Heer! doe naar uwen goeden wil 8

-ocr page 122-

114 de zeven

aan Sion wel; opdat de muren van :

Jeruzalem worden opgebouwd.

Dan zult Gij het offer der regt-vaardigheid ontvangen, offeranden en brandoffers; dan zullen zij kalveren |![ op uw altaar leggen.

Eere zij den Vader, enz.

psalm ci.

David stelt hier den onder de ellenden gebuktefi zondaar voor, biddende om de goddelijke hulp ; en vermaant de zonden te beweenen, en vaste hoop te vestigen op de goddelijke beloften en op de verdiensten van den toekomenden Messias.

Heer! verboor mijn gebed, en mijn geroep kome tot U.

Keer uw aanschijn van mij niet af; op wat dag ik verdrukt worde, neig uw oor tot mij.

Op wat dag ik U zal aanroepen , verhoor mij haastiglijk.

Want mijne dagen zijn als rook verdwenen, en mijne beenderen zijn als een verdroogd hout verdord.

-ocr page 123-

115

Ik ben als hooi geslagen, en mijn hart is dor geworden; omdat ik vergeten heb mijn brood te eten.

Van het geluid mijner zuchten is mijn gebeente aau mijn vleesch gekleefd.

Ik ben den pelikaan der wildernis gelijk geworden; ik ben gelijk geworden aan eene nachtraaf in het huis.

Ik heb gewaakt, en ben geworden als eene eenzame musch op het dak.

Den ganschen dag beschimpten mij mijne vijanden; en die mij prezen, zwoeren tegen mij.

Omdat ik asch als brood at, en mijnen drank met tranen mengde.

Van het aanschouwen uwer gramschap en verbolgenheid; omdat Gij mij ; opgeheven en nedergeworpen hebt.

Mijne dagen zijn als eene schaduw verdwenen; en ik ben verdord ge-j worden als hooi.

Maar Gij, Heer, blijft in eeuwigheid; en uwe gedachtenis van geslacht tot geslacht.

-ocr page 124-

116 DE ZEVEN

Gij zult opstaan en U over Sion ontfermen; want de tijd is daar, om IJ over hetzelve te ontfermen; de tijd is gekomen.

Want deszelfs steenen hebben uwe dienaren behaagd; en zij zullen zich over deszelfs stof ontfermen.

De volkeren zullen uwen naam vreezen, Heer! en alle koningen der aarde uwe heerlijkheid.

Want de Heer heeft Sion opgebouwd; en Hij zal in zijne heerlijkheid gezien worden.

Hij heeft op het gebed der oot-moedigen nedergezien, en Hij heeft hun verzoek niet versmaad.

Men schrijve deze dingen voor het volgend geslacht : en het volk , hetwelk zal geschapen worden, zal den Heer loven.

Want Hij heeft van boven van zijne heilige plaats nedergezien; de Heer heeft van den hemel op de aarde nedergezien.

Om het zuchten der gevangenen

r

k

-ocr page 125-

ÜO KT-PSALMEN.

te hooren; om de kinderen der ge-dooden te ontbinden.

Opdat zij den naam des Heeren in Sion verkondigen, en zijnen lof in Jeruzalem.

Wanneer de volkeren zullen te zamen komen, en de koningen, om den Heer te dienen.

Hij lieeft op den weg zijner sterkte geantwoord : geef mij liet weinige mijner dagen te kennen.

Neem mij toch niet weg in het midden mijner dagen ; uwe jaren duren van geslacht tot geslacht.

In den beginne hebt Gij, Heer, de aarde gegrondvest; en de hemelen zijn de werken uwer handen.

Zij zullen vergaan , maar Gij blijft altoos; zij zullen allen gelijk een kleed verouderen.

En gelijk een dekkleed zult Gij ze veranderen ; en zij zullen veranderd worden ; maar Gij blijft altoos dezelfde, en uwe jaren zullen niet vergaan.

De kinderen uwer dienaren zullen

117

-ocr page 126-

de zeven

woonplaatsen hebben; en Imn zaad zal in eeuwigheid bestaan.

Eere zij den Vader, enz.

psalm cxxix.

Smeek-psalm om vergiffe?iis, met ee/i vast

vertrouwen op Gods barmhartigheid.

I

Uit de diepten lieb ik tot U geroepen ; Heer! Heer! verhoor mijne stem.

Laat uwe ooren luisteren naar de stem mijner smeeking.

Indien Gij, Heer, de ocgeregtighe-den gadeslaat, Heer! wie zal bestaan ? j

Want bij U is verzoening, en om uwe wet. Heer, heb ik U verbeid.

Mijne ziel heeft op zijn woord j verbeid; mijne ziel heeft op den Heer | gehoopt.

Dat Israël op den Heer hope, van den morgenstond tot den nacht toe.

Want bij den Heer is barmhartigheid , en bij Hem is overvloedige verlossing.

-ocr page 127-

id

St |; I

1.

ft ,

p n

(l r

i

e

boet-I\'salmen. 119

En Hij zal Israël verlossen uit al ]} deszelfs booslieden.

Eere zij den Vader, enz.

psalm cxlii.

David, die de vervolging van Absalon, en zijne overige rampen, als de straf zij-j ner zonden beschouwt, beweent dezelven , ! en leert hoe de ware boetvaardige tot God om barmhartigheid moet bidden.

Heer ! verhoor mijn gebed , neig i uwe ooren naar mijne smeekingen, om uwe waarheid ; verhoor mij, om uwe regtvaardigheid.

En treed niet in het geregt met l uwen dienaar; want geen levend mensch zal voor uw aanschijn ge-1 regtvaardigd worden.

Want de vijand heeft mijne ziel j |l vervolgd; hij heeft mijn leven ter aarde toe vernederd.

Hij heeft mij in de duisternissen ® gesteld, gelijk degenen die in deze | wereld waren afgestorven; mijn geest

-ocr page 128-

130 DE ZEVEN

is in mij beangst geweest, mijn hart

is in mij ontsteld geworden.

Ik ben den ouden dagen gedachtig geweest; ik heb al uwe werken overdacht : de werken uwer handen bepeinsde ik.

Ik heb mijne handen tot U uitgestrekt ; mijne ziel is voor U als eene aarde zonder water.

Heer! verhoor mij haastiglijk ; mijn geest is bezweken.

Keer uw aanschijn van mij niet af; of ik zal aan degenen gelijk zijn die ten grave dalen.

Doe mij vroegtijdig uwe barmhartigheid hooren; want ik heb op U gehoopt.

Maak mij den weg bekend, op welken ik moet wandelen; want tot U heb ik mijne ziel opgeheven.

Verlos mij van mijne vijanden; Heer! tot U heb ik mijne toevlugt genomen; leer mij uwen wil doen; want Gij zijt mijn God.

Uw goede geest zal mij op den

-ocr page 129-

BOET-PSALMEN. 121

regten weg geleiden : om uwen naam, Heer, zult Gij mij levend maken, door uwe geregtigheid.

Gij zult mijne ziel van de verdrukking bevrijden; en door uwe barmliartigheid zult Gij mijne vijanden verdelgen.

Gij zult ze allen vernielen , die mijne ziel kwellen; want ik ben uw dienaar.

Eere zij den Vader, enz.

Wil, Heer, onze boosheden niet gedenken, noch olie onzer ouders; en ueein geene wraak over onze zonden.

-ocr page 130-

HEILIGE KRUIS W E G.

Voorbereiding.

ö Mijn God! liet is mij van liarte leed, dat ik U, mijn opperste Goed, ooit vergramd heb... Tot uwe meer-| dere eer en tot mijne zaliglieid, offer ik ü deze heilige oefening op, met inzigt van al de aflaten te verdienen die er aan gelieclit zijn, zoo voor mij als voor de zielen in het i vagevuur, bijzonderlijk voor de zielen van N. N.

t

I. STATIE.

ycsits wordt tot den dood des kruises verwezen.

\\ v. Wij aanbidden en loven U, Christus, ii. Omdat Gij door uw heilig kruis de wereld verlost hebt.

-ocr page 131-

______

li. KRUISWK.G. 123

6 Jesus! mijne misdaden hebben bet onregtvaardig doodvonnis over U uitgesproken... Ik zou van droef-beid over mijne zonden moeten sterven.... Geef mij genade, opdat ik niet opboude dezelve te beweenen.

Ome Vader, ens. Vees gegroet, enz. Ontferm U onzer , Heer, ontferm U onzer.

God! wees ons zondaren genadig.

t

II. STATIE.

Jesus neemt het kntis op zijne schouderen.

v. Wij aanbidden, enz. gelijl- hier voren.

ö Jesus, die ü gewaardigd bebt den zwaren boom des kruises op uwe verscheurde sebouders te nemen : verleen mij de genade, om met geduld de kruisen te dragen, welke uwe Voorzienigheid mij overzendt.

Onze Vader, enz. gelijk hier hoven.

-ocr page 132-

124 II. KRUISWEG.

t

III. STATIE.

| De eerste val van Jesus onder het kruis.

\\ v. Wij aanbidden, enz.

ö Jesus, die beladen met den zwa-ren last mijner zonden, vermoeid onder uw kruis ter aarde zijt neder-gevallen ; ach! laat niet toe, bid ik U, dat ik in dezelve nog liervalle. Onze Vader, enz.

t

IV. STATIE.

Jesus ontmoet zijne Moeder.

V. Wij aanbidden, enz. ö Allerbedruktste Moeder! verkrijg mij van uwen lieven Zoon tranen van eene ware boetvaardigheid over mijne zonden, die de oorzaak zijn geweest van zijn en uw lijden... Sta mij bij in al de ellenden van dit leven... Verlaat mij niet in het uur des doods. Onze Vader, enz.

-ocr page 133-

H. KRUISWEG.

t

V. STATIE.

Simon van Cyrenen helpt Jesus het kruis dragen.

v. Wij aanbidden, enz.

o Jesus! geet\' mij sterkte om met liefde liet kruis mijns lijdens op te nemen, en om met kloekmoedigheid U na te volgen... Ik zal mij gelukkig achten U in iets te gelijken en uwe smarten door de mijnen te eereu.

Onze Vader, enz.

t

VI. STATIE.

Veronica droogt Jesus aangezigt af.

v. Wij aanbidden, enz.

6 Jesus! druk de gedachtenis van uw smartelijk lijden zoo levendig in mijn hart, dat ik hetzelve gedurig overwege, en aangemoedigd worde om uwe bloedige voetstappen op te volgen.

Onze Vader, enz.

125

-ocr page 134-

136 H. KRUISWEG.

t

VII. STATIE.

De Iwccde val van Jcsus onder het knth.

v. Wij aanbidden, enz.

o Jesus! mijne hoovaardigheid heeft U nedergeworpen onder den last des j kruises... Ach! leer mij zachtmoedig en ootmoedig van harte zijn... Ik wil alle vernederingen en versmadingen verduldig lijden, opdat ik, U 1 navolgende in uwe vernederingen, met U deel moge hebben in de glorie.

Onze Vader, enz.

t

VIII. STATIE.

Jesus troost de weencnde vrouwen.

v. Wij aanbidden, enz.

6 Jesus! geef eene bron van tranen aan mijne oogen, opdat ik dag en nacht mijne zonden beweene... Ach! gewaardig U mij meer en meer van mijne ongeregtigheden aftewasschen

-ocr page 135-

1

H. KRUISWEG. 137 en mij van mijne zonden te reinigen. .

Onze Fader, enz.

t

IX. STATIE.

Derde val van Jcsus onder het kruis, i

v. Wij aanbidden, enz.

6 Jesus! reik mij eene helpende | hand toe, in het midden der gevaren | aan welke ik blootgesteld ben, op- | dat ik in de zonde niet valle... Ver- j dedig mij tegen de vijanden mijner l zaligheid, opdat ik onder het geweld 1\' hunner bekoringen niet bezwijke. i

Onze Fader, enz.

t

X. STATIE.

} Jestts wordt va/i zijne Ideederen ontbloot en met edik en gal gelaafd.

v. Wij aanbidden, enz.

ó Jesus! dat ik al mijne booze gewoonten aflegge, mijn hart onthechte

-ocr page 136-

138 H. KBUISAVEG.

i van al wat aardscli en vergankelijk is, 1 mijn dartel vleescli kastijde, mijne zinnen versterve, en gaarne met ü | uit den bitteren kelk des lijdens | drinke.

Onze Vader, enz.

t

XL STATIE.

jfesus wordt aan het kruis gehecht.

v. Wij aanbidden, enz.

6 Jesus! lieclit mij met U aan liet 1 kruis; ik wil met U , gelijk Gij en om j U lijden; opdat ik levende, lijdende j en stervende in uwe liefde, eeuwig met U eu door U moge gelukkig zijn.

Onze Vader, enz.

t

XII. STATIE.

Jesus sterft aan het kruis.

v. Wij aanbidden, enz.

o Jesus! door de bittere smarten.

r-

-ocr page 137-

II. KRUISWEG

welke Gij voor mij ann liet kruis geleden liebt, bijzonder als uwe ziel uit uw gezegend ligcliaam is gescheiden , ontferm U over mijne ziel, als zij van deze wereld zal scheiden. Onze Vader, enz.

t

XIII. STATIE.

Jesus wordt van het kruis afgenomen en in den schoot zijner Moeder gelegd.

v. Wij aanbidden, enz.

6 Maria! laat mij toe dat ik , tus-solien uwe armen , mijn gekruiste Zaligmaker , uw lieve Zoon , aanbidde en mijne tranen met de uwe menge... Door uwe magtige voorspraak, bewaar mij van het ongeluk van uwen Jesus door mijne zonden wederom te kruisigen, en dus uw moederlijk hart met een nieuw zwaard te doorsteken. Onze Vader, enz.

129

9

-ocr page 138-

H. KRUISWEG.

t

XIV. STATIE.

jfesus wordt in het graf gelegd.

j v. Wij aanbidden, enz.

Ik zal eens sterven en begraven jl worden gelijk Gij, o mijn Zaligmaker! 1 gewaardig U in mijn sterfuur, mij door uwen kruisdood te vertroosten, en mijn ligobaam, wanneer Gij het weder zult opwekken, met uwe glorie te verlieerlijken.

Hierna zal men bidden : vijfmaal bet Onze Vader, vijfmaal bet Wees gegroet, en ook vijfmaal Glorie zij den Vader , ter eere van de vijf wonden van Jesus, en een Onze Vader en Wees gegroet, met Glorie zij den

I Vader, enz., Vader, enz., ter intentie van Z. H. den Pans van Home.

130

-ocr page 139-

glc Ijctltijc

In den naam des Vaders, enz. Ik geloof in God den Vader, enz. Glorie zij den Vader, enz. OnzeVader, enz.

Ik groet, u, Dochter van God den

Vader. Wees r/egroet, enz.

Ik groet u, Moeder van God den

Zoon. Wees gegroet, enz.

Ik groet u, Bruid van God den heiligen Geest. Wees gegroet, enz. Glorie zij den Vader, enz.

De vijf blijde Geheimen.

I. DE BOODSCHAP DES ENGELS.

De namen van jfesus en Maria moeten zijn gebenedijd, van nu af tot in eeuwigheid. Onze Vader, enz.

-ocr page 140-

133 H. UOZENKilANS.

1. De lieilitre Drievuldigheid lieeft toegestemd in de raenscliwording van Christus, icees gegroet, enz.

2. Maria is tot Moeder van Christus verkoren,

3. De engel Gabriël bragt Maria de blijde boodschap,

4. Maria was in de eenzaamheid in haar gebed,

5. De engel zeide: wees gegroet, ^ vol van genade; de Heer is met u,

6. Maria was verbaasd als zij den ^ engel hoorde, ^

7. De engel zeide : Maria, wil niet 2 vreezen, want gij zult ontvan-gen door den heiligen Geest, ^

8. Maria zeide : zie de dienst- !\' maagd des Heeren ; mij geschiede naar uw woord,

9. Maria is van den heiligen Geest overschaduwd geworden,

10. En het Woord is vleesch geworden, en het heeft onder ons gewoond,

Glorie zij den Vader, enz.

-ocr page 141-

H. ROZENKRANS.

II. HET BEZOEK VAN JIARIA AAN HARE NICHT ELISABETH.

Dc namen van Jtsus en Maria moeten zijn gebenedijd, enz. Onze Vader, enz.

1. Maria ging uit ootmoedigheid hare nicht Elisabeth bezoeken, weesgegroet, enz.

2. Maria bestierd door den heiligen Geust,

3. Maria, met alle haast opstaande, ging over het gebergte, ^

4. Maria werd met veel liefde g van hare nicht Elisabeth ont- ^ vangen, Hl

5. Joannes werd gezuiverd en is § van blijdschap opgesprongen in zijns moeders ligchaam, §

6. Elisabeth zeide : gezegend is ■ de vrucht uws ligchaams,

7. Maria heeft uitgeroepen : mijne ziel maakt groot den Heer,

8. Elisabeth zeide : wat geluk geschiedt mij, dat de Moeder

133

-ocr page 142-

134 H. ROZENKRANS.

des Heeren tot mij komt, wees gegroet, enz.

9. Het huis van Zacharias werd door de komst van Jesus en Maria ge- ! zegead, wees gegroet, enz.

10. Maria lieei\'t hare nicht drie maan- | den met veel liefde gediend, wees \\ gegroet, enz.

Glorie zij den Vader, enz.

III. I)E GEBOORTE VAN CHRISTUS.

De namen van Jesus en Maria moeten zijn gebenedijd, enz. Onze Vader, enz.

1. Maria heeft gebaard, en zij is maagd gebleven, wees gegroet, enz.

3. Maria heeft Jesus in eeuen » stal gebaard en in doeken ge- ^ wonden,

3. Maria heeft Jesus met liefde ^ en verwonderig aanschouwd, 2

4. Maria heeft Jesus omhelsd en aan haar hart gedrukt,

5. Maria heeft Jesus met hare § heilige borsten gevoed,

-ocr page 143-

H. UOZENKllANS. 135

l| 6. Maria lieeft Jesus in eene krib gelegd , wees gegroet, enz.

ij 7. Jesus lag op hooi enstroo, tus-

schen os eu ezel,

Ij! 8. De engelen hebben gezongen : glorie zij aan God in den hoog- 51 ste, en op aarde vrede aan de menseheu van goeden wil, ^

9. De herders hebben bet Kind § komen bezoeken ,

10. De drie koningen hebben het g Kind komen aanbidden en hun- ï\' ne giften geofferd,

Glorie zij den Vader, enz.

IV. DE OP!)RAGT VAN CHUISTUS IN 1)EN TEMPEL.

l De iiamen van Jesns en Maria moeten zijn gebenedijd, enz. Onze Vader, enz.

1. Maria ging om haar heilig Kind te offeren, wees gegroet, enz.

2. Jesus en Maria onderwierpen zich

-ocr page 144-

136 H. BOZENKRANS.

aan de wet van Mozes, wees gegroet, enz.

3. Maria ging door moeijelijke wegen naar Jeruzalem,

4. Maria heeft Jcsns op hare armen gedragen ,

5. Maria vervolgde al biddende haren weg,

(i. Maria heeft Jesns in den tem-pel geofferd,

7. Maria heeft aan de wet voldaan ^ met de offergift der arme men- ^ sohen, g

S. Anna, de profetesse, loofde God voor de verlossing van Is- g raël, ?

9, De oude Simeon heeft Jesns omhelsd en op zijne armen genomen ,

10. Simeon zeide ; Heer! laat nu uwen dienaar gaan in vrede, naar uw woord,

Glorie zij den Vader, enz.

-ocr page 145-

H. ROZENKRANS. 137

V. DB VINDING VAN HET VERLOREN KIND JESTJS.

De namen van Je.\'tis en Maria moeten zijn

gebenedijd, enz. Onze Vader, enz.

1. Maria heeft liaar lief Kind verloren, wees gegroet, enz.

2. Maria heeft haren schat gemist ,

3. Maria heeft Hem met veel droefheid gezocht,

4. Maria heeft Jesus langs alle ^ wegen en straten gaan zoeken, ^

5. Maria heeft Jesus na drie da-gen gevonden, §

6. Maria vond Jesus in den tem- ^ pel, s

7. Jesus, twaalf jaren oud, onder- ■l!1 wees de Leeraren,

8. Maria zeide ; Zoon, waarom hebt Gij ons bedroefd?

9. Jesus is met hen medegegaau en was hun onderdanig,

10. Maria bewaarde al de woor-

-ocr page 146-

138 H. EOZENKKANS.

den in haar hart, die Jesus tot haar sprak, tvees gegroet enz. Glorie zij den Vader, enz.

LAAT ONS BIDDEN.

6 Maria, allergoedertiurenste Moeder! verkrijg mijn hart droetheid en mijne oogen tranen van berouw, om te beweenen dat ik Jesus door de zouden zoo dikwijls heb verloren ; vergun mij Hem wederom te vinden en altijd te behouden.

De vijf droevige Geheimen.

1. DE BENAAUWDHEID VAN OHBISTÜS

IN GETHSEMANI.

De na men van Jesus en Maria moeten zijn gebenedijd, van nu af tot in eeuwigheid. Onze Vader, enz.

1.. Jesus ging naar den hol\' van Oli-veten, wees gegroet, enz.

2. Jesus viel plat ter aarde neder, roees gegroet, enz.

-ocr page 147-

H. ROZENKRANS. 139

3. Jesus volhardde in liet gebed, wees gegroet, enz.

4. Jesus was bedroefd tot den dood toe,

6. Jesus zweette water en bloed,

6. Jesus stelde zijnen wil in den wil van zijnen hemelschen Vader,

7. Jesus vermaande zijne Leerlingen om te waken en te bidden ,

8. Jesus werd van zijnen Apostel door eenen kus geleverd,

9. Jesus werd van zijn bemind volk gevangen,

10. Jesus werd vreeselijk gebonden en gesleurd van den eenen regter tot den anderen,

Zoo lief heeft God den menseli gehad, dat Hij zijnen eenigen Zoon niet gespaard, maar Hem geleverd heeft ter dood, ja tot den dood des k raises.

f a

5

-ocr page 148-

138 H. EOZENKKANS.

den in haar hart, die Jesus tot haar sprak, tvees gegroet enz. Glorie zij den Vader, enz.

LAAT ONS BIDDEN.

6 Maria, allergoedertiurenste Moeder! verkrijg mijn hart droetheid en mijne oogen tranen van berouw, om te beweenen dat ik Jesus door de zouden zoo dikwijls heb verloren ; vergun mij Hem wederom te vinden en altijd te behouden.

De vijf droevige Geheimen.

1. DE BENAAUWDHEID VAN OHBISTÜS

IN GETHSEMANI.

De na men van Jesus en Maria moeten zijn gebenedijd, van nu af tot in eeuwigheid. Onze Vader, enz.

1.. Jesus ging naar den hol\' van Oli-veten, wees gegroet, enz.

2. Jesus viel plat ter aarde neder, roees gegroet, enz.

-ocr page 149-

H. ROZENKRANS. 139

3. Jesus volhardde in liet gebed, wees gegroet, enz.

4. Jesus was bedroefd tot den dood toe,

6. Jesus zweette water en bloed,

6. Jesus stelde zijnen wil in den wil van zijnen hemelschen Vader,

7. Jesus vermaande zijne Leerlingen om te waken en te bidden ,

8. Jesus werd van zijnen Apostel door eenen kus geleverd,

9. Jesus werd van zijn bemind volk gevangen,

10. Jesus werd vreeselijk gebonden en gesleurd van den eenen regter tot den anderen,

Zoo lief heeft God den menseli gehad, dat Hij zijnen eenigen Zoon niet gespaard, maar Hem geleverd heeft ter dood, ja tot den dood des k raises.

f a

5

-ocr page 150-

143 H. IIOZENKBANS.

aangezigt gespogen, roe.es gegroet, enz.

9. Tesus werd met smaadheden overladen , wees gegroet, enz.

| 10. Pilatus heeft .Testis aan het volk vertoond, zeggende : aanziet den mensch, wees gegroet, enz.

Zoo lief heeft God, enz.

IV. DE KRUISDRAGING VAN CHEISTUS.

Z)e namen van J-esus en Maria moeten zijn gebenedijd, enz. Onze Vader, enz.

1. .Testis werd veroordeeld om gekruist te worden, wees gegroet, enz.

3. .Testis heeft zijn kruis met liefde ^ omhelsd,

3. .Tesus heeft zijn kruis op zijne doorwonde schouderen gedra- \'g gen, §

4. .Testis werd tiissohen twee moor-denaren opgeleid, S

5. .Testis bezweek onder het kruis, \' om onze zonden.

-ocr page 151-

H. KOZEN KUANS. 143

6. Jesus, beladen met zijn kruis , out- li moette zijne bech\'oefde Moeder, || wees gegroet, enz..

7. Jesus werd beweend door de godvruclitige vrouwen van Je- ia j ruzalem,

8. Jesus zeide liun : handelt men ^ zoo niet het groene liout, wat zal het dorre geschieden,

9. Niemand wilde Jesus zijn kruis helpen dragen, s

10. Jesus klom voor ons op den ^ berg van Calvai\'ien ,

Zoo lief heeft God, enz.

V. DU KUÜISIGING VAN CHRISTUS.

Dc namen van Jesus en Maria moeten zijn ijj gebenedijd, enz. Onze Vader, enz.

1, Jesus werd wreedelijk op het kruis ii| uitgerekt , wees geyroet, ene.

2. Jesus handen en voeten doorna- j geld, toees gegroet, em.

8. Jesus werd aan het kruis opge- | rigt, en zijne wonden vloeiden |

-ocr page 152-

143 H. IIOZENKBANS.

aangezigt gespogen, roe.es gegroet, enz.

9. Tesus werd met smaadheden overladen , wees gegroet, enz.

| 10. Pilatus heeft .Testis aan het volk vertoond, zeggende : aanziet den mensch, wees gegroet, enz.

Zoo lief heeft God, enz.

IV. DE KRUISDRAGING VAN CHEISTUS.

Z)e namen van J-esus en Maria moeten zijn gebenedijd, enz. Onze Vader, enz.

1. .Testis werd veroordeeld om gekruist te worden, wees gegroet, enz.

3. .Testis heeft zijn kruis met liefde ^ omhelsd,

3. .Tesus heeft zijn kruis op zijne doorwonde schouderen gedra- \'g gen, §

4. .Testis werd tiissohen twee moor-denaren opgeleid, S

5. .Testis bezweek onder het kruis, \' om onze zonden.

-ocr page 153-

H. KOZEN KUANS. 143

6. Jesus, beladen met zijn kruis , out- li moette zijne bech\'oefde Moeder, || wees gegroet, enz..

7. Jesus werd beweend door de godvruclitige vrouwen van Je- ia j ruzalem,

8. Jesus zeide liun : handelt men ^ zoo niet het groene liout, wat zal het dorre geschieden,

9. Niemand wilde Jesus zijn kruis helpen dragen, s

10. Jesus klom voor ons op den ^ berg van Calvai\'ien ,

Zoo lief heeft God, enz.

V. DU KUÜISIGING VAN CHRISTUS.

Dc namen van Jesus en Maria moeten zijn ijj gebenedijd, enz. Onze Vader, enz.

1, Jesus werd wreedelijk op het kruis ii| uitgerekt , wees geyroet, ene.

2. Jesus handen en voeten doorna- j geld, toees gegroet, em.

8. Jesus werd aan het kruis opge- | rigt, en zijne wonden vloeiden |

-ocr page 154-

146 H. ROZENKRANS.

8. Jesus stond in het midden van zijne Leerlingen en wensehte hun allen den vrede, loees gegroet, enz.

9. Jesus toonde zijne glorierijke wonden aan den H. Thomas, ivees gegroet, enz.

10. Thomas riep uit ; mijn Heer en mijn God! wees gegroet, enz.

Geloofd en gedankt zij ten allen tijde het allerheiligste en goddelijk Sa-krament.

11. DE HEMELVAART VAN CII11ISTÜS.

De namen van fósus en Maria moeten zijn gebenedijd, enz. Onze Vader, enz.

1. Jesus voer roemrijk ten hemel, wees gegroet, enz.

3. Jesus klom op door zijne eigene magt, wees gegroet, enz.

3. Jesus scheidde van zijne lieve vrienden , zcees gegroet, enz.

4. Jesus beloofde met hun te blijven tot het einde der wereld, wees gegroet, enz.

r

—V

-ocr page 155-

U. BOZENKIIANS. 147

5. Jesus beloofde hun den heiligen Geest, wees gegroet, enz.

fi. De Leerlingen hebben Jesus aanschouwd, en Hij heeft hen allen gezegend, ^

7. Jesus heeft voor ons den he- S mei geopend, ^

8. Jesus zit aan de regterhand ^ van zijnen hemelschen Vader, 2

9. Jesus toonde zijne wonden voor ^ ons aan zijnen hemelschen Va- 2 der, ?

10. Jesus is onze middelaar in den hemel,

Geloofd en gedankt, enz.

III. DE ZENDING VAN DEN HEILIGEN GEEST.

De namen van Jesus en Maria moeten zijn gebenedijd, enz. Onze Vader, enz.

1. Jesus heeft den heiligen Geest gezonden, tcees gegroet, enz.

2, Jesus heeft den Trooster gezonden, roees gegroet, enz.

-ocr page 156-

148 H. BOZENKEANS.

3. Jesus heeft liet vuur op de wereld gezonden, ioees gegroet, enz.

4. De lieilig\'e Geest heeft de harten met liefde ontstolien,

5. De heilige Geest heeft de verstanden verlicht , ^3

6. De heilige Geest heeft de har- S ten versterkt, ^

7. De heilige Geest heeft verschei-dene talen doen spreken, 2

8. De heilige Geest heeft zijne gaven uitgedeeld, g

9. Kom, heilige Geest, bezoek H de harten van uwe geloovigen,

10. Kom, heilige Geest, ontsteek in ons het vuur uwer liefde.

Geloofd en gedankt, enz.

IV. DE HEMELVAART VAN MA11IA.

De namen van Jesus en Maria moeten zijn gebenedijd, enz. Onze Vader, enz.

1. Maria is opgenomen ten hemel, wees gegroet, enz.

3. De hemelsehe Vader ontving zijne

-ocr page 157-

IF. ROZENKRANS.

beminde Docliter, wees gegroet, enz.

3. Jesus omlielsde zijne lieve Moeder,

4. De heilige Geest verwelkomde zijne lieve Bruid, 8

5. De seraphijnen groeten Maria, ^

6. De engelen dienen Maria,

7. Heel de hemel is verblijd door js Maria,

8. Maria zit het naaste bij Jesus, $

9. Maria is onze moeder en mid- !• delares in den hemel,

10. Maria is onze voorspreekster bij haren lieven Zoon,

Geloofel en gedankt, enz.

V. DE KROONING VAN MARIA.

De tiamen van Jestis en Maria moeten zijn gebenedijd, enz. Onze Vader, enz.

1. Maria is met glorie gekroond in den hemel, wees gegroet, enz.

3. Maria gekroond om hare serafijn-sehe liefde, wees gegroet, enz.

149

-ocr page 158-

|| 150 11. ROZENKRANS.

ip 3. Maria gekroond om hare engelachtige zuiverheid, wees gegroet, enz.

!|i 4. Maria gekroond om hare groote

ootmoedigheid,

I 8. Maria gekroond om hare volmaakte gehoorzaamheid,

j] 6. Maria gekroond om hare hei-

lige voorzigtigheid, §

|ii 7. Maria gekroond om hare groote

verduldigheid,

t| 8. Maria gekroond om hare ijve- g , rige dankbaarheid, -Tquot;

ij 9. Maria gekroond om hare vol- g harding in alle deugden, ^

1 10. Maria boven alle engelen en heiligen in den hemel gekroond, gelijk de Moeder van God toekomt,

| Geloofd en gedankt, enz.

Ik offer u, allerzuiverste Maagd, ] | allerroemwaardigste Moeder Gods { I Maria, in de vereeniging van al uwe j

l deugden, verdiensten en volmaakt- j

-ocr page 159-

H. bozenkbans. 151

| lieden, deze geestelijke kroon van

| gebeden en groetenissen : gewaar dig

ij u dezelve te ontvangen , met al de

; lofzangen die op de aarde en in deu

|l hemel gedaan worden; en verkrijg

1 mij, en al degenen voor welke ik 1 gehouden ben te bidden, van uwen

| lieven Zoon , genade om wel te leven

ji en zaliglijk te sterven. Amen.

Een Onze Vader, tot dankbaarheid dat God ons de genade gedaan ■ heeft van den Eozenkrans te lezen. | Onze Vader, enz.

Een Wees gegroet, opdat Maria ons verstand opdrage aan den hemel-|| solien Vader, en wij in eeuwigheid 1 zijne barmhartigheid mogen gedenken. Wees gegroet, enz.

Een IViees gegroet, opdat Maria l| onze intentie opoffere aan haren Zoon, en wij gedurig zijn leven en I, bitter lijden indachtig mogen wezen.

:i Wees gegroet, enz.

-ocr page 160-

153 H. ROZENKRANS.

Een Wees gegroet, opdat Maria onzen wil toeëigene aan den heiligen Geest, en dat Hij gedurig in ons van liefde mag branden. TFees gegroet, enz.

Het Geloof zullen wij bidden , opdat ons gebed aan God mag aangenaam zijn; dat het moge strekken tot zijne meerdere eer en glorie, tot welstand van de heilige Kerk, tot bekeering der zondaren en afgevallene Christenen, en tot wélstand dei-gemeenten. Ih geloof in God den I\'cider, ens.

De almogendheid des Vaders beware ons.

De wijsheid des Zoons onderwijze ons.

De liefde des heiligen Geestes ont-steke ons.

In den naam des Vaders, enz.

-ocr page 161-

li

li

amp;L ^ lt;!QLJamp;L ^ fyufa Jamp;L

en

ns . e- |

git a ni c

van de allerheiligste Drievnldiglicid.

3-

Foo?* den Zondag.

)t 1

■t j t |

r

Heer, ontferm ü onzer.

Christus, ontferm U onzer.

Heer, ontferm U onzer.

Christus, hoor ons.

Christus, verhoor ons. God, hemelsehe Vader, ontferm U

1

onzer.

, God Zoon, Verlosser der wereld , q God, heilige Geest, =. Heilige Drievuldigheid, één God, gquot; Heer, die een geest zijt, en in B geest en in waarheid wilt aan- c; gebeden worden, o Heer, wiens Godheid noch aan S goud, noch aan zilver , noch quot;■ aan steen, of zoo iets gelijt is, Heer, aan wien niemand gelijk

1

-ocr page 162-

153 H. ROZENKRANS.

Een Wees gegroet, opdat Maria onzen wil toeëigene aan den heiligen Geest, en dat Hij gedurig in ons van liefde mag branden. TFees gegroet, enz.

Het Geloof zullen wij bidden , opdat ons gebed aan God mag aangenaam zijn; dat het moge strekken tot zijne meerdere eer en glorie, tot welstand van de heilige Kerk, tot bekeering der zondaren en afgevallene Christenen, en tot wélstand dei-gemeenten. Ih geloof in God den I\'cider, ens.

De almogendheid des Vaders beware ons.

De wijsheid des Zoons onderwijze ons.

De liefde des heiligen Geestes ont-steke ons.

In den naam des Vaders, enz.

-ocr page 163-

li

li

amp;L ^ lt;!QLJamp;L ^ fyufa Jamp;L

en

ns . e- |

git a ni c

van de allerheiligste Drievnldiglicid.

3-

Foo?* den Zondag.

)t 1

■t j t |

r

Heer, ontferm ü onzer.

Christus, ontferm U onzer.

Heer, ontferm U onzer.

Christus, hoor ons.

Christus, verhoor ons. God, hemelsehe Vader, ontferm U

1

onzer.

, God Zoon, Verlosser der wereld , q God, heilige Geest, =. Heilige Drievuldigheid, één God, gquot; Heer, die een geest zijt, en in B geest en in waarheid wilt aan- c; gebeden worden, o Heer, wiens Godheid noch aan S goud, noch aan zilver , noch quot;■ aan steen, of zoo iets gelijt is, Heer, aan wien niemand gelijk

1

-ocr page 164-

156 LITANIE TAN DE

aclitig en in uwe beloften getrouw \' zijt, ontferm U onzer.

Heer, die in al onze kwellingen en ellenden onze troost en Imlp

Allerheiligste God, wiens heer-lijlclieid geheel liet aardrijk ver- q vult, =,

Opperste Majesteit, wien alleen S5 alle eer en lof toekomt, B

Heer, die alles om U zeiven hebt ch Jl gemaakt, en die zeiven zijt liet 0 i loon uwer dienaren, g

Allerheiligste Drievuldigheid, in £? j welke te aanschouwen en te beminnen ons grootste goed en zaligheid gelegen is,

Wees genadig, spaar ons, Heer.

Wees genadig, verhoor ons, Heer. Van alle kwaad, verlos ons. Heer. Van alle hoovaardigheid, vermetel- jj

lieid en wanhoop,

Van alle onmatigheid, onzuiverheid jj! en kwaden wil tegen onze naas- i\' ten,

-ocr page 165-

ALLE III [. DlilEVULDIGHEID. 157 Van traagheid, aardsche en ongeregelde droefheid, verlos ons, Heer,

Van gierigheid, die de wortel is

van alle kwaad,

Door uwe onbepaalde almogend-

heid, amp;

Door uwe oneindige wijsheid, ® Door uwe overvloedige goedheid, 2 Door uwe overgroote barmhar- ƒ tigheid en langmoedigheid , ^ Door uwe ondoorgrondelijke al- g wetendheid, r-

Door uwe volmaakte en onveranderlijke gelukzaligheid,

In den dag des oordeels, Wij zondaars, wij bidden U, verhoor ons.

Opdat Gij ons de genade wilt ver-leenen, om U uit geheel ons hart, uit geheel onze ziel, uit al ons verstand, en uit al onze krachten te beminnen, wij bidden U, verhoor ous.

Opdat wij uwen heiligen naam nooit

-ocr page 166-

156 LITANIE TAN DE

aclitig en in uwe beloften getrouw \' zijt, ontferm U onzer.

Heer, die in al onze kwellingen en ellenden onze troost en Imlp

Allerheiligste God, wiens heer-lijlclieid geheel liet aardrijk ver- q vult, =,

Opperste Majesteit, wien alleen S5 alle eer en lof toekomt, B

Heer, die alles om U zeiven hebt ch Jl gemaakt, en die zeiven zijt liet 0 i loon uwer dienaren, g

Allerheiligste Drievuldigheid, in £? j welke te aanschouwen en te beminnen ons grootste goed en zaligheid gelegen is,

Wees genadig, spaar ons, Heer.

Wees genadig, verhoor ons, Heer. Van alle kwaad, verlos ons. Heer. Van alle hoovaardigheid, vermetel- jj

lieid en wanhoop,

Van alle onmatigheid, onzuiverheid jj! en kwaden wil tegen onze naas- i\' ten,

-ocr page 167-

ALLE III [. DlilEVULDIGHEID. 157 Van traagheid, aardsche en ongeregelde droefheid, verlos ons, Heer,

Van gierigheid, die de wortel is

van alle kwaad,

Door uwe onbepaalde almogend-

heid, amp;

Door uwe oneindige wijsheid, ® Door uwe overvloedige goedheid, 2 Door uwe overgroote barmhar- ƒ tigheid en langmoedigheid , ^ Door uwe ondoorgrondelijke al- g wetendheid, r-

Door uwe volmaakte en onveranderlijke gelukzaligheid,

In den dag des oordeels, Wij zondaars, wij bidden U, verhoor ons.

Opdat Gij ons de genade wilt ver-leenen, om U uit geheel ons hart, uit geheel onze ziel, uit al ons verstand, en uit al onze krachten te beminnen, wij bidden U, verhoor ous.

Opdat wij uwen heiligen naam nooit

-ocr page 168-

156 LITANIE TAN DE

aclitig en in uwe beloften getrouw \' zijt, ontferm U onzer.

Heer, die in al onze kwellingen en ellenden onze troost en Imlp

Allerheiligste God, wiens heer-lijlclieid geheel liet aardrijk ver- q vult, =,

Opperste Majesteit, wien alleen S5 alle eer en lof toekomt, B

Heer, die alles om U zeiven hebt ch Jl gemaakt, en die zeiven zijt liet 0 i loon uwer dienaren, g

Allerheiligste Drievuldigheid, in £? j welke te aanschouwen en te beminnen ons grootste goed en zaligheid gelegen is,

Wees genadig, spaar ons, Heer.

Wees genadig, verhoor ons, Heer. Van alle kwaad, verlos ons. Heer. Van alle hoovaardigheid, vermetel- jj

lieid en wanhoop,

Van alle onmatigheid, onzuiverheid jj! en kwaden wil tegen onze naas- i\' ten,

-ocr page 169-

ALLE III [. DlilEVULDIGHEID. 157 Van traagheid, aardsche en ongeregelde droefheid, verlos ons, Heer,

Van gierigheid, die de wortel is

van alle kwaad,

Door uwe onbepaalde almogend-

heid, amp;

Door uwe oneindige wijsheid, ® Door uwe overvloedige goedheid, 2 Door uwe overgroote barmhar- ƒ tigheid en langmoedigheid , ^ Door uwe ondoorgrondelijke al- g wetendheid, r-

Door uwe volmaakte en onveranderlijke gelukzaligheid,

In den dag des oordeels, Wij zondaars, wij bidden U, verhoor ons.

Opdat Gij ons de genade wilt ver-leenen, om U uit geheel ons hart, uit geheel onze ziel, uit al ons verstand, en uit al onze krachten te beminnen, wij bidden U, verhoor ous.

Opdat wij uwen heiligen naam nooit

-ocr page 170-

162 LITANIE TOT DEN

Geest, die de harten en nieren door- ï

grondt, ontferm IJ onzer.

Uitdeeler der hemtlsche gaven,

Zekere hnlp der behoeftigen,

Zoetigheid dergenen die U beminnen en (tienen , O |j Sterkte en moed van allen die S; j

in dengd toenemen, |

Kroon der volmaakten,

Geluk der engelen, ^ |

Licht der patriarchen, o

Inblazing der profeten , g

Tong en wijsheid der apostelen, quot;■ Vroomheid der belijderen,

Zuiverheid der maagden.

Inwendige zalving aller Heiligen,

Wees genadig, spaar ons, o heilige [j Geest.

Wees genadig , verhoor ons , o heilige I Geest.

Van alle kwaad en zonden, verlos li

ons , o heilige Geest Van alle kwelling en bedrog des || duivels, verlos ons, o heilige 1 Geest.

r

-ocr page 171-

1

1

1 1

HEILIG EX GEEST. 1(53 Van allen lioogmoeden wanhoop, verlos ons, o heilige Geest. Van bestrijding der bekende waar-j heid,

Van nijdigheid over de deugden

van onze naasten ,

Van alle hardnekkigheid en on- lt; boetvaardigheid, S-Van alle verznimenis in geeste- »gt; lijke zaken, g Van alle onzuiverheid des lig- jquot; chaams en der ziel, o j| A\'an alle dwaling en ketterij, ^ Van allen boozen geest, 2_- | Van eenen ongelukkigen en eeu- aq\' |

wigen dood, _ Door uwe eeuwige voortkomst a van den Vader en den Zoon, %. Door uwe wonderbare werking in de mensohwordiiig des Woords,

Door uwe nederdaling over Christus in zijn doopsel,

Door uwe openbaring in de transfiguratie des Zaligmakers , 1 ^ ^ ... i

-ocr page 172-

164 LITANIE TOT DEN Door uwe heilige Icomst over de Leerlingen van Christus, verlos ons, o heilige Geest.

In den dag des oordeels, verlos ons,

o heilige Geest.

Wij zondaren, wij bidden U, verhoor ons.

Opdat Gij ons al onze zonden vergeeft,

Opdat Gij U gewaardiget al de ^ ledematen der heilige Kerk le- ^ vend te maken, =£

Opdat Gij alle volkeren der we- amp; reld in het waarachtig geloof a wilt vereenigen,

Opdat Gij ons altijd voorkomen, -vergezellen en volgen wilt door a uwe heilige genade , s*

Opdat Gij U gewaardiget ons te g vervullen met eene ongeveinsde 0 en vurige godvruchtigheid, en g met de gave des gebeds.

Opdat Gij onze gedachten, woorden en werken, tot Ü trekkende, heiligen wilt.

-ocr page 173-

HEILIGEN GEEST.

Opdat Gij ons een zuiver hart en eenen nieuwen geest wilt geven, wij bidden IJ, verhoor ous.

Opdat Gij in onze ziel wilt ontsteken eenen standvastigen ijver tot de christelijke volmaaktheid, Opdat Gij U gewaardigt onze ^ hanteringen eu ondernemingen ^ met licht, raad en goeden uit- gt slag te begunstigen, E

Opdat Gij in ons den inwendigen p vrede en de gerustheid des ge-moeds wilt behouden,

Opdat Gij ons uwe genade tot S het einde onzes levens wilt g* verleenen, §

Opdat Gij ons onder het getal 0 der uitverkoornen wilt out- p vangen,

Opdat Gij U gewaardigt ons te

verhooren, o heilige Geest. Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, spaar ons, Heer.

! Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, verhoor ons. Heer.

1G5

-ocr page 174-

166 LITANIE VAN DEN Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, ontferm U onzer.

Onze Vader, enz.

G E B E D.

O God, die de harten der gcloo-viii\'en door de verlichting des hei-\'1 ligen Geestes hebt geleerd : geet\' ! dat wij in denzelfden Geest verstaan i wat regt is, en ons in zijne vertroosting verblijden mogen ; door \' Christus, onzen Heer. Amen.

i .

LITANIE

van den zoeten Naam Jesus.

Voor den Dingsdag.

; Heer, ontferm U onzer. . Christus, ontferm U onzer.

1 Heer, ontferm U onzer.

Jesus, hoor ons.

-ocr page 175-
-ocr page 176-

168 LITANIE VAN DEN

Jesus, beminnaar der zuiverheid ,

ontferm ü onzer.

Jesus, onze beminnaar,

Jesus, God des vredes,

Jesus, bron des levens,

Jesus, voorbeeld van alle deugden, Jesus, ij veraar voor de zielen,

Jesus, onze God,

Jesus, onze toevlugt,

Jesus, vader der armen,

Jesus, schat der geloovigen, O Jesus, goede herder, 5; j

Jesus, waarachtig licht, g

Jesus, eeuwige wijsheid,

Jesus, oneindige goedheid,

Jesus, onze weg en ons leven, g Jesus, vreugd der engelen,

Jesus, koning der aartsvaders, ^ Jesus, meester der apostelen,

Jesus, leeraar der evangelisten,

Jesus, sterkte der martelaren,

Jesus, licht der belijders,

Jesus, zuiverheid der maagden,

Jesus, kroon van alle heiligen,

Wees genadig, spaar ons, Jesus.

-ocr page 177-

ZOETEN NAAM JESUS. 169 j Wees genadig, verhoor ons, Jesus. || Van alle kwaad, verlos ons, Jesus. Van alle zonden ,

Van uwen toorn.

Van de lagen des duivels,

Van den geest der onkuisohlieid, Van den eeuwigen dood,

Van het verwaarloozen uwer ingevingen, _ . . ^ Door het geheim uwer heilige o* |

mensch wording, 5quot;

Door uwe geboorte, ^

Door uwe kindsehheid, g

Door uw allergoddelijkst leven ,

Door uwen arbeid, i

Door uwen doodstrijd en uw 3 lijden, ■quot;

Door uw kruis en uwe verlatenheid ,

Door uwe smarten.

Door uwen dood en uwe begrafenis ,

Door uwe verrijzenis.

Door uwe hemelvaart. Ij

Door uwe vreugden,

-ocr page 178-

170 LITANIE VAK DEN ENZ.

Door uwe glorie, verlos ons, Jesus. Lam Gods, dat wegneemt de zonden

der wereld, spaar ons, Jesus. Lam Gods, dat wegneemt de zonden

der wereld, verhoor ons, Jesus. Lam Gods, dat wegneemt de zonden

der wereld , ontferm U onzer. Jesus, hoor ons.

Jesus, verhoor ons.

LAAÏ ONS BIDDEN.

O Heere Jesus, die gezegd hebt : vraagt en gij zult ontvangquot;!!, zoskt en gij zult vinden, klopt en u zal geopend worden : stort, wij bidden er Ü om, uwe allergoddélijkste liefde in ons gemoed, opdat wij U steeds van ganseher harte, met woord en daad beminnen en nooit ophouden LT te loven.

Geef, o Heer, dat wij altijd uwen heiligen naam vreezen en beminnen, want Gij verlaat dengene niet, dien Gij bevestigt in uwe liefde.

-ocr page 179-

aj; i t a i c

van de lieilig-e Engelen.

l\'oor den Woensdag,

Heer, ontferm ü onzer.

Christus, ontferm U onzer.

Heer, ontferm U onzer.

Christus, hoor ons.

Christus, verhoor ons.

God , hemelsehe Vader, Schepper van alle geesten , ontferm ü onzer.

God Zoon , Verlosser der wereld, dien de koeren der engelen be-geeren te aanschouwen, ontferm i Ü onzer.

God, heilige Geest, gelukzaligheid der hemelsehe verstanden , ontferm U onzer.

Heilige Drievuldigheid , één God, ontferm U onzer.

Heilige Maria, koningin der engelen, bid voor ons.

-ocr page 180-

LITANIE VAN BB

Heilige Maria, zoetigheid der aartsengelen, bid voor ons.

Heilige Maria, vermaak der kraoh-ten,

ji Heilige Maria, blijdsclinp der troonen,

i Heilige Maria, geur der heerschappijen ,

Heilige Maria, vreugd der meê-

doogendheden,

Heilige Maria, eer der over- W heden, ^

j Heilige Maria, meester vrouwe o der cherubijnen, °

: Heilige Maria, prinses der sera- o fijnen, S

| H. Michaël, prins over de engelen des vredes,

|i Prins der heilige Kerk, Allerheiligste voorvechter, ^ Overwinnaar van den ouden jl g draak,

. Die altijd zijt geweest een ;; beschermer van Gods volk,

Die Lucifer met gelu

173

-ocr page 181-

irts-

ë

lt;!

§

\'-i

O ~ !

co .1

HEILIGE ENGELEN. 173 aanliang uit den hemel gedreven ]j hebt, bid voor ons.

H. Michaël, die den betichter onzer broederen iu de diepte der hel geworpen hebt,

Ontvanger der zielen.

Leidsman tot het Paradijs der Jjj vreugd,

^2 Troost der geloovigen, ^ Beschermer dergenen die u 1 fnj eeren,

Die Daniël eene goddelijke tó vertroosting geopenbaard 5- |j hebt, g [ H. Gabriël, die de geboorte en § j het ambt van den H. Joannes o voorzegd hebt, S Die bode waart van de mensch-jl wording des Woords, \'S Bewaarder van de heilige quot;ö maagd Maria,

® Medegezel van de kindschheid j h quot;i®8 Zaligmakers,

Getrouwe dienaar van Oliris-tus,

-ocr page 182-

174 LITANIE TAN DE

H. Gabriel, gezant der zaligheid,

voor ons.

H. Gabriël, een van de zeven engelen, staande voor den Heer,

H. Eaphaël, allergetrouwste leidsman van Tobias,

Voorzigtige uitjager der duivelen ,

Voorsteller der gebeden aan | God,

quot;S- Kraclitige verdrijver der blind-^ beid,

. Bijstand der kwellingen. Trooster in benaauwdliedon, Blijdschap dergenen die u dienen,

Heftige. Engelen, bewaarders der nitverkoornen,

Waardige aandienaars der he-Jü raelsche gaven, öd Doorluchtige bewaarders der [vj koningrijken,

• Sterke bedwingers van de magt ^ des duivels,

-ocr page 183-

HEILIGE ENGELEN. 175

Heilige Engelen, getrouwe, bewanr-di\'.rs der mensclien , bidt voor ons. Minnelijke verzoeters der mensclien boosheid,

Goedertieren blijdschap scliep-g pende in de bekeering der quot;p zondaren, 3

ij IP Die de goede werken der men-j| ^ sclien aan God opdraagt, lt; Vriendelijke leeraars der pro- o j S feten, 0\'

j! Treffelijke gezanten tot de = apostelen ,

Magtige beschermers der heilige Kerk Gods,

lij O gij, lullige Engelen, die dient voor den troon Gods, bewaart ons. Door de edele goddelijke gaven trwer natnur, verlicht ons.

j|! Door nwe onbegrijpelijke kracht, behoedt ons.

|i| Door de brandende liefde van uwen wil, beschermt ons.

Door nwe glorie en zaligheid, beweegt ons.

/

/

(

-ocr page 184-

176 LITANIE VAN DE

O Christus, zaligheid der engele wij bidden ü, hoor ons. I O Christus, heerlijkheid der he-melsche geesten,

O Christus, schijnsel der hemel-sche slagorden,

| Door den cherubijn, die het hout des levens bewaart.

Door den engel, die Agar onder d e hand van hare meesteres verootmoedigd heeft,

[ Door de engelen, die Izaaks geboorte geboodschapt hebben, I Door den engel, die de opoffering

van Izaak belet heeft,

I Door den engel, die uwen zegen

aan Abraham gebragt heeft, i Door de engelen, op de ladder van Jacob klimmende en neder komende.

Door de engelen, die Loth uit het midden der zondaren geleid hebben,

Door de engelen, die Mozes de goddelijke wet geleverd hebben,

-ocr page 185-

HEILIGE ENGELEN. 177 Door de heilige engelen, die gesta-diglijk God toezingen ; hdlig! heilig! heilig! wij bidden U, ver-lioor ons.

Door den engel, die de geboorte van den H. Joannes den doo-per gewaarschuwd heeft,

Door de engelen, die uwe heilige ^ : geboorte aan de schaapher- ^ ders geboodschapt hebben , gt Door de menigte der engelen , die £ op den kersnacht U loofden, S zeggende: Glorie zij God in cj : het allerhoogste,

ij Door de engelen, die U in de « wildernis gediend hebben, g\' l Door den engel, die U in het ^ i

hofje versterkt heeft, o

Door de engelen, die in witte p kleédéren nevens uw graf geil; zeten waren,

n Door de engelen, die in uwe hemelvaart aan de Leerlingen j vertoond zijn,

Door de engelen, die Lazarus ,

-ocr page 186-

178 LITANIE VAN HET

ziel in Abrahams schoot gedragen hebben, wij bidden TJ, verhoor ons.

jj Door de engelen, die dikwijls de legers der vijanden verstrooid hebben , wij bidden ü, verhoor ons.

Door de engelen, die de martelaren in de tormenten getroost hebben , wij bidden U, verhoor ons.

Aartsengel Michaël, kom Gods volk te hulp.

jj Aartsengel Gabriël, bescherm ons. Ij Aartsengel Eaphaël, verlos ons.

Heer, ontferm U onzer.

j | Christus, ontferm U onzer.

Heer, ontferm U onzer.

j Onze Vader, enz.

j, v. En leid ons niet in bekoring, j r. Maar verlos ons van den kwade, j i v. In de tegenwoordigheid der engelen zal ik U, mijn God, toezingen.

b. Ik zal U aanbidden in uwen heiligen tempel, en uwen naam belijden.

-ocr page 187-

ALLE RH. SAKRAMENT. 179

G E B E D.

6 God, die met eene wonderlijke orde de diensten der engelen en men-sohen beschikt: vergun goedertieren- , lijk, dat door degenen, die ü dienen- j de, altijd nevens den troon staan, ons leven op de aarde behoed worde. Door Christus, onzen Heer. Amen.

LITANIE VAN 1IEÏ ALLERHEILIGSTE SAKKAMENT DES

ALTAARS.

Voor den Donderdag.

Heer, ontferm U onzer. Christus, ontferm U onzer.

Heer, ontferm U onzer.

Christus, hoor ons.

Christus, verhoor ons.

-ocr page 188-

j ISO LITANIE VAN HET

God, hemelsche Vader, ontferm U | onzer.

i God Zoon, Verlosser der wereld, i God , heilige Geest,

Heilige Drievuldigheid, één God, |j Levend brood , dat vut den hemel gedaald zijt,

Eeuwig Woord Gods, mensch geworden , onder ons wonende , O Verborgen God en Zaligmaker, be- S;

dekt onder zienlijke gedaanten, quot; Tarwe der uitverkoornen,

Wijn die maagden voortbrengt, Voedzaam brood en vermaak der ° koningen, g

I Sterk sehild tegen alle bekoringen, ■\'quot;* Geestelijk hulpmiddel voor alle

zonden en krankheden, Onuitputbare schat van genade , Altijddurende offerande,

Zuivere opdragt,

Lam zonder vlekken, I Allerzuiverste maaltijd,

| Spijs der engelen,

Verborgen brood des hemels,

-ocr page 189-

ALLEli.II. SAK HAM ENT. 181 Gedaohteuis van Gods wonderheden,

ontferm ü onzer.

Bovennatuurlijk brood,

Heilig slagtoffer,

Kelk der zegeningen,

Geheim des geloofs ,

Hoogwaardig en uitmuntend Sa-

krament,

Allerheiligste offerande,

Zoenoffer voor levenden en doo-

deu, P

Wonder van Gods wonderen, 5^ Allerheiligste gedachtenis vau het g

lijden des Heeren,

Geschenk dat alle volheid te bo- ^ ven gaat, 2

Voortreffelijk gedenkteeken der g goddelijke liefde, ^

Overvloeijende bron van Gods

milddadigheid ,

Allerheiligst en wonderlijk geheim ,

Krachtige spijs der onsterfelijkheid ,

Aanbiddelijk en levendmakend

-ocr page 190-

LITANIE VAN I1EÏ

Sakrament, ontferm ü onzer. Brood, dat door de almogendheid des Woords zijt vleescli geworden,

Onbloedige offerande, Alleraangenaamste maaltijd, daalde engelen bij tegenwoordig p ; zijn en dienen, S;

, Teeken van genade, g

I; Band van liefde,

1 Opperpriester, die zelf de offer- ^ ande zijt, §

Geestelijke zoetheid, die in ha- g I ren eigen oorsprong gesmaakt •\' wordt,

l Verkwikking der heilige zielen, | Teerspijs dergenen, die in den Heer sterven,

Onderpand der toekomende zaligheid ,

Wees genadig, spaar ons, Heer. ! Wees genadig, verhoor ons. Heer. j Van liet onwaardig nuttigen uws ligchaams en bloeds, verlos ons, Heer.

183

-ocr page 191-

ALLE RH. SAKBAMENT. 183

Van de begeerlijkheid der oogen , verlos ons, Heer.

Van de hoovaardij des levens,

Van alle ketterij, ongelooviglieid

en verblindheid des harten,

Van alle oneerbiedigheid en misbruik ten opzigte van dit heilig Sakrament,

Van alle zwakheden en zonden,

die de vruchten van dit hei-lig Sakrament verminderen en 2-beletten, ^

i Van alle gelegenheden der zon- g dan, jquot;

Door de groote begeerte, die Gij ^ gehad hebt, om dit paasehlam g met uwe Leerlingen te eten,

Door de diepe ootmoedigheid, waarmede Gij de voeten der Leerlingen gewasschen hebt, om hen tot dezen maaltijd te bereiden,

j Door de onmeetbare liefde, waarmede Gij dit heilig Sakrament hebt ingesteld,

J

-ocr page 192-

184 LITANIE VAN HET Door de onuitsprekelijke goedheid, ■ waarmede Gij ons tot liet nuttigen van uw heilig ligchaam eu bloed ij! opwekt, verlos ons. Heer.

;i Door uw dierbaar bloed , dat Gij ons !ij op liet altaar hebt nagelaten , verlos i|| 1 ons, Heer.

}|| Door de vijf wonden, die Gij in uw | allerheiligste ligchaam voor ons 11 ontvangen hebt, verlos ons, Heer. a Wij zondaars, wij bidden U, verhoor ;! ons.

Dat het U believe, het geloof, den 5« 1 eerbied en de begeerte tot dit wonderlijk Sakrament, iu ons te vermeerderen en te bewaren , p. |:| il Dat Gij U verwaardigt ons door §

eeue ware belijdenis onzer zon- d 1 j|| den, tot het dikwijls nuttigen quot; j dezer geestelijke spijs te be- a

reiden, pquot; j||

jl Dat het U believe, de liemelsche o | vruchten van dit Sakrament in S j ons mildelijk uit te storten, | Dat wij door het nuttigen van uw j

-ocr page 193-

ALL K RH. SA IC 1! AM ENT.

Iwilig ligcliaam en bloed mogen blijven in U, en Gij in ons, wij bidden ü, verhoor ons.

Dat wij, alle boosheid en wereldsclic geneigdheden verlatende, altijd in matigheid, regtvaardigheid en godvruchtigheid mogen leven, wij bidden U, verhoor ons.

Dat het U believe, ons in het uur des doods met deze hemelsohe teerspijs te versterken en te beschermen , wij bidden ü, verhoor ons.

Zoon van God , wij bidden ü, verhoor ons.

Lam Gods , dat wegneemt de zonden der wereld, spaar ons. Heer.

Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, verhoor ons, Heer.

Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, ontferm U onzer.

Heer, ontferm U onzer.

Onze Vader, enz.

v. Heer ! verhoor mijn gebed. b. En mijn geroep kome tot TL

185

-ocr page 194-

186 AANBIDDING VAN HET

Laat ons bidden.

ö God, die ons onder dit wonderlijk Sakrament de gedachtenis van nw lijden liebt nagelaten : wij bidden U, geef dat wij de heilige geheimen van uw ligchnam en bloed zoo eerbiedig eeren, dat wij de vruchten uwer verlossing genaderijk in ons gewaar worden. Die met den Vader en den heiligen Geest leeft en heerscht, in alle eeuwigheid. Amen.

Aanbidding\'.

God! onbegrijpelijk in uw wezen! onmetelijk groot in uwe werken ! In het stof mijner nederigheid aanbid ik U.

Met almagt schiept Gij , wat is : met wijsheid onderhoudt Gij alles, en voor uwe wenken sidderen hemel en aarde!

Gij zijt ■ de almagt zelve, Gij de | wijsheid zelve, Gij de grootheid zelve.

-ocr page 195-

ALÏiEUH, SAKUAMENT. 187 Gij vervult hemel en aarde; Heer! TJ aanbid ik.

Gij zijt de eeuwige waarheid zelve, Gij de eeuwige geregtigheid, voor wien de verharde zondaar sidderen moest. Maar Gij zijt ook de goedheid, de liefde en barmhartigheid zelve, en Gij zijt het voor den berouwheb-benden boeteling, zoo wel als voor den regtvaardigen.

Gij laat over beiden de zon opgaan ; over beiden laat Gij, van den troon uwer almagt en genade, uwe vaderlijke goedheid nederdalen. O God! U zij onophoudelijk onzen har-telij ken dank! Eeuwig zij TJ alle lofprijzing en aanbidding!

Gij zijt het, die uwen geliefden, eenigen Zoon, ter onzer verlossing , van den eeuwigen ondergang, uit uwen sehoot op deze aarde hebt doen afdalen. Gij, de vergeving der zonden , door dezen uwen Zoon; Gij zelve onze eeuwige gelukzaligheid! Ach, Heer ! versmaad door onze zon-

-ocr page 196-

188 AANBIDDING VAN HET

deu, om den wil nws gelieiden Zoons, onzen dank, onzen lof en onze aanbidding niet! Aanzie en lioor het hartelijk smeeken van uw kind, dat met een vermorzeld hart in het stof zich voor U nederwerpt en U aanbidt.

6 Oneindige ! Alwijze! Almagtige ! Wat sterveling kan Ü bevatten, daar de seraf zijn aangezigt voor ü bedekt ? en nogtans, welke eer is het voor mij tot U te mogen spreken , en ü Vader te mogen noemen.

Ja, Vader! naar uw evenbeeld hebt Gij mij geschapen; voor den hemel ter eeuwige gelukzaligheid mij bestemd, geroepen tot de erkentenis uwer goddelijke heiligheid en heerlijkheid, tot het genot des eeuwigen levens !

Zoon des eeuwigen Vaders! uit onafmetelijke loutere liefde verliet Gij uwen troon, ondergingt Gij alle lijden en stierft den smadelijksten dood, om ons van het eeuwig verderf te redden.

-ocr page 197-

I

ALLE11H. SAKRAMENT. 189 |i

Gij, Geest Gods! heilige Geest! met de heiliglieid des hemels heiligdet Gij ons, daar wij onrein en onheilig i waren. Heilige en drieëenige God! : |; van U is, wat wij zijn en hebben; i s U zij de eer en alle lofprijzing; U \' alle dank en aanbidding, van een-wigheid tot eeuwigheid. Amen.

Over de verandering van het brood ! en den wijn.

Verre boven de wereld en menschen verhef ik mijnen geest tot U, eeu-: wige, almagtige, alontfermende Ged, ij om met de stem der reine en zalige | j geesten de mijne te vereenigen, om i| U te loven en te prijzen voor den | | onmeetbaren rijkdom uwer genade, jij met welke Gij ons gezegend hebt.

Het is waar, ik ben te arm, te ge- ; lij ring, om uwen lof en uwe eer nanr waarde te verkondigen ; maar Gij, i1 toegevende Vader, hoort ook het zwak | stamelen uwer onwaardige kinderen, jii jj en ziot met welbehagen op den goe- jl

-ocr page 198-

1

190 AANBIDDING VAN HET den wil van hunne U toegenegene j harten ! In de volheid van een opregt S gevoel waag ik het U derhalve aan te roepen : heilig, heilig, heilig is de : Heer aller werelden. Alles, alles ver-kondigt zijne magt en heerlijkheid : il eer zij den Vader in het allerhoogste , en heil, zegen en vrede ons jl menschen; door Jesus Christus , onzen goddelij ken Middelaar.

Heilig, onverwoestbaar gedenktee- !| ken van eeuwige onbegrijpelijke lief- J de! Wie toch kan de eindelooze j S grootmoedigheid bevatten, met welke :! Gods eeuwige Zoon zich tot een bloe-dig offer voor onze zaligheid overgeeft! S Onder de Consecratie iu elke Mis wordt ij ï deze gedachtenis weder plegtig gevierd; 5 1 brood en wijn worden in het lig- ■ | chaam en bloed van mijnen Jesus j I veranderd; andermaal heeft hetzelfde ( ]gt;laat8, dat op den avond voor het j j lijden van mijnen Verlosser gebeurde, j Zoo verre, zoo verre ging Jesus liefde tof den uien scli. Ach! ware ik slechts

-ocr page 199-

AliLBBH. SAKKAMENT. 191 in staat den diepen indruk te gevoelen , welke zieli over geheel mijn leven verspreiden moet. Konde ik mij zoo geheel voor U ten offer geven , Heiland der wereld, gelijk Gij voor mij gedaan hebt! Konde ik zoo beminnen en vergeven, lijden en verduren , als Gij, .Jesus! Gij zijt het ware brood des hemels, de spijs ten eeuwigen leven! Ik geloof in U met de volle toestemming van mijn hart; wie U gewillig volgt, kan niet dwalen. Gij zijt de waarheid en het leven ; op U vertrouw ik, almagtige Verlosser der wereld; Gij kunt. Gij wilt mij tot het eeuwig geluk geleiden ; in geluk en ongeluk is slechts op U mijne hoop gevestigd, dezelve zal niet verijdeld worden. Jesus 1 heilig offer voor de zonden der wereld! U aanbid ik met het diepste gevoel van eerbied; Gij zijt hier wel verborgen voor mijne oogen, maar levend en tegenwoordig aan mijne ziel; uwe tegenwoordigheid strekke mij tot

-ocr page 200-

1

190 AANBIDDING VAN HET den wil van hunne U toegenegene j harten ! In de volheid van een opregt S gevoel waag ik het U derhalve aan te roepen : heilig, heilig, heilig is de : Heer aller werelden. Alles, alles ver-kondigt zijne magt en heerlijkheid : il eer zij den Vader in het allerhoogste , en heil, zegen en vrede ons jl menschen; door Jesus Christus , onzen goddelij ken Middelaar.

Heilig, onverwoestbaar gedenktee- !| ken van eeuwige onbegrijpelijke lief- J de! Wie toch kan de eindelooze j S grootmoedigheid bevatten, met welke :! Gods eeuwige Zoon zich tot een bloe-dig offer voor onze zaligheid overgeeft! S Onder de Consecratie iu elke Mis wordt ij ï deze gedachtenis weder plegtig gevierd; 5 1 brood en wijn worden in het lig- ■ | chaam en bloed van mijnen Jesus j I veranderd; andermaal heeft hetzelfde ( ]gt;laat8, dat op den avond voor het j j lijden van mijnen Verlosser gebeurde, j Zoo verre, zoo verre ging Jesus liefde tof den uien scli. Ach! ware ik slechts

-ocr page 201-

AliLBBH. SAKKAMENT. 191 in staat den diepen indruk te gevoelen , welke zieli over geheel mijn leven verspreiden moet. Konde ik mij zoo geheel voor U ten offer geven , Heiland der wereld, gelijk Gij voor mij gedaan hebt! Konde ik zoo beminnen en vergeven, lijden en verduren , als Gij, .Jesus! Gij zijt het ware brood des hemels, de spijs ten eeuwigen leven! Ik geloof in U met de volle toestemming van mijn hart; wie U gewillig volgt, kan niet dwalen. Gij zijt de waarheid en het leven ; op U vertrouw ik, almagtige Verlosser der wereld; Gij kunt. Gij wilt mij tot het eeuwig geluk geleiden ; in geluk en ongeluk is slechts op U mijne hoop gevestigd, dezelve zal niet verijdeld worden. Jesus 1 heilig offer voor de zonden der wereld! U aanbid ik met het diepste gevoel van eerbied; Gij zijt hier wel verborgen voor mijne oogen, maar levend en tegenwoordig aan mijne ziel; uwe tegenwoordigheid strekke mij tot

-ocr page 202-

194 AANBIDDING VAN II Eï ENZ. en uwe beloften nooit vergeet, zoo hoop ik met een onbegrensd vertrouwen op de vervulling van alles wat Gij beloofd bebt. Verleen mij sleebts uwe genade, opdat ik in ootmoedigheid mij zeiven bereide dat te aan-scbonwen, wat geen oog gezien, geen oor geboord beeft en nooit iu een menscbelijk liartis opgekomen, maar wat Gij dengenen bereid hebt, die U beminnen en uwe geboden onderhonden.

Vader! Gij wilt dat wij niet alleen aan U gelooven en op U hopen, Gij wilt en beveelt met regt, dat wij door gehoorzaamheid U trachten welbehaaglijk te worden. Niet dat wij uwe geboden zouden onderhouden, uit enkele vrees en schrik voor strat, maar nit opregte, innige, kinderlijke liefde! En hop, zouden wij U ook niet beminnen, daar Gij ons eerst hebt lief gehad, en ons niets beveelt, dan hetgeen bevorderlijk is tot onze eeuwige gelukzaligheid; daarom wil

-ocr page 203-

LOFZANG TE DEUM LAUÜAMUS. 195

ik U beminnen, uit geheel mijn hart, uit geheel mijne ziel, uit al mijne krachten , uit al mijn verstand , en mijne naasten als mij zeiven.

DE LOFZANG TE DEUM LAUDAMUS,

U, o God, loven wij; U, o Heer,

belijden wij.

U, eeuwige Vader, vereert de geheele aarde.

U roepen alle engelen, alle hemelen,

alle magten.

De cherubs en serafs onophoudelijk toe :

Heilig, heilig, heilig is de Heer, God

der heerscharen!

Hemel en aarde zijn vol van de

grootheid uwer glorie! Het heerlijk koor der apostelen, De lofwaardige schaar der profeten. Het glinsterend heer der martelaren , De heilige Kerk belijdt U, door de geheele aarde :

-ocr page 204-

196 ])E LOFZANG

U, Vader, van oneindige heerlijkheid.

En uwen hoogverheven, waren en eenigen Zoon;

Alsmede den heiligen Geest, den Trooster.

Christus! Gij zijt de Koning dei-glorie ;

Gij zijt de eeuwige Zoon des Vaders;

Gij hebt, als Gij om den mensch te verlossen, de menschheid zoudt aannemen , den schoot eener Maagd niet gesehroomd.

Gij hebt, nadat Gij den prikkel des doods overwonnen hadt, den ge-loovigen het hemelrijk geopend.

Gij zit aan de regterhand Gods , in de heerlijkheid des Vaders.

Wij gelooven , dat Gij als regter eens zult wederkomen.

Wij bidden ü dan : kom uwe dienaren te hulp, die Gij door uw dierbaar bloed verlost hebt.

Laat hen allen in de eeuwige heerlijkheid onder uwe Heiligen eene plaats bekleeden.

-ocr page 205-

TE DEUM LAUDAMUS. 197

Heer! behoud uw volk, en zegen uw erfdeel.

Heersch over lien en verhef ze tot in eeuwigheid.

Dagelijks loveu wij U,

En prijzen wij uwen naam, in eeuwigheid , en in eeuwigheid der eeuwigheden.

Gelief ons toch, o Heer, heden van alle zonden te bewaren.

Ontferm U onzer; o Heer, ontferm ü onzer.

Laat ons, o Heer, uwe barmhartigheid ontwaren, gelijk wij op U gehoopt hebben.

Op U, o Heer, heb ik gehoopt; in eeuwigheid zal ik niet beschaamd worden.

-ocr page 206-

LITANIE

VAN HET LIJDEN ON/,ES HEEREN

JESUS CHRISTUS.

Voor dm Vrijdag.

Heer, ontferm U onzer.

Christus, ontferm U onzer.

Heer, ontferm U onzer.

Jesus Christus, hoor ons.

Jesus Christus, verhoor ons. God , hemelsche Vader , ontferm U onzer.

God Zoon, Verlosser der wereld, O God, heilige Geest, 5;

Heilige Drievuldigheid, één God, § Jesus, die nadat Gij den lofzang 0 gezegd hadt, naar den Olijfberg cl zijt uitgegaan om te bidden , ° Jesus , die door de levendige g voorstelling van uw lijden be- quot;■

-ocr page 207-

LITANIE VAN HET LIJDEN 199 naauwd, bedroefd en zeer beangsd werdt, ontferm U onzer.

Jesus, die U aan den wil des Vaders volkomen onderworpen hebt,

Jesus, die in uwen doodstrijd

water en bloed hebt gezweet, Jesus, die door eenen engel versterkt zijt, O Jesus, die van Judas door een\' g;

kus verraden werdt, i

Jesus, die door geregtsdienaars 3 n.et banden gebonden werdt, ^ Jesus, die door uwe Leerlingen ° werdt verlaten, g

Jesus, die gebonden tot Annas ^

en Caïphas gebragt zijt,

Jesus, die van eenen dienaar eenen kaakslag hebt ontvangen , Jesus, die door valsehe getuigen

beschuldigd werdt,

Jesus, die, toen Gij getuigenis der waarheid gaaft, als een godslasteraar ter dood werdt veroordeeld ,

-ocr page 208-

LITANIE

VAN HET LIJDEN ON/,ES HEEREN

JESUS CHRISTUS.

Voor dm Vrijdag.

Heer, ontferm U onzer.

Christus, ontferm U onzer.

Heer, ontferm U onzer.

Jesus Christus, hoor ons.

Jesus Christus, verhoor ons. God , hemelsche Vader , ontferm U onzer.

God Zoon, Verlosser der wereld, O God, heilige Geest, 5;

Heilige Drievuldigheid, één God, § Jesus, die nadat Gij den lofzang 0 gezegd hadt, naar den Olijfberg cl zijt uitgegaan om te bidden , ° Jesus , die door de levendige g voorstelling van uw lijden be- quot;■

-ocr page 209-

LITANIE VAN HET LIJDEN 199 naauwd, bedroefd en zeer beangsd werdt, ontferm U onzer.

Jesus, die U aan den wil des Vaders volkomen onderworpen hebt,

Jesus, die in uwen doodstrijd

water en bloed hebt gezweet, Jesus, die door eenen engel versterkt zijt, O Jesus, die van Judas door een\' g;

kus verraden werdt, i

Jesus, die door geregtsdienaars 3 n.et banden gebonden werdt, ^ Jesus, die door uwe Leerlingen ° werdt verlaten, g

Jesus, die gebonden tot Annas ^

en Caïphas gebragt zijt,

Jesus, die van eenen dienaar eenen kaakslag hebt ontvangen , Jesus, die door valsehe getuigen

beschuldigd werdt,

Jesus, die, toen Gij getuigenis der waarheid gaaft, als een godslasteraar ter dood werdt veroordeeld ,

-ocr page 210-

203 LITANIE VAN HET

waarom liebt Gij mij verlaten? ontferm U onzer.

Jesns, die in uwen dorst met gal

en edik gelaafd werdt,

Jesns, die getuigd hebt, dat al wat er van U geschreven stond, volbragt was,

Jesns, die stervende uwen geest in de handen uws Vaders hebt bevolen,

Jesns, die uw hoofd buigende, O met een luid geroep den geest S; hebt gegeven, |

Jesns, door wiens dood de hou- ^ derdste man en velen van het ^ volk bekeerd zijn , |

Jesus, wiens zijde met een speer g

doorstoken is,

Jesus, uit wiens zijde water en

bloed vloeiden,

Jesus, die van het kruis afgenomen en begraven zijt,

Jesus, die na uwen dood zijt nedergedaald ter helle,

Jesus, die ten derden dage van

-ocr page 211-

LIJDEN ONZES HEEREN. 203 den dood zijt verrezen, ontferm U onzer.

Jesus, die levenden en dooden zult

oordeelen, ontferm U onzer.

Wees genadig, spaar ons, .Testis, j Wees genadig, verhoor ons, Jesus. Van alle kwaad, verlos ons, Jesus. Van alle zonden,

Van eenen haastigen en onvoor-

zienen dood.

Van de listen des duivels, Vam gramschap, haat en allen kwaden wil, n.

[ Van pest, hongersnood en oorlog, ° Van den eeuwigen dood, g

j Door uwen doodstrijd en uw ü1 bloedig zweet,

Door uwe geledene kaakslagen en ^ geeseling,

: Door uwe doornen kroon,

Door uw kruis en lijden,

Door uwen dorst, uwe tranen en uwe naaktheid,

i Door uwen dood en uwe begrafenis, Door uwe heilige verrijzenis,

-ocr page 212-

304 LITANIE VAN HET In den dag des oordeels , verlos ons, Jesus!

Wij zondaars, wij bidden U, verhoor

ons, Jesns!

Dat Gij ons de vruchten van uwen

kruisdood wilt deelachtig maken, :3 Dat wij de genegenheid bezitten, uw lijden en uwen dood dikwijls X met dankbaarheid te overdenken, p-Dat wij de dwaasheid van het c kruis hooger achten, dan alle wijsheid der wereld.

Dat wij, eens van de zonde ge- S zuiverd zijnde, U, o Jesus, gquot; niet weder kruisigen en ten ^ spot en schande maken, 0

Dat wij door uw kruis de weder- S 1 waardigheiden des levens lee- quot; ren verdragen, agt; |

Dat wij ons vertrouwen altijd op g de verdiensten van uw lijden quot; [ en uwen kruisdood stellen, waardoor wij de verlossing, het leven en de zaligheid bekomen, Dat wij, het voorbeeld van uw

-ocr page 213-

LIJDEN ONZES HEEREN. 205 lijden ons steeds voor oogen stellende, uwe voetstappen navolgen, wij bidden ü, verhoor ons, Jesns !

Dat wij ons vleeseli kruisigen met zijne driften en begeerlijkheden, wij bidden U, verhoor ons. .Testis!

Dat wij uit uw lijden leeren kennen hoe afgrijsselijk de zonde is, wij bidden U, verhoor ons, Jesus,

Dat Gij ons door uwen kruisdood wilt troosten en versterken in het uur van onzen dood, wij bidden U , verhoor ons, Jesns!

Dat Gij ons door uwe verdiensten de eeuwige zaligheid wilt doen verwerven, wij bidden U, verhoor ons, Jesus!

Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, spaar ons, Jesus.

Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, verhoor ons, Jesus.

Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, ontferm U onzer, Jesus.

Heer, ontferm U onzer.

Christus, ontferm U onzer.

-ocr page 214-

30(i LITANIE VAN HET ENZ. Heev, ontferm U onzer.

Onze Vader, enz.

Heer! verhoor mijn gebed, En mijn roepen kome tot ü.

GEBED,

Almagtige, eeuwige God! die onzen Zaligmaker het vleesch hebt doen aannemen en den dood des kruises ondergaan, opdat de mensoh het voorbeeld van zijne ootmoedigheid volge : geef genadiglijk, dat wij naar de lessen zijner lijdzaamheid ieven, en deel in zijne verrijzenis verkrijgen : door denzelfden Jesns Christus, onzen Heer. Amen.

-ocr page 215-

LITANIE

ter eere

VAN DE H. MAAGD MARIA.

Voor den Zaturdag.

Heer, ontferm U onzer.

Christus, ontferm TJ onzer.

Heer, ontferm onzer.

Christus, hoor ons.

Christus, verhoor ons.

God, Vader in den hemel, ontferm ü onzer.

God Zoon, Verlosser der wereld,

ontferm U onzer.

God, heilige Geest, ontferm U onzer. Heilio-e Drievuldigheid, één God,

ontferm U onzer.

Heilige Maria, zonder vlek ontvangen , bid voor ons.

Heilige Maagd der maagden, bid voor ons.

-ocr page 216-

In 1 ----5

308 LITANIE TER EEKE ;{ Moeder van Christus, bid voor jij Moeder der goddelijke genade, j Allerreinste moeder,

Allerkuisclite moeder, |j Ongeschondene moeder. Ij Onbevlekte moeder,

Liefelijke moeder. Verwonderlijke moeder, | Moeder des Selieppers,

Moeder des Zaligmakers, Allerwijsste maagd , \' Vereerenswaardige maagd. Lofwaardige maagd,

Magtige Maagd,

Goedertierene maagd.

Getrouwe maagd,

Spiegel der regtvaardigheid, Zetel der wijsheid,

Oorzaak onzer blijdschap, Geestelijk vat.

Eerwaardig vat.

Voortreffelijk vat van godvruch

tigheid,

Geheimzinnige roos,

Toren van David,

-ocr page 217-

VAN DE H. MAAGD MARIA. 209 Toren van elpenbeen, bid voor ons. Gulden huis,

Ark des verbonds,

Deur des liemels,

Morgenster,

Behoudenis der kranken,

Toevlugt der zondaren.

Troosteres der bedrukten , bd

Hulp der Christenen, —^

Koningin der engelen , g

Koningin der aartsvaders, °

Koningin der profeten, o

Koningin der apostelen , p

Koningin der martelaren.

Koningin der belijders,

Koningin der maagden.

Koningin van alle Heiligen, Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, spaar ons. Heer. Lam Gods, dat wegneemt de zonden

der wereld , verhoor ons, Heer. Lam Gods, dat wegneemt de zonden

der wereld, ontferm U onzer.

Heer, ontferm U onzer.

Christus, ontferm ü onzer.

14

-ocr page 218-

310 LITANIE TER EEEE Heer, ontferm U onzer.

Jesus Christus, hoor ons.

Jesus Christus, verhoor ons.

Onze Vader, enz. Wees gegroet, enz.

Onder uwe bescherming nemen wij onze toevlugt, heilig-e Moeder Gods; versmaad onze gebeden niet iu onzen nood, maar verlos ons van alle gevaar, o roemwaardige en gezegende Maagd, onze meesteres, onze voorspreekster; verzoen ons met uwen Zoon , beveel ons aan uwen Zoon, vertoon ons aan uwen Zoon.

v. Bid voor ons, lieilige Moeder Gods!

b. Opdat wij de beloften van Christus waardig worden.

GEBED.

Heer Jesns Christus, die U hebt verwaardigd mensch en zoon des menschen te worden; die eene vrouw tot uwe moeder op aarde hebt verkoren , Gij die God tot Vader in

-ocr page 219-

VAN DE H. MAiGD MARIA. 311 den liemel hadt: wij bidden U , geef\' dat wij uwe lieilige maagdelijke Moeder zoo vereeren, dat wij hierdoor ook aan U behagen, die met den Vader en den heiligen Geest leeft en heerscht, in alle eeuwigheid. Amen.

-ocr page 220-

(^) lt;amp;) #) cfe

g i t rt tt i c

TER EERE VAN HET HEILIG HART VAN MARIA.

Heer, ontferm U onzer. [ Christus, ontferm U onzer.

Heer, ontferm ü onzer.

! Christus, hoor ons.

Christus, verhoor ons. God, hemelsehe Vader, ontferm U onzer.

God Zoon, Verlosser der wereld, ontferm U onzer.

God, heilige Geest, ontferm U onzer. ! Heilige Drievuldigheid, één God, I ontferm U onzer.

Hart van Maria, zonder vlek ontvangen , bid voor ons.

Hart van Maria, vol van genade,

bid voor ons.

Hart van Maria, onder alle harten gezegend, bid voor ons.

-ocr page 221-

LITANIE VAN HET ENZ. 313 \' Ootmoedigste hart van Maria, bid

voor ons.

Zuiverste liart van Maria,

Minnelijkste liart van Maria,

| Hart van Maria, lieilige rustplaats van de allerheiligste Drievuldigheid,

Hart van Maria, zeer gelijkvormig aan het hart van Jesns,

Hart van Maria, tabernakel van God, mensch geworden op den W dag uwer boodschap ,

j Hart van Maria, met nieuwe o genaden vervuld in de bezoe- ° king van Elisabeth, g

Hart van Maria, woonplaats van f j Jesus,

Hart van Maria, overgoten met blijdschap in de geboorte van Jesus,

| Hart van Maria, vol van verwondering in de aanbidding der wijzen, 1

|i Hart van Maria, om de voorzeg- j ging van den heiligen Simeon , \'

-ocr page 222-

214 LITANIE VAN HET

bij viwe zuivering, doorstoken met het zwaard van droefheid, bid voor ons.

Hart van Maria, vol van zorg en angst in de vlugt naar Egypte, Hart van Maria, bedrukt om het verlies van Jesus, en wederom verblijd om zijne vinding in den tempel,

Hart van Maria, bevangen door W droefheid met dat van Jesus in ^ den hof der Olijven ,

Hart van Maria, wreedelijk ver- ° seheurd in zijne geeseling, o Hart van Maria, inwendig met ™ doornen doorstoken bij zijne krooning,

Hart van Maria, vol van angst en benaauwdheden in de ontmoeting van Jesus, dragende zijn kruis.

Hart van Maria, deelnemende in al de pijnen en smarten van Jesus,

Hart van Maria, met Jesus aan

-ocr page 223-

II. IIAIlï VAN MARIA. 215

liet kruis genageld, bid voor ons.

Hart van Maria, overgoten met droefheid in den dood van Jesus, Hart van Maria, met Jesus in het

graf gelegd,

Hart van Maria, verrezen tot de blijdschap in de verrijzenis van Jesus,

Hart van Maria, verrukt door liefde in de verschijning van td den verrezen Jesus, ^

Hart van Maria, vervuld met S eene onuitsprekelijke vreugde ° in de hemelvaart van Jesus, o Hart van Maria, door eenen nieu-wen overvloed van genaden geheiligd in de nederdaling van den heiligen Geest,

Hart van Maria, boven alle gelukzaligen verheven op den dag uwer hemelvaart.

Hart van Maria, gesteld aan de regterhand van Jesus, in den hemel.

-ocr page 224-

216 LITANIE VAK HET | Hart van Maria, toevlngt der zondaren, bid voor ons.

Hart van Maria, bescherming der regtvaardigen,

| Hart van Maria, wellust der S maagden, ^ |

Hart vau Maria, troost der be- o drukten, 3

j Hart van Maria, lioop der ster- o j venden, j»

Hart van Maria, blijdschap der

engelen en heiligen ,

Lam Gods, dat wegneemt de zonden i der wereld, spaar ous, Jesns.

j| Lam Gods , dat wegneemt de zouden der wereld, verhoor ons, Jesus. Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, ontferm U onzer, Jesus. [ :! v. O heilige Maagd! gedoog dat ik u love.

i b. Geefmij sterkte tegen uwe vijanden.

LAAT ONS BIDDEN.

Heilige Maria, Moeder van onzen Heer Jesus Christus, die niemand

-ocr page 225-

II. IIABT VAN MAMA. 317 verlaat nock verstoot : aanzie mij met een genadig oog; bekom mij , i door de verdiensten van uw heilig en onbevlekt Hart, de vergiffenis j! van al mijne zonden , en maak dat ,1 mijn hart gelijkvormig zij aan dat van uwen lieven Zoon Jesus: die | met den Vader, in de eenheid des heiligen Geestes, leeft en heerseht, iu de eeuwen der eeuwen.

Gebed tot het heilig Hart van Maria.

ó Hart van Maria , Moeder van God en onze Moeder 1 minnelijkste Hart, voorwerp van het welbehagen der aanbiddelijke Drievuldigheid, i waardig van de engelen en van de j menschen geëerd en bemind te worden : Hart, hetwelk zoo gelijkvormig \\ is aan dat van Jesus , waarvan gij || het volmaaktste afbeeldsel zijt: Hart vol goedheid en zoo medelijdend met onze ellenden! gewaardig onze koude j harten te verwarmen; maak dat zij alleenlijk met het hart van hunnen

-ocr page 226-

GEBED TOT HET

218

! goddelijken Zaligmaker zicli bezig i houden; stort daarin de liefde uwer | deugden; ontsteek ze door dat zalig vuur, waardoor liet uwe onophou-j\' delijk gebrand beeft. Ontvang de • lieilige Kerk, bewaar liaar, wees bare j! zoete schuilplaats, wees haar onver-1 winbaar schild tegen alle bestormin-i gen harer vijanden. Wees onze weg, om tot Jesus te gaan , en de bron-!\' ader, door welke wij al de genaden ; ter zaligheid noodig mogen ontvan-Ij gen. Wees onze bijstand in onze f noodwendigheden, onze steun in kwellingen, onze sterkte in de be-1; koringen, onze toevlugt in de ver-li volgingen, onze hulp in al de ge-| varen, maar bijzonderlijk in den Ij laatsten strijd onzes levens, in het li uur des doods, als de gansche hel tegen ons ontketend, zal trachten onze zielen te rooven; in dien vree-i gelijken oogenblik, in dit gevaarlijk ; tijdstip, waarvan onze eeuwigheid I afhangt. Ach ! laat ons dan, o zeer

-ocr page 227-

mg wer j ilig-oude

are ji er- | in-

£) i m- in en ji n-ze in

e- } r- I e-

n Ijl

3t

11 jj)

k i i !

J

H. HART VAN MARIA. 319 ! medelijdende Maagd, de zoetlieid van i1 uw moederlijk Hart en de kracht l[ van nw vermogen op dat van Jesus ij gewaar worden, met ons, iu die bron 1 van barmhartiglieid, eene verzekerde schuilplaats te openen, opdat wij | tot Hem mogen komen, en Hem met j u in den hemel zegenen, in alle ] eeuwen der eeuwen. Amen.

Gekend, geloofd, gezegend, be-j mind, gediend en geroemd zij altijd ;j on overal het goddelijk Hart van .Tesus, 1 en onbevlekt Hart van Maria. Amen.

g 11 a it i e

TOT HET ALLEEHEILIGSTE HART VAN JESUS.

Heer, ontferm U onzer, j Christus, ontferm U onzer.

I Heer, ontferm U onzer.

i Christus, hoor ons.

-ocr page 228-

220 LITANIE TOT HET

Christus, verhoor ons. God, hemelsche Vader, ontferm U onzer.

God Zoon, Verlosser der wereld, Heilige Geest, waarachtig God, 11 eilige Drievuldigheid, één God, ?Iart van Jesus, Zoon van den

eeuwigen Vader,

Hart van Jesus, Zoon van de I maagd Maria,

Hart van Jesus, eigen en waar- o dige woonplaats van den hei- 5-ligen Geest, £B

Hart van Jesus, schatkamer van B de allerheiligste Drievuldig- cj heid, g

Hart van Jesus, glorie en vreugd g

der engelen,

Hart van Jesus, oneindig in

majesteit,

Hart van Jesus, voorwerp van

alle liefde,

Allerootmoedigste hart van Jesus, Allerzuiverste hart van Jesus, AUerminnelijkste hart van Jesus,

-ocr page 229-

Hart van Jesus , vol van zegen en

genaden, ontferm U onzer.

Hart van Jesus, wellust van hemel

en aarde,

Hart van Jesus, lielit van geheel

de wereld,

Hart van Jesus, onoverwinnelijke

sterkte tegen onze vijanden ,

Hart van Jesus, fontein van alle

regtvaardigheid, O

Hart van Jesus, oorsprong van alle goedheid en barmhartig- g\' heid, 13

Hart van Jesus, vol medelijden c!

en teederheid, g

Hart van Jesus , woonplaats aller g

deugden ,

Hart van Jesus, alle lof en eerwaardig ,

Hart van Jesus, aau wien alle

aanbidding toekomt,

Hart van Jesus, oneindige afgrond

van alle hemelsche gaven,

Hart van Jesus, zaligheid dergenen die in U hopen,

-ocr page 230-

233 LITANIE TOT HET

i Hart van Jesus, fontein der sprin- 1\' gende wateren tot liet eeuwig leven, onferm. U onzer.

;| Hart van Jesus , verzoening onzer zonden,

Hart van Jesus, troost van alle bedrukte harten,

| Hart van Jesus, lioop dergenen

die in U sterven,

:| Hart van Jesus , ons leven en onze O

verrijzenis, ö; !

j Hart van Jesus, toevlugt van quot; |

alle zondaren , ^

| Hart van Jesus, met bitterheid ^ j voor ons vervuld, g |

Hart van Jesus, met versmaad- g i lieden voor ons verzaad,

I Hart van Jesus, om onze boosheden doorwond,

j Hart van Jesus, om onze zaligheid gestorven aan het kruis ,

Hart van Jesus, met eene lans

doorstoken.

Hart van Jesus, levende, heilige en Godbehagende offerande,

-ocr page 231-

quot;1

AL1EKH. HART VAN JESL\'S. 333 I Hart van Jesns, altaar op hetwelk 1 al de Heiligen opgeofferd worden , 1 ontferm U onzer.

Lam Gods, dat wegneemt de zouden ! der wereld, spaar ons. Heer.

j Lam Gods, dat wegneemt de zonden I der wereld, verhoor ons. Heer. Lam Gods, dat wegneemt de zouden I

der wereld , ontferm U onzer. Christus, hoor ous.

Christus, verhoor ous.

Heer, ontferm U ouzer.

[ Christus, ontferm U onzer.

Heer, ontferm U ouzer.

j Onze Vader, euz.

a E H E I)

Heer Jesus Christus, die U ge- i; ! waardigd hebt aan uwe Kerk kenbaar | te makende onuitsprekelijke rijkdom- | ; men van uw goddelijk Hart : geef li dat wij waardig worden aan de liefde j van dit allerheiligste Hart te beantwoorden, en de versmadiugen aan \' hetzelve , door de ondankbaarheid der 1

-ocr page 232-

334 AKTK VAN F.EUBEWIJZING. mensclieii aangeda.m, door waardige dienstbewijzingen mogen vergoeden. Dit vragen wij U, die leeft en heerscht, met den Vader en den heiligen Geest, in alle eeuwen der eeuwen. Amen.

AKTE VAN EERBEWIJZING.

Minnelijke en aanbiddelijke Jesus ! mijn Zaligmaker en.mijn God! die door eene vurige en wonderbare liefde U tot een slagtoffer in het hoogwaardig Sakrament des Altaars gegeven hebt : wat droevige gevoelens moeten er ontstaan in uw heilig Hart, daar Gij in de harten van het meeste deel der menschen niets vindt dan versteendheid, vergeten-lieid, ondankbaarheid en verachting. Het was U dan niet genoeg den moeijelijksten eu pijnlijksten weg verkozen te hebben om onze zalig-heid te bewerken ! Het was niet

-ocr page 233-

AKTE VAN EEUBEWIJZING. 325 genoeg , U overgegeven te hebben aan zulk eenen wreeden en angstigen doodstrijd, veroorzaakt door liet aan-scliouwen onzer zonden , wier last Gij op U genomen hadt : Gij hebt U nog willen blootstellen aan de ergerlijkste versmadingen , die door de boosheid der mensehen en der hel kunnen uitgevonden worden. Met een verootmoedigd hart en eene diepe droefheid, vraag ik duizend en duizendmaal om vergiffenis voor al de ver-smadiugen, die Gij op uwe altaren ontvangen hebt. Ach! ware het mij gegeven met mijne tranen te bevochtigen, en met mijn bloed af te was-sohen al de plaatsen, waar uw hart versmaad is geweest en waar men uwe liefde met verachting beloond heeft. Ach , koude ik door eene nieuwe soort van dienstbewijzing, van verootmoediging en verandering, zoo vele heiligschennissen en onteeringen herstellen ! Ach, mogt ik meester zijn van alle harten der menschen,

-ocr page 234-

r

226 AKTE VAN EEEBEWIJZING. om U dezelve op te offeren , en aldus eenigzins hmine vergetenlieid en ongevoeligheid te vergoeden, daar zij U niet hebben willen erkennen , ot\' U gekend hebbende, U zoo weinig-bemind hebben !

Maar, o minnelijke Zaligmaker! wat mij het meeste met schaamte bedekt en waarom ik het diepste zucht, is dat ik onder het getal van die ondankbaren ben. Gij, o mijn God ! Gij die het binnenste van mijn hart doorziet. Gij kent de droefheid welke ik over mijne ondankbaarheden gevoel; Gij weet dat ik bereid ben daarvoor te doen en te lijden zooveel in mij is om ze te herstellen. Zie dan, o Heer ! hier ben ik, om van uwe hand te ontvangen , al wat Gij mij ten dien einde zult gelieven op te leggen. Sla en kastijd mij, o Heer! ik zal de hand die mij zoo regtvaardig kastijdt, zegenen en kussen. Gelukkig zoude ik wezen, indien ik door alle mogelijke pijni-

-ocr page 235-

LIT. OM EENEN ZALIGEN DOOD. 227 gingen voor zoo vele versmadingen eenigzins voldoen konde. Maar indien ik die genade niet verdien , aanvaard tenminste de opregte begeerte die ik daartoe heb, en geef eene volle kracht aan mijn voornemen, U, o mijn Zaligmaker, voortaan steeds te beminnen en te eeren in liet aanbiddelijk Sakrament des Altaars. Amen.

O—«

LITANIE om eenen zaligen dood.

* Pius VII heeft, bij rescript van 13 Mei 1802, verleend, honderd dagen aflaat, te verdienen eenmaal daags,door alle geloovigen die met een rouwmoedig hart deze Litanie zullen bidden, om de goddelijke hulp voor het uiterste huns levens af te sraeeken; en een vollen allaat, aan degenen die diezelve alle dagen , gedurende eene maand lezen , mits te biechten en te communiceren op eenen dag naar verkiezing, binnen dezelfde maand, en eene kerk

-ocr page 236-

338 LITANIE

of openbare bidplaats bezoekende, en aldaar \' te bidden volgens de intentie van den Paus. Leo XII heeft den 11 Augustus 1824 deze aflaten op nieuw voor eeuwig verleend.

Heer Jesus ! God van goedheid en Vader van barmhartigheid! ik verschijn voor ü met een vernederd, vermorzeld en ontsteld hart; ik beveel U mijn laatste uur en al wat mij na hetzelve afwacht.

Als mijne koude en onbeweegbare . voeten mij zullen verwittigen dat mijn wandel op deze aarde gaat eindigen ; barmhartige Jesus , ontferm U dan mijner.

Als mijne bevende en zwakke i handen ü niet meer kunnen vasthouden , maar het krucifix tegen dank op het bed mijns lijdens zullen laten vallen; barmhartige Jesus, ontferm ü dan mijner.

Als mijne verduisterde en gebro-kene oogen, van angst voor den naderenden dood, zich stervende tot ü zullen wenden; barmhartige Jesus, ontferm ü dan mijner.

-ocr page 237-

OM EENEN ZALIGEN DOOD. 239 Als mijne bevende koude lippen voor de laatste maal uwen aanbid-delijken naam zullen noemen; barm-liartige Jesus, ontferm U dan mijner.

Als mijne wangen , verbleekt en lood verwig, aan hen die mijn sterfbed omringen, medelijden en afsclirik zullen inboezemen ; en als mijne haren , van doodzweet doortrokken , zich op miju hoofd oprigtende, mijn aanstaande einde zullen aankondigen; barmhartige Jesus, ontferm U dan mijner.

Als mijne ooreu zich voor altijd aan de taal der menschen gaan sluiten, en zich zullen openen om naar de stem te luisteren die het onherroepelijk vonnis zal uitspreken , waardoor mijn lot voor alle eeuwigheid zal vastgesteld worden; barmhartige Jesus, ontferm U dan mijner.

Als mijne inbeelding, door schrikkelijke en verbazende verschijnsels ontsteld, in doodelijke droefheid zal liggen ; en als mijn geest, op het

-ocr page 238-

230 LITANIE

aanschouwen mijner zonden ontrust, en van angst voor uwe regtvaardig-heid bevangen, met den engel dei-duisternissen zal strijden , die mij het troostelijk betrouwen zal trachten te benemen, en mij in de wanhoop zal trachten te storten; barmhartige Jesus, ontferm U dan mijner.

Als mijn zwak hart, door de smart der krankheid benaauwd, door de vrees voor den dood bevangen, en door den strijd tegen de vijanden mijner zaligheid, van krachten zal uitgeput zijn; barmhartige Jesus, ontferm ü dan mijner.

Als de laatste tranen , de voorteekenen mijns doods , uit de oogen zullen vloeijen, neem dan dezelve voor eene boetofferande aan, opdat ik als een slagtoffer der boetvaardigheid moge sterven; in dien ang-stigen oogenblik, barmhartige Jesus, ontferm IJ dan mijner.

Als mijne bloedverwanten en vrienden rondom mij zullen staan, en

I

-ocr page 239-

051 EENEN ZALIGEN DOOD. 231 met een teeder medelijden over mijnen ellendigen staat U voor mij zullen j aanroepen; barmliartige Jesus , ont- ; ferm U dan mijner.

Als ik het gebruik mijner zinnen I! zal verloren hebben; als de gansolie wereld voor mij zal verdwenen zijn , !|| en ik in de benaauwdheid van den laatsten strijd en van de pijnen\' des ji doods zal zuchten; barmhartige Jesus , li ontferm U dan mijner.

Als de laatste ademtochten mijne ziel zullen dwingen zich van mijn ligchaam te scheiden, neem dezelve aan als verzuchtingen van een heilig ongeduldig verlangen om tot U te ; gaan; barmhartige Jesus , ontferm [J dan mijner.

Als mijne ziel , reeds op mijne lippen zwevende, van deze wereld voor altijd zal afscheid nemen en mijn ligchaam kond zonder leven zal achterlaten, ontvang dan de vernietiging vau mijn aardsch leven, als een teeken van vereering en erken-

-ocr page 240-

S32 LIT. OM KENEN ZALIGEN DOOD.

tenis uwer opperste Majesteit; barm-hartige Jesus, ontferm U dan mijner. ;

Als ten laatste mijne ziel voor U zal verschijnen, en voor de eerste maal den onsterFelijken Luster uwer heerlijkheid zal aanschouwen, ver- 1 werp haar dan niet van uw aanschijn, maar gewaardig mij in den minnelijken schoot uwer barmhartigheid te ontvangen, opdat ik eeuwig uwen lof moge zingen; barmhartige Jesus, : l j ontferm U dan mijner.

GEBED.

6 God, die, ons ter dood veroor-1 deelende, het oogenblik en uur ver- | borgen houdt : maak dat ik, al de i!i dagen mijns levens in regtvaardigheid j en heiligheid overbrengende, moge verdienen van in uwe heilige liefde deze wereld te verlaten. Door de ver- | | diensten van onzen Heer Jesus Christus , die met U leeft en heerscht, in de [il j eenheid des heiligen Geestes. Amen.

-ocr page 241-

(^) (^) 6^) sj^) €^) 6^ (^) (^) (^)

g i t it tt i c van alle Heiligen.

Heer , ontferm U onzer.

Christus, ontferm U onzer.

Heer, ontferm IJ onzer.

Christus, hoor ons.

Christus, verhoor ons. God, hemelsche Vader, ontf. U onzer. God Zoon, Verlosser der wereld,

ontferm U onzer.

God, heilige Geest, ontferm U onzer. Heilige Drievuldigheid, één God,

ontferm U onzer.

Heilige Maria , bid voor ons.

Heilige Moeder Gods, td

Heilige Maagd der maagden, H. Michael, g

H. Gabriël, °

H. Raphael, o

Alle heilige engelen en aarts- S engelen ,

-ocr page 242-

234 LITANIE

Alle heilige kooren der zalige geesten,

bidt voor ons.

Heilige Joannes de dooper,

Heilige Josef,

Alle heilige aartvaders en profeten, H. Petrus,

H. Paul us,

H. Andreas,

H. Jacobus,

H. Joannes, to

H. Thomas, ^

H. Jacobus, o

H. Philippus,

H. Bartholomeus, g

H. Mattheus, T-

H. Simon,

H. Thadeus,

H. Matthias,

H. Barnabas,

H. Lucas,

H. Marcus,

Alle heilige apostelen en evangelisten ,

Alle heilige leerlingen des Heeren, Alle heilige onnoozele kinderen,

-ocr page 243-

VAN ALLE HEILIGEN. 235 H. Stephanus , bid voor ons. H. Laurentius,

H. Vincentius,

H. Fabian us en Sebastian us, H. Joannes en Paulus,

H. Cosmas en Damianus, H. Servatius en Protasius,

Alle lieilige Martelaars, H. Sylvester,

H. Gregorins,

H. Ambrosius ,

H. Augustinus , W

H. Hieronymus, ~

H. Martinus, o

H. Nicolaas, ^

Alle heilige bisschoppen en be- g lijders,

Alle heilige leeraren der Kerk, H. Antonius,

H. Benedictus,

li. Bernardus,

H. Dominions,

H. Franeiscus,

Alle heilige priesters en levi-ten.

-ocr page 244-

236 LITANIE

Alle heilige monniken en kluizenaars,

bidt voor ons.

Heilige Maria Magdalena,

H. Agatha, W

H. Lucia, ^

H. Agues, o

H. Cecilia, °

H. Catharina, o

H. Anastasia, ® Alle heilige maagden en weduwen, Alle lieve Heiligen Gods,

Wees genadig, spaar ons , Heer. Wees genadig, verhoor ons, Heer. Van alle zonden, verlos ons, Heer. Van uwe gramschap,

Van een haastigen en onvoor-

zienen dood, lt;1

Van de listen des duivels, g-

Van gramschap, haat en allen §

kwaden wil, 2

Van den geest der ouknischlieid, Jquot;

Van bliksem en onweder, i-h

Van den eeuwigen dood, g

Door het geheim uwer mensch- ^ wording,

-ocr page 245-

VAN ALLE HEILIGEN. 337 Door uwe komst, verlos ons, Heer. Door uwe geboorte,

Door uw doopsel en heilig vasten, Door uw kruis en lijden, amp;

Door uwen dood en nwe begra- quot;• fenis, g

Door uwe heilige verrijzenis , jquot; Door uwe wonderbare hemel-

vaart, _ _ g

Door de komst van den heiligen

Geest, den Vertrooster ,

In den dag des oordeels, Wij zondaars, wij bidden ü, verhoor ons. Sl Dat Gij ons wilt sparen, «a: Dat Gij ons onze zonden kwijt- gt scheldt, è Dat Gij ons tot eenfe ware boet- § vaardigheid wilt geleiden , r* Dat Gij uwe heilige Kerk wilt -besturen en beschermen, j? Dat Gij den Paus en alle kerke- g\' lijke overlieden in de heilige o godsdienst wilt bewaren, o Dat Gij de vijanden der heilige »

-ocr page 246-

|| 238 LITANIE

Kerk wilt vernederen, wij bidden IJ, verhoor ons.

|| Dat Gij den christen koningen en vorsten vrede en eendragt wilt geven,

|:i Dat Gij aan de geheele cliristen-lieid vrede en ware eenigheid wilt verleenen,

! Dat Gij ons in uwe lieilige dienst Si wilt versterken en bewaren, amp; Dat Gij onze gemoederen tot he- §

melsche begeerten wilt opwekken, Dat Gij al onze weldoeners met quot; de eeuwige goederen wilt ver- m gelden,

Dat Gij onze zielen , en de zielen o onzer broeders, vrienden en o weldoeners, voor de eeuwige S verdoemenis wilt behoeden ,

j Dat Gij ons de vruchten der aarde wilt geven en bewaren,

Dat Gij alle overledene geloovigen de eeuwige rust wilt geven ,

j Dat Gij ons gebed wilt verhooren , i Zoon Gods.

-ocr page 247-

VAN ALLE HEILIGEN. 339

Lam Gods, dat wegneemt de zouden der wereld , spaar ons , Heer.

Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, verhoor ons, Heer.

Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, ontferm IJ onzer.

Christus, hoor ons.

Christus, verhoor ons.

Heer, ontferm U onzer.

Christus, ontferm U onzer.

Heer, ontferm U onzer.

Onze Vader, enz.

En leid ons niet in bekoring.

Maar verlos ons van den kwade. Amen.

PSALM LXIX.

O God! let op mijne hulp.

Heer ! haast U om mij te helpen.

Dat zij besehaamd en bevreesd worden , die mijne ziel zoeken.

Dat zij terugwijken en zich schamen, die mij kwaad willen.

Dat zij schielijk met schaamte te-rugkeeren, die met mijne verdrukking den spot drijven.

-ocr page 248-

340 LITANIE

Dat zicli in U verhengen en verblijden allen die U zoeken, en dat zij, die uw lieil beminnen, altijd zeggen : de Heer zij grootelijks geprezen.

Docli ik ben behoeftig en arm.

O God! help mij.

Want Gij zijt mijn helper en Verlosser.

O Heer! vertoef niet.

Eere zij den Vader, en den Zoon, en

den heiligen Geest,

Gelijk in het begin , en nu en altijd,

en in eeuwigheid. A.men.

v. Maak uwe dienaars zalig,

e. Mijn God ! die in U hopen, v. Heer! wees ons een sterke toren, ii. Tegen onze vijanden.

v. Dat de vijand niets tegen ons vermoge,

u. En dat de zoon der boosheid ons

geen nadeel aanbrenge.

v. Heer! doe ons niet naar onze zonden,

li. En vergeld ons niet naar onze boosheden.

-ocr page 249-

VAN ALLE HEILIGEN. 241 v. Laat ons bidden voor onzen Paus N.

u. De Heer behoed hem, spare hem in het leven, make hem zalig op aarde, en levere hem niet aan den den wil zijner vijanden.

v. Laat ons bidden voor onze wel- j doeners.

li. Heer! gewaardig U, allen die ons goed doen, om uws naams ! wil, met het eeuwige leven te vergelden. Amen.

v. Laat ons bidden voor de geloo-

vigen die overleden zijn.

b. Heer! geef hun de eeuwige rust, en het eeuwige licht verlichte hen. v. Laat hen in vrede rusten.

li. Amen.

v. Voor onze broeders die afwezig zijn.

r. Mijn God! maak uwe dienaars

zalig, die in U hopen.

v. Zend hun hulp uit uw heiligdom, li. En uit Sion bescherm hen.

v. Heer! verhoor mijn gebed.

1G

-ocr page 250-

342 LITANIE

ii. En mijn geroep kome tot U.

6 God, wien het eigen is altijd barmhartig te zijn en te sparen : neem aan ons ootmoedig gebed, opdat wij, en al uwe dienaars die met de ketenen der zonden gebonden zijn, door de ontferming uwer goedheid genadig ontbonden worden.

Wij bidden TJ, Heer, verhoor de gebeden der ootmoedigen, en spaar degenen die hunne zonden belijden, opdat wij tevens vergeving en vrede van uwe goedheid verkrijgen mogen.

Heer! bewijs ons genadig uwe onuitsprekelijke barmhartigheid ; dat Gij ons van alle zouden vrijmaakt, en daarbij de straffen kwijtscheldt, die wij door dezelve verdiend hebben.

6 God , die door de zonde belee-digd en door de boetvaardigheid verzoend wordt ; sla eeu genadig oog op de gebeden van uw volk, dat zich voor TJ nederwerpt, en wend de geeselen uwer gramschap

-ocr page 251-

VAN ALLE HEILIGEN. 243: van ons af, die wij voor onze zonden verdienen.

Almagtige, eeuwige God! ontferm U over uwen dienaar, onzen Paus N., en geleid hem volgens uwe goedertierenheid op den weg des eeuwigen levens, opdat hij door uwe hulp be-geere wat U behaagt, en het ook met alle kracht volbrenge.

6 God, van wien de heilige begeerten , de goede voornemens en alle regtvaardige werken voortkomen : geef uwen dienaren den vrede, dien de wereld niet geven kan; ten einde onze harten, uwer geboden toegedaan , en wij gecnen vijand meer vroezende, de tijden door uwe bescherming vreedzaam zijn mogen.

6 Heer! ontvonk onze nieren en harten door het vuur des heiligen Geestes, opdat wij U met een zuiver ligchaam dienen en met een rein hart behagen.

ö God! Schepper en Verlosser van alle geloovigen ! verleen aan de zielen

-ocr page 252-

ij 24-1 LITANIR VAN ALLI5 HF.ILTGEN. || uwer dienaren en dienaressen verge-| ving van alle zonden, ten einde zij de t kwijtsehelding, naar welke zij altoos ij verlangd hebben, door godvruchtige jgt; smeekingen mogen verwerven.

Wij bidden U, o Heer, voorkom | al onze werken door den invloed jji uwer genade, en voltrek ze door uwe medewerking, zoodat al ons 1 bidden en werken altijd van U be-]|| ginne, en , begonnen, door ü vol-||i trokken worde.

Almagtige eeuwige God, die over | levenden en dooden heerscht en U i| ontfermt over allen, die Gij voor-li weet dat door het geloof en de wer-| ken de uwen zullen wezen : wij bid-t den U ootmoedig, dat zij voor welke ij wij onze gebeden storten, hetzij dat zij j| nog in het leven of reeds overleden |l zijn, door de voorspraak van al uwe i Heiligen, en door uwe genade, ver-||i giffenis van al hunne zonden verwerven. Door Jesus Christus, uwen Zoon, onzen Heer, die met U leeft

-ocr page 253-

sF.

rge-ij de toos tig®

com loed [oor ons be-vol-

Dver i TJ Dor-rer-)id-:lke t zij den iwe i^er-i\'er-ven eeft

LITANIE VAN DEN TI. JOSEF. 245 en heerscht, in de eenheid des heiligen Geestes, God, in alle eeuwen der eeuwen. Amen.

v. De nlmagtige en barmhartige j Heer verhoore ons.

Amen.

v. Dat de geloovige zielen door Gods barmhartigheid in vrede rusten, li. Amen.

o—

IjIT^NIJK ter eere van den beiligen Josef.

Heer, ontferm ü onzer.

Christus, ontferm U onzer.

Heer, ontferm U onzer.

Christus, hoor ons.

Christus, verhoor ons. God , hemelsehe Vader, ontferm U onzer.

-

-ocr page 254-

346 LITANIE TEE EE11E God Zoon , Verlosser der wereld, ontferm U onzer.

God, heilige Geest, ontferm U onzer. Heilige Drievnldiglieid, één God,

ontferm U onzer.

Heilige Maria, bid voor ons.

Heilige Moeder Gods,

Heilige Maagd der maagden, H. Josef,

Voedstervader van Jesus,

Bruidegom van Maria,

Hegtvaardige man,

Man naar Gods liart,

Getrouwe en voorzigtige huisvader , S-; Beschermer der zuiverheid van ^ Maria, o Die de menschwording des eeu- 3, wigen Woords door de godde- o lijke openbaring vernomen hebt, S Die met de maagd Maria naar

Bethlehem zijt gereisd, Die waardig geacht zijt de geboorte

van Christus bij te wonen. Die met Maria het kind Jesus in

-ocr page 255-

VAN DEN H. JOSEF. 247 den tempel hebt opgeofferd, bid voor ons.

Die op het bevel des engels met het kind en de Moeder naar Egypte gevlugt zijt,

Die na den dood van Herodes naar het land vau Israël wedergekeerd zijt, W Die met Maria , het verloren kind — Jesus vol van droefheid gezocht § hebt, ° Die Jesus tussohen de leeraren o met blijdschap gevonden hebt, S ij Aan wien de Heer der Heeren onderdanig is geweest,

Algemeene voorspreker in allen nood ,

1 Bijzondere patroon der stervenden ,

Lam Gods, dat wegneemt de zonden

der wereld, spaar ons, Heer. Lam Gods , dat wegneemt de zonden

der wereld, verhoor ons, Heer. Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, ontferm U onzer, i__________________ _______

-ocr page 256-

348 LITANIE VAN DUN H. JOSEF. Heer, ontferm ü onzer. Cliristus, ontferm ü onzer. Heer, ontferm U onzer. Christus, lioor ons.

Christus, verhoor ons.

Onze Vader, enz.

GEBED,

Wij bidden ü, o Heer, dat wij door de verdiensten van den Bruidegom uwer allerheiligste Moeder geholpen mogen worden, opdat door zijne voorspraak ons gegeven worde, hetgeen wij door ons zeiven niet kunnen bekomen; die leeft en heerscht, in alle eeuwen. Amen.

-ocr page 257-

LITANIE

VAN DE

HEILIGE MART El A ARS VAX O O It Cl!».

IVier feestdag gevierd wordt den

9 Julij.

Heer, ontferm U onzer.

Christus , ontferm IJ onzer.

Heer, ontferm U onzer.

Christus, hoor ons.

Christus, verhoor ons. God, hemelsche Vader, ontferm U onzer.

God Zoon, Verlosser der wereld, ontferm U onzer.

God, heilige Geest, ontferm U onzer. Heilige Drievuldigheid, één God,

ontferm ü onzer.

Heilige Maria, bid voor ons.

Heilige Moeder Gods, bid voor ons. Koningin der Martelaren , bid voor ons.

Heilige Martelaars van Gorcum ,

-ocr page 258-

-

250 LITANIE VAN DE HEILIGE negentien in getal , bidt voor ons.

Heilige Martelaren , Leonardus en Nieolaas, pastoors van Gor-cum, met de drie andere wereldlijke priesters,

Adriamis en Jacobus, kloosterlingen van Premonstreit, Joannes, van de orde van den H. Dominicus,

- Nieolaas, gardiaan, en Hier- jjj g onymus, vicaris, met uwe SL\' -3 negen medebroeders van liet ^ -g klooster van den H. Fran- § eiscns, te Gorcum,

Die voor geene pijnen nocli § .ÏF dood de vervulling uwer ^ pligten naliet,

W Die een ieder kloekmoedig vermaandet om standvastig in het geloof te blijven, Die, gevangen zijnde, geworpen werdt in eenen walgelijken kerker.

Die van de soldaten op ver-

-ocr page 259-

MAUTELAAUS VAX G011CÜM. 351

scheidene manieren gekweld, bespot, geslagen en gepijnigd zijt geweest, bid voor ons.

Heilige Martelaren , die men een geladen pistool voor den mond liield, terwijl u gevraagd werd of gij bereid waart voor liet geloof te sterven , Die kloekmoedig een bevestigend antwoord gaaft, en in afwachting des doods uit- y g riept: Heer! in mee handen 5^\' ^3 beveel ik mijnen geest, ^

t= Die gesleept , geslagen en g ^ met een koord omhoog ge- ^ ^ trokken werdt en half dood § .mi zijt blijven hangen , ^ Die daarna nog kloekmoediger M dan te voren de anderen aangemoedigd hebt,

Die met brandende kaarsen,

het aanarezia\'t, mond, ooren 1 \' 1 ••

en neusgaten verbrand zijt geweest,

Die na vele bespottingen ,

-ocr page 260-

253 LITANIE VAK I)R HEILIGE

slagen en versmading, half naakt in eene sclmit te Dordrecht aan-kwaamt, bid voor ons.

Heilige Martelaren, die voor geld ten toon gesteld, bespot werdt van groot en klein,

Die in den Briel gekomen, wederom vele bespottingen van liet volk onder-stondt,

rT Die niet ophieldt tusschen sla- y £ gen en seliimp voor uwe £ -3 vijanden te bidden, ^

quot;S Die de graaf in zijne razernij g g zeldzame dieren, verraders ^ (u en afgodisten noemde, §

•Sf Die volgens zijn gebod, met • •S een vaandel spotgewijze ^ rond eene galg geleid werdt, Die twee aan twee, tusscben vele slagen en lasteringen, spotsgewijze in de stad rondgeleid werdt.

Voorafgegaan door den beul dragende bet vaan,

-ocr page 261-

MARTELAARS VAN GORCUM.

Heilige Martelaren, die men met slijk naar het hoofd wierp, bidt voor ons.

Die daarna, zonder iets genuttigd te hebben, in eenen walgelijken kerker geworpen werdt.

Die men door honger, dorst en andere kwellingen beproefde, om u van het ge-g loof af te trekken ,

Ja Die, op het stadhuis geko- S S men, nw geloof in de we- jl S zenlijke tegenwoordigheid g ^ van Jesus Christus in het ° Sn allerheiligste Sakrament g H3 des Altaars . onwankelbaar S |xj beleden hebt,

Die na deze moedige belijdenis terstond veroordeeld werdt.

Terwijl het volk hen eenparig riep : hangt hen, hantjt hen. Die twee aan twee uit de stad geleid , elkander tot den

353

-ocr page 262-

J 354 LITAKIE VAN DE HEILIGE

marteldood aanmoedigdet , zeggende : heden zullen icij met God en het lam ons verheugen, bidt voor ous.

Heilige Martelaren, die naakt in eene schuur opgehangen werdt, Die biddend en uwen strijd aan God bevelend, kloekmoedig voor het geloof gestorven zijt,

[ ê Die na uwen dood, onmen-

^ sehelijk mishandeld zijt ge- H ij weest, ^

! y Die, zegepralend over de pij- g 11 ^ neu, uwe kleederen gewas- 3. sehen hebt in het Bloed o des Lams, S

j Die nu zijt voor den troon van God , Hem dienende dag en nacht,

Die, na uwen dood, u vertoond hebt, met witte kleederen en gouden kroonen op het hoofd, in eenen wonderlijken glans.

-ocr page 263-

r^quot; •\'

MAHTEJ.AAUS VAN GOECTIM. 255 Heilige Martelaren, die vele wonderen gewrocht liebt, bidt voor ons. Heilige Martelaren, allerkloekste voorstanders van Jesns Christus , • tó Heilige Martelaren, beschermers S? van het lloomsch Katholiek lt;5 Geloof, § I Heilige Martelaren , levende offer- c\' anden Gods, g Heilige Martelaren, luister van

den geestelijken staat.

Heilige Martelaren, toevlugt der

lijdenden,

Lam Gods, dat wegneemt de zou- ji

den der wereld, spaar ons, Heer. Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, verhoor ons. Heer. \' Lam Gods, dat wegneemt de zouden ■ der wereld, ontferm (J onzer, Christus, hoor ons.

Christus, verhoor ons.

Ouze Vader, enz.

v. Bidt voor ons, heilige Marte- | laars van Gorcum.

-ocr page 264-

256 LITANIE VAN DE ENZ.

b. Opdat wij u in de belijdenis des geloofs mogen navolgen.

GEBED,

o God, die ons in uwe heilige Martelaren Leonardus en zijne gezellen een voorbeeld gegeven hebt, om ons te leeren ons nooit voor het geloof te schamen, maar het integendeel moedig te belijden , en voor de waarheid tot den dood toe te strijden: geef ons de genade welke Gij hnn areareven hebt, en wii zullen hunne I

quot; 1 tv

voetstappen met ijver volgen. Door onzen Heer Jesus Christus , die met U leeft en heerseht, in de eenheid van . God den heiligen Geest, in alle eenwen der eeuwen. Amen.

O—4»-C

-ocr page 265-

7Vquot;C\' ;;■/lt; xtlt;

LITANIE

TER EERE VAN DEN H, Aloyslus de Gonzagua.

Door Z. H. Benedictus XIII tot voor- i beeld en Beschermheilige aan de christelijke en studerende jeugd gegeven.

Heev, ontferm U onzer.

Christus, ontferm U onzer.

Heer, ontferm U onzer.

Christus, hoor ons.

Christus, verhoor ons.

God, hemelsche Vader, ontferm U i onzer.

! God Zoon, Verlosser der wereld, ontferm U onzer.

God, heilige Geest, ontferm U onzer. ||

Heilige Drievuldigheid, één God, | ontferm TJ onzer.

Heilige Maria, Moeder en bescherm- |i ster van den H. Aioysius, bid i| voor ons.

17

-ocr page 266-

jj 258 LITANIE TE 11 EE RE VAN DEN I H.AloysiusdeGonzagua,bidvoorons. ijl H. Aloysius, verrijkt dooi-de zegeningen des Heeren, || H. Aloysius, vervuld met den hei-! ligen Geest,

ï H, Aloysius, zeer waardige belijder van Jesus Christus, H, Aloysius, zeer godvruchtige aanbidder van het allerheiligste Sakrament des altaars, | H. Aloysius, getrouwe dienaar S

der heilige Moeder Gods, !| H. Aloysius, edelmoedige verach- o ter van de wellusten dezer ^ wereld, 2

H. Aloysius, voorbeeld van het ?gt;

volmaakte leven,

H, Aloysins, voorbeeld van ootmoedigheid ,

J H. Aloysius, beminnaar der armoede ,

H. Aloysins, volmaakt in gehoorzaamheid,

! H. Aloysins, wonderbaar in verduldigheid ,

-ocr page 267-

H. ALOYSIUS DE GONZAGUA. 259 !

H. Aloysius, zeer magtig in den i

liemel, bid voor ons.

H. Aloysius, verdrijver der hel-

sche geesten,

H. Aloysius, eer en luister der jeugd ,

H. Aloysius, beseliermlieilige der

studerende jeugd,

H, Aloysius, navolger van het

evangelisclie leven , H

H. Aloysius, spiegel der maagden, ^ H. Aloysius, zeer zoetaardige ver- o trooster der bedrukten, °

H. Aloysius, zeer zekere gene- o zing der kranken, Equot;

H. Aloysius, luister en sieraad der

Soeieteit van Jesns,

H. Aloysius, klaarblinkend licht

der heilige Kerk,

H. Aloysius, vermaard door menigvuldige wonderen ,

Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, spaar ons, Heer. Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, verhoor ons. Heer.

-ocr page 268-

260 LITANIE TER EEEE TAN DEN Lam Gods, dat wegneemt de zonden

der- wereld, ontferm U onzer. Christus, boor ons.

Christus, verhoor ons.

Heer, ontferm ü onzer.

Christus, ontferm U onzer.

Heer, ontferm ü onzer.

Bid voor ons, H. Aloysius,

Opdat wij der beloften van Christus waardig worden.

LAAT ONS BIDDF.N.

God, nitdeeler der hemelsche gaven, die in den engelachtigen jongeling Aloysius eene wonderbare onschuld van leven met eene gelijke boetpleging gepaard hebt: vergun ons, door zijne verdiensten en \'gebeden, dat wij, die hem in zijne onschuld niet gevolgd hebben, hem ten minste in zijne boetvaardigheid navolgen. Door Christus, onzen Heer. Amen.

-ocr page 269-

H. ALOYSIUS DE GONZAGUA. 361

Gebed ter eere van den H. Aloysins, om de zniverlieid te bewaren.

6 Gelukzalige Aloysius, wiens leven meer liemelsch dan aardsch geweest is: aan uwe bescherming beveel ik, hoe onwaardig ik ook zij, de zuiverheid mijner ziel eu van mijn ligchaam. Ik smeek u, door uwe engelachtige zuiverheid, mij aan Jesus Christus, het Lam zonder vlek, en aan zijne heilige Moeder , de Maagd der maagden aan te bevelen. Behoed mij voor alle doodzonden ; als gij ziet dat ik in bekoring of gevaar ben van te zondigen, verwijder dan van mij die onzuivere gedachten en genegenheden. Doe mij denken aan de eeuwigheid eu aan Jesus Christus den Gekruiste, en druk diep in mijn hart eeu levendig gevoelen der vreeze Gods ; dat de goddelijke liefde mij uwe deugden doe navolgen, opdat ik ver-diene deelgenoot te worden aan uwe blijdschap in den hemel. Amen.

Onze Vader. Wees gegroet, enz.

-ocr page 270-

rr

t

^0/7 C\\0/? «NO/? lt;\\0/? cnO/? C\\0/? «NO/? lt;\\0/5 ^0/7 cvO/? ■ f^V. ■ irr?^ if?h \'iTf?ri \'i\'iry»\'.^ ■ .77.fff?yrfVi?fr^ ff?

GEBED VAÏ DERTIG DAGEN,

hetwelk men gedurende dertig dagen kan bidden , ter eere van liet lijden onzes Heeren Jesns Christus en van de heilige maagd Maria, zijne moeder, om voor ziehzelven oi\' voor anderen de genaden en geestelijke of tijdelijke vertroostingen te bekomen, welke men noodig heeft.

Heilige Maria, Maagd der maagden , moeder der genaden, moeder van barmhartigheid en vaste hoop der bedrukten! door de droefheid welke uwe ziel doorgriefde, toen uw eenige Zoon, onze Heer Jesus Christus, de schanddobd des krnises onderging; door de kinderlijke liefde, welke hem met medelijden op uwe smarten deed nederzien ; door de zorg welke Hij tot u droeg, om u al stervende aan zijnen welbeminden Leerling, den erfgenaam van zijne gevoelens voor u, te bevelen : wees gevoelig en sta mij bij in de pijnen, smar-

l _

i

i

-ocr page 271-

■sfe

bid-eren aria, an-jde-raen

ag-der )op eid uw is-

311-

le,

wc

)rg

er-

er-

3e-

3e- !

ir-

GEBED VAN DEUTIG DAGEN. 363 ten, krankheden , ellenden en treurige nood, waarin ik mij bevind. 0, verzekerde schuilplaats der onge-ii hikkigen! o zoete troost der bedrukte 1 zielen ! o liefdadige verlosseres van hen dic^ in gevaar of lijden zijn! ■ aanzie de tranen, welke mij mijne li rampen, die ik om mijne zouden lij- i : den moet, doen vlosijen. In de on- !

rust en verlegenheid waarin ik ge-| dompeld ben, tot wie anders zal ik i mijue toevlugt nemen dan tot u, 1 magtige beschermster, Moeder van 1 den Zaligmaker der wereld en herstelster van de rampen die het mensehdom kwellen! Ach, heilige Maagd ! aanboor het ootmoedig en aanhoudend gebed, hetwelk ik tot u l| omhoog zend , met die teederheid welke u eigen is.

Ik verzoek uwen bijstand, door de ingewanden der barmhartigheid 1 van Jesus , uwen aanbiddelijken Zoon; door de naauwe vereeniging, welke Hij met de raenscheliike natuur heeft

1

i

-ocr page 272-

GEBED VAN

264

aangegaan, toen Hij, bekleed met onze sterflijklieicl, zich gewaardigd heeft in uwen zuiveren schoot te rnsten, uit u geboren is, om ouder ons te wonen; door de vrees, het verdriet en de droefheid; door den wreeden doodangst, welken die goddelijke Zaligmaker in den hof van Olijven geleden heeft, toen Hij, zij neu Vader smeekende om Hem van de bitterheden zijigs lijdens te verlossen , zich nogtans met eene vol-komene overgeving aan zijnen heiligen wil onderwierp; door de kloekmoedige trouwheid, waarmede gij Hem tot den dood gevolgd hebt; door de verschrikkelijke smarten, den smaad, de pijnigingen en al wat Hij van de woede zijner vijanden te lijden had, u veroorzaakt; door de banden, waarmede men Hem gebonden heeft; door zijne verduldigheid en zijn stilzwijgen te midden der mishandelingen; door de wreede geeseling en ontelbare wonden, waar-

-ocr page 273-

DEBTIG DAGEN. 2fi5 |

mede zijn ligchaam overdekt werd ; |!| door de doornen kroon die zijn } lioofd doorboorde; door de gal en den ||| azijn waarmede Hij gelaafd werd; ||[ door het kruis waarmede men Hem l beladen en de nagelen waarmede l|| men Hem aan hetzelve gehecht lij heeft; door de beschimpingen en ! pijnigingen die Hij er aan geleden heeft; door de lans die zijne zijde j geopend heeft; door het bloed en water dat er uit gevloeid, en voor j ons eene bron van genade geworden | is; door de barmhartigheid welke Jesus aan den boetvaardigen moor- | denaar getoond heeft; door de god- jj delijke woorden , welke Hij te midden zijner smarten aan zijnen liemelschen Vader wendde : Fader! vergeef het [ hun, loant zij roeten niet wal zij doen ; en door deze, die zijne offerande eindigden : mijn God! mijn God! waarom hebt Gij mij verlaten 1 Het is 1 volhracjt!... Vader / in nwe handen beveel ik mijnen geest; door de won- 1

-ocr page 274-

{li 266 GEBEU VAN

jij deren , uitgewerkt ten tijde van den !j dood van dezen God-mensch, toen ;| liet voorhangsel des tempels scheur-|j| de, de aarde beefde, de zon ver-Ij duisterde, de steenrotsen barstten j|| en de dooden verrezen; door de ne-derdaling van Jesus in liet voorge-

I borgte der hel, en door de vreugde s « elke de regtvaardigen, die Hem al-

daar waren wachtende, verrukte; jij door de glorie van zijne zegepralende ll; verrijzenis; door de verschijningen | waarmede Hij u, heilige Maagd, alsook de Apostelen, dc Leerlingen i en heilige Vrouwen vereerd heeft;

II door zijne glorierijke hemelvaart, i toen Hij in huniie tegenwoordigheid I ten hemel opklom; door de gaven

van den heiligen (ieest, den Vertrooster, welke Hij over u en hen j op den pinksterdag deed nederdalen , | en welke Hij naderhand over de ge-i liecle aarde verspreid heeft; door : zijne tweede komst in deze wereld en het verschrikkelijk oordeel, het-

-ocr page 275-

1

DF.ilTIG DAGEN. 267

I welk Hij over de levenden en dooden j zal uitspreken; eindelijk, heilige | Maagd, door de smarten welke gij ! gestadiglijk met uwen goddelijken l Zoon gedeeld hebt, en door de vreugde | |! en onuitsprekelijke genngten, waar- i|! ii mede Hij uwe ziel vervulde op Ij

den dag uwer hemelvaart, en eeu-I; wig zal blijven vervullen : smeek ik I jl u, o teederhartigste der moeders, !

toon dat gij waarlijk de. mijne zijt; |j |l heb medelijden met mijne ellenden , j:!

eu verhoor mijn ootmoedig gebed, j| |! dat uit het levendigst betrouwen f || voortkomt.

Noem hier de hulp en de genaden, welke i\'j gij verlangt te bekomen.

o Maagd vol vau goedheid! over- Ij

|i tuigd van het vermogen, hetwelk gij |j|

|| bij eenen almagtigen Zoon hebt, die

il u niets weigert, durf ik door uwe zoo |||

I krachtige voorspraak hopen de hulp ji{

|! en vertroosting, welke ik vraag vol- li

j; gens het welbehagen vau mijnen

-ocr page 276-

{li 266 GEBEU VAN

jij deren , uitgewerkt ten tijde van den !j dood van dezen God-mensch, toen ;| liet voorhangsel des tempels scheur-|j| de, de aarde beefde, de zon ver-Ij duisterde, de steenrotsen barstten j|| en de dooden verrezen; door de ne-derdaling van Jesus in liet voorge-

I borgte der hel, en door de vreugde s « elke de regtvaardigen, die Hem al-

daar waren wachtende, verrukte; jij door de glorie van zijne zegepralende ll; verrijzenis; door de verschijningen | waarmede Hij u, heilige Maagd, alsook de Apostelen, dc Leerlingen i en heilige Vrouwen vereerd heeft;

II door zijne glorierijke hemelvaart, i toen Hij in huniie tegenwoordigheid I ten hemel opklom; door de gaven

van den heiligen (ieest, den Vertrooster, welke Hij over u en hen j op den pinksterdag deed nederdalen , | en welke Hij naderhand over de ge-i liecle aarde verspreid heeft; door : zijne tweede komst in deze wereld en het verschrikkelijk oordeel, het-

-ocr page 277-

1

DF.ilTIG DAGEN. 267

I welk Hij over de levenden en dooden j zal uitspreken; eindelijk, heilige | Maagd, door de smarten welke gij ! gestadiglijk met uwen goddelijken l Zoon gedeeld hebt, en door de vreugde | |! en onuitsprekelijke genngten, waar- i|! ii mede Hij uwe ziel vervulde op Ij

den dag uwer hemelvaart, en eeu-I; wig zal blijven vervullen : smeek ik I jl u, o teederhartigste der moeders, !

toon dat gij waarlijk de. mijne zijt; |j |l heb medelijden met mijne ellenden , j:!

eu verhoor mijn ootmoedig gebed, j| |! dat uit het levendigst betrouwen f || voortkomt.

Noem hier de hulp en de genaden, welke i\'j gij verlangt te bekomen.

o Maagd vol vau goedheid! over- Ij

|i tuigd van het vermogen, hetwelk gij |j|

|| bij eenen almagtigen Zoon hebt, die

il u niets weigert, durf ik door uwe zoo |||

I krachtige voorspraak hopen de hulp ji{

|! en vertroosting, welke ik vraag vol- li

j; gens het welbehagen vau mijnen

-ocr page 278-

^hÉ!iïÉhÉ{(ïÉk^^Érï^Érï^hÉb,Éh

VERSCHIUEPE GEBEDEN.

Gebed om zijn herotp getrouw na te komen.

Heer! wiens wijsheid alles be-stnnrt en wiens voorzienigheid ieder ding zijn doel aanwijst : ik dank U j voor den stand, waartoe Gij mij ge- j roepen hebt. Leer mij al deszelfs jli pligten kennen, en bestuur mijnen I wil, om dezelve getrouw te vol- Ij brengen. Laat mij een daarmede overeenkomstig gedrag hebben. Bewaar | mij voor de onrust van een wankel- Ij! baar hart, dat, wars van de beroeps-pligten, dezelve slcclits traag ver- j rigt, veranderingen zoekt en het j|| geluk, lietwelk anderen in hunnen 1 stand schijnen te genieten benijdt, j J Laat mij mijne hand van den ploeg j

-ocr page 279-

VEKSCUILLENDE GEBEDEN. 271 |

uiet terug trekken en achter mij zien. Laat uwe gaven in mijne hand niet vrnchtelnos worden. Maak mij voor alles bekwaam wat Gij van mij !| begeert; maak mij geschikt tot alle ; a:oeds en tot het volvoeren van uwen j heiligen wil. Geef mij uwe wijsheid , jj en doe alles in mij wat IJ aange- :j naam is.

Gebed om de goddelijke hulp . in de heleorinffen tot het kwaad,.

Heer, mijn God! Gij zijt mijne

sterkte en mijn lieht; verwijder U j

niet van mij; ondersteun mijne zwak- ii

heid tegen de vijanden mijner ziel; | bevrijd mij van die mensehen , welke

vol bedrog en ongeregtigheid zijn. li

Heer! wees mijnregter; want ik ver- ;|

lang het goede te doen en mij van 1

het kwade te verwijderen; maar ik i

ben zwak en heb magtige vijanden. i{

Wijk dan alzoo van mij niet weg, ;|

mijn God! en wijl Gij mijne sterkte Ij zijt, bevestig mijnen wil in het goede.

-ocr page 280-

273 VEESCHJXLTÏNDE

Waarom zoudt Gij mij, Heer, in droefheid onder liet gruwzame geweld van de vijanden mijner ziel laten, welke al hunne kracht inspannen om haar in het verderf te storten ! Ik ben niets dan duisterheid, en volg slechts wankelende den weg die tot U leidt, en ben dus in gevaar op denzelveri te verdwalen. Wees dan mijn licht, Heer; stort eenen straal uwer waarheid in mijne ziel, opdat zij mij op uwen heiligen berg leide en mij in uw ecuwig huis voere. Slechts door dit heilige licht mag ik hier uw altaar naderen , opdat ik het ook rein en heilig nadere. Op deze wijze, o God van het goede, zal mijne ziel hier den hoogsten graad van vreugde nantrelfen, en zal ik met vertrouwen door mijne gedachten, woorden en handelingen uwen lof verkondigen. Amen.

-ocr page 281-

r

GEBEDEK. 273

Voornemen van éene vrome ziel, om aan God getrouw te blijven.

Wanneer zal toch de tijd komen, I o Heer! dat, zoo als ik zijn moest,

wars van alle onredelijke zoowel als : ! van alle krachtelooze en onvrnclit-bare begeerten, ik sleolits dezulken : zal beginnen na te komen, die met j| uwen heiligen wil overeenkomen, en jii i ! dat ik met der daad het goede ten K i uitvoer brenge, hetwelk ik zoo gaarne |;; zou willen doen? Moet het mij ge- 1 noeg zijn dat ik immer zeg : ik wil geheel voor U zijn en U met alle getrouwheid dienen, zonder het wer- : kelijk te doen, zonder het krachtig | te willen? Ik weet helaas, mijn God, l dat de hel van zulke krachtelooze f: voornemens en wenschen vol is. Ik [; kan dus ook niet wezenlijk bekeerd [1; zijn , noch den hemel verwerven, in- ! dien ik het niet op eene andere wijze aanleg, dan alle verdoemde Ohriste-: nen liet gedaan hebben en nog wil- j

-ocr page 282-

374 VERSCHILLENDE

len. Dooli verre zij van mij, o Heer, zulk een ijdel wenschen en verlangen naar de eeuwige zaligheid, dat mij in liet eeuwig verderf storten i kan. Maak dat ik bij mijn doen en j I denken U aangenaam te zijn en mij 1 \\ zeiven zalig te maken, tevens zorg- tjj vuldig de middelen aanwende, die tj Gij mij aan de liand gegeven hebt. s O Heer! gedoog niet dat mijn hart, ij dat voor IJ alleen geschapen en het werk uwer handen en de prijs Ijl van uw dierbaar bloed is, — gedoog j|! niet, zeg ik, dat het eenen anderen ji i dan U alleen toebehoore, en dat het jj\' iets naast U, ot\' boven TJ beminne. Ik ben U toch genoeg, o God! en j|j I waarom zoudt Gij mij dan niet meer j zijn dan alle dingen, daar Gij alleen mijn hoogste goed zijt? Ik heb daarover een besluit gemaakt; ik wil l| ; niets anders dan ü alleen bemin- j|| neii; ik wil geheel voor ü zijn : ik j! wil U in alles zoeken te behagen, 1 en alleen in en door uwe liefde |

-ocr page 283-

GEBEDEN. 275

leven. Help mij daartoe met uwe ! | genade. Amen.

Vernieuwing der doopbelofte.

Mijn goede Heiland! ik dank U !

uit gansoher ziel, dat Gij mij het i \'l gvoote voorregt van Christen te zijn ,

1 ten deel hebt laten vallen. Ik loof li

U onophoudelijk voor de genade, (I

waarmede Gij mij van de erfzonde 1

gezuiverd hebt, en mij onder het f

getal uwer geloovigen, vrienden en | kinderen opnaamt.

Hoe dierbaar is mij deze vriend-

i schap met U, mijn Schepper! Hoe ! ||! verheug ik mij over het geluk,

|i| een zoo heilig verbond met ü ge- ;

ji| maakt te hebben ! — Ja, goede ji i Verlosser! gaarne, regt gaarne wil

ik aan het gelukkige verbond met j U door uwe genade getrouw blijven;

1\' gaarne en getrouw iedere belofte na- f

Ij komen, die ik weleer door mijne I\'

i; doopgetuigen aflegde. Ik vernieuw j daarom heden mijne voorheen gedane

-ocr page 284-

276 VERSCHILLENDE

eeden met een opregt hart. Ik verzaak den duivel met nl zijne werken. Ik verzaak iedere bekoring en aan-loksel der zonden, ieder verleidend gezelschap, iedere zondige eigenliefde en alle verbodene begeerten , waardoor ik U, mijn God, vergrammen kan. Ook beken ik met berouw en smart mijne tot hiertoe bedreven eedbreuken, en bid U mij allergena-I digst te vergeven, dat ik U niet zoo ijverig gediend heb als het behoorde. Van nu af zal mijn sterk voornemen | zijn, mij op nieuw uwer dienst I toe te wijden, en nooit iets te doen dat met uwe heilige geboden strijdig is. Zegen, aanbiddenswaardige Jesus, ik bid U daarom, door uw lijden en i dood, mijne belofte; sterk mij met uwe genade, dat ik mijnen doopeed nimmer verbreke, en laat deze eisch van uwe goedheid mij eens tot zoeten troost op mijn sterfbed dienen, dat ik door een deugdzaam en regt-schapen leven een ware Christen,

-ocr page 285-

GEBEDEN. 277 , een getrouwe vriend van mijnen God , en een van diegenen ben, die U van ganseher harte beminnen.

Gebed der Ouders voor hunne hinderen.

Gij, o mijn God, zijt de Schepper, } nlzoo ook de Vader mijner kinderen ; jl zij beliooren U; Gij hebt ze mij s^e-, geven; ik heb hun den geest des ; levens niet ingeblazen, noch hunne !| ledematen en beenderen zamen geil voegd. Ik geef ze aan U over, en daar ik weet dat zij van U zijn, zoo i laat ik van gansoher harte hen en mij aan alle verordeningen van uwen j heiligen wil en van uwe voorzienig-heid over. Bij den zegen, om welken ik U voor hen bid, en dien ik hun i in uwen naam geef, bid ik niet, zoo 1 als Izaak, om den dauw des hemels | of om de vruchtbaarheid der aarde.

Durf ik om iets voor hun tijdelijk \' leven te bidden, ach Heer! — zoo j j| laat hen niet rijk , en ook niet j

-ocr page 286-

8 VERSCHILLENDE

arm zijn; maar geef liun wat zij uoodig hebben om hun leven te onderhonden. Ik zou christelijker en U aangenamer bidden, als ik voor hen en voor mij, eerst om uw rijk en om uwe geregtigheid bad. — Ik laat het geheel aan U over, o Heer, ons naar uwen wil met het overige te zegenen. Blaas hen een waren en levendigen afschrik voor de zonden in; vorm hen naar de leer van uw heilig evangelie, en ontvlam hun hart met liefde jegens U. Zegen mij, o mijn God, door mijne kinderen ; waak over mij , opdat ik over hen waken kan. Geef dat ik hen tot alle wijsheid en godsvrucht opvoede.

Gched van kinderen voor hunne Ouders.

God! Gij die ons aller Vader zijt, en mij deze mijne ouders gegeven hebt : in uwe magt is het, hen mij ook weder te ontnemen. Maar, o

-ocr page 287-

GEBEDEN.

379

Heer! bewaar hen voor eenen vroeg-tijdigeu dood. Lnnt nweu zegen op lien, en van lien op mij komen. Zegen hun doen en laten, hun gaan en staan, hunnen wil en hunnen raad; sehenlc hun wijsheid en verstand om mij in het goede te onderwijzen , opdat zij eens den gezegen-den uitslag hunner goede opvoeding aan mij zeiven ontdekken, en TJ, Vader in den hemel, daarvoor kunnen loven en prijzen. Laat hunne roede, hun handelen met mij niet te zacht zijn, opdat ik niet, als Gij mijne ouders ontrukt, aan de strenge tucht, van anderen overgelaten zou moeten worden. Laat uw heilige spreuk steeds mij voor oogen zweven ; „ die zijne kinderen bemint, i die kastijdt hen mét zijne roede.quot; Ja, Heer! hunne roede zal mij niet te streng zijn; behoud hen voor mij, opdat ik, door uwen heiligen geest geleid, door hen zoo opgevoed mag 1 worden, dat niet alleen de menschen,

-ocr page 288-

380 VERSCHILLENDE

maar ook Gij, o God, zelfs er welgevallen in hebben moogt. Laat hunne tot mijn welzijn bestede vlijt en ijver niet verloren gaan, en geet\' dat ik aan hunnen wil altijd gehoorzame. Alsdan ben ik, o God, van uwen, en door U van hunnen zegen verzekerd; dan kunnen zij ook ten laatsten dage met hunne kinderen voor uwen troon verschijnen, en zeggen : Heer! hier zijn zij die Gij ons gegeven hebt, wij hebben er U geene van verloren.

Gehed in verschillende nooden.

Heer 1 alle oogenblikken hebben wij uwe hulp noodig, in al onze nooden wenden wij ons tot ü, want in alle rampen die ons overkomen, zijt Gij onze toevlugt en sterkte. U is onze kommer bekend, eer wij denzei ven gevoelen. Gij ziet mij voor ü met den last mijner ellende beladen ; ik draag denzelven om uwentwil met geduld. Heer! laat dezelve

-ocr page 289-

I

G KB KI) EN. 281

I tot liet heil mijner ziel strekkeu. Ik I: loof en prijs U daarvoor, Heer en li 1 Groei mijner vaderen ! Alle kracht en sterkte komt van U, en niemand kan i U wederstand bieden. Gij hebt ons l \'ê bevolen, in ellende en rampen onze ! toevlugt tot U te nemen ; Gij hebt ; ons ook beloofd, ons roepen te ver-S hooren, als wij tot U zullen roepen.

- Open uwe ooren voor mijne stem , Ij cn verhoor mij, want ik ben behoef-|i tig en arm. Mijne kracht is van mij | afgeweken, en ik weet niet wat ik j: j doen zal; niets is mij overig, dan t | mijne oogen smeekend tot ü te ver-| heffen. Heer! verhoor mijn gebed, | en laat mijn geroep tot ü komen.

Gehed aan Gods Heiligen, dat zij ons in onze nooden bijstaan.

, (Naar den heiligen Augustinus.)

o Gij, gelukzalige Heiligen van ; God! gij allen die boven het meer lt; dezer sterfelijkheid zijt, en verdiend

-ocr page 290-

1

383 VERSCHILLENDE

liebt gelukkig aan te lauden aan den oever der eeuwige rust, der zekerheid en des eeuwigdureuden vredes ! Ik bid u, door uwe liefde, weest voor ons bezorgd; gij zijt uwer onvergankelijke glorie zeker, en zijt bezorgd voor ons naar onze veelvuldige ellende. Ik bid u, door Hem die u verkoren lieeft, die u tot Heiligen gemaakt heeft, wiens schoonheid n verzadigt, en door wiens onsterfelijkheid gij ook onsterfelijk geworden zijt, over wiens aanschouwen gij u altijd verheugt ; weest te zanten onzer indachtig, om ons armen te hulp te komen, daar wij nog over de zee dezes levens door omringende golven heen en weer geslingerd worden.

Gij, verklaarde vrienden van God , die tot de grootste verhevenheid gestegen zijt ; helpt ons ook naar deze verhevenheid, daar wij nog hieronder aan dezen aardbodem gekleefd zijn. Eeikt ons uwe handen en helpt de liggenden op, opdat wij ophouden

-ocr page 291-

GEBEDEN. 288 j|j

zwak te zijn en sterk worden tot den strijd; bidt en smeekt onophoudelijk voor ons, arme en ellendige zondaars, opdat wij door uw bidden en smeeken met uwe heilige gemeenschap vereenigd mogen worden. Want wij zijn zeer gebrekkig, zonder deugden, dienaars van onze booze lusten en slaven des vleesches. En toch ; varen wij onder het christen vaandel, \' over de uitgebreide zee onzes levens , i dat vol van gevaar, verschrikkelijke i klippen en zandbanken is, waarop een nalatend en onvoorzigtig schipper ligt schipbreuk lijdt.

6, Bidt den Heer, bidt gij vromen, bidt hem, gij schare van heiligen, en gij verzameling van alle zaligen; bidt dat wij onbeschadigd en geluk- : kig oveikomen aan den oever des heils, des voortdurenden vredes, der ; onophoudelijke rust en der oneindige j zekerheid en vreugde.

-ocr page 292-

284 VEESCHILLENDK

Gebéd in tevredene en gelukkige dagen.

11 Mijne ziel prijst U , o Heer! en ||| mijn geest verheugt zici in U, zijnen ■ Heiland. Gij liebt mij met genadige iS oogen aangezien, en van U lieb ik | alle goeds ontvangen wat ik bezit. |j Ik breng U daarvoor den ootmoe-||| digsten dank, en bid U , laat niet | toe dat ik uwe weldaden in wapenen ! tegen U verander, noeli dat ik mis-I bruik van uwe gaven maak door U te beleedigen. Het geluk blaast bet liart jij van den nienscb op, en maar al te ligt vergeten zij U in vrolijke dagen jj en bij wellustigen overvloed. Ik beet\', ij als ik in dit gevaar op mijne zwak-I beid nederzie; ik vrees door bet vlei-|j jende geluk mijn verstand te zullen misbruiken, en den redeloozen die-Ijl ren. gelijk te worden. Daarom zal ik |[ de vreugde als de verleidster tot bet S verderf aanzien, en in blijdsobap zal j ik zeggen ; — waarom vervoert gij

-ocr page 293-

GEBEDEN. 285

mij? „Verleen mij, o God, de rust ||

en den vrede van een rein geweten , [|!

en eene opregte en volkomene liefde jj\' jegens U.quot; •— Mijne vreugde moet niet de vreugde der wereld zijn , die |

slectts dan lieerscht, als uwe volge- ^

lingen treuren. Gij alleen zijt mijne ;i: vreugde, mijn genoegen en mijne l| zaliglieid. Amen.

Gebed in wederwaardigheden.

Heer! ik beken het, dat alle goed ; eu kwaad dat mij wedervaart, van U komt. Uwe ondoorgrondelijke wijsheid is het, die alle toevallen mijns !jj levens bestuurt, en mij zelfs de kelk » des lijdens toereikt, die ik moet uit- I drinken. Ik bid U slechts, sta mij ; bij in alle rampzalige voorvallen die Gij mij doet overkomen, en laat ïj niet toe dat ik U daarom ongetrouw i worde. Terwijl Gij mijn hart voor | de beproeving niet ontziet, zoo ontzie toch het uwe voor de onaange-naamheden, die uw hart kan hebben,

-ocr page 294-

386 TERSCHILLEKDE

als ik wegens mijne zwakheid in de bekoring zoude toestemmen. Ik bid allemirigst, o Heer! maak dat ik door dezelve nimmer van U gescheiden worde; laat integendeel de wederwaardigheden mij daartoe immer aansporen, dat ik mij vaster aan U gehecht honde, hoe meer zij mij de dringende en altijd voortdurende behoefte van uwen bijstand doen ondervinden.

Gehed in vervolging van vijandige menschen.

Heer! ik ben van vijanden omringd, die tegen mij opgestaan zijn. Maar, mijn God ! op U hoop ik; Gij zijt mijn schild, mijne sterkte en mijne eer. Wees mijn verdediger tegen allen die mij haten, en ondersteun mij door uwe genade. Met dit doel verhef ik mijne stem tot U , en bid U de aanvallen der vijandige menschen te verijdelen. Verhoor mij, goede Vader, van uwen hoogen heiligen

-ocr page 295-

GEBEDEN. 387

troon; bescherm mij tegen alles wat mij nadeelig kan zijn, en wees mijn beschermer in alle gevaren des levens | en der ziel. Laat mij niet in de handen der mensehen vallen , die mij nadeel willen doen, maar red mij nit al hunne vervolgingen. Bestier ook hunnen wil, Gij God des vredes , dat zij allen haat tegen mij afleggen , en zich even zoo met mij verzoenen , als ik hun, uit liefde tot U, van harte vergeef. Dan zal ik niet vreezen, als de vijanden mijner ziel mij omgeven zullen. Want Gij zijt mijne hoop, mijne toevlugt, mijn troost en mijne hulp. Amen.

Geheel hij algemeene landplagen.

Eeuwige barmhartige God! Gij Heer aller schepselen! Gij (lie alles behoudt en regeert! beschouw den tegenwoordigen nood van ons vaderland , en laat ü van medelijden roeren over onze ellende. Met ootmoedigheid bidden wij U, op onze knieën.

-ocr page 296-

388 VERSCHILLENDE

spaar ons, o Heer, en steek het zwaard nwer wraak in, dat Gij boven ons verheven hebt. Wij bekennen met een opregt hart, dat wij wegens onze || zonden den tegenwoordige!! nood ver-I diend hebben. Ja, Heer! wij hebben : zwaar en menigvuldig tegen U ge-I; zondigd; wij hebben niet slechts dat-! gene, hetwelk Gij ons zendt, maar ! nog eene gevoeliger straf verdiend, 1 en uwen regtvaardigen toorn over i ons getrokken. Onze misstappen zijn j|| de oorzaak, dat Gij ons het noodige ijl levensonderhoud ontneemt, om ons, jl[ booze en ongehoorzame kinderen, li daarvoor naar verdienste te straffen, j! Maar Gij blijft toch onze liefdevolle t cu goede Vader, wiens barmhartig-I heden zoo groot zijn , dat Gij bereid | zijt om ons te vergeven, als wij ons slechts met vertrouwende harten tot |! U wenden, en U om hulp in onzen |: nood aanroepen. Hoor alzoo, goede jj hemelsehe Vader, ons kinderlijk bid-!| den, en laat ons voor uwen troon

-ocr page 297-

GEBEDEN. 289

genade vinden. — Zie met vaderlijke blikken op de gevaren neder die wij lijden; wend van ons het algemeene dreigende ongeluk af, en verleen ons \\iwe hulp, die wij tot liet tijdelijke zoowel als tot het eeuwige noodig hebben. Wij beloven ü bij het heiligste, ons leven te beteren en uwe geregtigheid door eene opregte boete s te voldoen. Dit zal het zoenoffer zijn, : dat wij U zullen aanbieden. Spaar ons slechts, o Heer, naar de grootheid uwer barmhartigheid, opdat wij U met dankbare harten voor uwe Si goedheid prijzen, en in werken zelfs |l ondervinden, dat uwe beloften waar | zijn, waardoor Gij uwe hulp verze-I kerd hebt aan ieder, die er ü in zijne | benaauwdheid om zal bidden.

Gebed om tijdelijken en eeuwigen zegen.

-ocr page 298-

290 VERSCHILLENDE

in mijne ziel schitteren. Erbarm U ; over mij, opdat ik op aarde uwen weg en het lieil erkenne, dat Gij aan al uwe uitveïkoornen verleent. j|j Alle volkeren zullen U loven en {j eeren. Alle natiën zullen zicli ver- |i| heugen en verblijden , omdat Gij | . j dezelve in geregtigheid zult leiden, ||| ; en omdat Gij uwe dienaars , door Jesus Christus en door het geloof ji| van zijn heilig evangelie, op den reg- ||| gt; ten weg voert. De zondaars zullen U door de bekentenis hunner zon- ||j den en door hunne werken van boetvaardigheid prijzen en zegenen, jij Verspreid uwe genade in hunne harten , even als den daauw over het veld, opdat zij voor U waardige vruchten dragen. Overlaad ons, Heer, met uwen zegen. Wij bidden U niet alleen om tijdelijke goederen, die Gij den goede even als den booze, en ■ zelfs den redeloozen dieren verleent; i|| maar wij bidden U, ons ook dc geestelijke schattsn deelachtig te doen

-ocr page 299-

GKBHUKN. 391

worden, die Gij uwen getrouwen dienaren laat toevloeijen. Wij bidden U, mijn God, om de liefde en volharding in het goede. Dezen zegen verwachten wij van U, opdat wij door wijsheid, geregtigheid , billijkheid, goedheid en barmhartigheid jegens onze broederen, en door brandende liefde die ons eeuwig aan U verbindt, uwe beeldtenis aan ons laten

Oebed om reinheid des harten.

Gij, o God, zijt de beminnaar van een rein en schuldeloos hart, daar Gij zelf de reinste geest en de bron aller heiligheid zijt. Schep daarom in mij een rein hart, dat van alle woestheid der zonden vrij zij. Maak dat ik het kleed der onschuld, bij den heiligen doop ontvangen, altijd onbevlekt behoude , opdat ik daardoor U, mijn God, bevalle. Laat mij naar de zeden een klein kind worden, en daardoor aan iede-

-ocr page 300-

393 VERSCHILLENDE

Ij ren zea;en deel nemen, welken Gij

j den sohuldeloozen kleinen hebt me-degedeeld, toen Gij hen tot U riept,

! hen zegendet en hun den hemel be-

:! loofdet. Eoei eindelijk in mij alle

| booze driften uit, die mij van de

j onschuld berooven zouden, en behoud

i mijne ziel bij het eenige reinste doel,

; van niets anders te doen of te

i| zoeken , dan wat U behaagt. Zoo

| zal ik ook getroost kunnen hopen,

| eens in het gezelschap van hen te

| komen, van welke Gij zeiven zeidet :

i|| zalig zijn zij die rein van harte zijn,

|! want zij zullen God zien.

Gebed om de liefde Gods.

Beste, hemelsehe Vader! hoezeer ij voorkomt Gij ons niet met uwe lief-ll de, daar wij alles, wat slechts goed !ï aan ons te vinden is, van uwe milde || hand hebben; daar Gij ons dagelijks, ja alle uren met weldaden overlaadt; |i daar wij U ook ontelbare, andere onbekende genaden te danken heb-

-ocr page 301-

GEBEDEN. 393

ben! — Wie zonde U ook niet beminnen , daar Gij het liefwaardigste , volkomenste wezen zijt; en daar alles, wat wij ooit onder de geschapene dingen goed noemen , in vergelijking met uwe oneindige goedheid, sleehts eene bloote schaduw is! — Ach 1 maak toch dat ik deze beweeggronden, U te beminnen, regt erkenne, en naar derzelver geheele sterkte ge-voele. Beheersch Gij alleen mijn hart. Gij zijt het^\'eenigste doel en het eenigstej hoogste . goed. mijner ziel. Geef dat ik, door uwen geest bezield en naar uw voorbeeld gevormd, in bestendige medewerking uwer genade en in naauwere vervulling uwer geboden, slechts voor U leve, zoo als Gij geleefd hebt, opdat ik den gelukkigstcn toestand op aarde aanvange, dien ik van U in den hemel verwacht : namelijk U te bezitten en U in eeuwigheid te beminnen. Ver-Si ander, o Heer, verander de verkeerde ||| neiging van mijn hart, en den tegen-

-ocr page 302-

294 VRRSCHILLENDE

stand van hetzelve. Stel U zeiven daar in mijne plaats, en maak dat uwe liefde in mij zulk eenen groo-ten ijver venvekke om U aangenaam te zijn, als mijne eigenliefde mij aan-moedigtom mijne zinnelijke genoegens na te streven. Stort mij zulk eene | liefde tot U in, die door liare levendigheid, sterkte en volharding, de traagheid, flaauwheid en onstandvastigheid wederstand biedt, welke ik in de liefde tot U tot hiertoe gehad heb. |

Gehed om uenm zaligen dood.

Ik weet zeker, Heer, dat ik eens sterven moet. Uwe onfeilbare uit-spraak zegt het mij en alle men- :: schen; wanneer echter dit bedenke- 1 lijk uur komen zal, hebt Gij aan mij, f noch aan eenen der stervelingen be- [ kend gemaakt. Daarom bid ik U , j: liefdevolle Heiland, door de verdiensten van uwen heiligen dood, dat Gij mij door uwe genade tot dat uur voorbereidet, hetwelk voor mij van |

-ocr page 303-

GEBEDEN, 295

het gewigtigste gevolg zijn zal. Verleen, dat ik, elk oogenblik met U vereenigd, den dood te gemoet zie. Bereid mij met uwe hulp door de gave des gebeds, door het goede en herhaalde gebruik der heilige Sakra-menten, door goede werken en christelijke en met mijnen staat overeenkomende deugden; want dit alles zal mij aan het einde mijner levensbaan goeden troost en vertrouwen aanbrengen. Verleen dat ik bestendig in uwe genade blijve, en al mijn doen en laten zoo inrigte , dat ik U daardoor behagen mag, en niets dan uwe liefde verlang; trouwens, wanneer ik alzoo, mijn Jesus, slechts van U en voor U leef, en naar uw voorbeeld leef, zoo zal het sterven mij gewis het grootste voordeel aanbrengen , daar ik U nooit meer be-leedigen , maar U zien , beminnen en in eeuwigheid bezitten zal. Amen.

-ocr page 304-

I —

296 VERSCHILLENDE

Gebed van eenen Heer.

God, voor wiens oogen niets verborgen is, en voor wiens alwetendheid niets kan verholen blijven : Gij ziet de harten mijner minderen, en hunne voornemens zijn U niet onbekend. Gij beloont hen daarvoor met eenen goeden of met eenen minder geduldigen meester, naarmate zij uwe bescherming waardig of onwaardig zijn. Hebt Gij mij, o Heer, tot hunne kastijding bestemd, zoo geef mij uwe genade, dat ik regt en milddadig met hen omga, om niet mij zeiven tot straf te worden. Hebt Gij mij evenwel tot hun loon geroepen — o Heer! zoo dank ik U duizendmaal. Geef mij slechts oogen, om den omvang mijner pligten te zien; verleen mij deugd , om hen door miju voorbeeld te stichten; geleid mij, dat ik hen in godsvrucht aan U toegewijd, besture; dat zij U beminnen, loven en prijzen mogen met mij; dat wij U

-ocr page 305-

GEBEDEN. 397

allen in het ander rijk zien, en onder i uwen albestierenden schepter eeuwig mogen leven. Amen.

Gched van eenen dienaar.

U, God en Heer aller mensclien! ; U wil ik bidden en loven. Gij zijt : niet minder mijn Heer, dan al diegenen die Gij hoog boven mij verheft. Gij plaatstet mij in eenen stand, 1 die steeds arbeid en vermoeijing oplevert ; ik heb niets dan mijne handen , die mij mijne nooddruft verschaffen. Doch verre zij de gedachte van mij, Eegtvaardige , om tegen TJ te morren. Ook dezen moed heb ik i van ü , sterk genoeg om mijn lot te dragen; en dit vertrouwen op uwe goedheid, waarmede ik U alles afsmeek, en dit lagchende geduld en die gerustheid der ziel. Gij verbindt : ecu geluk aan mijne vlijt: wat kunt Gij meei verleenen ? Gezondheid is j het loon der vermoeijenis, en arbeid ] loont met een lang leven. Geef mij

-ocr page 306-

398 VERSCHILLENDE

regtschapenheicl, uwe vrees, rusten vrede; — laat mij de ondeugd vlieden en eeuwig uw dienaar zijn. Dan nader ik met gelatenheid het zachte einde mijner dagen; de vredètijd zij mij welkom, en het rustuur zal mij verblijden. Amen.

Gehed van venen Rijken. quot;

Heer! in uwe magt is liet, aan hem die de schapen hoedt een koningrijk te geven, en den bedelaar hoepen gouds toe te werpen. Gij gaaft mij uwen zegen, en ik werd met rijkdom overladen. Ik dank U, o eeuwige goedheid, voor het geluk des rijkdoms: een gewigtig geschenk; want wat Gij geeft, is het ware goed. Doch laat mij ook U danken voor de deugd en den wijzen moed, die denzelveii beheersclit : want zonder deugd roest het goud. Bewaar mij een gierigaard te worden, die nog eens zijn goud hier beneden bijeen-gaart. Geef dat ik het met edelmoe-

-ocr page 307-

GEBEDEN. 299

digheid gebruike, en dat ik mijnen pligt, den armen tot vriend te zijn, nooit vergete. — God! leer mij barmhartigheid. Gewaardig mij, o Wereldbestuurder, uw getrouwe hand te zijn, waarmede Gij uwen zegen uitdeelt en ieder met geregtigheid naar zijne verdiensten loont. Amen.

Gehad van eenen Armen.

Heer! wiens oneindige voorzienigheid en almagtige wijsheid het lot van ieder sterveling van eeuwigheid bestemd heeft: leer mij de moedeloosheid bestrijden, die mijne ziel, wegens mijne armoede, zoo dikwijls kwelt. Laat mij liever nog ellendiger, nog behoeftiger zijn, dan U met eene enkele gedachte van morren te beleedigen. De grootste nood heeft toch de dood , en eer , geluk en rijkdom verlaten mij toch bij het graf. Wat is de luister van het leven? wat is het lijden dezer aarde? — Hoe spoedig is dit niet bedaard ; hoe spoe-

-ocr page 308-

300 VERSCHILLENDE

dig is dit niet verdwenen! — Heer ! laat mij niet zondiglijk aan uwe hulp twijfelen. De musch leeft, en wie onderhoudt haar ? Zij i? een hulpeloos dier; ik ben etn mensch tot arbeid bekwaam. Heer! geef mij slechts deugd, godsvrucht en liefde. Ik vertrouw op U, Gij helpt ons gaarne. Zijt blijde, gij geregtigden! de Heer helpt zijne dienaars.

Gebed in dagen van ziekte.

Vader! neem deze kelk van mij weg; doch niet mijn, maar uw wil geschiede. Ik neem gaarne, o mijn God, de smarten eener ziekte, den dood zelfs tot uitwissching mijner zonden aan.

Heer! ik bid U, spaar mij niet, maar brand en snijd zoo als Gij wilt. Vergeef mij slechts mijne zonden, opdat ik het eeuwige leven deelachtig worde. Straf mij niet, o Heer, in uwe gramschap, en kastijd mij niet in uwe verbolgenheid. Erbarm

-ocr page 309-

GEBEDEN. 801

ü over mij, want ik ben zwak; genees mij, want mijn gebeente is vol sclirik.

Nocli arts, noch artsenijen kunnen mij gezond maken; uw almagtig \' woord alleen , o Heer, is er bekwaam | toe. — Genees mij, o mijn God, en ik zal genezen zijn; maak mij gezond, en ik zal ook gezond zijn.

Dit vergankelijk ligehaam bezwaart mijne ziel. Wie zal mij van het lig-cliaam des doods bevrijden ? — Uwe genode alleen, o mijn God, door onzen Heer Jesns Christus.

Jesus ! Gij Davids Zoon! ontferm U over mij; kom tot mij, eer ik den dood sterf.

Heer! ik lijd groote smarten; laat mij op mijn smeeken een genadig woord van ü hooren. Wat kan ik TJ zeggen, en wat zult gij mij antwoor- ||| den? Gij hebt mij met deze ziekte | bezocht. Ik zal de verleden jaren ijj mijns ganschen levens in droefheid j\'j mijner ziel overdenken.

-ocr page 310-

302 VERSCHILLENDE

Heer! Gij zijt regtvaardig; vegt-vaardig zijn uwe oordeelen , en uwe wegen zijn barmhartigheid, geregtig-heid eu waarheid. Snel mij ter hulp. Wreek mijne zonden niet aan mij , en herinner U mijne zwakheden niet.

Ik weet dat mijn Verlosser ook leeft; al sterf\' ik nu, ik zal ten jong-sten dage weder herleven, en in dit vleesch mijnen Heiland zien ; deze verwachting is diep in mijn hart begraven.

Heer! leven of dood; ik laat mij aan uwe barmhartigheid over.

Gebed tot de heilige Maagd.

(Naar den H. Bernardus.)

Gezegende ouder de vrouwen, Maria! verleen ons den toegang tot uwen Zoon. Gij waart het, die genade bij God vondt, gij die voor de wereld het leven baardet, die de Moederdes heils waart. — Hij, die door u voor ons is geboren , zal ons genadig

f

-ocr page 311-

GEBEDEN.

aannemen. Uwe zuiverheid veront-schuldio-e ouze gebreken , en uwe ootmoedigheid brenge de vergeving onzer ijdelheid te weeg. — Uwe liefde dekke de hoeveelheid onzer zonden, en uwe genaderijke vruchtbaarheid zij voor ons eene vruchtbaarheid van verdiensten en goede werken. Gij zijt onze koningin, onze middelares en onze voorspraak: verzoen ons met uwen Zoon , smeek Hem voor ons, stel ons aan Hem voor. Verleen ons , gezegende Maagd, door de genade welke gij gevonden hebt, door het voorregt door u verdiend, en dooide barmhartigheid waarvan gij de moeder zijt, dat uw Zoon, onze Heer, ons in ieder oogenblik, daar de adem des levens ons verlaat, bijsta, en ons in zijne eeuwige glorie en zaligheid opneme.

Gebed van eenen man tot zijnen Patroon.

Heilige vriend en dienaar van God,

303

-ocr page 312-

VEllSCHILLENDE

804

dien de Kerk mij tot beschermer bestemd heeft : vol vertrouwen wend ik | mij tot u. Slechts onder nwen naam, erkent de Kerk mij, en rekent mij onder hare kinderen. Door deze oorzaak is die naam mij dierbaarder dan alle andere titels; want dezelve herinnert mij, dat ik een Christen en tot het eeuwige leven bestemd ben. 1 Ik wensch uw navolger.te zijn, zoo I als gij de navolger van Jesus Christus geweest zijt; naar de voorbeel- | den die.gij mij nagelaten hebt, zal ik mijn- leven inrigten. Ik wil mij zeiven verloochenen, mijn kruis dragen, de wereld verachten, en ook de schatten des boozen vlieden, God alleen gehoorzamen, met Hem lijden, om met Hem te kunnen lieerschen. Met dit inzigt bid ik om uwe voorspraak. Smeek voor mij, en verwerf mij de genade, om alles waartoe ik mij in den doop verpligt heb , te vervullen : als een volmaakt Christen j te leven, mij tot mijn einde voor te

-ocr page 313-

GEBEDEN. 305

I bereiden, en dftor niets mijnen naam lij te ontheiligen, die ik van U be-i komen liebt en in den liemel geil schreven staat.

Gehad van eene vromo tot hare Patrones.

Heilige vriendin en dienares van

ij God, die de Kerk mij tot mijne be-

!i| schermster bestemd beeft : vol ver-

i trouwen wend ik mij tot U, Slechts lil onder uwen naam wil de Kerk mij fi erkennen, en mij onder hare kinde-[!l ren rekenen. Door deze oorzaak is ij in mij deze naam dierbaarder dan 1 alle overige titels; want dezelve her-jj innert mij, dat ik eene christin en jl tot het eeuwige leven beroepen ben.

ii Ik wensch uwe navolgster te zijn, i;; zoo als gij de navolgster van Jesns

Christus geweest zijt; naar de voor-ij beelden die gij mij hebt nagelaten, ij wil ik mijn leven inrigten. Ik wil j mij zelve verloochenen, mijn kruis dragen , de wereld verachten, en ook

20

-ocr page 314-

30(5 VERSCHILMStDE

de schatten van denJijk den, God alleen gelioaiZu.men, met ; Hem lijden, om metïj^in te. kunnen heerschen. Met dit apélquot; bid ik om uwe voorspraak. Smeek voor mij, en j verwerf mij de genade, om alles jj waartoe ik mij in bet doopsel ver- :j pligt beb na te komen, als eene vol- 1 maakte obristin te leven, mij tot ij mijn einde voor te bereiden , en door ij niets den naam te onteeren, dien :l ik van U bekomen heb en in den hemel geschreven staat.

G-ehei tot den II. Josvf

Verstandige, trouwe huisvader, heilige Josef! die door den Heer over zijn huisgezin gesteld werd om. hetzelve te verzorgen, aan wien Jesus onderdanig eu Maria onderworpen : was : verkrijg voor mij de onderwerping van mijnen wil aan dien van God. Eeinste Bruidegom der heilige Maagd! verwerf voor ons de reinheid van ons ligchaam en van onze

-ocr page 315-

GEBEDEN. 307

ziel. Wij bezweren u daarom, dooide vreugde die gij smaijêtet toe» gij het nieuwgeboren Kiiïd op uwe armen droegt; door den naam des Zaligmakers, dien gij Hem gaaft; door dc liefde, onderdaniglieid en dienstvaardigheid , die het jegens n bezat: laat ons het pad uwer gereg-tighcid bewandelen, opdat wij, tengevolge van uw heilig voorbeeld, onzen God getrouw dienen. Verwerf |: voor ons de volharding in het goede, i en een met den Heer verzoend zalig i einde. Amen.

Gebed tot den h ilif/en Beschenn-engel.

Heilige engel des Heeren , dien God bevolen heeft mij op al mijne ij wegen te beschermen en op al mijne j voetstappen acht te geven : u geef j ik in ootmoedigheid voor al uw wa- j ken den verschuldigden dank. Het is Gods wil, dat gij bij mij zijt. Illt; prijs Hem en bid zijne barmhartigheid

-ocr page 316-

VERSCHILLEND F.

308

{laarvoor aan. Breng Hem op uwe vleugelen mijne zuchten , en bid Hem voor mij, dat Hij mijn gebed ver-lioore. Bid Hem, dat Hij mij braaf en opmerkzaam make. Engel des vre-des! verkrijg mij de genade van eene opregte boetvaardigheid, waarin gij u kunt verheugen. Verlaat mij niet als ik gezondigd heb; doe mij weder staud als ik mij op andere wegen begeef, zoo als een goedhartige engel den afgod Baal wederstand bood. Spreek tot mij, zoo als de twee engelen in het midden van Sodoma tegen Loth spraken ; „red iiwe ziel.quot; De duivel loopt als eeu brieschende leeuw om mij henen en zoekt mij te verslinden : wees gij mijn borstwering en kom mij te hulp; draag mij op uwe handen, opdat ik mijnen voet aan geenen steen stoote. Geleid mij hier op den weg des sterfelijkeu levens, en na eene gelukkig voleinde loopbaan, voer mij tot Hem, voor wien ik een knecht beu, tot God.

-ocr page 317-

GEBEDEN. 809

Dan zullen wij Hem met vereenigdu krachten loven en eeuwig prijzen.

Gvhed tot Am heitigen Joannes Ncpomucems.

God, wien voor allen alle eer, alle roemt toekomt! door de roemrijke verdiensten van uwen lieiligen martelaar Joannes Nepomuoenus bid ik ü ootmoedig : weiid alle smaad en openbare schande genadig van mij af. Ontferm IJ over mij, en verleen dat ik mij van de tijdelijke eer slechts zoo beiliene, dat ik daardoor de eeuwige niet verliezen kan. En gij, krachtdadige voorbidder bij God, heilige Joannes! bid God zeiven vuriglijk voor mij, opdat Hij al datgene van mij afwende, wat mijne ziel ten opzigte der tijdelijke eer schadelijk kan zijn. Dat geve de oneindige goedheid des Vaders, des Zoons, en des heiligen Geestes. Am.

-ocr page 318-

310 VERSCHILLEN BK

Gehed tot de heilige Barhai gelukkig sterfuur te Ju

O heilige Maagd Barl wat gij door de magt uv goms verkrijgen kunt, v in mijn sterfnur. Help n dige, dat ik niet in n den starve. Alsdan denkf aan uwe getrouwheid, wai uw bloed voor Hem verg( Hij herinnere zich uwe uwe liefde en uwe deugde mijne ziel niet eerder van chaam scheiden, dan ab zonden bekend heeft, en heilige tegenwoordigheid is. Amen.

Algemeen gebed.

Met vrolijke eerbiedighc heldere blikken, ziet de aarde naar den hemel, zc God en bidt voor zijnen t hoogste magt, vol magt, v

-ocr page 319-

GEBEDEN. 311

eu vol goedheid : Gij kent de be-lioefte der wereld; ik ken mijn geluk zoo niet, en wat ik bidden zal, is mij onbekend. Handel met ous, onze God, zoo als het U behaagt. Zoo als Gij ons bemint, wie kan ü zoo getrouw beminnen? Door ü wordt kleine deugd groot. Van uwen hoo-gen hemel spreekt Gij den vrede aan koningen en volkeren toe, en wee en dood den gruwzamen en haters der algemeens rust. Gij hebt, [ o God, de tweedragt geketend, dat bloedgierige wangedrogt, en milli-jl oenen menschen zijn gered, en uwe 1 genade is ons heil. Wie U slechts zoekt, die zal U vinden; door U jl wordt nederige deugd groot. Gij zijt de arm van den lammen, het oog | van den blinden; bij ü is geen wees vaderloos. Gij verandert onze j hutten in paleizen; Gij vergunt der |l onschuld kalmte, den zedigen ver-P genoegen, zijne feesten, zijn vreugdelied en feestgewaad. Gij maakt

-ocr page 320-

313 VERSCHILLENDE

liet aardrijk tot Gods woning, uw liclit verguldt berg en dal, de ge- j zegende belooniug bekroont de vlijt J met oneindige milde vrucliteu. Als jj alles ontbreekt, zult Gij door won- ij deren zegenen. De stormwind verschaft mij mijn voedsel, en het ll goddelijk brood zal van den he-mei regenen, en uit rotsen zal olie en zoete wijn stroomen. God! naar den rijkom dien Gij ons verleend hebt, wat blijft er ons nog over U ((•verzoeken? Maak dit hart met U en met ziehzelven tevreden, en leer mij nujn geluk kennen.

Gebed hij een onweder.

Wees geloofd, o Heer, in uwe i vurige pracht. Gij die door den woedenden storm glt; dragen , door de nacht der wolken heen vaart. Zij \'Ij scheiden elkander; de bliksem ver- iji licht de duisterheid en doorkruist | verschrikkelijk het firmament; de don-

-ocr page 321-

GEBF,!)E\\.

der brult op ons neder, bergen en ; I; dalen weergalmen van de grootheid des Heeren ; alles siddert en staat heel verwondert: —en hoe snel verdeelt Gij, o God, de wolken en zendt het aardrijk eenen gezegenden regen! Nu worden bergen en dalen, die vroeger voor uwen bliksem en don-der sidderden, verkwikt!

O Heer! groot is uwe magt, en |i te midden van uwe gramschap toont | Gij ons uwe genade. Laat ons ieder Jj , opstijgend weder, iederen donder, | eene klok van boetvaardigheid zijn; jj laat dezelve ons herinneren, dat Gij i! || eens , ten laatsten dage, met vuur en ![ I vlammen van den hemel zult afko- | lij men, om te oordeelen. Heer! wij j ; laten ons aan uwe magt over! Aeh,

wees ons genadig, en spaar ons! ij| ;j Onze tongen moeten immer uwen lof, ji en onze lippen dank aan U verkon-digen. Ons hart zal juichen en U || I danken onder de volkeren, opdat de ij dank eenstemmig klinken moge; de |

313

-ocr page 322-

314 VE11SCHILL15KDE

Heer is God, — de Heer is Gc bewijs onzen God eer,

Reisgeiud.

God! zegen mijn vertrek even mijne terugkomst. Dit zijn de [ dacliten welke ik tot God zeud. W. wat zou mijn gaan zijn, als G mijn God, hetzelve niet zegend( Gij, doorgrouder der harten ! Gij b de gedachten mijns harten, nog zij er in opkomen ; zijn dezelve goi zijn zij tot mijn welzijn , zoo zee dezelven. Breng mijne zaken 1 uitvoer, dat zij U aangenaam mij nuttig zijn. Bewaar mijn \\ brekkig ligchaam voor ongeluk, mijne ziel voor datgene wat h bevlekken kan. Bewaar ook de a nen in mijne afwezigheid voor a ongeluk. Laat geene treurige bo( schap tot mijne ooren komen; v ander de angst mijner ziel; laat i vreugde en genoegens hooren. laat mij rustig van alle zorgeli

-ocr page 323-

315

1 gedachten mijn voornemen uitvoeren, i opdat hetzelve mij niet tot last ver-! strekke. En zoude liet ook niet naar mijnen zin gaan, o, zoo geef mij geduld en gelatenheid, om niet morrend over mijn lot te zijn ; maar laat l| mij uwe wijsheid en voorzienigheid in betrekking van mijne ondernemingen rijpelijk overdenken, en ü daar nog voor danken. Gij, Heer, zijt wijs; al uwe handelingen zijn regt-1 vaardig; en als Gij onze begeerte |! van de hand wijst, zoo is het vaderlijk gemeend. Ik laat U alles over; maak het zoo als het U bevalt; leer I mij sleehts doen naar uw welbeha-j gen, en uw geest voere mij op gelijke baan.

amp;■

-ocr page 324-

GEBEDEN VOOR ZIEREN EX OVERIEDE

Gebed om eenen zaligen doen

Groote God! God van one j regtvaardigheid en van gren? li barmhartiglieid! geef dat ik n | vergete, dat door de zonde va lil eersten menscli de dood in de 1 is gekomen; doe mij aanlioude 3 beeld des doods voor oogen zv opdat ik mijn liart losrukke \\ i| wereld en hare begeerlijkliede dat ik dagelijks mijne aardse! negenheden afsterve , en altijd gaande in de wegen uwer gel in uwe vrees, in uwe liefde ieder uur bereid zij om doe dood van bier weg te gaan.

-ocr page 325-

GEBED RN TOOK ZIEKEN ENZ. 817

|| Heer! koe verlang ik met U en met j! mijnen Zaligmaker Jesus Christus i te zijn! hoe verlangt mijne ziel den l|j dood der zaligen te sterven, en in | liet bezit van uw aanschijn, in het I genot uwer zaligheid, eeuwig onein-1 (lig gelukkig te wezen! O Jesus ! om het dierbaar bloed dat Gij voor mij | vergoten hebt, om do verdiensten ji van uwen dood, die de wereld heeft Ijl vrijgekoebt: geef mij de genade van | eenen zaligen dood; beziel mij in : mijn leven met den geest van oot-a moed en boetvaardigheid, dan zal ik !j| noch de wereld, noch iets wat tot || de wereld behoort, beminnen, en jl versterkt door uwe genade, gezuiverd door uwe Sakramenten, gespijsd met uw eigen vleesch en bloed, vol ; geloof, vol vertrouwen, vol liefde, |j| zal ik altijd, en vooral in mijn laat-1 ste uur , bereidwillig ü de offerande : van mijn leven opdragen. Zoo, o Jesus, zult Gij mij heilig doen leven; [ zoo zult Gij mij zalig doen sterven.

-ocr page 326-

318 GEBEDEN VOOR

en nocli leven noch dooc immer kannen sclieiden liefde, o Jesus ! Amen.

Hemelselie Vader! die ve alle mensehen zullen zalig die om den verzoeningsdoc tus Christus, uwen Zoon, nade uitstort over al uwe 1 geef\' mij de laatste, de gro alle genaden, de genade v zaligen dood.

Het is waar. Heer, met en leedwezen beken ik het reeds hebt Gij mij vele gei geven, die ik kwalijk\'heb ik heb kwaad gedaan voor schijn, en uwe gaven hebb geene vruchten van goede voortgebragt. Maar evenwel uwe oneindige barmhartig uwe grenzelooze ontfermi mij met vertrouwen naar I Ja, Gij wilt mij het kwaad dat ik gedaan heb, omdat

-ocr page 327-

ZIEKEN EN OVERLEDENEN. 319 berouwt; Gij wilt liet weinige goed aannemen, dat Gij liebt helpen doen; Gij wilt mij vergeven; want Jesus j lieeft vergiffenis voor mij verdiend ! j Gij znlt mij alles vergeven , zoo als 1 ik van harte vergeef aan allen, die mij zouden hebben kunnen beleedi-I gen.

Ik geloof, o God, alles wat Gij jj geopenbaard hebt, en mij door nwe Kerk voorstelt te gelooven. Ik | hoop in uwe oneindige goedheid; |j want uw bloed, o Jesus, is mijne ij hifenis, uwe wonden zijn mijn heil, Ij uw dood is mijn leven. Ik bemin U , I o mijn God, boven alles wat ik beminnen kan, met alle genegenheden van mijn hart.

Voor den troon uwer -oneindige Majesteit neêrgebogen, aanbid ik U in diepe onderwerping. Mogten alle schepselen ü met mij danken, voor alle genaden die Gij mij in mijn le-vcn bewezen hebt, en vooral voor de middelen die Gij mij geeft, om

-ocr page 328-

320 GEBEDEN V(

| mij tot den dood voo Mijnen dood en al Gij mij zult willen ovei ik aan in den geest diglieid, in vereenigin den en den dood van Zaligmaker, en uit g^ i aan uwen heiligen e wil.

Barmhartige Vader !| mijner; wees mij gei handen beveel ik mi |i Jesus! wees mij een , ji ligmaker, nu en in mijnen dood.

Heilige Maria! gij I: eene moeder van barml ij hen die u met vertr( |i aangeroepen; o! toon il oogenblik van mijn ] mij onder het getal t || heljt aangenomen, en Heilige Josef! gelul* toen gij in de armen Maria sterven mogt;

-ocr page 329-

ZIEKEN EN STERVENDEN. 331 voor mij, dat ik den dood der uit-vcirkoorneii sterve.

Engel des hemels, getrouwe leidsman en bewaarder mijner ziel! gij allen, Heiligen , welke God mij heeft gegeven tot beschermers mijner ziel ; i verlaat mij niet in het uur van mijnen dood. Amen.

Qehed in eene doodelijie ziekte.

6 Jesus, mijn Zaligmaker! in wien ik geloof, op wien ik hoop, en wien j ik bemin : de tijd is eindelijk gekomen , dat het stof in het stof en de ziel |i; tot U moet verkeeren , die haar gescha-j- pen en haar hier gezonden hebt. Open haar, o Jesus, de deur des levens; j! ontvang mij, o mijn God, volgens de grootheid uwer barmhartigheden, Gij die een moordenaar niet verstoeten hebt, die U aan het kruis aanriep. Wie ben ik, o God, dat ik tot U mijne toevlugt durf nemen? Een zondaar, sedert lang in boos-

-ocr page 330-

•\'522 GEBEDEN quot;V

ij lieid gevofd; een t1oo( verderf en verrotting; wormen. Vergeef mij [ o mijn God ! Zon het rijke zegepraal zijn te» den en mij te overwil U minder lien dan e die door dén wind wi ven ? Vergeef mij dan en hef den armen op v ! hoop. Stn op, en kon !; sta op, en verwerp I altijd ; mijn gebed klii l!1 en nwe hand strekki | mij zalig te maken. ^ !i tot de voeten is er in I zondheid, en indien l|| mij aan het krnis ge ||| zon mijne ziel niet an l| dan de hel. Verstoot |i van hetgeen Gij zoo | kocht; versmaad geen s voor Gij nw dierbaar stort. Gij hebt belooft een zondaar, op \'wat

-ocr page 331-

ZIEKEN EN STERVENDEN. 323 li] zonden bcweenen zal, zalig zal worden ; ik beken ze, zij zijn mij leed; | alle mijne ongeregtigheden staan voor i mijne oogen.

Ik verdien niet meer uw zoon genoemd te worden, want tegen den i i liemel en tegen ü heb ik gezondigd ; maar laat mij een woord van troost en blijdschap hooren; keer uw aan- \' ji schijn van mijne zonden af; wisch j| al mijne boosheden \\iit, volgens uwe j i oneindige barmhartigheid; handel |i niet met mij volgens mijne verdien- || sten, maar volgens nwe goedheid; ij 1 neem mij in genade op in de woon- i| i; plaats uwer heerlijkheid, opdat ik |j mijne lofzangen eeuwig moge voe- i || gen met degenen, die U daar loven i 1 en danken in eeuwigheid. Amen.

•ol , ev n ,

Tl- |ji

\'j- II

or

11 - li!

l ; I

DV ij!

J,

m

fd li, ■e-

or !■

t, ||:

3n ill

iel p

\'e- j! r-6-

at !

ie i

-ocr page 332-

1

g i t it w

DKU HEILIGE KEU.] STEIl VENDEI

Spaar , Heer Jesus ( dienaar, dien Gij met vrijgekocJit; laat uwe f) hem niet eeuwig

Heer, ontferm ü 01 || diristus, ontferm U c || Heer, ontferm ü onz\' Heilioje Maria, bid vc Alle heilige engelen en

bidt voor hem. Heilige Abel, bid voc Alle heilige kooren ( gen, bidt voor hem.

* Indien de stervende vi geslacht is, verandert men dienaar in dienares, hem iu

-ocr page 333-

LITANIE VOOR STERVENDEN. 325

H. Abrahambid voor hem.

H. Joannes dedooper, bid voor hem.

H. Josef, bid voor hem.

Alle heilige aartsvaders en profeten, bidt voor hem.

1 H. Petrus, bid voor hem.

H. Paulus, bid voor hem.

H. Joannes, bid voor hem.

! Alle heilige apostelen en martelaren , bidt voor hem.

Alle heilige leerlingen des Heeren, bidt voor hem.

Alle heilige onschuldige kinderen, bidt voor hem.

H, Stephanus, bid voor hem.

H. Laurentius, bid voor hem.

H. Boni||cius, bid voor hem.

Alle heilige martelaren, bidt voor hem.

H. Sylvester, bid voor hem.

H. Gregorius, bid voor hem.

Ij li. Augustinus, bid voor hem.

H. Willebrordus, bid voor hem.

Alle heilige bisschoppen en belijders, bidt voor hem.

-ocr page 334-

S3fi LITANIE

H, Beuedictus, bic H, Odulphus , H. Fraiicisous, bid Alle heilige monnik

bidt voor hem. Heilige Maria Mat hem.

Heilige Lucia, bid Heilige Agues, bic: Alle heilige \'maagd

bidt voor hem. Alle heiligen Gods Wees genadig, spa Wees genadig, verl Van uwe gramschf

Heer.

Van het gevaar lt;!lt;

hem , Heer. Van eenen kwaden c

Heer.

Van de straffen der

Heer.

Van alle kwaad, ve Van het geweld de hem, Heer.

-ocr page 335-

BE STERVENDEN. 827 1

Door uwe gobocifte, verlos liem , Heer. |;| Door uw kruis en lijden, verlos j\'j

hem. Heer.

Door uwen dood en uwe\'begrafenis,

verlos hem, Heer.

Door uwe heerlijke verrijzenis, ver- j

los hem, Heer.

Door de komst van den heiligen Geest, den Vertrooster, verlos hem, ;| Heer.

In den dag des oordeels;, verlos hem, 1 Heer.

Wij zondaars, wij bidden U , ver- |! hoor ons.

Dat Gij ons wilt sparen, wij bidden ij

U, verhoor ons.

Heer, ontferm U onzer.

Christus, ontferm U onzer.

Heer, ontferm U onzer.

Bij ltd sterven van den zieken.

Vertrek, christen ziel, in den j naam van God, den almagtigen Va- J der, die u geschapen heeft : in den i

or i ,

i,

DS • j

)S

-ocr page 336-

338 GEBEDEN VOOR ZI

naam van Jesus Christus van den levenden God, geleden heeft; in den nai heiligen Geest, die in u is in den naam der engelen gelen; in den naam der heerschappijen; in den overheden en magien; ii der cherubijnen en sei den naam der aartsvader t\'eten ; in den naam der 1 telaren en belijders; in der heilige monniken en 1 in den naam der heilig en alle heiligen Gods; he plaats in vrede, en uwe het heilig Sion. Door Jesus Christus, onzen H

God van barmhartigheid ontferming! o God , die n nigte uwer barmhartighec den der boetvaardigen uil door genadige kwijtsol schulden der bedrevene r

-ocr page 337-

329

niet doet ; zie in ontferming neder op uwen dienaar N., en verhoor hem , zoo als hij van ganscher harte om vergiffenis van al mijne zonden smeekt. Vernieuw in hem , goeder-tierenste Vader, al wat door aard-sche zwakheid bedorven, of door het bedrog des duivels geschonden is, en vereenig dezen ledemaat der verlossing met het ligehaam uwer Kerk. Ontferm U, o Heer , over zijne zuchten ; ontferm U over zijne tranen; en terwijl hij alleen zijn vertrouwen stelt op uwe barmhartigheid, neem hem dan ook aan in het verbond van uwe verzoening. Door Jesus Christus , onzen Heer. Amen.

Geliefde broeder! ik beveel u aan den almagtigen God, en ik geef u over aan Hem wiens schepsel gij zijt, opdat gij, wanneer gij de alge-meene schuld der menschen door den dood zult betaald hebben, moogt wederkeeren naar uwen Schepper, die u uit het slijk der aarde heeft

-ocr page 338-

330 GEBEDEN VOOR gevormd. Wanneer du gaat uit het ligoliaam, u de luisterrijke scliaa de raad der aposteL gemoet; liet zegepra] witgekleede martelaren de met leliën bekrooni klaarblinkende l)elijde liet koor der juichende vange u; de zalige rust der aartsvaderen om liefderijk eu minzaam Jesus Christus vertoo: ea Hij bevele u onder len te gaan, die ono Hem tegenwoordig z van u de schrik dei-de akeligheid der vl; smart der folteringen lijke satan met gehe hang, wijke van u; hi u, en vlugtc weg in verwarring vau den eei wanneer gij, omringd len, zult aankomen. I

-ocr page 339-

EN STERVENDEN. 331

! en zijne vijanden zich. verstrooijen; | ||j en dat zij voor zijn aanscliijn vlug-ten , zij allen die hem haten. Mogen || zij verdwijnen als rook; gelijk het jj ; was wegsmelt voor het vuur, zoo ji mogen de zondaren vergaan voor het |\' aanschijn van God; maar dat de regt-vaardigen gaan aanzitten aan het blijde gastmaal, en van vreugde jui- || chen in de tegenwoordigheid Gods. II Moge dan geheel het helsche heir i|| besmaad en verslagen worden, en l Hl dat de dienaren van satan zich niet i |;| vermeten uwen togt te verhinderen. ! ! Christus, die voor u gekruist is, |: bevrijde u van de pijnigingen; Chris- | ||| tus, die zich gewaardigd heeft voor ji u te sterven, verlosse u van den : eeuwigen dood. Christus, de Zoon 11 vau den levenden God, stelle u in 1 de altijd bloeijende lusthoven van | zijn paradijs. De ware herder erkenne !i| ii als een van zijne schapen. Hij jij ontbinde u van al uwe zonden, en | il stelle u aan zijne regterhand in het |.

-ocr page 340-

333 GEBEDEN VO erfdeel zijner uit moget gij uwen V schijn tot aanschiji tegenwoordig zijn oogen de hemelsei) schouwen. Zoo mo gelederen der zalig wellusten van Gods ten , in alle eeuwen

Heer! ontvang de plaats der behon uwe barmhartigheic Amen.

Verlos, lieer, ( dienaar, van alle van de strikken lt; van alle kwellingen

Verlos, Heer, d dienaar, gelijk Gij verlost hebt van dood der wereld. A

Verlos, Heer, d dienaar, gelijk Gi hebt van den watei

-ocr page 341-

EN STERVENDEN. 833

Verlos, Heer, de ziel van uwen dienaar, gelijk Gij Abraham verlost hebt uit Ur, de stad der Chaldeërs. ! Amen.

Verlos, Heer, de ziel van nwen ij dienaar, gelijk Gij Job verlost hebt |j van zijn lijden. Amen.

Verlos, Heer, de ziel van uwen j dienaar, gelijk Gij Izajik verlost hebt j van geslagt te worden door de hand ji van zijnen vader Abraham. Amen.

Verlos, Heer, de ziel van uwen \' dienaar, gelijk Gij Loth verlost hebt i| uit Sodoma en uit de vlammen des vunrs. Amen.

Verlos, Heer, de ziel van uwen l\' dienaar, gelijk Gij Mozes verlost I1 hebt uit de hand van Pharaö, den || koning van Egypte. Amen.

Verlos, Heer, de ziel van uwen dienaar, gelijk Gij Daniël verlost hebt uit den leeuwenkuil. Amen.

Verlos, Heer, de ziel van uwen dienaar, gelijk Gij de drie jongelingen verlost hebt uit den brandenden i|

-ocr page 342-

334 GEBEDEN

oven , en uit ( regtvaardigen 1 Verlos, llee dienaar, gelijk hebt van de v Amen.

Verlos, Hee dienaar, gclijl hebt uit de ha Saül, en uit de Amen.

Verlos, Hee dienaar, gelijk verlost hebt uit

En gelijk lt; maagd en martt verschrikkelijke hebt, gewaardi van uwen dien hem met U de te doen geniete\'

Aan IJ, o i ziel van uwen bidden U, Heer

-ocr page 343-

EN STF.ttVF.NDEN. 335

makel der wereld, dat Gij niet wei-1 gert, liaar voor welke Gij uit barra-: hartigheid op de aarde zijt neder-gedaald, in den schoot der aarts-1 vaderen op te namen. Erken , o Heer, jij uw schepsel, dat niet door vreemde j|| goden, maar door U, den eenigen , [i waren en levenden God, geschapen I is : want er is geen God bniten ü, jij en er is niemand die uwe werken j!| kan doen. Verblijd, Heer, zijne ziel [ji in uw aanschijn, en gedenk toch | niet aan zijne oude ongeregtigheden j en dwaasheden, die door het geweld ||{ of de hitte der kwade begeerten ver-| wekt zijn. Want ofschoon hij gezon-j digd heeft, zoo heeft hij toeh den jj Vader, en den Zoon , en den heiligen j Geest niet verloochend, maar geloofd ; jij hij heeft Gods ijver in zich gehad , j j en den God, die alles geschapen | heeft, heeft .hij getrouw , aangebe-den. Amen.

-ocr page 344-

334 GEBEDEN

oven , en uit ( regtvaardigen 1 Verlos, llee dienaar, gelijk hebt van de v Amen.

Verlos, Hee dienaar, gclijl hebt uit de ha Saül, en uit de Amen.

Verlos, Hee dienaar, gelijk verlost hebt uit

En gelijk lt; maagd en martt verschrikkelijke hebt, gewaardi van uwen dien hem met U de te doen geniete\'

Aan IJ, o i ziel van uwen bidden U, Heer

-ocr page 345-

EN STF.ttVF.NDEN. 335

makel der wereld, dat Gij niet wei-1 gert, liaar voor welke Gij uit barra-: hartigheid op de aarde zijt neder-gedaald, in den schoot der aarts-1 vaderen op te namen. Erken , o Heer, jij uw schepsel, dat niet door vreemde j|| goden, maar door U, den eenigen , [i waren en levenden God, geschapen I is : want er is geen God bniten ü, jij en er is niemand die uwe werken j!| kan doen. Verblijd, Heer, zijne ziel [ji in uw aanschijn, en gedenk toch | niet aan zijne oude ongeregtigheden j en dwaasheden, die door het geweld ||{ of de hitte der kwade begeerten ver-| wekt zijn. Want ofschoon hij gezon-j digd heeft, zoo heeft hij toeh den jj Vader, en den Zoon , en den heiligen j Geest niet verloochend, maar geloofd ; jij hij heeft Gods ijver in zich gehad , j j en den God, die alles geschapen | heeft, heeft .hij getrouw , aangebe-den. Amen.

-ocr page 346-

338 GEBED zuivering zu langen, en zij liebben leven, zij lie LT bemind, wijlen onvolllt; en hunne In liebben zij j; lieer! dan is heid bij ü c sing; dan Ik Zoon , onze ] voor de zone geleden en Hebben zij z hun leven o trouwe med ach, laat hu doening ten zij er thans naar hunne langen ! Verl en neem gi der christelr Kerk en ha

-ocr page 347-

EN STERVENDEN. 839

dragen voor de rust der overledene geloovigen. Verleen hun, o Heer, weldra de eeuwige rust, en laat hen het eeuwige licht bestralen in het eeuwig zalig leven. A.meii.

Geheel voor overledene Ouders.

Gij hebt ons geboden, o God, onze ouders te eeren en lief te hebben; en deze pligt kan met den dood van onze ouders niet ophouden. Ook na den dood zijn kinderen aan goede ouders nog dank en liefde verschuldigd; ook na den dood moeten christelijke kinderen voor hunne ouders bidden. Want, welligt zijn zij nog niet bij den Heer, welligt worden zij nog terug gehouden in de plaats der zuivering, om daar zelfs van de kleinste vlekken der zonde, die hunne ziel nog aankleven, ten volle gereinigd te worden. Zou quot;dit : zoo zijn, o God! zonden zij nog iets te lijden en af te boeten hebben; ach, hoe gaarne zou ik hun willen te

-ocr page 348-

340 GEBEDEÏ hulp komen! ders doen da\' Godl verlos 1 de plaats lum tot U komen, grooteen ge\\Ti! gefeild, hebbel zondigd en n geboet, ach ! neder «p het b ziel thans doo hun volkomen worden. Hiero oneindige bar: door de verdie: onzen Heer Je ü en den he heerscht, in ei

-ocr page 349-

Öfe (ife gfe lt;^) dk)

i)E VESPER■ PSALMEN

VANJDEN ZONDAO.

—=33^

O God ! zie op tot mijne hulp. Heer! haast U om mij te helpen. Eere zij den Vader, enz.

Lof zij U, o God, met blijdschap.

Van Septuagesima tot Paschen zegt men, in plaats van Alleluja :

Lof zij U, o Heer, Koning der eeuwige heerlijkheid.

I. PLA.LM 102.

Deze T\'ia\'.ai , die Chriitus op ziek zalven heeft toegepast, is e«ne. roorzesfyiny van zijne glorie. Het koningschap van d«H Zo»n Gods, y.ijnc eeuwige Toortteeling, zijn pritsterschap, zij me magt en lijdan zijn cr klaar in uitgedrukt.

Dé Heer heeft tot mijnen Heer gezegd : zit aan mijne regterhand.

-ocr page 350-

343 de

Tot dat lgt;ank uwer De Heei uwer magt liet middei Bij ü is uwer kracï des lieiligd Leb ik U ui De Heer zal Hem priester in wijze van -De Heer Hij heeft t de kouingc

Hij zal keren : Hi vermeerder van vele lf Hij zal ■ drinken ; ( opheffen. Eere zij

-ocr page 351-

DE Vr.STEll-PSiLMKN.

II. PSALM 110.

De Piol\'eet bedankt God, en looft Hem over zijne volmaaktlieden, over zijne werken en de wonderen die Hij gedaan heeft voor zijn volk. Deze wonderen waren maar eene afbeelding van die, welke Hij sedert gedaan beeft voor de Kerk.

Ik zal U loven, Heer , met geheel mijn liart: in den raad der regtvaardigen en in de vergadering.

De werken des Heeren zijn groot: uitgelezen volgens zijnen wil en zijn welljeliagen.

Zijn werk is lofwaardig en lieer-lijk : en zijne regtvaardiglieid duurt in alle eeuwigheid.

Hij lieeft een gedenkteeken zijner wonderen gesteld, de genadige en barmhartige Heer : Hij heeft hen gespijsd die Hem vreezen.

Hij zal eeuwig aan zijn verbond gedenken: Hij zal de kracht zijner Werken aan zijn volk bekend maken.

Om hun hét erfdeel der heidenen

343

-ocr page 352-

343 de

Tot dat lgt;ank uwer De Heei uwer magt liet middei Bij ü is uwer kracï des lieiligd Leb ik U ui De Heer zal Hem priester in wijze van -De Heer Hij heeft t de kouingc

Hij zal keren : Hi vermeerder van vele lf Hij zal ■ drinken ; ( opheffen. Eere zij

-ocr page 353-

DE Vr.STEll-PSiLMKN.

II. PSALM 110.

De Piol\'eet bedankt God, en looft Hem over zijne volmaaktlieden, over zijne werken en de wonderen die Hij gedaan heeft voor zijn volk. Deze wonderen waren maar eene afbeelding van die, welke Hij sedert gedaan beeft voor de Kerk.

Ik zal U loven, Heer , met geheel mijn liart: in den raad der regtvaardigen en in de vergadering.

De werken des Heeren zijn groot: uitgelezen volgens zijnen wil en zijn welljeliagen.

Zijn werk is lofwaardig en lieer-lijk : en zijne regtvaardiglieid duurt in alle eeuwigheid.

Hij lieeft een gedenkteeken zijner wonderen gesteld, de genadige en barmhartige Heer : Hij heeft hen gespijsd die Hem vreezen.

Hij zal eeuwig aan zijn verbond gedenken: Hij zal de kracht zijner Werken aan zijn volk bekend maken.

Om hun hét erfdeel der heidenen

343

-ocr page 354-

34.fi

De k zich ver den kn geei\'te rl Eere

De Pro die oneini zorgen VO\'

Looft looft de De iif van mi Van ( onderga lofwaart De I volken zijne lie \' Wie : die in li derige i sfadeslaa

-ocr page 355-

DE VFSPEE-PSALMEN. 347

Die den behoeftige uit liet stof opwekt ; en uit den drek den arme i[ oprigt.

Om hem te plaatsen nevens de ij vorsten ; nevens de vorsten van zijn j volk.

Die de onvruchtbare in een talrijk huisgezin doet wonen : en haar maakt tot eene blijde moeder van kinderen. Eere zij den Vader, enz.

V. PSALM 113.

David verhaalt Kier de wonderen die God heeft gedaan, als Hij zijn volk heeft getrokken uit Egypte. Hij doet er de ijdelheid der afgoden in zien, en dat God de zijnen wonderbaar beschermt.

Als Israël uit Egypte trok ; het huis van Jacob uit een vreemd volk.

Toen werd het joodsclie volk aan God toegeheiligd : Israël werd zijne heerschappij.

De zee zag het en vlugtte : de Jordaan keerde terug.

De bergen sprongen op als rammen, en de heuvelen als lammeren.

-ocr page 356-
-ocr page 357-

I DE VESPER-PSALMEN. 349

1 Zij hebben ooren, maar kooren S niet; zij liebben\'^ neuzen, maar ruiken niet.

Zij liebben banden, docli tasten Ij niet; zij heliben voeten, maar wan- 1 delen niet; zij maken geen geroep i| met hunne keel.

Dat die ze maken hun gelijk \\Tor- j | den; en allen die er op betrouwen. ,, | Het huis van Israël hoopt op den ! ji Heer ; Hij is hun helper en hun be- li | schermer.

| Het huis van Aiiron hoopt op den 1 | Heer ; Hij is hun helper en hun be- i | schermer.

Diegenen die den Heer vreezen, 1 hopen op den Heer ; Hij is hun | helper en hun beschermer.

De Heer is ons gedachtig geweest: 1 en Hij heeft ons gezegend.

Hij heeft gezegend het huis van | Israël) Hij heeft gezegend het huis I van Aaron.

Allen die den Heer vreezen, heeft |i Hij gezegend: zoo kleinen als grooten.

-ocr page 358-
-ocr page 359-

DE VESPKU-PSALM EN. 351

En mijn geest juicht in God, mijn Heiland.

Hij slaat de nederigheid zijner dienstmaagd gade : zie van nu af | zullen alle volkeren mij zalig noemen.

Hij, de Magtige, heeft groote din-\'[ gen aan mij gedaan : heilig is zijn naam.

Zijne barmhartigheid strekt zich door alle geslachten uit, over hen die Hem vreezen.

Magtvol werkt zijn arm : Hij ver-ji strooit hen, die in den waan huns j harten zich iets verbeelden.

Hij werpt magtigen van den troon, | en verheft nederigen.

Behoeftigen vervult Hij met goe-1 deren, rijken zendt Hij ledig weg.

Hij heeft Israël, zijnen dienaar, l\'j opgenomen ; indachtig zijner ontfer-] mende goedheid.

Welke Hij heeft toegezegd aan j onze vaderen ; aan Abraham en zijn nageslacht, tot in eeuwigheid.

Eere zij den Vader, enz.

-ocr page 360-

I die ui Ij Gabriël j en voi

II zoo ll( liebt : ;

\'j dare li. T. Maria i

-ocr page 361-

DR VESPER-PSALMEN. 353

li. En zij heeft ontvangen van den heiligen Geest.

GEBED,

Wij bidden U, o Heer, stort uwe genade in onze harten, opdat wij, die door de boodschap des engels de mensehwording van Christus uwen Zoon gekend hebben , door zijn lijden en kruis tot de glorie der verrijzenis mogen komen. Door denzelfden Christus, onzen Heer. Amen.

Van Kers-avond tot Lichtmis leest | men : heilige Moeder, als boven, maar het Vers en Gebed als volgt :

v. Na het baren zijt gij onbevlekt gebleven.

r. Heilige Moeder Gods! wees onze voorspreekster.

GEBED.

0 God, die door de vruchtbare zuiverheid der heilige Maria aan het menschelijk geslacht de gaaf der 33

-ocr page 362-

354 de

eenwige i bidden U liare voor; den, door te ontvan vens : oi uwen Zoc

Van Li

Wees i melen ! w engelen , gene gesp geopend 1 der werelc boven alle geniet \\r eerbied, Christus, v. Gew lieilige 1M r. Get vijanden.

-ocr page 363-

DE VESPER-PSALMEN. 355 GEBED.

Otidevstenn , o barmhartige God, onze krankheid, opdat wij die de gedachtenis houden van de heilige Moeder Gods, door den bijstand van hare voorspraak van onze boosheden mogen verrijzen; door denzelfden Christus, onzen Heer. Amen.

Van Paasch-avond tot Zaturdag na Pinksteren.

Verheug u, o Koningin des hemels. Alleluja.

Omdat Hij, die srij waardig geweest zijt te dragen , Alleluja.

Is verrezen , gelijk Hij gezegd heeft. Alleluja..

Bid God voor ons. Alleluja.

v. Wees verhiMigd en verblijd, o heilige maagd Maria! Alleluja.

ll Want de Heer is waarlijk verrezen. Alleluja.

Van Zaturdag na quot;Pinksteren tot den Advent.

Wees gegroet, o Koningin , moe-

-ocr page 364-

356 i der der groet, 01 onze lioc bannen verzuchtf nende ii aan dan, barinliarl ons na gende vr O genad maagd 5 v. Bii Gods!

s. Op( den der

Almag ligcliaam rijke maf door de ligen Ge waardige geef dat

-ocr page 365-

GEBEDEN ONDER HET LOF, 357 dachtenis verlieugen , door hare goe-dertierene voorspraak van alle aanstaande kwaad en van den eeuwigen dood mogen bevrijd worden. Door den-zelfden Christus, onzen Heer. Amen.

G EBEDEN

OIS\'DKTl HKT IjOF.

Wanneer de eerste Benedictie gegeven wordt.

Geloofd en gedankt zij ten allen 1 tijde het allerheiligste en goddelijke j! Sakrament. Zegen mij, oHeer Jesus, j met den Vader en den heiligen Geest; |! versterk mij door uwe genade, om j i zoo te leven volgens uwen heiligen wil, dat geheel mijn leven tot uwe li meerdere eer en glorie strekke. Geef ji den regtvaardigen volharding, den zondaren vergiffenis, en den geloo- ji vige zielen de eeuwige rust; help

-ocr page 366-

358\' GKBEDEN Oï;

i ons, nu en in tiet In den naam d Zoons, en des lieili

GKLOOF EN

O liefderijkste l waarlijk tegemvoo jjl daante des broods li: ziel, met vleesch e f lieid en menschh il vastelijk , omdat ( [ji hebt. Wel is waai Ij lijke oogen zien U I stand kan deze \\ grijpen, maar u« ? laat niet twijfelei ! met de diepste 0( !j 11 ter aarde neder, alle mogelijke eerl mijn Heer en mijn welken de berden krib bebben aange engelen aanbidde: gene hebben U aa gedaante van een

-ocr page 367-

GEBEDEN ONDER HET LOF. 859 bidden ü, zittende op den troon der heerlijkheid, aanide regterhand van uwen hemelschen Vader; met beide aanbid ik U hier als den waren , onder de gedaante des broods j: verborgen God. O, dat alle meusclien U erkenden ! O, dat zij allen, met een levendig geloof en eenen lieiligen schrik, in dit allerheiligste Sakra-meut ü aanbaden! Ik, o Jesns, verlang nu en altijd eene bijzondere godsvrucht tot dit allerheiligste Geheim te hebben. Nooit wil ik voor hetzelve anders dan met alle mogelijke ingetogenheid verschijnen ; nooit wil ik hetzelve dan met de noodige bereiding ontvangen. Geef mij hiertoe o Jesns, uwe genade.

LIEFDE EN DANKZEGGING.

Hoe onbegrijpelijk is, uwe liefde, o Jesns, voor ons ellendige men-schen ! Gij hebt niet alleen drie-en-dertig jaren bij ons op aarde willen blijven , en voor ons willen lij-

-ocr page 368-

360 GEBEDEN ON den en sterven, i \'s avonds voor ni allerheiligste Sak opdat wij U alti hebben, tot onzer laat, tot onze g voedsel. Gij hebt al de oneer en s: alleen de ketters. nen, maar uwe g allerheiligste Sakr doen ; nogtans is i niet verschrikt g in hetzelve met der wereld blijve liefhebber onzer z welke liefde ben dank U, o .Tesus zeer te kunnen da de weldaad, welk verdient. Ik bemi wensch U zoo vm minnen , gelijk G maat uwer liefde bemind te worden

-ocr page 369-

GEBEDEN ONDER HET LOE. 361 !| heid mijner liefde en dankzegging j| eenigzins te vergoeden, offer ik U i| op alle eer en liefde, welke ü in uw allerheiligste Sakrament ooit uwe 1 getrouwe dienaren bewezen hebben 1 of zullen bewijzen. O, mogt ik dit dui-| zend en duizendmaal vermeerderen.

LOF EN ZEGENING.

Geloofd en gezegend zij het al-] lerheiligste Sakrament des Altaars;

geloofd en gezegend zij het aller-jj heiligste vleesch , en bloed, het allerheiligste ligchaam en de aller-j heiligste ziel, de godheid en mensch-heid van Jesus Christus, onzen Ver-li losser en Zaligmaker, die in het al-ji lerheiligste Sakrament waarlijk en | wezenlijk tegenwoordig is. Zoo veel ||; engelen en heiligen in den hemel, III zoo veel menschen op aarde, zoo j veel halmtjes op het veld, zoo veel | stofjes in de lucht, zoo veel drup-|| peltjes in de zee, zoo veel duizend I en duizendmaal zij geloofd en ge-

-ocr page 370-

362 GEBEDEN OMDFll H zegeutl liet allerheiligste Dit is mij n vurige en liartc dit verlang ik zoo dikwij wen als ik adem haal. N o in dit allerheiligste Sak lijk tegenwoordige Jesu allerheiligste Sakrament mijn troost en sterkte, i dood mijn toeverlaat, ir en een zeker onderpand zijn, opdat ik ü eeuw danken moge in den hei Hierna kau men lezen de ! zoeten Naiini Jesus, zie bl. van het allerheiligste Sakrami bl. 179. de Litanie tot het al van Jesus, bl, 219. Akte van i 224\'. Gebed ora tijdelijken en i bl. 489. Gebed om de goddeli bekoringen tot het kwaad, bl. van eene vrome ziel om aan blijven, bl. 273, andert dit boel- bevat.

Onder het Ave J Lcos driemaal het Wt Onder de laafde Be. Lees hetzelfde als ondc

-ocr page 371-

—_____--^

G E T IJ D E N VAN DE ONBEVLEKTE OJ1TVA1ICENIS

der allerheiligste maagd Maria.

DE METTEN.

Mijn\' ziel, maak u verheugd,

Verhef de zuivere Maagd,

Haar eer, haar lof, haar deugd ,

Maak u bij haar behaagd.

O hoogverheven Vrouw ! In \'t hemelseh vaderland.

Mijn steun van hoop en trouw, Eed mij uit \'s vijands hand.

Eere zij den Vader, en den Zoon, | en den heiligen Geest; gelijk het was in het begin , nu , en altijd , en in eeuwigheid. Amen.

l, o r 7, A N G.

Ik groet n , \'s werelds Vrouwe, U, hemelkoningin ,

-ocr page 372-

364 GETIJDEN VAN Gij Maagd der maagden O dageraad vol min.

Ik groet u, vol genat O, klaar en godlijk lich In al ties werelds k\\vadlt; Sterk ons met uw gezigl God ieef\'t u , Maagd, g Voorzien van d\' eeuwigl Dat gij zoudt Moeder w Van zijns Zoons Majeste Die \'t wezen heeft ge^ Aan hemel, aard\' en al, En u, Bruid, hoog verl Bevrijd van Adams val. v. Gij waart de keus va O hoogverheven Maag li. Die thans in \'t heme De vreugde onderschn O lielit van mijn gem Uit \'t maagdendoin verk Smeek Hem die \'t al bt Dat Hij ons wil verhoor

GEBED.

O heilige Maria ! Koni

-ocr page 373-

= = II

ONBEVLEKTE ONTVANGENIS. 3()5

mels, Moeder onzes Heeren Jesus L Christus en Vrouwe der wereld, die | niemand verlaat noeli versmaadt: aanzie mij, o Moeder, met de ooojen Ij uwer genade, en smeek uwen lieven Zoon om kwijtschelding mijner zon- , den ; opdat ik, die nu uwe heilige onbevlekte ontvangenis met een aan- : dachtig hart overweeg, hierna moge verkrijgen den prijs van de eeuwige jl zaligheid, door de genade van dien Zoon, dien gij, o zuivere Maagd, ter wereld hebt gebragt: onzen Heer, die met den Vader en den heiligen |; i Geest leeft en heerscht, in vol- 1 maakte Drievuldigheid, één God , in j : alle eeuwigheid. Amen.

* Laat ons den Heer loven!

Lof zij den God hier boven!

Verlos ons van al het lijden.

Dat zich in U verblijden ,

Geloov\'ge zielen mede ,

Zij rusten ook in vrede!

* .Dit zegt men in het einde van elk Getijde.

-ocr page 374-

3G6 GETIJDEN VAN

DE PBIEME

O hoogverheven Vroi Eere zij den Vader, em

LOFZANG

Ik groet u, wijze Mn O huis van God.bewooi Pilaar die God behaagt Tafel met goud bekrooi

Van alle zondensmet Heeft God uw\' ziel bevri Gij waart rein , naar de Eer gij geboren zijt.

O bloem van alle gen Gij Jacobs ster die rijsl Verheven hemeldeur, Die al de wereld prijst.

Prinses van \'t englen .Wie de helsche vijand v Gij staat de Christ\'nen Oeh , help ons dan het v. De Heer heeft haar

In zijnen heil\'gen Gei

-ocr page 375-

ONBEVLEKTE ONTVANGENIS. 3f)7 u. Eu boven al verheven,

Deez\' Maagd liet allermeest.

O licht v.\'in mijn gemoed,

j Uit \'t maagdendora verkoren :

Smeek Hem die \'t al behoedt, !| Dat Hij ons wil verhooreti.

Gebed. O heilige Maria, enz. bl. 365.

DE TEUTTEN.

O hoogverheven Vrouw. bl. 3fi3. Eere zij den Vader, enz.

LOFZANG.

Ik groet u , Salems troone, iï U, ark van \'t nieuw Verbond,

O regenboog Tdoone ,

1 Die ons den zegen zond.

O bloem der maagdenrijen, { Deur die gesloten staat,

Wil ons gestaag verblijden ,

j[i Gij Samsons honigraat.

Tiet moest u ja betamen, 1 Dat die gij baren zult,

|| U vrij bewaart van blamen En erfzonden schuld.

I

-ocr page 376-

GETIJU

Hij koos u to O jonkvrouw, e Hij wow zijn hm Van al dat Hen v. O Vrouwe! g Bij .Tesns, Gc B.. En als een w Staat gij bij ; O liclit van n Uit \'t maagrlentU Smeek Hem die Dat Hij ons wil Gebed. O heilige

DE E

O hoogverhev Eere zij den Va( l o i

Moeder en m O aller engelen Gods tempel vo. Kamer vervuld

Troost der be O boomgaard vi

368

-ocr page 377-

ONBEVLEKTE ONTVANGENIS. 369 0 goed daar wij naar weusohen, Naast God der ziele rust.

Gebenedijde aarde, Des priestersdoms vermaard, Gij heilig vat vol waarde,

Van de erfzond\' bewaard.

Stad van den grooten Koning, 0 sclioone Ooster poort,

I En aller deugden woning.

Naar onz\' gebeden boort.

v. Gelijk eene lelie staat onder doornen gepraamd.

| ii. Zoo is in Adams zaad Maria onge- j blaamd.

0 licht van mijn gemoed,

f Uit \'t maagdendom verkoren.

Smeek Hem die \'t al behoedt, Dat Hij ons wil verhooren.

Gehed. 0heilige Maria, enz. bl. 3(55. DE NONEN.

0 hoogverheven Vrouw, bl. 363. Eere zij den Vader, enz.

L 0 P Z A N G.

0 stad, daar wij naar vlugten;

24 quot;

-ocr page 378-

370 GETIJDEN Yi O toren, sterk gebc Van David, vrij vai Daar mijn\' ziel op l Gij waart gelijk c En ook gebenedijd, \'t Hoofd der lielschi 1 Vertreedt gij tot zij: Gij zijt die sterke Eu Judith ouverzaac Ebizaelis maagd geti Die den koning beb O Kachel, waard Hem die de wereld Wees van ons, uw O ed\'le Maagd, geg v. Gij zijt zuiver en O mijn sohoone v w. Gij hebt nooit er Gehad van den bf O licht van mijn a Uit \'t maagdendom Smeek Hem die \'t s Dat Hij ons wil ver Gebed. O heilige Mai

-ocr page 379-

BLAmVIJZKR.

Gebed om tijdelijken en eeuwigen zegen. 3S9

Gebed om reinheid des harten . . . , 291

Gebed om de liefde Gods......292

Gebed om eenen zaligen dood . . , . 294

Gebed van eenen Heer.......296

Gebed van eenen Dienaar......297

Gebed van eenen Kijken......298

Gebed van eenen Armen......299

Gebed in dagen van ziekte.....300

Gebed tot de heilige Maagd.....302

Gebed van eenen man tot zijnen Patroon. 303

Gehed van eene vrouw tot hare 1\'atrones. 305

Gebed tot den H, Josef,......306

Gebed tot den heiligen Beschermengel . 307 Gebed tot den heiligen Joannes Kepomu-

eenus...............309

Gebed tot de heilige Barbara om een

gelukkig sterfuur te hebben .... 310

Algemeen gebed.........310

Gebed bij een on weder.......312

lleisgebed...........314-

Gebeden voor zieken en overledenen . . 316 Litanie der heilige Kerk voor de stervenden ............32-t

Bij het sterven van den zieken .... 327

De Vesper-psalmen van den Zondag . . 340

Lofzang van de heilige maagd Maria. . 349

Gebeden onder het Lof. 456 Getijden van de onbevlekte ontvangenis

der allerheiligste maagd Maria . . . 363 Akte van toewijding aan de allerh. Maagden doopbelofte bij de eerste H. Communie. 375