-ocr page 1-

/?/o- //j ~2pl/

-ocr page 2-
-ocr page 3-

Vak 119

ENCYCLIEK

?AS OffiEN HEILPJ YADER

LEO XIII,

DOOR DE GODDELIJKE BARMHARTIGHEID

PAUS,

AA.N ALLE PATRI.Vl!(üIE\\r, PRIMATEN. AARTSBISSCHOPPEN EN BISSCHOPPEN DEK KATHOLIEK H WERELD. IX GUNST EN (iK-MEENSCH A P MKT DKN APOSTOLISCIIEX STOEL.

«lt;»QC»OOG0QC, •iquot;1 D\'JOOO4?®!?®» ----

WEERT,

Sxnr.PKnsDRuiCKKiir.i VAN\' KMM. SMKKTS. 1882.

274

-ocr page 4-
-ocr page 5-
-ocr page 6-
-ocr page 7-

^ V

n

EJCTCLIIK

VAN ONZEN H. VADER

LEO XIII,

DOOR DE GODDELIJKE BARMHARTIGHEID PAUS,

Aan alle Hatrlarclien, Primaten, Aartsbisschoppen en Bisschoppen der Hatholleke wereld, In gunst en gemeenschap met den Apttstollschen Stoel.

Eerwaardige Broeders, heil en apos tolls c hen zegen !

Door een zalig voorrecht raag het Christenvolk in een kort tijdsverloop de gedachtenis vieren van twee mannen, die reeds in den Heinel de eeuwige belooning der heiligheid genietend, op aarde een roemvolle schaar van leerlingen hebben nagelaten en zoo voortdurend de vrucht hunner deugden vernieuwen. Na het eeuwfeest ter eere van den H. Benedictus, den vader en wetgever der monniken in het Westen, doet zich de gelegenheid voor, op dergelijke wijze den zevenhonderdsten gedenkdag te vieren der geboorte van den H. Franciscus van Assisi.

Niet zonder reden mogen wij in dien samenloop een werk zien der goddelijke Voorzienigheid. Want

-ocr page 8-

— 2 —

door ons den geboortedag dier beide groote mannen te doen vieren, schijnt God de menschen te willen vermanen, dat zij zich dezer verdiensten herinneren, en tevens inzien, hoe weinig het betaamde, dat de geestelijke Orden, door hen gesticht, op zoo onwaardige wijze vervolgd werden, vooral in die Staten, welke zij door hun arbeid, hun geest en hun ijver tot beschaving en roem brachten. Wij vertrouwen, dat deze feestvieringen aan het Christelijke volk, dat de kloosterlingen immer en terecht als vrienden beschouwde, rijke vruchten zullen aanbrengen. Zooals het volk met een liefdevol en dankbaar hart den H. Benedictus vereerd heeft, zoo zal het voorzeker ook nu de gedachtenis van den H. Franciscus met opgewektheid en feestvreugde vieren. En die edele wedstrijd in vereering zal zich niet alleen bepalen tot het land, waar de Heilige het eerste levenslicht aanschouwde, niet tot de naburige landen die hij doorzijn verblijf verheerlijkte, zich beperken, maar zich uitstrekken tot alle deelen der aarde, waar de naam van Franciscus is doorgedrongen of die den bloei aanschouwen zijner werken.

Zulken ijver voor een zoo heilige zaak kan niemand voorzeker meer goedkeuren dan Wij, die van Onze jeugd af aan gewoon waren den H. Franciscus van Assisi te bewonderen en te vereeren. Wij gaan er groot op, tot de Orde van den H. Franciscus te behooren, en meer dan eens hebben Wij met gevoelens van godsvrucht de kerk bezocht op den Alvernia. Daarquot; vertoonde zich voor Ons, waarheen Wij ook Onze schreden richtten, het beeld van den grooten man en stemde de eenzaamheid Onzen geest tot stille overdenking.

Evenwel hoe lofwaardig die ijver ook zij, voldoende

-ocr page 9-

is hij niet. Want wij moeten wel in het oog houden dat die vereering den H. Franciscus het aangenaamste wezen zal, welke voor degenen, die ze hem bewijzen, voordeelig is. En zoo zal de eer hem bewezen het vruchtbaarst zijn, wanneer de menschen zijn deugden bewonderen en tevens door zijn navolging beter pogen te worden. Doen zij dit met ijver, dan zal met Gods hulp daarin een zeer goed en afdoend geneesmiddel tegen de kwalen van dezen tijd worden gevonden. Daarom richten Wij dit schrijven tot u, Eerwaardige Broeders, niet enkel om openlijk getuigenis te geven van Onze vereering van den H. Franciscns, maar ook om u aan te sporen, dat gij in vereeniging met Ons ten heil der menschheid zoudt arbeiden, om voor uw volk het bedoelde geneesmiddel te bereiden.

De Verlosser van het menschdom, Jesus Christus, is de onvergankelijke en voortdurende Bron aller genaden, die ons uit Gods onbegrensde goedheid toekomen, zoodat Hij, die eenmaal de Redder der wereld was, in alle tijden haar Redder blijft. «Want geen andere naam is den menschen gegeven, in welken zij kunnen zalig worden.quot; (1) Wanneer derhalve het menschdom, ten gevolge van de zwakheid zijner natuur of door eigen schuld op een dwaalspoor geraakt, een bijzondere hulp behoeft om weder in het rechte spoor te komen, dan moet het zich tot Jesus Christus wenden en in Hem zijn laatste en zekerste toevlucht zien. Want zijne Goddelijke kracht is zoo groot en vermag zooveel, dat zij alle gevaren kan doen wijken en alle kwalen genezen. Zeker zal die genezing dan komen, wanneer het menschdom tot erkenning der goddelijke Wysheid en tot een leven naar de leer

(1) Ael. IV, \\i.

-ocr page 10-

des Evangelies terugkeert. Wanneer de genoemde kwalen dreigen en de door God bestemde tijd van vertroosting is aangebroken, dan verwekt hij een man op aarde, een buitengewonen en uitstekenden man, aan wien Hij het herstel van het algemeen welzijn als taak opdraagt. Zoo gebeurde het aan het einde der twaalfde eeuw en eenigen tijd later. De man voor dit groote werk was Franciscus. Genoegzaam bekend is die eeuw met haar deugden en gebreken. Diep was het katholiek geloof de gemoederen ingedrongen. Een heerlijk schouwspel was het, zoovelen, door godsvrucht bezield, naar Palestina te zien snellen om daar te zegepralen of te sterven. Maar reeds waren de zeden door losbandigheid bedorven, een vernieuwing van den christelijken geest was noodig geworden. Het wezen van de christelijke deugd is de verheven geneigdheid van den geest om alle moeielijkheid en alle lijden te verdragen : haar zinnebeeld is het Kruis, omdat wie Christus wil navolgen, het Kruis op zijn schouders nemen moet. Met die richting van den geest is het geringschatten verbonden van aardsche dingen en de zelfoverwinning, het gewillig en geduldig verdragen van wederwaardigheden. Eindelijk : de liefde tot God en tot de naasten is de meesteres en koningin van alle deugden. Haar kracht is zoo groot, dat alle moeielijkheden, die de plicht oplegt, verdwijnen, en ook de zwaarste lasten niet alleen dragelijk, maar zelfs zoet voorkomen.

Er heerschte een groot gebrek aan deze deugden in de 12e eeuw; want een aanzienlijk getal lieden waren toen als het ware verslaafd aan de tijdelijke zaken, of joegen met razernij eer en rijkdommen na, of brachten het leven door in weelde en verinaken. Eenigen hadden allen rijkdom in handen en

-ocr page 11-

wendden die macht aan als werktuig van verdrukking tegenover de ellendige en verachte menigte ; en zij zeiven, die, door hun stand, een voorbeeld voor de menschen hadden moeten zijn, hadden de smetten der algemeene ondeugden niet vermeden. De uitdoo-vingder christelijke liefde had de veelvuldige en dage-lijksche rampen van de ijverzucht, de afgunst en den haat tot gevolg gehad ; de gemoederen waren zóó verdeeld en vijandig, dat om de minste reden naburige steden elkander beoorloogden en de burgers tegen elkander de wapenen opvatten.

\'t Was in deze eeuw, dat Franeiscus verscheen. Met een bewonderenswaardige standvastigheid en een daaraan beantwoordenden eenvoud van zeden, beijverde hij zich door woord en daad het verheven beeld der christelijke volmaaktheid onder de oogen der verouderende wereld te plaatsen. Inderdaad, evenals de gelukzalige vader Doniinicus Guzman in die dagen de ongeschondenheid der goddelijke leer verdedigde en, gewapend met den fakkel der christelijke wijsheid, de verdorven dwalingen der ketterijen terugwierp, evenzoo verkreeg Kranciscus, door God tot groote daden geleid, de genaden om de Christenen tot de deugd aan te zetten, en tot de navolging van Christus hen terug te brengen, die veel en langen tijd hadden gedwaald. Voorzeker was het niet door toeval, dat deze evangelische raadgevingen de ooren van den jongeling bereikten : Gij zult noch goud noch zilver bezitten, noch yeld in uwe yovdels, noch reiszak voor den weg, noch twee kleederen, noch schoenen, noch staf (2). En verder : Wilt gij volmaakt zijn, verkoop

(2) Mat\'h. X, 9-10.

-ocr page 12-

alles wat gij bezit, geef er dm prijs van aan den arme en volg mij. (3)

Dezen raad uitleggende als rechtstreeks tot hem gericht, maakt hij zich terstond van alles los, verandert van gewaad, aanvaardt de armoede als genoote en gezellin voor zijn verdere leven, en neemt het besluit, dat deze groote voorschriften van deugd, -welke hij met edelen en verheven geest had omhelsd, de grondregels zullen zijn van zijne Orde. Van dien tijd af\' ziet men hem, te midden der zoo groote verwijfdheid en der overdreven weekelijkheid, die hem omringt, op dezen ruwen en moeielijken weg voortschrijden: hij bedelt zijn voedsel van deur tot deur, en de beleedi-gendste spotternijen van een dwaas gepeupel verdraagt hij niet alleen, maar hij zoekt die met bewonderenswaardige gretigheid. Ongetwijfeld, hij had de dwaasheid van het Kruis van Christus omhelsd, en hij beschouwde haar als absolute wijsheid ; verder doorgedrongen in het begrip dezer verheven mysteriën, zag en besefte hij, dat hij in niets beters zijn roem kon stellen.

Met de liefde voor het Kruis drong in het hart van Franciscus een brandende christelijke liefde, en spoorde hem aan, den christen naam met ijver te verbreiden, zelfs met blootstelling van zijn leven aan de grootste gevaren. Hij omvatte alle menschen in deze liefde, doch vooral had hij de armen en geringen lief, zoodat hij het meeste behagen scheen te vinden in hen, die gewoonlijk door anderen werden vermeden of hoogmosdiglijk veracht. Zoodoende berrees hij groote diensten aan de broederlijke liefde, door welke Jesus

(3) Mallli. XIX. 21.

-ocr page 13-

Christus, lifiar herstellende en vervolmakende, van het cfeheele menschdom als één huisgezin heeft gemaakt, gesteld onder het gezag van God, aller ge-schappelijken vader.

Door zoovele deugden, en vooral door een zeldzame gestrengheid van leven, legde deze zoo heilige man er zich op toe, in zich zeiven zooveel hij vermocht, het. beeld van Jesus Christus terug te geven. Een kenteeken der goddelijke Voorzienigheid schijnt uien ook hierin te moeten zien, dat het hem gegeven was, zelfs in uiterlijke gedaante op den Verlosser te gelijken. Evenals Jesus Christus namelijk, werd Franciscus geboren in een stal, en had als pasgeborene. gelijk Jesus, tot bed de aarde bedekt met een handvol stroo. Naar men zegt, werden op dat oogen-blik hemelsche koren van engelen en gezangen in de lucht gehoord, welke de gelijkenis nog treffender maakten.

Gelijk Christus voor Zijn Apostelen had gedaan, voegde hij zich eenige uitgelezen mannen toe, aan wie hij gelastte als boden van den christelijken vrede en het eeuwige heil de verschillende landen te doorkruisen. Van alles verstoken, uitgejouwd, door de zijnen verloochend, had hij ook dit nog met Jesus Christus gemeen, dat hij zelfs geen steen wilde, om er zijn hoofd op neer te leggen. Hierbij komt nog deze hoogste trek van gelijkenis, dat hij op den berg Alvernia, als op zijn Kalvarie-berg, door een tot dan toe ongehoord wonder, als het ware de kruisiging onderging, en de indrukken der heilige stigmata in zijn lichaam ontving.

Wat Wij hier vermelden, is niet minder verheven

-ocr page 14-

door de wonderbare toedracht als beroemd door de lofprijzingen der eeuwen. Toen de H. Franciscus in een van liefde brandende beschouwing der wonden van den Zaligmaker verslonden was, als het ware in zich haar smartelijke uitwerking verlangde te gevoelen en dorstend scheen te drinken, vertoonde zich eensklaps een van den Hemel gedaalde engel voor hem; van dezen straalde een geheime kracht uit, en Franciscus voelde zijn handen en voeten als met nagelen doorboren en den steek van een scherpe lans in zijn zijde. Van toen af blaakte zijn ziel van liefdegloed; tot aan het einde zijns levens droeg hij de levende indrukselen van de wonden des Zaligmakers.

Dergelijke wonderen, welke eerder moesten gevierd worden door de taal van engelen dan door die van menschen, toonen voldoende, hoe groot en waardig de man was, door God uitverkoren om zijn tijdgenooten tot de christelijke zeden terug te roepen. Zeker, in den tempel van den H. Damianus was het een meer dan menschelijke stem, die door Franciscus werd gehoord en tot hem zeide: «Ga, steun mijn wankelend Huis.quot; Niet minder bewondering verdient het hemelsche vizioen, dat Tnnocentius III heeft gehad, en waarin het dezen toescheen, Franciscus met zijne schouderen de met instorting dreigende muren der basiliek van Lateranen te zien steunen. Het doel en de zin van dit wonder zijn gebleken; het be-teekende, dat Franciscus in dien tijd een vaste stut en zuil moest zijn voor de christelijke maatschappij. En inderdaad aarzelde hij niet, zich aan het werk te zetten.

De twaalf, die zich het eerst onder zijne leiding stelden, waren als een klein zaadje, dat, door de gc -

-ocr page 15-

- 9 —

nade Gods en onder de bescherming des Pausen, weldra bleek te veranderen in een vruchtbaren oogst. Nadat zij heiliglijk waren gevormd naar het voorbeeld van Christus, verdeelde Franciscus onder hen de verschillende streken van Italië en Europa, om er het Evangelie te prediken; zelfs droeg hij eenigen hunner op tot Afrika door te dringen. Zij gehoorzamen — arm, onwetend en onbeschaafd vermengen zij zich met het volk; op kruiswegen en pleinen, zonder kansel of vertoon van taal, manen zij de menschen aan tot geringschatting van de aardsche goederen en tot de gedachten aan het toekomstig leven. En wonderbaar waren de vruchten van het streven dier in schijn zoo geringe werklieden. Een groote menigte, begeerig om hen te hooren, stroomde naar hen toe; men begon alsdan zijn zonden te beweenen, de beleedigin-gen te vergeten en, door het bijleggen der twisten, tot gevoelens van vrede terug te keeren. \'t Is ongelooflijk, hoe gretig, met welken onweerstaanbaren aandrang des gemoeds de volksmassa zich tot den H. Franciscus voelde getrokken. Zij volgde hem in dichte scharen, overal waar hij ging, en niet zelden richtten uit de bevolkte steden en dorpen de gezamenlijke burgers gemeenschappelijk tot hem de bede, dat hij hen onder zijn regel zou opnemen.

Aan dit verlangen dankt de Derde Orde van Franciscus haar ontstaan, waarin de heilige man eiken stand, eiken leeftijd, elk geslacht opnam, zonder daardoor de banden van \'t huisgezin of van tijdelijke bezigheden te verbreken. Die Orde werd door hem wijselijk voorzien met regels, die hij niet zoozeer aan ziek zeiven als wel aan de wetten des Evangelies ontleende, en die geen Christen te zwaar kunnen

-ocr page 16-

— 10 —

voorkomen. Immers zij behelzen niet anders dan de verplichtingen om aan de voorschriften van God en der Kerk te gehoorzamen ; partijschappen en twisten te vermijden ; eens anders goed te eerbiedigen; slechts voor de verdediging van godsdienst en vaderland de wapenen op te vatten : zedig te zijn in leefwijze en kleeding ; de weelde te ontvluchten, de gevaarlijke aanlokselen van dans en spel te vermijden.

Het valt licht te begrijpen, dat heilrijke gevolgen voortkwamen uit eene instelling, die, reeds in zich zelve nuttig, zoo uitnemend geschikt was om den storm dier tijden te bezweren. — Voor dat nut pleiten zoowel de Broederschappen van denzelfden aard uit de Dominicaner en andere Orden ontstaan, als de uitslag, waarmede de derde regel van Fran-ciscus werd bekroond. Inderdaad alom, van de laagste tot de hoogste klassen, ontstond er een streven, een ijver, een wedstrijd om in dien regel van Fran-ciscus te worden aangenomen. Lodewijk IX, Koning van Frankrijk en Elisabeth. Koningin van Hongarije, behoorden tot de eersten, die er naar trachtten ; in den loop der tijden werden zij gevolgd door vele pausen, kardinalen, bisschoppen, koningen en vorsten, die allen het kleed van Fratveiscns niet onvereenig-baar rekenden met hunne waardigheid. De leden van de derde Orde gaven blijk zoo van hun vroomheid als van hun moed om den katholieken godsdienst te beschermen ; en hebben zij door die deugden te lijden gehad van de afgunst der goddeloozen, nooit heeft het hun ontbroken aan datgene, wat alleen eervol en begeerlijk is, de goedkeuring van verstandige en brave mannen. Ja, Gregorius IX, Onze Voorganger, wmsohte hun ia \'c openbaar geluk mei

-ocr page 17-

—11 —

hun geloof en hun kracht, en aarzelde niet hen door zijn gezag te verdedigen en hun den eerenaam van Strijders voor Christus van andere Macchnheën toe te kennen. En die lof was niet overdreven. Die Orde immers was een machtige steun voor het heil der maatschappij; hare leden streefden er naar, op het voorbeeld en het voorschrift van hun stichter, volgens hun vermogen de sieraden der christelijke deugd in den Staat te doen herleven. Ongetwijfeld door hun toedoen, door hun voorbeelden, zijn dikwijls de twisten der partijschappen uitgedoofd of in hevigheid verminderd ; is menigmaal het zwaard aan de opgezweepte menigte ontrukt; is menige oorzaak van oneenigheid en verdeeldheid weggenomen; menige leniging voor ellende en verlatenheid bereid ; is de wellust gebreideld, die de fortuinen verslindt en het werktuig is van het bederf. De huiselijke vrede, de openbare orde, de reinheid en verzachting der zeden, het recht gebruik van en de eerbied voor den eigendom, de beste waarborgen voor beschaving en geluk, als uit hun stam ontspruiten zij aan dien derden regel der Franciscanen ; en Europa is het behoud dier goederen voor een aanzienlijk deel aan Franciscus verschuldigd.

Meer evenwel dan eenig volk heeft Italië aan Franciscus te danken ; vooral het tooneel van zijn deugden, heeft Ttalië \'t meest zijn weldaden genoten. Eu wel in een tijd, waarin zoo velen om zoo menig belang strijd voerden, was hij het altijd, die den onge-kige en verlatene de hand ter hulp aanbood : rijk in zijn uiterste armoede, hield hij nimmer op de ellende van anderen te verlichten, en dacht niet aan zich zeiven.

Zoet klonk in zijn mond de nieuwe taal van zijn

-ocr page 18-

- 12 —

vaderland: de macht zijner liefde en zijner poëzij tevens sprak hij uit in liederen, voor liet volk bestemd, maar die een later en geleerd nageslacht heeft bewonderd. Bij den naam van Franciscus heeft een bovenmenschelijke bezieling, een geestdrift onze land-genooten aangegrepen, en in het vereeuwigen van zijn daden wedijverden penseel en beitel en graveerstift onzer grootste meesters.

Alighieri heeft hem bezongen in verzen zoo verheven als zoetvloeiend ; Cimabue en Giotto hebben met de verven van Parrhasius zijn daden vereeuwigd ; de groote bouwmeesters hun talenten gewijd öf aan de versiering der grafstede van den arraeu man öf aan den tempel van »Maria der Engelen,quot; de getuige van zoovele en zoo groote wonderen. Naar die beide tempels komen van alom ontelbaren heen, om den vader der armen te vereeren, die zich van alle dingen der menschen beroofde, maar wien in ruime en overvloedige mate de gaven der goddelijke Goedheid zijn toegestroomd.

Duidelijk is het derhalve, dat de christelijke en burgerlijke samenleving aan dien enkelen man onnoemelijk veel heeft te danken. Maar dewijl zijn geest, geheel bij uitnemendheid christelijk, voor alle tijden en plaatsen even heilzaam is, valt er niet aan te twijfelen, of ook in onzen tijd zullen de instellingen van Franciscus zegenrijk werken. Te meer wijl op meerdere punten overeenkomst tusschen dezen tijd en dien van Franciscus bestaat. Evenals in de twaalfde eeuw, zoo ook is nu de goddelijke Liefde niet weinig verflauwd ; deels door onwetendheid, deels door zorgeloosheid, wordt menige Christenplicht verwaarloosd. Eenzelfde drift, eenzelfde toeleg om zich de gemakken des levens te verschaffen, om gretig

-ocr page 19-

- 13 -

de genoegens na te jagen. Door wellust verarmd, verkwist men zijn eigendom, maar begeert eens anders goed ; men spreekt luide van broederschap, maar voegt geen daad bij de woorden. Eigenbaat, ziedaar de drijfveer ; de zuivere liefde voor de geringen en armen gaat hoe langer zoo meer verloren. In Fran-ciscus\' tijd had de veelhoofdige ketterij der Albigen-sen, door de menigte tegen de macht der Kerk aan te hitsen, tegelijk de rust der Staten verstoord en den weg gebaand tot een zeker soort van Socialisme En in onze dagen hebben zich weder talrijker de begunstigers en voortplanters van het Naturalisme. verheven, die hardnekkig aan de Kerk alle gezag ontzeggen, en, gelijk van zelf spreekt, niet halverwege blijven staan, maar ook het burgerlijk gezag niet sparen ; geweld en opstand van het volk goedkeuren; den grond tot algemeen eigendom verklaren ! de hartstochten vleien van degenen die niet bezitten, en de grondslagen van het huisgezin en den staat ondermijnen.

Bij zoo vele en zoo groote gevaren is het u ongetwijfeld duidelijk. Eerwaardige Broeders, dat onze hoop zich vestigen kan op de instellingen van Francis-cus, wanneer zij in hun vroegeren toestand werden hersteld. - - Bloeiden zij, dan zou ook vanzelf geloof en liefde en alle Christendeugd een lioogen trap van bloei bereiken; dan zou de ongeoorloofde zucht naar vergankelijk goed wijken, en zou \'t niet moeilijk vallen — wat aan velen een zware en ondragelijke last toeschijnt — zijn begeerten met kracht te onderdrukken. Door de banden van ware broedermin verbonden, zouden de menschen elkaar beminnen, en passenden eerbied hebben voor de armen en onge-lukkigen, als dragende in zich het beeld van Chris-,

-ocr page 20-

— 14 —

tus. Verder: zij, die geheel doordrongen zijn van den Christelijken geest, rekenen liet zich ten\' plicht aan de wettige overheden te gehoorzamen en eens anders rechten te eerbiedigen ; door dien geest worden op de zekerste wijze alle verkeerdheden op dit gebied niet den wortel uitgeroeid, als het geweld, de beleedigiugen, het altoos verlangen naar iets nieuws de nijd tusschen de verschillende klassen der sarnen. leving, allen oorzaken en wapenen tevens van het Socialisme. — Eindelijk liet groote vraagstuk, dat reeds zooveel arbeid vorderde van de beoefenaars der stïiatswetenschap : de verhouding van rijken en armen zal het best worden opgelost door de vaste overtuiging, dat de armoede geen schande is; dat de rijke barmhartig en vrijgevig, de arme met zijn lot en handwerk tevreden wezen moet, en dat, daar geen van beiden voor deze vergankelijke goederen is geschapen, de arme door geduld, de rijke door mildadigheid den hemel moet verwerven.

Om deze redenen was het reeds lang Onze vurige wensch, dat iedereen naar zijn vermogen zich mocht toeleggen op de navolging van Franciscus van Assisi. En daarom, gelijk Wij voorheen altijd voor de derde Orde van dien Heilige een bijzondere belangstelling hebben gekoesterd, zoo vermanen Wij nu, door Gods oneindige Goedheid tot het Opperpriesterschap verheven, bij deze zeer geschikte gelegenheid, de Christenen, dat zij zich beijveren in die heilige strijdmacht van Jesus Christus zich te doen opnemen. Ree.is worden er alom gevonden van beider kunne, die met blijden geest het voetspoor volgen van den Serafijn-schen Vader. Hun voorbeeldigen ijver prijzen Wij en keuren Wij ten hoogste goed, terwijl Wij wenschen, dat, vooral door uwe medewerking. Eerwaardige

-ocr page 21-

— 15 —

Broeders, het getal derzulken meer en meer moge toenemen. En met deze vermaning mogen Wij vooral ook een andere niet achterhouden ; dat namelijk zij, die zich met de insigniën der boetvaardigheid hebben bekleed, zich het toonbeeld voor oogen stellen van hun heiligen Stichter, en er naar streven dit te bereiken. Immers, zonder dit zou het eerste hun niets baten. Derhalve stelt uwe pogingen in het werk, dat de derde Orde bekend worde en naar waarde geschat; zorgt dat zy, die met het bestuur der zielen belast zijn, het volk met haren aard bekend maken, verklaren, hoe gemakkelijk een ieder er aan deel kan nemen, wat groote voordeelen zij tot heil der zielen waarborgt, hoeveel zegen zij zal aanbrengen zoowel voor den mensch in het bijzonder als voor de samenleving. Te meer moet gü daartoe uwe krachten inspannen, naarmate de leden der eerste en tweede Orde van Franciscus onder zwaarder vervolging in deze dagen gebukt gaan. O mochten zij, verdedigd door de voorspraak van hun Stichter, weldra krachtig en bloeiend uit zóóveel beproeving te voorschijn treden ! Wij vragen die deelneming en verwachten haar met recht vooral van de bewoners van Italië, wien de liefde voor hetzelfde vaderland en een groo-ter toevloed van ontvangen weldaden ook duurder verplichtingen en hartelijker dankbaarheid jegens Franciscus opleggen. En zoo zon nog na zeven eeuwen Ita-lië\'s volk en giinscli de Christenwereld van beroering tot kalmte komen, van liet verderf tot de redding en het danken aan den man van Assisi. Dat zullen wij gezamenlijk, in deze dagen vooral, Franciscus sinee-ken; dat zullen wij zoeken te verkrijgen van de Allerzaligste Maagd en Moeder Gods Maria, die de liefde en trouw van haren dienaar altijd door hare he-

-ocr page 22-

IJïï^rr

— 16 -

melsche bescherming en bijzondere gunsten heeft be loond.

Intusschen geven Wij ü, Eerwaardigen Broeders eu uwe geestelijkheid benevens aan ieder van het hui toevertrouwde volk den apostolischeu zegen, als orv derpand der hemelschen gunsten eu als lie wijs vai Onze bijzondere genegenheid.

Gegeven te Eome bij St Pieter, 17 September 1882 in het vijfde jaar van Ons Pausschap.

LEO PP. XIII.

-ocr page 23-
-ocr page 24-
-ocr page 25-