-ocr page 1-

DE HYDROBROMAS HOMATROPINL

J. L I DE GLOPPER.

ACADEMISCH PROEFSCHRIFT

HAARLEM, J. F. HAESEKER amp; Co. 188^.

-ocr page 2-
-ocr page 3-
-ocr page 4-

\'

quot;

r\'

_

-ocr page 5-

BE HYDROBROMAS HüMATROPINI.

-ocr page 6-

Stoomdrukkerij van J. F. Haesekek amp; Co. te Haarlem.

-ocr page 7-

DE ÏÏYDROBROMAS HOMATROPINL

ACADEMISCH PROEFSCHRIFT

TEK VEKKKIJGING VAN DEN GRAAD VAN

D octor in de Geneeskunde,

AAN DE RIJKS-UNIVERSITEIT TE LEIDEN,

OP GEZAG VAN DEN RECTOR MAGNIFICUS

DB. P. VAN GEER,

HOOGLEERAAR IN DE FACÜLTEIÏ DER WIS- EN NAÏUURKUNDIi, VOOR DE FACULTEIT TE VERDEDIGEN op Saterdag den 28\'\'quot; October 18S2, des namiddags ten 3 ure

DOOR

JAN LEENDERT JOHANNES DE GLOPPER,

GEBOREN TE ELLEMEET (Zuei.AND). -----

HAARLEM, J. F. HAESEKER amp; Co. 1882.

-ocr page 8-
-ocr page 9-

AN MIJNE PuDERS.

-ocr page 10-
-ocr page 11-

Voor ongeveer drie jaren zag\'en de resultaten der proefnemingen met mydriatica en myotica van Dr. Jaarsma het licht. ■—-

De mydriatica, wier werking hij onderzocht, waren: Sulph. gelsemini, sulph. atropini, sulph. datu-rini en sulph. duboisini. —

Op pag. 65 en 66,1 waar hij de onderlinge werking dier mydriatica nagaat, merkt hij op, dat de Sulph. gelsemini zich voor het oogenonderzoek, wat den duur der werking op de pupil en de accommodatie aangaat, tegenover de andere mydriatica zeer zou aanbevelen, ware de sterktegraad der oplossing daarvoor noodig, niet van dien aard, dat er storende verschijnselen (prikkeling in den conjunctivaal-zak, sterke vaatinjectie der conjuctiva en braakneiging) optraden. Hij schrijft hieromtrent het volgende: „Wanneer men sulph. atropini in het oog „druppelt met het doel de pupil te verwijden of de

1

Zie Academisch proefschrift Willem Jaarsma 1880.

-ocr page 12-

„accommodatie op te heffen voor een onderzoek en „verder niet, is hare langdurige werking voor den „patiënt zeer lastig en onaangenaam, waarom het „denkbeeld is opgeworpen in een zoodanig ge-„val gebruik te maken van de sulph. gelsemini, „omdat na indruppeling hiervan de mydriasis en „accommodatieparalyse binnen 24 uren voorbij-„gaan. \'t Is mogelijk, dat een ander praeparaat van „de gelseminum niet zulke onaangename nevenverschijnselen veroorzaakt, maar uit mijne onderzoekingen blijkt, dat de sulph. gelsemini voordat „doeleinde niet gebruikt kan worden, want om ze-„ker te zijn, dat er eene accommodatie paralyse „zal ontstaan, moet men eene oplossing nemen, die „sterker is dan en dit is wegens de subjectieve „verschijnselen niet geoorloofd.quot;

Mag alzoo na deze uitspraak de sulph. gelsemini geene plaats in de rij der middelen innemen , die de Ophthalmoloog behoeft; het Homatropinum Hydro-bromatum, een middel kort na het verschijnen der dissertatie van Dr. Jaarsma ontdekt, schijnt zich voor het onderzoek der oogen in alle opzichten aan te bevelen

Alvorens dit nader uiteen te zetten en met de noodige bewijsgronden te staven , willen wij korte-lijk nagaan, wat de jongste ontdekkingen van La-denburor o-eleerd hebben.

O O

In het jaar 1880 werden in de Deutsche Chemische Gesellschaft te Berlijn door A. Ladenburg Prof. te Kiel, de resultaten medegedeeld zijner on-

-ocr page 13-

derzoekingen omtrent de kunstmatige Tropeïnen.

Hij had Tropin en Tropazuur (beide lichamen, verkregen door inwerking van Baryt op de gewone Atropine) zooals Krant en Lossen geleerd hadden , bij elkander gevoegd en met Zoutzuur beneden een temperatuur van iooquot; behandeld en zoodoende wederom de oorspronkelijke Atropine terugbekomen ; altans uit de eigenschappen, die dit lichaam in vergelijking met dat uit de natuur verkregen vertoonde, bleek zeer zeker beider identiteit.

Ziehier een overzicht der voornaamste eigenschappen , waaruit Ladenburg tot hunne identiteit besluit.

Atropine verkrocreii uit plniitou.

Kristalvorm. Glinsterende naalden.

Srtïeltpunt. II3gt;5quot;-

Verhouding te-I Bewerkt in eene zeer ver genoverTannine. dunde onzijdige oplossing van het chloorhydraat een wit, in verdund Zoutzuur een gemakkei ijk oplosbaar

Kunst matige Atropine.

eveneens. 113-5n-

eveneens.

eveneens.

eveneens.

eveneens de kristal

geel

g611

Kaliumkwikzil-

verjodide. Jod in Jodkalium.

Pikrine zuur.

Goudchloride.

neerslag

In zure oplossing een wit eveneens, kaasachtio; neerslag.

lt;!gt; O

Bruine olie, die na eeni-gen tijd kristalliseert.

In maticj verdunde en zure lt;_gt;

oplossingen ontstaat een mooi kristallijn neerslag.

Brengt in zure oplossiu-een

olieachtig

-ocr page 14-

4

Atropine verkregen uit planten.

neerslag teweeg, dat na eenigen tijd kristalliseert;

de droocre kristallen beoin-

O O

nen bij 135° te smelten.

Door invoerino\' Wordt de alcoholische

O

van Cyaangas. oplossing der basis rood. Bij verwarming

met Hj S O4 en Benzoëreuk.

K, C,., O.en daarna

watertoevoeg-ina--

O O

Bij verwarming Zwakke oranjebloesemmet H S O . reuk.

2 -1

De mydriatische werking van deze kunstmatige Atropine werd door Prof. Völckers nagegaan ; hij vond dat bij indruppeling van drie druppels eener 1% oplossing van het chloorhydraat dezer basis eene maximale verwijding der pupil en volkomen opheffing der accommodatie volgden, die ongeveer een week aanhielden.

Hensen en Falck onderzochten de physiologische werking dier kunstmatige Atropine en vonden, evenals Schmiedeberg, Koppe en von Ruckert dit voor de in de natuur voorkomende Atropine hadden aangetoond, dat het door Muscarine tot stilstand gebrachte hart bij toediening der kunstmatige Atropine wederom begon te kloppen.

Deze kunstmatige Atropine (Tropazure Tropeïn) nu werd het uitgangspunt voor een reeks van andere onderzoekingen. Was het Ladenburg gelukt uit Tro-

Kunst matige Atropine.

lenbegin-nen bij 134quot; te smelten, eveneens.

eveneens, eveneens.

-ocr page 15-

5

pazure Tropin, Atropine te verkrijgen, het gelukte hem eveneens uit Salicylzure Tropin, Salicyltropeïn te maken. Zoo kon hij door behandeling van andere zuren met Tropin en Zoutzuur verschillende Tro-peïnen te voorschijn roepen b. v. het Phtalzuur geeft met Tropin, Phtalyltropeïn, dat in reactien overeenkomt met Atropine, doch daarvan onderscheiden is door de vorming van een moeielijker oplosbaar platinadubbelzout.

Amandelzuur (Phenylglycolzuur) Cu Hrgt;IIcooH geeft met Tropin (Cs Hi-, N O), Amandelzure Tropin Cm lijn N O/,, die, behandeld met Zoutzuur, eene stof doet geboren worden, welke den naam draagt van Homatropine Cm 11.i N 0:!. Reeds na weinige uren worden er ruime hoeveelheden dezer basis af-gfescheiden en laat men de inwerkingf eeniw darren

O O O «-gt;

op een waterbad aanhouden, dan verkrijgt men een zeer groote kwantiteit. Uit de zoutzure oplossing prae-cipiteert door kalium-carbonaat een niet hard wordende olie, die door chloroform onttrokken wordt en na destillatie van het oplosmiddel als olie terug-blijft. Tot verdere zuivering wordt zij in verdund Zoutzuur opgelost en als gouddubbelzout of als pi-kraat neero-eslasjen. Deze beide verbindincren laten

O O O

zich in heet water omkristalliseeren en zuiveren. Uit de goudverbinding verkrijgt men door zwavelwaterstof, Zoutzure Homatropine; het pikraat kan men ontleden met kalium-carbonaat en met chloroform uitschudden.

Het was Ladenburg niet gelukt de Homatropine

-ocr page 16-

ó

in een anderen als den olievorm over te brengen ; aan Merck in Darmstadt komt de eer toe, ze in kristallijnen toestand omgezet te hebben; volgens zijne bepaling is het smeltpunt gelegen tusschen 95.5quot; en 98.5quot;.

De 1 lomatropine biedt verder de volgende reactiën aan, met Kaliumkwikjodide geeft zij een wit kaasachtig neerslag; met Kwikchloride een witte olie; door Jod in Jodkalium ontstaan gele kristallen en eene zwarte olie; door Platinchloride in geconcentreerde oplossing wordt een amorph praecipitaat geboren en bij verdamping van het fikraat vormen zich naalden.

Het Bromhydraat laat zich in tegenstelling met het Chloorhydraat zeer gemaklijk in kristalvorm brengen.

Zeergroote voordeelen bieden zoowel het Broomhy-draat als het Chloorhydraat wat hunne mindere giftigheid betreft boven de Atropine aan; 0,050 Gram Homatropinum hydrochloratum aan een hond toegediend bracht verwijding der pupil, versnelling van den hartslag en droogheid der tong te weeg, terwijl het dier in even vroolijke stemming bleef.

De voorzichtige proefnemingen met Homatropinum hydrobromatum (35 in getal) door Dr. Fronmüller op den mensch genomen, hebben geleerd, dat eerst bij toediening van 60 mGr.flrc? die eenige geringe blijken van vergiftiging te bespeuren waren. Hij gaf eerst zeer kleine, allengs stijgende doses en wel in pillenvorm driemaal daags. Bij de genoemde dosis van 60 mGr. nu kwam geene pupilverwijding tot stand.

Schreef ik hierboven neder, dat het Homatropi-

-ocr page 17-

7

num hydrobromatum zich voor het onderzoek der oogen in ieder opzicht schijnt aan te bevelen, uit mijne onderzoekingen wensch ik dit nader te staven.

Die onderzoekingen hadden ten doel de werking na te gaan, die het Homatropinum Hydrobromatum op de grootte der pupil en de accommodatie uitoefent.

Ter bepaling van de grootte der pupil bediende ik mij van den bekenden pupillometer van Prof. Doijer. Aan dit instrument meende ik boven alle anderen om de volgende redenen, de voorkeur te moeten geven :

1°. Omdat de aflezing bij eenige oefening zeer gemaklij k valt,

2quot;. Omdat de grootte der pupil tot een tiende mM. kon bepaald worden,

3°. Wijl men daarbij over daglicht beschikt en mij het gebruik van kunstlicht niet verkieselijk toescheen.

Ter verduidelijking van dit laatste wil ik mij, eenige toelichting veroorloven. De proeven werden genomen telkens op één oog in de langste dagen van het jaar. Vele uren van den dag kon ik dus, al naar gelang ik zulks noodig achtte van het daglicht, dus tamelijk constant licht, gebruik maken. Mocht af en toe een donkere wolk dit licht wat temperen, zoo gaf de pupil van het niet ingedrup-pelde oog ons dit telkens duidelijk aan. Deze waarde werd door mij in rekening gebracht bij de verandering, die tegelijk de pupil van het ingedruppelde oog onderging (zij werd in gedachten door mij afgetrokken), ofschoon men daarbij rekening dient te houden

-ocr page 18-

8

met het feit, dat een gecontraheerde of paretische spier op een prikkel anders kan reageeren, dan een normale spier. Het laat zich denken, dat bij constant licht de gang der grootte van de pupil van het in-gedruppelde oog ons een eenigzins anders verloopende lijn zou gegeven hebben, doch het verschil (hoogstens i of 2 tiende mM.) zou in ieder geval van weinig beteekenis geweest zijn. Inbreuk op de waarde der proefnemingen wordt naar mijne meening door de schommelingen in de lichtintensiteit niet gemaakt.

De Optometer van Prof. Donders was mij dienstig bij het bepalen van het punctum proximum. Dit werd bepaald door den afstand te meten van de voorvlakte der cornea tot aan het punt, waarop de kleinste letterproeven van Snellen duidelijk gelezen werden.

Ter bepaling van het punctum remotum dienden mij de letterproeven van Snellen ; de geobserveer-den werden op zes Meter afstand geplaatst, waarbij de refractie tegelijk door positieve of negatieve lenzen geverifieerd werd.

Verder bleek \'t mij, dat ik mij slechts van zeer intelligente personen bedienen mocht, omdat ik voor een goed deel afhankelijk was van juiste en vertrouwbare opgaven; dezen hoogstgewaardeerden bijstand ondervond ik van eenige studenten dezer Hoogeschool, die tijd, moeite, noch tijdelijke gezichtstoornis ontzagen om mij behulpzaam te zijn. Voor de opofferingen die zij zich om mijnentwil getroostten, breng ik hun mijn oprechten dank.

Bij de indruppeling liet ik het hoofd achter over

-ocr page 19-

9

houden, één druppel in den conjuncdvaalzak vallen en daarop de oogen eenige seconden gesloten houden. Zooveel mogelijk dus werd er zorg gedragen, dat den onderzochten personen een gelijk quantum eener oplossing werd ingedruppeld.

Ik begon mijne proeven met eene solutie van Vsoo en verminderde allengs dien sterktegraad tot dat eerst oreen accommodatiestoornis, maar wel di-latatie en eindelijk ook deze laatste niet meer te constateeren viel. Later ging ik nog de werking na, die eene i % oplossing, dus eene sterkere, teweegbrengt, wijl ook met dezen sterktegraad alle tot dusver bekende mydriatica onderzocht zijn.

Naar gelang de oplossing sterker of zwakker was, ging ik de grootte der pupil en de accommodatie in kortere of langere tusschenpoozen na t. w. om de drie en vijf minuten, om het kwartier, alle uren of zelfs om de twee uren.

Den tijd waarop ik na de indruppeling waarnam en de weersgesteldheid, die zich daarbij voordeed noteerde ik nauwkeurig; vooraf was natuurlijk de wijdte der pupillen bepaald, bij welke bepaling (de beide oogen geopend) het te onderzoeken oog in den kijker fixeerde.

Onderwierp dezelfde persoon zich herhaaldelijk aan mijne proefnemingen, dan gebeurde dit met een tusschentijd van minstens vijf dagen.

-ocr page 20-
-ocr page 21-

[ I

No. i.

M. P. Med. Cand. 25 jaar. Iris blauw. O. D. Emmet1quot;. Vis. I. O. S. » Vis. I.

O. S. ingedr. met Vmo Homatrop. Hydrobrom. \'s morgens 9.45 uur.

Pupil.

p.

p-

p.

r.

Tijcl van waarneming

O. D.

0. s.

O.D.

0. s.

O.D.

O. S.

Weersgesteldheid.

mM.

mM.

cM.

cM.

2.6

2.9

I 1.6

11.6

00

CO

9.45 uur.

helder.

2.5

3-5

11.6

13.2

11

IO—„

11

2.2

5.8

11.6

18

n

10. is,,

11

2

6.8

11.6

26

quot;it

11

10.30,,

11

2

7.2

11.6

00

11

10.75,,

11

2

7.2

11.6

00

11

11-30,,

11

2

7.2

11.6

00

11

11

12.30,,

11

2

6.s

11.6

21

11

11

2.30,,

11

2

6

11.6

19.5

11

11

3-oS «

11

2

5.4

11.6

IS.8

11

11

4-—«

11

2.1

45

11.6

I4.5

11

11

7-—n

11

4

6

11.6

I3-S

11

11

8.is,,

duister.

2.4

3

11.6

11.6

11

11

volgende morgen 10 uur.

betrokken.

2

2.5

11.6

11.6

11

11

volgende morgen 11.30 uur.

helder.

-ocr page 22-

12

No. 2.

H. dc J. 21 jaar. Iris blauw.

O. D. Emmeti\'. Vis I.

O. D. „ Vis 1.

O. S. ingedr. met Vjoo Homatrop. Hydrobrom. \'s morgens 7.45 uur.

Pu

Ml.

p

P\'

p.

r.

Tijd van waarneming

Weersgestel d h eid.

O. D. mM.

O. S. mM.

O.D. cM.

0. s.

1 cM.

O.D.

O. S.

2.5

2-5

I I

I I

co

co

7.45 uur.

helder.

2.4

4-5

I I

16.5

tl

11

8,- „

11

2

6

i r

25

11

VO

00*

11

2

6.5

11

43

11

8.30 „

11

2

6.7

11

co

11

11

00

11

2.2

7

11

00

11

11

9— „

mind, helder.

2

7

11

00

11

11

10.—„

helder.

2. I

7

11

ca

11

11

10.30,,

mind, helder.

2.2

7

11

00

11

11

11.—„

11

2.2

6.5

11

00

11

11

11 • 1511

11

2-5

6.3

11

00

11

11

quot;•30,,

betrokken.

2.5

6.2

11

* 00

11

11

ii-4S „

11

2.5

6.2

11

36

11

11

12.—„

99

2.4

6

11

30.5

11

11

12.50,,

11

2.4

S-5

11

20

11

11

1-45«

iets helderder.

2-3

4.8

11

16

11

11

3* 11

helder.

2.2

4-5

11

12.6

11

4-—r

2-3

4-3

11

11.7

11

11

5- 11

11

* De geobserveerde kan een enkel woord van de kleinste letterproeven op 48 cM. onderscheiden.

-ocr page 23-

13

Vervolg van No. 2.

Pupil.

p.

P-

P.

r.

Tijd van waarneming

O.D.

0. s.

O.D.

O. S.

O.D.

O. S.

Weersgesteldheid.

mM.

mM.

cM.

cM.

2-3

4-5

I I

II.5

co

00

5.3O uur.

helder.

2.4

4

I I

I I

•n

-1

6.- „

tl

2.5

4

I I

I I

n

volg.morgen,

8 uur.

li

2.4

3-5

I I

I I

11

10.30,,

*n

2.4

3-3

I I

I I

11

1-45 ,1

2.5

3

I I

I I

11

4-—1,

i*)

2.6

2.6

I I

I I

11

3e dag.

8 uur

T)

-ocr page 24-

14

No. 3.

H. de J. 21 jaar. Iris blauw. O. D. Emmet1\'. Vis I. O. S. „ Vis I.

O. S. ingedr. met 7,00 I lomatrop. Hydrobrom. \'s morgens 12 uur.

Pupil.

p.

P-

p

r.

Tijd van waarneming

O. D.

0. s.

O. D.

0. S.

0. i).

O. S.

Weersgesteldheid.

mM.

mM.

cM.

cM.

2.6

2.6

I I

I I

00

00

12 uur

helder.

2-5

3

I I

I I

V)

11

12.15

11

2.5

4

I I

12.9

11

12.30,,

11

2.4

47

I I

16.5

11

12-4S „

11

2.4

5

I I

16.5

11

11

I-—r,

11

2.4

5-5

11

18

1*gt;

11

I-IS „

11

2.4

5.6

I I

20

11

11

I-30„

11

2.4

5-6

I I

20

11

11

MS „

11

2.4

5-3

I I

17-S

11

11

2.— ,,

11

2.4

4.6

I I

12.6

11

11

3.30 „

11

2.4

4-S

I I

II.8

11

11

4 —„

11

2.6

4-5

11

11.8

V

11

4-30,,

11

2.6

4-5

I I

11.8

11

11

S-— n

11

2.6

4-S

I I

11.5

11

11

5-5° 11

11

2.6

4-S

I I

11

11

11

6.15,,

11

3

4-S

I I

11

11

11

6.4S r,

duister

2.5

2.5

I I

11

11

11

volgende morgen 9 u.

helder.

-ocr page 25-

15

No. 4-

\'J. L. J. de G. 25 jaar. Iris grijs. O. D. Emmet1\'. Vis. I. O. S. „ Vis. 1.

O. S. ingedr. met \'/400 Homatrop. Hydrobrom. \'s morgens 10 uur.

Pupil.

p.

P-

P. r.

Tijd van waarneming

O.D.

0. s.

O.D.

O. S.

O.D.

0. s.

Weersgesteldheid.

mM.

mM.

cM.

cM.

2-5

3

11.2

11.2

00

00

TO uur.

betrokken.

2-5

3

11.2

11.2

T)

11

IO.15 „

tl

2.5

4

11.2

12.2

11

I0.30 ,,

iets helderder.

2.5

4-5

11.2

l6

11

I0.45 11

2.2

5

I 1.2

l8

11

11

II.— „

quot;gt;•gt;

2

5

I 1.2

l8

11

11

11.1 5 ,,

helder.

2.2

5

I 1.2

l8

11

11

ii-45 11

betrokken.

2-3

5

I 1.2

IS

11

11

12.— ,,

donker.

2-3

5

I 1.2

l6

11

11

12.30 „

n

2.5

4-5

I 1.2

15

11

11

I-— 11

zeer donker.

2.2

4-3

11.2

14-5

11

11

i-30 „

iets helderder.

2.1

3-8

11.2

12.7

11

11

2.30 1,

•n

2.2

3-3

ll.2

11.2

11

11

3* fi

3-2

4-5

11.2

11.2

11

It

3-30 11

donker.

2.7

3-8

11.2

11.2

11

11

4-— 11

3

4

II.2

11.2

11

11

5-— ,1

3-2

3-2

11.2

11.2

11

11

volgende morgen 9 u.

helder.

-ocr page 26-

i6

No. 5.

J. L. J. de G. 25 jaar. Iris grijs. O. D. Emmef. Vis. I. O. S. „ Vis I.

O. S. ingedr. niet Vsoo Homatrop. Hydrobrom. \'s morgens 10 uur.

Pupil.

i\'.

P-

p.

r.

Tijd van waarneming

Weersgesteldheid.

O D. mM.

0. s.

111M.

O. D. cM.

O. S. cM.

O.I).

ü. S.

10 00

3-

I 1.2

I 1.2

00

00

IO uur.

betrokken.

2.6

3-S

I 1.2

I 1.2

11

IO.3O „

2-5

4.1

I 1.2

I2.S

11

n

IO.45 »

2.3

4-5

II.2

13

•gt;1

n

II.— „

ÏJ

2.3

4:5

I 1.2

13

11

quot;•15 „

2-3

4-5

11.2

12.3

11

11

I1-30 „

2-3

4 2

I 1.2

12

11

11

II-4S »

2.4

4

I 1.2

11.6

11

n

12.—„

1)

2.4

4

I 1.2

11 -6

ti

n

12.15 «

ff

2.4

4

II.2

quot;•3

n

12.30 „

ff

2.4

4

I 1.2

11.2

n

n

I-— „

ff

2.4

3-5

I 1.2

11.2

rt

11

1-30 «

ff

2.4

3-5

I 1.2

11.2

n

11

3- yt

helder.

2.4

3

11.2

11.2

n

11

6.-„

It

3

3-5

I 1.2

11.2

11

11

7-45 „

-ocr page 27-

•7

No. 6.

J. L. J. de G. 25 jaar. Iris grijs. O. D. Emmet1-. Vis. I. O. S. „ Vis. I.

O. S. ingedr. met V^oo Homatrop. Hydrobrom. s\'morgens 10 uur.

Pupil.

p.

P-

P.

r.

Tijd van waarneming

W eersgesteld h eid.

O. D. mM.

0. s.

mM.

O. D. cM.

O. S. cM.

O.D.

0. S.

3

3

I 1.2

I 1.2

00

00

10 uur.

helder.

3

3

I 1.2

I 1.2

T)

IO.I5 „

J}

3

3

I 1.2

I 1.2

IO.3O „

gt;1

2.7

3-5

11.2

I 1.2

11

11

10.4S „

))

2.7

4

I 1.2

II.7

ll

11

I I.— „

betrokken.

2-3

4

I 1.2

I 1.7

11

11

IMS „

iets helderder.

2.7

4

I 1.2

quot;•7

11

11

II-30 „

betrokken.

2.6

3-5

I 1,2

I 1.4

11

11

11-45 v

gt;gt;

2.6

3-5

I 1.2

I 1.2

11

11

12.— ,,

gt;»

2-5

3-3

I 1.2

I 1.2

11

11

I-— „

ff

2.6

3

I 1.2

I 1.2

11

11

2.— ,,

ff

3-5

4

11.2

I 1.2

11

11

3-45 „

donker.

-ocr page 28-

i8

No. 7.

J. L. J. dc G. 25 jaar. Iris grijs. O. D. Emmet1-. Vis. I. O. S. „ Vis. I.

O. S. ingedr. met \'/3200 Homatrop. Hydrobrom. \'s morgens 9.15 uur.

Pupil,

p.

P-

P. r.

Tijd van waarneming.

C). D.

0. s.

O.D.

O. S.

O. D.

O. S.

Weersgesteldheid.

mM.

mM.

cM.

cM.

3-3

3-3

11.2

I 1.2

00

co

9i5uur

donker

2.7

3-3

I 1.2

I 1.2

11

9-45 „

1)

2-S

4

I 1.2

I 1.2

11

■)i

10.— „

))

2-5

4

I 1.2

II.2

•n

ii

10.30 „

)*

2-5

4-5

11.2

I 1.2

n

11-— ,1

3

4-5

11.2

I 1.2

11-30 „

zeer donker

3-2

4

11.2

11.2

M

12.15 »

2-5

3-8

I 1.2

1 1.2

■gt;i

n

1.— „

donker

2

2-5

1 1.2

I 1.2

r)

2-30 „

helder

2.8

3-5

11.2

I 1.2

n

3- 11

donker

2.4

2.4

I 1.2

11.2

11

11

3-45 »

helder

-ocr page 29-

19

No. 8.

H. dc J. 21 jaar. Iris blauw. O. D. Emmet1\'. Vis. I. O. S. ,, Vis. I.

O. D. ingedr. met Vszoo Homatrop. Hydrobrom. \'s morgens 7.15 uur.

Pupil.

r.

P-

P.

r.

Tijd van waarneming.

Weersgestcld heid.

O. D. mM.

0. s.

mM.

0. D.

Ü. s.

O. D.

0. S.

cM.

cM.

2.7

2.7

I I

11

00

00

7.1 5 uur

helder

2.7

2.7

I I

11

n

ii

7.3O,,

n

2.7

2.7

11

11

j 1

)gt;

7-45 ..

)}

3

2.7

11

11

ii

8.— „

3

2-5

12.3

I I

11

8.15 „

zeer helder

3

2.6

12.1

1 I

ii

n

8.30 „

helder

3

2.6

li.8

11

a

1)

9-—„

f)

3

2.6

11.5

11

11

JJ

9-30„

J)

2.9

2.6

11

11

11

i)

10.— „

ff

2-5

2.5

11

11

11

1)

10.50,,

n

-ocr page 30-

20

No. 9.

Dr. J. IV. B. 25 jaar. Iris bruin.

O. D. Emmet1\'. Vis. I. O. S. „ Vis. I.

O. S. ingedr. met \'/3200 Homatrop. Hydrobrom. \'s middags 12 uur.

Pupil.

p.

P-

P.

r.

Tijd van waarneming.

O.D.

0. s.

O. D.

O. S.

O.D.

O. S.

Weersgesteldheid

mM.

mM.

cM.

cM.

2.5

2.5

IO.9

IO.9

00

00

12 uur.

helder.

2-5

3-5

IO.9

IO.9

it

I- — ,,

tt

2.6

3-5

IO.9

IO.9

11

j j

1 • 3° »

betrokken.

2.6

3-3

IO.9

IO.9

TJ

it

2.— ,,

tt

2.4

2.9

IO.9

IO.9

M

gt;}

2-30,,

helder.

2.5

3

IO.9

IO.9

gt;)

J j

3- ^

tt

2.6

3

IO.9

IO.9

1)

it

3-30 „

tt

2.6

3

IO.9

IO.9

V

it

4-—«

tt

2.7

2.9

IO.9

IO.9

t gt;

11

5-—11

tt

3-3

3-3

IO.9

IO.9

gt;1

tt

6.-„

duister.

-ocr page 31-

2 I

No. io.

y. L. J. tie G. 25 jaar. Iris grijs. O. D. Emmet1. Vis. I. O. S. „ Vis. I.

O. S. ingcdr. met \'^ooo Homatrop. Hydrobrom. \'s morgens IO uur.

Pupil.

p.

P-

P. r.

Tijd van waarneming.

W eersgesteld heid.

Ü. D.

0. s.

O. D.

O. S. cM.

O.D.

0. s.

niM.

mM.

cM.

3

3

I 1.2

I 1.2

00

co

10 uur.

helder.

3

3

I 1.2

I 1.2

V)

v

IO.I5 ,,

3

3

II.2

11*2

11

11

IO.3O ,,

3

3-5

I 1.2

I 1.2

•gt;1

II.— „

2.8

3-5

I 1.2

I 1.2

11

II.I5 „

co

n

3-4

I 1.2

I 1.2

11

11

quot;•30 „

to

co

3-4

I 1.2

I 1.2

Ti

11

quot;•45 11

2.8

3-5

II.2

I 1.2

11

11

12.— „

11

00 ri

3-5

I 1.2

I 1.2

11

11

12.15

11

2.8

n 0-0

I 1.2

1 1.2

11

11

I-— «

11

3

3-2

I 1.2

I 1.2

11

11

i-45 „

11

3

3-2

I 1.2

I 1.2

11

11

2-30 »

11

3

3

I 1.2

I 1.2

11

11

3-30 „

11

-ocr page 32-

22

No. ii.

y. L. J. dc G. 25 jaar. Iris grijs. 0. D. Emmet1\'. Vis. I. O. S. „ Vis. 1.

O. S. ingedr. met \'/óooo Homatrop. Hydrobrom. \'s morgens 10 uur.

Pupil.

p.

P-

P.

r.

Tijd van waarneming.

Weersgesteldheid.

O. D. mM.

0. s.

mM.

O.Ü.

0. S

0. D.

0. S.

cM.

cM.

2.8

2.8

I 1.2

I 1.2

00

00

10 uur.

betrokken.

2.8

2.8

I 1.2

11.2

rgt;

10. IS „

2.8

3

11.2

11.2

«

10.45 „

n

3

3-S

I 1.2

11.2

«

quot;-15 r.

donker.

2.8

3-S

I 1.2

I 1.2

11

11

11-30 ,,

3

4

1 1.2

11.2

f)

12,— „

2.7

3

I 1.2

11.2

11

ti

I-— «

iets helderder.

2.8

3-2

I 1,2

11.2

ti

1-30 „

betrokken.

3

3-S

I 1.2

11.2

ri

«

2,— ,,

donker.

2.8

2.8

11.2

II.2

11

2.30 „

helder.

-ocr page 33-

23

No. 12.

J. L. J. dc G. 25 jaar. Iris grijs. O. D. Emmetr. Vis. I. O. S. „ Vis. I.

O. S. ingedr. met Vsooo Homatrop. Hydrobrom. \'s smorgens 9.30 uur.

Pupil.

p.

P-

P.

r.

Tijd van waarneming.

Weersgesteldheid.

O. D. mM.

0. s.

0. D.

cM.

0. S.

O. D.

p

mM.

cM.

3

3

I 1.2

I 1.2

00

00

9.30 uur.

helder.

3

3

11.2

I 1.2

■O

10 ,,

3

3

11.2

I 1.2

T)

10.30 „

3

3-2

11.2

11.2

■n

10.45,1

3

3-3

11.2

1 1.2

II

2.9

3-3

I 1.2

I 1.2

T)

II.15 „

3

3-i

I 1.2

I 1.2

11-30 „

n

3

3

11.2

11.2

11.48 „

T)

-ocr page 34-

24

No. 13

H. J. 18 jaar. Iris lichtbruin O. S. Emmet1\'. Vis. %—I. O. D. „ Vis. I.

O. S. ingedr. met \'/Sooo Homatrop. Hydrobrom. \'s middags 12.30 uur.

Pupil.

p.

P-

P.

r.

Tijd van waarneming.

Weersgesteldheid.

O. D.

0. s.

O.D.

O. S. cM.

O. D.

O. S.

niM.

mM.

cM.

3-3

3-3

9.8

IO.5

00

12.30UUr

helder.

3

3-5

9.8

IO.5

I-30„

V)

2.7

3-4

9.8

IO.5

2,—„

3

37

98

IO 5

11

2.30„

3-1

\' 3-6

9.8

IO.5

3-IS,,

quot;gt;1

3

3-5

9.8

IO.5

VI

4-—„

3

3-3

98

IO.5

4-30,,

V)

3-2

3-3

9.8

IO.5

11

4-45

3-2

3-2

9.8

IO.5

11

5— „

-ocr page 35-

25

No 14.

H. J. 18 jaar. Iris lichtbruin.

O. S. Emmetr. Vis. %—I. O. D. „ Vis. I.

O. D. Ingedr. met \'/9000 Homatrop. Hydrobrom. \'s morgens 10.15 uur.

Pupil.

p.

P-

p.

r.

Tijd van waarneming.

O. D.

0. s.

O. D.

0. s.

0. D.

O. S.

Weersgesteldheid.

mM.

mM.

cM.

cM.

3

9.8

IO.5

CO

00

10.15 uur.

betrokken.

3

3

9.8

IO.5

it

II.— „

3

3

9.8

IO.5

n

quot;,30 „

2.8

2.8

9.8

10. s

12,— „

helder.

2.8

2.8

9.8

10. s

I — M

2.8

2.8

9.8

io-S

li

1-30 „

-ocr page 36-

20

No. 15.

H. de J. 21 jaar. Iris blauw. O. D. Emmet1\'. Vis. = I. O. S. „ Vis. = I.

O. S. ingedr. met \'/ioo Homatrop. Hydrobrom. \'s morgens 7 uur.

Pupil.

p.

P-

p.

r.

Tijd van waarneming.

Weersgesteldheid.

O. D.

0. s.

O. D.

O. S.

O. D.

O. S.

mM.

mM.

cM.

cM.

2.6

2.6

I I

I I

00

CO

7 uur.

helder.

2.6

2.6

I I

I I

yy

7-5 «

11

2.6

2.6

I I

I I

gt;gt;

M

7-I0n

11

2-5

3-4

11

15-5

gt;gt;

yy

7-iS«

11

2.5

4

11

16

00

11

2.5

5

11

19.8

}•)

7-23,i

11

2.4

57

11

20.9

00

11

2.4

6

I I

25

n

7-30 „

11

2.4

6.2

I I

27.5

7-34,1

11

2.4

6.4

11

30

•gt;1

7-37,,

11

2.3

6.7

I I

38

7-40„

11

2.3

6.8

II

00

7-42 „

11

2.3

7

I I

OO

7-45 „

1*»

2.3

7

11

00

T)

8.30,,

11

2.3

7

11

00

9-30,,

11

2.3

6-5

I I

00

1*)

11

11.—„

11

-ocr page 37-

27

Vervolg van No. 15.

Pupil.

p.

P-

p.

r.

Tijd van waarneming.

O. 1).

0. s.

O. D.

0. S.

0. 13.

0. S.

Weersgesteldheid.

mM.

mM.

cM.

cM.

2-3

6

11

37

CO

cc

I i.30uur

helder.

2-3

6

I I

34

»•

12.- „

gt; »

2.4

5-6

I I

28

M

I-- 11

betrokken.

2-5

S-5

I I

22

} »

2.-

ff

2.6

5-5

I I

18

•gt;1

gt;»

3-—

f 1

2-5

5

I I

16.5

) f

» •

4— „

f 1

2.8

4.8

I I

12

,,

11

6,— „

duister.

2.6

3-3

I I

11

»»

11

volg. mor. 7 u.

helder.

2.8

3

11

11

f y

11

volg. mid. 4 u.

betrokken.

3

-ocr page 38-

28

No. 16.

J. L. J. dc G. 25 jaar. Iris grijs. O. D. Emmet1\'. Vis. = I. O. S. „ Vis. = I.

O S. ingedr. met Vioo Homatrop. Hydrobrom. \'s morgens 8.25 uur.

Pupil.

P.

P-

P.

r.

Tijd van waarneming.

O. D.

o. s.

0. ij.

O. S.

O.D.

O. s.

Weersgesteldheid.

mM.

mm.

mM.

mM.

O

J

3

11.2

i 1.2

00

00

8.25uur

helder.

3

3

i 1.2

i 1.2

gt;»

11

8.30 „

1)

3

3

i 1.2

i 1.2

» J

gt;gt;

8-35 „

yy

3

3-5

11.2

11.4

gt; »

n

8-37

betrokken.

3

37

i 1.2

11.6

n

yy

8.40 „

)1

2.7

4-7

i 1.2

13-5

yy

y y

8-45

helder.

2.5

6

i 1.2

21.8

»gt;

yy

8-55

gt;»

2-5

ó

11.2

22.4

yy

9-—

y y

2.4

6.5

i 1.2

00

ff

yy

9-5 „

igt;

2.4

6.7

i 1.2

00

gt;gt;

yy

10.— „

yy

2.4

6.7

i 1.2

00

gt;gt;

yy

11.— „

igt;

2.4

6.7

i i . 2

00

yy

11

11-45 „

yi

2.4

6.5

i 1.2

CO

gt;gt;

12.15 „

yy

2.5

6

ii.2

00

j)

gt;gt;

i-—

yy

2.4

6

11.2

27

gt;gt;

11

1.15

yy

2.5

S-5

i 1.2

16.7

gt;gt;

2.30 „

yy

3

5-5

i 1.2

14.5

11

;y

5-— ..

duister.

3

3-8

11.2

11.2

yy

yy

volg. mor. 8 u.

betrokken

3

3-4

11.2

i 1.2

11

yy

volg. mid. 311.

y y

-ocr page 39-

Laten wij thans de uitkomsten nagaan, verkregen door de onderzoekingen op de grootte der pupil en accommodatie bij Emmetropen en vergelijken wij daartoe eerst de lijsten No. i en No. 2.-—-

Beide personen respectievelijk 25 en 21 jaar oud werden met eene oplossing van \'/^ Homatropinum hydrobromatum ingedruppeld; een kwartier uur na deze indruppeling werd bij beiden toename der grootte der pupil van het ingedruppelde oog gevonden en gelijktijdig verminderde daarbij de accommodatie. Naar mate de inwerking langer duurde, nam de dilatatie toe en de accommodatie af. Na verloop van een uur was bij No. 1 maximale dilatatie en volkomen opheffing der accommodatie tot stand gekomen. Bij No. 2 was wel is waar na dien tijd evenzeer de accommodatie totaal verlamd, maar de maximale verwijding der pupil volgde eerst 15 minuten ater, was dus eerst na 75 minuten volkomen.

terwijl nu bij No. 1 die dilatatie meer dan iy4

-ocr page 40-

30

uur, bij No. 2 2\\ uur constant bleef, begon zij daarna langzamerhand bij beiden af te nemen; de accom ■ modatie begon bij No. 1 eerst na 3| uur, bij No. 2 na precies drie uren terug te keeren en een tijdsverloop van meer dan 54. uur bij No. 1 en van ó\'A uur bij No. 2. was noodig om de accommodatie tot de norma terug te brengen.

De geheele duur der accommodatiestoornis was dus bij No. 1 ruim ioi/^ uur bij No. 2 precies 10 uren.

Het verschil der beide pupillen van denzelfden persoon bedroeg bij No. 1 na 24 uren , bij No. 2 na 30 uren slechts een halve millimeter. De terugkeer der pupil na hare maximale dilatatie tot de normale grootte had dus meer tijd noodig, dan er omgekeerd tijd verliep tusschen de beginnende en de maximale verwijding; ook de terugkeer van de totale verlam-mino- tot de normale accommodatie was van lang-e-

0 «—gt;

ren duur dan de tijd, die verliep van de beginnende tot de totale paralyse.

Niet onopgemerkt mogen wij het feit laten, dat gelijktijdig met de dilatatie, myosis van het niet ingedruppelde oog werd te voorschijn geroepen. Deze myosis had reeds 30—45 minuten na de in-druppeling hare grootste hoogte bereikt en hield nog aan, nadat de mydriasis van het ingedruppelde oog begon te wijken.

Bij indruppeling met zwakkere solutie\'s b.v. van \'/ann en 1/i00 kwam de dilatatie later en volgde geen volkomen verlamming der accommodatie (zie No. 3 en 4). Een nauwkeurig overzicht van No. 3

-ocr page 41-

3i

en 4 leert oils verder, dat de myosis van liet niet ingedruppelde oog eerst optrad, nadat verwijding en accommodatiestoornis van het ingedruppelde oog waren tot stand gekomen. Vergelijkt men hiermede No. i en 2 , dan ziet men dat bij deze gelijktijdig mydriasis, accommodatie-stoornis en myosis optraden.

Slaan wij een blik op de tabellen No. 5 en No. 6 dan bemerken wij dat de accommodatie-stoornis door oplossingen van \'/soo en teweeggebracht van

weinig of geen beteekenis meer is; de verandering in stand toch der puncta proxima is respectievelijk 1,8 cM. en 0,5 cM.; ook de dilatatie is niet belangrijk ; bij No. 5 werd eene verwijding van ten hoogste 1,5 niM., bij No. 6 slechts eene van 1 mM. geconstateerd.

Het mag de aandacht niet ontgaan, dat bij deze zwakke soluties de gang der grootte van de pupil en der accommodatie een andere is, als wij dien bij de sterkere oplossingen gevonden hebben. De mydriasis die wij bij sterke oplossingen gelijktijdig met de accommodatie stoornis zagen optreden, gaat bij de zwakke soluties aan de accommodatie vooraf. Bij de eersten kwam volkomen verwijding der pupil eerst na de totale accomniodatieparalyse tot stand, bij de tweeden vielen beide samen. Bij de eersten constateerden wij verder dat de pupil zich reeds begon te vernauwen terwijl de accommodatie nog volkomen verlamd was; bij de tweeden zagen wij de accommodatie reeds tot de norma terugkee-ren, voor dat zich de verwijde pupil begon te ver-

-ocr page 42-

nauwen. Ten overvloede voeg ik hierbij (zie b. v. tabel 5) dat de weersgesteldheid hier geheel buiten rekening valt; schommelingen toch daarin waren op het gezonde oog af te lezen geweest en schommelingen der pupil deden zich niet voor.

Met eene solutie van V^oo onderzocht ik vijf personen (slechts drie tabellen zijn in dit proefschrift opgenomen.) Vier daarvan kregen verwijding der pupil van het ingedruppelde en vernauwing van die van het andere oog; de vijfde echter vertoonde behalve deze verschijnselen nog eene verwijdering van het punctum proximum, weshalve het vaststaat , dat deze oplossing de grens is, waarop nog accommodatiestoornis kan tot stand komen (zie de lijsten No. 7, 8 en 9.)

De tabellen No. 10, 11 en 12 verkregen door

inwerking van \'A....... \'/«„„o en...... geven ons eene

duidelijke voorstelling van de verandering, die de pupil van het niet ingedruppelde oog aanbiedt; bij de voorgaande tabellen was wel is waar de myosis ten slotte verdwenen om plaats te maken voor een normale pupil, maar met zekerheid wisten wij niet of zulks geschied was vóór, tijdens of nadat de pupil van het ingedruppelde oog tot de norma was teruggekeerd; uit deze laatsten nu blijkt dat we achtereenvolgens kregen: verwijding van de eene , vernauwing van de andere pupil, daarna afname der grootte van de gedilateerde, eindelijk normale grootte der myotische en ten slotte normale grootte der verwijde pupil.

-ocr page 43-

33

De lijsten No. 12, 13 en 14 eindelijk leeren ons dat soluties van Vsooo nog- eene verwijding der pupil, hoewel in geringe mate gaven, terwijl van oplossingen van \'./9000 geene werking meer te bespeuren was; eene solutie van Vsooo Homatropinum hydro-bromatum is dus de zwakste, waarbij nog dilatatie der pupil te constateeren valt.

Wanneer men één druppel in den conjunctivaal-zak brengt, dan zal door het sluiten der oogleden en door het afvloeien van tranen het grootste oe-

O O

deelte van dien druppel weder uit het oog verwijderd worden , zoodat men aan mag nemen dat maar een tiende gedeelte van dien druppel achterblijft en zijne werking op het oog uitoefent. Het gewicht van een tiende druppel oplossing gesteld op ö\'A milligram, zoo leert eene eenvoudige deeling, dat nog minder dan een millioenste deel van een gram (0,0000008) homatropinum hydrobromatum verwijding van de pupil tot stand brengt.

Dat ook proeven met 1% oplossing genomen werden had voornamelijk ten doel het hydrobromatum te vergelijken met het hydrochloratum. — Uit de jongste berichten toch, die omtrent deze stol zijn bekend geworden, is gebleken, dat de accommo-datieparalyse, door die solutie opgewekt, na 24 uren volkomen verdwenen was. Onze tabellen No 15 en 16 (proefnemingen met \'/lou) doen zien , dat het hydrobromaat voor het hydrochloraat niet onderdoet; de dilatatie zoowel als de accommodatiestoornis was tusschen de 12 en 14 minuten begonnen, de

-ocr page 44-

34

maximale dilatatie en de totale verlammine der ac-commodatie was na 40 a 45 minuten tot stand gekomen, de totale accommodatie-verlamming-duurde ongeveer 4 uren en binnen de 24 uren was de accommodatie wederom normaal treworden.

Sterkere oplossingen dan \'/%„ heb ik niet beproefd, wijl de praktijk reeds met eene de helft zwakkere oplossing bevredigd is. Snelle mydriasis en volkomen opheffing der accommodatie worden daarbij verkregen, die beiden spoedig genoeg voorbijgaan, om van den kant van den patient geene ernstige klachten over stoornis bij het zien te voorschijn te roepen.

Onze proefnemingen met het Homatropinum hy-drobromatum op het Emmetropische oog in hoofdtrekken samenvattende, komen wij tot de volgende stellingen:

10. dat het de pupil verwijdt en de accommodatie beperkt.

20. dat het myosis van het niet ingedruppelde oog teweeg brengt.

30. dat bij myosis (veroorzaakt door 1% oplossingen het punctum proximum en remotum nog onveranderd blijft.)

40. dat de snelheid en duur der werking in zeker verband staat met de sterkte der solutie.

50. dat de meeste personen van een oplossing van Vaaon geen accommodatie-stoornis verkrijgen.

6°. dat eene solutie van \'/gooo de zwakste is, waarbij nog dilatatie te constateeren valt

7quot;. dat bij V200 oplossingen de dilatatie en de

-ocr page 45-

35

accommodatiestoornis reeds na een kwartier uur begonnen zijn.

8°. dat bij V200 oplossingen de totale verlamming der accommodatie 3 a 3V uur duurt, terwijl de geheele accommodatie-stoornis na ongeveer 10 uren is afge-loopen.

90. dat bij 1/2(m oplossingen de mydriasis en de myosis binnen 36 uren kunnen worden gerekend te zijn voorbijgegaan.

En gaan wij nu in hoofdtrekken de opeenvolgende werking van het Homatropinum hydrobromatum na, die, om redenen boven omschreven, bij zwakkere soluties duidelijker aan den dag komen , dan vinden wij :

ic. Mydriasis van het ingedruppelde oog.

2C. Accommodatiestoornis.

3C. Myosis van het niet ingedruppelde oog.

4C. Grootste verwijding der pupil en grootste verlamming der accommodatie.

5quot;. Vermindering der accommodatiestoornis.

6°. Vermindering der mydriasis.

7°. Volkomen opheffing der accommodatiestoornis.

S11. Verdwijnen der myosis.

9quot;. Terugkeer der pupil van het ingedruppelde oog tot de normale grootte.

En voor zoover die opeenvolgende werking ook bij sterkere soluties is nategaan, vinden wij:

ie. Gelijktijdig mydriasis en accommodatiestoornis van het eene, en myosis van het andere oog.

2C. Totale accommodatiestoornis.

-ocr page 46-

36

3°. Maximale verwijding.

4°. Vermindering der mydriasis.

5e. Vermindering der accommodatiestoornis.

óquot;. Teruofkeer dezer stoornis tot de norma.

7e. Beide pupillen tot de normale grootte teruggekeerd. \')

De onderzoekingen van Dr. Jaarsma hebben geleerd, dat de Sulphas Gelsemini, die zich om zijne snelvoorbijgaande werking scheen aan te bevelen , zulke storende nevenverschijnselen te voorschijn roept, dat van verdere proefnemingen met dit middel moest worden afgezien. De Hydrobromas homa-tropini daarentegen voldoet volgens onze onderzoe-kingfen aan alle vereischten. Het werkt sneller dan de Siilphas Gelsemini, de werking duurt slechts een minimum langer en van storende bijverschijnselen is geen sprake.

Het is derhalve aan geen twijfel onderhevig, of ons middel verdient in hooire mate de aandacht der

O

Ophthalmologen.

Tegenover de tot nu toe gebruikelijke Sulphas Atropini, die om zijne giftige eigenschappen groote voorzorgen eischt, is het verder geene zaak van ondergeschikt belang, dat de Hydrobromas Homatro-pini eerst in doses van 6o milligrammen geringe vergiftigingsverschijnselen te voorschijn roept.

\') Het verdwijnen der myosis van het niet ingedruppelde ooy had zonder twijfel \'s nachts plaats, zoodat ik het juiste oogenblik daarvan niet heb kunnen opgeven, (Zie boven pag. 32.)

-ocr page 47-

Ten einde een duidelijk overzicht te geven van de werking op de grootte der pupil en op de accommodatie door \'A % oplossing Homatropinum hydrobromatum teweeg gebracht, diene bijgevoegde tafel.

De zwarte cijfers links hebben betrekking op de grootte der pupil, die door de zwarte lijn wordt aangegeven , terwijl de roode cijfers links betrekking hebben op P. p. en P. r., aangegeven door de roode lijn. De roode en zwarte doorgetrokkene lijnen wijzen op het ingedruppelde oog, de roode en zwarte gestippelde lijnen op het niet ingedruppelde oog

De cijfers o , x, i, i 1, enz. geven aan deuren, de cijfers II en III beteekenen den 2lt;lcn en 3den dagr. Bovenaan vindt men de sterkte der lichtbron aangegeven, die bij elke observatie werd opge-teekend. Onder aan de lijst is aangeteekeud het uur, waarop werd ingedruppeld, en waarop den 2clcn en 3den dag de werking werd nagegaan.

-ocr page 48-
-ocr page 49-

STELLINGEN.

-ocr page 50-

STELLINGEN.

i.

Aan de Hydrobromas Homatropini moet boven alle andere mydriatica bij het oogenonderzoek de voorkeur gfegfeven worden.

O «~)

II.

De methode van Dr. Heisrath om bij keratitis pannosa tengevolge van granuleuze oogontsteking langs operatieven weg genezing le verkrijgen , komt mij navolgenswaardig voor.

III.

De verklaring, die Cohnheim geeft van het feit dat bij een lage temp. der omgeving, de oxydatie-

-ocr page 51-

4\'

processen in het menschelijk lichaam, zonder dat het lichaam actieve bewegingen verricht, belangrijk worden verhoogd, is onwaarschijnlijk.

IV.

De convallaria majalis is een zeer geschikt middel om bij hartziekten Digitalis te vervangen.

V.

De Apomorphine is het beste expectorans.

VI.

Men verzinke den steel van ovariaalcysten en gesteelde uterustumoren in de buikholte.

VII.

Waar Sectio Caesarea geindiceerd is, doe men die volgens Porro.

VIII.

Alvorens tot herniotomie over te gaan, trachte men door plaatselijke aanwending van aether de breuk reponiebel te maken.

-ocr page 52-

42

IX.

Bij habitueelc schouderluxatie is resectio capitis humeri te verkiezen boven de apparaten door velen (laatst door Dr. van Wely. T. v. G.) daarbij aangeraden,

X.

Bij onderzoek op luxatio femoris obturatoria of ischiadica moet de rectaalexploratie een der hoofdmomenten voor de diagnose leveren.

XI.

De beste methode ter behandeling van het genu valgum adolescentium is die van Mayer.

XII.

Exarticulatie van den vinger in de art. metacar-pophalangea geschiedt het beste met een volairlap.

-ocr page 53-

.V?

I\'S i

*•1 I ■ ■i; i • : .■

.■ijslUl.\'j

WV.PR

.n.ii,.

Dl\'

1,5 2,0 2,J

Uo

.i,J j \'*,0 ft,5 5,0 ,5,3 0,0 0,S

7gt;o 7,-i s.o s.j Ao i),ó MO

-ocr page 54-
-ocr page 55-
-ocr page 56-
-ocr page 57-