---Ms^hs
_ SNELPERSDRUK VAN M. ALBERTS. UITGEVER. lt;
P. HUSSEL, Can. et Prof.
ad hoc delegatus.
Rurcemundce 28 81,ris *1881.
DER
VAN
en. der overige met liaar ver-eenig\'de Congregatiën.
I. ALGEMEEXE KEGELENquot;.
angfezien de Allerheiligste Maagd en Moeder Gods Maria, de bijzondere Patrones van deze Congregatie is, moet men verzekerd zijn , dat Zij haar op eene bijzondere wijze beschermen en begunstigen wil; want deze Moeder der Genade betoont wederliefde aan hen die Haar beminnen. Zij bewaart en beschermt allen , die met eerbied, vertrouwen en liefde tot Haar
AI.GEMEENE REGELEN.
hunne toovlugt nemen. Daarom is het vooral betamelijk, dat de leden eener Congregatie van Maria, zicli niet alleen door hunne godsvrucht tot do II. Maagd onderscheiden, maar bovendien ook trachten, door een onschuldig on onberispelijk gedrag, de voorbeelden van hare uitmuntende deugden na te volgen, elkander dikwijls tot hare liefde en vereering op te wekken, en in elkanders harten eene vurige begeerte te ontsteken, om haren allerheiligsten Naam steeds te verheerlijken. liet is om deze pligten aan de leden der Congregatiën gemakkelijk te maken, dat de volgende regelen zijn opgesteld en in druk uitgegeven, opdat zij zooveel mogelijk gemeen zouden zijn aan al de Congregatiën, die met de Hoofd-Congregatie te Rome zijn vereenigd. Intusschen staat het iedere Congregatie vrij buiten deze regelen eenige bijzondere vast te stellen, zoo als zij zulks naar gelang van plaatsen en personen dienstig zal oordeeleu.
De Congregatie zal bestuurd worden door een bestuurder (Directeur of\' Mode-
4
ALGEMGFNE REOEUJN.
rator), en eon prelect die twee assistenten ter raad en hulp heeft. Uier lui komen twaalf raadsleden en oen van dezen zal raadschrijver zijn. Dit cijfer dor raadsleden kan tot zes gebragt worden om hot kloin getal dor Congroganiston. Behalve dozo zullen er nog andere hedienaron mogen aangesteld worden, naar gelang iedere Con-grogatio het noodig zal oordooien. Allen zullen de verschuldigde eer bewijzen, niet alleen aan den Bestuurder dor Congregatie, maar ook aan den Prefect en de overige bedienaren, zoo als hun ambt ver-eischt. Zjj zullen ook gehoorzamen, in alios wat do Congregatie betreft, als do Prefect of een ander in zijnen naam hun iets beveelt; en indien or eenig beletsel bestaat, zullen zij bij tijds den Bestuurder of Profeet hiervan verwittigen, om aan oen ander persoon de zaak op to dragen.
Vermits do Congregatie zich ten doel stelt, do Christeljjlio deugd en godsvrucht te bevorderen, en hiertoe hot dikwijls naderen tot de If. Sacramenten hoogst nuttig is, zoo zullen allen, die begecren aan do
C ALGEMEFNE REGELEN.
Congregatie deel te nemen, eer dat zij aangenomen worden, door eene gewone of algemeene bieclit, naar gelang hun biechtvader het voor God nuttig oordeelt hunne zonden uitboeten. Vervolgens worden alle leden aangemaand, ten minste ééns in de maand en ook op eenige bepaalde I (oofdfeesten van Onzen Heer en Zijne Lieve Moeder te biecht en te communie te gaan. — Doch de bijzondere bedienaren als zijn: de Prefect, de Assistenten, de Secretaris en de leden van den raad zullen, indien hun zielbestuurder zulks goedvindt, meer dan de andere Congrega-nisten, die zij door hnn voorbeeld moeten vóórlichten, de heilige Sacramenten ontvangen.
Ieder hebbe zijn gewonen biechtvader, voor zooverre zulks kan geschieden; en men verandere niet ligtzinnig na dien eenmaal gekozen te hebben. Men openbare aan dezen zijn geweten geheel en al en late zich in alles wat het bestier des gewetens aangaat, door hem leiden en vormen.
ALGEMEENE REGELEN.
O
Op de Zon- en gebodene feestdagen, komen allen \'s morgens in de bidplaats bijeen, alwaar zij ongeveer een en een half uur met godvruchtige en geestelijke oefeningen bezig zijn, volgens de orde door den Bestuurder en den Profeet bepaald. In dezer voege kan zulks geschieden : Men beginne mot de lezing van een godvruchtig boek, welke lezing zoo lang worde voortgezet tot dat allen, of nagenoeg allen tegenwoordig zijn; dan zinge men een gedeelte van de Getijden der H. Maagd; daarop volge een korte onderrigting door den liestuurder over al wat tot geestelijken voortgang der leden dienstig is; vervolgens worde het H. Misoffer opgedragen en eindelijk bidde men de litanie of andere gebeden, volgens het gebruik van iedere Congregatie. Zij, die ter H. Tafel genaderd zijn, moeten ten minste een kwartier uurs na de H. Mis aan de dankzegging besteden. De Congregatiën die vervolgens gewoon zijn na den middag zamen te komen, kunnen zich nagenoeg met dezelfde oefeningen van \'s morgens-
7
ALGEMEENE REGELEN.
bezig houden gedurende oen half uur of iets langer.
Vermits de leden zich door uitstekende godsvrucht jegens de II. Maagd volgens God moeten onderscheiden, dewijl zij aan Haar geheel bijzonderlijk zijn toegewijd, alzoo zullen de Bestuurder en de Prefect der Congregatie deze met alle pogingen trachten te vermeerderen. Zij moeten dus zorgen dat de hoogere feesten zoo van den Zaligmaker als der H. Maagd door de leden met meerdere devotie worden gevierd. Die meerdere devotie zal hierin bestaan, dat de leden zich negen dagen lang vóór den feestdag , door bijzondere oefeningen en heilige verrigtingen trachten voor te bereiden. Opdat zulks gemakkelijker dooide leden zou kunnen geschieden, worden hun bepaalde punten ter overweging en andere oefeningen voor ieder dier negen dagen in geschrifte voorgesteld, en zoo zulks niet^te veel kosten zoude veroorzaken, worden zij in gedrukte blaadjes rondgedeeld, of op een geschikt tijdstip in 3e kapel voorgelezen.
8
ALGEMEENE REGELEN.
Waar dit gebruikeljjk is, brengo ioder lid oen briefje mede ter Congregatie, dat de verschillende oefeningen bevat door hem in die dagen verrigt. doch hij onder-teekene het niet met zijn naam, en werpe het in een bus daartoe bestemd. Al deze oefeningen worden vervolgens behoorlijk gerangschikt in een boek opgeteekend en openlijk in stede der ondorrigting voorgelezen. De voorlezing geschiede zooveel mogelijk op den dag die onmiddelijk aan het feest vooraf gaat en wel met het doel, dat allen door de herinnering van het-gene zij gehoord hebben tot des te grooteren ijver en des te vuriger godsvrucht worden opgewekt. Wijders mogen de leden bedenken, dat zij zich zeer verdienstelijk zullen maken jegens de II. Maagd, indien zij dergelijke oefeningen niet slechts op genoemde dagen verrigten, maar ook lederen dag ten minste door eenige godvruchtige oefening hulde trachten te brengen aan de Allerheiligste Maagd en Moeder Gods. —
9
ALGEMEENE REGELEN.
Daar het lezen van godvruchtige boeken door de H. Vaders zoo zeer wordt aanbevolen en zoo veel bijdraagt tot geestelijken voortgang, alzoo moeten de leden zich daarop ijverig toeleggen. Weshalve de Congregatie, indien het kan zijn, een bibliotheek bezitte, die voorzien is van dusdanige boeken en toereikend voor het getal der leden. De leden mogen volgens de regeling des Bestuurders daarvan boeken medenemen, om ze te huis te lezen. De boeken worden uitgedeeld door hen, •die de Bestuurder daartoe heeft aangesteld.
Den leden wordt jaarlijks door den bestuurder ook een tijdstip aangewezen waarop zij zich wijden aan de geestelijke oefeningen van den H. Ignatius. Men geve hun \'eene lijst die naauwkeurig de aanwijzing bevat der godvruchtige verrigtin-gen, die ieder uur moeten geschieden, en ieder volge naarstiglijk deze aanwijzing. Hij, die belast is met het geven der gees-
10
ALGEMEENE REGELEN. it
telijke oefeningen, geve ze aan allen gezamenlijk en vermane hen vooral tot het spreken van eene goede biecht. Tot dit einde kunnen hun korte punten ter overweging worden voorgesteld betreffende het heilig en veelvuldig gebruik der H. Sacramenten, do verpligtingen van ieders staat, de keuze van dezen of genen levensstaat en andere dusdanige zaken, die vooral op dat tijdstip hun het meest nuttig en dienstig kunnen zijn. De oefeningen in de Kapel of bidplaats te verrigten, zijn ten naastenbij de volgende. Men kan \'s morgens beginnen met do lezing van een boek dat handelt over de stoffen, die latei-overwogen zullen worden. Na de lezing zal hij die de oefeningen geeft, een onderzoek instellen nopens bovenvermelde punten. Op dit onderzoek volgt alsdan do voorstelling en uiteenzetting der meditatie, waarna allen de II. Mis bijwonen. Ten slotte wordt na de H. Mis de psalm Miserere gezongen, doch niet overluid en op een toon die tot berouw en boetvaardigheid stemt. En allen kunnen zich alsdan verwijderen. Dezelfde orde zal na den middag nagenoeg worden gevolgd. De tijd
■12 ALGEMEENE REGELEN.
der veertigdaagsche Vaste schijnt het meest geschikt om deze oefeningen, tenzij den Bestuurder der Congregatie anders raogt blijken. Na zich alzoo drie of vier of ook meer dagen volgens voorschrift des Bestuurders dor Congregatie to hebben geoefend, zullen allen den volgenden morgen in de Kapel bijeenkomen en gezamenlijk het Allerheiligste Ligchaam des Hoeren nuttigen. De leden moeten zorg dragen dat niet het kleinste oogenblikje van den kostbaren tijd door hunne achteloosheid verloren ga; wat zij in de Kapel hebben gehoord, moeten zij te huis herdenken en meer tijd aan de godvruchtige lezing en de meditatie besteden, dan zij buiten de retraite gewoon zijn to doen.
Men zorge ten zeerste dat de bijeenkomsten niet om onbeduidende redenen worden achtergelaten. Ontstaat er nog-thans eene reden, waarom de bijeenkomst zou moeten achtergelaten worden, dan komt het den Bestuurder too over het gewigt dier reden to oordeelen, die de .zaak rijpelijk in den Fleer overdacht heb-
ALGEMEEN E REGELEN. 13
bende, verklaren zal wat hem het oorbaarat toeschijnt. De dagen nogthans waarop de bijeenkonisten gewoonlijk plaats hebben, zijn nagenoeg alle zondagen, do Hooge feesten van \'s Heeren Geboorten, Besnijdenis , Hemelvaart, Pinksteren, van het H. Sacrament, mitsgaders alle gebodene feestdagen der Allerheiligste Maagd en der Apostelen; alsmede de feestdag van den II. Joseph, van de Geboorte des II. Joannes Baptista, van den II. Lauren-tins en den H. Aloijsius. Op deze dagen wordt nooit de bijeenkomst achtergelaten, tenzij welligt op Kersmis en H. Sacramentsdag.
Zij die bij eene vergadering op do vastgestelde tijden, afwezig waren, zullen zoo spoedig mogelijk hiervan de reden aan den Bestuurder te kennen geven, wien het toekomt de geldigheid er van te beoor-deelen. Mogt hij hierbij eenige fout bevonden hebben, dan zal hij hen naar eisch vermanen; en om dusdanige afwezigheid of andere gebreken, zal het hem vrijstaan iemand voor een bepaalden tijd het bij-
14 AT.GEMEENE REGELEN.
wonen der vergadering te ontzeggen, in zoover dit het welzijn der Congregatie en der eere Gods zouden vereisohen. Opdat ieders afwezigheid des te zekerder en gemakkelijker blijke, zal men een boek aanleggen, waarin de dagen waarop dat jaar de bijeenkomsten zullen plaats vinden, en tevens de namen der leden zoo worden geschreven, dat er gemakkelijk een teeken bjj te voegen is, hetwelk de afwezigheid te kennen geeft. Evenwel be-hooren allen met dien ijver jegens de H. Maagd bezield en zoo bezorgd te zijn nopens hun eigen vooruitgang, dat zij deze en dergelijke opwekkende middelen niet grootelijks moeten noodig hebben.
Aangaande de plegtigheden die de Congregatie gewoon is jaarlijks met meer pracht te vieren; en andere uitgaven die om welke reden ook, moeten gedaan worden, overwege iedere Congregatie rijpelijk wat ten deze dienstig is , lettende op den toestand van hare leden. Minder gegoeden kunnen die kosten niet dragen en meer-gegoeden beschouwen ze soms als besteed
ALGEMEENE REGELEN.
aan ijdele praal. Men legge dus niet te veel ten koste aan dergelijke feesten. Want men berooft zich alzoo van geld, dat beter en nuttiger aan Gods glorie en de eer der H. Maagd meer bevorderende zaken had kunnen besteed worden. Daarom zal iedere Congregatie volgens het gevoelen van den Directeur en met zijne goedkeuring naauwkeurig bepalen, wat hierin kan en moet gedaan worden, bijzonder werken om de kosten te bestrijden voor die zaken, welke \'tot grooter nut en bijzonder voordeel der leden, in deze regelen dringend worden aanbevolen.
\'s Morgens bij het opstaan, na God bedankt te hebben, voor alle, zoo alge-meene als bijzondere weldaden, die zij van zijne oneindige Majesteit ontvangen hebben, zullen zij de akten van Geloof, Hoop en Liefde verwekken, vervolgens driemaal Onze Vader en Wees gegroet bidden ter eere der H. Drievuldigheid en eenmaal het: «Ik geloof in God den Vaderquot; en de Salve Regina. — Men houde zich met deze gebeden niet tevreden maar be-
-15
16 ALGEMEENE REGELEN.
stede buitendien ten minste een kwartier uurs aan de meditatie en wone dagelijks de H. Mis bij, als liet kan. — \'s Avonds voordat men zich ter ruste begeeft, onder-zoeke men gedurende een kwartier uurs zijn geweten, verwekke een berouw over de ontdekte misslagen en bidde één Onze Vader en één Wees gegroet en den psalm De profundis voor de overledenen.
De openbare belijdenis die de leden der Congregatiën doen, van op eene bijzondere wijze aan Maria te zijn toegewijd, moet hen allen aansporen om ook met een bijzonderen ijver de werken van godsvrucht te behartigen. Men beveelt hun vooral aan dikwijls tot de H. Sacramenten te naderen, het kleine officie van Maria of den Rozekrans te bidden, de gevangenen van tijd tot tijd te bezoeken, naar gelang der plaatsen en personen, evenzoo de zieken te troosten en dat vooral op de dagen welke de groote feesten des Heeren en der Lieve Vrouw voorafgaan. Deze en dergelijke pligten van liefde zal ieder volgens stand en godsvrucht afzonderlijk
ALGEMEENE REGELEN. 17
of ook wel de gehecle Congregatie te gelijk vervullen, alles volgens het voorschrift of de raad van den Bestuurder.
Wanneer iemand van de leden eoner Congregatie gevaarlijk ziek wordt, zullen al de leden voor hem bidden, en de Prefect zal zorg dragen dat hij bezocht worde en de II. Sacramenten bij tijds ontvango, (voornamelijk als zij, wier pligt het is hiervoor te zorgen, dit zouden verzuimen). Als hij overleden is, zullen zij allen zoo veel mogelijk zijne lijkdienst bijwonen; en waar het de gewoonte is dat de leden dor Congregatie den overledene ter begraafplaats dragen, zullen zij dit voorbeeld van christelijke liefde niet nalaten. Daarenboven zullen zij, zoodra mogelijk, te zamen in de Kapel der Congregatie, of ieder in het bijzonder, het officie der overledenen voor hem bidden; bovendien zullen allen voor hem, acht dagen lang, den psalm De profundis of eenmaal het Onze Vader en Wees gegroet bidden.
Wanneer een der leden eener Consrre-
18 ALGEMEENE REGELEN.
gatie voor eenigen tijd afwezig moet zijn en zich aldus in de onmogelijkheid bevindt om de bijeenkomsten der Congregatie bij te wonen, zal hij den Bestuurder en Prefect daarvan verwittigen, en indien dit gemakkelijk kan geschieden, opene brieven *) van de Congregatie vragen , om in de bijeenkomsten van eene andere Congregatie toegelaten te worden, zoo hij er eene in zijne verblijfplaats zal aantreffen. Daarenboven wijl hij, hoewel afwezig, blijft deelen in de verdiensten der Congregatie, ia het passend dat hij van tijd tot tijd aan den Prefect schrijve, om aan zijne medeleden tijding te geven , en zich in hunne gebeden te beve-
*} In deze brieven betuigt men, waar en wanneer iemand in de Congregatie aangenomen is en dat hij verdient door zijn Christelijk gedrag bij andere Congregatiën aanbevolen te worden. Hij, die op de getuigenis dezer brieven in de bijeenkomst eener andere Congregatie toegelaten wordt, overhandigt ze aan den Bestuurder , die hem deze bij zijn vertrek wedergeeft, ten ware hij zich ergerlijk had gedragen. Zoo haast hij bij zijne Congregatie terugkomt, moet hij het getuigschrift aan zijnen Bestuurder afgeven.
ALGEMEENE REGELEN. 19
len. Hij zal, overal en altijd, trachten zich te gedragen gelijk het een waar kind van Maria betaamt, om door zijn goed voorbeeld iedereen te stichten en tot deugd en godsvrucht op te wekken.
Zij zullen allen voor elkander eene ware en opregte liefde hebben, alle oorzaken van oneenigheid en twist zorgvuldig vermijden, en zich bevlijtigen den geest van vrede en eendragt onderling gedurig te vermeerderen. Eindelijk zal ieder trachten op den weg der deugd en der Christelijke volmaaktheid dagelijks voortgang te maken. Hiertoe wordt hun grootelijks aanbevolen de bijeenkomsten der Congregatie ijverig bij te wonen, geene harer oefeningen na te laten, zich dikwijls te onderhouden met godvreczende personen, den omgang met slechte personen en alle gevaarlijke gelegenheden te vlugten, als zijn: openbare spelen, oneenigheid en twisten, morren en verzet en al die zaken , welke den goeden naam der Congregatie bevlekken, en altijd te pogen in geheel hunnen wandel zich zoo te gedragen, dat
BIJZONDERE REGELEN.
ieder hon waardig achte een kind van Maria en lid harer Congregatie te zijn.
•18.
Ten einde het onderhouden dezer regelen te verzekeren, zalmen die bij iedere nieuwe verkiezing in de Kapel der Congregatie voorlezen. Ieder zal trachten zich volmaakt er naar te voegen en behalve de algemeene regelen ook do bijzondere gebruiken naauwkeurig te onderhouden.
II. BIJZONDERE EEGELEN.
1= HOOFDSTUK.
Regels van den Prefect.
1. Aangezien de prefect in rang en bediening alle leden der Congregatie voorafgaat, en hem na den Directeur de eerste plaats toekomt, moet hij ook pogen in deugd de overige Congreganisten te over-treft\'en. Daarom moet hij met zeer grooten ijver, niet slechts de eigene regels van zijn ambt, maar ook de algemeene onderhouden, bijzonder wat de nadering dei
20
BIJZONDERE REGELEN. 21
H. Sacramenten betreft door dikwijler dan de anderen te biechten en te Communie te gaan, en hij zal er op werken de Congregatie niet zoo zeer door woorden dan wel door voorbeelden tot christelijke deugd en volmaaktheid te bevorderen.
2. Alhoewel de prefect het hoofd der Congregatie is, zoo blijft hij nogthans onderworpen aan den Bestuurder, dien hij altijd moet raadplegen, en zonder wien hij niets mag veranderen, of iets nieuws invoeren, opdat alles met des te grootere voorzigtigheid en zekerheid tot meerdere eer van God en der Moedermaagd en tot geestelijk welzijn der Congregatie geschiede.
3. Hij drage zorg dat na de aanstelling van een nieuw Bestuur, de algemeene regelen openlijk in de vergadering worden voorgelezen: Doch vooral lette hij er op dat deze door allen worden onderhouden, dat verder de overige bedienaren de hun eigene regelen behoorlijk nakomen, vooral de assistenten, de secretaris en de 6 of 12 raadsleden. Hij make dat er aanwezig zijn: 1° eene lijst waarop de namen der leden geschreven staan: 2° een boek, waarop de aanwezigen en de afwezigen
22 BIJZONDERE REGELEN.
bij elke vergadering worden aangeteekend; zoo als in den regel op pag. 14 der Al-gemeene Regelen nader is omschreven; 3° een boek, waarin do verkiezingen dei-bedienaren, met vermelding van dag en jaar zijn opgeteekend ; 4° een boek, bevattende de namen der leden, met vermelding van dag en jaar hunner opneming in de Congregatie en van hun overlijden, indien zulks kan geweten worden.
4. Als iemand van do Congregatie ziek is, zal de prefect hem doen bezoeken uit naam van geheel de Congregatie, en daartoe zal hij verkiezen degenen die hem het bekwaamste schijnen om de zieken te troosten en te stichten. Indien de ziekte gevaarlijk wordt, zal hij hem in de gebeden van al de leden der Congregatie aanbevelen, en indien het noodig is, zal hij zorgen dat de zieke bij tijds de H. Sacramenten ontvange. Indien de zieke sterft, zal hij zorgen dat voor de rust zijner ziel de vastgestelde gebeden door de Congreganisten geschieden.
5. Hij onderteekent met den Directeur de opene brieven van aanbeveling. Mogt een Congreganist om groote fouten uit
BIJZONDERE REGELEN\'. 23
de vereeniging verwijderd moeten worden, zal hij hieromtrent niets doen, zonder den Bestuurder geraadpleegd te hebben, en dan nog volgens diens gedachte en beslissing.
2e HOOFDSTUK.
Regels van de Assistegt;ileii.
liet ambt der Assistenten is den Prefect in zijne bediening door raad en daad te steunen. Zij moeten dus met hem één van gedachte zijn om des te beter alles volgen één gedragslijn te besturen.
2. Zij moeten aanwezig zijn in do al-gemeene en bijzondere vergaderingen; is de prefect afwezig, dan wordt zijne plaats ingenomen door den eersten assistent en bij beider afwezigheid door den tweeden. Zij moeten dikwijls met den directeur en den prefect spreken over den geestelijken voortgang der Congregatie, die zij door woord en voorbeeld met de hulp van Gods genade zullen bevorderen.
BIJZONDERE REGELEN.
3° HOOFDSTUK.
Regels van den Secretaris of Geheim-schrijoer.
1. De Secretaris moet bij alle raadsvergaderingen aanwezig zijn. Hij zal in een daartoe bestemd boek alle zaken van gewicht opteekenen, maar daarvan eerst een afsclirift aan den Directeur en Prefect vertoonen.
2. In de boeken hierboven vermeld, zal hij alles op zijne plaats met naauw-keurigheid opschrijven. Hetgeen in de raadsvergaderingen vastgesteld is, zal hij niemand mededeelen; en hij wete volgens de eisch van zijn naam het stilzwijgen te bewaren.
3. Hij schrijft de opene brieven en wat er overigens geschreven moet worden; hij onderteekent en bezegelt met het gewone zegel der Congregatie als zulks noodig is.
4e HOOFDSTUK.
Regels van de Raadsleden.
1. Hun getal is naar gelang der meerdere of mindere talrijkheid van de Con-
24
BIJZONDERE REGELEN. 25
gregatio 0 oi\' 12. Hunne bediening is den prefect in de beraadslagingen en in het bestuur der Congregatie te helpen. Het betaamt dus , dat zij uit de oudste en deugdzaamste leden gekozen worden. In het uitbrengen van hun gevoelen moeten zij altijd Gods meerdere glorie en Maria\'s eere en het geestelijk welzijn der Congregatie voor oogen houden en zich nimmer door partijdigheid laten leiden. Zij moeten trachten volgens hunne meerdere waardigheid ook door voorbeeld allen vóór te gaan.
5\' HOOFDSTUK.
Regels van den Onderriyter der Candid aten,
1. De bediening van dozen , dien men ook het Hoofd der Aspiranten noemen kan, bestaat hierin, dat hij volgens aan-wijzing van den Bestuurder en den Prefect hen, die leden wenschen te worden der Congregatie, onderrigte zoowat de Regels als de gebruiken betreft aan iedere Congregatie eigen. Hij kome de aan zijne zorg toevertrouwden met de grootste liefde en welwillendheid te gemoet. Dikwerf
2
26 BIJZONDERE REGELEN.
raadplege hij den Bestuurder en den Prefect, ten einde de hem toevertrouwden des te zekerder te kunnen leiden en besturen in de dienst Gods. Hij hebbe eene tabel, waarop het formulier der opdragt (Allerheiligste Maagd enz.) gedrukt of sierlijk geschreven staat. Het komt hem toe de Candidaten, wanneer zij onder de leden der Congregatie opgenomen worden, tot hot altaar te geleiden, hun het formulier voor te lezen en hen tot den Prefect te brengen.
0« HOOFDSTUK.
Begels van den Schatbewaarder.
1. De Schatbewaarder mag geene uitgaven doen zonder voorkennis van den Directeur. Hij hebbe eene bus of een kistje ter bewaring van het geld der Congregatie. De bus worde met twee verschillende sleutels gesloten, waarvan de eene berust bij den Directeur en de andere bij den trezorier, tenzij men anders mogt goedvinden. In Congregatiën echter die uit minderjarigen bestaan , houde
men zich streng aan deze verordening. Hij
3jV)hquot;
BIJZONDERE REGELEN. 27
zal van de ontvangsten en uitgaven naauw-keurig boek houden en daarvan den Directeur, zoo dikwijls deze het goedvindt, kennis laten nemen.
1\' HOOFDSTUK.
Regels van den Bibliothecaris.
i. Hij is belast met de zorg voor de Bibliotheek der H. Maagd en al de boeken die zjj bevat. Hij beseffe van hoe groot belang zijne bediening is , en hoezeer hij de overige leden door zijne oplettendheid van dienst en door zijne nalatigheid tot nadeel kan zijn. Bij het einde der bijeenkomst deele hij den leden de boeken uit. Hij houde naauwkeurig eene lijst der voorhanden zijnde boeken en plaatse die openlijk ter inzage of toone haar zoo dikwijls dit verlangd wordt, opdat ieder naar zijne keuze een boek kunne medenemen uit de Bibliotheek. Hij geve echter aan niemand eenig boek dan na alvorens van dengene die een boek verlangt, zijn naam en voornaam en den titel des hoeks, en dag, maand en jaar, wanneer hij het boek genomen heeft, naauwkeurig op een briefje geteekend, te hebben ontvangen. Dit briefje
28 BIJZONDERE REGELEN.
zal hij bewaren tot dat het boek terug-gebragt wordt. Hij zal niet toestaan dat iemand twee boeken medeneme, of het medegenomene behoude gedurende de hoofdvacantie; zoodra deze is aangekondigd, moeten de boeken door allen worden teruggegeven.
8quot; HOOFDSTUK.
Regels van de Ziekenbezoekevs.
Dewijl de Prefect niet alle zieke leden, vooral wanneer er meer te gelijk ziek mogten worden, meermalen in persoon kan bezoeken, is het noodig dat hij eenige medehelpers hebbe in zulk een godvruchtig en heilig werk. De Bestuurder zal hun getal bepalen, en het liefst tot deze bediening kiezen de dusdanigen, van wier verder gevorderden leeftijd en uitstekende deugd hij overtuigd is. Hunne bediening is: de zieke leden dikwerf te bezoeken, berigten in te winnen nopens hunnen toestand, en daaromtrent den Bestuurder en den Prefect te vergewissen, den zieke ijverig door het gebed Gode aan te bevelen en zorg te dragen, dat hij door de gemeenschappelijke gebeden der Congre-
BIJZONDERE REGELEN. 29
gatie ■«•orde bijgestaan. 13ij het toenemen der ziekte moeten zij den Bestuurder en den Prefect waarschuwen, opdat zij volgens hun ambt, den zieke kunnen bijstaan eu zij met alle zorg verhoeden dat een in zware ongesteldheid verkecrend lid, niet uit het leven soheide, dan na alvorens met de H.H. Sacramenten der Kerk te zijn voorzien. Het is ook voordeelig de leden niet slechts te bezoeken, wanneer zij ziek zijn, maar ook nu en dan als zij beginnen te herstellen; men tracht hen alsdan in den Heer op te beuren en te verkwikken door geestelijke gesprekken.
9\' HOOFDSTUK.
Regels van den Koster Het getal der Kosters kan twee, drie of meer bedragen, naar de talrijkheid der Congregatie. Zij moeten overtuigd zijn dat zij in dit ambt, na God de heilige Moedermaagd ten dienst staan. Daarom moeten zij het niet beneden zich achten datgene te verrigten wat tot de netheid van Gods Huis kan dienen. Hunne bijzondere zorg zij de gewaden en hetgeen verder
30 BIJZONDERE REGELEN.
onder het H. Offer der Mis dient, zuiver te bewaren. Hij zal een Inventaris hebben van alle Sieraden, welke hij aan zijn opvolger zal overhandigen wien hij ook de bergplaats van allo voorwerpen zal aanwijzen. Alle zaken zal hij goed en zuiver en onder slot bewaren; de sleutels berusten bij den Directeur. Hij zal niet zonder reden en buiten toestemming van den Directeur uit de vergadering zich verwijderen, maar met de anderen bij alle oefeningen dt* Congregatie tegenwoordig zijn. Hij doet geene uitgaven buiten wete en goedkeuring des Directeurs. Hij moet niet te veel spelen in vreemde en al te kostbare versieringen en deze zal de Directeur, gelijk do voorzigtigheid het aangeeft, öf geheel verbieden óf zoo verminderen dat de kosten niet te hoog loopen.
-10« HOOFDSTUK.
Regels van den Voorlezer.
De Voorlezer moet zich vroegtijdig in de vergaderplaats bevinden. De Congregatie begint met oene godvruchtige lezing. De Voorlezer zal slechts boeken lezen die
BIJZONDERE REGELEN. 31
hem door den Directeur zijn aangewezen. Na de verkiezing van een nieuw bestuur, moet hij aanstonds de Algemeene Regels voorlezen. Het lezen geschiede zonder overhaasting met luide, duidelijke en heldere stem, nu en dan ruste iaën , opdat des te gemakkelijker verstaan worde en des te dieper in de gemoederen der toehoorders dringe, wat voorgelezen wordt. Zij moeten beseffen van hoe groot belang de geestelijke lezing is , en hoeveel zij bijdraagt tot verbetering en volmaking des levens en tot opwekking der godsvrucht.
Aan de lezers worden zangers toegevoegd, die in de gezangen den toon en wijs aangeven.
Regels van deyi Portier.
1. De Portier zal trachten, zooveel mogelijk het eerst in de Kerk te komen.
2. Hij houdt de alphabetische lijst of het boek, waarvan sprake is in de algemeene regelen. Hij teekent de afwezigen en aanwezigen daarop aan. Dit boek wordt met groote zorg bewaard en dus niet ligtvaardig aan iedereen toevertrouwd,
BUZONDEBE REGELEN.
maar aan hem van ■wiens trouw en voor-zigtigheid do Bestuurder overtuigd is. Zoodra dit boek of deze lijst vol geschreven is, worde het nedergelegd en bewaard in het Archief der Congregatie.
3. Hij zal de namen van de leden dei-Congregatie, die de vergadering bijwonen, aanteekenen.
4. Na iedere bijeenkomst zal hij de aanwezigen aan den prefect opgeven en daarvan zelf ook aanteekening houden.
5. Hij moet zijno bediening ter eere van Maria met groote zedigheid en ingetogenheid waarnemen.
Regels der ovcriye mindere bedieningen.
Indien de Congregatiën dusdanige bedienaren in meerder of minder getal noo-dig hebben, naar gelang der verschillende verrigtingen, die er moeten geschieden, dan wordt toegestaan, dat hun regelen worden voorgeschreven, die zij moeten volgen. Daar worde nogtans niets vastgesteld, dan na alvorens den raad en de meening van den Bestuurder der Congregatie te hebben ingewonnen. Ook wachte men zich
32
bijzondere regelen.
iets vast te stellen, wat in strijd zoude zijn met de bestaande Regelen. En vooral vermijdo men, dat er iets geschiede, wat niet zou overeen te brengen zijn met de godsvrucht en het nut der leden; al het-gene hiermede in strijd is, moet geheel en al worden afgeschaft en geweerd en als zonder kracht worden beschouwd. —
Formulier van aanneming.
Door dit ons getuigschrift verklaren wij, dat onze Geliefde Broeder in Christus.
den
ten jare 18 , tot lid is aangenomen der Congregatie onder den titel van
opgerigt te zoodat hij
alle Aflaten, gunsten, voori-egton \'en pri-vilegiën, waaraan andere reedsjlaangeno-
2*
33
34 BIJZONDERE REGELEN.
mene leden deelachtig zijn . kan en mag genieten, en in geval van overlijden , bij deze onze Congregatie ragt heeft op de gebeden, die voor de afgestorven leden plegen te geschieden.
Gegeven ter genoemde Congregatie dor Allerheiligste Maagd en Moeder Gods, ten dage en jare als boven.
De Bestuurder, N. Prefect, N. Secretaris, N.
35
I. AFLATEN.
Vergund door de Pausen aan de Hoofd-Coyiyrerjatie opgcrigt onder den titel van Maria Boodschap, in het Romeinschc Collegie, en aan al de Congregatiën die op dezelfde ivijze zijn of zullen worden opgerigt, mits zij met voornoemde Hoofd-Congregatie wettig vcreenigd zijn.
VOLLE AFLATEN,
welke door alle geloovigen van beide seksen kunnen verdiend worden,
i. Alle leden eener Congregatie en alle geloovigen van beiderlei kunne die geene leden eener Congregatie zijn, verdienen een vollen aflaat, indien zij met een waar berouw hunne zonden gebiecht, en het H. Ligchaam des Hoeren genuttigd hebbende, op den titel-feestdag der Congregatie, te beginnen met de eerste vespers op den vooravond tot zonnen-ondergang van den feestdag, de kerk, kapel of bidplaats der Congregatie godvruchtig bezoeken, en aldaar bidden voor het heil en de uitbrei-
AFLATEN.
ding des Christendoms, voor de uitroeijing der ketterijen, voor den algemeenen en voor den onderlingen vrede der Christen vorsten, en voor het welzijn van den Paus of andere gebeden volgens hunne godsvrucht storten.
2. Indien de Congregatie een tweeden titel of patroon heeft, is er eveneens op dezen feestdag een volle aflaat verleend. Indien de Congregatie dezen titel niet heeft, mag haar Bestuurder alle jaren met toelaten van den Bisschop, een dag naar goedvinden verkiezen.
3. Deze beide feestdagen mogen ook mot toelaten van den Bisschop op een anderen dag, zelfs op zondag verzet worden, en dan kan men den bovengemelden aflaat verdienen op dien dag, waarop de pleg-tigheid gevierd wordt. In dit geval mag er eene plegtige votiefmisse van dit uitgesteld feest worden gehouden, al werd er ook op den vastgestelden dag, in de Kerk een dubbel feest (festum duplex) gevierd. —
VOLLE AFLATEN,
welke alleen door de leden en bedienaren der Congregatie, en door hen die deze behulpzaam zijn kunnen verdiend toorden.
4. Al wie op den dag waarop hij in de Congregatie wordt aangenomen, na met een waar leedwezen gebiecht te hebben,
36
AFLATEN.
het Allerheiligste Sacrament des Altaars in de kerk der Congregatie of in eene andere kerk zal ontvangen, verdient een vollen aflaat en de kwijtschelding van al zijne zonden.
5. Dezelfde aflaat kan in de ure des doods verdiend worden. —
6. De leden eener Congregatie die met waar berouw gebiecht hebbende, in deze kerk het H. Ligchaam des Heeren nuttigen, kunnen ook een vollen aflaat verdienen op de dagen der Geboorte en der Hemelvaart van onzen Heer Jesus Christus en op de feestdagen der Onbevlekte Ontvangenis, Geboorte, Boodschap en Hemelvaart van Maria. —
7. Ook een vollen aflaat eens in de week, op een van de dagen wanneer, volgens de regelen en gebruiken der gemelde Hoofd-Congregatie of der andere Congregatiën, de bijeenkomsten gewoonlijk gehouden worden, mits zij met een waar berouw gebiecht hebbende en tot de H. Tafel genaderd zijnde, de kerk of kapel, bidplaats of vergaderplaats hunner eigen Congregatie bezoeken, en aldaar godvruchtige gebeden aan God opdragen voor de eendragt der Christen vorsten, de uit-roeijing der ketterijen, en de verheffing onzer Moeder de H. Kerk. Wanneer nog-tans gedurende dezelfde week de leden der Congregatie twee of driemaal vergaderen. zal ieder slechts een van deze da-
37
AFLATEN.
gen naar goedvinden mogen kiezen om den aflaat te verdienen. Intussohen moeten zij zich herinneren, dat zij hierin, gelijk in al het overige, de leiding hunner Bestuurder moeten volgen. •—
8. In de Congregatie, welker leden gewoon zijn des avonds of op een ander uur na den middag te vergaderen, kan naar verkiezing op denzelfden of op den volgenden dag, de volle aflaat verdiend worden. —
9. De Priesters met het Bestuur der Congregatie belast, kunnen, mits zij daartoe van den Bisschop eens voor altijd het verlof hebben verkregen, zoo dikwijls zij de zieke leden of bedienaren der Congregatie bezoeken, hen door geestelijke vermaningen opwekken, hetzij om de ongemakken der ziekte geduldig te verdragen, of om den dood gewillig van de hand des Heeren aan te nemen; en hen voor een beeld van den gekruisten Zaligmaker driemaal het Ome Vader en het Wees gegroet volgens de inzigten van den Paus en van onze Moeder de H. Kerk doen bidden; zóó dikwijls ook deze zieken op den dag, waarop zij het Allerheiligste Sacrament ontvangen hebben, een vollen aflaat doen verdienen. —
10. De volle aflaat eens in de week vergund, kan tweemaal \'s jaars door de leden der Congregatiën verdiend worden, alhoewel zij de bidplaats hunner Congre-
38
AFLATEN\'.
gatie niet bezoeken, mits zij eene andere kerk bezoeken, waarin zij het Allerheiligste Sacrament des Altaars ontvangen, na eene algemeene biecht van geheel hun voorgaande leven of sedert hunne laatste algemeene biecht gesproken te hebben. —
11. Te dezer gelegenheid wordt door de Pausen het gebruik der algemeene biecht dringend aangeprezen en de godsvrucht tot de Allerheiligste Maagd Maria aanbevolen. Daarenboven worden de leden der Congregatiën vermaand, zich aan de bevelen en den raad hunner bijzondere Bestuurders met ondergeschikten wil en ijver te onderwerpen.
AFLATEN VAN ZEVEN JAREN. Toegestaan aan de voornoemde personen
zoo dikivijls zij oen der volgende goede
iverken verrigten,
12. Het lijk van een lid der Congregatie of van een anderen geloovige naar de begraafplaats vergezellen.
13. Bij het luiden der klok bidden voor de genezing of zaligen dood van den zieke, of voor de rust dor ziel van den overledene.
14. Eene openbare of bijzondere godvruchtige bijeenkomst, de goddelijke diensten, geestelijke zamenspraken of vermaningen bijwonen.
15. Tegenwoordig zijn bij de lijkdienst
39
AFLATEN.
van een overleden lid der Congregatie, óf van een anderen geloovige.
\'16. Misse hoeren op een werkdag.
17. Des avonds alvorens te gaan slapen, zijn geweten onderzoeken.
48. Arme zieken in gasthuizen of elders bezoeken.
19. De gevangenen bezoeken.
20. Degenen, die in tweedragt leven, met elkander verzoenen.
VERKLARING.
21. De leden der Congregatiën zullen al deze aflaten kunnen verdienen overal waar zij zich bevinden, indien zij in de kerk der plaats waar zij zijn, of elders, zoo als zij kunnen, verrigten hetgeen voorgeschreven is om genoemde aflaten te verdienen.
ANDERE AFLATEN.
22. De leden der Congregatiën verdienen al do aflaten, vergund aan de kerkbezoeken te Rome zoo binnen als buiten de stad, mits zij in de Vaste en op andere tijden en dagen de kerk, kapel of bidplaats der Congregatie; of in geval van afwezigheidesno andere kerk of kapel der plaats waar zij zich bevinden, godvruchtig bezoeken, en aldaar zevenmaal het Onze Vader en het Wees gegroet bidden.
De aflaten, vergund aan de kerkbezoeken te Rome zijn de volgende:
40
AFIATEN.
1°. Op den feestdag der Besnijdenis, op Drie-Koningen, op de zondagen van Septuagesima, Sexagesima en Quinquagesima, 30 jaron en 30 quadragenen.
2°. Gedurende de Veertigdaagsolie Vasten: op Assche Woensdag en op den vierden zondag van de Vaste, 15 jaren en 15 quadragenen; op Palmzondag, 25 jaren en 25 quadragenen; op Witten Donderdag, volle aflaat; op Goeden Vrijdag en op den Zaturdag vóór Paschen, 30 jaren en 30 quadragenen; op al de andere dagen van de Vaste, 10 jaren en 10 quadragenen.
3°. Op don Zondag van Paschen, volle aflaat, op al de andere dagen van het Octaaf, op den feestdag van den II. Marcus en op de drie Kruisdragen 30 jaren en 30 quadragenen.
4°. Op \'s Heeren Hemelvaart volle aflaat.
5°. Op Pinksteravond, 10 jaren en 10 quadragenen; op den Zondag van Pinkster, en op al de dagen van het Octaaf. 30 jaren en 30 quadragenen.
6°. Gedurende den Advent: op don derden Zondag 15 jaren en 15 quadragenen; op den eersten, tweeden en vierden Zondag, en op de drie quatertemper-dagen 10 jaren en 10 quadragenen,
7°. Op Kersavond, in de Nacht-misse en in de Aurora-misse, 15 jaren en 15 quadragenen en gedurende den dag volle aflaat; op de drie volgende dagen 30 jaren en 30 quadragenen.
41
aflaten.
Aldus de verzameling der Aflaten, gedrukt te Rome, in 1831, met goedkeuring van de H. Congregatie der aflaten.
AFLATEN voor de OVERLEDENEN.
23. Al da bovengemelde aflaten kunnen tot lafenis der zielen aan de overledene geloovigen toegevoegd worden.
24. Het altaar van al de Congregatiën is geprivilegieerd voor alle priesters die er Misse lezen tot lafenis der zielen van do overledene leden der Congregatie en onder deze voorwaarde alleen.
25. Maar elke priester der Congregatie, die de H. Misse leest tot lafenis dor ziel van een ander lid der Congregatie, kan hetzelfde voorregt genieten, onverschillig aan welke altaar het ook zij.
ANDERE YOORREÜTEN en GUNSTEN.
26. Alle koningen, prinsen, hertogen en graven, die met oppermagt bekleed zijn, als ook hunne eigene en aangehuwde verwanten in den eersten en tweeden graad kunnen, indien zij in de Hoofd-Congregatie of elders in andere Congregatiën, welke opgerigt zijn of opgerigt zouden worden, ingeschreven zijn, hoewel afwezig, door de bovenvermelde werken van godsvrucht te verrigten, en eene kerk naar gelegen-
42
AFLATEN.
heid en verkiezing te bezoeken, de voornoemde aflaten, kwijtschelding en ontslagingen insgelijks verdienen.
27. Aan alle geloovigen die vóór het Allerheiligste Sacrament des Altaars, wanneer het in de bidplaatsen der bovengemelde Hoofd-Congregatie of der andere Congregatiën, die daarmede vereenigd zijn of zullen worden, met de toelating van den Bisschop, gedurende drie achtereenvolgende dagen uitgesteld is, eenigen tijd bidden, en do andere voorgeschrevene werken verrigten, worden de aflaten, kwijtscheldingen en ontslagingen vergund, welke zij zouden kunnen verdienen, indien zij de kerken bezochten waarin het Allerheiligste Sacrament gedurende veertig uren is uitgesteld.
28. Eindelijk, aangezien het somtijds geschiedt dat de geestelijke oefeningen van aeht dagen, om wettige redenen volgens omstandigheden van personen, plaatsen en tijden, geen volle acht maar slechts vijf, zes of zeven dagen kunnen duren, worden de aflaten , welke verleend zijn aan degenen, die acht dagen lang de oefeningen bijwonen mede vergund aan hen die ze gedurende zeven, zes of ten minste vijf achtereenvolgende dagen zullen gehouden hebben. — Den 5Jen Maart 1776, heeft de heilige Congregatie der aflaten en der heilige reliquien geoordeeld, dat de bovenstaande opgave door do drukpers
43
AFLATEN.
der Apostolische Kamer mogt in het licht gageven worden. •)
Gedaan te Rome. ter Secretarie van de H. Congregatie der aflaten.
Julius Baesar de Somalia. Secretaris van do H. Congregatie der aflaten. Plaats f des Zegels.
II. AFLATEN.
Verleend aan de kruisen, medailjes en rozenkransen, gewijd door den Paus of door dengenen, die van Hem daartoe de magt ontvangen hébben.
\\. Een volle aflaat op Kersdag, op Driekoningendag, op Paschen, op s\' Heeren Hemelvaart, op Pinksteren, op H. Drievuldigheid en H. Sacramentsdag; op de feestdagen der Onbevlekte Ontvangenis, Geboorte, Zuivering, Boodschap en Hemelvaart van de Allerheiligste Maagd Maria, op de feestdagen dor Apostelen; op de geboorte van den H. Joannes den Dooper; op den feestdag van den II. Joseph en op Allerheiligen. Om deze aflaten te
•) Deze inlioud van al de aflaten welke aan de Congregatie der H. Maagd Maria, sedert Gregorius XIII. tot aan Pius Vf. verleend zijn, is uit liet latijnsche originele stuk naauwkeurig overgebragt.
44
AFLATEN.
verdienen moet men ten minste eens in de week, den Rozenkrans of het rozenhoedje bidden, of wel de kerkelijke getijden , of de kleine getijden van Maria, of de getijden der overledenen, of de zeven Boetpsalmen, of de trappsalmen, of de gewoonte hebben van anderen in de Christelijke leering te onderwijzen, of van de gevangenen of de zieken te bezoeken T of de armen.te helpen, of de II. Misse te hoeren, of ze te lezen als men priester is: men moet daarenboven op de gestelde dagen te biecht en te Communie gaan, en vijfmaal het Onze Vader en Wees gegroet bidden, volgens de inzigten van Z. H. den Paus. De biecht mag gedaan worden op den dag vóór het feest, met de eerste Vespers te beginnen. De personen die de gewoonte hebben van alle acht dagen te biechten, zijn niet verpligt in den loop der week nog eens te biechten om den aflaat te verdienen, als zij maar de andere goede werken die voorgeschreven zijn verrigten,
2. Op al de andere feeetdagen van Onzen Heer en van de Allerheiligste Maagd Maria. een aflaat van 7 jaren en 7 maal veertig dagen, op voorwaarde dat men dezelfde werken verrigt hebbe.
quot; quot; \' 1 andere feestdagen en op
van het jaar, een aflaat
van 5 jaren en 5 maal veertig dagen, behoudens dezelfde voorwaarden.
AFLATEN.
4. Honderd dagen aflaat , op iederen dag des jaars. dat men bovengemelde werken zal verrigten.
5. Twee honderd dagen, eiken keer dat men gevangenen of zieken zal bezoeken.
6. Honderd dagen eiken keer dat men zijn geweten onderzoekt, met het voornemen van zich te beteren, en dat men 3 maal het Onze Vader en Wees yegroet bidt ter eere van de Allerheiligste Drievuldigheid, of wel 5 maal het Onze Vader en Wees qeyroet, ter eere van de 5 wonden van Onzen Heer.
7. Twee honderd dagen, eiken keer dat men in de kerk catechismus houdt, of zijne kinderen, zijne nabestaanden, of zijne dienstboden in de Christelijke leering onderwijst.
8. Honderd dagen, eiken keer dat men op het kleppen der klok \'s morgens of \'s namiddags of \'s avonds den Angelus zal bidden. Die den Angelus niet kennen, kunnen daaraan voldoen met eenmaal het Onze Vader en Wees gegroet te bidden.
9. Vijftig dagen, eiken keer dat men het Onze Vader en Wees gegroet zal bidden voor degenen, die op sterven liggen.
10. Volle aflaat in het uur des doods. — Er zjjn nog andere gedeeltelijke aflaten verleend aan de kruisen, medailjes en Rozenhoedjes, gewijd door den Paus of door degenen die van hem de magt daartoe ontvangen hebben , alsook aan
46
aflaten.
zekere oefeningen en gebeden bij de ge-loovigen in gebruik, toch het zou te lang zijn ze hier te vermelden. De leden der Congregatie zullen dua wel doen, indien zij \'s morgens een algemeen voornemen maken om ze allen te verdienen. — Wanneer het Rozenhoedje daarenboven gewijd is ter eere der heilige Brigitta. wint men aan elke koraal, 100 dagen aflaat; en de personen met wie men bidt, winnen van hunnen kant dezelfde aflaten. Bovendien verdient degene die eene maand lang alle dagen dit Rozenhoedje bidt, een vollen aflaat, op een dag der maand, volgens zijne verkiezing, mits hij bieohte en tot de H. Tafel nadere, eene kerk be-zoeke, en 5 maal het Onze Vader en Wees gegroet bidde, volgens de inzigten van Z. H. den Paus. — Men lette er op dat de aflaat uitsluitend aan de kruisen, medailjes, enz. verbonden is, ten voordeele van de personen, aan welke zjj voor de eerste maal gegeven zijn, of die er het eerst gebruik van maken. Men kan ze dus niet weggeven of aan anderen leenen, om hen de aflaten te doen verdienen. — Al de aflaten, waarvan wij hier gesproken hebben, kunnen aan de zielen des Vage-vuurs worden toegevoegd.
III. Aanmerkingen over de Aflaten.
1. De aflaat uit zijnen aard neemt geene zonden weg; hij ontslaat slechts van de
47
AFLATEN.
tijdelijke straf, die men gewoonlijk na de vergiffenis der zonde nog te boeten heeft, en die soms oneigenlijk zonde genoemd wordt.
2. Men moet in staat van genade zijn om een vollen of gedeeltelijken aflaat te kunnen verdienen. Zelfs era de kwijtschelding der straffen te bekomen, die men voor een dagelijksche zonde schuldig is, moet men berouw hebben over die zonde en geeue genegenheid tot haar blijven behouden. Hieruit blijkt dat men niet altijd een aflaat geheel en al verdient, maar daaraan slechts deel verkrijgt naar evenredigheid der gesteltenis, waarmede men de vereisohte voorwaarden volbrengt.
3. Om een vollen aflaat te verdienen, moet men gemeenlijk:
10 te biechten gaan; 2° de H. Communie ontvangen op den dag dat men voornemens is den aflaat te verdienen; 3° op denzelfden dag, met ijver eenige gebeden storten voor den vrede tusschen de Christen-vorsten , tot uitroeijing der acheuringen en ketterijen, en tot verheffing der H. Kerk. Het is genoeg dat men zich in het algemeen voorstelle, te bidden volgens de inzigten van onzen H. Vader, den Paus. 4° Om den vollen aflaat dezer Congregatie in het uur des doods te verdienen, is het toereikend , met geloof en met een waar leedwezen over zijne zonden, den zoeten Naam Jesus
48
GEBEDEN ENZ.
met den mond of ten minste, indien men niet anders kan met liet hart aan te roepen.
NB. Wil men een aflaat verdienen voor de geloovige zielen in het Vagevuur, dan is het raadzaam zich de bevrijding van eene ziel in het bijzonder voor to stellen en deze bepaaldelijk Gode aan to bevelen. Dit belet echter niet dat men bovendien nog eenige andore ondergeschikte intentie\'» kan vormen.
GEBEDEN die bij de beraddslagingen geFchieden.
i. Vóór de Beraadslagingen.
P. Kom o Heilige Geest, vervul de harten uwer geloovigen, en ontsteek in hen het vuur uwer liefde. Zend uwen Geest uit, en zij zullen herschapen worden.
A. En Gij zult het aanschijn der aarde vernieuwen.
P. Laat ons bidden. God die de harten der geloovigen, door de verlichting des H. Geestes onderwezen hebt, geef ons dat wij in dien zelfden Geest de ware wijsheid erlangen, en ons gedurig door zijne vertroosting verblijden, door Christus onzen Heer.
49
3
GEBEDEN.
P. Onze Vader enz.
P. Wees gegroet, enz.
P. H. Maria, zonder zonde ontvangen.
A. Bid voor ons.
2. Na de Beraadslagingen.
P. Sterk, o God, wat Gij gewrocht hebt in ons.
A. Van\'uit uwen H. Tempel te Jerusalem.
P. Onze Vader, enz.
P. Wees gegroet, enz.
P. H. Maria, zonder zonde ontvangen.
A. Bid voor ons.
I\'. Geloofd zij Jesus Christus.
A. In de eeuwen der eeuwen. Amen.
1. Vóór de Verkiezing.
De Hymne, de Antiphoon, het vers en gebed van den H. Geest.
2. iYa de Verkiezing,
(Na de bekendmaking van het nieuwe Bestuur door den Eerw. Directeur, wordt het 11. Sacrament uitgesteld en gezongen:)
De Lofzang Te Deum.
P. U, o God, loven wij ; U, O Heer, prijzen wij.
A. U, Eeuwige Vader, vereert de gan-sche aarde.
50
GEBEDEN.
P. U loven alle Engelen, U alle Hemelen en alle Magten.
A. U roepen de Cherubijnen en Sera-phijnen zonder ophouden toe :
P. Heilig.
A. Heilig.
P. Heilig, de Heer God der Heirsoharen.
A. Hemel en aarde zijn vol van de heerlijkheid Uwer majesteit.
P. U looft het schitterend Koor der Apostelen.
A. U prijst de lofwaardige Schaar der Propheten.
P. U roomt het luisterrijk Heir der Martelaren.
A. U belijdt de H. Kerk over geheel de aarde.
P. Vader der onmetelijke Majesteit.
A. En Uwen aanbiddenswaardigen, waren en ecnigen Zoon.
P. Alsmede den H. Geest den Trooster.
A. Gij, o Christus, zijt de Koning der glorie.
P. Gij zijt de eeuwige Zoon des Vaders.
A. Gij iiebt, toen Gij, om ons te verlossen , de menscheid aannaamt, den schoot eener Maagd niet beneden U geacht.
P. Gij hebt na den prikkel des doods overwonnen te hebben, den geloovigen het Hemelrjjk geopend.
A. Gjj zit aan de regterhand Gods in de heerlijkheid des Vaders.
51
GEBEDEN.
P. Wij gelooven dat Gij als Rcgter zult komen.
Men knielt bij het volcjende vers:
Daarom bidden wij U, kom uwe dienaren te hulp, welke Gij met uw dierbaar Bloed hebt verlost.
A. Laat hen allen onder uwe Heiligen in de eeuwige heerlijkheid gesteld worden.
P. Maak uw voik zalig, o Heer, en zegen uw erfdeel.
A. En bestuur hen en verhef zo tot in eeuwigheid.
P. Eiken dag loven wij U.
A. En wij prijzen uwen naam in eeuwigheid en in de eeuwigheid der eeuwigheden.
P. Gewaardig U, o Heer ons heden van allo zonden te bewaren.
A. Ontferm U onzer, o Heer, ontferm U onzer.
P. Doe uwe barmhartigheid op ons ne-derkomen, o Heer, naarmate wij vertrouwd hebben op U.
A. Op U, o Heer heb ik gehoopt en in eeuwigheid zal ik niet beschaamd worden.
P. Laat ons den Vader en den Zoon en den H. Geest zegenen.
A. Loven en verheffen wij Hem in alle eeuwen.
P. Gezegend zijt Gij, o Heer God, in het uitspansel des Hemels.
A. En lofwaardig, en glorievol, en bo-
52
GEBEDEN.
ven alles verheven in de eeuwen der eeuwen.
P. Het goddelijk Ilemelbrood hebt Gij hun geschonken.
A. Dat alle genot in zich bevat.
P. Heer verhoor mijn gebed.
A. En mijn geroep korae tot U.
P. De Heer zij met u.
A. En met uwen geest.
LAAT ONS BIDDEN.
God, wiens barmhartigheden zonder tal, eu wiens genadeschatten onuitputtelijk zjjn, wij brengen dank aan Uwe milddadige Majesteit voor de ontvang-ene weldaden\'; en wij smeeken tevens dat Gij, die de biddenden verhoort, ons nimmer verlaten moo^t, maar ons tot de eeuwige beloonin-gen wilt voorbereiden.
God, die ons in liet wondervolle Altaar-Sacrament de gedachtenis van uw lijden hebt nagelaten, geef ons smeeken wij U, de Heilige Geheimen van uw Ligchaam en Bloed zoo te vereeren, dat wij de vrucht uwer verlossing in ons gedurig ontwaren. Die leel\'t en heerseht. God in alle eeuwen der eeuwen.
A. Amen.
P. De Goddelijke hulp verblijve altijd met ons.
A. Amen.
53
GEBEDEN.
Gebeden te Rome gebruikelijk bij de p!eg-tige opdragt en aanneming.
i. De Eerw. Bestuurder of wie de pleg-tigheid verrigt, begint vóór het Altaar de volgende Hymne, die door het koor wordt voortgezet:
Veni Creator Spiritus.
Mentes tuorura visita.
Imple superna gratia.
Qua; tu oreasti pectora.
Qui diceris Paraolitas,
Altissimi donum Dei,
Fons vivus, ignis, charitas Et spiritalis unotio.
Tu septiformis munere,
Digitus paterna? dextera;,
Tu rite promissum Patris,
Sermone ditans guttura.
Accende lumen sensibus,
Infunde amorem cordibus,
Infirrna nostri corporis Yirtute firmans perpeti.
Hostem repellas longius,
Pacemque dones protinus,
Ductore sic te pnevio,
Vitemus omne noxium.
Per te sciamus da Patrern. Noscamus atque Filiura,
Teque utriusque Spiritum Credamus omni tempore.
54
GEBEDEN.
Deo Patri sit gloria,
Et Filio qui a mortuis Surrexit, ao Paraolito, In saeoulorum seeoula. Amen.
V. Emitte Spiritum tuum et creabuntur. R. Et renovabis faeiem terne. V. Dominus vobiacum.
R. Et cum spiritu tuo.
Oremus.
Deus, qui corda fidelium Saïicti Spiritus illustratione doouisti, da nobis in eodem Spiritu recta sapere et do ejus semper consolatione gaudere per Christum Do-minum nostrum. R. Amen.
2, PREEK.
Inmiddels kan er eene Hymne gezongen worden ter eere der Allerheiligste Maagd. quot;V. Adjutorium nostrum in nomine Domini. R. Qui fecit coelum et terram.
Domine exaudi orationem meam. R. Et clamor meus ad te veniat. V. Dominus vobisoum.
R. Et cum spiritu tuo.
Oremus.
Omnipotens, sempiterne Deus, qui Sanctorum tuorum imagines (sive effigies) sculpi aut pingi non reprobas, ut quoties illas
GEBEDEN.
oculis corporis intuemur, toties eorum actus et sanctitatem ad iraitandum me-moria) oculis meditemur; lias quecsumus, imagines in honorera et memoriam Beatis-simai Virginis Maria;. Matris Domini nos-tri Jesu Christi et S. adaptatas
bene f dicere et sancti f ficare digneris, et prtesta, ut quicumque coram illis Bea-tissimam Virgiuem et S. suppliciter colei\'e et honorare studuerit, illius meritis et obtentu a te gratiam in proesenti et Eeternam gloriam obtineat in futurum per eundem Christum Dotninum nostrum.
R. Amen.
Vervolyens worden de niedailjes met tvij-water besproeid.
4. De Secretaris zegt tot de Aspiranten gekeerd:
Tot lof en glorie der Allerheiligste Drievuldigheid, ter eer\'e der allerheiligste Onbevlekt Ontvangene Maagd Maria, onze Moeder en Patrones, tot uitbreiding en bloei van onze Congregatie, mogen zij toetreden die wenschen aangenomen te worden tot leden onzer Congregatie, mot name N. N.
Zoodra deze zich ter bepaalde plaatse hebben gesteld, zegt de Prefect zich tot den Eerw. Bestuurder keerende:
Eerwaarde Vader I de hier tegenwoor-digen wenschen vuriglijk in hen zeiven
56
GEBEDEN.
en in anderen de godsvrucht tot de gelukzalige Maagd Maria te vermeerderen, en verzoeken dringend in onze Congregatie te worden aangenomen.
De Eerw. Bestuurder. Mot de grootste blijdschap verneem ik uw verlangen. Opdat ons dit echter des te duidelijker en volkomener blijko, zoo antwoordt met duidelijke en verstaanbare stem op de vragen die do Prefect dezer Congregatie u zal voorstellen.
De Prefect. Begeert gij waarlijk opgenomen te worden in deze Congregatie der allerheiligste Maagd Maria, om u onder de bescherming der roemrijke Maagd en Moeder geheel en al aan Jesus Christus onzen Zaligmaker toe te wijden?
De Aspiranten. Wij begeoren zulks van ganscher harte.
De Prefect. Wilt gij dan opregtelijk trachten in deze Congregatie door uwe godsvrucht den godsdienstigen zin. door uwe reinheid van zeden, zachtmoedigheid en voorkomendheid de broederlijke liefde, en door uwe goede voorbeelden de stichting uwer naasten te bevorderen?
lie Aspiranten. Wij willen het!
De Prefect, llelooft gij getrouwe naleving der Regelen, volgzaamheid en liefde jegens den liestuurder, en in alles wat de Congregatie betreft bereidvaardige gehoorzaamheid?
De Aspiranten. Wij beloven zulks!
57
GEBEDEN.
De Prefect. En wat gij beloofd hebt, hoe lang zult gij dit onderhouden?
De Aspiranten. Wij zullen het altijd onderhouden!
De Eerw. Bestuurder. Beminde vrienden, gij begeert voorzeker, eene der allerheiligste Maagd hoogst aangename en voor u zeiven hoogst nuttige en zeer belangrijke zaak. U der dienst en der bescherming van de allerheiligste Moeder Gods toewijdende, moogt gij hopen door de voorspraak van Haar, die allen bemint welke Haar beminnen, met de meest zekerheid de uitstekendste gunsten des Hemels te zullen verwerven. Maria, de allergoedertierenste Moeder toch, verhoort allen die Haar aanroepen ; Zij vergezelt met hare bescherming altijd, en verlaat nimmer, noch in de gevaren, kwellingen en ellenden dezes levens, noch in de ure des doods, hen die Haar waarlijk genegen zijn. Opdat gij dit ondervinden moogt, zoo verliest nimmer uit het geheugen, wat gij thans zult uitspreken. Tracht ijverig en bestendig door onberispelijke zeden en geheel uw gedrag het bewijs te leveren dat gij onder het getal harer dienaren zijt opgenomen. Vernieawt dan, dewijl het ware geloof de wortel is en de grondslag van alle regtvaardiging en heiligheid, de geloofsbelijdenis, welke onze H. Moeder de Katholieke Kerk gebruikt.
58
GEBEDEN.
In den naam van alle aspiranten leest een van hen met duidelijke stem de geloofsbelijdenis van het Concilie van Trente voor, en allen houden brandende waskaarsen in de hand.
Geloofsbelijdenis van het H. Concilie van ïrente.
Ik N. N. geloof vastelijk en beljjd al hetgeen in het geloofsbegrip, hetwelk de Heilige Roomsch Katholieke Kerk gebruikt, begrepen wordt, te weten:
Ik geloof in éénen God den Almagtigen Vader, Schepper van Hemel en aarde, van alle zigtbare en onzigtbare dingen. En in éénen Heer, Jesus Christus, Gods eenigen Zoon, en uit den Vader voor alle eeuwen geboren, God van God, licht van het licht, een waren God van den waren God, geboren en niet gemaakt, van één wezen met den Vader, door wien alles gemaakt is. Die om ons menschen en om onze zaligheid uit den hemel is nedergedaald, en het vleesch heeft aangenomen door den H. Geest uit de Maagd Maria en is mensoh geworden. Hij is voor ons ook gekruist onder Pontius I\'ilatus. Hij heeft geleden en is begraven. Hij is volgens de schriften ten derden dago verrezen. En Hij is opgeklommen ten Hemel, zit aan de regter-hand des Vaders, en Hij zal met heerlijkheid wederkomen om de levenden en de
59
GEBEDEN.
dooden te oordeelen, zjjn Rijk zal geen einde hebben. En in den !l. Geest, den lieer en levendmakende, die uit den Vader en den Zoon voortkomt, die met den Vader en den Zoon te zamen aangebeden en mede verheerlijkt wordt, die door de Profeten gesproken heeft. En ééne Heilige Katholieke en Apostolische Kerk.
Ik belijde één doopsel ter vergeving der zonden. En ik verwacht de verrijzenis der dooden en het eeuwige leven. Amen.
Ik geloof en neem vastelijk aan de apostolieke en kerkelijke Overleveringen , en alle andere gebruiken en instellingen van dezelfde Kerk. Ook neem ik de H. Schrift aan volgens den zin, dien onze Moeder de H. Kerk gehouden heeft en nog houdt, aan wie het toekomt te oordeelen over den waren zin en de uitlegging der II. Schrift, en ik zal deze nooit verstaan, of uitleggen dan volgens het algemeen gevoelen der Vaderen.
Ik belijd ook, dat er waarlijk en eigenlijk zeven Sacramenten der Nieuwe Wet zijn, van Jesus Christus onzen Heer ingesteld. en tot zaligheid der menschen noodzakelijk , schoon zij allen aan een iecer niet noodig zijn; namelijk het Doopsel, het Vormsel, het H. Sacrament des Altaars , de Biecht, het laatste Oliesel, het Priesterschap en het Huwelijk; en dat deze Sacramenten genade geven; ook dat het Doopsel, het Vormsel en het Priester-
GEBEDEN.
schaj) zonder heiligaohending niet meer dan eens kunnen ontvangen worden. Ik neem aan de aangenomene goedgekeurde gebruiken der Katholieke Kerk in do plegtige bediening dor voornoemde Sacramenten.
Ik neem ook aan en keur goed, al hetgene de heilige Kerkvergadering van Trente over do erfzonde en de regtvaar-digmaking heeft besloten en uitgesproken.
Ook belijd ik, dat in de Mis eene ware, eigene en verzoenende offerande aan God wordt opgedragen; en dat in hot heiligste Sacrament des Altaars het Ligohaam en Woed van onzen Hoer Jesus Christus, met zijne Ziol en zijne Godheid, waarlijk, dadelijk en in wezen tegenwoordig is, en dat de geheole zelfstandigheid van het brood in Zijn Ligohaam en de geheele zelfstandigheid van den wijn in Zijn Bloed veranderd wordt, welke verandering in de Katholieke Kerk, Trans-Substantiatie genoemd wordt. Ook belijd ik, dat men onder iedere gedaante Christus geheel en volkomen in het Sacrament waarlijk ontvangt.
Ik geloof vastelijk, dat or een Vagevuur is, en dat de zielen aldaar door de voorbiddingen der geloovigen geholpen worden; en insgelijks dat men de Heiligen, die met Christus regeeren mag eeren en aanroepen; dat zij God voor ons bidden, en dat men hunne overblijselen mag eeren.
61
GEBEDEN.
Ik belijd vastelijk dat men de beelden van Christus, van de altijd Maagd gebleven Moeder Gods en van andere Heiligen mag hebben en houden, en aan deze de schuldige eer en aehtig bewijzen. Ik belijd ook, dat de magt, om Aflaten te ver-leenen door Christus aan de Kerk gegeven is, en dat de Aflaten den Christenen allerheilzaamst zijn.
ïk erken de heilige Katholieke, Aposto-lieke Roomsche Kerk als de Moeder en de Opperste van alle kerken, en ik beloof en zweer opregte gehoorzaamheid aan den Roomsohen Paus, die is de opvolger van den Vorst der Apostelen, den H. Petrus, en de Stedehouder van Jesus Christus.
Ik neem ook aan en belijd zonder eenige twijfeling al het overige wat door do heilige Kerkregels en door de algemeene Kerkvergaderingen, bijzonder door de heilige Vergadering te ïrente is geleerd, vastgesteld en uitgesproken. Ik veroordeel, verwerp en doem tevens, al hetgeen daartegen is, en alle ketterijen, die door de Kerk veroordeeld, verworpen en gedoemd zijn.
Dat waar Katholiek Geloof, buiten hetwelk niemand kan zalig worden , en hetwelk ik tegenwoordig vrijwillig belijd en voor waarheid houd, dit zelfde geloof beloof en zweer ik N. met Gods hulp tot den laatsten adem mijns levens geheel en onvervalscht bestendig te zullen houden
6*2
GEBEnEN.
en belijden , en naar mijn vermogen te zullen zorgen, dat het van mijne onderdanen, en van degenen, die mij aanbevolen zijn, gehouden, geleerd en verkondigd worde. Zoo lielpe mij God en deze H. Evangeliën Gods.
5. De Eerw. Bestuurder. Opdat gij des te getrouwer moogt volbrengen wat gij zoo even beloofd hebt, alzoo legt nu voor het aanschijn der gansche Congregatie plegtiglijk uwe geloften neder aan de voeten uwer minzame Moedor.
Alle aspiranten knielen, brandende waskaarsen in de hand houdende, en volgen met godsvrucht dengene aan wiens zorg zij- gedurende den proeftijd werden toevertrouwd. Terwijl doze mot luider stom de Akte van toewijding of het Formulier van opdragt uitspreekt, zoggen zij allen gezamenlijk:
Akte van toewijding aan hel allerheiligste Hart van Jesus.
Jesus waarachtige Zoon van God, onze Koning en onze broeder, wij allen hier vereenigd voor uw altaar, komen ons geheel aan U schenken, ons toewijden aan uw goddelijk Hart; Gij zijt de bron van alle genaden, het voorbeeld aller deugden, oneindig beminnend en oneindig beminnenswaardig, en toch door zoo velen ver-
63
GEBEDEN.
acht on miskend, ook door ons beleedigd in onze ontrouw on zonde.
Om dien smaad te herstellen, onzen dank te betoonen voor do liefdobewjjzen ons gegeven, offeren wij ons geheel aan U op, ora voor uwe eer te arbeiden, en onze harten naar uw heilig Hart te vormen.
Geef in uw goedheid dat wij onder-worpen zijn aan onze overheden, ten voor beeld voor anderen, getrouw aan de plig-ten van onzen stand, bereid tot alle oilers die Gij van ons vraagt.
Van uw goddelijk, Hart verwachten wij hulp in gevaar en lijden, uit uw Hart leeren wij wat wij zijn moeten, en onze laatste zucht zij een akte van hoop in zijne oindelooze barmhartigheid. Amen.
Akte van toewijding aan de H. Maagd.
Allerheiligste Maagd en Moeder Gods Maria, ik N. N. ofschoon geheel onwaardig IJ te dienen, doch vertrouwende op Uwe verwonderlijke goedheid, en vurig verlangende mij aan Uwe dienst te verbinden, kies U heden voor het aanschijn van mijn Engelbewaarder en van geheel het lle-melsche Hof tot mijne Koningin, Voorspreekster en Moeder; en neem mij vas-telijk voor, U altijd getrouw te zullen dienen, en zooveel in mij is, te zullen zorgen, dat Gij door allen getrouwelijk gediend wordt. Ik smeek cn bezweer U dan, bij
G4
GEBEDEN.
het dierbaar, tot mijn heil vergoten Bloed van Jesus Christus, gewaardig U, o liefdevolle Moedor, mij onder het getal uwer beschermelingen en tot uwen eeuwigen dienaar aan te nemen. Sta mij bij in alle mijne handelingen , en verwerf mjj de genade, dat ik mij zoo gedrage in woorden, werken en gedachten, dat ik nimmer noch L\', noch Uwen Goddelijken Zoon be-leedige. Wees mijner gedachtig en verlaat mij niet in hot uur van mijnen dood.
Akte van toewijding aan den zaligen Petrus Canisius,
welke men jaarlijks op zijn feestdag pleg-lig zal vernieuwen.
Zalige Petrus Canisius, magtigo Voorspreker bij God, ik N. kies U, lieden voor geheel mjjn leven, tot bijzonderen Beschermer, leidsman en bestuurder van mijne ziel en van mijn ligchaam , van mijne gedachten, woorden en werken, van mijne begeerten en genegenheden , van mijne eer en goederen, van mijn leven en van mijnen dood. Ik neem mij vastelijk voor, uwen naam te verheffen en naar mjjn vermogen uwe eer te bevorderen. Ik bid u dan vuriglijk, ontvang mij tot uwen eeuwigen dienaar, help mij in al mijne werken, en verlaat mij niet in de ure van mijnen dood. Amen.
C5
GEBEDEN.
6. De Eerw., Bestuurder geeft aan ieder hunner de gewijde medailje der H. Maagd en zegt:
Ontvang het teeken der Congregatie van de H. Maagd Maria, tot verdediging van ligohaam en ziel; opdat gij door de genade van Gods goedheid en de hulp van Maria, uwe Moeder, de eeuwige zaligheid mojgt verwerven. In c!en naam des Vaders -f-en des Zoons en des H. Geestes. Amen.
Terwijl de medailjes worden uitgereikt, zingt het Koor\' een lofzang der II. Maagd on daarna :
PSALM 132.
Ecce quam bonum et quam juoundum: habitare fratres in unum.
Sicut unguentum in oapite, quod des-cendit in barbam, barham Aaron, quod descendit in oram véstinenti ejus;
Sicut ros Hormon , qui descendit in montem Sion.
Quoniam illio mandavit Dominus. hene-dictionem et vifcam usque in SEeculum. Gloria Patri etc. —
66
Aecipe signum Con-gregationis B. M. V. ad corporis et animse defensionem, ut divi-na; bonitatis gratia et ope Maria; Matris tuaj seternam beatitudi-nera consequi merea-ris in Nomine Patris f et Filii et Spiritus Sancti. Amen.
GEBEDEN.
7. De Eerw. Bestuurder keert zich tot de nieuwe leden en zegt het:
ïot Gods meerdere glorie, tot eere dor Allerzaligste Maagd Maria, tot geestelijk welzijn dezer Congregatie en krachtens de magt door Z. H. den Paus N. aan mij toevertrouwd, neem ik N. N. tijdelijk bestuurder dezer Congregatie aan, als leden van onze Congregatie opgerigt ionder den titel van N., u N. N. en maak en verklaar u deelachtig aan al de genaden, vruchten, voorregton en aflaten, welke de H. Stoel aan de Hoofd-Congregatie te Rome, waarmede deze onze Congregatie op kanonieke wijze is verbonden, heeft verleend. In den Naam dos Vaders f en des Zoons j en des H. Geestes ■[■. Amen.
Christus neme u op onder het getal van onze medebroeders en Zijne dienaren. Hij verleene u tijd om wel te leven, gelegenheid om deugdzaam te handelen, standvastigheid om naar behooren te volharden, en gelukkiglijk te komen tot de erfenis des eeuwigen levens ; en gelijk ons heden do broederlijke liefde geestelijker wijze vereenigt, zoo moge de goddelijke barmhartigheid, die de onderlinge liefde schenkt en bemint, zich gewaardigen ons met de zaligen in den Hemel te vereenigen door denzelfden Christus onzen Heer. Amen.
67
GEBEDEN.
8. De Eerw. Bestuurder zegt vervolgens:
V. Confirma hoe Deus, quod operatus
es in nobis.
R. A Tomplo sancto tuo, quod est in Jerusalem.
V. Salvos fac servos tuos.
R. Deus meus, sperantes in te.
V. Mitte eis, Domine, auxilium de Sancto.
R. Et de Sion tuerc eos.
V. Domine exaudi orationem meam.
R. Et clamor meus ad te veniat.
V. Dominus vobiscum.
R. Et cum Spiritu tuo.
Adesto, Domine, supplicationibus nostris, et hos famulos tuos, quos Congregationi B. M. V. aggregavimus, bene ■}- dicere dig-nare, et praesta, ut statuta nostra, per auxilium gratiaj tuaj, sancte pie et religiose vivendo valeant observare, et obser-vando vitam promereri sempiternam per Christum Dominum nostrum. Amen.
9. Het Allerheiligste wordt uitgesteld, de lofzang ilagnificat gezongen en aet Altaar bewierookt; mogt de tijd ontbreken , dan intoneert aanstonds na de uitstelling en bewierooking van het Allerheiligste Sacrament de Eerw. Bestuurder het Te Deum.
GEBEDEN.
Magnificat anima moa | Dominum.
Et exultavit spiritus meus | in Deo sa-lutari meo.
Quia respexit humilitatem ancillce suaj | ecce enim ex hoc beatam me dicent omnes generationes.
Quia fecit mihi magna, qui potons est; | et sanctum nomen ejus.
Et misericordia ejus a progenie in progenies | timentibus eum.
Fecit potentiam in brachio sue j disper-sit superbos mento cordis sui.
Deposuit potentes de sede | et exaltavit humiles.
Esurientes implevit bonis | et divites di-misit inanes.
Suscepit Israël puerum suum | rocorda-tus misericordise siue.
Sicut locutus est ad patres nostros | Abraham et semini ejus in steeula.
Gloria Patri, etc.
69
70
GEBEDEN die in die gewone vergaderingen geschieden. i. Vóór de Onderrigting.
Na voorafgaande lezing zegt de Prefect aldus:
In den naam des Vaders, en des Zoons, en des H. Geestes. Amen.
Hij begint vervolgens lofzang:
Kom Schepper, kom o II. Geest,
Bezoek dor uwen hart en ziel,
Vervul met bovenaardsohe kracht, De zielen door U voortgebragt.
Kom Gij, die elk zijn Trooster noemt, Een gaaf des Allerhoogsten Gods, Een levend water, liefdevuur,
En ware zalving van don geest.
Gij, in uw gaven zevenvoud.
Gij zijt do vinger van Gods Hand,
Gij, \'s Vaders lang beloofd geschenk, Geef aan de tong der talengaaf.
Ontsteek in onze borst uw licht.
En stort uw liefde in ons ziel.
Versterk de zwakte van ons vleesch. Met hemelkracht, die nimmer faalt.
GEBEDEN.
Verdrijf den vijand verre weg,
En geeft ons voortaan zoeten vree,
Opdat wij aan uw leiding trouw, quot;Vermijden al wat schaden kan.
Maak Gij den Vader ons bekend,
Door U ook kennen wij den Zoon ,
En dat wij U als beider Geest,
Belijden mogen zonder eind.
Aan God den Vader zij steeds eer. En aan den Zoon, die uit den dood, Is opgestaan, den Trooster ook,
In aller eeuwen eeuwigheid. Amen.
Kom, o H. Geest, vervul do harten uwer geloovigen en ontsteek in hen het vuur uwer liefde.
Zend uwen Geest uit, en zij zullen herschapen worden.
En gij zult het aanschijn der aarde vernieuwen.
LAAT ONS BIDDEN.
God, die de harten der geloovigen, door de verlichting dos 11. Geestes onderwezen hebt, geef ons, dat wij in denzelfden Geest de ware wijsheid erlangen en gedurig door zijne vertroosting verblijden.
Bescherm, bidden wij U, o Heer, door de voorspraak der Allerheiligste Maagd Maria deze schaar van allen tegenspoed.
71
GEBEDEN.
en terwijl zij zich met liet volste vertrouwen voor U nedcrwerpt. wil haar goe-dertiereulijk tegen alle lagen des vijands beveiligen.
AVij bidden U. Heer, ga onze werken door den invloed uwer genade vooraf, eu voltrek ze door uwe medewerking, opdat al onze gebeden en handelingen immer van U beginnen en eenmaal begonnen zijnde, ook door U voltrokken worden door Christus onzen Heer. Amen.
In den Advent.
Genadenvolle Moeder des Verlossers, die ons eene opene hemeldeur en zeester blijft.
Snel uw volk, dat bezwijkt en zich be-keeren wil, ter hulpe.
Gij, die tot verbazing der natuur uwen heiligen Schepper hebt ter wereld gebragt en immer Maagd gebleven zijt;
Gij die uit Gabriels mond dien wonder-vollen groet mogt hooren, wil ons zondaars genadig zijn.
De Engel des Heeren heeft aan Maria geboodschapt.
En Zij heeft ontvangen van den H. Geest.
72
ANTIPIIONEN.
LAAT ONS BIDDEN.
Stort, bidden wij U, Heer, uwe genade uit in onze harten, opdat wij, die door de Boodschap des Engels de Mensch-wording van Christus Uwen Zoon gekend hebbou, door Zijn kruis en Ijjden tot de glorie dor verrijzenis mogen gebragt worden door donzelfden Christus, onzen Hoer. Amen.
Van Kersavond tot Maria Lichtmis.
De Antiphone als boven met het volgende vers;
Na de baring zijt Gij ongesohondene Maagd gebleven.
Heilige Moeder Gods, wees onze voorspraak bij God.
LAAT ONS BIDDEN.
God , die door den vruchtbaren maagdom der Allerheiligste Moeder Maria, aan het menschelijk geslacht den prijs voor het eeuwige heil hebt verleend, wij bidden U, geef ons, dat wij de voorbede mogen erlangen van Haar, door wie wij den oorsprong des levens hebben mogen ontvangen onzen Heer Jesus Christus, uwen Zoon. Amen.
Van Maria lAchtniis tot op Paaschavond.
Gegroet Gij, Koningin des Hemels, gegroet Gij, der Engelen Vorstin.
73
4
74 ANTIPHONEN.
Gegroet Gij, heilige stam , Gij hemeldeur van waar der wereld het heillicht gewierd.
Verblijd U, glorierijke Maagd, die allen in schoonheid overtreft.
Gegroet o wonderschoone, en smeek tot Christus voor ons.
Vergun mij, heilige Maagd, uwen lof te verkondigen.
Geef mij kracht tegen uwe vijancen.
LAAT ONS BIDDEN.
Schenk goedertieren God, onze zwakheid bijstand, opdat wij de gedachtenis der Heilige Moedermaagd vereerende, door hare hulprijke voorbede van onze zonden mogen opstaan door denzelfden Christus onzen Heer. Amen.
Van Paschen tot aan II. Drievuldiy-heids Zondag.
Koningin des Hemels , verheug U. Alleluja.
Want dien Gij gedragen hebt. Alleluja.
Is verrezen, gelijk Hij gezegd heeft. Alleluja.
Bid God voor ons. Alleluja.
Verheug en verblijd ü, o Maagd Maria. Alleluja.
Want de Heer is waarlijk verrezen. Alleluja.
ANTIPHONEN.
LAAT ONS BIDDEN.
God, die U gewaardigd hebt door de verrijzenis van Jesus Christus, uwen Zoon onzen Heer, de wereld te verblijden, geef bidden wij U , dat wij door zijne Moeder, de Heilige Maagd, de vreugd van het eeuwige leven mogen erlangen door denzelfden Christus onzen Heer. Amen.
Van II. Drievuldigheids Zondag tot den Advent.
Zijt gegroet Koningin, Moeder der barmhartigheid.
Ons leven, onze wellust, onze hoop, zijt gegroet.
Tot LI roepen wij ballingen, Eva\'s kroost.
Tot U zuchten wij treurende en wee-nende in dit tranendal.
Sla Gij dan, onze Voorspreekster, uwe zoo meêdoogende oogen op ons neder.
En toon ons na deze ballingschap .lesus, de gezegende vrucht van uwen schoot.
O barmhartige, o liefdevolle, o minnelijke Maagd Maria.
Bid voor ons H. Moeder Gods;
Opdat wij waardig worden de beloften van Christus.
LAAT ONS BIDDEN.
Almagtige eeuwige God die het ligchaam en de ziel der glorierijke Moedermaagd Maria, door de medewerking des H. Geestes, tot eene waardige woning uws Zoons hebt
75
76 LITANIE VAN O. L. VROUWE.
voorbereid, geef dat wij, die ons in hare gedachtenis verblijden, door hare liefderijke voorbede van alle toekomstig kwaad en van den eeuwigen dood mogen bevrijd worden, door denzelfden Christus onzen lieor, Amen
Nu volgt dc onderrigting. 2. Na de Onderrigting.
Sterk, o God, wat Gij gewrocht hebt in ons ;
Van uit uwen heiligen Tempel te Jerusalem.
LAAT ONS BIDDEN.
Verleen ons, o lieer, den bijstand uwer genade, opdat wij met uwe hulp mogen volbrengen, wat wij door uwe verlichting-als onzen pligt leerden kennen door Christus onzen Heer. Amen.
Litanie van Onze Lieve Vrouwe. \') Heer ontferm U onzer.
Christus ontferm U onzer.
Heer ontferm U onzer.
Christus hoor ons.
Christus verhoor ons.
God hemelsche Vader, ontferm U onzer. God Zoon, Verlosser der wereld, ontferm
U onzer.
God 11. Geest, ontferm U onzer.
*1 300 dagen aflaat telkens, Pius Vil. 3U Sept. 1817) en verscheidene volle aflaten voor die de Litanie alle dagen bidden.
LITANIE VAN O. L. VROUWE.
II. Drievuldigheid, één God, ontferm II onzer.
II. Maria, bid voor ons.
H. Maria, zonder vlek ontvangen ,
H. Moeder Gods,
H. Maagd der maagden,
Moeder van Christus,
Moeder der goddelijke genade,
Allerzuiverste Moeder,
Allerreinste Moeder,
Onbevlekte Moeder,
Ongeschondene Moeder,
Minnelijke Moeder,
Verwonderlijke Moeder,
Allervoorzigtigste Maagd,
Lofwaardige Maagd,
Getrouwe Maagd,
Spiegel der regtvaardiglieid.
Zetel der wijsheid,
Oorzaak onzer blijdschap,
Geestelijk Vat,
Eerbiedwaardig Vat,
Uitstekend Vat van godsvrucht.
Geheimzinnige Roos,
Toren van Uavid,
Ivoren Toren ,
Gulden Huis,
Ark des Vorbonds,
77
78 LITANIE VAN O. L. VROUWE.
Deur des Hemels,
Morgenster,
Behoudenis der kranken,
Toevlugt der zondaren,
Hulp der Christenen,
Koningin der Martelaren,
Koningin der Belijders,
Koningin der Maagden.
Koningin van alle Heiligen,
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der
wereld, spaar ons Heer.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der
wereld, verhoor ons Heer.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der
wereld, ontferm U onzer.
Christus hoor ons.
Christus verhoor ons.
Heer ontferm U onzer.
Christus ontferm U onzer.
Heer ontferm U onzer.
Onze Vader.
En leid ons niet in bekoring,
Maar verlos ons van den kwade.
Onder uwe bescherming nemen wij onze toevlugt, Heilige Moeder Gods , verstoot onze gebeden niet in onzen nood , maar bevrijd ons altijd van alle gevaren, glorierijke en gezegende Maagd, onze Vrouwe,
LITANIE VAN O. L. VROUWE. 79
onze Middelares, onze Voorspreekster, verzoen ons met uwen Zoon, beveel ons aan uwen Zoon, vertoon ons aan uwen Zoon.
Bid voor ons, Heilige Moeder Gods.
Opdat wij waardig worden de beloften van Christus.
LAAT ONS BIDDEN.
Wij bidden U, Heer, stort uwe genade uit in onze harten, opdat wij, die door de boodschap des Engels de menschwording van Christus uwen Zoon gekend hebben, door zijn Kruis en Lijden tot de glorie der Verrijzenis mogen gebragt worden door denzelfden Christus onzen Heer. Amen.
Bid voor ons. Heilige Joseph.
Opdat wij waardig worden de beloften van Christus.
LAAT ONS BIDDEN.
Wij bidden U, Heer, dat wij door de verdiensten van den Bruidegom uwer Allerheiligste Moeder mogen geholpen worden, opdat wij door zijne voorspraak verkrijgen, hetgene wij door ons zeiven niet kunnen bekomen, die leeft en heersoht in de eeuwen der eeuwen. Amen.
Bid voor ons, zalige Petrus.
Opdat wij waardig worden de beloften van Christus.
GEBFDEN.
LAAT ONS BIDDEN.
God, die tot verdediging van het Katholieke Geloof den Gelukzaligen Petrus, Uwen Belijder met kracht en wetenschap hebt toegerust, verleen genadiglijk, dat door zijne voorbeelden on vermaningen de harten der dvvalenden wederom betrachten, wat tot zaligheid verstrekt en de gemoederen der geloovigen in de belijdenis der waarheid volharden door Jesus Christus onzen Heer. Amen.
Wees uwe Vergadering indachtig.
Die Gij van den beginne af bezeten hebt.
Bidden wij voor onzen Paus N.
De lieer spare hem, behoude hem in het leven, make hem gelukzalig op aarde, en levere hem niet over aan den wil zijner vijanden.
Bidden wij voor onze weldoeners.
Heer gewaardig U, allen die ons, om uwen H. Naam goed doen, met het eeuwig leven te vergelden. Amen.
Bidden wij voor de geloovigen die overleden zijn.
Heer geef hun de eeuwige rust en het eeuwig licht verlichte hen.
Dat zij rusten in vrede. Amen.
Bidden wij voor onze afwezige medebroeders.
Mijn God, maak uwe dienaren zalig, die op U hopen.
Zend hun hulp Hear, uit de heilige plaats.
80
GEBEDEN.
En uit Sion bescherm hen.
Heer verhoor mijn gebed.
En mijn geroep kome tot U.
LAAT ONS BIDDEN.
God, wij smeeken U, verbreek door uwe goedertierenheid do banden onzer zonden, en bewaar ons uwe dienaren, onze weldoeners en medeburgers, door de voorspraak der Gelukzalige Maagd Maria en van alle Heiligen in deugd en heiligheid; zuiver van ongeregtigheden, versier met deugden onze bloedverwanten, nabestaanden en vrienden; geef vrede en heil, beteugel onze zigtbare en onzigtbare vijanden; dryt\' verre van ons alle begeerte des viee-sohes; verleen ons gunstige weergesteldheid en vruchtbaarheid der akkers ; schenk liefde aan onze vrienden ; en bewaar deze stad Maastricht met!lt; allo hare inwoners tegen besmettelijke ziekten en andere onheilen ; en verschaf den geloovigen hier op aarde een gelukkig leven, en den overledenen de zalige rust.
Behoed onzen H. Vader den Paus N., onzen Bisschop N., den Koning, alle onze overheden en geheel het Christenvolk tegen alle onheil. En uw zegen zij altijd met ons door Christus onzen Heer. Amen.
NB. De ziel van een overleden lid der Congregatie wordt met de volgende gebeden aan God aanbevolen.
Laat ons bidden voor onzen broeder N.
81
4*
GEBEDEN.
die overleden is. Heer geef hem de eeuwige rust, en het eeuwige licht verlichte hem.
Uit de diepte riep ik tot U Heer, Heer verhoor mijne stem.
Wend goedgunstig uwe ooren tot de stem mijner smeeking.
Zoo Gij onze zonden aanziet Heer, Heer wie zal dan voor U bestaan!
Maar bij U is ontferming; en om uwe beloften, verlaat ik mij op U, o Heer.
Mijne ziel verlaat zich op Zijn woord, mijne ziel hoopt op den Heer.
Van ochtendstond tot aan den nacht zal Israël op den Heer hopen.
Want bij den Heer is barmhartigheid en bij Hem is overvloedige verlossing.
En Hij zal Israël verlossen van al zijne ongeregtigheden.
Verleen hem Heer, de eeuwige rust.
En het eeuwig licht verlichte hem.
Van de poorten des grafs.
Red, Heer, zijne ziel.
Dat hij ruste in vrede. Amen.
Heer verhoor mijn gebed.
En mijn geroep koine tot U.
LAAT ONS BIDDEN.
Wij bidden U Heer, ontsla de ziel van uwen dienaar N. onzen broeder; opdat hij voor deze wereld gestorven bij U moge leven; en neem genadiglijk weg van hem door de vergiffenis uwer allerbarmhartigste goedheid, al hetgone hij door de boosheid
82
GEBEDEN.
dea vleesches in zijnen tijdelijken wandel heeft misdreven.
God schenker der vergeving en minnaar van \'s mensohen heil, wij bidden uwe goedheid, dat gij de broeders, aanverwanten en weldoeners van deze vereoniging, die uit deze wereld zijn gescheiden, door de voorbede der allerheiligste Maria, altijd Maagd , en van alle Heiligen aan de gemeenschap der eeuwige zaligheid deelachtig wilt maken.
God, Schepper en Verlosser aller ge-loovigen, schenk aan de zielen uwer dienaren en dienaressen vergiffenis van al hunne zonden, opdat zij de genadige kwijtschelding waarnaar zij altijd verlangd hebben, door onze godvruchtige gebeden mogen verwerven, Gij die leeft en heerscht, God van eeuwigheid tot eeuwigheid. Amen.
Verleen hun Heer, de eeuwige rust.
En het eeuwig licht verlichte hen.
Zijne ziel en de zielen van alle geloo-vigen mogen door Gods barmhartigheid rusten in vrede. Amen.
NB. Indien iemand gevaarlijk ziek is, wordt hij op de volgende vjijze in de ge-heden der Congregatie aanbevolen.
Laat ons bidden voor onzen broeder N. die ziek is.
Almagtige, eeuwige God, altijddurende zaligheid der geloovigen, wij smeeken U om den bijstand uwer barmhartigheid voor
83
LITANIE VAN HET
uwen dienaar die ziek is; verhoor onze gebeden opdat hij in gezondheid hersteld, U in de heilige Kerk zijne dankbaarheid bewijze, door Christus onzen Heer. Amen.
De Goddelijke hulp verblijve altijd met ons. Amen.
Geloofd zij Jesus Christus. In de eeuwen der eeuwen. Amen. *)
Litanie van het H. Hart van Jesus.
lieer ontferm U onzer.
Christus ontferm U onzer.
Heer ontferm U onzer.
Christus hoor ons.
Christus verhoor ons.
God, llemelsche Vader, ontferm U onzer. God Zoon, Verlosser der wereld , ontferm
U onzer.
God H. Geest, ontferm U onzer.
Heilige Drievuldigheid , één God, ontferm U onzer.
Hart van Jesus , Zoon van den eeuwigen
Vader, ontferni IJ onzer.
Hart van Jesus , Zoon van de Maagd en
Moeder Maria, ontferm U onzer.
84
Hart van Jesus, eigene en waardige woonplaats van den H. Geest, ontferm U onzer. Hart van Jesus, Tempel van de Allerheiligste Drievuldigheid, ontferm U onzer.
*gt; Aan dit vers is 50 dagen Aflaat verleend (Clemens xiix en Pius IX.)
H. HART VAN JESUS.
Hart Tan Jesus, glorie en vreugde der
Engelen, ontferm U onzer.
Hart van Jesus, oneindig in majesteit, Hart van Jesus , voorwerp van alle liefde,
Allerootmoedigst Hart van Jesus, Allerzuiverst Hart van Jesus, Allerbeminnelijkst Hart van Jesus, Vol van zegen en genade,
AVellust van Hemel en aarde,
Licht van geheel de aarde. Onoverwinnelijke sterkte tegen onze
vijanden.
Fontein van alle regtvaardigheid, Oorsprong van goedheid en barm- 0 hartigheid, g.
„ Vol medelijden en teederheid, 5°
JS Waardig allen lof en eer , lt;
c Aan wien alle aanbidding toekomt, 0 c Oneindige afgrond van alle hemelsche g ^ gaven, ®
S Fontein der springende wateren tot S het eeuwige leven,
Verzoening onzer zonden,
Troost van alle bedrukte harten.
Hoop van die in U sterven,
Ons leven en onze verrijzenis,
Toevlugt van alle zondaren. Met bitterheden voor ons vervuld. Met, versmaadheden voor ons verzadigd.
Om onze boosheden doorwond.
85
LITANIE ENZ.
Hart van Jesus, voor onze zaligheid gestorven aan het kruis, ontferm U onzer. Hart van Jesus, met eene lans doorstoken, ontferm U onzer.
Hart van Jesus, levende, heilige en Gode behagende offerande, ontferm U onzer. Hart van Jesus, Altaar, op hetwelk alle Heiligen geofferd worden , ontferm U onzer.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der
wereld, spaar ons Jesus.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der
wereld, verhoor ons Jesus.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der
wereld, ontferm U onzer Jesus.
Koning der glorie! Gij zult nooit versmaden.
Een vermorzeld en verootmoedigd hart. LAAT ONS BIDDEN.
Heere Jesus, die U gewaardigd hebt de onuitsprekelijke rijkdommen van Uw allerheiligst Hart aan Uwe Kerk te openbaren, verleen ons, dat wij aan de liefde van dat allerheiligst Hart mogen beantwoorden, en dat wij door waardige dienst-bewijzingen, vergoeden de verongelijkingen, die aan datzelfde bedrukte Hart van de ondankbare menschen worden aangedaan, die leeft en heerscht met God den Vader in de eenheid des H. Geestes, in alle eeuwen der eeuwen. Amen.
86
88
Heer ontferm U onzer.
Christus ontferm U onzer.
Heer ontferm U onzer.
Christus hoor ons.
Christus verhoor ons.
God hemelsche Vader, ontferm U onzer. God Zoon, Verlosser der wereld, ontferm
U onzer.
God H. Geest, ontferm U onzer. H. Drievuldigheid, één God, ontferm U onzer.
Heilig Sacrament, waar Jesus zelf tegenwoordig is, wij aanbidden U.
Waar Jesus alle schatten zijner liefde
mededeelt.
Zoenoffer voor onze zonden, ^ Onderpand onzer zaligheid , ^
g Wondervol geschenkteeken van Jesus | liefde, ^
g Onze troost en onze sterkte, §
^ Zoo schaamteloos geloochend, ê
1—1 Zoo dikwerf onteerd.
Zoo smartelijk bejegend,
Zoo gruwelijk ontheiligd, Zoo ondankbaar versmaad,
O God, wees ons genadig, spaar ons o Heer!
LITANIE TOT EER80ËTE.
O God, wees ons genadig, yerhoor ons Heer!
Voor de onteering van een zoo heilig Sacrament, vergeving, o Heer!
Voor zoo vele slechte communiën,
Voor zoo vele oneerbiedigheden in de kerk,
Voor de ontheiliging van uwe tabernakelen ,
Voor de gruwelijke heiligschennissen
aan de H. Hostiën gepleegd,
Voor de lastertaal der goddeloozen, ^ Voor het ongeloof der dwalenden, ro Voor de koelheid en onverschilligheid
Voor de vergetelheid. waarin men U
Voor den smaad, waarmede men U be- _ jegent, cT
Voor de verstrooidheid onder de H. ■? diensten,
Voor de weinige godsvrucht jegens uw
H. Sacrament,
Voor de nalatigheid in het bijwonen
dor H. Mis,
Voor hen die hunne Paaschpligt verzuimen ,
Voor de vervolgers der H. Kerk, Wij zondaren, wij bidden U, verhoor ons. Dat het U behage, in ons het geloof en den eerbied voor dit Sacrament te vermeerderen, wij bidden U, verhoor ons. Dat onze liefde tot U, den haat uwer
88
LITANIE TOT EERDOETE.
vijanden immer moge overtreffen, wij bidden U, verhoor ons.
Dat Gij onze eerbetuigingen tot herstelling van alle oneer gelieft te aanvaarden, Dat uw kostbaar Bloed niet om wrake maar om genade en vergeving smeeke, Dat door de verdiensten van uw Heilig Hart alle rampen van ons mogen e: worden afgeweerd, o-
Dat Gij de vereeniging ter eere van S het ÏI. Hart onder uwe bescherming êquot; gelieft te nemen,
Dat Gjj haar alom gelieft te verspreiden, f-quot; Dat Gij alla de weldoeners van het ^ H. Hart met hemelsche zegeningen 2 gelieft te vergolden, oquot;
Dat Gij in ons immer den ijver wilt ° verlevendigen , zegenen , en onder- o steunen, om de vereering van uw to liefde-Sacrament meer en meer uit te breiden.
Dat Gij gelieft de vijanden der Kerk
te vernederen ,
Dat Gij Z. H. den Paus onder uwe
bescherming gelieft te nemen,
Zoon Gods,
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der
wereld, spaar ons, Heer.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der
wereld, verhoor ons. Heer.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der
wereld, ontferm U onzer.
Christus, hoor ons.
89
LITANIE VAN DEN
Christus, verhoor ons.
Onze Vader.
v. Sla o Heer onze droefheid gade. r. En geef den luister weder aan uwen naam.
v. Heer, verhoor mijn gebed.
R. En mijn geroep kome tot U.
Liefderijke Jesus, die in uwe oneindige liefde tot ons liever de versmadingen der zondaren hebt willen ondergaan dan ons Uw goddelijk Sacrament onttrekken; geef ons, bidden wij U, de genade, dat wij al de verguizingen en heiligschennissen, welke U zijn aangedaan met ware droefheid des harten beweenen, met heiligen ijver vergoeden, en met vurige vereering herstellen, die leeft en heerscht met den Vader en den H. Geest, God in alle eeuwen der eeuwen. Amen.
Litanie van den Zoeten Naam van Jesus.
Heer ontferm U onzer.
Christus ontferm U onzer.
Heer ontferm U onzer.
.lesus hoor ons.
Jesus verhoor ons.
God hemelsche Vader, ontferm U onzer. God Zoon, Verlosser der wereld, ontferm U onzer.
God heilige Geest. ontferm U onzer.
90
ZOETEN NAAM VAN JESUS. 91
Heilige Drievuldigheid een God, ontferm U onzer.
Jesus, Zoon van den levenden God,
Jesus, glans des Vaders,
Jesus, klaarheid van het eeuwig licht,
Jesus, Koning van glorie,
Jesus, Zon van geregtigheid ,
Jesus, Zoon van de Maagd Maria.
Beminnelijke Jesus,
Wondervolle Jesus,
Jesus, sterke God,
Jesus, Vader der toekomstige eeuwen,
Jesus, Engel van den hoogen raad,
Jesus, zachtmoedig en nederig van harte, 3
Jesus, minnaar der kuischheid, ^
Jesus, God van vrede,
Jesus, oorsprong des levens,
Jesus, toonbeeld der deugden,
Jesus, ijveraar der zielen,
Jesus, onze God,
Jesus, onze toevlucht,
Jesus, Vader der armen,
Jesus, schat der geloovigen,
Jesus, goede herder,
Jesus, waarachtig licht,
Jesus, eeuwige wijsheid,
Jesus, oneindige goedheid,
Jesus, onze weg en ons leven,
Jesus, vreugde der Engelen,
LITANIE VAN DEN
Jesus, koning der Patriarolien, ontferm U onzer.
Jesus, leermeester der Apostelen, ontferm U onzer.
Jesus, leeraar der Evangelisten, ontferm U onzer.
Jesus, sterkte der Martelaren, ontferm U onzer.
Jesus, licht der Belijder, ontferm U onzer. Jesus. reinheid der Maagden, ontferm U onzer.
Jesus, kroon van alle Heiligen, ontferm U onzer.
Wees ons genadig, spaar ons Jesus.
Wees ons genadig, verhoor ons Jesus. Van alle kwaad, verlos ons Jesus. Van alle zonde.
Van uwe gramschap.
Van de lagen van den duivel.
Van den geest der onreinheid.
Van de verwaarloozing uwer inspraken, — Door het geheim van uwe heilige mensch- ^ wording, o
Door uw allergoddelijkst leven, c
Door uw doodstrijd en uw lijden.
Door uw kruis en verlatenheid.
Door uw krankheden.
Door uw dood en begrafenis,
Door uwe verrijzenis.
92
ZOETEN NAAM VAN JESOS.
Door uwe hemelvaart, verlos ons Jesus. Door uwe vreugde, verlos ons Jesus.
Door uwe glorie, verlos ons Jesus. Lam Gods, dat wegneemt de zonden der
wereld, spaar ons Jesus.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der
wereld, verhoor ons Jesus.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der
wereld, ontferm IJ onzer Jesus.
Jesus hoor ons.
Jesus verhoor ons.
lieer Jesus Christus, die gezegd hebt: vraagt en gjj zult verkrijgen, zoekt en gij zult vinden, klopt en u zal geopend worden; wij bidden U, geef ons dat wij, die de waarachtige genegenheid uwer goddelijke liefde vragen. U van ganscher harte met woorden en met werken mogen beminnen, en nimmer mogen ophouden ü te loven.
Maak o Heer, dat wij altjjd uw heiligen Naam mogen vreezen en tevens beminnen, want nimmer onttrekt gij dengenen uwe leiding, die gij bevestigt in bestendige liefde .jegens U, door onzen Heer Jesus Christus uwen Zoon , die met U leeft en heerscht in de eenheid des 11. Geestes God in alle eeuwen der eeuwen. Amen.
93
Heer ontferm U onzer. Christus ontferm U onzer. Heer ontferm U onzer. Christus hoor ons. Christus verhoor ons.
E
E
E
God hemelsche Vader, ontferm U onzer.
God Zoon, Verlosser der -wereld, ontferm
God heilige Geest, ontferm U onzer.
Heilige Drievuldigheid een God, ontferm E
U onzer.
H. Maria, Jozefs bruid.
H. Jozef, bruidegom van de Maagd Maria, E
Beschermer en voedstervader van Jesus,
Man naar Gods hart,
Getrouwe en voorzigtige dienaar, 1
Bewaarder der maagdelijkheid van Maria,
Gezel en troost van Maria,
Allerreinst in maagdelijkheid, St 1
Allerverhevendst in beschouwing, ° ^
Die door de getuigenis van den H. Geest o
zeiven als regtvaardig man zijt be- j» ^
vestigd,
Die boven alle anderen in de goddelijke
Die van den hemel het heilig geheim lt;
der Menschwording hebt leeren ken- I
LITANIE VAN DEN H. JOZEF.
Die mot Maria, uwe getrouwe echtgenoote naar Bethlehem zijt gereisd, ontferm U onzer.
Die geene plaats in de herberg vindende
in een stal zjjt gaan vernachten, Die Christus toen hij geboren werd
in eene kribbe hebt nedergelegd, Die het bloed van Jesua bij zijne besnijdenis hebt opgevangen en Hem zijn naam gegeven,
Die met Maria het Kind Jesus in den
tempel hebt opgeofferd,
Die volgens de aanmaning van den gt Engel met het Kind en zijne Moeder 01 naar Egypte zijt gevlugt, g
Die na Herodes doud met het Kind en ° zijne Moeder naar het land van o Israël, zijt teruggekeerd, ?»
Die uw Zoon te Jeruzalem achtergebleven drie dagen met Maria in droefheid hebt gezocht.
Die Hom na drie dagen blijde hebt ■weergevonden, zittende in het midden der leeraren,
Wien de Heer der Heere hier op aardo
onderdanig was.
Wiens loftitel in het Evangelie is Man van Maria uit welke Jesus werd geboren,
Onze voorspreker, hoor ons H. Jozef.
Onze beschermer, verhoor ons H. Jozef. In al onze noodwendigheden, help ons H. Jozef.
95
96 LITANIE VAN DEN H. JOZEF.
In al onze benaauwdhedcn, help ons H. Jozef\'.
In het uur van onzen dood , gquot;
Door uw hoogste eer en eeuwige ge- ^ lukzaligheid, g
Door uw liefderijke tussohenkomst. Lam Gods, dat wegneemt de zonden der
wereld, spaar ons Heer.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der
wereld, verlos ons Heer.
Lam Gods, dat wegneemt do zonden dei-
wereld . ontferm U onzer.
Christes, hoor ons.
Christus, verhoor ons.
V. Bid voor ons 11 Jozef.
R. Opdat wij waardig worden de beloften van Christus.
LAAT ONS BIDDEN.
God, die in uwe onuitsprekelijke voorzienigheid den H. Jozef tot bruidegom van uwe heilige Moeder hebt verkoren , geef, bidden wij u, dat wij, die Hem als bo-schermer op aarde vereeren. Hem ook als voorspreker in den hemel mogen bezitten, die leeft en heerscht in de eeuwen der eeuwen. Amen.
97
LITANIE van den gelukzdligen Petrus Canisius.
lieer ontferm U onzer.
Christus ontferm U onzer.
Meer ontferm U onzer.
Cliristus hoor ons.
Christus verhoor ons.
God, Hemolsohe Vader, ontferm U onzer. God Zoon, Verlosser der wereld, ontferm U onzer.
God, Heilige Geest, ontferm U onzer. II. Drievuldigheid . één God, ontferm U onzer.
Gelukzalige Petrus Canisius, bid voor ons. Roem van Nijmegen, uwe geboortestad, Luister van ons Vaderland,
Waardige Zoon van den H. Ignatius, Apostel van Duitschland en Zwitserland, Steunpilaar van Gods huis.
Moedige kampvechter van ons H. Geloof, Schrik der vijanden van de H. Kerk, 5; Overwinnaar der dwaling en ketterij, lt; Rijk in wetenschap, maar rijker in deugd, o Vader der armen ,
Vriend der kinderen, §
Leeraar en beschermer der jeugd.
Getrouw dienaar van den H. Stoel,
Troost der Stedehouders van Christus, Schitterend licht van het H. Concilie
van Trente,
Onvermoeid in zielenijver,
98 LITANIE V. U. Z. PETBUS CANISIUS.
Onverschrokken in vervolgingen, bid voor ons.
Wonderbaar in gehoorzaamheid. Versterver van uw vleesoh en zinnen . Engel van zuiverheid,
Beoefenaar dor evangelische armoede. Versmader der wereldsche eer en rijkdommen ,
Minnaar van het gebed en de eenzaamheid ,
Toonbeeld van ootmoedigheid , ^
Hersteller der Christelijke godsvrucht, £ Bevorderaar der devotie tot het Aller- lt; heiligste Sacrament, o
Kinderlijke vereerder der IJ, Maagd, Wreker der eere van Gods Moeder en a
van zijne Heiligen,
Wonderdoener der laatste tijden,
Genezing der kranken,
Hulp der ellenden,
Gns door Paus Pius IX, tot voorspreker gegeven,
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der
wereld, spaar ons Heer.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der
wereld, verhoor ons Heer.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der
wereld, ontferm U onzer, Heer. Bid voor ons Gelukzalige Petrus.
Opdat wij waardig worden der beloften van Christus.
99
VAN DEN
Eeuwige \\ader der menschen, van wien alle goed afdaalt, ik stel onder de bescherming Uwer Almagt mijn geloof; geel\' dat ik het al de dagen mijns levens on-vervalscht en onverminderd beware, en dat ik gesterkt door uwe goddelijke kracht tot in het uur van mijnen dood, nooit in het geringste van het ware geloof afwijke.
Heer .lesus Christus, Zoon van den levenden üod, ik stol onder de bescherming Uwer ondoorgrondelijke Wijsheid de gave des geloot\'s, waarvan Gij mij eenmaal rekenschap zult vragen; geef, dat het licht der goddelijke kennis mij immer bestrale en dat ik nooit in het geringste door den geest der dwaling misleid worde.
\'Heilige Geest, bron van alle goed, ik stel onder de bescherming van uwe onuitsprekelijke Godheid mijn geloof, geaf, dat het altijd van liefde bezield en oen in alles werkdadig en vruchtbaar geloof zijn moge, opdat ik in het uur van mijnen dood Uwer •waardig bevonden worde. Amen.
GEUURENDE
IN VEREENIG1NG MET HET
Begin der Misse.
0 Heilig Hart van Jesus, geef dat ik bij uw goddelijk Sacrificie tegenwoordig zij, vervuld met dezelfde gevoelens, als die welke hot Hart van Maria, van uwen welbeminden Discipel, en van do Heilige Vrouwen op den berg van Cah\'arie vervulden.
Confiteor.
Goddelijke Verlosser, ik beken mij, in uwe tegenwoordigheid, schuldig aan vele zonden, van dewelke ik niet kan gereinigd worden tenzij door uwe oneindige barmhartigheid; ik smeek de Allerheiligste Maagd Maria, uwe Moeder, den Heiligen Aartsengel Michaël, uwe Apostelen en alle Heiligen, dat zij gewaardigen hunne gebe-
NB. Deze fceb^den, daar zij kort zijn, belioo-ren langzaam en met nadenken gelezen te worden.
GEBEDEN ONDER DE U. )1IS. \'101
den met de mijne te vereenigen om uw hart te bewegen. O Heer, vergeef mij , even als gij aan de rouwmoedige Magdalena en aan den goeden moordenaar op het kruis vergeven hebt; o! ik vraag het u, door xiwen doodstrijd in den hof van Olijven en door al de smarten die gij uit liefde tot mij hebt uitgestaan.
Introïtus.
Mijn God, Gij hebt door den mond van uwen profeet gezegd: dat gij \'een rouwmoedig en nederig hart niet zult versmaden; o! gewaardig dan do eerbewijzen van het mijne te ontvangen, zuiver het van alle smet en ontsteek er het vuur uwer liefde in.
Kyrie eleison.
Aanbiddelijk Hart, oeoaan van goedertierenheid en liefde; Hart, waarin besloten zijn de liefde des Vaders die ons geschapen heeft, de liefde des Zoons die ons heeft vrijgekocht, de liefde des Heiligen Geestes die ons geheiligd heeft; ontferm u over ons.
Gloria in Excclsis.
Glorie aan God in het hoogste der Hemelen. Almachtige God, \'t is door bet Hart uws geliefden Zoons dat wij u onze eer-bewijzingen opdragen, het is in zijnen
GEBEDEN
naam dat wjj u den vrede vragen beloofd aan de menschen van goeden wille. Goddelijke Jesus, zoetaardig lam: gij die ons uw aanbiddelijk Hart opent als oen zekere toevlugt tegen den toorn uws Vaders, ge-waardig u onze ootmoedige smeekingen te aanhooren; gij alleen zijt Heilig, gij alleen Heer, gij alleen Allerhoogste, gij zijt de weg. do waarheid en het leven, en niemand kan tot uwen Vader geraken tenzij door u.
Collecte.
Hart van Jesus, bron van alle gratiën., stort uw goddelijken invloed over ons uit, over ons, onze ouders, onzo meesters en medebroeders, alsook over allen die ona dierbaar zijn. Zegen ons werk; verleer; ons een levendig geloof, een onwankelbare hoop, cene vurige en grootmoedige liefde. Wij verzoeken u dit alles door de voorspraak van de Allerheiligste Maagd, uwe Moeder, en van al de Heiligen welke de H. Kerk vandaag vereert.
Epistel.
Goddelijk Hart, wiens inspraak de Profeten en de Apostelen bestuurde, vervul mij met uwen geest van gratie en van liefde ; boezem mijne ziel een innigen afkeer in van al de goederen en de vermaken dezer wereld; geef dat ik eerbiedig
•102
ONDER DE H. MIS.
de mij voorgehouden waarheden ontvange. in het werk stelle en alzoo eens deel hebbe aan hetgeen gij beloofd hebt aan al wie uwe heilige wetten onderhoudt.
Evangelie.
»Wat baat het den mensch gansch de «wereld te bezitten , indien hij zijne ziel «verliest? — Indien gij mij bemint, onder-i)houdt mijne geboden. — Een nieuw gebod «geef ik u: dat gij elkander beminnet, ge-«lijk ik u bemind heb. — Wee hem, wie «ergernis geeft! — Waakt en bidt opdat «gij onder de bekoring niet bezwijket. — «Leert van mij dat ik zachtmoedig en oot-«moodig van harte ben, en uwe ziel zal «rust en vrede smaken.quot; — Ja beminnelijke Zaligmaker, dit zijn de lessen die uw Hart mij in het II. Evangelie voorhoudt; geef dat mijne gevoelens en mijn gedrag altijd met dezelve in overeenstemming mogen zijn.
Credo.
O Heer, ik geloof vastelijk al de waarheden die gij aan de Catholijke Apostolische en Roomsche Kerk hebt veropenbaard; vergun mij te leven en te sterven in de gevoelens van dat ongeschonden geloof; doch vooral dat ik mijn gedrag naar mijn geloof regele, mij vrijmoedig beroeme de uwe te zijn en steeds de belangen van uw Heiligen Godsdienst ter harte neme.
103
GEBEDFN
Offertorium.
Beminnelijk Hart, liet oogenblik nadert waarop gij u voor ons gaat slachtofferen; o zuiver en bereid nu ook mijn hart om niet onwaardig te zijn niet liet uwe vereend te worden in deze verhevene offerande.
Opdragl van het brood.
Eeuwige Vader, sla uwe blikken op het Hart van Jesus en bemerk welke voldoening het u opdraagt voor de misslagen der zondaars. Wij smeeken u. in den naam van Jesus Christus, uwen welbeminden Zoon, dat gij, gestild door zijne Goddelijke eerbetooningen, uwe rechtvaardige gramschap weêrhoude en niet luistere dan mar do inspraak uwer eindelooze goedertierenheid. O ! vergeef mij de aanhoudende overtredingen uwer wet, vergeef mij mijno tal-looze ondankbaarheden en verhoor, bid ik u, de gebeden die ik u toezend voor de bekeering der zondaars; mogen zij daartoe van u de noodige gratie en hulp bekomen !
Als de priester wijn en water in den kelk stort.
Aanbiddelijke Jesus, die door het vermengen van dit water en dezen wijn, mij afbeelden wilt de vereeniging uwer God-
lOi
ONDER DE H. MIS.
delijke natuur met du, helaas! zoo ontaarde natuur van den mensoh. geef dat mijn hart, ontslagen van alle gehechtheid aan de schepselen zich naauw met het uwe vereenige en voortaan daarin zijn leven en al zijne gevoelens moge putten.
Opdracjl vcm den wijn.
Ik draag u op, o lieer, dien kelk van heil en zaligheid en ik vereenig mij in den geest met het goddelijk slachtoffer, dat zich aan u opdraagt. 0 ja, groote God! het is in vereeniging met het Hart van uwen Zoon . dat ik tot u roep, met zoo vurige en edelmoedige liefde als ik vermag: Heer, hier ben ik om uwen wil te doen.
Lavabo.
Goddelijk Hart, bron van alle zuiverheid, reinig mjjne ziel en wisch er alle smet en vlek uit, opdat ik, met vertrouwen van aanhoord te worden, moge tegenwoordig zijn bij de verhevene mysteriën, die gij gaat voltrekken.
Prefatie.
O Jesus, verhef mijn hart tot u; verban er allo wereldsche en ijdele gedachten uit; dat mjjne geest zich thans verheffe tot in den Hemel waar gij de eerbewijzen uwer waardig ontvangt en dan met u neder-dale op het altaar, waar gij na eenige
105
GEBEDEN
oogenblikken u voor ons aan uwen He-melschen Vader gaat opdragen.
Mijn leven, o Heer, is niets dan eene aaneenschakeling van uwe weldaden; mocht het derhalve ook eene aaneenschakeling van dankbetuigingen zijn; en nu dat gij lt;1 de geheimen uwer liefde gaat vernieuwen, geef dat ik, met u onverdeeld mijn hart te geven, u het onderpand schenke mijner dankbaarheid. Gedoog lieer, dat ik mijne zwakke stem met die der Engelen pare en met hen in vervoering uitroepe: Heilig, Heilig, Heilig is het Hart van Jesus, waardig voorwerp van Gods welbehagen en van de eerebetooningen des Hemels en der aarde. Het heelal is vol van zijne glorie en barmhartigheid. Mijn hart zij vol van liefde tot Hem.
Canon of stille gebeden.
O Hart onzer aanbidding en vereering zoo waardig! bescherm uwe Heilige, Ca-tholijke, Apostolische en Roomsche Kerk: houd tegen de schrikkelijKe verwoesting welke de ketterij, de scheuring en het ongeloof, in het erfgoed des lieerente weeg brengen. Sta de zielen bij die door den stroom der ergernis weggesleept worden. O minzaam Hart, altijd zoo teeder en dienstvaardig voor ons, troost het hart van den Paus , uwen vertegenwoordiger hier op aarde, zegen den Opperherder van dit bisdom en stort den overvloed uwer
•106
ONDER DE H. MIS.
gunsten uit over allen die met uw gezag bekleed zijn.
Gewaardig u ook indachtig te zijn al de personen, die de werktuigen zijn van uwe goedheid jegens mij; in het bijzonder beveel ik u N. N.; heb medelijden met mijne vijanden, ik vergeef hun van gan-scher harte al wat zij tegen mij misdaan hebben.
Ik vereenig mij. o Heer, met de allerheiligste Maagd Maria, uwe moeder met uwe Apostelen en al de Heiligen des Hemels , om u op dozen stond mijne eerbe-tooningen, liefde en gebeden op te dragen.
Opheffing der II. Hostie.
O Lieve Jesus, koninklijk slachtoffer voor de zaligheid van geheel de wereld, ik geloof dat gij waarachtig tegenwoordig zijt onder deze gedaante van brood ; ik aanbid u, ik stel in u al mijn betrouwen en ik bemin u uit geheel mijn hart.
Opheffing des kelks.
Kostbaar bloed van mijnen Verlosser, dat uit zijne wonden stroomde om mijne ziel vrij te koopen. ik aanbid u; genees mij, zuiver mij, heilig mjj.
Na de Consecratie.
O Jesua, slachtoffer uwer liefde tot mij, raak mijn ai te ongevoelig hart. O! mochte
107
GEBEDES
ik die vurige liefde bezitten welke in het hart der Heiligen blaakte; ware mijne liefde zoo groot als die van de Serafijnen, ■wien het gegeven is uw goddelijk aanschijn te aacscliouwen; o Jesus, laat toch een straal der liefde die uw li art verzengt in mijn hart nederdalen, opdat, bezield met uwe gevoelens, ik met U steeds vereenigd blijve en niet meer leve dan alleen door U. Ik draag u mijne smeekingen op voor gansch de heilige,kerk, ik bid u om de bekeering der zondaars en de volharding dor rechtvaardigen. O Tosua dio voor allo mensohen gestorven zijt, verlicht zoo on-geloovigen als ketters en zegen de pogingen van die welke arbeiden aan hunne bekeering.
Memento.
Hart van Jesus, heb medelijden met de zielen der overledene geloovigen en bijzonderlijk met die van ......; voltrek hunne
heiligmaking, voldoe voor hunne schulden en laat ze binnengaan in het verblijf der eeuwige rust en der onkreukbare vreugde.
Pater noster.
God, Heraelsche Vader, uw Zoon Josus Christus, onze beminnenswaardige meester heeft ons zelf het gebed geleerd dat wij ons verstouten u te doen. Wees gekend, bemind, verheerljjkt heel het aardrijk door; heersch over het hart en den wil van alle
■108
ONUER DE II. MIS.
menachen; uwe vaderlijke voorzienigheid sta ons bij in al de noodwendigheden der ziel en dos lichaams: wij vergeven van gansoher harte aan al die ons beleedigd hebben, vergeef ons ook daarom onze misslagen; versterk ons in den strijd dien wij hier te strijden hebben en bewaar ons voor alle zonde, het grootste, het eenigste onheil dat ons kan overkomen. Ameu.
Libera nos.
Verlos ons, Heer, van alle kwaad, zoo tegenwoordig als toekomend. quot;Wij verzoeken U dit door de voorspraak der Heilige Maagd Maria, der Heilige Apostelen en van al uw getrouwe dienaars in den Hemel. O goddelijk Hart van Jesus, Hart zoo goodertierend en zoo mêedoogend, verhoor hunne gebeden en de onze.
Agnus Dei.
C) Jesus, goddelijk Lam dat voor het heil der wereld zijt geslachtofl\'erd, verhoore uw Hart mijne smeekingen; geef mij den vrede met God, met mjjn evennaasten en met mij zeiven ; mochten ook allen voor ■wie ik verpligt ben te bidden, de zoetheid van dien vrede smaken.
Communie.
{Indien gjj het geluk hebt te communiceren.)
Aanbiddelijke Jesus, God van goedheid en liefde, gij hebt op het altaar de offerande
109
GEBEDEN
van Golgotha hernieuwd en in mijn hart wilt gij ze thaus voltrokken. Gij verlangt dat ik u ontvange om alzoo deel te hebben aan al uwe verdiensten, om uwe gratiën te verkrijgen en van u den bijstand die mijn zwakheid behoeft te erlangen. — Heer, ik ben maar een ellendige zondaar: hoe dan ben ik vermeten genoeg om mij aan uwe tafel neder te zetten? Doch gij wilt het aldus, anders zal ik het ware leven in mij niet hebben. Bereid, o bereid gij zelf dat hart in hetwelk gij gaat binnentreden ; reinig mjjne ziel, zeg mij gelijk weleer aan Magdalena: mve zonden zijn u vergeven.... Dat mijne ziel ook hoore de woorden die gij tot Zacheüs spraakt: Haast v, want heden wil ik bij u verblijven.
Geestelijke Communie.
O zoete Zaligmaker! heb ik vandaag het geluk niet mij te versterken met hot brood des levens dat gij aan uwe kinderen uitdeelt , duld ten minste dat ik de kruimeltjes oprape die van uw heilige tafel vallen; kom in mij door uwe genade; verlevendig mijn geloof, versterk mijne hoop, verdubbel mijne liefde en geef dat ik zoo innig met uw goddelijk Hart verbonden zij, dat ik met den Heiligen Paulus alle schepselen kunne uitdagen mij van u af te scheiden.
110
ONDER DE H. MIS. 111
Laatste gebeden.
Almogende God, uw offer is voltrokken en gij hebt uwe gratiën mildelijk over mij uitgestort; o mocht ik er u waardig mijne dankbaarheid over betoonen. Maar dewijl mij zulks onmogelijk is, zoo verzoek ik de Heilige Engelen die uw onzichtbaar hof uitmaken, en voornamelijk mijn getrouwen Engelbewaarder, dat zij u eeuwigen dank betuigen. Beschik volgens uw goeddunken over alles wat mij raakt. Ik wil uwe wet getrouwelijk onderhouden. Geholpen door uwen bijstand, zal ik op mijne hoede zijn tegen deze of geno gewoonte en deze of gene gelegenheid van zonde naarstig vermijden.
Zegen des priesters.
Hart van Jesus, ik zal mij niet verwijderen vooraleer uw zegen te hebben ontvangen. Zegen mij dan in den naam des Vaders, des Zoons en des Heiligen Geestes , en dat uw zegen zich uitstrekke over allen voor wie ik gehouden ben te bidden.
Laatste Evangelie.
Welbeminde leerling van Jesus, gij die in zijn Hart uwe verhevene en merkwaardige leering hebt geput, gij wiens woorden bezield zijn met de vurigste en tee-derste liefde, verkrijg mij de gratie van
NA DE H. MIS.
dit Goddelijk Hart te beminnen, zoo als gij zelf het bemind hebt, geef dat, na het op aarde gediend en geëerd te hebben, ik in mijn stervensuur de vertroosting moge smaken van in hetzelve te ontslapen en in het gezelschap der Heiligen te worden aanvaard om daar voor altijd met hen Jesus liefde en barmhartigheid te zingen.
Na de Ueilige Mis.
O Heilig Hart van Jesus, slachtoffer van liefde, ik dank u over de onuitsprekelijke genade die gij mij hebt verleend met mij toe te laten van heden bij dit offer tegenwoordig te zijn geweest. Vergeef mij de fouten die ik er in begaan heb door mi;ne verstrooidheden en mijne ongevoeligheid. Nu begeef ik mij met betrouwen tot den arbeid, die mij uwe Goddelijke wil heeft opgelegd, ü zoete Jesus, schenk mij een hart gelijk aan het uwe; versterk mij tegen de bekoringen; dat ik onwrikbaar zij in het uitoefenen van mijn geloof, mijne hoop en mijne liefde. — Dit verwacht ik van uwe genade en bijstand. Amen.
•112
Oefeningen voor en na de H. Communie.
Volgens den Z. Petrus Canisius.
vKomt allen tot mij, die last heht en nheladen zijt, en ik zal u verkwikkenquot;. (Matth. 11, 28.)
Wat kan men zioli zoeter denken dan dit woord van den Opperheer van hemel en aarde? En dit woord staat niet alleen; gelijken zin en bedoeling hebben de andere woorden, door onzen goeden Middelaar uitgebragt: komt allen die dorstig zijt, tot het levend water: die tot mij komt, zal geen honger meer hebben; die in mij gelooft, zal niet meer dorsten. Al die verschillende uitdrukkingen dienen om ons te leeren, dat Christus milddadig, welwillend, de rijke uitdeeler aller goederen en de levende bron is, die aller wenschen en verlangens voldoen kan. Opdat niemand zich nu ver-schoone om zijne kleinheid en onwaardigheid; of zijn onvermogen en zijne zwakheid als voorwendsel van achterblijven aangeve; doet hij met opzet zijne uitnoo-diging zeer ruim. Hij zegt daarom: komt allen , die l.\'ist hebt en beladen zijt. — Hij wil ons dus doen begrjjpen, dat hij er ziji e vreugde in vindt, de hongerigen te spijzen, de dorstigen te laven, de vermoeiden op te beuren. de gebondenen te bevrijden, de droeven te troosten, de ar-
NA DE H. MIS.
dit Goddelijk Hart te beminnen, zoo als gij zelf het bemind hebt, geef dat, na het op aarde gediend en geëerd te hebben, ik in mijn stervensuur de vertroosfing moge smaken van in hetzelve te ontslapen en in het gezelschap der Heiligen te worden aanvaard om daar voor altijd met hen Jesus liefde en barmhartigheid te zingen.
Na de lleiliye Mis.
O Heilig Hart van .Tesus, slachtoffer van liefde, ik dank u over de onuitsprekelijke genade die gij mij hebt verleend met mij toe te laten van heden bij dit offer tegenwoordig te zjjn geweest. Vergeef mij ce fouten die ik er in begaan heb door mijne verstrooidheden en mijne ongevoeligheid. Nu begeef ik mij met betrouwen tot den arbeid, die mij uwe Goddelijke wil heeft opgelegd, ü zoete Jesus, schenk mij een hart gelijk aan het uwe; versterk mij tegen de bekoringen; dat ik onwrikbaar zij in het uitoefenen van mijn geloof, mijne hoop en mijne liefde. — Dit verwacht ik van uwe genade en bijstand. Amen.
•112
Oefeningen voor en na de H. Communie.
Volgens den Z. Petrus Canisius.
ytKonit allen tot mij, die last heht en nbeladen zijt. en ik zal u verkwikkenquot;. (Matth. 11, 28.)
Wat kan men zich zoeter denken dan dit woord van den Opperheer van hemel en aarde? En dit woord staat niet alleen: gelijken zin en bedoeling hebben de andere woorden, door onzen goeden Middelaar uitgebragt: komt allen die dorstig zijt, tot het levend water: die tot mij komt, zal geen honger meer hebben; die in mij gelooft, zal niet meer dorsten. Al die verschillende uitdrukkingen dienen om ons te leeren, dat Christus milddadig, welwillend, de rijke uitdeeler aller goederen en de levende bron is, die aller wenschen en verlangens voldoen kan. Opdat niemand zich nu ver-schoone om zijne kleinheid en onwaardigheid: of zijn onvermogen en zjjne zwakheid als voorwendsel van achterblijven aangeve; doet hij met opzet zijne uitnoo-diging zeer ruim. Hij zegt daarom; komt allen , die last heht en beladen zijt. — Hij wil ons dus doen begrijpen, dat hij er ziji e vreugde in vindt, de hongerigen te spijzen, de dorstigen te laven, de vermoeiden op te beuren, de gebondenen te bevrijden, de droeven te troosten, de ar-
114 VOOR DE H. COMMUNIE.
men te verrijken, in één woord, aan eiken beproefden en lijder met hartelust de noodige dienst te bieden.
Dit woord van Christus zal ik bijzonder g-edaohtig zijn, als ik tot de H. Communie nij voorbereid. Want ik weet door Christus woord, dat hier bijzonder de verkwikking gegeven wordt. Hier toch is Jesus onze gulle gastheer, die ons allervriendelijkst en dringendst uitnoodigt: hier geeft hij het kostbaarste zijner gaven, zich zelven: hier verkwikt hij ons zijne gasten met het hemelsch Manna, dat in aller behoeften voorziet; — hier vervult hij dus het woord van Isaias; de hulpbehoevenden zullen eten en verzadigd worden: die den Heer zoeken zullen Hem prijzen en hunne harten zullen leven in eeuwigheid.
Z. P. Cunisius (verklaring van Matth. 11.)
1. Hoe heerlijk is het wonder, dat hier plaats grijpt: wij worden bezocht dooiden hemelsehen Geneesheer; — hij werkt in ons krachtig en zacht, voedt ons met zijn ligchaam en bloed, en wel zoo dat wij in hem veranderd en als vergoddelijkt worden.
Hij is de ware Samaritaan, die verlangt ons gewonden te verkwikken en op zijn lastdier neder te leggen ter verzorging.
Hij is de vergevende Vader, die ons afdwalende kinderen verlangt te ontvan-
VOOR DE H. COMMUNIE.
gen, te rechtvaardigen en in volle vriendschap weder op te nemen.
Hij is de milde en goede Ucer, die do zucht der armen hoort en den roependen bedelaar rijk bedeelt.
liet wat nederigheid komt hij tot ons, klopt aan onze deur, noodigt ons uit met de woorden; Vandaag moet ik in uw huis verblijven.
\'2. Wilt gij dus eene geestelijke school hebben, om Christus in zijn leven en lijden geheel te ieeren kennen? Wilt gij een boek des levens bezitten, om Christus den gekruiste te verstaan en in Hem alleen te roemen ? Wilt gij christelijke wijsheid Ieeren, u oefenen in geloot\', hoop en liefde, u wapenen tegen alle bekoringen ? — Komt dan tot het H. Sacrament: alles is daar te vinden.
Z. Petrus Canisius li110 onderrigting.
3. Jesus, allerzoetst Manna, voed mijne ziel, kom binnen in mijn huis en vervul mijn hart met eene nieuwe zegening, opdat ik geheel vernieuwd op do innigste wijze vereenigd leve met U die voor mij alles uit liefde wilt zijn. — Gij behoort mij toe en ik ben geheel de uwe. — Blijf altijd in mij. allerzoetste Jesus, mijne hoop, mijne kracht en mijn eeuwig heil. Amen.
Z. Petrus Canisius handboek nc 8.
1. Het II. Sacrament is eene allerkostelijkste parel, het hoogste goed, dat Chris-
115
416 VOOR DE H. COMMUNIE.
tus ons buiten onze verdiensten schenkt, de ruime schatkist der hemelgaven, het geestelijk zielevoedsel, door welks goed gebruik wij in Christus blijven en Christus in ons, om aldus door zijn geest te leven en het geestelijk leven te bewaren.
2. Deze wijze van zich mede te deelen ia de volmaaktste die er bestaat;\' bij elke andere gave zijn de gever, de gave en de begiftigde geheel gescheiden, maar in het H. Sacrament wordt Christus onze spijze met ons één; dit is toch wel het grootste teeken van liefde zulk eene vereeniging te willen en te bewerken.
3. Laat ons dus tot opwekking onze;.-devotie goed begrijpen, wie tot ons komr in de H. Communie; onze Schepper, Verlosser, Heer en Weldoener; — hoe hoog verheven IJjj is; — de oneindige, almachtige, onmetelijke, hoogst goede is Hij: — van waar Hij komt; uit den Hemel: tot wien Hij komt; tot den mensch, zijn schepsel, ondankbaren dienaar, zoo vaak weerspannig en der zonde dienende; — waar Hij inkomt; — in het ligchaam des men-schen, onrein en gebrekkelijk: — waartoe Hij komt; om onze ziel te verlossen, te genezen , te troosten, te voeden, te verlichten, te ontvlammen, te verdedigen, alle fouten, ellende, zwakheden weg te nemen en in ruil daarvan genade, deugd, strij-denskracht te schenken.
Z. Petrus Canisius lO\'\'6 ondemchtiny.
•H7
lleere Jeaus Christus, mijn God, mijn Verlosser en Zaligmaker, wie het geheele heirleger der Engelen met eerbied dient, — welke lof, welken dank moet ik U brengen, die mij allerellendigsten en grooten zondaar heden in persoon bezocht, getroost en gevoed hebt; — want ik geloof en ik weet dat in het H. Brood, dat ik heb ontvangen, uw vleesch en bloed, uwe godheid en menschheid aanwezig is. —
Gezegend zij uw heilige menschwor-ding; — gezegend uwe bloedige offerande voor ons op het kruis gebragt, gezegend uwe onbegrijpelijke liefde ons in de instelling van dit II. Sacrament bewezen, liet brood der Engelen is het voedsel en de verkwikking der menschen geworden. Zoo blijft gij ware Emmanuel met ons ten allen tijde in waarheid en zoetheid. Zegen, lieve lieer, het huis van uw dienaar: verwijder uit mijn hart wat uw heilige oogen hindert, herstel wat bedorven is, steun wat wankelt en maak van mij door uwe verdiensten en deugden eene nieuwe U aangename woning.
Blijft voortdurend mijne vrede, mijne vreugde en mijn troost, — dat ik niet meer van U gescheiden worde , maar geheel in uw geest veranderd aan U gehecht blijve.
Dat alle Cherubijnen en Serafijnen , dat alle Heiligen U loven en prijzen in de eeuwen der eeuwen. Amen.
118 NA DE H. COMMUNIE.
Mjjne Vorstin en hoogst verhevene Maagd Maria, koningin van hemel en aarde, die in uw gezegenden schoot door den H. Geest den Heer en Schepper van alles hebt ontvangen en negen maanden waardig hebt gedragen, denzelfden Heer, dien ik zoo even in mijn hart heb ontvangen, ik beveel mij bijzonder aan U aan. Ik smeek U, allerheiligste Moeder Gods, voor mij bij Jesus te spreken en verschooning te vragen voor de nalatigheid en onwaardigheid, waarvan ik mij bij het ontvangen van het H. Sacrament pligtig erken.
Gij waart altijd kuisch, zuiver en onschuldig, maar na het ontvangen van uw lieven Zoon zijt gij nog toegenomen in heiligheid en Gode welgevalliger geweest; mocht ook ik na het deelnemen aan dit goddelijk geheim door U zoo geheiligd worden, dat ik ligchaam en ziel van alle smet der doodelijke zonde vrij beware en alle vrijwillige overtreding vluchte.
Hoe schoon hebt gij na de ontvangenis van uw Zoon het blijde loflied Magnificat Gode ten dank gezongen ; kon ik, o lieve Moedermaagd , door uw krachtig gebed geholpen, na deze heilige Communie met nieuwen geest en vurigheid bezield, in ■warme dankbaarheid dien hoogstvereerden Verlosser en beminden Gastvriend altijd trouwen en willigen dienst bewijzen,, dat zou een Hem waardig loflied zijn. Amen.
NA DE H. COMMUNIE.
Hij, die woont in \'t hoogst der heemlen, \'t Eeuwig Woord, Maria\'s Zoon ,
Zich verkleinend, zich omsluirend Plaatste in mijne ziel zjjn troon;
Ik bezit Hem, wat een rijkdom!
\'k Leun op Hem, wat zoete rust! Hij doordringt mij door zijn Godheid, Wat verheffing, wat een lust!
Befr. Ten dank voor zooveel goed. Blijft eeuwig onze groet:
Geloofd zjj Jesus Christus.
Niet genoeg mij op te wachten, Ura als vriend in \'t Sacrament Dra de troosthulp aan te brengen, Die Hij voor mij dienstig kent.
Verder drijft Hem liefde\'s aandrift: Zoo naauw moet onze eenheid zijn. Dat ik tot mijn God in waarheid Bevend zegge: Gij zijt mijn.
Befr. Ten dank, enz.
Niet genoeg als heilig Zoenlam Op \'t altaar voor mjjne schuld De offerkelk God te bieden, Op Kalvarie eens gevuld.
119
LOFZANG.
\'k Mocht datzelfde bloed ontvangen; Godeskraoht doortintelt mij ; Zoo wordt mijne ziel veredeld,
Lijd en strijd ik Hem terzij.
Jtefr. Ten dank, enz.
4.
Opent gij zoo, lieve Jesus Reeds den hemel op deze aard, Wat is ons dan in uw schatten Voor ecne eeuwigheid bewaard ? Liefde clan, standvaste liefde Is ons pligt, is ons ge;iot.
Niets ter wereld mag ons scheiden Van het Hart van onzen God.
liefr. Ten dank, enz.
Oefeningen ter eere van het H. Hart, door den Z. Petrus Canisius aanbevolen en gebruikt.
1. Jesus van harte liefhebben als onzen vriend en den bruidegom onzer zielen en onzen wil met zijn Hart vereenigen.
2. In elke bekoring met ijver tot het beminnelijk Hart van Jesus vluchten.
3. Jesus bedanken voor de mildheid, waarmede Hij zijn kostbaar bloed voor ons heeft uitgestort, toen Hem op het kruis de zijde met eene lans werd door-
120
MnRQENBEDE.
stoken, en om die reden ons ook mild jegens Hem betoonen.
4. Al onze werken doen in vereeniging met de liefde en bedoeling welke Jesua Hart heeft gehad. Hij toch heeft zijn goddelijk Hart aan onze ziel geschonken, opdat wij wederkeerig ons hart aan Hem zouden geven.
5. Den dag beginnen en eindigen met ecne verzuchting tot het II. Hart.
Allerzoetst Hart van Jesus mijn getrouwen vriend, ik loof, ik zegen, ik dank, ik groet U, Geef, dat al mijne gedachten, al mijne woorden, al mijne verlangens voor dezen dag geheel overeenkomstig zijn met uw goddelijk welbehagen en uw be-minnelijken wil.
Bede van Paus Pius IX.
Allerheiligst Hart, Gij die vol liefde en de bron van alle genaden zijt, zegen mij en geef dat uw zegen mij versterke in den strijd, mij standvastig make in mijne voornemens en vergezelle tot den laatsten dag van mijn leven.
Onze Vader. Wees gegroet. Ik geloof, v. O allerzoetst Hart van Jesus ,
r. Maak lt;!at ik U altijd meer beminne.
G
•121
MOHGENBEDE.
Onze Vader. Wees gegroet.
v. Zoet hart van Jesus,
R. Wees mijne toevlucht.
Onze Vader. Wees gegroet, v. Jesus zachtmoedig en nederig van harte, E. Maak mijn hart aan het uwe gelijk.
Onze Vader. Wees gegroet.
v. Het heilig Hart van Jesus,
R. Zij overal bemind.
122
i
Gegroet o liefde en eere Vaan. Bekroond door \'t Hart des Heeren, Waarop wij \'t beeld des Mans zien staan, Dien we als Beschermer eeren.
Gij zijt voor ons een schat een roem, | ,. Van ons bestaan de lentebloem, j 4\'s\'
Door Jesus Hart werd onze schaar Gesteund bij \'t zwak beginnen;
Gij leidde ons op naar zijn altaar Tot eerboet en beminnen.
Om U geschaard, beloofden wij ... Aan Jesus trouw, Hij blijve ons bij. , 18\'
Hij bleef ons bij, zijn woord gestand, En vulde ruim de rangen.
Die krachtig door den broederband Aan Jesus Harte hangen,
Met ééne leus, in één akkoord: I . ., Aan Jesus trouw, met daad en woord. \' quot;s\'
GEZANGEN.
Wat schoone dag, toen wij tooi- \'t; eerst Naar Scherpenheuvel togen,
En bij Uw wijding om het zeerst Voor \'t Wonderbeeld ons bogen,
Bewust dat Zij, die U bekroont, l De kindergaaf met mildheid loont.
Sinds dat uw doek die eer ontving,
Zijt Gij ons dier gebleven;
Bekroont Gij onzen broederkring,
Getuige van ons streven,
Voor Jesus Hart, dat ons bemint, \\ ^ En in ons lied een weerklank vindt, )
Bewaar ons, Jesus, bij ons Vaan, In arbeid, druk en lijden.
Geen vrees zal \'t mannenhart verslaan. Dat bij dit Vaan wil strijden;
Vooruit met moed, den strijd getart,! ^ De zege is ons door Jesus Hart.
n
GEZANGEN.
Voor Jesus Harte zinge,
Mijn ziel in mingeneugt Door alle wolken dringe.
De luide toon der vreugd.
(Refrein.) Geëerd ten allen tijde Zij Jesus Heilig Hart; Dat aller hart zich wijde Aan \'t Hart vol liefde en smart.
o Hart, voor mij gebroken, Uit louter liefdepijn,
Om mijne schuld doorstoken,
Mogt Gij mijn redder zijn. (.Refrein.)
3.
Uit breede hartskwetsure.
Sprong water, heilig bloed.
Hoe rijk stroomt sinds die ure, Ons Uw genadevloed! (Refrein.)
4.
Heer Jesus ééne bede,
Slechts ééne, gun ze mij;
Ruim mij een zoete stede,
In Uw doorboorde Zij. (Refrein.)
3
GEZANGEN.
Dan word ik naar de trekken,
Die \'k in Uw beeld bemin, Zachtmoedig, rein van vlekken, En nederig van zin. (Refrein.)
Verschuilend in uw Wonde,
Vind ik mijn zielerust,
In zoete en bittre stonde,
Veracht ik \'s wereldslust. (Refrein.) 7.
En als mij de oogen breken.
Zich sluitend voor den schijn, Wil ik nog stervend spreken,
Heer Jesus eeuwig mijn. (Refrem).
II.
Wie kan Uw Hart genaken, o Jesus, eind\'loos zoet, En voelt zich niet doorblaken, Van goddelijken gloed? o Ileerach in ziel en zinnen, En leer ons vurig minnen, Beminnen
Beminnen gt; bis.
Uw beminlijk Hart. )
Och! veler ondank griefde, o Jesus zoet. Uw Hart,
GEZANGEN.
En bood, in plaats van liefde, Miskenning, hoon en smart Leer ons dan tot U snellen. En liefdevol herstellen,
Herstellen Herstellen De oneer van Uw Hart.
o Vuurvlam nooit te dooven In \'t Harte, god\'lijk goed.
Wie zal Gods Hart niet loven, Als Gij hem tintlen doet? o Heersch in ziel en zinnen, enz.
Gij biedt in de open Wonde, o Hart, een toevlugtsoord, Ofschoon de schicht der zonde , Nog\' immer U doorboort.
Leer ons dan tot ü snellen, enz.
Door \'t Kruis in gloriestralen, Verkondigt Ge ons, wat prijs Ge in liefde kwaamt betalen Op goddelijke wijs.
o Heersch in ziel en zinnen, enz.
Gij blijft van liefde spreken, Vergetend smaad en hoon. Al blijft om \'t Harte steken, Der zonden scherpe Kroon,
Leer ons dan tot U snellen, enz.
GEZANriEX.
UI.
O Jesus mijn!
Moet het dan zijn!
Zal ik U nooit beminnen?
Zal ik altijd Uw Hart ten spyt Slechts wenschen, nooit beginnea
Dat minnend Hart, Doorboorde, o smart! De lans van mijne zonden; Uw Hart, o Heer,
Zoo mild, zoo teêr.
Ik kon, ik durfde \'t wonden!
Toch mint gij mij,
Toch vordert gij Mijne arme wederliefde;
Om met een vloed Van eind\'loos goed Te zaal\'gen, die L griefde.
o Jesus! nu Geef ik me aan U; Och, wasch mijn zondevlekken: o Mogt mijn bloed, In liefdegloed ,
Tot Uwe glorie strekken!
GEZANGEN.
o Liefde, U zijn In vreugde, in pijn.
Gewijd mijne ziel en krachten. Doe mij steeds meer Uw Hart ter eer Naar yuurger liefde trachten!
IV.
o Jesus zoet, uw liefde,
Vereer ik in Uw Hart,
Dat eens de lans doorgriefde.
Dat mij geopend werd.
Bemint Ge mij zoo teeder.
o Liefderijke Heer ,
Ik geef U liefde weder:
Gewis Gij vraagt niet meer.
Gij hebt ons toch uw Harte
Met dorenen gekroond,
Gewond door felle smarte,
In liefdegloed vertoond.
Bemint Ge mij zoo teeder, enz.
Gij noodigt ons te komen,
£n aan uwe open borst,
Waar \'t leven vloeit bij stroomen.
Te lesschen onzen dorst.
Bemint Ge mij zoo teeder, enz.
6*
GEZANGEN.
o Zalig wio uw Harte, Dus hartelijk bemint,
Daar hij, in pijn en smarte. Er troost en balsem vindt! Bemint Ge mij zoo teeder, enz.
Doch wederliefde vraagt Gij
quot;Voor uw beminnend Hart , | En over ondank klaagt Gij,
In teedre liefdesmart,
Bemint Ge mij zoo teeder, enz.
V.
Wie kan uw Hart aanschouwen Zoo god\'Jijk mild en teer,
En roemt niet vol vertrouwen De liefde van zijn Heer?
Als de uitgestorte regen Stroomt ons uw liefde tegen.
O Jesus, o Jesus, Jesus zegen mij. (bis.) 2.
Bij d\'aanblik van de zonde
In eigen hart ontsteld.
Spoed ik naar de open Wonde
Waar \'t god\'lijk heilbad welt.
Daar in uw purperplassen
Zal ik mijn vlekken wassehen.
ü Jesus, o Jesus, Jesus reinig mij. (\'/is.)
8
GEZANGEN.
Als de afgejaagde hinde
Versmacht mijn ziel van dorst;
Geef, dat ik laafnis vinde,
Aan uw doorstoken borst;
Laat me aan uw boezem zinken
En liefde uit liefde drinken.
o Jesus, o Jesus, Jesus laaf gij mij. (bis.)
Bedreigd van alle zijde,
Door Satans heir benard,
Zoek ik bij \'t moeizaam strijden
Een rustplaats voor mijn hart,
Och dat ik vluchten konde
In Jesus boezemwonde!
o Jesus, o Jesus, Jesus veilig mij. (bis)
In Jesus Hart te wonen
Is \'t hoogst begeerlijk lot;
Mij zij de troon der tronen,
De liefde van mijn God!
Daar, van uw glans ontblonken,
Van uwe vreugde dronken,
o Jesus, o Jesus, Jesus zalig mij. (bis.)
9
GEZANGKN.
VI.
Daalt, Seraphs, neer!
Uw\' God en Heer,
Verbergt zijn god\'lijke glorie.
Snel Christenschaar Naar \'t hoogaltaar.
Daar viert Gods Harte victorie, (bis )
Gods liefdegloed Daalt hemelzoet In \'t hart der Christenen neder;
Gods heilig Hart Zalft alle smart Geen hart zoo lieflijk en teeder. (bis.)
Een vuurzee vloeit,
Een vlamme gloeit!
o Zee van god\'lijke liefde ! o Liefdevlam,
Die \'t offerlam Op \'t kruishout stervend doorkliefde, (bis.)
De doornpunt steekt Door \'t Hart, daar leekt Gods bloed uit rozige wonden, o Heilig bloed,
Wasch mijn gemoed,
Delg uit de vlekken der zonden, (bis.)
GEZANOEN.
Uw Kruis en Kroon quot;Wat zijn ze schoon,
Heer Jesus god\'lijke Koning !
o Zalig lot,
Uw Hart, o God,
Strekt mijner ziele tot woning, (bis.)
VII.
Ik ken een vriend der menschen,
Geen trouwer in den nood Zijn liefde is zonder grenzen
Is sterker dan de dood. Als aardsche liefde en trouw vergaan Dan blijft zijn hart nog teeder slaan, Geen vriend voor mij Zoo goed als Hij Zoo met mijn lot begaan.
Ik lag met schuld beladen
In slavenkeetnen neer,
Hij boet mijn euveldaden
Herstelt mij in mijn eer.
Al kost het Hem zijn hartebloed Geen lijden bluscht zijn liefdegloed. Geen vriend voor mij Zoo trouw als Hij Wiens dood mij leven doet.
11
EZANGEN.
Als ik mijne ziel voel kwijnen,
Als strijd en drukkend leed Haar krachten ondermijnen
Houdt Hij zijn disch gereed. Dan stort Hij met zijn hartebloed Mij krachten in en frissche moed, Geen vriend voor mij Zoo trouw als Hij Wiens eigen vleesch mij voedt.
Nog wacht mij na dit leven
Zijn grootste liefdeblijk,
Als Hij me een kroon zal geven
In \'t Hemelsoh koninkrijk.
Daar valt mij zijn geluk ten deel Daar schenkt Hij mij zich zelf geheel, Geen vriend voor mij Zoo trouw als Hij Geen min ik ook zooveel.
VUL 1.
o Reine Bron, o reine Bron Van nooit begrepen goedheid! o Aller harten Liefdezon, o Aller harten zoetheid; Uw Godd\'lijk Hart, o Jesus mijn, Zal eeuwig mijne liefde zijn.
12
GEZANGEN.
Vrij woede \'t bangste noodgetij:
De zoete Zijdewonde
Roept mij: mijn kind hier schuilt gij vrij Bewaard voor ied\'re zonde,
Daarom, daarom, o Jesus mijn,
Uw Hart zal mijne schuilplaat ïijir-
De booze hel vereent haar macht Om mijne ziel te winnen:
In Jesus\' Hart woont hemelkracht En zoete vreê daarbinnen.
Daarom, daarom, o Jesus mijn.
Uw Hart zal mijne sterkte zijn.
Aanbidd\'lijk Harte, wees gegroet,
o Zoete Liefdesponde,
U wijd ik leven , goed en bloed,
Berg me in uw Zijdewonde,
Berg me in uw Hart, o Jesus mijn.
Voor eeuwig wil ik de Uwe zijn.
IX.
Kom! de Herder heeft gesproken,
Zeet\'lend op St. Petrus\' rots:
«Wijd u aan het wreed doorstoken, \'t Zoet geopend Harte Gods.quot; (bis.)
13
GEZANGEN.
Hart van Jesua, hier waarachtig In uw heilig Sacrament,
Zie! wij komen, stil aandachtig,
Waar ons de opperherder zendt, (bis.)
Met uw Moeder, met uw Englen , Met geheel uw hemelsoh hof,
Om hier \'t offerlied te menglen U tot dank en U tot lof. (bis.)
Hart van Jesus! liefde en leven ,
Ziel en ligohaam, goed en bloed,
Zie, wij komen alles geven,
Ü ter eere, ons hoogste Goed! (bis.)
Godd\'lijk Harte! lust en lijden,
Heel ons harte, heel ons lot,
Alles, Alles U te wijden,
Is ons zaligst zielsgenot. (bis).
Och! vermogten we ook te geven,
Aller harten Heer en God!
Alle harten, die nog leven
Vreemd aan zulk een hemellot! (bis.)
Och! begrepen alle harten,
Kind\'ren van uw reine Bruid,
Welk een zegen zonder smarten Zulk een offer in zich sluit! (bis.)
u
GEZANGEN.
Hart van Jesus! groot in glorie,
Hoor ons, neem ons offer aan, En verleen ons uw victorie ,
Daar voor U wij strijden gaan. (bis.)
Hart van Jesus, Gloriezonne!
Licht ons voor, stort zegen neer, Tot wij eens ter liefdebronne
Rusten aan uw Hart, o Heer! (bis.)
Eenigen.
o Beeld van \'t reinste leven, Maria, Josefs Bruid!
Zoo wij ons hart U geven,
Gij doelt uw gunsten uit.
Allen.
Ach, dat ik U beminne, In blijdschap en in smart,
Druk diep, mijn Koninginne Uw beeldtnis in mijn hart!
15
GEZANGEN.
Een iyen
o Josefs Bruid, mijn Moeder,
Mijn trouwe toeverlaat!
Werd niet uw Zoon mijn broeder. Die nooit uw beê versmaadt?
Allen.
Ach, dat ik U beminne, enz.
Eenigen.
Ach, was ik rein van zonden, o Vlekkelooze Maagd!
Ik zou uw lof verkonden,
Gelijk het U behaagt.
Allen.
Ach, dat ik enz.
Eenigen.
\'k Zou met uw trouwe scharen, En \'t blinkend Hemelheer,
Mijn dankbaar loflied paren, En jublen U ter eer.
Allen.
Ach, dat ik enz.
GEZANGEN.
Een iyen.
Helaas! hoe moet ik klagen, Dat ik, onwaardig menach,
U zóó niet kan behagen,
Als ik het vurig wensoh.
Allen.
Ach, dat ik enz.
Eenigen.
Maar \'k wil mij alle dagen,
Mijn Moeder U ter eer, Godvruchtiger gedragen En dienen mijnen Heer.
Allen.
Ach, dat ik enz.
Lieve Moeder van den Heer!
Laat ons om uw zetel dringen,
Laat uw\' kindren U ter eer, \'t Zielverrukkend feestlied zingen, \'t Moet weerklinken luid en blij: I .. Moeder, onbevlekt zijt Gij! ) 1 2
\'t Heeft reeds \'t wijde wereldrond, En herscheppend overklonken, \'t Woord, door Pius mond verkond: En uw kindren vreugdedronken
17
GEZANGEN.
Jub\'len op uw feestgetij: 1 , . Moeder, onbevlekt zijt Gij! \'
3.
Neen, dat loflied zwijgt niet meer; Tot aan \'a werelds verste palen, Zullen met het Hemelsoh heer, Al uw kindren \'t luid herhalen \'t Woord van \'t zalig jubeltij: ( , ■ Moeder, onbevlekt zijt Gij! I
4.
En we voegen dank en beê Bij de blijde feestgezangen; Wie, wie dankt niet met ons mee Voor al \'theil, door U ontvangen In het zalig jubeltij: ( ..
Moeder, onbevlekt zijt Gij! ( \'s\'
5.
Zonnezuivre Moedermaagd!
Om de glorie U gegeven,
Hoor ook wat ons hart U vraagt. Dat wij na een schuldloos leven Eeuwig jub\'len aan uw zij; ( . Moeder, onbevlekt zijt Gij. 4 l0.
Maria leov\'! wat glans en luister meng\'len, Zich in dit Hart van alle vlekken vrij! Maria leev\'! de Koningin der Engelen, De Moedermaagd, het hoofd der maagdenrij.
18
GEZANGEN.
Maria leev\'! de Dochter van den Vader, De Moeder Gods, ook Godes heilige Bruid, Maria leev\'! der zielen levensader.
Naar \'s Hemels wil en eeuwig raadsbesluit. Maria leve, enz.
Maria leev\'! zou ik Haar ooit verlaten! \'k Was liever dood en lag in \'t duister graf; Wat, zonder Haar, zou mij het leven baten? Neen God breek eer den draad mijns le-Maria leve, enz. (vens af!
Maria leev\'! laat me in haar liefde leven, Met Haar vereend, vrees ik noch dood
(noch pijn,
De laatste zucht, die op mijn lip zal zweven, Zal liefdezucht voor 0; Maria, zijn.
Maria leve, enz.
IV.
o Maagd, o schoonheid nooit volprezen! o Moeder van \'t oneindig WTezen,
19
GEZANGEN.
Wat luister schittert van uw troon; De Seraf aan zich zelf onttogen Juicht, voor uw glorie neergebogen; o Koningin! wat zijt Gij schoon. (bis.)
Wii derven in het aardsche duister, \'t Genot nog van uw hemelluister,
Maar smaken toch uw liefdegloed: De Seraf zinge uw heerlijkheden, Wij dan, wij juichen hier beneden; o Moedermaagd! wat zijt Gij goed. (bis.)
Ach, konden onze kinderklanken,
U voor de ontelb\'re gaven danken, Ons toegevloeid door uwe hand.
Ontvang voor al die zegeningen,
Maria! van uw gunstelingen.
Hun hart ten eeuwig liefdepand. (bis.)
Zie, Moeder, altoos goed en teeder,
o Zie met welbehagen neder Op \'t offer van ons kinderhart!
o Moog\' het immer \'t Uwe wezen,
Geen onheil hebben wij te vreezen, Wij zijn getroost in alle smart. (bis.)
Dan spann\' de wereld vrij haar strikken. Dan dreig\' de hel ons met haar schrikken,
20
GEZANGEN.
Wat vijand onze ziel bestrijd\',
Wij -weten, wij, op wie we hopen. Uw Moederhart staat voor ona open, o Gij, die onze Toevlugt zijt. (bis.)
Met U dan zullen wij verwinnen, Wij blijven eeuwig U beminnen.
En zien U op uw Glorietroon:
Dan zullen met de Hemelingen,
Ook wij, o Moeder! eeuwig zingen; Wat zijt Gij goed, wat zijt Gij schoon, (bis.)
V.
Juicht, juicht met ons o Hemelingen! Wij zijn Maria toegewijd;
Haar altaar blijven wij omringen,
Zij zal ons sterken in den strijd.
o Zalig uur vol zegeningen!
Wij zijn Maria toegewijd!
Laat ons vereend Maria zingen:
Ze ia onze Moeder voor altijd.
Zij heeft ons Jesus, onzen Broeder, Uit maagdelijken schoot gebaard,
Zij als Gods Dochter, Bruid en Moeder, Van alle zondesraet bewaard.
o Zalig uur enz.
21
GEZANGEN.
Zij ia \'t, die thans met wakende oogen Ons gaslaat van haar glorietroon: Wat zou haar bede niet vermogen, Bij Jesus, haren God en Zoon?
o Zalig uur enz.
Zij is het, die in zielsgevaren Ons hoedt met moederlijke hand; De Zeester, die op \'s levens baren Ons wenkt naar \'t Hemelsch Vaderland, o Zalig uur enz.
Haar Naam dan leve in aller harte, En aller hart zij Haar gewijd;
Het blaak van iiefde in vreugd in smarte: Ze is onze Moeder voor altijd.
o Zalig uur enz.
o Gij, om Wie wij hier vergaren,
o Leid ons op het pad der deugd, Tot dat wij met de zaal\'ge scharen U zien in de eindelooze vreugd.
o Zalig uur, enz.
VI.
Schreijende in een naamloos lijdjn,
Stond de Moedermaagd bezijden
\'(4 Kruishout, waar haar Zoon aan hing.
22
OCZ.VNGKN.
Kn door \'t droef en zuchtend harte, Deelendo in haar .Iesus smarte,
(iing liet zwaard der marteling.
o Wat was Ze in wee en rouwe, De gebenedijde Vrouwe,
Moeder van Gods een\'gen Zoon.
Wat Ze schreide, wat Ze snikte, Als Zij op de doodstraf blikte. Van haar Kind, zoo eindloos schoon.
Wie is mensoh , die onbewogen , Christus Moeder voor zijn oogen, Zage in zulke foltering?
Wie kunne er niet mede rouwen, En die Moeder daar aanschouwen. Lijdend met haar lieveling?
Voor de zonden van de zijnen. Zag Zij Jesus vol van pijnen, En Hem gees\'len streng en straf.
Zag Zij haren liev\'ling sterven, En Hem alles, alles derven,
Toen Zijn mond den doodsnik gaf.
GEZANGEN.
9.
Moeder, Moeder bron van liefde, Dat uw zwaard ook mij doorkliefde, Dat ik treuren moge als Gij!
Och, ontsteek mijn ziel en z\'nnen, Dat ook ik mijn God moog\' minnen. En Hem welgevallig zij.
Heil\'ge Moeder, \'k bid U, hoor het, \'t Lijden des Gekruisten, boor het. Krachtig wondend, mij in \'t har:.
Biet uw Zoon, die om mijn zonden, Zich zoo gruwzaam liet verwo iden, Wil ik deeleu in de smart.
13.
Doe me in liefde met U klagen, \'t Lijden des Gekruisten dragen. Tot mijn stervensuur zal slaan.
o Ik voel mijn ziel versmachten, Om to deelen in uw klagten, En met U bij \'t kruis te staan.
15.
Maagd der maagden hoog verheven, Wil mijn bede niet weerstreven, Laat ine met U droevig zijn.
G1ZAXGIN.
Laat me dragen Christus plagen, Deelgenoot zjjn zijner slagen,
Immer denken aan zijn pijn.
\'k Zij met Hem aan \'t kruis geklonken, Van de smart des kruizes dronken. En hot zoenbloed van uw Zoon.
•18.
Wees, opdat geen hel me ooit dere, Gij mijn voorspraak bij den Heere, Zeet\'lend op zijn Regtertroon.
Christus, als ik zal verscheiden.
Laat uw Moeder mij dan leiden Tot den puim der zegepraal.
Als hot ligchaam weg zal sterven. Doe mijn ziele dan verwerven,
Dat zij van uw glorie straal.
Amen.
VII.
O Koningin, vol majesteit, Maria! Gij, trouwe Hulp der Christenheid. Maria! Zie ons om uw legervaan.
Sterke Vrouwe voer ons aan;
25
GEZANGEN.
ü help ons strijden,
In alle tijden,
In allen nood,
Tot iu den dood, Maria!
O goed, o heilig Moederhart, Maria! Gij lijdt voor ons zoo bitt\'re smart, Maria! Laat die droeve folterpijn Voor ons niet verloren zijn,
ü help enz.
O Ster der zee in de onweêrsnacht, Maria! Verblijd ons door uw stralenpracht, Maria! Geef uw kind\'ren nieuwen moed. Als de storm hen rreezen doet. O help enz.
Uw voet heeft Satans kop verplet, Maria! Uw zege ons van den dood gered, Maria! Zie den vijand valt weer aan: Kom op nieuw zijn trots verslaan. 0 help enz.
O Maagd, ontvangen zonder smet, Maria! Verhoor ons vurig smeekgebed, Maria! Strijdheldiu door Jesus sterk.
Schenk de zege aan Jesus\' Kerk. O help enz.
26
GE7ASQEN.
VVondersclioon praohtigo,
Edelste, machtige,
Reine , volzalige hemelsohe Vrouw ! Wie ik mij eeuwiglijk,
Wie ik mij inniglijk,
Wie ik mijn lichaam, mijne ziele vertrouw. Goed, bloed en leven Wil ik ü geven,
Al wat ik heb. geef ik eeuwig van nu) ^ Moeder Maria, met blijdschap aan U. )
2_
Vlekk\'loos geborene, U uitverkorene,
Gods reinste Dochter en Moeder en Bruid; U, die der heiligheid \'t Heiligste Toonbeeld zijt.
Koos zich God zelf\' tot zijn Heiligdom uit. U, Onbevlekte Vrouw,
Altijd aan God getrouw U, die hier \'t sieraad der schepselen waart).. Huldigt om strijd nu en Hemel en aard. )
3.
Hoogst begenadigde Van God verzadigde,
Zijt ons in \'t leven een leidende ster. U hoogverheven thans Lichtend in stralenglans ,
U groeten nederig uw kind\'ren van ver.
27
28 GÉZANGEN.
God koos als reine Bruid U boven allen uit,
Wees dan van al wat ons oog slcohts ,
ontmoet, , bis. Wees van ons allen, Maria, gegroet. \'
Altijd zachtmoedige.
Waarlijk zoo goedige.
Moeder des Hollands, vol gunst en gena, Wil aan ons, zondigen.
Vrede verkondigen ,
Sla met uw oogen vol deernis ons ga: En als wij sterven,
Wil ons verwerven Dat wij met U, één van hart en van geest ) Eeuwig eens juichen in \'t zalige feest. )
IX.
Lieve Moeder van den Heer,
Zie van uit de hemelkringen,
Op uw kind goedgunstig neêr ,
Dat zijn loflied U komt zingen.
U, U is mijn hart gewjjd )
Goede Moeder, voor altijd. ) 1
O wat blijdschap, wat genot
Komt mijn minnend hart ontvonken. Peinzend aan het zalig lot,
U voor de eeuwigheid geschenken. Moeder met uw God, uw Zoon, ) Jub\'lend op uw glorietroon. )
GEZANGEN.
In des Hemels zaal\'ge vreugd, Boven \'t Eng\'lenkooi- verheven,
Smaakt uw ziel het zoetst geneugt Dat ooit schepsel word gegeven.
Dank zij de Eeuw\'ge Majesteit
Moeder voor uw heerlijkheid.
Toch, wat heil uw\' Hart doorvliet\' In des Hemels vreugdegaarde,
Gij vergeet uw kind\'ren niet In de woestenij der aarde.
Moeder, leid mij aan uw hand
Naar het eeuwig Vaderland.
X.
Maria bij uw glorietroon.
Moge onze feestzang rijzen.
En \'t kinderhart op blijden toon Het Hart der moeder prijzen.
Maria\'s kind\'ren jubelt vrij,
Dat Moederharte klopt voor mij!
Maria bidt voor mij En nu en \'t allen tij.
Het Hart van \'s Hemels Koningin Is \'t Hart van mijne Moeder;
Het smeekt voor mij in moedermin Bij lesus, onzen Broeder.
Maria\'s kind\'ren enz.
GK7.AXGEN.
Dat Moederhart, zoo mild, zoo zoet En rijk aan zegeiiin^eti,
Het stroomt van Jesus overvloed Voor zijn beschermelingen,
Maria\'s kinderen, ei z.
De zondaar, voor Gods wraak beducht. Durft nauw vergeving hopen .
Maar wie er tot dat Harte vlucht, ^ indt steeds die schuilplaats open.
Maria\'s kind\'ren, enz.
De vijand hebbe op Jesus\' kerk Den haat gericht der boozen;
Wij zijn in ons vertrouwen sterk, o Hoop der hopeloozen!
Maria\'s kind\'ren, enz.
XI.
o Naam! zoo zoet in de ooren
Aan wie Maria mint; o Xaam! zoo innig dierbaar
Aan \'t harte van haar kind. Geef dat uw Naam, Maria, Steeds in mijn ziele leef, En stervend op mijn lippen Uw Naam. o Moeder, zweef.
30
GEZANGEN.
o Naam! die do Onbevlekte In al haar grootheid prijst,
o Naam! die op de Moeder Der zeven Smartun wijst.
Geef, dat, enz.
3.
o Naam! die ons de liefde Der Lieve Vrouwe noemt;
o Naam! die \'t alvermogen Der Koninginne roemt.
Geef, dat, enz.
4.
o Naam! een milde balsem Voor ied\'re zielskwetsuur.
En telkens nieuwe voeding Voor \'t blakend liefdevuur.
Geef, dat, enz.
5.
o Krijgsleus in het strijden, o Hulpkreet in den nood:
o Onderpand der zege In leven en in dood!
Geef, dat, enz.
De avond daalt op de aarde! Stroomt naar \'s Heeren woon 7*
GEZANGEN.
Rust daar uit van \'t werken, Bij Maria\'s troon!
Kindren van Maria,
Zingt haar lot\' om strijd;
\'t Is de maand, uw moeder. Liefdevol gewijd.
Kent haar macht en liefde! — Wien ze op de armen draagt,
Is de God — Verlosser;
Zij de Moeder-Maagd.
Kind ren enz.
Hem om onze zonden
Ging de speer door \'t Hart,
Haar ter onzer liefde
\'t Zwaard der Moedersmart
Kindren, enz.
Knielt in vast betrouwen,
iijj haar bloementroon;
Zij, zij vindt verhooring Iijj haar God en Zoon.
Kindren, enz.
En daalt de avond weder.
Keert ook gij daar weêr.
Brengt in beiie en lofzang Haar uw hulde en eer.
Kii.d\'ren, enz.
32
GE7.ANGEN\'.
o Jozef! Voedstervader Van Jesus onzen Heer, quot;Wij treden biddend nader, En knielen voor U neêr;
quot;Want in uw vaderarmen Draagt Gij het God\'lijk Kind; \'t Zal onzer zich erbarmen, ) Wijl \'t uw gebed bemint. )
Wil Jozef, voor ons vragen, Dat wij in \'s levens lot, Ons naar zijn wil gedragen. Getrouw aan zijn gebod. Wil door uw beê verwerven, o Trouwe toeverlaat!
Dat wij den Hemel erven, ) j Als eens ons sterfuur slaat. )
Wij smeeken U te gader, Patroon van Nederland!
Blijf, Jozef! ons ten Vader; Bescherm \'t U dierbaar pand; Vraag ons met Jesus Moeder, Zijn hulp in allen nood;
En blijf ons trouw ten hoeder ) Van nu tot in den dood )
GKZANGEN.
«Gaat tot Jozef,quot; o hoe zoet Klinkt die toon in onze zielen!
Laat ons met een bljj gemoed Voor zijn zetel nederknielen!
Hem zij dit ons lied gewijd, ) . . Die ons steeds als Vader ieidt. )
U, wien Christus Kerk vereert Als haar Leidsman en iiehoeder,
Die haar als Patroon regeert; Smeeken wij voor onze Moeder,
Spreid op Jesus Kerk en Bruid ) ,. Liefdevol uw mantel uit. ) ÏS\'
Schenk ons in der tjjden druk, Die uw kinderen beleven,
Waren vrede en waar geluk. Voedstervader, hoog verheven,
Sla uw blikken, zacht en teer, ) .. Op uw droeve kind\'ren neer. J
Wend des Heeren gramschap af. Houd Zijn wrekende armen tegen;
Zend genade in plaats van straf. Bid uw Jesus om zijn zegen; Gij, Patroon van Nederland, ) .. Bid ook voor ons vaderland. ) lS\'
34
GEZANGEN.
Bruidegom der Moedermaagd,
Hoed de jeugd op al haar wegen, Waar haar satans list belaagt.
Blik haar uit den Hemel tegen,
Stort haar ziele, stort haar zin ) ,. Liefde voor de kuischheid in. )
Schenk aan \'t oog der oud\'ren licht, Om hun kind\'ren zóó te leiden,
In \'t betrachten van hun plicht, Dat zij zich een plaats bereiden,
Waar Gij met uw Jesus woont, ) ^ En U hun beschermer toont. )
Gaat tot Jozef, klinkt het voort, Gaat tot Jozef Christenscharen!
Gaat tot Jozef! op dat woord Wijken rampen en gevaren.
Gaat tot Hem! door Hem geleid, ) Gaan wij tot de onsterflijkheid. )
Wij prijzen U Met minnend hart,
o Jozef al te gader:
U eens op aard Maria\'s steun En Jesus Voedstervader. {bis)
35
GKZANGEN\'.
Als zij haar Kind Vlek\'loos ontvangt Stilt de Engel uwe zorgen. En \'t Godsgeheim Der aard verheeld,
Blijft niet voor U verborgen. (bis.)
In Bethlehem En op de vlucht Hoedt Gij uw teerbeminden,
En in Gods huis Moogt Gij uw Kind Vol vreugde wedervinden. (bis.)
Gods Vrienden zien Hun eeuwig heil Slechts na een zalig sterven; Gij moogt uw heil Uw zaligheid Reeds hier op aard verworven, (bis.}
o Jozef sta In d\' aardschen druk Ons hart getrouw ter zijde,
Opdat ons hart In de eeuw\'ge deugd Zich eens met U verblijde. (bis.)
36
GEZANGEN.
Al wie naar geest en hart gezond Hier leven, en zijn stervensstond In blijde hoop wil tegengaan,
Hij roepe Jozefs voorbede aan.
Hij Bruidegom der reinste vrouw, Regtvaardig, onbevlekt en trouw. Als Jesus Vader hoog vereerd.
Krijgt wat hij biddend ooit begeert.
Hij eert op \'tstroo zijn kind, Gods Woord, quot;Vertroost het in het ballingsoord,
Zoekt het alom in stomme smart. En drukt het vindend aan zijn hart.
De Schepper, die \'t heelal omvangt, Heeft \'t brood door Jozefs werk erlangd. De Vaders Zoon, gelijk aan Hem,
Volgt onderworpen Jozefs stem.
Hij ziet zijn sponde, als \'t doodsuur naakt, Door Jesus en zijn Bruid bewaakt; Wel zalig, die zoo bijgestaan,
In zoeten slaap tot God mocht gaan.
37
GEZANGEN.
Macht, lof en roem en eerbetoon Zij aan den Vader en den Zoon.
En aan den Trooster met hen één
Door aller eeuwen eeuwen heen. Amen. ----
TER EERE VAN DEN Z. PETRUS CANI31ÜS.
Zaal\'ge Petrus, Neerlands luister Door uw wetenschap en deugd.
Wil het lied van \'t volk ontvangen, Dat zich in uw hulp verheugt.
Altijd klinken lof en bede,
U Canisius gewijd;
Bid voor ons, vraag lust tot werken, Warme godsvrucht, moed ten strijd.
Jesus had U uitverkoren.
Tot Apostel van zjjn Hart,
En uw hart dat Hart gelijkend,
Deelde Jesus liefde en smart. Altijd.
Toen Gij knielend voor zijn outer.
Alles Hem ten offer bragt,
Werdt Gij met zijn kruis begiftigd,
Door zijn Geest omgord met kracht. Altijd.
38
GEZANGEN.
Sinds dit uur hebt Gij gestreden;
Voor de Kerk U nooit gespaard;
Door uw schriften en uw woorden \'t Waar geloof hersteld, bewaard. Altijd.
Wijsheid vloeide van uw lippen; In U blaakte een liefdegloed,
Die den katholiek vernieuwen, De afgedwaalden leven doet. Altijd.
Is uw raad den pausen heilig,
Luistren vorsten naar uw woord,
Voor de mindren zijt Gij Vader,
Daar uw hart hun toebehoort. Altijd.
Allen leèrt Gij Jesus minnen.
Moedig en der Kerk getrouw,
Rein van zeden voort te wand\'len, Aan do hand der Lieve Vrouw. Altijd.
Zoo voert Gij steeds liefdekweekend. Tal van zielen tot Gods troon.
Blijft daar steeds bij Jesus Harte Voor ons welzijn trouw Patroon. Altijd.
39
(iEZ.VNGEN.
Zaal\'ge Petrus, uitgelezen Strijderhoofd, die zonder vreeze Satans list en macht bevocht.
Zie op ons, do U toegewijden,
Leer ons werken, leer ons strijden. Aan de Moederkerk verknocht.
\'t Pand als kind bij Stephaansoucer God betrouwd, werd gaaf en louter
In uw werk als man bewaard. Christus leer als fakkel dragend, Eerbied voor de Kerke vragend.
Hebt Ge U roem en vrucht gegaard.
Waar de dwaling zich mocht heffen Satans pijl de zielen treffen.
Stondt Ge als strijder op de bres. En uw pen, die waarheid teekent En uw daad van liefde sprekend, Werd voor allen steun en les.
In familiekring gezeten Snoert uw taal de liefdeketen,
Voor \'t geloof nog vaster aan; \'t Woord voor U bij God bezworen Werd hun schild in fel bekoren, En hun trouw bleef heilig s^ian.
40
GEZANGEN.
Mogen wij, door U beveiligd Voor gevaren, en geheiligd
Door het streven naar uw deugd Onverwrikt in \'t rein gelooven, Christ\'lijk levend, bjj U boven Eenmaal deelen in uw vreugd.
III.
Zaal\'ge Petrus, ging uw Moeder Al te vroeg voor U naar God,
Godes Moeder nam heur plaats in, In Haar hand berust uw lot.
Wijsheid schonk zij u tot leidstar.
Kracht omkleedde uw teer gemoed. Daarom wijdt gij Haar uw kuischheid \'t Offer parend aan uw groet.
Opgeleid tot hooger roeping.
Kwijt-ge U voor de heiige zaak Sprekend, schrijvend, lijdend, zwoegend. Onverdroten van uw taak;
Maar gedachtig wie uw steun is Wie op \'t doornig pad u hoedt.
Stort ge als pelgrim bij \'t outer Van Maria \'t Wees gegroet.
4i
GEZANGEN.
Stort de Hel haar gif en zwadder Op Maria\'s lichtkleed uit,
U ala ridder treft die aanslag; \'t Godloos opzet zij gestuit.
Heerlijk wordt Gods werk gewroken, Machtloos vliedt het helsch gebroed; En gij wijdt uw reuzenarbeid Uw Vorstin in \'t Wees gegroet,
Krachtloos, moede en afgestreden, Vindt uw grijsheid zoete vreugd, Friburgs kindren voor te zeggen \'t Zoet gebedken van uw jeugd,
Maar dan treedt ook in uw doodstrijd U Maria te gemoet,
En gij, door haar schoon getrokken, Lispelt stervend \'t Wees gegroet.
Staan ook wij, uw beeld voor oogen. Trouw in dienst der Moeder maagd; Doen wij, door uw beê geholpen, Wat haar lieven Zoon behaagt; Dan stroomt ook op onze hoofden Alle schat van hemelsch goed;
Blijft Haar onze tonge zeegnen Door \'t vertrouwvol Wees gegroet.
42
GEZANGEN.
Tantum ergo Sacramentum Veneremar cernui, Et antiquum docuitientum Novo cedat ritui,
Praestet fides supplementum Senauura defeotui.
2_
Genitori, Genitoque Laus et jubilatio,
Salus, honor, virtus quoque, Sit et benedictio;
Procedenti ab utroque Compar sit laudatio.
Amen.
Adoro te devote | latens Deitas,
Quae | sub his figuris | vere latitas, Tibi | se cor meum | totum subjicit, Quia | te contemplans | totum deficit. Ave Jesu, pastor fidelium,
Adauge fidem omnium in te credentium.
43
GEZANGEN.
Pie pelicane | Jesu üomine, Me immundum | munda tuo sanguine, Cujus una stilla | salvum facere Totum mundum quit \\ ab omni ficelere. Ave Jesu, etc.
Jesu, | quem velatum | nunc aspicio, ] Oro | fiat illud, | quod tam sitio, | Ut | te revelata cernens facie |
quot;Visu sim beatus 1 tuae gloriae. Ave Jesu etc.
Ave verum corpus Natum de Maria Virgine,
Vere passum,
Immolatum in cruce pro homine, Cujus latus perforatum Unda fluxit et sanguine;
Esto nobis praegustatum Mortis in examine.
o cleniens, o pie, o dulcis Jesu, fili Mariae.
Ave Maria, gratia plena, Domir.us tecum, benedicta tu in mulieribus, et \'oenedictus fructus vei.tris tui Jesus. Sancta Maria, Mater Dei, ora pro nobis peccatoribuj, nunc et in hora mortis nostrae. Amon.
44
GEZANGEN.
V.
Stabat Slater dolorosa Juxta crucem lacrymosa, Dura pondebat Filius.
Cujus animam gementera, Contristatam et dolentera, Pertransivit gladius.
O quam tristis ct afflicta Fuit illa benedicta Mater Unigeniti.
Quae raoerebat et dolebat Pia Mater, dum videbat Nati poenas inclyti.
Quia est homo, qui non fleret. Matrem Christi si videret In tante supplicio?
Quis non posset contristari, Christi Matrem conteraplari, üolentem cum Filio?
Pro peccatis suae gentis, Vidit Jesum in tormentis, Kt tiagellis subditum.
45
GEZANGEN.
Vidit suum dulcem Natuoi Moriendo desolatum, Dum emisit spiritum.
Eja Mater fons amoris, Me sentire vim doloris Fac, ut tecum lugeam.
•10.
Fac, ut ardeat cor meum hi amando Christum Deum Ut sibi complaceam.
H.
Sancta Mater, istud agas, Crucifixi tigi plagas Cordi meo valide.
Tui Nati vulnerati, Tam dignati pro me pati, Poenas mecum divide.
Fac jue tecum pie fiere, Cruoifixo condolere,
Doneo ego vixero.
Juxta crucem tecum stare, Et me tibi sooiare, In planctu desidero.
GEZANGEN\'.
Virgo yirginum praeclara,
Milii jam non sis amara, Fac me tccum plangere.
Fac, ut portem Christi mortem, Passionis fac consortem Et plagas rooolere.
Fac me plagis vulnerari, Fac me cruce inebriari Et cruore Filii.
Flammis ne mar suecensus, Per te, Virgo, sim defensus In die judicii.
Christe, cum sit hinc exire, Da per Matrem me venire Ad palmam victoriae.
Quando corpus morietur; Fac, ut animae donefur Paradisi gloria.
Amen.
47
8
48
Pater de coelis Deus, miserere nobis. Do
Fili, Redemptor mundi Deus, miserere nobis. Fo
Spiritus Sancte Deus, miserere nobis. Jai
Sancta Trinitas unus Deus, miserere nobis. St(
Saneta Maria, ora pro nobis Sa!
Mater amabilis. .-j Re
Virgo prudentissima, f\' Ag
LITAMAE.
Vas spirituale,
Vas honorabile,
Vas insigne devotionis,
Rosa mystioa,
Turris Uavidica,
Turris eburnea,
Uomus aurea.
Foederis area,
Janna coeli,
Refugium peccatorum,
Regina Angelorum,
Regina l\'rophotarum,
Regina Apostolorntn,
Regina Martyrum,
Regina ConlVissorum.
Regina Virgin um,
Regina Sanctorum omnium,
Agnus Dei. qui tollis peeoata mundi, paree
nobis, Domine.
Agnus Dei qui tollis peccata mundi, exaudi
nos, Domine.
Agnus Dei, qui tollis peccata mundi, miserere nobis.
Christe, audi nos.
Christe, exaudi nos.
Kyrie eleïson.
Christe eleïson.
Kyrie eleïson.
49
MISERERE.
V, Ora pro nobis, sanota Dei Genitrix, R. Ut digni efficiamur promissionibus Chris ti.
Miserere mei, Deus | secundum magnam misericordiam tuara.
Et secundum multitudinem rniseratio-num tuarum, | dele iniquitatem :iieam.
Amplius lava me ab iniquitate inea, 1 et a pecoato meo munda me.
Quoniam iniquitatem meam ego cogno-sco, 1 et peocatum meum contra me est semper.
Tibi soli peccavi, et malum coram te feci I ut justificeris in sermonibus tuis, et vincas cutn judicaris.
Ecce enim in iniquitatibus conceptus sum, 1 et in peccatis concepit me mater mea.
Ecce enim veritatem dilexisti: [ incerta et occulta sapientiae tuae maaifestasti mihi.
Asperges me hyssopo. et mundabor, | lavabis me, et super nivem dealbabor.
Audituimeo dabis gaudium et laetitiam, | et exultabunt ossa humiliata.
Averte faciem tuam a peccatis meis | et omnes iniquitates meas dele.
Cor mundum crea in me, Deus | et Spi-ritum rectum innova in visceribus meis
Ne projicias me a facie tua | et spiri-tum sanctum tuum ne auferas a me.
Redde mihi laetitiam salutaris tui 1 et spiritu principali confirma me.
50
DE PR0FUND1S.
Docebo iniquoa vias tuas, | et impii ad te convertentur.
Libera mo de sanguinibus Deus, Deus salutis meao | et exultabit lingua mea jus-titiam tuara.
Domino, labia mea aperies | et os meum annuntiabit laudem tuam.
Quoniam si voluisses sacrificium dedissem utique; | holooaustis non delectaberis.
Sacrificium Deo, spiritus contribulatus | oor oontritum et humiliatum, Deus, non despicies.
Bonigne fac, Doraine, in bona voluntate tua Sion | ut aedificentur muri Jerusalem.
Tunc aoceptabis sacriflcium justitiae, oblationes ot holocauata | tune imponent super altare tuum vitulos.
Gloria Patri, et Filio | et Spiritui sancto.
Sicut erat in principio, et nunc, et semper, | et in saecula saeculorum. Amen.
De profundi\'s clamavi ad te Domino | Domine exaudi vocera meam.
Fiant aures tuae intendentes, | in Tocem deprecationis meao.
Si iniquitates observaveris, Domine, | Domino, quia sustinebit.
Quia apud te propitiatio est 1 et propter legem tuam sustinui te, Domine.
Sustinuit anima mea in verbo ejus | speravit anima mea in Domino.
A custodia matutina usque ad nootem, j speret Israël in Domino.
51
TE DEUjM LACDAMUS.
Quia apud Dominum uiiserioordia | et copiosa apud eura redemptio.
Et ipse redimet Israel | ex omnibus iniquitatibus ejus.
Requiem aeternara | dona eis, Domine. Et lux perpetua | luceat cis.
Pater noster.
Et ne nos inducas in tentationcm.
Sed libera nos a male.
A porta inferi.
Erue Domine animam ejus.
Requioscant in pace.
Amen.
Domine exaudi orationem meam. Et clamor meus ad to voniat.
Dominus vobiscum.
Et cum spiritu tuo.
Oremus etc.
Requiem aeternam dona cis Domine. Et lux perpetua luceat eis.
Requiescant in pace.
Amen.
Te Deum laudamus ,
Te Dominum confitemur.
To aeternum Patrem, omnes terra ve-neratur.
Tibi omnes Angeli, tibi coeli et uni-versae potestates.
Tibi Cherubim et Seraphim, incessabili voce proclamant:
Sanctus, Sanctus, Sanctus Dominus Deus Sabaoth.
52
TE UEIM LAL\'DAMI S.
1\'Ieni sunt coeli et terra majesiatis glo riae tuae.
Te gloriosus Apostolorum chorus.
Te Prophetarum laudabilis numerus.
Tc Martyrura oandidatus laudat ex-rcitus.
Te per orbem terrarum sanuta ceufltetur Ecclesia.
Patrem immensae majestatis.
Venerandum tuum veruni, et unicum Filium.
Sanctum quoque Paraclitum Spiritum.
Tu rex gloriae, Christe.
Tu Patris sempiternus es Filius.
Tu, ad liberandum suscepturus hominem, non horruisti virginis uterum.
Tu, devicto mortis aculeo, aperuisti credentibus regna coclorum.
Tu ad dexteram Dei sedes, in gloria Patris.
Judex crederis esse venturus.
Te ergo quaesumus, famulis tuis sub-veni, quos pretioso sanguine redemisti.
/Eterna fac cum sanctus tuis in gloria numerari.
Salvum fac populum tuum Domino, et benedic haereditati tuae.
Et rege eos, et extolle illos usque in aeternum.
Per siugulos dies benedicimus te.
Et laudamus nomen tuum in saoculum, et in saeculum saeculi.
Dignare, Domine, die isto sine peccato nos custodire.
LAUDATE PUERI.
Miserere nostri, Doniine, miserere nostri.
Fiat misericordia tua, Domine, super nos, qiiema(]modu)n speravimus in te.
In te, Domine, speravi; non coofundar in aetcrnum.
V. Benedictus Domine Deus patrum nostrorum.
R. Et laudabilis et gloriosus in saecula.
Eenedieamus Patrem et Filium cum sancto Spiritu.
1!. Laudemus et superexaltemus eum in saecula.
V. Benedictus es Domine Deus ;:.n fir-mamento coeli.
R. Et laudabilis, et gloriosus, et super-exaltatus in saecula.
V. Benedic anima mea Domino.
R. Et noli oblivisci omnes retributiones ejus.
V. Domine exaudi orationem meam.
R. Et clamor meus ad te veniat.
Laudate pueri Domitium | laudt.te nomen Domini.
Sit nomen Domini benedictum | ex hoe nunc et usque in saeculum.
A solis ortu uque ad occasum | lauda-büe nomen Domini.
Excelsus super omnes gentes Dcminus | et super coelos gloria ejus.
Quis sicut Dominua Deus noster, qui in
54
JESU DULCIS.
altis habitat, j et humilia respicit in coelo et in terra.
Suscitans a terra inopem, | et de ster-core erigens pauperem.
Ut collocet eum oum principibua. | cum princibibus populi sui.
Qui habitare facit sterilem in domo, ] matrem filiorum laetantem.
Gloria Patri et Filio | et Spiritui Sancto.
Sicut erat in principio, et nunc et semper, | et in saecula saeculorum. Amen.
Laudate Dorainum omnes gentes | lau-date eum omnes populi.
Quoniam confinnata est super noa miae-ricordia ejus, | ct Veritas Domini manet in aeternum.
Gloria Patri et Filio | et Spritui Sancto.
Sicut erat in principio et nunc et semper, | et in saecula saeculorum. Amen.
Jesu dulcis memoria Dans vera cordi gaudia: Sed super mei et omnia Ejus dulcis praesentia.
Nil canitur suavius. Nil auditur jucundius, Nil cogitatur dulcius, Quam Jesus Dei Filius.
55
JESU DDLCIS.
3.
Jesu spes poenitentibus, Quam pius es petentibus! Quam bonus te quaerentibus. Sed quid invenientibus?
4.
Nee lingua valet dicere, Nee littera exprimere; Expertus potest credere, Quid sit Jesum diligere.
5.
Jesum omnes agnoscite, Amorem ejus poscite,
Jesum ardentes quaerite, Quaerendo inardescite.
Amen.
Bladz.
Regelen en Statuten der Hoofd-Con-gregatie van Rome en dor overige met haar vereenigde congregatieii , 3
I. Algemeene Regelen......3
II. Bijzondere Regelen......20
i\' Hfdst. Regels van don Prefokt 20 2e » Regels van de Assistenten 23 3e » Regels van den Secretaris
of Geheimschrijver . . 24 4e » Regels van do Raadsleden 24 5® » Regels van den Onder-
rigter dor Candidaten . 25 6e » Regels van den Schatbe-
7e » Regels van den Bibliothecaris ......27
8e lt;gt; Regels van do Zioken-
9\' » Regels van don Koster . 29 ■10° » Regels van den Voorlezer 30 He » Regels van don Portier. 31 12e » Regels der overige mindere bedieningen ... 32 Formulier van aanneming .... 33
Aflaten...........35
Volle aflaten, welke door alle goloo-
vigen kunnen verdiend worden . 35 Volle aflaten, welke alleen door do loden en bedienaren der Congregatie kunnen verdiend worden .... 36
INHOUD.
Aflaten van zeven jaren
Verklaring.....
Andere aflaten . . .
2
39
40 40
Aflaten voor de overledenen ... 42
Andere voorregten en gunsten ... 42
II. Aflaten, verleend aan kruisen enz. 44
III. Aanmerkingen over de aflaten . 47 Gebeden die bij de beraadslagingen
Gebeden bij do verkiezingen ... 50
Gebeden te Rome gebruikelijk b.j de
plegtige opdragt en aanneming . . 54 Gclooisbelijdenia van het H. Concilie
59
van Trente
Akte van toewijding aan het allerh.
Akte van toewijding aan de II. Maagd 04 Akte van toewijding aan den zaligen
Formulier van aanneming .... 67
Gebeden die in de gewone vergaderingen geschieden......70
Antiphonen der H. Maagd .... 72
Litanie van O. L. Vrouwe .... 76
Litanie van het H. Hart van Jesus . 84
Litanie van den Naam van Jesus . 90
Litanie van den H. Jozef .... 94
Litanie van den gelukz. P. Canisus . 97
Gebed van den gelukz. P. Canis.ius . 99
INHOUD.
Gebeden gedurende liet H. Sacrificie der Misse in vereeniging met het
aanbiddelijk Hart van Jesus . . . 100 Oefeningen voor en na de H. Communie 113
Oefeningen ter eero van bet H. Hart 120
Gegroet o liefde en eere vaan ... 1 Ter eere van het 11. Hart .... 3
Wie kan uw hart genaken .... 4
Wie kan uw hart aanschouwen . . 8
Ik ken een vriend der menscben . . 11 o Reine Bron , o reine Bron ... 12 Kom, de Herder heeft gesproken . . 13
Ter eere van Maria......15
o Beeld van \'t reinste leven ... 15 Lieve Moeder van don Heer ... 17
o Maagd, o schoonheid nooit volprezen 19
Juicht, juicht met ons......21
Schreijende in een naamloos lijden . 22 o Koningin vol Majesteit, Maria . . 25
Lieve Moeder van den Heer ... 28
Maria bij uw glorie\'troon.....29
o Naam, zoo zoet in de ooren . . 30
3
INHOUD.
De avond daalt op de aarde ... 31
Ter eerc van den H. José! .... 33
Gaat tot Josef, o hoe zoet .... 34
Al wie naar geest en hart gezond . 37
Ter eere van den Z Petrus Canisius 38
Zaalge Petrus, Neerlands luister . . 38
Zaalge Petrus, uitgelezen .... 40
Zaalge Petrus, ging uw moeder . . 41
Laüjnsche gezanyen......43
4
/
4
i.quot;.\'
W-
I ■.\' (; : ■ ■.....
l quot; \' ■ ■ • -I - • • \' \'■
• ■\' •. ■ . ■ • • , • f •
..j • i\\1. , y . .