-ocr page 1-
-ocr page 2-
-ocr page 3-

Vak 2

f,7 ^

VAN ONZEN HEILIGEN VADER

LEO XIII,

DOUR DE GODDELIJKE VÜOKZIENIU1IE1D I\'AUS,

AAN ALLE PATRIARCHEN, PRIMATEN, AARTSBISSCHOPPEN EN BISSCHOPPEN DER KATHOLIEKE WERELD, DIE IN GUNST EN GEMEENSCHAP ZIJN MET DEN APOSTOLISCHEN STOEL.

Eerwaardige Breeders, heil en apostolische zegen.

Door een gelukkig voorrecht mag het Christenvolk binnen een korte tijdsruimte de gedachtenis van twee mannen herdenken , die tot de eeuwige belooningen der heiligheid zijn opgeroepen ten hemel en een uitstekende schaar van volgelingen , als telkens weder opgroeiende spruiten hunner deugden , op aarde hebben nagelaten. — Want na het eeuwfeest ter gedachtenis van Eenedictus, den vader en wetgever der monniken in het Westen, biedt zich een niet ongelijke gelegenheid welhaast aan om Franciscus van Assisie, bij het eindigen der zevende eeuw na zijne geboorte, een openbare hulde te brengen. En Wij nicenen niet zonder grond, dat dit door een goedertieren leiding der goddelijke voorzienigheid geschiedt. Want door hun den geboortedag van zulke heilige vaders ter viering voor te stellen, schijnt God de tnenschen te willen vermanen, zich de zeer groote verdiensten dier heiligen te binnen te brengen, en tevens in te zien, dat de door hen gestichte kloosterorden

1

|

.-JL

;/r/y

-ocr page 4-

4

geenszins zoo onwaardig hadden aangerand moeten worden, vooral niet in die Staten, wier beschaving en roem zij door hun arbeid, hun geestesgaven, hun ijverigen toeleg verhoogd hebben. — Wij vertrouwen, dat deze plechtige viering niet onvruchtbaar zal zijn voor het Christenvolk, hetwelk niet ten onrechte de kloosterlingen altijd voor zijne vrienden placht te houden: en derhalve, zooals het den naam van Beuedictus met groote toewijding en dankbaar gemoed vereerd heeft, zoo zal het nu om strijd de gedachtenis van Franciscus met feestelijke hulde en veelvuldige liefdebetuiging vernieuwen. En die lofwaardige wedstrijd van toewijding en vereering beperkt zich niet tot de streek, waar de heilige man het levenslicht zag, noch tot de landen in de nabijheid der plaats, die hij door zijne tegenwoordigheid eerwaardig maakte, maar is verre uitgebreid tot alle gewesten der aarde, waar óf de naam van Franciscus vermaard werd óf zijne instellingen bloeien.

Dezen innigen ijver voor eene uitstekend goede zaak keurt, voorwaar, niemand meer goed dan Wij: vooral dewijl Wij Ons, van onze jeugd af, gewoon gemaakt hebben Franciscus van Assisië met bewondering en bijzondere godsvrucht te vereeren , en Wij er groot op gaan in de Orde der Franciscanen te zijn opgenomen, en Wij meer dan eens uit godsvrucht het heilige Alvernische gebergte met opgewekte blijdschap hebben beklommen, waar het beeld van dezen zoo uitstekenden man, op welke plaats we ook den voet zetten, ons voor den geest oprees, en die eenzaamheid, zoo vol herinneringen, onze ziel in stille overpeinzing bevangen hield. — Doch hoe lofwaardig deze ijver is, daarin is geenszins alles begrepen. Want zoo moet men denken over de eerbewijzingen, die den Heiligen Franciscus gegeven worden, dat zij dengene wien zij gelden, het meest welgevallig zullen zijn, indien zij vruchtbaar 2ijn voor hen welke ze brengen. Nu bestaat de degelijke en onvergankelijke vrucht hierin, dat de menschen zich eenige gelijkenis verwerven met hem, wiens uitstekende deugd zij bewonderen, en dat zij zich toeleggen door zijne navolging beter te worden. En wanneer zij dit met Gods hulp ijverig ten uitvoer brengen, dan zal er, voorzeker, ecu geschikt en

-ocr page 5-

5

zeer werkdadig geneesmiddel voor de tegenwoordige rampen gevonden zijn. — Wij willen U, Eerwaardige Broeders, derhalve door dezen Brief toespreken, niet slechts om onze godsvrucht jegens Franciscus openlijk te beluigen, maar ook om uwe liefde op te wekken, opdat Gij evenals Wij en met Ons U toelegt aan het welzijn der menschen door middel van dat geneesmiddel, wat Wij noemden, Uwe zorgen te wijden.

De Verlosser van het menschelijk geslacht, Jesus Christus, is de altijddurende en steeds vloeiende bron van alle goed, wat van Gods oneindige liefderijkheid tot ons komt, en wel zoozeer dat Hij die eenmaal de wereld verloste, haar ook in alle eeuwen verlossen zal: Want er is geen andere naam onder den hemel den menschen gegeven, waarin wij zalig\' moeten worden.1) Wanneer het dus somtijds door de gebrekkelijkheid der natuur of de schuld der menschen geschiedt, dat het menschelijk geslacht ter verkeerde zijde afwijkt, en een buitengewone hulp om vrij te komen schijnt te behoeven, dan is het dringend noodzakelijk zich tot Jesus Christus te keeren, en dit voor de beste en zekerste toevlucht te houden. Immers zijn goddelijke kracht is zoo groot en vermag zooveel, dat zij in staat is én om alle gevaren te verdrijven én om alle rampen te genezen. En de genezing nu zal zeker zijn, indien het menschelijke geslacht slechts tot de betrachting der christelijke wijsheid en tot de levensregelen des Evangelies wordt teruggebracht. Wanneer soms de rampen, die Wij noemden, ons overvallen, en zoodra de door Hem voorziene tijd van vertroosting tot rijpheid is gekomen, dan wekt God bijna aanstonds een man op, niet een gelijk vele anderen, maar een groot en buitengewoon man, dien Hij roept om het algemeen welzijn te herstellen. Doch dit gebeurde juist tegen het einde der twaalfde eeuw en iets later: en de uitvoerder van dit groote werk was Frauciscus.

Dat tijdperk evenzeer als de bijzondere aard zijner deugden en ondeugden is genoegzaam bekend. Diep en krachtig was het Katholieke geloof in de zielen gevestigd; en schoon was het, dat zeer

\') Hand. IV, 12

-ocr page 6-

\\

(velen, in vurige godsvrucht ontbrand, zich naar Palestina be-) gaven, besloten om te overwinnen of te sterven.xMaar even-^ wel de losbandigheid had de volkszeden zeer veranderd: en niets was den menschen zoo noodzakelijk als de hernieu-\\ wing van den christelijken geest. — Doch de hoofdzaak der christelijke deugd is eene edele gesteltenis der ziel, die in staat is om bezwaren en moeilijkheden te verdragen; en een zekere beeldtenis er van wordt door het kruis voorgesteld, hetwelk zij die Christus willen volgen, op hun schouder moeten laden en dragen. En tot die gesteltenis behoort, dat de geest zich aan tijdelijke zaken onttrekt, dat wij een streng bestier over ons zeiven uitoefenen, dat wij de tegenspoeden met gemak en gematigdheid doorstaan. Eindelijk is de liefde tot God en tot de naasten boven alle andere de meesteres en koningin der deugden ; en hare kracht is zoo groot, dat zij de lasten welke met den plicht verbonden zijn, zacht wegneemt, en de inspanningen, hoe groot ook, niet alleen dragelijk, maar zelfs aangenaam maakt.

In de twaalfde eeuw waren deze deugden blijkbaar zeer-schaarsch, daar al te velen dwazelijk aan menschelijke belangen of aan de begeerte naar eer en rijkdom geheel verslaafd wa-^ , ren, of hun leven in weelde en genietingen doorbrachten. Een x zeer groote macht was in de handen van weinigen; en hunne rijkdommen dienden bijna tot niets anders dan tot de onderdrukking eener rampzalige en verachte menigte; en zelfs zij die om hun levensstaat de overigen in toom hadden moeten houden, ] waren van dergelijke ondeugden niet vrij gebleven. En bij de \\ vrij algemeene verflauwing der liefde waren er verschillende en ) dagelijksch voorkomende rampzaligheden gevolgd: de nijd, de 1 ijverzucht, de haat; en de gemoederen waren zoo verdeeld en | tot vijandschap geneigd, dat de steden eener zelfde nabuur-\\) schap elkander bij de minste oorzaak door den oorlog ten \\ verderve brachten en de eene burger met den andere op on-menschelijke wijze door het zwaard hunne twisten beslechtten. ^

In die eeuw viel de levenstijd van Franciscus. Evenwel heeft hij het met bewonderenswaardige standvastigheid, met even grooten eenvoud ondernomen om in woord en daad der verouderende wereld het echte beeld der christelijke volmaaktheid

-ocr page 7-

voor oogen te stellen. — Werkelijk, gelijk de groote vader Dominicus Gusman de onschendbaarheid der hemelsche lee-ringen in denzelfden tijd verdedigde en de booze dwalingen der ketters door het licht der christelijke wijsheid verdreef; zoo heeft Franciscus, wien God lot groote daden bewoog, dit verkregen, dat hij de Christenen tot de deugd opwekte en hen die langen tijd en ver waren afgeweken, tot de navolging van Christus bracht!\' Het is voorzeker niet toevallig geweest, dat deze uitspraken uit het Evangelie den jongeling ter oore kwamen; Wilt noch goud, noch zilver, noch geld in uwe gordels hebben; geen huidel op den weg, noch twee kleederen , noch schoeisels, noch een . staf. 1) En, Zoo gij volmaakt wilt zijn, ga, verkoop wat gij hebt en geef het den armen.... en kom en volg mij 1). Hij legt dit uit alsof het tot hem met name gezegd is, en terstond doet hij afstand van alles, hij verandert van kleeding, hij neemt de armoede tot begeleidster en gezelschap voor geheel zijn leven, en hij wil, dat die hoogste voorschriften der deugden, die hij met verheven en moedigen zin omhelsd had, als de grondslagen zijner Orde zouden zijn. Sedert dien tijd gaat hij, te midden van de zoo groote weekelijkheid en de in den hoogsten graad verfijnde kieschheid zijner eeuw, met verwaarloosde en ruwe kleeding: vraagt hij zijn voedsel van deur tot deur; en verdraagt hij niet zoo zeer, maar neemt hij met bewonderenswaardige gretigheid de spotternijen van het verdwaasde volk voor zich op, en wel van zulke spotternijen, als voor de bitterste doorgaan. Hij had immers de dwaasheid van Christus\' Kruis aangenomen en als de volstrekte wijsheid leeren kennen: en toen hij tot in de verheven geheimen van dat Kruis door hooger begrip was doorgedrongen, zag en oordeelde hij, dat hij zijn roem nergens beter vestigen kon. — Tegelijk met de liefde tot het Kruis vervulde Franciscus\' gemoed eene vurige liefde, die hem aandreef, om de uitbreiding van den christelijken naam uit ganscher harte op zich te nemen, en zich hiervoor zelfs aan blijkbaar doodsgevaar vrijwillig prijs

5) Maftk XIX, 21

\') Matth. X. 9-10.

-ocr page 8-

s

te gtven. Met die liefde omvatte hij alle menschen; maar veel dierbaarder waren hem de behoeftigen en de meest verachten; zoozeer dat men hem zijn welbehagen zag hebben vooral in hen die ieder ander gewoon was te vluchten of met trotsche afkeerigheid te behandelen. En aldus heeft hij zich uitstekend verdienstelijk gemaakt voor het in stand houden van dien broederband, welken Christus de Heer herstelde en voltooide, zoodat Hij uit geheel het menschelijk geslacht als één gezin maakte, dat onder het gebied van God, den éénen vader van allen, gesteld is.

Door de hulp dus van zoovele deugden en vooral door deze strengheid van leven, poogde die geheel levensreine man het beeld van Jesus Christus, voor zoo veel hij kon, in zich zelf over te brengen. Doch het bestier der goddelijke voorzienigheid ziet men ook hierin uitschitteren, dat hij in het uitwendige eenige zijden n bijzondere gelijkenis met den goddelijken Verlosser gehad heeft. — Zoo gebeurde het met Franciscus, naar het voorbeeld van Jesus, dat hij in een stal geboren werd, en als sprakeloos kind zulk een legerstede had als eens Christus zelf, namelijk de aarde met stroo bedekt. En toen, zooals verhaald wordt, is de gelijkenis voltooid door Engelenkoren, die in de hoogte blijde rondzweefden, en met hun liefelijk maatgezang de lucht vervulden. Evenzoo voegde hij zich, gelijk Christus het met de Apostelen deed, eenige uitverkoren leerlingen toe, om hun de verschillende landstreken te iaten doortrekken, als boodschappers van den christelijken vrede en van de eeuwige zaligheid. Allerarmst, beleedigd, bespot, door de zijnen verworpen, heeft hij ook daarin het beeld van Christus teruggegeven, dat hij zelfs niet het gering ste als eigendom wilde bezitten om er zijn hoofd op neêr te leggen. Het laatste kenmerk van gelijkenis werd er aan toegevoegd, toen hij op de kruin van den berg van Alvernia, als op zijn Calvarië, tot een voorbeeld gesteld werd, zooals er tot dien tijd nog geen gezien was, en de heilige wonden door goddelijke macht in zijn lichaam ingedrukt werden, en hij als gekruisigd is. — Wij herinneren hier aan een gebeurtenis, niet minder verheven om hnar wonder\' iadig karakter dan beroemd door de lofprijzing

-ocr page 9-

9

der eeuwen. Want toen hij eens in een vurige overdenking van Christus\' smarten verzonken was en dezer allergrootste bitterheid in zich opnam en zich als een dorstige er aan laafde, vertoonde zich onvoorziens een Engel, die van den hemel afdaalde: tengevolge van een geheime kracht, die plotseling van dezen uitstraalde, gevoelde Franciscus zijne handen en voeten als met nagelen doorboren en evenzeer zijne zijde als met een scherpe lans wonden. Hierdoor ontving hij een bovenmatigen liefdegloed in zijne ziel; in zijn lichaam droeg hij voor het vervolg de levende en duidelijke afbeelding der wonden van Jesus Christus.

Deze wondervolle gebeurtenissen, eerder waardig om in de taal der engelen dan in die der menschen verheerlijkt te worden, toonen genoegzaam, welk een groot man, en hoe waardig hij was, dat God hem bestemde om zijne tijdgenooten tot christelijke zeden terug te roepen. Immers, bij de kerk van den H. Damianus hoorde Franciscus eene bovenmensche-lijke stem: Ga, steun mijn ivankelend huis. En niet minder wonderbaar is de verschijning, die God aan Innocentius III gaf, toen deze meende Franciscus te zien, die met zijne schouders de wankelende muren der Lateraansche Basiliek schraagde. De kracht en bcteekenis dezer wonderen is duidelijk; er werd namelijk te kennen gegeven, dat Franciscus in dat tijdperk geen geringe hulp en steun voor de christelijke maatschappij wezen zou. Inderdaad, hij talmde niet om zich aan het werk te zetten. De twaalf, die zich het eerst onder zijne leiding geplaatst hadden, waren gelijk aan een klein zaadje, dat men spoedig onder den zegen van God en onder de bescherming van den Opperpriester tot een zeer overvloedigen oogst zag opgroeien. Nadat deze alzoo op heilige wijze gevormd waren naar het voorbeeld van Christus, wijst hij hun verschillende streken van Italië en Europa aan om er het Evangelie te prediken, terwijl enkelen onder hen last ontvangen tot Afrika door te dringen. Zij dralen niet: hoewel arm, ongeleerd, onbeschaafd, wagen zij het voor het volk op te treden: op pleinen en in straten beginnen zij zonder spreekgestoelte en zonder praal van woorden de menschen te vermanen tót versmading van de vergankelijke dingen en tot de

-ocr page 10-

IO

gedachte aan liet toekomstige leven. Een verwonderlijk rijke vrucht beloonde den arbeid van deze schijnbaar zoo ongeschikte werklieden. Want bij scharen stroomt een menigte van volk tot hen samen, begeerig om hen te hooren; alsdan ben-cenen zij met berouw hunne zonden, vergeten geleden onrecht, en keeren door het bijleggen hunner geschillen tot gevoelens van vrede teruj.^\'t Is ongelooflijk, met welk een zielsdrift en vervoering bijna, de menigte tot Franciscus getrokken werd. Men volgde hem in dichte scharen, werwaarts hij heenging, en niet zelden smeekten hem uit steden, uit volkrijker plaatsen alle burgers zonder onderscheid, dat hij hen plechtig onder zijn regel zou opnemen/quot;Daardoor is de heilige er toe gebracht het genootschap van de Berde Orde in te stellen ,xdat eiken stand van menschen , eiken leeftijd, beiderlei geslacht moest opnemen zonder de banden van het gezin en van de huiselijke zaken te verbreken.*Want met wijze voorzichtigheid schreef hij aan die orde niet zoozeer eigen wetten voor , maar de verordeningen zeiven van de wetten des Evangelies, die aan geen Christen al te zwaar kunnen voorkomen. Namelijk: aan de geboden van God en van de Kerk te gehoorzamen, partijschappen en twisten te verbannen, niets van het eigendom eens anderen weg te nemen, de wapenen niet op te vatten, tenzij voor godsdienst en vaderland, in leefwijze en kleeding voegzame maat te houden, de weelde te vluchten, de gevaarlijke aan-lokselen van den dans en van de schouwspel-kunst te vermijden. / Het is gemakkelijk te begrijpen, dat er zeer groote voordeden moesten voortvloeien uit zulk eene instelling, die niet alleen heilzaam was in zich zelve, maar ook en voornamelijk uitnemend geschikt voor dien woeligen tijd. — Deze geschiktheid wordt niet alleen genoegzaam gestaafd door de genootschappen van denzelfden aard, die uit de Dominikaner en uit andere orden ontstonden, maar wordt ook door de uitkomst zelve bevestigd. Inderdaad, alom haastten de menschen zich, van de laagsten tot de hoogsten, met vurig verlangen en de hoogste zielsbegeerte in de orde van Franciscus te treden. De eersten, die deze onderscheiding begeerden, waren Lode-wijklX, Koning van Frankrijk, en Elisabeth, deHongaarsche

-ocr page 11-

I [

Koningsdochter: hen volgden in den loop der tijden vele Pausen, Kardinalen, Bisschoppen, Koningen en Vorsten, die allen de ordeteekenen van Franciscus niet onvereenigbaar achtten met hunne waardigheid. — De leden van de Derde Orde toonden X evenveel vroomheid als moed in het verdedigen van den Katholieken godsdienst, en al hebben zij zich door die deugden veel haat berokkend van den kant der boozen, aan de goedkeuring van de wijzen en goeden, welke ten hoogste eervol en alleen begeerenswaardig is, heeft het hun nooit ontbroken. Ja, onze Voorganger Gregorius IX zelf heeft hen openlijk met hun geloof en moed geluk gewenscht en niet geaarzeld hen door zijn gezag te verdedigen en hun den eerenaam van strijders voor Christus, van andere MacJiabeeën toe te kennen. — En die lof was niet in strijd met de waarheid. Want er lag een krachtig hulpmiddel voor het heil der maatschappij in die Orde, welker leden de deugden en voorschriften van hun stichter voor oogen hielden en zich naar vermogen beijverden de christelijke deugd met nieuwen luister in de maatschappij te doen herleven. Ongetwijfeld zijn dikwerf door hun tusschen-komst en voorbeelden de oneenigheden van partijschappen uitgedoofd of tot bedaren gebracht, zijn de wapenen aan de hand van woestaards ontrukt, zijn de oorzaken van gedingen en twisten weggenomen, heeft de armoede en de verlatenheid leniging gevonden, is de losbandigheid beteugeld, die de fortuinen verslindt en het werktuig is des verderfs. Daarom ontspruiten aan de Derde Orde van Franciscus, als aan hun stam huiselijke vrede en openbare rust, reinheid van zeden en zachtmoedigheid, behoorlijk gebruik en beveiliging van den eigendom, welke de hechtste steunpilaren zijn van beschaving en welvaart, en het behoud van deze voorrechten heeft Europa voor een groot gedeelte aan Franciscus te danken. X

Meer echter dan een der overige volkeren heeft Italië aan Franciscus te danken, dat het voornaamste tooneel zijner deugden is geweest en evenzoo zijne weldaden het meest ondervonden heeft. — En wel in een tijd, waarin velen zich dikwerf beijverden om anderen onrecht aan te doen, bood hij steeds de hand aan den bedrukte en gevallene; rijk te mid-

-ocr page 12-

den der uiterste armoede, hield hij nimmer op de nooddruft van anderen te lenigen zonder aan de zijne te denken. Zoet liet de jeugdige taal zijns vaderlands haar eerste klanken uit zijn mond hooien: de vervoering zijner liefde en zijner poözij tevens stortte hij uit in lofzangen, die bestemd waren om door het volk van buiten geleerd te worden, en die de bewondering niet onwaardig gekeurd zijn door de letterkundigen van het nageslacht. Bij de gedachte aan Franclscus heeft zekere aanblazing en meer dan menschelijke bezieling den geest onzer landge-nooten ontvonkt, en wel zoo dat de pogingen der grootste kunstenaars gewedijverd hebben om de gebeurtenissen zijns levens in schildering, of in steen of in metaal af te beelden. In Franciscus vond Alighieri een dichtstof, die hij in even verheven als welluidende verzen kon bezingen; aan zijn leven ontleenden Cimabue en Giotto tafereelen, die zij in de kleurtinten van Parrhasius onsterfelijk maakten; aan hem dankten beroemde bouwkunstenaars de ideeën, die zij in grootsche bouwwerken uitdrukten, zoowel bij het graf van dezen allerarmsten heilige, als bij de kerk van Maria der Engelen, die van zoo vele en groote mirakelen getuige was. Naar deze heiligdommen plegen talrijke scharen van alle kanten heen te trekken, ten einde den vader der armen van Assisië te vereeren , wien de gaven der goddelijke goedheid even ruim en overvloedig toestroomden als hij zich zeiven volslagen van tijdelijke bezittingen ontdaan had.

Derhalve is blijkbaar van dezen éénen man een macht van

weldaden aan de christelijke en aan de burgerlijke maatschap-• • • ^ •

pij toegevloeid. Doch omdat zijne gezindheid in volheid en bij uitstek christelijk is en op wonderbare wijze voor alle plaatsen en tijden voegt, kan niemand het betwijfelen, dat de instellingen van Franciscus in deze onze eeuw grootelijks voordeelig zullen zijn. Des te meer, dewijl de gesteltenis van onzen tijd om vele redenen die van zijnen tijd schijnt nabij te komen. — Gelijk in de twaalfde eeuw, is evenzoo nu de liefde niet weinig verkoeld, is er hetzij door onwetendheid, hetzij door verwaarloozing niet weinig stoornis in de vervulling der christelijke plichten. Met gelijke geestesrichting

-ocr page 13-

13

en met gelijke inspanning brengen zeer velen hun leven door in het streven naar tijdelijk voordeel en in het begeerig najagen van genot. Overgegeven aan alle weelderigheid, verkwisten zij wat zij bezitten, verlangen zij naar het eigendom van anderen; in naam verheffen zij de onderlinge broederschap der menschen; hun woord evenwel spreekt meer van broederlijke liefde dan hunne daden; want zij worden door de eigenliefde gedreven, en die echte liefde jegens de minderen en de armen vermindert bij den dag.^— In den tijd van Franciscus had de veelvoudige dwaling der Albigeusen , door het oproer tegen de macht der Kerk aan te stoken, tegelijk den Staat in vei warring gebracht, en den weg tot een zeker Socialismus gebaand. En thans zijn evenzoo de begunstigers en verspreiders■ van het Naturalismus toegenomen , welke hardnekkig loochenen, dat men aan de Kerk onderdanig moet zijn, en geleidelijk en trapsgewijze verder voortgaande, zelfs de burgerlijke macht niet ontzien, het geweld en de volksoproeren goedkeure het eigendomsrecht aanranden, de hartstochten der volkshene vleien, de grondslagen der huiselijke en der openbare orde verzwakken.

Bij deze zoo talrijke en zoo groote rampspoeden kan er derhalve, zooals Gij, Eerwaardige Broeders, duidelijk inziet, redelijkerwijze een niet zwakke hoop op hulp gebouwd worden op de instellingen van Franciscus, wanneer zij maar in haar vorigen staat hersteld worden. —xWant bloeiden zij, dan zou ook gercedelijk het geloof en de godsvrucht en al wat voor den Christen lofwaardig is bloeien, dan zou de overmatige begeerte naar vergankelijke zaken geknakt worden, en men zou er geen afkeer van hebben, zijne hartstochten uit kracht van deugd te temmen, wat voor velen als de zwaarste en hatelijkste last geldt. Door de banden eener waarlijk broederlijke eendracht verbonden, zouden de menschen elkander onderling liefhebben, en aan de behoeftigen en ongelukkigen, als dragers van Christus\' beeld,\' den eerbied bewijzen, waar zij recht op hebben. — Buitendien, zij die van den christelijken godsdienst innig zijn doordrongen , zijn met zekerheid overtuigd, dat men aan het wettig gezag uit bewustzijn van plicht gehoorzamen, en niemands rechten in iets schenden moet; en zulk een zielsgesteltenis is het werk-

-ocr page 14-

14

dadigstc middel om al wat onder het aangegeveu opzicht verkeerd is met wortel en tak uit te roeien: de gewelddadigheid, de onrechtvaardigheden, de begeerte naar omwentelingen, de afgunst tusschen de verschillende standen der maatschappij: alles tevens oorzaken en wapenen van het Sodalis mus. — Eindelijk zal ook het vraagstuk, waaraan de staathuishoudkundigen zooveel arbeid ten koste leggen, over de verhouding tusschen rijken en armen, zeer goed opgelost zijn, wanneer het vaststaat en met overtuiging is aangenomen; dat de armoede hare eerwaardigheid heeft, dat de rijke barmhartig en mild, de arme met zijn slaat en door zijn arbeid tevreden moet zijn, cn dat, daar geen van beiden voor deze veranderlijke goederen geboren is, de eene door geduld, de andere door

mildheid naar den hemel moet opgaan.

V • •

Om deze redenen* is het sedert lang Ons vurig verlangen, dat ieder zich naar best vermogen op de navolging van Franciscus van Assisië toelegge. — Zooals Wij derhalve steeds te voren aan de Derde Orde der Franciscanen een bijzondere belangstelling hebben gewijd, zoo maken Wij ook nu, nadat Wij door Gods allerhoogste goedheid tot de uitoefening van het Opper herderschap geroepen werden, van de geschikte gelegenheid gebruik, en vermanen Wij de Christenen, toch niet na te laten om zich bij deze heilige krijgsschaar van Jesus Christus te doen opnemen. Op verscheidene plaatsen worden er zeer velen van beider geslacht geteld, die reeds met blijden moed de voetstappen van den Seraphijnschen Vader drukken. Hun ijver prijzen Wij en keuren Wij goed, doch zóó dat Wij hem, vooral door uwe pogingen, Eerwaardige Broeders, verhoogd en onder meerderen verbreid wenschen te zien. — En de hoofdzaak onzer aanbeveling is, dat zij die de onderscheidingsteekenen der Boetvaardigheid hebben aangenomen, op het beeld van hun zeer heiligen insteller den blik vestigen en streven er aan gelijkvormig te worden: ontbreekt dit, dan zal het goed, dat er van verwacht kan worden, van gcene waarde zijn. Draagt dus zorg, dat men de Derde Orde algemeen kenne en naar waarheid waar-deere; maakt, dat zij die de zielzorg uitoefenen, ijverig leeren,

-ocr page 15-

15

wat die Derde Orde is, hoe gemakkelijk ieder in haar kan worden opgenomen, welk een overvloed van voorrechten, die der ziel ten heil strekken, zij bezit, hoeveel goeds zij én voor het bijzondere én voor het openbare leven belooft. En er moet hiervoor des te meer moeite besteed worden, dewijl de leden der Eerste en der Tweede Orde van den H. Franciscus thans, door zware vervolging geteisterd, onder onverdiend leed gebukt gaan. Dat zij toch, verdedigd door de bescherming van hunnen vader, spoedig uit zoovele tegenspoeden gered, in kracht en bloei mogen vooruitgaan! Och of ook de Christenvolken in menigte aan den regel der Derde Orde mogen deelnemen, met zooveel vuur en in zulk een getal, als zij voorheen van alle kanten om strijd naar Franciscus zeiven toestroomden!x— Maar dit vragtn Wij met meerderen drang en dit verwachten Wij met hooger recht van de Italianen, wien de nauwe band van hetzelfde vaderland en de grootere overvloed van ontvangen weldaden een inniger genegenheid en een hoogere dankbaarheid jegens Franciscus opleggen. Zoo toch zou, na zeven eeuwen, het Italiaansche volk en de geheele Christenwereld het aan den weldadigen invloed\' van den heilige van Assisië dank weten, van de verwarring tot de rust, van het verderf tot de veiligheid teruggebracht te zijn. Laat ons dit met gezamenlijk gebed, vooral in deze dagen, van Franciscus zelf afsmeeken; zoeken wij dit evenzeer te verkrijgen van de Maagd en Moeder Gods Maria, die de godsvrucht en deugd van haren dienaar steeds met hemelsche bescherming en buitengewone gaven beloonde.

Intusschen schenken Wij U, Eerwaardige Broeders, en aan geheel de Geestelijkheid en aan het geloovige volk, dat aan ieder van U is toevertrouwd, in de volheid onzer liefde, den Apostolischen zegen, ten onderpand der hemelsche gunsten en ten bewijs onzer bijzondere genegenheid.

Gegeven te Rome, bij St. Pieter, den 17 September 18S2, in het vijfde jaar van ons Pausschap.

LEO XIII, Paus,

-ocr page 16-
-ocr page 17-
-ocr page 18-