VAN DE
van de
en voorzien van cle Kerlcelijlce Qoed keuring.
Quicumqne hanc regulam pecuti fueriüt,
pax et misericordia super illos.
Vrede en barmhartigheid aan degenen, die dezen Regel zullen gevolgd hebben.
H. Paul. Gal. VI. 16.
Ter Drnkkerjj van het E. K. Jongens-Weeshuis. 1880.
p \' — 1\'t recht
VAN DE
CONGREGATIE DER ZUSTERS VAN DE H. MAAGD MARIA,
-Om
--—--
Doel der Congregatie.
Het doel der Congregatie is; hare Leden te heiligen door de betrachting der christelijke volmaaktheid en den evenmensch nuttig te zijn door het onderwijs der jeugd.
A r t. 2.
Om deze volmaaktheid le bereiken , zullen de Leden der Congregatie, door eene sliple naleving der Evangelische Raden, zich met onzen Heer Jezus Christus vereenigen, onder de bescherming van de Heilige Maagd Maria en den H. Jozef.
ART. 3.
Om den evenmensch nuttig te zijn, zullen de Leden der Congregatie zich toewijden aan het onderwijs en de opvoeding der kinderen uit alle standen der Maatschappij.
Art. 4.
De geest van de Leden der Congregatie moet zijn een geest van eenvoudigheid, onderwerping, liefde en versterving.
Vorm van Bestuur der Congregatie.
ART. 5.
De Congregatie bestaat uit Zusiers, die de drie gewone geloften van armoede, van zuiverheid en van gehoorzaamheid zullen gedaan hebben.
De Congregatie heeft een Moederhuis, gevestigd te Engelen in het Diocees van \'5 Bosch, onder het toezigt en de jurisdictie van den Ordinaris van het Diocees, van
5
waar hef niet zonder zijne goedkeuring zal kunnen worden verplaatst. Dit huis zal worden bestuurd door eene Alge-meene Overste, die voor den tijd van zes jaren wordt benoemd.
De Algemeene Overste is belast met het hoofdbestuur van de religieuze tucht en van het tijdelijk beheer der gansche Congregatie. Deze Algemeene Overste kan , in geval van ergerlijk gedrag, onbekwaamheid of slecht beheer , geschorst en zelfs ontzet worden door den Ordinaris van het Diocees van \'s Bosch; en in zulk geval zal men , zoo spoedig mogelijk, tot de keuze eener nieuwe Algemeene Overste overgaan.
art. 8.
De Algemeene Overste heeft bij zich in het Moederhuis vier Assistanten, die haren Raad uitmaken ; zij vergadert dezelve ten minste twee malen in de maand , om haar over al de zaken van eenig gewicht te raadplegen.
In geval van overlijden, afwezigheid , ziekte, schorsing of ontzetting der Algemeene Overste, wordt de eerste der Assistanten , en, in geval van verhindering dezer, de tweede, enz. voorioopig met hare bediening belast.
Eene dezer Assistanten, daartoe bijzonder door hare mede-Assistanten aangeduid, is belast, om, met allen betamelijken eerbied en nederigheid, aan de Algemeene Overste hare gebreken onder het oog te brengen. De Assistanten kunnen geschorst of ontzet worden door den Kerko verste van het Diocees van \'s Bosch, om dezelfde redenen als de Algemeene Overste, gelijk in Art. 7 is gezegd.
De Algemeene Overste kan, na haren Raad gehoord le hebben , en met de toeslemming \\an den Kerkoverste van Bosch, ook buiten het Diocees van \'s Bosch, doch met goedkeuring en onder het toezigl en de jurisdictie van den Ordinaris der plaats, de Succursale huizen oprigten, welke zij door ondergeschikte Oversten zal besturen. Die huizen zijn van het Moederhuis afhankelijk en kunnen niet van hetzelve afgescheiden worden.
De Algemeene Overste benoemt, na haren Raad gehoord le hebben, voor den lijd van zes jaren , de Oversten der Succursale huizen on ontzet haar op dezelfde wijze. Echter zal zij, ten allen tijde, bij alle verandering van personen, de verslandhouding met den Kerkoverste van ieder Diocees, waar de Zusters zullen zijn gevestigd, in acht nemen.
De Oversten der Succursale huizen worden in hare bediening bijgestaan door twee Raadzusters, door de Algemeene Overste benoemd, aan wier Raad zij alle zaken van eenig gevvigt onderwerpen.
De Raadzusters moeten, ten minste alle zes maanden, de Algemeene Overste verwittigen nopens de wgze, waarop de plaatselijke Overste zich van hare pligten kwijt. Daarenboven mogen al de Zusters met de Algemeene Overste briefwisseling houden, zonder dal de ondergeschikte Oversten het regt hebben om hare brieven in te zien.
In geval van overlijden , afwezigheid, ziekte, schorsing of ontzetting der plaatselijke Overste, is de eerste der Raadzusters, of, in geval van verhindering dezer, de tweede voorloopig met hare bediening belast.
7
De Kerkoverslen der Diocesen, in welke de huizen gevestigd zijn, zullen benoemen de gewone en buitengewone Biechtvaders der Zusters die dezelve bewonen.
Art. 13.
Wanneer de bediening van Algeraeene Overste is opengevallen , zullen al de Leden, die in bet Moederhuis zijn gevestigd , met de Oversten der Succursale huizen in het Moederhuis zich vergaderen , en , onder het voorzitterschap van den Kerkoverste van \'s Bosch of zijnen Gedelegeerde , uit al de Leden der Congregatie, eene nieuwe Algemeene Overste met vier nieuwe Assistanten kiezen.
Om lot die verkiezing te kunnen overgaan, moet de volstrekte meerderheid der Leden , die regt van stemming hebben, tegenwoordig zijn. De keuze geschiedt bij meerderheid van stemmen der kiezende Leden , en de Zusters, wier bedieningen komen te eindigen, kunnen herkozen worden.
De stemmen geschieden met een geschreven briefje, dat in eene bus wordt gelegd, uit welke de Voorzitter dezelve uitneemt en daarvan aanteekening houdt. Indien hij de eerste en tweede stemming geene der Zusters de volstrekte meerderheid der stemmen heeft bekomen, gaat men over lot een compromis van vijf Zusters, die de Algemeene Overste benoemen uit de drie Zusters, die, bij de laatste stemming, de meeste stemmen hadden , en die drie Zusters kunnen niet voor het compromis worden opgenomen. Om van het compromis te zijn, is het voldoende de meeste stemmen te hebben , zonder in achtneming van de volstrekte meerderheid der tegenwoordig v lt; zijnde kiezende Leden; en, in geval van een geschil
I
8
beslist de Voorzitter. De benoeming geschied zijnde, zal de Voorzitter dezelve bekrachtigen en het proces-verbaal teekenen.
Na de keuze der Algemeene Overste gaat men op dezelfde wijze tot de achtervolgende keuzen van vier Assistanten over, en, in geval de bediening van de eene of de andere dezer openvalt, doen de andere Assistanten met de Zusters van het Moederhuis haar door eene andere vervangen en vragen daarvan de goedkeuring van den Kerkoverste van het Diocees van \'s Bosch.
Bevordering en middelen ter instandhouding der Congregatie.
De Algemeene Oven le neemt de Novicen aan en vormt dezelve in de Relig euze volmaaktheid en de pligten van haren staat door Meesteressen vol van godsvrucht, voorzigtigheid en ijver .oor het doel, dat de Congregatie zich voorstelt. De Algemeene Overste benoemt, na haren Raad gehoord te hebben, de Novicen-meesteressen en , ontzet haar op dezelfde wijze.
Nadat de Novicen, gedurende ten minste twee jaren, zullen zijn beproefd, en men bevonden heeft, dat zij genoegzaam gevorderd zijn in de volmaaktheid van den
9
steal, dien zij verlangen le aanvaarden , zullen zij door de Algemeene Overste toegelaten worden tot hel afleggen der geloften vermeld in Art. 5.
De geloften worden in handen van den Rerkoverste van het Diocees of van zijnen Gedelegeerde uitgesproken, en zulks na de Novicen aan het onderzoek te hebben onderworpen, hetwelk de heilige Kerkvergadering van Trenle voorschrijft.
Deze geloften zijn van den kant der Zusters eeuwigdurend , en zij kunnen er niet van ontheven worden , ten zij door eene dispensatie van den Paus van Rome of door eene wettige wegzending uit de Congregatie.
De Zusters, van hare geloften ontslagen zijnde, zullen de goederen terugnemen, die zij, bij hare intrede in de Congregatie, hebben aangebragt.
De Zusters kunnen uit de Congregatie niet weggezonden of uitgesloten worden dan om gewigtige redenen, zoo als een ergerlijk gedrag, of sloornis van de eendragt en eensgezindheid, of hardnekkige ongehoorzaamheid.
De uitspraak barer wegzending zal door den Kerkoverste iler plaats, waar de Zusters zijn gevestigd , geschieden.
De Algemeene Overste gebruikt de Leden daar waar, en zooals zij het geschiktst zal oordeelen, om het doel der Congregatie te bereiken. Echter zal zij , bij alle veranderingen , de verstandhouding met den Rerkoverste van het Diocees, waar de Zusters zijn gevestigd, in acht nemen.
De Congregatie kan goederen in gemeenschap bezitten, maar geen der Leden heeft er persoonlijk regt op, zoodat, in geval van het verlaten der Congregatie of van overlijden , de goederen aan de Congregatie verblijven; en de Zusters renunciëren vooraf, wat haar en hare erfgenamen betreft,
10
aan het gedeelte, waarop de burgerlijke wellen haar regt zouden kunnen geven.
Elk huis zal zijne bijzondere goederen en inkomsten hebben; dezelve zullen, onder hel gezag en de waakzaamheid der Overste, afzonderlek worden beheerd, ten voordeele van hel huis en van de Zusters, die in hetzelve gebezigd worden.
De opbrengst van jaarlijksche inkomsten of renten, welke de Congregatie van de Zusters ontvangt, en de inkomsten der goederen, die de Zusters bij hare komst in de Congregatie aanbrengen, als ook de inkomsten der goederen, die zij daarenboven bezitten of in het vervolg zullen bezitten, en waarvan men zoude overeengekomen zijn, dat de Congregatie het genot zal hebben, blijven onherroepelijk aan de Congregatie en worden gemeenschappelijke goederen.
De Zusters hebben hel regt, voor dat zij hare geloften uitspreken en na alvorens de Algemeene Overste te hebben geraadpleegd, over de goederen die zij bezitten en welke zij, in hel vervolg, zullen bezitten, of bij donatie , of bij testament, of bij iedere andere akte te beschikken , onder voorwaarde, indien zij volharden en sterven in de Congregatie.
Wanneer er in den Raad zal gehandeld worden over cene nieuwe fundatie, de aanneming der Aspiranten tol hel Noviciaat of de professie, of wel over de verplaatsing eener Zuster van het eene huis naar het andere, zullen de Assislanlen eene delibererende stem hebben ; de Algemeene Overste zal altijd twee stemmen en hel regl van voorstel hebben.
GEMEEUE REGELEN DER CONGREGATIE.
Art. 19.
Dewijl het doel der Congregatie in de eerste plaats is: hare Leden te heiligen , volgt daaruit, dat zij zich onop-houdelyk moeten toeleggen, om de religieuze volmaaktheid en de bijzondere deugden van haren staat te verkrijgen, door zich van de aardsche zaken te onthechten en altijd te handelen met eene evangelische eenvoudigheid , met eene algeheele onderwerping van hart en geest aan de Regelen en de bevelen der Overste , met eene volkomene onderlinge eend ragt en eene groote liefde jegens de aan hare zorgen toevertrouwde kinderen.
Dewijl de religieuze volmaaktheid voornamelijk wordt verkregen door de slipte naleving der geloften , zullen de Zusters zich, in de eerste plaats, aan eene volmaakte gehoorzaamheid vasthouden , de Overste , wie zij ook zij, erkennende als de plaatsbekleedster van Jezus Christus en voor haar, zoowel in- als uitwendig, veel liefde en eerbied hebbende; in alles, zelfs in de moeilijkste en meest strijdende zaken , zonder morren , met nederigheid , bereidvaardigheid en moed aan haar gehoorzamende , haar eigen oordeel verzakende, om den wil en het oordeel der Overste te volgen en goed te keuren, en uit dien hoofde alle
12
tegenslrijdige bewegingen met grootmoedigheid bevechtende.
Want willen onderzoeken of de bevelen eener Overste goed of kwaad zijn, is, gelijk de godvruchtige Blosius zegt,
eten van de vrucht des booms van kennis van goed en kwaad , dien God aan Adam verboden had aan te raken.
De groote wijsheid bestaat in te gehoorzamen met eenvoudigheid, en niets als nuttig en noodzakelijk te beschouwen ,
dan hetgeen de geboden van God en der H. Kerk, de Statuten en Regelen der Congregatie en de bevelen der Oversten voorschrijven. In één woord , de Zusters moeten aan de Oversten de vrije beschikking over haar persoon laten in alles, wat geene zonde is, blind aan haar gehoorzamen en zich bereid toonen om overal te gaan, waar de gehoorzaamheid haar zal kunnen roepen.
§■
t
Dewijl de Armoede de ziel en het bolwerk van het \'
Religieuze leven is, moet men dezelve, met de genade van God zooveel mogelijk beminnen en bewaren. Niet alleen zullen het voedsel, de kleederen , de kamers en de meubelen zoodanig zijn als betaamt aan personen, die gelofte hebben gedaan van Jezus Christus in Zijne armoede na te volgen ; maar de Leden dezer Congregatie zullen zich inzonderheid toeleggen, om den geest van armoede te verkrijgen; en om die armoede van geest te verkrijgen en door haar tot eene meer volmaakte verloochening van zich zelve te komen en meer zekere vorderingen in die deugd te doen, zullen zij dikwijls overdenken , dat alle gehechtheid aan de goederen dezer wereld verwijdert van die, welke ons in de eeuwigheid moeten gelukkig maken. Bijgevolg zal men niets gebruiken , over niets beschikken zonder de kennis en de goedkeuring der
13
Overste; want het is aan haar, dat het bestuur en het beheer der dingen, welke aan de Congregatie behooren, toekomt; zij beschikken er over en deelen die uit volgens ieders behoeften.
De eerbare schaamte is het sieraad van het vrouwelijke geslacht, en de gelofte van zuiverheid is te allen tijde een der hechtste grondslagen der Vereenigingen van Maagden en Weduwen geweest. Het zoude overbodig wezen te zeggen, met welk eene gestrengheid de Zusters, Leden dezer Congregatie, verpligt zijn die te onderhouden en alles te vermgden , wat deze deugd zoude kunnen schaden. Zij zullen derhalve altijd op hare hoede wezen, vooral wanneer zij met wereldsche personen in aanraking moeten komen, en geen enkel oogenblik de regels der zedigheid , die de behoedster der kuischheid is, uit het oog verliezen; want deze twee deugden ondersteunen elkander, zoodat al wie de eene verwaarloost zich aan het gevaar blootstelt van de andere te verliezen.
Art, 23.
Dewijl de Leden der Congregatie dikwijls met wereldsche personen te doen zullen hebben, zullen zij zorgen, voor hen te verschijnen met eene groote zedigheid in houding en gesprekken, en hen, door de zachtheid harer manieren, tot het goede te bewegen.
Art. 24.
Dewijl de ledigheid eene ondeugd is, die de deur voor vele andere opent, zullen de Zusters den arbeid beminnen. Zij zullen het tijdelijk belang gade slaan, de zindelijkheid op haar zelve en in hare bedieningen in
14
acht nemen en, buiten den tijd der uitspanning, de stilzwijgendheid onderhouden.
De Zusters zullen zich op den gestelden lijd biechten. Viermaal in het jaar zullen zij zich bij den buitengewonen Biechtvader moeten vervoegen, en zij kunnen , indien hel noodig is , na verlof aan den gewonen Biechtvader gevraagd te hebben, zich bij eiken anderen goedgekeurden Biechtvader biechten. De ituslers zullen op de gestelde dagen de H. Communie ontvangen.
De Zusters zullen trachten, zooveel mogelijk, de H. Offerande der Mis bij te wonen, het bezoek bij het Allerheiligste Sacrament, het bijzonder en algemeen gewetensonderzoek , de meditatie en andere gebruikelijke godvruchtige dagelijksohe oefeningen le doen, en de maande-lijksche en jaarlijksche afzondering, welke in de Congregatie in gebruik is, te onderhouden.
De Oversten en al de Zusters, die eenig gezag in de Congregatie uitoefenen, zullen hare bediening en hare pligten met waardigheid en getrouwheid waarnemen; zij zullen bovenal zich toeleggen om het doel en den geest der instelling, alsmede de goede orde, de lucht en de onderlinge liefde tusschen al de Leden te handhaven , het voorbeeld van alle deugden gevende , en alle onderscheiding, hetzij in het voedsel en de kleeding, hetzij in de meubelen vermijdende. Zij zullen aan hare onderhoorige, zonder uilneming van personen, een moederlijk hart toedragen , haar met nederigheid en zachtheid behandelen, en liefderijk in hare overtredingen vermanen.
15
Om zich wel van die pligten le kwijlen, zal het noodig zijn , dal zij dikwijls, mei eene groote nederigheid en een grool belrouwen, lot God hare loevlugl nemen, om de noodige verlichting en genade af te smeeken.
Dewijl in de tweede plaats hel doel der Congregatie is: der jeugd nuttig te wezen, zal ieder zich gelukkig achten hare zorgen aan de opvoeding der kinderen te kunnen toewijden, zonder onderscheid van godsdienst of natie.
De zorgen, welke de Zusters de kinderen die haar zijn toevertrouwd, zullen toedragen, zullen zich niet bepalen bij haren geest met noodige en nuttige weienschappen le versieren ; maar zij zullen vooral strekken om haar hart lot de deugd te vormen en haar de liefde voor de godsdienst in le boezemen.
De wijze om de religieuze volmaaktheid en de opvoeding der jeugd te oefenen, als ook de manier om zich in en buiten het huis te gedragen , en , in het algemeen, al hetgeen ter bereiking van het doel der Congregatie kan bijdragen, zal worden bepaald door bijzondere Regelen, die in overeenstemming zullen zijn met al hetgeen, wal in de Statuten en gemeene Regelen is vastgesteld.
De bijzondere Regelen zullen door de Algemeene Overste worden onderworpen aan de goedkeuring der Or-dinarissen van ieder Diocees, waar de Zusters zich gevestigd vinden.
16
De Leden der Congregatie zijn Terpligt, ieder voor zoo veel haar aangaat, de Statuten en de Regelen gestren-gelijk te onderhouden. De Oversten en die haar vervangen hebben de magt, hare onderhoorigen om billijke redenen in de onderhouding der Regelen te «lispenseren, maar zij moeten van deze magt zoo zeldzaam mogelijk gebruik maken , ten einde de Regeltucht niet te doen lijden. In het hetgeen de Statuten en Geloften betreft, kan niet gedispenseerd worden.
—