-ocr page 1-
-ocr page 2-
-ocr page 3-

LED

i J* *

-ocr page 4-

A quot;f

HANDBOEK

VOOR DE

LEDEN DER BROEDERSCHAP

VAN DEN

H. KRUISWEG.

-ocr page 5-
-ocr page 6-
-ocr page 7-
-ocr page 8-

Vak 38

BROEDERSCHAP \'/quot;5

DOOR ZIJNE HEILIGHEID

PAUS PIUS IX «len 14 November 1847, goedgekeurd ;

door Zijne Doorl. Hoogwaardigheid Mgr. G. P. WlLMER, Bisschop van Haarlem,

KERKWETTELIJK OPGERICHT

den 3 Maart 1868

IN DE PAEOCHIE-KERK

VAN

DEN H. ANTONIUS VAIV PADIJA

E

BIBLIOTHEEK DEf? i RIJKSUNIVERSITEIT

UTRrClTT

COLL. THOMAA3SË .

HAARLEM.

RIJKSUNIVERSITEIT TE UTRECHT

1942 5374

-ocr page 9-

IMPRIMATUR.

Harlemi, die 12 Oct. ISS\'i.

J. A. van den Akker,

Libr. Cms.

-ocr page 10-

BEMINDE LEDEN!

Uw ijver, godsvrucht en liefde voor den lijdenden Jesus is groot; niemand kan het loochenen, liet verlangen om de maandelijksche vergaderingen wekelijks te mogen houden, gaf daarvan een sprekend bewijs, en door het getrouw bijwonen der wekelijksche vergaderingen toont gij ook dat uw verlangen oprecht en welgemeend was. Groot werd dan ook de behoefte aan een handboekje, dat door afwisseling van gebeden en gezangen belet eentonig te worden. Ziet hier dan, beminde leden, een handboek waarnaar gij zoo vurig verlangd hebt; ik ben er zeker van, dat het welkom in uw midden zal wezen.

-ocr page 11-

VI VOORWOORD.

Dat de liefde voor den lijdenden Jesus in uwe harten meer en meer ontvlarame, is mijn innigste wensch, mijn vurigste bede. Mag ik door het uitgeven van dit werkje , hetwelk voor het grootste gedeelte slechts eene verzameling is, daartoe medewerken, dan zal ik mij gelukkig en ruimschoots beloond achten.

-ocr page 12-

ONDERRICHT OVER DEN KRUISWEG.

Hel bezoeken van den Kruisweg in het Heilig Land, dien weg, welken onze Goddelijke Verlosser Jesus Christus, beladen met zijn kruis, het teeken onzer Verlossing, heeft afgelegd, namelijk van het rechthuis van Pilatus te Jerusalem tot buiten die stad op den Calvarieberg, is ten allen tijde eene der godvruchtigste oefeningen der Christenen geweest, en niet ongegrond; want op de geheele wereld is er geene plaats, welke den Christen indrukwekkender en heilzamer herinneringen verschaft, en waarvoor hij meer eerbied moet gevoelen dan deze weg naar Golgotha; hij is door Jesus zeiven gebaand, door zijne afmattingen gekenmerkt en door zijn dierbaar bloed geheiligd. De heilige Maagd Maria heeft dezen weg eerst met Christus en naderhand dikwijls alleen, met de levendigste gevoelens van droefheid en liefde bewandeld; de Apostelen en vele andere heilige en godvruchtige personen hebben dit voorbeeld nagevolgd, en schroomden geene moeite noch gevaren, om in het Heilig Land de plaatsen, door de tegenwoordigheid en het dierbaar bloed van Jesus geheiligd, te gaan bezoeken. Om de geloovigen tot het verrichten van een zoo heilig werk aan te sporen, hebben

-ocr page 13-

viir

onderricht over

de Pausen vele aflaten verleend aan hen die ee„ bedevaart naar het heilig Land doen, welke Aüat aan de zielen der overledene geloovizen kunnen toegevoegd worden. Toen die plaalën in dè macht der ongeloovigen gevallen waren, en nw dan met de grootste moeite, of zelfs in het o-ph niet meer door de geloovigen konden bezocht worden hetgeen bovendien aan de meeste Christenen on\' mogelijk was en zij alzoo van de daarvoor door

heeft6 de H st^l gUnSten VerstokeD ^veri ett de H. btoel eene andere godvrurhtiffè

quot;elnpdf\'M •• aiswe§\' waarover hier

Jii he\'tT1181 ^ be,aclen\' heeft afgelecd-zij bestaat m afbeeldingen der veertien «f-r -\'

van den Kr.is.eg » ZT ZtJZ

deze oefening houdt. n

De Pausen Benedictus XIII, Clemens xn 0 Benedictus XIV hebben aan hen, die dÏÏen h ■

allalen Sf-

-ocr page 14-

DEN KRUISWEG

alleen vereischt dat men in staat van genade zij, zonder dal Biecht en Communie behoeven vooraf te gaan; doch het is noodig dat men deze oefening houdt met het inzicht om de Aflaten te verdienen, en men moet bidden volgens de intentie der H. Kerk. Deze intentie is altijd dezelfde, nl. voor de verheffing van onze Moeder de H, Kerk, voor de uitroeiing der Ketterijen en scheuringen en voor den vrede en de eendracht der Christen-vorsten.

Opdat geene omstandigheid ons van deze heilige oefening zou afhouden, heeft Z. H. Paus Clemens XIV verleend, dat , ingeval men door ziekte, door op reis te zijn, of door andere dergelijke voorvallen verhinderd wordt om de statiën te bezoeken, men de Aflaten aan deze oefening verleend, zal kunnen verdienen door eenige gebeden voor een Christusbeeld te storten. Hiertoe wordt vereischt; i Dat het kruis of kruisje lot dat einde gezegend zij door eenen daartoe gemachtigden priester en dat het Christusbeeld van kóper zij. (Al de kruisjes welke de leden van dc Broederschap van den 11. Kruisweg ontvangen bij de opdracht of aanneming der nieuwe leden zijn aldus gewijd ) \'2. Dat men dit kruis in eigendom hebbe; het mag niet uitgeleend worden , en niemand kan de daaraan verleende Aflaten verdienen, dan de persoon voor wiens gebruik hel gezegend is. 3. Moet men hel kruisbeeld in de hand houden. 4-. Zonder

IX

-ocr page 15-

ONDERRICHT OVER

moedigt\'^OnMaJhTt^On^ en rouvv-

fee zij den Vader h,VI,la i geroet en

Wecs§i.roote \'Eer 1 dl^? ^ Vade,■\'

ii sta tién, 5 ter el L i v.00r elk der en een tol intentie van zquot; H 1 tge WOnden quot;\'ens XIV 26 Jan i763 ) dequot; Paus-

«lt;« ^ Lie, ZTTi ?***■

Jes.B Chi isfus l,ol Privilegie \'Tl quot; rS

me„ deM ™L ™ I,\' ™ \'\'f\'1quot; «r Be II l-cquot;iiar,i,„ a P„r,„ Mw\'iL 0P quot; quot;Jquot;™\'

KT \'Tquot;quot;1 Mi!siquot;quot;isquot;« *gt; ó\'d\' Z l-p

inquot;«

vervat, heeft zich nn , denkrmweg m dit boekje

•ofemig »n S 7, ïquot; van Je

lo«»igen lol eertied te fd/n fei T de«e-op te wekken en beiivfrW^ • ■ , Zaligmakers doen herleven of in te vn\'0quot; 0ni 26 oe\'\'enin8\' \'e waar hij predikte «O Fp ^6quot; op aquot;e p\'aatsen neP \'iij ^\'i\' «wilt gy d^on\'deuffd^61\'^^00^6\'1\'quot;

« goeden «iisljg ,an \'„to!\' T\'\'\'quot;

Bisschoppen plsi00rS| en 1,^ -- tow.

-ocr page 16-

DEN KRUISWEG.

Jesus Christus, gedoogt dat ik mij aan uwe voeten werpe, dat ik ü smeeke van niets na te laten om den H. Kruisweg op te richten. Ik quot;smeek U door het dierbaar bloed van Jesus Christus, om den geloovigen eene schatkamer te openen, waarin zij zullen vinden: het begin hunner bekeering, overvloedige middelen van volharding, oneindige schatten om voor hunne schulden en die van de zielen in het vagevuur te voldoen, eindelijk eene onuitputbare bron van genaden, verdiensten en hemelsche zegeningen.»

Daarom beminde leden van de Broederschap van den H. Kruisweg , en allen die dit lezen , tracht zooveel mogelijk de wekelijksche vergadering bij te wonen en lederen dag de statie, welke ü wordt toebedeeld, met godsvrucht en vurigheid te bidden en met aandacht het lijden van onzen dierbaren Verlosser te overwegen. Die lijdensbetrachtingen zullen ons, door Gods genade, beier, geduldiger, liefderijker, zachtmoediger en toegevender maken. Immers wie kan in zijn lijden nog klagen, die Jesus stilzwijgend ziet lijden ? wie zal Hem niet beminnen, als hij Hem uit liefde voor ons den wreeden kruisdood zoo liefderijk ziet omhelzen? wie zal geen ongelijk verdragen en vergeven, die Jesus voor zijne vijanden en beulen hoort bidden? Laat ons dan op deze wijze onzen Heer Jesus Christus op zijnen bloedigen Kruisweg vergezellen , niet

X[

-ocr page 17-

ONDERRICHT OVER

alleen om te weenen, maar ook om te leercn ; om sterkte en geduld te verwerven; om met rust, met heilige vroolijkheid des geestes de plichten van onzen staat te vervullen , en gewillig de lasten te dragen, die het der Goddelijke voorzienigheid behaagt, op onze schouders te leggen Laat ons, vooral in droevige oogen-blikken, troost zoeken bij den lijdenden Jesus, liever dan bij de tnenschen eene dorre vertroosting te gaan bedelen. Dit moeten de vruchten zijn dezer overwegingen van Jesus\' lijden en dood ; dit moet het rijke loon zijn voor een weinig tijds ter zijner liefde besteed

Doch, daar wij ter beoefening van den H. Kruisweg geene moeilijke noch gevaarlijke bedevaarten gelijk voorheen behoeven te doen, zoo laat ons den Kruisweg met des te meer godsvrucht en nederigheid bidden De geschiedenis verhaalt ons, dal de Perzen in 614 het kruis, waaraan Jesus gestorven was, met zich gevoerd hadden, maar dat Keizer Heraclius, i-i jaren daarna, de Perzen overwonnen en het H. Kruis teruggebracht heeft liet kruis werd toen plechtig naar Jerusalem overgevoerd ; in de stad komende, wilde de Keizer zelf, uit ware dankbaarheid en in navolging van Christus, het kruis dragen, maar hij gevoelde zich eensklaps teruggehouden , zonder te kunnen voortgaan. De Patriarch Zacharias, die bij hem was, toonde hem aan, dat al de pracht,

XII

-ocr page 18-

DEN KRUISWEG.

die hij ten toon spreidde, niet overeenkwam met den staat van vernedering, waarin Jesus was, toen Hij zijn kruis droeg. «Gij draagt», zoo zeide hij, «uwe keizerlijke sieraden, en Jesus was armoedig gekleed; uw hoofd prijkt met eene rijke kroon, en Jesus was gekroond met doornen; gij hebt schoenen aan de voeten, en Mij was blootsvoets.» Aanstonds legde de Keizer alle kostbaarheden af en ging verder den weg in eenen staal van armoede en ware godvruchtigheid. Dit zij voor ons een les om den Kruisweg met ootmoedigheid, eerbied en godsvrucht te volgen.

Eindelijk, tracht ook met de vereering van het lijden des Zoons de smarten der Moeder te eeren. De H. Kerk gaat ons ook hierin voor, daar zij door feestvieringen den eerbied en het medelijden voor de droefheid van Maria opwekt. Nooit werd een hart door een wreeder zwaard van droefheid doorboord dan het heilig hart van Maria. Laten wij dun de smarten van Jesus en Maria overwegen met godsvrucht en dankbaarheid, en wij zullen ongetwijfeld het vuur der goddelijke liefde in onze harten voelen ontvlammen, wij zullen Jesus en Maria meer en meer beminnen en wij zullen door hen met onuitsprekelijk veel grooter liefde bemind worden.

XIII

-ocr page 19-

XIV

ONDERRICHT OVER

broederschap ïa» den kruisweg,

OPRICHTING.

Meermalen werd r)™,. „ •

den Kruisweg de wensch geuirdaTer/^h derschap mocht worden opgericht w quot;

Jeden zich zouden vprliin,!, i waarvan de van Jesus lijden en mpp \'V •\' een gedeelte «ij oP zijn Cd quot; n r epaa,de,ijk van he,geen overdenken. Aan dien quot;U\'Sw1eg.^e,eden heeft, te

Broederschap loeo-psiTin opnchtmg dezer

November 1847 0Jtri quot;.SOed^eard den 14

bede va dVn LrEetquot;5^ 0P ^

de kerk van de iïll im ■ Pastoor in

„sCravenlBg.; de.\'3 quot;

Ürodderschap door 7nno n i 18 ^e2e

digheid Mg, G P Wil 00 nClt,ge hoogwaar-

aflatef,

Me^e^nln 61 /TL\'3quot; Kruis™ding

lember, onder voorwaardrv^Bierh^r 14 Sepquot; fiquot; kerkbezoek. quot; \' Communie

^/ïtTfetstC dës2;:;:1 rdragrop

0 ues jaart,, naar verkiezing

O \'

-ocr page 20-

DEN KRUISWEG.

Dezelfde Paus Pius IX heeft bij Rescript van 8 December 1867, deze Broederschap met de volgende gunsten verrijkt:

-1 De Volle Allaat op bet feest van Kruisverheffing en Kruisvinding kan door de leden óf op den feestdag, of op den onmiddellijk daarop volgenden Zondag verdiend worden.

2. Voor de leden die de vereischten der Broederschap nakomen, volle allaat op éénen Zondag van elke maand, en op iederen Zondag der Veer-tigdaagsche Vasten, alsmede op Passie- en Palmzondag, rails zij gebiecht en gecommuniceerd hebben, en bij bet bezoek eener openbare kerk tot intentie van Zijne Heiligheid bidden.

3. Maandelijks eene Aflaat van 300 dagen voor het bijwonen van de eerste der bepaalde vergaderingen in iedere maand.

Eindelijk dat al deze Aflaten toevoegelijk zijn aan de zielen in het vagevuur.

REGELS EK STATUTEN.

Het doel dezer Broederschap is: om door gestadige overweging van Jesns bitter lijden en door verecnigd gebed den Kruisweg des levens niet geduld en volkomen onderwerping aan Gods heiligen wil te bewandelen, den weg des krnises door hel Goddelijk Bloed geheiligd te vereeren, de gedachtenis van het heilig lijden voortdurend te verlevendigen, door gezamenlijke oefeningen

XV

-ocr page 21-

XIV

ONDERRICHT OVER

broederschap ïa» den kruisweg,

OPRICHTING.

Meermalen werd r)™,. „ •

den Kruisweg de wensch geuirdaTer/^h derschap mocht worden opgericht w quot;

Jeden zich zouden vprliin,!, i waarvan de van Jesus lijden en mpp \'V •\' een gedeelte «ij oP zijn Cd quot; n r epaa,de,ijk van he,geen overdenken. Aan dien quot;U\'Sw1eg.^e,eden heeft, te

Broederschap loeo-psiTin opnchtmg dezer

November 1847 0Jtri quot;.SOed^eard den 14

bede va dVn LrEetquot;5^ 0P ^

de kerk van de iïll im ■ Pastoor in

„sCravenlBg.; de.\'3 quot;

Ürodderschap door 7nno n i 18 ^e2e

digheid Mg, G P Wil 00 nClt,ge hoogwaar-

aflatef,

Me^e^nln 61 /TL\'3quot; Kruis™ding

lember, onder voorwaardrv^Bierh^r 14 Sepquot; fiquot; kerkbezoek. quot; \' Communie

^/ïtTfetstC dës2;:;:1 rdragrop

0 ues jaart,, naar verkiezing

O \'

-ocr page 22-

DEN KRUISWEG.

Dezelfde Paus Pius IX heeft bij Rescript van 8 December 1867, deze Broederschap met de volgende gunsten verrijkt:

-1 De Volle Allaat op bet feest van Kruisverheffing en Kruisvinding kan door de leden óf op den feestdag, of op den onmiddellijk daarop volgenden Zondag verdiend worden.

2. Voor de leden die de vereischten der Broederschap nakomen, volle allaat op éénen Zondag van elke maand, en op iederen Zondag der Veer-tigdaagsche Vasten, alsmede op Passie- en Palmzondag, rails zij gebiecht en gecommuniceerd hebben, en bij bet bezoek eener openbare kerk tot intentie van Zijne Heiligheid bidden.

3. Maandelijks eene Aflaat van 300 dagen voor het bijwonen van de eerste der bepaalde vergaderingen in iedere maand.

Eindelijk dat al deze Aflaten toevoegelijk zijn aan de zielen in het vagevuur.

REGELS EK STATUTEN.

Het doel dezer Broederschap is: om door gestadige overweging van Jesns bitter lijden en door verecnigd gebed den Kruisweg des levens niet geduld en volkomen onderwerping aan Gods heiligen wil te bewandelen, den weg des krnises door hel Goddelijk Bloed geheiligd te vereeren, de gedachtenis van het heilig lijden voortdurend te verlevendigen, door gezamenlijke oefeningen

XV

-ocr page 23-

XIV

ONDERRICHT OVER

broederschap ïa» den kruisweg,

OPRICHTING.

Meermalen werd r)™,. „ •

den Kruisweg de wensch geuirdaTer/^h derschap mocht worden opgericht w quot;

Jeden zich zouden vprliin,!, i waarvan de van Jesus lijden en mpp \'V •\' een gedeelte «ij oP zijn Cd quot; n r epaa,de,ijk van he,geen overdenken. Aan dien quot;U\'Sw1eg.^e,eden heeft, te

Broederschap loeo-psiTin opnchtmg dezer

November 1847 0Jtri quot;.SOed^eard den 14

bede va dVn LrEetquot;5^ 0P ^

de kerk van de iïll im ■ Pastoor in

„sCravenlBg.; de.\'3 quot;

Ürodderschap door 7nno n i 18 ^e2e

digheid Mg, G P Wil 00 nClt,ge hoogwaar-

aflatef,

Me^e^nln 61 /TL\'3quot; Kruis™ding

lember, onder voorwaardrv^Bierh^r 14 Sepquot; fiquot; kerkbezoek. quot; \' Communie

^/ïtTfetstC dës2;:;:1 rdragrop

0 ues jaart,, naar verkiezing

O \'

-ocr page 24-

DEN KRUISWEG.

Dezelfde Paus Pius IX heeft bij Rescript van 8 December 1867, deze Broederschap met de volgende gunsten verrijkt:

-1 De Volle Allaat op bet feest van Kruisverheffing en Kruisvinding kan door de leden óf op den feestdag, of op den onmiddellijk daarop volgenden Zondag verdiend worden.

2. Voor de leden die de vereischten der Broederschap nakomen, volle allaat op éénen Zondag van elke maand, en op iederen Zondag der Veer-tigdaagsche Vasten, alsmede op Passie- en Palmzondag, rails zij gebiecht en gecommuniceerd hebben, en bij bet bezoek eener openbare kerk tot intentie van Zijne Heiligheid bidden.

3. Maandelijks eene Aflaat van 300 dagen voor het bijwonen van de eerste der bepaalde vergaderingen in iedere maand.

Eindelijk dat al deze Aflaten toevoegelijk zijn aan de zielen in het vagevuur.

REGELS EK STATUTEN.

Het doel dezer Broederschap is: om door gestadige overweging van Jesns bitter lijden en door verecnigd gebed den Kruisweg des levens niet geduld en volkomen onderwerping aan Gods heiligen wil te bewandelen, den weg des krnises door hel Goddelijk Bloed geheiligd te vereeren, de gedachtenis van het heilig lijden voortdurend te verlevendigen, door gezamenlijke oefeningen

XV

-ocr page 25-

XIV

ONDERRICHT OVER

broederschap ïa» den kruisweg,

OPRICHTING.

Meermalen werd r)™,. „ •

den Kruisweg de wensch geuirdaTer/^h derschap mocht worden opgericht w quot;

Jeden zich zouden vprliin,!, i waarvan de van Jesus lijden en mpp \'V •\' een gedeelte «ij oP zijn Cd quot; n r epaa,de,ijk van he,geen overdenken. Aan dien quot;U\'Sw1eg.^e,eden heeft, te

Broederschap loeo-psiTin opnchtmg dezer

November 1847 0Jtri quot;.SOed^eard den 14

bede va dVn LrEetquot;5^ 0P ^

de kerk van de iïll im ■ Pastoor in

„sCravenlBg.; de.\'3 quot;

Ürodderschap door 7nno n i 18 ^e2e

digheid Mg, G P Wil 00 nClt,ge hoogwaar-

aflatef,

Me^e^nln 61 /TL\'3quot; Kruis™ding

lember, onder voorwaardrv^Bierh^r 14 Sepquot; fiquot; kerkbezoek. quot; \' Communie

^/ïtTfetstC dës2;:;:1 rdragrop

0 ues jaart,, naar verkiezing

O \'

-ocr page 26-

DEN KRUISWEG.

Dezelfde Paus Pius IX heeft bij Rescript van 8 December 1867, deze Broederschap met de volgende gunsten verrijkt:

-1 De Volle Allaat op bet feest van Kruisverheffing en Kruisvinding kan door de leden óf op den feestdag, of op den onmiddellijk daarop volgenden Zondag verdiend worden.

2. Voor de leden die de vereischten der Broederschap nakomen, volle allaat op éénen Zondag van elke maand, en op iederen Zondag der Veer-tigdaagsche Vasten, alsmede op Passie- en Palmzondag, rails zij gebiecht en gecommuniceerd hebben, en bij bet bezoek eener openbare kerk tot intentie van Zijne Heiligheid bidden.

3. Maandelijks eene Aflaat van 300 dagen voor het bijwonen van de eerste der bepaalde vergaderingen in iedere maand.

Eindelijk dat al deze Aflaten toevoegelijk zijn aan de zielen in het vagevuur.

REGELS EK STATUTEN.

Het doel dezer Broederschap is: om door gestadige overweging van Jesns bitter lijden en door verecnigd gebed den Kruisweg des levens niet geduld en volkomen onderwerping aan Gods heiligen wil te bewandelen, den weg des krnises door hel Goddelijk Bloed geheiligd te vereeren, de gedachtenis van het heilig lijden voortdurend te verlevendigen, door gezamenlijke oefeningen

XV

-ocr page 27-

XIV

ONDERRICHT OVER

broederschap ïa» den kruisweg,

OPRICHTING.

Meermalen werd r)™,. „ •

den Kruisweg de wensch geuirdaTer/^h derschap mocht worden opgericht w quot;

Jeden zich zouden vprliin,!, i waarvan de van Jesus lijden en mpp \'V •\' een gedeelte «ij oP zijn Cd quot; n r epaa,de,ijk van he,geen overdenken. Aan dien quot;U\'Sw1eg.^e,eden heeft, te

Broederschap loeo-psiTin opnchtmg dezer

November 1847 0Jtri quot;.SOed^eard den 14

bede va dVn LrEetquot;5^ 0P ^

de kerk van de iïll im ■ Pastoor in

„sCravenlBg.; de.\'3 quot;

Ürodderschap door 7nno n i 18 ^e2e

digheid Mg, G P Wil 00 nClt,ge hoogwaar-

aflatef,

Me^e^nln 61 /TL\'3quot; Kruis™ding

lember, onder voorwaardrv^Bierh^r 14 Sepquot; fiquot; kerkbezoek. quot; \' Communie

^/ïtTfetstC dës2;:;:1 rdragrop

0 ues jaart,, naar verkiezing

O \'

-ocr page 28-

DEN KRUISWEG.

Dezelfde Paus Pius IX heeft bij Rescript van 8 December 1867, deze Broederschap met de volgende gunsten verrijkt:

-1 De Volle Allaat op bet feest van Kruisverheffing en Kruisvinding kan door de leden óf op den feestdag, of op den onmiddellijk daarop volgenden Zondag verdiend worden.

2. Voor de leden die de vereischten der Broederschap nakomen, volle allaat op éénen Zondag van elke maand, en op iederen Zondag der Veer-tigdaagsche Vasten, alsmede op Passie- en Palmzondag, rails zij gebiecht en gecommuniceerd hebben, en bij bet bezoek eener openbare kerk tot intentie van Zijne Heiligheid bidden.

3. Maandelijks eene Aflaat van 300 dagen voor het bijwonen van de eerste der bepaalde vergaderingen in iedere maand.

Eindelijk dat al deze Aflaten toevoegelijk zijn aan de zielen in het vagevuur.

REGELS EK STATUTEN.

Het doel dezer Broederschap is: om door gestadige overweging van Jesns bitter lijden en door verecnigd gebed den Kruisweg des levens niet geduld en volkomen onderwerping aan Gods heiligen wil te bewandelen, den weg des krnises door hel Goddelijk Bloed geheiligd te vereeren, de gedachtenis van het heilig lijden voortdurend te verlevendigen, door gezamenlijke oefeningen

XV

-ocr page 29-
-ocr page 30-

Godvruchtige Gebeden en Oefeningen.

OEFENINGEN DES MORGENS.

HET ONTWAKEN EN OPSTAAN.

Sta vroegtijdig, vlijtig en zooveel mogelijk op een bepaald uur op. Richt uwe eerste gedachten, uwe eerste woorden tot God , maak het teeken des H. Kruis en zeg;

)}( In den naam des Vaders, en des Zoons, en des Heiligen Geestes. Amen.

Hier ben ik, Heer! Gij hebt mij geroepen, leer mij Uwen wil kennen en geef mij de genade om dien te volbrengen. Ik offer U dezen dag op en geef mij geheel aan ü over, om niet meer voor de zonde, noch voor de wereld, noch voor mij zeiven, maar voor U alleen te leven, die mijn God zijl. Ondersteun mij hiertoe met uwe genade.

HET KLEEDEN.

Begeef u onder niemands oogen, wie het ook zij, alvorens eerbaar gekleed te zijn; ja, neem u voor u zeiven in acht. Kleed u altijd zediglijk

1

-ocr page 31-

en nooit boven uwen staat. Verfoei de hoovaardij en betracht de nederigheid. Onder het kleeden kunt gij zeggen: en

Mijn God, bewaar, bid ik U, het kleed van onschuld en gerechtigheid, waarmede Gij mij in wie het 11. Doopsel begiftigd hebt, en laat niet toe dat dat ik ooit door eenige zonde den glans Uwer den genade bezoedele of verlieze. ge^

HET MORGENGEBED. U

Verricht dan zoodra gij gekleed zijt uw mor- gr gengebed; stel dit nimmer uit dan bij de aller- U hoogste noodzakelijkheid ; want door dit uit te ge stellen, loopt gij gevaar het te verzuimen en alzoo vo de eerste oogenblikken van den dag aan God na ontrouw te zijn, wien gij alles verschuldigd zijt. d

Kniel met eerbied neder voor een kruisbeeld en blijf steeds in eene ootmoedige, zedige houding, met gevouwen handen, en nedergeslagene oogen, gedenkende dat gij u in de tegenwoordigheid Gods bevindt. Bid met eerbied, vurige aandacht en godsvrucht, wijl gij tegen God spreekt. Bid langzaam en geef acht op de woorden, die gij zegt, opdat gij den zin en de gevoelens begrijpt, die er in liggen opgesloten. Want welke vruchten zoudt gij met uw bidden inoogsten, indien gij slechts uit gewoonte en met den mond badt, en uw hart daarentegen van God verwijderd was? Gij zoudt daardoor zijne gramschap in plaats van zijne genade over u doen nederkomen.

-ocr page 32-

3

ij GEBED.

3 * In den naam des Vaders, en des Zoons, en des Heiligen Geestes. Amen.

Groote God, Opperheer van hemel en aarde, wiens Majesteit het geheelal vervult, ik geloof dat Gij hier tegenwoordig zijt; ik aanbid Lf met den diepstcn ootraoed en eerbied en verlang uit geheel mijn hart, zooveel in mijn vermogen is, U de eer te bewijzen die ik aan uwe oneindige grootheid en goedheid verschuldigd ben. Ik dank IJ voor alle weldaden cn genaden, die Gij mij gedurende mijn leven verleend hebt en bijzonder voor die genade, dat Gij mij in den afgeloopen nacht weder zoo liefderijk hebt bewaard en dezen dag laat beleven.

Ik behoor U toe, mijn God! en draag mij op nieuw bij het begin van dezen dag aan U op. Al mijne gedachten, woorden en werken wijd ik U toe en wensch U daardoor te loven en uwen naam te verheerlijken.

Aanbiddelijke Jesus! goddelijk voorbeeld van volmaaktheid, ik neem mij heden vast voor, U zooveel ik vermag na te volgen: ik wil gehoorzaam aan mijne ouders en oversten zijn , gelijk Gij, lieve Zaligmaker, aan Maria en Joseph onderdanig waart; jegens den arme wil ik medelijdend en milddadig, jegens mijne naasten en vooral jegens mijne minderen minzaam en voorkomend zijn; ik wensch ootmoedig en zachtmoedig van harte te

-ocr page 33-

en nooit boven uwen staat. Verfoei de hoovaardij en betracht de nederigheid. Onder het kleeden kunt gij zeggen: en

Mijn God, bewaar, bid ik U, het kleed van onschuld en gerechtigheid, waarmede Gij mij in wie het 11. Doopsel begiftigd hebt, en laat niet toe dat dat ik ooit door eenige zonde den glans Uwer den genade bezoedele of verlieze. ge^

HET MORGENGEBED. U

Verricht dan zoodra gij gekleed zijt uw mor- gr gengebed; stel dit nimmer uit dan bij de aller- U hoogste noodzakelijkheid ; want door dit uit te ge stellen, loopt gij gevaar het te verzuimen en alzoo vo de eerste oogenblikken van den dag aan God na ontrouw te zijn, wien gij alles verschuldigd zijt. d

Kniel met eerbied neder voor een kruisbeeld en blijf steeds in eene ootmoedige, zedige houding, met gevouwen handen, en nedergeslagene oogen, gedenkende dat gij u in de tegenwoordigheid Gods bevindt. Bid met eerbied, vurige aandacht en godsvrucht, wijl gij tegen God spreekt. Bid langzaam en geef acht op de woorden, die gij zegt, opdat gij den zin en de gevoelens begrijpt, die er in liggen opgesloten. Want welke vruchten zoudt gij met uw bidden inoogsten, indien gij slechts uit gewoonte en met den mond badt, en uw hart daarentegen van God verwijderd was? Gij zoudt daardoor zijne gramschap in plaats van zijne genade over u doen nederkomen.

-ocr page 34-

3

ij GEBED.

3 * In den naam des Vaders, en des Zoons, en des Heiligen Geestes. Amen.

Groote God, Opperheer van hemel en aarde, wiens Majesteit het geheelal vervult, ik geloof dat Gij hier tegenwoordig zijt; ik aanbid Lf met den diepstcn ootraoed en eerbied en verlang uit geheel mijn hart, zooveel in mijn vermogen is, U de eer te bewijzen die ik aan uwe oneindige grootheid en goedheid verschuldigd ben. Ik dank IJ voor alle weldaden cn genaden, die Gij mij gedurende mijn leven verleend hebt en bijzonder voor die genade, dat Gij mij in den afgeloopen nacht weder zoo liefderijk hebt bewaard en dezen dag laat beleven.

Ik behoor U toe, mijn God! en draag mij op nieuw bij het begin van dezen dag aan U op. Al mijne gedachten, woorden en werken wijd ik U toe en wensch U daardoor te loven en uwen naam te verheerlijken.

Aanbiddelijke Jesus! goddelijk voorbeeld van volmaaktheid, ik neem mij heden vast voor, U zooveel ik vermag na te volgen: ik wil gehoorzaam aan mijne ouders en oversten zijn , gelijk Gij, lieve Zaligmaker, aan Maria en Joseph onderdanig waart; jegens den arme wil ik medelijdend en milddadig, jegens mijne naasten en vooral jegens mijne minderen minzaam en voorkomend zijn; ik wensch ootmoedig en zachtmoedig van harte te

-ocr page 35-

en nooit boven uwen staat. Verfoei de hoovaardij en betracht de nederigheid. Onder het kleeden kunt gij zeggen: en

Mijn God, bewaar, bid ik U, het kleed van onschuld en gerechtigheid, waarmede Gij mij in wie het 11. Doopsel begiftigd hebt, en laat niet toe dat dat ik ooit door eenige zonde den glans Uwer den genade bezoedele of verlieze. ge^

HET MORGENGEBED. U

Verricht dan zoodra gij gekleed zijt uw mor- gr gengebed; stel dit nimmer uit dan bij de aller- U hoogste noodzakelijkheid ; want door dit uit te ge stellen, loopt gij gevaar het te verzuimen en alzoo vo de eerste oogenblikken van den dag aan God na ontrouw te zijn, wien gij alles verschuldigd zijt. d

Kniel met eerbied neder voor een kruisbeeld en blijf steeds in eene ootmoedige, zedige houding, met gevouwen handen, en nedergeslagene oogen, gedenkende dat gij u in de tegenwoordigheid Gods bevindt. Bid met eerbied, vurige aandacht en godsvrucht, wijl gij tegen God spreekt. Bid langzaam en geef acht op de woorden, die gij zegt, opdat gij den zin en de gevoelens begrijpt, die er in liggen opgesloten. Want welke vruchten zoudt gij met uw bidden inoogsten, indien gij slechts uit gewoonte en met den mond badt, en uw hart daarentegen van God verwijderd was? Gij zoudt daardoor zijne gramschap in plaats van zijne genade over u doen nederkomen.

-ocr page 36-

3

ij GEBED.

3 * In den naam des Vaders, en des Zoons, en des Heiligen Geestes. Amen.

Groote God, Opperheer van hemel en aarde, wiens Majesteit het geheelal vervult, ik geloof dat Gij hier tegenwoordig zijt; ik aanbid Lf met den diepstcn ootraoed en eerbied en verlang uit geheel mijn hart, zooveel in mijn vermogen is, U de eer te bewijzen die ik aan uwe oneindige grootheid en goedheid verschuldigd ben. Ik dank IJ voor alle weldaden cn genaden, die Gij mij gedurende mijn leven verleend hebt en bijzonder voor die genade, dat Gij mij in den afgeloopen nacht weder zoo liefderijk hebt bewaard en dezen dag laat beleven.

Ik behoor U toe, mijn God! en draag mij op nieuw bij het begin van dezen dag aan U op. Al mijne gedachten, woorden en werken wijd ik U toe en wensch U daardoor te loven en uwen naam te verheerlijken.

Aanbiddelijke Jesus! goddelijk voorbeeld van volmaaktheid, ik neem mij heden vast voor, U zooveel ik vermag na te volgen: ik wil gehoorzaam aan mijne ouders en oversten zijn , gelijk Gij, lieve Zaligmaker, aan Maria en Joseph onderdanig waart; jegens den arme wil ik medelijdend en milddadig, jegens mijne naasten en vooral jegens mijne minderen minzaam en voorkomend zijn; ik wensch ootmoedig en zachtmoedig van harte te

-ocr page 37-

en nooit boven uwen staat. Verfoei de hoovaardij en betracht de nederigheid. Onder het kleeden kunt gij zeggen: en

Mijn God, bewaar, bid ik U, het kleed van onschuld en gerechtigheid, waarmede Gij mij in wie het 11. Doopsel begiftigd hebt, en laat niet toe dat dat ik ooit door eenige zonde den glans Uwer den genade bezoedele of verlieze. ge^

HET MORGENGEBED. U

Verricht dan zoodra gij gekleed zijt uw mor- gr gengebed; stel dit nimmer uit dan bij de aller- U hoogste noodzakelijkheid ; want door dit uit te ge stellen, loopt gij gevaar het te verzuimen en alzoo vo de eerste oogenblikken van den dag aan God na ontrouw te zijn, wien gij alles verschuldigd zijt. d

Kniel met eerbied neder voor een kruisbeeld en blijf steeds in eene ootmoedige, zedige houding, met gevouwen handen, en nedergeslagene oogen, gedenkende dat gij u in de tegenwoordigheid Gods bevindt. Bid met eerbied, vurige aandacht en godsvrucht, wijl gij tegen God spreekt. Bid langzaam en geef acht op de woorden, die gij zegt, opdat gij den zin en de gevoelens begrijpt, die er in liggen opgesloten. Want welke vruchten zoudt gij met uw bidden inoogsten, indien gij slechts uit gewoonte en met den mond badt, en uw hart daarentegen van God verwijderd was? Gij zoudt daardoor zijne gramschap in plaats van zijne genade over u doen nederkomen.

-ocr page 38-

3

ij GEBED.

3 * In den naam des Vaders, en des Zoons, en des Heiligen Geestes. Amen.

Groote God, Opperheer van hemel en aarde, wiens Majesteit het geheelal vervult, ik geloof dat Gij hier tegenwoordig zijt; ik aanbid Lf met den diepstcn ootraoed en eerbied en verlang uit geheel mijn hart, zooveel in mijn vermogen is, U de eer te bewijzen die ik aan uwe oneindige grootheid en goedheid verschuldigd ben. Ik dank IJ voor alle weldaden cn genaden, die Gij mij gedurende mijn leven verleend hebt en bijzonder voor die genade, dat Gij mij in den afgeloopen nacht weder zoo liefderijk hebt bewaard en dezen dag laat beleven.

Ik behoor U toe, mijn God! en draag mij op nieuw bij het begin van dezen dag aan U op. Al mijne gedachten, woorden en werken wijd ik U toe en wensch U daardoor te loven en uwen naam te verheerlijken.

Aanbiddelijke Jesus! goddelijk voorbeeld van volmaaktheid, ik neem mij heden vast voor, U zooveel ik vermag na te volgen: ik wil gehoorzaam aan mijne ouders en oversten zijn , gelijk Gij, lieve Zaligmaker, aan Maria en Joseph onderdanig waart; jegens den arme wil ik medelijdend en milddadig, jegens mijne naasten en vooral jegens mijne minderen minzaam en voorkomend zijn; ik wensch ootmoedig en zachtmoedig van harte te

-ocr page 39-

en nooit boven uwen staat. Verfoei de hoovaardij en betracht de nederigheid. Onder het kleeden kunt gij zeggen: en

Mijn God, bewaar, bid ik U, het kleed van onschuld en gerechtigheid, waarmede Gij mij in wie het 11. Doopsel begiftigd hebt, en laat niet toe dat dat ik ooit door eenige zonde den glans Uwer den genade bezoedele of verlieze. ge^

HET MORGENGEBED. U

Verricht dan zoodra gij gekleed zijt uw mor- gr gengebed; stel dit nimmer uit dan bij de aller- U hoogste noodzakelijkheid ; want door dit uit te ge stellen, loopt gij gevaar het te verzuimen en alzoo vo de eerste oogenblikken van den dag aan God na ontrouw te zijn, wien gij alles verschuldigd zijt. d

Kniel met eerbied neder voor een kruisbeeld en blijf steeds in eene ootmoedige, zedige houding, met gevouwen handen, en nedergeslagene oogen, gedenkende dat gij u in de tegenwoordigheid Gods bevindt. Bid met eerbied, vurige aandacht en godsvrucht, wijl gij tegen God spreekt. Bid langzaam en geef acht op de woorden, die gij zegt, opdat gij den zin en de gevoelens begrijpt, die er in liggen opgesloten. Want welke vruchten zoudt gij met uw bidden inoogsten, indien gij slechts uit gewoonte en met den mond badt, en uw hart daarentegen van God verwijderd was? Gij zoudt daardoor zijne gramschap in plaats van zijne genade over u doen nederkomen.

-ocr page 40-

3

ij GEBED.

3 * In den naam des Vaders, en des Zoons, en des Heiligen Geestes. Amen.

Groote God, Opperheer van hemel en aarde, wiens Majesteit het geheelal vervult, ik geloof dat Gij hier tegenwoordig zijt; ik aanbid Lf met den diepstcn ootraoed en eerbied en verlang uit geheel mijn hart, zooveel in mijn vermogen is, U de eer te bewijzen die ik aan uwe oneindige grootheid en goedheid verschuldigd ben. Ik dank IJ voor alle weldaden cn genaden, die Gij mij gedurende mijn leven verleend hebt en bijzonder voor die genade, dat Gij mij in den afgeloopen nacht weder zoo liefderijk hebt bewaard en dezen dag laat beleven.

Ik behoor U toe, mijn God! en draag mij op nieuw bij het begin van dezen dag aan U op. Al mijne gedachten, woorden en werken wijd ik U toe en wensch U daardoor te loven en uwen naam te verheerlijken.

Aanbiddelijke Jesus! goddelijk voorbeeld van volmaaktheid, ik neem mij heden vast voor, U zooveel ik vermag na te volgen: ik wil gehoorzaam aan mijne ouders en oversten zijn , gelijk Gij, lieve Zaligmaker, aan Maria en Joseph onderdanig waart; jegens den arme wil ik medelijdend en milddadig, jegens mijne naasten en vooral jegens mijne minderen minzaam en voorkomend zijn; ik wensch ootmoedig en zachtmoedig van harte te

-ocr page 41-

en nooit boven uwen staat. Verfoei de hoovaardij en betracht de nederigheid. Onder het kleeden kunt gij zeggen: en

Mijn God, bewaar, bid ik U, het kleed van onschuld en gerechtigheid, waarmede Gij mij in wie het 11. Doopsel begiftigd hebt, en laat niet toe dat dat ik ooit door eenige zonde den glans Uwer den genade bezoedele of verlieze. ge^

HET MORGENGEBED. U

Verricht dan zoodra gij gekleed zijt uw mor- gr gengebed; stel dit nimmer uit dan bij de aller- U hoogste noodzakelijkheid ; want door dit uit te ge stellen, loopt gij gevaar het te verzuimen en alzoo vo de eerste oogenblikken van den dag aan God na ontrouw te zijn, wien gij alles verschuldigd zijt. d

Kniel met eerbied neder voor een kruisbeeld en blijf steeds in eene ootmoedige, zedige houding, met gevouwen handen, en nedergeslagene oogen, gedenkende dat gij u in de tegenwoordigheid Gods bevindt. Bid met eerbied, vurige aandacht en godsvrucht, wijl gij tegen God spreekt. Bid langzaam en geef acht op de woorden, die gij zegt, opdat gij den zin en de gevoelens begrijpt, die er in liggen opgesloten. Want welke vruchten zoudt gij met uw bidden inoogsten, indien gij slechts uit gewoonte en met den mond badt, en uw hart daarentegen van God verwijderd was? Gij zoudt daardoor zijne gramschap in plaats van zijne genade over u doen nederkomen.

-ocr page 42-

3

ij GEBED.

3 * In den naam des Vaders, en des Zoons, en des Heiligen Geestes. Amen.

Groote God, Opperheer van hemel en aarde, wiens Majesteit het geheelal vervult, ik geloof dat Gij hier tegenwoordig zijt; ik aanbid Lf met den diepstcn ootraoed en eerbied en verlang uit geheel mijn hart, zooveel in mijn vermogen is, U de eer te bewijzen die ik aan uwe oneindige grootheid en goedheid verschuldigd ben. Ik dank IJ voor alle weldaden cn genaden, die Gij mij gedurende mijn leven verleend hebt en bijzonder voor die genade, dat Gij mij in den afgeloopen nacht weder zoo liefderijk hebt bewaard en dezen dag laat beleven.

Ik behoor U toe, mijn God! en draag mij op nieuw bij het begin van dezen dag aan U op. Al mijne gedachten, woorden en werken wijd ik U toe en wensch U daardoor te loven en uwen naam te verheerlijken.

Aanbiddelijke Jesus! goddelijk voorbeeld van volmaaktheid, ik neem mij heden vast voor, U zooveel ik vermag na te volgen: ik wil gehoorzaam aan mijne ouders en oversten zijn , gelijk Gij, lieve Zaligmaker, aan Maria en Joseph onderdanig waart; jegens den arme wil ik medelijdend en milddadig, jegens mijne naasten en vooral jegens mijne minderen minzaam en voorkomend zijn; ik wensch ootmoedig en zachtmoedig van harte te

-ocr page 43-

u

ALS DE PRIESTER ZICH IN HET MIDDEN DES ALTAARS NEDERBUIGT.

Wij bidden U, o Heer! door de verdiensten Uwer Heiligen, wier overblijfselen hier rusten, en van alle Heiligen, dat Gij mij al mijne zonden wilt vergeven Amen.

INTROÏTUS.

Hooggeprezen zij de Allerheiligste Drievuldigheid, en de onverdeelbare Eenheid: wij zullen! Haar danken, omdat zij ons Hare barmhartigheid getoond heeft. God! onze Heer! hoe wonderbaar is Uw Naam over de geheele aarde.

Eer zij den Vader, en den Zoon, en den H. Geest. Gelijk het was in den beginne, nu en altijd, en in alle eeuwen der eeuwen. Amen.

KYRlë ELEÏSON.

Goddelijke Schepper onzer zielen! ontferm U over het werk Uwer handen. Barmhartige Vader! bewijs barmhartigheid aan Uwe kinderen.

Heer Jesus Christus! Bewerker onzer zaligheid, die voor ons zijt geslagtofferd! maak ons deelachtig aan de verdiensten van Uwen dood en van Uw dierbaar Bloed.

God, Heilige Geest! zuiver mijne ziel van alle vlekken , en reinig mijn lichaam van alle onzuiverheid, opdat het Uwe tempel zijn en blijven moge.

-ocr page 44-

15

r

GLORIA IN EXCELSIS.

Eer zij God in den Allerhoogste, en vrede op aarde aan de menschen die van goeden wiile zijn! Wij loven ü; wij prijzen U; wij aanbidden U; wij verheerlijken U; wij bedanken ü wegens

Iüwe groote heerlijkheid, o God! onze Heer! Koning des Hemels! God, almachtige Vader! Heere Jesus Christus! eeniggeboren Zoon! Heer God! Lam Gods! Zoon des Vaders! üie de zonden der wereld wegneemt, ontferm li onzer! Die de zonden der wereld wegneemt, ontvang onze gebeden! Die zit aan de rechterhand des. Vaders, ontferm U onzer! Want Gij alleen zijt Heilig, Gij alleen de Heer, Gij alleen de Alier-hoogste, Jesus Christus! met den Heiligen Geest, in de heerlijkheid van God den Vader. Amen.

DOMINUS VOBISCUM.

Geest van vrede en liefde, rust op ons; ver-: eenig den Priester en ons allen in de gevoelens, van eene volmaakte eendracht, om gezamelijk onzen God te bidden.

COLLECTEN.

Verleen ons, o Heer! al hetgene de Priester in den naam der H. Kerk voor ons vraagt, en geef ons voornamelijk vermeerdering van Geloof, Hoop en Liefde. Vergeef ons onze zonden, en geef ons de genade om al Uwe geboden heilig-

-ocr page 45-

u

ALS DE PRIESTER ZICH IN HET MIDDEN DES ALTAARS NEDERBUIGT.

Wij bidden U, o Heer! door de verdiensten Uwer Heiligen, wier overblijfselen hier rusten, en van alle Heiligen, dat Gij mij al mijne zonden wilt vergeven Amen.

INTROÏTUS.

Hooggeprezen zij de Allerheiligste Drievuldigheid, en de onverdeelbare Eenheid: wij zullen! Haar danken, omdat zij ons Hare barmhartigheid getoond heeft. God! onze Heer! hoe wonderbaar is Uw Naam over de geheele aarde.

Eer zij den Vader, en den Zoon, en den H. Geest. Gelijk het was in den beginne, nu en altijd, en in alle eeuwen der eeuwen. Amen.

KYRlë ELEÏSON.

Goddelijke Schepper onzer zielen! ontferm U over het werk Uwer handen. Barmhartige Vader! bewijs barmhartigheid aan Uwe kinderen.

Heer Jesus Christus! Bewerker onzer zaligheid, die voor ons zijt geslagtofferd! maak ons deelachtig aan de verdiensten van Uwen dood en van Uw dierbaar Bloed.

God, Heilige Geest! zuiver mijne ziel van alle vlekken , en reinig mijn lichaam van alle onzuiverheid, opdat het Uwe tempel zijn en blijven moge.

-ocr page 46-

15

r

GLORIA IN EXCELSIS.

Eer zij God in den Allerhoogste, en vrede op aarde aan de menschen die van goeden wiile zijn! Wij loven ü; wij prijzen U; wij aanbidden U; wij verheerlijken U; wij bedanken ü wegens

Iüwe groote heerlijkheid, o God! onze Heer! Koning des Hemels! God, almachtige Vader! Heere Jesus Christus! eeniggeboren Zoon! Heer God! Lam Gods! Zoon des Vaders! üie de zonden der wereld wegneemt, ontferm li onzer! Die de zonden der wereld wegneemt, ontvang onze gebeden! Die zit aan de rechterhand des. Vaders, ontferm U onzer! Want Gij alleen zijt Heilig, Gij alleen de Heer, Gij alleen de Alier-hoogste, Jesus Christus! met den Heiligen Geest, in de heerlijkheid van God den Vader. Amen.

DOMINUS VOBISCUM.

Geest van vrede en liefde, rust op ons; ver-: eenig den Priester en ons allen in de gevoelens, van eene volmaakte eendracht, om gezamelijk onzen God te bidden.

COLLECTEN.

Verleen ons, o Heer! al hetgene de Priester in den naam der H. Kerk voor ons vraagt, en geef ons voornamelijk vermeerdering van Geloof, Hoop en Liefde. Vergeef ons onze zonden, en geef ons de genade om al Uwe geboden heilig-

-ocr page 47-

18

Vader vóór alle eeuwen geboren; God van God, licht van licht, waarachtig God van waarachtig God; geboren, niet gemaakt; van één wezen raet den Vader, door wien alle dingen gemaakt zijn. Die om ons menschcn en om onze zaligheid is nedergedaald uit den Hemel. En het \\leesch heeft aangenomen door den Heiligen Geest uit de Maagd Maria, en is mensch geworden. Hij is ook voor ons gekruist; onder Pontius Pilatus Hij heeft geleden en is begraven. En Hij is volgens de Schrift ten derden dage verrezen. En Hij is opgeklommen ten Hemel, zit aan de rechterhand des Vaders. En Hij zal met heerlijkheid wederkomen, om te oordeelen de levenden en de dooden; Zijn rijk zal geen einde hebben. En ik geloof in den Heiligen Geest, den Heer en Levend-maker, die uit den Vader en den Zoon voortkomt; die met den Vader en den Zoon te zamen aangebeden en verheerlijkt wordt; die door de Profeten gesproken heeft. Ik geloof in ééne heilige Katholieke en Apostelijke Kerk. Ik belijd één Doopsel tot vergeving der zonden. En ik verwacht de verrijzenis der dooden en het eeuwige leven. Amen.

OFFERANDE.

Almachtige God, goedertieren Vader, neem, bidden wij U, dit offer aan, dat wij Uwe oneindige Majesteit opdragen. Het is slechts nog brood, dat wij ü offeren; maar dit brood zal weldra

-ocr page 48-

(oor de woorden der Consecratie veranderd wor-(en in het voorwerp onzer aanbidding; het zal (\'at zuivere en onbevlekte Offer worden, dat Gij tot verlossing onzer zielen gevorderd hebt. Wij ■ragen het U op als een Offer, dat Uwer waardig is.

Neem ook den Kelk des heils aan en laat Bczclve, smeeken wij ü, voor onze en de zalig-fieid der geheele wereld met eenen aangenamcn Keur tot Uwe Goddelijke Majesteit opstijgen.

Hoe vurig verlang ik, o God! mij te ver-tenigen met Uwen Zoon Jesus Christus en mij zeiven geheel met Hem als een zoenoffer aan Ü op te dragen. Ik offer U mijn lichaam, mijne piel, en alles wat ik van Uwe goedheid ontvangen heb. Verander mij, o Heer! en vereenig mij Imet Hem, gelijk dit brood en deze wijn in Zijn Lichaam en in Zijn Bloed zal veranderd worden.

Aanbiddelijke Drievuldigheid, zegen en heilig ideze Offerande, die ik U opdraag in vereeniging met den Priester, tot vereering Uwer oneindige Majesteit, tot dankzegging voor Uwe genaden en weldaden, tot voldoening voor mijne zonden, en om van Uwe goedheid verder al die hulp te verkrijgen, die ik tot mijne zaligheid noodig heb.

BIJ HET WASSCHEN DER VINGERS.

Wasch mijne ziel, o mijn God ! en reinig haar van alle ongerechtigheden, zuiver mij van alle besmettingen der zonde, verdelg in mij de minste

-ocr page 49-

18

Vader vóór alle eeuwen geboren; God van God, licht van licht, waarachtig God van waarachtig God; geboren, niet gemaakt; van één wezen raet den Vader, door wien alle dingen gemaakt zijn. Die om ons menschcn en om onze zaligheid is nedergedaald uit den Hemel. En het \\leesch heeft aangenomen door den Heiligen Geest uit de Maagd Maria, en is mensch geworden. Hij is ook voor ons gekruist; onder Pontius Pilatus Hij heeft geleden en is begraven. En Hij is volgens de Schrift ten derden dage verrezen. En Hij is opgeklommen ten Hemel, zit aan de rechterhand des Vaders. En Hij zal met heerlijkheid wederkomen, om te oordeelen de levenden en de dooden; Zijn rijk zal geen einde hebben. En ik geloof in den Heiligen Geest, den Heer en Levend-maker, die uit den Vader en den Zoon voortkomt; die met den Vader en den Zoon te zamen aangebeden en verheerlijkt wordt; die door de Profeten gesproken heeft. Ik geloof in ééne heilige Katholieke en Apostelijke Kerk. Ik belijd één Doopsel tot vergeving der zonden. En ik verwacht de verrijzenis der dooden en het eeuwige leven. Amen.

OFFERANDE.

Almachtige God, goedertieren Vader, neem, bidden wij U, dit offer aan, dat wij Uwe oneindige Majesteit opdragen. Het is slechts nog brood, dat wij ü offeren; maar dit brood zal weldra

-ocr page 50-

(oor de woorden der Consecratie veranderd wor-(en in het voorwerp onzer aanbidding; het zal (\'at zuivere en onbevlekte Offer worden, dat Gij tot verlossing onzer zielen gevorderd hebt. Wij ■ragen het U op als een Offer, dat Uwer waardig is.

Neem ook den Kelk des heils aan en laat Bczclve, smeeken wij ü, voor onze en de zalig-fieid der geheele wereld met eenen aangenamcn Keur tot Uwe Goddelijke Majesteit opstijgen.

Hoe vurig verlang ik, o God! mij te ver-tenigen met Uwen Zoon Jesus Christus en mij zeiven geheel met Hem als een zoenoffer aan Ü op te dragen. Ik offer U mijn lichaam, mijne piel, en alles wat ik van Uwe goedheid ontvangen heb. Verander mij, o Heer! en vereenig mij Imet Hem, gelijk dit brood en deze wijn in Zijn Lichaam en in Zijn Bloed zal veranderd worden.

Aanbiddelijke Drievuldigheid, zegen en heilig ideze Offerande, die ik U opdraag in vereeniging met den Priester, tot vereering Uwer oneindige Majesteit, tot dankzegging voor Uwe genaden en weldaden, tot voldoening voor mijne zonden, en om van Uwe goedheid verder al die hulp te verkrijgen, die ik tot mijne zaligheid noodig heb.

BIJ HET WASSCHEN DER VINGERS.

Wasch mijne ziel, o mijn God ! en reinig haar van alle ongerechtigheden, zuiver mij van alle besmettingen der zonde, verdelg in mij de minste

-ocr page 51-

18

Vader vóór alle eeuwen geboren; God van God, licht van licht, waarachtig God van waarachtig God; geboren, niet gemaakt; van één wezen raet den Vader, door wien alle dingen gemaakt zijn. Die om ons menschcn en om onze zaligheid is nedergedaald uit den Hemel. En het \\leesch heeft aangenomen door den Heiligen Geest uit de Maagd Maria, en is mensch geworden. Hij is ook voor ons gekruist; onder Pontius Pilatus Hij heeft geleden en is begraven. En Hij is volgens de Schrift ten derden dage verrezen. En Hij is opgeklommen ten Hemel, zit aan de rechterhand des Vaders. En Hij zal met heerlijkheid wederkomen, om te oordeelen de levenden en de dooden; Zijn rijk zal geen einde hebben. En ik geloof in den Heiligen Geest, den Heer en Levend-maker, die uit den Vader en den Zoon voortkomt; die met den Vader en den Zoon te zamen aangebeden en verheerlijkt wordt; die door de Profeten gesproken heeft. Ik geloof in ééne heilige Katholieke en Apostelijke Kerk. Ik belijd één Doopsel tot vergeving der zonden. En ik verwacht de verrijzenis der dooden en het eeuwige leven. Amen.

OFFERANDE.

Almachtige God, goedertieren Vader, neem, bidden wij U, dit offer aan, dat wij Uwe oneindige Majesteit opdragen. Het is slechts nog brood, dat wij ü offeren; maar dit brood zal weldra

-ocr page 52-

(oor de woorden der Consecratie veranderd wor-(en in het voorwerp onzer aanbidding; het zal (\'at zuivere en onbevlekte Offer worden, dat Gij tot verlossing onzer zielen gevorderd hebt. Wij ■ragen het U op als een Offer, dat Uwer waardig is.

Neem ook den Kelk des heils aan en laat Bczclve, smeeken wij ü, voor onze en de zalig-fieid der geheele wereld met eenen aangenamcn Keur tot Uwe Goddelijke Majesteit opstijgen.

Hoe vurig verlang ik, o God! mij te ver-tenigen met Uwen Zoon Jesus Christus en mij zeiven geheel met Hem als een zoenoffer aan Ü op te dragen. Ik offer U mijn lichaam, mijne piel, en alles wat ik van Uwe goedheid ontvangen heb. Verander mij, o Heer! en vereenig mij Imet Hem, gelijk dit brood en deze wijn in Zijn Lichaam en in Zijn Bloed zal veranderd worden.

Aanbiddelijke Drievuldigheid, zegen en heilig ideze Offerande, die ik U opdraag in vereeniging met den Priester, tot vereering Uwer oneindige Majesteit, tot dankzegging voor Uwe genaden en weldaden, tot voldoening voor mijne zonden, en om van Uwe goedheid verder al die hulp te verkrijgen, die ik tot mijne zaligheid noodig heb.

BIJ HET WASSCHEN DER VINGERS.

Wasch mijne ziel, o mijn God ! en reinig haar van alle ongerechtigheden, zuiver mij van alle besmettingen der zonde, verdelg in mij de minste

-ocr page 53-

18

Vader vóór alle eeuwen geboren; God van God, licht van licht, waarachtig God van waarachtig God; geboren, niet gemaakt; van één wezen raet den Vader, door wien alle dingen gemaakt zijn. Die om ons menschcn en om onze zaligheid is nedergedaald uit den Hemel. En het \\leesch heeft aangenomen door den Heiligen Geest uit de Maagd Maria, en is mensch geworden. Hij is ook voor ons gekruist; onder Pontius Pilatus Hij heeft geleden en is begraven. En Hij is volgens de Schrift ten derden dage verrezen. En Hij is opgeklommen ten Hemel, zit aan de rechterhand des Vaders. En Hij zal met heerlijkheid wederkomen, om te oordeelen de levenden en de dooden; Zijn rijk zal geen einde hebben. En ik geloof in den Heiligen Geest, den Heer en Levend-maker, die uit den Vader en den Zoon voortkomt; die met den Vader en den Zoon te zamen aangebeden en verheerlijkt wordt; die door de Profeten gesproken heeft. Ik geloof in ééne heilige Katholieke en Apostelijke Kerk. Ik belijd één Doopsel tot vergeving der zonden. En ik verwacht de verrijzenis der dooden en het eeuwige leven. Amen.

OFFERANDE.

Almachtige God, goedertieren Vader, neem, bidden wij U, dit offer aan, dat wij Uwe oneindige Majesteit opdragen. Het is slechts nog brood, dat wij ü offeren; maar dit brood zal weldra

-ocr page 54-

(oor de woorden der Consecratie veranderd wor-(en in het voorwerp onzer aanbidding; het zal (\'at zuivere en onbevlekte Offer worden, dat Gij tot verlossing onzer zielen gevorderd hebt. Wij ■ragen het U op als een Offer, dat Uwer waardig is.

Neem ook den Kelk des heils aan en laat Bczclve, smeeken wij ü, voor onze en de zalig-fieid der geheele wereld met eenen aangenamcn Keur tot Uwe Goddelijke Majesteit opstijgen.

Hoe vurig verlang ik, o God! mij te ver-tenigen met Uwen Zoon Jesus Christus en mij zeiven geheel met Hem als een zoenoffer aan Ü op te dragen. Ik offer U mijn lichaam, mijne piel, en alles wat ik van Uwe goedheid ontvangen heb. Verander mij, o Heer! en vereenig mij Imet Hem, gelijk dit brood en deze wijn in Zijn Lichaam en in Zijn Bloed zal veranderd worden.

Aanbiddelijke Drievuldigheid, zegen en heilig ideze Offerande, die ik U opdraag in vereeniging met den Priester, tot vereering Uwer oneindige Majesteit, tot dankzegging voor Uwe genaden en weldaden, tot voldoening voor mijne zonden, en om van Uwe goedheid verder al die hulp te verkrijgen, die ik tot mijne zaligheid noodig heb.

BIJ HET WASSCHEN DER VINGERS.

Wasch mijne ziel, o mijn God ! en reinig haar van alle ongerechtigheden, zuiver mij van alle besmettingen der zonde, verdelg in mij de minste

-ocr page 55-

26

spreek, en mijne ziel zal terstond leven, gezond zijn en waardig, om niet U vereenigd te worden.

Ach, ik vertrouw op Uwe liefde! kan ik U dan niet wezenlijk ontvangen, gelijk de Priester, ik ontvang U echter in den geest, en met mijne wenschen; ik smeek U, maak mij deelachtig aan Uwe gunsten en genaden, en maak mij waardig! ach om ü ten spoedigste te ontvangen. der

Kom spoedig, o mijn Jesus, kom tot mij, o lief mijne liefdel mijne ziel brandt van verlangen om doe zich met U te vereenigen. Kom, vereenig U zoo wa innig met mij, dat niets ons voortaan meer kan scheiden.

Jesus! o eeuwige waarheid! ik geloof in ü, Jesus! oneindige barmhartigheid ! ik hoop op U, ha Jesus! o opperste goed, ik bemin U van harte, er Jesus! mijn Heer en mijn God, ik aanbid U, Jesus! mijn God en mijn al, ik verlang en verzucht naar U, Jesus! Jesus! kom tot mij

de

NA DE COMMUNIE.

Wat zal ik U wedergeven, o Heer! voor al hetgeen Gij mij geschonken hebt. Ach, mijn Jesus! ik wil voortaan ü alleen toebehooren,

mijne ziel, mijn lichaam, mijne zintuigen, al mijne werken zullen voorlaan aan U behooren, w om U alleen te dienen en te beminnen. Gij hebt n U zelvcn opgeofferd voor mijne zaligheid, ik verlang ook mij te offeren tot Uwe heerlijkheid. Ik

ben welt opol mijt liefc sta;

-ocr page 56-

27

ben Uw slagtoffer, beschik over mij naar Uw ; welgevallen; gelukkig indien Gij U gevvaardigt de opollering daarvan aan te nemen. Verleen mij, o mijn God, een levendig Geloof, eene brandende liefde, een geduld om alle beproevingen te door-• staan, eene diepe ootmoedigheid, eene ware verachting van de wereld, een heilig verlangen naar den Hemel, en de genade om in Uwe Goddelijke liefde te sterven. Ik vraag U al deze genaden door de verdiensten van Uw smartelijk lijden, waarvan Gij de gedachtenis hernieuwd hebt.

ALS DE PRIESTER DEN ZEGEN GEEFT.

Stort over ons, o Heer! Uwen Zegen door de hand van Uwen dienaar, en dat de uitwerkingen er van eeuwig op ons berusten

Ons zegene de almachtige God, de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. Amen.

LAATSTE EVANGELIE.

In den beginne was het Woord, en het Woord was bij God, en het Woord was God. Dit was in den beginne bij God. Alle dingen zijn door hetzelve gemaakt, en zonder hetzelve is er niets gemaakt, van hetgene er gemaakt is. In hetzelve was het leven, en het leven was het licht der menschen; en hel licht schijnt in de duisternissen en de duisternissen hebben het niet begrepen. Er was een mensch, van God gezonden, wiens

-ocr page 57-

28

naam was Joannes. Deze is gekomen tot getuigenis , om getuigenis te geven van het licht, opdat allen door Hem gelooven zouden. Hij was het licht niet, maar hij kwam om getuigenis te geven van het licht Dit was het waarachtig licht, dat alle menschen verlicht, welke in deze wereld komen. Hij was in de wereld, en de wereld is door Hem gemaakt, en de wereld heeft Hem niet gekend. Hij kwam in zijn eigen, en de Zijnen hebben Hem niet aangenomen; maar aan allen die Hem aangenomen hebben, heeft Hij de macht gegeven om kinderen Gods te worden, aan hen, die in Zijnen Naam gelooven; die niet uil den bloede, noch ui\' den wille des vleesches, noch uil den wille eens mans, maar uit God geboren zijn En het Woord is Vleesch geworden, en het heeft onder ons gewoond , en wij hebben Zijne heerlijkheid gezien, eene heerlijkheid als van den eeniggeboren Zoon des Vaders, vol genade en waarheid.

God zij gedankt!

DANKGEBED NA DE H. MIS.

Ik dank U, o God! voor de genade, die Gij mij bewezen hebt, dat ik bij deze heilige Offerande der Mis ben tegenwoordig geweest, en voor al de gunsten, die Gij mij bewezen hebt. O Heilige Engelen, en Gij gelukzalige Geesten, dankt, zegt eeuwig dank voor mij. Hemel en aarde, looft

-ocr page 58-

29

altijd Zijnen heiligen Naam voor de weidaden, die Hij mij heeft betoond. En U, mijn Goddelijke Zaligmaker! U smeek ik, door de oneindige liefde, welke Gij mij zoo even hebt getoond door U voor mij op het Altaar op te offeren, verleen mij de genade om dezen dag, die mij slechts gegeven is, om mij heilig te maken, en die misschien de laatste mijns levens zijn zal, heilig en voor U te mogen besteden, opdat ik de vruchten van deze H. Offerande, die ik nu heb bijgewoond , niet verlieze. Amen.

-ocr page 59-

GEBEDEN ONDER DE H. MIS

VOOR OVERLEDENEN.

VOORBEREIDEND GEBED.

Almachtige Schepper van hemel en aarde! ik val U ootmocdiglijk te voet, en bid voor de zielen, die, in uwe genade uit deze wereld gescheiden, aan uwe rechtvaardigheid in het vagevuur voldoen, hetgeen zij op de aarde niet genoeg geboet hebben. Onder dezen zijn misschien mijne ouders, bloedverwanten, vrienden en weldoeners. Hoe velen van dezen en anderen lijden daar misschien om zonden, tot welke ik aanleiding gegeven heb! ik ben verplicht hen te helpen; en hoe kan ik hen beter te hulp komen dan door het bloed van het onbevlekte Lam, dat ik U door de handen des Priesters voor hen opoffer?

Neem dan deze heiligste offerande aan, o Vader der levenden en dooden! en laat dezelve aan de lijdende zielen tot troost strekken; al is het dat zij strafwaardig zijn, zij zijn tocli uwe lieve kinderen, die naar U alleen verlangen en uwen lof in hel hemelsche Sion verlangen te zingen; wees bijzonderlijk genadig de ziel van N.

In den naam des Vaders, enz., zie hl. li.

-ocr page 60-

31

CONFITEOR.

Ik beschuldig mij, enz., zie bladz. 12.

KYRIE ELEISON.

God heraelsche Vader, ontferm U over de lijdende zielen.

God Zoon, Verlosser der wereld, ontferm U over de lijdende zielen.

God II. Geest, ontferm U over de lijdende zielen.

GEBED.

O God! aan wien het eigen is altijd barmhartig te zijn en te sparen, wij bidden U oot-raoediglijk. dat Gij aan N., en alle overledene geloovigen volkoraene vergiffenis hunner zonden wilt verleenen en hen in de woonplaats uwer glorie laten binnentreden. Dit bidden wij U door Jesns Christus, onzen Heer, die met U leeft en regeert in de eenheid des Heiligen Geestes. Amen.

EPISTEL.

O God! wij zijn allen uwe kinderen, allen leden van eene Xerk, waarvan Jesus Christus het opperhoofd is. De dood zelfs breekt de banden niet, met welke de godsdienst ons vereeaigt. Onze liefde mag geen einde nemen, schoon de dood ons heeft gescheiden. Ook leert Gij ons, dat hel eene heilige en zalige gedachte is, te

-ocr page 61-

32

hidden voor de overledenen, opdat zij van hunne zonden ontbonden ivorden. Voed, o mijn God! in mijn hart de liefde, welke ik de afgestorvenen in Christus moet toedragen, en verleen hun, door mijne ootmoedige smeekingen, de genadige kwijtschelding, waarnaar zij altijd verlangd hebben.

EVANGELIE.

O God! hoe zoet zijn ons de woorden, met welke Jesus, uw Zoon, de bedrukte Martha, zuster van den overledenen Lazarus, troostte: «Ik ben de verrijzenis en het leven. Degene, die in mij gelooft, zal leven, schoon hij dood ware. En al wie leeft en in mij gelooft, zal in eeuwigheid niet sterven. » Wij zijn dan niet voor altijd van onze afgestorvene vrienden gescheiden. Het betrouwen op uwe barmhartigheid doet ons hopen, dat zij in uwen vrede uit dit tranendal verhuisd zijn; maar uwe heiligheid, voor welke niets onzuivers mag verschijnen, doet ons vreezen, dat zij tot uwe eeuwige omhelzingen nog niet toegelaten zijn. O Vader aller genade! laat U bewegen door onze smeekingen en door hun vurig verlangen naar ü, verlos hen van hunne pijnen, neem hen bij U, laten wij hen eens bij U wederzien en daar U danken, dat Gij ze ons hebt wedergegeven.

Lees de gebeden van de Offerande, bladz. 18. tot aan hel Agnus Dei, bladz. 24.

-ocr page 62-

33

AGNUS DEI. _

Lam Gods! dat wegneemt de zonden der wereld , wees de zielen in het vagevuur genadio\'. Aanbiddelijk Slagtoffer voor de zaligheid der men-schen! maak haar zalig. Goddelijke Middelaar! verwerf haar genade bij uwen Vader en geef ze de eeuwige rust.

COMMUNIE.

Heer! ik ben niet waardig, enz., zie bladz. 25.

LAATSTE COLLECTE.

Verhoor, o Heer! de dringende gebeden, die wij voor alle overledene geloovigen tot den troon uwer barmhartigheid opzenden; zuiver hen van sl wat hen van het genot der eeuwige zaligheid nog verwijderd houdt, en laat hen voor U gerechtvaardigd worden door het bloed van uwen Zoon, dat eens voor hen aan het kruis gestort is en nog dagelijks vloeit op onze Altaren. Dit bidden wij U door denzelfden Jesus Christus, onzen Heer. Amen.

EVANGELIE VAN DEN H. JOANNES.

In den beginne was het Woord, enz zie hladz. 27.

GEBED NA DE H. MIS.

O God! Gij zult mij ook eens uit deze wereld \'oepen, en ik weet niet wanneer. Misschien ben

-ocr page 63-

3-4

ik maar weinige schreden van het graf verwijderd. Leer mij dan mijne plichten nauwkeurig volbrengen, opdat ik in het doodsuur mij niets le verwijten hebbe. Leer mij den tijd, welken ik nu nog heb, zorgvuldiglijk waarnemen, de bewerking mijner zaligheid niet tot eenen toekomenden tijd, die mij onzeker is, uitstellen; opdat de nacht des doods, in welken niemand zal kunnen werken, mij niet onverwachts en voor dat ik bereid ben, overvalle. Laat mij nooit vergeten dat al wat wereldsch is, vergankelijk is, dat mij noch aanzien, noch rijkdom in de eeuwigheid volgen kunnen, maar alleen de goede werken. Leer mij ook het lijden van dit leven met geduld en standvastigheid verdragen, opdat het in mij een eeuwigdurend gewicht van glorie uitwerke. Amen.

-ocr page 64-

BIECHTOEFENINGEN.

GEBED VOOR HET ONDERZOEK DES GEWETENS.

Heilige Geest, eeuwige oorsprong van licht! erdrijf de duisternissen, die mij de leelijkheid m de boosheid der zonden verborgen; doe er nij een zoo grooten afschrik van krijgen, o mijn jod! dat ik niets zoo zeer vreeze als dezelve in iet toekomende te bedrijven.

Onderzoek zorgvuldig uw geweten. Zie of gij in uwe voorgaande biechten iets verzuimd hebt, if gij met de noodige bereiding tot de H. Tafei ;?naderd zijt of andere H. Sacramenten ontvan-:en hebt; overdenk de tien geboden Gods, op ïder wat blijvende staan, om te overwegen wat \'ij ^aar tegen, met gedachten, begeerten, woor-len en werken bedreven hebt; zoo ook de vijf [eboden der H. Kerk, de zeven hoofdzonden, de ugen vreemde zonden, de plichten en verbinto-bsen van uwen staat, denkende op welke plaat-[en gij geweest zijt en met welke personen gij ;erkeerd hebt.

Verwek na uw geweten onderzocht te hebben, u eene ware droefheid over uwe bedreven onden. Hiertoe moet gij gebruik maken van de

-ocr page 65-

3-4

ik maar weinige schreden van het graf verwijderd. Leer mij dan mijne plichten nauwkeurig volbrengen, opdat ik in het doodsuur mij niets le verwijten hebbe. Leer mij den tijd, welken ik nu nog heb, zorgvuldiglijk waarnemen, de bewerking mijner zaligheid niet tot eenen toekomenden tijd, die mij onzeker is, uitstellen; opdat de nacht des doods, in welken niemand zal kunnen werken, mij niet onverwachts en voor dat ik bereid ben, overvalle. Laat mij nooit vergeten dat al wat wereldsch is, vergankelijk is, dat mij noch aanzien, noch rijkdom in de eeuwigheid volgen kunnen, maar alleen de goede werken. Leer mij ook het lijden van dit leven met geduld en standvastigheid verdragen, opdat het in mij een eeuwigdurend gewicht van glorie uitwerke. Amen.

-ocr page 66-

BIECHTOEFENINGEN.

GEBED VOOR HET ONDERZOEK DES GEWETENS.

Heilige Geest, eeuwige oorsprong van licht! erdrijf de duisternissen, die mij de leelijkheid m de boosheid der zonden verborgen; doe er nij een zoo grooten afschrik van krijgen, o mijn jod! dat ik niets zoo zeer vreeze als dezelve in iet toekomende te bedrijven.

Onderzoek zorgvuldig uw geweten. Zie of gij in uwe voorgaande biechten iets verzuimd hebt, if gij met de noodige bereiding tot de H. Tafei ;?naderd zijt of andere H. Sacramenten ontvan-:en hebt; overdenk de tien geboden Gods, op ïder wat blijvende staan, om te overwegen wat \'ij ^aar tegen, met gedachten, begeerten, woor-len en werken bedreven hebt; zoo ook de vijf [eboden der H. Kerk, de zeven hoofdzonden, de ugen vreemde zonden, de plichten en verbinto-bsen van uwen staat, denkende op welke plaat-[en gij geweest zijt en met welke personen gij ;erkeerd hebt.

Verwek na uw geweten onderzocht te hebben, u eene ware droefheid over uwe bedreven onden. Hiertoe moet gij gebruik maken van de

-ocr page 67-

38

ora zich zeiven waardig is bovenal bemind te worden. Ach, had ik U van het eerste oogenblik mijns levens tot op dit oogenblik alzoo bemind\'. Ach, konde ik U, ten minste nu, zoo vuriglijk beminnen, als Gij waardig zijt van alle schepselen bemind te worden!

AKTE VAN BEROUW.

Mijn lieer, mijn God en mijn al, het is mij leed, het berouwt mij van harte, dat ik U, mijn opperste goed, ooit vergramd heb 1 ach ware ik liever gestorven, dan dat ik U beleedigd heb! Liever sterven voortaan, dan U nog eens vrijwillig te vergrammen. Geene zonden meer, o God! geene zonden meer. Verleen mij hiertoe uwe genade.

Liefste Jesus! wees mij een Jesus, een Verlosser, een Zaligmaker. Laat uw bitter lijden en sterven voor mij niet verloren zijn. Handel met mij naar uwe oneindige barmhartigheid, niet naar mijne zonden en misdaden; geef mij een waar vermorzeld en boetvaardig hart, hetwelk Gij niet verwerpt. Gij hebt Magdalena, die groote zondares, niet verstooten, ach! verstoot ook mij niet van U! Gij hebt Petrus, die U verloochend had, met barmhartige oogen weder aangezien, werp ook uwe barmhartige oogen op mij! Gij hebt den met U gekruisten moordenaar in genade ontvangen, ontvang ook mij in uwe genade. Maak mij zalig, laat mij niet verloren gaan.

-ocr page 68-

39

Met uwe genade, o Oesus! wil ik mijne zonden oprechtelijk biechten. Gij weet, dat dezelve mij van harte leed zijn, dewijl ik U van harte bemin, en meer en meer verlang te beminnen: mijne vaste hoop is, dat Gij mij dezelve door de kracht van het II. Sacrament van boetvaardigheid volkomen zult vergeven, en mij zult versterken, opdat ik U voortaan niet meer vergramme.

Kniel ootmoedig, gelijk het eenen berouw-hebbenden zondaar betaamt, in den biechtstoel neder, en zeg, na den zegen van den Priester gevraagd te hebben;

Ik belijde mijne schuld voor den almachtigen God, voor de H. Maria altijd Maagd, voor alle Heiligen, en voor U, Vader, dat ik zeer gezondigd heb met gedachten, woorden en werken, door mijne schuld, door mijne schuld, door mijne allergrootste schuld. Mijne laatste Biecht is geweest (noem hier het getal der dagen, iveken en maanden).

Biecht uwe zonden, en vergeet niet er het getal bij te voegen; indien gij het niet zeker weet, zeg dan het naaste; doe hetzelfde ten opzichte van den tijd, dat de zonde geduurd heeft. Druk de omstandigheden uit die de zonden kunnen veranderen of de boosheid er van merkelijk vermeerderen of verminderen. Indien gij twijfelt eene zonde bedreven te hebben, of zoo gij twijfelt, dat die, welke gij bedreven hebt, doodzonde zij,

-ocr page 69-

40

geef dit alles uwen biechtvader te kennen, opdat hij er over oordeele.

Na uwe zonden beleden en eenvoudig geantwoord te hebben op de ondervragingen van den biechtvader, zeg:

Van deze en alle andere zonden, die ik nu niet indachtig ben, beken ik ootmoedig mijne schuld. Ik bid God om vergiffenis door het dierbaar bloed van Jesus Christus, en vraag U, Vader, om een zalige Penitentie en heilige Absolutie, als ik het waardig ben.

Let hierna nauwkeurig op al wat u de biechtvader zegt, wetende, dat hij tot u in den naam Gods spreekt. Let bijzonder met aandacht op de middelen, welke hij u voorschrijft, om in het vervolg de zonder, te vermijden, en welke goede werken hij u tot boetpleging oplegt.

Onderwerp u ten eenemale aan de uitspraak, die de biechtvader doet ten opzichte van de absolutie. Indien bij dezelve uitstelt, zucht inwendig, bekennende: dat gij niet waardig zijt dezelve te ontvangen, en ga zonder tegenspreken of klagen, zonder den Priester lastig te vallen, uit den biechtstoel met het voornemen van nieuwe pogingen te doen om de absolutie te verdienen, door verandering van leven en eene ware boetvaaröig-heid. Indien de Priester goedvindt u de absolutie te geven, beschouw dezelve dan als eene gunst, welke gij niet waardig zijt; ontvang ze ooimoe-

-ocr page 70-

41

diglijk, het hoofd neêrgebogen; verwek terzelfder tijd eene akte van berouw.

DANKZEGGING NA DE BIECHT.

Loof, mijne ziel! den Heer, en al wat in mij is, love zijnen heiligen Naam. Loof, mijne ziel! den Heer, die al uwe krankheden geneest, en vergeet toch ai zijne weldaden niet. Gij hebt medelijden gehad met mij, mijn God! gelijk een vader medelijden heeft met zijn kind. Zoo ver de hemel verwijderd is van de aarde, zoo ver hebt Gij uwe barmhartigheid over mij uitgestrekt. Gij hebt mijne banden verbrijzeld, en mij in de vrijheid der kinderen Gods hersteld. Gij hebt uwe giamschap van mij afgekeerd, en mijne ongerechtigheden vergeven. Uw mededoogen is groot, o Heer, en uwe barmhartigheden zijn zonder getal.

Zie, nu ben ik genezen, ik wil niet meer zondigen, ik heb mijn hart gevvasschen in het bloed van het Lam; ach, ik zal het niet meer bevlekken. Ik heb barmhartigheid bekomen, ik wil dan mijnen Verlosser niet meer vergeten.

Ik wil een nieuw leven beginnen, en van dag tot dag meer voortgang maken in de deugd. Mijn hart, o Heer, zal zich voortaan niet meer van ü afkeeren; maar Gij, mijn God! versterk mij, want ik ben krank; reik mij uwe hand toe, en verwijder U niet van mij. Stort uwe viees in mijne ziel, opdat ik nooit afwijke van

-ocr page 71-

4-2

den weg uwer geboden, en Gij van mij gezegend en geprezen wordet in eeuwigheid.

COMMUNIEOEFENINGEN.

AKTE VAN GELOOF.

O groote, onder zoo nietige gedaante van Brood, waarachtig tegenwoordige God en Menscli, Christus Jesus! alhoewel uwe oneindige liefde tot mij U voor mijne lichamelijke oogen verborgen heeft, nochtans erken en zie ik U geheel duidelijk en zonder eenigen twijfel met de oogen des geloofs. Ik houd voor zeker, en geloof vastelijk, dat Gij in het allerheiligste Sacrament waarlijk en wezenlijk tegenwoordig zijt, dezelfde, die met den Vader en den H. Geest leeft en heerscht van eeuwigheid tot eeuwigheid; die uit liefde tot mij uit den Hemel gedaald en mensch geworden zijt; die om mijne zaligheid aan het kruis gestorven zijt; en die eens met groote heerlijkheid zult komen om mij en de gansche wereld te oor-deelen. Gij hebt dit gezegd en geopenbaard, die als oneindig wijze en waarachtige God, noch falen, noch liegen, noch bedriegen kunt, noch

-ocr page 72-

43

bedrogen kunt worden. Dit is mij genoeg. Mijn verstand geef ik gaarne gevangen ten dienste van het Geloof, waarvoor ik ook bereid ben te sterven. Versterk en bewaar mij in dit Geloof, Gij, die do stichter en voltrekker des Geloofs zijt. Voor uwe voeten, o Jesusl werp ik mij neder, en aanbid U met den diepsten ootmoed en eerbied als mijn Heer en mijn God, mijn Verlosser en mijn Zaligmaker. Ik aanbid uw heiligste Ligchaam, uwe heiligste Ziel, uw heiligst Vleesch en Bloed, uwe Godheid en Menschheid. O, dat alle menschen met mij in dit heiligste Sacrament ü zoo erkenden, eerden, beminden en aanbaden op de aarde, gelijk de Heiligen U erkennen, eeren, beminnen en aanbidden in den hemel!

AKTE VAN HOOP.

Beminnelijkste Jesus! eenig geluk, ecnige troost mijner ziel! Gij hebt dengene, die U in het heilig Sacrament waardig ontvangt, het eeuwige leven beloofd, zeggende: Die dit Brood eet, zal eeuwig leven. U ontbreekt noch de macht, noch de goedheid om uwe belofte te vervullen. Gij zijt getrouw in uwe beloften. Hemel en aarde zullen vergaan, maar uwe woorden zullen nooit vergaan. Hierom hoop ik door dit allerheiligste Sacrament het eeuwige leven, en al wat mij, om hetzelve te bekomen, noodig en voordeelig is; maar voor-

-ocr page 73-

namelijk de vergiffenis mijner zonden en uwe goddelijke genade tot het einde mijns levens. En waarom zou ik dit alles van ü niet hopen en verwachten met een vast betrouwen, daar Gij U zelf aan mij geven en schenken wilt in dit heilig Sacrament, als de bron aller genade, en als een onderpand der toekomende heerlijkheid ? In het beschouwen mijner zonden heb ik vele en groote redenen om voor mij te vreezen: maar in het overwegen uwer goedheid en barmhartigheid vind ik er nog meerdere en grootere om op U te hopen en te betrouwen. Op U dan, o barmhartige en goedertierenste Jesus! hoop en betrouw ik, en in eeuwigheid zal ik niet beschaamd worden.

AKTE VAN LIEFDE.

Ter mijner liefde, o Jesus! hebt Gij dit allerheiligste Sacrament ingesteld. Ter mijner liefde wilt Gij door hetzelve bij mij intreden, en ü met mij vereenigen. O welk eene onbegrijpelijke, welk eene onschatbare liefde! deze uwe zoo onbegrijpelijke liefde overweldigt gansch mijn hart en doet het van liefde tot ü smelten. U bemin ik, o Jesus! dewijl Gij mij zoo wonderlijk en vurig bemint. U bemin ik, dewijl Gij om U zeiven waardig zijt bovenal bemind te worden; ik bemin U uit geheel mijn hart, uit geheel mijne ziel, uit al mijne krachten. O dat ik U zoo vurig

-ocr page 74-

45

bcminnfin konde golijk U vóór dezen uwe heilige en getrouwe dienaren bemind hebben op de aarde, 1 en U nu beminnen in den hemel! O dat ik U

beminnen konde op eene wijze, gelijk Gij om nwe oneindige Majesteit verdient bemind te worden ! Heer, Gij weet dat ik U vurig en uil al mijn vermogen verlang te beminnen. Hierom kom ik tot U, opdat ik door dit Sacrament van liefde tot U ontstoken worde en U bovenal, zonder einde, in het leven en in den dood, in den tijd en in de eeuwigheid beminnen moge

Ter uwer liefde, bemin ik ook mijnen naaste, en vergeef van harte aan allen en ieder in het bijzonder alles wat zij mij ooit misdaan hebben. Ik verwerp allen haat en afkeer. Ik wensch hun naar lichaam en ziel al wat ik mij zeiven wensch, en bid U, ontferm U over hen, gelijk ik bid, dat Gij U mijner in leven en dood ontfermet.

AKTE VAN BEROUW.

Tot nog toe, mijn Jesus! heb ik U niet bemind, ik beken het met een verslagen hart. Ik heb ü met gedachten, woorden en werken zeer beleedigd en vergramd. Ach, ware ik veeleer gestorven ! Ach, konde ik dien ongelukkigen tijd terugroepen , in welken ik U, liefderijke Zaligmaker, niet bemind, maar vergramd heb! Alhoewel ik hoop, o mijn Jesus! dat Gij mij door het heilig Sacrament van boetvaardigheid mijne

J

3*

-ocr page 75-

46

zonden vergeven hebt, verwek ik echter nog een berouw uit den grond mijns harten over mijne zonden, dewijl zij een gruwel zijn voor uw heilig aangezicht, en er niets hatelijker is voor uwe Majesteit. Ik herroep, verwerp en verzaak dezelve zoo veel ik kan , omdat ik ü als het opperste goed bemin en verlang altijd te beminnen. Nooit wil ik in het toekomende U door eenige zonden vrijwillig beleedigen. Hierom verlang ik U in het heilig Sacrament te ontvangen, opdat ik in dezen mijnen wil, in uwe genade, in den haat der zonden versterkt worde en U niet meer vergramme. Kom dan, o God mijns harten! en bezit mijn hart gansch en voor altijd, opdat het U nooit meer beleedige, maar U vurig en immer berainne. Kom, o Heer Jcsus!

AKTE VAN OOTMOEDIGHEID.

Wie ben ik, o Jesus! dat ik U durf roepen en in mijn hart noodigen ? wie ben ik en wie zijt Gij? O, dat ik mij en U oprecht kende! Gij zijt mijn God en mijn al, ik ben eene handvol stof en wat slijk der aarde, een niet; Gij zijt de almachtige Schepper, ik een ellendig schepsel. Gij zijt de Opperheer, ik een verachtelijk aard-wormpje; Gij zijt de groote, de sterke en oneindige God, de Heilige der heiligen, ik een kranke, een behoeftige, een ondankbare mensch, een boosaardige zondaar. Ik sidder en beef, o Jesus!

-ocr page 76-

47

wanneer ik uwe grootheid en mijne onwaardigheid bedenk. Uwe Heiligen hebben gevreesd U te naderen; Joannes, uw heilige voorlooper, heeft zich onwaardig geacht uwe schoenriemen te ontbinden; Petrus, uw Apostel, heeft zich niet waardig geacht bij ü in een schip te zijn, zeggende; Ga van mij weg. Heer! want ik ben een zondaar. Hoe durf ik dan bestaan, tot U te komen en U in mijn hart te ontvangen! Heer! ik zou zulks niet durven doen, indien Gij zelf mij daartoe niet noodigdet.

Ik beken voor hemel en aarde, dat ik niet waardig ben, dat Gij slechts uwe oogen op mij slaat, veel minder, dat Gij onder mijn dak komt. Nochtans, op uw bevel, op uw minnelijk verzoek, nader ik vol vertrouwen. Wel is waar. Gij zijt een God van eene ontzaglijke Majesteit, maar-Gij zijt tegelijk een Zaligmaker van eene onuitsprekelijke groote barmhartigheid. Ik ben uwe tegenwoordigheid ten hoogste onwaardig, maar ik heb dezelve ook ten hoogste noodig. Uwe verhevenheid en mijne onwaardigheid schrikken mij af en wederhonden mij van U; maar uwe barmhartigheid en mijne behoefte bewegen mij tot liefde en verlangen, en trekken mij met geweld tot U. Dit heilig Sacrament is geen Sacrament van vrees, maar een Sacrament van liefde, hierom kom ik met liefde en betrouwen tot U, o Jesus! ik weet hoe zeer ik uwe hulp noodig

-ocr page 77-

48

heb. Ik nader tot dit Sacrament van liefde als tot de bron van aüe genaden, om daar aan den overvloed uwer barmhartigheid te putten. Eertijds hebt Gij de zondaren ontvangen en met hen gegeten; zie, mijn Jesns! hier hebt Gij eenen zondaar, een armen, een ondankbaren , maar tegelijk een boetvaardigen zondaar. Ontvang mij en eet met mij; ja, geef mij U zeiven tot spijs, opdat ik daardoor in het geestelijke leven versterkt en bewaard worde.

AKTE VAN BEGEERTE,

Jesus! mijn Verlosser! mijn troost! mijne hoop! mijn toevlucht! mijn God en mijn al\' ik verlang naar ü. Als een ellendige zondaar verlang ik naar mijnen Zaligmaker; als een zwakke menscli naar zijnen sterken God; als een arme en behoeftige naar den Heer aller goederen; als een hongerige naar het brood der Engelen; als een dorstige naar de bron des levens. Kom , o Jesus! vervul mijn hartsverlangen, ontsteek mijn hart door uwe liefde! verblijd het door uwe tegenwoordigheid, vervul het met uwe genade. Naar U alleen verlangt mijn hart; kom. Heer Jesus, vereenig U met mij! kom spoedig, blijf met mij tot in eeuwigheid.

Nader tot de communiebank met de grootste zedigheid, de handen te zamen gevouwen , de oogen neêrgeslagen. Ontvang de H. Hostie met

-ocr page 78-

49

den communiedoek op de handen, het hoofd recht en stil houdende, de oogen nederwaarts, den mond behoorlijk geopend, de tong tot aan de onderste lip. Doe den mond zachtjes toe, wanneer de Priester de hand terugtrekt; iaat de H. Hostie een weinig op de tong rusten, tot dat zij wat vochtig wordt, om ze gemakkelijk door te zwelgen ; zeg ondertusschen met het hart; Het lichaam van onzen Heer Jesus Christus beware mijne ziel tot het eeuwige leven.

Verlaat de communiebank met denzelfden eerbied. Wacht u van spuwen en van aanstonds uit de kerk te gaan; stort gansch uw hart voor Jesus Christus uit, bewonder zijne goedheid, aanbid Hem, dank Hem, klaag Hem uwen nood, verzoek zijne genade, en offer u geheel aan Hem op.

AKTE VAN AAKBIDDING EN DANKZEGGING.

Ik heb U dan, o Jesus! waarlijk en wezenlijk bij en in mij, met Ziel en Lichaam , met Vleesch en Bloed, met Godheid en Menschheid. U, mijnen Heer en God, mijn Zaligmaker en ^rlosser; U, mijn laatste einde, mijn eenigen troost, mijne volkomene rust; mijnen God\'en mijn al heb ik bij en in mij: wees duizend en duizendmaal gegroet, o liefste Jesus! o opperste en eenigste goed mijner ziel! wees gegroet, o zaligheid der wereld! o bronader van alle goed

-ocr page 79-

50

en barmhartigheid! o getrouwste vriend mijner ziel! o mijn Heer en God!

Gansch verrukt in het overwegen uwer goedheid, werp ik mij in den afgrond mijner nietigheid neder, en aanbid U met ootmoed. Ik aanbid uw heilig Vleesch en Bloed, dat Gij mij tot spijs hebt toegereikt. Ik aanbid uw heilig Hoofd, dat om mijnent wil met doornen is gekroond geweest; uwe heilige Oogen, die om mijnent wil zoo vele tranen hebben vergoten; uwe heilige Ooren, die zoo vele lasterwoorden hebben gehoord ; uwen heiligen Mond, die mij de eeuwige waarheid heeft geleerd; uw heilig Aangezicht, dat door zoo vele harde slagen gansch misvormd is geweest; uwe heilige Handen en Voeten, die met nagelen doorboord en aan het schandelijk kruis zijn gehecht geweest; uwe heilige Armen, welke gij hebt uitgereikt om mij te ontvangen; uwe heilige Zijde, welke Gij ter mijner liefde hebt laten openen; uw heilig Hart, dat mij tot den dood toe heeft bemind. Ik aanbid uw heiligst Lichaam, in hetwelk Gij ontelbare smarten en wonden ter mijner liefde hebt geleden; uwe heiligste Ziel, die ter mijner liefde tot den dood toe bedroefd is geweest.

O welk eene groote, welk eene onbesefbare genade is het voor mij, dat Gij, o Heer en Koning van hemel en aarde, ü gewaardigd hebt tot mij te komen! Gij tot mij! Gij, oneindige

-ocr page 80-

51

Majesteit, tot mij, arm aardwormpje, Gij, volmaaktste heiligheid, tot mij, ondankbaren zondaar! van waar komt mij eene zoo groote, zoo onschatbare genade? Alleenlijk van uwe oneindige goedheid en barmhartigheid. Welken lof en dank, welke eer en liefde ben ik U hiervoor niet schuldig! o Jesus! indien ik duizend levens hadde, en U dezelve ten beste gave, dan zou dit nog maar iets verachtelijks en veel te gering voor eene zoo groote genade zijn. Wat quot;ik vermag, wil ik doen, o Jesus! ik dank, ik bemin, ik loof, ik eer, ik prijs uwe oneindige goedheid uit al mijne krachten. Ik noodig al uwe Heiligen, ja al uwe schepselen uit, om met mij en in mijne plaats U te loven en te danken.

Looi den Heer, gij, hemel en aarde! looft Hem, gij. Engelen en Aartsengelen! looft Hem, alle zalige Geesten en alle Heiligen in den hemel ! dankt Hem voor de mij bewezene genade; eert en prijst Hem daarom in eeuwigheid; Hij, die goed en machtig is, heeft mij groote en onbegrijpelijke dingen gedaan: Hij heeft met mij volgens zijne oneindige barmhartigheid gehandeld. O mochten al mijne ledematen in tongen en harten veranderd worden, om U, o Jesus! vurig te beminnen en zonder ophouden te danken! /00 dikwijls ik adem haai, zoo veel duizendmaal verlang ik U voor de mij nu bewezene weldaad te danken : zoo veel duizendmaal verlang ik U

-ocr page 81-

52

met uwe Cherubijnen en Serafijnen te eeren en te loven. Neem , o Jesus! deze begeerte van uw schepsel aan, en verleen genadig, dat ik U met uwe Heiligen beminnen , loven en danken moge in alle eeuwigheid.

OPDRACHT.

O Jesus 1 Gij hebt U in uw allerheiligste Sacrament geheel aan mij ten beste gegeven. Wal zal ik U tot teeken mijner dankbaarheid en wederliefde schenken ? al wat ik heb , is het uwe. Verlangt Gij mijn hart ? O welk eene geringe gift is dit met! en waarom hebt Gij mij slechts één hart gegeven ? o hadt Gij mij duizend harten geschonken, ik zoude D dezelve gaarne allen wedergeven; doch ik zou daardoor uwe liefde nog niet genoegzaam vergelden. Maar dewijl Gij mij maar één hart gegeven hebt, zoo schenk en offer ik U hetzelve met do grootste vreugde op. Met mijn hart draag ik U ook mijne ziel en mijn lichaan! op; mijne gedachten, woorden en werken; al wat ik ben , al wat ik heb. Mijn hart zal niemand beminnen dan U; mijne ziel en mijn lichaam zullen niemand dienen dan ü ; mijne gedachten, woorden en werken zullen ter uwer eer geschikt worden. Niets wil ik denken, niets zeggen , niets doen , waardoor Gij ook ;n het minste kunt beleedigd worden.

Zie hier het offer, dat ik ten dank voor uwe

-ocr page 82-

53

voeten leg: maar dewijl het nog veel te gering is in vergelijking uwer liefde en goedertierenheid, zoo vereenig ik hetzelve met al wat uwe Heiligen U ooit aangenaam en welhehagelijk hebben opgeofferd; met al het goed, dat in de gansche wereld nog gedaan wordt; ja met het allervol-komenste offer, dat Gij zelf uwen hemelschen Vader aan het kruishout opgedragen hebt. Laat dit mijn offer U aangenaam zijn, en toon mij verder uwe barmhartigheid.

U, o hemelsche Vader! offer ik ter zelfder tijd uwen eeniggeboren en liefsten Zoon op, welken ik ontvangen heb. Ik offer Hem U op met al zijne verdiensten en deugden, tot uwen lof en eer, tot dankbetuiging voor al de mij bewezene weldaden, tot voldoening voor al mijne zonden, tot verkrijging van al de genaden, die gij weet dat mij noodig of nuttig zijn. Ik offer Hem U op voor mijne ouders en bloedverwanten, voor vrienden en vijanden, voor levenden en dooden, voor allen, voor wie ik voorgenomen heb of schuldig ben te bidden. Barmhartige Vader! zie op het aangezicht van uwen Zoon, en ontferm U mijner volgens uwe groote barmhartigheid.

GEBED OM HULP,

Gij hebt ü gewaardigd, bij mij in te treden, o Jesus! niet alleen om mij uwe liefde te bewijzen , maar ook om over mij den rijkdom uwer

-ocr page 83-

54

goedheid uit te storten. Ik bid ü ootmoedig, voltrek in mij datgene, waarom Gij tot mij gekomen zijt. Laat mij de kracht uwer tegenwoordigheid gevoelen. Laat mij ondervinden, hoe aangenaam het is eenen zoo goeden God bij zich te hebben. Gij kunt, indien Gij wilt, mij in al mijnen nood helpen; want Gij zijl de machtige God. Aan uwe barmhartigheid kan ik ook niet twijfelen; want indien Gij niet oneindig barmhartig waart, zoudt Gij tot mij niet gekomen zijn; waarom zou ik dan op U niet hopen ? waarom zou ik niet mot een kinderlijk betrouwen tot U bidden?

U, o Jesus! is de staat mijner ziel beter be-kend\'dan mij. Gij weet, waar ik uwe hulp noodig heb, waar ik in het gevaar ben van U te vergrammen. Kom mij daar te hulp, o Jesus! bewijs mij uwe barmharligheid. Geef mij eene ware kennis en hoogachting uwer oppermajesteit, opdat ik opgewekt worde om U als mijnen Schepper en Heer getrouw te dienen; U als mijnen liefsten Vader, Verlosser en Weldoener, als mijn opperste goed vurig te beminnen; U als mijnen rechtvaardigen Rechter heiligiijk te vreezen. Geef mij, bid ik ü, eenen standvastigen en levendigen afschrik van alle zonden, bijzonderlijk van .. . waarvan mij de gewoonte zoo zeer ingeworteld en zoo nadeelig aan mijne zaligheid is. Laat niet toe, dat mijne ziel, die Gij tot uwe woning verkozen hebt, ooit door eenige zonde de woning van satan

-ocr page 84-

worde. Versterk mij dus tegen alle bekoringen, sta bij bij in alle gevaren, opdat ik U nooit vergramme.

Met één woord, geef mij, o goedertierenste Jesus, al wat tot mijne zaligheid noodig en voor-deelig is: wend alles af, wat aan mijne ziel hinderlijk of nadeelig is. Maak mij zalig. Laat eene ziel, die Gij zoo duur gekocht en nu met uwe wezenlijke tegenwoordigheid geheiligd hebt, niet verloren gaan. Jesus Christus, verhoor mij! groot zijn de genaden, die ik van U begeer, o Jesus! groot zijn mijne zonden, die mij ai deze genaden onwaardig maken; maar veel te groot is uwe liefde en uwe barmhartigheid, dan dat ik zou kunnen twijfelen, van ü verhoord te worden. Ontferm ü mijner, o Jesus! verhoor mij!

VERNIEUWING VAN HET GOEDE VOORNEMEN.

Allerliefste Jesus! gij hebt gezegd; die mijn Vleesch eet en mijn Bloed drinkt, blijft in Mij en Ik in hem. Met de grootste vreugd mijns harten neem ik deze uwe liefderijke belofte aan, en bid U, dezelve in mij te vervullen. Door uwé genade heb ik uw heilig Vleesch en dierbaar Bloed genoten; blijf bij mij en zorg dat ik ook in U blijve. Blijf bij mij door uwe genade, en laat mij nooit door de zonden van U gescheiden worden.

Niets smart mij zoo zeer, dan dat er een

-ocr page 85-

___

nc,

tijd geweest is, in welken ik U vergramd heb. ^ Ach, konde ik denzelven met mijn bloed terug-koopenl in het toekomende zal er zoo een on- ^ gelukkige tijd niet meer zijn. Indien Gij voorziet, ^ o Jesus! dat er ooit een oogenblik in mijn leven zou zijn, waarop ik ü zwaar zoude vergrammen, ;l ^ ik bid U, laat mij liever op dit oogenblik in uwe ^ genaden sterven, dan eenen zoo rampzaligen ^ stond te beleven; want ik vrees den dood zoo ^ zeer niet, als do beleediging uwer Majesteit.

Mijn voornemen is, liever te sterven dan te zon- ^ digen. Dit voornemen, dat ik vóór en in de heilige Biecht gemaakt heb, vernieuw ik uit geheel mijn hart. Ik wil U voortaan ijveriger dienen, zorgvuldiger de zonden vermijden, mij zeiven vlijtiger in het goede oefenen. Bijzonderlijk wil ik mijne beternis toonen in dit punt . . . Dit is mijn onveranderlijk besluit, mijn vast voornemen. Dit leg ik voor den troon uwer barmhartigheid neder.

Gij, o Jesus! hebt mij de kracht gegeven om het te maken, geef mij ook genade, om hetzelve in het werk te stellen.

BEDE OM DEN HEILIGEN ZEGEN.

Laat nu, o Heer! uwen dienaar in vrede gaan. Maar alvorens bid ik U zeer ootmoedig om vergiffenis van alles, waarin ik bij het na- | deren tot uw heilig Sacrament te kort gebleven ben. Verleen genadig dat ik de volgende Gom-

-ocr page 86-

57

munie raet meer ijver, liefdeen eerbied ontvangen moge. Geef mij uwen heiligen zegen, voor dat ik wegga. Zegen mij gelijk Gij uwe lieve Leerlingen gezegend hebt, voor dat Gij van hen geseheiden en ten hemel opgeklommen zijt. Zegen, o Jesus! mijne ziel en mijn lichaam, mijn geheugen , verstand en wil; mijne gedachten, woorden en werken. Zegen den ganschen overigen tijd mijns levens, opdat ik in uwen heiligen dienst tot het einde toe standvastig volharde.

Zegen mij in mijn leven, opdat ik niets zegge, niets denke, niets doe, dat U mishage. Zegen mij in mijn doodsuur, opdat ik, onderworpen aan uwen wil, in uwe genade en vriendschap sterve. Bewaar mij voor eenen haastigen, onvoor-zienen, onzaligen dood. Laat mij niet sterven voor dat ik waardig de heilige Sacramenten ontvangen heb, welke Gij tot mijne en aller zondaren troost in uwe H. Kerk hebt ingesteld. Bescherm mij in het uur des doods tegen al de bekoringen van den boozen geest; versterk mij in de smarten en angsten des gemoeds, en neem mijnen geest op in het gezelschap uwer heilige Engelen, waarin ik U dan gedurende de geheele eeuwigheid loven en danken zal. Amen.

Men kan bij deze gebeden vóór en na de Communie voegen de Litanie en andere gebeden tot Jesus in het allerheiligste Sacrament, alsmede

4

-ocr page 87-

58

de Litanie en andere gebeden tot het H. Hart van Jesus.

Men kan hiertoe ook niet genoeg aanprijzen het lezen van het vierde boek van de Navolging van Christus, door Thomas a Kempis, en de Bezoeken bij hel allerheiligste Sacrament, opgesteld door den H. Alphonsus de Liguori.

Keer, na uwe dankzegging geëindigd te hebben, zedig naar huis: breng den dag in de grootste godsvrucht door, woon met meerdere vurigheid de goddelijke diensten bij. Lees de levens der Heiligen, den H. Rozenkrans, enz., on gedraag u verder in het toekomende zoo heiliglijk, dat gij met den H. Paulus moogt zeggen; Ik leef, ik nu niet, maar Christus leeft in mij.

-ocr page 88-

59

GEBED

OM EENEN

AFLAAT TE VERDIENEN.

O genadige God, hemelsche Vader, die den Koning David wel zijne zonden hebt vergeven, maar hem niettemin voor dezelven nog tijdelijke straffen hebt doen ondergaan, opdat Gij zoo wel aan Uwe rechtvaardigheid als aan Uwe barmhartigheid voldoen zoudrt; Gij ziet mij thans met overgroote zonden beladen; want, alhoewel ik hoop, in het H. Sacrament der Biecht door Uwe genade de eeuwige pijnen der hel ontkomen te zijn, vrees ik echter, dat ik door mijn gering berouw of andere gebreken U nog veelvuldige tijdelijke straffen schuldig ben, voor welke ik in dit ol\' in het andere leven aan Uwe Goddelijke rechtvaardigheid zal moeten voldoen.

Maar overweeg, bid ik U, o Heer, de ein-delooze verdiensten van Jesus Christus, Uwen Zoon, gedenk de verdiensten van alle Heiligen en Gelukzaligen en bijzonderlijk van de Allerheiligste Maagd en Moeder Gods Maria, welke verdiensten bij U bewaard blijven tot vergeving onzer tijdelijke straffen, en die ons door de mede-

-ocr page 89-

60

deelingen onzer Moeder de H. Kerk worden toegevoegd. Verleen ons, o Heer! dat wij volkomen aan dezen onwaardeerbaren scliat Uwer Kerk deelachtig worden door een levend Geloof, eene vaste Hoop en eene brandende Liefde tot Jesus onzen Verlosser, die eene onuilputbare bron van barmhartigheid is. Daarom bid ik Uwe Goddelijke Majesteit voor de verheffing en uitbreiding onzer Moeder de H. Kerk, opdat het U behage, haar altijd te beschermen en haar volgens Uwe belofte nimmer te verlaten. Dat deze Kerk, welke Gij uit enkele genade van alle eeuwen hebt verkoren, welke Gij door zoo vele krachtige middelen tot U getrokken en voor Uwe Bruid hebt aangenomen, altijd door Uwen Geest leve. Laat over haar de kracht Uwer genade schijnen, welke Gij, toen Gij haar aannaamt, haar tot een geschenk hebt gegeven; bestuur haar, bevredig haar in- en uitwendig, en laat ons, hare kinderen, in dat rijk aanlanden, waar alleen wezenlijk geluk en bestendigheid huisvesten.

Vernietig door Uwen krachtigen arm de ketterijen en scheuringen, welke het onverdeelbare kleed des Geloofs aanranden, maar spaar de bewerkers van die onheilen, beweeg hen tot betere gedachten te komen, en vereenig weder met Uwe Kerk allen, die van haar gescheiden zijn. Wees gedachtig, o Schepper, dat hunne zielen het werk Uwer handen, naar Uw beeld enge-

-ocr page 90-

61

lijkcnis geschapen zijn, stel ü den bitteren dood voor oogen, dien Jesus, Uw eenige Zoon voor hunne zaligheid ondergaan heeft; gedenk dat zij door hetzelfde dierbaar Bloed zijn vrijgekocht, gelijk wij; trek hen uit de duisternis, en geleid hen lol het licht, opdat zij met uns aan de eeuwige vreugde deelachtig worden.

Opperhoofd Uwer Kerk, Goddelijke Jesus, zegen Uwen sledehouder, onzen H. Vader den Paus, gewaardig U, hem een lang leven te schenken; maak zijne regering gelukkig op de aarde, en lever hem niet over aan het geweld

\' O

zijner vijanden. Geleid hem genadiglijk langs den weg der eeuwige zaligheid, opdat hij door Uwe hulp begeerc, hetgeen ü behagelijk is, en hetzelve met alle kracht volbrenge. Vervul ook met Uwen II. Geest de Kardinalen, Patriarchen, Aartsbisschoppen, Bisschoppen, Prelaten en alle andere geestelijke personen, opdat hunne goede werken, bun arbeid en stichtelijk leven ons tot riglsnoer van ons leven strekken en tot hel eeuwige leven geleiden.

Ik bid U ook, o Koning der koningen, dat Gij aan alle wereldlijke opperhoofden in het Christendom , alle koningen en christelijke gezagvoerders de volle vereeniging, vrede en overeenstemming wilt schenken; vereenig hen zoo nauw, o God van liefde en eendracht, dat twist hen nimmer store; laat Uw volk in rust bloeien,

4\'

-ocr page 91-

62

vooral in deze landen, en laat ons dien vrede genieten, welken Uwe goedheid en bijzondere zegen ons alleen kunnen schenken. Doe ook de plagen ophouden, o barmhartige Heer! welke wij door onze zonden meer dan dubbel verdienen; laat den onschuldige niet om den schuldige lijden, noch straf den rechtvaardige om den onrechtvaardige , maar laat allen Uwe overgroote barmhartigheid ondervinden.

Verleen eindelijk, o Verlosser van het men-schelijk geslacht, aan allen die in doodzonden zijn, de genade tot boetvaardigheid; aan hen, die in doodsgevaar zijn, den zaligen uitgang uit dit leven; aan al mijne bloedverwanten, vrienden en vijanden, aan alle menschen en ook aan mij Uwen bijzonderen bijstand om wél te leven en de overgroote gave van volharding; dit smeek ik U, o liefderijke Jesus, die met God den Vader en den H. Geest een eenig God, leeft en regeert in alle eeuwigheid. Amen.

Als men den Aflaat aan de zielen in het Vagevuur

ivil toevoegen, kan men lot dat einde het volgende gebed doen.

Groote God, onuitputbare bron van goedheid en liefdel Gij voorziet in de lijdelijke en eeuwige behoeften Uwer schepselen. Zoo stelt Gij ons in staat om de zielen onzer broeders en zusters.

-ocr page 92-

63

die ons reeds in den dood zijn voorgegaan, van de banden te ontslaan, die hen tot nog toe Uw aanschijn doen derven. O Welk geluk voor mij, als ik door mijne gebeden, door mijne goede werken den overgang eener ziel tot U bespoedig; welke erkentelijkheid zal zij in den Hemel zijnde, aan mij betoonen! Verhoor dan, o Zaligmaker onzer zielen, mijn ootmoedig smeeken; ik smeek U om de verlossing Uwer oprechte vrienden, voornamelijk van N. en N., voor wier verlossing ik dezen Aflaat, den onwaardeerbaren prijs des Goddelijken Bloeds uit het binnenste mijns harten opoffer; en mochten dezen dien Aflaat niet noodig hebben, gewaardig U dan, denzelven aan die zielen toe te voegen, voor welke geene bijzondere gebeden gestort worden, beschik over denzelven gelijk het U behaagt. Verlos deze naar U verlangende zielen toch spoedig uit de verschrikkelijke pijnen, doe haar tot het bezit Uwer heerlijkheid geraken, opdat zij U van aanschijn tot aanschijn in alle eeuwigheid loven en danken. Amen.

Om de Aflaten te verdienen , moet men in staat van genade zijn; men moet de voorgeschrevene gebeden godvruchtig lezen en de andere vereischte voorwaarden volbrengen; men moet de meening hebben om de Aflaten te verdienen en zich ontdoen van alle gehechtheid aan de zonde.

-ocr page 93-

64

Om eenen vollen Aflaat te verdienen, moet men Xquot; een waar en oprecht leedwezen hebben over zijne zonden, 2quot; eene goede Biecht doen, 3e godvruchtig communiceeren, 4° God vurig bidden volgens de raeening der H. Kerk.

Degenen die gewoonlijk alle weken biechten en communiceeren, kunnen al de volle Aflaten (het Jubile uitgezonderd) verdienen , welke gedurende de week voorkomen, zonder eiken keer te biechten, indien zij in staat van genade volharden.

Somtijds wordt de Biecht en de H. Communie niet vereischt om eenen vollen Aflaat te verdienen, zooals den vollen aflaat, die verleend is aan het bezoeken der Statiën van den Kruisweg, en dien, welken de leden van de Broederschap der gedurige aanbidding eens in de maand kunnen verdienen door een uur het Allerheiligste te aanbidden; doch men moet in staat van genade zijn.

-ocr page 94-

65

LITANIE

VAK DE

ALLERHEILIGSTE DRIEVULDIGHEID.

DES ZONDAGS.

Meer, ontferm U onzer!

Christus, ontferm U onzer !

lieer, ontferm U onzér!

Christus, hoor ons!

Christus, verhoor ons!

God hemelsche Vader, ontferm U onzer! God Zoon, Verlosser der wereld!

God H. Geest,

H. Drievuldigheid, één God,

Heer, die een Geest zijt, en in geest en waarheid wilt aanbeden worden,

Heer, wiens Godheid noch goud, noch zilver, noch steen, of iels dergelijks is. Heer, aan wien niemand gelijk is, en huiten

vvien er geen God is,

Koning der eeuwen, die alleen van natuurs-

wege de onsterfelijkheid hebt,

Groote God, uit wien alles voortkomt, en

door wien alles behouden wordt.

Heer, in wien wij leven, ons bewegen en ons aanzijn hebben,

-ocr page 95-

64

Om eenen vollen Aflaat te verdienen, moet men Xquot; een waar en oprecht leedwezen hebben over zijne zonden, 2quot; eene goede Biecht doen, 3e godvruchtig communiceeren, 4° God vurig bidden volgens de raeening der H. Kerk.

Degenen die gewoonlijk alle weken biechten en communiceeren, kunnen al de volle Aflaten (het Jubile uitgezonderd) verdienen , welke gedurende de week voorkomen, zonder eiken keer te biechten, indien zij in staat van genade volharden.

Somtijds wordt de Biecht en de H. Communie niet vereischt om eenen vollen Aflaat te verdienen, zooals den vollen aflaat, die verleend is aan het bezoeken der Statiën van den Kruisweg, en dien, welken de leden van de Broederschap der gedurige aanbidding eens in de maand kunnen verdienen door een uur het Allerheiligste te aanbidden; doch men moet in staat van genade zijn.

-ocr page 96-

65

LITANIE

VAK DE

ALLERHEILIGSTE DRIEVULDIGHEID.

DES ZONDAGS.

Meer, ontferm U onzer!

Christus, ontferm U onzer !

lieer, ontferm U onzér!

Christus, hoor ons!

Christus, verhoor ons!

God hemelsche Vader, ontferm U onzer! God Zoon, Verlosser der wereld!

God H. Geest,

H. Drievuldigheid, één God,

Heer, die een Geest zijt, en in geest en waarheid wilt aanbeden worden,

Heer, wiens Godheid noch goud, noch zilver, noch steen, of iels dergelijks is. Heer, aan wien niemand gelijk is, en huiten

vvien er geen God is,

Koning der eeuwen, die alleen van natuurs-

wege de onsterfelijkheid hebt,

Groote God, uit wien alles voortkomt, en

door wien alles behouden wordt.

Heer, in wien wij leven, ons bewegen en ons aanzijn hebben,

-ocr page 97-

68

uit geheel onze ziel, uit geheel ons verstand en uit al onze krachten te beminnen, Dat wij uwen 11. Naam nooit lichtvaardig gebruiken,

Dat wij de Zon- en Heiligendagen, die U zijn ^ toegewijd, in godsdienstige en andere goede ^ werken mogen overbrengen en heiligen, |[ Dat wij onze ouders en alle overheden eerbied o

en gehoorzaamheid om uwent wil bewijzen , Dat wij nooit het leven of de eer van onzen -evenmensch krenken, 5

Dat onze zielen nimmer door onkuische wer- gquot; ken, woorden, begeerten of gedachten ° besmet worden , 2

Dat wij nooit iemand door onrechtvaardigheid quot;

beschadigen,

Dat wij onzen mond van valsche getuigenis

en alle leugentaal zorgvuldig bewaren, Dat Gij onze harten tot het onderhouden

uwer geboden wilt neigen,

Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, spaar ons, Heer!

Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, verhoor ons, lieer!

Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, ontferm ü onzer!

Allerheiligste Drievuldigheid, hoor ons! Allerheiligste Drievuldigheid , verhoor ons!

Onze Vader, enz.

-ocr page 98-

69

Almachtige en eeuwige God die uwe dienaren door de belijdenis van het ware geloof de heerlijkheid der eeuwige Drievuldigheid hebt doen kennen, en in de oppermachtige Majesteit geleerd hebt één wezen te aanbidden, wij bidden U, dat wij door de standvastigheid van het zelfde geloof van allen tegenspoed bevrijd mogen worden, door Jesus Christus, onzen lieer. Amen.

LOFZANG

TE DEUM LAUDAMUS,

OM GOD VOOR DE ONTVANGENIS WELDADEN TE BEDANKEN.

U, o God ! loven wij; U, o Heer! belijden wij.

U, eeuwige Vader, vereert de gansche aarde.

U loven alle Engelen, alle Hemelen, alle Machten

U roepen de Cherubs en Serafs onophoudelijk toe;

Heilig, heilig, heilig is de Heer, de God der Heerscharen.

Hemel en aarde zijn vol van de Heerlijkheid Uws Naams.

U looft het heerlijke koor der Apostelen.

U prijst de lofwaardige schaar der Profeten.

U roemt het luisterrijke heer der Martelaren.

-ocr page 99-

70

U erkent de heilige Kerk, over de gansche anrde.

ü, Vader der oneindige Heerlijkheid.

En Uwen waren, eenigen, aanbiddenswaar-digen Zoon.

Alsmede den Heiligen Geest, den Trooster.

Christus! Gij zijt de Koning der heerlijkheid.

Gij zijt de eeuwige Zoon des Vaders.

Gij hebt, toen Gij, om den mensch te verlossen, de menschheid zoudt aannemen, den schoot eener Maagd niet geschroomd.

Gij hebt den prikkel des doods verwonnen, en den geloovigen het Hemelrijk geopend.

Gij zijt gezeten ter rechterhand Gods, in de Heerlijkheid des Vaders.

Wij gelooven, dat Gij eenmaal, als Rechter, zult wederkomen.

Daarom (bij deze woorden knielt men neder) bidden wij ü, kom Uwe dienaren te hulp, welke Gij door Uw dierbaar bloed hebt vrijgekocht.

Laat hen allen, in Uwe eeuwige heerlijkheid, onder Uwe Heiligen geteld worden.

Heer! behoud Uw volk, en zegen Uw erfdeel.

Heersch over hen, en verhef ze tot in eeuwigheid.

Dagelijks loven wij U.

En prijzen wij Uwen naam in eeuwigheid en in eeuwigheid der eeuwigheden.

Gelief ons, o Heer! heden voor alle zonden te bewaren.

-ocr page 100-

71

Ontforrn U onzer, o Heer! ontferm ü onzer. Laat ons, o Heer! Uwe barmhartigheid ontwaren, gelijk wij op U vertrouwd hebben.

Op U, o Heer! heb ik vertrouwd: in eeuwigheid zal ik niet beschaamd worden.

v. Laat ons den Vader en den Zoon en den Heiligen Geest loven.

r Laat ons Hen loven en verheffen in eeuwigheid

LAAT ONS BIDDEN.

O God, wiens barmhartigheden oneindig zijn, en wiens goedheid een onuitputbare schat is, wij danken üwe Majesteit voor de verleende weldaden en bidden onophoudelijk üwe goedertierenheid , dat Gij, die den biddenden geeft, hetgeen zij vragen, hen niet verlaat, maar tot het lekomen der toekomstige vergelding voorbereidt. Door onzen Heer Jesus Christus. Amen.

-ocr page 101-

72

LITANIE

VAN DEN

HEILIGEN GEEST.

DES MAANDAGS.

Heer, ontferm U onzer!

Christus, ontferm U onzer!

Heer, ontferm U onzer!

Christus, hoor ons!

Christus, verhoor ons!

God hemelsche Vader, ontferm U onzer!

God Zoon, verlosser der wereld,

God H. Geest,

H. Drievuldigheid, één God,

H. Geest, die van den Vader en den Zoon

voortkomt,

Geest der eeuwige waarheid,

Geest van wijsheid en verstand,

Geest van raad en sterkte.

Geest van de vrees des Heeren,

Geest van heiligmaking,

Geest van kracht, liefde en matigheid. Geest, door wiens ingeving de Profeten gesproken hebben.

-ocr page 102-

73

H. Geest, wiens zalving ons alle dingen leert, H. Geest, die de dolende zondaren bekeert, H. Geest, die uwe ware geloovigen van één

hart en ééne ziel maakt,

H. Geest, die uwen kinderen den waren

vrijdom verleent,

11. Geest, die de dubbelhartigen en geveinsden ontvlucht,

H. Geest, die de ziel van het lichaam der

heilige Kerk zijt,

H. Geest, die ons de duisterheden van de II. Schrift door uwe H. Kerk verklaart, H. Geest, die over de Apostelen zijt nedergedaald, en in hunnen mond uwe woorden gesteld hebt, M. Geest, die alléén ons Gods wet kunt

doen volbrengen,

H. Geest, die zelf ook de gever van het

bidden zijt,

H. Geest, die zelf in en voor ons bidt

door onuilsprekelijke verzuchtingen, H. Geest, die onze harten van droefheid verlost, en die met liefde, blijdschap en vrede vervult,

H. Geest, die het geduld, de goedertierenheid en goedheid geeft,

H. Geest, die onze zielen met zachtmoedigheid en zedigheid versiert,

H. Geest, die ons de onthouding en kuisch-heid verleent,

5

-ocr page 103-

74

H. Geest, die de liefde Gods in onze harten uitstort,

H, Geest, die in uwe geloovigen als in uwe

tempels woont,

H. Geest, die uit uwe geloovigen stroomen

van levende wateren doet voortvloeien, H. Geest, door wien wij nu niet meer slaven, maar kinderen Gods en erfgenamen des Hemels zijn,

H. Geest, door wien de slaafsche vreesachtigheid is weggenomen, en Gods kinderen met liefde en betrouwen roepen tot hunnen Vader, H. Geest, die ons naar de voltrekking onzer aanneming en verlossing doet zuchten en verlangen,

H. Geest, die in ons wonende, onze sterfelijke lichamen zult levend maken,

Wees genadig, spaar ons, lieer!

Wees genadig, verhoor ons, Heer!

Van alle zonde, verlos ons, Heer! Van vermetelheid en wanhoop. Van ongeloovigheid en hardnekkigheid tegen

de bekende waarheid.

Van alle bekoringen en lagen des duivels, Van afgekeerdheid, tweedracht, gramschap

en nijd tegen onzen naaste.

Van alle onreinheid van ziel en lichaam , Van onboetvaardigheid en verhardheid des gemoeds,

-ocr page 104-

75

Van allen geest, die aan ü tegenstrijdig is, Door uwe altijddurende voortkomst van den

Vader en den Zoon, ^

Door uwe wonderbare werking, door welke S. Christus in het lichaam van de zuivere ° Maagd ontvangen is, §

Door uwe nederdaiing over Christus ten lijde 1-zijns Doopsels, g

Door uwe komst over de leerlingen van ■-

Christus,

In den dag des oordeels.

Wij zondaren, wij bidden U verhoor ons! Dat wij nooit de begeerten des vleesches volbrengen,

Dat Gij den geest der rechtvaardigheid in

onze harten wilt vernieuwen,

Dat Gij van ons nooit weggaat, ^

Dat Gij ons wilt versterken, om vroom het ~ goede uit te werken, Sr

Dat wij U nooit bedroeven.

Dat wij U nooit wederstaan, -G

Dat Gij onze harten zóó wilt vervullen, daJiX^ de vermaken der wereld in ons gpehe^gquot; plaats vinden,

Dat wij alle geesten niet gelooven ■ \'maar g

wijselijk onderscheiden of zij uk God zijn, Dat wij, door uwe genade, in den geest r der zachtmoedigheid de zondaren onderrichten en vermanen

\\ V

-ocr page 105-

Dat wij altijd arm van geest mogen zijn,

Dat Gij ons de christelijke en heilige droet-

heid wilt loeren, , ^

Dat Gij ons hongerig en dorstig naar de

rechtvaardigheid wilt maken,

Dat Gij ons de zachtmoedigheid en barmhar- s;

tio-heid tot alle menschen wilt instorten, = Dat ^wij den vrede met onzen naaste zoo ö onderhouden, dat wij kinderen Gods mo- g gen genoemd worden, g-

Dat Gij ons zuiver van harte wilt maken, o opdat wij God mogen zien, o

Dat wij de vervolging, om de rechtvaardig- «

heid, als een zonderling geluk achten. Dat Gij ons tot het einde toe in het goede

leven wilt bevestigen,

Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt,

spaar ons. Heer!

Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt,

verhoor ons, lieer!

Lam Gods, dut de zonden dei wereld wegneemt,

ontferm U onzer!

Christus, hoor ons!

Christus, verhoor ons!

Heer, ontferm U onzer!

Onze Vader, enz.

O God! die de harten der geloovigen dooi de verlichting van den H. Geest hebt onder-

-ocr page 106-

77

wezen, geef ons, dat wij in denzelfden Geest de ware wijsheid bezitten, en ons altijd over zijne vertroosting mogen verblijden. Door onzen lieer Jesus Christus uwen Zoon. Amen

LOFZANG VENI CREATOR,

OM DE GENADE DES HEILIGEN GEESTES AF ÏE SMEEKEN.

Kom Schepper, Heilige Geest, bezoek de harten Uwer geloovigen; vervul met Uwe genade de zielen, die Gij geschapen hebt.

Gij zijt onze Trooster, de gave van den lénigen God, de bron des levens, het vuur, de liefde en de geestelijke zalving.

Gij zijt zevenvoudig in Uwe gaven. Gij zijt de vinger van \'s Vaders rechterhand; Gij zijt de belofte des Vaders, die onze tongen doet spreken.

Ontsteek Uw licht in onze zinnen, stort Uwe liefde in onze harten, en versterk ons zwak vleesch voortdurend met de kracht Uwer genade.

Verdrijf den vijand ver van ons en geef ons duurzamen vrede, opdat wij onder Uwe leiding schuwen al wat ons tot zonde kan brengen.

Laat ons door U den Vader en den Zoon kennen en altijd gelooven, dat Gij de Geest van beiden zijt.

Glorie zij God den Vader en den Zoon, die van den dood verrezen is en den Vertrooster, den Heiligen Geest, in alle eeuwigheid. Amen.

-ocr page 107-

78

LITANIE

VAN DEN

ZOETEN NAAM JESUS.

OP DINSDAG.

(Een aflaat van 300 (lagen verleend door Z. H. Paus Pius IX aan de geloovigen van liet Aartsbisdom van Utrecht en het Bisdom van Haarlem, die godvruchtig deze litanie zullen bidden.)

Heer, ontferm U onzer!

Christus, ontferm U onzer !

Heer, ontferm ü onzer!

Jesus, hoor ons !

Jesus, verhoor ons!

God, Hemelsche Vader, ontferm U onzer!

God, Zoon, Verlosser der wereld.

God, Heilige Geest,

Heilige Drievuldigheid, één God,

Jesus, glans des Vaders, S

Jesus, gloed van het eeuwig licht, g

Jesus, Koning der glorie,

Jesus, zon der rechtvaardigheid,

Jesus, Zoon der 11. Maagd Maria, §

Beminnelijke Jesus,

Wonderbare Jesus,

Jesus, sterke God ,

Jesus, Vader der toekomende eeuw ,

-ocr page 108-

79

Jesus, Verkondiger van het groote raadsbesluit,

Allermachtigste Jesus,

Allergeduldigste Jesus,

Allergehoorzaamste Jesus,

Jesus, zachtmoedig en ootmoedig van harte, minnaar der zuiverheid,

onze minnaar,

God des vredes,

oorsprong des levens ,

toonbeeld der deugden, zielenijveraar,

onze God,

onze toevlucht,

Vader der armen ,

schat der geloovigen,

goede Herder,

waarachtig licht,

eeuwige wijsheid ,

oneindige goedheid,

onze weg en ons leven,

blijdschap der Engelen,

Koning der Oudvaders,

Meester der Apostelen ,

Leeraar der Evangelisten,

sterkte der Martelaren,

licht der Belijders,

zuiverheid der Maagden ,

kroon van alle Heiligen,

-ocr page 109-

80

Wees genadig , spaar ons, Jesus !

Wees genadig, verhoor ons, Jesus!

quot;Van alle kwaad , verlos ons, Jesus !

Van alle zonde,

Van uwe gramschap,

Van de lagen des duivels,

Van den geest der onkuischheid ,

Van den eeuwigen dood,

Van de verwaarloozing uwer inspraken ,

Door het geheim uwer H. Menschwording, §.

Door uwe geboorte , r/gt;

Door uwe kindsheid , §

Door uw goddelijk leven,

Door uwen arbeid , gf

Door uwen doodstrijd en lijden,

Door uw kruis en uwe verlatenheid ,

Door uwe droefheden,

Door uwen dood en uwe begrafenis ,

Door uwe verrijzenis,

Door uwe hemelvaart,

Door uwe vreugden,

Door uwe glorie,

Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld,

spaar ons, Jesus!

Lam Gods , dat wegneemt de zonden der wereld,

verhoor ons, Jesus!

Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld,

ontferm U onzer, Jesus!

Jesus, hoor ons 1 Jesus, verhoor ons 1

-ocr page 110-

81

LAAT ONS BIDDEN.

Hefir Jesus Christus, die gezegd hebt: vraagt en gij zult verkrijgen, zoekt en gij zult vinden, klopt en u zal worden opengedaan: wij smeeken U, geef ons, op ons bidden, het vuur uwer goddelijke liefde, opdat wij U met geheel ons hart, onzen mond en onze werken beminnen, en nimmer ophouden U te loven.

Maak, o Heer, dat wij altijd uwen heiligen Naam vreezen en te gelijk beminnen; nooit immers houdt Gij op, hen le besturen, die Gij stelt in de vastheid uwer liefde. Door denzelfden Jesus Christus, onzen Heer. Amen.

LITANIE

VAN DE

HEILIGE ENGELEN.

DES WOENSDAGS.

Heer, ontferm U onzer!

Christus, ontferm U onzer!

Heer, ontferm ü onzer!

Christus, hoor ons!

Christus, verhoor ons!

5\'

-ocr page 111-

God, Hemelsche Vader, ontferm U onzer! God, Zoon, Verlosser der wereld, ontferm ü onzer God, H. Geest, ontferm U onzer! H. Drievuldigheid, één God, ontferm U onzer H. Maria, bid voor ons!

H. Michael, bid voor ons!

H. Gabriël, bid voor ons!

H. Raphaël, bid voor ons!

H. Bewaarengel, bid voor ons!

Alle HH. Engelen en Aartsengelen,

Die altijd uwen Schepper met eene uitnemende liefde bemind hebt.

Die nooit in eenige de minste zonde zijt gevallen,

Goddelijke dienaren, die altijd bereid zijt tot

den dienst van Gods opperste Majesteit, Die u met allen eerbied in zijne tegenwoordigheid houdt,

Die in alles zijnen heiligen wil volbrengt. Zuivere Geesten, aan wie God onze bewaring

heeft bevolen,

Die gesteld zijt, om de macht des duivels

van ons af te weren,

Die, door het ingeven van goede gedachten,

van ons de booze invallen verdrijft. Die ons, door goede bewegingen, de zondige driften doet overwinnen, HH. Bestuurders, die ons van de gelegenheden tot zonde verwijdert,

-ocr page 112-

83

Die ons gedurig door goede ingevingen tot

de deugd vermaant, ~

Die niet dan onze zaligheid zoekt.

Die u in ons vroom leven verheugt, §

Die te zamen met ons om Gods genade bidt, 0quot; en ons tot bidden opwekt. ^

Die onze gebeden en goede werken aan God

opdraagt,

Wees genadig, spaar ons. Heer.

Wees genadig, verhoor, ons Heer.

Van alle genegenheden tot zonden, door uwe

HH. Engelen, verlos ons, Heer.

Van het misbruik uwer genaden, door uwe

HH Engelen,

Van alle gevaar naar ziel en lichaam, door

uwe Hit. Engelen,

Van alle kwade gezeiscliappen, door uwe

HH. Engelen, g

Van alle onkuischheid, door uwe HH. Engelen, ir Van alle zondige bekoringen, door uwe HH. ^ Engelen, S

Van alle kwaadwilligheid ten opzichte onzer _ oversten, door uwe HH. Enwelen. ~

\' ö \' O

Van alle onachtzaamheid ten opzichte van — onze onderhoorigen, door uwe HH. Engelen ,

Van alle traagheid in U te dienen, door uwe HH. Encrelen,

c.» \'

Wij zondaren, wij bidden U, verhoor ons!

-ocr page 113-

84

Dat wij in alles aan het bestuur uwer HH.

Engelen onderdanig zijn,

Dat wij de goede gedachten, welke /.ij ons

ingeven, inachtnemen,

Dat wij altijd hunne aansporing lot de deugd involgen,

Dat wij hen door onze traagheid en onachtzaamheid niet bedroeven, en hen van ons niet vervreemden,

Dat wij hen mogen navolgen in U te be- J;

minnen en onderdanig te zijn, g

Dat wij, naar hun voorbeeld, gaarne onze g. naasten dienen, ook hen, die minder zijn 3 dan wij,

Dat wij geduldig de gebreken van andere | menschen mogen verdragen, gelijk zij de g-onze verdragen,

Dat wij onze naasten door geene kwade voor- o beelden verergeren, _ quot;

Dat wij hen, zoo veel in ons vermogen is,

van alle kwaad bevrijden,

Dat wij door woorden en werken hunne zaligheid trachten te bevorderen.

Dat uwe HH. Engelen ons in ons sterfuur

willen bijstaan,

Dat wij met hen U in eeuwigheid mogen

loven en danken,

Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, spaar ons. Heer!

-ocr page 114-

85

Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt,

verhoor ons, Heer!

Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt,

ontferm u onzer!

Christus, hoor ons!

Christus, verhoor ons!

Heer, ontferm U onzer!

Onze Vader, enz.

O God! die door eene onuitsprekelijke voorzienigheid uwe HH. Engelen tot onze bewaring gewaardigt te zenden, verleen ons, die U smee-ksn, dat wij door hunne hulp altijd beschermd worden, en hun gezelschap eeuwig mogen ge-genieten. Door Christus onzen Heer. Amen

GEBED TOT DEN H. BEWAARENGEL.

O, H. Engel, welken God door een uitwerksel zijner goedheid jegens mij met de zorg van mijn geleide belast heeft, gij, die van het eerste oogenblik mijns levens mij nooit verlaten hebt, die dag en nacht aan mijne zijde zijt om mij bij te staan , om mij van het kwaad af te houden en tot het goed op te wekken, ik dank u zeer ootmoedig en smeek u, o minnelijke beschermer, mij uwe liefdadige zorg te willen blijven betoenen. Wees mijne hulp in mijne noodwendigheden, mijn troost in mijne droefheid, mijn steun in mijne mismoedigheden; bescherm mij tegen de vijanden

-ocr page 115-

86

mijner zaligheid, verwijder mij van de gelegenheden tot zonde, verwerf mij genade, om naar uwe inspraken te luisteren, en om dezelve getrouw te volgen, maar bovenal bescherm mij in het uur van mijnen dood, en verlaat mij niet, voordat gij mij in het verblijf der eeuwige rust zult gebracht hebben. Amen.

LITANIE

VAN HET

ALLERHEILIGSTE SACRAMENT.

DES DONDERDAGS.

Heer ontferm ü onzer!

Christus, ontferm U onzer!

Heer, ontferm U onzer!

Christus, hoor ons!

Christus, verhoor ons!

God, Hemelsche Vader, S

God, Zoon, Verlosser der wereld, |\'

God, Heilige Geest,

Heilige Drievuldigheid, één God, ^

Levend Brood, uit den Hemel nederdalende, ^ Verborgen God en Zaligmaker, 2.

-ocr page 116-

87

Tarwe der uitverkorenen,

Wijn, die maagden voortbrengt,

Voedzaam Brood, en vermaak der Koningen,

Altijddurende Offerande,

Zuivere opdracht,

Lam zonder vlek,

Allerzuiverste Maaltijd,

Spijs der Engelen,

Verborgen Brood des Hemels,

Gedachtenis van Gods wonderen.

Bovennatuurlijk Brood,

Woord, dat vleesch geworden is, en onder

ons zijne woonplaats heeft,

Heilig Offer,

Kelk der zegening.

Geheim des Geloofs,

Verheven en hoogwaardig Sacrament, Allerheiligste Offerande,

Zoenoffer voor levenden en dooden,

llemelsch Behoedmiddel tegen de zonde, Wonder van Gods wonderen,

Allerheiligste Gedachtenis van het lijden des Heeren,

Geschenk, dat alle volheid te boven gaat. Voortreffelijk Gedenkteeken der Goddelijke liefde,

Overvloeiende Bron van Gods milddadigheid ,

Overheilig en wonderbaar Geheim,

-ocr page 117-

88

Krachtige Spijs der onsterfelijkheid. Aanbiddelijk en levendmakend Sacrament, Onbloedige Offerande,

Alleraangenaamste Maaltijd, waarbij de Engelen tegenwoordig zijn en dienen,

Teeken van genade,

Band van liefde,

Offeraar en Offerande,

Geestelijke zoetigheid, welke in haar eigen

oorsprong gesmaakt wordt.

Verkwikking der heilige zielen.

Teerspijs dergencn, die in den lieer sterven. Onderpand der toekomende heerlijkheid. Wees genadig, spaar ons, Heer!

Wees genadig, verhoor ons. Heer!

Van het onwaardig nuttigen Uws Lichaams

Rloeds, verlos ons. Heer!

Van de begeerlijkheid de vleesches.

Van de begeerlijkheid der oogen.

Van de hoovaardij des levens.

Van alle gelegenheid tot zondigen,

Door de groote begeerte, die Gij gehad hebt om dit Paaschlam met üwe Leerlingen te te eten,

Door de diepe ootmoedigheid, waarmede Gij de voeten Uwer Leerlingen gewasschen hebt, Door de onuitsprekelijke groote liefde, waarmede Gij dit Heilig Sacrament hebt ingesteld ,

-ocr page 118-

89

Door Uw dierbaar Bloed, dat Gij ons op hel Altaar hebt nagelaten, verlos ons, lieer!

Door de vijf Wonden, welke Gij voor ons in Uw Allerheiligst Lichaam hebt ontvangen, verlos ons, lieer!

Wij zondaars, wij bidden U, verhoor ons!

Dat Gij U gewaardigt, het Geloof, de eerbiedigheid en de begeerte tot dit wonderbaar Sacrament in ons te vermeerderen en te bewaren, ^

Dat Gij U gewaardigt, ons door eene ware ^ belijdenis onzer zonden tot het dikwijls nuttigen dezer geestelijke Spijze voor te bereiden,

Dat Gij U gewaardigt ons van alle ketterij, -ongeloovigheid en verblindheid des harten S te verlossen. squot;

Dai Gij U gewaardigt, de kostelijke en hemel- quot;= sche vruchten van dit Heilig Sacrament § overvloedig in ons uit te storten,

Dat Gij U gewaardigt, ons in het uur des doods met deze hemeische Teerspijze tot de reizo naar de eeuwigheid te versterken.

Zoon van God,

Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, spaar ons, Heer!

Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, verhoor ons lieer!

-ocr page 119-

90

Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld,

ontferm U onzer, Heer!

Christus, hoor ons!

Christus, verhoor ons!

Heer, ontferm U onzer!

Christus, ontferm U onzer!

Heer, ontferm U onzer\'

Onze Vader, enz.

i- Heer, verhoor mijn gebed,

a En laat mijn geroep tot U komen!

laat ons bidden.

O God, die ons onder dit wonderbaar Sacrament de gedachtenis Uws lijdens hebt nagelaten, wij bidden U, geef dat wij de heilige geheimen van Uw Lichaam en Bloed zoo eerbiedig vereeren, dat wij de vruchten van Uwe vei lossing gedurig in ons mogen ontwaren. Die met den Vaderden den Heiligen Geest leeft en heerscht m alle eeuwen der eeuwen. Amen.

LOFZANG

PANGE LINGUA.

Loof, tong, het heerlijk goed Vim \'t Vlcesch, eu \'t dierbaar Bloed,

Dat, in deez\' diseh besloten.

De Vorst, die \'t leven geeft,

Die ed\'le vrucht, eens heeft Tot \'s werelds heil vergoten.

-ocr page 120-

91

Die ons is opgedaagd Uit de Onbevlekte Maagd,

En in de wereld woonde,

Daar zaaide \'t zaad van \'t woord;

Door wond\'ren nooit gehoord,

ZijV levens uitgang kroonde.

In d\' allerlaatsten nacht,

Als \'t Pascha werd volbracht,

Den Joden voorgeschreven.

Heeft Hij de Wet in alP Voldaan, aan \'t Broed\'rental Zich tot een\' spijs gegeven.

\'t Woord vleesch, vormt door het woord Van \'t brood Zijn Vleesch, en voort Van wijn Zijn Bloed; al zwichten Hier zinnen, brein en reen,

\'t Geloof volstaat alleen.

Om \'t zuiverst hart te stichten.

Des buigen wij ons neer.

Dit Sacrament ter eer*

Dat de oude teekens wijken Voor Christus Kerk en Wet;

\'t Geloof sta onverzet,

Daar oog en tong bezwijken.

Geloofd zij op den troon De Vader en de Zoon,

Geëerd, geroemd, geprezen.

Gelijke lof behoort Hem, die van beid\' komt voort In \'t eenig God\'lijk Wezen.

-ocr page 121-

92

Jesi

LITANIE

Jes

VAN HET

LIJDEN ONZES HEEREN JESUS

CHRISTUS. Jes

CD

DES VRIJDAGS.

Heer, ontferm U onzer!

Christus, ontferm U onzer!

Heer, ontferm U onzer!

Christus, hoor ons!

Christus, verhoor ons!

God, Hemeische Vader, ontferm U onzer! God\', Zoon, Verlosser der wereld,

God, H. Geest,

H. Drievuldigheid, één God,

Jesus, om onze zonden in den hof der Olijven

benauwd en bedroefd tot den dood toe, ^ Jesus, door eenen Engel versterkt, opdat wij 3 in allen nood onze hulp van den hemel a zouden leeren verwachten, g

Jesus, die uwen verrader minzaam hebt ont- g vangen, om ons de zachtmoedigheid te leeren

Jesus, van uwe discipelen verlaten, opdat wij op\' God alleen zouden leeren betrouwen,

-ocr page 122-

93

Jesus, van de Joden gebonden, om ons van

de zonden te ontbinden,

Jesus, voor Annas en Caiphas valschelijk beschuldigd, opdat wij alle ongelijk zouden leeren verdragen,

: Jesus, door Petrus verloochend , opdat wij onze krankheid zouden leeren kennen, en ons zeiven mistrouwen,

Jesus, door Herodes met een wit kleed bespot, omdat wij het kleed der onschuld verloren hadden,

Jesus, achter Barabbas gesteld, opdat wij ons

nooit boven anderen zouden verheffen, Jesus, wreedelijk gegeeseld en met doornen gekroond, opdat wij het gemak en alle eerzucht zouden verfoeien,

Jesus, gelasterd, bespogen en geslagen, opdat

wij onze zinnen zouden versterven,

Jesus, aan het volk ten toon gesteld, opdat wij uw voorbeeld zouden voor oogen hebben, en naar hetzelve leven,

Jesus, van Pilatus aan uwe vijanden geleverd, om ons van onze vijanden te verlossen, Jesus, met het kruis beladen, om ons te leeren, ons kruis met geduld te dragen, Jesus , aan het kruis genageld , opdat wij het vleesch met deszelfs driften en begeerlijkheden zouden kruisen,

Jesus, tusschen twee moordenaren gekruist,

6

-ocr page 123-

94

om ons de vernederingen te leeren beminnen, •

Jesus, rlie den goeden moordenaar in genade hebt ontvangen, opdat wij nooit zouden wanhopen,

jesus, die aan het kruis hangende, voor uwe vijanden hebt gebeden, om ons te leeren onze vijanden te beminnen tesus met gal en mirrhe gelaafd, opdat wij onze tong van alle zonden zouden

bewaren, , ,

Jesus, die stervende uwen geest in de handen uws Vaders bevolen hebt, opdat wij, stervende, onzen geest ook in uwe en ziine handen zouden bevelen,

lesu? die voor ons den bitteren dood gestorven zijt, om ons de boosheid onzer

zonden te doen kennen,

Jesus die door uwen dood ons het leven gegeven hebt opdat wij niet voor ons, maar voor ö zouden leven,

Jesus, wiens zijde na uwen dood geopend is, om in dezelve onze zonden en krank

beden te verbergen,

Jesus, begraven en ten derden dage verrezen, opdat wij, gestorven en begraven aan de zonden, tot een deugdzaam leven zouden

verrijzen,

Wees genadig, spaar ons, Heer.

-ocr page 124-

Wees genadig, verhoor ons, Heer!

Van alle kwaad,

Van alle zonde,

Door uw bloedig zweet,

Door uwe doornenkroon,

Door uw kruis en lijden.

Door uwe allerheiligste vijf wonden,

Door uwen dood en uwe begrafenis.

Door uwe heilige verrijzenis.

Door uwe wonderbare hemelvaart,

ïn den dag des oordeels.

Wij zondaren, wij bidden U, verhoor ons! Dat uw heilig lijden ons leere, hoe zwaar en schrikkelijk de zonde is, om welke Gij zoo veel geleden hebt.

Dat wij, door het overdenken van uwe pijnen en smarten, alle ziekten, pijnen en tegenspoed geduldig mogen verdragen.

Dat wij in alle angst, droefheid en nood ons tot U keeren, en uwe hulp afsmeeken , Dat wij alle schande, verachting en tegenspoed met overgeving aan Gods wil mogen ontvangen.

Dat wij de valsche beschuldigingen en onrechtvaardige oordeelen, naar uw voorbeeld, mogen verdragen.

Dat gij ons de vruchten van uw kruis wilt

mededeelen.

Dat wij door de kracht van uw kruis den

-ocr page 125-

96

duivel, de wereld en het vleescli mogen

overwinnen,

Dat wij in uw bloed van alle ronden mogen

gereinigd worden.

Dat gij ons wilt verleenen, ons kruis dage- ^ lijks op te nemen, en U gaarne na te

volgen, „ 1;

Dat wij eene genegenheid mogen krijgen om o. uw heilig lijden met liefde en dankbaar- 3 beid dikwijls te overdenken, P

Dat wij, dagelijks overwegende, dat Gij uit lt; liefde voor ons gestorven zijt, door eene we- S-derliefde ontstoken worden, om niet voor o ons zeiven, maar ten uwen dienste te leven, o Dat wij onzen troost in uwe H. Wonden ^

mogen vinden,

Dat Gij ons door uw kruis en uwen bitteren dood in het uur onzes doods wilt versterken,

Dat Gij ons door uw kruis in uwe heerlijkheid wilt brengen.

Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, spaar ons Heer!

Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld,

verhoor ons Heer!

Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld,

ontferm U onzer!

Christus, hoor ons! Christus, verhoor ons! Onze Vader, enz.

-ocr page 126-

97

Almachtige, eeuwige God! die onzen Zaligmaker het vleesch hebt doen aannemen, en den dood des kruises doen lijden, opdat de mensch het voorbeeld zijner ootmoedigheid zou navolgen; geef genadig, dat wij naar de lessen zijner lijdzaamheid leven, en deel mogen hebben aan zijne verrijzenis, door denzelfden Jesus Christus, onzen Heer. Amen.

LITANIE

VAN DE ALLERHEILIGSTE MAAGD MARIA.

DES ZATERDAGS.

Driehonderd dagen Aflaat voor degenen, die de Litanie van O. L. V., gemeenlijk genaamd van Loreite, godvruchtig en met een berouwvol hart zullen bidden. Voor degenen, die dezelve dagelijks aldus bidden , volle Aflaat op de vijf voornaamste Feestdagen van Maria , te weten; van de Onbevlekte Ontvangenis, Geboorte, Boodschap, Lichtmis, en Hemelvaart, onder voorwaarden, dat zij met een waar berouw biechten, communi-ceeren , eene openbare kerk bezoeken en aldaar godvruchtig bidden tot intentie van Z. H. — Pius VII, 30 September 1817.

lieer, ontferm U onzer!

Christus, ontferm U onzer!

6*

-ocr page 127-

98

Heer, ontferm U onzer!

Christus, hoor ons!

Christus, verhoor ons!

God Hemelsehe Vader, ontferm U onzen

God, Zoon, Verlosser der wereld, ontferm U

onzer!

God Heilige Geest, ontferm U onzer\'.

Heilige Drievuldigheid, één God, ontferm onzer!

Heilige Maria, bid voor ons!

Heilige Moeder Gods,

Heilige Maagd der Maagden,

Moeder van Christus,

Moeder der Goddelijke genade.

Allerreinste Moeder,

Allerzuiverste Moeder,

Ongeschondene Moeder,

Onbevlekte Moeder,

Beminnelijke Moeder,

Wonderbare Moeder,

Moeder des Scheppers,

Moeder des Zaligmakers,

Allerwijsste Maagd,

Eerwaardige Maagd,

Lofwaardige Maagd,

Machtige Maagd,

Goedertierene Maagd,

Getrouwe Maagd,

Spiegel der rechtvaardigheid,

-ocr page 128-

99

Zetel der wijsheid.

Oorzaak onzer blijdschap,

Geestelijk Vat,

Eerwaardig Vat,

Uitmuntend Vat van godvruchtigheid,

Toren van Davkl,

Ivoren Toren ,

Gulden Huis,

Ark des Verbonds,

Deur des Hemels,

Morgenster,

Behoudenis der kranken.

Toevlucht der zondaars.

Troosteres der bedrukten,

Hulp der Christenen,

Koningin der Engelen,

Koningin der Aartsvaders,

Koningin der Profeten,

Koningin der Apostelen,

Koningin der Martelaren,

Koningin der Belijders,

Koningin der Maagden,

Koningin van alle Heiligen,

Koningin, onbevlekt ontvangen.

Lam Gods, dat wegneemt de zonden der reld, spaar ons. Heer!

Lam Gods, dat wegneemt de zonden der reld, verhoor ons. Heer!

-ocr page 129-

100

Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, ontferm U onzer!

Christus, hoor ons!

Christus, verhoor ons

Wees gegroet, enz.

Onder uwe bescherming nemen wij ome toevlucht, heilige Moeder Gods, versmaad onze eebeden niet in onzen nood, maar verlos ons altijd van alle gevaren, o roemwaardige en gezegende Maagd! onze Vrouwe! onze Middelares, onze Voorspreekster! Verzoen ons met uwen Zoon, beveel ons aan uwen Zoon, vertoon ons

aan Uwen Zoon.

Bid voor ons, H Moeder Gods!

Opdat wij waardig worden de beloften van

Christus.

LAAT ONS BIDDEN.

Wü bidden U. O Heer! stort Uwe genade in onze harten, opdat wij, die door de boodschap des Engels de Menschwording van Christus, Uwen Zoon, gekend hebben, door zijn lijden en kruis tot de heerlijkheid der verrijzenis gebracht worden, door denzelfden Christus, onzen lieer. Amen.

-ocr page 130-

101

DE BOETPSALMEN.

Anliph Wees, o Heer! niet gedachtig.

I. Psalm 6.

Heer! straf mij niet in uwe verbolgenheid, en kastijd mij niet in uwe gramschap.

Ontferm U mijner, Heer! want ik ben krank ; genees mij, Heer! wanr mijne beenderen zijn geheel ontsteld.

En mijne ziel is zeer ontsteld; maar Gij, Heer! hoe lang zult Gij vertoeven mij le helpen ?

Keer U tot mij, Heer! en verlos mijne ziel; behoud mij om uwe barmhartigheid.

Want er is niemand in den dooa, die U gedachtig is, en wie zal U in de hel loven?

Ik ben vermoeid geworden door zuchten; ik zal alle nachten mijn bed wasschen; met mijne tranen zal ik mijne rustplaats besproeien.

Mijn oog is van de verbolgenheid ontsteld, door het bitter en gedurig weetien; ik ben verouderd onder al mijne vijanden.

Gaat weg van mij allen, die ongerechtigheid bedrijft; want de Heer heeft de stem mijns weenens verhoord.

-ocr page 131-

102

De Heer heeft mijn smeeken gehoord; de Heer heeft mijn gebed aangenomen.

Dat al mijne vijanden beschaamd en geheel ontsteld worden; dat zij zeer haastig terug-

keeren en zich schamen.

Glorie zij den Vader, en den Zoon, en den Heiligen Geest; gelijk het was in het begin , en nu, en altijd, en in eeuwigheid. Amen.

II. Psalm 31.

Zalig zijn zij, wier boosheden vergeven en

wier zonden bedekt zijn. , .

Zalig is de man, aan wien de Heer de zonde niet toerekent, en in wiens geest geen bedrog is.

Omdat ik zweeg, dewijl ik heb nagelaten mime zonden oolmoediglijk en oprecht voor U te belijden, zijn mijne beenderen (mijne krachten/ verouderd, terwijl ik den geheelen dag nep.

Want dag en nacht is uwe hand op mij verzwaard; in mijne ellenden heb ik mij tot U sewend, terwijl ik met den doorn van smarten en van een knagend geweten doorstoken werd.

Ik heb mijne misdaad aan U bekend gemaakt; en mijne ongerechtigheid heb ik met verborgen.

Ik zeide; ik zal tegen mij mijne ongerechtigheid voor den Heer belijden; en Gij hebt de boosheid mijner zonden vergeven.

Daarom zullen alle Heiligen tot U bidden ten

bekwamen tijde.

-ocr page 132-

103

Ook wanneer er groote watervloeden komen, zullen zij hem niet naderen.

Gij zijt mijne toevlucht tegen de verdrukking, die mij omgeven heeft, o God, rfie mijne blijdschap zijt, verlos mij van hen, die mij omringen.

Ik zal u verstand geven, zoo spreekt Gij, o God! tot uiven dienaar, en u onderwijzen op den weg, welken gij gaan zult; ik zal mijne oogen op u vestigen.

Wil, o mensch! niet worden gelijk een paard of muilezel, die geen verstand hebben.

Bedwing, Heer! met breidel en loom van eene zalige vrees de kinnebakken dergenen, die niet tot u komen.

De geesels der zondaars zijn menigvuldig; maar hij, die op den Heer hoopt, zal barmhartigheid verwerven.

Verblijdt u in den Heer, en verheugt u, gij rechtvaardigen: en roemt in Hem allen, die oprecht van harte zijt.

Glorie zij den Vader, etiz.

III. Psalm 37.

Heer! straf mij niet in uwe verbolgenheid, en kastijd mij niet in uwe gramschap.

Want uwe pijlen hebben mij getroffen, en Gij hebt uwe strajfende hand op mij verzwaard.

Er is geene gezondheid in mijn vleesch ter

-ocr page 133-

104

oorzake uwer gramschap; daar J® See^ede in niiine beenderen, om mijner zonden wille

Want mijne ongerechUgheden zyn boven mij

hoofd gewassen, en als een zware last drukken

Zlj MiiÏe wonden zijn verrot en bedorven, ter oorzake van mijne dwaasheid, van zoo lang

mijne boetvaardigheid uit te Hdlm- .

Ik ben ellendig geworden en ten uiterste neêrgebosen onder den last van mijn lijden, ik ga den geheelen dag bedroefd.

Want mijne lenden zijn vervuld mcl bej™ gelijkheden, en daar is geene gezondheid

mljïk ten terdrukt, en bovenmate vernederd;

ik brieschte van het zuchten mijns harten.

Heer\' voor U is al mijne begeerte, en mijn 7nrhten is voor U niet verborgen.

Mijn hart is ontroerd, mijne kracht heeft my verlaten; ja zelfs het licht mijner oogen .s by

^ne vrienden en mijne naasten zijn tegen

rnii opgekomen en opgestaan.

\' En die hij mij waren, bleven van verre, en

die mijne ziel zochten, deden mij geweld aan

En die kwaad tegen mij zochten, sprakeri .jde^ heden en verzonnen den ganschen dag bedrog Doch ik, als een doove, hoorde met; en als een stomme, deed mijnen mond met open.

-ocr page 134-

105

En ik was als een inensch, die niet hoort, en die geene tegenspraak in zijnen mond heeft.

Want op U, Heer! heb ik gehoopt; Gij, Heer, mijn God! zult mij verhooren.

Wijl ik gezegd heb: dat toch mijne vijanden zich nooit over mij verblijden; zij hebben, toen mijne voeten wankelden, trotschelijk tegen mij gesproken.

Want ik ben tot de geesels bereid, en mijne smart is altijd voor mijne oogen.

Want ik zal mijne boosheid openlijk bekend maken, en peinzen op mijne zonden.

Doch mijne vijanden leven, en zijn machtiger dan ik; en die mij onrechtvaardig haten, zijn vermenigvuldigd.

Zij, die goed met kwaad vergelden, lasterden mij, omdat ik het goed volgde.

Verlaat mij niet, Heer, mijn God! ga van mij niet weg.

Denk op mijne hulp, Heer, God mijner zaligheid!

Glorie zij den Vader, e?iz.

IV. Psalm 50.

Ontferm U mijner, o God! volgens uwe groote barmhartigheid.

En wisch mijne boosheid uit, volgens de menigte uwer barmhartigheden.

-ocr page 135-

106

Wasch mij meer en meer van mijne ongerechtigheid, en reinig m\\j van mi.ine zonden. wLt ik beken mijne boosheid, en m.jnc

zonde is altijd voor mijne oogen.

Voor U alleen heb ik gezondigd; voor uw aanschijn heb ik hel kwaad gedaan.

Vergeef hel mij, opdat Gij gerechtvaardig wordet in uwe woorden (uwe beloften, waa -door Gij aan hen, die boetvaardigheid doen genade toezegt) en overwint, als by geooiceei

W0\\Vant zie, in boosheden ben ik ontvangen, en in zonden heeft mij mijne moeder ontvangen.

Want zie. Gij hebt de waarheid hef; de onbekende en verborgene geheimen uwer wijsheid

^

.al Imvcrd iord.n; Gij »11 m.J «sschen, en ik zal witter worden dan sneeuw.

Gii zult door mijne zonden te vergeven, aan mijn gehoor blijdschap en vreugd geven; en mijne vernederde beenderen zullen van vreugd

^Tcer\'uw aangezicht af van mijne zonden, en wisch al mijne ongerechtigheden uit.

Schep in mij, o God! een zuiver hart en vernieuw den rechten geest in mijn b,quot;quot;ens^n Verwerp mij niet van uw aanschijn, en neem

uwen heiligen geest van mij met weg.

-ocr page 136-

107

Geef mij de blijdschap weder van uwe zalige hulp, en versterk mij met een\' kloeken geest.

Ik zal den boezen uwe wegen leeren, en de goddeloozen zullen zich tot (J bekeeren.

Verlos mij van het Bloed, dat ik onrecht-vaardiglijk heb vergoten, o God, God mijner zaligheid! en mijne tong zal met vreugd uwe rechtvaardigheid verheffen.

Heer, Gij zult mijne lippen opendoen, en mijn mond zal uwen lof verkondigen.

Want hadt Gij offeranden gewild, ik zoude U die immers opgedragen hebben? in brandoffers hebt Gij geen genoegen.

Een bedrukte geest is eene offerande voor God; een vermorzeld en verootmoedigd hart zult Gij, o God! niet versmaden.

Heer! volgens uwen goeden wil, handel met Sion goedertierenlijk, opdat de muren van Jerusalem opgebouwd worden.

Dan zult Gij de offerande van rechtvaardigheid, de dank- en brandoffers aannemen; dan zal men kalveren op uw altaar leggen.

Glorie zij den Vader, enz.

V. Psalm 101.

Heer! verhoor mijn gebed; en mijn geroep kome tot U.

Keer uw aangezicht van mij niet af; op wat dag ik verdrukt worde, neig uw oor tot mij.

-ocr page 137-

108

Op welken dag ik U aanroepe, verhoor mij haastig.

Want mijne dagen zijn vergaan als rook, en mijne beenderen zijn als verdroogd hout dor

geworden. .. ...

Ik ben geslagen als hooi, en mijn hart is uitgedroogd, omdat ik vergeten heb mijn brood

te eten. , ,, . ..

Van het geluid mijner zuchten, kleeft mijn

gebeente aan mijn vleesch.

Ik ben aan den pelikaan der woestijn gelijk geworden; ik ben geworden gelijk de nachtraaf

in een huis.

Ik heb gewaakt, en ben geworden als eene

eenzame musch op het dak.

Den geheelen dag beschimpten mij mijne vijanden ; en die mij eertijds prezen, zwoeren nu

tegen mij. .. . ,

Omdat ik asch als brood at, en mijnen drank

met tranen mengde.

Ter oorzake uwer gramschap en verbolgenhem; omdat Gij mij opgeheven en nedergeworpen hebt.

Mijne dagen zijn als eene schaduw verdwenen, en ik ben als hooi dor geworden

Maar Gij, Heer 1 blijft in eeuwigheid, en uwe gedachtenis duurt van geslacht tot geslacht.

Gij zult opstaan, en ü over Sion ontlermen, want de tijd, om U over hetzelve te ontfermen, is gekomen.

-ocr page 138-

i 09

Want hare steenen behagen aan uwe dienaren; en zij zuilen medelijden hebben met haar stof.

En de volkeren zullen uwen naam vreezen, Heer! en al de koningen der aarde uwe glorie.

Omdat de Heer Sion opgebouwd heeft, en daar in zijne heerlijkheid zal gezien worden.

Hij heeft op het gebed der ootmoedigen neêr-gezien, en hun gebed niet versmaad.

Dat dezen dingen geschreven worden voor het volgende geslacht; en het volk, dat zal geschapen worden, zal den Heer loven.

Want Hij heeft van boven uit zijne heilige plaats nedergezien; de Heer heeft van den hemel nedergezien op de aarde.

Om het zuchten der gevangenen te hooren; om de kinderen der gedooden te verlossen;

Opdat zij in Sion den naam des Heeren ver-kendigen, en zijnen lof in Jerusalem,

Als de volkeren zullen te zamen komen, en de koningen, om den Heer te dienen.

Hij (de rechtvaardige) heeft Hem op den weg zijner sterkte gezegd; geef mij de kortheid mijner dagen te kennen.

Neem mij toch niet weg in het midden mijner dagen; uwe jaren duren van geslacht tot geslacht.

Gij, Heer! hebt in het begin de aarde gegrondvest; en de hemelen zijn de werken uwer handen.

Die zullen vergaan, maar Gij blijft altijd; en zij zullen allen gelijk een kleed verouderen.

7

-ocr page 139-

110

En gelijk een opperkleed zult Gij ze veranderen en zij zullen veranderd worden; maar Gij zijt

altijd dezelfde, en uwe jaren zullen met eindigen.

De kinderen uwer dienaren zullen U\'

Heer, wonen! en hunne nakomelingen zullen in eeuwigheid bestaan.

Glorie zij den Vader, enz.

VI. Psalm 129.

Uit de diepte mijner ellenden heb ik tot U eeroepen, Heer! Heer! verhoor mijne stem.

Laat toch uwe ooren naar de stem mijner

srneekingen luisteren.

Indien Gij, Heer! de ongerechtigheden gadeslaat, Heer wie zal bestaan?

Omdat er bij U genade is, en om uwe wet heb ik op U, o Heer! langmoedig gehoopt.

Mijne ziel heeft op zijn woord gehoopt: mijne ziel heeft op den Heer betrouwd.

\' Dat Israël op den Heer hope, van den morgenstond tot den nacht toe. _

\' Want bij den Heer is barmhartigheid; en bij Hem is overvloedige verlossing.

En Hij zal Israël uit al zijne ongerechtigheden

verlossen.

Glorie zij den Vader, enz.

-ocr page 140-

Hl

VII. Psalm 143.

Heer! verhoor mijn gebed; luister naar mijn sraeeken volgens uwe waarheid; verhoor raij volgens uwe rechtvaardigheid.

En treed niet in het gericht met uwen dienaar; want niemand, die leeft, zal voor uw aanschijn gerechtvaardigd worden.

Verhoor mij, want de vijand heeft mijne ziel vervolgd: hij heeft mijn leven ter aarde toe vernederd.

Hij heeft mij in het duister gesteld, gelijk degenen, die reeds gestorven zijn; en mijn geest is in mij beangst, mijn hart is in mij ontsteld geworden.

Ik ben de oude dagen indachtig geweest; ik overwoog al uwe daden: de werken uwer handen overdacht ik.

Ik heb mijne handen tot U uitgestrekt; mijne ziel is voor U als aarde zonder water: is dorstig naar de stroomen uwer genade.

Heer! verhoor mij haastig: mijn geest is bezweken.

Keer toch uw aanschijn van mij niet af, anders zal ik gelijk worden aan hen, die in bet graf nederdalen.

Doe mij vroeg de stem van uwe barmhartigheid hooren ; want ik heb op U gehoopt.

Maak mij den weg bekend, dien ik moet be-

-ocr page 141-

112

wandelen; want tot U heb ik mijne ziel ver-

b\'Heer verlos mij van mijne vijanden; tot U heb ik mijne toevlucht genomen; leer mij uwen wil doen, want Gij zijt mijn God.

Uw goede geest zal mij op den rechten weg geleiden; om uwen naam, Heer! zult Gij mij in uwe gerechtigheid levend maken , .. .

Gij zult mijne ziel uit de verdrukking leiden. en in uwe barmhartigheid zult Gij mijne vijan-

den verdelgen. . ..

En Gij zult al degenen verdelgen, die mijne

ziel verdrukken; want ik ben uw dienaar.

Glorie zij den Vader, enz.

Antiph. Wees, o Heer! noch onze misdaden, noch die onzer ouders gedachtig, en neem geen wraak over onze zonden!

-ocr page 142-

H3

LITANIE

VAN ALLE HEILIGEN.

Heer, ontferm U onzer!

Christus, ontferm ü onzer!

Heer, ontferm U onzer!

Christus, hoor ons!

Christus, verhoor ons!

God, Hemelsche Vader, ontferm U onzer!

God, Zoon, Verlosser der wereld, ontferm U onzer!

God, II. Geest, ontferm ü onzer!

n. Drievuldigheid, één God, ontferm U onzer!

H. Maria, bid voor ons!

H. Moeder Gods,

II Maagd der maagden,

M. Michaël,

II. Gabriel,

H. Raphael, s:

Alle HH Engelen en Aartsengelen,

Alle HH. Koren der zalige Geesten, §

H. Joannes de Dooper, o

H. Joseph, ^

Alle HH Patriarchen en Profeten,

H. Petrus,

H, Paulus,

H. Andreas,

-ocr page 143-

114

H. Jacobus,

H. Joannes,

H. Thomas,

H. Jacobus,

H. Philippus.

H. Barlholomeus,

H. Matthcus,

H. Simon,

H. Thadeus,

H. Matthias,

H. Barnabas,

H. Lucas,

H. Marcus,

Alle HH. Apostelen en Evangelisten, Alle HH. Leerlingen des Heeren, Alle HH. Onnoozele Kinderen, H. Stephanus,

H. Laurentius,

HH. Fabianus en Sebastianus, HH. Joannes en Paulus, HH. Cosmas en Damianus, HH. Gervasius en Protasius,

Alle HH. Martelaars,

H. Silvester,

H, Gregorius,

H. Arabrosius,

H. Augustinus,

H. Hieronymus,

H. Martinus,

-ocr page 144-

i 15

H. Nicolaus,

Alle HH. Bisschoppen en Belijders,

Alle HH. Leeraars,

H. Anlonius,

H. Benediclus,

H Bernardus,

fl. Dominicus,

H. Franciscus,

Alle HH. Priesters en Levieten,

Alle HH. Monniken en Kluizenaars, H. Maria Magdalena,

H. Agatha,

H. Lucia,

H. Agnes,

H. Cascilia,

H. Calharina,

H. Anastasia,

Alle HH. Maagden en Weduwen,

Alle Gods lieve Heiligen,

Wees genadig, spaar ons, Heer!

Wees genadig, verhoor ons. Heer!

Van alle kwaad, verlos ons, Heer!

Van alle zonde,

Van uwe gramschap,

Van een haastigen en onvoorzienen dood, Van de listen des duivels.

Van gramschap, haat en allen kwaden wil, Van den geest der onkuischheid, Van bliksem en onweder.

-ocr page 145-

H6

Van den geesel der aardbeving.

Van pest, hongersnood en oorlog,

Van den eeuwigen dood,

Door het geheim uwer heilige Menschwording, ^ Door uwe komst. ir

Door uwe geboorte, 0

Door uw doopsel en heilig Vasten, j=

Door uw kruis en lijden, ^

Door uwen dood en uwe begrafenis, g

Door uwe heilige verrijzenis, ü

Door uwe wonderbare hemelvaart.

Door de komst van den H Geest, den Vertrooster, In den dag des oordeels,

Wij zondaren, wij bidden 0, verhoor ons! Dat Gij ons wilt sparen.

Dat Gij ons onze misdaden kwijtscheldt,

Dat Gij U gewaardigt ons tot eene ware ^ boetvaardigheid te geleiden, \'=:

Dat Gij U gewaardigt uwe H. Kerk te be- £[ sturen en te beschermen, gquot;

Dat Gij U gewaardigt den Roomschen Paus en alle geestelijken in den heiligen gods-dienst te bewaren, £

Dat Gij U gewaardigt de vijanden der H. gquot; Kerk te vernederen, 2

Dat Gij U gewaardigt de christen koningen en =

vorsten vrede en ware eendracht te geven. Dat Gij ü gewaardigt allen christen volken vrede en eendracht te verleenen.

-ocr page 146-

Wl

Dat Gij U gewaardigt ons in uwen heiligen

dienst te versterken en te bewaren,

Dat Gij onze gemoederen lot hemelsche begeerten wilt opwekken,

Dat Gij U gewaardigt al onze weldoeners e-met de eeuwige goederen te vergelden, g; Dat Gij U gewaardigt onze zielen en de § zielen onzer ouders, vrienden en weldoe- G ners voor de eeuwige verdoemenis te be- lt; hoeden, g-

Dat Gij U gewaardigt de vruchten der aarde § te geven en te bewaren, 2

Dat Gij U gewaardigt allen geloovigen overle- fL

denen de eeuwige rust te geven,

Dat Gij U gewaardigt ons gebed te verhoeren, Zoon Gods,

Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt,

spaar ons, Heer!

Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt,

verhoor ons. Heer!

Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, ontferm U onzer!

Christus, hoor ons!

Christus, verhoor ons!

Heer, ontferm U onzer!

Christus, ontferm U onzer!

Heer, ontferm 1) onzer!

Onze Vader, enz.

r

-ocr page 147-

H8

Psalm 60.

O God! kom mij te hulp; haast U, Heer, om mij te helpen.

Dat zij beschaamd en bevreesd worden, die mijne ziel zoeken.

Dat zij terugwijken en zich schamen, die mij kwaad willen.

Dat zij terstond met schaamte terngkeeren, die mij, in mijne verdrukking, bespotten.

Dat zij allen, die U zoeken, zich in U vei -heugen en verblijden: en dat zij, die uwe zaligheid beminnen, altijd zeggen; groot geacht

zij de Heer.

Doch ik ben behoeftig en arm ; o God!

help mijl

Gij zijt mijn helper en Verlosser; Heer! vertoef niet.

Glorie zij den Vader, enz.

v. Maak uwe dienaars zalig.

r. Mijn God, die op U hopen.

v. Heer! wees ons een sterke toren. r. Tegen onzen vijand v Laat de vijand niets tegen ons vermogen r. En laat de zoon der boosheid zich niet verstouten ons te beschadigen.

v Heer! handel niet met ons naar onze zonden. r NSfch vergeld ons naar onze boosheden, v. Laat ons bidden voor onzen Paus N.

-ocr page 148-

H9

R. De Heer spare hem, behoude hem in het leven, make hem zalig op de aarde, en levere hem niet over aan den wil zijner vijanden, v. Laat ons bidden voor onze weldoeners. r Heer! gewaardig U, allen, die ons goed doen, om uwen naam, met het eeuwige leven te vergelden. Amen.

v. Laat ons bidden voor de geloovigen, die overleden zijn.

r Heer! geef hun de eeuwige rust, en het eeuwige licht beschijne hen.

v. Dat zij in vrede rusten.

r. Amen.

v. Voor onze broeders, die afwezig zijn. r. Mijn God! maak uwe dienaars zalig, die op U hopen.

v Zend hun hulp uit de heilige plaats. r. En bescherm hen uit Sion.

v. Heer, verhoor mijn gebed.

r En mijn geroep kome tot U.

laat ons bidden.

O God! aan wien het eigen is altijd genadig te zijn en te sparen, ontvang ons gebed, opdat uwe goedertierene barmhartigheid ons en al uwe dienaren, die met de ketenen der zonde gebonden zijn, genadig ontbinde.

Wij bidden ü. Heer, verhoor de gebeden der ootmoedigen, en spaar degenen, die hunne

-ocr page 149-

120

zonden belijden, opdat wij te zamen vergiffenis en vrede van uwe goedertierenheid verwerven.

Toen ons genadig, o Heer! uwe onuitsprekelijke barmhartigheid, en verlos ons van alle zonden, en te gelijk van de straffen, die wij door dezelve verdiend hebben.

O God! die door de zonde vergramd en door de boetvaardigheid verzoend wordt, zie genadig neder op de gebeden van uw volk, hetwelk zich voor uwe grootheid nederwerpt, en wend de geesels uwer gramschap, welke wij door onze zonden verdienen, van ons af.

Almachtige en eeuwige God! ontferm U over uwen dienaar, onzen Paus N., en bestuur hem volgens uwe goedertierenheid op den weg des eeuwigen levens, opdat hij door uwe gunst datgene begeere, wat ü behaagt, en hetzeive met alle kracht volbrenge.

0 God! van wien de heilige begeerten, de goede voornemens en de rechtvaardige werken voortkomen, geef uwen dienaars dien vrede, welken de wereld niet geven kan , opdat onze harten genegen zijn tot het volbrengen uwer geboden, en wij, van de vrees der vijanden ontslagen, door uwe bescherming in rust mogen leven.

Ontvonk, o Heer! onze nieren en harten door het vuur van den H. Geest, opdat wij U met een zuiver lichaam dienen en met een rein hart behagen.

-ocr page 150-

121

O God, Schepper en Verlosser van alle ge-loovigen! verleen aan de zielen van uwe dienaren en dienaressen vergiffenis van alle zonden, opdat zij de kwijtschelding, naar welke zij altijd verlangd hebben, door godvruchtige smeekingen mogen verwerven.

Wij bidden U, o Heer! voorkom onze werken door den invloed uwer genade, en voltrek die door uwe medewerking, opdat al onze gebeden en werken altijd met U beginnen, en, alzoo begonnen, door U voltrokken worden.

Almachtige, eeuwige God, die over levenden en dooden heerscht, en U over allen ontfermt, die Gij te voren weet, dat door het geloof en de werken de uwen zullen zijn; wij bidden U ootmoedig, dat zij, voor wie wij ons voorgenomen hebben onze gebeden te storten, hetzij die nog in deze wereld leven of reeds overleden zijn, op de voorspraak van al uwe Heiligen, door uwe genade, vergiffenis van al hunne zonden mogen verkrijgen, door onzen Heer, enz.

v. Heer, verhoor mijn gebed.

R, En mijn geroep kome tot ü. v De almachtige en barmhartige Heer ver-hoore ons. r. Amen

v. Dat de geloovige zielen, door Gods barmhartigheid, in vrede rusten, r. Amen.

-ocr page 151-

122

GEBEDEN EN OEFENINGEN

TER. VEREERING VAN

OEN LIJDENDEN JESUS EN ZIJNE HEILIGE WONDEN.

ONDERRICHTING.

De teerlere godvruchtigheid tot de aanbiddelijke Wonden van Christus is een allerkrachtigst hulpmiddel tot de zaligheid. Dé Wonden van Jesus zijn de troost der bedrukten, de toevlucht der zondaren, de rust- en schuilplaats der godvruchtige zielen. Ik heh ingeene zaken een krachtiger geneesmiddel gevonden, zegt de H. Augusti-nus, dan in de Wonden van Christus. Wij worden door deze bewaard in de bekoring, versterkt in het lijden en bijzonderlijk getroost en geholpen in het uur des doods. En wie zou niet wenschen getroost te worden in de uiterste benauwdheid? Doch welken beteren troost kan men een stervende voor oogen stellen, dan den gekruisten Zaligmaker, en welke betere verzekeringen tegen den helschen vijand, dan zijne heilige Wonden? Maar zij, die zich in hun leven weinig geoefend hebben in deze zoete en troostrijke godvruchtigheid , zullen weinig indruk gevoelen bij het beschouwen van den gekruisten Christus in hun sterven.

-ocr page 152-

123

BEOEFENING.

Gewen u dan dagelijks uwe toevlucht te nemen tot deze aanbiddelijke Wonden. De vogelen hebben hunne nesten, waar zij in den nood henen vliegen, zegt de H. Franciscus van Sales, vliegt gij met uw hart naar het kruis, en neem uwe rustplaats in de opene Wonden van uwen Zaligmaker. Kies dagelijks eene dezer Wonden tot het voorwerp uwer godsvrucht,, neem uwe toevlucht tot dezelve in de bekoringen en in alle andere gevaren, lees dikwijls met godsvrucht de gebeden tot de heilige vijf Wonden en vooral het gebed tot de H. Wonde, welke gij dien dag bijzonder vereert.

Degenen, die nog geen lid van de Aartsbroederschap der heilige vijf Wonden zijn , zullen opgewekt worden zich te laten inschrijven, wanneer zij overwegen, hoe aangenaam aan Christus de vereering van Zijne heilige Wonden is , en dat Hij, toen de wereld in de liefde verflauwde, om onze harten te ontsteken Zich gewaardigd heeft de teekenen van Zijn lijden in het lichaam van zijnen ootmoedigen dienaar, den H. Franciscus, te vernieuwen.

-ocr page 153-

124

GEBED TOT CHRISTUS,

OM EENE IJVERIGE GODVRUCHTIGHEID TOT ZIJNE HEILIGE WONDEN TE VERKRIJGEN.

0 Jesus! dierbare Bruidegom der heilige zielen, ontsteek, bid ik U, mijn hart met het vuur Uwer Goddelijke liefde en met de liefde tot Uwe zaligmakende Wonden, opdat ik U uit den grond mijns harten beminne. Bezoek mij met Uwe barmhartigheid, en vervul mijne ziel met Uwe genade, want geheel mijn binnenste verlangt naar de bron Uwer zoetigheid. 0 vuur! welks hitte zoo aangenaam , welks licht zoo doordringend, welks vlam zoo krachtig is, neem geheel mijne ziel in, laat mij gedurig Uwe H. Wonden indachtig zijn, opdat ik niet hongere of dorste dan naar U alleen, flie zoo veel voor mij geleden hebt; dat ik steeds tot U verzuchte, en vurig naar Uw Goddelijk aanschijn verlange.

2. Doorsteek, bid ik U, o beminnelijke Jesus! doorsteek het binnenste mijner ziel met den aangenaam doordringenden schrik Uwer liefde, opdat mijne ziel gekwetst worde, en kwijne van liefde tot U; en dat zij die H. Wonden beschouwende, welke Gij om haar ontvangen hebt, als was smelte; dat zij geheel in U overga, en onafscheidelijk met U vereenigd blijve.

-ocr page 154-

125

3. Ontbind mij, Heer! ontbind mij van al wat in de wereld is, om met ü alleen, en met Uwe H. Wonden, mij bezig te houden. Dat het gedenken van Uw lijden en van Uwen dood geheel mijne ziel vervulle. Dat de brandende liefde, die Gij daarin betoond hebt, ruivere en vurige begeerten in mij ontsteke, opdat mijne ziel naar ü verlange, gelijk een hert verlangt naar de waterbronnen.

4. Geef, HeerJesus! dat ik als ik Uwe heilige Wonden beschouw. Uwe liefde met wederliefde vergekle; dat ik U met geheel mijn hart be-minne; dat ik U beminne gelijk Gij mij bemind hebt. O, eenige Zaligheid mijner ziel! ik bid nogmaals, geef, dat ik U uit al mijn macht beminne, U, zeg ik, die mij het eerste lief gehad hebt, en zelfs, opdat Uw dood en Uwe heilige Wonden mij het leven zouden wedergeven, Uw leven voor mij ten beste hebt gegeven.

5. O Jesus! allerzoetste en allerbeminnelijkste Bruidegom onzer zielen, die aan het kruis vijf Wonden, als zoo vele merkteekenen en zegels Uwer liefde ontvangen hebt, schrijf dezelve op de tafel mijns harten, en druk de liefde tot Uwe heilige Wouden zoo diep en onuitwisbaar in mijne ziel, dat zij nimmer uil mijne gedachten zijn. Geef, dat ik steeds tot U verzuchte, en in Uwe liefde blake; ja, laat de zee Uwer goedertierenheid mij geheel inzwelgen, totdat ik

-ocr page 155-

126

Uwe en Uwer H. Wonden heerlijkheid in den Hemel aanschouwen moge. Amen.

GEBEDEN TOT DE VIJF HEILIGE WONDEN ONZES ZALIGMAKERS

Voorbereidend Gebed.

O beminnelijke Jesus! die ü gewaardigd hebt voor mij een Bruidegom des bloeds te worden; zie, ik werp mij voor Uwe voelen neder, om U mijne liefde en schuldige dankbaarheid te be-toonen. Maar, wat zal ik U wedergeven o mijn .lesus! U, die mij ten einde toe bemind hebt. Gij hebt mij in Uwe handen en voeten, ja zelfs in Uw hart geschreven. Wie zal mij geven, dat ik U, gelijk Gij mij, in mijn hart geschreven drage, en ik Uwer, gelijk Gij mijner, altijd gedachtig blijve? O Jesus! met welk eene overmaat van liefde hebt Gij mij bemind, Gij hebt niet alleen Uwe handen en voeten, maar ook Uw hart voor mij laten openen, opdat het mijne met den onuilputbaren overvloed Uwer hemelsche saven vervuld zoude worden; ontvang mijne smeekingen, die ik ter eere van Uwe vijf HH. Wonden uitstort, in de hoop dat Gij mij, ellendige den toegang tot deze dierbare bronnen des levens

D cD

niet zult weigeren.

Tot de H. Wonde van den linkervoet.

O heilige Wonde van den linkervoet mijns

-ocr page 156-

127

Zaligmakers! vol eerbied omhels ik U in den geest. Dierbare Jesus! ik bid U uit geheel mijn hart, trek door de verdiensten dezer H. Wonde mijne voeten uit den strik, dien mijne vijanden mij gespannen hebben, en behoed mijne ziel voor den val. Dat de voet der hoovaardigheid geenen ingang bij mij vinde, dat ik geene groote dingen, die boven mijne macht zijn, onderneme, maar altijd in Uwe tegenwoordigheid, in de eenvoudigheid mijns harten wandele, opdat ik aidus van ü in genade ontvangen worde.

Voor deze heilige Wonde leg ik al mijne kwellingen neder en vereenig die met Uw lijden en kruis; geef mij de genade, om al mijne tegenspoeden en ellenden uit liefde tot U te verdragen, en mij altijd naar Uwen heiligen wil te voegen. Amen. Onze Vader, Wees gegroet, enz.

Tol de H. Wonde van den rechtervoet.

O heilige Wonde van den rechtervoet mijns Zaligmakers! vol eerbied omhels ik U in den geest. Bestuur, o mijn Jesus! bid ik U uit ganscher harte, bestuur door de verdiensten dezer H. Wonde mijnen gang op den weg Uwer geboden, opdat ik van de eene deugd moge voortgaan tot de andere, totdat ik U, mijnen God en Heer! in Sion aanschouwe.

Voor deze heilige Wonde breng ik al mijn geluk en al den voorspoed, welken Uwe God-

-ocr page 157-

128

delijke Voorzienigheid mij genadiglijk geschonken heeft opdat mijn gemoed daardoor niet te zeer verheven worde, noch U, mijn opperste Goed! tot gramschap verwekke. Amen. Onze Vader, Wees gegroet, enz

Tot de H. Wonde van de linkerhand.

0 heilige quot;Wonde van de linkerhand mijns Zaligmakers! vol eerbied omhels ik U in den creest. O mijn Jesus! ik bid U uil ganscher harte, door de verdiensten dezer H. Wonde, heb medelijden met mijne zwakheid en onstandvastigheid, versterk mij in alle goede voornemens en bewijs mij alleenlijk deze liefde, dat ik moge zeggen; Zijne linkerhand is onder mijn hoofd en zijne rechter zal mij omhelzen. Cant. 2.

Al mijne zonden, die ik wetend ot onwetend bedreven heb, leg ik voor deze heilige Wonde neder, gewaardig U die uit te wisschen, o mijn Jesus\'l opdat zij in den dag des oordeels het vonnis der verdoemenis tegen mij niet eischen. Amen. Onze Vader, Wees gegroet, enz.

Tot de H. Wonde van de rechterhand

O heilige Wonde van de rechterhand mijns Zaliomakers! vol eerbied omhels ik U in den geest. O Heer Jesus! ik bid U uit ganscher harte, geef mij door de verdiensten dezer heilige Wonde krachten tegen al mijne zichtbare en

-ocr page 158-

129

onzichtbare vijanden, en stel mij in den jongsten dag aan Uwe rechterhand, opdat ik van D in vreugde moge hooren: Komt, gij gezegenden mijns Vaders, en bezit het rijk, hetwelk u van het begin der wereld bereid is. Matth. 25.

Voor deze heilige Wonde leg ik neder en offer ik ü op, al mijne goede werken, en bid ü ootmoediglijk, mijn Jesus! dat Gij die met Uwe allerheiligste werken wilt vereenigen, aan Uwen hemelschen Vader opofferen en mijne gebreken door Uwe volmaaktheid vergoeden. Amen. Onze trader, — Wees gegroet, enz.

Tot de H. Wonde van de zijde.

O heilige Wonde van de zijde mijns Zaligmakers ! o bron van liefde! o onwaardeerbare schat! o rustplaats mijner ziel.\' o liefste Jesus! zoude ik durven naderen tot dit geheiligd Altaar en Uw door liefde brandend hart kussen? Goedertieren Jesus! beroof mij niet, bid ik U, door Uwe oneindige goedheid, beroof mij niet van dezen troost; verstoot mij niet van de/.e eenige schuilplaats mijner ziel. Welaan dan, mijne ziel! nader met betrouwen tot den troon van uwen geliefden Bruidegom; ontlast u daar van alle kwellingen waaronder gij gedrukt w-ordt; vervul hier uwe heilige begeerten, en rust daar in den gewenschten vrede. Het dunkt mij, o Jesus, dat Uwe liefde mij door deze minnelijke

8

-ocr page 159-

130

Wonde den toegang tot Uw hart opent. Hier bid ik U, in den diepsten ootmoed, mij alles te vergeven, waarin ik ooit met hart, mond of werken tegen U gezondigd heb. Reinig, zuiver, o Jesus 1 mijn hart in dit bad van Uw dierbaar bloed, druk er de gedaante van Uw hart in, ontsteek het door het vuur Uwer liefde; opdat ik voortaan buiten U niets beminne, niets begeeie.

Voor deze heilige Wonden leg ik al de be-eeerten van mijn hart neder, en bid U, Jesus dat mijn hart zoo vast aan het Uwe gehecht worde, dat zij nooit vaneengescheiden worden, opdat ik waarlijk met den Apostel kunne uitroepen: Wie zal ons scheiden van de liefde van Christus .

verdrukking of oen auwdheid, of honger, of ihiü t heid , of gevaar, of vervolging of hel zivaard. Ik ben verzekerd, dal noch dood, noch leven, noch Engelen, noch Vorstendommen, noch krachten, noch tegenwoordige, noch toekomende dingen, noch sterkte, noch hoogte, noch diepte, noch eenig ander schepsel ons zal kunnen scheiden van de liefde Gods, welke is in Jesus Christus onzen Heer (Rom. VIII). Onze Vader, Wees gegroet, era.

GEBED VAN PEN H. VADER FRANCISCUS VAN ASSlSlë.

Ik smeek U, Heere Jesus! dat het geweld van Uwe liefde, veel heviger dan het vuur, en zoeter dan honig, mijne ziel verslinde, opdat ik

-ocr page 160-

131

sterve door de liefde om Uwe liefde. O Gij! die ü gewaardigd hebt te sterven uit liefde om mijne liefde.

O groote en glorierijke God, mijn Heer Jesus Christus! ik bid U, verlicht de duisternissen van mijn verstand, geef mij een oprecht geloof, eene vaste hoop, en eene volmaakte liefde! verleen mij, Heer! dat ik ü zóó moge kennen, dat ik in alles uwen heiligen wil volbrcnge. Amen.

GEBED VAN DEN H. BONA VENTURA.

O Jesus, die uit liefde voor mij, ü zeiven niet gespaard hebt, druk Uw lijden in mijn hart, opdat ik overal, waar ik zal gaan, altijd Uwe Wonden voor oogen hebbe, en noch rust, noch troost vinde dan in het overdenken van uwe pijnen. Amen.

-ocr page 161-

132

LITANIE

TOT DE

VIJF HEILIGE WONDEN ONZES HEEREN JESUS CHRISTUS.

Heer, ontferm U onzer!

Christus, ontferm U onzer!

Heer, ontferm U onzer!

Christus, hoor ons!

Christus, verhoor ons!

God, Hemelsche Vader, ontferm U onzer! God, Zoon, Verlosser der wereld, ontferm U onzer. God\' Heilige Geest, ontferm U onzer!

Heilise Drievuldigheid, één God, ontferm U onzer . Heilige Wonden van onzen Verlosser, geneest ons. Geneesmiddel onzer zielen,

Oorsprong der deugden,

. Troost der bedruktei.,

g Toevlucht der verdoolde zielen, ^

1 Troost der rechtvaardigen in het oordeel, agt; ^ Schande der boozen in het oordeel, amp; p Beschermers der zondaren, §

quot;If Plaatsen van toevlucht,

— Anker van al onze hoop.

Wapenen der zielen.

Panden der liefde,

-ocr page 162-

133

Heilige Wonden, alle eer en aanbidding waardig ,

Heilige Handen van onzen Verlosser,

Die de wereld geschapen hebt,

- Voor ons gebonden en uitgerekt, % Voor ons doorstoken met nagelen, J| Voor ons aan het Kruis gehecht, quot;quot; Vervuld met verborgen schatten,

Jf In welke de namen de uitverkorenen ge-S schreven staan.

Alle eer en aanbidding waardig.

Heilige Voeten van onzen Verlosser,

Die de aarde tot voetbank hebt, Minnelijk om ons den vrede te verkon-c digen,

Waardig met tranen gewasschen te worden. Waardig omhelsd en aangebeden te worden, gk Die onder het lijden van vele smarten den = Calvarieberg beklommen hebt,

::: Voor ons doorboord met nagelen,

•Voor ons aan het kruis gehecht.

Alle eer en aanbidding waai\'dig.

Heilige Zijde van onzen Verlosser,

Geopend door eene lans,

-g Water en bloed stortende,

Oorsprong der zaligheid,

§3 Ader des levens,

= Hoop der mistroostigen,

Toevlucht en woonplaats onzer ziel,

8*

-ocr page 163-

134

Heilige Zijde, Rustplaats der Godminnenden, genees ons !

Heilige Zijde, Sterkte der Martelaren, genees ons! Heilige Zijde, gloeijende oven der liefde, genees ons!

Heilige Zijde, alle eer en aanbidding waardig, genees ons I

Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld,

door Uwe H. Wonden, spaar ons Heer! Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld,

door Uwe H. Wonden, verhoor ons Heer! Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, door Uwe H. Wonden, ontferm U onzer!

v. Hij is gewond om onze boosheden. k. En gekwetst om onze misdaden.

gebed.

O Almachtige God! wij bidden U, vergun ons, dat de allerbitterste Wonden van Uwen allerliefsten Zoon Jesus Christus, onzen Heer, in onze harten mogen gedrukt worden, dal zij ons verstand verlichten, en ons in Uwen dienst door liefde vurig maken, door denzelfden Jesns Christus onzen Heer. Amen

gebed.

O goede en allerzoetste Jesus! zie, in Uw aanschijn werp ik mij neder voor uwe voeten, en ik bid en smeek ü op de vurigste wijze,

-ocr page 164-

135

dat Gij in mijn hart levende gevoelens van Geloof, Hoop en Liefde wilt drukken, alsmede een waar leedwezen over mijne zonden, en een vast voornemen van mij te beteren , terwijl ik diep getroffen en ontroerd. Uwe vijf H. Wonden beschouw en in den geest overweeg, voor oogen hebbende, hetgeen reeds de profeet David in zijnen mond stelde: «zij hebben mijne handen en mijne voeten doorboord; zij hebben al mijne beenderen geteld.quot;

LITANIE

VAN HET

LIJDEN, DEN DOODSTRIJD EN DOOD ONZES HEEREN JESUS CHRISTUS. (Gewoonlijk genoemd Litanie van den goeden dood)

Heer ontferm ü onzer!

Christus, ontferm U onzer!

Heer, ontferm U onzer!

Christus, hoor ons!

Christus, verhoor ons!

God, Hemelsche Vader, ontferm U onzer!

God. Zoon, Verlosser der wereld, ontferm U onzer!

God, Heilige Geest, ontferm U onzer!

-ocr page 165-

136

Heilige Drievuldigheid, één God,

Jesus, Zoon van den levenden God,

Woord des Vaders, mensch geworden, Die ten uiterste begeerd hebt te lijden, Die bevreesd en treurig hebt willen wezen. Wiens ziel droevig is geweest tot den dood,

Die in den doodstrijd langer gebeden hebt. Die biddende bloed gezweet hebt.

Die in den bloedigen doodstrijd door den

Engel hebt willen versterkt worden. Die. voor dertig penningen verkocht zijn- £ de, aan Judas den kus hebt gegeven, |l Die, \'van uwe Discipelen verlaten, door | de handen der goddeloozen gebonden

os ...

S ^jt\' . §

Die door de valsche getuigen beschuldigd, S

ter dood veroordeeld geweest zijt. Die met vuisten geslagen en bespogen

hebt willen worden.

Die met een wit kleed versmaad en met

een purper bespot zijt.

Die achter Barabbas zijt gesteld geweest. Die door geeselen verscheurd en met

doornen zijt gekroond geweest,

Die tot den allerschandelijksten dood zijt

verwezen geweest,

Die met het kruis beladen, den berg van Calvarië zijt opgeklommen.

-ocr page 166-

137

Die als een lam ter dood zijt geleid

geweest,

Mensch der smarten,

Die naakt tussclien twee moordenaars zijt gekruist geweest,

r~ Die drie uren in den doodstrijd zijt ge-S weest,

O

~= Die met gal en azijn zijt gelaafd geweest, Die aan het kruis voor uwe vijanden hebt gebeden,

Die tot den dood des kruises zijt gehoorzaam geweest.

Die aan het kruis zijt gestorven,

Wees genadig, spaar ons, Jesusl Wees genadig, verhoor ons, Jesus! Van alle zonden, verlos ons, Jesus! Van eenen haastigen en onvoorzienen dood. Van de listen des vijands in den doodstrijd, Van alle kwade gedachten en begeerten. Van de gevaarlijke bekoring der wanhoop, Van den geest der hoovaardij en vermetelheid,

Van den eeuwigen dood,

Door Uwe onuitsprekelijke geduldigheid.

Door Uwe onoverwinnelijke zachtmoedigheid,

Door Uwe allergrootste zedigheid,

Door Uwe wonderbare stilzwijgendheid.

Door Uwe uiterste armoede,

Door Uwe allerdiepste ootmoedigheid,

-ocr page 167-

138

Door Uwe allerstandvastigste gehoorzaamheid, ^

Door Uwe onbegrijpelijke liefde,

Door Uwen doodstrijd en Uw lijden, S

Door Uw kruis en Uwe verlatenheid, §

Door Uwe krachteloosheid,

Door Uwen dood en Uwe begrafenis, «

Door de droefheden van Uwe allerliefste

Moeder, met U mede lijdende,

In het uur des doods, wij zondaren, bidden U,

verhoor ons!

Opdat het verre van ons zij te roemen, dan

in Uw kruis.

Opdat door Uwe liefde, de wereld aan ons ^

gekruist zij, en wij aan de wereld,

Opdat wij ons vleesch met zijne begeerlijk- | heden aan het kruis hechten, g-

Opdat wij. Uw lijden naar het lichaam vol- | gende, met dezelfde gedachten gewapend -worden in de ziel, ^

Opdat wij dagelijks ons kruis dragen en U |-navolgen,

Opdat wij U, gekruiste Jesus! vóór alles -zoeken te kennen, 2

Opdat Gij ons, in den doodstrijd zijnde, de g-verdiensten van Uw lijden en Uwen dood ° gewaardigt toe te eigenen, |

Opdat wij, gelijk in het lijden, zoo ook ~ deelgenooten mogen wezen in de vertroostingen.

-ocr page 168-

139

Opdat wij voor U leven, en in U sterven , wij

zondaren, bidden U, verhoor ons! Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld , spaar ons, Jesus!

Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld , verhoor ons, Jesus!

Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, wees ons barmhartig, Jesus!

GEBED.

Heere Jesus Christus! die onder de allerbitterste pijnen des kruises, U gewaardigd hebt voor ons te sterven; door Uwen allerheiligsten doodstrijd bidden wij ü ootmoedig dat Gij Uwe dienaren en dienaressen, die met den dood strijden , na hunnen dood met vreugde in het He-melsch Paradijs wilt ontvangen. Amen.

Wij bidden U, Heere Jesus Christus! laat voor ons, bij Uwe goedertierenheid, nu en in het uur onzes doods, de\' Heilige Maagd, Uwe Moeder spreken, wier allerzaligste ziel in het uur Uws doods door een zwaard van droefheid is doorstoken, dit bidden wij U, Jesus Christus , die met den Vader en den Heiligen Geest leeft en heerscht in alle eeuwen der eeuwen. Amen.

Z. H. Paus Benedictus XIV heeft door zijne Breve {Ad Passionis) van den 13 Dec. 1S40 honderd dagen

-ocr page 169-

uo

Aflaat vergund aan alle geloovigen, die des vrijdags des namiddags ten drie ure, knielende, godvruehtighjk zullen bidden; vijfmaal Ome Vader en Jfrees gegroet, enz., ter gedachtenis van het lijden en den doodstrijd van onzen Goddelijken Verlosser Jesus Christus, — en bidden tot intentie van Z. H.

Z. H. Paus Pias VII heeft bij besluit van den 18 Ajinl 1809 verleend eenen aflaat van drie honderd dagen aan denenen, die knielende, ter eere van het lijden en den doodstrijd van Christus godvruchtig driemaal Ome Pader en ter eere der droefheden Zijner H. Moeder onder het kruis driemaal Wees gegroet bidden, voor de geloovigen, welke in den doodstrijd zijn, en eenen vollen Aflaat eens in de maand, op een dag naar verkiezing, onder de gewone voorwaarden , aan hen, die gedurende eene maand dagelijks deze godvruchtige oefcniug zullen doen.

O Christen, kwijt u dan ijverig van dezen heiligen plicht der liefde, opdat ook gij. wanneer gij in den hangen doodstrijd zijn zult, liefderijke voorbidders hebben moogt. Om deze heilzame oefening te bevorderen, is het zeer raadzaam zich in de Broederschap vau den goedeu Dood te laten inschrijven.

gebed als men uriemaal Onze vader en Wees gegroet voor de stervenden gebeden heeft.

Almachtige, barmhartige God! ik bid U ootmoedig, dal Gij deze gebeden genadig verhooren wilt. Verleen aan alle geloovigen, die in den doodstrijd zijn, eenen zaligen dood in Uwe liefde, ontferm U over alle geloovige overledenen en maak mij, zondaar, deelachtig aan de Aflaten, welke Uw heilige Kerk voor dit werk der liefde heeft toegezegd, door Jesus Christus onzen Heer. Amen.

-ocr page 170-

141

GEBED OM EENEN GOEDEN DOOD TE VERKRIJGEN.

Allerbeminnelijkste Heere Jesus, glans van de heerlijkheid des Vaders, ware zon der gerechtigheid , die U gewaardigd hebt voor onwaardige zondaars eenen zoo schandelijken en pijnlijken dood te ondergaan; Gij, die, om de wereld te verlossen, op den Calvarieberg Uwen geest gevende, dien in de handen Uws Vaders hebt bevolen, Hem smeekende dien te willen ontvangen! verleen mij de genade, dat ik altijd in mijn hart het gevoel en de liefde van den dood drage, die U zoo bitter is geweest. Geef, dat ik, om daarin met U te deelen mij moge oefenen in de versterving van alle fouten en kwade driften; opdat ik bij het naderen van het einde mijns levens, verdiene adem te schep-nen onder de gunst van uwe oneindige barmhartigheden, en gelukkiglijk de blijdschap des Hemels binnen te treden. Sta mij bij in het oogenblik van mijn sterven, help mij in mijn zieltogen, kom mijne begeerte te gemoet, en laat mij toch niet sterven, alvorens ik met de genademiddelen der H. Kerk versterkt ben; bescherm mij tegen mijne vijanden, verlos mij van mijne traagheid, troost mij in mijne verzuchtingen , versterk mij in mijne benauwdheden, ontvang mijne laatste ademhaling, en laat in deze laatste en gewichtige uren mijne laatste woor-

-ocr page 171-

142

den Uwe woorden zijn, en als mijne tong die niet meer zal kunnen uitbrengen, verhoor dan ten minste deze uitdrukking van mijn stervend hart: O Vader, in Uwe handen beveel ik mijnen geest: Gij hebt mij verlost, Heere God der waarheid. Amen.

GEBED TOT DEN LIJDENDEN EN STERVENDEN JESUS.

Z. H, Paus Pius VII heeft den 25 Augustus 1820 voor eeuwig verleend drie honderd dagen Aflaat aan alle geloovigen, die met een berouwhebbend hart zullen bidden het volgende Gebed met yijfmaal Onze Vader, Wees gegroet, en Glorie zij den Vader, enz. ter gedachtenis van het lijden en den dood van onzen Heer Jesus Christus; en eenen vollen Aflaat aan hen, die dit gedurende eeue maand onderhoudende op een der drie laatste dagen biechten en commuuiceereu, biddende volgens de meening der H. Kerk.

Heere Jesus Christus! die om de wereld te verlossen, hebt willen geboren, besneden, van de Joden verworpen, van Judas den verrader door eenen kus geleverd, als een onnoozel lam tot de slachtbank geleid, en aan Annas, Caiphas, Herodes en Pilatus met bespotting voorgesteld, door valsche getuigen beschuldigd, door geesels verscheurd, en met smaadwoorden overladen, bespuwd, met doornen gekroond, met eenen rietstok geslagen, van uwe kieederen beroofd met nagelen aan het kruis gehecht, van den

-ocr page 172-

143

grond verheven tusschen misdadigers gesteld, met gal en azijn gelaafd en met eene lans hebt doorstoken willen worden; o Heer, door deze allerverschrikkelijkste pijnen, welke ik zondaar overdenk, en door Uw heilig kruis en Uwen dood, verlos mij van den eeuwigen dood en ge-waardig U mij te brengen ter plaatse, waar Gij den met U gekruisten, berouwhebbenden moordenaar gebracht hebt, dit bid ik U, die met den Vader en den H. Geest, leeft en heerscht, God in alle eeuwen der eeuwen. Amen.

Bid hierna vijfmaal Onze Vader, — Wees gegroet en Glorie zij den Vader, enz.

GEBED OP DE ZEVEN WOORDEN , DIE CHRISTUS AAN HET KRUIS GESPROKEN HEEFT.

Heere Jesus Christus, Zoon van den levenden God, Gij, die aan het kruis hangende, hebt gezegd: Vader, vergeef hel hun, ivanl zij welen niet wal zij doen; geef dat ik om Uwe liefde altijd vergeef allen, die mij beleedigen of onrecht aandoen. Die gezegd hebt tot den berouwhebbenden moordenaar: Heden zult gij met Mij in het Paradijs zijn; geef dat ik zoo leve, dat Gij tot mij in het uur mijns doods dezelfde woorden spreekt. Die gezegd hebt tot Uwe Moeder; Vrouw, zie uwen Zoon, en tol Uwen leerling Joannes: Zie

-ocr page 173-

14-4

uwe Moeder; geef dat Uwe waarachtige liefde mij altijd met Uwe Moeder vereenige, als haren Zoon en Uwen leerling. Die gezegd hebt; Mijn God! Mijn God! waarom hebt Gij Mij verlaten ? geef dat ik in al mijne kwellingen en benauwdheden uitroepe: o God! wees mij zondaar genadig; help mij, mijn Heer en Koning, die mij met Uw eigen bloed verlost hebt. Die gezegd hebt; Ik heb dorst; laat mij altijd dorsten naar U, die de fontein der levende wateren en genaden zijt. Die gezegd heb; Het is volbracht; verleen mij door deze gelukzalige woorden, dat ik altijd Uwen Goddelijken wil volbrenge, en dat ik in eeuwigheid die gelukzaligheid mag genieten , welke Gij bereid hebt voor degenen, die hier Uwen wil volbrengen. Die gezegd hebt; Vader in Uwe handen beveel Ik Mijnen Geest; verleen mij, dat ik met een zalig betrouwen dezelfde woorden moge spreken in het uur mijns doods. Amen.

-ocr page 174-

U5

LITANIE

TOT HET

ALLERHEILIGST HART VAN JESUS.

Heer, ontferm U onzer!

Christus, ontferm U onzer!

Heer, ontferm ü onzer!

Christus, hoor ons!

Christus, verhoor ons!

God, Hemelsche Vader, ontferm U onzer! God, Zoon, Verlosser der wereld. God, Heilige Geest,

Heilige Drievuldigheid, één God,

Hart van Jesus, Zoon van den eeuwigen Vader,

- Zoon van de Maagd en Moeder Maria, | Eigene en waardige woonplaats van den -% H. Geest,

§ Schatkamer der H. Drievuldigheid, quot; Glorie en vreugd der Engelen,

Oneindig in Majesteit,

Voorwerp van alle liefde. Allerootmoedigst Hart van Jesus, Allerzuiverst Hart van Jesus,

Allerminnelijkst Hart van Jesus,

Hart van Jesus, vol van zegen en genade,

9

-ocr page 175-

14G

Wellust van liemel en aarde,

Licht der gansche wereld,

Onverwinnelijke sterkte tegen onze vijanden. Bron van alle rechtvaardigheid,

Oorsprong van goedheid en barrahartig-

tigheid.

Vol medelijden en teederheid.

Woonstede aller deugden,

Alle lof en eer waardig,

Waaraan alle aanbidding toekomt, Oneindige afgrond van alle hemelsche gaven.

Fontein der wateren, die ten eeuwigen

leven springen.

Verzoening onzer zonden.

Troost aller bedrukte harten.

Hoop dergenen, die in U sterven, Ons leven en onze verrijzenis.

Toevlucht van alle zondaren.

Voor ons met bitterheid vervuld.

Voor ons met smaadheden overladen. Om onze boosheden doorwond,

Voor onze zaligheid aan het kruis gestorven,

l\\let eene lans doorstoken, ,

Levende, heilige en Gode behagelijke ofte-rande.

Altaar, waarop alle Heiligen geofferd worden,

-ocr page 176-

147

Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt,

spaar ons, Jesus!

Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt,

verhoor ons, Jesus!

Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt,

ontferm U onzer, Jesus!

Hart van Jesus, hoor ons!

Hart van Jesus, verhoor ons!

Onze Vader, — Wees gegroet, enz.

v. Jesus, zachtmoedig en nederig van Harte, r. Geef ons een hart naar Uw Hart.

GEBED.

Heer Jesus, die de onschatbare rijkdommen van Uw Hart voor Uwe Kerk geopend hebt, schenk ons de genade, om aan de liefde van dit Allerheiligste Hart te beantwoorden, en door eene waardige vereering de beleedigingen te herstellen , welke het. door ondankbare menschen worden aangedaan. Dit bidden wij U, die met God den Vader in de eenheid van den H, Geest, God zijl in alle eeuwen der eeuwen. Amen.

GEBED , HETWELK DE H. GERTR\'JDIS DAGELIJKS LAS.

Wees gegroet, o heilig Hart van Jesus! levende en levendmakende bron des eeuwigen levens! oneindige schat der Godheid! blakende oven der Goddelijke liefde! Gij zijt mijne rust-

-ocr page 177-

148

en schuilplaats. O minnelijke Zaligmaker, ontsteek mijn hart met die vurige liefde door welke het Uwe brandt, stort in mijn hart dm oroote genaden, waarvan het Uwe de bron is; laat miin hart met het Uwe zoo vereemgd zijn, dat Uw wil de mijne zij, en dc mijne aan den Uwen eeuwig gelijkvormig zij, dewijl ik verlang dat üw heilige wil voortaan de regel van al mijne begeerten en van al mijne werken zij,

GEBED.

Almachtige, barmhartige God! wij bidden U, dat Gij het liefderijke Hart van Uwen Zoon wilt aanzien, in wien Gij een oneindig webehagen hebt; en vergeef ons, om wille \\an dit U allerliefste Hart, onze menigvuldige misdaden; wisch om de overvloedige voldoening van dit zegenrijke Hart de welverdiende straf onzei boosheden uit; geef dal onze koude ^ten rnct de vlammen van dit brandende Hart ontstokui, U o opperste God! innigst beminnen, door denzelfden onzen Heer Jesus Christus, uwen Zoon , die met U leeft en heerscht in ahe eeuwen der eeuwen. Amen.

GEBED TOT HET ALLERHEILIGSTE HART VAN JESUS VOOR LEVENDEN EN DOODEN.

O allerheiligst Hart van Jesus! ik aanbid U uit al de krachten mijner ziel; ik wijd L cle-

-ocr page 178-

149

zelve toe voor altijd, met al mijne gedachten, woorden en werken; ach konde ik ü, o Goddelijk Hart! zoo veel aanbidding, liefde en heerlijkheid geven, als Gij aan Uwen hemelschen Vader geeft! Vergeef mij mijne zonden, sta mij bij in de bekoringen, bescherm rnij in alle omstandigheden mijns levens en wees mijne toevlucht in het uur des doods. Ik vraag dezelfde genade voor mijne bloedverwanten en vrienden, voor alle zondaren , voor alle bedrukte harten, voor de stervenden en voor alle menschen, die op de aarde zijn, opdat de prijs van Uw dierbaar bloed voor hen niet verloren zij. Ontferm U ook over de zielen in het vagevuur, maak haar deelachtig aan Uwe overvloedige ontfermingen en doe haar, om het medelijden en de liefde van Uw 11. Hart, spoedig tot de aanschouwing Uwer Goddelijke Majesteit geraken, om U eeuwig te loven en te danken. Eindelijk, o Heer! smeek ik U vurig, mij ook eenmaal in Uwe heerlijkheid op te nemen Amen.

-ocr page 179-

150

(lodvriiclilifje en beknopte leiding

OP DEN

KRUISWEG

VAN JERUSALEM NAAR CALVARIË,

VOLGENS DEN HEILIGEN

LEONARDUS fl PORTÜ MSURITIO,

bijzondercn aanmoedi{;er dezer heilzame oefening.

Draag steeds het Kruis vol moed, schep in dien last

(behagen:

Volg als een trouwe kneuht met lust uws Heilands spoor; Hij ging u aan het Kruis in \'t sterven moedig voor, Geprangd door liefde, die Hij u heeft toegedragen.

Wijze om den H. Kruisweg te houden.

In de Kerk gekomen om den Kruisweg te houden, knielt men voor het Altaar neder en tracht men zich voor te bereiden door eene Akte van Berouw te verwekken. Vervolgens gaat men de onderscheidene Statiën in volgorde be-

-ocr page 180-

151

zoeken, en zich voor elke derzelven op de knieën werpende, zegt men met gevoel: Wij aanbidden U, Christus, enz. Nu blijft men een weinig tijds dat geheim van Jesus lijden overwegen, hetwelk door die Statie wordt voorgesteld, en na een kort gebed tot den lijdenden Verlosser bidt men ; Onze Vader, — TFees gegroet en Glorie tij den Vader, enz. Op deze wijze gaat men voort tot aan de laatste Statie, en zich dan weder tot het Altaar begevende , bedankt men God voor de ontvangene weldaden.

Als de Kruisweg in Processie gehouden wordt, is het om de menigte des volks niet noodig de 14 Statiën te volgen ; men kan dan op zijne plaats blijven, mits men slechts knielende zich ver-eenigt met de gebeden van den Priester, en opstaat, wanneer de Processie van de eene Statie tot de andere gaat.

De Aflaten, welke men door deze oefening verdienen kan, zijn, zooals men in het Ondek-richt over den Kroisweg biz. VII vooraan in dit boekje kan zien, deselfde, welke zij verdienen , die de Statiën van den Kruisweg te Jerusalem in persoon bezoeken. Vele van deze zijn volle Aflaten, welke men voor zich zeiven of voor de zielen in het Vagevuur kan verdienen. Hier dient dus wel bemerkt te worden, dat men denken moet aan welke zielen men die Aflaten wil toevoegen.

-ocr page 181-

152

VOORBEREIDEND GEBED

EN

AKTE VAN BEROUW.

*

Met den diepsten eerbied werp ik mij voor Ü ter aarde, Verlosser van den zondigen mensch! en innig getroffen over het lijden, dat U mijne verlossing gekost heeft, wil ik mij in deze oogen-blikken met dat wonder van liefde bezig houden , door U in den geest op Uwen bloedigen Kruisweg te vergezellen. Maar hoe zal ik dit op cenc waardige wijze kunnen verrichten ! ik, die U zoo dikwerf beleedigde, öw lijden niet zelden vernieuwde? Ja, mijn Jesusl ik beken het, ik ben een zondaar, een onwaardige, maar Gij kunt mij rechtvaardig en Uwer liefde waardig maken. Ontferm U dan over mij, verwerp mij niet van Uw aanschijn en vergeef den boetvaar-digen zondaar, die U als hel hoogste goed boven alles bemint, en juist daarom berouw heeft over zijne zonden. Niet meer, mijn God! niet meer zal ik zondigen , maar U steeds zoo beminnen, dat ik eenmaal onder diegenen gerangschikt worde, voor wie Uw Bloed niet vruchteloos vergoten werd.

Tot voldoening voor mijne misdrijven offer ik U deze oefening op. Stort, gedurende dezen

-ocr page 182-

153

bloedigen tocht, in mij den goeden geest, en geef dat ik, door Uw lijden bewogen, tot Uwe navolging aangespoord worde; maak mij deelgenoot aan de verleende Aflaten, opdat zij mij behulpzaam zijn, om in dit leven Uwe erbarming en hierna Uwe heerlijkheid van aanschijn

tot aanschijn te genieten Amen.

*

Iste STATIE.

JESUS WORDT TER DOOD VEROORDEELD.

Wij aanbidden U, Christus! en loven U,

Omdat Gij door Uw H. Kruis de wereld verlost hebt.

Overweeg, mijne ziel! met welke gevoelens Jesus dit vonnis ontvangt; zie, hoe gewillig Hij zich aan hetzelve, uil liefde tot u, onderwerpt. Ach, dat gij u toch eens schaamdet! gij, die zoo dikwerf het vonnis des eeuwigen doods ver-diendet, gij gewaardigt u nauwelijks eene geringe versterving aan te nemen, tot welke hij, die Gods plaats bekleedt, u soms veroordeelt. Welaan dan, wend u vol schaamte tot Jesus, uwen Bruidegom, en zeg Hem met een hart vol liefde:

GEBED.

Dierbare Jesus! Uwe onschuld en de liefde,

9*

-ocr page 183-

154

waarmede Gij U, zonder eenige legenspraak, aan het onrechtvaardigste vonnis onderwerpt, doen mij blozen; liet is mij leed, dat ik mij bij het ontvangen van eene geringe beleediging, bij het hooren van een smadelijk woord, tol hiertoe zoo verontwaardigd toonde; ja, dit smart mij, en ik maak een vast voornemen om voortaan met Uwe heilige hulp elke versmading, hoe onrechtvaardig, hoe smartelijk die ook zijn moge, gaarne te verduren.

Onze Vader, — Wees gegroet, —

Glorie zij den Vader, enz.

Ontferm U onzer, Heer! ontferm U onzer. *

Ilde STATIE.

JESUS NEEMT HET KRUIS OP ZIJNE SCHOUDEREN.

Wij aanbidden U, Christus! en loven ü,

Omdat Gij door Uw H. Kruis de wereld verlost hebt

Mijne ziel, beschouw uwen Jesus I zie met welk eene teederlieid Hij het Kruis omhelst, met welk eene kalmte en gelatenheid Hij den moedwil der woeste bende verdraagt. Ach ! bloos over die onverduldigheid, waaraan gij u bij het verschijnen van het geringste kruisje van tegenspoed zoo vaardig overgeeft. Kom, vergezel uwen met het Kruis beladen Jesus, en zeg Hem:

-ocr page 184-

i 55

GEBED.

Met reden schaam ik mij, lieve Jesus! wanneer ik ü het Kruis, het duor mijne ondankbaarheid , door mijne zonden vervaardigd Kruis, zoo liefderijk zie omhelzen, terwijl ik aarzel die lichte, die aangename kruisjes op te nemen, welke Uwe oneindige liefde mij vormde en door zoo vele genadehulp dragelijk maakte. Vergeef het mij, bid ik U, vermits ik een vast besluit maak niet alleen om dezelve voortaan gaarne te omhelzen, maar daarenboven met Uwe geliefde heilige Theresia Lf onophoudelijk te smeeken: of lijden of sterven, het kruis of de dood.

Onze Vader, — Wees gegroet, —

Glorie zij den Vader, enz.

Ontferm U onzer, lieer! ontferm ü onzer *

Jlfde STATIE.

JESUS VALT DE EERSTE MAAL ONDER HET KRUIS.

Wij aanbidden U, Christus! en loven U,

Omdat Gij door Uw 11 Kruis de wereld verlost hebt.

Mijne ziel, ziet gij de beleedigingen niet, welke uw gevallen Jesus te verduren heeft? En echter zwijgt Hij, en echter verdraagt Hij alles uit liefde tot u: en hoe ongeduldig zijt gij niet, wanneer eene lichte ziekte u aantast, wanneer

-ocr page 185-

156

een gering ongeval u treft, hoe bitter beklaagt gij u dan niet! Ach, werp u met tranen van berouw voor Jesus voeten neder, en bid Hem;

GKBEn

Beminnelijke Jesus! met leedwezen werp ik mij voor U ter aarde, omdat ik U zoo dikwerf door mijn ongeduld beleedigde. Ach! schenk mij de genade om te kunnen opstaan, den weg des Kruises met liefde en vreugde te vervolgen, en alle rampspoeden gaarne te verduren.

Onze Vader, — Wees gegroet, —

Glorie zij den Vader, enz.

Ontferm U onzer, Heer! ontferm L omer.

*

IVde STATIE.

JESUS ONTMOET ZIJNE H. MOEDEU.

Wü aanbidden U, Christus! en loven ü,

Omdat Gij door Uw H. Kruis de wereld ver-

lost hebt.

Ach\' welk eene hevige smart doorboorde het hart van Maria, en wie kan de folteringen opnoemen waarmede Jesus lijden bij deze ontmoeting verzwaard werd? Ween, mijne ziel! ween bij dit hartverscheurend schouwspel en troost de bcdioefde Moeder en den lijdenden Zoon op deze wijze;

GEBED.

Liefderijke Moeder! ik ben het, die uwen

-ocr page 186-

157

geliefden Zoon, uwen Jesus, aan die barbaar-sche handen van ruwe krijgsknechten overleverde. Toen ik zondigde, juist toen vormde ik het zwaard van droefheid dat uw moederhart doorboorde. Ach! ik heb er berouw over en smeek ü beiden om erbarming en vergeving; erbarming, heilige Maria! mijn Jesus! erbarming met cenen zondaar, die het besluit maakt om niet meer te zondigen, en tot dat einde dikwijls te overwegen de smarten van Jesus en Maria.

Onze Vader, — JVces gegroet, ■—

Glorie zij den Vader, enz Ontferm U onzer, Heer! ontferm U onzer.

Vde STATIE.

JESUS WORDT DOOR SIMON VAN GYRENE IN HET KRÜISDRAGEN GEHOLPEN.

Wij aanbidden U, Christus! en loven U, Omdat Gij door Uw H. Kruis de wereld verlost hebt.

Denk eens na, rnijne ziel! welke beleediging de Cyreneër Jesus aandeed, door Hem in het kruisdra-gen zijne hulp te weigeren. Maar beleedigt gij Hem niet meer, als gij het kruis, dat Jesus u overzendt, gedwongen en niet met liefde torscht, als gij het nasleept en zelfs durft ontvluchten? Ach! verfoei uwe dwaling, en bid uwen liefhebbenden Jesus:

-ocr page 187-

158

GEBED.

Liefdevolle Jesus! ik belijd het, ik was die Cyreneër, ik, die slechts gedwongen het kruis der wederwaardigheden gedragen, cn altijd getracht heb hetzelve te ontvluchten. Ach! ik erken mijne misdaad, ik smeek om vergeving en genade voor de toekomst! Zend mij vrij die kruisen, welke U zoo dierbaar zijn; niet Uwe hulp zal ik ze volgaarne omhelzen.

Onze Vader, — Wees gegroet, —

Glorie zij den Vader, enz.

Ontferm U onzer. Heer! ontferm U onzer *

Vide STATIE.

VERONICA DROOGT JESUS AANGEZICHT AF MET EENEN ZWEETDOEK.

Wij aanbidden U, Christus! en loven ü,

Omdat Gij door Uw [1. Kruis de wereld verlost hebt.

Is het mogelijk, mijne ziel! dat gij niet van liefde en teederheid wegsmelt, bij de overweging-van de belooning, welke de goede Jesus aan de vrome Veronica uitreikte, voor hare aan Hem betoonde daad van medelijden? Hij stelde haar in het bezit van Zijne in den zweetdoek ingedrukte aanbiddelijke gelaatstrekken. Zou Hij niet op dezelfde wijze ook met u handelen, door Zijn

-ocr page 188-

159

heilig Wezen in uw hart te drukken, zoo gij ilikwerf uw medelijden jegens Hem opwektet ? Ach! geef dan van dit gemis aan u zeiven alleen de schuld, en zeg Hem :

GEBIED.

Gefolterde Godntenschl zoo Gij niet in mijn hart gedrukt zijt, is de schuld niet aan ü, neen aan mij zeiven , aan mijne ongevoeligheid moet ik het wijten. Immers, gevoel ik wel ooit medelijden jegens U, overweeg ik wel ooit Uwe smarten? Ach! ik verfoei mijne handelwijze en wil voortaan Uw bitter lijden dikwijls overwegen, opdat Gij met onuitwischbare letteren in mijn hart moogt gegrift worden.

Onze Vader, — Wees gegroet, —

Glorie zij den Vader, enz,

Onlferm ü onzer, Heer! ontferm U onzer. *

Vilde STATIE.

.IESUS VALT TEN TWEEDE MALE ONDER HET KRUIS.

Wij aanbidden U, Christus! en loven U,

Orndat Gij door Uw H. Kruis de wereld verlost hebt.

Ach! mijne ziel, hoe ongevoelig zijt gij! Ziet gij niet, dat het uwe trotschheid is, die Jesus ook nu op den grond doet nedervallen.

-ocr page 189-

4 60

daar gij uwen Heiland met voeten treedt, om u zeiven te verheffen? Ach! verfoei toch eens dien hoogmoed, en beloof uwen gevallen vriend beterschap,

GEBEFI.

Ja, mijn Jesus! ik beween mijne trolschheid, waardoor ik steeds boven anderen den voorrang-begeerde, en dewijl ik hierdoor oorzaak van Uwen val was, besluit ik, mij ook voor mijne minderen te vernederen, altijd met nederigheid en onderwerping te spreken en allen hoogmoed uit mijn hart te verbannen. Help mij hierin door tKve vermogende genade.

Onze\'Vader, — Wees gegroet, —

Glorie zij den Vader, enz.

Ontferm U onzer. Heer! onlferm U onzer. *

VHIste STATIE.

JESUS TROOST DE WEENENDE VROUWEN.

Wij aanbidden U, Christus! en loven U,

Omdat Gij door Uw H. Kruis de wereld verlost hebt.

Zie, mijne ziel! hoe de voor Jesus geplengde tranen\' met de door Hem gegevene vertroostingen gepaard gaan. Nauwelijks weenen Jerusalem\'s Vrouwen, of Jesus vertroost haar. Over

-ocr page 190-

161

weeg eens, dat, zoo gij tol hiertoe van Hem nog geenen troost ontvangen hebt, het een sprekend bewijs is, dat gij nog geene tranen van medelijden over uwen lijdenden Zaligmaker gestort hebt.

GEBED.

Beminnelijke Verlosser! al te wel gevoel ik mijne verplichting, om over mijne ondankbaarheid en zondige werken te schreien, maar des te meer beween ik dezelve, omdat zij oorzaak van Uw lijden waren. Zoo dan de tranen der bedroefde Vrouwen U welgevallig waren, o versmaad dan ook de mijne niet, opdat ik zoo wel nu als in het uur van mijnen dood door U getroost worde.

Onze Vader, — Wees gegroet, —

Glorie zij den Vader, enz.

Ontferm U onzer, Heer! ontferm U onzer. *

IXde STATIE.

JESUS VALT TEN DERDE MALE ONDEH HET KRUIS.

Wij aanbidden U, Christus! en loven U,

Ürndat Gij door Uw H. Kruis de wereld verlost hebt.

Beschouw, mijne ziel! beschouw uwen hier ten derde male op den grond gevallen Jesus.

-ocr page 191-

162

Uwe zonden deden Hem bezwijken, Hij kon den last uwer ondankbaarheid niet langer torschen. Maak dan toch eenmaal het besluit om niet meer ondankbaar te zijn, en uwen Verlosser op te beuren. Zeg Hem met geheel uw hart;

GEBED.

Goede Jesus 1 het is maar al te waar; Uw herhaald vallen werd door mij veroorzaakt, doordien ik aan Uwe genade zoo slecht beantwoordde; maar zie, ik heb er berouw over en neem mij voor, om in het vervolg geene genade onbeantwoord te laten. Dit echter kan ik niet zonder Uwen bijstand. Help mij dan, om uit dien afgrond van ondankbaarheid op te staan en nooit meer uit Uwe genade te geraken.

Onze Vader, — Wees gegroet, —

Glorie zij den Vader, enz.

Ontferm U onzer. Heer! ontferm U onzer. *

Xde STATIE.

-JESUS WOUDT ONTKLEED EN MET GA.L GELAAFD.

Wij aanbidden U, Christus! en loven ü.

Omdat Gij door Uw H. Kruis de wereld verlost hebt.

Overweeg, mijne ziel! hoe Jesus maagdelijke zedigheid hier beleedigd, hoe Zijn smaak hiei

-ocr page 192-

163

verbitterd werd. Ach uwe onbeschaamdheid, uwe zinnelijke kleeding, uwe ijdelheid beroofden u van uwe onschuld, rukten Jesns de kleederen van het lichaam ; uwe onmatigheid verbitterde den smaak van uwen Heer. Welaan dan, spreek Hem rouwmoedig aan, zeggende :

GEBED.

Lijdende Jesus! ja, ik beween mijn ijdel pogen, om in de wereld eene vertooning te maken; ik verwensch mijne onwaardige begeerten , ik verfoei alle gehechtheid aan de wereld: geef dal ik mij voortaan nooit meer van het kleed der onschuld beroove, dat ik mij nooit meer aan everdaad plichtig make, en door de eenvoudigheid mijner kleeding de zedigheid mijns harten levendig uitdrukke.

Onze Vader, — JJrees gegroet, —

Glorie zij den Vader, enz.

Ontferm U onzer, Heer\', ontferm U onzer. *

Xlde STATIE.

JESUS WORDT AAN HET KRUIS GENAGELD.

Wij aanbidden U, Christus! en loven U,

Omdat Gij door Uw H. Kruis de wereld verlost hebt.

Eindelijk, mijne ziel! eindelijk wordt uw ver-

-ocr page 193-

■164

moeide afgematte Jesus aan het vloekhout geklonken Ween hier bij de herinnering, dal uwe ?oo gekoesterde hartstochten die scherpe nagele waren, waarmede Zijne handen en voeten do°\' boord werden, dat uw bedorven wil de hamer was, welks slagen Golgotha weêrga men^ deden^ Ach! smeek Hem hiervoor vergevint,

zeggen;

GEBED.

Miin quot;ekruiste Jesusl duld dat ik vol droefheid en leedwezen mijne zonden en ondankbaar-heid in uwe doorboorde handen legge, m II on nieuw to kruisigen, maar opdat mijne

dom sterve, om in eeno eeowigo wow ve. anderen.

Onze Vader, — Wees gegroet, —

Glorie zij den Vader, enz.

Ontferm U onzer, Heer! ontferm on.

*

Xllde STATIE.

JEStS BIDT VOOK ZIJNE KRUISIGERS.

Wü aanbidden U, Christus! en loven U Omdat Gij door Uw H. Kruis de wereld vei-

lost hebt.

-ocr page 194-

165

Beschouw, mijne ziel! beschouw nogmaals uwen aan het Kruis gehechten Jesus, Zie, hoe treffend Hij den eeuwigen Vader bidt voor u, die Hem zoo schandelijk hoondet; en gij aarzelt nog, vergeving te schenken aan hen, die u soms verongelijkten, die u beleedigden. En echter gij zijt het, die den Zoon van God niet slechts beleedigd, maar zelfs gekruist hebt. Welaan, verhef dan vol berouw over zoo vele zonden uwo stem tot Jesus, en zeg Hem:

GEBED.

Beminnelijke Zaligmaker! Uwe stem, waarmede Gij den Vader voor mij om vergeving badt, roept mij onophoudelijk toe, dat ik niet alleen mijnen naasten alle verongelijking vergeven, maar ook U voor mijne beleedigers om vergeving smee-ken moet. Gehoorzaam aan die slem, verfoei ik dan ook mijne lot hiertoe gevolgde hardvochtigheid en maak het voornemen, om aan hen, die mij verongelijking aandoen, weldaden te bewijzen, opdat ik eenmaal van U hooren moge: heden zult gij met Mij in het Paradijs zijn.

Onze Vader, — Wees gegroet, —

Glorie zij den Vader, enz.

Ontferm U onzer. Heer! ontferm U onzer.

.

40

-ocr page 195-

166

*

Xlllde STATIE.

JESUS WORDT VAN HET KRUIS GENOMEN.

Wij aanbidden U, Christus! en loven U,

Omdat Gij doer Uw H. Kruis de wereld verlost hebt.

Gij waart het, mijne ziel! die den gestorven Jesus in Maria\'s schoot legdet, zoo dikwerf gij Hem in het II. Sacrament met weinig godsvrucht, mogelijk wel op eene heiligschendende wijze, m uw hart ontvangen hebt en Hem zoo doende in uw binnenste deedt sterven. Ach! vraag Jesus hiervoor vergeving, bid Maria om hare voorspraak,

GEBEV).

Ja, mijn God! het is waar, ik was ongevoelig\' genoeg om zulk een droevig schouwspel daar te stellen, dewijl ik zoo dikwerf tot Uwe heilige Tafel naderde, zoo niet met een door zonde bezoedeld geweten, dan toch met weinig godsvrucht en met een aan het aardsche gehecht hart. Ach! dit berouwt mij en spoort mij tevens aan, om voortaan het Brood der Engelen zoodanig te ontvangen, dat het voor mij een onderpand worde der toekomstige heerlijkheid.

Onze Vader, — Wees gegroet, —

Glorie zij den Vader, enz.

Ontferm 11 onzer, Héér! ontferm U onzer.

-ocr page 196-

167

*1

XlVde STATIE.

JESUS WORDT IN HET GRAF GELEGD.

Wij aanbidden U, Christus! en loven U,

Omdat Gij door Uw H. Kruis de wereld verlost hebt.

Overweeg, mijne ziel! hoedanig het graf ware, waarin uw ontzielde Verlosser gelegd werd. Het was een nieuw graf, en met kostbaar reukwerk gebalsemd, werd Hij in hetzelve nedergelegd. Dan, helaas! uw hart is voor uwen Jesus geen nieuw graf meer, daar gij voor de zonde in hetzelve eerst eene plaats hebt ingeruimd. Welaan, tracht het dan nu tenminste te vernieuwen , en bid Hem, dat Hij in u een geheel ander hart scheppe.

GEBED.

Liefde mijner ziel! ik belijde het, mijn hart was tot hiertoe een door zoo vele zonden en onvolmaaktheden bezoedeld graf, maar vol schaamte en berouw bid ik U; schep in mij een nieuw en zuiver hart, en geef, dat ik hetzelve met den balsem van de gedachtenis aan Uw lijden zalve, en met het reukwerk der deugden ver-fraaie. Dan zult gij altijd in mijn hart rusten als in een graf, dat heerlijk, U welgevallig is. Amen.

Onze Vader, — Wees gegroet, —

-ocr page 197-

168

Glorie zij den Vader, enz.

Ontferm U onzer, Heer! ontferm U onzer.

SLUITGEBED.

Hartelijk dank zij U, o Heer! voor al Uwe weldaden, en inzonderheid voor die, welke Gij mij nu weder bewezen hebt, door mij op dezen Kruisweg te ondersteunen. Ik mocht mij dan gedurende dezen tijd eens van het aardsche losscheuren, mij in de geheimen van Uw lijden verdiepen en daaruit heilrijke lessen inzamelen. O, dat deze oefening dan ook werkelijk strekke lot verbetering van mijnen wandel, tot zaligheid mijner ziel. Geef, goede Jesus! dat zij ook aan die afgestorvene geloovigen voordeelig zij, voor welke ik dezelve heb opgedragen; en mochten deze die Aflaten niet noodig gehad hebben, ge-waardig U dan, dezelven aan die zielen toe te voegen, voor welke geene bijzondere gebeden gestort worden en die aan mijne hulp de meeste behoefte hebben; beschik over dezelven gelijk het U behaagt.

Eindelijk verleen mij, dat ik Uw heilig lijden bestendig in mijne gedachten hebbe, mijnen wandel daarnaar regelen en tot den laatsten adem mijns levens in de deugd volharden moge. Amen.

Zesmaal Onze leader, — Weesgegroet, en Glorie zij den Vader, enz.

-ocr page 198-

169

LOFZANG.

Naast \'t Kruis, niet weenende oogen, Stond de Moeder diep bewogen.

Als haar Zoon daar stervend hing; En haar door het zuchtend harte. Overstelpt van wee en smarte,

\'t Scherpe zwaard der droefheid ging.

Ts \'t niet droevig te aanschouwen De gezegcndste aller vrouwen,

Moeder van Gods eenig kind ?

Die vol droefheid, \'t hart benepen. Bevend Hem zag aangegrepen,

Dien haar hart zoo schuldloos vindt.

Wie der menschen zou niet weenen. Die deez\' Moederborst hoort stenen,

In dit grievend zielsverdriet ?

Is \'t wel mooglijk zonder snikken,

Zulk een\' Moeder aan te blikken ?

Leed zij ook met Jesus niet?

Voor de zonden van de Zijnen Zag zij Jesus in de pijnen,

Onder felle geeselstraf;

Zag haar lieven Zoon hier lijden,

Gansch verlaten, stervend strijden,

Totdat Hem de geest begaf.

Geef, o Moeder! bron van liefde,

Dat ik voel, wat leed u griefde,

Dat ik wecnend met u klaag;

Dat mij \'t hart ontbrand\' van binnen, Door mijn Christus te beminnen,

Opdat ik aan Hem behaag.

10*

-ocr page 199-

no

Heilige Moeder, druk de wouden Des Gekruisten voor mijn zooden,

Druk ze mij diep ia het hart;

Moge ik recht het lot beseffen,

Dat uw Zoon voor ous moest treften. Moge ik deelen in Zijn zmart.

Laat de droefheid om uw lijden.

Om de smarten van U beiden.

Mij verzeilen, waar ik ga.

Laat ik op den Kruisdood staren En diens indruk wel bewaren Waar ik ook mijn\' oogen sla.

Maagd der Maagden, hoog verheven, quot;Wil mij thans niet tegenstreven,

Laat mij met n droevig zij».

Laat mij Christus Kruisdood dragen. Overwegen al Zijn slagen.

Al Zijn lijden en Zijn pijn.

Laat mij voelen Zijne Wonden,

]n Zijn Kruisdood zijn verslonden,

Om de liefde van uw Zoon.

Gansch ontvlamd, in liefde ontstoken. Worde ik door u voorgesproken

Voor des strengen Rechters troon.

Dat het Kruis mijn schild mag wezen, Christus dood mij niets doe vreezen.

Maar van Zijn geuadetroon.

Als de tijd komt van te sterven, Miiue ziel alsdan mag erven

De Hemelvreugd tot eeuwig loon.

AMEN.

-ocr page 200-

171

HYMNUS STAB AT MATEB.

Slabat Mater dolorosa Juxta Crucem lacrymosa, Dum pendebat Filius. Cujus aniniam gementem, Contristatara et dolentem, Pertransivit gladius.

O quam tristis et afflicta Fuit ilia benedicta Mater Unigeniti! Qua: moerebat et dolebat, Et tremebat, cum videbat Nati poenas inciyti.

Sancta Mater, istud agns, Crucifixi fige plagas Cord! meo validé. Tui N\'ati vulnerati.

Tarn dignati pro me pati, Poenas mecuni divide.

Fac me verè tecum tlere, Crucifixo condolere,

Donee ego vixero Juxta Crur.eni tecum stare, Te libenter sooinre In planctu desidero.


Cbristi Matrem si videret

In tanto supplido?

Quis nun posset contristari, Piam Matrem contemplari Dolentem ouin Filio ?

Pro pecr.atis sueb gentis Vidit Jesum in tormentis, Et flagellis subditum. Vidit suum dulcem Natum Morientem desolatum, Dum emlsit spiritum.

Eja Mater, fons amoris, Mesentire vim doloris

Fac ut tecum lugeam. Fac ut ardeat cor meum In araando Cbristum Deum, Ut sibi complaceam.

Mibi jam non sis amara,

Fac me tecum plangere; Fac ut portem Cbriste mortem, Passionis ejus sorlem, Et plagas recolere,

Fac me plagis vulnerari, Cruce Iiac incbriari, Ob amorem Filii. Inflanunatus ct accensus, Per le, Virgo, sim defensus In die judicii.

Fac me Cruce cuslodiri,

Morte Cbristi prasmuniri,

Confoveri gratis.

Quando corpus morietur,

Fac ut animaB donetur Paradisi gloria. Amen.

Quis est homo, qui non floret, Virgo virginum prseclara,


-ocr page 201-

172

GEBEDEN TOT JESUS

IN HET

ALLERHEILIGSTE SACRAMENT DES ALTAARS.

ONDERRICHTING.

Om onzentwille is Jesus Christus tegenwoordig in het Allerheiligste Sacrament des Altaars : Uil rust op onze Altaren om ons te troosten m ons lilden , ons te helpen in onze verschillende noodwendigheden, om onze gebeden te verhooren en onze ziel te voeden met Zijn heilig Vleesch

en dierbaar Bloed.

Laat ons dikwijls door godvruchtige en waardige Communieën ons met Jesus Christus vereenigen, om aan de liefde, welke Hij ons in het heilig Sacrament bewijst, te beantwoorden. Laat ons dagelijks Jesus in het H. Sacrament bezoeken, onze eerbewijzingen aan Hem opdragen en onze schuldige dienstbaarheid betoonen. Laat ons tot Hem naderen, uu eens gelijk de Apostelen en de Leerlingen om hem te hooren, dan ge-liik Magdalena om onze zonden te bewecnen , of om Zijne wondervolle volmaaktheden te beschouwen. Laat ons voor Hem verschijnen gelijk de kranken van het Evangelie, ten einde van onze geestelijke kwalen genezen te worden , ot als de armen om Hem onze noodwendigheden te vertoonen, en in twijfelingen of kwellingen het licht en de vertroostingen, die wij noodig

-ocr page 202-

173

liebben , van Hem te verzoeken. Maar laat ons altijd in Zijne tegenwoordigheid verschijnen met die zedigheid, dien eerbied en die ingetogenheid, met die vrees, liefde en dankbaarheid en dat betrouwen, welke ons Zijne wezenlijke tegenwoordigheid in het aanbiddelijk Sacrament moet inboezemen.

Laat alle vromen en godvruchtigen, die zich dikwijls met het heilig Sacrament onderhouden, spreken ; dat zij zelve getuigen , welke voortreffelijke en troostrijke genaden en verlichtingen, welke vermeerdering in de liefde Gods, welke hemelsehe zoetigheden hun aldaar in de tegenwoordigheid van God ten deele vallen.

De H. Vader Franciscus van Assisië was gewoon, zoo dikwerf hem eenige wederwaardigheid trof, zich onverwijld naar het Allerheiligste te begeven , en hij putte aldaar uit de bron der genade altoos nieuwe krachten. _ De H. Alphonsus dc Liguorio brak dikwijls zijne bezigheden en zijne nachtrust af, om zich voor Jesus in het Allerheiligste neder te werpen; hij stelde alles in het werk, om overal, waar hij slechts in de gelegenheid was, het gebruik van de dagelijksehe bezoeken tot het H. Sacrament in te voeren; ten dien einde heeft hij een werkje geschreven, getiteld: Bezoeken bij Jems Christus in het Allerhdligsle Sacrament des Altaars, hetwelk men den geloovigen niet genoeg kan aanbevelen. Z. H. Pius VI had dit altijd bij zich liggen , en was gewoon dagelijks die Kerk te Rome te bezoeken, waar het. Allerheiligste Sacrament ter openbare aanbidding uitgesteld was.

-ocr page 203-

m

AKTE VAN GELOOF EN AANBIDDING.

O liefderijke Jesus! ik geloof\' dat Gij hier wezenlijk tegenwoordig zijt onder de gedaante van Brood, met lichaam en ziel, met Vleesch en Bloed, met Godheid en menschheid. Ik geloof dit, omdat Gij het gezegd hebt, en omdat ik Uw heilig woord aanbid ; alhoewel mijne lichamelijke oogen U niet zien, en mijn versland deze waarheid niet bevatten kan, erken en zie ik U nochtans geheel duidelijk met de oogen des Geloofs. Daarom werp ik mij met de diepste ootmoedigheid voor U ter aarde nedei , en aanbid ü met alle mogelijke eerbiedigheid. Gij zijt mijn Heer en mijn God, Gij zijt Degene, welken de Herders in de krib aanbeden hebben, en wien ontelbare Engelen in den Hemel aanbidden; de Herders hebben U onder de gedaante van een kind aanbeden, en de Engelen aanbidden ü, zittende op den troon der heerlijkheid aan de rechterhand Uws Hemelschen Vaders; met beiden aanbid ik ü hier als den waren, onder de gedaante van Brood verborgen God. O dat alle menschen U met mij erkenden! o dat zij allen U met een levend geloof en eenen heiligen schrik in dit Allerheiligste Sacrament aanbaden! Ik, o Jesus. verlang dit nu en altijd te doen. Ik verlang nu en altijd eene bijzondere godvruchtigheid tot dit Allerheiligste Geheim te hebben. Nooit wil ik

-ocr page 204-

175

voor hetzelve dan met alle mogelijke serbiedig-heid verschijnen: nooit wil ik hetzelve anders dan met de noodigen voorbereiding ontvangen. Geef mij hiertoe, o Jesus! Uwe genade.

Liefderijke Jesus, die ons in het Allerheiligste Sacrament een gedenkteeken Uwer Almacht en Uwer onuitsprekelijke groote Liefde hebt nagelaten, en ook hebt bevolen, dat wij bij het ontvangen van dit Heilig Sacrament de gedachtenis Uwer Liefde moeten vieren, — ontferm ü mijner, opdat ik Uwe oneindige Almacht, Wijsheid en Liefde die zich in dit Heilig Sacrament bijzonder openbaren, altoos met dankbare wederliefde vereere, en Uwe groote weldaden nooit vergete! Amen.

AANBIDDING VAN JESUS

IN HET

HEILIG ALTAARGEHEIM,

TliR GELEGENHEID VAN HET GEBED VAN VEERTIG UREN.

O Jesus! mijn Heer en mijn God! wees mij zondaar genadig, laat Uw vaderoog op mij vallen en ontferm U mijner. Mijne verwaande overtredingen doen mij van schaamte blozen, mijn hart klopt van aandoening over mijne vermetelheid,

-ocr page 205-

176

ik ben niet waardig voor Uw aanschijn le verschijnen, mijne gepleegde euveldaden doen mijne ziel beven — en nochtans, schoon mijne zonden wraak eischen, gevoel ik eene onverklaarbare zucht, U, o allerliefste Jesus! onder de gedaante van Brood te aanbidden, in geest en in waarheid te aanbidden. — Hebt gij den melaat-sche niet afgewezen, die tot U .bad : Heer! indien Gij wilt, Gij kunt mij reinigen , hebt Gij zelfs zijne bede verhoord, ja zoo teeder als innemend geantwoord ; Ik wil, word gereinigd, dan zult Gij ook mij, rouwmoedigen zondaar,

niet verstooten, daar ik voor den troon üwei barmhartigheid van Uwe almachtige liefde hoop te verwerven, wat den melaatsche aanmoedigde,

zijne genezing bij U, den Geneesheer \\an alk kwalen, te zoeken; ik bedoel de genade welke hem opwekte Uwe Goddelijke hulp af le smee-ken, ja welke hem in Uw heilig oog deed behagen. Ik moet zeker Uwe genadekracht danken, dat ik deze kerk kom bezoeken ter gelegenheid van het gebed van veertig uren, om Uw verrukkend liefdewonder in het Hoogwaardig heilig Altaargeheim te aanbidden; maar liefderijke Je- ^ sus! ook gaarne zoude ik van Uwe goedheid erlangen wat mij machteloozen zondaar ontbreekt, namelijk Uwe vriendschap waardig te worden, en mij in üwe gunst te bevestigen. Want dewijl ik bij ervaring overtuigd ben, dat Gij onein(

-ocr page 206-

177

liefderijk zijt, vestig ik op U mijn geheele vertrouwen. — O dierbare Jesus! gedurende Uw gansche leven hier op aarde was Uw geliefkoosd werk le helpen, te vertroosten, te verlossen , te vergeven en te zegenen. De gewijde bladeren verzekeren, dat het U behaagde weldoende het land door te trekken : bad U een blinde om het gezicht, Gij deedt hem zien, bad U een doove om het gehoor, Gij deedt hem booren, bad U een kranke om de gezondheid. Gij deedt hem gezond worden; zelfs allerlei ongemakken genas Uw Goddelijk woord, en hoe dikwerf gebeurde het, dat Gij tranen van lijdenden afdroogdet, eer men U om ontferming smeekte? — Zelfs Uwe leer vertoont U zoo minnelijk, zoo innemend, zoo bemoedigend, zoo oplettend, zoo bereid tot hulp in allerlei noodwendigheden, dat ik, bij de overweging, niet te veel van Uwe almachtige liefde kan verwachten. Verklaart de H. Paulus ons in hel VHP Hoofdstuk tot de Romeinen; Het is Christus Jesus die gestorven , verrezen en aan de rechterhand Gods gezeten is, die ook voor ons bidt, dan zal ik immers mijn leedwezen, mijne verlegenheid, mijn hartzeer, mijne droefheid en ellende, rampen en wederwaardigheden aan U, mijn almachtigen Helper, mogen openbaren , dewijl Gij in dien vreugdevollen Hemel leeft, om te helpen die Uwe hulp en bijstand in hunne noodwendigheden verlangen. Ja, dier-

-ocr page 207-

178

bare Jesus! te veel medelijden bezielde U op deze aarde, om iemand, die welmeenend Uwe eunst verzocht, van de hand te wijzen, bij hebt zelfs, o lieve Jesus! Uwe leerlingen wel bestraft, als het hun mishaagde, dat ongeluk-kjo-en U wat sterk nariepen. Was U geen ellendige tot last, dan denk ook ik met te vergee s inn Uw Hoogwaardig Altaargeheim te aanbidden, te aanbidden met een rouwmoedig hart, indien Gij mij hel volbrengen gelieft te schenken, eeliik Gij mij het willen hebt gegeven En lieve Jesus! zou ik aan deze Uwe genegenheid durven

twijfelen? Neen, dierbare Zaligmaker! Gij zyt

, J onze beste Vader in des Hemels Heerlijkheid en hier in Uw H. Altaargeheim G.j kunt helpen waar geen geschapen wezen helpen kan, Gii kunt verkwikken waar geen geschapen wezen verkwikken kan, Gij kunt troosten waar geen geschapen wezen vertroosten kan. Voor Uwe macht is niels te groot, voor Uwe liefde mets te zwaar, derhalve vertrouw ik, dat ik vrijmoedig op Uwe erbarming rekenen mag. En mocht ik iets van Uwe goedheid vragen, wat het heil mijner ziel niet bevordert, — o dan, heve Jesusl verwaardig U mij niet te verhoeren, maar gelief mijne zwakheid te versterken, om mij volvaardig aan Uwe Goddelijke schikking te onderwerpen in de overweging van de onbegrensde liefde, welke Uw almacht bij de instel-

-ocr page 208-

179

ling van Uw H. Altaargeheim zoo luisterrijk heeft gelieven te verheerlijken. Ik beken niet te weten, wal mij ten opzichte van mijne tijdelijke omstandigheden nuttig en goed is, welke maat van aardsche goederen, van gezondheid, van vermogen, van vreugde of lijden mij dienstig kan zijn; maar dierbare Verlosser! omdat Gij de nauwkeurigste kennis draagt, zoowel van het ver-ledene als van hel toekomende, zoo gelief mij te schenken wat tot zaligheid mijner ziel kan verstrekken. Verkiest Gij mij in tijdelijke goederen te zegenen, zoo bewaar mij voor hoogmoed, en doe mij door weldoen aan behoeftigen en armen eeuwigdurende schatten verzamelen, die noch de roest noch de mot verteren kunnen. — Behaagt het U, dat ik in deze wereld behoeftig leve, schenk mij dan, o dierbare Jesus! een vergenoegd hart, om bij de drukkendste rampen Uwe Vaderlijke goedheid te erkennen, om veilig mijnen weg tot eene gelukzalige eeuwigheid voort te zetten, en eenmaal te erlangen wat nog nooit oog heeft gezien, noch oor gehoord, noch ooit iu het hart van iemand is opgekomen, hetgeen God bereid heeft voor degenen, die Hem dienen en liefhebben tot het einde huns levens. Amen.

-ocr page 209-

180

GEBEDEN

GEDURENDE

DE PROCESSIE

MET HET ALLERHEILIGSTE SACRAMENT.

(Ook bijzonder geschikt voor elke gelegenheid, dat het Allerheiligste ter aanbidding is uitgesteld.)

GEBED ALS DE ZEGEN MET HET ALLERHEILIGSTE GEGEVEN WORDT.

Goddelijke Verlosser en Zaligmaker, liefderijke Jesus! die ons in het Allerheiligste Sacrament des Altaars Uw aanbiddelijk Lichaam en Uw dierbaar Bloed hebt nagelaten! ik aanbid U daar met diepen eerbied; ik dank U ootmoedig voor alle genaden, die Gij daar aan ons bewijst, en dewijl Gij daar de oorsprong zijt van alle zegeningen , smeek ik U dezelve heden uit te storten over mij, en over al degenen, die hier tegenwoordig zijn.

En opdat niets den stroom Uwer zegeningen tegenhoude, smeek ik U ook, o God! uit mijn hart te verwijderen alles wat U mishaagt; vergeef mij mijne zonden, ik verfoei die oprecht uil liefde tot U; zuiver mijn hart, heilig mijne ziel: zegen mij, mijn God, met dien zegen, dien Gij aan Uwe leerlingen gaaft, toen Gij hen

-ocr page 210-

181

verliet om ten Hemel op te varen. Zegen mij met eenen zegen, die mij verandert, die mij heiligt, en die mij volmaakt met U vereenigt; die mij met Uwen Geest vervult, en die mij reeds van nu af een verzekerd pand zij van den zegen, dien Gij bereid hebt voor degenen die U beminnen. Ik vraag U dien zegen in den Naam des Vaders en des Zoons en des Heiligen Geestes. Amen.

GEDURENDE DE PROCESSIE.

I.

Heilig, Heilig, Heilig is de Heer, de God der Heerscharen. Hemel en Aarde zijn vol van Uwe Heerlijkheid. Heil U in den Allerhoogste! gezegend zij Hij die daar komt in den Naam des Heer en! Heil U in den Allerhoogste!

Heilig, Heilig, Heilig zingen onophoudelijk de Cherubijnen en Seraphijnen, die voor Uwen Goddelijken Troon geschaard staan; gedoog o aanbiddelijke Jesus, dat ik mijne zwakke stem vereenige met deze gelukzalige Geesten en met alle Heiligen des Hemels; vol van verwonderina;, vreugde en dankbaarheid, roep ik met den diep-sten eerbied uit; Gezegend zij Hij die komt in den Naam des Heeren I Gezegend zijt Gij, o mijn minnelijke Zaligmaker, in dit aanbiddelijk Sacrament. Gezegend zijt Gij, o liefderijke Jesus I die van Uwen Troon gedaald zijt, en onder de een-

li

-ocr page 211-

182

voudige gedaante van Brood ons zoo nabij zijl in dit wondervol Sacrament Uwer liefde; aanbidding ea dankzegging zij U in eeuwigheid. Gezegend zij Hij die komt in den Naam des Heeren! Hosanna in den Allerhoogste!

II.

Gaat uit en beziet, gij dochters van Sion, den Koning Salomon met de kroon, waarmede hem zijne moeder gekroond heeft op den dag zijner bruiloft, hoogl. III, 2.

O kinderen der genade, Godminnende zielen! verlaat de duisternissen der aarde, en beschouwt Jesus, uwen Koning, met eene kroon van doornen op hel hoofd; het is eene kroon van smaad en smart, waarmede Hem de Joodsche Synagoog, welke tot zijne Moeder bestemd was, gekroond heeft op den dag Zijner bruiloft, dat is op den dag van Zijnen dood, wanneer Hij aan het Kruis uwe zielen getrouwd heeft. Gaat nu op nieuw uil en ziet hoe Hij vol van liefde en goedheid is, en u verwacht om Zich met u in het Heilig Sacrament Zijner liefde te vereenigen.

Liefderijke Jesus! heeft het U dan zooveel moeten kosten, U met ons in het Allerheiligste Sacrament zoo minzaam te vereenigen ? Moest Gij dan eerst eenen zoo smartelijken, eenen zoo smadelijken dood ondergaan? Hoe zou ik ongevoelig kunnen blijven bij zoo vele liefdeblijken ?

-ocr page 212-

183

Ach! kom, kom en neem ook mijne ziel tot Uwe vereeniging aan, en zoo ik hiertoe al te onwaardig ben, doe het dan tenminste door tie kostbare uitwerkingen Uwer goedheid. Het is waar, ik ben reeds lang door mijne zonden Uw vijand geweest, maar nu zult Gij mijne ziel nogmaals door Uwe liefde met U vereenigen. Kom dan, o Jesus! kom o Goddelijke Bruidegom mijner ziel! ik zal U nimmer weder verraden, ik zal voortaan geene ontrouw meer jegens U begaan. Ik wil als eene waarlijk minnende kuische bruid aan niemand dan aan U denken. Ik wil U beminnen met een zuiver hart, zonder eigenbaat , zonder voorbehoud. Ik verlang geheel en alleen aan U te behooren, o mijn Jesus! geheel Uw eigendom te zijn.

III.

O mijn Heer en Zaligmaker, God en mensch te zamen, ik geloof hetgeen ik niet zie en geef mijne rede en zinnen gaarne gevangen ten dienste van het Geloof, steunende op Uw Goddelijk woord. Ik geloof, dat het Hoogwaardig Heilig Sacrament, waarvoor ik thans nederkniel, U gansch en geheel bevat, en dat Gij daar wezenlijk tegenwoordig zijt. Vermeerder mijn geloof, o Heer! opdat ik U eeren moge, gelijk het aan Uwe grootheid betaamt; opdat ik U aanbidde in geest en in waarheid. Gij wordt alleenlijk gediend en

-ocr page 213-

184

aangeboden door de liefde. Ik bemin U; geef mij dat ik overdenkende Uwe oneindige liefde, die Gij ons in het Heilig Sacrament bewijst, meer en meer door Uwe liefde ontstoken worde, en mijn behagen neme in met U te zijn, gelijk Gij Uw behagen neemt, met de kinderen der menschen te zijn.

IV

Hoe liefelijk zijn Uwe Tabernakelen! Hoe vermakelijk is het in Uw Huis te zijn! Hoe aangenaam is het, voor Uw Heilig Altaar te verschijnen, Almachtige Heer! mijn Koning en mijn God! Is het geloofelijk dat een God Zijn verblijf wil nemen onder de menschen ? Aldus spraken Uwe Profeten van het Heiligdom der oude wet, dat slechts eene afbeelding was van hetgeen wij hier bezitten. Zij kwamen tot Uwen Tabernakel vol eerbied en betrouwen, zij stortten aldaar hun hart voor U uit, zij spraken tot U met eene heilige gemeenzaamheid; zij gaven U aldaar hunne dringende noodwendigheden te kennen, zij droegen U hunne begeerten en gebeden op; en Gij, genadige en barmhartige Heer! Gij luisterdet naar hen, Gij verhoordet hen en ver-vuldet hun hart met troost en blijdschap. Wat al genade raag ik dan niet van Uwe milddadige hand verwachten, daar ik hier mijn hart voor

-ocr page 214-

185

het Waarachtige Heiligdom en den levenden Tabernakel uitstort, dat niet door menschen-handen is opgericht, maar van God zelf zijn aanwezen ontvangen heeft. Voor U dan, o Jesus! die alle afbeeldingen van den ouden Tabernakel vervult, zucht ik over mijn klein geloof; verlos mij van mijne ongeloovigheid, en geef mij dien heiligen schroom, die uit ootmoedigheid voortkomt, en die met liefde, vrede en blijdschap vermengd is. Doe mij met üwen Heiligen Voor-looper over de ootmoedigheid, waarmede Gij tot mij komt, verwonderd staan, dewijl ik niet waardig ben Uwe schoenriemen te ontbinden. Doe mij met de Kananeesche Vrouw, onder eene volle erkentenis van mijne onwaardigheid, voor Uwe voeten nedergeworpen blijven, totdat Gij mijn gebed gelieft te verhooren, en dat mijne ziel, die onophoudelijk tegen den helschen vijand te strijden heeft, door Uwe genade ondersteund, hem kloekmoedig wedersta en zegevierend over-winne, opdat ik ü hiernamaals eeuwig aanschouwen en aanbidden moge, zingende met uwe Engelen en Heilige Ouderlingen den nieuwen lofzang , zeggende: a Omdat Gij gedood üjt geweest, en ons door Uw bloed voor God uil alle geslachten en volken hebt gekocht, en omdat Gij ons voor God Koningen en Priesters gemaakt hebt, hiervoor zij aan Dengene, die op den Troon gezeten is, en aan hel Lam, de dankzegging de eer, de

-ocr page 215-

186

heerlijkheid en de macht in eeuwigheid.quot; apoc. V: 10 en 13.

sluitgeb15d.

Heer Jesus Christus, insteller van dit Allerheiligste Sacrament! wij offeren Ü deze onze gebeden met schuldigen eerbied en ootmoedigheid op tot meerder eer en verheerlijking van dit Hoogwaardigste Sacrament, en verlangen daardoor allen smaad en alle ongelijk, welke U in hetzelve aangedaan worden, te vergoeden; alsook U duizendmaal grooter eer te bewijzen, dan ü daarin ooit oneer van Joden, Ketters en booze Christenen toegebracht is Ach! dat U onze getrouwheid en begeerte behage! verleen ons de genade, dat wij in godsvrucht hoe langer hoe meer toenemen , en vóór ons laatste einde dit Hoogwaardigste Sacrament waardiglijk ontvangen. Amen.

GEBED TOT DE H. MAAGD MARIA,

OM DOOR HA1US VOORSPRAAK EENKN ZALIGEN DOOD ÏE BEKOMEN.

Heilige Maagd, ik weet dat ik eens moet sterven, en misschien zeer spoedig; heb ik ooit uwen bijstand noodig gehad, dan zal ik dien voornamelijk noodig hebben op dat tijdstip, wanneer de vijanden mijner zaligheid hunne pogingen zullen verdubbelen , om mij te doen verloren gaan. Geheel

-ocr page 216-

187

mijn leven hebt Gij mij met uwe bescherming vereerd, Gij hebt mij altoos uwe liefde betoond. Gij zijt mijne Moeder geweest, en na God mijn al; Gij zult mij dan ook niet verlaten in mijn laatste uur, wanneer ik uwen bijstand het meeste noodig zal hebben. Ik bid U met die godsvrucht, welke mijn hart bekwaam is uit te spreken: kom mij dan te hulp, bescherm mij tegen de aanvallen des duivels, ondersteun mij in de beproeving en in den strijd des doods; verwerf mij geduldigheid in de smarten mijner laatste ziekte, de genade om do HU. Sacramenten der stervenden in eene heilige gesteltenis te ontvangen; eindelijk het geluk om in de genade Gods mijnen laatsten snik te geven en den gelukkigen dood der Heiligen te sterven. Wel is waar, ik verdien deze genade niet na een zoo strafwaardig leven, maar ik hoop die van uwe goedertierenheid en van uwe machtige voorspraak bij God te verwerven. Het is met deze gevoelens, dat ik van nu af het gebed aan U opdraag, dat de H. Kerk zoo dikwijls in den naam van alle geloovigen tot U richt: Heilige Maria! bid voor ons zondaars , nu en in het uur van onzen dood. Amen. Toon dim voornamelijk dat Gij onze Moeder zijt: gewaardig U voor uwe lijdende en stervende kinderen te spreken ; ontvang Gij zelve mijne ziel in uwe armen, om die over te geven in de handen van haren Schepper. Amen.

-ocr page 217-

188

GEBED VAN DERTIG DAGEN.

Gebed hetwelk men gedurende dertig dagen kan bidden ter eere van het lijden van onzen Heer Jesns Christus en van de Heilige Maagd Maria, Zijne Moeder, om voor zich zeiven of voor anderen te bekomen de genaden en de geestelijke of tijdelijke vertroostingen, welke men noodig heeft.

Heilige Maria, Maagd der maagden, Moeder der genade, Moeder van barmhartigheid en de vaste hoop der bedrukten! door het zwaard van weedom dat uwe ziel doorstak, toen uw eenige Zoon Jesus Christus, onze Zaligmaker , den dood des kruises onderging; door de kinderlijke liefde, die Hem medelijden deed hebben niet uwe moederlijke smarten ; door de zorg welke Hij toonde om, al stervende, U te bevelen aan Zijnen welbeminden leerling, erfgenaam van Zijne gevoelens jegens U; gewanrdig U gevoelig te zijn en hulp toe te brengen aan de pijnen, smarten, krankheden, ellenden en de treurige omstandigheden welke ik ondervind. 0 veilige schuilplaats der ongelukkigen, o zoete troost der bedrukte zielen , o liefdadige verlosseres dergenen, die in gevaar of lijden zijn, aanzie de tranen, welke de rampen, die ik om mijne zonden te lijden heb, mij afpersen. In de onrust en verlegenheid waarin ik gedompeld ben, tot wie zal ik mijne toevlucht nemen, tenzij tot ü, machtige Beschermster, Moeder van den Zaligmaker der

-ocr page 218-

189

wereld en van den Hersteller der rampen die het menschdom kwellen? Ach! heilige Maagd, aanhoor met die teederheid, welke Ü eigen is, het ooimoedig en aanhoudend gebed dat ik U toezend.

Ik smeek uwe hulp af door de overgroote barmhartigheid van Jesus, uwen aanbiddelijken Zoon, door de nauwe vereeniging, welke Hij met de menschelijke natuur aangegaan heeft, toen Hij, bekleed met onze sterfelijkheid, zich gewaar-digde in uwen zuiveren school te rusten, uil U geboren te worden, om onder ons te wonen; door de vrees, het verdriet, de droefheid, door den wreeden doodsangst, welken die Goddelijke Zaligmaker in den hof der Olijven geleden heeft, toen Hij Zijnen Vader smeekende Hem van de bitterheden Zijns lijdens te verlossen, zich nochtans met eene volkomene overgeving aan Zijnen heiligen wil onderwierp; door de kloekmoedige getrouwheid , waarmede Gij Hem tot den dood gevolgd zijt; door de onuitsprekelijke smarten welke U de smaad, de pijnigingen, en al wat Hij van de woede zijner vijanden te lijden had, veroorzaakt hebben; door de banden waarmede men Hem gebonden heeft; door Zijne geduldigheid en Zijn stilzwijgen in het midden der mishandelingen ; door Zijne wreede geeseling, en door de ontelbare wonden waarmede Zijn lichaam overdekt werd; door de doornenkroon die Zijn hoofd doorboorde; door de gal en den azijn

11*

-ocr page 219-

190

waarmede Hij gelaafd werd; door het kruis waarmede men Hem beiaden heeft; door de nagelen waarmede men Hem aan hetzeive gehecht heeft;

door de beschimpingen en pijnigingen die Hij er aan geleden heeft; door de lans die Zijne zijde geopend heeft; door het bloed en water die er uitgevloeid zijn, en die voor ons eene bron van genade geworden zijn; door de barmhartigheid welke Jesus bewezen heeft aan den berouwhebbenden moordenaar; door deze Goddelijke woorden welke Hij, in het midden van Zijne smarten, tot Zijnen Hemelschen Vader sprak: Vader! vergeef hel hun. ivant zij weten niet wat üj doen; endoor deze, die Zijne offerande eindigden; Mijn God,

mijn God! waarom hebt Gij mij verlaten?. . .

Alles is volbracht . . . Mijn Vader in Uwe handen beveel ik mijnen geest-, door de wonderen voorgevallen bij den dood van den God-mensch, wanneer het voorhangsel des tempels scheurde, de aarde beefde, de zon verduisterde, de steenrotsen barstten, en de dooden verrezen; dooide nederdallng van Jesus in het voorgeborchte der hel! en door de vreugd welke de rechtvaardigen, die Hem verbeidden, verrukte; dooide heerlijkheid van Zijne zegepralende Verrijzenis ; door de verschijningen waarmede Hij U, heilige Maagd, alsook de Apostelen, de Ü leerlingen en de Heilige Vrouwen vereerd heei\'t;

door Zijne glorierijke Hemelvaart, toen Hij in

-ocr page 220-

191

hunne tegenwoordigheid zich ten Hemel verhief; door de gaven van den H. Geest den vertrooster, welke Hij over U en hen op den Pinksterdag deed nederdalen, en welke Hij naderhand over de geheele aarde verspreid heeft; door Zijne tweede komst in deze wereld en het verschrikkelijk oordeel, hetwelk Hij over de levenden en dooden zal uitspreken; eindelijk, heilige Maagd, door de smarten welke Gij gestadig met uwen Goddelijken Zoon gedeeld hebt en door de vreugde en onuitsprekelijke genoegens waarmede Hij uwe ziel vervuld heeft op den dag uwer Hemelvaart, en eeuwig zal blijven vervullen, ik smeek U, o teederhartigste der Moeders! loon dat Gij waarlijk de mijne zijt, heb medelijden met mijne ellenden, verhoor mijn ootmoedig gebed dat uit het levendigste betrouwen voortkomt.

Noem hier de hulp en de genade, welke gij verlangt te bekomen.

O Maagd vol van goedheid! overtuigd van het vermogen, dat Gij bij uwen almachtigen Zoon hebt, die IJ niets weigert, durf ik door uwe zoo krachtige voorspraak hopen de hulp en de vertroosting welke ik vraag volgens het welbehagen van mijnen God, die beloofd heeft den wil te doen van degenen die Hem vreezen, en de verlangens hunner harten te verhooren. Werp op mij eenen teederen oogslag, o mijne

-ocr page 221-

192

Moeder! aanzie mijnen nood, en kom mijne krankheid te hulp.

Gewaardig U bovenal van uwen Zoon, mijnen Zaligmaker, voor mij te bekomen een levendig Geloof, eene vaste Hoop, eene brandende Liefde, een oprecht Berouw over al mijne misslagen, eene bron van heilige tranen, eene ootmoedige en rechtzinnige belijdenis mijner zonden, eene genoegzame voldoening, eene nauwkeurige waakzaamheid over mij zelven, eene volstrekten afkeer van al wat aardsch is, eene ware liefde tot God en de naasten! Gewaardig ü mij de genade te verwerven om Jesus in Zijn leven, in Zijn lijden en in Zijnen dood na te volgen, en in alles mijnen wil te schikken naar den wil van God, te wandelen in Zijne tegenwoordigheid, te denken, te verkeeren en te handelen volgens Zijnen geest, te volharden in Zijnen dienst, m Zijne liefde, in de oefening der goede werken, eindelijk door eenen heiligen en voor Zijne oogen kostbaren dood te verdienen het eeuwige leven, waar ik het geluk zal hebben mijnen God te aanschouwen, te loven en te bezitten, mij bij ü, o heilige Maagd! te bevinden, met de Engelen en de Heiligen, met mijne zalige bloedverwanten en vrienden deel te hebben in de hemelscbe belooningen. Amen.

-ocr page 222-

193

LITANIE

VAN 11 ET

H. HART VAN MARIA.

Heer ontferm U onzer!

Christus, ontferm U onzer!

Heer, ontferm U onzer!

Christus, hoor ons!

Christus, verhoor ons!

God, Memelsche Vader, ontferm U onzer! God, Zoon, Verlosser der wereld, ontferm C onzer! Cod, Heilige Geest, ontferm U onzer! H. Drievuldigheid, één God, ontferm U onzer! H. Hart van Maria, zonder vlekken ontvangen, bid voor ons!

Vol van genade Onder alle harten gezegend, .2 Allerootmoedigst Hart,

3 Allerzuiverst Hart, W-

_ Allerminnelijkst Hart, ^

g 11. rustplaats van de allerheiligste Drie- § ■£ vuldigheid, o

35 Zeer gelijkende aan het allerheiligste Hart —■ van Jesus,

Tabernakel van God, Mensch geworden op den dag van uwe Boodschap,

-ocr page 223-

194

Met nieuwe genaden vervuld in uwe Visitatie,

Woonplaats van Jesus, gedurende den tijd

van negen maanden,

Overgoten met blijdschap bij de geboorte van Jesus,

Vol verwondering bij de aanbidding dei-Wijzen ,

Doorstoken met het zwaard van droefheid , volgens de voorzegging van den H. Simeon bij uwe zuivering, Vol zorg en vermoeienis gedurende de

vlucht naar Egypte,

Bedrukt om het verlies van Jesus, en wederom verblijd om zijne vinding in den Tempel,

Bevangen van droefheid met Jesus in het

Hofje van Olijven,

Inwendig verscheurd bij zijne geeseling. Met doornen doorstoken bij zijne kroning, Vol angst en benauwdheid bij de ontmoeting van Jesus, dragende zijn kruis, Deelhebbende in al de pijnen en smarten

van uwen lieven Jesus,

Met Jesus aan het kruis genageld. Overgoten met droefheid bij den dood van Jesus,

Met Jesus in den geest gestorven en in het graf gelegd.

-ocr page 224-

195

Met blijdschap in de verrijzenis van Jesus verrezen,

Vervoerd van liefde in de openbaring en

hemelvaart van Jesus,

Door nieuwe genaden geheiligd bij de Ë komst van den H. Geest, o-,

s Boven alle gelukzaligen op den dag uwer =-3 hemelvaart verheven, o

^ Aan de rechterhand van Jesus in den ~-Jg Hemel gesteld, §

~ Toevlucht der zondaren,

: Steun der rechtvaardigen.

Blijdschap der maagden.

Troost der bedrukten en zieken.

Hoop der stervenden.

Blijdschap der Engelen,

Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld,

spaar ons Jesus!

Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld.

verhoor ons Jesus!

Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld,

ontferm U onzer, Jesus!

v. O H. Maagd, gedoog dal ik U love. r. Verleen mij sterkte tegen uwe vijanden.

GEBED.

O H. Maria, Moeder van onzen Heer Jesus Christus, en Koningin der wereld, die niemand verlaat noch verstoot, aanzie mij met een oog

-ocr page 225-

196

van genade en barmhartigheid: o verhevene , Vrouw! verkrijg mij bij uwen lieven Zoon vergiffenis van al mijne zonden, opdat ik nu in den geest met alle mogelijke liefde den lof en de verdiensten van uw heilig en onbevlekt Hart overwege, en hiernamaals de kroon der eeuwige zaligheid verkrijge, door onzen Heer Jesus Christus, die leeft en regeert met God den Vader, in de eenheid des H. Geest, in alle eeuwen der eeuwen. Amen.

GEBED

GEMAAKT UIT DE GEVOELENS VAN PEN H. BERNARDÜS.

Gedenk, o genadigste Maagd Maria! dat men nooit gehoord heeft, dat iemend tot u vluchtende, : uwen bijstand verzoekende of uwe voorspraak i vragende, verlaten is geweest. Aangemoedigd door dit betrouwen, o Maagd der maagden! I neem ik mijne toevlucht tot U, en zuchtende onder het gewicht mijner zonden, werp ik mij voor uwe voeten neder.

O Moeder des Woords! versmaad mijne gebeden niet, maar neem ze genadiglijk aan en gewaardig U ze te verhoeren.

GEBED.

H. Maria, Moeder onzes Heeren Jesus Christus en Koningin van Hemel en aarde! zie met een genadig oog op mij neder.

-ocr page 226-

197

ene ; Toevlucht der zondaren, troost der bedrukten!-er\' verkrijg mij door uwe voorbede bij uwen God-111 delijken Zoon de vergeving mijner zonden en en redding in al mijnen nood, opdat ik in den art geest met alle mogelijke liefde den lol\' en de \'p6 verdiensten van uw heilig en onbevlekt hart ls\' overwegende, na dit leven met de kroon der ,r\' eeuwige gelukzaligheid versierd worde. \'cn Dit smeeken wij U door de verdiensten van Jesus Christus uwen goddelijken Zoon, die met God den Vader en den H. Geest leeft en regeert, gedurende alle eeuwigheid. Amen.

LITANIE

TER EERE

VAN DEN H. JOSEPH.

Heer, ontferm ü onzer!

Christus, ontferm U onzer!

Heer, ontferm U onzer!

Christus, hoor ons!

Christus, verhoor ons!

God, Hemelsche Vader, ontferm U onzer!

God, Zoon, Verlosser der wereld, ontferm U onzer \\

God, Heilige Geest, ontferm U onzer!

H. Drievuldigheid, één God, ontferm U onzer!

-ocr page 227-

198

H. Maria, bid voor ons!

H. Moeder Gods,

H. Maagd der maagden,

H. Joseph,

Beschermer van Jesus,

Bruidegom van Maria,

Man naar Gods hart,

Getrouwe en wijze dienaar.

Bewaarder der zuiverheid van Maria, Medehulp van Maria,

Leidsman en troost van Maria,

Die, om Maria, met bijzondere genaden begunstigd zijt.

Allerreinste in zuiverheid.

Allernederigste in ootmoedigheid,

Allervurigste in liefde,

Allerverhevenste in beschouwing.

Die door den H. Geest zeiven rechtvaardig zijt verklaard,

Die in de goddelijke verborgenheden boven

anderen verlicht zijt geweest,

Die door den Engel in het geheim der mensch-

wording onderwezen zijt.

Die met Maria, uwe Bruid, naar Bethlehem

zijl gereisd,

Die in de herberg geene plaats vindende, in

eenen stal zijt gaan vernachten. Die waardig geacht zijt bij Christus te wezen, toen Hij geboren en in eene krib gelegd werd,

-ocr page 228-

199

Die met Maria het kind Jesus in den tempel

hebt opgeofferd,

Die op het woord van den Engel met Jesus en zijne Moeder naar Egypte gevlucht zijt, Die na den dood van Herodes met Jesus en zijne Moeder naar het land van Israël wedergekeerd zijt.

Die het kind Jesus, te Jerusalem gebleven zijnde, met Maria zijne Moeder vol droefheid gezocht hebt,

Die het na drie dagen met blijdschap gevonden hebt, zittende in het midden der Leeraars,

Aan wien de Heer der heeren op aarde onderdanig was,

Hruidegom van Maria, uit wie Jesus geboren is.

Wiens lof in het Evangelie vermeid wordt.

Onze voorspreker, hoor ons, H. Joseph!

Onze beschcmer, verhoor ons, H. Joseph!

In al onzen nood, help ons, H. Joseph!

In al onze benauwdheden,

in het uur van onzen dood.

Door uwe allerzuiverste trouw,

Door uwe vaderlijke zorg en teederheid.

Door al uwen arbeid en zweet,

Door al uwe deugden.

Door al uwe verdiensten.

Door uw eeuwig geluk.

-ocr page 229-

200

Wij, die ü als beschermer aanroepen, wij bidden U, verhoor ons!

Dat gij Jesus om vergiffenis onzer zonden

wilt bidden,

Dat gij ons aan Jesus en Maria gelieft aan te bevelen,

Dat gij voor alle maagden en ongehuwden

de gave van zuiverheid wilt verwerven, Dat gij voor de gehuwden eene onbevlekte

trouw en heilige eendracht wilt verkrijgen, ^ Dat gij voor alle vergaderingen eene vul- : maakte liefde en overeenstemming wilt ver- g werven, gquot;

Dat gij de huisvaders in het christelijk op- ^ voeden hunner kinder-en wilt behulpzaam -zijn, 2

Dat gij alle oversten in het bestuur der hun gquot; toebetrouwden wilt behulpzaam zijn, °

Dat gij alle vergaderingen, die U bijzonder g toegedaan zijn , wilt begunstigen, ~

Dat gij allen, die op uwe hulp betrouwen,

altijd en overal wilt beschermen.

Dat gij alle geloovige zielen door uwe voorbede wilt helpen.

Beschermer van Jesus,

Bruidegom van Maria,

Heilige Joseph,

Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, spaar ons Heer!

-ocr page 230-

201

Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld,

verhoor ons Heer!

Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld,

ontferm U onzer lieer!

Jesus Christus, hoor ons!

Jesus Christus, verhoor ons!

Heer, ontferm U onzer!

Christus, ontferm U onzer!

Heer, ontferm U onzer!

Onze Vader, enz.

Wij bidden U, Heer, dat wij door do verdiensten van den Bruidegom uwer allerheiligste Moeder geholpen worden, opdat ons door zijne voorspraak gegeven worde, wat wij door ons zeiven niet kunnen bekomen, die leeft en heerscht in de eeuwen der eeuwen. Amen.

12

-ocr page 231-

202

LITANIE

VOOB, DE

AFGESTORVENE GELOOVTGEN.

Heer, ontferm U onzer!

Christus, ontferm U onzer!

Heer, ontferm U onzer!

Jesus, hoor ons!

Jesus, verhoor ons!

God Vader in den hemel, ontferm U over de afgestorvene geloovigen 1

God Zoon, Verlosser der wereld, ontferm U over de afgestorvene geloovigen!

God heilige Geest, ontferm U over de afgestorvene geloovigen!

Heilige Drievuldigheid, één God, ontferm U over de afgestorvene geloovigen!

Heilige Maria, bid voor hen!

Heilige Moeder Gods, bid voor hen!

Heilige Maagd der maagden, bid voor hen!

Moeder der barmhartigheid, bid voor hen!

Goedertierene Maagd, bid voor hen!

Mijn heilige Engel-bewaarder, en gij heilige Engelen, die door God aan de afgestorvene geloovigen tot bewaarders op aarde zijt gegeven geweest, bidt voor hen!

-ocr page 232-

203

Alle koren der Engelen, bidt voor hen!

Heilige Joseph, bid voor hen!

Heilige Joannes de Dooper, bid voor hen!

Alle heilige Aartsvaders en Profeten, bidt voor hen Heilige Petrus en Paulus, bidt voor hen! Heilige Stephanas, bid voor hen!

Heilige Laurentius, bid voor hen 1 Alle Heilige Bloedgetuigen, bidt voor hen! Heilige Gregorius, bid voor hen!

Heilige Augustinus, bid voor hen!

Heilige Henricus, bid voor hen!

Alle Heilige Leeraren der Kerk, bidt voor hen Alle Heilige Bisschoppen en Belijders, bidt voo hen!

Heilige Anna, bid voor hen!

Heilige Maria Magdalena, bid voor hen!

Heilige Clara, bid voor hen!

Heilige Helena, bid voor hen!

Heilige. Wilhelmina, bid voor hen!

Alle Heilige Maagden en Weduwen, bidt voor hen

Alle Heiligen Gods, bidt voor hen!

Wees genadig, vergeef hun, Heere!

Wees genadig, verhoor ons, Heere!

Door uwe oneindige barmhartigheid, ;

Door uw allersmartelijkst lijden, =

Door uwe heilige wonden.

Door uwen schandelijken dood, quot;

Door uwe luisterrijke opstanding, ï

Door uwe heerlijke hemelvaart, ^

-ocr page 233-

204

Wij arme zondaars, wij smeeken TJ ootmoedig,

ach, verhoor ons!

Dat het U behage, de zielen dergenen, die in den Heer ontslapen zijn, van alles te reinigen, wat nog onrein mocht wezen en hen voor hel hemelsche leven nog ongeschikt mocht doen zijn.

Dat het U behage, de tijd hunner reiniging

kortstondig te doen wezen.

Dat het U behage, hun lijden door hemel-

schen troost le verzachten,

Dat het U behage, hun reikhalzend verlan- ^ gen naar ü te vervullen, f

Dat het U behage, het eeuwige licht voor g-hen te doen opgaan, en hen in vrede te s doen rusten,

Dat het U behage, hen spoedig in het bezit c van het vaderlijke erfdeel te stellen, hel- 5-welk hun in den hemel bewaard wordt, § Dat het U behage, hen tot de aanschouwing o

van uw liefelijk aanschijn toe te laten, Dal het U behage, hen le laven en te verkwikken uit de stroomen van uwe onvergankelijke goedertierenheid.

Dal hel U behage, hen met de onuilputlelijke

goederen van uw huis te verzadigen.

Dat hel U behage, al hunne verlangens te vervullen.

Dat het U behage, U te ontfermen over de

-ocr page 234-

205

zielen van degenen, die in deze wereld geene bijzondere voorbidders hebben en aan wie niemand gedachtig is,

Dat het ü behage, U over hen te ontfermen, met wie wij in dit leven door de banden van bloedverwantschap, liefde, vriend- ^ schap, of dankbaarheid , nauw verbonden \'=: waren, 3

Dat het U behage, hen toch alles genadig %. te vergeven, wat zij uit menschelijke zwak- § heid, ja, misschien uit al te groote liefde c voor ons verzuimd, misdreven en gezon- ^ digd hebben, quot;

Dat het U behage, aan de afgestorvene § geloovigen de heilige Misofferanden en 2 waardige Communieën, welke voor hen aan S uwe goddelijke Majesteit worden opgedragen , voordeelig te doen zijn,

Dat het U behage, al de afgestorvene geloovigen de vruchten van het lijden en sterven uws eeniggeboren Zoons te doen genieten.

Dat het U behage, hen allen zalig te maken, en door uwe heilige Engelen uit den staat der zuivering naar het land der levenden, uw hemelsch Sion, te doen overbrengen, wij smeeken U ootmoedig, ach, verhoor ons, Heere! Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld , geef hun rust 1

12\'

-ocr page 235-

206

Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld , geef hun rust!

Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, geef hun de eeuwige rust!

Jesus Christus, hoor onsl Jesns Christus, verhoor ons!

Heer, ontferm U onzer!

Christus, ontferm U onzer!

Heer, ontferm ü onzer!

Onze Vader, enz.

En leid ons niet In bekoring;

Maar verlos ons van den kwade.

Amen.

Heer, verhoor ons gebed!

En ons geroep kome tot ü.

LAAT ONS BIDDEN.

O God, Schepper en Verlosser van alle geloo-vigen! verleen aan de zielen van uwe dienaren en dienaressen vergeving van al hunne zonden, opdat zij de kwijtschelding, naar welke zij altijd verlangd hebben, door onze ootmoedige smeekingen mogen verwerven.

Men leze na dit gebed: De profundis (Uit de diepte). Zie blz. 110.

GEBED VOOR DE AFGESTORVENE GELOOVIGEN.

Dat wij elkander liefhebben en voor elkander bidden, is, o God, uw wil, dien Gij ons door

-ocr page 236-

207

uwen lieven Zoon, onzen Heer en Zaligmaker, geopenbaard hebt. Uit liefde zenden wij onze gebeden hemelwaarts voor de geioovigen, die in U ontslapen zijn; vol vertrouwen bidden wij voor hen om eeuwige rust. Dat, o Jesus! uw kostbaar aan het kruis vergoten bloed vergeving hunner zonden voor hen verwerve. Delg al hunne zwakheden, al hunne schulden uit. Wees uwe kinderen, die in berouw zijn afgestorven, genadig. Verschoon , vergeef, vernietig al hunne zonden; Gij toch zijt een God van langmoedig-heid en van ontferming. Voer hen, na doorgestane beproeving, in de woningen_,des vredes, der ruste en des eeuwigen lichts. Voer hen, o God! in de eeuwige vreugde, zoo zij zich nog in den staat der zuivering mochten bevinden: — mijne geliefde ouders, mijne broeders en zusters, mijne vrienden en al degenen, voor wie liefde en dankbaarheid mij verplichten te bidden. Ik beveel ze U bijzonder aan. Vast is het troostelijk geloof in mijne ziel gevestigd: «Met wijsheid en «goedheid voert Gij al uwe kinderen lol hunne »eeuwige beslemming — want Gij zijt hun «Vader!quot;} 01 gij, afgestorvene geioovigen! eens zie ik u weder! wellicht zal ook ik spoedig het tijdelijke met het eeuwige verwisselen; want gelijk eene bloem bloeit en verwelkt, zoo vergaat mijn leven. — Uwe lichamen vergaan, uwe ziel is eeuwig onsterfelijk, en gij hebt

-ocr page 237-

208

als heilige reisspijs, het onderpand van ons eeuwig leven, het vleesch en bloed van Jesus Christus, in het allerheiligste Sacrament des Altaars ontvangen, gij hebt het op uwe reis medegenoiuen, dat brood des levens, bij welks waardig genot de dood in eeuwigheid niemand kan schaden.

Mochten mijne in ootmoed tot den Vader in den Hemel opgezondene gebeden u te stade komen! Ik draag voor u het olïer des nieuwen Verbonds op, ik offer ook voor u op alle werken van barmhartigheid, waartoe God mij sterkte en genade zal verleenen! — Verhoor mijn gebed, o God! voor de arme zielen, vooral voor de ziel van N. N. Laat mij haar daarboven bij U wedervinden en mij met haar hereenigd, eeuwig verheugen. Wanneer zult gij aanbreken, heerlijke dag! dat ik, mei mijne afgestorvene broeders hereenigd, voor den troon van God zal verschijnen en door de genade van Jesus Christus gerechtvaardigd, in den glans van het eeuwige licht, in alle eeuwigheid, aan het Lam lof, eer en roem zal toebrengen! Amen. ^

-ocr page 238-

209

LITANIE TOT JESUS

OM ZALIG TE STERVEN.

Heer Jesus, God van goedheid en Vader van barmhartigheid, ik verschijn voor U met een vernederd, vermorzeld en ontsteld hart; ik beveel U mijn laatste uur en al wat mij na hetzelve wacht.

Als mijne onbeweegbare voeten mij zullen verwittigen , dat mijn wandel in deze wereld gaat eindigen, barmhartige Jesus, ontferm U dan mijner.

Als mijne bevende en verstijfde handen uw tr kruisbeeld niet meer zullen kunnen vast- g houden, maar het tegen dank op het bed 5quot; mijns lijdens zullen moeten laten vallen, Als mijne verduisterde en gebrokene oogen, 0 om den schrik des naderenden doods, o zich stervende tot ü zullen wenden, S Als mijne bevende, koude lippen voor de ~c laatste maal uwen aanbiddelijken naam 5. zullen noemen, |

Als mijne wangen, verbleekt en loodverwig, in hen, die mijn sterf bed omringen, me- ^ delijden en afschrik zullen verwekken, en 5 mijne haren, van doodzweet doortrokken, 3 zich op mijn hoofd oprechtende, mijn aan- quot;g\' staande einde zullen aankondigen, •-

-ocr page 239-

210

Als mijne ooren voor altijd voor de taal der menschen zich gaan sluiten, en zich zullen openen om naar uwe stem te luisteren , die het onherroepelijke vonnis zal uitspreken, waardoor mijn lot voor eeuwig zal vastgesteld worden,

Als mijne verbeelding, door schrikkelijke en verbazende verschijnsels ontsteld, in doo- « delijke droefheid gedompeld zal wezen en S. mijn geest, op het aanschouwen mijner ^ boosheid ontrust, en door de vrees voor ^ uwe rechtvaardigheid bevangen, met den engel der duisternissen zal strijden, d.e ë mij het troostelijk betrouwen op uwe harm- -hartigheid zal trachten te benemen om £ mij in den schoot der wanhoop neder te ir-storten, 3

Als mijn zwak hart door de smart der ziekte c benauwd, door de vrees voor den dood g-bevangen en door den strijd tegen de vijan- = den mijner zaligheid van krachten uitge-put zal wezen, §

Als de laatste tranen, de kenteekenen mijner — vernietiging, mij uit de oogen zullen vloeien, neem dezelve dan voor eene boetofferande aan, opdat ik als een slachtoffer der boetvaardigheid moge sterven; en in dit angstige oogenblik.

Als mijne bloedverwanten en vrienden rondom

-ocr page 240-

211

mij zullen staan, en een teeder medelijden met mijnen ellendigen staat hebbende, U voor mij zullen aanroepen,

Als ik het gebruik mijner zinnen zal verloren hebben, de gansche wereld voor mij zal verdwenen zijn, en ik in de benauwdheid van den laatsten strijd en pijnen des doods zal zuchten, 3

Als de laatste zuchten des harten mijne ziel zï zullen dwingen uit mijn lichaam te schei- Jf-den, aanvaard dan dezelve als verzuchtin- 0 gen van een heilig, ongeduldig verlangen SS om tot U te komen, p-

Als mijne ziel, reeds op mijne lippen zwe- 0 vende, van deze wereld voor altijd afscheid zal nemen en mijn lichaam koud en leven- 3 loos achterlaten, ontvang dan de vernie- ^ tiging van mijn aardsche leven als een ^ teeken van vereering en erkentenis uwer = oppermajesteit, =

Ten laatste, wanneer mijne ziel voor U zal *=■ verschijnen, en voor de eerste maal den rL onsterfelijken luister uwer Majesteit zal aanschouwen, verwerp haar dan niet van uw aangezicht, maar gewaardig ü mij in den minnelijken schoot uwer barmhartigheid te ontvangen, opdat ik eeuwig uwen lof moge zingen,

-ocr page 241-

212

GEBED,

O God! die ons ter dood veroordeelende, deszelfs oogenblik en uur verborgen houdt, maak dat ik, al de dagen mijns levens in rechtvaar- r digheid en heiligheid overbrengende, verdienen moge, in Uwe heilige liefde deze wereld te verlaten. Door de verdiensten van onzen Hoer Jesus Christus, die leeft en heerscht met U in de eenheid van den heiligen Geest. Amen.

-ocr page 242-

213

GEBEDEN

TOT DE

HEILIGEN VAN DE MINDERBROEDERS-ORDE.

ANT1PHOON.

( Vos Sancti Dei, etc.)

Gods vrienden, die door heiligheid Uw naam alom hebt uitgebreid,

In \'s harten eenvoud heeft geleefd, Pranciscus kloek hebt nagestreefd ,

Biedt uwe bedeu d\' Almacht aan , Om heil\'gen vlijt ons toe te staan,

Dat wij hierna in glans van eer Godzalig zijn in hooger sfeer.

v. Bidt voor ons, alle Heiligen van de Minderbroeders-orde.

r. Opdat wij de vreugde in het Hemelrijk mogen genieten.

LAAT ONS BIDDEN.

Almachtige, eeuwige God, die Uwe Kerk door de verscheidene verdiensten der Heiligen altijd verlicht, beschermt en bewaart: geef ons genadiglijk, dat wij, door de voorspraak van den H. Franciscus en zijne heilige navolgers, hier van alle zonden gezuiverd, en hiernamaals de Hcmelsche heerlijkheid deelachtig mogen worden, door Christus, onzen Heer. Amen.

-ocr page 243-

214

DEZELFDE AUTIPHOON IN HET LATIJN.

Vos Sancti Dei inclyti,

Qui estis mente simplici Franciscum imitati ,

Orate ut hio fervidi.

Et in futuro lucidi,

Simus et nos beati.

v, Oratc Sancti omnes de Ordine Minorum. r. Ut perfruamur gaudiis in aula polorum.

OREMUS.

Omnipolcns sempilerne Deus, qui Ecciesiam tuam variis Sanctorum mentis semper iliurainas, protegis et conservas: concede propitius, ut beati Francisci et Sanctorum sequentium cum inter-cessione, et hie ab omnibus mundemur offensis, et in future ccelesti gloria perfruamur. Per Christum Dominum nostrum. Amen.

LITANIE

VAX DEN

H. VADER FRANCISCUS VAN ASSISIE.

lieer, ontferm U onzer!

Christus, ontferm U onzer!

Heer, ontferm U onzer!

Christus, hoor ons!

Christus, verhoor ons!

-ocr page 244-

215

God, Hemelsche Vader, die Franciscus tot Uwen dienaar hebt uitverkoren, ontferm U onzer! God, Zoon, Verlosser der wereld, die Franciscus niet de teekenen Uwer heilige vijf Wonden bezegeld hebt, ontferm U onzer!

God, fleilige Geest, die Franciscus met vele liefelijkheden gezalfd hebt, ontferm U onzer! Heilige Drievuldigheid, één God, die Franciscus in Uwe heerlijkheid ontvangen hebt, ontferm U onzer!

H. Maria, bijzondere blijdschap en troost van

Franciscus, bid voor ons!

H Moeder Gods, gestadige toevlucht van Franciscus,

H. Maagd der maagden, voorspraak der ge-

heele orde van Franciscus,

Seraphijnscbe Vader Franciscus,

Allerminzaamste Franciscus,

Allergoedertierenste Franciscus,

H. Franciscus, Vader der armen, ^

Banierdrager van Christus, §

Ridder van den gekruisten Jesus, o

«T Oven der liefde, ^

g Arke der heiligheid,

= Versmader der wereld,

C3

él Spiegel van boetvaardigheid,

^ Overwinnaar der boosheden,

Navolger van Christus,

Voorbeeld der ootmoedigen,

-ocr page 245-

216

Leidsman der dvvalenden,

Steun der H. Kerk,

Meester der gehoorzaamheid,

Liefhebber des vredes,

Licht uws Vaderlands,

Heraut des Allerhoogsten Konings,

Martelaar met begeerte.

Voorganger in zuiverheid,

Prediker der schepselen Gods,

Bestormer der booze begeerten.

Dienaar der melaatschen,

Verwekker der dooden, _

Bijstand dergenen, die uwe voorspraak S; % verzoeken, g

1 Die van uwe jeugd af zoo milddadig 2, £ jegens de armen waart, dat gij u ont- o kleeddet en u met hunne armoedige ^ quot; kleederen bedeklet,

Die u van alles ontbloot hebt om met meer betrouwen te kunnen zeggen : Onze Vader, die in den hemel zijt. Die u zeiven het onwaardigste van alle

schepselen noemdet,

Die van Jesus zelf hebt mogen hooren; ya, Franciscus, en herstel mijn huis dat vervalt,

Die uwe H. Orde gevestigd hebt op de gehoorzaamheid, ootmoedigheid en heilige armoede,

-ocr page 246-

217

Die, om de hevige bekoringen te biusschen, u in de felste koude in de sneeuw wenteldet,

Die u zelve achttet den leerling van Jesus niet te zijn, tenzij gij uw vleesch kruistet,

Die van het lijden van Jesus niet kondet spreken zonder te zuchten en te weenen, Die de teekenen der vijf Wonden van ^ Jesus in uw lichaam ontvangen, en

zelfs bloed gestort hebt, ^

p Die het geluk gehad hebt het kindje o Ê Jesus uit de handen van Maria in uwe ^

—• armen te ontvangen, van den midder- §

1 t) » (ji

nacht tot den dageraad.

Die door de Engelen gediend, en door hunne gezangen in verrukking gebracht

zijt.

Die uwen geest gevende, ui-triept: Heer!

leid mijne ziel tdl de gevangenis om Uwen naam te belijden,

Ware Seraphijn, brandende in Jesus liefde.

Bid voor ons, H. Vader Franciscus.

Opdat wij waardig worden de beloften van Christus.

GEBED.

0 God, die Uwe 11. Kerk door de verdiensten van den H. Franciscus met nieuwe

13

-ocr page 247-

218

kinderen zeer vruchtbaar vermeerderd en uitgebreid hebt, geef dat wij door zijne navolging de aardsche dingen versmaden en ons in de mededeeling der hemelsche gaven altoos verblijden mogen.

O Heer Jesus Christus, die, toen de wereld in de liefde verflauwde, de teekenen Uws lij-dens in het lichaam van den H. Vader Franciscus hebt willen vernieuwen, om onze harten te ontvonken : vergun ons genadig, om zijne verdiensten en gebeden, dat ook wij waardige vruchten van boetvaardigheid mogen voortbrengen.

O God, Heilige Geest, door wiens leiding en besturing de lotgevallen onzes levens geregeld worden, help uwe dienaars, opdat wij, die met blijdschap de gedachtenis houden van den verheerlijkten Vader Franciscus, door zijne gebeden en verdiensten de glorie uwer Goddelijke Majesteit eeuwig genieten mogen, door Jesus Christus onzen Heer, die met U en den Vader, waarachtig God, leeft en heerscht in de eeuwen der eeuwen. Amen.

-ocr page 248-

219

EENIGE GEBEDEN

GETROKKEN UIT DE GETIJDEN VAN DEN H. EEANCISCUS.

Almachtige, eeuwige God ! die het menschelijk geslacht door de geboorte üws Zoons verblijd en door Zijnen dood verlost hebt; en die, toen het was afgeweken van den weg der waarheid, U gewaardigd hebt, hetzelve door den H. Fran-ciscus. Uwen belijder, weder te roepen tot het licht der rechtvaardigheid: geef dat wij, die in onze boosheden hervallen, door Uwe barmhartigheid vergiffenis verwerven, door onzen Heer Jesus Christus, Uwen Zoon, die met U leeft en heerscht in de eenheid des H. Geestes, één God, in alle eeuwen der eeuwen. Amen.

Wij bidden U, Heer Jesus Christus, verleen ons door de godvruchtige en ootmoedige voorspraak van onzen H. Vader Franciscns, in wiens lichaam Gij U gewaardigd hebt de teekenen van Uw lijden te vernieuwen, dat wij gedurig de weldaden van Uw lijden in ons mogen gevoelen; die met den Vader en den H. Geest, één God, leeft en heerscht in alle eeuwen der eeuwen. Amen.

-ocr page 249-

220

O God! die ü gewaardigd hebt, de reine ziel van onz.en H. Vader Franciscus, Uwen belijder, te voegen bij de Seraphijnsche Geesten, geef ons. Uwe dienaren, dat wij door zijne verdiensten en voorspraak tot het eeuwige Rijk der Hemelen met Uwe hulp mogen geraken; door onzen Heer Jesns Christus, Uwen Zoon, die met U leeft en heerscht in de eenheid des H. Geestes, één God, in alle eeuwen der eeuwen. Amen.

GEBED

OP DEN

FEESTDAG VAN MARIA TER ENGELEN,

OF

PORT1UNCULA.

Heilige Franciscus! waarlijk in de liefde Gods brandende Seraphijn! wiens voorspraak bij God, toen gij nog op aarde leefdet, reeds zooveel vermocht, dat Hij do weldaad, die gij van Hem voor het menschdom afsmeektet, niet weigerde, maar op uw verzoek, hetwelk door de voorbede der Allerheiligste Maagd Maria ondersteund werd, den vollen Atlaat verleende ; wij wenden ons heden tot U, en bidden : wil van onzen Heer Jesus Christus verwerven, dat wij de zonden

-ocr page 250-

221

verzaken. met rouwmoedige harten tot Hem wederkeeren, en voortaan getrouw het pad der deugd bewandelen, en dat wij met de vereischte gesteltenis deze Kerk bezoekende, dan ook tot onze zaligheid den door (J afgesraeekten Aflaat mogen verdienen.

Heer Jesus Christus! op het voorbeeld van Uwen Heiligen dienaar Franciscus, smeeken wij U ootmoediglijk, dat Gij allen, die hunne zonden rnet een oprecht berouw gebiecht hebben, volkomen vergeving van dezelve wilt schenken, en dat zij Uw heilig Vleesch ontvangen hebbende en deze Kerk bezoekende , deelachtig mogen worden aan den door U verleenden Aflaat, opdat zij hierdoor ook vergeving der nog schuldige straffen van Uwe goedertierenheid mogen verwerven.

H. Maria, Moeder Gods, wees ook onze voorspraak bij Jesus uwen Zoon, en ondersteun ons gebed, gelijk Gij dat van den H. Franciscus bij uwen Goddelijken Zoon ondersteund hebt, en verwerf voor ons, dat wij op eene waardige wijze tot zaligheid onzer ziel, van de verleende gunsten gebruik mogen maken. Amen.

-ocr page 251-

222

GEBED

OP DEN

FEESTDAG VAN DE INDRUKKING DER HEILIGE VIJF WONDEN.

Heilige Franciscus! het smartelijk lijden, dat onze Heer Jesus Christus om onze zaligheid verduurd heeft, was met onuitwischbare letteren in uw hart gegrift; het overdenken van deze groote weldaad wekte U immer tot dankbaarheid op, en ontstak uw ootmoedig hart meer en meer in de liefde tot uwen lijdenden Zaligmaker, van Wien gij waardig werdt geacht de teekenen Zijns Heiligen Lijdens in uw door de versterving gekastijd lichaam te ontvangen. Bid voor ons, H. Vader Franciscus! dat wij ook altijd onzen God-delijken Verlosser met eene vurige liefde mogen beminnen en dienen, en ook altijd met eene ware godsvrucht tot Zijn heilig lijden mogen vervuld zijn, opdat de gedachtenis van dit zaligmakend lijden ook in onze harten met onuitwischbare letteren gedrukt worde, en wij als waardige leerlingen van eenen zoo 11. Meester ons irnmer beroemen op het kruis van onzen Heer Jesus Christus, door wien de wereld aan ons gekruist is en wij aan de wereld gekruist zijn. Amen.

-ocr page 252-

223

Codorum candor.

De Hemel spreidt een helcTren glans, Een nieuwe star blinkt aan den trans, Franciscus glanst door heiligheid ,

Een Seraph, hem verschenen , spreidt Een licht, dat stralend op hem gloort.

En in hem \'s Heilands Wonden boort In handen , zijde en voet,

Terwijl hij boete doet.

En \'t kruis den schrik van Satans lagen, In hart en wond en werk wil dragen.

v. Heer! Gij hebt Uwen dienaar Franciscns geteekend,

r. Met de teekenen onzer verlossing.

LAAT ONS BIDDEN.

0 Heer Jesus Christus, die toen de wereld in de liefde verflauwde, enz. zie bladz. 218

Coelorum candor splenduit.

Novum sidus emicnit,

Sacer Franciscus claruit,

Cui Seraph apparuit,

Obsignans eum vulnere Tn volis, plantis, latere,

Duin formam crucis gerere Vult corde, ore, opere.

Signasti, Domine, servum tuum Francis-Signis redemptionis nostras.

v. cura. R.

OREMUS.

Domine Jesu Christe, qui, frigescente raundo, ad inflammandum corda nostra lui amoris igne,

-ocr page 253-

224

in carne beatissimi Patris nostri Francisci pas-sionis tuae sacra stigmata renovasli: concede pro-pitius , ut ejus mentis et precibus crucem jugiter feramus, et dignos fructus poenitentiae faciaraus. Qui vivis et regnas in saecula saeculorum. Amen.

GEBED

OP DEN

FEESTDAG VAN DEN H. FRANCISCUS.

Groote Heilige! door het verzaken van al de aardsclie goederen toondet gij waarlijk dat uw schat in den Hemel was; ja, die God, het voorwerp uwer eenige liefde, alles voor uw hart gewordsn zijnde, bezat het zonder eenige verdeeldheid; opmerkzaam en onvermoeid om Hem hiervan aanhoudend bewijzen te geven, was uw geheele leven slechts eene langdurige marteling, door de veelvuldige smarten, die gij om-helsdet, die gij zelfs met ijver zocht; maar uw groot hart weldra te klein vindende om aan de liefde, die het ontvlamde, te voldoen, pre-diktet gij aan de menschen dat het aangenaam, gelukkig en wenschelijk is den aanbiddelijken Jesus te beminnen, voor Hem te leven, te lij-

-ocr page 254-

225

den en te sterven. Woorden vol zalving, kracht en liefelijkheid, zij brachten uwe broeders tot den beminden schaapstal der Kerk terug, zij vormden hen tot do volmaaktste Christenen.

O Heilige Franciscus, verwerf voor ons dezelfde genaden, die gij aan hen bekend maaktet, opdat ook wij geloovigen eenmaal God genieten mogen, die al uwe liefde en gelukzaligheid is. Amen.

LOFZANG OP DEN FEESTDAG VAN DEN H. FRANCISCUS.

Proles de coelo prcdiit.

Een God-kind daalt op aarde neer, Toont nieuwe wonderdaun.

Ontsluit den Hemel voor den mensch, Maakt zeeën tot een baan.

Beladen met Egypte\'s buit Toogt Gij, o liefdegod!

Behoefte vergezelde Uw sohreén.

Geraakt om \'s menschen lot.

Met Godsgezanten opgevoerd Ten bergtop van nieuw licht,

quot;Was \'t Christus, wien Franciscus bracht In \'t arme kloostersticht.

Hij volgde Simons hartewensch: «Sla hier drie tenten neer,quot;

De kracht of spelling van dien naam Verliet hem nimmermeer.

13fr

-ocr page 255-

226

Naar wet, profeet en godsgenae Richt hij zijn daukb\'ren geest. En viert Drieëenheids heil\'gen dienst, Den dag van \'t plechtig feest.

Dewijl gastvrijheid door zijn deugd

Met nieuwen luister bloeit.

Dewijl hij \'t vrome en zalig hart Aan God met ijver boeit.

Voer Vader! voor ons huis en poort.

Voor graf uw zorg ten top. En wek \'t ellendig Eva\'s kroost. Uit slaap der dooden op.

HYMNUS.

Proles de coelo prodiit,

Novis utens prodigiis,

Coelum caecis aperuit,

Siccis mare vestigiis.

Spoliatis iEgyptiis Transit dives, sed pauperis

Nee rem, nee nomen perdidit, Factus felix pro miseris.

Assumptus cum Apostolis In montem novi lirninis, In paupertatis praediis Christo Franciscus intulit.

Fac tria tabernacula.

Votum secutus Simonis:

Quem hujus non deseruit, Numen vel omen nominis :

-ocr page 256-

227

legi, Prophetae, gratiae Gratum gereus obsequium,

Trinitatis officium Festo solemni celebrat

Dura réparat virtutibus.

Hospes triplex hospitium;

Et beatarum mentium Dum templum Christo consecrat.

Doraum, portam, et tumulura Pater Fraocisce visita,

Et Hevee prolem miseram A somno mortis exeita. Amen.

DEVOTIE

TOT DEN

H. ANTONIUS VAN PADUA.

De menigvuldige wonderen, die God door zijnen dienaar den II. Antonius uitwerkt, bewijzen hoeveel de voorspraak van dien vertrooster der bedrukten bij God vermag. Allen dan ook, die naar behooren met een vast vertrouwen hunne toevlucht tot hem nemen, zullen door eigene ondervinding genoegzaam van de v»\'aarheid hiervan overtuigd worden: hetzij dat ze zijnen bijstand inroepen bij geestelijke of lichamelijke krankheden of in andere droevige voorvallen des levens, hetzij dat ze zijne hulp verzoeken om

-ocr page 257-

228

terug te krijgen hetgeen verloren of ontnomen is, enz., tenminste indien deze beden aan den verzoeker nuttig en zalig zijn, en met Gods aanbiddelijken wil overeenstemmen. Men houde bij het verzoeken van hetgeen wij verlangen altijd deze vereisehten voor oogen, namelijk ; een vast betrouwen op God en cene volkomene overgeving van zich zeiven aan de beschikkingen Zijner Voorzienigheid.

LITANIE

VAN DEN

H. ANTONIUS VAN PADUA.

Heer, ontferm U onzer!

Jesus Christus! ontferm U onzer!

Heer, ontferm ü onzer!

Jesus Christus, hoor ons!

Jesus Christus, verhoor ons!

God, Hemelsche Vader, ontferm U onzer!

God, Zoon, Verlosser der wereld, ontferm U onzer!

God, Heilige Geest, ontferm ü onzer!

Heilige Drievuldigheid, één God, ontferm U onzer\'

Heilige Maria, Aloeder en Beschermster van den

H. Antonius, bid voor ons!

Heilige Franciscus, Vader en Onderwijzer v.in den H. Antonius, bid voor ons!

-ocr page 258-

229

Heilige Antonius van Padua,

Zalige vrucht van Spanje,

Nieuw licht van llalië.

Beschermer en roem van Padua,

Apostel van Frankrijk,

Navolger van den H. Vader Franciscus, Lelie van zuiverheid,

Kostelijke parel der armoede,

Blinkende ster van gehoorzaamheid, Spiegel van boetvaardigheid.

Roze van geduldigheid.

Vlam van liefde,

, Vat van heiligheid,

.1 Pilaar der H. Kerk,

o Verkondiger der genade,

^ Uitroeier der zonden,

Vertreder der wereld,

~~ Verheffer van Gods eer.

Ootmoedige verberger der wijsheid, Leeraar der waarheid,

Blinkende ster der Seraphijnsche Orde, Arke des Verbonds,

Bazuin des Allerhoogsten,

Verdediger des Geloofs van het Hoogwaardig Sacrament,

Brandende naar den marteldood,

Geesel der ketters.

Schrik der ongeloovigen,

Roede der dwingelanden,

-ocr page 259-

230 \'

IJveraar voor Gods Huis,

IJveraar voor het heil der zielen, Wonderbaar mirakeldoener,

Patroon in verlorene zaken,

Toevlucht der armen,

Gezondheid der zieken,

^ Vertrooster der bedrukten,

■| Hof der deugden,

■2 Kenner der harten,

Voorzegger van toekomende dingen, Verwekker der dooden.

Schroom der duivelen.

Navolger der Patriarchen en Profeten, Afbeeldsel der Apostelen,

Uitstekende onder de Leeraars,

Roem der Heiligen,

Minnelijke Vader en Beschermer,

Wees genadig, spaar ons, Heer!

Wees genadig, verhoor ons, Heer!

Van alle kwaad, verlos ons, Heer!

Van alle zonden.

Van de listen des duivels.

Van pest, oorlog en hongersnood.

Van den eeuwigen dood,

Door de verdiensten van den 11. Antonius, Door zijne brandende liefde.

Door zijnen ijver voor de bekeering der zondaars,

Door zijne vurige begeerte naar den marteldood.

-ocr page 260-

231

Door zijne volharding in het volbrengen zijner g beloften van armoede, zuiverheid en ge- ~ hoorzaaraheid, ^

Door zijnen onverraoeiden arbeid, J2

Door de menigte en verscheidenheid zijner _ verrichte wonderen, S

In den dag des oordeels, ~

Wij zondaren, wij biddden ü, verhoor ons! Dat Gij ons tot een waarachtig berouw onzer zonden wilt brengen,

Dat Gij bet vuur der Goddelijke liefde in onze

harten wilt ontsteken,

Dat Gij ons deelachtig wilt maken aan de ^ voorspraak en aan de verdiensten van den ^ H. Antonius, s;

Dat Gij ons Vaderland in de vereering van gquot;

den H. Antonius wilt doen volharden, Dat Gij allen, die de voorspraak van den -H. Antonius verzoeken, gezondheid naar g ziel en lichaam wilt verleenen, gquot;

Dat wij door de verdiensten van den H. Anto- -= nius, in alle deugden mogen toenemen, § Dat Gij allen, die den H Antonius eeren — en aanroepen, met uwe zegeningen gelieft te begunstigen.

Dat Gij U gewaardigt ons te verhooren,

Jesus Christus, Zoon van den levenden God, Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld , spaar ons, Heer 1

-ocr page 261-

232

Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, verhoor ons, Heer!

Lara Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, ontferm U onzer!

Christus hoor ons!

Christus verhoor ons!

Heer, ontferm U onzer!

Christus, ontferm U onzer!

Heer, ontferm U onzer!

Onze \'Vader, enz.

Bid voor ons, H. Antonius.

Opdat wij waardig worden de beloften van Christus.

LAAT ONS BIDDEN.

O God! verleen ons dat de voorbede van den II. Antonius, Uwen belijder. Uwe Kerk verblijde; opdat zij met geestelijken bijstand altijd beschermd worde, en verdiene te genieten de eeuwige vreugde lt;ioor Christus onzen Heer. Amen.

GEBED.

O Heer Jesus Christus, die op den goeden vrijdag op bet Altaar van Uw allerheiligst kruis hebt willen verheven worden, en drie uren daarna Uwen Geest in de handen van Uwen Hemelschen Vader hebt gegeven : wij bidden U, door de verdiensten en voorspraak van den H. Antonius, wiens ziel mede op eenen vrijdag afscheid van

-ocr page 262-

233

deze wereld genomen heeft, dat wij de vruchten en zalige gevolgen van Uw heilig lijden altoos in ons mogen gevoelen, Gij, die met den Vader en den H. Geest leeft en heerscht in alle eeuwen der eeuwen. Amen.

NEGEN GEBEDEN

TER EERE

VAN DEN H. ANTONIUS.

I GEBED.

O 11. Antonius! die een licht der H. Schrift en een bijstand der raistroostigen zijt, wij smee-ken u, verhoor onze nederige gebeden, en verwerf ons van God Zijne voortdurende hulp en genade; dit bidden wij u door uwe onschuldige kindsheid.

Onze Vader, enz. Wees gegroet, enz.

II GEBED.

O H. Antonius! luister der predikanten, ijverige verkondiger der deugden, standvastige be-risper der zonden, wil voor ons door uw minnelijk hart bijstand van God in al onze benauwdheden verzoeken; dit bidden wij u door de jaren, die

-ocr page 263-

234

gij zoo loffelijk hebt doorgebracht in de Orde van den H. Augustinus.

Onze Vader, enz. Wees gegroet, enz.

III GEBED.

O H. Antonius! zuiver zaad der aarde! licht op den kandelaar der H. Kerk, stad op den berg der beschouwing, wij bidden u, aanhoor de gebeden van onze bedroefde harten, en verwerf ons van God heilige begeerten, en volharding in dezelvcn; dit bidden wij u door uw heilig leven in de Orde van den H. Franciscus.

Onze Vader, enz. Wees gegroet, enz.

IV GEBED.

O H. Antonius 1 getrouwe dienaar der Heilige Maagd Maria, wil toch bij haar onze voorspreker zijn, opdat zij voor ons bij haren Zoon goedgunstig gelieve te verkrijgen de vergiffenis van onze zonden en bijstand in al onzen nood; dit bidden wij u door de onuitsprekelijke vreugde, die uwe ziel gevoelde, toen het Kindje Jesus in uwe armen rustte.

Onze Vader, enz. Wees gegroet, enz.

V GEBED.

O H. Antonius! Vader der weezen en verlaten menschen, vruchtbare regen des Hemels,

-ocr page 264-

235

maak onze harten vruchtbaar in deugden, ijverig in het geloof, wil ons beschermen in alle gevaren naar ziel en lichaam, verwerf voor ons eene volmaakte liefde tot God en onze evennaasten ; dit bidden wij u door de menigvuldige wonderteeke-nen, die gij op de aarde gedaan hebt.

Onze Vader, enz. Wees gegroet, enz.

quot;VI GEBED.

O H. Antonius! sterke pilaar der boetvaardigheid, schild tegen alle bekoring, zekere weg der onwetenden, maak ons deelachtig aan uwe verhevene deugden, opdat in ons het dierbaar bloed van Christus niet verloren ga, maar wij in Zijne heilige Wonden eene veilige haven der zaligheid mogen vinden; dit bidden wij u door uwen heiligen dood.

Onze Vader, enz. Wees gegroet, enz.

VII GEBED.

O H. Antonius! licht van Italië, luister van Padua, bekeerder der ongeloovigen, verwerf ons een levendig Geloof, eene vaste Hoop en bran-nende Liefde; dit bidden wij u door den heerlijken ingang uwer ziel in de Hemelsche blijdschap.

Onze Vader, enz. Wees gegroet, enz.

VIII GEBED.

O H. Antonius! levend voorbeeld der Evangelische Leeraars, troost der zieken, blijdschap

-ocr page 265-

236

der bedroefden, wil onze zuchten en gebeden tot u niet vergeten, gelijk gij uwe lieve ouders, e[1 die onschuldig ter dood veroordeeld waren, niet nie, vergeten hebt, maar bid dat God ons vertrooste W\'J en barmhartig zij; dit bidden wij u door de ^11 onbegrijpelijke vreugde en liefde, die er nu bestaat tusschen u en uwen heiligen Vader Fran-ciscus in den Hemel.

Onze Vader, enz. Wees gegroet, enz.

IX GEBED.

O H. Antonius! zeer voorzichtige bewaarder der zuiverheid, getrouwe minnaar van het heilige Kruis, bescherm ons in onzen nood tegen alle bekoringen, opdat wij, God met hart en mond belijdende, Zijne barmhartigheid mogen ondervinden ; dit bidden wij u door de allergrootste blijdschap, die gij in eeuwigheid zult bezitten in het aanschouwen en genieten van het Goddelijke do

re:

Wezen.

Onze Vader, enz. Wees gegroet, enz.

SLUITGEBËD.

O zachtmoedigste en goedertierenste Jesusl die Uwen heiligen dienaar Antonius door verscheidene mirakelen wonderlijk hebt doen uitschijnen: verleen ons genadiglijk, dat wij, hetgeen wij met betrouwen van U verzoeken, door zijne voorspraak en verdiensten mogen verkrijgen, als

An

GEI S

Ko

bel dei ko vei he

-ocr page 266-

237

het niet tegen Uwen aanbiddelijken wil strijdt, en wij daardoor Uwe Goddelijke genade en He-meische heerlijkheid niet verliezen. Dit bidden wij U, die leeft en heerscht met God den Vader en den H. Geest, in alle eeuwen der eeuwen. Amen.

GEBED TOT DEN HEER JESUS, OM DOOR DE VOORSPRAAK EN VERDIENSTEN VAN DEN H. ANTONIUS TROOST EN BIJSTAND IN DE NOODWENDIGHEDEN VAN ZIEL EN LICHAAM TE VERKRIJGEN.

Mijn Heer en Zaligmaker Jesus Christus, Koning van het Heelal, luister der Heiligen, ik betuig U mijne ootmoedige dankbaarheid, dat Gij den H. Antonius van Padua bijzonderlijk verkoren hebt, om hem in den Hemel in eene zoo verhevene heerlijkheid te plaatsen, en dat Gij hem op deze wereld zoo beroemd gemaakt hebt door de voortreffelijke en menigvuldige wonderen, die hij uitwerkt ten behoeve dergenen die hem met eenen godvruchtigen ijver en met een vast betrouwen aanroepen; ik smeek U, o mijn God, barmhartige Heer! mij de genade te ver-leenen, dat ik de krachtige uitwerking zijner voorspraak in al mijne geestelijke en lichamelijke noodwendigheden moge gevoelen, opdat ik de zonden verlate, den weg der deugd, die hij mij aangewezen heeft, bewandele, en de goede werken, die hij verricht heeft, navolge, ten einde

14

-ocr page 267-

238

met hem de Hemelsche belooningen daarvoor te j,jtt(

erlangen. Amen. de

lipt

GEBED TOT DEN H. ANTONIUS, WANNEER MEN ZICH IN EENIGE DROEFHEID OF VERLEGENHEID BEVINDT.

Heilige Antonius, liefderijke beschermer dergenen, die tot u hunne toevlucht nemen, zie, gee ik kom met een kinderlijk vertrouwen mij in den vo schoot uwer mededoogenheid werpen; aanschouw, bid ik u, het smartelijk verdriet, dat rnijn hart tjg( drukt en verzoen mij door uwe machtige voor- ^ spraak met God, dien ik door mijne misdaden jie[ vergramd heb. Verlos mij van de droevige zwa- v0(. riglieid, waarin ik mij thans bevind, opdat ik v0( mijnen God met eene heilige gerustheid des t|0l geestes dienen moge. Indien het echter voor wa mijne zaligheid dienstiger is dat ik lijde, zoo e][ ben ik er mede tevreden, maar verwerf mij w dan toch een standvastig geduld en eene vol- cn maakte onderwerping om geduldig te lijden ter ve liefde van Hem, die, onschuldig zijnde, zich ^ gewaardigd heeft voor de schuldigen te lijden. on Ik bid u ootmoedig, mij in mijne tegenspoeden C) en verlegenheden nooit te verlaten en met in- ]j( wendige vertroostingen allen bij te staan, die ^ zich in den beklagenswaardigen staat bevinden, j1( waarin ik mij bevind, opdat het aan Je Goddelijke Majesteit behage ons door uwe verdiensten in ^ Zijnen heiligen dienst te versterken, ons in onze

-ocr page 268-

239

ir te bittere angstvalligheden te troosten, en eindelijk ons de genade Ie verleenen om zoo te leven, dat wij zich liet eeuwige leven verdienen, ten einde daar God te DT loven, te zegenen en te beminnen in uw gezelschap, door alle eeuwen der eeuwen. Amen.

der-

zie, GEBED TOT DEN H. ANTONIUS, OM DOOR ZTJiNE den VOORSPRAAK EENEN ZALIGEN DOOD TE ERLANGEN.

lUVV\' Heilige Antonius, groote vriend Gods, mach-tige behoeder van hen, die zich onder uwe be-0°rquot; scherming stellen, ik smeek u ootmoedig om n het vurig verlangen, dat gij gehad hebt om wa|quot; voor Jesus Christus te sterven: gewaardig u voor mij de genade te verwerven, dat ik niet

ik

^es door eenen haastigen dood overvallen worde, foor

zoo

mij vol-ter zich len. den indie en ijke in nze

waarmede allen, die nog te midden van de ellenden dezer wereld leven, bedreigd worden. Wees mijn beschermer al de dagen mijns levens en kom mij te hulp, opdat ik niet in de zonde vervalle; geef dat ik van God de kennis erlange, die mij op mijne schreden geleidt en die mij onderricht hoe ik waardig al de plichten eens Christens kan vervullen. Kom mij te hulp, groote Heilige, en ondersteun mij, alsook al mijne naast-bestaanden en vrienden in al onze noodwendigheden , maar bijzonder in onzen doodstrijd, opdat wij door uwe bemiddeling onze dagen gelukkig in de genade en liefde Gods mogen eindigen, en door uwe machtige hulp van het onhcr-

-ocr page 269-

240

stelbaar ongeluk eener eeuwige verdoemenis bevrijd mogen blijven, en de heerlijkheid Gods ingaan. Amen.

GEBED OP DEN FEESTDAG VAN DEN H. ANTONIUS.

Slee

Heilige Antonius, uwe onschuld was zuiver ^ gelijk de sneeuwwitte lelie; terwijl door deugds-betrachting uw eenigst streven naar God was, waart gij gelijk aan eene zich hoogverheffende bloem, die boven het haar omringende gras het q0(. hoofd in de hoogte richt. De wet des Heeren te ^oc betrachten en te volbrengen was uwe gelief- | koosde bezigheid; uwe ziel was zoozeer met het woord des Heeren vervuld, dat uwe leer- ^ redenen bij duizenden toehoorders eene heilige vreeze en den ernstigsten ijver om boete te plegen teweegbrachten, en een vurig verlangen naar den Hemel opwekten. Uwe gedachten en jjc genegenheden waren op Jesus Christus, het heil der wereld, gericht. Jesus Christus was in uw leven en sterven uw gewin. O mochten ook wij zuiver blijven van de vlekken der zonde, mochten ook wij in den omgang met Jesus Christus de ^ grootste vreugde en de genoegens onzer ziel vinden! Bid voor ons, H. Antonius, dat wij deze genade van den Heer onzen God erlangen. Amen.

-ocr page 270-

241

be- LITANIE

VAN DE

HEILIGE MARTELAREN VAN GORKUM.

■JS. —

Heer, ontferm U onzer!

nver .

T(jg Cliristus, ontferm U onzer!

Heer, ontferm U onzer!

Christus, hoor ons!

\'Christus, verhoor ons!

^ te God, lleraelsche Vader, ontferm U onzer! jcj._ God, Zoon, Verlosser der wereld, ontferm ü [i)et onzer!

ifip_ God, Heilige Geest, ontferm U onzer!

Heilige Drievuldigheid, één God, ontferm l) onzer!

Heilige Maria, Koningin der Martelaren, bid voor ons!

Heilig negentiental Martelaren van Gorkum, bidt voor ons!

Heilige Martelaren Leonardus en Nicoiaas, Pasten toors van ^or\'lt;um\' met nos twee wereldlijke Priesters, bidt voor ons!

Heilige Martelaren Adrianus en Jacobus, Religieuzen van de Orde van Premonstreit, H. Joannes van de Orde van den H. Dominicus, en H. Joannes, Regulier Kanunnik van den H. Augustinus, bidt voor ons!

ler g\'

te

lige

en leil uw

14*

-ocr page 271-

242

Nicolaas en Hieronymus, met nog negen

Minderbroeders,

Die noch pijnigingen, noch den dood ontzien hebt voor de zaak van Christus, Die kloekmoedig een ieder aanmoedigdet, om standvastig te blijven in het Geloof, Die gevangen genomen, en in eenen duisteren, verpesten kerker werdt geworpen ,

Die door verwaten krijgsvolk bespot, geslagen en mishandeld werdt.

Die, met een geladen pistool in den mond gestoken zijnde, gevraagd werdt, of gij bereid waart voor het Geloof te sterven.

Die kloekmoedig antwoorddet: ja, en het schot verwachtende, uitriept; Heer! in Uwe gezegende handen beveel ik mijnen geest.

Die, voortgesleept, gesleurd, geslagen, en met een koord omhoog getrokken zijnde, half dood bleeft hangen. Die, afgenomen zijnde, daarna nog kloekmoediger dan te voren uwe metgezellen lot volharding aanmoedigdet. Die men met brandende kaarsari aangezicht, mond, ooren, en neus verbrandde. Die voor dertig stuivers gevei\'.d werdt, Die, na vele bespottingen, slagen en ver-

-ocr page 272-

243

sraadingen verduurd te hebben, half naakt in een vaartuig geworpen, naar Dordrecht vervoerd werdt,

Die voor geld ten toon gesteld zijnde,

van groot en klein bespot werdt. Die te Brielle aangekomen, wederom vele bespottingen van het volk ondergaan hebt.

Die niet ophieldt, onder al de mishandelingen voor uwe vijanden te bidden, Die. door Lumey, met alle vinnigheid, ^ verraders en afgodendienaars genoemd £ werdt,

cn \'

S Die op zijn bevel, voor hem op uwe Jj knieën moest nedervallen, eu vervolgens quot;2 met een vaan voorop, ter bespotting ^ rondom eene galg geleid werdt, — Die men door honger, dorst en andere kwellingen beproefd heeft van het Geloof te doen afvallen,

Die voor den raad der nieuwgezinden gebracht zijnde, uw geloof aan de wezenlijke tegenwoordigheid van Jesus Christus in het Allerheiligste Sacrament des Altaars onverschrokken beleden hebt,

Die na deze belijdenis terstond ter dood veroordeeld zijt, terwijl men eenparig riep: hangt hen op! hangt hen op!

-ocr page 273-

244

Die twee aan twee uit de stad geleid wordende, elkander tot den marteldood aanmoedigdet, zeggende: heden zullen wij bij God en het Lam ons verheugen,

Die geheel ontkleed, in eene schuur opgehangen, kloekmoedig voor het Geloof zijt gestorven, biddende en u zeiven in uwen strijd aan God bevelende. Die na uwen dood nog onmenschelijk c mishandeld werdt, daar de wreedheid ^ uwer moordenaren nog niet verzadigd h;

was, lt;

g Die uit groote vervolgingen gekomen, uwe = ^ kleederen in hel bloed van het Lam o êz gewasschen en gezuiverd hebt, daar- YL iz; om nu voor den troon van God Hem dag en nacht onophoudelijk zijt dienende, Allerkloekmoedigste strijders voor Christus Jesus,

Beschermers van het Katholiek Geloof in

ons Vaderland,

Levende Offeranden,

Die na uwen dood aan eenige godvruchtige zielen verschenen zijt, in wit blinkende kleederen en mei gouden kronen op het hoofd,

Lam Gods, dat wegneemt de zouden der wereld, spaar ons, Heer!

-ocr page 274-

jam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, verhoor ons. Heer!

^am Gods, dat wegneemt de zonden der wereld , ontferm U onzer!

^eer, ontferm U onzer!

Christus, ontferm ü onzer!

leer, ontferm U onzer!

Onze Vader, enz.

v. Die roemwaardige mannen hebben op eene roemwaardige wijze hun bloed voor den Heer ver-joten. Zij hebben in. hun leven Christus lief jehad, en zijn Hem nagevolgd in hun sterven. r. En daarom hebben zij zegekronen behaald, v. Eén Geest en één Geloof bezielden hen. r. En daarom hebben zij zegenkronen ver-svorven.

v. Bidt voor ons, Heilige Martelaren van ijorkum!

r Opdat wij in het belijden des Gcloofs u mogen navolgen.

laat ons bidden.

O God! die den glorierijken strijd van den Heiligen Nicolaus en zijne gezellen voor het ivare Geloof, met den lauwertak der eeuwige jlorie verheerlijkt hebt; geef ons genadiglijk, lat wij hier op aarde strijdende, eenmaal ge-ijk zij, mogen gekroond worden in den Hemel. )oor onzen Heer Jesus Christus, enz. Amen.

-ocr page 275-

246

GEBED TOT DE HEILIGE MARTELAREN VAN GORKUM.

Heilig negentiental Martelaren van Gorkum, en alle heilige Martelaren, die ooit in ons Vaderland het ware geloof door uwen Marteldood bevestigd en tot luister verstrekt hebt, slaat uwe oogen nogmaals op ons Vaderland, en bidt den alraachtigen en goedertieren God voor ons, dat Hij zijne Goddelijke barmhartigheid aan deze landen gelieve te verlennen, opdat wij den ge-wenschten vrede en de vruchten der eendracht mogen genieten, de verdwaalden op den rechten weg der zaligheid mogen komen, en de recht-geloovigen in het goede meer en meer mogen aangroeien, en wij allen hier God zoo mogen dienen, dat wij Hem hierna eeuwig in den Hemel mogen aanschouwen, door Jesus Christus onzen Heer. Amen.

-ocr page 276-

247

LITANIE

VAN DEN

HEILIGEN ROCHUS.

TEK AFWERING VAN DE PEST EN ANDERE DERGELIJKE KWALEN EN ZIEKTEN.

Heer, ontferm U onzer!

Christus, ontferm U onzer!

Heer, ontferm U onzer!

Christus, hoor ons!

Christus, verhoor ons!

God, Hemelsche Vader, ontferm U onzer!

God, Zoon, Verlosser der wereld, ontferm U onzer!

God, heilige Geest, ontferm U onzer!

H. Drievuldigheid, één God, ontferm U onzer!

Heilige Maria, bid voor ons!

Heilige Moeder Gods,

Heilige Maagd der Maagden,

Heilige Rochus,

Getrouwe dienaar des Heeren, —

Vaandrager van Christus, ^

Liefhebber en beschermer van het H. Kruis, § Bevechter der booze geesten, o

Bijzondere minnaar van de Onbevlekte Maagd rfL Maria,

Navolger van alle Heiligen,

Versmader der wereldsche ijdelheid.

-ocr page 277-

248

Spiegel van boelvaardigheid,

Spiegel van lijdzaamheid,

Spiegel van godvruchtigheid,

Toevlucht van benauwde menschen,

Vertrooster der bedrukte harten,

Rust en geneesmiddel der zieken

Verlangen der ellendige menschen, §

Sterkte der zwakken, o

Hoop der kwijnende zieken, fL

Patroon der verlatene menschen,

Zeer machtige verdrijver van alle kwalen.

Steun van degenen , die hunne toevlucht tot

u nemen,

Schoon licht van uw vaderland,

Vreuerd der Christen menschen,

O \'

Voorspraak en bewaarder der geloovigen. Blijdschap van alle volkeren.

Door uwe vurige liefde tot God, help ons heilige Rochus!

Door uwe uitnemende godvruchtigheid tot

de heilige Engelen, sT

Door uwe onuitsprekelijke genegenheid tot

alle Heiligen, =

Door uwe kloekmoedige verfoeing der aard- quot;

sche zaken, ^

Door uwe gedurige bedevaarten, £=

Door uwe verscheidene kastijdingen en boet- g-vaardigheden, «

Door uw moeielijk waken.

-ocr page 278-

249

Door uw gedurig vasten,

Door uwen onverwinnelijken arbeid, ^

Door uwe diepe ootmoedigheid aan de zieken

betoond, 0

Door uwe krachtige genezing met het teeken Jquot;

des heiligen Kruises,

Door uwe groote geduidigheid, met de pest \'

geslagen zijnde,

Door uwe harde en langdurige gevangenis, ÜT Door al uwe heerlijke deugden, ■-

Door uwe menigvuldige verdiensten. Wij, ellendige zondaren, bidden ü, verhoor ons! Wij, uwe ootmoedige dienaren, bidden U, verhoor ons!

Dat gij u gewaardigt den Heer altijd om kwijtschelding onzer zonden en verlossing van het kwaad te bidden, wij bidden U, verhoor ons! ^a\' §\'j u gewaardigt met een gunstig oog neer te zien op allen, die u met eene bijzondere ^ liefde beminnen, hen tegen besmettelijke ^ en haastige ziekten en tegen een onvoor- g: zienen dood te beschermen, =

11 gewaardigt Gods gramschap, pest, p honger en oorlogen door uwe krachtige --gebeden van ons af te weren, S.

Dat gij onze beesten, landen en vruchten | der aarde van de hand des slaanden En- o gels wilt bevrijden, ^

Dat Gij den Christelijken Koningen en Prinsen

-ocr page 279-

250

vrede en waarachtige eendrachtigheid wilt verwerven, wij bidden U, verhoor ons! B[ Dat gij allen geloovigen zielen de eeuwige rust wilt

verwerven, wij bidden U, verhoor ons 1 Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld,

spaar ons. Heer! iw

Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, bat

verhoor ons, Hoer! ons

Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, te

ontferm U onzer. dai

Jes

GEBED.

O, Heer, die U gewaardigd hebt, uwen ge- lev

lukzaligen dienaar den Heiligen Rochus toe te al

zeggen, dat zij, die hem met vertrouwen zullen en

aanroepen, noch door de pest, noch door eenige U

besmetting zullen worden aangetast., en zelf nu

deze belofte door den dienst van uwen Engel oo

bevestigd hebt, wij smeeken ü ootmoedig, daar uv

wij hem in onzen nood thans aanroepen, dat o

het ü behagen moge, door zijne verdiensten en ha voorspraak ons tegen de cholera en alle doode- on

lijke besmetting te willen behoeden, in den naam de

van Jesus Christus, uwen Zoon en onzen Heer, ge die met U leeft en heerscht in de eenheid des vo

Heiligen Geestes, God in alle eeuwen der eeuwen. A Amen.

-ocr page 280-

25i

GEBED

BtJ DE OPDRACHT OF AANNEMING DER NIEUWE Wllt LEDEN.

quot;eld, O, dierbare Jesus, zie uwe kinderen hier aan uwe voeten neergeknield met een hart vol dank-•eid, baarheid en liefde. Wij beloven U heden avond, ons steeds als waardige leden van den 11. Kruisweg ■eld, te gedragen, Uw heilig lijden dikwijls en ract eene dankbare wederliefde te overdenken. Ja, lieve Jesus, heden komen wij ons geheel aan U toewijden; wij willen voortaan geheel voor U gaan ge- leven. Van harte vragen wij U vergiffenis voor te al onze zonden, de oorzaak van al uwe pijnen Hen en smarten. Nooit, neen nooit meer zullen wij lige U beleedigen. Ons hart, lieve Jesus, zal voorami zelf niemand meer beminnen dan ü. Geef ons dan gel ook de genade om in uwe liefde te leven, in aar uwe liefde te sterven. O kribbe van Jesus, dat o kruis van Jesus, o tabernakel van Jesus, o en hart van Jesus, wees onze troost in droefheid, de- onze sterkte in de bekoring, onze zegepraal in am den strijd. Nogmaals, lieve Jesus, offeren wij ons er, geheel op aan U: voor ü willen wij leven, voor ies voor ü willen wij lijden, voor U willen wij sterven, sn. Amen.

ver-

-ocr page 281-

252

HYMN US

Vexilla Regis prodeunt,

Fulget crucis mysteriura, Qua vita mortem pertulit, Et morte vitam protulit.

Quae vulnerata lanceae Mucrone diro, criminum Ut nos lavaret sordibus,

Manavit unda, et sanguine.

Impleta sunt, quae concinit David fideli carmine,

Dicendo nationibus;

Regnavit a ligno Deus.

Arbor decora, et fulgida, Ornata Regis purpura.

Electa digno stipite Tarn sancta membra tangere.

Beata, cujus brachiis Pretium pependit saeculi,

Statera facta corporis,

Tulitque praedam tartari.

O Crux, ave spes unica, In hac triumpbi gloria,

Piis adauge gratiara,

Reisque dele crimina.

Te, fens salutis, Trinitas, Collaudet omnis spiritus ;

Quibus crucis victoriam Largiris, adde praemiuri. Amen.

-ocr page 282-

253

v. Hoc signum crucis erit in coelo.

r. Cum Dominus ad judicandum venerit.

(3 Mei.) oremus.

Deus, qui in praeclara salutiferae Crucis in-ventione, passionis luae miracula suscitasti: concede ; ut vitalis ligni prelio, aeternae vitae suffragia consequaiTiur. Qui vivis et regnas.

(14 Sept.) oremus.

Deus, qui nos hodierna die Exaltationis san-ctae Crucis annua soiernnilate laetificas: praesta, f|uaesumus; ut, cnjus rnysterinm in terra cogno-virans, ejus redemptionis praemia in coelo merea-mur. Per eumdem Dominum.

TE DEUM LAUDAMUS.

Te Deum laudamns: te Dominum confitemur; Te aeternum Patrem omnis terra venerator. Tibi omnes Angeli: tibi coeli et universae potestates:

Tibi Cherubim et Seraphim, incessabiii voce proclamant;

Sanctus, Sanctus, Sanctus Dominus Deus Sabaoth,

Pleni sunt coeli et terra rnajestatis gloriae tuae. Te gloriosus Apostolorum chorus,

15

-ocr page 283-

254

Te Prophetarum laudabilis numerus,

Te Martyrum candidatus laudat exercitus.

Te per orbem terrarum sancta confitetur Ecclesia .

Patrem immensae majestatis,

Venerandum Luum verum el unicum Filium,

Sanctum quoque Paraclitum Spiritum.

Tu Rex gloriae, Christe.

Tu Patris sempiternus es Filius.

Tu ad liberandum suscepturus hominem, non horruisti Virginis uterum.

Tu, deviclo mortis aculeo, aperuisti creden-tibus regna coelorum.

Tu ad dexteram Dei sedes, in gloria Patris.

Judex crederis esse venturus.

Te ergo quaesumus, tuis famulis subveni,

qaos pretioso sanguine rederaisti.

/Eterna fac cum sanctis tuis in gloria numerari.

Salvum fac popuium tuum Domine; et bene-dic haereditati tuae.

Et rege eos, extolie illos usque in aeternum.

Per singulos dies benedicimus te.

Et laudamus nomen tuum in saeculum, et in saeculum saeculi.

Dignare, Domino, die isto sine peccato nos custodire.

Miserere nostri Domine, miserere nostri. sl

Fiat misericordia tua, Domine, super nos: n quemadmodum speravimus in te. g

-ocr page 284-

255

In te, Domine, speravi: non confundar in aeternum.

Ec-

v. Benedictus es Domine Dens patrum nostrorum. r. Et laudabilis, et gloriosus in saecula in:, v. Benedicamus Patrem et Filiura, cum sancto Spiritu.

r. Laudemus, et superexalternus eum in saecula. v. Benedictus es Domine in firmamento coeii. non r. Et laudabilis, et gloriosus, et superexalta-

tus in saecula.

len- v. Benedic anima mea Domino.

r. Et noli oblivisci omnes retributiones ejus, ■ris. v. Domine exaudi orationem meam.

r. Et clamor meus ad te veniat.

sni, v. Dominus vobiscum.

r. Et cum spiritu tuo.

iri.

le_ oremus.

Deus, cujus misericordiae non est numerus, m. et bonitatis infinitus est thesaurus: piissimae majestati tuae pro collatis donis gratias agimus, in tuam semper clementiam exorantes; ut qui peten-tibus postulata concedis, eosdem non deserens, os ad praemia futura disponas.

Deus, qui corda fidelium sancti Spiritus illu-stratione docuisti; da nobis in eodem Spiritu gt;: recta sapere, et de ejus semper consolatione gaudere.

-ocr page 285-

256

üeus, qui neminera in te sperantem nimiüin al\'fligi pmuiüis, sed piura precibus praestas au-ditura; pro postulalionibus nostris , votisque sus-ceplis gralias agimus, te piissirnc deprecantes; ut a cunctis semper muniamur adversis. Per Dominum nostrum Jesnm Christum Filium tuum, qui tecum vivit et regnat in unitate Spiritus sancti Deus, per omnia saecuia saecuiorum. Amen.

ANT1PHONA DE DOLOROSA.

Eja mater, fons amoris, fac rae sentire vim doio-ris, et Dominieae passionis fructurn senliarnus: Ut sicut lilius tuus Jesus pro nobis mort\'jus est et resurrexit ita et nos coramortui cum eodem re-surgamus.

Et Dominieae etc.

Gloria Patri et Filio et Spiritui sancto etc.

Et Dominieae etc.

v. Tuam ipsius animam doloris gladius per-transivit.

r. Ut revelentur ex multis cordibus cogita-tiones.

oremus.

Interveniat pro nobis, quaesumus Dornine, Jesu Christel apud tuam sanctara clementiam nunc et in hora mortis nostrae beatissima Virgo Maria tua, cujus sacratissimam animam in liora bene-

-ocr page 286-

257

flictae passionis tuae doloris gladius pertransivit. Per Christum Dominum nostrum.

n. Amen.

Tantum ergo sacramentum Veneremur ccrnui:

Et antiquum documentum Novo cedat ritui;

Praestet fides supplementum Sensuum defectui.

Genitori Genitoque Laus et jubilatio,

Saius, honor, virtus quoqne Sit et benedictio,

Procedenti ah utroque Compar sit laudatio. Amen.

v. Panem de coelo praestitisti eis.

n. Omne delectamentum in se habentem.

OREMUS.

fieus, qui nobis sub Sacramento mirabiii passionis tuae memoriarn reliquisti; tribue, quaesumus; ita nos Corporis et Sanguinis tni sacra Mysteria vencrari, ut redemptionis tuae fructum in nobis jugiter sentiamus. Qui vivis.

-ocr page 287-

WÊÊÊÊÊsfö

■ ï-\'f-t mSw fn* • V11.

WÊSm -

-ocr page 288-

Godvrnchtige Gezangen.

i.

AANROEPING VAN DEN H. GEEST.

Heiige Geest! kom laat uw stralen Uit den hemel op ons dalen,

Die der armen Vader zijl; {his)

Korn, o Gever aller gaven!

Kom de droeve harten laven.

Dat uw heillicht hen verblijd\'! (bis.)

Zoete Gastvriend onzer zielen,

Levensbidsem voor wie vielen.

Rust bij \'t zwoegen van den dag, (bis) Kom, o laafbron! \'t heete woelen Der ontgloeide drift verkoelen.

Troost in alle weegeklag. (bis.)

Zalig licht! o doe uw stralen In het diepst des harten dalen,

Van \'t geloof in U vervuld; (bis.)

Komt uw kracht ons niet doordringen.

Niets dan in ons, stervelingen.

Niets is zonder schade of schuld, (bis.)

-ocr page 289-

260

Wil in ons \'t onreine wisschen,

Wil \'t verdorde in ons verfrisschen,

Heelen wat er wond ontving; (bis.) Wil wat stug is in ons breken,

\'t Koude weer in gloed ontsteken,

Richten wat het spoor ontging, (bis.)

Geef wie trouw in U gelooven \'t Zeven gavental van boven,

Dat hen sterke in alle deugd; (bis.)

Geef hun haar vergelding te erven,

Geef, o geef een zalig sterven,

Geef hun de eeuw\'ge hemelvreugd, (bis)

2.

DAT JESUS LEEV\'!

Dat Jesus leev\'!

Dit is de kreet des harten,

Dat Jesus leev\'! de leeraar aller deugd, Naam, dien ik nooit van mijn lippen laat vloeien. Zonder de liefde in mijn hart te doen gloeien. Dal Jesus leev\'! (bis.)

Dat Jesus leev\'!

Dit is de kreet der dapp\'ren,

Die \'t trouwe volk tot zijne vanen roept; Gij, Jesus, zijt al mijn schat al irijn leven; \'k Volg u, waarheen ge ook u moset begeven. Dat Jesus leev\'! (bis.)

-ocr page 290-

261

Dat Jesus leev\'!

Dit is de kreet der hope Voor \'t schuldig hart, dat zijne misdaad voelt. Hij zet den boetling meer moed bij en sterkte, Hij kroont het goed, dat zijn hulp in höm werkte. Dat Jesus leev\'! [bis)

Dat Jesus leev\'!

Op dezen kreet der sterkte Vlucht ver van ons het helsche leger weg. Jesus, uw naam, aan uw dienaars zoo teeder. Ploft in den afgrond de duivelen neder. Dat Jesus leev\'! {bis.)

Dat Jesus leev\'!

Dit is de kreet der liefde.

God, die voor \'t oog slechts brood op \'t altaar zijt, \'k Weet, \'t is alleen om mijn liefde te winnen, \'k Wil van nu af U met warmte beminnen Dat Jesus leev\'! (bis.)

Dat Jesus leev\'!

Zijn lieve Moeder leve!

Ze is Moeder ook van \'t uilverkoren volk, Zoo ik haar min als een kind zijne Moeder, Dan min ik Jesus, haar\' zoon, mijnen broeder. Dat Jesus leevquot;\'. [bis.)

Dat Jesus leev\'!

Triomf! dat zegepralend Die naam verwinn\' wal kwaad en boosheid heet.

15*

-ocr page 291-

262

Wijl \'k door dien Naam eens den hemel moet erven. Zoo wil ik ook voor hem leven en sterven.

Dal Jesus leev\'! [bis) .4

Hoe

Hoe

3.

AAN JESUS EER!

Aan Jesus eer! 13a

Zoo stijge ons dankbaar smeeken, Dj

Aan Jesus eer! door aarde en hemelheer!

O zoete naam, dien ik nimmer kan spreken, 01\' \'k voel te feller in liefde me ontsteken. Aan Jesus eer! (bis.)

Aan Jesus eer!

Is \'t lied der christenscharen,

Aan Jesus eer! Hem onzen God en lieer. Die al wie trouw om Hem henen vergaren, Trouw in den strijd voor zijn naam zal bewaren. Aan Jesus eer! {bis.)

Aan Jesus eer!

Zoo mag de zondaar zuchten,

En tot zijn Heer ga hij rouwmoedig weer ; Geen boetling, neen! heeft zijn wrake te duchten: Hij heeft alleen in zijne armen te vluchten. Aan Jesus eer! {bis.)

-ocr page 292-

263

ven. Aan Jesus eer!

Is \'l lied van \'t zielsvertrouvven, Aan Jesus eer! zoo roepen we immer wéér; Hoe langer toch wij zijn wonden beschouwen, Hoe meer ons ook onze zonden berouwen. Aan Jesus oer! (bis.)

Aan Jesus eer!

Is \'t lied der hemelzalen,

En de englen vallen diep aanbiddend neer; Dat moet heel de aard met haar tongen en talen, Dat al wat is door alle eeuwen herhalen. Aan Jesns eer! (bis.)

Aan Jesus eer!

Nog eens het aangeheven!

Aan Jesus eer! en immer, immer meer! Aan Hem alleen zij van nu al\' ons leven, Aan Hem geheel ons ten offer gegeven. Aan Jesus eer! (iis.)

Aan Jesus eer!

Zoo blijve ons danklied stroomen, Aan Jesus eer! voor eeuwig onze lieer. Hij, ja. Hij zelf is in ons nu gekomen. Hij zelf heeft ons tot de zijnen genomen. Aan Jesus eer! (bis.)

-ocr page 293-

264

4

NA DE OPDRACHT.

0 Jesus! wij zijn Uwe kind\'ren,

Op het kruis naamt Gij ons aan;

Zijn wij bij U, niets kan ons hind\'ren, En onze harten zijn voldaan!

O Jesus,

Allen zijn we Uw kind\'ren,

O Jesus Lacli ons als vader aaa.

O kruis, o heilig liefdeteeken.

Voor ons zijt Gij een troost in pijn en smart;

Wij komen U om sterkte srneeken,

Stort balsem van vertroosting in ons hart.

O Jesus! wij zijn Uwe kind\'ren, enz.

O kruis, u prijzen alle tongen,

Geverfd door Jesus heilig, dierbaar bloed;

Gij hebt de macht der hel bedwongen; Gij zijt de rijkste bron van alle goed.

O Jesus! wij zijn Uwe kind\'ren, enz.

Niets, heilig kruis! niets zal ons beiden, In pijn en smart, in droefheid en in nood,

In weelde of voorspoed kunnen scheiden. Getrouw steeds blijven wij tot in den dood.

O Jesus, wij zijn Uwe kind\'ren, enz.

-ocr page 294-

265

Wij, kruisvvegifden, zullen denken, \'t Geen gij, o lieve Jesus, voor ons deedt;

Wil ons dan ook Uw\' liefde schenken, Aan ons voor wie Gij zooveel smarten Icedt. O Jesus! wij zijn Uwe kind\'ren, enz.

5.

GEDENKLIED

AAN \'S HEEREN LIJDEN.

Gansch des Ileeren aardsche leven

Was een kruis en marteling;

\'t Voegt zijn knecht, Hem na te streven Op den kruisweg, dien Hij ging.

\'k Zal dan al mijn levensdagen

Denken aan \'t. geen Jesus deed,

Denken aan de wreede slagen.

Die mijn lieve Jesus leed.

Wat al lijden U doorgriefde,

Is \'t voor mij niet uitgestaanquot;?

O, hoe groot was uwe liefde.

Die ten kruisdood U deed gaan.

\'k Zal uw kruis gedachtig blijven.

Nagels, rietstaf, kroon en speer;

In mijn hart uw wonden schrijven, Liefdeteekens van den Heer.

-ocr page 295-

266

\'k Zal aan spons en edik denken, Laafdrank van mijn bruidegom!

Wat zal ik Hem wederschenken?... Vraagt uw smart geen smart weerom

»Zie Mij aan en tel de wonden,

«Die Ik voor mijn dienstknecht draag:

«Boet in tranen uwe zonden;

«Zou \'t te veel zijn, wat Ik vraag?

«Wil dan \'s werelds vreugde derven, «Neem den rampspoed willig aan;

«Wil met Mij aan \'t kruishout sterven «Om mijn leven in te gaan.quot;

O mijn hoop van \'t eeuwig leven! \'s Vaders glorieluister Gij;

Hoe ge U meer hebt weggegeven.

Des te dierb\'rer zijt Ge ook mij.

Schame \'t lid zich \'t aardsch verblijden, Als men \'t hoofd in doornen klonk,

\'s Levens Vorst den kelk van \'t lijden, Voor de zijnen ledig dronk.

Lof en glorie gansch ons leven Zij Maria\'s Zoon gebracht.

Voor zijn volk aan \'t kruis geheven, \'t Paaschlam voor hun schuld geslacht

-ocr page 296-

267

6.

LOFZANG

Salve mundi salutare.

Om U, \'s werelds Heil, te groeten, Stort ik, Jesus, voor Uw voeten,

Schreiend onder \'t zondenjuk; Kom\' het licht van uw genade Mijner arme ziel te stade,

In haar kommer, smart en druk!

Heiige voeten, wreed geklonken, Ik omhels U, weggezonken

Aan het kruishout van den Heer; Ach, wie voelt er, bij \'t aanschouwen Van die foltring, \'t hart niet rouwen, En zinkt niet in \'t stof ter nèer?

Jesus, o, doe aan uwe voeten Mij de rust en vrede ontmoeten,

Waar geen wereld ooit mêe streelt; En zij door deez\' gruwbre wonden Mij vergeving van mijn zonden Hier en eeuwig meegedeeld.

Zijt gegroet, o heiige handen. Die geslaakt hebt de ijzren banden, Waar ons Satan raèe omving;

-ocr page 297-

268

Zijt gegroet, o liefdrijke armen, Toegestoken uit erbarmen,

Als de Godmenscli stervend hing.

Ja, mijn ziel brandt van verlangen, Om de kruisbanier te omvangen Met den hoogsten liefdegloed; Ja, des Heeren handewonden Houden eeuwig mij verbonden,

Bloeden me eeuwig in \'t gemoed

In die handen rust ik veilig,

In die wonden blijft men heilig En gestemd tot hemelvreugd;

Laten mij die handen dekken,

Ileere Jesus , en mij strekken

Tot een steun op \'t pad der deugd.

Wees gegroet o zijdewonde,

Bloedend voor des menschdoms zonde,

Overkostbre levensvloed!

Moog\' uw kracht mij sterkte schenken, En mijn dorre ziele drenken, Zijdewonde, wees gegroet!

Slort mij troost en vreugd in \'t harte, Laafnis voor de bittre smarte

Die deez\' aard te lijden geeft; Doe mij hier vooraf reeds smaken, Wat mijn heil eens zal volmaken, Waar de Christen eindloos leeft.

-ocr page 298-

269

Derwaarts streef ik, heiige wonde,

Bloedend ook voor mijne zonde.

Heiige wonde in \'s Heeren zij\';

Met de handen , met de voeten,

Kom ik mede u nedrig groeten:

Heilig vijftal, zuiver mij!

7.

LOFZANG

VEXILLA REGIS PRODEUNT.

Ontrol des Konings zegevaan, De kruisbanier, het levensteeken,

Dat hel en dood te niet deed gaan.

En licht in \'t duister door deed breken.

De wonde in des Verlossers zij,

Die bloed met water heeft doen vloeien, Was balsemdrupp\'lend ook voor mij,

Om de erfsmet uit de ziel te roeien.

Nu, David, is uw woord vervuld. Tot troost der volken, die het zagen: God heeft, in \'t aardsche kleed gehuld, Op \'t hout zijn rijkstroon neórgeslagen.

o. Kruisboom, schittrend schoon van gloor. Met Koningspurper opgeluisterd,

Hoe blinkt uw smaadheid heerlijk door, Hoe hebt ge alle aardsche praal verduisterd!

-ocr page 299-

270

Op u heeft \'s Hecren last gedrukt, Om onze borst er van te ontlieflen,

Aan u is \'t zegeloof geplukt,

En stierf de schuld, die ons moest treilen.

o, Kruisboom , teeken van gen;!,

Kom, bij \'t herinn\'ren van Gods lijden. Ons met Geloof en Hoop te sta,

Opdat we in \'t hart de Liefde u wijden.

Schenk, Bron van heil. Drievuldigheid, Dat ons, die lof en eere Ü geven, Het kruis de zege op aard bereid\'.

En we in zijn schaduw eeuwig leven.

8.

HULDE AAN HET KRUIS.

Jesus stierf voor ons: welk een vriend! Is Hij dus onz\' liefde niet waardig?

Meer dan Zich heeft Hij ons bemind, Daarom stierf Hij zoo bereidvaardig.

Christ\'nen zingt luid hier in Gods huis; ) ^ Leve Jesus, leve zijn kruis! ^

Aan dit goddelijk kruis zij eer!

Sedert Jesus \'t zich heeft verkozen,

Is het kruis niet meer als weleer,

Iets dat ons doet huiv\'ren en bWen. Christ\'nen, enz.

-ocr page 300-

271

Aan dit goddelijk kruis zij eer!

Boom, wiens vrucht vol zoetheid en sterkte

\'t Kwaad verhielp dat \'t menschdom weleer, De eerste vader Adam bewerkte.

Christ\'nen, enz

Aan dit goddelijk kruis zij eer!

Vruchtbre bron van alle genaden.

Waarin \'t bloed van God, onzen Heer, Afwiesch \'s werelds zonden en kwaden. Christ\'nen, enz.

Aan dit goddelijk kruis zij eer!

Leerstoel tot beschaming der wijzen.

Waar ik hem zijn goddelijke leer Zonder spreken hoor onderwijzen.

Christ\'nen, enz.

Aan dit goddelijk kruis zij eer!

k Wil de eer aan \'t hout zelf niet betoonen,

Maar \'k aanbid mijn Heiland en Heer,

Dien ik op dat kruishout zie tronen.

Christ\'nen, enz.

9.

HET KRUISBEELD.

Ach! ziet gij ginds dat kruisbeeld wel, Dat vleesch, geteisterd wreed en fel, Gewond van hoofd tot teenen;

-ocr page 301-

272

Voor u, mijn kind! leed Hij die smart, M Een traan in \'toog, een zucht in \'t hart, Si Uw ziel moet met Hem weenen. {bis.)

Want voor zijn liefde niet genoeg,

Dat Hij op aard\' als mensch verdroeg

Een hoogst armoedig leven;

Dat Hij door drie en dertig jaar,

In stillen kring, in \'t openbaar.

Rampzaalgen eens troost kwam geven

Want voor zijn liefde niet genoeg,

Die brandend Hem door ad\'ren joeg,

Tn altoos hooger gloeien,

Dat Hij bereid voor vloek en straf. Aan helsehen nijd zich overgaf.

Zich kluistren liet en boeien, (bis.)

Dat Hij gesleept langs straat en gracht, Onschuldig voor gerecht gebracht.

Zijn rug vol geeselstriemen,

Zoo willig bood zijn heilig hoofd,

Door smaad van \'t vorig schoon beroofd, Met doornen liet doorpriemen, (bis)

Maar tot den dood toe, zonder troost,

Moest Hij voor \'t schuldig Adamskroost

De zaligheid verwerven;

Want nooit zegt liefde: \'tis genoeg,

Ziedaar, waarom Hij dringend vroeg:

Gekruist den dood te sterven, (bis.)

A

. (bis

-ocr page 302-

273

Maar liefde nu vraagt liefde vveèr: Schonk Hij u altoos meer en meer.

Niet altijd tranen plengen,

Maar geest en hart en ziel, mijn kind! Al wat gij maar te geven vindt,

Moet gij ten offer brengen, (bis.)

lO.

JESU DULCIS MEMORIA.

Aan Jesus denken is reeds zoet,

\'t Geeft ware blijdschap aan \'t gemoed ; Maar Jesus zoete bijzijn gaat Voor honing en al wat bestaat.

Niets zoeters brengt een zangtoon voort. Niets streelenders wordt ooit gehoord, Aanrainnigers wordt niet gedacht Dan Jesus, door God voortgebracht.

O Jesus! hoop voor al wie boet. Wat zijt Gij voor den smeek\'ling goed, Voor wie ü zoekt hoe teérgezind,

Maar wat voor hem wel die U vindt.

Geen tong neen spreekt het immer uit. Geen letter die het ooit beduidt;

Wie \'t smaakte dit geheimenis.

Hij weet wat Jesus minnen is.

16

-ocr page 303-

274

Wees Jesus onze zielevreugd, O

Die \'t loon eens wezen zult der deugd; Zij onze roem in U alleen, 1

Door al der eeuwen eeuwen heen.

11.

AAN HET ALLERHEILIGSTE.

ü, Jesus! eer, om ons zoo diep verborgen In \'t Sakrament van Uw onpeilb\'re min;

Hier waakt Ge altijd van d\' avond tot den morgen. En trekt om ons Uw gloriestralen in.

Mijn God en Koning!

Mijn Opperheer!

U, in Uw woning,

U, Jesus, dank en eer!

U dank en eer van alle tong en talen.

Van wat op aarde en in den hemel leeft; Ten boete blijv\' heel \'t wereldkoor herhalen; Aan Jesus eer! die ons zich zelv\' hier geeft. Mijn God en Koning! enz.

U dank en eer, maar ach, die zwakke klanken

Zij kunnen U, die in ons midden troont. Voor zulk een gunst, zoo eind\'loos groot, niet danken. Veel minder nog, als Ge in ons binnenst woont. Mijn God en Koning! enz.

-ocr page 304-

275

O geven wij voor liefde liefde weder;

Zij Irekke ons hier naar Jesus tempelkoor. Daar werpen we ons ten dankbaar offer neder. Dat onverdeeld en eeuwig Hem behoor\'.

Mijn God en Koning!

Dan vieren wij In \'s hemels woning Uw eind\'loos lofgetij.

12

pn LOFLIED AAN JESUS CHRISTUS.

Als \'teerste duister breekt,

Ontwaakt mijn hart en spreekt: Geloofd zij Jesus Christus!

Bij al wat ik begin,

Roep ik met hart en zin;

Geloofd zij Jesus Christus!

gt; En wat mijn werk ook zij,

Ik zeg er vroolijk bij: :l\'1- Geloofd zij Jesus Christus!

Zingt, menschenkind\'ren, luid,

Zingt jubelend het uit: en Geloofd zij Jesus Christus!

n, it.

Heel \'t aardrijk in het rond Weerklinke te eiken stond: Geloofd zij Jesus Christus!

-ocr page 305-

276

Als \'t licht ten einde spoedt, Zij dit de laatste groet;

Geloofd zij Jesus Christus!

In nood en bittre smart Hoep ik met mond en hart: Geloofd zij Jesus Christus!

Zingt hemel aarde en zee.

Zingt al wat ademt raêe;

Geloofd zij Jesus Christus!

Ais treurigheid mij plaagt. Dan roep ik onversaagd;

Geloofd zij Jesus Christus!

Bij \'s levens zielsverdriet Vind illt; mijn troost in \'t lied; Geloofd zij Jesus Christus!

Ja, nog mijn ziele spreekt. Als reeds mij \'t harte breekt: Geloofd zij Jesus Christus! Weerklinke wijd en luid Voor Hem, eeuw in, eeuw uit Geloofd zij Jesus Christus!

-ocr page 306-

277

13.

LITANIE VAN HET H. KRUIS.

Ontferm U over ons, o Heer! Kyrie eleison. Zie gunstig op ons smeeken nêer. Kyrie eleison. Zie , Jesus, ons bij \'t kruishout staan,

Hoor ons nu kruiswegieden aan Kyrie, Kyrie, Kyrie eleison. (3)

God, Vader! in des hemels woon, Kyrie eleison. Wij knielen neder voor uw troon. Kyrie eleison. God, Zoon! die met uw kostbaar bloed Voor \'s werelds schulden hebt geboet.

Kyrie, Kyrie, Kyrie eleison. (3)

God, Heil\'ge Geest! die trooster zijt.

En met uw gaven ons verblijdt.

Drieëenig, eeuwig Opperheer!

U geven aarde en hemel eer. (3)

O heilig Kruis! van ons gegroet,

Bepurperd met het kostbaarst bloed. Wij groeten u, o, ed\'le stam!

Gij, altaar van het godd\'lijk Lam. (3)

p

O levensboom, wiens vrucht ons voedt En voor den eeuw\'gen dood behoedt. O zegeteeken van den Held,

Die dood en heimacht heeft geveld. (3)

16*

-ocr page 307-

278

Die ons ook ter verwinning wenkt, O heilbanier! die vrede schenkt; O sterfbed van des menschen Zoon! Een offer- en een glorietroon. (3)

O zoete troost in \'s levens smart! Verkwikking voor \'t gebroken hart. O trouwe leerstoel aller deugd, En milde bron van zielevreugd. (3)

O gids op onze pelgrimsbaan! Gij wijst den weg ten Hemel aan. Gij wolk bij dag, gij licht bij nacht, Die onzen pelgrimstocht verzacht. (3)

O alverwervend zoenaltaar!

Gij hoop en heil der Christenschaar, Ik sla mijn blikken naar omhoog; Gij staat in glorie voor mijn oog. (3)

Gij zijt der zaal\'gen zielsgeneugt, Gij aller Eng\'len eeuw\'ge vreugd. Gij \'t reddingsteeken na den val, Voorspeld van \'t oud Proletental. (3)

O schepter van den Middelaar! O heilslaf der Apostelschaar! Der Martelaren kracht en kroon. Hun luister en onsterflijk loon. (3)

-ocr page 308-

279

3 vreugde van het Paradijs:

iij der Belijdren roem en prijs.

Die \'t Maagdenkoor in \'t blanke kleed Haar Bruidegom steeds volgen deedt. (3)

O rijksbanier van \'s hemels heer 1 En aller Heü\'gen lof en eer,

U zweren wij voor immer trouw, En roepen, ach! vol zielsberouw; (3)

O god\'lijk Lam! dat voor ons stierf.

Ons \'t leven aan het kruis verwierf,

quot;Wanneer mijn stervensuur zal slaan,

Laat dan mijn ziel in vrede gaan. (3)

II.

AAN HET ALLERH. HART VAN JESUS.

Komt laten wij ons nederbuigen.

En werpen we ons in \'t stof ter nêer, Om onze liefde te betuigen

Aan \'t Hart van Jesus, onzen Heer. O Hart van onuitspreekbre waarde, O levensbron, o hoogste schat. Dat voor den balling hier op aarde Een overvloed van troost bevat!

-ocr page 309-

280

0 Hart van Jesus vol van liefde.

Dat eens aan \'t kruis ons harte won. Toen ü het schriklijkst leed doorgriefde,

Dat ooit een sterv\'ling lijden kon. O Hart dat door een lans geopend,

Nog altijd voor ons openstaat, En steeds voor allen op U hopend, Een steun zijt en een toeverlaat.

O Hart zoo minzaam en zoo teeder,

Zoo ned\'rig en oneindig groot,

O zie met mededoogen neder

Op ons zoo arm en zoo ontbloot. Wil toch ons hart naar \'t Uwe vormen,

\'t volmaaktste toonbeeld van de deugd, Om eens met U na \'s levens stormen Vereend te zijn in hooger vreugd!

15.

BIJ HET BEELD

VAN HET

H. HART VAN JESUS.

O hoe liefderijk en teeder

Ziet dat beeld van \'t Heilig Hart Van mijn Jesus op mij neder! In dien blik wat liefde en smart!

-ocr page 310-

281

Zacht schijnt wel die raord te klagen Ach, mijn liefde wordt miskend;

Wederliefde wil Hij vragen,

Oog en Hart naar mij gewend.

Ziet, hoe gloriestralen glanzen Om dat Hart in gouden gloed;

Wreede doornen het omkransen.

Rood gekleurd in \'t god\'lijk bloed ;

Ziet dat reddend kruishout, boven Op het vlammend Hart geplant,

In de vlam door niets te dooven, Van zijn feilen liefdebrand.

Uit die breede wond ter zijde.

Druipt de laatste droppel bloéd;

O, dat aller hart zich wijde Aan Uw Hart, o Jesus zoet!

Ach, mij dunkt, ik hoor U spreken: Zie mijn Hart dat zoo bemint,

En toch, hoe ik muge smeeken.

Veel te weinig liefde wint.

Godd\'lijk Hart, vol liefde en smarte. Ik begrijp wal Gij begeert;

Ik zal ijv\'ren dat Uw Harte

Word\' gekend, bemind, geëerd.

Harten ga ik voor U winnen,

IJv\'ren voor Uw liefde en eer;

Mochten allen U beminnen, U vereeren meer en meer.

-ocr page 311-

282

16.

LOFZANG

TOT HET

H. HART VAN JESUS.

Voor \'t Hart van Jesus zinge Mijn Hart op blijden toon. Dat mijn lofstem dringe Tot in de Hemelwoon!

O Hart van Jesus zoet! Zij liefdevol gegroet, Gegroet van op deez\' aarde, Gegroet in eeuwigheid.

O Hart! voor mij gebroken

Op \'t kruis in diepen druk, Met een lans doorstoken Voor mijn zwaar zonden\'uk. O Hart enz.

O Hart! laat mijn hart gloeien

Van zuiver liefdevuur!

Wil \'t aan \'t Uwe boeien Tot in het stervensuur! O Hart enz.

Wil \'t mijn naar \'l Uwe vormen,

O toonbeeld aller deugd! Om na \'s levens stormen.

Met U te zijn in vreugd! O Hart enz.

-ocr page 312-

283

17.

VOOR ÜE H. COMMUNIE.

Jesus, rnenschgeworden God,

Die niet in uw woord kunt falen, Gij rust hier in \'t Sakrament;

Kan \'t mijn geest niet achterhalen, God der waarheid, \'k tuig\' het nu: Jesus, ik geloof in U.

God van almacht, liefde en trouw,

\'k Ben beschaamd om al rniju zonden Maar Gij, Heer, hebt ze uitgewischt In het bloed van zooveel wonden. Vol betrouwen kom ik nu,

Goede Jesus, \'k hoop op U

God van liefde en opperst goed,

Gij wilt spijzen ons en drenken, In \'t geheim der hoogste min

Heel IJ zelven aan ons schenken. Liefste Jesus, kom, kom nu,

Ach! mijn ziel verzucht naar U.

\'k Ben niet waardig, groote God,

Dat Gij Ingaat in mijn harte;

Spreek, Heer! spreek een enkel woord

En, doorwond van liefde.smarte, Schrei ik; Jesus! kom toch nu. Kom, o kom, ik smacht naar U!

-ocr page 313-

284

\'k Zal dan aan den heil\'gen disch \'k

U, mijn Jesus, gaan ontvangen;

ü, mijn\' God, rnijn grooten God, W

Aan mijn zalig harte prangen.

Goede Jesus! kom toch nu , []

Kom, o kom, ik snel tot U1 BI

18. Ik

NA DE H. COMMUNIE.

Nu heeft mijn lieve Jesus dan Zich mij tot spijs gegeven,

Die mijn verkwikte ziel bewaar\'

In \'t eindelooze leven.

Ach! goede God! U smeeken wij: Blijf ons nu eeuwig bij.

Zoo is dan waarlijk \'s Vaders Zoon

Tot mijne ziel gekomen,

En heeft zijn zetel in mijn hart,

Mijn zondig hart, genomen. Ach God, ach God, U smeeken wij: Blijf ons nu eeuwig bij.

O, dat ik al de stemmen hai!, Die opgaan van deze aarde, En \'t nimmer zwijgend hemelkoor

Zich aan mijn loflied paarüe! U God! U God! aanbidden wij,

Blijf ons nu ecuwig bij.

-ocr page 314-

285

\'k Aanbid, ik loof, ik dank U, God!

Ach, zie, mijn tranen beven; Wat zal ik, goede Jesus, U Voor zooveel liefde geven?

ü God! U God! U danken wij,

Blijf ons nu eeuwig bij.

Ik wil, mijn Jesus, wat ik ben,

Mijn hart, mijn vreugd en lijden. Mijn leven en mijn stervensuur

Ten offerand U wijden.

ü God! U God! beminnen wij,

Blijf ons nu eeuwig bij.

Maar zwak is onze ziel, o lieer.

Als \'t licht bewogen riet.

Almachtig God! wij smeeken U,

Verlaat, verlaat ons niet.

Nog eens, nog eens dan smeeken wij: Blijf ons toch eeuwig bij!

£».

KERSTLIED.

Herders! hoe! ontwaakt gij niet? Wat is op dit uur geschied?

Eene stern van hemelingen Klonk door de ongemeten kringen; Gloria!

Gloria\'

-ocr page 315-

286

O wat wonder raag deez\' nacht Op den aardbol zijn volbracht!

Want een vreugdespellend\' glans Straalde van den hemeltrans.

Ach! ik hoorde een Eng\'lenstem, Zij riep ons naar Bethlehem: Van een maagd door God verkoren, Is daar \'t heilig Kind geboren.

Gloria!

Gloria!

O, de Schepper van \'t heelal Ligt daar in een beestenstal;

Laat ons spoeden naar dat Kind, Toonen dat ons hart Het mint.

Wat geschenken neem ik mêe? Denk toch aan geen offervee; Gij moet een goed hart opdragen, Dit kan \'t goddelijk Kind behagen. Gloria!

Gloria!

Ach, welk een offer is te groot Voor dat Kind, dat God ons bood Komt laat ons te samen gaan,

Biddend voor zijn wiegje stsan.

Welkom, Kindje! wees gegroet, Daar Ge uw liefde ons blijken doet

-ocr page 316-

287

Welkom, dierbaar Kind, in \'t leven!

Mogen we U ons harten geven?

Godd\'iijk Kind,

Dat ons bemint,

Voor ons vloeit uw eerste traan,

Neem onz\' harten gunstig aan,

Voor uw krib, o Opperheer!

Leggen wij deez\' giften nêer.

Lieve Moeder van dit Wicht,

Dat in \'t arme wiegje ligt,

Boven allen uilgelezen.

Moest gij Jesus Moeder wezen; ■

Zuiv\'re Maagd,

Moeder-Maagd!

Als ge in liefd\' gevoel verrukt \'t Lieve kind aan \'t harte drukt.

Bied Het dan de harten aan.

Die voor U en Jesus slaan!

20.

MARIA, ONBEVLEKT ONTVANGEN.

Laat ons, moeder van den Heer!

Laat ons om uw zetel dringen,

Laat uw kind\'ren u ter eer \'t Zielverrukkend feestlied zingen,

\'t Moet weerklinken luid en blij;

Moeder onbevlekt zijt gij!

-ocr page 317-

288

\'t Heeft reeds \'t wijde wereldrond En herscheppend overklonken

\'t Woord door Pins\' mond verkond; En uw kind\'ren vreugdedronken Jnb\'len op uw feestgetij: j ^ Moeder onbevlekt zijt gij! (

Neen, dat loflied zwijgt niet meer; Tot aan \'s werelds verste palen Zullen met het hemelsch heer Al uw kind\'ren luid herhalen

\'t Woord van \'t zalig Jubeltij; j ^ Moeder, onbevlekt zijt gij! (

En we voegen dank en bèe Aan de blijde feestgezangen;

Wie, wie dankt niet met ons mée Voor al \'t heil door u ontvangen In het zalig Jubeltij; 1 ^

Moeder, onbevlekt zijt gij! |

Zonnezuiv\'re Moedermaagd!

Om de glorie u gegeven.

Hoor ook wat ons hart u vraagt; Dat we na een schuldloos leven

Eeuwig jub\'len aan uw zij; Moeder, onbevlekt zijt g\'j!

-ocr page 318-

289

21.

MARIA LEVE!

Maria leev\'! wat glans en luister meng\'Ien Zich in dit hart, van alle vlekken vrij!

Maria leev\'! de koningin der Eng\'len,

De moedermaagd aan \'t hoofd der maagdenrij.

Maria leve Met God, haar Kind.

Leve Maria,

Die ons als moeder mint.

Maria leev\'! komt laat ons voor haar knielen, Ze is dochter Gods, Gods moeder, Godes bruid;

Maria leev\'! ze is \'t heilverbond der zielen,

Door liare hand stort God zijn gunsten uit.

Maria leve, enz.

Maria leev\'! zou \'k immer haar verlaten? \'k Was liever dood en lag in \'t duister graf;

Want, zonder haar, wat zou mij \'t leven baten? Neen, God, breek eer den draad mijns levens af.

Maria leve, enz.

Maria leev\'! laat me in haar liefde leven, Met haar vereend vrees ik noch dood noch pijn;

De laatste zucht, die op mijn lip zal zweven. Zal liefdezucht voor ü, Maria, zijn.

Maria leve, enz.

17

-ocr page 319-

290

22

AVONDGROET TOT MARIA.

Maria\'s beeld, te midden

Van vroolijk. schitt\'rend licht, Noodt ons te komen bidden

Bij \'t altaar, haar gesticht.

Kotnt, laat ons tot haar ijlen, Een kleine poos daar wijlen.

Maria, [bis) Moeder, zegen ons.

Wij vallen aan uw voeten,

Neem ons genadig aan;

Ontvang onz\' laatste groeien,

Voordat wij huiswaarts gaan. Dan gaan wij blij te moede, Vertrouwend op uw hoede.

Maria, {bis) enz.

Wij wijden u onz\' harten,

Voor \'t goede dat ge ons doet; (n blijdschap en in smarten,

In voor en tegenspoed.

Steeds willen we u vereeren. En uwen roem vermeeren.

Maria, [bis) enz.

0 stort met moederhanden Uw zegen op ons nêer.

Verbreek des zondaars banden En breng tot God hem weêr.

-ocr page 320-

291

Dan ziet ge ons morgen weder, o Moeder, goed en teeder!

Maria, (bis) enz

23.

OPDRACHT

AAN HET

H. HART VAN MARIA.

o Maagd, o schoonheid nooit volprezen, o Moeder van \'t oneindig Wezen,

Wat luister schittert van uw troon! De Seraf, aan zich zelv\' onttogen,

Juicht, voor uw grootheid nêergebogen: o Koningin, wat zijt gij schoon! [bis)

Al mist, Maria, \'t aardsche duister

Het schouwspel van uw grootschen luister.

Ons koestert toch uw liefdegloed.

Ja, de Engel roeme uw heerlijkheden. Wij juichen, jub\'len hier beneden:

o Moedermaagd, wat zijt gij goed! (bis.)

Dank, dank voor zoo veel liefdedaden.

Voor zoo veel duizenden genaden.

Gevloeid door uwe liefdehand!

Ontvang voor al die zegeningen,

Maria, van al uw lievelingen

Hun hart tot eeuwig onderpand, (bis.)

-ocr page 321-

292

o Moeder, altoos even teeder,

o Zie met welbehagen neder

Op \'t offer van uw dierbaar kroost!

Schrijf in uw hand ons aller namen,

Neem in uw hart onz\' harten samen.

Dan, Moeder liet\', zijn wij geiroostl (to.) Gij

G

Dan mogen vrij de winden tieren. Gij

De bliksems door hel luchtruim gieren, E

En monsters jagen door de zee;

Vergeefsch hun razen, hunne woede,

Wij zeilen onder uwe hoede Uw

Beveiligd naar de hemelrèe. {bis.) \'

Ja

Daar zal geen vrees ons hart meer klemmen, Daar zingen wij met blijder stemmen.

Geschaard om uwen zegentroon,

Uw naam tot lof en God ter eere: Uw

Maria, Moeder van den Heere,

Wat zijt gij goed! wat zijt gij schoon! (bis.) Gij

34.

MARIA TROOST ONS.

\'k

Allen. Moeder des Heeren,

\'k Wil u vereeren,

o Troost voor het hart In smart.

-ocr page 322-

293

Bftsle der moed Ven,

Schenk me alle goedren. Wat zijt gij goed f En zoet! i014

bis.) Gij sclienkt troost aan \'t bedroefd geweten, Gij komt tot ons in angst en nood, Gij slaakt des zondaars ijz\'ren keten. En redt hem dus van d\' eeuw\'gen dood. Moeder des Heeren, enz.

Uw zoete hand droogt af onz\' tranen,

Uw naam, zoo zacht, geneest ons wee. Ja zelfs uw ijv\'rige onderdanen nen. Doen blij op \'t kerkhof hunne bfe.

Moeder des Ileeren, enz.

Uw teed\'re ziel kan \'t geenszins lijden,

Dat iemand hier ellendig zij;

Gij komt met ons in \'t sterfuur strijden, Kn voert tot God ons naast uw zij. Moeder des Heeren, enz.

U wijd ik dus, wat me ooit moog\' kwellen,

U draag ik al mijn kruisen op;

\'k Weet, dat mij niets dan kan ontstellen. Wijl \'k zoo de bron van weemoed stop. Moeder des Heeren, enz.

-ocr page 323-

294

as.

LOFPRIJZING AAN MARIA.

.

Wonder van gloriepracht!

Wonder van moedermacht!

Liefd\'rijke aanminnige, hemelsche Vrouw! Wie ik ten eenvv\'gen tijd Uit heel mijn hart mij wijd;

Wie ik en lichaam en ziel toevertrouw;

Goed, bloed en leven Wil ik ü geven;

Al wat ik heb en ben, geef i,lt; u nu, \'k Geef het vol vreugde, Maria! aan ü.

Schuldloos geborene,

Eenig-verkorene,

Gij, tot Gods Dochter en Moeder en Bruid! In al de maagdenrij,

Blonk niet de reinste als Gij;

Zelf koos de Heer ü ten tempel zich uit; Gij vlekkelooze Lelie en Boze!

Pronk dezer aarde en der hemelen kroon! Hemel en aard\' bièn U hulde op uw troon.

Gij trouw-geblevene. En hoog-verhevene,

Gij, onze Leid-ster! gij licht op ons neèr ;

-ocr page 324-

295

Glories omwemelen Hoog in de hemelen U ais het naast bij den truon van uw Heer; Gij door uw zoetheid,

Toonbeeld van goedheid,

«Moeder der liefde en genade» is uw lol\': Zóó groet U de aarde en het hemelschej hof.

Gij, uw God barende,

Voedend, bewarende,

Moeder in vreugden en smarten zoo rijk , Was er ooit schuldige,

Ü, zoo geduldige Schuld\'looze Moeder! in lijden gelijk? Gij, uitgelezen,

Zalig geprezen Moeder en Maagd ! geheel zuiver van smet, Gij zijt de Moeder, die zondaren redt.

Altijd zachtmoedige,

Minlijke en goedige,

Moeder van God! van genade vervuld: Wil ach ons, zondmen,

Wil ons verkondigen,

Namens uw Zoon, de vergeving der schuld; Wil bij \'t verscheiden.

Wil ons geleiden;

Pleit bij des Rechters zoo vreeslijken troon, Pleit voor ons, Moeder! bij Jesus, uw Zoon.

-ocr page 325-

296

S6.

ÏER EERE VAN MARIA.

Ééne slem.

O beeld van \'t reinste leven,

Maria, Josefs Bruid !

Zoo wij ons hart u geven,

Gij deelt uw gunsten uit. [bis.)

Allen

Ach, dat ik u beminne, in blijdschap en in smart;

Druk diep, mijn Koninginne! uw beelt\'nis in mijn hart.

Uw beelt\'nis in mijn hart.

O Josefs bruid, mijn Moeder!

Mijn trouwe toeverlaat!

Werd niet uw Zoon mijn Broeder, Die nooit uw bèe versmaadt? (6is.)

Ach, dat ik u beminne, enz.

Ach, was ik rein van zonden, O vlekkelooze Maagd!

Ik zou uw lof verkonden,

Gelijk het u behaagt, [bis.)

Ach, dat ik u beminne, enz.

quot;k Zou met uw trouwe scharen En \'t juichend hemelheer

Mijn dankbaar loflied paren.

En jub\'len u ter eer. [bis.)

Ach, dat ik u beminne, enz.

Ri

-ocr page 326-

297

Helaas! hoe moet ik klagen,

Dat ik, onwaardig inensch,

U zóó niet kan behagen,

Als ik het vurig wensch. {bis.) Ach, dat ik u beminne, enz.

Maar \'k wil mij alle dagen.

Mijn Moeder! u ter eer, Godvrnchtiger gedragen,

En dienen mijnen Heer. (bis.) Ach, dat ik u beminne, enz.

27.

TOEWIJDING AAN MARIA.

Ik ben aan U! ik ben aan U!

Reeds onder \'t kruis, waaraan de lust uws harten. Uw Jesus \'t grievendst leed doorstond, Sprak Hij met bleek bestorven mond: I ^ «Ziedaar uw kind , o Vrouw van smartelquot; \\ Ik ben aan U! ik bon aan U!

Ik ben aan U! ik ben aan U1 Reeds in den schoot van mijne lieve moeder, Maria, werd ik U gewijd;

Reeds toen bevaalt gij voor altijd j ^ Mij zelf, uw kind, aan d\' Albehoeder: I Ik ben aan U! ik ben aan U!

-ocr page 327-

298

Ik ben aan U! ik ben aan U! V Reeds van dien stond, toen mijne kinderlippen IS

Zich \'t eerst ontsloten voor de spraak, jSeei

Maria! was \'l mijn zoetst vermaak, K. II Uw naam rnijn mond te doen ontglippen. ( \'

ik ben aan U! ik ben aan U!

Ik ben aan U! ik ben aan U!

Ach, in dat uur, toen \'k aan \'t banket der Engelen Voor de eerste maal mij heb gevoed,

Wat was \'t mij toen, Maria! zoet, (..

Uw naam met Jesus\' naam te mene\'len! ( lS\'

c.\' \'

Ik ben aan U, ik ben aan U!

Ik ben aan U! ik ben aan U!

En sinds dien dag, hoe menig duizend malen Mocht ik die opdracht van mijn hart, O Moedermaagd! in vreugde en smart, I Voor Uwe beeltenis herhalen! ( ls\'

Ik ben aan ü! ik ben aan U!

Ik ben aan U! ik ben aan U!

Ach, Moeder! neen, doe mij mijn schuld niet boeten, Verstoot, verstoot uw kind toch niet.

Dat u een hart vol rouwe biedt )

Kn weenend neerknielt aan uw voeten, k s\'

[k ben aan U! ik ben aan U\'

Ik ben aan U! ik ben aan U!

Ik geef U thans mijn hart en ziel en zinnen.

-ocr page 328-

299

Wat mij ook op deze aarde beid\',

Niets, dat mij van uw liefde scheidt, \\ ^ Neen, eeuwig wil ik U beminnen; ^ Ik ben aan U! ik ben aan U!

28.

SMEEKGEBED AAN DEN H. JOSEF.

ileil\'ge Josef! trouwe hoeder

Van nw god\'lijk voedsterkind,

Die uw Jesus heel uw leven

Onuitspreeklijk hebt bemind, {bis) tleil\'ge Joset\'! vraag dat wij lleni beminnen, zooals gij. (

Heil\'ge Josef! die uw Jesus

In uw slulpje met u hadt,

Vaak van d\' arbeid tot Hem opziend.

Stil en innig Hem aanbadt. {bis.) Heil\'ge Josef! vraag dat wij ^ ^ Jesus dienen zooals gij. )

Heil\'ge Josef! door Gods Zone

In uw ned\'rig werk verlicht,

Daar Maria \'t oog vol liefde

Op haar Kind en Bruigom richt; {bis.) Vraag, dat in hun aanschijn wij ) ^ Ons verblijden zooals gij. t.

-ocr page 329-

300

Heil\'ge Josef! die in de armen

Van uw Bruid en Pleegkind stierf, En voor uw getrouwe liefde

\'t Loon der eeuwigheid verwierf; {bis. Heil\'ge Josef! vraag, dat wij ^

Zalig sterven zooals gij. lt;, ls\'

29.

Sx. JOSEF, VOEDSTERVADER.

Leev\' Josef, voedstervader Van Jesus onzen Deer,

Wij treden biddend nader En knielen voor u nêer.

Gij draagt op vaderarmen Het Godlijk Jesus kind.

Wil onzer u erbarmen, gt;j.

O dierbre zielenvrind, i \'

Richt, Josef! onze dagen En schik ons verder lot Naar Jesus welbehagen En Godes heilgebod.

Wil door uw zorg ons geven,

o Zeek\'re toeverlaat,

Dat we onzen roep beleven En heiligen onzen staat. I y 4\'

-ocr page 330-

301

Wij smeeken u te gader, Patroon van NeilHriand,

Blijf, .(osef! ons lot vader,

Bewaak \'t u dierbaar pand. Blijf altoos ons behoeder,

En toevlucht in den nood, Met Jesus en Zijn Moeder, )^ Van nu tot in den dood. i 4

30

TER EEUE VAN DEN H. FRANCISCUS. UECUS MORÜM.

[\'Vanciscus, aller deugden glans,

Der MindVen hoofd, geniet zijn loon; Jn ü, wijnstok, leeft hij thans.

Verlosser, Christus, Godes Zoou.

Verheusrt u, broeders! Vader troont

0 \'

Als lid van ^s hemels burg\'renrij, \'t Geween boude op, uw vreugd getoond. Do hemel stemm\' zijn melodij

Dat hij van de aard ten hemel ging. Bewijzen wonderen veel en schoon; En dus hij leeft, want hij ontving Van Christus de eeuw\'ge lauwerkroon.

-ocr page 331-

302

Vooi1 al wat hij hier had beloofd Geniet hij nu de heerlijkheid ,

Waar Gij inet eer en glans zijn hoofd Bekroont, God van barmhartigheid.

Schaart u bij hem, betreedt zijn spoor,

Gij, die Egypteland ontwijkt,

Wijl, is hij gids, met nieuwen gloor Des Konings zegestandaard prijkt.

Des Konings teeken siert dien gids

Zoo waardig hand en zijde en voet: De nacht verdwijnt, door feller flits Wordt \'t licht der morgenster begroet.

Als trouwe gids, als sterrelicht

Geleidt, verlicht hij ons, en toont Het dwaalspoor, waarop onschuld zwicht, En waar de zaal\'ge vreugde woont.

Geleid uw kudde tot Gods stad,

Verdelg hun vijand, sluw en gram, Geleid ons langs het smalle pad

Ten maaltijd van het godlijk Lam. Amen.

-ocr page 332-

303

31.

TER EERE VAN DEN H. ANTONIUS.

EN GRATÜLEMUR.

Komt, zingen wij met blijden lof

Den Godmensch, die als Koning troont,

In wiens verheven glorieliof Antonius nu juichend woont.

Zijns Vaders spoor verlaat hij niet.

Maar streeft in al Franciscus na,

Om, als een beek haar bron ontvliedt. Te spreiden \'t water der gena.

Hij stroomt in \'t wijde en breede voort, En wie ten dood van dorst versmacht.

Herstelt hij, door het zaalgend woord En \'s hemels dauw, in \'s levens kracht.

Als zoon is hem een steun, zeer hecht.

Zijn vader, die de wonden draagt,

Die zich vertoont aan \'t kruis gehecht. Wanneer zijn zoon van \'t kruis gewaagt.

In \'t strijdperk onder zulk een held Verwon hij zich, werd niet gedeerd:

Is nu, door geenen strijd gekweld, Als strijder met zijn hoofd vereerd.

-ocr page 333-

304

Dat wij, die nog in \'t oorlogsland

Steeds ijv\'ren om der vad\'ren kroon, Getrouw aan onzen naam en stand, Met eer verwinnen smaad en hoon.

Dat dit de Vader ons verleen\',

Des Vaders Zoon, de Heil\'ge Geest, De trooster met imn beiden een, Die ons ten schepper is geweest.

32

11. ANTONIUS ALS PATROON.

Antonius Van Padua!

Zoo heilig en zoo goed, Wij loven God,

Die door uw hand Zoo vele wond\'ren doet.

Geen geur en kleur Van bloemen is Zoo aangenaam en fijn, Als voor een ziel.

Die God bemint.

Uw schoone deugden zijn.

De liefde Gods En Godes eer Bewogen uwe tong,

-ocr page 334-

305

Waardoor berouw En zaal\'ge vrees In alle harten drong.

Gij waart een schild,

En zijt het nog.

Voor de onschuld in gevaar; Al wie u hidt,

Wordt uwe hulp In eiken nood gewaar.

Antonius,

Gij, menschenvriend, En vriend van God den Heer, Beschermer van Hem, die U smeekt, Zie gunstig op ons neer.

Al komen wij Ook telkens weer Voor vijand of voor vriend Of voor ons zelv\',

Toon dat men u Niet vruchtloos eert en dient.

18

-ocr page 335-

306

33

JUBELLIED

AAN DE HU. MARTELAARS VAN GORKUM.

ïot u, o Gorkum\'s Heldental!

Weerklinke luid mijn lofgeschal;

Tot ii, door wie mijn ziel ontgloeit. Van dankb\'ren jubel overvloeit.

Gedenk ik, hoe ge op onzen grond Uwe onverwelkb\'re kronen wont,

Dan juich ik bij uw heldenmoed:

Ook ik ben van uw Nèerlandsch bloed! Ik juich als ge in den dood niet buigt.

Maar trouw voor \'t Hoofd der Kerk getuigt, Dat Pius, die u heilig roernt.

Ook ons zijn dierb\'re kind\'ren noemt {bis.) ïot u, o Gorkum\'s Heldental! enz.

Ik juich, als gij zoo onversaagd Maria Moeder prijst en Maagd,

En onze en \'s Henielsch Koningin;

Verrukt stemt heel mijn ziel hel in!

Maar sterft gij voor \'t Geheimenis,

Waar Jesus zelf ons voedsel is, Dan naamloos is mijn ziel verblijd,

Dat ik het ook met u belijd, (bis)

Tot u, o Gorkum\'s Heldental! enz.

-ocr page 336-

307

Dat ik met u één God, één Heer, Eén Geest, één lichaam, doop en leer In de ééne Moederkerk beken. En onverdiend haar kind ook ben.

Drie eeuwen vloden sedert heen.

En ons en uw geloof is één.

O voer\' het, bij één hoop, één min. Ook ons uw Kerk der glorie in! (bis.) Tot u, o Gorkum\'s Heldental! enz.

34.

VOOR DE OVERLEDENEN.

Heil\'ge Vader! uwe kinderen

Zuchten thans in \'t vagevuur; Wil hun smarten toch vennind\'ren,

Schenk vergeving in dit uur. Ach! ontferm U; wees genadig;

Redding, Heer! maar niet te laat; Zij verzuchten ook gestadig: Ach! verzacht ons lijdensstaat.

Goede Vader, wij verlangen

En wij smeeken onvermoeid, Om deez\' ééne gunst te ontvangen;

Breek de kluister, die hen boeit. Wij, wij willen hen bevrijden;

Om het bloed van Uwen Zoon, Om zijn dood en bitter lijden,

Vader, voer hen naar uw troon.

-ocr page 337-

308

\'l Zijn uw dienaars, \'l zijn uw kind\'ren. Die Gij, goede God! kastijdt;

Wat toch kan hun smart vermind\'ren Onze harten zijn bereid!

Zie op Jesus nogmaals neder;

O! die naam is U zoo zoet;

\'t Klinkt ook voor uw hart zoo teeder; Jesus\' wonden, Jesus\' hloed.

O Maria! hoor onz\' zangen ,

Hoor ons smeeken gunstig aan.

Gij vervult steeds ons verlangen, Doe wat ge altijd hebt gedaan.

\'t Zijn uw kind\'ren, die L smeeken Voor uw kind\'ren, heilige Maagd;

Wil hun boeien toch verbreken,

Schenk hun, wat ons hart U vraagt.

Gij, Maria! zijt vermogend Bij uw Jesus, onzen Heer!

Jesus! zie ook mededoogend Op die arme zielen neftr.

Heilige Vader! schenk haar vrede, Schenk haar Jesus, schenk haar U;

Dit zij onze laatste bede,

Ach, verhoor, verhoor ons nu.

-ocr page 338-

309

3d.

TE DEUM.

Croote God! U loven wij,

Onbepaald is uw vermogen;

Voor uwe opperlieerschappij Buigt zich \'t aardrijk opgetogen; Gij bestondt vóór allen tijd,

Blijvende eeuwig, wat gij zijt. (bis)

Alles heft een loflied aan; Cherubijnen, Seraphijnen,

Buizende engelen, die staan Rond uw troon, om U te dienen,

Alles roept U, nimmer moè,

Heilig, heilig, heilig! toe.

Al wat op uw vruchtbaar woord, Groote God der legerscharen,

Uit het niet sprong dankend voort. Alle schepselen, die ooit waren:

Hemel, aarde en oceaan,

Alles heft een danklied aan.

Op verrukkelijken toon Zingt het heer der uitverkoren, Neergebogen voor uw troon. Martelaars, Apostelkoren.

Alles juicht in lofgeschal:

Opperkoning aan \'t heelal.

18*

-ocr page 339-

310

Grondkracht, waarop \'t aardrijk draait. Door wiens hand ontelbre zonnen

Zijn door \'t maatloos ruim gezaaid, Hoort Ge uw lol\', o Onbegonnen,

Een\'ge Vader van \'t bestaan,

Door de Christ\'nen citer slaan?

Lof \'t Drievuldig in persoon,

\'t Eenig onbesefbaar Wezen,

Lof U, 5s Vaders een\'gen Zoon, Op denzelfden toon geprezen;

Lof U, Geest! die \'t al vervult. Waart en zijt en wezen zult.

Gij, des Vaders eeuwig Woord , En te Bethlehem geboren,

Gij, dien eene Maagd bracht voort, Door U zelv\' daartoe verkoren. Gij vergoot uw dierbaar bloed, En verwierft ons \'t hoogste goed.

Aan des Vaders rechterhand Zijt Ge in heerlijkheid gezeten,

In ontzaggelijken stand Zult Gij, Réchter, ons geweten, Na het laatst trompetgeschal. Openbaren aan \'t heelal.

Sta dan uwe dienaars bij.

Die voor U en met U strijden.

-ocr page 340-

311

Die Gij met uw bloed kocht vrij Toen U Golgotha zag lijden;

Stel ons na dit tranendal Onder \'t juichend Eng\'lental.

Zie uw volk genadig aan,

Help hot; zegen, Heer! uw erve.

Leid ons op de rechte baan, Dat geen vijand ons verderve;

Open ons de gloriezaal,

Wij zijn uwe zegepraal.

Alle dagen zullen wij Uwe wondere goedheid prijzen,

Aan uwe opperheerschappij Eindeloozen dank bewijzen.

Help in d\'allerlaatsten strijd. Wie uw heil\'gen Naam belijdt.

Zoete Jesus, onze Heer,

Stort meedoogend uwen zegen Op de christenvolkren neer. Zie, ons hart klopt onverlegen; Op U, Jesus,\'hopen wij. Dat die hoop nooit ijdel zij!

GELOOFD ZIJ JESUS CHRISTUS.

-ocr page 341-

BLADWIJZER.

Bladz.

Aan de leden van den Kruisweg..............v

Onderricht over den Kruisweg................VII

Broederschap van den Kruisweg ...... Xiv

Oprichting....................................-

Aflaten........................................—

Regels en Statuten............................XV

Regels voor Zelateurs en Zelatricen.....XVIII

Over de Leden................................XX

Inschrijving in het Broederschap van den

H. Kruisweg................xxui

GODVRUCHTIGE GEBEDEN EN OEFENINGEN.

Oefeningen des Morgens..................................1

Avondgebed..........................................................G

Gebeden onder de H. Mis..................................10

Gebeden onder de H. Mis voor Overledenen. 30

Biechtoefeningen....................................................35

Communieoefeningen..........................................42

Gebed om eenen Aflaat te verdienen................59

Litanie van de Allerheiligste Drievuldigheid.. 65

Lofzang Te Deum Laudamus..............................69

Litanie van den H. Geest..................................72

Lofzang Veni Creator........................................77

Litanie van den Zoeten Naam Jesus..................78

-ocr page 342-

BLADWIJZER.

Biz.

Litanie van de HH. Engelen............................81

Litanie van het Allerheiligste Sacrament..........86

Lofzang Pange lingua..........................................90

Litanie van het Lijden onzes Heeren Jesus

Christus..........................................................92

Litanie van de Allerheiligste Maagd Maria. . . 97

De Boetpsalmen....................................................101

Litanie van alle Heiligen....................................113

Gebeden en Oefeningen ter vereering van den

Lijdenden Jesus en Zijne Heilige Wonden 122

Onderrichting....................................................122

Gebed tot Christus, om eene ijverige godvruchtigheid tot zijne Heilige Wonden te verkrijgen. 124 Gebeden tot de vijf Heilige Wonden onzes Zaligmakers.. ...................................................126

Gebed van den H. Vader Franciscus van Assisië. 130

Gebed van den H. Bonaventura........................131

Litanie tot de vijf Heilige Wonden onzes Heeren

Jesus Christus..................................................132

Litanie van het Lijden, den doodstrijd en dood

onzes Heeren Jesus Christus..........................135

Gebed om eenen goeden dood te verkrijgen. . 141

Gebed tot den lijdenden en stervenden Jesus. 142 Gebed op de zeven woorden, die Christus aan

het kruis gesproken heeft..... ....................143

Litanie tot het Allerheiligst Hart van Jesus. . 145 Gebed, hetwelk de H. Gertrudis dagelijks las. 14 7 Gebed tot het Allerheiligste Hart van Jesus voor

levenden en dooden ..................................148

Wijze om den H. Kruisweg te houden............150

Lofzang Stabat Mater (Holl.)..............................169

Hymnus Stabat Mater (Latijn).,. ..................171

Gebeden tot Jesus in het Allerheiligste Sacrament des Altaars..............................................172

O n derri chting........................................................—

Akte van Geloof en Aanbidding........................174

313

-ocr page 343-

BLADWIJZER.

Blz

Aanbidding van Jesus in het H. Altaargeheim, ter gelegenheid van het gebed van veertig

uren.......................

Gebeden gedurende de Processie met het Allerheiligste Sacrament............... .....

Gebed tot de H. Maagd Maria , om door hare voorspraak eenen zaligen dood te bekomen. 186

Gebed van dertig dagen................... 188

Litanie van het H. Hart van Maria......... 193

Gebed gemaakt uit de gevoelens van den

H. ...................................

Litanie ter eere van den H. Joseph. ....... 197

Litanie voor de afgestorvene Geloovigen...... 202

Litanie tot Jesus om zalig te sterven........ 209

Gebeden tot de Heiligen van de Miaderbroe- J- t

ders-orde.............................. 2V3 1\' ]

Antiphoon: Tos Sanoti Dei, etc... . ..... • ■ 213 3. J

Litanie van den H. Vader Praneiscus van Assisië. 214 4. ■ Eenige gebeden getrokken uit de getijden van

den H. Franciscus...................... 219 I

Gebed op den Feestdag van Maria ter Engelen, I-

of Portiuncula................... • • ■ p

Gebed op den Feestdag Tan de indrnkking der 9-

Heilige Tijf wonden..................... 222®- J

Coelorum candor.. ............................................0\' t

Gebed op den Feestdag Tan den H. Franciscus. 224^- i\' Lofzang op den Feestdag van den II. Frauciscus. 225 ■

DeTOtie tot den H Antonius Tan Padua..... 22/ ■ -A

Litanie Tan den H. Antonius Tan Padua.. . . 22S ■ B Negen gebeden ter eere Tan den H. Antonius. 233 ■ L Gebed tot den Heer Jesus, om door de voor- • ^

spraak en Terdiensten Tan den H. Antonius »• £

troost en bijstand in de noodwendigheden • ^

Tan ziel en lichaam te verkrijgan.. ...... 237 -

Gebed tot den H. Antonius, wanneer men zich in • M

eenige droefheid of Terlegenheid bevindt... 238- A-

314

3reb(

TO Erebf jitai jitai ebe le( Eyni e I .nti \'ant

-ocr page 344-

n

BLADWIJZER. 315

?lz BIz Gebed tot den H. Antonius, om door zijne

voorspraak eenen zaligen dood te erlangen.. 239

175 Gebed op den Feestdag van den H. Antonius. 240

Litanie van de Heilige Martelaren van Gorkum. 241

180 Xitanie van den Heiligen Koehus ....................247

Gebed bij de opdracht of aanneming der nieuwe

186 leden..........................................251

188 Eymnus Vexilla Regis..........................252

193 Te Deum Laudanms............................253

Antiphoou De Dolorosa........................256

196 Tantum ergo..................................257

197

202 GODVRUCHTIGE GEZANGEN.

209

I. Aanroeping van don H. Geest..............259

213 2. Dat Jesus leev\'............................260

213 3. Aan Jesus eer..............................262

214 Na de Opdracht..........................264

5. Gedenklied aan \'s Heeren lijden..........265

219 6. Lofzang Salve mundi salutare..............267

7. Lofzang Vexilla Regis prodeunt............269

220 8. Hulde aan het Kruis........................270

9. Het Kruisbeeld..............................271

2220- Jesu dulcis memoria........................273

2231- Aan het Allerheiligste......................274

2242. Loflied aan Jesus Christus..................275

220% Litanie van het Heilig Kruis................277

227 • Aan het Allerheiligste Hart van Jesus. . . 279

228 • B\'j J16\' beeld van het H. Hart van Jesus. 280 233« Lofzang tot het H. Hart van Jesus. . . . 282

?. Voor de H. Communie....................283

J. Na de H. Communie........................284

(. Kerstlied....................................285

2371. Maria, onbevlekt ontvangen................287

. Maria leve\'..................................289

238:\' Avondgroet tot Maria......................290

-ocr page 345-

3 1 6 BLADWIJZER.

* ? ^ Blz.

23. Opdracht aan het H. Hart van Maria . . 291

24. Maria troost ons..........................292

25. Lofprijzing aan Maria......................294

26. Ter eere van Maria..........................29G

27. Toewijding aan Maria..........297

23. Smeekgebed aan den H. Josef.............291)

29. St. Josef, voedsteryader....................30C

30. Ter eere ran den H. Franciseus. Decus

morum..................

31. Ter eere vau den H. Antoniua. En gratnlemur. 30o

32. H. Antonins als patroon....................30-i

33. Jubellied aan de HH. Martelaars van Gorkum. 306

34. Voor de overledenen........................30\',

35. Te ........................................30\'.

-ocr page 346-

Iz,

91

92 94 :96 97

199 ioc

;oi

!03 i04 gt;06 ïo;

30!

-ocr page 347-
-ocr page 348-