-ocr page 1-
-ocr page 2-

Hist. Gen. V.33

-ocr page 3-
-ocr page 4-
-ocr page 5-

W E E K E N

UITGEGEVEN DOOR HET

HISTORISCH GENOOTSCHAP, .

GEVESTIGD

f

TE U T R E C H T.

NIEUWE BEEKS.

Nquot;. 31.

-ocr page 6-

qi ikqi iniversiteit utrecht

-ocr page 7-

MET OPGAVE VAN BESTAANDE HANDSCHRIFTEN EN LITTERATUUR;

DOOR

Mr. S. MULLER Tz.

UTRECHT,

KEMINK amp; ZOON. 1880.

L IJ S T

VAN

-ocr page 8-

1

\'

-ocr page 9-

VOOËBERICHT.

Nooit heb ik een arbeid met zooveel schroom in het licht gezonden: nooit teas ik als thans overtuigd, dat hetgeen ik geleverd had, bepaald slecht was. Waarom ik het dan toch publiek maak ? Omdat ik de overtuiging heb, dat ook deze zeer onvolmaakte proeve nut kan stichten in dezen tijd, nu zij, die een beter werk hadden kunnen leveren, zich stilhouden.

Aanvankelijk beoogde ik met dit boekje iets geheel anders. Naar aanleiding van den wenk, door Dr. Bolhuis van Zeeburgh in FruMs Bijdragen (N. R. VIII. 376^ gegeven, bracht ik voor een paar jaren bij het Bestuur van het Historisch Genootschap een plan ter sprake, om met vereende krachten en met medewerking van vele leden van het Genootschap, eene volledige lijst van alle Nederlandsche kronijken te geven, met opgaven omtrent haren inhoud en hare bewerkers, en met vermelding van de uitgaven van het werk, de schrijvers, die er over gehandeld hebben, en vooral met eene volledige lijst, beschrijving en onderlinge collatie van de bestaande handschriften , — een en ander als de m. i. meest geschikte voorbereiding van de door Br. Bolhuis gewenschte uitgave eener verzameling Scriptores rerum Nederlandicarum medii aevi. Het was de bedoeling om door ruime verspreiding eener van het Historisch Genootschap uitgaande circulaire althans de hier te

-ocr page 10-

VOORBERICHT.

lande bestaande handschriften allen te leeren kennen, — daarna de verkregene opgaven te sorteeren, en de bewerking van elke groote kronijk aan een daarvoor aan te wijzen geleerde op te dragen. Deze had dan de in Nederland bestaande handschriften kvnnen collationneeren en schriftelijk over de buitenlandsche de noodige inlichtingen kwinen inwinnen.

Al spoedig echter bleek eene geheele verandering van programma noodig. Het Bestuur van het Genootschap toonde zich. dadelijk bereid mijne onderneming door verzending der circulaire te steunen, maar er is hier te lande zoo bitter weinig belangstelling in dergelijke zaken, dat de oogst van inkomende antwoorden zeer gering was. Serieuse hulp gaven alleen de heer en Bolhuis van Zeeburg h, Campbell en du Rieu, die zelf een dergelijk plan als het mijne vroeger bij de Maatschappij van Letterkunde aanhangig gemaakt had, en mij hei door hem reeds bijeengebrachte materiaal bereidwillig ten gebruike afstond. Van verdeeling van den kleinen voorraad ter bewerking kon geen sprake zijn. Het Bestuur van het Historisch Genootschap zond mij de ingekomene antwoorden toe, met verzoek om te zien of daaruit iets samen te stellen was. Er bleef mij niets anders over dan deze schrale berichten aan te vullen door eigene nasporingen op breede schaal (vooral in Pertz\'s Archiv en de Bulletins van de geschiedkundige Commissie der Belgische Academie). Veel is zoodoende nog voor den dag gekomen, maar volledigheid was natuurlijk niet te bereiken.

Ik heb de magere en al te korte opgaven van titels, zoover ze te herkennen waren, onder hoofden gebracht, en over duistere punten schriftelijk inlichtingen gevraagd, in enkele gevallen zelf de handschriften ingezien. Maar wat mogelijk zou geweest zijn voor den betcerker van ééne kronijk, was dit natuurlijk niet voor iemand, die den geheelen Nederlandschen kronijkenschat moest overzien. Jarenlange onafgebrokene dorre studie, tal-looze reizen zouden noodig geweest zijn om dit werk naar behoor en te verrichten, en zelfs dan nog zou dit bezwaarlijk tot

VI

-ocr page 11-

VOOBBElilCHT.

een goed einde gebracht zijn, omdat de handschriften-verzamelingen onzer openbare boekerijen , wat ordening en beschrijving aangaat, nog maar al te veel te wensclten overlaten.

Desniettemin vertrouw ik, dat dit uiterst gebrekkige resultaat van maandenlangen, verdrietigen arbeid (te onaangenamer, omdat ik overtuigd was broddelwerk te \'moeten leveren!) eenig nut zal stichten, al ware het maar alleen omdat wellicht de overtuiging van de gebrekkigheid van dit boekje meer bevoegden zal aandrijven het te verbeteren. De belangstellende vindt hier al vast een grondslag, een overzicht van de bestaande bronnen onzer geschiedenis. Zij, die zich verdienstelijk willen maken door de zoo hoognoodige uitgave van niet of slecht gedrukte Nederlandsche kronijken, krijgen hier eene opgave van de stukhen, die hunne hulp noodig hebben. En al zal elke specialiteit reeds bij den eersten oogopslag in de rubriek, die over zijn studievak handelt, zeker vele fouten vinden, — ik vertrouw, dal het b. v. den toekomstigen uitgever van Beka aangenaam zal zijn, hier tal van handschriften van zijne kronijk bijeen te vinden, ook al blijkt naderhand, dat eenige der genoemde codices iets anders bevatten dan zij schenen te behelzen, en dat andere ■manuscripten, die wel ter zake dienen, gemist worden.

Dit tot rechtvaardiging der uitgave van een werkje, dat wellicht eerlang stof zal leveren tot tal van gegronde aanmerkingen. Als de meest waarschijnlijke daaronder noem ik nu reeds de klacht, dat herhaaldelijk een handschrift meer dan éénmaal, soms op verschillende plaatsen vermeld .is. De onvolledigheid der beschrijvingen in gedrukte catalogi, de overgroote kortheid, waarmede de titels of willekeurige gedeelten daarvan uit die catalogi in allerlei verzamelwerken zijn overgenomen , maken bij een werk als dit, dat noodzakelijk grootendeels uit de tweede hand is samengesteld, dergelijke fouten bijna onvermijdelijk. Vooral bij bibliotheken, waarvan verschillende catalogi bestaan, is het herkennen van de handschriften moeielijk, omdat niet alleen de titels, maar ook de nommers der stukken meestal veranderd zijn: allicht wordt zoodoende hetzelfde werk twee-

VII

-ocr page 12-

VOOHÜlirtlOH\'f.

maal opyenomen. Reedis verscheidene dergelijke fouten heh ik gaandeiceg verbeterd; ik vrees echter, dat er nog hier en daar zullen zijn blijven schuilen. — Ik neem de gelegenheid waar, om tevens te verklaren, dut de plaatsen der schrijvers, die over de vermeldt kronijken handelen (evenals eenige uitgaven van kronijken) meestal niet zijn nageslagen: ook hier weder geldt, dunkt mij, de opmerking, dat hetgene de plicht zou geweest zijn van den bewerker van ééne krmijk, onmogelijk was voor den compilator van het geheel. In enkele gevallen (b. v. bij het leven van BonifaciusJ, waar eene zeer uitvoerige litteratuur in Potthasts Bibliothek vermeld stond, heb ik geene vrijheid gevonden, al deze titels uit zijn werk over te nemen, maar den lezer daarheen verwezen.

Levens van enkele Heiligen van minder belang, die tot Nederland in eenige betrekking gestaan hebben, en waarvan alleen eene uitgave in de Acta Sanctorum te vermelden was, heb ik meestal weggelaten; hetzelfde is het geval met de levens dier Heiligen, die uitsluitend op Limburg en Noord-Brabant betrekking hebben, omdat deze Provinciën in de Middeleeuwen geen deel uitmaakten van de Noord-Nederlandsche gewesten. Biographiën van graven uit de Bourgondische en Oostenrijksche huizen, en verhalen van hunne oorlogen, beschrijvingen van lain hof enz., heb ik, als meer bizonder tot België betrekking hebbende , niet vermeld. Be enkele uitgegevene necrologiën of doodboeken zijn mede niet opgenomen: deze werken schijnen mij toe meer eigenaardig tot het gebied van het archiefwezen te behooren, en bij de onbekendheid van den inhoud der meeste Nederlandsche archieven zou ik in geen geval iets meer dan een hoogst onbeduidend fragment van den bestaand en schat hebben kunnen leveren.

De in de bekende handschriften-collectie van wijlen Sir Thomas Philipps aanwezige codices heb ik volgens de oude gewoonte vermeld ah aanwezig op het kasteel Middlehill; de bibliotheek is echter reeds voor eenige jaren, kort voor den dood van den verzamelaar, overgebracht naar het kasteel Cheltenham,

VIII

-ocr page 13-

toobbebicht.

waar de tegenwoordige eigenaar woont. — Onder hei afdrukken herichtlen de dagbladen, dut de merkwaardige collectie hund-uchrijttn van wijlen den hoogleeraar Moll is aangekocht voor de Universiteits-Bibliotheek te Amsterdam: aldaar zal men derhalve de opgenoemde handschriften uit deze bibliotheek roorluau moeten zoeken.

Ten slotte een woord van dank aan den hoogleeraar De Geer, die zich bereidwillig aanbood lot het herzien van het geschrevene. De talrijke aanteekeningen en verbeteringen, door hem aangebracht, bewezen niet alleen, hoe groote leemten mijn werk ontsierden, maar hebben ook zeer krachtig medegewerkt om haar aantal te verminderen.

Utrecht, Februari 1880.

S. Muller Fz.

ix

-ocr page 14-

INHOUD.

Heiligenlevens..............1.

Kronijken van Holland en Zeeland......9.

Kronijken van Utreclit...........36.

Kronijken van Friesland en Groningen.....52.

Kronijken van Gelderland..........65.

Kronijken van Overijsel..........70.

Kronijken van steden...........72.

Kronijken van kloosters . . . . .......76.

Kronijken van adellijke geslachten. ...... 87.

Biographiën van beroemde personen......93.

-ocr page 15-

HEILIGENLEVENS.

Alcninus, Vita S. Willibrordi arcliiepiscopi Cltraiec-tensis. (Geschr. c. 800.)

Handschr.: Utrecht. Aead. bibl. Eccl. 26. fol. perk. — Trier. Stadtbibl. No. 788. 4o. pap. 15e eeuw. — Aid. No. 1216. 15e eeuw. — Alenqon. Bibl. munic. Cod. St. Ebrulfi. No. V. 125. fol. lie eeuw. — Hamburg. Stadtbibl. No. 321 q. 4o. pap. (volgens de ed. v. Mabillon, vergeleken met het Utrechtsche Hs.) — Aid. Hist. eccl. No. IV d. fol. pap. — St. Omer. Bibl. munic. No. 716. VIII. fol. perk. 13e eeuw. — Parijs. Bibl. nation. MSS. de Fon-tanieu. No. 1002. 10e eeuw. — Aid. Suppl. Lat. No. 1002. 9e eeuw. — Stuttgart. Bibl. reg. priv. Hist. G. No. 38. 4o. 8e eeuw. — Admont. Kloosterbibl. perk, lie eeuw. 16 p. — Munchen. Cod. BeneJictb. No. 105. 4o. perk. 10e eeuw. — London. Arund. MS. 91. Vitae SS. f. 212—215. perk. einde 12e eeuw; — Verdun. No. 109. 4o. perk. 12e eeuw.

Uitg,: Zie Potthast, Bibl. hist. p. 934.

Schr.: Zie Potthast. 1. c.

Theofridns abbas Epteruacensis, Vita S. Willibrordi,

(Geschr. c. 1100.) (Begin: „Fait in JBritania insula em.quot;) Handschr.: Gotha. Herz. Bibl. No. 70. fol. perk. (beweerd autograaph van den auteur.) — Admont. Kloosterbibl. fol. perk. (16 p.) lie eeuw. — Trier. Stadtbibl. 1378. — Werken Jv0. 31. 1

-ocr page 16-

2

St. Gallen. Kloosterbibl. No. 565. lie eeuw. — Parijs. Bibl. nation. No. 5278. 126. 14e eeuw. — Aid. No. 5294. 17. 12e eeuw. — Aid. No. 5308. 73. 12e eeuw. — Londen. Brit. Mus. Harl. 2803. 266. — Aid. No. 250. 10e eeuw. — Engelberg. Kloosterbibl. fol. 12© eeuw. — Sluttgart. fol. perk. 12e eeuw. — Brussel. Bibl. Bourg. No. 8059. fol. perk. 14e eeuw. — Berlijn. Kon. Bibl. No. 267. fol. perk. 13e eeuw.

Uitg.: lo. In: Surius, Vitae sanct. 7 Dec. — 2o. In:

Mabillon, Acta sanct. ord. S. Bened. III. 1. p. 629. Schr.: Zie Potthast. p. 934.

Bovendien worden nog vermeld:

Yita Willibrordi episcopi.

HS. Keulen. Gymnasialbibl. No. 201. pap.

S. Willibrordi Traiecteusis episcopi memoriae historicae. HS. Rome. Bibl. Vallicell. C. 126.

S. Willibrordi offlcinm proprium.

HS. Rome. Bibl. Vallicell. H. 48.

De S. Willibrordo.

HS. Trier. Stadtbibl. No. 771. 5. 8o. pap. 15e eeuw.

Vita S. Willibrordi episcopi Traiectensis.

HS. Hamburg. Stadtbibl. Hist. eccl. IV a. p. 81. fol. pap.

Vita S. Willebrordi.

HS. Brussel. Bibl. Bourg. 3391—99. fol. perk. 14e eeuw.

Marcellinns (of Marelielmns), Vita S. Sniberti apostoli Frisonnm.

NB. Ondergeschoven; geschreven door Ger. v. Harderwijk, rector van het Gymnasium Laurentinum te Keulen in 1508.

Handachr.: Utrecht. Prov. arch. 89 p. midden 16e eeuw. (cf. Vermeulen, Van den levene ons beren. p. XXXVI.) — Munster. Paul. bibl. pap. begin 16e eeuw. — Brussel. Bibl. Bourg. No. 8414. 4o. perk. begin 16e eeuw.

-ocr page 17-

3

Uitg.: Zie Potthast. p. 897, — Suppl. p. 180.

Schr,: Zie Potthast. p. 897. — Moll, Kerkgesch. I. p. 210. — Foppens, Bibl. Belg. If. p. 82é, 838.

Zie over andere levens van Suitbert: Potthast 1. c. Ben Hs. van een dezer levens (?) berust: Utrecht. Prov. aroh. fol. pap. 98 p. 16e eeuw.

Vita S. Adalbert! diaconi clari Egmondani, anctoribns Medelocensibns mouachis. (Geschr. einde 10e eeuw.) Handschr.: Utreeht. Prov. areh. 24 p. midden 16e eeuw. — Keulen. No. VI. 21. fol. 103—107. (Vita Adalbert! con-fessoris: „Legimus in ecclesiasticis historiis Bkbertum — in secula seculorum amen.quot;) — Leeuwarden. Weeshuis (thans Fr. gen.) Afschrift door Gabbema. (1670.)

Uitg.: lo. In: Surius, Vitae SS. 25 Juuii. III. p. 818. — 2o. C. notis Henschenii, in : Acta SS. Boll. 25 Junii. V. p. 97—103 (met\' een vervolg, door Egmonder mon-piken na 1332 geschreven, p. 104—109.) — 3o. In: Mabillon, Acta SS. III. 1. p. 631, — 4o. In: Van Heussen, Batavia sacra. I. p. 44.

Schr.: Eettberg, Deutschl. Kirchengesch. II. p, 524.

Tita S. Plechclmi episcopl Oldensaliae et Ruraemondae.

Handschr.: Brussel, Bibl. Bourg. No. 8414. 4o. perk. 15e eeuw.

Uitg.: lo. C. Bollandi comm. in: Acta SS. Boll. 15 Julii. IV. p. 58. — 2o. In: Ghesquière, Acta SS. Belgii. VI. p. 214—218. Met inleiding. — 3o. In: Bouquet, Eec. III. p. 638. (Fragment.)

Schr.: Wolters, De H. quot;Wiro, Plechelmus en Odgerus. (Boem. 1862. 8o.)

Otlilonns, Yita S. Bonifaell archiepiscopi Mognntinl.

Handschr.: Keulen. No. VI. 21. f. 54. (Passio S. Bonifacii

-ocr page 18-

4

et sociorum eius: „Postquam geus Anglorum — per Christum dominum in secula.quot;) — Zie verder: Potthast I. c. p. 636.

Uitg.: In Surius, Vitae sanet. 5 Junii. III. p. 573. — In: Mabillon, Acta sanct. III 2. p. 28—87. — De inleiding bij: Pertz, Monum. II. p. 357—359. — In: Jaffe, Bibl. rer. Germ. Ill p. 482—505. — Zie verder: Potthast 1. c.

Schr.: Zie Potthast 1. c. p. 636, — App. p. 132. — Saxe, Onomasticon. II. p. 597.

Willibaldns, Tita S. Bonifacii archlepiscopi Mognutini-

Handschr.: Keulen. No. 11. 21. f\'. 305—310. (Passio S. Bonifacii et sociorum eius. Praef.: „Incertam ac lubri-cam — ordiar.quot; Incipit passio: „Beatu\'\' P- genitale solum — in secula amen.quot;) — Hamburg. Stadtbibl. Hist. eccl. No. IV a. p. 1. (Pasaio et vita S. Bonifacii et sociorum eius.) — Zie verder: Pertz, Monum. II -p. 332. — Potthast, App. p. 132.

Uitg.: In: Mabillon, Acta sanct. III 2. p. 1—27. — Door Henschen in: Acta SS. Boll, ad 5 Junii. I, p. 460—473. — In: Pertz, Monum. II. p. 331—358. — In: Jaffe, Bibl. rer. Germ. III. p. 429—471. — Appendix in: Acta SS. Boll, ad 5 Junii. I. p. 473—477. — In: Pertz 1. c. p. 354—857. — Zie verder: Potthast 1. c. p. 686, App. p. 132.

Schr.: Zie Potthast 1. c. p. 636, — App. p. \'32. — Saxe, Onomasticon. II. p. 597.

Yita S. Bonifacii archlepiscopi Mognntini, anctore ano-nymo presbyter© Traiectensi. (8e eeuw.)

Uitg.: Door Henachen, in: Acta SS. Boll, ad 5 Junii. I p. 477—481. — In : Jaffé, Bibl. rer. Germ. Ill p. 506.

-ocr page 19-

5

Vita 8. Booifacii archlopiscopi Mognntini, auctore (for-tasse) Monasteriensi.

Uitg.: Door Henschen, iu: Acta SS. Boll, ad 5 Junii. I p. 481—483.

/

S. Liudgerus episcopns Mimigardevordensis, Vita S. Gregorii Traiecteusis episcopi et abbatis.

Handschr.: Hamburg. Stadtbibl. Hist. eccl. No. IV c. p. 102. fol. pap. — Brussel. Bibl. Bourg. No. 207. fol. perk. (13e eeuw.) („Omnium ubique etc.quot; „Igitur Lud-gerus ex Frisia etc.quot;) — \'sGravenhage. Kon. Bibl. No. L. 29. einde 15e eeuw.

TJitg.: lo. In: Brower, Sidera ill. et sanct. vir. (Mog. 1616. 4o.) — 2o. Iu: Mabillon, Acta sanct. Ill 2. p. 320—333. — 3o. In: Acta sanct. Boll. 25 Aug. V. p. 254—264. — 4o. In: Migne, Patrologia. XCIX. p. 749—770. — 5o. In; Acta sanct. Boll. 5 Junii. I. p. 483—487. (Fragment.) — 6o. In: Bouquet, Eec. III. p. 670. (Fragment.) — 7o. (Vertaald) in: Kulb, Sammt-liche Schr. des H. Bouifaz. II. p. 288—305.

Schr.: Eettberg, Deutschl. Kirchengesch. II. p. 531. — Sollerius, Comm. praevius, in: Acta sanct. Boll. p. 241— 254. — Val. Andreas, Bibl. Belg. p. 680. — Foppens, Bibl. Belg. II. p. 824. — Saxe, Onomasticon. II. p. 91.

Hncbaldns Elnonensis mouachns St. Amandi, Vita S. Le-bnini Frisiornm apostoli.

Handschr,: Brussel. Bibl. roy. No. 79 fol. r4e eeuw. (Uittreksel.) — Keulen. No. VI. 21. f. 92. (Monum. SS. II.) perk, 15e eeuw. — \'«Oravenhage. \'Kon. Bibl. No. L. 29. (einde 15e eeuw.)

Uitg.: lo. In: Surius, Vitae sanct. 12 Nov. VI. p. 277— 286. — 2o. In: Rolevinck, De convers. Westphal. lib. II. (uittreksel.) — 3o. In: Pertz, Monum. II. p. 361—364. (uittreksel.) — 4o. Door W. Arndt, in: Willibald, Le-ben dea H. Bonifacius. (Berl. 1863. 8o.)

-ocr page 20-

6

Schr.; Bahr, Qesch. der röm. Literat. im karol. Zeitalter. p. 126—244. — Fabriciua, Bibliotheca i. v. Hucbaldus. — Goethals, Lect. relat. a l\'hist. des sciences en Belg. I. p. 1—9. (Brux. 1837.) — Val. Andreas, Bibl. Belg. p. 784. — Hist, littér. de la .France. VI. p. 210 vlg. — Rettberg, Deutschlands Kircheugescb. 11. p. 405. — Strunck, Weatph. sancta. ed. Giefers, II. p. 19—30. (Paderb. 1855.) — W. Kentzler, Qlaubwürdigk. der Vita Lebuini. (Forsch. z. Deutschen Gesch. Gött. 1866. VI. p. 343—356.) — R. C. Molhuysen, Levensber. v. St. L. (Overijss. alm. 1836. p. 1.) — Moll, Kerkgescb. I p. 165 Noot 2.

S. Radbodns episcopns Tralectensis, Ecloga et sermo de S. Lebnino presbyter©.

TJitg.: In: Surius, Vitae sanct. 12 Nov. App. VII. p. 839.

Altfridns, Vita S. Liudgeri episeopi Mimigardefordeusis.

Handscbr.: Wolfenbutiel. No. 4. 3. MS. Aug. 4o. perk. 14e eeuw. — Hamburg. Stadtbibl. Hist, eccl. No. IV d. p. 149—190. fol. — Keulen. Gymnasialbibl. No. 201. — Munster. Bibl. Paul. (Kopie 17e eeuw.) — Giessen. Univ. bibl. No. 643. 4o. pap. 17e eeuw. — Brussel. Bibl. Bourg. No. 8414. 4o. perk. 15e eeuw. — Berlijn. Kon. Bibl. No. 323. perk. 12e eeuw. — Leiden. Cod. Voss. 55. 4o. — Weenen. Hofbibl. Hist. eccl. No. 5. — Admont. Kloo-sterbibl. 12e eeuw. perk. — Aid. 11e eeuw. perk. Handscbr. van een ander leven van Ludger (uitgeg. door Brower, Sidera. p. 36) te: Munster. Bibl. Paul. 11e eeuw. perk. 32 bl. 8o. — Ook: Cassel. Churf. bibl. Theol. No. 29. 4o. perk. 10e eeuw. — Brussel. Bibl. Bourg. No. 8414. 4o. perk. 15e eeuw. — Berlijn. Kon. Bibl. No. 162. perk. 11e eeuw.

TJitg.: cf. Potthast. p. 785 , 786. Suppl. p. 162. (Ook over

andere levens van St. L.)

Schr.: cf. Potthast 1. c. — Manni, Delia vita del b. Lo-

-ocr page 21-

dovico. (Fir. 1771. 4o.) — Paris, Disquisitio de Liud-gero. (Amst. 1859.) — Pingsmann , Der H. Ludgerus. (Freib. i. B. 1879. 8o.) — Moll, Kerkgesch. I. p. 171 Noot 3, 368, 369 Noot 1.

Oetbertns (2), Friderici episcopi Ultraiectini.

Handschr.: Brussel. Bibl. Bourg. 380. fol. perk. 15e eeuw. 9 blz. („Sanctua igitur Fridericus Frisonice gentis — veuerationem et honorem.quot;) — Gravenhage. Kon. Bibl. No. K. 30. (dd. 1478.) — Aid. No. L. 29. (einde 15e eeuw.)

Uitg.; In: Surius, Vitae sanct, 18 Julii. IV. p. 215. — In: Acta Sanct. Boll. 18 Julii. IV. p. 460—471. c. Comm. praerio Cuperi. (1. c. p. 452.)

Vita S. Hungeri Frisii episcopi Ultraiectini.

Uitg.: In: Surius, Vitae sanct. 22 Dec. p. 303. (ed. 2a.)

Vita S. Badbodi episcopi Traiectensis.

Handschr.: \'s Gravenhage. Kon. Bibl, No. L. 29. einde 15e eeuw.

Uitg.: In: Surius, Vitae sanct. 29 Nov. VI, p. 692. — In: Mabillon, Acta sanct, V. p, 25—31. — Adnotatio S, E, episcopi Traiectensis, bij: Pertz, Monum. Scr. II, p, 218.

Schr.: Bahr, Gesch, der röm, Litterat. im karol, Zeitalter, p, 243, — Hist, littér. de la France. VI, p. 158 vlg.

De S. Jerone martyre in Noortwyc.

Handschr,: Brussel. Bibl. Bourg. No. 8245—8257. fol, pap, 1489. 2 p. (afk. v. Korssendonck.) („leron dicitur a leras — in secula seculorum ameu,quot;) — Gravenhage. Kon. Bibl, No, L, 29. (einde 15e eeuw.)

Uitg.: Een ander leven, geëxcerpeerd uit Joannes a Ley-dis, in: Acta Sanct. Boll. 17 Aug, III, p. 476—479. c. comm. Eoschii.

-ocr page 22-

8

Vita S. Odnlphi presbyteri Ultraiectlni coufessoris.

Handschr.: Brussel. Bibl. Bourg. No. 380. fbl. perk. 15e eeuw. — Keulen. No. VI. 21. f. 63. („Temporibus Lodowici piissimi etc.quot;) — \'i Gravenhage. Kon. Bibl. No. L. 28. einde 15e eeuw. — St. Omer. Stadsbibl. No. 775. (4. 7.) perk. 4o. lie eeuw.

Uitg.: lo. In: Surius, Vitae sancfc. 12 Junii. (Colon. 1617. p. 181.) — 2o. In: Acta Sanct Boll. 12 Junii. III. p. 592—595. — 3o. Transl. et mirac. S. Odulphi, ed. quot;W. D. Macray. (Chron. abb. de Evesham. Lond. 1863. App.) Scbr.: Zaanlandsche legenden. (Zaanl. jaarb. 1843. p. 90.) — S. Odulf en de zeeman. (Zaanl. jaarb. 1845. p. 101.)

Miracnla S. Cnnerae Tirginis martyris Ehenis in diocesi Ultraiectiua.

Handschr.: \'s Gravenhage. Kon. Bibl. No. K 30. (dd. 1478.) Uitg.: In: Acta Sanct. Boll. 12 Junii. II. p. 563—567.—

Miracula alia. ib. p. 568—572.

Schr.: Papenbrochii Comm. praevius, in: Acta Sanct. Boll. p. 557—563. — Kist, De Eeenensche Kunera-legende. (Kerkhist. arch. 11. 1.) — Moulin, De memorie van St. C. te Kampen. (Overijss. aim. 1841. p. 67. cf. 1839. p. 127, — 1840. p. 35.)

De volgende HSS. der Koninkl. Bibl. te \'a Gravenhage bevatten nog levens van verschillende Nederlandsche heiligen, bijna allen gelijk aan de uitgegevene in de Acta Sanctorum: A. 80.—J. 3. (o. a. St. Servaas, St. Lambert en St. Hubert, bisschoppen van Maastricht.) — J. 6. (15e eeuw.) (o. a. St. Servaas, St. Martinus van Tongeren, St. Maternus.) — K. 30. (1478.) — L. 29. (einde 15e eeuw.) (o. a. St. Werenfried, St. Odger, St. Bavo, St. Odmer, St. Servaas.)

-ocr page 23-

KRONIJKEN VAN HOLLAND.

1. DE BEKENDE HOOFDKRONIJKEN.

Annales Egrmnndani, 875—1205.

Handschr. Zie: Pertz, Monumenta. Scr. XVI. p. 442, 443. — Londen. Brit. Mus. Tiherius. No. C. XI. perk. 12e en 13e eeuw. (cf. Van den Bergh, in; Nijhoffs Bijdragen. XI. p. 118. — Mon. Germ. II. p. 217.) — Hamburg. Stadtbibl. (Kopie van het Loudensche HS.)

Uitg.: lo. In: Pertz, Monum. Scr. XVI. p. 443—479. — 2o. Door het Hist. Genootschap. (TJtr. 1864.) (Afdruk uit; Pertz, Monumenta.)

Schr.; Potthast. p. 124. Suppl. p. 40. — Van den Bergh 1. c. XI p. 117. — Bakhuizen v. d. Brink, Haecmun-densia, in: Het Ned. Rijksarch. I. p. 171.

Chronicon Egmoudaunm sire Hollaudiae, auctore auo-nymo monacho Egmondano. 647—1205.

NB. Omwerking van de Annales Egmundani, vroeger verkeerdelijk aan P. Meerhout toegeschreven.

Handschr.; Middleltill. Cod. Meermann. No. 802. (Met aant. v. Dousa, Scriverius en Westphalen.) 37 p. 4o. 14e eeuw. (cf. Pertz, Archiv. VII. p. 613.) — Parijs. Bib). Nation. Lat. No. 11105. Suppl. Lat. No. 245. 8o. — Brussel. Bibl. Bourg. No. 7675—7682. — Breslau. (cf. Pertz,

-ocr page 24-

10

Monum. XVI. No. 4.) — Leiden. No. 236. (Catal. Geel. No. 676.) 18e eeuw. (Met noten van Scriverius-, wellicht hetzelfde Hs. door Kist in auctie Van Alkemade gekocht, cf. Kron. Hist. Gen. 1848. p. 24.) — Brussel. Bibl. Bourg. No. 6407. 15e eeuw (begin defect.) — Ham-hurg. Stadtbibl. Hist. civ. No. 18. fol. 123 p. pap. (Anonymi chrouicon Traiectinum. 640—1205. cf. Pertz, Archiv. VI. p. 235, 633.) — Kopenhagen. Oude Kon. Bibl. No. 624. (Bibl. Gott.) fol. 16e eeuw. (cf. Pertz, Archiv. VII. p. 614.) — Leeuwarden. Weeshuis (thans Fr. gen.) Afschr. door Gabbeina 1670 naar de kopij van Scriverius (van het origineel te Middlehill.)

Verder worden nog vermeld de volgende Hs., die hierbij wellicht behooren: Breslau. Bibl. St. Elis. B. R. Rep. I. No. 36. perk. (Fragmentum de Hollandiae comitibus. 843—1205. fol. cf. Pertz, Archiv. VI. p. 97. XI. p. 708. — Kron. Hist. Gen. 1858. p. 153.) — Brussel. Bibl. Bourg. No. 6406. Lat. 4o. („Anno domini 866 Karo-lusquot; — 1205.)

Uitg.: lo. In: Sweertius, Eer. Belgic. ann. (Francof. 1620. fol.) p. 351—373. — 2o. In: Matthaeus, Analecta. (onder den titel: Wilhelmus Procurator.) IV p; 1, — 2e ed. in 4o. II p. 425—496. — 3o. Met aant. door Kluit. (Hist. crit. comit. Holl. I. 1. p. 1—215.)

Schr.: Bakhuizen van den Brink, Haecmundensia, in; Het Nederl. Rijks-archief. I. p. 171. — Van Wijn, Nalez. I. p. 121. — Van den Bergh, in: Nijhoffs Bijdr. XT. p. 117. — Saxe, Onomasticon. II. p. 283. — Pfirs, Naamrol, p. 29. — De Wind, Bibl. der Nederl. ge-schiedschr. p. 32—34. — Kron. van Egmond door S. Eikelenberg. (Alkm. 1732. 4o.)

Wilhelmus Procurator, Chrouicon comitnm et nobilinin Hollandiae. 1205 (1168)-1332.

NB. Vervolg van het Chrouicon Egmoiulanum.

-ocr page 25-

11

Handschr.: Hamburg. Stadtbibl. Hist. civ. No. 17. (Bibl. TJffenb. No. 138.) fol. perk. 136 p. 15e eeuw. (Codex afk. v. Nicolaas bisseh. v. Haarlem, Douaa en West phalen, gebr. door Matthaeus.) (cf. Pertz, Archiv. VI. 235, 625.)

TJitg.: In: Matthaeus, Analecta. V. p. 1. — 2e ed. (4o.)

II. p. 496—718.

Schr.: De Wind, Bibl. p. 49. — Foppens, Bibl. Belg. I. p. 420.

Melis Stoke, Hollauusche llijm-krouiek. 694—1306. v

NB. Tot 1205 uit het Chronicon Egmondanum, later (sedert Willem II) mémoires van een leekebroeder te Egmond, met vervolg door een ander.

Handschr.: Gravenhage. Kou. Bibl. No. 722 , 723 , 724. 15e eeuw. (De 3 HSS. van Huydecoper.) (cf. Hoffmann, Horae Belgicae. I. p. 70—77. — Mone, Uebersicht. p. 110.) — Gent. (Bibl. van prof. Serrure.) (Fragment van 38 verzen uit het 8e boek.) — Utrecht. Bibl. v. prof. De Geer. 4o. perk. 14e eeuw. (Verzamelband, waarin een uittreksel uit Stoke met merkwaardige varianten.) NB. De uitgave van Van der Does had plaats volgens 2 HSS., waarvan het oudste, geschreven door Matheus Gerardi, prior te Naaldwijk (1390), nog bestaat, (cf. Bibl. Roeveriana. I. p. 67.) Het is No. 724 der Kon. Bibl.

Uitg.: lo. Door Jan van der Does, met eene voorrede. (Amst. Barent Adriaensz. 1591. fol.) (cf. Catal. Hult-mann. IV. p. 278. No. 26013.) — 2o. Herdruk, (\'s Grav. 1610. fol.) (Hierin is het Liedt v. gr. Floris vervangen door een extract uit Veldenaer en Van Velthem. III 43—47.) — 3o. Holl. Jaarboeken,\' met bijl. door C. van Alkemade. (Leyd. 1699. fol.) (Eerste editie met den naam van Stoke.) — 4o. Eijmkronijk van M. S. met aanm. v. B. Huydecoper. (Leyd. 1772. 3 dln. 8o.) — Fragmenten der kroniek zijn uitgegeven door: lo. Böhmer, Fontes. II. p. 416—432. (over 1247—

-ocr page 26-

12

1256.) — 2o. Clariase, in: Verh. v. d. Maatsch. v. Let-berk. TI. 2. p. 242. (Boek III. vs. 993 vlg.) — 3o. Bormans, in: Compte-rendu de l\'Acad. de Belg. 2e Serie. VI. Buil. 185é. p. 99—106. (boek VI. vs. 359— 510.) — 4o. Scriverius, Toetssteen, achter het Goudseh kron. p. 252. (Ie uitg. v. h. slot met den naam des schrijvers en de opdracht aan Willem III.) — 6o. Mat-thaeus, Aualecta. I. p. 65. (ov. 1358.)

Schr.: Clignett, Over de handschr. door Huydecoper gebruikt bij de uitg. v. M. S. (\'s Grav. 1825. 8o.) — Kluit, Consp. hist. c. epist. de nonnullis quae in editione chronici Stoke occurrunt. (Trai. a. R. 1773. 4o. — cf. Hist. crit. I. 2. p. 448.) — Literatur-Blatter. 1805. VI. p. 74. — Mone, Uebersicht. p. 110. — Wagenaar, in: Vaderl. Letteroefen. (Amst. 1773.) II. p. 14—30. — Pars, Naamrol, p. 33. — De Wind, Bibl. p. 40—45. — Van Wijn, Hist, en letterk. avondst. (Amst. 1800.) p. 277—284. — Burman, Traiectum eruditum. p. 362. — Witsen Geijsbeek, Woordenboek. V. p. 335. — Jonck-bloet, Middelnederl. dichtk. III. 1. p. 176 vlg. — Bolhuis v. Zeeburgh, Kritiek der Friesche geschiedschr. p. 21—25. — Foppens, Bibl. Belg. I. p. 49. — Saxe, Onomasticon. II. p. 342.

Jacob yan Maerlant, Spieghel Mstoriael.

NB. Wereldkroniek volgens Vincentius van Beauvais, begonuen iu 1283; alleen het laatste gedeelte heeft eeuige historische waaide. Handschr.: cf. Mone, TJebersicht. p. 102. — Amderdam. Bibl. Kon. Akad. (uitgeg. door Clignett, Bilderdijk, Van Lennep en De Vries. — cf. Inleiding der uitg. van De Vries. p. LXXXIX vlg.)

Uitg.: lo. Antw. 1515. fol. Met houtsn. — 2o. M. aantt. door J. A. Clignett en J. Steenwinkel. Leyd. 1784. 2 dln. 8o. (Ie pertie. 8 boeken.) — 3o. Door Bilderdijk. Amst. 1812. 8o. (3e pertie. boek 1—3.) — 4o. Door

-ocr page 27-

13

J. van Lennep e. a. Amsfc. 1849. (4e pertie.) Aantee-keningen hierop door J. H. Halbertama. Dev. 1851. 8o. — 5o. Door De Vries en Verwijs. Leiden. 1857. (Het geheele werk met de vervolgen.) — üitg. van fragmenten: lo. Door K. A. Schmidt en Kinderling, in: Deutaches Museum. 1788. I. p. 72—82, 112— 124. — 2o. In: Verb, der Maatseh. v. Letterk. 1818. II. 2. p. 194 vlg. — /3o. Door Hoffmann, in: N. werken der Maatseh. v. Letterk. I. 2. p. 253. — 4o. Door Halbertsma. (Letterk. Naoogst. Dev. 1845. II. p. 303—323.

Schr.: Serrure, J. v. Maerlant. Gent. 1861. 8o. — Snel-laert, üedev. ov. Maerlant, in: Astrea. III. 272. IV. 3. — Ann. de la Soe. d\'émulat. de la Flandre Occident. I. 318. — K. Versnaeyen, Maerlant en zijne werken. Gent. 1861. 8o. — Van Wijn, Nalez. I. p. 99, 104. — De Navorscher. VIL p. 264, 379. IX. p. 41, 307, 343. — Hoffmann, Horae Belgicae. 1. p. 41—44. — Jonckbloet, Gesch. der middennederl. dichtk. III. — Jonckbloet, Nalezingen op de Spiegel historiael. (Dev, 1849. 8o.) — Mone, Uebersicht. p. 102—105. — De Vries, Gesch. der Nederd. dichtk. I. p. 6. — Wiliems, in: Belg. Museum. II. p. 438—464. — Van Wijn, Histor. en letterk. avondst. I. p. 289—292. — Bolhuis van Zeeburgh, Krit. der Fr. geschiedschr. p. 25—34.

Philip Utenbroeke, Spiegel historiael.

Nli. Vervolg van Maerlants Spiegel.

Uitg.: door Ferd. v. Hellwald, De Vries en Verwijs (voor de Maatseh. v. Nederl. letterk. Leid. 1873—1875. 4o.

Lodewflk van Velthem, Spiegel historiael. 1248—1316.

NB. Tweede vervolg op Maerlants Spiegel. De schrijver was een Brabandsch priester omstreeks 1303.

Handschr.: Leiden. Akad. Bibl. (het eenige bekende.) —

-ocr page 28-

14

Bonn. (Fragment, cf. Jonckbloet, Gesch. der midden-nederl. dichtk. III. 1 p. 189.)

üitg.: lo. Door I. le Long. Amst. 1727. fol. — 2o. (Het 3e boek) door Jonckbloet. Hagae Com. 1840. 4o. — 3o. (Fragment. Ill 43—47) achter de editie van Melis Stoke van 1610. (Afgedrukt naar hetzelfde H3.. dat ook Lelong gebruikte, blijkens eene drukfout in 47.) — 4o. (Fragment) door Serrure, in: Vaderl. Museum. I. p. 273. — 5o. (Fragment) door Blommaert, in; Vaderl. Museum. II, p. 97.

Schr.: Mone, Uebersicht. p. 111. — Mém. de la Soc. de l\'hist. de la Flandre. marit. de France. (Bergues. 1857.) p. 84 vlg. — De Wind, Bibl. p. 45—49. — Van Wijn, Histor. en letterk. avondst. p. 317—322. — Vaderl. letteroefen. 1837. II. p. 229, 277. — Clignett, Voorr. v. Maerlants Sp. hist. p. IX—XL — Collot d\'Escury, Hollands roem. II. p. 49. — Hoffmann, in: N. Werken der Maatsch. v. Letterk. I. 2. p. 254. — Jonckbloet, in: Bar. en vers], der vereen. III. 1846. p. 72—76.

^ De klerk nit de lage landen bfl de zee, Chronijk van Holland Tan de vroegste tjjden tot 1316.

NB. De schrijver was een Noord-Nederlander, die omstreeks 1350 leefde.

Handschr.: Utrecht. Prov. arch. 172 biz. 15e eeuw. (Gebruikt door het Hist. Gen. Beter dan het door Van Mieris gebruikte HS.) — Utrecht. Prov. arch, fol, pap. 166 p. 15e eeuw. (HS. gebruikt door Van Mieris, afkomstig uit de familie Eenesse, later van Scriverius en Westphalen.) — Utrecht. Prov. arch. fol. pap. 194 p. 18e eeuw. (Afschrift van het voorgaande HS. door F. Van Mieris.) — Avisterdam. Bibl. der Kon. Akad. No. 110. 4o. 32 bl. perk. 15e eeuw. (Chronijk van Holland tot 1398; waarsch. een extract uit de Klerk uit de lage landen met vervolg.)

-ocr page 29-

15

Uitg.; lo. Door F. van Mieris. Leid. 1740. 4o. — 2o.

Door het Hist. Genootschap.

Sehr.: De Wind, Bibl. p. 55--57. — Siegenbeek, Bekn. gesch. der Neder), lotterk. p. 35. — Bolhuis v. Zee-burgh, Krit. der Fr. gesch. p. 92.

y Het onde Goutsche Chrouyckje. (863—1437, met vervolg tot 1477.)

NB. Deze kroniek (naar de plaats der eerste uitgave door Scri-verius „Goudsch kroniekjequot; gedoopt) is wel eens toegeschreven aan Heer Jan van Naaldwijk (t c. 1490. cf. over hem: Scheltema, Staatk. Nederl. II. 142), die de kroniek het eerst liet drukken en het vervolg schreef. Vooral dat vervolg is belangrijk; de kroniek van den onbekenden schrijver (die c. 1440 stierf) bevat veel fabelen. Handschr.: \'«OravenJtaqe. Mus. Meerm. Westr. No. 182. (No. 51. 4o.) pap. 15e eeuw. Afkomstig van „Jacques degmont.quot; (Chronijk van Holland tot 1437. „ende in vrede hout.quot;) — Leiden. Bibl. v. prof. ü. Fruin. (vroeger door Scriverius gebruikt) met twee vervolgen: 1430— 1456 en 1467—1477. — Aid, HS. met het le vervolg (—1456) en wijzigingen in den tekst. — Leiden. Akad. Bibl. No. 136 D. ^Cat. Geel. No. 669.) pap. (Chronijk van Holland, geschreven Ao. 1436 door Steven Hendriks-zoon. cf. Scriverius, Chron. Goud. p. 129.) — Brussel. Bibl. Bourg. No. 6075. fol. 16e eeuw. („Langhen tijt zcie es my ghebeden enz.quot;) — \'s Gravenhage. Kon. Bibl. No. 148. laatst 15e eeuw. (Iets uitvoeriger dan de gedrukte tekst; begin en slot ontbrel^n. Het door prof. Fruin in: Bydr. N.- R. VII. p. 17, 21 gedrukte fragment komt hierin ook voor.) — Utrecht. Bibl. Hist. Gen. 34 bl. gr. 4o. pap. tot 1436. (geschr. door „Mr. Claes Goesensone tot Haemste int jaer des Heereu 1467quot; voor „.Jacob Simon Danckaerts sone scipper van Westenwouwe.quot;) Vroeger eigendom van Andr. Schot, Fr. Westphaleu, G. van Loon en H. W. Tydeman.

«

-ocr page 30-

16

(Geciteerd door Van Loon als: Krouijk van Mr. Claea Goeten.) — UtTBcht, Bibl. Hist. Gen. kl. 4o. 15ö eeuw. pap. (met het gedrukte vervolg tot 1478.) Met gekleurde wapens der graven van Holland; daarachter 12 blz. met dezelfde hand geschreven, waarop vier verzen inhoudende den lof van Haarlem en drie episoden uit de geschiedenis der stad. (onder het eerste: „Diric Mathysz. dichte dit.quot;) — \'s Gravenhage. Kon. Bibl. O. 156. Afschrift van een gedrukt ex., geschr. e. 1500. (Cronijke of die historie van Hollant.) — Leiden. Akad. Bibl. Periz. Q. 44. Afschr. v. d. ed, van 1478, geschr. in de 17e eeuw, afk. v. P. Burmannua Sec. — Een HS. was vroeger in de coll. Meerman. Catal. IV. p. 176. Uitg.: lo. Gouda bij Gher. Leeu. 1478. 4o. — 2o. Herdruk. Leiden bij Henric Henrici. 1483. 4o. — 3o. s. 1. et a. (Antv. ap. Gerh. Leeu. c. 1490. 4o.) — 4o. Leyden. 1517. fol. Met houtgrav. — 5o. Door P. Scriverius. (Out Goutsch Chronycxken.) Amst. 1663. 4o. (Met vervolg en. Toets-steen door S. zelf.)

Schr.: Oudinus, Comm. de script, eccles. III. 2729. — Paquot, Memoires. IX. p. 98. — Van Kampen, Gesch. der Nederl. lett. III. p. 48. — De Wind, Bibl. p.

80_82. — Van den Bergh, in: Nijhoffs Bijdr. N. E.

I. p. 119. — Pruin, in: Nijhoffs Bijdr. N. E. VIL p. 15 vlg. — Scheltema, Mengelw. II. 2. p. 14, 15. — Bolhuis v. Zeeburgh, Krit. der Fr. gesch. p. 92—96, — Bolhuis v. Zeeburgh, in: Nijhotfs Bijdr. N. E. VIÏI. p. 351.

?r Chronica de Hollaut et eins comitatn. (863—1477.)

NB. Vertaling van eene kroniek van Holland achter: ^elde-uaer, Fasciculus temporum.

Handschr.: Leuven. XJniv. Bibl. 12o. pap. 15e (c. 1461) en 16e eeuw. („Ao. 863 cum 3k.arolu8 tot aan de ge-boorte van Philips den Schoone, met vervolg tot 1530.)

-ocr page 31-

17

(Zie over dit HS., vroeger van A. Weatphalen, die het zeer belangrijk noemde, — later van TJffenbach vlg. zijn Catal. MSS. fol. 1720; Pertz, Archiv. VII. p. 708. — Compte-rendu de la comm. roy. d\'hist. 2e ed. I. p. 156. — Bolhuis v. Zeeburgh, in: Nijhoffa Bijdr. N. E. VIII. p. 350.)

Uitg.: lo. In: Matthaeua, Analeeta. IX. p. 80. — Aid.

2e ed. (4o.) V. p, 523.

Schr.: De Wind, BibI, p. 85, 105. — Potthast, Bibl. p. 200. — Bolhuia v. Zeeburgh , in : Nijhoffa Bijdr. N. E. VIII. p. 349.

Johannes Gerbrandi a Leydis, Chronicon comltnm Hol-landiae et episcoporum Ultraiectensinm. (tot 1417.)

NB. De schrijver, Karmelieter-monnik te Haarlem, stierf 1504 Zijne kroniek is tweemaal bewerkt: de eerste bewerking verscheen c. 1450, de tweede c. 1470. De kroniek eindigt met 1417. (De Hoop Scheffer, in: Stud, en bijdr. III. p. 135. — Vgl. echter: Bolhuis v. Zeeburgh, in: Nijhoffs Bijdr. N. R. VIII. p. 356. — Pertz, Archiv. III. 452, VI. 97, XI. 710.)

Handschr.: le bewerking. — Alkmaar. Gemeente-archief. 4o. pap. Met vervolg van een andet tot 1514. (Chronicon Holl., Zeel., Fris. et terrae Trai. „In principio aive exordio huius libri duo possunt queri.quot;) Zie over dit HS.: De Hoop Scheffer, in: Stud, en bijdr. v. hist, theol. III. p. 133 vlg., en: Kron. Hiat. Gen. 1852. p. 152. — Leiden. Univ. Bibl. B. P. L. 912. HS. van 1714, afachr. v. h. Alkmaarsche door Alkemade, met aant. v. E. Pruin. („Chron. Holl., Zeel., Fris. et terrae Traiect. a vetusto codice in abbatia Haecmundenai manu exarata.quot; Met vervolg, geschreven 1516. fol. 82—140.) (cf. Stud, en bijdr. III. p. 134. Noot 2.) — Gravenhage, Kon. Bibl. O. 123. 8o. HS. van 1702, afkomstig van Kist. („Excerpta e codice vetuato aanae fidei. 409—1512.quot;) (cf. Stud, en bijdr. III. p. 134. Noot 3. — Catal. Bibl. N. C. Kist. p. 8. No. 88. — Kerkhist. arch. II. 83. — Webkek n» 31. 3

-ocr page 32-

18

De Navorscher. dl. XVI, XVII, XVIII passim.) -Het HS. te Fraay. Bibl. VII. D. 6. f. (cf. Stud, en bijdr, III. p. 134. Noot 1) schijnt een Beka te zijn. Zie: Pertz, Archiv. IX. 470. X. 665. - Kron. Hist.

Gen. 1851. p. 342.

2e bewerking. — Brussel. Bibl. Bourg. No. 8343. fol. Lat. pap. 15e eeuw. („Gesta temporum preteritorumquot; tot 1417.) Zie over dit HS., voor de uitgave van Sweertius gebruikt: Pertz, Archiv. VIII. 512. - Nijhoffs Bijdr. N. R. VIII. p. 357 N. — Breslau. Bibl. llhed. Rep. I. No. 58. fol. 15e eeuw. (tot 1386.) — Breslau. Bibl. Khed. Rep. I. No. 160. fol. 15e eeuw. (tot 1417.) Vgl. Kron. Hist. Gen. 1858. p. 153.

Uitg. (2e bewerking): In: Sweertius, Rer. Belgic. ann.

(Antv. 1620. fol.) I. p. 1—349.

Schr.: Orlers, Beschr. y. Leijden. I. p. 358. — Boxhorn, Theatrum urb. Holl. p. 211. - Meursius, Atheuae Bat. c. 24. — De Wind, Bibl. p. 98—102. — Fabri-cius, Bibl. mod. aevi. III. p. 134. - Foppens, Bibl. Belg. II. p. 646. — Van Wijn, Huiszitt. leven. II 1. p. XVI. — Kluit, Hist. crit. 1 2. p. 93. — Scriverius, bij: Dousa, Holl. ann. (L. B. 1601. 4o.j - Bolhuis v. Zeeburgh , Kritiek der Friesche geschiedschr. p. 96— 98. _ Pars, Naamrol, p. 88. — Valerius Andreas, Bibl. Belg. p. 505. — Saxe, Onomasticon. II. p. 506. — Potthast, Bibl. p. 394. Suppl. p. 87. — Nijhoffs Bijdr. N. R. VIII. p. 355 vlg.

3\' thronicon Belgicum magnum. (54—1474.)

NB. De schrijver was Augustijner-moumk te Neuss c. •1478. Uitg.: lo. Door: Pistorius, Script, rcr. Germ. III. p. ]_456. _ 2o. Door\'Pistorius-Struve, Script, rer. Germ.

III. p. 1—456.

Schr.: Janssen, in: Archiv des hist. Vereins f. d.! Nie-derrbein. 1855. I 1. p. 84. - De Wind, Bibl. p. 77,

-ocr page 33-

19

78. — Bolhuis v.. Zeeburgh, in: Nijhoffs Bijdr. N. E. VIII. p. 361. — Saxe, Onomasticon. II. p. 526.

Jan Teldenaer, Fasciculus temporum inhoudende die chronyken ran ouden tyden. (tot 1480.)

NB. De schrijver, boekdrukker te Utrecht omstreeks 1480, vertaalde de Fasciculus temporum van Werner Rolevinck, eu breidde ze uit door de opname van korte kronieken van Holland, Utrecht enz., later in het Latijn vertaald afzonderlijk uitgegeven in: Mat-thaeus, Analecta.

Handschr.: \'s Gravenhage. Kon. Bibl. No. 824. 4o. perk. (Fasciculus temporum tot 1454. Van Role/inck?) — Bern. No. 576. 15e eeuw. („Extracta ex Fasciculo temporumquot; van Kolevinck? cf. Neues Archiv. 111. p. 217.) Uitg.: lo. te Utrecht, 1480. in tol. — 2o. door Boxhorn. Leijden. 1650. 4o. („Chronyck van Hollandt, Zeelandt ende Westfriesland door Jan Veldenaer.quot; Uittreksel uit de origineele editie.)

Schr.: Löher, Jakobaa vou Bayern. 1. p. 420. — De Wind, Bibl. p. 84—86. — Burman, Traj. erud. p. 383. — Van Wijn, Huiszitt. leven. II. p. 87. (cf. Voorrede. p. XVII.) — Boxhorn, Chron. v. Zeeland, p. 28. — Pars, Naamrol, p. 39. — Val. Andreas, Bibl. Belg. p. 574. — Foppens, Bibl. Belg. II p. 744. — 3axe, Onomasticon. II. p. 474, 483, 593. — Nijhoffs Bijdr. N. E. VIII. p. 349, 350.

)( Die Cronycke van Hollandt, Zeelandt eude Yrieslandt. DiTlsiekroniek.) (tot 1517.)

Handschr.: \'■»Gravenhage. Kon. Bibl. K. 40. tol. 15 p. (Twee fragmenten in het begin der 16e eeuw, afgeschreven uit do editie van 1517: Div. VI en XIV, XV.) Uitg.: lo. Leijden, bij Jan Seversen of Jan Cornelissen. 1517. fol. — 2o. 1530. Met vervolg over 1517—1530. — 3o. 1585 Met vervolg tot dat jaar. — 4o. 1591. Ie dl.

-ocr page 34-

20

tot 1517, 2e dl. met verv. tot 1566 van E. de V(eer) en ander vervolg over 1566—1590. — 5o. Met vervolg van Ellert de Veer; Amsterdam. 1595. — 6o. Omgewerkt door quot;W. van Gouthoeven: Dordrecht. 1620. 2 dln. fol. („D\'oude chronycke ende historiën van Holland, van Zeeland ende van Utrecht.quot;) — 7o. Herdruk van 1636.

Schr.: De Wind, Bibl. p. 112. — Pars, Naamrol, p. 30— 32. — Bolhuis v. Zeeburgh, Krit. der Fr. geechiedschr. p. 96—98. — Nijhoffs Bijdr. N. R. VIII. p. 353.

Rein. Snoyns, De rebus Batavleis libri XIII. (tot 1519.)

NB. De schrijver sterft 1537. Zijn werk was reeds vóór de uitgave verspreid, (cf. Dousa, Voorrede voor Stoke. Dousa, Holl. annales. p. 75 , 251, 281, 297. — Gouthoeven, Kronijk. p. 219, 320.) \'

Handschr.: Utrecht. Prov. arch. (cf. Vermeulen, Vanden levene ons heren. p. XXXVI.) — Brussel, Bibl. Bourg. No. 13912. 4o. Lat. 16e eeuw. („Opere pretium duxi-juus,quot;) — Aid. Bibl. Bourg. No. 10250. fol. Lat. 15e eeuw. (NB. De titel der heide Brusselsche HSS. luidt: „Rein. Snoij et van der Brucht, Chronice Hollandie

etc.quot;) _ Vgl. over een HS. uit het laatst der 16e eeuw

fol. pap. 900 blz., afkomstig van Buchell en verschillend van het uitgegevene: Vissuher, Hist, tijdschr. 1841. I. p. 34.

Uitg.: Emend, et recogn. Jac. Brassica (Cool), ed. Sweer-tius, iu: Rer. Belgic. ann. (Francof. 1620. fol.) II. p. 1—193.

Schr.: De Wind, Bibl. p. 115—119. — Kron. Hist. Gen. 1846. p. 173. — Walvis, Beschr. v. Gouda. p. 244. — Paquot, Mémoires. XI. p. 55. — Erasmus, Epistolae. No. 464, 474- — Scheltema, Staatk. Nederland i. v. Snoy. — Foppens, Bibl. Belg. II. p. 1061. — Val. Andreas, Bibl. Belg. p. 790. — Saxe, Onomasticon. III. p. 39, 585. _

-ocr page 35-

21

Hadr. Barlandns, Hollandiae comitnm historia et icones.

(tot 1506.)

NB. De schrijver was hoogleeraar te Leuven. (1482—1542.) Zijn werk is geheel gevolgd naar Beka en Joh. a Leydis.

Uitg.: lo. Francofurti. 1585. — 2o. Door Scriverius, in:

Batavia illustrata.

Schr.: De quot;Wind, Bibl. p. 130. — Scriverius, Bat. illustr. p. 144. — Melch. Adamus, Vitae Germ, philosoph. p. 122. — De la Eue, Geletterd Zeeland, p. 441. — Poppens, Bibl. Belg. I. p. 10. — Saxe, Onomasticon. III. p, 106.

Jan Jansz. Beygersbergh van Cortgene, Dye Cronycke ran Zeelandt.

NB. Grootendeels geput uit andere kronieken, maar ook uit het archief der familie Van Borsselen. Daarom belangrijk over 1450—1550.

Uitg.: lo. Antwerpen. 1551. 4o, — 2o. Middelburg. 1634. 4o. (verm. ed.) — 3o. Midd. 1644. (met aant. v. Box-horn.) — 4o. (het eerste deel) door Smallegange, Kron. v. Zeeland. (Middelburg. 1696. fol.)

Schr.: De Wind, Bibl. p. 152. — Smallegange, Kron. v. Zeel. p. 61. — De la Eue, Geletterd Zeeland, p. 468. — Paquot, Mémoires. VII. p. 65. — Ermerins, Beschr. v. Vere. (Zeeuwsche oudh. VI. p. 186.) — Dousa, Voorr. v. Stoke. — Val. Andreas, Bibl. Belg. p. 551. — Poppeus, Bibl. Belg. II. p. 716.

2. ONUITGEGEVEN KRONIJKEN.

Beyeren, quondam Gelre, armorum rex de Rnyris, Die Hollantgche chronike ran den Heraut.

Handschr.: Brussel. Bibl. Bourg. No. 7420. fol. pap. 15e eeuw. („Eersamen geduchten vaderenquot; — „des hy over

-ocr page 36-

22

al vraukrik ttneen ghebet heeft.quot; 1409. cf. Archiv. VII. p. 704.) — Aid. Bibl. Bourg. No. 837. fol. perk. en pap.\' 15e eeuw. („Hollandsche Chronike.quot; „Eersamen en gedachten vaderenquot; — „gaven grooten lof ende dane ende gods leen an verdient hadde hadden zijt wel gehouden.quot;) 5 blz. over 900 -1300, 10 blz. over 1300— 1409. (cf. Archiv. VII. p. 703.) - Aid. Bibl. Bourg. No. 15653. (V. Hulth. 195.) 8o. perk. 14e eeuw. (Rijm-kronijk der graven van Holland van Karei den Kale tot Margaretha. 1355. „Int zevende jair dat moghent-likequot; — „in Hollant wel 10 jaer.quot; Excerpt uit Melis Stoke.) (cf. Archiv. VIII. p. 541.) — Aid. Bibl. Bourg. No. 17914. 8o. perk. 1409. („Eersamen en geduchtenquot; — „Explicit cronographia per manus Beyeren armorum regis de Enyris anno domini 1409 etc.quot;) — \'s Graven-kage. Kon. Bibl. 823. fol. pap. 15e eeuw. („Croniken van Adam tot tjaer ons Heeren 1348.quot; Opgedragen aan Willem V en Fred. v. Blankenheim. Compilatie uit verschillende bronnen: tot 850 zeer kort, verder iets uitvoeriger over de geschiedenis van Vlaanderen tot 1315. Exemplaar uit de bibl. van prins Willem IV. cf. Archiv. VII. p. 131.) — Aid. Kon. Bibl. O. 94. HS. van c. 1700. — Aid. Mus. Meerm. Westr. No. 168. (fol. No. 47.) fol. pap. 14e eeuw. („Eare ongedructe Cronyck van Hollant en Westfrieslant.quot; „Omdat ic nyet en wil Dat myn syn yet verderve stille te leggen in ledicheydenquot; — „Ende hyrom versamende biscop Ghie een groot heer wt Hollant ende vten Sticht ende beaat dat casteel te Goy alornme opdat hy myt stormen al.quot; Loopt van de geboorte van Jozus tot bisschop Guy van Henegouwen, 1317, waar het plotseling afbreekt. Ex. afkomstig van A. Westphalen. Schijnt gedeeltelijk ontleend aan Melis Stoke.) — Leiden. Acad. Bibl. Catal. Geel No. 671. (B. P. L. 76. C. F.) fol. pap. 1476. 60 blz. („Hir begint die eerste etaeten, als

-ocr page 37-

23

Vim Adamquot; — „so giugen die Quuusbroeders.quot; Loopt tot 1348, aan het slot p. 83—88 een vervolg tot 1464. cf. Areliiv. VIII. p. 571, juncto VII. p. 703.) — Leiden. Bibl. Lett. No. 676. fol. 93 p. pap. („Dits die Holiantsche chrouike.quot; Loopt tot 1409. Met register v. Bodel Nijenhuis.) — Nijenburgh bij Alkmaar, kl. fol. perk, en pap. (Tot 1409. Origineel van het HS. van Letterkunde. In het bezit v. Jhr. D. v. Foreest. 1846. cf. Catal. Bibl. Lett. p. 42.)

NB. Van den heraut Gelre, laterals wapenkoning Beije-ren genoemd, een edelman aan het hof van Willem VI, bestaan behalve de bovengenoemde kronieken verschillende werken: Weenen. Hofbibl. Hist. prof. No. 51. („Nomina eorum, qui interfuerunt torneamentis habitis Compendii annis 1238, 1310, 1396, 1402.quot; cf. Archiv. I. p. 432.) — Leiden. Bibl. Coenen v. \'s Gravesloot. kl. 4o. perk. 124 p. 15e eeuw. (Afk. v. Jac. Koning; bevat lijsten van ridders van 1238, 1402, 1396, 1404. — cf. Herald, bibl. 1875. p. 30.) — Gedichten en wapenschilden te Brussel. Bibl. Bourg. No. 15653. (cf. Archiv. VIII. p. 541.)

Schr. (over al deze werken); N. Beets, Mededeeling aang. een iniddeleeuwsch HS. in: Bibl. Maatsch. Lett. No. 677. — Compte-rendu de la comm. roy. d\'hist. 3e serie. V. p. 252. — J. van Maldeghem, La bataille de Staveren. (Biussel. 1869.) — Gachard, Notice des MSS. de la Bibl. Impér. de Vienne. p. 23. — Archiv. VII. 703, VIII. 541. — Dousa, in: Voorrede voor Melis Stoke. — F. van Mieris, in: Voorrede voor de Klerk uit de lage landen.

Jan Tau Naeldwyck, Chronycke Tan Hollandt.

Handschr.: Londen. Brit. Mus. Cotton. Vitellius. F. XV. en Tiberius. C. IV. (Het eerste HS. gr. 4o. pap. 16e eeuw, loopt tot 1414. — Het tweede HS.; vervolgd

-ocr page 38-

24

door denzelfden auteur tot 1461, 267 p. De voorrede begint: „Omte verwecken die... gedachten des tnen-schelicken gheslachtes.quot; Samen ruim 1000 pag.) NB. Deze kroniek werd vroeger gehouden voor identiek met het Goudsch kroniekje. Ten onrechte vlg. Van den Bergh, m; Bijdr. v. Nijholï. N. B. I. p. «9 vlg. - cf. Paquot, Mémoires. IX. p. 100. — Archiv. VII. p. 74.

George Chastellain, Les croniques des pays de Hollande, Zellandc et aussy en partie de Haynau.

Handschr.: Brussel. Bibl. Bourg. No. 7254. fol. pap. Fransch. 1529. („Après que le monde fut crééquot; — tot den dood van fiud. v. Diepholt. 1455.) Gedrukt door Eeiffenberg, in; Compte-rendu de la comm. roy. d\'hist. XII. p. 251— 272. — Brussel. Bibl. Bourg. No. 7260. fol. 16e eeuw. Fransche verzen. („Sensient les croniques abrégées faites par Jorge l\'Aventurier. Item après les croniques des pays de Hollande, Zellande et Frise.quot; „Qui veult oir merveilles.quot;)

Frederik Tan Sevenrter, Chronicornm Hollandie libn X.

1468.

NB. De schrijver was Karmelieter-monnik te Haarlem. Handschr.: Leiden. Acad. Bibl. B. P. L. F. 127 d. (Catal. Geel No. 668.) fol. pap. 15e eeuw. — Londen. Brit. Mus. Cotton. Vitellius. E. VI. 4o. pap. einde 15e eeuw. („Tabernacula eorum in progenie et progenie.\' )

Schr.; Bolhuis v. Zeeburgh, in: Bijdr. v. Nijhoff. N. R. VIII. p. 358. — Van den Bergh, in: Bijdr. N. K. I. p. 119. — Fruin, in; Bijdr. N. E. VII. p. 93. — Archiv. VII. p. 74, 705 Noot 9, VIII. p. 571.

Theodoricns Paull Gorcomiensis, Chronicon universale.

Handschr.: Leuven. Bibl. De Ram. 1838. gr. fol. (Autograaf, vroeger bij de Bollandisten; alleen de twee laatste

-ocr page 39-

25

gedeelten, cf. Compte-rendu de la comm. roy. d\'hist. II. p. 99. — Archiv. VIII. p. 485.) — Aid. Bibl. Hulthem. (?) Kopie van het vorige HS. door De Nélis. („Thom. Gorcom., Kort vertoog der oude graven van Holland.quot; cf. De Nélis, Prodromus. ed. 1790. p. 65.) (Hetzelfde als het volgende HS.?) — Brussel. Bibl. Bourg. No. 17916. 8o. Holl. 18e eeuw. („Wie is de laatste.quot;) — HS. vroeger in de Bibl. der Jezuïten bij hunne verdrijving uit België.

NB. De schrijver wordt ook genoemd: Theod. Pauli, alias Fran-conis, canonici in Gorrhem. wellicht dezelfde als: Thomas Gorco-miensis, abhas de Rode (bij Aken.) (cf. Bibl. Bourg. No. 17316.) Hij schijnt eeu Chronicon universale geschreven te hebben, bestaande uit verschillende, thans verspreide losse kronijken. (cf. Compte-rendu de la comm. d\'hist. II. p. 98—108.) Een deel daarvan is zeer waarschijnlijk de bij Matthaeus (Anal. V. p. 201) afgedrukte „De vita et rebus gestis dominorum de Arkel.quot; (cf. Van Heussen. I. p. 239.) Een kroniek der bisschoppen van Luik (over de gebeurtenissen van 1465) wordt (in één band met kronieken der heeren van Arkel en Egmond) bewaard te Hamburg. (Stadtbibl. Hist. imp. No. 316. fol. pap. 15e eeuw. cf. Archiv. VI. p. 241.) Een kronijk van „Thomas Gorcomiensisquot; van de heeren van Bre-derode wordt bewaard: Bibl. de Bourg. No. 17314; eene kronijk van de heeren van Borselen van „Theodoricus Gorcomiensis\'\': Bibl. de Bourg. No 17317.

Henricns Gouda, Chrouicarom Hollandie, Zeelandie, Frisie etc. libri XIX.

NB. De schrijver was monnik in het Friesche klooster Thabor en schreef zijn werk, eene navolging der Divisie-kronijk, tusschen

1500 en 1515. Vgl. hierover: Kron. Hist. Gen. 1872. p. 413. _

Fruin, in: Vrije Fries. V. p. 80.

Handschr.: Groningen. Prov. arch. 1522. — \'s Gravenhage. Kon. Bibl. No. 994. 4o. pap. 4 din, (Afschr. v. No. 1 door A. Matthaeus.)

4

-ocr page 40-

26

Chroniken van Holland, (tot 1417.)

Handschr.: \'s Gravenhage. Mus. Meerm. Westr. No. 109. (No. 56. 4o) 4o. perk. 15e eeuw. 40 p. (Dit syn die croniken van Hollant. „Doe die werelt gestaan had 5199 jaer.quot; _ „Ende hi leyt begraven tot Kanout in Henegouwen.quot; Loopt van Christus geboorte tot den dood van quot;Willem VI.) — \'sGravenhaqe. Mus. Meerm. Westr. No. 37. gr, 4o. perk. 15e eeuw. („Als die werelt hadde ghe-staen enz.quot; HS. iets ouder en uitvoeriger dan het vorige, maar met hetzelfde slot.) — Amsterdam. Bibl. Kon. Akad. 4o. perk. 15e eeuw. („Als die werelt hadde gestaen 5199 jaerquot; — „sinen vader tlant te voren.quot; 1398.) 14 bl. (Vgl. hierover: Archiv. VIII. p. 579.) NB. In dit HS. komen dezelfde verzen op de „seven bestenquot; voor als in een HS. der kroniek van den heraut Beyeren te Brussel. Wellicht is ook dit HS. zulk eene kroniek.

Chronlcon ab Mam u. a. 1418.

Handschr.: Leiden. Acad. Bibl. B. P. L. No. 55. pap. 15e eeuw. (Sedert 1346 is dit het verbaal van een tijdgenoot. cf. Archiv. VIII. p. 571.)

Hlstoria Hollandie et Zelandie. (tot 1476.)

Handschr.: Londen. Brit. Mus. Cotton. Vespas. D. IX. (cf. Archiv. VII. p. 74.)

Chrouicon Hollandiae et Zelandiae et Frisiae a prima gentis origine usqne ad Maximilianum Austriacum, qui nupsit Mariae Burgnndiae Caroli haeredi.

Handschr.: Bern. Bibl. No. 588. 4o. pap. 170 p. 16e eeuw. („Hier beghint die cronicke van Hollant, van Zeelant ende van Vrieslant ende vanden Stieft van Utrecht,

-ocr page 41-

27

in welke historie bescriven is hoe die landenquot; enz.) Loopt van den Trojaanschen oorlog tot 1477. (cf. Neues Archiv. III. p. 1.)

7 Geschiedenissen van Holland, Zeeland en Vriesland, mitsgaders de chrouycke vaude bisschoppen van Utrecht en hoe Holland eerst begrepen is.

Handschr.: Bibl. Gérard. (\'«Gravenhage. Kon. Bibl. ?) 4o. 249 p. 18e eeuw. (Eindigt met het begin der regeering van Karei V.)

Hier beghint die afcomste van die edele graven van Hollant, Zeelant en Vrieslant tot Karolo den Keyser,

Handschr.: Brussel. Bibl. Bourg. No. 12191. fol. 1555.

(„Want Holland hier voormaals.quot;) •

3. KRONJJKEN OVER BEPAALDE TIJDVAKKEN.

Dellc memorabili imprese di una flotta di erociati partita delle fori della Schelda. 1188.

Uitg.: In: Mém. della Real Acad, delle scienze di Torino. 2e Serie. II. p. 177. (cf. Buil. de FAcad. de Brux. VII 2. p. 22 vlg.)

Epistola Oliverii scholastici vt 1225) ad Engelbertnm archiepiscopum Coloniensem de obsidione Damiatae et lis quae vidit in Oriente a. 1218, 1219. (Ook genoemd: Historia Damiatina.)

Handschr.: Leiden. Acad. Bibl. God. Voss. Lat. No. 2532 (207.) No. 13. 4o. 14e eeuw. (cf. Archiv. III. p. 443.) — Parijs. Bibl. nation. No. 4861. 13e eeuw. — Aid. No. 4955. 14e eeuw, — Aid. No. 5136. 16e eeuw.

-ocr page 42-

28

Uitg.: In; Bongars, Gesta Dei. i. p. 1185—1192. — Duitsche vertaling in: Westphalia. 1825. No. 41—43. Schr.: Potthast, Bibl. p. 284. — Over andere werken van denzelfden schrijver: cf. Potthast, Bibl. p. 472.

r\' Epistola Jacobi episcopi Achorlensis de obsidione et captmtate nrbis Damiatae.

Handschr.: Leiden. Acad. Bibl. Voss. L. F. 95. pap.

De captione Damiatae.

Handschr.: Leiden. Acad. Bibl. Voss. L. Q. 125. perk. 15e eeuw.

Chi après sensienlt la mauiere comment le damolseanx Gnillaumes comtes de hollandes ce fnt fait chevalierj après qn\'il fut eslen y estre roys des Remains en 1\'an 1267.

Handschr.: Brussel. Bibl. Bourg. No. 12185. fol. Lat. 15e eeuw. („Decesso Plorentio principe.quot;)

Hollandiae comitis Florentii mortis historia.

Handschr.: Weenen. Hof bibl. Hist. prof. No. 9099 (vroeger 229.) fol. pap. 17e eeuw. (of. Pertz, Archiv. II. p. 536, X. p. 466.)

Hollandsch vervolg1 op Martinns Polouus. (1249—1308.) Handschr.: Londen. Brit. Mus. Add. 22. 635.

Utrechtsch vervolg op Martinns Polonns. (tot 1451.) Handschr.: Giessen. Univ. Bibl. No. 160. fol. perk. 15e eeuw. (Met gedichten op de stichting der St. Mariakerk

-ocr page 43-

29

te Utrecht door keizer Hendrik IV: „Tempora cum causis templi venerabilis huius.quot; en op Deventer: „Da-ventria laudabilis.quot;) cf. Archiv. IX. p. 575.

Description de la bataille de Ziericzee en 1301.

Handschr.: \'s Gravenhage. Kon. Bibl. No. 813. fol. pap. (Extract vervaardigd door Van Wijn uit een HS. van de Bibl. du Eoi de France: G. Guiart, Branche aux royaux lignages.)

Chrouicou Bclgii ab anno 1301 nsqne ad anunm 1159.

Handschr.: Warmond. Bibl. v. h. Semin. fol., afk. v. Alkemade. (cf. Kron. Hiat. Gen. 1849. p. 461.)

Codex Tegeinseënsis. (1417—1436.)

Handschr.: Munchen. Kon. Bibl. laatst 15e eeuw. Afkomstig uit het klooster Tegernsee. (Bevat de geschiedenis van Jakoba van Beijeren; heeft veel overeenkomst met de kroniek van Fred, van Sevender en met het Magnum Chronicon Belgicum. Over de geschiedenis van den codex zie men: Bolhuis van Zeeburgh, in: Bijdr. v. Nyhoff. N. E. VIII. p. 362. — Archiv. IV. p. 546.) Uitg.: door Von Löher in: Beitr. z. Gescb. der Jak. v. Bayern. (Abh. der Bayer. Akad. der Wissensch. 3«?. KI. X 1.)

Histoire des Pays-Bas. (1474—1492.)

Handschr.: quot;\'sGravenhage. Kon. Bibl. No. 3685.

Annates rernm in Hollandia et dioecesi Ultraiectina ges-tarnm. 1481 — 1483

Uitg.: In : Matthaeus, Veteris aevi analecta. I. p. 397—500. Schr.: De Wind, Bibl. p. 105. — Potthast, Bibl. p. 135.

-ocr page 44-

30

Dit is die historie van Hollant, Trat dat hier int lant geschiet is, sint dat hartoch Karei vau Bouigongen voer Nanzy int lant Lotringen verslagen worde. (1477—1534) Handscbr.; \'s Gravenhage. Kon. Bibl. O. 157. 40. 363 bl.

NB. Schijnt een vervolg op liet Goudsch kroniekje. De schrijver wus oen Amsterdammer en is o. a. zeer uitvoerig over de terechtstelling der Wederdoopors en andere ketters te Amsterdam. Het HS. komt voor; Catal. Is. Ie Long. p. 22. No. 71. — Bibl. Burrnann. \'1770. MSS. p. 84. No. 3053.

Gnillelmns Hermanuns Goudanus , Hollandiae Gelriaeque bellum quod gestum c. a. 1507 et deinceps.

NB. De schrijver, een vriend van Erasmus, was Augustijnermonnik in het klooster Steyn bij Gouda, (f 1510.)

Handscbr.: Hamburg. Stadtbibl. Hist. Germ. No. 205. tol. pap. p. 47—76. („Olandiae bellum, auct. Wilb. Her-manno, Olando canonico.quot; cf. Arcbiv. VI. p. 242.) — Leeuwarden. Bibl. Fr. gen. HS. v. Gabbema. (cf. Vrije Pries. Xf. p. 292.)

Uitg.: 1. Amsterdam, c. 1517. -- 2. In: Matthaeus, Aua-lecta. Ie ed. 1. p. 321—354. — 3. In: Matthaeus, Analecta. 2e ed. I. p. 496 vig.

Scbr.: De Wind, Bibl. p. 109. — Pottbast, Bibl. p. 354. — Val. Andreas, Bibl. Belg. p. 320. — Vossius, Hist. Lat. o. 10. — Vonck, Voorrede op Huygens\'Doosburg. p. 29—34. — Walvis, Besehr. v. Gouda. p. 239. — Scbelteraa, Mengelw. I. p. 89. — Poppens, Bibl. Belg. I. p. 407.

Histoiru des troubles des l\'ays-bas, arrivés depuis Pan 1517 jnsqu\'en 1568.

Handscbr.: Hamburg. Stadtbibl. (Bibl. Uffenb. No. 12.) fol. pap. 78 p.

-ocr page 45-

81

Chroniqne ou journal dc ce qui s\'est passé dans les Pays-Bas depuis 1522 jnsqu\'en 1574.

Hamlschr.: \'s GravenJiage, Kon. Bibl. afk. uit Bibl. Qérard. (cf. Compte-rendu de la comm. roy. d\'hist. 1. p. 289.)

4. KLEINE KRONIEKJES.

Theodoricus a Leydis, Breviculi parvi positi super se-pnlchra comituiu Hollaitdlae iu mouasterio Uaecmundeusi.

(900—1151.)

NB. De schrijver leefde in de 12e eeuw iu de Egmonder-abdij. Handschr.: Leeuwarden. Burgerweeshuis. 1670. (door Gab-bema.)

üitg.: Door A. Matthaeus, achter het Chron. Egmond.

van Joh. a Leydis. Lugd. Bat. 1693. p. 144.

Schr.: Potthast, Bibl. p. 545. — De Wind, Bibl. p. 57. — Paquot, Mémoires. VII. p. 373.

Leo mouachns Egmundensis, Breviculi maiores positi super sepulchra comitum Hollandiae iu mouasterio Eg-mundensi. (900—1203.)

NB. De schrijver leefde omstreeks 1370 in de Egmonder-abdij. Handschr.: Leeuwarden. Burgerweeshuis. 1670. (door Gab-bema.)

Uitg.: Door A. Matthaeus, achter het Chron. Egmond.

van Joh. a Leydis. Lugd. Bat. 1692. p. 146.

Schr.: Potthast, Bibl. p. 417. — De Wind, Bibl. p. 57. — Paquot, Mémoires. VII. p. 374.

Korte annalen van Holland. (693—1345.)

Handschr.: Hamburg. Stadtbibl. Hist. Germ. fol. No. 31/;. p. 236. („Anno D. 693 Pippinus victoriosus duxquot; — „ob remedium anime eius.quot;) (cf. Archiv. XI. p. 392.)

-ocr page 46-

32

Crouica diversorum gestornm. (912— 364.)

Uitg.: Door A. Matthaeus iu: Analecta vet. aevi. III. p.

679—684.

Schr.: Potthast, Bibl. p. 243.

Cort chronykje van de graven Tan Hollant. (923—1398.) Uitg.: Door P. B. v. D. Amst. 1751. 8o.

Schr.: Potthast, Bibl. p. 234. — De Wind, Bibl. p. 67.

NB. Een onbeduidend excerpt uit Beka.

Chronyk van Holland. (863—1404.)

Handschr.: Utrecht. Bibl. van prof. De Geer. 4o. perk. 14e eeuw.

TJitg.: In: Codex diplom, v. h. Hist. Gen. II 6. p. 68.

NB. Een rijmwerk gevolgd naar Melis Stoke.

Clironicon Hollandlae. (863—1404).

Handschr.: Leiden. Acad. Bibl. Cod. Voss. L. O. 93. 8o. 15e eeuw. 5 blz.

Alb. Snavel, Chronica rernm praecipne ad Belgii foe-derati provincias spectantinni. (Versibus leoninis.) (1200— 1421.)

Uitg.: In: Dutnbar, Analecta. III. p. 633—-635.

Schr.: Potthast, Bibl. p. 535.

De nominibus et origine comitnm et principnm Holian-die, Zelandie, dominorum Frisie. (tot 1430.)

Handschr.: Brussel. Bibl. Bourg. No. 8041. 4o. pap. 15e eeuw. („Theodoricus de prosapia regum.quot;) cf. Archiv. VIII. p. 509.

-ocr page 47-

33

Chronica Hollandiae. (tot 1433.)

Handschr.: Brussel. Bibl. Bourg. No. 5378. fol. Lat. 16e eeuw. („Hollandiae primordialis civitas.quot;) ef. Archiv. VIII. p. 495.

Brevis descriptio comitnm et principum Hollaudiae usque ad Fhilippum bouum, Bnr^undiae dncein.

Handschr.: Breslau. Bibl. ühed. Rep. I. No. 61. fol. pap. (of. Archiv. VI. p. 98. — Kron. Hist. Gen. 1858. p. 153.)

Korte chronycke ran Nederland. (1285—1437.) Handschr.: \'s Gravenhage. Kon. Bibl. No. 1361. fol. (cf. Archiv. IX. p. 510.)

NB. Late kopie van eene korte chronologie; waarachter eenige aauteekeningen van een tijdgenoot te Breda over de familie van Engelbert van Nassau tot 1404.

Kort chronykje van Holland Tan den jaare 972 tot 1466.

Handschr.: Utrecht. Prov. arch. 15e eeuw. — Aid. Prov. arch. fol. pap. 15e eeuw. — Aid. Prov. arch. pap. 18e eeuw. HS. door Van Mieris. (Allen achter HSS. van den Klerk uit de lage landen.)

TJitg.: Door F. van Mieris achter den Klerk uit de Jage landen. 1740. p. 211—235.

Schr.: Potthast, Bibl. p. 234. — De Wind, Bibl. p. 106. NB. Loopt eigenlijk slechts tot 1398.

De primaeva origine comitatns Hollandie et Zelandie et episcopatns Traiecteusis. (tot Maximiliaan.)

Handschr.: Brussel. Bibl. Bourg. No. 8039. 4o. pap. 15e eeuw. („Post nativitatem Abraham.quot;) cf. Archiv. VIII. p. 508.

5

Weekek .No. 31.

-ocr page 48-

Si

Paucr. ran Castrikom, Cronyck van Westfriesland en Hollandt. (tot 1498.)

Hnndschr.: \'s Gravenhacje. Kon. Bibl. K. 208. pap. 88 blz. begin 17e eeuw, vroeger eigendom van Adr. quot;Westpha-len. („Men leeat in oude boeken, goedgunstige lezer, dat den filosoof ofte leerminnaar Diogenes.quot;) — Amsterdam. Coll. Van Voorst, cf. Auctie-catalogus. MSS. No. 466.

Corte Cronyckc vau Westvrieslandt, waerin de beginselen ende ghelegentlieden van landen, Inyden, oorloglien, vreden, dorpen en steden worden verhaelt.

Handschr.: Utrecht. Bibl. Hist. Gen. fol. Met kopij over 1345 tot 1467.

Chronyk van Nederlant. (1057—1527.)

Handschr.: (\'s Gravenhaye. Kon. Bibl.?) MSS. Gerard. No. 49. fol. 15e en 16e eeuw. 63 blz. (origineel.) cf. Archiv. IX. p. 510.

Petr. Cnrtins, Chronycke van Holland, Zeeland, Friesland.

(Geschr. 1530.)

NB. De sclirijver was vlg. Alkemade „doctor in de godheitquot; en tot het schrijven zijner kronijk „byde K. M. gecommitteerd.quot; Handschr.; Eene collatie van een HS. met de uitgave, door C. van Alkemade, is te Leiden.\' Akad. Bibl. 766. No. E. 13. (vroeger Periz. 8o. No. 30.)

Uitg.: Te Hoorn. (Mart. Gerbrantsz.) 1638. kl. So.

Ifederlantsche chronyk van Holland en Zeeland.

Handschr.: Leiden. Bibl, Maatsch. Lett. No. 675. 4o. perk. 15e eeuw. (Fragm. v. 2 blz.)

-ocr page 49-

35

Bovendien worden de volgende kronijken vermeld, maar niet voldoende aangeduid om ze ergens iu fce deeien:

Van de grayen van Holland en Zeelandt. — HS. Brussel. Bibl. Bourg. No. 7423. 4o. Holl. 17e eeuw. („Om te too-nen de afkompste.quot;)

V\'ou den Grrafeu von Holland. — HS. Bredau. Bibl. Ehed. No. 87. (21.) (of. Archiv. XI. p. 710.)

Chronyk der graven van Holland^ Zeeland en heeren van Vricslandt. — HS. Middleliill. No. 2906. (cf. Archiv. VII. p. 100.)

Korte cronyck van Hollant en Westfrieslant. — HS.

Haarlem. Stadsarchief, (afk. v. de familie Aelbout.)

-ocr page 50-

KEONIJKEN VAN UTRECHT.

1. DE BEKENDE HOOFDKRONIJKEN.

Joh. de Beka, Chronicon de episcopis Ultraieetinis.

(690—1346.)

a. Latijnsche tekst.

Handschr.: Bredau. Bibl. Ehed. Rep. I. No. 36. (45. 17.) fol. perk. 14e eeuw. (of. Kron. Hist. Gen. 1858. p. 153.) — Aid. Bibl. Rhed. Sep. I. No. 115. (44. 20.) fol. perk. en pap. 15e eeuw. (of. Archiv. III. p. 451, VI. p. 98, XI. p. 708. — Pertz, Monumenta. XVI. Voorrede.) — Trier. Stadtbibl. No. 1288. fol. pap. einde der 14e eeuw. 166 blz. v. 2 kol. (HS. uit Utrecht, later eigendom v. Hontheim; bevat 9 boeken met inhoudsopgaven , het laatste over de abdij van Eijnsburg. Vgl. Archiv. II. p. 356.) — Wolfenhuttel. Herz. Bibl. Helmst. No. 484. fol. perk. (cf. Archiv. VI. p. 14.) — Giessen. Univ. Bibl. No. 218. fol. pap. 15e eeuw. p. 98—133. (Gesta pontificum Traiect. et comitum Holl. „Venerabilibus patribusquot; — „successit Eodolfus de Diep-holt.quot;) (cf. Archiv. IX. p. 576. — Visscher, Hist, tijdschr. I. p. 29.) — Cambridge. Bibl. Coll. Cant. No. 42. („Excerp-tum e chronicis episc. Trai. per Joann. Vonderleke.quot; (sic.) cf. Archiv. IIF. p. 437.) — Parijs. Bibl. Nat. No. 2808. —

-ocr page 51-

37

Parijs. Bibl. Nat. No. 5613. — Praag. Univ. Bibl. VII. D. 6. fol. pap. begin 15e eeuw. (Chronica pontificum, of: Chronicon Job. Gerbr. a Leydis Carmel., de rebus Mollandiae et praesulibus Traiectensibus. — Begin defect; loopt tot de keuze van Fred. v. Blankenheim. 1393. „St. Willibrordiquot; — „quadam magna discordia in Hollandia. Acta fuerunt hec ipso die Margarete anno quo supra.quot;) (of. Stud, en bijdr. III. p. 134 Noot 1. — Archiv. IX. p. 470, X. p. 665. — Kron. Hist. Gen. 1851. p. 341.) — Middlehill. No. 3242. 3 din. — Aid. No. 3244. 15e eeuw. (Archiv. VII. p. 100.) — Aid. No. 3245. — Aid. No. 3320. 14e eeuw. (Archiv. VII. p. 101.) — Aid. No. 3322. (Loopt tot 1483. cf. Archiv. VII. p. 101.) — Londen. Brit. Mus. Cotton. Titus. D. XXV. 12o. pap. 15o eeuw. 51 biz. Lat. zeer klein geschreven. („Anno plasmationis Ade.\'\' Met vervolg tot: „De Frederico de Blankenheim episcopo Traiectensi.quot; cf. Van den Bergh, in: Nijhoffs Bijdr. Xl. p. 119.) — Brussel. Bib). Bourg. No. 3600. 14e eeuw. (Archiv. VUL p. 492.) — Aid. Bibl. Bourg. No. 3601. 16e eeuw. („Tgitur ab anno plasmacionis.quot;) — Aid. Bibl, Bourg. No. 5754. fol. 15e eeuw, afk. v. Dyntherus. („Reverendis patribus.quot; „Prin-ceps ergo Francorum.quot;) — Aid. Bibl. Bourg. No. 6405. 4o. 15e eeuw. („Reverendis patribus et praeclaris.quot; „Igitur ab anno.quot; Loopt tot 1390.) — Aid. Bibl. Bourg. No. 7944. fol. 16e eeuw. Loopt tot 1342. („Reverendis patribus.quot;) — Aid. Bibl. Bourg. No. 9955. fol. 16e eeuw. (De chronicis Hollandiae, Zelandiae, Frisiae. „Prologus Johannis Beeck.quot;) — Aid. Bibl. Bourg. No. 10160. fol. 1465. („Igitur ab anno plasmacionis.quot;) — Verder worden nog vermeld: Brussel. Bibl. Bourg. No. 6406, 6407, 10166. Een dezer Brusselsche HSS. 4o. pap. 15e eeuw. loopt tot 1205. (cf. Archiv. VII. p. 701); een ander kl. fol. perk. „ecriture très-anciennequot; (met andere kronijken in één band) is afkomstig uit het Collége de Louvain; —

-ocr page 52-

38

een ander. tol. pap. 15e eeuw. (Hisfcoria de gestis pontificum Traiectensis ecclesia. „Igitur ab anno plasmacionis Ade.quot; Loopt tot de keuze van Fred. v. Blankenheim. 1393. Mot vervolg: „Octodecim fere diebus.quot; — „Acta fuerant hec ipso die Margarite virginis anno quo supra.quot; (1393.) of. Archiv. VII. p. 704.) — \'s GravenJiage. Kou. Bibl. No. 668. — Groningen. Akad. Bibl. No. B. C. 4. fol. pap. 16e eeuw. (Loopt-tot 1303. cf. Archiv. VIII. p. 589.) — Leiden. Acad. Bibl. Cod. Voss. Lat. No. 109. fol. 15e eeuw. — Utrecht. Prov. arch. fol. perk. 74 blz. einde 14e eeuw, met vervolg uit het einde der 15e eeuw over 1345—1456. (Eindigt: „obtinuit pro filio suo.quot; Codex afk. v. Lap v. Waveren en door hem geciteerd achter de uitgave v. Buchelius als „Vitae J. Becae.quot; cf. Vermeulen, Vanden levene ons heren. p. XXXIV.) — Aid. Acad. Bibl. MS. Hiat. Aevi Med. No. 4. fol. perk. (met gekleurde versieringen.) (HS. afkomstig van N. Witsen.) (Coronica dominorum Hollandie ac episcopatus Traiectensis. „Reverendis patribusquot; — „Eodem anno Florencius episcopus Traiectensis obiifc.quot; 1393.) — Aid. Acad. Bibl. MS. Hist. Aevi Med. No. 12. 4o. pap. 15e eeuw. („Igitur ab anno plasmacionis Adequot; — „Acta tue-runt hec ipso die Margarete virginis anno quo supra 1393.quot;) — Aid. Acad. Bibl. MS. Hist. Aevi Med. No. 15. 8o. perk. 15e eeuw. (Oud No. 98. Afkomstig v. P. Burmannus Jr.) („Eeverendis patribus et preclarisquot; — „ad terminandum relicta fuit.quot; Loopt tot het beleg van het slot Altena door Albrecht in 1393.) — Aid. Acad. Bibl. MS. Hist. Aevi Med. No. 16. 4o. pap. 15e eeuw. (Oud No. 2780.) („Keverendis patribusquot; — „ut liquet pretactam discurrenti materiam.quot; Loopt tot het vertrek van bisschop Jan van Arkel naar Luik.) — Aid. Acad. Bibl. MS. Hist. Aevi Med. No. 17. 4o. pap. eiude 16e eeuw. (Geschreven door Ant. Junius van Muideu te \'s Gravenhage. Met aant. v. P. Scriverius.) (Cronice

-ocr page 53-

39

episcoporum Traiectensium ac cotnitum Hollandie. „Re-verendis patribusquot; — „et proinde Plorentio de Weve-lichoven sub ditione Coloniensi de episcopatu Monas-teriensi Ao. 1363.quot;) — Vgl. verder over verschillende Latijnsehe HSS. van Beka: Arehiv. VII. p. 701 vlg. — De opdracht van B. Furmerius. (Beka, ed. v. Buche-lius. p. 134.) — Van Wijn, Huisz. leven. I p. 75. —

Bovendien vindt men in de TJtrechtsche Acad. Bibl. MS. Hist. Aevi Med. No. 10 a—n: 13 gedrukte exemplaren van Beka met aanteekeningen van: P. Scriverius, C. Burmannus, V. J. Blondeel, P. Bondam, A. Draken-borch, A. Matthaeus, J. van de Water, P. van Mus-scheu broek en P. Burman, — en verder met collaties naar de HSS. van Beka, van de kapittels ten Dom en St. Salvator door P. Bondam.

Uitg.: 1. Door B. Furmerius. Franeq. 1612. 4o. — 2. Door A. Buchelius. Ultrai. 1643. fol. (Met W. Heda en App. v. Suffr. Petri.) — 3. Fragmenten over 1247—1256 bij: Böhmer, Fontes. II, p. 432—449.

b. HOLLANDSCHE VEETALING.

Handschr.: Utrecht. Acad. Bibl. MS. Hist. Aevi Med. No. 6. (Oude Nos. 247« en 287j.) fol. perk. 15e eeuw. (Afk. v. Ant. van Nykercken, 1595, en v. Gilb. Junius, kanunnik van St. Marie.) (Dit syn die croniken van den stichte van utrecht ende van hollant. „Eersamen ghe-duchten vaderenquot; — „Dit ghesciede op sunte margrieten dach inden iaer voerscreven.quot; Loopt tot het beleg van het slot Altena door Albrecht in 1393. — Met een Utrechtsch vervolg van eene hand uit het begin der 16e eeuw. „Ende hyerom quam die biscop Jan van ludycquot; — „So mach men wel van hem scriven, dat hi een wys heer yn synre tyt heeft geweest.quot; Dit vervolg

-ocr page 54-

40

22 pag. fol. van 2 kolommen loopt geheel over den tijd van Willem VI. (cf. Archiv. VIII. p. 585.) — Aid. Stadsarch. fol. pap. begin 15e eeuw. Met vervolg tot 1421. (den St. Elisabethsvloed.) — Aid. Prov. arch. fol. pap. 15e en 16e eeuw. Afk. v. Buchelius. Loopt tot 1316. — Aid. Prov. arcb. fol. einde 14e eeuw. perk. 142 blz. (Loopt tot 1393. Beter dan het door Mat-thaeus uitgegevene HS. cf. Vermeulen, Van den levene ons heren. p. XXXIV.) — Aid. Bibl. Hist. Gen. fol. pap. 152 blz. 15e eeuw. Met vervolg tot 1393. (HS. afk. v. Harm. Lethmatius en Lamb. v. d. Burch, dekens van St. Marie, later Coll. Van Hilten. „Ersamen ge-duchten vaderenquot; — „op sinte mergrieten dach inden jaer voerscreven.quot;) — \'s Gravenhaye. Kon. Bibl. No. 956. 4o. pap. 17e eeuw. (Loopt tot het voorkomende in de uitgave: Anal. 2e ed. III. p. 294.) — Aid. Kon. Bibl. No. 1507. B. No. 225. fol. pap. Geschr. 1469 of 1470. Loopt tot 1426, en verder zeer kort tot 1467. (Gedeeltelijk uitgeg. door Campbell.) — Aid. Kon. Bibl. No. 1653. fol. pap. 15e eeuw, afkomstig uit de Egmonder-abdij, later bij Westphalen en Van Wijn. (Loopt tot het voorkomende in de uitgave: Anal. 2e ed. III. p. 294. Schijnt gelijk aan No. 956.) — Aid. Kon. Bibl. No. 1656. 4o. 21 blz. pap. 14e eeuw. Vroeger van N. Witsen, later van Van Wijn. (Fragment. Begint met Jan II van Holland en eindigt met den dood van Al-brecht in 1404. Volgens Van Wijn het oudste hem bekende HS. van den Hollandschen Beka, maar geheel verschillend van den uitgegevenen tekst. Een gedeelte van dezen tekst is uitgegeven bij: Matthaeus, Analecta. I. p. 61—63.) — Aid. Kon. Bibl. O. 158. (Croniken vanden stichte van Utrecht ende van Hollant. Met vervolg tot 1393.) — Aid. Kon. Bibl.? Coll. Gérard. No. 324. fol. 15e eeuw. 302 blz. in 2 kolommen. (Chronyk van Holland en van het sticht van Utrecht, als van alle

-ocr page 55-

41

de bisschoppen en van de graven van Holland. — Beter dan het uitgegevene HS.) — Amsterdam. Bibl. der Kon. Akad. No. 112. kl. fol. pap. 158 biz. (Chronica vann anbeginne des Bistums ende der Biscopen des Stifts vann Utrecht oeck mede ingetogen van de edienn Hernn unde Greven van Hollant „per manus llod. Theod. de Covordia custodem in Hardenberch tune temporis Ao. 1518.quot; Zeer verschillend van de uitgegevene vertaling.) — Leiden. Bibl. Maatsch. Lett. No. 841. 4o. 44 blz. 18e eeuw. — Keulen. Stadsarch. (Coll. Wallraf.) XI 7. pap. fol. 15e eeuw. (Chronik und Geschichte von Utrecht. Latijn? cf. Arehiv. VII. p. 705, XI. p. 745.) — Brussel. Bibl. Bourg. No. 5753. fol. 1408, af\'k. v. Dyn-therus. („Naer jaer 5199quot; „Eersamen ende geduchten vader.quot;) — Middlehill. No. 1129. fol. pap. 310 blz. (Chro-nyke van Utrecht. Loopt tot 1478, sedert 1425 verschillend van het volgende HS. cf. Arehiv. VII. p. 97, 703.) — Aid. No. 2524. fol. pap. 15e eeuw. 334 blz. De blz. 248—334 loopen over het tijdvak 1421—1450. (Geschreven in Overijsseisch dialect. Einde: „in Brabant vuerden daer hie veylich was.\'quot; cf. Arehiv. VII. p. 100. 702, 703.) — Vgl. verder over verschillende HSS. van den Hollandschen Beka: Arehiv. VII. p. 701 vlg. — Campbell, in: Nijhofls Bijdr. VI. p. 182.

Uitg.: 1. Door A. Matthaeus, in: Anal. dl. V. (Met vervolg tot 1426.) — 2. Door A. Matthaeus, in,: Analecta. 2e ed. dl. III. p. 1—407. — 8. Een fragment van een vervolg door Campbell in: Nijhoffs Bijdr. VI. p. 181.

c. Feansche vebtalikg.

Handschr.: Utrecht. Acad. Bibl. MS. Hist. Aevi Med. No. 5. fol. pap. (Les gestes des Evesques d\'Utrecht et des Princes de Hollande, par Johan de Beke, clerc. cf. Van Wijn, Huisz. leven. I. p. 311.) — Farijs, Bibl.

6

-ocr page 56-

42

Nation. No. 10197. gr. lol. pap. 1 dl. VIII en 78 blz. (Chronique de Hollande, Zelande et Prise, traduit du Latin de Jean de Beeke. Met opdracht aan Philips v. Bourgondië. of. Gachard, La biblioth. nation, a Paris, p. 68. — Berichten Hist. Gen. Ill 1. p. 178.) — Aid. Bibl. nation. No. 8385. fol. pap. HS. v. dezelfde vertaling, afkomstig v. Gruthuysen. (cf. Van Praet, Ee-cherches. p. 259—261. — Berichten Hist. Gen. Ill 1. p. 178.) — Escuriaal. Bibl. Estante T. en O. Pluteo II 2. No. 20. fol. pap. 15e eeuw. 154 blz. (Pransche vert., opgedr. aan Phil, den Goede door een ongenoemde. Loopt tot de twisten over den moord van Aleid van Poelgeest. 1393. cf. Gachard, Les bibl. de Madrid et de l\'Escurial. p. 559—561.)

Schr. (over de drie bewerkingen): De Wind, Bibl. I. p. 51. — Potthast, Bibl. p. 161 , Suppl. p. 49. — Janning, in: Acta sanct. Boll. Jun. VII. 2. p. 175, 176. cf. Jul. IV. p. 456. No. 16. — Löher, Jakobaa von Bayern. I. p. 413. — Schiiz, Comm. crit. de scriptis et scriptor, histor. p. 98. — C. E. Hermans, Geboorteplaats en sterfjaar v. J. de B., in : Geschiedk. mengelw. v. N. Brab.

I. p. 28. — P. V. Goethals, Lectures relat. a I\'hist. des sciences en Belg. I. p. 16. — Bilderdijk, Taal- en letterk. versch. IV. p. 179. — Van Wijn, Huisz. leven.

II. p. 241, 324. — Bolhuis v. Zeeburgh, Krit. der Friesche geschiedschr. p. 90, 91. — Pars, Naamrol, p. 41—43. — Val. Andreas, Bibl. Belg. p. 456. — Poppens, Bibl. Belg. I. p. 576. — Saxe, Onomasticon. II. p. 366. — Bolhuis v. Zeeburgh, in: Nijhoffs Bijdr. N. E. VIII. p. 365 vlg. — Trithemius, Scriptores ill. ecclesiae. — Ennen, Gesch. der Stadt Coin. III. p. 874.

Chronica de Traiecto et eins episcopatu. (642—1456.) Handschr.: Leuven. Univ. Bibl. So. 59 blz. pap. 15e eeuw. (c. 1460.) Vroeger eigendom van Adr. Westphalen (die

-ocr page 57-

43

het zeer belangrijk noemde), later van Uffenbaeh. (Catal. MSS. fol. 1720.) (Begint: „Frisia est valde magna.quot;) (In denzelfden band versch. andere kronieken, die met het Chron. do Traiecto in het Hollandsch achter Vel-denaers Fasciculus temporum staan, getiteld: Chronica Ultraiecti, Hollandiae, Frisiae, Brabantiae, Flandriae, Geldriae, Zutphaniae , Cliviae et Montis. Een citaat uit de kroniek van Friesland is afgedrukt: Compte-rendu de la coram, d\'hist. 2e ed. I. p. 156.)

Uitg.: 1. Door Matthaeus in: Veteris aevi analecta. IX. p- 9. — 2. Door Matthaeus in: Veteris aevi analecta. 2e ed. (4o.) V. p. 301.

Schr.: Potthast, Bibl. p. 200. — De Wind, Bibl. p. 85, 105. — Bolhuis v. Zeeburgh, in: Nijhoffs Bijdr. N. E. VIII. p. 349.

Gnil. Heda, Historia episcopornm Ultraiectensium.

(690—1521.)

Handschr.: Utrecht. Acad. Bibl. MS. Hist. Aevi Med. No. 7. fol. pap. — AU. Acad. Bibl. MS. Hist. Aevi Med. No. 8. fol. pap. — Aid. Acad. Bibl. MS. Hist. Aevi Med. No. 14. 4o. perk., vroeger van A. Buche-lius, met zijne aant. (Genetliacum Maximil. Caes. et Phil, filio dicatum.) — Aid. Prov. arch. fol. pap. 482 blz. begin 17e eeuw. (afk. v. Lap v. Waveren, doch niet gebruikt door Buchelius.) — Aid. Prov. arch. fol. pap. 98 blz. einde 16e eeuw. (defect.) cf. Vermeulen, Vanden levene ons heren. p. XXXIII. — Aid. Arch, der Oud R. C. Clerezy. HS. — Aid. (Auctie Beijers. 16 Dec. 1879. No. 3121.) fol. 16e eeuw. perk. Afk. v. Gillis v. Ledenberch. Kopie v. h. HS., door Buchelius gebruikt. — Wolfenbuttel. Herz. Bibl. Cod. August, (cf. Archiv. VII. p. 224.) — Parijs. Bibl. nation. Catal. 1740—44. No. 4686. (Guil. Heda, Hist, urbis Traiecteusis.) cf. Archiv.

-ocr page 58-

44

1. p. 302. — O^/or^. Bibl. Voss. (MSS. Junius.) No. 2376. (151.) cf. Archiv. III. p. 439. — Brussel. Bibl. Bourg. No. 7152. fol. 17e eeuw. afk. v. de Jesuïten te Gent. („Aifc Bcclesiastes Dedi.quot;) — Aid. Bibl. Bourg. No. 13914. fol. 17e eeuw. („TJrbem Traiectum.quot;)

Bovendien bevinden zich te Utrecht (Acad. Bibl. MS. Hist. Aevi Med. No. 10 c. en t.) twee gedrukte exx. van Heda, door P. Bondam gecollationneerd met de HS. op de bibl. der Oud R. C. Clerezy en op de Acad. Bibl. zelf. TJitg.: 1. Door B. Furmerius. (Franeq. 1612. 4o.) —

2. Door Lap v. Waveren, met noten van A. Buche-lius. (ültrai. 1643. fol.)

Scbr.: De Wind, Bibl. p. 113. — Potthast, Bibl. p. 360, Suppl. p. 81. — J. J. Dodt van Flensburg, in: Kron. Hist. Gen. II. p. 41. — Vossius, Hist. Lat. Ill 1. p. 165. — Van Wijn, Huisz. leven. I. p. 75. — Scri-verius, Antiquit. Bat. p. 211. — Zographos. p. 224. — Foppens, Bibl. Belg. I. p. 405. — Cannegieter, De Brittenburgo. p. 10, 127. — Pars, Naamrol, p. 41— 43. — Val. Andreas, Bibl. Belg. p. 318. — Saxe, Onomasticon. III, p. 28, 582. — Burman, Traj. erud-p, 172.

Hadr. iiarlaudus, Episcoporum Traiectensinm catalogus et Mstoria.

Uitg.: 1. ïe Frankfort. 1585. — 2. Door Scriverius, in;

Batavia illustrata.

Schr.: De Wind, Bibl. p. 130. — Scriverius, Bat. illustr. p, 144,. — Melch. Adamus, Vitae Germ. phil. p. 122. — De la Eue, Gelett. Zeeland, p. 441—443. — Foppens, Bibl. Belg. I. p. 10. — Saxe, Onomasticon. III. p. 106.

-ocr page 59-

45

2. ONITITGEGEVENE KRONIJKEN.

Historia episcopornm Traiectensinm et comitmn Hol-landiae.

Handschr.: Brussel. Bibl. Bourg. No. 6054. fol. 16e eeuw. („Sanctus Willebrordus ei inferioris Frisiaequot; tot 1448.)

Kronjjk en rerhaal Tan Utrecht en Holland. (693—1460.) Handschr.: (Vroeger) Utrecht. Bibl. Munnicks van Cleeff, afk. v. Van Alkemade. (cf. Kron. Hist. Gen. 1848. p. 21.)

3. KRONIJKEN OVER BEPAALDE TIJDVAKKEN.

Alpertns Metensis, De dirersitate tempornm,

Handschr.: Hannover. Kon. Bibl. 11e eeuw. (origineel.)

cf. Archiv. VII. p. 427.

üitg.: 1. In: Eccard, Corp. hist, medii aevi. I. p. 91— 132. — 2. (Gedeeltelijk) in: Acta sanct. Boll. 3 Maii. I. p. 431, 432. — 3. In: Pertz, Monumenta. Scr. IV. p. 700—723. — 4. Door Dederich: Alpertus von Metz. (Münster. 1859.) — 5. (Gedeeltelijk) door: Bouquet, Bee. X. p. 138—141.

Schr.: Potthast, Bibl. p. 112. — Mabillon, in: Acta sanct. ord. S. Bened. saec. VI. I. p. 85—93. — Moll, Kerk-gesch. II 2. p. 343 , 344.

De rebns Ultraiectinis. (1188—1233.)

NB. De schrijver was een aanzienlijke Fries, misschien monnik in de St. Paulus-abdij te Utrecht.

Handschr.: Leiden. Acad. Bibl. Voss. L. F. 37. (Catal.

-ocr page 60-

46

1716. p. 371.) einde 16e eeuw. („Anonymi Narratio de rebus Traieet.quot; met aanfc. v. Sloet v. d. Beele.)

Uifcg.: Door Matthaeus. (Hag. Com. 1690. 4o. e. notis.) (vlg. een HS. „ecclesiae Traiectensis.quot;) — Titel-her-druk. 1740.

Schr.; De Wind, Bibl. p. 34. — Moll, Kerkgesch. p. II 2. p. 345.

Utrechtsche kroniek. (539—1267.)

Handschr.: \'s Gravenhage. Mus. Meerm. Westr. (in een

Martyrologium der St. Maria-kerk te Utrecht.)

Uitg.: In: Serrure, Vaderl. Mus. II. p. 411—418, IV. p. 136—138.

Traiectensis episcopi Mengoti epistolae. ?)

Handschr.: Weenen. Hofbibl. Jus. canon. No. 45. (cf, Ar-chiv. II. p. 624.)

Traiectensis ecclesiae epistola ad Fridericum Colouiae arcliiepiscopiun de Taucheliuo seductore.

Handschr.; Weenen. Hofbibl. Jus. canon. No. 45. (cf. Ar-

chiv. II. p. 624.)

TJitg.: In: Schannat et Hartzheim, Concilia Germaniae. III. p. 763—766.

Arnoldns Ueymricins decanns Xanteusis, Epistola ad Liidolphnm de Venna decaunm Traiecteusem, continens conflictnm inter patientiam et fortunam Boperti episcopi Coloniensis cum historia Davidis episcopi Traiectensis. (geschr. 1476.)

Uitg.: In: Dumbar, Analecta. I. p. 349—440.

Schr.: Potthast, Bibl. p. 279.

-ocr page 61-

47

Thorn. Basiims, Res gestae in Hollandia, dioecesi Ul-traiectina, aunis 1481—1483.

NB. De schrijver was bisschop van Caesarea i. p. en stierf in 1491 te Utrecht als vicaris van bisschop David van Bourgondie. Hij schreef in het Latijn eene geschiedenis van Frankrijk, waarin veel over Holland voorkomt en waaruit Matthaeus een fragment uitgaf, voornamelijk (zeer uitvoerig) handelende over het beleg van Utrecht. De volgende werken van Basin bestaan in HS. in de Bibl. nation, te Parijs: Libri contra errores Paali de Middelburgo. (cf. Montf. B. B. II. p. 751 d.) — Apologia (cf. Montf. 1.1. II. p. 952 c.) — Breviloquium peregrinationis. (cf. Le Long, Bibl. hist. p. 378i. No. 7440.) — Epistola ad Davidem episc. Traiect. (cf. Dodt, in: V. d. Monde, Voorheen en thans. I. p. 183.)

Handschr.: Utrecht. Prov. arch. fol. pap. 50 blz. begin 17e eeuw. (af\'k. v. Lap van Waveren, iets minder volledig doch beter dan het uitgegevene H8.) (cf. Vermeulen, Vanden levene ons heren. p. XXXVII.)

Uitg.: 1. Door Matthaeus, in : Analecta. II. p. 141. — 2. Aid. 2e ed. (4o.) I. p. 505—586. — 3. De geheele kroniek (vroeger toegeschreven aan Amelgardus presb. Leodien-sis) door J. Quicherat: Histoire de Charles VII et de Louis XI. 1461—1483. (Par. 1854—1859. 4 din. 8o.) Schr: De Wind, Bibl. p. 86. — Fabricius, Bibl. inf. et med. Latinit. (ed. Mansi) VI. p. 245. — Heda, Hist, p. 804. — Burraan, Trai. erud. p. 16—18. — Potthast, Bibl. p. 158. — Dodt, in: Van der Monde, Voorheen en thans. I. p. 180. — Van Engelen, Grafschr. en wapens. (HS. Utr. Stads-arch.) I. p. 137.

Lamb. Uortensins, Secessiones cmles Ultraiectinae et bellmn, (1524—1529.)

Uitg.: 1. Te Basel. 1546. fol. — 2. Door Buchelius (achter Beka.) 1648. fol. — 3, Vertaald iu het Holl. door A. Strick. \'s Grav. 1625. 4o.

Schr.: De Wind, Bibl. p. 146. — Bayle, Dictioun. II. p. 128. — Burman, Trai. erud. p. 155. — Dousa,

-ocr page 62-

48

Voorr. v. Stoke. — Goudhoeven, Kronijk. p. 221. — Lap v. Waveren, Vita Lamb. Hortensii, achter: Beka. (ültr. 1643.) — Foppens, Bibl. Belg. II. p. 799—800. — Val. Andreas, Bibl. Belg. p. 613. — Mees, Lamb. Hor-tensius van Montfoort. — Saxe, Onomasticon. II. p. 262, 633.

Henr. Bomelius, Bellnm Traiectinum. (1525—1528.)

NB. De schrijver was moiniik in het St. Hieronymus-klooster en rector van het St. Magdalena-klooster te Utrecht, later predikant te Meurs. (cf. De Geer, Voorr. v. de nieuwe uitgave.) Handschr.: Utrecht. Bibl. v. Mr. J. A. Grothe; afk. v. Lap v. Waveren. (cf. Kron. Hist. Gen. 1856. p. 32, 174.) — Hamburg. Stadtbibl. Bibl. Uffenb. No. 16. fol. pap. 144 blz. (afk. v. h. klooster Mariëndaal bij Utrecht.) („Bel-lum Traiectinum civile A. C. 1525 ortum.quot; „De prae-senti bello, de oblata pace deliberatio secunda.quot;) — Rome. Bibl. Vatic. Palat. No. 1914. fol. pap. (No. 472 v. d. ca tal. der boeken, in 1803 naar Parijs gezonden.) („Henrici Bomelli, Bellutn Traiectinum.quot;)

Uitg.: 1. Te Marpurg. 1542. (achter: Geldenhauer, Genn. histor. illustr.) — 2. Door Mr. B. J. L. De Geer, in: Werken van het Hist. Gen. (Utrecht. 1879.)

Schr.: De Wind, Bibl. p. 142. — Poppens, Bibl. Belg. 1. p. 434. — Burman, Trai. erud. X. p. 29. — Val. Andreas, Bibl. Belg. p. 343.

Oude krougk betreffende Utrecht, Holland enz. (1523— 1539.)

Handschr.: Warmond. Bibl. v. h. Semin., afk. v. Van Alkemade. (Kron. Hist. Gen. 1848. p. 29, 1849. p. 461.)

-ocr page 63-

1,9

4. KLEINE KRONIEKJE^

Chronicon breve ecclesiae Traiectensis.

Handschr.: Brussel. Bibl. Bourg. No. 7942. 17e eeuw. („Ao. 539 obiit Gregorius magnus.quot;) (of. Archiv. VIII. p. 508.)

Beknopte geschiedenis der Utrechtsclie bisschoppen.

(839—1276.)

Handschr.: Utrecht. Acad. Bibl. MS. Hist. No. 46. fol. pap.

Korte Kroniek van Utrecht.

Handschr.: Hannover. Arob. fol. perk. 2 blz. 14e eeuw. Afk. uit het archief van den Dom. („S. Willibrordus procurante Pippino ragequot; — „fuit 20 die mensis No-vembris.quot; Loopt tot Jan van Arkel. Met vele latere tusschenvoegsels, eindigende „pedibus eius,quot; en 112 oorkonden van giften aan den Dom van Utrecht sedert 722.) cf. Archiv. XI. p. 454.

Compendinm historiae episcopornm Vltraicctensinm, Hol-landiae, Geldriaeque comitam. (694—1345.)

Handschr.: Hamburg. Stadtbibl. Hist. Germ. No. 311/. pap. 15e eeuw. 4 bl. (cf. Archiv. VI. p. 242.)

Epytaphia episcopornm Traiectensinm, tam ex douatio-unm litteris, qnam ex chronicis excerpta,

Handschr.: Brussel. Bibl. Bourg. No. 8037—8050. 4o. pap. 15e, 16e eeuw. (Zeer kort; loopt tot Floris van We-velikhoven. cf. Archiv. VIII. p. 509.)

7

Weekek N® 31.

-ocr page 64-

50

Chrouicon episcopomm Traiecti inferioris, de stmctnra cum ruina nrbis Antouiuae. ((reschr. 1393.)

Handschr.: Londen. Brit. Mus. Cotton. Titus D. XXV. 107. 12o. 36 bin. 16e eeuw.

Catalogus imperatornm, summornm pontificuin et epis-copornm Traiectensium.

Handschr.: Munster. Bibl. Paul. pap. 15e eeuw. (Loopt tot 1400.) of. Archiv. IV. p. 518.

Cort extract uyt een gescreven cronyck 141C door gosnin de weteringen.

Handschr.: Utrecht. Stads-arch. 12o. pap. einde 16e eeuw. (Loopt van 1099 tot de innemiug van het slot Altena in 1393.)

NB. Het extract uit deze in 1410 geschrevene kroniek schijnt gemaakt door Adr. Westphalen, een der vroegere eigenaars. Over de latere eigenaars van dit HS. vgl.: Kron. Hist. Gen. 1847. p. 207, -1848. p. 22.

Chronicon nnirersale. (c. 800 (1122) —1451.) Handschr.: Amsterdam. Bibl. v. prof. Moll. fol. pap. 15e. of begin 16e eeuw. 30 hl. dicht beschreven. Afk. v. Alkeniade en Van de Schelling. („Lndovicus primus Ro-manorum Imperator ex prima sua uxore tres habuit filios.quot; — „Sic Archiepiscopus Coloniensis spe sua de-stitutus incidit in foveam quam fecit, dominio tarnen de Blanckenberch sibi et eccleaie post ipsius ducis obitum remanente.quot;)

NB. De schrijver is een Nedorduitsclier, die een eu anderover Brabant en Utrecht vrij uitvoerig mededeelt, vooral ook over het concilie van Basel en het schisma. Achter de kroniek een excerpt van 2 bl. „ex historia Saxonumquot; over Karei den Groote, een „Prologus Thietmari Merseburgensis Episcopiquot; over Otto I, een en ander over de Merovingers, over eene zonsverduistering en andere gebeurtenissen in 989 enz. (0 bl.)

-ocr page 65-

)2 c Cronica temporis ab Adam nsqne ad papam Sixtnm IT et Imperatorem Fridericum IV ex diversis anctoribns.

Handschr.: Utrecht. Acad. Bibl. MS. Eccl. No. 339. fol. pap. Afk. van de Regulieren te Utrecht.

2 Catalogus episcoporum Traiectensinm,

Handschr.: Breslau. Bib]. Ehed. Rep. I. No. 61. fol. pap. 15b eeuw. (cf. Archiv. VI. p. 98. — Kron. Hist. Gen. 1858. p. 153.)

7 De pontifleibns Traiectensibus.

Handschr.: Brussel. Bibl. Bourg. No. 8037—8050. 4o. pap. 15e en 16e eeuw. 2 bl. Loopt tot Rudolf van Diepholt. (cf. Archiv. VIII. p. 509.)

\' L Kronyk Tan het Sticht en Oversticht. (642—1524.)

Handschr.: Utrecht. Acad. Bibl. MS. Hist. No. 80. fol. pap. 18e eeuw.

I Corn. Tan Hoorn, Corte cornifcel.

Uitg.: Te Utrecht bij Jan Barents. 1537.

Schr.: De Wind, Bibl. p. 136 en 137. — Pars, Naamrol, p. 40. — Boxhorn, Appendix theatri.

-ocr page 66-

KRONIJKEN

VAN

FRIESLAND EN GRONINGEN.

1. DE BEKENDE HOOFDKRONIJKEN.

Die olde Freesche Cronike.

NB. Omwerking (geschreven c. 1474) van eene kroniek der 15e eeuw, hoofdzakelijk ontleend aan de 13e eeuwsche kloosterkroniek van Klaarkamp. (Der Vriesen legende.)

Handschr.: Leemoarden. Bibl. Fr. Gen., afk. v. Van Goor. (uitgegeven.) — GravenJicuje. Kou. Bibl. No. 1605. fol. 33 bl. (af\'schr. v. h. voorg. HS. door Van Wijn.)

Uitg.: Door het f riesch Gen. met aantt. v. E. Epkema. (1853. 4o.)

Schr.: Ottema, Inl, op de Old Fr. cron. p. 192 vlg. — Bolhuis v. Zeeburgh, Krit. d. Fr. geschiedschr. p. 61—68.

/ c \' Oesta Prisiornm.

NB. Omwerking (geschr. in de 15e eeuw) van eene grootere kroniek der 15e eeuw, hoofdzakelijk ontleend aan do 13e eeuwsche kloosterkroniek van Klaarkamp. (Der Vriesen legende.) Handschr.: Leeuwarden. Olde burgerweeshuis, (uitgeg.) cf.

Vrije Fries. XI. p. 290.

Uitg.: Door het Friesch Gen. Workum. 1853. 4o.

Schr.: Ottema, Inleiding, p. 197. — Bolhuis v. Zeeburgh, Krit. der Fr. geachiedschr. p. 61—68.

-ocr page 67-

53

Thet Freske riim.

NB. Denkelijk eene vertaling van een Latijnsch origineel. Handschr.: Oxford. Handschr. van Junius, (uitgeg.) — Leeuwarden ? Bibl. v. Mr. Wierdsma. MS. van Gabbema. (Het slot ontbreekt.)

Uitg.: Door het Fr. Gen. m. aant. v. E. Epkema. (Wor-

kum. 1835. 4o.)

Scbr.: Bolhuis v. Zeeburgh, Kritiek, p. 44—61.

Magristri Alvini Tractatas,

NB. Vertaling (15e eeuw) van Thet Freske riim, waarvan de origineele tekst denkelijk Latijn was. (cf. Bolhuis v. Zeeburgh. 1. c. p. 44.)

Handschr.: ieMwoartfere. Olde Burgerweesh. (uitgeg., vroeger door Suffr. Pieters gebruikt, cf. Vrije Fries. XI. p. 290. De 464 eerste verzen ontbreken.) — Een uitvoeriger HS., mede door Suffr. Pieters gebruikt, is thans verloren. (cf. Bolhuis v. Zeeburgh, Krit. der Fr. gesch. p. 187, 188.)

Uitg.: Door het Fr. gen.: Workum. 1853. 4o.

Schr.: Ottema, Inleiding, p. 201. — Bolhuis v. Zeeburgh, Krit. p. 44—61.

Gesta Fresonum. (tot 1219.)

NB. Vertaling (verv. c. 1500) van de Gesta Frisiorum in het Friesch. (Bolhuis v. Zeeburgh, 1. c. p. 61.)

Handschr.: Oxford. MS. Junii. (uitgeg.)

Uitg.: Door J. W. de Crane m. aant. voor het Fr. Gen.

(Workum. 1837. 4o.)

Schr.; Visscher, Gesch. der Nederl. letterk. (Utr. 1851.) 1. p. 43, 44. — Potthast, Bibl. p. 1008, Suppl. p. 77. — Bolhuis v. Zeeburgh, Kritiek, p. 61—68.

-ocr page 68-

54

Hoe dae Fresen toe fridom koemen. (Geschr. 15e eeuw.) Handschr.: cf. Hettema, Taalk. raag. 11 3. p. 240 Noot i 1. üitg.: Door Hettema, in de Vrije Pries. I. p. 2ö3—276. Sehr.: Bolhuis v. Zeeburgh, Kritiek, p. 37, 38.

Worperins Tyaerda ex Benismageest, prior iu Thabor (t 1538), Chrouicornin Frisiae 11. 3. (Met vervolg in 3 boeken.)

NB. De kroniek begint: „Frisia est regio inferioris Gerraaniae.quot; Haudschr.: Leeuwarden. Prov. arch. fol. 260 blz. (Bevat 3 boeken tot 1-396.) — Aid. Prov. arch. fol. 188 en 176 blz. (uitgeg.) (Bevat 4 boeken; dit HS. werd gebruikt door Schwartzenberg.) cf. Vrije Pries. III. p. 1085. — Aid. Prov. arch. fol. 520 bl. (Bevat 5 boeken in 2 deelen, is vervaardigd op last van Schwartzenberg volgens 5 HSS.: de beide voorgaande, twee van Burraan te Amsterdam, waarvan een in 5 boeken thans aldaar iu de Stadsbibl., en het exemplaar De Kempenaar, thans te Praneker.) — Aid. Prov. Bibl. midden 16e eeuw. 5 boeken, (uitgeg. boek 1—3, 5.) cf. Vrije Pries. III. p. 105. — Aid. Prov.. Bibl. fol. geschr. 1577. Afk. v. d. familie Beyma thoe Kingma. (Bevat 6 boeken tot 1545.) — Aid. Bibl. Pr. gen. fol. 200 blz. geschr. 1570, afk. v. Pontein. (uitgeg.) (Bevat 3 boeken tot 1357.) cf. Vrije Pries. III. p. 108i, V. p. 71—85. — Aid. Bibl. Pr. gen. Holl. vert, van het 2e HS. (van Schwartzenberg.) 18e eeuw. afk. van Nauta. (Bevat 4 boeken.) — Aid. Bibl. Pr. gen. (bij de HSS. v. Gabbema.) Vert, in het Latijn door Winsemius. cf. Vrije Fries. XI. p. 320. — Franeker. Bibl. Athen. Afk. v. De Kempenaer. (Bevat 5 boeken, tot 1522.) — Aid. Bibl. Athen., afk. v. Burman. (Bevat 3 boeken.) — Aid. Bibl. Athen. Holl. vert. v. h. 2e HS. (v.\'Schwartzenberg.) 18e eeuw. Bavat 4 boeken. — Groningen. Prov. arch. (Bevat 4 boeken; loopt tot 1498.) — Aid. Prov.

-ocr page 69-

55

arch. Later afschrift van 1573. (Bevat 4 boeken.) — Aid. Prov. arch. Afk. v. J. de Mepsche. (Bevat 5 boekeu , loopt tot 1510.) — Aid. Prov. arch. (Bevat 4 boeken.) —r- \',s Gravenhage. Kon. Bibl. 4o. Afschr. v. de 17e eeuw, afk. v. A. Westphalen. (Bevat 3 boeken, tot omstreeks 1396.) — Aid. Kon. Bibl. No. 983. fol. pap. Geschr. c. 1500. (Bevat 3 boeken tot 1845, aan het einde defect.) — Aid. Kon. Bibl. No. 1322. 4o. afk. v. Suö\'r. Pieters. (Bevat 4 boeken, tot 1498.) — Aid. Kon. Bibl. No. 986. 4o. geschr. door A. Matthaeus. (Bevat in 3 deelen 4 boeken, het 4e vertaald in het Latijn. Loopt tot 1454, met verv. tot 1476.) — Aid. Kon. Bibl. No. 985. 4o. pap., geschr. door A. Matthaeus. (Bevat in 2 deelen het 4e en 5e boek, loopende over 1399—1510.) — Aid. Kon. Bibl. No. 991. fol. pap. (Bevat de 3 eerste boeken en een register op de 5 boeken — tot 1522 — volgens het ex. De Kempenaer, thans te Franeker.) — Amsterdam. Stadsbibl. HS. No. 122. (het oudst bekende HS.) (Bevat 5 boeken, tot 1510. cf. Archiv. I. p. 459, VIII. p. 579. Vgl. verder zeer uitvoerig den Catal. der bibl. dl. IV.) _

Aid, Stadsbibl. HS. No. 199. (Bevat 6 boeken, loopende tot 1545. Vgl. den Catal. der bibl. dl. VI.) — Aid. Stadsbibl. 2 fragm. uit het 5e boek. — Brussel. Bibl. Bourg. No. 6070. fol. pap. Lat. 17e eeuw. (Bevat het le boek, tot 1357.) („Phrysia est regio inférioris.quot; cf. Archiv. VIL p. 695.) — Aid. Bibl. Bourg. No. 7265. fol. 16e eeuw. (Bevat den Holl. tekst v. h. 4e boek, over 1399—1408.) („Daernaer dat hertog.quot; — cf. Archiv. VIII. p. 504.) — Middlehill. No. 1860. foi. pap. (Bevat in 1 deel van 317 blz. 4 boeken, — cf. Cotnpte-rendu

de la comm. roy. d\'hist. 3e Serie. III. p. 140.) _ cf.

over alle HSS. der kroniek; Ottema, in; Vrije Pries. III. p. 105—149, V. p. 71—85.

üitg.: (Boek 1—3. Tot 1396.) Voor het Priesch gen.

-ocr page 70-

56

door J. G. Ottema. (Met verv. geschr. c. 1500.) 1847. — (Boek 4.) Worp Tyaerda van Rinsumageest, Vierde boek der kronijken van Friesland. (1399—1486.) Uitgeg. voor het Fr. gen. door Dr. Ottema. Leeuw. 1850 , 51. 2 stn. — (Boek 5.) Worp Tyaerda van Rinsumageest, Vijfde boek der kronijken van Friesland. (1499—1523.) TJitgeg. voor het Fr. gen. door Dr. Ottema. Leeuw. 1871. Sehr.: Foppens, Bibl. Belg. II. p. 1159. — Paquot, Mémoires. IV. p. 303. — Val. Andreas, Bibl. Belg. p. 848. — Uffenbaeh, Beisen. III. p. 323, 596. — Bolhuis v. Zeeburgh, Kritiek, p. 98—109.

Johannes de Lemmege, Kronyk van Groningerlant.

(1110—1436.)

NB. De schrijver leefde te Groningen omstreeks 1500. Het uit-gegevene is een onbelangrijk extract uit een grooter werk, dat wellicht bewaard is in liet Amsterdamsche HS.

Handschr.: Groningen. Acad. Bibl. Aa. 24. fol. pap. geschr. 1710. („In allen zakenquot; — „zal daran bliiven.quot;) Met Sicco Beniugha. Loopt tot 1527. — Aid. Acad. Bibl. Bc. 13. fol. pap. 16e eeuw. — Aid. Acad. Bibl. Be. 14. fol. pap. 16e eeuw. — \'« Gravenhage. Kon. Bibl. No. 993. 4o. pap. (Achter de: „Croniken der Vresscher landen ende der soeven Seelanden.quot;) — Amsterdam. Bibl. Kon. Akad. No. 111. 4o. pap. 16e eeuw, 1024 blz. („Chro-nike der Vriesser Landen ende der stad Groningen.quot; Met Sicco Beningha. Loopt tot 1525. Van verschillende banden; veel uitvoeriger dan het gedrukte ex.) — Middlehill. No. 3303. („Johan von Leming, Crouyck van Groeningen.quot; cf. Archiv. VJI. p. 101.) — Kopenhagen. Coll. Roy. dite du Comte Thott. No. 594. (No. 574?) fol. („Cronickel der Vrieschen landen, die Seven Zeelanden ende der Stadt Groningen, angevangen van Johan Tideina van Lagemo ende gecontinueert van Sikke Ben-ninghe.quot; cf. Archiv. VII. p. 153.) — Een HS. kl. 4o.

-ocr page 71-

57

(„Chron. v. Gron. en Ommelanden.quot;) Uitvoeriger dan het uitgegevene, maar defect, werd in Oct. 1878 te Groningen geveild in auctie J. D. Hesselink. No. 2558. Uitg.: In: Matthaeus, Veteris aevi analecta. I. p. 102,—

2e ed. (4o.) I. p. 67—85.

Schr.: De Wind, Bibl. p. 108. — Potthast, Bibl. p. 394. — Val. Andreas, Bibl. Belg. p. 525. — Poppens, Bibl. Belg. II. p. 674. — Paquot, Mémoires. III. p. 402.

Sicco Beuiugrha, Kronyk der Vriesche landen. (1467— 1527.)

NB. Schijnt een vervolg op Joh. v. Lemmege. Het zijn mémoires van een ooggetuige, zeer merkwaardig.

Handschr.: Groningen. Acad. Bibl. Aa. 24. fol. pap. 1710. (Loopt tot 1527. Met Lemmege.) — Aid. Acad. Bibl. Bc. 12. fol. pap. 16e eeuw. — Amsterdam. Bibl. Kon. Akad. No. 111. 4o. (Met Lemmege. 1024 blz. v. versch. handen. Uitvoeriger dan het gedrukte ex.) — Kopenhagen. Coll. Hoy. No. 594. (574?) fol. Met Lemmege. (Zie aldaar.)

Uitg.: Door Brouerius van Nidek, in: Analecta Medii

Aevi. (Amst. 1725. 8o.) I. p. 1—432.

Schr.: De Wind, Bibl. p. 119. — Potthast, Bibl. p. 164. — Matthaeus, Analecta. IV. Dedic. — Ubbo Em-mius. (Lugd. Bat. 1512.) Epist. dedicat.

Br. Fanlns Rodolphi Tan Bixtel (vroeger geheeten Joh. Grnyter), Proeliarins of strfldboek, bevattende de jongste oorlogen in Friesland. (1494—1517.) (geschr. 1518.) Handschr. v. d. oorspr. Lat. tekst nog ongedrukt.

Uitg.: (Holl. vert.) door Ottema voor Pr. gen. (Leeuw. 1855. 8o.)

8

-ocr page 72-

58

Jancko Donwama, Hoeck der partijen en Articnlen van Foerantwordiug. (tot 1529.)

Handschr.: Leeuwarden. Bibl. Fr. gen., 16p eeuw, af k. v. Scriverius. — ? hij J. M. van Beyma thoe Kingma. 16e eeuw. — ? hij G, yl. AveuhoTn van _A aula. 17o eeuw, — ? hij Mr. W. B. Buma. 17e eeuw. — \'sGravenhage. Kon. Bibl. No. 989. fol. pap. Kopij van 1773 naar het origineel. (cf. over deze kopij: Chalmot, Woordenboek. VIII. p. 342.) — Aid. Kon. Bibl. 4o. einde 16e eeuw. 500 blz. (cf. Inleid, v. d. uitg. p. 25, 26.) (NB. De HSS. te \'s Gravenhage zijn kopiën der HSS. Beyma thoo Kingma en Avenhorn van Nauta.) — Vgl. over alle HSS.: Inleiding voor de uitg. v. Douwama\'s quot;Werken, p. 2—24, 35. Uitg.: Door het Frieseh genootschap. Leeuw. 1849.

NG. l)e volgende werken van Douwama zijn door het Fr. gen. met hot Boeck der partijen uitgegeven: Handel sedert quot;1520. — Traeiaet van mijner liekenscap. — en: Instructie an mijn Wyff.

Petrus Thaborita (Pietcr Jacobsz. van Tliabor), Historie van Vriesland. (781—1527.)

NB. Dc schrijver was ieekebroeder in liet klooster Thabor hij Sneek. -HGO—1530. Voor de latere lijden is de kroniek dagboek, zeer vertrouwbaar. Op p. 211 is opgenomen de „Groningher Passie van lieer Meynert toe Fraenker.quot; (quot;1497), die ook afzonderlijk in HS. voorkomt.

Handschr.: ? ? Autogr., vroeger toebehoorende aan Van Schwartzenberg. Uitgeg. — \'.s Gravenhage. Kon. Bibl. No. 987. 4o. pap. (Afschr. door Matthaeus. Loopt tot 1520.) Uitg.: Met aant. door Visser en Amersfoordt, in: Archief voor vaderl. inzonderh. Fr. gesch. (Leeuw. 1824—1828. 8o.) I—III. p. 1—443.

Sehr.: De Wind, Bibl. p. 120—122. — Potthast, Bibl. p. 492. — Suffr. Petri, De scriptor. Fris. dec. XI. c. 6. p. 154. — Val. Andreas, Bibl. Belg. p. 725. — Paquot, Mém. IV. p. 305.

-ocr page 73-

59

Sjbe Jarichs, Corte chronyc nyt veele clironycken te samen gebracht. (758—1536.)

NB. De schrijver, een Groninger, leefde in het begin der 16e eeuw.

Uitg.: 1. Kampen. 1536. (Loopt tot 1536.) — 2. Kampen. 1553. (Loopt tot 1553. Met Tjalling Aykerna.) — 3. Kampen. 1570. (Met verv. tot 1570.) — 4. Door Brouerius vau Niclek, in: Analecta Medii Aevi. I. p. 435—470.

Schr.: Potthast, Bibl. p. 386. — De Wind, Bibl. p. 135.

Kempo van Martena, Annael of landboek. (1498—1530.)

NB. De schrijver was raad vau Karei V, stierf c. 1538. Hij schreef zijn werk in 1532 volgens opdracht der Staten van friesland; zijne hoofdbron waren de Friesche archieven.

Handseh.: \'sGravenhage. Kon. Bibl. No. 984. fol. pap. (Loopt tot 1535.) — Aid. Kon. Bibl. No. 985. 4o. (Alleen het slot tot 1534.) — Utrecht. Acad. Bibl. MS. Hist. No. 1. fol. pap. — Leeuwarden. Bibl. Pr. gen. (Gabbema\'s archief.) Afk. v. Koordaua. Loopt tot 1563. — Aid. Bibl. Pr. gen. (Gabbema\'s archief.) Afk. v. Ha-rinxma. Loopt tot 1554. — Aid. Burgerweeshuis. (Ar-chiv. VIII. p. 591.) — Leiden. Bibl. Lett. No. 847. fol. 253 bl. 16e eeuw. (Loopt tot 1545.) — Groningen. Acad. Bibl. Be. 11. fol. pap. 16e eeuw. (Loopt 1498—1540, einde defect.) — MiddleMll. No. 3301. („Landtbock van Vrieslandt.quot;) — Zie verder: De Wind, Bibl. p. 129 Noot. Uitg,: Door Schwartzenberg in zijn Charterboek. (Leeuw.

1773. fol.) II. p. 1—205.

ISchr.: De Wal, De claris Pris. juriscons. p. 7—10. — De Wind, Bibl. p. 128. — Schwartzenberg, Charteib. II. (Voorrede.) — Te Water, Verb, der edelen. III. p. 96. — Scheltema, Staatk. Nederl. 11. p. 80. — Val. Andreas, Bibl. Belg. p. 606. — Poppens, Bibl. Belg. II. p. 790. — Paquot, Mém. IV. p. 306.

-ocr page 74-

60

Tjalling\' Aykema, Cronyxke van die Ommelanden.

(1533—1536. Met verv. tot 1552.)

üitg.: 1. Kampen. 1553. (Met Sybe Jarichs.) — 2. Kampen. 1570. (met Sybe Jarichs.) — 3. Door Brouerius van Nidek, in: Analecta Medii Aevi. p. 377—491. Schr.: De Wind, Bibl. p. 157.

Corn. Kempins, De origine, sitn, qnalitate et quantitate Frislae. (tot 900.)

NB. De schrijver, geboren c. 1520, stierf 1589.

TJitg.: Te Keulen. 1588. (ap. Gosv. Cholinum.)

Sehr.: Bolhuis v. Zeeburgh, Kritiek, p. 123—140. — Poppens, Bibl. Belg. I. p. 210. — Paquot, Mémoires. XV. , p. 172.

j Eggerik Beniuga, Chronyk of historie van Oostirieslant.

NB.\' De schrijver, geb. 1490, stierf 1562.

Handschr.: \'s Gravenhage. Kon. Bibl. — Güttingen. Univ. Bibl. fol. (Archiv. VI. p. 202.) — Hamburg. Stadfcbibl. Hist. Germ. No. 75. pap. 125 blz. Loopt tot 1497. (Archiv. VI. p. 245.)

Uitg.: lo. In: Matthaeus, Anal. (4o. ed.) dl. IV. p. 1— 722. — 2o. 1706 (?) — 3o. Te Emden. 1723. 4o. Met aant. v. E. F. Harkenroth. — 4o. 1738. (Waar?). Schr.; Bolhuis v. Zeeburgh, Kritiek, p. 109—123. — Eoppens, Bibl. Belg. I. p. 253.

SulTr. Petri, De Prisiorum antiqnitate et origine 11. 3.

NB. Do schrijver, geboren 1527, stierf 1597 te Keulen. Van hem bestaat ook nog: De scriptoribus Frisiae dec. XVI et semis. (Colon. 1593.)

TJitg.: Keulen. 1590. (ap. Arn. Mylium.)

Schr.: Bolhuis v. Zeeburgh, Kritiek, p. 178—206. — Pars, Naamrol, p. 71. — Val. Andreas, Bibl. Belg. p. 819.

-ocr page 75-

SI

Joh. Benders ten Post, Extract wth verscheiden historiën tho verclaringe randen gestallt nnd nmstenden des Kleinen Frieslandes, genoempt d\'Dmlanden.

NB, De schrijvei- (geb. 1542, overt. 1626), schreef zijne kroniek 1581—1594; zij loopt tot c. 1600. — Van hem werd (tegelijk met de kroniek) nog uitgegeven; Verhandeling vanden standt ende politie der Ommelanden, geschr. omstreeks 1610.

Handschr.: ? Bibl. v. d. heer Mr. J. Eengers Hora Siccama van Farmsum. fol. (Bolhuis v. Zeeburgh, Kritiek, p. 142.) — Groningen. Acad. Bibl. Kopie van 1787. (Bolhuis v. Zeeburgh, 1. e. p. 142.)

Uitg.: Door H. O. Feith. Groningen. 1852.

Schr.: Bolhuis v. Zeeburgh, Krit. d. Fr. gesch. p. 140—148.

2. ONU1TGEGEVENE KRONIJKEN.

Croniken der Vresscher landen ende der soeven Seelanden.

Handschr.: \'s Gravenhayn. Kon. Bibl. No. 993. 4o. pap. (Fragment.) — Kopenhagen. Bibl. (Coll. roy. du Comte Thott.) No. 594. fol.

NB. Beide HSS. komen voor in één deel met HSS. van Lem-inege\'s kroniek: wellicht is het de kroniek van Sicco Beningha.

Knrze Oesdiichte von Ost-Frieszland. (1268—1489.) Handschr.: Amsterdam. Bibl. Kon. Akad. No. 113. 4o. 104 bl.

NB. Hierbij eene lijst van merkwaardige voorvallen van 1391— 1550, en een „Geschlechts-Register von Ost-Friesischen Hofflingen.quot;

Abel Eppens tho Eqnart, Der Vresen Chronicon, sonder-ling vrat in den Ommelanden tnsschen de Laimerscho nnd Emsse grelegren van yaer 1537 ouder den Burgnnsschen tnsschen stadt Groningen nnd den Staten der vorschr. Ommelanden gehandelt nnde geschedeu its.

NB. Geschreven 1580 te Emden.

Handschr.: Groningen. Prov. arch. No. 11. fol. (origin.) —

-ocr page 76-

62

AM. Bibl. v. „Pro excolendo jure patrio.quot; fol. 2 din. (Afschr. v. J. D. Halsema.)

Jcversclie Chronica. (1148—1583.)

Handschr.: Hannover. XII. 5. Afschr. v. een perk. HS. iu het archief te Celle. (Archiv. I. p. 471.)

NB. In de Bibl. Romanzow te Petersburg berusten nog: Chro-nik von Rustringen. 93 bl. 4o. Plalduitscli. — Chronique sur la dynastie Jeverienne. (tot 1540.) 52 bl. 4o. — Laur. Michaelis, Gedicht auf Ostfriesland. 79 bl. 4o. (Archiv. VI. p. 249, 250.)

Anonymus Nordanus, CUronicou Frisiae ab autiqnissimis temporibns u. a. annum 1587.

Handschr.: (jrroningen. Prov. arch. No. 7. fol. — \'•? Gra-venhar/e. Kon. Bibl. No. 988. 4o. pap. Afschr. v. Mat-thaeus. 1696. („Chronicon Frisiaequot; tot 1585. cf. Archiv. VII. p. 131.)

NB. De „Norder Chronica,quot; gebruikt door Beninga, werd in het laatst der 16e eeuw door een ander vervolgd. (Bolhuis v. Zeo-burgh, Kritiek, p. 116 Noot.)

3. KLEINE KRONIEKJES.

Reinerns carthus. civit. Colon., Tractatus de origine, lande et illnstribns viris gentis Frisonicae.

Handschr.: Göttinyen. Univ. Bibl. — Leemcarden. ? ? (cf. Möhlmanu, Kritik. p. 89. — Verh. v. h. Friesch gen, 28e Verslag, p. 128.)

Uitg.: Keulen (.?) c. 1500.

Schr.: Bolhuis v. Zeeburgh, Kritiek, p. 69, 70.

NB. Weerlegd door Rein. Bogermau. 1540.

-ocr page 77-

63

De origine Frisonnm et de gestis eornm.

Handsclir.: Leuven. Bib!. Univ. (Bibl. Uffenb.) 12o. pap.

15e en 16e eeuw. 6 bl.

Sehr.: Bolhuis v. Zeeburgh, in: NijhoflTs Bijdr. N. R. VIII. p. 350. — Compte-rendu de la comm. roy. d\'hist. 2e ed. I. p. 150. (waar een citaat is afgedrukt.)

Historia Frisiae et de libertatibns eornm.

Handschr.: München. Bibl. No. 461. pap. 15e eeuw. (Ar-chiv. VII. p. 121.) („Deus omnipotens, qui in sua dispositionequot; — „1248 indict. VI regni nostri anno I. Laus Deo.quot;)

Korte Friesclie chronicke. (tot 1248.)

NB. Een uittreksel uit de Gesta Fresonum, zonder waarde. Handschr.: Groningen. Prov. arch. („Als wy lessen in cronicis, das deer weren twee braeven enz.quot;)

Clironykje van Friesland, (1200—1447.)

NB. Getrokken uit het Jus municipale Fresonum. (HS.)

TJitg.: Door De Haan Hetteraa in; Vrije Fries. 11. p. 117—130.

Cleyne chronica Tan de (Kroninglier Omlanden. (701— 1512.)

TJitg.: Door Brouerius van Nidek, in: Analecta Medii

Aevi. I. p. 473—476.

Schr.: Potthast, Bibl. p. 241.

-ocr page 78-

64

Bovendien worden vermeld de volgende kronijken, waarvan de beschrijving te onvolledig is om ze te herkennen;

Chronicon Frisiae, — HS. MiddlehUl. No. 3299. (cf. Archiv. VITI. p. 101.)

Latgnsche chronyk. (van Friesland?) 840—1003. — HS. Leeuwarden. Bibl. Fr. gen. (coll. Gabbema.) (cf. Vrije Fries. XI. p. 291.)

Chronika der Frissen, (tot 1550.) — HS. Kopenhagen. N. Kon. Bibl. No. 651. (cf. Archiv. VII. p. 164.)

-ocr page 79-

KRONIJKEN VAN GELDERLAND.

1. DE BEKENDE KRONIJKEN.

f

Chrouicon Tieleuse, auctore iucerto. (tot 1449, met verv. tot 1566.)

Handschr.: Het uitgeg. HS., afkomstig uit een klooster

bij Tiel, berustte later op het Tielsche stadhuis.

Uitg.: Door J. D. van Leeuwen met noten. (Trai. ad Rh.

1789. 8o.) XXVIII en 716 bl.

Schr.: De Wind, Bibl. p. 73—75. — Potthast, Bibi. p. 232.

NB. Het uitgegevene is het Ge (laatste) gedeelte eener groote kroniek; de 5 eerste zijn zonder belang. Het uitgegevene deel is van groote waarde voor de geschiedenis van Gelderland, het vervolg alleen voor die van Tiel. De schrijver was dijkgraaf in of bij Tiel en stierf na 4455. Zijne bronnen waren o. a. Beka en de eerste bewerking van Joh. ;\'i Leydis; voor de latere tijden bevat zijne kroniek mémoires.

Willig (1c Bcrcliein, De nobili priucipatii Gelrie et eins origine, (tot 1466.)

Handschr.: Nijmegen. Stadsbibi. (2 ex.) — Arnhem. Stads-bibl. — \'sGravenhage. Bibl. H. R. van Adel. — Hamhvrr/. Stadtbibl. Hist. Gerrn. No. 31i. fol. 34 bl. Loopt tot 1481. (Chronicon civitatis Neotnagensis et comitatus Gehlriae et Zutphaniae.) cf. Archiv. VI. p. 241. — Wolfenhutlel.

9

-ocr page 80-

66

Herz. Bibl. MS. Aug. No. 48.25. 4o. pap. Loopt tot 1506. („partim a W. de Berchem descripta.quot;) cf. Ar-chiv. VI. p. 19. — Brussel. Bibl. Bourg. Ko. 2356. 4o. Lat. 1487. („Chronica brevis principum domus Gelriae per dominum de Berchem canonicum Noviomagensem composita.quot; Loopt tot 1487.)

TJitg.: Door L. A. J. W. Sloet van den Beele. H. C. 1870. 8o.

Schr.: Val. Andreas, Bibl. Belg. p. 306. — Foppens, Bibl. Belg. I. p. 391.

Henr. Aquilins Arnhemieiisis Henrlck Arentsz.), Compendium clironici (ieldrlci. (tot 1566.)

üitg.: 1. Keulen. 1566. 8o. (ap. Joh. E.etaeum.) — 2. (Verkort) met aant. v. P. Scriverius, in: Bat. lllustr. L. B. 1609. 4o. — Een herdruk is wenschelijk. (Van Hasselt, Kron. v. Arnhem, p. 152.)

Schr.: De Wind, Bibl. p. 165. — Van Hasselt, Kron. v. Arnhem, p. 152. — Van Spaen, Oordeelk. inleiding. II. p. 13. — Vonck, Voorr. voor Huygens\' Doesburg, p. 57. — De Navorscher. Jaarg. 1872—74. p. 168. — Val. Andreas, Bibl. Belg. p. 342. — Foppens, Bibl. Belg. I. p. 434.

Uierou. Faletns, De belio Sicambrico libri IV.

Uitg.; 1. Te Venetië (ap. Aldum.) 1557. 4o. — 2. Herdruk. (waar?) 18e eeuw.

(Jronica brevis.

Uitg.: 1. Door Van Spaen, Inl. tot de hist. v. Gelderland. II. p. 1—9. (Cod. diplom.) — 2. Door Sloet van den Beele. (achter Wilh. de Berchem.) Hag. Com. 1870. 8o.

-ocr page 81-

67

2. ONUITGEGEVENE KRONUKEN.

Uistoria Gelriae usque ad annnm 1470.

NB. Bij Pontanus vermeld als „de anonymus.quot;

Handschr.; Utrecht. Acad. Bibl. MS. Hist. No. 2. tol. pap. (Einde: „qui venieus pubiice et impavidus etc.quot;)

Geldersche kroniek, (tot 1477.)

Handschr.: Parijs. Arch, nation. 4o. 16e eeuw, afk. v.

Adr. Westphalen. (Archiv. XI. p. 414.)

NB. In denzelfden band vindt men nog; Topographia et cro-nographia principatus Gelrie et opidi Ercklensis. 1473. — De Gelrio ac Zutphanie comitura origine progressu etc. 1515. — Tractatus de ducatus Gelrie origine. — Beneficia domini ducis Gelrensis. — Deductio juris pro Karolo duce Gelriae contra regera Romanorura. — Dialogus inter Rom. et Gelr. milites.

Dialogus inter Romanum et Gelrensem milites super du-catu Gelriae, Juliae et comitatu Zutphaniae,

Handschr.: Arnhem. Prbv. arch. Origineel, (cf. Delprat, in: Nijhoffs Bijdr. IX. Aanh. p. 17.) — Farijs. Arch, nation. 4o. 16e eeuw, afk. v. Adr. Westphalen. (Archiv. XI. p. 415.) — Middlehill. No. 1889. (Cod. Meerm. No, 800.) fol. pap. einde 17e eeuw. Afschr. v. Mat-thaeus. (Cronica et generatio comitum de Geire.) (cf. Archiv. VIL p. 99.)

Summaria chronica terrae Gelrensis.

Handschr.; \'.s Graveuhaye ? Kon. Bibl.? (Bibl. Gerard.) fol. (Afschr. v. een HS. der 16e eeuw, in de Bibl. Bourg.)

NB. Het origineel dezer kopie is wellicht de „Summata cronica Gelrensisquot; 8G8—1467 in de Bibl. Bourg. te Brussel, achter een HS. van Beka. (cf. Archiv. VII. p. 705.)

-ocr page 82-

68

De origine et progressu ducatns Geldrici usque ad Ca-rolum \\ Imperatorem,

Handschr.: Busseldorf. Archief. (Gulik-Kleef.) No. 16. f. 119—237. tol. pap. (cf. Archiv. XI. p. 756.)

(Vou) Dein oirsprnuck der voichter, graTen ende hertogen mit haren erouyken des landtz Tan Gelre. (878—1543.) Handschr.: Berlijn. Staatsarch. No. 12. 4o. pap. 16e eeuw. (Archiv. XI. p. 772.)

Cort Terhael hoe dat Gelderlandt ierst aen het hnys van Oostenryck geconimeu is, gelyck oock Utrecht ende OTer-yssel, nieuw vaude oorlogen in dese lauden hierom geschiet ende rande expeditie en success van Marteiu van Rossnim. (1494—1555.)

Handschr.; Brussel. Bibl. Bourg. No. 7426. 4o. 17e eeuw. („Adolf hertog van Gelderlandt.quot;)

Cronica de Gelria.

Handschr.: Leuven. Bibl. Univ. (Bibl. Uffenb.) 12o. pap. 15e en 16e eeuw. („Anno 878 cum Karolus calvus. essefc Imperatorquot; — „(Adolphus filius Arnoldi) habuit unicam filiam quam nuptam habuit dux Lotharigie.quot;) cf. Archiv. VII. p. 709.

Schr.: Bolhuis v. Zeeburgh, in; Nijhoffs Bijdr. N. E. VIII. p. 350.

Geldriae chronicon, (in het Latijn.)

Handschr.: Wolfenbutiel. Herz. Bibl. Cod. Extr. No. 117. fol. (cf. Archiv. VII. p. 225.)

Geldriae chronicon. (in het Hollandsch.)

Handschr.; Wolfenbutiel. Herz. Bibl. Cod. Extr. No. 117. 4o. (cf. Archiv. VII. p. 225.)

-ocr page 83-

69

Fan den Riesen, Chronyk van Gelderland. (Latijn.) Handschr.: Roermond. Bibl. v. d. hear Sivre.

NB. Waarschijnlijk identiek met: Chronicon ducatus Geldriae autore Nic. Diesen Gandavensi (tot 1633), waarvan het origineele HS. vroeger berustte in het Geldersche archief te Roermond, en een ander HS. onder No. 320 in de Bibl. Gérard. (346 bl. fol.)

Van der Heyden, Chronyk yan Gelderland. (Latijn.) Handschr.: Gelder. Bibl. v. d. heer Nettesheim.

-ocr page 84-

KRONIJKEN VAN OVERIJSSEL.

Arent toe Boecop, Kronyk.

Handschr.: Harderwijk. Arch. v. d. familie Van Holthe. 4 a 6 din. f\'ol. (volgens Dumbar, thans verloren.) — Kampen. Stadsarch. Alleen het le deel tot 1495. — Zicolle. Bibl. v. Mr. J. C. Bystevbos. kl. 8o. 296 blz., midden der 17e eeuw. (Alleen een uittreksel uit het laatste gedeelte, uitgegeven.) — \'s Gravenhage. Kon. Bibl. ï1. 15. f. 16—174«. („Croniek der byscoppen van Uttert.quot; Alleen het 4e boek, van bisschop Hendr. v. Beijeren tot 1573.)

TJitg.: Het le deel door het Hist. Gen. Cod. dipl. II. dl. 5. — Het 4e boek door het Overijss. Gen., onder den titel: Dagboek van A. toe Boecop over 1555 tot 1573 (Dev. 1862.) volgens een HS., onvollediger dan het \'s Gravenhaagsche.

Willem Nagge, VerTolg op de kroniek van A. toe Boecop.

(tot 1605.)

Handschr.: Gravenharjc. Kon. Bibl. F. 15. f. 1744—217. (cf. Catal. Meerman. MSS. No. 1025. — Catal. Tyde-man. Ps. V. p. 38. No. 411.) — Deventer. Stadsarch. fol. (Afk. v. d. fam. Van Duren.) — Zwolle. Bibl. v. d.

-ocr page 85-

71

familie Nilant. 4o. versch. din. — Aid. Bibl. v. Mr. Vau Doorninck. 4o. (Extr. uit boek 2 en 3.) — AU. Prov. arch. fol. 2 din. Afk. v. A. v. Mierloo.

NB. Eene „Historia Hollandicaquot; over 826—1197 door demelfden Willi. Nagge is gedrukt bij: Dumbar, Analecta. I. p. 287—346.

Heur. Brumanus, Hes Transisalaniae. (tot 1460.) Uitg. : In: Dumbar, Analecta. II. p. 1—202.

Bellum inter Transisalanos et Gelros, (1520—1524.)

Handschr.: Zwolle. Stadsarchief. 4o. (Loopt over 1520—

1526 en bevat meer dan het uitgegevene HS.)

TJitg.: Door Dumbar, in: Analecta Medii Aevi. III. p. 503—613. — Eene nieuwe uitgave door het Overijss. Gen. wordt voorbereid.

Schr.: De Wind, Bibl. p. 166.

NB. De kroniek, in het Hollandsdi geschreven, werd in het Latijn vertaald door Heur. Brumanus, rector te Zwolle.

ÜTerysselsehe Chrouycke. (700—1553.)

Handschr.: Leiden. Acad. Bibl. B. P. L. E. 72 c. (Catal. Geel. No. 674.) pap. 16e eeuw. (Chronyck der stad Deventer.)

Uitg.: Met aant. door Dumbar, in: Analecta. II. p.

209—487.

Schr.: De Wind, Bibl. p. 167.

-ocr page 86-

KKONIJKEN VAN STEDEN.

Lamb. Hortensins, De tmnnltu Anabaptistarnm.

TJitg.: I. Basel. 1548. fol. — 2. Basel. 1574. — 3. Amsterdam. 1617. 8o. — 4. (Hollandsche vertaling.) Enkbuizen. 1614. fol. — 5. (Holl. vert.) Amsterdam. 1660. 8o.

Joost Bnyck Sybrz., Nieuwe maren beghonnen mit dat jaer van anno 1534. (tot 1536.)

Handschr.; Amsterdam. Stadsarch. Origin, achter eene verzameling keuren, — en verder verscii. HSS.

Uitg.: In: Scheltetna, Aemstels oudheid. II. p. 55—75.

Br. Hendr. ran niesten, Anteykeningen en geschiedenis dat geschiet is binnen en omtrent Amsterdam, getronwelyc gecomponiert. 1534—1574.

Handschr.; Brussel. Bibl. Bourg. No. 17907. 4o. 16e eeuw. („Item omtrent Lichtmisquot; tot 1567.) — Haarlem. Stads-bibl. (1534—1574.)

Uitg.: In: Dietsche Warande. VII. p. 519 vlg., VIII. p. 417 vlg.

-ocr page 87-

73

Willem van der Slnys, Chrouycke off corte ende waere beschryviu^c «Ier stadt Rotterdam. (Geschreven 1509.)

NB. De schi-ijver was pastoor te Rotterdam, geb. 1453, •}• niet lang na 1500. Zijn werk behandelt de geschiedenis der Jonker Fransen-oorlog tot 1489.

Handschr.: Rotterdam. Stadsarch. fol. pap. 56 bl. afk. v. De Eieraer. — Aid. Stadsarch. fol. pap. 192 bl. c. 1600. — HS. afk. v. Alkemade, gekocht door den heer Hoog van ter Aa te Botterdam. (Kron. Hist. Gen. 1848. p. 37.)

TJitg.: Omgewerkt en verkort door C. van Alkemade. (Rett.

1724 8o.) — 2e ed. Rott. 1756. So.

Schr.: Alkemade, Jonker Fransen-oorlog. (Voorrede.) — Paquot, Mémoires. XIV. p. 81. — De Wind, Bibl. p. 87.

Chronycke vau Ste. Ursula us-kerk binnen dc stad Delft.

Handschr.: Brussel. Bibl. Theod. de Jonghe. (1838.) perk. Uitg.: (fragm.) in: Beschr. v. Delft. (1729. fol.) p. 222.

Lamb. Hortensins, Opkomst en ondergang van Kaarden.

Uitg.: Door Prof. Peerlkamp voor het Hist. Genootschap. Utrecht. 1866.

Boeck der gescliiedenissen. Chronicon breve dc llocrnaer. (1417—1557.)

Handschr.: Utrecht. Acad. Bibl. MS. Hist. No. 58. 4o. pap. Uitg.: In: Dodt, Archief. III. p. 1—13.

Van der stadt Groningen anfangk, accressemeiit etc. Item van Vrieslaudt, Groningen ond Drenthe soiiderlinge niemorien ende gescliiedeniszen. (376—^1595.)

Handschr.: Utrecht. Bibl. v. prof. De Geer. 4o. pap. 237 biz. einde 17e eeuw.

10

-ocr page 88-

Joh. B ju dop en Rein. Bohemian, I)o aiinalibus ({uacilani nota. (Kroniek van Kampen.) (1288 tot 1553.)

NB. J. liyndop was secretaris van Kampen.

Handschr.: Kampen. Stadsarch. Fol. T.

Uitg.; Door de Overijss. Vereen. Deventer. 18G2.

Joh. van Breda, Kronyk Tan Kampen. (1516 tot 1651.)

Handschr.: Kampen. Stadsarch.

TJitg.: Door de Overijss. Vereen. Deventer. ISGi.

Uittreksels uit Meerlo\'s chronyck, inzonderheid oyer

Kampen, (tot 1580.) ✓

Handschr.: \'.s Gravenhagt. Kou. Bibl. No. 160G. fol. pap. 19e eeuw. 38 bl. (geschr. door Van Wijn.)

Kronykjen van \'s Hertogenbosch. (1312—1517.)

Uitg.: 1. In: Belgisch Museum van Willetns. (Gent. 1839.) III. p. 78—93. — 2. (fragm.)In: Hermans, Geschiedk. mengelw. \'sHert. 1840. I. p. 234—237.

Schr.: Potthast, Bibl. p. 245. — Hermans, Geschiedk. mengelw. I. p. 199. — Heylen, Prijsverh. ov. de Nederl. munten, in: Mém. de l\'Acad. de Brux. V.

Annalia civitatis Bnscoducensis ah exordio civitatis usque ad annum 1550.

Handschr.: Everbode. Kloosterbibl. (vroeger.)

Aelb. Cuperiuus, Die chronicke Tander yermaerder ende Tromer stadt Tan Tsertogenbosch. (1174—1558.) Met 2 vervolgen tot 1617 en 1629.

Handschr.: 1. Antwerpen. Bibl. Verachter, (thans Bibl. N. Brab.-Gen.?) 4ü. pap. 16e eeuw. 138 blz. — 2. \'sGravenhage. Bibl. van Breugel. 4o. pap. 212 blz.

-ocr page 89-

16e eeuw, met later vervolg. — 3. \'sHertogenbosch. Bibl. N. Brab.-Gen. 4o. 88 blz. einde 16e eeuw. — 4. Aid. Bibl. de Wijs. tol. pap. 336 blz,. — 5. Aid. Bibl. N. Brab.-Gen. Afschr. v. No. 4. — 6. Utrecht. Bibl. Aukersdijck. tol. pap. \'8 blz.

Vijf en twintig-jarig kronijkje Tan de stad en niejjerij Tan \'sllcrtogenbosclt. (1476 — 1501.)

Uandschr.; \'s Hertogenbosch. Bibl. N. Brab.-Gen., afk. uit de Bibl. Van de Velde. (CataL de livres rares. Gaud. 1832. II. No. 15317.)

üitg.: in: Hermans, Gesehiedk. mengelw. 1840. I. p. 1Ö3. Schr.: Fottliast, Bibl. p. 245.

Chronicon Bclgicuin Tetus, (over Breda.) (785 — 1479.) CTitg.: In Matthaeus, Aualecta. I. p. 73. — 2e ed. 4o. I.

p. 48—60. (Uitgegeven vlg, eeu HS. at\'k. v. Scriverius.) Schr.: Pottliast, Bibl. p. 208. — De Wind, Bibl. p. 105.

I)c exordio et Tetustate Traiecti ad Mosam,

Haudschr.: \'j ürtwenhage. Kou. Bibl. No. 945. fol. pap.

Chronijk van Maestriciit.

Handschr.: Maastricht. Arch, der O. L. V.-kerk.

Joh. Kritsraedt, Kro.iijk Tan Oangelt, Sittard cn omstreken.

Handschr.: Bonn. Stadtbibl. — Gangelt. {bij Aken.) Bibl. van de K. C. pastorij.

-ocr page 90-

KKONIJKEN VAN KLOOSTERS.

Joh. Gerbr. de Leydis, t\'hrouicon Egmoudaiium sive an-nales regalinm abbatum Egmuudensiniii. (690—1524.) Handschr.: Brussel. Bibl. Bourg. No. 6045. fol. (door Joh. de Buyck. 1537.) („Quoniam gesta.quot;) — Leeuwarden. Bibl. v. h. Fr. gen. (door Gabbema. 17e eeuw.) (cf. Vrije Fries. XI. p. 289.) — Utrecht. Bibl. v. prof. De Geer. 4o. pap. 16e eeuw. (Afk. v. Schinkel.)

Uitg.; 1. C. observat. door A. Matthaeus. Lugd. Bat. 1692. 4o. — 2. (Vert, door K. van Herk, en verv. door G. Kempher.) Alkmaar. 1732. 4o.

Schr.: üe Wind, Bibl. p. 102. — Potthast, Bibl. p. 394. — Foppens, Bibl. Belg. II. p. 646.

Frid. a Heilo, Liber de fimdatioue domus ftegularinin prope Uaerlem.

Uitg.: (fragm.) in: Pool, Fred. v. Heilo. (Amst. 1866.) p. 133.

Schr.: Moll, Kerkgesch. II 2. p. 348.

Die fondatie Tan het eoiiTcnt vau Sint Accliten tot Delff.

Handschr.: \'sGravenhage. Kon. Bibl. O. 164.-17e eeuw. Uitg.: Door Kist, in: Nieuw arch. v. kerkel. gesch. II. p. 381—399. (vgl. een ouder HS. dan het genoemde.)

-ocr page 91-

Krouyk Tan (liet klooster) Steyn (bfl Gonda.)

Uitg.: (fragni.) door Vorstman, in: Kerkh. arch. I. p. 327.

Origo, fundatio, progressus et monnmenta monasterii Canouicornm Begalarlnm Ste. Elisabethae in Kngge in Zeclandia.

Handschr.: Brielle. Stadsarch. (NijhofFs Bijdr. XX. p. 3.) — Warmond. Bibl. v. h. Semin., afk. v. Alkemade. (Kron. Hist. Gen. 1849. p. 459.)

Historia monasterii dieti Faradisns animae in Zelandia.

Handschr.: \'sGravenhage. Kon. Bibl. B. 46. (Coll. Gérard. Oud nommer 326 en 1359.) fol. pap.

Chronicou fuudationis monasterii Novae Incis in Valie ilorum piopc Ultraiectnm.

Handschr.: Middlehill. No. 1138. (Archiv. VII. p. 97.)

NB. Val. Andreas (Bibl. Belg. p. 291) citeert een „Chronicon Cartusiae ültraiectinaequot; van Gijsb. Dircksz. van Rutenberch, procurator van het klooster, gedeeltelijk uitgegeven door Raissius, in zijn; Origines Cartus. (Duaci. \'1632. p. 99), en: Hierogazophy-lacium. (Duaci. 1628. p. 380.) — Vgl. ook: Foppens, Bibl. Belg. I. p. 368. — Moll, Kerkgesch. II 2. p. 121 Noot 2, 122.

Corn, Bloekius, De origine domus Regnlarinm in urbe mtraieetina.

Handschr.: Utrecht. Prov. arch. 4o. pap. 94 bl. einde 16e eeuw. (ef. Vermeulen, Vanden levene\' ons Heren. p. XXXVIII)

Schr,: Moll, Kerkgesch. II 2. p. 348. — Beschr. v. h. Utr. bisdom. 1. p. 382, 386. — Val. Andreas, Bibl. Belg. p. 143, 144. (i. v. C. Beeck en C. Block.) — Foppens, Bibl. Belg. I. p. 194. (i. v. C. Beeck en C. Block.)

-ocr page 92-

78

Henr. ab Erp, Auuales vernaculi. (1421 -1583.) Handschr.: Utrecht. Prov. arch. HS. No. 18. p. 307—336. fol. pap. 18e eeuw. (HS. door A. Schoeraaker.) (ef. Vermeulen, Vanden leveue ons Heren. p. XLIII.)

üitg.: In: Mntthaeus, Aualecta. (4o.) I. p. 93—124. Schr.: Paquot, Mém. IV. p. 67—69. — De Wind, Bib), p. 151. — Foppens, Bibl. Belg. I. p. 433.

NB. De sclu\'ijl\'ster was abdis van liet Vrouwen-klooster van Oostbroek bij Utrecht (f 1548); zij schreel\' hare mémoires over 1503—1547, vervolgd tot 1583 door hare opvolgster Catharina van Oosterwijk.

Kroniek Tan het St. Nikolaas-kloostor tc ütreclit.

Handschr.: Utrecht. Acad. Bibl. MS. Hist. No 13. 8o. perk. — Middlehill. No. 3326. („Chronicon monasterii St. Nicolai.quot; Latijn?) (cf. Archiv. VII. p. 101.)

Uitg.: In: Vermeulen, Tijdschr. IV. p. 71. (vlg. het HS. der Utr. Acad. Bibl.)

Manuaal der conTentualen van St. Cecilia binueu Utrecht.

Handschr.: Utrecht. Stadsarch. fol. perk.

Uitg.: In: Tijdschr. v. gesch. en oudh. v. Utrecht. VIII. p. 397.

J. Bnysling\', üorspronck beginsel ende voortganck vant convent int Geyn buyten Utrecht, (tot 1574.)

Uitg.: I3oor L. G. Visscher in: Tijdschr. v. gesch. en oudh. v. Utrecht. VIII. p. 181quot;, 269, 305, 338.

Emo et Menco abbatos Wernmenses sivc Fioridi Campi in Frisia, Chronicon (1204—1273.)

Handschr.: H.a7ti. Bibl. v. Dr. F. Kop pi us. (Autograaf?) (Archiv. VIII. p. 39.) (thans in de Acad. Bibl. te Groningen ?)

-ocr page 93-

7 )

Uitg.: 1. In: Mattliaeus, Analccta. Ie ed. III. p. 1. — 2 In: Matthaeus, Analecta. 2o ed. II. p. 1. — 3. In: C. L. Hugo, Sacrae autiquitat. monum. histor. diplom. (Stivag. 1725. tol.) I. p. 409—504. — 4. Door Mr. Feith en Dr. Acker Stratingh, in de Werken van het Hist. Gen. Utrecht. 1866. — 5. In: Pertz, Monum. Germauiae. Script, dl. XXIII.

Schr.: Westendorp, Juarb. der prov. Gron. I. p. 224, 235, 301. — De Wind, Bibl. p. 34 — 36. — Potthast, Bibl. p. 277. — Alting, Not. Germ, infer. II. p. 1. — OudL. en gest. v. Gron. p. 396. — Bolhuis v. Zeeburgh, Kritiek, p. 10—21. — Foppens, Bibl. Belg. I. p. 261, II. p. 887.

NB. Kroniek van hel klooster Bloemkamp bij Wittewierum in Groningen. Het zijn de mémoires van Emo, den eersten abt, over • -1204—1237, en van Menco, den tweeden abt, over 1237—1273.

Thorn. Groniugensis, Clirouicon abbatum Floridi Campi. (Oldeklooster.) (1191—1583.)

Handschr.: Leeuwarden. Bibl. Fr. Gen. (vroeger Weeshuis.) door Gabbema. 17e eeuw. (cf. Archiv. VIII. p. 592. — Vrije Fries. XI. p. 289.)

NB. De schrijver was de 3üe abt van het klooster.

-■

Historia monasterii Adnwerth.

Handschr.: Middlehill. No. 1899. (HS. Meerman. No. 824.) pap. begin 16e eeuw. („Vitae omnium abbatum in Adu-werth cum brevi eorundem chronologia.quot; Loopt tot abt Albert, 1506—1513, met vervolg van eene latere hand.) cf. Archiv. VII. p. 99. — Leiden. Acad. Bibl. B. P. L. Q. 180 c. (Cat. Geel. 630.) pap. 17e eeuw. („Historia abbatum monasterii in Adwerth.quot;)— \'s Gravenhaye. Kou. Bibl. No. 333, afk. v. Bondam. („Chronicon abbatiae in Adwerth.quot; Het eerste gedeelte, geschreven in 1485, loopt va» den len tot den 22en abt; een le vervolg

-ocr page 94-

80

loopt tot den 28«^ een 2e tot den .33en abt.) — Groningen. Acad. Bibl. Ae. 47. pap. 18e eeuw. (1192— 1578.) cf. Archir. VIII. p. 589. — Aid. Acad. Bibl. Bd. 42. (cf. Archiv. VUL p. 589.)

Uitg.: 1. In: Van Heussen, Hist, episcop. Gron. p. 32. — 2. In: Van Eijn, Oudh. en gest. v. Groningen. (Leid. 1724.) p. 211. (Dit is de kroniek van den \'sGraven-haagschen codex, volgens een ouder HS.) — 3. Door Koppius. Gron. 1850.

Sehr.: Moll, Kerkgescb. II 2. p. 23.

NB. Het blijkt niet, of dit allen handschriften van dezelfde kroniek zijn.

Krouiek van liet klooster Klaarkamp.

Handsebr.: Leeuwarden. Bibl. Fr. gen. door Gabbema. („Ex cbronicis conventus nostriquot; over 1411—1501, „met nog twee cbronykjesquot; van 1413—1415. (cf. Vrije Tries. XI. p. 290.)

Brevis liistoria (vau het klooster Mariengaarde.) (1163— 1545.)

Handsebr.: Brussel. Bibl. Bourg. No. (5717—6721. fol. perk. 3 bl. einde der 16e eeuw. Afk. v. h. klooster Mariëngaarde.

üitg.: (gedeeltelijk) In: Wijbrands, Gesta abbatum Orti

Sancte Marie. (Leeuw. 1879.) p. 253—262.

Scbr.: Archiv. VIII. p. 502. — Wijbrands 1. c. p. XIV.

Sibrandus abbas, Yita li. Frcdcrici abbatis horti U, Mariae in Frisia ordiuis Praemonstratensium. (f 1175.) Handsebr.: Brussel. Bibl. Bourg. No. 6717—6721. fol. perk. 15e eeuw. Afk. v. h. klooster Mariëngaarde. („Venera-bilibus et dilectis in Christo ancillis Dei.quot;) (cf. Archiv.

-ocr page 95-

81

VIII. p. 502.) — Leeuwarden. Bibl. Fr. gen. (vroeger in het Weeshuis.) Extract, at\'k. v. Gabbema, 1671. (cf. Vrije Fries. XI. p. 289. — Archiv. VIII. p. 591.) Uitg.: 1. (Uittreksel.) In: Acta SS. Bolland. 3 Mart. I. p. 289—293. (vlg. verschillende HSS.) — 2o. (Volledig.) In: Wijbrands, Gesta abbatum Orti Sancte Marie. (Leeuw. 1879.) p. —75.

Sclir.: Val. Andreas, Bibl. Belg. p. 808. — Foppens, Bibl. Belg. II. p. 1094.

NB. De schrijver was abt van Mariëngaarde. (t 1238.)

Sibrandns abbas(.\'), Vita Siardi abbatis Horti Ste. Mariae.

(t 1230.)

Handschr.: Brussel. Bibl. Bourg. No. 6717—6721. fol. perk. 15e eeuw, afk. v. h. klooster Mariëngaarde. („Quoniam dominus Jesusquot; — „lans Deo patri, amen.quot;) (cf. Archiv. VIII. p. 502.) — Leeuwarden. Bibl. Fr. gen. (vroeger Weeshuis.) HS. door Gabbema, fragm. v. 1 bl. (cf. Vrije Fries. XI. p. 289.)

Uitg.: In: Wijbrands, Gesta abbatum Orti Sancte Marie, p. 76—146.

Schr.: Val. Andreas, Bibl. Belg. p. 808. — Foppens, Bibl. Belg. II. p. 1094.

Vita et g:esta trium abbatnin Orti Ste. Mariae: Sibrandi (t 1238), Jarici (t 1240), et Ethelgeri. (t 1259.)

Handschr.: Brussel. Bibl. Bourg. No. 6717—6721. fol. perk. 15e eeuw, afk. v. h. klooster Mariëngaarde. („Ex tuae paternitatis mandato.quot; Afschr. v. h. origineel, aan het einde defect.) (cf. Archiv. VIII. p. 502.)

Uitg.: 1. In: Pertz, Monumenta. Script, dl. XXIII. — 2. In: Wijbrands, Gesta abbatum Orti Sancte Marie, p. 147—251.

Schr.: Foppens, Bibl. Belg. II. p. 1095.

II

Webken N». 31.

-ocr page 96-

82

Sibrandus Leo, De abbatia Marien^acrde (1163 - 1575) et de monasterio Lidlumensi. (1182—1575.)

Handschr.: Brussel. Bibl. Bourg. No. 7201. 17e eeuw. („Vitae abbatum Horti B. Mariae. Vitae abbatura Lid-lumensium.quot;) cf. Archiv. VIII. p. 503. — Leeuwarden. Bibl. Fr. gen. HS. door Gabbema, 17e eeuw; met aant. v. de varianten uit twee andere HSS. (cf. Vrije Fries. XI. p. 289. — Archiv. VIII. p. 592.) — Giessen. Univ. Bibl. No. 643. 4o. pap. 17e eeuw. (Loopt over Mariën-gaarde tot 1594, over Lidlutn tot 1572.)

Uitg.: 1. In; Mattbaeus, Analecta. VI. (2e ed. 4o. dl. III.) — 2. (Alleen de kroniek van Mariëngaarde(?) als; Sibrandus Leo, Chronicon Erisiae. 1180—1580.) In: C. L. Hugo, Sacrae antiquitat. monum. I. — 3. (Waarsch. een fragment hieruit, als: Vita B. Frederici abb. Horti B. Mariae auct. Sibr. Leonio.) In; Acta sanct. Boll. 3 Mart. 1. p. 293, 294.

Schr.: Potthast, Bibl. p. 708. — Val. Andreas, Bibl. Belg. p. 809. — Foppens, Bibl. Belg. II. p. 1095.

Sibrandns Leo, Chronicon abbatnm Lidlnmensinm.

(tot 1575.)

Handschr.: Bmssel. Bibl. Bourg. No. 11452. fol. Lat. 1575. („Anno redemptionis orbis.quot;) — Aid. Bibl. Bourg. No. 7202. fol. Holl. (?) 17e eeuw. (Sibr. Leo, De monasterio Lidlomensi, ordinis Praemonstratensis monasterium Fri-siae. Loopt tot 1594. „Vixit in Frisia ocoidentali.quot;) NB. Waarschijnlijk identiek met het tweede gedeelte van het vorige nommer.

Joh. Bnsschius, De origine coenobii et capitnli sen con-gregationis \'Windesemensis. (tot 1460.)

Handschr.: \'s Gravenhage. Kon. Bibl. No. 347. 4o. pap. („Liber de origine coenobii etc.quot;) — Aid. Kon. Bibl. No. 348. 4o. pap. (Afschrift.) — ? ? Bibl. der Belg.

-ocr page 97-

83

Jesuiten (vóór hunne verdrijving uit België.) 4o. perk. (Chronicon Windesemiense.) — NordJcirchen. Plettenb. Bibl. Alleen het 2e gedeelte. (De viris illustribus mo-nasterii Windesemensis auct. Jo. Busch.) — Leuven. Bibl. Univ. Alleen het 2e deel. (cf. Foppens, Bibl. Belg. I. p. 598.) — Het origineel v. h. 2e deel vroeger te Dalheitn. (Archiv. VI. p. 37.) — Brussel. Bibl. Bourg. No. 1656. fol. pap. 15e eeuw. Extract uit het 2e deel, achter: Busch, De reformat, monaster, (cf. Fabric. Bibl. M. A. I. 309. ed. Mansi.)

Uitg.: Door Herib. Eosweyde. Antv. (apud Belleros fratres.) 1621. 8o.

Schr.: De Wind, Bibl. p. 76. — Potthast, Bibl. p. 178. — Moll, Kerkgesch. 11 2. p. 222, 349. — Val. Andreas, Bibl. Belg. p. 473.

NB. De schrijver, een tijd lang kanunnik te Wiudesheim, stierf c. 1471.

1 . 7 Joh. Biisscbins, De reformatione inouasteriorum.

Handschr.: Brussel. Kon. Bibl. No. 165B. fol. pap. 15e eeuw, afk. uit het klooster St. Agnietenberg, later in de bibl. v. St. Martin te Leuven, cf. Archiv. VII. p. 716, VIII. p. 489.

Uitg.: In: Leibnitzius, Scriptt. rer. Brunsvic. II. p. 476.

Mich, de Biddere, De origine mouasterii Windesem et • de origine capitnli generalis et eins cousumatione et de Tiris illnstribus mouasterii in Windesem.

Handschr.: Brussel. Bibl. Bourg. No. 1747, 1748. (MSS. Eubeae vallis.) fol. pap. 16e eeuw. (Bevat de beide deelen: „In nomine sanctae et individuaequot; en: „Illus-trium patrum gesta.quot;) cf. Archiv. VIII. p. 490. — Utrecht. Acad. Bibl. MS. Eccl. No. 335. fol. pap., afk. v. h. Eegulierenkl. te Utrecht. (Liber de viris illustribus ordinis canonicorufti regularium inonasterii in Wyn-desem dioeceseos Traiectinae. Daarachter: De origine,

-ocr page 98-

Si

processu et conaummafcione teraporali et spirituali mo-nasterii in Wyndesem.) — \'s Gravenhage. Kon. Bibl. No. 353. (863.) 4o. pap. — AU. Kon. Bib!. No. 354. (864.) 4o. pap. 17e eeuw. Afschr. v. Matthaeus, aan het slot defect.

r: -1quot; 4 ,

Besclirjjviug vau het klooster Windesheym.

Handschr.: Warmond. Bibl. v. h. Semin. fol., afk. v. Alkemade. (cf. Kronijk Hist. Gen. 1849. p. 459.)

Wilh. Voeru, Narratio de prima iustitutione monasterii in Windesem.

Handschr.: Utrecht. Acad. Bibl. MS. Eecl. No. 335. fol. pap., afk. v. h. Regulierenk!, te Utrecht. — \'s Gravenhage. Kon. Bibl. No. 349. 12o. perk. (Hierbij nog: Narratio de ortu nove devocionis in terra nostra. — Nomina fratrum Wyndesemensium. — Vita Magistri Gherardi Groit ac devotorum primorum ei succedentium.)

Uitg.: (fragm.) door Clarissa in: Kerkh. arch. VIII. p. 260. Schr.: Foppens, Bibl. Belg. 1. p. 425. („quot;Willem Vorntken, De fundatoribus monasterii Windesemensis s. de origine collegii in Windesem s. Eegularium canonicorum viri illustres.quot;) — Moll, Kerkgesch. II 2. p. 350.

Thom. a, Kemp is, Clironicon montis Ste. Agnetis. (1385— 1471.)

Handschr.: Brussel. Bibl. Bourg. No. 8853. 8o. 15e eeuw, afk. v. Heer Florenshuis te Deventer. (De primis fundatoribus Montis Ste. Agnetis et qualiter Mag. Ger. Magnus hunc locum eis primo significavit et de domo Windesheim. „Igitur domus Montis Ste. Agnetis.quot;) Uitg.: 1. Door Herib. Eosweyde. Antv. ap. Belleros fratres. 1615. 8o. — 2. Antv. ap. Hier. Verdussium. 1621. 8o,

-ocr page 99-

85

Schr.: B. Bahring, Thomas von Kempen. Berl. 1849. 80. — Böhriuger, Die Kirche Christi und ihre Zeugen. Zurich. 1855. II 3. p. 677—811. — J. Mooren, Nachr. über Thorn, a Kempis. Crefeld. 1855. 80. — De Wind, Bib), p. 76. — Potthast, Bibl. p. 548. — Moll, Kerkgesch. II 2. p. 349. — Val. Andreas, Bibl. Belg. p. 838. — Foppens, Bibl. Belg. II. p. 1138. — Saxe, Onomasticon. II. p. 396.

Jac. de Traiecto alias Voecht, Narratio de inchoatione status nostri et deinde de fratribns huins domus, (het Fraterhuis te Zwolle.)

Handsohr.: \'s Gravenhaye. Kon. Bibl. No. 346. 4o. pap. 65 bl. 15e eeuw. — Brussel. Bibl. Bourg. No. 8849— 8859, (extracten.)

Schr.: Delprat, in: Arch. v. kerkel. gesch. VI. p. 275— 302. — Acquoy, De kroniek v. h. Fraterhuis te Zwolle, in: Versl. d. Kon. Akad. IX. p. 4—42. — Overijas. alm. 1845. p. 92—98.

De domo clerieorum Sti. Gregorii in eivitate Zwollensi.

Handschr.: Brussel. Bibl. Bourg. No. 8854. 80. Lat. 15e eeuw. („Anno Domini 1393.quot;)

Ger. Coccius, Kronyk. (1233—1391.)

Uitg.: Door de Overijss. Vereen. Deventer. 1860. 80. (66 blz.)

Schr.: Van Hattum, Gesch. v. Zwolle. Voorrede, p. 7. — Potthast, Bibl. p. 247.

NB. Kroniek van het Regulieren-klooster Bethlehem te Zwolle. Het laatste gedeelte (tot 1471 niet verv. tot 1520) is verloren. De schrijver stierf na 1471.

De loco et miuistris Campi Sti. Johannis. (St. Janskamp bij Vollenhoven.)

-ocr page 100-

86

Handschr.: Amsterdam. Bibl. v. prof. Mol!. 16e eeuw. (fragm.

v. eene metr. krou.)

Schr.: Moll, Kerkgeseh. II 2. p. 88, 351.

* \' V Joh, de Locliem, Eegistrum sive anuales rernm in Trans-isalania maxime et Gelria annis 1520—1525 gestarum. Haudschr.: \'s Gravenhage. Arch. v. d. H. E. v. Adel. (cf. Vaa den Bergh, in: Nijhotfs Bijdr. N. E. V. p. 59.) — Amsterdam. Bibl. Kon. Akad. No. 152. 8o. pap. en perk. 15e en 16e eeuw. 37 bi. („Kronijkmatige aauteekeningen van verschillende handen betreffende het klooster Al-bergen bij Ootmarsum .... op het einde historische aan-teekeuingen betreffende de geschiedenis van Gelderland tijdens hertog Karei.quot;)

TJitg.; Door de Overijss. Vereen. 1875, 1876.

NB. Kroniek vau hel klooster Albergeu in Overijssel.

Nomina abbatum regalis monasterii lusulaiis illibatae Virgiuis Mariae (vulgo Marienweerdt uicti) cnm annis dominii et eorum obitn diebus hic brevibns perstricta se-qnnntnr.

Handschr.: Brussel, Bibl. Bourg. No. 17905. (Bibl. Hul-them.) tol. Lat. 16e eeuw. („Anno 1128 IV Kal. Julii.quot;)

Ki onyk van het fraterhuis te Doesburg. (1425—1559.)

Handschr.: Amsterdam. Bibl. v. prof. Moll.? ?

Schr.: Moll, Kerkh. arch. UI. p. 108. — Moll, Kerkgeseh. II 2. p. 169, 351.

Narratio conventus Grariensis de aqnarum inundatione gravissima Mosae apud tiraviensem tractum. (1552—1558.) Handschr.: Hamburg. Stadtbibl. Hist. Germ. No. 315. fol. pap. 15e eeuw. (cf. Archiv. VI. p. 242, XI. p. 392.)

-ocr page 101-

KRONIJKEN

VAN

ADELLIJKE GESLACHTEN.

Insignia comitnm, baronnm et nobilinm in aula Bavarica et in Belgio existeutiuni (excerpta e libro Jacobi de Ab-benbroogkc)

Handschr.: Breslau. Bibl. Ehed. Repos. II. No. 51. fol. perk. 1492. (cf. Archiv. VI. p. QJ).)

Generatie ende oirspronck der Baenreheren ende andere edelen.

Handsehr.: Utrecht. Prov. arch. fol. pap. midden 16e eeuw. 250 bl. (cf. Vermeulen. Vanden levene ons Heren, p. XXXVIII.)

Historiae et lamiliae eomitum, dncnm etc. Hollandiae, Selandiae, Hanuoniae, Flandriae, Brabantiae, CliTiae etc. 1512.

Handschr.: Munchen. Hofbibl. Cod. Germ. No. 1218.

-ocr page 102-

88

Joh. Gcrbr. de Leidis, Krouyk der heeren vau Brederode iu Holland, (tot I486.)

TJitg.: Door Matthaeus, in: Analecta veteris aevi. (4o.)

I 2. p. 587-740.

Sehr.: De Wind, Bibl. p. 98—104. — Potthast, Bibl. p. 394. — Van Wijn, Huiszitt. leven. II 1. p. 1—89. (en Voorrede.) — Foppens, Bibl. Belg. II. p. 646. NB. De schrijver putte uit het archief van Brederode; zijn werk is sedert i 250 belangrijk.

Chronicon illnstrimn dominornm de Brederode. (tot 1482.) Handschr.; Brussel. Bibl. Bourg. No. 5376. 4o. Lat. 1515. („Genealogiam et gesta.quot;) (cf. Archiv. VIII. p. 495.) — Utrecht. Acad. Bibl. MS. Hist. No. 11. 4o. pap. 15e eeuw. („Genealogiam et gestaquot; — „quasi annorum viginti.quot;)

Thom. Goreomiensis, De nobilibns baronibns dominis de Brederode.

Handschr.: Brussel. Bibl. Bourg. No. 17314. (Hulthum.) fol. Lat. 18e eeuw. — Aid. Bibl. Bourg. No. 6051. fol. Lat. 16e eeuw. (Origo dominorum de Brederoede. „Anno domini 988 Arnulpbus.quot;)

NB. Over den schrijver zie onder: SoUaudsche Kronijken.

Gesta illnstrimn dominorum de E^monda. cap 33. (440—

1463.)

Handschr.: Leiden. Acad. Bibl. B. P. L. Q. 133 c. (Gatal. Geel. No. 675.) 4o. pap. 1617. („descriptum ex codice mo-nasterii Egmondeusis.quot;) — Middlehill. No. 3318. (Gesta dominorum de Egmondt. — cf. Arohiv. VII. p. 101.) — Brussel. Bibl. Bourg. No. 5377. fol. Lat. 1478. (Chronica illustrium baronum ac dominorum de Egmonda. „Anno domini 725.quot;) cf. Archiv. VIII. p. 495. — Aid. Bibl. Bourg. No. 6049. fol. Lat. 16e eeuw. (Origo dominorum

-ocr page 103-

89

de Egmonda. „Abbatia Egmondensis habuit.quot;) — Aid. Bibl. Bourg. No. 8047. foi. Lat. 15e eeuw. 1 bl. (Chronica brevis dominorum Egmondensium, door Wilh. v. Berchem?) — Hamburg. Stadtbibl. Hist. Germ. No. 31i. fol. pap. 15e eeuw. (Origo et genealogia nobilium dominorum de Egmonda.) ef. Archiv. VI. p. 24d, XI. p. 392.

NB. Deze HSS. bevatten denkelijk niet allen dezelfde kroniek der heeren van Egmond.

Ant. Hotgus, Die chronycqne ofte historie der lieereu

Tan Egmondt.

Handschr.; Hamburg. Stadtbibl. (Bibl. Uffeub.) No. 20. p. 104—145. 4o. pap. 102 bl. — Rome. Bibl. Vatic. (Christ. No. 788. p. 1.) (Ant. Hovei, Historia baronum de Egmondi, idiom, belg. „Als men enz.quot;) — \'s Graven-Itaye. Ken. Bibl. C. 51. p. 330—352. (cf. Kerkb. arch, II. p. 80, III. p. 222.) — AU. Ken. Bibl. E. 12. f. 92— 166«. (De beide laatste HSS. hebben een beteren tekst dan de gedrukte.) — Aid. Eijks-arch. (Egmoudana, achter Inventaris v. Boud. v. Eietwyck.) — Haarlem. Bibl. v. De Blocquery. (1859.) 4o. pap. 80 bl. met tee-keningen. — Amsterdam. Bibl. v. Jhr. Dr. J. P. Six. 4o. Afk. v. Alkemade. (Kronyk van het edele .geslacht van Egmond. cf. Kron. Hist. Gen. 1848. p. 32.)

Uitg.: 1. Alkmaar. 1630. — 2. Alkmaar. 1637. — 3. ? ? — 4. Alkmaar. 1646. — 5. Haarlem. 1664. — 6. Amsterdam. 1696. — 7. Alkmaar. 1707. — 8. Alkmaar. 1734.

Schr.: Kist, in: Kerkhist. arch. II. p. 83. — Van Hasselt, in: Kerkhist. arch. ill. p. 222.

Ciirouique des seigneurs et comtes d\'Egmoiit.

Handschr.: Freiburcj (in Silezië.) Kasteel Eiirs ten stein.

12

-ocr page 104-

90

(Bibl. v. prof. De Plesse.) 4o. 111 bl. 1585. Afk. v. Anna v. Egmont.

Uitg.: Door Stenzler, in: Compte-rendu de la comm. roy. d\'hist. 2e Serie. IX. p. 13 vlg.

De vita et rebus testis dominorum de Arckel. (tot 1428.) Handschr.: Hamburg. Stadtbibl. Hist. Germ. 31S. f\'ol. pap. 15e eeuw. (De origine et gente dominorum de Arckel. — Ander HS. dan het door Mattfaaeus gebruikte; loopt tot 1426. ef. Archiv. VI. p. 241, XI. p. 391.) — Brussel. Bibl. Bourg. No. 6047. fol. Lat. 16e eeuw. (De dominis de Arckel. „Tempora Theodorici II.quot;) — Aid. Bibl. Bourg. No. 8048. fol. Lat. 15e eeuw. (Illustrium ac bellicorum virorum dominorum nobiüs dominii de Arckel. Door W. v. Bercbem ?)

Uitg.: In : Matthaeus, Veteris aevi analecta. V. p. 203—240. Scbr.: A. Kemp, Leven der heeren van Arkel. (Gorincb. 1656. 8o.) — Potthast, Bibl. p. 144. — De Wind, Bibl. p. 105.-

NB. De schrijver leefde c. 1480. Zie over hem; Thcod. Pauli Chronicon universale, (onder HoUamlsclie Kronijken.\') De twee Inatste • HSS. schijnen cene andere kroniek te bevatten.

Kronycke des lants van Arkel ende der Sleede van Gorcnm.

(tot 1480.)

Handschr.: Gravenlmje. Kon. Bibl. No. 962. fol. pap. 17e eeuw. („Die edele heeren van Arckel syn waer-achtige Troijanen.quot;)

Aerudt Kemp Jaez., Chronyeke der Heeren van Arkell eude oirspronck ende voortganek vau der stede van Go-rinchem.

Handschr.; GravenJiage. Kon. Bibl. K. 229. gr. fol. pap. 244 bl. begin 17e eeuw.

NB. Deze kroniek van oen Gorkumsch burger, opgedragen aan

-ocr page 105-

91

Phil. Will. v. Oranje in 1607, is veel gebruikt door Abr. Kemp in zijn (gedrukt) Leven der heeren van Arkel. Dit HS. (het autograaf van den auteur met verzen en teekeningen) bevat levens der hoeren van Arkel, Utrechtsche bisschoppen, llollandsche graven enz.

Hanncmau, Geuealogia comitiim de Wasseuacr. (1585.) Handsehr.: \'a GrawnJiage. Kon. Bibl. C. 12. 11 bl. c. 1700.

p Histoire des seigneurs de Tianen, Ameyde et ïeyling:eu.

Haudschr.: Brussel. Bibl. Bourg. No. 6052. tb). Lat. 16o eeuw. („Anno Domini 1325 tuit.quot;)

Cronica doniinorum dc Hcusdeu.

Haudschr.: Hamburg. Stadtbibl. (Bibl. üttenb.) No. 20. p. 146—161. 4o. pap. 102 f\'. — \'s Gravenhaye. Kon. Bibl. B. 4. 14 bl. Afschr. v. een origineel uit de 16e eeuw. — Brussel. Bib). Bourg. No. 8049. tol. Lat. 15e eeuw. (De origine dotniuii de Huesden et de Althove.)

Xheod, GorcomicMsis, De origine domiuoram de Borsalia.

Haudschr.: Brussel. Bibl. Bourg. No. 17317.. f(j)l. Lat. 18e eeuw. Afk. van De Nélis.

NB. Zie over den schrijver: Theod. Pauli, Chron. univ. onder: Mollandsche Krumjlcen.

Histoire des seigneurs d\'Ysselsteyn, domini dc EgmoiKia.

Handschr.: Brussel. Bibl. Bourg. No. 6050. fol. Lat. 15e eeuw. („Anno Domini 1296.quot;)

-ocr page 106-

92

Ori^iues Culembnrgicae. (1015—1494.) (Hollandsch.) Handschr.: Berlijn. Kon. Bibl. No. 131. 1716. (Genealogie ende afkomste van den huyse van Culenborch. „Die hertogen van Siccambriën.quot; Loopt tot 1639. — cf. Ar-chiv. VIII. p. 828.)

Uitg.: In: Matthaeus, Analecta. III. p. 589—656. 4o. Scbr.: Paquot, Mémoires. V. p. 218. — De Wind, Bibl. p. 88. — Potthaat, Bibl. p. 475. — Foppens, Bibl. Belg. II. p. 1168.

Nli. Do kroniek verhaalt de geschiedenis van de stad en de heeren van Culemborch. De schrijver zou Zweder van Culemborch heeten en omstreeks 1490 geleefd hebben. Het genoemde HS. zal wol eeno andere kroniek bevatten.

Joh. de lïnyck, Orig-o dominornm de Cnlcmbourg, Oyster-vaut, lïorsaliornm, de dommis de Vere, Apkoude et Gaes-beek, Woorden, Vliet, Beuthem, Henneubmch, Wocrn, l\'ersijn et Waterlant, Hairlem. — ld., Historia domiuorum de Lederdam, de Hockelem, de Asperen, Hagenstein, leyeu-berch, Jfordenlois, Zoelen, Aveuzaco, Alblas et Alblasser-dam, Berg\'heu, domiui Aruoldi.

Handschr.: Brussel. Bibl. Bourg. No. 6054, 6048. Lat. fol. 16e eeuw. (cf. aid. No. 8037—8050. 4o. pap. 16e eeuw.)

-ocr page 107-

BI0GRAPH1 ËN

VAN

BEROEMDE PERSONEN.

r

2 \' Vita Jacobae, dncissae Ilollandiae.

Handschr.: Rome. Bibl. Vatie. No. 3887. p. 527. fol. pap. (cf. Archiv. V. p. 204.) — Leiden. Bibl. Maafcsch. Let-terk. No. 684. fol. 1844. 2 bl. (Uittreksel uit een onuitgegeven HS. betr. Jacoba v. Beijeren op de Vatic. Bibl.)

Uitg.; 1. Door Mone. — 2. In de Stuttgarter Bibl. Bd. I. Schr.: Von Löher, Jacobaa von Bayern. I. p. 412.

Ger. Geldculianer (Noviomagns), Vita Pliilippi a Bur-gnudia episcopi Ultraiectensis.

TJitg.: 1. Straatsburg. 1529. — 2. In-: Struvius, Eer. Germanic, script. Hanov. 1611. — 3. Argentor. 1717. — 4. In: MattBaeus, Analecta. 4o. I. p. 145—229.

Schr.: De Wind, Bibl. p. 70 Noot 4. — Potthast, Bibl. p. 851. — Saxo, Onomasticon. III. p. 59. — De Geer, Voorr. v. Bommelii Bellum Traiect. p. XI vlg.

-ocr page 108-

94

4r\\ /

J Vita S. Gertrndis ab Oosten virginis Begliiuae Del-

pheusis in Belgio. (f 1358.)

Handschr.: Home. Bibl. Vailicell. C. 124. (Sanctae Ger-trudis ab Oosten beghinae Memoriae historicae. „Stigmata domini nostri.quot;)

Uitg.: In: Acta sanct. Boll. 6 Jan. I. p. 349—353. (vlg.

een HS. te Utrecht.)

Sehr.: Potthast, Bibl. p. 720.

Joh, Gerlacus, Tleven Tane Liedwy die magliet van Scyedam.

Haudschr.: Gravenhage. Kou. Bibl. laatst 15e eeuw. Uitg.: 1. Delft bij Homberch. 1487. — 2. Delft. (Hom-berch.) 1490. — 3. Gouda. 1496. — 4. (vert, door Brugman) in: Acta sanct. Boll. 14 Apr. II. p. 270—303. Schr.: Moll, Joh. Brugman, p. 132 Noot 1.

Joh. Brngmannns, Vita B. Lidvrinae sive Lidwigis vir-

ginis Schiedami in Hollaudia. (f 1433.)

Handschr.: \'s Gravenhage. Kon. Bibl. A. 88. (291.) 4o; pap. — Utrecht. Acad. Bibl. MS. Eccl. No. 489. fol. pap. 15e eeuw. (Vita alme Lydwine.) — Brussel. Bibl. Bourg. No. 3391—3399. fol. perk. 15e eeuw. (Lydtwyt Schiedamensis.)

Uitg.: Ie bewerking. — Keulen. 1483.

2e bewerking. — In: Acta SS. Boll. 14 Apr. II. p. 270—303.

3e bewerking. — 1. Te Schiedam. 1498. — 2. (verkort) door Surius, in: Acta sanctorum. 14 Apr. p. 160— 178. — 3. In; Acta sanct. Boll. 14 Apr. p. 303— 363.

Omwerking door Thorn, a Kempis. In: Thorn, a Kempis, Opera. (Antv. 1615. 8o.) p. 824^—889.

Schr.: Potthast, Bibl. p. 784, Suppl. p. 162. — J. Bruch-man. Vie de la bienheureuse Lidwine. Bes. 1840. —

-ocr page 109-

95

Hofdijk, Over St. Lydvvina van Schiedam. (Dietsche warande. 1857. III. p. 87.) — Fr. Posl, Die reine Liebe in detn Leben der H. Lidwina. Regensb. 1862. — Foppens, Bib). Belg. II. p. 1138. — Moll, Joh. Brugman. II. p. 131—137.

NB. Dit is een ander leven dan het voorgaande, door Brugman vertaalde.

\' r-; Thoni. a Kempis, Vita veuerabilis magistri Gerardi Magni Tulgo Groot,

Uitg.: 1. Door Henr. Sommalius. Antv. 1615. p. 889—928.

(Ook in de latere edities van Thom. a Kempis\' Werken.) Schr.: Val. Andreas, Bibl. Belg. p. 838. — Foppens, Bibl. Belg. II. p. 1138.

Thomas a Kempis, Vita Doiniui Florentii.

Uitg.; In: Thom. a Kempis, Opera omnia. (Antv. 1GI5.) p. 928—970. (en in de latere edities.)

Thomas a Kempis, Liber de Titis diseipnlornm Domini Florentii.

Uitg.: In: Thom. a Kempis, Opera. (Antv. 1615.) p. 970— 1023. (en in de latere edities.)

Kiid. Dier de Mnden et Petr. Uooru, De magistro Glie-rardo Grote, domino Fiorencio et mnltis aliis devotis fratribns.

Uitg.: In: Dumbar, Analecta. I. p. 1—113, 114—148. Schr.: Foppens, Bibl. Belg. II. p. 1081. — Potthast, Bibl. p. 267.

NB. Geschreven in 1408 door R. Dier. (f 1458.) P. Hoorn leverde het vervolg over 1450—1472. — Zie over deze en de volgende (ook andere dergelijke biographiën-collectiën): Moll, Kerk-gesch. II 2. p. 355. — Acquoy, Het klooster te Windesheim. passim.

-ocr page 110-

96

Leveusbeschrijviugeu vau yerscliilleutlc moderne dcyoteu.

Handschr.: (vroeger) Noordhom. Bibl. v. h. klooster Freus-wegen. (thans Bibl. te Straatsburg?) 4o. 190 bin. perk. — Amsterdam. Bibl. v. prof. Moll. (Afschr. door W. P. Viscb. c. 1820.)

Schr.: Delprat, Broedersch. v. G. Groote. (Ie uitgave.) p. 266. — Westendorp, Antiquiteiten. I. p. 460. — Lindebom, Hist, episeop. Daventr. p. 327. — Acquoy, Windesbeim. T. p. 137 Noot 2.

Jvif Levensbescliry vinden van Terscliilleiule moderne devotea.

Handschr.: Brussel. Bibl. Bourg. No. 8849—8859. (Afk. v. Heer Florensbuis te Deventer.) (Eeeds vermeld onder de kroniek van het Zwolsche fraterhuis in de vorige rubriek.)

Schr.: Moll, Kerkgesch. II 2. p. 355 Noot 6.

Vita Johannis Brinckeriuck.

Handschr.: Brussel. Bibl. Bourg. No. 8849—8859. Schr.; Acquoy, Windesbeim. I. p. 62 Noot 4.

Vita Egbert! ter Beek qniuti rectoris domus domini Florencii Davcntriae. (f 1483.)

Uitg.: In: Dumbar, Analecta. I. p. 162—178.

Schr.: Potthast, Bibl. p. 678.

Petrus Traiecti et Gerardus de Busco, Vita .lohannis Batten procuratoris domus Florencii Baveutriac. (f 1485:) Uitg.: In: Dumbar, Analecta. I. p. 179—223.

Schr.: Potthast, Bibl. p. 761.

-ocr page 111-

97

,

Alb. Lnbeck, Vita Petri Hoorn presbyteri. (f 1479.) Uitg.: In: Dumbar, Analecta. I. p. 148—162.

Schr.: Potthasfc, Bibl. p. 745.

LeveusbeschrijYing-eu van verschillende nonnen van het klooster Diepenyeen.

Haudscbr.: Spankeren. Bibl. v. d. Geld. toren. 4o. 190 bin. pap. (1534.) — Amsterdam. Bibl. v. prof. Moll. Afschr. v. h. vorige.

Uitg.: (fragm.) In: Matthaeus, Anon. Chron. due. Brab. (L. B. 1707.) p. 225—Ü64. (Vita Elisabethae v. Heen-vliet etc.)

Schr.: Moll, Joh. Brugman. Voorr. p. VIII, IX.

Leveiisheschrüvingen van verschillende zusters van Mees-ter-Geertslmis te Deventer.

Handschr.: Spankeren. Bibl. v. d. Geld. toren. 4o. 146 bin. pap. (midden 15e eeuw.) — Amsterdam. Bibl. v. prof. Moil. Afschr. v. h. voorg.

Schr.: Moll, Joh. Brugman. Voorr. p. VII, VIII.

Leveusbeschryviug-en van Heer Egbert ter Beke, Moeder Andries Tserens eu verschillende zusters van het Lam-nienhuis te Deventer.

Handschr.: Zwolle. Bibl. v. O. A. Spitzen. 12o. 157 bl.

pap. begin 16e eeuw.

Uitg.: (fragment.) Door O. A. Spitzen .in: Archief v. h. aartsbisd. Utrecht. II. p. 178 vlg.

Wesseli Groniugani vita.

Handschr.: Weenen. Hof bibl. Hist. prof. Jgt;o. 137. (in 1790 aanwezig.)

-ocr page 112-
-ocr page 113-

Door het HISTORISCH GtiNOOTSCHAP zijn uitgegeven onderstaande werken:

KRONIJK van het Historisch Gezelschap te Utrecht. ■Je jaargang. 1846 (*) ƒ 5.—. | 4\'- jaargang. 1848. . ƒ 3.70. 3e jaargang. 1847. . - 2.70. | 5e jaargang. 1849. . - 6.—.

(\') De eerste jaargang is nimmer in druk versohenen. KRONIJK van het Historisch Genootschap gevestigd te Utrecht.

serie

jaargang.

1850.

ƒ 6.—.

7e

jaargang.

1851. .

- 6.40.

8e

jaargang.

1852.

- 6.80.

Qe

jaargang.

1853.

- 6.80.

10e

jaargang.

1854. .

- 6.80.

3e

serie

lle

jaargang.

1855. .

- 3.20.

12e

jaargang.

1856. .

- 3.60.

13«

jaargang.

1857. .

- 4.80.

14e

jaargang.

1858. .

- 5.10.

15e

jaargang.

1859. .

- 4.60.

4e

serie

16e

jaargang.

1860. .

- 5.40.

17e

jaargang.

1861. .

- 5.80.

18e

jaargang.

1862. .

- 6.60.

BKRIGTEN

van het

Historisch

le deel. I1\' stuk, 1846. ƒ 3.40. le deel. 2quot; stuk. 1848. - 2.20. 2° deel. lestuk. 1849. - 2.20.

BERIGTEN van het Historisch Genootschap te Utrecht.

I9e LiOe

21c 22\'; 23\' 24quot;

1863.

1864. serie

1865.

1866.

1867.

1868.

1869. serie

1870.

1871.

1872.

1873.

1874.

1875.

ƒ 7-40.

- 7.20.

- 7.60.

- 7.20.

- 9.20.

- 9.40. -10.70.

- 8.00 - 8.20 - 6.20

- 8.30 -10.30

- 8.40

jaargang, jaargang.

5e

jaargang, jaargang, jaargang, jaargang, jaargang. 6e

jaargang, jaargang, jaargang, jaargang, jaargang, jaargang.

2f;e 27e 28e 29e 30\' 31e

2e deel. 2estuk. 1849. (Verhoeren van Joh an v. Ol.denbarnevel.t). - 3.80.

3edeel. 1c stuk. 1850. ƒ3.—.

3edeel. 2cstuk. 1851. -3.—.

4e deel. lestuk. 1851. -3.—.

4° deel. 2estuk. 1851. - 2.50.

5quot; deel. lestuk. 1853. - 3.20.

5edeel. 2e stuk. 1856. - 2.50. 6e deel. lcstuk. 1857. - 2.50. 6° deel. 2estuk. 1857. - 2.10. 7edeel. lestuk. 1861. - 5.50. 7e deel. 2e stuk. 1863. - 6.50.


CODEX DIPLOMATICUS in 4quot;. 1848.

2e serie in 8°.

5.20.

3l\' deel. 2\' afd. 1856. - 3.40.

4C deel. lc afd. 1859. - 3.10.

4e deel, 2(: afd. 1860. - 5.20.

5e deel. 1860. . . . -12.00.

6C deel. 1863. ... - 1.-20.


REGISTER op de onderwerpen behandeld in de Ki oni|k.

Berichten en den Co lex Uiplomaticus...... - 1.80,

-ocr page 114-

WERKEN van het Hist. Genootschap te Utrecht.

Nieuwe Reeks.

N0. 1. Bronnen van de geschiedenis der Nederlanden

in de middeleeuwen. — Annales Egmundani . f 1.\'20.

N0. 2. Verbaal van de buitengewone Ambassade naar

Engeland in 1685 ..........- 1.80.

Nu. 3. Memoriën van Roger Williams......- ^.10.

K0. 4. Bronnen van de geschiedenis der Nederl. in de

middeleeuwen. — Kronijken van Emo en Menko. - 3.70.

N0. 5. Ilortensius over de opkomst en den ondergang

van Naarden. Met 2 kaarten......- 4.50.

N0. 6. Bronnen van de geschiedenis der Nederlanden in de middeleeuwen. — Kronijk van Holland van een ongenoemden geestelijke (Gemeenlijk geheeten Kronijk van den Clerc uten laghen landen bi der see)..........- -.30.

N0. 7. Kronijk van Eggerik Egges Phebens van 15G5—

1594...............- -\'-40.

Nu. 8. De oorlogen van Hertog Albrecht van Beieren

met de Friezen in de laatste jaren der XI Ve eeuw. - 9.80.

N0. 9. Verbaal van de Ambassade van Gaspar van Vosbergen bij den Koning van Denemarken, den Neder-Saxischen Kreits en den Koning van Zweden. 1625............- 2.30.

N0. 10. Verbaal van de Ambassade van Aerssen, Joa-

chimi en Burmania naar Engeland. 1625. . . - 1.90.

N0. 11. Brieven en Onuitgegeven Stukken van Johannes

Wtenbogaert. Eerste Deel. 1584 —1618. . . - 4.00.

N0. 12. Brieven en Onuitgegeven Stukken van Johannes Wtenbogaert. Tweede Deel. Eerste Afdeeling. 1618—1621............- 2.80.

N0. 13. Memorials and Times of Peter Philip Juriaan

Quint Ondaatje...........- 4.00.

N0. 14. Verhooren en andere bescheiden betreffende het

Rechtsgeding van Hugo de Groot.....- 4.80.

N0. 15. Brieven en Onuitgegeven Stukken van Johannes Wtenbogaert. Tweede Deel. Tweede Afdeeling. 1621—1626............- 5.50.

N0. 16. Memoriën en Adviezen van Cornelis Pieterszoon

Hooft..............- 4.90.

N0. 17. Brieven en Onuitgegeven Stukken van Johannes Wtenbogaert. Derde Deel. Eerste Afdeeling. 1626. 1627 ..................- 6.50.

-ocr page 115-

N0. 18. Onderzoek van \'s Konings wege ingesteld omtrent de Middelburgs,che Beroerten van 1566 en 1567: naar \'t oorspronkelijke handschrift uitgegeven door Dr. J. van Vloten.....f 3.40.

N0. 19. Brieven en Onuitgegeven Stukken van Johannes Wtenbogaert. Derde Deel. Tweede Af dealing. 1628, 1629 ............- 8.20.

N0. 20. Brieven en Onuitgegeven Stukken van Johannes Wtenbogaert. Derde Deel. Derde Af deeling. 1630...............- 6.10.

N0. 21. De Rekeningen der Grafelijkheid van Holland onder het Henegouwsche Huis, uitgegeven door Dr. H. G. Hamaker. Eerste Deel .... - 5.80.

N0. 22. Brieven en Onuitgegeven Stukken van Johannes Wtenbogaert. Derde Deel. Vierde Afdeeling. 1\'631—1644............- 4.50.

N\'0. 23. Journaal van Constantijn lluygens, den zoon, van 21 October 1688 tot 2 September 1696 (Handschrift van de Koninklijke Akademie van Wetenschappen te Amsterdam). Eerste Deel. - 6.70.

Nquot;. 24. De Rekeningen der Grafelijkheid van Holland onder het Henegouwsche Huis, uitgegeven door Dr. H. G. Hamaker. Tweede Deel. . . . - 7.20.

V\'. 25. Journaal van Constantijn Huygens. den zoon, van 21 October 1688 tot \'2 September 1696 (Handschrift van de Koninklijke Akademie van Wetenschappen te Amsterdam). Tweede Deel. - 7.90.

N0. 26. De Rekeningen der Grafelijkheid van Holland onder het Henegouwsche Huis, uitgegeven door Dr. H. G. Hamaker. Derde Deel .... - 6.20.

N0. 2/. Brieven van en aan Joan Derek van der Capel-len van de Pol. Uitgegeven door Mr. W. H. de Beaufort............-10.80.

X0. 28. Bellum Trajectinum Henrico Bomelio autore . - 1.40.

Xu. 29. De Rekeningen der Grafelijkheid van Zeeland onder het Henegouwsche Huis, uitgegeven door Dr. H. G. Hamaker. Eerste Deel .... - 6.80.

N0. 31. Lijst van Noord-Nederlandsche Kronijken. Met opgave van bestaande Handschriften en Litteratuur, door Mr. S. Muller. Fz.....- 1.40.

-ocr page 116-

BIJDRAGEN EN MEDEDEELINGEN van het

Historisch Genootschap, gevestigd te Utrecht. Ie Deel. ƒ 5.60.

5.20. 5.20.

Idem, lie Deel Idem. 111e Deel

DAGVERHAAL van Jan van Riebeek , Eerste

Gouverneur aan de Kaap de Goede Hoop. ... - 1.20.

KATAIiOGTJS der Boekerij van het Historisch Genootschap, gevestigd te Utrecht. 3quot; uitgave. 18/2. . - 1.60.

Abraham de Wicquefort, Histoire des Provinces-Unies des Païs-Bas. depuis le parfait estaWissement de eet estat par la paix de Munster. Tom. I—IV. . . -26.00.

Jhr. Mr. A. M. C. van Asch van Wijck, Een Woord

in het belang van het Nederl. Archiefwezen. 1846. •- 0.20.

Bovenstaande werken zijn, voor zoover zij voorhanden zijn, door de Leden tegen de helft van den prijs te bekomen.

-ocr page 117-
-ocr page 118-

mmmÊ m i

mmsmm

-ocr page 119-