IELS. 28.
ELEN.
TOEGEWIJD AAN DE
quot;■OV-
1 Kleine Mafiud van den li. Joseph... y 0,1()
quot; n ti van Maria............. - 0,10
„ van liet U Hart...... - 0,li;
\'i Leve Maria............................... . 0,10
5 J)e burger Zouaven..................... - 0,|:5
0 Geestelijke Leiddraad.................. - 0,05
7 Herinnering aan het( quot;hrisl,. Huisgezin. - (),\' ■) S Het Vagevuur en de ileiuel ojj deu
Kruisweg overwogen................ - 0,10
9 Aan den voet des Altaars............. - 0,10
10 Oefening van Godsvr. tot den H Jozef. - 0^)5
11 Bell. Jozef en het Kind, dat zich tot lt;le
Kerste H. Communie voorbereidt.. - 0,15
12 De Vriendenstem........................ - 0,05
13 Kruisweg voor en na de H. Communie - 0,10
14 J)e Godsvr tot den Engelbewaarder. - 0,10
15 \\ ergeef ons onze schulden............ - () 10
lö Jesus in het Tabernakel............... - 0/J5
17 Bloempjes ter eere van Maria vergaard. - 0,0 j
IS laten wij tot het Tabernakel gaan. - 0,0:.
ly Ken week in het H. Hart van Jesus... - 0,05
20 Korte bemerkingen op eenige grond
waarheden van het H. Evangelie - 0,05
21 Komt allen tot mij! het li Hart van Je
sus wil ons onderrichten en troosten - 0,05
22 Maria is uwe Moeder.................. . oer,
2;quot;S Aan de voelen van Maria............ . () (,;,
24 Hebt de waarheid lief.................. . q (15
25 Vlucht de Ledigheid.................... . q\'i .
26 Jlet Krnisteeken ........................ . o\'lquot;
27 De Bruid van Jesus..................... . oj\'1
28 Kleine maand November, Allerzielen. - 0,1^
u ti December ............... . 0,10
ie
êÊ
g ègt;J
Dal de zielen der overleden geloovigen door Gods Barmharliquot;heid in vrede ruslen.
RIJKSUNIVERSITEIT TE UTRECHT
2076 8127
Datum Beed.®, 14 Martii 1884.
P. J. QABEIEE,
Can. Libr. Censor.
De Katholieke Kerk is een groot gezin, waarvan Jesns-Christus het hoofd is, en allen, die zich onder Zijne wet geschaard hebben, de gelukkige ledematen zijn. Zij strekt zich uit over alle eeuwen en over alle plaatsen. Zij zegeviert en regeert in den hemel; zij lijdt en zucht in het vagevuur; zij strijdt op deze wereld. Daarboven juichen de zegepralende leden in de hemelsche glorie; daarbeneden zuchten de lijdende en gebannen leden, en, tusschen deze beiden, kampen de leden der strijdende kerk tegen duivel, wereld envleesch. Hoewel verre van eikonder gescheiden, roepen de overwinnaars, de gevangenen, de strijdenden elkander toe en helpen elkander. Als eene vredesbode stijgt het gebed van het strijdperk naar de plaats der overwinning eu daalt van daar naar de plaats van verzoening en boete. Aan de uitverkorenen brengt zij de glorie, aan de bannelingen de hoop, aan de strijders den moed en de hulp. De plaats der boete zal gesloten worden op den dag, waarop de laatste rechtvaardige, door voor Jesns-Christus te lijden, de laatste schatting zal betaald hebben.
VOORBEELD.
De H. Theresia beminde de H. Kerk zoo vurig, dat zij gaarne haar leven ten offer zou gebracht hebben om het geloof aan de heidenen te doen kennen. Toen haar stervensuur aanbrak was een harer laatste woorden deze vreugdekreet: »Ik sterf als kind der H. Katholieke Kerk!quot; In dit plechtig oogenblik gevoelde zij dat deze genade voor haar een voorteeken was, dat zij weldra de zegevierende Kerk des hemels zou binnentreden.
Besluit-. Ik zal heden een De Pro-fundis bidden voor mijne lijdende broeders in het vagevuur. Onze Fa-der — Wees gegroet. De Profundis.
Mijn Jesus, Barmhartigheid.
(100 dagen Aflaat!)
Zoet Hart van Maria, wees mijne zaligheid. (300 dagen Aflaat.)
De Christen is een reiziger op deze aarde.
Wij komen van God en wij keeren tot Hem weder. Ons leven op deze aarde is eigenlijk slechts een pelgrimstocht en wij moeten ons zeiven steeds als reizigers bepchouwen. Het langste leven is kort in vergelijking met de eeuwigheid. Gedurende onzen snellen doortocht moeten wij aan de zaligheid onzer ziel arbeiden, en, evenals de zeevaarder; die naar zijn vaderland terugkeert, al ons streven, al ons begeeren naar de haven gericht houden. Maar wij staan niet eenzaam en verlaten hier beneden, want wij hebben het geluk deel te maken van het groot Katholiek gezin; daarom is het voor ons een strenge plicht niet alleen mede te werken aan de eer van onzen Vader in den hemel, maar ook onze ongelukkige lijdende broeders ter hulp te komen, hetzij deze met ons in dit oord van ballingschap wandelen, hetzij dat zij in de plaats van boete zuchten en jammeren.
----S
VOORBEELD.
De H. Malachiaz van Armagh in Ierland verlangde vurig zijn leven op Allerzielendag en in het klooster te Clairvaux te eindigen, opdat hij, door de veelvuldige gebeden, welke de H. Kerk op dien dag ten hemel zendt, spoediger tot de eeuwige glorie mocht geraken. Zijn godvruchtig verlangsn werd volbracht. Toen hij zich naar Zijne Heiligheid Paus Eugenius III begaf, werd hij onderweg, juist te Clairvaux, door eene zware ziekte aangetast. Hij begreep, dat God zijn wensch verhoord had en riep met den Profeet uit: «Ziehier de plaats mijner rust; ik heb die gekozen en ik zal er eeuwig verblijven.quot;
Besluitx Ik zal met een geest van levendig geloof heden de getijden der overledeoen bidden.
Onze Vader — Wees gegroet. De Profundi\'s.
Mijn Jesus, Barmhartigheid. (100 d. Aft.)
Zoet Hart van Maria, wees mijne zaligheid.
(300 dagen AJlaa\'.)
De doortocht van het Vagevuur.
De korte levensjaren zijn verloopen, de dagen der beproeving zijn tjeëindigd. God roept die ziel tot zich, voor wie Hij zijn dierbaar bloed vergoten heeft Hij vraagt haar rekenschap over de ontvangen genaden, over het gebruik van dien tijd waarmede zij de eeuwige zaligheid moest trachten te verkrijgen. Haar liefdeiijke Verlosser wordt dan haar Opperste Rechter, Wie zal genade vinden voor uwe oogen, o Gij die harten en nieren tot in derzelver verborgenste schuilhoeken doorgrondt? Niets dat besmeurd is zal het he-melsche Jeruzalem binnentreden en wij moeten onze schulden tot den laatsten penning betalen. Zullen wij dan veroordeeld worden tot de eeuwige straffen ? Zullen wij het lot deelen dergenen die buiten Gods liefde gestorven zijn? Wij die Hem op aarde zoo teeder bemind hebben? Neen, God zal zijne barmhartigheid met zijne rechtvaardigheid veréénigen en het u mogelijk maken om door de boete, die zuiverheid van harte te verkrijgen, die Hij in zijne uitverkoornen eischt, en als het goud in de smelkroes zal Hij ons door de vlammen van het vagevuur louteren. Trachten wij, gedurende den tijd, dien wij hier op aarde nog zullen doorbrengen, ij/erig te werken om de geloovige zielen, welke daar zuchten, te troosten en te verlossen.
iS ~ --©
VOORBEELD.
De H. Monica zegde op baar sterfbed tot den H. Augustinus: »Mijn zoon, wanneer ik niet meer zijn zal, dan bid voor mijne ziel; vergeet haar niet, die u zoo teeder bemind heefi:; gedenk mij vooral, wanneer gij het H. Sacrificie der Mis gaat opdragen.quot; De H. Augustinus vergat deze woorden niet. »God van barmhartigheidquot;, riep hij in zijne droefheid uit, streed »niet in het gerecht met mijne moeder, »bedenk dat zij niets anders verlang-»de dan dat men haar aan Uw »altaar zou gedenken.
Besluit: Ik zal al mijne werken voor de zielen des vagevuurs opofferen. Onze Vader — Wees gegroet. — De Profundis.
Mijn Jesus, Barmhartigheid.
(100 dagen Aflaat.)
Zoet Hart van Maria, wees mijne zaligheid. (300 dagen Aflaat.)
Alvorens in de plaats der boete af te dalen, verheffen we onze blikken naar den hemel om beter te begrijpen wat het vagevuur is voor eene ziel, welke de schoonheid van God bij haar oordeel heeft kunnen beschouwen. Volgen wij, iu den geest, de ziel van een heilige, die slechts voor God geleefd heeft en door versterving en ootmoed de kleine onvolmaaktheden, waaraan zij ondeihevig was, heeft geboet. Voor haar is dat geluk, dat nooit zal eindigen. Zij ziet God; de onmetelijke eeuwigheid strekt zich voor haar uit; hare ziel is doordrongen van licht, van schoonheid, van onsterfelijkheid, van God. Zij wordt verzadigd door het zien van dien God, waarbij alle wetenschap der aarde slechts onwetendheid is. Maar hoe klein is het getal dier zielen, die, van haar sterfbed oniniddellijk het geluk smaken God te zien; oneindig veel grooter is het getal dergenen, die naar dit heluk smachten. Vergeten wij nooit dat het in onze macht staat om onze lijdende broeders die dit zoo vurig begeeren, in dit bezit te stellen.
VOORBEELD.
De H. Joannes Damascenes had groot medelijden met de zielen in het vagevunr en zocht haar door alle mogelijke middelen ter hulp te komen. »Indien Godquot;, zegde hij, »niet met een welgevallig oog op onzen goeden wil en onze pogingen om die lijdende zielen te helpen , nederzag, zou Hij dan ons zoo krachtig hebben vermaar d om haar te gedenken bij het plechtigst oogenblik der H. Mis ? Toont Hij niet duidelijk door dit Apostolisch gebruik dat het zijn goddelijke wil is dat wij elkander met liefde ter hulp komen, als kinderen van denzeltden vader en leden van hetzelfde lichaam?
Besluit: Ik zal trachten eene ziel uit het vagevuur te verlossen, door veel voor haar te bidden.
Onze Vader — Wees gegroet. De Profundis.
Mijn Jesns, Barmhartigheid. (100 öê. AJl^
Zoet Hart van Maria, wees mijne zaligheid.
(300 dagen Aflaat.)
-ss
De H. kerk, door den H. Geest voorgelicht, leert ons dat het vagevunr de plaats is waar de geloovige zielen zoolang worden terogge-houden als zij iets te boeten hebben. Zij kunnen geholpen worden door de gebeden en goede werken der geloovigen, en bijzonder door het H. Sacrificie der Mis, aan God altijd zoo aangenaam. Eene zeer troostende waarheid van onzen heiligen godsdienst ligt in deze tweevoudige verzekering opgesloten: de ziel, die niet geheel rein en zuiver voor Gods oog is, kan die vlekken nog nitwisschen en wij kunnen medewerken tot het verlichten der smarten die zij moeten lijden. God verklaart ons dat Hij bereid is om onze gebeden en goede werken aan te nemen ten gunste onzer broeders, die nog niet aan zijne oneindige rechtvaardigheid voldaan hebben. Dit middel, om de zielen te verlossen, komt volkomen overeen met zijne liefde. God is een vader bij uitnemendheid en neemt gaarne alles aan wat zijn straffenden arm kan ontwapenen.
VOORBEELD.
Eugénie Smet gevoelde, van hare kindsheid af, reeds een groote begeerte om de geloovige zielen ter hulp te komen. Eens dat zij zich vermaakte met vlinders na te jagen stond zij eensklaps stil. »\\Veet gij wat ik denkquot;, vraagde zij: »Indien eene onzer vriendinnetjes in eene gevangenis vol vuur was en dat wij door één woord te zeggen haar daaruit konden verlossen, wat zouden wij dat gauw doen!quot; En wat is het vagevuur anders ? De goede God, die de geloovige zielen quot;• daar plaatst, vraagt van ons slechts een gebed om haar te verlossen, en wij zouden dit gebed niet uitspreken....
Besluit•. Ik zal de akten van Geloof, Hoop, Liefde en Berouw voor de zielen in het vagevuur bidden.
Ome Vader — Wees gegroet. De Profundis.
Mijn Jesus, Barmhartigheid. (100 d. AJl)
Zoet Hart van Maria, wees mij ae zaligheid.
(300 dagen Ajlaat.)
SS--amp;
Wat lijdt men in hel Vagevuur.
De H. Thomas verzekert ons dat de smarten des vagevuurs in hevigheid alles overtreffen wat men op aarde lijden kan, en dat de grootste van alle de berooviag is van het goddelijk aanschijn. Bij het oordeel begrijpt de ziel dat God te bezitten haar eenigst, haar grootste goed is; voor eenigen tijd van dit geluk verstoken te zijn is voor haar eene onverdragelijke smart, een ware marteldood, een verterend vnur, dat haar verbrandt en verteert; zoolang zij niet gezuiverd is zoekt zij de hand die haar kastijdt en zegent het lijden dat haar door de vader-lijkste liefde wordt opgelegd, omdat zij daardoor in staat gesteld wordt het geluk des hemels te genieten en alle vlekken uit te wissehen, die voor haar het bezit van God vertragen. Men vergelijkt de zielen in het vagevuur met uitgehongerde armen. Zij lijden inderdaad een onverzadelijken honger en dorst naar het bezit van God.
VOORBEELD,
De lieerli)ke godsvrucht van Mej. Eugénie Smet ontwikkelt zieli met het toenemen harer jaren. Zij verlangde vurig dat er een klooster zou gesticht worden, dat zich geheel zou toewijden aan de verlossing der zielen uit het vagevuur. God had haar uitverkoren om dit grootsche werk uit te voeren. Na vele moeielijkheden en beproevingen, zegende Mgr. Sihour in 1856 de Congregatie der i Dam es Auxilatricesquot;, waarvan het Moederhuis te Parijs, Eue de la Barouillère, gevestigd is. Deze Congregatie nam zeer snel toe, en verspreidde zich weldra naar Londen, Nantes, Brussel en China.
Besluit: Ik zal GoJ smeeken mjne gebeden en goede werken voor de zielen ia het vagevuur te willen aanvaarden.
Onze Fader — Wees gegroet. De Profandis^
Mijn Jesus, Barmhartigheid. (100^. Ajl.)
Zoet Hart van Maria, wees mijne zaligheid.
(300 dagen Jfiaat)
Onmacht der zielen in het Vagevuur,
Wij hebben in het H. Evangelie het verhaal gelezen van de genezing van den lamme. Wat het Hart van Jesus bijzonder trof was de verlatenheid van dien arme zieke. Hij lag daar op den rand van het bad, doch niemand kwam om hem er in te dragen! Bestaat er niet veel overeenkomst tnsschen zijn toestand en dien der arme zielen in het vagevuur? Zij kunnen niets voor zich zeiven doen om haren toestand te verbeteren of hare pijnen te verkorten, omdat zij niet meer zijn op de plaats en in den tijd waarin men kan verdienen, maar in die
y
waarin men boet voor bedreven fouten. Niettegenstaande onze zwak^atf-^nl^nze onwaardigheid hebben wij God èéne grootfe macht bekomen om haaf lér^ hulp te komen. Wij immers zijn nog op den -weg, waarop wij veel kunnen verdienen en, door\'haar die verdienden ^ toe te voegen, köqnen trrj die-arme zielen te/ hulp komen, die ölfe^edtlijden 6n l^§£iif!iar-tigheid afsmeeken.
G. K. 28. 2
De graaf Werloh verhaalt ons in een zijner werken, dat hij een Lutheraan gekend heeft die ons gelooven aan het vagevuui\' Katholiek had doen worden. Hij had een teederbeminden broeder verloren, ter gelegenheid van een feest, en die snelle overgang van een feestmaal tot het graf stond hem steeds voor oogen. Hij wist dat niets wat besmeurd is den hemel kan binnengaan, en in zijn geloof vond hij geen midden tusschen de hemelsche glorie en den eeuwigen afgrond der hel. O zegde hij mij op Allerzielendag, uit liefde tot mijn broeder word ik Katholiek. Als ik voor hem zal mogen bidden, zal ik voortdurend aan God vragen dat hij het groote geluk om hem in den hemel te bezitten, schenke aan hem, dien ik op aarde zoo zeer bemind heb.
Besluit: Ik zal God de verdiensten der werken van dezen dag opofferen voor de zielen des vagevunrs.
Onze Vader — Wees gegroet. De Profundis
Mijn Jesus, Barmhartigheid. (100 d. Afl.)
Zoet Hart van Maria, wees mijne zaligheid.
.De bewoners van het Vagevuur.
Wij kunnen de zielen des vagevnnrs nog vergelijken bij arme bannelingen die, nadat zij lange jaren rond gezworven hebben op de reis naar hun vaderland, op het oogenblik dat zij de haven binnenloopen met ketenen beladen en in eene gevangenis geworpen worden. Voor vele eeuwen werd er eene orde gesticht, welke zich ten doel stelde de gevangene Christene slaven vrij te koopen, en God alleen kent het oneindig getal der ongelukkigen, welke de vrijheid terng bekwamen , door de Broeders van O. L. Vrouw ter Verlossing der slaven. De H. ♦Vincentius van Paulo, die held der naastenliefde, belaadde zich zeiven met de kluisters van een galeiboef en werd slaaf om dezen de vrijheid te schenken. Zouden wij, ten minste van verre, niet gaarne het voetspoor drukken de^er edelmoedige zielen? Er is hier geen sprake van de zee te doorkruisen en ons met kluisters te beladen; neen, door zeer eenvoudige middelen, die altijd binnen ons bereik liggen, kunnen wij de gevangenen des vagevunrs verlossen en ze het hemclsch vaderland doen binnentreden.
(S—.
VOORBEELD.
De H. Franciscus van Sales had voor zijne vrienden eene oprechte en groote toegenegenheid, die hen volgde tot gene zijde des grafs. Wanneer een hunner stierf, droeg hjj niet alleen het H. Sacrificie der Mis voor hem op, maar heval hem met aandrang aan de gebeden van ieder die hem naderde. gt; Wij denken niet genoeg aan onze dierbare overledenenquot;, herhaalde hij dikwijls, »omdat wij er niet genoeg van spreken. Wij schuwen die gesprekken omdat deze ons bedroeven ; de herinnering onzer dierbaren sterft weg met het geluid dei-doodsklok, en wij vergeten dat de vriendschap, die eindigt met net leven, nooit eene ware vriendschap heeft kunnen zijn.quot;
Besluit-. Ik zal trachten de godsvnicnt der zielen in het vagevuur te doen kennen.
Onze Vader — Wees gegroet. l)e Profundi\'s.
Mijn Jesus, Barmhartigheid. (100 Afl)
Zoet Hart van Maria, wees mijne zaligheid.
(300 dagen Aflaat.)
De zielen die aangenaam zijn aan God.
Twee dominicaner monniken hielden eens een redetwist omtrent de vraag, of men meer voor de zondaars dan wel voor de zielen des vagevuurs moet bidden. Zij besloten ten gunste der laatsten, omdat zij, door bare heiligheid, in Gods vriendschap zijn. Zij zijn in de genade bevestigd, maar zij hebben eene schuld te betalen aan Gods rechtvaardigheid. Daar God zich om zoo te zeggen de handen gebonden heeft, maakt Hij het ons tot een zoeten plicht hare smarten te verzachten en den tijd barer boetedoening te ver-kcrten. Wij weten met zekerheid dat wij ons aangenaam maken aan het barmhartige Hart van onzen Zaligmaker, als wij aan hare verlossing medewerken; zij zijn oneindig dierbaar aan God, en eene welgeregelde liefde moet den indruk der goddelijke liefde volgen en datgene het meest beminnen wat God het meest bemint.
SS___53
fS----—3
VOORBEELD.
De H. Johannes, de Aalmoezenier, Patriarch van Jerusalem, vond zijn grootste genoegen in het bezoeken eer zieken, en in diegenen te helpen welke in doodstrijd lagen. Hij wilde hun de oogen sluiten en hunne zielen in het Paradijs voeren, zonder dat zij in het vagevuur te lijden hadden. Hij bad zoo vurig voor haar dat zij niet lang in die plaats van zuivering zullen hebben moeten vertoeven Hij zorgde dat men collecten deed voor de overledenen. »Niets schijnt mij zoo schoon als de noodlijdenden te kunnen bijstaan, zegde hij, maar is het niet billijk dat men grootere aalmoezen geve voor de zielen, die onsterfelijk zijn, dan aan vergankelijke lichamen.
Besluit: Ik zal lied™ eenig goeJ werk doen ten gunste der zielen in het vagevuur.
Onze Vader— Weesgegrort. De Profunc\'lig.
Mijn .Jesns, Barmhartiaheid. (100 (/. Aji.)
Zoet Hart van Maria, wees mijne zaligheid.
(300 dagen Aflaat.)
TIENDE DAG.
Onze Ouders en Bloedverwanten.
Hoe kort wellicht het getal jaren zij, die wij op aarde hebben doorgebracht, zijn er weinig onder ons die het verlies van dierbare bloedverwanten niet te beweenen hebben. Een vader, een moeder, een broeder, eene zuster hebben ons hier op aarde bemind uit de volheid van hun hart en om ons gelukkig te maken zonden zij gaarne de zwaarste ofiers gebracht hebben. God heeft ze tot zich geroepen; zij hebben ons verlaten; doch nu heffen zij van uit de diepte van het vagevuur tot ons hunne smeekende handen en roepen onze hulp in. Zullen wij doof blijven voor hunne gebeden? Wij zijn, helaas, dikwijls maar al te gerust omtrent het lot der bloedverwanten en naastbestaanden , die ons in de eeuwigheid zijn voorgegaan, terwijl wij Gods ondoorgrondelijke raadsbesluiten niet kennende, tot onzen laat-sten snik dien plicht van dankbare kinderliefde moesten blijven vervullen.
ö__m
®--——a
VOORBEELD.
De heerlijke godsvrucht van Mej. Eugénie Smet ontwikkelt zich met het toenemen harer jaren. Zij verlangde vurig dat er een klooster zou gesticht worden, dat zich geheel zou toewijden aan de verlossing der zielen uit het vagevuur. God had haar uitverkoren om dit grootsche weik uit te voeren. Na vele moeielijkheden en beproevingen, zegende Mgr. Sibour in 1856 de Congregatie der »Dam es Auxilatricesquot;, waarvan het Moederhuis te Parijs, Eue de la Barouillère, gevestigd is. Deze Congregatie nam zeer snel toe, en verspreidde zich weldra naar Londen , Nantes, Brussel en China.
Besluit■. Ik zal GoJ smeeken mijne gebaden en goede werken voor de zielen in het *age-vnnr te willen aanvaarden.
Onze Fader — Wees gegroet. De Profnndis,
Mijn Jesus, Barmhartigheid. (100 d. Afl.)
Zoet Hart van Maria, wees mijne zaligheid.
(300 dagen Afiaat)
Onmacht der zielen in het Vagevuur.
Wij hebben in het H. Evangelie het verhaal gelezen van de genezing van den lamme. Wat het Hart van Jesns bijzonder trof nas de verlatenheid van dien arme zieke. Hij lag daar op den rand van het bad, doch niemand kwam om hem er in te dragen! Bestaat er niet veel overeenkomst tnsschen zijn toestand en dien der arme zielen in het vagevuur? Zij kunnen niets voor zich zeiven doen om haren toestand te verbeteren of hare jiijnen te verkorten, omdat zij niet meer zijn op de plaats en in den tijd waarin men kan verdienen, maar in die
gt;
waarin men boet voor bedreven fouten. Niettegenstaande onze zwakièdd:\'êamp;lpnze onwaftjr-digheid hebben wij «an God eene groote maclit bekomen om haajpl^ hulp te komen. Wij immers zijn nog op den gwcg, jwaarop wij veel kunnen verdienen pn gt; dooT haar die verdiensten toe te voegen, kinjnen wij die-arme zielen t hulp komen, die rhedflijden en b§ï«fhar tigheid afsmeeken.
G. K. 28. 2 amp;__
VOORBEELD.
De graaf Werloh verhaalt ons in een zijner werken, dat hij een Lutheraan gekend heeft die ons gelooven aan het vagevuur Katholiek had doen worden. Hij had een teederbemin-den broeder verloren, ter gelegenheid van een feest, en die snelle overgang van een feestmaal tot het graf stond hem steeds voor oogen. Hij wist dat niets wat besmeurd is den hemel kan binnengaan, en in zijn geloof vond hij geen midden tussehen de hemelsche glorie en den eeuwigen afgrood der hel. O zegde hij mij op Allerzielendag, uit liefde tot mijn broeder word ik Katholiek. Als ik voor hem zal mogen bidden, zal ik voortdurend aan God vragen dat hij het groote geluk om hem in den hemel te bezitten, schenke aan hem, dien ik op aarde zoo zeer bemind heb.
JSesluit: Ik zal God de verdiensten der werken van dezen dag opofferen voor d3 zielen des vagevuurs.
Onze F ader — Wees gegroet. De Profundis
Mijn Jesus, Barmhartigheid. (100^..^?.)
Zoet Hart van Maria, wees mijne zaligheid.
(300 dagen AJlaat.)
Wij kunnen de zielen des vagevnurs nog vergelijken bij arme bannelingen die, nadat zij lange jaren rond gezworven hebben op de reis naar hun vaderland, op het oogenblik dat zij de haven binnenloopeo met ketenen beladen en in eene gevangenis geworpen worden. Voor vele eeuwen werd er eene orde gesticht, welke zich ten doel stelde de gevangene Christene slaven vrij te koopen, en God alleen kent het oneindig getal der ongelukkigen, welke de vrijheid terug bekwamen , door de Broeders van O. L. Vrouw ter Verlossing der slaven. De H. quot;Vincentius van Paulo, die held der naastenliefde, belaadde zich zeiven met de kluisters van een galeiboef en werd slaaf om dezen de vrijheid te schenken. Zouden wij, ten minste van verre, niet gaarne het voetspoor drukken dezer edelmoedige zielen? Er is hier geen sprake van de zee te doorkruisen en ons met kluisters te beladen; neen, door zeer eenvoudige middelen, die altijd binnen ons bereik liggen , kunnen wij de gevangenen des vagevuurs verlossen en ze het hemclsch vaderland doen binnentreden.
VOORBEELD.
De H. Pranciscus van Sales Imd voor zijne vrienden eene oprechte en groote toegenegenheid, die hen volgde tot gene zijde des grafs. Wanneer een hunner stierf, droeg hij niet alleen het H. Sacrificie der Mis voor hem op, maar beval hem met aandrang aan de gebeden van ieder die hem naderde. » Wij denken niet genoeg aan onze dierbare overledenenquot;, herhaalde hij dikwijls, »omdat wij er niet genoeg van spreken. Wij schuwen die gesprekken omdat deze ons bedroeven; de herinnering onzer dierbaren sterft weg met het geluid der doodsklok, en wij vergeten dat de vriendschap, die eindigt met net leven, nooit eene ware vriendschap heeft kunnen zijn.quot;
Besluit-. Ik zal trachten de godsvrucht der lielen in het vagevuur te doen kennen.
Onze Vader— Wees gegroet. L)e Profimdis.
Mijn Jesus, Barmhartigheid. (100 d. Afl)
Zoet Hart van Maria, wees mijoe zaligheid.
(300 dagen Ajlaat.)
De zielen die aangenaam zijn aan God.
Twee dominicaner monniken hielden eens een redetwist omtrent de vraag, of men meer voor de zondaars dan wel voor de zielen des vagevuurs moet bidden. Zij besloten ten gunste der laatsten, omdat zij, door hare heiligheid, in Gods vriendschap zijn. Zij zijn in de genade bevestigd, maar zij hebben eene schuld te betalen aan Gods rechtvaardigheid. Daar God zich om zoo te zeggen de handen gebonden heeft, maakt Hij het ons tot een zoeten plicht hare smarten te verzachten en den tijd harer boetedoening te verkorten. Wij weten met zekerheid dat wij ons aangenaam maken aan het barmhartige Hart van onzen Zaligmaker, als wij aan hare verlossing medewerken; zij zijn oneindig dierbaar aan God, en eene welgeregelde liefde moet den indruk der goddelijke liefde volgen en datgene het meest beminnen wat God het meest bemint, e____S3
VOORBEELD.
De H. Johannes, de Aalmoezenier, Patriarch van Jerusalem, vond zijn grootste genoegen in het bezoeken der zieken, en in diegenen te helpen welke in doodstrijd lagen. Hij wilde hun de oogen sluiten en hunne zielen in het Paradijs voeren, zonder dat zij in het vagevuur te lijden hadden. Hij bad zoo vurig voor haar dat zij niet lang in die plaats van zuivering zullen hebben moeten vertoeven Hij zorgde dat men collecten deed voor de overledenen. »Niets schijnt mij zoo schoon als de noodlijdenden te kunnen bijstaan, zegde hij, maar is het niet billijk dat men grootere aalmoezen geve voor de zielen, die onsterfelijk zijn, dan aan vergankelijke lichamen.
Besluit: Ik zal heden eenig goeJ werk doen ten gunste der zielen in het vagevuur.
Onze Vader— WeesgpgroH. De Profnndis.
Mijn Jesns, Burmhartiaheiil. (100 d. Afl.)
Zoet Hart van Maria, wees mijne zaligheid.
(300 dagen Aflaat)
S
£73 5
Onze Ouders en Bloedverwanten,
Hoe kort wellicht het getal jaren zij, die wij op aarde hebben doorgebracht, rijn er weinig onder ons die het verlies van dierbare bloedverwanten niet te beweenen hebben. Een vader, een moeder, een broeder, eene zuster hebben ons hier op aarde bemind uit de volheid van hun hart en om ons gelukkig te maken zonden zij gaarne de zwaarste ofters gebracht hebben. God heeft ze tot zich geroepen ; zij hebben ons verlaten; doch nu heffen zij van uit de diepte van het vagevuur tot ons hunne smeekende handen en roepen onze hulp in. Zullen wij doof blijven voor hunne gebeden ? Wij zijn, helaas, dikwijls maar al te gerust omtrent het lot der bloedverwanten en naastbestaanden , die ons in de eeuwigheid zijn voorgegaan, terwijl wij Gods ondoorgrondelijke raadsbesluiten niet kennende, tot onzen laat-sten snik dien plicht van dankbare kinderliefde moesten blijven vervullen.
B-
ëS a
VOORBEELD.
De H. Augustinus bleef voortdarend voor de ziel zijner moeder bidden en twintig jaar na haren dood vraagde hij nog gebeden voor hare rust. Hij wil alle geslachten en alle eeuwen dezen liefdeplicht doen vervullen. »Geef, Heer, dat mijne broeders, uwe dienaars die zullen lezen wat ik schrijf, aan het altaar uwe dienares Monica mogen gedachtig zijn , opdat zij, niet alleen in mijne gebeden, maar in die van anderen de vervulling van haar laatsten wensch moge vinden. O God mijns harten, mijne glorie en mijn leven! riep hij uit, vergeef haar, vergeef haar.quot;
Besluit-, Ik zal voor mijne overleden naast-bestaauden bidden.
Onze Vader— Wees yegroet. Oe Profundia.
Mijn Jeans, Barmhartigheid. (100
Zoet Hart van Maria, wees mijne zaligheid.
(300 dagen Af.aat.)
S___S
fS--SS
Onze Vrienden.
Ons hart werd als verscheurd op den dag waarop God die ziel tot zich riep, die wij als een deel van ons zeiven beschouwden. Toen begrepen wij eerst hoe sterk de band dier vriendschap was, waarvan wij tot dusverre slechts de zoetheid gesmaakt hadden. Doch troosten wij ons. Onze vriend is niet dood. Wij kunnen hem thans, beter dan ooit op aarde, onze vriendschap bewijzen. Hoe troostend is het nog aan gene zijde des grafs, die vriendschapsbetrekking te kunnen voortzetten, elkander nog te kunnen beminnen, te helpen, te ontmoeten in het H. Hart van Jesus! En helaas, hoeveel ziin er niet die zoo spoedig de herinnering aan hunne overleden vrienden uit hun geheugen wisschen, en dat na al die warme betuigingen van eeuwige verknochtheid? Kan die ziel niet met Job uitroepen: »mijne naastbeslaanden hebben mij verlaten en mijne kennissen hebben mij vergeten?quot; ^___S
■S
VOORBEELD.
De H. Ambrosius zegde al weenende, in de lijkrede van keizer Theodosius: »Ik heb hem bemind, en daarom wil ik hom met mijne tranen en gebeden vergezellen in het land der levenden. Ik zal hem niet verlaten, alvorens ik hem heb doen intreden in de plaats, welke zijne verdiensten hem verworven hebben.quot; Hij spreekt op dezelfde wijze van de keizers Valentinus en Gratia-nns en van deszelfs broeder Satyrus, belooft hun gebeden, tranen en H. Misoffers, en zegt dat hij ze niet zal vergeten, zoolang zijn hart in zijne borst zal kloppen.
Besluit: Ik zal in mijne gebeden mijne overleden vrienden bijzonder gedenken. Onze Vader. —Weesgegroet. De Profundis.
Mijn Jesus, Barmhartigheid.
(100 dagen Aflaat.)
Zoet Hart van Maria, wees mijne zaligheid. (300 dagen Aflaat.)
TWAALFDE DAG.
Onze Weldoeners.
De dankbaarheid is een last voor lage zielen, doch het Christendom heeft haar tot eene deugd verheven. Voor ons Christenen, is het eene plicht onzen weldoeners naar lichaam of ziel, onze dankbaarheid te betuigen. Vooral bij hun scheiden kunnen wij hun onze genegenheid betoonen. Verzuimen wij dit, dan zijn wij ondankbaar in den volsten zin des woords. Wellicht hebben wij hun meermalen herhaald: Hoe gaarne zou ik u nuttig zijn! Hebben wij dit in alle oprechtheid gemeend, zoo laat oks dan denzelfden ijver, dezelfde volharding toonen om hen te helpen als ze vroeger getoond hebben om ons te onderwijzen, te beschermen, te helpen, wellicht te redden.
VOORBEELD.
Een Spaansch. edelman, don Ber-nardus Mendoza, had aan de H. The-resia een huis gegeven nabij Valladolid om daar een klooster te stichten. Hij stierf plotseling twee maanden daarna. De Heer openbaarde aan de H. The-resia dat hij in het vagevuur wa!5 en dat hij daaruit verlost zou worden op den dag dat. de eerste H Mis in de kapel van het nieuwe klooster gedaan zou worden. De H. Theresia maakte den grootsten spoed met het werk en, toen het H. Misoffer in eene hulpkapel gedaan was, verscheen haaide edelman met een blij en schitterend gelaat en kwam haar bedanken voor hetgeen zij voor hem gedaan had.
Besluit-. Ik zal bijzonder bidden voor mijne overleden weldoeners.
Onze Vader— Wees gegroet. DeProfundis.
Mijn Jesns, barmhartigheid. (100 d. Aft )
Zoet Hart van Maria, wees mijne zaligheid.
(300 dugen Jflaai.)
Oos hart wordt levendig getroffen, wanneer wij onzen evennaasten zien lijden; wij kunnen niet ongevoelig blijven bij het zien der dikwijls zoo wreede pijnen door ziekten of inwendige smarten veroorzaakt. Zijn wij zoo gesteld bij het zien van rampen waaraan wij niets hebben toegebracht, wat zouden wij dan gevoelen als wij daarvan de oorzaak waren ? Veronderstellen wij een oogenblik dat wij door onvoorzichtigheid onzen vader, onze moeder, onzen vriend gewond hebben! welk een harteleed! hoe gelukkig zouden wij zijn dit te kunnen harstellen en vergoeden! En wie onzer zou durven beweren dat geene enkele ziel in het vagevuur lijdt door onze schuld? Wellicht lijden daar onze ouders en meesters, omdat zij, uit liefde tot ons , te zwak geweest zijn ; anderen misschien lijden daar, omdat ons slecht voorbeeld, een onvoorzichtig woord uit onze mond hen me-degesleept heeft! Is het dan niet billijk dat wij bidden en lijden om die zielen te verlichten» die werkelijk onze slachtoffers zijn?
S\'
VOORBEELD.
De eerbiedwaardige Moeder Maria Dyonisia van Martignat, eene der eerste gezellinnen der heilige Chantal, toonde eene groote godsvrucht om de geloovige zielen ter hulp te komen. Vooral zocht zij haar de voldoeningen der H. Kerk toe te voegen en verzuimde nooit alle aflaten die zij verdienen kon aan de geloovige zielen toe te voegen. In de uren van ontspanning vermaande zij steeds hare zusters de zielen des vagevuurs te helpen, en meer dan eens betuigden deze haar hare dankbaarheid.
Besluit: Ik zal bidden voor de overledenen , welke mijn slecht voorbeeld wellicht ontsticht heeft.
Onze Vader — IVees gegroet, — De Profundis.
Mijn Jesus, Barmhartigheid.
(100 dagen Aflaat.)
Zoet Hart van Maria, wees mijne zaligheid. (300 dagen Aflaat.)
VEERTIENDE DAG. Sniedcgeroep der zielen in het Vagevuur.
Luisteren wij naar het smeeken der arme zielen. »Mijne ziel wordt verteerd door het verlangen den levenden God te bezitten!quot; Wanneer zal ik mogen opstaan en het aanschijn des Heeren aanschouwen? Hebt medelijden met mij, ten minste gij mijne vrienden, want de hand des Heeren heeft mij geraakt!... Wij zijn arm en bedroefd , helpt ons in onze beproevingen , troost ons door uwe werken van barmhartigheid. Bidt den Heer voor ons, want wij hebben tegen Hem gezondigd en zijn toorn is nog niet uitgebluscht! O broeders, zusters, vrienden, hoe, reeds zoolang wachten wij en komt gij niet; roepen wij en hoort gij niet: wij verdragen onuitstaanbare pijnen en gij hebt geen medelijden met ons; wij kermen en gij vertroost ons niet. Zullen wij doof blijven voor dit herhaalde smeekgeroep? Het is ons zoo gemakkelijk de arme zielen ter hulp te komen door de middelen die God in ons bereik
heeft gesteld;knnnen wij dit verzuimen?
-
ffi-
VOOEBEELD.
Toeu de H. Ephrem op het punt was den laatsten snik te geven, verzamelde hij de kluizenaars die tot hem gekomen waren, rond zich en zegde hun: »Als mijne ziel mijn lichaam verlaten zal, zoo vergezelt haar door uwe gebeden. Zingt dan psalmen en draagt het H. Misoffer op voor mij, armen zondaar! Gedenkt mij nog op den dertigsten dag, want de overledenen ontvangen groote hulp door de gebeden en offers der levenden.quot;
Besluit: Ik zal den Miserere bidden voor de zielen des vagevuurs die het meest verlaten zijn.
De
Onze Vader — Wees gegroet. Profundis.
Mijn Jesus, Barmhartigheid.
(100 dagen Aflaat.) Zoet Hart van Maria, wees mijne zaligheid. (300 dagen Afloat.)
VIJFTIENDE DAG.
Onderwerping der zielen in het Vagevuur,
Mogelijk is het ons gebeurd, dat wij bij het uitoefenen onzer werken van naastenliefde twee ongelukkigen ontmoet hebben, waarvan de eene, zonder morren of klagen, die ziekte of armoede uit Gods hand aanvaardde, terwijl de andere tegen den hemel opstond en Gods heiligen naam lasterde. Wien geeft gij de voorkeur? Heeft de arme, die in alles Gods hand aanbidt en zegent, niet het meeste recht op ons mededoogen? De zielen des vagevuurs zijn volkomen onderworpen te midden van haar lijden. Bij het oordeel zagen zij haren toestand in het helderst licht. Zij gevoelen hare onwaardigheid en willen boete doen. Zij begrijpen dat haar geluk slechts zal beginnen op het oogenblik dat zij aan Gods rechtvaardigheid zullen voldaan hebben. Is die zoete en volmaakte onderwerping geen nieuwe titel, die zij op ons medelijden hebben?
g_G. K. 28._3_aj|
fS----i
VOORBEELD.
De H. Gertrudis bad eens voor de ziel eener juist overledene zuster, die zeer stichtend in het klooster geleefd had. Zij zag in den geest die zuster welke zich aan den Zaligmaker vertoonde , en bekleed was met een prachtig kleed, doch haar gelaat was droevig. De Zaligmaker beschouwde haar met goedheid en wenkte haar tot zich, doch zij scheen zich, vol schaamte, aan die uitnoodiging te willen ent-trekken. De H. Gertrudis berispte haar zacht daarover. Vergeef mg, o Moeder, sprak zij, nog mag ik die hand niet kussen en drukken, die mij wenkt. Elke smet moet van mijne ziel afgewasschen zijn alvorens ik de eeuwige omhelzing van mijn God mag smaken.
Besluit: Ik zal eene oefening Tan gehoorzaamheid doen ten gunste der zielen des vage-vuurs.
Onze Vader— Weesgegroet, lie Profimdis.
Mijn Jeans Barmhartigheid. (100af. Jfl.)
Zoet Hart van Maria, wees mijne zaligheid.
(300 dagen Aflaat.)
ffi-----S9
Onze schat.
Wij hebben het verhaal gulezen van dien vreeselijken hongersnood, die in Indië het leven aan zoo vele ongeluk-kigen heeft gekost; zeker betreurden wij toen geene schatten te bezitten om die tot dit liefdadig doel te mogen besteden, en al die ongelukkigen te verzadigen. Was onze onmacht daarin eene verschooning, zoo kunnen wij voor de zielen in het vagevuur die niet doen gelden, want voor haar kunnen wij in eene rijke, onuitputtelijke mijn schatten vergaderen. Die schatten bestaan in de overvloedige verdiensten van het lijden en den dood van den Zaligmaker, van de H. Maagd Maria en van alle heiligen. God geeft ons het middel om daarover naar welgevallen te beschikken. De deuren van het vagevuur staan voor ons open; laat ons daarin doordringen om door middel onzer gebeden en verstervingen de lijdende zielen te troosten en te verlossen.
(S—-— 3
VOORBEELD.
Pater Magnanti zocht onophoudelijk de zielen des vagevuurs bij te staan door zijne gebeden en goede werken. Hij deelde groote sommen gelds uit, hem voor goede werken geschonken, hetzij aan de armen tot intentie der geloovige zielen, hetzij aan de priesters voor de H. Missen tot hetzelfde doel.
Hoewel hij nauwgezet de H. Armoede betrachtte, had hij in zijne kamer eene beurs, die hij »den schat der geloovige zielenquot; noemde; hij volgde hierin het voorbeeld des Zaligmakers van wien gezegd wordt dat Hij in eene beurs de giften der ge-loovigen verzamelde om ze den armen uit te reiken.
Besluit; Ik zal heden den armen eene aalmoes geven tot intentie der geloovige zielen. Onze Vader — Wees gegroet. — De Profnndis.
Mijn Jesus, Barmhartigheid.
(100 dagen Aflaat.)
Zoet Hart van Maria, wees mijne zaligheid. (300 dagen Afiaat.) ___13
HetkosthaarBloedvan onzen Zaligmaker.
De groote schat der IT. Kerk bestaat in de overvloedige verdiensten van het lijden onzes Heeren J.-C. Dit heilig bloed, uit liefde tot ons vergoten, is zoo kostbaar, dat een enkele druppel meer dan voldoende geweest ware om duizenden werelden, meer schuldig dan de onze, vrij te koopen. Wij kunnen die verdiensten toepassen aan de lijdende zielen. Die schat behoort ons toe en God vergunt ons daarover te beschikken om dien zoo dikwijls wij willen aan zijne goddelijke rechtvaardigheid aan te bieden. Dit middel om onze lijdende broeders ter hu\'p te komen is zoo eenvoudig, dat wij ons zeker zullen verwonderen het niet veel meer gebruikt te hebben. Wat is inderdaad gemakkelijker dan tot God te zeggen : «Heer, ik offer U het Bloed van Jesus mijn Zaligmaker, en verzoek U deszelfs verdiensten toe te passen aan de zielen in het vagevuur, bijzonder aan de zit-l van N. N. voor wie liefde en dankbaarheid mij bijzonder verplichten te bidden.quot;
•a
VOORBEELD.
De H. Magdalena van Pazzi had eene groote godsvruclit tot het lijden des Zaligmakers. Zij offerde zeer dikwijls het kostbaar bloed van Jesus tot bekeering der zondaars. Zij vernieuwde deze offerande gewoonlijk vijftig maal daags voor de levenden en de overledenen. Zij deed dit raet zooveel vurigheid, dat God haar de groote menigte zielen toonde, welker bekeering zij op die wijze had verkregen, alsook die, welke zij door dit middel uit het vagevuur verlost had.
Besluit: Ik zal verscheidene malen daags het heilig Bloed der Zaligmakers aan God aanbieden voor de verlossing der zielen uit het vagevuur.
Ome Vader — Wees gegroet. De Profundis.
Mijn Jesus, Barmhariigheid.
(100 dagen Aflaat.)
Zoet Hart van Maria, wees mijne zaligheid. (300 dagen Aflaat.)
De eerbiedwaardige Pastoor van Ars verhaalt ons dat een heilig priester, verlangende een zijner vrienden uit het vagevuur te verlossen, het heilig Misoffer voor hem opdroeg* De heilige Hostie in de handen houdende, zeide hij: //Heilige Vader, gewaardig ü eene ruiling met mij aan te gaan. Gij houdt de ziel van mijn vriend in het vagevuur, ik hond het lichaam nws Goddelijken Zoons in mijne handen; welnu, mijn God, verlos mijn vriend en ik geef U uwen zoon met al de verdiensten van zijn dood en lijden. Dit vurig gebed door het levendigst geloof ingeboezemd , geeft ons een juist denkbeeld van de kracht van het H. Misoffer voor de geloovige zielen opgedragen. Het is een middel bij uitnemendheid om haar ter hulp te komen. Doen wij dus zooveel Missen lezen voor onze overledenen als het ons mogelijk is, gaan wij dikwijls tot deze intentie tot de H. Communie en, als wij Jesus in ons hart bezitten, herzeggen wij Hem dan dikwijls het gebed van den Pastoor van Ars.
VOORBEELD.
De gelukzalige Maria der Engelen hield zich overtuigd dat de geloovige zielen nooit beter geholpen worden dan door de H. Mis, en zij wendde alles aan wat in haar vermogen was om vele Missen tot deze intentie te doen opdragen. Tot dit einde vraagde zij aalmoezen aan de rijken en verrichtte zij verscheidene werken. Toen zij overste was, hield zij zich bezig met het vervaardigen van lijnwaad en altaarversieringen, welke zij naar verscheidene priesters zond als geschenk voor de Kerk, tot enkele vergoeding Missen vragende voor de zielen in het vagevuur.
Besluit; Ik zal de H. Mis hooren tot intentie der geloovige zielen.
Onze Vader — Wees gegroet. — De Profundis.
Mijn Jesus, Barmhartigheid.
(100 dagen Aflaat.)
Zoet Hart van Maria, wees mijne zaligheid. (300 dagen Aflaat.)
\'2__S
NEGENTIENDE DAG.
Eet Gebed.
Onze Heer J.-C. heeft ons uitdrukkelijk beloofd, dat zijn Vader ons alles zal geven wat wij Hem in Zijnen naam zullen vragen. Onze groote, onze eenige kracht ligt dus in het gebed. Waarom vergeten wij zoo dikwijls daarvan gebruik te maken ? Door het gebed kunnen wij alles. Vereenigd met het gebed zelf van onzen Zaligmaker en Zijne oneindige verdiensten, stijgt die kreet onzer harten tot het Hart van God, onze Vader. Bidden wij dus voor de zielen in het vagevuur. Smeeken wij zonder ophouden God medelijden inet haar te hebben. Een gebed is zoo spoedig uitgesproken en deszelfs uitwerkselen kunnen zeer groot zijn. Zoo het in onze macht stond door een enkel woord de kluisters te verbreken van een groot getal gevangenen, zouden wij dan zoo wreed zijn onze broeders te laten lijden, wanneer hunne redding in onze macht stond en ons zoo weinig moet kosten? 52---.sa
VOORBEELI).
De H. Gertrudis had voor de zielen in het vagevnur al de geestelijke goederen afgestaan, die zij kon verkregen hebben. Toen de duivel, bij het naderen van haren dood, haar zocht te ontmoedigen , verscheen haar onze Goddelijke Zaligmaker en zeide haar: »Oin u te toonen hoe aangenaam mij de liefde geweest is, die gij ten opzichte der zielen in het vagevuur hebt geoefend, zoo vergeef ik u nu reeds al datgeen waarvoor gij in het vagevuur zoudt moeten lijden en, wat nog meer is, ik zal edelmoedig uwe glorie vermeerderen tot belooning der liefde, waardoor gij, ten gunste der zielen in het vagevuur, afstand gedaan hebt van al de verdiensten uwer goede werken.
Besluit: Ikquot; zal vijfmaal hel Onze VaJer en vijfmaal het Wees gegroet bidden voor de zielen des vagevunrs.
Onze Vader — Wees gegroet. De Profundis
Mijn Jesns, Barmhartigheid. (100 d. Afl.)
Zoet Hart van Maria, wees mijne zaligheid.
(300 dagen Aflaat.)
W-
TWINTIGSTE DAG.
De Aflaten.
De zielen des vagevuurs, leert ons het H. Concilie van Trente, blijven onderworpen aan de strijdende kerk, in dien zin dat de kerk haar de verdiensten en de vrucht der Aflaten kan toevoegen, welke gehecht zijn aan zekere goede werken door de levenden verricht, ten einde alzoo haar lijden te verkorten. In dien zin zijn wij dus als de bedienaars der H. Kerk, omdat wij door de aflaten te verdienen hare intentie vervullen. De aflaten zijn gehecht aan kleine en gemakkelijke oefeningen; doch om ze te kunnen verdienen moeten wij in staat van genade zijn. De aflaten zijn dan eens volle aflaten, dat wil zeggen dat zij kwijtschelding geven van al de tijdelijke straffen die wij voor onze zonden verdiend hebben, of wel gedeeltelijke aflaten wanneer zij slechts een deel dier straffen kwijtschelden. Wij bevelen vooral den Kruisweg, het Rozenhoedje en het iSchapnlier.
BS___-SI
quot;ES
VOOHBEELD.
Men verhaalt in het leven van de eerbiedwaardige Maria van Quito, dat zy in een droom de schatten der H. Kerk zag afgebeeld. Zij verbeeldde zich op een groot plein te zijn, in welks midden eene zeer groote tafel stond, belegd met hoopen goud, zilver, diamanten, edelgesteenten en paarlen. Terzelfder tijd hoorde zij eene stem die deze woorden sprak: iDeze schat staat ter beschikking van iedereen; allen kunnen hiervan nemen zooveel zij slechts willen.quot;
Besluit; Ik zal trachten geen enkele aflaat te verzuimen, dien ik heden verdienen kan.
Onze Vader — Wees gegroet. De Profundis.
Mijn Jesus, Barmhartigheid,
(100 dagen AJlaat.) Zoet Hart van Maria, wees mijne zaligheid. (300 dagen Aflaat.)
Onzen Heer Jesos volgen op zijn bloedlgea Kruisweg, hem ons medelijden betoonen met een oprecht berouw over onze zonden, die de oorzaak van zijn lijden geweest zjjn, ziedaar eene oefening van godsvrucht welke ongetwijfeld aangenaam moet zijn aan zijn H. Hart. Talrijke aflaten werden eerst toegevoegd aan de pelgrims die het H. Land bezochten. Later heeft de H. Kerk, door het verlangen van al hare kinderen, waarvan zoovelen een zoo verren tocht niet konden ondernemen, aan diezelfde voorrechten te doen deelen, deze aflaten toegevoegd aan a) de geloovigen die met een berouwvol hart deze veertien statiën in onze kerken zouden volgen en het lijden des Heeren zouden overwegen. Er zijn vele godvruchtige personen welke dagelijks deze oefening doen vosr de zielen dergenen, die hun zoo dierbaar waren op aarde. Volgen wij toch ook zoo dikwijls mogelijk die statiën door het lijden van Jesus geheiligd; zij zullen als zoovele bronnen van troost en verlichting worden voor de zielen des vagevnurs. 6S----S
VOORBEELD.
Indien wij dezen nacht, zegde de franciskaner Pater Engelin, plotseling ontwaakten door den altijd bangen kreet: brand, brand, zouden wij zonder uitstel ons bed verlaten om de ongelukkigen welke zicli in het vuur zouden bevinden ter hulp te snellen. Kan men het vagevuur niet met een vuurpoel vergelijken ? Indien de aflaten, die wij door den Kruisweg winnen, dit vuur al niet nitdooven, zoo zullen zij toch als een verfrisschen-den dauw op die arme zielen aeder-storten, en kunnen eenige daaruit verlossen.
Besluit\'. Ik zal den Kruisweg doen voor de zielen des vagevuurs.
Onze Vader — Wees gegroet. De Profundis.
Mijn Jesus, Barmhartigheid.
(100 dagen Aflaat)^
Zoet Hart van Maria, weas mijne zaligheid. (300 dagen Aflaat.)
68----Si
I SS\' SI
TWEE EN TWINTIGSTE DAG.
11 et Rozenhoedje.
De H. Maagd Maria is de Moeder van alle Christenen die zij onder het Kruis tot hare kinderen heelt aangenomen ; zij is nog bijzonder de Moeder dier lijdende zielen, welke in Gods vriendschap gestorven zijn. Eens zegde zij tot de H. Brigitta: Er gaat geen nur voorbij dat ik hare smarten niet verzacht door mijne tusschen-komst bij mijn goddelijken zoon. Het is dus zeer nuttig Haar in het belang der geloovige zielen aan te roepen, opdat zij hare Middelaarster zij bij Jesus, haren Zoon. De H. Kerk toont ons duidelyk hoe zeer zij dit verlangt door de talrijke aflaten welke zij gehecht heeft aan de gebeden tot de H. Maagd gericht, bijzonder aan den Rozenkrans. Bidden wij dikwijls het Rozenhoedje of althans, eenige tientjes voor de lijdende zielen in het vagevuur.
---------g:
Squot;
VOORBEELD.
De eerbiedwaardige Moeder Fran-cisca van het H. Sacrament was een voorbeeld van Godsvrncht tot de lijdende zielen. Dagelijks bad zij voor haar een Rozenkrans en eindigde elk tientje met: »Requiescant in pacequot;. A.ls zij daartoe den tijd had, voegde zij er de getijden der overledenen bij. Dikwijls vastte zij op water en brood en droeg een ijzeren gordel, en al deze verstervingen offerde zijn met haar lijden, en hare goede werken, voor de verlossing der geloovige zielen aan God op.
Besluit: Ik zal het Rozenhoedje bidden voor de zielen des vagevuurs.
Onze Vader— Wees gegroet. — De Profnndis.
Mijn Jesus, Barmhartigheid.
(100 dagen Aflaat.)
Zoet Hart van Maria, wees mijne zaligheid. (300 dagen Aflaat.)
Het Scapulier.
Onze goede Moeder Maria ziet ons zoo gaarne bekleed met het Scapulier; het is het eereteeken harer kinderen en dient hun tevens tot schild om zich te beschermen tegen de scherpe pijlen hunner vijanden. Maria heeft daaraan kostbare voorrechten gehecht, zoo heeft zij als eene toegevende moeder ons beloofd dat, als wij gedurende ons leven godvruchtig het H. Scapulier van den berg Carmelus dragen, zij ons \'s Zaterdags na onzen dood uit de vlammen des vagevuurs zal verlossen. Ook kunnen zij, die met het Scapulier der Onbevlekte Ontvangenis bekleed zijn, talrijke aflaten verdienen zoo dikwijls zij zesmaal het Onze Vader, zesmaal het Wees gegroet en zesmaal het Glorie zij den Vader bidden ter eere der H. Drievuldigheid, der Onbevlekte Ontvangenis en voor de inzichten der H. Kerk. Eene verzuchting die de kinderen van Maria zoo gaarne voor de zielen in het vagevuur bidden is deze: »Zoet Hart van Maria wees mijn zaligheid.quot;
ft. K. 28.___4 sj||
*9-----Si
VOOEBEELD.
Een zeer godvruchtig en ijverig kloosterling, Pater Johannes, trachtte het scapulier der Onbevlekte Ontvangenis alom te verspreiden. Getroffen door het aantal aflaten daaraan verleend, begon hij met die aan de zielen des vagevuurs toetevoegen en bad daartoe dagelijks zesmaal Onze Vader — Wees gegroet en Gloria. Laat ons zoo goed mogelijk zijn voorbeeld volgen. Vele zwakke, ziekelijke personen bedroeven zich tot niets nuttig te zijn, terwijl zij, op deze wijze handelende, krachtdadig zonden kunnen medewerken tot de verlichting en verlossing der lijdende zielen.
Besluit-. Ik zal met liefde het Scapulier dragen en de aflaten daaraan verleend aan de geloovige zielen toevoegen.
Onze Vader — Wees gegroil. De Profur.dis.
Mijn Jeans, Barmhartiaheirt. (100 d. Jfl.)
Zuet Hart van Maria, wees niijne zaligheid.
(300 dagen JJlaat)
Wanneer wij de levens der heiligen lezen, sidderen wij bij het overdenken der groote boetplegingm welke zij zich hebben opgelegd, hetzij tot booting van eigen zonden, voor de bekeering der zondaars of voor de zielen des vagevne/s. Indien hit ons onmogelijk schijnt hen na te vo\'gen , drukken wy dan ten minste hun voetspoor van verre en bieden wij God dagelijks ecnige kleine verstervingen voor de verlichting der zielen in het vagevuur aan. Een driftig woord dat wij terughouden, een moei el ijk werk zonder tegenspraak aanvaard, een liefdewerk ten gunste van iemand die ons niet lief heeft, koude en hitte geduldig verdragen in den geest van vcjsterving, oenige kleine opofferingen bij onze maaltijden, de keuze der mins*, smakelijke spijzen, ziedaar boetplegingen welke onze gezondheid niet schaden en die zeer nuttig zijn voor de zielen in het vagevuur, indien wij dit alles met een
geest van levend geloof bezielen. ^__%
VOORBRELD.
De gelukzalige Dominicanes Emilie, priorin van het klooster der H. Mar-garetha te Verceil, drong dikwijls bij hare religieusen aan op de gehoorzaamheid en raadde haar aan alle oefeningen van gehoorzaamheid op te offeren voorde zielen in het vagevuur. Een punt van den regel verbood tus-schen de maaltijden, zonder bijzonder verlof, te drinken. Werd haar dit gevraagd zoo weigerde zij dit gewoonlijk, bewerende aan hare zusters de gelegenheid eener gemakkelijke versterving te bezorgen, doch verzachtte tevens deze weigering door eene vriendelijke vermaning om don dorst te lijden in vereeniging met Jesns op het Kruis voor de zielen des vagevuurs.
Besluit •. Ik zal heden eenige verstervingen doen voor de geloovige zielen des vagevuurs.
Onze Vader — Wees gegroet. De ProfnndH.
Mijn Jesns, Barmhartigheid. (IOOö? Afl%\\
Zoet Hart van Maria, wees mijne zaligheid, (300 dagen Aflaat.)
VIJF EN TWINTIGSTE DAG.
Het lijden.
Er is nog een middel, om de zielen in het vagevuur ter hulp te komen en dit middel is het gemakkelijkst van alle. Wij behoeven zelfs de moeite niet te doen om een gebed te spreken. Wr) behoeven slechts aan de geloovige zielen de verdiensten toe te passen van alles wat wij noodwendig moeten lijden op deze aarde. Het leven is een pad met doornen bezaaid. Elke dag brengt ons kommer , last, moeie-lijkheden, tegenheden, lijden en smart naar ziel en lichaam. Wat wij ook doen mogen kunnen wij er niet aan ontsnappen , doch het hangt slechts van ons af om dit alles te veranderen in het zuiverste goud, waarmede wij onze lijdende broeders uit het vagevuur kannen vrijkoopen. Hoe treurig dat wij ons vaak zoo geheel door onze beproeving terneder laten drukken, dat wij dikwijls derzelver verdiensten voor ons zeiven en voor anderen verloren laten gaan.
SS-----s
VOORBEELD.
Gedurende liet teleg van Parijs in 1871 lag eene religieuse, de Eerw. Moeder der Voorzitniglieid, overste van het orde der Dames Amiliatrices, op sterven. Zij was ten prooi aan de wreedste smarten , doch zij dacht slechts aan de talrijke slachtoffers van den krijg en zij offerde elke klopping van haar hart voor de arme zielen, welke wellicht onvoorbereid de eeuwigheid ingingen. Het drennen van het geschut en voortdurend kanongebulder klonken haar als een echo uit het vagevuur in de ooren, om het medelijden der levenden in te roepen. Mijn God, zuchtte zij, hoevele zielen verschijnen voor uwen rechterstoel. M\\jn Jesus, barmhartigheid! Ik kan aan niets anders deuken dan aan die arme zielen welke aldus de eeuwigheid ingaan!
Besluit: Tk zal het lijden, dat God mij zal overzenden, geduldig verdragen tot intentie der zielen in het vagevuur.
Onze Fader— Wees gegroet. De Profundis.
Mijn Jesus, Barmhartigheid. (100 d. Af-.)
Zoet Hart van Maria, wees mijne zaligheid.
(300 dagen AJlaat.)
Elke deogdoefening kan eene voldoening zijn voor de zielen des vagevuurs, indien wij die verrichten met een levend geloof en met het verlangen baar Ier hulp te komen. Het is ook bijzonder door bet geven van aalmoezen dat wij de schulden kunnen voldoen welke wij aan de Goddelijke Keebtvaardigheid te voldoen hebben Hoe troostend is deze gedachte voor ons bij het verlies onzer ouders of vrienden. Allen kunnen geene rijke aalmoezen ^even, doch bedenken wij wel dat God meer naar het hart dan naar de gave ziet en dat het penningske der weduwe Hem aangenamer was dan de rijke gift van den Pha-riseèr. Doen wij wat wij kunnen en bemoedigen wij ons door de gedachte dat die penning die brood geeft aan een behoeftige eene ziel kan verlossen en haar eene plaats aan de tafel des Heeren kan bezorgen. Zoo werken wij tevens voor ons zeiven want de liefdegift tot intentie der geloovige zielen gegeven , zegt de H Ambrosius, verandert in genade voor ons zeiven, en na onzen dood zullen wij de verdiensten, daardoor verkregen, honderdvoudig terugvinden.
IS------SS
VOORBEELD.
De H. Hieronymns spreekt met bewondering van de christelijke deugd van Paumaris zijn vriend den schoonzoon der H. Paulina: «Andere echt-genooten, zegt bij, bestrooien de graven met bloemen, ten einde op deze wijze de smart te toonen welke zij bij het verlies hunner gade gevoelen, maar Paumaris verspreidt zijne aalmoezen als een kostbaren balsem over de heilige overblijfselen van Panlina. Door deze bemelsche geuren vereert bij hare asch en verkrijgt rust voor hare ziel, wel wetende dat er geschreven staat: » De aalmoes wischt de zonde uit, gelijk het water de vlammen bluscht.quot;
Besluit: Ik zal eene aalmoes geven om de zielen in het vagevuur te troosten.
Onze fader — Wees gegroet. De Profundis.
Mijn Jesus, Barmliartigheid. (100 6?. Ajl.)
Zoet Hart van Maria, wees mijne zaligheid.
(300 dagen Aflaat)
Het vergeven van het ongelijk.
ïn het Onze Vader, dat bewonden-nswaar-diir gebed, dat onze Goddelijk Zaligmaker zicli gewaardigd heeft ons te let*ren, vragen wij Gud ons te vergeven gelijk wij vergeven aan degenen die ons beleeditrd hebben en stellen aldus onze toegevendheid jegens onze evennaasten tot maatstaf der toegevendheid des lieren jegens ons. De H. AngnsMnus leert ons dat wij onze zonden veel gemakkelijker zullen nit-wisschen door barmhartigheid jegens onzen evennaasten dan door vasten, bidden en aalmoezen. Wij begrijpen dns gemakkelijk dat een ongelijk dat wij onzen broeders edelmoedig vergeven met het inzicht daardoor de geloovige zielen te helpen een krachtig middel is om haar uil het vagevuur te verlossen. Moge men ons al geen groot ongelijk aangedaan hebben, zoo ontmoeten wij in den dagelijkschen omgang maar al te dikwijls personen die ons weinig genegenheid betoonen en anderen die ons afkeer inboezemen. Handelen wij als oprechte Christenen ten hunnen opzichte, en dragen wij voor de zielen in het vagevuur alles op, wat wij kunnen doen om die personen aangenaam of nuttig te zijn.
VOORBEELD.
Toen men aan de Aartshertogin Sophia berichtte dat Lebenyi, die een aanslag gedaan had op het leven van den toen nog jongen keizer Frans Joseph, en hem gewond had, weldra terecht gesteld zou worden, trof haar deze gedachte; »Zal er in dit nitge-streki rijk iemand zijn die voor de ziel van dezen engelukkigen zal bidden? Welnu ik zal zelve dien godsdienstplicht verrichten; ik zal vergeten dat hij mij het grootste lijden dat een moederhart treffen kan, heeft aangedaan en als Christen zal ik jaarlijks Missen voor de ziel van dien ongelukkige doen opdragen.
Besluit: Ik zal trachten minzaamheid te toonen voor die personen welke ik niet genegen ben, om daardoor de zielen in het vagevuur te helpen.
Ome Vader— Weesgegroet. De Prufumlis.
Mijn Jesus, Barmliartigheid. (100 lt;/. Afl)
Zoet Hart van Maria, wees mijne zaligheid.
( 00 dagen Aflaat)
De onderwerping aan Gods wil.
Naast de kleine dagelijksche beproevingen van dit leven staan de groote smarten, de hartverscheurende opofferingen van -wat ons dierbaarst was. Dan, als alles ons schijnt te ontvallen gevoelen wij meer dan ooit de behoefte onzen toevlucht tot God te nemen ; dan ook wordt het bewustzijn dat wij nog nuttig kunnen zijn aan degenen die wij betreuren voor ons een ware troost. Want de Christen weent niet gelijk zij die geene hoop meer hebben. Onze tranen, geheiligd door die welke Jesus stortte bij het graf van Lazarus, kunnen om zoo te zeggen onze dierbaren doen verrijzen ak wij met gelatenheid die wreede beproeving uit de hand des Heeren aannemen. Die onderwerping van onzen wil aan den wil van God verkrijgt ons groote verdiensten welke wij kunnen toevoegen aan de zielen des vagevuurs, len einde haar lijden te verkorten.
V___S3
-ÏS
!S-
VOOEBEELD.
Toen de H. Mathilda haar gemaal, Koning Hendrik, dien zij teeder beminde, verloor, gaf zij zich niet aan wanhoop over, en hoezeer haar hart brak van smart onderwierp zij zich aan het offer dat God van haar vraagde, wel overtuigd, dat zij op die wijze haar dierbaren echtgenoot het best zou ter hulp komen. Hare bijzondere zorg was duizenden Missen te doen lezen, en groote aalmoezen aan de armen te geven en alles uit te denken waardoor zij hare groote liefde tot God en tot haren echtgenoot kon toonen.
Besluit\'. Ik zal mij onderwerpen aan al de smartelijke offers, welke God mij reeds gevraagd heeft en nog vragen zal, om hierdoor de geloo-vige zielen te helpen.
Onze Vader — Wees gegroet. De Profundis.
Mijn.Tesns, HarmIiart, (100«?..///?)
Zoet Hart van Maria, wees mijne zaligheid.
(300 dagen AHaai.)
-St
SS-
-a
Gods meerdere glorie.
Hebben wij niet dikwijls betreurd Gods glorie niet te kunnen bevorderen in dier mate als wij het wenschen, met zooveel verstrooidheid te bidden, met zooveel lauwhartigheid te dienen ? Troosten wij ons! Er bestaat een middel om die lauwheid die ons bedroeft te herstellen, door zielen naar den hemel te zenden, welke door ons en voor ons God waardiglijk zullen vereeren. O welk eene zoete gedachte! Indien wij medegewerkt hebben aan de verlossing der zielen uit het vagevuur kunnen wij zeggen: Er is in den hemel eene ziel, misschien verscheidene zielen wier gelnk wij verhaast hebben, en die nu, terwijl wij nog zuchten in dit dal van tranen, onophoudelijk de majesteit en de schoonheid van God aanbidden en in de verrukking der eeuwige gelukzaligheid onophoudelijk den lofzang der eeuwige liefde uitgalmen.
VOOUBEELD.
Pater Monray teekende op zijn sterfbed een afstand op schrift, waardoor hg aan de geloovige zielen al de missen, al de boetplegingen, die men voor hem zou opdragen, alsook al de aflaten welke men zijne ziel zou toevoegen , afstond. Ziedaar wat men verstaat door de zoogenaamde heldhaftige liefdedaad. Vele godvruchtige personen doen dit door tusschen-komst der H. Maagd ten voordecle der zielen in het vagevuur. Paus Benedictus XIII hechtte hieraan vele aflaten, welke Pius VI en Pius IX later nog bekrachtigd hebben.
Besluit-, Om Gods eer te bevorderen zal ik veel bidden voor de geloovige zielen.
Ome Vader — Wees gegroet. — De Profundis.
Mijn Jesus, Barmhartigheid.
(100 dagen Aflaat.)
Zoet Hart van Maria, wees mijne zaligheid. (300 dagen Aflaat.)
£ 5
a-
DERTIGSTE DAG.
Dankbaarheid der geloovige ziden.
Niet alleen bevorderen wij de meerdere eer en glorie van God door de zielen in het vagevuur te verlichten, maar wij werken ook voor ons eigen welbegrepen belang, want wij verwerven ons zelven krachtige vrienden, wier dankbaarheid niet in gebreke zal blijven ons te helpen. Kunnen de zielen in het vagevuur voor zich zelven niets verdienen, zoo kunnen zij toch voor ons bidden. Wel verre van ons zelven te benadeelen met haar al de verdiensten en aflaten toe te voegen, die wij voor ons zelven hadden kunnen benuttigen, verrijken wij ons zeer, want men verliest volstrekt niets, wanneer men alles uit liefde aan God geefK Als het vagevuur zich ook eens voor ons zal openen, zullen de gelukzaligen die ons als hunne weldoeners beschouwen, het zich tot plicht rekenen het uur der verlossing voor ons te verhaasten.
quot;59
S5---0
VOORBEELD.
Pater Monray teekende op zijn sterfbed een afstand op schrift, waardoor hij aan de geloovige zielen al de missen, al de boet,plegingen, die men voor hem zou opdragen, alsook al de aflaten welke men zijne ziel zou toevoegen, afstond. Ziedaar wat men verstaat door de zoogenaamde heldhaftige liefdedaad. Vele godvruchtige personen doen dit door tusschen-komst der H. Maagd ten voordecle der zielen in het vagevuur. Paus Benedictus XIII hechtte hieraan vele aflaten, welke Pius VI en Pius IX later nog bekrachtigd hebben.
Besluit; Om Gods eer te bevorderen zal ik veel bidden voor de geloovige zielen.
Onze Vader — Wees gegroet. — De Profundis.
Mijn Jesus, Barmhartigheid.
(100 dagen Aflaat.)
Zoet Hart van Maria, wees mijne zaligheid. (300 dagen Aflaat.)
-S9
a-
DERTIGSTE DAG.
Dankbaarheid der geloovige ziden.
Niet alleen bevorderen wij de meerdere eer en glorie van God door de zielen in het vagevuur te verlichten, maar wij werken ook voor ons eigen welbegrepen belang, want wij verwerven ons zolven krachtige vrienden, wier dankbaarheid niet in gebreke zal blijven ons te helpen. Kunnen de zielen in het vagevuur voor zich zolven niets verdienen, zoo kunnen zij toch voor ons bidden. Wel verre van ons zeiven te benadeelen met haar al de verdiensten en aflaten toe te voegen, die wij voor ons zei ven hadden kunnen benuttigen, verrijken wij ons zeer, want men verliest volstrekt niets, wanneer men alles uit liefde aan God geefh Als het vagevuur zich ook eens voor ons zal openen, zullen de gelukzaligen die ons als hunne weldoeners beschouwen, het zich tot plicht rekenen het uur der verlossing voor ons te verbaasten.
VOORBEELD.
De heilige Philippus Nerius was vervuld met eeoe groote liefde voor de ge\'oovige zielen en hij maakte het zich tot plicht vooral veel te bidden voor de zielen dergenen wier ziel-bestierder hij geweest was. Meermalen verschenen deze zielen den heilige, om hem te komen bedanken of zijne voorspraak te verzoeken. Ma zijn dood zat een Franciscaner pater te bidden in de kapel, waarin men zijn kostbaar overblijfsel geplaatst had, toen de heilige hera, stralende van een schitterend licht verscheen, te midden van een groot getal gelukzaligen. Getroffen door de goedheid, welke op zijn aangezicht uitblonk , vraagde de pater: wie toch wel degenen waren, die hem vergezelden. De heilige antwoordde dat dit zielen waren, die hij vroeger door zijne gebeden geholpen had; op hare beurt hadden zij voor hem gebeden en nu kwamen zij hera te gemoet om hem het hernelsch Jeruzalem binnen te voeren.
Besluit: Ik zal geen enkelen dag voorbij laten gaan zonder iets te doen voor de geloo-vige zielen des vagevnurs.
Onze Vader — Wees gegroet. De Profundi\'s.
Mijn Jesus, barmhartigheid. (100 dt Aft )
Zoet Hart van Maria, wees mijne zaligheid.
(800 dagen Aflaat.)
30 Kleine maand Januari................... f 0,10
31 Vijftig vaderlijke liefdegiften van den
H. Anlonius van Padua............ - 0.10
Kleine maand Februari.,............... - 0.10
Kruisweg ter eere van het H. Aanschijn. - 0.05
Met Jesus in zijn lijden............... - 0.10
Testament van den H. VaderFranciscus. - 0.10
Aan het Mart mijns Zaligmakers...... - 0,10
Een Pareltje aan Maria\'s Kroon...... - 0,15
Kleine maand April..................... - 0.10
Het leven in vereeniging met Maria - 0-10
Kleine maand Juli..................... - 0.10
„ „ Augustus............... - 0.10
w September............. - 0.10
;; /, October................ - OJO
Noveen H. Frauciscus van Assisië...... - 0.10
Inteekenimj op de geheele Serie
Voor 1 Ex. eene redactie vim............ 25 pCt,
\' ^ tl II II v ............ liquot; i,
Bij mmstens 10 Ex. van eenzeltde werkje 20 „ \' H 50 „ „ „ 30 „
ii ii 100 „ gesorteerd.............. 40 „
Deze collectie wordt hoofdzakelijk uitgegeven met het oog op uitdeelingen in Congregatiën, Zondagscholen en andere godsdienstige Instellingen voor de jcngd.
Zeer velen zijn hoogst nuttig om in grooten getale in de kath. huisgezinnen te «orden verspreid.
32
35
36
37
38
39
40
41
42
43
44
... I
verschijnt in Seriën van 10 Deelei Elk deel is op zich zelve compleet e! een geheel leven.
Elke serie kost bij inteekening /3, Afzonderlijke levens kosten 4lO Cents 10 Ex. van een zelfde leven yjSs50 De Eerste Serie bevat de volgende le De H. Vincentins a Paulo. — De H. Fr,\'
JJavevius —■ De H. Benedictts. — De £
lomena. — De H. Catharina van Zwe De H. Antonius pan Padua — De H.
Apostel. — De H. Cecilia — De H. J De H. Alphonsus Maria de Lignori.
Tn de Tweede Serie is verschenen De H. Elisabeth van Hongarije. —
Aloysius van Gonzaga. — De H. Sta.
Kostka —-De H. Gennaua — De H. Brijii De H. Genoveva. — De H. Drie-Koninl De Gez. Margaretha Maria Alacoqne.— Ben. Jos. Labre. — De H. Lodewijk, van Frankrijk.
hi de Derde Serie.
De H. Ursnla en hare elfduizend Haag\' -Zuster Maria Bernard. — De H. Angela Mc.\' De H. Augustinns. ■—De H. Johanna Fi.
Freraiot de Chantal.—De H. Philippus Xe;- ; • De H. Clara. —• H.\'MaagdMaria.— Mart:
van het Fl. Sacrament. •— O. H. Jesus Chri In de Kierde Serie.
De Vaders der Woestijnen uit het Oos