-ocr page 1-
-ocr page 2-
-ocr page 3-

I, n , - ■

ak 132

p €ff0i[traai[d«n

WAARNAAR DOOR

• HET K. K. PAROCHIAAL KERKBESTUUR

te Noorden

ZAL WORDEN AANBESTEED:

HET BOUWEN

; VAN

EENE KEEK MET TOREN,

Volgens ontwehp en détailteekeningen ofgemaakt DOOR DEN ARCHITECT

Y. BIJVOETS Gz.

te. Amsterdam.

Aanbesteding 7 Maart 1882.

175

Snelpersdruk van het St. JACOBS-GODSHU1S te Haarlem.

-ocr page 4-
-ocr page 5-

BESTEK EN VOORWAARDEN

WAARNAAR DOOR HET ƒ1. J^ERKBESTUUR VAN DE jbT JVIARTINUSKERK

te Noorden

(PROVINCIE ZUID-HOLLAND),

ZAL WOEDEN AANBESTEED :

HET BOUWEN

VAN

EENE KERK MET TOREN.

Eerste Afdeeling.

Art. 1.

KORTE OMSCHRIJVING.

De werkzaamheden bestaan in het bouwen van eene Kerk met Toren, Trap toren, Doopkapel en Sacristie, volgens nadere omschrijving, waartoe de Aannemer van dit werk voor zijne rekening moet leveren en verwerken alle bouwstoffen, welke beschouwd moeten worden tot dit werk te behooren, om hetzelve naar den eisch en overeenkomstig het bestek en teekenin-gen daar te stellen, en bovendien bekostingen, alle arbeidsloonen, transporten, opmetingen, gereedschappen en verdere hulpmiddelen, die voor de richtige uitvoering noodig zijn, en verder door den Architekt mochten worden aangewezen, zonder dat dit telkens

Vak 132

-ocr page 6-

2

in dit bestek zal zijn herhaad, zullende de leverantiën en werkzaamheden, welke niet tot zijne verplichtingen behooren, uitdrukkelijk worden genoemd en aangewezen.

Art. 2.

PEIL EN HOOFD AFMETINGEN.

Als peil wordt aangenomen de bovenkant van de vloer van de kerk, waaruit alle hoogte afmetingen zullen worden genomen.

De bovenkant van de houtenfundeering vloeren 1.45 M.

en 1.55 onder peil. » » » vloer in het priesterkoor 0.20 M. boven peil.

» » » van het zangkoor 5.70 M. boven peil.

» » » muren van de zijbeuken 8.— M. boven peil.

» » » muren van het middenschip

11.20 M. boven peil. » » » muren van het transept 11.50 M. boven peil.

» » » gevels tot 0.20 M. boven de bekapping.

» » » muren van het priesterkoor 9.70

M. boven peil. » » » nokken 15.70 M. boven peil. » » » torenmuren 29.80 M. boven peil. » » » torenspits 48.— M. » \' » De inwendige lengte van de kerk met priesterkoor

36.10 M.

» breedte 15.— M.

» » tusschen de transeptgevels 15.84 M.

-ocr page 7-

3

De toren inwendig 3.G5 M. bij 3.65 M.

» trap toren » 1.50 » » in diameter. » sacristie » 3.05 » » 4.95 M. » doopkapel » 2.10 » » 3.— » » biechtstoelen inwendig 1.15 M. bij 3.— M.

De overige maten en indeelingen volgens de teeke-ningen en nadere aanwijzingen.

Art. 3.

GRONDWERKEN.

Voor de fundeeringen, riolen enz. de noodige ontgravingen te verrichten tot genoegzame diepte en breedte, en daarbij alle voorkomende hindernissen opruimen; de fundeeringsleuven droog houden totdat de metselwerken voldoende boven den waterstand zijn opgetrokken.

Na bekomen order, volgens aanwijzing, alles met de aanwezige grond weder aanvullen en egaliseeren.

Art. 4.

HOUTENFUNDEERING.

377 dennen- of greenenheimasten, elk lang 12.— M. op 1.— M. van den kop 25 c. M., en aan den punt 13 c. M. in diameter.

112 dito heimasten, elk lang 10.— M., op 1.— M. van den kop 20 c. M. en aan den punt 10 c. M. in diameter.

Voor kespen en diverse lengten benoodigd 100.50 M. zw. 12 bij 28 c. M., 159 M. zw. 10 bij 28 c. M. en 48.60 M. zw. 8 bij 24 c. M.

Voor schuifribben buiten de lasschen 451 M. zw. 12 x 17 c.M.

Voor vloerplaten eene oppervlakte van 219 MJ zw. 10 c. M.

-ocr page 8-

4

De kespen van bezaagd inlandsch eikenhout, de schuifribben en vloerplaten van vierkant bezaagd dennenhout.

Art. 5.

METSELWERKEN.

De fundeeringen gerekend uit de hoogst gelegen vloerplaten, aanleggen en optrekken als volgt:

4C blok aan den Toren:

» » breed 5 steen, hoog 0.18 M.

2C » » » » 0.18 »

3C » » 4 » » 0.00 »

Transept en Zijbeuken.

le blok breed 4 steen, hoog 0.18 c. M. 2C » » 3| » » 0.18 » 3C » » 3 » » 0.60 »

Priesterkoor.

lc blok breed 4^ steen, hoog 0.18 M. 2,! » » 4 » » 0.18 » 3e » » 3| » » 0.60 »

Doopkapel en Sacristie.

lc blok breed 3£ steen, hoog 0.18 M. 2e » » 3 » » 0.18 » 3\'! » » 2^ » » 0.60 »

Traptoren, portaal en biechtstoelen.

le blok breed 3 steen, hoog 0.18 M. 2e » » 2| » » 0.18 » 3e » » 2 » » 0.60 »

De konterforten uit de versnijdingen als volgt: Voor de toren zw. 4 bij 4^ steen, hoog 0.96 M. » het transept »4 »4 » » 0.96 » » de zijbeuken » 3^ » 3| » » 0.96 »

-ocr page 9-

5

Voor do doopkapel on sacristie

zw. 2^ bij 2| steen, hoog 0.90 M.

» »biechtstoelen »2 »2^ » » 0.00 »

4 pijlers onder de hoofdkoloramen.

1quot; blok zw. 0| bij 0^ steen, hoog 0.18 M. 2\'! » »0 »0 » » 0.18 » 3e » » 5^ » 5| » » 0.40 »

De overige kolommen.

1° blok zw. bij 5^ steen, hoog 0.18 M.

» »5 »5 » » 0.18 » 3e » » 4| » 4^ » » 0.40 »

9 pijlers onder de draagmuren in aanleg zw. 2 bij 2 steen, hoog 0.18 M.

Tusschen bovengenoemde metselwerken 22 bogen, hoog en breed 1^ steen, aanraseeren en optrekken tot 15 c. M. onder pijl.

Voorts volgens opgave alle noodige uitmotselingen enz. die volgens de teekeningen voor de kolonnetten, traptreden, voorsprongen enz. die voor de bovenwerken noodig zijn.

De fundeering onder het hoofdaltaar lang 3.20 M., breed 1.10 M., hoog tot peil.

Alle werken van le soort rood, doch do bogen van miskl. hardgrauw in slappe basterdtras.

Trasraam.

Op bovengenoemde metselwerken het trasraam hoog 0.70 M., ter zwaarte zooals boven vermeld. Alles van miskl. klinkers in sterken tras, doch de in het gezicht komende lagen van grijze klinkers.

Alle werken die niet worden gevoegd, binnen en buiten volrapen met dito specie en afkwasten.

-ocr page 10-

6

Opgaande metselwerken.

Voor don toren tot 5.60 M. boven peil zw. 3| steen, van daar 16.50 » » » » 3 »

» » 22.— » » » » 2| » De frontalen ter hoogte volgens de teekeningen zw. 2 steen.

De konterforten tot de le versnijding zw. 3 bij 4^ steen, van daar » » 2\' » » 3 » 4 »

» » » 3 » 3^ »

Alle muren ter hoogte volgens de teekeningen.

Voor de zijbeuken en transept zw. 2| steen. » het priesterkoor » 3 »

» de sacristie » 2 »

waarin volgens teekening en aanwijzing 11 c. M. spouw te sparen.

De muren van de doopkapel zw. 2 steen, van de traptoren, portaal en biechtstoelen zw. lè steen, de konterforten van de zijbeuken tot de eerste versnijding zw. 2| bij 3| steen, vervolgens zw. 2^ bij 3 steen.

Voor het transept en priesterkoor tot de lc versnijding zw. 3 bij 4 steen, tot de 2C versnijding zw. 3 bij 3^ steen, vervolgens zw. 3 bij 3 steen.

Voor de Doopkapel en Sacristie tot de versnijding zw. 11 bij 2| steen, voor de Doopkapel vervolgens zw. li bij 2 steen.

De kolommen, kolonnetten, pilasters, uitmetselin-gen enz. ter zwaarte volgens de teekeningen, waarop 20 bogen zw. 2 steen, benevens 4 bogen op de hoofdkolommen en een triomfboog zw. 2| steen, hierop de opgaande muren voor het middenschip zw. 2 steen, hoog tot 11.— M. boven peil, doch op die der hoofdkolommen zw. 2| steen, hoog tot de onderkant van de dakbebording en op de triomfboog tot 0.20 M. boven de kapbedekking.

-ocr page 11-

7

Zes bogen in de zijbeuken behoeven slechts ter hoogte van de onderkant van de kapbalken zw. 2 steen te worden opgetrokken, vervolgens tot de onderkant van bet dakbeschot zw. \'1 steen.

Alle bovengenoemde metselwerken, zonder onderscheid, geheel overeenkomstig de teekeningen, de bij de aanbesteding aanwezige en nog te geven détail-teekeningen enz. met verzwaringen, uittandingen, uit-metselingen, kolonnetten, lijsten, banden, blokken, tanden, verbindingen voor de spouwmuren enz.; uitsparingen voor deur-, licht-, luik- en andere boogopeningen, triforiums enz. zooals zulks tijdens de uitvoering zal worden opgegeven.

Alle metsehverken welke aan den buitenlucht zijn bloodgesteld, den dag van alle openingen, de basementen van de kolommen, pilasters enz. van grijze klinkers (gelijkkleurig), de rest en ook de verbindingen voor de spouwen van miskl. klinkers in slappe basterd-specie ; alle binnenwerken en de halve steen voor de spouwen, in de kerk van le soort rood, waarvan de te voegen cn de in bet gezicht blijvende gedeelten, van gelijke kleur en prachtige vorm, alles in specie als boven.

De kolommen, pilasters, uitmetselingen en bogen voor zooverre zulks in het gezicht blijft van geele kunst-zandsteen (Waalvorm) de rest van de bogen van miskl. klinkers, alles in slappe basterd specie doch de kolommen in gelijke deelen Portland-Cement en scherp zand.

Alle afdekkingen in de licht en boogopeningen, nissen, galmgaten, afdekkingen op de nitinetselingen, lijsten, ezelsruggen op de gevels, frontalen, konter-forten enz. van vlakke grijze klinkers, de stijlen en couronnementen in de ramen en nissen van grijzen

-ocr page 12-

8

klinkers (proiielsteen) alles volgens teckoning, hakken en bewerken in gelijke deelen Porti.-Cement en scherp zand.

Alle uitwendige metselwerken en alle inwendige in het gezicht blijvende metselwerken voor zoover die niet worden beraapt, net, strak en te lood vol voegen met specie als voor de verschillende werken is beschreven, de baarden net langs de rij afsnijden. De vakken en verdere gedeelten op de detailteekeningen aangetoond, alsook in de Sacristie en biechtstoelen volrapen, onder de rij overrapen met kalkmortel en vlak en glad schuren met houten raapborden.

De overige niet in het gezicht blijvende metselwerken volrapen met kalkmortel en afkwasten.

Gewelven.

Onder de torenvloer en onder de portaalvloer een gewelf zw. 4/2 steen met le soort rood in slappe basterd specie met araseering van aanwezig puin in kalkmortel waarover een platte laag van dito steen, hierover IJselklinkers op hun kant in sterke specie en voegen met dito specie.

In de Toren boven het zangkoor, in het Priesterkoor, in de zijbeuken en in de Doopkapel, gewelven, waarvoor graden van grijze klinkers, de kappen zw. 1/2 steen van IJselondersteen, in slappe basterdtras met voldoende araseeringen, volgens opgave als voor het torengewelf beschreven.

Deze gewelven net en in goed sluitend verband metselen, de onderzijden net en strak voegen en aan de bovenzijden volrapen en afkwasten.

In de Sacristie een rookleiding volgens opgave, in steen en specie als voor het buitenwerk beschreven.

Voor drie kolken onder de voetroosters en voor alle

-ocr page 13-

9

zinkputjes voor do waterloozingen te zamen verwerken 2quot; M3 metselwerk van miskl. klinkers in sterke tras en 80.— M. aarden huizen inwendig 20 c.M. diam. Holl. fabriekaat.

Op aan te wijzen plaatsen op een goed aangestampte en ingewaterde zandlaag dik 10 c.M., 25 M2 bestrating van geele straatklinkers, op hun kant in zand en naar behooren inwateren en aanstampen.

De bekapping van de kerk, het priesterkoor, sacristie en biechtstoelen, dekken met gesmoorde IJshrandsz pannen, naar behooren klinken, verdekkenen zuiver waterdicht opleveren.

Soort van steen en specie.

De metselsteenen, uitgezonderd die der gcwelfkap-pen, moeten zijn Waal vorm, uit do fabrieken van de Vecht of Waal, de geele van den Usel of Friesland.

De kalk versch gebluschte schulpkalk, de Porti. Cement merk Stern.

Menging der metselspecie.

Kalkmortel 5 dl. kalk -4 dl. zand 0 dl. tras.

SI. bast. specie 1 » » 7/8» » 1/8 » Porti. Cem1.

Sterken tras 5 » »0 » » 4 » tras.

Art. G.

STEENHOUW WERKEN.

Voor dorpels, neuten, treden, basementen en verdere stukken volgens staat, te zamen leveren en stellen 2 M3 Escauzijnsche steen en voor aanzet en sluitsteenen, kapiteelen, kolonnetten 3 kruisbloemen en verdere stukken volgens staat te zamen leveren en stellen 7.5— M3 La Rochette steen.

-ocr page 14-

10

De hardsteenwerken bewerken met Carrière frijnslag, en de La Rochette steen goed geprofileerd en net geschuurd; het kappen van het ornament en bladwerk aan de kapiteelen is niet voor des Aannemers rekening ; doch indien het Kerkbestuur dat werk voor de finale oplevering aan anderen mocht opdragen zal de Aannemer de uitvoering daarvan moeten dulden en tevens de noodige steigers en ladders kosteloos beschikbaar stellen.

Art. 7.

BALKEN EN VLOEREN.

16 balken elk lang 4.10 M. zw. 10 bij 20 c.M.

8 » » » 4.10 » » 15 » 25 » 15 » » » 4.00 » » 10 » 20 » 58 M2 vloerenhout zw. 28 m.M.

Voor de kerk, priesterkoor, zangkoor, doopkapel, biechtstoelen en sacristie te zamen in diverse lengten noodig 748 M., zw. 10 bij 20 M., 1 Moerbalk lang 9.35 M., zw. 15 bij 30 c.M., 2 Corbeaux te zamen lang 2.— M., zw. 15 bij 30 c.M., 2 schoren en 1 stijl te zamen lang 10 M., zw. 12 bij 17 c.M.

017 M2. vloerhout zw. 35 m.M., waarin de noodige luiken met klampen enz.

Bovengenoemde balken van greenenhout en de vloeren van vurenhout.

Art. 8.

TORENSPITS , KAPPEN EN BUITENBETIMMERING.

1 Koningstijl lang 22.— M., zw. 20 bij 20 c.M.

4 Hoekkepers buiten de

lasschen elk lang 25.40 M., zw. 10 bij 20 c.M.

4 idem » » 18.— » quot; » 10 » 20 »

-ocr page 15-

11

Voor kruizen, gordingen, stormbanden, spits op de traptoren enz. is te zamen in diverse lengte noodig. 210 M. zw. 10 bij 15 c.M; 4 M. 10 bij 20 c.M. en 60 M. zw. 7 bij 10 c.M.

Voor de kerk en priesterkoor.

Drie hoofdspanten waarvoor noodig;

6 bindtbalken elk lang 4.— M. zw. 10 bij 20 c.M. 6 » stijlen » » 11.20 » 10 » 20 6 » » » » 4.60 » » 10 » 20 3 » balken » » 4.80 » » 10 » 20 3 Makelaars » » 2.00 » » 20 » 20 12 Trekplaten » » 7.60 » » 8 » 20 12 Schoren » » 2.50 » » 8 » 20 12 Blokkeels te zamen » 15.— » » 10 » 20

Voor twee kapspanten op bet transept, do verdere tusschen en bekapping op bet priesterkoor is te zamen noodig;

2 Makelaars te zamen lang 4.60 M. zw. 20 bij 20 c.M.

380.— M. zw. 10 bij 20 c.M.

40.— » » 8 » 20 » \'10.— M. eiken » 15 » 20 » 96.— M. binnenboeijing » 5 » 41 » 96.— » buiten » » 5 » 24 » 96.— » Gootbodem » 5 » 30 » 42.— » Muurplaten » 10 » 28 » 50.— » Kruizen » 12 )•gt; 15 »

Voor nokken en gordingen 610.— M. zw. 10 bij 20 c.M. en 90.— M. zw. 10 bij 15 c.M.

Voor de doopkapel, portaal, biechtstoelen, en sacristie te zamen noodig 140.— M. zw. 10 bij 15 c.M. Voor verder onder de bewerking op te geven stukken voor galmborden in de toren, regelwerk voor de dakkapellen met luiken in den toren, gevels enz ; loopplanken en leuningon op de gewelven, klossen, blokken

-ocr page 16-

d2

enz. te zamen verwerken 6\'M. hout; voor centerstukken van dubbel hout, tegen de bindten is noodig 75 M. zw. 15 bij 20 c.M. en 297 M. zw. 15 bij 10 c.M.

Bovengenoemde spitsen en bekappingen beborden, als ook de zijden van de dakkapellen betimmeren met hout zw. 22 m.M. alles geploegd , die op de kerk, priesterkoor, en sacristie met waterhollen voorzien en tengels zw. 2 bij 0 c.M. over de naden, waarover de panlatten zw. 2.2 bij 5 c.M,, voorts de noodige ruiters klossen enz. van voldoende afmetingen, volgens de detailteekeningen en verdere opgave.

Alle werken die aan de buitenlucht zijn gesteld als ook de koningstijl van greenenhout, en de rest exsept dat geene wat als eiken is opgegeven, van vurenhout.

Op de zinkputten greenen deksels zw. 5 c.M. met dito klampen en aan elk een zware ijzeren ring.

Art. 9.

KOZIJNEN, DEUREN EN BINNENBETIMMERING.

9 Kozijnen van nader op te geven afmetingen van eikenhout zw. 10 bij 15 c.M. waarin deuren van blank wagenschot; liet regelwerk zw. 5 c.M. en betimmering met schroten zw. 2.2 bij 10 c.M. twee stel met eiken tongnaalden en allen afhangen aan zware gesmeede hengsels en figuratieve hengsels van plaatijzer, en sluiten met zware sloten en grendels, krukken of ringen, slotplaten enz.

In de triforiums 24 luiken van vurenhout zw. 22 m.M. met dito dwarsklampen. Deze, alsook de reeds genoemde luiken in de gevels en dakkapellen draaien sluitbaar volgens opgave, en allen met figuratieve hengels van ijzer voorzien.

Voor alle figuratieve hengels te zamen te rekenen de som van f 125.

-ocr page 17-

\'13

De balken onfier het zangkoor in den toren (be-ganen grond) en in de sacristie, geschaafd, geprofileerd en met sleutelstukken voorzien; tusschen genoemde balken op afstanden van p. m. 70 c.M. latten z\\v. 2.2 bij 5 c.M. waartegen plafonds zw. 22 m.M. geploegd en gelijmd.

In de biechtstoelen en in het portaal tegen de balkjes plafonds zw. 22 mM. geploegd en met kralen voorzien.

Op het zangkoor de balustrade met lessenaar, volgens teekening, waartoe op afstanden van 70 c.M. stijltjes en bovenleggers zw. 10 bij 10 c.M., voorts de noodige vullingstukken op en onder de schoren aan weerszijden betimmeren met hout zw. 22 m.M. geploegd, die aan de buitenzijde gelijmd, en aan de binnenzijde met kralen voorzien; de lessenaar, knielbank met pooten enz. zw. 28 m.M., de verdere betimmering en lijstwerk ter zwaarte volgens de detailteekeningen.

Voor het gewelf in de kerk en transept, tusschen de reeds beschreven centers op afstanden van p. ra. 65 c.M. plafondcenters van dubbelhout zw. 2.2 bij 18 c.M., waartegen het plafond zw. 1.8 bij 20 c.M., net geschaafd, geploegd, en op elke center met drie voldoendespijkers te spijkeren, en de naden met donkere verf bestrijken.

In het plafond veertien ventilatie openingen met luikjes enz. volgens opgave.

Voor eenige rosetten enz. waarvoor aan beeldhou-wersloon te rekenen /\'150.

In de traptoren een eikenhouten trap zonder stootborden en boomen, hoog 00 treden met bordes voor het zangkoor; de treden en bordes zw. 45 m.M., de spil zw. 15 c.M. in diameter; de leuningen van ijzer zw. 2 c.M. in diameter.

-ocr page 18-

14

In de toren drie stevige ladders, te zamen hoog 15 M., de sporten van eikenhout.

Een zware vlagstok met knop en schijfjes, lang 10 M., waarbij de noodige verbindingen voor het uitzetten volgens opgave.

Bovengenoemde werken van vurenhout, voor zoover geen soort van hout is opgegeven.

Art. 10.

IJZERWERKEN.

Behalve de reeds genoemde hang- en sluitwerken met schroeven, spijkers, dooken, krammen, schroeven benoodigd voor de raamroeden en verdere alle benoodigde kramerijen, volgens opgave, zal aan grof gesmeed ijzerwerk voor diverse ankers, raam- en wind-roeden , stroppen, beugels, en bouten voor de bekapping, dieven-ijzers enz. te zamen moeten worden geleverd en verwerkt, een gewicht van drie duizend kilo, waaronder kleine stukken, minder dan een | K. G. wegende, niet worden opgenomen.

Voor kruizen, leliën, epis enz. tezamen 500 K. G.

Gegoten ijzer.

20 luchtroosters onder de houten vloeren, groot 18 bij 18 c. M., 3 voetroosters, groot 60 bij 90 c. M.

Art. 11.

LOOD- EN ZINKWERKEN.

In diverse stukken volgens opgave leveren en verwerken 2500 K. G. geplet lood.

De goten van de kerk, trancept en priesterkoor beleggen met zink N0 16, breed 0.81 M., de overige goten met dito zink, breed 0.50 M. 17 vergaarbakken volgens opgave, waarbij 80 M. afvoerpijpen, wijd 12

-ocr page 19-

15

c. M. cn 25 M. wijd 8 c. M. van zink N0 14, waarbij de noodige ijzeren beugels.

De killen van het transept beleggen met zink Nquot; 10, breed 64 c. M.; een torenvloer met voldoende opstanden langs de muren en om het luik beleggen met zink N0 16.

De zijden en kapjes van de dakkapellen bekleeden en dekken met zink N015; op de dakkapellen 11 cpis, waarvoor te rekenen f6.— per stuk.

In de sacristie een dubbele nisbuis met stop van stevig roodkoper.

Leiënbedekkinj.

Torenspits, traptorenspits, doopkapel, portaal en biechtstoelen te bedekken met beste Rhijnscheleicn, groot 20 bij 30 c. M., ieder met twee geoliede leinagels in zuiver maasverband, op de deelen te bevestigen , met eene onderdekking van minstens 5 c. M. meer dan de helft van de lei, de hoekkepers in zuiver maas-verband gevlochten, en alles goed waterdicht opleveren, de voorkanten van alle buitenboeiingen te bekleeden met dito leien, volgens teekening.

Art. 12.

SCHILDER- EN GLASWERK.

• Alle ijzerwerken en die houtwerken, welke met het metselwerk in aanraking komen, alvorens te plaatsen, tweemaal te meniën.

Al het buitenhoutwerk te gronden, overgronden, stoppen, alles nogmaals overgronden en overschilderen, in kleur volgens opgave; alle ijzer- en zinkwerken, welke in het gezicht blijven, tweemaal overschilderen.

Voorts bestaande schilderwerken in het gronden, stoppen, plamuren, gladschuren, nogmaals gronden

-ocr page 20-

46

van de houten gewelven met centers enz., de balustrade van het zangkoor, plinten, vlagstok en al hetgeen behoort geschilderd te worden, en overschilderen in kleuren volgens opgave.

De in eikenhout uitgevoerde timmerwerken tweemaal, de balken en de plafonds onder het zangkoor, in de toren, portaal, biechtstoelen, en in de sacristie eenmaal oliën, waarna tweemaal lakken met blanke kapaal Nu 1.

Alle lichtopeningen in de kerk, toren, doopkapel, sacristie, biechtstoelen enz. te dichten met belgisch broeiglas, mat geslepen en in lood gezet, volgens do détailteekeningen, zijnde te zamen p.m. 419 M2.

Tweede Afdeeling.

Art. 43.

VOORSCHRIFTEN VOOR DE UITVOERING.

Fundeer inr/iver ken.

üo heipalen moeten zijn recht en lijvig, behoorlijk gekruind; de koppen, zoo noodig, met losse ijzeren banden voorzien, de punt in de as van den paal met minstens 20 c. M. vierkant stuitvlak; de lengte der punt tweemaal de middellijn van het ondervlak.

Geen paal mag worden ingeheid, dan in tegenwoordigheid van den Opzichter.

Voor de juiste bepaling der lengte moeten eenige proefpalen ter lengte volgens opgave worden ingeheid\' welke onder het opgegeven getal begrepen zijn.

Ingeval van wijziging, zal zulks volgens het navolgend tarief worden bijbetaald of gekort.

-ocr page 21-

17

De palen moeten volgens teekening, te lood in den grond worden geheid, met een blok van minstens 500 K. G., door stoomkracht of getrokken door de noodige manschappen, in evenredigheid van één man voor elk 15 K. G. zwaarte van het blok, bij een valhoogte van 1.50 Meter.

Gescheurde of te veel uit de richting geheide palen moeten worden getrokken of afgezaagd, naar gelang de Directie zal gelasten, en ten kosten van den Aannemer, door anderen worden vervangen.

De koppen der palen te voorzien met pennen, zw. 7 bij 7 c. M.

De gaten in de kespen zuiver passend, op te sluiten met drooge eiken wiggen, de borsten vlak dragende en goed aangedreven.

De schuifribben en vloerplaten te leggen met keepen, voorloeven, haaklasschen enz., en bevestigen met de noodige hakkelbouten, lang 40 c. M. van achtkant ijzer zw. 18 m. M. en voldoende spijkers en drooge eiken treknagels.

METSELWERKEN.

De metselwerken moeten in het algemeen in kruisverband vol en zat in de specie worden gewerkt; al de lagen vlak en waterpas, voor de buitenmuren iets naar buiten afwaterend, volgens verdeeling op de daartoe te stellen profielen.

De stootvoegen te lood boven elkander, alles volgens teekening met de noodige uitmetseling, en waar dit noodig geoordeeld wordt, met klamp-, rol-, of stroomlagen, vlechtingen en streksche bogen te bewerken.

Alle boogopeningen moeten op bekwame formeelen, zuiver naar den porringdraad gewerkt worden, welke formeelen niet zonder vergunning der Directie mogen

2

-ocr page 22-

18

worden weggenomen, zullenrle gelijktijdig, waar dit verlangd wordt, de noodige klossen, blokkeels en latei houten van greenenliout worden ingemetseld, ter bevestiging der timmerwerken enz.

Het opmetselen der muren, kolommen, bogen enz. moet zooveel mogelijk gelijktijdig geschieden, en over het algemeen de verbindingen met staande tanden en blokken vermeden worden, zullende iederen avond en gedurende den tijd dat er niet gewerkt wordt, de metselwerken met planken afgedekt worden.

Alle metselsteenen voor de metselwerken behoorlijk te bevochtigen en de grondlagen der tasschen schoon te maken.

De bereiding der metselspecie moet geschieden in een waterdicht kalkhok, voorzien van eenen steenen vloer, met de noodige separatiën tot berging, der verschillende metselspeciën.

De beoordeeling omtrent de geschiktheid van de werktuigen, het aantal kalkbouwers, alsmede den tijd en de wijze van bewerking, verblijft uitsluitend aan den Architect.

STEENHOUWWERKEN.

Deze werken moeten juist naar op te geven teeke-ningen en profielen zuiver worden bewerkt, net geschuurd of gefrijnd, en alles zuiver te stellen op stel-lood, met lood vast te gieten, en na het stellen tegen beschadiging te voorzien, alles volgens te geven détail-teekening en nadere aanwijzigingen.

TIMMERWERKEN.

Alle timmerwerken moeten naar de regelen der kunst net worden uitgevoerd, naar den aard hunner

-ocr page 23-

49

bestemming; het in het gezicht blijvende hout geschaafd, naar het beloop zuiver uitgewerkt, met sluitende pennen en gaten bewerkt, met lijvige witte verf of lijm en met drooge gekloofde eiken nagels of wiggen opgesloten, en alle vergaringen, samenvoegingen en verbindingen der buitenhoutwerken, alvorens vast te maken, insgelijks met lijvige witte verf te bestrijken.

Voorts bewerkt met haak- en andere lasschen, tanden, inzinkingen, vooiioeven enz. volgens de onder de bewerking te geven orders en détailteekeningen.

Alles naar aanwijzing met een genoegzaam getal voldoende spijkers en de reeds genoemde ijzerwerken bevestigen.

De hang- en sluitwerken met voldoende ijzeren of koperen schroeven bevestigen. Bij ieder buiten- en binnendeurslot twee sleutels.

De lengte der lasschen driemaal de hoogte of dikte van het hout, en moeten steeds boven een ondersteu-ningspunt geplaatst worden. De lengten voor lasschen, klossen, wiggen, vulstukken, lateihouten, enz. blijven buiten verrekening.

De vloer- en kapdeelen moeten zijn goed droog inlandsch gezaagd en doorgaande breedte hoogstens 20 c. M., met vaste ploegen te ploegen. Alle deze deelen zullen, voor dat de tweede termijn wordt uitbetaald, klaargemaakt, op latjes gestapeld en behoorlijk afgedekt op het terrein moeten aanwezig zijn.

Alle timmerwerken moeten op het terrein worden klaargemaakt, in een waterdichte timmerloods, waarin ten dienste der Directie een geschikt appartement, groot minstens 25 vierk. M. met houten vloer, voorzien van eene teekentafel met sluitbare lade, dito kast, drie stoelen, brandstoffen, licht, enz.; dit, alsook de kalkloods blijven het eigendom van den Aannemer en

-ocr page 24-

20

moeten op de eerste aanzegging van de Directie van het terrein verwijderd worden.

STUCADOORWERKEN.

De stucadoorwerken net en zuiver naar de teeke-ningen en nadere opgave te bewerken.

LOOD- EN ZINKWERKEN.

De lood- en zinkwerken met de noodige opstanden, kralen enz. de vergaringen minstens 5 c. M. over elkander en alles volgens opgave naar de beste con-structiën bewerken en met best Engelsch tin naar behooren soldeeren en zuiver waterdicht opleveren.

De leiën glad en effen, van voldoende hardheid, gaaf en rechtdradig, volgens aanwijzing leggen, bevestigen en zuiver waterdicht opleveren.

IJZERWERKEN.

De ijzerwerken volgens opgaaf en juiste zwaarte, zullen in tegenwoordigheid van den Opzichter worden gewogen, waartoe op het werk een voldoend weegtoestel aanwezig moet zijn. Het lood- en de ijzerwerken verwerkt zijnde zonder aan den Opzichter ter weging aangeboden te zijn, worden verbeurd verklaard ten voordeele van de Aanbesteders.

SCHILDERWERKEN.

Alle schilderwerken moeten op de meest zorgvuldige wijze met de beste materialen worden verricht; en ir. alle opzichten aan de eischen van solied werk voldoen.

De glasruiten goed passend gesneden, volgens opgave in lood van voldoende zwaarte, met een goed hart voorzien, alles in vakken goed vast en zuiver in el ander te werken, en met best tin soldeeren, alle

-ocr page 25-

21

openingen tusschen het glas en het lood met lijvige olieverf dicht te strijken; tegen het metsel- en steen-houwwerk met Porti. Cement aanwerken, overigens alles goed waterdicht opleveren en alles zonder onderscheid , zonder de minste beschadiging op te leveren, en, ingeval van eenige beschadiging, zullen deze voor des Aannemers rekening door onbescbadigden moeten vervangen worden.

Voorts moeten al de in bet bestek omschreven werkzaamheden, zonder onderscheid, naar den aard der-zelve , met zorg door bekwame werklieden net worden uitgevoerd, en voorzien zijn van al hetgeen in het bizonder kan gerekend worden daartoe te behooren.

De Aannemer zal zich hieromtrent stiptelijk en zonder de minste afwijking gedragen, uitsluitend naar de orders, welke hem door of van wege den Architect, ontwerper van dit plan , betreffende de behandeling en uitvoering, zullen worden gegeven.

Overigens alle werken naar behooren in eene goede orde op te leveren, de glasruiten helder schoon, de vloeren, trappen enz. opgeveild en schoon op te leveren.

Tijdens den opbouw de noodige ijzeren ketting- of hulpankers en schoren van voldoende zwaarte aan te brengen en op orde van de Directie weder opruimen.

Voorts, leveren en onderhouden alle vereischte hulpmiddelen, als; steigers, waterpas instrumenten, winkelbaken, teekenschotten en alle verdere gereedschappen, welke voor de richtige uitvoering noodig zijn, en door den Architect zal worden opgegeven.

BOUWSTOFFEN.

Alle benoodigde bouwstoffen, zonder onderscheid, moeten zijn van de besten in hunnen soort, en vol-

-ocr page 26-

22

komen aan de vereischte voldoen, geheel ten genoegen der Directie.

De metselsteenen overeenkomende met de in het Bestek bepaalde soort, gelijk van kleur, goed gevormd, vlak, hard en goed doorbakken, houdende onderling dezelfde maat en voldoende aan de monsters.

De hardsteen moet zijn uit de beste Belgische groeven, zonder scheuren, camelot of andere gebreken, hoe ook genaamd. De la Bochette-steen volgens monster.

De kalk goed gebrand, naar behooren gebluscht, vrij van ongebrande deelen en andere stoffen.

De tras, zoogenaamde Dordsche, van tuf- of duifsteen gemalen, en uit de groeven van het Brohldal of van Andernach afkomstig, moet zijn grijsgeel van kleur, scherp en onvermengd en voldoen aan de keur-proeven door de Directie voor te schrijven.

Het metselzand moet zijn zuiver en scherp, zonder aarde of nadeelige stoffen.

Indien zulks noodig wordt geacht, zal de kalk, de tras en het zand moeten worden gezeefd.

De Portl.-Cement uit eene bij de Directie gunstig bekend staande fabriek.

De leien beste blauwe Bhijnscheleiën zonder gebreken.

Het hout meskant en buiten het hart gezaagd, op de opgegeven zwaarten, blijvend hout, goed taai, glad, hard en droog, zonder groote of doode kwasten, scheuren, rosachtige of vurige deelen, spint of andere nadeelige gebreken.

Alle overige bouwstoffen naar den eisch en aard hunner soort volgens omschrijving.

-ocr page 27-

23

Derde Afdceling.

ALGEMEENE VOORWAARDEN.

Art. 14.

TARIEF.

Ingeval het onder de bewerking noodig zal geoordeeld worden om meerdere of mindere werkzaamheden te verrichten, zal de Aannemer verplicht zijn het meerdere te leveren en te verwerken volgens onderstaand tarief, doch geene bijwerken zullen bijbetaald worden, dan waarvan de Aannemer een schriftelijk bewijs van den Architekt en mede onderteekend door de Bouwcommissie kan overleggen.

Wijzigingen, welke echter geene meerdere kosten vereischen, zal de Aannemer verplicht zijn op de eerste orde van- den Architekt te verrichten, zonder de minste bijbetaling.

Mochten er verminderingen worden bevolen, dan zal het bedrag met lO0/» korting, van zijne aannemingssom worden ingehouden.

Voor het graven en weder aanvullen van

grond, per kub. Meter.......f 0.40

Voor heipalen, volgens gemaakte bepalingen,

\'t zij meerdere palen, of wel dat de opgegeven palen langer moeten genomen

worden, per Meter........» 1.—

Voor één M3 greenenhout.......» 00.—

» » » dennen- of vurenhout ...» 50.— » » » vurenhout voor binnenbetim-

mering » 100.—

-ocr page 28-

24

Voor één M:i. klinkers in slappe basterdtras f 20.— » » » miskl. hardgranw . ... ygt; 17.— » » » le soort rood in kalkmortel . » 15.— Zijnde het voegen, volrapen en afschuren

onder deze prijzen berekend.

Voor één M3 Escauzijnschesteen . . » » » zandsteen (Rochette)

» » M2 glas, in lood gebonden » » K.G. lood met soldeer . . .

» » » zink.......

» » » gesmeed ijzer ....

Onder deze prijzen zijn begrepen alle leverantiën. arbeidsloonen, transporten, gereedschappen, enz. waarvoor alzoo geene afzonderlijke rekeningen in aanmerking komen.

Voor alle leverantiën, waarvoor in dit tarief geene prijzen zijn opgegeven, zullen die naar kosten en billijke winst worden berekend.

De extra post voor onvoorziene zaken wordt vastgesteld op f 500.—; deze niet, of slechts gedeeltelijk verwerkt wordende, zal het overschot van den voor-laatsten termijn worden afgetrokken.

Art. 15.

ABUIZEN EN MISSLAGEN.

Indien in dit bestek iets mocht vergeten zijn op te noemen dat rechtstreeks tot de daarbij vermelde werken behoort, of naar aanleiding der teekeningen en volledige oplevering van het werk kan beschouwd worden daartoe .-te behooren, zal de Aannemer gehouden zijn dit te leveren en uit te voeren, even als ware zulks hier duidelijk omschreven.

Ter voorkoming van abuizen is de Aannemer ver-

» 200.— » 100.— » 7.— » 0.40 » 0.50 » 0.18

-ocr page 29-

25

plicht de in dit bestek opgegeven maten, bepalingen van grootte en hoeveelheden, (die zooveel mogelijk kortheidshalve en ten zijne gerieve zijn opgegeven) alsmede verdeeling en getallen met de teekeningen en het terrein te vergelijken; zullende uithoofde van wellicht ingeslopen abuizen geene reclames, hoe ook genaamd, kunnen gemaakt worden, maar alles integendeel naar den eisch van het werk en ter ordonnantie geheel moeten worden afgemaakt en in orde moeten worden opgeleverd, zonder zich op de Aanbesteders te mogen verhalen.

Art. 16.

KEURING DER BOUWSTOFFEN.

De voormelde bouwstoffen zullen allen met de uiterste zorg aan of bij bet werk gekeurd moeten worden, voor en aleer eenig stuk of gedeelte van hetzelve verwerkt mag worden.

Ingeval er na de goedkeuring of onder het verwerken eenig gebrek wordt ontdekt, zal daarin door andere voldoende bouwstoffen dadelijk moeten worden voorzien; gelijkeiwijze zal ook geschieden indien de gebreken ontdekt worden nadat een of meer dezer stukken hout, ijzer of steen enz. reeds verwerkt waren.

De afgekeurde bouwstoffen uit de nabijheid van het werk te verwijderen, en dezelve geheel af te zonderen van de goedgekeurde, welke des noodig, met een duidelijk teeken gemerkt moeten worden.

Ingeval de Aannemer eenig stuk of gedeelte der ongekeurde of afgekeurde deed verwerken, zal hij telken reize verbeuren een korting van f 25.— (vijf en twintig gulden) met de verplichting om het aldus gemaakte of verwerkte dadelijk af te breken uit te

-ocr page 30-

26

nemen en in orde te herstellen. De Directie zal het recht hebben zich ten koste van den Aannemer door proefnemingen van de deugdzaamheid der bouwstoffen te overtuigen.

Art. 17.

VERANTWOORDELIJKHEID EN VERPLICHTINGEN VAN DEN AANNEMER.

Alle rampen, schaden of tegenspoeden, welke gedurende de uitvoering van deze werken, uit welke oorzaak ook, zouden kunnen ontstaan, komen geheel ten laste en risico van den Aannemer. Zoodra het werk voor brandschade vatbaar is, zal de Aannemer voor zijne rekening verplicht zijn het werk met maande-lijksche verhooging en bij eene door de Directie aan te wijzen Brand Assurantie Maatschappij ten name van R. C. Kerkbestuur te Noorden doen inschrijven, waarvan de stukken en bewijzen in handen van genoemd Bestuur moeten worden gesteld.

Gedurende den werktijd is de Aannemer verplicht op het werk te zijn, of zich daarbij door een deskundige , ten genoege der Directie, te doen vervangen, wTelke persoon alsdan in alles als principaal Aannemer moet kunnen optreden.

De Aannemer of deszelfs gemachtigde, hiervoren bedoeld, zal bij het doen van opmetingen, het maken van uitslagen, als anderszins de Directie moeten behulpzaam zijn. Geene uitslagen mogen worden vernietigd , zonder toestemming van den Architekt.

De Aannemer zal op het werk altijd een voldoend aantal bekwame werklieden moeten hebben en die wegzenden, w\'elke hem door den Architekt mochten worden aangewezen, de Onder-Aannemers hieronder begrepen.

-ocr page 31-

27

Op Zon- of R. G. Feestdagen zal er niet mogen worden gearbeid, en voor zons-opgang en na zonsondergang niet dan met toestemming van de Directie.

Het is den Aannemer niet vergund toegang tot het werk te verleenen aan personen, die tot het werk in geenerlei betrekking staan.

De Aannemer zal het werk noch geheel, noch gedeeltelijk mogen overdoen, zonder schriftelijke toestemming van de Directie.

Alle plaatselijke verordeningen, op deze werken betrekking hebbende, zonder de minste uitzondering, zijn ten laste en ten koste van den Aannemer.

De Aannemer zal verplicht zijn de teekeningen ter zijner gebruike te doen copieëren, terwijl deze en alle détailteekeningen en modellen, welke het eigendom van den Architekt blijven, vóór de oplevering van het werk franco aan zijn adres moeten worden terugbezorgd.

Alle aanwezige hulpmiddelen, alsook de loodsen en aangevoerde materialen blijven gedurende den duur van het werk ter beschikking van de Directie. Ook ingeval den Aannemer, om welke redenen dan ook, mocht ophouden het werk te voltooien, en in dat geval, heeft de Aannemer hoegenaamd geen aanspraak op vergoeding, noch wegens vermindering, door het gebruik, noch als huur voor het gebruik, en zullen dan ook de aanwezige materialen, zonder vergoeding, het eigendom van de Aanbesteders worden.

Gedurende drie maanden na dagteekening van het certificaat voor den zevenden termijn, moet de Aannemer het werk in volkomen goeden staat onderhouden en alle voorkomende gebreken op de eerste aanwijzing voor zijne rekening doen herstellen en ingeval de Aannemer in gebreke mocht blijven, zal de Directie het recht hebben de vereischte herstellingen voor des Aan-

-ocr page 32-

28

nemers rekening te laten verrichten en het bedrag daarvan van den laatsten termijn afhouden.

Art. 18.

DIRECTIE

De Directie zal zijn de Bouwkommissie bestaande uit twee leden, door het Kerkbestuur te benoemen, en de met de uitvoering belast zijnde Architekt, ontwerper van dit plan.

De Aannemer is verplicht zich te onderwerpen aan de bevelen, welke hem door de Directie zullen worden gegeven, doch de Architekt blijft uitsluitend belast met de constructie en het kunstmatige der uitvoering, waarom de Aannemer zich dan nimmer, aangaande wijzigingen en uitvoering op de Bouwkommissie zal mogen beroepen. Bovengenoemde personen zullen ten allen tijden toegang tot het werk hebben.

Art. 49.

BIJLEGGING VAN GESCHILLEN.

In geen geval zal de Aannemer wegens geschil met de Bouwkommissie of Architekt, hetzij over eenige werkzaamheden, hetzij over de bepalingen in dit bestek vastgesteld, zijnen toevlucht tot den gewonen rechter mogen nemen, maar zal hij zich schriftelijk verbinden, naar aanleiding van Art. 620 van het Wetboek van Burgerlijke Bechtsvordering, zich deswege te onderwerpen aan de beslissing van drie neutrale personen, waarvan door ieder der beide partijen één zal worden benoemd, terwijl de derde door den kantonrechter te benoemen, deze deskundigen zullen binnen 14 dagen na de benoeming moeten beslissen, overeenkomstig Art. 630, van voornoemd Wetboek, als goede

-ocr page 33-

29

mannen naar billijkheid oordeelende; er zal geen hooger beroep van de beslissing dezer arbiters zijn.

Overigens, hangende het verschil, zullen al de werkzaamheden, verschillende van het punt van misverstand moeten worden voortgezet, en al de nadeelen, ontstaan door het in gebreke blijven van de zijde des Aannemers door hieraan niet te voldoen, zullen op den Aannemer verhaald worden. Alleen het getal, waarin de Directie den Aannemer gerechtelijk zoude aanzeggen alle verdere werking te staken, zal hem kunnen verontschuldigen van de niet voortzetting der werken en zal hij in dat geval niets mogen daarstellen.

Art. 20.

KORTINGEN EN ONKOSTEN.

Voor lederen dag, dat de werken later dan den bepaalden tijd gereed zijn, ondergaat de Aannemer een korting van f 25.—, en voor iederen dag dat de voor-loopige oplevering en voltouijing later dan den bepaalden tijd plaats vindt, eene korting van f 50.—, benevens de kosten van leiding en opzicht der werken, bedragende ƒ3.— voor eiken dag dat de werken na den gestelden termijn gereed zijn.

De kosten op deze besteding vallende voor druk-loonen en advertentiekosten, zijn niet voor des Aannemers rekening. Doch voor des Aannemers rekening zijn, zoodanige kosten, welke voortvloeien uit het een of ander verzuim door of van wege den Aannemer; daaronder wordt bepaaldelijk gerekend de registratie kosten, en de daarop vallende boeten der tot deze aanbesteding betrekking hebbende stukken, indien door verzuim of nalatigheid van den Aannemer door de Directie noodzakelijk geoordeeld wordt in rechten te ageren.

-ocr page 34-

30

Eindelijk wordt bepaald, dat, om de verzuimen, overtredingen en handelingen tegen de bepalingen van dit Bestek, tegen den Aannemer te constateren, of om hem in verzuim te stellen in geen geval eenige rechtsvordering, sommatie of andere rechtelijke akte noodig is, maar bij eenvoudige verklaring van den Architekt of diens machthebbende kan geschieden, of enkel door het bestaan van het feit zelve plaats vindt.

Bij nalatigheid in het nakomen der bepalingen in dit bestek vervat, het niet nakomen der van de Directie ontvangene bevelen, wordt eene korting van ƒ 10.— toegepast, tenzij daarvoor eene hoogere korting in het bestek mocht zijn aangewezen.

Art. 21.

BORGEN.

Do Aannemer zal moeten stellen twee solide borgen, ten genoege van de Directie, welke zich door mede-onderteekening verbinden voor de prompte nakoming van alle artikelen in dit bestek vervat, ten einde bij nalatigheid, ziekte of overlijden van den Aannemer, op de eerste order van de Directie, in deszelfs plaats te kunnen optreden; alles onder afstand van alle voorrechten door de wet aan borgen toegekend.

Art. 22.

BEGIN EN VOLTOOIING,

Dadelijk na bekomen approbatie zal de Aannemer met de werken moeten aanvangen en zoodanig voortzetten dat de kappen en torenspits gesteld en afgedekt zijn vóór of op 1° December 1882 en alles vóór of op 1° Mei-1883 finaal voltooid opgeleverd kan worden.

De Directie bedingt nog bijzonderlijk het recht, om

-ocr page 35-

34

voor de voltooiing of finale oplevering, de gebouwen in gebruik te nemen, hetzij om daarin te laten werken aan voorwerpen, die niet bij de besteding behooren of tot zoodanige doeleinde als zij noodig oordeelen zal, zonder dat daardoor de Aannemer van zijne verplichting is ontslagen of eenige aanspraak op vergoeding zal hebben.

Art. 23.

BETALING.

De betaling der aannemingssora zal geschieden in acht gelijke termijnen, terwijl bij elke termijn ter geregelde voortzetting van het werk, naar het oordeel van den met den uitvoering belast zijnde Architekt, eene voldoende hoeveelheid materialen op het bouwterrein aanwezig moeten zijn.

üe eerste termijn zoodra alle metselwerken tot peil zullen zijn gevorderd.

De tweede termijn zoodra alle metselwerken tot 8 M. boven peil zullen zijn gevorderd, en de vloer- en kap-deelen op het terrein aanwezig zullen zijn.

De derde termijn zoodra de kerkmuren ter geheele hoogte zijn opgetrokken.

De vierde termijn zoodra alle kapbindten zullen zijn gesteld en de torenmuren tot 22 M. boven peil zijn opgetrokken.

De vijfde termijn zoodra de kerkbekapping gesteld is, de goten gelegd en de waterafvoerpijpen zijn aangebracht.

De zesde termijn zoodra de torenspits gesteld en gedekt, alles glasdicht, en het buitenvoegwerk voltooid is.

De zevende termijn zoodra alles is voltooid, en voor-loopig is goedgekeurd.

-ocr page 36-

32

De achtste of laatste termijn drie maanden na de voorloopige oplevering-goedkeuring, nadat alsdan vooraf, door den Aannemer, de ontdekte gebreken zullen zijn hersteld en alles goedgekeurd is.

De betalingen zullen telkens geschieden blijkens Certificaat van den Architekt, waaruit blijkt dat aan den inhoud van dit bestek is voldaan.

Mindere of meerdere werkzaamheden, zullen bij iederen termijn worden verrekend.

Art. 24.

slotbepaling.

De algemeene voorschriften voor de werken van \'s Rijkswaterstaat, vastgesteld bij beschikking van Zijne Excellentie den Minister van Binnenlandsche Zaken, van den len Maart 1860, N0177, 3C Afdeeling, zijn op dit Bestek, voor zoover daarin geene uitzonderingen zijn gemaakt, van toepassing, en even verbindend voor den Aannemer, als waren zij in dit bestek letterlijk omschreven, behoudens de uit den aard der zaak en betrekking voortvloeiende wijzigingen.

Art. 25.

wijze van aanbesteding.

De aanbesteding zal geschieden bij enkele inschrijving op gesloten gezegelde biljetten, welke voor of op den 7 Maart 1882 worden ingewacht aan de Pastorie aldaar, en zullen in tegenwoordigheid van HH. Gegadigden worden geopend in het Koffiehuis van F. Nieu-wendijk, des namiddags ten 2 ure.

De aanwijzing in loco op den 6 Maart, des namiddags van 1 tot 6 ure, en op 7 Maart van des voormiddags 10 ure tot des namiddags 1 ure.

-ocr page 37-

De Aanbesteders behouden zich voor, het recht van al of niet gunning, gedurende acht dagen, of, om er zoodanig mede te handelen als noodig geacht zal worden, zonder daarvoor de minste verantwoording schuldig te zijn.

De inschrijvers blijven gedurende tien dagen aan hunne inschrijving gebonden.

Nadere inlichtingen geeft op franco aanvrage de Ondergeteekende.

Amsterdam, 22 Januari 1882.

Aldus opgemaakt door den Architekt,

Y BIJVOETS Gz.

-ocr page 38-
-ocr page 39-
-ocr page 40-