-ocr page 1-

(Piïz ö rFT Ö

-ocr page 2-
-ocr page 3-

0L ■ cJt?o-vrtgt;

REGLEMENT

Opgericht in den jare 1775.

/

-ocr page 4-
-ocr page 5-

REGLEMENT

DER

sooïiïiïï «SM smraa.quot;

Opgericht in den jare 1775.

Aktikel i.

De Socle lei l beslaat uit gewone, buitengewone en tijdelijke leden, wier rechten en verplichtingen in de volgende artikelen geregeld zijn.

Van de gewone leden.

Art. 2.

Die binnen de gemeente Utrecht woonachtig is én den ouderdom van een en twintig jaren bereikt heeft, ol\' vóór dien lijd gehuwd of aan een der Universiteiten gepromoveerd is, kan na ballotage gewoon lid worden.

Elk gewoon lid is bevoegd personen als gewone, buitengewone en tijdelijke leden voor te stellen. Tot dat einde wendt hij zich schriftelijk lot den Secretaris met opgave van den naam, den voornaam en de betrekking (voorzoo-ver buitengewone leden betreft ook de woonplaats) van hem, dien hij voorstelt. Hij geeft daarbij tevens op of de voorgestelde tot de gewone, buitengewone of tijdelijke leden wenscht te behooren.

-ocr page 6-

h

Commissarissen zijn gehouden hen, die ten minste 9 dagen voor het einde der maand voorgesteld zijn, aan de eerstvolgende ballotage te onderwerpen.

Art. 3.

Na kennis te hebben ontvangen van zijne aanneming, betaalt een gewoon lid de verschuldigde contributie en tien gulden voor intrede.

De intrede wordt des verlangd aan hem terug betaald, zoo hij binnen het jaar na zijne aanneming de gemeente metterwoon verlaat.

Art. /p.

liet Societeitsjaar gaat in 1 Januari.

Art. 5.

De gewone leden voldoen jaarlijks bij vooruitbetaling eene contributie van dertig gulden.

De gewone leden, die voor 1 Juli \'1880 toegelaten zijn, betalen de vroeger vastgestelde jaarlijksche contributie van vijf en twintig gulden.

Art. 6.

De geheele jaarlijksche contributie wordt betaald door hen, die binnen de eerste vijf maanden van het jaar als gewoon lid aangenomen zijn.

De helft der jaarlijksche contributie wordt voor het loo-pende jaar betaald door hen, die in de zes volgende maanden van dat jaar aangenomen zijn.

Geene contributie over het loopende jaar wordt gevorderd van hen, die in de laatste maand van het jaar als gewoon lid zijn aangenomen.

Art. 7.

De contributie wordt voldaan in de maand Januari of

-ocr page 7-

5

in de maand, waarin de aanneming als gewoon lie! heeft plaats gehad.

Die nalatig is de contributie te betalen, wordt in de maand volgende op die waarin de betaling geschieden moest, aan zijne verplichting herinnerd.

Indien daarna niet binnen één maand de betaling der contributie volgt, wordt de naam van den nalatige met hernieuwde aanmaning tot betaling aan de leden bekend gemaakt.

In gebreke gebleven zijnde de contributie te voldoen, wordt hij twee maanden na deze bekendmaking door Commissarissen vervallen verklaard van het lidmaatschap der Societeit.

Hij kan later nimmer geïntroduceerd ol\' als gewoon, buitengewoon ol\' tijdelijk lid voorgesteld worden dan na aanzuivering van het schuldig geblevene.

Art. 8.

Geene intrede wordt gevorderd van hem, die, na langer dan een jaar gewoon lid te zijn geweest, en voor het lidmaatschap te hebben bedankt, binnen den lijd van een jaar op nieuw als gewoon lid aangenomen wordt.

Op hen, die van het lidmaatschap vervallen verklaard zijn, is deze bepaling niet toepasselijk.

Art. 9.

De betaling der contributie en intrede geschiedt op eene quitantie geteekend door den Thesaurier.

Art. 10.

De gewone leden, die voor het lidmaatschap willen bedanken, zijn verplicht dit te doen vóór 1 December bij schriftelijke kennisgeving aan den Thesaurier.

-ocr page 8-

G

Die voor hel gewoon lidmaatschap bedankt en in de gemeente Utrecht woonachtig blijft, betaalt twintig gulden voor uittrede.

Art. 11.

Gewone leden kunnen de helft der laatst betaalde contributie terug bekomen , wanneer zij, vóór 1 Juli de gemeente metterwoon verlatende, vóór dien tijd bij schriftelijke kennisgeving aan den Thesaurier voor het lidmaatschap bedanken.

Art. 12.

Gewone leden, die ophouden in de gemeente woonachtig te zijn, kunnen zich zonder ballotage als buitengewone leden doen overschrijven.

Zij geven daartoe schriftelijk van hun verlangen kennis aan den Thesaurier.

Van de buitengewone leden.

Art. 13.

Die buiten de gemeente Utrecht woonachtig is en den ouderdom van een en twintig jaren bereikt heeft of voor dien tijd gehuwd of aan een der Universiteiten gepromoveerd is, kan na ballotage buitengewoon lid wórden.

Art. 14

Na kennis te hebben ontvangen van zijne aanneming, betaalt een buitengewoon lid de contributie van vijf gulden en een gelijk bedrag voor intrede.

De bepalingen van artikel 7 zijn op een buitengewoon lid van toepassing.

-ocr page 9-

Art. 15.

Die als buitengewoon lid bedankt, kan alleen na ballotage op nieuw als zoodanig worden toegelaten.

Art. 10.

Een buitengewoon lid, zich in de gemeente metterwoon vestigende, kan zonder ballotage gewoon lid worden.

Hij is in dat geval verplicht boven de betaalde intrede, vijf gulden voor intrede te voldoen en de contributie aan te zuiveren, berekend tegen / 2.50 per maand.

Van de tijdelijke leden.

Art. 17.

Die voor één jaar of korter in de gemeente Utrecht tijdelijk verblijft en den ouderdom van een en twintig jaren bereikt heeft of vóór dien tijd gehuwd of aan een der Universiteiten gepromoveerd is, kan na ballotage tijdelijk lid worden.

Hij betaalt de contributie van zeven gulden en vijftig cents per drie maanden. De tijdelijke leden die voor 1°. Februari 1880 toegelaten zijn, betalen de vroeger vastgestelde contributie van zes gulden per drie maanden.

Art. 18.

Officieren der Zee- en Landmacht in werkelijken dienst, of op nonactiviteit, kunnen onder de tijdelijke leden opgenomen worden.

Zij hebben, zelf tijdelijk lid zijnde, de bevoegdheid, met in achtneming van het bepaalde in de 2e zinsnede van art. 2, officieren als tijdelijk lid voor te stellen.

-ocr page 10-

8

Art. ly.

De lijdelijke leden, bedoeld bij artikel 18, betalen als maandelijksche contributie:

de hoofdofficieren twee gulden;

de kapiteins een gulden vijftig cent;

de overige officieren een gulden.

Van deze betaling worden zij ontheven, wanneer zij langer dan eene maand elders gedetacheerd of met verlof afwezig zijn. Op deze ontheffing kunnen zij geene aanspraak maken, zoo zij van hunne afwezigheid niet te voren schriftelijk kennis gegeven hebben aan den Thesaurier.

De bepaling van het eerste gedeelte van dit artikel is niet van toepassing op Oflicieren, die voor 1 Januari 1872 het lidmaatschap verkregen hebben.

Zij betalen de vóór dat tijdstip voor hen vastgestelde contributie.

Art. 20.

De betaling der contributie van Officieren geschiedt maandelijks, bij vooruitbetaling, op eene quitantie geteekend door den Thesaurier.

Art. 21.

Indien Officieren langer dan eene maand nalatig zijn in de betaling der contributie, worden zij beschouwd van hun lidmaatschap afgezien te hebben.

Zij kunnen niet op nieuw als leden voorgesteld worden dan na aanzuivering van het schuldig geblevene.

Art. 22.

Met inachtneming van artt. 2 en 3 kunnen tijdelijke leden als gewone leden toegelaten worden.

-ocr page 11-

Over het aannemen van leden.

Art.

Hel balloteeren ol\' aannemen van leden geschiedt dooide gewone leden op den eersten dag van elke maand, des namiddags te vier uren, in een van de lokalen der Societeit.

De ballotage heeft plaats ten overstaan van minstens één commissaris ol\'bij ontstentenis, van het oudste in de zaal aanwezige lid. Van hen die even langen tijd lid zijn treedt de oudste in jaren op.

Eene lijst, opgemaakt door Commissarissen, vermeldende de namen, voornamen en betrekkingen van hen, die aan de ballotage onderworpen worden, wordt acht dagen te voren op eene voor ieder zichtbare plaats in de conversatie-zaal der Societeit opgehangen.

liet staat aan ieder, wiens naam op de lijst voorkomt, vrij de Societeit te bezoeken gedurende den tijd dat de lijst opgehangen is, met uitzondering van den middag waarop de stembus geopend wordt.

Art. 24.

Gewone leden hebben de bevoegdheid, om vier dagen voor den dag der ballotage des namiddags van 2 tot 9 uren en op den dag der ballotage tot des namiddags 4 uren een stembillet in de bus, geplaatst in de conversatiezaal, te werpen, na hun naam op de daarbij liggende presentielijst te hebben geteekend. Tot dat einde wordt bij ieder gewoon lid tijdig een stembillet, bevattende de namen, voornamen en betrekkingen der voorgestelden, aan huis bezorgd.

Indien men zich tegen de toelating van een der voorgestelden wenscht te verklaren, is men verplicht diens naam op het stembillet duidelijk door te halen.

-ocr page 12-

10

Akt. 25.

Op den dag der ballotage des namiddags te 4 uren, wordt aan de gewone leden, die nog niet aan de ballotage deelgenomen hebben, tot 4-[ uren de gelegenheid gegeven een stembillet in de bus te werpen. Hunne namen worden opgeteekend door den aanwezigen Commissaris of het lid, dat hem vervangt.

Na verloop van dien tijd wordt de bus, zoo het aantal der gestemd hebbende leden 20 of meer beloopt, geopend. Het aantal der in de bus gevonden billetten wordt vergeleken met het aantal der gestemd hebbende leden. Wanneer hel aantal der billetten, gevonden in de bus niet overeenkomt met het aantal der gestemd hebbende leden en het verschil op den uitslag der stemming over een of meer der voorgestelden van invloed heeft kunnen zijn, wordt de ballotage van hem of hen nietig verklaard en 8 dagen later herhaald.

Indien het aantal der gestemd hebbende leden te uren minder dan 20 beloopt, wordt de bus niet geopend en de ballotage 8 dagen uitgesteld. De uitgebrachte stemmen blijven van kracht.

Aan de gewone leden wordt daarvan bij aankondiging in de Societeit kennis gegeven. De gewone leden, die nog niet hebben gestemd, hebben bet recht gedurende den tijd van uitstel aan de ballotage deel te nemen.

Art. 26.

Die als gewoon, buitengewoon of tijdelijk lid wordt voorgesteld moet bij de ballotage het vol twee derde gedeelte der uitgebrachte stemmen bekomen hebben, om te zijn aangenomen.

Die gedeballoteerd is kan niet binnen het jaar op nieuw voorgesteld worden.

-ocr page 13-

II

Art. 27.

De uitslag der ballotage wordt zoo spoedig mogelijk aan den voorgestelde medegedeeld.

Over het doen van voorstellen.

Art. 28.

Commissarissen doen hunne voorstellen zooveel mogelijk in de maanden Januari, Februari, Maart, November en December.

Minstens veertien dagen voor de algemeene vergadering, waarin zij hunne voorstellen behandeld wenschen, zenden zij daarvan aan de gewone leden eene schriftelijk kennisgeving.

In buitengewone en spoedvereischende gevallen kunnen Commissarissen dien termijn korter stellen.

Art. 29.

Geene algemeene vergaderingen worden gehouden dan in tegenwoordigheid van minstens dertig gewone leden. Zij teekenen vooraf hunne namen op eene presentielijst.

Art. 30.

De algemeene vergaderingen worden gehouden in een van de localen der Societeit. Zij mogen alleen door de gewone leden bijgewoond worden.

Art. 31.

Bij het stemmen over een voorstel worden de namen dei-aanwezige leden in de volgorde van de presentielijst afgelezen. Ieder lid verklaart zich daarbij vóór of tegen het

-ocr page 14-

12

voorstel. De volstrekte meerderheid der uitgebrachte geldige stemmen beslist over de aanneming- of verwerping.

Tot aanneming van een voorstel tot wetsverandering wordt echter het vol twee derde gedeelte der uitgebrachte stemmen vereischt.

Bij staking der stemmen wordt een voorstel als verworpen beschouwd.

Art. 32.

leder aanwezig lid is bevoegd, op de voorstellen, amendementen in te dienen.

Art. 33.

Een voorstel, dat verworpen is, mag binnen den tijd van één jaar niet op nieuw gedaan worden.

Art. 34.

De Voorzitter van Commissarissen is belast met de leiding der algemeene vergaderingen.

Art. 35.

De Secretaris houdt de notulen van het verhandelde in eene algemeene vergadering.

Deze notulen worden in de eerstvolgende vergadering van Commissarissen voorloopig vastgesteld, daarna in de eerstvolgende algemeene vergadering voorgelezen en na goedkeuring door de leden voor goed vastgesteld. Ten blijke daarvan worden zij door den Voorzitter en den Secretaris onderteekend.

Art. 36.

De voorstellen, welke overeenkomstig dit reglement zijn aangenomen hebben voor de leden verbindende kracht.

-ocr page 15-

Ir?

Art. :37.

Ieder gewoon lid is bevoegd schriftelijk voorstellen aan Commissarissen te doen. Die voorstellen worden, indien daarop de goedkeuring der gewone leden gevorderd wordt, in de eerstvolgende algemeene vergadering in behandeling gebracht, tenzij vier der zes Commissarissen dit ongeraden achten. In het laatste geval blijven de voorstellen buiten verdere overweging.

Art. .\'JS.

Indien tien gewone leden een voorstel doen, waarop de goedkeuring der gewone leden gevorderd wordt, brengen Commissarissen het voorstel op de eerstvolgende algemeene vergadering in behandeling.

Art. .\'59.

Voorstellen van gewone leden moeten op de wijze, voorgeschreven voor de voorstellen van Commissarissen, ter kennis van de gewone leden gebracht worden.

Van Commissarissen.

Art. 40.

Het bestuur der Societeit bestaat uit zes Commissarissen, waarvan één de betrekking van Voorzitter, één die van Thesaurier en één die van Secretaris vervult.

Art. 4.1.

Op 1 Januari van elk jaar treden, naar een door Commissarissen vastgestelden rooster, twee Commissarissen af, waaronder de Thesaurier en de Secretaris niet begrepen zijn.

-ocr page 16-

u

Tol dal einde worden in de maand December le voren twee Commissarissen uil de gewone leden gekozen.

Aftredende Commissarissen zijn herkiesbaar.

Art. •42.

Om de zes jaren treedt op 1 Januari de Thesaurier af.

Hiertoe wordt in de maand December le voren een Thesaurier uit de gewone leden gekozen.

Hij is bij aftreding herkiesbaar.

Art. 43.

Het bepaalde bij het vorige artikel geldt ook voor den Secretaris.

Art. 44.

De keuze van Commissarissen, daaronder begrepen de Thesaurier en de Secretaris, geschiedt in eene algemeene vergadering bij volstrekte meerderheid der stemmen, uil-gebracht door de aanwezige leden.

Commissarissen doen vier dagen vóór de keuze eene door hen alphabetisch opgemaakte aanbevelingslijst voor iedere openvallende betrekking van Commissaris in de conversatiezaal der Societeil ophangen. Op die lijst worden ook door Commissarissen gebracht de namen van hen, die door minstens vijf gewone leden daartoe acht dagen vóór de keuze bij onderleekend billet aanbevolen zijn.

Art. 45.

De leden, die lot Commissaris benoemd worden, zijn verplicht die betrekking gedurende minstens één jaar le vervullen, op verbeurte ecner boete van zes gulden, ten ware zij reeds eenmaal daartoe mochten benoemd geweest zijn of den ouderdom van vijf en zestig jaren bereikt hebben.

-ocr page 17-

15

Art. 4.6.

Een lid mag zich niet aan de waarneming van het Thesaurier- of Secretarisschap gedurende den daarvoor vastgestel-den tijd onttrekken, op verbeurte eener boete van tien gulden, ten ware hij reeds eenmaal tot die betrekking mocht benoemd zijn ol\' den ouderdom van vijf en zestig jaren bereikt hebbe.

Een lid tot Thesaurier of Secretaris benoemd wordende, na vroeger tot Commissaris benoemd te zijn geweest, betaalt eene boete van vier gulden, zoo hij voor de betrekking van Thesaurier of Secretaris bedankt.

A ut. 47.

Indien gedurende den loop van het jaar in het bestuur eene vacature ontstaat wordt op de eerstvolgende algemeene vergadering tot de keuze van een nieuwen Commissaris overgegaan met inachtneming der bepalingen van art. 4-4.

Art. 48.

De vergaderingen van Commissarissen worden door den Voorzitter belegd en door den Secretaris tweemaal vier en twintig uren te voren beschreven.

Ieder Commissaris is daarenboven bevoegd eene vergadering voor Commissarissen door tusschenkomst van den Voorzitter schriftelijk te doen bijeenroepen.

Art. 49.

De Voorzitter wordt jaarlijks in de maand Januari door Commissarissen uit hun midden gekozen. Van deze keuze wordt aan de leden kennis gegeven.

Art. 50.

De Secretaris houdt van alle besluiten, genomen in de

-ocr page 18-

10

vergadering van Commissarissen, aanteekening in de notulen. Deze worden in do volgende vergadering gelezen en, goedgekeurd zijnde, door den Voorzitter en den Secretaris onderteekend.

Hij heeft hel toezicht over de boeken, tijdschriften en couranten. Hij houdt een inventaris van het meubilair der Societeit.

Commissarissen verdeelen onderling het toezicht over het meubilair, de bediening en al wat op de consumtie betrekking heeft. Eene lijst dier verdeeling wordt in de conversatiezaal der Societeit opgehangen.

Art. 51.

De Thesaurier is belast met het geldelijk beheer der Societeit. Hij houdt boek van alle ontvangsten en uitgaven en zorgt dat de uitgaven door quitantiën gestaafd zijn.

Het beschikbaar kasgeld wordt door hem op beleening gegeven.

Buitengewone uitgaven van een hooger bedrag dan tien gulden worden niet door hem gedaan dan na machtiging door Commissarissen.

Art. 52.

Aankoop of verkoop van vaste goederen, opneming van gelden of buitengewone verbeteringen der localen, geschieden alleen, wanneer daartoe door de al£gt;emeene versa-

C O ■

dering machtiging verleend is.

Art. 53.

In de maand Februari dient de Thesaurier de rekening en verantwoording van zijn beheer over hot afgeloopen jaar aan Commissarissen in. De rekening en verantwoording wordt door Commissarissen onderzocht en voor-

-ocr page 19-

17

loopig goedgekeurd. Daarna wordt zij met de bewijsstukken en bijlagen gedurende veertien dagen, bij den kastelein in de conversatiezaal der Societeit, ter inzage gelegd voor de gewone leden.

Art. 54..

Jaarlijks in eene algemeene vergadering vóór of op 15 Maart doet de Thesaurier rekening en verantwoording aan de gewone leden.

In die vergadering wordt de rekening en verantwoording door vier leden onderzocht. Bij goedkeuring wordt zij door de vergadering gesloten en de Thesaurier van zijn beheer ontlast.

Ten blijke van een en ander wordt de rekening en verantwoording door vier aanwezige leden onderteekend.

Art. 55.

Jaarlijks gedurende 14 dagen in de maand Maart geeft de Thesaurier aan de leden, bij schriftelijke bekendmaking-in de conversatiezaal der Societeit, de namen op van hen, die gedurende het afgeloopon jaar voor het lidmaatschap der Societeit bedankt hebben, overleden, naar elders vertrokken of van het lidmaatschap vervallen verklaard zijn.

Art. 56.

De boeken en bescheiden welke op het geldelijk beheer betrekking hebben, zijn onder berusting van den Thesaurier.

Een afschrift van elke rekening en verantwoording , gewaarmerkt door Commissarissen, wordt in hel archief ne-dergelegd.

Art. 57.

De Thesaurier en Secretaris brengen jaarlijks de kosten

-ocr page 20-

-18

van sdirijfloonen en andere kleine uilgaven in rekening.

Art. 58.

Commissarissen dragen zorg, dat de meest gezochte dag-Maden en tijdschrilten, voor zoover de kas hel toelaat, in de Socicteit voorhanden zijn.

Art. 59.

Voor het inwendig beheer en de orde in de localen der Societeit zijn Commissarissen bevoegd alle zoodanige bepalingen vast te stellen ol\' maatregelen te nemen welke niet mei de bepalingen van dit reglement in strijd zijn.

Die bepalingen worden van kracht onmiddellijk na de schriftelijke bekendmaking aan de leden in de conversatie-zaal der Societeit.

Bijzondere bepalingen.

Art. 00.

In de conversatiezaal der Societeit is een exemplaar van dit reglement en van de later te maken reglementaire bepalingen ter inzage voorhanden.

Art. 61.

Een biljart-reglement is in de biljartkamer aanwezig.

Art. 62.

Gewone leden en tijdelijke leden in art. 18 bedoeld zijn bevoegd hen, die buiten de gemeente woonachtig zijn, in dc Societeit te introduceeren, doch zonder tusschenruimte en voor niet langer dan één maand.

-ocr page 21-

■19

Reno introductie van korter duur kan verlengd of vernieuwd worden, mits de termijn van één maand, te rekenen van den dag, waarop de introductie een aanvang genomen heeft, niet worde overschreden.

Die driemalen, gedurende dezelfde maand geïntroduceerd is, wordt geacht voor lt;le gansche maand geïntroduceerd te zijn geweest.

ISadat de tijd der introductie van één maand verstreken is, kan niemand dan na verloop van één maand op nieuw door introductie toegang tot de Societeit verkrijgen, tenzij de som van één gulden door het introduceerend lid ten behoeve der Societeitskas gestort worde.

Dezellde persoon kan niet langer dan twee achtereenvolgende maanden geïntroduceerd zijn.

Art. 63.

Introductie geschiedt door den naam, don voornaam, de betrekking van hem, dien men wenscht te introducee-ren en den termijn van introductie in het daartoe bestemde boek te schrijven. Zij wordt door de onderteekening van het introduceerend lid bekrachtigd.

Hij stelt zich daardoor aansprakelijk voor de betaling der vertering en schade door den geïntroduceerde in de Societeit gemaakt, zoomede voor het door dozen verschuldigde hoofd- of nachtgeld en de beloopen boeten.

Indien de verwijdering van den geïntroduceerde door twaalf gewone leden schriftelijk verlangd wordt, zijn Commissarissen gehouden dions naam in het introductieboek door te halen en hem den toegang tol de Societeit te ont-zeggen.

Art. öi.

In de conversatiezaal is voorhanden een gefolieerd en ge-

-ocr page 22-

-20

parapheerd klachtenboek. De leden zijn bevoegd daarin al de klachten betreffende de Societeil te vermelden.

Alleen op behoorlijk geformuleerde en onderteekende klachten wordt door Commissarissen acht geslagen.

Art. 65.

Buiten toestemming van den Secretaris mogen geene dagbladen, tijdschriften, boeken of lijsten uit de Societeit weggenomen worden, op eene boete van drie gulden voor iedere overtreding.

Wanneer een tijdschrift of boek gedurende één maand ter lezing gelegen heeft, kunnen de leden het voor den tijd van acht dagen, legen afgifte van een ontvangbewijs, ter leen ontvangen. Ingeval van beschadiging of verlies van het geleende zijn zij tot vergoeding verplicht.

Die het geleende langer dan acht dagen houdt betaalt vijftig cents per week voor huur.

Dagbladen en almanakken over een loopend jaar worden niet uitgeleend. Die van vroegere jaren kunnen op de voorwaarden vastgesteld voor tijdschriften en boeken in leen gegeven worden.

Art. b(j.

Geen drukwerk of geschrift van welken aard ook wordt in een der zalen van de Societeit ter lezing gelegd of opgehangen dan met goedkeuring van Commissarissen.

Art. 07.

Wanneer een gewoon, buitengewoon of tijdelijk lid, zich onwelvoegelijk gedragende, onaangenaam wordt aan de leden en daardoor hel gezellig verkeer in de Societeit bedreigt, verzoeken Commissarissen hem, op de schriftelijke aanvraag van vijftien gewone leden, na de klacht gegrond

-ocr page 23-

24

bevonden te hebben, zich voorloopig van het bezoeken der Socieleit te onthouden. Commissarissen zijn verplicht daarvan terstond schriftelijk kennis te geven aan de leden. Veertien dagen daarna beslist de algemeene vergadering over de wedertoelating.

Voor de wedertoelating wordt vereischt de meerderheid voor het aannemen van leden vastgesteld. Wordt hij niet weder toegelaten dan is hij vervallen van zijn lidmaatschap.

Van den uitslag wordt aan het lid, over wien geklaagd is, kennis gegeven.

De namen der hierboven bedoelde vijltien leden worden door Commissarissen geheim gehouden.

Art. 08.

Commissarissen hebben hel recht een rustverstorend lid ol\' geïntroduceerde uit de Socieleit te verwijderen.

Art. 69.

Schade, veroorzaakt door een lid ol\'geïntroduceerde aan de bezittingen der Socieleit, wordt gedragen door hel lid of den geïntroduceerde, die deze veroorzaakt heeft.

Van ontstane schade geeft de kastelein onmiddellijk aan Commissarissen kennis.

Commissarissen hebben het recht in bijzondere gevallen een lid ol\' geïntroduceerde van de vergoeding der schade vrij te stellen.

Art. 70.

Het lid ol\' de geïntroduceerde, die, na éénmaal door Commissarissen aan eene bepaling van dit reglement of een voorschrift, krachtens artikel 59 genomen, te zijn herinnerd, zich op nieuw aan overtreding schuldig maakt, verbeurt eene boete van drie gulden.

-ocr page 24-

22 Art. 71.

De Thesaurier verhaalt het bedrag verschuldigd volgens artt. 62, 65, 69 en 70 bij quilantie.

Wanneer een lid in gebreke blijft het verschuldigde te voldoen zijn de bepalingen van art. 7 op hem toepasselijk.

Art. 72.

Bij ontbinding der Societeit hebben de buitengewone en de tijdelijke leden geen recht op hare goederen. Zij zijn evenmin aansprakelijk voor de schulden.

Van den Kastelein.

Art. 73.

Ingeval do betrekking van kastelein open komt, wordt, door Commissarissen eene voordracht van drie personen aan de gewone leden aangeboden, ten einde daaruit in eene algemeene vergadering bij volstrekte meerderheid een kastelein te kiezen.

Art. 74.

Jaarlijks maken de Commissarissen eene schriitelijke overeenkomst met den kastelein, welke dooi\' dezen en, namens Commissarissen, door den Voorzitter, den Thesaurier en den Secretaris onderteekend wordt.

Art. 75.

De knechten worden op kosten van do Societeit gekleed in oone livoroi, door Commissarissen vast te stellen.

-ocr page 25-

2:3

Art. 70.

In do conversaliezaal der Socieletl hangt hel tarief der ververschingen, door Commissarissen met den kastelein vastgesteld en ten blijke daarvan door den Secretaris onderteekend.

Art. 77.

De leeskamer der Societeit wordt geopend van 1 Mei tot 1 October des voormiddags te 85. uren en van 1 October tot 1 Mei des voormiddags te 94 uren. De overige localen worden geopend des voormiddags te H uren.

Indien te middernacht of later geene leden of geïntro-duceerden in de Societeit aanwezig zijn, kunnen de localen gesloten worden.

Des nachts van 2 uur af is door een lid of geïntroduceerde, aanwezig in een der localen van de Societeit, een hoofd- of nachtgeld verschuldigd, ten bedrage van ƒ 1.— voor ieder ingetreden uur.

De kastelein draagt zorg, dat de aanwezigen tijdig met het uur bekend gemaakt en zooveel noodig aan het voorschrift van dit artikel herinnerd worden.

Het hoofd- of nachtgeld wordt binnen 24 uren aan den kastelein uitbetaald. De bepalingen van art. 7 zijn op de invordering van toepassing.

De kastelein is verplicht van de hoofd- of nachtgelden nauwkeurig boek te houden en de door hem ontvangen som op den eersten dag van elke maand aan den Thesaurier ter hand te stellen.

De helft dezer gelden komt ten bate van de knechten der Societeit. De verdeeling daarvan is opgedragen aan Commissarissen.

Bij buitengewone gelegenheden kan door den Voorzitter

-ocr page 26-

24

van Commissarissen of dengeen die hem vervangt de verplichting tot bepaling van hoofd- of nachtgeld worden opgeheven.

Art. 78.

De kastelein is verplicht toe te zien, dat geene vreemdelingen, zonder geïntroduceerd te zijn, de Societeit bezoeken.

Van de overtreding van artt. 02, 03, 05 en 00 geeft hij terstond aan Commissarissen bericht.

Slo tbepalingen.

Aut. 79.

Dil reglement wordt gedrukt en een exemplaar daarvan wordt aan elk lid ter hand gesteld.

Het treedt in werking 1 Januari 1880. Op dil tijdstip worden alle vroegere reglementaire bepalingen ingetrokken.

Art. 80.

Die gewoon of buitengewoon lid wordt is verplicht dit reglement te onderteekenen.

Zij, die bij de totstandkoming van dit reglement gewoon of buitengewoon lid zi jn , worden beschouwd het door do aanneming der algemeene vergadering onderteekend te hebben.

Art. 81.

Indien er bij twee of meer Commissarissen verschil ontstaat over de uitlegging van een artikel van dit reglement, worden door Commissarissen zeven gewone leden der So-

-ocr page 27-

25

cicteil uitgenoodigd om daaromtrent met hen te beraadslagen en bij meerderheid van stemmen, zonder hooger beroep, eene beslissing te nemen.

Artikelsgewijze behandeld en voorloopig goedgekeurd door de Heeren

Mr. P. BRANTSMA, Voorzit/er.

Mr. J. DES TOMBE, Thesaurier.

P. H. COBLIJN, Secretaris.

Mr. W. P. J. Baron VAN LIJNDEN.

Mr. W, VAN NELLESTEIJN.

J. C. VAN EELDE.

Mr. C. B. MERKÜS.

P, E. G. SELLE.

R. A. JACKSON.

Jonkh. P. P. O. SICKINCiHE.

Jonkli. Mr. M. A. WICKERS.

Mr. J. Baron D\'AULNIS DE BOÜROUILL. 1 A. BAUD.

Vastgesteld in de Algemeene Vergadering van den 2(Jstcquot; December 1879.

Mr. P. BRANTSMA, Voorzitter. F. H. COBLIJN, Secretaris.

Commissarissen.

[ (jrecommitteerden , van de Algemeene l Vergadering.

-ocr page 28-

REGLEMENT

VOOR HET

ONDERSTEUNINGSFONDS DER SOCIETEIT.

Artikel 1.

Ei\' wordt een ondersteuningslonds opgericht strekkende om aan getrouwe en ijverige bedienden der Societeil of aan hunne huisgezinnen hulp te verleenen.

Art. 2.

Oe inkomsten van het fonds bestaan uit:

o. 4% van alle contributien;

//. vrijwillige bijdragen van leden der Societeit;

c. de rente van heiegde kapitalen van het fonds;

d. de boete door Commissarissen aan den kastelein of aan de bedienden opgelegd;

e. het aandeel der Societeit in de nachtgelden;

f. de door de leden verbeurde boeten.

-ocr page 29-

27

Art. 3.

Hel beheer over hel fonds en het verleenen van ondersteuning, hetzij in geld, hetzij op andere wijze, is geheel opgedragen aan Commissarissen, met dien verstande dat kapitalen van het londs slechts belegd worden in de Spaarbank van het Departement Utrecht der Maatschappij tot Nut van \'t Algemeen ol\' in Nederlandsche Staatsfondsen.

Art. 4.

Voor ondersteuning uit liet fonds komen in aanmerking de bedienden, die twaalf maanden in dienst der Societeit zijn geweest.

Art. 5.

Ondersteuning kan worden verleend in geval van ziekte, van ongeluk buiten schuld, van vergevorderden leeftijd, gepaard aan langdurigen en getrouw vervulden diensttijd, van bijzondere behoefte gedurende den winter, wanneer bij overlijden de nagelaten betrekkingen zeer hulpbehoevend zijn en overigens zoo dikwerf Commissarissen vermeenen, overeenkomstig het doel met de oprichting van dit fonds beoogd, hulp te kunnen verleenen.

Art. (i.

Uit het fonds kunnen ook toelagen verleend worden aan bedienden, die daarvoor in aanmerking komen.

Art. 7.

De rekening en verantwoording van het fonds geschiedt afzonderlijk, doch overigens op denzelfden tijd als die der Societeitskas. Commissarissen voegen daarbij \'de noodige

-ocr page 30-

inlichtingen, opmerkingen en ljcsliiit.cn der vergadering van Commissarissen.

Evenals hel reglement der Societeit onderzocht en vastgesteld in de algemeene vergadering van den 29en December 1879.

Mr. P. BRANTSMA, Voorzitter. F. H. COBLIJN, Secretaris.

-ocr page 31-

NAAMLIJST VAN LEDKN

DER

SOCIETEIT „SIC SEMPER.quot;

Op uitquot;. Januari 1880,

GEWONE LEDEN.

J. Gerlings.

R. K. Baron van Tuyll van Se-rooskerken.

Jonkh. A. A. van Oldenbarneveld gen1\'. Witte Tullingh.

E. H. Kol.

J. I. D. Nepveu.

Jonkh. M. A. A. Beelaerts van Blokland.

G. J. Verloren van Themaat.

E. J. van Eeden.

H. A. F. A. Gobius.

Jonkh. Ph. Ram.

C. G. de Balbian van Doorn.

G. C. Baron Snouckaert van Schauburg.

Jonkh. J. Ij. B. de Muralt.

J. des Tombe.

Jonkh. J. J. Lampsins van den Velden.

Jonkh. J. L. A. Martens.

Jonkh. J. G. Bosch van Draken-

stein.

H. G. Römer.

Jonkh. A. L. E. Ram. J. C. Schuurman.

J. C. van Eeten. F. M. Royaards.

S. J. Graaf van Limburg Stirum. A. G. J. Baron Taets van Ame-

rongen.

Jonkh. W. L. C. Ram.

Jonkh. J. ü. de Jong van Beek

en Donk.

H. Royaards van Scherpenzeel. W. J. Royaards van den Ham. E. Huydecoper van Nigtevecht. W. J. M. Bosch. L. W. A. Besier.

C. G. Berger van Hengst.


-ocr page 32-

30

Ph. H. Taddel.

C. G. C. van Hengst.

S. Cats.

A. A. H. Besier.

0. d\'Aumale van Romondt. Jonkh. W. F. de Jonge.

S. H. Vernède.

A. B. de Joncheere.

W. H. Baron Taets van Ame-

rongen.

J. D. Gerlings.

C. R. Merkus.

W. H. Baron de Watteville. J. VV. Brondgeest.

P. A. L. A. Baron van Ittersum. A. H. L. Leydel van Dam.

1. L. Baron van Heeckeren van Brandsenburg.

J. van Walrc.

J. W. Kymmell.

P. Verloren van Themaat.

J. I. Rahusen.

J. C. van Eelde.

J. J. Metelerkamp.

L. J. van Toulon van der Koog.

C. Gerlings.

W. van Bergen.

S. J. van Geuns.

P. Brantsma.

E. du Marchie van Voorthuijzen. G. A. van Doom.

Jonkh. A. J. L. Ram. J. Cazaux.

E. C. U. van Doom.

A. L. d\'Hamecourt.

Jonkh. J. J. de Geer van Oudegein.

C. Th. Baron van Boetzelaer. J. C. \'s Jacob.

Jonkh. A. Th. Calkoen. W. F. A. A. E. Schuijt.

Jonkh. H. W. van den Bosch. J. J. Uijtwerf Sterling.

F. A. R. A. Baron van Ittersum. Jonkh. W. N. de Pesters.

G. C. F. van Hengst.

F. E. G. Selle.

H. Verloren van Themaat. Y. J. H. de Kock.

J. Flink Schuurman.

H. Elink Schuurman.

Jonkh. W. J. de Pesters. H. A. L. P. Steffens.

G. J. Fabius.

J. C. Ballot.

J. A. van Wijngaarden.

Jonkh. J. P. Junius van Hemert. Jonkh. W. H. P. Calkoen.

D. A. Graaf van Limburg Sti-rum.

J. C. A. van \'den Heuvel. C. M. Blankenheym.

Jonkh. W. F. von Pestel. Jonkh. W. H. de Beaufort. U. Baron Thoe Schwartzenberg

en Hohenlansberg. M. J. L. Baron Taets van Ame-rongen van Renswoude.

E. Baron van Lynden.

Jonkh. J. van den Bosch. G. Turk.

Jonkh. W. Junius van Hemert. A. Pit.


-ocr page 33-

SI

L. \\V. A. G. M. Stratenus van Voshol.

J. C. M. Baron van Lynden. Mr. R. Melvil baron van Lynden. C. Wagtho.

Jonkh. J. C. M. van Riemsdijk. H. Waller.

A. W. van Beeck Calkoen. A. D. Baron van Heeckeren van

Brandsenburg. W. F. J. Baron van Lynden. C. Kneppelhout van Sterkenburg. W. G. F. A. van Sorgen. W. R. Boer.

C. de Wilde.

F. Halbertsma. W. A. H. Gelderman. J. A. Baron van Hardenbroek. L. Bouman.

L. van Hasselt.

J. F. B. Baert.

A. Stok.

B. Reiger.

C. P. J. van den Bergh. W. K. M. Vrolik.

F. \'s Jacob.

H. M. A. Baron van der does. W. F. Baron van Heeckeren van

Brandsenburg.

M. E. van Lidth de Jeude. J. L. A. Nepveu. A. A. Gaijmans. O. M. Blanckenhagen.

P. Maas Geesteranus.

L. van Tengnagell de Raad. A. J. Royaards.

M. Engering.

P. F. Baron van Heerdt.

Jonkh. T. A. J. van Asch van Wijck.

Jonkh. W. Hora Siccama. Jonkh. K. K. Godin de Beaufort.

A. J. Rühle tot Lilienstern ter Meulen.

Jonkh. F. W. J. van Breugel. Jonkh. \\V. K. L. van Hogendorp.

F. L. Baron van Heeckeren van Brandsenburg.

Jonkh. H. J. M. van Asch van Wijck.

Jonkh. J. H. van Haersma de With.

C. f.oten van Doelen Grothe. H. Ameshoff.

H. Spanjaard.

W. von Wrangel auf Lindenberg.

W. van Nellesteijn.

R. A. Jackson.

S. P. J. A. van Hoogstraten.

H. J. Payen.

H. Linse.

Jonkh. J. van Asch van Wijck. S. Muller.

David J. C. van Lennep. Jonkh. P. F. O. Sickinghe. L. J. du Cellié Muller. H. A van Beuningen. H. du Marchie van Voorthuijzen.

G. A. du Quesne van Cillaars-hoek.

B. W. Wttewaal van Wicken-burgh.


-ocr page 34-

32

D. Ragay.

M. S. Pols.

Jonkh. M. A. Wichers.

F. A. van Hall.

A. J. A. von Kellner. P. H. Kemper.

W. J. I. I. Blom.

G. Deketh.

E. A. del Campo gen. Camp. A. F. Baron Sloet van Zwanenburg.

J. Kol.

Jonkh. A. G. de Geer.

F. H. Coblijn.

J. A. Horstman.

J. G. Brouwer Nijhoftquot;.

P. G. Callenfels.

D. G. Bingham.

Jonkh. B. Ph. de Beaufort.

lonkh. D. A. Junius van Hemert.

C. D. L. Baehler.

J. Vos.

J. G. de Groot Schimmel. A. L. R. Bilderdijk de Meijer.

G. van Overbeek de Meijer.

D. E. H. Boxman. G. P. J. Mossel.

Jonkh. C. G. H. Martens. N. L. Burman Eyck tot Zui-lichem.

J. W. del Campo gen. Camp.

P. Wellenbergh.

J. C. de Bas.

M. M. J. Colen.

C. A. van der Leeuw.

Jonkh. R. Schuurbeque lioeye.

Jonkh. E. van Reenen.

F. C. R. Boers.

G. M. Blankenheym. M. Crommelin.

H. F. Kol.

Jonkh. R. A. P. Sandberg tot Essenberg.

A. J. M. Bake.

K. J. E. A. M. Büchner. D. M. van Gelder de Neufville. Jonkh. J. C. Godin de Pesters. J. M. Schout Velthuis. Ph. L. van Eeten.

B. van Eeten.

Jonkh. W. Junius van Hemert. H. L. Verspijck.

J. C. Schuller tot Peursum. IJ. van Nooten.

Jonkh. C. M. Radermacher Scho-rer.

J. F. de Beaufort.

S. Sinnema.

D. L. W. Baron van Harden-broek van de Kleine Lindt.

Jonkh. J. G. Ridder van Rappard. L. C. J. A. de Vogel.

J. Baron d\'Aulnis de Bourouill. W. Maas Geesteranus.

A. Baud.

H. Snellen.

E. C. U. de Balbian van Doorn.

C. H. D. Buys Ballot. G. de Bruijne.

G. J. E. du Marchie van Voorthui j zen.

H. Rahusen.


-ocr page 35-

33

Jonkh. C. F. A. Roell.

Jonkh. E. E. Sickinghe. H. Helling.

A. P. Kupfer.

Mr. J. P. de Koek.

Jonkh. J. J. de Pesters. J. D. J. M. Bekaar. J. H. Beaujon.

W. C. de Crane.

Jonkh. J. A. Wichers. J. W. Post.

M. j. H. Baron van Slingelandt. F. D. Graaf Schimmelpenninck. Jonkh. L. de Geer.

Jonkh. O. J. Sickinghe.

B. E. J. H. Becking.

J. A. van Steyn.

R. B. A. Verloren van Themaat.

A. L. Grothe.

J. H. van Ewijck van de Bildt en Oostbroek.

J. L. Baron Nepveu.

Jonkh. W. van Loon.

Jonkh. J. Huydecoper van Maar-seveen.

Jonkh. H. W. Bosch van Dra-kestein.

W. Baron van Goltstein.

G. C. D. d\'Aumale Baron van Hardenbroek.

Jonkh. H. Strick van Linschoten.

J. H. Gallee.

Jonkh. D. Hoeufft.

Jonkh. J. M. van Asch van Wijck.

J. H. des Tombe.

J. C. Deking Dura.

C. van Schelle.

J. Deking Dura.

G. H. van Bolhuis.

A. A. Pit.

Th. Waller.

P. Verloren van Themaat. \\V. N. van Hengst.

Jonkh.J.M. Radermacher Schorer. Jonkh. R. E. W. van Weede. E. van Son.

J. Alma.

M. Tydeman Jr.

J. J. Rahusen Jr.

)NE LEDEN.

Jonkh. J. P. Strick van Linschoten van Vlooswijk.

Jhr. J. J. de Geer van Rhijnhui-zen.

A. de Joncheere van Harmeien.

G. Vas Visser.

Jonkh. F. H. van de Poll.

H. L. M. Luden. M. E. C. Bijlevelt.

G. F. van Ewijck.

G. A. G. Ras.

H. A. Insinger.

N. H. van Nes van Meerkerk.


-ocr page 36-

84

jonkh. 1). J. A. A. van I.awick van Pabst.

A. Baron Calkoen.

Jonkh. K. J. A. H. Ram van Bottestein.

G. H. L. Baron van Boetzelaer.

W. K. Grothe.

J. J. Veeren.

Jonkh. J. M. van Haersma de With.

Jonkh. H. Bosch van Drakestein.

C. Th. Baron van I.ynden van Sandenburg.

J. Bieruma Costing.

M. Baron Mollerus van West-kerke.

G. J. Baron van Hardenbroek van Ammerstol.

J. Staats Forbes.

Jonkh. F. van den Bosch.

Jonkh. H. C. J. Barchman Wuy-tiers van Vliet.

C. W. Baron van Dedem.

Jonkh. J. C. Strick van 1 .inschoten.

W. C. van Beeck Calkoen.

J. B. de Beaufort.

C. D. Janszen.

Jonkh. E. de Pesters.

Jonkh. F. H. de Pesters.

H. J. de Bie Luden.

Jonkh. H. H. A. J. de Geer.

F. I). A. O. Ë. van Halteren van Vrijenes en Sluipwijk.

Jonkh. A. T. M. van Asch van Wijck.

H. van Voorst van Beast.

Jonkh. R. de Beaufort.

H. Baron van Boetzelaer.

M. R. A. P. H. Baron de Girard van Coehoorn.

R. Baron d\'Ablaing van Giesen-burg.

J. van Buma.

Jonkh. A. Six.

J. E. W. Twiss.

Jonkh. D. de Blocq van Haersma de With.

Jonkh. J. Roëll.

J. van Nahuijs.

W. Baron van Boetzelaer.

U. G. Hemmingson.

J. G. E. Baron van Ittersum.

Jonkh. J. W. A. Barchman Wuy-tiers van Vliet.

A. M. E. des Tombe.

Jonkh. J. Steengracht van Oost-capelle.

C. J. Kneppelhout van Ster-kenburg.

A. L. Th. Nepveu tot Ameide.

B. W. G. Wttewaal.

J. W. Mouton.


-ocr page 37-

35

TIJDELIJKE LEDEN.

J. A. van Otterloo.

G. A. baron van Till. E. J. J. C. van Baerle.

C. J. P. Kaub.

H. H. Raraaer.

D. W. van Walcheren. D. Kromhout.

J. H. Knel.

A. A. H. van Heusden. C. W. van de Kasteele. P. A. Scheltus.

M. J. Perk.

P. Kleinhens.

P. G. L. baron Quarles de Quar-les.

H. G. A. A. Witte Eeckhout.

J. H. A. Nierstrasz.

J. Smith.

W. P. Stakman.

Jonkh. J. Ortt.

M. van Aken.

Jonkh. L. A. P. Six.

W. K. Dilg.

J. Fabius.

J. W. N. Cramer.

G. J. Blaamv.

N. Kuilenburg.

F. J. Langlois van den Berg. F. J. N. Prohn. W. G. L. Versteeg.

H. E. Beekman.

J. J. de Greve.

J. L. Stuten.

Jonkh. J. H. van Asch van Wijck. P. H. C. Engelenberg. J. F. H. Boonacker. J. C. Altink.

J. P. Koolemans Beijnen. W. J. H. G. Keetell. J. H. Kretzer.

E. L. J. de Roy van Zuidewijn.

D. H. Cromhout.

L. J. Hioolen.

W. J. A. Colthoff.

R. Scheffer.

P. J. Beausar.

E. M. C. Baak.

N. D. de Ridder. H. W. Braakman.

J. F. de l\'Espinasse. S. C. Rijnbende.

E. A. van Leent.

R. F. K. van Gorkum.

Jonkh. A. W. Quarles van Uf-

ford.

T. A. Quanjer.

C. J. Borel.

H. F. Pop.

L. C. van Kuijk.

A. G. van Tricht.

Jhr. L. D. Meyer.

C. A. Cikot.

C. H. M. Houba.

Jonkh. T. C. Calkoen. P. C. W. Mossel. C. F. Omverling.


-ocr page 38-

36

P. A. Numans. C. A. Zelvelder. E. C. Okhuyzen. J. M. A. Veldhuizen. J. Hora Adema.

C. E. A. Vigelius.

H. M. Steenberghe.

A. E. J. G. d\'Hamecourt.

D. Kemper.

G. M. J. Turk. W. Beijerinck.

I. G. van Gennep.

R. van Dam.

J. H. H. Vogel.

H. B. Mol.

C. J. H. J. Schuak.

P. C. B. van Marie.

F. J. H. Verhoef.

T. L. baron Quarles de Quarks.

F. J. Burgsteeden.

F. Daniëls.

G. de Fremery.

I L. F. Leyds.


-ocr page 39-