Overgedrukt uit het fieneeskunJig Tijdschrift voor Nederiandsch-lndië Deel XXI, Aflevering \'2.
bv
door
De Vereeniging lol bevordering tier geneeskundige Wetenschappen in Nederiandsch-lndië onlvjngl, door de welwillende lussclienkonisl van den lieer van Heemskerk . Consul der Nederlanden te Shanghai/, enz., een belangrijk periodiek werk, dal le Shanghay door bel Douanen-deparlemenl elk half jaar wordl uitgegeven en waarvan de lilel is:
II SPECIAL SERIES: No 3
PUBLISHED BY ÜBDEB OF THE INSPECTOR GENERAL OF CUSTOMS.
SIIANGIIAY:
Statistical Departement of the Inspectorate Grnkral,
MDCCGLXXX.
Dil werk verschijnl den 3r,en Maart en den 30i,,\'n September van elk jaar.
In de nMedical Reports for the half-year ended 31st March 1880. 19quot;\' Issuequot; koml op pagina 53 een opstel voor van den Heer Patrick Manson, M. D., Cu. M. Ie Amoy, dal den hierboven staanden litel gt;\'Notes on Spruequot; voert.
Daar ik mijne raonographie over Indische spruw in Maart 1880 Ver heoordeeling aan de Vereeniging tol hev. der Geneesk. Wetensch. in N. I. heb ingediend, heeft Dr. Manson dus ongeveer tegelijk met mij over dit onderwerp geschreven.
De groote overeenkomst van onze waarnemingen trof mij en gaf mij aanleiding die »Aanteekeuingenquot;, zoo veel mogelijk woordelijk vertaald, in dit tijdschrift te pnblieeeren en er eenige opmerkingen aan toe Ie voegen.
Die vertaling volgt hier.
Er zijn vele ziekten, eigen aan tropische en subtropischs landen, waaraan de inboorlingen onderhevig zijn en welke vreemdelingen kunnen krijgen wanneer zij zijn blootgesteld aan dezelfde ziekteoorzaken.
Er is een andere klasse van ziekten, eigen aan deze landen . welke alleen vreemdelingen krijgen en die slechts zelden, zoo ooit, inboorlingen aantasten.
Zeer zeker behoort hel tropische leverahsces lot deze laatste categorie. Ik zoude hier nog bij kunnen voegen aneurysma van de aorta thoracica, dal zoo onrustbarend dikwijls voor komt bij vreemdelingen en zoo zelden hij inboorlingen in dit gedeelte vau hel oostelijk halfrond; en een derde ziekte, die, zoover ik weet, nog weinig in bijzonderheden is nagegamp;an door medische schrijvers, en die toch wegens haar meestal doodlijken afloop zorgvuldige studie en de aandacht van ieder, die in deze landen praktiseert, verdient.
De ziekte, die ik bedoel is bekend in Engelsch-lndië en goed bekend op Java en heet in laalstgenoemd land «spruwquot;. Onder dezen naam wensch ik eenige opmerkingen over dit onderwerp le juaken, meer in de hoop om nadere loelichtingen
uil te lokken van anderen dan wel om voor mij zelf aanspraak te maken op een volledige beschrijving. De naam «spruwquot; wordt somtijds gebruikt om de gewone mondspruw van jonge kinderen aan te duiden, welke gepaard gaat met de ontwikkeling van oïdium albicans in den mond; de ziekte, die ik op liet oog heb, heeft weinig gemeen met die aandoening. De eene is een ziekte van den kinderlijken leeftijd, de andere bepaald zich lot volwassenen.
Verscheiden Indische schrijvers, wier werken ik heb geraadpleegd, schijnen geen onderscheid te hebben gemaakt tus-schen deze ziekte en gewone chronische diarrhee. De beste beschrijving heb ik gevonden in een artikel genaamd «Diarrheequot; door Edward Goodeve, voorkomende in het eerste deel van Reijnolds\'s System of Medicine. Daar wordt zij beschreven onder den naam van «Chronische diarrhee, white flux
f
cachectische diarrheequot;, maar zelfs deze schrijver schijnt niet te vermoeden dat de ziekte, die hij beschrijft, sui generis is en duidelijk te onderscheiden van gewone chronische diarrhee.
Spruw kan omschreven worden als een uiterst chronische ea verraderlijke ziekte, eigen aan beete gewesten; de hoofd-verschijnselen zijn: 1°. een afwisselende onlsieking van liet slijmvlies van den mond en den slokdarm in \'t algemeen : 2°. diarrhee en onregelmatige werking van de ingewanden: en 3°. anaemie en algemeene atrophie.
De verschijnselen, die betrekking hebben op de ontsteking van het slijmvlies van den mond, veranderen van tijd tot tijd, maar wanneer wij den patient zien op een tijdstip, waarop die verschijnselen het hevigst zijn, is de tong gezwollen, zijnde papillae gezwollen en rood, oppervlakkige zweertjes hebben zich aan de binnenzijde van de wangen, de tong en de lippen gevormd, en het speeksel, dat zich met groote snelheid onder de tong aanzamelt, loopt uil den mond, wanneer men dien onderzoekt De tong is niet beslagen; zij is abnormaal schoon. Wanneer je stank niet ontbrak, zoude men , wegens de kwijling, veronderstellen, dal de patient onder den invloed van kwik was.
4
Het tandvleesch is dikwijls gezwollen, zacht en geneigd tol bloeden. Wanneer deze toestand goed ontwikkeld is, spreekt de lijder mei moeite en doel het hem pijn zulks te doen; het speeksel loopt uit den mond; eten ol\' drinken is onmogelijk; alleen zeer zachte, slijmerige zelfstandigheden kunnen genuttigd worden. De zachlsle wijn brandt als brandewijn. Zout, suiker en specerijen, of wel sterke sausen, worden niet verdragen. De onlsteking, die zich uitstrekt langs den oesophagus, maakt het slikken pijnlijk, of veroorzaakt althans een gevoel van hitte en rauwheid in de keel en achter het sternum.
Deze acute periode duurt van twee of drie dagen lol een weck. De verschijnselen verminderen om met groote regelmatigheid en mei meer of minder hevigheid eens of twee keer \'smaands, soms meer. lerug tekeeren. Ik heb gevallen gezien waarin de tusschenpooze tusschen twee aanvallen slechts weinige dagen was. Wanneer men in deze tusschenpooze den mond onderzoekt, dan zal men weinig bijzonders zien aan de oppervlakte van de binnenzijde der wangen, der lippen, en van den slokdarm. De tong echter schijnt kleiner en zeer puntig wanneer zij wordt uilgestoken. De oppervlakte schijnt geheel ontdaan te zijn van hel epithelium, het slijmvlies is blootgelegd en de papillae in elkaar geschrompeld. Zij is abnormaal schoon en heeft een karakteristiek dioog, glanzig en glinsterend aanzien; juist als of zij vernist ware. Onder de long steken de plooien van het slijmvlies uit en is veel waterig speeksel aanwezig. De randen van de tong zijn vochtiger en zachter dan bel midden en de punt en zij zijn somtijds ingesneden door zeer ondiepe dwarskloven. De long blijft in dien toestand tot een volgende crisis en, hoewel zij niel zoo gevoelig is als op zulke tijden, wordt zij toch spoedig pijnlijk aangedaan door specerijen en door sterken wijn. Hoewel de gewone gevoeligheid der long zeer verhoogd is, verdwijnen reuk en smaak dikwijls bijna geheel.
Even als de ontsteking van den mond is ook de diarrhee
periodiek. In sommige gevallen wordt de ontlasting gedurende eenigen tijd weêr geheel gebonden, maar vóór, gedurends of na de aanvallen van ontsteking van den mond, keert de diarrhee immer terug. Somtijds liceft de diarrhee een semi-cholerisch karakter, de afgang is overvloedig, waterachtig, en zeer lichl gekleurd, en het enorme verlies van vloeistof geeft dikwijls aanleiding lot collapsus. Deze aanvallen gaan ook wel gepaard met hraking. Voor dat deze cholera-achtige aanvallen komen, \'t geen gewoonlijk in den nacht plaatsheeft, wordt een gevoel van groote lusteloosheid waargenomen, de onderhuik is opgezet en de patient heeft veel last van hevige rommelingen.
Behalve de groote uitputting, die op deze aanvallen volgt, voelt de patient zich verlicht door de diarrhee, en de mond en de ingewanden kecren weldra lol hun vorigen toestand terug. In den regel is de diarrhee volslrekt niet zoo hevig als ik die juist heschreven heh, de afgang volgt niet zoo snel en niet in die groote hoeveelheden. De afgang is licht gekleurd, kleiachtig en schuimend, als of er gisting is, cn niet zelden behoudt hij dat voorkomen gedurende de tusschenpoozen lusschen de acute aanvallen, \'t zij hij dan dun, papachtig of vast is.
In vele gevallen is de sterke, waterachtige speekselafscheiding zeer onaangenaam voor den lijder, daar die aanleiding geeft, •lat hij telkens moet slikken of het vocht uitspuwen. De patient klaagt dan over een gevoel als of hij voortdurend te veel koud water had gedronken.
dok nog over een ander gevoel wordt dikwijls geklaagd. De buik schijnt geheel ledig, en men heeft een gewaarwording als of de wanden van den onderbuik en het diaphragma geheel zijn ingezonken. In zulke gevallen zijn de zwakte cn dc lusteloosheid zeer groot.
Een opmerkelijk feit bij dc verschijnselen van spruw is dc groote verzwakking, die zij na zich sleept, en die in geen juiste verhouding staat tot de diarrhee. Dc lijders hebben
4
allen een kwijnend, vervallen en oud voorkomen. Percussie van de lever loont aan, dal dit orgaan in de algeraeene alrophie deelt; maar in geen enkel van de gevallen, die ik zag, heb ik eenig teeken kunnen ontdekken, dat aanleiding gaf om te veronderstellen, dat de lever overigens ziek was. De algemeene atropine van de weefsels scheen mij in sommige gevallen meer te schuilen in de spieren dan in het omliggende vel.
Uit het feit, dat de aanvallen van diarrhee en ook wel de brakingen en de ontsteking van den mond elkaar opvolgen of gelijktijdig plaats grijpen, maak ik op dat het slijmvlies van de maag en de ingewanden in denzelfden toestand verkeert» als dat van den mond. Deze meening wordt nog versterkt, door hel feit, dat een dergelijke ontsteking dikwijls voorkomt rondom en even binnen den anus, juist als of het ziekte proces zich uitspreidt langs het geheele voedingskanaal; en daar de verheffing van de diarrhee dan eens de verheffing van de verschijnselen in den mond voorafgaat en dan eens volgt, besluit ik daaruit dat hel uitgangspunt van de ontsteking somtijds in de ingewanden, somtijds in de maag en somtijds in den mond moet worden gezocht.
Wanneer de ziekte een weinig tol staan komt, is de patient zwak, prikkelbaar, niet in slaat lot eenige gecslclijkc inspanning en anaeinisch. Dikwijls is de anaemic zeer groot. Niet alleen zijn de conjunctivae en de lippen wit, maar ook do punt van de tong ziet er geelachtig uil, evenals een stukje kraakbeen.
Spruw is zeer verraderlijk in haar voortgang en langzaam in haar ontwikkeling. Ik heb een geval gezien, dal verscheiden jaren achtereen duurde.
Dit chronische verloop is zeer karakteristiek; de patient kan zelden opgeven wanneer zijn ziekte begon, evenmin als hij met zekerheid kan zeggen of hij beter of erger is. Alleen door den toestand en het gewicht van den patient te vergelijken met die van een vroeger stadium zijner ziekte, ziel
men in, welken geleidelijken cn zekeren voortgang de ziekte heeft gehad.
Dit is een korte beschrijving van de voornaamste verschijn» selen der spruw. De prognose moet in een goed uitgemaakt geval ongunstig zijn, zoo niet de lijder spoedig naar een koudere of meer gematigde luchtstreek gaat. Wanneer hij hier blijft, is er na één, twee of drie jaar lijden slechts één einde mogelijk.
Volgens mijne ondervinding zal een patient, zoolang hij in dezelfde omgeving en dezelfde omstandigheden blijft, waarin hij de ziekte heeft gekregen, geen genezing vinden door medicijnen of dieet houden, al mogen deze dikwijls veel verlichting aanbrengen.
Ik geloof, dat wij de oorzaak van spruw moeten zoeken in de algemeene ongeschiktheid van de Europeesche constitutie voor het tropische klimaat. Dit is zeer onbepaald, te meer daar wij niet in juiste, wetenschappelijke termen kunnen for-muleeren, welke de physische voorwaarden zijn, waarvan deze ongeschiktheid afhangt. Het is zeer goed mogelijk, dat de eene of andere storing in de werking van het spijsverteringskanaal ais onmiddelijke oorzaak optreedt cn het ontstaan van spruw beslist bij hen, die reeds voorheschiktheid hebben door een invloed van bet boete klimaat en andere voorbeschikkende omstandigheden. Vier of vijf gevallen heb ik nauwkeurig gadegeslagen sinds ik deze ziekte ais eene afzonderlijke leerde kennen; Iwee cr van hadden eenigeti tijd te voren een operatie aan het rectum ondergaan, de een voor fistula, de andere voor inwendige aambeien, een derde was pas hersteld vaneen hevigen aanval van dysenterie.
In de andere gevallen was van dergelijke invloeden niets te bespeuren: de een was reeds op gevorderden leeftijd, had sterk verval van krachten en atheromateuse bloedvaten; de andere had tol het uitbreken der ziekte eene goede gezondheid genoten, in een van die gevallen, namelijk dat op dysenterie volgde, was er een kleine hoeveelheid eiwit in dc urine. Ouderdom
18
8
en een langdurig verblijf in China hebben duidelijken invloed als voorbeschikkende oorzaken, want in de vijf bovengemelde gevallen waren alle palienten boven de 3igt; jaar oud en allen meer dan lien jaren in de Oost.
Met het oog op den invloed van persoonlijke gewoonten kan ik alleen constateeren, dat van deze vijf patiënten twee zich in \'t geheel niet hadden ontzien, één zeer weinig, één zeer matig was in \'t gebruik van sterken drank en de vijfde, eene vrouw, eene ijverige afscbafster (teetotaller) was. Niets schijnt zulk een nadeeligen invloed te hebben op de ziekte dan aanhoudende hitte en daaruit kan men besluiten, dat eene hooge temperatuur geschikt is om de ziekte te doen ontslaan. Uil hetgeen ik van eenigc vrienden van Manilla en de Straits hoorde, maak ik op, dat op die plaatsen de spruw sneller verloopt dan in Amoy. Waarschijnlijk is de voortdurende zomer in die landen daarvan de oorzaak en de korte winter, dien wij hier genieten, is wellicht nuttig om althans tijdelijk den loop der ziekte te stuiten. Indien dit het geval is, zal de ziekte te Shanghai/ en in de noordelijke havens, althans indien zij daar voorkomt, zeker goedaardiger en nog chronischer verloopcn. De palienten gaan gedurende hel koude wêer aanmerkelijk vooruit.
In aanmerking genomen hel beperkt aantal vreemdelingen, dat hier woont, en dus het beperkte veld van observatie, moei spruw als eene algemeen voorkomende ziekte worden beschouwd. Ik heb er nog nooit een inboorling aan zien lijden. Hel schijnt mij toe, dal spruw in de laatste jaren meer voorkomt dar, vroeger, maar misschien ligt dit hieraan, dat ik vroeger niet altijd juist observeerde en spruw nog niet bad leeren onderscheiden van andere vormen van dyspepsie en diarrbee. Wanneer ik nu bij een mijner palienten zulk een geval ontmoet, of wanneer ik duor een doortrekkend reiziger word geconsulteerd, en ik dan een verhaal krijg van een onlsloken mond, slecht werkende ingewanden en van vermagering, die niet in verband staat met ccn viscerale ziekte, dan conslateer ik spruw.
O
Ik lieb in mijne pogingen om te genezen vele geneesmiddelen aangewend. Maar allen hebben mij teleurgesteld, en ik ben tot de slotsom gekomen, dat er maar één geneesmiddel voor . spruw is, en dat moet om effect te hebben in het begin der zieklc worden toegepast.
De patient moet zoo spoedig mogelijk het land verlaten en naar Europa terugkeeren of-althans een koeler klimaat zoeken dan China in den zomer heeft. Dit is zeer zeker het beste, zoo niet het eenige middel, tegen spruw.. Wanneer een patient de symptomen heeft, die ik heb beschreven, moet zijn ziekte als spruw worden beschouwd , en er op worden aangedrongen, dal de eenige behandeling zal worden opgevolgd t. w. om het land te verlaten. Gelijk koorts en chininc, als ziekte en daartegen passend geneesmiddel, één zijn in den geest van den geneesheer en het publiek, zoo moest hel ook zijn met spruw en een gematigde luchtstreek. Maar het is iets anders om het geneesmiddel voor te schrijven en om den patient er toe te krijgen den raad op te volgen. De ziekte maakt zulke langzame vorderingen, de verschijnselen zijn dikwijls zoo weinig onrustbarend, een tijdelijke beterschap keert zoo dikwijls terug, dat wij maar zeer zelden er in slagen om den patient te bewegen vroeger dan oorspronkelijk zijn plan was verlof te vragen, hetzij eerzucht of harde noodzakelijkheid hem dat tijdstip hadden doen vaststellen. Gewoonlijk wil hij eerst dan vertrekken, als onze prognose met zijn eigen ondervinding overeenkomt. Maar dan is hel dikwijls te laat.
Tweemalen heb ik op die wijze patiënten verloren. Zij wilden pas van vertrekken hooren, toen zij reeds tol skeletten waren vermagerd en hun voeten reeds oedemaleus waren. Zij stierven op reis, alvorens Europa te bereiken.
Ik geloof, dat het veel goed zoude doen om deze ziekte een naam te geven, want wanneer een patient hoort, dat hij chronische diarrhee, een ontstoken mond of stomalitis heeft, telt hij zulks gewoonlijk weinig, totdat het te laat is. Maar wanneer het publiek bij tijds leert , dal»spruwquot; een doodelijke
10
ziekte is cn de overtuiging krijgt, dat het noodzakelijk is om het land te verlaten, zullen wij geneesheeren minder moeite hebben om onze voorschriften ten uitvoer te zien leggen. Hel is deze overweging, die mij in de eerste plaats bewogen heeft deze losse opmerkingen mede te deelen en daaraan een naam te verbinden. Dat ik niet alleen sta in mijn ernstige prognose, wanneer de ziekte niet wordt tegengegaan, bewijst het volgende uittreksel uit een brief van Dr. Rowell, Principal Colonial Medical Olïicer te Singapore. Ik schreef aan hem over dit onderwerp; het volgende is een uittreksel uit zijn antwoord.
• Omtrent den hoofdinhoud van uwen brief moet ik u medc-«deelen, dal de ziekte, waarover ge schrijft, hier niet algemeen «is. Ze komt echter dikwijls voor le Batavia, heel daar spruw, •en is zeer gevaarlijk. De ziekte verloopt langzaam en chronisch, quot;en is kenbaar aan de afwezigheid van een bepaald verschijnsel.
• Een ontstoken tong, lichte diarrhee, met veranderlijke
• ontlastingen, die in \'l algemeen kleiachtig en schuimend zijn,
• buiten deze kenleekenen en een langzame uittering valt er «weinig anders bij optemerken. Ik heb verscheiden gevallen «behandeld, cn alleen zij, van wie hel mij gelukte ze tijdig
• genoeg naar Engeland terug te zenden, zijn blijven leven, «maar \'t grootste gedeelte stierf, zelfs maanden nadat zij in ■gt;\'1 vaderland waren teruggekeerd. Ik geloof (dit is echter mijn «persoonlijke meening), dat de ziekle gewoonlijk gepaard gaat «mei levercirrhose, of een andere ongesteldheid van dat orgaan.
• X Irok hier eenige maanden geleden door, lijdende nan spruw «hij kwam van Java en zijn vrienden waanden hem volkomen
• gezond. Hij stierf echter kort nadat hij in Holland was «aangekomen. Er is geen genezing voor deze ziekte dan een »vroegtijdige terugkeer naar Engeland. De moeilijkheid, waar-»op ik telkens ben gestuit, is, dat de patiënten niet willen \'gelooven, dat ze ernstig ziek zijn; ze stellen hun vertrek «van dag lot dag uil, totdat hel te laai is. Zij begint altijd \'inet een ontstoken mond (aphlheuse stomatitis) en, hij voorl-\'gang van de ziekte, verspreidt die ontsteking zich langs het
11
. spijsvcrlcringslianaal, en wij krijgen dan een soort van •subacute enlerilis niet folliculaire ontsteking. Ik ken geen «boek, waarin men cene beschrijving der ziekte, zoo als men
• die hier ziet, zoude kunnen vindenquot;.
Die weinige woorden van Dr. Uowell geven een duidelijk beeld van de ziekte, evenzeer als van de zwarigheden, waarmede een geneesheer te kampen heeft, voor dat hij zijn patient er toe krijgen kan om zijn leven te redden.
Als palliatieven bevond ik, dat bismulh en strychnine eenig goed deden, wanneer de hevige verschijnselen afnamen, en bismuth en morphine, wanneer zij zich verhieven. Natuurlijk is een nauwgezette diëetregeling onmisbaar. Dc gewone aslringentia doen kwaad. Dikwijls heb ik proeve.i genomen niet het extract van de baelvrucht, maar ik kan geen gunstige verklaring afleggen van de werking. Misschien zoude het anders zijn, zoo wij de vrucht, die zoo warm wordt aanbevolen door Sm Joseph Tauren en andere Indische schrijvers, versch konden krijgen. Wijn en opwekkende middelen moeten zeer verdund worden gegeven. Rooken en hot gebruik vau geestrijke dranken moeten streng verboden worden. Dr. Roweu, schrijft mij over de behandeling het volgende:
quot;De geneesmiddelen, die ik \'t beste heb bevonden waren •een dosis grey (f), soda en rhabarber, toeledienen twee
• of drie keer \'sweeks bij het naar bed gaan; en over dag
• fbloridum ammoniae en ipecacuanhawijn iu een plantaardige to-
• nische infusie. Taraxacum vereenigd met een alkali helpt soms; •ook heb ik gehoord dat iodetum potassae soms zeer goed
• werkt, maar ik kan daarover niet uit ondervinding spreken.quot;
Ook hij bevond dat sterke aslringentia kwaad doen. Het volgende extract van Dr. Bowell\'s brief beveel ik aan een ieder, die gaarne een proef zoude nemen met bet geneesmiddel, daarin vermeld.
• Eenc vrouwelijke patient van mij, die twee jaar aan de
(f) Hydrargyrum cum creta?
12
»2iiekle had geleden en fol een geraamte was vermagerd» quot;genas zonder twijfel zich zelve door het innemen, \'s morgens «en \'savonds, van een theelepeltje ol. amygdal., gemaakt uit «de amandelen, zooals zij op den pasar worden verkocht. quot;Toen moest ik de praktijk laten varen, omdat ik Principal quot;Colonial Medical Officer was geworden, en ik was dus niet
• in de gelegenheid het hij andere patientfen aan te wenden . quot;inaar ik twijfel er niet aan of het senas haar. Hit is vier
• jaar geleden en zij geniet nu eenc uitstekende gezondheid.quot;
Ik hoop dat deze weinige opmerkingen er toe mogen leiden om de aandacht van anderen te vestigen op deze zeer ver» onachtzaamdc, maar zeer belangrijke ziekte.
Misschien zal men vragen: waartoe de vertaling van dit op-stel, en waarom niet een uittreksel ?
Ik had daartoe drie redenen: vooreerst is er zoo weinig over tropische spruw geschreven, dat elke mededeeling van belang moet worden geacht, en de vertaling van dit opstel in zijn geheel noodig scheen, omdat het Tijdschrift, waarin hot voorkomt, zeer weinig is verspreid: ten tweede scheen het mij eerlijker toe alles te vertalen, dan een uittreksel te geven, waarhij kan worden gedacht aan het weglaten van punten van verschil; en ten derde geeft het mij aanleiding tot eenige opmerkingen.
De schrijver geeft van de mondaandoening een heviger beeld, met zweertjes en speekselvloed, die ik nog niet heb waargenomen. Integendeel meen ik meermalen vermindering der speekselafscheiding gezien te hebben. Du. Rowell zegt, dat de ziekte altijd niet de mondaandoening begint, waaromtrent ik met hem in meening zeer bepaald verschil. Ik zag de mond altijd eerst ziek worden in het tweede tijdperk.
Reeds voor ik kennis maakte met Dn. Ma.vso.n\'s opstel, bad ik aan eenige collega\'s gezegd, dat op pag. 28 van mijn monographic ontbrak de vermelding der vermindering en later der opheffing van den smaakzin. Dat ook de reukzin verm in-dert, is mij niet bepaald gebleken; wel dal in het tweede tijd-
13
perk alle geurgevende stoften hinderlijk zijn ei! soms misselijkheid veroorzaken, wat in het laatste tijdperk nog erger wordt. Zoowel Dr. Mansos, als Dn. Rowell constateeren de leververkleining, die, naar ik meen, door mij liet eerst in een Nederlandsch geschrift is beschreven. Dat die verkleining alleen beslaat, ten gevolge der algemeene atrophic van hel geheele lichaam, is mogelijk. Bij een sectie in Juli 1880 gehouden in hel Groot Militair Hospitaal te Batavia, op een lijder, die volgens den officier van gezondheid der le klasse J. H. van Woelderen zeer uitgedrukte verschijnselen van Indische spruw vertoonde, werden makroscopisch geen afwijkingen gezien dan algemeene atropine, waarin ook de lever deelde. Na het verschijnen mijner monographie constateerde ik nog in 5 gevallen (waarvan 2 met den Heer A. G. Vordermam) leververkleining. Dr. J. M. Bentley te Singapore, met wien ik voor eenige Jaren te Batavia eene lijderes aan Indische spruw behandelde, schreef mij over haar: »lk zag Mevr. X. toen zij hier doortrok. Ik »vroeg een van onze celebriteiten hier om haar te zien, zon-
• der hem te zeggen, wat ik van het geval dacht, en vroeg
• hem daarna zijne meening en hij zeide dadelijk, dat zij leed
• aan cirrhose van de lever. Hij zag haar maar eenige oogen-»blikken en deed haar geen vragen, daar het geen geneeskun-gt;dig bezoek was. Ik vond dal zeer opmerkenswaardig.quot;
Ik heb op pag. 51 der monographie getracht eene verklaring te geven van de afwisseling in de verschijnselen der mondholte en die van het darmkanaal. Dat die afwisseling le Amoy duidelijker is waargenomen schijnt uil hel voorafgaande opstel op te maken en verwondert mij niet, omdat de Engelschen (en die zijn daar natuurlijk voornamelijk de Europeesche bevolking) gewoon zijn de levenswijze van hun moederland le blijven volgen; die levenswijze, vooral de voeding, is zeer zwaar en diëelfoulen zullen dus spoediger en heviger verschijnselen geven dan in plaat-sen, waar lichter voeding beslaat.
Dat ik de meeningen omtrent de geneeskundige behandeling in hel algemeen deel mei de heeren Mansos en Rowell is
14
duidelijk. Alleen ben ik minder ingenomen me( morphine. Van hel elfecl van jodeluni kalicum heb ik evenmin persoonlijk ondervinding als van amandelolie. Hel medegedeelde om-trenl de dame, die daardoor genas, doel mij denken aan de mogelijkheid, dal er in dal geval misschien een complicatie mei dysenlerie beslond. Dij chronisclie, vooral licble, dysen-lerie, is die behandeling mei versche olie, dikwijls zeer nultig.
ür. Manson noeml ook strychnine. Ik hei» die als zoodanig nooit gebruikt, maar wel aan reconvalescenten extr. nuc. vomicae toegediend, ol\' met goed gevolg gebruik laten maken van de volgende mixtuur:
R. Tinct. nuc. vomicae Lond.
Acid. nitrico-hydrochloric. dil. Lond.
a a drachm. II Tinct. chinae llavae unc. I p Syr. aurant. drachm. VI Aq. pur. unc. VI
m. d. s. 3 maal daags een eetlepel met water, voor het eten.
Ik heb die samenstelling vroeger eens opgeleekend, maar weet niet meer le zeggen, waar ik die gevonden heb. Zij is bij vele chronische maag- en darmaandoeningen zeer aan te bevelen.
De prognose maakte ik in hel algemeen gunstiger dan de beide Engelsche geneesheeren. Dal is willicht een gevolg van de uitstekende resultaten, die de vruchtenkuur opleverde en van hel feil, dat het publiek in Ncderlaiidsch-Indië langer dan dal in China met hel gevaar dreigende van de ziekte bekend schijnt le zijn en de lijders er dus spoediger toe besluiten i:i een koudere luchtstreek genezing le zoeken.
De opgemerkte verschillen in opvatting der behandeling, en die in de waargenomen verschijnselen mogen er evenzeer toe bijdragen, als hel gemis tol nog toe aan voldoende patholo gisch-analomische gegevens, om hel belangrijke ziekteproces nader te besludeeren.